Associaties voor woud

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst in historisch opzicht naar gebieden die onder toezicht van vorsten vallen en voor koninklijke activiteiten worden gebruikt en waarop het gewoonterecht niet van toepassing is; tegenwoordig wordt deze term gebruikt om uitgestrekte boomrijke gebieden aan te duiden, hetzij in natuurlijke staat, hetzij aangelegd, die worden gebruikt voor houtproductie of niet worden beheerd, en worden gekenmerkt door een wildernis van dichte begroeiing en wilde dieren.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar glas dat oorspronkelijk, in de Middeleeuwen, werd vervaardigd in de bosgebieden van Frankrijk en Duitsland. Het glas heeft meestal een groenige, gelige of bruinige kleur, en is doorgaans nogal dik, eenvoudig van vorm, vormgeblazen en gedecoreerd met pipet en prunts. Kenmerkend voor het glas is het alkali-bestanddeel: potas uit de asresten van gebrand beukenhout, varen (adelaarsvaren) of van andere houtsoorten.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Te gebruiken om werken te beschrijven van de gelijknamige Afrikaanse etnische groep die leeft in het noordwestelijke Ituriwoud in de Democratische Republiek Congo.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar de periode en cultuur van de Alemannen, een losse confederatie van Germaanse volkeren die naar de streek van het Zwarte Woud trokken in de 3de eeuw n. Chr. en zich verder verspreidden naar de Elzas en het noorden van Zwitserland in de 5de eeuw. Zij namen hun taal en elementen van hun artistieke tradities mee.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Genus van hardhoutbomen die in het regenwoud voorkomen. Genus van bloeiende planten met meer dan 20 soorten.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Te gebruiken om werken te beschrijven van de gelijknamige Afrikaanse etnische groep die leeft in het Ituriwoud in de Democratische Republiek Congo.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Soort hominide die alleen voorkomt in de regenwouden in het lage stroomgebied van de Kongorivier. De verschillen met de andere bestaande soort uit het genus Pan, de chimpansee (Pan troglodytes), zijn de volgende: bonobo's zijn slanker, hebben langere ledematen, een smallere borst, een ronder hoofd met een gezicht dat minder ver vooruitsteekt, komen alleen uit de bomen om naar andere bomen te gaan en vertonen ander gedrag, bijvoorbeeld de sociale dynamiek in groepen is anders. In oudere classificaties werden de bonobo en de gewone chimpansee als één soort beschouwd.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Boomrijke gebieden die dikwijls een grens of een barrière vormen, maar voor het overige nauwelijks worden gebruikt. Meestal kleiner en minder wild dan 'wouden'. Voor landschappen die gedomineerd worden door bomen en die voor meerdere doeleinden gebruikt worden, gebruik liever 'bosgebieden'.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Landschappen met een speciale vegetatie, voornamelijk bomen, die vaak worden gebruikt voor grazen of jagen, maar niet om te kappen of te bebouwen; gebruik 'bossen' voor land waar bomen dikwijls een grens of barrière vormen, maar verder nauwelijks worden gebruikt; gebruik 'wouden' voor dichte wildernis en die veelal gebruikt worden voor houtproductie.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Wordt gebruikt voor boomrijke gebieden, meestal begroeid met bomen van hetzelfde soort die daar van nature groeien of zijn aangeplant, en meestal vrijwel zonder kreupelhout; minder uitgestrekt dan 'wouden'.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar de stijl en cultuur van een weinig bekend precolumbiaans volk dat in de nevelwouden in het noorden van Peru leefde. Ze zijn vooral bekend om hun graftombes die hoog op de bergwand werden aangebracht, met daarin mummies en figuren van steen en mahoniehout. De bloeiperiode van de cultuur lag tussen 800-1536 n. Chr.

Toegevoegd op: 16-8-2017

B Te gebruiken om werken te beschrijven van de gelijknamige Afrikaanse etnische groep die woonachtig is in het Ituriwoud.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Bedreigde regenwoudboom uit Oost-Australië. De boom werd in de 19de en 20ste eeuw op grote schaal gekapt en is daar nog niet van hersteld. De snel groeiende boom groeit op vulkanische en alluviale bodems.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar goedkoop glas, vaak groenachtig of bruinig van kleur door de aanwezigheid van onzuiverheden, met name ijzer. Dit glas wordt vaak gebruikt voor het maken van flessen of ruiten. De term is te danken aan de overeenkomsten met woudglas, dat ook 'groen glas' wordt genoemd.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Genus van bloeiende planten die inheems zijn in natte gebieden en regenwouden.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Genus van ongeveer 105 soorten grote regenwoudbomen en bomen die onder het bladerdak van het regenwoud groeien. Ze komen voor in lager gelegen gebieden, op Sri Lanka en in het gebied dat zich uitstrekt van het zuiden van India tot het zuiden van China, het Maleisisch schiereiland en Nieuw-Guinea.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Hangklokken met uitgebreid houtsnijwerk en versieringen, meestal met bloemenmotieven, die de uren aangeven met een geluid dat klinkt als de roep van een koekoek; meestal met zichtbare gewichten en slinger. Ze werden halverwege de 18e eeuw geïntroduceerd in het Zwarte Woud en de vroegste exemplaren hadden een houten mechanisme.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Familie van meer dan 420 genera en ongeveer 1500 soorten bomen, struiken, houtachtige wijnstokken en kruiden. Veel soorten zijn grote bomen die voorkomen in tropische regenwouden. De soorten in deze familie hebben een melkachtig, vaak giftig sap, bladeren met gladde randen en bloemen in trossen (zelden vindt men losse bloemen). De vrucht kan op een bes lijken of vlezig zijn, maar is gewoonlijk een droge peul (kokervrucht) die openbarst als hij rijp is. Daarbij komen een groot aantal pluizige of gevleugelde zaadjes vrij.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Beschilderde maskers uit stuc, karton, metaal of hout die op het hoofd van een mummie werden geplaatst. De oude Egyptenaren wouden zo de gelaatstrekken van de dode bewaren, die deze zou nodig hebben in het hiernamaals om te kunnen ademen, zien en eten. Deze gelaatstrekken waren geïdealiseerd; pas in de Grieks-Romeinse periode werden ze realistischer.

Toegevoegd op: 16-8-2017

De hiërarchie Nederzettingen en landschappen bevat descriptoren voor de grootste elementen van een cultuurlandschap, ongeacht of ze van betrekkelijk geconcentreerde aard zijn (bijvoorbeeld 'retirement communities') of een groot gebied omvatten (bijvoorbeeld 'hoofdsteden'). Nederzettingen worden gedefinieerd als alle plaatsen of gebieden, ongeacht de grootte, die bewoond worden of aangepast zijn door groepen mensen, en die voldoende sociale voorzieningen hebben om betrekkelijk onafhankelijk te zijn. Verder bevat deze hiërarchie descriptoren voor hoofdtypen van natuur- en cultuurlandschappen en hun componenten die de breedste omgevingscontext voor bouwwerken bieden. De natuurlandschappen zijn in deze hiërarchie ondergebracht omdat de AAT geen nadruk wilde leggen op de verschillen tussen natuurlijke omgeving en cultuurlandschap. Het aanbrengen van een dergelijk onderscheid stuit vaak op problemen omdat (a) er geen continuïteit bestaat tussen deze twee, (b) de natuurlijke omgeving grotendeels door mensenhand is beïnvloed en daardoor de eigenschappen van een cultureel artefact heeft gekregen, en (c) het cultuurlandschap vaak op allerlei schaalniveaus als ecologisch systeem fungeert. Relatie met andere hiërarchieën: overheidsinstanties (bijvoorbeeld 'landen' en 'provincies') zijn ondergebracht in de hiërarchie Organisaties. Bijvoeglijke bepalingen bij of samenstellingen met sommige nederzettingen (bijvoorbeeld 'radiaalkaart') maken deel uit van de hiërarchie Abstracte Begrippen. Descriptoren die verwijzen naar afzonderlijke planten en bomen zijn ondergebracht in de hiërarchie Materialen (bijvoorbeeld 'bamboe' of 'grenenhout'), terwijl descriptoren voor algemene vegetatie (zoals 'oerwouden' of 'struiken') hier te vinden zijn. Descriptoren voor infrastructurele voorzieningen, netwerken van gebouwen, andere structuren en uitrustingen die fysiek geordende entiteiten binnen nederzettingen en landschappen vormen (bijvoorbeeld 'busvervoersystemen') zijn ondergebracht in de hiërarchie Objectgroepen en systemen.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Voortdurende verwijdering van wouden en bosgebieden.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Genus van hardhoutbomen die in het regenwoud voorkomen.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar over het algemeen ontoegankelijke tropische wouden, dichtbegroeid met een wirwar van grassen, klimplanten, struiken en bomen

Toegevoegd op: 16-8-2017

Genus van ongeveer 195 soorten regenwoudbomen die inheems zijn in het zuidoosten van Azië, in het gebied dat zich uitstrekt van het Noord-India tot Maleisië, Indonesië en de Filippijnen.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Naaldwouden, meestal conifeerwouden, die grenzen aan arctische toendra's

Toegevoegd op: 16-8-2017

Genus van een klein aantal soorten bomen die in de regenwouden van Afrika voorkomen.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Boomsoort die inheems is in de groenblijvende regenwouden in Midden- en West-Afrika. De vruchten en zaden zijn een belangrijke voedingsbron voor olifanten en andere bosdieren. Het hout is hoogwaardig materiaal voor meubilair en muziekinstrumenten. De olie uit het zaad is te consumeren en de vrucht wordt lokaal gebruikt om zeep te maken.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Soort mahonieboom die groeit in heel Zuid-Azië, in het gebied dat reikt van Afghanistan tot Papoea-Nieuw-Guinea en Australië. Hij groeit het beste in een omgeving met veel licht; in de relatieve duisternis van de ondergroei in een regenwoud is de soort kwetsbaar voor aantasting door motten. Wordt gekweekt voor timmerhout en als schaduwboom.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar de cultuur van het Bantu-sprekende volk dat in de zuidelijke Congo en noordoostelijk Angola woonde. Tot dit volk behoren veel inheemse volken en groepen veroveraars van Lunda-origine, en deze spreken een taal van de Benue-Congo-tak van de Niger-Congo-talen. Het zijn jagers en landbouwers, afhankelijk van welke regio ze bewonen. Ze wonen voornamelijk in bossavannes en stroken regenwoud langs rivieren.