Bakken, bakken, bakken.. bij KSART krijgt u de "taste of art" te pakken!
Welkom, voordat u kunt inloggen zet uw cookie instelling aan.
Nieuwe kunstvorm gevonden? Voeg nu een nieuwe kunstvorm toe!
De onderste boogstenen, of voetstenen van een boog of gewelf van waaruit de kromming van de boog of het gewelf begint.
Series aardewerken eetgerei, ontworpen om verticaal in elkaar te passen in de vorm van een vaas of urn, gemaakt als geschenk voor vrouwen die zijn bevallen van een kind; ze bestaan gewoonlijk uit een soepkom op een voet, een deksel in de vorm van een bord, een mok of een kop, een zoutvaatje en een gewelfd, van gaten voorzien deksel. Ze werden gemaakt in Italië tijdens de Renaissance en vervolgens in andere delen van Europa, en waren vaak uitbundig gedecoreerd.
Het verwijderen van ongewenste bijproducten van het looien van gelooide huiden of vellen.
Drukkers die in aquatint werken.
Zachte schoenen, vaak van leer of lederachtig materiaal met een ronde teen en weinig of geen hak. Schoeisel dat bij het dansen wordt gedragen heeft meestal een gedeeltelijke zool die van de hak tot de bal van de voet loopt.
Te gebruiken voor platte verticale platen met baskets ertegenaan bevestigd, aan de twee uiteindes van basketbalvelden.
IJzeren schoenen met brede, stompe teenkappen, die medio 16e eeuw populair waren.
Te gebruiken om werken te beschrijven van de gelijknamige Afrikaanse etnische groep die leeft in Madagaskar.
Beschrijft werken die zijn vervaardigd door het gelijknamige Afrikaanse volk, dat in het oosten van Madagaskar leeft.
Elk niet-hardend of langzaam hardend vervormbaar materiaal dat wordt gebruikt voor het maken van beeldhouwwerken of een andere vorm, behalve terracotta of andere puur natuurlijke klei en materialen in poedervorm waar water aan moet worden toegevoegd.
Elk vervormbaar materiaal dat wordt gebruikt om een beeld of andere vorm te maken, inclusief materialen in poedervorm waaraan water of een andere vloeistof wordt toegevoegd om vervormbaar materiaal te creëren.
Deze kunstvorm heeft momenteel nog geen definitie beschikbaar.
Deze kunstvorm heeft momenteel nog geen definitie beschikbaar.
Verwijst naar de cultuur van de Vroege Nomaden die zich ontwikkelde in de Ob-vallei vanaf de 7de eeuw tot de 6de eeuw v. Chr. Op diverse vindplaatsen zijn aarden huizen aan het licht gekomen met een grote hoeveelheid intact gebleven aardewerk en een aantal andere objecten, wat erop duidt dat het dorp werd verlaten als gevolg van vijandelijke aanvallen.
Wordt gebruikt voor kleine kisten of kasten, meestal met slot en handvatten aan de zijkant, waar flessen wijn of sterke drank in worden bewaard. Gebruik 'wijnkoelers' voor met metaal gevoerde vaten of standaarden waarin wijnflessen worden gekoeld. Gebruik 'celleret sideboards' voor buffetten die aan één kant ruimte hebben voor wijnflessen.
Wordt algemeen gebruikt voor methoden om letters of symbolen te zetten voor afdrukken waarbij gebruik wordt gemaakt van een computer. Dit kan inhouden dat de af te drukken letters of symbolen aan lichtgevoelige film of aan lichtgevoelig papier worden blootgesteld of dat ze als een computeruitdraai worden geprint.
Steenwerk waarbij grote, onregelmatige blokken steen zo passend mogelijk op elkaar worden geplaatst.
Het zo sterk etsen van een drukplaat, dat het af te drukken gedeelte aanzienlijk verdiept en daardoor een scherpere afdruk oplevert en langer mee gaat.
Dunne, taps toelopende stokjes, vaak van hout of ivoor gemaakt, die in één hand tussen de duim en vingers worden vastgehouden en worden gebruikt tijdens het bereiden of eten van voedsel. Worden voornamelijk gebruikt in China, Japan en andere Aziatische landen.
Houders om eetstokjes in te bewaren en te vervoeren. Vaak gemaakt van bamboe, ivoor, metaal, stof, hout of een ander materiaal. Soms is de houder gelakt en voorzien van gravures, maar vaak zijn ze ook onbewerkt.
Het maken van tekens op het oppervlak van een hard materiaal, meestal metaal, door middel van elektrolyse.
Diepdrukken, waarbij de in te inkten lijnen door zuur in de metalen plaat zijn gebeten.
Deze kunstvorm heeft momenteel nog geen definitie beschikbaar.
Kunstenaars die etsen maken met behulp van metalen platen die door drukkers worden gebruikt.
Een zuurbestendige substantie die op een oppervlak wordt aangebracht om gebieden te bedekken die niet moeten worden geëtst.
Verwijst naar imitaties van handgemaakte kant die zijn gemaakt door het borduren van ontwerpen van katoen op een zijden ondergrond. De zijde wordt vervolgens weggebrand met chloor of natriumhydroxide. Imitatiekant die volgens deze methode werd geproduceerd, dook voor het eerst op in de late 19de eeuw. Etskant lijkt vaak erg op Venetiaanse kant, maar kan worden onderscheiden doordat de knoopsgatsteken van handgemaakte kant ontbreken.
Stompe, ronde, stalen punten die worden gebruikt om de grond te tonen bij het maken van een afbeelding op een etsplaat.
Een oplossing van Arabische gom en zuur die wordt gebruikt om lithografische platen en stenen te desensibiliseren.
Te gebruiken voor berijders van fietsers.
Te gebruiken voor verharde en onverharde paden die speciaal zijn ontworpen of bestemd voor gebruik door fietsers.
Te gebruiken voor meestal metalen platen met een officieel identificatienummer, bijvoorbeeld op gebouwen, voertuigen en uitrusting.
Afwerkingsgereedschap met een handvat en een roterend wiel met één of meer verhoogde banden om de rand, om een lijn of evenwijdige lijnen ergens in te drukken. Worden algemeen gebruikt bij het boekbinden.
In algemene zin het gebruik van kneedbaar materiaal zoals was of klei om een driedimensionale vorm te creëren. In de keramische kunst verwijst het specifiek naar de vorming van een origineel keramisch object of het model of de maquette waarvan een mal wordt gemaakt.
Wordt gebruikt voor de diepdruktechniek waarbij een ontwerp wordt gemaakt met een zuurbestendige stof die de metalen drukplaat beschermt. De plaat wordt blootgesteld aan zuur, dat in de plaat inbijt, zodat de delen van de metalen plaat die aan het zuur blootstaan, worden geëtst.. Gebruik 'bijten' voor het inwerken zelf (van zuren op een drukplaat ten gevolge van blootstelling).
Tekens aanbrengen in het oppervlak van een hard materiaal, zoals metaal of glas, door corrosieve zuren op dat oppervlak te laten inbijten. Gebruik 'etsen (drukprocédé)' voor de reeks stappen die het drukken van een ingebeten plaat behelst.
Gebruikt voor fotomechanische procédés waarbij de drukplaat wordt gemaakt met behulp van een daguerreotypie.
Fotomechanische afdrukken uit het midden van de 19e eeuw, gemaakt met behulp van een geëtst daguerreotypie-procédé.
Wordt gebruikt wanneer een nat vel pas geschept papier, dat nog op de vorm ligt, op een vilt wordt gedrukt.
Een vlak product gemaakt van polymeer materiaal, dat wordt gebruikt met aarde, steen, grond of elke andere geotechnisch verwante stof, als een integraal deel van door mensen vervaardigde producten, structuren of systemen.
Het uitwerken of vastleggen van de belangrijkste trekken van een visuele vorm, meestal maar niet noodzakelijkerwijs door te tekenen.
Een drukprocedé waarbij kleurstof aan een groot deel van de afdruk wordt toegevoegd door suikerkristallen op de etsgrond te strooien terwijl deze nog heet en vloeibaar is. Wanneer de plaat is afgekoeld en de suiker wordt weggespoeld, blijft een willekeurig putjespatroon van uiteenlopende diepte achter, wat overeenkomstige groepen zwarte puntjes op de betreffende afdruk oplevert.
Horizontale metsellagen opgebouwd uit de schoren of aanzetstenen van een gewelf. Meestal gemaakt van stenen die vooruitspringend of overwerkt gezet zijn, met horizontale bedden.
Een drukprocedé waarbij kleurstof aan een groot deel van de afdruk wordt toegevoegd door zoutkristallen op de etsgrond te strooien terwijl deze nog heet en vloeibaar is. Wanneer de plaat is afgekoeld en het zout wordt weggespoeld, blijft een willekeurig putjespatroon van uiteenlopende diepte achter, wat overeenkomstige groepen zwarte puntjes op de betreffende afdruk oplevert.
Beeldhouwwerken of reproducties gemaakt door middel van gieten. Gebruik 'gietwerk' in de context van industrie en bouw.
Te gebruiken in de industrie en de bouw voor voorwerpen die zijn gegoten. Gebruik 'afgietsels' voor sculpturen die zijn gegoten.
Het zetten van een lettertype waarbij de tekens met de hand, zonder hulp van apparaten, worden samengesteld en bijgewerkt. Sommige fotografisch geproduceerde lettertypen kunnen met de hand zijn gezet.
Machines die lettervormen gieten om mee te drukken als het zetsel wordt samengesteld. Dit gebeurt ofwel per afzonderlijke letter, zoals bij de monotype (TM) machines of linotypezetsel per regel, zoals bij de Linotype (TM) machines.
Voertuigen met twee wielen achter elkaar, die worden aangedreven door de berijder die schrijlings op een, voor mannen geconstrueerd, frame met horizontale fietsstang zit dat de wielen en het stuur bij elkaar houdt.
Ronde schilden van het oude Griekenland, ontwikkeld in de 8e eeuw v.C.; hebben een gelijkmatige convexe vorm die scherp afbuigt bij de rand, en aan de achterkant een centrale armband en een handvat bij de rand.
Wordt gebruikt voor iets dat is ingevoegd in een groter geheel, zoals een lap stof in een kledingstuk of een vervangend gedeelte van een tekening.
Objecten van één bepaald materiaal waar omheen een ander materiaal, zoals beton, plastic of metaal zich vastzet of hard wordt, met name een manier om iets te bevestigen.
Miqueletsloten waarbij de haan neerwaarts op de hiel gedrukt wordt.
Te gebruiken voor regeringsfunctionarissen die behoren tot het kabinet van beleidsmakers en adviseurs van de regeringsleider en die meestal leiding geven aan departementen.
Veersloten of magnetische grendels, zoals die vaak op kabinetten voorkomen.
Lage tafels, vaak met een opzetje langs de rand, die een kast, kist of ander meubelstuk horen te ondersteunen. Ze zijn bestemd om tegen een wand aan te staan en zijn daarom meestal aan één kant onversierd.
Een soort commodestoel uit het eind van de 19e eeuw die vaak met invaliden wordt geassocieerd en een pot heeft die in een klein kabinet onder de zitting is verborgen. Zulke kabinetten hebben meestal een opening in de rugleuning zodat de pot kan worden verwijderd zonder de patient te storen.
Relatief kleine schilderijen uit de late 17e eeuw tot de 19e eeuw, bedoeld om opgehangen te worden in kamers en om van dichtbij te worden bekeken.
Bijprojectielen, meestal kleine loden of stalen staafjes of balletjes, die zich in sommige artilleriegranaten bevinden, die zijn ontworpen om tijdens hun vlucht te ontploffen, waarbij de inhoud in alle richtingen wordt verspreid.
Druktechniek waarbij met een kussentje of een opgerold stuk vilt kleur wordt aangebracht op bepaalde delen van de plaat.
Te gebruiken voor gesloten rijtuigen met vier wielen die worden gekenmerkt door daken met vaste pilaren, een kast in een ophanging en twee dwars geplaatste banken die tegenover elkaar zijn geplaatst en die plaats bieden aan vier tot zes passagiers; ontworpen in Hongarije halverwege de 15e eeuw.
Gebouwen of delen van gebouwen waar men rijtuigen, paardentuigen e.d. bergt.
Beschermde lampen of lantaarns, vast of draagbaar, die in koetsen of rijtuigen werden gebruikt. Ze zijn meestal van koper en hebben vaak reflectoren alsook rode lenzen om als achterlicht dienst te doen.
Overdekte buitenruimten, die voertuigen en passagiers beschutten bij de ingang van gebouwen.
Term die is ontstaan in het midden van de 20e eeuw, oorspronkelijk om strike-on composition van lettertype te onderscheiden van methoden met heet metaal. Later vielen hier ook fotografische methoden onder. Gebruik een andere term indien mogelijk.
Groepen van bij elkaar passende houders voor ingrediënten ten behoeve van persoonlijke hygiëne (waskom, lampetkan, zeephouder, po).
Opvallend beschilderde stokken, meestal met elkaar afwisselende rode en witte banden, die zo'n 2 à 2½ meter hoog zijn met metalen punten aan een uiteinde en die worden gebruikt door landmeters om een referentiepunt vast te leggen. Gebruik 'niveaulatten' voor soortgelijke voorwerpen die met cijfers zijn gemarkeerd.
Wordt gebruikt voor rechte stokken met een schaalverdeling in numerieke en geometrische tekens, die rechtop worden gehouden en worden gebruikt met transietinstrumenten of andere landmeetkundige instrumenten die zijn uitgerust met horizontale kruisharen voor het meten van horizontale afstanden. Gebruik 'niveaulatten' voor soortgelijke palen met een numerieke onderverdelingen voor het meten van hoogtes en verhogingen.
Houten tweewielers met een stuurmechanisme; eerdere modellen konden enkel recht vooruit bewegen. Uitgevonden in 1817 in Duitsland.
In een paar trekken de belangrijkste vormen van een figuur, object of compositie aangeven. Een tekenmethode waarbij de kunstenaar zich concentreert op de handelingen, de gebaren en de bewegingen van zijn onderwerp en minder let op de delen waaruit dat is opgebouwd.
Wordt gebruikt voor methoden van letterzetting waarbij het lettertype wordt gezet met behulp van mechanische of elektronische middelen, in tegenstelling tot handmatige letterzetting.
Magnetische (snap)sloten met een sluitkom die naar binnen en naar buiten kan bewegen, die uit kunnen steken en ingetrokken kunnen worden door middel van veren bij opeenvolgende uitoefeningen van druk.
Verwijst naar mensen die stenen snijden, kerven, behakken en leggen bij het construeren van een gebouw. In de middeleeuwen waren metselaars vakmensen met hoog aanzien. De term kan ook verwijzen naar een ieder die bouwt met steen of een soortgelijk materiaal, zoals baksteen, beton of kunststeen.
Metselaarsereedschap met aan beide zijden een snijkant. Wordt gebruikt om baksteen of steen te hakken en bewerken.
Verwijst naar merktekens in de westerse architectuur die aangeven welke metselaar de steen op zijn werkplank in de bouwloods heeft gesneden. De oorsprong en functie van metselaarstekens verschillen door de eeuwen heen, en een volledig inzicht ontbreekt soms nog. Vroege metselaarstekens werden blijkbaar gebruikt om zekerheid te geven over de verantwoordelijkheid en kwaliteitsbewaking bij grote bouwprojecten waar een aantal minder vaardige metselaars werkzaam was. Vanaf de 13de eeuw gaven metselaarstekens vaak de werkzaamheid aan die met bepaalde stenen was verbonden, zodat de metselaars de juiste vergoeding zouden ontvangen. Metselaarstekens bevinden zich meestal op het werk van minder ervaren metselaars dan vrijmetselaars, die de profielen en figuren sneden. Het metselaarsteken ging uiteindelijk fungeren als aanduiding van de metselaar zelf. Vaak werd het teken ook buiten de context van de bouwplaats gebruikt.
Troffels met een plat, driehoekig stalen blad met een opzij gebogen handvat, die worden gebruikt om specie op te pakken en uit te spreiden.
Drie afzonderlijke waterpassen die op een rechte balk van hout of metaal zijn gezet die ruim een meter lang is; wordt gebruikt om waterpas- of loodlijnen vast te stellen.
Een soort portlandcement dat populair isvanwege zijn e bewerkbaarheid en waterafstotende kwaliteiten.
Algemeen te gebruiken voor alle natuurlijke of vervaardigde bouwonderdelen, samengesteld uit beton, glas, steen of ander materiaal.
Metsellagen die horizontaal over een muur lopen of, wat veel ongewoner is, een boog volgen.
Richtlijnen die worden gebruikt om metselwerk of tegelwerk nauwkeurig te markeren.
Steigers die bestaan uit een raamwerk met houten vierkanten die een platform ondersteunen en zijn bedoeld voort lichte tot middelmatige belasting.
Steenverbanden, wijze waarop stenen, m.n. bakstenen, aan de buitenzijde van een muur zijn gerangschikt, om een goede hechtheid van het metselwerk te garanderen en de muur een goed aanzien te geven. VWB.
Bouwconstructies die zijn opgebouwd uit gevormde of gemodelleerde eenheden van steen, keramische baksteen of tegel, beton, glas, adobe of andere grondstoffen.
Geselecteerd zand dat wordt gebruikt in beton, mortel, pleisterwerk en voor het leggen van stenen.
Vuursteensloten, in de 17e eeuw in Spanje ontwikkeld, waarbij de slagveer aan de buitenzijde gemonteerd is.
Snaarinstrumenten met 1 metalen snaar, bestaande uit een rechthoekige klankkast met úítstekend toetsenbord, eindigend in een ovale klankkast op opvouwbare poten.
Voertuigen met twee wielen die lijken op fietsen maar die groter en zwaarder zijn, met motoren die laag in een frame zijn gezet; meestal met plaats voor één of twee berijders.
Harpciters met 3-5 snaren losgemaakt uit het oppervlak van een raffiapalmstengel, boven de snarenhouder ondersteund door een centrale, verticale, ingekerfde kam; 1-6 klankbodems van kalebas aan de achterkant van de snarenhouder; bespeeld door er op te tokkelen; West Centraal-Afrika.
Een zeer zware serpentijnsoort in de vorm van een afgeplatte bol. De naam is afgeleid van het Griekse woord voor nier. De stenen werden door de oude Romeinen gebruikt als standaardgewichten en werden waarschijnlijk ook om de nek van veroordeelde Christenen gebonden voordat deze de verdrinkingsdood stierven. Hierdoor wordt de steen soms ook martelaarsteen genoemd. Nefrietsteen is meestal gitzwart met kleine grijze spikkels en een metaaltextuur.
Knopen van hout, ivoor, hoorn, soms ook metaal; gebruikt om kimono's te sluiten, Japan.
Schilderingen in olieverf, bedoeld als voorbereidende studies voor meer uitgewerkte, meestal grotere olieverfschilderingen.
Het blootstellen aan zuren van relatief grote, onbegrensde delen, en niet van relatief kleine, beperkte delen, zoals lijnen.
Een stijl die toebehoort aan of lijkt op een stijl of mode uit een eerdere tijd. De term verwijst niet naar een vaststaand tijdperk, maar heeft betrekking op de besproken periode en niet op het heden. Over een stijl die populair was in 1710 kan bijvoorbeeld in 2010 worden gezegd dat deze in 1750 'ouderwets' was. 'Ouderwets' verschilt van 'retro' door de suggestie dat een stijl of voorwerp is verouderd, achterhaald en soms uit de mode is qua vorm of karakter, terwijl 'retro' verwijst naar een eerdere stijl (meestal uit het midden van de 20ste eeuw) die om zijn nostalgische waarde nog steeds wordt gezien als begeerlijk en populair.
Toetsenborden, gewoonlijk van orgels maar die zich ook bevinden op carillons, klavecimbels, klavichords en piano's, die worden bespeeld met de voeten en die of aan hun eigen pijpen, klokken, of snaren zijn aangesloten of aan die van de handklavieren zijn verbonden.
Beschrijft werken die zijn vervaardigd door het gelijknamige Turkse nomadenvolk in het zuidoosten van Europa. Dit volk, dat zijn oorsprong heeft in het gebied tussen de Oeral en de Wolga, was van de 9de tot de 12de eeuw n. Chr. militair zeer actief in het gebied ten noorden van de Zwarte Zee. Nadat de Petsjeneg in 1091 bij Konstantinopel waren verslagen, verloren ze hun militaire macht grotendeels en vestigden ze zich in het latere Hongarije en Bulgarije.
Stukken lood die door kopiisten na de 12de eeuw gebruikt werden om lijnen of schetsen van layouts op perkamentbladen te maken.
Type metselwerk uit de Oudheid en toegepast werd in het Mediterraan gebied. Bestond uit grote blokken steen met een glad oppervlakte die in niet-rechte hoeken ineens gepast werden, zonder het gebruik van mortel. Het gewicht van de stenen moest de stabiliteit van de constructie garanderen.
Rijtuigen met vier wielen die zowel passagiers als post vervoeren; werden gebruikt in de 18e en vroege 19e eeuw.
Gebruik voor ondergrondse, tegen aanvallen verstevigde constructies ontworpen voor de opslag en het afvuren van raketten.
Schetsen, door kunstenaars of architecten gemaakt tijdens een reis, vooral om monumenten en taferelen voor latere studie vast te leggen.
Drukprocédé waarbij de plaat is geëtst, maar anders dan bij gewoon etsen wordt het ontwerp gedrukt in reliëfdruk in plaats van in diepdruk.
Wordt gebuikt voor ritten in attractieparken, met een zwaartekrachttreintje dat over een gesloten circuit loopt met een scherp kronkelende baan met stijle hellingen die zorgen voor plotselinge snelle afdalingen; bedoeld voor sensatiebeluste passagiers.
Te gebruiken voor kleinere stadskernen aan de rand van grootstedelijke gebieden met een zelfstandige jurisdictie ten opzichte van de grotere stad, maar wel met een zekere mate van economische en sociale afhankelijkheid van die stad. Gebruik 'nieuwe steden' voor gemeenschappen die zijn ontworpen om in sociaal of economisch opzicht onafhankelijk van grotere stedelijke gebieden te fungeren.
Beeldende werken die slechts de hoofdlijnen of -trekken van het onderwerp weergeven, als ontwerpen voor meer uitgewerkte kunstwerken, als zelfstandige uiting, ter oefening, of ter verduidelijking; minder afgewerkt dan 'studies'.
Boeken of blokken blanco papier die worden gebruikt of zijn bedoeld om op te schetsen.
Kleine, korte, bondige tekeningen.
Schetsmatige, uit de vrije hand getekende kaarten waarop de voornaamste kenmerken van een bepaalde plaats worden aangegeven; kan worden gebruikt voor kaarten die uit het hoofd zijn getekend.
Worden vroeg in een ontwerpproces voor kunst of architectuur gemaakt; ze zijn gedetailleerder dan schetsen.
Platen die worden gebruikt om delen van een spant te verbinden of om verscheidene stukken staal te verbinden.
Kleine openingen (zoals in muren of parapetten), vaak met diep afgeschuinde zijwanden, waardoor kleine wapens kunnen worden afgeschoten. Voor gelijksoortige openingen die worden gebruikt om licht door te laten of door naar buiten te kijken wordt 'loop windows' gebruikt.
Iemand die beroepsmatig schoenen poetst.
Wordt gebruikt voor tekeningen ontworpen om details op andere tekeningen te kunnen vinden.
Harnasonderdelen voor de voet, vanaf de Middeleeuwen tot de 16e eeuw voorkomend in verschillende vormen binnen Europa, opgebouwd uit maliën of platen die de enkel omsluiten en harnasplaatjes die de voet bedekken, met een teenkap van plaat. Sommige soorten hadden een afneembare lange punt als teenkap.
Stokwapens met een scherpe punt en zonder extra bladen of punten; om mee te gooien of te stoten of beide, gebruikt bij zowel het oorlogvoeren als bij de jacht.
Sluiter die zich bij het beeldvlak bevindt in plaats van bij de lens. Gewoonlijk bestaan spleetsluiters uit een dubbel sluitergordijn van doek of metaal waarmee spleten kunnen worden gevormd met een variabele breedte die correspondeert met de belichtingstijd. De gordijnen worden onder spanning gehouden tot het moment van de belichting: het moment waarop de spleet over de film wordt getrokken waardoor er licht op kan vallen.
Het geheel van materiële aspecten van straten en hun omgeving, zoals gebouwen, open ruimten en beplanting.
Afdrukken die zijn geproduceerd met behulp van het suikeretsproces.
Hefboomachtige mechanismen die zijn vastgemaakt aan of een deel uitmaken van een muziekinstrument of andere geluidvoortbrenger en die functioneren als deel van het mechanisme dat rechtstreeks geluid produceert, zoals wanneer er lucht door een pijp wordt toegelaten of wanneer er gezorgd wordt dat een snaar wordt aangeslagen of getokkeld, of die, op een niet al te grote aërofoon, gebruikt worden om de toongaten te beheren die zonder hulp buiten bereik of te groot zijn voor de vinger.
Planken die zijn vastgemaakt op de halzen van sommige snaarinstrumenten, variërend in vorm zoals de karakteristieke kenmerken van specifieke instrumenten voorschrijven, waarover de snaren zijn gespannen en waartegen de snaren worden geduwd door de vingers van de speler.
Een serie hendels of toetsen die het geluidsmechanisme van toetsinstrumenten in werking stellen.
Hamers met een achthoekig of rond slagvlak, afgekante nek en een pen met dikke ronde randen. Wordt gebruikt als aambeeld wanneer hij achter de kop van een klinknagel of spijker wordt gehouden om deze recht te houden terwijl de punt wordt geslagen.
Muziekinstrumenten met een toetsenbord; bespeeld met hand(en).
Een fluweelzwarte variant van cryptokristallijnkwarts, kiezelschalie of een dergelijke stof die door juweliers wordt gebruikt voor het keuren van de zuiverheid van edelmetalen, voornamelijk goud.
Kleine, vrijstaande spiegels, meestal in een rechtopstaande omlijsting waarbinnen de spiegel kan worden versteld. Ze zijn bedoeld voor gebruik op de toilettafel en hebben soms een doosachtig onderstuk met kleine laatjes.
Groepen van bij elkaar passend toiletgerei; voor gebruik op de toilet- of kaptafel, meestal met inbegrip van diverse kleine doosjes en flesjes en soms ook een borstel, kam, spiegel of blad.
Barrières die om een as draaien en die gewoonlijk zo opgesteld staan dat slechts een persoon tegelijk in een richting er doorheen kan.
De spiraalvormige schelp van buikpotige weekdieren; er kan op worden geblazen om geluid voort te brengen.
Lagen metselwerk die verder uitsteken dan de lagen eronder. Wanneer er sprake is van uitstekende constructie-elementen, vooral wanneer deze worden gebruikt in series om bogen, koepels of gewelven te vormen, heeft de term 'korbelen' de voorkeur.
Uitstekende metsellagen, meestal bewerkt. Vooral die die in de lagere gedeelten van een gebouw zijn verwerkt.
Sloten die in de lengte groter zijn dan in de breedte.
Geheime organisaties die tegen de heersende macht in gaan, met name in bezette landen; meest gebruikt voor de ondergrondse beweging die zich tegen de bezettende macht verzette tijdens de Tweede Wereldoorlog.
Rechtopstaande steen aan de voet van een graf, gewoonlijk kleiner dan de grafzuil aan het hoofd van het graf.
Steunen voor iemands voeten, zoals bijvoorbeeld een deel van een kappersstoel of leunstoel.
Wordt gebruikt voor relatief massieve elementen die het onderste gedeelte van structuren of objecten vormen en waarop de overige delen rusten, of waardoor die worden ondersteund. Gebruik de term 'voeten' als het basiselement waarop een object rust, relatief klein is in verhouding tot de omvang van het object.
Schetsen, vervaardigd als eerste visualisering van het ontwerp.
Verwijst naar arbeiders die geschoold waren als steenhouwer voor bouwkundige doeleinden, waarvan de oudste schriftelijke meldingen in Europa dateren uit de Middeleeuwen. Ze onderscheiden zich van andere metselaars in die zin dat ze een grote vakkennis bezaten en uitstekend waren opgeleid in zowel fijn als complex werk. Vaak trokken ze rond en vestigden ze zich op plaatsen waar grote of belangrijke bouwwerken verrezen. Ze werden vooral bekend om hun systeem van geheime tekens en wachtwoorden, welke ze van andere vrijmetselaars leerden en die fungeerden als bewijs dat ze voldoende bekwaamheid en scholing bezaten. In de 16de eeuw werd de term vaak in lovende zin gebruikt als synoniem van 'metselaar', om aan te geven dat de betreffende steenhouwer uitzonderlijke gaven bezat.
Boekbanden in een stijl die vanaf het midden van de 18de eeuw tot het begin van de 19de eeuw in zwang was, en waarbij vrijmetselaarssymbolen in goud als decoratie werden gebruikt.
Wordt gebruikt voor gebouwen waar (sinds de 17e eeuw) leden van de genootschappen van Vrijmetselaars bijeen kwamen, zowel sociaal als professioneel.
De leer en praktijken van de broederschap van de 'Vrije en geaccepteerde metselaars', 's werelds grootste geheime genootschap. De vrijmetselarij verspreidde zich door de opmars van het Britse Rijk en is nog steeds het meest populair op de Britse eilanden en in andere landen die banden hadden met het rijk. Het genootschap zou zijn opgericht voor wederzijdse hulp en vriendschap. De leden geloven dat het historische wortels heeft die zijn terug te voeren op de Romeinen, de Egyptenaren en de bouw van de piramides. De vrijmetselarij bevat tradities en rituelen die symbolen gebruiken van of verwijzen naar de gereedschappen van middeleeuwse steenhouwers, met name de winkelhaak en de passer. Net als andere ambachtsgilden in het middeleeuwse Europa ontwikkelden veel metselaarsgilden die vrijmetselaars in hun gelederen hadden uitgebreide geheime rituelen voor het overbrengen van de kennis van hun ambacht en voor de inwijding van nieuwe leden. Deze rituelen veranderden in de loop van de vroegmoderne tijd. In het 16e-eeuwse Schotland nam de vrijmetselarij elementen over van het hermetisme uit die tijd. Vanaf het begin van de 17e eeuw laten de loges ook leden toe die niet zijn betrokken bij de bouwsector.
Mensen die werken creëren die zijn uitgevoerd in was (meestal bijenwas) en die met name voorwerpen of figuren voorstellen.
Diagrammen aan de hand waarvan schachten op een weefgetouw worden gezet om bepaalde weefpatronen te maken, van oudsher getekend op patroonpapier of ander papier met voorgedrukte lijnen. Ze tonen ten minste één weefeenheid van de te weven stof. Een complete serie diagrammen laat de wever zien hoe hij de ketting moet uitleggen, de schachten en pedalen met elkaar moet verbinden, in welke volgorde de pedalen moeten worden gebruikt, op welke manier de schering en de inslag vervlochten moeten worden, en toont het kruiselingse profiel van het weefpatroon.
Wetsontwerpen die zijn ingediend bij een wetgevend orgaan (volksvertegenwoordiging).
Gebogen stenen, met aan de binnen- of buitenkant een afschuining, die worden gebruikt om steekbeitels te slijpen.
Harde stenen die worden gebruikt om snijgereedschap te slijpen.
Hoogdrukken gemaakt door een voorstelling met etsgrond of asfaltlak te tekenen op een metalen plaat, meestal zink, waarna de plaat in etswater wordt gebeten en de betekende delen dus hoog blijven staan.
Lange schaven, tussen de 46 en 52 centimeter lang, die worden gebruikt voor het glad maken van planken.
Afdrukken die zijn geproduceerd met behulp van het zoutetsproces
Snaarinstrumenten met een klankkast van lichte, houten zijbanden, sterk bollend achterblad, een plat bovenblad met 1 grote, 2 of 3 kleine klankgaten, kam op het onderste gedeelte van het bovenblad, met een stuk vissen- of ander leer, of met een schelp, erboven, om het bovenblad te beschermen tegen beschadiging door het plectrum, korte hals zonder frets, dubbele snarenkoren; bespeeld met een plectrum; Arabische wereld.
Cisters met twee sleutelkasten, één voor de snaren die over de toetsen lopen en met de vingers worden verkort, en één voor de vrijzwevende snaren die niet worden verkort; vooral gebruikt in Frankrijk en Duitsland in de 17e en 18e eeuw.
Verwijst naar de periode in de Europese prehistorische ontwikkeling van stenen gereedschap tot iets na 700.000 v. Chr. Deze periode dankt zijn naam aan gereedschappen die zijn gevonden in sedimentgesteente in een voorstad van Abbeville (Frankrijk). De cultuur kenmerkt zich door onderscheidende stenen gereedschappen, waaronder de vroegste aan twee zijden afgeschilferde handbijlen, met diepe slijtsporen, gekartelde randen en dikke scherven.De periode wordt gewoonlijk in nauw verband gebracht met de Acheuléen traditie. De vroegste handbijlcultuur in Europa stond vroeger bekend als Chelléen, maar wordt nu Abbevillien genoemd. De werktuigen uit Chelles (Frankrijk), die vroeger model stonden voor deze cultuur, worden tegenwoordig gerangschikt onder Acheuléen.
Voorbereidende schetsen voor schilderijen die deel uitmaken van de onderschildering en die de tonale verhoudingen van een schilderij bepalen; ook driemensionale voorbereidende schetsen voor beeldhouwwerken, waarin de grote lijnen al zijn vastgelegd.
Numerieke grootheid die aangeeft tot in hoeverre een substantie iets absorbeert.
Verwijst naar een concept of idee dat geen verband houdt met een specifiek gegeven, en naar het proces waarbij algemene begrippen worden geformuleerd op basis van abstrahering van gemeenschappelijke kenmerken van het gegevene. Daaronder valt de beschouwing van een zaak welke zich los van bijbehorende associaties voltrekt, of van een stof die buiten de context van zijn kenmerken is geplaatst, of van een eigenschap of kwaliteit die buiten de context van de bijbehorende stof is geplaatst. Een abstractie is de idee van iets wat in zelfstandige vorm niet bestaat, een zaak die uitsluitend in de vorm van een idee bestaat. Gebruik 'Abstract' voor de moderne kunststromingen en de daaruit voortgekomen producten.
Wordt gebruikt voor oppervlakken of delen van objecten die tegenover die delen liggen die beschouwd worden als de voorkant of als de belangrijkste of nuttigste oppervlakken. Als bijvoeglijk naamwoord dat de plaats van iets dat aan of bij de achterkant gelegen is aangeeft wordt 'achter' gebruikt. Voor de delen van meubilair die de ruggen van de zittende personen ondersteunen wordt 'rugleuningen (meubelonderdelen)' gebruikt.
Een betrekkelijk lage kwaliteit baksteen die wordt gebruikt achter een andere baksteen of achter ander metselwerk.
Het bedekken van bepaalde gedeelten van een ondergrond om te voorkomen dat er op wordt ingewerkt, zoals bij etsen of zeefdrukken.
Verwijst naar afdrukken met graveursmerken: krabbels of schetsjes van de kunstenaar buiten het eigenlijke ontwerp. Oorspronkelijk vormden graveursmerken een test van de sterkte van het zuur op een plaat; ze werden vervolgens gepolijst om ze te verwijderen. Vanaf de 19de eeuw werden graveursmerken soms met opzet behouden in gedrukte oplagen om zeldzame exemplaren voor verzamelaars te maken.
Wordt gebruikt voor het verwijderen van een buitenlaag van iets, zoals het verwijderen van oorspronkelijke verf bij het restaureren van een schilderij.
Voegen in metselwerk waaruit overtollige mortel is verwijderd door middel van een haal met een troffel.
Houten of metalen reien die worden gebruikt om pas aangebracht beton af te schrapen of af te vlakken. Worden gebruikt bij metselwerk.
Een brecciëmarmer dat bestaat uit grote zwarte, groene, roze, rode, grijze, paarse en bronskleurige kiezelstenen. Deze marmersoort is bekend om zijn sterk geprononceerde kleuren. Het marmer is afkomstig van het Griekse eiland Chios en heeft dus niets te maken met Afrika. De naam is gebaseerd op de donkere kleurtekening van het marmer.
Verwijst naar de stijlen binnen de cultuur en het erfgoed van de Afro-Amerikanen in Noord-Amerika. In deze stijlen manifesteert zich de essentie van de Afro-Amerikaanse ervaringen, en de wijze waarop individuele en politieke verzetsdaden en overwinningen op rassenvooroordelen en maatschappelijke achterstelling een verrijkende bijdrage hebben geleverd aan de muziek, de kunst, en de literatuur van de Amerikaanse cultuur in haar totaliteit.
In metselwerk, de laatste behandeling van voegen door middel van het bepleisteren van metselspecie of het aanbrengen van een plamuurachtige vulling in de voegen.
Verwijst naar het beginsel van eerbied voor al het leven en geweldloosheid tegenover alle levende wezens, dat wordt aangetroffen in het boeddhisme, bepaalde hindoegemeenschappen en vooral het jaïnisme. Ahimsa is gebaseerd op de overtuiging dat alle levende wezens heilig zijn en dat geweld negatieve gevolgen heeft voor hen die het plegen; zo kan het toebrengen van schade aan iets levends resulteren in een ongunstige reïncarnatie. De term komt uit het Sanskriet en betekent 'niet kwaad doend'.
Blokxylofoons, bestaande uit 17 (voorheen 22) toetsen rustend op twee boomstammen en op hun plaats gehouden door twee kragen die uit de onderkant van de toetsen zijn gesneden; oorspronkelijk ontwikkeld en bespeeld door de Ganda in Oeganda.
Verwijst naar het werk van een school van schilders die halverwege de 18de eeuw actief was in Akita in het noorden van Honshu. Satake Shozan (1748-1785) en Odano Naotake (1749-1780) ontwikkelden de stijl, die zich kenmerkt door een mengeling van naturalistische details en westerse illusionistische methoden, waarbij traditionele Japanse pigmenten worden gebruikt op zijde of papier en het oppervlak volledig wordt afgedekt met een laag olie en hars. Voltooide schilderijen waren in het algemeen gebaseerd op tekeningen uit schetsboeken van nauwkeurige observaties van bloemen, bomen en vogels.
Verwijst naar de kunst en cultuur die zijn verbonden met de islamitische Berberdynastie die regeerde in Noord-Afrika en zuidelijk Spanje (1130-1269). Deze periode is opmerkelijk omdat het voor het eerst was dat de hele Maghrib was verenigd onder één dynastie. De Almohads stonden op tegen de Almoravids in 1121 en veroverden Marrakesh in 1147. De dynastie verloor macht toen ze werd verslagen door Alfonso VIII in 1212, waarbij Andalusië verloren ging, en in 1269, toen men Marrakesh kwijtraakte aan de Berberse Marinids. De Almohad-hoven in Marrakesh en Sevilla waren centra van islamitische kunst en islamitisch onderwijs, vooral op het gebied van filosofie. Almohad-architectuur staat bekend om de combinatie van puriteins, eenvoudig ontwerp en overvloedige decoratie. Er werden enorme congregationalistische moskeeën gebouwd in Sevilla, Rabat en Marrakesh. Eenvoudige interieurs worden verlucht door middel van weelderige, gelobde bogen en andere details. Herhaald gebruik van een architecturale eenheid zoals een arcade of nis om gerichte doorkijkjes en een diep gevoel van ruimte te creëren, is een andere kenmerkende eigenschap. Sobere exterieurs contrasteren sterk met de rijk geïllustreerde, gigantische vierkante minaretten (laat 12de eeuw) van de drie moskeeën. Deze minaretten zijn rijkelijk voorzien van venstervormige openingen en elke zijde heeft verschillende rasterontwerpen die zijn uitgevoerd in verhoogd metselwerk. De moskee van Tinmal, met zijn karakteristieke Maghribi T-vorm, wordt beschouwd als een Almohad-meesterwerk. De locatie van de minaret achter de mihrab is een belangrijke vernieuwing van Tinmal. Almohad-moskeeën zijn gewoonlijk vergroot ten koste van hun binnenhoven. Andere kunsten zoals het maken van boeken, metaalwerken en luxe weefsels floreerden eveneens. Verschillende exemplaren van de Koran tonen aan dat papier tijdens deze periode perkament begon te verdringen. Een boekband op een prachtige, meerdelige Koran (1256) is het vroegst gedateerde voorbeeld van goudsierdruk. In textilia is net als in boekbanden een voorkeur te zien voor geometrische patronen.
Verwijst naar de kunst en cultuur die zijn verbonden met de islamitische Berberdynastie die regeerde in Spanje en Noord-Afrika van 1054 tot 1147, toen deze dynastie werd opgevolgd door de Almohad-dynastie. De Almoravids ontwikkelden zich uit een puriteinse beweging in westelijk Afrika die Noord-Afrikaanse Berbers aansprak. De Almoravid-leider Yusuf b. Tashfin stichtte Marrakesh in 1069. Vanaf 1090 bestuurde de dynastie Andalusië en via deze connectie werd de Umayyad-kunst van Spanje overgebracht naar Noord-Afrika. Er was ook sprake van een Egyptische invloed. De Almoravids stonden bekend om hun puriteins fanatisme en waren vooral begunstigers van religieuze architectuur. Ze bouwden moskeeën in Tilimsen en Algiers die waren geïnspireerd op de moskee van Córdoba; andere opmerkelijke moskeeën werden gebouwd in Fez. Almoravid-architecten stonden bekend om hun vindingrijke manipulatie van driedimensionale ruimte waarbij gebruik werd gemaakt van ornamentele bogen en decoratieve gewelven, architecturale vormen die traditioneel gescheiden werden gehouden. Deze en andere architecturale vormen verlevendigen in plaats van toegepaste decoratie hun gebouwen. Het kenmerk van hun karakteristieke Maghribi-muqarnas is dat het exterieur niets onthult van de interne configuratie. Het muqarnas-gewelf van Fez is gebouwd over een rechthoekige ruimte en fungeert op deze manier visueel eerder als een hangend plafond dan als een traditionele koepel. Een fontein die eens deel uitmaakte van de Grote Moskee van Marrakesh is bekend om zijn gelobde en gekrulde boogvormen die een krachtig ritme in de beeldhouwwerken creëren.
Voorwerpen met een smeedijzeren standaard, vaak versierd, en daarboven een horizontale, platte ring met een veer waar iets in vast kan worden geklemd. Ze zouden oorspronkelijk bedoeld kunnen zijn voor een toorts of flambouw in plaats van een kaars.
Motief van een oog binnen een driehoek of piramide, dat zich in de 17de en 18de eeuw in Europa en Noord-Amerika uit het Egyptische oog van Horus heeft ontwikkeld. Het motief symboliseert een oog dat alles ziet of het oog van God, en wordt vaak in verband gebracht met de Vrijmetselarij.
Blokxylofoons, bestaande uit twaalf toetsen rustend op twee boomstammen en uit elkaar gehouden door in de boomstammen geslagen stokjes; oorspronkelijk ontwikkeld en bespeeld door de Ganja in Oeganda.
Verschuifbare houten blinden. De term betekent zoiets als ���regenpanelen'. Men schoof ze 's nachts of tijdens slecht weer voor deuropeningen, en wanneer ze niet werden gebruikt, bewaarde men ze in speciale bakken aan de muren van het gebouw. Men ging ze in de late zestiende eeuw gebruiken in verschillende soorten gebouwen, van tempels tot woonhuizen.
Alle toevoegingen of correcties die in een geschrift worden aangebracht met als doel het te verbeteren, in het bijzonder voor wijzigingen in een wetsvoorstel of in een van kracht zijnde wet of voor voorstellen daartoe.
Een patroonverband waarbij met regelmatige tussenpozen een metsellaag van kopstenen van normale lengte voorkomt, meestal om de 5 of 6 metsellagen; de andere lagen bestaan alleen uit strekse stenen.
Franse bergmeubels die bestaan uit twee wandkasten boven op elkaar, elk met twee deuren waarbij de voorkant en de zijdes van de bovenste kast iets zijn verzonken. Ze hebben meestal een architectonisch raamwerk met pilasters die door een timpaan worden bekroond.
Metalen banden of platen waarmee timmer- of metselwerk bijeen wordt gehouden.
Het verklaren van iets dat niet menselijk is door middel van menselijke kenmerken.
Zilveren lepels waarop boven aan de steel een beeldje van een apostel is aangebracht. Apostellepels waren bedoeld voor persoonlijk gebruik aan tafel en waren ca. 1490-1675 zeer populair in Engeland; ze werden ook op het Europese vasteland vervaardigd, vooral in Duitsland. Soms werden apostellepels gemaakt in sets van dertien, twaalf met de apostelen en de dertiende voorzien van een beeltenis van Jezus, de zogenaamde meesterlepel. Ook lepels met beeldjes van heiligen zijn wel apostellepels genoemd. In de 16de en 17de eeuw schijnen apostellepels geliefd te zijn geweest als doopgeschenk. In de 20ste eeuw werden pleetzilveren versies gemaakt voor gebruik als koffielepels.
Instrumenten bestaande uit een lange, achtvormige doos, een toets met frets die in het midden over de gehele lengte van het instrument loopt en drie tot vijf metalen snaren die met stemschroeven aan de zijkant op spanning worden gehouden; oorspronkelijk ontwikkeld en bespeeld in het Appalachengebied in de Verenigde Staten. Gebruik 'geslagen hakkeborden' voor Amerikaanse chordofonen met eenzelfde bouw die echter met hamertjes worden aangeslagen.
Latijn voor salpeterzuur, dat verdund wordt gebruikt als het belangrijkste bijtmiddel bij etsen.
Een drukprocédé waarbij hars of een andere substantie op de plaat wordt aangebracht om een poreuze ondergrond te creëren, waarna de plaat wordt verhit en geëtst, zodat er een schakering van tonen ontstaat; wordt vaak gecombineerd met lijnwerk.
Etsen, waarbij de vlakken zijn voorzien van een egale toon.
Een bruine tot lichtgrijze siliciumhoudende zandsteen uit Aquia Creek in Stafford County, Virginia. Deze steensoort bevat afgeronde, ruwe tot fijne kwartskorrels en kleipellets tot 2,5 cm in doorsnee, en splijt eenvoudig in elke gewenste richting. Aquia Creek-zandsteen was in de beginperiode van Washington D.C. een van de belangrijkste bouwstenen.
Het verkrijgen van iets door middel van betaling met geld of iets wat daarmee gelijk staat.
Wordt gebruikt voor spiegels waarvan de lijst sterk architectonische elementen bevat, vaak met zijpilaren en voetstukken.
Vedels die de eigenschappen van gitaar en cello combineren: ze hebben de glooiende vernauwing en de stemming van een gitaar en 24 frets, maar de afmeting van een cello en worden op dezelfde wijze aangestreken.
Beeldhouwwerken die vanaf circa 1945 zijn gemaakt met behulp van de assemblagetechniek, waarmee driedimensionale kunstwerken tot stand komen door verschillende elementen te combineren, vooral objets trouvés. Ook door de kunstenaar geschilderde, beeldgesneden of geboetseerde elementen kunnen deel uitmaken van assemblages. Zie 'object sculpture' voor dergelijke werken van vóór 1945.
Grote dubbelkonische trommen, rechtopstaand met een buisvormig open voetstuk, meestal in paren, waarbij elke trom een eigen toonhoogte heeft; vaak met een stel rinkelbellen over het trommelvel van een van de twee; oorspronkelijk ontwikkeld en bespeeld in West-Afrika, als sprekende trommen bij ceremonies en bij rituele zang en dans.
Gebruik voor zelfbedieningsrestaurants waar de klanten met muntgeld kleine glazen deurtjes openen om iets te eten of drinken te verkrijgen.
Uitvoering en discipline van het ontwerpen van het uiterlijk, de ergonomie, de complexe systemen en andere onderdelen van motorvoertuigen, meestal wegvoertuigen, zoals auto's, motorfietsen, vrachtwagens, bussen, touringcars en bestelwagens.
Te gebruiken voor kleine, lichte, open autootjes die worden voortbewogen door motorfietsmotors en meestal vier wielen hebben, hoewel drie ook voorkomt; gebruik 'driewielers (auto's)' voor gesloten auto's met drie wielen en meestal zwaardere motors.
Een kleurloze, bijtende vloeistof met een penetrante geur, CH3-COOH, die voor een groot aantal doeleinden wordt gebruikt, zoals voor etsen en solderen, het verwijderen van vlekken en voor bleken. Ook wordt deze vloeistof gebruikt als conserveermiddel in fotografische chemicaliën.
Verwijst naar de stijl en periode die samenvielen met de heerschappij van Bajezid I (ook wel 'bliksemschicht' genoemd vanwege de snelheid waarmee hij zijn troepen verplaatste) van 1389 tot 1402. Hij staat het best bekend om de bouw van de 'Grote moskee' van Bursa, waaraan in 1390 werd begonnen en die in 1395 werd voltooid. Het hele complex omvatte een moskee, baden en een klein paleis, binnen een onregelmatig gevormde muur. De indeling en de schaal van de moskee hebben veel weg van de moskee van Moerad I, maar hier is metselwerk van gehakte steen gecombineerd met een beperkte hoeveelheid marmer. De wanden van de ruimten waarin de derwisj-pelgrims werden ondergebracht, waren versierd met bloemen en destijds polychroom. Het portaal van steen en marmer is het eerst grote Osmaanse portiek. Ook vermeldenswaardig is het Dar al Shifa, het academisch ziekenhuis uit 1400.
Kitmiddel dat wordt gebruikt bij metselwerk.
Russische, luitachtige getokkelde chordofonen bestaande uit een driehoekige klankkast met een plat achterblad en een licht welvend bovenblad, een lange hals met frets en drie snaren; ze worden in zes verschillende groottes gemaakt.
Xylofoons met houten toetsen, dunner aan uiteinden en onderkanten, met voor elke toets een eigen klankbodem van kalebas; bespeeld met twee hamertjes met rubberen kop, het effect aangevuld met geluid van belletjes die de spelers rond de polsen dragen; oorspronkelijk ontwikkeld en bespeeld door de Manding in West-Afrika.
Grote vierkante concertina’s, in de jaren 40 van de 19de eeuw ontwikkeld door de Duitser Heinrich Band. Ze hebben een toetsenklavier en een een- of tweezijdig toonmechaniek, hoewel eenzijdig het meest gebruikelijk is. Vroege modellen hebben 88 of meer toetsen, maar het gemiddelde moderne instrument heeft er 71. Ze zijn het meest bekend door hun gebruik in tango-orkesten in Brazilië, Argentinië en Uruguay, al komen ze ook voor in West-Afrika en de Verenigde Staten.
Amerikaanse getokkelde chordofonen met een lange, gitaarachtige hals met frets en een rond bovenblad van strak gespannen huid, perkament of kunststof waar de kam tegenaan wordt gedrukt door de vier, vijf of zes snaren.
Verwijst naar de metselaars die de steen op hun werkplank in de bouwloods beeldsneden. Zij legden de laatste hand aan de gemetselde steenblokken.
Hard afgewerkt schrijfpapier dat is gemaakt van de lange vezels van sparrenhout. De term verwijst ook naar zeer hoogwaardig en sterk papier dat volledig of gedeeltelijk is gemaakt van lompenpulp. Vanwege de gladde afwerking gebruiken veel kunstenaars bankpost voor schetsen en pentekeningen.
Te gebruiken voor rijtuigen met vier wielen die meestal worden gekenmerkt door een hoge zitplaats voor de koetsier buitenop, zitplaatsen voor passagiers met opklapbare of vaste kappen, en een koetsachtig lager deel en onderstel.
Scheuren of patronen van scheuren zonder dat iets volledig uit elkaar valt.
V-gevormde voorwerpen die de hiel van een laars vasthouden om deze gemakkelijker uit te kunnen trekken. Wordetook gebruikt voor een inkeping of afgietsel dat in een soortgelijke vorm wordt gesneden of gegoten en wordt gebruikt voor hetzelfde doel.
Een non-woven textiel dat wordt gemaakt door het pletten van de binnenste schors van bepaalde bomen en struiken tot deze fijn en zacht is. Bastdoek kan worden beschilderd, bedrukt, geborduurd of geknipt en genaaid als patchwork. Het is wel vrij kwetsbaar, vooral als het nat is. Ooit werd het in vrijwel geheel Afrika ten zuiden van de Sahara gebruikt. De vroegste vermelding was in het midden van de 16de eeuw in Liberia, tegenwoordig komt het voor in Ghana en Nigeria.
Een draagbare plaat of plank waarop men de klei kan plaatsen om te draaien of te boetseren. Kan ook worden bevestigd op een pottenbakkerswiel of als plank in de oven.
Te gebruiken voor diverse voorwerpen met korte stelen en brede, geronde koppen, meestal hoofdzakelijk van hout en ontworpen voor verschillende balspelen. Gebruik 'rackets (sportuitrusting)' voor grotere voorwerpen met een soortgelijke vorm maar met koppen met een netwerk.
Een klein, veelal niervormig tafeltje, op vier zeer korte pootjes, dat men in bed zittend voor zich kan zetten; het blad kan geheel of gedeeltelijk schuin gezet worden; soms vormt een beddetafel als een los opzetstuk één geheel met een hogere ondertafel met hetzelfde grondplan.
Het procedé van het bedekken van het bovenste oppervlak van iets met nieuw materiaal.
Assemblages van systematisch gerangschikte toetsen waarmee een machine wordt bediend.
Te gebruiken voor automaten, waterspuiten of andere installaties bedoeld om nietsvermoedende bezoekers in tuinen te verrassen, te besproeien en nat te maken; in het algemeen in werking gesteld door verborgen, meestal drukgevoelige hendels, veren en dergelijke; vooral populair tijdens de renaissance.
Muren met een gemetselde façade of bekleding die bevestigd, maar niet gevoegd, is aan de muur zelf en bij belasting geen gezamenlijke reactie uitoefent.
Laag materiaal die wordt gebruikt om de binnenkant of het oppervlak van iets te bedekken, ter versterking of bescherming.
Te gebruiken voor koetsen die in berline-onderstellen zijn gehangen waarbij twee lichte stangen, in plaats van één zware, de voorste dwarsbalk verbinden met de achteras.
Fysieke aantasting van iets, zodanig dat de waarde of bruikbaarheid negatief wordt beïnvloed.
In algemene zin te gebruiken voor het veilig stellen van mensen of dingen tegen letsel of schade. Gebruik 'behoud' voor activiteiten die worden ondernomen om verdere verandering of achteruitgang van voorwerpen, locaties of bouwwerken te voorkomen. Gebruik '@historic preservation' als zulke activiteiten worden ondernomen voor gebouwen of andere bouwwerken uit specifiek culturele, esthetische of historische overwegingen.
Het weergeven van eigenschappen of kenmerken van iets of iemand in gesproken, geschreven taal of gebarentaal.
Ergens vorm aan geven of iets afschaven, met name aan hout, door er met een mes stukjes af te snijden.
Culinaire uitrusting met een min of meer platte vorm, zoals vorken en lepels, en zonder snijrand. Te onderscheiden van 'culinaire houders' en 'vaatwerk', zoals drinkglazen en schalen. gebruik de term 'meswerk' bij het verwijzen naar keukengereedschap met snijrand, in het bijzonder diverse soorten messen die bij het eten worden gebruikt. Schepwerk wordt tegenwoordig meestal in sets vervaardigd, met soortgelijke of verwante decoratieve patronen op het handvat. (Engelse term: de term kan ook verwijzen naar min of meer platte of ondiepe voorwerpen van aardewerk, zoals borden en kopjes).
Koffer om besteksets in te bewaren en te vervoeren. Gewoonlijk is het bestek van metaal, dat soms is verzilverd. De koffer is vaak gemaakt van hout en heeft gewoonlijk een scharnierend deksel en aparte vakjes voor lepels, vorken en messen. Van binnen is de koffer doorgaans gevoerd met fluweel of een ander zacht materiaal.
Wordt gebruikt voor het blootstellen van iets aan straling: röntgenstralen, ultraviolet licht of een ander type straling.
Maatregelen met kracht van wet, uitgevaardigd door een overheidsinstantie voor het interpreteren en uitvoeren van de bepalingen van een wet. Gebruik de term 'wetten' voor regels afkomstig van de wetgever die iets verklaren, opdragen of verbieden, en die de formele wet vormen.
Het oppervlak, als het geen metselwerk is, waar pleisterwerk op wordt aangebracht; wordt gemaakt van verscheidene materialen waaronder metaalgaas, gipsplaat of ander materiaal waar het pleisterwerk voldoende mee kan hechten.
Metalen staven, meestal met fabrieksfouten, die in beton en metselwerk worden verwerkt om voor extra stevigheid te zorgen.
Hoefijzervormige haak met puntige uiteinden die ergens ingedreven wordt om iets te bevestigen.
Metselvoegen waarvan de mortel gevormd of bewerkt is voor hij hard werd.
Personen die wettelijk aanspraak kunnen maken op iets.
Wit marmer uit Cappadocië, Turkije, lichtgeel geaderd met daaroverheen haarlijntjes in een donkerder tint geel. Het marmer kan zo fijn gepolijst worden dat het op een spiegel lijkt; om die reden zou keizer Domitianus dit marmer langs een hele gang hebben laten aanbrengen. Er is vrijwel niets van uit de oudheid bewaard gebleven.
Een natuurlijke was die als nevenproduct wordt gemaakt door bijen bij de productie van honing; wordt voornamelijk gebruikt in poetsmiddelen, kaarsen, wasschilderingen, leerbereiding, hechtmiddelen en cosmetica, als een beschermingslaag bij het etsen en om verf te verzachten.
Chemische substantie die een verfstof fixeert in of op een substantie door zich te verbinden met de verfstof en een onoplosbare verbinding te vormen. Bij etsen verwijst het naar een bijtende substantie, zoals een salpeterzuuroplossing, die wordt gebruikt om de blootliggende gedeelten van een metalen plaat uit te bijten. Bij vergulden verwijst het naar een kleverige substantie waarmee het bladgoud aan de ondergrond wordt gehecht.
Verwijst naar een regionale school van Pahari-miniatuurschilderkunst die wordt geassocieerd met Bilaspur, in de vallei van de rivier de Sutlej, in het heuvelgebied van Punjab. Vanaf circa 1650 tot 1870 was Bilaspur een belangrijk centrum voor de schilderkunst. De 17de-eeuwse heerser Dip Chand diende de Mogols, en huwelijksbanden hebben hem er mogelijk toe aangezet een schildersatelier op te zetten. In tegenstelling tot het lokale beeldhouwwerk van de 17de eeuw heeft het merendeel van de vroege Bilaspur-schilderkunst geen religieus thema. Het betreft meestal portretten met een naturalistisch karakter, iets waarvoor ze schatplichtig zijn aan de Mogols. In de Bilaspur-schilderkunst van latere datum is het verfijnde karakter van de Mogol-invloeden behouden gebleven, maar de themakeuze is verschoven naar meer algemene traditionele onderwerpen als illustraties van de 'Ragamala' en devotiewerken. Aan het eind van de 18de eeuw werd de schilderkunst van Bilaspur overheerst door buitenlandse invloeden uit Guler en Kangra, en in de eerste decennia van de 19de eeuw was er nog nauwelijks iets van het oorspronkelijke karakter bewaard gebleven, waardoor de stijl in verval raakte.
Portemonnees gemaakt van twee rechthoekige stukken flexibel materiaal, gewoonlijk leer of stof, waarvan de twee korte kanten aan elkaar zijn genaaid. Eén lange kant is dichtgenaaid en de andere lange kant is open. Billfold portemonnees zijn maar iets groter dan de bankbiljetten waarvoor ze zijn bedoeld. Typische herenaccessoires, geschikt om in een broekzak te dragen of in een zak van een jasje.
Een kopsteen die zich door de gehele dikte van een gemetselde muur uitstrekt en aan beide zijden van de muur blootligt.
Luchtvaartuigen met twee paar vleugels, waarbij het ene paar zich boven en meestal iets vóór het andere bevindt.
Grove deeltjes hard materiaal, zoals vergruisde kwarts of vuursteen, die worden gebruikt bij het maken van keramische voorwerpen. Ze worden uitgespreid onder kwetsbare voorwerpen om te voorkomen dat deze blijven kleven of beschadigd raken door aanraking gedurende het bakken.
Dun, gehamerd bladmetaal gebruikt als verguldsel om een zilverachtig effect te creëren. Bladpalladium wordt vaak gebruikt als vervanging van bladzilver, aangezien palladium een edelmetaal is dat deel uitmaakt van de platinagroep van elementen, en bij normale temperaturen ongevoelig is voor metaalaanslag. Bladpalladium is iets doffer van tint dan bladzilver.
Kaarsenstandaards met een enkele kaarshouder op een platte schotel- of schaalvormige basis. Gebruik 'kandelaars' voor kaarsenstandaards met een enkele kaarshouder op een voetstuk met een verbrede basis of voet.
Een oneerbiedige of respectloze daad, houding of uitspraak ten aanzien van iets dat wordt beschouwd als onaantastbaar of heilig, in het bijzonder iets dat betrekking heeft op God.
Wordt gebruikt voor verborgen voegen in metselwerk.
Wordt gebruikt voor kroonlijsten die iets uitsteken, met egale blokvormige modillions en eenvoudige steunlijsten
Xylofoons bestaande uit grote houten toetsen die overdwars op de boomstam liggen, of op een combinatie van rietschoven en boomstammen; oorspronkelijk ontwikkeld en bespeeld in sub-saharisch Afrika.
Jachtzwaarden met een lange, rechte, dunne kling die in een brede punt uitloopt als een speerpunt, met vaak een dwarsbalk aan de onderkant om te voorkomen dat de gespietste jachtbuit voorbij de kling komt.
Metalen lateien die het metselwerk boven de openingen van open haarden ondersteunen.
Stropdassen van dun koord die aan de voorkant worden vastgemaakt met een siergesp of iets soortgelijks.
Sets kleine stembare cilindertrommels, waarbij het trommelvel over de bovenkant van een open bamboestam is gespannen of over een diepe houten cilinder; ontwikkeld in de Verenigde Staten in de jaren '50 van de 20e eeuw.
Metselwerkconstructies waarbij de boogvorm wordt gecreëerd door opeenvolgende lagen telkens iets naar binnen toe te laten uitsteken ten opzichte van de vorige, totdat ze bij het middelpunt van de overspanning bij elkaar komen; de lagen worden dus horizontaal en niet radiaal gemetseld; geen bogen in de ware zin.
Hiermee worden onder andere lagen metselwerk die worden gedragen door een aantal draagstenen aangeduid, of reeksen draagstenen die een kranslijst of andere uitstekende lagen ondersteunen, of een samenspel van kranslijsten en uitstekende lagen. Wordt vooral in de middeleeuwse architectuur aangetroffen.
Gemetselde eenheden die een boog of een gewelf vormen.
Fijn, los getwijnd, meestal tweedraads kamgaren gebruikt voor borduurwerk. N.B. De term `borduurwol' is iets algemener dan de Amerikaanse term `crewel wool'.
Kussentjes, ruches of gevormde inzetstukken die in een korset of b.h. zijn geplaatst om de buste te vergroten.
Een grijs-wit marmer dat qua uiterlijk vergelijkbaar is met Formosa-marmer en dat afkomstig is uit dezelfde regio in Duitsland; dit marmer is echter over het algemeen iets lichter van kleur dan Formosa-marmer.
Wordt gebruikt voor plattegronden van bouwterreinen met door eenvoudige schetsen of vormen aangeduide gebouwen.
Te gebruiken om iets te beschrijven dat zich aan of bij het hoogste of meest verheven deel van iets bevindt. Gebruik 'bovenkanten (delen)', uit de hiërarchie Onderdelen om naar die hoogste of meest verheven delen te verwijzen.
Wordt gebruikt voor de hoogste of meest verheven delen van objecten. Als bijvoeglijk naamwoord dat de plaats van iets aan of bij de bovenkant beschrijft wordt 'boven' (Kenmerken en Eigenschappen) gebruikt.
Voorbereidende, vrij ver uitgewerkte schetsen, meestal driedimensionaal voor beeldhouwwerken, maar soms ook geschilderd of getekend. Gebruik 'voorbereidende schetsen' voor soortgelijke architectonische schetsen. Gebruik 'maquettes' voor grovere schetsen.
Schotel van vuurvast aardewerk of geëmailleerd ijzer om in de oven iets in te braden en het jus op te vangen.
Wordt gebruikt voor land dat kan worden bebouwd, maar waar nog geen voorzieningen zijn en nog niets is gedaan aan grondverbetering.
Leden van een genus van vier soorten in bomen levende zoogdieren die bekend staan om hun trage bewegingen en die inheems zijn in de laaglanden van de tropische bossen van Zuid- en Midden-Amerika. Ze verschillen van de tweevingerige luiaards doordat ze groter zijn, zich iets sneller voortbewegen en vaak in de vork van een boom zitten in plaats van aan takken te hangen.
Te gebruiken voor verschillende vervoermiddelen voor één persoon, die meestal bestaan uit canvas of een dergelijk materiaal dat over een frame is gelegd of gespannen voor het vervoeren van zieken, gewonden of doden. Gebruik 'draagkoetsen' voor rijkelijk versierde vervoermiddelen in de vorm van een doos, vaak met gordijnen, die op palen worden gedragen door mensen of dieren; gebruik 'draagstoelen' wanneer ze de vorm hebben van een draagbare stoel.
Wordt gebruikt voor gebeurtenissen waarbij iets geheel of gedeeltelijk door brand wordt verwoest, zowel toevallig als opzettelijk. Gebruik 'verbranden' voor het proces van iets veranderen, verwonden of verwoesten door brand of hitte.
Tweedelige sluitingen voor een jas, colbert of ander kledingstuk, meestal gemaakt van een draad of koord in de vorm van een lus in een ornamenteel ontwerp aan de ene kant van het kledingstuk dat kan worden vastgemaakt aan een knoop, houtje of iets dergelijks aan de andere kant.
Ruw metselwerk of steenwerk, opgebouwd uit puin.
Een solide tegel die wordt gebruikt om metselwerk te simuleren.
Te gebruiken voor plezierrijtuigen met vier wielen die door één of twee paarden worden getrokken en die worden gekenmerkt door twee banken in de lengte die tegenover elkaar zijn geplaatst achter de koetsier, ongeveer zoals bij omnibussen; ontworpen in Engeland halverwege de 19e eeuw en later in diezelfde eeuw zowel daar als in Noord-Amerika populair.
Een klem in hoefijzervorm in metaal of kunststof, die de broekspijp samenhoudt ter hoogte van de enkel om te verhinderen dat die bevuild wordt of verstrikt raakt bij het fietsen; is hetzelfde als een fietsklem.
Dameskostuums die bestaan uit een broek en een bijpassend bovenstuk in de vorm van een jasje, tuniek of iets dergelijks; kan een bijpassende blouse of ceintuur hebben.
In het huidige gebruik verwijst het naar lichte tweewielige motorvoertuigen met een kleine motor die zijn ontworpen om zuinig en relatief veilig vervoer aan te bieden met minimale vergunningseisen. Hun functies en mogelijkheden zijn iets anders gedefinieerd in verschillende licentiemodellen. Bijvoorbeeld, volgens de Engelse wet, mag een bromfiets niet meer dan 550 pond (250 kg) wegen, met een maximumsnelheid van ten hoogste 30 mph, en een cilinderinhoud van niet meer dan 50 cc. De (Engelse) erm verwees oorspronkelijk naar gemotoriseerde fietsen, maar gebruik voor dat begrip liever "gemotoriseerde fiets."
Zuid-Amerikaanse productieboomsoort. Het hout noemt men ���letterhout', omdat de tekening ervan wel iets weg heeft van letterschrift.
Compacte, laaghangende koetsen met de koetsiersplaats buitenop, met ruimte voor twee of meer passagiers en meestal met een rechte voorkant; kan ook worden gebruikt voor vroege auto's met een carrosserie in de karakteristieke gesloten stijl van rijtuigen en met een open bestuurdersplaats.
Gereedschap dat wordt gebruikt om water op het oppervlak van aangebrachte metselspecie aan te brengen, om het te voorzien van smering voor het gereedschap dat wordt gebruikt om het oppervlak glad te maken.
Trommelstokken, bestaande uit sets metalen draden vastgemaakt aan een handvat, die soms wanneer niet gebruikt ter bescherming in het handvat kunnen worden getrokken.
Signaalinstrumenten uit Europa die zijn gemaakt van hoorn of hout en later nagemaakt in metaal, met een rechte conische buis die aan het eind iets wijder uitloopt.
Bij metselwerk, een steen met één afgeronde hoek; wordt meestal met de korte kant blootgelegd om een vensterbank te vormen dat onder een raamkozijn uitsteekt. Wordt ook gebruikt als hoeksteen of rond deuropeningen.
Gaten die in een gemetselde of betonnen muur worden opengelaten om steun te bieden aan kortelingen en die worden opgevuld om hen in overeenstemming te brengen met de rest van het muurmateriaal nadat de steiger is verwijderd.
Wordt gebruikt voor een variatie van gevormde componenten, vaak gebogen en gemaakt van metaal of hout, geplaatst op of gehangen aan voer- of vaartuigen, zoals bijvoorbeeld over de wielen van rijdende voertuigen om de voertuigen en de inzittenden te beschermen tegen letsel en spetters.
Een langwerpig inzetstuk, gemaakt van stroken band, weefsel of elastische stof, dat bij de borstlijn licht gebogen kan zijn. Wordt gedragen om de borsten plat te drukken.
Verwijst naar een neolithische stijl en cultuur die bloeide in het gebied van het huidige Bosnië en is genoemd naar de opgravingen bij Butmir. Deze stijl kenmerkt zich door hoogwaardige vazen op voetstukken en ander aardewerk, versierd met linten, driehoeken, ruitvormen en spiralen, en kleifiguren met expressieve hoofden en overdreven gelaatstrekken, veelal in de vorm van een grimas van verrassing of angst.
Boomsoort, inheems in Sri Lanka, India en Maleisië, die wordt gebruikt als geneesmiddel, bactericide en antistollingsmiddel, voor de rode verfstof brasiline die wordt gebruikt voor het verven van stof en de productie van rode verf en inkt, en voor het hout, dat iets lichter van kleur is dan brazielhout.
Wolf die voorkomt in Noord-Amerika en iets kleiner is dan de grijze wolf.
Verwijst naar een mesolithische gereedschapscultuur, vooral aangetroffen in de binnenlanden van Noord-Afrika en genoemd naar de opgravingen bij Jabal al-Maqta in de buurt van Qafsah of Capsa (Tunesië). Men vermoedt dat deze cultuur deels samenviel met de iets vroegere Oraanse cultuur die vaker werd aangetroffen in kustgebieden. De cultuur is schijnbaar verwant aan de oudere Gravettien cultuur in Europa en de gereedschappen zijn kenmerkend voor de laatglaciale Würmtijd, al lijkt deze cultuur vooral te hebben gebloeid in postglaciale tijden. De cultuur onderscheidt zich van de Oraanse cultuur door de diversiteit aan gereedschappen, waaronder grote pijlbladen en burijnen. Sommige Noord-Afrikaanse rotsschilderingen worden aan volkeren uit deze cultuur toegeschreven.
Een zware, olieachtige substantie die is gedestilleerd uit een antraceenolie- of creosootoliefractie van koolteer, soms behandeld met chloor of iets anders; wordt gebruikt als een houtconserveringsmiddel, desinfectans of insecticide.
Personen die humoristische afbeeldingen maken om daarmee commentaar te leveren op bijvoorbeeld actuele gebeurtenissen, sociale gewoonten of politieke tendensen, waarbij de afbeeldingen meestal op losse of schetsmatige wijze zijn uitgevoerd.
Onderwijsmethodologie waarbij cases worden gebruikt als pedagogisch hulpmiddel, bijvoorbeeld op het terrein van de rechten, het zakenleven, de geneeskunde of het onderwijs. Cases kunnen een echt of een fictief scenario betreffen, analyses van ernstige incidenten, casestudy's, karakterschetsen of anekdotes.
Een variant van Turner's yellow met een iets andere samenstelling.
Evenementen die dankbare of gelukkige voldoening of eerbewijs tonen, waarbij wordt afgezien van alledaagse zaken of andere afwijkingen van de gebruikelijke routine. Gebruik 'herdenkingen' voor evenementen die met name dienen om iemand of iets te herdenken.
Toetsinstrumenten waarin metalen (meestal stalen) staven, boven resonatoren bevestigd, worden aangeslagen met hamertjes.
Onder metselaars bekend als puur cement, zonder toevoeging van zand.
In of nabij het midden van iets.
Formeel optreden of meerdere optredens, met name die welke uitgebreid en plechtig en volgens de voorgeschreven procedures in een protocol of ritueel van religie, staat, gerecht, maatschappij of stam worden uitgevoerd. Gebruik 'herdenkingen' voor gebeurtenissen die dienen om iets of iemand te herdenken.
Een zuiver witte of lichtgele minerale was; een geschikte vervanger voor bijenwas als ingrediënt voor poetsmiddelen en beschermlagen van beeldhouwwerken.
Het officieel verklaren dat iets geldig is of voldoet aan een norm of, met betrekking tot mensen, dat aan een gebruikelijke mate van geschiktheid of bevoegdheid is voldaan.
Type muurdecoratie dat bestaat uit verticale banden van rustiek uitgevoerd metselwerk, waardoor het oppervlak wordt verdeeld in panelen of vakken. Veel gebruikt in de Franse huisarchitectuur van de 17e eeuw.
Gestoffeerde stoelen met een iets holle rugleuning, zodat die bij de omtrek van het menselijke lichaam past. Ze verschillen van de zogenoemde 'chaises à la reine', die een vlakke rugleuning hebben.
Snaarinstrumenten met toetsenbord, genoemd in teksten uit de 14de tot de vroege 16de eeuw. Een nauwkeurige beschrijving van de constructie ontbreekt, maar er zijn aanwijzingen dat het een soort klavechord betrof. Dit zou hebben geleken op een orgel maar het geluid werd voortgebracht door snaren. De eerste bekende verwijzing dateert uit 1360, toen koning Edward III van Engeland een door Jehan Perrot gebouwd exemplaar schonk aan koning Jan van Frankrijk. Verwijzingen naar klavechords beginnen rond het midden van de 14de eeuw te verschijnen; omdat de klavecimbel pas na 1390 opduikt, wordt aangenomen dat met een 'chekker' geen getokkeld maar een aangeslagen snaarinstrument met toetsenbord werd bedoeld, al geeft de documentatie geen uitsluitsel.
Verwijst in algemene zin naar een laat-19de-eeuwse stroming onder architecten en ingenieurs, met als belangrijkste exponenten Daniel Burnham, William Le Baron Jenney, John Root en het bedrijf van Dankmar Adler en Louis Sullivan, die uiteindelijk zou leiden tot de ontwikkeling van de wolkenkrabber en een duidelijk moderne architectuurstijl; kenmerken waren skeletbouw in staal en ijzer bekleed met metselwerk, eenvoudige uitwendige decoraties, vaak uitgevoerd in rode baksteen of terracotta, afwijzing van historische vormen en toepassing van zware, hoekige geometrische volumes.
Grote luitachtige instrumenten die van rond 1590 tot 1655 zeer geliefd waren in Europa. Ze hebben zes dubbele verkorte snarenkoren die boven de toets lopen en acht vrijzwevende bassnaren die niet worden verkort en ongeveer twee keer zo lang zijn als de gewone snaren. Hiervoor is de hals een eind verlengd voorbij de sleutelkast van de verkorte snaren. Ze worden vooral gebruikt om de solozangstem te begeleiden.
Kleine lepels ter grootte van koffielepels die een ronde kom hebben. Werden in de 19e eeuw geïntroduceerd als een apart deel van het couvert. Werden soms in sets en samen met een roerstaafje gemaakt.
Leden van een genus van twee soorten in bomen levende zoogdieren die bekend staan om hun trage bewegingen en die inheems zijn in de laaglanden van de tropische bossen van Zuid- en Midden-Amerika. Ze verschillen van drievingerige luiaards doordat ze kleiner zijn, zich iets trager voortbewegen en meestal ondersteboven aan een boomtak hangen in plaats van in bomen te zitten.
Wordt gebruikt voor Tibetaanse stoepa's die worden gekenmerkt door bolvormige koepels op vierkante voetstukken en een spits van op elkaar gestapelde schijfvormige voorwerpen erbovenop.
Verwijst naar een christelijke gezindte en beweging die is gesticht door Mary Baker Eddy (1821-1910) en die streeft naar herbevestiging van de christelijke boodschap van verlossing van al het kwaad, met inbegrip van ziekte en zonde. Eddy, die half invalide was en geïnteresseerd in genezing zonder medicijnen, beweerde dat zij in 1866 zonder medische hulp was hersteld van zwaar letsel. Daarna wijdde zij zich aan het herstel van de nadruk op gebedsgenezing die het vroege christendom had gekenmerkt. In 1875 voltooide zij de eerste editie van haar boek 'Science and Health with Key to the Scriptures'. Dit werk en de Bijbel zijn de voornaamste geschriften van de beweging, die veel belang hecht aan de inrichting van leesruimten waar deze boeken een eigen beroep op de lezers kunnen doen. Ook de 'Christian Science Monitor' wordt door het kerkgenootschap uitgegeven. Volgens de leer van Christian Science is onwetendheid de wortel van het menselijk ongemak, de menselijke ziekte. In plaats van medische behandeling te zoeken moet men gebedsgenezers van Christian Science raadplegen voor spirituele genezing. Gezondheid, geluk en heiligheid kunnen worden hersteld door alle aspecten van de levenspraktijk en -houding aan te spreken in overeenstemming met het beginsel van goddelijke harmonie. De eerste Church of Christ, Scientist werd in 1879 in Boston gesticht en het hoofdkwartier van de beweging is daar nog altijd gevestigd.
Stilistische stroming die een documentaireachtige stijl hanteert. De naam betekent 'waarheidsgetrouwe cinema' en is afgeleid van de titel van een serie Sovjet-Russische nieuwsitems. Oorspronkelijk waren er geen sets, acteurs of scripts en in vele opzichten kan het worden gezien als een documentaristische manier van filmen. De Franse etnografische documentairemaker Jean Rouch paste deze formule zeer strikt toe, maar in de latere jaren 60 manipuleerden Rouch en zijn aanhangers de films wel door ze te monteren. De term cinéma vérité wordt gebruikt voor het beschrijven van zowel de stroming als de techniek waarbij wordt gestreefd naar een realistische weergave van de werkelijkheid door het gebruik van een draagbare camera, schokkerige bewegingen, flets licht en een onvolmaakte belichting. Deze technieken werden steeds meer overgenomen door filmmakers uit de Franse stroming Nouvelle Vague en door Amerikanen als John Cassavetes. Een van de belangrijkste werken uit de cinéma vérité is 'Le chagrin et la pitié' (1969) van Marcel Ophüls, een compromisloze visie op de bezetting van Frankrijk tijdens de Tweede Wereldoorlog.
Europese luitachtige, getokkelde chordofonen met metalen snaren die met een plectrum werden bespeeld en zeer geliefd waren in de 16e en 17e eeuw. Ze hebben een wigvormige klankkast met een gebogen onderkant en rechte schouders die naar de hals toe smaller worden, en een lage, platte kam die uitsluitend op zijn plaats wordt gehouden door de snaren die erdoor ondersteund worden. Het meest kenmerkende onderdeel van de cister is de lange hals met fretten waarvan achter de toets, aan de baskant, een sleuf is aangebracht voor de duim om gemakkelijk hogere posities te bereiken.
Een citer is een muziekinstrument dat circa 1850 vanuit Oostenrijk in Engeland en Amerika werd geïntroduceerd. Het heeft dertig tot veertig snaren die onder aan de ondiepe houten klankkast het instrument in gaan. Het instrument is voorzien van meestal vijf metalen melodiesnaren met fretten, die met mechanische schroeven te stemmen zijn, en soms wel dertig of meer snaren zonder fretten van darm of nylon, die worden gestemd met metalen polsschroeven. Het instrument wordt bespeeld door met de vingers en duim te tokkelen. In sommige varianten is een toets met fretten aangebracht op een hartvormige klankkast (strijkciter) of een vioolvormige klankkast (vioolciter), en wordt het instrument bespeeld met een strijkstok.
Middelgrote subtropische citrusboom, met langwerpige elliptische bladeren met een fijn getande rand en een kleine bolvormige geelgroene vrucht. De boom is afkomstig uit Zuidoost-Azië en werd geïntroduceerd in het Midden-Oosten, Noord-Afrika, Sicilië en Spanje. Limoenen werden in Europa ingevoerd rond de twaalfde, dertiende eeuw. Columbus nam de citrusvrucht mee naar West-Indië, waar ze al snel op grote schaal werden verspreid, onder meer naar de Florida Keys (in het Engels wordt de vrucht 'key lime' genoemd) en Californië. Voor de handel plukt men de vrucht gewoonlijk als die groen is. De vrucht is iets zoeter dan andere soorten limoenen. Limoenolie wint men doorgaans met behulp van stoomdestillatie. De olie gebruikt men voor parfums en als smaakstof, insecticide en antisepticum. De vrucht gebruikt men als smaakmiddel en als een bron van vitamine C.
Bolle, donker getinte glazen die als spiegels werden gebruikt om landschappen of onderdelen van landschappen verkleind, in gedempte kleuren of met samengevoegde details weer te geven, of om voorwerpen van hun omgeving af te zonderen, ze te vereenvoudigen en weer te geven in de vorm van licht en donker. Ze waren in de 17de en 18de eeuw populair onder kunstenaars, reizigers en hen die het landschap eenvoudigweg wel eens met een andere blik wilden zien. Ze werden ofwel in de hand gehouden, ofwel in grotere vorm bevestigd naast de vensters van koetsen. Ze zouden zijn gebruikt door de schilder Claude Lorrain, die vergelijkbare effecten weergaf in zijn landschappen, vandaar de naam.
Snaarinstrumenten in de vorm van een vleugelpiano met een toetsenbord waarmee een tokkelmechanisme bedient wordt om de snaren te bespelen, met snaren die evenwijdig aan de toetsen lopen.
Snaarinstrumenten met een rechthoekige klankkast met toetsenbord aan de lange kant. De snaren, meestal 2 per toon, lopen van hoge pennen aan de linkerkant over een kam naar de stemsleutels aan de rechterkant. De snaren worden van onderaf aangeslagen door koperen tangenten aan de achterzijde van elke toets.
Toetsinstrumenten die een combinatie zijn van een klavecimbel en een orgel.
Instrumenten, variërend van vorm, die iets stevig grijpen en vastklemmen.
Het ceremonieel uitsnijden van de clitoris of een iets minder radicale chirurgische ingreep hierop, die kenmerkend is voor de initiatieceremonie van vrouwen in sommige samenlevingen.
Wordt gebruikt voor middeleeuwse hutten van metselwerk met koepels met kraagstenen uit Ierland, die mogelijk werden gebouwd als huisvesting voor kluizenaarsmonniken.
Gespecialiseerd type @'mitten gauntlets' waarbij het laatste vingerharnasplaatje was verlengd waardoor het, als de hand gesloten was, vastgemaakt kon worden aan de manchet zodat de hand rond een wapen was geklemd; ze waren populair in de 16e eeuw als @'double pieces' voor harnassen voor gevechten te voet.
Te gebruiken voor diverse samengestelde materialen die op kunstmatige wijze worden vervaardigd uit twee of meer stoffen - bijvoorbeeld kalkmeel, hars en stijfsel voor het boetseren van ornamenten aan het einde van de 18e eeuw, of voor gips, zaagsel, zemelen en lijm die werden gebruikt voor het maken van poppen, of mortel op basis van plastische cement in de bouw.
Te gebruiken om iets te beschrijven, zoals een ordening van zichtbare vormen of gegevens, dat is geproduceerd door een computer, vooral wanneer de programmering automatisch een relatief groot aantal van de stappen genereert tussen wat wordt ingevoerd en wat wordt geproduceerd.
T gebruiken als beschrijving voor een activiteit of iets dat is geproduceerd met een activiteit waarbij gebruik wordt gemaakt van een computer om een aantal van de benodigde stappen of handelingen te versnellen. Gebruik 'computer-gegenereerd' wanneer de programmering automatisch een relatief groot aantal van de stappen genereert tussen wat wordt ingevoerd en wat wordt geproduceerd.
Computer-randapparatuur, bestaande uit een monitor of een printer en een toetsenbord, die met elkaar verbonden zijn en functioneren als een op zichzelf staande in/uitvoereenheid.
Bevloeringssystemen die bestaan uit volledig uitneembare en onderling verwisselbare vloerpanelen die worden ondersteund door beweegbare voetstukken of dwarsbalken, om te zorgen dat de ruimte eronder vrij toegankelijk is.
Benaming voor architectonische tekeningen uit het beginstadium van het ontwerpproces; zijn vaak niet op schaal en kunnen schetsmatige elementen bevatten.
Draagbare accordeons met twee zeshoekige kastjes die door een uitschuifbare blaasbalg met elkaar zijn verbonden. Ieder kastje heeft een eigen druktoetsenbordje.
Te gebruiken voor openbare koetsen met stevige, grote, eivormige kasten met welvende panelen in een ophanging met drie stangen en een draagbeugel; hebben zeer veel bagageruimte, zitplaatsen voor zes, negen of twaalf passagiers en vaak daarnaast nog zitplaatsen op het dak; gemaakt in de Verenigde Staten vanaf ca. 1820 tot het begin van de 20e eeuw.
Instrumenten, zoals mantelbuizen, schroefbouten, of spijkerblokken die worden vastgezet aan een betonvorm voordat het beton wordt gestort. Wanneer de vormen worden verwijderd, blijven de inzetstukken ingebed in het beton.
Vormgegeven bouwstenen met een platte onderkant en taps toelopende bovenkant, die zo gehouwen zijn dat ze zich voegen naar de deklaag van de geveltop en die ondersteunen. De meer algemene term voor bouwstenen die in gemetselde muren worden geplaatst om het gewicht van balken te verdelen is 'draagsteen'.
Verwijst naar plattegronden die de balken en onderslagen van iedere verdieping in een gebouw aangeven, met hun onderlinge verbindingen. Meestal betreft het geen detailtekening, maar een eenvoudig systeem van symbolen en ontwerpschetslijnen.
Portugese kabinetten die met panelen zijn bekleed en op een voetstuk staan.
Iets onder de voorwaarden van een contract stellen.
Rechtsgeldige documenten waarin overeenkomsten zijn opgenomen tussen twee of meer competente partijen die verklaren iets wel of niet te doen, en waarin de bepalingen en de voorwaarden van de overeenkomst worden gespecificeerd.
Het door twee of meer wettelijk bevoegde partijen aangaan van een bindende overeenkomst om iets wel of niet te doen, afhankelijk van gespecificeerde voorwaarden en condities.
Boetseerder van wassen of terracotta figuren in het Oude Griekenland.
Boekbanden in een stijl uit de vroege 20ste eeuw, met op het omslag een miniatuurschildering ingelegd in met goud versierd leer. Historisch gezien verwijst de term naar banden die werden gemaakt in opdracht van J.H. Stonehouse, directeur van de Londense boekwinkel Henry Sotheran, gewoonlijk door de boekbinderij Rivière and Son. De stijl is genoemd naar Richard Cosway (ca.1742-1821), een Engelse miniatuurschilder die niets te maken had met de banden zelf.
Te gebruiken voor wat kleinere koetsen, meestal met gebogen voorkanten, die zijn ontworpen met het oog op compactheid of om er beter uit te zien, maar om daarbij toch de sierlijkheid van de originele, grotere gesloten voertuigen te handhaven. Gebruik 'broughams' voor kleinere, laaghangende koetsen, vooral voorkomend in de Verenigde Staten aan het einde van de 19e eeuw, die meestal werden gebouwd met rechte voorkanten en die niet op grotere prototypen waren gebaseerd.
Achttiende-eeuws drukprocédé waarmee de suggestie van krijtlijnen wordt gewekt; hiervoor wordt gebruik gemaakt van etsprocédés waarbij de grondlaag met een roulette is bewerkt; soms wordt ter aanvulling stippelgraveren toegepast.
Verwijst naar etsen die zijn gemaakt door de etsgrond te bewerken met roulette en mattoir, zodat het effect van krijtlijnen en -vlakken ontstaat.
In het christelijke gedachtegoed, het uit het niets doen ontstaan van het universum door God. In andere, ook de veel oudere tradities dan het christendom wordt de schepping beschouwd als het creëren van de kosmos uit reeds bestaande materialen door een goddelijk wezen of principe.
Te gebruiken, bij het etsen, wanneer een gedeelte van de drukplaat te diep is ingebeten zodat lijnen door elkaar heen gaan lopen.
Wordt gebruikt voor de sets van ballen, houten hamers en poortjes die nodig zijn voor het spelen van croquet.
Benaming die meestal wordt gebruikt voor verschillende soorten kaptafels met een spiegel en lades voor toiletartikelen. Gebruik 'Rudd-tafels' voor dameskaptafels waarbij de laden aan de zijkant uitklappen met een driedelige toiletspiegel erop. Gebruik 'toilettafels' voor Franse kaptafels die voor vrouwen zijn ontworpen.
Behandelde darm die bijvoorbeeld wordt gebruikt voor het maken van snaren voor muziekinstrumenten en tennisrackets.
Grote ronde borden, meestal van kurk en met genummerde vakjes, die worden gebruikt als schietschijven tijdens het dartspel.
Het vaststellen of het vastleggen van de datum waarop iets ontstond of plaatsvond of waarop iets werd gefabriceerd of gecomponeerd.
Gebeeldhouwde figuren van het Afrikaanse Senufovolk. Het zijn meestal beelden van vrouwen, maar ook mannen, paren en ruiters zijn bekend. Alle figuren hebben een dik, zwaar voetstuk. Ze worden gebruikt in verschillende ceremoniële contexten zoals begrafenis- en initiatierituelen van de Iô-gemeenschap waarbij de deelnemers de beeldjes bij hun armen nemen en er ritmisch mee op de grond stampen.
Verpakkingen, vaak rechthoekig, meestal met een klep of deksel, waarin iets niet-vloeibaars wordt bewaard of gedragen.
Bellen, gongen, zoemers of sets belletjes die in een gebouw klinken wanneer ze, meestal met een knop die zich nabij een ingang bevindt, worden geactiveerd.
Sloten die in gevangenissen worden gebruikt en die in het metselwerk van de deurpost dienen te worden ingebouwd, zodat, wanneer de deur wordt gesloten, de grendel buiten de post steekt en langs de deur komt te liggen.
Verwijst naar een sleutelbegrip met verschillende betekenissen in het hindoeïsme, boeddhisme en jaïnisme. In het hindoeïsme is de dharma de religieuze en morele wet die de samenleving en het individuele gedrag bestuurt en activeert. Deze dharma wordt aangetroffen in de eerste religieuze handboeken, de dharmasoetra’s, en is later uitgebreid tot grotere wetscompilaties genaamd dharmashastra. Dharma heeft in het boeddhisme de hindoeïstische betekenis van kosmische wet en orde behouden maar wordt daar ook toegepast op de lessen van Boeddha, die wordt gezien als een manifestatie van de universele waarheid die de dharma is. Zo is de dharma de praktische toepassing van deze waarheid in het boeddhisme. De triratna ('drie juwelen') is een fundamenteel aspect van het boeddhisme en bestaat uit Boeddha, de dharma en de sangha (gemeenschap van gelovigen). Binnen de boeddhistische metafysica verwijst de term in het meervoud (dharma’s) naar de onderling verbonden elementen waaruit de empirische wereld bestaat. Behalve dat dharma in de jaïnistische filosofie gewoonlijk wordt opgevat als morele deugd, verwijst de term hier ook naar een eeuwige 'substantie' (dravya) die het middel vormt waardoor levende wezens kunnen bewegen. Deze betekenis is uniek voor het jaïnisme. De term kan eenvoudigweg verwijzen naar de leerstellingen van de Jina. Voor de jaïnisten heeft dharma een tegenpool, adharma, dat 'fout' en 'immoraliteit' betekent maar ook 'de mogelijkheid om te rusten of pauzeren'.
Stuwdammen met in het centrale gedeelte een dikke verticale laag metselwerk of beton die doorloopt tot in de waterdoorlatende lagen van de ondergrond en zo voorkomt dat water door de dam heen kan sijpelen. De dam wordt verder verstevigd met aarde en rotsen.
De verdeling van iets per oppervlakte-eenheid, bijvoorbeeld de maat van de massa van een stof per volume-eenheid of de hoeveelheid wooneenheden per km2 oppervlak.
Wordt gebruikt voor drukprocédés waarbij het beeld wordt gedrukt met inkt die in de uitsparingen is achtergebleven die in de plaat of het blok zijn gekerfd of geëtst.
Medisch specialisme dat zich bezighoudt met het voorkomen, controleren, diagnosticeren en behandelen van letsel en ziekten die de gezondheid van huisdieren en wilde dieren aantasten, inclusief het voorkomen van het overbrengen van dierziekten op andere dieren en mensen.
Koetsen die werden gebruikt voor openbaar vervoer langs vastgestelde routes volgens een dienstregeling, waarbij onderweg werd gestopt om de paarden te verversen; in gebruik vanaf halverwege de 17e eeuw. Eivormige varianten met de koetsiersplaats buitenop en één deur aan beide kanten waren populair in de Verenigde Staten vanaf begin 19e eeuw tot begin 20e eeuw.
Alle kristallijnen gesteenten met graniettextuur donker van kleur, met een hoog gehalte aan plagioklaas en weinig kwarts. Wordt soms aangeduid met 'zwart graniet', hoewel het geen echte granietsoort is.
Sets pijpen, bestaande uit een enkel stuk hout met twee smalle cilindrische boringen, waarbij beide een idioglot enkel riet hebben. Soms met twee pijpen die in een gezamelijk blok zijn geplaatst, waarin de rieten zijn bevestigd. Sommige eindigen in een klankbeker of zitten vast aan luchtzakken.
Houders of apparaten waarin zich iets bevindt dat er in porties uitgenomen kan worden.
Een dissel is een buis of V-vormige stang waarmee men een wagen, koets of aanhangwagen koppelt aan het trekdier of het trekkende voertuig, bijvoorbeeld een auto, vrachtwagen of tractor.
Films die zich direct bezighouden met feiten en werkelijkheid van een bepaalde situatie en geen fictieve versie van de werkelijkheid geven. In deze films zijn echte mensen, plaatsen en gebeurtenissen te zien en geen acteurs of sets. De term verwijst naar het Franse woord 'documentaire', dat reisverslag betekent, en werd bedacht door de Franse filmmaker John Grierson. Een van de eerste bekende documentaires was 'Nanook of the North' (1922) over het leven van de Inuit. De twee belangrijkste ontwikkelingen in de documentaire waren cinéma verité in Frankrijk en direct cinema in de VS. De meeste van deze documentaires werden beïnvloed door tv-journaals en de lichtgewicht draagbare camera's waarmee filmmakers dichter bij hun onderwerp konden komen. In de jaren 70 en 80 van de 20ste eeuw werkte Errol Morris het genre van de documentaire verder uit door er fragmenten van tekenfilms in te gebruiken en door het gebruik van camera's met meerdere lenzen.
Afgietsels van het gelaat van een dode.
Rechtopstaande stukjes hout waarvan er een aan de binnenkant van elke toets geplaatst wordt in een toetsenbordmechaniek; het geeft de aanslag door aan de snaar door middel van een plectrum, tangent of hamer.
Gemetseld bassin voor de doop door onderdompeling, zoals dat binnen sommige kerkgenootschappen gebeurt.
Bekkens of andere vaten, die vaak op een voetstuk geplaatst zijn en water bevatten voor de doop.
Historische term die vooral in de 19e eeuw werd gebruikt voor bidets met afschroefbare poten en afsluitbare bovenkant. Gebruik 'reisbidets' voor bidets die uit een kast te voorschijn komen.
Wordt gebruikt voor bouwstenen die in gemetselde muren worden geplaatst onder steunbalken of andere balken om het gewicht te verdelen. Voor gevormde stenen die op hellende muren zijn geplaatst om de rondingen van de gevels te ondersteunen wordt 'kneelers (gable components)' gebruikt.
Draagbare stoelen die op twee lange palen steunen en meestal uitvoerig zijn gestoffeerd en gedecoreerd. Gebruik 'brancards' voor het vervoer van één persoon die meestal bestaan uit canvas of soortgelijk materiaal dat over een draagstel wordt gespannen of gelegd om zo zieken, gewonden of doden te vervoeren. Gebruik 'draagkoetsen' voor meer uitgebreid vervoer dat doosvormig is, vaak door gordijnen wordt omsloten en door mensen of dieren op palen wordt gedragen.
Opzetten die bestaan uit twee zijpaneeltjes die aan de onderkant samenkomen in een middenkolom, die draait op een vaststaand voetstuk, waardoor het wapen snel kan worden gericht en verticaal kan worden afgevuurd.
Mechanisch aangestreken draagbare chordofonen met een aantal melodie- en bourdonsnaren. De snaren worden gestreken door middel van een met hars bedekt houten wiel dat wordt rondgedraaid door een slinger. Ze hebben een toetsenbord met tangenten die op de melodiesnaren drukken als ze worden ingedrukt.
Rechtopstaande piano's zonder toetsenbord die worden bediend door cilinders met pinnetjes die met een slinger op gang worden gebracht. Vaak hebben ze wielen zodat ze op straat kunnen spelen.
Een rechthoekige baksteen waarvan een zijde diagonaal is afgesneden om de breedte van de baksteen te halveren. Wordt bij metselwerk gebruikt als klezoor.
Tafels met een voetstuk dat door drie poten wordt ondersteund.
Te gebruiken voor gesloten auto's met drie wielen; gebruik 'autoscooters' voor kleinere, open auto's met drie of vier wielen die worden aangedreven door kleinere motors; gebruik 'driewielers (fietsen)' voor open voertuigen met drie wielen die een eenvoudige, lichte en open geraamteconstructie hebben en die meestal worden aangedreven door de berijder, maar soms ook met een motor.
Stenen die bij het metselen worden gebruikt om de ruwe plekken en bijlafdrukken van gebogen bouwwerken af te schuren.
Techniek waarbij patronen of afbeeldingen worden gekrast in een droge kalklaag die is bedekt met een dunne of iets dikkere witkalklaag.
Specie gebruikt bij metselwerk die genoeg vocht bevat om te verharden maar niet nat genoeg is om plakkerig te zijn.
Metselwerkmuren die zonder specie zijn gebouwd.
Wordt gebruikt voor bouwwerken van uiteenlopend ontwerp die zijn bestemd zijn om iets, bijvoorbeeld papier, tabak of stoffen in te drogen.
Stof die de achterzijde van iets vormt of aan de achterzijde van een voorwerp is geplaatst of bevestigd om het te ondersteunen, versterken, verstevigen of te beschermen.
Mallen die uit twee of meer stukken bestaan en soms vaker dan één keer kunnen worden gebruikt om afgietsels van te maken.
Omstandigheid dat iets op twee of meer manieren kan worden begrepen, bijvoorbeeld in verschillende maatschappelijke of historische contexten, of gelijktijdig naar twee of meer zaken verwijst.
Onafgedrukte, gedeeltelijk afgedrukte of geschetste stalen van geplande publicaties om de indruk te wekken van het voltooide werk
Tweevellige zandlopervormige trommen met druk van het Yorubavolk, die onder de arm worden gehouden en aangeslagen met een kromme klopper. Wordt ook gebruikt voor de sets Yoruba zandlopervormige trommen met druk, waarvan de dundun de grootste is.
Dubbele snavelfluiten uit het voormalige Joegoslavië die twee iets verschillende pijpen hebben die uit één stuk hout zijn gemaakt en een snavelvormig dubbel mondstuk hebben.
Verwijst naar een bepaald type kralen met een cilindrische, buisvormige of ronde vorm, meestal van agaat. Ze komen oorspronkelijk uit de Tibetaanse cultuur en worden in het bijzonder gewaardeerd door de Tibetaanse en Chinese boeddhisten, en andere Aziatische groepen. De kostbaarste kralen stammen uit de oudheid, hebben een roodachtige of donkerbruine kleur en worden gekenmerkt door opvallende ivoor- of goudkleurige patronen, zoals cirkels die op ogen lijken, ovalen, golflijnen, strepen, rechthoeken en andere symbolische patronen. De kralen, die geëtst of beeldgesneden kunnen zijn, zouden talismaneigenschappen bezitten: vaak zijn ze in de aarde gevonden door boeren of herders uit het Himalaya-gebergte, en gelovigen denken dat ze met een geheimzinnig verloren gegaan procedé zijn vervaardigd of dat ze een bovennatuurlijke oorsprong hebben. Bij de fabricageprocessen lijkt men de natuurlijke patronen van het agaat te hebben benut, de kralen vervolgens te hebben geëtst of beeldgesneden en patronen te hebben aangebracht met behulp van chemische middelen, waarna het agaat in een industriële oven werd gebakken. Er bestaan Chinese schriftelijke bronnen die aangeven dat de kralen al zeker in de 7de eeuw n. Chr. werden vervaardigd, maar onderzoekers denken dat de technische kennis voor het maken van dzi-kralen al in de vroege oudheid vanuit Iran of India naar Tibet is gebracht, mogelijk samen met het oude Bon-geloof. De kralen lijken op de gebandeerde agaatkralen en de geëtste carneoolkralen waarin reeds in het derde millennium v. Chr. werd gehandeld tussen Mesopotamië, het gebied dat nu tot Afghanistan behoort en de Indusvallei.
Dikke etsnaald die schuin is afgeslepen. Door hem bij het tekenen in de etsgrond meer of minder schuin te houden, kan de de dikker en dunner wordende lijn van de gravure wordfen nagebootst. In de 17e eeuw voor het eerste gebruikt; o.a. toepast dsoor Callot (Prenten ABC).
Het onderscheid tussen de subfamilies van de echte herten (Cervinae) en schijnherten (subfamilie Capreolinae) betreft verschillen in voetstructuur. Bij de echte herten zijn het tweede en vijfde handbotje (metapodia) vrijwel volledig verdwenen, met uitzondering van proximale en terminale resten. Bij schijnherten bevinden de resten zich distaal.
Verwijst naar de stijl van muurschilderingen die gangbaar was in de Late Republican periode. Deze stijl wordt gekenmerkt door toepassing van een mengsel van stucwerk en marmergruis op een oppervlak dat vervolgens in rode, groene en geelbruine vlakken werd geschilderd, omsloten door witte randen van geboetseerd stucwerk.
Verwijst meestal naar kenmerken die suggereren hoe een stof, of soms een groepering van onderdelen of eenheden, zal reageren onder bepaalde omstandigheden. Vaak kwantificeerbaar, hoewel vaak niet duidelijk zonder analyse of toetsing.
Te gebruiken om iets te beschrijven dat zich bij of aan een uiteinde bevindt van een lang, dun object. Gebruik 'uiteindes (delen)' uit de hiërarchie Onderdelen om naar deze uiteindes zelf te verwijzen.
Houten beeldhouwwerken, gemaakt en gebruikt door de Baga-Bulunits in de centrale kuststreek van Guinee. Ze hebben de vorm van een lange kop met een snavel op een lange, dikke hals die op een bol voetstuk staat; de hoofden kunnen gesneden zijn in de vorm van mensenhoofden of de koppen van vogels, krokodillen, gehoornde dieren of nimbafiguren. Ze worden voornamelijk als schrijnfiguren gebruikt en stellen zowel de oppergod als de beschermer van het voorgeslacht voor; ze worden ook gebruikt als hoofdtooi bij dansen en als waarzeggerijvoorwerp bij verschillende rituelen, zoals mannelijke en vrouwelijke initiatieceremonies, oogst- en genezingsrituelen, rechtszaken en begrafenissen.
Iets anders doorborend of verdelend door het te doorsnijden of bovenlangs te passeren.
Een type kwartsporfier dat alleen in het Engelse Cornwall voorkomt en gewoonlijk lichtgrijs van kleur is met een vleugje vaalgeel; vaak gebruikt voor metselwerk van behouwen natuursteen vanwege zijn fijne structuur.
Metselwerk van behouwen steen waarbij de tussenliggende voegen opgevuld zijn met breuksteen en mortel. Overdwarse lagen van steen dienen als bindstenen. Geïntroduceerd door de Oude Grieken en overgenomen door de Romeinen.
Over het algemeen de kracht om iets te doen; nauwkeurig gezien is het een hoeveelheid met afmetingen die kan worden weergegeven als massa maal lengte in het kwadraat gedeeld door tijd in het kwadraat.
Verwijst naar oude Griekse dij- en kniebeschermers van wolbewerkers. Zij hebben de vorm van een halve cilinder van dik terracotta, aan één uiteinde open en aan het andere gesloten, waarvan het gesloten einde aansluit op de knie. Het precieze gebruik is onzeker, maar op enig moment tijdens de wolmakerij, na het kaarden en wellicht voor het spinnen, werden de vezels langs de bovenkant van een epinetron, ruw gemaakt met een ingesneden patroon, gewreven. Het knie-einde was soms versierd met een geperst vrouwenhoofd, toepasselijk aangezien weven en wolbewerking werden beoefend door vrouwen. Sommige van de met figuren versierde en uitvoeriger beschilderde epinetra werden waarschijnlijk als huwelijksgeschenken aan jonge vrouwen gegeven. Hoewel de term ‘onos’ vaak als synoniem van epinetron wordt gebruikt, was een onos een voetsteun voor wolbewerkers.
Verwijst in algemene zin naar afdrukken van een plaat of blok die meestal voorafgaand aan de reguliere uitgave zijn gemaakt, teneinde de voortgang van een werk te corrigeren of te controleren, of er iets aan toe te voegen. Vroeger verwees de term ‘drukproeven’ feitelijk naar proefdrukken die werden gemaakt voordat het werk aan de plaat of het blok was voltooid. Sinds de 18de eeuw zijn algemeen gebruikte begrippen: afdrukken avant la lettre, afdrukken voor de kunstenaar, afdrukken met remarque en drukkerstesten; dit zijn typen proefdrukken die bewust zijn gemaakt om tegen hogere prijzen te worden verkocht; het zijn dan ook geen drukproeven in de zuivere betekenis van het woord. De term wordt soms incorrect gebruikt als synoniem voor 'afdrukken'.
Hout van de boom behorende tot het genus Acer. Het is bleek van kleur en wordt gebruikt voor het maken van meubilair, vloeren, schoenleesten en toetsmechanismen voor piano's.
Relatief lange, smalle en kronkelende richels van zand en grind, die waarschijnlijk worden afgezet door smeltwater dat door gletsjerspleten en tunnels onder een stilstaande ijskap stroomt.
Schetsen voor werken van beeldende kunst of architectuur; meer uitgewerkt dan 'voorbereidende schetsen'. Term vooral gebruikt in de context van de Ecole des Beaux-Arts.
Bengaalse vedels die uit één stuk worden gemaakt en een peervormige, aan de voorkant versmalde klankbodem hebben, bedekt met geitenvel. Ze hebben een lange hals bedekt met een holle, houten toets met gebogen metalen fretten; vier hoofdsnaren en vijftien sympatische snaren, alle van metaal.
Hout van een van de verschillende variëteiten van de soort Fraxinus excelsior. Het hout is witachtig tot lichtbruin van kleur met een roze vlam. Het is een compact, taai en elastisch hout met een rechte nerf en licht grove textuur. Het is matig duurzaam maar gevoelig voor aantasting door insecten. Het hout wordt gebruikt voor ladders, gereedschapsstelen, riemen, stokken, wielen, boten, wapens, meubilair, gym-apparatuur, tennisrackets en hockeysticks.
Schriftelijke vragen of oefeningen waarin kennis, geschiktheid of vaardigheden worden getoetst.
De interesse in of het overnemen van iets exotisch.
Voetstukken op een altaar of tegen de muur achter het altaar geplaatst, bestaande uit of uitgevoerd met een verhoogd plateau waarop de monstrans wordt uitgestald ter aanbidding door de gelovigen in de rooms-katholieke kerk.
Het via een medium tot uitdrukking brengen; iets wat iets anders duidelijk maakt, belichaamt of symboliseert.
Verbonden met of geplaatst aan de buitenkant van iets.
Onderwijsinstellingen die zijn gewijd aan het lesgeven in diergeneeskunde en het opleiden van dierenartsen. Dit zijn artsen van wie de praktijk betrekking heeft op het voorkomen, controleren, diagnosticeren en behandelen van letsel en ziekten die de gezondheid van huisdieren en wilde dieren aantasten, inclusief het voorkomen van het overbrengen van dierziekten op andere dieren en mensen.
Faculteit van een college of universiteit waar geneeskunde wordt onderwezen. Geneeskunde is de studie naar menselijke ziekten en letsel, inclusief de oorzaak, behandeling en het voorkomen hiervan en met daarbij de diagnose en hoe men met patiënten omgaat.
Verwijst naar populair 18de-eeuws gebruiksaardewerk waarbij de inscripties deel uitmaken van de decoratie, vandaar de naam, die 'pratend faience' betekent. Veel van dit aardewerk werd vervaardigd in het Franse Nevers, en het betreft hoofdzakelijk borden, kannen en kommen. Bij de inscripties gaat het onder meer om de namen van de eigenaar, familiewapens, vrijmetselaarssymbolen, verwijzingen naar poëzie, liederen of spreekwoorden, en de data van verjaardagen, jubilea of andere thema's.
Doorstiktechniek waarbij lagen stof zonder vulling ertussen met achtersteek zijn genaaid, en waarbij de spanning zodanig is dat de bovenlaag iets is toegegeven ten opzichte van de onderlaag, wat een indruk geeft van vulling.
Verwijst naar de kunst en architectuur die is verbonden met de islamitische Berberdynastie met dezelfde naam die regeerde in Ifriqiya (in het tegenwoordige Tunesië) van 909 tot 972 en in Egypte van 969 tot 1171. De afkomst van de Fatimids, die behoorden tot de Shi'a-sekte, ging terug tot Fatima, de dochter van Mohammed. De Fatimids hadden vele rivalen met wie ze de strijd moesten aangaan. Daarnaast hadden ze te maken met de Kruisvaarders. Fatimid-kunst is opmerkelijk vanwege het internationale karakter: deze kunst slaat een brug tussen het oosten en het westen van de islamitische wereld en stond open voor de Hellenistische erfenis van het Mediterrane gebied en voor sommige ideeën van de christelijke machten uit het noorden. Hoewel Fatimid-kunstenaars materialen en technieken bleven gebruiken die werden ontwikkeld door de Tulunids, werd de abstractie waarmee de Tulunids graag werkten, vervangen door belangstellend verkennen van de traditie van figuratieve representatie die was overgenomen vanuit Irak. Schilderkunst, boekillustraties, hout- en ivoorsnijwerk en glas-, keramiek- en textielontwerp zijn voorzien van figuratieve decoratie die ongeëvenaard is in contemporaine islamitische kunst. Belangstelling voor naturalisme is eveneens evident. De iconografie van Fatimid-kunst is vaak schatplichtig aan Abbasid-hofkunst. Tegelijk met de ontwikkeling van figuratieve tradities werden ook ontwerpen ontwikkeld die waren gebaseerd op oneindige systemen van lineaire patronen; deze vorm van ornamentatie werd een van de meest succesvolle vormen van abstracte islamitische kunst. Figuratieve kunst was ongepast voor religieuze gebouwen, die in plaats daarvan werden versierd met een krachtige nieuwe stijl van beeldhouwen die gewoonlijk werd gekenmerkt door elegante inscripties in een karakteristieke vorm van Koefisch schrift, versierd met bladvormige en bloemelementen. Een tritonshoornschelpmotief dat bekend is uit de late oudheid, was populair bij de Fatimids, zoals te zien is op de façade van de moskee van al-Akmar. Er is niets bewaard gebleven van de twee Fatimid-paleizen die in het centrum van Caïro stonden, maar verhalen over deze paleizen getuigen van hun pracht.
Inzetstukken in velerlei vormen zoals een ruit of een driehoek van bijvoorbeeld stofof leer, die in een naad worden geplaatst zoals in een mouw of handschoen om meer bewegingsvrijheid te bewerkstelligen. Wordt ook gebruikt voor de maliën of plaatstukjes voor de openingen van scharnierpunten in een harnas. Gebruik 'geren' voor panden die het gehele kledingstuk aan de bovenzijde versmallen.
Zilvermetaal waarbij het gehalte is vastgetseld op meer dan 99,9% zuiver.
Ingedrukte lijnen, verguld of blinddruk, van leer of ander semi-hard oppervlakte materiaal gemaakt met schuursels voor bewerking, ook wel filetten worden genoemd; veelal gebruikt bij boekbinden. Gebruik @'sunk fillets' voor op een vergelijkbare manier gecreëerde ondiepe verzonken afdrukken in andere vlakke buitenzijden.
Verwijst naar kant gemaakt op basis van fijn geknoopt gaas met vierkante of ruitvormige mazen; het gaas wordt op een raamwerk gespannen en geborduurd; deze techniek is van oude oorsprong. Het gaas wordt vaak gemaakt door een op een langwerpige schietspoel gewonden draad over een maas- of maatstok, die de grootte van de maas bepaalt, in een tevoren gemaakte ruit of vierkant te leiden; de draad wordt op zijn plaats gehouden met een soort vissersknoop. Voor het borduurwerk op het gaas kunnen verschillende steken worden gebruikt, waaronder vaak stopsteken en inslagen. De term is afgeleid van het Franse woord ‘filet’ (‘netwerk’).
Het ordenen of reguleren van iets, zodat het in een juiste staat of positie wordt gebracht of bedrijfsklaar wordt gemaakt.
Metselaars die in een bouwwerk de grote steenblokken precies op de juiste plek plaatsen.
Verwijst naar inlaten van de zee die lang, diep en nauw zijn en steile wanden hebben. Gewoonlijk gevormd door gletsjererosie.
Verwijst naar de laatste fase van de Franse gotische architectuur, van circa 1370 tot de 16de eeuw, zoals beschreven door de oudheidkundige Arcisse de Caumont (1802-1873). De stijl wordt gekenmerkt door een intensivering en evolutie van ontwikkelingen in het late Rayonnant, waaronder het gebruik van slankere, lichtere en kwetsbaarder constructies, het afzien van kapitelen, de toevoeging van steunribben om stervormige patronen in de gewelven te vormen, bredere arcades met af en toe platte gebogen lijnen, maaswerk waarin tegenoverliggende gebogen lijnen een vlampatroon vormen, en meer uitgewerkte patronen aan de buitenzijde van het bouwwerk.
Uitstekende randen, kragen of ringen die die extra stevigheid bieden of een plaats om iets te bevestigen, zoals bijvoorbeeld op een pijp, op de ombouw van een machine, of op een houder of de deksel ervan.
Gevlochten rietstengels, rotan, takken of ander materiaal, vooral gebruikt voor het maken van meubilair.
Opsomming of beschrijving van de planten uit een bepaald geografisch gebied, een bepaalde geologische periode, enzovoort, in boekvorm, op een internetsite of op een ander medium.
Verwijst naar een stijl van laat-Minoïsch aardewerk die zich ontwikkelde onder het patronaat van de heersers in de nieuwe paleizen. De stijl wordt gekenmerkt door overdadige geschilderde decoratie die planten voorstelt, vooral klimop, grassen, rietsoorten en palmen, alsmede bloemen, vooral madeliefjes en hybride fantasiesoorten gebaseerd op papyrussen en lelies.
Verwijst naar de stijl die in verband wordt gebracht met de regio Flores in Indonesië. De stijl wordt gekenmerkt door bewerkte schelpen en botten, gedetailleerd kraalwerk en vergulde, met edelstenen bezette sieraden. Bij deze stijl worden ook niet-inheemse materialen zoals glas en koraalkralen toegepast in inheemse ontwerpen. Hoofd- en halssieraden worden vaak gegoten met het verlorenwasgietprocedé, en versierd met motieven van buffelkoppen en -hoorns. Monumentale beeldhouwwerken in deze stijl dragen sterke religieuze invloeden, met offeraltaren en heilige megalietstructuren, menhirs, dolmens en terrasvormige grafheuvels. Na de introductie van het hindoeïsme en het boeddhisme werden in de monumentale beeldhouwkunst ook symbolen van Boeddha en Shiva gebruikt. In de beeldhouwkunst in deze stijl bestaat een sterke houtsnijwerktraditie, waarbij vaak een mythische draak-slang wordt afgebeeld ter versiering en als symbool van bescherming.
Verwijst meestal naar de productie van reliëfdrukvlakken met behulp van fotografie. Kan ook verwijzen naar elk fotomechanisch procédé om chemisch geëtste drukplaten te prepareren.
Commercieel geproduceerde foto's, aangebracht op dik opzetkarton, dat iets groter is dan de afbeelding. In de resterende ruimte rond de afbeelding is op de kaart doorgaans de naam of het embleem van de fotograaf gedrukt of gebosseleerd, terwijl op de achterkant doorgaans het impressum van de fotograaf te vinden is. Ze werden gemaakt volgens verschillende procedés in diverse standaardformaten.
Fotomechanische afdrukken gemaakt aan de hand van het fotogravure-procedé. Hierbij wordt de metalen drukplaat geprepareerd met behulp van een bichromaat procedé, waardoor een gelatinelaag ontstaat van variërende dikte. De plaat wordt geëtst om cellen te vormen van variërende diepte die verschillende hoeveelheden inkt kunnen vasthouden. Gebruik 'heliogravure (procedé)' wanneer dit wordt gedaan met aquatint.
Een fotomechanisch procédé voor diepdruk waarbij de metalen drukplaat wordt geprepareerd met behulp van een bichromaat procédé, waardoor een gelatinebestendige laag ontstaat van variërende dikte. De plaat wordt geëtst om cellen te vormen van variërende diepte die verschillende hoeveelheden inkt kunnen vasthouden. Gebruik 'heliogravure (procédé)' wanneer dit wordt gedaan met natuurhars.
Verwijst naar de internationale stroming in de schilder- en beeldhouwkunst die eind jaren 60 en begin jaren 70 van de 20ste eeuw populair werd. De stijl kenmerkt zich door de nauwgezette, neutrale weergave van de onderwerpen, vaak straattaferelen of portretten, gemaakt op basis van foto’s of direct van afgietsels van mensen.
Foulards die uit lichtgewicht materiaal bestaan en die nonchalant over iets heen worden gedrapeerd. Ze worden voornamelijk gebruikt als decoratie maar ook vaak voor de warmte.
Verdelingen op de toets, nek of buik van een snaarinstrument, die de punten aangeven waar de snaren gestopt moeten worden.
Snoer met kralen die voortdurend met de vingers worden rondbewogen om iets te doen te hebben en zo zorgen of spanningen te verlichten.
Te gebruiken om iets te beschrijven dat met de voorkant naar de kijker staat. Gebruik 'voor' in de zin van iets dat is gesitueerd aan of betrekking heeft op de naar voren gelegen of de voorkant van iets.
Kegelvormige grafsculpturen die in het Oude Egypte boven de ingang van een graf werden ingemetseld. Op de zichtbare, platte zijde zijn inscripties aangebracht, zoals de naam of titel van de overledene, of een andere tekst zoals een gebed. De exacte functie van deze kegels is onduidelijk.
Het aanbrengen van stukjes steen in de voegen van onafgewerkt metselwerk, zodat er minder metselspecie nodig is of om grotere stenen op hun plaats te duwen of om kleine versieringen toe te voegen.
Het maken van drukplaten door gebruik te maken van een gietvorm of een ander drukoppervlak, zoals een houtgravure of zetsel, en het te galvaniseren met koper.
Overeenkomsten waarbij één persoon zich tegenover een ander borg stelt voor het belang van het bezit of het genoegen van iets, zoals een expliciete of impliciete waarborg voor de kwaliteit of de prestaties van aangekochte goederen.
Te gebruiken om zeer uitzonderlijk creatief vermogen aan te duiden, waaronder originaliteit, verbeelding, het vermogen om te denken en werken in gebieden die tot dusver niet verkend of beschouwd werden. Vaak gebruikt om het vermogen om iets van waarde of nut voor de maatschappij aan te duiden.
Het verwijderen van kleine stukjes of fragmentjes van een voorwerp of een oppervlak, zoals bij metselwerk.
Het vermogen of de manier om de waarde van iets te benutten, in bezit te hebben, toe te passen of te exploiteren.
Het leasen of huren van iets voor exclusief gebruik, meestal een boot, vliegtuig of bus.
Wordt gebruikt voor het creëren van iets door middel van het combineren van onderdelen of elementen, en wordt ook gebruikt voor de manier waarop het ding in elkaar is gezet.
Proces waarbij de verschillende lagen waaruit iets is opgebouwd, van elkaar loslaten.
Iets van infectie ontdoen, met name door het vernietigen van schadelijke micro-organismen.
Iets volledig of vrijwel volledig vrijmaken van vloeistoffen. Gebruik 'dehydreren' voor het verwijderen of onttrekken van water, waarbij andere vloeistoffen kunnen achterblijven.
Een edelsteen, glas, keramiek of iets dergelijks een zodanige vorm geven dat er facetten worden gevormd, dat wil zeggen een aantal, relatief kleine, geslepen platte vlakken.
Een sluitsteen die wordt gebruikt voor metselwerk en die donkerder van kleur is dan de rest van het muuroppervlak.
Te gebruiken voor het proces waarbij korte tijd zware druk op iets tussen twee oppervlakken wordt uitgeoefend.
Snijden met schaar (in iets), hetzij om het te verdelen of om insnijdingen erin te maken
Bals waarbij de aanwezigen kostuums dragen die afwijken van de huidige, gangbare stijl en vaak fictieve of historische karakters, dieren, bepaalde beroepen of iets dat de drager aanspreekt, uitbeelden.
In het algemeen het bevestigen van een label op iets uit een collectie. In de context van het prepareren van een voorwerp voor tentoonstelling te gebruiken voor het bevestigen of plaatsen van een kaart of label met een voor het publiek bedoelde beschrijving op of bij een voorwerp.
Het oppervlak van iets, zoals een meubelstuk of klein voorwerp, bedekken met lak, waarmee vaak dessins of afbeeldingen worden aangebracht.
Het procedé dat iets stevig en rubberachtig maakt; meestal gebruikt voor het beschrijven van de verharding van olieverven in tubes of blikken als gevolg van verontreiniging.
Het proces waarbij iets op de gewenste plaats wordt gezet en daar vastgezet, zoals bakstenen of dakspanen.
Wordt gebruikt voor, meestal schriftelijke en ondertekende, plechtige beloften, waarbij men zich verbindt om iets wèl of juist niet te doen, zoals het steunen van of het bijdragen aan een zaak of fonds, of het niet gebruiken van verdovende middelen.
Te gebruiken voor elke combinatie van diverse materialen met de verwante technieken voor het maken van één enkel kunstwerk. Wordt in de drukkunst gebruikt wanneer meer dan één techniek wordt gebruikt voor één druk, zoals etsen en graveerwerk. Gebruik 'gemengde techniek' voor de verftechniek van het aanbrengen van olieverfvernis op tempera of temperavernis op olieverf. Gebruik ' multimedia werken' voor 20e eeuwse werken die heel verschillende kunstvormen gebruiken, zoals beeldhouwkunst en muziek. Gebruik 'intermedia' voor het begrip dat bepaalde 20ste eeuwse werken bekende kunstvormen combineren om een nieuw type in te luiden.
Te gebruiken in algemene zin voor het bestuderen van menselijke ziekten en letsel, inclusief de oorzaak, behandeling en het voorkomen hiervan en met daarbij de diagnose en hoe men met patiënten omgaat.
Ergens getallen op plaatsen. Meestal gaat het om een reeks opeenvolgende nummers die worden geplaatst op een aantal voorwerpen die iets met elkaar te maken hebben.
Wordt gebruikt om aan te geven dat iets met zuurstof in aanraking is geweest, maar ook om aan te geven waartoe dat contact heeft geleid. Soms draagt oxyderen bij aan de aantasting van een oppervlak, zoals bij corrosie.
Het vervaardigen of wijzigen van iets volgens individuele specificaties of voorkeuren.
Zo samendrukken, met name door regelmatige, volledige drukuitoefening, dat er een zekere gedaante aan iets wordt gegeven.
Duidt activiteiten aan die worden ondernomen om verdere verandering of verslechtering van voorwerpen, locaties of bouwwerken te voorkomen. Gebruik 'monumentenzorg' als zulke activiteiten worden ondernomen voor gebouwen of andere bouwwerken uit specifiek culturele, esthetische of historische overwegingen. Gebruik 'restauratie' als de veranderingen een voorwerp of bouwwerk weer in historisch correcte staat terugbrengen. Gebruik 'rehabiliteren' voor activiteiten die ondernomen worden om een reeds in slechte staat verkerend bouwwerk weer in goede staat te brengen. Gebruik 'beschermen' voor het beveiligen van mensen en objecten tegen letsel of schade in algemene zin. Gebruik, nog algemener, 'milieubeheer' voor de behandeling, voorzorgsmaatregelen en research gericht op het veilig stellen van cultureel en natuurlijk erfgoed op de lange termijn.
Weer tot een geheel maken door een onderdeel te vervangen of door wat gescheurd of gebroken is weer terug aan te zetten, of door iets anderszins weer in een goede staat te brengen.
Personen die zich bezighouden met de historiografie, de studie en het schrijven van geschiedenis gebaseerd op het kritisch bestuderen van bronnen, de selectie van bijzonderheden uit authentiek materiaal en de synthese hiervan in een lopend verhaal dat de toetsing van kritische methoden kan doorstaan. De term wordt ook gebruikt voor personen die officieel zijn aangesteld om een geschiedenis te schrijven of om de voortdurende geschiedenis van een land, groep of instituut vast te leggen.
Het wrijven of schrapen van de vleeszijde van leer met een handgereedschap zoals een slichtmaan (circelvormig mes) of een #staaf om het zacht en plooibaar te maken. Te onderscheiden van 'stollen', omdat het leer is bevestigd en het gereedschap beweegt. Het is een mildere behandeling dan 'stollen' en wordt voornamelijk op huiden met bont of wol of op kwetsbare huiden toegepast.
Wordt gebruikt voor bogen waarvan de buitengewelven trapvormig zijn, om overeen te komen met de metsellagen in de muur rond de opening.
Het aanbrengen van een kleurstof die zich in een solutie of een fijne colloïde bevindt, zodat in ieder geval iets van de kleurvloeistof door de substantie wordt opgenomen.
Iets, bijvoorbeeld stof of papier, over zichzelf heen buigen. De term wordt ook als meervoudsvorm gebruikt van het zelfstandig naamwoord 'vouwen' waarmee de delen die over elkaar zijn gevouwen worden aangeduid. Gebruik 'plooien' voor de ribbels of rimpels die door het vouwen ontstaan. Gebruik het adjectief 'opvouwbaar' voor voorwerpen die zijn ontworpen om klein te worden opgevouwen.
Recreatieve geweren die worden gebruikt bij het schieten op schietschijven.
Rekken voor het opbergen of bewaren van kleine wapens; kan vrijstaand of aan iets vastgemaakt zijn.
Boogstructuren, meestal van metselwerk, die een plafond of dak vormen.
Het slijpen van scherpe gereedschappen met een slijpsteen of iets dergelijks.
Hout van de soort Carpinus betulus, inheems in Europa, Azië en Iran. Het wordt gebruikt voor het maken van toetsmechanismen voor piano's, draaiwerk, biljartkeus en vioolbruggen.
Zand met een grote kracht op een oppervlak van, bijvoorbeeld, metaal, metselwerk of beton spuiten om vuil, roest of verf te verwijderen, of om het oppervlak met een ruwe structuur te versieren.
Personen die zich bezighouden met het maken van afgietsels of het maken van vormen in een mal. Verwijst doorgaans naar hen die vloeibare materialen, zoals metaal of glas, in een mal gieten, en niet naar hen die materiaal in een mal persen.
Figuratieve kandelabers of kandelaars, uit het midden tot het eind van de 19e eeuw, die van gegoten koper met een goudlaagje zijn gemaakt. Ze hebben een marmeren voetstuk met geslepen prisma's rond de kaarshouder en worden vaak gebruikt in setjes bestaande uit een kandelaber met twee kandelaren. De benaming werd oorspronkelijk gebruikt voor zowel de gehele set als de individuele onderdelen. De naam duidt ook een decoratieve muurkandelaar aan, met één of meerdere armen, die aan een muur of aan de zijkanten van een spiegel zijn bevestigd.
Een compacte zwarte bruinkool die goed gepoetst kan worden en vaak wordt gebruikt voor juwelen.
Plat glas dat wordt gebruikt voor praktische doeleinden. Tegenwoordig worden ook massieve of holle blokken vervaardigd van glas voor het bouwen van muren. Het decoreren van glas vindt plaats met behulp van ets-, zandstraal- of andere technieken.
Iets door verhitten en smelten in glas of een glasachtige substantie doen veranderen. De term wordt met name gebruikt voor het veroorzaken van dichte kristallisatie, zoals bij keramiek, die wordt verkregen door een substantie heet te bakken, zodat deze niet meer poreus is.
Bijlen met een blad dat een gutsvormige dwarsdoorsnede heeft; zijn bedoeld om iets uit te hollen.
Verwijst naar het proces van het maken van bladgoud, dat sinds de oudheid weinig is veranderd. Een kleine baar van een goudlegering met kleine hoeveelheden zilver en koper wordt in een lange strook van circa 0,025 mm dik gerold. De strook wordt vervolgens in vierkante stukken van circa 3 x 3 cm gesneden, de stukken worden tussen vellen zwaar papier geplaatst en in een schapenvacht gestopt en vervolgens wordt er met een hamer op geslagen tot ze 10 x 10 cm groot zijn. De vierkante stukken worden daarna in vier gelijke delen gesneden, in perkament verpakt en opnieuw geslagen. Dit procedé wordt herhaald tot de goudbladen een dikte van ca. 0,001 mm hebben. Vervolgens worden ze bijgeknipt tot vierkanten van ca. 8,5 x 8,5 cm, en tussen vellen zijdepapier tot een boekje gemaakt. Ieder boekje bevat 25 goudbladen, die zo kwetsbaar zijn dat ze verplaatst en glad gemaakt kunnen worden door er licht op te blazen.
De meest voorspoedige periode in de geschiedenis van iets; de periode van de grootste ontwikkeling of prestaties.
Gemetselde en meestal overwelfde graven, vaak ruimer dan gedolven graven, zodat de kelders meerdere overledenen kunnen bevatten, b.v. voor een familiegraf. VWB
Papier dat wordt gebruikt om iets om af te werken of te schuren en waarvan het schuurmiddel bestaat uit verpulverd granaatsteen.
Verwijst naar notities, krabbeltjes, schetsjes of tekeningetjes van de kunstenaar buiten het ontwerp zelf, op een af te drukken etsplaat. De gewoonte ontstond als manier om de sterkte van het zuur op een etsplaat te testen voordat de afbeelding werd ingeëtst. Graveursmerken werden gewoonlijk weggebrand voordat de ets werd gemaakt, maar soms werden enkele merken in de marge opzettelijk behouden in de afgedrukte versie, zodat verzamelaars zeldzame etsen konden verzamelen. Zie ook 'afdrukken met graveursmerk'.
Verwijst naar de stijl van aardewerk dat werd vervaardigd op het Griekse vasteland in de midden-Helladische periode en dat wordt gekenmerkt door grijs gepolijste oppervlakken, hoekige vormen en met een pottenbakkersschijf gemaakte onderdelen zoals ringvormige stelen en geboetseerde randen.
Een hard en zeer kristallijn marmer uit Missouri dat veelvuldig wordt gebruikt voor binnen- en buitentoepassingen. Het heeft een grijsachtige kleur, een gesloten en gelijkmatige textuur en het glanst snel. De resten van crinoidea geven het een schetsachtig patroon. Dit zorgt voor de fraaie motieven die zichtbaar worden als het marmer overdwars wordt gesneden.
Een licht- of donkergroene, zware serpentijnsteen, gewoonlijk met kleine adertjes van calciumcarbonaat en magnesiumcarbonaat. Dit gesteente kan worden opgepoetst en wordt in commercieel opzicht als een marmersoort beschouwd; het wordt ook gezien als een van de beste soorten serpentijn.
Hoogwaardigheidsbekleders die zo worden genoemd in verschillende organisaties, zoals bij militaire ridderordes, broederschappen zoals de vrijmetselaars en vakbonden.
Middeleeuwse stokwapens die bestaan uit een halvemaanvormige blad geplaatst op een lange stok waarbij de onderste punt of soms beide punten aan de staf vastzitten en met een scherpe uistekende punt bovenop de stok; gebruikt door voetsoldaten.
Verwijst naar een regionale school van Pahari-miniatuurschilderkunst die wordt geassocieerd met het kleine vorstendom Guler in het oosten van het heuvelgebied van Pahari. In de 18de en 19de eeuw leefden er in Guler een aantal kunstenaarsfamilies die tot de begaafdste van de regio behoorden. De destijds heersende dynastie diende het Mogolrijk, iets wat duidelijk terug te zien is in de ontwikkeling van de schilderkunst in Guler, aangezien schilderijen vaak werden uitgewisseld of geschonken. De familie Pandit Seu (begin 18de eeuw) was een vooraanstaande kunstenaarsfamilie die oorspronkelijk uit Guler afkomstig was, evenals de familie Dhumun en Purkhu. Pandi Seu zelf was mogelijk verantwoordelijk voor de versmelting van de intensiteit van de Pahari-kunst met het naturalisme en de atmosferische effecten van de Mogols, later vaste stijlkenmerken van de Guler-schilderkunst. Ook latere kunstenaarsfamilies lieten zich beïnvloeden door Pandit Seu, en zijn mogelijk verre verwanten. Wellicht trokken Guler-kunstenaars naar Chamba en Kangra toen hun families groter werden en er steeds meer opdrachten van buiten Guler kwamen.
Hout van de boom behorende tot het genus Carpinus van de berkenfamilie. Het kent allerlei toepassingen. Oorspronkelijk werd het gebruikt voor gedraaide en machinaal bewerkte onderdelen van windmolens. Tegenwoordig wordt het gebruikt voor het maken van poolkeus, trommelstokken en toetsmechanismen van piano's.
Modulaire architectonische elementen, zoals metselwerk of een triplex beplanking, die zo zijn geconstrueerd dat de verticale verbindingen van aangrenzende elementen niet parallel liggen.
Toestand van intense vijandigheid en afkeer die gewoonlijk het gevolg is van angst, woede, verachting en/of gekwetst of beledigd zijn.
Snaarinstrumenten met een klankbodem en meerdere snaren, maar zonder toetsenbord. Ze worden aangeslagen met lichte hamertjes.
Lantaarns die aan plafondhaken hangen om een foyer, lobby of voorvertrek te verlichten. Ze zijn meestal van glas met een fijn versierd metalen frame, vaak verguld of geverfd. Het glas kan helder zijn of versierd met ets- en schilderwerk.
Een patroonverband dat geheel bestaat uit strekstenen, waarbij de verticale voegen van de ene metsellaag halverwege tussen de voegen vallen van zowel de laag eronder als die erboven.
Fotomechanisch procédé waarbij de afbeelding met behulp van een raster wordt verdeeld in een regelmatig patroon van stippen van verschillende omvang; daarna wordt de plaat geëtst, waarbij de stippen in reliëf achterblijven.
De handvaten die uitsteken van snaarinstrumenten zoals luiten, violen, viola's en gitaren, die de toets dragen en die door de speler met één hand worden vastgehouden terwijl de andere hand de snaren tokkelt of aanstrijkt. Het kunnen aparte stukken zijn die zijn aangehecht door lijm of spijkers, of ze kunnen deel uitmaken van het voornaamste gedeelte van het instrument.
Benaming voor skeletsystemen waarin de structurele elementen of de dakelementen aan kabels hangen, of waarin het dak door kabels wordt ondersteund.
IJzerwaren die worden gebruikt voor het stutten of verbinden van delen van hetzelfde of verschillend materiaal, zoals bijvoorbeeld een balkhanger om het eind van een balk of dwarsbalk te stutten bij een gemetselde muur.
Japanse cilinders van klei of terracotta overdekt met geboetseerde figuren of hoofden, als afscheiding rondom grafheuvels geplaatst.
Te gebruiken voor tweewielige gesloten rijtuigen die door één paard worden getrokken, waarbij de bok oorspronkelijk hoog op het dak zat maar later hoog aan de achterkant, en die meestal werden gekenmerkt door hoge wielen en laaghangende kasten met vooraan een gemakkelijke toegang voor passagiers; te onderscheiden van 'cabrioletten (rijtuigen)' door de plaats van de koetsier en de veel lagere kasten.
Verwijst naar een stijl in de Romeinse beeldhouwkunst, die in de 2de eeuw tot ontwikkeling kwam in afwijking van eerdere boetseertechnieken waarbij het oppervlak in positief werd bewerkt door vervorming van het materiaal. In plaats daarvan begon men in negatief te boetseren met gebruikmaking van gutsen, zwengelboren en andere technieken om scherpe contrasten tussen licht en donker te scheppen.
Een grondlaag voor het etsen, die op een warme drukplaat wordt aangebracht en bij het drogen hard wordt.
Metalen bekleding van het lichaam van een krijgsman ter voorkoming van verwonding c.q. doding. Gebruik 'wapenrusting' voor alle kleding om het lichaam te beschermen ten tijde van strijd, in complete sets, ook in afzonderlijke delen.
Vleugelpiano's met een harpvormige omtrek en open snaren die verticaal zijn gespannen tussen een rand net onder het toetsenbord en de gebogen harpachtige hals.
Procedé vooral gebruikt voor het kopiëren van brieven, uitgevonden in de 19e eeuw, waarbij iets dat met anilinekleurstof was geschreven of getekend wordt overgebracht op een geprepareerd gelatineoppervlak, waarvan dan een aantal kopieën kunnen worden gemaakt; later vervangen door spirit duplicatie.
Mengsel van bijenwas en lampzwart dat wordt gebruikt voor het maken wrijfsels en het poetsen van schoenen, met name de randen van de zolen.
Fotogravures die afwijken van de gangbare soort, omdat ze worden gemaakt met een waterkleurige korrel en slechts één etslaag.
Jurken die recht naar beneden hangen vanaf de schouders en soms iets toelopen bij de heupen.
Gebeurtenissen die vaak maar niet altijd officieel of feestelijk zijn en dienen om iets of iemand te herdenken of om mensen of gebeurtenissen uit het verleden te eren. Gebruik 'vieringen' voor gebeurtenissen die dankbare of gelukkige tevredenheid of eerbewijs uiten. Gebruik 'ceremonies ' voor formele gebeurtenissen die uitgebreid en plechtig worden uitgevoerd zoals door ritueel of protocol wordt voorgeschreven.
Acties om iets of iemand tot hernieuwd bestaan te brengen; wederopleving of in oude staat brengen van een persoon, ding, geografisch gebied, enz. door deze te verbeteren.
Iets opnieuw aan een bepaald procédé onderwerpen.
De studie en het schrijven van geschiedenis gebaseerd op het kritisch bestuderen van bronnen, de selectie van bijzonderheden uit authentiek materiaal en de synthese hiervan in een lopend verhaal dat de toetsing van kritische methoden kan doorstaan.
Schaalmodellen die weergeven hoe bijvoorbeeld een gebouw, schip of stad er vroeger uitzag. Gebruik 'reconstructies' voor voorwerpen of bouwconstructies die op ware grootte tonen hoe iets er vroeger heeft uitgezien, gebaseerd op historisch of archeologisch bewijsmateriaal.
Portretten waarin het onderwerp of de onderwerpen als historische of mythologische figuren zijn afgebeeld; ze waren met name populair in de 17de eeuw. Vaak hebben ze iets van het moralistische gewicht van historiestukken.
Verwijst naar de periode die wordt geassocieerd met de Hoa Lai in het noordelijke uiteinde van de vlakte van Phan Rang van het midden van de 8ste tot het midden van de 9de eeuw. Prominente voorbeelden van de architectuur uit deze periode omvatten de tempels van Hoa Lai, die worden gekenmerkt door een kalan, versierde pilasters, talrijke bogen, prominente uitsteeksels, een stenen omheining, voetstukken die zijn gedecoreerd met oplegwerk en waarop de gebouwen in miniatuur worden weergegeven, Indonesisch-Javaanse elementen, en een tempelconstructie bij Mi Son, die wordt gekarakteriseerd door achthoekige stenen colonnetten, gedecoreerd met centrale ringen en verticale banden, pilasters met afwisselend effen en gedecoreerde banden, gebeeldhouwd gebladerte, en bogen die zijn versierd met niet-kronkelige lijnen. In de beeldhouwkunst is deze periode beperkt en minder vernieuwend, met zogenoemde dv'rap'las-beelden die worden gekenmerkt door schijfvormige oorhangers en lang haar, gebeeldhouwd in de stenen posten van deuren en valse deuren, en Javaans geïnspireerde afbeeldingen van Boeddha, bodhisattva's en goden.
Lange, platte stukken hout met een iets gebogen kop aan één eind, die worden gebruikt als slaghouten bij verschillende hockeysporten.
Te gebruiken om iets te beschrijven dat zich aan of bij een hoek bevindt. Gebruik 'hoeken' uit de hiërarchie Onderdelen, als verwijzing naar die delen van dingen waar lijnen die naar één punt toe leiden, samenkomen.
Stenen die helpen de hoek van een gemetselde muur te vormen, vooral wanneer ze de nadruk hebben gekregen door een verschil in oppervlaktebehandeling vergeleken met de rest van de muur.
Wordt gebruikt voor gebieden binnen objecten waar convergerende lijnen of vlakken samenkomen. Als bijvoeglijk naamwoord dat de plaats van iets in of bij de hoek van iets beschrijft wordt 'hoek' (Kenmerken en Eigenschappen) gebruikt.
Stenen of metalen banden die bij metselwerk worden gebruikt om de hoeken van muren bijeen te houden.
Geronde muuroppervlakken die een overgang vormen tussen een koepel (of de trommel) en het dragend metselwerk.
Gesitueerd of passerend boven het niveau, het oppervlak of de basis van iets anders.
Kandelaars, meestal van plaatijzer, bestaande uit iets holle schijfvormige basis met een rechtopstaande buis met een ronde druiprand bovenaan. In een gleuf in de zijkant van de stang zit een oortje voor het regelen van de kaarsenversteller en het @veermechanisme; aan de druiprand zit soms nog een haak waar het geheel aan kan worden opgehangen. De naam is waarschijnlijk afgeleid van de uiterlijke overeenkomst met een voorwerp waarmee het haar van een pas geslacht zwijn werd afgeschraapt.
Een hol metselvoorwerp van klei, waarvan de netto dwarsdoorsnede van elk vlak parallel aan het draagvlak ten minste 60% is van de totale oppervlakte van hetzelfde vlak. De Britten gebruiken de term voor een baksteen waarvan ten minste 25% van het volume uit gaten bestaat. Daarbij zijn de gaten ten minste 1,91 cm breed of 4,84 vierkante cm groot.
Metselstenen waarbij het netto oppervlak van de dwarsdoorsnede, in een vlak evenwijdig met het draagvlak, minder dan 75% is van het bruto oppervlak van de dwarsdoorsnede, gemeten in hetzelfde vlak.
Verzonken metselvoegen die in mortel worden gevormd door het gebruik van een gebogen stalen voeggereedschap, zodat geen regen door kan dringen.
Wordt gebruikt voor afdrukprocédés waarbij de niet afdrukkende delen van het blok of de plaat zijn uitgekerfd, gegraveerd of weggeëtst, zodat de afdruk bestaat uit wat er van het oorspronkelijke oppervlak overblijft.
Toestellen of vindingen waarmee, of vaten waarin, iets wordt vastgehouden.
Vedels met een korte hals, een toets, een rozet, klankspleten, een lang staartstuk, een platte sleutelschijf met stemsleutels aan de achterkant en drie snaren. Ze werden door de Sorben uit het oosten van Duitsland bespeeld.
Ronde of achthoekige tafels uit het eind van de 18e en het begin van de 19e eeuw, met een voetstuk en een diep tafelblad met talloze laden in het fries. De laden zijn vaak gemerkt met de dagen van de week of met data, omdat ze door pachtheren werden gebruikt om de verzamelde huur in op te bergen.
Het herkennen of vaststellen dat iemand of iets een bepaalde persoon of een bepaald ding is.
Reusachtige open gebedsterreinen met niets erop behalve een qibla muur met een mihrab en een preekstoel in de open lucht.
Dienbladen van glas of keramiek, waarop consumptie-ijs wordt geserveerd; soms gemaakt in sets met bijpassende ondiepe schaaltjes.
Te gebruiken voor gehoornde figuren die het vermogen van een man symboliseren om in de wereld te slagen met behulp van de kracht van zijn sterke rechterarm; kunnen de vorm hebben van alleen hoorns op een voetstuk, een gehoornd hoofd of een aanzienlijk gedetailleerde volledige mannenfiguur; gewoonlijk in verband gebracht met de Igbo en Igala in Nigeria.
Te gebruiken om de locatie van iets te beschrijven dat op zijn vaste of onveranderde plaats of positie is.
Het maken van drukplaten door een gietvorm met standaardafmetingen te nemen en er een afgietsel van te maken in lettermetaal.
Instrumenten die verticale hoeken meten door op iets in te stellen en te meten tegen een verticale slinger, of door de hoek te meten tussen het magnetische veld van de aarde en het horizonsvlak.
Verwijst naar de periode van de expansieve heerschappij van koning Indravarman I (877-890 n. Chr.) tijdens de periode waarin het Angkor-rijk werd gesticht. De stijl van deze periode wordt gekenmerkt door grootse bouwcampagnes, stadsplanning waarbij gebruik wordt gemaakt van uitgebreide irrigatiesystemen, en monumenten en graftombes ter ere van de nalatenschap van begunstigers. Architectuur in deze periode wordt gekenmerkt door de eerste Cambodjaanse tempels die voornamelijk in steen werden gebouwd in plaats van in baksteen met stucwerkversieringen. Tijdens deze periode werd ook het tempel-bergprototype ontwikkeld, een voorloper van toekomstige grotere, koninklijke tempels in Angkor. Beeldhouwkundige ontwikkelingen in deze periode betreffen vrijstaande beeldhouwwerken van meerarmige hindoegoden die worden ondersteund door hoefijzervormige voetstukken, gekenmerkt door een subtiel, gestileerd realisme dat zichtbaar is in de beeldgesneden anatomische details zoals traanbuizen, gedetailleerde haarwrongen, gedeelten van de torso en gedrapeerde kleding.
In het algemeen te gebruiken voor personen die anderen inlichtingen verstrekken over een feit of gebeurtenis. In de context van wetshandhaving en justitie te gebruiken voor personen die voor anderen belastende inlichtingen verstrekken. In de context van antropologie, linguïstiek, kunstgeschiedenis en andere culturele wetenschappen te gebruiken voor personen die onderzoekers assisteren door informatie te verstrekken vanuit hun eigen verworven of aangeboren kennis.
Elektromagnetische radiatie van golflengten die langer zijn dan de golflengten van zichtbaar licht en iets langer dan rood.
Iets beschermen of ergens iets om heen doen, bijvoorbeeld met behulp van een capsule. De term wordt onder andere gebruikt, in verband met papierconservering, voor de verzegeling van een artikel met een vlies bestaande uit twee laagjes polyester.
Wordt gebruikt voor het lijstwerk, vaak van metaal, hout of met stof bedekt hout, dat geplaatst wordt tussen de lijst en het schilderij wanneer het schilderij is gekrompen of als de lijst net iets groter is dan het schilderij.
Het vermogen om iets te vinden, betreden of openen, en gebruiken, zoals een gebouw of een database.
Letterlijk ���zegelbusjes'. Houder van lakwerk die men op de heup droeg, bevestigd aan de 'obi' met een zijden koord en een ���netsuke'. Tijdens de Momoyama-periode (1573-1615) gebruikte men ze om zegels in te bewaren, maar ze werden pas echt populair in de Edo-periode (1615-1868), toen men ze gebruikte als medicijndoosjes.
Inslagpoolweefsel, vaak van katoen, waarvan de pool op één lengte is afgeknipt. Inslagfluweel kan op gewone weefgetouwen worden vervaardigd, waarbij de inslag aan de goede kant lussen vormt, die met roterende messen worden opengesneden. De pool vormt een glad oppervlak of duidelijke ribbels in de kettingrichting. Kenmerken: 1) de floerspluisjes zitten altijd aan de kettingdraden; 2) bij snijden van de pool blijft de zelfkant onbeschadigd; 3) doordat de stof bijna altijd in het stuk wordt geverfd, hebben alle bestanddelen dezelfde kleur; 4) de achterkant is vaak iets geruwd (manchester).
De hiërarchie Interieurinrichting bevat descriptoren voor hoofdzakelijk verplaatsbare artikelen die comfort, gemak of bescherming bieden in woningen, zakelijke omgevingen of andere openbare ruimten of privéruimten. Interieurinrichting kan functioneel of ornamenteel van karakter zijn en binnenshuis of buitenshuis worden gebruikt. Ook handelsnamen en eigennamen van bepaalde typen interieurinrichting die (vrijwel) volledig zijn ingeburgerd in het algemene taalgebruik zijn in deze hiërarchie opgenomen. Relatie met andere hiërarchieën: objecten die primair fungeren als opslageenheid of andere vorm van houder (bijvoorbeeld 'kaarsenbakken' of 'footlockers') zijn opgenomen in de hiërarchie Houders. Permanente installaties die in gebouwen zijn geïntegreerd (bijvoorbeeld 'altaren' of 'koorschermen') zijn te vinden in de hiërarchie Componenten. Uurwerken en meteorologische instrumenten (bijvoorbeeld 'staande horloges' of 'barometers') zijn ondergebracht in de hiërarchie Meetinstrumenten. Descriptoren voor de diverse vormen van meubelstukken zijn opgenomen in de hiërarchie Kenmerken en Eigenschappen (bijvoorbeeld 'gerond'). Descriptoren voor samenstellende delen van interieurinrichting (bijvoorbeeld 'voetsteunen') zijn ondergebracht in de hiërarchie Componenten. Eveneens in deze hiërarchie vindt u descriptoren voor architecturale elementen die vaak deel uitmaken van een interieurinrichting (bijvoorbeeld 'bogen' of 'frontons'). Abstracte of gestileerde motieven en gestandaardiseerde patronen (bijvoorbeeld 'eierlijsten' of 'driepassen'), beeldbeschrijvende begrippen die telkens terugkeren in de kunstnijverheid, zijn opgenomen in de hiërarchie Ontwerpelementen.
Uitleg van iets dat niet meteen duidelijk is of voor de hand ligt, zoals het suggereren welke betekenis kan worden gevonden in een reeks gegevens of in een beeldend werk.
Blaasinstrumenten waarbij het geluid wordt geproduceerd met de lippen als trillingsbron en die zijn uitgerust met gebogen inzetstukken die ook wel inventies worden genoemd. Deze inventies worden van tevoren in het midden van de klankkast tussen de ronde delen van de buis geplaatst om de toonhoogte te wijzigen zonder de lengte van de buis te veranderen.
Uitgave van geld voor inkomen, winst of de aanschaf van iets met extrinsieke waarde.
Iets dat zich binnen in het begrenzende vlak van iets bevindt of daar bestaat.
Middel dat wordt gebruikt in verbale of geschreven vorm, waarbij de echte en werkelijke betekenis of bedoeling verborgen wordt gehouden of wordt tegengesproken door de letterlijke betekenis van de woorden. Wordt ook gebruikt bij het construeren van dramatische situaties, waarbij er iets anders gebeurt dan wordt verwacht.
Verwijst naar de kunst en architectuur van de islamitische dynastie met dezelfde naam die regeerde over Irak en Azerbeidzjan van 1336 tot 1432. De architect van de vroege Jalayirids bleef werken op de manier van de vroegere lokale stijlen, met een nadruk op geometrisch metselwerk, stucdecoratie en fijne inscripties. Het belangrijkste gebouw uit deze periode is het funeraire complex dat werd gebouwd in de periode 1356-1359 door Mirjan, de emir die de stad regeerde. Manuscriptillustratie floreerde ook gedurende deze periode, vooral onder het patronaat van Ahmed (regeerde in de jaren 1382-1410). In deze werken werden pictorale elementen uit China en het Nabije Oosten gecombineerd met een nieuwe methode voor het afbeelden van ruimte.
Langwerpige luiken of latten die aan één kant van de zwelkast van een orgel of harmonium zijn gebouwd, meestal met schuine hoeken en in sets verticaal of horizontaal met elkaar verbonden, en zo gedraaid dat de orgelspeler ze kan openen of sluiten wanneer hij wil door middel van het zwelkastmechaniek.
Franse 17e- en 18e-eeuwse kabinetten met voetstuk waarin juwelen worden opgeborgen. Ze zijn vaak met veel inlegwerk versierd.
Lampen die kaarsen als lichtbron gebruiken waarbij de kaars binnenin een houder zit. Gebruik 'kaarsenhouders' voor voorwerpen die een kaars(en) vanuit het voetstuk ondersteunen.
Sets bestaande uit speelkaarten en eventuele andere voorwerpen die tezamen gebruikt worden in spellen waarin het gebruik van speelkaarten centraal staat.
Verwijst naar een kunstmatig waterbekken dat is uitgegraven en is aangelegd met metselwerk of ander materiaal, en dat vaak is uitgerust met vloeddeuren, waar boten of schepen kunnen binnenvaren om aan te meren, te laden of te lossen, of voor reparatiewerk. Gebruik 'ankerplaatsen (ruimten aan de waterkant)' indien zulke plaatsen niet bezet zijn en ze langs een aanlegplaats liggen. Gebruik 'ligplaatsen (ruimten aan de waterkant)' wanneer zulke waterplaatsen onbezet zijn en zich tussen twee aangrenzende pieren bevinden of loodrecht liggen ten opzichte van aanlegplaatsen. Gebruik 'haventerreinen' voor de groep aanlegplaatsen in havens of voor havenaccomodaties als geheel.
Letterlijk ���spiegeldeksel'. Deze netsuke-gravures bevatten een metalen spiegel, gewoonlijk van koper, zilver of een legering van koper en goud, op een kom van ivoor, hout of een ander materiaal. Zwaardenmakers begonnen ze te maken toen het in 1876 in Japan werd verboden om nog langer zwaarden te dragen.
Vier tegenoverliggende sets van ramshoorns, meestal met een ruit in het midden. De vier sets zijn vaak te zien in een gül.
Wordt algemeen gebruikt voor instrumenten die worden gebruikt voor het meten of anderszins vaststellen van de afmetingen, staat of mechanische nauwkeurigheid van iets.
Een samengestelde oplossing van kaliumchloraat en zoutzuur, die wordt gebruikt als bijtmiddel bij het etsen.
Houten of metalen bakken die meestal V-vormig zijn, een lang handvat hebben en aan één kant open zijn. Worden gebruikt bij metselwerk om pleister of plamuur naar de metselplank te dragen.
Wordt gebruikt voor gemeenschappelijke begraafplaatsen, uitgehakt in rotsen of heuvels of opgetrokken uit metselwerk, waarvan de kamer al of niet een ingang heeft; het geheel wordt meestal bedekt door een heuvel.
Een reeks ijzeren of koperen staven, meestal zes, die rechtop in een cirkel staan op een houten voetstuk en aan de bovenkant zijn verbonden door een platte, ijzeren ring. Een lagere ring met een oortje en een kaarshouder verschuift verticaal over de staven om de hoogte in te stellen.
Kaarsenstandaards met een enkele kaarshouder die op een voetstuk rust met een verbrede basis of voet voor de balans. Het voetstuk is vaak zuilvormig. Gebruik 'blakers' voor kaarsenstandaards met een enkele kaarshouder die op een platte schotel of blad staat.
Cycladische vaten met een bolvormige buik, een lange hals, een voetstuk en vier doorboorde oren aan de buik. De doorboorde oren dienden voor koorden waarmee een deksel op het vat werd vastgezet. Kandilai danken hun naam aan hun gelijkenis met modern-Griekse kerklampen; ze zijn waarschijnlijk gebruikt voor vloeistoffen als olie of wijn. De kandilavorm kwam zeer veel voor en werd gemaakt van marmer of klei en in uiteenlopende formaten. De geleidelijke verdwijning van een voet of basis kan een stap zijn in de overgang van de kandila naar de bolle pyxis, een vorm die later populair werd.
Omvat Chinese verwarmde metselbedden en soortgelijke Chinese verwarmingssystemen waarbij gebruik wordt gemaakt van leidingen in muren.
Te gebruiken om iets te beschrijven dat boven op iets anders wordt vervoerd, bijvoorbeeld een persoon die op de schouders of heupen van iemand anders wordt meegenomen, maar dikwijls gebruikt in verband met objecten.
Verwijst naar fijn, decoratief ajourwerk in textiel, gemaakt door draden van linnen, katoen, zijde, haar, metaal of een andere vezel in lussen te leggen, in te rijgen, samen te draaien of te vervlechten om ontwerpen of patronen te vormen. Bij het maken van kant wordt gewerkt met een naald of met klossen. Het toevoegen van borduursels is niet ongewoon. Modern kant kan machinaal zijn vervaardigd. Ajourstoffen die op een weefgetouw zijn gemaakt en decoratief ajourbreiwerk worden doorgaans niet als kant geclassificeerd. Kant is vaak wit of effen van kleur. Echt kant ontstond in de veertiende eeuw in Europa en het Midden-Oosten, hoewel oude culturen bekend waren met gedecoreerde ajourstoffen, waaronder de Egyptische cultuur. Kant is te gebruiken als rand, boord of inzetstuk voor linnengoed of apparels. Ook wordt het samengevoegd tot grotere stukken textiel en dan gebruikt als voorhang, draperie, apparel of iets anders.
Hoeken van een gebouw, versierd met een uitstekende metsellaag, pilaster of dergelijk element.
Rechte fluiten uit de Balkanregio en Turkije, meest gemaakt van zachthout of rietstengels, met een cilindervormige boring en een naar streekgebruik verschillend aantal vingergaten.
Steunen voor bouten en schroeven die worden gebruikt om houten structuurdelen te bevestigen aan metselwerk of betonnen muren.
Het weet hebben van iets op basis van ervaring of associatie, zoals men op de hoogte kan zijn van de wetenschap, kunst of techniek. Verwijst ook naar het geheel aan informatie dat kan worden verworven door studie, onderzoek, observaties of ervaring.
Personen die kernen van zand voor metalen gietsels maken, kernen van klei voor ijzeren pijpen of metalen kernen voor dakpannen.
Rijen metselwerk met kopstenen die met regelmaat door metalen klemmen worden verbonden.
Verwijst naar het volk en de cultuur in zuidelijk Afrika die de eerste Europese ontdekkingsreizigers aantroffen in gebieden in het achterland. De Khoikhoi leven nu in Europese nederzettingen of in officiële reservaten in Zuid-Afrika of Namibië. De meeste Khoikhoi zijn Nama of Oorlams. Deze laatste naam wijst op verwantschap met de 'Kaapse Hottentotten'. Daarnaast zijn veel Khoikhoi van gemengde afkomst. De grootste Nama-groepen zijn de Bondelswarts, Rooinasie, Swartboois en Topnaars; de grootste Oorlams-groepen zijn de Witbooi, Amraal, Berseba en Bethanie. Er zijn geen grote lichamelijke verschillen tussen de Khoikhoi en de San; de enige duidelijke verschillen zijn het iets grotere postuur en het onmiskenbaar langere en smallere hoofd van de Khoikhoi.
Verticale fluiten uit zuidelijk Afrika met drie vingergaten. Ze zijn soortgelijk aan de ombgwes van het Katangavolk in Zimbabwe in die zin dat ze worden gemaakt van een gesloten rietstengel in een holle nsalabast. De fluit wordt bespeeld door langs een gat in de bast te blazen.
Schepen voor de kreeftvisserij, ontworpen in Kingston, aan Massachusetts Bay, in de Verenigde Staten, met twee masten en sprietzeilen, half verdekt en met een vierkant achtersteven; na ca. 1800 werden ze iets aangepast voor het wedstrijdzeilen en pleziervaart.
Samengestelde muren waarbij in het metselwerk het schoonmetselwerk en het vuilwerk zodanig gebonden zijn dat ze bij belasting gezamenlijk een reactie uitoefenen.
Voorlopige of schetsmatige versies van een document.
Resonatoren in snaarinstrumenten met een toetsenbord, die bestaan uit dunne platen hout of ander materiaal waarover de snaren zijn gespannen.
Over het algemeen te gebruiken voor iets dat tot de Griekse of Romeinse Oudheid behoort of daarop teruggrijpt. Met name te gebruiken voor die aspecten van klassieke kunst, vooral de uitbeelding van het menselijk lichaam in oude beeldhouwwerken en het gebruik van ornamenten in oude kunst wanneer die in andere perioden model staan voor perfectie.
Mensen die zijn opgeleid in het vak van kleianimatie of dit vak beoefenen. Bij kleianimatie wordt gebruik gemaakt van gemodelleerde kleifiguren die telkens in een iets andere stand worden geplaatst. Elke stand wordt op een aantal filmbeeldjes vastgelegd, waarna de figuren opnieuw iets worden verplaatst, gefilmd, enzovoort. Wanneer de film met normale snelheid wordt geprojecteerd, lijken de figuren te bewegen en lijkt hun gezichtsuitdrukking te veranderen.
Transparanten die in monochroom de densiteiten van één kleurschakering vastleggen, gewoonlijk in sets van drie films. Ze worden gebruikt voor het maken van een plaat of matrix om één kleur mee af te drukken, in register met de andere kleuren om een fotomechanische kleurenafdruk te maken.
Een steen die in de lengte is gehalveerd; van normale dikte maar de helft van de normale breedte. Het wordt gebruikt om een metsellaag af te maken of om stenen van normale grootte te spatiëren.
Te gebruiken voor archeologisch onderzoek dat voldoet aan staats- of federale wetgeving ter bescherming van kwetsbare of bedreigde locaties.
De bovenste delen van knotsen, vaak afgerond, gesneden of geboetseerd in een bepaalde vorm, of met scherpe punten. Knotskoppen worden aan de stelen van knotsen bevestigd.
Wordt gebruikt voor ronde graftomben van metselwerk, hoofdzakelijk gevonden in Myceens Griekenland, gebouwd met een koepel voorzien van draagstenen, die kunnen worden binnengegaan door een lange gang en zijn bedekt door een heuvel.
Kleine lepels ter grootte van chocoladelepels die worden gebruikt voor het roeren van koffie die in espressokopjes wordt geserveerd. Vaak decoratief en in sets verkocht.
Wordt in de bouwkunde gebruikt om te verwijzen naar cilindrische of enigszins taps toelopende, rechtopstaande metselwerken, die meestal een dragende functie hebben of lijken te hebben. Ze bestaan uit drie onderdelen: voetstuk, kapiteel en schacht. De term kan ook verwijzen naar alle rechtopstaande delen in een stalen of betonnen raamwerk. Ook komen zuilen soms ook voor als vrijstaand monument, bijvoorbeeld de Zuil van Trajanus in Rome of de Zuil van Nelson in Londen. Zuilen kunnen voorts als decoratief element in meubilair worden toegepast. Zie 'pijlers (dragende elementen)' voor vierkante of rechthoekige delen, in metselwerk of klassiek bewerkt, en voor de massieve rechtopstaande delen uit de middeleeuwse architectuur. Zie 'palen' voor vierkante, rechtopstaande stutten van hout.
Iets reinigen door er absorberend materiaal op aan te brengen, met als doel een vlek of een aangezette substantie op een beheerste manier te verwijderen.
Versierd (geborduurd) schild aan de rugzijde van de koorkap, afhangend vanaf hals en schouders, soms voorzien van een kwast aan de onderzijde. Het koorkapschild stamt af van de kap of kapoets aan de oudste koormantels.
Een steen die meestal met de langste kant loodrecht op de muur wordt geplaatst in metselwerk.
Zetsel dat is of moet worden klaar gemaakt voor het drukproces; verwijst vaak naar zowel tekst als afbeeldingen, maar soms naar de tekst om die te onderscheiden van de afbeeldingen.
Rijen sluitstenen die het metselwerk aan de buitenkant verbinden met dat aan de binnenkant.
Kleine, scherp gepunte spijkerachtige bevestigingsmiddelen gemaakt van ijzer of brons met een relatief grote kop die worden gebruikt om een licht of dun voorwerp aan iets stevigers te bevestigen.
Verwijst naar de derde van de drie Griekse bouwordes en van de latere vijf traditionele klassieke bouwstijlen die samen met de Dorische, Ionische, Toscaanse en composiete bouwstijl werd gebruikt vanaf de Romeinen tot na de Renaissance. De stijl lijkt beïnvloed door de Egyptische architectuur maar is waarschijnlijk ontstaan in Griekenland in de binnenhuisarchitectuur en vanaf de 3de eeuw v. Chr. toegepast in de buitenarchitectuur. In de Griekse architectuur kenmerkt deze bouwstijl zich door een lichtere, meer sierlijke vorm dan de Dorische of Ionische stijl, een klokvormig kapiteel met acanthusversiering ter ondersteuning van elegante voluten, en een meestal gecanneleerde zuil op een voetstuk. Deze stijl is de meest voorkomende Griekse stijl in de Romeinse bouwkunst en is daarin en in latere stijlen vaak gewijzigd. De term is te onderscheiden van de term 'Corinthische orde', aangezien een bouworde slechts kan verwijzen naar het specifieke samenstel van onderdelen dat moet voldoen aan eenduidige, vastgelegde regels en verhoudingen, afhankelijk van de functie van elk onderdeel in het geheel.
Hout van de boom behorende tot het genus Cornus, met kleuren variërend van geel tot rozeachtig bruin. Het wordt gebruikt in de textielindustrie voor schietspoelen en spillen, en soms voor hamerstelen.
Korte stukken timmerhout die de planken ondersteunen van een metselsteiger. Het ene uiteinde wordt ondersteund door de steiger, het andere is geplaatst in de kortelinggaten van de metselmuur.
Een betaald, gegeven of opgelegd bedrag, of het bedrag dat men nog moet betalen of geven voor het kopen of nemen van iets in ruilhandel of als betaling van diensten.
Ovale houten of metalen gezichtsmaskers, gemaakt en gebruikt door het Senufo-volk in het noorden van Ivoorkust, het zuiden van Mali en het zuidwesten van Burkina Faso. Deze maskers, die het vrouwelijke element voorstellen, zijn in het algemeen iets kleiner dan levensgroot. Ze zijn versierd met reeksen geometrische projecties die de bovenzijde van het hoofd, het bovenste deel van het gelaat en de mond flankeren, diagonale insnijdingen op elke wang en soms twee verticale hoorns.
Blokken metselwerk die dienen als overstek en die alleenstaand of in reeksen worden gebruikt om bouwkundige of ornamentele kenmerken te ondersteunen of in opeenvolgende lagen om bogen, koepels of gewelven te vormen. Wanneer verwezen wordt naar uitstekende lagen metselwerk wordt de voorkeur gegeven aan 'uitmetselingen'.
Maatstokken met schaalverdeling waarbij de verdeling iets groter is dan de standaard meeteenheden zodat patroontekenaars hun patronen iets te groot kunnen maken om te compenseren voor krimpen tijdens de houtbewerking of het gieten van metalen.
Wordt gebruikt voor het bovenste uitstekende deel van een voetstuk dat traditioneel in drieën is verdeeld.
Het afleiden van de ouderdom van een kunstvoorwerp, een pollinium of een jaarring, uit de ouderdom van iets soortgelijks waarvan de ouderdom preciezer is vastgesteld.
Kruisen met armen die uitmonden in trapvormige vormen, in de heraldiek meestal bij alle vier de armen. In andere contexten vaak een Latijns kruis waarvan alleen de onderste arm uitmondt in de trapvormige vorm, alsof het kruis op een voetstuk staat.
Tekenhaken die meestal bestaan uit een dun blad van hout of metaal, dat onder een rechte hoek aan het eind van een dikke stok is gezet die tegen de rand van een tekenbord of soortgelijke voorwerpen kan worden gehouden. Worden voornamelijk gebruikt om iets in rechte hoeken te tekenen of aan te geven.
Verwijst naar dozen of kisten als voetstuk voor de Koran; het kan ook verwijzen naar tronen of preekstoelen in een moskee en naar grote katheders waarop lezers van de Koran zitten.
Tegebruiken in verband met het esthetische oordeel over het idee van inherente verdienste, innerlijke waarde of uitmuntheid in iets. Gebruik 'kwaliteitsbeheersing' om kwaliteitsnormen voor een project te selecteren en het afgeleverde werk te controleren om er zeker van te zijn dat aan deze normen is voldaan.
Documenten waarmee iemand van een recht of verplichting tot iets wordt ontheven. De term wordt met name gebruikt in militaire en juridisch verband.
Antiek drinkgerei in de vorm van een wijde, ondiepe kom op een hoge voet of voetstuk met twee omhoogkrullende handvaten.
Gesitueerd of passerend onder het niveau, het oppervlak of de basis van iets anders.
Vakmensen die het oppervlak van iets, bijvoorbeeld een meubelstuk of klein object, coaten met lak, waarbij ze vaak ontwerpen of afbeeldingen aanbrengen.
Te gebruiken voor betrekkelijk zware vierwielige rijtuigen met een koetsachtig onderste gedeelte van de kast en een bovenkant die bestaat uit twee delen die afzonderlijk van elkaar kunnen worden neergelaten; kan ook worden gebruikt voor vroege rijtuigachtige auto's met een bestuurders- of passagiersplaats, met een vouwdak en bij uitbreiding voor latere sedan-achtige auto's met een kort vouwdak achterop.
Lagen die bij metselwerk met natuursteen ter hoogte van de latei zijn geplaatst en zich meestal onderscheiden van de muur doordat ze meer uitsteken, dikker zijn afgewerkt of in het geheel dikker zijn, waarbij ze in afmetingen overeenkomen met de latei.
Voorbeelden gemaakt voor of door drukkers om een indruk te geven van het geheel van het zetsel, de lettertypen, de lettergroottes, en de posities van de illustraties en onderschriften van stukken die moeten worden gedrukt.
De maat genomen van het ene naar het andere eind van iets.
Type diep geëtst kristallijnglas dat in de jaren 70 van de 20ste eeuw werd ontwikkeld door Bernard O. Gruenke en diens zoon Bernard E. Gruenke Jr. Ze hadden zich laten inspireren door een expositie van Tsjechisch geëtst glas op de Wereldtentoonstelling van Osaka in 1970; om hun inspiratiebron te eren noemden ze het glas 'leptat', naar het Tsjechische woord dat 'etsen' betekent. De etstechniek is later gepatenteerd.
Even groot als het leven zelf of, met betrekking tot visuele weergaven van iets, even groot als het origineel.
Gitaren die aan het eind van de 18e eeuw in Frankrijk werden ontworpen in de vorm van een aangepaste lier, met een toets met fretten tussen de twee lierachtige, gebogen armen en zes tot negen snaren.
Aquatintprocédé waarbij de afbeelding met een in water oplosbare oplossing op de plaat wordt getekend. Hierbij wordt de plaat bedekt met een grondlaag en in water ondergedompeld, zodat de solutie oplost, de grondlaag omhoog komt en de delen van de plaat die de afbeelding vormen, worden blootgelegd, zodat de plaat kan worden geëtst.
Kostbare stukken stof die op of over iets worden gespreid.
Methode voor mechanische letterzetting waarbij het zetsel wordt gegoten in afzonderlijke hele regels, ieder als één regel linotypezetsel.
Alle soorten klemmen die met een schroef kunnen worden gesteld; vooral de typen die bij houtbewerking worden gebruikt, met twee parallel geplaatste kaken waar iets tussen kan worden geklemd.
Verwijst naar schilders, doorgaans alleen van miniaturen of portretten. Afhankelijk van de vermelde kunstperiode is er een klein verschil in gebruik van de term. Voor kunst uit de Europese middeleeuwen verwijst de term naar verluchters van manuscripten die miniatuurschilderingen en andere decoraties vervaardigden. Voor kunst uit de 16de tot de 19de eeuw verwijst de term meestal naar schilders van miniaturen, in het bijzonder miniatuurportretten. In het koloniale en 19de-eeuwse Amerika verwijst ‘limners’ doorgaans naar rondreizende schilders die getrainde vakmensen waren en naïeve portretschilders, die zowel miniaturen maakten als portretten op ware grootte.
Italiaanse vedels uit de Renaissance, met een klankkast in dezelfde vorm als een viool, een brede toets, een relatief platte kam, een bladvormige sleutelkast, vijf melodiesnaren op de toets en twee bourdonsnaren ernaast.
Voorwerpen die worden gebruikt om iets of iemand in de val te lokken.
Gewichtjes die aan één eind van een loodlijn worden gehangen om vast te stellen of iets verticaal is of als hulpmiddel bij het bepalen van de plaats van punten op de grond tijdens landmetingen.
Bladmetalen strips die vaak zijn opgenomen in het metselwerk en die om ander voeglood heen is geslagen. Wordt gebruikt om te voorkomen dat water tussen de voegen komt en blootliggende, opstaande, voegloden randen op een dak aantast.
Verschillende soorten kleine dunne objecten die van iets afhangen, of andere middelen die van een object uitsteken, meestal bedoeld als identificatie, handvat of sluiting; ook wel ter versiering aan de randen van kledingstukken.
Verwijst in hoofdzaak naar de periode van de belangrijke Late Ly-dynastie (1010-1225 n. Chr.), die in de delta van de Rode Rivier tot ontwikkeling kwam, maar kan ook verwijzen naar de stijl en periode van de minder ontwikkelde Vroege Ly-dynastie (544-603 n. Chr.). De stijl van de Late Ly-dynastie ontstond in een sfeer van dynastieke stabiliteit en heeft de stijl van de moderne Vietnamese staat mede beïnvloed, zo wordt algemeen gedacht. In de architectuur wordt de periode gekenmerkt door boeddhistische tempels met inheemse innovaties zoals het gebruik van steen, bovengeplaatste spanten, balken en halfzuilen, en het gebruik van overhangende dakranden met symbolen in terracotta. Een voorbeeld bij uitstek van de architectuur uit deze periode is de Lotustempel (1049 n. Chr.) in Hanoi, met decoratieve motieven in terracotta langs de dakranden, een duidelijk lotusvormige constructie en een complex spantensysteem met elkaar kruisende balken en zuilen. In de beeldhouwkunst wordt de periode gekenmerkt door Boeddhafiguren gezeten op verhogingen die gedecoreerd zijn met draken- en bloemmotieven, reliëfpanelen uitgevoerd in een Cham-stijl of Chinese stijl, stoepa's met gebeeldhouwde motieven van eiken- en druivenbladeren, en beelden van leeuwen, olifanten, buffels en paarden die afzonderlijk op een lotusvoetstuk zijn geplaatst en zijn beeldgesneden uit één blok steen.
Handelsnaam voor een grofgevlekt marmer uit Mallets Bay bij Lake Champlain in de Verenigde Staten.
Draagbare, elektrische, pneumatische, onafhankelijke hamers die op benzine lopen en gebruik maken van een trilmechaniek en waar ook gereedschap als beitels, schoppen en stampers in is aangebracht. Worden gebruikt om baksteen, geharde stopverf of metselspecie te verwijderen, of soortgelijke toepassingen.
Een specie gebruikt voor metselwerk, waarin geen cementachtige materialen zitten en die slap, ruw of moeilijk uit te smeren kan zijn.
Verwijst naar de cultuur van mesolithische werktuigen die is genoemd naar de archeologische vindplaats in het veen nabij het Deense Mullerup. De cultuur bestond in noordelijk Europa van circa 9.000 tot 5.000 v Chr. Het ontstond door een bosvolk dat zich na het terugtreden van de gletsjers langs de rivieren en meren vestigde en daar nieuwe gereedschappen ontwikkelde om in de veranderende omgeving te kunnen overleven. Deze gereedschappen waren stenen microlithen, bijlen, pijlen en bogen, vishaken, houten peddels, kano’s en visnetten. De artistieke activiteiten bestonden uit het aanbrengen van dessins op werktuigen en decoratieve objecten, zoals amuletten en hangers.
Hout van de boom behorende tot het genus Magnolia, met kleuren variërend van vaalgeel tot bruin. Het wordt gebruikt voor het maken van geraamten en betimmering voor meubels, pallets en interieurschrijnwerk.
Verwijst naar de periode van de heerschappij van Mahendravaman I van de Pallava-dynastie (late 7de tot late 8ste eeuw) die wordt gekenmerkt door een iconografisch ontwerp dat de wettiging van koninklijke macht door religie laat zien. Monumentale beeldhouwkunst uit deze periode wordt gekenmerkt door familietableaus die zijn samengesteld als allegorische verwijzingen naar goden. Deze periode wordt ook gekenmerkt door beeldhouwkunst in grotten waarin portiers of bewakers figureren die in reliëf zijn uitgesneden bij ingangen, cilindrische fallussymbolen in vierkante of octagonale voetstukken die godheid aanduidden en reliëfpanelen van hindoegoden. In deze periode werd in de beeldhouwkunst vooruitgang geboekt op het gebied van (verkort) perspectief: men nam meer vrijheid met betrekking tot de uitlijning met grondvlakken, met realistischere proporties als gevolg. De periode wordt ook gekenmerkt door de gangbaarheid van grotopschriften zoals muurinscripties en rotssnijwerken met heilige en literaire teksten in het Sanskriet. Hindoeïstische teksten maken deel uit van de rotsarchitectuur uit deze periode.
Holle vormen waarin gietstukken of persingen worden gemaakt.
Verwijst naar de kunst en architectuur die is verbonden met de mammelukken, een krijgerskaste die Egypte en Syrië regeerde vanaf ongeveer 1250 tot de vroege 16de eeuw, en die in het Midden-Oosten meer dan 700 jaar invloedrijk en machtig is geweest. Mammeluk-architectuur was in wezen conservatief en niet erg vernieuwend, maar wel rijk en over het algemeen van zeer hoge kwaliteit. Mammeluk-architectuur wordt gekenmerkt door het gebruik van zeer fijn afgewerkte minaretten, enorme façades en portalen, en de tendens om structuren voor verschillende toepassingen te bouwen in een enkel complex. Begunstigers bouwden hun belangrijke monumenten gewoonlijk ook dichtbij elkaar. De mammelukken staan ook bekend om hun technische virtuositeit in stenen constructies; metselaars gebruikten verschillend gekleurde stenen op de oppervlakken van gebouwen. Er zijn bijna 3000 belangrijke mammelukmonumenten bewaard gebleven of bekend gebleven via teksten; de meeste monumenten in de oude wijken van Caïro, Damascus, Tripoli en Aleppo zijn mammeluks, evenals de meeste monumenten op de Haram ash-Sharif in Jeruzalem, buiten de Rotskoepel. Net als architectuur bereikten ook de overige kunsten van de mammelukperiode een hoog niveau van technische perfectie, maar staan ze niet bekend om hun originaliteit; er bestaan wel bezienswaardige voorbeelden van ingelegd metaalwerk, kalligrafie, moskeelampen en houten objecten.
Tokkelinstrumenten met toets, sleutelkast en een ronde klankast die of gesneden is uit een enkel stuk hout dat geleidelijk overgaat in hals en sleutelkast, of is opgebouwd volgens een luitachtige constructie.
Verwijst naar een regionale school van Pahara-miniatuurschilderkunst die wordt geassocieerd met de staat Ramkot, de kleinste staat in het heuvelgebied van Punjab. Halverwege de 17de eeuw werd de van de Mogols afkomstige portretkunst geïntroduceerd in Mankot, onder keizer Shah Jahan, en de portretkunst zou een belangrijke rol blijven spelen voor de Mankot-schilders. Vroegere schilderijen hadden een overwegend decoratief karakter, maar vanaf het begin van de 18de eeuw kwam de nadruk te liggen op het dramatische aspect van het afgebeelde. In Mankot-schilderijen valt soms iets van de vervorming uit de Basohli-schilderkunst te herkennen. Ook invloeden uit Nurpur, Jammu en Chamba werden geïntegreerd door de Mankot-schilders, met name bij de weergave van gezichten. In de 19de eeuw verloren Mankot en andere vorstendommen hun zelfstandigheid en raakte de stijl in verval.
Kleine, grove, driedimensionale schetsen voor beeldhouwwerken. Gebruik 'bozzetti' voor meer gedetailleerde ontwerpen voor beeldhouwwerken.
Te gebruiken voor koetsachtige wagens met vier wielen die lichter en minder duur zijn dan echte koetsen; populaire luxevoertuigen vanaf het midden van de 17e eeuw tot aan de ontwikkeling van coupés halverwege de 19e eeuw.
In het algemeen te gebruiken voor arbeiders en vakmensen die marmer bewerken, ook te gebruiken voor hen die marmer delven, behakken, beeldhouwen, met mozaïek versieren en metselen.
Afgietsels of afdrukken van het gezicht of gehele hoofd van een levend persoon.
Een baksteen die voldoet aan de eisen voor solide metselwerk.
Een wijze van vergulden waarbij het oppervlak niet wordt gepolijst of opgepoetst.
Slaginstrumenten, waarvan de klankbodems bestaan uit kalebassen met een door een trommelvel bedekt gat in de zijkant; bespeeld door het aanslaan van toetsen; Zuidelijk-Afrika.
Mechanieken waardoor de snaren of pijpen van een toetseninstrument geluid voortbrengen wanneer een toets wordt ingedrukt of, zoals bij harpen, die de toonhoogte van snaren veranderen wanneer een pedaal wordt ingedrukt.
Methoden om losse bladzijden van een boek aan elkaar te bevestigen door er gaatjes in te slaan, waar iets doorheen kan worden gestoken om ze bij elkaar te houden, zoals een plastic ringband of een spiraaldraad.
Verwijst naar farmaceutisch keramiek dat gewoonlijk de vorm aanneemt van middelgrote potten, vaak cilindrisch met een korte hals en een glazen stop, al komen ook andere vormen en maten voor. Medicijnpotten worden gemaakt om geneesmiddelen, specerijen, kruiden, pigmenten of andere zalven, poeders en vloeistoffen te bevatten. De term kan soms specifiek verwijzen naar sets van vier of meer potten die oorspronkelijk aan een apotheek zijn verkocht en voorzien zijn van de naam van een standaardmedicijn.
Groter dan het leven zelf of, met betrekking tot visuele weergaven van iets, groter dan het origineel.
Letterzetmachines die een gegoten linotypezetsel voor iedere regel zetsel maken.
De hiërarchie Meetinstrumenten bevat descriptoren voor instrumenten of houders die zijn bedoeld en vaak gekalibreerd zijn voor het meten van bijvoorbeeld omvang, hoeveelheid, capaciteit, massa of positie, op basis van een standaardeenheid of vaste hoeveelheid. Instrumenten die zijn bedoeld voor de weergave of registratie van de verkregen gegevens zijn eveneens opgenomen. Opgenomen zijn descriptoren voor instrumenten bestemd voor de waarneming en meting van licht, warmte, universele basiskrachten en het weer, alsmede tijdregistratie-instrumenten en weegschalen. Relatie met andere hiërarchieën: descriptoren voor de componenten van meetinstrumenten (bijvoorbeeld 'balansveren', 'gnomons') zijn ondergebracht in de hiërarchie Componenten. Instrumenten die kunnen worden gebruikt voor meting of registratie, maar die voornamelijk zijn bedoeld om mee te tekenen (bijvoorbeeld 'stokpassers') of iets te vervaardigen (bijvoorbeeld 'dividing engines') vindt u in de hiërarchie Gereedschap en Uitrusting. Vaten zonder een vaste maat die vloeistoffen of vaste stoffen kunnen bevatten (bijvoorbeeld 'lampetkannen') en waarmee weliswaar hoeveelheden kunnen worden vergeleken maar waarvan de functie als houder belangrijker is dan de maatfunctie, zijn ingedeeld bij de hiërarchie Houders.
Rietorgels met een toetsenbord en 1 of 2 series tongpijpen in werking gezet door lucht onder druk aangevoerd vanuit een zuigbalg, vaak versierd. USA.
Rietorgels, gitaar-, harp- of violoncelvormig, met een toetsenbord op de hals en een blaasbalg met bedieningshendel aan het andere uiteinde; draagbaar; Parijs, 1837.
Een stijlfiguur waarin een woord of zinsnede betrekking heeft op iets waarvan het niet letterlijk geschikt is om er een vergelijking mee suggereren.
Wordt gebruikt voor instrumenten die de waarde van een hoeveelheid van iets meten en aangeven, bijvoorbeeld van gassen, vloeistoffen, kilometers of tijd.
Een stijlfiguur waarbij in plaats van het bedoelde iets anders wordt genoemd, op grond van een bepaalde geassocieerde betrekking.
Een ruw biotietgraniet, gedolven in Milford, Massachusetts, meestal samengesteld uit lichtroze veldspaat met toevoegingen van grijs kwarts en donkere, groenzwarte spikkels van een chlorietachtig, zwart mica. Het is zeer sterk, zeer goed te polijsten en heeft een fijne, compacte structuur, waardoor het een van de meest gewilde granietsoorten is die in de Verenigde Staten worden gedolven voor algemene bouwdoeleinden en voor decoratieve doeleinden.
Verwijst naar een cultuur en een stijl die een vertakking vormde van de klassieke Mogollon-cultuur en die voorkwam tussen de Mimbres River in het Gila-gebergte in wat nu het zuidwesten van New Mexico is, en op nabijgelegen plaatsen rond de Mimbres River en de Rio Grande. De cultuur bloeide van circa 1000 tot circa 1150. Er werd gejaagd, irrigatie gebruikt voor de landbouw en gewoond in compacte pueblo-achtige dorpjes met gebouwen van steenklei en metselwerk. De cultuur is uiteindelijk waarschijnlijk opgegaan in de Pueblovolkeren uit het noorden of is naar Mexico gemigreerd. De cultuur staat bekend om specifiek aardewerk, dat werd versierd met fantasievolle zwart-wit afbeeldingen van insecten, dieren, vogels en geometrische lijnen.
Bedekkingen voor de hand die de vingers onbedekt laten; vooral die doorlopen tot de elleboog of erboven en die zijn gemaakt van kant, net of iets dergelijks.
Machines die worden gebruikt om de bestanddelen van beton, cementbrij, metselspecie of verf te mengen.
Iets dat dient als ideaal, als voorbeeld om op te volgen of te kopiëren of als bron van inspiratie voor een creatief scheppend persoon.
Animatietechniek waarbij massieve driedimensionale figuren met gelede lichaamsdelen of gemaakt van kneedbaar maar stabiel materiaal, zoals klei, zorgvuldig en geproportioneerd op miniatuurfilmsets worden bewogen en iedere stand of houding korte tijd wordt gefilmd.
Het maken van representaties op schaal van objecten of structuren, meestal driedimensionaal en gemaakt van hard, onkneedbaar materiaal zoals hout of steen. Zie 'boetseren' voor het gebruik van kneedbaar materiaal zoals was of klei om een driedimensionale vorm te creëren.
Hoeveelheden leerstof met betrekking tot bepaalde onderwerpen, inclusief doelstellingen, gebruiksaanwijzingen en toetsingsonderdelen.
In het hindoeïsme de bevrijding van de samsara, de kringloop van geboorte, dood en wedergeboorte. Deze bevrijding betekende een staat van gelukzaligheid (ananda), vrijheid van smart en een hoger bewustzijn. Moksa is de vierde en ultieme artha (doelstelling) voor hindoes, die wordt bereikt wanneer onwetendheid, begeerte en alle gehechtheden zijn overwonnen. Er bestaan verschillende interpretaties van moksa, vooral ten aanzien van de vraag hoe deze wordt bereikt: door persoonlijke inspanning, door de genade van een persoonlijke god of door een combinatie van beide. In het jaïnisme ligt moksa voorbij de verlichting en betekent het vrijheid van de beletselen van het karma; de verlichting verschaft de middelen om al het resterende karma te vernietigen.
Verwijst naar de Japanse periode en stijl die zich ontwikkelde tijdens de militaire dictatuur van Nobunaga en zijn troonopvolgers, van 1573 tot 1615. De meest opmerkelijke architectonische prestatie in deze tijd was het militaire kasteel waarin het voorheen afzonderlijke fort en paleis werden gecombineerd tot één architectonische eenheid, en dat zich kenmerkte door de zware gemetselde buitenzijden die scherp contrasteerden met de weelderig gedecoreerde interieurs. Het schilderwerk uit deze periode kenmerkt zich door een decoratieve stijl waarbij de nadruk ligt op drukke structuren en golvende lijnen, gouden achtergronden en lege composities.
Het waarnemen en verzamelen van informatie over iets, gedurende langere tijd of afstand met een bepaalde bedoeling.
Toetseninstrumenten met 1 snaar, gebruikt om muziek mee te maken, om muzikale intervallen mee te meten en te demonstreren, of als hulpmiddel voor piano- en orgelstemmers, uit Griekenland, 5de eeuw v.Chr.-heden.
Snaarinstrumenten met 1 snaar van paardenhaar, met toetsenbord, ovale klankkast, 29 toetsen op de hals, uit Frankrijk, 1880.
Afdruk gemaakt met de monoprintmethode, waarbij men directe schildering combineert met traditionele druktechnieken, zoals zijdezeefdrukken, etsen, houtsneden en lithografie.
Te gebruiken voor berijders van motorfietsen.
Procedé voor het maken van een afgietsel of afdruk van een kant-en-klaar of natuurlijk voorwerp, meestal een deel van het lichaam; vaak wordt gebrand gips gebruikt voor deze techniek; soms gebruikt voor het creëren van maskers en dodenmaskers.
Uitstekende metsellagen van baksteen die diagonaal zijn geplaatst waardoor een hoek van het muuroppervlak uitsteekt.
Benaming die wordt gebruikt voor kisten met een voetstuk dat twee of meer laden bevat.
Wordt gebruikt voor het netwerk van kleine, zich herhalende celvormen die lijken op heel diepe nissen en die soms met metselwerk overwerkt en onderdeel van de constructie zijn, maar vaker hangen en aangebracht ter decoratie. Ze vormen de onderkant van gewelven en koepels zoals die in de Islamitische architectuur vaak worden aangetroffen.
Vlaamse virginalen die hun toetsenbord in het midden naar rechts hebben, dus de snaren worden centraal geplukt in het meeste van het instrument´s bereik, waardoor ze een onderscheidende fluitachtige toon hebben, anders dan die van een ander type virginaal.
Iets door het te veranderen, vaak door een essentieel onderdeel te vernietigen, zodanig aan te tasten dat het als onvolkomen wordt beschouwd.
Lagen metselwerk die een doorlopende plint vormen.
Te gebruiken voor machines waarmee materialen zoals textiel of leer genaaid kunnen worden, gewoonlijk met een naald en schietspoel voor de draad en aangedreven met een voetpedaal, waterkracht of elektriciteit.
Een van de twee belangrijkste typen handgemaakte kant, naast 'kloskant'. Het wordt gekenmerkt door de werkwijze, waarbij een patroon van draad met naald en draad wordt bewerkt. Er wordt in principe maar één steek gebruikt, de knoopsgatsteek en de geknoopte knoopsgatsteek. Het procedé zou in de 15de eeuw in Italië zijn ontwikkeld, geïnspireerd door ajourwerk en cutwork op linnen. Meestal wordt het ontwerp uitgetekend op papier of perkament, waaronder stof of een ander materiaal ligt. Het ontwerp wordt geschetst met een stiksel dat dient als het ondersteunende raamwerk voor het stuk. De opvulling en het patroon worden aangebracht met naald en enkele draad, met een reeks knoopsgatsteken die niet door de ondergrond worden gehaald. De steken worden in dicht bij elkaar liggende rijen aangebracht om het patroon op te vullen of verder uit elkaar om een maaswerk te vormen. Ook kunnen er rechte rijen steken worden toegevoegd. Een geklost of geweven lint wordt soms gebruikt voor onderdelen van het ontwerp. Het ontwerp wordt met een mes van de ondergrond losgemaakt.
Verwijst naar de periode die is genoemd naar het gebied van Nakhon Pathom in het Dvaravati-koninkrijk. Op het terrein van keramiek wordt deze periode gekenmerkt door hardgebakken houders van aardewerk, begrafenisurnen, votieftabletten van klei, kendi of watervaten met een bolvormige tuit en een lange hals met gevlamde rand, en olielampen, versierd in rood pigment of ingesneden, gestempelde patronen. Sommige keramiekstukken, zoals terracotta beeldjes, dienden als bouwkundige versieringen. In de beeldhouwkunst wordt deze periode gekenmerkt door Boeddha-afbeeldingen met enkele elementen in Mon-stijl, zoals brede gelaatstrekken en lange haarkrullen. De beeldhouwkunst is strikt frontaal en symmetrisch en de handen bevinden zich in de vitarka mudr-positie, waarbij de twee handen samen een verenigd gebaar maken, zoals in Dvaravati-beeldhouwkunst. Deze periode wordt ook gekenmerkt door Boeddha die is gezeten op de 'Europese' manier, met de benen naar beneden hangend en de knieën uit elkaar. Beeldhouwkunst in bas-reliëf uit deze periode wordt gekenmerkt door narratieve panelen verdeeld in twee registers en wordt gebruikt voor het versieren van stoepa-monumenten. Andere artistieke producties zijn gouden en zilveren votieftabletten die rijkdom en macht aanduiden, nek- en borstversieringen gemaakt van platte goudplaten, gouden betelsets, gouden plaquettes in reliëf, uit bladgoud gesneden afbeeldingen van Boeddha en ornamenten en beeldjes die zijn versierd met repoussé, filigreinwerk, emailleerwerk en niellowerk.
Verwijst naar de periode van de 14de tot de 17de eeuw, genoemd naar de provincie Nakhon si Thammarat aan de oostkust van Thailand. In de architectuur wordt deze periode gekenmerkt door tempels met belvormige en lotusvormige stupa's van lateriet of baksteen die op vierkante voetstukken zijn geplaatst, vrijstaande beeldhouwwerken van olifanten, wihan, mondop, dubbele trappen en versierde frontons met naar binnen gekeerde makara's. In de beeldhouwkunst wordt de periode gekenmerkt door bronzen beelden van Boeddha, terracotta of tinnen votieftabletten waarop rijen identieke Boeddha-afbeeldingen waren weergegeven, en houten beelden.
Mandolines met een peervormige klankkast van smalle houten repen, sterk gewelfd aan het ondereind, hals met frets, rond of langwerpig open klankgat, 4 stalen dubbele snaren, lage kam op het bovenblad gelijmd, platte, rechthoekige sleutelschijf onder een stompe hoek op de hals, stemsleutels aan de achterkant; Italië, midden 18de eeuw.
Boeken die in de eerste plaats bedoeld zijn om iets in op te zoeken in plaats van om te lezen.
Het toekennen van het beheer of eigendomsrecht van iets dat zich binnen een land bevindt, zoals natuurlijke grondstoffen of industriële ondernemingen, aan de nationale regering.
Een witte, vervloeiende, in water oplosbare vaste stof (NaOH), meestal in de vorm van klontjes, staafjes, chips of pellets, die bij oplossing in water voor warmteontwikkeling zorgen. Het wordt gebruikt bij de vervaardiging van andere chemicaliën, rayon, film, en voor medische toepassingen als caustische stof.
In algemene zin, zijn oorsprong hebben binnen de normale samenstelling en werking van zaken zoals die in de natuur worden aangetroffen, en die nauwelijks of geen enkele menselijke bewerking hebben ondergaan. Verwijst in specifieke zin naar blaasinstrumenten zonder kleppen, toetsen of andere mechanische voorzieningen voor het veranderen van de toonhoogte welke door het instrument wordt voortgebracht.
Rechte fluiten, oorspronkelijk gemaakt van rietstengels en meestal met vijf tot zeven vingergaten en één duimgat; vervaardigd en bespeeld in het Midden-Oosten, Iran en Centraal-Azië.
Gebeeldhouwde beeltenissen van koningen van het Afrikaanse koninkrijk Kuba, meestal in kleermakerszit weergegeven, met koninklijke regalia en een mes in de hand; aan de voorzijde van het voetstuk bevindt zich een klein gebeeldhouwd voorwerp dat fungeert als het unieke symbool van de afgebeelde koning.
Verwijst naar de stijl van artistieke voortbrengselen in de Nederlandse koloniën met een combinatie van Nederlandse en inheemse kenmerken. In de architectuur verwijst de term in het bijzonder naar bouwwerken in Zuid-Afrika en delen van Noord-Amerika, gekenmerkt door gebroken mansardedaken, overhangende dakranden, trapgevels en gemetselde baksteen. De term wordt ook gebruikt om meubilair te beschrijven dat is vervaardigd in Oost-Indië tussen 1602 en 1942, en dat wordt gekenmerkt door gedraaide poten of bedstijlen, rietwerk en het gebruik van inheemse houtsoorten zoals satijn-, teak-, ebben- en kalamanderhout.
Verwijst naar de kunstvorm, voornamelijk in de schilderkunst, die was geïnspireerd op het Duitse expressionisme en die met name populair werd in Italië, Duitsland en de Verenigde Staten aan het eind van de jaren 70 en het begin van de jaren 80 van de 20ste eeuw. De stijl kenmerkt zich door grote figuratieve werken, snel en schetsmatig geschilderd, vaak met objecten die in het oppervlak werden verwerkt, zoals kapotte borden en stro.
Verwijst naar de Britse stijl die tussen de jaren 30 en 50 van de 20ste eeuw van invloed was op zowel beeldende kunst, literatuur, theater en film. De stroming werd beïnvloed door het surrealisme. De stijl kenmerkt zich door emotionaliteit en theatraliteit en werken die de kwetsbaarheid van het menselijke lichaam en persoonlijke, visionaire landschappen verbeelden.
Te gebruiken voor gevlochten koorden die rond de schouder worden gedragen op militaire uniformen en worden toegekend als eretekenen. Ook te gebruiken voor soortgelijke koorden als garneersel op vrouwenkleding. Te onderscheiden van ‘vangsnoeren’, die gewoonlijk gevlochten zijn, eindigen in aglets en vooral worden gedragen door adjudanten en soms andere militaire officieren.
Handwerk dat wordt gekenmerkt door eenvoudige netten van draad of koord die met elkaar worden verbonden met behulp van knopen. Deze techniek is zeer oud en is bekend in de meeste culturen. Wanneer handwerk wordt geproduceerd onder spanning, ontstaat een stevig textiel. Bij het maken van het net wordt het draad op een verlengde schietspoel of grote naald gewonden; er wordt gebruik gemaakt van een netstok of #gauge om een uniforme afmeting van het net te handhaven. Als de draad rond #de gauge wordt gewikkeld, wordt de draad door een tweede lus geleid om een vissersknoop of andere, niet-verschuivende knoop te vormen. Het net kan zeer veel variatie vertonen in gewicht, vorm of afmeting. Het wordt gebruikt voor het maken van gebruiksvoorwerpen, zoals visnetten, vallen en kleding, en als basis voor het aanbrengen van versiering, zoals bij het vervaardigen van kant of ander textiel.
Wordt gebruikt voor rechte palen met een numerieke schaalverdeling, die rechtop worden gehouden en gebruikt als nivelleerwerktuigen om hoogtes en verhogingen te meten, vooral tijdens landmeten. Gebruik 'landmeetstokken' voor soortgelijke palen met numerieke en geometrische tekens, voor het meten van horizontale afstanden in combinatie met andere landmeetkundige instrumenten.
Kunst met een visuele vorm die slechts naar zichzelf verwijst, niet naar iets specifieks daarbuiten. Gebruik 'non-figuratief'om te verwijzen naar de specifieke stijl van hedendaagse kunst.
Marmerpapier dat meestal wordt geprepareerd met vijf kleuren en vervolgens met een harkje of kam wordt getekend, en later met een fijne draadkam wordt nabewerkt. Hierdoor ontstaat een geschulpt patroon. Een variant van nonpareil marmerpapier is Hollands marmerpapier, dat een iets afwijkend kleurschema heeft.
Verwijst naar een stijl die wordt geassocieerd met de noordelijke regio van Thailand. De kunstzinnige productie in deze stijl omvat hoofdzakelijk houtsnijwerk, met name beelden van uit teakhout gesneden brahmaanse goden en hindoegoden, alsmede boeddhistische beelden. Het beeldhouwwerk en het beeldsnijwerk zijn vaak ingelegd met paarlemoer of glasmozaïek. Uit de stijl spreekt de behoefte om dierlijk, plantaardig en menselijk leven te combineren, hetgeen resulteert in een detailrijk, overdadig mengsel van mythologische en realistische elementen. Er komen ook stilistische tegenstellingen in naar voren, bijvoorbeeld in de sculpturale figuren van dreigende demonische wezens die tevens een beschermende wachterfunctie hebben, en in het aanbrengen van strakke geometrische patronen te midden van fantasiewezens op houten reliëfpanelen. De meest opvallende voorbeelden van deze stijl zijn wel de imposante houten koninklijke staatsiesloepen en koninklijke rouwkoetsen, beide volledig verguld en versierd met mythologische slangen en ornamentele bloemmotieven.
Sets van vijf of zeven ivoren trompetten; oorspronkelijk ontwikkeld en bespeeld door de Ashanti en andere volkeren in het zuiden van Ghana, aan het hof van opperhoofden.
Vedels met de toetsen in een raamwerk langs de hals. Ze worden bespeeld met een strijkstok in de rechterhand terwijl de toetsen met de linkerhand worden ingedrukt; Zweden, sinds 15de eeuw.
Houders in allerlei vormen en maten en van allerlei materialen, om parfums in te bewaren en de geur ervan te verspreiden; kleine opening, afgesloten met een kurk, stop, schroefdop of met een verstuiver. Soms gemaakt als dubbele of driedubbele flessen voor verschillende parfums. Kunnen onderdeel zijn van een toiletset.
Violen voor het oefenen van het vioolspel, 4 snaren, gespannen over een gebogen plank met de toets van een echte viool.
Verwijst naar de periode van circa 850 tot 590 v. Chr. waarin het koninkrijk Urartu de heerschappij voerde over het gedeelte van Anatolië rond het Meer van Van. De kunst en architectuur van deze periode worden gekarakteriseerd door kenmerkende bronzen artefacten en forten van kwalitatief hoogstaand hardstenen metselwerk.
Een Okimono is een klein Japans houtsnijwerkje, vergelijkbaar met (maar groter dan) Netsuke. In tegenstelling tot de Netsuke, die een specifiek doel had, hadden Okimono een zuiver decoratieve functie en werden weergegeven in de Tokonoma. Tijdens de Meiji-periode werden veel Okimono gemaakt voor de export naar het westen.
Te gebruiken om werken te beschrijven van het gelijknamige, Edo-sprekende Afrikaanse volk dat leeft in het zuiden van Nigeria. Het volk vormt een subgroep van de Etsako.
Houders, meestal met handvat en kurk, die gebruikt worden voor het serveren van specerijen; meestal van glas en vaak gemaakt in sets van twee of meer.
Verticale fluiten van het Katangavolk in Zimbabwe. Ze worden gemaakt van een gesloten rietstengel die wordt aangebracht in een holle nsalabast. De stengel heeft twee vingergaten en de fluit wordt bespeeld door langs een gat in de bast te blazen.
Muziekinstrumenten, waarvan de klank elektronisch wordt opgewekt door de superponerende werking tussen een vaste en een variabele radiofrequentieoscillator; bestuurd door een toetsenbord met 7 octaven en de relatieve afstand van de hand van de speler tot een horizontaal gespannen draad; 1928.
Wordt gebruikt voor metselwerk aan, beide kanten van een open haard, dat de schoorsteenmantel en de schoorsteenconstructie aan de bovenkant ondersteunt.
Uitstekende metsellagen die bij metselwerk met natuursteen worden geplaatst ter hoogte van de vensterbank, en die zich meestal onderscheiden doordat ze verder uitsteken, dikker zijn afgewerkt, of in het geheel dikker zijn.
Wordt gebruikt voor de laagste of diepste delen van objecten. Als bijvoeglijk naamwoord dat de plaats op of bij de onderkant van iets aanduidt wordt 'onder' gebruikt.
Details onder de loep nemen in een poging de feiten te achterhalen over iets dat verborgen, uniek of ingewikkeld is.
Onregelmatigheid in een etsplaat tijdens het inwerken door het onjuist aanbrengen van de etsgrond.
Iets ontdoen van gif, giftige bestanddelen of het effect van gif.
Formele, machinaal leesbare specificaties van een conceptueel model, waarin concepten, eigenschappen, relaties, functies, beperkingen en axioma's expliciet zijn gedefinieerd. Verwijst naar een compilatie die technisch gezien geen gecontroleerd vocabulaire is, maar die een of meerdere gecontroleerde vocabulaires gebruikt voor een gedefinieerd domein en het vocabulaire uitdrukt in een representatieve taal die beschikt over de grammatica voor het gebruiken van vocabulairetermen die iets uitdrukken wat betekenis heeft. Ontologieën verdelen hun wereld meestal in de volgende gebieden: individuen, klassen, kenmerken, relaties en gebeurtenissen. De grammatica van de ontologie verbindt deze gebieden met elkaar via formele beperkingen, die bepalen hoe de vocabulairetermen of uitdrukkingen met elkaar mogen worden gecombineerd.
Wordt gebruikt voor tekeningen waarin de opzet van een project wordt uitgewerkt, ongeacht of het ook daadwerkelijk wordt uitgevoerd; ze zijn gedetailleerder dan schetsen.
Onregelmatigheden in het oppervlak of de structuur van iets, waardoor het object wordt verzwakt of mislukt, of waardoor het uiterlijk ervan wordt bedorven.
Wordt gebruikt voor gemetselde muren waaruit materiaal is verwijderd zonder dat de bouwkundige samenhang in gevaar wordt gebracht, hetzij om decoratieve of constructie redenen.
Formele gebeurtenissen die meestal openbaar en vaak voor genodigden zijn waarbij iets nieuws officieel in werking wordt gesteld.
Het proces van het verdelen van zetsel over pagina's, inclusief het plaatsen van zaken als kopregels, voetnoten en paginanummers.
Proefdrukken die zijn gemaakt van zetsel dat in bladzijden is gezet, meestal nadat correcties zijn gemaakt maar voordat de platen zijn gemaakt.
Iets door te plakken op een secundaire ondergrond bevestigen. De term kan worden gebruikt om papier op een harde, houten ondergrond te bevestigen, bijvoorbeeld ter voorbereiding van het maken van een passe-partout
Een schetsmatige technische tekening, bijvoorbeeld een opstand, waarin een min of meer compleet overzicht wordt gegeven van licht en donkergradaties, en soms ook van kleuren.
In het algemeen het proces waarbij iets weer op een vaste plaats wordt gezet dat daar eerder is weggehaald. In de context van de conservering van mozaïeken: mozaïeksteentjes uit hun grondlaag losmaken, in delen of in één geheel, en ter plaatse op een nieuwe ondergrond terugplaatsen.
Romeinse methode voor het aanbrengen van een gemetselde deklaag waarbij de technieken opus reticulatum en opus testaceum worden gecombineerd tot een hybride oppervlaktepatroon.
Romeinse methode voor het aanbrengen van een gemetselde deklaag met fragmenten van gebroken tegels ingebed in beton.
Te gebruiken om voorwerpen te beschrijven die ontworpen zijn om om zichzelf heen te buigen naar een compacte vorm. Gebruik 'vouwen (procédé)' voor de handeling van het iets om zichzelf heen buigen.
Lepels met een scharnierend handvat zodat ze kunnen worden gevouwen voor opslag of reizen. Gebaseerd op een ontwerp uit de 15e eeuw. Werd later in sets met een mes en vork gemaakt.
Te gebruiken om iets te beschrijven dat zich aan of bij die kant van iets bevindt dat geen voorkant, achterkant, boven- of onderkant is. Gebruik 'zijkanten' van de hiërarchie Onderdelen om te verwijzen naar die oppervlakken die geen voorkant, achterkant, boven- of onderkant zijn.
Verwijst naar een cultuur, circa 16.000 v. Chr. tijdens de Late IJstijd die gereedschappen vervaardigde en die over het algemeen wordt geplaatst in de kustgebieden en enkele binnenlandse streken van Noord-Afrika. De cultuur volgde op de Aterian-cultuur en bestond waarschijnlijk deels gelijktijdig met de iets latere Capsien-cultuur, die prominent aanwezig was in binnenlandse gebieden. Hoewel aanvankelijk werd aangenomen dat de cultuur was voortgekomen uit de late Magdalénien-cultuur in Spanje, gaat men er tegenwoordig meestal van uit dat de Oraanse cultuur haar oorsprong vindt in de Halfan-cultuur in de Nijlvallei. De cultuur kenmerkt zich door snijwerktuigen met kleine achterkanten en onderscheidt zich vooral van de Capsien-cultuur door het ontbreken van burijnen of graveerstiften. De cultuur behoort waarschijnlijk toe aan een Noord-Afrikaanse tak van het Cro-Magnon-volk, de Mechta-el-Arbi.
Blaasinstrumenten met één of meer rijen afzonderlijke pijpen, waardoorheen, via een toetsenbord of hendels, lucht wordt geperst. Voor orgels waarbij de klank op elektornische wijze geproduceerd wordt i.p.v. door lucht; gebruik elektronische orgels
De relatieve positie van iets, meestal ten opzichte van een relatieve richting.
Handzagen die in een diepe, U-vormige beugel zijn gezet, met een smal zaagblad dat iets breder is dan dat van een figuurzaag; vooral geschikt voor het zagen van rondingen.
Cisters met metalen snaren, schuine kam en frets, gestemd als de luit; 17de eeuw.
Iets dat op dit moment of feitelijk bestaat, in het bijzonder iets dat nog altijd voortgaat te bestaan ondanks het verstrijken van tijd en/of andere omstandigheden.
Wordt gebruikt voor alle procédés waarbij iets nieuws wordt gedrukt op een vel waarop al iets is gedrukt of daar overheen wordt gedrukt, ook voor het drukken van één kleur over een andere kleur heen om ze te mengen.
In de lengte geplaatst of lopend ten opzichte van iets anders.
Stokwapens met een lange, convexe of platte s-vormige kling met één snijrand, aan de bovenkant verdeeld in een verticale punt en een naar voren gebogen haak, met een horizontale weerhaak in het midden van de achterkant; gebruikt in Europa, onder andere veel door voetsoldaten, vanaf tenminste halverwege de 13e eeuw tot de 17e eeuw.
Te gebruiken voor een motief dat is afgeleid van de lotus, gebruikt in de Indiase cultuur als voetstuk voor figuren of godheden, of als decoratie. Bij toepassing als kapiteel ondersteunt de padma de Zuid-Indiase phalaka. De padma wordt in verband gebracht met eigenschappen als transcendentie en bevalligheid, en verschijnt als embleem van Visjnoe. De variaties in kleur duiden op verschillen in de betekenis.
Overdekte of geheel afgesloten draagkoetsen voor één persoon, die door vier tot zes dragers op de schouders worden gedragen; voorheen zeer algemeen in Oost-Azië en vooral India.
Mandora's met een smalle, amandelvormige klankkast, korte hals met frets, sikkelvormige sleutelkast, klankgat met rozet in het midden en een snaarhouder aan de voorkant, bespannen met darmsnaren.
Ondiepe schalen in verschillende grootten, met een vlakke bodem, die één horizontaal handvat op gelijke hoogte met de rand hebben. Soms vervaardigd in paren of sets.
Zwart marmer uit Griekenland en Egypte, dat werd gebruikt als toetssteen en vanaf de 16de eeuw in Verona om op te schilderen.
Dolken die bij een bepaalde vorm van rapiergevechten in de linkerhand worden gedragen, veelal vervaardigd in sets met rapieren.
Houders in allerlei vormen en maten en van allerlei materialen, om parfums in te bewaren en de geur ervan te verspreiden. Kunnen onderdeel zijn van een toiletset.
Oud-Romeinse houders in de vorm van een ondiepe kom zonder handvatten, waarvan de bodem in het midden iets omhoog komt; gebruikt voor plengoffers bij religieuze ceremonies of om uit te drinken.Gebruik ‘phialae’ voor vergelijkbare Oudgriekse houders.
Ruitjespapier waarop weefschetsen voor schachtengetouwen en patronen voor trekgetouwen of voor weefgetouwen met een Jacquardweefsel-opzetstuk worden gedrukt of getekend.
Computers op handformaat die voor het eerst eind jaren 80, begin jaren 90 van de 20ste eeuw werden ontwikkeld, en die waren uitgerust met een miniatuurtoetsenbord en software voor handschriftherkenning. Ze waren oorspronkelijk bedoeld voor de uitvoering van eenvoudige taken zoals berekeningen en agendabeheer, maar zijn sindsdien veelzijdiger geworden. De meeste pda’s kunnen tegenwoordig dienst doen als mobiele telefoon, geven toegang tot het internet en voeren zeer geavanceerde software uit.
Grote platte ronde schotels die op een voetstuk of verhoging zijn geplaatst om voedsel te dragen en te presenteren; komen het meest voor als serviesgoed in westers en Aziatisch keramiek en metaalwerk, en als keramisch begrafenisvoorwerp in precolumbiaanse kunst. Het voetstuk en de schotel kunnen zijn samengevoegd tot één stuk of afzonderlijke stukken zijn.
De sterke streng of band van vezelachtig bindweefsel die het uiteinde van een spier vormt en waarmee deze aan het bot of iets anders is vastgehecht.
Verwijst naar de laatste fase van de Gotische architectuurstijl in Engeland, zoals in het begin van de 19de eeuw omschreven door de architect en oudheidkundige Thomas Rickman. De term werd oorspronkelijk voornamelijk gebruikt voor de vensterkaders van het eind van de 14de eeuw, maar tegenwoordig algemener, voor de volledige stijl en voor een langere periode, grofweg van 1330 tot de 17de eeuw. De stijl kenmerkt zich door een dicht gebruik van patronen, het waaiergewelf, het vervangen van omvangrijke bolle pijlers door elementen die bestaan uit een netwerk van elegante, rechte lijnen, het gebruik van verticale raamstijlen en regelmatige horizontale verdelingen van de raamstijl. Dezelfde dessins werden in het omliggende metselwerk toegepast. Het algemene effect in de binnenruimte was dat van een verfijnde, kwetsbare kooi die werd omzoomd door stevig metselwerk.
Vouwcamera's van middelgroot of groot formaat die gewoonlijk dezelfde kenmerken hebben als een statiefcamera, zoals verschuifbare en verdraaibare staanders en een houder voor groothoeklenzen. Dit soort camera's wordt zo genoemd omdat de eerste modellen (circa 1910) bedoeld waren voor persfotografen, die een stevig apparaat nodig hadden met een groot negatief dat in de hand kon worden gehouden. Veel perscamera's zijn voorzien van spleetsluiters en draadframekijkers. Men kon er relatief snel foto's mee maken. Deze kenmerken en de stevige constructie waren een voordeel ten opzichte van statiefcamera's. Perscamera's werden tussen ongeveer 1910 en 1960 gebruikt. Daarna werden 35mm-camera's de norm in de persfotografie.
Hout van de boom behorende tot het genus Diospyros, gebroken wit van kleur met een fijne textuur en een rechte nerf. Het wordt alleen gebruikt voor speciale doeleinden, zoals de vervaardiging van schietspoelen voor de textielindustrie.
Onderrokken die lopen vanaf de taille tot meestal net iets hoger dan de bovenrok, die deze plaatselijk doet uitstaan. Geen Nederlands equivalent. Zie 'onderrokken'. Gebruik 'rechte onderrokken' voor glad over het lichaam vallende onderrokken.
Oud-Griekse houders in de vorm van een ondiepe kom zonder handvatten, vaak met een bodem die in het midden iets omhoog is geduwd. Gebruikt om uit te drinken of voor plengoffers van wijn of olijfolie bij oude Griekse rituelen. De plengoffers werden over een altaar gegoten ter ere van de goden of over een begraafplaats om de zielen van de overledenen te eren. Gebruik 'paterae' voor vergelijkbare Oud-Romeinse houders.
Dit verbeterde proces van William Henry Fox Talbot voor het produceren van een drukplaat van een foto werd in 1858 gepatenteerd. Na het instrijken van een koperen plaat met bichromaat stelde Talbot de plaat bloot aan licht onder een positieve transparant. Vervolgens werd de plaat bedekt met hars in poedervorm en gelijkmatig verwarmd om de harsachtige deeltjes te verdelen. De plaat werd daarna geëtst in een zuuroplossing die de gel oploste en diezelfde gebieden etste. Na het reinigen werd de plaat geïnkt, afgeveegd en afgedrukt op papier. Hij leidde de term photoglyph af van het Griekse woord voor 'gekerfd licht'.
Toetseninstrumenten die een combinatie zijn van piano en orgel, elk met een eigen toetsenbord; eind 19de eeuw.
Snaar-, tevens toetseninstrumenten, waarbij snaren in trilling worden gebracht door terugstuitende hamers, bestuurd door toetsen.
Wordt gebruikt voor klokken die elk met hun eigen afneembare voetstuk zijn ontworpen.
Een zeer harde basaltsoort die gitzwart van kleur is met lichte strepen in vlekkerig wit. Vaak gebruikt als toetssteen door metallurgen.
Wordt gebruikt voor losstaande onderdelen van een fundering van metselwerk, die belastingen overbrengen naar een dragende laag. Te onderscheiden van 'palen', die kleiner zijn en kunnen zijn gebundeld.
De lichamelijke en emotionele gewaarwording die bestaat uit een fysiologische en gevoelsmatige reactie op een ongewenste gebeurtenis. Dient vaak als waarschuwingsmechanisme om organismen te beschermen tegen dreigend of mogelijk letsel doordat het organismen stimuleert zich terug te trekken om schadelijke prikkels te vermijden.
Verwijst naar relatief geïsoleerde, stevige dragende elementen van metselwerk of ander materiaal, ontworpen om verticale druk te dragen, waaronder een vierkante of rechthoekige pilaar of pilaster, het massieve metselwerk tussen deuren en ramen, de pilaren waarop een boog rust of de pilaren of stijlen van een poort of deur. Een pijler kan ook een massieve structuur van metselwerk of ijzerwerk zijn die een telescoop of een ander groot instrument ondersteunt. Worden soms onderscheiden van zuilen of palen doordat ze massiever zijn en vaak vierkant of rechthoekig in dwarsdoorsnede. Gebruik 'zuilen (bouwelementen)' voor cilindervormige stutten en voor alle stutten in staal- en betonconstructies; gebruik 'palen' voor houten stutten die vierkant zijn in dwarsdoorsnede.
Opklapbare passers die bestaan uit gefacetteerde benen die scharnierende, omkeerbare inzetstukken hebben waarin inkt, potlood en gewone punten zitten.
Kleine bevestigingsmiddelen, met een puntig of taps toelopend uiteinde en gemaakt van uiteenlopende materialen, die worden gebruikt om iets vast te pinnen of iets vast te maken.
Snaarinstrumenten met korte hals en peervormige klankkast, 10-24 frets op hals en bovenblad, 4 snaren van zijde of nylon; getokkeld met de vingers; China.
Pistolen voor het schieten op schietschijven, tegenwoordig meestal half-automatisch met een kaliber van .22.
Georganiseerde en vaak gedetailleerde voorstellen die de strategieën en programma's 's van de te nemen actie beschrijven om iets te gaan uitvoeren.
Technische tekenlinealen die worden gebruikt op schetsmateriaal.
Een zachte, plastic, kleiachtige stof die wordt gebruikt om te boetseren. Hij is gemaakt van calciumzouten, petrolatum en alifatische zuren. Plasticine werd in 1897 uitgevonden door William Harbutt, een Engelse kunstdocent.
Kleine stoffen inzetstukken die bij de basiskleding worden gedragen om het effect van een gilet te krijgen.
Hout van de boom behorende tot het genus Platanus, vaalbruin van kleur met een gelijkmatige textuur en fijne nerf. Het wordt gebruikt voor het maken van borstels, pallets, lambriseringen en fineer.
Verwijst naar tekeningen, schetsen of diagrammen van een object, waarbij het object wordt geprojecteerd op een plat, doorgaans horizontaal oppervlak. De term is vooral van toepassing op tekeningen of diagrammen waarop de relatieve posities van de delen van een gebouw te zien zijn, of van een verdieping van een gebouw, geprojecteerd op een horizontaal vlak. De term is ook te gebruiken voor een reeks tekeningen voor een project. Gebruik 'bovenaanzichten' om in het algemeen te verwijzen naar afbeeldingen of foto's van structuren of terreinen recht van boven gezien. Gebruik 'kaarten' of 'plattegronden (kaarten)' voor voorstellingen van delen van het aardoppervlak.
Middelen die gemaakt zijn van een of ander stijf materiaal, zoals hout, metaal, been, ivoor, schild of schacht, en die gebruikt worden om de snaren van een muziekinstrument te tokkelen. Ze kunnen vastgehouden worden in de hand, rondom de vinger worden gedragen, of een deel vormen van het mechaniek op sommige toetsinstrumenten zoals de klavecimbel.
Verwijst naar het buiten schilderen van taferelen in plaats van in een atelier op basis van schetsen die al dan niet buiten zijn gemaakt. Het wordt vaak gebruikt om te verwijzen naar de impressionistische stijl van schilderen die eind jaren zestig van de 19e eeuw ontstond in Frankrijk en die probeerde de kortstondige effecten van atmosfeer en licht vast te leggen door middel van het direct observeren van de natuur.
Platte stukken metaal of hout met aan de onderkant een houten handvat. Worden door stukadoors gebruikt om pleister of metselspecie te dragen.
Ruitvormige troffels die worden gebruikt om naden in metselwerk te voegen of opnieuw te voegen.
Rechthoekige of vierkante voetstukken voor zuilen, pilasters of deurlijsten. Wordt ook gebruikt voor stevige, vaak versierde voetstukken van monumentale beelden of gedenktekens ondersteunen, of voor de onderste gedeelten van buitenmuren en de platformachtige onderlaag van gebouwen.
Combinatiegereedschap in de vorm van een ijzeren hamer, vaak met een steeksleutel, een schroevendraaier of iets dergelijks.
Stalen staafjes met een stervormige punt. Worden gebruikt om gaten in metselwerk te maken door er met een hamer op te slaan.
Schetsen met nadruk op lichtverdeling en het algehele beeldende effect, vaak geschilderd.
Tsjechische avant-gardistische beweging uit de jaren twintig van de 20ste eeuw, aangevoerd door Karel Teige en de groep Devětsil. Poëtisme was een poging om alle kunsten van literatuur tot architectuur met elkaar te verenigen en werd beïnvloed door de andere Europese avant-gardistische beweging uit die tijd, zoals de futuristische, constructivistische, dadaïstische en surrealistische bewegingen. Poëtisme ging uiteindelijk op in de Tsjechische surrealistische beweging in de jaren dertig van de 20ste eeuw. Teige's theorieën omvatten niet alleen de conventionele kunsten literatuur, schilderkunst, theater en architectuur, maar ook epicurisme, jazzmuziek, het circus en amusement zoals vuurwerk. Al deze zaken werden beschouwd als 'poëzie voor de zintuigen'.
Voorwerpen met een hard, glad, rond uiteinde of oppervlak die worden gebruikt om iets glad te maken of te polijsten. Bij het drukken worden ze gebruikt om ruwe delen van een diepdrukplaat glad te maken.
Middel dat wordt gebruikt om metaal te polijsten of te poetsen, oorspronkelijk bestaande uit bitterkalk met 18 tot 25% verzeepbaar vet als bindmiddel.
Diverse apparaten die worden gebruikt om iets glad te maken of te polijsten.
Leden van een politiemacht die zijn opgeleid in methoden van wetshandhaving en in het voorkomen en oplossen van misdaden, en aan wie het gezag is verleend om de rust, veiligheid en orde binnen een gemeenschap te handhaven.
Fighting bracelets bestaande uit een enkele schijfvormig kling met een gat en een inkeping om hem om de vuist te kunnen schuiven, met dunne schedes die zowel de binnenste als de scherpgemaakte buitenste randen bedekken; soms ook gebruikt als versiering of statusaanduiding.
Techniek voor het maken van kopieën van afbeeldingen of documenten met behulp van een zogeheten polygraaf. Een ouderwetse polygraaf bestaat uit een stompe naald en een pen of penseel die met elkaar zijn verbonden door raamwerken en veren, waardoor de gebruiker het origineel met de naald kan overtrekken terwijl de pen of penseel het overgetrokkene op een vel papier of ander materiaal overzet. De term kan ook worden gebruikt voor een techniek om twee of meer identieke teksten of tekeningen te maken. Polygrafie verwijst ook naar een methode voor kopiëren van schilderijen, uitgevonden door Joseph Booth, ca. 1788. Verder kan polygrafie meer in het algemeen verwijzen naar de kunst of praktijk van het gebruiken van elke machine die kopieën maakt.
Een term gebruikt voor een soort glas dat werd gemaakt door de New England Glass Company in 1885; het is helder glas, vergroot door het herhaaldelijk in een vorm te blazen en versierd met een netwerk van met zuur geëtste lijnen of soms met een gespikkelde oppervlak dat is ontstaan door het glas rond te draaien in een zuurbestendige stof en daarna in een zuurbad.
Grote houten beeldhouwwerken van staande vogels met een lange gebogen snavel, ronde kop, uitstekende buik en rechte vleugels met scherpe hoeken, gewoonlijk op een hol voetstuk. Ze worden voornamelijk gemaakt voor gebruik tijdens rituelen in Centraal-Senufo, waaronder mannelijke initiatieriten bij de Poro en begrafenisceremonies voor hoogwaardigheidsbekleders.
Draagbare orgels met lippijpen waarvan de blaasbalg bediend wordt met een hand en het toetsenbord met de andere.
Orgels met lippijpen en toetsenbord, waarvan de blaasbalg wordt bediend door derden.
Blaasinstrumenten waarmee aandacht werd getrokken voor de postkoets, in allerlei vormen, van messing of koper, waarvan het geluid geproduceerd wordt met lipspanning; Europa.
Het grootste type terrine, dat oorspronkelijk zou zijn gebruikt voor het opdienen van een bepaalde Spaanse stoofschotel, meestal rond van vorm, op pootjes of een voetstuk gezet, voorzien van twee handvatten en een deksel, en gewoonlijk gemaakt van zilver, soms van porselein; de meeste voorbeelden dateren uit de 18de eeuw.
Thaise stoepa's die vanaf een rond voetstuk toelopen tot een puntige pinakel.
Voetstukken van grote altaarstukken die zijn versierd met beelden welke betrekking hebben op de voornaamste panelen daarboven. Voorheen gebruikt om te verwijzen naar de verhoging waarop de priester stond en waarop een altaar was geplaatst.
Het verrichten van handelingen om iets gereed te maken voor gebruik, voor het verlenen van diensten of voor een bepaalde gelegenheid, test of taak.
Zorgen dat iets dat niet gewenst is, niet gebeurt, of dat iemand iets niet doet wat ongewenst is.
Eerste proefdrukken die vanaf het zetsel zijn gedrukt, meestal worden hiermee de proefdrukken bedoeld die zijn afgedrukt voor het zetsel in bladzijden is gezet.
Kleine tot middelgrote drukpersen die men met de hand bedient of elektrisch zijn en waarmee men proefdrukken van zetsel of gegraveerde oppervlakken kan maken.
Geschreven verhandelingen, of het verslag van een discussie over een onderwerp, die meestal worden voorbereid en gepresenteerd als laatste toets voor het behalen van een graad of diploma, en zich kenmerken doordat ze resulteren uit onafhankelijk onderzoek en het bewijs leveren van de vakkennis en de beheersing van academische onderzoeksmethoden van de kandidaat.
Wordt gebruikt voor gewelven die opgebouwd zijn door opeenvolgende lagen steeds iets verder naar binnen toe te ondersteunen met karbelen of cantilevers, tot zij samenkomen en afgedekt worden op het middenpunt van het gewelf.
Oud Grieks vaatwerk waarvan het lichaam nabij de basis smaller wordt en is geplaatst op een hoog voetstuk; gebruikt voor het koelen van wijn.
Quilts bestaande uit aan elkaar gehechte driedimensionale 'bollingen' gevormd uit iets bij elkaar getrokken kleine vierkantjes van zijde opgevuld met watten. Geen Nederlands equivalent.
Koppen bedoeld om punch of vergelijkbare dranken uit te drinken, die uit een punchkom worden geserveerd. Ze hebben een vlakke bodem of een voet met stam en meestal één handvat. Gewoonlijk gemaakt in sets behorend bij en overeenstemmend met een punchkom.
Trompe l'oeil-decoraties die objecten zoals enveloppen, speelkaarten en scharen afbeelden, onwillekeurig geordend en weergegeven zodat het lijkt alsof ze schaduwen; veelal geassocieerd met laat achtiende-eeuws Royal Copenhagen porcelein en Meissen-aardewerk uit iets eerdere tijd.
Indiase schilderstijl die wordt geassocieerd met de hindoeïstische Rajputvorsten, welke na de val van het Guptarijk aan de macht kwamen. Hun hoven waren vaak hindoeïstische leercentra, en ze begunstigden dichters, geleerden en kunstenaars. De Rajputschilderkunst was een omvangrijke stroming met een sterk Indiase inslag en vormde daardoor in zekere zin een contrast met de kunst van hun tegenstanders, de islamitische Mogols. Niettemin moesten de Rajputheersers zich uiteindelijk aan de Mogolheersers onderwerpen om hun gebied te kunnen behouden; het gevolg was dat de kunstzinnige ontwikkeling van de Mogols aan het eind van de 16de eeuw en het begin van de 17de eeuw invloed ging uitoefenen op de traditionele manuscriptverluchting van de Rajputhoven. De Mogols waren met name belangrijk voor de invoering en verspreiding van het portretschilderen in de kunstcentra van de Rajput. In tegenstelling tot de realistische schilderkunst van de Mogols is de Rajputschilderkunst symbolisch van karakter en al net zo doordrenkt met poëtische metaforen als de Hindiliteratuur waarmee deze kunst sterk verwant is. Zelfs de kleuren hadden vaak een specifieke betekenis; het coloriet is meestal vlak, zonder kleurmenging, waardoor er een soort glas-in-loodeffect ontstaat. De bekende voorbeelden uit de periode eind 16de eeuw tot de 19de eeuw vallen uiteen in twee hoofdgroepen, Rajasthan en Pahari.
Het bij benadering of voorzichtig een oordeel geven aangaande de waarde of kwaliteit van iets.
Slaginstrumenten met een bootvormige klankbodem op een voetstuk, aan haakjes aan de zijkanten van de klankbodem zijn 21 aan koorden geregen staafjes bamboe of hardhout bevestigd, hoge klank, bereik van 3 octaven, gestemd met behulp van stempasta aan de onderkanten van de staafjes; bespeeld met 2 kloppers; Thailand, Cambodja. Gebruik: 'ranat ek lek' voor slaginstrumenten met hetzelfde bereik en dezelfde stemming met metalen staafjes.
Kylikes met een lip die iets naar buiten krult en duidelijk van de buik naar boven is gemodelleerd. Kenmerkend zijn ook de platte schaal en zwarte handvatten, steel en voet. De lip was vaak beschilderd met figuren en/of een inscriptie was aangebracht in het gedeelte tussen de handvatten, vaak de handtekening van de pottenbakker.
Iets kritisch of weloverwogen onderzoeken of nakijken.
Aanwijzingen - inclusief een lijst met ingrediënten - voor het maken of bereiden van iets, met name voedsel.
Te gebruiken voor alle zaken die dienen in een rechtbank, aangespannen door één of meer personen tegen één of meer anderen, of door de staat tegen één of meer personen, om een persoonlijk recht af te dwingen, een persoonlijk onrecht ongedaan te maken of te voorkomen, of een wetsovertreding te bestraffen.
Voorwerpen of bouwconstructies die op ware grootte tonen hoe iets er vroeger heeft uitgezien, gebaseerd op historisch of archeologisch bewijsmateriaal. Gebruik 'historische modellen' voor modellen die laten zien hoe iets er vroeger uitzag. Gebruik 'reconstructietekeningen' voor tekeningen die laten zien hoe iets er vroeger uitzag.
Documenten die iets bewijzen, zoals een ontvangstbewijs of een verklaring waaruit blijkt dat er geld is uitgegeven of ontvangen. Meestal gaat een reçu vergezeld van een rekening of een ander bewijs van verschuldigdheid of uitgave.
Verwijst naar een Romeinse aardewerkstijl met een fijne gloed en rode zegellakkleur, verkregen door het gebruik van een zeer fijne engobe en een baktechniek waarbij oxidatie plaatsvond. De stijl was geïnspireerd op aardewerk uit Griekenland en het Nabije Oosten, en kenmerkt zich doordat deze meestal niet is versierd, of met een eierlijst afgietsel of reliëf is versierd. De term wordt soms ook meer in het algemeen gebruikt voor al het oude aardewerk dat effen rood is, een satijnen glans heeft, en dat uit Rome, het Nabije Oosten of Griekenland afkomstig is.
Orgels, draagbaar met één of meer opslaande tongen, van lucht voorzien door een blaasbalg; bespeeld met een toetsenbord.
Maatstokken die worden gebruikt om de afstand te meten van één basislijn in zetsel naar een andere en die zijn onderverdeeld in verschillende eenheden, meestal puntverdelingen of pica's.
Bidets die uit een kast te voorschijn komen. Gebruik '@portable bidets' voor bidets met afschroefbare poten en afsluitbare bovenkant.
Verankerings- of bevestigingsmiddelen die worden gebruikt in metselwerk, die uitzetten in een voorgeboord gat als een bout wordt aangedraaid.
Wordt gebruikt voor bouwkundige tekeningen, gewoonlijk perspectieftekeningen of aanzichtschetsen, die schaduw, textuur en soms kleuren bevatten, vaak zijn uitgevoerd in waterverf en die de omgeving enigszins weergeven. Bedoeld als visualisatie van het volledige concept van het project.
Verwijst naar relatief grote versierde muren, schermen of andere constructies boven en achter het hoogaltaar van een christelijke kerk. Een reredos kan tegen de apsismuur of direct achter het altaar zijn geplaatst. Ook kan een reredos deel uitmaken van een altaarscherm. De term is afgeleid van een Anglo-Frans woord dat 'achter' of 'achterkant' betekende en raakte ingeburgerd in de 15de eeuw. De reredos ontstond uit de dorsaal, een tapisserie of schildering op de muur achter het altaar. In het kerkinterieur werden vanaf de late 11de eeuw de zetel van de bisschop en het koorgestoelte naar voren gebracht ten opzichte van de altaarmuur, en kwam de reredos als een scherm tussen hen en de congregatie in te staan. In bepaalde Engelse kerken diende de reredos als afscheiding tussen het koor en het achterkoor. In de loop van de tijd ging men voor het maken van de reredos kostbare materialen gebruiken en werd deze overdadig gedecoreerd, vaak met beeldsnijwerken, nissen, beeldhouwwerken, schilderingen en tapisserieën. De reredoses in Spaanse kerken werden in de loop der tijd zo breed als het schip en zo hoog als het dakgewelf. Een 'retabel' is iets anders. Dit is kleiner en staat achter op het altaar zelf of op een sokkel achter het altaar. Dit in tegenstelling tot reredoses die meestal vanaf de grond verrijzen achter het altaar. Veel altaren hebben zowel een reredos als een retabel. In de architectuur kan de term 'reredos' ook verwijzen naar een scherm of scheidingswand in een andere context, bijvoorbeeld naar de muur die de achterkant vormt van een open haard in een oude zaal.
Verwijst naar toevoegingen geplaatst op de altaartafel in een christelijke kerk. Een retabel kan bestaan uit een eenvoudige plank of rand die is aangebracht boven de achterkant van het altaar en die wordt gebruikt als kaarsenhouder. Er kan ook een raamwerk of een andere constructie aan verbonden zijn waarin beschilderde of beeldgesneden panelen zijn gemonteerd, met of zonder een plank voor kaarsen. Een 'reredos' is iets anders; deze verrijst meestal vanaf de grond achter het altaar. Het retabel is kleiner en staat achter op het altaar zelf of op een sokkel achter het altaar. Veel altaren hebben zowel een reredos als een retabel. Gebruik 'retablo's' voor de kleinere Mexicaanse en Spaans-Amerikaanse schilderingen van christelijke heiligen en andere heilige figuren.
Een voornamelijk in kledingmode en interieurontwerp gehanteerde algemene stijl die wordt gekenmerkt door het teruggrijpen op eerdere stijlen die nostalgisch retrospectief zijn, met name stijlen uit het midden van de 20ste eeuw. Het verschil met 'ouderwets' is dat retrostijl niet verouderd is qua vorm of karakter, maar refereert aan een eerdere stijl die niet zo ver in het verleden ligt als 'ouderwetse' stijlen en bovendien nog steeds wordt gezien als begeerlijk en populair.
Slaginstrumenten, waarin draaiende wielen lichtstralen onderbreken, voor het uitvoeren van allerlei complexe ritmes, elektronisch; bespeeld met behulp van een toetsenbord, 1930.
Uitstekende randen, meestal van metselwerk, die koepels of gewelven ondersteunen of versieren.
Toetsinstrumenten waarbij het geluid wordt geproduceerd door vrijslaande rieten die in werking worden gebracht door samengeperste of weggezogen lucht.
Pennen die zijn gemaakt van rietstengels.
Laarzen die gemaakt zijn om in de winter te dragen, meestal met bont afgezet en gevoerd, vaak tot aan de kuiten reikend. Oorspronkelijk gedragen door vrouwen over schoenen of pantoffels heen om hun voeten warm te houden als ze in koetsen reden.
Kleine, lichte motorfietsen die lijken op fietsen en worden aangedreven door een aangesloten motor.
Blokken, platforms of andere ondersteunende constructies bedoeld om iets op een hoge plaats neer te zetten, bijvoorbeeld een blok op een dressoir, kast, altaar of een ander meubelstuk.
Het analyseren van mogelijk verlies, nalatigheid, letsel of andere schade die betrekking heeft op of voortkomt uit enige activiteit of project.
Voorwerpen die in een bepaald rituele activiteit worden gebruikt, vaak als onderdeel van een ceremonie. In sommige disciplines wordt aan deze term de voorkeur gegeven boven de iets meer algemene "ceremoniële objecten", maar in andere disciplines overlapt de betekenis en het onderscheid is betwistbaar.
Te gebruiken voor fitnesstoestellen die bestaan uit een schuivend stoeltje, voetsteunen en twee roeispaanachtige handvatten die zijn verbonden met een mechanisme waarvan de weerstand lijkt op die van water.
Verwijst naar de stijl en de periode die in West-Europa de boventoon voerde in de 11e en 12e eeuw. De stijl floreerde in de architectuur met de nieuwe groei van de steden, de bijbehorende kerken en de wederopbouw van kloosters. De stijl heeft kenmerkende regionale verschillen, maar over het algemeen wordt het gekarakteriseerd door de invloed en de interpretatie van de Romeinse en daaropvolgende bouwkunst. De grote omvang, ronde bogen, gewelven van metselwerk en innovaties in de constructie om voldoende verlichting te bieden. De stijl ontwikkelde zich ook in monumentale reliëfsculpturen, glas-in- lood, boekverluchting, muurschildering, ivoor-snijwerk en kostbaar metaalwerk. Het wordt gekenmerkt door vlakke gestileerde vormen, en de zeer gedetailleerde ornamenten. Periode 950-1250.
Kunstenaarspenselen die ongeveer dezelfde lengte hebben als platte penselen. Ze zijn rond met taps toelopende punten en worden gebruikt voor schetsen, aftekenen en voor gedetailleerd werk.
Lange, cilindervormige ovens die zijn bekleed met vuurvaste steen, iets schuin staan en langzaam worden rondgedraaid.
Trommen met 1 vel en ondiepe cilinder, gestemd met een vaste pen met schroefdraad of een pedaalmechanisme, bespeeld in sets van 7 stuks.
Historische benaming die wordt gebruikt voor ladenkasten uit het einde van de 18e en het begin van de 19e eeuw, die speciaal ontworpen laden aan de bovenkant hebben met toiletspiegels, net zoals bij Rudd-tafels.
Kaptafels met twee laden aan de zijkanten, die uitklappen met een driedelige toiletspiegel erop zodat een vrouw zichzelf van alle kanten kan zien.
Te gebruiken om iets te beschrijven dat zich aan die kant van een object bevindt die het tegenovergestelde is van zijn voorkant of van de belangrijkste of nuttigste kant. Gebruik 'achterkanten (delen)', uit de hiërarchie Onderdelen voor deze delen zelf.
Genus van 6 tot 40 soorten (afhankelijk van de classificatie) overblijvende grassen die men vanwege het sap verbouwt in tropische gebieden. De huidige commerciële rietsoorten die tot dit genus behoren, zijn hybriden van de soort Saccharum officinarum (suikerriet). Deze soort is gekweekt uit een wilde rietsoort (Saccharum robustom) en werd verbouwd door inheemse volkeren die op de zuidelijke eilanden in de Stille Oceaan leefden. Suikerrietproducten zijn onder meer tafelsuiker, falernum, stroop, rum, cachaça, bagasse en ethanol.
Letterlijk ���hangende objecten'. Houder die Japanse mannen samen met een ���netsuke' gebruikten om persoonlijke objecten ��� zoals tabak, pijpen, borstels en geld ��� aan de gordel om het middel, ���obi' genoemd, te hangen. De meest gangbare sagemono waren doosjes gemaakt van lakwerk die men ���inrō' noemde.
Sierlijke petroleumtafellampen uit het eind van de 19e en het begin van de 20e eeuw met een bol- of eivormig voetstuk van glas en koper of alleen koper waarin een metalen houder en een glazen kap pasten die vaak rond of halfrond waren. Het voetstuk en de kap pasten vaak bij elkaar, vooral als ze van geverfd glas waren. De benaming wordt ook gebruikt voor soortgelijke lampen met versierde stoffen kappen.
Wordt gebruikt voor zowel een constructie die uit vele verschillende bouwmaterialen bestaat als voor het gebruik van verschillende constructiemethoden in één bouwwerk, zoals een gemetseld gebouw met een gelamineerd houten dak.
Wordt gebruikt voor het plakken of samenhechten, meestal door twee onderdelen over elkaar te leggen, zoals bij diverse metselwerkzaamheden, en het stevig vastmaken of vastkleven met behulp van een bind- of hechtingsmiddel.
Snaarinstrumenten met een vierkante klankkast bedekt met katten- of hondenhuid, lange hals zonder frets, kam, 3 snaren, van zijde of nylon; bespeeld door te tokkelen; Japan.
Een drukprocedé waarbij schuurpapier met de schuurzijde naar beneden op de plaat met etsgrond wordt gelegd en deze tezamen door een intaglio-pers worden gehaald. Het resultaat is een etsgrond die overal is geperforeerd met de korrelstructuur van het zand, die op de eindafdruk wordt omgezet in zwarte puntjes.
Vedels met een korte, dikke hals zonder frets en een zich vernauwende klankkast waarvan het bovenblad van dierenhuid, is, 2 of meer benen kammen, 3 of 4 speelsnaren, wisselend aantal sympathische snaren; rechtopstaand bespeeld; Noord-India, Nepal, Pakistan.
Snaarinstrumenten, met 4 of 5 melodiesnaren, 3-6 bourdonsnaren en 11-16 sympathische snaren van metaal; brede, met metaal bedekte hals zonder frets; komvormige, met huid bedekte klankkast; ook met een tweede klankbodem van metaal, hout of kalebas achter de sleutelkast; bespeeld met een driehoekig houten plectrum; Noord-Indiase subcontinent.
Snaarinstrumenten met een lange hals met beweegbare frets, een peervormige klankkast en een wisselend aantal snaren; Kaukasus, Iran, islamitische culturen uit Zuidoost-Europa en Klein-Azië.
Verwijst naar muur- of meubeloppervlakken die zijn gemaakt van een fijn mengsel van gips met aluin, lijm, water en pigment, zodanig dat een effect ontstaat waarbij marmer of pietra-dura wordt geïmiteerd. Het werd toegepast als verf op een natte kalkonderlaag, verhit om uit te harden en vervolgens gepolijst, of gevormd in kleurrijke stukjes en ingelegd als een mozaïek. De techniek was bekend in het oude Rome en maakte een opleving door in het 16de-eeuwse Italië, waarna het zich uitbreidde naar andere plaatsen in Europa. Scagliola is goedkoper dan marmer of andere stenen oppervlakken, maar wel erg kwetsbaar. Nog slechts enkele voorbeelden zijn intact. Te onderscheiden van 'faux marbre' waarmee een marmereffect wordt gecreëerd door het schilderen van een oppervlak, bijvoorbeeld een muur.
Wordt gebruikt voor het middelste deel van een voetstuk, dat zich tussen het basement en de cap bevindt. Wordt ook gebruikt voor het onderste deel van een binnenmuur wanneer deze een bepaalde behandeling krijgt, omdat die door deze behandeling vaak op een voetstuk lijkt.
Iets gegeven of gekregen als tegenprestatie voor goederen of diensten of als terugbetaling van een schuld of schade.
Ruwe berekeningen of schattingen van de kosten of de waarde van iets, bijvoorbeeld bepalingen van de prijs waarvoor een bepaald werk zal worden gedaan door de persoon die bereid is het aan te nemen.
Snaarinstrumenten met een slanke, rechthoekige klankkast met frets langs de lange linkerkant en spits toelopend aan de bovenkant, om daar uit te lopen in een sleutelkast, 1-4 melodiesnaren en meerdere bourdonsnaren; bespeeld door er op te tokkelen, Duitsland.
Donker, grijsbruin marmer met dicht samengepakte fossiele schelpen; het krijgt een hoge glans wanneer het wordt opgepoetst.
Koorden, touwen of andere lijntjes die, wanneer ze worden gebruikt samen met een loodje dat aan één eind hangt, worden gebruikt om vast te stellen of iets verticaal is of als hulpmiddel bij het bepalen van de plaats van punten op de grond tijdens landmetingen. Een schietlood bestaat uit een massief messing cilinder- of prismavormig gewicht (oorspronkelijk van lood) met een conische onderkant. Aan de bovenkant is een koord is bevestigd.
Iets uitkiezen of verkiezen boven een andere of anderen.
Lagen bakstenen of tegels die voor binding of nivellering in het metselwerk zijn aangebracht.
Het onderscheid tussen de subfamilies van de echte herten (Cervinae) en schijnherten (subfamilie Capreolinae) betreft verschillen in voetstructuur. Bij de echte herten zijn het tweede en vijfde handbotje (metapodia) vrijwel volledig verdwenen, met uitzondering van proximale en terminale resten. Bij schijnherten bevinden de resten zich distaal.
Ondiepe groeven in metselwerk of beton die zijn ontworpen om druk en de daaruit voortkomende barsten of scheuren te reguleren.
Het afbreken of afbrokkelen van metselwerk of plaveisel bij verbindingen, barsten of randen, wat meestal fragmenten met scherpe kanten tot gevolg heeft.
Borstels die worden gebruikt voor het schoonmaken en poetsen van schoenen.
Het verwijderen van vuil, deklagen, aanzetsels, vlekken of ander materiaal in of op een oppervlak.
Verwijst naar een type hoge lekythoi met voornamelijk holle zijkanten dat zich ontwikkelde in de 5de eeuw v. Chr. Het komt veel voor in zwartfigurige stijl. Het kenmerkt zich door een mond en hals die lijken op een ouderwetse schoorsteen.
Bovenste deklijst van metselwerk of ander onbrandbaar materiaal, bovenop schoorstenen. Voor extra onderdelen die bovenaan openingen van schoorsteenpijpen worden geplaatst en deze bedekken wordt 'schoorsteenkappen' gebruikt.
Wordt gebruikt voor verlengstukken van metaal, metselwerk of keramiek, die een voortzetting vormen van de schoorsteenpijpen bovenop schoorstenen om voor een betere luchtstroom of een beter uiterlijk te zorgen. Voor verlengstukken die schoorsteenopeningen beschermen en die kunnen dienen om regen tegen te houden wordt 'schoorsteenkappen' gebruikt.
Orgels, draagbaar, in de vorm van een diepe rechthoekige doos met aan de bovenzijde een toetsenbord met ivoren toetsen, dubbele blaasbalg die met één hand wordt bediend; Amerika.
Hulzen van metaal, plastic of vezels geplaatst in een gat in metselwerk, gips of beton, die uitzetten wanneer de schroef erin wordt gedraaid.
Geweren die speciaal zijn ontworpen voor bepaalde schietschijfwedstrijden waarbij geen kunstmatige steunen worden gebruikt, die zijn ontwikkeld in Duitsland in de 15e eeuw en populair waren in de Verenigde Staten vanaf het begin van de 19e eeuw tot aan de Eerste Wereldoorlog. Ze worden gekenmerkt door lange, zware, achthoekige lopen, vaak met extra gewicht aan de tromp, handpalm steunen, dubbele trekkers, zware geweerladen en zeer nauwkeurige vizieren van goede kwaliteit.
Horizontale metselvoegen die hellen van een punt binnenin het oppervlak van de muur naar het oppervlak van de muur zodat er geen water in de voeg blijft staan.
Terreinen, ingericht voor het schieten naar een doel, naar schietschijven.
Verwijst naar een systeem van overtuigingen en religie dat in de jaren 50 van de 20ste eeuw in het leven is geroepen door L. Ron Hubbard. Dat systeem is gebaseerd op de beginselen van de dianetica, een door Hubbard ontwikkelde vorm van psychotherapie waarbij verschillende technieken worden gebruikt om de geest te bevrijden van pijnlijke ervaringen of engrammen. Scientology omvat een zeer gestructureerd stelsel van geloofsovertuigingen, onder meer over de rol van de ‘thetan’, iets dat vergelijkbaar is met de ziel of met levensenergie, in het fysieke universum. De leer beschouwt Jezus Christus als een belangrijke leraar en hecht veel waarde aan zelfbeschikking. Een van de hoofddoelen is om individuen te helpen het geluk te bereiken, met als uiteindelijk doel een planeet die wordt bevolkt door gelukkige, tevreden mensen.
Dozen met deksel, met name bedoeld om sardientjes uit te serveren; vaak van zilver of verzilverd met glazen inzetstukken, van glas met zilveren of verzilverde deksels of frames, of van keramiek.
Lepels die voornamelijk worden gebruikt om voedsel uit een schaal, van een bord of iets dergelijks op te dienen. Gaan soms samen met een serveervork.
Snaarinstrumenten met een peervormige klankkast en lange hals met beweegbare frets, 3 metalen snaren, sinds ca. 1850 ook 4 snaren; Iran, 15de eeuw of eerder.
Filmgenre dat wordt beschouwd als een subgenre van horror- of fantasyfilms, omdat ook deze films gaan over onwaarschijnlijke wezens in onwaarschijnlijke werelden. Sciencefictionfilms gebruiken vaak sciencefictionliteratuur als bronmateriaal of schetsen de mogelijke ontwikkeling van een speculatieve toekomst, waarin bijvoorbeeld overbevolking en geweld een belangrijke rol spelen. Voorbeelden hiervan zijn de films 'Soylent Green' (1973) en 'Blade Runner' (1982). Sciencefiction en horror kunnen ook worden gecombineerd tot hybride films, zoals 'The Terminator' (1984).
Verwijst naar de eerste Chinese dynastie waarover we een zekere kennis bezitten, zowel op archeologisch als op historisch gebied. De Shang-dynastie heerste van circa 1600 v. Chr. tot circa 1050 v. Chr. Het centrum van hun cultuur bevond zich op de hoogvlakte van de Gele Rivier, hoewel hun macht zich in bepaalde perioden uitstrekte tot het noorden van de huidige provincie Henan en tot delen van de huidige provincies Shandong, Shanxi en Shaanxi. Deze periode staat bekend om de vooruitgang op het gebied van de bronsbewerking en andere technieken, die de beschaving op een hoger peil brachten. De Shang-dynastie beschikte over omvangrijke legers met een grote verscheidenheid aan wapens en wapenrusting. Brons werd ook gebruikt voor rituele voorwerpen, zoals klokken en standaarden. De bronzen voorwerpen uit de Shang-dynastie werden voorzien van een uiterst schetsmatige decoratie, waarin het 'taotie'-dierenmasker een veelvoorkomend motief was. De godsdienst en voorouderverering in de Shang-periode kende het gebruik van zogeheten orakelbenen (jiagu), dierenbeenderen en schildpadschilden met inscripties. Er zijn bijna 100.000 orakelbenen gevonden sinds onderzoekers de betekenis van dit verschijnsel hebben ingezien. Orakelbenen zijn de oudste vorm van Chinese geschiedschrijving. Uit de inscripties is een lijst met koningen afgeleid die overeenstemt met latere schriftelijke historische bronnen. De Shang-dynastie kende een redelijk verfijnd schrift; sommige karakters worden nog steeds gebruikt. Het aardewerk van de Shang-dynastie was veelkleurig en werd vervaardigd met een draaischijf of opgebouwd uit rollen. Het aardewerk werd vaak voorzien van opgedrukte patronen. De oudst bekende Chinese glazuren werden gemaakt in de Shang-periode. Er zijn marmeren en kalkstenen beeldhouwwerken van bestaande en mythische dieren gevonden. De stedelijke nederzettingen uit de Shang-periode tonen aan dat de basisvormen van de Chinese architectuur al werden gebruikt; belangrijke nederzettingen zijn Erlitou, Zhengzhou en Yin (nabij het huidige Anyang), die allemaal op verschillende momenten als hoofdstad hebben gefungeerd. De latere Shang-vorsten waren hedonisten die weelderige paleizen lieten bouwen. De Shang-dynastie werd opgevolgd door de Zhou-dynastie, die oorlogszuchtiger was en effectief gebruik maakte van de strijdwagen.
Tekeningen of schetsen van de natuur, een techniek die bij de ontwikkeling van 'yamato-e'-technieken van pas kwam door de realistische bestudering van de natuur. De term wordt ook gebruikt om te verwijzen naar de tekeningen of schetsen die het resultaat zijn van deze activiteit.
Kniptangen die worden gebruikt om de uiteinden van rietstengels af te knippen.
Wordt voornamelijk gebruikt voor houders voor sigaren, met name dozen van verschillende vorm met deksel, lijkend op sigarettendoosjes maar dan groter, bedoeld om op een tafel, bureau of iets dergelijks te worden gezet. Gebruik 'sigarenkokers' voor platte houders die worden gebruikt om sigaren in mee te dragen. Gebruik 'humidors' voor luchtdichte sigarenhouders.
Platte, vaak rechthoekige omhulsels, die lijken op pakjes sigaretten maar dan groter, en die worden gebruikt om sigaren in mee te dragen. Gebruik 'sigarendozen' voor dozen met deksel die op tafel, bureau of iets dergelijks gezet worden en waar sigaren in zitten.
Dozen met deksel, variërend van vorm, lijkend op sigarendozen maar dan kleiner en met sigaretten erin, bedoeld om op een tafel, bureau of iets dergelijks te worden gezet. Gebruik 'sigarettenkokers' voor platte houders om sigaretten in mee te dragen. Gebruik 'sigarettenhouders (houders)' voor open cilindrische houders voor sigaretten.
Open, meestal cilindrische houders voor sigaretten voor op een tafel, bureau of iets dergelijks. Gebruik 'sigarettendozen' voor dozen met deksel die sigaretten bevatten.
Platte, meestal rechthoekige omhulsels die worden gebruikt om sigaretten in mee te dragen, lijkend op sigarendoosjes maar dan kleiner. Gebruik 'sigarettendozen' voor de doosjes met sigaretten met deksel die op tafel, bureau of iets dergelijks gezet worden.
Het onbrandbare residu van iets dat is verbrand.
Snaarinstrumenten met een peervormige klankkast van kalebas of uitgehold hout, lange holle hals met frets; India.
Zijdelings geblazen trompetten van het Afrikaanse Swahilivolk, meestal met een conische, iets gebogen boring en gemaakt van koper, hout of ivoor.
Voertuigachtig speelgoed met trappedalen die lijken op die van een fiets; verscheen in een eenvoudige vorm aan het einde van de 19e eeuw en had aan het begin van de 20e eeuw soms al uitgebreidere auto-achtige accessoires en echt werkende onderdelen.
In het algemeen te gebruiken voor het uitdelen van klappen aan iets of iemand.
Kleine metalen of glazen lampen die vaak een schotelvormig voetstuk hebben en in de slaapkamer worden gebruikt.
Individuen die zijn gedood, verwond of gekwetst tijdens een gevecht, een natuurramp of een andere gebeurtenis.
Instrumenten met een gespannen (dieren)vel of met een toets van hout of metaal; bespeeld door er op te slaan of door ze te schudden.
Het handmatig #setting out van leer of perkament, uitgevoerd op zeer dun en kwetsbaar leer of als een uitzonderlijke gladde nerfzijde vereist is, zoals bij velijn.
Benaming die meestal betrekking heeft op verschillende soorten stoelen met een zitting en rugleuning die zijn gevormd uit één stuk canvas, leer of iets dergelijks en die losjes rond het frame hangen.
Zware, ronde metalen of betonnen sloopmiddelen die aan een kabel hangen die aan de giek van een kraan vastzitten en worden gebruikt voor het doorbreken van beton en metselwerk.
Wordt gebruikt voor inzetstukken of inlegsel om sleutelgaten heen. Voor grotere platen om sleutelgaten wordt 'sleutelgatplaatje (ijzerwaren)' gebruikt.
Het zintuig waarmee aroma of geur van iets kan worden waargenomen wanneer het in contact wordt gebracht met de tong.
Metalen strook om in het zetsel de regels van elkaar te scheiden.
Gelegendheidsdrukwerk, gebruikt voor, onder andere, reclame, visitekaartjes, brieven en flyers. Het gaat om een klein zetsel, waarbij vaak vaste formules gebruikt worden en waarvan de productieperiode zeer kort is.
Gebieden die permanent zijn bedekt met sneeuw en ijs, het begin van gletsjers.
Vlakke blokken of plinten die dienst doen als voetstuk van beelden, zuilen en dergelijke. Wordt ook gebruikt voor onbewerkte bodems of plinten aan de onderkant van een muur of voetstuk.
Het plaatsen van iets, meestal een gebouw, in verhouding tot de zon.
Snaarinstrumenten, vleugelvormig, met een toets langs de linkerkant en 2 snaren die verkortbaar zijn door middel van knopjes; bespeeld met een strijkstok.
Verwijst naar een Chinese dynastieke stijl en periode tussen 960 en 1279 n. Chr. Het was een overgangsperiode met tal van maatschappelijke, economische en kunstzinnige vernieuwingen; met name in allerlei kunstvormen werd een onovertroffen graad van verfijning bereikt. Er was een maatschappelijke ontwikkeling gaande waarbij de aristocraten geleidelijk hun macht verloren aan de gegoede burgerij, hetgeen ertoe leidde dat de heersende klasse zijn machtspositie probeerde te versterken. Zo bevorderden de keizers het verbeelden van thema's die de legitieme status en stabiliteit van de dynastie moesten uitdrukken. De Song-keizers behoorden tot de meest verlichte heersers van China, en vaak waren ze zelf verdienstelijk kunstenaar. Aangezien de Song-keizers minder macht bezaten dan hun voorgangers uit de Han- en Tang-dynastie en zij bovendien een wankele vrede met vijandige buurlanden in stand moesten houden, is de kunst uit deze periode introspectief van aard. De Song-periode is vooral bekend om de landschapsschilderingen, hoewel ook de keramiek, beeldhouwkunst en architectuur een bloeiperiode beleefden. In de beeldhouwkunst werd steen vaak vervangen door klei en hout, materialen die zachtere, levensechtere figuren mogelijk maakten. Een opvallend kenmerk van de Song-architectuur is de langwerpige, slanke vormentaal, met gebogen daken en een duidelijk herkenbare Song-spits. Tijdens deze periode werden de pagodes aanvankelijk opgetrokken uit metselwerk. De stijl en periode kunnen worden onderverdeeld in Noordelijke Song, van 960 tot 1127, en Zuidelijke Song, van 1127 tot 1279.
Verwijst naar het werk van een school van schilders die omstreeks 1600 werd gestart door Sōtatsu en zijn tijdgenoot Hon'Ami Koetsu. Korin reformeerde de school in de 18de eeuw en Saki Hoitsu deed dit nogmaals in de 19de eeuw. De alternatieve naam voor de school, Rimpa, is afgeleid van de laatste lettergreep van Korins naam (rin) en het woord voor school (ha). De stijl kenmerkt zich door trouw aan het klassiek Japanse gevoel van decorativiteit, delicate kleurvoering en scherpe observatie van de natuurlijke wereld. Edele metalen, zoals goud en zilver, werden samen met kleuren gebruikt op kamerschermen, waaiers en andere objecten. De onderwerpen waren afkomstig uit middeleeuwse literatuur en ook uit de natuur. Hoewel de stijl na de Edo-periode (1600-1868) niet meer voorkwam, was deze van invloed op de Japanse schilderkunst van de 20ste eeuw.
Dempers opgenomen in het pianomechaniek, die bestaan uit met vilt beklede blokken, die op de snaren liggen om ze stil te houden behalve wanneer hun toets wordt ingedrukt of wanneer de hele set wordt opgelicht door een pedaal.
Voegen die gevuld zijn met mortel en zich tussen metseleenheden bevinden.
Nauwkeurige en accurate beschrijving van de bijzonderheden, met name van de opzet, de uitvoering, de te gebruiken materialen, de regeling der werkzaamheden en de kosten, van iets dat moet worden gebouwd, geïnstalleerd of vervaardigd.
Speren voor de jacht; met vleugels aan de kling of een dwarsbalk net eronder, om te voorkomen dat een gespietst dier voorbij het blad de stok op komt en om het snel terugtrekken te vergemakkelijken.
Een constructie met houtblokken of pennen, meestal van metselwerk of staal, om het spijkeren te vergemakkelijken.
Fighting bracelets met een of meer scherpe dan wel botte uitsteeksels.
Klavecimbels, trapezoïdaal of vleugelvormig, de snaren lopen diagonaal van links naar rechts onder een schuine hoek met het toetsenbord.
Kandelaars die bestaan uit een spiraal, gewonden van een smeedijzeren strip of staaf, die de stam van de kandelaar vormt en op een houten voetstuk is gezet. Tussen iedere winding van de spiraal is zoveel ruimte gelaten dat het kommetje of schaaltje met de kaarsenhouder omhoog en omlaag kan worden gezet door een zijstuk om de spiraal te draaien.
Balletschoenen met verstevigde tenen die meestal worden vastgemaakt met kruiselings gebonden satijnen lint en die bestemd zijn voor het dansen op de punten van de tenen.
Te gebruiken voor het proces waarbij iets wordt verdeeld in twee gelijke of vrijwel gelijke delen.
Te gebruiken voor cilindervormige toestellen die worden gebruikt om iets op te winden.
Muren, meestal van metselwerk en meestal buitenmuren, die bestaan uit twee dunne muren gescheiden door een doorlopende ruimte, terwijl de dunne muren bijeen gehouden worden door metalen steunen of draden.
Bouwvakkers die tot taak hebben met explosieven iets op te blazen.
Lange stokken met voetsteunen op ongeveer 30 cm vanaf de onderkant die is verbonden met een sterke veer onderop; ze worden gebruikt om op te staan en mee te springen.
Een samengeklitte massa lang, fijn staaldraad dat vooral wordt gebruikt voor het schoonmaken en poetsen van oppervlakken.
Een verband van afwisselende metsellagen met alleen kopstenen of alleen strekstenen, waarbij de kopstenen middenop de strekstenen zijn geplaatst en op de voegen ertussen.
Asbakken bevestigd op een laag voetstuk, meestal naast een sofa. Te onderscheiden van 'rookgereistandaarden'; kleine standaarden of kabinetten met vakjes die zijn omlijnd met zink, gebruikt om rookwaar in te bewaren.
Piano's, rechtopstaand met de snaarlengte van een normale horizontale vleugelpiano, maar de snaren lopen omhoog, vanaf onder het toetsenbord naar de bovenkant van de kast.
Formele koetsen die werden gebruikt in Europa voor ceremoniële processies of staatszaken door leden van het koninklijk huis, de adel of hoogwaardigheidsbekleders; meestal rijkelijk versierd en getrokken door zes paarden of meer.
Hangblokken die worden gebruikt voor zware schuif- of roldeuren, bestaande uit twee katrollen, achter elkaar vastgemaakt aan de bovenkant van de deur, verbonden door een zware metalen plaat. De deur rolt langs een horizontale rail die of van de lateibalk hangt of aan een parallel onderdeel is bevestigd dat er iets van uitsteekt.
Hard-stalen spijkers die voornamelijk worden gebruikt om hout aan metselwerk te bevestigen.
Oorspronkelijk stallen in een stedelijke omgeving, vaak met woonruimte erboven, gelegen rond een binnenplaats of een korte straat voor gebruik door koetspaarden, tegenwoordig met name voor auto's en fietsen.
Objecten die ontworpen zijn om andere voorwerpen te ondersteunen en te presenteren. Voorbeelden zijn op tafels gelijkende meubelsstukken om voorwerpen te dragen en ze te tonen. Voor ondersteundende structuren die ontworpen zijn voor, en bevestigd zijn aan, het ondersteunde voorwerp, gebruik dan 'voetstukken'.
Verwijst in de architectuur of de bouw in het algemeen naar stevige, verticale, relatief geïsoleerde constructiedelen van aanzienlijke lengte. Palen zijn in doorsnede gewoonlijk rond, vierkant of rechthoekig en worden gebruikt ter ondersteuning van een grotere constructie of als vast punt voor zijwaartse bevestiging. Ze zijn gewoonlijk relatief weinig versierd en gemaakt van één houtsoort, maar kunnen ook van steen, metaal of een ander materiaal zijn of van een samenstelling van materialen. De term wordt voornamelijk gebruikt voor verticale stutten in een houten balkenconstructie. Gebruik 'pijlers (dragende elementen)' voor vierkante staanders in klassieke stijl en voor vierkante en rechthoekige gemetselde staanders. Gebruik 'zuilen (architecturale elementen)' voor cilindrische staanders in staal- en betonconstructies.
Metalen voorwerpen die bestaan uit penzwaluwstaarten. Worden gebruikt om zware stukken metselwerk op te hijsen.
Metselwerk van steen.
Lange palen, meestal in paren met aan iedere paal een voetsteun voor één voet die op 20 tot 45 cm vanaf het ondereind van de paal zijn bevestigd, waarmee de gebruikers kunnen lopen met hun voeten boven de grond.
Uitstekende metsellagen onderaan een muur of rond een zuil, die meestal breed genoeg zijn om een zitting te vormen.
In 1986 ontwikkeld rapid prototyping-proces waarbij driedimensionale objecten worden geconstrueerd door middel van een UV-laser die dwarsdoorsneden van het object binnen een vat met vloeibare fotopolymeren opbouwt. Bij blootstelling aan UV-licht harden de polymeren uit. De met dit procedé vervaardigde delen zijn doorgaans nogal kwetsbaar.
Metalen drukplaten die zijn gemaakt door een afgietsel van lettervormen te maken en daar een gietvorm van te vervaardigen.
Personen die drukplaten vervaardigen door een mal met gezette letters te nemen en hiervan een metalen afgietsel te maken.
Ouchak-tapijten die worden gekenmerkt door een groot, stervormig motief met acht punten en een iets kleinere ruit. Deze motieven zijn gevuld met arabesken.
Pijlerachtige metselwerkonderdelen die worden gebouwd om muren te verstevigen of te dragen, of om weerstand te bieden aan de spankracht van gewelven.
Meestal gemetselde massa's die de druk van een boog, gewelf of dakspant ontvangen en dragen.
Verwijst naar het begrip dat Vincent J. Scully in 1949 introduceerde om de stijl aan te duiden van de Amerikaanse vakwerkarchitectuur van woningen in het midden van de 19de eeuw, en om aan te sluiten op de wens om structuren tot uitdrukking te brengen in organische houten geraamten die aan de buitenzijde overduidelijk zichtbaar zijn. De stijl weerspiegelt Europese tradities die zijn gebaseerd op laatgotische woningbouwarchitectuur in vakwerkstijl van Engeland, Frankrijk en Duitsland, op Zwitserse chaletstijlen en op Scandinavische en Slavische lokale bouwontwerpen.
Metalen, houten of leren constructies met een platte voetsteun en een gebogen gedeelte die zijn bevestigd aan het zadel met een stijgbeugelriem en worden gebruikt om de voeten van de ruiter te steunen.
In de context van het boekbinden, het aan elkaar bevestigen van een aantal bladen of katernen door de draad of draden door alle vellen in een keer te steken, het is iets anders dan "naaien (boekbindprocedés)," die in de context van boekbinden, wordt gebruikt voor de verbinden van bladen of katernen samen een voor een door te trekken draad of draad heen en weer door de achterste vouw van elk vel om het aan de 'touwen (boekbandonderdelen) te hechten.
Benaming die meestal wordt gebruikt voor verschillende soorten stoelen die met een po zijn uitgerust. Gebruik 'bidets' voor box stools met po.
Drukprocédé waarbij tintgebieden worden verkregen door meestal, in combinatie met een patroon van gegraveerde en geëtste lijnen, korte krasjes of stippen te graveren. Gebruik 'schrootmanier' voor het vijftiende-eeuwse procédé voor het maken van reliëfgravures met gestippelde delen.
Wordt gebruikt voor boeddhistische relikwieheuvels van aarde, baksteen of steen, die bestaan uit een halfronde of bolvormige koepel die staat op een vierkant of rond voetstuk, met bovenop een klein paviljoenachtig bouwwerkje met een spits.
Orgels met een reeks hoge fluitjes die worden bediend door middel van stoom of samengeperste lucht en die worden bespeeld met behulp van een toetsenbord, een cilinder met stiften pennen of een papierrol. Omdat ze veel geluid produceren werden ze hoofdzakelijk buiten gebruikt, bijvoorbeeld in circussen en kermissen en op stoomboten.
Verticale voegen in metselwerk die worden gemaakt door de steen in een laag mortel te plaatsen en in de richting van de laatst gelegde steen te schuiven.
Voegen tussen twee aangrenzende metseleenheden in dezelfde laag.
Houten staven die op de lengte zijn gezaagd van de geplande vrije hoogte tussen afgewerkte vloeren en plafonds en vaak zijn gemerkt met onderverdelingen als hulp bij het aftekenen van bijvoorbeeld deurlijsten, metsellagen of stootborden van trappen.
Xylofoons met houten toetsen op touwen van stro.
Metselsteen die horizontaal is gelegd, met de lengte evenwijdig aan het muuroppervlak.
In metselwerk, uitgekrabde voegen die worden gebruikt bij stenen met een grove structuur.
Violen voor het maken van geluidsopnames: lange, smalle plaat van hout of aluminium als klankkast, waarvan de bovenkant dient als toets voor de snaren, flexibel trommelvel met daarop een metalen klankbeker naast de kam; concertmodellen hebben soms 2 klankbekers; Londen, rond 1901.
Zakjes die zijn gemaakt van poreus materiaal en gevuld met fijn poeder van houtskool, kalk of pijpaarde. Worden gebruikt om iets met fijn poeder te bestrooien.
Takelonderdelen, meestal bestaande uit lusvormige touwen, gebruikt om iets dat opgehesen, neergelaten, gedragen of opgehangen moet worden, veilig onder controle te houden.
Gebeeldhouwde houten vogel met ijzeren pin als bek. Wordt via een kabel aan de zoldering of aan een dwarsbalk opgehangen. Het is de bedoeling de struifvogel los te laten, zodat zijn bek de pin in een houten schietschijf plaatst.
Kaarsenstandaarden voor een of twee kaarsen met kappen die aan een stang zijn bevestigd met een verzwaard voetstuk, meestal van geverfd plaatijzer of koper. De standaards en de kappen kunnen apart aan de stang worden versteld.
Beeldende werken, waarin een onderwerp wordt onderzocht en uitgeprobeerd, vaak ter voorbereiding op andere werken; verder afgewerkt dan schetsen.
De platte banden boven de hoogste lijsten van de cyma's van deklijsten, of de kleine banden boven en onder de scheppend holle lijstwerken van een Attisch voetstuk.
Een phanoerokristallijn intrusief stollingsgesteente dat voornamelijk bestaat uit alkalisch veldspaat, eventueel met een kleine hoeveelheid plagioklaas en zonder noemenswaardige hoeveelheden kwarts of nefelien. De term kan ook verwijzen naar een granietsoort met biotiet en hoornblende, of met hoornblende in plaats van biotiet, die in de oudheid werd gewonnen in Syrene in Opper-Egypte.
Korte uiteenzettingen of schetsen over een onderwerp.
Gerei met twee lange tanden en een handvat dat wordt gebruikt voor het plaatsen van taarten in en verwijderen uit een oven. Gebruik 'schietschoppen' voor plat, peddelachtig gerei dat wordt gebruikt voor het plaatsen in en verwijderen van voedsel uit een oven.
Lijsten die architectonische elementen bevatten die voornamelijk bestaan uit een paar zuilen of pilaren die het object flankeren, een fries en fonton ondersteunen en op een voetstuk rusten.
Verschillende kleine ezels die zijn ontworpen om op een tafel, bureau, werktafel of iets dergelijks te gebruiken.
Verwijst naar een algemeen type standaardlepel waarmee wordt gegeten, evenals naar alle lepels die deel uitmaken van een couvert, of eigenlijk naar alle lepels die bedoeld zijn om mee te eten, en dus niet om eten mee op te dienen. Tafellepels zijn iets groter dan theelepels.
Wordt gebruikt voor relatief smalle schuingezette banden metselwerk die vanaf 800 v.C. soms worden gevonden op muren van Midden-Amerikaanse bouwwerken. Na ongeveer 300 v.C. zijn ze vaak onderdeel van het architectonische element talud-tablero.
Snaarinstrumenten met lange hals zonder frets, een klankbodem met rond achterblad, 4 metalen snaren die alleen als een gonzende bourdon worden gebruikt ter begeleiding van gezongen en instrumentale melodieën; bespeeld door te tokkelen; Indiase subcontinent.
Voorwerpen die worden gebruikt om een plaat met inkt te overtrekken of een etsgrond te leggen; meestal bestaande uit een katoenen kussentje dat met zijde of leer is bedekt, maar soms ook een stuk opgerold vilt of andere stof.
Kleine borstels met lange handvatten die worden gebruikt voor het tandenpoetsen.
De wetenschap of het beroep waarbij men zich bezighoudt met de tanden en bijbehorende delen van de mond, waarbij men zich richt op het voorkomen, diagnosticeren en behandelen van ziekten, letsel of vergroeiing van tanden, tandvlees en kaken.
Onderwijsinstellingen voor de opleiding van tandartsen, die zich in de medische praktijk bezighouden met tanden en bijbehorende structuren van de mond: preventie, diagnose en behandeling van ziekten, letsel of misvorming van de tanden, het tandvlees en de kaken.
Diverse gereedschappen die worden gebruikt om voorwerpen vast te pakken. Ze bestaan meestal uit twee stukken metaal die aan één uiteinde, of iets van het uiteinde, aan elkaar zijn bevestigd door middel van een draaipen of veer, zodat ze twee kaken vormen waarmee iets kan worden vastgepakt.
Verwijst naar een Chinese dynastie die heeft bestaan van 618 tot 907 n. Chr., een periode welke tot de hoogtijdagen van de Chinese geschiedenis wordt gerekend. China bloeide als een stabiel en tot een eenheid gesmeed rijk, en de welvaart en het actieve mecenaat welke daaruit voortvloeiden, leidden tot een Gouden Eeuw op het gebied van Chinese schilderkunst, metaalwerk, keramiek, muziek en poëzie. Chang'an, een briljant stedelijk ontwerp, bleef de hoofdstad van de Tang en was de metropool van zijn tijd. Belangrijke Tang-heersers en opdrachtgevers waren Taizong (heerste van 626-649) en Xuanzong (heerste van 712-756). Het boeddhisme bleef invloedrijk, maar de Tang-dynastie kende ook perioden van vervolging. Grotschilderingen in Dunhuang en stenen pagodes zoals de Grote Wilde Gans-pagode (circa 652) en de Kleine Wilde Gans-pagode (circa 707) in Chang'an zijn bewaard gebleven. Monumentale stenen beeldhouwwerken in de noordelijke provincies geven blijk van een nieuwe ontwikkeling in de richting van volumineuzere, sensuelere figuren. Deze ontwikkeling is eveneens te herkennen in de wereldlijke Tang-beeldhouwwerken, zowel in steen als in keramiek. Een voorbeeld van synthese tussen Indiase en Chinese beeldhouwstijlen is te vinden in de grot van de berg Tianlong, in een reeks werken die tot stand kwam onder het mecenaat van keizerin Wu Zetian (heerste van 690-705). De schilderkunst beleefde een bloeiperiode tijdens de Tang-periode en werd gedomineerd door de wereldlijke landschapstraditie. Li Sixum en Li Zhaodao, vader en zoon, en Wang Wei zijn de namen van drie schilders die ons zijn overgeleverd, en er zijn vermoedelijk ook exemplaren van hun werk bewaard gebleven. Het werk van Wang Wei, dat latere kunstenaars heeft beïnvloed, had een intieme, melancholische uitstraling, terwijl het werk van Li Sixum en Li Zhaodao wordt gekenmerkt door de heldere tinten groen en blauw die wij kennen van de talrijke Tang-landschappen. De Chinese portretschilderkunst, welke zijn oorsprong heeft in de Han-dynastie, bereikte tijdens de Tang-periode een hogere graad van verfijning dankzij kunstenaars als Wu Daozi. De Tang-keramiek omvatte beeldjes en vaten van sancai-aardewerk, meestal als grafgift bedoeld, wit porselein, zoals het bekende Xing-aardewerk uit de provincie Henan, en de jadeachtige Yue-celadons uit de provincie Zhejiang. Het gebruik van metaaloxiden voor ondergeglazuurde decoraties werd ontwikkeld in de provincie Hunan en Sechuan, terwijl het porselein - dat overigens pas later op grote schaal werd toegepast - zijn oorsprong heeft in de Tang-periode. De decoratieve kunsten tijdens de Tang-dynastie stonden onder invloed van het Midden-Oosten en andere verre streken, hetgeen leidde tot nieuwe stijlen op het gebied van keramiek en metaalwerk. Zo werden er kleurige geglazuurde objecten van aardewerk vervaardigd, bijvoorbeeld kannen en rytons, als bewuste imitaties van Perzisch zilverwerk, terwijl Perzische inslagpatronen hun intrede deden in de Chinese textielindustrie. China voerde op zijn beurt aardewerk, zijde en druk- en papiertechnieken uit. De Tang-dynastie werd opgevolgd door de Late Liang-dynastie.
Kleine rechtopstaande metalen plaatjes of pinnen, waarvan er een geplaatst is aan de binnenkant van elke toets in een clavichord; deze beroeren de snaren om de toon te produceren en regelen de toonhoogte door de snaren te dempen.
Koperen of smeedijzeren spiezen die horizontaal worden ondersteund door een driepotig, schijfvormig of vierpotig voetstuk. De waspit is rond de verticale schacht gewikkeld.
Kisten met panelen bekleed die vaak als voetstuk voor kasten worden gebruikt.
Snaarinstrumenten met een diep gebogen, achtvormige klankkast met een bovenblad van dierenvel, lange hals, beweegbare frets, 6 snaren in 3 koren van 2; Kaukasische modellen ook met sympathische snaren; bespeeld door te tokkelen; Iran, Kaukasus.
De metsellagen van gewelfribben waar de ribben naar voren beginnen te komen en zich van het muurvlak losmaken. Het punt van maximale buitenwaartse druk van een gewelf.
Metalen pinnen die worden gebruikt in metselwerk om een horizontale draad of lijn omhoog te houden. De metselaar plaatst de lijn en gebruikt hem dan als leidraad bij het juist op een lijn brengen van het werk.
Apparatuur, meestal een soort toetsenbord, die wordt gebruikt om getypte tekens en titels te genereren die in of over een videobeeld worden ingevoegd.
Wordt gebruikt voor steunberen die iets van de hoeken van een gebouw zijn geplaatst.
Te gebruiken voor de zichtbare en tastbare kenmerken van een oppervlak en voor de kenmerkende structuur die iets krijgt door de grootte, vorm, ordening en verhoudingen van zijn onderdelen.
Snaarinstrumenten met lange hals en 2 sleutelkasten: één voor de snaren die over de toets lopen en tijdens het spelen met de vingers worden verkort, de andere, die hoger en opzij van de eerste is geplaatst, voor de lange vrijzwevende snaren die niet worden verkort; bespeeld door te tokkelen.
Wordt gebruikt voor het procédé waarbij met een drukpers gedrukt zetsel wordt bestoven met poeder en daarna wordt verhit, zodat de letters worden opgehoogd, wat een gegraveerd effect geeft. Deze techniek wordt bijvoorbeeld toegepast bij de vervaardiging van visitekaartjes en postpapier.
Wordt gebruikt voor de uiteinden van lange dunne objecten. Als bijvoeglijk naamwoord dat de plaats van iets aan of bij het eind van iets beschrijft wordt 'eind' (Kenmerken en Eigenschappen) gebruikt.
Personen aan wie iets is gewijd of opgedragen
Optredens of riten die iets of iemand aan een bepaald gebruik of doel toewijden of ter nagedachtenis aan bepaalde mensen of gebeurtenissen.
Elke zeer vlambare, droge substantie die gemakkelijk vlam vat en wordt gebruikt om vuur te maken of om vuur naar iets anders over te brengen.
Doorlopende verticale delen metselwerk, één steen dik.
Soort mahonieboom die groeit in heel Zuid-Azië, in het gebied dat reikt van Afghanistan tot Papoea-Nieuw-Guinea en Australië. Hij groeit het beste in een omgeving met veel licht; in de relatieve duisternis van de ondergroei in een regenwoud is de soort kwetsbaar voor aantasting door motten. Wordt gekweekt voor timmerhout en als schaduwboom.
Nauwsluitende damesbroeken die tot net beneden de knie reiken, vaak gemaakt van fluweel, zijde of iets dergelijks; van het soort dat traditioneel door stierenvechters wordt gedragen. Geen Nederlands equivalent.
Ornamentele open constructies van metselwerk die zijn te vinden in de bovenste delen van gotische ramen. Wordt ook gebruikt voor gelijksoortige motieven, in verschillende materialen, die ter decoratie worden gebruikt, bijvoorbeeld op muren, meubels en andere voorwerpen.
Verwijst naar de periode die de Trân-dynastie markeert (1225-1400 CE) en die wordt gekenmerkt door een sterke heropleving van boeddhistisch geïnspireerde kunst en politieke stabiliteit. In de beeldhouwkunst laat deze periode een combinatie zien van Chinese stijlen, zoals weerspiegeld in het gebruik van het lotusvoetstuk en draperieën, en van Cham-stijlen, zoals weerspiegeld in de overheersing van symmetrie en ranke, ritmische constructies, en in gelaatstrekken zoals grote ogen, een hoge neus en dikke lippen. Naturalistische stenen figuren van dieren op graflocaties komen veel voor in deze periode. Een voorbeeld is de graftombe van koning Tran Hien Tong (1329-1341 n. Chr.) met een rustende waterbuffel en een hond. De architectuur van deze periode imiteert de vormen die werden gebruikt tijdens de Ly-dynastie en wordt gekenmerkt door (bak)stenen constructies, lage buitenmuren die zijn versierd met beeldsnijwerken in bas-reliëf van bloemen, bladeren, golven en wolken, hogere buitenmuren met afbeeldingen van draken, heiligdommen, deuren van ijzerhout en zalen waarin wierrook wordt gebrand.
In het algemeen te gebruiken voor het transporteren, meedragen of afvoeren van iets of iemand van de ene fysieke locatie naar de andere.
Schuin over iets heen liggend of zijn geplaatst; van kant naar kant kruisend.
Woorden of zinsdelen waarmee de inhoud van een tekst of iets anders worden aangegeven; onderwerpstrefwoorden worden gekenmerkt door terminologische precoördinatie, hetgeen wil zeggen dat ze een aantal unieke begrippen in één reeks combineren ('Middeleeuwse bronzen vaten', bijvoorbeeld, brengt een periode, een materiaal en een type werk onder in één trefwoord).
Draagbare rietorgels met toetsen- of knoppenklavier en uitschuifbare blaasbalg.
Zoutvaatjes gebruikt voor zout voor individueel gebruik aan tafel, met een platte onderkant, zonder pootjes of voetjes. Ze worden aangetroffen in vele vormen met één tot drie holtes voor zout en worden vaak in sets gemaakt. Geen Nederlands equivalent.
Machines die gebruik maken van gewicht, vibratie of een combinatie van deze twee om iets samen te persen.
Wordt gebruikt voor muren met ruimteverwarming die bestaan uit dikke, gemetselde muren, gelegen op het zuiden en met een glazen gevel, waarin circulatiegaten zitten waaruit gedurende de nacht verwarmde lucht in de kamers komt die gedurende de dag in de muren is opgeslagen.
Term gebruikt voor blikken houders met een deksel of klep, gebruikt voor het verpakken van koekjes, crackers, tabak of iets dergelijks.
Glazen tafellampen met dubbele houders en branders op een enkele standaard en voetstuk.
Verwijst naar een type traditionele woning van kalksteen in Zuid-Italië, met name het zuiden van Apulië. Trulli hebben een cirkelvormig grondplan en zijn opgetrokken uit ruw bewerkte rotsblokken van kalksteen, met een kenmerkend dak van gestapeld metselwerk op kraagstenen. Deze specieloze techniek dateert uit de prehistorie maar is nog altijd in gebruik in deze regio. Meerdere trulli kunnen worden samengevoegd tot complexe wooneenheden met allerlei combinaties van platte en kegelvormige daken. De buitenzijde is vaak witgekalkt, de daken zijn bedekt met dakpannen en de hoofdingang is meestal boogvormig; er wordt spaarzaam gebruik gemaakt van ramen, die meestal klein zijn.
Plat handgereedschap met een breed stalen blad. Worden gebruikt om pleister of metselspecie aan te brengen, uit te spreiden of te bewerken, of om het oppervlak van ongevormd beton glad te maken.
Verwijst naar de stijl in de Engelse architectuur en binnenhuisarchitectuur in de eerste helft van de 19de eeuw en opnieuw in het begin van de 20ste eeuw. De architectonische vormen en decoratieve motieven, voortgekomen uit de binnenlandse architectuur van de Tudor-periode (1485-1547), bevatten onder meer in ruitjespatronen aangebracht metselwerk, vakwerk, gebrandschilderd glas en tudorrozen,dikwijls gecombineerd met gotische elementen.
Verwijst naar de Engelse stijl in de architectuur en in de decoratieve kunsten tijdens de heerschappij van de Tudor-vorsten van 1485 tot 1603. De stijl werd beïnvloed door het Vlaamse maniërisme. De motieven in de architectuur bestaan uit ornamentaal metselwerk, trapgevels en pinakels, terwijl de decoratieve kunsten zich kenmerken door overdadig zilverwerk en rijk versierd houtsnijwerk.
Wordt gebruikt voor rijk gestoffeerde leunstoelen uit het eind van de 19e eeuw die weinig tot niets van het frame laten zien en meestal op een bodem van springveren zijn gezet of een rugleuning van springveren hebben.
Een vroeg procedé voor de reproductie van foto's op basis van een negatief, dat rond de jaren negentig van de 19e eeuw in Frankrijk werd ontwikkeld. Het raakte in onbruik toen eenvoudigere technieken met autotypierasters beschikbaar kwamen. Voor de typogravure werd de drukplaat gegoten uit een lichtgevoelig gelatinereliëf, gevormd door het bloot te stellen aan zonlicht door een negatief en vervolgens uitgewassen. Het afgietsel bevatte veel verhoogde pieken van verschillende grootten, waarvan de gelatine werd weggespoeld in verhouding tot de mate van belichting. Deze pieken konden als bij de boekdruk worden gerold met inkt, waardoor een reeks punten ontstonden die zorgden voor de illusie van tintverloop.
Verwijst naar de periode die is genoemd naar de stad en stichter U Thong, in de provincie Suphanburi in westelijk Thailand. De stijl van deze periode kwam tot bloei na de terugtrekking van de Khmer uit centraal Thailand in het tweede kwart van de 14de eeuw. Deze periode wordt in het algemeen geclassificeerd onder beeldhouwkundige substijlen die bekend zijn als groepen A, B en C, en die op verschillende manieren Mon-, Dvaravati-, Haripunjaya- en Khmer-elementen combineren. Groep A omvat Boeddha-afbeeldingen met prominente voorhoofden, amandelvormige ogen, rechte neuzen en kleine, conische krullen. Afbeeldingen in Groep B tonen sterkere Khmer-invloeden, zoals te zien is aan het vierkante gezicht en de strenge, onpersoonlijke gelaatsuitdrukking. Groep C omvat Boeddha-afbeeldingen die Ayutthaya- en Sukhothai-invloeden weerspiegelen, zoals te zien is aan het ovale gezicht, het uitgerekte lichaam, de glimlachende gelaatsuitdrukking en het ontwerp met inkepingen op het deel van het gewaad dat over de linkerschouder hangt. In alle drie de groepen zitten de meeste Boeddha-figuren gezeten in de heldenpositie op een voetstuk, met de handen in het gebaar van de onderwerping van Mara.
Wordt gebruikt wanneer iets ernstig opbolt of naar buiten toe buigt of kromtrekt. Als het gaat om een onderdeel van een constructie wordt de term gebruikt voor verzwakkingen die het gevolg zijn van laterale of verwrongen instabiliteit.
Voegen in een gemetselde muur waarvan de mortel er tot een bepaalde diepte is uitgehaald terwijl hij nog zacht is.
Iets vloeibaars, een vloeistof of iets anders in losse deeltjes uiteen doen vloeien of vallen.
Horizontale banden metselwerk, over het algemeen dunner dan andere lagen, die zich uitstrekken over de buitenmuur, en in sommige gevallen ook over pijlers of ingebouwde zuilen. Ze kunnen vlak zijn of uitsteken, en het oppervlak ervan kan plat zijn, bewerkt, of op een andere manier vormgegeven.
Het kritisch onderzoeken en meten van de eigenschappen of vermogens van iets of iemand, vaak met betrekking tot vastgestelde normen.
Te gebruiken voor het daadwerkelijke maken van iets of het ten uitvoer brengen van een plan.
Een standaardinterface voor randapparatuur, voor het aansluiten van apparaten als muizen, toetsenborden en camera's op personal computers. De term 'USB' wordt gebruikt om te verwijzen naar zowel de standaard als het aan te sluiten apparaat en de poort.
De opening waar de schietspoel doorheen kan en die men creëert door een aantal scheringdraden op te tillen.
Metselwerk, meestal van baksteen of steen, dat wordt gebruikt als niet-structurele vulling in de ruimten tussen de belangrijkste houten muurdelen in de houtbouw.
Te gebruiken voor koorden, gewoonlijk gevlochten en eindigend in aglets, die in een lus onder de arm en soms over de borst worden gedragen op militaire uniformen, vooral gedragen door adjudanten, maar ook door andere officieren. Te onderscheiden van ‘fourragères’: gevlochten koorden die worden gedragen als militaire eretekenen.
Diverse kleine, nijptangachtige gereedschappen die worden gebruikt om iets te plukken, vast te houden of te hanteren.
Te gebruiken voor twee- of driewielige, eenvoudig gebouwde, lichte voertuigen die door de berijder, die schrijlings op de middenstang zit, werden aangedreven door middel van pedalen, trappers, hendels of met de voeten direct op de grond; al of niet bestuurbaar en met een voorwiel dat vaak groter was dan het achterwiel (of wielen); meestal beperkt tot die voertuigen die werden gebouwd vanaf eind 18e eeuw tot rond 1870. Gebruik 'fietsen' voor soortgelijke lichte voertuigen met twee wielen achter elkaar en comfort- en snelheid vergrotende kenmerken, die na ongeveer 1870 werden gemaakt en 'driewielers (fietsen)' voor versies met drie wielen.
Wordt gebruikt voor het veranderen van een bijzonder kenmerk van iets, zoals de omvang, de afmetingen, de loop, de inrichting of de helling, zonder dat het in iets anders veranderd. Gebruik 'wijzigingen' voor de aanpassingen zelf.
Benodigdheden, zoals pleisters en zwachtels, die worden gebruikt om zweren, wonden of andere letsels te verbinden of te bedekken.
In stenen metselwerk een steen die gewoonlijk geplaatst wordt met zijn langste afmeting loodrecht op de muur.
Wordt gebruikt voor het procédé waarbij iets wordt veranderd, beschadigd of verteerd door vuur of hitte. Gebruik 'branden' als iets geheel of gedeeltelijk wordt verteerd door vuur, hetzij opzettelijk, hetzij per ongeluk.
Schaal- of kegelvormige gereedschappen om voedsel te laten uitdruipen of afgieten; met geperforeerde wand, op voetstuk of poten. Gebruik 'filters (keukengerei)' voor keukengerei om voedsel te filteren.
Wettelijke machtiging geven aan een individu of groep om iets te doen dat zonder die volmacht niet wettig of geldig zou zijn.
Beschrijft afzonderlijke dingen die een hogere positie innemen ten opzichte van andere plaatsen of dingen, vooral ten opzichte van de grond of een ander oppervlak. Gebruik 'verheven' voor het vormkenmerk dat iets beschrijft wat naar voren steekt boven een oppervlak waaraan het is bevestigd of waarvan het deel uitmaakt.
Reeks ruwe of iets verhoogde gedeelten van een rijweg, bedoeld als snelheidsbeperkend obstakel voor voertuigen.
Fotografische techniek die de densiteit van een negatief of afdruk doet verminderen door iets van het zilver waarmee het beeld gevormd wordt op te lossen.
Verwijst naar laksoort die gedurende de 18de eeuw in Frankrijk werd geproduceerd, als imitatie van Japanse en Chinese laksoorten. Het basisbestanddeel is kopalvernis, vermengd met metaalpoeder, vaak goudpoeder. Vernis Martin werd ontwikkeld door de gebroeders Martin, ambachtslieden uit Parijs, aan wie de lak tevens zijn naam te danken heeft. De lak werd gebruikt voor het decoreren van meubilair, koetsen, snuifdozen en andere voorwerpen.
Wordt gebruikt voor het drukprocédé waarbij de ondergrond wordt gemengd met een zachte substantie, zoals talk, zodat geruwde lijnen en delen waar in de plaat is geëtst, achterblijven. Soms wordt er papier op de gegronde plaat gelegd, waarop getekend wordt, om de ondergrond te verwijderen.
Etsen gemaakt door op een relatief zachte etsgrond een vochtig, korrelig papier te plaatsen, waarop met een harde stift wordt getekend. Omdat bij het weghalen van het papier deeltjes etsgrond meegetrokken worden ontstaan bij het bijten korrelige lijnen.
In het algemeen te gebruiken voor het maken van relatief kleine reparaties aan een voorwerp, zoals door stopwerk, lappen of het weer samenvoegen van twee stukken, zonder daarbij grote onderdelen van het voorwerp te vervangen. In de context van onderhoud aan boeken en papier specifiek te gebruiken voor reparaties waarbij niets van het oorspronkelijke materiaal wordt vervangen.
Het proces of de handeling waarbij iets naar elders wordt overgebracht.
Wordt gebruikt voor allerlei soorten kaarten met afbeeldingen van bijvoorbeeld sportmensen, filmsterren of bloemen, die sinds de 19e eeuw per stuk of in sets worden uitgegeven, voornamelijk om te worden verzameld. Sommige kaarten worden tevens voor publiciteitsdoeleinden gebruikt en kunnen om die reden als een soort 'reclamekaarten' worden gebruikt. Andere kaarten zijn te verkrijgen door aankoop van een bepaald product en kunnen om die reden als 'extra's' worden beschouwd. Gebruik 'handelskaarten' voor kaarten uit de 17-19e eeuw, die handelsadvertenties en soms allerlei afbeeldingen bevatten.
Nauwsluitende bovenkledingstukken voor het bovenlichaam tot de taille of net daaronder. Meestal zonder mouwen en boord en vaak met knopen of zakken. Voor nauwsluitende bovenkleding die tot over de taille komt en meestal knopen aan de voorkant heeft, soms ook mouwen heeft, en worden gedragen over een overhemd en onder een jas, gebruik dan 'gilets'.
Slaginstrumenten, met gestemde, metalen toetsen, in 2 rijen opgehangen in een raamwerk, met pijpen eronder in de open bovenkanten waarvan schijfjes, door een motortje draaiend gehouden, voor vibrato zorgen.
Verwijst naar de muurschilderstijl die zich ontwikkelde na de aardbeving in Pompeji in 62 v. Chr. Deze stijl werd populair gemaakt door schilders die voor keizer Nero in Rome werkten. De stijl wordt gekenmerkt door uitvoerige architectonische ontwerpschetsen, trompe-l'oeil, genrestukken, stillevens en naast elkaar geplaatste geschilderde en echte lijstwerken.
Te gebruiken voor koetsen die door paarden worden getrokken en die openbaar te huur zijn, meestal met plaats voor twee tot zes passagiers, waarbij de koetsier buitenop rijdt; in gebruik van de 17e tot eind 19e eeuw. Gebruik 'taxi's' voor auto's met een vergunning om passagiers tegen betaling te vervoeren.
Hamers met een typerende slagkop in de vorm van een afgeknotte kegel die iets uit het lood is gezet op het smalle gedeelte van het handvat. Worden gebruikt om tanden van vijlen te scherpen.
Snaarinstrumenten, bestaande uit een bamboe, of holle houten buis, waaraan één of meer klankbodems van een halve kalebas zijn bevestigd, meestal 1 aan elke kant; per streek een verschillend aantal frets en melodie- en bourdonsnaren; India, Zuid-Azië.
Vedels, met een holle klankkast met een vernauwing in het midden, vlak achterblad, toets met frets.
Snaarinstrumenten met 7 over een kam lopende melodiesnaren, 7 sympathische snaren die door de kam heen en onder de toets door naar aparte stemsleutels in de sleutelkast lopen; bespeeld met een strijkstok.
Klavecimbels, meestal rechthoekig, met 1 toetsenbord, waarbij de snaren in een rechte hoek tot de toetsen lopen.
Een patroon dat bestaat uit aaneengrenzende verticale rijen van schuine lijnen die V's of omgekeerde V's vormen; gebruikt in metselwerk, textiel en ander werk.
Tuitlampen, meestal van koperplaat, met een cilindervormig reservoir en een koepel- of kegelvormige deksel en een enkele pithouder, met een kanaal meteen eronder om de druppels op te vangen. Het geheel staat op een standaard met een verzwaard voetstuk. Dit type is afgebeeld op een schilderij van de Vlaamse school.
Kopjes voor het serveren, en soms ook voor het bakken, van een individuele portie vla of dergelijke etenswaren. Worden meestal in sets gemaakt. Kunnen een deksel hebben en een of meer handvatten.
Piano's, met horizontale, vleugelvormige kast met een gebogen en een rechte kant, waarin de snaren evenwijdig lopen aan de toetsen.
Een hoog corroderende, caustische en toxische oplossing in water van waterstoffluoride waarin bijna alle metalen oplossen, behalve goud, platina, glas en keramische en organische materialen; wordt gebruikt om glas te etsen en metalen schoon te maken.
Algemeen te gebruiken om aan te geven dat menig oppervlak er anders is gaan uitzien meestal als gevolg van de inwerking van waterdamp of vocht uit de atmosfeer, bijvoorbeeld de troebelheid van vernis of de efflorescentie van metselwerk. Te onderscheiden van 'blancheren' waarmee wordt aangegeven dat harsachtige of vettige lagen een melkachtig uiterlijk krijgen door de applicatie van een oplosmiddel.
In metselwerk of steenwerk. Voegen die tandverbindingen gebruiken in de aangrenzende onderdelen om te voorkomen dat die later gaan bewegen.
Een ondoorlatend horizontale laag materiaal in gemetselde muren, die wordt gebruikt om de opwaartse capillaire werking of neerwaartse sijpeling van water te voorkomen. In Nederland meestal van lood gemaakt.
Gereedschap dat wordt gebruikt om verweerde specie uit de voegen van metselwerk te schrapen.
Metalen versnijdingsgereedschap dat wordt gebruikt om metselvoegen glad te maken of in te laten springen.
Wordt gebruikt voor uiteinden waar een object op rust, die klein zijn in verhouding tot het voornaamste deel van het object. Gebruik 'voetstukken' voor relatief grote uiteinden waar structuren of objecten op rusten.
Delen van de funderingen van sommige bouwconstructies die belastingen direct naar de grond overbrengen. Wordt gebruikt om het gewicht van de bovenbouw over een grotere ruimte te verdelen, om afzetsel te voorkomen of te verminderen.
Wordt in het algemeen gebruikt voor enkele van verschillende typen hefbomen die worden bediend met de voet en die worden gebruikt op geluidsapparaten voor verschillende doeleinden, zoals het wijzigen van de stemming van het instrument, het bedienen van een blaasbalg, het slaan tegen een trommelvel, het produceren van expressieve effecten, of functioneren als toetsen in een voetklavier.
Te gebruiken om iets te beschrijven dat zich aan of bij de voorkant of het belangrijkste deel van iets bevindt. Gebruik 'voorkanten', uit de hiërarchie Onderdelen als verwijzing naar deze delen zelf. Gebruik 'frontaal' in de zin van naar de kijker toe gewend zijn, zoals een figuur in een schilderij.
Het verrichten van handelingen om iets te bewerken. Het bewerken gebeurt meestal door het toevoegen of aanbrengen van een substantie voordat wordt begonnen met de vervolgbehandeling.
Wordt gebruikt voor die oppervlakken of gedeelten van objecten die naar voren zijn gericht, of die worden beschouwd als het belangrijkst of nuttigst. Als bijvoeglijk naamwoord dat de plaats van iets aan of bij de voorkant van iets beschrijft wordt 'voor' (Kenmerken en Eigenschappen) gebruikt.
Gemaakt ter voorbereiding op verder werk, meestal voor werk door middel van een andere techniek dan tekenen, vooral voor het maken van prenten. Gedetailleerder dan schetsen. Gebruik andere termen, zoals 'schetsontwerpen' of 'ontwerptekeningen' voor tekeningen ter voorbereiding van architectonische bouw.
Studies die een eerste verkenning zijn van een onderwerp. Meer afgewerkt dan 'voorbereidende schetsen' en meer gericht op één deel van een ontwerp dan 'voorlopige ontwerptekeningen'. Gebruik voor architectuur liever 'studies (beeldmateriaal)' of 'detailstudies'.
Grote manden die gebruikt worden om iets in te bewaren. Wordt vooral gebruikt met betrekking tot manden met een deksel en met vierkante of ronde bodem en bovenrand.
Teksten die voorafgaan aan het hoofdwerk, waarin de auteur bijvoorbeeld ingaat op de redenen waarom of de omstandigheden waaronder hij zijn boek heeft geschreven, of waarin iemand anders iets over die auteur schrijft.
Klavechords, waarin elke toets een eigen paar snaren bedienend.
Wordt gebruikt voor bouwwerken in de open lucht, meestal met een voetstuk met trappen, die werden gebouwd voor het onderhouden en vereren van het heilige vuur in de leer van Zarathoestra en soortgelijke godsdiensten.
Gereedschap dat meestal van smeedijzer of gietstaal is gemaakt, vaak een versierd handvat heeft en wordt gebruikt om tegen een stuk vuursteen te slaan om een vonk te produceren. Gebruik 'vuurslagen (vuurwapenonderdelen)' voor vuurslagen die fungeren als sloten op vuurwapens.
Wordt gebruikt voor grondtekeningen op schaal van een W-systeem; hieronder kunnen ook aanverwante kleine aanzichtschetsen vallen. Gebruik 'W-tekeningen' voor andere tekeningen van W-systemen.
Een hoeveelheid goederen, diensten of geld, die wordt beschouwd als een eerlijk en passend equivalent van iets anders.
De relatieve mogelijkheid dat iets zal gebeuren.
Vlakke dissels voor het uithollen van de binnenkanten van velgen of de gebogen delen van het frame van een koets. Kunnen ook worden gebruikt om te hameren.
Voetgangerswegen in de openlucht en soortgelijke fiets- of ruiterpaden, al dan niet verhard, die zijn ontworpen als vaste verbindingsweg tussen twee punten in een landschap. Termen voor overdekte verbindingspaden zijn samengebracht onder "circulatieruimten".
Uitgemetselde ongelede rechtstand onder een Romaanse of gotische boog, al of niet als achtergrond voor een halve zuil. VWB.
Lagen van gekleurd gips in een gietvorm die de nabijheid van het oppervlakte van het afgietsel aangeven, om schade aan het oppervlakte van het afgietsel te voorkomen wanneer de vorm van het gietsel wordt weggehakt.
Sets die bestaan uit een lampetkan en een wastafel, meestal sets die zijn bedoeld om aan tafel de handen te wassen. Ze zijn gemaakt van fijn porselein of pleetzilver.
Mallen die maar één keer kunnen worden gebruikt om afgietsels te maken omdat ze kapotgaan als worden verwijderd.
Bouwwerken met de installatie en de voorzieningen voor het wassen, in de was zetten en oppoetsen van motorvoertuigen.
Verwijst naar de periode die wordt geassocieerd met het tempelterrein van Wat Kukut in de regio Lamphun dat werd gevestigd in de 13de eeuw. De stijl van deze periode is gebaseerd op de bouwkundige kenmerken van de tempel, zoals de twee grote stupa's die waren gemaakt van lateriet en geconstrueerd in de late Dvaravati-stijl: een groot vierkant monument met een hoge basis en vijf vierkante, terugwijkende lagen die worden overdekt door puntige spitsen en versierd met miniatuurstupa's en met nissen waarin zich Boeddhabeelden bevinden in stucwerk en terracotta. In de beeldhouwkunst omvat de artistieke productie uit deze periode een achthoekig gevormd monument dat is gekroond met een kleine, ronde stupa en versierd met panelen die een staand Boeddhabeeld in stucwerk bevatten. Rond het voetstuk van de stupa tonen zittende Boeddhabeelden de handeling van het onderwerpen van Mara.
Materialen of oppervlakken ondoordringbaar maken voor water. Gebruik 'waterafstotend' voor materialen of producten waarvan de buitenzijde water afstoot maar die niet waterbestendig zijn. Gebruik 'hydrofobiciteit' als iets, met name in verband met moleculen, geen of nauwelijks affiniteit met water heeft.
Metselvoegen die beschermd zijn tegen regen en sneeuw door het oppervlak van de steen weg te laten hellen van de muur zodat het water er makkelijk afloopt.
Iets weghalen of ergens vanaf komen.
Gebruikt voor definitieve tekeningen aan de hand waarvan een bouwwerk, voorwerp of kunstwerk wordt gemaakt. Gebruik 'schetsen', 'studies (beeldmateriaal)', 'schetsontwerp' of 'ontwerptekeningen' voor tekeningen gemaakt tijdens het ontwerpen van een werk.
Voorschriften of regels afkomstig van de wetgever die iets bekendmaken, gebieden of verbieden, en die conform de noodzakelijke vormvoorschriften tot stand zijn gekomen. Voor regels met kracht van wet, uitgevaardigd door een overheidsinstantie om de bepalingen van een wet te interpreteren of ten uitvoer te brengen, wordt 'bestuurlijke maatregelen' gebruikt.
Verwijst naar de techniek met behulp waarvan, door het meten van de bewegingen van een wichelroede, de aanwezigheid van water, mineralen, schatten, archeologische overblijfselen en zelfs dode lichamen kunnen worden gevonden. Oorspronkelijk was de wichelroede een y-vormige tak, waarvan de twee vertakkingen draaien en kantelen in de hand van de wichelroedeloper, ter indicatie van de aanwezigheid van het gezochte materiaal. Een alternatief is het gebruik van metalen staven, die enkele centimeters van elkaar parallel worden vastgehouden en naar elkaar toe bewegen. Het is onbekend wat voor soort prikkels deze reacties veroorzaken, maar volgens de meeste wichelroedelopers heeft het niets met waarzeggerij te maken.
Te gebruiken om werken te beschrijven van de gelijknamige, onafhankelijke Afrikaanse stam die leeft in de regio Upper Cross River, iets ten westen van de Cameroon Grassfields in Kameroen.
Te gebruiken voor personen die rijden op rijwielen, zoals fietsen, motorfietsen, driewielers en eenwielers, maar ook vaste trainingsfietsen.
Plaatsen waar men iets wint,voornamelijk delfstoffen.
Ruimten in hedendaagse woningen waarin men gasten ontvangt, leest, televisie kijkt of andere activiteiten bedrijft, doorgaans iets formeler van karakter dan een ‘den’ maar bedoeld voor een breder scala van activiteiten dan een 19de-eeuwse ontvangstzaal.
Diep gevoel van spijt, schuld of verdriet na iets te hebben gedaan wat in moreel opzicht verkeerd is of in een ander opzicht als incorrect wordt beschouwd.
Chinese schildermethode met een vrije manier van schetsen of penseelwerk uit de vrije hand, meestal in inkt.
Slaginstrumenten, in allerlei vormen bestaande uit 2 of meer gestemde toetsen van hout, bamboe of synthetisch materiaal, steunend op 2 vibratiepunten, met klankbodems onder iedere toets afzonderlijk of onder alle toetsen gezamenlijk; bespeeld met stokjes of hamertjes; wereldwijd.
Een zachte baksteen, die wel wordt gebruikt voor het aanbrengen van een gemetselde deklaag omdat deze eenvoudig te snijden of glad te schuren is.
Een grondlaag voor etsen die vet bevat, zodat er geen verharding optreedt.
Wordt gebruikt voor zittingen die over een frame zijn gemaakt en op de rug van een dier worden geplaatst om ruiters te vervoeren. Kan ook worden gebruikt voor soortgelijke maar kleinere zittingen op voertuigen, zoals fietsen.
Woolen blankets put between a saddle and a horse's back when riding.
Zadeltassen van leer of stof, die aan een kant van een zadel hangen of over de rug van het paard achter het zadel gelegd worden en meestal onderdeel van een paar zijn, verbonden door een band of een riem. Tevens soortgelijke tassen die aan weerskanten van het achterwiel van een fiets, motorfiets en dergelijke hangen.
Kleine of iets grotere tassen, vooral om kleine voorwerpen of kleine hoeveelheden in op te bergen, vaak met een sluitkoord, een flap of ander sluitmechanisme.
Sterk papier dat is bedekt met schuurmateriaal, zoals siliciumdioxyde, granaatsteen, siliciumcarbide of aluminiumoxyde. Wordt gebruikt om iets glad te maken of te schuren. Vlaamse benaming.
Hout van de boom behorende tot het genus Casearia praecox, inheems in West-Indië, Venezuela en Colombia. De kleur van het hout varieert van citroengeel tot bijna wit, met weinig of geen verschil tussen spint- en kernhout. Het wordt gebruikt voor het maken van schietspoelen, spillen, pianotoetsen en wiskundige instrumenten. het wordt vaak zwart gekleurd om op op ebbenhout te lijken.
Houders voor een stuk zeep; in verschillende vormen, maar rond en geperforeerd voor een bal geparfumeerde zeep. Kunnen deel uitmaken van een toiletstel. Gebruik 'zeepbakjes' voor open houders waar een stuk zeep in kan, vast bevestigd in keuken, toilet of badkamer. Gebruik 'zeepdozen' ook voor elke doos waar zeep in bewaard of verplaatst wordt.
Bij het handmatig zetten, de fouten die in het gedrukte resultaat verschijnen als gevolg van het verkeerd sorteren van het zetsel in de zetkast. Typische voorbeelden van zetfouten zijn letters van een verkeerd formaat of lettertype, of spelfouten.
Snaarinstrumenten, in allerlei vormen, bestaande uit een lange stok of stang met een knop aan beide uiteinden waarvan de snaren zijn bevestigd, 3 frets, een U-vormige kam, 1 of 2 klankbodems van een halve kalebas aan één uiteinde; bespeeld door strijken, tokkelen en slaan van de snaren; verschillende gebieden in Afrika.
Verwijst naar het werk van een school van kunstenaars die is opgericht door Wu Wei (1465-1508). De stijl kenmerkt zich door vluchtig geschetste composities met losse en krachtige penseelstroken.
Zichtbare voegen op het oppervlak van een gemetselde muur.
Wordt gebruikt voor de oppervlakken van objecten die geen voorkanten, achterkanten, bovenkanten of onderkanten zijn. Als bijvoeglijk naamwoord dat de plaats van iets aan of bij de zijkant van iets beschrijft, wordt 'zij' (Kenmerken en Eigenschappen) gebruikt.
Kan algemeen worden gebruikt voor procédés voor het prepareren van een drukvlak op een zinkplaat, hetzij voor lithografie, hetzij geëtst voor boekdruk. Gebruik waar mogelijk twee uitdrukkingen: de term voor het specifieke procédé, zoals 'lithografie' gecombineerd met 'zink' en dat aangevuld met 'drukplaten'.
Zakken met een specifieke vorm, gebruikt voor het opslaan van zout, graan of iets dergelijks; wordt vooral gebruikt voor geweven zakken die door nomaden worden gebruikt.
Verwijst naar een Chinese dynastieke stijl en periode tussen 479 en 502. Deze dynastie, een van de opvolgers van de Jin-dynastie, wist haar machtspositie niet lang vast te houden. Keizer Gaodi (heerste van 479-483) bracht een grote verzameling kunstwerken bijeen. Een belangrijke kunstenaar uit deze periode was Xie He, die als portretschilder aan het hof van Nanjing werkte; hij was de invloedrijke schrijver van de oudste nog bestaande Chinese verhandeling over de theorie van de schilderkunst. In de grotten rond de Qixia-tempel op de berg She, 20 kilometer ten oosten van Nanjing, bevinden zich boeddhistische beeldhouwwerken uit de Zuidelijke Qi-periode.
Stroken geweven materiaal die worden gebruikt voor het beschermen, bedekken of vastzetten van gekwetste lichaamsdelen.
Stijf, taai hout van de soort Nyssa sylvatica, groeit van New Hampshire tot Texas in de Verenigde Staten. Het is moeilijk te splijten. Wit tot geelachtig van kleur, wordt gebruikt voor hamers, meubels, flessen, pallets, manden, dozen, fineer, vaten, en brandhout.
Stokje of stukje hennepstengel waarvan de uiteinden in zwavel gedoopt zijn, vroeger dienende om er iets mee aan te steken, later is de functie door lucifers overgenomen.
Bedden die vanaf ongeveer 1930 in Scandinavië werden gebouwd. Ze bestaan uit een eenvoudige, ondiepe kist waar een matras in ligt op een iets verzonken frame.
Mechanismen die in een aantal toetsinstrumenten zijn ingebouwd, zoals orgels en klavecimbels, om het volume van een toon te variëren.