Bakken, bakken, bakken.. bij KSART krijgt u de "taste of art" te pakken!
Welkom, voordat u kunt inloggen zet uw cookie instelling aan.
Nieuwe kunstvorm gevonden? Voeg nu een nieuwe kunstvorm toe!
Appartementen met kamers op drie verdiepingen. Voor gebouwen bestaand uit drie wooneenheden wordt of 'drie-onder-één-kap' of 'three-deckers (dwellings)' gebruikt.
Liturgisch boek, waarin rituele voorschriften voor de bisschoppen zijn beschreven, betreffende kerkelijke en burgerlijke plechtigheden en van algemene aard. Komt voor als manuscript of als gedrukt boek.
Verwijst naar predikanten in oosterse kerken met een rang tussen priester en bisschop. In de vroege kerk werd deze functie vervuld door de bisschoppen van een landelijk district, en vielen ze onder het gezag van een diocesane bisschop. Chorepiscopi mochten uitsluitend de lagere kerkfuncties bekleden. De functie van chorepiscopus werd afgeschaft bij het Concilie van Laodicea (tussen 343 en 381), maar dergelijke predikanten hebben nog tot in de 8ste eeuw bestaan. Tegenwoordig is chorepiscopus nog slechts als eretitel bewaard gebleven.
Wordt gebruikt voor versieringen die aangetroffen worden op de gepunte uiteinden van dakranden.
Verwijst naar een stijl en cultuur die in delen van Europa werd aangetroffen nadat de Gravettien-cultuur over het algemeen was verdwenen. In de cultuur worden veel kenmerken van de Gravettien-cultuur, met enkele lokale aanpassingen, gehandhaafd.
Oud-Griekse kruiken met een gedrongen buik, een lange dunne hals en een snaveltuit. De buik is soms voorzien van ribversiering. ‘Epichysis’ betekent ‘schenken’. De meeste van deze vaten werden in Zuid-Italië geproduceerd.
Een geelgroen mineraal bestaande uit een calciumsilicaat, aluminium en ijzer. Het kan voorkomen in massieve vorm of als korrels, zuilen en monocliene kristallen.
Liturgisch kledingstuk dat in sommige Oosters-orthodoxe kerken wordt gedragen als teken van onderscheiding of autoriteit. Het bestaat uit een ruitvormig, stijf stuk stof dat langs de rechterkant van het lichaam hangt onder het middel.
Familie van zeedieren die van verwante soorten is te onderscheiden doordat ze alleen aan de rechterkant van het lichaam geslachtsklieren hebben.
Inscripties op beelden, huizen of andere bouwwerken.
De studie en interpretatie van oude inscripties, inclusief geschreven teksten, tekeningen en willekeurige krassen gekerft in steen, klei, metaal of andere harde oppervlakken. Gebruik `paleografie' voor de meer algemene studie van oude manieren van schrijven.
Zij die zich bezighouden met de studie en interpretatie van oude inscripties, waaronder schrift, afbeeldingen en willekeurige krassen, in steen, klei, metaal of andere harde oppervlakken.
Wordt gebruikt voor korte, satirische gedichten of vergelijkbare puntige gezegdes.
Verwijst naar oude Griekse dij- en kniebeschermers van wolbewerkers. Zij hebben de vorm van een halve cilinder van dik terracotta, aan één uiteinde open en aan het andere gesloten, waarvan het gesloten einde aansluit op de knie. Het precieze gebruik is onzeker, maar op enig moment tijdens de wolmakerij, na het kaarden en wellicht voor het spinnen, werden de vezels langs de bovenkant van een epinetron, ruw gemaakt met een ingesneden patroon, gewreven. Het knie-einde was soms versierd met een geperst vrouwenhoofd, toepasselijk aangezien weven en wolbewerking werden beoefend door vrouwen. Sommige van de met figuren versierde en uitvoeriger beschilderde epinetra werden waarschijnlijk als huwelijksgeschenken aan jonge vrouwen gegeven. Hoewel de term ‘onos’ vaak als synoniem van epinetron wordt gebruikt, was een onos een voetsteun voor wolbewerkers.
Snaarinstrumenten uit Frankrijk, met een lange, geleidelijk smaller wordende, ondiepe klankkast met één hartvormig en één rozet klankgat. Ze hebben twee melodiesnaren, drie bourdonsnaren en vaste fretten.
Fluweel waarvan de lussen die worden gevormd door de poolketting niet worden doorgesneden.
Verwijst naar een overgangsfase tussen paleolithische en neolithische culturen. Dit concept verschilt van ‘mesolithisch’ doordat het meestal wordt toegespitst op de cultuur in het oosten van Europa en veeleer de nadruk legt op de continuïteit van eerder begonnen processen dan op uitgesproken vernieuwingen die zich in deze periode hebben ontwikkeld.
De bovenverdiepingen van de scène-opbouw in de oude Griekse en Romeinse theaters.
Apparaten die worden gebruikt om een afbeelding van een ondoorzichtig object, zoals een tekening of ander grafisch materiaal, op een plat oppervlak te projecteren om deze over te trekken of te bekijken.
Te gebruiken voor de episcopale kerk in de Verenigde Staten; gebruik 'anglicaans' wanneer het de anglicaanse kerk betreft.
Boeken die de epistels bevatten die tijdens de mis gelezen worden; sinds de 13e eeuw meestal een onderdeel van het misboek.
Tak van de filosofie die de aard, oorsprong, beperkingen en geldigheid van menselijke kennis bestudeert.
Zij die de aard, oorsprong, reikwijdte en validiteit van de menselijke kennis bestuderen.
Grote doeken waarop het lichaam van de gekruisigde Christus staat afgebeeld en die voor diensten op Goede Vrijdag in de oosters-orthodoxe kerk worden gebruikt.
Oosters-orthodoxe religieuze stola waarvan de twee uiteinden aan elkaar zijn vastgenaaid en recht naar beneden hangen, tot op de knieën of tot de grond, met een opening aan de bovenkant voor het hoofd. De voorkant kan ook van één stuk stof zijn gemaakt in plaats van twee aparte stukken. De sticharion en epitrachelion worden bijeengehouden door de zone (gordel), een smalle riem van wollen stof met gespen. Het verschil met stola's uit de westerse kerk is erin gelegen dat het epitrachelion recht hangt en niet gekruist over de borst.
Wordt gebruikt voor gebouwen met vijf verdiepingen of minder die alleen langs trappen kunnen worden bereikt; wordt algemeen toegepast in flatgebouwen en sommige commerciële gebouwen. Geen Nederlands equivalent. Zie 'laagbouw'.
Woongebouwen of delen van woningbouwcomplexen van één of enkele verdiepingen, in tegenstelling tot 'hoogbouw'.
Het bevestigen van stoffering door middel van knopen, meestal in een vierkant of diamantvormig patroon, voor een decoratief effect.
Rietinstrumenten met een enkel riet die eindigen in een naar boven gebogen klankbeker die gemaakt is van een dierlijke hoorn. Ze komen voor in verschillende vormen: met toongaten, met meerdere pijpen of uitgerust met een luchtzak.
Corresponderende tand en groef waarmee men de onderdelen van een mal op de juiste plaats kan houden.
Kerkkansels met een bureau voor een geestelijke aan de onderkant, een schrijftafel erboven en de preekstoel bovenop.
Kamers (vaak rechthoekig) die zich aan de achterkant bevinden van koloniale huizen in New England en die dienden als een combinatie van keuken, woonkamer, en werkkamer.
Verdiepingen die geheel of gedeeltelijk onder de grond liggen. Voor soortgelijke ruimten die alleen voor opslag van vooral voedsel worden gebruikt, wordt aan 'kelders' de voorkeur gegeven.
Kleine legerpetten met een bijna horizontale klep en een harde bol die aan de voorkant naar beneden afloopt. Waren zeer populair in de Franse en Amerikaanse legers en zijn later overgenomen voor gebruik door burgers.
Terrassen met meestal drie treden waarop Griekse tempels staan. DEB
Een mineraal in de micagroep, dat over het algemeen voorkomt in roze- of lilakleurige massa's die zijn opgebouwd uit kleine schilfers zoals bij pegmatiet.
Grote onderklasse van reptielen die worden gekenmerkt door overlappende schubben, de afwezigheid van tweevoetige specialisaties, twee volledig slaapvensters, een volledig gehemelte, het leggen van eieren en de afwezigheid van een penis bij de mannetjes. Tot deze onderklasse behoren brughagedissen, hagedissen, slangen en amfibieën.
Genus waartoe het zilvervisje behoort.
Familie waartoe het zilvervisje behoort.
Schoudervuurwapens met een korte loop, die tegen de schouder of in de handen worden gehouden, en waarmee vol- dan wel halfautomatisch pistoolmunitie wordt verschoten.
Wordt gebruikt voor pijpen die een samenstellend deel zijn van andere blaasinstrumenten, voorzien van vingergaatjes, die gebruikt worden voor het spelen van de melodie.
Bowlingkegels die lijken op gewone kegels maar worden gebruikt bij het spelen van ninepins.
Inkt die door kunstenaars wordt gebruikt, gemaakt van het bruine pigment dat wordt gewonnen uit de inkt van inktvissen, een weekdier dat is gerelateerd aan de octopus en de pijlinktvis. De inktvis gebruikt de natuurlijke inkt om zich te verdedigen. Om de inkt voor kunstenaars te maken wordt de inktzak uit het dier verwijderd, gedroogd en vervolgens opgelost in verdunde alkali en verder verwerkt. Het resulterende pigment is chemisch inactief en vrij permanent. Het wordt voornamelijk gebruikt als tekeninkt en om dunne lagen aan te brengen. Sepia-inkt wordt zeker al sinds de Romeinse tijd gebruikt. Vanaf de Renaissance was het vooral erg populair als tekenmateriaal. In de late 18de en 19de eeuw verving het bister als middel om gewassen tekeningen te maken.
Koele bruine kleur met boventonen van violet of olijfkleur, variërend van licht tot middelmatig. Verwees oorspronkelijk naar de kleur van sepia-inkt, die van inktvissen afkomstig is en bij pentekeningen wordt gebruikt.
Variant van het platinadrukprocédé waarbij kwiknitraat wordt toegevoegd, zodat sepiatonen op de afdruk ontstaan.
Wordt gebruikt voor bruinlijnfilm-afdrukken op doorzichtig papier, meestal als halffabrikaat waarvan meer afdrukken kunnen worden gemaakt en die meestal door middel van een diazoprocédé zijn gemaakt. Te onderscheiden van 'bruindrukken' die bestaan uit een witte afbeelding op een bruine achtergrond.
Beschrijft de diverse soorten kunstwerken van de oorspronkelijke bevolking van Nieuw-Guinea die in Sepik leeft. Bij de vervaardiging van Sepik-kunstwerken wordt een breed scala aan materialen, technieken en vormen toegepast, vaak gecombineerd tot één gebeurtenis. De oorspronkelijke bevolking van Sepik hanteert diverse architecturale stijlen. De meest opvallende structuren zijn de mannenhuizen, met hun beeldgesneden structuurelementen, ornamenten en meubilair.
Orde van in zee levende koppotige weekdieren met acht armen met zuignappen en twee tentakels. Ze zijn nauw verwant met de sepia's, maar verschillen doordat ze een rondere mantel hebben en een inwendige schelp ontbreekt. In sommige classificaties worden ze beschouwd als familie van Sepiida.
Een stof met een witte tot lichtgrijze of lichtgele kleur, zeer licht in gewicht, absorberend en compact; wordt gevonden in Klein-Azië en gebruikt voor het maken van tabakspijpen en decoratieve beeldhouwwerken.
Ruimten met baden met lauw water in Romeinse badhuizen.
Met betrekking tot gebouwen: met twee woon- of bouwlagen.
Archeologische term die verwijst naar een projectielpunt waarbij inkepingen voor bevestiging van het heft in de hoeken van de basis zijn aangebracht.
Archeologische term die verwijst naar een projectielpunt waarbij inkepingen voor bevestiging van het heft in de zijkanten van de basis zijn aangebracht.
Orde van in zee levende koppotige weekdieren die wordt gekenmerkt door acht korte armen en twee doorgaans langere tentakels. Ze verschillen van de verwante inktvis door de aanwezigheid van een verkalkte inwendige schelp (zeeschuim).
Onder handelsmerk gedeponeerde productnaam voor een thermoplastische kunsthars die na verloop van tijd niet broos wordt of verkleurt, met een vloeistofdichtheid van 1 kilo per liter, een vlampunt van 15 graden Celsius en een viscositeit van 3700-6200 cps. Het product wordt algemeen gebruikt bij conserveringsbehandelingen, en daarnaast in kleurloze en gepigmenteerde coatings, aërosols, drukinkten, productafwerkingsmiddelen en volgens specificatie gemaakte lakken.
Te gebruiken om te verwijzen naar de anglicaanse kerk (Church of England); gebruik 'episcopaal' om te verwijzen naar de episcopale kerk in Amerika. De term verwijst naar een christelijke geloofsrichting met zowel protestantse als katholieke elementen die ontstond na de breuk tussen de Engelse koning Hendrik VIII en de rooms-katholieke kerk (circa 1532-34). Het anglicanisme is de officiële Britse staatsgodsdienst, en de Britse soevereine vorst is nog altijd het officiële hoofd van de anglicaanse kerk. Aanvankelijk droeg de kerk nog een overwegend katholiek karakter, maar onder Edward IV en Elizabeth I werden er hervormingen doorgevoerd en werd een meer protestants georiënteerde geloofsleer geïntroduceerd, met een nieuwe versie van het Book of Common Prayer en de Negenendertig Artikelen. Hoewel de huidige anglicaanse kerk in het algemeen wordt gekenmerkt door een tolerante houding, zijn de spanningen tussen protestants en katholiek gezinde stromingen binnen de kerk nooit verdwenen en heerst er weerstand tegen nieuwe vrijzinnige en evangelische invloeden. Het anglicanisme berust op episcopaal gezag en op een structuur van parochies, welke van fundamenteel belang is voor de kerkelijke organisatie.
Orde van in zee levende, klokvormige ongewervelde dieren met geslachtsklieren op de buik of op de zijkant van het manubrium. De zintuiglijke structuren bestaan uit gepigmenteerde oogjes (ocelli) en een skelet waarbij, indien aanwezig, de behuizing (hydrotheca) ontbreekt waarin de poliep zich kan terugtrekken. Enkele soorten hebben een kalkachtig exoskelet. Ze komen vooral voor in baaien en ondiepe kustwateren.
Lange dubbele klarinetten met één melodiepijp met zes vingergaten, één bourdon en meerdere losse verlengstukken voor verschillende toonhoogtes; oorspronkelijk ontwikkeld en bespeeld in het Nabije Oosten.
Verwijst naar de cultuur van de Arikara, een Indiaans volk van de Amerikaanse prairie dat langs de Missouri-rivier woonde tussen de Cheyenne-rivier in South Dakota en Fort Berthold in North Dakota. De Arikara, een Caddo-sprekend volk, waren cultureel gerelateerd aan de Pawnee, waarvan ze zich losmaakten toen ze geleidelijk naar het noorden trokken en de meest noordelijke Caddo-stam werden. Door oorlogen en pokkenepidemieën nam hun aantal tegen de 19de eeuw sterk af.
Zacht rood oker, een natuurlijk mengsel van gehydrateerde silicaatklei die is gekleurd met rood ijzeroxide. In elk geval sinds de 17e eeuw is het gebruikt als basis voor bladgoud en als een rood aardepigment.
Stam van wormachtige ongewervelde dieren, de meesten microscopisch klein. Kenmerkend is de holte in het lichaam, het pseudocoeloom, die in de embryo's ontstaat op een andere manier dan bij meer ontwikkelde dieren en die niet bedekt is met epitheel.
Beschrijft de kunst die is vervaardigd door het Asmat-volk dat in de regio Sepik leeft. De belangrijkste kunstvorm bestaat uit gedetailleerd houtsnijwerk.
Overdekte binnenplaatsen met direct daglicht in of tussen gebouwen van meerdere verdiepingen; vanaf ongeveer 1960.
Goederenwagons met meerdere verdiepingen voor het vervoer van nieuwe auto's en vrachtwagens.
Verwijst naar een Midden-Europese neolithische cultuur en aardewerkstijl die waarschijnlijk voortkwam uit de instroom van neolithische volkeren in mesolithische culturen, en die zich snel verspreidde van de Hongaarse hoogvlakte naar Slowakije, Tsjechië, Oostenrijk, Duitsland, Polen, de Lage Landen en het oosten van Frankrijk tussen circa 5400 en 4900 v. Chr. De cultuur kenmerkt zich door de introductie van landbouw, veeteelt, grote longhouses, gebeitelde stenen gereedschappen en typisch beeldhouwwerk versierd met ingekerfde lijnen, strepen en inkepingen. In plaats van de term ‘bandkeramiek’ wordt wel de term ‘Linienbandkeramik’ gebruikt, maar volgens de traditionele classificatie is laatstgenoemde stijl een variant van de eerste. Ook de term ‘Danubian’ werd vroeger veel gebruikt om naar deze cultuur te verwijzen, maar moderne onderzoekers gebruiken vooral ‘bandkeramiek’.
Wordt gebruikt voor schuren met twee verdiepingen die meestal zijn ingegraven in een heuvel, waardoor beide verdiepingen een ingang hebben op de begane grond. Geen Nederlands equivalent.
V-gevormde voorwerpen die de hiel van een laars vasthouden om deze gemakkelijker uit te kunnen trekken. Wordetook gebruikt voor een inkeping of afgietsel dat in een soortgelijke vorm wordt gesneden of gegoten en wordt gebruikt voor hetzelfde doel.
Verwijst naar verschillende christelijke kloostergemeenschappen van de Byzantijnse rite die de kloosterregel volgen van Sint Basilius, hun spirituele vader; er zijn vijf hoofdtakken van de Orde van Sint Basilius. De basiliaanse kloostergemeenschap is eeuwenlang zeer invloedrijk geweest in de Byzantijnse gemeenschap, vergelijkbaar met de benedictijnse invloed binnen de westerse kloostergemeenschap. Sint Basilius, theoloog en aartsbisschop van Caesarea in Cappadocië (in het tegenwoordige Turkije), schreef zijn kloosterregel tussen 358 en 364. De eenvoudige, maar strenge kloosterregel van Sint Basilius vereist volgelingen te leven in gemeenschappen en propageert een ascetische levenswijze als een manier om God voorbeeldiger te dienen. Het extreme ascetisme van de woestijnkluizenaars is afwezig. Sint Basilius' regels impliceren beloften van kuisheid en armoede, waarmee ze vooruitlopen op de latere westerse kloostersystemen. Ook hulp aan de armen is verplicht. Aan de kloosters dienden scholen voor kinderen gelieerd te zijn, waarin de leerlingen kunnen worden getest op een mogelijke religieuze roeping. Sint Theodorus uit Studios herzag de regel van Sint Basilius in de 9de eeuw. De basiliaanse orde mag niet worden verward met een congregatie van de Latijnse rite die dezelfde naam heeft en in 1822 werd gesticht in Frankrijk, maar later voornamelijk actief was in Canada; de leden van deze congregatie wijden zich aan het onderwijzen van kinderen.
Gebruik voor gedeeltelijk versterkte huizen die vaak een gewelfde begane grond hebben, meestal voor vee, en met de leefruimtes op de bovenste verdiepingen. Bastle houses zijn meestal te vinden langs de Engels-Schotse grens.
Variant van een bruin fossiel hars met een hoog zuurstofgehalte. Het wordt aangetroffen in afzettingen in het Oostzeegebied en wordt gekenmerkt door de hoge dichtheid en het feit dat het slecht glanst. Voorheen werd het beschouwd als mineralogisch te onderscheiden van normaal Baltisch succiniet, op basis van fysische eigenschappen als dichtheid en chemische eigenschappen als het verzepingsgetal. Recent onderzoek heeft echter aangetoond dat dit niet klopt.
Winkelcentra of andere complexen met meerdere bedrijfskantoren, gewoonlijk van verschillende ondernemingen, die onderling te voet bereikbaar zijn. Meestal hebben bedrijvencomplexen maar één of een klein aantal verdiepingen.
Belangrijkste verdiepingen van huizen, waarin zich de representatieve ruimten bevinden. DEB
Wordt gebruikt voor stukjes hard materiaal zoals hardhout, hoorn, metaal of plastic aan het uiteinde van een pijl, de uiteinden van bogen en de zuil van kruisbogen, die een inkeping hebben waarin de boogpees past.
Wordt gebruikt voor scharnierende ringen met inkepingen aan de uiteinden, zodat ze over een kram kunnen worden gegooid en met een haak of een slot vastgezet kunnen worden.
Bisj-palen zijn de reusachtige houten voorouderpalen met houtsnijwerk die door het Asmat-volk uit de regio Sepik zijn vervaardigd. De figuren op de palen stellen overleden, door rivaliserende stammen vermoorde stamleden voor. Een telkens terugkerend element in de bisj is de enorme fallus, die de kracht van de mannelijke vruchtbaarheid symboliseert. Deze gedenkpalen werden opgericht voor begrafenisceremonieën waarbij de overledenen werden herdacht. Het ontwerp verschilt, afhankelijk van het gebied of van de groep die de bisj heeft gemaakt.
Wordt gebruikt voor lage stenen hallenhuizen van één verdieping in Schotland, vaak zonder ramen.
Te onderscheiden van 'houten huizen' doordat ze over het algemeen eenvoudiger zijn gebouwd, van balken die rond zijn gelaten en aan de uiteindes met elkaar zijn verbonden door overlappende zadelvormige inkepingen.
Leden van een bepaalde superfamilie van de orde der Lepidoptera, bestaande uit circa 3400 soorten, met volwassen dieren die groot tot zeer groot zijn en antennes die bij mannetjes kamvormig zijn. Tot de familie behoren zijdevlinders, nachtpauwogen, pijlstaarten en verwanten.
Bespannen projectielwapens die zijn bedoeld om pijlen mee af te schieten en die meestal bestaan uit een langen staaf van hout, metaal, fiberglas of een ander buigzaam materiaal. Er is een stuk sterk touw gespannen tussen de uiteinden van de stok die is gekromd, als normale vorm of door de spanning van de pees. De pees wordt naar achteren getrokken, waarbij de pijl op zijn plaats wordt gehouden door een inkeping in de achterkant; de pijl schiet weg wanneer de pees wordt losgelaten.
Wordt gebruikt voor islamitische torenachtige woningen met meerdere verdiepingen, vaak gebruikt in een bepaald seizoen en gelegen aan de randen van stedelijke gebieden, vooral in Noord-Afrika.
Boerderij, die veel in het Franse departement de Vendée voorkomt, met begane grond en één verdieping met rieten dak en gepleisterde muren
Papier gebruikt voor isolatie zoals in muren, daken en tussen verdiepingen.
Wordt gebruikt voor afdrukken die zijn gemaakt op lichtgevoelig gemaakte oppervlakken die witte afbeeldingen geven op een bruine achtergrond. Voor bruine afbeeldingen op een neutrale achtergrond wordt 'bruinlijnfilm-afdrukken' of 'sepiadrukken' gebruikt.
Wordt gebruikt voor afdrukken die zijn gemaakt op lichtgevoelig gemaakte oppervlakken die bruine lijnen produceren geven neutrale achtergrond. Voor witte afbeeldingen op een bruine achtergrond wordt 'bruindrukken' gebruikt. Voor 'bruinlijnfilm-afdrukken' op doorzichtig papier wordt 'sepiadrukken' gebruikt.
Wordt van oudsher gebruikt voor bescheiden huizen met één verdieping, van oorsprong met een rieten dak en afgeleid van voorbeelden uit India; wordt daarnaast in Brits verband gebruikt voor vrijstaande huizen met één verdieping; wordt in Amerikaans verband meer specifiek gebruikt voor huizen met één tot anderhalve verdieping, vaak gekenmerkt door een lage gevel of een schilddak en meestal met ver uitstekende, ondersteunde dakranden, dakkapellen en opvallende veranda's; populair in de Verenigde Staten.
Hotels die voornamelijk zijn bedoeld voor Japanse forensen die de laatste trein naar de voorsteden hebben gemist. De kamers zijn eenpersoons cabines, meestal opeengepakt in lange rijen van twee verdiepingen. Ze beschikken over kleurentelevisie, radio, ventilatiesystemen en wekkers.
Ondergrondse gangenstelsels die werden gebruikt als begraafplaatsen, meestal onsystematisch en onregelmatig van opzet met uitgestrekte netwerken van gangen en bestaande uit meerdere verdiepingen.
Wordt gebruikt voor Zwitserse herdershuizen, meestal van hout met blootliggende constructiedelen en vooruitstekende bovenverdiepingen, en verder voor ieder ander soort huis dat in Zwitserse stijl is gebouwd.
Joods religieus feest ter herdenking van de herinwijding in 164 v. Chr. van de tweede tempel in Jeruzalem nadat deze drie jaar eerder was ontheiligd op bevel van Antiochus IV Epiphanes; zo werd de Syrische koning gefrustreerd in zijn poging om het joodse geloof uit te roeien. Hoewel in het hedendaagse Israël meer de nadruk wordt gelegd op de militaire overwinning van Judas Maccabeus, roept de kenmerkende rite met het ontsteken van de menora ook het verhaal uit de Talmoed in herinnering over de kleine hoeveelheid niet-ontheiligde olie – genoeg voor één dag – die op wonderbaarlijke wijze acht hele dagen in de tempel brandde totdat nieuwe olie beschikbaar was. Chanoeka begint op 25 kislev (in december) en duurt acht dagen. In die periode worden, naast het ontsteken van de ceremoniële kaarsen, geschenken uitgewisseld en spelen kinderen vakantiespelletjes.
Een klasse van zeer oude gewervelde dieren waaronder haaien, roggen, vleten en draakvissen, die zich kenmerken door een kraakbeenachtig skelet en de typische aanwezigheid van een rudimentaire ruggengraat in de jonge dieren die geleidelijk wordt vervangen door kraakbeen, een relatief groot hersengewicht ten opzichte van de lichaamsgrootte, in de milt geproduceerde rode bloedcellen en speciaal weefsel rond de geslachtsklier in plaats van beenmerg, een uniek orgaan van Leydig en een epigonaal orgaan dat onderdeel kan zijn van het immuunsysteem, een taaie huid bedekt met huidtanden, vijf tot zeven kieuwen, inwendige bevruchting, jongen die afhankelijk van de soort levend geboren worden (ovovivipare soorten) of uit een ei ter wereld komen (ovipare soorten), en door het feit dat ze voornamelijk ectotherm of koudbloedig zijn. Veel levende haaien en roggen behoren tot dezelfde genera als soorten die meer dan 100 miljoen jaar geleden in de zeeën van het Krijt zwommen.
Gereedschap om klei te bewerken dat voornamelijk bestaat uit een schijfje of wieltje. Worden gebruikt om inkepingen of groeven in de buitenste randen van borden te maken.
Verwijst naar korte formele gebeden in de westelijke christelijke gebedsdienst, die per dag verschillen. De term verwijst naar het oorspronkelijke 'bijeenbrengen' (collecte) van de petities van de gelovigen tot één gebed. Collectae bestaan uit een aanroeping, een petitie en een smeekbede aan Christus of een lofprijzing tot de Heer. De collecta gaat vooraf aan de schriftlezingen van de eucharistie. De collectae in het 'Book of Common Prayer' zijn deels geschreven door Thomas Cramner en deels aangepast naar Latijnse kerkboeken. Volgens het 'Book of Common Prayer' worden de collectae van de dag gevolgd door twee onveranderlijke collectae tijdens het ochtend- en avondgebed.
Verwijst naar plattegronden die de balken en onderslagen van iedere verdieping in een gebouw aangeven, met hun onderlinge verbindingen. Meestal betreft het geen detailtekening, maar een eenvoudig systeem van symbolen en ontwerpschetslijnen.
Tekeningen die worden uitgevoerd in zilverstift op gepigmenteerd, geprepareerd papier, met hoogsels in wit, waarin de verschillen tussen de drie resulterende toonwaarden worden benut om driedimensionale vormen weer te geven.
Lage verdiepingen boven de zijkapellen en onder de kroonlijst van het middenschip in 16e- en 17e-eeuwse kerken. Ontwikkelden zich tot lange balkons en ook tot een reeks van loges, die op het middenschip uitzien. VWB
Kledingstukken uit één stuk die zijn samengesteld uit een bustehouder en een korset of een stepin; gedragen vanaf begin 20e eeuw.
Een klein huisje, meestal met maar een verdieping.
Wordt gebruikt voor ondergrondse ruimten onder het altaarhuis of volledige verdiepingen onder kerken, die vaak als begraafplaatsen dienen.
Appartementen op de bovenste verdieping van flatgebouwen.
Type carbonzwart dat voorkomt als anilinepigment, waarbij aniline, een primaire aromatische amine, wordt omgezet in een diazoniumzout dat als tussenstof fungeert bij de productie van kleurstoffen.
Blokvormig appartementengebouw van twee of drie verdiepingen zonder lift, gewoonlijk bepleisterd en met een overdekte parkeerplaats op de begane grond. Deze gebouwen waren in de jaren vijftig en zestig populair in Los Angeles, en omdat ze zoveel werden gebouwd, zag men ze op zeker moment als symbool van stedelijke verloedering. Later beschouwde men ze als esthetisch interessant en als typische voorbeelden van moderne kitsch uit het midden van de vorige eeuw, want veel dingbats hebben themanamen en specifieke versieringen.
Bijlen waarvan de bladen aan beide kanten naar boven zijn gericht om een gegroefde snede te maken waardoor een vierkante in plaats van een ronde groef ontstaat. Worden ook gebruikt om regelmatige inkepingen of kartels over de houtnerf te snijden.
Verwijst naar de periode Champa die wordt geassocieerd met het koninklijke kloostercomplex Dong-Duong dat werd gesticht door koning Indravarman II (875-889 n. Chr.) en dat in het gebied floreerde van de 9de tot de vroege 10de eeuw. Bouwkundige kenmerken uit deze periode zijn gebaseerd op het Dong-Duong-complex en bestaan onder andere uit in baksteen opgetrokken heiligdommen die zijn gegroepeerd binnen interne omheiningen, zalen met pilaren, interne en externe penanten ter ondersteuning van de stupa, stenen kalan met meerdere verdiepingen, zuilconstructies die bekend zijn als stambah's en die qua vorm vergelijkbaar zijn met boeddhistische torenstupa's, een lange zaal die de vih'ra wordt genoemd en die beelden van Boeddha bevat, en altaren die tegen muren zijn geplaatst. In de beeldhouwkunst manifesteert deze periode zich in de religieuze trend van het Mahayana-boeddhisme, gekenmerkt door Boeddha-figuren die op Chinese wijze zijn gekleed, dv'rap'las-figuren met krachtige uitdrukkingen, dikke lippen, gestileerde oren en kortgeknipte bakkebaarden, bronzen beelden van Boeddha die zijn gegoten met behulp van het verlorenwasgietprocédé, bas-reliëfs die timpanen en altaren decoreren, en die verschillende koninklijke personages tonen in gestileerde handelingen, beelden van olifanten met gebogen achterpoten en met hun kop naar voren of met hun lichaam opgericht. Shaivitische koppen en vrouwelijke afbeeldingen van Tara uit deze periode worden gekenmerkt door een sterke frontaliteit en overdreven gelaatstrekken.
Een combinatie van een enkele trap, lopend van de laagst gelegen verdieping naar de overloop, en een dubbele trap van de overloop naar de volgende verdieping.
Elke vloeistof of substantie waarin pigment is gedispergeerd, waarbij het geheel een gepigmenteerde deklaag vormt, zoals verf of inkt.
Wordt gebruikt voor samengestelde woningen die bestaan uit drie wooneenheden op een rij, elk met een eigen ingang op de begane grond; gebruik @'three-deckers (dwellings)' voor woningen waar drie wooneenheden op elkaar zijn gezet. Gebruik 'appartementen met drie verdiepingen' voor appartementen met kamers op drie verdiepingen.
Te gebruiken voor passagiersspoorrijtuigen met ruimten met zitplaatsen op twee verdiepingen, waarbij de bovenste ruimte al of niet de gehele lengte van de wagon in beslag kan nemen.
Een serie ronde inkepingen in de voorste randen van een boek, die zijn gemarkeerd om de lezer te verwijzen naar bepaalde delen van de tekst.
Te gebruiken voor meestal massieve, geometrische puzzels die bestaan uit in elkaar grijpende staafjes van hout of plastic met inkepingen, die in hun uiteindelijke, samengevoegde staat hoogst symmetrisch van vorm zijn.
Wooneenheden met een eigen toegang, waarbij woon- en slaapverdieping boven elkaar liggen, deel uitmakend van een flatgebouw.
Verwijst naar de periode van het Thaise koninkrijk van Dvaravati, dat floreerde vanaf de 7de tot de 11de eeuw. De artistieke productie uit deze periode bestond voornamelijk uit Theravada-boeddhistische monumentale beeldhouwkunst die werd beeldgesneden uit schisteus zandsteen en beschilderd met rood pigment, vergulde bronzen beeldhouwwerken, beeldhouwwerk in bas-reliëf met stucwerkversieringen die taferelen afbeelden van de J'takas, vergezeld door bewakers en mythische dieren, stoepaconstructies die zijn gemodelleerd naar Indiase prototypen die worden gekenmerkt door een halve bol-constructie en een laag, vierkant basement waarbovenuit spitsen steken die zijn samengesteld uit platte ringen gekroond met een bol, en rechthoekige wihan gebouwd van baksteen met kleimortel op laterietbasementen. Voorbeelden van tempelcomplexen uit deze periode zijn te vinden op het terrein van Wat Kukut in Lamphun. De tempels uit deze periode worden gekenmerkt door laterietconstructies, terugwijkende vierkante verdiepingen, puntige spitsen die zijn samengesteld uit een groot aantal concentrische ringen en zijn versierd met kleine stoepa's, en nissen met staande Boeddhabeelden in stucwerk en terracotta.
Citerachtige chordofonen uit het noorden en westen van Oeganda, met een ondiepe trogvormige klankbodem met twee lange, rechte en twee kortere, kromme zijden, waarop één enkele snaar wordt gedragen die door gaten of over inkepingen heen, op en neer van de ene naar de andere kant van het instrument is geregen.
Lage verdiepingen (letterlijk: halve verdiepingen) tussen twee hogere verdiepingen of bovenin een gebouw; ook balkonachtige verdiepingen boven een deel van de verdieping eronder, waarbij de lagere verdieping meestal, maar niet altijd, de eerste verdieping is.
Tafelmiddenstukken, vaak met verdiepingen en rijkbewerkt, bestaande uit een metalen standaard met borden, vazen of kandelaars van zilver, glas of porselein, om fruit, bloemen, snoepgoed en dergelijke op of in te doen; vervaardigd in de late 17e en 18e eeuw.
Erkerramen die uitsteken van een hogere verdieping en die niet tot aan de grond komen, meestal ondersteund door karbelen en kraagstenen.
Afrikaanse wapens bestaande uit een metalen schijf met een gat in het midden en een inkeping zodat die over de vuist kan worden geplaatst. De randen van de schijf zijn scherp gemaakt of voorzien van uitsteksels om daarmee de tegenstander te slaan of te steken; soms met schedes aan beide zijden. Ook ceremonieel toegepast en gedragen als teken van mannelijkheid of status, of als versiering.
Bont geschakeerd marmer met verscheidene tinten rood, roze en paars op een witte grondmassa; werd in de oudheid voornamelijk gedolven bij Epirus in Turkije.
Woningen, gewoonlijk bescheiden van omvang, waarvan alle vertrekken zich op één verdieping bevinden. Elke flat heeft een afzonderlijke buitendeur. De term kan ook worden gebruikt voor gebouwen met een zeker aantal van dergelijke woningen. De Engelse term dateert van het einde van de 19de of het begin van de 20ste eeuw.
Te gebruiken voor huizen die zich in het algemeen kenmerken door een eenvoudig kubusvormig blok van twee woonlagen met een schilddak, vier ongeveer even grote kamers per verdieping en een symmetrische façade; vaak ook met een veranda op één verdieping aan de voorzijde en een of meer dakkapellen; populair in de Verenigde Staten van de jaren 90 van de 19de eeuw tot de vroege jaren 30 van de 20ste eeuw.
Grote kasten met drie verdiepingen die met inlegwerk zijn versierd, waarbij een blad tussen twee wandkasten inzit. Ze zijn tijdens de 17e eeuw in Spanje gebouwd. De bovenste laag heeft spijlen ter ventilatie en vormt zo een kast voor fruit, kaas en brood.
Overdekte, naar één kant open gangen doorgaans met zuilen en bogen, die buiten langs of door een gebouw lopen. Voor ruimten boven de zijbeuken in kerken, die geopend zijn naar het schip wordt 'tribunes (verdiepingen)' of 'triforia' gebruikt.
Huizen waarvan de tweede verdieping ten opzichte van de eerste verdieping naar voren steekt, meestal aan de voorgevel.
Variabele roodachtig oranje kleuren die lijken op de kleur van het pigment gebrande oker, een ijzeroxidepigment dat wordt gemaakt door het branden van geel oker of limoniet.
Het weken van pas gevilde huiden en vellen in alkalische oplossingen om lanoline te verwijderen en de epidermale structuren los te maken als voorbereiding op het ontharen.
Verwijst naar bekende uitdrukkingen of gevoelsuitingen. Een gezegde wordt meestal in meer algemene zin gebruikt dan 'epigrammen' of 'aforismen'.
Een matgroen micamineraal dat bestaat uit gehydrateerd kaliumijzersilicaat, dat - in tegenstelling tot andere vormen van mica - meestal voorkomt als kogelvormige korrels in mariene omgevingen; het wordt ook wel 'groen zand' genoemd. Het wordt gevormd doordat ijzerhoudende silicaten veranderen door zeewater en organismen, komt voor langs de Atlantische kust van Noord- en Zuid-Amerika en op de zeebodem en wordt soms gebruikt als een groene-aardepigment voor verf.
Kunst- en architectuurstijl die werd geproduceerd in Goa, een staat aan de westkust van India die vanaf de 16de tot en met de 20ste eeuw bij Portugal hoorde. De kerken van Oud-Goa, dat als een van de schitterendste steden van de 16de eeuw werd beschouwd, zijn voorbeelden van deze stijl, die zowel lokale als Europese invloeden verraadt; de kerk Onze Lieve Vrouwe van de Rozenkrans (1543) bijvoorbeeld is een van de best bewaarde monumenten van Goa, waarin de Emanuelstijl en renaissancevormen zijn gecombineerd met decoratieve elementen die ontleend zijn aan het hindoeïsme en de islam. Andere belangrijke voorbeelden zijn de kerk van de heilige Franciscus van Assisi (bouw begonnen in 1527), de kathedraal van Goa (1562-1652) en de beroemde Bom Jesus-basiliek (1594-1605). Vanaf het begin van de 18de eeuw raakte de stijl in onbruik, als gevolg van herhaalde epidemieën en de economische neergang van Portugees India.
Wordt gebruikt voor grote wooncomplexen met meerdere verdiepingen en meerdere vertrekken uit de Anasazi en Hohokam-tijdperken; zijn voornamelijk gebouwd in de periode tussen 950 en 1150 en zijn te onderscheiden van 'pueblo's' door hun vaak D-vormige omtrek, het samenhangend ontwerp en de ligging in het San Juan Basin, Nieuw Mexico en delen van Arizona.
Plattegronden van nabij grondniveau, die de fundering en de benedenverdieping van het gebouw weergeven.
Latijns Amerikaanse ritme-instrumenten bestaande uit een kalebas met inkepingen waaroverheen met een stok geschraapt wordt.
Hoge torens, meestal rond, waarin hagel wordt gemaakt door gesmolten lood van een hoge verdieping in een bak water te laten druppelen.
Bout voorzien van hakkels (inkepingen met uitstekende punt) om beter te kunnen hechten bij het indrijven of aandraaien. Vroeger veel gebruikt voor de onderlinge verbinding tussen paal en kesp (verbindingsbalk op twee of meer heipalen).
De studie van oude schrijfwijzen, ingekerfd of gegraveerd of in manuscriptvorm, met inbegrip van de identificatie ervan in termen van oorsprong of periode en de formatie van individuele lettertekens. Gebruik 'epigrafie' voor de studie en interpretatie van specifiek oude inscripties in schrift, beelden of willekeurige krassen .
Leden van een bepaalde superfamilie van de orde der Lepidoptera.
Liften met platform en geleidende rails langs een trap voor vervoer van rolstoelen van en naar de volgende verdieping.
Een ijzerhoudend proteïnepigment dat voorkomt in de rode bloedcellen van gewervelde dieren en hoofdzakelijk zorgt voor de toevoer van zuurstof vanuit de longen naar de lichaamsweefsels.
Stam van een aantal in kokers levende wormachtige ongewervelde zeedieren. Kenmerkend is de hoefijzervormige lofofoor, een karakteristiek voedingsorgaan. De dieren hebben een echte lichaamsholte die in compartimenten is onderverdeeld, een aantal tentakels aan het bovenste uiteinde, een vaatstelsel, circulaire en longitudinale spieren en een zenuwstelsel onder een epidermis. Ze kunnen 4,5 meter lang worden. De dieren leven in kokers gemaakt van chitine die ze uitscheiden. Het onderste uiteinde daarvan is ingegraven in de modder of het zand op de bodem van ondiepe zeeën. De dieren strekken de tentakels uit om voedsel te verzamelen.
De hoepelhaak is een type hefboom gebruikt in de kuiperij om de laatste hoepels, i.e. tenen of ijzeren banden, op een ton of kuip te trekken. Het wordt ook gebruikt om de duigen (de platte stukken hout van de wand van ton of kuip) uit elkaar te halen wanneer de bodemstukken in de kroos (de inkeping in de duigen waarin de bodem past) geplaatst worden of wanneer draden vlas of hennep (werk) of riet tussen de duigen wordt gestoken. Het is een rechte stang (ca. 60 cm lang met een diameter van 4 à 5 cm) met een door een metalen plaat beslagen afgeschuind uiteinde. Op enige afstand van dat uiteinde is een losse L-vormige ijzeren haak vastgemaakt.
Wordt gebruikt voor huizen waarvan de verdiepingen diep zijn uitgegraven onder het omliggende grondniveau; veelvoorkomend in de prehistorische periodes van vele culturen. Gebruik @'sunken huts' voor multifunctionele gebouwen uit het eerste millennium, gevonden in Engeland en in geheel Noord-Europa.
Houders voor het bewaren of opdienen van honing; soms met een bordje als onderzetter. Ze hebben meestal een deksel, met daarin soms een inkeping waar een lepeltje doorheen kan steken. Vaak in de vorm van een bijenkorf.
Gebruikt voor gebouwen met meer dan negen of tien verdiepingen met liften, met name wanneer ze afsteken tegen de horizon.
Opslagruimten voor hooi op de bovenverdieping van stallen of schuren.
Spiesvedels, met een klankkast van kalebas bedekt met geitenvel, een steel van leer, 1 snaar van paardenhaar die over een kam naar een inkeping aan het einde van de steel loopt, bespeeld met een strijkstok of door te tokkelen; Toeareg, Noord Afrika.
Wordt gebruikt voor centrale ruimten voor nutsvoorzieningen zoals leidingen, liften, brandtrappen en toiletten in gebouwen met meerdere verdiepingen.
Kleine potten voor het serveren van jam of confitures, meestal met een deksel dat vaak een inkeping heeft voor de steel van een jamlepel en een vaste bordachtige onderzetter. Is soms onderdeel van een ontbijtservies.
Twee of meer ineenlopende kamers, meestal op dezelfde verdieping, die als een eenheid worden bewoond. Toevoeging: meestal met grote vleugel- of schuifdeuren ertussen.
Wordt gebruikt voor ruimten die geheel of voor het grootste deel ondergronds liggen en die worden gebruikt voor opslag, vooral van voedsel. Voor soortgelijke ruimten die als woonruimte dienen of voor andere gebruiksdoeleinden wordt 'souterrains (verdiepingen)' gebruikt.
In de episcopale of anglicaanse kerken zijn dit gekozen functionarissen die de niet-kerkelijke zaken van parochie- of districtskerken regelen, met name zaken die te maken hebben met het gebouw en andere eigendommen. Voorheen fungeerden ze als de enige vertegenwoordigers van de leken van iedere parochie in kerkelijke zaken.
Stalen staven die een rechte beitelpunt aan de ene kant hebben en gebogen zijn aan de andere kant, met een inkeping waarmee spijkers kunnen worden getrokken. Worden gebruikt voor sloopwerkzaamheden.
Wordt gebruikt voor een verscheidenheid aan hulpstukken, meestal haken, inkepingen of getande zwaardklingen die zijn bedoeld om de kling van de tegenstander in een zwaardgevecht op te vangen of te beschadigen. Het meest worden ze gevonden op dolken, zwaarden en beukelaars. De term wordt ook soms gebruikt voor bepaalde 16e-eeuwse linkerhanddolken met aan een of beide kanten zaagtanden voor hetzelfde doel.
De dekkersheugel bestaat uit een plat ca. 35-45 cm lang stuk ijzer met twee tot vijf diepe zijdelingse inkepingen, waarop een haakvormige stang van ca. 10 cm loodrecht gesmeed is. Een van de uiteinden eindigt in een punt, het ander steekt in een houten hecht of vormt een ring die als handvat dient.
Wordt gebruikt voor architectonische orde waarbij de zuilen, pilasters of pijlers zich uitstrekken over twee verdiepingen.
Tokkelinstrumenten met een lange hals die diametraal door een klankbodem loopt die is gemaakt van een grote met leer beklede kalebas. Ze hebben 21 lederen of nylon snaren die in twee evenwijdige rijen zijn geordend, aan beide kanten van een verticale kam met inkepingen, loodrecht op de klankbodem. Verder hebben ze twee handvatten, één aan de buitenste kant van elk van de twee rijen snaren. Ze worden alleen door professionele mannelijke musikanten bespeeld bij de Manding in Afrika.
Ingegraveerd motief of patroon gekenmerkt door zware, hoekige lijnen die contrasteren met fijne, organische vormen. Ze worden aangetroffen op de boeg van kano's, op hoofdsteunen, op bamboepijlkokers en op gesneden figuren, waarvan het hoofd vaak te groot is in verhouding tot het hurkende lichaam. De objecten met decoraties in korwar-stijl worden vaak gebruikt tijdens begrafenisrituelen om contact te houden met de voorouders.
Natuurlijk aardepigment.
Kooien, ook cabines, ook platforms, met mechanismen voor verticaal vervoer van goederen, ook mensen, van en naar volgende verdiepingen.
Verticale schachten waardoor etensliften, liften of gelijksoortige toestellen van de ene verdieping naar de andere kunnen bewegen.
Dakverdiepingen van gebouwen, die als woning zijn ingericht. Gebruik 'penthouses' voor luxe appartementen op dakverdiepingen. Gebruik 'zolders' voor afgesloten ruimten onder schuine daken, tussen het dak en het plafond van de bovenste verdieping, vooral in huizen.
Gebouwen van meerdere verdiepingen met grote ononderbroken ruimten, oorspronkelijk verhuurd voor lichte industriële doeleinden en nu vaak verbouwd voor bewoning.
Schaven met speciale beitels met inkepingen, die worden gebruikt voor het bijschaven van de binnenkant van een raam- of deurlijsten.
Een reeks bruinachtige kleuren die lijken op de kleur van het synthetische ijzeroxidepigment dat bekendstaat als 'Mars brown'.
Een reeks oranje kleuren die lijken op de kleur van het synthetische ijzeroxidepigment dat bekendstaat als 'Mars orange'.
Een reeks rode kleuren die lijken op de kleur van het synthetische ijzeroxidepigment dat bekendstaat als 'Mars red'.
Een reeks paarsachtige kleuren die lijken op de kleur van het synthetische ijzeroxidepigment dat bekendstaat als 'Mars violet'.
Een reeks donkergele kleuren die lijken op de kleur van het synthetische ijzeroxidepigment dat bekendstaat als 'Mars yellow'.
Een massieve vorm van sepioliet die men vooral gebruikt voor tabakspijpen.
Schaven met een inkeping in het midden van de beitel, die worden gebruikt om een centrale richel achter te laten na het schaven.
School van miniatuurschilderkunst die in verband wordt gebracht met de staat Mewar in Rajasthan, een belangrijk centrum van de Rajput-cultuur. De bevolking in deze regio beleed een strenge vorm van het hindoeïsme, en Mewar was het laatste Rajput-machtscentrum dat ten prooi viel aan de Mogols. Sinds de 17de eeuw of nog eerder vormt Mewar een van de belangrijkste en productiefste scholen van Rajasthani-schilderkunst. De stijl wordt gekenmerkt door krachtige contouren, een zeer helder coloriet en enigszins archaïsche conventies, bijvoorbeeld het (narratief) tonen van opeenvolgende episoden binnen één afbeelding. Het traditionele aspect van de Mewarkunst wist lang stand te houden, in weerwil van invloeden van de Mogols, Deccan en Europeanen, hetgeen toe te schrijven is aan het behoudende karakter van dit Rajputhof en de traditionele structuur van de kunstenaarsfamilies. De kunstenaars verwerkten de typische Mewar-details op consequente wijze in hun werk, zoals lokale architectuur en flora en fauna. In de 17de eeuw maakte de inheemse traditie van mythologische en poëtische manuscriptillustraties hier een ware wedergeboorte door. In de 18de eeuw gingen de door de Mogols geïnspireerde hofportretten en beeldvertellingen een prominentere rol spelen. Na 1947, het jaar waarin de vorstendommen werden ontbonden en er een eind kwam aan het koninklijk mecenaat, verdween de stijl naar de achtergrond.
Wordt gebruikt voor gebouwen met tussen de vier en tien verdiepingen, die zijn uitgerust met liften; wordt algemeen toegepast in commerciële gebouwen en flatgebouwen.
Kleine houders in verscheidene vormen, meestal van glas, keramiek of metaal (indien van metaal vaak met een glazen binnenbakje), voor het bewaren en serveren van mosterd. Zij hebben een deksel, vaak voorzien van een inkeping voor een mosterdlepel. Gebruik 'mosterdstrooiers' voor kleine vaatjes voor het strooien van mosterdpoeder.
Kleine lichtgewicht standaarden met meerdere verdiepingen, die vaak opvouwbaar en draagbaar zijn. Ze worden op een tafel neergezet met licht voedsel erin, zoals muffins.
Panfluiten, bestaande uit acht tot dertien afgesloten bamboepijpen, olifantengras of van ander materiaal, en in de vorm van een vlot samengebundeld; tegelijkertijd bespeeld, verdeeld in groepen van drie, en meestal begeleid door trommen; vervaardigd en bespeeld door de Soga in Oeganda.
Keltisch schrift dat werd gebruikt voor inscripties in de Ierse en Pictische taal, stammend uit de 4de eeuw en aangetroffen in Brittannië en Ierland. Het alfabet bestond uit twintig lettertekens, voorgesteld door inkepingen en rechte of diagonale lijnen, variërend in aantal van een tot vijf. Ze werden getekend of gesneden links of rechts van of dwars door de verticale lijnen of randen van verticale stenen monumenten. Behalve op stenen monumenten zouden ze ook zijn gebruikt op schilden en houten stokken en komen ze voor in ten minste één 14de eeuws manuscript.
Kelderverdiepingen onder souterrains.
Orde van drie families met ongeveer vijftien soorten zoogdieren, waaronder paarden, ezels, zebra's, neushoorns, tapirs en verwante soorten. Het zijn grazers met een oneven aantal tenen aan iedere hoef. Gewoonlijk zijn het grote dieren en hebben ze relatief eenvoudige magen. De cellulose van planten verteren ze in hun darmen in plaats van in hun maag. In het epigastrium vindt fermentatie van het voedsel plaats.
Het verwijderen, op chemische of mechanische wijze, van epidermale structuren, zoals haar van een gevilde huid of vel; dient ook om het vezelnetwerk van de huid losser te maken en te spreiden en om de zweleigenschappen van huid of vel te veranderen.
Verticale ventilatiepijpen die hoofdzakelijk worden gebruikt voor luchtcirculatie van en naar de delen van een afvoersysteem van een gebouw.
Trapbomen met aan de bovenrand inkepingen of ander snijwerk in de vorm van de treden, zodat de aantreden en de optreden ondersteund worden door de tredevormige rand en deze overlappen.
Aanduiding voor brugachtige voetgangerspaden of netwerken daarvan over straten, meestal overdekt en met geregelde temperatuur, gangen op de eerste verdieping binnen gebouwen en verscheidene activiteitscentra die detailhandels- en servicefirma's met elkaar verbinden, meestal in stadscentra. Voor de afzonderlijke brugachtige structuren over straten wordt 'luchtbruggen' gebruikt.
Wordt gebruikt voor de delen van daken die over de verdieping uitsteken die er direct onder ligt.
Kleine boerenhoeven, veel voorkomend in Schotland. Meestal met een of anderhalve verdieping en opgetrokken uit steen en riet.
Boeddhistische tempels of boeddhistische heiligdommen in Indonesië, Japan, China en aangrenzende landen, bestaande uit drie tot dertien verdiepingen, ieder met een afdak.
Zij die studie maken van oude manieren van schrijven, ofwel als inscriptie of in manuscriptvorm, met inbegrip van hun identificatie in termen van oorsprong of periode en van de vorming van afzonderlijke tekens. Gebruik 'epigrafische deskundigen' voor hen die zich specifiek bezighouden met de studie en interpretatie van oude inscripties in de vorm van schrift, afbeeldingen of willekeurige krassen.
Grieks religieus staatsfestival ter ere van Athena. Uiteindelijk werd het elke vier jaar met veel pracht en praal gevierd, waarschijnlijk om de concurrentie aan te gaan met de Olympische Spelen. Het festival bestond uitsluitend uit offers en rituelen die pasten bij het seizoen (half augustus) in de cultus van Athena, de beschermgodin van de stad. Tijdens de Grote Panathenaeïsche spelen brachten vertegenwoordigers van alle van Athene afhankelijke gebiedsdelen offerdieren. Na het aanbieden aan Athena van een nieuw geborduurd kleed werden verschillende dieren aan haar geofferd. De grote processie met deelname van de helden van Marathon is het onderwerp van de fries van het Parthenon. Van oudsher werden er tijdens het festival muzikale wedstrijden gehouden en delen van epische gedichten voorgedragen. De wedstrijden vonden plaats in het Odeum, door Pericles zelf voor dit doel gebouwd.
Liften voor het vervoer van personen langs opeenvolgende verdiepingen van een gebouw of bouwconstructie, bestaande uit een machinaal aangedreven, steeds doorlopende band zonder einde, voorzien van open kooien, ook paltforms.
Wordt gebruikt voor schuren die in heuvels zijn ingebouwd en die meestal worden gekenmerkt door stenen eindmuren en een oprit naar een eerste verdieping met gewassen en werktuigen, die uitsteekt aan de kant van het erf, boven een grondverdieping die wordt gebruikt voor vee.
Decoratieve motieven die bestaan uit driedelige, gespleten lobben gevormd door inkepingen aan het einde van de afgeplatte steel van lepels en vorken; vooral gebruikt op bestek uit de 17e en 18e eeuw.
Aanduiding voor half onder de grond gelegen bouwconstructies met aarden vloer en bekleed met heideplaggen; gebruik 'holwoningen' voor prehistorische huizen waarvan de verdiepingen meestal diep beneden grondniveau zijn gelegen.
Houten constructieraamwerken waarbij de stijl slechts een verdieping hoog is De vloerbalk van elke verdieping rust op de bovenplaten van de verdieping eronder of op de funderingsdorpel van de eerste verdieping, en de draag- en scheidsmuren rusten op de ondervloer van elke verdieping.
Liften met op zichzelf staande mechanismen met een platform dat in verticale stand kan bewegen, meestal over slechts één verdieping of minder, voor vervoer van rolstoelen of handelswaar.
Verwijst naar tekeningen, schetsen of diagrammen van een object, waarbij het object wordt geprojecteerd op een plat, doorgaans horizontaal oppervlak. De term is vooral van toepassing op tekeningen of diagrammen waarop de relatieve posities van de delen van een gebouw te zien zijn, of van een verdieping van een gebouw, geprojecteerd op een horizontaal vlak. De term is ook te gebruiken voor een reeks tekeningen voor een project. Gebruik 'bovenaanzichten' om in het algemeen te verwijzen naar afbeeldingen of foto's van structuren of terreinen recht van boven gezien. Gebruik 'kaarten' of 'plattegronden (kaarten)' voor voorstellingen van delen van het aardoppervlak.
Orde van meer dan 18.000 soorten monocotyledonen (bloeiende planten met één zaadlob aan de kiem). De orde bevat verschillende types die traditioneel werden erkend als groepen. Vaak zijn soorten van de ene groep overgeplaatst naar de andere. De grootste groepen van Poales zijn die van de grassen (met de families Poaceae, Restionaceae, Anarthriaceae, Centrolepidaceae, Ecdeiocoleaceae, Flagellariaceae en Joinvilleaceae), de kattenstaarten (met de families Typhaceae en Sparganiaceae) en de cypergrassen (Juncaceae, Cyperaceae en Thurniaceae). Daarnaast bevat Poales de families Xyridaceae, Eriocaulaceae, Bromeliaceae, Mayacaceae en Rapateaceae.
Wordt gebruikt om de onderbouwen of basementen van gebouwen aan te duiden, zoals bijvoorbeeld van Etruskische of Romeinse tempels. Voor soortgelijke bouwdelen van Griekse tempels wordt 'krepidomata' gebruikt.
Tsjechische avant-gardistische beweging uit de jaren twintig van de 20ste eeuw, aangevoerd door Karel Teige en de groep Devětsil. Poëtisme was een poging om alle kunsten van literatuur tot architectuur met elkaar te verenigen en werd beïnvloed door de andere Europese avant-gardistische beweging uit die tijd, zoals de futuristische, constructivistische, dadaïstische en surrealistische bewegingen. Poëtisme ging uiteindelijk op in de Tsjechische surrealistische beweging in de jaren dertig van de 20ste eeuw. Teige's theorieën omvatten niet alleen de conventionele kunsten literatuur, schilderkunst, theater en architectuur, maar ook epicurisme, jazzmuziek, het circus en amusement zoals vuurwerk. Al deze zaken werden beschouwd als 'poëzie voor de zintuigen'.
Fighting bracelets bestaande uit een enkele schijfvormig kling met een gat en een inkeping om hem om de vuist te kunnen schuiven, met dunne schedes die zowel de binnenste als de scherpgemaakte buitenste randen bedekken; soms ook gebruikt als versiering of statusaanduiding.
Gereedschap dat wordt gebruikt om inkepingen of gaten te maken in divers materiaal; meestal in de vorm van een stalen staaf waarvan het uiteinde verschillende vormen kan hebben. Worden gebruikt om te merken, uit te snijden of te versieren.
Te gebruiken voor dunne metalen platen van tin of zink die tijdens het persen worden gebruikt om een gelijkmatige drukverdeling te waarborgen, het boekblok te beschermen tegen vocht en te voorkomen dat de inkepingen van de inslag zich aftekenen in het boekblok.
Wordt gebruikt voor wooncomplexen met meerdere verdiepingen en meerdere vertrekken, vaak gebouwd op plateau's of in rotswanden, gangbaar bij bepaalde indiaanse culturen in het zuidwesten van de Verenigde Staten; te onderscheiden van 'Great Houses (complexen)' door hun ligging en samengeklonterde opbouw.
Dubbele klarinetten bestaande uit twee evenwijdige pijpen, ieder met een enkel opslaand riet en een per streek verschillend aantal vingergaten, bevestigd op een ronde kalebas, die luchtdicht is afgesloten met was en die dienst doet als blaaspijp en windkamer. Meestal dient de rechter pijp als een melodiepijp en de linker als brompijp, waarbij de gaten waar nodig zijn gestopt; vervaardigd en bespeeld in India en Ceylon.
Stokken met inkepingen, bespeeld door eroverheen te raspen met een ander stokje of niet-klinkend voorwerp, hout.
In Islamitische architectuur, ramen die uitsteken vanaf een bovenverdieping en, indien ze openen naar een openbare ruimte, afgeschermd zijn voor privacy.
Verwijst naar de periode en stijl in de Gotische kunst in Frankrijk en elders in Europa van de late 12de tot en met de 13de eeuw. In deze tijd worden de Gotische idealen gerealiseerd in de architectuur en andere kunsten. In de beeldhouwkunst en schilderkunst wordt de stijl gekenmerkt door een terugkeer naar het evenwicht en naturalisme van de beeldhouwkunst in het oude Griekenland en Rome. In de architectuur wordt de stijl gekenmerkt door elegante, verheven proporties, een beweging naar een gevoel van grotere leegte dan volte, en symmetrie in het ontwerp, dat vaak niet exact werd uitgevoerd omdat plannen vaak werden gewijzigd of onvoltooid bleven. In de kerkarchitectuur omvatte het ontwerp meestal twee torens aan de westelijke gevel, verkorte transepten, drie of vier verdiepingen, luchtbogen, centraal geplaatste roosvensters en uitgebreide campagnes van steeds verfijnder beeldhouwwerk en glas in lood.
Raspen van bamboebuis met dwarse inkepingen; bespeeld door er met een stokje overheen te raspen; Brazilië.
Wordt gebruikt voor ronde stenen torens die aan de bovenkant toelopen, met een kegelvormige stenen kap, vier tot vijf verdiepingen en een toegangsdeur hoog boven de grond; veelvoorkomend in Ierland, verbonden met kerken, en waarschijnlijk gebouwd tussen de 10e en de 12e eeuw.
Wordt gebruikt voor 'double-pen houses' met een centrale schoorsteen of voor 'dogtrot houses' van anderhalve verdieping hoog.
Verwijst naar de cultuur die werd gecreëerd onder de Saisunaga-dynastie (circa 642-413 v. Chr.) en de Nanda-dynastie (circa 413-322 v. Chr.) in India. Informatie over deze cultuur is gevonden in latere Vedische literatuur; er wordt melding gemaakt van metaalwerk, ivoorsnijwerk, gebouwen met meerdere verdiepingen en handwerksgilden. Zeer weinig is overgebleven van pre-Maurya-datum: enkele cyclopische muren, er zijn graftombes en kleinere antiquiteiten zoals terracotta reliëfs en glas aangetroffen. Het hakken en polijsten van harde stenen bereikte een hoogtepunt in de 4de en 5de eeuw, dat niet werd overtroffen in latere oude Indiase kunst.
Aanduiding voor huizen met twee verdiepingen aan de voorkant en één aan de achterkant en met een asymmetrisch puntdak, waarvan de achterste schuine zijde langer is dan de voorste.
Hoofdpoort van zenboeddhistische tempels, bestaande uit twee verdiepingen. Letterlijk betekent de term ���verlichtingspoort', ���bergpoort' of ���drievoudige poort'. De afmetingen van de poort weerspiegelen de status van de tempel. De poorten kunnen drie doorgangen bevatten. Ze worden gezien als de symbolische scheiding tussen het wereldlijke en het heilige.
Verwijst in algemene zin naar keramiek in diverse stijlen, bedoeld voor theeceremonieën en algemeen gebruik, dat vanaf het begin van de 17de eeuw tot heden is vervaardigd in de industriële ovens van de prefectuur Kagoshima (het voormalige Satsuma-domein). De stijlen variëren van 'haaienvel'-aardewerk met een grijzig, lichtsepia of gelig glazuur en een fijn korrelig oppervlak, tot fijn thee-aardewerk met ijzerglazuur uit de eerste helft van de 17de eeuw, kopieën van Sawankhalok-aardewerk, Thais aardewerk dat is gedecoreerd met ijzeroxide in onderglazuur, daterend uit circa 1700, tot opgeglazuurd email uit de late 18de eeuw.
Verwijst in de beeldende kunsten naar gezichten of beelden die een plaats, episode, situatie, incident, reeks handelingen of gebeurtenissen of voorwerpen voorstellen. De term is afgeleid van het figuurlijke gebruik van ‘scène’ in de theatrale betekenis ‘onderverdeling van een toneelstuk’.
Melodiepijpen op doedelzakken; deze kunnen een kegel- of cilindervormige boring hebben en voorzien zijn van een enkel of een dubbel riet.
Beitels met gegroefde of getande uiteinden die worden gebruikt om de inkepingen waar scharnieren in komen te maken.
Stijl van woningbouw waarbij vier horizontale houten balken (Schwellen) verticale vierkante palen ondersteunen. Deze stijl resulteerde in een zeer stabiel frame, waardoor meerdere verdiepingen op elkaar konden worden gezet. Het was de voorloper van vakwerkbouw en andere constructies met houten skelet. De stijl is aangetroffen in Duitse gebouwen die zijn gebouwd vanaf de late 12e eeuw.
Boten die bijeen zijn gestikt of gepind met houten pennen, waardoor de boorden strak samengetrokken worden door gesjorde of gebreeuwde vezels. Eventuele zeilen waren gemaakt van ruw matwerk. Tot de #sewn boats behoren ook met huiden of bast bedekte kano’s.
Huizen met één rij kamers in het grondplan, waarbij de kamers gewoonlijk alleen toegankelijk zijn vanuit andere kamers en niet vanuit een gang. Dit soort huizen heeft één of twee verdiepingen.
Voortekeningen voor frescoschilderingen gemaakt met het rode aardepigment sinopia, dat op de arricciolaag wordt gestreken en waarover de intonaco wordt aangebracht vóór het schilderen.
Kleine, meestal onechte stukken dakwerk tussen de verdiepingen van een gebouw.
Orde van in diep water levende inktvisachtige koppotigen waarvan nog slechts één lid resteert. Wordt gekenmerkt door een opvallend drijforgaan, een in kamers verdeelde inwendige schelp. In sommige classificaties worden ze beschouwd als familie van Sepiida.
Wordt gebruikt voor woningen waarin de etageniveau's van naast elkaar gelegen ruimten minder dan een hele verdieping van elkaar verschillen.
Plattegrond van één verdieping van een gebouw waarin zich veel verdiepingen van dezelfde vorm bevinden
Verwijst naar de latere fase van de Bandkeramiek-cultuur en stijl, gekarakteriseerd door keramische decoratie die zich ontwikkelde van de oorspronkelijke lijnversiering naar het gebruik van rijen inkepingen, gaatjes en afdrukken, rondom in banden geplaatst, maar zonder duidelijke omlijning. Deze latere fase kenmerkt zich tevens door de ontwikkeling van duidelijkere regionale verschillen. Deze fase wordt ‘Donubian ll’ genoemd in het classificatieschema van de onderzoeker Vere Gordon Childe.
Horlepiepen, buis van hout of been, klankbeker van dierenhoorn, verlengd houten mondstuk, enkel riet; Zuid-Schotland.
Squares in the shape of a T, used in technical and architectural drawing. The short arm slides along the edge of a drawing board keeping the long arm in a parallel state. MEANS.
Liften met de ene kooi boven een andere, bewegend in dezelfde schacht, ter bediening tegelijkertijd, van twee opeenvolgende verdiepingen.
Verwijst naar de periode van de Tagar-fase waarin de koergans aanzienlijk variëren. Er zijn grote constructies met monumentale grafgedeelten die zijn gebouwd van steen met muren van een meter dik en anderhalve meter hoog. In het midden bevindt zich een grote graftombe die bestaat uit een uitgebreide houten constructie van twee verdiepingen, met een dak van boomstammen, die de resten bevat van enkele tientallen lichamen. Alle graftomben zijn in brand gestoken, de constructies zijn verkoold en op de meeste plaatsen tot as vergaan. Andere graftomben hebben kleinere grafruimten van platte stenen die rechtop in de grond zijn geplaatst, en die ofwel tegen elkaar aan zijn gebouwd, ofwel van elkaar zijn gescheiden door middel van een smalle tussenruimte en slechts een enkele graftombe bevatten. Sommige graftomben kunnen in de ruimten tussen grafgedeelten zijn geplaatst of in de ruimte tussen de belangrijkste graftombe en de muur van het grafgedeelte. In beide gevallen zijn de schedels van de overledene doorboord, bedekt met een kleilaag en beschilderd.
Wordt gebruikt voor oude Romeinse begrafenisbouwwerken van enkele verdiepingen hoog, die meestal oprijzen vanaf een vierkante of een rechthoekige basis met trappen en met bovenop een piramidevormig, koepelvormig of plat dak.
Wordt gebruikt voor een soort tafelklok met een galerij en een klein koepeltje of tafelklokken die op een andere manier lijken op een toren met twee verdiepingen; ze waren populair in Engeland en Frankrijk vanaf het midden van de 16e tot in de 17e eeuw.
Een opeenvolging van treden of meerdere reeksen treden verbonden door middel van overlopen, bedoeld om van de ene verdieping naar de andere te komen.
Ruimten die een of meer verdiepingen bestrijken en die trappen bevatten.
Verdiepingen in basilicale kerken die zich boven de arcatuur van het schip bevinden, en die een ruime doorgang bevatten. Te onderscheiden van 'triforiums' die zich altijd op het niveau net onder het dak van de zijbeuk bevinden en die geen ruime doorgangen hebben.
Verdiepingen in basilicale kerkinterieurs net onder het dak van de zijbeuk of - indien aanwezig - net onder het dak van de tribune, geopend naar het middenschip; ze kunnen een kleine doorgang bevatten. Te onderscheiden van 'tribunes (verdiepingen)', die altijd ruime doorgangen hebben.
Wordt gebruikt voor appartementen op de begane grond met toegang tot tuinen of voor flats van twee of drie verdiepingen met gemeenschappelijke tuinen, meestal gelegen in buitenwijken.
Verwijst naar de periode die is genoemd naar de stad en stichter U Thong, in de provincie Suphanburi in westelijk Thailand. De stijl van deze periode kwam tot bloei na de terugtrekking van de Khmer uit centraal Thailand in het tweede kwart van de 14de eeuw. Deze periode wordt in het algemeen geclassificeerd onder beeldhouwkundige substijlen die bekend zijn als groepen A, B en C, en die op verschillende manieren Mon-, Dvaravati-, Haripunjaya- en Khmer-elementen combineren. Groep A omvat Boeddha-afbeeldingen met prominente voorhoofden, amandelvormige ogen, rechte neuzen en kleine, conische krullen. Afbeeldingen in Groep B tonen sterkere Khmer-invloeden, zoals te zien is aan het vierkante gezicht en de strenge, onpersoonlijke gelaatsuitdrukking. Groep C omvat Boeddha-afbeeldingen die Ayutthaya- en Sukhothai-invloeden weerspiegelen, zoals te zien is aan het ovale gezicht, het uitgerekte lichaam, de glimlachende gelaatsuitdrukking en het ontwerp met inkepingen op het deel van het gewaad dat over de linkerschouder hangt. In alle drie de groepen zitten de meeste Boeddha-figuren gezeten in de heldenpositie op een voetstuk, met de handen in het gebaar van de onderwerping van Mara.
Korte, houten constructie-elementen die tegen de zijkanten van binten of daksparren worden gespijkerd om een dak of een verdieping aan de buitenkant te laten uitspringen ten opzichte van de muur.
Greppelsystemen die ruwe aggregaten en distributiepijpleidingen bevatten, waardoor afvoervloeistof uit septische tanks in de omringende grond kan sijpelen.
Verwijst in algemene zin naar een kunstgenre dat ontstond in de Edo-periode (1600-1868) en dat met name bekend is geworden door de houtgravures; de afdrukken werden gemaakt op losse vellen of fungeerden als boekillustraties. Het genre genoot een brede populariteit onder de bourgeoisie. Belangrijkste inspiratiebronnen waren de bordelen en kaboekitheaters. Doorgaans wordt de stijl gekenmerkt door een mengelmoes van realistische verhalende episoden uit de Kamakura-periode en de gerijpte decoratieve stijl van de Momoyama- en Edo-periode. Diverse scholen hebben in de loop van deze periode hun eigen stijl en specifieke themakeuze ontwikkeld.
Traditionele kunst en werkwijze van Igbo-vrouwen voor het beschilderen van het lichaam en de muren van schrijnen en huizen, waarbij ze voornamelijk indigo- en aardepigment gebruiken voor kromlijnige abstracte en soms figuratieve ontwerpen; tegenwoordig ook onderdeel van de hedendaagse Nigeriaanse kunst.
Pigmentnaam voor een verscheidenheid aan groene pigmenten, oorspronkelijk verwijzend naar een groene kleur die door de 16e-eeuwse Venetiaanse schilder Paolo Veronese werd gemaakt door het mengen van blauwe en gele kleuren. Het wordt ook gebruikt voor elk pigment dat op deze kleur lijkt, zoals groene aardepigmenten, smaragdgroen op koperbasis, chroomoxydehydraatgroen en andere pigmenten van een vergelijkbare kleur.
Verticale hoofdleidingen van een pijpensysteem voor grond, afval of ontluchting die omhooglopen door een of meer verdiepingen.
Verwijst naar een stijl die wordt geassocieerd met Wajang-poppenspelen, met als kenmerkende elementen het gebruik van een theaterruimte, symboliek, iconografie en episodes uit Javaanse en Arabische legenden, en uit hindoe- en moslimteksten, toegepast in reliëfbeeldhouwwerk en in kunstnijverheid.
Aanduiding voor flatgebouwen of commerciële gebouwen van meerdere verdiepingen zonder liften.
Beschrijft de diverse soorten kunstwerken van de Washkuk, oorspronkelijke bewoners van Nieuw-Guinea die leven in de provincie Oost-Sepik in het district Ambunti. De Washkuk zijn vooral bekend om hun opvallende mannenhuizen, met daarin beeldgesneden structuurelementen, ornamenten en meubilair.
Horlepiepen, enkele of dubbele cilindrische pijp met opslaand, door een mondstuk van koeien hoorn beschermd riet, eindigend in een klankbeker van koeien hoorn; Wales, Middeleeuwen.
Kleine vaatjes met ijsgekoeld water om een wijnglas op tafel te koelen of te spoelen; gemaakt van zilver, glas, aardewerk of porselein, met een of twee inkepingen in de rand waaraan een omgekeerd wijnglas kan worden gehangen. Gebruik ‘monteiths’ voor grote ronde of ovale kommen met schulpranden, die worden gebruikt om zes of meer glazen te koelen.
Veiligheidspallen die zich op de haaksloten van vuurwapens bevinden, en bestaan uit een klein, draaiend haakje dat achter de haan zit en zich vastgrijpt in een inkeping onderaan de haan, zodat deze half gespannen wordt gehouden en het geladen wapen veilig kan worden gedragen.
Fotomechanisch procédé voor het maken van afbeeldingen met regelmatige toon in licht reliëf. Er wordt een gelatinereliëf geprepareerd door middel van een bichromaat procédé dat wordt toegepast om een diepdrukplaat te maken. Deze plaat dient als mal en wordt gevuld met gepigmenteerde gelatine; vervolgens wordt de gelatinelaag op een papieren ondergrond geperst. Werd van ongeveer 1875 tot 1900 veel gebruikt voor kleine boekillustraties.
Wordt gebruikt voor kenmerkend verticale woningen die zijn gebouwd voor verdedigingsdoeleinden; meestal zijn ze van steen en met tenminste drie of vier verdiepingen.
Rechte fluiten van een enkele bamboebuis met een inkeping aan het einde, met een rand waartegen de speler blaast; in verschillende maten met verschillende aantallen en schikkingen van de vingergaten; vervaardigd en bespeeld door de Han-Chinezen.
Gebruik voor huizen met een grote centrale ruimte als de belangrijkste beneden- of eerste verdieping met het woongedeelte; normaal gesproken beperkt tot Groot-Brittannië waar de hallen in de vroege voorbeelden meestal een open dak hadden, en waarin latere types de zalen, vergelijkbaar in positie en functie, plafonds kregen. Voor de belangrijkste residentiële gebouwen van landbouwbedrijven of grote landgoederen geef dan de voorkeur aan, "boerenhoeven" of "versterkte huizen" bij het benadrukken van de functie van de gebouwen.
Groepen ruimten, verdiepingen of afzonderlijke ruimten in (medische) zorginstellingen voor een bepaald type of een bepaalde groep patiënten.
Inkepingen in de bodem van een drinkglas of in de voet van een glazen voorwerp. Wanneer ze in de bodem van een drinkglas of fles zitten maken ze deze meer stabiel, maar verminderen ze de inhoud.
Wordt gebruikt voor afgesloten ruimten onder schuine daken, tussen het dak en het plafond van de bovenste verdieping, vooral in huizen. Ze kunnen zowel voor opslag als voor bewoning worden gebruikt. Voor open platforms in huizen, die zich dicht bij het plafond bevinden, of voor grote ruimten onder de daken van kantoren of pakhuizen wordt 'lofts' gebruikt.