Associaties voor beuk

Toegevoegd op: 16-8-2017

Hout van de boom behorende tot het genus Fagus grandifolia, inheems in Nova Scotia en het noorden van de Verenigde Staten. Het is lichtbruin tot roodachtig bruin van kleur en wordt gebruikt voor het maken van vloeren, meubilair, handvatten voor gereedschap en voertuigonderdelen.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Hout van de boom behorende tot het genus Ostyra virginiana, inheems in Canada en de Verenigde Staten. Het is een ondersoort die wordt gebruikt voor de vervaardiging van handvatten, onderdelen van voertuigen en agrarisch gereedschap.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Grote loofboomsoort die 35 meter hoog kan worden, inheems in het oosten van Noord-Amerika, in het gebied van Nova Scotia tot Texas. Het hout is licht roodachtig bruin, hard en onbuigzaam, heeft een rechte nerf en wordt gebruikt voor meubels en andere doeleinden. De schors is glad en grijs. De bladeren zijn eenvoudig met aderen en getande randen. De vrucht bestaat uit een grote schil met twee glanzende bruine eetbare noten. Het hout is zuur, rozeachtig bruin van kleur met donkerbruine strepen.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Grote langlevende beuksoort die in heel Engeland en Eurazië voorkomt. De onvolgroeide fase duurt 30-40 jaar, waarin de soort snel groeit maar niet bloeit. De soort kan bijna 50 meter hoog worden, heeft een gladde grijze schors en hard, zwaar hout. Beuken worden vaak geteeld in grote hagen.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Kleine schilden met een handvat aan de binnenkant die in de linkerhand werden gehouden tijdens gevechten te voet; gebruikt van de 13e tot de 17e eeuw.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Hout van de boom behorende tot het genus Fagus, met een vale, roodachtig bruine kleur. Het wordt gebruikt voor het maken van meubilair, handvatten voor gereedschap en transportkisten.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Hout van de boom behorende tot het genus Fagus engelriana.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Soort Aziatische beuksoort die ongeveer 20 meter hoog wordt.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Dwarsarmen van kruisvormige kerken.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Hout van de boom behorende tot het genus Fagus sylvatica, inheems in het Centraal-Europa en in Groot-Brittannië. De kleuren variëren van zeer vaalbruin tot roodachtig bruin bij het kappen. Het wordt gebruikt voor het maken van allerlei objecten, onder andere meubilair, handvatten voor gereedschap, schrijnwerk en triplex.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Hout van de soort genus Ostrya carpinifolia, inheems in Europa. Het wordt lokaal gebruikt voor het maken van afrasteringspalen en kleine dingen zoals handvatten voor gereedschap.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Hout van de soort Carpinus betulus, inheems in Europa, Azië en Iran. Het wordt gebruikt voor het maken van toetsmechanismen voor piano's, draaiwerk, biljartkeus en vioolbruggen.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Kleine tot middelgrote boom met een gedraaide stam die zich wijd vertakt. Kan 20 meter hoog worden. Eén variëteit heeft zowel normale als eikachtige bladeren aan dezelfde boom. Men gebruikt de boom voor landschapsarchitectuur, voornamelijk voor hoge heggen en het snoeien van figuren. Ook maakt men van de haagbeuk hardhout, brandhout dat langzaam brandt en voedsel voor diverse dieren.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Hout van de boom behorende tot het genus Carpinus van de berkenfamilie. Het kent allerlei toepassingen. Oorspronkelijk werd het gebruikt voor gedraaide en machinaal bewerkte onderdelen van windmolens. Tegenwoordig wordt het gebruikt voor het maken van poolkeus, trommelstokken en toetsmechanismen van piano's.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Middelgrote soort haagbeuk die voorkomt in Italië, Frankrijk, Oostenrijk, Slovenië, Griekenland, de Balkan, het zuiden van Zwitserland en Anatolië.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Genus van ongeveer zeven soorten sierbomen die inheems zijn in Eurazië en Noord-Amerika. De bomen hebben een ruwe, schilferige schors en dunne, doorschijnende groene bladeren met harige bladstengels. De hopachtige groene vruchten bestaan uit een groot aantal blaarachtige schubben die elk een kleine platte noot bevatten.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Hout van de boom behorende tot het genus Ostrya, inheems in Europees-Azië en Noord-Amerika. Het is hard, zwaar hout en wordt gebruikt voor het maken van afrasteringspalen en kleine dingen zoals handvatten voor gereedschap.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Hout van de boom behorende tot het genus Fagus japonica, inheems in Japan.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Beuksoort die 35 meter hoog kan worden. Het is een van de meest voorkomende bomen in Japanse loofbossen.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Boomsoort uit Eurazië die ongeveer 30 meter hoog kan worden, met een grijswitte stam en wigvormige bladeren met golvende randen die 15 centimeter lang kunnen worden. De soort wordt soms geclassificeerd als een ondersoort van Fagus sylvatica, waaraan hij nauw verwant is.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Bovengedeelten van muren die boven aangrenzende daken uitsteken, en waar ramen inzitten om licht toe te laten in een centrale kamer of ruimte waar lagere kamers of ruimten aan grenzen.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Hout van de boom behorende tot het genus Nothofagus solandri, inheems in Nieuw-Zeeland. Het is bruin van kleur en staat bekend als sterk en duurzaam.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Zuilvormige, slanke zuidelijke beuksoort, inheems in de koelere streken op het zuidelijk halfrond. De soort wordt gebruikt als sierstruik in milde oceanische klimaten en voor het maken van vloeren, speelgoed en handvatten van gereedschap.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Hout van de boom behorende tot het genus Nothofagus fusca, inheems in koelere regio's van het zuidelijk halfrond. Het wordt gebruikt voor het maken van vloeren, speelgoed en handvatten voor gereedschap.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Hout van de boom behorende tot het genus Fagus crenata, vergelijkbaar met Europees beukenhout met zijn roomkleurige spinthout en bruine kernhout. Het wordt gebruikt voor het maken van handvatten voor gereedschap, vloeren, schrijnwerk, triplex en meubilair.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Beuksoort uit Nieuw-Zeeland. De naam 'zwarte beuk' is afgeleid van het feit dat de stam en de takken vaak zijn bedekt met roetdauw.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verbindingsbalk tussen de koorwanden op de scheiding tussen koor en schip of koor en dwarsbeuk. Op de balk zijn portretten van de apostelen aangebracht, gebeeldhouwd of geschilderd. Op de apostelbalk kan ook een triomfkruis (kruisbeeld) met flankerende beelden staan (Maria en Johannes, soms aangevuld met twee vrouwenbeelden die kerk en synagoge verbeelden).

Toegevoegd op: 16-8-2017

Wordt gebruikt voor religieuze of seculiere gebouwen die worden gekenmerkt door een rechthoekige plattegrond, onderverdeeld in een hoger schip met twee lagere zijbeuken, en verlicht door lichtbeukramen; meestal afgesloten met een apsis.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Te gebruiken om gebouwen te beschrijven, meestal kerken, die zijn opgebouwd als een basiliek, met een langwerpige vorm, een schip, zijbeuken, een apsis en een lichtbeuk.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Betulaceae is de berkenfamilie van bloeiende planten, die doorgaans in de orde Fagales wordt ondergebracht. Sommige gezaghebbende instanties rekenen de familie echter tot de orde Betulales. De familie omvat zes genera en 120-150 soorten. Binnen deze hiërarchie wordt er niet voor gekozen, maar elders wordt soms een onderverdeling in twee subfamilies aangehouden: Betuloideae, met de genera Betula (berk) en Alnus (els), en Coryloideae, met de genera Carpinus (haagbeuk), Corylus (hazelaar), Ostrya en Ostryopsis.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Hout van de boom behorende tot het genus Quercus, uit de beukenfamilie. Het harde, duurzame hout kent allerlei toepassingen en wordt vooral gebruikt voor meubels.

Toegevoegd op: 16-8-2017

De beukenorde van tweezaadlobbige houtige bloeiende planten, die bijna 1900 soorten in 55 genera omvat. Fagales vertegenwoordigen een aantal van de belangrijkste gematigde bladverliezende of groenblijvende bomen op beide halfronden, zoals eiken, beuken, walnoten, Carya en berken. De orde der Fagales omvat acht families: Betulaceae, Fagaceae, Juglandaceae, Casuarinaceae, Nothofagaceae, Myricaceae, Rhoipteleaceae en Ticodendraceae.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Beuksoort die 24 meter hoog kan worden, met een basis die zich vertakt tot verschillende stammen. Het is een van de meest voorkomende bomen in Japanse loofbossen. In het westelijk halfrond wordt de soort geteeld als sierboom.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Overdekte, naar één kant open gangen doorgaans met zuilen en bogen, die buiten langs of door een gebouw lopen. Voor ruimten boven de zijbeuken in kerken, die geopend zijn naar het schip wordt 'tribunes (verdiepingen)' of 'triforia' gebruikt.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Hout van de boom behorende tot het genus Gremlina. Er is geen relatie met echte beuk, genus Fagus, maar wel met teak. Dit verklaart de Australische naam van het hout, grijze teak. Het wordt gebruikt voor het maken van kabinetten, vaten en tonnen, lambriseringen, muziekinstrumenten en fineer.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Kleine openingen, meestal schuin gesneden, in de muur van een kerk, die over het algemeen zo geplaatst zijn dat ze uitzicht bieden op het hoogaltaar vanaf het transept of de zijbeuk.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Uitzonderlijk taai of hard hout dat afkomstig kan zijn van diverse bomen of struiken, zoals ebbenhout, haagbeukhout of acaciahout.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Een reeks donker roodachtige of paarsachtige bruine kleuren die lijken op de kleuren van verfstoffen of kleurmiddelen die zijn gemaakt van de schors van de kastanjeboom (bomen of heesters van het geslacht Castanea uit de beukenhoutfamilie).

Toegevoegd op: 16-8-2017

Wordt gebruikt voor een verscheidenheid aan hulpstukken, meestal haken, inkepingen of getande zwaardklingen die zijn bedoeld om de kling van de tegenstander in een zwaardgevecht op te vangen of te beschadigen. Het meest worden ze gevonden op dolken, zwaarden en beukelaars. De term wordt ook soms gebruikt voor bepaalde 16e-eeuwse linkerhanddolken met aan een of beide kanten zaagtanden voor hetzelfde doel.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar afsluitingen in christelijke kerken waarmee het koor wordt afgescheiden van het schip en de zijbeuken van een kerk. Gebruik 'koorschermen' voor afsluitingen waarmee het koor wordt gescheiden van het schip van de kerk. Gebruik 'reredoses' voor afsluitingen waarmee het altaar wordt gescheiden van het koor.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Hout van de boom behorende de soort Platanus hybridia, waarvan wordt aangenomen dat het een hybride oorsprong heeft en voor het eerst voorkwam rond 1670. De bomen zijn te vinden in parken en straten, maar komen voor zover bekend niet in het wild voor. De kleur lijkt op die van beukenhout, maar het hout heeft een aantrekkelijke vlektekening, met roodachtig bruine sporen die contrasteren met de lichter gekleurde achtergrond, waardoor het vaak kwartiers wordt gezaagd. Het wordt gebruikt voor het maken van decoratief werk, interieurs en kabinetten, en fineer.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Houten, rechthoekige hamer met korte steel, gewoonlijk van beuken- of azijnhout gemaakt. Soms kan het hoofd lichtjes gebogen zijn. De schrijnwerker gebruikt deze hamer voor klopwerk of voor hakwerk met beitels, om pen-en-gat verbindingen te sluiten.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Halve fronton, zoals die die het einde van een lessenaarsdak of het dak op een zijbeuk van een kerk afbakenen. Soms zijn ze gekruld, gebogen of op een andere manier versierd.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Wordt gebruikt voor bogen die op pijlers liggen, vooral de bogen in basilieken die het schip van de zijbeuken scheiden.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Rompen van kerken, onderscheiden van het koor en eventuele voorbouwsels aan de tegenovergestelde zijde (torens, westwerk). Het schip is eenbeukig of onderverdeeld in middenbeuk of -schip en zijbeuken of -schepen. VWB

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verdiepingen in basilicale kerken die zich boven de arcatuur van het schip bevinden, en die een ruime doorgang bevatten. Te onderscheiden van 'triforiums' die zich altijd op het niveau net onder het dak van de zijbeuk bevinden en die geen ruime doorgangen hebben.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verdiepingen in basilicale kerkinterieurs net onder het dak van de zijbeuk of - indien aanwezig - net onder het dak van de tribune, geopend naar het middenschip; ze kunnen een kleine doorgang bevatten. Te onderscheiden van 'tribunes (verdiepingen)', die altijd ruime doorgangen hebben.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Het bewerken van een metaal door middel van hamerslagen of door inbeuken, bijvoorbeeld met stalen ballen of kogels. De term wordt ook gebruikt voor het reinigen van een metalen oppervlak door het ergens mee te beschieten, bijvoorbeeld met glasparels.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar glas dat oorspronkelijk, in de Middeleeuwen, werd vervaardigd in de bosgebieden van Frankrijk en Duitsland. Het glas heeft meestal een groenige, gelige of bruinige kleur, en is doorgaans nogal dik, eenvoudig van vorm, vormgeblazen en gedecoreerd met pipet en prunts. Kenmerkend voor het glas is het alkali-bestanddeel: potas uit de asresten van gebrand beukenhout, varen (adelaarsvaren) of van andere houtsoorten.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Langwerpige, houten spaan in beuk, es of notelaar met aangescherpte snijkanten en een handvat. Werd samen met het zwingelbord gebruikt om vlas mee te zwingelen nadat het was gebraakt.