Bakken, bakken, bakken.. bij KSART krijgt u de "taste of art" te pakken!
Welkom, voordat u kunt inloggen zet uw cookie instelling aan.
Nieuwe kunstvorm gevonden? Voeg nu een nieuwe kunstvorm toe!
Vergaarplaatsen die vetten, oliën, vuil, grind en alle andere substanties die lichter of zwaarder zijn dan het vloeibare afval waar ze in opgenomen zijn scheiden en bewaren, dit om te voorkomen dat ze in het binnenriool terechtkomen.
Onderdeel van moderne rioolwaterzuiveringsinstallaties waarin afvalwater door een aantal tanks wordt geleid nadat de grotere objecten eruit zijn gehaald. In zandvangers haalt men eerst zand en kleideeltjes uit het water. Vervolgens worden in voorbezinktanks grotere organische deeltjes verwijderd. In beluchtingstanks wordt zuurstof toegevoegd en tevens aerobe micro-organismen, die het overgebleven organische materiaal snel afbreken. In nabezinktanks worden ten slotte de resterende zwevende vaste deeltjes uit het water gehaald.
Het meest voorkomende type zink, dat wordt gemaakt uit een lang stuk hout dat in tweeën wordt gedeeld en, nadat de conische buis eruit is gegutst, worden de twee delen weer tegen elkaar gelijmd. De buitenkant wordt achthoekig afgewerkt, met dun zwart leer bedekt. Het instrument buigt meestal naar rechts, aangepast aan de rechtshandige bespelers, maar kan ook naar links buigen.
Zinken met conisch mondstuk, niet afneembaar want samen met de buis van het instrument uit één stuk hout gedraaid, sopraanstemming.
Boren die eindigen in een halve cirkel; worden gebruikt om rond een gat te boren, zodat er een kern of plug ontstaat die vervolgens kan worden gebruikt om verzonken schroefkoppen in hardhouten vloeren weg te werken.
Handgereedschap dat meestal de vorm heeft van een driehoekig blad aan het einde van een steel. Worden gebruikt om cilindrische verwijdingen te maken om de bovenkant van een bout, moer of schroef te verzinken zodat deze niet boven het oppervlak uitsteekt.
Boorijzers die worden gebruikt om kegelvormige gaten te maken om de kop van een bout, schroef of een moer in te verzinken, zodat deze niet boven het oppervlak uitsteken.
Dunne, gladde spijkers met een kleine verzonken kop, die worden gebruikt om timmerwerk af te werken.
Het aanbrengen van een beschermende laag op ijzerhoudend materiaal door het in een bad van gesmolten zink te dompelen.
Te gebruiken voor het zuivere metaalelement met het symbool Zn en het atoomnummer 30; het is een blauwachtig wit, kristallijn metaal. Ook te gebruiken voor dit metaal wanneer het wordt bewerkt en gevormd om, meestal in combinatie met andere stoffen, diverse voorwerpen en materialen te maken.
Blaasinstrumenten, sopraan-, sopranino- en tenorstemming, bestaande uit een lange houten of ivoren buis, conische boring, recht, ook licht gebogen, vingergaten; bespeeld door lipspanning; Europa.
Hoogdrukken gemaakt door een voorstelling met etsgrond of asfaltlak te tekenen op een metalen plaat, meestal zink, waarna de plaat in etswater wordt gebeten en de betekende delen dus hoog blijven staan.
Een reeks groenachtig gele kleuren die lijken op het pigment zinkgeel, dat wordt verkregen door zinkoxide te laten reageren met kaliumdichromaatoplossingen.
Pigment dat wordt gemaakt door zinkgeel te vermengen met Pruisisch blauw. Het is ongevoelig voor licht, maar niet voor alkali of water. De term wordt ook onjuist gebruikt om te verwijzen naar kobaltgroen en zinkchroomgroen.
Gewicht dat men aan visdraad bevestigd om het aas te doen zinken.
Verwijst naar lithografieën die worden gemaakt van zinkplaten volgens het zinkografieproces. De term stamt oorspronkelijk uit Frankrijk, waar een onderscheid wordt gemaakt tussen lithografieën die op steen en op zink worden gemaakt. Deze twee typen afdrukken lijken erg op elkaar, dus het onderscheid wordt nauwelijks gemaakt.
Kan algemeen worden gebruikt voor procédés voor het prepareren van een drukvlak op een zinkplaat, hetzij voor lithografie, hetzij geëtst voor boekdruk. Gebruik waar mogelijk twee uitdrukkingen: de term voor het specifieke procédé, zoals 'lithografie' gecombineerd met 'zink' en dat aangevuld met 'drukplaten'.
Een hoogwaardig pigment van zinkoxide dat wordt gemaakt volgens het Franse procedé, een indirecte techniek om metallisch zink te verdampen. De dampen reageren met de lucht en precipiteren als zuivere zinkoxide. De meeste commerciële pigmenten uit zinkoxide worden op deze manier gemaakt.
Een legering bestaande uit ongeveer 70% koper, 1% tin en voor het overige zink.
Een procédé van reliëfdruk, meestal op zinkplaten, toegepast in de 19e eeuw om bestaand gedrukt materiaal te reproduceren, waaronder tekeningen en modelpagina's.
Zeer harde legering van tin met antimoon en zink, vaak toegepast bij voorwerpen als lepels en snuifdozen.
Overdruklithografie waarbij tekeningen of geschriften in autografische inkt, litho-inkt en kalk van autografisch papier worden overgezet op steen of zink voor lithografisch drukken.
Fotopapier voorzien van een coating met wit bariumsulfaat, dat tot doel heeft de fotografische emulsie niet in het papier te laten wegzinken. De witte barietlaag maakt het gemakkelijker verschillende oppervlakte structuren aan het papier mee te geven.
Een legering met koper, nikkel en zink, meestal met 20% zink, 18% nikkel en de rest koper. Het wordt gebruikt als een basismetaal voor geplateerd bestek, springveren en contacten in elektrische apparaten en voor roestbestendige voorwerpen.
Een koper-zinklegering uit India, afgewerkt met een fluweelachtig zwarte kleur verkregen door een oplossing van kopersulfaat.
Speciaal gereedschap voor het vastpakken en aanbrengen van verzinknagels op lastig te bereiken plaatsten.
Een glazuur met een lage baktemperatuur dat meestal zinkoxide bevat.
Koperlegering die als belangrijkste legeringselement niet nikkel of zink heeft.
Een van de standaardlegeringen van koper, die voor 70% uit koper bestaat en voor 30% uit zink. Het is heel taai en mooi geel van kleur en wordt gebruikt voor diepgetrokken of gedraaide dingen zoals lampvoeten, hoorns en kornetten.
De belangrijkste melkproteïne, die voornamelijk wordt gebruikt als een lijm- of pigmentbinder; het bezinkt na verzuring uit taptemelk.
Kleine wormachtige weekdieren die in de diepzee leven en geen schaal of aparte pootjes met spieren hebben, maar wel schubben en kalkhoudende scleriten (stekels). Ze staan verticaal in zachte sedimenten en halen hun voedsel uit organisch bezinksel. In sommige classificaties wordt deze onderklasse net als Solenogastres een klasse genoemd. Hier worden de twee ondergebracht in de klasse Aplacophora.
Een compact pigment van zinkoxide dat in 1834 als waterverf werd geïntroduceerd door Winsor & Newton.
Aanduiding voor verschillende munten van koper, koperlegeringen, staal en zink met koperdruk met een waarde van een honderdste van een dollar.
Kleine, taps toelopende stalen staafjes die worden gebruikt om een spijker of verzinknagel onder of op gelijke hoogte met een houten oppervlak te drijven.
Houten keukengootstenen, met name uit de 19e eeuw, die niet met een externe wateraanvoer zijn verbonden. Ze hebben boven een ondiepe zinken of tinnen bak waarin een afwasteil kan worden geplaatst en eronder meestal een kastje.
Galvanisering volgens een procédé waarbij zink wordt afgezet met behulp van een methode om metalen galvanisch te overtrekken.
Het mineraal Smithsoniet (of zinkspaat) is een zink-carbonaat Het is ook bekend onder de benamingen galmei en kalamijn. De plaatsnaam La Calamine verwijst naar laatstgenoemde benaming.
Een legering van koper en zink, meestal met koper als het voornaamste element en met zink als maximaal 40% van het gewicht.
Procedé waarbij een beschermende zinklaag wordt aangebracht op staal of ijzer om het tegen roest te beschermen.
Te gebruiken voor een gietbrons van 10 tot 15% tin, ongeveer 2% zink en voor de rest koper. Het werd vroeger gebruikt voor het maken van kanonslopen en later ook voor diverse machineonderdelen en andere apparaten. Wordt ook gebruikt voor verschillende metalen of legeringen die donkerblauw of paarsachtig grijs van kleur zijn en worden gebruikt voor de lopen van vuurwapens en andere voorwerpen.
Het mineraal hemimorfiet is een gehydrateerd zink-silicaat. Het behoort tot de sorosilicaten. Het mineraal komt met name voor als oxidatieproduct in de bovenlaag van zinkblende afzettingen. Bekende vindplaatsen zijn de Belgisch-Duitse grens, Silezië in Polen, en de staten Pennsylvania en Missouri in de Verenigde Staten.
Een ongestandaardiseerde pigmentnaam voor diverse gele pigmenten, waaronder Napels geel, een mengsel van cadmiumgeel met loodwit of zinkwit en een synthetische disazo-verfstof.
Ontwikkeld in Londen in het begin van de jaren tachtig van de negentiende eeuw door Sprague and Co. Inktfoto's zijn transferlitho's die men maakt met behulp van gelatine met een netvormig patroon op een zinken of stenen plaat.
Een witte grondverf of grondlaag gemaakt van kalk, gips, gebrand gips, zinkoxide of kalkmeel gemengd met lijm of soms caseïne. Wordt gebruikt om houten panelen of andere dragers te prepareren voor verven, vergulden of andere decoratieve processen.
Een reeks paarsachtig rode of roze kleuren die lijken op de kleur van karmijnroodachtige pigmenten, organische pigmenten die worden gemaakt door het laten bezinken van een verfstof in een anorganisch substraat in poedervorm. De kleurenterm 'karmijn' verwijst met name naar de kleuren van cochenille, kermes, meekraprood, lak, etc., allen roodachtig van kleur en gebruikt bij schilderen met olieverf.
Vijvers om rivierwater dat als drinkwater moet dienen, te laten bezinken.
Variabele geelachtig groene kleur die lijkt op de kleur van het pigment kobaltgroen, een samengesteld groen pigment dat bestaat uit kobalt- en zinkoxide.
Een Brittanniametaal met een kleine hoeveelheid zink.
Een legering van koper, zink en tin, soms ook wel met lood. Het wordt gemaakt door gemalen kalamijnerts met houtskool en koper te smelten; werd in de Middeleeuwen gebruikt voor gewichten en gereedschap.
Een ongestandaardiseerde naam die verwijst naar licht groenachtige gele pigmenten, waaronder bariumchromaat, strontiumchromaat, zinkchromaat, chroomgeel en zinkgeel, of diverse organische gele kleurmiddelen.
Een compact wit pigment dat wordt gebruikt in verf voor huizen en industriële deklagen; gemaakt door coprecipitatie van zinksulfide en bariumsulfaat.
Verwijst naar een koperlegering van rood koper, zink en tin die op zilver of goud lijkt. Mannheimer goud is uitgevonden en hoofdzakelijk geproduceerd in het Duitse Mannheim, en was met name aan het begin van de 18de eeuw populair. Mannheimer goud werd vaak in goedkope sieraden verwerkt.
Giettechniek voor metalen waarbij een gesmolten metaal (zoals zink, lood of een aluminiumlegering) in een vorm wordt geperst.
Een klasse van brittanniametaal dat maximaal 9% zink en 1% ijzer bevat.
Messing dat 60% koper en 40% zink bevat en over het algemeen wordt geproduceerd in de vorm van platen.
Een legering van koper en zink die vaak wordt gebruikt als een vervanger voor bladgoud.
Koper-zinklegering met een kleine hoeveelheid tin dat de corrosiebestendigheid verhoogt.
Een legering van koper, nikkel en zink waarbij nikkel dient om de kleur te versterken. Het wordt onder andere gebruikt voor processen waarbij vervormbaarheid in koude toestand noodzakelijk is, zoals stampen, draaien, dieptrekken en het plateren van voorwerpen.
Foto-elektrische instrumenten voor het meten van de hoeveelheid bezinksel in vloeistoffen.
Messing dat rijk is aan zink en door de Grieken en de Romeinen soms voor munten werd gebruikt.
Een legering bestaande uit 45% koper, 30% nikkel, 24% zink en 1% ijzer, gelijkend op Berlijns zilver, en voor het eerst gebruikt door de oude Chinezen. Het is licht, hard en zeer geschikt om te worden gegoten.
Een ongestandaardiseerde naam voor bepaalde witte pigmenten, vaak verwijzend naar blanc fixe, zinkwit of mengsels van bariumsulfaat met zinkwit.
Legering die bestaat uit circa vijf delen rood koper en één deel zink die als imitatiegoud wordt gebruikt. Pinsbek lijkt op messing maar bevat een hoger gehalte aan rood koper. Pinsbek is circa 1740 uitgevonden door de Londense horlogemaker Christopher Pinchbeck. Pinsbek werd vaak toegepast door klokkenmakers en bij de vervaardiging van goedkope sieraden en snuifdozen, in het bijzonder door ambachtslieden in Londen.
Te gebruiken voor dunne metalen platen van tin of zink die tijdens het persen worden gebruikt om een gelijkmatige drukverdeling te waarborgen, het boekblok te beschermen tegen vocht en te voorkomen dat de inkepingen van de inslag zich aftekenen in het boekblok.
Verwijst naar een legering die in de 17de en 18de eeuw werd gebruikt door sieraden- en horlogemakers, hoofdzakelijk in Engeland; het goudkleurige prinsmetaal bestond vermoedelijk uit een legering van koper en zink die op messing leek. Sommige bronnen beschrijven het specifiek als een type messing bestaande uit drie delen koper en één deel zink dat in een bad met een verdund vitrioolmengsel werd gelegd, vervolgens in aquafortis werd ondergedompeld en ten slotte werd gepolijst. Prinsmetaal zou zijn ontdekt door prins Rupert van de Rijn.
Zinken met conische boring en rechte buis gemaakt uit één stuk hout, 6 vingergaten.
Een verf die roodijzeroxide en zinkchromaat bevat, een baksteenrode kleur heeft en wordt gebruikt als een grondverf voor buitenmetalen, vooral voor metalen daken.
Verwijst naar relatief kleine paneelschilderingen met rooms-katholieke religieuze onderwerpen, gemaakt in Mexico, andere Latijns-Amerikaanse landen en de Spaanssprekende delen van de Verenigde Staten vanaf de Spaanse koloniale tijd tot nu. De onderwerpen kunnen heiligen zijn of wonderbaarlijke gebeurtenissen waarbij de opdrachtgevers van de schilderingen hulp krijgen door hemelse tussenkomst van de afgebeelde heilige personages. Ze zijn meestal geschilderd in heldere kleuren, gewoonlijk in olieverf of tempera, op panelen van grenenhout, zink, koper of vertind ijzer. De schilderingen maakten deel uit van huisaltaren of dienden als religieuze dank- of toewijdingsoffers.
Glas met een robijnrode kleur door de aanwezigheid van colloïdaal goud, cadmium seleniet of koper- en zinksulfide.
Een legering die er koperkleurig uitziet, gewoonlijk bestaand uit 85 tot 88% koper en 12 tot 15% zink, en soms arsenicum; wordt gebruikt voor munten, knopen, sieraden en om mee te vergulden.
Een natuurlijk donkerroze meekrapkleurmiddel dat met een zuur aan meekrapwortels wordt onttrokken, waarna het bezinksel, voornamelijk pseudopurpurine, opnieuw wordt opgelost in aluin. Vervolgens laat men het opnieuw bezinken met calciumcarbonaat, waardoor een roze karmijnkleur ontstaat. Het werd populair als een pigment voor kunstenaars nadat de meekrap in de 16e eeuw in Nederland werd geïmporteerd.
Pigmentnaam die meestal wordt gebruikt voor een mengsel van ultramarijnblauw en zinkwit.
Asbakken bevestigd op een laag voetstuk, meestal naast een sofa. Te onderscheiden van 'rookgereistandaarden'; kleine standaarden of kabinetten met vakjes die zijn omlijnd met zink, gebruikt om rookwaar in te bewaren.
Keukengerei met een geperforeerde bak met daarin theeblaadjes of soms ook gemalen koffie die in een kop of pot met water worden geplaatst zodat het kan trekken. Gebruik 'thee-eieren' voor kleine geperforeerde balletjes waarin theeblaadjes worden gedaan en die in heet water worden ondergedompeld om thee te maken. Gebruik 'theezeefjes' voor hulpmiddelen waarmee de losse blaadjes of het bezinksel wordt opvangen als de drank wordt uitgeschonken.
Filters waardoor thee of soms ook koffie wordt geschonken met de bedoeling dat het de losse blaadjes of het bezinksel opvangt. Gebruik 'thee-eieren' voor keukengerei dat theeblaadjes of soms gemalen koffie bevat en in een kop of pot met water wordt gedaan zodat het kan trekken.
Het bekleden van staal met een dunne, roestbestendige, zinken deklaag.
Een ongestandaardiseerde term voor diverse groene pigmenten, waaronder de groene verfstof malachiet, pigmentmengsels van loodchromaat en Pruisisch blauw, mengsels van zinkgeel en Pruisisch blauw, mengsels van zinkchroomgroen en gehydrateerd chroomoxide, mengsels van chroomoxydehydraatgroen en zinkgeel en een keramische kleur die in chemisch opzicht overeenkomt met vernalis.
De term voor een categorie witte legeringen die door juweliers als vervanging van platina wordt gebruikt. Is eenvoudig te bewerken tot complexe vormen. De naam geeft niet aan in welke verhoudingen de verschillende elementen voorkomen; deze verhoudingen variëren dan ook sterk. Typische witgoudlegeringen bestaan uit 20 tot 50% nikkel en voor de rest uit goud. Ook kunnen zink, zilver, koper, platina en palladium worden gebruikt.
Zamak is het handelsmerk voor een groep van legeringen met zink als hoofdbestanddeel. De legeringen hebben een relatief laag smeltpunt en kunnen gemakkelijk worden gegoten. De naam is een acroniem afgeleid van de initialen van de Duitse namen voor de metalen waaruit het materiaal bestaat: Zink, aluminium, magnesium, koper.