Associaties voor zwartfigurig

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar de stijl in de Griekse vaasschilderkunst die zich ontwikkelde vanuit de geometrische en de oriëntaliserende stijl. Deze stijl ontstond in Korinthe circa 720 v. Chr., bloeide in Attica circa 600 v. Chr. en werd ook in Sparta (oostelijk Griekenland) en elders aangetroffen totdat hij geleidelijk werd verdrongen door de roodfigurige stijl in de late 6de eeuw v. Chr. De stijl kenmerkt zich door het gebruik van verfijnde slip, een bakproces in twee stappen en sintering om zwarte figuren in silhouet aan te brengen op een rode achtergrond. Details werden in de zwarte figuren ingekerfd of aangebracht met een purperen of witte kleurstof.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar de periode, cultuur en kunst van het oude Griekenland die begint rond het midden van de 8ste eeuw v. Chr. en eindigt in de vroege 5de eeuw v. Chr. met de Perzische invasie. Deze stijl kenmerkt zich door de introductie van het alfabet vanuit Foenicië, de stichting van belangrijke stadstaten en kolonies, het ontstaan van het openbare plein –de agora – in het ontwerp van steden, en typische stijlen in de schilderkunst, beeldhouwkunst en architectuur. In de vaasschilderkunst werden de gestileerde dieren uit de oriëntaliserende periode vervangen door meer naturalistische figuren in de zwartfigurige en later de roodfigurige stijl. In de beeldhouwkunst ontwikkelden zich meer naturalistische vormen vanuit de stijve, orthodoxe Egyptische figuren uit de oriëntaliserende periode. In de architectuur kwamen de Dorische en de Ionische bouworde tot ontwikkeling.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar de cultuur en stijlen die zich ontwikkelden in Athene of elders in Attica, in het bijzonder naar geschilderde aardewerkstijlen die zich chronologisch ontwikkelden na de geometrische stijlen. Attische stijlen verschillen met opzet van Corinthische stijlen en worden gekenmerkt door de fantasierijke composities die niet noodzakelijkerwijs in overeenstemming zijn met standaards voor schaal of balans, door monumentaliteit en grandeur, en uiteindelijk door een typische zwartfigurige stijl die de norm zou worden voor de rest van de Griekse wereld.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Zwartfigurige kylikes gekenmerkt door versieringen in een band, meestal in het gedeelte waar zich ook de handvatten bevinden. De rest van het vat is zwart. De decoratie bestaat uit figuren, ornamenten of inscripties, en vaak de handtekening van de pottenbakker.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar een decoratiestijl voor aardewerk die vanaf de 7de eeuw v. Chr. tot de eerste helft van de 6de eeuw v. Chr. voorkwam in Boeotië, een gebied ten noordwesten van Athene. Het Boeotische aardewerk was in sterke mate beïnvloed door de Attische stijlen. Het wordt gekenmerkt door het gebruik van zwierige bloemmotieven en mythologische thema's met weinig detaillering, meestal zwartfigurig of met figuren in reliëf. Boeotische klei heeft vaak een enigszins dofbruine tint. De kantharos was een populaire vaasvorm.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar een zeer specifieke stijl van zwartfigurig aardewerk, voornamelijk hydria’s, uit circa 530 tot 500 v. Chr., gevonden in Etrurië. Waarschijnlijk werd dit aardewerk gemaakt in Caere, het huidige Cerveteri bij Rome (Italië). De tekeningen zijn van zeer hoge kwaliteit en het schilderwerk is opmerkelijk kleurrijk. De vorm en decoratie van de hydria’s verschillen van voorbeelden uit dezelfde tijd die elders in de Griekse wereld werden gemaakt.Als decoratie zijn vooral lotusbloemen, klimopkransen, palmetfriezen en mythologische taferelen gebruikt.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Zwartfigurige kylikes gekenmerkt door een lip en buik die zijn bedekt door banden met eenvoudige patronen en vaak met stralen boven de voet; meestal uit de 6e eeuw v.C.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar aardewerkstijlen die zich ontwikkelden in Chalkis, Etrurië en andere Chalcidische kolonies, in het bijzonder naar de zwartfigurige stijl die dateert van circa 550 tot 510 v. Chr. De stijl kenmerkt zich door uitmuntend teken- en glazuurwerk, vaak met krachtige oorlogsthema's en soms met behoud van de rijen dieren die kenmerkend waren voor vroegere stijlen.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar een schilderstijl op aardewerk uit de 6de eeuw v. Chr., aangetroffen op verschillende soorten vaatwerk en terracotta sarcofagen, genoemd naar opgravingen bij Klazomenai in Ionia (Turkije). De stijl kenmerkt zich door het gebruik van zwartfigurige schilderkunst en later door roodfigurige schilderkunst met typische elegante ontwerpen van menselijke figuren, sfinxen, dieren, monsters en sirenen, uitgevoerd in een techniek die soms gebruikmaakt van omtrektekenen met de toevoeging van wit of inkervingen.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Kraters met handvatten die op zuilen lijken en die vanaf de schouders naar de rand lopen. De voeten hebben de vorm van een echinus. Dit type vat was met name populair in zwartfigurige uitvoering.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar een aardewerkstijl die ontstond in de stad en de regio Corinthe op de Peloponnesus in het zuiden van Griekenland en zich op grote schaal uitbreidde naar andere delen van Griekenland, Italië en Egypte, in het bijzonder in de tweede helft van de 7de eeuw en de eerste helft van de 6de eeuw v. Chr. De stijl kenmerkt zich door grote vaten en krachtige decoraties geordend in friezen die het grootste deel van het oppervlak bedekken. De ontwerpen zijn zwartfigurig op een lichte terracotta achtergrond, met rode, witte en ingekerfde toevoegingen. De motieven kunnen geïnspireerd zijn door oosterse stoffen. Kenmerkend zijn de dieren, monsters of menselijke figuren, met ornamenten zoals stippen, blad- of rozetmotieven verspreid op de achtergrond.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Een vroege zwartfigurige vorm van gedrongen lekythoi met een eivormige buik.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar een stijl in de vaasschilderkunst zoals aangetroffen in Eretria, die zich ontwikkelde in de eerste helft van de 7de eeuw v.Chr. en wordt gekenmerkt door overdadige, grote composities, uitgevoerd in een combinatie van silhouet en omtrek. Rond 500 v. Chr. Waren de vazen van een gelijksoortige vorm als voorheen maar gedecoreerd in een nieuwe, krachtige zwartfigurige stijl.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar een aardewerkstijl die zich ontwikkelde op Euboea, vooral vanaf de 7de eeuw v.Chr. Deze stijl wordt gekenmerkt door opvallende oriëntaliserende en zwartfigurige ontwerpen die Corinthische en Boeëtische invloeden verraden.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar een Attische vaasschilderstijl waarvan de vroegste vorm rond 475 v Chr. ontstond en die rond 420 v Chr. verdween, na de bloeiperiode van de Attische zwartfigurige stijl. De stijl wordt gekenmerkt door werk volgens de roodfigurige techniek, later door schildering op een witte achtergrond. De stijl stond oorspronkelijk bekend om een nieuwe mate van losheid en vrijheid in de compositie, en later om de invloed van het gelijktijdig uitgevoerde beeldhouwwerk aan het Parthenon. Het werk bestaat meestal uit ambitieuze composities op grote vazen en maakt, in de vroegere vormen, gebruik van Archaïsche conventies gecombineerd met vernieuwende vrije voorstellingen.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Zwartfigurige kylikes voorzien van bandachtige versieringen, qua vorm gelijk aan sianaschalen, maar met een ander formaat en ander lipprofiel; meestal uit het begin of midden van de 6e eeuw v.C.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Late zwartfigurige schilderstijl die is genoemd naar de heilige plaats in Kabirion, ten westen van Thebe, waar veel van dit aardewerk is aangetroffen. De stijl beleefde een bloeiperiode vanaf het einde van de 5de eeuw tot in de 4de eeuw v. Chr. Het decor van Kabirion-aardewerk is niet bijzonder verfijnd, maar maakt wel een plezierige, levendige indruk.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar een type hydria waarvan de romp in één vloeiende lijn in de hals overgaat. Deze vorm heeft ook een kleinere opening en een smallere hals dan de schouderhydria. Dit type was het meest voorkomende roodfigurige hydria. Hoewel de kalpis na de uitvinding van de roodfigurige techniek werd geïntroduceerd, bestaan er ook zwartfigurige kalpides. Kalpides zijn vaak niet alleen in terracotta maar ook in brons vervaardigd; in tegenstelling tot de metalen uitvoeringen van andere vormen zijn er vrij veel van bewaard gebleven.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Een type zwartfigurige kantharoi met maar één handvat.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Kraters die zo worden genoemd vanwege de gelijkenis met een bloemkelk. De vorm zou zwartfigurig zijn ontwikkeld door Exekias, maar een roodfigurige krater is kenmerkender.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Zwartfigurige bekers, genoemd naar het belangrijkste onderwerp van de versiering die erop is aangebracht, te weten dansers (komasten). Komastbekers hebben een smalle, uitspringende lip, een diepe kom en een korte, uitlopende of kegelvormige voet. De komastbeker was een van de overheersende vormen in de zwartfigurige stijl tot circa 540 v. Chr.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Vaten, met één lang handvat in een grote lusvorm, die fungeren als opscheplepel voor het opdienen van wijn uit een krater. De kyathos heeft een dunne wand en de vorm doet denken aan een theekop. Hij komt hoofdzakelijk voor als zwartfigurige vorm en is van oorsprong gekopieerd naar een Etruskisch voorbeeld.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar een aardewerkstijl die tussen circa 600 en circa 550 voor Christus tot ontwikkeling kwam in Laconia, een landstreek op de Peloponnesos. De stijl wordt gekenmerkt door zwartfigurige ontwerpen, vaak aangebracht op een blanke engobe, met motieven als granaatappels, lotusknoppen, palmetten, figuren en netpatronen. Bij het bakken van Laconische klei krijgt deze een vaalgele kleur, in tegenstelling tot het oranjerood van de Atheense klei.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Een van de twee vormen van lebetes gamikoi. Aan type 1 is een kegelvormige standaard bevestigd. Deze vorm komt zowel rood- als zwartfigurig veel voor.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Zwartfigurige kylikes die worden gekenmerkt door miniatuurdecoratie. Gewoonlijk daterend uit de 7de en het begin van de 6de eeuw v. Chr. Ook kenmerkend is een enigszins naar buiten stekende rand, een vrij diepe kom, en een zeer lange steel en voet. De kleinmeisterschaal was tot circa 540 v. Chr. een van de meest voorkomende zwartfigurige vormen.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Vaten die vermoedelijk zijn gebruikt voor het vervoeren van water ten behoeve van het baden of wassen, aangezien de naam zou zijn afgeleid van het Griekse woord voor bad. Louterion lijkt ook de oude benaming te zijn van een lavet of een waskom op een voet. Tegenwoordig wordt de naam algemeen, zij het mogelijk niet correct, toegepast op nog twee vormen. De eerste is een grote, brede kom met een tuit en twee verticale handvatten. Het betreft hier in hoofdzaak een vroege en vrij zeldzame zwartfigurige vorm. De tweede vorm is bekend in zowel zwart- als roodfigurige uitvoering, maar ook deze vorm is zeldzaam. De vorm lijkt op die van een lebes gamikos, maar heeft een ander type rand met tuit en hoge, verticale vlakke handvatten met lusvormige toevoegsels. Deze laatste vorm houdt mogelijk verband met funeraire riten; mogelijk bevatte de kom water dat als offer aan de dode was bedoeld, of voor de ceremoniële wassing van het lijk.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Hoge, slanke vaten met een lange hals en een wijd uitlopende opening, meestal in de vorm van een amfoor met twee handvatten, maar soms in de vorm van een hydria met drie handvatten. Deze vaten werden vaak als geschenk gegeven bij een huwelijk, omdat het water in deze vaten diende voor het rituele bad van de bruid voorafgaand aan de huwelijksvoltrekking. De term is het Griekse woord voor 'brenger van het bad'. Omdat het vaak voorkwam dat meisjes overleden voordat ze konden trouwen, symboliseerde de loutrophoros het gemiste huwelijk en werd deze doorgaans op een graf geplaatst. De vorm komt veel voor bij zwartfigurig aardewerk uit de tweede helft van de 6de eeuw v. Chr.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar een type zwart- of roodfigurige vaasbeschildering met een zeer karakteristieke tekenstijl; maniëristische vazen hadden meestal een grote omvang, zoals amfora's, colonettenkraters, pelikai en hydriae. De benaming werd ontleend aan de aanduiding van 16de-eeuwse Italiaanse schilders. Tot de zwartfigurige schilders die in deze stijl werkten, behoorden de Affecter en Elbows-Out, die beiden in het derde kwart van de 6de eeuw v. Chr. actief waren. Deze benamingen waren door Beazley bedacht om te verwijzen naar hun stijve, ‘gekunstelde’ stijlen, die werden gekenmerkt door ongewone proporties en onnatuurlijke gebaren. Roodfigurige maniëristische vazen uit de vroeg-Klassieke periode hebben minder uitgesproken kenmerken; de Pan-schilder wordt als de begaafdste van alle roodfigurige maniëristen beschouwd.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Oud-Griekse koppen met twee handvatten, in de vorm van een vrouwenborst. De vorm is voornamelijk bekend in de zwartfigurige en witgrondige stijl.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Halsamforen met een wijd uitlopende, conische hals, een hoge romp en twee platte, riemvormige handvatten die vanaf de schouders naar buiten steken en in de rand overgaan. Ze zijn vooral bekend in de zwartfigurige stijl. De vorm is oorspronkelijk Etruskisch en door de pottenbakker Nikosthenes aangepast. Aangenomen wordt dat Nikostheense amforen speciaal voor de Etruskische markt werden geproduceerd.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Een type kylix dat zich kenmerkt door een diepe kom, een lip die niet uitsteekt en een voet met korte steel. Deze vorm overheerste de zwartfigurige vaasschildering na circa 540 v. Chr. maar bleef ook roodfigurig bestaan. De gewone kylix type A is een ogenschaal.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Zwartfigurige kylikes van het type A, over het algemeen uit de 6de eeuw v. Chr., aan de buitenkant versierd met een paar grote ogen aan beide zijden, vaak met figuren tussen de ogen en soms ook onder de handvatten geschilderd. Bij sommige zeldzame ogenschalen nemen geperste mannelijke geslachtsdelen de plaats in van de gedraaide voet.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar amforen, gevuld met olijfolie van de heilige bomen van Athene, die op de Panatheense spelen als prijzen werden uitgereikt. Dit waren halsamforen met een grote, brede romp, scherp toelopend naar beneden en met een naar verhouding dunne hals. De versiering bestond doorgaans uit afbeeldingen van Athene op de ene kant en de wedstrijd waarbij de prijs werd gewonnen op de andere kant, uitgevoerd in de zwartfigurige techniek.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Oud-Griekse peervormige opslagvaten met een brede opening die een doorlopende welving vormt met de romp. Aan het eind van de 6de eeuw v. Chr. geïntroduceerd in de Attische zwartfigurige keramiek, hoewel beschildering voornamelijk in de roodfigurige techniek plaatsvond. Ze werden doorgaans gebruikt voor de opslag van vloeistoffen, maar waren ook geschikt voor andere toepassingen. Vanaf circa 450 v. Chr. werden pelikai eveneens gebruikt als houder voor de as van overledenen. De vorm lijkt op die van amfoortype C.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar de oriëntaliserende fase van de Griekse kunst in Athene; deze periode viel min of meer samen met de proto-Corinthische fase. In deze vroege fasen van de Attische vaasschilderstijl waren nog elementen van de eerdere laat-geometrische stijl te herkennen. Deze periode begon rond 710 v. Chr. en eindigde circa 610 v. Chr., met de ontwikkeling van de Attische zwartfigurige schilderkunst. De stijl wordt gekenmerkt door een krachtig decoratieschema, met spiraalvormen en andere motieven, en ranke figuren met lichte rondingen zoals die niet bij geometrische stijlen worden aangetroffen.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar een type hoge lekythoi met voornamelijk holle zijkanten dat zich ontwikkelde in de 5de eeuw v. Chr. Het komt veel voor in zwartfigurige stijl. Het kenmerkt zich door een mond en hals die lijken op een ouderwetse schoorsteen.

Toegevoegd op: 16-8-2017

De standaard-hydriavorm die werd gebruikt voor zwartfigurige vazen. Dit stevige vat onderscheidt zich door een grote ronde opening, uitspringende hals, brede, enigszins platte schouder en brede buik. Deze vorm bleef voortbestaan in roodfigurige vazen maar werd daar minder gewoon.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Een zwartfigurig bekertype dat in zoverre ongewoon is dat één grote afbeelding de binnenkant van de kom vult.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Zwartfigurige kylikes waarvan kom en lip meestal gescheiden zijn, vaak door middel van een geschilderde lijn waardoor twee horizontale delen ontstaan. Ze zijn voorzien van twee afzonderlijke typen versiering, maar de versiering kan ook vooral op het onderste gedeelte zijn aangebracht of doorlopen naar het bovenste gedeelte. Sianaschalen danken hun naam aan het dorp op het Griekse eiland Rhodos. De Sianaschaal was een van de dominerende vormen in zwartfigurig aardewerk tot ongeveer 540 v. Chr.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar een decoratiemethode die door sommige Griekse zwartfigurige kunstenaars werd gebruikt voor het decoreren van kleine vazen. Bij deze techniek, die rond 530 v. Chr. is uitgevonden, worden figuren aanvullend beschilderd met wit, rood of roze boven op een zwarte geglazuurde ondergrond. De details werden ingesneden, zodat het zwarte glazuur doorschijnt. Het eindresultaat is vergelijkbaar met roodfigurig werk. Beazley noemde de techniek naar de Nederlandse geleerde Jan Six, die als eerste de aandacht vestigden op deze polychrome vazen.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Een type kraters van vroeg zwartfigurige vorm (maar eerder ontstaan, in de laat-geometrische periode) waarvan de kom lijkt op een grote skyphos, met een afzonderlijk deksel en een standaard, hoge horizontale handvatten en een eenvoudige torusvoet.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar schilders van oude Griekse vazen die zowel rood- als zwartfigurig schilderden. De term verwijst ook naar vaatwerk waarop zowel rood- als zwartfigurige technieken zijn te zien. De tweetalige stijl manifesteerde zich een korte tijd tijdens de laat-archaïsche periode in de derde en vierde decennia van de zesde eeuw voor Christus, toen de Attische roodfigurige stijl zich aandiende en de zwartfigurige stijl langzaam maar zeker grotendeels verdrong. Tijdens deze overgangsfase vertoonde vaatwerk soms beide technieken, waarbij elke techniek werd gebruikt voor specifieke delen van het vaatwerk. Zo werd de zwartfigurige stijl gebruikt voor de binnenkant en de roodfigurige stijl voor de buitenkant van een beker of werd het ontwerp van de buitenkant van een amfora verdeeld in twee delen, met de ene techniek op de voorzijde en de andere op de achterzijde. De twee technieken worden soms gebruikt door dezelfde vaasschilder en soms werden verschillende vaasschilders gebruikt voor de twee technieken op hetzelfde vaatwerk.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Kraters met handvatten in de vorm van een voluut, die vanaf de schouders tot boven de rand lopen. In de zwartfigurige stijl zijn deze kraters zeldzaam, maar in de roodfigurige komen ze veel voor.

Toegevoegd op: 16-8-2017

B Verwijst naar de eerste fase van de Griekse archaïsche periode, van circa 660 tot circa 580 v. Chr. Kenmerkend voor de beeldhouwkunst in deze tijd is de sterke stijlovereenkomst met de Egyptische prototypen en het gebruik van grotere stenen beelden dan in vroegere perioden. De vaasschilderkunst kenmerkt zich door de zwartfigurige techniek die wordt toegepast om meer naturalistische figuren af te beelden dan in de oriëntaliserende periode.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Zwartfigurige kylikes met kenmerkende handvatten in de vorm van een vorkbeen.