Bakken, bakken, bakken.. bij KSART krijgt u de "taste of art" te pakken!
Welkom, voordat u kunt inloggen zet uw cookie instelling aan.
Nieuwe kunstvorm gevonden? Voeg nu een nieuwe kunstvorm toe!
Verwijst naar plaatsen of gebieden die zijn bewoond, zijn aangepast voor bewoning of gepland zijn voor bewoning door gemeenschappen van menselijke populaties, en die voldoende maatschappelijke voorzieningen bezitten om min of meer zelfstandig te functioneren. Bewoonde gebieden worden gekenmerkt door personen die in aan elkaar grenzende groepen woningen leven en door het feit dat de betreffende plaats een eigennaam draagt of een lokaal erkende status bezit.
Het aanbieden van een bepaalde som geld als de prijs die men zal betalen of in rekening brengen.
Verwijst naar districten of provincies die worden bestuurd door een onderkoning: een persoon die optreedt als vertegenwoordiger van de soevereine vorst of koning. De gebieden van een onderkoning bevinden zich vaak in grensstreken of in provincies die op grote afstand van de centrale machtszetel zijn gelegen.
De hiërarchie Gebouwde complexen en gebieden bevat descriptoren voor samenhangende groepen bouwwerken en delen van nederzettingen. Complexen worden gedefinieerd als groepen gebouwen of andere structuren, en open ruimten; vaak zijn ze multifunctioneel en uitgebreider en hebben ze over een langere periode vorm gekregen door de inbreng van meerdere deelnemers dan bij afzonderlijke bouwwerken. Gebieden worden gedefinieerd als afgebakende of waargenomen componenten van nederzettingen die omvangrijker en minder architectonisch van aard zijn dan gebouwde complexen. Dergelijke gebieden worden meestal gedefinieerd op basis van sociaaleconomische of topografische kenmerken, van een uniformiteit in de bouwwerken die daartoe behoren, of van administratief gecreëerde grenzen. Relatie met andere hiërarchieën: Openbaar-vervoersystemen (bijvoorbeeld 'tramsystemen') zijn ondergebracht in de hiërarchie Objectgroepen en Systemen. Soorten wegen (bijvoorbeeld 'snelwegen' of 'straten') vindt u bij Open ruimten in de hiërarchie Open ruimten en landschappelijke elementen. Samenstellende delen van wegen (bijvoorbeeld 'busbanen' of 'stoepranden') zijn ondergebracht in de hiërarchie Componenten.
De hiërarchie Vakgebieden bevat descriptoren voor takken van wetenschap, specialisatiegebieden, beroepen en professionele specialismen. Relatie met andere hiërarchieën. Materiaalspecifieke of objectspecifieke activiteiten komen voornamelijk voor in de hiërarchie Procédés en technieken (bijvoorbeeld metaalbewerken en timmeren), terwijl meer algemene beroepsactiviteiten (bijvoorbeeld civiele techniek) hier te vinden zijn. Theorieën met betrekking tot vakgebieden zijn te vinden in de hiërarchie Abstracte begrippen (bijvoorbeeld structuralisme). Descriptoren voor activiteiten die worden uitgevoerd teneinde specifieke doelen te bereiken (bijvoorbeeld wetenschappelijk onderzoeken en kritiek) zijn te vinden in de hiërarchie Functionele activiteiten.
Een procédé dat wordt toegepast om kaarten en technische tekeningen te reproduceren, en waarbij gebruik wordt gemaakt van een ijzerzout om een gelatine origineel door blootstelling aan licht selectief onoplosbaar te maken, waardoor de beeldgebieden ontvankelijk zijn voor inkt. Maakt het mogelijk dat exacte kopieën scherpe inktlijnen hebben.
Genus van ongeveer 20 soorten laaggroeiende, bloeiende fruitplanten die afkomstig zijn uit de gematigde gebieden op het noordelijk halfrond, maar die tegenwoordig ook op het zuidelijk halfrond op grote schaal worden gekweekt. De planten hebben een vezelig wortelstelsel waaruit boven de grond wortelbladeren groeien. De bladeren zijn samengesteld, met drie harige en gezaagde blaadjes. De bloemen zijn gewoonlijk wit en in uitzonderlijke gevallen roodachtig. Ze vormen kleine trosjes op de dunne stengels die, net als de stengels die over de grond kruipen, uit de oksels van de bladeren komen. De vrucht is geen echte bes, maar een vlezige, eetbare houder van zeer kleine zaadjes.
Gebieden onder het bestuur van een aartshertog of aartshertogin.
Wordt gebruikt voor de minimale constructies die beschutting bieden tegen het weer voor wachtenden bij bushaltes; gebruik 'busstations' voor de belangrijkere gebouwen langs busroutes, meestal met verkoop- en servicevoorzieningen.
De hiërarchie Abstracte Begrippen bestaat uit beschrijvingen van concepten en fenomenen die verband houden met een breed spectrum aan onderwerpen, waarvan sommige zich niet binnen het hoofdbestek van de AAT bevinden, zoals filosofische concepten, maar die wel van invloed zijn op onderwerpen binnen dat bestek. Relatie tot andere hiërarchieën: descriptoren van onderzoeksgebieden en specialisaties, evenals beroepen en professionele specialisaties (bijvoorbeeld geschiedenis) zijn terug te vinden in de hiërarchie Vakgebieden, terwijl concepten die verband houden met deze vakgebieden (bijvoorbeeld positivisme) hier zijn terug te vinden. Descriptoren voor stijlen en voor kunst- en architectuurbewegingen (bijvoorbeeld neoclassisistisch, impressionistisch) zijn terug te vinden in de hiërarchie Stijlen en Perioden, terwijl expressievormen (bijvoorbeeld abstract) en brede kunst- en architectuurgenres die niet specifiek zijn voor bepaalde mensen of een bepaalde periode (bijvoorbeeld organische architectuur, straatkunst), hier zijn terug te vinden.
Familie van ongeveer 250 genera en 2500 soorten tropische kruiden, struiken en slingerplanten. Enkele soorten vindt men ook in gematigde gebieden.
Genus van ongeveer 30 soorten bloeiende planten die inheems zijn in de tropische en warme gematigde gebieden van het Middellandse Zeegebied en Azië.
Analyse en meting van zeer geringe hoeveelheden radio-isotopen in mineralen met behulp van een deeltjesversneller. Het wordt op vakgebieden als archeologie, antropologie, toxicologie, radiochemie en klimatologie gebruikt voor bijvoorbeeld de ouderdomsbepaling en het identificeren en beschrijven van materialen.
Genus van circa 13 soorten pijnboomachtige planten die inheems zijn in het gebied van de Filippijnen tot Australië en Nieuw-Zeeland. Wordt elders als sierplant geteeld in warme gebieden of kassen. Diverse soorten geven een hard type hars of gom dat wordt gebruikt bij de vervaardiging van lakken, patentleer, zegellak en andere producten.
Familie van bloeiende planten die 23 genera en 637 soorten vaak houtige planten met een korte stengel omvat, die verspreid voorkomen in tropische, subtropische en gematigde gebieden in de wereld. Leden van deze familie hebben smalle, lansvormige, soms vlezige of getande bladeren die in een rozet aan de basis van iedere plant staan. De meeste soorten hebben grote kluwens die tal van bloemen bevatten. De vrucht is een doosvrucht of bes.
Rechte fluiten die onderaan schuin zijn afgezaagd en schuin worden bespeeld; ook in lang model met halfronde klankbeker gemaakt van een kalebas. Oorspronkelijk ontwikkeld en bespeeld in de Teso- en Karamojong-gebieden in Oeganda.
Ingebonden verzamelingen met handgeschreven teksten, geschriften en tekeningen van de vrienden en kennissen van de eigenaar. Men denkt dat ze voor het eerst werden gemaakt in het midden van de zestiende eeuw in de Duitstalige gebieden in Europa. De gewoonte werd verspreid door studenten die van de ene universiteit naar de ander reisden. Ook niet-studenten gingen ze gebruiken, met name mannen en vrouwen uit de bourgeoisie. De albums van mensen van adel bevatten gewoonlijk afbeeldingen van hun wapens.
De praktische kennisgebieden uit de middeleeuwen, zoals wapenkunde, krijgskunde, scheepvaart, jacht, geneeskunde en de bouwvakken.
Middelgrote boomsoort die inheems is in warme gematigde gebieden in het oosten van Noord-Amerika. Het is een populaire sierboom.
Hout van de boom behorende tot het genus Castanea dentata, inheems in het zuiden van New England tot 1904, toen een schimmel in de schors grootschalige kap noodzakelijk maakte en de vrijgekomen gebieden werden beplant met andere soorten. De boom is tegenwoordig alleen nog te vinden in het zuiden van Ontario en de zuidelijke Appalachen. Het hout wordt gebruikt voor het maken van schrijfbureaus, kantoorbenodigdheden, doodskisten en palen.
Vruchtdragende loofboom die inheems is in Noord-Amerika en voorkomt in bosrijke gebieden van Ontario tot Florida en van North Dakota tot Texas. Gewaardeerd om zijn dichte harde hout en zijn gom, een koolhydraat dat in water oplosbaar is en wordt gebruikt als oplosmiddel voor waterverf.
Hout van de boom behorend tot de soort Prunus serotina, aangetroffen in bosgebieden tussen Ontario en Florida, en van North en South Dakota tot Texas. De kleur van het kernhout varieert van roodbruin tot helderrood, vaak met fijne, smalle bruine mergvlekken. Wordt gebruikt bij de vervaardiging van kostbaar meubilair, muziekinstrumenten, betimmering van bootinterieurs en schrijnwerk.
Genus van circa drie soorten grove overblijvende grassen die ongeveer 1 meter hoog worden en groeien op zandbodems langs de kust in de gematigde gebieden van Europa, Noord-Amerika en Noord-Afrika. De grassen plant men ook buiten hun normale groeigebied, omdat ze zeer nuttig zijn bij het stabiliseren van stranden en voor de vorming van zandduinen.
Bromelia die inheems is in de tropische en subtropische gebieden in Amerika, maar inmiddels ook elders is geïntroduceerd en op grote schaal wordt gekweekt in broeikassen. De plant heeft 30 tot 40 dicht op elkaar geplaatste en stijve maar sappige bladeren in de vorm van een rozet om een dikke, vlezige stam. De grote vrucht is samengesteld en ontwikkelt zich uit een kegelvormige bloeikolf. Men gebruikt de vrucht vanwege de vezels, als voedsel en om wijn te maken.
De bestudering van taalgebieden, in het bijzonder die zonder schrift, door middel van het toepassen van antropologische en taalkundige technieken.
Hotels die meestal gemeubileerde appartementen bieden voor langdurige huur, met inbegrip van bepaalde diensten die niet algemeen beschikbaar zijn. Gebruik 'logementen (1)' voor soortgelijk onderdak maar met kleinere verblijven voor korte of lange huurperiodes, tegen zeer lage prijzen en met minder diensten.
Het in stand houden of imiteren van alles wat oud of verouderd is, met name het gebruik van de kenmerken uit een vroegere periode in taal, kunst en andere culturele gebieden. Het is vaak gebaseerd op het geloof in de aangeboren waarde van het vroegere model, dat afkomstig is uit een eenvoudige, pure gouden tijd, en op het geloof dat het doen herleven van deze vormen een opleving van de kwaliteit van leven uit die tijd zal betekenen.
Beschermende bedekkingen voor de pols bij het boogschieten, schermen en diverse balspelen; vooral zoals ze door boogschutters worden gedragen om de boogarm, om bescherming te bieden tegen de terugvering van de boogpees. Hebben over het algemeen de vorm van een band, een armband of plaat.
Het verschijnsel van visuele perceptie dat voorkomt wanneer er overlappende gebieden van contrasterende kleuren worden gecombineerd op het netvlies en worden gezien als een gemengde kleur.
Soort struik die inheems is in droge gebieden in Iran, Klein-Azië en Griekenland. De afscheiding van deze plant ontstaat spontaan op de schors van de struik, maar de hoeveelheid kan worden verhoogd door er een snee in te maken en er houten wiggen in aan te brengen. Deze gom is een van de oudste bekende medicijnen.
Beschrijft de diverse soorten kunstwerken die zijn vervaardigd door de oorspronkelijke bewoners van Australië en hun afstammelingen. In de meeste gebieden van Australië worden tegenwoordig traditionele kunstvormen geproduceerd, maar veel Aboriginalkunstenaars beginnen inmiddels ook met allerlei andere media te werken, onder invloed van de mondialisering.
Familie van planten die inheems zijn in de tropische gebieden van Afrika en Azië. De planten hebben bladeren met over elkaar liggende bladstelen die een schijnstam vormen die lijkt op een houten stam.
Zij die bankzaken uitvoeren door afwisselend geld in deposito te nemen en in ruil daarvoor gewoonlijk rente aan te bieden, transacties mogelijk te maken, wissels, promesses, obligaties, aandelen of andere effecten te kopen en te verkopen, en geldleningen te verstrekken.
Rubberen zakken, aardewerken of metalen flessen voor heet water, om plaatselijk warmte te bieden aan het menselijk lichaam.
Te gebruiken voor instellingen die langdurige zorg bieden in een woonomgeving voor voornamelijk ouderen die enige mate van persoonlijke hulp behoeven bij alledaagse activiteiten zoals zich aankleden, wassen of verplaatsen; zijn een tussenvorm tussen zelfstandig wonen en een verblijf in een verpleeghuis.
Een eclectische islamitische bedelorde met haar oorsprong in de 12de eeuw bij een Anatolische derwisj genaamd Hadjdji Bektash, over wie weinig bekend is. De orde werd in de 16de eeuw in Anatolië (Turkije) definitief vormgegeven door Balim Sultan. Hoewel oorspronkelijk een soefi-orde binnen de orthodoxe soennitische islam, werd de orde in deze periode meer syncretisch en nam zij leden van de sjiietische geloofsgemeenschap aan. Ook aspecten van het christendom, zoals biecht-, absolutie- en initiatiepraktijken, werden opgenomen als gevolg van contact met christenen. De Bektashi zijn sjiietisch in die zin dat zij de twaalf imams (geestelijk leiders) erkennen en Ali vereren. Zij wijken echter af van de meeste moslimorden omdat zij traditionele islamitische rituelen als hypocrisie beschouwen en, zoals veel soefi-orden, niet streng toezien op de naleving van alledaagse moslimregels. De Bektashi staan vrouwen toe ongesluierd deel te nemen aan rituelen. Mystieke geschriften van de Bektashi leveren een belangrijke bijdrage aan de soefipoëzie. Door hun betrekkingen met de Janitsaren, een Ottomaans militair elitekorps dat werd gerekruteerd uit christelijke gebieden, behielden de Bektashi hun politieke belang van de 15de eeuw tot kort na 1826, toen de Janitsaren werden ontbonden. De orde der Bektashi werd in Turkije in 1925 net als alle overige soefi-orden opgeheven maar bleef in Albanië bestaan totdat godsdienst daar in 1967 werd verboden. Bektashi worden nog aangetroffen in sommige gemeenschappen in Turkije, Albanese delen van de Balkan en de Verenigde Staten. Aanhangers dragen witte mutsen met vier of twaalf vouwen, waarbij de vier de vier poorten van de islam en de twaalf de twaalf imams symboliseren.
Te gebruiken voor personen die de logica bestuderen, beoefenen of beheersen. De logica is de tak van de filosofie die zich bezighoudt met de denkvormen en de juiste formulering van stellingen op alle onderzoeksgebieden, en die zich in het bijzonder bezighoudt met afleiding, deductie, inductie en wetenschappelijk bewijs.
Wordt gebruikt voor gebieden waarvoor de bescherming van de natuurlijke plantengroei wettelijk is vastgelegd en waar recreatie en industrialisatie slechts beperkt mogelijk zijn. Gebruik 'wildernis' voor woeste, ongerepte gebieden die, doordat de mens er (nog) niet heeft ingegrepen, hun natuurlijke staat hebben behouden.
Plaatsen die werkervaring en beroepsomscholing aanbieden voor mensen die minder bevoorrecht zijn, hetzij door een lichamelijke handicap, hetzij door een gebrek aan ervaring of scholing.
Ontwerpwedstrijden waarbij de inschrijving is beperkt tot een klein aantal deelnemers die met name zijn uitgenodigd om oplossingen te bieden; meestal voor ingewikkelde projecten of projecten waarvoor specifieke technische kennis is vereist.
Maatregelen met kracht van wet, uitgevaardigd door een overheidsinstantie voor het interpreteren en uitvoeren van de bepalingen van een wet. Gebruik de term 'wetten' voor regels afkomstig van de wetgever die iets verklaren, opdragen of verbieden, en die de formele wet vormen.
Gebieden in een stad waar de belangrijkste regeringsgebouwen en culturele gebouwen staan; kan ook duiden op gebouwencomplexen of afzonderlijke gebouwen die dat soort functies behuizen, vooral wanneer de bouw werd gefinancierd met gemeentegelden.
Schriftelijke bevelen, afgegeven met zegel (in naam van de soeverein, een gerechtshof of een gerechtelijke ambtenaar) door de daartoe bevoegde persoon, die de persoon aan wie ze zijn gericht, gebieden een daarin gespecificeerde handeling te verrichten of juist niet te verrichten.
Wordt gebruikt voor bouwwerken die specifieke informatie bieden over specifieke plaatsen, gebouwen of tentoonstellingen door het uitstallen van gedrukt of ander materiaal, of door de verkoop of gratis distributie van informatiemateriaal.
Organisaties die grote on line bibliografische databases onderhouden en ondersteuning voor het catalogisere aanbieden als ook aanverwante producten aan bibliotheken en andere gebruikers, die deze databases on line volgens het principe van time-sharing kunnen raadplegen.
Zij die tijdens een veiling of aanbesteding voor een contract een bepaalde som bieden als prijs die zij willen betalen of in rekening zullen brengen.
Wordt gebruikt voor gelegenheden die vooral bier serveren en meestal ook amusement bieden.
Gebieden met vrijwel stilstaand water die verbonden zijn met een stroom, maar zo goed als niet door de stroming daarvan worden beïnvloed.
Wordt gebruikt voor kleine speciaalzaken, meestal voor de hogere kringen, die over het algemeen zijn gespecialiseerd in modieuze kleding, accessoires of een andere bijzondere collectie van koopwaar; kan ook worden gebruikt voor afzonderlijke afdelingen binnen grotere winkels als die soortgelijke waren aanbieden.
Verwijst naar een inheemse Tibetaanse godsdienst die met het boeddhisme een van de twee voornaamste religies van het land is. Veel aspecten van Bon raakten vermengd met de boeddhistische tradities die in de 8ste eeuw werden ingevoerd uit India en die het Tibetaanse boeddhisme veel van zijn eigenheid hebben verleend. Onenigheid binnen de heersende klasse van Tibet leidde er in de 8ste en 9de eeuw toe dat de adellijke families voor Bon kozen en de heersende dynastie voor het boeddhisme. Bon werd rond de 11de eeuw een georganiseerde godsdienst, vooral dankzij de boeddhistische belangstelling voor geschreven teksten. Bon leeft voort in veel aspecten van het Tibetaanse boeddhisme en is bovendien nog altijd een bloeiende godsdienst in de noordelijke en oostelijke grensgebieden van Tibet. Onduidelijk is hoeveel continuïteit er bestaat tussen het oude en het moderne Bon. De kenmerken van het oude Bon zijn moeilijk vast te stellen omdat alle vroege beschrijvingen boeddhistisch zijn. Alles wat tegenwoordig over Bon bekend is, is zwaar beïnvloed door het Mahayana-boeddhisme. Het oude Bon lijkt elementen van animisme, sjamanisme en de uitoefening van magische riten te hebben bevat. De Bon-goden van lucht, aarde en zee werden als lagere goden in het boeddhistische pantheon opgenomen. Er zijn aanwijzingen voor een cultus van heilig koningschap waarin de koningen worden beschouwd als manifestaties van de luchtgod; dit geloof zou de oorsprong kunnen zijn van de gereïncarneerde lama’s van het boeddhisme. De orakelpriesters van Bon hebben hun tegenhangers in de boeddhistische waarzeggers. Bepaalde aspecten van de Bon-doctrine zijn vrijwel identiek aan die van het Tibetaanse boeddhisme, zoals de leer van het boeddhaschap en het ideaal van bodhisattva. Opvallend zijn de dzogchen-overtuigingen die het Bon deelt met de Nyingma-school van het Tibetaanse boeddhisme; zij houden in dat er een onuitsprekelijke toestand bestaat, voorbij alle boeddha’s en alle verschijningen. Verder is het kloostersysteem van Bon bijna gelijk aan dat van de Gelug-school. Toch bewaken de Bon-gelovigen nauwgezet hun niet-boeddhistische imago. Shenrab wordt beschouwd als de stichter van de godsdienst en de historische Boeddha Shakyamuni zou een manifestatie van hem zijn. Bon-geschriften zijn verdeeld in twee groepen: de Kanjur, met mythen, doctrines en biografieën van Shenrab, en de Katen, die commentaren en rituele en iconografische werken omvat. De naam Tibet komt uit de Bon-religie.
Wordt gebruikt voor islamitische torenachtige woningen met meerdere verdiepingen, vaak gebruikt in een bepaald seizoen en gelegen aan de randen van stedelijke gebieden, vooral in Noord-Afrika.
Boomrijke gebieden die dikwijls een grens of een barrière vormen, maar voor het overige nauwelijks worden gebruikt. Meestal kleiner en minder wild dan 'wouden'. Voor landschappen die gedomineerd worden door bomen en die voor meerdere doeleinden gebruikt worden, gebruik liever 'bosgebieden'.
Wordt gebruikt voor boomrijke gebieden, meestal begroeid met bomen van hetzelfde soort die daar van nature groeien of zijn aangeplant, en meestal vrijwel zonder kreupelhout; minder uitgestrekt dan 'wouden'.
Verwijst naar kaarten van een bepaalde regio die bedoeld zijn om door bossen en andere begroeiing bedekte gebieden weer te geven. Meestal vermelden ze de begrenzingen van het bos, de reliëfkenmerken van het gebied, geschatte volumes aan opgaand hout en verwachte groeisnelheden, en kenmerken of projecties die samenhangen met zaken als dierlijke of menselijke bewoning en ecologische kwesties.
Wordt gebruikt voor netwerken van apparatuur die niet-structurele diensten bieden zoals W-systemen of elektriciteit binnen een gebouw of complex.
De hiërarchie Bouwwerken bevat descriptoren voor vrijstaande gebouwen en andere structuren die meestal worden beschouwd als afzonderlijke bouwwerken of architectuurtypen (bijvoorbeeld 'musea', 'basilica's', 'paleizen'). Descriptoren voor bouwwerken omvatten een groep elementen uiteenlopend van complexe gebouwen tot basale hulpstructuren. Waar mogelijk worden gebouwen onderscheiden van andere structuren. Gebouwen worden gedefinieerd als ommuurde of overdekte constructies die fungeren als bewoning of schuilplaats of daarvoor bestemd zijn (bijvoorbeeld 'flatgebouwen' of 'restaurants') en die meestal omvangrijker zijn dan andere structuren die alleen een beperkte vorm van onderdak of beschutting bieden (bijvoorbeeld 'tenten' of 'schutstallen'). Onder 'Overige structuren' worden die constructies verstaan die deels of virtueel zijn omsloten of overdekt (bijvoorbeeld 'cromlechs' of 'priëlen') of vrijstaande constructies die geen beschutting of onderdak bieden (bijvoorbeeld 'aardhopen' of 'seintorens'). Sommige structuren kunnen betrekkelijk klein zijn en als toegevoegde structuur bij andere bouwwerken fungeren (bijvoorbeeld 'fonteinen' of 'graftomben'). Relatie met andere hiërarchieën: sommige descriptoren in de hiërarchie Bouwwerken (bijvoorbeeld 'scholen' of 'bibliotheken (gebouwen)') kunnen verwijzen naar de bouwwerken, de organisaties of de instellingen. Descriptoren voor de structurele geraamten en afzonderlijke bouwelementen (bijvoorbeeld 'balloon frames' of 'garagedeuren') die samen één bouwwerk vormen, zijn ondergebracht in de hiërarchie Componenten. Kamers, ruimten en andere grote samenstellende delen van gebouwen (bijvoorbeeld 'keukens' of 'ells') zijn eveneens in de hiërarchie Componenten te vinden.
Groepen productieve of winstgevende bedrijven of organisaties die een gelijksoortige technologische structuur hebben en die gelijksoortige goederen of diensten aanbieden.
Beveiligingssystemen die beveiliging bieden voor bouw- en uitgangsvoorzieningen door het gebruik van brandalarmen, brandwaarnemings- en brandblusapparaten om het risico en de uitbreiding van vuur te verkleinen.
Trappen, meestal van staal, die zijn bevestigd aan de buitenkanten van gebouwen en die een mogelijkheid bieden te ontsnappen in geval van brand. Voor brandveilige trappen binnenin gebouwen wordt 'brandtrappen' gebruikt.
Familie van ongeveer 45 genera kruiden, struiken, kleine bomen en klimplanten die voornamelijk voorkomen in tropische gebieden. De familie is typisch voor de orde Urticales. Veel soorten, met name brandnetels (Urtica) en Australische netelbomen (Laportea), hebben prikkende haren op de stengels en de bladeren. De bladeren verschillen en het sap is gewoonlijk waterig. De kleine groenachtige bloemen vormen vaak trosjes in de bladoksels. Een plant kan zowel mannelijke als vrouwelijke bloemen dragen.
Trappen binnen gebouwen die zo zijn gemaakt dat ze relatief goed beschermd zijn tegen de effecten van brand in een gebouw en dus bedoeld zijn als een nooduitgang. Gebruik 'brandladders' voor trappen die zich aan de buitenkanten van gebouwen bevinden en die een mogelijkheid te bieden te ontsnappen in geval van brand.
Verwijst naar de stijl van kunstzinnige producten uit de Britse koloniën die wordt gekenmerkt door een mengeling van Britse en lokale kenmerken. Meestal wordt 'American Colonial' gebruikt voor werken die zijn geproduceerd in de Britse koloniën in de gebieden welke nu tot de Verenigde Staten behoren.
Familie van ongeveer 2600 soorten bloeiende planten, de meeste inheems in de tropische gebieden in de Nieuwe Wereld en West-Indië. De meeste hebben vlezige vruchten, maar sommigen produceren droge peulen. In de evolutie vormen bromelia's een van de jongere plantengroepen. De oudste soorten vindt men voornamelijk in het Andesgebergte. In dat gebied zijn ze ook ontstaan.
In het huidige gebruik verwijst het naar lichte tweewielige motorvoertuigen met een kleine motor die zijn ontworpen om zuinig en relatief veilig vervoer aan te bieden met minimale vergunningseisen. Hun functies en mogelijkheden zijn iets anders gedefinieerd in verschillende licentiemodellen. Bijvoorbeeld, volgens de Engelse wet, mag een bromfiets niet meer dan 550 pond (250 kg) wegen, met een maximumsnelheid van ten hoogste 30 mph, en een cilinderinhoud van niet meer dan 50 cc. De (Engelse) erm verwees oorspronkelijk naar gemotoriseerde fietsen, maar gebruik voor dat begrip liever "gemotoriseerde fiets."
Genus van bomen die inheems zijn in de tropische gebieden in Amerika. Veel soorten worden gewaardeerd vanwege hun hout en hun vruchten.
Bouwwerken die waterwegen, topografische laagtes, transportroutes of andere hindernissen van de voortgang overspannen en een weg eroverheen bieden.
Dijken, steigerwerk of andere bouwwerken die toegang bieden aan beide zijden van een brug.
Vooral in tropische en subtropische moerasgebieden voorkomend rund met grote, zware hoorns
Verlichtingssystemen die buiten licht bieden voor veiligheid, vermaak of ter informatie, zoals voor speelvelden, snelwegen, of advertenties.
Gaten die in een gemetselde of betonnen muur worden opengelaten om steun te bieden aan kortelingen en die worden opgevuld om hen in overeenstemming te brengen met de rest van het muurmateriaal nadat de steiger is verwijderd.
Verwijst naar functionarissen of leden van een bestuur dat is verdeeld in gescheiden verantwoordelijkheidsgebieden of bureaus. In negatieve zin verwijst de term naar functionarissen die inflexibel werken volgens een vaste routine, zonder gebruik te maken van hun eigen onafhankelijke intelligentie of oordeel.
Wordt alleen gebruikt voor tussenliggende haltes langs busroutes, meestal met verkoop- en servicevoorzieningen; gebruik 'wachthokjes' voor bouwwerken bij bushaltes die bescherming tegen het weer bieden maar geen verkoop- en servicevoorzieningen. Gebruik 'eindhaltes' alleen voor gebouwen of andere constructies die zich bevinden aan de eindpunten van busroutes.
Woongebieden binnen het grotere geheel van een stad, die in meerdere of mindere mate een eenheid vormen als gemeenschap, met eigen winkels en andere voorzieningen, en andere onderscheidende kenmerken.
Leden van een onderorde die circa 11.000 soorten in meer dan 2000 genera en acht superfamilies van insecten omvat. Het dijbeengebied van de bovenste achterpoten is sterk vergroot, met grote spieren die de poten een grote sprongkracht geven. Het mannetje kan een zoemend geluid voortbrengen door de voorvleugels tegen elkaar te wrijven of door de tandachtige richels op het achterdeel van de dijbeenpoten tegen een verhoogd bloedvat tegen iedere afzonderlijke gesloten voorvleugel te wrijven. De kleur kan variëren van olijf tot bruin. Ze komen voor in tropische laaglandbossen, halfdroge gebieden en op grasland.
Wordt gebruikt voor openbare restauratie-gelegenheden waar de nadruk meer ligt op drinken, meestal van alcoholische dranken, dan op het eten of amusement wat, als het al wordt aangeboden, plaatsvindt in aparte, meestal achtergelegen kamers. Slaapplaatsen zijn er niet te krijgen. Gebruik 'saloons' voor soortgelijke plaatsen waar echter wel amusement wordt gebracht in de belangrijkste ruimte; gebruik 'taveernen' voor gelegenheden die zowel onderdak bieden als eten en drinken, maar geen amusement.
Genus van middelgrote tot grote bomen die in de tropische gebieden van Amerika voorkomen en een glanzende roodbruine schilferende schors hebben.
Aanduiding van een voorkeur voor culturele verschijnselen die vermaak bieden door onverfijnde gemaaktheid en een kunstmatige of opzichtige aard. Gebruik ‘kitsch’ voor het verwante begrip dat wordt toegepast op artistiek of literair materiaal.
Wordt gebruikt voor terreinen of gebieden om te kamperen met de benodigde faciliteiten.
Kegeldragende boom die inheems is in het oosten van Noord-Amerika, van Minnesota tot in het zuiden van Quebec en Nova Scotia, en in de Appalachen tot aan Georgia en Alabama. Populaties komen voor in diverse gebieden ten oosten en westen van de Appalachen, met inbegrip van Pennsylvania.
Diepe laagten met steile wanden in de aardkorst, waardoor dikwijls over de bodem een rivier stroomt; veel voorkomend in aride en semi-aride gebieden; te onderscheiden van 'valleien' (aardoppervlakten), die eerder worden gekenmerkt door een vlak landschap dan door hoge, steile hellingen; te onderscheiden van 'kloven' (aardoppervlakten) die doorgaans kleiner, smaller en rotsachtiger zijn.
Verwijst naar een mesolithische gereedschapscultuur, vooral aangetroffen in de binnenlanden van Noord-Afrika en genoemd naar de opgravingen bij Jabal al-Maqta in de buurt van Qafsah of Capsa (Tunesië). Men vermoedt dat deze cultuur deels samenviel met de iets vroegere Oraanse cultuur die vaker werd aangetroffen in kustgebieden. De cultuur is schijnbaar verwant aan de oudere Gravettien cultuur in Europa en de gereedschappen zijn kenmerkend voor de laatglaciale Würmtijd, al lijkt deze cultuur vooral te hebben gebloeid in postglaciale tijden. De cultuur onderscheidt zich van de Oraanse cultuur door de diversiteit aan gereedschappen, waaronder grote pijlbladen en burijnen. Sommige Noord-Afrikaanse rotsschilderingen worden aan volkeren uit deze cultuur toegeschreven.
Verwijst naar moderne afdrukken die zijn geproduceerd aan de hand van het carborundum-mezzotintprocedé. Dergelijke afdrukken hebben de algemene eigenschappen van een mezzotint, maar vertonen in de lichtere gebieden niet de rechte lijnen van de zaagvormige randen van de wiegijzers.
Een ruwe, kiezelachtige of korrelige rotssoort die wordt aangetroffen in bepaalde gebieden van zuidelijk en oostelijk Engeland. Deze steensoort bevat een groot percentage ijzeroxide en is daarom altijd enigszins bruinachtig van kleur. Deze steensoort wordt hard nadat hij aan lucht wordt blootgesteld maar is niet erg duurzaam en wordt daarom niet beschouwd als een goede bouwsteen.
Genus van zeven soorten groenblijvende of bladverliezende bomen met geveerde bladeren, inheems in de tropische en subtropische gebieden van de Nieuwe Wereld.
Genus van ongeveer twintig soorten grote bomen die voorkomen in de tropische gebieden van Mexico, Midden-Amerika, Zuid-Amerika, de Bahama's, Belize, het Caraïbische gebied, West-Afrika en Zuidoost-Azië. Voorheen werd dit genus ondergebracht in de nu niet meer gebruikte familie Bombacaceae, maar tegenwoordig deelt men het in bij de familie Malvales, onderfamilie Bombacoideae.
Elk van de verscheidene munten die een waarde hebben van een honderdste deel van de munteenheid van verschillende Spaans- en Portugeessprekende gebieden.
Verwijst naar de regionale stijl van Centraal-Java. Decoratieve kunsten en kostuums uit dit gebied worden vaak gekenmerkt door het gebruik van teritik voor het omlijnen van motieven, textielproducten die worden gedragen als hoofddoeken, grote ceremoniële omslagdoeken en sjerpen en kain kembangan bloem- en plaidmotieven. De textielmethode van de productie die bekend staat als ‘ikat’ wordt gebruikt voor het aanbrengen van patronen, waarbij gedeelten van patronen van draad worden afgebonden om de verfstof tegen te houden. Hofkledingstijlen werden gekenmerkt door appliqué op geïmporteerde zijden textielstoffen die over het effen, centrale ruitvormige gebied van een borstkleed en ceremoniële omslagdoeken werden aangebracht. In de beeldhouwkunst wordt de stijl gekenmerkt door de vroegste voorbeelden van stenen monumenten en candi's, zeldzame afbeeldingen van hindoegoden, reliëfpanelen die rigide, kloksgewijze narratieve sequenties afbeelden en Boeddhabeelden gezeten op leeuwentronen. Centraal in religieuze beeldhouwkundige programma's staat het elitaire karakter van het boeddhisme, waardoor boeddhistische iconografie en kunst de overhand hadden. In tegenstelling tot stijlen in andere gebieden van Java, wordt deze stijl niet gekenmerkt door een traditie van gegraveerde stenen afbeeldingen. In de architectuur wordt de stijl gekenmerkt door getrapte sanctuaria, afgeknotte piramideconstructies en makara-ornamenten ter versiering van trappen.
Wordt gebruikt voor stedelijke islamitische bouwwerken die onderdak, opslag en bedrijfsruimte bieden aan reizende handelslieden, maar ook een aantal voorzieningen voor handelstransacties; de algemene functie lijkt op die van 'karavanserais' maar is minder versterkt, meer gericht op handel en gelegen in stedelijke omgevingen.
Kleine, niet beglaasde dakkapellen die licht en ventilatie bieden aan een zolder of andere ruimte onder een schuin dak; werd vooral gebruikt in middeleeuwse gebouwen.
Klasse van ambachts- of kooplieden die leefden in stedelijke gebieden en worden geassocieerd met de productie van een groot gedeelte van de kunst, muziek, literatuur en drama in Japan tijdens de Edo-periode (1615-1868). Deze klasse omvat zowel rijke financiers en groothandelaars als arme ambachtslieden, venters en dagloners. De term wordt vaak vertaald als 'stadsmensen' of 'stedelingen'.
Op luchtfoto's gebaseerde kaarten waarbij gebieden worden ingedeeld met behulp van verschillende kleuren of tinten; de meeste geologische en politieke kaarten en bodemkaarten zijn van dit type.
Verwijst naar kaarten waarop relatief grote gebieden, bijvoorbeeld landen of continenten, op een kleine schaal worden weergegeven. Behalve staatkundige grenzen en belangrijke steden kunnen op chorografische kaarten ook de natuurlijke configuratie en kenmerken van een gebied zijn opgenomen. Het verschil met 'topografische kaarten' is dat hierop een kleiner gebied is weergegeven.
Uniforme vaste lichamen met rechte zijden en cirkelvormige doorsneden, gevormd door het samenvoegen via rechte lijnen van corresponderende punten in twee congruente vlakgebieden die identiek geplaatst zijn in parallelle vlakken.
Instellingen in het hoger onderwijs die onderricht bieden in de algemene of alfawetenschappen voor een doctoraaldiploma; kunnen onafhankelijk zijn of deel uitmaken van een universiteit. Geen Nederlands equivalent.
Wordt gebruikt voor gebouwen of groepen van gebouwen die de instellingen van hoger onderwijs huisvesten, die onderricht bieden in de algemene of alfawetenschappen voor een doctoraaldiploma; kunnen onafhankelijk zijn of deel uitmaken van een universiteit. Geen Nederlands equivalent. Zie 'universiteiten'.
Decoratieve randen die zijn gevormd als aparte ontwerp eenheden die de gedrukte tekst op een titelpagina omringd. Te onderscheiden van 'lijstwerk (ornamentgebieden)', die randen omsluiten die bestaan uit losse elementen die niet zijn ontworpen om samen als rand te worden gebruikt.
Historische term die wordt gebruikt om stoelzittingen te beschrijven die aan de voorkant rond zijn en die soms naar binnen buigende zijkanten hebben, en zo de omtrek van een hoefijzer vormen. Vooral populair in Amerika tussen 1730 en1760, hoewel ze in veel gebieden tot in de Federale periode voorkwamen.
Methode voor het verkrijgen van driedimensionale beelden van inwendige structuren in een lichaam of object op basis van een reeks dwarsdoorsneden; wordt gebruikt in de diagnostische geneeskunde, maar ook op andere wetenschapsgebieden voor het niet-destructief testen van objecten.
Genus van 40 tot 100 soorten bloeiende planten, afhankelijk van de classificatie. De meeste zijn lang en vaak eenjarig. Ze zijn inheems in tropische en subtropische gebieden in de hele wereld.
In algemene zin verwijst de term meestal naar een cultuur of stijl welke is geproduceerd door mensen die in Noord- of Zuid-Amerika of op de nabijgelegen eilanden geboren zijn, maar die afstammen van kolonisten of slaven, ter onderscheiding van mensen die rechtstreeks uit Europa of Afrika kwamen of die van oorspronkelijke bevolkingsgroepen afstammen. De term verwijst naar de culturen van verschillende bevolkingsgroepen binnen de context van verschillende regio's; vaak verschilt de betekenis van de term per regio en worden daarbij zelfs tegenstrijdige betekenissen gezien. De term verwijst naar de cultuur en stijlen geproduceerd door blanken met Spaanse ouders die in de periode van de 16de tot en met de 18de eeuw in de Spaanse gebieden in Noord- en Zuid-Amerika werden geboren; ze hadden een andere cultuur en maatschappelijke positie dan bewoners die in Spanje waren geboren. In het moderne taalgebruik kan de term binnen de context van Latijns-Amerika verwijzen naar de cultuur van mensen die daar wel geboren zijn maar van wie beide ouders Spaans zijn, of in specifieke zin naar de tradities van oude families met een overwegend Spaanse achtergrond. Ook kan de term verwijzen naar de cultuur van vroege Zuid-Amerikaanse zwarten die in Amerika zijn geboren, ter onderscheiding van zwarten die rechtstreeks uit Afrika waren overgebracht. In Louisiana, in de Verenigde Staten, verwijst de term naar de cultuur van Franstalige blanke afstammelingen van vroege Franse en Spaanse kolonisten, of naar mulatten die een soort Frans-Spaanse mengtaal spreken. Daarnaast kan de term verwijzen naar de cultuur van mensen op de West-Indische eilanden die daar zijn geboren en genaturaliseerd, maar van Spaanse, Franse of Afrikaanse afkomst zijn; in het moderne taalgebruik, binnen de context van het Caribisch gebied, verwijst de term vaak naar de Caribische cultuur in het algemeen, met inbegrip van oorspronkelijk Europese, Afrikaanse, Aziatische en Amerikaans-Indiaanse elementen.
Aanduiding voor stukken land en watergebieden die door menselijk ingrijpen aanzienlijk zijn veranderd of gewijzigd; wordt gebruikt als tegenstelling voor 'natuurlijke landschappen', waarmee gebieden worden aangeduid waar menselijk ingrijpen, indien daar sprake van is, geen belangrijke ecologische consequenties hebben voor het gebied als geheel.
Verwijst naar de stijl en cultuur van de Chibchan sprekende Indiaanse bevolking van Centraal-Amerika die voorheen leefde in het huidige Panama en op de naburige San Blaseilanden, en tegenwoordig alleen nog in geïsoleerde gebieden voorkomt.
Plantenfamilie van ongeveer 110 genera en 5500 soorten, waarvan er veel in watergebieden groeien. Oppervlakkig gezien lijken ze op grassen en russen. De stengels hebben een driehoekige dwarsdoorsnede en de bladeren, die in een spiraal zijn gerangschikt, vormen drie rijen (terwijl grassen afwisselend geplaatste bladeren hebben die twee rijen vormen).
Genus van ongeveer 650 soorten eenjarige of overblijvende planten die op alle continenten voorkomen, vaak in watergebieden. De stengels hebben een ronde of driehoekige dwarsdoorsnede. Gewoonlijk zitten er alleen grasachtige slanke bladeren aan het begin van de stengel.
Familie van twee genera schildinsecten die op cactussen voorkomen. Het achterlijf is aan de achterzijde niet versmald. Op de rug bevinden zich wasklieropeningen. Een anale ring ontbreekt. De wasklierkanaaltjes zijn zeer klein en ontspringen uit het midden van een groepje sessiele poriën. De setae zijn stevig en afgesneden aan het uiteinde. Moleculaire gegevens duiden erop dat schildluisschilden feitelijk gespecialiseerde eriococcidae zijn (Gullan & Cook 2001). Deze insecten zijn naar alle delen van de wereld getransporteerd als potentiële bron van rode kleurstoffen, maar lijken inheems te zijn in de Nieuwe Wereld. Ze komen daar overwegend voor in de woestijngebieden van het zuidwesten van de Verenigde Staten, in Mexico en in Midden- en Zuid-Amerika. De cochenilleluis D. coccus wordt al enkele eeuwen gebruikt als bron voor rode kleurstoffen.
Genus van rotanpalmen die hoofdzakelijk in de tropische en subtropische gebieden van Zuidoost-Azië inheems zijn. De stammen worden geoogst voor hun kern, die wordt gebruikt voor de vervaardiging van wandelstokken en meubilair. De vruchten van bepaalde soorten produceren een rode hars die als bron dient voor 'drakenbloed', dat als geneesmiddel en als lak wordt gebruikt. De zaden van sommige soorten worden geoogst voor de productie van Boeddhistische gebedskralen.
Onderwijsinstellingen, meestal lager of middelbaar onderwijs, waar alleen op doordeweekse dagen les wordt gegeven en die geen pensionvoorzieningen bieden. Geen Nederlands equivalent.
Wordt gebruikt voor scholen, meestal lager of middelbaar onderwijs, waar alleen op doordeweekse dagen les wordt gegeven en die geen pensionvoorzieningen bieden. Geen Nederlands equivalent.
Wordt gebruikt voor alternatieven op verzorgingstehuizen die overdag voorzieningen bieden als een activiteitenprogramma, maaltijden en medische en psychologische zorg voor oude en invalide leden, mits hun behoeften passend zijn; de leden brengen de avonden door in hun eigen huizen.
Middelgrote eik die 20 meter hoog kan worden en voornamelijk inheems is in het Midden-Westen en het zuiden van de Verenigde Staten. Gewoonlijk groeit deze boom op hoger gelegen gebieden met een goede afwatering, maar soms ook op lagere stukken land langs rivieren. De bladeren hebben dezelfde vorm als laurierbladeren. De vrucht is een eikel die een belangrijke voedselbron is voor eekhoorns en vogels. Van het hout maakt men dakspanen.
Wordt gebruikt voor dakloze plateaus met railing bovenop de daken van Amerikaanse huizen, bedoeld om een uitzicht te bieden, vooral over zee. Voor gesloten uitkijkposten op daken wordt 'belvédères' gebruikt; voor meestal ornamentele dak-bouwwerken wordt 'koepels' gebruikt.
Stedelijke gebieden, geïncorporeerd in een grotere gemeente.
Wordt gebruikt voor gebouwen die permanente toonzalen, galerieën of andere tentoonstellingsruimtes aanbieden voor het werk van ontwerpers of voor verkopers van producten voor ontwerpers.
Vorm van logisch redeneren door middel van vraag en antwoord die zijn oorsprong heeft in het oude Griekenland. Tegenwoordig gaat het om het idee dat interne tegenstellingen worden overstegen, waardoor echter nieuwe tegenstellingen ontstaan die op hun beurt dienen te worden opgelost. Als evolutiebegrip is het van toepassing op verschillende vakgebieden, waaronder filosofie, natuur en geschiedenis.
Verwijst naar de cultuur van de Diegueño, een groep Yuma-sprekende indianen die oorspronkelijk grote gebieden bewoonden aan beide zijden van wat nu de grens tussen de Verenigde Staten en Mexico is in Californië en Baja California. Deze indianen werden genoemd naar de missie van San Diego; de Diegueño waren een van de belangrijkste groepen van zogeheten Missie-indianen.
Te gebruiken voor platte goederenwagons met verlaagde vloer om ruimte te bieden aan speciale ladingen van grote verticale afmetingen; in gebruik sinds het begin van de 20e eeuw. Gebruik 'well cars' voor platte goederenwagons met een groter dieper deel die vanaf halverwege de 20e eeuw worden gebruikt en vooral zijn ontworpen voor intermodale containers.
Wordt gebruikt voor een grote groep bouwconstructies voor de landbouw die onderdak bieden aan dieren.
Wordt gebruikt voor wallen die langs een rivier of zee zijn gebouwd en die op een afstand daarvan staan om overstromingen in bedwang te houden of tegen te houden. Gebruik 'afsluitdammen' voor wallen die alleen zijn opgebouwd om overstroming van laaggelegen gebieden te voorkomen.
Gebieden onder het gezag van een intendant.
Indeling van gebieden voor bestuurs- of verkiezingsdoeleinden, of woongebieden met onderscheidende kenmerken.
Grendels die extra ver uitgeschoven kunnen worden, zodat ze extra bescherming bieden.
Wordt gebruikt voor flats die een vooruitgang bieden op de gebruikelijke lange smalle appartementen door lucht- en lichtkokers te maken tussen aangrenzende gebouwen, wat de kenmerkende handhaltervormige plattegronden geeft; veelvoorkomend in New York tussen 1897 en 1901, waarna de bouw werd verboden.
Grendels die zodanig zijn geconstrueerd dat ze te allen tijde een rechtstreekse uitweg bieden, omdat een afsluitende grendel of klink eenvoudig kan worden ontgrendeld door tegen een horizontale stang te duwen.
Hout van de boom behorende tot de soort Betula nana, inheems in de meeste ver noordelijke gebieden van de wereld.
Toerisme sector gericht op het verzorgen van verantwoorde reizen naar natuurgebieden, het behoud van het milieu en het steunen van het welzijn van de lokale bevolking.
Verwijst naar de stijl en de cultuur van volkeren die de taal Edo spreken en woonachtig zijn in de staat Bendel in Nigeria, buiten de stad Benin. Hoewel hun talen gerelateerd zijn, verstaat men elkaar onderling niet. Volgens alle Edo-volkeren ligt hun oorsprong echter in het Koninkrijk van Benin. Hun voorouders migreerden vanuit Benin in een reeks golven tussen de 9de en de 18de eeuw. Deze migranten vermengden zich met inheemse volkeren en andere kolonisten uit naburige gebieden, waardoor de kunsten van deze volkeren een complexe geschiedenis van migratie en culturele ontlening weerspiegelen.
Wordt alleen gebruikt voor gebouwen of andere bouwwerken die staan bij de eindpunten van busroutes; gebruik 'busstations' alleen voor tussenliggende haltes langs busroutes; gebruik 'wachthokjes' voor constructies bij bushaltes die beschutting tegen het weer bieden maar geen verkoop- of servicevoorzieningen.
Genus van ongeveer 50 soorten overblijvende weidegrassen die voorkomen in de gematigde en koele gebieden op het noordelijk halfrond.
Gebieden in het islamitische Midden-Oosten onder het bestuur van een emir, of een sjeik zoals in de Verenigde Arabische Emiraten.
Grenzen die gebieden afbakenen waar het orthodoxe joden is toegestaan zekere activiteiten te ontplooien die elders op de sabbat verboden zijn, zoals het dragen van persoonlijke zaken buiten het eigen huis. Eruvin maken gebruik van bestaande grenzen, zoals wegen en kanalen, en van palen en draden die worden toegevoegd om de grens compleet te maken.
Een zuurbestendige substantie die op een oppervlak wordt aangebracht om gebieden te bedekken die niet moeten worden geëtst.
Te gebruiken voor de verzameling studies of kennisgebieden die zich bezighouden met de feiten en de fenomenen van de waarneembare of kwantificeerbare wereld, systematisch gerangschikt en de werking van algemene wetten tonend.
Familie van bloeiende planten (angiospermae) binnen de orde Fabales. Fabaceae - de op twee na grootste familie onder de angiospermae na de Orchidaceae (orchideeënfamilie) en de Asteraceae (asterfamilie) - bestaat uit meer dan 700 genera en ongeveer 20.000 soorten bomen, struiken, klimplanten en kruiden. Ze komen voor in de hele wereld. De belangrijkste commerciële soorten zijn Glycine max (soja), Pisum sativum (tuinerwt), Arachis hypogaea (pinda [aardnoot]) en Medicago sativa (alfalfa [luzerne]). De meeste houtige soorten zijn tropisch. Overblijvende (niet-houtige) soorten komen vooral voor in gematigde gebieden. De bladeren zijn meestal veervormig en soms driebladig of gelobd (de bladeren verspreiden zich vanuit een gemeenschappelijke punt). De bladeren van enkele soorten zijn eenvoudig of niet meer dan een dop. De vrucht is meestal een peulvrucht of een peul die openbarst als hij wordt gedroogd, waardoor de zaden vrijkomen.
Het facet Activiteiten omvat diverse vormen van bezigheden, zowel fysieke als geestelijke, maar ook afzonderlijke gebeurtenissen, stelselmatige reeksen handelingen, methoden die worden gebruikt om een bepaald doel te bereiken en processen met betrekking tot materialen of objecten. De hier beschreven activiteiten variëren van leerdisciplines en vakgebieden tot specifieke levensgebeurtenissen, van intellectuele taken tot processen die op of met materialen en objecten worden uitgevoerd, van afzonderlijke fysieke handelingen tot complexe spelen.
Verwijst naar een type glas dat in de 16de en 17de eeuw in Europa werd vervaardigd met behulp van technieken en stijlen die in Venetië waren vervolmaakt. De betekenis van de term is 'op Venetiaanse wijze'. Het glas werd geproduceerd in gebieden buiten Venetië, waaronder andere delen van Italië, Frankrijk, Spanje, Groot-Brittannië, Duitsland en de Nederlanden, en in de loop der tijd zijn diverse lokale stilistische en technische kenmerken tot ontwikkeling gekomen.
Te gebruiken voor diverse lichte vierwielige rijtuigen met een vouwdak die meestal plaats bieden aan twee passagiers en door de eigenaar zelf worden bestuurd; populaire sportvoertuigen na hun introductie halverwege de 18e eeuw; kan ook worden gebruikt voor auto's met soortgelijke kenmerken.
Verwijst naar een gereedschapscultuur ten zuiden van de Sahara, die dateert uit het vroege Pleistoceen, circa 100.000 tot 75.000 jaar geleden, en die is genoemd naar de archeologische vindplaats bij Fauresmith in de Zuid-Afrikaanse provincie Vrijstaat. De cultuur bestond grotendeels gelijktijdig met de Sangoaanse nijverheid die werd ontwikkeld door bosbewoners, maar wijkt ervan af doordat de Fauresmith-cultuur voorkwam in open steppegebieden. De Fauresmith-cultuur wordt gekenmerkt door talloze afgeschilferde werktuigen, zoals projectielpunten volgens de klassieke Levalloisien-techniek, kleine handbijlen en hakbijlen. De stijl wordt geassocieerd met de man van Saldanha, van wie wordt aangenomen dat hij een Homo sapiens rhodesiensis is.
Directe ondersteuning bieden aan een particulier of een organisatie in de vorm van contant geld.
Wordt gebruikt voor gelegenheden die voorzieningen aanbieden voor lichaamsbeweging en actieve opbouw van de conditie, al dan niet op basis van lidmaatschap.
Uitstekende randen, kragen of ringen die die extra stevigheid bieden of een plaats om iets te bevestigen, zoals bijvoorbeeld op een pijp, op de ombouw van een machine, of op een houder of de deksel ervan.
Snelrailvervoersystemen die voorstedelijke gebieden verbinden met eindstations in de stad; meestal zonder exclusief voorrangsrecht.
Elk van de verscheidene munten uitgegeven in Frankrijk en de Franssprekende gebieden sinds het midden van de 14de eeuw.
Verwijst naar de kunststijl, in het bijzonder van verluchtigingen van manuscripten, die in de 9de eeuw ontstond in Noord-Franse kloosters en zich verspreidde naar andere gebieden in Europa.
Verwijst naar de stijl en cultuur die wordt aangetroffen in gebieden die ooit in bezit waren van de Bourgondische heersers van Vlaanderen, in het bijzonder tijdens de 14de en 15de eeuw.
Gebieden van verantwoordelijkheid waarin activiteiten worden uitgevoerd om een doel te bereiken.
De hiërarchie Functionele activiteiten bevat descriptoren voor activiteiten die worden uitgevoerd teneinde specifieke doelen te bereiken en voor methodieken die worden geassocieerd met specifieke inspanningsgebieden. Er zijn descriptoren voor activiteiten met betrekking tot de manipulatie van gegevens, het verzamelen van objecten, menselijke communicatie, economie, handel, recht en bestuur alsook andere beroepsactiviteiten. Relatie met andere hiërarchieën. Descriptoren voor takken van wetenschap (bijvoorbeeld geschiedenis) en specialisatiegebieden (bijvoorbeeld recht) zijn te vinden in de hiërarchie Vakgebieden. Descriptoren voor bewerkingen en processen die worden uitgevoerd met objecten en materialen (bijvoorbeeld polijsten), zijn te vinden in de hiërarchie Procédés en technieken. Descriptoren waarmee gelegenheden en gebeurtenissen van sociale, culturele, religieuze of persoonlijke aard worden aangeduid (bijvoorbeeld tentoonstellingen), zijn te vinden in de hiërarchie Gebeurtenissen.
Japans papier dat is gemaakt van vezels uit de korte bast (binnenste schors) van de soort Wikstroemia canescens, die inheems is in de bergachtige gebieden van Azië. De eerste gevonden vermelding van het papier stamt uit ca. 850 n.Chr. Gampi is een fijn vezelachtig papier dat wordt geproduceerd op een papierbewerkingsraster dat is bedekt met een waterdichte zijdedoek, hetgeen resulteert in het zijdeachtige geweven uiterlijk. Hoewel gampi transparant, glad en sterk is, heeft het een slechte dimensionele stabiliteit. Het wordt gebruikt als calqueerpapier en als tussengeschoten bladen voor goudbeslag, maar niet voor schutbladen.
Genus met 240 soorten bomen en heesters die algemeen voorkomen in tropische gebieden, met name de tropische regio's van Afrika, Azië en Oceanië (met inbegrip van Australië). Sommige soorten worden gekenmerkt door stugge bladeren en kleine oranje vruchten met een dikke schil en sappig, zurig en sterk geurend vruchtvlees. De hars wordt voor allerlei kleurstoffen gebruikt.
Te gebruiken om zeer uitzonderlijk creatief vermogen aan te duiden, waaronder originaliteit, verbeelding, het vermogen om te denken en werken in gebieden die tot dusver niet verkend of beschouwd werden. Vaak gebruikt om het vermogen om iets van waarde of nut voor de maatschappij aan te duiden.
Gebieden, inclusief die regio's die van oorsprong een hoge mate van politieke zelfstandigheid of zelfbestuur bezitten, die zijn ingelijfd binnen de grenzen van een andere bestuurlijke eenheid.
Het gedeelte 'gebruiksartikelen en uitrusting' bevat descriptoren voor artefacten die primair en oorspronkelijk een gebruiksbestemming hebben (persoonlijke aankleding of inrichting van een ruimte) of die comfort, gemak of bescherming moeten bieden. Dergelijke artefacten zijn vaak verfraaid en worden in enkele gevallen zuiver als sierobject beschouwd.
Afgebakende gebieden waarbinnen het verboden is militaire eenheden te stationeren of te concentreren, en waar het handhaven of oprichten van enigerlei militaire installaties niet is toegestaan.
Wijdverspreide den die in verschillende gebieden voorkomt in het westen van Noord-Amerika en die elders op grote schaal wordt gekweekt als sierboom en vanwege het hout.
Het vernieuwen en gaan bewonen van in verval rakende stedelijke gebieden door mensen met een middel- tot hoog inkomen.
Gebieden verkennen met het doel de aard van de minerale afzettingen en gesteenten te bepalen.
Een methode waarbij stukken of laagjes plastic aan elkaar vast worden gemaakt door de contactgebieden gelijktijdig bloot te stellen aan hitte en druk.
Het toepassen van verfstoffen op bepaalde gebieden van een zwart-witte fotografische afdruk.
Objecten die men gebruikt omdat ze zwaar zijn en naar beneden drukken of weerstand bieden. Bijvoorbeeld de ronde schijven die gewichtheffers gebruiken, presse-papiers, vislood en stukken metaal of keramiek die men in kledingstukken of gordijnen naait om ze naar beneden te laten hangen.
Personen die worden ingehuurd om anderen, zoals toeristen, reizigers en jagers, te leiden of te vergezellen door voor hen onbekende gebieden of bezienswaardigheden, zoals natuurgebieden, steden en monumenten. Gebruik 'museumgidsen' voor personen die groepen rondleiden door een museum of een tentoonstellingsruimte en de geëxposeerde collectie bespreken en becommentariëren.
Verwijst naar gezworen fraterniteiten, broederschappen of verenigingen, gevormd voor de wederzijdse steun en bescherming van de leden of de behartiging van beroepsmatige belangen. In de kunst en aanverwante vakgebieden verwijst de term naar verenigingen van kunstenaars, handwerksmannen, ambachtslieden of handelaren, die hun bloeitijd kenden in Europa tussen de 11de en 16de eeuw en in die periode een belangrijk onderdeel vormden van de economische en sociale structuur. De meeste gilden hadden betrekking op een bepaalde stad. Gilden waakten meestal over de opleiding, de productienormen en het welzijn van hun leden. Gilden verschaften ook aanzienlijke steun aan de kunsten.
Middelgrote soort paardenkastanje, inheems in het Middenwesten en de zuidelijke delen van de Great Plains in de Verenigde Staten en sommige gebieden in Canada. De vruchten bevatten looizuur en zijn giftig voor vee en mensen. Native Americans blancheerden de vruchten om er looizuur aan te onttrekken voor het verwerken van leer.
Aanduiding voor woongebieden die rond golfbanen zijn ontworpen.
Verwijst naar gouverneurs van grote gebieden die andere, ondergeschikte gouverneurs onder zich hebben.
Gebieden onder het bestuur van een graaf of gravin.
Wordt gebruikt voor grote, luxueuze en goed uitgeruste hotels, meestal met een grote, goed opgeleide staf, een imposante hal, voorname architectuur en omgeving, en bedoeld om reizigers een ambiance te bieden die de sfeer van het leven in Europese paleizen moet nabootsen; meestal betrekking hebbend op gebouwen die zijn opgetrokken in de periode tussen halverwege de 19e eeuw en het begin van de 20e eeuw.
Licht zilvergrijs graniet, doorgaans afkomstig uit een van de vier gebieden tussen Bodmin Moor en Land's End in Cornwall, Engeland. De belangrijkste steengroeven bevinden zich tussen Falmouth, Camborne en Helston.
Wordt gebruikt voor natuurlijke, onontgonnen gebieden op aarde waar grassen de voornaamste plantensoorten zijn.
Grondlichten gebruikt in de luchtvaart om de grenzen aan te geven van de landingsgebieden van een luchthaven.
Gebieden in steden, die veel daklozen en zwervers aantrekken en die gekenmerkt worden door veel opvangcentra, kroegen en bijzonder goedkope logementen.
Verwijst in algemene zin naar de cultuur en stijlen die in verband worden gebracht met het gebied in het zuidoosten van Europa dat het zuidelijke Balkan-schiereiland omvat, met de Peloponnesos en diverse eilanden in de Egeïsche, Ionische en Middellandse Zee, alsmede andere gebieden die gedurende verschillende perioden door Griekenland zijn gekoloniseerd of bezet.
Kortlevende loofboomsoort, inheems in Noord-Amerika, van Ontario tot Nova Scotia, Pennsylvania en New Jersey, met afzonderlijke populaties in Indiana, Virginia en North Carolina. De soort groeit bij voorkeur op dorre, droge hooglandbodems, maar is ook te vinden in vochtige gemengde bossen. Het is een veel voorkomende pioniersoort op verlaten velden en in platgebrande gebieden. Deze berken groeien snel tot een hoogte van 7 tot 9 meter, met een stam met een diameter van 30 centimeter.
Een purperachtig rood marmer, soms met witte vlekken, te vinden in de vallei van Barouse en andere gebieden in de Franse Pyreneeën.
Wordt gebruikt voor permanent gereserveerde gebieden land om en tussen steden.
Wordt gebruikt voor stroken beschermd land en water, voornamelijk in of vlakbij steden, die in het leven zijn geroepen om de mensen toegang te geven tot open ruimten, die dienen ter compensatie van de harde vormen en het overontwikkelde landschap van stedelijke gebieden.
Verwijst naar kaarten van grote gebieden, vaak een oceaan, die op kleine schaal zijn afgebeeld door middel van gnomonische projectie. Ze zijn zo georiënteerd dat berekening van een grote-cirkelroute mogelijk wordt, oftewel de kortste weg tussen twee punten op het oppervlak van de aardbol.
Aanduiding voor gebouwen of gebouwcomplexen die groothandelaars een plaats bieden, met toonruimtes voor productverkopers uit verschillende bedrijfstakken zoals kleding, gebruiksartikelen of zakelijke benodigdheden.
Nederzettingsgebieden die bestaan uit een centrale stad en omliggende gemeentelijke of politieke districten.
Een harde en korrelige zandsteen die wordt gebruikt voor bouwwerkzaamheden. Het is te vinden in Yorkshire en andere gebieden in Engeland. Het is de belangrijkste steensoort in het zuidelijke deel van het Penninisch Gebergte, het hart van het gebied waar grove zandsteen wordt gewonnen. Kenmerkend zijn de hoekigheid en de grote kwartskorrels. Er zijn verschillende soorten grove zandsteen, waarvan sommige erg sterk zijn. Het werd gewonnen door de Romeinen, raakte opnieuw in gebruik vóór de Normandische verovering en wordt ook in onze tijd nog gebruikt.
Genus van een aantal boomsoorten die inheems zijn in de tropische gebieden in de Nieuwe Wereld met zeer hard hout. Uit het hout kan men door middel van distillatie hars winnen. De hars gebruikt men om ademhalingsproblemen te behandelen.
Een substantie die wordt gevonden op bepaalde eilanden en kustgebieden die vaak worden bezocht door zeevogels; bestaat voornamelijk uit hun deels ontbonden excrement. Het is rijk aan fosfaten en stikstofhoudende stoffen en wordt veelvuldig gebruikt als meststof. Wordt ook gebruikt voor excrement van vleermuizen.
Mausoleums in de vorm van een toren, vooral in Indiaase, Perzische en Turkse gebieden.
Kleine openingen, meestal schuin gesneden, in de muur van een kerk, die over het algemeen zo geplaatst zijn dat ze uitzicht bieden op het hoogaltaar vanaf het transept of de zijbeuk.
Wordt gebruikt om een afbeelding te beschrijven, of om het effect ervan zelf aan te duiden, wanneer de afbeelding is gefotografeerd door een scherm met een fijn patroon, waardoor het wordt verdeeld in kleine stippen of andere vormen. Dit maakt het mogelijk dat er van platen of blokken wordt gedrukt wanner de afbeelding gebieden met verschillende kleurschakeringen bevat.
Verwijst naar een periode en cultuur in de Late Bronstijd en de Vroege IJzertijd, van circa 1100 tot circa 450 v. Chr. aangetroffen in Centraal- en West-Europa, en genoemd naar een begraafplaats en een zoutmijn in Halstatt (Oostenrijk). Begrafenispraktijken en artistieke stijlen verschilden per tijd en per plaats, maar over het algemeen wordt de cultuur gekenmerkt door de opkomst van handel met omliggende gebieden, door kunstvoorwerpen met symmetrische ontwerpen, geometrische versieringen, vogel- en plantenmotieven, en door de invloed van Italiaanse en mogelijk Griekse kunst.
Te gebruiken om werken te beschrijven van de gelijknamige Afrikaanse etnische groep die leeft in de gebieden rond het Turkanameer en de noordelijke Great Rift Valley.
'Double pieces' bestaande uit naar buiten welvende flenzen van plaatmetaal, ofwel vastgenageld aan de schouderstukken ofwel aan een stuk gesmeed met de 'gardbraces'; ontworpen om extra bescherming te bieden voor de nek. Werden vanaf halverwege de 15e tot halverwege de 16e eeuw gebruikt door ruiters en waren vaak zo gemaakt dat ze afgenomen konden worden voor gevechten te voet of voor op het veld.
Beschut liggende inlaten van water die bescherming tegen wind en zee bieden en voldoende diepte hebben zodat schepen voor anker kunnen gaan.
Wordt gebruikt voor vestigingsgebieden die haven- en terminalfaciliteiten combineren op de overgang tussen transportsystemen te land en te water
Wordt gebruikt voor kleine groepen bomen die bijzondere religieuze, mystieke of spirituele kwaliteiten worden toegedicht. De boomgroepen, die zich meestal in afgebakende gebieden bevinden, staan vaak in de buurt van water, een altaar of een gedenkteken dat aan bepaalde geesten, goden, helden of gebeurtenissen is gewijd.
Te gebruiken voor de invloeden van de Griekse cultuur toen deze door nieuwe gebieden werd verspreid na de veroveringen van Alexander de Grote; ook te gebruiken voor het enthousiasme voor de Griekse cultuur en haar idealen in latere periodes.
Kleine zilveren munten uit Duitsland en Duitssprekende gebieden. In Duitsland werden ze uiterlijk in de 13e eeuw geïntroduceerd en tot de 19e eeuw uitgegeven; in de 20e eeuw verschenen ze als koperen munten in Oostenrijk.
Lichte helmen van het merg van een plant of van kurk bedekt met stof, met een ronde hoedenbol en een vaste rand die naar beneden afloopt; gedragen in tropische gebieden ter bescherming tegen de zon. Werden voor het eerst gedragen door het Britse leger, halverwege de 19e eeuw in India, en werden gemaakt met het merg van de solaplant.
Engelse en Amerikaanse tafels die in de 18e eeuw werden gemaakt om de faciliteiten van een moderne badkamer te bieden, met voorzieningen voor een waskom, kannen, bidet en andere toiletbenodigdheden.
Genus van bloeiende planten die inheems zijn in natte gebieden en regenwouden.
Gebieden onder het bestuur van een hertog of hertogin.
Genus van ongeveer 350 soorten kruiden, struiken en bomen die inheems zijn in warme gematigde en tropische gebieden. Vanwege hun opvallende bloemen kweekt men diverse soorten als sierplanten en -bomen.
Onderwijsinstellingen die onderwijs bieden na het basisonderwijs en de lagere klassen van het middelbaar onderwijs en voorbereiden op het hoger of academische onderwijs.
Wijken of gebieden die door de overheid zijn aangemerkt als cultureel of historisch belangrijk, of die beschikken over eigenschappen die kenmerken zijn voor een periode, een bouwstijl of bewoners.
Verwijst naar de stijl en cultuur van het Hmong-volk, verspreid over gebieden in heel China, Vietnam, Laos en Thailand. De artistieke productie in deze stijl wordt voornamelijk gekenmerkt door ontwerpen voor zilveren sieraden, zoals zilveren halskettingen met slotvormige hangers die waren bevestigd aan nekringen, grote halskettingen die de gehele borst bedekten, zware en dunne armbanden, en cirkelvormige oorbellen die het oor omringen en die breder worden vanaf smalle uiteinden naar een breed centrum, met puntige hangers die aan kleine kettingen hangen. Textielstijlen worden gekenmerkt door batikproducten met geometrische patronen op hennep en katoen, appliqué en reverse appliqué in opvallende kleuren, waaronder indigo, specifieke borduurontwerpen zoals mosterdbloesem, komkommerzaad, tijgertanden en pauwenogen, gedetailleerd naaiwerk, zijden coconvezels en paneelontwerpen met bloemen en verhalen, waarin het dorpsleven, seances van sjamanen, legenden en oorlogsvoering worden afgebeeld.
Wordt gebruikt voor gebieden binnen objecten waar convergerende lijnen of vlakken samenkomen. Als bijvoeglijk naamwoord dat de plaats van iets in of bij de hoek van iets beschrijft wordt 'hoek' (Kenmerken en Eigenschappen) gebruikt.
Te gebruiken voor de helderste lichtweerspiegelingen die van een voorwerp afkomen; ook te gebruiken voor de gebieden met de helderste waarde in een foto, bereikt door middel van een verheldering of door het achterlaten van witte plekjes op de ondergrond.
Genus van ongeveer 105 soorten grote regenwoudbomen en bomen die onder het bladerdak van het regenwoud groeien. Ze komen voor in lager gelegen gebieden, op Sri Lanka en in het gebied dat zich uitstrekt van het zuiden van India tot het zuiden van China, het Maleisisch schiereiland en Nieuw-Guinea.
Wordt gebruikt voor instellingen die een overnachtingsplaats bieden voor reizigers en die meestal worden onderhouden door een religieuze orde.
Verwijst naar Franse protestanten uit de 16de en 17de eeuw. Nadat de Reformatie in 1517 in Duitsland was begonnen, breidde deze zich uit naar Frankrijk, waar de aanhang vooral groot was in economisch zwakke gebieden, bevolkt door mensen met grieven tegen de overheid. De hugenoten werden vaak streng vervolgd; de eerste martelaar van de hugenoten belandde in 1523 op de brandstapel. Meaux, de eerste gemeenschap van hugenoten op Frans grondgebied, werd gesticht in 1546 naar het model van Straatsburg. In 1559 riep de protestantse kerk de synode bijeen in Parijs en werd een geloofsbelijdenis opgesteld die sterk was beïnvloed door Johannes Calvijn. Na de lange en gewelddadige godsdiensttwisten verkregen de hugenoten uiteindelijk religieuze en politieke vrijheid in 1598 met het Edict van Nantes. De strubbelingen duurden echter voort en het Edict werd in 1685 herroepen. Als gevolg hiervan emigreerden honderdduizenden Franse protestanten. Hoewel sporadisch vervolging bleef plaatsvinden en hun aantallen sterk verminderden, zijn de hugenoten nooit volledig geëlimineerd. Bij het begin van de Franse Revolutie bekrachtigde de Assemblée Nationale in 1789 de vrijheid van godsdienst en verleende protestanten toegang tot alle overheidsfuncties. De gereformeerde kerk van Frankrijk organiseerde zich in 1938, waarbij een aantal gereformeerde groepen fuseerden die tijdens en na de 16de eeuw waren ontstaan in Frankrijk.
Wordt gebruikt voor het totaal van audio- en videoapparatuur van hoge kwaliteit, meestal met grootbeeld-televisietoestellen en surround-sound mogelijkheden, ontworpen en opgesteld om een theaterachtige omgeving te creëren; kan ook worden gebruikt voor ruimten die zijn bedoeld om plaats te bieden voor het bekijken van beelden met behulp van dergelijk apparatuur. Gebruik @'media rooms' voor huiselijke ruimten waar de nadruk ligt op een amusementssysteem met video, muziek en spelletjes.
Collectief begrip dat verwijst naar het type woonomstandigheden van een bepaalde groep. Voor specifieke structuren of groepen van structuren gebruik de omschrijvingen die zijn bijeengeplaatst onder 'woningen', 'huisvestingscomplexen' of 'nederzettingen' (bewoonde gebieden).
Gebouwen of complexen die huisvesting en gerelateerde faciliteiten bieden.
Wordt gebruikt voor woningen die bestaan uit eenheden van afzonderlijke huishoudens, die zorg bieden aan kleine groepen van niet-verwante bewoners die toezicht nodig hebben, en waar wordt geprobeerd de omstandigheden van het leven in een familie te creëren; gebruik 'reclasseringscentra' voor tijdelijke woningen voor ex-gedetineerden, drugsgebruikers of psychiatrische patiënten voorafgaand aan hun herintrede in de maatschappij.
Wordt gebruikt voor stukken grond binnen stedelijke gebieden die meestal aan alle kanten zijn begrensd door straten of andere vervoerswegen, natuurlijke fysieke barrières of openbare plaatsen, en die niet worden doorkruist door straten.
Gespecialiseerde wegvoertuigen met apparatuur om hulp te bieden bij noodsituaties.
Methode voor het structureren en aanbieden van gedigitaliseerde informatie in diverse indelingen; beeld, geluid en tekst, niet in een vaste volgorde aan elkaar gekoppeld, op dezelfde wijze als hypertekst.
Verwijst naar de kunst en architectuur die is verbonden met de islamitische dynastie met deze naam die heerste in Marokko van 789 tot 985; de Idrisidische dynastie was de eerste islamitische dynastie die een onafhankelijke staat vestigde in Marokko en speelde een belangrijke rol bij de islamisering van Marokko. Islamitische stedelijke cultuur verscheen in Marokko gedurende de Idrisidische periode. Idris I, een afstammeling van Mohammed, stichtte de dynastie en ook de stad Fez. Fez werd de hoofdstad tijdens de heerschappij van zijn zoon, Idris II, en floreerde als een handelscentrum en als een religieus en intellectueel centrum onder het patronaat van Idris II. De Idrisids waren verantwoordelijk voor het ontwerp van het oude stadscentrum en de verdeling van de stad in twee afzonderlijke gebieden (voor de Kairouani's en de Andalusiërs), gescheiden door de rivier Fas. Helaas zijn fysieke overblijfselen uit deze periode beperkt. De Idrisids bouwden in Fez wat nu de Qarawiyyin-moskee is, maar alleen in de kern ervan zijn Idrisid-elementen bewaard gebleven. De tombe van Idris I bij Moulay Idris in de buurt van Volubilis (dat na 788 tot de hoofdstad van Idris I werd gemaakt) en die van Idris II in Fez worden beschouwd als de heiligste graftomben in Marokko; beide tomben werden in de 18de eeuw volledig herbouwd.
Waterdichte zakken die zijn bedoeld om ijs te bevatten en die worden gebruikt om plaatselijk verkoeling te bieden aan het lichaam.
Verwijst naar de periode in de geschiedenis, en de stijl in de kunst die zich ontwikkelde toen de Romeinse Republiek ophield te bestaan en Rome zijn gebieden uitbreidde en werd geregeerd door keizers. Als beginpunt van de periode wordt algemeen beschouwd de overwinning van Octavianus in de slag bij Actium in 31 v. Chr. en als eindpunt de heerschappij van de Severianen. Zie ‘laat-antiek’ voor latere keizers.Let op: sommige classificatiesystemen rekenen de Tetrachie, Constantius en het Heilige Roomse rijk tot het Romeinse Rijk.
Verwijst naar de stroming in Latijns-Amerika in de vroege 20ste eeuw die een nieuwe sociale en politieke rol propageerde voor de inheemse volkeren van gebieden die voorheen werden gedomineerd door Europese elites. De stroming werd invloedrijk tijdens het presidentschap van Lázaro Cárdenas (1934-1940) en streefde ernaar het indiaanse erfgoed nieuw leven in te blazen door middel van kunst en revolutionaire bewegingen, zoals Aprismo, een sociale beweging in Peru waarvan de leden voorstelden om de naam 'Latijns-Amerika' te veranderen in 'Indo-Amerika'.
Overblijvende waterplant die inheems is in de tropische gebieden in Azië en Australië en die opvallende witte of roze bloemen heeft. Onder gunstige omstandigheden blijven de zaden vele jaren levensvatbaar. In China zijn in de bedding van een drooggevallen meer zaden gevonden van 1300 jaar oud die men nog kon laten ontkiemen, een record voor lotussen. Het is een heilige bloem in de hindoeïstische en boeddhistische iconografie.
Verwijst naar gebieden die bestemd zijn voor of hoofdzakelijk bebouwd zijn met bouwwerken waarin industriële activiteiten worden uitgevoerd.
Wordt gebruikt voor gebieden die zijn bestemd en gepland voor zogenaamde schone industrie, en die worden ontwikkeld en beheerd als een eenheid en waar percelen worden aangeboden met alle vervoers- en vestigingsvoorzieningen, doorgaans ook met een aantal multifunctionele gebouwen.
Niet geasfalteerde stroken grond aan het einde van landingsbanen die worden vrijgehouden om extra landingsruimte te bieden aan vliegtuigen in noodsituaties.
Wordt gebruikt voor documenten waarin de stukken van verschillende rechtsgebieden van een overheid zijn vertegenwoordigd.
Artefacten die oorspronkelijk zijn vervaardigd om menselijke activiteiten te vergemakkelijken en te voorzien in fysieke behoeften van mensen in of rond een gebouw, doorgaans door middel van het bieden van comfort, gemak of bescherming.
De hiërarchie Interieurinrichting bevat descriptoren voor hoofdzakelijk verplaatsbare artikelen die comfort, gemak of bescherming bieden in woningen, zakelijke omgevingen of andere openbare ruimten of privéruimten. Interieurinrichting kan functioneel of ornamenteel van karakter zijn en binnenshuis of buitenshuis worden gebruikt. Ook handelsnamen en eigennamen van bepaalde typen interieurinrichting die (vrijwel) volledig zijn ingeburgerd in het algemene taalgebruik zijn in deze hiërarchie opgenomen. Relatie met andere hiërarchieën: objecten die primair fungeren als opslageenheid of andere vorm van houder (bijvoorbeeld 'kaarsenbakken' of 'footlockers') zijn opgenomen in de hiërarchie Houders. Permanente installaties die in gebouwen zijn geïntegreerd (bijvoorbeeld 'altaren' of 'koorschermen') zijn te vinden in de hiërarchie Componenten. Uurwerken en meteorologische instrumenten (bijvoorbeeld 'staande horloges' of 'barometers') zijn ondergebracht in de hiërarchie Meetinstrumenten. Descriptoren voor de diverse vormen van meubelstukken zijn opgenomen in de hiërarchie Kenmerken en Eigenschappen (bijvoorbeeld 'gerond'). Descriptoren voor samenstellende delen van interieurinrichting (bijvoorbeeld 'voetsteunen') zijn ondergebracht in de hiërarchie Componenten. Eveneens in deze hiërarchie vindt u descriptoren voor architecturale elementen die vaak deel uitmaken van een interieurinrichting (bijvoorbeeld 'bogen' of 'frontons'). Abstracte of gestileerde motieven en gestandaardiseerde patronen (bijvoorbeeld 'eierlijsten' of 'driepassen'), beeldbeschrijvende begrippen die telkens terugkeren in de kunstnijverheid, zijn opgenomen in de hiërarchie Ontwerpelementen.
Te gebruiken voor locaties die in een sociale sfeer openbare toegang tot internet aanbieden. Vaak bieden ze ook gerelateerde hardware en software, cursussen, en audiovisuele artikelen aan, meestal ook eten en drinken en soms muziek of traditioneel papieren leesmateriaal.
Te gebruiken voor bedrijven met als primaire dienst het bieden van toegang tot het internet, soms gecombineerd met het leveren van toepassingssoftware.
Beschrijft werken die zijn vervaardigd door de bewoners van Irian Jaya. De meeste kunstwerken zijn afkomstig van de kustgebieden van Irian Jaya. Belangrijke kunstvormen zijn vooral maskers, ceremoniële kostuums en ontwerpen voor lichaamsbeschildering.
Houten huizen, algemeen voorkomend in het noorden van Rusland, voornamelijk op het platteland, maar in stedelijke gebieden aangetroffen tot in de 17de en 18de eeuw.
Genus van ongeveer 50 soorten bomen en struiken die inheems zijn in de tropische gebieden in Amerika. Het hout van de bomen is geurig. Vanwege de opvallende bloemen zijn de soorten populair als sierbomen en -struiken.
Struik of kleine boom die zijn bladeren verliest en inheems is in Japan, Noord-Korea, Zuid-Korea, China, Mongolië en Zuidoost-Rusland. De Japanse esdoorn kan 10 meter hoog worden en behoort gewoonlijk tot de ondergroei van schaduwrijke bosgebieden. De struik of boom heeft soms meerdere stammen die dicht bij de grond aan elkaar vastzitten. Er zijn een groot aantal cultivars gekweekt, en zelfs in het wild vertonen zaailingen van dezelfde moederplant een opvallende variatie wat betreft de kleur en vorm van de bladeren.
De belangrijkste en plechtigste feestdag op de joodse liturgische kalender, die wordt gevierd op 10 tisjri (in september of oktober). Deze dag, waarmee de tien dagen van boetedoening eindigen die beginnen op het joodse Nieuwjaar, is een dag van verlossing en verzoening met God. Joden moeten zich onthouden van eten, drinken en seksuele omgang, en al het werk dient te worden gestaakt. In de Bijbel wordt Grote Verzoendag 'Sabbat Sabbaton' genoemd, dat 'sabbat van de plechtige rust' betekent. Extreem orthodoxe joden dragen soms lange witte mantels ('kippelot') en verbieden het dragen van leer en het inwrijven van olie. De vooravond en de hele dag van Grote Verzoendag wordt doorgebracht in gebed en meditatie. Vergeving van anderen vragen en ontvangen betekent vergeving door God. De ceremonies op Grote Verzoendag worden besloten met slotgebeden en het blazen op de sjofar. Vóór de verwoesting van de tempel in Jeruzalem voerde de hogepriester een ingewikkelde offerceremonie uit, aan het einde waarvan een geit (de zondebok) de wildernis in werd gedreven, symbolisch de zonden van Israël met zich meenemend.
Genus van ongeveer 21 soorten walnootbomen, waaronder verschillende soorten die eetbare noten produceren. De bomen komen voor in de gehele Nieuwe Wereld en in de gematigde gebieden van de noordelijke Oude Wereld, van Zuidoost-Europa tot in Japan.
Instellingen voor postmiddelbaar onderwijs, die programma's van twee jaar aanbieden als afgeronde opleiding of als voorbereiding op voortgezette studies op universiteiten. Geen Nederlands equivalent. Zie 'universiteiten'.
Onderwijsinstellingen voor postmiddelbaar onderwijs, die programma's van twee jaar aanbieden als afgeronde opleiding of als voorbereiding op voortgezette studies op universiteiten. Geen Nederlands equivalent.
Kleine jeneverbessoort die inheems is in het westen van Noord-Amerika, in Brits Colombia en Alberta in Canada, van Washington tot Noord-Dakota in de VS en in Mexico van Sonora tot Coahuila. Er zijn zeer oude exemplaren met een leeftijd van meer dan 1500 jaar aangetroffen. De boom is nauw verwant met Juniperus virginiana en vormt er vaak hybriden mee in delen van de Great Plains waar hun verspreidingsgebieden aan elkaar grenzen. Hij wordt gebruikt als siertuinplant en als kruidengeneesmiddel door de stammen van de plateau-indianen.
Verwijst naar grafische of fotogrammetrische voorstellingen van het aardoppervlak of een gedeelte daarvan, inclusief fysieke kenmerken en politieke grenzen, waarbij elk punt overeenkomt met een geografische positie of positie in het heelal volgens een bepaalde schaal of projectie. Kan ook verwijzen naar soortgelijke voorstellingen van andere planeten, zonnen, andere hemellichamen of gebieden in het heelal. Kaarten worden gewoonlijk afgebeeld op een plat medium, zoals papier, een muur of een computerscherm. Gebruik 'globes' voor soortgelijke voorstellingen op een bol.
Familie van 243 genera en ten minste 4225 soorten kruiden, struiken en bomen die veel voorkomen in de tropen, maar die men ook vindt in andere gebieden, behalve de allerkoudste. Katoen (Gossypium) is economisch het belangrijkste genus. Verschillende soorten uit het genus Hibiscus produceren vezels die van minder groot belang zijn. De groene vruchten van de okra (H. esculentus) worden gekookt en gegeten. De gom die sommige soorten afscheiden, gebruikt men in bepaalde zoetigheden en voor andere doeleinden. Al lange tijd dacht men dat de genera die tegenwoordig zijn opgenomen in Malvaceae zeer nauw aan elkaar verwant waren. Ze werden echter in vier verschillende families geplaatst: Malvaceae, Bombacaceae, Tiliaceae en Sterculiaceae. Voor sommige botanisten uit het verleden vormden deze groep families zelfs de gehele orde Malvales. DNA-onderzoek aan het eind van de twintigste eeuw heeft inderdaad uitgewezen dat veel genera uit deze families nauw verwant zijn. Ze zijn daarom in één grote familie opgenomen en kunstmatige onderscheiden zijn losgelaten (onderscheiden waarbij niet is uitgegaan van een gemeenschappelijke voorouder).
Spoorwegsystemen gebruikt in gebieden met zeer steile hellingen, waarbij de wagons met tandheugels en rondsels aan de sporen vastzitten.
Te gebruiken voor eenpersoonskano's uit het Noord-Amerikaanse poolgebied, gemaakt van waterdichte huiden die lichte, houten spanten bedekken; worden met behulp van een dubbele peddel voortbewogen. Over het algemeen worden bedoeld kleine boten die hierop lijken, van verschillende soorten materiaal, gemaakt voor de verkoop en die worden gebruikt bij de watersport. Gebruik 'umiaks' voor hierop lijkende Noord-Amerikaanse huidboten die echter groter zijn en aan meer personen ruimte bieden.
Opstaande richels die verticaal van de voor- naar de achterkant van de schedel van de helm lopen, en daardoor bijdragen aan de sterkte en degelijkheid en een beter afschampvlak bieden.
Genus van ongeveer 200 soorten sierstruiken en klimplanten die inheems zijn in de gematigde gebieden van beide halfronden, maar ook groeien in de Himalaya, Zuid-Azië en Noord-Afrika. De meeste soorten hebben geurige tweelippige bloemen en rode, oranje of zwarte bessen.
Gebieden onder het bestuur van een kan.
Te gebruiken om werken te beschrijven van de gelijknamige Afrikaanse etnische groep die voornamelijk leeft in de provincie Borno in het noordoosten van Nigeria en in de naburige gebieden in Niger.
Wordt gebruikt voor standplaatsen langs karavaanroutes die overnachtingsgelegenheid bieden en voorzieningen voor karavanen en mensen met hun dieren; meestal gekenmerkt door lange centrale binnenplaatsen, één enkele ingang en vaak winkeltjes. Gebruik 'chans' voor islamitische bouwwerken met een soortgelijke functie, maar in steden en met meer handelsvoorzieningen.
Genus van ongeveer tien soorten hoge bladverliezende sier- en productiebomen met een gerimpelde schors en lansvormige bladeren. Kastanjes zijn inheems in de gematigde gebieden van Noord-Amerika, Europa, Afrika en Azië. Sommige soorten produceren lichtroodbruin hout dat men gebruikt voor bouwwerken en andere doelen. Ook kan men uit een aantal soorten een plantaardige kleurstof winnen.
Genus van ongeveer 50 soorten struiken die inheems zijn in de meeste subtropische gebieden van de wereld en al heel lang worden verbouwd vanwege hun vezels en olie. Veel variëteiten katoenplanten zijn ontstaan door veredeling en kruising van diverse soorten. Al in 5000 v.Chr. maakte men in India doeken van katoen. In 3000 v.Chr. weefde men katoenen stoffen in Egypte, China en Peru. In Europa begon men in de Middeleeuwen op grote schaal katoen te verbouwen.
Verwijst naar vrouwelijke heersers over keizerrijken (politieke eenheden die een aantal gebieden of naties omvatten en worden geregeerd door één hoogste autoriteit). De term kan ook verwijzen naar de vrouw of weduwe van een keizer.
Verwijst naar politieke eenheden die bestaan uit een aantal territoria of naties en worden geregeerd door één hoogste autoriteit die 'keizer' of 'keizerin' wordt genoemd. De term kan ook verwijzen naar grote politieke gebieden waarin een soevereine staat een aantal afhankelijke gebieden regeert of beheerst.
Colleges van benoemde of gekozen leken die tijdelijk de leiding hebben over gemeenten van de anglicaanse kerk in Groot-Brittannië, de Verenigde Staten of Canada. Gebruik 'kerkfabrieken' voor dergelijke colleges in de katholieke kerken in Franstalige gebieden.
Raden van benoemde of gekozen leken die tijdelijk de leiding hebben over katholieke parochies in Franstalige landen en gebieden als Frankrijk en de Canadese provincie Québec. Gebruik voor dergelijke rade in de anglicaanse kerk van Groot-Brittannië, Canada en de Verenigde Staten de term 'kerkenraden'.
Gebieden onder het bestuur van een keurvorst, vooral binnen het Heilige Roomse Rijk.
Verwijst naar het volk en de cultuur in zuidelijk Afrika die de eerste Europese ontdekkingsreizigers aantroffen in gebieden in het achterland. De Khoikhoi leven nu in Europese nederzettingen of in officiële reservaten in Zuid-Afrika of Namibië. De meeste Khoikhoi zijn Nama of Oorlams. Deze laatste naam wijst op verwantschap met de 'Kaapse Hottentotten'. Daarnaast zijn veel Khoikhoi van gemengde afkomst. De grootste Nama-groepen zijn de Bondelswarts, Rooinasie, Swartboois en Topnaars; de grootste Oorlams-groepen zijn de Witbooi, Amraal, Berseba en Bethanie. Er zijn geen grote lichamelijke verschillen tussen de Khoikhoi en de San; de enige duidelijke verschillen zijn het iets grotere postuur en het onmiskenbaar langere en smallere hoofd van de Khoikhoi.
Zandsteen die rijk is aan silica, in het bijzonder als vrije silica, in tegenstelling tot silicaten. De silica is kenmerkend voor het cement of de matrix waardoor de kwartsdeeltjes worden gebonden die het hoofdbestanddeel vormen van zandsteen. Zuivere kiezelzandsteen is chemisch inert, een eigenschap die de steen bestand maakt tegen een rokerige omgeving, wat deze tot een populaire bouwsteen maakt in industriële gebieden. Kiezelzandsteen is hard en duurzaam, waardoor moeilijk te bewerken is. In zuivere vorm is de steen wit of crème van kleur. Andere kleuren zijn het gevolg van onzuiverheden: de aanwezigheid van ijzeroxiden veroorzaakt gele en rode kleuren, glauconiet zorgt voor een groene kleur en zwart is het gevolg van de aanwezigheid van mangaandioxide.
Aanduiding voor professioneel geleide voorzieningen die zorg bieden voor kinderen onder de schoolleeftijd voor een dagdeel of de hele dag.
Professioneel geleide instellingen die zorg bieden voor kinderen onder de schoolleeftijd voor een dagdeel of de hele dag, meestal terwijl hun ouders aan het werk zijn. Te onderscheiden van peuterspeelzalen omdat ze meestal geen onderwijs bieden.
Periode in Meso-Amerika van circa 250 v. Chr. tot 900 n. Chr. die wordt gekenmerkt door het feit dat er overal steden en ceremoniële centra tot ontwikkeling kwamen, en door de opkomst van grote staten in een drietal gebieden: het Bekken van Mexico in de Centrale Hooglanden, het Oaxaca-dal in de Zuidelijke Hooglanden en het Maya-laagland. In al deze regio's hebben zich unieke patronen en stijlen ontwikkeld.
De hiërarchie onder Kleur bevat descriptoren voor de namen van de kleuren, en voor kleur in de betekenis van eigenschappen die worden waargenomen door het oog, als reactie op de verschillende golflengten van het licht. Daarnaast zijn descriptoren opgenomen voor typen kleuren (bijvoorbeeld koele kleuren) en met kleur verwante verschijnselen (bijvoorbeeld kleurmenging). De descriptoren voor kleurnamen zijn afkomstig van de UCL (Universal Color Language), zoals opgenomen in Kenneth L. Kelly & Deane B. Judd, Color: Universal Language en de Dictionary of Color Names, (Washington, D.C.: U.S. Department of Commerce, National Bureau of Standards, 1976). Varianten op kleurnamen afkomstig uit andere bekende systemen voor kleurenrangschikking en methoden voor het benoemen van kleuren zijn eveneens opgenomen. Voorts zijn opgenomen de centroïde kleurengetallen, welke de gebruiker doorverwijzen naar de overeenkomstige kleurblokken op de kleurennaamkaarten in de Dictionary of Color Names van de Inter-Society Color Council (ISCC) en het National Bureau of Standards. Ook zijn Munsellnotaties opgenomen; een gebruiker die de kleur van een object uiterst nauwkeurig wil beschrijven, kan echter het beste het Munsell Book of Color raadplegen (Baltimore: Munsell Color Company, 1976) en de kleur vergelijken met de opgenomen monsters, om zo de specifieke notatie te kunnen bepalen. Kleurbenamingen die als bijna-synoniem maar niet als werkelijk synoniem worden beschouwd, zijn gekoppeld in de vorm van Associatieve relaties. Relaties met andere hiërarchieën: descriptoren voor inherente fysieke kenmerken die geen kleur zijn maar wel een relatie met kleur hebben (bijvoorbeeld onvergankelijkheid) zijn opgenomen in de hiërarchie Attributen en eigenschappen. Descriptoren voor fysieke verschijnselen die in kleur waarneembaar zijn (bijvoorbeeld abrash, kleurverloop) zijn opgenomen in de hiërarchie Omstandigheden en effecten. Descriptoren voor afzonderlijke en herhalende ontwerpelementen zoals tekens en symbolen, motieven, patronen en decoratiegebieden zijn opgenomen in de hiërarchie Ontwerpelementen (bijvoorbeeld kruisen, tudorrozen, fretten). Descriptoren voor materialen die gebruikt worden om fysieke zaken kleur te geven (bijvoorbeeld kleurstof, pigment) zijn opgenomen in de hiërarchie Materialen.
Te gebruiken voor gesloten rijtuigen met vier wielen die worden gekenmerkt door daken met vaste pilaren, een kast in een ophanging en twee dwars geplaatste banken die tegenover elkaar zijn geplaatst en die plaats bieden aan vier tot zes passagiers; ontworpen in Hongarije halverwege de 15e eeuw.
Te gebruiken voor gebieden buiten de officiële grenslijnen van een onafhankelijke staat maar die wel onder heerschappij van die staat vallen en als eigendom ervan worden beschouwd.
Gebieden buiten de grenslijnen van zelfstandige staten waar men gemeenschappen heeft gevestigd met eigen mensen en die onder bestuur staan van, of hecht verbonden blijven met de moederstaat.
Manden van verschillende vormen en maten in gebieden. Meestal groot en rond, om diverse producten als graan of kolen te vervoeren of te wegen. Vaak als meeteenheid gebruikt.
Boekhouding die te maken heeft met het systematisch indelen, vastleggen, analyseren en samenvatten van de kosten die zijn verbonden met productie of het aanbieden van diensten.
De hiërarchie Kleding bevat descriptoren voor objecten die worden gedragen om warmte of bescherming te bieden, als verfraaiing of voor symbolische doeleinden. De hiërarchie bevat descriptoren voor kledingstukken die als hoofdelement van de kleding worden beschouwd (bijvoorbeeld 'overhemden' of 'broeken'), descriptoren voor kleding die onder de hoofdkleding wordt gedragen (bijvoorbeeld 'onderhemden') en descriptoren voor kledingstukken die over de hoofdkleding worden gedragen (bijvoorbeeld 'parka's'). Daarnaast zijn descriptoren opgenomen voor: beschermende kledij, met inbegrip van soorten harnassen; liturgische gewaden en andere ceremoniële kledij; uniformen; plus een uitgebreide lijst accessoires, met inbegrip van accessoires die op het lichaam worden gedragen (bijvoorbeeld 'hoofddeksels', 'schoeisel') en accessoires die een persoon meedraagt (bijvoorbeeld 'avondtasjes', 'parasols'). Relatie met andere hiërarchieën: de descriptoren 'zakhorloges' en 'polshorloges', evenals andere soorten uurwerken, zijn opgenomen in de hiërarchie Meetinstrumenten. De descriptoren 'zakpistolen' en 'staatsiezwaarden' verschijnen naast andere wapentypen in de hiërarchie Wapens en Munitie. Descriptoren voor objecten die kunnen worden gebruikt voor het onderhoud van kleding of de verzorging van de persoon zelf (bijvoorbeeld 'kledingborstels', 'nagelknippers') verschijnen in de hiërarchie Gereedschap en Uitrusting. Descriptoren voor objecten die worden gebruikt voor de opslag of het vervoer van kleding of andere persoonlijke eigendommen (bijvoorbeeld 'handschoenendozen', 'koffers') verschijnen in de hiërarchie Houders. Samenstellende delen van kleding (bijvoorbeeld 'busks', 'taillebanden') zijn opgenomen in de hiërarchie Componenten.
Lijnen met een locus die kunnen worden gevormd door een bewegende punt, waarbij de richting van de beweging continu verandert of afwijkt van een rechte lijn. Een gesloten kromme is een pad dat zichzelf herhaalt en daardoor een of meer gebieden omsluit; eenvoudige voorbeelden zijn cirkels, ellipsen en polygonen. Open krommen zoals parabolen, hyperbolen en spiralen hebben een oneindige lengte.
Gebieden in bepaalde landen of regio's die toebehoren aan het Britse Gemenebest en in naam van de vorst worden aangehouden.
In brede zin te gebruiken voor de activiteiten op die gebieden die zowel uitvoerende als beeldende kunsten omvatten. Gebruik 'kunst' met betrekking tot schone kunsten of de schone kunsten en kunstnijverheid samen.
Wordt gebruikt voor tentoonstellings- en studieruimten die vooral nieuwe, aankomende kunstenaars de mogelijkheid bieden om hun werk buiten de traditionele galerie- en museumcontext ten toon te kunnen stellen.
Verwijst naar de cultuurperiode van de Kushana-dynastie in oud-India, vanaf circa de 1ste eeuw v. Chr. tot de 3de eeuw n. Chr. De Kushana-dynastie was zeer welvarend dankzij de controle over handelsroutes naar het Romeinse Midden-Oosten en China; deze periode bereikte haar hoogtepunt onder koning Kanishka van het eind van de 1ste eeuw tot het begin van de 2de eeuw. Kanishka's muntstukken, met hun afbeeldingen van goden die afkomstig waren uit verschillende religies, weerspiegelen zijn wens om in harmonie te leven met de verschillende volken binnen zijn domein en met de volken uit gebieden waarmee hij handelsbetrekkingen onderhield. Er waren twee belangrijke artistieke centra: Gandhara en Mathura. Hoewel de twee centra met elkaar in contact stonden, ontwikkelden ze unieke stijlen. De afbeelding van Boeddha als een god duikt tijdens deze periode voor het eerst op. Men treft deze afbeelding het eerst aan op een muntstuk en spoedig daarna in de vorm van volledige stenen beelden.
Geschut speciaal is ontworpen voor het verdedigen van kustgebieden.
Militaire of marine strijdkrachten die het zeerecht van een land uitvoeren, vaartuigen helpen die schipbreuk lijden of in nood zijn aan of dichtbij de kust, en in sommige landen hulp bieden bij de scheepvaart, smokkelen tegengaan en in tijd van oorlog de reguliere marine versterken.
Duitse en Scandinavische gebieden onder het bestuurlijk gezag van een landgraaf, voor het eerst geregeld in de 12e eeuw en nog steeds voorkomend in de 20e eeuw.
Te gebruiken voor de tak binnen de architectuur die zich bezighoudt met het ontwerpen van de landelijke omgeving, met inbegrip van het ontwikkelen en aanplanten van allerlei geplande groene gebieden in de open lucht, vaak met bijbehorende bouwsels en wegen, met als doel het creëeren van een natuurlijke omgeving voor gebouwen, gemeenten en steden. Gebruik 'tuinarchitectuur' voor het ontwikkelen en decoratief aanplanten van speciaal tuinen en parken.
Kleine educatieve gebouwen in dunbevolkte gebieden voor het openbare, meestal lagere, onderwijs aan de lokale bewoners. Gebruik wanneer de functie of de locatie van dergelijke gebouwen benadrukt wordt. Gebruik 'dorpsscholen' voor scholen in dorpen die vaak slechts één of enkele lokalen hebben.
Een compacte marmersoort in helderrood met witte vlekken, aangetroffen in de Montagne Noir en andere gebieden in de Pyreneeën. Lijkt op griottemarmer.
Genus van drie soorten groenblijvende bomen. Fossielen uit de periode voor de ijstijden in het Pleistoceen duiden erop dat de soorten uit dit genus vroeger, toen het klimaat vochtiger en milder was dan nu, in een groter gebied rond de Middellandse Zee en in Noord-Afrika voorkwamen. Tegenwoordig denkt men dat het opdrogen van het Middellandse Zeebekken tijdens de ijstijden ervoor heeft gezorgd dat Laurus zich terugtrok naar de gebieden met het mildste klimaat, zoals het zuiden van Spanje, Portugal en Macaronesië.
Groep bloeiende planten met ongeveer 55 genera en 2000 tot 4000 soorten die voornamelijk in warme en tropische gebieden voorkomen, met name in Zuidoost-Azië en Brazilië. De meeste soorten zijn geurige groenblijvende bomen of struiken.
Familie die 16 genera en circa 635 soorten kruiden en heesters omvat, die hoofdzakelijk in gematigde en subtropische gebieden inheems zijn. Ze dragen meestal bloemen met zes segmenten en doosvruchten met drie kamers, en soms bessen. De bladeren hebben meestal evenwijdig lopende aderen en zijn groepsgewijs gerangschikt aan de basis van de plant, hoewel ze ook afwisselend langs de stam of kransgewijs voorkomen. De meeste soorten hebben een ondergrondse opslagstructuur, bijvoorbeeld in de vorm van een bol.
Verwijst naar een neolithische cultuur en stijl die gelijktijdig met de Rössencultuur bestond, maar voorkomt in Hongarije, de Tsjechische gebieden en het oosten van Duitsland, en die voortduurde tot aan het eind van het vijfde millennium v. Chr. Het Lengyel volgde de relatief homogene cultuur van het bandkeramiek, en onderscheidt zich door het ontstaan van sterke plaatselijke tradities en stijlen.
De techniek van het contrasteren van licht en donker binnen een afbeelding, met name in een afbeelding waar de vormen grotendeels door het samenkomen van lichtere en donkerdere gebieden - en dus niet door scherpe contouren- zijn vastgelegd.
Gemaakt door submicroscopische metalen deeltjes te vermengen met het glas. Wanneer ultraviolet licht door een negatief op het glas valt, slaan de deeltjes uit de oplossing neer en aangezien in de schaduwgebieden van het negatief het licht verder in het glas doordringt dan in de sterk verlichte gebieden, wordt een driedimensionaal, gekleurd beeld verkregen.
Wordt gebruikt voor onbezette, open waterplaatsen die zich bevinden tussen aangrenzende pieren of die loodrecht ten opzichte van de aanlegplaatsen liggen, vooral die ruimten die plaats kunnen bieden aan slechts een vaartuig tegelijkertijd. Gebruik het woord 'ankerplaatsen (waterkant ruimten)' wanneer zulke ruimten langs land liggen. Gebruik 'kaden' voor open waterplaatsen wanneer deze bezet worden door vaartuigen die vast worden gemaakt aan de aanlegplaatsen.
Luie stoelen die een verstelbare rugleuning en voetensteuntje hebben om de gebruiker comfort te bieden.
Opvangbakken gemaakt om oppervlakte- of regenwater van open gebieden te verzamelen.
Familie die 16 genera en circa 635 soorten kruiden en heesters omvat, die hoofdzakelijk in gematigde en subtropische gebieden inheems zijn. Ze dragen meestal bloemen met zes segmenten en doosvruchten met drie kamers, en soms bessen. De bladeren hebben meestal evenwijdig lopende aderen en zijn groepsgewijs gerangschikt aan de basis van de plant, hoewel ze ook afwisselend langs de stam of kransgewijs voorkomen. De meeste soorten hebben een ondergrondse opslagstructuur, bijvoorbeeld in de vorm van een bol.
Te gebruiken voor lange auto's met passagiersruimten die groter zijn dan gewoonlijk, om plaats te bieden aan ofwel meer dan drie passagiers of aan passagiers en een luxe inrichting; het bestuurdersgedeelte kan al of niet afgesloten of gedeeltelijk zijn afgeschermd.
Genus van ongeveer 180 soorten bloeiende planten die in gematigde tot subtropische gebieden voorkomen.
Familie van bloeiende planten, de meeste soorten zijn eenjarige of overblijvende kruiden. Vroeger dacht men dat ze nauw verwant waren aan Verbenaceae, maar fylogenetisch onderzoek aan het eind van de twintigste eeuw heeft uitgewezen dat sommige soorten van de houtachtige genera die voorheen in Verbenaceae werden ondergebracht, bij Lamiaceae horen. Tegenwoordig omvat Lamiaceae daardoor 236 genera en meer dan 7000 soorten. Het belangrijkste verspreidingsgebied van de lipbloemenfamilie is de Oude Wereld, van de Canarische Eilanden tot de Himalaya. Er zijn minder belangrijke verspreidingsgebieden in Ethiopië, Madagaskar, de zuidelijke gebieden van Afrika en India, Sri Lanka en de oceanische regio's meer naar het oosten. In de Nieuwe Wereld komen ze voor in het gebied dat zich uitstrekt van de bergen in Midden-Mexico tot in Argentinië en Chili, met minder belangrijke verspreidingsgebieden meer in het noorden en het oosten.
Genus van ongeveer twaalf soorten hoge rietachtige moerasplanten met harige bruine aren (���sigaren'). Ze groeien in diverse soorten watergebieden, voornamelijk op het noordelijk halfrond. De bladeren en pluizen worden op verschillende manieren gebruikt. Sommige soorten zijn eetbaar voor mensen.
Familie van een of twee genera met ongeveer vijftien overblijvende soorten die in natte gebieden voorkomen. De classificatie met betrekking tot deze familie is onderwerp van discussie en de kans is groot dat deze nog wordt gewijzigd.
Te gebruiken voor de tak van de filosofie die zich bezighoudt met de denkwijzen en methoden voor een correcte bewering op alle onderzoeksgebieden, voornamelijk door gevolgtrekking, deductie, inductie en wetenschappelijk bewijs.
Vervoersystemen, meestal met een lage gemiddelde snelheid (minder dan 25 km per uur) die veel haltes aandoen en vooral zijn gesitueerd in bepaalde gebieden binnen steden, gemeenten of wijken.
Het systematische onderzoeken van land- of watergebieden vanuit een vliegtuig.
Wordt gebruikt voor legenheden voor kansspelen, soms ook gokapparaten die vaak ook restaurantvoorzieningen bieden; gebruik 'casino's' voor soortgelijke gebouwen met meer allure.
Verblijven op het platteland of in buitenwijken die comfort en eenvoud bieden, en waarbij de vormgeving van stadshuizen is gecombineerd met de behoeften van het landleven; minder uitgebreid dan châteaus; populair in Frankrijk in de 17e en 18e eeuw.
Gebruik voor gebouwen waarin particuliere instellingen activitieitenvan verschillende aard aanbieden, zoals openbare discussies, lezingen en concerten voor het bevorderen van de algemene ontwikkeling.
Kleine plant, gekenmerkt door de vruchtbare sporenhouder op de stokachtige, rechtopstaande stengel en de zeer kleine microfyllen. Een microfyl is een soort blaadje dat onafhankelijk van de bladeren van andere vaatplanten ontstond en evolueerde. Microfyllen hebben maar één enkele onvertakte strook vaatweefsel. Hoewel deze stam tegenwoordig een kleine en onopvallende groep planten vormt, waren sommige soorten die in het Carboon voorkwamen bomen die bossen vormden en meer dan 35 meter hoog werden. Lycophyta is de oudste bestaande groep vaatplanten en 40 miljoen jaar lang was het in grote gebieden de dominante groep.
Verwijst naar een subgroep Veneto-Saraceense metaalproducten die het grootste deel van dergelijke objecten omvat. De ontwerpen zijn verwant aan het mammeluk metaalwerk uit het einde van de 15de eeuw, en zijn middelpuntzoekend of in concentrische ringen gegroepeerd. De motieven zijn typisch mammeluk, met afwisselende knopen, gedraaid touw en latwerk met driepassen, ontleend aan de kalligrafie. Geen van de objecten in deze groep is gesigneerd, maar vaak dragen ze Noord-Italiaanse en met name Venetiaanse heraldische wapens. Hoewel ze niet voldoende specifieke informatie over de eigenaars bieden, vormen ze wel een bewijs van de nauwe diplomatieke en commerciële banden die tussen de mammeluks en Venetië bestonden.
Genus van ongeveer 70 soorten bomen, waarvan bijna de helft eetbare vruchten produceert. Inheems in de subtropische en tropische gebieden in Azië.
Algemene term voor verschillende bomen en struiken die dicht struikgewas vormen in modderige kustmoerassen en estuariën in tropische en subtropische gebieden. Mangroven kunnen goed tegen zout water en hebben opvallende luchtwortels met verschillende vormen. De term ���mangrove' gebruikt men voornamelijk voor soorten uit de genera Rhizophora en Bruguiera (familie Rhizophoraceae), Avicennia (familie Avicenniaceae), Laguncularia (familie Combretaceae) en Sonneratia (familie Lythraceae).
Genus van ongeveer 160 soorten bloeiende planten die inheems zijn in de tropische gebieden van Amerika, maar ook worden verbouwd in West-Afrika en elders vanwege hun eetbare zetmeelrijke knollen.
Genus van ongeveer twintig soorten laaggroeiende groenblijvende planten die inheems zijn in de tropische gebieden van Zuidwest-Azië, West-Indië en elders.
Familie van ongeveer 30 genera en 350 soorten bloeiende planten, afkomstig uit Afrika, hoewel dat niet het centrum van hun huidige verspreidingsgebied is. De soorten vindt men in de meeste tropische gebieden van de wereld, behalve in Australië.
Gebieden op gedrukte of beschreven pagina's of op andere vellen met tekst of afbeeldingen, tussen het informatiegebied en de randen van de pagina of het vel.
Wordt gebruikt voor allerlei gebieden die permanent worden beschermd. Hierbij kan het gaan om stukken land die in contact staan met de zee, maar ook om overstroomde gebieden, zeebeddingen of gebieden die dichtbij een kust zijn drooggevallen.
Vaartuigen die hoofdzakelijk zijn ontworpen voor oorlogsvoering, hetzij voor militaire acties, hetzij om daarbij ondersteuning te bieden en dienst te verlenen.
Grote gebieden langs de grenzen van een land, inclusief die streken die oorspronkelijk waren bestemd als militair gebied voor de verdediging van het land.
Gebieden onder het bestuurlijk gezag van een markgraaf.
Beschrijft werk dat is vervaardigd door het gelijknamige Berbervolk, dat in bewoonde gebieden in het zuiden van Tunesië leeft.
Verschillende soorten grote lisdodden, bijvoorbeeld de Scirpus lacustris, die in de moerasgebieden van Californië en aangrenzende gebieden thuishoren. Ze werden soms door de Indianen gebruikt bij het bouwen van huizen of het maken van matten, vlotten of andere rieten voorwerpen.
Ronde decoratieve muuronderdelen, gebeeldhouwd of op een andere manier bewerkt. Gebruik voor gelijksoortige motieven in niet-architectonische context 'medaillons (ornamentgebieden)'.
Wordt alleen gebruikt voor hele grote, aanpasbare bouwwerken die voor meerdere doeleinden kunnen worden gebruikt en onderdak bieden aan alle of de meeste functies van een stad. Gebruik 'multifunctionele gebouwen' voor gebouwen die minder omvattend en overheersend zijn.
Grote verstedelijkte gebieden of samenvoegingen van verstedelijkte gebieden, ontstaan door het uitbreiden en samenvoegen van een aantal naburige metropolen of agglomeraties.
Genus van twee levende vogelsoorten die in Noord-Amerika voorkomen. Het zijn grote vogels met opvallende vlezige lellen boven op en onder aan de snavel. In het wild geven ze de voorkeur aan bosrijke gebieden met water in de buurt. Ze eten zaden, insecten en soms een kikker of hagedis. Wanneer de vogels schrikken, kunnen ze hard wegrennen om zich in veiligheid te brengen, maar goed vliegen kunnen ze alleen over korte afstanden. Kalkoenen werden voor het eerst gedomesticeerd in precolumbiaans Mexico en daar gehouden vanwege hun veren en vlees. Men heeft ze geïntroduceerd in Europa en tegenwoordig wordt het dier in vele landen gewaardeerd vanwege zijn vlees.
Familie van 51 genera en ongeveer 575 soorten die inheems zijn in tropische en subtropische gebieden. Het zijn voornamelijk bomen, maar ook enkele struiken behoren tot deze familie.
Verwijst naar een projectiesysteem dat doorgaans wordt gebruikt in de cartografie en is genoemd naar Gerardus Mercator, die deze projectie voor het eerst gebruikte voor een kaart uit 1569. Mercatorprojectie wordt doorgaans aangemerkt als een cilinderprojectie, hoewel het in feite om een wiskundige afleiding gaat. Zij wordt gekenmerkt door rechte, horizontale parallellen en rechte, verticale meridianen in rechte hoeken op de evenaar. Het systeem wordt vaak gebruikt voor navigatiekaarten, omdat elke rechte lijn in de juiste richting loopt aan de hand waarvan navigatoren een rechte koers kunnen uitzetten; voor wereldkaarten wordt het als onpraktisch gezien omdat de schaal vervormd is en gebieden die zich op grotere afstand van de evenaar bevinden buitenproportioneel groot worden weergegeven.
Verwijst meestal specifiek naar een periode van culturele ontwikkeling in Europa die reeds 10.000 jaar v. Chr. begon, toen de ijskap zich aan het eind van het Pleistoceen begon terug te trekken, en die voortduurde tot circa 2.700 v. Chr. De term wordt soms ook algemeen gebruikt voor een periode die wordt geassocieerd met de overgangsfase tussen de paleolithische en neolithische cultuur in alle gebieden. De periode kenmerkt zich door grote veranderingen in omgeving en cultuur, en door verscheidene lokale aanpassingen aan specifieke omgevingsomstandigheden. De periode wordt doorgaans gemarkeerd door de vervaardiging van microlithen die op stokken, pijlen, botten, geweien, houten werktuigen, en af en toe een gepolijst stenen werktuig werden geplaatst. De artistieke producten die uit deze periode bewaard zijn gebleven omvatten gravures en grotschilderingen met relatief verfijnde afbeeldingen van menselijke en dierlijke voorstellingen.
Genus van bloeiende planten die inheems zijn in de tropische gebieden in het zuiden van Azië.
Spaanse term voor platte stenen met een ondiepe holte in de oppervlakte, bedoeld voor maïs of een andere graansoort die met een maalsteen wordt gemalen; wordt gebruikt door Native Americans, in het bijzonder in gebieden die door de Spanjaarden zijn veroverd en gekoloniseerd.
Verwijst naar graffiti op of in metrowagons en in metrostations. De traditie van metrograffiti ontstond in New York in de vroege jaren 70 van de 20ste eeuw en breidde zich snel uit naar andere grote stedelijke gebieden in de Verenigde Staten en de rest van de wereld, voornamelijk in Europa. Net als voor andere graffitisoorten zijn spuitbussen met verf en markeerstiften de meest gebruikte middelen. Metrograffiti bestaat meestal, al dan niet gedeeltelijk, uit de naam, de bijnaam of de 'tag' van de kunstenaar.
Milieus van kleine gebieden of besloten ruimten of met betrekking tot een gegeven organisme.
Wordt gebruikt voor scholen die onderwijs bieden na het basisonderwijs en voorbereiden voor het hoger of academische onderwijs.
Gebieden die een gunstige invloed hebben op de flora en fauna in een bepaalde omgeving; hierbij kan in de eerste plaats worden gedacht aan moerasland, kwelders, cruciale habitats van bedreigde soorten en de zones waar waterstromen met slechts één bron worden bijgevuld.
Genus van ongeveer 450 struiken, lage struiken, klimplanten en bomen, inheems in tropische en subtropische gebieden op zowel het westelijk als het oostelijk halfrond. Ze worden zo genoemd vanwege de bewegingen van de bladeren van bepaalde soorten, die een dierlijk gevoel suggereren, zoals de snelle beweging als ze worden aangeraakt. Sommige planten met de naam 'mimosa' werden vroeger toegewezen aan dit genus, waaronder de Albizia julibrissin (zijdeboom) en de Acacia dealbata (zilveracacia).
Jaloezieën met smalle latten die bijna niet zijn te zien als ze horizontaal worden geplaatst en in deze stand een onbelemmerd uitzicht bieden.
Katholieke kerken in gebieden waar het geloof verbreid moet worden. Gebruik 'zendingskerken' voor dergelijke protestants-christelijke gebouwen.
Middelgrote boom die inheems is in Noord-Amerika. Gemakkelijk te verwarren met de westerse netelboom (C. occidentalis) waar de verspreidingsgebieden van deze soorten overlappen, maar de Mississippi-netelboom is een kleinere boom die groeit in vochtige laagliggende stukken land. Daarnaast zijn de bladeren smaller en van boven gladder.
Verwijst naar een inheems Amerikaanse cultuur en stijl die hebben bestaan vanaf circa 800 n. Chr. tot halverwege de 18de eeuw, toen de laatste vertegenwoordigers van deze cultuur, de Natchez, in aantal afnamen en verspreid raakten. De cultuur heeft met name een overheersende rol gespeeld in het zuidoosten en het midden van de huidige Verenigde Staten, in de riviervalleien van de gebieden die nu behoren tot de staten Mississippi, Alabama, Georgia, Arkansas, Missouri, Kentucky, Illinois, Indiana, Ohio en delen van Wisconsin, Minnesota en de Great Plains. De cultuur was gebaseerd op de agrarische ontwikkeling van de laaggelegen delen langs de rivier, en het land werd bestuurd vanuit theocratische dorpsstaten. Kenmerkend voor de dorpsarchitectuur zijn nederzettingen rond ovale of piramidevormige aardeheuvels, met een centraal ceremonieel plein. De stijl van gedecoreerde gebruiksvoorwerpen en ceremoniële objecten, uitgevoerd in koper, schelpen, steen, klei en veren, wordt gekenmerkt door complexe ontwerpen met menselijke figuren, diermotieven en geometrische vormen.
Klinieken die mobiel zijn en vaak in voertuigen zijn ondergebracht. Gewoonlijk bedoeld om poliklinische patiënten in plattelandsgebieden of andere gebieden met slechte medische voorzieningen medische zorg te bieden en medicijnen te verstrekken.
Stedelijke gebieden, of gemeenschappen daarbinnen, waarvan het ontwerp innovatieve pogingen bevat om specifieke sociale en fysieke problemen op te lossen. Vaak van toepassing op de herinrichting van bestaande nederzettingen in de 19e en 20e eeuw. Gebruik 'ideaalsteden' voor 19e-eeuwse steden die zijn gebouwd met voorgeschreven vormen om aan specifieke militaire of economische idealen te voldoen.
Grote piramidevormige boom die voornamelijk voorkomt in het oosten van Noord-Amerika op laaggelegen stukken land langs rivieren en vochtige hoger gelegen gebieden. In westelijke richting vindt men ze tot in de Amerikaanse staat Oklahoma en de Canadese provincie Ontario. De bomen hebben clusters van korte en puntige twijgen en bladeren met stekelige lobben.
Aanduiding voor waterrijke gebieden waar fonteinkruid, riet en bies groeien en veen aangroeit, maar het water alkalisch blijft. Te onderscheiden van 'veenmoerassen', waarin het veen een hogere zuurgraad heeft bereikt.
Familie van bloeiende planten met ongeveer 40 genera en meer dan 1000 soorten die in het algemeen in tropische en subtropische gebieden voorkomen.
Lichte, voor en achter gelijke boten die in de branding opereren, 8 m lang zijn, plaats bieden aan tien roeiers, een midzwaard, een roer en een loggerzeil hebben; zijn in 1934 ontworpen door de Unites States Coast Guard, worden soms als gig gebruikt en zijn genoemd naar Monomoy Island, in Cape Cod, in de Amerikaanse staat Massachusetts.
Wagens voor passagiers die door paarden werden getrokken, die werden gebruikt in het westen van de Verenigde Staten voor excursies in woeste gebieden en die waren uitgerust met meerdere bankjes en een zware ophanging; werden gebruikt vanaf halverwege de 19e tot het begin van de 20e eeuw.
Verwijst naar de periode en cultuur waarin specifieke gereedschappen tot ontwikkeling komen in Europa, het Midden-Oosten en Afrika, vanaf 50.000 jaar geleden. De periode is genoemd naar de schuilgrotten bij Le Moustier in het zuidwesten van Frankrijk. De cultuur wordt traditioneel in verband gebracht met Neanderthalers in Europa en hun tijdgenoten in Afrika. Het kenmerkt zich door de expansie van volkeren naar nieuwe gebieden en aanpassingen aan nieuwe omgevingen, zoals diversificatie en specialisatie van stenen werktuigen, vakkundig en selectief jagen en doelbewust begraven. De cultuur heeft enige overlap met het Clactoniën.
Zachte laarzen van robbenpels of andere dierenpelsen of huiden in mocassin model, ontwikkeld door de inheemse bevolking van de Noordamerikaanse noordpool- en subarctische gebieden. Ook soortgelijke laarzen die vaak van zware, duurzame katoen zijn gemaakt met een zachte zool en voeringen; overgenomen door andere volkeren.
Een natuurlijke oranjerode verfstof die wordt gewonnen uit de wortel van de Indische meekrap (Rubia cordifolia), afkomstig uit de bergachtige gebieden van Azië. Munjeet is een lichtechte verfstof die vroeger in Azië werd gebruikt voor het verven van katoen. Het belangrijkste kleurmiddel is munjistin, een anthrachinon, en het bevat ook kleinere hoeveelheden purpurine, pseudopurpurine, alizarine en xanthopurpurine.
Wordt gebruikt voor grote, open islamitische gebedsruimten die plaats dienen te bieden aan de gehele bevolking van een stad; dikwijls is de mihrab het enige noemenswaardige architectonische element.
Personen die groepen rondleiden door een museum of een tentoonstellingsruimte en de geëxposeerde collectie bespreken en becommentariëren. Gebruik 'gidsen' voor personen die rondleidingen verzorgen in andere bezienswaardigheden, zoals monumenten, steden of natuurgebieden.
Wetenschappelijk en systematisch onderzoek en de bestudering van muziek en gebieden die daarmee te maken hebben zoals geschiedenis, theorie, muziekonderwijs, akoestiek, psychologie en sociale en culturele aspecten.
Ondiepe groeven die worden uitgezaagd in de achterkant van het boekblok nabij de kop- en de staartsnede om ruimte te bieden aan touwen of steeklussen.
Wordt gebruikt voor gelegenheden die avondamusement bieden, bijvoorbeeld variété of komische nummers, die ruimte en muziek bieden om te dansen en waar meestal alcoholische dranken en maaltijden worden geserveerd.
Verwijst naar de stijl van Shinto-architectuur die tot ontwikkeling kwam tijdens de Nara-periode (710-794) en de Heian-periode (794-1185). De stijl kenmerkt zich door een soort tombe met een kleine afmeting, gebouwd in een tweekoloms bij driekoloms systeem op een aarden terp. Het dak of gewelf heeft een schuine kant aan de lange zijde van het gebouw, boven de trap, om de gelovigen beschutting te bieden.
Afgebakende gebieden met een bijzondere landschappelijke, historische of wetenschappelijke waarde die door een nationale overheid voor recreatie- of studiedoeleinden worden onderhouden..
Wordt gebruikt voor land- en watergebieden waar menselijke invloed, als die al aanwezig is, niet van ecologisch belang is op het gebied als geheel. Gebruik deze term in tegenstelling tot 'cultuurlandschappen': gebieden die substantieel gewijzigd of veranderd zijn door de activiteiten van mensen.
Afgebakende gebieden waarbinnen men een bepaalde waardevolle flora en fauna in stand tracht te houden.
Genus van bomen en struiken met 114 soorten die voorkomen in de tropische gebieden van Amerika.
De hiërarchie Nederzettingen en landschappen bevat descriptoren voor de grootste elementen van een cultuurlandschap, ongeacht of ze van betrekkelijk geconcentreerde aard zijn (bijvoorbeeld 'retirement communities') of een groot gebied omvatten (bijvoorbeeld 'hoofdsteden'). Nederzettingen worden gedefinieerd als alle plaatsen of gebieden, ongeacht de grootte, die bewoond worden of aangepast zijn door groepen mensen, en die voldoende sociale voorzieningen hebben om betrekkelijk onafhankelijk te zijn. Verder bevat deze hiërarchie descriptoren voor hoofdtypen van natuur- en cultuurlandschappen en hun componenten die de breedste omgevingscontext voor bouwwerken bieden. De natuurlandschappen zijn in deze hiërarchie ondergebracht omdat de AAT geen nadruk wilde leggen op de verschillen tussen natuurlijke omgeving en cultuurlandschap. Het aanbrengen van een dergelijk onderscheid stuit vaak op problemen omdat (a) er geen continuïteit bestaat tussen deze twee, (b) de natuurlijke omgeving grotendeels door mensenhand is beïnvloed en daardoor de eigenschappen van een cultureel artefact heeft gekregen, en (c) het cultuurlandschap vaak op allerlei schaalniveaus als ecologisch systeem fungeert. Relatie met andere hiërarchieën: overheidsinstanties (bijvoorbeeld 'landen' en 'provincies') zijn ondergebracht in de hiërarchie Organisaties. Bijvoeglijke bepalingen bij of samenstellingen met sommige nederzettingen (bijvoorbeeld 'radiaalkaart') maken deel uit van de hiërarchie Abstracte Begrippen. Descriptoren die verwijzen naar afzonderlijke planten en bomen zijn ondergebracht in de hiërarchie Materialen (bijvoorbeeld 'bamboe' of 'grenenhout'), terwijl descriptoren voor algemene vegetatie (zoals 'oerwouden' of 'struiken') hier te vinden zijn. Descriptoren voor infrastructurele voorzieningen, netwerken van gebouwen, andere structuren en uitrustingen die fysiek geordende entiteiten binnen nederzettingen en landschappen vormen (bijvoorbeeld 'busvervoersystemen') zijn ondergebracht in de hiërarchie Objectgroepen en systemen.
Duitse stroming uit het begin tot het midden van de 20ste eeuw die de nadruk legde op idealisering van het Duitse verleden, om zo het hoofd te bieden aan een vermeende dreiging van het Franse impressionisme en andere invloeden die als 'on-Duits' werden gezien. Adolf Hitler heeft deze stroming uit propagandistische overwegingen omarmd.
Verwijst naar de laatste fase in de ontwikkeling van een menselijke cultuur tijdens het stenen tijdperk. De fase kenmerkt zich door het hoogwaardige stenen gereedschap dat werd vervaardigd door middel van polijsten en malen, de wijdverbreide domesticatie van dieren en planten, de vestiging in permanente nederzettingen en de introductie van aardewerk en geweven stof. Neolithische culturen ontstonden voor het eerst tijdens het Holoceen, ongeveer 9.000 v. Chr., en hielden in bepaalde afgelegen gebieden van de wereld stand tot in de 19de eeuw. De artistieke voorwerpen zijn houten en stenen huizen, religieuze monumenten, forten en fortificaties, houtsnijwerk, schilderingen, textiel en aardewerk.
Te gebruiken om een manier van bouwen te beschrijven, met name in suburbane nieuwbouwgebieden in de Verenigde Staten, die zich kenmerkt door gebruik van land, toepassing van open ruimten open ruimtes en gebouwen die zijn ingericht op voetgangers, die veel openbare groene ruimte bevat en meer de nadruk legt op grootschalig openbaar vervoer dan op auto’s, en met typische elementen van de traditionele kleine plaatsen in de Verenigde Staten. Populair sinds de jaren 80 van de 20ste eeuw. Gebruik “New Urbanism” voor de Amerikaanse stedenbouwkundige beweging die neo-traditionele ontwerpprincipes toepast.
Gebruikt voor de stedenbouwkundige stroming die in de jaren 90 van de 20ste eeuw in de Verenigde Staten de terugkeer naar het traditionele dorpsontwerp omarmden voor nieuwbouwwijken in de voorsteden of voor stadswijken die werden opgeknapt. Gebruik Neotraditional voor het beschrijven van de architectuurelementen van de beweging, die onder andere bestonden uit wandelgebieden, grootschalig openbaar vervoer en gemengde landinrichting.
Huisvesting die bedoeld is om bewoners een relatief korte periode onderdak te bieden.
Wordt gebruikt voor commerciëel ontwikkelde onroerend-goedgebieden die meestal bestaan uit één- tot vier-kamer woningen.
Verlichtingssystemen in gebouwen die essentiële verlichting bieden voor de veiligheid van leven en eigendommen wanneer de normale verlichting uitvalt.
Verwijst naar de periode en stijl die in verband worden gebracht met de Normandiërs, die bestonden uit Noormannen uit Denemarken, Noorwegen en IJsland en die in de 8ste en 9de eeuw de Europese kusten afstroopten om zich vervolgens, aan het begin van de 10de eeuw, in het noorden van Frankrijk te vestigen. Zij overheersten de inheemse Frankische bevolking, namen hun taal over en vestigden uiteindelijk het hertogdom Normandië. Vanuit Normandië verspreidden de Normandiërs zich naar de Britse eilanden, Zuid-Italië en Sicilië. De stijl is vooral duidelijk zichtbaar in het ontwerp van de wapens en wapenrusting, in het kasteel op een heuvel omgeven door palissaden, en in de grote kerk- en kloostergebouwen in romaanse stijl. De stijl kenmerkt zich door het helder toepassen en gebruiken van inheemse lokale stijlen in combinatie met een aantal invloeden uit het Byzantijnse oosten. Deze werden door avonturiers en pelgrims in de door de Normandiërs beheerste gebieden geïntroduceerd.
Te gebruiken voor volledig gesloten voertuigen met twee of vier deuren, die plaats bieden aan vier of meer passagiers in twee rijen achter elkaar.
Boomsoort die voorkomt in vochtige gebieden in het oosten van de VS, van de staat Maine in het noorden tot de kust van de Mexicaanse golf in het zuiden en de staat Oklahoma in het westen. Het hout is licht en zacht, maar sterk. Deze boom wordt soms als sierboom gekweekt. In de herfst krijgen de bladeren een schitterende scharlakenrode kleur. De kleurstof in de schors heeft een goede kleurvastheid voor wassen en een redelijke kleurvastheid voor blootstelling aan licht.
Omvat verwijzingen naar of interesse in verborgen, mysterieuze of bovennatuurlijke krachten die zich op alle gebieden van menselijk streven of creativiteit manifesteren. De occulte wetenschappen zelf vallen er niet onder.
De belangrijkste watergebieden van de aarde, gelegen in bekkens. Gebruik 'zeeën' voor ondiepe zoutwatergebieden aan de randen van continenten.
Verwijst naar de kunstwerken die worden gemaakt in de verschillende Oceanische gebieden.
Genus van ongeveer 200 soorten groenblijvende bomen en struiken die voornamelijk voorkomen in tropische en subtropische gebieden in Zuid- en Midden-Amerika, de Caraïben en Afrika.
Verwijst naar de fase in de Ubaid-periode in het zuiden van Mesopotamië van circa 5.000 tot 4.500 v. Chr. Deze fase kenmerkt zich door monochroom aardewerk met simpele geometrische patronen, en toenemende contacten met gebieden buiten het zuiden van Mesopotamië.
Genus van ongeveer 40 soorten kleine bomen en struiken die eetbare steenvruchten produceren en inheems zijn in warme gematigde en tropische gebieden in Zuid-Europa, Afrika, Zuid-Azië en Australazië.
Verwijst naar heersers van een land of provincie die optreden als vertegenwoordiger van hun soeverein of koning, en die zijn gemachtigd te handelen uit naam van de soeverein. Zij heersen vaak over grensgebieden of in provincies die ver van de machtszetel van de staat zijn verwijderd.
Voortdurende verwijdering van wouden en bosgebieden.
Gebieden in een natuurlandschap beschikbaar maken voor menselijk gebruik door de natuurlijke omstandigheden te veranderen.
Formele, machinaal leesbare specificaties van een conceptueel model, waarin concepten, eigenschappen, relaties, functies, beperkingen en axioma's expliciet zijn gedefinieerd. Verwijst naar een compilatie die technisch gezien geen gecontroleerd vocabulaire is, maar die een of meerdere gecontroleerde vocabulaires gebruikt voor een gedefinieerd domein en het vocabulaire uitdrukt in een representatieve taal die beschikt over de grammatica voor het gebruiken van vocabulairetermen die iets uitdrukken wat betekenis heeft. Ontologieën verdelen hun wereld meestal in de volgende gebieden: individuen, klassen, kenmerken, relaties en gebeurtenissen. De grammatica van de ontologie verbindt deze gebieden met elkaar via formele beperkingen, die bepalen hoe de vocabulairetermen of uitdrukkingen met elkaar mogen worden gecombineerd.
Plataan afkomstig uit het gebied dat zich uitstrekt van Zuidoost-Europa tot India. De bomen staan erom bekend dat ze lang leven en hebben een grote kroon. Van oudsher wordt de boom ook in andere gebieden gekweekt. De boom kan 30 meter hoog worden en heeft enorme, vaak plompe stammen die soms wel een omtrek van 10 m (en een diameter van 3 m) hebben. De stekelige ronde vruchten hangen in trosjes van twee tot zes stuks.
Hout van de boom behorende tot het genus Albizzia lebbek, inheems in de tropische gebieden van Azië en Afrika. De kleur van het hout is donkerbruin met grijze strepen; het hout wordt gebruikt voor de vervaardiging van meubelen, panelen en interieurdecoraties.
De hiërarchie Open ruimten en landschappelijke elementen bevat beschrijvingselementen voor open ruimten met relatief samenhangende gebieden die zijn ingericht en aangepast volgens een groot aantal concepten en processen die ook worden gebruikt voor de vorming van gebouwen en andere bouwconstructies (zoals 'tuinen' en 'plaza's'), en beschrijvingselementen voor afzonderlijk gefabriceerde of gemanipuleerde onderdelen in en rond open ruimten, andere cultuurlandschappen of natuurlandschappen (zoals 'vlaggenmasten' en 'windschermen'). Relatie met andere hiërarchieën: de hiërarchie Onderdelen bevat beschrijvingselementen voor de skeletbouwsystemen en losse bouwonderdelen (zoals 'balloon frames' en 'garagedeuren') die onderdeel zijn van afzonderlijk bouwwerken, beschrijvingselementen voor kamers, ruimten en andere grote onderdelen van een gebouw (zoals 'keukens') en beschrijvingselementen voor de infrastructurele systeemonderdelen van een landschap (zoals 'hoofdwaterleidingen' en 'fly-overs'). Beschrijvingselementen voor kunstmatige onderdelen van open ruimten en cultuurlandschappen (zoals 'gazons' en 'bermen' vallen hier ook onder, terwijl beschrijvingselementen voor soorten kenmerken van natuurlandschappen en hun onderdelen (zoals 'steile rotsen' en 'rivieren') vallen onder de hiërarchie Nederzettingen en landschappen.
Wordt gebruikt voor de buitenste lagen of gebieden van objecten.
Aanduiding voor gebieden waar een grote hoeveelheid opslagtanks met een grote capaciteit is geplaatst, meestal gebruikt voor ruwe olie of andere olieproducten.
Aanduiding voor instellingen die in noodsituaties, bijvoorbeeld een persoonlijke crisis of een crisis binnen het gezin, sociale diensten en tijdelijk onderdak bieden.
Verwijst naar een cultuur, circa 16.000 v. Chr. tijdens de Late IJstijd die gereedschappen vervaardigde en die over het algemeen wordt geplaatst in de kustgebieden en enkele binnenlandse streken van Noord-Afrika. De cultuur volgde op de Aterian-cultuur en bestond waarschijnlijk deels gelijktijdig met de iets latere Capsien-cultuur, die prominent aanwezig was in binnenlandse gebieden. Hoewel aanvankelijk werd aangenomen dat de cultuur was voortgekomen uit de late Magdalénien-cultuur in Spanje, gaat men er tegenwoordig meestal van uit dat de Oraanse cultuur haar oorsprong vindt in de Halfan-cultuur in de Nijlvallei. De cultuur kenmerkt zich door snijwerktuigen met kleine achterkanten en onderscheidt zich vooral van de Capsien-cultuur door het ontbreken van burijnen of graveerstiften. De cultuur behoort waarschijnlijk toe aan een Noord-Afrikaanse tak van het Cro-Magnon-volk, de Mechta-el-Arbi.
De hiërarchie Organisaties bevat descriptoren voor groepen mensen die zijn georganiseerd met een doel, gewoonlijk gekenmerkt door een min of meer constant aantal leden, een lichaam van functionarissen of vertegenwoordigers en een reglement dat hun activiteiten en gedrag voorschrijft. Opgenomen zijn publieke organisaties, zoals sociale diensten, particuliere organisaties, zoals firma's, alsmede organisaties die beide kunnen zijn, zoals liefdadigheidsinstellingen. Tot deze hiërarchie behoren ook bestuurlijke en politieke organisaties, zoals staten en koninkrijken, die zowel een geografisch gebied en een bevolking als een bestuursstelsel omvatten. Relatie met andere hiërarchieën. Descriptoren voor groepen mensen die geen organisaties vormen (bijvoorbeeld sociale klassen) zijn te vinden in de hiërarchie Personen. Descriptoren voor verzamelingen objecten die worden samengebracht en beheerd door een organisatie of persoon (bijvoorbeeld bedrijfscollecties) zijn te vinden in de hiërarchie Objectgroepen en systemen. Descriptoren voor nederzettingen (bijvoorbeeld steden) en districten (bijvoorbeeld schooldistricten) die een organisatie omvatten maar waarin het begrip fysieke ruimte de overhand heeft, zijn te vinden in respectievelijk de hiërarchie Nederzettingen en landschappen en de hiërarchie Gebouwde complexen en gebieden. Descriptoren die gelijk zijn voor een gebouw en de daarin gehuisveste organisatie (bijvoorbeeld kerken en ziekenhuizen) zijn te vinden in de hiërarchie Bouwwerken.
Gevoelig voor blauw en groen licht, maar niet voor rood. Verwijst meestal naar zwart-witte negatieve fotomaterialen die een lage gevoeligheid hebben voor rood licht en een hoge voor blauw licht. 'Panchromatisch' verwijst naar gevoeligheid die gelijker is verdeeld over de rode, blauwe en groene gebieden van het spectrum.
Verwijst naar de periode die samenviel met de heerschappij van de Kim-familie die het koninkrijk van Silla in Korea stichtte, van 57 v. Chr. tot 668 n. Chr. Hoewel de politieke en artistieke ontwikkeling langzamer verliep dan die van naburige gebieden, bevatten beroemde graftombes zoals die van de Gouden Kroon en de Gouden Bel waardevolle objecten zoals gouden kronen, juwelen, metalen vazen en fijn aardewerk. De architectuur uit deze periode is bekend door bewaard gebleven pagodes, lantaarns en stèles en door het oudste bewaard gebleven astronomische observatorium in het Verre Oosten.
Te gebruiken voor de overdracht van het recht om op een bepaald terrein te mogen bouwen en deze vindt meestal plaats door middel van verkoop. Deze bouwterreinen liggen naast elkaar of bevinden zich in hetzelfde gebied. Wordt vaak gebruikt als subsidie voor het behoud van bekende gebouwen die zich in bebouwde gebieden bevinden.
Aanduiding voor gebieden die een ordelijke omschakeling doormaken van één overheersend gebruik naar een ander, bijvoorbeeld van woongebied naar een dichtbewoond gebied met commerciële activiteiten.
Boom die hard en fijn gestructureerd hout produceert en voorkomt op zanderige gebieden in het midden en zuiden van de Verenigde Staten. De soort is taai en rotbestendig. Van de bomen maakt men palen voor omheiningen. Het hout wordt ook gebruikt voor grove constructies en als brandstof voor barbecues.
Te gebruiken voor straatvoertuigen op rails die door paarden werden getrokken en die werden gebruikt vanaf de jaren 1850 tot de jaren 1890. Gebruik 'omnibussen' voor openbare straatvoertuigen die niet over een spoor lopen en die meestal plaats bieden voor minder passagiers dan paardentrams.
Gebruik voor grote gebieden van dunne platen van drijvend ijs die zijn samengedreven door wind of stromingen en een massa vormen die het hele zee-oppervlak bedekt, zodat er weinig of geen open water meer is.
Term die wordt gebruikt in verschillende delen van Europa en sommige Europese kolonies in Amerika in verschillende tijden, van het Romeinse Rijk tot het begin van de het moderne tijdperk, voor hooggeplaatste officieren of edelen die hun koning zelf dienden of vertegenwoordigden op bepaalde gebieden zoals het leger, de rechterlijke macht of het koninklijke huishouden of die de koninklijke macht in een district of provincie van het rijk uitoefenden.
Gebieden onder het bestuurlijk gezag van een paltsgraaf.
Grieks religieus staatsfestival ter ere van Athena. Uiteindelijk werd het elke vier jaar met veel pracht en praal gevierd, waarschijnlijk om de concurrentie aan te gaan met de Olympische Spelen. Het festival bestond uitsluitend uit offers en rituelen die pasten bij het seizoen (half augustus) in de cultus van Athena, de beschermgodin van de stad. Tijdens de Grote Panathenaeïsche spelen brachten vertegenwoordigers van alle van Athene afhankelijke gebiedsdelen offerdieren. Na het aanbieden aan Athena van een nieuw geborduurd kleed werden verschillende dieren aan haar geofferd. De grote processie met deelname van de helden van Marathon is het onderwerp van de fries van het Parthenon. Van oudsher werden er tijdens het festival muzikale wedstrijden gehouden en delen van epische gedichten voorgedragen. De wedstrijden vonden plaats in het Odeum, door Pericles zelf voor dit doel gebouwd.
Gebieden binnen een decoratief ontwerp die vaak rechthoekig en omlijst zijn. In de boekbinderij omvat het ook de ruimten op de zijden van een boek of tussen de banden op de rug.
Grote vouwschermen die bescherming tegen tocht bieden.
Deelname van werkers en bewoners bij het ontwerp van de ruimten, bouwwerken of woongebieden die zij gebruiken of bewonen.
Cultuur en de stijl van de inheemse mensen die gebieden in Idaho, Montana en Washington bewoonden toen de Europeanen arriveerden, met name het gebied rond wat nu heet 'Lake Pend Oreille'.
Woongebieden die aan de randen van steden liggen, of buitenwijken die de grens vormen tussen de stedelijke bebouwing en het platteland.
Treinstellen die onderweg kantoren en slaapverblijven bieden voor conducteurs en treinbeambten en die achteraan goederentreinen zijn bevestigd.
De hiërarchie Personen bevat descriptoren voor individuele mensen en groepen mensen die geen organisaties vormen. Er zijn personen opgenomen naar het beroep of de activiteit die zij uitoefenen, zoals restauratoren, naar hun biologische of sociale rol, zoals ouders, en naar andere kenmerken zoals het aanhangen van een bepaalde overtuiging (bijvoorbeeld pacifisten) en sociale of lichamelijke omstandigheden (bijvoorbeeld daklozen). Ook zijn er descriptoren van groepen personen naar activiteit (bijvoorbeeld steelbands) en naar sociale, geestelijke of lichamelijke omstandigheden (bijvoorbeeld armen). Relatie met andere hiërarchieën. Descriptoren voor georganiseerde groepen personen (bijvoorbeeld verenigingen en naties) zijn te vinden in de hiërarchie Organisaties. Descriptoren voor takken van wetenschap, specialisatiegebieden en beroepsgroepen zijn te vinden in de hiërarchie Vakgebieden (bijvoorbeeld wiskunde, ruimtelijke ordening, museologie).
Onderwijsinstellingen voor kinderen die te jong zijn voor de kleuterschool en verplicht onderwijs, maar oud genoeg om deel te nemen aan bepaalde educatieve en sociale activiteiten, meestal in de leeftijd van 2,5 tot 4 jaar. Peuterklassen verschillen van kinderdagverblijven omdat er meestal gekwalificeerde beroepskrachten werken, die educatieve spellen stimuleren en begeleiden en niet slechts kinderopvang bieden.
Dit verbeterde proces van William Henry Fox Talbot voor het produceren van een drukplaat van een foto werd in 1858 gepatenteerd. Na het instrijken van een koperen plaat met bichromaat stelde Talbot de plaat bloot aan licht onder een positieve transparant. Vervolgens werd de plaat bedekt met hars in poedervorm en gelijkmatig verwarmd om de harsachtige deeltjes te verdelen. De plaat werd daarna geëtst in een zuuroplossing die de gel oploste en diezelfde gebieden etste. Na het reinigen werd de plaat geïnkt, afgeveegd en afgedrukt op papier. Hij leidde de term photoglyph af van het Griekse woord voor 'gekerfd licht'.
Genus van ongeveer één tot vier soorten (afhankelijk van de classificatie) lange overblijvende grassen die men vindt in watergebieden in de gematigde en tropische gebieden van de wereld.
Genus van ongeveer 35 soorten naaldachtige groenblijvende bomen uit de familie Pinaceae, orde Pinales, die voorkomen in noordelijke en Arctische gebieden. Volgroeide bomen kunnen 20-60 meter hoog worden. Ze zijn te onderscheiden van vergelijkbare geslachten door de spiraalvormige takken, de conische vorm met naaldachtige bladeren die in een spiraalpatroon afzonderlijk zijn bevestigd aan de takken en het feit dat de takken ruw zijn in plaats van glad. Omdat de naalden gedurende de gehele levensduur van de boom uitvallen, geven de bladkussentjes waar de naalden aan waren bevestigd de takken een blijvend ruw uiterlijk. Het genus bestaat uit ongeveer 40 soorten groenblijvende sier- en productiebomen, inheems in de gematigde en koude streken van het noordelijk halfrond. Het zijn piramidevormige bomen met spiraalvormige takken en een dunne schilferige schors.
Soort spar uit het oosten die inheems is in Noord-Amerika, van oostelijk Quebec tot Nova Scotia in Canada en van New England tot North Carolina in de Verenigde Staten. De boom kan 40 meter hoog worden. De soort was bijna verdwenen door overmatige kap, maar werd gered toen de overheid in 1911 grote gebieden aankocht voor nationale bossen.
Groenblijvende boom met lange naalden die in bosjes groeien en een lange zuilvormige stam die 35 meter hoog kan worden. De boom komt voor in de vlakke gebieden aan de zuidkust van de VS, in het gebied dat zich uitstrekt van Texas tot Virginia en Florida. Het is in de VS een belangrijke bron van terpentijn, kraftpapier, karton en boekpapier. Het harde, stijve en slijtvaste hout gebruikte men ook voor schepen, kisten, vloeren, zware constructies, deuren en kozijnen.
Dennenboom die voorkomt in de vlakke gebieden aan de Atlantische kust in het oosten van de Verenigde Staten. De boom is herkenbaar aan het onregelmatig groeipatroon en de kromme takken. In de noordelijke gebieden ontstaan kruisingen met P. rigida. In sommige classificaties beschouwt men P. serotina als een ondersoort van P. rigida.
Het terrein van de planning dat zich bezighoudt met het inrichten en verbeteren van de ruimtelijke ordening en invulling van stedelijke gebieden. Gebruik de term 'stedelijk beleid' voor het overkoepelend beheer van stedelijke gebieden, waarbij doelstellingen voor het leven in de stad worden geformuleerd, beleid wordt ontwikkeld en de stedelijke omgeving en diensten worden gepland, ontwikkeld, geïmplementeerd en onderhouden.
In algemene zin, landbouwcomplexen die doorgaans worden bewerkt door ter plaatse gehuisveste arbeidskrachten. In meer specifieke zin verwijst de term naar grote landgoederen in tropische of subtropische gebieden die meestal worden bewerkt door ongeschoolde of laaggeschoolde arbeidskrachten, onder centraal toezicht.
Wordt gebruikt voor tafellanden of uitgestrekte, vlakke gebieden die hoger gelegen zijn dan het omringende land en aan ten minste één kant worden begrensd door een verticale wand.
Verwijst naar kaarten met de afbeelding van een betrekkelijk klein district of gebied, bijvoorbeeld een stad, op een grote schaal en vrij gedetailleerd. Gebruik 'topografische kaarten’ voor plattegronden van grotere gebieden. Gebruik 'chorographische kaarten' voor afbeeldingen van kleinere stukken land, met name met betrekking tot architectuur. Gebruik 'plattegronden (tekeningen)' voor weergaven van gebouwen of objecten op een horizontaal vlak.
Woongebieden die worden gekenmerkt door plattelandsleven of landbouw.
Basisontwikkeling van landelijke gebieden, met nadruk op het verhogen van de levensstandaard en op de actieve medewerking van de plaatselijke bevolking.
Onderwijsinstellingen in dunbevolkte gebieden voor het openbare, meestal lagere, onderwijs aan de lokale bewoners.
Uit het Spaans afkomstige aanduiding voor kleine pleinen in steden. Wordt ook gebruikt voor voetgangersgebieden met een aanzienlijke groenvoorziening die zich in de nabijheid van kantoorgebouwen of parkeerplaatsen bevinden.
Orde waartoe de belangrijkste geslachten van eikvarens behoren, oftewel momenteel 80% van alle varensoorten die in de meeste delen van de wereld worden aangetroffen, met inbegrip van tropische, semitropische en gematigde gebieden. Kenmerken zijn sporendoosjes met een verticale annulus die door de stengel en het stomium worden onderbroken, lateraal of centraal geplaatste (of verloren gegane) indusia, met gametofyten die groen van kleur, hartvormig en surficiaal zijn.
Doorgangen door hekken of muren die twee aparte ruimten scheiden, of de bouwwerken of ornamentele constructies die zulke doorgangen afsluiten. Gebruik 'poortgebouwen' voor toegangsgebouwen die ook ruimte bieden aan een woning of stallen e.d.
Verwijst in het algemeen naar de stijl in kunst en architectuur in de Portugese territoria in Zuid- en Oost-Azië en Brazilië van de 16de tot en met de 18de eeuw. De term wordt normaal gesproken niet gebruikt voor de kunst die in de latere Portugese gebieden in Afrika werd vervaardigd. De stijl combineert elementen uit Emanuelstijl, renaissance, barok, rococo en Neo-klassieke stijlen uit Europa met de oorspronkelijke motieven die in de kolonies werden ontwikkeld. Er ontstond een stijl die zich kenmerkt door lyrische elegantie. In de architectuur werd de stijl vooral gebruikt in forten en kerken.
Wordt gebruikt voor boomloze, meestal vlak of zacht glooiende graslanden in de centrale gebieden van Noord-Amerika.
Gebieden onder het bestuurlijk gezag van een prefect.
Orde van 16 families met ten minste ongeveer 300 soorten, waaronder de mens, mensapen, apen, lemuren en verwante soorten. Gewoonlijk hebben ze relatief ronde schedels, platte gezichten, korte kaken en neuzen, naar voren gerichte ogen en een opponeerbare vinger aan de handen en een opponeerbare teen aan de voeten (behalve bij mensen). De meeste soorten zijn afstammelingen van behendige boombewoners. Dit blijkt uit de kenmerken van de schedel, de tanden en de ledematen. Diverse soorten, zoals Homo sapiens, leven niet meer in bomen, maar hebben nog steeds veel van deze kenmerken. De hersenen van primaten hebben een unieke kloof, de fissura calcarina, tussen de primaire en secundaire visuele gebieden aan beide zijden van de hersenen. En alleen primaten hebben platte nagels en geen klauwen en hoeven, zoals andere zoogdieren. De meeste moderne primaten leven in de tropen of subtropen, maar enkele soorten komen ook voor in gematigde gebieden. De eerste primaten verschenen in het Vroeg-Eoceen (54,8 miljoen tot 49 miljoen jaar geleden) of misschien het Laat-Paleoceen (57,9 miljoen tot 54,8 miljoen jaar geleden).
Gebieden onder het bestuur van een prins of prinses.
De hiërarchie Procedés en Technieken bevat descriptoren voor handelingen en methoden die fysiek worden uitgevoerd op of met materialen en voorwerpen, en voor procedés die plaatsvinden in materialen en voorwerpen. Hiertoe behoren typen procedés en technieken die betrekking hebben op de productie en behandeling van voorwerpen of afbeeldingen (bijv. assembleren) of van substanties (bijv. mengen) of die relevant zijn voor de bewerking en verwerking van specifieke materialen (bijv. solderen). Hiertoe behoren tevens descriptoren voor procedés die plaatsvinden in substanties, artefacten of overige voorwerpen, soms opzettelijk in gang gezet en soms spontaan gebeurend (bijv. branden). Relatie tot Overige hiërarchieën: descriptoren voor organisatorische, administratieve of intellectuele activiteiten die worden uitgevoerd voor het realiseren van specifieke doelstellingen (bijv. analyse), inclusief descriptoren die betrekking hebben op het verzamelen van voorwerpen en verschillende andere professionele activiteiten (bijv. het beheer van verzamelingen) zijn te vinden in de hiërarchie Functies. Descriptoren die studierichtingen aanduiden (bijv. antropologie) zijn te vinden in de hiërarchie Vakgebieden, terwijl de procedés en technieken die verbonden zijn met deze velden hier te vinden zijn. Descriptoren voor fysieke en mentale handelingen die niet worden uitgevoerd om materialen te bewerken of voorwerpen te fabriceren (bijv. rennen, meditatie) zijn ondergebracht in de hiërarchie Lichamelijke en Geestelijke Activiteiten. Bepaalde descriptoren die verwijzen naar degeneratieve krachten op materialen of structuren (bijv. spanning) zijn te vinden in de hiërarchie Abstracte Begrippen. Descriptoren voor bepaalde effecten die worden veroorzaakt door procedés die plaatsvinden in materialen en voorwerpen (bijv. scheuren) zijn te vinden in de hiërarchie Toestanden en Invloeden.
Te gebruiken voor coöperaties die goederen en diensten aanbieden die door hun leden worden geproduceerd of verleend.
Personen die positief staan tegenover of instemmen met het wettelijk verbieden van het maken, verkopen of vervoeren van alcoholische dranken.
Genus van ongeveer 45 soorten doornachtige, diepgewortelde bomen en struiken uit subtropische en tropische gebieden in Zuid-Amerika, Afrika, West-Azië en Zuid-Azië. Ze vormen uitgestrekte bossen in gebieden van Zuid-Amerika tot het zuidwesten van de Verenigde Staten. Er komen twee rassen voor: een laag ras (de mesquiteboom) en een ras dat vaak uitgroeit tot bomen met een hoogte van 15 meter.
Mensen die zich tegen betaling aanbieden als seksuele partners.
Familie van meer dan 70 genera en ongeveer 650 soorten groenblijvende of bladverliezende bomen, struiken en houtachtige wijnstokken die voornamelijk inheems zijn in tropische en subtropische streken in de wereld, maar er komen ook een paar soorten voor in gematigde gebieden.
Algemene term voor elke emotionele of organische geestelijke aantasting die zich manifesteren in onaangepast gedrag, psychologische problemen of aantasting van één of meerdere belangrijke functioneringsgebieden.
Genus van ongeveer 25 middelgrote tot grote boomsoorten die inheems zijn in de tropische gebieden van Midden- en Zuid-Amerika. De bomen zijn waardevol vanwege het harde hout dat bij blootstelling aan ultraviolet licht donker paarsachtig bruin wordt.
Aanduiding voor constructiepuzzels waarvan het doel is om twee- of driedimensionale stukken weer samen te voegen tot een bepaalde vorm. Te gebruiken voor ontspanningsartefacten die zijn bedoeld om amusement of afleiding te bieden door het leveren van constructiemoeilijkheden die moeten worden opgelost met vindingrijkheid of geduldig proberen. Kijk bij "woord- en cijferpuzzels en spellen" voor woord- en cijferafleidingen die moeten worden opgelost.
Eikensoort die inheems is in de gebieden aan de westkust van Noord-Amerika, van Californië tot Neder-Californië. Meestal heesterachtig, maar kan 20 meter hoog worden. Kenmerkend zijn de hulstachtige bladeren. De bomen kunnen 250 jaar oud worden. Vroeger gebruikte men het harde hout van de boom in de scheepsbouw, maar nu wordt deze soort vooral gebruikt als sierboom en voor de schaduw.
Middelgrote eik die inheems is in de gebieden aan de westkust van Noord-Amerika, van Brits-Columbia tot het zuiden van Californië. Komt met name veel voor in Willamette Valley. De boom is gastheer voor galwespen en de maretak.
Kleine, langzaam groeiende bladverliezende heesterachtige boom die voorkomt op de droge, zanderige gebieden in het zuidoosten van de Verenigde Staten, op de kustvlakte van Delaware tot Florida en Louisiana. De boom kan 10 meter hoog worden en heeft diep ingesneden bladeren met drie tot zeven smalle lobben en eikels die in achttien maanden rijp worden. Deze soort vormt gemakkelijk kruisingen met Q. falcata (de sikkeleik), Q. incana, Q. laurifolia en Q. nigra. In het Engels noemt men de boom ���turkey oak' (���kalkoeneik') omdat de bladeren lijken op de pootafdruk van een kalkoen, of omdat wilde kalkoenen de eikels eten.
Middelgrote eik die inheems is op lager gelegen watergebieden in het zuidoosten van de Verenigde Staten, in het gebied dat zich uitstrekt van Delaware tot het zuiden van Illinois in het westen en het noorden van Florida en Zuidoost-Texas in het zuiden. De eikel wordt bijna helemaal bedekt door de dop. De Latijnse naam verwijst naar de vorm van de bladeren, die op een lier lijken.
Eik die wit hout produceert en inheems is in Noord-Amerika, in het oosten en middenwesten van de Verenigde Staten en het midden van Zuid-Canada. De doppen van de eikels zijn zeer rafelig. In stedelijke gebieden is het een populaire sier- en schaduwboom vanwege zijn goede weerstand tegen insecten en schimmels, droogte en luchtvervuiling. Voorheen kwam de boom veel voor op prairies en zogenaamde oak savannas (savannen met veel eiken). De boom is door zijn brandwerende kurkschors goed bestand tegen vuur.
Eik met brede kroon die inheems is in Noord-Amerika, in het gebied dat zich uitstrekt van het Midden-Westen tot diep in het zuiden van de VS en tot de oostelijke rand van de Great Plains. In het vrije veld kan de boom 18 meter hoog worden en 24 meter breed. De boom heeft vaak lange en dikke lage takken en groeit bij voorkeur op vochtige, diepe, vruchtbare en alkalische aarde met een goede afwatering, maar ook vaak in de buurt van heuveltoppen of hoger gelegen gebieden met een droge grond die klei bevat of vruchtbaar, zanderig of rotsachtig is. De boom verdraagt ook neutrale tot zure grond en gedijt in de volle tot gedeeltelijke zon (jonge bomen kunnen ook goed tegen schaduw).
Onderwijsinstellingen die speciaal zijn bedoeld om rabbijnen op te leiden; gebruik 'yeshiva's' voor scholen die lesgeven in de talmoedische wet in het algemeen en niet noodzakelijkerwijs alleen voor het rabbinaat. Gebruik 'theologische hogescholen' voor scholen die een opleiding bieden voor het priesterschap.
Wordt gebruikt voor onderwijsinstellingen met hogere opleidingsprogramma's die speciaal zijn bedoeld om rabbijnen op te leiden; gebruik 'yeshivas' voor scholen die les geven in de talmoedische wet in het algemeen en niet noodzakelijkerwijs alleen voor het rabbinaat. Gebruik 'theologische hogescholen' voor scholen die een opleiding bieden voor het priesterschap.
Omhulsels in de vorm van een doos, gewoonlijk van metaal, die over radiatoren geplaatst worden om ze aan het gezicht te onttrekken, de warme luchtstroom te richten, of om bescherming te bieden tegen hete oppervlakken.
Wordt gebruikt voor nieuwe nederzettingen, gesticht in vroeger landelijke gebieden, in de buurt van belangrijke steden, hoofdzakelijk bestemd voor kantoorbanen, winkelen en amusement; meestal hebben ze een uitgestrekte, op autogebruik gebaseerde, opzet, en beschikken over veel huur- en winkelruimte, maar missen gewoonlijk sociale- en gemeenschapsactiviteiten, duidelijk aangegeven grenzen, een centraal bestuur, of gecentraliseerde groeipatronen die traditionele steden kenmerken.
Wordt gebruikt voor plaatsen van bewaring of heropvoeding, in gebruik vanaf de 16e eeuw, die zwaar werk en strenge discipline als hervormende maatregelen gebruiken voor mensen die kleine overtredingen hebben begaan, zwervers en invalide of oudere armen. Gebruik 'armenhuizen' voor bijstandsgebouwen die liefdadige zorg en werk bieden voor armen.
Land- en watergebieden en de daarmee verbonden bouwwerken die zijn bedoeld voor recreatie.
Gebouwen in kustgebieden voor mensen, reddingsboten en uitrusting om schipbreukelingen te helpen. Meestal onderhouden door vrijwilligers of overheidsinstanties.
Informatiediensten die toegang verschaffen tot documenten in een specifiek vakgebied of vakgebieden, door gebruik van samenvattingen en registers die regelmatig op papier, in microvorm of als machine leesbare databases worden uitgegeven en die via inschrijving of tegen betaling verkrijgbaar zijn.
Te gebruiken voor aangrenzende gebieden die homogeen zijn met betrekking tot bepaalde natuurlijke, historische, economische, politieke of culturele kenmerken, en zich daarmee onderscheiden van andere gebieden. Gebruik bij voorkeur meer specifieke termen samengebracht onder 'administratieve instanties', zoals 'gewesten', 'naties', 'gebieden' of 'landschappen (omgevingen).' Gebruik 'regiones' voor de specifieke Italiaanse politieke gebiedsdelen.
Deze parken, die over het algemeen kleiner zijn dan nationale parken, bieden een breed scala aan recreatievoorzieningen. Bovendien speelt bij de regionale parken de landschappelijke waarde van het gebied een minder grote rol dan bij de nationale parken.
Het bezoeken van verschillende steden, landen of gebieden, met name afgelegen en onbekende locaties, ten minste ten dele met het doel om bezienswaardigheden te bekijken en kennis te maken met andere culturen.
Gebieden, beperkt toegankelijk voor bezoekers, die afgeschermd worden om de voortplanting van dieren of vissen te bevorderen en waar beperkte jacht is toegestaan.
Metaalgaastengel met V-vormige ribbels die meer stugheid bieden en een grotere afstand tussen de raamwerkdelen toestaan.
Leisteen dat opvalt door de lichtgekleurde strepen of banden die erdoorheen lopen. Het werd hogelijk gewaardeerd als materiaal voor bannerstones en andere oud-Amerikaanse ceremoniële voorwerpen. Wat bouwtoepassingen betreft staat het bekend als minder duurzaam dan andere typen leisteen, aangezien de banden zwakker zijn dan de donkere gebieden eromheen.
Grassoort met brede bladeren die ongeveer 1,5 tot 5 meter hoog wordt. De planten hebben veervormige bloementrosjes en gladde stijve stengels. Ze groeien langs oevers van meren en waterstromen en in watergebieden en moerassen. Riet komt voor van de tropen tot de Arctische gebieden en is een van de meest wijdverspreide planten in de wereld. De vruchten zitten in parachuteachtige houders die worden meegevoerd door de wind. Tevens is het een van de meest geschikte planten om natte gebieden in moerassen en langs meertjes en waterstromen droog te maken. In dergelijke gebieden verspreidt de plant zich snel en hebben andere planten uiteindelijk weinig kans om te groeien. De stengels worden al duizenden jaren gebruikt als bouwmateriaal, bijvoorbeeld als dakbedekking, en voor het maken van manden, pijlen, pennen en muziekinstrumenten. Men oogst riet ook vanwege de cellulose in de plant.
Verschillende soorten hoge grassen die met name in moerasgebieden groeien.
Genus van 7 tot 20 soorten, die vaak worden verbouwd voor de productie van eetbare zetmeelrijke graanproducten. Gewoonlijk zijn het eenjarige planten, maar in tropische gebieden kunnen ze ook overblijvend zijn. In veel culturen zijn bewijzen gevonden dat al sinds lange tijd rijst wordt verbouwd, onder meer in China, India en Zuidoost-Azië. Het oudste archeologische bewijs komt uit het midden en oosten van China en dateert uit 7000 tot 5000 v.Chr. Er zijn soorten die op droge grond groeien, maar de meeste soorten verbouwt men op ondergelopen velden. De zaailingen worden voor het groeiseizoen op een ondergelopen veld of padie geplant. De soort die men in de moderne wereld het meest voor voedsel gebruikt is Oryza sativa.
Te gebruiken om werken te beschrijven van het gelijknamige, nomadische, Arabisch sprekende volk van kamelenhoeders dat rondtrekt door Afrikaanse gebieden in het oosten van Tsjaad, het westen van Sudan en de Sudanese regio Darfur.
Verwijst naar de stijl en de periode die in West-Europa de boventoon voerde in de 11e en 12e eeuw. De stijl floreerde in de architectuur met de nieuwe groei van de steden, de bijbehorende kerken en de wederopbouw van kloosters. De stijl heeft kenmerkende regionale verschillen, maar over het algemeen wordt het gekarakteriseerd door de invloed en de interpretatie van de Romeinse en daaropvolgende bouwkunst. De grote omvang, ronde bogen, gewelven van metselwerk en innovaties in de constructie om voldoende verlichting te bieden. De stijl ontwikkelde zich ook in monumentale reliëfsculpturen, glas-in- lood, boekverluchting, muurschildering, ivoor-snijwerk en kostbaar metaalwerk. Het wordt gekenmerkt door vlakke gestileerde vormen, en de zeer gedetailleerde ornamenten. Periode 950-1250.
Te gebruiken voor verkeerswegen rond gebieden met verkeersopstoppingen en obstructies, ter verbetering van de doorstroming en de ontlasting van lokale straten.
Verwijst naar de stijl van de Griekse vaasschilderkunst die voortkwam uit de zwart-figurige stijl. Deze verscheen in Athene rond 530 v. Chr. en verspreidde zich over andere gebieden van Griekenland, Zuid-Italië, Etrurië en elders in het Middellandse zeegebied, totdat de stijl in de derde eeuw v. Chr. verdween. De stijl kenmerkt zich door het gebruik van een fijne engobe en een bakproces in twee fasen, om door middel van sintering een zwarte ondergrond te verkrijgen, met in rood uitgespaarde figuren. De details van de figuren zijn vloeiender dan in de zwart-figurige stijl, meestal aangebracht met een penseel, met zowel een duidelijke, zwarte reliëflijn als een lichtere lijn die in kleur varieert van donkergoud tot zwart.
Genus van 6 tot 40 soorten (afhankelijk van de classificatie) overblijvende grassen die men vanwege het sap verbouwt in tropische gebieden. De huidige commerciële rietsoorten die tot dit genus behoren, zijn hybriden van de soort Saccharum officinarum (suikerriet). Deze soort is gekweekt uit een wilde rietsoort (Saccharum robustom) en werd verbouwd door inheemse volkeren die op de zuidelijke eilanden in de Stille Oceaan leefden. Suikerrietproducten zijn onder meer tafelsuiker, falernum, stroop, rum, cachaça, bagasse en ethanol.
Wordt gebruikt voor openbare restauratie-gelegenheden waar de nadruk vooral ligt op het drinken van meestal alcoholische dranken, in plaats van op eten, en die voorstellingen of andere vormen van amusement aanbieden in de belangrijkste ruimte maar die geen slaapplaatsen bieden; gebruik 'cafés' voor soortgelijke gelegenheden, maar meestal zonder amusement; gebruik 'taveernen' voor gelegenheden die slaapplaatsen zowel als eten en drinken aanbieden, maar geen amusement.
Verwijst naar de stijl en cultuur van de klassieke Samnieten, die verwant waren met de Sabijnen. Zij spraken Oskisch, bewoonden het bergachtige binnenland van Zuid-Italië alsmede enkele kustgebieden, en trokken in de 3de en 4de eeuw v. Chr. in drie opeenvolgende oorlogen ten strijde tegen de Romeinen om de zeggenschap in het gebied.
Verwijst naar moderne afdrukken die zijn geproduceerd met het zandkorrelige mezzotintprocedé. Dergelijke afdrukken hebben de algemene eigenschappen van een mezzotint, maar vertonen in de lichtere gebieden niet de rechte lijnen van de zaagvormige randen van de wiegijzers.
Orde van 8 families, 151 genera en ongeveer 1000 soorten bloeiende planten. Alle families in Santalales zijn in zekere mate parasitair. Ze hechten zich vast aan de wortels of takken van hun gastheren. De leden van deze orde komen overal in de wereld voor, maar vooral in tropische en subtropische gebieden.
Te gebruiken voor kleinere stadskernen aan de rand van grootstedelijke gebieden met een zelfstandige jurisdictie ten opzichte van de grotere stad, maar wel met een zekere mate van economische en sociale afhankelijkheid van die stad. Gebruik 'nieuwe steden' voor gemeenschappen die zijn ontworpen om in sociaal of economisch opzicht onafhankelijk van grotere stedelijke gebieden te fungeren.
Hout van de boom behorende tot de soort Ferolia guianensis van de familie Rosaceae, inheems in de tropische gebieden van Amerika. De kleur is roodachtig bruin, met zijdeglans; het hout wordt gebruikt voor kabinetten.
Gebieden onder het bewind van een onderkoning, deel uitmakend van het oude Perzië onder Rijk der Achaemeniden en latere regeringen.
Boomloze vlaktes; wordt voornamelijk gebruikt voor bepaalde gebieden in het zuidoosten van de Verenigde Staten; verwijst ook naar tropisch of subtropisch grasland met verspreide bomen en struiken.
Gebieden die zijn geblokkeerd door een object zodat straling niet rechtstreeks op het gebied kan vallen.
Aanduiding voor muren die rond een bouwput opgericht worden om natte aarde tegen te houden om bijvoorbeeld funderingen te kunnen bouwen in gebieden met hoog grondwater.
Middelgrote boom die inheems is op de Britse eilanden, het vasteland van Europa en Noord-Azië, maar ook is ingevoerd in de VS en andere gebieden. Het hout van de boom is licht, hard en sterk, maar heeft de neiging snel te rotten. De twijgen gebruikt men om manden te vlechten. De houtskool die men van het hout maakte, gebruikte men voor de productie van buskruit. De schors werd gebruikt voor het looien van leer. In het Engels noemt men de boom ���white willow', omdat de onderkant van de bladeren wit zijn. In sommige classificaties wordt deze soort onderverdeeld in twee ondersoorten, waaronder Salix alba vitellina.
Ruimten in gebouwen, met een of meer zitplaatsen en een put, en die worden gebruikt als toilet zonder riolering. Te onderscheiden van 'privaathuisjes', losstaande gebouwtjes bij woonhuizen die gelijksoortige toiletfaciliteiten bieden. Voor ruimten met toiletten die wel riolering hebben gebruik: 'toiletten'.
Algemene term voor harnasstukken die in de hand of op de arm worden gedragen en worden gebruikt om stoten van een tegenstander af te weren of bescherming te bieden tegen projectielen. Ze hebben door de geschiedenis heen overal in de wereld bestaan in vele afmetingen, vormen en materialen.
Techniek voor het produceren van een schilderij door het invullen van contouren en afgebakende schaduwgebieden met een aangeduide verfkleur, meestal verkrijgbaar in een pakket. De techniek werd in de jaren vijftig van de 20ste eeuw commercieel ontwikkeld in de Verenigde Staten en was bestemd voor amateurs. Hij was echter gebaseerd op een techniek die al zou zijn gebruikt in de Renaissance en eerder nog eerder voor het aanleren van schilderen en om assistenten van een meester te helpen bij het schilderen van grote fresco's. Moderne technieken voor schilderen op nummer maken meestal gebruik van kleine potjes met verschillende kleuren verf die apart zijn genummerd, en gebieden en patronen op een bord of doek die zijn gemarkeerd met de corresponderende nummers van deze kleuren. De schilder voltooit het schilderij door de gebieden op te vullen met de aangeduide kleuren.
Cypergrassoort die voorkomt in zoetwatermoerassen in heel Noord-Amerika. De plant heeft dikke ronde groene stengels die 3 meter hoog worden, en lange grasachtige bladeren. De planten spelen een belangrijke ecologische rol in kustgebieden, waar ze bescherming bieden tegen de kracht van de wind en het water, zodat ook andere planten er kunnen groeien en erosie wordt tegengegaan.
Overblijvende waterplant die voorkomt in watergebieden in Canada en de Verenigde Staten, onder meer in moerasgebieden, langs meren en in ondiep water. De cilindrische stengels worden tot 2 meter hoog. De bladeren zitten om de onderkant van de stengel gedraaid. De bloesem is een pluim van kegelvormige aartjes op dunne takken.
Bestuurlijke gebieden met hun eigen bestuurslichaam en belastingrecht, die dienen als de kleinste eenheden voor het beheer van een systeem van openbare scholen.
Wordt algemeen gebruikt voor bouwwerken die een zekere mate van bescherming, beschutting of verdediging bieden; gebruik waar mogelijk een specifiekere term.
Verwijst naar gebouwen met open zijkanten die tegen een schuur of een ander groot boerderijgebouw zijn aangebouwd, om beschutting te bieden aan runderen of om mesthopen tegen het weer te beschermen om zo de voedingsstoffen daarin te behouden. Kan ook verwijzen naar een schuur met een open zijde die beschutting biedt aan vee dat op het erf wordt gehouden; met één, twee of drie muren en vrijstaand of als aanbouw tegen een schuur. Van oorsprong maakten dergelijke schuren deel uit van een groep agrarische opstallen, met schuren en stallen rondom een centraal erf. Gebruik 'veestallen' of 'koeienstallen' voor gebouwen die zijn bedoeld om runderen te huisvesten.
Scholen die onderwijs bieden in theologie en religieuze geschiedenis, met als belangrijkste, maar niet als enige doelstelling het voorbereiden van de studenten op werk als priester, predikant of kerkmedewerker; worden meestal gesteund en beheerd door een kerk of een andere religieuze organisatie. Gebruik 'rabbijnenscholen' voor scholen die zijn gewijd aan het opleiden van rabbi's.
Onderwijsinstellingen die onderwijs bieden in theologie en religieuze geschiedenis, met als belangrijkste, maar niet als enige, doelstelling het voorbereiden van de studenten op werk als priester, predikant of kerkmedewerker; worden meestal gesteund of beheerd door een kerk of een andere religieuze organisatie. Gebruik 'rabbijnenscholen' voor scholen die zijn gewijd aan het opleiden van rabbi's.
Genus van coniferen uit de cipresfamilie, bestaande uit één levende soort, Sequoia sempervirens. De reuzensequoia werd voorheen ook tot dit genus gerekend. De sequoia komt voor in de mistgordel van de kustgebieden in het zuiden van de provincie Monterey in Californië tot aan het zuiden van Oregon, en op de verspreid liggende boomgroepen op de westelijke hellingen van de Sierra Nevada, van de county's Placer tot Tulare in Californië. Zeer oude fossiele resten van de sequoia uit de Juraperiode (circa 200 tot 145,5 miljoen jaar geleden) komen wijd verspreid voor op het noordelijk halfrond. De moerascipres en watercipres zijn nauw verwant met de sequoia. De naam van het genus verwijst naar de beroemde Cherokee-indiaan Sequoyah (of Sequoya).
Wordt gebruikt voor hotelachtige verblijven die aparte, individueel gemeubileerde kamers bieden voor lange of korte huurperiodes tegen zeer lage prijzen; meestal met gedeelde badkamer- en keukenvoorzieningen, en met of zonder schoonmakers, beddegoed of receptiediensten. Geen Nederlands equivalent. Zie 'hotel-pensions'. Gebruik 'appartenmentenhotels' voor soortgelijk onderdak maar met grotere kamers of een aantal kamers, meestal voor langdurige huur en met meer soorten dienstverlening.
Vorm van ontwikkeling van een woonkern met de nadruk op minimale stadsuitbreiding en beperking van milieuonvriendelijke projecten, met beschermde groengordels en met voetgangersgebieden en landelijke gebieden, waarbij stadscentra en oudere woonwijken worden gerevitaliseerd door middel van adaptief hergebruik en 'inbreiden'.
Wordt gebruikt voor huizen die bij kanaalsluizen zijn geplaatst om de sluiswachter eenvoudig onderdak te bieden.
Met rook vervuilde mist die vaak ontstaat in de omgeving van industriegebieden en steden.
De veranderlijke belasting die is toegestaan in lokale bouwvoorschriften bij het ontwerpen van daken in gebieden waar regelmatig sneeuwval voorkomt.
Gebieden die permanent zijn bedekt met sneeuw en ijs, het begin van gletsjers.
Systemen die zware railvervoerdiensten bieden die meestal voorrang hebben en zijn gescheiden van andere verkeerssystemen, meestal binnen een stedelijke context en met treinen die bestaan uit meerdere stellen die op elektriciteit werken en grote hoeveelheden passagiers vervoeren.
Vierwielige plezierrijtuigen met twee of drie banken die elk plaats bieden aan twee of drie passagiers, met of zonder deuren, al of niet met een aparte bok en soms open of met een half of opvouwbaar dak; populair in de eerste helft van de 19e eeuw.
Te gebruiken voor georganiseerde hulp die overheidsinstanties of particuliere instellingen aan leden van de bevolking bieden. Gebruik 'openbare diensten' voor blijvend essentiële voorzieningen die de overheid verzorgt en die direct in verband staan met de bescherming en het onderhoud van levens en eigendommen van de inwoners van een gemeenschap.
Genus van ongeveer 25 soorten grove grassen die 2 meter hoog worden, vele met rood- tot paarszwarte pluimen. Men verbouwt deze grassen wereldwijd als voedsel en veevoer, maar sommige soorten zijn niet veredeld en zijn een vervelend onkruid voor de landbouw. De soorten uit dit genus komen voor in gematigde tot tropische gebieden in de hele wereld.
Een voornamelijk in kunstnijverheid en interieurontwerp gehanteerde algemene stijl die wordt gekenmerkt door motieven en elementen uit New Mexico, Arizona en de omliggende gebieden, met invloeden van Native American en Spaanse ontwerpen.
Verwijst naar de stijl en periode die loopt van de vroege 16de tot de vroege 19de eeuw in de door de Spanjaarden gekoloniseerde gebieden, in het bijzonder op de beide Amerikaanse continenten. De stijl is vooral zichtbaar in de schilderkunst, beeldhouwkunst en in kerkelijke en militaire architectuur. De stijl toont de smaak van de aristocratische grootgrondbezitters en van de kerk en imiteert in feite de gangbare stijlen uit Spanje, de Nederlanden, Italië en Frankrijk. Soms zijn er in beperkte mate invloeden uit lokale tradities en ontwerpen gebruikt.
Takken van studie, beroepen en gebieden van professionele specialisatie.
Amusementsvoorzieningen die een verscheidenheid aan spellen en ander amusement bieden die kunnen worden gespeeld tegen een vastgestelde prijs.
Aanduiding voor kunstmatige watergebieden, meestal geometrisch van vorm en speciaal ontworpen en geplaatst om gebouwen of andere structuren te weerspiegelen.
Gebieden die ontstaan door opgegraven grond of overgebleven materiaal, voordat het terug wordt gestort; ook het deel van een mijn waar de kolen en andere mineralen achterblijven die niet verhandelbaar zijn.
Het verantwoordelijk zijn voor, borg staan voor of promoten van een persoon, groep of organisatie, vaak door financiële of andere materiële steun te bieden.
Duidt gebouwen die faciliteiten bieden voor sportieve evenementen of opleidingen en, meestal, ondersteunende faciliteiten voor de deelnemers en toeschouwers.
Wordt gebruikt voor gebouwen die afgezette en ononderbroken ruimten bieden die zijn aan te passen voor verschillende gymnastiek- en recreatieactiviteiten zoals bijvoorbeeld baansporten en basketbal; vaak geplaatst op of bij sportvelden.
De grootste kerngebieden binnen de erkende grenzen van grootstedelijke gebieden; wordt vaak gebruikt om het centrum te onderscheiden van buitenwijken of nieuwere omliggende delen van grootstedelijke gebieden; de centrale zakenwijken en binnensteden vallen er doorgaans niet onder.
Functionarissen die zich bezighouden met het algemene beheer van stedelijke gebieden, inclusief het stellen van doelen voor het leven in de stad, het vaststellen van het beleid, en de planning, de ontwikkeling, het beheer en het onderhoud van de stedelijke omgeving en diensten.
Kleine parken in gebieden (bijvoorbeeld in nieuwe steden) die in hoge mate zijn geürbaniseerd; dikwijls bevinden ze zich nabij een zakencentrum of een winkelgebied.
Personen die gespecialiseerd zijn in het ontwerpen en verbeteren van de ruimtelijke ordening en de invulling van stedelijke gebieden. Gebruik ‘stadsplanners’ voor personen die werkzaam zijn bij het overkoepelend beheer van stedelijke gebieden, waarbij doelstellingen voor het leven in de stad worden geformuleerd, beleid wordt gedefinieerd en de planning, de ontwikkeling, de implementatie en het onderhoud van de stedelijke omgeving en diensten worden beheerd.
Onafhankelijke staten die bestaan uit een stad en haar aangrenzende, afhankelijke gebieden.
Het opruimen, verbouwen, restaureren of opknappen van stedelijke gebieden.
Lange stokken die met de hand worden vastgehouden en steun bieden bij het lopen.
Te gebruiken voor het algemene beheer van stedelijke gebieden, inclusief doelstellingen voor het stedelijke leven, het vaststellen van gedragslijnen en de planning, ontwikkeling, het beheer en onderhoud van de stedelijke omgeving en diensten. Gebruik 'stadsplanning' voor het gebied binnen planning waarin men zich bezighoudt met het ontwerpen en verbeteren van de ruimtelijke ordening en de inhoud van stedelijke gebieden.
Gebieden binnen stadsgrenzen of nauw verbonden met steden door gemeenschappelijk gebruik van openbare voorzieningen of diensten.
Omvat railvervoersystemen die vooral in stedelijke gebieden worden gebruikt.
Te gebruiken voor de tak van de bosbouwkunde die zich bezighoudt met planning, ontginning, bescherming en beheer van stedelijke bosgebieden.
Te gebruiken voor smalle straten, meestal slechts breed genoeg voor één voertuig of voor voetgangers, die tussen gebouwen lopen of vanuit de hoofdwegen toegang bieden aan achteringangen of garages.
Het vermogen van materiaal om weerstand te bieden aan belasting zonder mee te geven of te barsten.
Pijlerachtige metselwerkonderdelen die worden gebouwd om muren te verstevigen of te dragen, of om weerstand te bieden aan de spankracht van gewelven.
Drukprocédé waarbij tintgebieden worden verkregen door meestal, in combinatie met een patroon van gegraveerde en geëtste lijnen, korte krasjes of stippen te graveren. Gebruik 'schrootmanier' voor het vijftiende-eeuwse procédé voor het maken van reliëfgravures met gestippelde delen.
Theorie of methode die van toepassing is op vele gebieden waarin de onderlinge verhoudingen tussen de samenstellende elementen (zoals in een literair werk, een handeling of een benadering) als belangrijker wordt beschouwd dan de losse delen; wordt soms op alle menselijke handelingen en de producten daarvan toegepast, in zoverre dat zelfs gedachten als geconstrueerd en onnatuurlijk worden beschouwd.
Genus van circa 120 soorten heesters of kleine bomen die inheems zijn in warm-gematigde en tropische gebieden van het noordelijk halfrond, in het oosten en zuidoosten van Azië en in Zuid-Amerika.
Grote stukken land die geringer van afmeting zijn dan de gebieden die gewoonlijk 'continenten' worden genoemd; wordt ook gebruikt voor grote delen van continenten met een zekere mate van geografische onafhankelijkheid.
Directe, meestal monetaire materiële hulp bieden aan personen, groepen of ondernemingen, meestal met als doel de ontvanger te steunen of te promoten.
Gebieden onder het bestuur van een sultan.
Aanduiding voor zeer grote huizenblokken die meestal bestemd zijn voor bewoning; vaak worden ze gevormd door verscheidene kleinere huizenblokken samen te voegen en vaak zijn ze verboden voor doorgaand verkeer en voorzien van voetgangersgebieden.
Gebieden onder het bestuur van een suzerein.
Soort echte mahonieboom, oorspronkelijk inheems in het zuidelijke deel van Noord-Amerika en Centraal- en Zuid-Amerika, namelijk in Mexico, Bolivia, Brazilië, Colombia, Belize, Peru, Venezuela, Costa Rica, Dominica, Ecuador, El Salvador, Frans-Guyana, Guadeloupe, Guatemala, Guyana, Honduras, Martinique, Montserrat, Nicaragua, Panama, Saint Lucia, Saint Vincent en de Grenadines. De soort wordt nu bedreigd door het verdwijnen van de habitat en mag dus niet worden gekapt in zijn inheemse gebieden. De soort is ook ingevoerd voor kweek in Azië, waar hij mogelijk een invasieve soort kan worden.
Hebreeuws-Engelse scholen die zowel seculier als religieus onderwijs bieden, meestal bestuurd onder orthodox-joodse auspiciën, of scholen die onderwijs geven in de talmoedische wet en die rabbi's wijden. Gebruik 'rabbijnenscholen' voor onderwijsinstellingen die speciaal zijn bedoeld voor het scholen van rabbi's. Gebruik 'joodse scholen' voor scholen die worden bestuurd onder hervormd of conservatief joodse auspiciën.
Lieren met een ronde of komvormige klankkast waaruit 2 met dierenhuid bedekte armen omhoog steken die samen 2 zijden van een gelijkbenige driehoek vormen; de basis van de driehoek wordt gevormd door een juk waarvandaan 5-6 snaren, meestal van darm, naar het onderste gedeelte van de klankkast lopen, waar ze zijn bevestigd aan een metalen ring die ook als kam fungeert; gebieden rond de Middellandse Zee en de Perzische Golf.
Genus van verschillende eenjarige grassen die zich goed kunnen aanpassen aan verschillende klimaten en die men al sinds prehistorische tijden verbouwt als voedsel. Tegenwoordig wordt tarwe in de meeste gematigde gebieden verbouwd vanwege het graan, met name T. aestivum en T. turgidum. Aan het eind van de lange stengels (ongeveer 1 meter lang) zitten aren met graankorrels die men vermaalt tot meel voor pasta en brood. Tarwemeel gebruikt men ook als veevoer en voor het maken van stijfsel en alcohol (bier). Het bevat koolhydraten (70%), proteïnen (11-15%), mineralen en vitaminen. De strohalmen (stengels) van de tarweplant gebruikt men voor het maken van papier en als droog veevoer en ligstro.
Vooral 17e tot 19e eeuwse gelegenheden waar men kon eten, drinken en overnachten, die vaak plaatselijke verzamelplaatsen voor gezelligheid werden; te onderscheiden van 'herbergen' waar de slaapgelegenheid wordt benadrukt en die ook eten en drinken aanbieden; gebruik 'cafés' en 'saloons' voor gelegenheden waarbij de nadruk ligt op vooral alcoholische dranken.
Scholen die onderwijs bieden voor één of meer geschoolde of halfgeschoolde ambachten of beroepen.
Wordt gebruikt voor de compenserende of tegenwicht biedende gewichten op een weegschaal.
Hokjes in de publieke ruimte met een telefoon erin. In West-Europa en Amerika werden ze in de tweede helft van de jaren zeventig van de negentiende eeuw voor het eerst geïntroduceerd in stedelijke gebieden door de politie om agenten en burgers de mogelijkheid te bieden bij ordeverstoringen de autoriteiten te waarschuwen.
Gemeenschappen die zijn ontworpen om telecommunicatiediensten aan te bieden aan mensen die thuis werken, vaak met de nieuwste technologie en gevestigd op het platteland.
Wordt gebruikt voor kunstmatige heuvels die bestaan uit de opeenhoping van overblijfselen van opeenvolgende niveaus van nederzettingen. Gebruikelijk in gebieden waar modder als bouwmateriaal wordt gebruikt.
Wordt gebruikt voor religieuze gebouwen die zijn gewijd aan het dienen van een godheid of godheden, vaak met een cultusafbeelding; wordt niet gebruikt voor christelijke en islamitische religieuze gebouwen, gebruik daar 'kerken' of 'moskeeën'. Kan ook worden gebruikt voor protestantse vereringsplaatsen in Frankrijk en en sommige Frans-sprekende gebieden.
Gebruik voor complexen die faciliteiten bieden die het verkeer van lading of passagiers tussen schepen of tussen schepen en de wal mogelijk maken.
Grote boom die inheems is in de tropische gebieden in het westen van Afrika. De boom kan 60 meter hoog worden en heeft een koepelvormige of platte kroon. Aan het grootste deel van de stam groeien geen takken. De vrucht is een dopvrucht met twee vleugels. Het hout gebruikt men op verschillende manieren, onder meer voor het maken van muziekinstrumenten.
Wordt gebruikt voor platte geplaveide of beplante gebieden, die meestal uitsteken boven het omliggende terrein en naast de gebouwen of gedeelten van het tuincomplex liggen.
Verwijst naar tekeningen of diagrammen waarin de ordening van een structuur op een perceel land exact is afgebeeld. De term kan ook verwijzen naar plattegronden van tuinen, groepen gebouwen of nieuwe wijken, waarbij de ligging van gebouwen, wegen, nutsvoorzieningen, landschappelijke en topografische elementen, waterpartijen en begroeiing kan zijn afgebeeld. Gebruik 'plattegronden (tekeningen)' voor tekeningen of andere weergaven op een horizontaal vlak van steden of grotere gebieden, met name indien dergelijke weergaven geen deel uitmaken van het ontwerpproces.
Tijdelijke constructies die worden opgebouwd voor festiviteiten of sportevenementen, of die toegang bieden tot of bescherming en ondersteuning van voorzieningen in aanbouw.
Wordt gebruikt voor openbare wegen die direct toegang bieden tot het land, de gebouwen of de snelwegen aan één of aan beide zijden.
Bes van de tomatenplant die wordt gekweekt als een tuingroente in gematigde en tropische gebieden. De kleur van de vrucht varieert van rood tot geel.
Ronde schilderijen. Gebruik 'medaillons (ornamentgebieden)' voor ronde tweedimensionale motieven; gebruik 'Tori' voor ronde panelen in de architectuur.
Te gebruiken voor lichte, snelle oorlogsschepen die zijn ontworpen om aan te vallen met duikbootafwerende wapens; zijn oorspronkelijk aan het einde van de 19e eeuw ontworpen om tegenstand te bieden aan torpedoboten.
Aanduiding voor lichte railvervoersystemen die over straten in stedelijke gebieden opereren; ze vervingen in de negentiende eeuw de door paarden voortgetrokken spoorvoertuigen, voordat op eigen kracht voortbewegende tramsystemen populair werden.
Kleine gouden munten ter waarde van een derde van een gouden solidus, gebruikt in Romeinse en Merovingische gebieden vanaf eind 4e eeuw tot de 7e of 8e eeuw.
Te gebruiken voor het ontwikkelen en decoratief aanplanten van tuinen en terreinen. Gebruik 'landschapsarchitectuur' voor de tak van architectuur die zich bezighoudt met het ontwerp van de landschappelijke omgeving, inclusief het ontwikkelen en aanplanten van allerlei soorten geplande groene buitengebieden met als doel het creëren van een natuurlijke omgeving voor gebouwen, gemeenten en steden.
Te gebruiken voor vakgebieden van gezondheidswetenschappen, die tuinen, planten en horticulturele activiteiten gebruiken om verbetering van het fysieke en psychologische welzijn van patiënten te stimuleren.
Grote eik, inheems in het oosten van Canada en de VS, die voorkomt in verschillende gebieden, zoals beekdalen en laaggelegen velden. De schors is grijs en schilferig, met onregelmatige ribbels en kloven. De boom heeft een komvormige kroon, groeit snel en kan 350 jaar oud worden.
Heuvels of heuvelachtige gebieden aan de voet van een berg of bergketen.
Het verbeteren van vervallen stedelijke gebieden door verlaten of ontruimde huizen aan te bieden aan mensen die ermee akkoord gaan de huizen op te knappen en er voor een bepaald aantal jaren in te wonen.
Onderwijsinstellingen die onderwijs bieden voor één of meer geschoolde of halfgeschoolde ambachten of beroepen. Gebruik 'technische hogescholen' voor onderwijsinstellingen voor technisch onderwijs.
Hout van de soort Gleditsia triacanthos, afkomstig uit gebieden in Noord-en Zuid-Amerika, Afrika en Azië. Het produceert een hoge kwaliteit hout dat goed polijst, maar is lichter en zwakker dan de meeste acaciasoortten Het wordt gebruikt voor speciale meubels, wielspaken, en palen.
Te gebruiken voor kassen waar varens in worden gekweekt. Kan ook worden gebruikt voor tuinen of andere gebieden in de open lucht waar de aanwezigheid van varens overheersend is. Gebruik 'varenbedden' of 'terrariums' voor kleine bakken voor varens.
Verwijst naar met water verzadigde, sponsachtige grond met een karakteristiek plantenleven (zoals veenmossen), waarin de vegetatie verrot en waarbij uiteindelijk veen met hoge zuurgraad wordt gevormd. Verschilt van 'moerasgebieden', waarin het water alkalisch blijft.
Personen ingehuurd door een instituut of organisatie om bescherming te bieden tegen inbraak, diefstal of vandalisme.
Te gebruiken voor het concept van een woonomgeving waarin bewoners de kwaliteit van hun leven kunnen verbeteren terwijl ze hun familie, buren en vrienden veiligheid bieden.
Verwijst naar gezichten die uitzicht bieden over een grote afstand, gewoonlijk uitgestrekte of imponerende gezichten op een landschap.
Railvervoersystemen van elke vorm die zich boven het grondverkeer verplaatsen, vooral voor plaatselijk vervoer in stedelijke of interlokale gebieden.
Bedrijven die vervoermiddelen te huur aanbieden, doorgaans auto's en boten.
Wordt specifiek gebruikt voor borden met regulerende, waarschuwende en informatie biedende tekens, ontworpen door het Amerikaanse Department of Transportation, zoals een teken voor een verboden activiteit binnen een rode ring, doorkruist met een rode streep.
Te gebruiken voor personen of bureaus die goederen voor de verkoop aanbieden, met name personen die diensten verlenen en die zorgen voor het ontwerpen, het op de markt brengen en verkopen van computers, software, geautomatiseerde systemen en databases.
Te gebruiken voor de toestand in stedelijke gebieden die wordt gekenmerkt door een algemene verslechtering van de kwaliteit van bestaande gebouwen en infrastructuren, vaak het resultaat van nadelige economische- omgevings- of zoneringsinvloeden.
Wordt gebruikt voor groepsverblijven op of bij ziekenhuisterreinen die slaapzaalachtige huisvesting bieden voor verpleegkundigen en leerling-verpleegkundigen.
Uitgestrekte bebouwde stedelijke gebieden die enkele geïsoleerde landelijke gebieden bevatten, en zijn gevormd door het samenvoegen van steden of gemeenten die daarvoor op zichzelf stonden. Gebruik 'megalopolissen' voor nog uitgestrektere of meer omvattende clusters van stedelijke gebieden.
Het bieden van permanente ondersteuning aan de onderkant van een bouwconstructie, bijvoorbeeld door het versterken van een bestaande fundering, pijler of muur.
Grote familie van meer dan 400 soorten vleermuizen, die wereldwijd in zowel tropische als gematigde gebieden worden aangetroffen. Hun leefgebied varieert van tropisch bos tot woestijn. Ze worden gekenmerkt door kleine ogen en een sterk ontwikkelde staart en vaak hebben ze lange vleugels, terwijl sommige soorten zeer grote oren hebben.
Amusementshallen die vooral videospelletjes bieden.
De geografische gebieden die vanuit een bepaalde plaats te zien zijn of de gebieden van waaruit een bepaald kenmerk te zien is.
Zonnebrillen met speciale vorm om het mondstuk plaats te bieden.
Bedekkingen voor vloeren, bedoeld om de vloer te beschermen tegen vuil of slijtage, om warmte of een aangenamer loopoppervlak te bieden, of als decoratie.
Wordt gebruikt voor tijdelijke, langs de grenzen van naburige landen , vaak spontaan opgerichte nederzettingen van vluchtelingen, die doorgaans niet veel onderdak bieden, waar voorraden en sanitaire voorzieningen beperkt zijn en die zijn opgebouwd zonder dat er formeel asiel is verleend.
Delen van het lichaam van een mens of een dier, gewoonlijk met tenen, die zich bevinden onder het enkelgewricht van de benen of poten, met als belangrijkste functie het bieden van steun en voortbeweging. Gebruik 'handen (dierlijke of menselijke lichaamsdelen' voor de uiteinden van armen.
Gebieden onder het bestuur van een voivode, die deels zelfstandige districten of provincies van Oosteuropese landen zoals Polen zijn.
Volkstuinen in Duitse stedelijke gebieden, bestemd voor privépersonen voor het verbouwen van gewassen en recreatie. De Duitse 'Schrebergarten' is ontstaan in 1860 in Leipzig en genoemd naar de onderwijshervormer Daniel Gottlob Moritz Schreber (1808-1861).
Godsdienst, oorspronkelijk uit West-Afrika, waarin theologische en magische overtuigingen en praktijken worden gecombineerd met rituele en iconografische elementen uit het rooms-katholicisme. Voodoo wordt beoefend in West-Afrika, op Haïti en in andere delen van het Caribisch gebied, alsook in sommige steden en gebieden in Noord- en Zuid-Amerika, voornamelijk door bevolkingsgroepen van Afrikaanse afkomst.
Gebieden, gewoonlijk woonwijken, die zich compact ontwikkeld hebben of zich aan het ontwikkelen zijn, aan de periferie van een centrale stad. Te onderscheiden van centrale steden door hun meer homogene sociaal-economische en fysieke karakter, hoewel er zelden een duidelijke scheiding is tussen buitenwijken en centrale steden
Gebieden aan de periferie van een stad, die worden gekenmerkt door een heterogene mix van woonwijken, bedrijvenparken, akkerland, beplantingen en ongerept natuurgebied.
Buitenramen die op bestaande ramen worden geplaatst om extra bescherming tegen het weer te bieden.
Uit eigen vrije wil en zonder vergoeding een dienst doen of aanbieden aan anderen, of een bepaalde zaak of instelling, vooral met betrekking tot het gemeenschapsbelang.
Gebogen, stangvormige handbeschermers die zich uitstrekken van de pareerstang tot de gevestknop, en zijn bedoeld om bescherming te bieden aan de knokkels.
Meestal voor kinderen bedoelde verhalende teksten of gedichtjes waarin wordt gewaarschuwd voor de gevolgen van slecht gedrag of dwaasheid of waarin dergelijk gedrag wordt berispt; wordt ook, op verschillende vakgebieden, gebruikt voor teksten waarin wordt gewaarschuwd tegen eventuele methodologische valkuilen.
Wordt gebruikt voor commerciële gebouwen in Caïro die onderdak, opslag of winkelruimte bieden aan handelaren of die soms dienen als makelaarskantoren; vergelijkbaar met khans en vaak gebouwd met afzonderlijke woningen erboven.
Stokken die in de hand worden gehouden en steun bieden bij het lopen, met name een stijlvol en vaak ook een ornamenteel onderdeel voor het maken van een wandeling.
Wordt gebruikt voor systemen die water aanvoeren naar en tussen gebouwen en andere constructies of van en naar plaatsen binnen woongebieden of landbouwgebieden; gebruik 'sanitaire systemen' voor watertoevoersystemen binnen gebouwen.
Merken die in papier worden verwerkt wanneer dit wordt gemaakt, en die worden weergegeven als doorschijnende of schaduwgebieden die alleen zichtbaar zijn als er licht doorheen valt. In een watermerk worden vaak de naam van de fabrikant en de productiedatum van het papier verwerkt. Symbolen, zegels en initialen komen ook vaak voor. Watermerken worden ook gebruikt om vervalsingen en namaak op te sporen en te voorkomen. Ze werden voor het eerst gebruikt in 1282 in Bologna.
Aanduiding voor passief weerspiegelende of dynamische elementen in het cultuurlandschap dat water bevat als voornaamste ontwerpkenmerk; gebruik de omschrijvingen bij 'wateroppervlakken' voor natuurlijke watergebieden.
Stijging en overstroming van watergebieden die land bedekken dat gewoonlijk niet onder water staat.
Familie van 52 genera en ruim 900 soorten heesters en bomen met wereldwijde verspreiding, met name in tropische en warm-gematigde gebieden.
Restaurants, pensions of hotels gelegen naast of in de buurt van wegen of snelwegen, ze bieden naast voedsel en onderdak ook vaak entertainment.
Wordt gebruikt voor gebouwen of groepen van gebouwen met verschillende gebruiksdoeleinden die voorzieningen bieden voor overheids- en particuliere organisaties die zijn betrokken bij de internationale handel.
Zeer grote loofbomen die inheems zijn in het noordwesten van Noord-Amerika. Elders plant men ze tegenwoordig als sierbomen. In sommige classificaties een ondersoort van Populus balsamifera. Het is de eerste boom waarvan het genoom volledig is gesequencet. Van de boom maakt men timmerhout, en extracten van de geurige knoppen gebruikt men in parfums, medicijnen en cosmetica. De indianen uit de noordelijke gebieden aan de westkust van Noord-Amerika gebruikten de binnenbast als voedsel en medicijn; de salicoside in de bast is een ontstekingsremmer waarmee men o.a. wonden kan verzorgen. Het hout, de wortels en de schors van de boom gebruikte men als brandhout en om kano's, touw, visfuiken, manden en bouwconstructies te maken. Het gomachtige sap werd als lijm gebruikt en om voorwerpen waterdicht te maken.
Voorschriften of regels afkomstig van de wetgever die iets bekendmaken, gebieden of verbieden, en die conform de noodzakelijke vormvoorschriften tot stand zijn gekomen. Voor regels met kracht van wet, uitgevaardigd door een overheidsinstantie om de bepalingen van een wet te interpreteren of ten uitvoer te brengen, wordt 'bestuurlijke maatregelen' gebruikt.
Wordt gebruikt voor periodieken die wetenschappelijke artikelen bevatten of die op andere wijze informatie verspreiden over ontwikkelingen op wetenschappelijke gebieden.
Bibliotheken die bestaan uit gespecialiseerde documenten en die voorzieningen bieden voor het ondernemen van diepgaand onderzoek.
Bibliotheken die bestaan uit gespecialiseerde documenten en die voorzieningen bieden voor het ondernemen van diepgaand onderzoek.
Familie van houtige struiken en bomen (en een paar overblijvende kruidachtigen) met 160 genera en 1700 soorten die overal ter wereld voorkomen, met name in warme gematigde en tropische gebieden. De meeste soorten vindt men in Afrika en Australië, vaak in halfdroge bosgebieden. Veel leden van deze familie zijn waardevol als sierstruiken en -bomen en vanwege hun eetbare vruchten.
Soort vijgenboom die inheems is in Afrika en die al sinds de oudheid wordt gekweekt. De oude Egyptenaren gebruikten de soort vanaf de predynastische periode in het derde millennium voor Christus. Zo werd de boom gebruikt voor het afbeelden van de oude Egyptische levensboom. De vrucht, het hout en zelfs de takken werden tijdens het Oude Rijk, het Middenrijk en de Late Periode in graven gelegd. De kisten van sommige mummies zijn gemaakt van het hout van deze soort. De soort wordt ook genoemd in een aantal bijbelpassages. Voor de voortplanting van deze soort is de aanwezigheid van de symbiotische wesp Ceratosolen arabicus vereist, maar dit insect is inmiddels uitgestorven in Egypte. In tropische gebieden waar de wesp veel voorkomt, omgeven complexe mini-ecosystemen met de wesp, nematoden, andere parasitaire wespen en diverse grotere roofdieren de levenscyclus van de vijgenboom.
Aanduiding voor ongerepte, ongecultiveerde gebieden waarin de mens niet ingrijpt noch controle op uitoefent; te onderscheiden van 'natuurreservaten' waarin flora en fauna worden beschermd en beheerd en van 'beschermde natuurgebieden', hetgeen gebieden zijn waarin de bescherming van natuurlijke gewassen wettelijk is vastgelegd en waar recreatie en industrie slechts in beperkte mate zijn toegestaan.
Verwijst naar een mechanisme voor het effectief benutten van windenergie; verwijst meestal ook naar het gebouw waarin het mechanisme is ondergebracht of de structuur die het mechanisme draagt. Kenmerkend voor het mechanisme is de roterende as waarop wieken zijn aangebracht, al dan niet in een hoek, waarbij de windkracht de wieken tot draaien brengt om aldus energie op te wekken. Van oudsher stonden windmolens meestal in vlakke gebieden en dienden ze voor het malen van graan, het pompen van water of het opwekken van elektriciteit. De oudere, meest karakteristieke vormen zoals die in Europa voorkomen, bestaan uit een kegelvormig molengebouw met woongedeelte met daarop een kap die vier wieken draagt. De moderne Amerikaanse vorm bestaat uit een schijf met wieken op een raamwerk van onderslagen, en wordt meestal gebruikt om een pomp of zaag aan te drijven.
Afkomstig van het Italiaanse woord 'galleria', dat oorspronkelijk verwees naar zuilengangen met winkels in Italiaanse steden, op basis van de antieke stoa's. Verwijst nu naar winkelcentra die qua architectuur lijken of geïnspireerd zijn op de Italiaanse galleria's. De term wordt ook gebruikt voor gebieden van een winkelcentrum die zo ontworpen zijn dat het lijkt alsof ze uit een aantal afzonderlijke winkels bestaan.
Grote bladverliezende eik die 20 tot 40 meter hoog kan worden en inheems is in het grootste deel van Europa en Anatolië. De boom lijkt op Quercus robur (de zomereik). De verspreidingsgebieden van beide soorten overlappen elkaar grotendeels.
Middelgrote boom met een brede, afgeronde kroon, inheems in het gebied dat zich uitstrekt van Spanje en Marokko tot Midden-Europa en Centraal-Azië. De boom is op grote schaal geplant in de Verenigde Staten en andere gebieden. Witte abelen werden in 1748 geïntroduceerd in Noord-Amerika en komen nu voor in 43 aangrenzende Amerikaanse staten. In sommige gebieden beschouwt men ze als een onkruid of een invasieve soort.
Het klimaat dat wordt gekenmerkt door de zeer geringe hoeveelheid neerslag en de extreme hoge tot lage temperaturen, met vrij grote dagelijkse veranderingen in temperatuur, behalve in de kustgebieden.
Grote familie van ongeveer 275 genera en ongeveer 7500 soorten bloeiende planten, waaronder kruiden, struiken en bomen en vetplanten die op cactussen lijken. Veel soorten zijn belangrijke voedselbronnen en andere zijn nuttig vanwege hun was en oliën en als grondstof voor medicijnen. Weer andere zijn gevaarlijk door hun giftige vruchten, bladeren of sap, of aantrekkelijk door hun kleurrijke bracteeën (bladachtige structuren net onder de bloementrosjes) en hun ongewone vormen. In de hele wereld, behalve in koude alpine of Arctische gebieden, komen soorten uit deze familie voor, maar men vindt ze voornamelijk in gematigde en tropische streken.
Te gebruiken voor bruggen die twee of meer bewoonde gebieden verbinden door middel van een ononderbroken of onderbroken rij gebouwen die verschillende functies dienen, zoals bewoning, cultureel, sociaal of recreatiegebruik, en die zijn gebouwd op of langs de verbindingsroute.
Beschermde woongebieden waarin het meeste verkeer bestemmingsverkeer is, waar er geen afscheiding is tussen de straat en het trottoir door een stoeprand, en waar straten worden gedeeld door voetgangers en voertuigen; idee afkomstig uit Nederland.
Verwijst in historisch opzicht naar gebieden die onder toezicht van vorsten vallen en voor koninklijke activiteiten worden gebruikt en waarop het gewoonterecht niet van toepassing is; tegenwoordig wordt deze term gebruikt om uitgestrekte boomrijke gebieden aan te duiden, hetzij in natuurlijke staat, hetzij aangelegd, die worden gebruikt voor houtproductie of niet worden beheerd, en worden gekenmerkt door een wildernis van dichte begroeiing en wilde dieren.
Verwijst naar glas dat oorspronkelijk, in de Middeleeuwen, werd vervaardigd in de bosgebieden van Frankrijk en Duitsland. Het glas heeft meestal een groenige, gelige of bruinige kleur, en is doorgaans nogal dik, eenvoudig van vorm, vormgeblazen en gedecoreerd met pipet en prunts. Kenmerkend voor het glas is het alkali-bestanddeel: potas uit de asresten van gebrand beukenhout, varen (adelaarsvaren) of van andere houtsoorten.
Familie van circa 10 genera en 17 soorten, waarvan de familieafbakening echter sterk varieert. Komt wijd maar onregelmatig verspreid voor in alle tropische regio's en gematigde gebieden van de wereld.
Wordt gebruikt voor gelegenheden die zorg en onderdak bieden aan pelgrims en vreemdelingen, vooral in de periode van de klassieke oudheid tot de Middeleeuwen.
Wordt gebruikt voor Hebreeuws-Engelse scholen die zowel seculier als religieus onderwijs bieden, meestal bestuurd onder orthodox-joodse auspiciën, of wordt gebruikt voor scholen die onderwijs geven in de talmoedische wet en die rabbi's wijden. Gebruik 'rabbijnenscholen' voor onderwijsinstellingen die speciaal zijn bedoeld voor het scholen van rabbi's. Gebruik 'joodse scholen' voor scholen die worden bestuurd onder hervormd of conservatief joodse auspiciën.
Verwijst naar een Chinese dynastieke stijl en periode tussen 1279 en 1368. De dynastie werd gesticht door de Mogol Kublai Khan (heerste van 1260-1294), die heel China verenigde tot een rijk dat zich naar het westen toe uitstrekte tot de gebieden van het huidige Polen en Hongarije. Hoewel er geen sprake was van een belangrijk kunstmecenaat, leidden de hereniging van China, de uitbreiding van de handel en het ontbreken van stilistische beperkingen tot een samengaan en vrijelijk toepassen van allerlei tradities en invloeden. Met name in de toegepaste kunst - porselein en lakwerk - deden tal van vernieuwingen hun intrede. Gedurende deze periode werd de Zijderoute weer geopend en ontkiemde de Europese belangstelling voor China. Als reactie op de buitenlandse overheersing vluchtten de geschoolde Chinezen in de oude tradities, terwijl veel geleerden weigerden in overheidsdienst te treden. De school van literati-schilderen ging een dominante rol spelen in de schilderkunst, en kunstenaars legden nu de nadruk op de individuele en kalligrafische expressie; ze zetten zich daarmee af tegen het decoratieve karakter van de officiële schilderkunst. De belangrijkste meesters van de Yuan-stijl waren Huang Gongwang, Wu Zhen, Ni Zan en Wang Meng, allen literati die zich verzetten tegen de Mongoolse overheersing. Een belangrijke uitzondering werd gevormd door de voornaamste Yuan-kalligraaf Zhao Mengu, die voor de Mongolen werkten en aan het hoofd stond van de Hanlin-academie. Op keramisch gebied leidden invloeden uit het Midden-Oosten tot overdadige, in blauw en wit uitgevoerde decoraties; kooplieden uit het Midden-Oosten gaven daarnaast opdrachten voor enorme Longquan-celadons. De Yuan-periode bracht ook tal van opdrachten voor boeddhistische beeldhouwwerken: tantrische figuren met meerdere armen en benen, een bewijs van de Mongoolse voorkeur voor de lamakunst van Nepal en Tibet. Ook de ciseleertechniek in zilverwerk, die wordt geassocieerd met de zilversmid Zhu Bishan, komt in deze periode tot ontwikkeling; ten slotte werd er beeldgesneden Yuan-lakwerk geproduceerd. Voorbeelden van Mongoolse bijdragen aan de architectuur zijn de omvangrijke gebouwen die op grote schaal verrezen in Beijing, de hoofdstad van de Mongolen; het stedelijk ontwerp werd later aangepast tijdens de Ming- en Qing-dynastie. Na de dood van Kublai Khan raakte de Yuan-dynastie in verval.
Verwijst naar een porseleinsoort die is gemaakt van witte porseleinklei en gepoederd glas, dat de veldspaathoudende steen van 'hard porselein' vervangt. Het wordt zacht gebakken op de relatief lage temperatuur van ongeveer 1200 graden Celsius. Kenmerkend is dat de niet geglaceerde gebieden in gebakken toestand kunnen worden gesneden met een vijl en dat het een doorschijnendheid heeft die varieert in intensiteit en kleur.
Verwijst naar de meest invloedrijke stijl in de paneel-, muur- en glasschilderkunst en miniaturen in de Duitstalige gebieden van de 13de eeuw. De term is Duits voor ‘Tandenstijl’, en kenmerkt zich door een karakteristiek gebruik van draperie, waarin stoffen een nerveuze, levende vitaliteit lijken te hebben, en zigzag- of gebroken plooivormen.
Lichte vliegtuigen die worden gebruikt voor zaken en plaats bieden aan minder dan tien passagiers.
Genus van ongeveer 250 soorten bladverliezende en groenblijvende bomen en struiken die inheems zijn in warme gematigde en subtropische gebieden in de wereld.
De meer ondiepe zoutwatergebieden van de aarde die langs de randen van continenten liggen. Los gebruikt als een eigennaam voor elk specifiek waterlichaam. Gebruik 'oceanen' voor de belangrijkste watergebieden van de aarde, gelegen in bekkens.
Orde van twee families met vier levende soorten zoogdieren. Het zijn plantenetende waterdieren die leven in rivieren, estuariën, kustwateren, moerassen en mariene watergebieden. De orde is in het Eoceen ontstaan, meer dan 50 miljoen jaar geleden.
Familie van ongeveer 135 genera en 1600 soorten bomen, struiken, lianen en kruidachtige klimplanten die voornamelijk voorkomen in de tropische gebieden van de wereld. Met name wijdverspreid in Amerika. De soorten uit deze familie vindt men overal in natte tropische en subtropische streken, tot in het noorden van Japan en het zuiden van Nieuw-Zeeland.
Onderwijsinstellingen die worden beheerd door de marine, met name instellingen die onderwijs bieden aan potentiële marineofficieren.
Genus van ongeveer 2000 soorten overblijvende grassoorten die men in watergebieden in de hele wereld veel tegenkomt.
Snaarinstrumenten, in allerlei vormen, bestaande uit een lange stok of stang met een knop aan beide uiteinden waarvan de snaren zijn bevestigd, 3 frets, een U-vormige kam, 1 of 2 klankbodems van een halve kalebas aan één uiteinde; bespeeld door strijken, tokkelen en slaan van de snaren; verschillende gebieden in Afrika.
Wordt gebruikt voor gezondheidszorgeenheden die eenvoudige medische en verplegende zorg bieden aan inwoners of leden van een inrichting of een andere instelling.
Wordt gebruikt voor paleizen in landelijke gebieden, meestal van regerende vorsten en hun hofhoudingen, met name in de zomer gebruikt.
Kaarten waarop precies staat aangegeven op welke gebieden een bepaald bestemmingsplan van toepassing is.
Kleine kersenboom, inheems in een groot deel van Europa en Zuidwest-Azië, nauw verwant aan de wilde kers (P. avium) maar met een vrucht die zuurder is. Waarschijnlijk zijn gekweekte zure kersen geselecteerd uit wilde bomen die voorkwamen in de gebieden rond de Kaspische Zee en de Zwarte Zee. Ze waren populair in Perzië en in de vierde eeuw v.Chr. al bekend bij de oude Grieken. In de eerste eeuw n.Chr introduceerden de Romeinen ze in Groot-Brittannië. Daar werden ze vooral in de tijd van Hendrik VIII populair. In 1640 waren er 20 geregistreerde cultivars van de bomen. Engelse kolonisten die zich in Massachusetts vestigden namen de zure kers mee naar Amerika.
Schalmeien, in verschillende regionale varianten, doorgaans bestaande uit een houten buis met een conische boring, zeven vingergaten aan de voorkant, één duimgat aan de achterkant, een wijd uitlopende klankbeker en een klein riet met een metalen pirouette eronder; vervaardigd en bespeeld in de Arabische wereld en - onder islamitische invloed -in gebieden in Europa en Azië.
Dia's waarbij de afbeeldingen bestaan uit grijstinten, zwarte en heldere gebieden. Kan één kleurschakering bevatten als gevolg van ontwikkeling, tonering of verkleuring.
Transparanten waarbij de afbeeldingen bestaan uit grijstinten, zwarte en heldere gebieden. Kunnen een kleurschakering bevatten als gevolg van ontwikkelen, toneren, of verkleuren.
Familie van bloeiende planten, een gevarieerde groep van 22 genera en 285 soorten die voornamelijk voorkomen in woestijnachtige of zoute omgevingen in gematigde en tropische gebieden. De meeste soorten zijn struiken en kleine bomen, veelal harsachtig.
Orde van bloeiende planten met 2 families, 27 genera en ongeveer 300 soorten. Tot deze orde behoren kruiden, struiken en enkele halfparasieten. Ze komen bijna alleen voor op droge of zoute grond in tropische en gematigde gebieden. De opvallende bloemen bevatten klieren die olie of nectar afgeven om bijen te lokken voor de bestuiving.