Associaties voor lakwerk

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar een type lakwerk dat vanaf de 17de eeuw in Midden- en Noord-China werd vervaardigd en dat met name in de 18de eeuw grote populariteit genoot in de gegoede kringen. Coromandel-lakwerk kenmerkt zich door de ingesneden decoraties, opgevuld met helder gekleurde lak of olieverf. De naam is ontleend aan een regio langs de zuidoostkust van India in de buurt van Madras, die als doorvoerhaven diende voor goederen uit het Verre Oosten die door de Britse East India Company naar Europa moesten worden verscheept. De bekendste voorbeelden van Coromandel-lakwerk zijn de grote Coromandel-kamerschermen. De term verwijst soms ook naar de laktechniek zelf. Ook de Japanners waren bekend met deze techniek, maar zij gebruikten hem zelden voor hun lakwerk.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Voorwerpen, meestal van dun hout gemaakt, die bedekt en gedecoreerd zijn met laagjes lak, vaak ingelegd met andere materialen, zoals paarlemoer of metaal.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Vakmensen die het oppervlak van iets, bijvoorbeeld een meubelstuk of klein object, coaten met lak, waarbij ze vaak ontwerpen of afbeeldingen aanbrengen.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst in algemene zin naar een nogal grove imitatie van ingesneden Coromandel-lakwerk, gemaakt in de 17de eeuw in Engeland. In de 17de- en 18de-eeuwse literatuur verwijst de term soms ook naar echt Coromandel-lakwerk.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Beeldhouwtechniek die 'hol en droog lakwerk' wordt genoemd, waarbij lagen in lak gedrenkte stof worden aangebracht op een mal van klei. Zodra de lak opdroogt, wordt de mal verwijderd en wordt soms een houten armatuur ingebracht om kromtrekken te voorkomen. Deze techniek was populair tijdens de Hakuhou-periode (645-710) en de Nara-periode (710-749) en werd tegen het einde van de Nara-periode grotendeels vervangen door de droge houtkern-laktechniek ('mokushin kanshitsu').

Toegevoegd op: 16-8-2017

Elke laklaag die niet urushi is; dook in de 18e eeuw voor het eerst op in Europa, waar oosters lakwerk toen erg populair was en vaak werd nagemaakt.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar een Chinese neolithische cultuur die dateert uit circa 5200 tot circa 3300 v. Chr.; de naam is ontleend aan de vindplaats van een neolithisch dorp in Yuyao, in de provincie Zhejiang. De Hemudu-cultuur, waarvan het centrum zich bevond in de vallei bij de benedenloop van de Yangtze, heeft zijn faam met name te danken aan het feit dat hier de vroegste sporen van rijstbouw in China zijn aangetroffen, daterend uit circa 5000 v. Chr. Het oudst bekende lakwerk uit China, een roodgelakte houten kom, is gevonden op een Hemudu-vindplaats. Hemudu-aardewerk is met de hand vervaardigd, dik en grijs-zwart van kleur. Het oppervlak is vaak gepolijst, gedecoreerd met touwafdrukken of bevat ingesneden planten- en diermotieven. Andere Hemudu-artefacten zijn grove kleifiguurtjes van dieren en mensen, en gesneden hout en ivoor, met als interessantste motief de vogel, in het bijzonder de dubbele vogel.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar de stijl van kunst die in verband wordt gebracht met de heerschappij van keizer Hongwu, stichter van de Ming-dynastie in China. De hernieuwde aanwezigheid van een krachtige inheemse dynastie bracht politieke en economische steun voor alle vormen van kunst met zich mee. Schilderkunst, keramiek, lakwerk en textiel werden verder ontwikkeld dan ooit tevoren.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Letterlijk ���zegelbusjes'. Houder van lakwerk die men op de heup droeg, bevestigd aan de 'obi' met een zijden koord en een ���netsuke'. Tijdens de Momoyama-periode (1573-1615) gebruikte men ze om zegels in te bewaren, maar ze werden pas echt populair in de Edo-periode (1615-1868), toen men ze gebruikte als medicijndoosjes.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Decoratieve motieven die vaak worden gebruikt in de Chinese en Japanse kunst, met ranken en spiralen van klimplanten. Ze zijn te zien op vele objecten, zoals textiel, keramiek, metaal, lakwerk en versieringen in de beeldhouwkunst en de architectuur. De term is een afkorting van het langere 'karakusamon' en betekent letterlijk 'Chinees grasmotief'. De term wordt soms gebruikt als synoniem van 'karahanamon', wat 'Chinees bloemmotief' betekent.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Letterlijk ���gouden grondlaag'. Bij dit type lakwerk wordt een dikke gouden grondlaag aangebracht en vervolgens gepolijst om gouden objecten voor te stellen. Deze term gebruikt men ook voor de gouden achtergrond van schilderijen, met name als ze zijn gemaakt met goudfolie

Toegevoegd op: 16-8-2017

Decoratieve techniek waarbij vierkanten, stroken of ruitvormen worden gemaakt van dunne stukken bladgoud en bladzilver, en worden aangebracht op lakwerk, schilderijen en beeldhouwwerken. De techniek werd geïntroduceerd in Japan tijdens de Nara-periode (710 tot 794) en was populair van de Heian-periode (794-1185) tot de Kamakura-periode (1185-1333). De term wordt ook gebruikt voor de gebruikte stukken goud of zilver.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Italiaanse imitatie van Aziatisch lakwerk. De reliëfversieringen worden gevormd door op het oppervlak geplakte en geverniste uitsnijdingen.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Variabele roodachtig oranje kleuren die lijken op de kleur van oosters lakwerk.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar de stijl en periode rondom de cultuur die een bloeitijd beleefde in het Cambodjaanse koninkrijk Lan Xang (1353-1707 n. Chr.). De stijl van deze periode is gebaseerd op inheemse innovaties en Thaise en Khmer-invloeden. In de religieuze architectuur is de stijl terug te zien in de Vat Visum (1503 n. Chr.) en de Vat Xieng Thong (1561 n. Chr.), met grootse stoepa's of monumenten, schuine, overlappende daken met dakpannen, dakranden die worden ondersteund door kraagstenen of door vergulde of gelakte consoles en houtconstructies. Seculiere bouwwerken zijn gebouwd van hout en zijn ook voorzien van vergulde bas-reliëfs. In deze periode kwam het tot de ontwikkeling en uitbreiding van een structuur met een heiligdom en ontmoetingsplaats, waar heilige beelden werden ondergebracht. In de beeldhouwkunst in deze stijl staan boeddhistische thema's en iconografie centraal, hoewel er ook wel enige hindoeïstische beeldhouwwerken zijn. Typerend zijn figuren in brons, steen, edelmetaal, droog lakwerk en terracotta.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Een verzameling decoratieve technieken die betrekking hebben op het aanbrengen van gekleurde poeders op lakwerk. De letterlijke betekenis is 'besprenkelde afbeelding'. Het goud, zilver of gekleurd pigment wordt aangebracht wanneer de lak nog vochtig is. Deze technieken waren zeer populair tijdens de Heian-periode (794-1333), toen dit de meest gebruikte methode was voor het versieren van Japans lakwerk. Ze worden vaak samen met 'kirikane' gebruikt.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar de periode en stijlen die behoren tot de Chinese dynastie tussen 1368 en 1644. De periode kenmerkt zich door stabiliteit, voorspoed en een opleving van de Chinese cultuur en een nationaal bewustzijn. De stijlen in deze periode ontwikkelden zich voornamelijk vanuit een systeem waarbij de kunst onder bescherming van het hof stond. Een hoge mate van vakmanschap werd aangemoedigd, maar qua ontwerp en technieken overheerste conservatisme. De belangrijkste kunst die tijdens deze periode werd vervaardigd was cloisonné, email, bronswerk, lakwerk, meubels en klein ornamenteel snijwerk van jade, ivoor, hout en porselein. In de keramiek werden eerdere stijlen, waaronder wit en blauw servies, verfijnd qua techniek en versiering. In de architectuur zijn de vroegere experimenten uit de Sung-periode achtergelaten en verruild voor traditionelere ontwerpen, zoals de bouw van de Verboden Stad in Peking. In de schilderkunst moedigden scholen van professionele academici/kunstenaars en de geletterde intelligentsia de ontwikkeling van onafhankelijke, persoonlijke stijlen aan.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Beeldhouwtechniek die 'droge houtkern-lakwerk' wordt genoemd, waarbij lagen in lak gedrenkte stof worden aangebracht op een massief houten mal. Deze techniek was populair tijdens de laatste helft van de Nara-periode (710-749) en verving de holle droge laktechniek 'dakkatsu kanshitsu'. Naarmate de techniek zich verder ontwikkelde, werden meer details toegevoegd aan de houtvorm en werden de lagen stof dunner.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar de stijl van kunst die in verband wordt gebracht met Europese missionarissen en kooplui in Japan gedurende de 16de en 17de eeuw, en betrekking heeft op werk van Japanse kunstenaars in een westerse stijl, Europese geïmporteerde kunst en traditionele Japanse kunst waarin Europeanen werden afgebeeld. Na onderricht van de jezuïtische priester Giovanni Niccolo in 1583 vervaardigden kunstenaars werken in een traditionele westerse stijl, vaak met een religieus thema. Kenmerkende Namban-motieven, die te vinden waren op kamerschermen, flessen en lakwerk, zijn onder meer westerse mensen, schepen en rozenkransen en kruisen.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Een soort Japanse lakdecoratie die letterlijk 'perenschil' betekent en die wellicht is ontstaan in de Heian-periode (794-1185). De term verwijst naar twee verschillende stijlen die tijdens de Kamakura-periode (1185-1333) op grote schaal werden gebruikt. In de ene wordt een fijn metaalpoeder aangebracht op een gelakt oppervlak, waarna er een transparante laklaag op wordt aangebracht. In de andere worden gouden of zilveren schilfers verspreid over een gelakt oppervlak, waarna er de oranje lak van het type 'nashiji urushi' op wordt aangebracht. Deze techniek werd vaak gebruikt om grote, minder belangrijke delen van lakwerk te bedekken, zoals de onderkant van een kist.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Kleine doosjes om het theepoeder in te bewaren dat men gebruikte voor de theeceremonie. Ze werden gemaakt van verschillende materialen, onder meer hout, droog lakwerk, aardewerk, metaal en zwarte kwarts. Men versierde ze op diverse manieren en gebruikte ze alleen in de zomer.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar de periode van de Zhou-dynastie van 771 tot 256 v. Chr. Deze periode heeft twee subdivisies, de periode van de Lente en Herfst-annalen en de periode van de Strijdende Staten. De exacte datering van deze perioden is onderwerp van debat onder onderzoekers. Men zegt wel dat de Oostelijke Zhou-periode is begonnen toen de Zhou, die op de vlucht waren voor aanvallende stammen, hun hoofdstad verplaatsten van Xi'an naar Luoyang in 771 v. Chr. Deze geografische breuk met de voorafgaande Shang-dynastie werd weerspiegeld in de kunst van de Oostelijke Zhou-periode. Met name late Oostelijke Zhou-kunst wordt gekenmerkt door een opmerkelijke variatie en vakbekwaamheid. Op een laag vuur gebakken grafbeeldjes (mingqi) werden vaker gebruikt, mogelijk onder invloed van een Confuciaans dictum tegen menselijke offers. Op een laag vuur gebakken groen, loodgeglazuurd aardewerk, zacht, gepolijst zwart aardewerk en op een hoog vuur gebakken geglazuurd aardewerk werd vervaardigd tijdens de Oostelijke Zhou-periode. Helder beschilderd keramiek werd vervaardigd als imitatie van het in die periode recentelijk populair geworden lakwerk, terwijl ander keramiek werd vervaardigd als imitatie van bronzen voorwerpen. Er werden met behulp van een mal vervaardigde en versierde keramiektegels en stenen geproduceerd. Jadesnijwerk, dat minder werd toegepast tijdens de Westerse Zhou-periode, werd weer belangrijk bij grafobjecten en objecten voor persoonlijke versiering. Bronzen kregen een wereldlijker karakter en werden vaak als huwelijkscadeau gegeven ter verfraaiing van het woonhuis. Bronzen bellen en spiegels werden populair. Totemistische dieren en monsters werden verdrongen door kleurrijke, geformaliseerde decoratieve ontwerpen. De vroegste voorbeelden van schilderingen op zijde zijn ontdekt in graftomben uit de Oostelijke Zhou-periode. Voorlopers van het grafaardewerk van de Han- en Tang-dynastieën zijn eveneens aangetroffen.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar de Engelse stijl in de architectuur en decoratieve kunst van de Restauratie van Charles II in 1660 tot de komst van William en Mary in 1688. Deze stijl kenmerkt zich door weelderige barokke vormen en motieven, en was beïnvloed door artistieke trends in de Nederlanden en Frankrijk en door het verschijnen van exotische import, zoals lakwerk uit Japan en sits uit India. Architectonische elementen zijn onder meer spiraalvormige zuilen, schilddaken, frontons en gebeeldhouwde figuren. De belangrijkste ontwikkeling in de decoratieve kunst bestond uit de voorkeur voor gefineerd notenhouten meubilair.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Letterlijk ���hangende objecten'. Houder die Japanse mannen samen met een ���netsuke' gebruikten om persoonlijke objecten ��� zoals tabak, pijpen, borstels en geld ��� aan de gordel om het middel, ���obi' genoemd, te hangen. De meest gangbare sagemono waren doosjes gemaakt van lakwerk die men ���inrō' noemde.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar de latere fase van de Oostelijke Zhou-periode, van 403 tot 221 v. Chr., hoewel sommige onderzoekers deze periode tussen 475 en 221 v. Chr. dateren. De naam is afkomstig uit kronieken uit de periode. Deze werd gekenmerkt door ernstige versplintering die leidde tot economische en politieke neergang, maar werd ook gekarakteriseerd door fantasierijk vakmanschap. Deze creativiteit werd mogelijk bevorderd door een toename van het aantal mecenassen en door de concurrentie tussen de verschillende staten van de Zhou-dynastie. De graftombe van de markies van Zeng in Suizhou in de provincie Hubei is een belangrijke vindplaats voor de vroege periode van de Strijdende Staten; op deze site zijn meer dan 15.000 artefacten gevonden, zoals bronzen ritueel vaatwerk, klokken, wapens, lakwerk en objecten van hout en bamboe. Veel voorkomende decoratieve motieven op bronzen en keramische objecten waren vogels met gebogen vleugels en draken, wat duidt op contacten met de culturen van de Aziatische steppen, de Hunnen en de Tartaren.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar een Chinese dynastie uit de periode 589 tot 618 n. Chr. Gedurende deze periode werden het noorden en zuiden van China na jaren van scheiding herenigd. De Sui-dynastie heeft betrekkelijk kort bestaan, maar deze periode werd wel gekenmerkt door belangrijke vernieuwingen in de economie, de politiek en het onderwijs. Tijdens de Sui-periode kwam er een bloeiende handel met Centraal-Azië en het westen op gang. Ook op het gebied van techniek en architectuur was het een periode van vernieuwing, zoals blijkt uit het werk van Li Chun, een ingenieur, en de architect Kai Yuwen, die beiden dienden onder keizer Wendi (heerste van 581-604). Li Chun was verantwoordelijk voor 's werelds eerste open boogbrug van steen, de Anji-brug, terwijl Kai Yuwen het ontwerp leverde voor Daxing, dat zou uitgroeien tot de grootste stad met het hoogste bevolkingsaantal van zijn tijd. De Sui waren diepgelovige boeddhisten; veel van hun stenen beeldhouwwerken zijn bewaard gebleven, in tegenstelling tot hun in brons, hout en lakwerk uitgevoerde kunstwerken; ook hebben ze tal van oudere boeddhistische afbeeldingen gerestaureerd. Het Sui-beeldhouwwerk wordt als technisch hoogstaand beschouwd, maar blijft qua sierlijkheid achter bij het fraaiste beeldhouwwerk van de Noordelijke Qi. Sui-keramiek is zorgvuldig gemodelleerd maar overigens vrij sober. In zowel het noorden als het zuiden van China zijn Sui-celadons opgegraven, waarvan sommige zijn gedecoreerd met ingestempelde patronen. In steengoed of aardewerk uitgevoerde beeldjes van krijgers, ambtenaren en beschermende wezens werden in groten getale vervaardigd, met name als grafobject. Modellen van alledaagse voorwerpen zoals kachels en schoenen werden eveneens aan de overledene meegegeven voor gebruik in het hiernamaals. Kostbare militaire missers, natuurrampen en een autocratisch en spilziek bewind leidden tot het verval van de Sui-dynastie, die werd opgevolgd door de Tang-dynastie.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Boomsoort die voorkomt in China, Korea en Japan. De boom wordt geteeld en het giftige sap wordt afgetapt voor de vervaardiging van lak voor lakwerk. Een van de werkzame bestanddelen van het sap van de lakboom is urushiol.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar een natuurlijk voorkomend harsachtig exsudaat, gemaakt van het sap van de boom Rhus verniciflua of andere bomen uit de Anacardiaciae-familie die worden aangetroffen in het Verre Oosten. Urushi wordt toegepast in Japans en, in mindere mate, in Chinees lakwerk, evenals in Japanse prenten, de zogeheten 'urushi-e'. Urushi hardt uit door oxidatieve polymerisatie na blootstelling van dunne laklagen aan een hoge vochtigheidsgraad en een matige temperatuur. De term verwijst soms ook naar de objecten die met deze laksoort worden vervaardigd, en naar de laktechniek zelf.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar een Chinese dynastieke stijl en periode tussen 1279 en 1368. De dynastie werd gesticht door de Mogol Kublai Khan (heerste van 1260-1294), die heel China verenigde tot een rijk dat zich naar het westen toe uitstrekte tot de gebieden van het huidige Polen en Hongarije. Hoewel er geen sprake was van een belangrijk kunstmecenaat, leidden de hereniging van China, de uitbreiding van de handel en het ontbreken van stilistische beperkingen tot een samengaan en vrijelijk toepassen van allerlei tradities en invloeden. Met name in de toegepaste kunst - porselein en lakwerk - deden tal van vernieuwingen hun intrede. Gedurende deze periode werd de Zijderoute weer geopend en ontkiemde de Europese belangstelling voor China. Als reactie op de buitenlandse overheersing vluchtten de geschoolde Chinezen in de oude tradities, terwijl veel geleerden weigerden in overheidsdienst te treden. De school van literati-schilderen ging een dominante rol spelen in de schilderkunst, en kunstenaars legden nu de nadruk op de individuele en kalligrafische expressie; ze zetten zich daarmee af tegen het decoratieve karakter van de officiële schilderkunst. De belangrijkste meesters van de Yuan-stijl waren Huang Gongwang, Wu Zhen, Ni Zan en Wang Meng, allen literati die zich verzetten tegen de Mongoolse overheersing. Een belangrijke uitzondering werd gevormd door de voornaamste Yuan-kalligraaf Zhao Mengu, die voor de Mongolen werkten en aan het hoofd stond van de Hanlin-academie. Op keramisch gebied leidden invloeden uit het Midden-Oosten tot overdadige, in blauw en wit uitgevoerde decoraties; kooplieden uit het Midden-Oosten gaven daarnaast opdrachten voor enorme Longquan-celadons. De Yuan-periode bracht ook tal van opdrachten voor boeddhistische beeldhouwwerken: tantrische figuren met meerdere armen en benen, een bewijs van de Mongoolse voorkeur voor de lamakunst van Nepal en Tibet. Ook de ciseleertechniek in zilverwerk, die wordt geassocieerd met de zilversmid Zhu Bishan, komt in deze periode tot ontwikkeling; ten slotte werd er beeldgesneden Yuan-lakwerk geproduceerd. Voorbeelden van Mongoolse bijdragen aan de architectuur zijn de omvangrijke gebouwen die op grote schaal verrezen in Beijing, de hoofdstad van de Mongolen; het stedelijk ontwerp werd later aangepast tijdens de Ming- en Qing-dynastie. Na de dood van Kublai Khan raakte de Yuan-dynastie in verval.