Bakken, bakken, bakken.. bij KSART krijgt u de "taste of art" te pakken!
Welkom, voordat u kunt inloggen zet uw cookie instelling aan.
Nieuwe kunstvorm gevonden? Voeg nu een nieuwe kunstvorm toe!
Gebouwen voor samenkomsten met een sociaal-cultureel of maatschappelijk doel. (Eerder vertaald met: Wordt gebruikt voor gebouwen die zijn ontworpen of bedoeld als plaatsen waar mensen van een bepaalde groep of organisatie bijeenkomen voor bestuurlijke doeleinden.
Zalen of andere grote ruimten voor feestelijke en plechtige aangelegenheden.
Etablissementen, waar de nadruk ligt op het muzikale en variété-amusement maar waar ook drank wordt geserveerd.
Grote eetruimten. Gebruik voor eetzalen van universiteiten 'mensa's'.
Vergaderzalen voor religieuze organisaties of broederschappen.
Onderwijsinstellingen voor kinderen die te jong zijn voor de kleuterschool en verplicht onderwijs, maar oud genoeg om deel te nemen aan bepaalde educatieve en sociale activiteiten, meestal in de leeftijd van 2,5 tot 4 jaar. Peuterklassen verschillen van kinderdagverblijven omdat er meestal gekwalificeerde beroepskrachten werken, die educatieve spellen stimuleren en begeleiden en niet slechts kinderopvang bieden.
Wordt gebruikt voor ruimten voor bijeenkomsten van bestuurlijke, wetgevende of gerechtelijke organen. Daarnaast wordt de Amerikaanse term 'chambers' ook gebruikt voor de privévertrekken van rechters. Gebruik hiervoor in het Nederlands 'raadkamers'.
Ruimten voor de openbare zittingen van een rechtscollege. Gebruik 'raadkamers' voor ruimten voor besloten bijeenkomsten van een rechtscollege.
Zalen met bedden die dienen als gemeenschappelijke slaapruimte, b.v. in internaten, jeugdherbergen of kazernes. Gebruik voor slaapzalen in kloosters 'dormitoria'.
Wordt gebruikt voor ruimten die gebruikt worden om te gokken.
Ruimten in een paleis of een groot huis, vaak weelderig gedecoreerd, die worden gebruikt voor officiële (staats-)ontvangsten.
Bibliothecarissen die het beheer voeren over de naslagcollectie van een bibliotheek en bezoekers van de bibliotheek helpen de gewenste informatie te vinden.
Ruimten in musea en andere gebouwen, voor het min of meer permanent tentoonstellen van collecties voorwerpen.
De belangrijkste staatsievertrekken, waarin de troon staat.
Zalen die veel langer zijn dan dat ze breed zijn, belangrijk onderdeel in de paleisbouw van Renaissance en Barok, bijvoorbeeld de 'long galleries' in Engelse landhuizen uit de tijd van Jacobus I en Elizabeth I.
Ruimten die groter zijn dan kamers, in gebouwen van allerlei aard. Wordt ook gebruikt voor de belangrijkste ruimten van middeleeuwse huizen en voor grote ruimten in aanzienlijke huizen.
Gebruik voor huizen met een grote centrale ruimte als de belangrijkste beneden- of eerste verdieping met het woongedeelte; normaal gesproken beperkt tot Groot-Brittannië waar de hallen in de vroege voorbeelden meestal een open dak hadden, en waarin latere types de zalen, vergelijkbaar in positie en functie, plafonds kregen. Voor de belangrijkste residentiële gebouwen van landbouwbedrijven of grote landgoederen geef dan de voorkeur aan, "boerenhoeven" of "versterkte huizen" bij het benadrukken van de functie van de gebouwen.
Groepen ruimten, verdiepingen of afzonderlijke ruimten in (medische) zorginstellingen voor een bepaald type of een bepaalde groep patiënten.
Kerken die het centrum vormen van een abdij of ander monachaal complex. Deze grenzen meestal aan het klooster en staan via een zogenaamde 'nachttrap' in verbinding met de slaapvertrekken. De kerken hebben een vergaderruimte of een kapittelzaal, die meestal is verbonden met het koor in het oostelijk deel van het klooster.
Gebouwen voor de leeszaal en bibliotheek van literaire of wetenschappelijke genootschappen. Geen Nederlands equivalent. Zie 'genootschapsgebouwen'.
Aanduiding voor gebouwen met houten banen voor de zaalsport bowlen, uitgerust met voorzieningen voor het klaarzetten van de kegels en het terugbrengen van ballen naar de gebruiker.
Kleine tafels of planken bij het altaar in een kerk, wordt gebruikt voor de eucharistische elementen voor wijding. Of kleine bijzettafels waarop schalen en borden klaar worden gezet om aan tafel geserveerd te worden in een eetzaal. Ze verschillen van 'credenzas (dressoirs)" doordat ze meestal kleiner zijn en de vorm van een tafel hebben in plaats van een bergmeubel.
Verwijst naar de periode Champa die wordt geassocieerd met het koninklijke kloostercomplex Dong-Duong dat werd gesticht door koning Indravarman II (875-889 n. Chr.) en dat in het gebied floreerde van de 9de tot de vroege 10de eeuw. Bouwkundige kenmerken uit deze periode zijn gebaseerd op het Dong-Duong-complex en bestaan onder andere uit in baksteen opgetrokken heiligdommen die zijn gegroepeerd binnen interne omheiningen, zalen met pilaren, interne en externe penanten ter ondersteuning van de stupa, stenen kalan met meerdere verdiepingen, zuilconstructies die bekend zijn als stambah's en die qua vorm vergelijkbaar zijn met boeddhistische torenstupa's, een lange zaal die de vih'ra wordt genoemd en die beelden van Boeddha bevat, en altaren die tegen muren zijn geplaatst. In de beeldhouwkunst manifesteert deze periode zich in de religieuze trend van het Mahayana-boeddhisme, gekenmerkt door Boeddha-figuren die op Chinese wijze zijn gekleed, dv'rap'las-figuren met krachtige uitdrukkingen, dikke lippen, gestileerde oren en kortgeknipte bakkebaarden, bronzen beelden van Boeddha die zijn gegoten met behulp van het verlorenwasgietprocédé, bas-reliëfs die timpanen en altaren decoreren, en die verschillende koninklijke personages tonen in gestileerde handelingen, beelden van olifanten met gebogen achterpoten en met hun kop naar voren of met hun lichaam opgericht. Shaivitische koppen en vrouwelijke afbeeldingen van Tara uit deze periode worden gekenmerkt door een sterke frontaliteit en overdreven gelaatstrekken.
Wordt gebruikt voor bogen die over een schip of een zaal zijn gebouwd, en die eigenlijk meer een muur dan een gewelf ondersteunen. Voor soortgelijke bogen die gewelven ondersteunen wordt 'ribbogen' gebruikt.
Wordt gebruikt voor gebouwen die zijn ontworpen en uitgerust voor zaalsporten, lichaamsoefeningen of gymnastiek en training.
Oud-Griekse eetzaal waar belangrijke gasten en vreemdelingen ontboden werden om deel te nemen aan gewijde maaltijden.
De hoofdzaal van Japanse tempelcomplexen waarin gewoonlijk de belangrijkste Boeddhabeelden of beelden van bodhisattva's stonden. Gebruik ���kondō' voor de hoofdzalen van sommige vroege boeddhistische tempels (die tot en met de achtste eeuw zijn gebouwd).
Lichten in een theater, met name het licht in de zaal, uitgezonderd de lichten bij de uitgang of lichten op of achter het toneel.
Wordt gebruikt voor moskeeën met een grote rechthoekige zaal, meestal een plat dak en een binnenruimte die is opgedeeld door vele rijen pilaren.
Atletische sporten die in een zaal worden gespeeld.
Verwijst naar een portret van een bepaalde omvang, meestal geschilderd, een afdruk of een ander tweedimensionaal medium. Het is meestal ongeveer 90 x 70 centimeter groot en heeft een opvallende compositie: niet helemaal tot aan de knieën, maar wel met een of beide handen. De Engelse term is afgeleid van de serie portretten die Godfrey Kneller rond 1700-1720 maakte voor de eetzaal van de literaire club Kit-Cat in Londen, waar het plafond te laag was voor portretten tot aan de knieën. Daarom koos Kneller voor dit ongebruikelijke formaat.
Kleine kamers voor het ochtendmaal. Ze liggen meestal, maar niet altijd, naast de eetzaal. In noordelijke klimaten liggen ze vaak op het oosten om het ochtendlicht op te vangen.
Personen die optreden als portiers en begeleiders, verantwoordelijk voor het naar hun plaatsen escorteren van bezoekers in een theater, kerk, gerechtszaal of andere plaats van samenkomst.
Te gebruiken voor smalle podiumdelen die uitsteken tot in de orkestbak of de zaal, gebruikt door uitvoerend kunstenaars en mannequins.
Verwijst naar relatief grote versierde muren, schermen of andere constructies boven en achter het hoogaltaar van een christelijke kerk. Een reredos kan tegen de apsismuur of direct achter het altaar zijn geplaatst. Ook kan een reredos deel uitmaken van een altaarscherm. De term is afgeleid van een Anglo-Frans woord dat 'achter' of 'achterkant' betekende en raakte ingeburgerd in de 15de eeuw. De reredos ontstond uit de dorsaal, een tapisserie of schildering op de muur achter het altaar. In het kerkinterieur werden vanaf de late 11de eeuw de zetel van de bisschop en het koorgestoelte naar voren gebracht ten opzichte van de altaarmuur, en kwam de reredos als een scherm tussen hen en de congregatie in te staan. In bepaalde Engelse kerken diende de reredos als afscheiding tussen het koor en het achterkoor. In de loop van de tijd ging men voor het maken van de reredos kostbare materialen gebruiken en werd deze overdadig gedecoreerd, vaak met beeldsnijwerken, nissen, beeldhouwwerken, schilderingen en tapisserieën. De reredoses in Spaanse kerken werden in de loop der tijd zo breed als het schip en zo hoog als het dakgewelf. Een 'retabel' is iets anders. Dit is kleiner en staat achter op het altaar zelf of op een sokkel achter het altaar. Dit in tegenstelling tot reredoses die meestal vanaf de grond verrijzen achter het altaar. Veel altaren hebben zowel een reredos als een retabel. In de architectuur kan de term 'reredos' ook verwijzen naar een scherm of scheidingswand in een andere context, bijvoorbeeld naar de muur die de achterkant vormt van een open haard in een oude zaal.
Relikwieënzaal, waar men boeddhistische relikwieën bewaart en vereert. De bekendste bevindt zich in de Engakuji-tempel in Kamakura.
Verwijst naar de cultuur die ontstond tijdens de Sunga-dynastie van de 2de en 1ste eeuw v. Chr. in India. De Sunga's wierpen het Maurya-keizerrijk omver in 185 v. Chr. Het Sunga-keizerrijk was niet zo uitgebreid als dat van de Maurya's. Hoewel van kunstwerken die gedurende deze periode zijn gemaakt kan worden gezegd dat ze behoren tot de Sunga-periode, impliceert deze term niet altijd dat er sprake was van een patronaat of dat Sunga de controle had over een bepaald gebied. Met de Sunga-periode brak een onafgebroken continuüm van Indiase kunst en architectuur aan. De vroegste overgebleven stoepa-balustrade, samen met een gedeelte van een poort, werd gevonden in Bharhut in oostelijk Madhya Pradesh en dateert van deze periode. Evenals het geval was met andere vroege stoepa-balustrades, werden figuren en reliëfs gedoneerd door personen van wie de namen erop werden gegraveerd. Vaak worden de afgebeelde scènes aangeduid met labels, aangezien boeddhistische iconografie nog in de kinderschoenen stond. In het algemeen werd de nadruk in Sunga-kunst gelegd op het overbrengen van een religieuze boodschap, ten koste van naturalisme; dit wordt ook een dominant kenmerk van latere Indiase kunst. Vaak worden gebeeldhouwde yakshi- en yaksha-figuren aangetroffen, en andere pre-boeddhistische heiligen die een plaats kregen binnen het boeddhisme. Een belangrijk verschil tussen deze en vroegere figuren is dat vele ervan een meer ontspannen linkerbeen hebben. De figuren zijn nog steeds stijf en zwaar zoals Maurya-figuren, maar de dikke kleding en hoge polijstingsgraad zijn verdwenen. Andere belangrijke sites zijn de in rotssteen uitgehouwen grotten in de westerse Ghats, met name die van Bhaja en Pitalkhora. Deze boeddhistische grotnederzettingen bestonden uit een caitya-zaal en verblijven voor de monniken (vihara's). De façades werden gewoonlijk gedecoreerd met hoefijzervormige bogen, terwijl de gebeeldhouwde versiering aan de binnenkant over het algemeen eenvoudig was; schilderingen en houten toevoegingen maakten waarschijnlijk ooit deel uit van de iconografische en decoratieve ontwerpen.
Wordt gebruikt voor bogen die traveeën van gewelven scheiden, vooral in een ruimte met een kruis- of tonggewelf. In de context van een ribgewelf, gebruik 'dwarsribben'. Voor bogen over een schip of zaal die muren ondersteunen in plaats van gewelven, gebruik 'gordelbogen (1)'.
Wordt gebruikt voor groepsverblijven op of bij ziekenhuisterreinen die slaapzaalachtige huisvesting bieden voor verpleegkundigen en leerling-verpleegkundigen.
Religieuze gebouwen van Zuidoost-Aziatische oorsprong die als vergaderzaal of heiligdom worden gebruikt; ze bevatten een altaar en boeddhistische afbeeldingen.
Ruimten in hedendaagse woningen waarin men gasten ontvangt, leest, televisie kijkt of andere activiteiten bedrijft, doorgaans iets formeler van karakter dan een ‘den’ maar bedoeld voor een breder scala van activiteiten dan een 19de-eeuwse ontvangstzaal.