Bakken, bakken, bakken.. bij KSART krijgt u de "taste of art" te pakken!
Welkom, voordat u kunt inloggen zet uw cookie instelling aan.
Nieuwe kunstvorm gevonden? Voeg nu een nieuwe kunstvorm toe!
Het vermogen te veranderen of te worden veranderd teneinde zich aan te passen aan nieuwe omstandigheden of te functioneren in een nieuwe rol of hoedanigheid.
Hulpmiddelen gebruikt in de luchtvaart om visueel de richting aan te geven naar landings- en startbanen.
Begrip dat verwijst naar het zich nabij of op dezelfde plaats als een persoon of voorwerp bevinden.
Kleine vorken met lange tanden die speciaal zijn ontworpen om door een aardbei te steken, die in suiker of room te dippen en het naar de mond te brengen.
Genus van ongeveer 20 soorten laaggroeiende, bloeiende fruitplanten die afkomstig zijn uit de gematigde gebieden op het noordelijk halfrond, maar die tegenwoordig ook op het zuidelijk halfrond op grote schaal worden gekweekt. De planten hebben een vezelig wortelstelsel waaruit boven de grond wortelbladeren groeien. De bladeren zijn samengesteld, met drie harige en gezaagde blaadjes. De bloemen zijn gewoonlijk wit en in uitzonderlijke gevallen roodachtig. Ze vormen kleine trosjes op de dunne stengels die, net als de stengels die over de grond kruipen, uit de oksels van de bladeren komen. De vrucht is geen echte bes, maar een vlezige, eetbare houder van zeer kleine zaadjes.
Elke soort vrucht van het genus Fragaria. De vrucht heeft een zakvormige vruchtbodem, is scharlaken tot geelachtig van kleur, vol met sappig zuur vruchtvlees en bezaaid met kleine gele zaadachtige dopvruchten. De wilde aardbei of bosaardbei is kleiner dan gecultiveerde soorten.
Ondiepe, ronde dessertbordjes, meestal gemaakt van zilver en met een gecanneleerde, opengewerkte of geschulpte rand.
Bronnen die worden gebruikt voor rituele reiniging, meestal geassocieerd met religieuze gebouwen.
Het werkelijke waterdampgehalte in een gegeven luchtvolume.
Verstandelijk vermogen dat duidelijk onder het gemiddelde ligt en als belemmering wordt gezien bij aanpassing aan de maatschappij. Wordt meestal duidelijk op jonge leeftijd, voor de volwassenheid.
Een legering bestaande uit ongeveer 70% koper, 1% tin en voor het overige zink.
Houten of metalen reien die worden gebruikt om pas aangebracht beton af te schrapen of af te vlakken. Worden gebruikt bij metselwerk.
Voorwerpen met rechte kanten die worden gebruikt om bij pleisterwerk hoeken te vormen en af te bakenen.
Verwijst naar een rond of ovalen medaillon van was met het teken van de Agnus Dei: het symbool van Christus in de vorm van een lam dat een kruis draagt en een stralenkrans rond de kop heeft. De afbeelding werd in een klein stukje was gedrukt, waarna de paus het medaillon zegende. De was kan afkomstig zijn van gebruikte paaskaarsen en wordt dan op de donderdag na Pasen gezegend door de paus. Gewoonlijk staan op de achterkant afbeeldingen van heiligen of de naam en de wapens van de paus. Agnus Dei's draagt men aan een ketting rond de nek of worden als heilige objecten bewaard. Door de zegening van de medaillons beschouwt men ze als ���sacramentaliën', zoals wijwater en gezegende palmen.
Bekers op voet, vaak met een driepasvormige voet, een gegoten balustervormige stam en een gedreven cuppa. Zo genoemd vanwege de gelijkenis met de bloem van de akelei.
De eigenschappen van geluid, vooral de geluidseigenschappen van gebouwde omgevingen, materialen en geluidsapparaten, zoals echo en absorptie.
Hout van de boom behorende tot de soort Quercus infectoria, inheems in het Nabije Oosten.
Een pH-waarde hebbend die hoger is dan 7 of de eigenschappen hebbend van een alkali.
Hout van de boom behorende tot het genus Quercus borealis, inheems in Oost-Canada en de Verenigde Staten. De kleuren variëren van roze tot vaal roodachtig bruin. Het wordt minder gewaardeerd dan de witte variant, is poreus en heeft de neiging krom te trekken en te splijten. Het wordt gebruikt voor vloeren, schrijnwerk en fineer.
Hout van de boom behorende tot het genus Quercus lyrata, inheems in de Amerikaanse staten New Jersey en Texas. Het hout wordt gebruikt voor de vervaardiging van vloeren en meubels en voor zware constructies.
De studie van scheikundige reacties en eigenschappen van alle elementen en hun verbindingen, met uitzondering van koolwaterstoffen; omvat gewoonlijk echter wel koolstofmetalen, kooloxiden, metaalcarbonaten, koolstof-zwavelverbindingen en koolstof-stikstofverbindingen.
Voorwerpen uit vroegere periodes. De term werd traditioneel voornamelijk gebruikt voor werken van beeldende en toegepaste kunst en meubels, maar wordt momenteel gebruikt voor elk type door de mens vervaardigd object van een voorbij tijdperk.
Sociaal, politiek en economisch systeem van rassenscheiding dat rechten aan klassen van mensen toekent op basis van hun ras; superioriteit wordt toegekend aan mensen van blanke Europese afkomst, en wetten worden uitgevaardigd die de politieke deelneming en economische vooruitgang van Afrikanen, Aziaten en van andere, gemengde, rassen belemmeren.
Menselijke activiteit die de goederen voortbrengt of de diensten verzorgt die in een economie worden gevraagd. Gebruik ‘arbeiders’ voor de mensen die arbeid verrichten.
Klasse van personen die in loondienst zijn, vaak voor handenarbeid.
Ronde platte petten met lage platte hoedenbollen, vroeger gedragen door de inwoners van Londen, Engeland.
De studie van menselijke fysiologische en psychologische capaciteiten, beperkingen en behoeften in relatie tot de menselijke omgeving, in het bijzonder de werkplek, en de toepassing van deze kennis op het ontwerpen en creëren van de ruimten, voorwerpen en systemen die door mensen worden gebruikt.
De mate waarin werknemers bereid zijn zich van de ene plaats naar de andere te verplaatsen of te veranderen van baan of beroep.
De personen die in een economie arbeid verrichten. Gebruik ‘arbeid’ voor de menselijke activiteit waardoor de goederen worden geproduceerd of diensten geleverd waarnaar in een economie vraag is.
Personen die bouwwerken ontwerpen en in dienstbetrekking bij de overheid werken; zij zijn over het algemeen gespecialiseerd in het ontwerpen van gebouwen waarin een overheidsorgaan of -dienst is gehuisvest.
Algemeen te gebruiken om dingen te beschrijven, zoals papier of passe-partoutkarton, of verwerkingsprocessen waarvan wordt verwacht dat ze ervoor zorgen dat artikelen voor langere tijd kunnen worden bewaard zonder kwaliteitsverlies.
Artilleriemunitie waarbij de huls met het ontstekingsmiddel en de aandrijflading niet is vastgemaakt aan het projectiel; de twee delen worden bij het laden in elkaar gezet om een eenheid te vormen.
Leer die het bestaan van God of enige andere godheid ontkent.
Beschrijft werken die zijn vervaardigd door de bewoners van het eiland Austral. Lichaamsdecoraties waren zeer populair onder de bevolking van de Austral eilanden, met name schelpensieraden, halskettingen, grasrokjes, oorringen en borstornamenten van pareloesterschelpen in combinatie met een streng van menselijk haar. Ook vervaardigden ze zeer verfijnde beeldhouwwerken en kunstzinnig beeldsnijwerk.
Het echt en origineel zijn.
Wordt gebruikt voor speelterreinen waar kinderen, onder toezicht, met door hen zelf van losse, op het terrein aanwezige speelmaterialen, zoals houten kratten, rubber banden en touwen, gemaakte toestellen kunnen spelen.
Verwijst naar de stijl en cultuur van het moderne Azerbeidzjan.
Jurken met een verkort lijfje dat de schouders, armen en rug vrijhoudt.
Hittebestendige vaten voornamelijk bedoeld voor gebruik in de oven.
Dunne latjes, vroeger gemaakt van been maar tegenwoordig meestal van plastic of metaal, die worden gebruikt om verscheidene delen van een kostuum te verstevigen, zoals korsetten, lijfjes zonder schouderbandjes en kragen van overhemden.
Een hoornachtige substantie die in de mond van walvissen groeit.
Beitels voor het gebruik in een draaibank.
Verwijst naar de stijl die is geïnspireerd op de bouw van de tempel van Banteay Srei in het midden van de 10de eeuw en deels de wederopleving weerspiegelt van de beeldhouwstijlen van de 7de en 8ste eeuw, vóór het Angkor-tijdperk. De tempel is van roze zandsteen, versierd met kleinschalige, gedetailleerde, edelsteenachtige reliëfs, timpaanreliëfs met grote en kleine godheden te midden van een rijk gebladerte, geraffineerde verhalende reliëfpanelen waarin Shiva, Visjnoe en Krishna worden afgebeeld op verschillende niveaus, en muurschilderingen. Gebeeldhouwde figuren hebben een slanker lichaam, natuurlijkere verhoudingen, smallere hoofden, een jeugdigere uitstraling, en kleding zonder smalle verticale plooien die strak om het lichaam valt.
Term die voorheen werd gebruikt voor verschillende bedovertrekken, voornamelijk wanneer ze van katoen of van wol zijn geweven; vanaf het midden van de 19e eeuw werd de term doorgaans vervangen door 'spreien'.
Wordt gebruikt voor doorgaans historische open ruimten, gebouwen of andere bouwwerken die worden bedreigd met sloop of waar nieuwbouwprojecten zijn gepland.
Het afsluiten of beëindigen een bezigheid, programma of arbeidsplaats. Gebruik 'functioneel ontslaan' voor het ontslag aanzeggen van een werknemer.
Te gebruiken voor verwijzing naar fotografische en elektronische beelden, meestal met betrekking tot de duidelijkheid van details en vaak in verband met de mate van beeldresolutie.
Ceremonies in verband met het begraven of cremeren van het lichaam van een overledene.
Stilhangende klok met een dikke wand die deel uitmaakt van een carillon (beiaard).
Variërende kleur, meestal een licht grijsgeel bruin, verwijst oorspronkelijk naar de kleur van ongebleekte wol.
Textiel dat is vervaardigd uit ongeverfde wol en dat bijzonder zacht en licht is, met een sierlijke plooival; werd vroeger veelvuldig toegepast bij dameskleding voor overdag. Aanvankelijk werd alleen de natuurlijke kleur gebruikt, maar later werd de stof ook in allerlei kleuren geverfd.
Effect hebben op de handelingen, het gedrag, de opinies of het werk van anderen, mogelijk onbewust. Gebruik 'invloed' voor het effect van een persoon of zijn werk op het creatieve denken of werk van anderen.
Metalen handgereedschap met aan één kant een snijkant, meestal samen met een hamer of houten hamer gebruikt. Wordt gebruikt voor behakken, vormen of bewerken van hout, steen of metaal.
Beitels met een dille, waar een hecht in kan worden gezet.
Gereedschap van steenhouwers dat een rechte snijkant heeft en wordt gebruikt om ruwe vlakken glad te maken.
Geleider gebruikt bij het beitelen met een boormachine. De beitelgeleider voorkomt het meedraaien van de beitel.
Een oplossing of dispersie van een kleurstof in een medium waardoor het materiaal zoals hout kan binnendringen, maar geen beschermend laagje kan vormen; ook een reagens die in de microscopie wordt gebruikt om minuscule structuren zichtbaar te maken.
Verguldingstechniek waarbij bladmetaal met een olie of een laagje goudlijm wordt bedekt in plaats van met water, waardoor een doffe glans ontstaat.
Verwijst naar een Chinese neolithische periode van circa 5400 tot circa 2400 v. Chr. Het centrum van de cultuur bevond zich aan de oostkust van China. De Beixan-cultuur heeft een aantal kenmerken gemeen met de Yangshao-cultuur.
Wordt gebruikt voor dagcentra voor oudere ambulante volwassenen, waar cursussen en ongeleide activiteiten en programma's worden aangeboden, maar geen medische diensten.
Bergères met een vlakke rugleuning. Te onderscheiden van bergères met een holle rugleuning die 'bergères en cabriolet' worden genoemd.
Opleiding of bijscholing bedoeld om personen voor te bereiden op betaald werk in bestaande of nieuwe, opkomende beroepen, hen te helpen bij het maken van beroepskeuzes en om hen die al binnen een bepaald vakgebied werken, een hogere scholing of bijscholing te geven. Het omvat zowel middelbare als hogere opleidingen, openbaar of particulier, en houdt meestal zowel klassikaal werk als veldwerk in.
Het bijwerken of afsnijden van de randen van gouden of zilveren munten om wat van het kostbare metaal te pikken.
Een ondergrond geheel of gedeeltelijk bedekken met een vloeistof, met schuim of soms met stof met behulp van een spuitbus.
Te gebruiken voor het veilig zijn voor schade zoals diefstal of vandalisme en de voorzorgsmaatregelen die hiervoor worden getroffen.
Wordt gebruikt voor bouwsystemen die een pand beveiligen of beschermen tegen ongewenste indringers.
De verhouding van een aantal individuen tot een gegeven eenheid van het gebied waarin zij wonen.
Een toename van het totaal aantal individuen van een bepaalde soort of andere organismeklasse in een bepaald gebied.
Zij die werkzaam zijn op het gebied van de bezigheidstherapie.
Therapie die vormen van werk of creative bezigheden hanteert als medische of psychiatrische behandelingsmethoden.
Bibliothecarissen die informatiediensten verzorgen in overheidsorganisaties en takken van de overheid.
Satirische naam die werd gebruikt om een Centraal-Europese kunststijl aan te duiden die voorkwam van de jaren 20 tot 50 van de 19de eeuw. De stijl werd vooral geassocieerd met de smaak van de burgerklasse en kenmerkt zich door eenvoudige, bescheiden vormen en sentimentele weergaven van de mens en de natuur.
De uitstekende uiteinden van touwen, bandjes of linten waarop een boek is vastgenaaid, die worden gebruikt om de platten of de band aan het tekstblok te bevestigen.
Seksualiteit die wordt gekenmerkt door romantische gevoelens of seksueel verlangen naar beide geslachten.
Leisteen die speculite en grafiet bevat, waardoor het een blauwzwarte kleur krijgt.
Middelgrote, snel groeiende eik die voorkomt op rotsachtige hellingen van heuvels en zanderige heuvelruggen in het oosten en middenwesten van de Verenigde Staten. De boom heeft een zwarte of donkerbruine schors. Incidenteel wordt de boom gebruikt voor timmerhout, maar het belangrijkste product is een gele kleurstof die men uit de schors wint.
Metalen kabels of stangen die van het hoogste punt van een dak naar de grond lopen en die dankzij deze directe verbinding met de grond het gebouw beschermen tegen blikseminslag,
Gedeeltelijk of volledig verlies van het gezichtsvermogen.
Diverse grove steenbeitels met brede kanten.
De afwezigheid van kleding, waarbij wordt geïmpliceerd dat de weggenomen kleding een gevoel van schaamte tot gevolg heeft, of waarbij het afbeelden van het bloot is bedoeld om gevoelens van schaamte of wellust op te roepen bij de toeschouwer.
Planten met kruipende of lage begroeiing die de aarde bedekken, waardoor onkruid niet kan opkomen. In tuinarchitectuur veel gebruikt in plaats van gras.
Wordt gebruikt voor wigvormige platen die aan de benedenrand van een hellend dak worden bevestigd om de onderste rij dakpannen of -leien enigszins op te hogen opdat die rij dezelfde schuinte krijgt als de rijen daarboven.
Voorwerpen, zoals ringen, kettingen of ander sluitwerk, meestal van ijzer of een ander metaal, die aan de polsen of enkels worden vastgemaakt om iemand in zijn bewegingsvrijheid te beperken.
Een handboeivormig tapijtmotief, waarbij elke handboei wordt afgebeeld als een driehoek met een smalle band tussen de twee schuine zijden. In sommige gevallen wordt de 'handboei' omgeven door een ruit, die getrapt kan zijn.
Elk niet-hardend of langzaam hardend vervormbaar materiaal dat wordt gebruikt voor het maken van beeldhouwwerken of een andere vorm, behalve terracotta of andere puur natuurlijke klei en materialen in poedervorm waar water aan moet worden toegevoegd.
Het vermogen van een structuur om de beoogde positie en stand te behouden.
Plekken waar gebouwd wordt, waarbij het met name gebouwen betreft.
Algemeen te gebruiken voor het vermogen verbranding te ondersteunen of een grote capaciteit tot verbranding te hebben.
Beveiligingssystemen die beveiliging bieden voor bouw- en uitgangsvoorzieningen door het gebruik van brandalarmen, brandwaarnemings- en brandblusapparaten om het risico en de uitbreiding van vuur te verkleinen.
Grote fermoorbeitels die met de handen en schouder worden geduwd in plaats van geslagen.
De eigenschap om gemakkelijk gebroken, verbrijzeld of beschadigd te kunnen worden.
Gereedschap dat wordt gebruikt om rotsen stuk te breken.
Deze kunstvorm heeft momenteel nog geen definitie beschikbaar.
Implements fastened to a belt or waistband, used for supporting the stationary knitting needle while knitting; usually made of wood or ivory and often carved.
Verwijst naar handwerken of materialen die worden gemaakt door het verbinden van lussen in een lang of doorlopend eind garen of draad met behulp van twee naalden; met verschillende soorten lussen of steken worden patronen of ontwerpen gemaakt. Sommige breiwerkvormen worden gemaakt met ronde naalden of meer dan twee naalden. Lussen in de lengterichting worden ribbels genoemd; lussen overdwars worden #courses genoemd. Breiwerk wordt meestal verwerkt tot kleding, spreien, kleden of andere huishoudelijke artikelen. De term kan ook verwijzen naar gebreide stoffen die met de hand of machinaal zijn gemaakt van onderling verbonden reeksen lussen van een of meer garens, waarbij elke rij in de voorgaande rij haakt.
Vaste of beweegbare middelen, zoals jaloezieën, die zijn ontworpen om de directe inval van zonnestralen in gebouwen te blokkeren. DAC2
Plantenkassen waarin planten buiten het seizoen worden gekweekt met verwarming, voornamelijk ten behoeve van de markt.
Fenomeen waarbij de oppervlakte en de onderste lagen van de dampkring van een planeet blijvend een relatief hoge temperatuur hebben, omdat de dampkring meer zichtbare straling van de zon doorlaat dan infrarode straling van de planeet. Het wordt zo genoemd omdat de dampkring van de aarde enigszins is te vergelijken met het glas van een broeikas, dat licht binnenlaat maar geen warmte laat ontsnappen. De term wordt vaak gebruikt om specifiek te verwijzen naar de toegenomen omvang van dit effect in de moderne tijd, in samenhang met de opwarming van de aarde: gassen die vrijkomen na de verbranding van fossiele brandstoffen en andere bronnen - zoals waterdamp, koolstofdioxide, methaan en chloorfluorkoolstofverbindingen - absorberen infrarode straling, waardoor de vrijgekomen energie de aarde niet kan verlaten. Dit leidt tot een verhoging van de gemiddelde oppervlaktetemperatuur op aarde.
Gassen die bijdragen aan het broeikaseffect, zoals waterdamp, koolstofdioxide (CO2), methaan (CH4), ozon (O3), lachgas (N2O), fluorkoolwaterstoffen (HFK's), gehalogeneerde fluorkoolstoffen (HCFK's) en perfluorkoolstoffen (PFK's).
De eigenschap hard en onbuigzaam te zijn met weinig rekkracht, en gemakkelijk te breken met een betrekkelijk glad breukvlak.
De eigenschap gemakkelijk verkruimeld of verpoederd te kunnen worden.
Ceremonies waar een graad of diploma wordt verleend door een onderwijsinstelling.
Onverwachte, rampzalige gebeurtenissen die grote materiële schade, verlies of angst veroorzaken.
Speelgoed waarbij twee of meer spiegels aan één eind van een buis een steeds veranderend symmetrisch patroon creëren wanneer de buis rond wordt gedraaid, door stukjes glas of metaal binnenin de buis of andere objecten buiten de buis te reflecteren.
Wordt gebruikt voor plafonds, meestal in het dak van een gebouw, die worden gekenmerkt door schuine zijden en een plat middenstuk.
Canapés met een rugleuning die licht naar voren en beneden buigt zodat aan het eind de armleuningen worden gevormd.
Een resultaat van oppervlaktespanning waardoor het deel van het oppervlak een vloeistof dat in contact komt met een massief lichaam stijgt of daalt, afhankelijk van de hechtende of bindende eigenschappen van de vloeistof.
Te onderscheiden van 'stacaravanterreinen' doordat ze alleen worden gebruikt als tijdelijke staplaats voor caravans, vouwcaravans, campers en dergelijke voor recreatie doeleinden.
De belangrijkste melkproteïne, die voornamelijk wordt gebruikt als een lijm- of pigmentbinder; het bezinkt na verzuring uit taptemelk.
Een koudbewerkte, waterbestendige pasta gemaakt van caseïne door dispersie met een milde base zoals ammonia.
Genus van ongeveer twintig soorten grote bomen die voorkomen in de tropische gebieden van Mexico, Midden-Amerika, Zuid-Amerika, de Bahama's, Belize, het Caraïbische gebied, West-Afrika en Zuidoost-Azië. Voorheen werd dit genus ondergebracht in de nu niet meer gebruikte familie Bombacaceae, maar tegenwoordig deelt men het in bij de familie Malvales, onderfamilie Bombacoideae.
Gestoffeerde stoelen met een vlakke rug. Te onderscheiden van de zogenoemde 'chaises en cabriolet', die een holle rugleuning hebben.
Eigenschappen met betrekking tot de scheikundige samenstelling van een materiaal of een levend lichaam.
Beddenspreien, doorgaans in witte katoen, met opgehoogde decoratie, vervaardigd in bouclé of naaldwerk met een zware draad die op het katoen van een kaarsenpit lijkt.
Een Jodo-school gesticht door Bencho, een leerling van Honen die Zendoji bouwde als centrum voor nembutsu-oefening in zijn woonplaats Kyushu. Er bestaan veel subsekten van Chinzei, waarvan Shirahata-ryu de sterkste nog bestaande groepering is. Het centrum staat in Chion-in maar ook Zojoji in Tokio is van speciaal belang.
Verwijst naar werken die zijn vervaardigd door de bewoners van de Chuuk-eilanden. Het Chuuk-volk versierde zijn houten kommen en de boeg en achtersteven van kano's met gestileerde zeevogel- en vissenmotieven.
Groep lettertypen ontstaan in Frankrijk in 1698, die onder meer gekenmerkt worden door verticaal accent, het sterke contrast tussen dikke en dunne pennestreken en losse schreven.
Leden van een familie die haring, elft, sardines, menhadens en hilsa omvat.
Wordt gebruikt voor complexen die zijn ontworpen als verenigde terreinen met verschillende soorten gebouwen, gemeenschappelijke open ruimten en waar de toename van de bevolkingsdichtheid wordt beheerst, in tegenstelling tot kavel-voor-kavel planning.
Bedongen overeenkomsten over de lonen en de arbeidsvoorwaarden, die zijn gesloten tussen groepen, meestal in een vakbond georganiseerde werknemers enerzijds, en een of meer werkgevers of ondernemingen anderzijds.
Plafonds die zijn verdeeld in compartimenten of panelen, van elkaar gescheiden door lijstwerk of ribben, vooral die waarbij de compartimenten of panelen niet allemaal uniform rechthoekig zijn.
Het hebben van vele ingewikkelde of met elkaar in verband gebrachte delen.
Eigenschap waardoor een afname van volume het gevolg is wanneer er een druk van buitenaf wordt toegepast.
Verwijst naar het concept dat een kunstwerk moet worden ervaren met inbegrip van de bijbehorende context of achtergrond en dat deze kennis leidt tot een diepere waardering en een beter begrip van het kunstwerk. Contextualiteit houdt in dat niet alleen literatuur, die gewoonlijk in context wordt gewaardeerd, maar ook de andere kunsten, waaronder abstracte muziek en schilderkunst, op deze manier moeten worden ervaren. Het tegengestelde concept van contextualiteit is isolationisme.
Beschrijft werken die zijn vervaardigd door de bewoners van de Cookeilanden. De bevolking van de Cookeilanden staat bekend om hun houtsnijwerk en beeldhouwwerken, die hoofdzakelijk werden gebruikt tijdens traditionele religieuze ceremonies. De heilige aard van de objecten stimuleerde de houtsnijder om de duurzaamheid ervan te vergroten, zodat ze ook aan latere generaties konden worden doorgegeven.
De verspreiding van culturele kenmerken en instellingen van één menselijke samenleving, gemeenschap of generatie naar een andere via contacten en interactie.
Kleine huishoudelijke objecten die men als curiositeiten of rariteiten beschouwt, met name als ze uit China, Japan en andere landen in het Verre Oosten afkomstig zijn.
Familie waartoe enkele soorten kleine in zee levende buikpotigen behoren.
Te gebruiken voor kleine open zeilboten zonder of met zeer beperkt verblijf, ontworpen voor overdag zeilen, hoewel velen ook als klasseboot worden gebruikt om te racen.
Een harde, inferieure, verbrokkelende of schilferige sedimentair gesteente wat verweerd met een oneffen onregelmatig oppervlakte, zoals het leiachtige zandsteen of kalksteen; voornamelijk gebruikt als bouwsteen. Gebruik voor daklei als bouw materiaal: daklei (dakbedekking)
Een dun, vaak rechthoekig, stuk van bepaalde soorten lei of ander gesteente welke makkelijk in dunne platen gespleten worden en kunnen worden gebruikt als dakbedekking.
Het ontbreken van onderdak of een permanente behuizing.
Middelgrote eik die 20 meter hoog kan worden en voornamelijk inheems is in het Midden-Westen en het zuiden van de Verenigde Staten. Gewoonlijk groeit deze boom op hoger gelegen gebieden met een goede afwatering, maar soms ook op lagere stukken land langs rivieren. De bladeren hebben dezelfde vorm als laurierbladeren. De vrucht is een eikel die een belangrijke voedselbron is voor eekhoorns en vogels. Van het hout maakt men dakspanen.
Hout van de soort Quercus imbricaria dat voornamelijk wordt gebruikt voor het maken van shingles en gepotdekselde gevelbeplating van huizen.
Oude Perzische gouden munten, mogelijk in circulatie gebracht door Darius l aan het eind van de 6e eeuw v.C. en gebruikt tot aan het begin van de 4e eeuw v.C.
Een vroege zwartfigurige vorm van gedrongen lekythoi met een eivormige buik.
Verwijst meestal naar de ideeën van een heterogene religieuze beweging uit de late 17de en de 18de eeuw die voornamelijk in Groot-Brittannië bloeide. Het deïsme werd ook erg populair in het 18de-eeuwse Duitsland. De beweging hield zich bezig met de verdediging van de rationaliteit van de religie en het geloof in God tegenover het, vooral als gevolg van de wetten van Newton, toenemende scepticisme. Volgens de deïstische schrijvers bestaat er een opperwezen dat de schepping is begonnen en daardoor de basis van de werkelijkheid vormt, maar dat niet ingrijpt in de wereld en haar natuurwetten (dat wil zeggen: geen gebeden verhoort of wonderen verricht). Desondanks stelt het deïsme dat religie een natuurlijk aspect van de mensheid is en legt het de nadruk op natuurlijke godsdienst in tegenstelling tot geopenbaarde godsdiensten of de leer van kerken. Natuurlijke godsdienst komt voort uit een zekere hoeveelheid religieuze kennis die iedereen is aangeboren of die kan worden verworven door middel van de rede. Tot de belangrijke deïstische geschriften behoort 'Christianity as Old as the Creation' (1730) van Matthew Tindal, dat wel de 'deïstische Bijbel' wordt genoemd. Andere belangrijke Engelse deïsten waren Lord Herbert of Cherbury en Anthony Ashley Cooper.
De verdeling van iets per oppervlakte-eenheid, bijvoorbeeld de maat van de massa van een stof per volume-eenheid of de hoeveelheid wooneenheden per km2 oppervlak.
Eigenschappen met betrekking tot, of gelijkend op diëlektrische eigenschappen, stoffen zoals lucht, keramiek of was, die als elektrische isolator fungeren en een elektrisch veld kunnen vasthouden.
Computersoftwaretechniek voor het maken van virtuele modellen van driedimensionaal terrein.
Stukken opgesteld of ontvangen door een overheidsinstantie van een nationale staat die worden bijgehouden bij het bedrijven van staatszaken.
Delen van landgoederen die door de eigenaar voor persoonlijk gebruik worden aangewend of land dat wordt gebruikt door bedienden van een landheer, dat niet aan pachters is overgedragen noch door hen wordt bewerkt.
Locaties op het internet of een ander netwerk die subdomeinen kunnen bevatten en die met een uniek adres worden aangeduid. Een domein wordt onderhouden door een individu of organisatie. Een 'domeinnaam' is dat deel van het domeinadres dat fungeert als specificatie van de naam, met inbegrip van alle delen van die naam, die met het domein is verbonden. Een 'domeinnaamserver' of DNS is de computer die de programma's en bestanden bevat waaruit het domein is opgebouwd.
De mate waarin gassen, vloeistoffen of wortels van planten een grondlaag binnendringen of doorboren.
De eigenschap of toestand van een stof of voorwerp om licht door te laten maar zonder duidelijk zicht toe te staan.
De eigenschap of toestand van een stof of voorwerp om onbelemmerd licht door te laten, waardoor dingen die erachter liggen volledig zichtbaar zijn.
Gereedschap met aan beide kanten een geronde schuine kant, waarbij het snijvlak vierkant of schuin is. Worden gebruikt om hout op een draaibank af te schaven of glad te maken.
Te gebruiken voor vaartuigen met een bovenbouw die bestaat uit een achterschip of kampanje, brug of middenkasteel en een voorkasteel; over het algemeen gebruikt als vrachtschepen.
Sanitair dat bestaat uit een waterstraal en vaak een ondiep bassin en dat ontworpen is om drinkwater te verschaffen voor menselijk gebruik.
De toestand of omstandigheid van een laag vochtgehalte.
Pijpen die water van een hoofdsluis naar een waterrad leiden; ook pijpleidingen voor het overbrengen van water naar een elektriciteitscentrale.
Te gebruiken voor passagiersspoorrijtuigen met ruimten met zitplaatsen op twee verdiepingen, waarbij de bovenste ruimte al of niet de gehele lengte van de wagon in beslag kan nemen.
Tapisserietechniek waarbij de inslagdraden van twee aangrenzende vlakken worden verbonden rond één scheringdraad, of, wat gebruikelijker is, tussen twee aan elkaar grenzende vlakken met een enkele of dubbele verbinding.
Omstandigheid dat iets op twee of meer manieren kan worden begrepen, bijvoorbeeld in verschillende maatschappelijke of historische contexten, of gelijktijdig naar twee of meer zaken verwijst.
Voorouderschermen van het Kalibaravolk in Nigeria, over het algemeen bestaande uit een reeks bamboelatten in een houten raam, versierd met houtsnij- en schilderwerk. Aan het scherm is een afbeelding vastgebonden van de voorouder voor wie het scherm is gemaakt, vergezeld van twee figuren die bedienden voorstellen. Samen met een altaar voor het ontvangen van plengoffers vormt het scherm een schrijn voor de voorouder. De term betekent letterlijk ‘voorhoofden van de doden’.
Het vermogen van een materiaal of voorwerp mechanische slijtage of verval te weerstaan en langdurig mee te gaan. Gebruik 'onvergankelijkheid' met betrekking tot langdurige situaties of tot niet-mechanische eigenschappen die voor een onbepaalde tijd bestaan zonder noemenswaardige verandering.
Een methode voor het opsporen van voorwerpen onder water door het registreren van de sonische en ultrasonische golven die door het voorwerp worden teruggekaatst.
Akten die de wettelijke scheiding tussen man en vrouw vastleggen, door rechterlijk vonnis van kracht geworden. Zij kunnen het huwelijk volledig ontbinden, of schorten de werking op voor zover het de samenwoning van partijen betreft.
Het één of volledig lijken te zijn.
Boom of struik die inheems is in Europa Noordwest-Afrika en het westen van Azië. Wordt op grote schaal gebruikt voor heggen. De soort draagt witte, rode of roze bloesems. De vrucht is een kleine ronde donkerrode bes.
Hout van de soort Crataegus monogyna.
Verwijst naar de stijlen en culturen van Griekenland en Klein-Azië die zich ontwikkelden op de eilanden in en het vasteland rondom de Egeïsche Zee, die ligt tussen Griekenland en Turkije.
Bijna ronde voortplantingscellen die worden voortgebracht door de vrouwtjes van bepaalde dieren, zoals vogels en de meeste reptielen; ze bestaan uit een ovum en het omhulsel van kiemwit, gelei, vliezen of eierschaal.
Lijstwerken die zijn versierd met afwisselend ei- en pijlvormige ornamenten.
Tempera waarbij het hele ei wordt gebruikt, met toegevoegde oliën of harsen; heeft de eigenschappen van zowel eitempera als olieverf.
Dekbedden gevuld met dons van de eidereend.
Gele, bolvormige massa van opgeslagen voedsel; vormt het binnenste deel van het ei van een vogel of reptiel en wordt omringd door het eiwit.
Kleine, meestal halfovale bekertjes, vaak met een voet, gemaakt van uiteenlopende materialen en gebruikt om één gekookt ei in de schaal te serveren.
Houders waarin eieren worden geplaatst tijdens het koken of bij het opdienen aan tafel. Wanneer ze voor koken zowel als opdienen worden gebruikt, zijn ze vaak vervaardigd van gevlochten metaaldraad; houders alleen gebruikt voor opdienen zijn over het algemeen van aardewerk of soms verzilverd. Gebruik 'eierdopjes' voor houders die slechts één ei kunnen bevatten.
Ronddraaiende kloppers die met de hand worden bediend voor het beluchten van eieren of vloeistoffen, zoals room.
Apparaten waarin eieren worden gekookt.
Diepe, open manden variërend in vorm, voornamelijk bestemd voor het verzamelen of vervoeren van eieren; vooral gebruikt voor eiermanden met een constructie van het ribtype.
De harde buitenste beschermlaag van eieren.
Verwijst naar een aardewerkstijl uit de midden-Minoïsche periode die hoofdzakelijk werd vervaardigd aan de hoven van Knossos, Phaistos en Mallia. De stijl kenmerkt zich door het gebruik van een nieuwe techniek, het pottenbakkerswiel, waardoor verfijnde vormen mogelijk werden met buitengewoon delicate wanden, zo dun dat deze doen denken aan een eierschaal. Deze stijl verschilt van het veel latere zogenaamde ‘eggshell porcelain’, zowel wat de samenstelling van het materiaal betreft als de dunheid van de wanden.
zeer dun en fijn porselein
Apparaten die de dooier scheiden van het eiwit.
Apparaten met een frame met daarin een rij snijdraden die worden gebruikt voor het snijden van hardgekookte eieren.
Kleine weegschalen die werden gebruikt om eieren te wegen en zo de marktgrootte vast te stellen, meestal één voor één.
Alle eigendomsrechten of aanspraken op een eigendom die door de wet zijn toegestaan.
Alle mogelijke bezittingen, zowel materieel als immaterieel.
Wordt in brede zin gebruikt voor alle documenten die betrekking hebben op het onroerend of roerend goed van een persoon of een groep personen.
De scheidslijnen tussen verschillende eigendommen.
Te gebruiken voor de rechten, die in sommige landen in de grondwet worden beschermd, waarmee men overeenkomsten kan sluiten, handel kan drijven, een inkomen door arbeid kan verwerven en onroerend goed en privébezit kan hebben.
Te gebruiken om artikelen te beschrijven die thuis of elders niet beroepsmatig worden gemaakt, bedacht of in elkaar gezet, soms duidend op een slechte uitvoering.
Verwijst meestal naar kenmerken die suggereren hoe een stof, of soms een groepering van onderdelen of eenheden, zal reageren onder bepaalde omstandigheden. Vaak kwantificeerbaar, hoewel vaak niet duidelijk zonder analyse of toetsing.
Vrucht van de eikenboom, die groeit in een ondiep, houtachtig dopje of kommetje.
Zilveren bekers op voet waarvan de kom en het deksel samen de vorm van een eikel hebben, en gewoonlijk met een steel die op een boomstam lijkt; dit type werd aan het einde van de 16de eeuw en het begin van de 17de eeuw in Engeland vervaardigd. Eikelbokalen lijken op kalebasbokalen; ze zijn een typische uiting van de voorkeur voor natuurlijke vormen in deze periode.
Het ca. 200 soorten tellende geslacht (Quercus) waartoe de vaak knoestige bomen behoren, die zeer duurzaam hout leveren. (zinnebeeld van kracht)
Te gebruiken voor motieven gebaseerd op bladeren van de eikenboom, vaak met eikels en geordend in de vorm van een krans, een doorlopend ornament of in clusters; ontleend aan de oudheid, vaak als symbool voor kracht, macht of moed.
Hout van de boom behorende tot het genus Quercus, uit de beukenfamilie. Het harde, duurzame hout kent allerlei toepassingen en wordt vooral gebruikt voor meubels.
Lijm verkregen door bloedserum zeer snel te laten drogen.
Verwijst naar de fase in de Jomon-periode van circa 1000 tot 300 v. Chr., waarin de ontwikkeling van verfijnd aardewerk plaatsvond, vooral de stijl van de archeologische vindplaats Kamegaoko, langs de kust van de Grote Oceaan, die er sterk op wijst dat er contact moet zijn geweest met het westen van Japan en het Koreaanse schiereiland.
Verwijst naar de laatste fase van de neolithische cultuur, die vaak gedeeltelijk samenvalt met de Vroege Bronstijd. Deze fase wordt over het algemeen gedateerd van circa 4000 tot circa 3000 v. Chr. op het vasteland van Europa, met een uitloop tot circa 2000 v. Chr. op delen van de Britse eilanden.
Te gebruiken om iets te beschrijven dat zich bij of aan een uiteinde bevindt van een lang, dun object. Gebruik 'uiteindes (delen)' uit de hiërarchie Onderdelen om naar deze uiteindes zelf te verwijzen.
Te gebruiken voor losse stukken ketting.
Met name te gebruiken voor klanten en vaste bezoekers van een bibliotheek, informatiecentrum of een instelling waar men informatie kan terugvinden of ophalen uit een database. Gebruik 'gebruikers' voor personen die zelf gebruik maken van producten of diensten van een de informatieindustrie om inlichtingen te geven aan klanten of bezoekers.
Wordt alleen gebruikt voor gebouwen of andere bouwwerken die staan bij de eindpunten van busroutes; gebruik 'busstations' alleen voor tussenliggende haltes langs busroutes; gebruik 'wachthokjes' voor constructies bij bushaltes die beschutting tegen het weer bieden maar geen verkoop- of servicevoorzieningen.
Een benaderingsmethode voor het analyseren van continue fysieke systemen, die wordt gebruikt in constructiemechanica, veldtheorie en vloeistofmechanica.
Verharde stalen blokjes met twee platte, parallelle oppervlakken met een parallelle afstand tussen oppervlakken die zijn gemerkt met een gegarandeerde nauwkeurigheid van een paar miljoensten van een centimeter; worden in productieprocessen gebruikt als een precieze maatstandaard.
De definitieve versies van documenten of andere geschriften; de versie waarin ze van de auteur of de redacteur komen.
Documenten waarin een aanspraak wordt bekrachtigd. Hieronder vallen aanspraken op schulden, opties of andere zaken die in het bezit zijn van een ander, maar ook aanspraken op alles wat een ander aan de eiser zou moeten geven, afstaan of schenken.
Het eistrijkijzer bestaat uit een eivormige bol op een ijzeren steeltje, dat in een kort, houten hecht steekt. De grootte van de bol varieert van ongeveer 0,5cm tot 4cm. Gebruikt om bolle oppervlakken zoals bv. het binnenste van een muts te strijken.
Tempera waarbij ei het bindmiddel is, van oudsher alleen het eigeel maar in sommige gevallen ook het eiwit.
Met de vorm of omtrek van een ei.
Het witte gedeelte van een ei, te onderscheiden van het eigeel. Wordt onder andere gebruikt als bindmiddel voor pigment en in vernissen en stijfsel. Gebruik liever 'albumine' voor dezelfde stof binnen de context van fotografische materialen.
Goudappret gemaakt van geklopt eiwit en azijn.
Het vermogen van een gespannen voorwerp om zijn grootte en vorm weer terug te krijgen na iedere soort van vervorming.
De verhouding tussen de eenheidsspanning en de eenheidsvormverandering binnen de elastische grens van een materiaal zonder barsten.
Wordt gebruikt voor de palen die door het elektriciteitsbedrijf buitenshuis worden geplaatst om de telefoon-, elektriciteits- en andere kabels te ondersteunen.
Fysiek verschijnsel dat verband houdt met elektrische ladingen en de invloeden ervan in rust of in beweging.
Te gebruiken voor de overheidsbedrijven die elektriciteit verschaffen.
Wordt gebruikt voor buizen die speciaal zijn gemaakt om elektrische geleiders te bevatten.
Wordt gebruikt voor zowel elektrische geleiders, bestaande uit een aantal gedraaide of gevlochten draden, als voor elektrische geleiders die zijn samengebonden en van elkaar zijn geïsoleerd.
Bedrading, gebruikt voor de toevoer van elektrische energie naar gebouwen.
Instrumenten die elektriciteit meten door elektrische hoeveelheden en tijd bij elkaar te voegen, bijvoorbeeld watturenmeters.
Het gemak waarmee een elektrische stroom zich door een materiaal verplaatst.
Verwijst naar witgoed dat speciaal is samengesteld om als elektrische isolatie te fungeren. Wordt vaak gebruikt voor het isoleren van bougies en schrikdraad.
Aanduiding voor beveiligingssystemen die werken met elektronische apparatuur zoals kaartlezers.
Verwijst naar het ei dat wordt geproduceerd door het vrouwtje van de emoe, een Australische loopvogel. De emoe is de op één na grootste nog levende vogel op aarde. Een emoe-ei heeft een donkergroene schaal en is gemiddeld 13 centimeter lang.
Een Frans modeaccessoire, oorspronkelijk een hofsieraad, dat is afgeleid van het pelgrimsteken en dat op een hoed werd gedragen. Het was bedoeld als uitdrukking van de persoonlijke ambities van de drager.
Verwijst naar de aardewerkstijl, vooral die van bokalen, zoals voortgebracht op het Griekse vasteland tussen circa 1600 en 1050 v. Chr., die wordt gekenmerkt door één abstract decoratief element, vaak zee- of plantenleven voorstellend, op een overigens onversierd oppervlak.
De perceptie van identiteit, onderscheidende kenmerken en betekenis die een groep met gezamelijke taalkundige, godsdienstige, nationale en soms raciale of andere culturele kenmerken heeft.
Verwijst naar de stijlen en culturen op het Italiaanse schiereiland, in het bijzonder in het oude Etrurië, die elementen van de oorspronkelijke Etruskische cultuur combineren met de latere Romeinse cultuur.
Een oplossing van Arabische gom en zuur die wordt gebruikt om lithografische platen en stenen te desensibiliseren.
Verwijst naar een aardewerkstijl die zich ontwikkelde op Euboea, vooral vanaf de 7de eeuw v.Chr. Deze stijl wordt gekenmerkt door opvallende oriëntaliserende en zwartfigurige ontwerpen die Corinthische en Boeëtische invloeden verraden.
Oud-Griekse houders voor vloeistoffen, wellicht parfum (reukolie), met een zeer kenmerkende vorm: een afgeplatte bolvormige kom met een inwaarts gedraaide rand, een korte of lange voet en een deksel met fioel. De deksels zijn zelden bewaard gebleven. In vaasschilderingen komt de exaleiptron meestal voor in taferelen met badende vrouwen of vrouwen die deelnemen aan begrafenisrituelen. Ook andere antieke namen (‘kothon’, ‘plemochoa’ en ’smegmatothèkè’ of ‘smematothèkè’)zijn in de moderne tijd wel gebruikt om te verwijzen naar deze vaatwerkvorm.
Te gebruiken voor speciaal gebouwde passagiersrijtuigen die zijn ontworpen om zendingen snel te vervoeren; vaak met voorzieningen voor het verwerken van bagage of post.
Het facet Activiteiten omvat diverse vormen van bezigheden, zowel fysieke als geestelijke, maar ook afzonderlijke gebeurtenissen, stelselmatige reeksen handelingen, methoden die worden gebruikt om een bepaald doel te bereiken en processen met betrekking tot materialen of objecten. De hier beschreven activiteiten variëren van leerdisciplines en vakgebieden tot specifieke levensgebeurtenissen, van intellectuele taken tot processen die op of met materialen en objecten worden uitgevoerd, van afzonderlijke fysieke handelingen tot complexe spelen.
Onderwijsinstellingen die zijn gewijd aan het lesgeven in diergeneeskunde en het opleiden van dierenartsen. Dit zijn artsen van wie de praktijk betrekking heeft op het voorkomen, controleren, diagnosticeren en behandelen van letsel en ziekten die de gezondheid van huisdieren en wilde dieren aantasten, inclusief het voorkomen van het overbrengen van dierziekten op andere dieren en mensen.
Faculteit van een college of universiteit waar geneeskunde wordt onderwezen. Geneeskunde is de studie naar menselijke ziekten en letsel, inclusief de oorzaak, behandeling en het voorkomen hiervan en met daarbij de diagnose en hoe men met patiënten omgaat.
Onderwijsinstellingen, meestal verbonden aan universiteiten, die lesprogramma's bevorderen in een grote verscheidenheid aan onderwerpen die betrekking hebben op muziek, waarmee een graad kan worden behaald.
Faculteit waar rechten en de rechtspraktijk worden onderwezen, met als doel professionele juristen, rechtsgeleerden of andere beroepsbeoefenaren af te leveren.
Faculteit van een college of universiteit waar geneeskunde wordt onderwezen.
Faculteit waar rechten en de rechtspraktijk worden onderwezen, met als doel professionele juristen, rechtsgeleerden of andere beroepsbeoefenaren af te leveren.
Fauteuils met een vlakke rugleuning. Te onderscheiden van 'fauteuils en cabriolet' met een holle rugleuning.
Centraal bestuur door een systeem of overheid, waarbij verschillende staten een eenheid vormen maar interne zaken onafhankelijk afhandelen.
Penseelbehandeling in de Chinese schilderkunst waarbij het penseel vluchtig over het papier wordt gehaald, zodat de haren van het penseel uit elkaar gaan, waardoor de inkt met onderbrekingen en ongelijk wordt aangebracht en het papier er doorheen is te zien.
Wordt gebruikt voor bomen of struiken die zijn gesnoeid en in verscheidene geometrische, fantasie- of diervormen zijn geleid.
De toestand of eigenschap erg dun of fijn te zijn, zoals bijvoorbeeld wordt gezegd van vezels of metaaldraad.
Decoratie die helemaal bestaat uit dun draad, hoofdzakelijk ter versiering van goud en zilver. De term wordt meestal gebruikt voor ajourwerk dat uit metaaldraad bestaat.
Het vermogen te buigen zonder te breken of te barsten.
Wordt gebruikt voor bouwwerken met openingen die zijn bedoeld om af en toe of voortdurend water te laten spuiten of stromen, bijvoorbeeld voor openbaar gemak of gebruik.
Lampen waarbij het stijgen van de olie wordt beïnvloed doordat een vloeistof met een grotere dichtheid druk uitoefent op een luchtkolom. Dit principe is gebaseerd op een bewerking van Hero's pompen (220 v.C.). Gebruik 'Cardanlampen' voor lampen die volgens het 'bird-fountain' principle werken.
Het verschijnsel van dubbele breking van gepolariseerd licht door een doorzichtige stof die onder elastische spanning staat, gebruikt voor het meten van de belasting van elastische, doorzichtige materialen.
Groepen mensen met een gezamenlijk religieus, liefdadig of ander doel of verbonden door een professie of activiteit.
Ronddraaiende werktuigstaalsnijders die worden gebruikt in een freesmachine om metalen vlakken te vormen en uit te smeden.
De hiërarchie Functionele activiteiten bevat descriptoren voor activiteiten die worden uitgevoerd teneinde specifieke doelen te bereiken en voor methodieken die worden geassocieerd met specifieke inspanningsgebieden. Er zijn descriptoren voor activiteiten met betrekking tot de manipulatie van gegevens, het verzamelen van objecten, menselijke communicatie, economie, handel, recht en bestuur alsook andere beroepsactiviteiten. Relatie met andere hiërarchieën. Descriptoren voor takken van wetenschap (bijvoorbeeld geschiedenis) en specialisatiegebieden (bijvoorbeeld recht) zijn te vinden in de hiërarchie Vakgebieden. Descriptoren voor bewerkingen en processen die worden uitgevoerd met objecten en materialen (bijvoorbeeld polijsten), zijn te vinden in de hiërarchie Procédés en technieken. Descriptoren waarmee gelegenheden en gebeurtenissen van sociale, culturele, religieuze of persoonlijke aard worden aangeduid (bijvoorbeeld tentoonstellingen), zijn te vinden in de hiërarchie Gebeurtenissen.
De studie van de relatie tussen de fysische en chemische eigenschappen van stoffen.
Roei- en zijlvaartuigen meestal gebruikt voor de strijd op zee en bestemd om tijdens het gevecht geroeid te worden. In gebruik van de 8e eeuw voor Christus tot de 18e eeuw na Christus. Gebruik 'ramschepen' voor de 19e- en 20e-eeuwse stoomschepen die met een gepantserde voorsteven als hoofdwapen waren uitgerust.
Langwerpige bladen met rechtopstaande kanten die worden gebruikt om lettervormen in te zetten.
Verwijst naar de stijlen en culturen die zich hebben ontwikkeld in Gallië, in het huidige Frankrijk en in het gebied ten zuiden en ten westen van de Rijn, onder invloed van de Romeinse overheersing en cultuur. De term kan ook in engere zin verwijzen naar de stijl en cultuur die zich onder invloed van de Romeinen ontwikkelde onder de Galliërs in Gallië.
Het mineraal Smithsoniet (of zinkspaat) is een zink-carbonaat Het is ook bekend onder de benamingen galmei en kalamijn. De plaatsnaam La Calamine verwijst naar laatstgenoemde benaming.
Beschrijft werken die zijn vervaardigd door de bewoners van de Gambier eilanden. Er is slechts een handjevol Gambier-kunstwerken bewaard gebleven, aangezien de meeste in de loop van de 19de eeuw op last van missionarissen zijn vernietigd. De weinige nog resterende beeldhouwwerken en fragmenten laten zien dat hun kunstambacht een hoge graad van ontwikkeling kende; in figuratief opzicht staat deze kunst dichter bij de Europese technieken dan bij de kunst van de andere Polynesische eilanden in de 19de eeuw.
Krachtcentrale waarin gas wordt verbrand met samengeperste lucht of olie, om stoom aangedreven turbines die elektrische energie produceren aan te drijven.
Het behandelen van haarloze huiden of vellen met een oplossing van o.a. mest om ongewenste componenten te verwijderen en een zachte en flexibele kwaliteit te geven aan het uiteindelijke leer. Voor een soortgelijk proces met hondemest zie 'puering'.
Het vormen en verbinden van lussen door middel van naalden of haakjes volgens een voorgeschreven manier of patroon, machinaal of met de hand; meestal gebruikt voor textiel en kleding.
Verwijst naar verfijnde breiwerken, waarvoor draad wordt gebruikt die veel fijner is dan garen.
Het verwijderen van ionen uit een oplossing door middel van ionenuitwisseling.
Water waaruit opgeloste ionen zijn verwijderd door het water langs een kationen en anionen ionenuitwisselaar te voeren.
Het psychologisch welzijn of de juiste aanpassing aan de maatschappij en de gewone eisen van het dagelijks bestaan.
Verenigingen waarvan de leden moeten zweren de regels, activiteiten en doelstellingen geheim te houden voor niet-leden.
Wordt gebruikt voor verzamelingen voorwerpen die opzettelijk gezamenlijk zijn begraven of anderzijds zijn verborgen; kunnen bestaan uit artefacten van ieder materiaal of verschillende materialen.
Codes die speciaal worden gebruikt om de inhoud van een bericht te maskeren, aan de hand van een regel die is opgesteld met een geheime sleutel, die alleen bekend is bij de verzenders en de rechtmatige ontvangers van het bericht.
Mensen die zich bezighouden met het schrijven van boodschappen in code of geheimschrift.
Slagsnaarinstrument met klavier, in de vorm van een klavecimbel. De snaren worden aan het trillen gebracht door ondergelegen frictiewieltjes die worden rondgedraaid met een slinger aan de andere kant van het klavier. Ontstaan in de 17de eeuw.
Stralingsmeters die gebruik maken van Geiger-M³llerbuizen in de juiste schakelsystemen om ioniserende deeltjes waar te nemen en te tellen.
Verwijst naar de kunst of het procedé van het illumineren, waarbij schilderingen en andere decoraties worden gebruikt in boeken, perkamentrollen of andere documenten ter illustratie of versiering van de tekst.
De kunstvorm of het procedé van het maken van tekeningen of afbeeldingen ter verduidelijking van een beschrijving, verhaal of ander geschreven materiaal, meestal in een boek of een periodiek.
Het aanbrengen van een substantie, bijvoorbeeld op textiel of steen, zodat de substantie het materiaal vult, doordrenkt of er grondig in doordringt.
Hout dat met thermohardende hars wordt geïmpregneerd en daarna wordt blootgesteld aan hitte en druk om de hars uit te harden en samen te persen.
De krachtige toediening van een vloeistof of andere, meestal vloeibare substantie in objecten of constructies om deze te verduurzamen, stabiliseren, versterken of repareren.
Het aanbrengen van inkt op een drukplaat of blok of in een sjabloon met behulp van een roller.
Te gebruiken voor personen die, vrijwillig of gedwongen, in een inrichting worden opgesloten. Gebruik 'gevangenen' voor personen die gedwongen zijn opgesloten in een gevangenis of in voorarrest zitten. Gebruik 'veroordeelden' voor personen die een straf uitzitten als gevolg van een veroordeling voor het begaan van misdaad.
Het procédé waarbij elektronen aan neutrale moleculen of atomen worden onttrokken of waarbij deze juist naar neutrale moleculen of atomen worden overgebracht naar neutrale moleculen of atomen. De bedoeling hiervan is positief of negatief geladen deeltjes te doen ontstaan..
Te gebruiken voor sandwichpanelen die voor isolatie zorgen, meestal met een stijve schuimkern en voor structurele stabiliteit van het bouwwerk, waardoor ze geschikt zijn als complete muur, vloer of dakelementen.
Herkauwend dier met holle, naar achter gekromde hoorns en lange haren aan de onderkaak.
Het vel van een geit, dat vaak wordt gelooid als leer en wordt gebruikt in de boek- en kledingindustrie.
Het vel, meestal van een jonge geit, maar soms ook van een jong lam of aanverwant jong dier, dat, eenmaal gelooid, witgelooid of anderszins bewerkt, meestal wordt gebruikt in de boekbind- en kledingindustrie.
Gedichten over een speciale gebeurtenis of die men ter gelegenheid daarvan schrijft.
Lepel die herinnert aan een gedenkwaardige gebeurtenis door middel van een gegraveerde tekst, al dan niet met een tafereel in de geest van de herinnering.
Algemene benaming voor een prent waarvan voorstelling en tekst verwijzen naar een bijzondere gelegenheid.
Kleine tafels die makkelijk verplaatsbaar zijn.
Transmissie van energie in de vorm van hitte, geluid of elektriciteit door een geleider.
Het vermogen van een materiaal om elektriciteit, warmte of geluid te geleiden.
Lage dessertglazen met een rudimentaire stam of helemaal geen stam, bestemd voor gelei of ijs. Vaak met een enkel of dubbel handvat.
Mallen die worden gebruikt voor het vormen van gelei en geleiachtige voedingswaren.
Het kunnen lezen en schrijven.
Afwerkingspleister dat de weerkaatsing van geluid moet tegengaan en geluid dempt.
Bestuur door een lokale plaatselijke eenheid, zoals een plaats, stad of dorp.
Stukken die zijn opgesteld of ontvangen door het bestuurlijke lichaam van lokale rechtspersonen.
Universiteiten die oorspronkelijk geheel door de desbetreffende gemeente, maar nu ook van rijkswege worden onderhouden.
Universiteiten die oorspronkelijk geheel door de desbetreffende stad, maar nu ook van rijkswege worden onderhouden.
Elektrische verschijnselen en eigenschappen van de aarde; wordt in ruime zin gebruikt en omvat ook atmosferische elektriciteit.
Verwijst naar de predynastische periode in boven-Egypte van circa 3500 tot 2925 v. Chr. Tot de kunstvoorwerpen behoren paletten van leisteen, mattoirs met beeldsnijwerk, koperen artefacten, ivoren en stenen beeldjes, en vaalgeel aardewerk dat is versierd met geometrische motieven en gestileerde voorstellingen van planten, dieren en mensen in rode verf.
Te gebruiken met betrekking tot voorwerpen die los zijn geraakt of gemaakt van voorwerpen waarmee zij een geheel vormden, zoals de afgescheurde stukjes van kaartjes of, vooral met betrekking tot gebouwen die apart staan, zonder muren te delen met andere gebouwen. Gebruik bij voorkeur 'vrijstaand' voor beeldhouwwerken of architectonische en infrastructurele elementen die alleen staan.
Te gebruiken voor personen die de bevoegdheid hebben om een bepaald beroep, vak of ambacht uit te oefenen dat een hoge mate van vaardigheid vereist en vaak wordt uitgeoefend als onderdeel van een aantal samenhangende activiteiten die worden uitgevoerd met een minimum aan leiding of toezicht.
Met de delen of leden uitgespreid, naar buiten gestrekt, of wijduit en plat liggend.
Vuurwapens, meestal geweren, die worden gebruikt bij het kleiduivenschieten; meestal semi-automatische wapens met meer gewicht vooraan dan veldgeweren.
Vuurwapens voor de sport, vaak speciaal ontworpen, die worden gebruikt voor het kleiduivenschieten; meestal jachtgeweren die lijken op geweren, kaliber 12, met een langere geweerlade en lange lopen.
Een paar uitstulpingen van been dat jaarlijks wordt afgeworpen; het steekt uit vanaf de voorhoofdsbeenderen van gehoefde dieren die behoren tot de hertenfamilie. Te onderscheiden van 'hoorn', dat uit vervormd huidweefsel of samengeperst haar bestaat.
Het welzijn van een organisme of gedeelte hiervan, gekenmerkt door normaal functioneren en de afwezigheid van ziekte.
Tak van de milieutechniek die zich specifiek bezighoudt met de bescherming en de bevordering van de volksgezondheid, met name door te zorgen voor schone lucht, voeding, water en huisvesting.
Wordt gebruikt voor bouwwerken, gebouwen en complexen van bouwwerken ten behoeve van de gezondheidszorg.
Bepaalde soort gips dat zo is bereid dat het geschikt is om te gieten en te beeldhouwen; het is fijnkorrelig, vochtopnemend en schitterend wit, wordt langzaam hard en kan fijn worden bewerkt.
Speciaal gipspleister gemengd met kalkplamuur, waarmee gepleisterde oppervlakken worden afgewerkt.
Het kenmerk van een oppervlak dat vrij is van uitstekende deeltjes, onregelmatigheden of oneffenheden, waardoor het bij beschouwing en aanraking geen harde of oneffen indruk wekt.
Elektrische lampen waarin licht wordt geproduceerd door middel van een gloeidraad van wolfraam, die met een elektrische stroom wordt verhit tot hij gloeit.
Lampen die licht geven door middel van gloeihitte. Deze hitte kan worden opgewekt met elektriciteit, gas, petroleum of andere energiebronnen.
Bedreigde regenwoudboom uit Oost-Australië. De boom werd in de 19de en 20ste eeuw op grote schaal gekapt en is daar nog niet van hersteld. De snel groeiende boom groeit op vulkanische en alluviale bodems.
Een gelamineerd of in lagen gespleten metamorf gesteente.
Het goddelijk zijn; de natuur of essentie van God.
De studie van godsdienstige dogma's en gebruiken zoals die uit een bepaalde religieuze traditie kunnen worden afgeleid, meestal gezien vanuit het oogpunt van overtuigde gelovigen.
Wezens die de status of rang van een god of een andere hoge goddelijke entiteit bezitten.
Wordt gebruikt voor recreatiecomplexen waar golf wordt gespeeld, bestaande uit golfterreinen, clubhuizen en aanverwante faciliteiten; vaak alleen toegankelijk voor leden.
Variabele kleurenterm die verwijst naar de reeks grijsachtige of olijfkleuren die lijken op de kleur van ruw of onafgewerkt textiel dat nog niet is gebleekt of geverfd.
Ruw of onbewerkt textiel voordat het gebleekt of geverfd is.
Een oppervlak met ruwe en onregelmatige patronen versieren.
Verwijst naar de stijl en cultuur die zich ontwikkelde toen de Romeinen in aanraking kwamen met de Griekse kunst en cultuur en deze probeerden te overtreffen.
Leisteen die voornamelijk grijs van kleur is.
Het toenemen in grootte of substantie door natuurlijke ontwikkeling.
Steden of delen van steden die de mogelijkheid hebben om een snelle en succesvolle ontwikkeling door te maken, die begonnen zijn om bedrijven en inwoners aan te trekken en die kunnen uitgroeien tot locale kerngemeenten.
Leisteen die een chloride-component bevat, waardoor het een groenachtige kleur krijgt.
Het door een individu bewust beleefde deelgenootschap van enigerlei wezenlijk kenmerk van een of meer groepen andere mensen, zoals een ras, een natie, een sociale klasse, een beroepsgroep of een verzameling mensen die in een bepaalde tijd en met een bepaald doel is georganiseerd in een groep.
Onderzoeken om vast te stellen of het instellen van een studie, programma of andere voorgestelde activiteit op grotere schaal uitvoerbaar is.
Houders voor haar, dat is verzameld uit de haarborstel van de eigenaar, en met name kommen met deksels die een gat in het midden hebben.
Stalen beitels die een zware steel hebben met een holle schacht. Worden gebruikt om pengaten te maken.
Beitels met een kort blad. Worden voornamelijk gebruikt om scharnieren in deuren en deurlijsten aan te brengen.
Materiaal dat deels als geleider van elektriciteit en deels als isolatie kan fungeren.
Te gebruiken voor personen die vaardigheden bezitten die een beperkt bereik aan activiteiten beslaan, die minder scholing, ervaring en inzicht vereisen dan er van geschoolde arbeiders wordt verwacht.
Ketens die rond de nek worden aangebracht om de bewegingsvrijheid te beperken.
Loontrekkers die handenarbeid verrichten, waarbij het meestal nodig is om tijdens het werk werkkleding of beschermende kleding te dragen.
Boeien voor de handen die meestal bestaan uit een in tweeën gedeelde metalen ring die om de pols wordt gesloten. Bestaan meestal uit twee ringen die aan elkaar vastzitten door een korte ketting of staaf.
Hangend openkast-systeem waarop porselein wordt getoond, vaak met latwerk aan de zijdes.
Steigers die hangen aan kabels of metalen stroken.
Verwijst naar een porseleinsoort die is gemaakt van witte porseleinaarde, of 'kaolien' en 'petuntse', een natuurlijk smeltbaar veldspaathoudend gesteente. Het wordt 'hardgebakken' op een relatief hoge temperatuur van ongeveer 1450 graden Celsius. Het werd voor het eerst gemaakt in China en na 1700 in Europa geproduceerd.
Eigenschap van materialen die de vastheid en stevigheid in substantie of omtrek aangeeft.
Instrumenten die bestaan uit een klein boortje of de stompe punt van een druklichaam die onder druk staan en die worden gebruikt om de hardheid van materialen te meten, vooral van metalen of rubber.
Te gebruiken voor het gehele landgoed van een edelman, vooral een feodaal edelman.
Kleine beeldjes gesneden uit groen nefriet die de Maori's van Nieuw-Zeeland dragen als hangers. Het zijn vruchtbaarheidssymbolen met de vorm van een menselijke foetus. Traditioneel worden ze alleen gedragen door vrouwen en gaan ze over van generatie op generatie. Tegenwoordig produceert men ook kunststof hei tiki's in massa als souvenirs of talismans voor toeristen.
Verwijst naar de Japanse stijl en periode die zich ontwikkelde van 794 tot 1185 n. Chr. en samenviel met de verplaatsing van de hoofdstad naar Heian (het tegenwoordige Kyoto) en de opkomst van het tantristisch boeddhisme, afkomstig uit China. De stijl wordt gekenmerkt door de nadruk op mandala’s in beelden en de komst van nieuwe figuurtypen, zoals boeddha’s met een kroon en sieraden, en godheden met meerdere ledematen en woeste gezichtsuitdrukkingen om bovennatuurlijke krachten aan te geven. De architectuur uit deze periode wordt gekenmerkt door grote woonhuizen gebouwd op rechthoekige stukken land. Deze huizen bestaan uit paviljoens en zalen, verbonden met overdekte gangen en omheind met aarden muren.
Heiaus zijn heilige eretempels van autochtone Hawaïanen. Deze constructies hebben doorgaans een rechthoekige vorm en staan op heuveltoppen of berghellingen. Heiaus hebben uitgesneden patronen met een diepe symboliek. Gebruik 'maraes' voor vergelijkbare constructies in Oost-Polynesië.
Zwaar ijzeren of houten blok dat met de handen of met een machine door middel van katrollen omhooggehesen wordt en dat men daarna laat vallen op palen die in de grond geheid moeten worden. Gebruik voor de machines die dit onderdeel gebruiken, 'heimachines'.
Een techniek voor lakdecoratie die inlegsels van goud- en zilverfolie gebruikt, waarbij laklagen worden aangebracht op de decoratie en vervolgens gepolijst om het ontwerp bloot te leggen. Het werd soms gebruikt met 'maki-e'. Deze techniek ontstond ���in China, waar zij bekend stond als 'p'ing-t'o', en kwam naar Japan tijdens de Nara-periode (710-794). Sinds de Heian-periode (794-1185) wordt ook de term 'kanagai' gebruikt voor deze techniek.
Een heide is een benaming voor een plantengemeenschap die vooral voorkomen op voedingsarme, verzuurde gronden, het wordt gekenmerkt door laaggroeiende houtachtige vegetatie.
Familie van veertien of meer soorten kleine bloeiende bomen en struiken.
Verwijst naar de religieuze overtuigingen en gebruiken van religies buiten de zogeheten 'grote' religies. Heidenen worden soms niet-christelijk, niet-joods of niet-moslim genoemd; soms wordt de term in beperktere zin gebruikt om elke niet-christen te beschrijven, soms zelfs joden.
Een heipaal op een duidelijk afgebakende plek met kracht de grond in werken zonder voorafgaande uitgraving; wordt uitgevoerd met behulp van valhamers of stoomhamers.
De avondmaalsviering is in protestantse kerken een van de twee sacramenten (het andere sacrament is de doop). Tijdens het avondmaal worden het lijden en het sterven van Jezus Christus herdacht door het eten van brood en het drinken van wijn. Het avondmaal lijkt op de eucharistie in de rooms-katholieke kerk, maar er zijn belangrijke verschillen in - en van opvattingen over - het wezen van het ritueel.
Wordt gebruikt voor kleine groepen bomen die bijzondere religieuze, mystieke of spirituele kwaliteiten worden toegedicht. De boomgroepen, die zich meestal in afgebakende gebieden bevinden, staan vaak in de buurt van water, een altaar of een gedenkteken dat aan bepaalde geesten, goden, helden of gebeurtenissen is gewijd.
Formele religieuze handeling die bestaat uit het zalven met olie en het opzeggen van gebeden door een priester voor iemand die dreigt te sterven.
Plaatsen waar aanbidding plaatsvindt van een beeld, afbeelding, heilige, heiligheid of andere gewijde objecten. Gebruik 'reliquiaria' voor houders voor het bewaren van relikwieën van heiligen.
Bomen met een rituele betekenis of veronderstelde bovennatuurlijke of helende krachten, vaak aangegeven door lappen stof of andere objecten aan hun takken te hangen. In vele culturen en periodes zijn bomen als heilig vereerd.
Leden van een mestkeversoort die zijn eitjes legt in mestballen die door telkens rollen hun vorm krijgen. In het oude Egypte werd deze kever als heilig beschouwd; hij werd in verband gebracht met de heilige manifestatie van de vroege ochtendzon, Khepri, wiens naam werd geschreven als de hiëroglief voor scarabee en van wie werd beweerd dat hij bij zonsopgang de schijf van de ochtendzon over de oostelijke horizon rolde.
Prent met een afbeelding van een martelaar of heilige, eventueel voorzien van een informatief onderschrift. Een serie kleine prentjes rondom de centraal geplaatste heilige kan verhalen vertellen over zijn of haar leven of een belangrijke gebeurtenis daaruit.
Kalender waarop de herdenkingsdagen van Christus en Maria staan aangeduid, alsook de sterfdagen van de apostelen, de evangelisten, de martelaren en de heiligen.
Officiële plaatsing van overleden personen op de lijst van heiligen.
Ideale, perfecte plaatsen, vooral met betrekking tot wetten, overheid en maatschappelijke omstandigheden.
Verwijst naar het volk in het gebied rond Bella Bella in Brits-Columbia dat de taal Hailhzaqvla, of Heiltsuk, spreekt. In het verleden werd het volk dat in Bella Bella leefde de 'Bella Bella-indianen' genoemd. De juiste term om naar de cultuur in brede zin te verwijzen en om de kunst en artefacten van dit volk te beschrijven is 'Heiltsuk'.
Wordt gebruikt voor palen die op het bouwterrein in positie worden ingeheid.
Verwijst naar plattegronden met daarop aangegeven de heipalen: de bouwkundige funderingselementen die bestaan uit kolommen van hout, staal of voorgestort beton welke als ondergrondse ondersteuning van een verticale last fungeren.
Machines die bestaan uit een frame dat de heipaal vasthoudt en leidt, een valblok en een verplaatsbare machine die de drijfkracht levert. Worden gebruikt voor het heien van heipalen, gewoonlijk door herhaalde slagen van een vrij vallend of pneumatisch aangedreven valblok.
Te gebruiken als algemene verwijzing naar de betrekkelijke mate van licht of donker die een oppervlak krijgt door de hoeveelheid licht die erdoor wordt weerkaatst. Gebruik 'waarde (kleur)' met betrekking tot de lichtheid of donkerheid van een kleur.
Wordt gebruikt voor de officiële residenties van adellijke personen met de titel van hertog.
Het opgebouwd zijn uit ongelijke delen, elementen of kenmerken.
Seksualiteit die wordt gekenmerkt door romantische gevoelens of seksueel verlangen naar het andere geslacht.
Verwijst naar de Hettitische periode van circa 1400 tot 1200 v. Chr., toen de Hettitische heerschappij in Anatolië en Syrië werd hersteld. De kunst uit deze periode wordt gekenmerkt door monumentale beschermbeeldjes, uit de rotsen gehakte reliëfs en fijn metaalwerk.
Verwijst naar de reeks uiterst diverse geloven en gebruiken die in het algemeen verwijzen naar de Indiase beschaving en cultuur van de afgelopen tweeduizend jaar. De religie heeft een sterke invloed op de Indiase kunst, literatuur, maatschappij en politiek. Het hindoeïsme omvat diverse religieuze geloven en gebruiken en in plaats van andere goden, andere godsdiensten en andere religieuze concepten als fout of onverenigbaar te zien, worden de hoogste goddelijke machten gezien als elkaar aanvullend. De religieuze waarheid wordt niet gezien in dogmatische termen aangezien wordt geloofd dat de waarheid alle woordelijke definities overstijgt. In plaats van op een reeks doctrines ligt de nadruk op de juiste manier van leven (dharma). Er zijn aanzienlijke verschillen per regio. In de meeste vormen van het hindoeïsme ligt de nadruk op het concept van reïncarnatie of zielsverhuizing; de bevrijding (moksha) van de cyclus van samsara is het uiteindelijke spirituele doel van hindoes. Brahma, Visjnoe en Shiva zijn de belangrijkste hindoeïstische godheden en vormen gezamenlijk een drie-eenheid, de Trimurti. Verder is er een groot aantal lagere goden. Het hindoeïsme heeft geen specifieke oprichter of ontstaansmoment en er is geen centrale autoriteit. De hindoeïstische literatuur is erg rijk en gevarieerd en geen enkele specifieke tekst wordt als gezaghebbend beschouwd. De Veda's, die afkomstig zijn uit de Vedische periode (ca. 1200-500 v. Chr.), zijn de oudste overgebleven geschriften. Religieuze wetboeken en heldendichten zoals de Ramayana en de Mahabharata zijn altijd erg invloedrijk geweest.
Beitels met twee snijvlakken die in een rechte hoek samenkomen. Worden gebruikt om hoeken van pengaten te maken.
Uitgebreide lijsten met de hoeveelheden die men van de diverse materialen en gereedschappen nodig denkt te hebben voor een project; wordt ook gebruikt voor de hoeveelheden die daadwerkelijk worden gebruikt
Fotografie waarbij de camerasluiter met een veel hogere snelheid werkt dan normaal.
Spoortreinen die snelheden kunnen halen boven 200 km per uur op een alleen voor daarvoor bestemd spoor.
Tapijten met een bepaald patroon van in elkaar gehaakte achthoeken dat zich eindeloos herhaald.
Tapijten met een geometrisch ontwerp van achthoeken die door rechthoeken worden omsloten.
Tapijten met een herhalend patroon dat uit twee hoofdelementen bestaat; een achthoek met dooreengevlochten hoeken en een kruisvormig motief met arabeske vormen.
Het opgebouwd zijn uit gelijke delen, elementen of kenmerken.
Seksualiteit die wordt gekenmerkt door romantische gevoelens of seksueel verlangen naar hetzelfde geslacht.
Arbeiders die ander werk verrichten dan handenarbeid, zoals schrijf-, administratief, verkoopgericht, professioneel of technisch werk waarbij het mogelijk is om geen speciale kleding te dragen.
Planken die ergens het hoofd van vormen, vooral van een bed.
De belangrijkste toevoerpijpen, die alle onderdelen van een afvoersysteem voeden.
Aanduiding voor de hoofdtoevoerpijpen in een stelsel dat water levert voor openbaar of gemeenschapsgebruik.
Te gebruiken voor de evenwijdige verhoudingen tot een horizontale as in de ontwerpen van grafische werken, voorwerpen en constructies.
Aanduiding voor antieke Romeinse pakhuizen, meestal gebruikt voor de oplag van graan of wijn.
Gebogen beitels die worden gebruikt om pengaten of naden af te werken.
Personen die het pand dat ze bewonen in eigendom hebben.
Te gebruiken voor nijverheid thuis bij een zelfstandig ondernemer en zijn/haar familie, vaak met de hulp van enkele leerlingen.
Wordt gebruikt voor woningen die bestaan uit eenheden van afzonderlijke huishoudens, die zorg bieden aan kleine groepen van niet-verwante bewoners die toezicht nodig hebben, en waar wordt geprobeerd de omstandigheden van het leven in een familie te creëren; gebruik 'reclasseringscentra' voor tijdelijke woningen voor ex-gedetineerden, drugsgebruikers of psychiatrische patiënten voorafgaand aan hun herintrede in de maatschappij.
De mate waarin een artefact, structuur of atmosfeer vocht bevat; impliceert meestal meer vocht dan wenselijk is.
Het aanbrengen van een vulmiddel dat bestaat uit vaste deeltjes, vloeistoffen en, meestal, water. Na het aanbrengen vloeit het water weg zodat er een vaste vulling overblijft.
De toestand of eigenschap om een sterke affiniteit tot water te hebben.
Te gebruiken voor de toestand of eigenschap om weinig of geen affiniteit tot water te hebben, vooral op het moleculaire niveau. Gebruik 'waterafstotend' voor materialen of artikelen die oppervlakken hebben die wel bestand maar niet ondoordringbaar zijn voor water. Gebruik 'waterdicht' voor materialen of oppervlakken die ondoordringbaar zijn voor water.
De eigenschap van een stof om water uit de lucht te absorberen of aan te trekken.
De kenmerken en omstandigheden van een ding, persoon of groep die hetzelfde blijven gedurende een verandering of die een ding, persoon of groep van elkaar onderscheiden.
Gelegaliseerde kaart waaruit iemands identiteit blijkt.
Metalen identificatieplaatjes waarvan militair personeel er twee rond de hals dragen, en waarop informatie is gegeven zoals naam, rang, volgnummer, geloofsovertuiging en bloedgroep.
Wordt gebruikt voor constructies die zijn gemaakt van ijs, vaak rijkelijk versierd, gemeubileerd en verlicht, opgebouwd voor festivals, tentoonstellingen en sportevenementen; populair in de 18e eeuw in Rusland en over het gehele noordelijke halfrond in de 20e eeuw.
Te gebruiken voor zeilboten met een dek die meestal 4 tot 4,5 m lang zijn en metalen glijders en geen roer hebben. Ze worden gestuurd met het grootzeil en de fok en kunnen over ijs en kleine stukjes water zeilen.
Te gebruiken voor terreinen die in aanmerking komen voor bebouwing maar waarop al enige vorm van ontwikkeling heeft plaatsgevonden of die vervallen zijn, zodat er eerst moet worden ontruimd of gesloopt voordat nieuwbouw kan plaatsvinden.
Wordt gebruikt voor terreinen waarop één of meer bedrijven zijn gepland of gebouwd. Gebruik 'fabriekscomplexen' of 'industrieparken' voor groeperingen van industriële gebouwen.
De totale serie scheuten die, door verschillende invlechtingen met de ketting, het bindingsrapport creëren over de gehele breedte van een weefsel.
Lange koudbeitels met en lang snijvlak en smalle snijkanten. Worden gebruikt om lange spiegleuven en soortgelijke vormen te snijden.
Immateriële zaken zoals octrooien, handelsmerken, auteursrechten en geregistreerde en niet-geregistreerde modellenrechten.
Wordt gebruikt voor de sterkte of zuiverheid van een kleur, vastgesteld door de kwaliteit van licht dat ervan wordt gereflecteerd; een levendige kleur is van hoge intensiteit, een doffe kleur van lage intensiteit,
De sterkte of hoeveelheid van een eigenschap, toestand of verschijnsel, zoals van een elektrisch veld, magnetisering of straling.
Theorie met betrekking tot de relaties en wederzijdse beïnvloeding van ongelijksoortige beelden van en verwijzingen naar andere teksten en werken van beeldende kunst of architectuur die zijn geplaatst binnen een tekst of een werk van beeldende kunst of architectuur.
Diverse apparaten die gegevens, programma's of signalen overbrengen naar een verwerkingssysteem.
Pulserende radarinstrumenten voor het meten van de verticale hoogte van lagen in de ionosfeer.
Monoclien mineraal dat hoofdzakelijk wordt gevonden in Birma; het bevat een natriumaluminiumsilicaat en is, wanneer het is gesneden, een waardevolle variant van jade.
Gebouwen met kantoorruimte waar departementen of rijksdiensten gehuisvest zijn.
Hoofden of gezagvoerders van niet-militaire schepen.
Te gebruiken voor officieren in het leger waarvan de specifieke rang en aanzien per instituut varieert, maar die in het algemeen de leiding hebben over een groep mannen of een commandopost, zoals een schip, luchtvaartuig of basis. Gebruik 'diensthoofden' voor officieren van openbare voorzieningen en instituten met dezelfde titel.
Te gebruiken voor officieren in de Amerikaanse en Britse marine, in rangorde ondergeschikt aan kapiteins-ter-zee. Gebruik 'bevelvoerend officier' voor hoofdofficieren die het bevel voeren over een militaire eenheid, basis of post.
Een soort straatsteen, gewoonlijk gesneden in afgeplatte pyramidevorm; wordt gelegd met de basis van de pyramide naar beneden.
Hout van de boom behorende tot het genus Quercus montana, hoewel de naam ook wordt gebruikt voor Mühlenberg-eikenhout. Het is hoogwaardig materiaal voor meubels.
Historische naam voor rentmeesters van (Britse) landgoederen die onder meer verantwoordelijkheid dragen voor het dagelijks toezicht op de pachters, de administratie van huur-, pacht- en andere overeenkomsten, en het onderhoud van de gebouwen.
Stalen gereedschap dat enigszins op een beitel lijkt en meestal wordt gekenmerkt door een lang, dik, plat, uit één stuk gegoten blad met een smaller handvat en slagoppervlak. Wordt samen met een breeuwhamer gebruikt om diverse materialen in naden en gleuven te slaan om verbindingen water- en luchtdicht te maken.
Een steenfragment, rond of tot een andere vorm afgesleten, met een diameter van 64 tot 256 mm, dus groter dan een kiezelsteen en kleiner dan een zwerfkei. De term verwijst meer in het bijzonder ook naar een rond afgesleten steen die wordt gebruikt voor bestrating en andere bouwwerkzaamheden.
Rotsblokken gemarkeerd met diepe, parallelle groeven die gevonden worden doorheen heel Europa. Hoewel er geen zekerheid is over de oorzaak van deze groeven, zou het kunnen dat deze stenen gebruikt werden om stenen werktuigen te polijsten.
Steunen voor bouten en schroeven die worden gebruikt om houten structuurdelen te bevestigen aan metselwerk of betonnen muren.
Bevestigingsmiddelen die worden gebruikt in beton, bestaand uit twee halfcirkelvormige schilden die van elkaar worden geduwd tegen de wanden van een gat wanneer de bout in de schilden wordt gedraaid.
Heersers of hoogste monarchen van een imperium, een politieke eenheid die bestaat uit een aantal territoria of naties en die wordt geregeerd door één oppermachtige autoriteit. Vaak wordt de term alleen gebruikt om te verwijzen naar dergelijke heersers in bepaalde delen van de wereld, zoals in het oude Romeinse keizerrijk, het vroegchristelijke Romeinse keizerrijk en de keizerrijken van Oostenrijk-Hongarije, China, Japan, Marokko, India, Klein-Azië en Duitsland. In andere delen van de wereld hebben de heersers van conglomeraties van politieke staten doorgaans andere titels. De term 'keizers' verwijst altijd naar mannen, terwijl 'keizerinnen' altijd naar vrouwelijke heersers verwijst.
Verwijst naar vrouwelijke heersers over keizerrijken (politieke eenheden die een aantal gebieden of naties omvatten en worden geregeerd door één hoogste autoriteit). De term kan ook verwijzen naar de vrouw of weduwe van een keizer.
Handelsnaam voor boekbinderslinnen van de Winterbottom Book Cloth Company of England, gemaakt van linnen en afgewerkt met een korrelpatroon dat lijkt op leer, meestal langnervig marokijnleer.
Verwijst naar politieke eenheden die bestaan uit een aantal territoria of naties en worden geregeerd door één hoogste autoriteit die 'keizer' of 'keizerin' wordt genoemd. De term kan ook verwijzen naar grote politieke gebieden waarin een soevereine staat een aantal afhankelijke gebieden regeert of beheerst.
De hiërarchie Kenmerken en Eigenschappen bevat descriptoren voor intrinsieke kenmerken, in het bijzonder fysieke kenmerken van materialen en objecten. Uitgezonderd zijn descriptoren voor kleuren en kleureigenschappen, die deel uitmaken van de afzonderlijke hiërarchie Kleur. In algemeen gebruik is het onderscheid tussen welke karakteristieken 'kenmerken' en welke 'eigenschappen' genoemd kunnen worden niet altijd duidelijk, en daarom is er in de hiërarchie niet altijd een scheiding aangebracht tussen de twee. Als algemene richtlijn verwijst 'kenmerken' naar karakteristieken van individuele objecten, onderdelen of eenheden, en de descriptoren worden gewoonlijk gebruikt om de zaak te beschrijven; ze zijn vaak duidelijk waarneembaar, hoewel niet kwantificeerbaar volgens een vastgestelde norm. 'Eigenschappen' verwijst hier naar karakteristieken die suggereren hoe een materiaal, of soms een groep van dingen, zal reageren onder bepaalde omstandigheden; ze zijn vaak kwantificeerbaar, hoewel ze vaak niet waarneembaar zijn zonder onderzoek of tests. Relatie tot Overige hiërarchieën: overige descriptoren die kunnen worden beschouwd als kenmerken en die kunnen worden gebruikt om voorwerpen te beschrijven zijn beschikbaar in de vorm van alternatieve descriptoren in andere hiërarchieën (bijvoorbeeld gesneden, alternatief van snijden; houten, alternatief van hout). Descriptoren voor namen van kleuren zijn te vinden in de hiërarchie Kleur. Bepaalde fysieke fenomenen die nauw verbonden zijn met fysieke en chemische eigenschappen (bijvoorbeeld luminescentie) zijn te vinden in de hiërarchie Abstracte Begrippen. Uitdrukkingen die effecten van bepaalde fysieke omstandigheden op materialen of objecten beschrijven, zijn te vinden in de hiërarchie Toestanden en Effecten (bijvoorbeeld barsten). Descriptieve karakteristieken zijn ook te vinden in verschillende andere hiërarchieën als gedeelten van samengestelde descriptoren (bijvoorbeeld splitlevelwoningen).
Verwijst naar het grootste kerkgenootschap en belangrijkste lichaam van de mormoonse godsdienst, dat aan het eind van de 20ste eeuw meer dan 9,7 miljoen leden telde. Het hoofdkwartier bevindt zich in Salt Lake City (Utah) in de Verenigde Staten. Een belangrijk leider van dit kerkgenootschap was Brigham Young (1801-1877), die in 1847 de tocht naar Utah leidde, waar Salt Lake City werd gesticht.
Wordt gebruikt voor locaties waar nucleaire ladignen tot ontploffing worden gebracht voor proefnemingen.
Een speciale dakpan, ontworpen en geplaatst om een kiel te vormen.
Over het algemeen te gebruiken voor iets dat tot de Griekse of Romeinse Oudheid behoort of daarop teruggrijpt. Met name te gebruiken voor die aspecten van klassieke kunst, vooral de uitbeelding van het menselijk lichaam in oude beeldhouwwerken en het gebruik van ornamenten in oude kunst wanneer die in andere perioden model staan voor perfectie.
Bouwwerken met kleedkamers en badhokjes, bijvoorbeeld aan het strand en in zwembaden. Gebruik 'openbare badhuizen' voor gebouwen met openbare zwem- en badvoorzieningen.
Een aarden materiaal waarvan waterhoudend aluminiumsilicaat het belangrijkste bestanddeel is. Het wordt kneedbaar als het nat is en permanent gehard nadat het is gebakken.
Een mengsel van stro, grind en ongebakken klei, voornamelijk gebruikt voor de bouw van kleimuren.
Kalksteen bestaande uit 10 tot 50% klei.
Zandsteen die bestaat uit kleimineralen, in het bijzonder sedimentaire mineralen zoals mergel en schalie. Erop ademen geeft een merkwaardige aardse geur.
Animatie met kneedbare, gemodelleerde kleifiguren die een kleine beetje worden verplaatst, in een beeldje gefilmd, opnieuw worden verplaatst, opnieuw gefilmd, enzovoorts. Als de film op normale snelheid wordt afgedraaid, lijken de personages te bewegen en verschillende uitdrukkingen aan te nemen.
Mensen die zijn opgeleid in het vak van kleianimatie of dit vak beoefenen. Bij kleianimatie wordt gebruik gemaakt van gemodelleerde kleifiguren die telkens in een iets andere stand worden geplaatst. Elke stand wordt op een aantal filmbeeldjes vastgelegd, waarna de figuren opnieuw iets worden verplaatst, gefilmd, enzovoort. Wanneer de film met normale snelheid wordt geprojecteerd, lijken de figuren te bewegen en lijkt hun gezichtsuitdrukking te veranderen.
Te gebruiken voor schijfachtige, schotelvormige doelwitten van ongeveer 11 cm in diameter en 1,5 cm dik, die de lucht in worden geslingerd door een kleiduivenmachine bij sporten als kleiduivenschieten; ze werden voor het eerst ontwikkeld rond 1860 en gemaakt van gebakken klei, tegenwoordig meestal een mengsel van rivierslib en pijnhars.
Deze kunstvorm heeft momenteel nog geen definitie beschikbaar.
Gesteenten, met name kalksteen en zandsteen, die klei bevatten.
Van geringe omvang of betrekkelijk beperkte afmetingen, vooral in vergelijking met andere, soortgelijke zaken.
Harnassen bestaande uit een strijdharnas met dubbele stukken. Gebruik ' halve harnassen' of 'driekwart harnassen' voor harnassen voor oorlogvoering, ook voor toernooigevecht te voet.
Een aantal hoofdletters, in getypte tekst, die kleiner zijn dan en verschillen van de normale hoofdletters van een lettertype.
Kleine restaurants die in Amerika oorspronkelijk meestal op een spoorweg restauratiewagen lijken. Ze worden soms prefab gemaakt en hebben vaak een lange, smalle plattegrond. Ze onderscheiden zich verder door het simpele menu, ze hebben meestal een bar en tafels waar klanten mogen eten. Ze staan oorspronkelijk vaak langs wegen, maar vandaag de dag kunnen ze ook worden gevonden in stedelijke omgevingen.
Wordt gebruikt voor periodieken van het type dat eerst verscheen aan het einde van de 19e eeuw, dat was gewijd aan poëzie of avant-gardistische denkbeelden, en meestal beperkt werd verspreid.
Chinees schrift dat werd ontwikkeld nadat de eerste keizer van Qin in 221 v.Chr. China had verenigd en hij de suggestie van Li Si overnam om het schrift te standaardiseren. Het gestandaardiseerde schrift wordt het kleine zegelschrift genoemd om het te onderscheiden van de grote zegelschriften vóór het Qin-tijdperk. Het gestandaardiseerde kleine zegelschrift heeft ronde, sobere en uitgebalanceerde halen en structuren.
Vuurwapens, meestal met een kaliber tot 2 cm, die zijn ontworpen om door één persoon te worden gehanteerd, al of niet met steun van de schouder.
Wordt gebruikt voor de basementen van Ionische zuilen met een patroon dat in Klein Azië is ontwikkeld. Ze hebben een bovenste torus die op een schijf van ondiepe scheppende holen rust, waarbij beide elementen meestal horizontaal zijn gecanneleerd.
Algemene term die van toepassing is op alle 35mm, of kleinere, camera's.
Grote Europese linde die 20 tot 40 meter hoog kan worden en een stam kan hebben van 1 tot 2 meter dik. Men plant ze op grote schaal in rijen langs straten. Een bekend voorbeeld is Unter den Linden in Berlijn.
Hout van de boom behorende tot de soort Tilia cordata.
Kleine doeken ter bedekking van kelk en pateen afzonderlijk in de oosters-orthodoxe kerk.
Verwijst naar kleine ronde inspringingen in een kustlijn, kleiner dan een baai en over het algemeen gekenmerkt door een nauwe toegang.
Stukken land die door het provinciebestuur of de lokale autoriteiten aan een boer of een andere landarbeider worden verhuur of verkocht om te worden verbouwd, vaak bij wijze van aanvulling op de primaire bron van inkomsten.
Kleinere of kortere schulpzagen met tanden die dichter bij elkaar staan.
Het onderscheid tussen dorp, gemeente en stad is betrekkelijk en varieert naar gelang de individuele, regionale context. Kleine steden zijn meestal compacte nederzettingen, die groter zijn dan een dorp, maar minder belangrijk en complex dan de grote steden in de regio.
De kleinste vleugelpiano's.
Standaardformaat voor drukwerk dat in Groot-Brittannië wordt gebruikt, meestal circa 342x432 mm.
Munten of papiergeld van verschillende denominaties en coupures lager dan de basismunteenheid.
Een schalie dat geheel of voornamelijk bestaat uit kleimateriaal dat na verwering in klei verandert.
Fijnkorrelig gesteente dat grotendeels bestaat uit of is ontstaan door de erosie van afgezette slib en klei of elk soort gesteente dat klei bevat.
Draagbare plankjes waarop men rechtstreeks tekent of schrijft, of die men gebruikt als platte, harde onderlegger voor ander materiaal zoals papier. Die waarop rechtstreeks wordt geschreven bevatten meestal een laagje klei, pleister of was waarin de letters of afbeeldingen worden gekerfd met een stift.
De eigenschap van een kleurstof of een materiaal dat een kleurstof bevat zijn originele tint of intensiteit te behouden.Verwijst vooral naar het vermogen niet door te lopen of te verschieten, wat meestal het gevolg is van reiningen of blootstelling aan licht.
Negatieven die in monochroom de densiteiten van één kleurschakering per negatief vastleggen, gewoonlijk in setjes van drie negatieven. Elk wordt gebruikt voor het maken van een plaat of matrix voor het printen van één kleur, in register met de andere kleuren om een volledig gekleurde fotomechanische afdruk te maken.
Transparanten die in monochroom de densiteiten van één kleurschakering vastleggen, gewoonlijk in sets van drie films. Ze worden gebruikt voor het maken van een plaat of matrix om één kleur mee af te drukken, in register met de andere kleuren om een fotomechanische kleurenafdruk te maken.
Gecombineerde tint en intensiteit van een kleur, zonder verwijzing naar zijn waarde, om zo de kleurkwaliteit vast te stellen.
Techniek waarbij individuele kleuren worden geïsoleerd op aparte drukplaten of fotonegatieven, zodat een afbeelding of ontwerp in meerdere kleuren kan worden gedrukt.
Huid van een koe. Hiervan wordt koeienleer gemaakt.
Een gesloten gebouw van relatief bescheiden omvang dat wordt gebruikt voor het huisvesten of stallen van koeien of stieren. Gebruik 'koeienstallen' of 'veestallen' voor grote gebouwen waarin tientallen of meer dieren worden gestald. Gebruik 'schutstallen' voor gebouwen met minimaal één open kant.
Verwijst naar de stijl en cultuur van het moderne Koeweit.
Wordt gebruikt voor de paleizen van leden van het koninklijk huis, vooral koningen, die meestal grootschaliger zijn dan andere paleizen en met inbegrip van verblijven voor de koninklijke hofhouding en de officieren.
De toestand of eigenschap opgebouwd te zijn uit korreltjes of deeltjes of die te dragen. Wordt met betrekking tot de structuur van verflagen gebruikt voor verf die bijna volledig uit pigmentdeeltjes bestaat, met weinig of geen bindmiddel.
Porselein gemengd met beenaarde waardoor het helder wit van kleur wordt.
Aanhoudende psychiatrische aandoening of geestelijke gestoordheid.
De toestand of eigenschap opgebouwd te zijn uit of zoals kristallen.
Gebieden in bepaalde landen of regio's die toebehoren aan het Britse Gemenebest en in naam van de vorst worden aangehouden.
Riemachtige artikelen die vooral in de Middeleeuwen door vrouwen werden gedragen, bedoeld ter voorkoming van vleselijke gemeenschap.
Middelgrote groenblijvende eik die inheems is in het zuidwesten van Europa en het noordwesten van Afrika. Men kweekt de bomen in Spanje, Portugal, Frankrijk, Italië, Marokko, Tunesië en Algerije. Ze hebben een dikke isolerende schors, die ervoor zorgt dat ze zich na een bosbrand snel kunnen herstellen. De kurk beschermt de takken tegen het vuur en al snel ontspruiten er nieuwe twijgen en bladeren die een nieuwe kroon vormen. Andere bomen moeten weer helemaal opnieuw uit loten of zaden groeien. De buitenste schors van de kurkeik is licht en blijft drijven op water. Men gebruikt kurk om flessen af te sluiten, als vloermateriaal en voor andere commerciële doeleinden. Tijdens het oogsten hakt men de bomen niet om. In plaats daarvan pelt men ongeveer elke tien jaar de buitenste schors van de stam af, waarna de boom een nieuwe laag kurk vormt.
Tegebruiken in verband met het esthetische oordeel over het idee van inherente verdienste, innerlijke waarde of uitmuntheid in iets. Gebruik 'kwaliteitsbeheersing' om kwaliteitsnormen voor een project te selecteren en het afgeleverde werk te controleren om er zeker van te zijn dat aan deze normen is voldaan.
De mate van welzijn die een persoon ervaart met betrekking tot zijn manier van leven, vaak gedefinieerd in termen van sociale indicatoren, zoals voeding, luchtkwaliteit, criminaliteitscijfers, etc.
Het uitkiezen van de kwaliteitseisen waaraan een project moet voldoen en het controleren van de eigenschappen van het voltooide werk om te verzekeren dat dit aan de normen voldoet. Gebruik 'kwaliteit' voor het concept van intrinsieke verdienstelijkheid, waarde of uitmuntendheid in de context van esthetische beoordeling.
Planken voor timmerwerk met weinig foutjes en geschikt voor zorgvuldig afgewerkt houtwerk.
Staal dat koolstof, mangaan en kleine hoeveelheden van andere elementen bevat, en zeer sterk en corrosiebestendig is. Door contact met de lucht ontstaat een kiezelachtig, roestig uitziend oppervlak dat helpt corrosie te verminderen; deze oppervlaktelaag verkleurt na een aantal jaar naar een diep paarsbruin, waardoor deze staalsoort soms wordt gebruikt voor zichtbare structuuronderdelen van gebouwen.
Verwijst naar de tweede helft van de Gerzeïsche periode in boven-Egypte. De periode kenmerkt zich door het ontstaan van artistieke gebruiken van de hierna volgende Eerste Dynastie, die zijn terug te vinden in de versierde stenen paletten en scepterkoppen, wandschilderingen en enkele van de eerste grote beeldhouwwerken.
Verwijst naar de fase in de Heian-periode die tot ontwikkeling kwam tussen circa 898 en 1185. In het laatste jaar werd de macht van de keizer overgenomen door aristocratische clans en ontstonden er twee hoven in Kyoto. In de schilderkunst kenmerkt de stijl zich door de invloed van Chinese Tan'g-schilderkunst, met de fijne, hoogstaande lijnen en de platte, abstracte achtergronden. In de beeldhouwkunst kenmerkt de stijl zich door de rijkelijk met vele kleuren versierde houten beeldjes. De architectuur van deze periode geeft ook blijk van de Chinese invloed, met dakpannen op de daken en stenen plateaus, naast het traditionele gebruik van weelderig met houtsnijwerk opgesierde interieurs.
Een schrift van minuskels dat in gebruik was als alledaags Romeins schrift vanaf het begin van de 3e eeuw en dat in sommige streken stand hield tot de 8e eeuw.
Aanduiding voor gebouwen, meestal te vinden in pretparken, die diverse toestellen bevatten die zijn bedoeld om mensen te laten schrikken of lachen en die zijn opgesteld in een gang waar de bezoekers doorheen lopen.
Bewijsstukken van de lading of de goederen die worden verscheept.
Te gebruiken voor personen die rechtmatig land bezitten.
Noorse citerachtige chordofonen. Ze hebben fretten en zijn rechthoekig.
Balkvormig element van hout, steen of ijzer dat een venster, ingang of andere opening van enige breedte overspant en het bovenliggende muurwerk steunt.
Lagen die bij metselwerk met natuursteen ter hoogte van de latei zijn geplaatst en zich meestal onderscheiden van de muur doordat ze meer uitsteken, dikker zijn afgewerkt of in het geheel dikker zijn, waarbij ze in afmetingen overeenkomen met de latei.
Verwijst naar de periode en cultuur behorend bij de verovering en de kolonisatie van het Byzantijnse rijk door het Westen na de Vierde Kruistocht, die duurde van het eind van de 12de en het begin van de 13de eeuw totdat de Latijnse heersers werden afgezet in de jaren 60 van de 13de eeuw. De stijl kenmerkt zich door een toevoeging van westerse ontwerpen en motieven, die verwijzen naar gelijktijdige westromaanse en gotische stijlen en de glorie van het Westromeinse Rijk.
Een type Chinees ritueel vaatwerk van brons, gebruikt voor wijn.
Een zeer fijnkorrelig, gefolieerd en ongelaagd metamorf gesteente dat meestal wordt geproduceerd door metamorfose van schalie onder relatief lage druk en temperatuur. Het komt in veel variaties voor, waaronder klei, hoornblende, mica en talkleisteen. Een gemeenschappelijke eigenschap is dat het gemakkelijk kan worden gesplitst in dunne lagen.
Banden die kinderen leiden en ondersteunen bij het leren lopen. Soms van versterkte stof die is bevestigd aan de schouders en tot de enkels hangt.
Leidekkershamers met een punt aan de achterkant van de kop. Worden gebruikt om spijkergaten in leisteen te maken.
Zij die een onderneming of beweging leiden of de handelingen en meningen van volgelingen bepalen.
Personen die een hoge positie met bestuurlijke of leidinggevende verantwoordelijkheden bekleden in een particuliere onderneming.
Water dat via leidingen naar kranen in een woning of een ander gebouw wordt geleid. Door zijn niet-corrosieve eigenschappen is leidingwater beter dan gedistilleerd water geschikt voor de conservering van oude stenen materialen.
Lange leren riemen die aan weerszijden van het bit vastgemaakt zijn en gebruikt worden door de menner om een voor een wagen of kar aangespannen paard te sturen en het tempo onder controle te houden.
Leisteen die voornamelijk wordt gebruikt voor algemene bouwdoeleinden, dergelijke leisteen moet vrij zijn van gaten, barsten of andere defecten die van invloed kunnen zijn op de duurzaamheid of sterkte.
Een reeks middengrijze tot donker blauwachtig grijze, groenachtig grijze en paarsachtig grijze kleuren die lijken op de kleur van leisteen, een metamorf gesteente.
Een vroege variant van kobaltblauw.
Datgene wat een bewustzijn of een diep gevoel van afkeer oproept of wat een reeds eerder geaccepteerd esthetisch ideaal pijnlijk verstoort. Kan worden gezien als cultureel bepaald of als een individuele reactie.
Onderwijsinstellingen met vierjarige opleidingen voor het opleiden van docenten voor de lagere en middelbare school.
Wordt gebruikt voor vierjarige opleidingen voor het opleiden van docenten voor de lagere- en middelbare school.
De hiërarchie Lichamelijke en Geestelijke Activiteiten bevat descriptoren voor activiteiten die variëren van enkele acties tot complexe reeksen fysieke en mentale bezigheden. Geestelijke activiteiten zijn activiteiten die geheel of voornamelijk worden uitgevoerd met de hersenen. Lichamelijke activiteiten zijn activiteiten die worden uitgevoerd met andere delen van het lichaam of met het lichaam als geheel. Relatie tot Overige hiërarchieën: descriptoren voor procedés die fysiek op of met materialen of objecten worden uitgevoerd (bijv. beeldsnijden) zijn te vinden in de hiërarchie Procedés en Technieken. Descriptoren voor organisatorische, administratieve of intellectuele activiteiten die worden uitgevoerd om specifieke doelen te bereiken (bijv. analyse) zijn te vinden in de hiërarchie Functies. Descriptoren die gebeurtenissen aanduiden, waaronder gebeurtenissen wanneer activiteiten in deze hiërarchie zouden kunnen plaatsvinden (bijv. zeilen, basketbal) of die altijd afhankelijk zijn van een duidelijk gedefinieerde reeks omstandigheden voordat ze plaatsvinden, (bijv. races) zijn te vinden in de hiërarchie Gebeurtenissen.
Algemeen te gebruiken voor het vermogen om verandering te weerstaann zoals verschieten, als gevolg van licht.
De mogelijkheid of neiging van een stof te reageren op licht of een soortgelijk straling.
Personen die onder het leenstelsel slavendienst deden, speciale diensten aan een heer moesten verlenen en vaak waren verbonden aan het land van de heer, waardoor hun diensten overgingen van de ene landbezitter naar de andere. Gebruik 'boeren' voor vrije mensen die zichzelf onderhouden door het bewerken van de grond als kleine landbezitters of gehuurde arbeiders.
Het voornaamste effect van een getekende of geschilderde compositie wordt bereikt door middel van lijnen in plaats van kleur en tint.
Verwijst naar bedden in de vorm van een ondiepe mand, vooral aangetroffen tijdens de Franse Restauratie van begin 19de eeuw.
Onderscheidende uniformen gedragen door bedienden, knechten, lakeien of andere beroepsgroepen.
Flessen gebruikt om reukwater over de handen te sprenkelen aan het eind van een maaltijd; vaak voorzien van een bevestigingsmechanisme waardoor ze aan kettingen kunnen worden opgehangen.
S-vormige stompe beitel, vaak met een gebogen snede, die de loodgieter gebruikt om lood en 'werk' (gepluisd touwwerk) in de kraag van een gietijzeren buis te drijven zodat die waterdicht is. Er wordt met een hamer op geslagen.
Te gebruiken om gehele of bijna gehele ondoordringbaarheid voor lucht aan te geven.
De mate van luchtvervuiling waarbij de luchtkwaliteit als hoog wordt beschouwd terwijl de luchtvervuiling laag is.
Te gebruiken in verband met de luchtkwaliteit in gebouwen.
Apparaten die stof- en vuildeeltjes uit de lucht halen.
De hoeveelheid verdampt water in de atmosfeer.
De verdeling in kasten, klassen, voorrechten of status in een maatschappij. De maatschappelijke laag waartoe iemand behoort, kan bij de geboorte zijn bepaald of tijdens het leven worden bereikt. Factoren die een rol spelen bij het behoren tot een maatschappelijke laag, zijn onder meer geslacht, leeftijd, rijkdom, familierelaties, opleiding, beroep, echtelijke staat en taal.
Knitting performed by machine.
De kenmerken van een materiaal of object met betrekking tot de mate van magnetisme en de magnetische verschijnselen die dat materiaal of object vertoont.
Lage glazen drinknap uit de 15de-17de eeuw, met gewelfde wand en afgeplatte onderkant, gemaakt van Waldglas. De wand is dikwijls versierd met ribben of noppen.
Verwijst naar de stijl van kunst van de inheemse Malay-cultuur, met invloeden en stromingen uit de Siamese, Javaanse, Chinese en Sumatraanse cultuur. De stijl bevat ook islamitische en Indiase hindoeïstische elementen.
Verwijst naar de culturen die floreerden in de regio van de moderne natie Maleisië die bestond uit het Maleisisch Schiereiland en de oostelijke regio van het eiland Borneo. De kunststijl in deze regio is een synthese van inheemse en uitheemse invloeden vanuit China, India, de Arabische wereld en het westen, die mogelijk werd gemaakt door middel van kolonisatie en handel. In de schilder- en beeldhouwkunst in deze regio worden vanwege islamitische voorschriften zelden menselijke figuren afgebeeld. De productie in decoratieve kunsten is breder en omvat batikstoffen en andere verfijnde weefsels, zilverwerk, handgemaakte krissen, houtsnijwerk, mandenwerk en verschillende andere handgemaakte producten.
Verwijst naar een oude religie uit het Midden-Oosten die nog voorkomt in Irak en Khuzistan (een provincie in het zuidwesten van Iran). Zij wordt meestal beschouwd als een gnostische sekte en is als zodanig de enige overgebleven vertegenwoordiger van het gnosticisme. Er zijn ongeveer 15.000 tot 20.000 mandeeërs. Het mandeïsme benadrukt, net als andere dualistische geloofssystemen, de verlossing van de ziel door esoterische kennis (gnosis). De spirituele ziel zal worden bevrijd van de materiële wereld door hun verlosser, Manda d'Hayye, maar de slechte archonten verhinderen de opstijging van de ziel. In het mandeïsme wordt Jezus beschouwd als een valse messias maar wordt Johannes de Doper vereerd omdat hij wonderbaarlijke genezingen heeft bewerkstelligd door middel van de doop. De mandeeërs ontwikkelden een uitgebreid cultusritueel, vooral voor de doop, die voor zover bekend bij geen enkele andere gnostische sekte voorkomt. De doop zuivert een mens van de zonde en kan vaak worden herhaald. De oorsprong van de religie is duister en blijft omstreden. Op basis van Babylonische elementen in mandeïsche magische teksten, het gebruik van de Iraanse kalender en de overname van verscheidene Iraanse woorden in de mandeïsche taal, menen sommige geleerden dat het mandeïsme in de pre- of vroegchristelijke tijd is ontstaan in het zuidwesten van Mesopotamië. Anderen denken aan een Syrisch-Palestijnse oorsprong op basis van de Haran Gawaita, een quasihistorisch mandeïstisch document dat verhaalt over de exodus van de nazareeërs (de mandeïstische priesterkaste die zich onderscheidde van de mandeeërs of leken) van Palestina naar Mesopotamië in de 1ste eeuw n. Chr. Ook zekere opmerkelijke overeenkomsten met het jodendom verdienen de aandacht: bekendheid met het Oude Testament, parallellen met de joodse zedenleer, vooral de grote waarde die wordt gehecht aan het huwelijk, het gebruik van de Hebreeuwse engelenleer en het belang van een zuivere cultus. Ook zijn er overeenkomsten met het manicheïsme. De mandeeërs zijn misschien de in de Koran genoemde Sabanen. De mandeïsche literatuur, geschreven in een Aramees dialect en in een apart schrift, is tamelijk uitgebreid. Belangrijke bewaard gebleven werken zijn de Ginza (het Boek van Adam); het Boek van Johannes; het Boek van de Zodiak en de Doop van Hibil Ziwa. Mandeeërs zijn van oudsher bekwame zilversmeden.
Verwijst naar de religieuze beweging die opkwam in Perzië in de derde eeuw en werd opgericht door Mani, de 'Apostel van het licht', als een oecumenisch en universeel geloofssysteem met daarin geïntegreerd ideeën uit het boeddhisme, het christendom, het hindoeïsme, het taoïsme, de islam en het jodendom. De religieuze beweging wordt algemeen beschouwd als een soort gnosticisme, een systeem dat is gebaseerd op het verkrijgen van verlossing door het kennen van de spirituele waarheid. Er wordt gestreefd naar zelfkennis en innerlijke verlichting als bescherming tegen een overgave aan de kwade materiële wereld en als weg naar de verlossing. Deze beweging heeft een enigszins dualistische filosofie en wordt gekenmerkt door het geloof in de tegengestelde substanties van licht en donker, het spirituele en het materiële, en het goede en het kwade. De religieuze gemeenschap is verdeeld in de uitverkorenen, die zich aan de strikte, ascetische levensstijl houden, en de toehoorders, die de uitverkorenen ondersteunen. Belangrijke elementen van deze religie zijn onder meer sacramentele riten, liefdadigheid, vasten, de biecht, het zingen van hymnen en het reciteren van heilige geschriften.
Verwijst naar een koperlegering van rood koper, zink en tin die op zilver of goud lijkt. Mannheimer goud is uitgevonden en hoofdzakelijk geproduceerd in het Duitse Mannheim, en was met name aan het begin van de 18de eeuw populair. Mannheimer goud werd vaak in goedkope sieraden verwerkt.
Beschrijft werken die zijn vervaardigd door de bevolking van de Marquiseseilanden. De inwoners zijn bekend om hun sterke specialisatie in bepaalde kunstwerken of technieken, bijvoorbeeld het snijden van beelden, knuppels en handvatten van waaiers, het bouwen van huizen en kano's, tatoeageontwerpen en het maken van ornamenten. De tatoeageontwerpen van de Marquiseseilanden waren zo bijzonder dat het gebruikelijk werd voor mannen om hun volledige lichaam te laten tatoeëren.
Harde Castiliaanse zeep met olijfolie en soda die in vijf stappen wordt geproduceerd, met als resultaat fysieke hardheid en een gemarmerd uiterlijk. Wordt vaak bij wetenschappelijke procedés gebruikt voor het reinigen en ontgommen van textiel.
Snoepgoed bestaande uit een dikke pasta van gemalen amandelen, suiker en eiwit of eigeel. De pasta wordt tot kleine snoepjes of petit fours gevormd. Ook kan marsepein in decoratieve vormen worden gekneed en als glazuurlaag op taarten of cakes worden aangebracht.
Beschrijft werken die zijn vervaardigd door de bewoners van de Republiek der Marshalleilanden. De bevolking van de Marshalleilanden wordt erkend als uitvinders van de outrigger, een bepaald type kano. Oorspronkelijk werden er drie soorten kano's vervaardigd: de walap, een zeilkano die maximaal 100 passagiers kon vervoeren; de tipnol, bedoeld voor maximaal 20 passagiers; en de korkor, een kleine kano voor gebruik in een lagune. Andere door de bewoners van de Marshalleilanden geproduceerde kunstwerken zijn geweven of gevlochten producten voor de ambachtsmarkt of voor gebruik in huis, en diverse tatoeageontwerpen.
Fase waarin een levend wezen volledig is volgroeid of ontwikkeld.
Eigenschappen met betrekking tot de verhoudingen tussen spanning en vervorming of met betrekking tot de reacties op toegepaste krachten.
Hout van de kleine boom of struik behorende tot het genus Crataegus.
Verwijst naar de periode die samenvalt met de regeerperiode van keizer Mutsuhito, genaamd Meiji, 1868-1912. De periode wordt gekenmerkt door een transformatie van het feodalisme naar een moderne industriële staat, waarbij westerse naties als een model werden genomen. Na de Weense Expositie van 1873 werden de kunstenaars aangemoedigd om traditionele kunsten en ambachten voor de export te produceren, zoals gravures in hout en ivoor en lak. De kunst uit deze periode werd ook beïnvloed door westerse kunst en architectuur.
Verwijst naar Japanse prenten of andere werken waarop beroemde plaatsen worden afgebeeld.
Te gebruiken voor vrouwelijke personen in de periode tussen geboorte tot en met adolescentie.
De toestand of eigenschap van stoffen te kunnen worden vermengd met andere, meestal gespecificeerde, stoffen.
De installatie van leien daken, zoals op een dak of muur.
Oplossing van verdund zuur, meestal zwavelzuur, die wordt gebruikt om oxide of vloeimiddel te verwijderen van zilver of van een ander metaal.
Steigers die bestaan uit een raamwerk met houten vierkanten die een platform ondersteunen en zijn bedoeld voort lichte tot middelmatige belasting.
Hardheid van een stof, gemeten met een druklichaam zoals een stift met een diamanten punt, die microscopische gebiedjes doordringt.
Lampen waarbij metaalgaas wordt gebruikt om de vlam af te schermen zodat explosies worden voorkomen. Ze zijn meestal cilindervormig en vaak van koper. Dit model is gebaseerd op een lamp die door Sir Humphrey Davy is ontwikkeld.
Een koers of grondbeginsel van actie, zoals aangenomen of voorgesteld door een regering, ter bescherming van dieren in het wild en bedreigde diersoorten en hun natuurlijke omgevingen, en voor het terugdringen van de bedreiging van de aarde door vervuiling, ontbossing, ontvolking en andere gevolgen van menselijke activiteiten.
Stoffen, zoals bepaalde chemische stoffen of afvalproducten, die schade toebrengen aan lucht, aarde, water of andere natuurlijke bronnen, of die deze ongeschikt maken voor gebruik voor een bepaald doel.
In 't algemeen te gebruiken voor fysieke strijd tussen of onder bewapende mensen.
Te gebruiken voor kleinere groepen in een grotere samenleving die het doelwit zijn van vooroordelen of discriminatie door de meerderheid. Gebruik 'etnische groepen' voor groepen die zich onderscheiden van de meerderheid door hun nationale, religieuze, taalkundige, culturele of soms raciale achtergronden.
Te gebruiken voor een genre in de Japanse volkskunst dat uitgaat van het beginsel dat de schoonheid en de bruikbaarheid van alledaagse gebruiksvoorwerpen van gewone mensen onlosmakelijk met elkaar verbonden zijn; voorwerpen in dit genre worden gemaakt volgens traditionele ambachtelijke methoden zonder bewuste esthetische bedoelingen; te onderscheiden van de gebruiksgoederen van de aristocratie, waarmee wel een esthetisch effect werd beoogd, en van alledaagse gebruiksgoederen die het product zijn van de moderne industriële samenleving; het genre wordt beschreven en de term gebruikt sedert de jaren ’20 van de 20ste eeuw.
De toestand van een materiaal zoals metaal, papier of vezel die tot verzwakking zal leiden vanwege herhaalde cyclische belasting, zoals vouwen, met een spanning die onder de normale spankracht van het materiaal ligt.
Grote piramidevormige boom die voornamelijk voorkomt in het oosten van Noord-Amerika op laaggelegen stukken land langs rivieren en vochtige hoger gelegen gebieden. In westelijke richting vindt men ze tot in de Amerikaanse staat Oklahoma en de Canadese provincie Ontario. De bomen hebben clusters van korte en puntige twijgen en bladeren met stekelige lobben.
Ondoorschijnend wit handgemaakt papier van kozovezels.
Familie van bloeiende planten met ongeveer 40 genera en meer dan 1000 soorten die in het algemeen in tropische en subtropische gebieden voorkomen.
De religieuze ideologie dat er maar één god is, in tegenstelling tot polytheïsme en pantheïsme. Monotheïsme is ontwikkeld vanuit het judaïsme en is nog steeds een centraal onderdeel van het judaïsme, christendom en de islam. Moslims en joden vinden dat het geloof binnen het christendom in de Heilige Drie-eenheid het monotheïsme tegenspreekt.
Te gebruiken voor de indruk van pracht, voortreffelijkheid, duurzaamheid en vaak, doch niet noodzakelijk, voor de grootte van een kunstwerk of structuur.
Wordt gebruikt voor allegorische toneelstukken waarin zedelijk gedrag wordt gepredikt in dialogen tussen acteurs die personificaties zoals de Barmhartigheid, het Geloof of de Dood vertolken.
Grote loofboom die 25 tot 40 meter hoog kan worden. De boom heeft glanzende bladeren en een donkergrijze schors met diepe kloven en vaak oranje strepen aan de basis van de stam. De moseik is inheems in Europa en Klein Azië. Het hout gebruikt men als timmerhout.
Hout van de boom behorende tot het genus Quercus robur. Het hout heeft een lichtbruine kleur en een grove, open nerf.
Te gebruiken voor schepen die een kleiner zeiloppervlak hebben dan gewone zeilboten en eveneens een motor hebben als aandrijving.
Hout van de boom behorende tot de soort Quercus muehlenbergii, inheems in de oostelijke helft van de Verenigde Staten; het hout werd al vroeg gewaardeerd, als materiaal voor spoorbielzen en zware houtconstructies.
Materiaal zoals pleister of modder dat met gevlochten rijswerk wordt gebruikt als bouwmateriaal.
Verwijst naar de periode van circa de 4de eeuw v. Chr. tot de 4de eeuw na Christus, toen het koninkrijk van Nabatea floreerde in het noordwesten van Arabië. De stijl van de periode staat bekend om het eclectische karakter en de combinatie van Hellenistische, Romeinse en Oosterse motieven, die vooral te zien zijn in de gevels van de uitgehouwen graven bij Petra, de hoofdstad van het rijk.
Het niet zorgvuldig uitvoeren van wat van een normaal redelijk persoon kan worden verwacht.
De toestand of omstandigheid van een relatief hoog vochtigheidsgehalte.
Verwijst naar het werk van een groep kunstenaars die in 1949 in Duitsland was gevormd. De groep verwierp de artistieke idealen van de nazi's. De stijl kenmerkt zich in het algemeen door eenvoudige, niet-geïdealiseerde portretten en landschappen die de vernietiging in Duitsland tijdens de Tweede Wereldoorlog laten zien.
Vertoont geen zure of alkalische eigenschappen en heeft een pH-waarde van 7.0.
Verwijst naar de satirische stroming die zich in de vroege jaren 20 van de 20ste eeuw in de Duitse schilderkunst ontwikkelde en die verdween met de opkomst van het nationaal-socialisme in de jaren 30. De stroming was een reactie op het geweld van de Eerste Wereldoorlog, en de stijl kenmerkt zich door de afwijzing van het expressionisme en de nadruk die werd gelegd op de nauwgezette bestudering van voorwerpen. Voorts door de sociale kritiek, de kille, statische figuren en de soms naïeve stijlen.
Verwijst naar de technieken die representatief zijn voor een verzameling prehistorische gereedschappen van dezelfde ouderdom die op een of meer samenhangende archeologische vindplaatsen zijn aangetroffen. Gebruik 'industrie (objectgroepen)' voor de verzameling gereedschappen zelf.
De hogere klasse binnen de aristocratie waarvan titels, bezit, en privileges worden behouden en doorgegeven via overerving. Gebruik 'edelen (aristocraten)' voor individuele leden van de adel.
Steigers die zijn gebouwd om de nok van een dak te overbruggen. Worden meestal gebruikt gedurende herstelwerkzaamheden aan de schoorsteen.
Polair reinigingsmiddel dat niet ioniseert in een waterige oplossing.
Marmerpapier dat meestal wordt geprepareerd met vijf kleuren en vervolgens met een harkje of kam wordt getekend, en later met een fijne draadkam wordt nabewerkt. Hierdoor ontstaat een geschulpt patroon. Een variant van nonpareil marmerpapier is Hollands marmerpapier, dat een iets afwijkend kleurschema heeft.
Verwijst naar de Chinese dynastieperiode en cultuur vanaf 386 tot 534 n. Chr. De hoofdstad bevond zich oorspronkelijk te Pingcheng, maar werd in de periode 493-494 door Keizer Xiaowendi (regeerde 471-499) in zuidelijke richting verplaatst naar Luoyang. Hier werd een nieuwe, prachtige stad gebouwd op de ruïnes van de oude Chinese hoofdstad; in het jaar 534 was de populatie meer dan een half miljoen. Boeddhistische kunst floreerde onder een staats- en een particulier patronaat gedurende het grootste gedeelte van deze periode. In circa 460 werd een begin gemaakt met de bouw van grottempels in Yungang; duizenden handwerkslieden werkten ongeveer 35 jaar aan het maken van de tempels en het versieren ervan met beeldhouwwerken en schilderingen. Op instigatie van Xiaowendi werden later andere grottempels gemaakt bij Longmen. Yungang wordt gekenmerkt door statische iconen in een Gandharan-stijl, terwijl de beeldhouwkunst in Longmen meer lineair is en de in opkomst zijnde Chinese stijl demonstreert. Grafaardewerk van Noordelijk Wei, dat tevens is beïnvloed door het boeddhisme, benadrukt frontaliteit en symmetrie. Het nomadische Touba-volk begon op Chinese instellingen te vertrouwen voor het organiseren en besturen van hun staat en raakte ook bekend met Chinese cultuur en luxeartikelen; onder Xiaowendi werd Chinees de officiële taal en werd het gebruik van Tuoba-taal verboden. Het onderscheid tussen het 'barbaarse' noorden en het 'geciviliseerde' zuiden werd minder duidelijk; niettemin begonnen noordelijke grensbewoners zich verwaarloosd te voelen en in opstand te komen, wat leidde tot de ineenstorting van de Noordelijke Wei-dynastie. Noordelijk China werd in 534 verdeeld in de Oosterse en Westerse Wei-dynastieën.
Beschrijft werk dat is vervaardigd door het gelijknamige Afrikaanse volk, dat op de Ndop-hoogvlakte leeft, in de regio Bamenda in het westen van de Cameroon Grassfields.
In de context van de archeologie verwijst deze term naar stenen waaruit stukken zijn geslagen voor het maken van gereedschappen. Deze steenkern kan ofwel worden weggegooid of verder gevormd tot een gereedschap.
De afwezigheid van kleding, die de delen van het lichaam zichtbaar laat die in de culturele tradities van de toeschouwer gewoonlijk bedekt zijn.
Theoretisch gezien is dit de inherente kleur van een voorwerp wanneer die niet wordt beïnvloed door het gereflecteerde licht van een ander voorwerp. In de praktijk is het de kleur van een object in natuurlijk licht.
Verwijst naar een gedraging, uiting of verschijning die onfatsoenlijk, onzedelijk of aanstootgevend is.
Het vermogen terug te kunnen worden veranderd naar een vorige staat of toestand; de eigenschap niet onherroepelijk permanent te zijn.
Wordt gebruikt voor hindernissen die overdwars in een waterweg zijn gebouwd om de stroom geheel of gedeeltelijk af te buigen van de gewone bedding en een buis, sloot of geul in te leiden, zodat er om constructiewerk heen kan worden gegaan.
De ondoordringbaarheid van een stof of voorwerp voor lichtstralen.
Het kenmerk van een gevarieerd oppervlak met kleine uitstekende deeltjes, punten en onregelmatigheden, waardoor het bij beschouwing en aanraking een harde of oneffen indruk wekt.
Een term die wordt gebruikt voor het aanduiden van een onbeperkte hoeveelheid.
Een gebrek aan symmetrie of juiste verhouding.
Hervormde tak van de karmelietenorde die in 1593 een zelfstandige orde werd. Toenemende zedelijke losheid en misbruiken binnen de orde der karmelieten leidden tot de hervormingen van Sint Theresia van Avila en later van de Heilige Johannes van het Kruis. De aanduiding 'ongeschoeide' verwijst naar het gebruik van de hervormers om sandalen te dragen in plaats van kousen en schoenen. Ongeschoeide karmelieten richten zich vooral op pastoraal en missionair werk.
Werknemers die werk verrichten waarvoor weinig of geen vaardigheden of ervaring nodig zijn.
Werknemers die werk verrichten waarbij fysieke kracht belangrijker is dan vaardigheden of scholing.
De toestand of eigenschap van een stof niet te kunnen worden opgelost in een andere, meestal gespecificeerde, stof.
De eigenschap of toestand van het missen van stabiliteit, van het neigen naar veranderlijkheid of van gemakkelijk uiteenvallen of chemisch veranderen.
Het recht van de staat om eigendommen van particulieren in beslag te nemen, gewoonlijk zonder compensatie.
Verticale ventilatiepijpen die hoofdzakelijk worden gebruikt voor luchtcirculatie van en naar de delen van een afvoersysteem van een gebouw.
De eigenschap voor een lange, onbepaalde tijd te bestaan of te werken, zonder noemenswaardige verandering. Vooral te gebruiken met betrekking tot situaties en tot niet-mechanische eigenschappen van voorwerpen of materialen, zoals de bestendigheid van kleur tegen verschieten of de bestendigheid van papier tegen achteruitgang door zuren; gebruik 'duurzaamheid' met betrekking tot langdurige bestendigheid tegen mechanische slijtage.
De toestand of eigenschap van stoffen niet te kunnen worden gemengd.
Onregelmatigheden in het oppervlak of de structuur van iets, waardoor het object wordt verzwakt of mislukt, of waardoor het uiterlijk ervan wordt bedorven.
Een vreemde stof, vooral van minderwaardige kwaliteit of verontreinigend, die met de gewenste stof is gemengd.
Verwijst naar de Chinese dynastieperiode en cultuur vanaf 534 tot 550 n. Chr. die werd gesticht door een voormalige garnizoenscommandant van Noordelijke Wei, Gao Huan (496-547), en zijn zonen. Ze beheersten een gebied ten oosten van Luoyang. De hoofdstad was gevestigd in Ye in de zuidelijke provincie Hebei. Het boeddhisme bleef de belangrijkste inspiratie voor de kunsten. De oudste overgebleven stenen pagodekapel in China, bij Shentong si op de berg Tai, is waarschijnlijk Oostelijke Wei. Beeldhouwkunst uit deze periode wordt gekenmerkt door een grotere rondheid dan beeldhouwkunst van de Noordelijke Wei. De dynastie eindigde in 550 toen Gao Huans zoon Gao Yang keizer werd en de Noordelijke Qi-dynastie stichtte.
Klephoorns van metaal met een U-vormige buis en wijde conische boring, eindigend in een licht uitlopende klankbeker, met cupmondstuk.
Peilingen om verkiezingsuitslagen te voorspellen of openbare meningen vast te stellen die worden gehouden door steekproefsgewijs een deel van de bevolking te onderzoeken.
Het verwerven of overbrengen van specifieke vaardigheden die betrekking hebben op bepaalde functies of activiteiten door middel van onderricht of oefening. Gebruik 'lesgeven' voor het rechtstreeks onderwijzen van anderen in kennis, gedrag of vaardigheden.
Gebouwen, vaak met onderwijs-, onderzoeks- en recreatievoorzieningen, die zijn ingesteld door bedrijven speciaal voor het opleiden van de werknemers.
De mate waarin één stof kan oplossen in een andere, meestal gespecificeerde, stof.
Aanduiding voor gebieden waar een grote hoeveelheid opslagtanks met een grote capaciteit is geplaatst, meestal gebruikt voor ruwe olie of andere olieproducten.
Gutsvormige boren om gaten in hout te boren.
De eigenschappen van licht en van de interactie tussen licht en materie.
Heilige plaats waar men priesters of priesteressen kon raadplegen die over profetische gaven beschikten en boodschappen van de god(en) konden overbrengen.
Hout van de boom behorende tot de soort Quercus garryana, met een compacte structuur en een rechte nerf.
Tak van de scheikunde die zich bezighoudt met koolwaterstoffen en hun afgeleiden, gevonden in organische structuren.
Eigenschap die wordt toegeschreven aan een verfrissend uiterlijk, ontwerp of stijl. Ook: de kracht van onafhankelijk denken of creatieve verbeelding.
Het collageen in botten dat wordt gebruikt voor het maken van lijm en gelatine.
Verwijst naar de heropleving van de Byzantijnse stijl in Byzantium en Oost-Europa onder de Paleologische Dynastie (1261-1453). De stijl wijkt af van eerdere stijlen doordat formaliteit plaatsmaakt voor meer vrijheid, en valt op door een voorkeur voor wandschilderingen boven mozaïeken, complexere composities die vaak hele wanden bedekken, en een verandering in de iconografie ten gunste van thema’s uit de apocriefe gospels.
Te gebruiken voor objecten die zijn gevonden bij archeologisch onderzoek, met name voor opgegraven voorwerpen die stammen uit de periode voor 1800 of voorwerpen uit niet meer bestaande culturen. Gebruik 'etnografica' voor objecten die afkomstig zijn uit een nog bestaande cultuur of bekende cultuur uit het vrij recente verleden, wanneer deze voorwerpen van belang zijn voor etnografische en etnologische onderzoek.
Deskundigen, studenten of verzamelaars op oudheidkundig gebied.
Een formeel schrift ontwikkeld in de 15e eeuw in Italië, voornamelijk gebaseerd op Karolingisch minuskel.
Verwijst doorgaans naar mensen die zich bezighouden met de planning van, de werking van en het toezicht op regeringsinstanties, -programma's en -functies, en ook met het bepalen en verwezenlijken van het overheidsbeleid.
Wetten of regelingen, vooral afkomstig van de lokale overheid.
Bibliotheken die worden onderhouden door of met geld van de overheid, met als algemene functie het bewaren van staatsdocumenten en publicaties voor het gebruik van staatsambtenaren en burgers. Geen Nederlands equivalent.
Bibliotheken die worden onderhouden door of met geld van de overheid, met als algemene functie het bewaren van staatsdocumenten en publicaties voor het gebruik van staatsambtenaren en burgers. Geen Nederlands equivalent. Zie 'nationale bibliotheken'.
Stukken die worden gemaakt of ontvangen door een overheidsinstantie en worden bijgehouden gedurende de uitvoering van overheidszaken.
Personen die overheidsfuncties bekleden waarvoor zij legaal zijn gekozen of benoemd.
Gebruik voor gebouwen of groepen van gebouwen die eigendom zijn van en geëxploiteerd door een publieksrechtelijke organen en vaak bezet door een overheidsinstantie.
Sociale woningbouwcomplexen uit de eerste helft van de 20e eeuw, door gemeentelijke of andere overheidsinstanties gefinancierd.
Omvat descriptoren van organisaties die bestaan uit een besturende instantie samen met de bewoners en het gebied dat op sommige of alle vlakken onder de jurisdictie van die instantie valt. Zie onder "bestuurslichamen" voor organisaties die uitvoerende macht uitoefenen.
Financiële ondersteuning, doorgaans van een bedrijf of andere organisatie, door de centrale overheid en niet door overheidsorganen op lagere niveaus.
Boom die hard en fijn gestructureerd hout produceert en voorkomt op zanderige gebieden in het midden en zuiden van de Verenigde Staten. De soort is taai en rotbestendig. Van de bomen maakt men palen voor omheiningen. Het hout wordt ook gebruikt voor grove constructies en als brandstof voor barbecues.
Beschrijft de diverse soorten kunstwerken die zijn vervaardigd door de bewoners van Paaseiland. De bevolking van Paaseiland maakte onder meer enorme stenen beeldhouwwerken, draagbare figuurtjes van papierschors en rotsgraveringen, en sinds de 20ste eeuw kent het eiland een bloeiende kunstnijverheid. Ontwerpen voor lichaamsdecoratiemotieven werden soms ontleend aan rotsgraveringen.
Wordt gebruikt voor de vaak grote en imposante officiële residenties van vorsten of andere hoogwaardigheidsbekleders. Gebruik 'herenhuizen' voor grote statige woningen die geen officiële residenties zijn.
Grieks religieus staatsfestival ter ere van Athena. Uiteindelijk werd het elke vier jaar met veel pracht en praal gevierd, waarschijnlijk om de concurrentie aan te gaan met de Olympische Spelen. Het festival bestond uitsluitend uit offers en rituelen die pasten bij het seizoen (half augustus) in de cultus van Athena, de beschermgodin van de stad. Tijdens de Grote Panathenaeïsche spelen brachten vertegenwoordigers van alle van Athene afhankelijke gebiedsdelen offerdieren. Na het aanbieden aan Athena van een nieuw geborduurd kleed werden verschillende dieren aan haar geofferd. De grote processie met deelname van de helden van Marathon is het onderwerp van de fries van het Parthenon. Van oudsher werden er tijdens het festival muzikale wedstrijden gehouden en delen van epische gedichten voorgedragen. De wedstrijden vonden plaats in het Odeum, door Pericles zelf voor dit doel gebouwd.
Verwijst naar amforen, gevuld met olijfolie van de heilige bomen van Athene, die op de Panatheense spelen als prijzen werden uitgereikt. Dit waren halsamforen met een grote, brede romp, scherp toelopend naar beneden en met een naar verhouding dunne hals. De versiering bestond doorgaans uit afbeeldingen van Athene op de ene kant en de wedstrijd waarbij de prijs werd gewonnen op de andere kant, uitgevoerd in de zwartfigurige techniek.
Herbergen die gasten van alle rangen en standen ontvangen, in tegenstelling tot herbergen die bedoeld zijn voor gasten uit de hogere klassen. Gewoonlijk gebruikt men deze term alleen voor oud-Griekse en oud-Romeinse gebouwen en voor gebouwen in het Midden-Oosten.
Religieuze ideologie gebaseerd op de overtuiging dat God en het universum één zijn en alleen het goddelijke echt is en de zintuiglijke ervaring niet. Het pantheïsme is een belangrijk onderdeel van het hindoeïsme en sommige stromingen van het boeddhisme.
Middelgrote boom die van nature voorkomt in Oost-Azië, met rode bolvormige vruchten en een inwendige schors waaruit in Japan en China papier wordt vervaardigd en die in Polynesië wordt gebruikt voor de fabricage van tapa, een grove textielsoort. Deze sterke, snelgroeiende boom, die ook in stedelijke omgevingen kan overleven, komt in diverse variëteiten voor (met ingesneden blad, witte vruchten en gevlekt) en wordt als wintervaste sierplant en als stinzenplant gebruikt.
Uitgestorven orde van twee of drie families en tien of meer genera van middelgrote landreptielen. De vorm varieerde van hagedisachtig tot koeachtig en sommige soorten hadden uitgespreide ledematen. Op hun huid groeiden grote knobbels en in de schedel zaten diepe putten. De ledematen waren stevig en goed ontwikkeld en vaak hadden de dieren een robuust skelet.
Een zone voor het tijdelijk achterlaten van voertuigen.
Spoortreinen die bestaan uit passagiersrijtuigen die in de eerste plaats passagiers vervoeren, maar eventueel ook wagons hebben voor aanverwante artikelen zoals bagage, post of spoedberichten, zolang het maar geen vracht is.
Tafels met een marmeren blad die voornamelijk waren bedoeld voor het maken van zoetigheid.
Verwijst naar een Chinese neolithische cultuur van circa 6000 tot circa 4800 v. Chr. De cultuur had haar centrum in de vallei van de Gele Rivier en ging vooraf aan de Yangshao-cultuur.
Prenten waarbij het onderwerp en de uitvoering van de hand van dezelfde kunstenaar zijn. Gebruik 'reproductieprenten' voor prenten gemaakt naar voorbeeld van een al bestaande voorstelling op een schilderij of tekening.
Cultuur en de stijl van de inheemse mensen die gebieden in Idaho, Montana en Washington bewoonden toen de Europeanen arriveerden, met name het gebied rond wat nu heet 'Lake Pend Oreille'.
Een eigendomsregeling voor onroerend goed waarbij personen of groepen personen een eigendom of huur delen, meestal van vakantiehuizen, en elke eigenaar aanspraak kan maken op het goed gedurende een vastgestelde periode in het jaar.
Eigenschap van poreuze materialen die wordt gemeten aan de hand van de snelheid per volume waarin een vloeistof door een representatief proefstukje van het materiaal gaat.
Verwijst naar personen die zich uit de wereld hebben teruggetrokken door te gaan leven op een hoge zuil of pilaar, met name met betrekking tot de vroegchristelijke asceten.
Bestuur door lokale of regionale autoriteiten.
De driedimensionale eigenschap van een vorm, de ronding, tastbaarheid, uiterlijke hardheid of reliëfkenmerken.
Brede straten of lanen in oudgrieks en -romeinse steden.
Verwijst naar het buiten schilderen van taferelen in plaats van in een atelier op basis van schetsen die al dan niet buiten zijn gemaakt. Het wordt vaak gebruikt om te verwijzen naar de impressionistische stijl van schilderen die eind jaren zestig van de 19e eeuw ontstond in Frankrijk en die probeerde de kortstondige effecten van atmosfeer en licht vast te leggen door middel van het direct observeren van de natuur.
Gebruik deze term voor beeldhouwwerken die zijn ontworpen om buiten te staan, maar niet locatie-gebonden zijn.
Wordt gebruikt voor onbebouwde, meestal rechtlijnige openbare ruimten in steden die worden omgeven door gebouwen, en op het kruispunt van twee of meer doorgaande wegen zijn gelegen.
Verwijst naar zacht, plastisch materiaal dat kan worden uitgerold of uitgestreken op een muur, plafond of ander oppervlak waarop het vervolgens verhardt. In de context van kunst en architectuur verwijst het meestal specifiek naar een mengsel van water, kalk en zand, vaak in combinatie met andere materialen zoals dierenhaar, waardoor het materiaal meer kracht, textuur en - als het oppervlak daarna wordt geschilderd - poreusheid krijgt.
Personen die pleisterwerk – meestal een mengsel van kalk, zand en water – aanbrengen op muren, plafonds of andere oppervlakken, waarop vervolgens eventueel muurschilderingen worden aangebracht.
In de context van kunst en architectuur het aanbrengen van pleisterkalk - dat hoofdzakelijk bestaat uit kalk, zand en water - op een oppervlak. In de context van architectuur in het algemeen wordt de pleisterkalk met weidse elegante streken aangebracht op muren of plafonds, om te komen tot een dichte, stevige en snel drogende bedekking. In de context van fresco's of andere muurschilderingen wordt de pleisterkalk met kracht aangebracht met korte, stampende slagen, om te komen tot een meer poreuze bedekking als voorbereidende ondergrond voor schilderwerk of extra lagen pleisterkalk.
Alle gangbare soorten muurpleister, die verschillende hoeveelheden gips bevatten.
Pleistergereedschap met lange, draadachtige tanden. Wordt gebruikt om een oppervlak van onverhard gips in te krassen zodat de volgende deklaag goed kan hechten.
Buitencafés of buitenherbergen. Te onderscheiden van andere drinkgelegenheden (bijvoorbeeld cafés of bars) doordat ze meer op het buiten zijn gericht en op gezinnen met kinderen.
Platte stukken metaal of hout met aan de onderkant een houten handvat. Worden door stukadoors gebruikt om pleister of metselspecie te dragen.
Machinaal aangedreven, draagbare pompen die pleister met een slang op het te bepleisteren oppervlak spuiten, zonder gebruik te maken van pleisterplanken of troffels.
Ruitvormige troffels die worden gebruikt om naden in metselwerk te voegen of opnieuw te voegen.
In algemene zin, rechtsgeleerden. In het bijzonder, diegenen die zaken vervolgen of verdedigen in gerechtshoven of andere juridische tribunalen.
Beknopte uiteenzettingen van de argumenten van een van de partijen in een zaak die in behandeling is, die worden voorgelegd aan de rechtbank of aan een ander juridisch lichaam dat de zaak behandelt.
Wordt gebruikt voor verwarmingselementen die zich bevinden in speciale panelen, horizontaal en parallel aan de plinten van een muur.
Verwijst naar Venetiaanse kant die wordt gekenmerkt door de vele lichte strepen (brides) of met draad gecreëerde motieven zoals lussen, picots en sterren die op sneeuwvlokken lijken.
De aanwezigheid of het merkbaar zijn van twee tegengestelde of contrasterende principes of tendensen, zoals bijvoorbeeld in elektrische batterijen of magneten.
Verwijst naar de Griekse beeldhouwkunst vervaardigd door Polykleitos tussen 450 en 420 v. Chr. Zijn werken zijn te herkennen aan de ideale, harmonieuze proporties, de stevigheid en het naturalisme van de beelden van mannelijke atleten, die we nu uitsluitend nog kennen van de Romeinse kopieën.
Bestaand uit meer dan één afzonderlijk kristal, met verschillende richtingen.
Beton waarin een organisch polymeer als bindmiddel dient.
Mengsel van water, hydraulisch cement, aggregaat en een monomeer of een polymeer; wordt op de juiste plaats gepolymeriseerd wanneer een monomeer is gebruikt.
De religieuze ideologie dat er vele goden zijn, in tegenstelling tot monotheïsme. Polytheïsme is kenmerkend voor primitieve religies, evenals voor de religies van het oude Griekenland en Rome.
Algemene term die verwijst naar een modern blauw pigment dat in chemisch opzicht vergelijkbaar is met Egyptisch blauw, maar meestal zuiverder en fijner is dan het oude pigment, of met commerciële producten met een verfstof in dezelfde kleurschakering.
Variabele roodachtig oranje kleuren die lijken op de kleur van diverse pigmenten die 'Pompeian red' worden genoemd.
De verhouding van het volume van de holtes in een materiaal tot het volume van zijn massa.
Verwijst naar een soort keramiek van vuurbestendige witte klei, of 'kaolien', en een veldspaathoudende steen die tijdens het bakken reageert. De klei zorgt ervoor dat het voorwerp de vorm behoudt, terwijl de steen wordt omgezet in natuurlijk glas. In China verwijst dit naar alle soorten aardewerk die zo hard worden gebakken dat er een rinkelend geluid ontstaat als het kapot wordt geslagen. In Europa verwijst het alleen naar hardgebakken doorschijnende keramiek.
In het algemeen een ondoorzichtig, glasachtig deklaagje dat op hoge temperatuur wordt ingebrand en wordt toegepast op metaal.
Een soort van keramische klei die uit uitzonderlijk kleine deeltjes bestaat en als gevolg daarvan heel goed kneedbaar is. Het wordt gebruikt om plasticiteit te geven aan andere kleisoorten.
Een soort van fijn, witt porceleinachtig steengoed, hard en compact, en soms enigszins doorschijnend.
Pop met een hoofd, en soms een nek, armen, voeten en een lichaam van geglazuurd porselein of van biscuit (ongeglazuurd porselein).
Wordt gebruikt voor kabinetten met een glazen voorkant om porselein in op te bergen en te vertonen.
Wordt gebruikt voor theetafels met een opgehoogde rand of strook zodat het porselein wordt beschermd tegen beschadiging.
Compact, kleihoudend afzettingsgesteente dat is gecementeerd met silica.
Inheemse klei geselecteerd om zijn fijnheid, plasticiteit, absorberend vermogen en andere kwaliteiten, die hem geschikt maken om op diverse manieren voor keramiek te worden gebruikt.
Locaties waar meestal erg verwoestende wapens tot ontploffing worden gebracht op een afstand van het waarnemingspunt; wordt ook gebruikt voor plaatsen waar wetenschappelijk veldonderzoek wordt uitgevoerd, zoals bijvoorbeeld in de archeologie of geologie. Gebruik 'testterreinen' voor complexen waar wapens worden uitgetest onder scherp toezicht.
Bestuur van de grootste regio's van een land.
Verwijst naar de periode in Egypte van circa 304 tot 30 v. Chr., genoemd naar de eerste heerser van de dynastie, Ptolemeus I, aan wie Egypte ten deel viel bij de verdeling van het rijk van Alexander de Grote. De periode kenmerkt zich door het samenvloeien van sterke Griekse invloeden met traditionele Egyptische uitingsvormen, met name in de architectuur, en door veranderingen in de conventies van de beeldende kunst, zoals de afbeelding van de menselijke figuur in de beeldhouwkunst en reliëfsculptuur.
Fysieke ontwikkelingsfase waarin levende wezens voor het eerst in staat zijn om zich sexueel voort te planten; wordt gekenmerkt door de volle ontwikkeling van de voortplantingsorganen en van secundaire seksuele kenmerken. Bij mensen vindt dit meestal tussen het 10e en 15e levensjaar plaats en in Noord-Amerikaans recht wordt dit wettelijk vastgesteld op 14 jaar voor jongens en op 12 jaar voor meisjes.
Zij die zich voor hun beroep of functie bezighouden met het publiekelijk verspreiden van informatie over een product, bedrijf, instelling, persoon, zaak of project.
De status van werken, zoals publicaties, producten en processen die vrij zijn van auteursrechten en octrooien. In de VS betekent het ook: land dat de staat of federale overheid bezit en bestuurt.
Regelgevende beginselen die als richtlijnen dienen voor het maken van beslissingen en handelen, zoals vastgelegd in wetgevende en uitvoerende bepalingen.
Leisteen die roodijzersteen en chloride bevat, waardoor het een paarsachtige kleur krijgt.
Beitels met een breed blad dat aan beide kanten is geslepen. Worden gebruikt om diepe insnijdingen te maken, zoals de groeven in katrollen.
Het verschijnsel, vertoond door of een eigenschap van een stof, van het spontaan uitzenden van straling veroorzaakt door veranderingen in de kern van atomen van het element.
Kamers met collecties van verschillende objecten, meestal fossielen, botanische rariteiten, schelpen en opgezette dieren, evenals kleine kunstwerken zoals medaillons en beeldjes, opgesteld in kabinetten, op de muren en aan het plafond. Rariteitenkabinetten waren in de 16de en 17de eeuw populair in Europa. Ze richtten zich op het vreemde en het ongewone en worden wel gezien als de voorloper van de hedendaagse musea.
Te gebruiken in ontwerpen van grafische werken, objecten en structuren voor evenwijdige verhoudingen tot een verticale as.
Vloeiblokken waarop advertenties zijn afgebeeld. Sommige, voornamelijk met advertenties voor schoolgerei, werden van het midden van de 19de eeuw tot in de jaren 60 van de 20ste eeuw uitgereikt aan schoolkinderen in Frankrijk. Medio 20ste eeuw adverteerde Esquire Magazine op vloeiblokken met tekeningen en foto’s van filmsterren. Speciaal ontworpen reclamevloeiblokken worden nog steeds gemaakt.
Wordt gebruikt voor tijdelijke complexen met vaste recreatievoorzieningen voor bewoning van korte duur.
Beschrijft werk dat is vervaardigd door het gelijknamige Afrikaanse volk, dat in Algerije, Mauritanië en Marokko leeft.
Afvoerkanalen die zijn bedoeld voor het transporteren van regenwater, ondergronds water, condensaat, koelwater en dergelijk afvoerwater (geen riool- of industrieel afvalwater) naar verwerkingspunten.
Een koers of grondbeginsel van actie, zoals aangenomen of voorgesteld door een regering.
Verwijst naar een Duits type hoog, cilindrisch drinkglas dat in email is versierd met de dubbele rijksadelaar van het Heilige Roomse Rijk. De borst van de adelaar is meestal bedekt met een groot kruisbeeld of een keizersbol en de vleugels zijn soms versierd met de familiewapens of de rangtekens van het Rijk. Ze komen met en zonder deksel voor. Reichsadlerhumpen waren populair van het midden van de 16de tot en met de hele 17de eeuw; het vroegste voorbeeld dateert uit 1547.
Kalkhoudend zandsteen die wordt gewonnen in de omgeving van Reigate in het Engelse Surrey. Voornamelijk gebruikt als bouwsteen.
Vogelfamilie waartoe de zilverreigers, roerdompen en reigers behoren.
Wordt gebruikt voor necropolissen die bestaan uit graven die vanuit een centraal punt in lange afzonderlijke rijen naast elkaar liggen; werden vanaf het begin van de 5e eeuw tot de 7e eeuw gebruikt, meestal langs rivieren, in Duitsland, Frankrijk, België en Nederland.
Verwijst naar een stijl in de kunst, in het bijzonder verluchting van manuscripten, die tot ontwikkeling kwam aan het begin van de 9de eeuw in de geschriften van de machtige aartsbisschop Ebbo van Reims, en die sterk werd beïnvloed door zijn persoonlijke smaak.
Het concept waarbij een bepaald aspect van het zelf of de ziel na de dood een aantal keer kan worden wedergeboren in een nieuw lichaam (van mens of dier). Dit geloof maakt een fundamenteel deel uit van een aantal oosterse religies zoals het hindoeïsme en het boeddhisme en vindt ook navolging in enkele moderne westerse geloofsovertuigingen, zoals de theosofie.
Een middel waarmee vervuiling kan worden verwijderd van een vervuild oppervlak. Gewoonlijk vervaardigd van synthetische materialen, waardoor het afwijkt van zeep, dat is gemaakt van vetten en oliën.
Mensen of bedrijven die vervoer en accommodatie voor reizigers regelen.
Tas of kistje met enige van de meest gebruikelijke geneesmiddelen die men op reis meeneemt
Draagkoffer met identiek gestileerd avondmaalsgerei, zoals avondmaalsschaal, avondmaalskan, avondmaalsbekers of -bekertjes. De koffer kan bijvoorbeeld worden meegenomen naar de zieken in het ziekenhuis.
Bidets die uit een kast te voorschijn komen. Gebruik '@portable bidets' voor bidets met afschroefbare poten en afsluitbare bovenkant.
Cheques die overal ter wereld inwisselbaar zijn; ze zijn te verkrijgen bij banken, expeditiebedrijven of reisbureaus en komen in verschillende coupures voor. Reischeques zijn alleen geldig als ze voorzien zijn van een bevestiging van de bezitter met zijn of haar handtekening erbij.
Dekens ter bedekking van schoot, benen en voeten, vooral gebruikt bij het buiten zitten of tijdens het rijden in een open voertuig.
Devotieobject van slechts enkele centimeters groot, dat ter bescherming in de zak van jurk of pak werd gedragen. Bestaande uit een kleine houder met een heiligenbeeldje of een klein doosje met een of meer amuletten.
Voor sanctuaria bestemde schermen bestaande uit meerdere panelen zoals die in oosters-orthodoxe kerken voorkomen, maar dan op kleinere schaal uitgevoerd. Gebruikt voor privédevotie in familiekapellen, woonhuizen of op reis. De heiligen werden op dezelfde wijze afgebeeld als op iconostasen in kerken.
Kazuifel dat aan twee kanten draagbaar is en in twee verschillende liturgische kleuren is uitgevoerd.
Verslagen van tochten, zeereizen en rondreizen die zijn geschreven om te onderwijzen, te informeren of te vermaken.
Schetsen, door kunstenaars of architecten gemaakt tijdens een reis, vooral om monumenten en taferelen voor latere studie vast te leggen.
Kleine paarse stola met witte keerzijde meestal vervoerd in een foedraal. Wordt door de priester gebruikt bij het toedienen van de sacramenten buiten het kerkgebouw.
Tassen die met de hand gedragen worden en zijn ontworpen om de kleding van de reiziger en andere persoonlijke artikelen in te vervoeren.
Verslagen van reizen die de vorm hebben van een geïllustreerde lezing, of van een film of video, meestal met een beeldende vertelling, bedoeld om informatie en een algemene indruk te geven over bezochte plaatsen.
Verhalen voor kinderen waarbij geografische gegevens in combinatie met historische gegevens, gebruiken en folklore van bepaalde volkeren worden beschreven door middel van fictieve verhalen rond een kind, een gezin of een andere groep mensen. Vooral populair in het Verenigd Koninkrijk in de 19de eeuw en aan het begin van de 20ste eeuw.
Kleine klokjes of grote horloges die in opvouwbare kastjes zijn geplaatst en die zijn bedoeld voor gebruik op reis.
Wiegen die twee voorwielen hebben zodat de wieg vervoerbaar is.
Het bezoeken van verschillende steden, landen of gebieden, met name afgelegen en onbekende locaties, ten minste ten dele met het doel om bezienswaardigheden te bekijken en kennis te maken met andere culturen.
Te gebruiken voor tentoonstellingen ontworpen om te worden ingericht in verschillende plaatsen en die circuleren tussen verschillende musea, galerieën of andere tentoonstellingruimtes.
Zij die zich bezighouden met reizen.
De verhouding tussen het waterdampgehalte in de lucht en het waterdampgehalte dat aanwezig zou moeten zijn bij dezelfde temperatuur op het moment dat de vochtigheidstoestand in de atmosfeer maximaal zou zijn.
Verwijst naar de periode in de geschiedenis en stijl in de kunst die zich ontwikkelde toen Rome werd geregeerd door de Republiek, van 509 v. Chr. tot de slag om Actium in 31 v. Chr., of tot aan de officiële stichting van het rijk in 27 v. Chr. In de kunst uit deze tijd werden weergaven van de politieke macht, lofwerken en belangrijke voorouders van de heersende families weergegeven. Dit resulteerde in vele portretten en historische reliëfs. De stijl kenmerkt zich door de invloed van de Grieks Klassieke kunst en een nadruk op uitgesproken realisme.
De vastgestelde mate van verplichting en aansprakelijkheid jegens een ander.
Universiteiten die financieel worden gesteund door de staat.
Universiteiten die financieel worden gesteund door de staat.
Papieren schermen die als tussenwanden of schuifdeuren dienst doen.
Leisteen die roodijzersteen bevat, waardoor het een roodachtige kleur krijgt.
Te gebruiken voor kleine vaartuigen met een conventionele, onverlengde vorm die worden voortbewogen met behulp van roeispanen; kunnen professioneel of voor recreatie worden gebruikt.
Wordt gebruikt voor smalle steel, meestal van hout, gevormd in een rond handvat of greep aan de ene kant en een blad met een plat uiteinde aan de andere kant en die wordt gebruikt om te roeien. Gebruik 'peddels (vaartuiguitrusting)' voor soortgelijke maar kortere riemen met ronde blad die worden gebruikt voor het voortbewegen van kleine bootjes.
Te gebruiken voor fitnesstoestellen die bestaan uit een schuivend stoeltje, voetsteunen en twee roeispaanachtige handvatten die zijn verbonden met een mechanisme waarvan de weerstand lijkt op die van water.
Grote groep lettertypen die over het algemeen zijn gebaseerd op 15e-eeuwse Italiaanse lettertypen, dat wil zeggen dat ze gebruik maken van het Latijnse alfabet, maar niet van gotische lettertypen noch van duidelijke schriftvormen. Een romeins lettertype kan dus een bijbehorend cursief schrift omvatten. Voor romeins als het tegenovergestelde van cursief wordt 'romein (rechtopstaande lettertypengroep)' gebruikt.
Lettertypen die behoren tot de grote groep lettertypen van romeinse stijl, met rechte, niet-cursieve tekens. Voor de grote groep lettertypen van romeinse stijl wordt 'romeins (lettertypegroep) gebruikt.
Verwijst naar de periode, beschaving en artistieke stijl die zich ontwikkelde toen het oude Rome aan macht won en de Griekse en Etruskische invloed op het Apennijnse schiereiland verdrong.De heerschappij en invloed besloegen op den duur een groot deel van Europa, Noord-Afrika, het Midden-Oosten en Klein-Azië. De Romeinse invloed liet zich op vele vlakken gelden, onder meer in de beeldhouwkunst, de schilderkunst, de architectuur, de techniek, de taal, het wegennet, de wetgeving en op vele andere culturele terreinen. De vroege Romeinse kunst en cultuur zijn afgeleid van de Griekse kunst en cultuur, maar ontwikkelden zich geleidelijk tot een eigen stijl, onder invloed van de verschillende kunststijlen uit de verre streken die onder Romeins gezag stonden.
Openbare of particuliere badhuizen in het antieke Rome van gewone proporties. Gebruik 'thermen' voor grote oude Romeinse baden.
Ongestandaardiseerde naam voor een geel aardpigment, meestal met een warme gele kleur en doorgaans afkomstig van een materiaal dat in Italië werd geproduceerd en werd gebruikt in het oude Rome.
Klassiek tinwerk dat 70% tin en 30% lood bevat, met andere elementen zoals ijzer aanwezig als onzuiverheden.
Verwijst naar een type travertijn dat beige, crème, honingkleurig en/of goudkleurig is; klassiek Romeins travertijn is lichter van kleur dan barco.
Verwijst naar de stijlen en culturen die zich ontwikkelden op de Britse eilanden tijdens de Romeinse overheersing.
Symbolen die voor het eerst in het oude Romeinse systeem van numerieke notatie werden gebruikt.
Romeinse zilveren munten die oorspronkelijk een waarde hadden van tien assen. Later verminderden ze in waarde en in zuiverheid. Ze werden vanaf eind 3e eeuw v.C. tot de tweede helft van de 3e eeuw n.C. gebruikt.
Een kanaalvormige, taps toelopende daktegel met een enkele lapnaad.
Standaarden of kastjes voor het opbergen van rookgerei. Gebruik 'asbakken' voor rookgerei om as van tabak in op te vangen; ze komen voor in allerlei maten, vormen en uitvoeringen.
Machines die in melkveebedrijven en fabrieken worden gebruikt om room van volle melk te scheiden, bestaande uit een centrifuge in de vorm van een snel ronddraaiende kom met een aantal schijven en bevestigd op een as. De melk wordt van bovenaf in de kom gegoten en door de draaiende beweging wordt de zwaardere taptemelk naar de buitenwanden geslingerd en via de openingen afgevoerd terwijl de room in het midden van de kom achterblijft en wordt afgevoerd via een opening in het midden.
Term applied to a wide variety of special-purpose utensils designed to serve ice cream and similar foods, especially those with an oblong spadelike bowl. Often made as part of flatware services, particularly in the 19th century. For utensils with a hemispherical end used to serve ice cream, use "ice-cream scoops."
Pleister van kalk vermengd met schelpen of kiezelstenen, waarmee de buitenkant van gebouwen wordt afgewerkt, gewoonlijk door het pleister met een troffel krachtig tegen de muur te smijten.
Verwijst naar de periode van het eerste millennium v. Chr. tot en met het eerste millennium n. Chr. waarin het koninkrijk van Saba floreerde in het zuiden van het Arabisch schiereiland, in het gebied van het huidige Jemen. De kunst uit deze periode kenmerkt zich door een gemeenschappelijke stijl die werd gedeeld met de andere koninkrijken van Zuid-Arabië uit die tijd. Deze stijl is met name zichtbaar in de beeldhouwkunst, waarin eenvoudige ontwerpen worden gecombineerd met een hoge mate van vakmanschap. De werken waren vaak geïnspireerd op religieuze thema’s en tempelceremonieën.
Beschrijft de diverse soorten kunstwerken die zijn vervaardigd door de bewoners van de Salomonseilanden. Op de oostelijke Salomonseilanden werden hoofdzakelijk beeldgesneden houten artefacten en persoonlijke ornamenten vervaardigd. De bewoners van de Salomonseilanden zijn bekend om hun opvallend gedecoreerde kano's. De bewoners van de oostelijke Salomonseilanden decoreerden hun kano's met afbeeldingen van vogels, vissen en andere wezens, terwijl de bewoners van de westelijke Salomonseilanden ornamentatie toepasten in de vorm van beeldgesneden kano's, geometrische stukken van schelpen en zwarte verf.
Beschrijft kunstwerken die zijn vervaardigd door de bewoners van de Santa Cruz-eilanden. De bewoners van de Santa Cruz-eilanden zijn vooral bekend om hun houten figuratieve beeldhouwwerken, die zijn vervaardigd als vrijstaand beeld op architecturale beeldgesneden palen, of die als detail op gebruiksvoorwerpen zijn aangebracht. Belangrijke wereldlijke kunstvoorwerpen van de Santa Cruz-eilanden zijn gebaseerd op de persoonlijke versiering van mannen, zoals schijfvormige borstornamenten van doopvontschelp bedekt met een schildpadschild als geometrische vorm, hoofdtooien bedekt met geschilderde schorsdoek en vezelarmbanden met geometrische patronen.
Rietpijpen die over de hele wereld voorkomen en een dubbel riet, conische boring en altijd een pirouette hebben; voorganger van de Europese hobo, in de 12e eeuw geïntroduceerd vanuit het Nabije Oosten.
Melodiepijpen op doedelzakken; deze kunnen een kegel- of cilindervormige boring hebben en voorzien zijn van een enkel of een dubbel riet.
Middelgrote tot grote boom die inheems is in het midden en oosten van Noord-Amerika. Men maakt er timmerhout van. De boom wordt ook gewaardeerd als sierboom vanwege zijn kleurrijke herfstbladeren.
Hout van de boom behorende tot de soort Quercus coccinea, inheems in Pennsylvania.
Beitels met gegroefde of getande uiteinden die worden gebruikt om de inkepingen waar scharnieren in komen te maken.
Lange ijzeren staven, voorzien van glijdende ketens en een slot, die worden gebruikt om de enkels mee te boeien.
Wordt gebruikt voor bogen die op pijlers liggen, vooral de bogen in basilieken die het schip van de zijbeuken scheiden.
Een tegel die wordt gebruikt bij het bouwen van inwendige partities, waardoor ruimten in meerdere kamers worden verdeeld, of soortgelijke constructies waarbij de partitie geen last draagt.
Personen die zijn aangewezen als neutrale partij om geschillen te schikken, specifiek die tussen arbeiders en management. Deze personen zijn bevoegd om de feiten en argumenten op waarde te schatten en besluiten te nemen die bindend zijn voor de partijen in het geschil.
Tak van fysische wetenschap die zich bezighoudt met de samenstelling en eigenschappen van de elementaire stoffen waaruit alle lichamen zijn opgebouwd, de wetten die hun samenstelling regelen en de verschillende verschijnselen die samengaan met hun blootstelling aan diverse fysische omstandigheden.
Verwijst naar mensen die werken aan het ontwerp en de ontwikkeling van processen waarmee chemicaliën worden gemaakt en aan de activiteiten in en eisen voor een chemische installatie. Zij houden zich bezig met gegevens en voorspellingen die vaak moeten worden verkregen of bevestigd met proeven of experimenten. Hun activiteiten verschillen in zoverre van die van chemici dat chemici zich wijden aan het onderzoek naar en de feitelijke vervaardiging van chemicaliën.
Vakgebied waarin scheikunde, natuurkunde en wiskunde zijn gecombineerd met de beginselen van de techniek om milieu-, biomedische, maatschappelijke of technische problemen op te lossen, die ontstaan bij die toepassing van scheikunde.
Snaarinstrumenten met een slanke, rechthoekige klankkast met frets langs de lange linkerkant en spits toelopend aan de bovenkant, om daar uit te lopen in een sleutelkast, 1-4 melodiesnaren en meerdere bourdonsnaren; bespeeld door er op te tokkelen, Duitsland.
De kracht die nodig is om een staaltje te scheuren onder gestandaardiseerde omstandigheden.
Terreinen uitgerust met doelen voor oefening in het schieten met vuurwapens.
Bedekkingen voor de voeten die soms tot boven de enkel lopen en over het algemeen van duurzaam materiaal zijn gemaakt. Wordt onderscheiden van `kousen en sokken' die primair beenbedekkingen zijn.
Geselecteerde, kleurvaste zwarte leisteen die gelijkmatig is van kleur en dikte, waarbij alle randen zijn geslepen en nauwkeurig gerecht zodat de voegen aaneensluitend, glad en in één vlak kunnen worden gemaakt.
Tak van de filosofie die waarneembare schoonheid bestudeert in de kunst en natuur, samen met de intellectuele en emotionele reacties op schoonheid.
Verstevigde stelling die meestal bestaat uit een horizontale balk die aan elk uiteinde wordt ondersteund door een paar gespreide palen die als stutten fungeren.
Beitels met een scherp snijvlak dat scheef staat en schuine kanten heeft.
In vorm of positie de staat of kwaliteit van het schuin-zijn. Ook een afwijking van een parallelle of loodrechte staat.
Reinigingsmethode waarbij vuil, vlekken of deklagen van een oppervlak worden verwijderd door bepaalde materialen onder druk op dat oppervlak te laten neerkomen en ze daar vervolgens overheen laten schuren.
Beschrijft werk dat is vervaardigd door het gelijknamige Afrikaanse volk, dat in Kenia en Uganda leeft.
Het in veiligheid zijn, beschermd tegen gevaar.
Constructies waaraan een aantal spoorwegseinen voor verscheidene sporen zijn opgehangen.
Torens vanwaar met seinen het (spoor)weg-, scheepvaartverkeer geregeld wordt.
Algemene term voor hoge constructies die open of dicht zijn en waarvandaan men signalen verstuurt, zoals telegrafische of elektronische signalen of handsignalen. Voorbeelden zijn de torens van de Chinese Muur en de seinpalen die men gebruikt om spoorwegseinen door te geven.
Kaarten waarop kenmerken van de aardkorst die met aardbevingen te maken hebben worden weergeven.
De planning en constructie van een structuur die gericht is op de mogelijkheid van de structuur om de bedoelde positie en oriëntatie te behouden tijdens aardbevingen.
De frequentie, intensiteit en verdeling van aardbevingen in een bepaald gebied.
Voegen die worden gebruikt om extreem lange gebouwen te scheiden in een serie van aangrenzende delen om beschadiging door aardbevingen te weerstaan.
Diverse instrumenten voor het meten en vastleggen van trillingen van de aarde.
Tak van de geofysica die zich bezighoudt met de studie naar aardbevingen en seismische golven.
Instrumenten voor het meten van de richting, intensiteit en duur van bewegingen van de aarde.
Verwijst naar rondreizende arbeiders die van plaats tot plaats trekken op zoek naar werk, met name werk in de landbouw.
De eigenschap of conditie om samen te gaan met bepaalde seizoenen van het jaar of daarmee te veranderen.
Te gebruiken voor woningen die alleen in het seizoen of slechts een paar maanden per jaar worden bewoond, bijvoorbeeld door semi-nomaden, toeristen of seizoenarbeiders.
Serpenten, koper met houten klankbeker, 2 scherpe U-vormige krommingen, 6 vingergaten, 3 of 4 kleppen, kromme aanblaasbuis met mondstuk, rechtopstaand; Parijs, rond 1833.
Gebruiksvoorwerpen in een veelheid van verschijningsvormen, uitgezonderd messen, vorken, lepels, tangen en scheppen; in het bijzonder platte schalen voor het opdienen van vast voedsel.
Tekeningen of schetsen van de natuur, een techniek die bij de ontwikkeling van 'yamato-e'-technieken van pas kwam door de realistische bestudering van de natuur. De term wordt ook gebruikt om te verwijzen naar de tekeningen of schetsen die het resultaat zijn van deze activiteit.
Verwijst naar de stijl van Shinto architectuur die zich circa 300 v. Chr. ontwikkelde. De stijl kenmerkt zich door een speciaal type tempel waarvan wordt aangenomen dat deze is afgeleid van een eenvoudig twee bij drie vakkensysteem, overgenomen uit prehistorische graanschuren of opslagplaatsen. Het heiligdom wordt omringd door een doorlopende vloer met trappen die leiden naar de ingang aan de lange kant.
Hout van de boom behorende tot de soort Quercus shumardii, inheems voor het Golfkustgebied van de Verenigde Staten. Het is hoogwaardig materiaal voor meubels.
Harmonische of gepaste aanpassing van de delen van het geheel aan elkaar; vaak weldoordachte elegantie in een ontwerp of indeling.
Middelgrote eik met een ronde kroon die inheems is in het zuidoosten van de Verenigde Staten, maar voorkomt van de staat New York tot Florida, Missouri en Texas. Van de boom maakt men timmerhout en uit de schors wint men tannine. Soms ontstaan er kruisingen met andere eiken die tot de groep van de ���red oaks' behoren.
Begrip uit de beeldende kunst, toneel en literatuur uit de vroege twintigste eeuw dat betrekking heeft op de uitdrukking van meervoudig bewustzijn van dingen die zich op verschillende plaatsen maar op hetzelfde moment of gedurende een uitgestrekte periode afspelen; met dit begrip wordt het traditionele idee van de eenheid van tijd, plaats en handeling tegengesproken.
Pleister met fijngemalen hoogovensintels als aggregaat.
Landen in de Arabische wereld onder het bewind van een sjeik.
Zware houten hamers met lange handvatten.
Vorm van ontwikkeling van een woonkern met de nadruk op minimale stadsuitbreiding en beperking van milieuonvriendelijke projecten, met beschermde groengordels en met voetgangersgebieden en landelijke gebieden, waarbij stadscentra en oudere woonwijken worden gerevitaliseerd door middel van adaptief hergebruik en 'inbreiden'.
Stalen staven met een afgeplat, gevorkt of beitelvormig uiteinde dat soms licht gebogen is. Worden gebruikt om zware dingen los te wrikken en als hefboom om zware voorwerpen te verplaatsen.
Veel voorkomend soort beitel met een snijkant van 60 graden, van getemperd staal. Worden gebruikt om metaal te snijden dat niet is onthard.
Wordt gebruikt voor instrumenten in land- en watervoertuigen die de reissnelheid meten en aangeven; meestal met een verdeling in kilometers, mijlen of knopen per uur.
Instrumenten voor het meten van de snelheid van geluid in water.
Snelheidswedstrijden zoals van hardlopen, paardrijden, zwemmen, autoracen of zeilen.
Bijlen die worden gebruikt om na het vellen van een boom de takken te snoeien of te hakken.
Snijgereedschap bestaande uit een zwaar lemmet met haakvormig uiteinde en een handvat dat wordt gebruikt om te snoeien, dicht struikgewas te verwijderen en heggen te onderhouden.
Te gebruiken voor de veranderingen in sociale status van individuen of groepen.
Wordt gebruikt voor gebouwen die behoren tot of worden gebruikt door leden van beroeps-, broederschaps- of handelsorganisaties.
Wordt gebruikt voor woningen die in het bezit zijn van en worden beheerd door sociëteiten voor mannen ten behoeve van de leden; ze zijn niet algemeen toegankelijk. Meestal deel van een school of een universiteit.
Beschrijft werken die zijn vervaardigd door de bewoners van het eiland Society. De meest complexe kunstvormen waren specifiek bedoeld voor hun opperhoofd en voor de traditionele religieuze ceremonieën.
Britse gouden munten die oorspronkelijk een waarde hadden van 20 shilling of 1 pond sterling en die voor het eerst in 1489 werden uitgegeven. Vanaf de 16e eeuw werden ook versies van 21 en van 30 shilling uitgegeven.
Politieke eenheden, zoals staten, die over zelfbestuur beschikken en internationaal als zodanig worden erkend.
Hoogste en onafhankelijke macht van een politiek lichaam om wetten te maken en toe te passen binnen zijn eigen grenzen en om internationale betrekkingen te onderhouden.
Boren die worden gebruikt voor het vergroten van gaten zodat er een bout of een moer in kan worden bevestigd.
Commissies die veelal bestaan uit experts of specialisten, bijeengebracht voor het analyseren, onderzoeken of oplossen van een specifiek probleem.
Te gebruiken voor uitgestrekte, meestal vlakke open ruimten die voornamelijk zijn bedoeld voor georganiseerde spellen en sporten, vaak voorzien van een zitgelegenheid voor toeschouwers en hekken of muren als omheining. Gebruik 'stadions' voor gebouwen met tribunes voor toeschouwers.
Een doordringende, in alcohol oplosbare verfstof die hout een diepe kleur geeft, en de vezel nauwelijks doet uitzetten.
Gelijkmatige, bijna schaduwloze verlichting voor het verlichten van taferelen of objecten, zodat ze duidelijker zichtbaar zijn dan de omgeving.
Pistolen met een wijd uitlopende monding net als een spreidloopgeweer, voor gebruik op korte afstand. Ze waren bijzonder populair vanaf halverwege de 18e tot begin 19e eeuw.
Jachtgeweren met een korte loop en een groot kaliber die langzaam wijder wordt in de lengte, om meestal uit te monden in een verwijde of verdikte monding.
Machines die meestal op de randen van een bekisting staan of op rails die hier parallel aan lopen en worden gebruikt om opeengehoopt beton te verspreiden of om betonin te nemen en te verspreiden in een gelijkmatige laag.
Slot met een of meer uitstaande veren die de schoot blokkeren
Bestuur door een intern autonome territoriale of politieke eenheid als onderdeel van een federatie onder een enkele overheid.
De eigenschap niet makkelijk mee te geven, te verslechteren, uiteen te vallen of op een andere manier te veranderen.
Onderscheiden van 'caravanterreinen' doordat ze alleen gebruikt worden voor stacaravans.
Wordt gebruikt voor (Franse) stadshuizen, vooral uit de 18e eeuw, meestal verfijnder, rijker versierd en groter dan andere huizen.
De verspreiding van stedelijke bouwwerken (zoals huizen en winkelcentra) over onontgonnen land in de buurt van een stad.
Verticale pijpen of schoorstenen die worden gebruikt voor het vervoeren van afval anders dan dat van toiletten. Voor afvoerpijpen die afval vervoeren van toiletten wordt de term 'binnenriolering' gebruikt.
Energie in de vorm van een stationaire elektrische lading.
Te gebruiken voor het algemene beheer van stedelijke gebieden, inclusief doelstellingen voor het stedelijke leven, het vaststellen van gedragslijnen en de planning, ontwikkeling, het beheer en onderhoud van de stedelijke omgeving en diensten. Gebruik 'stadsplanning' voor het gebied binnen planning waarin men zich bezighoudt met het ontwerpen en verbeteren van de ruimtelijke ordening en de inhoud van stedelijke gebieden.
Beitels die worden geduwd en niet geslagen.
Steenhouwersgereedschap met één punt, dat vooral wordt gebruikt voor harde steensoorten, soms onder een rechte hoek met het oppervlak.
Klassieke Egeïsche vaten met een valse tuit, die bovenop uitsteekt om twee handvatten in de vorm van een stijgbeugel te ondersteunen, en met een smalle, gemakkelijk af te sluiten tuit verder beneden op de schouder.
Bouwconstructies die meestal parallel aan de kustlijn zijn gebouwd zodat schepen erlangs kunnen afmeren om te laden en te lossen. Gebruik 'pieren' voor soortgelijke laad- en losplaatsen, maar die haaks op de kustlijn staan. Gebruik 'kades' voor vaste oevers.
Tijdelijk opgezette verhogingen of stellingen voor werklieden, materialen en gereedschappen.
Begrip dat verwijst naar het sterfelijk zijn of het kunnen sterven.
De eigenschap van een materiaal die wordt gemeten door de mate waarin de spanning in een materiaal toeneemt onder belasting.
Wordt gebruikt voor de verticale of terugleidende pijpen in een afvoersysteem. Voor verticale hoofdleidingen voor grond, afval of ontluchting wordt de term 'afvoerpijpen' gebruikt.
Verwijst naar een Archaïsch Griekse stijl in de beeldhouwkunst gevonden op de Ionische eilanden voor de zuidelijke kust van de Peloponnesus. De stijl kenmerkt zich door het gebruik van marmer in plaats van kalksteen, dat eerder algemeen werd gebruikt, door een toenemende vaardigheid in het weergeven van de menselijke anatomie, en door de ontwikkeling van nieuwe geometrische concepten.
Gebruikt voor elektriciteitscentrales waarvan de voornaamste aandrijfmechanismen, voornamelijk turbines, verbonden met de generatoren worden aangedreven door stoom om de elektriciteit te genereren.
Een kei die te vinden is op stranden en die kan worden gebruikt voor goedkope bestrating of voor bouwwerkzaamheden.
De eigenschap van een vloeistof die zich verzet tegen de kracht die de vloeistof zou laten stromen.
Een holle kleitegel bestaande uit gebakken klei, kleischalie, vuurvaste klei of mengsels daarvan.
Rijk versierde, staande koppen, meestal van zilver of goud, met een cuppa gemaakt van de schaal van een struisvogelei; soms met deksel.
De harde buitenkant van een struisvogelei.
Geografische mobiliteit van studenten tussen regio's of schooldistricten.
Verwijst naar de vroegste fase van de Cochise-cultuur, van circa 7.000 tot circa 4.000 v. Chr. Deze cultuur kenmerkt zich door de vervaardiging van verschillende schrabbers en maalstenen om wilde zaden te malen.
Materiaal waarin geen elektrische weerstand is waar te nemen bij zeer lage temperaturen.
Gebieden onder het bestuur van een suzerein.
Verzamelnaam voor voorwerpen die worden gebruikt voor het opdienen van eten aan tafel, met inbegrip van verschillende soorten borden, bestek, potten en pannen, schalen en accessoires zoals onderzetters en servetringen, die niet persé tot het serviesgoed behoren.
Textiel geweven van katoen, jute of hennep, dat is behandeld met olie en pigment of geplastificeerd en wordt gebruikt als een waterdichte bedekking.
Scholen die mensen opleiden tot tandarts.
Steenhouwersbeitels met een getande snijrand.
Onderwijsinstellingen voor de opleiding van tandartsen, die zich in de medische praktijk bezighouden met tanden en bijbehorende structuren van de mond: preventie, diagnose en behandeling van ziekten, letsel of misvorming van de tanden, het tandvlees en de kaken.
Wordt gebruikt voor de raderwerken die de wijzers van een uurwerk of enig andere zichtbare tijdsaanduiders doen lopen.
Dusdanig schoonmaken dat de oorspronkelijke vernis-, patina- of oppervlaktelagen van een voorwerp erdoor worden beschadigd of verwijderd.
Beschrijft werken die zijn vervaardigd door het gelijknamige Afrikaanse volk, dat in het zuidoosten van Kenia leeft.
Personen die vaak op televisie verschijnen en voornamelijk via dat medium bekend zijn bij het publiek. Dit zijn onder andere acteurs, presentatoren, gastheren en -vrouwen van shows en sommige religieuze leiders.
Wordt gebruikt voor afgebakende stukken land, meestal grasvelden, beplante of onaangetaste stukken grond, die om een huis of een ander gebouw liggen en daar bijhoren.
De, meestal ommuurde, terreinen rond een kathedraal en de daarbij behorende gebouwen.
Het proces van het bestuderen en interpreteren van de boven- en ondergrondse kenmerken van een geografisch gebied, bijvoorbeeld met behulp van luchtfoto's of computermodellen.
Verwijst naar tekeningen of diagrammen waarin de ordening van een structuur op een perceel land exact is afgebeeld. De term kan ook verwijzen naar plattegronden van tuinen, groepen gebouwen of nieuwe wijken, waarbij de ligging van gebouwen, wegen, nutsvoorzieningen, landschappelijke en topografische elementen, waterpartijen en begroeiing kan zijn afgebeeld. Gebruik 'plattegronden (tekeningen)' voor tekeningen of andere weergaven op een horizontaal vlak van steden of grotere gebieden, met name indien dergelijke weergaven geen deel uitmaken van het ontwerpproces.
De bovenste platforms of horizontale oppervlakken achter de parapetten van borstweringen.
Een regulerende factor voor het intermenselijke gedrag, die een ruimte definieert en de zichtbare en onzichtbare grenzen van die ruimte aangeeft.
Wordt gebruikt voor complexen waar wapens en voertuigen worden getest onder scherp toezicht; gebruik 'proefterreinen' voor plaatsen waar wapens tot ontploffing worden gebracht op een afstand van de waarnemers.
Het theatraal handelen of zijn in gedrag, uiterlijk of stijl.
Houders van geperforeerd materiaal, die worden gevuld met theeblaadjes om thee van te zetten.
Weerstand tegen blijvende veranderingen in eigenschap uitsluitend veroorzaakt door warmte.
Textiel met een linnen schering en wollen inslaggaren, meestal zelf gesponnen en met de hand geweven. Later werd het ook met een katoenen schering gemaakt.
Verwijst naar een fase in de Minoïsche kunst en cultuur, volgens het classificatiesysteem dat werd ontwikkeld door de archeoloog Nikolas Platon. De periode begon rond 1600 v. Chr. en eindigde rond 1400 v. Chr. met klaarblijkelijke maatschappelijke onrust of oorlog. De periode kenmerkt zich door hernieuwde macht en welvaart en een ogenschijnlijk autoritair gezag, de herbouw van eerder verwoeste paleizen, en de bloei van fresco- schilderkunst, beschildering van aardewerk, gebeeldhouwd aardewerk en beeldhouwwerk in het algemeen. De periode overlapt met de laat- Minoïsche periode.
Verwijst naar een fase in de Minoïsche kunst en cultuur, volgens het classificatiesysteem van de archeoloog Nikolas Platon. De periode begon rond 2.000 v. Chr. en eindigde toen het gebied rond 1700 v. Chr. door aardbevingen werd verwoest. De tijd kenmerkt zich door economische centralisatie, het ontstaan van uitgebreide buitenlandse contacten, de ontwikkeling van een verfijnder schrift, bekend als Lineair A, de bouw van opvallende, grote paleizen, het verschijnen van koninklijke steden, een opmerkelijke afwezigheid van fortificaties, en een algehele bloei van de kunst, met name in de frescoschilderkunst, de decoratie van aardewerk, gegraveerde stenen vazen en sieraden. De periode valt samen met de midden-Minoïsche periode.
Leden van een familie bestaande uit circa 3000 soorten kleine of middelgrote motten die hun vleugels in rust over het lichaam heen houden.
Gleuven of kanalen gemaakt om elektrische geleiders te bevatten.
Te gebruiken voor schoeners, meestal tweemasters, met topzeilen aan een of meer masten.
De eigenschap of mate van giftig zijn.
De mate van weerstand van een lichaam tegen hoekversnelling.
Een werktuigbouwkundige term voor de afstand tussen de as en een punt waarop, als het hele gewicht van een lichaam hierop geconcentreerd zou zijn, het traagheidsmoment gelijk zou blijven.
Kleine priëlen, vaak slechts tweedimensionaal, die meestal worden gebruikt om klimplanten te ondersteunen of als zonnescherm.
Twee of meer treinwagons die aan elkaar zijn bevestigd en als eenheid worden bestuurd.
Voertuigen die zijn aangepast voor rails of spoorwegen en die worden gebruikt om passagiers, vrachten of post te vervoeren of voor onderhoud aan spoor of ballastbed.
Religieuze monumenten die driehoekig zijn van plattegrond.
Elektriciteitsleidingen die zijn voorgefabriceerd in onderdelen, en die zware geleiders bevatten voor het overbrengen van grote hoeveelheden stroom bij een relatief laag voltage.
Franse term die letterlijk 'het oog bedriegen' betekent en verwijst naar afbeeldingen die zo realistisch zijn dat de beschouwer zou kunnen denken dat de weergegeven objecten, taferelen, structuren of gezichtspunten echt zijn, en dus niet slechts een afbeelding. De term verwijst doorgaans naar westerse kunstwerken, meestal tweedimensionaal of in bas-reliëf uitgevoerd. Trompe-l'oeil werd reeds toegepast bij de oude Grieken en werd later verfijnd door de Romeinen. De techniek was geliefd tijdens de renaissance in Europa, en later breidde de populariteit zich ook uit naar Amerika. Er werd gebruik gemaakt van effecten zoals geschilderde hout- of marmerstructuren op muren of zuilen, illusionistische doorkijkjes omlijst door antiquiserende vensters, geschilderde lijsten rondom een stilleven of portret dat de ruimte van de beschouwer lijkt binnen te treden, en afbeeldingen van schappen of kasten met diverse objecten, gezien door een half openstaande deur. Aan het einde van de 20ste eeuw werd soms zelfs de volledige buitenzijde van gebouwen in trompe-l'oeil geschilderd.
Verwijst naar de stijl van architectonische en decoratieve kunst in Frankrijk tussen 1852 en 1870 tijdens eerst het presidentschap en later het keizerrijk van Napoleon lll, maar die ook van invloed was in de rest van Europa en de Verenigde Staten.De periode is bekend om zijn eclecticisme, weelderigheid, en praalzucht, en geeft blijk van een wederopbloei van verscheidene historische stijlen, waaronder Louis XVI, gotiek, renaissance, en barok. In de architectuur wordt de stijl in het bijzonder geassocieerd met openbare gebouwen of woonhuizen voorzien van mansardedaken, heraldische motieven, dakkapellen met frontons, en details uit de Franse renaissance.
Grote eik, inheems in het oosten van Canada en de VS, die voorkomt in verschillende gebieden, zoals beekdalen en laaggelegen velden. De schors is grijs en schilferig, met onregelmatige ribbels en kloven. De boom heeft een komvormige kroon, groeit snel en kan 350 jaar oud worden.
Apparaten of machines die worden gebruikt voor het doseren van korrelig materiaal, zoals grind of gebroken steen, van een laadtrechter en het verspreiden over een bepaald gebied.
Diverse apparaten die de elektrische signalen, die in een computer de informatie weergeven, omzetten in een vorm die buiten de computer kan bestaan of worden waargenomen.
Hogesnelheidspassagierstreinen die alleen op sommige trajecten in Japan worden gebruikt.
Instellingen voor wetenschappelijk onderwijs die een graad kunnen verlenen. Het onderwijs omvat doctoraalstudies en postdoctorale opleidingen.
Bibliotheken van een academische instelling zoals een hogeschool of universiteit, die hun collecties vormen ter ondersteuning van de studieprogramma's van hun moederinstelling.
Brochures, online pagina's of andere documenten met daarin een beschrijving van de faciliteiten of activiteiten van een universiteit.
Instellingen voor wetenschappelijk onderwijs. Wordt gebruikt voor gebouwen of groepen gebouwen, dus de instelling als geheel. Het onderwijs omvat doctoraalstudies en postdoctorale opleidingen.
Verwijst naar de beeldhouwstijl die de kunstenaar Unkei (1142-1212) ontwikkelde. De stijl kenmerkt zich door realistische, gevoelige portretten van boeddhistische priesters.
Leer die beweert dat nut het hoogste goed is en dat het beslissende kenmerk van het juiste gedrag zou moeten zijn het nut dat daaruit voortvloeit.
Luchtvaartuigen die tijdens het werk worden gebruikt als onderdeel van de benodigde uitrusting voor dat werk, zoals bij bosbouw, landbouw of ambulancediensten.
Tamelijk vlakke holtes in de aardkorst met minder steile hellingen dan cañons of kloven.
Hout van de boom behorende tot de soort Quercus valonia. Extract van het hout wordt gebruikt voor leerbewerking.
De betrekkelijke onafhankelijkheid van de waargenomen kleur van het voorwerp van veranderingen in kleur van de lichtbron.
Personen ingehuurd door een instituut of organisatie om bescherming te bieden tegen inbraak, diefstal of vandalisme.
Beschermende brillen voor de ogen die speciale lenzen hebben met beschermdelen aan de zijkanten en soms beschermranden of oogbuizen. Kunnen bestaan uit twee lenzen of een enkel frame dat op zijn plaats wordt gehouden door twee zijstukken die achter de oren worden geplaatst of door een riem die om het hoofd wordt gedaan.
Fotografische film met een ondergrond van celluloseacetaat, triacetaat of polyester, die niet spontaan kan ontbranden.
Een materiaal dat bestaat uit twee platen spiegelglas met daartussen een plaat doorzichtig kunsthars. Het geheel wordt onder hoge temperaturen en druk samengevoegd. Als het hard wordt geraakt, barst het zonder in kleine stukjes te breken.
Beschermende, vaak gele, hoofddeksels gemaakt van versterkt, onbuigzaam materiaal met een schokdempende voering; worden gedragen in gevaarlijke arbeidsomstandigheden, ter bescherming en ter bevordering van de zichtbaarheid.
Lampen met eigenschappen die ervoor zorgen dat vluchtige brandstoffen veilig kunnen branden.
Sluitmechanismen die, wanneer gebruikt, het per ongeluk afvuren van een wapen voorkomen.
Catalogi van manuscripten, boeken of andere voorwerpen die bij een veiling te koop worden aangeboden.
Personen die de leiding hebben over de verkoop van goederen tijdens een openbare veiling, vaak als handelend persoon op commissie.
Type Franse sofa met een golvende rugleuning die vaak in bij elkaar passende paren wordt gemaakt om aan beide zijden van het haardvuur te plaatsen.
Het verstopt of verborgen zijn.
Hout van de boom behorende tot de soort Quercus velutina.
Fotografische techniek die de densiteit van een negatief of afdruk doet verminderen door iets van het zilver waarmee het beeld gevormd wordt op te lossen.
Kopieën van afbeeldingen of objecten op een kleiner formaat.
Grootste spanning die een materiaal kan weerstaan voor een bepaald aantal cycli zonder te breken.
Een lak die is gekleurd met een transparant materiaal en het oppervlak een gekleurde deklaag geeft; minder doordringend dan echte beits.
De invoering of aanwezigheid van schadelijke of andere ongewenste stoffen of producten in het milieu; gebruik 'milieuverontreinigende stoffen' voor de stoffen zelf.
Sociale woningbouwcomplexen, nieuw dan wel gerenoveerd, verspreid over verschillende plekken, die zijn bedoeld om etnische integratie te bevorderen door relatief kleine huisvestingseenheden binnen bestaande buurten te creëren.
Met vezels (als manillahennep of sisal) versterkt pleister of pleister met een ondergrond van doek. Wordt hoofdzakelijk gebruikt als afwerking en voor kroon- of deklijsten.
Het hebben van van zowel taaie als elastische kenmerken.
Verwijst naar de vorm van het hindoeïsme die is voortgekomen uit de Vasudeva-Krishna-cultus. Het visjnoeïsme is gebaseerd op de verering van de god Visjnoe en zijn verschijningsvormen, met name Rama en Krishna. Bij de religie ligt de nadruk op devotie (bhakti), waarbij het uiteindelijke doel van de gelovige is om met hulp van de goddelijke genade de cyclus van geboorte en dood te overstijgen, om een spiritueel verbond aan te gaan met Visjnoe.
Beitels met rechte zijden die wijd uitlopen zodat een waaiervorm ontstaat.
Het vermogen om te interpreteren en kritisch te evalueren van zichtbare objecten, handelingen of symbolen die men in het milieu tegenkomt, vooral in de vorm van kunstwerken, televisie en films.
Stukken vloeipapier in verschillende vormen en maten, waaronder losse vellen, gestapelde vellen en grote vellen die in een vloeilegger worden gestoken om het bureaublad te beschermen tegen inktvlekken.
In de werktuigbouwkunde de belasting waarbij een vast stof die wordt uitgerekt, begint te vloeien of permanent van vorm begint te veranderen, gedeeld door de oppervlakte van zijn oorspronkelijke dwarsdoorsnede; ook de hoeveelheid belasting in een vast lichaam bij het begin van permanente vervorming.
Absorberend papier dat is gemaakt van sponsachtige, dikke vezels of losse viltvezels, en dat wordt gebruikt om een teveel aan inkt op te zuigen.
Verwijst naar een stof in vloeibare toestand. De vloeibare toestand is de toestand waarbij een stof een kenmerkende neiging tot vervloeien, weinig of geen neiging tot verspreiding en een relatief hoge onsamendrukbaarheid vertoont.
Chromatografiemethode waarbij een stof in de vloeibare fase en een stof in de vaste fase met elkaar in contact worden gebracht; de stof in de vaste fase is in dit geval de constante, de stof in de vloeibare fase kan steeds een andere zijn.
Instrumenten die de temperatuur meten door gebruik te maken van het gegeven dat de fysieke eigenschappen van stoffen veranderen al naar gelang met de mate van verwarming.
Een hoog corroderende, caustische en toxische oplossing in water van waterstoffluoride waarin bijna alle metalen oplossen, behalve goud, platina, glas en keramische en organische materialen; wordt gebruikt om glas te etsen en metalen schoon te maken.
Stalen beitels met een breed blad en een lange schacht. Worden voornamelijk gebruikt om vloerplanken los te breken.
De eigenschap van een stof om snel te verdampen.
De eigenschap van een kleurstof niet te veranderen als die nat wordt.
Ketens voor de voeten van mensen of dieren.
Planken die ergens het uiteinde van vormen, vooral van een bed.
Verdediging en verbetering van de gezondheid van de gemeenschap door middel van georganiseerde gemeenschappelijke inspanning.
Instellingen die zijn gewijd aan het onderrichten van volwassenen. Er zijn verschillende soorten volksuniversiteiten, zoals de specifiek literaire instellingen die aan het begin van de 19e eeuw werden opgericht en instellingen die later werden opgericht voor algemene lezingen over literaire en wetenschappelijke onderwerpen, openbare discussies, concerten en andere activiteiten ter bevordering van algemeen onderwijs.
Instellingen voor hoger onderwijs, meestal zonder huisvestingsmogelijkheden, die dienen voor het onderwijs van een bepaalde gemeenschap.
Machinaal geproduceerde sloten die eenvoudig kunnen worden geïnstalleerd.
Schetsen, vervaardigd als eerste visualisering van het ontwerp.
Open ruimten, pleinen voor de hoofdingangen van gebouwen en aan twee of drie zijden door vleugels of armen omvat. VWB
Spoortreinen die bestaan uit goederenwagons.
Een recht of vrijheid die door een grondwet of fundamentele wet wordt gegarandeerd en die het vrij zijn van of de bevrijding uit slavernij, gevangenschap of onderdrukking door een despotische macht verzekert.
Een schrift met aan elkaar geschreven hoofdletters dat tot in de 3e eeuw in gebruik was als alledaags Romeins handschrift.
Verwijst naar de eerste helft van de Gerzeïsche periode in Boven-Egypte. Deze kenmerkt zich door een voortzetting van eerdere kunstvormen en vertoont sporen van nieuwe contacten met Zuidwest-Azië.
Verwijst naar de fase in de Heian-periode van circa 794 tot 898. In de schilder- en beeldhouwkunst wordt de stijl gekenmerkt door krachtig gebouwde figuren met dreigende gezichtsuitdrukkingen en sterke, dynamische lijnen. In de architectuur wordt de stijl gekenmerkt door kleine, onregelmatig ontworpen tempelcomplexen in afgelegen bergstreken.
Verwijst naar de periode en stijl in de kunst, die samenviel met de tijd in de Romeinse geschiedenis waarin de volksvergaderingen en de Senaat werden verdrongen door de regerende keizers, meest in het bijzonder door Caesar Augustus. De stijl wordt gekenmerkt door de invloed van klassieke Griekse kunst en de bouw van grootschalige tempels, fora, aquaducten en villa's.
De donkergrijze of zwarte hoornkiezelvariant.
Klei dat is bestand tegen zeer hoge temperaturen, zonder dat het smelt of zachter wordt. Voornamelijk gebruikt voor vuurvaste steen en smeltkroezen.
Een eigenschap van overtuigingen, beweringen en taalkundige uitspraken, die inhoudt dat deze overeenkomen met feiten of de werkelijkheid.
De relatieve mogelijkheid dat iets zal gebeuren.
Verwijst naar de tweede van de vier afdelingen van Keltische La Tène kunst zoal gedefinieerd door Paul Jacobsthal in 1944. Deze stijl begon rond 350 v. Chr. nadat Keltische oorlogstroepen Italië hadden geplunderd, en is genoemd naar de archeologische vindplaats in het Duitse Hunsrück-gebergte. De stijl kenmerkt zich door het afbeelden van mensen en dieren- gezichten die door wervelende plantaardige vormen gluren. De juistheid van Jacobstahl’s La Teine volgorde wordt door moderne onderzoekers in twijfel getrokken.
Lange beitels, geslepen tot een snijkant van 30 graden, die niet zijn gehard of getemperd en kunnen worden gebruikt om metaal te bewerken dat verhit is geweest.
Wordt in het algemeen gebruikt voor de onderdelen van verwarmingssystemen die warmte door ruimten en kamers verspreiden, gewoonlijk door middel van straling of convectie.
Muren die gebruikt worden om druk te weerstaan die veroorzaakt wordt door stenen of water, zoals om land en watervlakten te scheiden.
De eigenschap of toestand zo samengesteld of zo goed passend te zijn dat er geen water doorheen kan.
Structuren bedoeld voor de opslag en distributie van water.
Wordt gebruikt voor systemen die water aanvoeren naar en tussen gebouwen en andere constructies of van en naar plaatsen binnen woongebieden of landbouwgebieden; gebruik 'sanitaire systemen' voor watertoevoersystemen binnen gebouwen.
Besmetting van waterbronnen.
Met betrekking tot de optische verschijnselen en beelden in welk medium of tegen welke achtergrond dan ook, de toestand waarbij deze qua omtrek of detaillering onduidelijk of vaag zijn.
Extreem lichte en ranke boten die worden gebruikt om te scullen en wedstrijden te roeien; bestaan over het algemeen uit een zeer dunne buitenlaag of huid, gespannen over fragiele spanten en hebben rolbankjes voor de roeiers; zijn niet breder dan 60 cm en hebben meestal uitleggers voor de riemen.
De eigenschap of toestand tegen wind en regen, vorst en zon te kunnen.
Verwijst naar de cultuur die in verband wordt gebracht met de Noord-Chinese dynastie die van 386 tot 556 n. Chr. dateert en die werd gesticht door het Tuoba-volk. De Wei-dynastie kwam na de Zestien Koninkrijken (310-439) die Noord-China beheersten na de val van de Westelijke Jin-dynastie, die eenheid nastreefde. De Noordelijke Wei-dynastie heerste van 386 tot 534 en slaagde erin opnieuw het noorden te verenigen. In 534 kwamen grensstreken in opstand, en de Noordelijke Wei-dynastie werd opgevolgd door de twee overlappende staten Oostelijke Wei (534-550) en Westelijke Wei (535-556). China was destijds geografisch sterk verdeeld, maar wist wel te profiteren van buitenlandse invloeden. Onder Wei ingevoerde instellingen zoals landhervorming, belastingheffing en militiestelsels werden verder ontwikkeld door latere Chinese dynastieën. Tijdens de Wei-periode vond het boeddhisme algemeen ingang en zou deze godsdienst uitgroeien tot de belangrijkste inspiratiebron voor figuratieve kunst. De Wei-heersers vormden een krachtig mecenaat voor de boeddhistische kunst, en gaven opdrachten voor de bouw van enorme uit de rotsen uitgehouwen tempels met beeldhouwwerk en schilderingen in Longmen, op de berg Maiji en in Dunhuang. Talloze bronzen beeldhouwwerken werden vervaardigd, waarvan de meeste inmiddels zijn omgesmolten. De landschapsschilderkunst werd belangrijker, zoals blijkt uit de gesneden stenen sarcofagen en uit de wandschilderingen.
Kleine boom of grote struik die inheems is in Midden- en Zuid-Europa, West- en Centraal-Azië en Noordwest-Afrika. De boom produceert een kleine steenvrucht die lijkt op een kers met een dunne laag vruchtvlees. De pit gebruikt men voor het maken van parfums, kleurstoffen en smaakstoffen die doen denken aan bittere amandel. Het harde hout van de boom wordt gebruikt voor het maken van kleine objecten. In Afrika en Azië maakt men kralen van de vruchten. De boom gebruikt men ook als dwergonderstam waarop men takken van gekweekte kersenbomen ent die eetbare vruchten produceren.
Kleine en dunne kersenboom, oorspronkelijk uit Eurazië, met kleine vruchten waarvan een verfstof en vruchtensap kan worden gemaakt en hout dat wordt gebruikt voor het vervaardigen van kleine voorwerpen als notenkrakers en tabaksraspen. Wordt gekweekt als entstam voor het kweken van gecultiveerde kersenboomsoorten.
Erven verbonden aan en geassocieerd met een schuur; meestal omheinde vee-erven gescheiden van de algemene werk- en activiteitsterreinen.
Land bedekt met gras of soortgelijke planten, dat gebruikt word voor grazend vee.
Organisaties of instellingen die zich bezig houden met gratis hulpverlening aan de armen, hulpbehoevenden of mensen in nood.
Geen betaalde baan hebben.
Verwijst naar de Chinese dynastieperiode en cultuur vanaf 535 tot 556 n. Chr. die werd gesticht door Yuwen Tai (regeerde 535-551). De hoofdstad van de dynastie was in Chang'an in de provincie Shaanxi en regeerde het land ten westen van Luoyang; het gebied van de hedendaagse provincie Sichuan werd in 553 geannexeerd. Deze dynastie was kleiner dan de Oostelijke Wei-dynastie maar zeer goed georganiseerd en efficiënt. De Dunhuang-grotten in de provincie Gansu worden gekenmerkt door boeddhistische muurschilderingen en stucwerk uit de Westerse Wei-periode. Funeraire figuren kregen meer gelaatsuitdrukking dan vroegere voorbeelden; de vele etnische typen die in deze figuren werden aangetroffen weerspiegelen de interculturele invloeden van die periode. De zoon van Yuwen Tai vestigde in 557 de Noordelijke Zhou-dynastie.
Roeiboten die in de jaren 20 van de 19e eeuw in de buurt van Whitehall Street, in de stad New York, zijn ontworpen en oorspronkelijk in grote havens door scheepsleveranciers, loodsen, scheepsbevrachters en andere handelaren als werkboten werden gebruikt, later ook voor recreatieve doeleinden; zijn meestal zo'n 4, tot 6,5 m lang, hebben één tot vijf roeiers en soms een puts en een zwaard. Ze onderscheiden zich door hun verticale voorsteven en een achtersteven in de vorm van een wijnglas.
Verwijst naar een Griekse aardewerkstijl die ontstond in het oosten van Griekenland rond het midden van de 7de eeuw v. Chr. Deze kwam voort uit Sub-Geometrische en Oriëntaliserende stijlen, en kenmerkt zich door een losse schilderstijl, waarbij gebruik wordt gemaakt van donkere verf op een licht gekleurde engobe, verlevendigd met paarse details, en met in licht uitgespaarde gezichten en anatomische details. De onderwerpen zijn vaak dieren, met name geiten, herten, ganzen en griffioenen.
Instrumenten die zijn ontworpen om de snelheid of de kracht van de wind te meten.
Grote bladverliezende eik die 20 tot 40 meter hoog kan worden en inheems is in het grootste deel van Europa en Anatolië. De boom lijkt op Quercus robur (de zomereik). De verspreidingsgebieden van beide soorten overlappen elkaar grotendeels.
Hout van de boom behorende tot het genus Quercus sessiflora. Het hout wordt gebruikt voor stevig kuiperswerk.
In de houthandel, een algemene term voor hout van vele soorten eiken die behoren tot een subgroep van eikenbomen, waaronder Q. alba en andere. Allen worden gekenmerkt door het hebben van eikels die in zes maanden rijpen, en die zoet of een beetje bitter smaken.en die een haarloze binnenkant van de schlil hebben.Bomen zijn inheems in Europa, Azië, Noord-Afrika, en Noord-Amerika.
Eikensoort die inheems is in het oosten van de Verenigde Staten. De bomen worden 45 meter hoog. De schilferige schors is lichtgrijs en heeft ondiepe kloven. De glanzende heldergroene bladeren zijn smal bij de steel en worden in de herfst wijnrood. Er zijn exemplaren gevonden die meer dan 600 jaar oud waren. Het is een belangrijke bron van timmerhout. Het sterke hout is lichtbruin en grofvezelig. Men gebruikt het onder meer voor deuren, ramen en vloeren.
Groep eiken die inheems zijn in Europa, Azië, Noord-Afrika en Noord-Amerika. Ze hebben korte eikels die in zes maanden rijp worden en zoet of enigszins bitter zijn. De binnenkant van de dop is kaal.
Uitgestrekte stukken open land, meestal zonder omheining, geschikt om er vee te laten grazen.
Muren die door twee partijen worden gebruikt onder een erfdienstbaarheidsverdrag, gebouwd op een scheidslijn tussen twee stukken grond of wooneenheden.
Catboten die zich van de 'Cape Cod catboten' onderscheiden door hun smallere romp, hogere vrijboord en opvouwbaar sprietzeiltuig; zijn in 1870 oorspronkelijk ontworpen om naar kreeft en vis te vissen onder de specifieke omstandigheden voor de kust van Woods Hole, in de Amerikaanse staat Massachusetts; werden later gebruikt voor wedstrijdzeilen.
De frequentie waarmee een individu of individuen van woonlocatie wisselen, binnen dezelfde stad of tussen steden, staten of gemeenschappen.
Daklei ontwikkeld in het Engelse Lake District, dat zijn naam dankt aan het feit dat de stukken bij de nok in elkaar grijpen, waardoor het niet nodig is speciale nokstukken te gebruiken.
Beschrijft de diverse soorten kunstwerken die zijn vervaardigd door de bewoners van het eiland Wuvulu. De bewoners van Wuvulu zijn vooral bekend om hun houtsnijwerk van menselijke figuren of hoofden, vaak met trekken van krokodillen en vissen. Dergelijk beeldsnijwerk is aangetroffen op lijmstokken, opscheplepels van kokosnoot, eetgerei, speren, dolken van obsidiaan, spleetgongs, kano's, bedden en architecturale elementen.
Handgeweven Navajo-tapijten met afbeeldingen van de yeibichai, Navajo-dansers die de yei of het heilige volk belichamen.
Quasi-ceremoniële, handgemaakte tapijten met afbeeldingen van de yei, het heilige Navajo-volk, zoals die in zandschilderingen werden afgebeeld.
Verwijst naar een porseleinsoort die is gemaakt van witte porseleinklei en gepoederd glas, dat de veldspaathoudende steen van 'hard porselein' vervangt. Het wordt zacht gebakken op de relatief lage temperatuur van ongeveer 1200 graden Celsius. Kenmerkend is dat de niet geglaceerde gebieden in gebakken toestand kunnen worden gesneden met een vijl en dat het een doorschijnendheid heeft die varieert in intensiteit en kleur.
Orde van twee families met vier levende soorten zoogdieren. Het zijn plantenetende waterdieren die leven in rivieren, estuariën, kustwateren, moerassen en mariene watergebieden. De orde is in het Eoceen ontstaan, meer dan 50 miljoen jaar geleden.
Vloeibare tot halfvaste stof die wordt gemaakt in de nier en wordt afgevoerd door de urineorganen.
Duurzame vloerbedekking die voornamelijk bestaat uit lijnzaadolie met een vulling van kurkstof of houtpoeder en vlas, met pigmenten om de gewenste kleuren en patronen te maken. De naam wordt ook gebruikt voor soortgelijke vloerbedekkingen die worden gemaakt met een vervanger voor de lijnzaadolie of de vulling of beide.
Te gebruiken voor boten, meestal eenmasters, die hoofdzakelijk met behulp van zeilen worden voortbewogen.
Stevige, zware canvas, hoofdzakelijk gebruikt voor zeilen, tenten en stoffering.
Het zich door het water voortbewegen door de kracht van de wind in de zeilen.
Doeken of platen van een materiaal die zijn ontworpen om wind te vangen en de energie hiervan om te zetten, bijvoorbeeld om een zeilboot voort te bewegen of een windmolen te laten draaien.
Personen die een jacht bezitten of ermee zeilen, of liefhebbers van zeilen.
Personen die zeilen maken, vermaken of repareren. In het bijzonder, aan boord van een schip, een zeeman (in de Amerikaanse marine een hogere onderofficier) die verantwoordelijk is voor alle zeilen en dekzeilen en deze onderhoudt.
Ruimten waar zeilen worden vervaardigd en onderhouden.
Tekeningen van het zijaanzicht van scheepszeilen en -masten, rondhouten en staand tuigage.
Te gebruiken voor schepen die hoofdzakelijk met behulp van zeilen worden voortbewogen.
Vaartuigen voorzien van zeilen.
Werktuigen die worden gebruikt om gras, graan of andere gewassen te maaien, samengesteld uit een lang gebogen blad dat onder een hoek is bevestigd aan een lange steel.
Zuiver dierlijk of fysiek aspect van de menselijke aard; de zinnen en begeerten van het fysieke lichaam. Ook het toegeven aan de zinnen, genotzucht of wellust.
Hout van de boom behorende tot de soort Quercus robur. Het hout heeft een lichtbruine kleur, een grove, open nerf en een fijne structuur.
Wordt gebruikt voor paleizen in landelijke gebieden, meestal van regerende vorsten en hun hofhoudingen, met name in de zomer gebruikt.
Lichtgewicht bedovertrekken gebruikt bij warm weer, vaak gelijkend op de bovenkanten van quilts, maar dan met omgestikte randen en afgewerkte naden.
Het percentage puur edelmetaal in een legering.
Het maximale zuurgehalte dat een materiaal, zoals papier of leer, kan absorberen zonder in de loop van de tijd te slijten.
Algemeen te gebruiken voor het zuurgehalte van een stof. Wordt vooral gebruikt met betrekking tot oplossingen met een pH-waarde lager dan 7.
Leisteen die voornamelijk zwart van kleur is.
Snaarinstrumenten met een klankkast van lichte, houten zijbanden, sterk bollend achterblad, een plat bovenblad met 1 grote, 2 of 3 kleine klankgaten, kam op het onderste gedeelte van het bovenblad, met een stuk vissen- of ander leer, of met een schelp, erboven, om het bovenblad te beschermen tegen beschadiging door het plectrum, korte hals zonder frets, dubbele snarenkoren; bespeeld met een plectrum; Arabische wereld.
Ratels, bestaande uit een kleine kalebas waarin zaden of kiezelsteentjes en een handvat met verenkraag; Hawaï.
Beschrijft speelfilms met een beeldbreedte van 16 millimeter. Bij stomme films zijn de beelden aan beide zijden geperforeerd; bij gesproken films slechts aan één zijde, aangezien de andere zijde als geluidsspoor fungeert. De 16-millimeterfilm kwam in 1923 op de markt voor amateurgebruik en ontwikkelde zich tot een standaardmedium voor thuisfilmmakers en voor cineasten die hun werk niet voor algemene vertoning in bioscopen wilden produceren. Filmmateriaal van dit formaat wordt doorgaans gebruikt voor onafhankelijke films, documentaires en educatieve films.
Verwijst naar de periode in Egypte van circa 1540 tot 1292 v. Chr. De periode kenmerkt zich door een herleving van de kunsten en een terugkeer naar de tradities van het Middel Rijk, alsmede artistieke vernieuwingen zoals de revolutionaire veranderingen in de Amarna-periode, en een zeer hoog niveau van vakmanschap. Tot de kunstwerken behoren veel bewaard gebleven koninklijke standbeelden, de reliëfversieringen van een groot aantal graftomben en tempels, en fijn bewerkte kunstnijverheid.
Verwijst naar de periode in Egypte van circa 404 tot 399 v. Chr. tijdens de heerschappij van koning Amyrtaios.Er is weinig bekend over de kunst en architectuur uit deze periode.
Grammofoonplaten van het type dat halverwege de 20ste eeuw werd uitgevonden door RCA, en dat de 78-toerenplaat qua productie en populariteit uiteindelijk zou verdringen.
Speelfilm met een beeldbreedte van 65 millimeter en transportgaatjes aan beide zijden. Wordt vaak overgezet naar 70-millimeterfilm voor bioscoopvertoning.
Filmformaat voor projectiedoeleinden met een beeldbreedte van 70 millimeter, met transportgaatjes aan beide zijden. Speelfilms die op 35 of 65 mm zijn opgenomen, kunnen worden overgezet en vergroot naar 70 millimeter, voor breedbeeldvertoning en distributie.
Grammofoonplaten die worden afgespeeld met een snelheid van 78 omwentelingen per minuut, de standaard-afspeelsnelheid van grammofoonplaten tot aan het midden van de 20ste eeuw. De maximale speelduur per kant was 4,5 minuut en meestal hadden de platen een doorsnede of 25 of 30 cm.
Beschrijft speelfilm met een beeldbreedte van 8 millimeter (smalfilm), de smalste beeldbreedte die voor dergelijke films beschikbaar is. Het formaat werd in 1932 geïntroduceerd voor gebruik door amateurfilmers en voor thuisgebruik, en werd eveneens omarmd door avant-garde- en undergroundfilmers, vanwege de betrekkelijk lage kosten van het filmmateriaal en van het ontwikkelen ervan. Sinds het midden van de jaren 60 is standaard 8-millimeterfilm vrijwel overal verdrongen door Super 8-film.
Verwijst naar de periode in Egypte van enige tijd na het einde van de Zesde Dynastie, circa 2150, tot circa 2130 v. Chr. Gewoonlijk worden de Zevende Dynastie en de Achtste Dynastie in de bronnen samen gerangschikt. Er is weinig bekend over kunst en architectuur in deze periode.
Verwijst naar een christelijke geestelijke kerkfunctionaris die officieel is verbonden aan een bepaald huishouden of instituut. Het betreft bijvoorbeeld een geestelijke die werkzaam is voor het hof of de huishouding van een soeverein vorst of heer, of voor een kasteel, schip, garnizoen, regiment of andere groep binnen de landmacht of marine, universiteit of hogeschool, schoolinstelling, armenhuis, gevangenis, begraafplaats, wetgevende kamer of andere openbare instelling. De term kan ook in zijn oorspronkelijke betekenis worden gebruikt en verwijst dan naar de priester of een andere geestelijke die de diensten in een kapel leidt of verzorgt.
Wordt gebruikt voor gebouwen, van oudsher verbonden met kloosters, grote abdijen, rechterlijke macht, edelen of welvarende steden, waar vanuit aalmoezen werden uitgedeeld; kan ook de woonplaats zijn van aalmoezeniers. Gebruik 'armenhuizen' voor gebouwen waar bejaarden, armen of hulpelozen worden verzorgd en te werk gesteld op kosten van de overheid.
Instellingen gesticht of onderhouden door een klooster, abdij, overheidspersoon, edelman of private liefdadigheidsinstelling voor de opvang en steun van bejaarden en armen; kan ook een verblijfplaats van armenverzorgers bevatten. Specifiek dergelijke instellingen daterend uit de Middeleeuwen en later in Europa. Gebruik 'armengestichten (instellingen)' voor instellingen waar ouderen, armen of hulpelozen op kosten van de staat werden verzorgd en aan het werk gezet.
De taps toelopende uiteinden van aambeelden.
Handeling waarbij drukletters dichter bij elkaar worden gezet dan gebruikelijk is of automatisch wordt gedaan. Dit wordt gedaan voor het visuele effect, meestal om lelijke lege plekken op te vullen. Bij metalen letters wordt het breedste deel van de letter op maat bijgesneden; bij fotocompositie wordt de spatiëring een heel klein beetje aangepast.
Een aandeel, over het algemeen uitgedrukt in geld, dat een eigenaar in bezit heeft voor en boven alle andere lasten.
Concentrische cirkelvormige barrières van begroeiing die werden gebruikt als verdedigingswallen of versterkingen in pre-koloniaal Afrika.
Te gebruiken voor het proces waarbij de platten aan een boekblok worden bevestigd door de banden of touwen waarop het boekblok is genaaid, door de in de platten gesneden gaten te leiden.
Ratels die bestaan uit kleine voorwerpen zoals schelpen, zaden of hoeven die aan touwen zijn geregen of in bossen geknoopt.
Wordt algemeen gebruikt als term voor beschadigingen of bederf of voor achteruitgang in kwaliteit, hoedanigheid of toestand.
Oud-Romeinse rustbanken die worden gebruikt bij het diner en zodoende meestal geen plank aan het hoofd- en voeteneinde hebben.
Automatische geweren met verkleinde geweerpatronen voor gebruik op de korte afstand, tot 400 meter.
Eind 20e-eeuwse benaming voor bommenwerpers met verschillende wapens zonder nucleaire lading.
Hoe stof of leer aanvoelt; vooral de gladheid, soepelheid en zachtheid.
Een geleidelijke toename of vergroting door aanwas van nieuw materiaal aan de buitenkant van een object; bijvoorbeeld de toename in omvang van een anorganische massa doordat nieuwe deeltjes aan de oppervlakte ervan worden toegevoegd, of de toename van land door het aanslibben van sedimenten.
Keukengerei met een lang handvat en een gebogen blad dat wordt gebruikt om aardappels uit de kolen te halen.
Keukengerei dat wordt gebruikt voor het fijnstampen van gekookte aardappels.
Gebeurtenissen waarbij de aarde schokt of beeft. Twee hoofdgroepen worden onderscheiden, vulkanisch (zwak) en tektonisch (zwaar), according to the major precipitating factor.
De dynamische belastingen in een structuur die worden veroorzaakt door de snelle beweging van delen van een structuur door seismische vibraties.
Een uitgebreide reeks bruinachtige, geelachtige of roodachtige kleuren die lijken op de kleuren van de pigmenten 'aardkleur', die ijzeroxide en andere stoffen bevatten.
Keramische of metalen potten of keukengerei die worden gebruikt om voedsel, zoals bonen, zachtjes te laten koken.
Verfpigmenten die worden gemaakt door het vermalen van mineralen die ijzeroxide en andere materialen bevatten, zoals klei, krijt en silica. Elke afzetting heeft een unieke samenstelling, werking en kleur, met diverse reeksen geel, oranje, rood, bruin en zwart. Aardkleuren worden als sinds de prehistorie gebruikt en komen terug in alle technieken. Synthetische ijzeroxiden, de zogenaamde Mars-kleuren, worden sinds het einde van de 18e eeuw geproduceerd.
Bisschoppen met de hoogste rang die de leiding hebben over aartsbisdommen.
Te gebruiken voor de zoons en erfgenamen van de voormalige Habsburgse keizers van Oostenrijk en Oostenrijk-Hongarije en tevens voor de voormalige heersers van bepaalde Europese staten, zoals Lorraine, Brabant en Austrazië.
Te gebruiken voor de dochters van de voormalige Habsburgse keizers van Oostenrijk of Oostenrijk-Hongarije en voor de echtgenotes of weduwen van aartshertogen.
Plant die inheems is op de Filippijnen, maar tegenwoordig ook wordt verbouwd in Midden-Amerika. Deze soort wordt tot 5 meter hoog. De vezels van de plant gebruikt men voor het maken van touwen en voor andere doeleinden. De abaca is nauw verwant aan en lijkt op de bananenplant M. sapientum.
Oud-Romeinse zijrafels of dressoirs die meestal een tafelachtig onderstuk en een bovenstuk met planken hebben. Ze worden gebruikt om kostbaarheden te vertonen.
Verwijst naar de kunst en cultuur die zijn verbonden met de islamitische dynastie met deze naam die werd gesticht in 750, toen deze het Umayyad-kalifaat omverwierp. De Abbasids waren een Mexicaanse familie die afstamde van Abbas, de oom van Mohammed. Hun hoofdkwartier bevond zich in Mesopotamië en ze stichtten de stad Bagdad in 762. Perzische ideeën overheersten tijdens deze periode en de Abbasids regeerden in pracht en praal als oriëntaalse monarchen. Ze stimuleerden een intensieve intellectuele en artistieke activiteit. Er werden veel paleizen en moskeeën gebouwd en de productie van luxeartikelen werd een industrie. Er ontwikkelde zich een eenvormige kunststijl die was geïnspireerd op het oude Perzië in plaats van op het christelijke Syrië. De verwoeste stad Samarra, die in de 9de eeuw werd bezet door de Abbasids, is een uitstekend voorbeeld van deze invloed, vooral met betrekking tot de Sassaniaanse constructiemethoden. Samarra staat bekend om zijn ornamentaal stucwerk, vooral om de 'afgeschuinde' manier van decoreren die is afgeleid van Scythisch-Siberisch abstract ontwerp. Hoogwaardig Chinees porselein werd geïmiteerd door pottenbakkers uit deze periode; de resultaten waren echter duidelijk islamitisch, met Arabische inscripties en ontwerpen. Abbasid-weefsels kregen eveneens een herkenbaar islamitisch karakter. Het grote rijk werd onbeheersbaar en toen het centrale bestuur zwakker werd, werden er rivaliserende kalifaten gevestigd. De Abbasids bleven tot 1258 een gedeelte van de islamitische wereld regeren, maar hun dominantie duurde slechts tot het midden van de 10de eeuw.
Verwijst naar de periode in de Europese prehistorische ontwikkeling van stenen gereedschap tot iets na 700.000 v. Chr. Deze periode dankt zijn naam aan gereedschappen die zijn gevonden in sedimentgesteente in een voorstad van Abbeville (Frankrijk). De cultuur kenmerkt zich door onderscheidende stenen gereedschappen, waaronder de vroegste aan twee zijden afgeschilferde handbijlen, met diepe slijtsporen, gekartelde randen en dikke scherven.De periode wordt gewoonlijk in nauw verband gebracht met de Acheuléen traditie. De vroegste handbijlcultuur in Europa stond vroeger bekend als Chelléen, maar wordt nu Abbevillien genoemd. De werktuigen uit Chelles (Frankrijk), die vroeger model stonden voor deze cultuur, worden tegenwoordig gerangschikt onder Acheuléen.
Voorbereidende schetsen voor schilderijen die deel uitmaken van de onderschildering en die de tonale verhoudingen van een schilderij bepalen; ook driemensionale voorbereidende schetsen voor beeldhouwwerken, waarin de grote lijnen al zijn vastgelegd.
Wordt gebruikt voor boeken waarin de letters van het alfabet worden afgebeeld, vaak in combinatie met illustraties, in sommige gevallen bedoeld om het alfabet te leren, in andere om illustrators in de gelegenheid te stellen hun kunsten te vertonen.
Verwijst naar de kunst en architectuur in de periode van de heerschappij van Abdülhamid II, die regeerde van 1876 tot 1909. Tijdens zijn heerschappij bouwde hij een moskee bij Yaldiz met miniatuurmeren, fonteinen, watervallen en bruggen. Zijn grote aandacht voor het aanbrengen van patronen en inlegsels is zichtbaar in de eigen tafels van de sultan in Yaldiz, die werden ingelegd met paarlemoer.
Verwijst naar de kunst en architectuur in de periode van de heerschappij van Abdülmedjid I, die regeerde van 1839 tot 1861. Hij gaf opdracht tot een portret dat werd geschilderd door de Britse kunstenaar Sir David Wilkie. Dit portret toont de sultan in een rustige, intieme omgeving, in plaats van als een heerser op de troon. Tot zijn bijdragen aan het Topkapi-paleis behoren een groot paviljoen, dat werd gebouwd in de Franse Beaux-Arts-stijl. Hij heeft tevens verschillende moskeeën gebouwd die werden ontworpen door de familie Balian, die de trend in de richting van verwesterde gebouwen voortzette.
Kartonnen of houten leesboekjes die bestaan uit twee of drie bladzijden waarop de letters van het alfabet alsmede getallen, eenvoudige tekst en soms afbeeldingen worden (af)gedrukt. Vaak wordt het afgedrukte ter bescherming voorzien van een laklaag. Te onderscheiden van 'ABC-boekjes'. Deze abecedariums bestaan meestal uit TTn vel perkamentpapier of een laagje papier dat op een dun houten bord is geplakt. Vroeger werden zulke plankjes soms beschermd door een doorzichtige plaat van hoorn.
Hout van de boom behorende tot het genus Populus. Het is wit van kleur met een roze of bruin accent, en heeft doorgaans een rechte nerf en fijne textuur. Het is commercieel een belangrijke houtsoort en wordt gebruikt voor het maken van schrijnwerk, vloeren, keukengerei en fineer.
Noord-Amerikaanse sparrensoort die voorkomt in de bergen van het zuidwesten van Oregon en Californië. De boom groeit op grote hoogten, meestal tussen 1400-2700 m, maar bereikt zelden de boomgrens. De Engelse naam 'red fir' is afgeleid van de kleur van de bast van oude bomen.
Kelk met ongewijde wijn (ablutiewijn), die na de communie werd gegeven om de restanten van de hostie weg te spoelen. De cuppa is in de regel niet verguld aan de binnenzijde. Het is ook de kelk voor de vingerwassing na de communie-uitreiking buiten de mis. Staat op het altaar maar behoort tot de vasa non sacra.
Klein vaatwerk, meestal van glas en zonder voet, voor de vingerwassing met water na de communie-uitreiking buiten de mis. Staat op het altaar maar behoort tot de vasa non sacra.
Gehaakte tapijten die populair waren in het begin van de twintigste eeuw en bestaan uit een ontwerp dat is geïnspireerd op motieven van tapijten van de oorspronkelijke inwoners van Amerika.
Een heldere, bleke gom die wordt afgescheiden door abrikozenbomen.
Beschrijft werken die zijn vervaardigd door de bevolking van het eiland Abrim. Tot de bekendste kunstwerken van het Abrimvolk behoren de geweven peniskokers, die normaal worden gedragen.
Halfronde of polygonale aanbouwen aan een grotere ruimte. Gebruikelijk in Romeinse basilieken en christelijke kerken.
Numerieke grootheid die aangeeft tot in hoeverre een substantie iets absorbeert.
Foto-elektrische instrumenten die zijn uitgerust om absorptie, door een gas of een vloeistof, te meten van licht dat bijna monochromatisch is, binnen het zichtbare spectrum, om zo achter de concentratie van de absorberende bestanddelen in het gas of de vloeistof te komen.
De eigenschap waarmee een stof vloeistoffen of gassen op kan nemen, op capillaire, osmotische, oplossende, chemische of andere wijze.
Verwijst naar de stroming in de Amerikaanse schilderkunst, voornamelijk geconcentreerd in New York, die bloeide in de jaren 40 en 50 van de 20ste eeuw.Op basis van surrealistische, synthetisch-kubistische en neoplastische theorieën liep de stijl uiteen van spontane, gesturale composities die aandacht hadden voor de kwaliteit van het schildermateriaal en het schilderproces documenteerden, tot contemplatieve, bijna monochrome werken met grote kleurvlakken.
Te gebruiken voor bepaalde abstract-expressionistische schilderijen. Gebruik de term 'kleurvlakschildering' voor Abstract Imagist-werken en de werken uit de zestiger jaren die daar van zijn afgeleid.
Verwijst naar de stijl die Elaine de Kooning benoemde om werken te beschrijven die zijn geschilderd met uniforme penseelstreken waardoor de optische kwaliteiten van het impressionisme behouden blijven maar de representatieve inhoud verloren gaat.
Verwijst naar een concept of idee dat geen verband houdt met een specifiek gegeven, en naar het proces waarbij algemene begrippen worden geformuleerd op basis van abstrahering van gemeenschappelijke kenmerken van het gegevene. Daaronder valt de beschouwing van een zaak welke zich los van bijbehorende associaties voltrekt, of van een stof die buiten de context van zijn kenmerken is geplaatst, of van een eigenschap of kwaliteit die buiten de context van de bijbehorende stof is geplaatst. Een abstractie is de idee van iets wat in zelfstandige vorm niet bestaat, een zaak die uitsluitend in de vorm van een idee bestaat. Gebruik 'Abstract' voor de moderne kunststromingen en de daaruit voortgekomen producten.
Genus van groenblijvende bomen en struiken, die voornamelijk voorkomen in Australië. De bomen worden gebruikt voor de productie van diverse commerciële producten. Tot 2005 werden er ongeveer 1300 soorten uit Australië, Europa, Afrika, Zuid-Azië en Zuid-Amerika ingedeeld bij dit genus. Het genus is daarna onderverdeeld in 5 genera, waarbij de naam Acacia is behouden voor de Australische soort en een klein aantal soorten uit tropisch Azië, Madagaskar en de eilanden in de Grote Oceaan. De meeste soorten buiten Australië behoren nu tot Vachellia en Senegalia, terwijl een klein aantal soorten is ingedeeld bij de genera Acaciella en Mariosousa.
Grote boomsoort die inheems is in Hawaï en die werd gebruikt voor houtsnijwerk, kano's, vroege surfplanken en andere voorwerpen. Het uit de schors gewonnen looizuur wordt gebruikt voor de verwerking van leer. Er zijn nog weinig koabossen over, vanwege overmatige kap als gevolg van het waardevolle hout.
Soort struik of kleine boom die inheems is in Australië, vooral bekend als bron van de psychoactieve alkaloïden fenylethylamine en beta-methylphenethylamine.
Geslacht van groenblijvende bomen en struiken die voornamelijk te vinden zijn in Australië. Verschillende commerciële producten worden geproduceerd door deze bomen. Tot 2005 werden ongeveer 1300 soorten gevonden in Australië, Europa, Afrika, Zuid-Azië en de Amerika's ingedeeld in dit geslacht. Het geslacht is sindsdien verdeeld in 5 geslachten, met de naam Acacia voorbehouden voor de Australische soorten en een klein aantal in tropisch Azië, Madagascar, en de Pacific Islands. De meeste soorten buiten Australië behoren nu tot Vachellia en Senegalia, met kleine aantallen soorten geplaatst in geslachten Acaciella en Mariosousa.
Verwijst naar diverse kostuums die op universitaire en collegefaculteiten wordt gedragen door bestuurders en afstuderende studenten tijdens diploma-uitreikingen en andere bijzondere gelegenheden. Het bekendste element van de academische klederdracht is de toga, een traditie die dateert van de middeleeuwen. Decoratieve capuchons en diverse kappen, waaronder de vierhoekige studentenbaret, zijn andere bekende elementen van de academische kledij. Garneersel in diverse kleuren kunnen worden gebruikt als aanduiding van verschillende studierichtingen.
Tot de grond reikende gewaden met wijde mouwen, gemaakt van zijde of soortgelijk materiaal. Ze worden gedragen tijdens rechtspraak in rechtszalen door juristen, zoals rechters en advocaten. De kleur van de toga's is meestal zwart. In Groot-Brittannië bestaan er kleurvariaties op basis van het soort rechtbank.
Genus van ongeveer 30 soorten bloeiende planten die inheems zijn in de tropische en warme gematigde gebieden van het Middellandse Zeegebied en Azië.
Een gomhars die wordt verkregen uit de voet van de bladeren die in bosjes uit de stam groeien van verscheidene soorten Xanthorrhoea-bomen in Australië en Tasmanië.
De mate waarin de snelheid van een lichaam verandert met de tijd.
Voorwerpen of apparaten die op zichzelf niet noodzakelijk zijn, maar die de schoonheid, het comfort of de doeltreffendheid verhogen van andere zaken zoals bijvoorbeeld kleding of auto's.
Series aardewerken eetgerei, ontworpen om verticaal in elkaar te passen in de vorm van een vaas of urn, gemaakt als geschenk voor vrouwen die zijn bevallen van een kind; ze bestaan gewoonlijk uit een soepkom op een voet, een deksel in de vorm van een bord, een mok of een kop, een zoutvaatje en een gewelfd, van gaten voorzien deksel. Ze werden gemaakt in Italië tijdens de Renaissance en vervolgens in andere delen van Europa, en waren vaak uitbundig gedecoreerd.
Professioneel opgeleide personen die alle transacties bijhouden die van invloed zijn op de financiële status van een organisatie, waaronder het verzamelen, vastleggen en communiceren van financiële gegevens en het voorbereiden van analyses voor besluitvorming.
Eindrapporten die volgen op de formele controle van de rekeningen.
Esdoorn die nauw verwant is aan de suikeresdoorn (A. saccharum) en in sommige classificaties wordt beschouwd als een ondersoort daarvan. De situatie wordt gecompliceerd doordat de twee soorten soms kruisingen vormen. De twee soorten kan men onderscheiden aan het aantal lobben van de bladeren: de bladeren van Acer nigrum hebben drie lobben en die van de suikeresdoorn vijf.
Wordt gebruikt voor verscheidene simultaan verlopende procédés waarbij niet alleen één of meer acetylgroepen in een samenstelling worden gebracht maar waarbij ook door middel van hydrolyse een chemische reactie wordt veroorzaakt.
Wordt gebruikt voor verscheidene procédés waarbij één of meer acetylgroepen in een samenstelling worden gebracht door middel van een chemische reactie.
Vorm van carbonzwart dat zuurstofloos wordt geproduceerd in vuurvaste kamers, door het uiteenvallen van acetyleengas dat tot 800 graden Celsius is voorverhit. Als pigment is het zachter, blauwer en intenser dan andere soorten carbonzwart. Het wordt ook gebruikt bij industriële toepassingen die een hoge elektrische geleiding vereisen, bijvoorbeeld in droge cellen.
Verwijst naar de periode in de Europese en Afrikaanse prehistorische ontwikkeling van stenen gereedschap in het Pleistoceen die wordt onderscheiden van de Abbevillien traditie door de evolutie van ruwe bijlen naar fijnere vuurstenen handbijlen, hakmessen, boorders, schrapers, zaagachtige messen met een zwaar getand lemmet en benen, hoornen of houten werktuigen die werden gehard door blootstelling aan vuur.
Kleuren bestaande uit kleurschakeringen die zijn gedempt door toevoeging van wit, waardoor pastelkleuren zoals crème en roze ontstaan; of door toevoeging van zwart, resulterend in aardtinten als mosterdgroen en mosgroen, of door toevoeging van zowel wit als zwart, waardoor neutrale kleurschakeringen of grijzen met een kleurzweem ontstaan, zoals beigegrijs en antracietgrijs.
Klokken, in de vorm van staande horloges of consoleklokken, die acht dagen kunnen lopen na het opwinden. Ze moeten om de zeven dagen worden opgewonden, maar de extra dag biedt de mogelijkheid van één dag uitstel. Ze zijn vaak te herkennen aan sleutelgaten op de wijzerplaat.
Techniek waarbij verf in de omgekeerde volgorde, dat wil zeggen eerst de meest opvallende details en daarna pas de achtergrond, op de binnenkant van een stuk glas wordt aangebracht. Uiteindelijk moet de beeltenis vanaf de buitenkant bekeken kunnen worden.
Verlichting van achteren en vaak van boven een voorwerp; een techniek die zowel kan worden toegepast om de randen te voorzien van highlights als om een object te kunnen scheiden van diens achtergrond.
Te gebruiken om vuurwapens te beschrijven die aan het achterste eind van de loop geladen worden.
Een betrekkelijk lage kwaliteit baksteen die wordt gebruikt achter een andere baksteen of achter ander metselwerk.
Beschrijft gebouwen, in het bijzonder klassieke Griekse en Romeinse tempels en gebouwen met een gelijksoortige structuur, met een of meer rijen van acht zuilen aan een of beide zijden.
Romeinse aardewerken drinkbeker in terra sigillata. Werd in Italië gemaakt gedurende de late eerste eeuw voor Christus en in de vroege eerste eeuw na Christus.
Negentiende-eeuwse Amerikaanse klokken waarvan de vorm in grote lijnen op een eikel lijkt en die voorkomen in variaties voor op de plank, schoorsteenmantel en voor aan de muur.
Personen die de acrobatiek beoefenen of erin zijn opgeleid.
Het duikelen, balanceren en springen als uitvoerende kunst, vaak met gebruikmaking van hulpmiddelen als stokken, eenwielers, slappe koorden, trampolines en trapezes. Meestal uitgevoerd op kermisterreinen, in circussen en in theaters. Gebruik 'turnen' voor de wedstrijdsport met lichamelijke oefeningen in kracht, lenigheid en evenwicht.
Onder handelsmerk gedeponeerde productnaam voor een thermoplastische kunsthars die na verloop van tijd niet broos wordt of verkleurt, met een vloeistofdichtheid van 1 kilo per liter, een vlampunt van 15 graden Celsius en een viscositeit van 3700-6200 cps. Het product wordt algemeen gebruikt bij conserveringsbehandelingen, en daarnaast in kleurloze en gepigmenteerde coatings, aërosols, drukinkten, productafwerkingsmiddelen en volgens specificatie gemaakte lakken.
Verwijst naar de uitvoerende kunsten die worden gekenmerkt door bewegingen, gebaren, gezichtsuitdrukkingen, gesproken teksten en intonaties die dienen om een fictief personage gestalte te geven op het toneel, in de film of op televisie. De acteerkunst is geen vorm van mimicry, exhibitionisme of imitatie, maar wordt gekenmerkt door de vaardigheid om te reageren op denkbeeldige prikkels en door een hoge mate van gevoeligheid, intelligentie en het vermogen om de bedoelingen en gevoelens van een personage aan het publiek over te brengen.
Poppen, typisch meer door jongens dan door meisjes als speelgoed gebruikt of door volwassen mannen als verzamelobject beschouwd, die voorstellingen zijn van stripfiguren, militairen, sportmensen, film- of televisiesterren of andere personen die deelnemen aan heldhaftige of avontuurlijke activiteiten. De figuren zijn meestal mannelijk en incidenteel vrouwelijk. Ze hebben vaak onnatuurlijke, overontwikkelde spierbundels en kunnen zijn voorzien van beweegbare gewrichten waardoor ze wapens kunnen vasthouden of verschillende houdingen kunnen aannemen. De term is bedacht door de firma Hasbro die in 1964 een militaire pop voor jongens, G.I. Joe, in de handel bracht. In de rechtszaak ‘Toy Biz versus de Verenigde Staten’ is bepaald dat door Toy Biz/Marvel Comics geproduceerde actiefiguren voor de douanerechten gelden als speelgoed en niet als poppen omdat ze ‘niet-menselijke wezens’ voorstellen.
Turbines waarin de rotor wordt aangedreven door vloeistofstralen die direct tegen de bladen aanstoten.
Alle instrumenten die worden gebruikt om de intensiteit van stralingsenergie te meten, vooral van de zon.
Verwijst naar de stijl die wordt vereenzelvigd met de in Schotland geboren architect Robert Adam (1728-1792), en die gangbaar was in Groot-Brittannië van 1760 tot 1790. Deze stijl, geïnspireerd door de archeologische opgravingen in Herculaneum en Pompeii, kenmerkt zich door strenge maar verfijnde klassieke vormen, symmetrie, detaillering en geometrische precisie.
De zodanige fysieke of psychologische gewenning aan een substantie of gewoonte dat het beëindigen hiervan ernstige trauma's kan veroorzaken. Gebruik 'misbruik van middelen' voor het op lange termijn of overmatige gebruik of misbruik van drugs, alcohol of andere substanties.
Fotografische procédés waarbij een beeld in kleur wordt vastgelegd door drie opnamen van het tafereel te maken op een monochrome plaat, waarbij op elke opname één van de drie primaire kleuren (rood, groen en blauw) gefilterd wordt. Het beeld is zichtbaar doordat de afzonderlijke opnamen weer in register bij elkaar worden gevoegd, waarbij elke opname wordt getoond in het licht van de eigen opname; zo wordt de rode opname getoond met rood licht.
Verwijst naar een procedé voor het creëren van kleuren op basis van gekleurd licht in een bepaalde mengverhouding. Dat een dergelijke uit een lichtbron ontstane kleur door het oog wordt waargenomen, is het gevolg van emissie en niet van reflectie, de methode waarbij de waarneming van de kleuren in het pigment het resultaat is van subtractieve kleurenmenging. Een additief kleurensysteem verwijst naar licht dat door een bron wordt uitgestraald en omvat meestal de additieve primaire lichtkleuren rood, groen en blauw, waarmee de andere kleuren worden gemaakt, overeenkomstig het RGB-kleurenmodel. Het combineren van een van deze additieve primaire kleuren met gelijke hoeveelheden van een andere primaire kleur geeft de additieve secundaire kleuren cyaan, magenta en geel. Door het variëren van de luminescentie van iedere kleur kan een volledig kleurenspectrum worden opgebouwd. Het combineren van alle drie de primaire additieve kleuren met gelijke intensiteit resulteert in wit licht.
Marmerpapier dat op een van de volgende drie wijzen is geprepareerd: 'blauw', met een netwerk van blauwe met middelwitte vlekken; 'vier aderen', dat uit rood, geel, groen en blauw bestaat, en 'haarvatenmarmer', dat een grondkleur (zwart) bevat, dat vervolgens met behulp van water of een andere substantie tot minuscule vaatjes (haarvaten) wordt verspreid.
Spaanse tapijten met acht- of zeshoekige ornamenten, of met trapgewijs geplaatste ruiten,of met een ster in een ruit; ook met wapenschilden en niet-islamitische motieven zoals dieren of mensen; motieven afgeleid van Perzische of Anatolische tapijten.
Mensen in de overgangsfase tussen jeugd en volwassenheid, meestal tussen de 13 en 17 jaar.
Overgangsfase tussen kindertijd en volwassenheid in de fysieke en emotionele ontwikkeling van een levend wezen; bij mensen bestrijkt die grotendeels de tienerjaren en houdt wettelijk op zodra de officiele meerderjarigheidsleeftijd is bereikt.
Kleine kaarten die sinds de 19e eeuw worden gemaakt, en waarop de naam en het adres van een bedrijf en van één van de vertegenwoordigers staan; meer bedoeld ter informatie dan als reclame. Voor kleine gedrukte vellen papier of kaarten met daarop handelsadvertenties, die werden gebruikt van de 17e tot en met de 19e eeuw, wordt 'handelskaarten' gebruikt. Voor kaarten die later zijn gemaakt en die als advertentie worden verspreid wordt 'reclamekaarten' gebruikt.
Christelijk religieus seizoen dat van de vierde zondag vóór Kerstmis tot Kerstmis duurt en door sommigen als een periode van bidden en vasten wordt gezien.
Elk van de verscheidene christelijke gezindten die geloven in de letterlijke en op handen zijnde wederkomst van Christus en het naderende einde van de wereld. Deze overtuigingen worden in de meeste perioden van de geschiedenis aangetroffen. William Miller (1781-1849) begon in de Verenigde Staten een beweging op basis van zijn voorspelling dat Christus zou wederkeren in 1843-44. Millers volgelingen, die het kerkgenootschap van de zevendedagsadventisten hebben gesticht, geloven dat de wederkomst van Christus alleen is uitgesteld doordat de sabbat niet wordt geheiligd. Zevendedagsadventisten houden zich streng aan de regels voor de heiliging van de sabbat en aan de oudtestamentische spijswetten.
Zij die aanbiedingen, verzoeken of reclameboodschappen door middel van betaalde advertenties of commercials publiceren, door eigen producties of door producties te kopen van anderen.
Het geven van advies en soms andere dienstverlening door professionele mensen op het gebied van hun eigen expertise.
Kleine binnenkamers grenzend aan of binnenin de naos, te vinden in sommige oude Griekse tempels.
Gereedschap met twee bladen waarvan het grote blad de vorm van een handbijl heeft en het kleine blad de vorm van een dissel. Te onderscheiden van 'hatchet-adzes', waarvan het disselvormige blad het grootst is.
Wordt gebruikt voor nissen of kleine kapellen, vaak bedoeld voor beeldhouwwerken of raamwerken rond deuren of ramen die worden gevormd door zuilen, uitkragingen of pilasters, die een fronton of afdak ondersteunen.
Wordt alleen gebruikt in antiek Romeinse context, wanneer er onderscheid wordt gemaakt tussen een heilige omsloten ruimte (een tempel geheten) en het gebouw binnen de omsloten ruimte waar een cultusafbeelding of de schat van een godheid in wordt bewaard.
Motieven die de kop van een ram of geit voorstellen. Werden in de oudheid gebruikt als decoratie van altaren, sarcofagen en asurnen; herontdekt als decoratie tijdens de renaissance en aan het eind van de 18de eeuw gebruikt als meubeldecoratie.
Verwijst naar de periode en cultuur die wordt geassocieerd met de overgangsfase tussen Steentijd en Bronstijd. Sommige geleerden onderscheiden deze periode van de chalcolithische door aeneolithisch te rangschikken onder het laat-neolithisch, toen koperen en vuurstenen gereedschappen naast elkaar werden gebruikt, en het chalcolithisch te beschouwen als de overgangsfase waarin brons en steen naast elkaar werden gebruikt. In de meeste literatuur wordt dit onderscheid niet gemaakt en gebruikt men de term 'chalcolithisch' voor de gehele periode. Een uitzondering vindt men onder Italiaanse wetenschappers, die vaak de voorkeur geven aan 'aeneolithisch'.
Verwijst naar een bouwkundige stijl die dezelfde wortels heeft als de Ionische stijl. Deze stijl ontwikkelde zich op de eilanden en in de kustregio van de noordelijke Egeïsche Zee, maar komt ook voor in Etrurië en elders. Hij wordt zelden aangetroffen na de 5de of 4de eeuw v. Chr. en onderscheidt zich van de Ionische stijl doordat hij veel dichter bij de oosterse prototypen staat. Dit is vooral zichtbaar in de kapitelen waar voluten oprijzen uit afzonderlijke schachten.
Antieke Romeinse gebouwen, waarin de staatsschatkamer, tevens het staatsarchief gehuisvest was. LNW.
Fysieke krachten die verband houden met de beweging van de lucht en ander gasvormige vloeistoffen, waaronder ook de krachten die op lichamen worden uitgeoefend als ze door dergelijke vloeistoffen heen bewegen of als dergelijke vloeistoffen tegen of rondom andere lichamen heen bewegen.
Instrumenten voor het vaststellen van het gewicht of de dichtheid van lucht of andere gassen.
Organismen die alleen kunnen leven en zich voortplanten in aanwezigheid van zuurstof. Ze hebben een op zuurstof gebaseerde stofwisseling, waarbij ze door cellulaire ademhaling zuurstof gebruiken om substraten (bijvoorbeeld suikers en vetten) te oxideren en zo energie te verkrijgen. Obligaat of strikt aerobe organismen kunnen alleen leven in de aanwezigheid van zuurstof; facultatief aerobe organismen kunnen zowel met als zonder zuurstof leven. Vooral gebruikt met betrekking tot micro-organismen.
Instrument voor het meten van de eigenschappen van de lucht en de stoffen die zich daarin bevinden.
Aanduiding voor de onhandige, zware Romeinse munten van brons gegoten, over het algemeen uit de 3e eeuw v.C..
De oudste Romeinse geldsoort die hoofdzakelijk bestond uit ruwe, onopgemaakte of niet afgewerkte klontjes brons van verschillend gewicht.
Wordt gebruikt voor oude Romeinse gegoten bronzen munten, gewoonlijk in de vorm van een baar. Ze werden voor 300 v.C. gebruikt en dateren van vóór de aes grave.
Soort paardenkastanje die veel voorkomt tussen Kashmir en West-Nepal in de Himalayaanse laaglanden op hoogten tussen 900 en 3000 meter. De soort werd ook naar de Britse eilanden gebracht en wordt daar veel gebruikt in parken en landgoederen. De boom heeft ranke, puntige blaadjes en mooie veervormige bloemaren met een bottlebrush-effect.
Kleinere schaven dan de reeschaven, ongeveer 28 tot 30 centimeter lang, met een kleinere hoek tussen blad en zool dan een normale reeschaaf. Wordt gebruikt om verbindingstukken passend te maken.
Gebruik voor kleinere bouwwerken met een enkel afhellende dak, tegen een muur of gebouw aangebracht.. Gebruik 'afdaken (vrijstaand)' voor vrijstaande constructies van dit type.
Gebruik voor een enkel vrijstaand dak op palen of leunend tegen bomen. Gebruik 'afdaken (aanbouwen)' voor soortgelijke kleine bouwwerken die tegen gebouwen aan zijn gebouwd.
Belangrijke autonome of semi-autonome eenheden van een organisatie. Gebruik 'departementen (organisatorische eenheden)' voor andere organisatorische eenheden die meestal, maar niet altijd, minder autonoom zijn dan afdelingen. Het gebruik van deze termen, vooral met betrekking tot de officiële benamingen van organisatorische eenheden, is idiosyncratisch en vaak zonder consistent onderscheid.
Verwijst naar afdrukken met graveursmerken: krabbels of schetsjes van de kunstenaar buiten het eigenlijke ontwerp. Oorspronkelijk vormden graveursmerken een test van de sterkte van het zuur op een plaat; ze werden vervolgens gepolijst om ze te verwijderen. Vanaf de 19de eeuw werden graveursmerken soms met opzet behouden in gedrukte oplagen om zeldzame exemplaren voor verzamelaars te maken.
Afbeeldingen op papier of ander materiaal, overgebracht door een ingeïnkte drukvorm. Te gebruiken wanneer specifiek de individuele afbeelding die het resultaat is van het afdrukken bedoeld wordt. Gebruik 'prenten' voor gedrukte afbeeldingen in het algemeen.
Duitse vorm van singerie die op porselein wordt aangetroffen en circa 1750-1760 in Meissen werd geïntroduceerd, vermoedelijk door Johann Joachim Kändler. Musicerende apen kwamen reeds langer voor in singerie-schilderijen, bijvoorbeeld in het werk van David Teniers de Jonge. Porseleingroepen met het Affenkapelle-motief bestaan doorgaans uit ongeveer 20 figuren. Ook andere porseleinfabrieken in Europa hebben de Affenkapelle-groepen van Meissen geïmiteerd.
Onderdelen of verzamelingen onderdelen die zijn bedoeld om artilleriewapens en zware kleine vuurwapens, zoals machinegeweren, te ondersteunen. Ze kunnen uiteenlopen van eenvoudige driepoten tot complexe ondersteunende, draaiende en omhoogrichtende mechanismen op kanonsdragers.
Het proces waarbij een heel object zichzelf scheidt in lagen, schalen of bladen.
Het zeer licht polijsten van de nerfzijde van leer met een schuurmiddel, vaak rond een draaiende cilinder gewikkeld schuurpapier, om kleine onregelmatigheden in de nerf te verwijderen.
Het schuin afsnijden of afsteken van de rand of het uiteinde van een materiaal om te voorkomen dat een rechte hoek wordt gevormd. Gebruik in verband met meubels liever 'afschuinen'
Wordt in verband met meubels gebruikt voor het schuin afsnijden of afsteken van de rand of het uiteinde van een materiaal om te voorkomen een rechte hoek wordt gevormd. Gebruik in andere contexten liever 'afkanten'.
Gebreide of gehaakte doeken die bestaan uit stroken of vierkanten die aan elkaar worden genaaid of gehaakt.
Fijne, stalen naalden die aan de ene kant een dik uiteinde hebben en aan de andere kant een lange, flexibele haak die terugbuigt naar de schacht van de naald.
Tape die speciaal is ontworpen voor gebruik bij het schilderen van huizen of muren. Heeft een coating die vloeibare verf tegenhoudt en een hechtmiddel dat goed kleeft ter voorkoming van lekkages en tegelijkertijd gemakkelijk loslaat. Het is vaak blauw, paars of een andere opvallende kleur die helpt bij het ������verwijderen. De tape kan zijn geclassificeerd op basis van de hoeveelheid tijd die hij kan worden gebruikt zonder sporen achter te laten op het af te plakken oppervlak.
Een brecciëmarmer dat bestaat uit grote zwarte, groene, roze, rode, grijze, paarse en bronskleurige kiezelstenen. Deze marmersoort is bekend om zijn sterk geprononceerde kleuren. Het marmer is afkomstig van het Griekse eiland Chios en heeft dus niets te maken met Afrika. De naam is gebaseerd op de donkere kleurtekening van het marmer.
Verwijst naar de stijlen binnen de cultuur en het erfgoed van de Afro-Amerikanen in Noord-Amerika. In deze stijlen manifesteert zich de essentie van de Afro-Amerikaanse ervaringen, en de wijze waarop individuele en politieke verzetsdaden en overwinningen op rassenvooroordelen en maatschappelijke achterstelling een verrijkende bijdrage hebben geleverd aan de muziek, de kunst, en de literatuur van de Amerikaanse cultuur in haar totaliteit.
Te gebruiken om de werken en activiteiten te beschrijven van mensen van gecombineerd Afro-Amerikaanse en Creoolse afkomst.
Te gebruiken voor objecten die dienen om ruimten binnenshuis onder te verdelen, waarbij vaak gebruik gemaakt wordt van boekenplanken of kastjes. Gebruik 'tussenwanden' voor al dan niet permanente binnenmuren die het ene gedeelte van een gebouw van het andere afscheiden.
Objecten of verzamelingen objecten die afscheiden, apart houden, afbakenen of dienst doen als barricades.
Te gebruiken voor de plaats op geld, penningen, of medailles onder het centrale ontwerp, die vaak door een horizontale lijn ervan is afgescheiden en de datum bevat; komt meestal op de achterkant voor.
Twee of meer lichten die allebei in dezelfde horizontale richting staan en als hulpmiddel bij navigatie op zee of in de lucht worden gebruikt, zoals de lichten die een kanaal of het eind van de landingsbaan aangeven.
Wordt algemeen gebruikt voor het ontvangen en uitzenden van informatie met behulp van opsporingsapparatuur die op een afstand van het ontvangstinstrument is geplaatst en voor het opsporen van informatie die de reikwijdte van het menselijk vermogen te boven gaat.
Het verzamelen, verwerken, hergebruiken en afvoeren van afgedankte of overtollige apparatuur, producten of materialen in welke vorm ook maar, inclusief vaste stoffen, olie, chemicaliën, vloeistoffen en gassen.
In metselwerk, de laatste behandeling van voegen door middel van het bepleisteren van metselspecie of het aanbrengen van een plamuurachtige vulling in de voegen.
Kunstmatige kanalen waarmee vloeistof of andere materie wordt geloosd of afgevoerd.
Kunstmatige waterkanalen of troggen om water door te leiden.
De pijpleidingen waaruit het loodgieterswerk van een afvoersysteem bestaat.
Historische term voor behang met een wasbaar oppervlak dat aan het einde van de 19e en het begin van de 20e eeuw werd gemaakt.
Materiaal zoals dakspanen, gevelbeplating of bevloering dat wordt gebruikt als het uiteindelijke oppervlak op of in een bouwwerk.
Materiaal, vaak van koper of zilver, zoals schroeven, stiften, boeksloten, scharnieren, sluitingen, afdekplaten, enzovoort, die men aan het eind van het bindproces toevoegt als functionele of decoratieve elementen.
Houten, aluminium of magnesium platen met lange handvatten. Worden gebruikt om onverharde, horizontale vlakken beton uit te spreiden en glad te maken.
Massa of laag materiaal van uiteenlopende dikte die in een vloeibaar medium is afgezet of neergeslagen op een andere materiaalmassa, of zich op één plaats heeft opgehoopt als gevolg van een natuurlijk proces.
Een term die in de glashandel wordt gebruikt voor een soort kunstglas, dat voor het eerst werd gefabriceerd door de New England Glass Co. in 1886. Wordt gekenmerkt door een glanzend vlekkenpatroon, verkregen door eerst het object te bedekken met een metalen kleurstof en het daarna te besprenkelen met een vervliegende vloeistof. De afwerking wordt gefixeerd door te bakken op een lage temperatuur.
Gemarmerd aardewerk dat lijkt op agaat, doordat klei in twee of meerdere kleuren met elkaar wordt vermengd.
Verwijst naar het type aardewerk dat vanaf de vroege 17de eeuw werd geproduceerd in de buurt van Fukuchiyama in het noorden van Kyushu. Het is genoemd naar de Koreaanse pottenbakker Chon'gye, die bekend stond onder de naam Agano Kizo. Theegerei vormde het hoofdaandeel van de productie en de stijlen varieerden van dik, romig wit asglazuur en donkerbruin ijzerglazuur in de vroege 17de eeuw tot raku-aardewerk en de introductie van een blauwgroen koperglazuur in de 18de eeuw.
Familie van bloeiende planten die 23 genera en 637 soorten vaak houtige planten met een korte stengel omvat, die verspreid voorkomen in tropische, subtropische en gematigde gebieden in de wereld. Leden van deze familie hebben smalle, lansvormige, soms vlezige of getande bladeren die in een rozet aan de basis van iedere plant staan. De meeste soorten hebben grote kluwens die tal van bloemen bevatten. De vrucht is een doosvrucht of bes.
De vezels van deze plantensoort gebruikte men al in de precolumbiaanse tijd. De Azteken maakten er kledingstukken van. Vanaf het eind van de jaren dertig van de twintigste eeuw verbouwt men de plant commercieel in Zuid- en Midden-Amerika en tevens in Afrika. De vezels zijn sterk en stijf en licht crèmekleurig. Gewoonlijk verft men sisal met directe of zure kleurstoffen met heldere kleuren. Met de vezels maakt men touw, stoffen vulmateriaal, zakken, borstels, tapijten, matten, handtassen, hoeden en papier.
Overheidsambtenaren verantwoordelijk voor het handhaven van de openbare orde en voor bepaalde minder belangrijke werkzaamheden.
Kleine uitgesneden houten of ivoren beeldhouwwerken, die bestaan uit een figuurtje - vaak een ruiter of een knielende vrouw - en een ondiepe kom. In de kom bevinden zich zestien gewijde palmnoten die worden gebruikt voor wichelaarsrituelen van de Yoruba's. Dergelijke beeldhouwwerken zijn kunstwerken die werden gemaakt in opdracht van begunstigers.
Wordt gebruikt voor grote, niet geplande clusters van stedelijke bevolking, die, als gevolg van stedelijke groei, de lokale bestuursgrenzen overschrijden.
Te gebruiken voor gebouwen waar elektriciteit en andere vormen van energie worden opgewekt voor het aandrijven van machines of voertuigen, of om stroom te leveren aan andere gebouwen in een complex; te onderscheiden van 'elektriciteitscentrales' die energie leveren op veel grotere schaal.
Verwijst naar de kunst en architectuur die is verbonden met de islamitische dynastie met deze naam die van 800 tot 909 heerste over Tunesië, Algerije en Sicilië. De dynastie bereikte haar hoogtepunt onder Abu Ibrahim Ahmad (regeerde 856-63) toen de Grote Moskee van Kairouan werd verfraaid. Kairouan werd een belangrijk religieus en cultureel centrum, dat onderzoekers en handwerkslieden aantrok die lokale varianten van Abbasid-stijlen ontwikkelden. De Zaytuna-moskee in Tunis, een gebouw dat wedijverde met de Grote Moskee van Kairouan, werd gerestaureerd in een campagne die werd voltooid in 864-5. In kunsthistorisch opzicht is de Aghlabid-dynastie ook bekend vanwege een groep Koran-manuscripten die werden gevonden in de bibliotheek van de Grote Moskee van Kairouan. De oudste van deze manuscripten worden traditioneel toegeschreven aan de Aghlabid-periode en omvatten een aantal van de beste voorbeelden van vroege islamitische kalligrafie en boekbindkunst.
Grond geschikt voor landbouw, zowel akkerbouw als veehouderij, waaronder aangeplante en geoogste gewassen als veldgewassen, kastuinbouw, fruit en kleinfruit, kwekerijen boomgaarden, moestuinen, braakliggende gronden, weilanden, en natuurlijk grasland.
Tak van de landbouw die zich bezighoudt met het bewerken van land, onderhoud van grond en de verbetering, productie en het beheer van veldgewassen. Zie 'bodemkunde' voor de wetenschap die zich bezighoudt met alle aspecten van bodemsoorten, inclusief hun oorsprong, spreiding, classificatie, gebruik, natuur- en scheikundige eigenschappen en de rol van organismen in het ontstaan van de bodem en met betrekking tot bodemkenmerken.
Verwijst naar landbouwkundigen die onderzoek of werkzaamheden verrichten met betrekking tot het in cultuur brengen van land of bodembeheer, of de verbetering, het beheer en de productie van gewassen. Zie 'bodemkundigen' voor wetenschappers die zijn gespecialiseerd in bepaalde of alle aspecten van de bodem, met inbegrip van oorsprong, verspreiding, classificatie, gebruik, fysieke en chemische eigenschappen, en de rol van organismen bij de het ontstaan van bodemlagen en in de relatie tot de samenstelling van de grond.
Verwijst naar het beginsel van eerbied voor al het leven en geweldloosheid tegenover alle levende wezens, dat wordt aangetroffen in het boeddhisme, bepaalde hindoegemeenschappen en vooral het jaïnisme. Ahimsa is gebaseerd op de overtuiging dat alle levende wezens heilig zijn en dat geweld negatieve gevolgen heeft voor hen die het plegen; zo kan het toebrengen van schade aan iets levends resulteren in een ongunstige reïncarnatie. De term komt uit het Sanskriet en betekent 'niet kwaad doend'.
Verwijst naar een islamitische religieuze beweging die in 1889 in India is gesticht door Mirza Ghulam Ahmad (ca. 1839-1908). Ghulam Ahmad beweerde dat hij de in de Koran voorspelde messias Mahdi, de christelijke Verlosser, een incarnatie van de hindoegod Krishna en een wederverschijning van Mohammed was. In 1914 splitste de geloofsgemeenschap zich in twee heel verschillende takken, de Qadiyani en de Lahori. De Ahmadiyya-beweging wordt door orthodoxe moslims afgewezen omdat de claim van Ghulam Ahmad dat hij een profeet is na Mohammed, niet samengaat met het traditionele geloof dat Mohammed de laatste manifestatie van God was. Andere onorthodoxe overtuigingen zijn dat Jezus zijn dood heeft geveinsd en in werkelijkheid is ontkomen naar India, waar hij overleed op de leeftijd van 120 jaar, en dat het begrip jihad (heilige oorlog) kan worden geherinterpreteerd als een vreedzame in plaats van gewelddadige strijd tegen ongelovigen. Na jarenlange demonstraties tegen de beweging werden haar volgelingen in 1974 tot ketters uitgeroepen en officieel in de ban gedaan door de orthodoxe islamitische gemeenschap. De beweging staat bekend om haar zendingsijver en is actief in Azië, Afrika en Europa.
Verwijst naar de kunst en architectuur in de periode van de heerschappij van Ahmed II, die regeerde van 1703 tot 1730. Zijn heerschappij omspant het grootste gedeelte van wat bekend staat als de 'Tulpenperiode'. Ahmed staat vooral bekend om zijn patronaat van de hofschilder Levni, die verantwoordelijk was voor een van de beroemdste latere Ottomaanse historische manuscripten, de 'Sūrnāma' of het 'Festivalboek', uit ca. 1720. Ahmed staat ook bekend om het bouwen van een aantal fonteinen in de hoofdstad met hun karakteristieke decoratie uit de Tulpenperiode, bestaande uit lage marmeren reliëfs met afbeeldingen van vazen met bloemen. Er was ook een langdurige periode van ontwikkeling van paleisarchitectuur tijdens deze periode, vooral met betrekking tot het houten kustpaleis of yali, gebouwd aan de Bosporus.
Verwijst naar de Noord-Europese mesolithische periode en cultuur die bloeide rond 7000 v. Chr. Deze kenmerkt zich door een terugkeer naar technologieën behorend bij het koude klimaat dat volgde op de mildere interstadiale periode en de Hamburgcultuur, met inbegrip van een typische geweivormige bijl die de 'bijl van Lingby' wordt genoemd, afneembare harpoenpunten van gewei, harpoenachtige pijlpunten met afneembare schacht, andere herbruikbare gereedschappen en decoratieve motieven die lijken op die van de Hamburgcultuur, zoals visgraatmotieven, meanders en geometrische figuren. De cultuur verspreidde zich over het laagland dat nu de Noordzee is, van Duitsland tot Nederland en Zuidoost-Engeland. Sommige geleerden menen dat deze cultuur banden kan hebben gehad met Oost-Europa.
Rechtopstaande pluimen van de veren van een aigrette of reiger, die zijn samengeschikt als een haarversierig. Ook soortgelijke, met juwelen bezette sieraden in de vorm van veren, vooral als die op het hoofd worden gedragen. Militair: duidt op rang boven luitenant-kolonel.
Te gebruiken om werken te beschrijven van het kaukasoïde Japanse volk dat de oorspronkelijke bevolking vormde van de Japanse archipel, de Koerillen en een deel van het eiland Sachalin.
Uitgestorven orde van sterk gespecialiseerde slangachtige amfibieën met een kleine schedel met grote oogkassen, grote fenestrae, gereduceerde of ontbrekende botten aan de achterzijde van de schedel en een zeer langgerekt lijf. Kwam voor in het Carboon en het vroege Perm.
Een heterodoxe geloofsgemeenschap van wereldverzakers, gesticht door Makkhali Gosala, een tijdgenoot en tegenstrever van Boeddha (5de eeuw v. Chr.). Gosala was gedurende zes jaar de reisgezel van de jaïnistenleider Mahavira voordat zij na een verschil van mening uiteengingen. Het jaïnisme en de ajivika verschilden in overtuiging maar kenden soortgelijke praktijken: initiatie geschiedde door het uittrekken van de eigen haren en er werd een leven van uiterste soberheid geëist, waarbij naaktheid, penitentie en beproevingen een rol speelden. Ajivika’s geloofden dat het leven werd beheerst door het noodlot en ontkenden het bestaan van de vrije wil. De beweging geloofde ook dat elke ziel een proces van reïncarnatie onderging dat miljarden jaren duurde en waarbij de ziel alle mogelijke levensvormen ervoer om ten slotte volmaaktheid en bevrijding te bereiken. De ajavika’s waren een belangrijke beweging ten tijde van Boeddha en bleven dat gedurende honderden jaren. Aan het begin van de middeleeuwen was de geloofsgemeenschap echter verdwenen.
Dynastie die vanaf het einde van de 12de tot aan het begin van de 13de eeuw n. Chr. heerste over dat deel van Egypte dat nu het noorden van Irak, een deel van Syrië en Jemen omvat.
Verwijst naar miniatuurschilderkunst die werd ontwikkeld in Ajmer in Rajasthan; Ajmer-schilderkunst is een voorbeeld van de uitbreiding van de Mogol-stijl van schilderen naar Rajasthan. De Mogol-keizer Jahangir (regeerde 1605-1627), die zijn hof tijdelijk verplaatste naar Ajmer tussen 1613 en 1616, was een belangrijke kunstbegunstiger. Getinte schilderijen met onvoltooide achtergronden en steenrode lijsten komen veel voor.
Verlichte beelden of lantaarns gemaakt op de traditionele Japanse ambachtelijke manier. De term is bedacht door Isamu Noguchi voor de objecten die hij ontwierp en die in Gifu (Japan) worden vervaardigd met papier dat is gemaakt van de schors van de moerbeiboom. Het zijn zowel beeldhouwwerken als functionele objecten.
Elke tegel die bestaat uit materialen met de eigenschap geluidsgolven te absorberen.
Met koper beslagen prestigieuze X-framestoelen van het Afrikaanse Asantevolk, met armleuningen een ajour bewerkte rug en diagonaal gekruiste poten; de vorm van de poten is afgeleid van Europese vouwstoelen.
Gouden schijven van het Afrikaanse Akan-volk, vaak verfijnd afgewerkt, doorgaans op de borst gedragen hangers, maar sporadisch ook bevestigd aan kapjes of het haar of de enkel. Ze waren oorspronkelijk bedoeld, met name bij de Asante, om de drager te onderscheiden als de 'akra' of 'zielenreiniger' van een koning, die verantwoordelijk was voor het reinigen van de ziel van de koning tijdens zuiveringsrituelen of ceremonieën ter vernieuwing van de ziel. Later kregen akrafokonmu meerdere functies en werden ze gedragen door koningen, stamhoofden, zwaarddragers, herauten, onderhoofden, krijgsheren, lagere functionarissen en jonge meisjes tijdens puberteitsrituelen.
Beeldhouwwerken waarbij de uiteinden van het lichaam van steen zijn gemaakt en de torso van ander materiaal, meestal hout.
Meestal gewaarmerkte documenten waarin een eigendomsoverdracht wordt vastgelegd, met name met betrekking tot onroerend goed.
Te gebruiken voor, gewoonlijk vrouwelijke, vruchtbaarheidsfiguren, abstract van vorm, met een schijfvormig hoofd, een hoog ovaal voorhoofd en meestal horizontale armen, een cilindervormige romp, borsten en navel; garanderen naar de overtuiging van de Asante in West-Afrika de bevruchting en een voorspoedige geboorte.
Techniek voor het vervaardigen van muurschilderingen, waarbij met sneldrogende, kalkbestendige waterverf op een nog natte laag pleisterkalk wordt geschilderd.
De techniek van het muurschilderen op gedroogde pleisterkalk, of het retoucheren van een fresco als deze is hard geworden.
Alkoven of zijruimten van het atrium in antieke Romeinse huizen.
Lichte grijsachtige of bijna witte oölitische kalksteen die wordt gewonnen in Colbert County, Alabama. Het bevat grote geïsoleerde schelpen en andere fossielen.
Kleine Oudgriekse of Romeinse vaten voor het bewaren van oliën, zalven of parfums; meestal langwerpig van vorm, bijna cilindrisch, en rond aflopend aan de onderkant. Ze hebben ofwel geen handvat ofwel één klein handvat aan de zijkant. Alabastra zijn zo klein dat ze in één hand konden worden gehouden en ook konden worden gedragen aan een touwtje dat ofwel door de smalle hals heen liep, ofwel door kleine lussen op de schouder werd gehaald. De vorm is oorspronkelijk afkomstig uit Egypte, waar de alabastra waren uitgevoerd in glas, faience of albast (de naam is van deze steen afgeleid).
Petroleumlampen die branden middels een centrale tochtbrander en een gloeikousje. De lampen zijn gebaseerd op een patent uit 1909 en zijn meestal van metaal of glas.
Klei gebruikt door pottenbakkers om een natuurlijk zwarte of bruine glans op steengoed te krijgen. Het wordt gewonnen bij Albany (New York) en wordt sinds de vroege 19de eeuw veelvuldig gebruikt op zoutgeglazuurd steengoed.
Te gebruiken voor arresleden die voor het eerst werden ontworpen door James Gould uit Albany, in de staat New York, en meestal werden gekenmerkt door vloeiende lijnen en geronde of bolle kasten; vaak voorzien van kleurrijk versierde panelen.
Verwijst naar opvallende medicijnpotten die tussen de 15de en 18de eeuw werden geproduceerd, hoofdzakelijk in het Midden-Oosten en in Spanje en Italië. Ze waren bedoeld als houder voor zalven en geneesmiddelen in droge poedervorm, of voor verfpigmenten. Ze zijn meestal 18 à 20 centimeter hoog, vaak van majolica of faience, en cilindrisch van vorm, met holle of verdiepte zijkanten om het vastpakken te vergemakkelijken; veelal zijn ze voorzien van een brede opening om de inhoud gemakkelijker bereikbaar te maken. Soms hebben ze dicht bij elkaar geplaatste handvatten. Ze zijn evenwel niet bedoeld voor het bewaren van vloeistof en zijn daarom niet voorzien van een tuit of rand en meestal niet van handvatten, en hebben evenmin een bolle vorm. Doorgaans hebben ze geen deksel, en werd een stukje papier of perkament rond de rand gebonden om de pot af te dekken.
Liturgische gewaden met lange, strakke mouwen en een volledige rok, meestal van linnen gemaakt. Alben worden door christelijke priesters en soms ook door gewijde koningen gedragen, vaak onder een ander gewaad. In de westerse kerken zijn ze wit en in de oosterse kerken kunnen ze allerlei kleuren hebben. Alben werden soms gedecoreerd met rijk geborduurde apparels bij de polsen en langs de onderzijde. De term verwijst eveneens naar soortgelijke niet-kerkelijke kleding, met name zoals die door de oude Grieken en Romeinen werd gedragen.
Een vertakking van de middeleeuwse katharen in het zuiden van Frankrijk; hun belangrijkste centrum bevond zich in Toulouse maar zij waren ook actief in Albi, vandaar de naam die hun in 1163 werd gegeven door het Concilie van Tours. De sekte werd door de katholieke kerk als een ernstige bedreiging beschouwd: paus Innocentius III (1198-1216) slaagde er niet in deze dualistische ketters te bekeren en Simon van Montfort leidde tot 1218 een bloedige campagne (de Albigenzische Kruistocht) tegen hen. Ook de dominicaner inquisitie heeft getracht de sekte uit te roeien.
Geslacht van ongeveer 150 soorten bloeiende bomen, struiken en lianen uit tropische en subtropische steken. Sommige soorten worden gekweekt als sierplant of voor hun hout. Het geslacht is vernoemd naar Filippo del Albizzi, een Florentijnse edelman die A. julibrissin in 1749 als eerste kweekte.
Wordt gebruikt voor ongepubliceerde reeksen bladen, gebonden of los, waarin materiaal van allerlei aard bevestigd is of kan worden.
Ingebonden verzamelingen met handgeschreven teksten, geschriften en tekeningen van de vrienden en kennissen van de eigenaar. Men denkt dat ze voor het eerst werden gemaakt in het midden van de zestiende eeuw in de Duitstalige gebieden in Europa. De gewoonte werd verspreid door studenten die van de ene universiteit naar de ander reisden. Ook niet-studenten gingen ze gebruiken, met name mannen en vrouwen uit de bourgeoisie. De albums van mensen van adel bevatten gewoonlijk afbeeldingen van hun wapens.
Een proteïne die oplost in water en alcohol en wordt verkregen uit bloed, ei of melk; wordt gebruikt in hechtmiddelen, lakken, beschermlagen en vernis en als een zuiveringsmiddel voor looizuur en emulsies in olie.
Spaanse of Moorse kastelen, vestingen of versterkte paleizen.
Een vorm van scheikunde en speculatieve filosofie die werd beoefend tijdens de Middeleeuwen en de Renaissance, die zich voornamelijk bezighield met het ontdekken van methoden voor het omzetten van onedel metaal naar goud en met het vinden van een universele solvent en een levenselixer.
Zeevogelfamilie waartoe de papegaaiduikers, zeekoeten, kleine alken en hun verwanten behoren. Ze vertonen een oppervlakkige gelijkenis met pinguïns, maar zijn daarmee niet nauw verwant.
Drukproces waarbij gebruik wordt gemaakt van moederbladen waarop een kleurloze chemische vloeistof is aangebracht, zodat de ingeslagen letters op het moederblad een kleur krijgen.
De alcoholmeter van Gay-Lussac is een hydrometer die is uitgevonden door de Franse natuur- en scheikundige Louis Gay-Lussac. Dit instrument wordt in België en Frankrijk gebruikt voor de wettelijke bepaling van het alcoholgehalte in graden Gay-Lussac. Dit is nodig voor het bepaling van de hoogte van de accijnsheffing. Eén graad Gay-Lussac komt overeen met één volumeprocent ethanol in een vermenging van ethanol en water bij een exacte temperatuur van 15°C.
Instrumenten die de hoeveelheid alcohol in een vloeistof meten.
Vroege met goud bewerkte boekbanden die in Venetië en andere plaatsen in Noord-Italië werden vervaardigd. De hoeken zijn vaak gedecoreerd met gestileerde arabesken of een kleine driepasvorm, een zogeheten 'Aldine-fleuron'. Kenmerkende decoraties voor deze banden zijn geometrische vlechtbandmotieven of rechthoekige panelen met gouden riemlijsten, met de titel van het boek of de naam van de schrijver in het midden gestempeld.
Compositietechniek waarbij de componist een aanzienlijk deel van de controle over het stuk overlaat aan de musici of omstandigheden, uitgezonderd enkele traditionele manieren om dit te doen, zoals geleide improvisatie en maatloze rusten. In het algemeen worden drie methoden toegepast: (1) gebruik van toevalsprocedures in het maken van composities, (2) de musicus laten kiezen uit diverse mogelijkheden die door de componist worden aangereikt en (3) het gebruik van niet-traditionele of volledig nieuwe schema's of notaties en notatiesymbolen die zorgen voor lossere instructies van de componist en veel ruimte laten voor de interpretatie van de musicus. De techniek is sinds medio 20ste eeuw veelvuldig toegepast en een van de belangrijkste beoefenaars was de Amerikaanse componist John Cage.
Verwijst naar de periode en cultuur van de Alemannen, een losse confederatie van Germaanse volkeren die naar de streek van het Zwarte Woud trokken in de 3de eeuw n. Chr. en zich verder verspreidden naar de Elzas en het noorden van Zwitserland in de 5de eeuw. Zij namen hun taal en elementen van hun artistieke tradities mee.
Een type naaldkant die werd gemaakt in en rond Alençon in Frankrijk en vergelijkbare kant die elders werd gemaakt. Venetiaanse kantmakers werden in 1665 door Colbert naar Frankrijk gehaald, waar ze zich in 1765 vestigden in Alençon. Daar richtten ze een kantindustrie op die door de overheid werd beschermd. De industrie raakte in de loop van de 18de eeuw in verval, maar werd door Napoleon en later tijdens het Tweede Keizerrijk in ere hersteld. Alençonkant wordt gekenmerkt door een gelijkvormig vierkant maaswerk met gedraaide zijden, veelvuldig gebruik van decoraties en opvallende hoofdelementen met een in het oog springend koord.
Verwijst naar een sierrand voor wandtapijten, die voor het eerst rond 1714 werd ontwikkeld in de wandtapijtenfabriek Gobelins, waarschijnlijk voor de door Coypel ontwerpen reeks Don Quichotte-wandtapijten. Alentours wordt gekenmerkt door het simuleren van een brede, overdadige damastrand rond een verhoudingsgewijs klein tafereel. De rand is doorgaans gedecoreerd met trompe l'oeuil-festoenen met linten, bloemen, dieren, koorden of vruchten.
Verwijst naar een stijl van wandkleedontwerpen die werd ontwikkeld in de Gobelins-fabriek en zijn bloeitijd had in het Frankrijk van de 18de eeuw. Het wordt gekenmerkt door een relatief kleine, ingekaderde afbeelding met personages of een ander tafereel, waarbij het tafereel wordt omlijst door rijk afgewerkte randen die bestaan uit motieven als bloemen, guirlandes, decoratieve touwen en andere versieringen.
In Romeinse en latere de klassieke stijl imiterende architectuur, de delen van een pijler die steunpunten van een boog vormen, en die een centraal ingewerkte zuil of pilaster flankeren die een architraaf draagt.
Aannemers die op een bouwterrein verantwoordelijk zijn voor het grootste gedeelte van het werk, inclusief het werk dat door onderaannemers wordt gedaan.
Belichtingstechnieken waarbij een heel gebied gelijkmatig wordt verlicht, en waarbij aan de verlichting verder geen speciale eisen worden gesteld.
Schalmeien met pirouette, een lange ijzeren stift met het riet, vijf of zes vingergaten en een klankbeker; pijp en klankbeker zijn uit één stuk hout gesneden en bedekt met leer; oorspronkelijk ontwikkeld en bespeeld in West-Afrika.
Reeksen van logische procedures om problemen op te lossen in een eindig aantal stappen.
Verwijst naar grote lustrewerkvazen met vleugelvormige handvatten die zijn aangetroffen in het middeleeuwse islamitische paleis Alhambra in de Spaanse stad Granada. De vazen hebben een gemiddelde hoogte van 125 cm en zijn daarmee de grootste lustrewerkvaten die ooit zijn gemaakt. Ze zijn vermoedelijk vervaardigd in de kustplaats Málaga. Dit amforavormige vaatwerk wordt onderscheiden in twee stijlgroepen. De vazen van de eerste groep dateren uit de 13de en vroege 14de eeuw en zijn boller van vorm, met een kortere hals, monochroom lustre en forse, hoekige inscripties. Vazen uit de tweede groep dateren uit de late 14de en vroege 15de eeuw, zijn langwerpiger van vorm en gedecoreerd in kobaltblauw met verguldsel. Bovendien zijn de inscripties minder opvallend. Deze vazen zijn vrij wankel en werden om die reden vermoedelijk op een standaard geplaatst of in gaten in de vloer bevestigd.
Orde van bloeiende planten met 14 families, 166 genera en ongeveer 4500 soorten waterplanten die geheel of gedeeltelijk onder water groeien in moerassen en andere zoet- of zoutwateromgevingen.
Samenstellingen met sterk basische eigenschappen.
Cellulose, gewoonlijk afkomstig van houtpulp of katoenpluis behandeld met een alkali zoals natriumhydroxide; het wordt gebruikt om viscoserayon en andere daaruit afgeleide celluloses te produceren.
Instrumenten voor het meten van de hoeveelheid alkali in een vaste stof of vloeistof of de hoeveelheid kooldioxide die is gevormd in een reactie.
Een keramiekglazuur met een alkali als vloeimiddel.
Wordt gebruikt voor kleine inspringende kleine ruimten van grotere kamers. Aanvulling: kleine vertrekjes grenzend aan een grotere kamer en daarvan met een deur of een gordijn afgescheiden, meestal zonder eigen uitgang en vensterlicht, gewoonlijk als slaapplaats ingericht. Gebruik 'nissen' voor uitsparingen in de dikte van muren, zodat het muurvlak op enige hoogte of breedte dieper ligt.
Een olieverftechniek waarbij de eerst aangebrachte verflaag ook meteen voor het uiteindelijke effect zorgt, dit in tegenstelling tot technieken waarbij het doek laag voor laag wordt bedekt.
Wordt gebruikt voor paden omzoomd met in formatie geplante bomen, gesnoeide heggen of struiken; meestal in geometrisch aangelegde tuinen of parken.
Een algemene naam voor staal dat zijn onderscheidende eigenschappen dankt aan andere elementen dan koolstof. Soorten staallegering ontlenen hun naam meestal aan de elementen die de meeste invloed hebben op hun karakter. Gewoonlijk gebruikt voor het maken van gereedschappen en voor bouwwerkzaamheden.
Het bezitten van de eigenschap kleurverandering als gevolg van chemische onzuiverheden of optische effecten.
Verwijst naar de neolithische stijl en cultuur in het laagland rond Almeria in Spanje, genoemd naar de opgravingen bij Los Millares in Andalusië, die zich kenmerkt door nederzettingen binnen versterkte muren, vaak gebouwd op een klip die uitkijkt over een rivier, waar werd begraven in stenen graftomben die vaak waren voorzien van daken van draagstenen, en mogelijk artikelen zoals struisvogeleieren die werden ingevoerd uit Afrika.
Verwijst naar de kunst en cultuur die zijn verbonden met de islamitische Berberdynastie die regeerde in Noord-Afrika en zuidelijk Spanje (1130-1269). Deze periode is opmerkelijk omdat het voor het eerst was dat de hele Maghrib was verenigd onder één dynastie. De Almohads stonden op tegen de Almoravids in 1121 en veroverden Marrakesh in 1147. De dynastie verloor macht toen ze werd verslagen door Alfonso VIII in 1212, waarbij Andalusië verloren ging, en in 1269, toen men Marrakesh kwijtraakte aan de Berberse Marinids. De Almohad-hoven in Marrakesh en Sevilla waren centra van islamitische kunst en islamitisch onderwijs, vooral op het gebied van filosofie. Almohad-architectuur staat bekend om de combinatie van puriteins, eenvoudig ontwerp en overvloedige decoratie. Er werden enorme congregationalistische moskeeën gebouwd in Sevilla, Rabat en Marrakesh. Eenvoudige interieurs worden verlucht door middel van weelderige, gelobde bogen en andere details. Herhaald gebruik van een architecturale eenheid zoals een arcade of nis om gerichte doorkijkjes en een diep gevoel van ruimte te creëren, is een andere kenmerkende eigenschap. Sobere exterieurs contrasteren sterk met de rijk geïllustreerde, gigantische vierkante minaretten (laat 12de eeuw) van de drie moskeeën. Deze minaretten zijn rijkelijk voorzien van venstervormige openingen en elke zijde heeft verschillende rasterontwerpen die zijn uitgevoerd in verhoogd metselwerk. De moskee van Tinmal, met zijn karakteristieke Maghribi T-vorm, wordt beschouwd als een Almohad-meesterwerk. De locatie van de minaret achter de mihrab is een belangrijke vernieuwing van Tinmal. Almohad-moskeeën zijn gewoonlijk vergroot ten koste van hun binnenhoven. Andere kunsten zoals het maken van boeken, metaalwerken en luxe weefsels floreerden eveneens. Verschillende exemplaren van de Koran tonen aan dat papier tijdens deze periode perkament begon te verdringen. Een boekband op een prachtige, meerdelige Koran (1256) is het vroegst gedateerde voorbeeld van goudsierdruk. In textilia is net als in boekbanden een voorkeur te zien voor geometrische patronen.
Verwijst naar de kunst en cultuur die zijn verbonden met de islamitische Berberdynastie die regeerde in Spanje en Noord-Afrika van 1054 tot 1147, toen deze dynastie werd opgevolgd door de Almohad-dynastie. De Almoravids ontwikkelden zich uit een puriteinse beweging in westelijk Afrika die Noord-Afrikaanse Berbers aansprak. De Almoravid-leider Yusuf b. Tashfin stichtte Marrakesh in 1069. Vanaf 1090 bestuurde de dynastie Andalusië en via deze connectie werd de Umayyad-kunst van Spanje overgebracht naar Noord-Afrika. Er was ook sprake van een Egyptische invloed. De Almoravids stonden bekend om hun puriteins fanatisme en waren vooral begunstigers van religieuze architectuur. Ze bouwden moskeeën in Tilimsen en Algiers die waren geïnspireerd op de moskee van Córdoba; andere opmerkelijke moskeeën werden gebouwd in Fez. Almoravid-architecten stonden bekend om hun vindingrijke manipulatie van driedimensionale ruimte waarbij gebruik werd gemaakt van ornamentele bogen en decoratieve gewelven, architecturale vormen die traditioneel gescheiden werden gehouden. Deze en andere architecturale vormen verlevendigen in plaats van toegepaste decoratie hun gebouwen. Het kenmerk van hun karakteristieke Maghribi-muqarnas is dat het exterieur niets onthult van de interne configuratie. Het muqarnas-gewelf van Fez is gebouwd over een rechthoekige ruimte en fungeert op deze manier visueel eerder als een hangend plafond dan als een traditionele koepel. Een fontein die eens deel uitmaakte van de Grote Moskee van Marrakesh is bekend om zijn gelobde en gekrulde boogvormen die een krachtig ritme in de beeldhouwwerken creëren.
Verwijst naar een Spaans type glazen sprenkelaars voor rozenwater. De buik van het vat is meestal ei- of peervormig boven een hoge uitlopende voet. Het vat moet worden gevuld door de hals. Uit de schouder komen vier dunne rechte tuiten. Almorratxa’s worden vooral gevonden in Catalonië.
Elzensoort die voorkomt in drie duidelijk begrensde delen van de Verenigde Staten: Oklahoma, Georgia, en Maryland en Delaware op het Delmarva-schiereiland.
Hoge houten sculpturen van de Mahafaly, in kleine groepen bij tombes geplaatst en voorzien van houtsnijwerk in de vorm van menselijke en dierlijke figuren en opengewerkte geometrische patronen.
Te gebruiken voor haar van de alpaca (kleine lama).
Rotstuinen waarin voornamelijk alpenplanten groeien en die dikwijls watervalletjes of vijvers bevatten.
Handgeweven kleden met luspolen, gemaakt in Spanje in het district Aljuparras ten zuiden van Granada en elders in Andalusië en Castilië. De basis is van linnen en de ruwe wol van de polen loopt langs het inweefsel, waarbij iedere kleur volgens het patroon in lussen boven het oppervlak wordt getrokken. Er gaan ongeveer 3 lussen in 1 vierkante centimeter. Deze techniek wordt mogelijk al lange tijd in het gebied toegepast, maar de nog bestaande exemplaren dateren vermoedelijk niet van vóór de 18de eeuw. De patronen kunnen worden omschreven als volkskunst en de kleuren, meestal twee maar soms wel tien, zijn krachtig. De alpujarras-kleden zijn waarschijnlijk van Moorse oorsprong. De constructie van de kleden maakt ze vooral geschikt als beddensprei.
Beschrijft muziekinstrumenten, in het bijzonder blaasinstrumenten, met de op een na hoogste toonhoogte in hun familie. Altinstrumenten hebben gewoonlijk een bereik dat ongeveer een vijfde lager is dan dat van de hoogste leden van de familie. Met betrekking tot menselijke stemmen beschrijft deze term een zanger wiens stem hoger is dan een tenor, maar lager dan een sopraan.
Wordt gebruikt voor constructies waarop religieuze offerandes worden gedaan. Omvat zowel kleine, tafelachtige bouwsels als grotere, vrijstaande constructies die zich buiten bevinden. Voor het oppervlak waaraan communie wordt gevierd in protestantse kerken wordt 'Avondmaalstafels' gebruikt.
Het bovenblad van het altaar. In dit blad bevindt zich het door een steen afgedekte reliekengraf (tegenwoordig niet meer verplicht). In het altaarblad of in de altaarsteen zijn vijf kruisjes gebeiteld, die de plaatsen aangeven waar deze is gewijd.
Kandelaar die op het altaar staat. Maakt meestal deel uit van een stel van twee, vier of zes identiek vormgegeven kandelaars. Bij elke liturgische plechtigheid zijn zij vereist.
Wordt gebruikt voor de hekken die de altaarruimte van de ruimte erachter scheiden. Te onderscheiden van 'reredoses' die visueel met het altaar verbonden zijn en een onderdeel kunnen zijn van de binnenkant van het altaarscherm.
Verwijst naar geschilderde of beeldgesneden beelddragende objecten in christelijke kerken. Kenmerkend voor altaarstukken is dat deze meestal zijn ingelijst, en dat ze óf aan de achterkant van het altaar zijn opgesteld, aansluitend op de achterkant van het altaarblok, óf op de muur achter het altaar zijn gehangen. Altaarstukken kunnen op zowel het centrale hoogaltaar als op de zijaltaren zijn geplaatst. Op de afbeelding zijn doorgaans religieuze figuren te zien die dikwijls deel uitmaken van een verhalende of didactische scène. Ook een beschermheilige van de kerk wordt vaak op een altaarstuk afgebeeld.
Lage hekken of barrières voor het altaar die de officiërende geestelijken scheiden van de andere gelovigen.
Verwijst naar een type glas dat werd vervaardigd in de Italiaanse stad Altare, bij Genua. De glasindustrie was daar in de 9de eeuw gevestigd door glasblazers uit Normandië en Vlaanderen. De term verwijst in het bijzonder naar glas uit de 15de eeuw en later dat daar is geproduceerd, of dat elders ontstond op basis van technieken die men van de Altare-glasblazers had geleerd. Tijdens deze periode imiteerden de glasmakers van Altare de uiterst gewilde, geheime technieken van de Venetiaanse glasblazers, en verspreidden ze de geheimen naar andere centra in Europa.
Strips die waren geïnspireerd op de undergroundstrips van de jaren 60 en 70 van de 20ste eeuw, en die vanaf circa 1980 in tijdschriften verschenen. De inhoud is doorgaans bestemd voor een volwassen publiek en de oplage is beperkt.
Koperblaasinstrumenten met kleppen behorend tot de kornetfamilie, met een altbereik; met conische boring, middelgrote klankbeker en een ongeveer twee meter lange buis, gedraaid in de vorm van een tuba, orkestrale trompet of helikon. De grondtoon is meestal Es of F.
Kleine familie van drie genera van bomen die door de wind worden bestoven en harde houtachtige vruchten produceren met een groot aantal zaadjes.
Kleurloos tot wit kristallijn dubbelzout van kalium- en aluminiumsulfaat; wordt gebruikt voor diverse doeleinden waaronder het bewerken van leder en textiel, het stijven van papier, als beitsmiddel in (textiel)verven en als een waterzuiveringsmiddel.
Verwijst naar legeringen met een siliciumgehalte van 5 tot 22 %, die worden gekenmerkt door een goede roestbestendigheid en lichtheid en doordat ze zich gemakkelijk laten gieten en lassen.
Cement gemaakt van bauxiet met een hoog percentage aluminium, gewaardeerdvanwege zijn snelle harding en zijn krachtige eigenschappen.
Zonder verdere kwalificatie verwijst deze term naar aluminium-koperlegeringen met of zonder kleine hoeveelheden van andere legeringelementen. Doordat zelfs kleine hoeveelheden andere elementen effect hebben op aluminium bestaat er een oneindige variëteit aan aluminiumlegeringen.
Algemene benaming voor een mineraal dat overvloedig voorkomt. Het wordt gebruikt voor emaille, aardewerk, tegels en glas en in kunstmest, vloeimiddelen en korrelige dakbedekkingsmaterialen. Verder wordt het gebruikt als schuurmiddel in zeep en schoonmaakmiddelen.
Lijsten met namen, adressen en andere gegevens van oudstudenten aan scholen, instituten of universiteiten.
Een typisch gevolg van verwering dat vaak bij steen voorkomt en dat wordt gekenmerkt door een patroon van kleine holten.
Met de omtrek van een ovaal met puntige uiteinden, zoals een amandel.
Een sterke, duurzame, elastische, purperachtige houtsoort die met name wordt gebruikt voor decoratief fineerwerk en wordt verkregen van diverse tropische Amerikaanse bomen (een genus van 23 typen bloeiende planten in de familie van de Fabaceae). Het hout aan de binnenkant is bruin wanneer het pas is gekapt, maar wordt donkerpurper bij blootstelling aan de lucht, en uiteindelijk donkerbruin met scherp afgetekend gebroken wit hout langs de buitenste rand.
Kleine kussentjes, vaak in de vorm van een aardbei, gevuld met amarilpoeder, gebruikt om naainaalden scherp en vrij van roest te houden.
Verwijst naar de periode in Egypte tijdens de Achttiende Dynastie, van circa 1353 tot 1332 v. Chr. onder het bewind van Amenophis IV, die zijn naam veranderde in Akhenaten. De naam van de periode is afgeleid van de huidige plaats El-Amarna bij de ruïnes van de nieuwe hoofdstad die werd gesticht door Akhenaten. De periode kenmerkt zich door een grondige verandering in de kunst, religie, ideeënwereld, literatuur en taal. Veel van de materiële overblijfselen uit deze tijd zijn door latere heersers vernietigd. De kunst, vooral statuair en en-reliëf beeldhouwwerk, is beschreven als expressionistisch of maniëristisch als gevolg van de breuk met artistieke conventies uit het verleden, met name de verandering in de proporties van menselijke figuren.
Te gebruiken voor personen die een beroep uitoefenen of handel drijven of zich bezighouden met handvaardige of andere artistieke vaardigheden. Meestal niet gebruikt voor diegenen schilderijen, beeldhouwwerken of architectuur maken. Onderscheiden van 'kunstenaars' en 'architecten' gebaseerd op de media van hun creaties. Voor een algemene term voor voor personen die zelf voorwerpen creëren of construëren, voornamelijk als hun beroep of belangrijkste bezigheid, gebruik 'makers'.
Diplomaten met de hoogste rang die door de ene soeverein of staat naar de andere zijn gestuurd of naar een internationale organisatie als zijn/haar de belangrijkste vertegenwoordiger.
Hardhout afkomstig uit de snel groeiende Aziatische amboyna (pterospermum indicum) een boom die voorkomt in de Molukken. Het hout van de amboyna heeft een fijne nerf en een aantrekkelijk gedraaid en gevlekt aspect. Het hout is licht roodbruin tot oranje van kleur. Amboyna wordt vaak gebruikt voor marqueterie en kabinetten. De naam dateert uit de 19de eeuw en is afgeleid van het eiland Ambon in Indonesië.
Verwijst in algemene zin naar personeel dat in dienst is bij een overheid, op alle jurisdictieniveaus.
Een type Jacobite-glazen dat werd geproduceerd ter herdenking van de jacobietenopstand van 1715. Amen-glazen zijn versierd met diamantgraveringen van gebeden die eindigen met ‘Amen’, vandaar de naam. Ze tonen ook de zwaar gekrulde letters ‘I.R.’ met een verhuld cijfer 8 en een kroon.
Leren riemen die aan de schachten van werpsperen werden vastgemaakt en werden gebruikt bij het werpen, waardoor de speren krachtiger werden geworpen dan met alleen de hand mogelijk was geweest; van Grieks-Etruskische origine en later overgenomen door de Romeinen.
Voorlaadvuursteengeweren die vanaf de revolutie tot aan het einde van de 19e eeuw in Amerika werden gemaakt, vooral in Pennsylvania. Ze worden gekenmerkt door een lange achthoekige loop, een geweerlade van esdoornhout, messing beslag en opengewerkt sierbeslag.
Beweging binnen de Amerikaanse figuratieve schilderkunst die actief was tussen de jaren twintig en veertig en die streefde naar echte Amerikaanse kunst door het eigentijdse Amerikaanse leven realistisch af te beelden; de toenmalige niet-realistische stijlen die waren geïntroduceerd door de Armory Show, werden door de beweging verworpen.
Wordt gebruikt in de context van, of in het bijzonder geassocieerd met de hedendaagse politieke eenheid van de Verenigde Staten van Amerika.
Grote loofboomsoort die 35 meter hoog kan worden, inheems in het oosten van Noord-Amerika, in het gebied van Nova Scotia tot Texas. Het hout is licht roodachtig bruin, hard en onbuigzaam, heeft een rechte nerf en wordt gebruikt voor meubels en andere doeleinden. De schors is glad en grijs. De bladeren zijn eenvoudig met aderen en getande randen. De vrucht bestaat uit een grote schil met twee glanzende bruine eetbare noten. Het hout is zuur, rozeachtig bruin van kleur met donkerbruine strepen.
Amerikaans papiergeld, uitgegeven door de overheid en een wettig betaalmiddel sinds 1862. Oorspronkelijk op de achterzijde bedrukt met donkergroene inkt en niet inwisselbaar voor goud of zilver.
Een van de 18 essoorten uit Noord-Amerika, die te vinden zijn in de mesofytische hardhoutbossen in het gebied dat reikt van Nova Scotia tot Minnesota in het westen, Noord-Florida in het zuiden en Oost-Texas in het zuidwesten. De soort lijkt op de groene es en ook het leefgebied komt gedeeltelijk overeen.
Algemene benaming voor diverse soorten groene elzen die in Noord-Amerika groeien.
Hoge loofboom die vroeger veel voorkwam in de oostelijke helft van Noord-Amerika en voor de jaren dertig van de vorige eeuw op grote schaal werd gebruikt als sierboom en vanwege het hout en de schaduw. Het harde, sterke en grofvezelige hout gebruikte men ook voor het bouwen van schepen, omdat het makkelijk te buigen is en niet splintert. Veel van deze bomen zijn gedood door de iepziekte, een schimmel die wordt verspreid door de iepenspintkever.
Een kleine heesterachtige boom die inheems is in Noord-Amerika, in het gebied dat zich uitstrekt van New Engeland tot het middenwesten en de zuidelijke staten aan de Atlantische kust en de Mexicaanse golf. Sinds de prehistorie is deze wilde boom gekweekt door indianen vanwege zijn fruit en hout. De vrucht is rond en oranje. In het zuiden en middenwesten van de Verenigde Staten wordt de vrucht ���persimmon' genoemd en gebruikt om sterkedrank te maken. Het volksgeloof wil dat de vrucht pas eetbaar is na de eerste vorst, maar dat klopt niet. De vrucht bevat tannine en heeft daardoor een adstringerende werking.
Populier die inheems is in het grootste deel van Noord-Amerika. Er zijn drie ondersoorten bekend. Het is een van de grootste Noord-Amerikaanse hardhoutbomen en wordt bijna 30 meter hoog. De boom heeft dikke glanzende bladeren en een gladde zilverwitte schors die donkerder wordt en meer barsten vertoont naarmate de boom ouder wordt. Door de platte steel ritselen de bladeren al bij een zeer zacht briesje. Dit is een van de kenmerkende eigenschappen van de boom.
Grote en snel groeiende boom die inheems is in de koelere streken van Noord-Amerika. Door de platte bladstengels gaan de bladeren al bij een zeer zachte bries ritselen, vandaar de volksnaam. Men kan deze soort het eenvoudigst onderscheiden van P. tremula, een Europese boom die er veel op lijkt, door de vorm van de bladeren, waarvan de uiteinden puntiger zijn, en door de uitlopers van de wortels. De boom plant zichzelf voornamelijk voort via de wortels, waaruit nieuwe bomen kunnen groeien. Grote kolonies bomen die tot hetzelfde wortelstelsel behoren, zijn niet ongebruikelijk. De bladeren worden gegeten door diverse insecten. De indianen en de pioniers van het westen van Amerika extraheerden een stof uit de schors die diende als surrogaat voor kinine. Het zachte, slappe hout gebruikt men om papier te maken en voor andere doelen.
Kleine, rondachtige, donkerrode en zeer zure bessen van twee of meer soorten van het genus Vaccinium, met name V. oxycoccos, inheems in Groot-Brittannië, Noord-Europa, Siberië en Noord-Amerika. Ze groeien in veenachtige omgevingen.
Tweeslachtige, gewervelde dieren met naakte huid dat eieren legt en gedaantewisselingen ondergaan
Beschrijft gebouwen, in het bijzonder klassieke Griekse en Romeinse tempels en gebouwen met een soortgelijke structuur, met zuilen aan de voor- en achterkant, maar zonder zuilen aan de zijkanten.
Wordt gebruikt voor ronde of halfronde ruimten met steil oplopende rijen stoelen, waar het publiek bijvoorbeeld lezingen of operaties kan bijwonen.
Kleine amforen met een spitse hals, gebruikt voor geurende olie (parfum).
Een wit, geel of grijs (en in zeldzame gevallen groen of rood) serpentijn. Het is zo flexibel dat de oude Romeinen er lijkwaden van zouden hebben gemaakt om de as van de overledene en die van de brandstof gescheiden te houden.
Dateringstechniek die de relatie beoordeelt tussen verstreken tijd en de afbreking van aminozuren in proteïnen, met name de racemische vermenging van aminozuren in collageen.
Verwijst naar de conservatieve anabaptistische sekte die werd geleid door Jakob Amman en zich afscheidde van de Mennonieten in Zwitserland rond 1693. Hieruit kwamen diverse liberalere sekten voort nadat een groot aantal Amish naar de Verenigde Staten was gemigreerd, met name in de jaren zeventig van de 18de eeuw. Alleen de zogenoemde Old Order Amish (opgericht tussen 1720 en 1740) houden zich nog aan Ammans strikte kledingregels, gewoonten en de weigering om samen te werken met de staat. Tegenwoordig leven de Amish hoofdzakelijk in Zuidoost-Pennsylvania.
Een tweedelige diazokopie waarbij de diazozouten en de koppelaar de basis zijn, en waarbij ontwikkeling wordt bereikt door de zuurhoudende stabilisatoren met behulp van dampen, verkregen door het verdampen van ammoniakwater, te neutraliseren.
Wit kristallijn poeder dat wordt gebruikt in elektrische batterijen, in de drukkunst, als vloeimiddel bij solderen en bij het maken van andere verbindingen.
Alkalische oplossing die wordt gemaakt van ammonia en die zeer goed oplosbaar is in water, gewoonlijk met ongeveer 28,5 gewichtsprocent ammonia. Ammoniumhydroxide is een kleurloze, alkalische vloeistof met een doordringende ammoniakgeur. Huishoudelijk ammoniakwater bevat ongeveer 10 gewichtsprocent ammoniak. Ammoniumhydroxideoplossingen worden gebruikt als reinigingsmiddelen en wasmiddelen, afbijtmiddelen, voor het beitsen van hout en om kleur uit gras en korstmos te halen voor het produceren van een groene kleurstof.
Genus van circa drie soorten grove overblijvende grassen die ongeveer 1 meter hoog worden en groeien op zandbodems langs de kust in de gematigde gebieden van Europa, Noord-Amerika en Noord-Afrika. De grassen plant men ook buiten hun normale groeigebied, omdat ze zeer nuttig zijn bij het stabiliseren van stranden en voor de vorming van zandduinen.
Aardewerkstijl die wordt gekenmerkt door aantrekkelijk graffitowerk met dicht ingesneden kalligrafische, figuratieve en geometrische ontwerpen op een crèmekleurige ondergrond met kruisarceringen. Dierontwerpen waren populair. Sommige ontwerpen op Amolwerk zijn mogelijk afgeleid van in metaalwerk uitgevoerde prototypen. De ontwerpen zijn bedekt met transparant kleurloos glazuur en groenoxiden in uiteenlopende hoeveelheden. De stad Amol, in de provincie Mazandaran in West-Perzië, was het productiecentrum voor deze aardewerkstijl, tussen de 11de eeuw en de vroege 13de eeuw.
Verwijst naar een cycladische stijl en cultuur in de Bronstijd, kenmerkend voor artefacten die zijn opgegraven op het Griekse eiland Amorgós. De kunst kenmerkt zich door typische stenen beeldjes met gevouwen armen, zegels, verfijnde zilveren voorwerpen en ander metaalwerk.
Klassieke Griekse en Romeinse opslagvaten in velerlei verschijningsvorm, met meestal een ovale romp met nauwe hals, en met twee of meer handvatten die vanaf de opening of de hals naar de schouders op de romp lopen.
Kleine schenkkannen, in de regel twee, voor wijn respectievelijk water, gebruikt in de eucharistieviering.
Vaten van uiteenlopende vorm en grootte, gebruikt in kerken en bij kroningsplechtigheden voor het bevatten van vloeistoffen. Ook zijn het vaten uit de (Romeinse en vroeg-christelijke) Oudheid, vaak bolvormig, met een of twee handvatten, die werden gebruikt voor parfum, zalf of het serveren van dranken. Er bestaan ook zogenaamde pelgrimsampullen, in de vroeg-christelijke tijd gebruikt bij martelaarsgraven.
Ampullenblad of -schaal met twee 'ampullen' als eenheid vormgegeven en versierd.
Verwijst naar de periode in Boven-Egypte van circa 4000 tot 3500 of 3200 v. Chr. De kunstwerken bestaan uit stenen graveerkoppen, leistenen paletten, stenen vazen, ivoren beeldsnijwerk, beeldjes van verschillende materialen, aardewerk van het type rood met zwarte top en rood gepolijst aardewerk dat soms is versierd met lijnpatronen of menselijke en dierlijke figuren van witte slip.
Verwijst naar de stijl waarin hard porselein werd vervaardigd door porseleinfabrieken in Ouder-Amstel en Nieuwer-Amstel van 1784 tot 1820. De stijl kenmerkt zich door het gebruik van een hoge kwaliteit aan stijlen die werden gekopieerd van Meissen en geschilderd in een polychroom email, gewoonlijk in bruin en andere toonkleuren.
Elk van de bewegingen die hun oorsprong vinden in de radicalere elementen van de 16de-eeuwse Reformatie die stelden dat alleen de doop van volwassen geldig is en dat ware christenen geen regeringsfuncties mogen bekleden, geweld mogen gebruiken of wapens mogen dragen. Aanhangers van deze bewegingen, ook bekend als wederdopers, leggen de nadruk op een strikte kerkelijke discipline, trouw aan de Schrift en de scheiding van kerk en staat. Anabaptisten zijn regelmatig blootgesteld aan vervolging als gevolg van hun kritiek op de overheid; zij worden vaak beschouwd als de voorlopers van de doopsgezinden.
Wordt gebruikt voor nauwkeurige balansen met een gevoeligheid van 0,1 tot 0,01mg.
Verwijst naar een perspectiefsysteem dat is gebaseerd op het orthodox lineair perspectief, maar gebruikmaakt van de extreme vertekening van vormen op het afbeeldingsvlak bij zeer brede zichthoeken. Het maakt gebruik van de optische trucage van anamorfose, waarbij een op een afbeeldingsvlak weergegeven vorm lateraal zo extreem wordt uitgerekt dat het van voren gezien onherkenbaar is, maar vanuit een zeer schuine hoek wel te onderscheiden valt.
Bromelia die inheems is in de tropische en subtropische gebieden in Amerika, maar inmiddels ook elders is geïntroduceerd en op grote schaal wordt gekweekt in broeikassen. De plant heeft 30 tot 40 dicht op elkaar geplaatste en stijve maar sappige bladeren in de vorm van een rozet om een dikke, vlezige stam. De grote vrucht is samengesteld en ontwikkelt zich uit een kegelvormige bloeikolf. Men gebruikt de vrucht vanwege de vezels, als voedsel en om wijn te maken.
Genus van circa twee soorten bloeiende planten die een grote eetbare vrucht dragen. De planten zijn afkomstig uit Midden-Amerika en werden van daaruit naar de Caraïbische eilanden gebracht door Caraïbische stammen. In de kunst van de Olmeken vindt men afbeeldingen van deze planten.
Decoratieve motieven die lijken op uiterst gestileerde ananassen; veelvoorkomend onder meer op rococo-meubilair, als fioelen op de stijlen van toegangspoorten, op tafelgerei, en gestempeld op leren boekbanden. Op boekbanden worden ze doorgaans geplaatst in ruitvormige compartimenten van een paneel, onderverdeeld door diagonale stroken.
Onderklasse van reptielen die geen slaapvensters in de schedel hebben. Er zijn geen levende soorten met tanden (hoewel sommige uitgestorven soorten die wel hadden). De dieren leggen eieren en hun lichaam zit in een benig omhulsel. Deze onderklasse is ontstaan in het Pennsylvanien.
Een politieke theorie die is gericht op een zo groot mogelijk persoonlijke vrijheid en op de afschaffing van de staat en al het overheidsgezag.
Optische lenzen die de horizontale en verticale assen van een beeld op een verschillende manier vergroten. In de filmindustrie verwijst de term naar lenzen die de breedte van filmbeelden comprimeren en voor de lenzen in projectoren die ervoor zorgen dat het beeld met normale breedte op het scherm terechtkomt. Beide lenzen vervormen de hoogte van het beeld niet, waardoor er een breed beeld ontstaat. Eerst was de beeldverhouding 2,55:1 en later 2,35:1 om het beeld aan te passen aan de optische soundtrack.
Verwijst naar de cultuur die zich in de oudheid ontwikkelde in het gebied van het tegenwoordige Turkije.
Een uitvloeings-stollingsgesteente, meestal donkergrijs van kleur, dat hoofdzakelijk bestaat uit oligoklaas of andesien-veldspaat met augiet, hoornblende, hyperstheen of biotiet.
Verwijst naar de cultuur van de Andhra-regio van centraal India. De Andhra’s waren een Dravidiaanse stam die zeer machtig werd in de Deccan-regio, en die haar hoogtepunt bereikte in de 2de eeuw n. Chr. en de meeste handelsroutes en zeehavens van India controleerde. De term verwijst over het algemeen naar de oude cultuur van de Andhra’s, met name naar de cultuur van de Satavahana’s (of Satakarni), een van de meest bekende van de Andhra-dynastieën, die aan de macht kwam in de 1ste eeuw n. Chr. en onder welke het boeddhisme floreerde. Men bleef stoepa's en in rots uitgehouwen grotten bouwen, maar deze waren in deze periode groter en fijner afgewerkt. De term kan ook worden gebruikt om te verwijzen naar de cultuur van deze regio in latere eeuwen, niet noodzakelijkerwijs van Andhra-stammen of -dynastieën, met name uit de 10de eeuw, toen kunstactiviteit wijder verbreid werd en de stijl duidelijke Andhra-kenmerken ging vertonen.
Boomsoort uit Brazilië, Frans-Guyana, Guyana, Peru en Suriname die wordt bedreigd door het verdwijnen van de habitat. Het zware, zwarte, ebbenhoutachtige hout is hoogwaardig materiaal voor meubels en zeer goed bestand tegen aantasting door insecten. Recente genetische onderzoeken wijzen uit dat de soort sterk overeenkomt met de Connarus conchocarpus.
Delen van Griekse huizen in de Oudheid die alleen door mannen werden gebruikt.
Verwijst naar de neolithische cultuur die zich ontwikkelde op de steppen van het Minusinsk-bekken in het 2de en 1ste millennium v. Chr. Op sites zijn sporen gevonden van aarden woningen die waren ontworpen voor permanente bewoning, met haarden die werden gebruikt voor verwarming en voedselbereiding. Bronzen voorwerpen kwamen ook veel voor en er waren werkplaatsen voor koperbewerking.
Kleine driehoekige ramen tussen de ondergeschikte bogen van het maaswerk van een venster.
Verwijst naar de periode en stijl die wordt geassocieerd met de verovering van het grootste deel van de Britse eilanden door Germaanse Saksen en Angelen uit Sleeswijk en het Oostzeegebied, vanaf de opeenvolgende invasies in de 5de en 6de eeuw n. Chr. tot na hun bekering tot het christendom. De stijl kenmerkt zich door de vermenging van de cultuur van de immigranten met de bestaande Keltische tradities en is later nog vermengd met klassieke invloeden van het Europese vasteland. De elementen die zijn afgeleid van het traditionele metaalwerk van de Angelen en de Saksen en vaak ook werden toegepast op andere middelen, zijn onder meer symmetrische, dooreengevlochten, abstracte patronen, gestileerde verstrengelde dieren, invatting van granaten, juwelen en filigraan. Deze worden gecombineerd met Keltische schaakbordpatronen van millefiore email en andere motieven zoals die zijn ontwikkeld in Keltische kloosters.
Verwijst naar een typische stijl in de architectuur die zich onder de heerschappij van het Engelse koningshuis Plantagenet ontwikkelde in de Loirevallei in het midden van de 13de eeuw. Opvallend is dat de stijl buiten de belangrijkste Franse stilistische ontwikkelingen bleef. De stijl kenmerkt zich door een gedeeltelijk vasthouden aan het vroegere lokale romaanse idioom, zoals in de kerkelijke bouwkunst tot uiting komt in extreem gebogen koepelvormige kruisgewelven, vele ronde bogen, robuuste maar slanke pijlers en het gebruik van drie schepen van ongeveer dezelfde hoogte en breedte.
Aanduiding voor smalle, vaak doodlopende oudromeinse straatjes.
Verwijst naar de stijl die is vernoemd naar de locatie van de laatste van de koninklijke hoofdsteden van het Angkor-koninkrijk. Artistieke werken in deze stijl zijn onder meer het koninklijk plein van Angkor, een plein met de tempel van Phimeanakas (late 10de eeuw) de twee Khleangs (vroege 11de eeuw), de Baphuon (midden 11de eeuw) en de Bayon. De beeldhouwkunst in deze stijl wordt gekenmerkt door grootschalige monumenten van beschermende figuren, zoals Indra die op zijn driekoppige olifant rijdt. Op deze locatie worden de koninklijke terrassen ondersteund en verstevigd door telamons in de vorm van koninklijke dieren en mengvormen van mens en dier. Andere steunmuren zijn voorzien van beeldhouwwerken van goden in een volgorde die overeenkomt met de verschillende niveaus van het metafysische bestaan. Op de reliëfs op de friezen van tempels worden olifanten afgebeeld in oorlogs- en jachttaferelen. De heiligdommen op deze locatie zijn voorzien van torens die op verschillende niveaus zijn versierd met gebeeldhouwde gezichten van beschermfiguren.
Verwijst naar de stijl die is vernoemd naar het majestueuze tempelbergcomplex dat koning Suryavarman II (1113-1150 n. Chr.) in de 12de eeuw liet bouwen als graftempel voor zichzelf. Deze stijl wordt gezien als de laatste door het hindoeïsme beïnvloede stijl in Angkor vóór de opkomst van het Mahayana-boeddhisme. De tempel belichaamt de kenmerkende stijl van de kunst in het midden van de Angkor-periode (1080-1181 n. Chr.). Het tempelcomplex is gebouwd in lateriet en zandsteen en wordt gekenmerkt door gewelfde plafonds, houten dakspanten en het gebruik van blokken in plaats van duiveltjes voor het koppelen van kinderbalken en zuilen. Bij deze stijl deed het kruisvormige voorplein zijn intrede, ondersteund door overdekte galerijen met zuilen en onderling verbonden galerijen en paviljoenen, die door het daglicht werden verlicht dankzij een innovatief gewelfsysteem. Kenmerkend voor beeldhouwkunst in deze stijl zijn verhalende bas-reliëfs in plaats van vrijstaande beeldhouwwerken. Op reliëfpanelen worden taferelen uitgebeeld uit de Mahabharata en de Ramayana, evenals tableaus van Suryavarman II die koninklijke zaken afhandelt. Figuren van godheden en andere belangrijke personages in de friezen worden getypeerd door felle kleuren en goudbladaccenten. De tempel bevat talrijke standbeelden van apsarafiguren, die zijn afgebeeld met geplooide gewaden, versierd met bloempatronen. Acht andere tempelcomplexen in de koninklijke hoofdstad zijn volgens deze stijl gebouwd.
Handgereedschap dat wordt gebruikt om een bepleisterd oppervlak af te werken.
Pleistergereedschap dat voornamelijk wordt gebruikt om druk toe te passen op de binnenhoeken om materiaal af te werken voordat het is uitgehard.
Te gebruiken om te verwijzen naar de anglicaanse kerk (Church of England); gebruik 'episcopaal' om te verwijzen naar de episcopale kerk in Amerika. De term verwijst naar een christelijke geloofsrichting met zowel protestantse als katholieke elementen die ontstond na de breuk tussen de Engelse koning Hendrik VIII en de rooms-katholieke kerk (circa 1532-34). Het anglicanisme is de officiële Britse staatsgodsdienst, en de Britse soevereine vorst is nog altijd het officiële hoofd van de anglicaanse kerk. Aanvankelijk droeg de kerk nog een overwegend katholiek karakter, maar onder Edward IV en Elizabeth I werden er hervormingen doorgevoerd en werd een meer protestants georiënteerde geloofsleer geïntroduceerd, met een nieuwe versie van het Book of Common Prayer en de Negenendertig Artikelen. Hoewel de huidige anglicaanse kerk in het algemeen wordt gekenmerkt door een tolerante houding, zijn de spanningen tussen protestants en katholiek gezinde stromingen binnen de kerk nooit verdwenen en heerst er weerstand tegen nieuwe vrijzinnige en evangelische invloeden. Het anglicanisme berust op episcopaal gezag en op een structuur van parochies, welke van fundamenteel belang is voor de kerkelijke organisatie.
Type decoratieve kunst voor woninginrichting met als wegbereider de ontwerper en architect Thomas Jeckyll (1827-1881); kenmerkend voor deze stijl zijn de op Japanse motieven geënte ornamenten (zowel geometrische motieven als bloemmotieven).
Verwijst naar de periode en stijl die wordt geassocieerd met de verovering van Groot-Brittannië door de Normandiërs in 1066 en de verspreiding van het Oudfranse Anglo-Normandische dialect en Normandische voorkeuren via de Engelse, Welse en Ierse aristocratie. De periode bracht een grote hoeveelheid Anglo-Normandische literatuur voort en een artistieke stijl die in beeldhouwwerk, schilderkunst, illustraties en textilia vooral tot uiting kwam door elegantie en verfijning. In de architectuur wordt de stijl gekenmerkt door enorme kruisgewelven die grote ruimten overspannen door een dubbele X-constructie, en door robuustheid, spectaculaire lichtinval en ornamenten als chevrons, ruitpatronen en rollijsten.
Type Venetiaans glas dat in de 16de en 17de eeuw populair was in Engeland. Dit type glas was uiterst breekbaar, bevatte tal van microscopische luchtbelletjes en had verkleuringen in allerlei schakeringen.
Haar van de angorageit of het angorakonijn.
Verwijst naar het irrationele gevoel van bezorgdheid of vrees, een resultaat van emotionele of psychologische conflicten. Het gevoel kan situatiespecifiek zijn, chronisch of algemeen en diffuus. Er wordt vaak een verband gelegd met freudiaanse ideeën over onderdrukte gevoelens en impulsen en het idee van een aangeleerd of geconditioneerd responsmechanisme waarin de ongerustheid wordt veroorzaakt door gebeurtenissen of prikkels die zijn gekoppeld aan omstandigheden waarin eerder een beangstigende of stressvolle ervaring is opgedaan.
Kleurstof gemaakt van aniline, een giftige, olieachtige vloeistof. Werd gebruikt voor de eerste synthetische verfstoffen.
Verwijst naar een typische artistieke traditie van vooral draagbare objecten. Deze stijl werd voor het eerst ontwikkeld door de Scythische nomaden ten noorden van de Kaukasus in de 6de eeuw v. Chr. De stijl werd tot in de 8ste eeuw n. Chr. verspreid door heel Europa en Noordelijk Azië door nomaden te paard, over de steppen van Hongarije naar de Gobiwoestijn en verder. De stijl kenmerkt zich door het veelvuldig gebruik van kostbare materialen, modelleertechnieken die houtsnijwerk imiteren, waaronder afkanten, en een hoge mate van intensiviteit en vitaliteit. Veel voorkomende motieven zijn gestileerde realistische of mythologische dieren, dikwijls weergegeven in gebogen of verwrongen houdingen.
Verwijst naar de stijl die wordt geassocieerd met een groep Franse beeldhouwers in het midden van de 19de eeuw, die kleine afbeeldingen maakten van huisdieren en wilde dieren. Zij werden geïnspireerd door een fascinatie voor dierkunde en het observeren van dieren in de Jardin des Plantes in Parijs. Hun werk is vooral bekend door het realisme en de weergave van wreedheid en macht in de natuur.
Gelamineerde kurassen die voor het eerst verschenen aan het begin van de 16e eeuw, gemaakt van horizontaal overlappende harnasplaatjes die aan elkaar zijn bevestigd door middel van lederen riempjes en schuivende klinknagels aan de binnenzijde. Aan het eind van de 16e eeuw raakten ze in West-Europa uit de mode, maar ze bleven gedurende de 17e eeuw populair in Oost-Europa, voornamelijk in Hongarije en Polen waar ze door de zware cavalerie werden gebruikt.
Verwijst naar het geloof in spirituele wezens die in staat zijn menselijke gebeurtenissen te beïnvloeden. De basis hiervoor is het idee dat dieren, planten en zelfs levenloze objecten net als mensen een ziel hebben. De 19de-eeuwse antropoloog Edward Tylor beschouwde dit als de vroegste vorm van religie, een opvatting die bij moderne antropologen geen acceptatie vindt.
Ionen die één of meer elektronen hebben verworven en daarbij een negatieve elektrische lading dragen; de verklaring voor de naam is dat, wanneer er een elektrische stroom door een geleidende oplossing wordt gevoerd, de negatieve ionen in de oplossing door de anode worden aangetrokken.
De eigenschap langs verschillende assen verschillende karakteristieken te hebben, zoals kenmerken of afmetingen.
Een naturalistisch of geometrisch motief dat is afgeleid van de soort Dianthus caryophyllus, vaak gebruikt in Oosterse tapijten, voornamelijk in Turkije.
Kruisen waarvan de armen gesplitste uiteinden hebben, zoals de armen van een traditioneel scheepsanker.
Verwijst naar de civilisatie, periode en stijl die werd ontwikkeld vanaf circa 802 n. Chr. tot 1432 n. Chr. in de Khmer-regio die tegenwoordig bekend staat als Cambodja. Artistieke productie die is gebaseerd op Angkor-cultuur markeerde het hoogtepunt van Cambodjaanse creativiteit, met onder andere prominente architecturale structuren zoals de tempels van Angkor Vat en Angkor Thom. Tempels uit deze periode worden over het algemeen gekenmerkt door grootschalige en complexe gestileerde sculptuurrepresentaties van de gezichten en lichamen van heiligen, uitgehakt in buitenmuren.
Familie van bloeiende planten met ongeveer 130 genera en 2500 soorten bomen, struiken en lianen.
Te gebruiken voor het beschrijven van dingen die betrekking hebben op anodes, vooral verschijnselen die plaats vinden in de nabijheid van anodes of stoffen die worden gevormd door zulke verschijnselen.
Orde van ongeveer 500 kleine platte luizen zonder vleugels. De dieren leven van het bloed en weefselvocht van zoogdieren. Met hun mond doorboren ze de huid van hun gastheer en zuigen vervolgens het bloed of vocht op.
Heuplange kledingstukken met een capuchon die over het hoofd worden aangetrokken, gemaakt van waterafstotend en winddicht materiaal, vaak met een ritssluiting bij de hals en een aantrekkoord in de boord. Ze kunnen gevoerd zijn en middenvoor een zak hebben; worden ook gedragen bij het sporten. Gebruik 'parka's' voor vergelijkbare kledingstukken die tot de dijen of knieën reiken.
Te gebruiken om materialen te beschrijven die geen koolwaterstoffen of daarvan afgeleide stoffen bevatten.
Verwijst naar pigment dat wordt gewonnen uit aarde of mineralen en niet uit plantaardige of dierlijke bronnen. Voorbeelden van bronnen voor anorganisch pigment zijn kleiaarde en malachiet.
Tussenruimten in Noord-Indiase hindoetempels; antichambres of vestibules van het heiligdom.
Wordt gebruikt voor ornamenten aan de rand of het boeisel van een dak, in de klassieke en daarvan afgeleide architectuur, die het open eind van een rij dektegels afsluiten of verbergen.
Pijlers die worden gemaakt door de muren aan het uiteinde dikker te laten worden.
Geleiders of reeksen geleiders voor het uitzenden of ontvangen van radiogolven.
Kleine niet-vasculaire planten, gekenmerkt door grote hoornvormige sporofyten die op een afgeplatte gametofyt groeien. Gewoonlijk hebben ze één enkele grote chloroplast in elke cel. Voorheen ingedeeld bij Bryophyta.
Sloten waarvan de voorkant en de sluitplaat zijn beveiligd, waardoor er in de ruimte tussen de deur en de deurstijl niet met het vergrendelingsmechanisme kan worden geknoeid.
Wordt gebruikt voor volledig cursieve Antieke schriften die laat in de 12e eeuw zijn ontwikkeld in Engeland, in de eerste plaats voor gebruik in documenten. Later werden ze ook gebruikt als boekhandschriften, en geleidelijk aan geformaliseerd om bastarda te worden.
Marmerpapier dat eerst met drie kleuren wordt geprepareerd, waarna deze met een kam worden geroerd; vervolgens worden grote klodders van twee andere kleuren toegevoegd, waardoor de eerste drie kleuren tot aders worden samengedrukt. Ten slotte worden er kleinere vlekjes wit toegevoegd.
Kleine, vaak gehaakte kleedjes, die in de 19e eeuw werden gebruikt om de rug- en armleuningen van gestoffeerd zit- en ligmeubilair te beschermen tegen vlekken door makassarolie of andere haarproducten. Geen Nederlands equivalent. In het Nederlands zijn 'antimakassars' en 'leuningleggers' synoniemen. Zie 'antimakassars' .
Kritisch begrip dat betrekking heeft op de neiging van denkers, kunstenaars, architecten en schrijvers om in opstand te komen tegen de vermeende theorieën en praktijken van de moderniteit en het modernisme.
Te gebruiken voor het zuivere metaalelement met het symbool Sb en het atoomnummer 51. Het metaal is glimmend, hard en zilver tot blauwachtig wit van kleur. Wordt ook gebruikt voor dit metaal wanneer het wordt bewerkt en gevormd om, meestal in combinatie met andere stoffen, verscheidene voorwerpen en materialen te maken, vooral legeringen en pigmenten.
Materiaal dat de opbouw verhindert of de ontlading bevordert van statische elektriciteit bij bijvoorbeeld film of textiel.
Aanduiding voor Romeinse munten van de 3e eeuw n.C. die zich kenmerken door een stralenkroon op de afbeelding van de keizer. Ze werden oorspronkelijk van zilver gemaakt en hadden waarschijnlijk een waarde van een dubbele denarius, later met een lager edelmetaalgehalte.
Onderzoeksdiscipline die door de Oostenrijkse pedagoog en filosoof Rudolf Steiner (1861-1925) is ontwikkeld om een wetenschappelijk en intuïtief gericht cognitief vermogen te ontwikkelen, en een spirituele realiteit te verwezenlijken. Door middel van een bepaald type meditatie zouden leerlingen een ultragevoelige waarneming verwerven. De antroposofie is in sterke mate beïnvloed door de theosofie, een religieuze ideologie.
Verwijst naar de stijl van kunstvoorwerpen die zijn gevonden nabij de Gele Rivier in Anyang, de laatste hoofdstad van de Shang-dynastie (1384-111 v. Chr.). Bij opgravingen op deze locatie legde men verschillende fundamenten van gebouwen bloot, evenals potten van steen, jade en brons, keramiek met touwindruk en geometrische en antropomorfe versieringen en geïnscribeerde orakelbotten van dieren, de oudste voorbeelden van Chinees schrift.
Verwijst naar de stijl van Kutani-porselein dat werd vervaardigd in de 17de eeuw en in subtiele groentinten was beschilderd.
Ontvangsthallen in de paleizen van Achaemenidische heersers in Susa en Persepolis met zes rijen van zes zuilen en drie zuilengangen met elk twee rijen van zes zuilen. Deze constructies hebben mogelijk gediend als audiëntiezalen voor het hof van de koning en de ontvangst van bezoekende vazallen en ambassadeurs uit andere landen.
Verwijst naar de periode en cultuur van de Bronstijd die zich over een groot deel van het Italiaanse schiereiland uitstrekte. Deze kenmerkt zich door schaarste aan metalen voorwerpen, fijn afgewerkt aardewerk met complexe handvatten, en in het algemeen door kleine nederzettingen met enkele grotere als opmerkelijke uitzonderingen. Voorheen meende men dat het voornamelijk een semi-nomadische herderscultuur betrof, maar de meeste geleerden van tegenwoordig geloven dat velen in deze cultuur een vaste woonplaats hadden.
Verwijst naar de beeldhouwstijl die zich ontwikkelde in het gebied van Aphrodisias, in Caria, Klein-Azië, het huidige Turkije. Het was een belangrijk centrum voor de verering van een oude Anatolische vruchtbaarheidsgodin en later van de godin Aphrodite en wordt daarom in verband gebracht met de artistieke voortbrengselen uit het tweede millennium v. Chr. of eerder. De bloeiperiode als artistiek centrum begon echter pas met de heerschappij van de Julisch-Claudische keizers in de 1ste eeuw v. Chr. en duurde tot de 5de eeuw n. Chr. Het beeldhouwwerk kenmerkt zich door het gebruik van verfijnd marmer dat in de buurt werd gewonnen, een tweekleurig marmerpalet, thematische subtiliteit, creatieve oorspronkelijkheid en een wijde verspreiding over grote delen van het Romeinse Rijk. Sommige geleerden menen dat ook in Rome zelf een werkplaats van deze school heeft bestaan.
Kleedkamers in oude Griekse en Romeinse badhuizen en palaestra.
Agressieve, scherp geformuleerde twistgeschriften, waarin dikwijls een beleid of een mening wordt betwist.
Verbindingsbalk tussen de koorwanden op de scheiding tussen koor en schip of koor en dwarsbeuk. Op de balk zijn portretten van de apostelen aangebracht, gebeeldhouwd of geschilderd. Op de apostelbalk kan ook een triomfkruis (kruisbeeld) met flankerende beelden staan (Maria en Johannes, soms aangevuld met twee vrouwenbeelden die kerk en synagoge verbeelden).
Zilveren lepels waarop boven aan de steel een beeldje van een apostel is aangebracht. Apostellepels waren bedoeld voor persoonlijk gebruik aan tafel en waren ca. 1490-1675 zeer populair in Engeland; ze werden ook op het Europese vasteland vervaardigd, vooral in Duitsland. Soms werden apostellepels gemaakt in sets van dertien, twaalf met de apostelen en de dertiende voorzien van een beeltenis van Jezus, de zogenaamde meesterlepel. Ook lepels met beeldjes van heiligen zijn wel apostellepels genoemd. In de 16de en 17de eeuw schijnen apostellepels geliefd te zijn geweest als doopgeschenk. In de 20ste eeuw werden pleetzilveren versies gemaakt voor gebruik als koffielepels.
Personen die onderzoek of werkzaamheden verrichten met betrekking tot het prepareren, conserveren, samenstellen en verspreiden van geneesmiddelen.
Flessen, gewoonlijk van glas, om medicijnen in te bewaren in apotheken, vaak met bijbehorende stoppen van glas of kurk. De naam van de inhoud stond op de fles op labels of in reliëfletters op het glas. Gebruik 'medicijnpot' voor vaten met een bredere hals die vaak gemaakt zijn van aardewerk en die apothekers gebruiken om medicijnen in te bewaren. Gebruik 'medicijnflesje' voor kleinere flesjes met medicijnen die zijn bedoeld voor patiënten.
Hotels die meestal gemeubileerde appartementen bieden voor langdurige huur, met inbegrip van bepaalde diensten die niet algemeen beschikbaar zijn. Gebruik 'logementen (1)' voor soortgelijk onderdak maar met kleinere verblijven voor korte of lange huurperiodes, tegen zeer lage prijzen en met minder diensten.
De vrucht van de bomen van het geslacht Malus. Appels voor consumptie zijn meestal groen, rood of geel en worden in een veelheid van rassen gekweekt in gematigde streken over de hele wereld.
Genus van 30 tot 50 soorten kleine bladverliezende bomen of struiken, waarvan vele soorten (vlezige) pitvruchten voortbrengen waarin het gerijpte vruchtbeginsel en het omringende weefsel zowel vlezig als eetbaar worden. Appelbomen zijn inheems in de regio's rond de Kaspische Zee en de Zwarte Zee. Ze werden door de eerste kolonisten naar Amerika gebracht. Appelbomen worden voornamelijk commercieel gekweekt voor hun vruchten, maar ook het hout wordt gebruikt.
Klassen van solitair levende, vrij zwemmende manteldiertjes die in alle wereldoceanen worden aangetroffen. Ze zijn filtervoeders en hebben een vorm die enigszins lijkt op de larven van een kikkervisje. In volwassenheid behouden ze de juveniele romp en staart (pedomorfisme).
Lijmachtige materialen die worden gebruikt om poriën te dichten in oppervlakken als papier, textiel, leer of pleister.
Wordt gebruikt voor gebouwen met tenminste één apsis, meestal aan het eind van de lengteas.
Kleine apsissen, vooral die aan grotere apsissen of kooromgangen zijn gebouwd.
Verwijst naar de aardewerkstijl die zich in de 5de en 4de eeuw v. Chr. ontwikkelde in Apulië. De stijl manifesteerde zich zowel in een sobere als een rijk versierde versie. De sobere versie wordt gewoonlijk aangetroffen bij kleinere vazen met eenvoudige decoratieve composities, waarop minder figuren zijn afgebeeld, en met dionysische thema’s, of genretaferelen of eenvoudige vrouwenhoofden. Bij de rijk versierde versie zijn de vazen meestal groter en kleurrijker en de ontwerpen meer overladen, met plantenmotieven en geometrische patronen maar ook mythologische en funeraire onderwerpen.
Kannen waaruit het water gegoten wordt om aan tafel de handen mee te wassen, met name die van aardewerk, uit de Romeinse tijd, en die van metaal, vaak in de vorm van dieren, uit de Middeleeuwen.
Een bruine tot lichtgrijze siliciumhoudende zandsteen uit Aquia Creek in Stafford County, Virginia. Deze steensoort bevat afgeronde, ruwe tot fijne kwartskorrels en kleipellets tot 2,5 cm in doorsnee, en splijt eenvoudig in elke gewenste richting. Aquia Creek-zandsteen was in de beginperiode van Washington D.C. een van de belangrijkste bouwstenen.
Orde van bloeiende planten die de hulstfamilie en andere families van bomen en struiken bevat.
Antieke Romeinse altaren.
De symbolen 0, 1, 2, enzovoorts, die zijn afgeleid van de Arabische cijfernotatie uit de late middeleeuwen in Europa.
Verwijst naar de cultuur van het Arabisch schiereiland, in het bijzonder tijdens de pre-islamitische periode van circa 4500 v. Chr. tot het begin van de 7de eeuw n. Chr.
Uitgestorven orde van kleine hagedisachtige landreptielen die leefden in het Laag-Perm en het Hoog-Trias.
Familie van bomen die bestaat uit 3 genera en circa 45 soorten coniferen. Het betreft een zeer oude familie van kegeldragende bomen die tijdens de Jura en het Krijt wereldwijd verspreid voorkwamen.
Een geschil beëindigen, zoals dat wordt gedaan door één of meer onpartijdige, niet betrokkenen.
Genus van veertien of meer soorten kleine breedbladige, groenblijvende bloeiende bomen of struiken met witte of roze bloemen in losse eindstandige trosjes en vlezige rode of oranje bessen met een kenmerkend onregelmatig oppervlak en veel zaadjes. De bladeren zijn afwisselend geplaatst en gesteeld. De planten zijn inheems in het zuiden van Europa en het westen van Noord-Amerika.
Kasten die worden gebruikt voor het veilig opbergen van kostbaarheden. Ze zijn meestal van hout met een ijzeren buitenkant. Dit soort werd in de oudheid en in de Middeleeuwen gemaakt.
Personen met speciale geheime kennis van keramiek, voornamelijk over het maken van porselein.
Arcades van kleine bogen, vooral als siermotief. Kunnen ook blind zijn. VWB.
Uitgestorven onderklasse van vogels met tanden in beide kaken en een lange gevederde staart. Ze waren minder goed gespecialiseerd in vliegen dan moderne vogels en hadden een langwerpig en reptielachtig lichaam. Aan de voorste ledematen zaten klauwen met drie nagels. Ze hadden kleine hersenen en ogen. De botten waren niet met lucht gevuld.
Verwijst naar de periode, cultuur en kunst van het oude Griekenland die begint rond het midden van de 8ste eeuw v. Chr. en eindigt in de vroege 5de eeuw v. Chr. met de Perzische invasie. Deze stijl kenmerkt zich door de introductie van het alfabet vanuit Foenicië, de stichting van belangrijke stadstaten en kolonies, het ontstaan van het openbare plein –de agora – in het ontwerp van steden, en typische stijlen in de schilderkunst, beeldhouwkunst en architectuur. In de vaasschilderkunst werden de gestileerde dieren uit de oriëntaliserende periode vervangen door meer naturalistische figuren in de zwartfigurige en later de roodfigurige stijl. In de beeldhouwkunst ontwikkelden zich meer naturalistische vormen vanuit de stijve, orthodoxe Egyptische figuren uit de oriëntaliserende periode. In de architectuur kwamen de Dorische en de Ionische bouworde tot ontwikkeling.
Verwijst naar de aardewerkstijl die werd aangetroffen in Perzië circa 6000 v. Chr. De stijl kenmerkt zich door fijn, eenvoudig vaalgeel aardewerk, toebereid met stro, dat soms is versierd met eenvoudige rode of oranje geschilderde ontwerpen.
Het in stand houden of imiteren van alles wat oud of verouderd is, met name het gebruik van de kenmerken uit een vroegere periode in taal, kunst en andere culturele gebieden. Het is vaak gebaseerd op het geloof in de aangeboren waarde van het vroegere model, dat afkomstig is uit een eenvoudige, pure gouden tijd, en op het geloof dat het doen herleven van deze vormen een opleving van de kwaliteit van leven uit die tijd zal betekenen.
Te gebruiken voor documenten waarin de oudheid of antiquiteiten zijn beschreven.
Locaties waar ooit menselijke activiteiten hebben plaatsgevonden en waar materiële resten, in wat voor vorm dan ook, zijn achtergebleven.
Dateringsmethode waarbij de richting en de intensiteit van archeomagnetisme in materialen worden gemeten. De resultaten van dit onderzoek worden vergeleken met bestaande gegevens omtrent schommelingen van het magnetisme der aarde in vroeger tijden.
Wordt gebruikt voor de documenten van een bepaald individu, een bepaalde organisatie of andere entiteit, die bij elkaar worden bewaard binnen een grotere collectie.
Een gebied van het informatiebeheer dat zich bezig houdt met het bereiken van zuinigheid en efficiëntie bij het maken, gebruiken, hanteren, beheren, onderhouden en ordenen van records.
Exemplaren van een boek, film, drukwerk, document, gegevensverzameling, software of andere tastbare of digitale objecten die langdurig worden bewaard in een faciliteit of in media en die niet beschikbaar zijn voor distributie of algemeen gebruik.
Zoekhulpmiddelen ontwikkeld door de Library of Congress om verzamelde werken, collecties en aantekeningen te beschrijven, door het geven van de herkomst en administratievoorwaarden, de reikwijdte en algemene inhoud, en inclusief gegevens over omvang en volume, biografische gegevens over de persoon, groep of organisatie waarvan het werk is, de ordening, een verpakking of map-vermelding en soms selectieve document-indexen.
Wordt tegenwoordig [20e eeuw] in de bouw gebruikt voor tekeningen of kopieën daarvan die worden bewaard als document na afronding van een project; hieronder kunnen revisietekeningen vallen, waarop veranderingen tijdens de bouw zijn aangegeven. Wordt in historische context gebruikt voor kopieën van ontwerptekeningen van architecten, vaak op verkleinde schaal, al dan niet uitgevoerd en bewaard als documenten van hun werk. Gebruik 'opmetingstekeningen' voor schaaltekeningen van bestaande bouwwerken in het algemeen.
Rapporten waarin basisinformatie is verzameld over gegevens met betrekking tot de kwantiteit, fysieke vorm en soort, ligging, fysieke gesteldheid, bergruimten, mate van toename, gebruik en gelijksoortige informatie voor het plannen van aan- en verkoopprogramma's, microfilmoperaties, nieuwe faciliteiten, en aanverwante archief- activiteiten.
Te gebruiken voor dat deel van een architectonisch ontwerpproces waarbij de eisen, voorwaarden, doelen en werkwijzen van een bouwproject worden bepaald en gedocumenteerd.
Een object van hardgebakken, geglazuurde of ongeglazuurde klei dat in de bouw wordt gebruikt en machinaal of met de hand wordt geperst.
Te gebruiken voor het gebied binnen het onderwijs waar professionele architecten worden opgeleid.
Leden van een taxon van reptielen die worden gekenmerkt door twee openingen in de schedel achter elk oog (diapsida). De achterpoten zijn langer dan de voorpoten. Sommige oude soorten liepen op twee poten. Een aantal soorten leven zowel op land als in het water en hebben poten met vliezen. De dieren leggen eieren en hebben tanden in holtes en een enkelvoudige penis. Omvat ook de uitgestorven groep dinosauriërs ��� zoals de pterosauriërs, plesiosauriërs, ichthyosauriërs en thecodontia ���, maar tevens de moderne vogels en krokodilachtigen.
Te gebruiken voor boogvormige of gewelfde nissen of andere uitsparingen in Romeinse catacomben. Meestal bestemd voor het plaatsen van sarcofagen.
Te gebruiken voor sierstapstenen met een halvemaanvorm in portalen van hindoeheiligdommen.
De gesloten vorm van de mandapa die in verbinding staat met het heiligdom of de tempel, of daar los van staat.
Orde van bloeiende planten met slechts één familie (Arecaceae) van bijna 2400 soorten palmen in 189 genera.
Lampen voorzien van een brander met een cilindrische pit welke zit vastgeklemd tussen twee metalen buisjes die een luchtstroom naar de binnenzijde van de vlam toevoeren, alsmede een schoorsteentje dat de vlam omhult en de lucht naar buiten toe afvoert; met name te gebruiken voor lampen van dit type met een afzonderlijk brandstofreservoir van waaruit de brandstof wordt toegevoerd naar het bekken en de brander, overeenkomstig het principe van de tuinfontein. Argandlampen zijn circa 1782 uitgevonden door Aimé Argand uit Genève. Ze werden in Engeland gefabriceerd door Boulton, in de Verenigde Staten door Cornelius & Co. en in Frankrijk door Quinquet, en worden daar soms ook aangeduid als ‘Quinquet-lampen’.
Inert edelgas met het symbool Ar en atoomnummer 18 dat wordt gebruikt in metaalbewerking en als vulmateriaal voor elektrische gloeilampen en tl-buizen.
Verwijst naar de Griekse beeldhouwschool die was geconcentreerd in Argos in de 5de eeuw v. Chr. en waaruit Polykleitos als belangrijkste kunstenaar naar voren kwam.
Verwijst naar de doctrines van de Alexandrijnse priester Arius (ca. 250-ca. 336), die ontkende dat Jezus van dezelfde materie was als God en verklaarde dat hij in plaats daarvan slechts het hoogste van de geschapen wezens was. Als zodanig was de Zoon niet gelijk aan en niet net zo eeuwig bestaand als de Vader. Volgens de arianisten was Jezus geschapen - niet verwekt - door God en bereikte hij zijn goddelijkheid door zijn volmaakte gehoorzaamheid aan God. De doctrine van Arius werd in 321 als ketterij veroordeeld op een synode in Alexandrië en definitief verboden tijdens het Concilie van Nicea in 325. Het arianisme heeft in veel Germaanse landen voet aan de grond gehouden. De controverse rond het arianisme is in verschillende tijden weer opgeleefd en werd uiteindelijk verdrongen door het unitarisme.
Verwijst naar de cultuur van de Arikara, een Indiaans volk van de Amerikaanse prairie dat langs de Missouri-rivier woonde tussen de Cheyenne-rivier in South Dakota en Fort Berthold in North Dakota. De Arikara, een Caddo-sprekend volk, waren cultureel gerelateerd aan de Pawnee, waarvan ze zich losmaakten toen ze geleidelijk naar het noorden trokken en de meest noordelijke Caddo-stam werden. Door oorlogen en pokkenepidemieën nam hun aantal tegen de 19de eeuw sterk af.
Verwijst naar de stijl van keramiek dat voor het eerst werd vervaardigd in de vroege 17de eeuw en zo wordt genoemd vanwege het kenmerkende type klei uit het Arita-gebied. Stijlen lopen uiteen van vroeg, niet-geglazuurd blauw-wit porselein tot kleurrijk email dat in de jaren veertig van de 17de eeuw werd geperfectioneerd. Arita-keramiek werd in de 17de eeuw in grote hoeveelheden gemaakt en ging in de Meiji-periode (1868-1912) in massaproductie.
Speelgoed dat de ark van Noach moet voorstellen, in combinatie met dieren in paren; waarschijnlijk ontstaan in Duitsland aan het eind van de 16e of het begin van de 17e eeuw.
Wordt gebruikt voor kleine torens, meestal uitkragend uit een muur.
Oud-Romeinse wandkasten die meestal bestaan uit een rechthoekige kast op poten, deuren die min of meer van boven tot onder reiken, een puntige of platte bovenkant en planken aan de binnenkant.
Gebruik voor de monumenten die worden opgericht als permanente herinnering aan militaire overwinningen, meestal met afbeeldingen van de buit en van de strijd. Ze werden meestal opgezet in het land van de overwonnenen. Het ontwerp van deze monumenten is afgeleid van de bergen van wapens en harnassen die werden verzameld en tentoongesteld na de Griekse en Romeinse militaire overwinningen. Voor de daadwerkelijke objecten die als buit in de oorlog of de jacht werden genomen, of uitgereikt als prijs voor de overwinning in wedstrijden, gebruik 'trofeeën (prijzen)'.
Mensen die weinig of geen geld, goederen of andere middelen van bestaan hebben.
Verwijst naar kant die werd gemaakt in Armenië, Cyprus, Turkije en de Griekse eilanden. Deze kant wordt gekenmerkt door het gebruik van een enkele naald en traditionele technieken en steken. De ontwerpen en steken verschillen per regio, maar in het algemeen wordt Armeense kant gekenmerkt door een extreme verfijndheid en gecompliceerde ontwerpen. Hij werd vaak gemaakt met zijden draad en gouden draden, en versierd met parels en verschillende kostbare edelstenen. Armeense kant was vooral populair in de 17de eeuw en werd gebruikt in kantranden op kleding, als kelkbedekkingen en op ander liturgisch linnengoed. Sommige wetenschappers denken dat Venetiaanse kant voortkomt uit 16de-eeuwse Armeense kant.
Delen van het lichaam van een mens of een dier die aangepaste benen of poten zijn, eindigen in een hand en normaliter gebruikt worden voor andere doeleinden dan steun en voortbeweging. Gebruik 'benen (dierlijke of menselijke lichaamsdelen)' of 'poten (dierlijke of menselijke lichaamsdelen)' voor ledematen die eindigen in een voet in plaats van een hand.
Instellingen voor opsluiting en arbeid voor arme mensen, zwervers, en gehandicapten of arme bejaarden van de 17e tot en met de 19e eeuw in Europa en Amerika. Armenhuizen vervielen uiteindelijk tot plekken waar schooiers, criminelen, zwakken, ouderen en geesteszieken werden gedumpt. Gebruik 'verbeterhuizen (instellingen)' voor soortgelijke instellingen voor het straffen en heropvoeden van criminelen. Gebruik 'armengestichten (instellingen)' voor instellingen die liefdadigheid voor armen verzorgen.
Wordt gebruikt voor gebouwen waar behoeftigen of anderszins hulpelozen zonder andere opvang worden verzorgd en te werk gesteld op kosten van de overheid; werden in de Verenigde Staten halverwege de 18e eeuw ingesteld en meestal gefinancierd door plaatselijke of nationale regeringen of door parochies; in Engeland waren ze aanvankelijk onder het beheer van kloosters voor het uitreiken van aalmoezen maar werden later bekostigd door particuliere liefdadigheidsinstellingen. Gebruik 'werkinrichtingen' voor gebouwen waar minder validen, arme bejaarden of zwervers worden opgesloten voor heropvoeding of correctieve straffen. Voor huizen uitsluitend bedoeld voor het verstrekken van aalmoezen, gebruik 'aalmoezeniershuizen'.
Zacht rood oker, een natuurlijk mengsel van gehydrateerde silicaatklei die is gekleurd met rood ijzeroxide. In elk geval sinds de 17e eeuw is het gebruikt als basis voor bladgoud en als een rood aardepigment.
Verwijst naar een theologisch stelsel gebaseerd op de doctrine van de Nederlands Hervormde theoloog Jacobus Arminius (1560-1609). Arminius en zijn volgelingen verzetten zich tegen de calvinistische leerstelling van de absolute predestinatie en geloofden in plaats daarvan dat de vrije wil van de mens en de soevereiniteit van God samengaan. De overtuigingen van de arminianisten waren het onderwerp van een felle controverse maar hebben uiteindelijk een brede invloed gehad. Het arminianisme heeft vooral Engelse theologen beïnvloed.
Wapenrusting in oud-Romeinse stijl, gemaakt op grond van afbeeldingen op Romeinse monumenten. Gewoonlijk had de wapenrusting een meer ceremoniële dan praktische functie. De meeste van dit soort wapenrustingen zijn in de Renaissance gemaakt voor ceremoniële optochten en toernooien.
Verwijst naar al het porselein dat is gedecoreerd met heraldische motieven, maar in het bijzonder naar 18de eeuws porselein dat voor Europese families in China werd vervaardigd en voorzien was van hun wapenschilden.
Beschrijft de diverse soorten kunstwerken die zijn vervaardigd door de Australische Aboriginals in Arnhemland, een gebied in het noordoosten van Australië. Dankzij de missionarissen van de Fiji-eilanden maakten de oorspronkelijke bewoners van Arnhemland kennis met het maken van waaiers.
Verwijst naar de periode in de Villanova stijl en cultuur die wordt bepaald door kunstvoorwerpen die zijn gevonden in de buurt van Bologna, op het land van de familie Arnoaldi. Deze stijl bestond tussen circa 700 en circa 450 v. Chr. en overlapte de Etruskische cultuur, hoewel de meeste geleerden van mening zijn dat hij daarvan te onderscheiden is.
Vedels die de eigenschappen van gitaar en cello combineren: ze hebben de glooiende vernauwing en de stemming van een gitaar en 24 frets, maar de afmeting van een cello en worden op dezelfde wijze aangestreken.
Verwijst naar een verfijnde Romeinse aardewerkstijl, een soort terra sigillata die voornamelijk werd vervaardigd tijdens de Augustijnse periode. Strikt genomen is de term alleen van toepassing op dit type aardewerk dat werd gemaakt in Arezzo (Italië) maar hij wordt ook gebruikt om te verwijzen naar ander in Italië gevonden Romeins aardewerk dat de stijl van Arezzo imiteert. De stijl kenmerkt zich door een relatief vroege datering, verfijnde kwaliteit en kenmerkende patronen en figuurcomposities in navolging van zilverwerk, die ofwel afzonderlijk werden geslagen aan de hand van ontwerpen of werden gegoten uit mallen.
De tweede pleisterlaag bij het prepareren van een muur voor een fresco; wordt aangebracht over de ruwe pleisterlaag en onder de intonaco.
Synthetisch arseendisulfide dat voor het eerst werd gemaakt in de 18e eeuw als tegenhanger van natuurlijk realgar. De synthetische variant was zuiverder en minder duur, maar wordt niet meer gebruikt vanwege de toxiciteit.
Verwijst naar de stijl, voornamelijk in de architectuur en beeldende kunst, die wijd verspreid was in Europa en de Verenigde Staten in de jaren 20 en 30 van de 20ste eeuw. De stijl werd populair na de Exposition Internationale des Arts Décoratifs et Industriels Modernes in Parijs in 1925. De stijl kenmerkt zich door een synthese van industriële en kunstzinnige materialen waarmee veel verschillende handgemaakte en industrieel vervaardigde voorwerpen werden gemaakt, vaak met de nadruk op rechtlijnige motieven, opvallende kleuren en elegante, abstracte en vereenvoudigde vormen.
Verwijst naar de Europese beweging in de schilderkunst die vanaf circa 1945 parallel liep aan het Abstract Expressionisme in Noord-Amerika. De stijl kenmerkt zich door een meer lyrische, geïmproviseerde aanpak van abstractie op basis van onderbewuste fantasieën, in tegenstelling tot de meer gestructureerde tendensen in het Abstract Expressionisme.
Verwijst in het algemeen naar de stijl in de schilderkunst, architectuur en kunst die in Europa en de Verenigde Staten bloeide van circa 1890 tot 1910. De stijl kenmerkt zich door de nadruk op vloeiende, golvende en kronkelende lijnen of contouren op basis van organische vormen, en door het gebruik van moderne materialen als ijzer en glas.
Wordt gebruikt voor de beweging in Engeland en de Verenigde Staten die, van circa 1890 tot aan het begin van de twintigste eeuw, verschillende esthetische benaderingen bevorderde. Is ook wel gebruikt om alle fotografie met een esthetische doel aan te duiden, om een duidelijk onderscheid te maken met wetenschappelijke, commerciële of journalistieke fotografie; gebruik hiervoor de term 'fotografie'. Gebruik voor uiteenzettingen over fotografie als beeldende kunst 'fotografie' plus 'kunsttheorie'.
Eind 19e-eeuwse keerbare tapijten die in één geheel, inclusief rand en zoom, werden geweven. Ze konden worden gebruikt als morskleden en waren makkelijk weg te halen en schoon te maken.
Negentiende-eeuwse genootschappen ter bevordering van kunst, vooral door de verspreiding van schilderijen en prenten middels een loterij.
Putten die in een afgesloten waterhoudende grondlaag worden geboord en die de rand van de put overstromen omdat het waterniveau van de waterhoudende grondlaag hoger ligt dan het niveau van de putrand; het water stroomt door de eigen druk door het boorgat.
Vuurwapens met meestal een kaliber groter dan 2 cm, die zijn ontworpen om te worden ondersteund door een affuit en die een bemanning van tenminste twee mensen vereisen.
Wordt gebruikt voor een verscheidenheid aan architectonische tekeningen, waaronder axonometrische en perspectivische tekeningen, waarin projectievormen worden gebruikt die de tekening dieptewerking geven.
Het concept dat de maatschappelijke of tijdgebonden omstandigheden kunnen leiden tot artistieke experimenten en vernieuwing, ingaand tegen de geslotenheid en de gerichtheid op tradities en ideeën uit het verleden.
Een esthetische en sociale beweging in de late 19de eeuw, ontstaan in Engeland en later uitgebreid naar de Verenigde Staten, Duitsland en Noord-Europa. De beweging was een reactie op de industrialisatie en de kwaliteit van de in fabrieken vervaardigde goederen en streefde naar een herleving van het vakmanschap dat werd geassocieerd met de traditionele kunsten. Zij kenmerkte zich door het aanhangen van de filosofie ‘vorm volgt functie’ en een geïdealiseerd beeld van de Middeleeuwse gilden.
Verwijst naar een hindoeïstische geloofsgemeenschap en hervormingsbeweging die in 1875 in Bombay is gesticht door de brahmaan Dayananda Sarasvati. Zijn volgelingen, die streven naar een terugkeer tot de oorspronkelijke zuiverheid van het hindoeïsme zoals dat te vinden is in de Veda’s, zijn tegen beeldenverering, kinderhuwelijken, polygamie en betekenisloze rituelen. Dayananda's boek Vedabhashya bevat zijn uitleg van de Veda’s, de oudste hindoegeschriften. Arya Samaj draagt een morele visie van vriendelijkheid en goede wil jegens allen uit. Arya Samaj, thans een wereldwijde organisatie, is ook tegenstander van het traditionele hindoeïstische kastenstelsel en zet zich in voor de bestrijding van godsdienstig en sociaal onrecht. Volgelingen van Arya Samaj hebben ook het nieuwe idee geïntroduceerd om mensen met andere geloofsovertuigingen te bekeren tot het hindoeïsme. In 1893 was er een schisma tussen conservatieve en liberale volgelingen die het niet eens werden over de vraag of zij traditionele of moderne vormen van onderwijs moesten propageren en of ze al dan niet vegetarisme moesten bepleiten. De beweging werd later nationalistisch en kwam in botsing met sikhs en moslims, vooral in Punjab rond de scheiding van India en Pakistan in 1947.
Betrekkelijk kleine Oudgriekse vaten met een bolvormige buik, een korte hals, een platte, schijfvormige flessenmond met een kleine opening, en een handvat (soms twee), uitlopend vanaf de schouder tot de rand; gebruikt om oliën, parfums en zalven in te doen. Deze uit terracotta vervaardigde vaten werden gedragen door atleten, die ze aan hun pols droegen, vastgemaakt aan een riem of een stuk touw. Aryballoi hadden ook een belangrijke functie bij funeraire rituelen.
Wordt gebruikt voor zowel bronzen munten ten tijde van de Romeinse Republiek als koperen munten uit het Romeinse Keizerrijk vanaf de 1e eeuw v.C. tot en met de 3e eeuw n.C.
Militaire groeperingen van de Fante uit Ghana, de belangrijkste verdedigingseenheden van de Fante-staten. Deze voeren ook politieke, sociale en religieuze taken uit. Ze genieten grote bekendheid om hun kleurrijke vlaggen tijdens belangrijke festiviteiten.
Houders om as van tabak in op te vangen, gemaakt in allerlei maten, vormen en uitvoeringen.
Gordijnen, meestal van geweven asbest en metaaldraad, die in theaters het toneel afsluiten van de toeschouwersruimte om bij brand te voorkomen dat vuur en rook zich verspreiden.
Verwijst naar de beoefening van zelfbeheersing en zelfverloochening als daad van godsdienstige devotie en middel om een groter spiritueel bewustzijn te bereiken; wordt in verschillende vormen en in uiteenlopende mate aangetroffen bij alle godsdiensten. Tot de ascetische gebruiken behoren vasten, kluizenaarschap, meditatie, celibaat, afstand doen van bezittingen en zelfkastijding.
Stam van wormachtige ongewervelde dieren, de meesten microscopisch klein. Kenmerkend is de holte in het lichaam, het pseudocoeloom, die in de embryo's ontstaat op een andere manier dan bij meer ontwikkelde dieren en die niet bedekt is met epitheel.
Dassen met brede uiteinden die meestal in een lus zitten en onder de kin worden vastgemaakt, soms vastgemaakt met een dasspeld.
Een kwalitatief hoogwaardig, volkomen gecontroleerd heet mengsel van asfaltcement en een zorgvuldig gesorteerd aggregaat van hoge kwaliteit, volledig samengeperst tot een uniforme, dichte massa.
Donkerbruine of zwarte vaste tot halfvaste stof, het organische of koolwaterstofhoudende deel van asfalt. Het werd in de oudheid gebruikt als een dichtingsproduct, bijvoorbeeld in het oude Egypte. Het wordt momenteel gebruikt in smeltlijmen, coatings, verven, dichtingsproducten, dakbedekking en straatbedekking.
Korte schroefspijkers voor speciale doeleinden met een grote kop en meestal gegalvaniseerd of van aluminium, met een sluitring van neopreen of plastic, die als hulpmiddel dienen voor het bevestigen van dakbedekkingsmateriaal.
Keramiekglazuur waarbij as van hout of planten als vloeimiddel wordt gebruikt.
Verwijst naar Indiase geloofsgemeenschappen waarvan de leden zich intensief bezighouden met religieuze studie en meditatie, en strenge, ascetische leefregels in acht nemen. Dergelijke gemeenschappen of retraites hebben doorgaans een afgezonderd karakter en functioneren rondom een hindoeïstische wijsgeer of geloofsleraar.
Kleine Oudgriekse flesvormige vaten met een ronde romp, meer breed dan hoog, met een bolle bovenkant en een boogvormig handvat, dat van de ene kant over de bovenkant naar een tuit aan de andere kant loopt; werd gebruikt om geparfumeerde olie uit te schenken. Askoi werden vaak meegegeven als grafgift. Ze hebben soms de vorm van een vogel.
Familie van bloeiende planten. De onderverdeling van de familie in onderfamilies en genera is onlangs herzien.
Orde van eenzaadlobbige bloeiende planten bestaande uit 16-24 families, 1122 genera en meer dan 26.000 soorten. De orde is pas onlangs erkend in classificatiesystemen.
Het besprenkelen voor religieuze doeleinden. Het gebruik heeft zijn oorsprong in het oude Rome. In katholieke en anglicaanse kerken wordt de gemeente voor de mis, bij andere sacramenten of tijdens processies besprenkeld met wijwater.
Tangen die voornamelijk worden gebruikt voor het opdienen van een portie asperges. Hebben smalle of brede bladen en zijn gevormd als U-vormige tangen of schaarachtig gerei.
Soort gevelbeplating die is gemaakt van asfalt en die er vaak uitziet als andere materialen, zoals steen of hout. Veel voorkomend vanaf het einde van de 19e eeuw tot het midden van de 20ste eeuw.
Genus van hardhoutbomen die in het regenwoud voorkomen. Genus van bloeiende planten met meer dan 20 soorten.
Ronde, ovale of tweelobbige schilden uit de Griekse Oudheid en daarna; ze waren Dorisch van origine, gemaakt van lagen koeienhuid en groot genoeg om bijna het gehele lichaam mee te beschermen. Oudere modellen werden in de hand gehouden maar latere uitvoeringen hadden een diagonaal geplaatste armband, met een handvat aan de rand, en werden op de arm gedragen.
Een hedendaagse techniek voor het creëren van driedimensionale kunstwerken door het combineren van verscheidene elementen, voornamelijk gevonden voorwerpen. De constructie kan door de kunstenaar beschilderde, uitgesneden of vormgegeven elementen omvatten. Oorspronkelijk bedacht in 1953 door de kunstenaar Jean Dubuffet.
Fabrieken waar onderdelen in elkaar worden gezet om een eindproduct te krijgen, zoals voor de productie van auto's.
Gebouwen voor samenkomsten met een sociaal-cultureel of maatschappelijk doel. (Eerder vertaald met: Wordt gebruikt voor gebouwen die zijn ontworpen of bedoeld als plaatsen waar mensen van een bepaalde groep of organisatie bijeenkomen voor bestuurlijke doeleinden.
Christelijk pinksterkerkgenootschap dat begin 20ste eeuw in Canada en de Verenigde Staten is ontstaan uit voorheen zelfstandige pinkstergemeenten. De Assemblies of God staan in de doopsgezinde traditie en geloven in het bijzonder dat spreken in tongen het bewijs is voor de doop met de Heilige Geest. Het kerkgenootschap stimuleert zendingswerk over de hele wereld.
Beveiligen tegen verlies door onvoorziene gebeurtenissen, onder bepaalde vastgelegde voorwaarden of tegen een vastgestelde prijs of premie.
Verwijst naar de periode die ruwweg aanvangt in het begin van het 2de millennium v.Chr., toen de Assyrische heersers voor het eerst verschenen in het noorden van Mesopotamië en eindigt met de val van hun rijk in 612 v. Chr.
Te gebruiken voor kunst of architectuur die niet specifiek Assyrisch of Babylonisch is, maar wel kenmerken van beide bezit.
Lampen met een cirkelvormig reservoir en één of meer Argandbranders in het midden. De term werd oorspronkelijk gebruikt voor hanglampen, zodoende de naam astraal, die is afgeleid van ster .
Kleine lijsten met een bolvormige doorsnede. De term kan ook verwijzen naar stijlen die deel uitmaken van meubilair.
Zeldzame roodfigurige vaten in de vorm van botten. De klassieke naam van het vat is onbekend. De Grieken en Romeinen gebruikten het sprongbeen van schapen, de astralagos, als speelstukken en er is geopperd dat het vat oorspronkelijk kan zijn gebruikt als houder voor die stukken.
Genus van ongeveer 3000 soorten kruiden en kleine struiken die inheems zijn in de gematigde streken van het noordelijk halfrond.
Soort struik die inheems is in droge gebieden in Iran, Klein-Azië en Griekenland. De afscheiding van deze plant ontstaat spontaan op de schors van de struik, maar de hoeveelheid kan worden verhoogd door er een snee in te maken en er houten wiggen in aan te brengen. Deze gom is een van de oudste bekende medicijnen.
Beschrijft de diverse soorten kunstwerken die zijn vervaardigd door de bewoners van de eilanden in de Astrolabebaai. De bewoners zijn vermaard om hun ronde schilden met een doorsnede van 700-1000 mm en een dikte van 20-30 mm, gedecoreerd met een in reliëf gesneden X-vormig ontwerp. De maskers van Astrolabebaai zijn bekend om hun enorme neuzen en doorboorde, verlengde oorlellen; ze hebben een grootte die kan variëren van levensgroot tot zes meter hoog.
Verwijst naar de stijl en cultuur van de regio Asturië in het noorden van Spanje (het huidige Oviedo), in het bijzonder naar de culturen van de mesolithische periode en het middeleeuwse koninkrijk. De mesolithische Asturische cultuur volgde op de Aziliencultuur en ging vooraf aan de neolithische culturen in de regio. De middeleeuwse cultuur bloeide in het 8ste- en 9de-eeuwse koninkrijk Asturië en kenmerkt zich door het behoud en de ontwikkeling van klassieke Romeinse vormen en bouwkundige technieken, daarmee twee eeuwen vooruitlopend op de romaanse stijl in Europa. Deze stijl verschilt van de gelijktijdige Karolingische stijl door zijn typische bouwkundige iconografie, vaak met muren van ‘petit appareil’, verhoogde bakstenen bogen, gehouwen hoekstenen en houten daken met kleine tongewelven over de apsissen.
Verwijst naar de stijl en cultuur van de regio Asturië in het noorden van Spanje (het huidige Oviedo), met name de culturen van het middeleeuwse koninkrijk Asturië uit de 8e en 9e eeuw. De stijl wordt gekenmerkt door het behoud en de ontwikkeling van de klassieke Romeinse vormen en architectonische technieken, vooruitlopend op de romaanse stijl in Europa die twee eeuwen later opkwam. Deze stijl verschilt van de gelijktijdige Karolingische stijl door de onderscheidende architectonische iconografie, vaak met muren van 'petit appareil', verhoogde bakstenen bogen, natuurlijke hoekstenen en houten daken met kleine tongewelven boven de apsis.
Verwijst naar de periode en stijl die zich ontwikkelde tussen 552 en 645 v. Chr. en samenviel met de opkomst van het boeddhisme. In de beeldhouwkunst zien we figuren, meestal van godheden, in stijlen die variëren van een vroeg gebruik van platte vlakken, verlengde proporties en scherpe lijnen tot latere kleinere, vriendelijker figuren met de nadruk op verticale lijnen. In de schilderkunst wordt deze stijl gekenmerkt door het gebruik van rode en zwarte kleuren die worden verkregen door lak met kleurstof te mengen, en gele en groene kleuren die worden verkregen uit een mengsel van loodoxide en plantaardige olie. Schilderwerk uit deze periode omvat vooral lichte en elegante figuren en landschappen. In de bouwkunst wordt deze stijl gekenmerkt door de nadruk op symmetrie en axiale balans door het gebruik van paal- en latconstructies, daken met dakpannen en kraagstukken om gewicht en horizontale druk te verdelen.
Deursloten die worden gebruikt in psychiatrische inrichtingen en die extra beveiligd zijn tegen geknoei.
Knopen van kleden geknoopt op schering strengen in paren, met een lus onder de ene streng en rond de andere, waarbij de uiteinden van de knoop tussen elke enkele streng apart omhoog komen om een opeenhoping te vormen. Ze kunnen zo geknoopt worden dat de uiteinden van de knopen of aan de linker- of aan de rechterkant van de omcirkelde strengen schering omhoog komen.
Verwijst naar het systeem van zonnemonotheïsme in het oude Egypte, in het bijzonder tijdens de regering van farao Akhenaton (Amenophis IV) in de 14de eeuw v. Chr. Aten (of Aton), de Egyptische naam voor de zonneschijf, werd afgebeeld als een zonnecirkel met stralen die eindigden in handen. Aten was oorspronkelijk een aspect van de zonnegod Ra maar begon onder de beide voorgangers van Akhenaton ook zelfstandig vereerd te worden. Akhenaton meende dat Aten de enige god was die aanbidding verdiende en hij vervolgde andere goden zoals de vooraanstaande Amun. Akhenaton werd beschouwd als de enige bemiddelaar tussen Aten en de wereld. In deze tijd bloeide de belangstelling voor kunst en het resulterende schilder- en beeldhouwwerk is meer naturalistisch dan vroegere Egyptische kunst. Aanhangers van het atenisme aanbaden de echte zon als brenger van leven, schoonheid en liefde door middel van zijn licht en warmte. Het atenisme had een ontwrichtende uitwerking op de heersende klasse maar had weinig gevolgen voor de geloofsovertuiging van gewone mensen; kort na de dood van Akhenaton stortte de nieuwe religie ineen en werden de oude goden in ere hersteld.
Verwijst naar een hoog ontwikkelde midden- en laat-paleolithische gereedschap voortbrengende cultuur die wijdverbreid was in noordelijk Afrika tijdens het late Pleistoceen vanaf circa 30.000 v. Chr. Deze cultuur ontwikkelde zich klaarblijkelijk als een geavanceerde Afrikaanse vorm van de Europese Levalloisien traditie en is genoemd naar de opgravingen bij Bir al-Tir in Tunesië. Deze cultuur kenmerkt zich door het gebruik van pijl en boog, de opkomst van schachten of scherpe uitsteeksels op pijlpunten, speerpunten en schrapers om het bevestigen van handvatten mogelijk te maken, en door een zeer fijne drukbeiteltechniek. Sommige geleerden menen dat er een verband is tussen de Aterian bladvormige lemmeten en Solutréen lemmeten en dat de Aterians het Iberisch schiereiland zijn binnengedrongen tijdens de Solutréen tijd.
Verwijst naar een taalgroep van Noord-Amerikaanse indianen die tal van linguïstische subgroepen en culturele groepen omvat. Deze willekeurige benaming, afgeleid van het Athabaska-meer, werd in 1836 bedacht door Albert Gallatin als verwijzing naar een cultuur die volgens hem zijn centrum in dit gebied had. Mensen die behoren tot de Athabaskan-taalgroep bevolken grote delen van het subarctisch gebied, alsmede delen van New Mexico en Arizona. De term kent nogal wat spellingsvarianten, die soms zelfs binnen één bron worden gebruikt. De term 'Athapaskan' wordt sinds 1930 algemeen gebruikt. De leden van de groep duiden zichzelf aan als 'Dene' of 'Na-Dené'. Deze term wordt soms als synoniem voor Athapaskan gebruikt, hoewel er soms ook mee wordt verwezen naar een bredere categorie die tevens de Tlingit- en Haida-taalgroepen omvat.
Boeken met kaarten, met of zonder begeleidende tekst, als bijlage bij een boek of afzonderlijk uitgegeven.
Wordt gebruikt voor de middelen waarmee de suggestie van diepte in een afbeelding wordt gewekt, door de dingen die verder weg zijn minder duidelijk af te beelden qua omtrek en detail en, als er sprake is van kleurgebruik, door de verandering van een tint in de richting van blauw en de afname van de kleurintensiteit en contrast in de lichtverdeling.
Corrosie die wordt veroorzaakt door verontreinigende stoffen in de atmosfeer.
Aanduiding voor cirkelvormige, elliptische of hoefijzervormige eilandjes of een ring van zulke eilandjes; doorgaans bestaan ze uit koraalriffen en omsluiten ze een lagune.
De kleinste deeltjes waarin de elementen met zichzelf of met elkaar worden gecombineerd, oftewel de kleinste hoeveelheid van een bepaald element waarvan bekend is dat die nog de eigenschappen van dat element bezit.
De centrale ruimten in Romeinse huizen, met een compluvium (opening in het dak) voor doorlating van regenwater en een impluvium (rechthoekig bassin) om het regenwater in op te vangen.
Sedert de vroegchristelijke tijd de hoven voor basilieken, omgeven door drie of vier zuilengalerijen, als bij het Romeinse atrium gedekt met naar binnen hellende daken. VWB
Antieke Romeinse huizen of vergelijkbaar vormgegeven huizen met binnenhoven met impluvia maar zonder colonnades; voor huizen met binnenhoven met colonnades gebruik 'peristyle houses'.
Een kleimineraal met een kettingvormig kristalrooster; ook een groepsnaam voor lichte vezelachtige kleimineralen die worden gekenmerkt door hun blekende en absorberende kwaliteiten.
Kleine cadeautjes die worden gegeven als blijk van waardering of welwillendheid; ook vermakelijke of decoratieve voorwerpen die worden gegeven aan de deelnemers aan een viering of feest.
Verwijst naar de cultuur en stijlen die zich ontwikkelden in Athene of elders in Attica, in het bijzonder naar geschilderde aardewerkstijlen die zich chronologisch ontwikkelden na de geometrische stijlen. Attische stijlen verschillen met opzet van Corinthische stijlen en worden gekenmerkt door de fantasierijke composities die niet noodzakelijkerwijs in overeenstemming zijn met standaards voor schaal of balans, door monumentaliteit en grandeur, en uiteindelijk door een typische zwartfigurige stijl die de norm zou worden voor de rest van de Griekse wereld.
Voorwerpen, en soms dieren of planten, die geassocieerd worden met een specifieke persoon of godheid, en in beeldende werken gebruikt worden om die persoon of godheid te identificeren.
Grote dubbelkonische trommen, rechtopstaand met een buisvormig open voetstuk, meestal in paren, waarbij elke trom een eigen toonhoogte heeft; vaak met een stel rinkelbellen over het trommelvel van een van de twee; oorspronkelijk ontwikkeld en bespeeld in West-Afrika, als sprekende trommen bij ceremonies en bij rituele zang en dans.
Beschrijft de diverse soorten kunstwerken die zijn vervaardigd door de bewoners van het eiland Aua. De Aua-bevolking is vooral bekend om haar houtsnijwerk van menselijke figuren of hoofden, vaak met trekken van krokodillen en vissen. Dergelijk snijwerk is te vinden op lijmstokken, opscheplepels van kokosnoot, eetgerei, speren, dolken van obsidiaan, spleetgongs, kano's, bedden en architecturale elementen.
Te gebruiken voor de hardware die vereist is om beeld- en geluidsmateriaal weer te geven of te gebruiken, zoals viewers, projectoren, videorecorders en cd-spelers.
Personen die de bevoegdheid hebben om rekeningen te onderzoeken en te verifiëren.
Kleine vorken met drie of vier korte tanden en een lang handvat die worden gebruikt voor het opdienen van augurken en soortgelijke voedingswaren. Gebruik 'olijfvorken' voor soortgelijke vorken met twee tanden.
Verwijst naar christelijke kloosterorden of gemeenschappen van mannen of vrouwen die zich houden aan de regel van de Heilige Augustinus, bestaande uit voorschriften voor een religieus leven geschreven door de theoloog Augustinus, bisschop van Hippo (354-430). In de augustijner regel ligt de nadruk op de verbondenheid met anderen in een gemeenschappelijke liefde voor God. De eersten die de regel volgden waren de Reguliere Kanunniken, ook wel Augustijner Kanunniken genoemd, en goedgekeurd in 1059-63. De term verwijst vaak in het bijzonder naar een van de twee augustijner hoofdstromen, namelijk de bedelorde die bekendstaat als de Augustijner Heremieten. De orde van de Augustijner Heremieten ontstond in 1256 toen verspreide orden van Italiaanse kluizenaars werden verenigd. Andere bekende kloosterorden die de regel overnamen zijn de premonstratenzers en de hiëronymieten. Augustijners zijn verantwoordelijk voor vele missies, kloosters, scholen en bekende ziekenhuizen overal ter wereld.
Verwijst naar de periode en kunststijl tijdens de regering van Augustus Caesar van 27 v. Chr. tot 14 n. Chr. Het doel van deze kunst is de verheerlijking van de prestaties van de keizer. De stijl kenmerkt zich door de nadruk op propaganda en grandeur, die tot uiting komt in herdenkingsmonumenten en beelden uitgevoerd op een eclectische, elegante wijze en beïnvloed door de klassieke Griekse kunst. In deze periode ontwikkelde zich ook de ‘derde stijl’ in de muurschilderkunst.
Verwijst naar de filosofische en theologische ideeën en doctrines die zijn afgeleid van het werk van de Heilige Augustinus (354-430), bisschop van Hippo, en die worden geassocieerd met de augustijner kloosterorden. De intellectuele traditie van het augustinisme is invloedrijk geweest sinds het in de middeleeuwen tot ontwikkeling kwam. Augustinus bood een optimistische ontologie en een ontsnapping aan het scepticisme. Ook formuleerde hij een kosmische theorie om de veelvormigheid in de wereld te verzoenen met de eenmaligheid van Gods scheppingsdaad. Augustinus beschreef verder het uiteindelijke doel van de mens als een leven van zaligheid gecombineerd met ethisch-politieke verantwoordelijkheid. Het primaat van het geloof, kennis van de ziel, goddelijke verlichting en genade zijn allemaal essentiële aspecten van het augustinisme. Augustinus geloofde dat de waarheid in de menselijke ziel zetelde en dat de mens alleen leerde van die waarheid. Deze waarheid, het grootste bewijs voor het bestaan van God, schenkt vreugde en geluk. Ook Augustinus’ speculaties over de aard van de Drie-eenheid en over predestinatie zijn zeer invloedrijk geweest.
Rietinstrumenten, bestaande uit twee afzonderlijke, slanke cilindrische pijpen van hout of metaal met aan elk een enkel of dubbel riet. Beide rieten worden gezamenlijk in de mond gehouden en de pijpen wijken uiteen. Oorspronkelijk ontwikkeld en bespeeld in het antieke Griekenland.
Foto's gemaakt met de bedoeling persoonlijke energievelden (aura's), energie- of persoonlijkheidsuitstralingen (astrale projecties), pre- of postcognitieve mentale beelden of verschillende andere bovennatuurlijke visuele manifestaties in beeld te brengen.
De fotografie van persoonlijke energievelden (aura's), energie- of persoonlijkheidsuitbreidingen (astrale projecties), pré- of postcognitieve mentale beelden of verschillende andere bovennatuurlijke visuele manifestaties.
Een term gebruikt voor een soort kunstglas dat werd ontwikkeld door Steuben Glass Works, met een paarsachtig, blauwig of goudkleurig metalliek uiterlijk, dat wordt verkregen door het glas boven het vuur te besproeien met tinchloride of loodchloride onder vaste atmosferische omstandigheden.
Gouden munten die in de Romeinse wereld ten tijde van Caesar tot Constantijn werden gebruikt, maar hoofdzakelijk in de latere periode van de Romeinse Republiek en de middenperiode van het Romeinse Keizerrijk.
Verwijst naar de gereedschaps- en kunstcultuur van hoog-paleolithisch Europa die volgde op de Moustérien cultuur, gelijktijdig was met het Périgordien en is genoemd naar de opgravingen bij Aurignac in het zuiden van Frankrijk. De typische stijl kan wijzen op een invasie van nieuwe volkeren in West-Europa en onderscheidt zich van gelijktijdige culturen door een overdaad aan bewerkt hakgereedschap in plaats van snijgereedschap, de vervaardiging van lemmeten en burijnen door middel van ponstechniek, en dubbelkonische punten met gespleten basis. Deze cultuur heeft de burijn uitgevonden, die de graveerkunst mogelijk maakte. De kunst kenmerkt zich door gestileerde venusfiguren, kleine snijwerken en graveringen waarin verkort perspectief en schakering is toegepast door middel van kruisarcering, en grotschilderingen van mensenhanden die worden gebruikt als sjablonen en geschilderde meerkleurige dieren, vaak met een opvallend verdraaid perspectief, dat wil zeggen dat de dieren en profil zijn afgebeeld met hun hoorns gedraaid in een frontale weergave.
Verwijst naar een periode en cultuur in de Bronstijd die de bestaande culturen op de Aeolische eilanden verdrong vanaf circa 1250 v. Chr. Deze is waarschijnlijk van oorsprong Apennijns en wordt gekenmerkt door een nieuw type woning, in het algemeen gebouwd uit hout en steen met een ovaal of vierkant grondplan. Deze cultuur heeft veel gemeen met de gelijktijdige Morgetiancultuur op Sicilië.
In de godsdienst der oude Romeinen de voortekenen van de goden die waren geschreven in de natuur en bedoeld om te worden ontcijferd. Auspicia werden gezien als bevestigende of ontkennende antwoorden op een voorgestelde handelwijze. Auspicia kwamen vaak uit de lucht in de vorm van donder, bliksem en verschillende soorten vogels, maar er waren ook andere vormen. Openbare auspicia werden door magistraten of augurs geïnterpreteerd in de heilige ruimte van de templum.
Roestvrij staal dat maximaal 30% chroom en 20% nikkel bevat; wordt hoofdzakelijk gebruikt voor luchtvaartuigen en andere transportinstallaties vanwege de grote sterkte en roestbestendigheid.
Beschrijft de diverse soorten kunstwerken die zijn vervaardigd door de Australische Aboriginals en de huidige inwoners, zoals rotskunst, beeldhouwwerken in hout, klei en zand, lichaamsdecoratie en bastschilderwerk, zowel voor als na de kolonisatie door de Europeanen.
Beschrijft de diverse soorten kunstwerken die zijn vervaardigd door de oorspronkelijke bewoners van Australië en hun afstammelingen. In de meeste gebieden van Australië worden tegenwoordig traditionele kunstvormen geproduceerd, maar veel Aboriginalkunstenaars beginnen inmiddels ook met allerlei andere media te werken, onder invloed van de mondialisering.
Het vaststellen van de echtheid van een document of een ander kunstvoorwerp, of het geldig verklaren van een document, zoals dat wordt gedaan door een bevoegd persoon.
Luchtdichte kamers die kunnen worden gevuld met stoom onder druk of zijn omringd door een andere kamer die zorgt voor de stoom en worden gebruikt om te steriliseren, koken of voor andere doeleinden die vochtige of droge temperaturen boven 212 graden Fahrenheit vereisen zonder te koken.
Verwijst naar kunstwerken die zijn vervaardigd door kunstenaars zonder formele opleiding.
Kunstenaars zonder formele opleiding.
Foto's gemaakt in kleine hokjes, waarin automatisch, na automaatbetaling foto's worden genomen.
Sloten die kunnen worden gebruikt voor de metalen deuren van kleine geldkistjes in een vuurvaste brandkast.
Gebruik voor zelfbedieningsrestaurants waar de klanten met muntgeld kleine glazen deurtjes openen om iets te eten of drinken te verkrijgen.
Schrift dat werktuiglijk wordt geproduceerd op momenten dat de persoon zijn aandacht ergens anders op heeft gericht, zowel in een waaktoestand als onder hypnose. Aan het eind van de 19de eeuw werd automatisch schrijven vaak toegeschreven aan bovennatuurlijke krachten. In de 20de eeuw werd het beschouwd als een intern fenomeen, in het bijzonder in relatie tot persoonlijkheidstheorieën. De surrealisten namen deze techniek over in de hoop daarmee toegang te krijgen tot het onderbewuste.
Het installeren van mechanische of elektronische apparaten, processen of systemen die de plaats innemen van menselijke inspanning, observatie of beslissingen en die een minimum aan menselijk ingrijpen vereisen om te functioneren.
Betekent in psychologisch onderzoek de dissociatie of discrepantie tussen gedrag en het zich bewust zijn van het gedrag. Het begrip beschrijft in het algemeen onschuldig gedrag dat is gestoeld op vertrouwdheid en herhaling. Het wordt echter vaker gebruikt om pathologische gedragingen te beschrijven die voortkomen uit psychologische conflicten tussen bewuste en onbewuste verlangens, en die zintuiglijke hallucinaties en lichte tot ernstige catatonie tot gevolg hebben. Het is van invloed geweest op surrealistische theorieën die verband houden met de potentie en legitimiteit van onbewuste expressie, vrije associatie en primaire creatieve krachten.
Te gebruiken voor kleine, lichte, open autootjes die worden voortbewogen door motorfietsmotors en meestal vier wielen hebben, hoewel drie ook voorkomt; gebruik 'driewielers (auto's)' voor gesloten auto's met drie wielen en meestal zwaardere motors.
Wordt gebruikt voor doorgaande snelwegen, al dan niet tolvrij, met meerdere, gescheiden rijstroken, zonder gelijkvloerse kruisingen, en waarop geen particuliere wegen zijn aangesloten.
Verschillende soorten veerboten die worden gebruikt om auto's, treinstellen en eventuele bijbehorende passagiers te vervoeren.
Verwijst naar kartons waarin een klein gedeelte van een ontwerp is weergeven, of andere details die verband houden met het hoofdkarton.
Tegebruiken om vooral in de laat-19e tot het midden van de 20e eeuw de houdingen, ideeën of kunstwerken of architectuur te beschrijven die zich op een originele en experimentele wijze van de reeds bestaande normen onderscheiden.
Verwijst naar de stijl uit de Volksverhuizingstijd die wordt geassocieerd met de Avaren, een volk van onbekende oorsprong en taal dat een belangrijke rol speelde in Oost-Europa vanaf de 6de eeuw n. Chr. en dat een rijk stichtte tussen de Adriatische Zee en de Oostzee. De term verwijst in het bijzonder naar het centrum van het Avarenrijk, dat zich op de Hongaarse hoogvlakte bevond en zijn grootste bloei beleefde aan het einde van de 6de eeuw.
Verwijst naar de nederdaling op aarde van een hindoegod in zichtbare vorm. Het woord komt uit het Sanskriet en betekent ‘afdaling’. Het begrip is afkomstig uit de traditie rond de god Vishnu die met tussenpozen in menselijke of dierlijke vorm op aarde verscheen teneinde deze te behoeden voor een ernstig gevaar of vernietiging. Vishnu’s beroemdste verschijningen waren als Krishna en Rama. Verwacht wordt dat de god in zijn laatste verschijningsvorm terugkeert om de wereld te verwoesten en vervolgens opnieuw te scheppen wanneer zij volledig verdorven zal zijn. In meer recente tijden is het begrip aangevochten door hervormers, vooral in verband met de verschijningen in de vorm van dieren. Tegelijkertijd hebben anderen het idee geopperd dat mensen, zelfs niet-hindoes zoals Jezus of Mohammed, avatars kunnen worden door goddelijke invulling.
Verrekening van het verlies wanneer lading aan boord van een schip, toebehorend aan een of meer eigenaars, is opgeofferd voor het veiligstellen van de rest van de lading, waarbij het schadebedrag wordt gedeeld door allen die vracht aan boord van het schip hebben.
Kerkelijk drinkgerei, gebruikt in protestantse kerken bij de viering van het avondmaal. Gebruik 'miskelken' voor soortgelijk drinkgerei dat gebruikt wordt in de katholieke kerk.
Kleinere versie van iedere modieuze tas; meestal bestikt met kralen, lovertjes of borduursel of gemaakt van een mooie stof zoals glacé, zilver, brons of goud.
Stripverhalen met een hoofdzakelijk avontuurlijke verhaallijn of handeling, vaak gesitueerd op exotische locaties en met hoofdpersonen die op reis zijn.
Personen die gevaarlijke, riskante, onscrupuleuze of verdachte ondernemingen of activiteiten najagen om rijk of machtig te worden, te stijgen op de sociale ladder of gewoon voor de spanning.
Beschrijft de cultuur van Arabisch sprekende Bedoeïenen die wonen in het Egyptische deel van de Libische Woestijn.
Te gebruiken om werken te beschrijven van de gelijknamige Afrikaanse etnische groep die leeft op het eiland Luanda in Nigeria.
Geknoopte pooltapijten die oorspronkelijk werden geproduceerd in Axminster, Devon, Engeland. Ze worden aan een stuk geweven waarbij de weefkwaliteit zeer hoog is.
Een grasgroene jadeïet-variant uit Myanmar.
Verwijst naar een soort ajourwerk waarbij een witte draad door wit materiaal wordt getrokken. Het wordt meestal verwerkt in fijne mousseline, waarop een verscheidenheid aan textielsteken is gecombineerd met bloemen en andere motieven, uitgevoerd in satijnsteken waardoor het wat op kant lijkt. Dit soort werk werd gemaakt in het 13de eeuwse Duitsland en elders, maar het is genoemd naar het graafschap Ayr in Schotland, waar het vanaf 1780 werd geproduceerd.
Verwijst naar de periode rondom de oude stad Ayutthaya die duurde van het midden van de 14de eeuw tot de 18de eeuw. In de beeldhouwkunst wordt deze periode vooral gekenmerkt door afbeeldingen van Boeddha die zijn gegoten in brons, of die zijn gemaakt van steen of stucwerk. In de vroege 14de eeuw culmineerde een verfijning van beeldhouwkundige stijlen in de eThong-stijl die werd gekarakteriseerd door verschillende subtypen van Boeddhabeelden. Eén type wordt gekenmerkt door de Boeddhafiguur met een prominent voorhoofd, amandelvormige ogen, rechte, bijna gesloten oogleden en conische krullen op het hoofd. Een tweede type toont sterkere Khmer-invloeden die zichtbaar zijn in het vierkante gezicht en de strenge gelaatsuitdrukking. Het derde type Boeddha-beeldhouwstijl wordt gekenmerkt door een uitgerekt lichaam en een glimlachende gelaatsuitdrukking. In de architectuur wordt deze periode gekenmerkt door tempel-sancturariumcomplexen die bekend zijn onder de naam ‘wat’. De belangrijkste zijn: Wat Thanmikarat, welke een trap bevat die is versierd met leeuwen van stucwerk en een bai sema of grenssteen gemaakt van leisteen; Wat Phutthaisawan, met door de Khmer-stijl beïnvloede galerijen, stoepa's met redans en muurschilderingen; Wat Yai Chaimongkhol, met complexe stoepa's en wihans en rechthoekige galerijen; en Wat Phra Ram, met een vierkant grondplan, een constructie van baksteen en kunstmatige bassins. Keramiekstijlen komen in deze periode ook tot volledige ontwikkeling en worden gekenmerkt door heldere kleuren: jadegroen, licht grasgroen, blauwgroen, bruin, honingbruin en wit.
Verwijst naar de culturen van het werelddeel Azië, gelegen op het oostelijke halfrond en begrensd door de Grote Oceaan, de Indische Oceaan en de Noordelijke IJszee. Als westelijke begrenzing wordt over het algemeen het Oeralgebergte aangehouden. De term verwijst ook naar de vele eilanden voor de kust van Azië.
Berkensoort, inheems in de Himalaya, die groeit op hoogten tot 4500 meter. De schors is wit en flinterdun, en werd in de oudheid gebruikt om geschriften in het Sanskriet op te schrijven. Tegenwoordig wordt het beschreven met heilige mantra's. De schors wordt ook gebruikt voor verpakkingen en het hout wordt gebruikt als brandhout. Er zijn vele benoemde variëteiten en cultivars gebruikt in de landschapsinrichting.
Een zure vloeistof die bestaat uit verdund en onzuiver azijnzuur. Het ontstaat door de zuurgisting van wijn, bier, cider of ale en het wordt gebruikt als smaakversterker of conserveringsmiddel.
Hout van de steeneik, een groenblijvende eik die veel in het Middellandse-Zeegebied groeit. De steeneik levert zeer hard, zwaar hout, in kleine afmetingen, dat azijnhout genoemd wordt. Het leent zich voor onderdelen die zwaar belast worden.De naam is vermoedelijk ontstaan door de zure geur die het hout heeft.
Een kleurloze, bijtende vloeistof met een penetrante geur, CH3-COOH, die voor een groot aantal doeleinden wordt gebruikt, zoals voor etsen en solderen, het verwijderen van vlekken en voor bleken. Ook wordt deze vloeistof gebruikt als conserveermiddel in fotografische chemicaliën.
Verwijst naar een gereedschapscultuur in het laat-paleolithische en vroeg-mesolithische Europa, in het bijzonder Frankrijk en Spanje. Deze cultuur volgde op de complexere Magdaléniencultuur en bestond gelijktijdig met de culturen van Tardenoisien, Maglemose, Ertebølle en Asturië. Kenmerkend zijn geometrische tekeningen op kiezelstenen, heel kleine stenen gereedschappen die in een handvat van been of geweitak passen, speerpunten met gekromde ruggen, eindschrapers, benen drevels, platte harpoenen en staven waarvan het doel onbekend is.
Koperwerk ingelegd met zilver en goud in knopenpatronen en moresken. Azzimina werd vanaf het eind van de 15de eeuw tot in de 16de eeuw vervaardigd in Noord-Italië, in het bijzonder Venetië, en in de Levant. Azzimina wordt soms verward met damasceen.
Losvallende, semiformele herenjasjes die tot net onder het middel reiken en meestal open aan de voorkant werden gedragen, met een cummerband of vest. Oorspronkelijk deel van militaire of marine-uniformen, nu ook gedragen in andere beroepen, b.v. door obers.
Verwijst naar brede, open, bochtige inhammen van een kustlijn, groter dan een inham en kleiner dan een golf.
Een hoeveelheid van elk soort metaal dat in een geschikte vorm is gegoten voor opslag en transport om daarna te worden gewalst, gesmeed of omgesmolten of op een andere manier bewerkt.
Driehoekige of driehoekig gevouwen hoofddoeken met twee uiteinden die onder de kin gestrikt worden; aan de achterkant zijn ze meestal open.
Reeks heldere lichte blauwen kleuren, meestal met weinig of geen gele boventoon. De kleur wordt zo genoemd omdat hij vaak wordt gebruikt voor babykleren voor jongens.
Pyjama's bestaande uit een tot de heupen reikend nachthemd, waaronder een bijpassend broekje zichtbaar is.
Kleine lepeltjes die zijn bedoeld voor kleuters of om kleine beetjes voedsel aan een peuter te voeren.
Reeks heldere lichtroze kleuren, zo genoemd omdat ze vaak worden gebruikt voor babykleren voor meisjes.
Zacht, sokachtig schoeisel dat meestal gebreid of gehaakt is.
Staf bestaande uit een stok met aan het uiteinde een knop in de vorm van een dennenappel, soms versierd met klimop of wijnbladeren. In de Griekse mythologie hoorde de staf toe aan Dyonisos en zijn aanhangers. Hij werd gebruikt als gewijd instrument tijdens religieuze rituelen en feesten.
Academische graden die in de moderne tijd meestal een bewijs zijn voor de voltooiing van een doorgaans vier jaar durende bacheloropleiding.
Wordt gebruikt voor lijsten waar een decoratief gebeeldhouwd lijstwerk aan kan worden bevestigd. De lijsten worden vaak van hout gemaakt dat een lagere kwaliteit heeft dan het gebeeldhouwde lijstwerk.
Duplicaat van computergegevens dat op een ander opslagmedium worden bewaard voor archiverings- of veiligheidsdoeleinden.
Zilveren staafje, al dan niet met verdikt uiteinde en voorzien van een kruisje. Gebruikt voor het toedienen van de ziekenzalving bij besmettelijk zieken. Soms bevestigd aan het deksel van het chrismatorium.
Verwijst naar de periode in Boven-Egypte van circa 6000 tot 4000 v. Chr. die wordt geassocieerd met opgravingen bij Badari. De kunstwerken omvatten onder meer antropomorfe figuren, leistenen paletten en aardewerk met een zwarte top of aardewerk met een ripple-burnished oppervlak.
Voorwerpen met speciale of onderscheidende kenmerken, tekens, of middelen die een aanduiding zijn van lidmaatschap, loyaliteit, autoriteit of bevoegdheid. Ze worden meestal op het lichaam gedragen.
Windvangers bestaande uit een hoge toren, meestal vierkant in opzet met in de binnenruimte X-vormige panelen diagonaal van hoek naar hoek; nabij de top zijn de zijkanten open, waardoor ze als trechter fungeren en binnenkomende wind sneller een schacht in leiden om lager gelegen ruimten te koelen, waarbij door convectie in de tegenoverliggende schacht een stroming ontstaat die warme lucht uit de vertrekken naar buiten zuigt. Van oorsprong Perzisch; wordt aangetroffen in Iran en de Golfstaten.
Wordt gebruikt voor kleine hutjes, eenvoudige omheiningen of tentachtige bouwwerken die dienen als kleedruimten op stranden of bij zwembaden.
Ruimvallende knie- of enkellange kledingstukken, vaak dichtgehouden met een ceintuur, die meestal van warm, absorberend materiaal zijn gemaakt en worden gedragen voor of na het baden of als gemakkelijke kleding binnenshuis.
Wordt gebruikt voor kamers waarin zich een badkuip of douche bevindt, en meestal een toilet of wastafel. Voor ruimten met alleen een toilet en wastafel wordt 'toiletten' gebruikt; voor openbare faciliteiten met toiletten en wastafels wordt 'toiletruimten' gebruikt.
Houders van verschillende vorm en afmeting primair bedoeld voor de bezittingen van een reiziger.
Te gebruiken voor wagons van passagierstreinen waarin de bagage van de reizigers wordt vervoerd.
Een religie die in de jaren 60 van de 19de eeuw is ontstaan uit de Perzische islamitische Babigemeenschap. Zij werd gesticht door Bahaullah, die zei dat hij de profeet was die door Ali Mohammed Shirazi, grondlegger van het Babigeloof, was voorzien. Het bahaïsme benadrukt niet alleen sociale doelen maar ook spirituele waarheden: de enkelvoudigheid van God, de eenheid van alle geloven, de harmonie van alle mensen, universeel onderwijs, trouw aan het wereldlijk gezag, het belang van een persoonlijk geweten en de onvermijdelijke eenwording van de mensheid. Vanwege dit vertrouwen in de eenheid van geloof en mensheid is elke vorm van vooroordeel onaanvaardbaar en wordt culturele diversiteit verwelkomd. Aanhangers worden aangemoedigd zelf op zoek te gaan naar de religieuze waarheid; daarom worden wetenschappelijke ontdekkingen niet onverenigbaar geacht met het geloof in het bahaïsme. Tot de bahaïstische doelstellingen behoort het streven naar een wereldregering die een einde maakt aan extreme armoede en rijkdom; dit doel zou dichterbij moeten worden gebracht met een universele hulptaal. Bahaullah verklaarde dat God zelf onkenbaar is maar zich heeft gemanifesteerd als Abraham, Mozes, Zoroaster, Boeddha, Jezus Christus, Mohammed en de Bab, met Bahaullah als de ultieme verschijning. Er bestaan geen sacramenten, pastors of initiatierituelen in het bahaïsme. De godsdienstoefening bestaat uit dagelijks gebed en schriftlezing. Op de hele wereld treft men bahaïstische godshuizen aan, vooral in de Derde Wereld, meestal bij een school, ziekenhuis, weeshuis of soortgelijke instelling. Het bestuurslichaam van het bahaïsme, het Universele Huis van Gerechtigheid, komt elke vijf jaar bijeen en heeft zijn hoofdkwartier in Haifa (Israël).
Grof gebouwde werkboten met gaffeltuig die in de Bahama-eilanden zijn gebouwd en worden gebruikt voor vissen en transport tussen de eilanden; zijn meestal 4 tot 6 m lang met een enkele mast voorin de boot, een los gaffelzeil, een buitenboords roer en soms een buitenboordmotor.
Middeleeuwse Franse benaming voor draagbare koffers of kisten die voor persoonlijke bagage worden gebruikt. Ze zijn met leer bedekt en met spijkers beslagen en hebben meestal een afgeronde bovenkant. Uiteindelijk namen ze de vorm aan van een kist op poten die werd gebruikt om goederen in op te slaan. De huidige Franse vorm bestaat uit een decoratieve hoge kist of kast met een gewelfde ofgebogen bovenkant.
Verwijst naar de stijl van Chinese schilderkunst die een bloeiperiode doormaakte aan het begin van de 17de eeuw. De stijl wordt gekenmerkt door gedetailleerde, complexe composities met fijne lijnen en zachte kleuren.
Beschrijft de diverse soorten kunstwerken die zijn vervaardigd door de bewoners van het eiland New Britain. Het Baining-volk is bekend om hun maskers en hoofdtooien, welke in veel delen van de New Britain-eilanden nog altijd in gebruik zijn. De kegelvormige maskers zijn vervaardigd uit bamboe, staken en schorsdoek, met witte, zwarte en rode ontwerpen. De mannen gebruiken ze bij geheimzinnige riten.
Verwijst naar de periode van de Tagar-fase waarin het grafgedeelte van de koergan erg klein was, met muren van slechts anderhalve tot twee meter hoog, en gemaakt van platte stenen. Elk grafgedeelte bevat slechts één graftombe die op zijn beurt slechts één skelet bevat, meestal met een of twee kruiken die bij het hoofd van de overledene zijn geplaatst, samen met offerandes van vlees en eenvoudige bronzen gebruiksvoorwerpen.
Verwijst naar de stijl en periode die samenvielen met de heerschappij van Bajezid I (ook wel 'bliksemschicht' genoemd vanwege de snelheid waarmee hij zijn troepen verplaatste) van 1389 tot 1402. Hij staat het best bekend om de bouw van de 'Grote moskee' van Bursa, waaraan in 1390 werd begonnen en die in 1395 werd voltooid. Het hele complex omvatte een moskee, baden en een klein paleis, binnen een onregelmatig gevormde muur. De indeling en de schaal van de moskee hebben veel weg van de moskee van Moerad I, maar hier is metselwerk van gehakte steen gecombineerd met een beperkte hoeveelheid marmer. De wanden van de ruimten waarin de derwisj-pelgrims werden ondergebracht, waren versierd met bloemen en destijds polychroom. Het portaal van steen en marmer is het eerst grote Osmaanse portiek. Ook vermeldenswaardig is het Dar al Shifa, het academisch ziekenhuis uit 1400.
Te gebruiken voor kleine plezier- of beroepsvaartuigen waarvan het voordek is verhoogd, zodat dit op dezelfde hoogte komt als de bovenkant van de kajuit in een meer conventioneel schip. Dit verhoogde dek loopt over de gehele breedte van de boot tot aan de voorsteven.
Verwijst naar de stijl die is vernoemd naar de tempelberg die is gebouwd door koning Yashovarman I (889-900 n. Chr.) in het midden van de hoofdstad ter ere van de god Shiva. De architectuur van de tempel is het eerste voorbeeld van de getrapte piramidevorm en fungeerde als model voor latere tempelbergcomplexen. Het tempelcomplex bestaat uit vijf lagen die rechtstreeks uit de rotsen zijn gehouwen, met torens in een vijfpuntige rangschikking, axiale trappen onder specifieke hoeken die leiden naar sanctuaria, bakstenen sanctuaria, terrassen, vier beelden van de heilige stier Nandi die de basis van de piramide bewaakt, en trappen die worden geflankeerd door zittende leeuwen. Kenmerkend voor beeldhouwwerk in deze stijl is een overgang van de vlezigere, gepolijste stijlen naar meer hoekige, knokige, bijna onmenselijke voorstellingen van godheden, vanaf de voorzijde bezien. Gebeeldhouwde figuren worden getypeerd door hun brede gestalte, vierkante kaken, abstracte, onbewogen gelaatsuitdrukkingen, lineaire gezichtsdetails en het ontbreken van gracieuze bewegingen.
Personen die gespecialiseerd zijn in het bereiden van voedsel door middel van geleiding van droge warmte (dus niet via straling), in een oven of een andere gesloten ruimte, of op een verhit oppervlak, en dus niet op een warmtebron. Brood, taarten, koekjes en gebakjes zijn bekende voorbeelden van producten.
Ruimten omringt door dikke, vuurvaste muren die zijn gemaakt van klei, baksteen of steen en worden gebruikt voor het bakken van brood en andere voedingswaren.
Variabele oranje kleuren die lijken op de kleuren van bakstenen, meestal rechthoekige kleiproducten die worden gebruikt voor de bouw.
Klei of kleiproducten waarvan een rechthoekig blok wordt gemaakt. Dit wordt gehard door drogen in de zon of bakken in een oven.
Weegschalen met een horizontale balk die draait rond een centraal steunpunt, waardoor er twee armen van gelijke lengte ontstaan; aan de uiteindes van de armen hangen schalen of manden, waarbij in de ene schaal het te wegen voorwerp wordt geplaatst en in de andere standaardgewichten.
Wordt gebruikt voor dakachtige onderdelen die via een koord uit het plafond boven het hoofd van een bed zijn bevestigd. Meestal een kegelvormige of koepelvormige kom met een val eromheen en met twee of drie gordijnen die lang genoeg zijn om tot de voet van het bed te reiken en het te omsluiten. Voor dakachtige onderdelen die boven het bed worden opgehouden met stijlen wordt 'hemels' gebruikt.
Bedden met een dakachtig onderdeel dat boven het bed door posten wordt ondersteund. Gebruik 'half-tester beds' voor bedden met een overkapping die alleen het hoofdeinde van het bed overdekt. Gebruik 'hemelbedden' wanneer het dakachtige onderdeel aan het plafond wordt gehangen in plaats van door posten te worden ondersteund.
Horizontale stokken, meestal geplaatst op palen, die de uiteinden van christelijke altaars omsluiten en waar de gordijnen aan hangen.
Verwijst naar de periode en de stijl rondom de cultuur van het eiland Bali. De stijl vormt een afspiegeling van de rijke religieuze en politieke geschiedenis en is beïnvloed door het hindoeïstische saivisme, het boeddhisme, de islam, voorouderverering, tantrische riten en het animisme. In de stijl staan het geloof in reïncarnatie en de thematische idee van de nietigheid van de mens ten opzichte van de natuur centraal. In de schilder- en tekenkunst manifesteerde de stijl zich in afbeeldingen op rotswanden en later, toen Europese invloeden zich deden gelden, in naturalistische en romantische schilderijen in krijt, olieverf of gouache waarop gestileerde dierlijke en menselijke figuren werden afgebeeld met twee of drie horizons op de achtergrond. Beeldhouwwerken kenmerken zich door stenen constructies die Balinese vorsten als goden voorstellen, dierlijke en demonische figuren, en hindoeïstische en boeddhistische standbeelden. Voor beeldsnijwerken werd ook gebruik gemaakt van been en schildpad. In de keramiek werd deze stijl gebruikt voor aardewerken gebruiksvoorwerpen en abstracte beeldjes van zowel menselijke als mythische figuren. Sieraden als armbanden, halskettingen, zegelringen, krissen, hoofdtooien en haarspelden werden vervaardigd met robijnen, barokparels, ivoor en bloedkoraal, waarbij technieken als drijven en repoussé werden toegepast. De hofsieraden in deze stijl zijn voorzien van complexe iconografie.
Wordt gebruikt voor de dwarsliggende balkjes van een weegschaal, aan de uiteinden waarvan de schalen of manden worden gehangen.
Wordt gebruikt voor platforms met hekwerk die zich aan de buitenkant van een gebouw bevinden. gebruik ook voor dergelijke constructies binnen gebouwen, wanneer deze klein zijn. Gebruik voor dergelijke constructies binnen gebouwen die ruimten met elkaar verbinden 'galerijen'. Gebruik 'loggia's' voor overdekte ruimten die aan één tot drie zijden naar buiten toe geopend zijn.
Zachte schoenen, vaak van leer of lederachtig materiaal met een ronde teen en weinig of geen hak. Schoeisel dat bij het dansen wordt gedragen heeft meestal een gedeeltelijke zool die van de hak tot de bal van de voet loopt.
Te gebruiken voor artistieke dans waarin gestileerde poses en passen worden gecombineerd met licht en vloeiende figuren en bewegingen, zoals sprongen en draaiingen; vaak gecombineerd met muziek, decor, kostuums en soms pantomime of voordracht, om een verhaal, thema of sfeer aan de toeschouwer over te brengen.
Lanceerinrichtingen voor projectielen die werden gebruikt door het Romeinse Rijk: werden gebouwd als grote kruisbogen en gebruikt om speren, rotsblokken en andere projectielen af te schieten.
Broeken die wijd om de dijbenen zitten en strak vanaf net boven de knie tot de kuiten; gedragen door mannen en vrouwen bij het paardrijden. Gebruik 'jodhpurs' voor broeken die wijd om de heupen en dijen vallen en tot de enkels reiken.
Wordt gebruikt voor grote, driezijdige fokkezeilen bevestigd aan de andere kant van de giek van langsscheeps getuigde vaartuigen wanneer deze voor de wind varen.
Consoleklokken uit het eind van de 18e eeuw met een rond bovenstuk, een smaller middenstuk en een rechthoekige basis, al dan niet met kleine voetjes, die een beetje lijken op luchtballonnen.
Luchtdichte zakken van rubber, plastic, papier, zijde of soortgelijk lichtgewicht materiaal, in verschillende vormen en groottes, gewoonlijk helder gekleurd, die, wanneer ze zijn opgeblazen met lucht of een gas dat lichter is dan lucht, bijna zo licht als of zelfs lichter dan lucht zijn. Kleine ballonnen die door kinderen kunnen worden gehanteerd, zijn bedoeld als speelgoed of versiering. Meer dan levensgrote exemplaren, vaak voorstellingen van echte of fictieve wezens en voorwerpen, worden gebruikt in parades en andere openbare vertoningen.
Houten skeletten waarin alle verticale bouwelementen, posten en stijlen van de buitenste draagmuren en scheidingswanden de volledige hoogte van het frame hebben, van onderdorpel tot dakplaat.
Xylofoons met houten toetsen, dunner aan uiteinden en onderkanten, met voor elke toets een eigen klankbodem van kalebas; bespeeld met twee hamertjes met rubberen kop, het effect aangevuld met geluid van belletjes die de spelers rond de polsen dragen; oorspronkelijk ontwikkeld en bespeeld door de Manding in West-Afrika.
Pennen met als punt een klein balletje dat in een holte ronddraait en zichzelf van inkt voorziet door een verbinding met een inwendig inktreservoir.
Houders die waarschijnlijk werden gebruikt voor zalf en parfum. Vroege keramische voorbeelden die zijn gevonden in Petra (waarschijnlijk uit de 4de eeuw v. Chr.), hadden de typische hellenistische vorm van de spindelfles, maar deze vorm werd later volledig verdrongen door een aantal typen met een lange hals en een ronde tot eivormige buik met verschillende en blijkbaar gestandaardiseerde vormen (vanaf de 1ste eeuw n. Chr.). Het aantal in Petra gevonden unguentaria doet vermoeden dat ze ter plaatse werden gemaakt; de productie zal hebben samengehangen met de mirre en andere zalven die de Nabateeërs verhandelden. Ze zijn ook op meer westelijke vindplaatsen aangetroffen. Op verschillende plaatsen op het Arabisch schiereiland werden later peervormige glazen unguentaria gemaakt.
Grote boom die groeit op moerassige bodems in het noorden van de VS en Canada. Men kweekt de boom vaak vanwege de schaduw. De aangenaam geurende knoppen zijn bedekt met een dikke laag aromatisch hars, dat men gebruikt voor het maken van hoestsiroop.
Kleine tot middelgrote in Noord-Amerika voorkomende spar, die inheems is in het grootste deel van het oosten en midden van Canada en het noordoosten van de Verenigde Staten.
Kleine schilderijen met taferelen uit het volks- en boerenleven; oorspronkelijk uit de 17e eeuw en vervaardigd door in Italië woonachtige, uit Noord-Europa afkomstige schilders.
Elk van de houtachtige of boomachtige tropische en semitropische grassen van het genus Bambusa, Phyllosyachys, Dendrocalamus en gerelateerde genera, met houtachtige, holle stengels en gesteelde bladeren. Bamboe bloeit pas na jaren groeien. De stam wordt gebruikt als bouwmateriaal en om meubels van te vervaardigen.
Bamboe- of strokleurig porseleinbiscuit, uitgevonden door Wedgwood. Gebruik 'bamboewerk' voor objecten die zijn gemaakt van gevlochten of gesneden bamboe.
Vruchten van verschillende soorten van het geslacht Musa. Technisch gezien zijn het bessen; ze groeien in groepjes hoekige en vingerachtige vruchten, die uiterst voedzaam vruchtvlees bevatten binnen de schil.
U-vormige borden op een hoge stam, bestemd om bananen op te leggen. Benaming aan het eind van de 19e eeuw gebruikt door ontwerpers van tafelgerei en glasfabrikanten.
Gevormde en geplette klei die wordt gebruikt voor het vervaardigen van graanschuren.
Wordt gebruikt voor lijstwerk dat zich aan de boven- of onderkant van zuilschachten bevindt, vooral van klassiek ontwerp. Voor gevormde banden op schachten in de Gotische architectuur die zich niet aan de uiteinden bevinden wordt 'schachtringen' gebruikt. Voor hoekige banden rond het basement van de Dorische echinus wordt 'anuli' gebruikt.
Verwijst naar de breedte van een communicatiekanaal bij telecommunicatie of informatie-uitwisseling. De bandbreedte beïnvloedt de datatransmissiesnelheid door op een bepaald moment meer of minder informatie door te laten via één kanaal.
Wordt gebruikt voor zuilen met trommels die afwisselend groot en klein zijn, of sober en versierd.
Over de borst gedragen schouderbanden waar aan de zijkant een portefeuille aan kan hangen of waar munitie in kan worden gestoken in kleine buideltjes of zakjes. Ook sierbanden die over de schouder en de borst worden gedragen door Noordamerikaanse Indianen. Gebruik `bandeliertasssen' voor tassen met banden eraan vast die over de schouder en de borst worden gedragen door Noordamerikaanse Indianen.
Tassen voor algemeen gebruik, gedragen door Noord-Amerikaanse indianen, met vaste schouderbanden die over de schouder en over de borst werden gedragen; meestal gemaakt van wol, mousseline of bokkenleer en rijkelijk versierd met kralenwerk, veren of borduursel. Gebruik 'bandelieren' voor schouderriemen die over de borst worden gedragen, waaraan soms portefeuilles, kleine tasjes of zakjes hangen die vaak munitie bevatten.
Verwijst naar een Midden-Europese neolithische cultuur en aardewerkstijl die waarschijnlijk voortkwam uit de instroom van neolithische volkeren in mesolithische culturen, en die zich snel verspreidde van de Hongaarse hoogvlakte naar Slowakije, Tsjechië, Oostenrijk, Duitsland, Polen, de Lage Landen en het oosten van Frankrijk tussen circa 5400 en 4900 v. Chr. De cultuur kenmerkt zich door de introductie van landbouw, veeteelt, grote longhouses, gebeitelde stenen gereedschappen en typisch beeldhouwwerk versierd met ingekerfde lijnen, strepen en inkepingen. In plaats van de term ‘bandkeramiek’ wordt wel de term ‘Linienbandkeramik’ gebruikt, maar volgens de traditionele classificatie is laatstgenoemde stijl een variant van de eerste. Ook de term ‘Danubian’ werd vroeger veel gebruikt om naar deze cultuur te verwijzen, maar moderne onderzoekers gebruiken vooral ‘bandkeramiek’.
Microfoons die reageren op de luchtsnelheid in plaats van de luchtdruk van geluidsgolven. Een bandmicrofoon bevat een geribbelde band van aluminium tussen twee magneten. Vanwege hun grote dynamische bereik werden bandmicrofoons in het midden van de twintigste eeuw veel gebruikt voor radio- en televisieopnames.
Grote vierkante concertina’s, in de jaren 40 van de 19de eeuw ontwikkeld door de Duitser Heinrich Band. Ze hebben een toetsenklavier en een een- of tweezijdig toonmechaniek, hoewel eenzijdig het meest gebruikelijk is. Vroege modellen hebben 88 of meer toetsen, maar het gemiddelde moderne instrument heeft er 71. Ze zijn het meest bekend door hun gebruik in tango-orkesten in Brazilië, Argentinië en Uruguay, al komen ze ook voor in West-Afrika en de Verenigde Staten.
Brede schaven met een groef in één kant en een beitel die in hetzelfde vlak als de groef schaaft. Worden gebruikt voor het snijden van brede banden met een bepaalde diepte, waarbij de diepte wordt bepaald door de diepte van de groef en de breedte door de breedte van de beitel.
Plankjes van hard, glad hout van verschillende afmetingen, bij het boekbinden gebruikt tijdens het aanbrengen van de platten om het leer aan de rugzijde aan beide zijden van de ribben glad te strijken; hebben soms aan één kant een groef die over een rib past, waardoor beide kanten in één keer kunnen worden gladgestreken.
Verwijst naar de periode die is genoemd naar de hoofdstad van Thailand, gesticht door Rama I (1782-1809) in 1782. In de architectuur wordt deze periode het best vertegenwoordigd door de verschillende constructies en latere renovaties in het Grote Paleis (Phra Borom Maha Ratchawang) waarin zich de Amarin Winichai Hall bevindt, met een T-vormige plattegrond, en de Dusit Maha Prasat Throne Hall (1789), met een vloerplan in de vorm van een Latijns Kruis, gelakte en vergulde deuren en vensters en vergulde, negenlaagse spitsen. Tempels in deze periode worden gekenmerkt door centrale heiligdommen die het palladium van het koninkrijk en andere vereerde Boeddhabeelden huisvesten, altaren die het Traiphum of bestaanswerelden afbeelden, friezen of vergulde garua's, ubosots of verlengde wijdingszalen, paarlemoeren ingelegde werken, bronzen leeuwen, wihans of gemeenschapszalen en daken met meerdere lagen. Later in de 19de eeuw weerspiegelden bouwstijlen Europese koloniale esthetica. In beeldhouwkunst en schilderkunst worden op werken uit deze periode taferelen afgebeeld uit de Ramakien en uit hindoeïstische teksten.
Zij die een banier dragen met daarop de versiersel of het symbool van een leider, groep of natie om die te tonen bij publieke evenementen zoals een processie, ceremonie of gevecht.
Wordt gebruikt voor schuren met twee verdiepingen die meestal zijn ingegraven in een heuvel, waardoor beide verdiepingen een ingang hebben op de begane grond. Geen Nederlands equivalent.
Decoratieve petroleum-tafellampen met een hoge schacht, daterend van het eind van de 19e en het begin van de 20e eeuw.
Hamers met een stomp beitelvormige pen aan de andere kant van het hamergedeelte.
Wordt gebruikt voor ruimten in banken waar het publiek zaken kan doen, en waar zich over het algemeen de kasbediendes, bureaus en soms ook leidinggevende functionarissen bevinden. Geen Nederlands equivalent. Gebruik 'bankgebouwen' en 'kantoren (gebouwen)'.
Beschrijft werken die zijn vervaardigd door de bewoners van de Banks-eilanden.
Aambeelden met twee gevormde uiteinden.
Het ontvangen en veilig stellen van geld in deposito, het uitlenen van geld, krediet verlenen en het vergemakkelijken van het overboeken van andere valuta door middel van cheque, wissel of inwisseling.
Beschrijft een Afrikaans volk in het zuiden van Ethiopië. Te onderscheiden van de Hamar, maar wonen wel bij hen in de buurt.
Gebeeldhouwde stenen die worden aangetroffen op oude Noord-Amerikaanse vindplaatsen en waarschijnlijk onderdeel zijn geweest van een atlatl of speerwerper. Gedacht wordt dat een bannerstone aan het midden van dunne, wilgachtige schachten van de atlatl werd gebonden, waardoor de buigzaamheid van de speerwerper werd vergroot en een doelmatige, zwiepende beweging mogelijk werd. Bannerstones werden vaak zorgvuldig gehouwen uit decoratieve stenen en waarschijnlijk beschouwd als luxeartikelen en statussymbolen.
Verwijst naar een van de drie hoofdfasen van de Gansu-cultuur, die dateert uit circa 2800 tot circa 2300 v. Chr. Banshan omvat een viertal vindplaatsen: Waguanzui, Banshan zelf, Bianjiagou en Wangjiagou. De Banshan-cultuur besloeg een gebied dat deels samenviel met het oostelijke deel van de Majiayao-regio, en strekte zich naar het noorden en westen uit; de naam is ontleend aan een vindplaats in dit gebied bij de middenloop van de rivier de Tao en de bovenloop van de rivier de Wei, waar in de jaren 30 van de 20ste eeuw tal van grafurnen werden ontdekt. De aankoop van deze urnen door Amerikaanse en Europese musea had tot gevolg dat de Banshan-urnen, met hun smalle hals, brede schouder en smalle voet, van al het Chinese neolithische aardewerk het hoogst werd gewaardeerd. De ontwerpen bestaan vaak uit vier grote medaillons en zijn meestal beschilderd met purperzwarte en donkerrode pigmenten, hoewel gele en bruine kleurschakeringen ook worden gezien. Kommen werden in kleinere aantallen geproduceerd dan urnen, en zijn soms gedecoreerd met menselijke figuren.
Verwijst naar de stijl die zich in de late 10de tot de 11de eeuw ontwikkelde in Angkor. De stijl wordt gekenmerkt door bladmotieven, het spaarzaam voorkomen van vrijstaande beeldhouwkunst, en jeugdig uitziende gebeeldhouwde figuren met dunne, nauwsluitende kleding zonder diadeem en met fijn gegraveerde plooien en versierd met scherp uitgesneden juwelen. De stijl is zichtbaar in monumentale beeldhouwwerken zoals de Khleangs, de Phimeanaka's en Ta Keo, en in reliëfwerk op lateien en timpanen. Timpanen in deze stijl zijn voorzien van rechthoekige reliëfpanelen met daarop taferelen uit het leven van Rama en Krishna, waarbij meer aandacht is besteed aan de levendige weergave van bewegingen dan aan anatomische details. De door het hindoeïsme beïnvloede boeddhistische beeldhouwwerken kwamen ook tot bloei onder deze stijl, waarbij het haar werd afgebeeld in fijne vlechten in plaats van krullen. Bronzen werken in deze stijl worden gekenmerkt door figuren met ingelegde ogen en wenkbrauwen en een gevarieerde onderwerpkeuze, uiteenlopend van decoratief tot religieus.
Verwijst naar een protestantse gezindte waarbij het geloof centraal staat dat het sacrament van de doop alleen moet worden toegediend aan volwassen leden na een persoonlijke belijdenis van geloof in Jezus Christus. De doop vindt bij deze gezindte doorgaans plaats door volledige onderdompeling. De nadruk ligt op Bijbelse geschriften en preken. Het baptisme is in hoofdzaak ontstaan in de vroege 17de eeuw in Engeland en Wales waar het zich snel verspreidde, hoewel er enige verbanden zijn met de anabaptisten van de 16de eeuw. In de late 19de eeuw nam het aantal baptistische kerken in de Verenigde Staten snel toe.
Verwijst naar de paleolithische periode van circa 38.000 tot 25.000 v. Chr. in het Zagrosgebergte in Iran. De periode kenmerkt zich door technologische vernieuwingen bij de vervaardiging van gereedschappen, het gebruik van kleur op stenen en menselijke beenderen en de aanwezigheid van ornamenten gemaakt van kiezelstenen.
Wordt gebruikt voor gebouwen waarin de belangrijkste bezigheid het knippen, verzorgen of in model brengen van het haar van klanten is. Hier worden meestal mannen geknipt.
Aardewerk dat is versierd uit de vrije hand, met opgelegde slipmotieven die zijn aangebracht met een pipet. De techniek werd het eerst gebruikt op Rijnlands aardewerk van vóór de 3de eeuw v. Chr., ter vervanging van decoratieve reliëfvormen. De engobedecoratie werd als bies aangebracht om de randen van vlakke schalen te versieren met kleine bloemen en andere motieven. De techniek werd wederom gebruikt in het midden en aan het einde van de 19de eeuw, maar was niet populair omdat er snel stukjes van de engobe loskwamen door problemen met het bakken.
Open helmen, meestal uit één stuk gesmeed, aanvankelijk met een ogivaalvormige, later met een ronde helmkap die ter bescherming doorliep tot de wangen, met een kleine opening voor het gezicht. Ze werden gebruikt van halverwege de 14e tot aan het eind van de 15e eeuw.
Verwijst naar een donkerbeige travertijn; barco is donkerder van kleur dan klassiek Romeins travertijn.
Te gebruiken voor de grootste sloep aan boord, vooral uit de 18e eeuw en vroeger, die een recht voorsteven, vierkant achtersteven en relatief hoge zijkanten hebben en voorzien zijn van zeilen; worden gebruikt om voorraden, water, mensen, proviand en vracht te vervoeren. Gebruik 'motorsloepen' voor de grootste sloep aan boord uit 19e en 20e eeuw.
Te gebruiken voor zeilschepen met drie of meer masten, vierkand getuigd aan alle masten behalve de achterste, die gaffeltuig heeft.
Te gebruiken voor zeilschepen met drie of meer masten, waarvan slechts de fokkenmast vierkant tuig heeft; de resterende masten hebben gaffeltuig.
Verwijst naar de stijl in de 18de-eeuwse Italiaanse architectuur en beeldhouwkunst die wordt geassocieerd met het Rococo en zich kenmerkt door luchtige, fantasierijke, elegante en decoratieve werken. De beeldhouwkunst toont dramatische gebaren, open houdingen en hangende draperieën, zoals in het werk van Camillo Rusconi, wiens composities een onorthodox gevoel voor speelsheid en intimiteit vertonen.
Verwijst naar een stijl en periode in de architectuur, beeldende kunst, muziek en literatuur in West-Europa en Amerika van circa 1590 tot 1750. De stijl kenmerkt zich door evenwicht en volledigheid, vaak met de nadruk op het spectaculaire en emotionele, en een neiging tot contrasten van licht en donker, massa en leegte, alsmede het gebruik van krachtige diagonalen en curven.
Verwijst naar grote landgoederen of aanzienlijke delen van een groter gebied, dat op zijn beurt meestal door een soeverein vorst wordt bestuurd. Een baronie behoort toe aan een baron, en werd ooit door de vorst toegewezen voor bewezen militaire of andere diensten, waarna de titel meestal van vader op zoon overging.
Verwijst naar edelen die in het bezit zijn van een baronie: een groot landgoed of een aanzienlijk deel van een groter gebied dat door een soevereine vorst wordt bestuurd, en dat ooit werd toegewezen als beloning voor een militaire of andere bewezen dienst. De term verwijst meestal naar leden van de Europese adel met een rang die tegenwoordig in veel landen direct onder die van burggraaf of graaf is geplaatst. De rang en status van een baron kunnen overigens verschillen, niet alleen per land maar ook afhankelijk van de geschiedkundige periode. De term kan daarnaast verwijzen naar de oorspronkelijke, middeleeuwse betekenis, namelijk iemand die een baronie rechtstreeks van de koning als pachtgoed beheerde, ongeacht zijn rang. De term kan voorts verwijzen naar Japanse edellieden met een lage rang. In meer algemene zin kan de term verwijzen naar een machtig persoon of magnaat. Baronnen zijn altijd mannelijk; vrouwelijke bezitters van een baronie worden 'baronessen' genoemd.
Instrumenten die automatisch atmosferische druk, temperatuur en vochtigheid vastleggen in een grafiek.
Raadslieden die zijn gemachtigd om tijdens een proces te pleiten en die openbare rechtszaken behandelen bij hogere rechtbanken.
Glaswerk of gebruiksvoorwerpen waarin alcoholische dranken worden geserveerd. Geen Nederlands equivalent. Gebruik 'drinkgerei'.
Viola's met het bereik van een bas, gelijkend op de gamba maar met tien of meer extra metalen snaren vlak boven het bovenblad en onder de hals, die meeklinken of kunnen worden getokkeld met de linkerduim.
Beeldhouw-reliëftechniek waarbij de uitspringende figuren zich maar weinig van het vlak verheffen.
Verwijst naar een regionale school van Pahari-miniatuurschilderkunst die aan het eind van de 17de en de gehele 18de eeuw een bloeiperiode beleefde in de Indiase heuvelstaten. Schilderijen in de Basohli-stijl behoren tot het vroegst bekende Pahari-werk. Hoewel de naam van de school is ontleend aan de kleine onafhankelijke staat Basohli, als belangrijkste centrum van de stijl, zijn er overal in deze regio voorbeelden van te vinden. Kenmerkende elementen zijn: krachtige lijnvoering en felle kleuren, een langwerpig formaat, rode randen, monochrome achtergronden en een willekeurig maar bijzonder gebruik van architecturale en decoratieve elementen. De gezichten zijn doorgaans overdreven en gestileerd weergegeven, vaak en profil, met grote ogen met een doordringende blik. Een herkenbare techniek is het gebruik van dikke, pasteuze druppels witte verf voor de weergave van sieraden, terwijl delen van kevervleugeltjes smaragden moeten suggereren.
Niet-militaire lange dolken of korte zwaarden, waarvan de gevestknop dezelfde vorm heeft als de pareerstang: oorspronkelijk afkomstig uit Duitsland of Zwitserland; van het einde van de 13e eeuw en tot het einde van de 15e eeuw door heel Europa gebruikt.
Verwijst naar verschillende christelijke kloostergemeenschappen van de Byzantijnse rite die de kloosterregel volgen van Sint Basilius, hun spirituele vader; er zijn vijf hoofdtakken van de Orde van Sint Basilius. De basiliaanse kloostergemeenschap is eeuwenlang zeer invloedrijk geweest in de Byzantijnse gemeenschap, vergelijkbaar met de benedictijnse invloed binnen de westerse kloostergemeenschap. Sint Basilius, theoloog en aartsbisschop van Caesarea in Cappadocië (in het tegenwoordige Turkije), schreef zijn kloosterregel tussen 358 en 364. De eenvoudige, maar strenge kloosterregel van Sint Basilius vereist volgelingen te leven in gemeenschappen en propageert een ascetische levenswijze als een manier om God voorbeeldiger te dienen. Het extreme ascetisme van de woestijnkluizenaars is afwezig. Sint Basilius' regels impliceren beloften van kuisheid en armoede, waarmee ze vooruitlopen op de latere westerse kloostersystemen. Ook hulp aan de armen is verplicht. Aan de kloosters dienden scholen voor kinderen gelieerd te zijn, waarin de leerlingen kunnen worden getest op een mogelijke religieuze roeping. Sint Theodorus uit Studios herzag de regel van Sint Basilius in de 9de eeuw. De basiliaanse orde mag niet worden verward met een congregatie van de Latijnse rite die dezelfde naam heeft en in 1822 werd gesticht in Frankrijk, maar later voornamelijk actief was in Canada; de leden van deze congregatie wijden zich aan het onderwijzen van kinderen.
Overzichtskaarten waarop de voornaamste kenmerken van een gebied, zowel de natuurlijke kenmerken als de door de mens aangebrachte elementen, worden aangegeven. Aan deze kaarten kan voor uiteenlopende doeleinden specifieke informatie worden toegevoegd.
Verlichtingsmiddelen die het licht gelijkmatig verspreiden zodat het bijna geen schaduwen werpt. Ze kunnen met andere verlichting worden aangevuld.
Hout van de soort Quercus michauxii, een waardevolle Noord-Amerikaanse productieboom uit de kustvlakten van de Atlantische Oceaan en de Golf van Mexico, en de Mississippi-vallei; wordt in het Engels 'basket oak' genoemd omdat het hout vaak in repen wordt gezaagd en wordt gebruikt voor het maken van manden.
Verwijst naar een oude Noord-Amerikaanse cultuur en stijl die voorkwam in het zuidwesten van de huidige Verenigde Staten van circa 1000 tot 750 v. Chr. en gedeeltelijk samenviel met de Anasazicultuur. Deze cultuur onderscheidt zich van andere culturen in de regio door de invoering van het manden vlechten.
Te gebruiken voor platte verticale platen met baskets ertegenaan bevestigd, aan de twee uiteindes van basketbalvelden.
Kleine kaarttafels om basset op te spelen, een kaartspel dat populair was in Italië en Frankrijk aan het eind van de 17e eeuw en in Engeland in het begin van de 18e eeuw.
Blaasinstrumenten met rechte, geknikte of sterk gebogen buis, en een naar boven gebogen metalen klankbeker, met een toonbereik tot onder de geschreven lage C.
Helmen, over het algemeen ogivaal- of eivormig, met een puntige top, vaak uitgerust met een onderklep en een met scharnieren bevestigd of zwenkend vizier, meestal een varkenskop-vizier; werden gebruikt van de 13e tot de 15e eeuw. In de 15e eeuw werden ze bolvormig en werd de onderklep vervangen door halsplaten.
Beschrijft gedetailleerd beschilderde stukken boomschors die in alle Australische Aboriginalculturen worden aangetroffen. Onder de oorspronkelijke Australiërs werd de kunst van het bastschilderen dagelijks beoefend, maar het werk werd ook voor ceremoniële doeleinden gebruikt. Na de kolonisatie door de Europeanen liep de productie van bastschilderijen terug.
Een draagbare plaat of plank waarop men de klei kan plaatsen om te draaien of te boetseren. Kan ook worden bevestigd op een pottenbakkerswiel of als plank in de oven.
Een soort uitgebreide rolstoelen die soms van glas zijn voorzien. Ze werden vooral gemaakt in het midden van de 19e eeuw en bij kuuroorden en badplaatsen gebruikt.
De algemene naam voor oölietkalksteen die in grote hoeveelheden wordt gevonden in Zuidwest-Engeland, met name in de buurt van Bath (vandaar de naam). Het is middel- of fijnkorrelig en de kleur varieert van grijs tot crème. Bathsteen wordt algemeen gebruikt sinds de Romeinse bezetting van Groot-Brittannië en is vooral veel gebruikt in de Engelse kerkelijke architectuur van de 13de, 14de en 15de eeuw.
Te gebruiken voor relatief kleine, bestuurbare duikboten die zijn ontworpen om de dieptes van de oceanen te onderzoeken.
Te gebruiken voor kleine rechthoekige met lint bedekte spelden met onderscheidende kleuren, gedragen op militaire uniformen bij voorgeschreven gelegenheden; zij vertegenwoordigen de medailles of decoraties die op gala-uniformen worden gedragen bij zeer officiële gelegenheden.
Prehistorische artefacten, waarvan de functie onduidelijk is, gemaakt van korte geweitakken van rendieren met aan één uiteinde een gat uitgeboord en vaak versierd. Op basis van een aanname over de functie gebruikte men voor dit soort artefacten eerst de term ���bâton de commandement'. De term ���bâton percé' beschrijft de vorm in plaats van de inhoud en dit is de term die tegenwoordig wordt gebruikt.
Klein racket met een houten frame en rijen darmen als snaren of een blad van perkament.
In Amerikaans militair woordgebruik: korte op een jas gelijkende bovenkleding, als onderdeel van een militair uniform gedragen door legerpersoneel, hoofdzakelijk tijdens velddienst en corvee, en in verband gebracht met generaal Dwight D. Eisenhower tijdens de Tweede Wereldoorlog. In Brits militair woordgebruik ook getailleerde bovenkleding met een gordel aan de binnenzijde en met knopen vastgemaakt aan de broek, gedragen door land- en luchtsoldaten.
Verwijst naar de Duitse school voor kunst, ontwerp en architectuur die actief was in Weimar van 1919 tot 1925, in Dessau van 1925 tot 1932 en in Berlijn van 1932 tot 1933. Er werden studenten opgeleid in beeldende kunsten en ambachten, en er werden objecten en bouwontwerpen gemaakt die bedoeld waren voor massaproductie en waren gebaseerd op eenvoudige geometrische vormen.
Vaak gefronste strook stof met kant of linten die aan de achterzijde van een muts werd bevestigd zodat de nek van de draagster afgedekt werd, ter fatsoenlijkheid en als bescherming tegen de zon.
Verwijst naar werken die zijn vervaardigd door de gelijknamige Afrikaanse etnische groep, die op het eiland Bavuma in het Ugandese deel van het Victoriameer leeft.
Verwijst naar een stijl die zijn naam ontleent aan de boeddhistische tempel van Bayon, een centrale tempel die is gebouwd door Jayavarman VII (1181-1220 n. Chr.) in de hoofdstad Angkor Thom. De stijl wordt gekenmerkt door brede galerijruimten, centrale heiligdommen volgens een cirkelvormig grondplan met daaromheen een krans van kapellen, en boven op de heiligdommen geplaatste torens die zijn versierd met beeldgesneden, grote gezichten. De stijl ontstond vanuit een intense geloofsbeleving en de spirituele plicht om een centrale ontmoetings- en rustplaats te creëren voor de goden, waar zij hun hemelse ceremonieën konden uitvoeren.
Glad en dun plantaardig gelooid schaapsleer, meestal gelooid met eikenschors en gekorreld om het op andere leersoorten te laten lijken. Zachter dan bezaanleer en veel gebruikt voor goedkope boekbanden.
Wordt gebruikt voor marktpleinen, meestal bestaande uit een netwerk van overdekte straten, stallen, kramen en winkels, veelvoorkomend in Noord-Afrika en West-Azië.
Winkels voor allerlei (kleine) artikelen. VDE.
Officiële bijnaam voor een Amerikaans type raketwerper met een buisvormige loop met een gladde ziel, die vanaf de schouder wordt afgevuurd; geïntroduceerd als anti-tankwapen in de Tweede Wereldoorlog.
Beschermingsmaskers die worden gedragen als er in een gebied met gas, dampen, rook of hoge stofdichtheid wordt gewerkt.
Verwijst naar de voorlaatste fase van de formele procedure die leidt tot heiligverklaring in de rooms-katholieke kerk. In deze fase verleent de paus de titel 'zalige' aan een rooms-katholiek met een voorbeeldig geloof en leven, die het ook na zijn of haar dood waard is om publiekelijk te worden vereerd. Na afloop van deze fase kan deze persoon plaatselijk worden geëerd. Als twee of meerdere wonderen kunnen worden bewezen, mag de canonisatieprocedure worden voortgezet, waarna deze persoon algemeen wordt erkend als heilige.
Het gedeelte 'Bebouwde omgeving' betreft elementen met bouwwerken die een continuüm vormen van het grootste gecultiveerde en natuurlijke landschapselement tot de kleinste afzonderlijke bouwwerken. De samenstellende delen van een bouwwerk, zoals deuren en muren, die het continuüm aan de onderkant voortzetten, bevinden zich in de hiërarchie bij 'Onderdelen'. Descriptoren worden niet herhaald; in gevallen waar dus verwacht mag worden dat een descriptor op meer dan één niveau van het continuüm voorkomt ('kapellen' bijvoorbeeld kunnen zowel een zelfstandig bouwwerk als componenten van een bouwwerk zijn), worden deze binnen de hiërarchie met de kleinschaligere elementen onderbracht, tenzij factoren als gebruikelijke toepassing, bedoeld gebruik of historisch precedent aanleiding geven tot een andere keuze.
Variant van een bruin fossiel hars met een hoog zuurstofgehalte. Het wordt aangetroffen in afzettingen in het Oostzeegebied en wordt gekenmerkt door de hoge dichtheid en het feit dat het slecht glanst. Voorheen werd het beschouwd als mineralogisch te onderscheiden van normaal Baltisch succiniet, op basis van fysische eigenschappen als dichtheid en chemische eigenschappen als het verzepingsgetal. Recent onderzoek heeft echter aangetoond dat dit niet klopt.
Wordt gebruikt voor kleine waterslaglijsten die in de Klassieke architectuur onder de (druip)lijst en boven het fries zijn gesitueerd en voor afgeleiden hiervan, en voor lijstwerk dat onder een overhangend, horizontaal oppervlak is te vinden, zoals onder dakranden.
Wordt gebruikt voor kleine aanbouwen aan huizen waarin een bed is geplaatst; veel voorkomend in Zuid-Wales. Geen Nederlands equivalent.
Een klein, veelal niervormig tafeltje, op vier zeer korte pootjes, dat men in bed zittend voor zich kan zetten; het blad kan geheel of gedeeltelijk schuin gezet worden; soms vormt een beddetafel als een los opzetstuk één geheel met een hogere ondertafel met hetzelfde grondplan.
Kleine hangers die worden gedragen voor geluk of voor de sier.
Tochten die meestal lang zijn en uit eerbetoon of toewijding worden ondernomen, vaak naar het graf van een heilige, geboorteplek of heilige plaats.
Jasjes of capes tot aan de taille die over andere nachtkleding in bed (zittend of liggend) worden gedragen; voor de warmte of uit kuisheidsoverwegingen.
Te gebruiken voor automaten, waterspuiten of andere installaties bedoeld om nietsvermoedende bezoekers in tuinen te verrassen, te besproeien en nat te maken; in het algemeen in werking gesteld door verborgen, meestal drukgevoelige hendels, veren en dergelijke; vooral populair tijdens de renaissance.
Wordt gebruikt voor detailhandels die zijn verbonden aan, meestal in het bezit zijn van en worden geleid door het bedrijf ten behoeve van hun werknemers, die vaak worden verplicht daar hun inkopen te doen.
Winkelcentra of andere complexen met meerdere bedrijfskantoren, gewoonlijk van verschillende ondernemingen, die onderling te voet bereikbaar zijn. Meestal hebben bedrijvencomplexen maar één of een klein aantal verdiepingen.
Een keramische techniek waarbij een fijn koord rond een spatel wordt gewonden en tegen een ongebakken vat van klei wordt gedrukt, waarbij het koord een afdruk achterlaat.
Grote glazen, plastic of metalen tubes met een rubberen bolvormig einde aan de ene kant dat zuigkracht produceert als erop wordt gedrukt en een kleine opening aan de andere kant; wordt gebruikt bij het bedruipen van voedsel.
Bedden die, behalve aan de kant van de gordijnopening, aan elke zijde door panelen werden omsloten. Ze stonden meestal tegen de wand maar werden soms ook in de wand ingebouwd of in de lambrisering geïntegreerd.
Wordt gebruikt voor kleine stromen, gewoonlijk kleiner dan kreken.
Het vormen, markeren of decoreren van hout, steen of ander materiaal door insnijden en inkerven, meestal met behulp van gereedschappen als beitels en andere snijwerktuigen. De term verwijst naar dit proces als het wordt toegepast op kleinschalige voorwerpen en op voorwerpen die niet als kunst worden beschouwd. 'Beeldsnijden' kan ook worden beschouwd als een beeldhouwtechniek die wordt gebruikt voor kunstcreaties.
Houten hamers met een kop in de vorm van een afgeronde, afgeplatte kegel die ondersteboven op een korte steel is gezet. Door de vorm kan de beeldhouwer de beitel op alle gewenste manieren aanslaan zonder de hamer steeds anders vast te hoeven pakken.
Verwijst naar kaarten waarin foto's dienen om de verspreiding van bepaalde kenmerken te illustreren, met inbegrip van fysieke kenmerken, flora, fauna, vestigingspatronen of andere kenmerken.
Verwijst naar werken die zijn gemaakt door uit vast materiaal, zoals steen of hout, figuren of ontwerpen te snijden. De term heeft meestal betrekking op werken die klein zijn, die deel uitmaken van een groter kunstwerk of die niet als kunst worden beschouwd. Gebruik 'beeldhouwwerken' voor grote en middelgrote driedimensionale kunstwerken.
Delen van het lichaam van mensen en paarden, bij de overige dieren 'poten' genoemd, die voor steun en voortbeweging zorgen, zoals de beide onderste ledematen van het menselijk lichaam. Gebruik 'armen (dierlijke of menselijke lichaamsdelen)' voor ledematen die eindigen in een hand in plaats van een voet.
Een vorm van houtskool die wordt geproduceerd door dierlijke botten te verhitten met gebruikmaking van een beperkte hoeveelheid lucht. Dit materiaal wordt gebruikt als pigment en voor het verwijderen van gekleurde onzuiverheden uit vloeistoffen. Het bevat slechts 12 procent elementaire koolstof; de rest van het materiaal bestaat voornamelijk uit calciumfosfaat en calciumcarbonaat.
Terreinen die worden gebruikt om overledenen te begraven of in tomben te plaatsen.
In het algemeen, terreinen die worden gebruikt om overledenen te begraven of in tomben te plaatsen. Meer specifiek verwijst dit naar relatief grote openbare parken of terreinen die uitdrukkelijk voor teraardebestelling van doden bestemd zijn en die niet bij een kerk horen.
Werken waarin aspecten worden beschreven van begrafenis- en herdenkingsplechtigheden voor voornamelijk personen van koninklijken bloede, edelen of beroemdheden, gewoonlijk geïllustreerd en met beschrijvingen van processies, diensten, aanwezigen, doodskisten, de aankleding van de kerk en andere aspecten van de uitvaart, en vaak ook preken, éloges en andere schriftelijke getuigenissen van de verdiensten en het belang van de overledene.
Personen die de overledene gereedmaken voor de begrafenis en die begrafenissen regelen en leiden.
Systematisch beheer van activiteiten voor de verzameling, verwerking en afvoer van vast afval, inclusief de herwinning van materialen en energie.
Het toezicht houden op of beheren van de collecties, tentoonstellingen, onderzoeksactiviteiten en het personeel in een museum, kunstgalerij, dierentuin of een andere tentoonstellingsplek; ook te gebruiken voor het houden van toezicht op of beheren van een afzonderlijke collectie of onderzoeksgebied binnen zo'n instelling.
In het management de analyse van directe problemen en de projectie van toekomstige problemen die kunnen worden opgelost door opleiding en ontwikkeling van medewerkers.
Een steen van betrekkelijk kleine afmetingen met een vlak oppervlak, meestal vierkant of rechthoekig.
Te gebruiken voor instellingen die langdurige zorg bieden in een woonomgeving voor voornamelijk ouderen die enige mate van persoonlijke hulp behoeven bij alledaagse activiteiten zoals zich aankleden, wassen of verplaatsen; zijn een tussenvorm tussen zelfstandig wonen en een verblijf in een verpleeghuis.
Te gebruiken voor verzamelingen wooneenheden voor lichamelijk gezonde ouderen, waar de bewoners vaak gezamenlijke faciliteiten, sociale activiteiten en maaltijden worden aangeboden.
Het publiekelijk verspreiden van informatie over een product, bedrijf, instituut, individu, doel of project.
Wijd uitlopende of bolvormige uiteinden die voorkomen op veel blaasinstrumenten met een open einde.
Hoge bekers die bestaan uit een cuppa in verschillende vormen, die op een stam staan en meestal een deksel hebben. Worden vaak gebruikt voor ceremoniële doeleinden.
Snavelfluiten met een bek, een blokje in het mondstuk. De snavel, gevormd door de ruimte tussen de buitenzijde van het blokje en de binnenste rand van het mondstuk, leidt de adem van de bespeler tegen de scherpe rand van een gat in de rand van de fluit onder het blokje.
Wordt gebruikt voor een tijdelijke constructie die wordt gebruikt voor het ondersteunen van een bouwwerk in aanbouw totdat deze zelf overeind blijft. Te onderscheiden van 'steigers (bouw)'; tijdelijke constructies die worden gebruikt om arbeiders en materialen te dragen.
Alle bekledingscomponenten onder de bovenste uiteindelijke bekleding, waaronder vulling, veren en andere onderdelen.
Een eclectische islamitische bedelorde met haar oorsprong in de 12de eeuw bij een Anatolische derwisj genaamd Hadjdji Bektash, over wie weinig bekend is. De orde werd in de 16de eeuw in Anatolië (Turkije) definitief vormgegeven door Balim Sultan. Hoewel oorspronkelijk een soefi-orde binnen de orthodoxe soennitische islam, werd de orde in deze periode meer syncretisch en nam zij leden van de sjiietische geloofsgemeenschap aan. Ook aspecten van het christendom, zoals biecht-, absolutie- en initiatiepraktijken, werden opgenomen als gevolg van contact met christenen. De Bektashi zijn sjiietisch in die zin dat zij de twaalf imams (geestelijk leiders) erkennen en Ali vereren. Zij wijken echter af van de meeste moslimorden omdat zij traditionele islamitische rituelen als hypocrisie beschouwen en, zoals veel soefi-orden, niet streng toezien op de naleving van alledaagse moslimregels. De Bektashi staan vrouwen toe ongesluierd deel te nemen aan rituelen. Mystieke geschriften van de Bektashi leveren een belangrijke bijdrage aan de soefipoëzie. Door hun betrekkingen met de Janitsaren, een Ottomaans militair elitekorps dat werd gerekruteerd uit christelijke gebieden, behielden de Bektashi hun politieke belang van de 15de eeuw tot kort na 1826, toen de Janitsaren werden ontbonden. De orde der Bektashi werd in Turkije in 1925 net als alle overige soefi-orden opgeheven maar bleef in Albanië bestaan totdat godsdienst daar in 1967 werd verboden. Bektashi worden nog aangetroffen in sommige gemeenschappen in Turkije, Albanese delen van de Balkan en de Verenigde Staten. Aanhangers dragen witte mutsen met vier of twaalf vouwen, waarbij de vier de vier poorten van de islam en de twaalf de twaalf imams symboliseren.
Verplichte heffing van geld door de staat of lokale autoriteiten ten laste van personen, eigendom of bedrijven.
Personen met als hoofdactiviteit het adviseren van anderen, rechtstreeks of via publicaties, omtrent hun beleggingen en beleggingskansen.
Wordt gebruikt voor stukjes hard materiaal zoals hardhout, hoorn, metaal of plastic aan het uiteinde van een pijl, de uiteinden van bogen en de zuil van kruisbogen, die een inkeping hebben waarin de boogpees past.
Verwijst naar de cultuur van België, ofwel de tegenwoordige staat die is gesticht in 1830 en bestaat uit de provincies van de Nederlanden die worden bevloeid door de Maas en de Schelde, ofwel het oude land van de stammen der Belgae, dat zich uitstrekte van de Marne en de Seine tot de Rijn.
Puur linnen dat geschikt is voor schilderdoeken. Belgische linnens worden in het algemeen beschouwd als de fijnste kwaliteit linnen. Sommige soorten worden speciaal geweven of geselecteerd voor kunstenaars.
Gebruikt om specifiek te verwijzen naar de producten van het Heiltsuk-volk, dat in het dorp Bella Bella in Brits-Columbia woont. De term wordt vaak foutief gebruikt om te verwijzen naar het Heiltsuk-volk zelf. De term Heiltsuk heeft voor mensen die de gelijknamige taal spreken doorgaans de voorkeur als beschrijving van de algemene materiële cultuur. In 1998 gebruikten wetenschappers nog steeds 'Bella Bella' om te verwijzen naar het Heiltsuk-volk of een subgroep ervan. De term 'Bella Bella-indianen' dateert van rond 1834 en is niet de aanduiding die leden van het Heiltsuk-volk zelf zouden gebruiken.
Verwijst in algemene zin naar een periode waarin kunst en cultuur tot grote bloei komen. In specifieke zin verwijst de term naar de periode van ongekende luxe en belangrijke ontwikkelingen op kunstgebied in Europa aan het eind van de 19de eeuw, met name in Frankrijk.
Slagvaten die bestaan uit een hol voorwerp, meestal van metaal maar in sommige culturen van harde klei, hout of glas die wanneer ze worden aangeslagen een geluid voortbrengen door de trilling van het grootste gedeelte van de massa; ze worden op hun plaats gehouden op het punt dat het verst van de rand is verwijderd, en het gebied waar ze het meest trillen ligt bij de rand.
Korrelpatroon voor boekbinderslinnen met een belletjespatroon dat circa 1870 is geïntroduceerd.
Wordt gebruikt voor dakpaviljoenen die zijn bedoeld als uitkijkposten of om van een uitzicht te genieten. Voor platforms zonder daken wordt 'uitkijkposten (onderdelen)' gebruikt; voor dakconstructies die in de eerste plaats voor de sier zijn wordt 'koepels' gebruikt; voor kleine paviljoenen in een park of tuin die zijn bedoeld om van een uitzicht te genieten wordt 'priëlen' gebruikt.
Gedrukte documenten met de naam, functieaanduiding en gage van alle leden van een scheepsbemanning, met inbegrip van de naam van de kapitein, alsmede de naam, de bestemming en het tonnage van het schip.
Besnaarde cilindertrommels met dubbel vel, oorspronkelijk ontwikkeld en bespeeld door de Yoruba in Nigeria in combinatie met klokken zonder klepel ter begeleiding van zang en dans bij oogstfeesten. Zie 'bembés' voor de Afro-Cubaanse trommen met doorgaans enkel vel.
Tussenkomst bij een geschil, voornamelijk tussen arbeiders en het management, door een neutrale partij die onderhandelingen belegt, de argumenten van beide partijen beoordeelt en een - overigens niet bindende - oplossing voorstelt. Te onderscheiden van 'arbitreren', waarbij de neutrale partij wel een bindende beslissing mag nemen.
Verwijst naar de fase van de Villanova stijl en cultuur die is vernoemd naar kunstvoorwerpen die zijn gevonden ten westen van Bologna, op land dat in het bezit was van de familie Benacci. Er wordt onderscheid gemaakt tussen Benacci I, van circa 1050 tot 900 v. Chr., en Benacci II, van circa 900 tot 700 v. Chr.
Het gebruik van gelijksoortige vormen rondom een evenwichtspunt. De vormen kunnen de indruk wekken dat de verhoudingen gelijk zijn maar zijn, om visuele eentonigheid te voorkomen, veranderd.
Houtbewerkingsmaatstokken met een schaalverdeling in achtsten van een inch langs één kant en zestiendes van een inch langs de andere kant, en meestal gemaakt van esdoorn- of hickoryhout met bronzen uiteinden; kunnen ook een metrische verdeling hebben.
Verwijst naar de aardewerkstijl die ontstond in de 18de eeuw, geïnspireerd op Chinese (geëmailleerde) keramiekstijlen. De stijl, ooit een koninklijk monopolie, breidde zich uit en verspreidde zich in de regio nadat Bangkok in 1782 de nieuwe hoofdstad van de dynastie werd. Producten in deze stijl zijn vaak versierd in het famille verte- of famille rose-palet. Kenmerkend zijn veelkleurige glazuren, emailleringen die het gehele stuk bedekken in heldere en terugkerende patronen, Thaise engelenfiguren en koninklijke leeuwen. Tafelgerei en huishoudelijke gebruiksvoorwerpen vertoonden vaak deze stijl.
Transparante vellen met kleuren die bestaan uit een puntraster, gebruikt om textuur aan te brengen in kunstwerken en ontwerpen. De naam is afgeleid van Benjamin Day, een drukker in New Jersey die in de 19de eeuw schaduwmiddelen verkocht. Benday-dots zijn beroemd geworden door het gebruik dat popartkunstenaar Roy Lichtenstein ervan maakte.
Overdrachttechniek waarmee oppervlaktepatronen, met name stippen, via een vel celluloid worden overgebracht op papier, metaal of glas. In 1879 bedacht door de drukker Benjamin Day uit New Jersey. Dit procedé wordt vaak geassocieerd met het werk van de Pop Art-kunstenaar Roy Lichtenstein.
Een christelijke religieuze orde volgens de Regula Benedicti, de kloosterregel van de heilige Benedictus van Nursia (ca. 480-547). De Regula Benedicti is een gedetailleerde richtlijn voor het bestuur en het spirituele en materiële welzijn van een klooster. Vanaf de 7de eeuw gold de kloosterregel ook voor vrouwen en in de vroege 9de eeuw had de regel vrijwel alle andere kloosterregels in Noord- en West-Europa verdrongen. Benedictijnen houden zich aan een afgewogen dagelijks ritme van gebed, lichamelijke arbeid en studie, zoals voorgeschreven door de heilige Benedictus. Stabiliteit, groepsgebed en gehoorzaamheid aan de abt zijn erg belangrijk. De orde, die bestaat uit autonome kloosters, heeft een lange traditie van wetenschap en onderwijs.
Boeken met zegeningen, vaak voor liturgische doeleinden, vooral gebruikt door bisschoppen.
Zachte, plastische en lichtgekleurde klei gevormd door chemische veranderingen in vulkanische as. Wanneer het in water wordt geplaatst kan het tot een aantal maal de originele grootte opzwellen.
Een kleurloze, vloeibare koolwaterstof, verkregen bij de gefractioneerde destillatie van aardolie; wordt voornamelijk gebruikt als motorbrandstof maar ook als oplosmiddel.
Wordt gebruikt voor gelegenheden die vooral benzine, smeeroliën en andere artikelen verkopen voor motorvoertuigen, bijvoorbeeld banden en accu's, en die vaak ook kleinschalige reparaties uitvoeren. Gebruik 'garages' voor gebouwen of delen van gebouwen waar motorvoertuigen, meestal tijdelijk, worden geparkeerd of ondergebracht en 'garagebedrijven' voor die bedrijven die reparaties verrichten.
Te gebruiken voor personen die de logica bestuderen, beoefenen of beheersen. De logica is de tak van de filosofie die zich bezighoudt met de denkvormen en de juiste formulering van stellingen op alle onderzoeksgebieden, en die zich in het bijzonder bezighoudt met afleiding, deductie, inductie en wetenschappelijk bewijs.
Overeenkomsten die in het algemeen gaan over bepaalde stukken land, die het vrije gebruik daarvan beperken in verband met bepaalde doeleinden of bewoning door leden van een bepaalde groep.
Familie van vijftien genera bloeiende planten.
Aanduiding voor lichte, open bouwwerken die worden gevormd door bomen, struiken of klimplanten die dicht bij elkaar zijn geplant en zijn samengedraaid om zichzelf te ondersteunen, of door een raamwerk met latten dat wordt bedekt door planten; meestal minder uitgebreid en stevig dan 'pergola's', die overigens een pad begeleiden.
Het beëindigen van een geschil door middel van een juridisch proces.
Kleine bel aan handvat, geluid ter waarschuwing of oproep. In vroege Rooms-katholieke traditie werd de bel gebruikt bij de 'berechting'of 'bediening' van de laatste sacramenten aan de stervende, en voor het aankondigen van een sterfgeval of begrafenis..
Tinglazuur met een blauwe tot grijsblauwe of lilagrijze beits. Gebruikt om keramiek te versieren, met name Italiaans maiolica.
Bergères met een holle rugleuning. Ze verschillen van bergères met een vlakke rugleuning die 'bergères à la reine' worden genoemd.
Stoelen met een U-vorm waarvan de bovenste rand van de rugleuning met een lichte boog naar de armleuningen afloopt. Ze kenden hun grootste populariteit tijdens de periode van Louis XV.
Aanduiding voor kleine bergmeren, vaak zonder duidelijke inlaat, gewoonlijk gevormd in een geblokkeerde komvormige holte die door ijs is geërodeerd
Wordt gebruikt voor de puntige toppen van bergen, kammen of grote omhoogstekende heuvels; mag bij uitbreiding ook worden gebruikt voor scherp omhoogstekende bergen.
Een hexagonaal mineraal dat verscheidene soorten edelstenen omvat zoals de smaragd en de aquamarijn.
Verwijst naar de periode van de Bolsjaja Retjska-fase waarin ijzer werd gebruikt voor het produceren van een grote verscheidenheid aan voorwerpen, waaronder wapens, paardenbitten en gespen van riemen.
Stroken land, grenzend aan de wegen en de vluchtstrook, als er sprake is van allebei.
Personen die zich voor hun levensonderhoud bezighouden met een speciale bezigheid, activiteit, studie of wetenschap. Wordt ook gebruikt voor personen die hebben gestudeerd voor een wetenschappelijke studie of een beroep dat een lange opleiding vereist.
Advies aan mensen, in het bijzonder leerlingen en studenten, bij de keuze van en voorbereiding op de juiste loopbaan.
Fysieke aantasting van iets, zodanig dat de waarde of bruikbaarheid negatief wordt beïnvloed.
Wordt gebruikt voor gebieden waarvoor de bescherming van de natuurlijke plantengroei wettelijk is vastgelegd en waar recreatie en industrialisatie slechts beperkt mogelijk zijn. Gebruik 'wildernis' voor woeste, ongerepte gebieden die, doordat de mens er (nog) niet heeft ingegrepen, hun natuurlijke staat hebben behouden.
In algemene zin te gebruiken voor het veilig stellen van mensen of dingen tegen letsel of schade. Gebruik 'behoud' voor activiteiten die worden ondernomen om verdere verandering of achteruitgang van voorwerpen, locaties of bouwwerken te voorkomen. Gebruik '@historic preservation' als zulke activiteiten worden ondernomen voor gebouwen of andere bouwwerken uit specifiek culturele, esthetische of historische overwegingen.
Het toewijzen of opgeven van een eigendom voor openbaar gebruik, zodat de eigenaar zijn eigendomsrechten niet meer kan laten gelden wanneer dat niet past bij dat gebruik van het eigendom.
Kruisen met brede en platte houten planken waarop de gekruisigde Christus is geschilderd, vaak op ware grootte of monumentale schaal en met aanvullende afbeeldingen of taferelen op de uiteinden van de armen van het kruis en de gedeelten boven en onder de afbeelding van Christus. Beschilderde kruisen kwamen met name veel voor in Byzantijnse en vroeg-Italiaanse kunst. Gewoonlijk hingen ze boven of bij het kerkaltaar.
Verwijst naar panelen van eikenhout of ander hout die worden gebruikt om wanden in een ruimte te bekleden. De term verwijst vaak specifiek naar de decoratieve of beschermende panelen op het onderste deel van een scheidingsmuur binnenshuis, hetzij van hout of van ander materiaal. De term verwees oorspronkelijk naar een hoge kwaliteit eikenhout uit Rusland, Duitsland of Nederland, dat hoofdzakelijk werd gebruikt voor verfijnde lambriseringen.
Het weergeven van eigenschappen of kenmerken van iets of iemand in gesproken, geschreven taal of gebarentaal.
Het beëindigen van een geschil door middel van een informeel proces.
Ontwerpwedstrijden waarbij de inschrijving is beperkt tot een klein aantal deelnemers die met name zijn uitgenodigd om oplossingen te bieden; meestal voor ingewikkelde projecten of projecten waarvoor specifieke technische kennis is vereist.
Distinctieve christelijke visuele werken met de hortus conclusus (omheinde tuin) als iconografische thema; vooral bekend vanaf de late middeleeuwen tot de 17e eeuw, vaak in vrouwelijke monastieke instellingen. Ze hebben meestal de vorm van een paneel in bas-reliëf of assemblages, bijvoorbeeld met een centrale sculptuur en uitgebreide wassen bloemen, borduurwerk, etc. Ze portretteerde de Maagd Maria of een andere heilige figuur, omringd door bloemen en planten. Dit speciale werk ontwikkelde in de Zuidelijke Nederlanden, maar werden ook teruggevonden gevonden in het noordwesten van Duitsland en elders.
Stoffen of papieren wandbekleding die op een fijn houten raamwerk, bespannen met jute of linnen en grondpapier, wordt aangebracht, waardoor direct contact met de wand wordt vermeden. Dit komt de duurzaamheid ten goede en er wordt een diepte-effect gecreëerd
Het in druppels of deeltjes verspreiden van een substantie over een oppervlak. Dit resulteert vaak in een oppervlak dat bedekt is met kleine vlekjes, stipjes, of spetters.
Culinaire uitrusting met een min of meer platte vorm, zoals vorken en lepels, en zonder snijrand. Te onderscheiden van 'culinaire houders' en 'vaatwerk', zoals drinkglazen en schalen. gebruik de term 'meswerk' bij het verwijzen naar keukengereedschap met snijrand, in het bijzonder diverse soorten messen die bij het eten worden gebruikt. Schepwerk wordt tegenwoordig meestal in sets vervaardigd, met soortgelijke of verwante decoratieve patronen op het handvat. (Engelse term: de term kan ook verwijzen naar min of meer platte of ondiepe voorwerpen van aardewerk, zoals borden en kopjes).
Afgesloten, doosachtige voertuigen met hoge zijkanten die oorspronkelijk waren bedoeld voor het vervoer van lichte vracht of voor zakelijk gebruik; gemotoriseerde varianten hebben vaak achter- en zijdeuren en kunnen zitplaatsen hebben voor passagiers; meestal zitten bestuurder, passagiers en vracht allemaal in dezelfde ruimte. Gebruik 'bestelwagens' voor lichte bestelvoertuigen met hoge wanden waarin de bestuurderscabine gescheiden is van de laadruimte.
Lichte vrachtwagens met volledig gesloten ruimten die zijn gemaakt van bladmetalen platen en meestal worden gebruikt voor plaatselijke leveranties van kleine goederen; de bestuurderscabine is meestal gescheiden van de vrachtruimte. Gebruik 'bestelbussen' voor gesloten doosachtige voertuigen die ook zijn bedoeld voor het vervoeren van lichte vrachten maar waarin bestuurder, passagiers en vracht dezelfde ruimte delen.
Te gebruiken voor groepen personen, die officieel zijn benoemd of gekozen om een bepaalde activiteit te coördineren of te leiden, vaak binnen een overheids- of particuliere onderneming, instelling of andere organisatie.
Te gebruiken voor het beheren van de zakelijke aangelegenheden en de menselijke en materiële middelen van een organisatie, project of onderneming, in de eerste plaats met betrekking tot het formuleren van het beleid. Gebruik 'management' wanneer eerder het toepassen dan het formuleren van het beleid het belangrijkste aspect is. Gebruik 'toezicht houden op' voor het direct toezien op de activiteiten van een organisatie of een onderneming.
Zij die bezig zijn met het plannen, organiseren, sturen en leiden van menselijke en materiële hulpbronnen om speciale doelen te bereiken.
Maatregelen met kracht van wet, uitgevaardigd door een overheidsinstantie voor het interpreteren en uitvoeren van de bepalingen van een wet. Gebruik de term 'wetten' voor regels afkomstig van de wetgever die iets verklaren, opdragen of verbieden, en die de formele wet vormen.
Gebouwen waarvan uit het centrale bestuur en de administratie van organisaties wordt uitgevoerd en is gehuisvest. Gebruik 'regeringsgebouwen', 'provinciehuizen' en 'gemeentehuizen' voor dergelijke gebouwen van respectievelijk de rijks-, provinciale- en gemeentelijke overheid.
Tak van de politicologie die zich vooral bezighoudt met de planning, de werking van en het toezicht op regeringsinstanties, -programma's en -functies, alsmede het bepalen en verwezenlijken van het overheidsbeleid.
Organisaties die bestuurlijke macht uitoefenen. Zie voor termen die zowel een bestuurslichaam als het onder dat bestuur vallende gebied aanduiden de gidsterm "overheidsinstanties".
Beschrijft videoband met een breedte van 12,7 mm voor professioneel gebruik en met een hogere resolutie dan standaard-VHS, Super-VHS of andere analoge videoformaten van vroegere datum. Oorspronkelijk ontwikkeld door Sony en in 1982 geïntroduceerd.
Betacam-videoband met een breedte van 12,7 mm voor professioneel gebruik, met een hogere resolutie dan standaard-Betacam. In 1987 door Sony geïntroduceerd.
Het oppervlak, als het geen metselwerk is, waar pleisterwerk op wordt aangebracht; wordt gemaakt van verscheidene materialen waaronder metaalgaas, gipsplaat of ander materiaal waar het pleisterwerk voldoende mee kan hechten.
Wordt gebruikt voor het gieten van vloeibaar beton op de plek waar het moet harden.
Spijkers met twee koppen, de een boven de ander, die worden gebruikt voor tijdelijke constructies, zoals betonbekistingen en steigers. De spijkers kunnen het werk vastzetten en toch makkelijk worden verwijderd.
Metalen staven, meestal met fabrieksfouten, die in beton en metselwerk worden verwerkt om voor extra stevigheid te zorgen.
Beton met een fijn aggregaat of mortel, dat in blokken of in kleine plakken wordt gegoten en waarbij speciale mallen gebruikt om deze op natuurlijke bouwstenen te laten lijken.
Sierboomsoort die groeit op rivieroevers en in moerassen in het oostelijke derde deel van de Verenigde Staten. De soort wordt 18 tot 30 meter hoog. Het onderste deel van de stam wordt na verloop van tijd steeds donkerder. De roodbruine, diep gegroefde bast op de oude stam verdeelt zich in onregelmatige, op de stam gedrukte lagen. Het bovenste deel van de stam en de takken zijn glad, met een zalmroze tot roze kaneelkleur en een metaalachtige glans.
Betulaceae is de berkenfamilie van bloeiende planten, die doorgaans in de orde Fagales wordt ondergebracht. Sommige gezaghebbende instanties rekenen de familie echter tot de orde Betulales. De familie omvat zes genera en 120-150 soorten. Binnen deze hiërarchie wordt er niet voor gekozen, maar elders wordt soms een onderverdeling in twee subfamilies aangehouden: Betuloideae, met de genera Betula (berk) en Alnus (els), en Coryloideae, met de genera Carpinus (haagbeuk), Corylus (hazelaar), Ostrya en Ostryopsis.
Wordt gebruikt voor scharnierende ringen met inkepingen aan de uiteinden, zodat ze over een kram kunnen worden gegooid en met een haak of een slot vastgezet kunnen worden.
Grote langlevende beuksoort die in heel Engeland en Eurazië voorkomt. De onvolgroeide fase duurt 30-40 jaar, waarin de soort snel groeit maar niet bloeit. De soort kan bijna 50 meter hoog worden, heeft een gladde grijze schors en hard, zwaar hout. Beuken worden vaak geteeld in grote hagen.
Kleine schilden met een handvat aan de binnenkant die in de linkerhand werden gehouden tijdens gevechten te voet; gebruikt van de 13e tot de 17e eeuw.
Te gebruiken voor tentoonstellingen waaraan verschillende exposanten deelnemen om hun producten, diensten of activiteiten onder de aandacht te brengen, waar soms maar niet noodzakelijkerwijs handelstransacties plaatsvinden, en die vaak vergezeld gaan van amusement. Gebruik ‘markten (gebeurtenissen)’ voor bijeenkomsten van kopers en verkopers op vastgestelde tijden en plaatsen ten behoeve van de handel.
Boeken die worden bewaard op het hoofdkwartier van een militaire eenheid, bijvoorbeeld een regiment of compagnie, waarin bevelen van hogerhand zijn opgenomen.
Schriftelijke bevelen, afgegeven met zegel (in naam van de soeverein, een gerechtshof of een gerechtelijke ambtenaar) door de daartoe bevoegde persoon, die de persoon aan wie ze zijn gericht, gebieden een daarin gespecificeerde handeling te verrichten of juist niet te verrichten.
Te gebruiken voor hoofdofficieren die het bevel voeren over een militaire eenheid, basis of post. Gebruik 'kapitein-luitenants-ter zee' voor officieren in de Amerikaanse en Britse marine die in rang direct onder kapiteins-ter-zee staan.
Hoefijzervormige haak met puntige uiteinden die ergens ingedreven wordt om iets te bevestigen.
Voorwerpen om allerlei dingen op hun plaats te houden, zoals zoals haken, bouten of spijkers.
Wordt gebruikt voor het verhogen van de vochtigheidsgraad in een gesloten omgeving, zoals een gebouw of kamer. Wordt ook gebruikt voor het behandelen van voorwerpen door ze vochtig te maken, zoals door het gebruik van stoom.
Vloeistof of chemische stof die aan een oplossing wordt toegevoegd om de oppervlaktespanning te verlagen en het mengen en stabiliseren te vergemakkelijken, bijvoorbeeld de vloeistof die aan aquarelverf wordt toegevoegd om de verf gemakkelijker en gelijkmatiger op het papier te laten vloeien.
Statistische studie van de kenmerken van menselijke bevolkingen, vooral met betrekking tot grootte en dichtheid, groei, spreiding, migratie en bevolkingsstatistieken en het effect van dit alles op sociale en economische omstandigheden.
Het beschikbaar maken of verschaffen van producten of diensten, zoals water of elektriciteit.
Camera's die men gebruikt voor bewakingsdoeleinden.
Historische benaming die aan het einde van de 18e en het begin van de 19e eeuw werd gebruikt voor vrij kleine boekenkasten die meestal tussen de 90 en 120 cm hoog zijn. Ze staan op zwenkwieltjes zodat ze makkelijk verplaatsbaar zijn.
Documenten die worden uitgegeven door het ministerie van Binnenlandse Zaken of een ander overheidsorgaan, en waarmee een onderneming officieel wordt geregistreerd.
Personen die een gebouw, een eenheid binnen een gebouw, een stuk land of een ander grondeigendom gedurende een substantiële periode bewonen.
Verwijst naar plaatsen of gebieden die zijn bewoond, zijn aangepast voor bewoning of gepland zijn voor bewoning door gemeenschappen van menselijke populaties, en die voldoende maatschappelijke voorzieningen bezitten om min of meer zelfstandig te functioneren. Bewoonde gebieden worden gekenmerkt door personen die in aan elkaar grenzende groepen woningen leven en door het feit dat de betreffende plaats een eigennaam draagt of een lokaal erkende status bezit.
Wordt gebruikt voor geld dat wordt uitgegeven tijdens of kort na een oorlog door een land dat een ander land bezet, gewoonlijk gemaakt in de taal en munteenheid van het onderworpen volk. Dit is vooral een 20e eeuws verschijnsel.
Vergaarplaatsen die vetten, oliën, vuil, grind en alle andere substanties die lichter of zwaarder zijn dan het vloeibare afval waar ze in opgenomen zijn scheiden en bewaren, dit om te voorkomen dat ze in het binnenriool terechtkomen.
Onderdeel van moderne rioolwaterzuiveringsinstallaties waarin afvalwater door een aantal tanks wordt geleid nadat de grotere objecten eruit zijn gehaald. In zandvangers haalt men eerst zand en kleideeltjes uit het water. Vervolgens worden in voorbezinktanks grotere organische deeltjes verwijderd. In beluchtingstanks wordt zuurstof toegevoegd en tevens aerobe micro-organismen, die het overgebleven organische materiaal snel afbreken. In nabezinktanks worden ten slotte de resterende zwevende vaste deeltjes uit het water gehaald.
Alle rechten of belangen in land die de waarde van het eigendom verminderen maar de eigendomsoverdracht niet verhinderen. Bezwaringen zoals belastingen, hypotheken en vonnissen worden ook wel pandrechten genoemd; beperkingen, reservatierechten en erfdienstbaarheden zijn wel bezwaringen, maar geen pandrechten.
Te gebruiken voor de centrale projecties, of waterlijsten met afbeeldingen van godheden in de Noord-Indiase nāgara's, of heiligdommen.
De Bhagavad-gītā, die wordt beschouwd als de kerntekst van het hindoegeloof, werd circa 200 v. Chr. geschreven en bestaat uit 18 gedeelten en in totaal 700 verzen die deel uitmaken van het heldendicht de Mahābhārata. De verzen beschrijven een dialoog tussen de krijger Arjuna en Heer Krishna, aan de vooravond van de strijd tussen Arjuna en leden van zijn familie. De tekst zou zijn geschreven in een periode dat het brahmaanse geloof versplinterd was geraakt en het boeddhisme en jaïnisme zich hadden afgesplitst. De Bhagavad-gītā leert dat er diverse wegen zijn die naar de verlossing leiden, en het werk kan als een pleidooi voor verzoening worden beschouwd.
In het hindoeïsme de liefdevolle en aanbiddende toewijding aan God of aan de zelfgekozen manifestatie van het goddelijke, die leidt tot een hechte persoonlijke betrekking met God. Door zich over te geven aan God kan iemand genade ontvangen, hoe laag zijn status ook is. In de meeste populair-religieuze hindoeïstische teksten wordt bhakti aanbevolen als de meest doeltreffende weg naar het goddelijke. Het begrip gaat schuil achter sommige van de meest ontroerende theïstische poëzie ter wereld.
Verwijst naar boeddhistische, vooral Tibetaanse schilderijen waarin het oneindige proces van geboorte, dood en wedergeboorte (samsara) wordt voorgesteld als een rad. De vele beelden op het rad stellen de fasen van de samsara voor alsook de morele en mentale factoren die maken dat een individu binnen de samsara blijft. Het rad is in de greep van een demonisch monster dat de dood en de tijdelijkheid symboliseert. Bhavacakra’s worden gewoonlijk aangetroffen op tanka’s of geschilderd in de deuropeningen van Tibetaanse tempels. Het vroegste bewaard gebleven exemplaar is een 6de-eeuws fresco in Ajanta. De tekening van de bhavacakra werd oorspronkelijk ontwikkeld, naar verluidt door Boeddha zelf, als pedagogisch hulpmiddel om boeddhistische waarheden over te brengen op analfabeten. De term betekent in het Sanskriet 'wiel van het bestaan'.
De boeddhistische term voor meditatie, waarvan twee typen bestaan: ontwikkeling van de geest (citta-bhavana), dat wil zeggen kalme meditatie die tot rust leidt, en ontwikkeling van het inzicht (vipassana-bhavana), dat wil zeggen meditatie die tot meer spiritueel inzicht leidt.
De hal in een tempel in Orissa waarin gewijde voedseloffers worden bereid en uitgedeeld.
Ceremonieën uit de Indiase religie, met name van de Sikhs. In the Sikh-traditie worden bhogs gebruikt bij de ceremoniële afsluiting van de eredienst en andere belangrijke gebeurtenissen, met name aan het einde van integrale lezingen van de 'Guru Granth Shahib.' De term betekent letterlijk 'plezier' en symboliseert de vreugde van oprechte geloofsbeleving. Vaak wordt er speciaal voedsel rondgedeeld om dit gevoel van vreugde in materiële vorm te symboliseren.
Wit marmer uit Cappadocië, Turkije, lichtgeel geaderd met daaroverheen haarlijntjes in een donkerder tint geel. Het marmer kan zo fijn gepolijst worden dat het op een spiegel lijkt; om die reden zou keizer Domitianus dit marmer langs een hele gang hebben laten aanbrengen. Er is vrijwel niets van uit de oudheid bewaard gebleven.
Geïllustreerde bijbelexegese die voor het eerst het licht zag in Frankrijk in de 13e eeuw, en wordt gekarakteriseerd door paren medaillons die het bijbelverhaal en de moralisaties uitbeelden.
Middeleeuwse geïllustreerde bijbels die zijn samengesteld uit geparafraseerde passages op basis van de Historia Scholastica van Petrus Comestor of uit bijbelpassages die naast passages van Comestor zijn gezet.
Verschillende bindstijlen en -methoden bestemd voor bibliotheken, uitgevoerd met behulp van een machine, met de hand of door een combinatie van beide, om ervoor te zorgen dat de boeken zo lang mogelijk meegaan. Hieronder vallen ook de eerste binding van periodieke uitgaven in een harde kaft, het kaften van paperbacks, het opnieuw inbinden of het restaureren van oudere boeken, en het voor-binden van nieuwe publicaties waarvan wordt verwacht dat ze veel zullen worden geleend bij openbare bibliotheken.
Ladders waarmee de bovenste planken van een boekenkast kunnen worden bereikt. Ze zijn vaak in een stoel, kruk, tafel of ander soort meubel verwerkt.
De studie van de doeleinden, functies, werkingen, geschiedenis, problemen en het beheer van bibliotheken, bibliotheeksystemen en -netwerken en aanverwante informatiediensten.
De studie en de praktijk van het gebruik van geselecteerde boeken en ander leesmateriaal voor therapeutische doeleinden om de geestelijke of lichamelijke gezondheid of ontwikkeling van een individu te bevorderen. Vaak gebruikt in combinatie met psychotherapie.
Quilts vervaardigd ter gelegenheid van 200e verjaardagen, doorgaans de 200e verjaardag van de Verenigde Staten. Geen Nederlands equivalent.
Pigmentdruk waarbij een bichromaatverbinding wordt gebruikt die, wanneer die aan licht wordt blootgesteld, het colloïde bindmiddel doet verharden. Onverharde delen kunnen worden afgewassen of weggeschuurd. Het pigment kan worden aangebracht vóór de belichting, of tijdens het ontwikkelen. Hoewel men aan de term dichromaat in de scheikunde tegenwoordig de voorkeur geeft, blijft bichromaat in gebruik in de fotografie.
Groot type urnen met een brede lip, gebruikt voor begrafenisdoeleinden in het oude Etrurië, vooral in de 10de tot 8ste eeuw v. Chr. In de vroege Villanovatijd werden zulke urnen vaak gebruikt bij begrafenissen; één handvat werd dan afgeslagen tijdens de rituele vernietiging van de urn. Biconische urnen symboliseerden meestal het lichaam van de overledene en er zat vaak een militaire helm op.
Porseleinen wasstel met deksel. Gebruik 'commodestoelen' voor stoelen met een po.
Wasstel om er het onderlijf in te reinigen.
Kleden waarop aan een van de uiteinden een of meer mihrabs zijn afgebeeld; zo genoemd omdat ze doorgaans door Moslims gebruikt worden bij hun dagelijkse gebeden.
Kleine penningen, van verschillende metalen en in verschillende vormen, gebruikt als bewijzen of aandenkens voor leden van een christelijke denominatie die de biecht hadden afgelegd of anderszins christelijke sacramenten of communie hadden ontvangen. Voorbeelden kunnen worden gevonden in de lutherse, calvinistische, en andere christelijke tradities
Kleine cabines uitgerust met een zitplaats voor een priester en met een scherm of rooster waardoorheen de biechteling met de priester, die verborgen is, kan praten.
Documenten waarin bekend wordt gemaakt dat op een bepaald karwei een bod kan worden uitgebracht.
Zij die tijdens een veiling of aanbesteding voor een contract een bepaalde som bieden als prijs die zij willen betalen of in rekening zullen brengen.
Hoog drinkgerei met één handvat, meestal met een scharnierend deksel en vaak een duimrust om het deksel open te houden; over het algemeen gemaakt van zilver of tin, maar soms ook van glas.
Kleine messen met een breed lemmet. Worden gebruikt om manden af te werken.
Lanceerinrichtingen voor projectielen, bestaande uit een stang met armen van ongelijke lengte die is gemonteerd op een hoge steiger. Een zwaar gewicht wordt flexibel aan de kortere arm bevestigd en een slinger aan de langere arm. De langere arm wordt naar beneden getrokken door een windas, en er wordt een steen of een ander projectiel in de slinger geplaatst. Op het moment dat de windas wordt losgelaten, valt de korte, verzwaarde arm naar beneden, waardoor de lange arm omhoog zwiept en het projectiel naar voren werpt. Te onderscheiden van ‘blijden’ omdat het gewicht niet is gefixeerd.
Een marmer van het Turkse eiland Marmara Adasi (stond in de oudheid bekend als het eiland Proconnesus in de Zee van Marmara). Het heeft een vage grijze kleur met zwarte aders en hoekvormige witte vlekken, of het heeft hoekvormige zwarte delen op een witte ondergrond.
Marmer afkomstig van het eiland Melos. Het is dofzwart van kleur met lichte grijze strepen en spikkels.
Dozen, meestal van eikehout met een schuine bovenkant, waarin men een Bijbel, boeken of schrijfgerei kan opbergen.
Dun, stevig, ondoorzichtig papier dat van lompen en hennep wordt gemaakt als imitatie van dundrukpapier, als eerste door Oxford University Press aan het einde van de 19e eeuw. Het werd voornamelijk gebruikt voor het drukken van bijbels en naslagwerken.
Verwijst naar boeken, perkamentrollen, schriftrollen of andere documentvormen die de heilige geschriften van het jodendom of het christendom bevatten. Bijbels kunnen daarnaast verluchtingen bevatten in de vorm van geschilderde scènes of decoraties. De Bijbel bestaat uit twee delen: de Hebreeuwse geschriften oftewel het Oude Testament, oorspronkelijk geschreven in het Hebreeuws (met enkele delen in het Aramees) inclusief de geschriften van het joodse volk, en het Nieuwe Testament, in het Grieks geschreven, waarin het verhaal van Jezus en de oorsprong van het christendom zijn opgetekend. De rooms-katholieke en oosters-orthodoxe versies van het Oude Testament zijn uitgebreider dan die van de protestantse bijbel, aangezien zij bepaalde boeken en delen van boeken accepteren die door de protestanten als apocrief worden beschouwd. De joodse Bijbel omvat alleen de boeken die de christenen kennen als het Oude Testament. De indeling van het joodse en christelijke canon toont grote verschillen. Van oudsher hebben de joden hun geschriften (het Oude Testament) in drie delen verdeeld: de Thora (de 'Wet') of Pentateuch; de Nevi'im (de 'Profeten'); en de Ketuvim (de 'Geschriften') of Hagiographa. De verhalen, de zedenleer en de theologische doctrines in de Bijbel leverden stof voor een immense hoeveelheid kunstwerken die zowel christelijke als joodse thema's verbeelden. Voor de christenen werd de canon van Bijbelboeken in de vroegchristelijke periode vastgelegd; ook nog lang daarna bleven er echter diverse apocriefe geschriften circuleren. Vanaf de late middeleeuwen genoten poëtische en dramatische interpretaties van Bijbelverhalen grote populariteit, wat aanleiding gaf tot een overvloed aan buitencanonieke literatuur die bijdroeg tot belangrijke thema's in de christelijke kunst.
Te gebruiken voor alle boten die aan boord van andere schepen worden vervoerd, vooral die ten dienste van het schip zijn; waren voor de uitvinding van de motor meestal getuigd om zowel geroeid als gezeild te worden.
Een natuurlijke was die als nevenproduct wordt gemaakt door bijen bij de productie van honing; wordt voornamelijk gebruikt in poetsmiddelen, kaarsen, wasschilderingen, leerbereiding, hechtmiddelen en cosmetica, als een beschermingslaag bij het etsen en om verf te verzachten.
Gebouwen bij een hoofdgebouw, met een zelfstandige functie en vaak met een aparte ingang; aangebouwd dan wel vrijstaand en deel uitmakend van de architectonische opzet van het hoofdgebouw. Gebruik 'bijgebouwen (vrijstaand)' als algemene term voor bouwconstructies die geen onderdeel zijn van de architectonische opzet van het hoofdgebouw, en bovendien kleiner van omvang en praktischer van aard zijn, zoals 'privaathuisjes'.
Bouwconstructies, relatief klein van omvang en eenvoudig van aard, die praktische functies hebben voor hoofdgebouwen en geen onderdeel zijn van de architectonische hoofdopzet. Gebruik 'bijgebouwen (delen van gebouwen)' voor gebouwen waarin dergelijke functies zijn ondergebracht en die duidelijk wel passen bij de architectonische opzet van het hoofdgebouw, vrijstaand dan wel aangebouwd.
Bij de conservatie van schilderijen: het aanbrengen van nieuwe verf enkel en alleen op de plaatsen waar de originele verflaag is verdwenen met als doel de continuïteit van het ontwerp te herstellen. Gebruik 'retoucheren' voor gelijkwaardig werk dat niet door restaurateurs wordt gedaan. Gebruik 'overschilderen' wanneer de aangebrachte verf geheel of gedeeltelijk de originele verflaag bedekt.
Schilderijen of afdrukken met een afbeelding van een mooie vrouw. De term betekent ook letterlijk ���afbeeldingen van mooie vrouwen' en is waarschijnlijk ontstaan in de Edo-periode (1615-1868) of de Meiji-periode (1868-1912). Vóór deze periodes noemde men dit soort afbeeldingen ���onna-e' of ���bijin-e'.
Te gebruiken voor zeilschepen met latijnzeilen aan de grote mast en razeilen aan een kleinere bezaansmast.
Kleine daguerreotypieën, soms gemonteerd in sieraden.
Kleine doosjes voor het bewaren van juwelen, waardevolle zaken of kleine voorwerpen; meestal van hout of metaal en vaak versierd.
De financiële subsidies die gedurende een beperkt aantal jaren worden toegekend aan leden van een college of studenten in de afstudeerfase, onder de voorwaarde dat een bepaalde studie- of onderzoeksrichting wordt gevolgd. Onderscheidt zich van beurzen in de zin dat toelagen worden toegekend aan studenten in de afstudeerfase en niet aan studenten die nog niet aan afstuderen toe zijn, en dat de afstudeerrichting is vastgesteld.
Verwijst naar kleine figuren, dieren en andere kleine details die worden toegevoegd om een schilderij of tekening van een landschap of architectuurcompositie te verlevendigen. Stoffering werd vaak aangebracht door gespecialiseerde kunstenaars, zoals in de 17de eeuw in de noordelijke Nederlanden. De term kan ook verwijzen naar geschilderde, vergulde of andere kleine accenten of verfraaiingen ter versiering van porselein, meubels of andere voortbrengselen van kunstnijverheid.
Kleine tafeltjes die in bij een bank of stoel worden gebruikt.
Onderwijs voor gehandicapte of begaafde leerlingen die op intellectueel, lichamelijk, emotioneel of sociaal niveau andere kenmerken vertonen dan diegenen die met de gangbare methoden, faciliteiten of materialen kunnen worden onderwezen.
Verwijst naar een school van Indiase schilderkunst die wordt geassocieerd met het vorstendom Bikaner in het noordwesten van Rajasthan. Van alle Rajasthan-scholen is de Bikaner-school sedert zijn ontstaan, halverwege de 17de eeuw, het sterkst schatplichtig aan de Mogolstijl. Een verbond dat Bikaner eind 16de eeuw met de Mogols had gesloten, resulteerde namelijk in de komst van kunstenaars die in Bikaner-ateliers in het Delhi van de Mogols hadden gewerkt. Telkens terugkerende kenmerken zijn een elegante lijnvoering, zachte kleuren en een voorkeur voor de religieuze en literaire thema's die bij de koninklijke hindoe-opdrachtgevers in de smaak vielen. Tegen het einde van de 18de eeuw ging de stijl meer op die van Rajasthan lijken.
Hamers met één gepunt einde om mee te bikken. Worden gebruikt om steen grof te bewerken.
Verwijst naar een regionale school van Pahari-miniatuurschilderkunst die wordt geassocieerd met Bilaspur, in de vallei van de rivier de Sutlej, in het heuvelgebied van Punjab. Vanaf circa 1650 tot 1870 was Bilaspur een belangrijk centrum voor de schilderkunst. De 17de-eeuwse heerser Dip Chand diende de Mogols, en huwelijksbanden hebben hem er mogelijk toe aangezet een schildersatelier op te zetten. In tegenstelling tot het lokale beeldhouwwerk van de 17de eeuw heeft het merendeel van de vroege Bilaspur-schilderkunst geen religieus thema. Het betreft meestal portretten met een naturalistisch karakter, iets waarvoor ze schatplichtig zijn aan de Mogols. In de Bilaspur-schilderkunst van latere datum is het verfijnde karakter van de Mogol-invloeden behouden gebleven, maar de themakeuze is verschoven naar meer algemene traditionele onderwerpen als illustraties van de 'Ragamala' en devotiewerken. Aan het eind van de 18de eeuw werd de schilderkunst van Bilaspur overheerst door buitenlandse invloeden uit Guler en Kangra, en in de eerste decennia van de 19de eeuw was er nog nauwelijks iets van het oorspronkelijke karakter bewaard gebleven, waardoor de stijl in verval raakte.
Uiterst regelmatig evenwicht bereikt door het overeenkomen van de identieke compositiedelen aan beide zijden van een middenas.
Spiegels met lijsten die geheel of gedeeltelijk van marmer zijn en vaak met filigreinwerk of een opengewerkte kroonlijst zijn versierd. Ze kwamen aan het eind van de 18e en begin van de 19e eeuw veel voor en zijn waarschijnlijk afkomstig uit Bilbao, Spanje.
Tafels waarop het biljartspel wordt gespeeld en waarvan het oppervlak bestaat uit met stof beklede leistenen platen, omringd door een stootrand. Te onderscheiden van 'pooltafels' die qua vorm hetzelfde zijn maar zes zakken hebben.
Te gebruiken voor een substantie die cohesie bewerkstelligt of bevordert tussen los samengevoegde materialen; wordt ook gebruikt voor de substantie in een foto of een fotofilm die het uiteindelijke beeldmateriaal vasthoudt. Gebruik 'emulsie' voor de combinatie van fotografisch bind- en beeldmateriaal.
Een kopsteen die zich door de gehele dikte van een gemetselde muur uitstrekt en aan beide zijden van de muur blootligt.
Wordt gebruikt voor gebouwen, meestal met grote ruimten binnen, waarin rijen tafels staan waaraan bingo en daarvan afgeleide spellen kunnen worden gespeeld.
Verwijst naar de periode die begon met het stabiliteit brengende bewind van Harivarman IV (1074-1081 n. Chr.) en Jaya Indravarman II (1113-1145 n. Chr.) en die een bloeitijd kende van de 11de eeuw tot halverwege de 12de eeuw. In de architectuur wordt deze periode gekenmerkt door opvallende kalangroepen, de zogeheten Zilveren, Gouden, Ivoren en Koperen Torens, die langs heuvelterrassen zijn aangelegd volgens zaagtandvormige grondplannen en met contouren die doen denken aan de prasat van de Khmer. Andere architecturale kenmerken in deze periode zijn lancetbogen, vaak in drievoudige vorm, boven deuren of blinde deuren, sobere pilasters, profielen, kolonetten die verticaal tegen rijen ornamentatie in de vorm van bladwerk zijn geplaatst, en friezen welke in beeldgesneden steen zijn gedecoreerd met het motief van de 'vrouwenborst'. Later in deze periode leidt versobering van deze stijl tot een helderdere structuur van de kalan en bouwvolumes. In het beeldhouwwerk wordt deze periode gekenmerkt door beelden van mythologische dieren, bijvoorbeeld makara als hoekstukken, maar ook serpenten, olifanten en garua's en leeuwenfiguren als atlantiden met tanden.
Kleine, met de mond aangeblazen doedelzakken met een schaapsleren windzak, een bourdon en een conische, wijd uitgeboorde speelpijp met zeven toongaten en een dubbel riet; oorspronkelijk ontwikkeld en bespeeld in Bretagne.
Verticale pijpen en schoorstenen in een afvoersysteem die het afval van toiletten vervoeren. Voor schoorstenen die het afval van andere zaken dan toiletten vervoeren wordt de term 'standleidingen' gebruikt.
Aanduiding voor vaartuigen die worden gebruikt op afgesloten en relatief afgeschermde wateren, zoals rivieren, meren en kanalen. Gewoonlijk gebruikt voor het vervoer van personen of zaken, visvangst, sleep- en baggerwerken. Binnenvaartschepen kunnen zowel als zeilschip of als sleepschip gebouwd zijn.
Gebieden met vrijwel stilstaand water die verbonden zijn met een stroom, maar zo goed als niet door de stroming daarvan worden beïnvloed.
Worden gebruikt voor kleine, vaak compacte verrekijkers die binnen worden gebruikt, bijvoorbeeld in het theater of bij concerten. Omvat ook kijkers waaraan een afneembare stok of handvat zit om ze vast te houden.
Microscopen die bestaan uit één microscoop voor elk van beide ogen, zo opgesteld dat het specimen vanuit enigszins verschillende hoeken wordt bekeken, waardoor een driedimensionaal beeld ontstaat. Ze worden op grote schaal toegepast in de chirurgie.
Wetenschappers die zijn opgeleid of werkzaam zijn op het gebied van de chemische eigenschappen van levende organismen en de reacties en methoden voor het identificeren van chemische stoffen binnen dit onderzoeksgebied.
De studie van de scheikunde van levende organismen en de reacties en methoden om hun chemische samenstellingen te identificeren.
De studie van levende organismen, inclusief de structuur, werking, oorsprong en evolutie, classificatie, spreiding en onderlinge verbanden.
Te gebruiken om werken te beschrijven van de gelijknamige Afrikaanse etnische groep die leeft in de Democratische Republiek Congo bij de samenvloeiing van de rivieren Lulua en Kasai.
Wordt gebruikt voor vroege bioscopen, meestal klein en eenvoudig, waar men naar film- en soms variétévoorstellingen kon kijken voor weinig geld.
Te gebruiken voor oorlogsschepen uit de oudheid uit het Middellandse-Zeegebied, die werden voortbewogen door roeiers verdeeld over twee niveau's.
Ongeglazuurd porselein of aardewerk dat slechts één keer is gebakken en normaal gesproken een korrelige struktuur heeft. Het wordt vaak gebruikt voor de vormgeving van sieraden of voor het maken van kleine beelden, poppen of vaatwerk. Te onderscheiden van 'parisch marmer (porselein)', dat een zijdeachtige structuur heeft en op marmer lijkt.
Te gebruiken voor poppen die hoofdzakelijk van ongeglazuurd porselein zijn gemaakt; ze worden vervaardigd sinds halverwege de 19e eeuw.
Bisj-palen zijn de reusachtige houten voorouderpalen met houtsnijwerk die door het Asmat-volk uit de regio Sepik zijn vervaardigd. De figuren op de palen stellen overleden, door rivaliserende stammen vermoorde stamleden voor. Een telkens terugkerend element in de bisj is de enorme fallus, die de kracht van de mannelijke vruchtbaarheid symboliseert. Deze gedenkpalen werden opgericht voor begrafenisceremonieën waarbij de overledenen werden herdacht. Het ontwerp verschilt, afhankelijk van het gebied of van de groep die de bisj heeft gemaakt.
Antieke paleizen in het Nabije Oosten en Anatolië met twee lange zalen met een portico ervoor, vaak geflankeerd door vleugels; kan ook betrekking hebben op antieke poortgebouwen.
Samentrekking van 'binary digit'. Bits zijn informatie-eenheden die de waarde nul of één oftewel de toestand aan of uit kunnen representeren. Ze vormen de kleinste elementen die een computer kan verwerken.
Grove deeltjes hard materiaal, zoals vergruisde kwarts of vuursteen, die worden gebruikt bij het maken van keramische voorwerpen. Ze worden uitgespreid onder kwetsbare voorwerpen om te voorkomen dat deze blijven kleven of beschadigd raken door aanraking gedurende het bakken.
Kleine flessen bestemd voor het bewaren van bitters, met een metalen druppelaar. Ook flessen van verschillende vormen gebruikt voor het bevatten van patentgeneesmiddelen of andere medische produkten.
Kleine drinkglazen voor kruidenbitter, likeur en eaux-de-vie, in de vorm van een klein wijnglas met kelk op hoge stam, ook bekervormig.
Een zware papiersoort bestaande uit lompen die zijn geïmpregneerd met asfalt; wordt gebruikt voor het maken van waterdichte membranen, asfaltdakspanen en andere soorten samengestelde dakbedekking zoals bitumineuze dakbedekking.
Papier gebruikt als afdekmiddel op daken en zijmuren van gebouwen als bescherming tegen vocht. Het wordt ook gebruikt als isolatiemiddel. Bitumenvilt voor daken wordt gewoonlijk geïmpregneerd in teer, asfalt of chemische bindingen.
Zware, gebreide of gehaakte, mutsen die het hoofd, de nek en de bovenkant van de schouders bedekken; worden vooral gedragen door soldaten en bergbeklimmers.
Kleine onvolgroeide bladeren of de individuele segmenten van een samengesteld blad.
De vliezige zak van een dier die dient als een vergaarplaats voor vloeistof of gas; werd vroeger soms door mensen verwijderd en gebruikt om vloeistoffen in te bewaren.
Gereedschappen of machines die een sterke luchtstroom produceren door uitbreiding of samentrekking van een luchtkamer; worden meestal gebruikt om een vuur in een haard aan te wakkeren.
Vizieren met diepe, horizontale richels, die in gebruik waren vanaf het einde van de 15e tot vroeg in de 16e eeuw.
Lange metalen buizen waar aan het uiteinde een klompje gesmolten glas wordt gedaan, waarna er lucht doorheen wordt geblazen om het te vergroten en te vormen.
Projectielwapens die voornamelijk bestaan uit een lange smalle buis van hout, bamboe, riet of metaal, waar kleine pijltjes of kogeltjes mee kunnen worden weggeschoten door middel van de adem van de gebruiker.
Verwijst naar een bouwkundige stijl in de Engelse Midlands die zich kenmerkt door uitgebreid vakwerk waarbij het hout zwart is gebeitst en geordend in geometrische patronen. Het pleisterwerk tussen het houtwerk is wit geschilderd.
Gemaskerden, overwegend van Afrikaanse afkomst, die op allerlei plaatsen in de wereld verkleed als indiaan deelnemen aan carnavalsoptochten, bijvoorbeeld in New Orleans, Toronto, Londen, Brooklyn (New York), Brazilië en Haïti, en andere eilandstaten in het Caribisch gebied. Ze zijn bekend om hun rijke, bontgekleurde kostuums, die met de hand zijn gemaakt.
Hout van de boom behorende tot het genus Eucalyptus pilulares, veelvoorkomend in Australië. Het is lichtbruin tot bruin van kleur en het kernhout heeft vaak een rozeachtig accent. Het wordt gebruikt voor het maken van brugdekken, vloeren, balken, palen en relingen. Het hout kan vettig aanvoelenen heeft de neiging om te vervormen en te barsten.
Verwijst naar de cultuur van een groep van drie nauw verwante Algonkian-sprekende Indiaanse stammen in Alberta en Montana: de Pikuni (of Piegan), de Kainah (of Blood) en de Siksika (de eigenlijke Blackfoot, vaak de Noordelijke Blackfoot genoemd). Niet te verwarren met de Sihasapa, een andere stam van prairie-indianen die ook Blackfoot wordt genoemd.
Wordt gebruikt voor de laterale platte delen aan beide kanten van een scharnierverbinding, zoals aan tweeluiken, deurscharnieren, vouwdeuren en tafelbladen. Ruimer genomen kan het ook gebruikt worden bij tafels, voor vergelijkbare maar afneembare componenten, zowel oorspronkelijk gescharnierd als los. Voor de laterale componenten van vooral veelluiken wordt de voorkeur gegeven aan 'panelen (hout)' of 'paneel (hout)'.
Motieven van mensengezichten omringd door gebladerte, in veel gevallen lijken de bladeren vanuit de mond, neusgaten, en soms de ogen te groeien.
Familie van circa 30.000 soorten kevers met als kenmerken een krachtige bouw, heldere metalige kleuren, knotsvormige voelsprieten en brede voorpoten die speciaal geschikt zijn voor het graven. Tot de familie behoort de scarabee, de soort Scarabaeus sacer, die in het oude Egypte als heilig werd beschouwd.
Te gebruiken voor dunne metaalfolie van tin, tinlegering of aluminium, te gebruiken voor verschillende doeleinden, zoals voor een vochtdichte verpakking van voedsel en tabak, voor voedselverwerkingsapparatuur en in elektrische condensatoren.
Woorden die onderaan een bladzijde zijn geplaatst als aankondiging van het eerste woord op de volgende bladzijde. Ze worden vooral gebruikt aan het einde van een katern om de binder te helpen bij het plaatsen van het de katernen.
Op een kleine schaal getekende kaarten behorend bij een atlas of een serie kaarten waarop wordt aangegeven in welke afzonderlijke kaarten het totale gebied is verdeeld.
Fijn wit doorschijnend porselein met dik wit glazuur, gemaakt in Dehua (Te Hua) in de late Ming-periode en sinds de 18e eeuw geëxporteerd naar Zuidoost-Azië en Europa. Karakteristieke vormen waren kleine figuren die boeddhistische goden en hoogwaardigheidsbekleders voorstelden, bekers en vazen. De stijl werd geïmiteerd in Saint-Cloud in Frankrijk en in Engeland in Chelsea en Bow.
Een synthetisch, permanent, stabiel wit pigment dat sinds de jaren twintig van de 19e eeuw wordt gemaakt van geprecipiteerd bariumsulfaat (bariet). Het zuivere witte poeder is transparant als het wordt gebruikt als vulmateriaal of als basis voor karmijnpigment. Door de reproduceerbaarheid van de zeer zuivere witheid wordt het gebruikt in de spectrofotometrie.
Een melkachtig uiterlijk van hars- of olie-achtige vliesjes ontstaat na het aanbrengen van een oplosmiddel. Te onderscheiden van 'waas' dat algemeen wordt gebruikt om aan te geven dat allerlei oppervlakken er anders zijn gaan uitzien als gevolg van de inwerking van waterdamp of vocht uit de atmosfeer.
Onbedrukte vellen in een boek, die vaak door de drukker of binder aan elk einde van het boek worden geplaatst.
Een oplossing van hars in een vluchtig oplosmiddel of een drogende olie die, wanneer deze in een dun laagje wordt aangebracht, verhardt door verdamping van het vluchtige oplosmiddel, of door oxidatie van de olie of beide; wordt aangebracht als een beschermend deklaagje of om het oppervlak eronder op te halen.
Een oneerbiedige of respectloze daad, houding of uitspraak ten aanzien van iets dat wordt beschouwd als onaantastbaar of heilig, in het bijzonder iets dat betrekking heeft op God.
Eén van de drie primaire additieve kleuren; dat deel van het spectrum dat zich bevindt tussen groen en violet, met een golflengte tussen ongeveer 420 en 490 nanometer, het kortste golflengtebereik van de drie primaire kleuren. De term kan verwijzen naar alle in helderheid en verzadiging variërende kleurschakeringen binnen deze groep kleuren. Voorbeelden van de kleur blauw in de natuur zijn de kleur van een heldere lucht overdag.
Een weinig voorkomend ijzerfosfaat dat wordt gevormd in grond die rijk is aan been. Het heeft een intens blauwe ondoorschijnende kleur die een zeer hoog pigmenterende werking heeft.
Een fotografisch procédé dat gebruik maakt van ijzerzouten en een afbeelding in Pruisisch blauw voortbrengt. Voor de uiteindelijke afdruk wordt 'blauwdrukken' gebruikt wanneer het om reproducties of technische tekeningen gaat, of 'cyanotypieën' wanneer het camera-opnamen of fotogrammen zijn.
Middelgrote bladverliezende struik die groeit op vochtige zure grond en inheems is in het oosten van Noord-Amerika, van Nova Scotia en Ontario in het Noorden tot Alabama in het zuiden en Wisconsin in het westen. De blauwe bes wordt ook elders commercieel gekweekt. In de herfst worden de bladeren helderrood. De struik heeft klokvormige witte bloemen en de donkerblauwe bessen zijn eetbaar.
Hout van de boom behorende tot de soort Eucalyptus globulus, inheems in Tasmanië en Victoria in Australië. Het heeft vaalgekleurd spinthout en lichtbruin kernhout, en wordt gebruikt voor het maken van steigerdekken, schachten en palen, en in de scheepsbouw.
Middelgrote soort groenblijvende spar die op grote hoogten groeit in het westen van de Verenigde Staten, van Idaho en Wyoming tot Utah, Colorado, Arizona en New Mexico. De blauwspar heeft naalden met een lichte blauwachtig grijze tint en wordt veel gebruikt voor landschapsinrichting en in tuinen. Zijn zwakke en broze hout wordt lokaal gebruikt voor blokhutten. Soms wordt de naam 'blauwspar' incorrect gebruikt voor zwarte sparren.
Blauw- of grijsachtige verkleuring van timmerhout door de aangroei van diverse soorten schimmelachtige zwammen aan het oppervlak en binnen in het spint.
Lichte, enigszins getailleerde jasjes, doorgaans met ingesneden revers, opgestikte zakken en soms een embleem op de borstzak. Zo genoemd omdat deze oorspronkelijk in zeer felle kleuren of gestreept waren uitgevoerd om scholen, universiteiten, teams en dergelijke te onderscheiden. Tegenwoordig ook blauwe colberts in nautische context.
Textiele kledingstukken die vanaf halverwege de 12e eeuw tot het begin van de 15e eeuw op zichzelf werden gedragen of over metalen harnassen. Zij kwamen gedurende deze periode voor in diverse vormen, lang en ruimvallend, kort en nauwsluitend, met of zonder mouwen, gewatteerd of doorgestikt of van binnen gevoerd met metalen platen. Zij werden gewoonlijk verfraaid met heraldische emblemen en andere ornamenten ter herkenbaarheid van de drager.
Voorvoegsel voor de beschrijving van een kleur met een lichte intensiteit en een lichte waarde. De betekenis kan overeenkomen met die van de variabele 'licht-', hoewel 'bleek-' meestal minder intensiteit suggereert dan 'licht-'.
Vaste of vloeibare stof die wordt gebruikt om andere stoffen te bleken of de kleur eruit te verwijderen. Wordt vervaardigd uit diverse mengsels van chemische stoffen.
Beitelvormige werktuigen, vaak met een dille, om schors van eiken te verwijderen.
Gesloten metalen verpakkingen voor voedsel of drank. Ook andere verpakkingen om vloeistoffen in te bewaren of dragen, zoals olievaten, en metalen of plastic verpakkingen om film op spoelen of rollen in te bewaren.
Labels op conservenblikken met voedingsmiddelen of andere huishoudelijke producten. Etiketten met een kunstzinnig en grafisch ontwerp worden door musea en verzamelaars vaak beschouwd als waardevolle objecten. De kunst van etiketten op blikken had haar bloeitijd tussen het eind van de negentiende en het midden van de twintigste eeuw.
Gerei met diverse scherpe punten en een snijkant dat wordt gebruikt voor het openen van blikken.
Elementen die op deuren lijken, maar niet toegankelijk zijn. Ze worden geplaatst om een reeks deuren te completeren of om te misleiden.
Het stempelen zonder het gebruik van bladgoud, bladzilver of kleur, waarbij meestal een verwarmde stempel of frame. In boekbinden, onderscheiden van "blinddrukken", waarin een handgereedschap wordt gebruikt in plaats van een machine.
Het versieren van aardewerk met kleine, ingedrukte vierkantjes, door middel van een palet of stempel.
Het uitzetten van kleiproducten tijdens het bakken doordat gassen vrijkomen bij de verglazing; soms wordt het veroorzaakt door oververhitting en het komt zowel in het algemeen of in kleine delen voor; algemeen beschouwd als een defect in aardewerk, maar soms wenselijk bij niet-dragende bakstenen voor de bouw.
Ruimten met vloeiend golvende oppervlakken, doorgaans ontworpen met behulp van een computerprogramma.
Een vloeistof die bij gewervelde dieren door het belangrijkste vaatstelsel stroomt.
Het verlies of de verandering van kleuring door de inwerking van vloeistoffen, met name water; wordt in verband met schilderen ook gebruikt voor de manier waarop deklagen of de pigmenten daarin overlopen naar of vervloeien in de aangrenzende lagen of oppervlakken.
Te gebruiken voor scherpe puntige voorwerpen, in pre-Columbiaanse Midden-Amerikaanse culturen gebruikt om in de huid te prikken en bloed te doen vloeien als zelfopoffering aan de goden; zowel door de mens gemaakte objecten die lijken op dolken of scherpe pinnen met handvatten als natuurlijke objecten zoals doornen en de stekels van pijlstaartroggen.
Het voor voortplanting bestemde deel van een plant uit de divisio Magnoliophyta (Angiospermae), algemene benaming voor bloeiende planten of angiospermae. In de volksmond wordt de term 'bloem' specifiek gebruikt wanneer de voortplantingsstructuur zich qua kleur en vorm geheel of gedeeltelijk duidelijk aftekent.
Algemene term voor alle decoratieve motieven in de vorm van een bloem, het opzichtige reproducerende deel van bloeiende planten of angiospermen. Bekende voorbeelden zijn motieven in de vorm van rozen, tulpen, lelies of madeliefjes voorstellen.
Aanduiding voor zowel reproducerende spruiten van zaaddragende planten als complete bloemdragende planten. Dat na het uitbotten, veelal onderscheidt door schoonheid van vorm en kleur der (gespecialiseerde) bladen of door een kenmerkende (vaak aangename) geur.
Houders waarin planten worden gekweekt, of waarin ze worden geplaatst voor decoratieve doeleinden; ze komen voor in een grote verscheidenheid aan vormen, maten en versiering.
Het kweken van bloemen of bloeiende planten, vooral op commerciële schaal.
Verzamelingen van passages gekozen uit het geschreven werk van één auteur of verscheidene auteurs, meestal met een gemeenschappelijk kenmerk, zoals het onderwerp of de literaire vorm.
Houders voornamenlijk om planten in te kweken; zowel voor praktisch gebruik als voor decoratieve doeleinden.
Geweven dames- of kinderbovenkleding voor het bovenlijf, meestal van dun materiaal en losvallend, met of zonder mouwen en over of in de band van een rok of broek gedragen. In traditionele klederdrachten soms ook gedragen door mannen. Gebruik 'truien' voor gebreide of gehaakte kleding voor het bovenlijf.
De basiseenheid van vele quiltbovenkanten, die aan elkaar of aan verstevigende blokken of sjerpen genaaid, het ontwerp creëren. De blokken worden gemaakt van een of meerdere lapjes, ofwel aan elkaar gezet ofwel appliqué. De blokken zijn gewoonlijk vierkant maar kunnen ook andere geometrische vormen hebben zoals achthoekig of rond.
Te onderscheiden van 'houten huizen' doordat ze over het algemeen eenvoudiger zijn gebouwd, van balken die rond zijn gelaten en aan de uiteindes met elkaar zijn verbonden door overlappende zadelvormige inkepingen.
Kleine handschaven van hout of metaal, waarin de beitel onder een kleine hoek staat ten opzichte van de zool. Worden gebruikt voor kleine werk zoals het afwerken van ruwe plekjes en vooral het afwerken van kopvlakken en verstekken.
Doorgaans als aquarel uitgevoerde tekeningen waarvan het ontwerp is afgeleid van een toevallig ontstane vlek. Een dergelijke tekening is voor het eerst beschreven in 1786, door de aquarelschilder Alexander Couzens.
Techniek waarbij nog natte, met inkt getekende lijnen op niet-absorberend papier langs een scharnier werden gevouwen en tegen een tweede vel papier werden aangedrukt, waardoor de geïnkte lijnen werden overgebracht. Deze techniek wordt geassocieerd met het vroege commerciële artwork van de kunstenaar Andy Warhol.
Tekeningen waarbij nog natte, met inkt getekende lijnen op niet-absorberend papier langs een scharnier worden gevouwen en tegen een tweede vel papier werden aangedrukt, waardoor de geïnkte lijnen werden overgebracht. Wordt meestal geassocieerd met de vroege commerciële kunst van Andy Warhol.
Verwijst naar het glazuur van wit porselein dat is versierd met blauw onder het glazuur. Onderglazuur blauw werd vanaf de 9e eeuw gebruikt in het Midden-Oosten; het kwam tijdens de Yuan-dynastie (1279-1368) in China terecht. Vooral opmerkelijk is het blauwwitte aardewerk dat tijdens de Ming- (1368-1644) en Qing-dynastieën (1644-1911) in China werd geproduceerd. Onderglazuur blauw kwam vanuit China in de 18e eeuw in Europa terecht.
Mensen die zich bezighouden met of die zijn opgeleid in het besturen van kleine vaartuigen zoals kano’s en vlotten, doorgaans op kleinere waterwegen dan zeeën en grote meren. Gebruik ‘zeelieden’ voor hen die schepen en andere grote vaartuigen besturen, meestal op zee of op zeer grote meren.
Te gebruiken voor zware, stevige sledes met twee paar glijders, een rem en een stuurmechanisme waarmee de voorste berijder de slee door goten met steile wanden kan leiden; ze bestaan in twee- en vierpersoons uitvoering.
Beelden van figuren, vaak met aanvullende voorwerpen die in het oppervlak zijn verwerkt, in verband met voodoo door de Fon en andere Ewe-volkeren in Afrika gemaakt en gebruikt om bescherming te ontvangen en kracht en verandering te bereiken voor het individu.
Voornamelijk Spaanse afbeeldingen met voornamelijk stillevens, hoewel ze vaak een deel van de keuken of en een eettafereel uitbeelden. De term werd tot ongeveer 1650 vooral in Spanje gebruikt. Deze genrestukken waren soms gesitueerd in de ruwe openbare eetgelegenheden waarnaar ze zijn genoemd. Door deze associatie werd de term echter ook gebruikt voor een grote verscheidenheid aan genrestukken met afbeeldingen van personages van lage komaf, vaak met eten en drinken. Al in de jaren 90 van de 16de eeuw werden Vlaamse en Italiaanse keuken- en markttaferelen in Spaanse boedelbeschrijvingen 'bodegónes' genoemd. Deze schilderijen werden nagemaakt door Spaanse kunstenaars. Bodegónes, zoals die van Diego Velázquez, werden destijds gezien als onbelangrijk en zelfs onfatsoenlijk. Ze waren meestal monochromatisch om reliëf en volume te benadrukken. Als gevolg van de stillevenelementen van bodegónes werd de term later meer en meer gebruikt voor stillevens in het algemeen. Tot het midden van de 17de eeuw werden Spaanse stillevens, net als de Nederlandse tegenhangers, genoemd naar de specifieke afbeelding.
De wetenschap die zich bezighoudt met alle aspecten van bodemsoorten, inclusief hun oorsprong, spreiding, classificatie, gebruik, natuur- en scheikundige eigenschappen en de rol van organismen in het ontstaan van de bodem en met betrekking tot bodemkenmerken. Zie 'akkerbouw' voor de tak van landbouw die zich bezighoudt met het bewerken van land, onderhoud van grond en de verbetering, productie en het beheer van veldgewassen.
Wetenschappers die zijn gespecialiseerd in bepaalde of alle aspecten van de bodem, met inbegrip van oorsprong, verspreiding, classificatie, gebruik, fysieke en chemische eigenschappen, en de rol van organismen bij het ontstaan van bodemlagen en in relatie tot de aard van de grond. Zie 'akkerbouwkundigen' voor wetenschappers die onderzoek of werkzaamheden verrichten met betrekking tot het in cultuur brengen van land, bodembeheer en de verbetering, het beheer en de productie van gewassen.
Verticale doorsneden van de bodem, met de aard en volgorde van de verschillende lagen zoals die zijn ontstaan door afzettingen, verwering of beide.
Staven met een metalen uiteinde die worden gebruikt als een ambtsteken.
In het mahayana-boeddhisme iemand die de verlichting van het boeddhaschap bereikt maar ervoor kiest het betreden van het nirwana uit te stellen en in plaats daarvan in de wereld blijft met het barmhartige doel om mindere wezens te helpen de staat van verlichting te bereiken. In het theravada-boeddhisme wordt de term uitsluitend gebruikt om te verwijzen naar historische Boeddha’s in hun vorige levens.
Lijsttrommen met enkel vel van dierenhuid en een netwerk van touwen, stokken of draad over de open kant waarmee ze met één hand worden vastgehouden; met de vrije hand aangeslagen of afwisselend met de knoppen aan de beide kanten van een klopper. Oorspronkelijk ontwikkeld en bespeeld in Ierland.
Verwijst naar werken, gemaakt vanaf de jaren 60 van de 20ste eeuw, waarin het menselijk lichaam wordt gebruikt als belangrijkste expressiemiddel. Dit kan zijn in de vorm van een performance of in een vorm waarbij de kunstenaar het eigen lichaam gebruikt als middelpunt of thema. Zie 'lichaamskunst' voor de tak van beeldende kunsten waarbij decoraties en versieringen worden aangebracht op het menselijk lichaam.
Ééndelige, zeer nauwaansluitende kledingstukken, van stretchstof of gebreid, die gewoonlijk de voeten, benen en romp bedekken, en soms de armen; wordt onder andere kleding gedragen.
Mouwloze overkleding; doorgestikt gewatteerd gilet met rits middenvoor. Wordt einde jaren 1970 populair.
Verwijst naar de filosofie en religie die zijn gebaseerd op de verlichting en leer van Boeddha Gautama in de vroege 6de eeuw v. Chr. in het Noord-Oosten van het moderne India. Deze religie, die een dominante rol speelt in de kunst en cultuur van Zuidoost-Azië en Oost-Azië, is gebaseerd op het overstijgen van menselijk lijden en pijn door het accepteren van de grenzen van de individualiteit, het opgeven van wereldse verlangens en wensen die voor teleurstellingen en verdriet zorgen en het loslaten van het niet-permanente van het leven en het afzonderlijke ego met de bijbehorende welvaart, sociale positie of familierelaties, allemaal door het proces van de verlichting (nirvana). Bij deze religie staat ook 'anatman' centraal, het idee dat 'het zelf' altijd in ontwikkeling is of deel uitmaakt van een reeks veranderende verschijningsvormen in plaats van een vaste, metafysische substantie. De structuur van de religie is gebaseerd op de Triratna ('drie juwelen' van boeddha), een drieledige structuur voor het leven gebaseerd op drie elementen: boeddha (de leraar), dharma (de leer) en sangha (de gemeenschap).
Wordt gebruikt voor de voorste uiteinden van vaartuigen of luchtschepen.
Genus van ongeveer honderd soorten kruidachtige overblijvende planten, struiken en kleine bomen die inheems zijn in Azië en Noord-Amerika.
Zeeavonturiers in het Caribisch gebied en de Grote Oceaan rond Zuid-Amerika die aan het eind van de 17e en het begin van de 18e eeuw Spaanse schepen en nederzettingen aanvielen en beroofden. De term wordt meestal toegeschreven aan Alexander Exquemelin, die in 1684 een werk publiceerde over deze kapers (of piraten).
Kleine gegraveerde of gedrukte labels, die meestal te vinden zijn in de bovenste buitenhoek van een van de voorste schutbladen, met daarop de naam en meestal het adres van de boekbinder. Algemeen gebruikt in de achttiende en de vroege negentiende eeuw.
Textielmateriaal voor boekomslagen, meestal van geweven katoen of linnen. Voor versteviging, kleuring en versiering en voor het verbeteren van de duurzaamheid wordt het onder meer gebleekt, gekleurd, gesteven, geïmpregneerd, geglazuurd en gebosseleerd.
Voorwerpen die tussen de bladzijden van een boek worden gelegd om aan te geven waar men was. Te onderscheiden van 'registers (boekonderdelen)' die aan boeken vastzitten.
Kleine horizontale persen bestaande uit twee evenwijdige platen of balken die worden samengedrukt of uiteengedreven met behulp van een grote schroef bij elk van beide uiteinden; gebruikt voor het vastklemmen van een boek tijdens het aanbrengen van belettering of andere werkzaamheden aan de rug.
Het verzamelen van gegevens, meestal in monetaire termen, over economische activiteiten, het verwerken van deze gegevens en het bekendmaken van die gegevens voor gebruik door belanghebbende beleidsvormers.
Gebouwen of kamers voor het boekhouden, zakelijke activiteiten en correspondentie, bijvoorbeeld in een koopmanshuis of woonhuis vóór de 20e eeuw.
Verwijst naar een decoratiestijl voor aardewerk die vanaf de 7de eeuw v. Chr. tot de eerste helft van de 6de eeuw v. Chr. voorkwam in Boeotië, een gebied ten noordwesten van Athene. Het Boeotische aardewerk was in sterke mate beïnvloed door de Attische stijlen. Het wordt gekenmerkt door het gebruik van zwierige bloemmotieven en mythologische thema's met weinig detaillering, meestal zwartfigurig of met figuren in reliëf. Boeotische klei heeft vaak een enigszins dofbruine tint. De kantharos was een populaire vaasvorm.
Zij die land bewerken of bebouwen of vee houden, voornamelijk als hun belangrijkste bezigheid.
Te gebruiken voor diverse wagens voor allerlei doeleinden, die door dieren worden getrokken en die zijn ontworpen voor gebruik op boerderijen; worden meestal gekenmerkt door vierkante kasten op een onderstel zonder vering.
Wordt gebruikt voor kleine speciaalzaken, meestal voor de hogere kringen, die over het algemeen zijn gespecialiseerd in modieuze kleding, accessoires of een andere bijzondere collectie van koopwaar; kan ook worden gebruikt voor afzonderlijke afdelingen binnen grotere winkels als die soortgelijke waren aanbieden.
Elk vervormbaar materiaal dat wordt gebruikt om een beeld of andere vorm te maken, inclusief materialen in poedervorm waaraan water of een andere vloeistof wordt toegevoegd om vervormbaar materiaal te creëren.
Metalen lateien die het metselwerk boven de openingen van open haarden ondersteunen.
Dualistische christelijke geloofsgemeenschap die in Bulgarije bloeide van de 10de tot de 17de eeuw en nog verder in het Byzantijnse Rijk in de 11de en 12de eeuw. De gemeenschap werd in het midden van de 10de eeuw in Bulgarije gesticht door een priester die de naam Bogomiel aannam. Deze gezindte kan worden omschreven als een samenvloeisel van dualistische, neomanicheïstische doctrines die werden geïmporteerd van de paulicianen en een lokale Slavische beweging gericht op hervorming van de kort daarvoor gestichte Bulgaars-orthodoxe kerk. Het centrale geloof was dat de mensheid en de zichtbare, materiële wereld waren geschapen door de duivel. Bogomielen stonden vijandig tegenover de meeste aspecten van de orthodoxe kerk maar ook tegenover het burgerlijk gezag. Zij bepleitten een rigoureus ascetisch leven en keurden seksuele omgang, huwelijk, bezit en het eten van vlees af. De bogomielen zijn van invloed geweest op de latere katharen in Europa.
Verwijst naar de cultuur van het historische gebied en koninkrijk, en het latere administratieve district Bohemen. Vaak wordt de naam gebruikt als synoniem voor 'Tsjechisch.' Sinds 1949 is Bohemen geen zelfstandig administratief district meer, en in 1993 ging het gebied op in de huidige Tsjechische Republiek. Er bestaat geen cultureel verschil tussen de termen 'Tsjechisch' en 'Boheems'; het onderscheid is in feite chronologische of historisch.
Leven, gewoonten en karakter van iemand die zichzelf uitsluit, of door zijn gewoonten wordt uitgesloten, van de maatschappij waartoe hij anders zou behoren. Met name een artiest, literair persoon of voordrachtskunstenaar die een vrij, vagebondachtig of onregelmatig leven leidt, zonder voorkeuren voor het gezelschap waarin hij vaak verkeert, en met minachting voor sociale conventies in het algemeen.
Wordt gebruikt voor apparaten die meestal bestaan uit een verwarmingseenheid die op gas of elektriciteit werkt, die zich bevindt onder een tank waarin water wordt verwarmd en opgeslagen.
Projectielwapens die bestaan uit twee of meer stenen of ijzeren ballen die aan de einden van een koord zijn bevestigd en die worden rondgedraaid en gegooid om een dier of een mens te verstrikken.
Kleine spijkers, meestal van koper en vaak ter versiering, die worden gebruikt om een naamplaat (v.e. schip) te bevestigen.
Wordt gebruikt voor spiegels met het midden dichter bij het voorwerp dan de randen, zodat beelden verkleind worden weerspiegeld.
Instrumenten die minieme hoeveelheden elektromagnetische straling meten door de veranderingen in weerstand in een geleider vast te stellen, die worden veroorzaakt door het verwarmingseffect van straling; ze worden gebruikt in de meteorologie.
Schijfvormige gedraaide of gevormde uiteinden aan meubelpoten die vooral werden gebruikt in de 17e en 18e eeuw.
Schaven met een bolle beitel, die worden gebruikt om holle vormen uit te schaven. Ze komen meestal voor in paren, samen met een holschaaf.
Verwijst naar de cultuur van de Vroege Nomaden die zich ontwikkelde in de Ob-vallei vanaf de 7de eeuw tot de 6de eeuw v. Chr. Op diverse vindplaatsen zijn aarden huizen aan het licht gekomen met een grote hoeveelheid intact gebleven aardewerk en een aantal andere objecten, wat erop duidt dat het dorp werd verlaten als gevolg van vijandelijke aanvallen.
Witte katoenen beddenspreien met geometrische patronen in boucléstof; oorspronkelijk vervaardigd in Bolton, Engeland en geïmiteerd in Noord-Amerika. Geen Nederlands equivalent.
Zachte, vettige kleisoorten in verscheidene kleuren die als kleurstoffen worden gebruikt.
Fluiten die een bolle vorm hebben; gemaakt van klei, porselein, hout of bolvormige naturalia zoals een kalebas of kokosnoot, waarin de luchtstroom tegen de scherpe rand van een rond blaasgat wordt geleid. Uitzondering is de ocarina welke in tegenstelling tot andere bolvormige fluiten wèl een aanblaasbuis (duct) heeft.
Lange, slanke, laag gestemde schalmeien met een smalle, licht conische boring en een flesvormige of gerende klankbeker, zes vingergaten in twee groepen van drie en soms met één of meer kleppen; ontwikkeld in Europa tussen de 14e- en 16e eeuw.
Te gebruiken voor zeilende oorlogsschepen met een of meer zware mortieren of houwitsers die op een speciaal ontworpen platform of in zwaar versterkte schietgaten zijn opgesteld; meestal voorzien van kitstuig om de mortiergranaten een vrijer schootsveld te geven en worden gebruikt bij het bombarderen van kuststeden of forten.
Kleine buisjes met aan één kant een filter. Worden gebruikt voor het drinken van maté.
Te gebruikent voor militaire vliegtuigen die zijn ontworpen om vooral te worden gebruikt tegen gronddoelen en die zijn uitgerust om bommen te vervoeren en te lossen; ze worden meestal gekenmerkt door een groot bereik, matige wendbaarheid en het vermogen veel wapens mee te voeren.
Verwijst naar een inheemse Tibetaanse godsdienst die met het boeddhisme een van de twee voornaamste religies van het land is. Veel aspecten van Bon raakten vermengd met de boeddhistische tradities die in de 8ste eeuw werden ingevoerd uit India en die het Tibetaanse boeddhisme veel van zijn eigenheid hebben verleend. Onenigheid binnen de heersende klasse van Tibet leidde er in de 8ste en 9de eeuw toe dat de adellijke families voor Bon kozen en de heersende dynastie voor het boeddhisme. Bon werd rond de 11de eeuw een georganiseerde godsdienst, vooral dankzij de boeddhistische belangstelling voor geschreven teksten. Bon leeft voort in veel aspecten van het Tibetaanse boeddhisme en is bovendien nog altijd een bloeiende godsdienst in de noordelijke en oostelijke grensgebieden van Tibet. Onduidelijk is hoeveel continuïteit er bestaat tussen het oude en het moderne Bon. De kenmerken van het oude Bon zijn moeilijk vast te stellen omdat alle vroege beschrijvingen boeddhistisch zijn. Alles wat tegenwoordig over Bon bekend is, is zwaar beïnvloed door het Mahayana-boeddhisme. Het oude Bon lijkt elementen van animisme, sjamanisme en de uitoefening van magische riten te hebben bevat. De Bon-goden van lucht, aarde en zee werden als lagere goden in het boeddhistische pantheon opgenomen. Er zijn aanwijzingen voor een cultus van heilig koningschap waarin de koningen worden beschouwd als manifestaties van de luchtgod; dit geloof zou de oorsprong kunnen zijn van de gereïncarneerde lama’s van het boeddhisme. De orakelpriesters van Bon hebben hun tegenhangers in de boeddhistische waarzeggers. Bepaalde aspecten van de Bon-doctrine zijn vrijwel identiek aan die van het Tibetaanse boeddhisme, zoals de leer van het boeddhaschap en het ideaal van bodhisattva. Opvallend zijn de dzogchen-overtuigingen die het Bon deelt met de Nyingma-school van het Tibetaanse boeddhisme; zij houden in dat er een onuitsprekelijke toestand bestaat, voorbij alle boeddha’s en alle verschijningen. Verder is het kloostersysteem van Bon bijna gelijk aan dat van de Gelug-school. Toch bewaken de Bon-gelovigen nauwgezet hun niet-boeddhistische imago. Shenrab wordt beschouwd als de stichter van de godsdienst en de historische Boeddha Shakyamuni zou een manifestatie van hem zijn. Bon-geschriften zijn verdeeld in twee groepen: de Kanjur, met mythen, doctrines en biografieën van Shenrab, en de Katen, die commentaren en rituele en iconografische werken omvat. De naam Tibet komt uit de Bon-religie.
Boekjes met coupons die de houder recht geven op een bepaalde hoeveelheid van een gerantsoeneerd goed.
Grote tafelstukken, bestaande uit een hoge standaard, bovenaan eindigend in een kleine houder, met langs de stam meerdere gekromde armen waaraan kleine mandachtige schaaltjes zijn bevestigd voor snoepgoed, voor het eerst vervaardigd in de 19e eeuw. Gebruik 'piramides (tafelstukken)' voor tafelstukken bestaande uit een aantal glazen voor snoepgoed of gelei op een glazen presenteerblad met een hoog glas in het midden, vaak trapsgewijs in drie lagen opgebouwd.
Personen die een verbond zijn aangegaan met anderen, zowel individuen als organisaties zoals soevereine staten.
Verbonden die specifiek zijn gevormd voor geïntegreerde gezamenlijke acties van twee of meer politieke mogendheden, meestal voor een specifiek doel zoals een gezamenlijke verdediging, handel of het verkrijgen of delen van macht.
Mutsen of baretten in verscheidene vormen maar zonder rand of klep; meestal van gebreide wol. Werden oorspronkelijk gedragen door mensen in het leger.
Kleine glazen voor zout of snoepgoed, meestal met dubbele ojiefvormige of komvormige kelken.
De fijne, zachte, dikke, harige vacht van een zoogdier, meestal bestaande uit twee lagen haar, namelijk een laag relatief kort, zacht, krullend haar met baardjes, die dicht op de huid groeit en een beschermlaag van langer, gladder en stugger haar die erdoorheen groeit.
Sets kleine stembare cilindertrommels, waarbij het trommelvel over de bovenkant van een open bamboestam is gespannen of over een diepe houten cilinder; ontwikkeld in de Verenigde Staten in de jaren '50 van de 20e eeuw.
Elegante arresleden met gesloten kasten; de term werd in New England, in de Verenigde Staten, gebruikt vanaf halverwege de 18e eeuw tot aan het einde van het rijtuigtijdperk.
Instrumenten die bestaan uit een kromme, veerkrachtige stok waarvan de uiteinden door een koord met elkaar zijn verbonden; wordt om verschillende redenen gebruikt, bijvoorbeeld om een boor heen en weer te laten bewegen.
Bespannen projectielwapens die zijn bedoeld om pijlen mee af te schieten en die meestal bestaan uit een langen staaf van hout, metaal, fiberglas of een ander buigzaam materiaal. Er is een stuk sterk touw gespannen tussen de uiteinden van de stok die is gekromd, als normale vorm of door de spanning van de pees. De pees wordt naar achteren getrokken, waarbij de pijl op zijn plaats wordt gehouden door een inkeping in de achterkant; de pijl schiet weg wanneer de pees wordt losgelaten.
Bogen gevormd van drie centra, waarbij een grote centrale boog naar weerskanten wordt voortgezet door twee kleinere cirkels, zodat de boog op een halve ellips lijkt.
Elektrische lampen waarin de stroom door een luchtspleet tussen twee elektrodes, meestal van koolstof, wordt geleid. De twee elektroden en de lucht in de spleet worden zo warm dat ze helder opgloeien.
Dierenriemteken van een boogschutter, vaak een centaur, ruwweg gebaseerd op het gelijknamige sterrenbeeld. De tekens van de dierenriem, overblijfselen van Oudgriekse en Romeinse decoraties, waren populair in de romaanse en gotische kerken van Noord-Europa. Ze worden ook vaak aangetroffen in middeleeuwse psalters en getijdenboeken als symbool van iedere maand waarin de zon in het betreffende sterrenbeeld komt. Daarnaast zijn ze gebruikt als decoratie op plafonds, kaarten, uurwerken en astronomische instrumenten.
Compacte vrijstaande dragers, palen of standaarden, versierd met sober of rijk houtsnijwerk met symbolen, gemaakt en gebruikt in Afrika voor het ondersteunen van bogen, met of zonder pijlen. Traditionele symbolen voor stamleiders en eretekens voor grote helden en jagers, maar in sommige regio's zijn ze soms ook in bezit van de gewone man.
Wordt gebruikt voor bogen die de voornaamste dikte van een muur over een opening dragen, meestal een deur of raam, wanneer de rest van de muur op een andere manier wordt gedragen, zoals door een latei, een boog met een andere vorm of grootte, of een versierd raamwerk.
Wordt gebruikt voor oppervlakken die grenzen aan een boog boven zijn voet; tevens uitgebreid naar de muren boven of onder raamopeningen in de moderne gordijngevel-(bouw)constructie.
Handzagen met een smal blad dat op zijn plaats wordt gehouden tussen de twee uiteinden van een zaagbeugel.
Beitels die worden gebruikt om hout te ontschorsen.
Steden die zeer snel zijn gegroeid als gevolg van plotselinge welvaart.
Arbeiders die boorgaten maken.
Handgereedschap met een handvat, kruk en spankop. Worden gebruikt om een beitel of boor rond te draaien om met de hand een gat te boren.
Houten of metalen schaven met een platte zool, waarin het schaafijzer aan één of beide zijden doorloopt tot de buitenrand. Worden gebruikt om sponningen te maken in de richting van de nerf aan de rand van het hout.
In algemene zin, elk zuur dat boron en zuurstof bevat. In specifieke zin verwijst de term naar de verbinding H3BO3, een witte of kleurloze vaste stof die oplosbaar is in water en ethanol. Boorzuur komt in natuurlijke vorm voor in het condensaat van vulkanische fumarolen; boorzuur wordt commercieel vervaardigd door behandeling van boraatmineralen met zwavelzuur, gevolgd door herkristallisatie. Het wordt toegepast bij de fabricage van glas, glazuur- en emailleerlagen, leer, papier, kleefmiddelen en springstoffen. Het wordt algemeen gebruikt (met name in de Verenigde Staten) in reinigingsmiddelen; aangezien gefuseerd boorzuur andere metaaloxiden kan oplossen, wordt het ook toegepast als verdunningsmiddel bij het solderen en lassen. Vanwege de milde antiseptische eigenschappen wordt boorzuur bovendien gebruikt in de farmaceutische industrie en als conserveermiddel in voedingsproducten.
In het algemeen te gebruiken voor vaartuigen die kleiner en minder zeewaardig zijn dan schepen en meestal niet zijn ontworpen om grote open wateren over te steken.
Enkele of dubbele haak aan een lange steel om een boot naar een andere boot, een boei of de oever te trekken of of een ander drijvend voorwerp af te duwen. De punt bestaat uit een halfronde puntige haak -waarmee getrokken kan worden- en een rechte punt -waarmee geduwd kan worden.
Een wit of kleurloos kristallijn mineraal dat wordt gebruikt bij email op glas- of keramiekbasis, als een schuur- en schoonmaakmiddel en als vloeimiddel in smeltmaterialen en bij solderen. Het wordt ook gebruikt als een bron van borium.
Harde omslagen aan de voor- en achterkant van boeken, vervaardigd van verscheidene materialen en vaak bedekt met leer, stof of ander materiaal.
Wordt gebruikt voor beletterde aankondigingen of andere aanduidingen waarop een naam, instructie, waarschuwing of advertentie staat, en die worden uitgestald of aangeplakt. Voor kleinere, minder openbare identificerende aanduidingen wordt 'labels (identificatiedragers)' gebruikt. Voor systemen van borden die zijn opgesteld om richtingen aan te geven of essentiële informatie kenbaar te maken wordt 'wegbebakening' gebruikt.
Meestal geplaveide kleine verandas, platformen of tredes bij de toegangsdeuren van huizen. Soms met palen, stangen of kettingen afgezet. Gebruik bordessen (trappen) voor de grotere getrapte toegangen tot aanzienlijke gebouwen.
Trappen, die zich meestal buiten bevinden, die naar de ingangen van grote gebouwen leiden, zoals bij kerken, openbare gebouwen of landhuizen.
Wordt gebruikt voor allerlei zaken, zoals akten, verbintenissen en sommen geld, die door een derde partij in bewaring worden gehouden en pas na de vervulling van een voorwaarde aan de begunstigde worden overgedragen.
Hutten met variërende plattegronden en muren die zijn opgebouwd uit steenzetterswerk zonder cement en met koepelvormige daken; te vinden op het platteland van de Provence in Frankrijk, vaak moeilijk te dateren maar gebouwd tussen de prehistorie en de 19e eeuw; kunnen ook voor landbouwdoeleinden zijn gebruikt.
Wordt gebruikt voor islamitische torenachtige woningen met meerdere verdiepingen, vaak gebruikt in een bepaald seizoen en gelegen aan de randen van stedelijke gebieden, vooral in Noord-Afrika.
Verwijst naar de stijl en periode vernoemd naar de cultuur van het eiland Borneo. De stijl wordt gekenmerkt door decoratieve kunst met gedetailleerde, uitgebreide lichaamskunst, vergulden hangers en medaillons met complexe iconografie, kralenwerk en armbanden versierd met haarlokken of slagtanden of klauwen van dieren; en door het steengoed met bruin geglazuurde potten.
Niet-metalig vast element, atoomnummer 5, symbool B, met diverse specialistische toepassingen, bijvoorbeeld in staallegeringen, halfgeleiders en commercieel waardevolle verbindingen als borax en boorzuur. Meestal wordt het geleverd als bruin poeder, maar in zijn zuiverste vorm bestaat boron uit harde, glimmende, donkere kristallen.
Kleine drinkglazen voor sterke drank, gewoonlijk met een inhoud van ongeveer 6 à 8 cl, met trechtervormige of conische kelk met een korte rudimentaire stam op zware voet.
Boomrijke gebieden die dikwijls een grens of een barrière vormen, maar voor het overige nauwelijks worden gebruikt. Meestal kleiner en minder wild dan 'wouden'. Voor landschappen die gedomineerd worden door bomen en die voor meerdere doeleinden gebruikt worden, gebruik liever 'bosgebieden'.
Genus van ongeveer 450 soorten struiken en dwergstruiken. Aan veel van deze soorten groeien eetbare bessen.
Mensen die zich bezighouden met of de leiding hebben over het hakken, verwerken en verhandelen van timmerhout.
Wordt gebruikt voor boomrijke gebieden, meestal begroeid met bomen van hetzelfde soort die daar van nature groeien of zijn aangeplant, en meestal vrijwel zonder kreupelhout; minder uitgestrekt dan 'wouden'.
Verwijst naar kaarten van een bepaalde regio die bedoeld zijn om door bossen en andere begroeiing bedekte gebieden weer te geven. Meestal vermelden ze de begrenzingen van het bos, de reliëfkenmerken van het gebied, geschatte volumes aan opgaand hout en verwachte groeisnelheden, en kenmerken of projecties die samenhangen met zaken als dierlijke of menselijke bewoning en ecologische kwesties.
Borstbeschermers van wol, flannel of bont die ook dienst deden als buste-verbeteraars. Werden gebruikt aan het eind van de 18e, begin 19e eeuw.
Schaven waarbij het blok even breed is als de beitel, waarbij één van de zijkanten van de beitel ook is geslepen zodat deze tegelijkertijd schaaft met de onderkant; worden veel gebruikt voor de afwerking rondom sponningen.
Amerikaanse schommelstoelen uit de 19e eeuw die afgeleid zijn van Windsorstoelen. Ze hebben een houten zitting die omhoog buigt naar de spijlen van de opmerkelijk hoge gewelfde rugleuning met omgekrulde bovenregel. Ze zijn meestal gedetailleerd beschilderd of bewerkt.
Leden van een subfamilie waartoe 12 levende soorten solitaire moerasvogels behoren, die verwant zijn aan de reiger maar een kortere hals en een dikkere romp hebben. Roerdompen hebben gewoonlijk een camouflagepatroon van gevlekte bruine en vaalgele strepen, en wanneer ze met hun snavel omhoog staan kunnen ze onzichtbaar worden tussen de riet- en grasstengels van hun habitat.
Decoratief motief afgeleid van de vorm van een blad dat vaak voorkomt in Perzische tapijten en textiel.
Een ongestandaardiseerde naam voor de heldere gele verfstof die wordt gewonnen uit de narcis, voornamelijk uit de oranje kern van de kleine witte narcis, of voor een licht en helder geel pigment dat wordt gemaakt van cadmiumsulfide.
Kleine messen met een breed maar bot lemmet en een ronde punt die worden gebruikt voor het snijden of opdienen van boter van een botervloot. Gebruik 'botermesjes' voor soortgelijke messen die bij een diner worden gebruikt voor het smeren van boter op brood, broodjes of soortgelijk voedsel.
Kleine messen in een couvert die een breed maar bot lemmet hebben en bij een diner worden gebruikt voor het smeren van boter op brood, broodjes of soortgelijk voedsel. Gebruik 'botermessen' voor soortgelijke messen die worden gebruikt als serveermessen voor het snijden of opdienen van boter van een botervloot.
Kleine glazen schalen op een zilveren onderschotel voor porties boter voor één persoon. Gebruik 'botervloten' voor schalen die bedoeld zijn voor het bewaren en serveren van boter aan tafel.
Keukengerei dat wordt gebruikt voor het snijden van boter.
Een paar kleine spatels om bolletjes of andere decoratieve vormen van boter te maken.
Keukengerei dat wordt gebruikt om ontwerpen in boter te drukken.
Keukengerei dat wordt gebruikt om van boter geplooide krullen te maken.
Dekschalen voor het bewaren en serveren van boter aan tafel. Gebruik 'boterschaaltjes' voor kleine schalen voor porties boter voor één persoon. Gebruik 'boterkoelers' voor bakjes die ontworpen zijn om gekoelde boter op tafel te serveren.
Keukengerei dat wordt gebruikt om boter decoratief te vormen.
Verwijst naar de stijl van de keramiek die werd geproduceerd door Johann Friedrich Böttger in het begin van de 18de eeuw. Zijn werk bestaat uit roodbruin of zwart steengoed, versierd met in reliëf aangebrachte, ingekerfde, ingelegde, gegraveerde of geschilderde motieven en gelig porselein met een dik glazuur en toegevoegde decoratie.
Bomen waarvan het loof is verwijderd en die zijn versierd met gekleurde flessen aan het einde van de takken, en volgens hun makers beschermende en helende krachten hebben; vooral in het zuidwesten van de Verenigde Staten. Geen Nederlands equivalent.
Kledingstukken die het hele lichaam bedekken en tot de knieën of enkels reiken, met mouwen of zijden die over schouders en armen worden gedrapeerd; Voornamelijk door mannen gedragen in de Sahelregio van West-Afrika, vaak over een broek.
Negentiende-eeuwse sofa's met een rugleuning in het midden zodat mensen aan beide zijdes van de rugleuning kunnen zitten.
Beschrijft kunstwerken die zijn vervaardigd door de bewoners van de Bougainville-eilanden. De bevolking van Bougainville creëert menselijke en dierlijke vormen met naturalistische proporties en details, maar soms vertonen de menselijke hoofden ook hondachtige trekken, met een sterk naar voren stekende kaak. Het oppervlak is vaak zwart gevlekt en verfraaid met ingelegde patronen van rode en witte pigmenten. De decoratieve elementen die voor ceremoniële structuren worden gebruikt, zijn vermaard vanwege de hoge technische kwaliteit van het snijwerk.
Houders, inhoud ca. 3 liter, voor het bereiden en bewaren van ingrediënten voor soepen en sauzen.
Kleine lepels met een ronde kom die worden gebruikt voor het eten van bouillon en andere heldere soepen. Gebruik 'soeplepels' voor grotere lepels met een ronde of ovale kom die worden gebruikt voor het eten van soep.
Marqueterie die bestaat uit lagen koper en schildpad die, vooral aan het eind van de 17de en het begin van de 18de eeuw, samen op meubels werden gelijmd. De term komt voort uit de naam van de kunstenaar André-Charles Boulle en zijn zonen, van wie het werk op grote schaal werd geïmiteerd.
Houders, meestal van aardewerk of porselein met een geperforeerde bovenkant, waar snijbloemen of takken in worden gezet.
Verkopers die tweedehands boeken, brochures en prenten vanuit houten kisten verkopen, in het bijzonder de straatverkopers die langs de Seine in Parijs staan.
Mechanische instrumenten voor het meten van druk, die als waarnemingselement gebruik maken van een gebogen of gedraaide metalen buis die over de lengte is afgeplat en aan de uiteinden is afgesloten.
Eén van de sociale klassen waarvan het inkomen bestaat uit de winst uit commerciële en industriële ondernemingen, vooral ter onderscheiding van (groot)grondbezitters, loontrekkers, boeren en vrijew beroepen.
Boerderij, die veel in het Franse departement de Vendée voorkomt, met begane grond en één verdieping met rieten dak en gepleisterde muren
Kleine metalen staafjes, gebruikt als versteviging, met een kop en vaak met een spiraalvormige schroefdraad, die meestal worden vastgezet door middel van een moer of vastnagelen.
Kanonskogels die meestal bestaan uit twee ronde kogels die aan elkaar zijn verbonden door een stuk ketting of ijzerdraad, of soms uit een enkele kogel met een stuk ketting bevestigd aan overliggende zijdes; werden gebruikt van de 17e tot de 19e eeuw om schade toe te brengen aan fortificaties en vooral aan de zeilen en tuigages van schepen.
Een booglasprocédé waarbij onderdelen worden verbonden door middel van verhitting tussen een metalen verbindingsbout en het andere te bewerken deel totdat de beide oppervlakken aan elkaar vastzitten.
Beddenspreien van boucléstof met patronen, meestal uitgevoerd met gekleurde wol; volgens Frans-Canadese traditie. Geen Nederlands equivalent.
Bloemen of kleine boeketjes die, meestal door mannen, in het knoopsgat van de revers worden gedragen.
Baksteen gemaakt van zuivere klei die geen speciale oppervlaktebehandeling krijgt.
Bouwwerken van allerlei aard, die uit onderdelen geconstrueerd of kunstmatig gefabriceerd zijn en die op een bestendige manier zijn samengevoegd.
De overbelasting van gebouwen in een zodanige mate dat deze niet langer geschikt zijn voor hun vereiste functie.
Structurele of decoratieve vormen die oorspronkelijk of hoofdzakelijk ontstonden als architectonische componenten, vaak aangepast voor andere bewoonbare ruimten zoals grote voertuigen, en vaak geleend of geïmiteerd voor structureel of decoratief gebruik op andere objecten.
De studie naar de wetenschappelijke en technische aspecten van de architectuur, ter onderscheid van de zuiver kunstzinnige of historische benadering.
Wordt gebruikt voor plattegronden van bouwterreinen met door eenvoudige schetsen of vormen aangeduide gebouwen.
Beschrijvingen van de doelstellingen, de voorschriften en de maatstaven voor een bouwproject, bijvoorbeeld met betrekking tot de eisen waaraan het te bebouwen terrein dient te voldoen of de manier waarop de beschikbare ruimte dient te worden benut.
Land dat is voorzien van bewateringssystemen, riolen, trottoirs en andere primaire faciliteiten met het oog op industriële ontwikkeling of de bouw van een woonwijk.
Wordt gebruikt voor netwerken van apparatuur die niet-structurele diensten bieden zoals W-systemen of elektriciteit binnen een gebouw of complex.
Te gebruiken voor alle arbeiders die in de bouw werken, zowel de geschoolde als de ongeschoolde arbeiders.
Door lokale overheden verplicht gestelde vergunningen, waarvoor leges worden geheven, voor nieuwe bouwprojecten of omvangrijke veranderingen aan c.q. uitbreidingen van bestaande gebouwen. Alvorens een bouwvergunning wordt verstrekt moet eerst een schriftelijke aanvraag worden ingediend; deze dient vergezeld te gaan van een bouwplan en een kostenraming.
Wetten, voorschriften of overheidsmaatregelen betreffende bewoonbaarheid waarin normen en eisen worden gegeven voor constructie, onderhoud, exploitatie, bewoning en gebruik of voor het uiterlijk van gebouwen, ruimten en woningen.
De hiërarchie Bouwwerken bevat descriptoren voor vrijstaande gebouwen en andere structuren die meestal worden beschouwd als afzonderlijke bouwwerken of architectuurtypen (bijvoorbeeld 'musea', 'basilica's', 'paleizen'). Descriptoren voor bouwwerken omvatten een groep elementen uiteenlopend van complexe gebouwen tot basale hulpstructuren. Waar mogelijk worden gebouwen onderscheiden van andere structuren. Gebouwen worden gedefinieerd als ommuurde of overdekte constructies die fungeren als bewoning of schuilplaats of daarvoor bestemd zijn (bijvoorbeeld 'flatgebouwen' of 'restaurants') en die meestal omvangrijker zijn dan andere structuren die alleen een beperkte vorm van onderdak of beschutting bieden (bijvoorbeeld 'tenten' of 'schutstallen'). Onder 'Overige structuren' worden die constructies verstaan die deels of virtueel zijn omsloten of overdekt (bijvoorbeeld 'cromlechs' of 'priëlen') of vrijstaande constructies die geen beschutting of onderdak bieden (bijvoorbeeld 'aardhopen' of 'seintorens'). Sommige structuren kunnen betrekkelijk klein zijn en als toegevoegde structuur bij andere bouwwerken fungeren (bijvoorbeeld 'fonteinen' of 'graftomben'). Relatie met andere hiërarchieën: sommige descriptoren in de hiërarchie Bouwwerken (bijvoorbeeld 'scholen' of 'bibliotheken (gebouwen)') kunnen verwijzen naar de bouwwerken, de organisaties of de instellingen. Descriptoren voor de structurele geraamten en afzonderlijke bouwelementen (bijvoorbeeld 'balloon frames' of 'garagedeuren') die samen één bouwwerk vormen, zijn ondergebracht in de hiërarchie Componenten. Kamers, ruimten en andere grote samenstellende delen van gebouwen (bijvoorbeeld 'keukens' of 'ells') zijn eveneens in de hiërarchie Componenten te vinden.
Een algemene term die verwijst naar vrijstaande gebouwen, onderdelen van gebouwen, complexen van gebouwen, andere constructies of een door de mens gemaakte omgeving, doorgaans groot genoeg om mensen toegang te verlenen, voor een praktisch doeleinde, relatief permanent en stabiel van aard en meestal geacht van esthetische waarde te zijn.
Te gebruiken voor de driedimensionale ruimte waarbinnen een bouwsel in een bestemmingsplan mag worden gebouwd; wordt voornamelijk gebruikt met betrekking tot de eisen van het bestemmingsplan voor het gebruik van land en het ontvangen van daglicht en lucht.
Gezichten op terreinen, constructies of voorwerpen, recht van boven gezien. Gebruik 'plattegronden' voor orthogonale tekeningen op het horizontale vlak.
Harnas voor de dijbenen, meestal onderaan bevestigd aan de knieplaten. Geïntroduceerd in de 14e eeuw, waarna ze zich ontwikkelden van enkele platen die de voorkant van het dijbeen bedekten tot gelaagde harnasplaatjes die het hele dijbeen bedekten.
Wordt gebruikt voor de hoogste of meest verheven delen van objecten. Als bijvoeglijk naamwoord dat de plaats van iets aan of bij de bovenkant beschrijft wordt 'boven' (Kenmerken en Eigenschappen) gebruikt.
Tafelgerei voor het opdienen van punch, voor het overbrengen van de drank van punchkom naar de punchbekers; komvormige schep aan een steel.
Te gebruiken voor kort gemaaide, vlakke terreinen die speciaal voor het spelen van lawn-bowls zijn aangelegd.
Krukken waarbij de zitting met scharnieren aan de rand vastzit in de vorm van een kleine kist met deksel.
Voorbereidende, vrij ver uitgewerkte schetsen, meestal driedimensionaal voor beeldhouwwerken, maar soms ook geschilderd of getekend. Gebruik 'voorbereidende schetsen' voor soortgelijke architectonische schetsen. Gebruik 'maquettes' voor grovere schetsen.
Egeïsche vaten uit het Bronzen Tijdperk, meestal met een platte, open, bordachtige vorm met inkervingen aan één kant. Het gebruik ervan is niet bekend.
Puntige staven die door vlees en ander voedsel worden gestoken om het te kunnen braden voor of boven een warmtebron. Wordt soms gebruikt als een onderdeel van een roosterspit en andere kooktoestellen en warmtebronnen. Gebruik 'spiesen (kookgereedschap)' voor lang, puntig gerei dat wordt gebruikt voor het vastzetten van kleine stukjes voedsel gedurende het bakken of het onderdompelen.
Groot, complex genus van enkele honderden soorten bloeiende struiken. Vele daarvan produceren eetbare vruchten. De vrucht is geen echte bes. Botanisch wordt het een ���verzamelvrucht' genoemd, een vrucht die bestaat uit allemaal kleine steenvruchtjes. Men denkt dat het genus 36 miljoen jaar geleden al bestond.
Struik met zwarte of paarse vruchten. De vrucht is geen echte bes. Botanisch wordt het een ���verzamelvrucht' genoemd, een vrucht die bestaat uit allemaal kleine steenvruchtjes. Uit de bladeren en loten van de braam wint men een donkerbruine of zwarte kleurstof die rijk is aan tannines. Uit de wortels kan men een kleurstof extraheren met een oranje of groenige tint. Met rijpe bramen produceert men rode kleurstoffen (zonder bijtmiddel), groene kleurstoffen (met een bijtmiddel met chromium) en paarse kleurstoffen (met een bijtmiddel met aluminium of tin). De primaire kleurstoffen in de bramen zijn anthocyanen, zoals cyanidine, malvidine en chrysanthemine.
De eetbare, zachte, bessenachtige vrucht van de plant Rubus fruticosus en aanverwante soorten. Botanisch gezien is het een samengestelde vrucht die bestaat uit vele kleine, meestal donkerpaarse steenvruchtjes op een conische vruchtbodem waarvan de rijpe vruchten eenvoudig zijn te plukken.
Verwijst naar een soort kloskant die in de 17de en 18de eeuw werd gemaakt in Brussel. Deze kant was heel kostbaar en populair aan het hof. De kloskant kenmerkt zich door een specifiek maaswerk dat bestaat uit zeshoeken, waarbij elke zeshoek bestaat uit vier gedraaide zijden en twee vier keer gevlochten zijden. Ook kunnen delen van het motief zijn verbonden door middel van een spijlenfond. De ontwerpen bestonden meestal uit grote gebogen vormen, krachtige, uitbundige bloem- en bladpatronen, en landschappen en figuren in verhalende scènes. Afzonderlijke motieven of kleine secties van het patroon werden soms apart gemaakt en op het maaswerk bevestigd. De kant dankte zijn faam aan het hoogwaardige garen van Brabants vlas waarvan deze was gemaakt. De term verwijst ook naar de imitaties van Brusselse kant die later en/of elders werden gemaakt.
Moderne Amerikaanse term voor de banden die de poot en de voet van een tafel of standaard van elkaar scheiden.
Wordt gebruikt voor kapitelen waarvan het bovenste draagvlak aanzienlijk is vergroot door uitstekende voorwerpen die worden geplaatst op het draagvlak en beladen met balken of dakelementen. Over het algemeen worden ze gebruikt om de ruimte tussen dragende elementen te verkleinen.
Steiger die wordt gesteund door metalen steunen die tijdelijk aan een gebouw of pilaar zijn bevestigd.
Hangers in de vorm van schijfjes van dun, gehamerd goud of zilver met gestempelde versiering gebaseerd op prototypen van Romeinse munten of medaillons, of met inscripties in runen. Hangen aan een rond verbindingstukje en zijn bedoeld om aan een riempje of op een andere manier om de hals te worden gedragen.
Speciaal gereedschap voor het vastpakken en aanbrengen van verzinknagels op lastig te bereiken plaatsten.
De Bradshaw-stijl wordt tot de oudste gedocumenteerde rotskunststijlen gerekend. Deze monochromatische rotskunst wordt aangetroffen op afgelegen locaties in de Australische Kimberleys. Schilderingen in de Bradshaw-stijl beelden geanimeerde menselijke figuren in zwart, wit en rood oker af; de figuren zijn getekend alsof ze midden in een beweging zijn verstijfd. Er kunnen twee fasen worden geïdentificeerd bij de Bradshaw-kunst, welke worden gekenmerkt door verschillen in haartooi, artefacten en houding. Bradshaw-kunst van recentere datum uit de Kimberleys lijkt sterk op rotskunst uit de Lewis Stick-periode in het westelijke deel van Arnhem Land. Afbraak van het pigment bemoeilijkt de datering van deze kunst, maar bij recent onderzoek is vastgesteld dat de schilderingen circa 17.000 jaar oud zijn.
Een hindoeïstisch georiënteerde beweging die in de jaren 30 van de 20ste eeuw in Hyderabad is voortgekomen uit de levendige religieuze ervaringen van een koopman genaamd Dada Lekhraj. Onder de nieuwe naam Prajapita Brahma bevorderde Lekhraj de overgang van het leiderschap van de beweging in vrouwelijke handen, waar het is gebleven. In deze duizendjarige beweging zijn de traditionele rollen van man en vrouw omgedraaid. Het hindoeïstische geloof in de mogelijkheid te ontsnappen aan de samsara wordt afgewezen ten gunste van een geloof in een gouden tijdperk dat zal volgen op onze tijd van neergang, die zal eindigen in een atoomramp. Alleen gezuiverde zielen zullen in dit gouden tijdperk blijven bestaan en als goden in een staat van volkomen geluk leven. Aanhangers propageren een vegetarisch, celibatair leven zonder alcohol en sigaretten met een grote nadruk op meditatie en yoga als manieren om geestelijke eenwording met God te bereiken. Hun ideeën worden verspreid in de vorm van boodschappen of 'murli’s' die dagelijks worden afgegeven bij Brahma Kumari-centra over de hele wereld. Volgelingen van de beweging zijn recentelijk actief geworden bij de Verenigde Naties; zij hebben bijvoorbeeld de inspiratie geleverd voor de Global Co-operation Movement. Het hoofdkwartier bevindt zich tegenwoordig in Mount Abu in Rajasthan (India).
Verwijst naar de religie in het oude India die haar oorsprong vindt in de Vedische religie. Wordt gekenmerkt door een sterke verering van de geestelijken (de brahmanen), devotie (bhakti) en de populariteit van de afzonderlijke goden Shiva en Visjnoe.
Een 19de-eeuwse hindoeïstische hervormingsbeweging die teruggaat tot de hindoe-apologeet en -hervormer Rammohun Roy (1772-1833). Deze was onder de indruk van de prestaties van het westen maar meende dat in India de spiritualiteit groter was. De theïstische beweging, beïnvloed door de islam, het christendom en de moderne natuurwetenschappen, streefde naar een terugkeer tot het zuivere hindoeïstische geloof door afwijzing van beeldenverering, nadruk op monotheïsme en hervorming van hindoeïstische sociale gebruiken. Roy’s belangrijkste hervorming was de Britten ervan te overtuigen dat de sati, de praktijk van de weduweverbranding, geen deel uitmaakte van de oorspronkelijke dharma en verboden moest worden. De beweging bleef met veel verdeeldheid bestaan tot in de 20ste eeuw, maar verloor snel leden en invloed.
Familie van zeedieren die door hun dubbele rij geslachtsklieren is te onderscheiden van verwante soorten.
Elektrische of mechanische systemen die in een gebouw zijn geïnstalleerd en een bel of luchtstoot ten gehore brengen wanneer er rook of vlammen worden bespeurd. Bepaalde alarmen zijn uitgerust om sproeisystemen in werking te stellen voor extra bescherming.
Wordt gebruikt voor installaties van automatische sproeiers, schuimdistributiesystemen, brandweerslangen en/of draagbare brandblussers die zijn bedoeld voor het doven van vuren.
Motieven die een hart afbeelden met uitslaande of omringende vlammen. Deze motieven komen voor in westerse en christelijke kunst en symboliseren liefdadigheid, goddelijke liefde of religieuze passie.
IJzeren staven met aan het uiteinde een plat vlak waarop in reliëf een embleem of letter is gezet. Worden na het verhitten gebruikt om vee, gereedschap of geproduceerde goederen te merken met onuitwisbaar bewijs van eigendom.
Houders voor het veilig opbergen van artikelen. Wordt vooral gebruikt voor doosvormige containers, meestal gemaakt van staal of ijzer, die een of meer mogelijkheden ter beveiliging hebben, die vrijstaand kunnen zijn of ingebouwd in een muur of gewelf en die gebruikt worden om geld en andere kostbaarheden te beschermen tegen brand of diefstal. Gebruik `provisiekast' voor geventileerde kasten waarin voedsel wordt bewaard. Gebruik `geldkisten' voor afsluitbare kisten die vaak kleiner zijn en gemakkelijker te dragen.
Aanvoeropeningen om water van hoofdleidingen of aanvoerbuizen af te tappen; gewoonlijk gesitueerd langs straten en gebruikt voor brandbestrijding.
Trappen, meestal van staal, die zijn bevestigd aan de buitenkanten van gebouwen en die een mogelijkheid bieden te ontsnappen in geval van brand. Voor brandveilige trappen binnenin gebouwen wordt 'brandtrappen' gebruikt.
Familie van ongeveer 45 genera kruiden, struiken, kleine bomen en klimplanten die voornamelijk voorkomen in tropische gebieden. De familie is typisch voor de orde Urticales. Veel soorten, met name brandnetels (Urtica) en Australische netelbomen (Laportea), hebben prikkende haren op de stengels en de bladeren. De bladeren verschillen en het sap is gewoonlijk waterig. De kleine groenachtige bloemen vormen vaak trosjes in de bladoksels. Een plant kan zowel mannelijke als vrouwelijke bloemen dragen.
Trappen binnen gebouwen die zo zijn gemaakt dat ze relatief goed beschermd zijn tegen de effecten van brand in een gebouw en dus bedoeld zijn als een nooduitgang. Gebruik 'brandladders' voor trappen die zich aan de buitenkanten van gebouwen bevinden en die een mogelijkheid te bieden te ontsnappen in geval van brand.
Verticale afgescheiden gedeelten in gebouwen, waarin zich een trap bevindt en die brandveilig genoeg zijn om als branduitgang te kunnen dienen.
Numerieke waarde die aan materialen wordt toegekend om hun vuurvastheid mee aan te duiden.
Bij een bouwconstructie, brandwerende muren, afgesloten trappenhuizen, en andere vergelijkbare obstakels om te voorkomen dat een brand zich door een gebouw verspreidt.
Wordt gebruikt voor pretentieloze restaurants die vers, eenvoudig bereid voedsel en drank (oorspronkelijk bier) serveren in een informele, ontspannen sfeer.
Orde van bloeiende planten met ongeveer veertien families. De soorten uit deze orde produceren glucosinolaatverbindingen (mosterdolie).
Russisch ceremonieel drinkgerei, bolvormig en soms met een deksel en een lage voetring. Meestal van zilver en soms rijk geëmailleerd of versierd met edelstenen.
Een soort bardiglio dat herkenbaar is aan de vele kalkwitte splinters die afsteken tegen de korrels op het marmer en die lijken op natte verf. De naam verwijst wellicht naar de gelijkenis met de vruchten van het Canadese krentenboompje, maar kan ook zijn afgeleid van 'Semo Sancus', een Sabijnse godheid voor wie beelden in dit materiaal werden uitgesneden.
Een brecciëmarmer dat rode, roze, witte of gele fragmenten bevat in een koraalrode matrix; dit marmer werd vaak gebruikt voor de binnenste zuilen van de Tempel van Mars Ultor in Rome. Er zijn echter maar weinig andere voorbeelden bekend en de oorspronkelijke vindplaats ervan is niet geïdentificeerd.
Een brecciëmarmer dat grijsachtig violet is met opvallende felrode of goudgele strepen en langwerpige witte, gele of rode fragmenten. Het marmer is afkomstig van het eiland Skyros en is genoemd naar Septimius Bassus, die in de oudheid aan de Via Tusculana in Rome een villa bezat die weelderig was gedecoreerd met deze marmersoort.
Een roze-bruin brecciëmarmer. De naam is afgeleid van de oude Italiaanse benaming voor een harlekijnkostuum.
Kleine handbijlen met rechte handvatten.
Kruisen met armen die bijna driehoekig zijn, omdat ze zeer smal zijn waar ze samenkomen en steeds wijder worden naar de uiteinden, zodat het geheel lijkt op een vierkant. Er zijn varianten waarbij de uiteinden niet worden afgesneden om een vierkant te vormen, maar waarbij ze een schildvorm of cirkel vullen.
Kleine zegels of bedeltjes die zijn bedoeld om aan een horlogeketting te dragen.
Decoratieve accessoires die op bretels lijken; met gevormde banden die over beide schouders lopen en soms aan een bijpassende broeksband zijn bevestigd. De banden zijn soms met elkaar verbonden door middel van horizontale banden over de borst of rug.
Verwijst naar boeken of andere documenten die de psalmen, hymnen, gebeden, lessen en andere voordrachten bevatten die een katholieke of andere christelijke geestelijke nodig heeft om de dagelijkse getijden te bidden. De getijden zijn de gebeden die op vaste uren verspreid over de dag gezegd of gezongen worden. In de 11de eeuw verscheen een verkorte versie van het brevier dat uit één deel bestond, terwijl de teksten van de langere versie in de 7de eeuw tot stand kwamen in de Romeinse rite en in de 10de eeuw in Karolingisch Europa. Brevieren kunnen rijkelijk voorzien zijn van verluchtingen.
Beitels of steenbeitels die worden gebruikt om baksteen te breken.
Kleine tafelkleden voor op kaarttafels.
Te gebruiken voor tweemasters die ra's aan de fokkenmast voeren en hoofdzakelijk gaffelzeilen aan de grote mast, al hebben sommige een vierkant topzeil aan de grote mast.
Een religieuze orde volgens de kloosterregel van de Heilige Augustinus die werd gesticht door de middeleeuwse mystica Sint Brigitta van Zweden (overleden in 1373). Na de dood van haar echtgenoot wijdde Brigitta haar leven aan het gebed en kreeg zij visioenen, in een waarvan zij opdracht kreeg de Orde van de Allerheiligste Verlosser te stichten. Kort na Brigitta’s dood werd haar dochter, Sint Catharina van Zweden, de eerste abdis van het oorspronkelijke klooster in Vadstena (Zweden). Andere kloosters volgden, elk met niet meer dan zestig nonnen. Aan elk klooster was een parallelle gemeenschap van monniken verbonden, die hetzelfde liturgische leven leidden onder het bestuur van de abdis. Tot de bijdragen van de brigittinessen aan de Scandinavische cultuur behoort een van de eerste drukpersen, gebouwd in de abdij van Vadstena. De orde, die de nadruk legde op nederigheid, eenvoud en contemplatie, bloeide tot de Reformatie en werd in Zweden verboden in 1595. Daarna waren er geen brigittenmonniken meer, al zijn er wel vier autonome nonnenkloosters blijven bestaan: één in Engeland, één in Beieren en twee in de Nederlanden. Elisabeth Hesselblad begon in 1911 een nieuwe tak van de oude orde, die zij vervolgens nieuw leven heeft ingeblazen door kloosters te stichten in Zweden, Italië, Engeland, India, Zwitserland en de Verenigde Staten. Hoewel de orde een lange geschiedenis heeft, is zij modern in haar pogingen tot vernieuwing van het kloosterleven en in oecumenische kwesties.
Te gebruiken voor tweemasters met het maximum aantal vierkant getuigde masten, waarvan de grote mast ook een bezaanszeil met gaffeltuig, een brikzeil, voert en de grote mast langer is dan de fokkenmast.
Wordt gebruikt voor grasrijke, openbaar toegankelijke ruimten in de buitenlucht, dicht bij het centrum van een plaats, die gebruikt worden voor een verscheidenheid aan gemeenschapsfuncties.
Sabels met kort blad die gebruikt werden door de soldaten en officieren in Napoleons Keizerlijke garde. De naam komt voort uit de gelijkenis tussen het gebogen gevest van de sabel en de tondeldozen die toen in gebruik waren. De sabre-briquet werd vooral voor praktische doeleinden gebruikt, maar kon in de strijd ook serieuze verwondingen aanbrengen.
Granaten speciaal ontworpen om te exploderen in scherven en deze te verspreiden, eerder gebruikt tegen personeel dan tegen gemechaniseerde voertuigen, installaties of gebouwen.
Rijtuigen die in Polen en Oostenrijk werden ontwikkeld aan het begin van de 19e eeuw en die uiteindelijk populair werden in Engeland voor reizen over lange afstanden, omdat het compartiment met zitplaatsen binnen kon worden omgebouwd tot een slaapruimte; vaak voorzien van een grote bank die naar achteren uitkeek om ook bedienden onder te brengen.
Te gebruiken voor dunne stukjes gespleten hout met een lengte van ongeveer 60 tot 90 centimeter, verbogen in een U-vorm en met puntige uiteinden. Ontworpen voor het bevestigen van riet op daken.
Verwijst naar de stijl in de 15de-eeuwse Italiaanse graveerkunst die gebruikmaakt van dikke lijnen waarmee het effect van pentekeningen wordt bereikt.
Een aantrekkelijk schelpmarmer uit het Spaanse Tortosa, waar het nog steeds wordt gewonnen. De hoofdkleur varieert van roodachtig lila tot geel, afhankelijk van de hoeveelheid slakken die het bevat. De gele kleur wordt bepaald door de weekdieren en het lila door de zeebedding waarin het is verzonken. Broccatello werd veelvuldig gebruikt als oppervlakteversiering in kerken in Rome en Napels.
Wordt gebruikt voor ronde stenen torens met een dubbele muur, te vinden in Schotland en de naburige eilanden.
Een onregelmatig toegevoegde inslag die niet van zelfkant tot zelfkant loopt maar alleen wordt gebruikt waar het patroon dat vereist.
Kleinen stukken drukwerk die de kenmerken of voordelen van een plaats, organisatie, of ander bedrijf beschrijven en die over het algemeen zijn bedoeld als advertentie.
In het algemeen te gebruiken voor bereid voedsel dat wordt gemaakt van deeg, dat bestaat uit bloem of meel van verschillende planten, water en andere ingrediënten, met of zonder toevoeging van een rijsmiddel. Specifiek te gebruiken voor broden of gebak van deeg met bloem, die worden bereid door middel van bakken.
Verwijst naar een geborduurd ajourwerk met als belangrijkste ontwerpelement de oogjes, kleine gaatjes die zijn verbonden door satijnen lapjes. Het wordt meestal verwerkt in katoen als de randen van kleding of linnengoed. De gaatjes - of oogjes - zijn gegroepeerd in patronen die verder zijn afgebakend door eenvoudige borduursteken op het omliggende materiaal. Het werk wordt meestal uitgevoerd met witte draad op witte stof. De techniek ontstond in het 16de-eeuwse Europa en was niet beperkt tot Engeland, zoals de naam suggereert. In de 19de eeuw werd het veel gebruikt op nachtkleding en ondergoed. Moderne broderie anglaise wordt meestal machinaal vervaardigd.
Dameskostuums die bestaan uit een broek en een bijpassend bovenstuk in de vorm van een jasje, tuniek of iets dergelijks; kan een bijpassende blouse of ceintuur hebben.
Zware schoenen met open zijkanten; vooral grove leren schoenen die tot aan de enkels reiken.
Kleine Chesapeake Bay-zwaardboten van het bugeye-type van ongeveer 12 m lang, half gedekt, met twee masten en torenzeilen; gebruikt voor de oestervisserij.
Wordt gebruikt voor stadhuizen in kleine Italiaanse gemeenschappen, vooral in Lombardije.
Familie van ongeveer 2600 soorten bloeiende planten, de meeste inheems in de tropische gebieden in de Nieuwe Wereld en West-Indië. De meeste hebben vlezige vruchten, maar sommigen produceren droge peulen. In de evolutie vormen bromelia's een van de jongere plantengroepen. De oudste soorten vindt men voornamelijk in het Andesgebergte. In dat gebied zijn ze ook ontstaan.
In het huidige gebruik verwijst het naar lichte tweewielige motorvoertuigen met een kleine motor die zijn ontworpen om zuinig en relatief veilig vervoer aan te bieden met minimale vergunningseisen. Hun functies en mogelijkheden zijn iets anders gedefinieerd in verschillende licentiemodellen. Bijvoorbeeld, volgens de Engelse wet, mag een bromfiets niet meer dan 550 pond (250 kg) wegen, met een maximumsnelheid van ten hoogste 30 mph, en een cilinderinhoud van niet meer dan 50 cc. De (Engelse) erm verwees oorspronkelijk naar gemotoriseerde fietsen, maar gebruik voor dat begrip liever "gemotoriseerde fiets."
Verwijst naar de periode en cultuur die wordt geassocieerd met het tweede tijdperk in het drieperiodensysteem dat in 1836 is ontwikkeld door Christian Jürgensen Thomsen. Deze periode kenmerkt zich door het wijdverbreide gebruik van brons, een legering van koper en tin, lood, antimonium of arsenicum bij de vervaardiging van gereedschappen en wapens. De Bronstijd ontwikkelde zich op verschillende momenten in verschillende delen van de wereld, vanaf circa 3500 v. Chr. in Griekenland en China en vanaf circa 1400 v. Chr. in verschillende delen van Europa. In Noord- en Zuid-Amerika is er geen Bronstijd geweest omdat de plaatselijke Steentijdculturen door Europese ontdekkingsreizigers direct met de technologie van de IJzertijd werden geconfronteerd.
De aantasting van koper, of een van de legeringen daarvan, door de vorming van een zacht poederig mineraal aan het oppervlak van het metaal als gevolg van de aanwezigheid van vocht en chloriden.
Gebouwen of gedeelten van gebouwen waar brood en andere gebakken producten worden bereid. Het kan een ruimte voor de verkoop van gebakken producten omvatten.
Borden voor een individuele portie brood, die lijken op maar kleiner zijn dan dessertborden.
Oliedruk waarbij wordt uitgegaan van een vergroting op bromidepapier, zodat een contactnegatief niet nodig is. Het fotopapier wordt na de normale afwerking gebleekt, waarbij het zilverbeeld verdwijnt en een in verschillende mate gelooid gelatinereliëf overblijft. De eerste afdruk kan het eindprodukt zijn, maar ook een model voor het overbrengen van de afbeelding op een andere ondergrond.
Het broos worden, hetgeen tevens een vermindering van de buigzaamheid of de rekbaarheid veroorzaakt.
Genus van drie of vier soorten kleine tot middelgrote bomen.
De overbelasting van bruggen in een zodanige mate dat deze niet langer geschikt zijn voor hun vereiste functie.
Dijken, steigerwerk of andere bouwwerken die toegang bieden aan beide zijden van een brug.
Eigendom dat door echtgenotes of families bij het huwelijk aan hun echtgenoten wordt geschonken.
Leden van een soort die meer dan 20 ondersoorten en tot 80 variëteiten van ruwharige beren omvat, die inheems zijn in Europa, Azië en het noordwesten van Noord-Amerika.
Omvat latere werken van Le Corbusier en andere architectuur die door zijn stijl is beïnvloed, gekenmerkt door ruw beton en onverholen functionele kenmerken.
Genus van stekelige struiken en kleine bomen uit het Caribisch gebied.
Kleine Caribische boomsoort die inheems is in Midden-Amerika en de Caribische eilanden. Het is een langzaam groeiende boom met broos zwart kernhout.
Verwijst naar een bepaalde stijl van Etruskisch aardewerk tussen het einde van de 7de en het begin van de 5de eeuw v. Chr. Het aardewerk werd geproduceerd als substituut voor metalen voorwerpen. De vormen, decoratieve motieven, zwarte kleur en gepolijste afwerking doen sterk aan de stijl van metalen voorwerpen denken.
Signaalinstrumenten uit Europa die zijn gemaakt van hoorn of hout en later nagemaakt in metaal, met een rechte conische buis die aan het eind iets wijder uitloopt.
Gebogen Romeinse koperen aërofonen met een conische boring waarmee slechts een paar toonhoogtes op de natuurlijke toonladder kunnen worden gespeeld en hoofdzakelijk een waarschuwingsfunctie vervullen.
Kleine, glazen, komvormige bakjes met olie en een drijfpit of drijfkaarsen. Ze worden vooral buitenshuis gebruikt voor versiering en verlichting. Geen Nederlands equivalent.
Kleine, Spaanse tafels die meestal in de kamer van een vrouw staan.
Spaanse naam voor kleine schrijftafels met verborgen ruimten voor juwelen en andere kostbaarheden.
Elke substantie die zowel de zuren als de basen in een oplossing kan neutraliseren en daardoor de oorspronkelijke zuurheid of basiciteit van de oplossing handhaaft.
Stroken die aangelegd zijn om één soort landgebruik te scheiden en beschermen van een ander (bijvoorbeeld tussen industrie en woningen).
Engelse en Amerikaanse krukken, respectievelijk uit de 16e en het begin van de 17e eeuw, die meestal waren gestoffeerd en bedekt met weelderige stoffen en franjes. De benaming wordt ook gebruikt voor verschillende kleine, lage krukken, meestal met gekraagde poten.
Verwijst naar meubelstukken voor een eetkamer met vakken of schappen voor het uitstallen van tafelservies alsmede een oppervlak voor het opdienen of bereiden van voedsel. De term is reeds sinds de 16de eeuw in gebruik, en er is sprake van overlap met de betekenis van 'dressoirs (meubilair)' en 'keukenkasten (wandkasten)'.
Verwijst naar Japanse ceremoniële dansen in combinatie met muziek bij shintoïstische, boeddhistische en keizerlijke hofrituelen en feesten. De dans en muziek werden al vroeg vanuit China, Korea, India en Zuidoost-Azië in Japan geïntroduceerd. Tijdens de 9de eeuw werden deze dans- en muziekvormen door de Japanse keizers gestandaardiseerd. De dansen bestaan uit gestileerde bewegingen op de maat van een trommel, terwijl de algehele choreografie op eenvoudige geometrische patronen is gebaseerd. De maskers die door de dansers worden gedragen, vormen een belangrijk element bij bugaku. Er zijn twee basisdansvormen met begeleiding van specifieke muziek: saho no mai ('dansen van de linkerzijde'), begeleid door togaku (hoofdzakelijk gebaseerd op Chinese muziek); en uho samai no mai ('dansen van de rechterzijde'), begeleid door komagaku (muziek die oorspronkelijk uit Korea komt). De rijk geborduurde kostuums van de saho no mai-dansers zijn meestal rood, terwijl de kostuums van uho samai no mai-dansers doorgaans groen of blauw zijn. Een bugaku-programma begint meestal met een selectie die wordt uitgevoerd door de hoofddansers van beide vormen, waarna beurtelings dansen uit beide repertoires worden uitgevoerd. Als er uitsluitend muziek wordt uitgevoerd, gebruikt men de term 'gagaku'.
Door bugaku-dansers gedragen maskers ter verfraaiing van ceremoniële dansen. Bugaku-maskers kunnen alles zijn tussen abstract, naturalistisch en fantastisch; soms hebben ze bewegende delen en zachte trekken. Enkele van de oudste voorbeelden van bugaku-maskers bevinden zich in de Tamukeyama-schrijn in Nara en dateren van 1052. De meeste nog bestaande maskers dateren van het midden van de Heian-periode tot de Kamakura-periode (1185-1333). In de 12de eeuw, die wordt beschouwd als de hoogtijdagen van de productie van bugaku-maskers, maakten boeddhistische meesterbeeldhouwers als Insho, Shamon Gyomy en Jokei uiterst verfijnde exemplaren. Bugaku-maskers kunnen worden onderverdeeld in drie groepen die slechts losjes in verband staan met bugaku-dansstijlen. De uitvoerders van de trage en verstilde hiramai-dansen dragen vaak geen maskers, maar de maskers die ze dragen, hebben doorgaans bijna-menselijke verhoudingen. Bij bunomai-dansen, die oorlogsdansen zijn, worden intens expressieve maskers gedragen met lange gezichten en gelaatstrekken zoals opengesperde neusgaten, dreigende ogen en borstelige wenkbrauwen. Bij hashirimai-dansen, waarbij energiek wordt gerend, worden dieren- of andere niet-menselijke maskers gedragen. Vormen van bogaku-maskers worden net als de dansen gegroepeerd in 'links' en 'rechts'.
Wordt van oudsher gebruikt voor bescheiden huizen met één verdieping, van oorsprong met een rieten dak en afgeleid van voorbeelden uit India; wordt daarnaast in Brits verband gebruikt voor vrijstaande huizen met één verdieping; wordt in Amerikaans verband meer specifiek gebruikt voor huizen met één tot anderhalve verdieping, vaak gekenmerkt door een lage gevel of een schilddak en meestal met ver uitstekende, ondersteunde dakranden, dakkapellen en opvallende veranda's; populair in de Verenigde Staten.
Te gebruiken voor aan voor en achterzijde gelijke boten met een bodem van boomstammen of meer recente platbodems van dezelfde vorm met weinig diepgang. De beplanking wordt op een lijst bevestigd en de boten hebben twee achteroverhellende masten met daaraan een fok en driehoekige zeilen; worden gebruikt voor vissen op zee en voor algemeen vrachtvervoer in het gebied rond Chesapeake Bay, in de Verenigde Staten.
Te gebruiken voor lichte, eenvoudig gebouwde, vierwielige rijtuigen al of niet met een vouwdak en meestal met ruimte voor één of twee passagiers, die werden ontwikkeld in Engeland aan het einde van de 18e eeuw; kan ook worden gebruikt voor vroege auto-ontwerpen met een soortgelijke carrosseriestijl.
Orde van 22 soorten in 2 families. Hiertoe behoren de bandicoots en de langoorbuideldassen. Alle soorten hebben een rond lichaam met een boogvormige rug, een lange spitse snuit, zeer grote rechtopstaande oren, relatief lange, dunne pootjes, een dunne staart en diverse snijtanden in de onderkaak. De tweede en derde teen zijn met elkaar vergroeid.
Nauwsluitende, mouwloze jassen tot aan de heupen, meestal zonder kraag en met ceintuur, vooral die werden gedragen over een doublet in de 16e en 17e eeuw. Gebruik ook voor soortgelijke kledingstukken met sluitingen gemaakt van geweven of gebreide stof of leer en gedragen in de 20e eeuw als beschermende bovenkleding of om uitrusting te dragen door militair personeel.
Holle, meestal cilindervorige voorwerpen die lang zijn in verhouding tot de doorsnede en soms buigzaam zijn; meestal gebruikt voor het transporteren of bevatten van vloeistoffen.
Troffels die precies het tegenovergestelde zijn van binnenhoektroffels. Worden gebruikt om buitenhoeken te bepleisteren.
Betere kwaliteit baksteen die wordt gebruikt op zichtbare delen van een gebouw, met name die gedeelten die erg goed te zien zijn.
De buitenste trapbomen, die meestal van een beter materiaal zijn gemaakt of beter zijn afgewerkt dan de draagstukken die ze bedekken. Ze kunnen een onderdeel vormen van de eigenlijke constructie of zijn toegepast aan de voorkant van het ondersteunende deel.
Verlichtingssystemen die buiten licht bieden voor veiligheid, vermaak of ter informatie, zoals voor speelvelden, snelwegen, of advertenties.
Aanduiding voor in elkaar gedraaide bundels pijpleidingen of buizen die als koeling worden gebruikt, door warmte over te brengen tussen twee vloeistoffen, of tussen een ruimte en een koelinstallatie.
Systemen voor het vervoeren van papier of kleine voorwerpen door buizen in speciaal gefabriceerde containers door middel van luchtdruk.
Beschrijft werken die zijn vervaardigd door de bewoners van het eiland Buka. Veranderingen in de Bukakunst aan het eind van de 20ste eeuw zijn toe te schrijven aan de kennismaking van de eilandbewoners in de Stille Zuidzee met de buitenwereld. In de 19de eeuw ontdekten walvisvaarders dat de Bukapeddels perfect geschikt waren voor hun werk en gingen ze de productie van peddels door de Buka stimuleren. Tot aan het einde van de 20ste eeuw waren er stijlvarianten te herkennen in het Lapita-aardewerk en de bijbehorende materialen. De bevolking van Buka staat bekend om haar naturalistische afbeeldingen van menselijke en dierlijke vormen; de menselijke hoofden vertonen evenwel hondachtige trekken, met een sterk naar voren stekende kaak. Het oppervlak is vaak zwart gevlekt en verfraaid met ingelegde patronen van rode en witte pigmenten.
Eenvoudige aërofonen die aan het uiteinde worden bespeeld en afkomstig zijn uit Scandinavië en de Baltische regio. Ze worden gemaakt van geitenhoorns, hebben drie tot vijf toongaten en een mondstuk dat volledig uit één uiteinde van de hoorn is gesneden.
Kleine hangers, meestal van goud maar soms van leer, die werden ontworpen als houders voor amuletten. Wordt vooral gebruikt wanneer ze van Etruskische origine zijn.
Publicatie van een organisatie of vereniging, met name een kort verslag, waarschuwing of verslag van nieuws of gebeurtenissen, uitgegeven door de autoriteiten.
Verwijst naar een type glas dat wordt gekenmerkt door centrale cirkelvormige randen rond een pontil mark. Een ruit van dit glas wordt vervaardigd uit het middendeel van een plaat kroonglas, dat ontstaat door het ronddraaien van een glasbel op een ponteerstaaf, waarna één uiteinde wordt weggesneden, zodat er grote ronde glasvlakken ontstaan.
Gaten die in een gemetselde of betonnen muur worden opengelaten om steun te bieden aan kortelingen en die worden opgevuld om hen in overeenstemming te brengen met de rest van het muurmateriaal nadat de steiger is verwijderd.
Beelden van rooms-katholieke heiligen en van Christus aan het kruis, gemaakt in Mexico en Spaanssprekende delen van de Verenigde Staten van de Spaanse koloniale tijd tot het heden, in grootte variërend van klein (5 à 10 cm) tot levensgroot, vrijstaand gebeeldhouwd uit hout, meestal populier of grenen, voorzien van een laagje gesso en beschilderd in heldere kleuren. Ze kunnen zijn gemaakt uit één stuk of uit verschillende delen, vaak geleed of met pinnen aan elkaar bevestigd met behulp van stof of stroken leer, en worden soms in kleding gehuld.
Europese citerachtige chordofonen met een zware darmsnaar die is bevestigd aan de beide uiteinden van een lange houten paal en over een opgeblazen varkensblaas loopt die dient als klankbodem. Ze worden gestreken met een ingekerfde stok of een boog bespannen met paardenhaar en vormen zo een brommende begeleiding voor volksliederen of dansen.
Wordt gebruikt voor een paar zuilen die in elkaar grijpen alsof de schacht van de ene zuil de schacht van de andere grijpt. Gebruik voor paren zuilen die dicht op elkaar zijn geplaatst om zo visueel een eenheid te vormen de term 'gekoppelde zuilen'.
Verwijst naar een productieve Indiase schilderschool die verbonden is met het vorstendom Bundi in het zuidoosten van Rajasthan. Het andere grote centrum van de Bundi-schilderschool was het naburige vorstendom Kotah, waarmee Bundi ook familiebetrekkingen onderhield. Andere idioomvormen van de Bundi-stijl, zoals Indargarh, Khatoli, Toda Rai Singh, Raghugarh, Uniara en Kapren, hebben zich eveneens ontwikkeld uit deze school, die aanvankelijk uitsluitend door de Bundi-heersers werd ondersteund. De Mogolinvloeden lieten zich met name gelden in de Rajasthan-school, die een periode vanaf de 17de eeuw tot het einde van de 19de eeuw omvat. Bundi-schilderijen vertonen ook overeenkomsten met de Deccan-schilderijen uit het zuiden, een regio waarmee de heersers van Bundi en Kotah intensieve contacten onderhielden. De schilderijen werden meestal uitgevoerd als wandschilderingen in het paleis of als miniatuurkunst. Kenmerken van de Bundi-school zijn bewegende figuren, ronde hoofdvormen, symmetrische, waaiervormige platanen, weelderige plantengroei, spectaculaire nachtluchten en een opvallende weergave van water (lichtgekleurde wervelende vormen tegen een donkere achtergrond). Met name de schilderijen die werden geproduceerd onder Rao Bhao Singh (heerste van 1658-81) en Rao Anurad Singh (heerste van 1681-95) hadden een herkenbaar, gerijpt en verfijnd karakter. Bovendien was de repertoirekeuze vergroot. De schilders in Kotah hadden belangrijke opdrachtgevers als Rao Jagan Singh (heerste van 1658-84), Maharao Umed Singh (heerste van 1770-1819), Maharao Ram Singh (heerste van 1827-66) en Maharao Shatru Sal (heerste van 1866-89); vooral populair waren de weelderige schilderijen van jachttaferelen waarin de heerser een rol speelde, uitgevoerd in de vorm van wandschilderingen of als miniaturen.
Haar van een bunzing dat donker van kleur is. Wordt vanwege de elasticiteit vaak gebruikt in verfkwasten.
Te gebruiken om keramiek te beschrijven dat afkomstig is uit de gelijknamige stad die dateert uit de Middeleeuwen. Vanaf 1800 bestond het werk uit stenen kruiken en tafelgerei met een glimmende bruine sliplaag en reliëf, vaak aangebracht met witte klei. In 1829 werd een veldspaathoudende glazuurlaag geïntroduceerd die het werk het uiterlijk van porselein gaf. De stijlen liepen uiteen van klassiek tot neogotisch. Dieren-, bloemen- en heraldiekmotieven bleven voorkomen tot in de 19de eeuw.
Verwijst naar Venetiaanse kant die vanaf de 19de eeuw werd gemaakt op het eiland Burano. Hoewel het vrij verfijnde kant is, wordt het gekenmerkt door patronen die minder verfijnd zijn dan vroegere Venetiaanse kant en door een achtergrond zonder strepen.
Verwijst ofwel naar een schrijftafel met laden ofwel naar een soort kastmeubilair, meestal een ladekast, met een scharnierende, naar voren vallende klep die als schrijfblad fungeert. De eerste meubeltypen waarnaar deze term verwijst, kwamen halverwege de 17de eeuw in Frankrijk tot ontwikkeling. De term 'bureau' heeft zijn oorsprong in een middeleeuws Frans woord voor een grof type linnendoek dat op tafel werd gelegd om als schrijfoppervlak te dienen. In het moderne taalgebruik wordt met 'bureau' een schrijftafel bedoeld, meestal voorzien van een scharnierend schrijfblad dat in gesloten stand in een schuine hoek is geplaatst, terwijl na opening een rij vakjes, laatjes en soms ook een klein kastje zichtbaar wordt. In de Verenigde Staten wordt 'bureau' als synoniem gebruikt voor 'ladekast', waarbij het schrijfblad dus is verdwenen.
Verwijst naar Engelse en andere Europese bureaus met een zeer schuin geplaatst schrijfblad (meestal onder een hoek van 45 graden) met daarboven een boekenkast. Gebruik 'desks and bookcases' voor soortgelijke Amerikaanse voorbeelden. Dit meubeltype heeft zich ontwikkeld uit het bureau. Aan het begin van de 18de eeuw bestond er een type bureau dat bestond uit laden onder een schuin aflopend schrijfblad, geplaatst op cabriolepoten. Op veel bureaus uit deze periode en eerder was een boekenkast geplaatst, vaak met al dan niet beglaasde deuren. Hollandse meubelmakers werkten de vorm verder uit en creëerden zo de 'bureau-boekenkast', die vaak is voorzien van een vernuftige combinatie van laden en vakken. Dit type bureau werd zeer populair en verspreidde zich ook naar andere delen van Europa.
Verwijst naar functionarissen of leden van een bestuur dat is verdeeld in gescheiden verantwoordelijkheidsgebieden of bureaus. In negatieve zin verwijst de term naar functionarissen die inflexibel werken volgens een vaste routine, zonder gebruik te maken van hun eigen onafhankelijke intelligentie of oordeel.
Zij die een document voordat het wordt gepubliceerd controleren op correctheid en samenhang op het gebied van interpunctie, spelling, grammatica of stijl.
Leidinggevende magistraten van een stad of een gemeente.
Deel van het privaatrecht dat zich heeft ontwikkeld uit het Romeins recht in landen waar het rechtssysteem in wezen Romeins is, maar beïnvloed door Germaanse, kerkelijke en zuiver moderne instituties.
Ingezetenen van een staat of een gemenebest die deelnemen aan het politieke proces dat leidt tot de verkiezing van politieke leiders en die het openbare beleid bepalen of beïnvloeden.
Gereedschap dat bij het drukken wordt gebruikt voor het graveren van metalen platen of kopse houtblokken en dat bestaat uit een klein stalen staafje, vierkant of ruitvormig in doorsnede, met een scherpe punt en een halfrond houten handvat dat in de handpalm past. Binnen een archeologische context verwijst de term naar een specifieke vuistbijl of kling met een beitelrand; wordt gebruikt voor het beeldsnijden of graveren van zachtere materialen zoals been, hout of gewei. Gebruik 'graveerstiften' voor divers gereedschap voor het ciseleren of graveren van metaal of hout.
Een handelsmerk gebruikt voor een soort kunstglas dat werd ontwikkeld door de Mt. Washington Glass Company; de kleuren lopen van roze tot geel met roze bovenaan, dat wordt veroorzaakt door de aanwezigheid van goud en uranium.
Branders met één of meer dunne, taps toelopende pithouders die boven de branderplaat doorlopen, maar direct eronder afgesneden zijn om te voorkomen dat ze warmte naar het brandstofreservoir met zeer vluchtige brandstof (een mix van alcohol en geherdestilleerde terpentine) leiden. Wanneer er meer dan één buis is divergeren ze van de onder- naar de bovenkant. Aan iedere buis zijn meestal kleine kapjes met kettingen bevestigd voor het doven van de vlam en ter voorkoming van het verdampen van de brandstof.
Lampen met hoge, smalle, meestal taps toelopende houders van metaal of glas, met één tot zes pithouders die uiteenlopen en een stuk boven de brander uitsteken. Er zitten kleine metalen kapjes aan kettingen bij om de vlam uit te doven en de verdamping van de vluchtige brandstof (alcohol en geherdestilleerde terpentijnolie of kamfer) te vertragen.
Heuveltjes van vergruisde stenen en vaak houtskool, met een haard en een trog erbij. De troggen werden direct uit het gesteente gehouwen en waren daardoor waterdicht, of ze werden waterdicht gemaakt met hout of klei. Men vindt ze in Ierland en Groot-Brittannië en op verschillende plaatsen in Noord-Europa. Ze stammen uit de periode die loopt van het neolithicum en de ijzertijd tot de vroege Middeleeuwen; de meeste zijn ontstaan tussen 1900 en 800 v.Chr. Men denkt dat de vergruisde stenen de resten zijn van stenen die in de haard werden verhit en die men gebruikte om het water in de trog te verwarmen om voedsel te koken, dranken te brouwen, te baden, stoffen te verven of leer te bewerken.
Dunne latjes van bijvoorbeeld balein, staal of hout, die middenvoor in een korset of keurslijf werden gedragen om het te verstevigen.
Wordt alleen gebruikt voor tussenliggende haltes langs busroutes, meestal met verkoop- en servicevoorzieningen; gebruik 'wachthokjes' voor bouwwerken bij bushaltes die bescherming tegen het weer bieden maar geen verkoop- en servicevoorzieningen. Gebruik 'eindhaltes' alleen voor gebouwen of andere constructies die zich bevinden aan de eindpunten van busroutes.
Oude Romeinse omheinde plaatsen voor crematie en het achterlaten van urnen.
Nauwsluitende, mouw- en schouderloze dames- of meisjesbovenstukjes, vaak met elastiek en meestal met baleinen of binnenwerk voor de vorm en om de buste te ondersteunen; als los kledingstuk typisch voor de jaren '80 van de 20e eeuw.
Dienstvertrekken tussen keukens en eetkamers, die zijn uitgerust met toonbanken, wasbakken en bergruimte voor porselein en zilver.
Verwijst naar een neolithische stijl en cultuur die bloeide in het gebied van het huidige Bosnië en is genoemd naar de opgravingen bij Butmir. Deze stijl kenmerkt zich door hoogwaardige vazen op voetstukken en ander aardewerk, versierd met linten, driehoeken, ruitvormen en spiralen, en kleifiguren met expressieve hoofden en overdreven gelaatstrekken, veelal in de vorm van een grimas van verrassing of angst.
Tapijten die bestaan uit kleine cirkeltjes van stof die in vieren zijn opgevouwen en in rijen op een basisstof zijn genaaid.
Een kleurloze, vloeibare ester van azijnzuur, die een fruitige geur heeft en wordt gebruikt als oplosmiddel, vooral in nitrocellulaatlakken.
Vier soorten brandbare, vloeibare alcohol die vier koolstoffen bevatten en vooral worden gebruikt bij organische synthese en als oplosmiddel.
Thermoplastic gemaakt door de verestering van cellulose met azijnzuur en boterzuur in aanwezigheid van een katalysator; vooral belangrijk voor de productie van deklagen, isolatiemateriaal, vernis en lak.
Woongebieden binnen het grotere geheel van een stad, die in meerdere of mindere mate een eenheid vormen als gemeenschap, met eigen winkels en andere voorzieningen, en andere onderscheidende kenmerken.
Te gebruiken voor parken voor de vaste bewoners van stedelijke wijken. Meestal kleiner en met minder voorzieningen dan 'gemeenschapsparken'.
Orde van tweezaadlobbige bloeiende planten, waaronder Buxaceae (90 tot 120 soorten in 4 tot 5 genera) en de kleine familie der Didymelaceae (2 soorten in 1 genus). Deze families zijn nauw verwant aan elkaar en worden soms in één enkele familie ondergebracht, de Buxaceae.
Genus van ongeveer 70 soorten langzaam groeiende groenblijvende struiken en kleine bomen uit de familie Buxaceae.
Eenheid van opslag, in het bijzonder een groep van 8 bits, die wordt gebruikt in de digitale technologie of voor computers. Een byte representeert een waarde of code voor één teken of typografisch symbool.
Verwijst naar de stijl en periode in de christelijke kunst die zich ontwikkelde in het oostelijke Middellandse-Zeegebied tijdens het Byzantijnse Rijk (330-1453), zich verspreidde over een groot deel van de christelijke wereld en in Oost-Europa bleef voortbestaan tot in de 16de eeuw. De stijl kenmerkt zich door de keizerlijke en religieuze onderwerpskeuze, en door een verwijdering van de Griekse naturalistische vormen ten gunste van een ritualistische stilering, bedoeld om spiritualiteit te suggereren.Gebruik ‘vroegchristelijk’ voor de stijl en periode in de christelijke wereld van Italië en het westelijke Middellandse-Zeegebied van de 3de tot het midden van de 9de eeuw.
Kleine ruimten bedoeld voor specifieke doeleinden. Zie voor handelsoptrekjes 'stalletjes'.
Wordt gebruikt voor kleine haakjes en ogen, over het algemeen gebruikt voor kabinetten. Te onderscheiden van 'kabinedeurhaken', die over het algemeen worden gebruikt voor scheepvaartinstallaties.
Historische term voor sofa's met een steile rugleuning die uit het einde van de 18e en begin van de 19e eeuw stammen.
Poten met een dubbele ronding, convex boven concaaf, die werden geïntroduceerd rond 1700.
Stoelen met een opgevulde ovale of cartouchevormige rug. Dit type kwam veel voor aan het eind van de 18e eeuw.
Leden van een orde van papegaaiachtigen bestaande uit 21 levende soorten die worden aangetroffen in Australië, op Nieuw-Guinea en op de Salomonseilanden. Ze kenmerken zich door een gebogen snavel en voeten met twee voorwaartse en twee achterwaartse tenen, en verschillen van echte papegaaien door hun opvallende beweegbare kuif, de aanwezigheid van een galblaas en een kleurpatroon van wit, zwart of grijs met toefjes rood of geel in plaats van het heldere groen en blauw van echte papegaaien.
Bladen waarop een servet kan worden gelegd, met aan een van de zijden een opbergruimte verdeeld in twee of meer vakken voor eetgerei en specerijen.
Waardebonnen, die meestal als geschenk worden gegeven, waarvoor de ontvanger naar eigen keuze tot een aangegeven bedrag artikelen uit een winkel kan kopen.
Te gebruiken voor winkels waar artikelen worden verkocht die voornamelijk decoratief of amusant zijn en waarvan de aantrekkingskracht, meestal gebaseerd op de nieuwheid van het ontwerp, veelal van voorbijgaande aard is.
Verwijst naar een zeer specifieke stijl van zwartfigurig aardewerk, voornamelijk hydria’s, uit circa 530 tot 500 v. Chr., gevonden in Etrurië. Waarschijnlijk werd dit aardewerk gemaakt in Caere, het huidige Cerveteri bij Rome (Italië). De tekeningen zijn van zeer hoge kwaliteit en het schilderwerk is opmerkelijk kleurrijk. De vorm en decoratie van de hydria’s verschillen van voorbeelden uit dezelfde tijd die elders in de Griekse wereld werden gemaakt.Als decoratie zijn vooral lotusbloemen, klimopkransen, palmetfriezen en mythologische taferelen gebruikt.
Boomsoort, inheems in Sri Lanka, India en Maleisië, die wordt gebruikt als geneesmiddel, bactericide en antistollingsmiddel, voor de rode verfstof brasiline die wordt gebruikt voor het verven van stof en de productie van rode verf en inkt, en voor het hout, dat iets lichter van kleur is dan brazielhout.
Verwijst naar de periode en stijl die wordt geassocieerd met de heerschappij van de Romeinse consul en dictator Julius Caesar die stierf in 44 v. Chr. Wordt soms ook gebruikt om te verwijzen naar wat betrekking heeft op de Caesars in het algemeen, dat wil zeggen alle Romeinse keizers die de titel Caesar aannamen, van Augustus tot en met Hadrianus, en vervolgens naar de vermoedelijke opvolger van de keizer. In de moderne literatuur wordt de term soms ook gebruikt om te verwijzen naar alle keizers tot aan de val van Constantinopel, of naar de aanhangers van de Romeinse keizers als tegenstanders van de paus. In de context van kunst en architectuur is de term niet beperkt tot de gangbare betekenis in de geschiedkunde, waar zij ook in enge zin kan worden gebruikt om te verwijzen naar de Caesariaanse partij in de oude Romeinse senaat of de legereenheden van Julius Caesar.
Verwijst naar de oude Romeinse keizers uit de tijd van Augustus Caesar (geboren in 63 v. Chr.) tot aan de val van Konstantinopel. De term is ontleend aan de achternaam van de Romeinse dictator Caius Julius Caesar, en ging als titel over op de keizers die na hem kwamen. Sinds de tijd van Hadrianus (overleden in 138 n. Chr.) werd deze benaming ook gebruikt als titel voor de aangewezen erfopvolger van de keizer.
Gebruiksvoorwerpen in een veelheid van verschijningsvormen, in het bijzonder platte schalen, om cake en soortgelijke lekkernijen te serveren; soms vergezeld van een cakemes.
Opengewerkte, doorgaans ovale houders voor het serveren van cake en koekjes; kleiner dan broodmanden.
Zoete, relatief vetrijke broden die voor het bakken niet hoeven te rijzen en al of niet bros zijn, die meestal worden gemaakt van bloem, suiker, gist, vloeistof en smaakstoffen en meestal gevormd zijn door het bakblik waarin ze zijn gebakken.
Weg geplaveid met harmonieus geordende keien. Komt vooral voor in het Middellandse Zeegebied
Zilverwit metaal, met symbool Ca en atoomnummer 20, het op vier na meest voorkomende element in de aardkorst; komt in tal van verbindingen voor. Calcium wordt onder meer gebruikt als voedingssupplement ter bevordering van de groei van de bot- en gebitsstructuur, als dehydratiemiddel voor organische oplosmiddelen en voor het verwijderen van gassen uit gesmolten metaal voorafgaand aan het gietproces.
De ruimten voor warme baden in Romeinse badhuizen.
Verwijst naar de Hellenistische aardewerkstijl die is genoemd naar de opgravingen in Cales, Caserta (Italië). De stijl kenmerkt zich door vaten, meestal in de vorm van bekers, schalen of lampoliehouders, versierd met ontwerpen in reliëf. De reliëfs zijn imitaties van metaalwerk en meestal gemaakt met behulp van mallen die men kopieerde van eigentijdse Hellenistische en vroegere prototypes. In andere gevallen zijn de reliëfs opgelegd op zwart geglazuurde vazen in verschillende vormen.
Te gebruiken voor het beschrijven van de modernistische beweging in de architectuur die vanaf de jaren 30 tot en met de jaren 60 van de 20ste eeuw tot ontwikkeling kwam in Californië, met name in Los Angeles en het gebied daaromheen. Typische kenmerken van deze stijl zijn de aandacht voor het leven binnen en buiten, kantoortuinen, rechtlijnige structuren, vaak met stalen constructies, en een veelvuldig gebruik van glas. De term wordt meestal gebruikt als verwijzing naar het Case Study House Program, een initiatief van John Entenza uit 1945, en naar modernistische woningbouw in het algemeen. Architecten die met deze stijl worden geassocieerd zijn Richard Neutra, Rudolf Schindler, Charles en Ray Eames, Gordon Drake, Albert Frey, John Lautner, Pierre Koenig en Rafael Soriano. De publieke bekendheid van deze stroming wordt doorgaans toegeschreven aan de foto's van Julius Shulman, die in de jaren 50 van de 20ste eeuw in tijdschriften voor architectuur en binnenhuisarchitectuur werden gepubliceerd.
Hard grofkorrelig hout van de boomsoort Platanus racemosa. Het is moeilijk te splijten en te bewerken, maar wordt wel gebruikt voor slagersblokken en voor ander ruw werk.
Lange vuurwapens die eind 16de eeuw in Engeland werden gebruikt voor militaire doeleinden omdat men er zonder ondersteuning mee kon schieten. Ze vormden een nieuwere versie van de haakbus en raakten in onbruik na de Engelse Burgeroorlog. Ze waren in het algemeen groter dan de haakbus en kleiner dan de musket.
Genus dat uit 15 soorten kleine tot middelgrote bomen en heesters bestaat, waarvan er 13 inheems zijn in Australië.
Verwijst naar de religieuze ideeën van mensen en groepen die sterk zijn beïnvloed door de hervormer Johannes Calvijn (1509-64) en door 17de-eeuwse calvinistische geleerden. Het calvinisme benadrukt de soevereiniteit van God over alle aspecten van het leven en de Bijbel als enige richtsnoer. Rechtvaardiging door alleen het geloof is een ander centraal begrip. Hoewel predestinatie geen vooraanstaand axioma in Calvijns theologie was, werd dat begrip zwaar benadrukt door zijn eerste volgelingen, deels om zich te onderscheiden van de aanhangers van Luther. De Helvetische Confessie (1566) en de Synode van Dordrecht (1618-19) waren belangrijke momenten in de geschiedenis van de calvinistische theologie; laatstgenoemde synode bevestigde in de Dordtse Leerregels de 'vijf punten van het calvinisme': totale verdorvenheid, onvoorwaardelijke verkiezing, beperkte verzoening, onweerstaanbare genade en ten slotte de volharding van de gelovigen. Medio 17de eeuw had het calvinisme zich vanuit Frankrijk en de Nederlanden verspreid naar Engeland en Schotland, waar het werd omarmd door de puriteinen en meegenomen naar Nieuw-Engeland. Hoewel het te lijden heeft gehad van rationalistische aanvallen, heeft het calvinisme veel invloed gehouden op het kerkelijk leven en is er in de moderne tijd sprake geweest van een neocalvinistische opleving onder invloed van de theoloog Karl Barth. Als historische kracht heeft het calvinisme een brede uitwerking gehad op de Europese en Noord-Amerikaanse cultuur.
Portugese baldakijnbedden met gedraaide onderdelen en houtsnijwerk op het hoofdeinde. Ze hebben meestal gedraaide posten en een rechte of pagodevormige overkapping. Dit type werd in de 16e eeuw gemaakt.
Een christelijke kloosterorde, rond 1012 gesticht door de Heilige Romualdus van Ravenna (ca. 920-1027) in Camaldoli bij Arezzo (Italië). Als zelfstandige tak van de benedictijnen begon de orde in het kader van de 11de- en 12de-eeuwse kloosterhervormingsbeweging. De orderegel schrijft een combinatie voor van het solitaire leven van de kluizenaar en een sobere versie van het gewone monnikenleven. Hoewel zij deel uitmaken van de federatie van benedictijnen beschouwen de camadulenzen zich als afstammelingen van de woestijnvaders en -moeders, die aan zowel Benedictus als Romualdus voorafgingen. Nieuwelingen wonen in het klooster en de meer gevorderde monniken leven als kluizenaar in de hermitage; samen vormen zij één eenheid. Dit ideale verbond werd niet altijd aangehouden en er zijn ook onafhankelijke kloosters en hermitages gesticht. In 1935 werden de beide takken herenigd. De Congregatie van Monte Corona, in 1523 gesticht door een groep hervormingsgezinde camaldulenzen, bestaat nog steeds met een klein aantal leden.
Wordt gebruikt voor kleine kapellen die zich boven en achter het hoogaltaar bevinden, en die meestal zichtbaar zijn vanuit het schip; in sommige Spaanse kerken uit de 16e tot de 18e eeuw.
Verwijst naar de cultuur van de moderne natie Cambodja en naar de culturen die het gebied op het zuidwestelijke Indochinese schiereiland in Zuidoost-Azië hebben bewoond. Kunstnijverheid uit deze regio toont indiaanse en andere regionale invloeden in diverse sculpturen van hout en steen, in steen gehouwen werken met zilver, goud en ivoor, en zijden, luxueuze foedralen in rode, blauwe en gouden tinten.
Draagbare videocamera’s met ingebouwd weergaveapparaat voor video-opnamen en andere voorzieningen, bijvoorbeeld voor beeldbewerking, beeldvergroting (zoom), schermteksten en opnamen met weinig licht.
Kleine reliëfs gesneden in edelstenen, halfedelstenen, glas, keramiek of schelpen met lagen van verschillende kleuren, zodanig dat de voorstelling in een bepaalde kleur afsteekt tegen een anders gekleurde achtergrond.
Verwijst naar een type glas dat wordt gekenmerkt door twee of meer kleurlagen, meestal een dunne laag gekleurd glas op een heldere of licht gekleurde glaslaag. Cameeglas wordt gemaakt door een kleine druppel donker glas in een pot met licht gekleurd glas te dopen en de druppel vervolgens te blazen tot een luchtbel, waarin de afzonderlijke lagen ontstaan. Cameeglas wordt gebruikt bij het maken van glas in lood, en wordt hoger gewaardeerd dan 'potmetaalglas' vanwege de mogelijke effecten: door de dunnere kleurlaag kan meer licht naar binnen vallen, terwijl de verzadigde kleur van potmetaalglas minder licht laat doordringen in het interieur.
Ruimtes of dozen met één kleine opening, met of zonder lens, waardoorheen een omgekeerde afbeelding van buiten de doos op de tegenovergelegen binnenwand wordt geprojecteerd.
Aanduiding van een voorkeur voor culturele verschijnselen die vermaak bieden door onverfijnde gemaaktheid en een kunstmatige of opzichtige aard. Gebruik ‘kitsch’ voor het verwante begrip dat wordt toegepast op artistiek of literair materiaal.
Verwijst naar de aardewerkstijl die voornamelijk werd gemaakt in Capua en Cumae in de regio Campania (Italië) vanaf het tweede kwart van de 4de eeuw v. Chr. In het algemeen kenmerkt de stijl zich door kleine vazen van verschillende vormen, waaronder een typische beugelamfoor; de decoratie is in de roodfigurige stijl, waarbij de vrouwelijke huidskleur meestal in wit werd uitgevoerd. De thema’s zijn meestal grafscènes of mythologische afbeeldingen, waarbij vrouwelijke hoofden werden toegevoegd als aanvullende decoratie onder de handvatten van hydria’s en op de hals van amforen. Sommige details zijn uniek voor deze stijl, waaronder het gebruik van bepaalde helmen en een bijzonder soort kuras.
Systematische reeksen van aggressieve activiteiten met als doel te overtuigen of macht over anderen te verkrijgen.
Het zich begeven in of het voeren van een systematische koers van agressieve activiteiten met een bepaald doel voor ogen. In politieke context betreft het de verkiezing in een openbare functie, of het aannemen of afwijzen van een bepaald openbaar vraagstuk, zoals bij een referendum.
Curule-stoel die is afgeleid van de vouwkrukken met gekruist onderstel uit het oude Egypte. De stoel wordt gekenmerkt door een niet-vouwbare curule-onderstel met daarop een verstelbare rugleuning van reliëfleer of riet. Aangenomen wordt dat ze van Spaanse herkomst zijn en ze zijn genoemd naar de havenstad op het schiereiland Yucatán. Veelvuldig aangetroffen in Louisiana tussen plantagemeubilair uit de 19de eeuw.
Lampen die zijn ontworpen om op geraffineerde terpentijn te branden. Ze hebben een Argandbrander zonder apart reservoir en een knopvormige deflector om de vlam te verspreiden.
Verwijst naar een Europese periode en cultuur waarin gereedschap maken centraal stond en die teruggaat tot het 4de millennium v. Chr., genoemd naar de opgravingen bij Campigny in Haute-Normandie (Frankrijk). Deze cultuur begon in de mesolithische periode, maar ontwikkelde zich verder in de neolithische periode en verspreidde zich over bijna geheel Noord- en Centraal-Europa en de Britse eilanden.
Wordt gebruikt voor terreinen of gebieden om te kamperen met de benodigde faciliteiten.
De bij universiteiten behorende terreinen (sportvelden enz.), ook de terreinen met gebouwen waar studenten (eventueel ook docenten) wonen.
Wordt gebruikt voor lijsten met een gebeeldhouwd lijstwerk die zijn versierd met kleine spiegeltjes en bloemen, onderbroken door onversierde stukken. Ze zijn vernoemd naar de Venetiaanse schilder Giovanni Antonio Canaletto uit de 18e eeuw.
Wordt gebruikt voor sofa's met een S-vorm waarbij de uiteinden naar binnen zijn gebogen zodat twee mensen met hun gezicht naar elkaar toe kunnen zitten. Gebruik 'confidentes' voor sofa's met een rechte voorkant en kleine, driehoekige zittingen die soms afneembaar zijn en aan de buitenzijden van de armleuningen zitten.
Boomsoort die inheems is in Indonesië en Maleisië. Bron van waardevolle hars.
Algemene naam voor hout van een van verschillende hardhoutsoorten met een gele of oranje kleur, waaronder diverse moerbei-, arariba- en tulpenbomen.
Een of verscheidene bladen van een boek die fouten of gebreken vertonen en worden vervangen door een gecorrigeerde vellen of stroken. Te onderscheiden van 'verbeterbladen', het blad of de bladen die worden gebruikt om het verwijderde cancellandum te vervangen.
Verwijst naar lage schermen die als scheidingswand tussen het koor en het schip fungeerden. In de vroegchristelijke periode werden ze veelvuldig toegepast, met name in Rome, en ze bleven tot in de Middeleeuwen in gebruik. Dit vroege type koorafsluiting werd geleidelijk uitgebreid tot het hogere, diepere en doorgaans rijker gedecoreerde koorhek.
Een bruine plantaardige was verkregen uit een inheems onkruid uit Texas en Mexico. Het verleent hardheid aan mengsels met was en andere samenstellingen.
Voorwerpen in de vorm van een kap of een dop, gewoonlijk van koper of glas, met openingen aan beide zijden, die men boven op een kaars zet. Dit voorwerp houdt de pit in het midden wanneer het kaarsvet smelt en zorgt ervoor dat het vet niet langs de kaars naar beneden kan druipen.
Ronde opening, rond venster of boog in een hal met tongewelf of toegang van een grotheiligdom.
Hondachtige in de Nieuwe Wereld, die leefde tijdens het Pleistoceen (1.600.000 tot 10.000 jaar geleden) en van de hedendaagse wolf verschilt doordat hij groter was en een zwaardere schedel, kleinere hersenen en betrekkelijk lichte ledematen had. De soort was wijdverbreid; er zijn overblijfselen gevonden in Florida, de Mississippivallei, de Vallei van Mexico, de La Brea Tar Pits van Los Angeles en op andere plaatsen. Hoewel de reuzenwolf nauw verwant was met de hedendaagse grijze wolf, was hij niet de directe voorouder van een thans bekende soort. Het typespecimen (een gefossiliseerde onderkaak) van de reuzenwolf werd gevonden in Evansville (Indiana) in de zomer van 1854, toen de waterstand in de rivier de Ohio bijzonder laag was.
Wolf die voorkomt in Noord-Amerika en iets kleiner is dan de grijze wolf.
Drinkgerei, meestal een cilindrische beker maar soms enigszins toelopend, met een vlakke bodem met een voetring en een verticaal handvat. Vooral die gemaakt van zilver of tin in de 18e en 19e eeuw. Geen Nederlands equivalent. Zie 'bekers'.
Genus van één soort bloeiende plant, C. sativa, een stevig, rechtopstaand aromatisch kruid dat afkomstig is uit Centraal-Azië en tegenwoordig op grote schaal wordt verbouwd in de noordelijke gematigde zone. Een lange, rietachtige variëteit wordt gekweekt voor de productie van hennepvezel, terwijl de vrouwelijke plant van een korte variëteit met meer takken het meest geschikt is om marihuana van te maken. In sommige classificaties heeft dit genus drie soorten.
Normen voor een oordeel of informatiebron, zoals een test, criterium of manieren om onderscheid te maken.
Diepe laagten met steile wanden in de aardkorst, waardoor dikwijls over de bodem een rivier stroomt; veel voorkomend in aride en semi-aride gebieden; te onderscheiden van 'valleien' (aardoppervlakten), die eerder worden gekenmerkt door een vlak landschap dan door hoge, steile hellingen; te onderscheiden van 'kloven' (aardoppervlakten) die doorgaans kleiner, smaller en rotsachtiger zijn.
Spaans drinkgerei met twee tuiten, de een kort en breed voor het vullen en soms voor het schenken, de ander lang en slank om er uit te drinken (meestal water). Dit type werd in de 17e en 18e eeuw gemaakt.
Muziekstukken, gecomponeerd voor één of meer stemmen met instrumentale begeleiding, die meestal een verhaal bevatten en enigszins dramatisch van opzet zijn, maar niet bedoeld zijn om met toneelspel of in kostuum te worden opgevoerd.
Wordt gebruikt voor kleine rekjes met vakken voor bladmuziek, boeken of losse paperassen.
Catboten die in de jaren 70 van de 19e eeuw zijn ontwikkeld in het gebied rond Cape Cod en Martha's Vineyard, in de Amerikaanse staat Massachusetts, en over het algemeen worden gekenmerkt door de verhouding 1:2 tussen de breedte en lengte van de boot, een hoog vrijboord, grote kuip, een vierkante, loodrechte achtersteven en een groot buitenboords roer; werden in eerste instantie gebouwd voor de visserij en later als plezierjacht gebruikt. Ze onderscheiden zich van de 'Great-South-Baycatboten', doordat die een lager vrijboord, een smallere breedte en een overhangendhek hebben.
Houtskeletwoning met één of anderhalve woonlaag, overdwars zadeldak, centrale schoorsteen, steil dak en kenmerkende buitenwanden van overnaadse planken of dakspanen. Dit waren kleine huizen die werden aangetroffen in het koloniale New England, met name in Massachussetts, tijdens de 18de eeuw. Het Cape Cod-huis werd ook in de 20ste eeuw in de Verenigde Staten populair, toen de stijl nieuw leven werd ingeblazen.
Levantijns leer uit Zuid-Afrika van de beste kwaliteit, gemaakt van de huid van grote kaapgeiten. Het werd door Franse meesterbinders gebruikt voor zeer fijne boekbanden.
Bij loodgieten, een sokverbinding tussen twee gelijke pijpen op dezelfde lijn, door het uiteinde van de ene pijp te verbreden en het schuin aflopende eind van de andere daarin te steken.
Mengsel dat de oppervlaktespanning van een vloeistof waaraan het wordt toegevoegd kan verminderen.
Pennen met een punt in de vorm van een zeer dunne cilindrische buis. De opening aan de ene kant komt in contact met het schrijfpapier en de opening aan de andere kant is verbonden met een inktreservoir (maar het kunnen ook dooppennen zijn). Ze worden voornamelijk gebruikt in registratieapparatuur, maar ook om mee te schrijven en te tekenen. In tegenstelling tot andere soorten pennen die ook gebruik maken van de capillaire werking van dunne buisjes, hebben ze aan het uiteinde geen balpunt, viltstift, naald of een ander object, maar zorgt de kleine diameter van de buis en de externe luchtdruk voor regulering van de inktstroom.
Burchten in oude Romeinse steden, met name de burcht van Rome; daarvan afgeleid ook de gebouwen van de volksvertegenwoordiging in de verschillende staten van de V.S.
Informele broeken voor vrouwen, met nauw toelopende pijpen die boven de enkel eindigen en vaak onderaan aan de buitenkant van het been een verticale split hebben.
Taferelen die gebouwen waarheidsgetrouw, maar in een denkbeeldige groepering tonen.Te onderscheiden van 'vedute ideate' : taferelen die realistisch ogen maar zijn samengesteld uit denkbeeldige elementen.Termen vooral gebruikt voor achttiende-eeuwse Italiaanse schilderijen en prenten.
Verwijst naar een mesolithische gereedschapscultuur, vooral aangetroffen in de binnenlanden van Noord-Afrika en genoemd naar de opgravingen bij Jabal al-Maqta in de buurt van Qafsah of Capsa (Tunesië). Men vermoedt dat deze cultuur deels samenviel met de iets vroegere Oraanse cultuur die vaker werd aangetroffen in kustgebieden. De cultuur is schijnbaar verwant aan de oudere Gravettien cultuur in Europa en de gereedschappen zijn kenmerkend voor de laatglaciale Würmtijd, al lijkt deze cultuur vooral te hebben gebloeid in postglaciale tijden. De cultuur onderscheidt zich van de Oraanse cultuur door de diversiteit aan gereedschappen, waaronder grote pijlbladen en burijnen. Sommige Noord-Afrikaanse rotsschilderingen worden aan volkeren uit deze cultuur toegeschreven.
Hotels die voornamelijk zijn bedoeld voor Japanse forensen die de laatste trein naar de voorsteden hebben gemist. De kamers zijn eenpersoons cabines, meestal opeengepakt in lange rijen van twee verdiepingen. Ze beschikken over kleurentelevisie, radio, ventilatiesystemen en wekkers.
Een voor commerciële doeleinden gemaakt etheralcohol met een hoog kookpunt, die vooral wordt gebruikt als een organisch oplosmiddel.
Verzamelnaam voor een groep intens zwarte, fijn verdeelde vormen van amorfe koolstof, meestal verkregen als roet na gedeeltelijke verbranding van koolwaterstoffen. De koolstof wordt gebruikt bij de vervaardiging van extreem zwarte, bijzonder goed dekkende pigmenten voor drukinkt, verf en carbonpapier, en ook bij de productie van beschermende coatings, plastics en weerstanden voor elektronische circuits. Bovendien komen de stoffen voor als versterkingsmiddelen in rubberen producten. Deeltjes carbonzwart hebben doorgaans een sferische vorm en zijn onregelmatiger kristallijn dan grafiet. Carbonzwart verandert in grafiet na langdurige verhitting op 3000 graden Celsius. Carbonzwart is, voorzover bekend, een van de meest fijn verdeelde materialen. De deeltjesgrootte en kleurintensiteit zijn afhankelijk van het fabricageproces.
Een scherp, hard, kunstmatig schuurmiddel in vaste of poedervorm dat uit siliciumcarbide bestaat. Is verkrijgbaar in verschillende niveaus van grofheid en wordt gebruik voor polijstwerk. De fijnste deeltjes kunnen worden gebruikt om glas te slijpen.
Een in de 20e eeuw ontwikkeld drukprocedé waarbij de mezzotint-achtige schakering wordt bereikt door het oppervlak van de plaat met schuurmiddelen op te ruwen. Het procedé werd ontwikkeld als een manier om het arbeidsintensieve plaatschommelen te omzeilen.
Verwijst naar moderne afdrukken die zijn geproduceerd aan de hand van het carborundum-mezzotintprocedé. Dergelijke afdrukken hebben de algemene eigenschappen van een mezzotint, maar vertonen in de lichtere gebieden niet de rechte lijnen van de zaagvormige randen van de wiegijzers.
Kleine standaarden met een schuine bovenkant waarin een naamkaartje kan worden gezet. Dit type werd aan het eind van de 19e eeuw gemaakt.
Jasjes van gebreid of gehaakt materiaal (tricot), met een opening over de gehele lengte middenvoor en een ronde of V-hals, meestal zonder kraag.
Aanduiding voor de noord-zuid-as die de oude Romeinen gebruikten bij het opmeten en indelen van stukken land waarop ze steden wenste te bouwen, en, bij uitbreiding, ook de aanduiding voor de belangrijkste, lees de breedste en meest grootschalig straten die van noord naar zuid lopen in regelmatig aangelegde Romeinse steden.
Hout van de Pinus caribaea, afkomstig uit Midden-Amerika, Cuba, de Bahama's en de Turks- en Caicoseilanden.
Verwijst naar bepaalde West-Indische culturen, in het bijzonder die op de eilanden in de Caribische Zee en het aangrenzende vasteland.
Schrijftafels met een lage opbouw, bestaande uit twee of drie rijen kleine laden die uit de achterkant oprijzen en rond de zijdes lopen. Waarschijnlijk zijn ze genoemd naar het Prince Regent's Carlton House aan het eind van de 18e eeuw.
De hardste plantaardige was, verkregen uit de bladeren van de Braziliaanse palm; wordt gebruikt in samenstellingen van was en ander materiaal voor hardheid en houdbaarheid.
Te gebruiken voor de feestelijke periode van bals, maskerades, optochten en algehele prtetmakerij,gehouden vóór de Vasten, gedurende de periode tussenKerstmis en Vastenavond tot de laatste paar dagen voor de Vasten, dat per stad en land verschilt. Gebruik 'kermissen' voor reizende of seizoensgebonden amusement met attracties, kansspelen, ritjesin een reuzenrad en ander soortgelijk vermaak.
Te gebruiken voor geperst glaswerk met een oranjegouden irisatie die is ontstaan door een gekleurde nevel in plaats van door de aanwezigheid van metaaloxides.
Koperen blaasinstrument dat in de Ijzertijd werd gebruikt door de Kelten, gelijkend op een lange trompet die verticaal wordt gehouden en eindigt in een beker in de vorm van een dierenkop, meestal een zwijn. Werd gebruikt bij oorlogsvoering om de troepen op te hitsen en vijanden te intimideren.
Kanonnen die rond 1778 voor het eerst werden vervaardigd door de Carron Iron Company in Falkirk, Schotland, en die werden gebruikt tot aan het einde van de 19e eeuw. Het waren korte, lichte kanonnen in verhouding tot hun kaliber, ze hadden geen taatsen en ze werden voornamelijk gebruikt op schepen om van dichtbij boordsalvo's af te vuren.
Bedden bladplanten die zijn gearrangeerd in patronen gelijkend op die op vloerkleden; populair gedurende het midden tot eind van de negentiende eeuw, met name in Engeland en de Verenigde Staten.
Genus van ongeveer 25 soorten winterharde, langzaam groeiende sier- en productiebomen die op het hele noordelijke halfrond voorkomen.
Verwijst naar een marmersoort die wordt gedolven in het gebied rond Carrara in Toscane in Italië. Het kenmerkt zich door een fijne, compacte structuur en varieert in kleur van zuiver wit tot romig wit met soms blauwige nuances. Het is een suikerachtig gesteente waarvan de betere kwaliteiten soms doorschijnend lijken. Vanaf de antieke oudheid tot de tegenwoordige tijd is het een favoriete steen geweest van beeldhouwers, onder wie Michelangelo Buonarotti. In het oude Rome stond deze marmersoort bekend onder de naam Luna marmer.
Verwijst naar kleine foto's, bevestigd op een kartonnen ondergrond, in het bijzonder de fotografische kaarten die de Parijse fotograaf André-Adolphe-Eugène Disdéri in 1854 patenteerde en soortgelijke kaarten gemaakt door Mathew B. Brady en andere fotografen. In de jaren 70 van de 19de eeuw raakten de kaarten, doorgaans portretten, uit de mode. De afbeelding was standaard 8,2 bij 5,7 cm. Vaak werd een camera met meerdere lenzen gebruikt om de foto's te maken, zodat op één negatiefplaat van normale grootte meerdere beelden werden vastgelegd. Door de volledige afdruk van de plaat vervolgens in stukken van 10,2 bij 6,4 cm te snijden en op opzetkarton te bevestigen, ontstonden de kaarten die aanvankelijk als visitekaartjes dienst deden. Later werd het gebruikelijk de foto's uit te wisselen op verjaardagen en tijdens vakanties, en deze visitekaartjes van vrienden, familieleden en beroemdheden te verzamelen in albums.
Surrogaat materiaal, gemaakt van lompen en andere vezelachtige stoffen vermengd met lijm; in toegepaste vorm vor de binnenversiering van huizen nauwelijks van papier-mach'e stucwerk te onderscheiden. LIT.
Wordt gebruikt voor voorbereidende tekeningen op ware grootte die gemaakt worden om een ontwerp over te drukken op het werkvlak van een schilderij, tapijtwerk of een ander groot werk.
Kleine cilindervormige plooien die in een rij geschikt zijn en zo op een militaire patroongordel lijken, decoratief gebruikt om een kleding of behangsel een militaire connotatie te geven.
Registers, meestal in boekvorm, van kopieën van oorkonden, eigendomsakten en andere belangrijke documenten die bij een persoon, familie of instelling horen.
Langzaam groeiende en lang levende boom die inheems is in het gebied dat zich uitstrekt van de Canadese provincie Ontario tot de Amerikaanse staten Minnesota en Florida en tot Mexico, maar het meest voorkomt in het lage stroomgebied van de rivier de Ohio en vervolgens naar het zuiden langs de rivier de Mississippi tot in Midden-Arkansas. Men vindt de soort veel in de grote riviermoerassen in Midden-Missouri en het stroomgebied van de rivier de Wabash in Indiana en Ohio. De boom heeft een lange penwortel en is daardoor moeilijk te verplanten. Daarnaast is de soort gevoelig voor schade door insecten. De zoete, eetbare noten zijn de grootste van alle noten die door bomen uit het genus Carya worden geproduceerd. Ze zitten echter in een zeer harde schil. De noten worden geoogst door mensen, maar ook gegeten door dieren, zoals eenden, kwartels, wilde kalkoenen, eekhoorns, aardeekhoorns, herten, vossen, wasberen en witvoetmuizen.
Gevarieerde orde van 33 families, 692 genera en ongeveer 11.000 soorten bomen, struiken, lianen, mangroven, stam- en bladsucculenten, eenjarige planten en zelfs vleesetende planten. Bijna de helft van de families zijn zeer klein, met elk minder dan een tiental soorten. Veel leden van deze orde zijn aangepast aan zoute en woestijnachtige omgevingen. Ze hebben opvallende fysiologische eigenschappen die hen in staat stellen in dergelijke omgevingen te overleven, waaronder de mogelijkheid om insecten te vangen en te verteren.
Geordende eenheid documenten, gegroepeerd rond een zaak.
Onderwijsmethodologie waarbij cases worden gebruikt als pedagogisch hulpmiddel, bijvoorbeeld op het terrein van de rechten, het zakenleven, de geneeskunde of het onderwijs. Cases kunnen een echt of een fictief scenario betreffen, analyses van ernstige incidenten, casestudy's, karakterschetsen of anekdotes.
Kleine stoffen mutsjes die door vrouwen en soms jonge meisjes hoog op het hoofd werden gedragen in de 17e en 18e eeuw. Oudere versies werden met kleppen gemaakt, latere versies waren vaak afgezet met ruches of kant.
Houtachtige struik die inheems is in Zuid-Amerika. De struik verbouwt men vanwege zijn eetbare knoldragende wortel. Het is de op twee na belangrijkste bron van eetbare koolhydraten in de wereld, hoewel de meeste variëteiten giftig zijn als men ze niet op de juiste manier bereid. Men gebruikt de wortels voor het maken van meel, brood, stijfsel en een alcoholische drank. Cassave werd waarschijnlijk voor het eerst verbouwd door de Maya's, op het schiereiland Yucatán.
Kook-, stoof- of braadpan, soms met deksel, soms met steel, om voedsel in een oven te bereiden; ook om uit te serveren.
Wordt gebruikt voor lijsten met eenvoudige achterkanten met lapnaad en lijstwerk dat is afgeleid van een entablement.
Cassettes met couverts. Doosachtige houders met vakjes, bestemd voor reizigers en militairen om borden, bestek en ander eet- en drinkgerei in te vervoeren.
Betonnen kruisvloersystemen waarbij het vloerstuk wordt versterkt door ribben die in beide richtingen lopen, waardoor een wafelpatroon ontstaat.
Houders waarin aromatische tabletten kunnen worden verbrand of vloeibaar parfums kunnen worden verdampt. Vaak in de vorm van een vaas met deksel met gaten in de schouder of de deksel, of met een doorboorde of opengewerkte decoratie. Soms gemaakt in de vorm van een drievoet, vooral een athéniènne. Gebruik 'wierookbranders' voor andere houders van uiteenlopende vorm die worden gebruikt om wierook te branden om een ruimte te parfumeren. Gebruik 'potpourri-vazen' voor vaasachtige houders met deksel die voornamenlijk worden gebruikt voor het verbranden of het verdampen van resp. vaste of vloeibare reukstoffen.
Concussie-instrumenten die bestaan uit een paar kleine, ondiepe komvormige stukken hardhout die met de holle kanten naar elkaar toe met elkaar verbonden zijn door een koordje. De speler houdt ze vast met een lus die rond de duim is geslagen. De twee delen worden tegen elkaar getikt met de vingers. Meestal worden er twee paren tegelijk bespeeld, waarbij het ene paar een hogere toon heeft dan het andere.
Kleine tot middelgrote kastanje die oorspronkelijk inheems was in Japan en Zuid-Korea, maar tegenwoordig op grote schaal wordt gekweekt in Taiwan en het oosten van China. In Japan is het een belangrijke boom vanwege zijn zoete, eetbare kastanjes. Er zijn verschillende cultivars die zijn geselecteerd om grote vruchten te produceren. De soort is resistent tegen kastanjekanker, de schimmel die de Amerikaanse kastanje bijna uitroeide. De Japanse kastanje heeft men gebruikt om kruisingen te kweken die resistent zijn tegen deze boomziekte.
Grote bladverliezende productieboom en in bossen voorkomende boom die inheems is in geheel Noord-Amerika. Een schimmel met de naam kastanjekanker die per ongeluk werd geïntroduceerd in het begin van de twintigste eeuw doodde echter de meeste bomen. Daarvoor was het een van de belangrijkste in bossen voorkomende bomen in zijn verspreidingsgebied. Er zijn nu nog maar enkele volwassen exemplaren binnen het oorspronkelijke verspreidingsgebied, hoewel er nog wel veel kleine spruiten zijn van bomen die zijn doodgegaan.
Kastanjesoort die inheems is in China. De kastanjes zijn lokaal van belang als voedsel en worden in grote hoeveelheden geëxporteerd. Wanneer men deze boom dicht bij andere soorten kastanjes plant, treedt er gemakkelijk kruisbestuiving op en ontstaan er kruisingen. Tijdens zijn evolutie heeft de soort lange tijd samengeleefd met kastanjekanker, een schimmel die zich in de schors nestelt, en heeft daardoor een goede weerstand tegen deze boomziekte ontwikkeld. De boom is er niet immuun voor, maar wanneer besmetting optreedt, is de schade voor de boom niet ernstig. De Amerikaanse kastanje heeft die weerstand echter niet, en toen kastanjekanker aan het begin van de twintigste eeuw per ongeluk vanuit Azië in Noord-Amerika werd geïntroduceerd, werd deze soort bijna uitgeroeid.
Verwijst naar de Italiaanse aardewerkstijl die in de 17de en 18de eeuw werd geproduceerd in de regio Abruzzo. De stijl is oorspronkelijk afgeleid van het istoriato, maar ontwikkelde een lokaal karakter door het gebruik van natuurlijke kleuren zoals olijfgroen, bruin en geel en religieuze, mythologische en landschappelijke thema's gebaseerd op het werk van barokkunstenaars.
Wordt gebruikt voor Romeinse waterdistributiebouwwerken, meestal reservoirs, die zijn gebouwd op plaaten waar water dat is aangeleverd via een aquaduct naar verschillende punten in de stad wordt gestuurd.
Kleine, oude Romeinse versterkte stadjes of buitenposten
Wordt gebruikt voor permanente Romeinse militaire kampementen opgezet volgens een rastervormig patroon; ook een aanduiding voor kastelen, forten of versterkte torens.
Middeleeuwse rouwgebouwen bestaande uit hoge boogconstructies van hout of metaal met een aantal stijlen of zuilen die een of meer steile daken ondersteunen. Ze werden gebruikt om het stoffelijk overschot van een hooggeplaatst persoon in te plaatsen. De vorm was een voorloper van de katafalk.
Een thermohardend plastic gemaakt van gegoten fenolformaldehydehars, met een hoge drukvastheid en een goede bewerkbaarheid.
Te gebruiken voor vaartuigen, meestal zeilboten, met twee even grote rompen, die boven het wateroppervlak zijn verbonden door middel van een stijve constructie.
Te gebruiken voor brede schepen met gaffeltuig en één mast die vrij dichtbij de voorsteven staat en geen grootzeil voert.
Beddenspreien vervaardigd uit effen vierkante stukken stof die om kleinere vierkantjes van gekleurd of bedrukt textiel worden gevouwen zodat het geheel wel wat op glas-in-lood ramen lijkt. Geen Nederlands equivalent.
Instrumenten die kleine hoogteverschillen meten, bijvoorbeeld tussen twee kwikkolommen.
Rode verharde klei uit de stroomopwaarts gelegen delen van de Missouri, traditioneel gebruikt door Native Americans voor tabakspijpen en beeldsnijwerken.
Strakke bovenkleding uit één geheel van nek tot enkels of voeten, meestal gemaakt van stretch materialen; dateert uit de tweede helft van de 20e eeuw. Gebruik 'stretchpakjes' voor strakke bovenkleding uit één geheel bedoeld voor lichamelijke activiteiten, zoals bijvoorbeeld dans of acrobatiek.
Te gebruiken voor tuig dat bestaat uit één grootzeil met gaffel en giek aan een mast die dicht bij de voorsteven staat en geen voorzeil voert, aangetroffen op catboten en andere vaartuigen.
Kleine wormachtige weekdieren die in de diepzee leven en geen schaal of aparte pootjes met spieren hebben, maar wel schubben en kalkhoudende scleriten (stekels). Ze staan verticaal in zachte sedimenten en halen hun voedsel uit organisch bezinksel. In sommige classificaties wordt deze onderklasse net als Solenogastres een klasse genoemd. Hier worden de twee ondergebracht in de klasse Aplacophora.
Een vliegenmepper gemaakt van haar of veren of een nabootsing daarvan, in Azië gebruikt door dienaars van mensen van koninklijken bloede of hoogwaardigheidsbekleders, met name op het Indiase subcontinent.
Te gebruiken voor nauwsluitende broeken die over het schoeisel vallen, met een band onder de zool, vooral gedragen als onderdeel van een militair uniform of bij het paardrijden. Ook te gebruiken voor losvallende broeken die als beschermende kleding over kniebroeken of andere tweedelige kledingstukken worden gedragen door militairen en anderen, vooral in de 18de en 19de eeuw.
Compact discs waarop een grote hoeveelheid gedigitaliseerde informatie kan worden opgeslagen die alleen kan worden gelezen.
Tropische Amerikaanse productieboomsoort uit de mahoniefamilie (Meliaceae), die vermaard is om zijn sterk geurende hout, met kleine bloemen die vertakt en groepsgewijs groeien. Iedere vrucht is een doosvrucht met daarin tal van gevleugelde zaden.
Grote, groenblijvende kegeldragende ceder die inheems is in de westelijke Himalaya in het oosten van Afghanistan, het noorden van Pakistan en India, het zuiden van Tibet en het westen van Nepal, op een hoogte van 1500-3200 m. Ze kunnen een hoogte van 40 à 50 m bereiken en hebben een kegelvormige kruin.
Wordt gebruikt voor kleine kisten of kasten, meestal met slot en handvatten aan de zijkant, waar flessen wijn of sterke drank in worden bewaard. Gebruik 'wijnkoelers' voor met metaal gevoerde vaten of standaarden waarin wijnflessen worden gekoeld. Gebruik 'celleret sideboards' voor buffetten die aan één kant ruimte hebben voor wijnflessen.
Strijkinstrumenten, tenorleden van de vioolfamilie, een octaaf lager gestemd dan de altviool; lijken qua bouw op de viool, maar onderscheiden zich door hun relatief bredere zijbanden en kortere hals.
Prenten gemaakt van oppervlakken opgebouwd met vloeibaar kunststof op hout, metaal, karton, of kunststof ondergrond. Deze kunnen in diepdruk of hoogdruk worden gedrukt.
Een volledig veresterde cellulose-acetaat met drie acetylgroepen per glucose-eenheid.
Struik of kleine boom die inheems is in het oosten van Noord-Amerika, maar zelden voorkomt ten noorden van de rivier de Ohio. Aangemerkt als bedreigde soort. Men vindt ze in droge hooglanden.
Genus van 350-600 soorten kruidachtige, eenjarige en overblijvende distelachtige bloeiende planten, zoals de korenbloem (C. cyanus) en de C. americana. Andere planten uit dit genus zijn onder meer knoopkruid, kalketrip, bergcentaurie en zomercentaurie.
Elk van de verscheidene munten die een waarde hebben van een honderdste deel van de munteenheid van verschillende Spaans- en Portugeessprekende gebieden.
Wordt gebruikt voor biljoengoud of koperen munten van het Romeinse Keizerrijk; werden uitgegeven vanaf halverwege de 4e eeuw.
Quilts vervaardigd ter gelegenheid van een 100e verjaardag.
Manier van boekversiering die tussen 1550 en 1650 in Engeland populair was, gekenmerkt door ontwerpen die waren geïnspireerd op islamitische kunst en die men gewoonlijk in de band perste, met zowel versiering van de hoeken als het middelste gedeelte. Voorheen noemde men dit de 'Lyonees boekbinden'.
Elk van de verscheidene munten, gewoonlijk van koper of aluminium, die vanaf het eind van de 18e eeuw worden uitgegeven in verschillende Franssprekende landen, met een waarde van een honderdste deel van hun munteenheid.
Verwijst naar de regionale stijl van Centraal-Java. Decoratieve kunsten en kostuums uit dit gebied worden vaak gekenmerkt door het gebruik van teritik voor het omlijnen van motieven, textielproducten die worden gedragen als hoofddoeken, grote ceremoniële omslagdoeken en sjerpen en kain kembangan bloem- en plaidmotieven. De textielmethode van de productie die bekend staat als ‘ikat’ wordt gebruikt voor het aanbrengen van patronen, waarbij gedeelten van patronen van draad worden afgebonden om de verfstof tegen te houden. Hofkledingstijlen werden gekenmerkt door appliqué op geïmporteerde zijden textielstoffen die over het effen, centrale ruitvormige gebied van een borstkleed en ceremoniële omslagdoeken werden aangebracht. In de beeldhouwkunst wordt de stijl gekenmerkt door de vroegste voorbeelden van stenen monumenten en candi's, zeldzame afbeeldingen van hindoegoden, reliëfpanelen die rigide, kloksgewijze narratieve sequenties afbeelden en Boeddhabeelden gezeten op leeuwentronen. Centraal in religieuze beeldhouwkundige programma's staat het elitaire karakter van het boeddhisme, waardoor boeddhistische iconografie en kunst de overhand hadden. In tegenstelling tot stijlen in andere gebieden van Java, wordt deze stijl niet gekenmerkt door een traditie van gegraveerde stenen afbeeldingen. In de architectuur wordt de stijl gekenmerkt door getrapte sanctuaria, afgeknotte piramideconstructies en makara-ornamenten ter versiering van trappen.
Aanduiding voor de kernen van steden met een hoge bevolkingsdichtheid, waar de bezigheden vooral bestaan uit detailhandel, commercie, dienstverlening en vaak bestuurlijke functies.
Tijdelijk bouwwerk, gewoonlijk van hout gemaakt, dat wordt gebruikt voor het vormen en ondersteunen van bogen en gewelven totdat die zelf overeind blijven.
Wordt gebruikt voor universiteitsgebouwen die de verenigingen van oudstudenten huisvesten en voorzieningen voor bijeenkomsten van afgestudeerden.
Verwijst in het algemeen naar artikelen van keramiek, dat wil zeggen van een hard, breekbaar, hittebestendig en corrosiebestendig materiaal zoals klei, dat eerst wordt gevormd en vervolgens bij hoge temperatuur wordt gebakken.
Formeel optreden of meerdere optredens, met name die welke uitgebreid en plechtig en volgens de voorgeschreven procedures in een protocol of ritueel van religie, staat, gerecht, maatschappij of stam worden uitgevoerd. Gebruik 'herdenkingen' voor gebeurtenissen die dienen om iets of iemand te herdenken.
Bijlen, vaak gestileerd van vorm of rijkelijk versierd, die worden gebruikt bij ceremoniële aangelegenheden zoals symbolen of uitingen van sociale positie, macht, rijkdom of andere kenmerken van prestige zoals goddelijkheid of gespecialiseerde kennis op het gebied van godsdienst en ritueel.
Knotsen die vooral een ceremoniële functie hebben en niet als wapens werden gebruikt. Een ceremoniële knots is een object in de vorm van een staf of een knuppel, gewoonlijk met een knop of een ander bovenstuk, dat vaak rijk versierd is en wordt gedragen door priesters of andere geestelijken, magistraten en academici als symbool van hun bevoegdheid of functie tijdens een plechtige ceremonie. Voorbeelden zijn afkomstig uit de Egyptische oudheid, precolumbiaans Amerika, Europa en Noord-Amerika. Gebruik ���scepter' voor vergelijkbare objecten die door leiders worden gedragen.
Speren die worden gebruikt voor rituele doeleinden, niet als wapens in het gevecht of de jacht.
Wapens met een ceremoniële of symbolische functie, bijvoorbeeld als ambtssymbolen, onderscheidingstekens of ter aanduiding van persoonlijke status.
Drinkglazen met een ogenschijnlijk normale, maar in werkelijkheid uiterst kleine inhoud, die oorspronkelijk in de 18e eeuw gebruikt werden door ceremoniemeesters.
Groep ongewervelde zeedieren met de vorm van een langwerpige poliep, een holle stengelachtige structuur met een mond en tentakels aan het bovenste uiteinde. De dieren leven in een koker van slijmachtig materiaal op de zeebodem. Dit genus is wijdverspreid in tropische en subtropische wateren.
Documenten waarin door een gezaghebbend persoon of lichaam een getuigenis wordt gegeven van een feit, van een belofte of van iemands bekwaamheid.
Documenten die officieel bevestigen dat het pand voldoetaan de bepalingen van het bestemmingsplan en de bouwenvoorschriften en kan worden gebruikt of bezet. Wordt toegekend voor nieuwe constructies of voor veranderingen of uitbreidingen van bestaande structuren.
Het officieel verklaren dat iets geldig is of voldoet aan een norm of, met betrekking tot mensen, dat aan een gebruikelijke mate van geschiktheid of bevoegdheid is voldaan.
Lange, smalle, gebogen mandjes van vlechtwerk waar aan één kant een houten handvat met een handschoenachtige ruimte aan het eind op is vastgezet, die door de spelers van pelote worden gebruikt om de bal te vangen en te gooien.
Metalen spatels met gepunte uiteinden, die worden gebruikt om kleur aan te brengen in encaustische schilderingen.
Verwijst naar de stijl en cultuur van een weinig bekend precolumbiaans volk dat in de nevelwouden in het noorden van Peru leefde. Ze zijn vooral bekend om hun graftombes die hoog op de bergwand werden aangebracht, met daarin mummies en figuren van steen en mahoniehout. De bloeiperiode van de cultuur lag tussen 800-1536 n. Chr.
Kleine bankjes met twee of drie gecombineerde stoelrugleuningen. Ze hebben armleuningen, een rug en poten die lijken op die van de stoelen met open rug uit de betreffende periode.
Gestoffeerde stoelen met een iets holle rugleuning, zodat die bij de omtrek van het menselijke lichaam past. Ze verschillen van de zogenoemde 'chaises à la reine', die een vlakke rugleuning hebben.
Wordt gebruikt voor boeddhistische, uit rotsen gehouwen tempels of heiligdommen.
Verwijst naar de stijl van marmeren figuren met gevouwen armen zoals voortgebracht op de eilandengroep der Cycladen tijdens de vroeg-Cycladische periode. De beelden, waaronder voorstellingen van jagers of strijders, worden gekenmerkt door brede schouders, gedrongen torso's en armen die rechts over links zijn gevouwen. Ze wijken af van de traditionele vormen en afmetingen.
Verwijst naar de periode en cultuur die wordt geassocieerd met de overgangsfase tussen Steentijd en Bronstijd en die zich kenmerkt door het beslaan, smelten en gieten van koper voor versieringen en gereedschappen, te onderscheiden van de technieken in de Bronstijd omdat het koper niet of zelden in een legering werd gecombineerd met tin of een ander metaal. In deze periode werden stenen gereedschappen gebruikt naast metalen gereedschappen. Deze culturen ontwikkelden zich op verschillende tijden in verschillende delen van de wereld, van het vroege, spaarzame gebruik van koper rond 7000 v. Chr. in het Nabije Oosten tot het wijdverbreide gebruik rond 1900 v. Chr. in Brittannië.
Lithografisch drukprocedé dat wordt gemaakt door met lithografische kalk, ook wel krijt genoemd, te tekenen op een korrelige steen die is opgeruwd door fijn zand. De aangebrachte inkt hecht zich aan het oppervlak met krijt en wordt vervolgens overgebracht naar papier voor de uiteindelijke afdruk.
Verwijst naar de stijl die ontstond in het voormalige koninkrijk Champa en later opging in stijlen van de Vietnamese regio en andere delen van Zuidoost-Azië. De Cham-invloed in de Vietnamese regio groeit door de verspreiding van animistische geloven, Javaanse modellen en motieven, en stijlen en geloven met Indiase invloeden. Brahmaanse tempels versierd met vrouwelijke afbeeldingen, ceremoniële rites uitgevoerd ter ere van tot goden verheven helden, en uit het shivaïsme, visjnoeïsme en mahayana-boeddhisme overgenomen religieuze thema's nemen een belangrijke plaats in.
Boomsoort die in Noord-Amerika voorkomt en een hoogte van 21 à 27 m kan bereiken. Het is een economisch belangrijke productieboom, waarvan ook veel gecultiveerde variëteiten bestaan.
Verwijst naar een regionale school van Pahari-miniatuurschilderkunst die wordt geassocieerd met de grote staat Chamba in het heuvelgebied van Punjab. Het culturele erfgoed van Chamba is goed bewaard gebleven, een gevolg van de natuurlijk beschermde ligging van de staat. Door de gehele geschiedenis van de Chamba-schilderkunst heen hebben buitenlandse schilders er hun stempel op gedrukt. De schilderijen uit de tweede helft van de 17de eeuw zijn naturalistisch van aard, met een voorkeur voor lichte kleuren, een bijzondere weergave van de handen, en opvallend smalle polsen. In de 17de eeuw werden elementen uit de Basohli-schilderkunst geïntegreerd in de Chamba-schilderkunst, hetgeen leidde tot een warmer kleurgebruik en een meer gestileerde en decoratieve weergave van bomen. Aan het begin van de 18de eeuw kwamen sommige Chamba-schilders steeds meer onder invloed van de Basohli-kunst te staan, maar andere werken uit deze periode zijn in een overwegend inheemse stijl uitgevoerd. De aanwezigheid van kunstenaars uit Jamma wordt eveneens merkbaar aan het begin van de 18de eeuw, vooral in de gezichtstypen, die rechthoekiger van vorm worden. Andere invloeden zijn afkomstig uit de Mogol- en Guler-schilderkunst. Guler-kunstenaars, die vooral een grote invloed hebben gehad, trokken vanaf circa 1770 naar Chamba en brachten hun poëtische en expressieve stijl mee, alsmede een voorkeur voor romantische thema's. De Chamba-schilderstijl heeft zich ook in de eeuwen daarna weten te handhaven, maar in een verbrokkelde vorm.
Wordt gebruikt voor stedelijke islamitische bouwwerken die onderdak, opslag en bedrijfsruimte bieden aan reizende handelslieden, maar ook een aantal voorzieningen voor handelstransacties; de algemene functie lijkt op die van 'karavanserais' maar is minder versterkt, meer gericht op handel en gelegen in stedelijke omgevingen.
Joods religieus feest ter herdenking van de herinwijding in 164 v. Chr. van de tweede tempel in Jeruzalem nadat deze drie jaar eerder was ontheiligd op bevel van Antiochus IV Epiphanes; zo werd de Syrische koning gefrustreerd in zijn poging om het joodse geloof uit te roeien. Hoewel in het hedendaagse Israël meer de nadruk wordt gelegd op de militaire overwinning van Judas Maccabeus, roept de kenmerkende rite met het ontsteken van de menora ook het verhaal uit de Talmoed in herinnering over de kleine hoeveelheid niet-ontheiligde olie – genoeg voor één dag – die op wonderbaarlijke wijze acht hele dagen in de tempel brandde totdat nieuwe olie beschikbaar was. Chanoeka begint op 25 kislev (in december) en duurt acht dagen. In die periode worden, naast het ontsteken van de ceremoniële kaarsen, geschenken uitgewisseld en spelen kinderen vakantiespelletjes.
Lampen met acht kleine oliehouders of kaarshouders, één voor elke dag van het Chanoeka-feest. Een negende oliehouder of kaarshouder wordt de sjamasj of dienaar genoemd en wordt gebruikt om de anderen aan te steken. Ze worden vaak verward met de menorah, de heilige kandelaber die in de joodse tempel in Jeruzalem wordt gebruikt en in het boek Exodus wordt beschreven.
Verwijst naar kant die sinds de 18de eeuw wordt gemaakt in Chantilly in het Franse departement Oise. Chantillykant wordt gekenmerkt door zijn verfijndheid en is gemaakt van zijde of linnen. De ondergrond is van een zeszijdig maaswerk en een opvallend bloem- of krulmotief. Latere ontwerpen bevatten linten, naturalistische bloemen en andere motieven op een gespikkelde ondergrond. Chantillykant werd in de 19de eeuw in drie kleuren geproduceerd: wit, zwart en 'blond', de natuurlijke beige kleur van zijde. Er werden grote voorwerpen mee gemaakt, zoals sluiers, sjaals, andere kledingstukken, bedekkingen voor dressoirs en lakens. Chantillykant werd vanaf 1840 nagemaakt als machinale kant.
Een toestand van volledige verwarring en wanorde, waarbij alles uit een gedifferentieerde vormloze massa of mengeling bestaat. Stamt af van het oorspronkelijke begrip uit de oud-Griekse kosmologie, dat de oeroude leegte van het universum betekent voordat er afzonderlijke entiteiten bestonden.
Orde van ongeveer 370 soorten in 17 families, waaronder die van de plevieren, jacana's, steltkluten, kluten, grielen, jagers en alken. Er zijn drie basisvormen: waadvogels die gewoonlijk kleine dieren eten die zich in de modder of het water bevinden, watervogels met zwemvliezen en een dicht verenkleed die in het water duiken om vissen te vangen, vissen van andere vogels afpikken of aas eten, en zeevogels met een dicht verenkleed en zwemvliezen die onder water vissen of ongewervelde dieren vangen en hun vleugels gebruiken om zich voort te bewegen.
Kleine, luitachtige tokkelinstrumenten met fretten, uit het Andesgebied in Zuid-Amerika, die in vele vormen en met een wisselend aantal snaren voorkomen; van de twee belangrijkste typen is er één van hout met een plat achterblad terwijl de ander een bol achterblad heeft, gemaakt van het schild van een gordeldier.
Bevrachtingscontracten waarmee een schip geheel of gedeeltelijk wordt gehuurd voor een bepaalde reis of een bepaalde periode.
Verwijst naar een type joods mysticisme dat wordt gekenmerkt door een ascetische levensstijl, strikte naleving van de geboden en luide, extatische vormen van verering en gebed. Doorgaans wordt aangenomen dat het is ontstaan in Polen in de late 18de eeuw als tegenbeweging in reactie op rabbijnse autoriteit en bepaalde joodse tradities. Chassidisme prefereert gebed boven bestudering van de Torah als een manier om met God te communiceren. Naarmate chassidisme zich over de wereld verspreidde, werd het uiteindelijk geaccepteerd als deel van het orthodoxe judaïsme.
Kleine ornamenten of medaillons die aan een horloge hangen; soms ook een kort kettinkje, gazen band of lint.
Kleine tassen die aan een riem of gordel hangen en die populair waren van medio tot eind 19e eeuw.
Kleine Franse kastelen.
Specifiek, de ceremoniële theekom die men gebruikt bij Japanse theeceremonies. Het zijn kleine vaten zonder oren en vaak met een onregelmatige of anderszins imperfecte vorm. Traditioneel gemaakt van aardewerk en geglazuurd in zachte tinten. Gebruik ���theekommen' voor vaten met een vergelijkbare vorm die zijn bedoeld om thee uit te drinken, maar niet binnen de context van de Japanse theeceremonie ��� zoals kommen die in de achttiende eeuw in Europa werden vervaardigd, al dan niet met schotel.
Wordt gebruikt voor huurkazernes die kenmerkend zijn voor Bombay en andere industriële steden in India; oorspronkelijk ontwikkeld aan het eind van de 19e eeuw om migrerende industrie-arbeiders te huisvesten.
Kleine dubbele rilapparaten met evenwijdige snijranden.
Scheepsbouwmodellen bestaande uit afwisselende stroken hout in contrasterende kleuren die bij de randen aan elkaar zijn gelijmd om een ruitpatroon te vormen wanneer ze worden bewerkt, en om de doorsnedelijnen van het beoogde schip te onderscheiden.
Voor zover bekend een van 's werelds oudste bordspellen, dat wordt het gespeeld door twee mensen die tegenover elkaar zitten met tussen hen in een bord met 64 afwisselend lichte en donkere velden. De 24 schijfvormige speelstukken hebben onderscheidende kleuren. Tijdens het spel worden stukken diagonaal naar een aangrenzend leeg veld verplaatst. Om te winnen moet de speler alle stukken van de tegenstander hebben ingenomen of geblokkeerd, zodat ze niet meer kunnen worden verplaatst. Spellen die vergelijkbaar zijn met checkers werden al gespeeld in de tijd van de vroege Egyptische farao's (ca. 1600 v.Chr.), zoals vermeld in de werken van de Griekse schrijvers Homerus en Plato. In de 12e eeuw werd een vroege vorm van het spel aangepast aan de 64 velden van het schaakbord en in de 16e eeuw werd de regel van het verplichte slaan toegevoegd. Zo ontstond het spel dat in wezen hetzelfde is als het moderne checkers.
Lijsten waarin zaken kunnen worden vergeleken, geïnventariseerd, nagekeken of gedetermineerd.
Te gebruiken voor ambtenaren in overheidsinstellingen en instituten, waarvan de rang en mate van autoriteit varieert per instituut, maar die in het algemeen de leiding over een groep of activiteit hebben. Gebruik 'kapiteins (militaire officieren)' voor militaire officieren met dezelfde titel.
Wetenschappers die onderzoek of werkzaamheden verrichten met betrekking tot de wetenschap die zich bezighoudt met de samenstelling en eigenschappen van de elementaire stoffen waaruit alle lichamen zijn opgebouwd, de wetten waaraan de combinaties zijn onderworpen, en de verschijnselen die gepaard gaan met de blootstelling van de deeltjes aan diverse fysieke omstandigheden.
Verwijst naar een Zuid-Chinese dynastie uit de periode 557 tot 589 n. Chr., de laatste van de Zes Dynastieën. De dynastie werd gesticht in 557, nadat Chen Baxian de Liang-keizer had afgezet; het door de Chen beheerste gebied was evenwel kleiner dan dat van hun voorgangers in de reeks dynastieën. Jiankang, de hoofdstad van de Zes Dynastieën, was een belangrijk cultureel, politiek en religieus centrum waarheen kooplieden en boeddhistische missionarissen vanuit Zuidoost-Azië en India trokken. De schilderkunst, kalligrafie, muziek en dichtkunst beleefden een bloeiperiode, mede dankzij het mecenaat van de Chen-keizers en de aristocratie. De werken van Yao Zui en Xie He laten duidelijk zien dat ook de literaire kritiek en kunstkritiek zich hadden ontwikkeld. Nadat generaal Yang Jian, hertog van Sui, zijn macht in het noorden had gevestigd, nam hij Jiankang in 589 in en vestigde daarmee de Sui-dynastie; heel China was nu verenigd.
Verwijst naar de stijl van geglazuurd porselein die tot ontwikkeling kwam tijdens de latere periode van de Ming-dynastie tussen 1465 en 1487, waarschijnlijk in de Chinese regio Ch'eng Hua. Deze stijl wordt gekenmerkt door het gebruik van het zogenoemde driekleurentype: een onderglazuurlaag in blauw met een bovenlaag in groen en rood. Op porselein van latere datum werden decoraties in vijf kleuren gebruikt.
Garen met franje, doorgaans vervaardigd door een slingerdraadweefsel te maken met de scheringdraden in gescheiden groepjes bij elkaar, waarna de stof in de lengte tot dunne repen wordt geknipt tussen de groepjes.
Vuurscherm met een schuifpaneel dat tussen twee houders op vier poten staat. Te onderscheiden van 'pole screens', waarbij het scherm wordt ondersteund door een drievoetige sokkel met schacht.
Leer dat is gemaakt van de huid van een van de zeer kleine hertachtige zoogdiersoorten uit Azië en West-Afrika, tijdens de Middeleeuwen in Engeland gebruikt voor 'hulsels', een soort losse boekomslag.
Verwijst naar medicijnpotten met een tuit, bedoeld voor vloeistoffen.
Gehoekte gekleurde streep gedragen op de mouw van een uniform als rangonderscheidingsteken.
Verwijst naar de periode die is genoemd naar de stad Chiang Mai in noordelijk Thailand. De stijl van deze periode wordt beïnvloed door de lange politieke en religieuze geschiedenis van het gebied. In de architectuur wordt deze periode gekenmerkt door vele wat-tempelcomplexen die Birmese stilistische invloeden, Europese koloniale invloeden en de vernieuwingen van de monnik Khruba Srivijaya in de jaren 30 van de 20ste eeuw weerspiegelen. Prominente tempels uit deze periode zijn de Wat Chiang Man-tempel (1297 n. Chr.) met een vierkante stoepa die sterke Mon-invloeden weerspiegelt, de Wat Umong-tempel (1296 n. Chr.) met een stucwerkconstructie en eveneens zeer duidelijke Mon-invloeden, de Wat Phra Sing Luang-tempel (1345 n. Chr.), waarin een verguld bronzen Boeddhabeeld staat en de Wat Chedi Chet Yot-tempel (1455 n. Chr.), een grafmonument met zeven spitsen op een hoog basement van lateriet, dat is versierd met naar Sukhothai-stijlen gemodelleerde heiligenfiguren. Beeldhouwwerken uit deze periode weerspiegelen Sukhothai-methoden en ademen over het algemeen een sfeer van krachtige sereniteit. In deze periode zijn niet-vergulde bronzen beelden gemaakt en Boeddhabeelden in de m'ravijaya mudr-positie, met de rechterhand rustend op de rechterknie en gestrekt naar de grond wijzend, en gekenmerkt door brede torso's en grote haarkrullen die zijn versierd met de knop van een lotusbloem.
Verwijst in algemene zin naar een laat-19de-eeuwse stroming onder architecten en ingenieurs, met als belangrijkste exponenten Daniel Burnham, William Le Baron Jenney, John Root en het bedrijf van Dankmar Adler en Louis Sullivan, die uiteindelijk zou leiden tot de ontwikkeling van de wolkenkrabber en een duidelijk moderne architectuurstijl; kenmerken waren skeletbouw in staal en ijzer bekleed met metselwerk, eenvoudige uitwendige decoraties, vaak uitgevoerd in rode baksteen of terracotta, afwijzing van historische vormen en toepassing van zware, hoekige geometrische volumes.
De domeinen, regio's of volkeren die worden geregeerd door chiefs.
Kleine, niet beglaasde dakkapellen die licht en ventilatie bieden aan een zolder of andere ruimte onder een schuin dak; werd vooral gebruikt in middeleeuwse gebouwen.
Dunne, lichtgewicht stof in effenbinding, van fijn, strak getwist garen; werd oorspronkelijk van zijde gemaakt maar tegenwoordig van verscheidene synthetische vezels. Wordt bijvoorbeeld gebruikt voor sjaals, jurken, blouses, ondergoed en sluiers.
Grote ladenkasten waarop een spiegel is bevestigd. Ze kwamen veel voor aan het eind van de 19e en het begin van de 20e eeuw.
Franse benaming uit de 18e eeuw voor een meubelstuk waarin rommeltjes en kleine kledingstukken worden opgeborgen. Het is meestal, maar niet altijd, een kleine, lage ladenkast, smaller dan de normale commode. Gebruik 'chiffonnières (zijtafels)' voor kleine kasten waarvan de bovenkant een dressoir vormt.
Verengelste naam die uit Frankrijk afkomstig is en wordt gebruikt voor een kleine wandkast waarvan het blad een dressoir vormt. Gebruik 'chiffonnières (ladenkasten)' voor kleine, lage ladenkasten.
Ingebouwde asymmetrische en verspringende planken die men vaak tegenkomt in huizen die zijn ingericht in de shoin-stijl. Deze stijl werd populair aan het eind van de Muromachi-periode (1392-1573).
Alle grondsoorten, vooral klei, die in Ethiopië met water worden gemengd om mortel te maken.
Verwijst naar een christelijke, religieuze ideologie die meestal gebaseerd is op een interpretatie van Openbaring 20:1-7, waarin staat dat de heiligen duizend jaar lang zullen heersen over de aarde, net voor of na de terugkeer van Christus. Vanaf de vroege tijd van het christendom heeft het chiliasme volgelingen gehad, maar het werd vooral populair in de 19de eeuw, toen groepen zoals de Plymouth Brethren en de adventisten apocalyptische en chiliastische ideeën omarmden. Recentelijk hebben sociale wetenschappers de term ook in het algemeen gebruikt voor religieuze groepen die verwachten dat de wereld een plotselinge transformatie zal ondergaan. Dergelijke groepen winnen vaak aan populariteit wanneer er sociale veranderingen gaande zijn of zich een crisis voordoet.
Kleine daken die boven het belangrijkste dak achter een schoorsteen zijn gebouwd, gebruikt om bescherming te geven tegen lekkage van water waar de schoorsteen door het dak steekt.
Soort hominide die voorkomt in tropische bossen en op natte savannen in het westen en midden van Afrika, hoewel hun verspreidingsgebied vroeger veel groter was. Ze hebben een lichaam dat grotendeels is bedekt met donkerbruin haar en duimen en grote tenen die opponeerbaar zijn. De verschillen met de andere bestaande soort uit het genus Pan, de bonobo, zijn de volgende: chimpansees hebben een robuuster lichaam en een gezicht dat verder vooruitsteekt, ze brengen minder tijd door in de bomen en vertonen ander gedrag, bijvoorbeeld de sociale dynamiek in groepen is anders. In oudere classificaties werden de bonobo en de gewone chimpansee als één soort beschouwd.
Een gedeeltelijk ontbonden veldspaat-graniet gevonden in China en gebruikt met klei om oosters porcelein te maken.
Aangelegde akkers in Mexico die bebouwbaar zijn gemaakt door de te beplanten grond te bemesten met organisch afval en te bevloeien met slijk dat wordt opgebaggerd uit kriskras door het gebied stromende irrigatiekanalen.
Gereedschap dat werd gebruikt door kuipers om biezen in te voegen tussen het boveneinde en de duigen van een vat, na het plaatsen van het boveneinde.
Verwijst naar Pruisisch blauw van hoge kwaliteit met een fijnere glans en een bronzen schijn, dat wordt geprefereerd als drukinkt. Het wordt ook gebruikt in verven, lakken en vernissen. Beschouwd als een van de drie beste kwaliteiten van Pruisisch blauw.
Verwijst naar Engels chinoiseriemeubilair in navolging van ontwerpen die werden gepubliceerd door kastenmaker Thomas Chippendale in 'The Gentleman and Cabinet Maker's Director' uit 1754. De stijl wordt meestal toegepast bij kleine kasten en stoelen, en kenmerkt zich door traliewerk en vierkante en hoekige vormen.
Strategisch bordspel dat sinds ongeveer 700 wordt gespeeld in China. Net als westers schaken is Chinees schaken waarschijnlijk afgeleid van het Indiase bordspel chaturanga. Het doel van Chinees schaken is het veroveren van de koning of generaal van de tegenstander. Hoewel de speelborden op het eerste gezicht op elkaar lijken, bevat het westerse schaakbord 8x8 rijen velden van afwisselend lichte en donkere kleuren en het Chinese bord 8x8 rijen velden van dezelfde kleur met een extra horizontale lege rij (de 'rivier') tussen de twee helften. Over sommige velden zijn diagonale lijnen getrokken. In tegenstelling tot westers schaken - dat wordt gespeeld op velden met twee verschillende kleuren - wordt Chinees schaken gespeeld op de snijpunten van de lijnen (de 'punten') die samen de velden vormen. Chinese schaakstukken hebben meestal de vorm van platte schijven, vaak zwart en rood van kleur, met Chinese karakters die de rang aanduiden. Onder de stukken bevinden zich een koning (generaal), mandarijnen, torens (strijdwagens), paarden, olifanten (bisschoppen of ministers), katapulten en pionnen (soldaten).
Een compact pigment van zinkoxide dat in 1834 als waterverf werd geïntroduceerd door Winsor & Newton.
Porselein gemaakt en bewerkt in China op bestelling van Europeanen; te onderscheiden van porselein dat naar de Chinese smaak werd vervaardigd.
Kegeldragende boomsoort die voorkomt in China, Taiwan, Tibet en Vietnam. Hij kent tal van variëteiten, waarvan sommige in bepaalde classificaties als afzonderlijke soort worden beschouwd.
Iep die inheems is in China, maar tegenwoordig in de hele wereld wordt gebruikt als sierboom. De bladeren zijn klein en glanzend en de schors heeft een interessant vlekkenpatroon.
Een vrij harde, gelig-witte was gemaakt door insecten die door mensen worden gekweekt; wordt gebruikt voor algemene doeleinden en als een vervanger voor bijenwas.
Verwijst naar de Europese en Amerikaanse kunst- en bouwkundestijl die verbeeldingsvolle en poëtische ideeën over China weerspiegelt, zoals die zijn beïnvloed door verhalen van reizigers en de export van Aziatisch keramiek, textiel en kunstvoorwerpen.
Verwijst naar een Griekse aardewerkstijl die zich in de 7de eeuw v. Chr. ontwikkelde op het eiland Chios en ook elders bekend was, onder meer in de Griekse kolonie in Nakratis (Egypte). De stijl kenmerkt zich door een ongewoon witte slip en een schildertechniek die verschilt van de eigentijdse Wild Goat stijl doordat dieren en figuren niet zijn opgevuld met een patroon maar meestal op de achtergrond blijven.
Zwaar versierde boekbanden, gewoonlijk met een omslag van rood marokijnleer, voorzien van fijn afgewerkte gouden randen, vlakken met doorsnijdende of gestippelde lijnen en exotische motieven met dieren, planten en menselijke en mythische figuren in rococostijl. Ook motieven die zijn geïnspireerd door Chinees en uit China geëxporteerd porselein, zoals draken, bloemen en vogels, komen veel voor.
Spaanse en Latijns-Amerikaanse volksschalmeien, in sopraan- en tenorformaat gebouwd, bestaande uit een kort, driehoekige dubbel riet met een wijde opening en meestal met een pirouette.
infraorde met daarin de familie van aye-ayes of vingerdieren, kleine primaten die in bomen leven.
De bestudering van de processen van menselijke gezondheid en ziekte, waarbij speciale aandacht wordt besteed aan de verbanden tussen werking van de ruggengraat, het spierstelsel, het zenuw- en vaatstelsel, de voeding en de omgeving.
Grote luitachtige instrumenten die van rond 1590 tot 1655 zeer geliefd waren in Europa. Ze hebben zes dubbele verkorte snarenkoren die boven de toets lopen en acht vrijzwevende bassnaren die niet worden verkort en ongeveer twee keer zo lang zijn als de gewone snaren. Hiervoor is de hals een eind verlengd voorbij de sleutelkast van de verkorte snaren. Ze worden vooral gebruikt om de solozangstem te begeleiden.
Element met symbool Cl en atoomnummer 17, bij normale temperaturen een geelgroen gas dat toxisch is en de ogen en het ademhalingssysteem aantast. Bij -34 graden Celsius wordt chloor vloeibaar. De stof komt veel voor in natuurlijke verbindingen, bijvoorbeeld in keukenzout. Vrije chloor wordt gebruikt voor sterilisatiedoeleinden, bijvoorbeeld van water.
Voedings- en genotmiddelen, m.n. versnaperingen uit cacao, suiker en cacaoboter bereid, eventueel met nog andere stoffen vermengd.
Kleine lepels ter grootte van koffielepels die een ronde kom hebben. Werden in de 19e eeuw geïntroduceerd als een apart deel van het couvert. Werden soms in sets en samen met een roerstaafje gemaakt.
Beschrijft kunstwerken die zijn vervaardigd door de bewoners van het eiland Choiseul. De stijl waarin de figuren op de zuidelijke eilanden zijn uitgevoerd, was doorgaans naturalistischer qua menselijke proporties en detaillering.
Nette herendassen die aan de voorkant zijn gevouwen of geknoopt met de uiteinden in het jasje gestopt. Ook stukken kant, zijde of ander fijn materiaal die om de hals worden gedragen door mannen en vooral in de mode waren in de 17e eeuw. Gebruik `stropdassen' voor lange, smalle stroken stof die om de hals onder de boord worden gedragen en in een knoop, lus of strik worden vastgemaakt.
Leden van een genus van twee soorten in bomen levende zoogdieren die bekend staan om hun trage bewegingen en die inheems zijn in de laaglanden van de tropische bossen van Zuid- en Midden-Amerika. Ze verschillen van drievingerige luiaards doordat ze kleiner zijn, zich iets trager voortbewegen en meestal ondersteboven aan een boomtak hangen in plaats van in bomen te zitten.
Een inheemse Koreaanse godsdienst, gesticht door Choe Suun (1824-1864) in een poging een direct beroep te doen op het religieuze bewustzijn van het Koreaanse volk. Chondogyo was een reactie op het christendom en de traditionele godsdiensten van Korea, maar bevat wel elementen van het confucianisme, taoïsme, boeddhisme, sjamanisme en rooms-katholicisme. Nadat Suun door de regering was terechtgesteld, ontwikkelden zijn opvolgers Choe Si-hyong en Son Piyong-hi de beweging totdat deze was uitgegroeid tot een belangrijke Koreaanse godsdienst. De geschriften van het chondogyo zijn opgesteld door de drie oprichters. In deze religie worden mensen als dragers van goddelijkheid beschouwd en daarom moeten mensen elkaar behandelen ‘als God’. Chondogyo benadrukt de universaliteit van God en pleit voor een coöperatief koninkrijk Gods op aarde dat is gebaseerd op geloof, eenvoud, standvastigheid en oprechtheid. Er bestaat geen idee van eeuwige beloning omdat de godsdienst maar één doel heeft: de wereld gerechtigheid en vrede brengen. Er zijn vijf aanbevolen oefeningen: het reciteren van een formule, elke avond om negen uur, het gebruik van water als symbool van zuiverheid, het bijwonen van een zondagse eredienst, het regelmatig geven van rijst aan de kerk en het gebed (op verschillende voorgeschreven wijzen). Chondogyo speelde een belangrijke rol in de modernisering van Korea na 1894. Het verzette zich na 1919 ook tegen het Japanse imperialisme en legde zich niet neer bij het communisme in Noord-Korea na 1945. Aan het eind van de 20ste eeuw waren er ongeveer drie miljoen leden.
Een klasse van zeer oude gewervelde dieren waaronder haaien, roggen, vleten en draakvissen, die zich kenmerken door een kraakbeenachtig skelet en de typische aanwezigheid van een rudimentaire ruggengraat in de jonge dieren die geleidelijk wordt vervangen door kraakbeen, een relatief groot hersengewicht ten opzichte van de lichaamsgrootte, in de milt geproduceerde rode bloedcellen en speciaal weefsel rond de geslachtsklier in plaats van beenmerg, een uniek orgaan van Leydig en een epigonaal orgaan dat onderdeel kan zijn van het immuunsysteem, een taaie huid bedekt met huidtanden, vijf tot zeven kieuwen, inwendige bevruchting, jongen die afhankelijk van de soort levend geboren worden (ovovivipare soorten) of uit een ei ter wereld komen (ovipare soorten), en door het feit dat ze voornamelijk ectotherm of koudbloedig zijn. Veel levende haaien en roggen behoren tot dezelfde genera als soorten die meer dan 100 miljoen jaar geleden in de zeeën van het Krijt zwommen.
Verwijst naar de porseleinstijl die ontstond tijdens de regeerperiode van de laatste keizer van de Ming-dynastie, 1628-1643.
Damesschoenen of overschoenen met meeestal een muilachtig bovenstuk en een hoge plateauzool van kurk of soms van hout die werden gedragen van de 14e tot de 18e eeuw om de lengte te vergroten en de voeten tegen kou, nattigheid en vuil te beschermen. Gebruik 'pantoufles' voor muilachtig schoeisel met dunnere zolen dat gebruikt wordt als pantoffel of overschoen.
In het algemeen te gebruiken voor dirigenten van koren bij toneelstukken in het oude Griekenland. Wordt met name gebruikt voor individuele inwoners van het oude Athene die één van de koren die op een toneelfestival optraden sponsorde, daarbij de leden selecteerde, voor de oefenruimte zorgde en alle onkosten met betrekking tot hun optreden, inclusief kostuums, opleiding en maaltijden betaalde.
Verwijst naar kaarten waarop relatief grote gebieden, bijvoorbeeld landen of continenten, op een kleine schaal worden weergegeven. Behalve staatkundige grenzen en belangrijke steden kunnen op chorografische kaarten ook de natuurlijke configuratie en kenmerken van een gebied zijn opgenomen. Het verschil met 'topografische kaarten' is dat hierop een kleiner gebied is weergegeven.
Kaarten waarop met behulp van kleine symbolen, zoals stippen of lijnen, landgebruik of vegetatie wordt aangegeven, zonder dat er hoeveelheden worden uitgedrukt.
Wordt gebruikt voor uitbundig geïllustreerde boeken over bloemen.
Twee- of driedelige afsluitbare doos of vaatwerk ter bewaring van de heilige oliën die worden gebruikt bij het toedienen van de verschillende sacramenten in de rooms-katholieke kerk.
Een christelijke geloofsgemeenschap die in 1848 in Richmond (Virginia) in de Verenigde Staten is gesticht door John Thomas (1805-71), die voorheen een volgeling was geweest van Thomas en Alexander Campbell. John Thomas wilde terugkeren tot de geloofsovertuiging en de praktijken van de eerste discipelen, vandaar de naam, die 'broeders van Christus' betekent. De naam werd tijdens de Amerikaanse Burgeroorlog aangenomen ter rechtvaardiging van het pacifisme van de gelovigen. Thomas verwierp de doctrine van de Heilige Drie-eenheid en die van het bestaan van Christus voor zijn geboorte. Christadelphians geloven in de volledige nauwkeurigheid van de Bijbel. Centraal in het geloof van de Christadelphians staat het chiliasme. In het bijzonder geloven zij dat Christus zal wederkomen om een theocratie te vestigen vanuit Jeruzalem. Christadelphians zijn het niet eens over de vraag of alle mensen zullen herrijzen, maar over het algemeen wordt aangenomen dat ieder ander dan de ware gelovige in vergetelheid zal raken. Volwassen volgelingen moeten worden gedoopt door onderdompeling. Er zijn geen gewijde voorgangers en lokale gemeenten worden 'ecclesia’s' genoemd. Christadelphians vervullen geen militaire dienst, gaan niet in de politiek en doen niet mee aan verkiezingen.
Verwijst naar de wereldreligie en -cultuur die in de eerste eeuw n. Chr. tot ontwikkeling kwam op basis van de leer van Jezus Christus van Nazareth. De wortels van deze religie liggen in de joodse traditie en het Oude Testament. Een van de kenmerkende grondbeginselen is het geloof in de dood en wederopstanding van Jezus. De religie omvat een traditie van geloof, rituelen en een vorm van kerkelijke autoriteit of leiderschap.
Verwijst naar een christelijke gezindte en beweging die is gesticht door Mary Baker Eddy (1821-1910) en die streeft naar herbevestiging van de christelijke boodschap van verlossing van al het kwaad, met inbegrip van ziekte en zonde. Eddy, die half invalide was en geïnteresseerd in genezing zonder medicijnen, beweerde dat zij in 1866 zonder medische hulp was hersteld van zwaar letsel. Daarna wijdde zij zich aan het herstel van de nadruk op gebedsgenezing die het vroege christendom had gekenmerkt. In 1875 voltooide zij de eerste editie van haar boek 'Science and Health with Key to the Scriptures'. Dit werk en de Bijbel zijn de voornaamste geschriften van de beweging, die veel belang hecht aan de inrichting van leesruimten waar deze boeken een eigen beroep op de lezers kunnen doen. Ook de 'Christian Science Monitor' wordt door het kerkgenootschap uitgegeven. Volgens de leer van Christian Science is onwetendheid de wortel van het menselijk ongemak, de menselijke ziekte. In plaats van medische behandeling te zoeken moet men gebedsgenezers van Christian Science raadplegen voor spirituele genezing. Gezondheid, geluk en heiligheid kunnen worden hersteld door alle aspecten van de levenspraktijk en -houding aan te spreken in overeenstemming met het beginsel van goddelijke harmonie. De eerste Church of Christ, Scientist werd in 1879 in Boston gesticht en het hoofdkwartier van de beweging is daar nog altijd gevestigd.
Harpen met een snaar voor iedere halve toon, waardoor er een volledig chromatisch bereik op kan worden gespeeld zonder gebruik te maken van pedalen of haken.
Scheidingsmethode voor chemische mengsels waarbij gebruik wordt gemaakt van een absorberende kolom waar de diverse bestanddelen van het mengsel met verschillende snelheden door of langs worden geleid.
Fotografische procédés waarin subtractieve verfstoffen worden gevormd door het oxidatieproduct van de ontwikkelagens (als resultaat van de ontwikkeling van het latente beeld) te laten reageren met een koppelmiddel, dat ofwel in de film, ofwel in de ontwikkelvloeistof aanwezig is.
Fotomechanische afdrukken in kleur, meestal getinte halftonen in reliëf. Aan het eind van de 19de eeuw in gebruik in Frankrijk.
Auteurs die gedetailleerde en doorlopende beschrijvingen van gebeurtenissen maken of verzamelen in chronologische volgorde. Het gaat in het bijzonder om beschrijvingen waarin de feiten worden verhaald zonder te filosoferen en zonder een literaire stijl na te streven.
Wordt gebruikt voor elektronische instrumenten die zeer korte tijdsintervallen heel nauwkeurig meten, bijvoorbeeld voor het vaststellen van de snelheid van projectielen.
Thermometers die worden gebruikt om de gemiddelde temperatuur aan te geven en die gedeeltelijk bestaan uit een tijdmechanisme waarvan de snelheid een functie is van de temperatuur.
Te gebruiken voor het zuivere metaalelement met het symbool Cr en het atoomnummer 24. Het is zeer hard en zilverachtig wit van kleur, met een blauwachtige tint. Wordt ook gebruikt voor het metaal wanneer het wordt bewerkt en gevormd om, meestal in combinatie met andere stoffen, verscheidene voorwerpen en materialen te maken zoals roestvrij staal, hittebestendige legeringen, zeer sterke staallegeringen en slijtvaste galvaniseringen.
Chroomstaal dat een kleine hoeveelheid vanadium bevat, gewaardeerd om de combinatie van sterkte en taaiheid.
Een blauwachtig groen pigment dat voortkomt uit een mineraal met dezelfde naam en dat bestaat uit een gehydrateerd kopersilicaat dat vaak vrij silica en ander verontreinigingsmateriaal bevat.
Het schrijven in goudinkt die is gemaakt van goudpoeder vermengd met eiwitlijm of gom en na droging wordt gebruineerd.
Verwijst naar een belangrijke school of sekte binnen het religieuze taoïsme, in 1163 gesticht door Wang Chuan-yang (1112-1170) nadat hij een kluizenaar had ontmoet die zei een incarnatie van twee van de onsterfelijken te zijn en van wie hij geheim onderricht ontving. Chuan-yang baseerde zich op klassieke taoïstische bronnen en op bronnen buiten de taoïstische traditie, in het bijzonder uit het zenboeddhisme. Elke volgeling van deze school heeft als doel het bereiken van de tao-ervaring door inzicht in zijn eigen geest en aard in relatie tot de tao. De beweging had de voorkeur van de Mongolen, en de tweede patriarch, Chiu Chang-chun, werd uitgenodigd om naar Midden-Azië te komen en te preken voor Dzjengis Khan. De school was immens populair en de gemeenschappen van celibataire monniken bleven actief tot in de 20ste eeuw met het befaamde Klooster van de Witte Wolken in Peking als hoofdkwartier. Dit klooster behoort tot de school van Lung-men (Drakenpoort), een van de belangrijkste van verscheidene bewegingen die zijn voorgekomen uit Chuan-chen tao.
Grote chordofonen met een basbereik, verwant aan de viool. Ze werden gemaakt in New England in de 19e eeuw, hoofdzakelijk om kerkkoren te begeleiden.
Culinair gerei met één driehoekig uiteinde dat wordt gebruikt om drankblikjes open te prikken en één gerond uiteinde waarmee flessen worden geopend. De term is Amerikaans slang en wordt ook gebruikt als synoniem voor zowel blikopeners als flesopeners.
Verwijst naar een stijl van kunst en bouwkundige ornamenten van het einde van de 17de tot het einde van de 18de eeuw, hoofdzakelijk in Spanje en de Spaanse koloniën in Amerika. De stijl is genoemd naar een Madrileense familie van architecten, in het bijzonder José de Churriguera, al hebben ook andere architecten bijgedragen aan de ontwikkeling en verbreiding ervan. De stijl kenmerkt zich door een overvloed aan versiering en detaillering, waarin verscheidene elementen uit eerdere maniëristische en barokke kunst zijn gecombineerd.
Houders ter bewaring van geconsacreerde hosties, veelal in de vorm van een kelk met deksel en vaak van edelmetaal. Te onderscheiden van: ciboria (constructies).
Bureaus en boekenkasten met een scharnierend, rond deksel of bedekking die op een gedeelte van een cilinder lijkt en in de schrijftafel kan worden gerold. Ze werden voornamelijk aan het eind van de 18e en het begin van de 19e eeuw gemaakt. Gebruik 'cylinder fall desks' voor soortgelijke bureaus zonder boekenkast.
Plat vensterglas dat zich kenmerkt door rechte ribbels. Vervaardiging vindt plaats met behulp van een oude techniek, waarbij een grote bol glas wordt geblazen en aan een blaaspijp wordt uitgeslingerd, zodat het een lange fles vormt. Vervolgens worden de halfronde uiteinden afgesneden. Door de ontstane cilinder daarna in de lengte door te snijden en opnieuw te verwarmen, kan men het met een houten vlak platstrijken of laten inzakken tot het plat is. Glas kenmerkte zich traditioneel door een grote variabiliteit in textuur, kleur en dikte. Vervaardigd met moderne methoden is het echter regelmatiger. Cilinderglas verving kroonglas grotendeels toen het productieproces werd gemechaniseerd.
Werktuig waarmee o.a. graan gemalen wordt door middel van twee met een verschillende snelheid tegen elkaar indraaiende gegroefde cilinders.
Standaard grote lekythoi (grafvazen) met een cilindervorm en gewoonlijk met basiskleur wit. Men gebruikte dit type vazen voornamelijk voor begrafenisrituelen. Dit weet men op grond van de afbeeldingen op de vazen en omdat ze zijn opgegraven op begraafplaatsen. Aan het eind van de vijfde eeuw werden enorme exemplaren vervaardigd die men mogelijk gebruikte als een soort grafzerken.
Cilinders van hard materiaal met ingegraveerde figuren op het gebogen oppervlak, die vooral in het oude Mesopotamië werden gebruikt om een identificerende afdruk op natte klei te af te drukken.
Omtrek of vorm die is begrensd door twee uiteinden die gelijke en parallelle cirkels zijn, waarbij het tussenliggende gekromde oppervlak zo is als het zou worden getekend door een rechte lijn die parallel loopt aan zichzelf, met uiteinden in de omtrekken van deze cirkels.
Personen die toezicht houden op alle fotografische aspecten in een televisie- of filmproject, met name de belichting. Ze zijn in het bijzonder belast met het bereiken van fotografische beelden en effecten die door de regisseur worden verlangd. Gebruik 'cameramensen' voor bedieners van film- of televisiecamera's.
Stilistische stroming die een documentaireachtige stijl hanteert. De naam betekent 'waarheidsgetrouwe cinema' en is afgeleid van de titel van een serie Sovjet-Russische nieuwsitems. Oorspronkelijk waren er geen sets, acteurs of scripts en in vele opzichten kan het worden gezien als een documentaristische manier van filmen. De Franse etnografische documentairemaker Jean Rouch paste deze formule zeer strikt toe, maar in de latere jaren 60 manipuleerden Rouch en zijn aanhangers de films wel door ze te monteren. De term cinéma vérité wordt gebruikt voor het beschrijven van zowel de stroming als de techniek waarbij wordt gestreefd naar een realistische weergave van de werkelijkheid door het gebruik van een draagbare camera, schokkerige bewegingen, flets licht en een onvolmaakte belichting. Deze technieken werden steeds meer overgenomen door filmmakers uit de Franse stroming Nouvelle Vague en door Amerikanen als John Cassavetes. Een van de belangrijkste werken uit de cinéma vérité is 'Le chagrin et la pitié' (1969) van Marcel Ophüls, een compromisloze visie op de bezetting van Frankrijk tijdens de Tweede Wereldoorlog.
Anamorfotisch breedbeeldprocedés dat in het begin van de jaren vijftig van de 20ste eeuw werd ontwikkeld en geïntroduceerd door filmtechnici van Twentieth Century-Fox. CinemaScope gebruikt een beeldverhouding die varieert van 2,66:1 tot 1,66:1 en een speciale anamorfotische lens, die eveneens 'Cinemascope' wordt genoemd.
Handmatig aangedreven bioscooptoestel dat aan het einde van de 19de eeuw ontwikkeld is door de gebroeders Lumière. Het kon gebruikt worden als filmcamera, ontwikkelaar en projector.
De kunst en wetenschap van het fotograferen van animaties of geanimeerde wezens of voorwerpen in beweging met behulp van een filmcamera. Te onderscheiden van 'chronofotografie', waarbij beweging of verandering in een serie fotografische beelden wordt vastgelegd door afzonderlijke foto's na elkaar te nemen of met één lange opname beweging te registreren, waardoor wazige beelden ontstaan. Zie de beschrijvingen onder de gidsterm "filmproductie en processen en technieken voor filmproductie" voor termen betreffende het algehele proces van filmproductie en de diverse technieken voor filmproductie.
Breedbeeldprocedé dat werd ontwikkeld door Fred Waller en sinds 1952 commercieel wordt gebruikt. Het systeem gebruikt een groot gebogen scherm met drie overlappende 35mm-projectoren, elk in een aparte cabine. De camera rechts projecteert op het linker derde deel van het scherm, de camera in het midden is recht vooruit gericht en de camera links projecteert op het rechter derde deel van het scherm. De meeste producties waren reisfilms; 'How the West Was Won' (1962) was een van de weinige fictiefilms die werden gefilmd in Cinerama.
Een witte marmersoort met groene en grijze strepen vanwege lagen met mica en mica-achtige mineralen. Het is afkomstig van het eiland Euboea in de Egeïsche Zee. Het marmer lijkt op een dwarsdoorsnede van een ui, vandaar de naam, die afgeleid is van het Italiaanse woord voor ui (cipolla). De term wordt tegenwoordig gebruikt voor elke vorm van kristalvormig wit marmer met groenkleurige mica, in het bijzonder de schisteuze soorten.
Wordt gebruikt voor kleine Romeinse, Etruskische of Griekse stèles of stenen pilaren, meestal met inscripties, die bijvoorbeeld gebeurtenissen, grenzen of graven aangeven.
Familie van coniferen die circa 30 genera (waarvan 17 monotypisch) en 140 soorten omvat, met wereldwijde verspreiding. Het betreft eenhuizige, semi-tweehuizige of soms tweehuizige bomen en heesters met een hoogte van 1-116 m. De schors van volwassen bomen is meestal oranjebruin tot roodbruin, met een vezelige structuur, die vaak afbladdert in verticale stroken. Bij sommige soorten is de schors evenwel glad, geschubd en met vierkante barsten.
Meetinstrumenten voor het meten van verhoudingen; ze bestaan uit twee rechte metalen balkjes met een scharnier aan één eind en met een schaalverdeling voor het meten; worden gebruikt door klokkemakers.
Wordt gebruikt voor de gehele weg die door elektrische stoom wordt afgelegd door geleiders, meestal draden, vanaf het ene aansluitpunt van een energiebron, door energie verbruikende eenheden, en terug door andere geleiders, meestal draden, naar een ander aansluitpunt van de energiebron.
Wordt gebruikt voor drukwerk zoals berichtgevingen of advertenties, meestal in de vorm van losse bladen of folders, die zijn bedoeld om in groten getale te worden verspreid onder een groot, algemeen publiek. Voor gelijksoortige stukken die zijn bedoeld om met de hand te worden verspreid, en die vaak ook dienst doen als posters, wordt 'strooibiljetten' gebruikt.
Ronde schouwplaatsen, strijd-, renbanen, worstelperken, ook met ovale banen, die aan een eind gebogen zijn, met rijen zitplaatsen langs drie kanten en gebouwd voor wedstrijden met paard en wagen. Gebruik 'hippodromen' voor soortgelijke antieke Griekse gebouwen. Gebruik 'paardenrenbanen' voor sportbouwwerken die worden gebruikt voor paardenraces in moderne context.
Circustenten zijn in circa 1825 geïntroduceerd door het Amerikaanse reizende gezelschap van J. Purdy Brown. Deze vernieuwing werd spoedig de standaard voor circusvoorstellingen over de hele wereld. Wanneer een circus meerdere tenten heeft, wordt de term 'circustent' gebruikt voor de hoofdtent.
Benaming die wordt gebruikt voor gewone handscharen met een lichte kromming in het blad, of mechanische scharen, die beide worden gebruikt om cirkels uit bladmetaal te knippen.
Europese luitachtige, getokkelde chordofonen met metalen snaren die met een plectrum werden bespeeld en zeer geliefd waren in de 16e en 17e eeuw. Ze hebben een wigvormige klankkast met een gebogen onderkant en rechte schouders die naar de hals toe smaller worden, en een lage, platte kam die uitsluitend op zijn plaats wordt gehouden door de snaren die erdoor ondersteund worden. Het meest kenmerkende onderdeel van de cister is de lange hals met fretten waarvan achter de toets, aan de baskant, een sleuf is aangebracht voor de duim om gemakkelijk hogere posities te bereiken.
Een rooms-katholieke orde die in 1098 in Citeaux, Frankrijk werd opgericht door de heilige Robert van Molesme. De cisterciënzers houden zich strikt aan de Regula Benedicti en hechten belang aan afzondering, armoede, uniformiteit en vooral lichamelijke arbeid. In de middeleeuwen was het een vooraanstaande orde, vooral onder het leiderschap van de heilige Bernardus van Clairvaux (1090-1153). In de 13de eeuw waren er meer dan 500 huizen in Europa, maar daarna raakte de orde in verval. Door de nadruk op lichamelijke arbeid, voornamelijk landbouw, speelden de cisterciënzers een belangrijke rol in de economische vooruitgang van de 12de eeuw en in de ontwikkeling van landbouw- en handelstechnieken. Na de hervormingsbewegingen van de 16de en 17de eeuw werd de orde uiteindelijk opgesplitst in de Orde van de Strikte Observantie (in de volksmond vaak de trappistenorde genoemd) en de Orde van de Commune Observantie. Tegenwoordig is er sprake van een grote verscheidenheid binnen de kloosters van beide orden en is het literaire werk van beide orden opgeleefd. Strikte Observantie is actief in Frankrijk, Engeland en Polen, terwijl Commune Observantie actief is in de Verenigde Staten en delen van West-Europa.
Boeken waarin bijzondere of beroemde passages, citaten, gedichten, commentaren, recepten, voorschriften en allerlei soorten andere documenten bijeen zijn gebracht.
Een citer is een muziekinstrument dat circa 1850 vanuit Oostenrijk in Engeland en Amerika werd geïntroduceerd. Het heeft dertig tot veertig snaren die onder aan de ondiepe houten klankkast het instrument in gaan. Het instrument is voorzien van meestal vijf metalen melodiesnaren met fretten, die met mechanische schroeven te stemmen zijn, en soms wel dertig of meer snaren zonder fretten van darm of nylon, die worden gestemd met metalen polsschroeven. Het instrument wordt bespeeld door met de vingers en duim te tokkelen. In sommige varianten is een toets met fretten aangebracht op een hartvormige klankkast (strijkciter) of een vioolvormige klankkast (vioolciter), en wordt het instrument bespeeld met een strijkstok.
Vorken die worden gebruikt voor het doorklieven van een citroenschijfje. Worden vaak beschouwd als diengerei maar is soms bij elk couvert inbegrepen.
Kleur- en geurloos zuur dat in het sap van de meeste vruchten zit, maar ook in andere planten, veel dierlijke weefsels en vloeistoffen.
Genus van planten, waaronder de sukadeboom, citroenboom, limoenboom, sinaasappelboom, grapefruit, mandarijnboom, pompelmoes en vele andere soorten. De meeste produceren vlezige vruchten met een tamelijk dikke schil. Men denkt dat het genus oorspronkelijk uit Zuidoost-Azië komt. Sinds de oudheid is men deze bomen in een steeds groter gebied gaan kweken. Het precieze aantal natuurlijke soorten is onduidelijk en hun classificatie is complex omdat veel soorten kruisingen zijn die door middel van klonering zijn gekweekt. Er is genetisch bewijs dat zelfs een aantal soorten die in het wild voorkomen oorspronkelijk kruisingen waren. Gekweekte citrusbomen stammen misschien af van niet meer dan vier oersoorten.
Middelgrote subtropische citrusboom, met langwerpige elliptische bladeren met een fijn getande rand en een kleine bolvormige geelgroene vrucht. De boom is afkomstig uit Zuidoost-Azië en werd geïntroduceerd in het Midden-Oosten, Noord-Afrika, Sicilië en Spanje. Limoenen werden in Europa ingevoerd rond de twaalfde, dertiende eeuw. Columbus nam de citrusvrucht mee naar West-Indië, waar ze al snel op grote schaal werden verspreid, onder meer naar de Florida Keys (in het Engels wordt de vrucht 'key lime' genoemd) en Californië. Voor de handel plukt men de vrucht gewoonlijk als die groen is. De vrucht is iets zoeter dan andere soorten limoenen. Limoenolie wint men doorgaans met behulp van stoomdestillatie. De olie gebruikt men voor parfums en als smaakstof, insecticide en antisepticum. De vrucht gebruikt men als smaakmiddel en als een bron van vitamine C.
Verwijst naar een Etruskische aardewerkstijl die waarschijnlijk is ontstaan onder invloed van stijlen op het Griekse eiland Rhodos. Deze stijl wordt vaak gekenmerkt door donker-op-lichtdecoraties, in het bijzonder gestileerde zwarte dierlijke of menselijke figuren die in horizontale stroken op de vaten werden geschilderd.
Verwijst naar de Europese prehistorische spaantraditie, daterend uit de grote interglaciale periode van het Pleistoceen (1.600.000 tot 10.000 v. Chr.) en genoemd naar instrumenten die zijn aangetroffen bij Clacton-on-Sea in Essex (Engeland). De stijl kenmerkt zich door typische kern- en spaangereedschappen, in het bijzonder holle schrapers die mogelijk zijn gebruikt voor het gladmaken en vormen van houten speren. De gereedschappen zijn vergelijkbaar met die van de Soan-nijverheid in Pakistan en die welke zijn gevonden op diverse plaatsen in het oosten en zuiden van Afrika. De Clactoniëntraditie lijkt ook enigszins verband te houden met de Tayaciennijverheid uit Frankrijk en Israël.
Deskundigen op het gebied van de klassieke oudheid of aanhangers van het classicisme op het gebied van kunst of literatuur.
Bolle, donker getinte glazen die als spiegels werden gebruikt om landschappen of onderdelen van landschappen verkleind, in gedempte kleuren of met samengevoegde details weer te geven, of om voorwerpen van hun omgeving af te zonderen, ze te vereenvoudigen en weer te geven in de vorm van licht en donker. Ze waren in de 17de en 18de eeuw populair onder kunstenaars, reizigers en hen die het landschap eenvoudigweg wel eens met een andere blik wilden zien. Ze werden ofwel in de hand gehouden, ofwel in grotere vorm bevestigd naast de vensters van koetsen. Ze zouden zijn gebruikt door de schilder Claude Lorrain, die vergelijkbare effecten weergaf in zijn landschappen, vandaar de naam.
Paarse banden van een Romeinse tunica, die op en over elke schouder liep van zoom naar zoom en de status van de drager aangaf. Ook gebruikt voor gelijksoortige banden op tunieken van liturgische gewaden.
Wordt in het algemeen gebruikt voor blokken, meestal van hout, die zijn bewerkt om een afdruk op papier, stof of ander materiaal te drukken, of om andere materialen die het eigenlijke drukvlak vormen, te ondersteunen. Gebruik waar mogelijk een specifiekere benaming; geef de voorkeur aan 'drukplaten' voor metalen drukvlakken.
Koppen van personen of bustes, in ronde lijsten, eer of heldendom suggererend; Hellenistisch, Romeins.
Ronde of ovale schilden van leer of brons bedekt met metalen of bronzen platen; werden gebruikt door de Romeinse zware cavalerie vanaf het eind van de 8e tot de 4e eeuw v.C.
Type snelzeilend, loefwaardig, vierkant getuigd koopvaardijschip dat van circa 1840 tot 1890 door de meeste zeevarende naties werd gebruikt.
Oölitische kalksteen die wordt gewonnen in de omgeving van Clipsham in het Engelse Leicestershire. Voornamelijk gebruikt als bouwsteen.
Klasse van circa 8000 soorten wormen die worden gekenmerkt door de aanwezigheid van een clitellum (kraag), die als voortplantingscocon fungeert tijdens een deel van de levenscyclus.
Orde van eierleggende zoogdieren met vier soorten in twee onderklassen. De bestaande soorten zijn het vogelbekdier en de twee soorten mierenegels. Waarschijnlijk een aftakking van de lijn die teruggaat op andere zoogdieren uit het Mesozoïcum.
Een emailprocédé waarbij de tekening in dunne metalen stroken op een metalen of porseleinen ondergrond wordt vastgesoldeerd. Deze stroken omgrenzen een aantal cellen (cloisons), die met de gekleurde glaspasta (het email) worden opgevuld.
Foto's of filmbeelden die de afgebeelde objecten van zeer dichtbij tonen; te onderscheiden van 'details', waarbij de nadruk ligt op het feit dat slechts een deel van een groter geheel in beeld gebracht is.
Besloten verenigingen waaraan vrijwillig kan worden deelgenomen voor sociale en recreatieve doeleinden of ter bevordering van een bepaald algemeen doel.
Gebouwen die worden gebruikt door sport- of gezelligheidsverenigingen of voor de activiteiten daarvan.
Onversierde, cirkelvormige voeten, gebruikt als uiteinde van de cabriolepoot, vooral in de vroege 18e eeuw. Wanneer zulke voeten op een schijf staan wordt 'pad feet' gebruikt.
Te gebruiken voor een vroeg Brits bouwmateriaal, dat bestaat uit harde klei of krijt, of uit zachte witte kalksteen.
Een christelijke kloosterorde die voortkwam uit de hervormingen binnen de benedictijnse orde in de 10de en 11de eeuw. De orde is vernoemd naar de stad Cluny in Bourgondië, de locatie van de beroemde abdij met dezelfde naam die in 910 werd gesticht door hertog Willem de Vrome van Aquitanië. De nieuwe orde herstelde de strenge naleving van de kloosterregel van de heilige Benedictus (Regula Benedicti), in een tijd dat kloosterorden over het algemeen minder strikt waren. De hervormingen van de cluniacenzer beweging werden overgenomen door andere kloosters en de opeenvolgende abten bouwden langzaam maar zeker in heel West-Europa aan een indrukwekkend netwerk van kloosters die de strikte cluniacenzer gewoonten volgden. De cluniacenzer orde werd niet feodaal geleid en was ook tegen feodale oorlogvoering. De orde hing de Treuga Dei en de Pax Dei aan, die respectievelijk geweld op bepaalde dagen of perioden en geweld tegen bepaalde personen verbood. Verder wordt de maatschappelijke integratie van monniken toegeschreven aan de cluniacenzer beweging. De belangrijkste cluniacenzer abten waren de heilige Odo van Cluny (879-942) en de heilige Hugo van Cluny (Hugues de Semur, 1049-1109). De heilige Odo verwierf voor alle cluniacenzer huizen (priorijen genaamd) immuniteit voor alle gezag behalve voor die van de paus, een centralisatie die voorheen ongekend was in benedictijnse orde. Onder de heilige Hugo bereikte het middeleeuwse kloosterwezen zijn hoogtepunt en stond Cluny bekend als het spirituele centrum van het westerse christendom. Met Hugo als abt werden er bijna 2000 nieuwe kloosters gesticht in Italië, Engeland en Spanje. In 1055 stichtte hij het eerste cluniacenzer nonnenklooster.
Familie van bloeiende planten.
Verwijst naar de cultuur van Salish-sprekende indianen van het noordwestelijke kustgebied van de Grote Oceaan in Noord-Amerika, die gevestigd waren rond de Straat van Georgia, Puget Sound, zuidelijk Vancouver Island, een groot deel van het Olympisch Schiereiland en het grootste gedeelte van het westen van de staat Washington.
Schildinsect waaruit het helderrode pigment karmijn wordt gewonnen. Deze overwegend sessiele parasiet, die van nature voorkomt in de tropische en subtropische delen van Zuid-Amerika en Mexico, heeft een voorkeur voor cactussen van het genus Opuntia. Het insect produceert karmijnzuur, wat potentiële belagers afschrikt. Deze stof wordt gewonnen uit het lijf van gedroogde vrouwtjes en eitjes. De kleurstof werd doorgaans als rode oplossing gebruikt of neergeslagen voor de vervaardiging van karmijn, een pigment met aluminium of aluminium en tin. De luizenkolonies geven een kleverige afscheiding van webachtige wasvezels af, zichtbaar als wollig-witte vlokken op de cactus.
Verwijst naar een oude Noord-Amerikaanse Indiaanse stijl en cultuur die heeft bestaan van circa 7000 v. Chr. tot het begin van onze jaartelling en die vooral werd aangetroffen in het huidige Arizona en New Mexico. De stijl is genoemd naar artefacten die zijn gevonden bij het oude Cochisemeer, dat nu een droog woestijnbekken is, en kenmerkt zich door de aanpassingen aan het leven in de woestijn, in tegenstelling tot gelijktijdige culturen die op grote schaal leefden van de jacht. Deze cultuur heeft de opeenvolgende culturele ontwikkelingen in het zuidwesten van de Verenigde Staten sterk beïnvloed.
Te gebruiken voor kleine voorwerpen, vaak van metaal en met zes uitsteeksels, die onontbeerlijk zijn voor het bikkelen.
Te gebruiken voor aardewerken lampen die in de oudheid werden gemaakt door de randen van een ondiepe kom of schaal te vouwen of in te knijpen, zodra ze waren gevormd.
Glazen voor cocktails, met voet, stam en kelk, in allerlei vormen en maten, maar vaak trechtervormig.
Informele maar toch geklede japonnen die geschikt zijn voor evenementen aan het eind van de middag en avond. Dit type japon ontstond na de Tweede Wereldoorlog.
Hout van de soort Brya ebenus die inheems is in Midden-Amerika en de Caribische eilanden. Het komt van zwart of warm bruin kernhout. Het materiaal is bros, zeer zwaar, uitermate hard, heeft een fijne uniforme textuur en kan erg glanzend worden gemaakt. Het wordt gebruikt voor inlegwerk, de rug van borstels, parket en muziekinstrumenten. Het is niet echt palissanderhout.
Wordt gebruikt voor al dan niet in geheimschrift gecodeerde boodschappen of teksten.
Eenheid of circuit voor het omzetten van beeld en geluid van analoog naar digitaal of vice versa, voor opslag en gebruik.
Wordt gebruikt voor manuscripten uit midden-Amerika, voor de verovering en tot in de vroeg-koloniale periode, in verscheidene vormen, bijvoorbeeld opgevouwen en opgerold.
Bijvoegsels bij testamenten waarin de erflater bepaalde beschikkingen toelicht, wijzigt of uitbreidt.
Gereedschap om klei te bewerken dat voornamelijk bestaat uit een schijfje of wieltje. Worden gebruikt om inkepingen of groeven in de buitenste randen van borden te maken.
Europese luitachtige chordofonen die in de 17e eeuw zeer geliefd waren in Italië. Ze hebben een zeer lange, smalle hals die tot wel 24 beweegbare fretten kan hebben, een kleine peervormige klankkast en twee of drie snaren die met een plectrum werden bespeeld.
Het extracellulaire matrixeiwit in bindweefsel. Onelastische eiwitgroepen die aanwezig zijn in pezen, ligamenten, huidbindweefsel, tandbeen, kraakbeen en botten. Wordt gebruikt in gelatine en dierlijke lijm.
Wordt gebruikt voor het maken van tweedimensionale composities of composities in zeer ondiep reliëf. Deze worden samengesteld door verschillende, heterogene voorwerpen (van papier, stof of andere materialen) aan elkaar vast te plakken op een plat oppervlak. Gebruik 'assemblage (beeldhouwtechniek)' indien grote, driedimensionale objecten overheersen. Gebruik 'montage' als de samengevoegde voorwerpen enigszins als een eenheid overkomen.
Een lange stok met een collectezakje aan het uiteinde ter inzameling van geld; de collectant kan hiermee alle kerkgangers bereiken. Het zakje is niet zelden voorzien van een geborduurde letter: een D voor diakonie, een K voor de kerk, verwijzend naar de begunstigden van de twee collectes. De oudere collectestokken hadden ook wel een bakje aan het uiteinde. Dit bakje heette in de volksmond ʺcentenbakʺ. Voor voorwerpen waarmee passief geld wordt ingezameld wordt het voorvoegsel offer- gebruikt, zoals bijvoorbeeld offervaas, offerkist etc.
Boerenbedrijven die bestaan uit vele kleine boerderijtjes die zijn samengevoegd tot een eenheid waar gezamenlijk wordt gewerkt en die onder toezicht staan van de overheid of de provincie.
De praktijk of het beleid van het opzetten van een collectief, bijvoorbeeld van agrarische bedrijven, in het bijzonder met betrekking tot de voormalige Sovjet-Unie.
Instellingen in het hoger onderwijs die onderricht bieden in de algemene of alfawetenschappen voor een doctoraaldiploma; kunnen onafhankelijk zijn of deel uitmaken van een universiteit. Geen Nederlands equivalent.
Wordt gebruikt voor gebouwen of groepen van gebouwen die de instellingen van hoger onderwijs huisvesten, die onderricht bieden in de algemene of alfawetenschappen voor een doctoraaldiploma; kunnen onafhankelijk zijn of deel uitmaken van een universiteit. Geen Nederlands equivalent. Zie 'universiteiten'.
Te gebruiken voor een wereldlijke versie van de gotische stijl, afgeleid van de universiteitsgebouwen in Oxford en Cambridge, die in Noord-Amerika van circa 1880 tot in de jaren 20 van de 20ste eeuw populair was voor universiteitsgebouwen en andere institutionele bouwconstructies.
Halskettingen met op maat gerangschikte diamanten of edelstenen van één soort die meestal elk een eigen zetting hebben, zonder andere versieringen.
Fotografischeprocédé waarbij voor het afdrukken gebruik is gemaakt van zilverchloride collodium papier of zilvercloride gelatine papier. Voor beide typen papier werd de naam 'Aristopapier' gebruikt.
Beton waarbij het aggregaat wordt gebonden aan een cementbrij die de mogelijkheid heeft om verspreide vaste deeltjes in zwevende toestand vast te houden.
Een materiaal bestaande uit zeer fijn verdeelde deeltjes die gelijkmatig zijn verspreid in een continu vloeibaar, gasvormig of vast medium.
Kleine of dunne zuilen. Het woord wordt vooral gebruikt voor dunnere dragende delen in de Romaanse en gotische architectuur. VWB. Voor middeleeuwse zuilen, meestal als elementen van architectonische kenmerken, wordt de term 'schacht (middeleeuwse zuilen)' gebruikt.
Wordt gebruikt voor kleine zuiltjes waarvan het kapiteel en de voet tegen de stijlen van een deur of raam zijn geplaatst. Vooral terug te vinden in de middeleeuwse architectuur.
Pottenbakkersgoed gemaakt door slaven, regelmatig gevonden op de locaties van plantages in South Carolina, Virginia en op verschillende Caribische eilanden.
Het gebruiken van twee of meer looiprocédés, zoals plantaardig looien en mineraallooien, om leer te produceren dat belangrijke eigenschappen van beide methoden heeft.
Combinatiewapens die bestaan uit een klein geweer gecombineerd met een ander wapen of werktuig of een alledaags gebruiksartikel zoals een wandelstok.
Schaven met een geleider en verwisselbare beitels. Worden gebruikt voor diverse groef- en profielwerkzaamheden.
Wordt gebruikt voor oude Romeinse plaatsen voor politieke samenkomsten voor uiteenlopende wettelijke of bestuurlijke functies.
Personen die commentaar leveren op onderwerpen welke de lezer interesseren, met het doel de publieke opinie te prikkelen of te vormen, meestal in overeenstemming met de gezichtspunten en beleidslijnen van de publicatie waarvoor ze werken.
Bouwwerken voor verkoop van produkten en diensten. Zie 'ambachtelijke werkplaatsen' voor gebouwen waar op kleinschalige wijze produkten vervaardigd worden. Zie 'industrie- en nijverheidsbouwwerken' waar dit op grootschalige wijze gebeurt.
Aanduiding voor groepen van vooral commerciële ondernemingen, meestal een combinatie van onder andere fast-food restaurants, motels en benzinestations, die direct aan drukke wegen liggen vanwaar ze zeer goed zijn te bereiken; ontworpen om de aandacht van de automobilisten te trekken.
Overheidsbeambten die de leiding hebben over een afdeling of bureau van de overheid. De term kan ook verwijzen naar overheidsvertegenwoordigers in een district, provincie of andere eenheid, die vaak zowel administratieve als juridische plichten en bevoegdheden hebben.
Treden aan de voet van een trap, met geronde uiteinden die buiten de trapboom uitsteken en rond de trapspil liggen.
Wordt gebruikt voor zelfstandige en autonome gemeenschappen bestaande uit kleine groepen mensen die samenleven met een minimum aan bemoeienis van buitenstaanders.
De wetenschap en technologie van de overbrenging en ontvangst van informatie, tussen of binnen kleine of grote groepen mensen, andere levende wezens of machines, inclusief de bestudering van tekens en symbolen in mondelinge, beeldende, non-verbale en digitale talen, van gedrag en interactie door middel van boodschappen en van grootschalige instellingen en systemen. Gebruik 'communiceren' voor het overbrengen van een gewaarwording, kennis of informatie op anderen.
Een vorm van sacrament en centraal element van de eredienst bij veel christelijke kerkgenootschappen, met als basis het Laatste Avondmaal, waarop Jezus de wijn die hij ronddeelde en het brood dat hij brak als respectievelijk zijn bloed en lichaam omschreef. Het ritueel bestaat doorgaans uit de wijding van brood en wijn door de predikant of priester en de verdeling onder de gelovigen. De term is afgeleid van het Griekse woord 'eucharistia', dat 'dankzegging' betekent.
Servies als geschenk gegeven ter gelegenheid van de eerste of plechtige communie
Het economische en politieke systeem waarin land en kapitaalgoed publiek bezit zijn en de authoriteiten de productie, prijzen en distributie bepalen.
Door de overheid gefinancierde onderwijsinstellingen zonder huisvestingsmogelijkheden die voldoen aan de onderwijsbehoeften van een bepaalde gemeenschap. De term kan ook verwijzen naar gebouwen van middelbare scholen of sixth-form colleges die buiten schooluren ruimten ter beschikking stellen aan de lokale gemeenschap voor educatieve en recreatieve doeleinden; meestal in Groot-Brittannië. Geen Nederlands equivalent.
Verwijst naar de midden-Byzantijnse stijl en periode rond de Comnenidynastie (1081-1204) in het oostelijke Romeinse Rijk. De stijl wordt gevoed door de wens de grandeur van het Rijk na de Eerste Kruistocht in ere te herstellen, en kenmerkt zich in het bijzonder door de bouw van kloosters en enorme woningen voor het geslacht Comneni.
Verwijst naar de stijl van porselein dat in China werd gemaakt en naar Frankrijk werd verscheept door de Compagnie des Indes. De stijl wordt gekenmerkt door het gebruik van vormen die zijn afgeleid van metalen of zilveren modellen en Europese decoraties, soms overgenomen van gravures uit dezelfde periode.
Indiase schilderstijl die werd ontwikkeld door afstammelingen van Mogolkunstenaars die eind 18de eeuw en begin 19de eeuw voor de Britten werkten. De artistieke centra van deze stijl waren Delhi in het noorden, Lucknow, Calcutta en Patna in het oosten, en Madras en Thanjavar in het zuiden. Thema's van deze 'Company-schilderijen' waren bloemen, dieren, kastengroepen, festivals en schilderachtige locaties; als techniek werd een afgeleide vorm van het Europese aquarelschilderen gebruikt. De naam is ontleend aan de Britse East India Company, waarmee de opdrachtgevers van werk in de Company-stijl vaak werden geassocieerd. De opdrachtgevers toonden vaak oprechte wetenschappelijke belangstelling voor de Indiase cultuur en het Indiase landschap, een belangstelling die verder reikte dan een vluchtige hang naar het exotische.
Decoratieve randen die zijn gevormd als aparte ontwerp eenheden die de gedrukte tekst op een titelpagina omringd. Te onderscheiden van 'lijstwerk (ornamentgebieden)', die randen omsluiten die bestaan uit losse elementen die niet zijn ontworpen om samen als rand te worden gebruikt.
Werken die in een kleiner document de essentie of de algemene grondbeginselen van grotere werken bevatten en die vaak dienen als supplement bij het grotere werk.
Films die worden gemaakt door filmfragmenten te snijden en in te lassen uit bestaande films of archiefopnamen. Dit gebeurt vaak met non-fictieopnamen om documentaires te maken of ter vermaak met fragmenten uit oude films. Ze kunnen nieuwe opnamen bevatten als inleiding, commentaar of afsluiting.
Samenstellingen van gebouwen, andere bouwconstructies en open ruimten, vaak met meerdere functies; zijn uitgebreider en veelzijdiger dan afzonderlijk gebouwen.
Openingen in het midden van daken van atriums in romeinse huizen, die naar binnen hellen om regenwater door te geven naar een waterreservoir of tank, dat een impluvium wordt genoemd.
Verwijst naar de bouwkundestijl die wordt geassocieerd met de vijfde van de vijf traditionele klassieke bouwordes in de architectuur waartoe ook de Dorische, Ionische, Corinthische en Toscaanse stijl behoren. Deze stijl kenmerkt zich door het samengaan van Ionische en Corinthische stijlelementen, in het bijzonder in het kapiteel waar de Ionische voluut en de Corinthische acanthusbladeren gecombineerd worden om een meer overdadig geheel te creëren. De schacht van de zuil kan gecanneleerd of vlak zijn. De stijl stamt waarschijnlijk uit de Augustijnse periode, kwam tot volle wasdom in het Romeinse Colosseum (circa 80 n. Chr.) en is toegepast tot na de Renaissance. De term is te onderscheiden van de term 'composiete orde', aangezien een bouworde slechts kan verwijzen naar het specifieke samenstel van onderdelen dat moet voldoen aan eenduidige, vastgelegde regels en verhoudingen, afhankelijk van de functie van elk onderdeel in het geheel.
Te gebruiken voor diverse samengestelde materialen die op kunstmatige wijze worden vervaardigd uit twee of meer stoffen - bijvoorbeeld kalkmeel, hars en stijfsel voor het boetseren van ornamenten aan het einde van de 18e eeuw, of voor gips, zaagsel, zemelen en lijm die werden gebruikt voor het maken van poppen, of mortel op basis van plastische cement in de bouw.
Bogen waarvan de schacht is opgebouwd uit twee of meer organische materialen, die zijn gecombineerd om de elastische doelmatigheid van alle delen te vergroten.
Vermenging van de Corintische met de Ionische orde, met onder de Corintische kapiteelabacus Ionische voluten en een eierlijst, meestal met Corintische acanthusbladeren bekleed en de zuilhoogte naar de Corintische modulus. VWB.
Familie van ongeveer 1600 genera en 24.000 soorten kruiden, struiken, klimplanten en bomen. De leden van deze familie hebben bloemhoofdjes die bestaan uit een groot aantal kleine klokvormige bloempjes op een schijf met bracteeën (schutbladeren) eromheen. Fossielen wijzen erop dat de eerste leden van deze familie ongeveer 50 miljoen jaar geleden in Argentinië zijn ontstaan.
Zeer gedetailleerde of afgewerkte lay-outs, vooral van stukken van één bladzijde. Voor meer uitgebreide gedetailleerde lay-outs, met een voorstelling van de volgorde van de bladzijden wordt 'dummy's (gedrukt materiaal)' gebruikt.
De dimensionale reactie van een materiaal onderworpen aan samendrukkende krachten en de actie die daartoe leidt.
Verwijst naar een procedé waarbij gebruik wordt gemaakt van een computer als ontwerphulpmiddel bij voor architectuur, landschapsontwerp, steden, transportinfrastructuur, engineeringprojecten, auto's, computerchips of andere objecten van allerlei omvang. Tijdens het procedé wordt gebruik gemaakt van een computerprogramma dat een interactieve tekentool biedt, met een interface voor simulatie en analyse. In architectuurontwerp biedt de computer de gebruiker de mogelijkheid om virtueel door driedimensionale ruimten te lopen, de architectuur in de juiste positie te bekijken op de geplande locatie en aspecten van belasting en ondersteuning te testen. Ook wordt de computer gebruikt om verwoeste gebouwen en steden te reconstrueren en om archeologische sites af te beelden in verschillende tijdsperioden.
Verwijst naar de integratie van het technische ontwerp en de fabricage van objecten tot een systeem dat rechtstreeks wordt bestuurd door digitale computers. Computer-aided engineering (CAE) combineert het gebruik van computers voor industriële ontwerptoepassingen, de zogeheten 'computer-aided design' of 'CAD', met computergestuurde fabricageprocessen, de zogeheten 'computer-aided manufacturing' of 'CAM'. Dit geïntegreerde proces wordt gewoonlijk aangeduid als CAD/CAM. Kenmerkend is de mogelijkheid om ontwerptekeningen die tijdens het ontwerpproces zijn ontwikkeld en gewijzigd, rechtstreeks om te zetten in instructies voor de productiemachines die het gewenste object moeten maken.
T gebruiken als beschrijving voor een activiteit of iets dat is geproduceerd met een activiteit waarbij gebruik wordt gemaakt van een computer om een aantal van de benodigde stappen of handelingen te versnellen. Gebruik 'computer-gegenereerd' wanneer de programmering automatisch een relatief groot aantal van de stappen genereert tussen wat wordt ingevoerd en wat wordt geproduceerd.
Productie uitgevoerd door met gebruik van computersystemen en technieken de stroom van informatie, materialen, energie en arbeid door de fabriek heen geheel of gedeeltelijk te volgen en te regelen.
Computer-randapparatuur, bestaande uit een monitor of een printer en een toetsenbord, die met elkaar verbonden zijn en functioneren als een op zichzelf staande in/uitvoereenheid.
Aanduiding voor interneringscentra die worden opgericht los van het gangbare gevangenissysteem, waarin mensen worden opgesloten met het oog op de militaire of politieke veiligheid of voor bestraffing of exploitatie; mensen worden meestal gevangen gezet per decreet of op militair bevel, vaak ook hele klassen of groepen mensen, zonder rekening te houden met de schuldvraag van ieder individu afzonderlijk.
Veelomvattend begrip dat verwijst naar een breed scala van kunstuitingen uit de jaren 60 en 70 van de 20ste eeuw. De stijl levert kritisch commentaar op de kunst als handelswaar. Daarbij staat niet het vervaardigde kunstwerk zelf centraal, maar het overbrengen van een idee en de intentie van de kunstenaar. Vaak gaat het werk vergezeld van documentatie die als toelichting dient bij het ontstaansproces, in de vorm van bijvoorbeeld kaarten, foto's en aantekeningen. Een kunstgenre waarbinnen de ideeën of concepten die een werk uitdrukt of waarnaar het verwijst als wezenlijk worden beschouwd, terwijl het tastbare eindproduct, als dat er al is, hoofdzakelijk wordt gezien als een vorm van documentatie, en dus niet als kunstwerk. Het genre kwam op aan het einde van de jaren 60 en de vroege jaren 70, een proces dat zich vrijwel gelijktijdig voltrok in Noord-Amerika, Europa en Latijns-Amerika. De conceptuele kunst heeft er mede toe bijgedragen dat niet-traditionele media als foto's, bouwtekeningen en performancekunst een gelijkwaardige status verwierven naast de traditionele schilder- en beeldhouwkunst. Mede dankzij de conceptuele kunst worden kunstenaarsboeken nu als volwaardige kunstvorm gezien. De term raakte in zwang na een artikel van Sol LeWitt in het blad Artforum, 'Paragraphs on Conceptual Art', gepubliceerd in 1967.
Draagbare accordeons met twee zeshoekige kastjes die door een uitschuifbare blaasbalg met elkaar zijn verbonden. Ieder kastje heeft een eigen druktoetsenbordje.
De grootste vleugelpiano's, ongeveer 2,7 m lang of meer, en in volume, klankkleur en zuiverheid van toon aangepast voor het gebruik tijdens concerten.
Personen die beroepshalve een flatgebouw, kantoor of ander gebouw schoonhouden en afval verwijderen, zorgen voor het verwarmingssysteem en kleine reparaties uitvoeren.
Te gebruiken voor openbare koetsen met stevige, grote, eivormige kasten met welvende panelen in een ophanging met drie stangen en een draagbeugel; hebben zeer veel bagageruimte, zitplaatsen voor zes, negen of twaalf passagiers en vaak daarnaast nog zitplaatsen op het dak; gemaakt in de Verenigde Staten vanaf ca. 1820 tot het begin van de 20e eeuw.
Open ruimten of hallen waar menigten hoofdzakelijk bij toeval samenkomen, zoals pleinen, promenades en grote stationshallen.
Visueel poëziegenre, met name de concrete poëziestroming van de jaren vijftig en zestig van de 20e eeuw, waarin taalelementen vrij worden gerangschikt en niet noodzakelijk een lineaire zinsopbouw hoeven te hebben. De betekenis komt zowel uit ruimtelijke, geïllustreerde en typografische kenmerken van het werk als uit de betekenis van de woorden voort. Gebruik 'pattern poetry ' voor het visuele poëziegenre van vóór de 20e eeuw waarin letters, woorden, of regels zodanig op de bladzijde zijn gearrangeerd dat ze een vorm of beeld vormen, meestal gerelateerd aan de betekenis van de woorden.
Gesteente dat zich kenmerkt door of bestaat uit concreties, of concreties voortbrengt. Concreties zijn harde, compacte aggregaten van minerale materie. Ze zijn subsferisch of onregelmatig van vorm en ontstaan door neerslag van in water opgeloste stoffen rond een kern, zoals een schelp of bot, in afzettingsgesteente of pyroklastisch gesteente. Concreties verschillen doorgaans van het gesteente waarin ze voorkomen. Ze vormen concentraties van een bestanddeel dat in kleine hoeveelheden voorkomt in dat gesteente. Soorten concreties zijn onder andere vuursteen, hoornkiezel en klompen onzuivere kalksteen die soms in klei voorkomen.
In koelingssystemen, de warmtewisselaars die hitte aan het koelmiddel onttrekken en een heet gas onder druk veranderen in een koele vloeistof.
Verwijst binnen de wereld van de kunst en architectuur doorgaans naar een evaluatie van de algemene fysieke toestand, de kenmerken en de volledigheid van een kunst- of bouwwerk op een zeker moment. Kan ook worden gebruikt voor de beoordeling van andere zaken dan kunstwerken, bijvoorbeeld de toestand van het milieu of van wegen en waterwegen in verschillende weersomstandigheden.
Een smeerbaar of vloeibaar verzorgingspreparaat dat in het haar of op de huid wordt aangebracht.
Omhulsels, gewoonlijk van zeer dun rubber, die bij geslachtsgemeenschap om de penis worden gedragen teneinde bevruchting of seksueel overdraagbare ziekten te voorkomen.
Leiders van particuliere groepen huurlingen die hun diensten verkochten aan oorlogvoerende staten of heersers; ze waren met name van de 14e tot de 16e eeuw actief in Italië en andere delen van Europa.
Graven van martelaren of biechtvaders, soms met altaren erboven, in welk geval de term zich uitbreidt tot zowel het altaar als het ondergrondse vertrek met de relieken.
Bijzondere lagere of middelbare scholen van bepaalde godsdienstige gezindten. De school kan onder leiding staan van een parochie of van een andere afdeling van de kerk.
Wordt gebruikt voor sofa's met een rechte voorkant en kleine, driehoekige zitplaatsen die aan de buitenkant van de armleuningen zitten en soms afneembaar zijn. Gebruik 'canapés à confident' voor sofa's met een S-vorm waarvan de zijleuningen naar binnen buigen zodat twee mensen met het gezicht naar elkaar toe kunnen zitten.
Verwijst naar het samenstel van waarden, wetenschappelijke tradities en sociale visies dat is geïnspireerd op de leer van Confucius in de 6de eeuw v. Chr. in China. Dit geloofssysteem, dat is gebaseerd op kennis van het verleden en het behouden van culturele tradities, oefende een sterke culturele invloed uit in Oost-Azië en drukte een stempel op het bestuur, de maatschappij, het onderwijs en het gezinsleven in deze regio. Het wordt gekenmerkt door sterke universele humanistische filosofieën; Oost-Aziaten blijven vaak confucianisten, ook als ze andere religies aanhangen, zoals de islam of het boeddhisme.
Elastisch sedimentair gesteente samengesteld uit afgeronde fragmenten die variëren van kleine kiezelstenen tot grote keien in een bindmiddel van kalkhoudend materiaal, ijzeroxide, silica of geharde klei.
Verwijst naar een protestantse gezindte waarbij elk lid van de kerk autonoom is. Hoewel congregationalisten geloven dat de christelijke kerk voornamelijk een verzamelde gemeenschap van gelovigen is, leveren zij een belangrijke oecumenische bijdrage met hun nadruk op het primaat van de lokale kerk. De stroming is voortgekomen uit de Separatisten van de 16de-eeuwse Engelse Reformatie. Vervolging dreef de congregationalisten naar Nederland en de Verenigde Staten (de Pilgrim Fathers in 1620). Kerkbijeenkomsten, missiewerk en godsdiensttolerantie en -vrijheid zijn de belangrijkste kenmerken.
Kegelvormige langsfluiten die zijn gemaakt van hout, hoorn, klei of kalebas en veel voorkomen bij de Nilotes in Oeganda.
Een grotendeels lichtgroen marmer met witte markeringen dat wordt gewonnen bij Clifden in County Galway in Ierland. De metamorfe dolomitische kalksteen wordt beschouwd als een van de twee echte marmersoorten van de Britse eilanden. De andere is Iona-marmer.
Expertise op het gebied van smaak en onderscheidingsvermogen, vooral met betrekking tot kunst of kunstvoorwerpen.
Ceremoniële parasol met afwisselend rode en gouden banen (in de basilica maior) of rode en gele banen (in de basilica minor). Onderscheidingsteken voor een door de paus als zodanig benoemde basiliek. Staat aan de noordzijde van het altaar opgesteld in een standaard, steeds in combinatie met het tintinnabulum dat aan de zuidzijde van het altaar is opgesteld. Wordt ook soms umbrella genoemd.
Documenten waarmee iemand toestemming krijgt voor activiteiten die weliswaar niet bij wet verboden zijn, maar die zonder deze toestemming niet zouden kunnen worden uitgevoerd.
Verwijst naar de religieuze beweging en tak van het jodendom die werd opgericht door Zacharias Frankel (1801-1875) en ernaar streeft specifieke elementen en gewoonten van het traditionele jodendom te behouden en intussen beperkte modernisering toe te staan, bijvoorbeeld in de vorm van steun voor de seculiere zionistische beweging. In deze tak van het jodendom staat het idee centraal dat het jodendom bepalend is voor de joodse cultuur en nationale identiteit en dat daarom religieuze gebruiken en tradities zoals de spijswetten, de studie van het Hebreeuws en het in acht nemen van de sabbat, in ere moeten worden gehouden.
Een politieke visie die waarde hecht aan en streeft naar het behoud van instituties, tradities respecteert als belichaming van door de eeuwen heen opgebouwde wijsheid en zich meestal verzet tegen liberalisme en socialisme.
Personen die een leidinggevende of beherende taak uitvoeren met betrekking tot de collecties, tentoonstellingen, onderzoeksactiviteiten en medewerkers van een museum, kunstgalerie of dierentuin, of een andere tentoonstellingslocatie; verwijst tevens naar personen die hoofdverantwoordelijk zijn voor een collectie of onderzoeksthema binnen een dergelijke instelling.
Hogere beroepsopleidingen voor muziek met de nadruk op les op hoog niveau voor zangers, dirigenten en musici.
Hogere beroepsopleidingen voor muziek met de nadruk op uitvoering voor zangers, dirigenten en musici.
Kleine klokken in een houten kastje die lopen op een veer of een slinger en die zijn bedoeld om op een console aan de muur te worden geplaatst, op de schoorsteenmantel gezet of van kamer tot kamer te worden gedragen. De consoles waren vaak ontworpen om bij de stijl van de klok te passen en meestal afkomstig uit de 17e en 18 eeuw.
Verwijst naar de periode en stijl in de kunst, vooral de beeldhouwkunst en architectuur, die samenviel met de regeerperiode van Constantijn de Grote van 311 tot 337 n. Chr. In de beeldhouwkunst kenmerkt de stijl zich door het loslaten van het klassieke Griekse illusionisme en naturalisme, met een grotere nadruk op symboliek, expressionisme en heldere vertellingen om de leer van het Christendom over te brengen. In de architectuur kenmerkt de stijl zich door de toevoeging van een transept en apsis aan Romeinse basilieken, waardoor de typische kruisvorm van de vroeg-christelijke kerken ontstond.
Aluminium in de vorm van een legering voor extra versterking voor constructiedoeleinden. Aluminium is een lichtgewicht materiaal dat bestand is tegen corrosie, waardoor het niet hoeft te worden geschilderd en steeds populairder wordt als bouwmateriaal. Omdat aluminium extrudeerbaar is, kunnen op economische wijze structurele vormen worden gemaakt die voldoen aan specifieke ontwerpeisen.
De overbelasting van structuren in een zodanige mate dat deze niet langer geschikt zijn voor hun vereiste functie.
Puzzels die bestaan uit verschillende stukken en die een vraagstuk vormen dat door één persoon kan worden opgelost door de stukken te manipuleren met behulp van logica, redenatie, inzicht, geluk of behendigheid.
Beeldhouwwerken gemaakt door samenvoeging van een aantal aparte onderdelen, vaak van hetzelfde materiaal, en niet door middel van traditionele beeldhouwmethoden als modelleren, gieten of hakken. De onderdelen worden tot één nieuw geheel gemaakt en zijn niet meer afzonderlijk te onderscheiden. Gebruik 'assemblages (beeldhouwwerk)' voor beeldhouwwerken, die op dezelfde manier tot stand zijn gekomen, maar waarbij de onderdelen hun identiteit bewaren.
Verwijst naar de artistieke en architecturale beweging die werd beïnvloed door het kubisme en futurisme en zijn centrum had in Rusland rond 1913. De beweging werd aangekondigd in de publicatie van het Realistisch Manifest in 1920, en de naam was afkomstig uit een van de proclamaties van de beweging, namelijk om kunst te 'construeren'. De stijl wordt gekenmerkt door eenvoudige, exacte abstracte composities, gewoonlijk vervaardigd met behulp van moderne materialen zoals staal, glas en ijzer.
De doctrine volgens welke de substantie van het lichaam en het bloed van Christus en de substantie van het brood en de wijn naast elkaar aanwezig zijn in de eucharistische gedaanten na de consecratie. Het begrip wordt toegeschreven aan Luther, die zich verzette tegen de doctrine van de transsubstantiatie. Luther illustreerde zijn opvatting met de analogie van het ijzer in het vuur: het vuur en het ijzer zijn verenigd in het roodgloeiende ijzer maar toch zijn beide nog aanwezig.
In moderne context te gebruiken voor ambtenaren met die titel, aangewezen door of met machtiging van een rijksoverheid om in het buitenland te verblijven met de bedoeling de belangen van de inwoners van het benoemende land te behartigen. Deze titel wordt ook gebruikt voor de rechterlijke ambtenaren van het republikeinse Rome en van de Eerste Franse republiek van 1799 tot 1804.
Verwijst naar de stijl in de kunstnijverheid van 1799 tot 1805 tijdens het eerste consulaat van Napoleon. De stijl zet het neoclassicisme van het Directoire voort, maar onderscheidt zich door zwaardere vormen, overdadig gebruik van draperieën en de introductie van Egyptische motieven geïnspireerd door de veldtochten van Napoleon in Egypte.
Mensen die goederen en diensten kopen, gebruiken en wegdoen, de uiteindelijke clientèle van fabrikanten, groothandelaars, detailhandelaars en dienstverleners.
'Fabricated chalk' in de vorm van harde krijtjes die zijn gemaakt van een mengsel van grafiet en klei in de kleuren wit, donkerbruin, rood en drie soorten zwart. Worden gebruikt door kunstenaars.
Te gebruiken voor woongemeenschappen voor gepensioneerde mensen die volledige persoonlijke zorg en aanvullende diensten ontvangen, vaak inclusief vervoer, medicatie, recreatieve faciliteiten en financieel advies. Te onderscheiden van 'life care communities', omdat er een maandelijkse vergoeding wordt gevraagd die afhankelijk is van de verblijfsduur en geen eenmalige vergoeding vooraf.
Geleidingsgereedschap dat wordt gebruikt om vormen te kopiëren.
Te onderscheiden van 'omtrektekeningen' vanwege het feit dat de lijnen in contourtekeningen ook de voornaamste ruimtelijke hoeken in het silhouet volgen. Verschillend van 'contourkaarten' die regelmatig de omtreklijnen van verhogingen afbeelden. Verschillend van 'cross-contour drawings' waarin de lijnen de omtrek overdwars over het oppervlakte van de vorm volgen.
Samentrekking; het kleiner, korter of smaller worden.
Verwijst naar de periode van de beweging voor vernieuwing binnen de rooms-katholieke kerk na en tegen de protestantse Reformatie in de 16de en vroege 17de eeuw in Europa, vanaf het pontificaat van Paulus III (1534-1549) en het eerste Concilie van Trente (1545). De stijl van deze periode wordt bepaald door een intense, autoritaire religiositeit en gekenmerkt door een gevoel van somberheid en voortekenen.
De nevenschikking van ongelijke elementen, kenmerken of eigenschappen in een werk om de uitdrukkingskracht te verhogen door middel van de verschillen die de vergelijking aan het licht brengt.
Personen die controleren of een product of dienst voldoet aan de vereiste normen.
Samenkomsten van mensen. Het betreft hier oude Romeinse burgers in de provincies die samenkwamen voor bestuurlijke of juridische zaken of - in het kloosterleven - groepen mensen van beide geslachten die behoren tot een religieuze orde en met elkaar samenleven.
Kamers of gebouwen die worden gebruikt voor geheime en non-conformistische erediensten.
Samenkomst van leden van een 'college of universiteit voor een bepaalde ceremonie, zoals de opening van het academisch jaar of het aankondigen van prijzen, beurzen en onderscheidingen
Te gebruiken voor handelsondernemingen die het eigendom zijn van en worden beheerd door leden die de diensten van de ondernemingen gebruiken en de financiële opbrengsten delen.
Huizen die het bezit zijn van een door de wet erkende eenheid, krachtens welke een groep van leden gezamelijk in het bezit is van het geheel of overeengekomen delen van het complex waarbij bepaald is dat groepsleden delen in de door de groep als geheel voortgebrachte winst.
Genus van bloeiende planten, waarvan sommige soorten van belang zijn voor de harsproductie.
Wordt gebruikt voor objecten die zijn afgeleid van of moeten lijken op originele, bestaande objecten. Suggereert een minder precieze en getrouwe imitatie dan de term 'reproducties'. Gebruik de term 'vervalsingen (1)' of 'vervalsingen (2)' wanneer het de opzet is om met de kopie personen te misleiden. Gebruik de termen 'replica's' of 'versies' wanneer meer dan één gelijksoortig werk wordt geproduceerd door dezelfde maker.
Complexe polymeren die worden gemaakt door het combineren van twee monomeren van verschillende soorten. De resulterende materialen kunnen de gecombineerde eigenschappen van de gebruikte monomeren vertonen; te onderscheiden van wat kan worden gemaakt met een fysiek mengsel in plaats van een chemisch mengsel van monomeren met gepolymeriseerde componenten.
Een wit tekenkarton dat door kunstenaars wordt gebruikt. Het heeft een textuur met kleine putjes die een gespikkelde tekening tot resultaat heeft.
Franse kabinetten uit de 18e eeuw met kleine laadjes waarin een schelpencollectie wordt opgeborgen. Ze waren in de mode tussen 1730 en 1750.
Een weerbestendig staal dat beter bestand is corrosie dan normaal koolstofstaal vanwege een beschermende oxidelaag op het staaloppervlak. De vloeigrens van minimaal 50.000 is kostenbesparend omdat lichtere delen kunnen worden ontwikkeld en opgebouwd tot structuren. Het is bedoeld voor gebruik in ongeschilderde toepassingen waar een besparing op onderhoudskosten, zoals schilderen, gewenst is. Cor-Ten is een merknaam voor corrosiebestendige producten die zijn ontwikkeld door United States Steel; Cor-Ten is vervolgens in licentie vrijgegeven voor productie door andere staalfabrikanten.
Kleine, brede, ronde of enigszins ronde verschillend gebouwde huidboten, die in zowel de oudheid als de huidige tijd werden en worden gebruikt voor transport over de rivieren of langs de kust van de havens van het Midden-Oosten en Groot-Brittannië.
Te gebruiken voor Oud-Romeinse handelsschepen met een bolle romp en een ronde voor- en achtersteven; zijn over het algemeen kleiner en breder dan het andere belangrijke Romeinse type handelsschip, de 'pontones'.
Genus van 40 tot 100 soorten bloeiende planten, afhankelijk van de classificatie. De meeste zijn lang en vaak eenjarig. Ze zijn inheems in tropische en subtropische gebieden in de hele wereld.
Verwijst naar een dikke, los gesponnen draad of koord. Cordonnet wordt vaak gemaakt van zijde van mindere kwaliteit. Het wordt gebruikt voor contourpatronen bij het maken van kantwerk, voor garneersel of franje, en voor andere toepassingen waarbij de stof niet sterk hoeft te zijn.
Te gebruiken voor zacht, duurzaam, fijnkorrelig en waterdicht gekleurd leer, plantaardig gelooid en gereinigd. Oorspronkelijk uitsluitend vervaardigd uit de buitenste huidlaag van het achterdeel van paarden, later ook uit geiten- en varkensleer.
Verwijst naar een aardewerkstijl die ontstond in de stad en de regio Corinthe op de Peloponnesus in het zuiden van Griekenland en zich op grote schaal uitbreidde naar andere delen van Griekenland, Italië en Egypte, in het bijzonder in de tweede helft van de 7de eeuw en de eerste helft van de 6de eeuw v. Chr. De stijl kenmerkt zich door grote vaten en krachtige decoraties geordend in friezen die het grootste deel van het oppervlak bedekken. De ontwerpen zijn zwartfigurig op een lichte terracotta achtergrond, met rode, witte en ingekerfde toevoegingen. De motieven kunnen geïnspireerd zijn door oosterse stoffen. Kenmerkend zijn de dieren, monsters of menselijke figuren, met ornamenten zoals stippen, blad- of rozetmotieven verspreid op de achtergrond.
Helmen die bestaan uit een enkele bronzen plaat, zo gevormd dat deze de schedel, de neus, wangen en kin bedekt. De meest gebruikte soort militaire helm van het Oude Griekenland en aan het begin van de 6e eeuw v.C. tot in Italië verspreid.
Van oorsprong Griekse zuilenorde, die evenwel door de Grieken weinig is toegepast. Het kapiteel wordt gekenmerkt door twee kransen van acanthusbladeren, waarboven krullen als zich ontrollende bladeren. De abacus is aan de zijden gezwenkt. De hoogte van de zuil is tienmaal de onderdoorsnede. VWB.
Voorwerpen die zijn gevlochten of geweven van graanstengels, traditioneel van de laatste schoof die is geoogst. De corn dolly is bedoeld als een winterverblijf voor de geest van het graanveld en wordt in de lente verbrand of weer in het veld geploegd om de volgende oogst te garanderen. De volkstraditie ontstond in Britannië en Ierland, en werd door emigranten naar Noord-Amerika meegenomen. Ze werden onder meer ontworpen als mensfiguren met een of meerdere samengevoegde lussen of als kegelvormige kooien. Meestal werden ze voorzien van linten en lappen. Tegenwoordig worden ze veel gemaakt in de kunstnijverheid, met de bedoeling om ze te verkopen.
Orde van bloeiende planten met ongeveer 600 soorten. De planten in de orde der Cornales hebben gewoonlijk bloemen met vier blaadjes, steenvruchtachtige vruchten en onderstandige stampers met schijfvormige honingklieren erop.
De hoorn des overvloeds is een symbool afkomstig uit de oud-Griekse mythologie. Oorspronkelijk was het een kromme geitenhoorn, in het bezit van Amalthea. De eigenaar kon uit de hoorn laten komen wat hij maar wilde. Vaak afgebeeld als een hoorn of kegel gevuld met fruit of graan.
Verwijst naar een type lakwerk dat vanaf de 17de eeuw in Midden- en Noord-China werd vervaardigd en dat met name in de 18de eeuw grote populariteit genoot in de gegoede kringen. Coromandel-lakwerk kenmerkt zich door de ingesneden decoraties, opgevuld met helder gekleurde lak of olieverf. De naam is ontleend aan een regio langs de zuidoostkust van India in de buurt van Madras, die als doorvoerhaven diende voor goederen uit het Verre Oosten die door de Britse East India Company naar Europa moesten worden verscheept. De bekendste voorbeelden van Coromandel-lakwerk zijn de grote Coromandel-kamerschermen. De term verwijst soms ook naar de laktechniek zelf. Ook de Japanners waren bekend met deze techniek, maar zij gebruikten hem zelden voor hun lakwerk.
Hoofdpartijen van aanzienlijke stads- of buitenhuizen, naar de trant van een Frans hôtel. Ze onderscheiden zich van de zijvleugels of de zijpaviljoenen, die meestal lager en meer ondergeschikt zijn.
Verwijst naar een christelijk feest(dag) ter herdenking van de oorsprong van de eucharistie en ter ere van de aanwezigheid van het lichaam van Jezus Christus. De Latijnse term betekent 'lichaam van Christus'. In de westerse kerk wordt dit feest doorgaans gevierd op de donderdag na Drievuldigheidsdag. Het stamt uit de middeleeuwen, in een tijd van toenemende devotie aan het heilige sacrament, met name na het Vierde Lateraans Concilie van 1215. In 1246 was Robert de Torote, de bisschop van Luik, degene die het feest als eerste vierde in zijn bisdom, op aandringen van de heilige Juliana, priorin van Mont Cornillon (bij Luik) van 1222 tot 1258, die hierover een visioen had. Het feest verbreidde zich pas toen Jacques Pantaléon, voormalig aartsdiaken van Luik, paus Urbanus IV werd; met een bul uit 1264 werd het feest ingesteld. Het won geleidelijk aan populariteit en groeide in de 15e eeuw zelfs uit tot het belangrijkste feest van de Kerk.
De mate waarin twee of meer kenmerken of afmetingen binnen dezelfde groep elementende neiging hebben om samen afwijkingen vertonen.
Zeer nauw sluitende onderkleding die loopt van bij, of onder de buste tot aan de taille of lager; verstevigd met metalen of baleinen strips, of met ruimte voor een houten latje (busk heeft geen Nederlands equivalent) middenvoor, soms soepeler gemaakt met elastische geren en soms aan te trekken met veters en te sluiten met haakjes; gedragen door vrouwen ter ondersteuning en vorming van het figuur.
Genus van zes of zeven soorten waaierpalmen die inheems zijn in India, Maleisië, Nieuw-Guinea, Indonesië, de Filippijnen en het noordoosten van Australië.
Kleine buisjes van glas, metaal, steen of een ander materiaal bedoeld om cosmetica in te bewaren. Veel gebruikt in het oude Egypte, Griekenland en Rome. De cosmetica werden uit de buisjes gehaald met een cosmeticastokje of een ander instrument. Tegenwoordig zijn ze gemaakt van buigzaam metaal of kunststof, en wordt de cosmetica eruit gehaald door erop te drukken.
Kleine flesjes van glas, steen of een ander materiaal bedoeld om cosmetica in te bewaren. Veel gebruikt in het oude Griekenland, Rome, Egypte en Midden-Oosten. In tegenstelling tot cosmeticabuisjes zijn ze gewoonlijk bevestigd op een voet.
Kleine paletten bedoeld om cosmetica te mengen. Gewoonlijk gemaakt van steen of aardewerk. Veel gebruikt in het oude Griekenland, Rome, Egypte, Midden-Oosten en Azië.
Benaming uit de 19e en 20e eeuw die werd gebruikt voor kleine, beklede sofa's of '@settees' waarop twee mensen konden zitten.
Tot de taille reikende superplies met korte mouwen en een vierkant jukstuk bij de hals.
Een klein huisje, meestal met maar een verdieping.
Wordt gebruikt voor gezondheidszorgfaciliteiten die, door het ontwerp, de opzet of plattegrond, lijken op afzonderlijke huisjes of groepen van huisjes in plaats van op uitgebreide openbare gebouwen.
Wordt gebruikt voor bepaalde pittoreske, kleine rustieke huisjes, voornamelijk uit het eind van de 18e en het begin van de 19e eeuw in Engeland, met een asymmetrische plattegrond en houten gevelbeplating.
De aanduiding voor een aantal Italiaanse marmersoorten, die meestal diverse tinten en patronen in rood en bruin hebben, hoewel soms ook andere kleuren zoals wit en paars aanwezig zijn. De moderne soorten zijn grof en worden vaak niet mooi gevonden, maar de oude Romeinen dolven cottanello van zeer hoge kwaliteit op ongeveer 60 kilometer van Rome in de Sabijnse heuvels, in de buurt van de plaats waarnaar het marmer is genoemd.
Benaming die door Chippendale wordt gebruikt voor rustbanken met twee hoofdeindes en een baldakijn.
Onderdelen van een beeldende compositie, zoals de zijstukken in een toneelopbouw, die het oog van de toeschouwer stap voor stap de diepte in leiden.
Lage, stenen zitplaatsen in de open lucht die zijn geïntegreerd in tuinen of parken, en waar men kan discussiëren, toneelspelen, dansen of andere sociale activiteiten kan bedrijven.
Term in het verleden gebruikt voor verschillende typen beddenkleden, voornamelijk katoenen of wollen weefsels. Geen Nederlands equivalent. Zie 'beddenspreien'.
Te gebruiken voor wat kleinere koetsen, meestal met gebogen voorkanten, die zijn ontworpen met het oog op compactheid of om er beter uit te zien, maar om daarbij toch de sierlijkheid van de originele, grotere gesloten voertuigen te handhaven. Gebruik 'broughams' voor kleinere, laaghangende koetsen, vooral voorkomend in de Verenigde Staten aan het einde van de 19e eeuw, die meestal werden gebouwd met rechte voorkanten en die niet op grotere prototypen waren gebaseerd.
Kleine coupes.
Grote, maar tamelijk lage wandkasten met bovenin een opbergkast en onderin een openkast-systeem of planken. Dit type werd in de 16e en 17e eeuw in Engeland en in de 17e eeuw in Amerika gemaakt. Te onderscheiden van 'perskasten' die een dichte boven- en onderkant hebben.
Indianenfluiten, die traditiegetrouw van hout of riet werden gemaakt, waarbij de boring door een tussenschot geblokkeerd wordt zodat de lucht door een gat naar buiten wordt gedrukt. Boven dit gat is een houten blokje op de buis gebonden zodat de lucht aan de buitenkant van de fluit naar een tweede gat wordt geleid, waar de lucht de aanblaasrand beroert; werd oorspronkelijk gemaakt als instrument om vrouwen het hof te maken.
Wordt gebruikt voor boeken waarin de richtlijnen voor de opvoeding, het gedrag, de plichten en de opleiding van personen van adellijken of koninklijken bloede, of van personen die aan het hof dienen, uiteen worden gezet.
Prostituees die hun clientèle aantrekken van het hof of de hogere aristocratische kringen en van wie de diensten vaak worden gebruikt voor sociaal entertainment en sexuele activiteiten.
Verwijst naar een bepaald type opstelling van animatiecellen, bestaande uit twee of meer cellen en een productieachtergrond die is gemaakt door – of een imitatie is van werk uit – de Courvoisier Galleries aan het eind van de jaren 30 en het begin van de jaren 40 van de 20ste eeuw. Ze zijn gemaakt volgens een speciale techniek waarbij de figuurtjes precies bij de randen zijn uitgesneden en geplakt op een achtergrond die meestal bestond uit houtfineer, patronen of handgeschilderde aquarellen en bedekt met een beschermende toplaag.
Dameskleermakers, meestal beperkt tot dameskleermakers die kleding van goede kwaliteit maken en dameskleermakers die ook werkzaam zijn als modeontwerper.
Indirecte verlichtingssystemen die bestaan uit lichtbronnen die door verticale of horizontale richels of uitsparingen in muren worden afgeschermd en licht verspreiden over het plafond en de boven- en zijmuren.
Geweven bedovertrekken, vooral de overtrekken die zijn gemaakt uit één stuk stof, meestal wol of katoen. Geen Nederlands equivalent. Zie 'beddenspreien'.
Hoge laarzen van leer of lederachtig materiaal, vaak met sierstiksels, belegsel of ingeperst sierdruksel, die over het algemeen tot halverwege de kuit reiken en meestal laarsgespen aan de buitenzijde hebben. Worden van oudsher gedragen door knechten op ranches, vooral in het westen van Amerika.
Te gebruiken voor kleine, half gedekte 'skipjacks' met een lengte van tussen de 7 en 9 m, afkomstig van de zuidelijke oostkust van Chesapeake Bay, in de Verenigde Staten; de term kan ook worden gebruikt voor recente, gemotoriseerde versies.
Te gebruiken voor kleine boten (korter dan ongeveer 7,5 m), met knikspant en zowel een motor als zeilen, die voornamelijk worden gebruikt om in de zomer in Chesapeake Bay, in de Verenigde Staten, krabben te vangen met hand- of zetlijnen; kunnen in de winter worden gebruikt om oesters te vangen.
Struik die in het grootste deel van het noordoosten van de Verenigde Staten in het wild voorkomt. De struik is robuuster dan de kleine cranberry (V. oxycoccus) en heeft grotere bessen die rond, langwerpig of peervormig zijn en variëren in kleur van roze tot zeer donkerrood of gespikkeld rood en wit. De grote cranberry kweekt men op zure veengronden of plantaardige teelaarde met een laag zand erop.
Handgereedschap dat bestaat uit een aantal scherpgepunte staven die in een hamervormige formatie aan het eind van een handvat zitten. Worden gebruikt om steen te bewerken.
Wordt gebruikt voor woningen uit de oudheid, gebouwd op kunstmatige eilanden in meren; veelvoorkomend in Ierland, Schotland en Brittannië.
Zwaar gestoffeerde, lage leunstoelen waarbij een franje meestal de poten en het houtwerk verbergt. Dit type werd geïntroduceerd in Frankrijk in de jaren veertig van de 19e eeuw.
Verwijst naar een type sierglas dat in de 16de eeuw in Venetië is uitgevonden. Wordt gekenmerkt door een oppervlak dat bevroren lijkt of lijkt op gebarsten ijs. Het wordt vervaardigd door een hoeveelheid geblazen glas in water te dompelen en het vervolgens snel opnieuw te verhitten, of door het hete glas over een oppervlak van metaal of klei te rollen dat is bedekt met glasscherven, waarna de vorm erin wordt geblazen.
Te gebruiken voor barstjes of scheurtjes in het oppervlak van gehard of gedroogd materiaal, zoals vernis, beton, pleister, verf of keramisch glazuur. Het is soms ondoorzichtig, waardoor het onderliggende oppervlak meestal niet te zien is.
Kleine op emmertjes gelijkende houders voor het serveren van room, meestal gemaakt van porselein of zilver (en een binnenzijde van glas). Geen Nederlands equivalent.
T-vormige tassen met een gegroefd oppervlak aan één kant en een vierkant uiteinde aan de andere kant. Worden gebruikt bij metaalbewerking om hoeken en randen te vormen.
Verwijst naar de stijl van kunst die werd geïnspireerd door de avant-gardistische literaire beweging onder Spaanse schrijvers in Frankrijk, Spanje en Latijns-Amerika in het begin van de 20ste eeuw. De beweging, die werd opgericht door de Chileense dichter Vicente Huidobro, benadrukt de persoonlijke en denkbeeldige wereld in tegenstelling tot de natuurlijke wereld, door middel van naast elkaar geplaatste en vaak irrationele maar indringende beelden.
Oorspronkelijk en in de katholieke theologie verwijst deze term naar het geloof dat God bij de conceptie of de geboorte voor elke individuele mens een ziel schept, in tegenstelling tot het geloof in een vooraf aanwezige ziel. In de middeleeuwen werd gedacht dat dit veertig dagen na de conceptie gebeurde voor een mannelijke baby en tachtig dagen na de conceptie voor een vrouwelijke baby. Hoewel Augustinus meende dat het creationisme en de erfzonde met elkaar in tegenspraak waren, stelde Thomas van Aquino dat ongeloof ten aanzien van deze leerstelling neerkwam op ketterij. In de moderne tijd is de term gaan verwijzen naar het letterlijke geloof in het scheppingsverhaal van Genesis in tegenstelling tot de evolutietheorie die wordt geassocieerd met 'The Origin of Species' van Charles Darwin uit 1859. Gekoppeld aan fundamentalisme kwam dit creationisme sterk op in de Verenigde Staten in de jaren 60 van de 20ste eeuw, met wortels in de 19de eeuw. Pleitbezorgers van het creationisme eisen dat op openbare scholen het creationisme en de evolutietheorie gelijkwaardig worden onderwezen. Er worden nog steeds talloze wetenschappelijke creationistische publicaties uitgegeven, al worden deze buiten de beweging niet als serieuze wetenschap beschouwd.
Kleine tafels of planken bij het altaar in een kerk, wordt gebruikt voor de eucharistische elementen voor wijding. Of kleine bijzettafels waarop schalen en borden klaar worden gezet om aan tafel geserveerd te worden in een eetzaal. Ze verschillen van 'credenzas (dressoirs)" doordat ze meestal kleiner zijn en de vorm van een tafel hebben in plaats van een bergmeubel.
Activiteiten die ervoor zorgen dat een lijk tot as wordt gereduceerd, in het algemeen om zich ervan te ontdoen.
Gebouwen in lokale stijl, van bescheiden afmetingen en met puntgevels aan de zijkanten, waarbij de voormuur meestal een eind naar binnen is geplaatst om een geïntegreerde veranda te maken onder één enkele steile dakkant; deze manier van bouwen werd oorspronkelijk naar Louisiana gebracht door Frans-Canadese (uit Acadië afkomstige) immigranten die kennis hadden van dakconstructietechnieken voor grote spanwijdtes.
In algemene zin verwijst de term meestal naar een cultuur of stijl welke is geproduceerd door mensen die in Noord- of Zuid-Amerika of op de nabijgelegen eilanden geboren zijn, maar die afstammen van kolonisten of slaven, ter onderscheiding van mensen die rechtstreeks uit Europa of Afrika kwamen of die van oorspronkelijke bevolkingsgroepen afstammen. De term verwijst naar de culturen van verschillende bevolkingsgroepen binnen de context van verschillende regio's; vaak verschilt de betekenis van de term per regio en worden daarbij zelfs tegenstrijdige betekenissen gezien. De term verwijst naar de cultuur en stijlen geproduceerd door blanken met Spaanse ouders die in de periode van de 16de tot en met de 18de eeuw in de Spaanse gebieden in Noord- en Zuid-Amerika werden geboren; ze hadden een andere cultuur en maatschappelijke positie dan bewoners die in Spanje waren geboren. In het moderne taalgebruik kan de term binnen de context van Latijns-Amerika verwijzen naar de cultuur van mensen die daar wel geboren zijn maar van wie beide ouders Spaans zijn, of in specifieke zin naar de tradities van oude families met een overwegend Spaanse achtergrond. Ook kan de term verwijzen naar de cultuur van vroege Zuid-Amerikaanse zwarten die in Amerika zijn geboren, ter onderscheiding van zwarten die rechtstreeks uit Afrika waren overgebracht. In Louisiana, in de Verenigde Staten, verwijst de term naar de cultuur van Franstalige blanke afstammelingen van vroege Franse en Spaanse kolonisten, of naar mulatten die een soort Frans-Spaanse mengtaal spreken. Daarnaast kan de term verwijzen naar de cultuur van mensen op de West-Indische eilanden die daar zijn geboren en genaturaliseerd, maar van Spaanse, Franse of Afrikaanse afkomst zijn; in het moderne taalgebruik, binnen de context van het Caribisch gebied, verwijst de term vaak naar de Caribische cultuur in het algemeen, met inbegrip van oorspronkelijk Europese, Afrikaanse, Aziatische en Amerikaans-Indiaanse elementen.
Het maken van kleine plooien of vouwen in papier met een mes, een proces dat zorgt voor een rekbaarheid, kracht, verdikking, vervormbaarheid en textuur die vergelijkbaar is met die in stoffen. Het verwijst ook naar het krullen of kroezen van haar of een soortgelijke behandeling van rubber of dunne stof.
Papier met een verkreukelde of gerimpelde textuur. Crêpen is het maken van kleine vouwen met een lemmet. Dit maakt het papier rekbaar, sterk en handelbaar, en geeft het massa en een textuur die vergelijkbaar is met die van textiel. Hoewel crêpepapier in de industrie en bij de consument veel toepassingen kent, wordt het vooral gebruikt in decoraties.
Verwijst naar borduurwerk dat wordt uitgevoerd met kenmerkende tweedraads, los getwijnde wollen garens die bekendstaan als ‘borduurwol’. Crewelborduurwerk is traditioneel gebaseerd op keperweefsel, met linnen schering en katoenen inslag; er kan echter ook zuiver linnen of katoen of een andere stof worden gebruikt. Het kan bedoeld zijn om te worden ingelijst of te worden verwerkt tot kledingstukken, bedbehangsels, meubelbekleding of andere zaken. Het kenmerkt zich door een lossere stijl dan andere typen boorduurwerk. Het maken van crewelborduurwerk bloeide in het bijzonder in het 16de- tot 18de-eeuwse Europa en zijn Amerikaanse kolonies, met ontwerpen die waren geïnspireerd door textiel uit India en het Midden-Oosten.
Te gebruiken voor meestal zeer kleine schuren met een of meer bakken of kooien, opgetrokken uit kleine, ruwgehakte boomstammen. Ze hebben verschillende doeleinden, zoals de opslag van voer of gereedschap of als dierenverblijf. Gebruik 'maïsbakken' voor vergelijkbare kleine houten bouwconstructies die uitsluitend worden gebruikt voor de opslag van maïs.
Wordt gebruikt voor verschillende soorten kleine krukken, zoals voetenbankjes, die meestal wijd uitlopende poten hebben.
Onderrokken die oorspronkelijk werden gemaakt van stijve, geweven stof van paardenhaar, linnen, katoen of wol. Later veel gebruikt in combinatie met hoepels van balein of staal.
Verwijst naar de neolithische cultuur en stijl van de Cris, een volk dat leefde in het gebied van het huidige Bulgarije, Roemenië en het zuiden van Rusland. Vooral kenmerkend zijn de tamelijk grof uitgevoerde vrouwenfiguren van klei, die doen denken aan paleolithische figuren, met een groot, plankvormig achterwerk dat mogelijk een zittende houding aanduidt. Deze cultuur is verwant met de Köröscultuur. Beide culturen worden soms samen aangeduid als 'Cris-Körös'.
Verwijst naar het christelijke feest waarmee op 25 december de geboorte van Jezus Christus wordt gevierd. Het kerstfeest is voor het eerst gedocumenteerd in 336 in Rome. Het gebruik om het feest op 25 december te vieren ontstond in de 4de eeuw in de westerse kerk als christelijke opvolger van het heidense midwinterfeest, waarmee de geboorte van de onoverwonnen zon werd gevierd. In het oosten werd aanvankelijk 6 januari als geboortedatum van Christus aangehouden, maar in de 5de eeuw was 25 december algemeen aanvaard; de Armeense kerk viert echter nog altijd Kerstmis op 6 januari. Kerstmis heeft het feestelijke element (versieringen, geschenken) overgenomen van de Romeinse Saturnalia en andere heidense feesten in dezelfde tijd van het jaar. Kerstmis is in de loop van de eeuwen tradities blijven opnemen; veel tegenwoordige kerstgewoonten zijn van niet-christelijke oorsprong. Altijdgroene bomen zijn bijvoorbeeld symbolen van overleven en worden al met Kerstmis geassocieerd sinds de Europese middeleeuwen. Kerstmis wordt vanouds beschouwd als een familie- en kinderfeest. In veel landen worden geschenken uitgewisseld uit naam of in de geest van de patroonheilige van het kerstfeest, Sint Nicolaas, oftewel de Kerstman.
Zilveren Catalaanse munten van het type gros tournois. Ze werden geslagen tussen eind 13e en begin 18e eeuw.
Kleine schrijfkasten op tafelhoogte met laden in het onderstuk en een opklapbaar tafelblad met inlegstukken. Dit type werd aan het eind van de 18e eeuw in Engeland uitgevonden door Herbert Croft.
Graftekens uit de jongere steentijd, bestaande uit grote rechtopstaande stenen, die om een nog grotere steen geplaatst zijn. Gebruik 'hengen' als de stenenring wordt omgeven door een ronde geul en een aarden wal. Gebruik 'megalitische grafkamers' als de stenen omheining is afgedekt met stenen en bedekt met een heuvel van aarde of stenen.
Tekentechniek waarbij lijnen in allerlei richtingen over de vorm bewegen, in plaats van alleen langs de rand.
Een naam voor een soort opaline glas dat met zuur is afgewerkt en waarbij verscheidene sierlijke figuurtjes in het glas zijn ingelegd, in de kleuren bruin en beige. Een soort kunstglas dat werd ontwikkeld door de Mt. Washington Glass Company.
Reizen, in het bijzonder zeereizen, waarbij onderweg een reeks havens of plaatsen wordt aangedaan.
Te gebruiken voor passagiersschepen die lange plezierreizen maken, vaak met tussenstops.
Kleine hanglampen van ijzer of aardewerk met een handvat aan één kant en een dunne tuit voor een pit aan de andere en met een rond reservoir ��� dat men een ���cruse' (���kruik') noemde ��� van ongeveer 7,5 cm in diameter waarin brandstof zat, gewoonlijk hard vet. Deze lampen ontstonden uit de panvormige lampen met drijvende pitten die mediterrane volken in voorchristelijke tijden gebruikten.
Overdekte gangen of galerijen in de Romeinse architectuur.
Positieve albuminedrukken op papier van glasnegatieven.Te onderscheiden van 'hyalotypieën', vervaardigd met een soortgelijk procédé, maar dan op glas.
Slaapkamers in Romeinse huizen.
Verwijst naar een neolithische cultuur en stijl die begon in de Oekraïne rond 3000 v. Chr. in het gebied tussen de rivieren Bug en Seret en zich uitstrekte tot de Dnjepr. De cultuur kenmerkt zich door rood en oranje aardewerk, versierd met typische gegroefde of geschilderde kromlijnige ontwerpen. Ook kenmerkend zijn dorpen die bestaan uit lange, rechthoekige huizen met een centrale omheining voor vee, en een landbouwpraktijk waarbij velden en hele nederzettingen regelmatig werden verplaatst. Sommige geleerden beschouwen Cucuteni en Tripolye als afzonderlijke culturen.
Een decoratietechniek voor tegels die in Spanje wordt aangetroffen en waarbij de omtrekken worden getrokken op het oppervlak van het aardewerk met een vettige substantie gekleurd met mangaan, wat de mogelijkheid geeft verschillende kleuren te gebruiken zonder dat ze door elkaar gaan lopen. Het vet verdwijnt tijdens het bakken.
Versieringen die de onderkant van een bladzijde of het einde van een stuk tekst verfraaien.
Groepen of bewegingen waarvan de religieuze overtuigingen en praktijken aanmerkelijk verschillen van de heersende of orthodoxe religies of de samenleving; centraal staat meestal een bijzondere godheid, historische of mythische figuur of een charismatisch levend persoon.
Fysieke objecten die door mensen met een zekere vaardigheid zijn geproduceerd of vormgegeven, in het bijzonder werktuigen, wapens, ornamenten of andere voorwerpen die culturele aanwijzingen verschaffen over de persoon die ze hebben gemaakt of gebruikt, en die voorts worden gekenmerkt door hun archeologische of historische belang en door het feit dat ze door musea of voor privécollecties worden verzameld.
Overheidsinstanties voor het toezicht en stimuleren van activiteiten op cultureel gebied, zoals muziek, dans, theater of beeldende kunst.
Door de mens gemaakte objecten die worden aanbeden als de god of geest die ze belichamen, en die centraal staan binnen een bepaalde cultus of religie. Er kunnen verschillende rituelen zijn om de cultusbeelden te kleden, eten te geven of in optocht mee te voeren. Hoewel de betekenis van 'cultusbeeld' deels overeenkomt met die van 'afgodsbeeld', is een cultusbeeld doorgaans groter van formaat, is het een exclusief object van aanbidding van een bepaalde religie of cultus, en heeft het vaak vooral betrekking op religies van de oude wereld. Gebruik 'religieuze objecten' of 'cultusobjecten' voor voorwerpen die op dezelfde wijze worden gebruikt maar geen beeltenissen zijn. De term 'cultusbeeld' wordt in het algemeen gebruikt voor niet-christelijke beelden; gebruik 'iconen' voor christelijke beelden die zelf als heilig worden beschouwd.
Religieuze voorwerpen die - binnen een bepaalde godsdienstige context - worden aanbeden. Gebruik 'cultusbeelden' voor beeldende werken die op dezelfde wijze worden gebruikt. Termen vooral gebruikt met betrekking tot niet meer bestaande culturen of godsdiensten. Gebruik 'religieuze objecten' eerder voor voorwerpen die worden vereerd in nog bestaande religies; gebruik 'sacra' als die voorwerpen hun heiligheid in hun huidige context hebben bewaard.
De totaliteit van leefwijzen die door een groep mensen is opgebouwd en van de ene generatie op het andere wordt doorgegeven.
Een tak van toerisme waarin de nadruk ligt op het kweken van inzicht in monumenten en plaatsen, met bijzondere aandacht voor historische authenticiteit, cultuurbehoud en plaatselijke betrokkenheid.
Verwijst naar de stijl en cultuur van de Chibchan sprekende Indiaanse bevolking van Centraal-Amerika die voorheen leefde in het huidige Panama en op de naburige San Blaseilanden, en tegenwoordig alleen nog in geïsoleerde gebieden voorkomt.
Kleine kroesjes die worden gebruikt voor gehaltebepaling en gemaakt van een poreus, vuurvast materiaal, zoals beenderas, die worden gebruikt om kleine hoeveelheden metaal te smelten - meestal zilver - voor het onttrekken van lood of goud ter keuring.
Een legering van koper, nikkel, ijzer en mangaan waarvan koper het grootste deel uitmaakt. Het was een geliefd metaal voor de productie van munten aan het eind van de 20e eeuw en wordt ook gebruikt voor het maken van condensatorplaatjes en warmtewisselaars.
Raadhuizen in het oude Romeinse rijk.
Verwijst specifiek naar een schriftstijl met verbindende halen tussen de karakters en een uiterst vloeiende schrijfstijl, met de volgende onderscheidende kenmerken: stamvormen worden vereenvoudigd tot symbolen of merktekens en een ervan kan voor een ander staan; de halen zijn ononderbroken en de karakterstructuren zijn betrekkelijk simpel; de tekst bevat witruimte tussen de karakters en tussen de regels; de dikte van de penseelstreek en de donkerheid van de inkt kunnen variëren. Deze schriftstijl wordt wel beschouwd als die waarin de persoonlijke expressies en emoties van een kalligraaf het best kunnen worden weergegeven.
Wordt gebruikt voor lettertypen die eerder schuin naar rechts overhellen dan recht overeind staan, en daardoor verwantschap vertonen met cursieve humanistische schriften. Meestal komen ze voor met een Romaans lettertype, maar soms ook op zichzelf staand.
Stoelen met een X-vormig frame, die vaak opvouwbaar zijn. Afgeleid van de Romeinse curulis (ceremoniele vouwstoel), Tijdens de renaissance werd het stoeltype gemeengoed.
Verwijst naar een Cycladische aardewerkstijl die zich kenmerkt door het gebruik van kromlijnige motieven in plaats van de strikt rechtlijnige motieven die kenmerkend zijn voor vroegere en latere Cycladische stijlen. Het aantal vormen van vaten neemt toe ten opzichte van eerdere stijlen, inclusief de merkwaardige zogenaamde braadpanvorm, en er worden kromlijnige spiralen, boottaferelen en andere ontwerpen geïntroduceerd.
Personen aan wie het bewaken en bewaren van objecten zijn toevertrouwd, zoals eigendommen en artefacten, of belast zijn met de zorg voor of bewaking van mensen, zoals gedetineerden en gevangenen, of onder voogdij staande pupillen.
Asfaltmengsel met een additief voor het vloeibaar maken van het materiaal, zodat het eenvoudiger kan worden gemengd en aangebracht.
Kleine vierkante stukjes goud afgewisseld met velijn, op stapeltjes gelegd en bij elkaar gebonden met stroken perkament die vervolgens worden geplet in het eerste stadium van de handmatige productie van bladgoud, waarna ze worden overgebracht naar de ‘shoder’.
Verwijst naar de stijl van schilderen die opkwam onder Peruaanse schilders van uiteenlopende etnische herkomst die actief waren in Cuzco van de 16de tot de 19de eeuw. De stijl wordt gekenmerkt door inheemse tradities met invloeden van Nederlandse late gotische kunst. Opvallende chiaroscuro-schilders in de Cuzco-stijl waren vaak indianen die les hadden gevolgd bij Spaanse meesters. Later begonnen indiaanse schilders te werken in stijlen waarbij de Spaanse en creoolse traditie werd losgelaten, met steun van lokale leiders. Hierbij ging het Europese perspectief verloren en bestond een voorkeur voor vlakke composities met sierlijke natuur- en incamotieven.
Reeks groenachtig blauwe kleuren die worden gebruikt in fotografie en kleurendruk. Het is een van de primaire subtractieve kleuren. De naam is afgeleid van cyanine, dat ongeveer dezelfde kleur heeft. Cyaan onderscheidt zich echter door zijn status van primaire subtractieve kleur.
Wetenschappers die zijn opgeleid en werken op het gebied van communicatieprocessen en automatische regelsystemen in levende organismen en machines.
Te gebruiken voor het computerkundige begrip van een locatie binnen de gezamenlijke geheugens en onderling verbonden computernetwerken, gevuld met virtuele 'spullen' en bevolkt door mensen met virtuele lichamen. Te onderscheiden van 'virtual reality' dat een volledige virtuele fysieke omgeving met user interfaces is.
Plantenfamilie van ongeveer 110 genera en 5500 soorten, waarvan er veel in watergebieden groeien. Oppervlakkig gezien lijken ze op grassen en russen. De stengels hebben een driehoekige dwarsdoorsnede en de bladeren, die in een spiraal zijn gerangschikt, vormen drie rijen (terwijl grassen afwisselend geplaatste bladeren hebben die twee rijen vormen).
Stoelen waarbij de rugleuning is opengewerkt in de vorm van een monogram van de initialen van de eigenaar.
Cowrieschelpen (Cypraeidae) en eierschelpen (Ovulidae) met een sterk gepolijste en felgekleurde schelp en een mantel die de schelp soms bedekt. Bij aanraking trekken leden van een groep zich plotseling terug, waarbij de kleurverandering roofvijanden moet verwarren. Komt algemeen voor in ondiepe tropische oceanen, maar sommige soorten leven in koelere wateren.
Verwijst naar de cultuur van het eiland Cyprus, in het bijzonder gedurende de Bronstijd van circa 2300 tot 1050 v. Chr.
Verwijst naar een hoogpaleolithische Noord-Afrikaanse gereedschapscultuur, te dateren van circa 40.000 tot circa 33.000 v. Chr. en genoemd naar de opgravingen bij Hagfet et Dabba, ook wel de Grot van de Hyena genoemd, aan de kust van Libië. De cultuur wordt gekenmerkt door pijlbladen, eindschrapers en dwarsburijnen.
Familie van twee genera schildinsecten die op cactussen voorkomen. Het achterlijf is aan de achterzijde niet versmald. Op de rug bevinden zich wasklieropeningen. Een anale ring ontbreekt. De wasklierkanaaltjes zijn zeer klein en ontspringen uit het midden van een groepje sessiele poriën. De setae zijn stevig en afgesneden aan het uiteinde. Moleculaire gegevens duiden erop dat schildluisschilden feitelijk gespecialiseerde eriococcidae zijn (Gullan & Cook 2001). Deze insecten zijn naar alle delen van de wereld getransporteerd als potentiële bron van rode kleurstoffen, maar lijken inheems te zijn in de Nieuwe Wereld. Ze komen daar overwegend voor in de woestijngebieden van het zuidwesten van de Verenigde Staten, in Mexico en in Midden- en Zuid-Amerika. De cochenilleluis D. coccus wordt al enkele eeuwen gebruikt als bron voor rode kleurstoffen.
De tak van forensische wetenschap die zich bezighoudt met de bestudering van vingerafdrukken, om de identiteit vast te stellen van de persoon die ze achterliet of van wie ze zijn genomen. Gebruik 'dactyloscopie (techniek)' voor de methode of techniek van het analyseren of identificeren van vingerafdrukken.
Verwijst naar de Europese artistieke en literaire beweging die zich heftig verzette tegen de pretenties van de Westerse beschaving. De beweging ontstond in Zürich in 1916 in reactie op de Eerste Wereldoorlog. De beweging bepleitte het gebruik van ironie, nihilisme, iconoclasme en het absurde, en benadrukte het belang van het toeval bij het maken van gedichten, voorstellingen en kunstwerken, meestal alledaagse voorwerpen in een artistieke omgeving. Dada was een toevallig uit het woordenboek gekozen naam.
Een grove, korrelige, zandachtige substantie die hoofdzakelijk uit klei bestaat; wordt in Afrika tot een mortel gemaakt die wordt gebruikt in de bouw.
Wordt gebruikt voor boeken die het dagelijkse, persoonlijke verslag bevatten van de eigen ervaringen, standpunten en observaties van de schrijver. Gebruik `journalen (verslagen)' wanneer het gaat om het verslag van de activiteiten of de transacties van personen of organisaties.
Personen die boeken bijhouden waarin zij dagelijks verslag doen van persoonlijke ervaringen, meningen en waarnemingen. Meestal schrijven ze voor privédoeleinden, maar in enkele gevallen is hun werk bedoeld voor publicatie.
Fotografische afdrukken die albumine (eiwit) als bindmiddel hebben; altijd monochroom.
Fotografische afdrukken met gelatine als bindmiddel, met zilver als het materiaal waaruit het beeld uiteindelijk gevormd wordt. Ze zijn altijd zwart/wit, hoewel ze tot een monochrome kleurschakering getoneerd zouden kunnen worden.
Fotopapier gecoat met zilverchloride emulsies, doorgaans gemaakt van gelatine maar soms van collodium. Het werd ontworpen om een fotografische afdruk van een negatief te maken, niet door chemicaliën te gebruiken, maar alleen door licht te laten vallen op lichtgevoelig materiaal. Het was zeer in trek, vooral voor portretfotografie, vanaf de jaren 80 van de 19de eeuw tot de late jaren 20 van de 20ste eeuw toen ontwikkelpapier aan populariteit won. Omdat het papier in contact moest staan met het negatief totdat de afbeelding volledig zichtbaar was, kon pas met een tweede afdruk worden begonnen als de eerst was voltooid. Op daglichtpapier gemaakte foto's kunnen glanzend of mat zijn, en zijn doorgaans warm van toon.
Ceylonese en Singalese stoepa's, meestal met een driedelige basis en een koepel met daarop een kleine paviljoenachtige structuur en spits. Vaak dienen deze boeddhistische bouwwerken als bewaarplaats voor relieken.
Benaming van verzamelaars voor de X-framestoelen in Italiaanse renaissancestijl met alleen aan de voor- en achterkant dwarsverbindingen. De naam is afgeleid van de dichter Dante uit de 14e eeuw, hoewel het maar de vraag is of zulke stoelen daadwerkelijk door hem werden gebruikt.
Ruimtes waarin men baby's en jonge kinderen verzorgt. Te onderscheiden van nachtverblijven, die alleen bedden en voorzieningen hebben voor nachtverzorging. Dagverblijven dienen gewoonlijk als speel- en onderwijsruimtes. Kinderdagverblijven zijn publieke of particuliere instellingen voor de opvang van kinderen overdag.
Wordt gebruikt voor alternatieven op verzorgingstehuizen die overdag voorzieningen bieden als een activiteitenprogramma, maaltijden en medische en psychologische zorg voor oude en invalide leden, mits hun behoeften passend zijn; de leden brengen de avonden door in hun eigen huizen.
Verwijst naar de periode van de achtste en negende eeuw die is genoemd naar de hoofdstad van de Chinese provincie Dai-Lai. De stijl van deze periode wordt bepaald door de bloei van het boeddhisme, die van invloed was op de ontwikkeling van beeldhouwkunst en architectuur en door de inbreng van Chinese stijl en Cham-stijl. In de beeldhouwkunst wordt deze periode gekenmerkt door afbeeldingen van het boeddhistische godendom en van boeddhistische monniken, geconstrueerd in hout of steen, stenen pilaren, mythische kinnarafiguren, beschermende lokapala-figuren beïnvloed door Indiase en Chinese decoraties, en beeldsnijwerken in bas-reliëf van planten en figuren die doen denken aan grotsculpturen van Yungang en Longmen in China. In de architectuur wordt deze periode gekenmerkt door terracotta lijstwerk op tempels, stoepa's gebouwd van baksteen en motieven op constructies met gestileerde draken, wolken en planten.
Verwijst naar de Zuid-Chinese architectuurstijl die in Japan werd geïntroduceerd in de vroege Kamakuraperiode (1185-1333), ten tijde van de wederopbouw van de stad Todai-ji. De stijl wordt gekenmerkt door krachtige en eenvoudige vormen en krachtig gebogen daklijnen.
Seriële mechanische printers,waarbij de tekens worden gemaakt aan het eind van verende haken die straalsgewijs vanuit een centraal draaipunt lopen.
Elk materiaal dat wordt gebruikt als een dakbedekking (zoals dakspanen, leisteen, bladmetaal of tegels) om het dak wind- en waterdicht te maken en vaak ook om voor warmte-isolatie te zorgen.
Vergruizelde steen, lei, slak, porselein of tegels die zijn verpulverd tot deeltjes en vermengd. Wordt gebruikt als oppervlaktemateriaal bij dakbedekking met asfalt en dakspanen.
Lange, ondiepe kanaaltjes die onder en parallel aan de dakrand van een gebouw zijn geplaatst om water van een dak op te vangen en weg te leiden.
Lage dakkapellen in een dak waarboven het dak in een vloeiende kromming doorloopt.
Beeldhouwtechniek die 'hol en droog lakwerk' wordt genoemd, waarbij lagen in lak gedrenkte stof worden aangebracht op een mal van klei. Zodra de lak opdroogt, wordt de mal verwijderd en wordt soms een houten armatuur ingebracht om kromtrekken te voorkomen. Deze techniek was populair tijdens de Hakuhou-periode (645-710) en de Nara-periode (710-749) en werd tegen het einde van de Nara-periode grotendeels vervangen door de droge houtkern-laktechniek ('mokushin kanshitsu').
Bovenbouwen voorzien van ramen bovenop een dak of koepel die bedoeld zijn om licht of lucht toe te laten in de onderliggende ruimte. Voor kleine bouwwerken op de nok van een dak die vooral gebruikelijk zijn in Amerikaanse architectuur wordt 'koepels' gebruikt.
Een tegel voor dakbedekking die meestal is gemaakt van gebakken klei, beton of asbestcement en verkrijgbaar is in vele samenstellingen en soorten zoals platte dakpannen, enkelsnedige dakpannen en tegels die in elkaar grijpen.
Muurplaten die het ondereinde van de daksparren van een dak dragen.
Kleine torenspitsen op de nokken van daken of op de snijvlakken ervan, die op het dak lijken te rijden. Gebruik 'kruisingstorens' voor hogere en omvangrijkere torens op kruisingen van kerken.
Daksparren die een rechte hoek maken met de dakrand en van de muurplaat tot de nokruiter reiken.
Soort productieboom die alleen voorkomt in een klein gebied in Brazilië.
Boomsoort van hardhout, bron van timmerhout, die inheems is in het gebied van de Himalaya tot de zuidelijke punt van India en het eiland Java in Indonesië. Het blad wordt gebruikt als veevoer en de schors als een bron van looizuren voor medicinale doeleinden.
Kleine boomsoort die inheems is in de droge savannebossen van Afrika en West-India. Wordt al sinds de Egyptische oudheid gebruikt als hoogwaardig productiehout. Geen echt ebbenhout.
Boomsoort van hardhout die alleen voorkomt in Brazilië, van Bahia tot Rio de Janeiro. Wordt bedreigd door het verdwijnen van de habitat.
Gedecoreerde tunica's met lange mouwen, gedragen als liturgische gewaden bij christelijke eucharistievieringen. Ze vallen tot op de knieën en worden door diakenen over de albe heen gedragen, terwijl priesters een kazuifel dragen en subdiakenen een tunica. De term kan ook verwijzen naar soortgelijke gewaden gedragen als niet-kerkelijke kledij in het Romeinse Rijk of door Engelse koningen, in het bijzonder bij kroningen.
Verwijst naar de inheemse cultuur en stijlen van het gebied en de eilanden langs de Adriatische kust, zowel in historisch als modern opzicht.
Zandlopervormige trommen van het Indiase subcontinent, de Himalaya en Mongolië, met een klankkast die meestal van hout of metaal is gemaakt (en in Tibet vaak van menselijke schedels), met twee dunne vellen die rond houten ringen zijn gewikkeld en worden gespannen door veters in V-vorm met een kruislingse vetering in het midden. Aan de vetering in het midden zijn twee touwen bevestigd met knopen of met kogeltjes van hout, klei of een ander hard materiaal aan het einde; de knopen of kogeltjes slaan op de trommel wanneer deze wordt gedraaid.
Verwijst naar een blauwwitte decoratiestijl voor aardewerk uit Italië uit het begin van de 15de eeuw, bedoeld als imitatie van Damascus-aardewerk. Deze decoratietechniek kwam tot ontwikkeling als reactie op de populariteit van uit Oost-Azië ingevoerd aardewerk. Soms wordt de term als synoniem gebruikt voor 'alla porcellana', maar daarbij wordt feitelijk een ander type decoratie bedoeld.
Benaming die meestal van toepassing is op verschillende kleine bureaus die voor vrouwen zijn ontworpen. Dit type werd populair in de 18e eeuw.
Gebouwen of delen van gebouwen die zijn ontworpen of gebruikt voor kappers, manicures, gezichtsbehandelingen, en make-up aanbrenging, gewoonlijk met afgeschermde hokjes of ruimtes voor individuele kappers of specialisten om hun werk te doen. Meestal met grote spiegels, en faciliteiten voor haardrogers en andere apparatuur.
Kleine schrijftafels voor vrouwen met een gradine (kast) aan de achterkant. Ze zijn vaak uitvoerig versierd en kunnen als schrijftafel en soms als toilettafel worden gebruikt.
Druk uitgeoefend door een gas dat in evenwicht is met zijn vloeibare vorm.
Wordt gebruikt voor vrijgemaakte en afgeperkte terreinen, vrij van objecten, waarvan de functie niet bekend is en die worden gevonden rond de kampen van indianenstammen die voedsel verzamelen en jagen, vooral in het Noord-Amerikaanse Grote Bekken.
Literaire of artistieke stijl die vaak wordt geassocieerd met de Engelse en Franse decadenten uit het einde van de 19e eeuw. Wordt vooral gekenmerkt door voorlijk taalgebruik en verfijnde emotionaliteit.
Verwijst naar een neolithische stijl en cultuur die is genoemd naar de archeologische vindplaats bij Danilo in Dalmatië, in het huidige Kroatië. Sommige geleerden geloven dat deze cultuur en de stijl van het beschilderde aardewerk nauwer verwant zijn met culturen op de Aeolische eilanden, op Capri en in het zuiden van Italië dan met de gelijktijdige culturen op de oostelijke Balkan.
Kleine vedels zonder fretten die meestal vier snaren hadden en in een groot aantal verschillende vormen werden gemaakt. Ze werden bespeeld tussen de 16e en 19e eeuw.
Wordt gebruikt voor grote kamers of gebouwen die zijn bedoeld voor dansen maar die ook kunnen worden gebruikt voor andere sociale aangelegenheden. Te onderscheiden van 'balzalen' doordat ze minder formeel zijn.
Verwijst naar de stijl van famille-roseporselein die tot ontwikkeling kwam in Tao-kuang in China tijdens de Qing-periode (1644-1911). De stijl wordt gekenmerkt door rooskleurig geglazuurd porselein, gewoonlijk met het kenmerk van keizer K'ang-hsi, dat uit zes karakters bestaat.
Verwijst naar een aardewerkstijl die is genoemd naar een archeologische vindplaats waar veel kenmerkende vazen zijn gevonden. De stijl dateert van ca. 600 tot ca. 550 v. Chr. en wordt gekenmerkt door de weergave van menselijke figuren in zeer levendige houdingen en versieringen die zijn geïnspireerd door kunstnijverheid uit het Nabije Oosten.
Eénvellige bekertrommen uit het islamitische Nabije Oosten en Noord-Afrika, die zijn gemaakt van aardewerk, hout of metaal met een open onderkant. Ze worden bespeeld met de vingers en de palmen van beide handen, waarbij ze onder de arm worden gehouden of op een dij rusten.
Collecties van tastbare of digitale materialen die niet algemeen toegankelijk zijn. Hiertoe behoren tastbare materialen die onder optimale omstandigheden worden bewaard zonder dat het publiek er toegang tot heeft, om zo de ongeschonden toestand en belangrijke eigenschappen van de gearchiveerde materialen voor eventueel toekomstig gebruik te waarborgen. Ook inbegrepen zijn digitale materialen die niet of slechts voor beperkt gebruik toegankelijk zijn, omdat ze zijn opgeslagen om de gegevens na een calamiteit te kunnen herstellen, omdat ze beschermd zijn door auteursrechtelijke beperkingen of om een ������andere reden.
Ruimzittende unisex-hemden met een Afrikaans ontwerp of gemaakt van Afrikaanse of op Afrika geïnspireerde stoffen. In de jaren zestig waren ze populair bij zwarte activisten van de Amerikaanse burgerrechtenbeweging.
Metalen sierklemmen die de twee uiteinden van een stropdas aan de voorkant van een overhemd en aan elkaar klemmen.
Sierspelden die met een grote verscheidenheid aan decoratieve knoppen worden gemaakt; de punt steekt door een stropdas en een overhemd, zodat ze aan elkaar vast zitten, en wordt aan de achterzijde gesloten met een sluiting of knoop.
Verwijst naar hedendaagse Zoroastrische hogepriesters. Dasturs houden toezicht op de liturgie in de belangrijke vuurtempels waaraan ze zijn verbonden, met hulp van een groep mobeds. Deze priesterrang is vergelijkbaar met die van een christelijke bisschop. De dasturs staan van oudsher bekend om hun grote geleerdheid, met name onder de Parsi's van Bombay.
Bollen van dun glas die worden gebruikt voor het meten van de dichtheid van gassen door een bol te wegen in een gas.
Instrumenten waarmee continu of met tussenpozen opnamen worden gemaakt van de opeenvolgende waarden van een aantal verschillende fysieke omstandigheden, zoals warmte, lichtsterkte en vochtigheid.
Franse aardewerken stoofpot met twee handvatten, een hol deksel waarin water werd gegoten en een kleine opening waarlangs stoom kon ontsnappen. Deze pot werd oorspronkelijk gebruikt om een daube in te bereiden, een traditionele Provençaalse stoofschotel.
De temperatuur waarop de lucht wordt verzadigd zodra het afkoelt zonder de toevoeging van vocht of enige verandering in druk; verdere afkoeling leidt tot condensatie.
Te gebruiken voor torpedoboten die half onder water kunnen en door het Confederale leger werden gebouwd en gebruikt tijdens de Amerikaanse Burgeroorlog; worden door stoom voortgestuwd en hebben een kleine, afgeschermde opening op een lange, spoelvormige romp.
Verwijst naar een Chinese neolithische periode en cultuur die deels samenvalt met Qinglian'gang. De naam is ontleend aan een vindplaats in Taian in de provincie Shandong. Dawenkou kende een bloeitijd tussen circa 4300 en circa 2400 v. Chr. en was gesitueerd in de gehele provincie Shandong, het westen van de provincie Henan, het noorden van de provincie Anhui en de gehele provincie Jiangsu. In de centrale regio van Shandong ontwikkelde Dawenkou zich uit de Beixin-cultuur. De cultuur werd opgevolgd door de Longshan-cultuur, en sommige kenmerken van het latere Longshan-aardewerk zijn reeds te herkennen in het Dawenkou-keramiek: rijk gedetailleerde ritueel vaatwerk, gepolijst zwart- en witgoed, en toepassing van het pottenbakkerswiel. Gedurende de late Dawenkou-periode (ca. 2900-ca. 2400 v. Chr.) maakte geschilderde decoratie plaats voor oppervlaktebehandelingen in de vorm van touw- of manddecoratietechnieken. Andere kenmerkende artefacten uit die periode zijn ivoren kammen en gesneden ivoren kokers. Op Dawenkou-grafplaatsen zijn de graven van rijke personen aangetroffen; sommige graven bevatten meer dan 100 waardevolle voorwerpen zoals bijlen en kralen van jade.
Verwijst naar een Chinese neolithische cultuur uit het middelste rivierbekken van de Yangtze-rivier, daterend uit de periode tussen circa 4400 en circa 3300 v. Chr. De naam is afgeleid van een vindplaats in Daxi Wushan in de provincie Sechuan; andere belangrijke Daxi-locaties zijn Guanmiaoshan Zhijiang en Honghuatao in de provincie Hubei, en Sanyuangong in de provincie Hunan. Keramiek is het meest opvallende Daxi-element, waarbij met de hand vervaardigd rood aardewerk overheerst. Technieken als beschilderen, stempelen, afdrukken maken met touw, insnijden, appliqué en ajourwerk worden alle aangetroffen; chevrons, bloembladmotieven en gevlochten kromlijnige en driehoekige motieven worden vaak gezien. Staand vaatwerk zoals de dou met diepe kom en kommen met ringvoet, borden en bekers behoren tot de belangrijkste typen Daxi-vaatwerk. Stenen gereedschappen en ornamenten zoals ringen en halssnoeren van jade, been, steen en schelpen zijn eveneens aangetroffen op Daxi-locaties.
Verwijst naar de Nederlandse artistieke beweging – en het gelijknamige tijdschrift – die in 1917 werd opgericht door Theo van Doesburg en heeft bestaan tot in de vroege jaren 30. De beweging bepleitte het gebruik van de zuivere abstracte vorm om uiting te geven aan het universele in de kunst. De theorieën van De Stijl stonden aan de basis van de kunststijl die bekend is als het neoplasticisme.
Personen die aan het hoofd staan van één van de afdelingen, faculteiten, 'colleges' of studierichtingen van een universiteit.
Verwijst naar de intellectuele beweging in de laatste twee decennia van de 19e eeuw, toen kunstenaars en schrijvers zich meer gingen bezighouden met vorm, schoonheid en plezier dan met inhoud en moraliteit. De beweging wordt gekenmerkt door een preoccupatie met morbide, verontrustende, seksuele en bovennatuurlijke thema’s.
Het verdelen van functies en bevoegdheden van een organisatie, besturingsorgaan of een andere autoriteit over een minder gecentraliseerd gebied of over een groot aantal deelhebbers.
Het wegscheuren van delen van posters of andere materialen, die in lagen zijn aangebracht, zodat bepaalde delen van de onderliggende lagen bijdragen aan het totale beeld. Gebruik 'décollage' voor de werken die uiteindelijk het resultaat vormen van de toepassing van deze techniek.
Verwijst naar de filosofische en literaire beweging die wordt geassocieerd met de geschriften van de Franse geleerde Jacques Derrida in de jaren 60 van de 20ste eeuw, die later, in de jaren 80, zijn toegepast in de beeldende kunst en de architectuur. De beweging bepleit het ondergraven van de dominante component in gevestigde binaire structuren, zoals die van natuur tegenover cultuur, om te komen tot een nieuwe dialectiek. In de architectuur kenmerkt de stijl zich door een doelbewuste verschuiving van structuurelementen, die resulteert in gebouwen zonder specifiek doel.
De term wordt gebruikt om een breed scala aan decoratieve schildertechnieken oorspronkelijk bedoeld om materialen, zoals marmer en hout met verf na te bootsen te beschrijven. Gebruik omvat vele andere decoratieve afwerkingen voor wanden en meubels, en wordt algemeen gebruikt om verschillende technieken te beschrijven in de context van interieur inrichting. Voor illusionistische schilderingen in de context van beeldende kunst gebruik "trompe l'oeil".
Systeem van lichten die zijn opgesteld voor decoratieve doeleinden, zoals in winkeletalages, kerstbomen of struiken.
Een kritisch begrip omtrent de harmonie tussen de delen van een beeldend kunstwerk, literatuur of theater, en de goede smaak in het verband van het werk met de externe realiteit.
Aanduiding voor de oost-west-as die de oude Romeinen gebruikten bij het opmeten en indelen van stukken land waarop ze steden wensten te bouwen, en, bij uitbreiding, ook voor de belangrijkste, lees de breedste en meest grootschalige straten die van oost naar west lopen in regelmatig aangelegde Romeinse steden.
Deeg is het ongebakken basisproduct voor diverse soorten gebakken etenswaren, zoals brood, gebak en pasta. Het basisingrediënt van deeg is meel, aangevuld met een vloeistof en rijsmiddelen en smaakstoffen.
Cilinders gemaakt van hout of andere materialen, met gewoonlijk aan beide kanten een kort handvat, die worden gebruikt voor het uitrollen van deeg.
Kleine werktuigen, gemaakt van verschillende materialen en in verschillende vormen die een ronddraaiend wiel hebben dat een gegroefde, gekartelde of getande of op andere wijze bewerkte rand heeft. Worden gebruikt voor het snijden, plooien of versieren van gebak of deeg.
Stedelijke gebieden, geïncorporeerd in een grotere gemeente.
Tak van de natuurkunde die zich bezighoudt met de eigenschappen, verbanden en wisselwerkingen van elementaire deeltjes, vooral wanneer die zijn ontstaan in botsingen waarbij sprake is van zeer hoge energieën.
Natuurkundigen die gespecialiseerd zijn in de eigenschappen, relaties en interacties tussen elementaire deeltjes, met name die deeltjes die ontstaan door botsingen welke een zeer grote mate van energie vereisen.
Mallen die de definitieve vorm en het uiteindelijke patroon vormen.
Elke verandering van vorm, gedaante of dimensie in een lichaam door een spanning of kracht, zonder inbreuk te maken op de continuïteit van de ertoe behorende delen.
Masker dat fysieke misvormingen nabootst, zoals verlamming, melaatsheid of een ander soort beschadiging van het gezicht door ziekte.
Het vlakke deel van een degelpers dat het papier en het ingeïnkte oppervlak tegen elkaar drukt.
Drukpersen waarin het papier en het drukvlak beide plat liggen en met elkaar in contact komen door als een oesterschelp te openen en sluiten.
Lussen van leer, lint of koord waarbij de twee uiteinden worden verbonden door een knoop, een kwastje of een met vilt bedekte versiering. Ze worden vastgemaakt aan het gevest van het zwaard en om de pols van de gebruiker gedaan zodat het een beveiligende werking heeft wanneer het zwaard valt of uit de hand wordt gestoten.
Historische benaming voor kleine ontbijttafels die in het begin van de 19e eeuw werden gemaakt om te gebruiken in boudoirs of eethoeken.
Diepe kisten met een grote opslagcapaciteit, ten minste één lade en een deksel met scharnier. Veelvuldig gebruikt voor het bewaren van dekens.
Verwijst naar diverse functionarissen in de christelijke kerk, maar in hoofdzaak naar leidinggevende (onder de bisschop geplaatste) geestelijken in kathedraalkapittels of diocesen. De term verwees oorspronkelijk naar monniken die de leiding hadden over een tiental novicen.
Lijsten of kleine uitstekende delen met een plat aanzicht die onder andere in open lijstwerken worden gebruikt of bij het wegwerken van een verbinding tussen houtplaten.
Afsluiting van allerlei soorten houders; zitten daar soms met een scharnier of op andere wijze aan vast.
Verpakkingen, vaak rechthoekig, meestal met een klep of deksel, waarin iets niet-vloeibaars wordt bewaard of gedragen.
Verwijst naar de stijl van Nederlands aardewerk met tinglazuur zoals gemaakt in Delft vanaf het midden van de 17de eeuw, dat zich kenmerkt door blauwwitte patronen en is geïnspireerd door geïmporteerd Chinees porselein. De term verwijst ook naar soortgelijk werk, naar het voorbeeld van Delfts aardewerk gemaakt in Duitsland en Engeland.
Verwijst naar aardewerk met tinglazuur dat voor het eerst aan het begin van de 17de eeuw in Delft werd vervaardigd. Dit type tinglazuur werd later door de Hollanders in Engeland geïntroduceerd. In het moderne taalgebruik is de term van toepassing op al het aardewerk dat in Nederland of Engeland wordt geproduceerd, ter onderscheiding van de 'faience' uit Frankrijk, Duitsland, Spanje en Scandinavië, en het Italiaanse 'majolica'. Delfts aardewerk kwam tot ontwikkeling nadat de productie van Chinees porselein halverwege de 17de eeuw ernstig te lijden had gekregen van de oorlog tussen de heersende Ming-dynastie en de binnenvallende Qing, waarbij belangrijke Chinese industriële ovens verloren gingen. Zo kwam er een einde aan de voorheen omvangrijke invoer van Chinees porselein in de Nederlanden; de Delftse aardewerkfabrieken De Porceleynen Schotel, De Porceleynen Lampetkan en andere fabrieken begonnen nu met de grootschalige productie van faience gedecoreerd met schilderwerk in Chinese stijl. In 1665 telde Delft circa 20 faiencefabrieken. Ze hielden zich hoofdzakelijk bezig met de massaproductie van imitatieporselein dat als kopie van het Chinees Kraakporselein was bedoeld. Rond 1680 gingen de makers van het Delftse aardewerk met verschillende kleuren experimenteren om hun aanbod te verbreden.
Wordt gebruikt voor winkels die eten verkopen dat al is bereid of waar weinig bereiding meer voor nodig is, zoals vleeswaren, kaas en salades, om te worden meegenomen of ter plaatse opgegeten.
Zweefvliegtuigen waarbij de piloot de vlieghoogte en de baan van de glijvlucht bepaalt door te manoeuvreren in een hangend stoeltje of tuig; eind vorige eeuw zijn ze ontwikkeld en sinds de jaren zestig zijn het ultralichte luchtvaartuigen met soepele vleugeloppervlakken.
Kleine, smalle ladenkasten of kabinetten die zijn bestemd om onder een spiegel te staan.
Een regeringsvorm waarbij het volk zichzelf regeert of vertegenwoordigers kiest die zijn belangen behartigt. Democratische verkiezingen moeten regelmatig plaatsvinden, anoniem zijn en er moeten verschillende kandidaten zijn. Het gekozen parlement moet bovendien vrij zijn om wetten uit te vaardigen en het regeringsbeleid te bekritiseren.
Zij die zich bezighouden met de statistische bestudering van de kenmerken van menselijke bevolkingsgroepen, vooral met betrekking tot omvang en dichtheid, groei, verdeling, migratie en levensverwachting, en de uitwerking die al deze aspecten hebben op sociale en economische omstandigheden.
Statistische gegevens over een bevolking, vooral met betrekking tot dichtheid, groei, verdeling en bevolkingsstatistieken.
Niet-dragende scheidingsmuren gemaakt van montage-onderdelen die direct uit elkaar kunnen worden gehaald en verplaatst.
Wordt algemeen gebruikt voor het verliezen van bewegingsenergie, vooral van trillende systemen, en het daaruit voortvloeiende afnemen of verminderen van de beweging.
Kleine, informele privévertrekken in huizen of appartementen die worden gebruikt om in te werken, te lezen of te ontspannen.
Wordt gebruikt voor opgravingen uit de oudheid die bestaan uit een schacht in kalksteenformaties die onderaan horizontaal en breder wordt en uitkomt in één of meerdere kamers; o.a. voorkomend in Essex en Kent, Engeland en het Somme-dal in Frankrijk; tijdperk en doel onbekend.
Japans woord met de betekenis 'veldvermaak', verwijzend naar de rituele dans- en muziekvormen van de agrarische volksreligie van middeleeuws Japan (ca. 11de-17de eeuw). Dengaku werd uitgevoerd in de rijstvelden, rond de jaarwisseling of tijdens het plantseizoen, in de vroege zomer. De dans en muziek dienden om kami (Shinto-goden) te vermaken en gunstig te stemmen voor een overvloedige oogst, en om de verveling van de landarbeiders te verdrijven. Gedurende de 14de eeuw werden bepaalde vormen van dengaku in de stad geïntroduceerd en aan het hof opgevoerd; door deze vorm van verbreiding liet de dengaku ook zijn invloed gelden op bepaalde klassieke uitvoerende kunsten, zoals het Nō-drama.
Wijdverbreide Franse zilveren muntjes, aangemunt sinds halverwege de 8e eeuw en, met een verlaagd edelmetaalgehalte, gehandhaafd tot de Franse Revolutie. Gebruik 'pennies' voor soortgelijke Engelse munten die eveneens zijn afgeleid van de Romeinse denarii.
De activiteit waarbij men de hersenen gebruikt om tot gedachten te komen.
Diverse instrumenten die de dichtheid of het soortelijk gewicht meten van vloeistoffen, vaste stoffen of gassen.
Instrumenten die de optische densiteit van materialen of voorwerpen meten door de intensiteit van doorgelaten of gereflecteerd licht te meten; ze worden bijvoorbeeld in de fotografie gebruikt om de zwarting van beelden te meten of om de snelheid van een film vast te stellen.
Verwijst naar een regionale school van Rajasthan-miniatuurschilderkunst met als centrum Deogarh, een afsplitsing van de Mewar-school; de stijl kende een bloeitijd aan het einde van de 18de eeuw, toen het werk van het Mewar-hof, waartoe Deogarth behoorde, aan kwaliteit had ingeboet. Duidelijk herkenbaar is een doelbewuste terugkeer naar pre-islamitische conventies, met name in het krachtige kleurgebruik en de vervormde weergave van figuren (bijvoorbeeld vissenogen, overdreven grote hoofden). Andere opvallende kenmerken van de Deogarth-schilderkunst zijn een dromerige blik, opgezwollen lichamen, bijzondere kledij, losjes geschilderde vormen en een voorkeur voor modderige kleuren, met name groentinten. Deogarh-kunstenaars brachten vaak een perspectivisch element in hun miniaturen aan door verder gelegen objecten kleiner weer te geven.
Egeïsche drinkbekers uit de vroege bronstijd met twee oren.
Belangrijke uitvoerende of bestuurlijke eenheden binnen een organisatie. Gebruik 'afdelingen (organisatorische eenheden)' voor belangrijke autonome of semi-autonome eenheden van een organisatie. Het gebruik van deze termen, vooral met betrekking tot de officiële benamingen van organisatorische eenheden, is idiosyncratisch en vaak zonder consistent onderscheid.
Gebouwen, terreinen of andere faciliteiten waar men goederen, materialen of voertuigen in bewaring kan geven of opslaan. Gebruik 'stations' voor faciliteiten waar transportvoertuigen stoppen langs een route om passagiers of goederen te laten in- of uitstappen of in- of uit te laden, en die niet in eerste instantie voor de opslag van voertuigen of goederen worden gebruikt.
Verwijst naar de stijl van muurschilderingen die voor het eerst werd ontwikkeld in Rome tijdens de heerschappij van Augustus en later ook in Pompeii. In de vroege fase kenmerkt deze stijl zich door fantasievolle, elegante, ranke ornamenten, partiële perspectieven en wisselende vlakken, gescheiden door effen zwarte, rode of gele vlakken. In de 1ste eeuw na Chr. toonde de volwassen Derde stijl zich in overdadige architectonische en mythologische scènes.
Verwijst naar de periode in Egypte van circa 1075 tot 664 v. Chr. van de Eenentwintigste tot en met de Vijfentwintigste Dynastie. Sommige bronnen laten deze eindigen bij de Vierentwintigste Dynastie, rond 715 v. Chr. Het is een periode van politieke onrust, waardoor er tijdens sommige dynastieën weinig activiteit was op het gebied van kunst en architectuur. Kenmerkend voor deze periode zijn het toenemende belang van metaalbewerking, een tendens om de beeldhouwkunst te archaïseren, en een hoge artistieke kwaliteit.
Stopzetting of versoepeling van overheidsregels voor bedrijven en/of instellingen.
Verwijst naar de periode in Egypte van circa 1756 tot 1630 v. Chr. Deze periode kenmerkt zich door politieke onrust, hoewel een voortzetting van de culturele tradities uit de Twaalfde Dynastie duidelijk zichtbaar is aan de kwaliteit en stijl van zowel de koninklijke als de particuliere beeldhouwkunst.
Verwijst naar de periode in Egypte van circa 380 tot 343 v. Chr. Deze kenmerkt zich door het opnieuw op grote schaal bouwen van tempels, en een geïdealiseerde stijl in de beeldhouwkunst, afgeleid van de eerdere Saite-stijl.
Weegschalen met vaste tegenwichten aan één uiteinde van een horizontale balk, met een verschuifbaar draaipunt waardoor de verhouding van de lengte van de armen kan worden veranderd, en met een enkel haakje om het te wegen voorwerp aan te hangen; gebruik 'unsters' voor weegschalen met een soortgelijke vorm maar met een vast draaipunt en verschuifbare gewichten.
Een contractuele overeenkomst waarbij een persoon of organisatie onder één contract de verantwoordelijkheid op zich neemt voor zowel het ontwerp als de bouw van een project.
Borden voor een individuele portie van de dessertgang van een maaltijd, gelijk aan platte borden, maar dan kleiner.
Dessertglazen op voet voor het serveren van zoetigheden. Gemaakt in een verscheidenheid aan vormen en stijlen, vaak in de stijl van eigentijdse drinkglazen.
Messen die kleiner zijn dan een tafelmes en worden gebruikt voor het eten van desserts. Ze hebben in het algemeen een korter handvat en kunnen een gebogen en gepunt lemmet hebben; soms onderdeel van een dessertbestek. Gebruik 'fruitmessen' voor messen met een scherp, soms getand lemmet en vaak een versierd handvat die aan tafel worden gebruikt voor het schillen en snijden van fruit.
Vorken die kleiner zijn dan eetvorken en voornamelijk worden gebruikt voor het eten van desserts. Hebben in het algemeen een kort handvat en twee, drie of vier tanden. Kunnen samen met een dessertlepel worden gebruikt. Maakt soms deel uit van een dessertbestek.
Te gebruiken voor kunst gemaakt rond het begin van de jaren zestig waarin het proces van vernietiging van objecten of materialen in het werk wordt gezien als het feitelijke werk; wordt veelal theoretisch geassocieerd met gevoelens van betrokkenheid van kunstenaars bij sociaal geweld.
Wordt gebruikt voor minuscule delen van een grotere structuur, object of beeld. Voor architectonische ontwerptekeningen of bouwdetails wordt 'detailtekeningen' gebruikt. Gebruik voor voorbereidende studies van beeld- of ontwerpdetails de term 'detailstudies'.
Wordt gebruikt voor tekeningen van bouw- of ontwerpdetails. Gebruik 'details' voor minuscule delen van een grotere structuur, object of afbeelding. Gebruik 'detailstudies' voor voorbereidende studies van schilder- of ontwerpdetails.
Wordt gebruikt voor handelsplaatsen waar goederen direct aan de uiteindelijke consumenten worden verkocht.
Leer die ervan uitgaat dat alle wilshandelingen het gevolg zijn van oorzaken die een zo sterk bepalende invloed hebben dat er geen andere handeling mogelijk is, of dat er nog wel sprake is van een vrije wil, in die zin dat men niet onder dwang handelt. Volgens het determinisme zijn alle gedragshandelingen en gebeurtenissen, voordat ze plaatsvinden, beschikt door God of door de wetten van het universum. Het determinisme kent verschillende vormen binnen de diverse religies, maar wezenlijk is de vraag hoe men de almacht van God of de onvermijdelijke effecten van het karma kan rijmen met de vrijheid en verantwoordelijkheid van het individu.
Snoer met donker- en lichtgekleurde kralen, met aan het einde soms een kruisje of medaille.Het werd aan de riem van het habijt gedragen in sommige vrouwenkloosters. Dagelijks werden de donkere en lichte kralen naar het midden geschoven om respectievelijk de begane fouten en deugden te tellen.
Barrières die draaien, schuiven, kantelen, of vouwen om een deuropening af te sluiten, meestal van een massieve en afgewerkte constructie en die meestal leiden naar binnenruimtes of die scheiden. Wordt ook gebruikt voor vergelijkbare elementen die een bak of een kast afsluiten. Voor minder massieve of afgewerkte constructies en die meestal twee buitenruimtes scheiden wordt 'hekken (poortonderdelen)' gebruikt.
Kettingen die kunnen worden vastgezet door middel van een schuifbout. Het ene uiteinde is bevestigd op de deur en het andere op de deurpost om de deur op een kier te kunnen openen terwijl hij toch goed vast blijft.
Een vorm van deurbeslag dat bestaat uit een tweetal knoppen aan tegenovergestelde uiteinden van een spindel, die worden gebruikt om een klink los te maken. Te onderscheiden van 'kastknoppen', die een knop hebben aan één kant van de spindel en aan de andere kant een afdekplaatje o.i.d..
Wordt gebruikt voor kleine deuren of hekken die in grotere zijn gezet en voor kleine ramen of andere openingen, meestal afgesloten door roosters, die plaatsen van communicatie vormen, zoals voor kassiers of kasbedienden.
Te gebruiken voor heiligdommen die een onderdeel vormen van grotere structuren: cellen met heilige afbeeldingen rond sommige Noord-Indiase tempels.
Te gebruiken voor wedstrijdzeilboten die conform bepaalde regels zijn gebouwd, volgens welke romp en tuigage verschillende vormen mogen hebben, maar die nog steeds genoeg op elkaar lijken om tegen elkaar te mogen wedstrijdzeilen zonder compensatie door een handicap te bepalen.
Herbergen of kwartieren in het antieke Rome. Wordt gebruikt voor particuliere oude Romeinse woningen die maaltijden en onderdak boden aan reizigers op weg naar landgoederen op het platteland.
Handgereedschap met aan beide zijden spijkers. Wordt gebruikt om een gipslaag af te krabben voordat de volgende laag wordt aangebracht.
Lamp die brandt bij een heiligenbeeld of anderszins devotie-object.
Kleine medaille of penning met draagoog, voorzien van een voorstelling van God, Christus, Maria, een heilige, een paus, een religieus of devotioneel object of van een specifieke religieuze gebeurtenis.
Algemene benaming voor geslagen, gegraveerde, gegoten, aan beide zijden versierde metalen penning of plaatje met een afbeelding van God, Christus, Maria, een heilige, een paus, een religieus object of een specifieke religieuze gebeurtenis.
Een (poëzie) plaatje met een afbeelding van Christus, Maria, een heilige of een devotie(beeld). Bedoelt om ergens in of op te plakken.
Sieraad dat is toegewijd aan Christus, Maria, een heilige, een heilige plaats of verwijst naar bijbel of liturgie. Een devotiesieraad werd wel geschonken aan een devotiebeeld, maar ook profane sieraden dienden voor dit doel, zie ex voto.
Verwijst naar een sleutelbegrip met verschillende betekenissen in het hindoeïsme, boeddhisme en jaïnisme. In het hindoeïsme is de dharma de religieuze en morele wet die de samenleving en het individuele gedrag bestuurt en activeert. Deze dharma wordt aangetroffen in de eerste religieuze handboeken, de dharmasoetra’s, en is later uitgebreid tot grotere wetscompilaties genaamd dharmashastra. Dharma heeft in het boeddhisme de hindoeïstische betekenis van kosmische wet en orde behouden maar wordt daar ook toegepast op de lessen van Boeddha, die wordt gezien als een manifestatie van de universele waarheid die de dharma is. Zo is de dharma de praktische toepassing van deze waarheid in het boeddhisme. De triratna ('drie juwelen') is een fundamenteel aspect van het boeddhisme en bestaat uit Boeddha, de dharma en de sangha (gemeenschap van gelovigen). Binnen de boeddhistische metafysica verwijst de term in het meervoud (dharma’s) naar de onderling verbonden elementen waaruit de empirische wereld bestaat. Behalve dat dharma in de jaïnistische filosofie gewoonlijk wordt opgevat als morele deugd, verwijst de term hier ook naar een eeuwige 'substantie' (dravya) die het middel vormt waardoor levende wezens kunnen bewegen. Deze betekenis is uniek voor het jaïnisme. De term kan eenvoudigweg verwijzen naar de leerstellingen van de Jina. Voor de jaïnisten heeft dharma een tegenpool, adharma, dat 'fout' en 'immoraliteit' betekent maar ook 'de mogelijkheid om te rusten of pauzeren'.
Te gebruiken voor traagheidsspeelgoed dat bestaat uit een voorwerp in de vorm van twee kegels en twee stokken met een stuk touw bevestigd tussen de uiteinden, waar de dubbele kegel overheen rolt.
Mechanische lampen die net zoals Carcellampen een opwindmechaniek aan de onderkant hebben dat een pomp aandrijft waardoor olie door een buis vanuit het reservoir naar de lampenpit wordt gevoerd. Het onderscheid tussen Diacon- en Carcellampen is onduidelijk.
Sierhoofdbanden van metaal of stof; wordt vooral gebruikt voor het soort dat gedragen wordt als symbool van koninklijke waardigheid.
De theorie die geldt als officiële filosofie van het Sovjetcommunisme. Hierin wordt gesteld dat fysieke materie de enige werkelijkheid is, dat alle aspecten daarvan onderhevig zijn aan voortdurende verandering als resultaat van de druk van tegengestelde krachten en dat mentale processen afhankelijk zijn van materiële processen.
Procedés waarbij deeltjes selectief via membranen uit een vloeistof worden verwijderd, op basis van verschillen in diffusie.
Techniek voor het decoreren van glas, en soms porselein, waarbij in het oppervlak met een graveernaald met diamanten punt krassen of stippels worden aangebracht.
Een reeks paarsachtig blauwe kleuren die lijken op de kleur van het fluorochroom diaminofenyl oxydiazole, dat wordt gebruikt voor het kleuren van specimens en voor andere doeleinden.
Een blauwachtig fluorochroom dat wordt gebruikt voor het kleuren van specimens en voor andere doeleinden.
Taxon van reptielen die ongeveer 300 miljoen jaar geleden, in het Laat-Carboon, in hun schedel twee paren openingen achter de oogkassen ontwikkelden. Tot de diapsida behoren de dinosauriërs, krokodilachtigen, hagedissen, slangen, schildpadden en vogels. Sommige levende diapsida zijn één opening kwijtgeraakt (hagedissen) of beide openingen (slangen), of hebben een schedel die in hoge mate is veranderd (moderne vogels), maar vanwege hun afstamming worden ze toch als diapsida geclassificeerd. Er zijn ten minste 14.600 levende soorten diapsida.
Harpen waarbij de snaren over het algemeen allemaal zijn gestemd in de tonen van een enkele toonsoort. Vaak wordt er in elk octaaf een extra snaar toegevoegd voor een kleine septime of soms voor een grote kwart.
Doorgangen tussen de hoger en lager gelegen rijen zitplaatsen in Griekse theaters. Gebruik 'praecinctiones' voor gelijksoortige doorgangen in Romeinse theaters.
De optische eigenschap van een materiaal om verschillende kleuren doorgelaten licht te laten zien, afhankelijk van de lengte van de lichtstraal en de dikte van het materiaal.
Een regeringsstelsel waarbij een persoon of een kleine groep de absolute macht heeft zonder effectieve grondwettelijke beperkingen.
Oude Griekse en Romeinse zilveren munten met een waarde van twee drachmen.
Personen die zich onrechtmatig eigendommen toe-eigenen met de bedoeling de rechtmatige eigenaar hiervan permanent te beroven.
Het wegnemen van enig goed dat aan een ander toebehoort, met het oogmerk om het zich permanent wederrechtelijk toe te eigenen.
Verwijst naar de cultuur van de Diegueño, een groep Yuma-sprekende indianen die oorspronkelijk grote gebieden bewoonden aan beide zijden van wat nu de grens tussen de Verenigde Staten en Mexico is in Californië en Baja California. Deze indianen werden genoemd naar de missie van San Diego; de Diegueño waren een van de belangrijkste groepen van zogeheten Missie-indianen.
Ter onderscheiding van het oude hoogaltaar tegen de oostwand van het koor, waaraan de priester met de rug naar het volk de mis opdroeg, wordt de term gebruikt voor het meer centraal geplaatste altaar waaraan de priester met het gezicht naar de kerkgangers de eucharistie met het volk viert.
Op het hemd gedragen korte jassen afkomstig van het dagelijks of klein tenue; geen rokjas.
Namen, symbolen of figuren die worden gebruikt bij het leveren van en het adverteren voor diensten, en die meestal bij een overheidsinstantie geregistreerd staan, zodat exclusiviteit van de tekens wordt gewaarborgd. Gebruik 'handelsmerken' voor geregistreerde symbolen of figuren die worden gebruikt om producten mee te onderscheiden. Gebruik `woordmerken' of `logo's' voor specifieke grafische figuren die van dienstmerken zijn afgeleid.
Open boten, meestal korter dan zes meter en gebruikt voor algemene dienstverlenende doeleinden.
Diep, doorzichtig, robijnrood karmijnpigment met een blauwige zweem, dat wordt gemaakt van kermes: een natuurlijke kleurstof afkomstig van insecten. Karmijn, een beter pigment dat in de 16e eeuw werd geïntroduceerd, werd de belangrijkste concurrent ervan.
Voorvoegsel voor de beschrijving van een verzadigde kleur met een hoge intensiteit en een gemiddelde tot donkere waarde.
Constructies die door andere dieren dan mensen worden gemaakt, meestal door verschillende zoogdieren, vogels, insecten en spinachtigen, soms door vissen, reptielen, amfibieën, schaaldieren, weekdieren, wormen, marine filter feeders, en anderen. Bouwmaterialen bestaan uit verzameld of zelf uitgescheiden materiaal. Dieren maken deze constructies voornamelijk als beschermde habitats voor thermo-regulering en bescherming tegen roofdieren, te vangen prooi, en voor weergave tussen leden van dezelfde soort.
Te gebruiken voor het omhulsel van een groot dier zoals een koe of een buffel, wanneer het is losgemaakt van het lichaam, met of zonder haar, vers, gedroogd, gelooid of geprepareerd. Gebruik de term 'huid' voor het omhulsel van een klein dier. Gebruik de term 'leer' voor gelooide dierenhuid.
Stijl voor vaasbeschilderingen die is geïnspireerd op oriëntaliserende motieven, met name populair in Korinthe en het oosten van Griekenland. Als decor fungeren met name dieren, zowel bestaande (katachtigen, vogels, stieren, zwijnen, geiten, herten, honden en hazen) als fabeldieren (sirenen, sfinxen en griffioenen).
Instellingen die tuinen, parken of andere terreinen beheren, waar wilde dieren en soms ook huisdieren worden gehouden voor openbare vertoning, meestal in afgesloten verblijven.
Medisch specialisme dat zich bezighoudt met het voorkomen, controleren, diagnosticeren en behandelen van letsel en ziekten die de gezondheid van huisdieren en wilde dieren aantasten, inclusief het voorkomen van het overbrengen van dierziekten op andere dieren en mensen.
Verwijst naar componenten of verfraaiingen die tijdens de oudheid zowel in het oosten als in het westen werden gebruikt. Gemodelleerde dierkapitelen werden vaak toegepast bij oud vaatwerk, met name plastische vazen zoals rytons of kantharoi, maar ze komen ook bij andere typen vaatwerk zoals smeltkroezen en schouderhydria's. Dierkapitelen bestaan meestal uit een bovendeel (hoofd, borst en voorpoten) van een dier of mythologisch wezen, of het hoofd en bovenlichaam van een persoon. In Griekse vaasbeschilderingen worden dierkapitelen vaak ook als schildelementen afgebeeld. Dierkapitelen werden onder meer gebruikt als verfraaiing op oude Hettitische architectuur en Romeins meubilair. Met name in hun vroegste gedaanten hadden dierkapitelen vermoedelijk ook een functie als votiefbeeld. De term verwijst soms naar verfraaiingen van latere datum, met name in steen uitgevoerde architecturale verfraaiingen tijdens de Middeleeuwen.
Een hechtmiddel met een laag moleculegewicht gemaakt van een oplossing van gedegradeerd of gedenatureerd collageen in water. De eiwitten in dierlijke lijm zijn minder zuiver en donkerder van kleur dan gelatine.
Schilderingen waarop het belangrijkste onderwerp een dier is, meestal een hond, paard of ander gezelschapsdier, een stuk vee of een exotisch wild dier. Het genre kwam tot grote bloei in de 18de-eeuwse Europese schilderkunst.
Instrumenten om licht opnieuw te richten of te verspreiden, voornamelijk door het proces van diffuse transmissie.
Schrift dat middels diverse elektronische, gecomputeriseerde apparatuur, leidt tot digitale teksten.
Betacam-videoband met resolutie van digitale kwaliteit. Door Sony in 1993 geïntroduceerd.
Instrumenten voor het meten van de uitzetting of verwijding van vloeistoffen of vaste stoffen onder invloed van warmte.
De karakteristieke werkwijze of eigenschap van een persoon die zich alleen in zijn vrije tijd, maar nooit professioneel, met een kunstvorm of een wetenschap bezighoudt.
Koetsen die werden gebruikt voor openbaar vervoer langs vastgestelde routes volgens een dienstregeling, waarbij onderweg werd gestopt om de paarden te verversen; in gebruik vanaf halverwege de 17e eeuw. Eivormige varianten met de koetsiersplaats buitenop en één deur aan beide kanten waren populair in de Verenigde Staten vanaf begin 19e eeuw tot begin 20e eeuw.
Verwijst naar de periode van circa 3000 tot 500 v. Chr. in het gebied van het huidige Bahrein, het eiland Failaka en de oostkust van Saudi-Arabië. De kunst uit deze periode wordt gekenmerkt door wisselende culturele invloeden in de loop van de tijd als gevolg van contacten met Mesopotamië in het westen en de Indusvallei in het oosten.
De handeling of het procédé van het dunner, vloeibaarder of minder geconcentreerd maken, bijvoorbeeld door bijmenging van water.
Een kleurloze, vluchtige, zeer brandbare vloeistof die mengbaar is met water.
Verwijst naar een laat-neolithische stijl en cultuur, aangetroffen in Thessalië en genoemd naar een archeologische opgraving in het oosten van die streek, waar een regionale variant van de stijl is gevonden. Er bestaan chronologische en regionale varianten van de stijl, maar over het algemeen kenmerkt deze zich door aardewerk, in het bijzonder potten en kommen die rechthoekig van vorm zijn en versierd met twee- of veelkleurige geometrische patronen, waaronder spiralen en kromlijnige meanders, geschilderd in bruine slip op een crèmekleurige ondergrond. De beeldhouwkunst uit deze cultuur verbeeldt over het algemeen menselijke figuren volgens een schematisch ontwerp, al komen soms ook opvallend naturalistische beelden voor. De architectuur bestaat dikwijls uit kleine fortificaties met meerdere omheiningsmuren en een centrale megaron die uitkomt op een binnenplaats.
Islamitische gouden munten die werden uitgegeven tussen de 7e en de 18e eeuw. Ze werden oorspronkelijk aan beide zijden beslagen met afbeeldingen van legendes en waren even zwaar en even groot als de Byzantijnse solidi.
Verwijst naar de stijl van porselein dat in Ting Chou in de Chinese provincie Hoei werd vervaardigd van de 10de tot de 14de eeuw en wordt gekenmerkt door de doorzichtige ivoorwitte kleur en gegraveerde ontwerpen.
Blokvormig appartementengebouw van twee of drie verdiepingen zonder lift, gewoonlijk bepleisterd en met een overdekte parkeerplaats op de begane grond. Deze gebouwen waren in de jaren vijftig en zestig populair in Los Angeles, en omdat ze zoveel werden gebouwd, zag men ze op zeker moment als symbool van stedelijke verloedering. Later beschouwde men ze als esthetisch interessant en als typische voorbeelden van moderne kitsch uit het midden van de vorige eeuw, want veel dingbats hebben themanamen en specifieke versieringen.
Te gebruiken voor kleine open boten die op grotere vaartuigen staan of hierdoor worden gesleept en dienen als reddings-, hulp-, of werkboot; kunnen worden geroeid, gezeild of aangedreven door buitenboordmotoren.
Door hedendaagse wetenschappers gebruikte term die verwijst naar Oud-Griekse grote schalen met bolvormige bodem en een gewelfde vorm die eindigt in een grote opening, die vaak op een standaard stonden. Metalen schalen met deze vorm werden waarschijnlijk gebruikt om in te koken, terwijl de schalen van terracotta werden gebruikt om wijn in te mengen. Dinoi dateren uit de periode van het midden van de 7de eeuw tot eind 5de eeuw v.Chr. en onderscheiden zich van ‘lebetes’ door hun grotere afmetingen. Oude geschreven bronnen suggereren dat de term oorspronkelijk niet werd gebruikt voor schalen maar voor drinkkommen, en dat dergelijke schalen in die tijd ‘lebetes’ werden genoemd.
Scholen in het Britse en Amerikaanse onderwijs die ondersteunend zijn aan of worden ondersteund door een kerkelijk bisdom, vaak met een opleiding in theologie. Geen Nederlands equivalent.
Halfronde ramen die gescheiden zijn door twee verticale raamstijlen
Alle kristallijnen gesteenten met graniettextuur donker van kleur, met een hoog gehalte aan plagioklaas en weinig kwarts. Wordt soms aangeduid met 'zwart graniet', hoewel het geen echte granietsoort is.
Grote ebbenboom die een hoogte van 18 tot 24 meter en een omtrek van 3 meter kan bereiken. De takken zijn onregelmatig en de bladeren langwerpig. Inheems in India.
Vloeibare terpeenkoolwaterstof die voorkomt in vele etherische oliën. Wordt meestal samen met andere terpeenachtigen verkregen uit bepaalde soorten terpentijn, en wordt vooral gebruikt als oplosmiddel en dispergeermiddel voor bijvoorbeeld hars en vernis.
Sets pijpen, bestaande uit een enkel stuk hout met twee smalle cilindrische boringen, waarbij beide een idioglot enkel riet hebben. Soms met twee pijpen die in een gezamelijk blok zijn geplaatst, waarin de rieten zijn bevestigd. Sommige eindigen in een klankbeker of zitten vast aan luchtzakken.
Mensen in dienst bij een nationale overheid of heerser om officiële onderhandelingen te voeren en politieke, economische en sociale banden met andere naties en internationale organisaties te onderhouden.
Het stelsel van methoden, regels, gebruiken en privileges dat is verbonden met het voeren van onderhandelingen tussen nationale regeringen of hun vertegenwoordigers met de bedoeling wederzijds bevredigende betrekkingen te bereiken.
Orde van ongeveer 800 soorten klein primitieve insecten zonder vleugels. Sommige entomologen menen dat ze dezelfde kenmerken hebben als voorlopers van de insecten.
Orde van minstens 115 soorten in 10 families en een aantal uitgestorven soorten. Ze hebben twee grote, vooruitstekende snijtanden in de onderkaak (diprotodont) en gewoonlijk drie paar snijtanden in de bovenkaak, maar geen hoektanden in de onderkaak. De tweede en derde teen van de poten zijn tot de basis van de klauwen vergroeid, maar de klauwen zelf zijn gescheiden (syndactyly). Gewoonlijk is de vijfde teen afwezig en de vierde teen extra groot.
Orde van 45 genera en ongeveer 1100 soorten bloeiende planten, die overal op de wereld voorkomen, maar voornamelijk op het noordelijk halfrond. De indeling van de families uit deze orde is op dit moment onderwerp van discussie.
Ivoren diptieken met voorstellingen in reliëf, die in de oudheid door Romeinse consuls bij hun ambtsaanvaarding werden aangeboden aan de keizer, de senaat en invloedrijke vrienden.
Verwijst naar het werk van een groep Oostenrijkse kunstenaars die actief was in de jaren 60 van de 20ste eeuw. De stijl van de groep wordt gekenmerkt door gewelddadige en verontrustende uitdrukkingsvormen zoals acties en happenings, meestal gepaard gaand met naaktheid, bloed en de destructie van dierenlijken.
Soort documentaire die veel dezelfde kenmerken vertoont als cinéma vérité, echter zonder de soepele en spontane camerabewegingen die meestal worden toegeschreven die met die stroming worden geassocieerd. Bij direct cinema valt de aanwezigheid van de camera nauwelijks op, met vaak lange shots vanaf een vast statief.
Te gebruiken voor de officiële hoofden van organisaties zoals scholen, instituten of overheidsinstellingen of voor personen die een bestuursfunctie in een bedrijf zijn toegewezen. Te onderscheiden van 'managers' die een deel of een project binnen een instituut of bedrijf leiden.
Verwijst naar de stijl in de beeldende kunst en de architectuur tijdens het bewind van het Directoire in Frankrijk (1795-1799). De stijl is een strenge, vereenvoudigde vorm van het neoclassicisme en omvat republikeins geïnspireerde motieven zoals ineengeslagen handen, fasces, Phrygische mutsen en eikenblaadjes.
Te gebruiken voor personen die de leer, denkwijze of het voorbeeld van een leraar of leider leren, accepteren en er zich door laten leiden, bijvoorbeeld de belijdende volgelingen van een religieuze leider of aanhangers van een bepaalde denkwijze.
Amusementsvoorzieningen waar wordt gedanst op opgenomen muziek of videoclips en die vaak zijn voorzien van complexe geluidsinstallaties, uitgebreide verlichting en andere effecten
Apparaten waarmee, via een toegangsmechanisme dat in een programma wordt bediend, gegevens kunnen worden gelezen van of worden geschreven naar een draaiende magnetische schijf, een magnetisch schijvenpakket, een diskette of optische schijfmedia. Met de term kan worden verwezen naar apparaten waarop vaste of verwijderbare media worden gebruikt. Gebruik de term 'harddrives' om specifiek te verwijzen naar vaste magnetische schijfstations met een grote capaciteit waarop computergegevens worden opgeslagen. Gebruik 'harde schijven' om te verwijzen naar de vaste schijf zelf in plaats van naar het mechanisme waarvan het deel uitmaakt.
Personen die opgenomen muziek selecteren en afspelen ten behoeve van een publiek of bij een evenement. Van oorsprong verwees de term in specifieke zin naar radio- en tv-medewerkers die platen afspeelden, selecteerden en aankondigden. Sinds de laatste jaren van de 20ste eeuw houden DJ's zich ook bezig met het live manipuleren van opnamen met behulp van allerlei technieken, zoals 'mixen' en 'scratchen'. Inmiddels omvat het werk van een DJ ook het manipuleren van geluid, waardoor het DJ-en is uitgegroeid tot een geaccepteerde kunstvorm.
Te gebruiken voor het creëren of transformeren van voorwerpen, systemen, plaatsen of cultuurelementen naar het voorbeeld van pretparken, artikelen, tekenstijl of imago van de Walt Disney Company. Onder meer gekarakteriseerd door de nadruk op escapisme, fantasie, consumptiegedrag, deugdzaamheid en een geïdealiseerde voorstelling van de maatschappij.
Een suspensie in een vloeistof, van relatief kleine stofdeeltjes die geen bijzondere neiging hebben om op te lossen in of te combineren met de vloeistof.
Bijlen waarvan de bladen aan beide kanten naar boven zijn gericht om een gegroefde snede te maken waardoor een vierkante in plaats van een ronde groef ontstaat. Worden ook gebruikt om regelmatige inkepingen of kartels over de houtnerf te snijden.
Personen die het oneens zijn met of zich verzetten tegen de gevestigde, orthodoxe waarden en meningen van de meerderheid, met name die van een kerk of politieke partij.
Visueel effect waarin een scène geleidelijk verdwijnt, terwijl een andere verschijnt. Zowel het begin van het nieuwe shot als het einde van het vorige shot zijn korte tijd tegelijkertijd zichtbaar op het scherm, meestal zo'n twee seconden. De dissolve werd aanvankelijk gebruikt om de geografische verplaatsing van de ene locatie naar de andere of het verstrijken van de tijd te impliceren, of, in tijden van censuur, om seksuele activiteiten te suggereren die niet mochten worden vertoond op het scherm. Later werd de optische aard van de dissolve gebruikt voor meer tonale effecten, zoals de gemoedstoestand of een fantasie van een personage.
De hoeveelheid ruimte tussen twee punten, lijnen, oppervlakken of objecten in een geometrische ruimte.
Het vervluchtigen of verdampen en bijgevolg het condenseren van een vloeistof, zoals wanneer water wordt gekookt en de stoom wordt gecondenseerd, voor bijvoorbeeld reiniging, concentratie of ontmenging van stoffen.
Organisaties die dienen als centrale punten voor het verzamelen, organiseren, bewaren en verspreiden van documenten en die tevens verwijzende diensten aan onderzoekers verlenen.
Delen binnen een stad of een andere gemeenschap die zijn bestemd voor bepaalde overheids- of bestuursdoeleinden, zoals bijvoorbeeld verkiezingen, scholen of politie.
Indeling van gebieden voor bestuurs- of verkiezingsdoeleinden, of woongebieden met onderscheidende kenmerken.
Beschrijft gebouwen, in het bijzonder klassieke Griekse en Romeinse tempels en gebouwen met een soortgelijke structuur, met twee zuilen aan de voorkant tussen hoekpijlers, waarbij de pijlers worden gevormd door verlenging en verbreding van de zijmuren.
Kleine Engelse basviolen die halverwege de 17e eeuw werden ontwikkeld en die voornamelijk werden gebruikt voor het spelen van vrije ornamentatie in de vorm van variaties op gegeven melodieën.
Verwijst naar een belangrijk Jain-feest ter afsluiting van het rituele jaar. De lichtjes van het gelijknamige hindoefeest worden hier anders geïnterpreteerd, namelijk ter herdenking van de overgang naar het nirwana door Mahavira, de meest recente van de Jain Tirthankaras, of heiligen. Het aansteken van de lichtjes wordt beschouwd als materieel symbool voor het licht van de heilige kennis dat uitdoofde met de dood van Mahavira. Het feest wordt gevierd bij volle maan in de maand Karttika (oktober-november).
Zachte, los geweven Navajo schouderdekens met stroken inslagweefsel, voor allerlei doeleinden in het dagelijks gebruik.
Beschrijft werk dat is vervaardigd door het gelijknamige Berbervolk, dat op het eiland Djerba in Tunesië leeft.
Beschrijft werk dat is gemaakt door het gelijknamige bedoeïenenvolk dat in Tunesië leeft.
Spellen die worden gespeeld met dobbelstenen, kleine meerzijdige blokjes, meestal kubusvormig, die zijn voorzien van stippen, symbolen of getallen.
Kleine veelvlakkige objecten, meestal kubussen, waarbij op elk vlak stippen, symbolen of getallen zijn aangebracht. Veel dobbelstenen dragen op elke zijde een verschillend aantal stippen, van één tot zes, zodanig dat het opgetelde aantal stippen van tegenoverliggende vlakken zeven is. De term kan ook worden gebruikt voor soortgelijke blokken waarop andere getallen of symbolen zijn aangebracht, en die speciaal zijn gemaakt voor gokspelen of bepaalde andere spelletjes.
Mensen aan wie een doctorsgraad is toegekend, op welk terrein dan ook.
Doctor is een van de hoogste academische graden die worden toegekend door een universiteit.
Vertoningen, meestal met behulp van audiovisuele media, waarin wordt getracht gebeurtenissen, periodes, levensverhalen of andere feitelijke informatie op een objectieve en waarheidsgetrouwe manier te herscheppen.
Fotografie waarbij bij het vastleggen van het onderwerp, vaak een actuele gebeurtenis, de nadruk wordt gelegd op een nauwkeurige weergave van de feiten en de fotograaf een zo hoog mogelijke mate van objectiviteit aan de dag legt.
Films die zich direct bezighouden met feiten en werkelijkheid van een bepaalde situatie en geen fictieve versie van de werkelijkheid geven. In deze films zijn echte mensen, plaatsen en gebeurtenissen te zien en geen acteurs of sets. De term verwijst naar het Franse woord 'documentaire', dat reisverslag betekent, en werd bedacht door de Franse filmmaker John Grierson. Een van de eerste bekende documentaires was 'Nanook of the North' (1922) over het leven van de Inuit. De twee belangrijkste ontwikkelingen in de documentaire waren cinéma verité in Frankrijk en direct cinema in de VS. De meeste van deze documentaires werden beïnvloed door tv-journaals en de lichtgewicht draagbare camera's waarmee filmmakers dichter bij hun onderwerp konden komen. In de jaren 70 en 80 van de 20ste eeuw werkte Errol Morris het genre van de documentaire verder uit door er fragmenten van tekenfilms in te gebruiken en door het gebruik van camera's met meerdere lenzen.
Schriften die zijn ontwikkeld bij het schrijven en overschrijven van documenten, en die vaak neigen tot cursivering en informaliteit. Soms worden ze gekenmerkt door speciale stilering of versiering.
Instellingen of afdelingen waar publicaties worden bewaard, ontsloten en geïndexeerd. Toevoeging NL: en die zich toeleggen op het verwerven van documenten op een bepaald cultureel of wetenschappelijk gebied.
Geperforeerde metalen platen waar klei doorheen wordt gedrukt om het in de gewenste vorm te krijgen.
Fotografische afdruktechniek waarbij licht in bepaalde gedeelten van het beeld wordt afgeschermd of afgezwakt, waardoor de belichting (en de daaruit voortkomende densiteit) op die plaatsen minder sterk is.
Vorm van alledaags ontwerp of ambacht die - om geld te besparen en ter ontspanning - voor het eerst werd gebruikt bij woningaanpassingen, schilderwerk, verbouwingen en herinrichtingen, en in de late jaren 50 en de jaren 60 van de 20ste eeuw op zijn hoogtepunt was. Meer recentelijk is de term gebruikt voor het beschrijven van een uitgebreider scala aan disciplines en genres, zoals de muziekstromingen alternative, punk en indie, radio en podcasts, en andere vormen van media voor zover niet gebruikt door professionals.
Dichtgeweven stof in verschillende gewichten; wordt meestal gemaakt van vlas, hennep, jute of katoen en vooral gebruikt voor zeilen, dekkleden en stoffering en als ondergrond voor olieverfschilderijen. Het wordt ook gebruikt voor rasterachtig gaas dat van soortgelijke materialen is gemaakt en wordt gebruikt als ondergrond voor borduurwerk.
Houten staf, in gebruik als aanwijs- of processiestaf is bekroond met zilveren plaat met de afbeelding van de patroonheilige van de schuttersgilde. Met de doelwijzer werden vanaf de 17e eeuw de schoten en de punten op de schietbaan aangewezen.
Sigaarvormig gerei dat vaak aan beide kanten is gepunt en bestaat uit stevig opgerold leer, papier of vilt. Wordt met tekenen gebruikt om houtskool, zacht potlood, pastelstift, krijt of kleurkrijt te mengen of uit te wrijven.
Met een dof, glansloos oppervlak. Gebruik 'plat' voor twee-dimensionale beelden zonder ruimtelijke eigenschappen en voor gekleurde vlakken zonder variatie.
Voorvoegsel voor de beschrijving van een kleur met een lage intensiteit en een gemiddeld-lichte tot gemiddeld-donkere waarde.
Wordt gebruikt voor huizen, meestal van boomstammen, waarin twee hokken van elkaar worden gescheiden door een gang en waarbij het geheel wordt overdekt door één enkel dak.
Lampen met een kleur en intensiteit die geen merkbaar effect hebben op lichtgevoelig fotografisch materiaal.
Wordt gebruikt voor tekeningen die de nodige informatie geven om een droogdok voor te bereiden op de ontvangst van een schip. Kan profielen en segmenten omvatten.
Populair motief dat werd gebruikt als ornament aan de uiteinden van stoel- en tafelpoten in de 17e, 18e en 19e eeuw.
Groot, rond of cilindrisch, aardenwerken vat met wijde halsopening. Werd door de Romeinen gebruikt voor de opslag of het transport van goederen zoals graan.
Verwijst naar een periode en cultuur in Noord-Europa die begon in de laatste fase van de neolithische periode en eindigde rond 1400 v. Chr. De periode wordt gekenmerkt door een enorme technische vaardigheid in het bewerken van vuursteen, in het bijzonder voor de productie van fijn afgewerkte dolken en speerpunten, die imitaties waren van geïmporteerde metalen wapens.
Papieren munteenheid van de Verenigde Staten, waarbij iedere dollar gelijk is aan 100 cent.
Plateaus op wieltjes, waarop een cameraman met filmcamera staat om rijdend opnamen te maken van bewegende of stilstaande objecten. Dolly’s kunnen worden gebruikt met of zonder dolly tracks die als geleiders fungeren.
Een kalksteensoort met een calciumcarbonaatgehalte dat tegen de 45% loopt; wordt gebruikt als vloeimiddel bij het smelten van ijzer, als bekleding voor gewone staalsmeltovens, voor de productie van magnesiummetaal, om mee te filteren en als bouwsteen.
Een rooms-katholieke orde die in 1215 in Zuid-Frankrijk werd gesticht door de Spaanse heilige Dominicus. De bijzondere kenmerken van de nieuwe orde waren de verplichting om theologische studies uit te voeren en de missie om de leer te verkondigen, een taak die voorheen werd beschouwd als het exclusieve privilege van bisschoppen en hun afgevaardigden. Deze bedelorde wordt gekenmerkt door een centraal gezag en een centrale organisatie en legt de nadruk op missiewerk en wetenschap in combinatie met een actief en contemplatief leven. Een lid behoort tot de orde (en niet tot een autonoom klooster) en kan te allen tijde worden overplaatst naar een andere locatie. Beroemde dominicaanse wetenschappers zijn Albertus Magnus en zijn leerling, de heilige Thomas van Aquino. Het door Aquino ontwikkelde systeem werd in 1278 officieel aangenomen door de orde. Er is een orde van dominicaanse nonnen die in de 19de en 20ste eeuw explosief groeide en een tertiaire orde van leden die niet in kloosters leefden. De orde staat bekend om het onveranderlijk orthodoxe naleven van de leer van Aquino.
Procedé waarbij de te verbinden metalen in een bad van gesmolten zout worden gedompeld, dat tegelijkertijd als vloeimiddel en als warmtebron wordt gebruikt.
Kegelvormige instrumenten die worden gebruikt om vlammen te doven. Voor schaarachtige instrumenten met een doosvormige bakje aan één van de bladen wordt 'kaarsesnuiters' gebruikt. Voor schaarachtige instrumenten met platte schijfvormige uiteinden die worden gebruikt om een kaarsvlam uit te knijpen wordt 'douters' gebruikt.
Wordt gebruikt voor vroegchristelijke bedehuizen en gemeenschapscentra, afgeleid van huishoudelijke gebruiksgebouwen, die dienst doen voor de godsdienstige, administratieve en liefdadige behoeften van een kerkgemeente.
Geloofsleer voortvloeiend uit een schisma dat zich in circa 311 n. Chr. in Christelijk Noord-Afrika voordeed. De sekte van de donatisten ontstond door onenigheid over de verkiezing van Cæcilianus tot bisschop van Carthago. De plaatselijke bisschoppen wijdden zijn rivaal Donatus, aan wie de sekte zijn naam ontleent. De sekte werd soms vervolgd, maar bleef bestaan tot de verovering door de Islamieten gedurende de 7de en 8ste eeuw.
Verwijst naar een schilderstijl die gedurende de renaissance en Reformatie in het Duitse Regensburg en op andere plaatsen langs de Donau tot ontwikkeling kwam. De stijl wordt gekenmerkt door een hernieuwde belangstelling voor de middeleeuwse vroomheid, een expressief gebruik van de natuur, de relatie tussen de mens of gebeurtenissen en de natuur, en de introductie van het landschap als centraal thema in de kunst. De term is bedacht door Theodor von Frimmel (1853-1928), die van mening was dat de schilderstijlen in de Donauregio rond Regensburg, Passau en Linz gemeenschappelijke kenmerken bezat. Hoewel de voornaamste kunstenaars uit deze regio niet in formele zin tot een school behoorden - het werk kwam niet uit één bepaald atelier of één kunstcentrum - lijkt er niettemin sprake te zijn van een stijl. De belangrijkste vertegenwoordigers van deze stijl zijn Lucas Cranach de Oudere en Albrecht Altdorfer.
Verwijst naar de periode Champa die wordt geassocieerd met het koninklijke kloostercomplex Dong-Duong dat werd gesticht door koning Indravarman II (875-889 n. Chr.) en dat in het gebied floreerde van de 9de tot de vroege 10de eeuw. Bouwkundige kenmerken uit deze periode zijn gebaseerd op het Dong-Duong-complex en bestaan onder andere uit in baksteen opgetrokken heiligdommen die zijn gegroepeerd binnen interne omheiningen, zalen met pilaren, interne en externe penanten ter ondersteuning van de stupa, stenen kalan met meerdere verdiepingen, zuilconstructies die bekend zijn als stambah's en die qua vorm vergelijkbaar zijn met boeddhistische torenstupa's, een lange zaal die de vih'ra wordt genoemd en die beelden van Boeddha bevat, en altaren die tegen muren zijn geplaatst. In de beeldhouwkunst manifesteert deze periode zich in de religieuze trend van het Mahayana-boeddhisme, gekenmerkt door Boeddha-figuren die op Chinese wijze zijn gekleed, dv'rap'las-figuren met krachtige uitdrukkingen, dikke lippen, gestileerde oren en kortgeknipte bakkebaarden, bronzen beelden van Boeddha die zijn gegoten met behulp van het verlorenwasgietprocédé, bas-reliëfs die timpanen en altaren decoreren, en die verschillende koninklijke personages tonen in gestileerde handelingen, beelden van olifanten met gebogen achterpoten en met hun kop naar voren of met hun lichaam opgericht. Shaivitische koppen en vrouwelijke afbeeldingen van Tara uit deze periode worden gekenmerkt door een sterke frontaliteit en overdreven gelaatstrekken.
Verwijst naar een invloedrijke stijl en school van Chinese landschapsschilderkunst. Schilders uit de Yuan-dynastie, zoals Huang Gongwang, Wu Zhen en Zhao Mengfu, waren sterk beïnvloed door de Dong-Ju-stijl.
Verwijst naar de prehistorische periode (4de tot 1ste eeuw v. Chr.) en cultuur van de regio Indochina in Zuidoost-Azië. Met de stijlontwikkelingen in deze periode, die later onder Indiase en Chinese invloed zou komen, is de grondslag gelegd voor de beschaving in deze regio, zo wordt algemeen gedacht. De periode wordt vooral gekenmerkt door de ontwikkeling van grote stenen monumenten die als religieuze heiligdommen fungeren. In deze periode maakte het bronswerk een grote bloei door: rituele keteltrommen, huishoudelijk gerei en maskers vervaardigd met de verlorenwasmethode, ceremoniële bijlen die als machtssymbool fungeerden, en rijk bewerkte trommels van uiteenlopende grootte. De bronzen producten werden vaak gesierd met menselijke en dierlijke reliëfpatronen die waren afgeleid van geweven ontwerpen in textiel. De spiraalvorm was een populair motief in deze periode en verscheen als decoratief element op textiel en bronswerk.
Verwijst naar de periode in de Vietnamese Bronstijd (circa 15de of 14de eeuw v. Chr.) die wordt geassocieerd met de site in noordelijk Vietnam in de provincie Thanh Hoa die bekend staat als Dông-Son. Deze periode wordt gekenmerkt door de hoge productie van bronzen rituele voorwerpen en bronzen keteltrommels die sterke Indonesische stilistische invloeden weerspiegelen en een voorkeur voor dierenmotieven. Objecten die in deze periode werden geproduceerd vertonen ook een affiniteit in vorm en stijl met Chinees aardewerk en bronswerk. In de architectuur wordt deze periode gekenmerkt door huizen en tempels met gewelfde daken en ondersteunende constructies die zijn gebaseerd op een pijlersysteem.
Voorvoegsel voor de beschrijving van een kleur met een matige tot lichte intensiteit en een donkere waarde.
Kan worden gebruikt voor langere perioden in iedere cultuur waarover weinig betrouwbare gegevens beschikbaar zijn
De kleine, pluizige veren die dicht tegen het lichaam van een volwassen vogel aangroeien, duidelijk ontwikkeld zijn en een fijne textuur hebben. Ze komen voor bij eenden, ganzen en andere watervogels.
Speciale spijkers die aan beide zijden puntvormig zijn en die worden gebruikt om pen-en-gatverbindingen te bevestigen.
Constructies met een aantal onderling verbonden gangen die een zeer complex patroon vormen, waardoor het moeilijk is om de uitgang te vinden. Ze gaan terug op de klassieke oudheid. De term is mogelijk afgeleid van ���labrys', Grieks voor ���dubbele bijl' of ���plaats van dubbele bijlen', omdat labyrinten werden aangegeven met een teken in de vorm van een dubbele bijl. Men gaat ervan uit dat de term voor het eerst werd gebruikt voor het mythische labyrint van Knossos op Kreta, waar Theseus de Minotaurus doodde.
Witte liturgische doek, meestal rechthoekig en van versierd kant of tule, die tijdens de doopplechtigheid als symbool van zuiverheid over de dopeling wordt gelegd. Niet te verwarren met een communiedoek of een benedictiedoek die in vorm overeen kunnen komen. De versiering kan hierover uitsluitsel geven.
Wordt gebruikt voor lijsten die door kunstenaars worden ontworpen en meestal voor bepaalde werken dienen die van eigen hand komen.
Doorsteken of perforeren om, door kleine deeltjes van het materiaal - meestal metaal - te verwijderen, een decoratief patroon te verkrijgen; oorspronkelijk werd hiervoor een beitel gebruikt, later een kleine zaag.
Het plaatsen van een vel papier of vloeipapier, meestal blanco, tussen bladen met tekst of illustraties, ter bescher-ming of versiering, of om notities op te maken.
Grote, voetbediende machines die stukken bladmetaal langs een geleider recht afknippen, door middel van een soort guillotine.
Een scherp uitgroeisel van een plant.
Orthogonale tekeningen van een gebouw, voorwerp of terrein, alsof die zijn doorgesneden en op één specifiek vlak worden getoond.
Orthogonale tekeningen waarop een constructie deels als buitenopstand en deels als binnenopstand getoond is. Gebruik 'opengewerkte doorsneden' als slechts een klein deel van de buitenkant is weggenomen. Gebruik 'halve doorsneden' voor kleinere, symmetrische voorwerpen die half van de binnenkant, half van de buitenkant worden getoond.
Te gebruiken voor relatief kleine, eenvoudige boten met platte, 'rockered' bodems zonder kielen, hoge voorstevens en overnaads gebouwde of hechthouten gewelfde zijkanten; veelal gebruikt door vissers.
Verwijst naar de bouwkundestijl die wordt geassocieerd met de eerste van de drie Griekse architectuurordes en de latere vijf traditionele klassieke bouwordes in de architectuur die, met de Ionische, Corinthische, Toscaanse en composiete stijl werd toegepast door de Romeinen en tot in de Renaissance en daarna. De stijl heeft wellicht zijn oorsprong in houtconstructies uit de Bronstijd, terwijl stenen versies van de stijl zich ontwikkelden op het vasteland van Griekenland, waarschijnlijk in het Dorische Corinthe en andere steden zoals Athene, in de 8ste en 7de eeuw v. Chr. In de antieke Griekse architectuur wordt de stijl gekenmerkt door een simpele vorm en een imposante schaal, een sobere abacus en echinus, zuilen zonder basement of sokkel met schachten met twintig ondiepe cannelures, en een entablement met drie onderdelen, een onversierde architraaf, een fries van afwisselend triglieven en metopen, en een krachtig uitstekende kroonlijst. De Romeinse en latere aanpassingen vertonen vaak afwijkingen van de strenge Griekse regels en kunnen enige versiering en een basement voor de zuilen bevatten. De term is te onderscheiden van de term 'Dorische orde', aangezien een bouworde slechts kan verwijzen naar het specifieke samenstel van onderdelen dat moet voldoen aan eenduidige, vastgelegde regels en verhoudingen, afhankelijk van de functie van elk onderdeel in het geheel.
Het onderscheid tussen dorp, kleine stad en grote stad is betrekkelijk en varieert naar gelang de individuele, regionale context. Dorp is meestal een aanduiding voor een compacte nederzetting, die kan variëren in grootte, maar meestal groter is dan een buurtschap en kleiner dan een stad en die zich duidelijk onderscheidt van het landelijke gebied eromheen.
Kleine schoolgebouwen, met vaak slechts één of enkele leslokalen. Gebruik 'plattelandsscholen' voor scholen op het platteland.
Kleine tapijten geweven in de huisindustrie of voor gebruik bij de wevers en hun families.
Detailhandels, vaak in kleine of landelijke gemeenschappen, die een uiteenlopend assortiment aan goederen verkopen, waaronder ook eten, maar die niet zijn onderverdeeld in afdelingen.
Romeinse houten slede met metalen of stenen tanden aan bevestigd, gebruikt om het graan te dorsen.
Wordt gebruikt voor een proces of een methode waarmee de dosis ioniserende straling kan worden gemeten die gedurende een bepaalde periode door personen of materialen is ontvangen. De straling kan zowel zijn uitgezonden om een gevaar voor de gezondheid vast te stellen of om archeologische vondsten te dateren.
Geordende eenheid documenten gegroepeerd rondom een zaak.
Japanse bronzen klokken uit het Yayoi-tijdperk, die in doorsnede de vorm hebben van een ellips met puntige uiteinden, met een zijaanzicht in de vorm van een hoog trapezium met een platte bovenkant en omringd door een wijde metalen boog voor de ophanging. Ze werden in één stuk gegoten en rijkelijk versierd en men vermoedt dat ze eerder voor rituele of symbolische doeleinden werden gebruikt dan voor alleen muzikale doelen. Een klein aantal van de bewaard gebleven exemplaren hadden waarschijnlijk klepels
Kostenloze subsidies of eigendomsoverdrachten.
Te gebruiken voor lichtbewapende eenmasters met vuurlijnen die speciaal gebouwd zijn om in opdracht van de regering smokkelen te verhinderen en douanevoorschriften te handhaven; werden voornamelijk gebruikt vanaf rond het einde van de 18e tot en met de eerste jaren van de 19e eeuw.
Aanvullende harnasstukken die zijn bevestigd aan delen van een basisharnas met als doel de bescherming te vergroten en het ook geschikt te maken voor andere doeleinden.
Noord-Amerikaanse sparrensoort die in verschillende vormen voorkomt, waarvan een soort met teruggebogen bracteeën, en die soms als afzonderlijke soort wordt beschouwd. De bomen kunnen een hoogte van meer dan 90 m bereiken en een doorsnee van meer dan vier m. De meeste huidige boomgroepen hebben echter veel geringere afmetingen, aangezien veel oude bomen reeds zijn gekapt. De douglasspar staat bekend als een van de beste productiebomen in Noord-Amerika en is daarnaast een geliefde sierboom en kerstboom. Hij wordt voor herbebossing langs de kust van de Stille Oceaan gebruikt.
Schaarachtige instrumenten met meestal platte schijfvormige uiteinden, die worden gebruikt om een vlam uit te knijpen. Voor schaarachtige instrumenten met een doosvormige bakje aan een van de bladen wordt 'kaarsesnuiters' gebruikt. Voor kegelvormige instrumenten die worden gebruikt om kaarsen te doven wordt 'dompers' gebruikt.
Metaalgeld in de vorm van metaaldraad, vaak koper of messing, in stukken gezaagd en in bundels of los bewaard; werd door Europese kooplieden in Afrika geïntroduceerd als ruilmiddel.
Koepelvormige of cilindrische houders met een kleine opening aan de bovenkant, waar men twijn of draad in kan opbergen of uithalen.
Het draaien van metaaldraad door het draad door een reeks steeds kleiner wordende gaten te trekken.
Draden of strengen die als decoratie op een object worden aangebracht, in het bijzonder met betrekking tot glasdraden als versiering van in hoofdzaak de hals, steel en rand van drinkglazen en andere objecten. Draadwerk dient te worden onderscheiden van ‘trailings’ (glasdraden), in die zin dat bij draadwerk een zelfstandige, deels vrijstaande decoratie op het vat wordt aangebracht, terwijl ‘trailings’ slechts bestaan uit eenvoudige decoratieve lijnen op het glasoppervlak.
Altaren, van relatief kleine omvang en draagbaar die vaak passen in een container samen met andere voorwerpen voor de eredienst of diensten. In de christelijke context, zijn voorbeelden gewijde altaa stenen die in een houder of op andere wijze aangebracht. Werden gebruikt door priesters die van locatie naar locatie reisden om de mis te houden waar een permanent gewijd altaar niet beschikbaar was. Specificaties zijn dat het een massief stuk natuursteen van een type en formaat moest zijn dat bestand tegen breuken was, ingewijd door een bisschop, groot genoeg om de hosties en de kelk te houden, en zo ontworpen dat het kan worden gebruikt in of op een tafel voor de dienst. Voor verplaatsbare versies van christelijke geschilderde of gesneden beeld-dragende objecten van het type weergegeven werd op of boven een altaar, gebruik "draagbare altaarstukken."
Altaarstukken die bedoeld zijn om te worden vervoerd en daarom relatief klein zijn.
Historische term die vooral in de 19e eeuw werd gebruikt voor bidets met afschroefbare poten en afsluitbare bovenkant. Gebruik 'reisbidets' voor bidets die uit een kast te voorschijn komen.
Kleine bureaus met een schuin geplaatst tafelblad om op te schrijven of te lezen. Soms hebben ze een inkpotje of een strooibusje met zand.
Baldakijnen die makkelijk te vervoeren zijn omdat ze klein of opvouwbaar zijn. Gebruikt als bescherming tegen de zon bij religieuze ceremonies in de openlucht, bij triomftochten of om hoogwaardigheidsbekleders op een andere manier te beschermen of te markeren.
Compacte, draagbare radiozenders/ontvangers voor zeer hoge frequenties. Ze hebben een klein zendvermogen en bruikbaar binnen een beperkt gebied.
Muren die naast hun eigen gewicht ook nog een verticale belasting dragen.
Draagbare stoelen die op twee lange palen steunen en meestal uitvoerig zijn gestoffeerd en gedecoreerd. Gebruik 'brancards' voor het vervoer van één persoon die meestal bestaan uit canvas of soortgelijk materiaal dat over een draagstel wordt gespannen of gelegd om zo zieken, gewonden of doden te vervoeren. Gebruik 'draagkoetsen' voor meer uitgebreid vervoer dat doosvormig is, vaak door gordijnen wordt omsloten en door mensen of dieren op palen wordt gedragen.
Grote tassen, vaak van canvas, met een open bovenkant en twee hengsels, met name gebruikt voor het dragen van kleine pakketjes.
Zwaarden die worden gedragen tijdens openbare ceremonies en rituelen om de autoriteit van de drager aan te tonen. Ze werden vaak met de punt omhoog gedragen door een lijfwacht of andere volgeling van de eigenaar in plaats van door hemzelf.
Deuren die opgehangen zijn aan spillen, ofwel aan centrale spillen of aan zijspillen, te onderscheiden van deuren die aan scharnieren zijn opgehangen of die een schuifmechanisme hebben.
Vormingsproces voor plastic waarbij een korrelig, verpoederd of vloeibaar plastic in een afgesloten gietvorm wordt gegoten die zowel horizontaal als verticaal wordt geroteerd. Het plastic wordt dan tegen de wanden van de vorm geperst.
Verwijst naar de schijven waarop grammofoonplaten rusten en met vaste snelheid ronddraaien, terwijl een naald de groeven van de plaat volgt en de trillingen van de naald worden omgezet in geluid. Men gebruikt de term voor de draaiende schijf waarop de plaat ligt, maar ook voor de gehele platenspeler waar de schijf een onderdeel van is.
Kleine zilveren Griekse munten die oorspronkelijk gelijk waren aan zes obolen; ze werden in de 6e eeuw v.C. uitgegeven en daarna gebruikt door de Parthen en de Sassaniden tot de 7e eeuw n.C.
Tape, meestal geelbruin van kleur, met een zeer beperkte kleverigheid. Het is bedoeld om blauwdrukken te bevestigen op een tekentafel of lichttafel en moet gemakkelijk te verwijderen zijn zonder de tekening te beschadigen.
Een gom die wordt verkregen als een gedroogde afscheiding van verscheidene Aziatische of Oost-Europese planten; zwelt in water op tot een gelei. Wordt voornamelijk gebruikt als een emulgerend, suspenderend of verdikkend middel.
Elke vloeistof of substantie waarin pigment is gedispergeerd, waarbij het geheel een gepigmenteerde deklaag vormt, zoals verf of inkt.
Te gebruiken voor kleine otter trawlers van verschilldende soort en grootte die worden gebruikt bij het vissen langs de Atlantische kust van de Verenigde Staten en meestal niet verder gaan dan 80 km uit de kust; zijn halverwege de 20e eeuw geïntroduceerd.
Hoekverbindingen die één uiteinde van een kreupele balk dragen.
Te gebruiken voor voorlezingen of voordrachten van literatuur, zoals toneelstukken, gedichten en korte verhalen, verklarend of dramatisch van toon en vaak gebruikmakend van gebaren, maar met weinig of geen rekwisieten en andere toneelelementen.
Complex zijden weefsel met één kettingstelsel en twee gelijkwaardige inslagstelsels, vervaardigd in Spanje in de 13de en 14de eeuw op een trekgetouw zonder voorkam. De stof dankt zijn naam aan het visgraateffect dat hiermee bereikt wordt.
Stijl van tempelarchitectuur uit Zuid-India die wordt gekenmerkt door terrasvormige torens, soms met een piramidevorm, met bovenaan een koepelstructuur; ieder terrasniveau is omsloten door een balustrade, met rondom kleine architecturale aediculae. De aediculae kunnen de vorm hebben van structuren met een vierkante koepel op de hoeken (kuta's) en halverwege geplaatste ruimten met een tongewelf (sala's) welke met elkaar zijn verbonden door segmenten met een overdekte kloostergang in miniatuurvorm (hara). Deze stijl van in steen uitgevoerde tempelarchitectuur is in de 17de eeuw ontstaan en heeft zich door de eeuwen heen verder ontwikkeld.
Boekbindersgereedschap, algemeen in gebruik in Engeland en Nederland tijdens de tweede helft van de 17de eeuw en bestaande uit een halfronde boog met een voluut aan elk van beide uiteinden.
Meubels met een rek of plateau en vaak een stoel en hanger, bedoeld voor kledingstukken en persoonlijke eigendommen. Gewoonlijk staan ze in kleed- of slaapkamers en gebruikte men ze voor herenkleding.
Brede, meestal lage ladekasten of kastmeubilair op poten, met kastruimte. De kasten worden langs de muur van een eetkamer geplaatst en gebruikt als bewaarplaats en voor het opdienen van voedsel, alsmede voor het uitstallen van borden en ander kostbaar tafelgerei. Vroege exemplaren bestonden vaak slechts uit een plank die bij de eettafel werd geplaatst, en kwamen uitsluitend voor in ruimten waar werd gegeten. Gedurende de middeleeuwen vervulde de kast dezelfde functie. Vroege Europese dressoirs waren vaak etagegewijs opgebouwd, met schappen waarop koppen en schotels konden worden uitgestald. In de 17de eeuw werden de dressoirs ontworpen met een kast of een aantal laden onder een vlak tafelblad. De bovenzijde was hoger dan bij een gewone tafel, waardoor de borden beter zichtbaar waren en het voedsel eenvoudiger bereikbaar was voor een staand persoon. Soms gebruikte men ook dressoirtafels of zijtafels waarop al het voedsel werd uitgestald, en dienden de kostbaarder uitgevoerde dressoirs uitsluitend voor het uitstallen van servieswaar. 'Keukenkasten (wandkasten)' kunnen ongeveer dezelfde vorm en functie hebben, maar kwamen meestal in keukens voor en niet in eetkamers. Gebruik 'dressoirtafels' voor wandtafels die langs de wand van eetkamers worden gebruikt.
Kleine, taps toelopende stalen staafjes die worden gebruikt om een spijker of verzinknagel onder of op gelijke hoogte met een houten oppervlak te drijven.
Techniek voor het versieren van een oppervlak met een patroon van kleine kuiltjes, geproduceerd met behulp van stempels.
Verwijst naar de periode van de heerschappij van drie families in Korea, vanaf 37 v. Chr. - 668 n. Chr. De heersende families consolideerden hun autoriteit door de raad der geslachten af te schaffen en de titel van heerser eerst van broer op broer en daarna van vader op zoon te laten overgaan. Tot de opmerkelijke artefacten die uit deze periode zijn overgebleven behoren rijk versierde graftomben die Chinese invloeden laten zien.
Wordt gebruikt voor samengestelde woningen die bestaan uit drie wooneenheden op een rij, elk met een eigen ingang op de begane grond; gebruik @'three-deckers (dwellings)' voor woningen waar drie wooneenheden op elkaar zijn gezet. Gebruik 'appartementen met drie verdiepingen' voor appartementen met kamers op drie verdiepingen.
Verwijst naar lineair perspectief waarbij sprake is van drie verdwijnpunten, over het algemeen in de context van rechthoekige vormen die zodanig zijn afgebeeld dat geen van hun zijden parallel is aan het afbeeldingsvlak, maar dat elk van drie groepen van parallelle lijnen samenkomt in een eigen verdwijnpunt. Deze techniek werd populair in 17de-eeuws Europees toneelontwerp. Deze term kan ook verwijzen naar afbeeldingen waarin sprake is van drie gezichtspunten, zoals ook vaak het geval was bij Chinese hangende rolschilderijen, waarbij de kijker de voorgrond van boven ziet, het middenplan op oogniveau en de hoogste objecten van onderen.
Figuren bestaande uit drie gebogen of gekromde takken die zich vanuit het midden verspreiden.
Platte voorwerpen van plastic, hout of ander materiaal die in diverse driehoekige vormen en maten worden gemaakt. Worden gebruikt als geleiders om lijnen onder verschillende hoeken te tekenen.
Kleine gereedschappen met verwisselbare koppen die worden gebruikt om metalen of houten oppervlakken af te krabben.
Tak van de wiskunde die zich bezighoudt met de relaties tussen de zijden en hoeken van driehoeken en tussen nauw aan elkaar gerelateerde grootheden, vooral met methoden om van gegeven delen andere benodigde delen af te leiden.
Draaibeitels met een V-vormige punt. Worden gebruikt bij het houdraaien om groeven te maken of om stukken in tweeën te draaien.
Een feest dat op 6 januari wordt gevierd en tot de drie belangrijkste en oudste feesten van de christelijke kerk behoort (de andere twee zijn Kerstmis en Pasen). Dit feest werd oorspronkelijk in de oosterse christelijke kerken gehouden om de geboorte en doop van Jezus Christus te vieren. Sinds de 4de eeuw, toen 25 december de datum werd waarop Kerstmis werd gevierd, is het in de oosterse kerken het feest van de manifestatie van Christus' goddelijkheid bij zijn doop gebleven. Het verbreidde zich in de 4de eeuw naar het westen, waar het meer werd gekoppeld aan het bezoek van de Drie Wijzen uit het Oosten aan het kindje Jezus en met name de verschijning van Christus aan de niet-joden in de vorm van de Wijzen. Tijdens dit feest wordt ook Christus' eerste wonder tijdens de bruiloft te Kana in Galilea herdacht. In sommige landen is dit de datum waarop men elkaar geschenken geeft, in plaats van Kerstmis. In het westen wordt de avond voor Driekoningen 'driekoningenavond' genoemd.
Figuren samengesteld uit drie gelijke bogen of lobben, en afgescheiden door uitsteeksels.
Wordt gebruikt voor vlaggen, symbolische figuren of andere objecten die worden vertoond als het identificerend symbool van een leider, hooggeplaatste functionaris of organisatie, zoals de vlag van een land, de kleuren van een militaire eenheid of het banier van een adellijk huis.
Te gebruiken voor gesloten auto's met drie wielen; gebruik 'autoscooters' voor kleinere, open auto's met drie of vier wielen die worden aangedreven door kleinere motors; gebruik 'driewielers (fietsen)' voor open voertuigen met drie wielen die een eenvoudige, lichte en open geraamteconstructie hebben en die meestal worden aangedreven door de berijder, maar soms ook met een motor.
Voertuigen op drie wielen, meestal met een lichte raamwerkconstructie, die ofwel door de berijder zelf of met een klein motortje worden aangedreven en die werden gebouwd na 1869; gebruik 'vélocipèdes' voor soortgelijke lichte, met de hand aangedreven voertuigen zonder comfort- of snelheidsverhogende kenmerken, die werden gebouwd tot ongeveer 1870. Gebruik 'driewielers (auto's)' of 'autoscooters' voor auto's met drie wielen.
Gebruiken voor lampen met een pit op een klein plateau, meestal van kurk of hout, dat op het oppervlak van de olie drijft.
Semivloeibaar los zand, dat zware objecten die zich op het oppervlak bevinden, kan opzuigen. Kunstenaar Robert Smithson gebruikte drijfzand in zijn werk 'The Hypothetical Continent in Stone: Cathaysia' (1969).
Drinkgerei zonder handvatten of deksels, cilinder- of kegelvormig, in het algemeen met een platte bodem, zonder schoteltje.
Drinkgerei gemaakt van een hoorn, in zilver of brons gemonteerd.
Kleine tafels met een houten blad die op een driehoekig frame met drie poten steunen.
Houders gebruikt om vloeistoffen uit te drinken.
Water dat veilig of geschikt is om te drinken.
Restaurants waar klanten met hun auto langs kunnen rijden om fastfood te bestellen en mee te nemen zonder uit hun auto te hoeven stappen. Meestal is er aan het begin van de drive-in een microfoon of een loket waar men vanuit de auto eten kan bestellen en aan het eind een loket waar het kan worden betaald en opgehaald.
Roeiboten die worden gebruikt bij het haringvissen om de vissen in netten te drijven. Ze zijn meestal 3,5 tot 4 meter lang en worden aan boord van 'menhaden steamers' meegenomen naar het visgebied.
Terreinen voorzien van afstandspaaltjes, clubs, ballen en tees waar golfspelers hun afslag kunnen oefenen.
Wordt gebruikt voor droge, vlakke en dikwijls tussen steile wanden ingesloten rivierbeddingen in het zuidwesten van de Verenigde Staten die alleen na hevige regenval vol komen te staan.
Intagliodrukprocédé waarbij met een scherpe naald krassen worden gemaakt in de plaat zodat er een braam ontstaat, wat een kenmerkende, zachte en fluweelachtige lijn geeft in de uiteindelijke afdruk.
Diepdrukken, waarbij het beeld met een scherp voorwerp direct in de metalen plaat is ingekrast. Door het krassen wordt het metaal niet weggesneden, maar vormen zich bramen naast de groeven. Dit zorgt voor de kenmerkende, zachte en fluweelachtige lijnen in de uiteindelijke afdruk.
Vrucht die eenmaal volgroeid een volledig droge vruchtwand heeft.
Te gebruiken voor grote, Byzantijnse galeien met twee rijen banken en een of twee zeilen; meestal uitgerust met vlammenwerpers om Grieks vuur te kunnen gebruiken.
Lange, nauwe doorgangen die naar grafkamers en tholoi leiden.
Middelen voor het verwijderen van vervuilende stoffen uit de lucht van een systeem, door de lucht door verschillende roosters en droge poreuze materialen te leiden.
Belevenissen waarin een persoon, ding of gebeurtenis zeer levendig of echt overkomt zonder in werkelijkheid aanwezig te zijn.
Kylikes waarvan het gedeelte bij de handvatten is versierd met een rij knoppen, en het volgende gedeelte is versierd met ondersteboven gekeerde silhouetten van dieren of andere figuren; het onderste gedeelte van de kom is versierd met stralen, en wordt door strepen van de decoratie erboven gescheiden.
Metalen schijven die worden doorboord door één of twee pithouders, die rusten op de opening in het oliereservoir. Deze branders hebben vaak een klein uitsteeksel aan de zijkant waarmee ze kunnen worden opgelicht.
Instrumenten die worden gebruikt voor het meten van de hoeveelheid dauw die zich vormt op een bepaald oppervlak.
Overmatig gebruik of misbruik van drugs dat tot fysieke, emotionele, mentale of zintuigelijke beschadiging of verzwakking leidt. Gebruik 'drugsverslaving' voor de verslaving aan verdovende middelen of andere soorten drugs.
Piramidevormige trossen kleine ijzeren kogels met grondplaat en centrale stang, die samengevoegd gebruikt worden als kanonlading.
Lijst met een afzaat of hellend bovenvlak waarlangs het hemelwater afvloeit. Van onderen voorzien van een waterhol om het regenwater vrij van de muur te laten neerdruipen. VWB. Algemeen in middeleeuwse architectuur. Voor rechthoekige druiplijsten wordt 'druiplijst'(lijstwerken) gebruikt.
Gereedschap dat wordt gebruikt om van druiventrossen kleinere trossen te knippen.
De uitgeoefende kracht per oppervlakte-eenheid.
Meestal slechts voor een beperkte tijdsduur verleende toestemmingen voor het drukken en verkopen van een bepaald boek of een bepaald type boeken. Te onderscheiden van 'imprimaturs', hetgeen machtigingen zijn voor het drukken of publiceren van een geschrift die impliceren dat men akkoord gaat met de inhoud van het geschrift. De term 'imprimaturs' wordt meestal gebruikt in verband met (staats)censuur.
Term die in de 20e eeuw soms wordt gebruikt voor merktekens die op de onderkant van aardewerken voorwerpen zijn aangebracht, maar die eigenlijk uitsluitend van toepassing is op merktekens die met behulp van rubberen stempels zijn gemaakt.
Instrumenten voor het meten van druk, meestal van gassen of vloeistoffen.
Wordt gebruikt voor onderdelen van een instrument die de druk van vloeistoffen meten en een elektrisch signaal voortbrengen dat in verhouding staat tot die druk.
Palen (meestal delen van een pijp die aan elkaar zijn gelast) die in de grond worden gedreven in een dragende laag en dit omhoog drijven tegen een gebouw of structuur erboven. Wordt voornamelijk gebruikt voor het onderheien.
Hieronder vallen aanduidingen voor procedures met behulp waarvan gedrukte beelden of tekst kan worden geproduceerd; meestal kent ieder procédé zijn eigen speciale voorbereidings- en overdruktechnieken .
Houten keukengootstenen, met name uit de 19e eeuw, die niet met een externe wateraanvoer zijn verbonden. Ze hebben boven een ondiepe zinken of tinnen bak waarin een afwasteil kan worden geplaatst en eronder meestal een kastje.
Fotografische afdrukken waarin twee of meer negatieven zijn afgedrukt als één afbeelding. Gebruik 'fotomontages' voor combinaties van afbeeldingen zoals foto's met bouwtekeningen. Gebruik 'fotocollages' wanneer foto's of delen van foto's zodanig zijn samengevoegd dat de afzonderlijke delen hun identiteit bewaren.
De neiging van een materiaal een lichtstraal uiteen te laten vallen of de mate waarin een straal uiteenvalt in twee ongelijk gebroken, vlak gepolariseerde stralen van orthogonale polarisatie.
Te gebruiken voor kapitalen op twee kapitaalbindingen, waarbij de ene meestal kleiner is dan de andere en boven of onder en voor de andere is geplaatst.
Rietpijpen, die ofwel bestaan uit twee met elkaar verbonden pijpen ofwel uit een enkel stuk hout met twee boringen, waarbij de luchtkolommen aan het trillen worden gebracht door middel van een idioglot enkel riet. Soms hebben beide pijpen vingergaten, soms heeft slechts één pijp vingergaten en dient de ander als brompijp; reeds bekend uit het oude Egypte.
Wijde dubbele plooien waarbij de stof naar beide kanten naar onder gevouwen is. Gebruik 'inverted pleats' voor wijde dubbele plooien waarvan de platte vouw naar binnen in plaats van naar buiten gevouwen is.
Twee afzonderlijke afbeeldingen, geschilderd op de frontsnede van een boek, de ene gemaakt met de bladzijden uitgespreid in één richting, de andere met de bladzijden uitgespreid in de andere richting, zodat de afbeeldingen onafhankelijk zichtbaar zijn.
Met betrekking tot kastmeubilair: met een voorkant die bol is in het midden en hol aan beide uiteinden.
Wordt gebruikt voor kerken die bestaan uit twee volledige heiligdommen die ofwel boven elkaar zijn geplaatst of naast en tegen elkaar staan.
Trommen met een doorsnede die in het midden groter is dan aan de uiteinden en met klankkasten die rechtlijnig en hoekig zijn.
Gebruik voor huizen met aparte wooneenheden voor twee individuele families naast elkaar geplaatst en horizontaal van elkaar gescheiden door muren maar onder een gedeeld dak. Gebruik 'duplexwoningen' wanneer de eenheden boven elkaar zijn geplaatst.
Een techniek die aan het eind van de 15e eeuw werd uitgevonden en waarbij een voorwerp aan beide zijden met even dik email wordt ingesmeerd, waardoor wordt voorkomen dat het voorwerp gaat krullen.
Schilderingen meestal op een stevige ondergrond als een houten paneel of metaal, maar soms ook op canvas. Zowel aan de voor- als achterkant beschilderd en bedoeld om van beide zijden te bekijken.
Te gebruiken voor de lijmbindmethode waarbij losse bladen is één richting worden uitgespreid en vervolgens over een lijmroller worden geleid, zodat het kleefmiddel tussen de bladen dringt; de bladen worden daarna in de andere richting uitgespreid en opnieuw over de lijmrollergeleid, zodat beide zijden van de bindrand van ieder blad zijn bedekt en aan de naastgelegen bladen kleven.
Bidkleden met die een zuilmotief aan beide zijden van de mihrab.
Aanduiding voor verscheidene Spaanse en Zuid-Amerikaanse gouden munten die tussen de 15e en de 19e eeuw zijn uitgegeven.
Franse chaises longues waarvan het voeteneind aan drie kanten wordt omringd door een lage, gebogen rugleuning.
Te gebruiken voor sterk hechtende tape op textielbasis, meestal aan de textielzijde voorzien van een thermoplast zoals polyethyleen. Ontworpen voor het waterdicht maken van leidingen ter bescherming tegen vocht en luchtlekken, maar ook gebruikt voor meer algemene doeleinden.
Met een blaasbalg aangeblazen doedelzakken uit Hongarije, Polen, Oekraïne en het voormalig Joegoslavië. Ze hebben een windzak van geitenvel, een basbourdon en een dubbele speelpijp die in een blok is geplaatst dat de vorm van een geitenkop heeft.
Pistolen die speciaal zijn gemaakt voor formele tweegevechten, meestal in paren, in een kistje en over het algemeen gekenmerkt door een hoge technische kwaliteit en bescheiden versiering. Ze dateren meestal van eind 18e tot midden 19e eeuw.
Te gebruiken voor schepen die voor beperkte tijd volledig onder water kunnen blijven; kunnen zich al dan niet op eigen kracht voortbewegen. Gebruik 'onderzeeërs' voor schepen die ononderbroken, lange onderwaterreizen kunnen maken en zichzelf op eigen kracht kunnen voortbewegen.
Te gebruiken voor speelgoed dat meestal de vorm heeft van dikke hurkende figuren, vaak clowns, die aan de onderkant rond zijn en verzwaard waardoor ze kunnen schommelen en weer overeind komen als ze een duwtje krijgen.
Wordt gebruikt voor waterafvoerbouwwerken die onder wegen, kanalen, dijken of andere druk bereisde routes doorlopen, met uitzondering van bruggen.
Uitsteeksels aan de scharnierende deksels van sommige typen drinkgerei, die worden gebruikt om het deksel met de duim open te houden terwijl men het handvat vasthoudt.
Kleine, smalle schaven met lengtes van 2,5 tot 12,5 cm.
Filmstroming die gangbaar was in Duitsland voor de Tweede Wereldoorlog en die haar hoogtepunt bereikte in de jaren 20 van de 20ste eeuw. De stroming gebruikte vertekening en overdrijving om de fysieke wereld te transformeren in een weerspiegeling van het innerlijke en de innerlijke mens. Plots en thema's van de films waren vaak somber van aard, met de nadruk op lange, duistere schaduwen, onnatuurlijke ruimten in composities, een gestileerde manier van acteren en droomscènes. Belangrijke films uit deze stroming zijn 'Das Cabinet des Dr. Caligari' en 'Nosferatu, eine Symphonie des Grauens'.
Te gebruiken voor meestal massieve, geometrische puzzels die bestaan uit in elkaar grijpende staafjes van hout of plastic met inkepingen, die in hun uiteindelijke, samengevoegde staat hoogst symmetrisch van vorm zijn.
Manden met deksel, gewoonlijk met een eivormige opening en een onbuigzaam handvat, die voornamelijk worden gebruikt om levende duiven in te vervoeren.
Meestal vrij grote vogelhuisjes voor duiven, doorgaans met kleine interne uitsparingen voor het nestelen en broeden.
Onderstam met 11.000 erkende levende soorten en een groot aantal uitgestorven soorten, waaronder de uitgestorven Archiplypoda en de levende soorten duizendpoten, pauropoda (weinigpotigen) en symphyla (wortelduizendpoten).
Uitsluitend te gebruiken voor gouden munten die vanaf het eind van de 13e tot aan de 19de eeuw geslagen werden in Venetië en voor soortgelijke Oostenrijkse en Tsjechoslowaakse munten die aan het begin van de 20e eeuw werden uitgegeven.
Europese rietinstrumenten die vanaf het einde van de 16e tot de vroege 18e eeuw zeer populair waren en die worden beschouwd als de voorganger van de fagot. Ze hebben een buis uit een enkel stuk hout, waarin twee evenwijdige conische kanalen zijn geboord, naar beneden en weer omhoog. Bovenaan bevindt zich de klankbeker, die onderdeel is van de buis, met ernaast een korte aanblaashals met een dubbel riet.
Folkloristische kegelvormige schalmei (een soort fluit) uit Spanje. In Baskenland noemt men dit instrument ook ���bolingozo'.
Kleine slaghamers met hamerkoppen van zacht ijzer.
Wordt gebruikt voor kleine, meestal dikke munten, meestal gemaakt van het uitgestanste ronde deel van andere, grotere munten; de holey dollars zijn hier een voorbeeld van.
Lange rechte metalen op trompetten gelijkende instrumenten met conische boring, bestaande uit verschillende gedeelten die in elkaar geschoven kunnen worden wanneer het instrument niet gebruikt wordt; aangeblazen aan het uiteinde en met de grote klankbeker rustend op de grond of een andere ondersteuning bij het spelen; oorspronkelijk ontwikkeld in Tibet en in paren bespeeld tijdens boeddhistische rituelen.
Trompetten van schelp, met een metalen mondstuk en klankbeker; aangeblazen aan het uiteinde; oorspronkelijk ontwikkeld in Tibet en bespeeld in paren tijdens boeddhistische rituelen.
Lange, smalle haarpenselen met een beitelvormige uiteinde die worden gebruikt om te beletteren en om nauwkeurige lijnen of strepen te tekenen.
Voorwerpen die bestaan uit een pen die is vastgemaakt aan een wieltje met verwisselbare tandraderen. Ze worden samen met een richtlineaal gebruikt om een stippellijn van punten, strepen, of beide te maken. Worden gebruikt voor technische tekeningen of werktekeningen.
Eenvoudig te bewerken, fijnkorrelige, kiezelachtige zandsteen uit Wisconsin, die vaalgeel of crèmekleurig is. Zoals bij meer zandsteensoorten is het zacht wanneer het gedolven wordt, maar hardt het geleidelijk uit naarmate het vocht eruit verdampt.
Boekformaat dat ontstaat na het vouwen van een vel papier tot 12 bladen of 24 pagina's. Wordt meestal vervaardigd door een kleiner vel papier in een groter vel te vouwen, in tegenstelling tot de methode waarbij één vel papier twee keer parallel wordt gevouwen en vervolgens twee keer overdwars.
Wooneenheden met een eigen toegang, waarbij woon- en slaapverdieping boven elkaar liggen, deel uitmakend van een flatgebouw.
Romeinse bronzen of koperen munten ter waarde van twee assen, aangemunt sinds begin 3e eeuw v.C. tot de tweede helft van de 3e eeuw n.C.
Een legering bestaande uit 95,5 delen aluminium, 3 delen koper, 1 deel mangaan en 0,5 deel magnesium dat na een bepaalde periode van verharding qua sterkte en hardheid vergelijkbaar is met zacht staal.
Bodemvalletjes met plooien die tot de vloer reiken.
Fotografische procédés waarbij de afbeelding wordt verkregen door een bichromaatcolloïde oppervlak dat aan het licht wordt blootgesteld door een transparant materiaal te bestuiven met een kleurstof. De gedeelten die zijn blootgesteld verliezen hun kleverigheid en houden minder pigment vast. Meestal gebruikt voor afdrukken op glas of keramiek, waarbij de kleurstof er als een glazuurlaag op wordt gebrand.
Ontwikkeling die bedoeld is om te verzekeren dat het huidige gebruik van grondstoffen en het milieu de mogelijkheid van hun gebruik door toekomstige generaties niet schaadt.
Verwijst naar de periode van het Thaise koninkrijk van Dvaravati, dat floreerde vanaf de 7de tot de 11de eeuw. De artistieke productie uit deze periode bestond voornamelijk uit Theravada-boeddhistische monumentale beeldhouwkunst die werd beeldgesneden uit schisteus zandsteen en beschilderd met rood pigment, vergulde bronzen beeldhouwwerken, beeldhouwwerk in bas-reliëf met stucwerkversieringen die taferelen afbeelden van de J'takas, vergezeld door bewakers en mythische dieren, stoepaconstructies die zijn gemodelleerd naar Indiase prototypen die worden gekenmerkt door een halve bol-constructie en een laag, vierkant basement waarbovenuit spitsen steken die zijn samengesteld uit platte ringen gekroond met een bol, en rechthoekige wihan gebouwd van baksteen met kleimortel op laterietbasementen. Voorbeelden van tempelcomplexen uit deze periode zijn te vinden op het terrein van Wat Kukut in Lamphun. De tempels uit deze periode worden gekenmerkt door laterietconstructies, terugwijkende vierkante verdiepingen, puntige spitsen die zijn samengesteld uit een groot aantal concentrische ringen en zijn versierd met kleine stoepa's, en nissen met staande Boeddhabeelden in stucwerk en terracotta.
Optische schijven met hetzelfde formaat als een compact disc, maar met een zeven keer zo grote opslagcapaciteit voor digitale informatie, soms ook op meerdere lagen; dvd's zijn meestal eenzijdig beschreven, waarbij iedere zijde 4,7 gigabyte aan informatie kan bevatten, meestal beeldinformatie.
De dwarsliggende rand die afgesloten is met kettinglussen, wat voorkomt bij sommige stukken textiel die op eenvoudige apparatuur zijn geweven. Het lijkt op een echte zelfkant en kan aan één of beide zijden van het textiel voorkomen.
Te gebruiken voor zeilschepen waarop de belangrijkste zeilen dwarsscheeps zijn getuigd.
Ribben die overspannen in een rechte hoek met de longitudinale as van de ruimte die overspannen wordt, en die hem verdelen in vakken of compartimenten. Voor bogen die de gewelfscellen scheiden, vooral bij een kruis- of tongewelf, wordt 'ribbogen' gebruikt.
Wordt gebruikt voor tuig waarbij de voornaamste zeilen dwarsscheeps zijn vastgezet, en over het algemeen van horizontale rondhouten hangen.
Personen die uitzonderlijk klein van gestalte zijn.
Kleine aleglazen met een korte stam en een inhoud van circa 1 deciliter, vervaardigd in Engeland van de vroege 17e tot vroege 19e eeuw.
Kleine berksoort, inheems in Arctische en gematigd koele streken in Noord-Europa, Noord-Azië en het noorden van Noord-Amerika. De soort wordt soms onderverdeeld in twee of meerdere ondersoorten.
Camera's die gebruik maken van een film waarvan het formaat kleiner is dan 35mm.
Dikhuidige, plantenetende eventenige hoefzoogdieren, aanzienlijk kleiner dan het gewone nijlpaard. Ze zijn inheems in de bossen en moerassen van westelijk Afrika. Verondersteld wordt dat ze de enige nog levende soort van hun genus zijn, aangezien van het pygmeenijlpaard van Madagaskar wordt verondersteld dat het uitgestorven is.
Fysieke krachten die de beweging of het evenwicht van materialen beïnvloeden.
De Dynamische stijl behoort tot de oudste gedocumenteerde rotskunststijlen. De kunst wordt aangetroffen op afgelegen locaties in het westen van het Australische gebied Arnhem Land. Rotsschilderingen in de dynamische stijl beelden kleine, rode, geanimeerde lucifershoutachtige figuurtjes af die meestal bezig zijn met jagen, vechten of met ceremoniële handelingen. Deze geornamenteerde figuren worden afgebeeld met wapens, en een enkele keer met een dierenkop. Australische Aboriginals beschrijven deze figuren vaak als een uitbeelding van Mimi, een lange, dunne, bedrieglijke geest die zich ophoudt in spleten in grotten en andere afgelegen locaties. De hoogte van deze figuren varieert tussen 200 en 300 millimeter. De stijl kan niet precies worden gedateerd, maar het werk is naar schatting enkele duizenden jaren oud.
Denkbeeldige plaatsen waar men een vreselijk leven leidt, onder de slechtst denkbare omstandigheden.
Verwijst naar een bepaald type kralen met een cilindrische, buisvormige of ronde vorm, meestal van agaat. Ze komen oorspronkelijk uit de Tibetaanse cultuur en worden in het bijzonder gewaardeerd door de Tibetaanse en Chinese boeddhisten, en andere Aziatische groepen. De kostbaarste kralen stammen uit de oudheid, hebben een roodachtige of donkerbruine kleur en worden gekenmerkt door opvallende ivoor- of goudkleurige patronen, zoals cirkels die op ogen lijken, ovalen, golflijnen, strepen, rechthoeken en andere symbolische patronen. De kralen, die geëtst of beeldgesneden kunnen zijn, zouden talismaneigenschappen bezitten: vaak zijn ze in de aarde gevonden door boeren of herders uit het Himalaya-gebergte, en gelovigen denken dat ze met een geheimzinnig verloren gegaan procedé zijn vervaardigd of dat ze een bovennatuurlijke oorsprong hebben. Bij de fabricageprocessen lijkt men de natuurlijke patronen van het agaat te hebben benut, de kralen vervolgens te hebben geëtst of beeldgesneden en patronen te hebben aangebracht met behulp van chemische middelen, waarna het agaat in een industriële oven werd gebakken. Er bestaan Chinese schriftelijke bronnen die aangeven dat de kralen al zeker in de 7de eeuw n. Chr. werden vervaardigd, maar onderzoekers denken dat de technische kennis voor het maken van dzi-kralen al in de vroege oudheid vanuit Iran of India naar Tibet is gebracht, mogelijk samen met het oude Bon-geloof. De kralen lijken op de gebandeerde agaatkralen en de geëtste carneoolkralen waarin reeds in het derde millennium v. Chr. werd gehandeld tussen Mesopotamië, het gebied dat nu tot Afghanistan behoort en de Indusvallei.
Wordt gebruikt voor een plattegrond op schaal van een elektrisch systeem; hieronder kan ook een kleine aanverwante kleine tekening van een aanzicht of een schema voor een stijgleiding vallen. Gebruik 'E-tekeningen' voor andere tekeningen van elektriciteitssystemen.
B Verwijst naar de vroegste fase van de Decorated Style in Engeland aan het eind van de 13de eeuw, toen vensterwerk werd samengesteld uit geometrische patronen zoals cirkels, cirkelbogen en cusps, maar voordat de patronen zich hadden ontwikkeld tot golvende curven.
B Verwijst naar het begin van de Gotische architectuurstijl in Engeland. De term werd in het begin van de 19de eeuw voor het eerst gebruikt door architect en oudheidkundige Thomas Rickman. Verwees de term oorspronkelijk voornamelijk naar vensterwerk, tegenwoordig wordt hij over het algemeen breder toegepast. De stijl is vanaf de late 12de eeuw herkenbaar aan het gebruik van spitsbogen, lange smalle ramen zonder middelposten, een rechthoekig grondplan, en een lang, laag silhouet dat slechts wordt onderbroken door talrijke geveltoppen.
Verwijst naar de vroegste fasen van de Free Style, vanaf circa 475 v. Chr. Deze onderscheidt zich van de latere Free Style-vaasschilderingen door een algeheel gevoel van experimenteerzucht en het ontbreken van de grandeur die later gewoon was.
Verwijst naar de eerste van de vier perioden waarin Paul Jacobsthal in 1944 de La Tène-stijl heeft onderverdeeld. Zij beleefde haar bloei van de 5de tot het begin van de 4de eeuw v. Chr. en wordt gekenmerkt door oriëntaalse en klassieke invloeden. De juistheid van de La Tène-indeling van Jacobsthal is door latere geleerden in twijfel getrokken.
Afrikaanse draagzwaarden met een lusvormig heft en een zeer dunne, brede kling die aan het eind uitloopt in een grote ovale vorm, aan het koninklijke hof gedragen door Beninse stamhoofden.
De studie van kerkelijke doctrines, met inbegrip van de studie van kerkelijke kunst, antiquiteiten en de versieringen en uitrusting van kerken.
Mechanismen in klokken en horloges die de slagen meten en de snelheid reguleren van de bewegende tandwieltreinen; hierdoor controleren ze het aangeven van het verstrijken der tijd.
Een bundel geluidsgolven die is weerkaatst of via een andere manier is teruggekeerd. Dit gaat gepaard met een zodanige vertraging en grootte dat het ontvangen signaal duidelijk kan worden onderscheiden van de oorspronkelijke uitzending.
Aanduiding voor kleine, vrijstaande, energiezuinige en verplaatsbare woningen zonder binnenmuren, die naast eengezinswoningen worden geplaatst als behuizing voor oudere familieleden, meestal ouders. Geen Nederlands equivalent.
Hout van het geslacht Oxandra lanceolata uit het noorden van Zuid-Amerika en West-Indië; de belangrijkste bron van commercieel timmerhout van de degamehout-familie. Het heeft een gladde fijne nerf; door de elasticiteit is het zeer geschikt voor het maken van bogen, vishengels, biljartkeus, handvaten van gereedschap, assen van rijtuigen, spaken en kasten.
Het onderscheid tussen de subfamilies van de echte herten (Cervinae) en schijnherten (subfamilie Capreolinae) betreft verschillen in voetstructuur. Bij de echte herten zijn het tweede en vijfde handbotje (metapodia) vrijwel volledig verdwenen, met uitzondering van proximale en terminale resten. Bij schijnherten bevinden de resten zich distaal.
Zeldzaam en zeer hard metamorf gesteente met een mafische samenstelling. Wordt gevormd onder druk die zo hoog is dat ze niet bereikt kan worden in de korst van de aarde. Opvallend qua uiterlijk.
Te gebruiken voor de tak van de biologie die zich bezighoudt met de verbanden en wisselwerking tussen organismen en hun leefomgeving, inclusief andere organismen. Gebruik 'milieus (objectgroepen)' voor complexen van fysieke dingen, omstandigheden en inwerkingen die gegeven organismen of verzamelingen organismen omgeven en beïnvloeden. Gebruik 'natuur' voor het idee van de externe wereld, inclusief de krachten die er op inwerken en het niet-menselijke leven dat er woont en dat door mensen wordt gezien als gescheiden en onafhankelijk van henzelf, hun activiteiten en beschaving.
Tak van de landbouw die tot doel heeft de productiviteit te behouden of verhogen op een economisch haalbaar, milieuvriendelijk en cultureel acceptabel niveau, door middel van een efficiënt behoud en gebruik van grondstoffen, waarbij ondertussen het milieu en de gezondheid van mens en dier wordt beschermd.
Wordt gebruikt voor geschiedkundige musea die zich concentreren op de leef- en werkwijzen in een bepaalde streek en waar mensen uit de streek actief deelnemen aan het ontwikkelen van de prioriteiten in de collectie en aan het behoud van objecten.
De studie die zich bezighoudt met het productie, verspreiding en consumptie van geld, goederen en diensten.
Instellingen voor hoger onderwijs voor economie en handel. Gebruik 'handelsscholen' voor scholen die zijn bestemd voor het opleiden van mensen in de administratieve aspecten van zaken en handel.
Instellingen voor hoger onderwijs voor economie en handel. Gebruik 'handelsscholen' voor scholen die zijn bestemd voor het opleiden van mensen in de administratieve aspecten van zaken en handel.
De huuropbrengst die voldoende is om alle onderhouds- en beheerskosten van een gebouw te dekken maar ook om een redelijk rendement op de investering van de eigenaar opleveren.
De studie en toepassing van de planning van de natuurlijke omgeving en alle menselijke bemoeienis hiermee, met als doel een goede leefomgeving te verzekeren voor mensen, dieren en planten en de hulpbronnen waarvan zij afhankelijk zijn.
Toerisme sector gericht op het verzorgen van verantwoorde reizen naar natuurgebieden, het behoud van het milieu en het steunen van het welzijn van de lokale bevolking.
Wordt gebruikt voor elk van de verscheidene Franse gouden of zilveren munten die zijn uitgegeven in de periode van de 13e tot en met de 18e eeuw; de munten dragen allemaal een afbeelding van een schild.
Kleine ondiepe schalen met vlakke bodem, verticale wanden en aan weerskanten een handvat ter hoogte van de rand; meestal met een deksel en soms een bijbehorende onderschotel.
Te gebruiken voor een paar koperen beeldjes, één mannelijk en één vrouwelijk, verbonden met een ketting, gewoonlijk rond de nek. De edan zijn een belangrijke beeldhouwvorm voor het geheime Afrikaanse genootschap Yoruba Ogboni.
Elk van verscheidene metalen of legeringen bestand tegen oxidatie, corrosie en ontbinding door zuren. Voorbeelden van deze definitie van edelmetaal zijn goud, iridium, kwik, osmium, platina en ruthenium.
Genus van zeven tot negen soorten bloeiende struiken die inheems zijn in Azië.
Verwijst naar de periode en stijl die zich ontwikkelde van de eenwording van Japan in 1600 tot het eind van de shogundynastie in 1868. Tijdens deze periode leidde economische expansie tot de opkomst van een goed opgeleide handelsklasse die niet alleen nieuwe schilder- en blokdrukstromingen maar ook haar eigen vormen van literatuur en theater schiep. Er ontstond een grote diversiteit aan onderwerpen en stijlen in de beeldende kunst, waardoor veel 19de-eeuwse westerse kunstenaars zijn beïnvloed.
Spellen die individueel of in een groep worden gespeeld en die zijn bedoeld om kennis over de dragen of een vaardigheid aan te leren.
Schoolcomplexen doorgaans bestaande uit een kleuter-, basis- en middelbare school, die leerlingen aantrekken uit een grootstedelijk gebied en die bedoeld zijn om de gevolgen van etnische scheiding te minimaliseren.
B Verwijst vooral naar de architectuurstijl die ontstond tijdens de regering van de Britse koning Edward VII (1901-1910). Sommige auteurs dateren de stijl vanaf 1890, toen de gotiek minder overheersend en de architectuurstijl meer eclectisch werd, tot 1914, toen de bouwactiviteit tot stilstand kwam als gevolg van de Eerste Wereldoorlog. De stijl is te herkennen aan de uitbundige of opulente en monumentale kwaliteiten. Edwardiaanse architectuur weerspiegelt de ontwikkeling van verschillende architectuurbewegingen, te weten de barok en het neoclassicisme, de Beaux-Arts en de Arts and Crafts-beweging.
Elke vorm van verklaring waarmee personen aangeven dat zij naar geweten verplicht zijn een daad getrouw en naar waarheid uit te voeren. Ook bevestigingen van de waarheid van een uitspraak die voor een getuigenis worden gegeven, bijvoorbeeld bij een rechtbank.
Verwijst naar tekeningen die zijn gemaakt vanuit een centraal perspectief of één-puntsperspectief, een lineair perspectiefsysteem met één verdwijnpunt waardoor het lijkt alsof de beeldelementen geleidelijk in de diepte verlopen. Het verdwijnpunt bevindt zich meestal in of nabij het midden van de compositie.
In talrijke soorten onderscheiden familie van de eendachtige vogels
Te gebruiken voor luchtvaartuigen waarvan de horizontale stabilisatoren, die worden gebruikt voor stabiliteit en besturing, zich vóór de hoofdvleugels bevinden.
Verwijst naar de periode in Egypte van circa 343 tot 323 v. Chr. Tijdens deze periode wordt Egypte heroverd door de Perzen. Verder is er weinig bekend over de kunst en architectuur.
Fluit met twee vingergaten en een duimgat. Gewoonlijk werd een trommel gespeeld in de andere hand. Het was door overblazen mogelijk een volledige diatonische toonladder te spelen. Heel wat volkse wijsjes en dansen lagen daardoor binnen het speelbereik.
Orde van 10 families met ongeveer 202 soorten, waaronder giraffen, kamelen, herten, rundvee, varkens, schapen, geiten en verwante soorten. Het gewicht van de dieren wordt gelijk gedragen door de derde en vierde teen, en niet vooral of geheel door de derde. De astragalus (een bot in het spronggewricht) bevat een soort dubbele katrol, waardoor de poot flexibeler is.
Afwezigheid van ingewikkelde of overmatige versiering in vorm, structuur of verschijning.
Hulp of behandeling die in noodsituaties wordt verleend aan iemand die gewond is of plotseling ziek is geworden, voordat medische dienstverlening ter plekke is of kan worden bereikt.
Verwijst naar de eerste onderscheiden fase van de Spaanse platereske stijl, vanaf de late 15e eeuw. De fase wordt gekenmerkt door het samenvloeien van de flamboyante gotische en traditionele Spaanse stijlen. De stijl vertoont overlapping met de Isabella-stijl.
Verwijst naar de periode van circa 2150 tot 2018 v. Chr. in Egypte, tijdens de heerschappij van de zevende tot de tiende dynastie. Sommige bronnen laten deze periode pas beginnen met de negende dynastie, rond 2130 v. Chr. Tijdens de Eerste tussenperiode voltrok zich een machtsverschuiving van de stad Memphis naar Heracleopolis en later naar Thebe. De periode wordt over het algemeen gekenmerkt door onduidelijkheid en anarchie, hetgeen verklaart waarom maar weinig kunst en architectuur uit deze tijd bewaard is gebleven.
Verzamelingen van kook- en eetgerei die oorspronkelijk werden gebruikt door soldaten in het veld, meestal bestaand uit een bord, een beker, vork, mes en lepel.
Aanduiding voor (kleine) restaurants.
Dunne, taps toelopende stokjes, vaak van hout of ivoor gemaakt, die in één hand tussen de duim en vingers worden vastgehouden en worden gebruikt tijdens het bereiden of eten van voedsel. Worden voornamelijk gebruikt in China, Japan en andere Aziatische landen.
Grote eetruimten. Gebruik voor eetzalen van universiteiten 'mensa's'.
Te gebruiken voor maskerades die worden gehouden door het geheime genootschap Gelede van het Yorubavolk in West-Afrika, bestaande uit uitvoeringen van liederen waarin oudere vrouwen uit de gemeenschap worden geëerd, en uit satirisch commentaar op belangrijke figuren, gebeurtenissen en moreel gedrag; de maskerades vinden plaats op de openingsavond van het jaarlijkse festival van het genootschap en duren de hele nacht.
Certificaten van een naamloze vennootschap of een maatschappij op aandelen die bewijzen dat een genoemde persoon eigenaar is van het aangegeven aantal aandelen.
Een weefprocedé waarbij iedere inslagdraad altijd afwisselend over en onder elke volgende kettingdraad loopt. Beide zijden van dergelijke weefsels hebben dezelfde structuur.
Fluweel waarvan de pool het gehele oppervlak van de eigenlijke stof bedekt.
Spitsmuisachtige, insectenetende zoogdieren van boven met stijve korte borstels bezet; in gevaar rolt hij zich als een bal tezamen en zet de stekels overeind.
Shell white pigment dat wordt verkregen uit de schaal van vogeleieren.
Leden van een genus waartoe ongeveer 10 levende soorten reigers, langpotige waterloopvogels, behoren. De meeste zilverreigers hebben een wit vederdek en ontwikkelen lange sierpluimen voor het broedseizoen. Met de term 'zilverreiger' wordt soms verwezen naar vogels met een soortgelijk uiterlijk die tot andere genera behoren.
B Verwijst naar de stijl in de Amerikaanse en Europese architectuur en kunstnijverheid die te dateren is tussen de late 18de eeuw en vroege 19de eeuw en die werd beïnvloed door de publicaties over Egypte en de veldtochten van Napoleon. De stijl kenmerkt zich door het gebruik van Egyptische vormen en motieven, waaronder obelisken, piramiden, hiërogliefen, gevleugelde zonnen, sfinxen, papyri en lotusknoppen.
Verwijst naar de cultuur die in de oudheid is ontstaan in het Nijldal in het tegenwoordige Egypte.
De studie van het Egypte uit de faraotijd, de periode tussen circa 4500 v. Chr. tot 641 n. Chr. De basis van de egyptologie werd gelegd met de publicatie van het werk 'Description de l’Égypte’ (1809-1828) door de onderzoekers die met Napoleon Bonaparte waren meegereisd bij diens verovering van Egypte (1798-1801). Daardoor konden Europese onderzoekers over enorme hoeveelheden bronmateriaal beschikken.
Een subtractief kleurveranderingsprocédé waarbij gebruik wordt gemaakt van een film met een integraal tripack, waarbij elke laag verfstoffen bevat die passen bij de kleurgevoeligheid van de laag. Het beeld wordt gevormd door het chromogene procédé.
Verwijst naar de periode van ongeveer het 4de tot het 1ste millennium v. Chr., de bloeitijd van de oude staat Elam in de streek van het huidige Fars en Khuzistan in het zuidwesten van Iran.
Pleistergereedschap van zeer flexibel koolstofstaal. Worden gebruikt bij het afwerken van pleister.
Het verplaatsen van mensen of dingen van één verblijfplaats of redelijk permanente locatie naar een andere, om hun welzijn of veiligheid te waarborgen of te verbeteren.
Riemen die elektrische stroom geleidden naar het lichaam. In de negentiende en twintigste eeuw prees men ze aan om hun geneeskrachtige werking, maar die is nooit wetenschappelijk bewezen.
Sombere, melancholieke of treurige gedichten, met name klaagliederen of liederen die bij een begrafenisplechtigheid ten gehore worden gebracht.
Wordt gebruikt voor alle lasmethoden waarbij elektriciteit als krachtbron wordt gebruikt.
De grootschalige productie van elektriciteit voor industrieel, residentieel of plattelandsgebruik, vaak in vaste, niet verplaatsbare fabrieken die zijn ontworpen voor dit doeleinde.
Te gebruiken voor locomotieven waarbij de bron van de drijfkracht elektriciteit is die ter plekke wordt opgewekt of die wordt verkregen via leidingen boven de locomotief of een derde rail.
Ovens waarin door middel van elektriciteit zeer hoge temperaturen worden geproduceerd, vooral gebruikt voor het smeden van legeringen en vuurvaste materialen.
Tak van de scheikunde die zich bezighoudt met de relatie tussen elektriciteit en de chemische verandering en met de interconversie van chemische en elektrische energie.
Bij het passeren van een elektrische stroom een kleurwijziging ondergaand of veranderend van transparant in een heldere kleur. Een kenmerkend materiaal dat met deze eigenschap is vervaardigd, is vensterglas.
Muziekinstrumenten waarbij trillingen worden voortgebracht die pas als geluid waarneembaar zijn nadat ze door elektrische circuits zijn geleid die uitmonden in luidsprekers.
Het maken van afbeeldingen door veranderingen in de elektrische eigenschappen van het gevoelige materiaal, onder invloed van licht.
Het verschijnsel waarbij elektronengolven, die door de regelmatig geplaatste atomen in een substantie zijn verspreid, buigingspatronen vormen die kenmerkend zijn voor die substantie.
Microscopen waarin een elektronenbundel met behulp van magnetische en elektrostatische lenzen wordt gericht op een specimen en daardoor wordt verstrooid, zodat een beeld ontstaat. Het oplossend vermogen en de vergroting van een elektronenmicroscoop zijn veel groter dan wat mogelijk is met een optische microscoop. Het specimen moet worden onderzocht in een vacuüm, wat speciale preparatietechnieken vereist, en de elektronen worden gewoonlijk gericht op een fluorescerend scherm (voor directe weergave) of op een fotografische plaat.
De tak van de natuurkunde die de studie omvat van het gedrag en het reguleren van elektronen die door halfgeleiders, luchtledige ruimtes of gassen stromen, en het ontwerpen en toepassen van instrumenten en systemen waarvan de werking geheel of gedeeltelijk afhangt van de kenmerken en het gedrag van elektronen.
Wordt gebruikt voor klokken die lopen op hele kleine synchrone motortjes met een permanente magneet en elektronische schakelsystemen.
Reproducties in elektronische vorm van afbeeldingen, boeken en andere intellectuele eigendommen, onder meer bedoeld om online te bekijken.
Plotters waarin papier onder een rij kleine metalen tandjes doorglijdt die een elektrostatische lading achterlaten, die vervolgens de inkt aantrekt.
Tak van de techniek die zich bezighoudt met de praktische toepassing van elektriciteit, vooral met het ontwerpen en bouwen van elektrische apparaatjes, het geleiden van elektrische kracht en communicatiemiddelen.
In de natuur voorkomende legering van zilver en goud. Het stond ook bekend onder Egyptische naam Asem en er werd gedacht dat het een elementair metaal was, tot de Romeinen het maakten als legering.
Verwijst naar de Hollandse stijl die is voortgekomen uit de theorieën van de beweging De Stijl in de jaren 20 van de 20ste eeuw. Op basis van de neoplastische bedenkingen tegen rechte hoeken en rechte lijnen wordt in deze stijl afstand gedaan van de relatie tussen horizontalen, verticalen en het beeldvlak, en worden de diagonaal in ere hersteld om meer dynamische composities te bereiken.
Eenvoudige chemische substanties die zijn samengesteld uit één soort atoom en die niet kunnen worden afgebroken, veranderd of ontbonden door gewone fysische of chemische middelen. Ze vormen de fundamentele chemische onderdelen van verbindingen en uiteindelijk van alle waarneembare materie in het heelal.
Verplaatsbare laadbanden die gebruik maken van een rij kleine emmers aan een rolketting om afgegraven aarde of stenen naar de dumpplaats te brengen.
Verwijst naar de periode in Egypte van circa 2081 tot 1938 v. Chr., hoewel het land pas in 2008 werd herenigd en het Middel Rijk ontstond. Hoewel het zuidelijke Thebe de hoofdstad van de dynastie was, veroorzaakte de hereniging een terugkeer naar de artistieke tradities die aan het noorden worden toegeschreven, en een algehele eenvormigheid van stijl als gevolg van het centrale gezag over de koninklijke werkplaatsen.
Het geloven in, en pleiten voor, leiderschap of gezag van een elite.
Verwijst naar de Engelse stijl in de architectuur en kunstnijverheid zoals voortgebracht tijdens de regering van koningin Elizabeth I van 1551 tot 1603. Deze stijl is een combinatie van gotiek, Italiaanse Renaissance, Vlaams en Frans maniërisme en lokale stijlen, en wordt gekenmerkt door overdadige silhouetten in de architectuur, met elementen als fioelen, druipers en vlechtbandmotieven, en in de kunstnijverheid door rijk versierde oppervlakken.
Verwijst naar de Engelse stijl in de architectuur, binnenhuisarchitectuur en kunstnijverheid van de jaren 30 tot 60 van de 19de eeuw, die teruggrijpt naar de Elizabethaanse periode in de 16de eeuw. Architecten namen een reeks Elizabethaanse bouwkundige vormen over, waaronder geveltoppen, achthoekige torentjes en glas-in-loodramen, terwijl ontwerpers vijfpassen, vlechtbandmotieven en familiewapens toepasten in meubilair, zilverwerk en keramiek.
Geometrische vlakke figuren die ontstaan wanneer een kegel schuin wordt doorsneden in een vlak dat een kleinere hoek vormt met het grondvlak dan de hoek die de zijkant van de kegel met het grondvlak vormt.
Met de vorm of omtrek van een ellips, de figuur die ontstaat wanneer een kegel schuin wordt doorsneden in een vlak dat een kleinere hoek vormt met het grondvlak dan dat de zijkant van de kegel met het grondvlak vormt.
Genus dat uit circa 20 soorten sierheesters en bomen bestaat. Het verspreidingsgebied beperkt zich hoofdzakelijk tot gematigde streken in het noordelijk halfrond, maar komen in het zuidelijk halfrond voor in de gehele Andes tot circa de 20ste breedtegraad. Alleen op het Amerikaanse continent worden leden van deze familie langs gebergten tot op het zuidelijk halfrond aangetroffen. De els onderscheidt zich van de berk doordat hij vaak gesteelde winterknoppen heeft en door de kegels (elzenproppen) die op de tak blijven zitten nadat ze de kleine, gevleugelde noten hebben laten vallen. De schubachtige schors is bij sommige soorten grijsbruin van kleur, terwijl hij bij andere soorten bijna wit is. De ovale bladeren zijn afwisselend geplaatst en hebben vaak ondiepe lobben; ze zijn kleverig wanneer ze zich ontvouwen en glanzend wanneer ze rijp zijn, en vallen zonder van kleur te veranderen. Mannelijke en vrouwelijke bloemen bevinden zich in afzonderlijke katjes op dezelfde boom. Ze ontstaan in de zomer en bloeien doorgaans in het volgende voorjaar, voordat de bladeren opengaan.
Procedé voor het scheiden van fijnere deeltjes in een mengsel van grovere deeltjes door ze te wassen of over te schenken; vaak gebruikt in keramiek om een meer fijnkorrelig stuk klei te maken.
Cultuur en stijl van de Elymianen, oude bewoners van het uiterste westen van Sicilië die volgens klassieke schrijvers van Trojaanse komaf waren. Hun voornaamste centra waren bij Segesta en bij Eryx (Erice). Ze zijn in de Vroege IJzertijd (ca. 1000 tot ca. 500 v.Chr.) archeologisch gezien niet te onderscheiden van hun buren, de Sicani. Ze werden sterk beïnvloed door de stijl van Griekse kolonisten van Sicilië.
Genus van ongeveer 50 soorten overblijvende weidegrassen die voorkomen in de gematigde en koele gebieden op het noordelijk halfrond.
Een dunne stalen priem met ronde of driehoekige doorsnede gebruikt om bij het naaien kleine gaten te maken in leer. Ze kan recht of gebogen zijn.
Een meestal ondoorzichtig, glasachtig deklaagje hoofdzakelijk bestaande uit kwarts, veldspaat, klei, natriumcarbonaat en borax, dat door inbranding wordt aangebracht op ondergronden van met name metaal, keramiek of glas; het glanst als het hard is geworden.
Verwijst naar de stijl in de kunst en architectuur die vanaf het eind van de 14de eeuw tot aan het midden van de 16de eeuw bloeide in Portugal en zijn kolonies. De stijl is genoemd naar Manuel I, koning van Portugal (van 1495-1521). De stijl groeide uit tot nationale stijl die zich bewust van de Spaanse stijl afzette. De stijl kenmerkt zich door de vermenging van de laatgotische stijl met inventieve verwijzingen naar Portugese reizen, die vooral tot uiting komen in de symboliek en de overdadige ornamenten. Nieuwe thema’s bestaan uit weelderige bladachtige en nautische motieven en verwijzingen naar het exotische, waaronder de islamitische kunst.
Verslaggevers in een oorlogsgebied die zijn toegewezen aan en rondtrekken met een militaire eenheid.
Onderscheidende plaatjes, insignes of tekens met een helmteken, wapenbeeld of een ander symbool dat door individuen of groepen werd gedragen of dat men op eigendommen bevestigde, met name de tekens die aangaven dat iemand eigenaar was van een adellijk huis of als dienaar bij dat huis hoorde, ongeacht of hij wapens droeg of niet.
Meestal afbeeldingen, ontwerpen, motto's, of een combinatie daarvan, die individuen, groepen en soms bedrijven als onderscheidingsteken gebruiken, en die vaak bedoeld zijn om een bepaalde afkomst of kwaliteit over te brengen. Zie 'logo's' voor emblemen die in hoofdzaak uit een symbool of een afbeelding bestaan, vaak als handelsmerk worden gebruikt en zijn ontworpen om een product, bedrijf of organisatie snel te herkennen. Zie 'insignes (emblemen)' voor emblemen die specifiek aangeven dat een persoon of object tot een groep of organisatie behoort, waaruit soms ook rang of functie blijkt.
Voorwerpen of voorstellingen van voorwerpen die symbool staan voor andere voorwerpen of ideeën, vooral door duidelijke toepasselijkheid of associatie, zoals een weegschaal als symbool voor gerechtigheid. Gebruik 'emblemata' voor allegorische voorstellingen met een motto en een bijschrift.
Allegorische voorstellingen, meestal voorzien van een motto en een bijschrift; kwamen vooral vaak voor in de 16e en 17e eeuw. Te onderscheiden van 'emblemen (symbolen)', die eenvoudiger symbolische voorwerpen of voorstellingen van voorwerpen zijn.
Gebieden in het islamitische Midden-Oosten onder het bestuur van een emir, of een sjeik zoals in de Verenigde Arabische Emiraten.
Typisch cilindrische of bijna cilindrische vaten, meestal van metaal of plastic, voor het opvangen, bevatten of dragen van vloeistoffen of vaste stoffen, en die meestal een beugelhandvat hebben en soms een los deksel.
Verwijst naar een complex fenomeen en een hoedanigheid van bewustzijn, gekenmerkt door de synthese of combinatie van subjectieve ervaringen en waarnemingen, expressieve fysiologische en psychologische gedragingen, en de prikkeling of stimulering van het zenuwstelsel. In psychologisch onderzoek wordt het begrip geassocieerd met ideeën over persoonlijke vorming, rationeel en irrationeel denken, en cognitieve motivatie.
Verwijst naar de stijl in de kunstnijverheid, binnenhuisarchitectuur, architectuur en kleding, die zich tijdens en na het Napoleontische keizerrijk (1804-1814) vanuit Frankrijk over delen van Europa en de Verenigde Staten verspreidde. Net als de voorafgaande Directoire- en Consulaatstijlen wordt deze stijl gekenmerkt door zware neoclassicistische vormen en overvloedig gebruik van draperieën. De stijl onderscheidt zich echter door het gebruik van Napoleontische motieven die verwijzen naar de macht en de persoonlijke smaak van de keizer, zoals de bij, de letter N, adelaars, kransen en de zwaan van keizerin Josephine.
Metselwerk van behouwen steen waarbij de tussenliggende voegen opgevuld zijn met breuksteen en mortel. Overdwarse lagen van steen dienen als bindstenen. Geïntroduceerd door de Oude Grieken en overgenomen door de Romeinen.
De suspensie van druppeltjes van een vloeistof in een andere vloeistof, waarbij de eerste vloeistof niet oplosbaar is. Het kan ook een mengsel zijn van een vaste of halfvaste substantie met een vloeistof, soms met behulp van een emulgator. In de fotografie duidt het op het mengsel van bindmiddel en uiteindelijk afbeeldingsmateriaal.
De eigenschap van een beeld, gebouw of ander bouwwerk dat is ontworpen om recht van voren te worden aanschouwd; in picturale composities komt deze eigenschap voort uit figuren die direct naar de voorkant toegekeerd zijn.
Tuinen die zijn ontworpen voor gebruik door gehandicapten of ouderen, met eigenschappen als gemakkelijk toegankelijke en duidelijk aangegeven paden, bloemenperken, rustlocaties en planten met meer geur en textuur. Gebruik 'therapeutische tuinen' voor tuinen die zijn ontworpen voor verbetering of behoud van de lichamelijke en mentale gezondheid van zieken of gewonden.
Schaven waarvan de beitel schuin is geplaatst. Worden gebruikt om dwars over de houtnerf groeven te maken.
Te gebruiken voor de schildertechniek met pigmenten die zijn opgelost in gesmolten was. Het wordt warm aangebracht op panelen of muren met een borstel of een spatel en gefixeerd door met een warmtebron over het oppervlak te gaan om de verf permanent te smelten en vast te zetten. Deze oude techniek was vooral populair in het oude Griekenland. De Engelse term is afgeleid van het Grieks en betekent 'ingebrand'. Hoewel de techniek in de 8ste en 9de eeuw in onbruik raakte, zijn er ook tegenwoordig nog exponenten ervan. Gebruik 'versieringen inbranden' voor de techniek van het versieren van klei.
Kleine, driehoekige wandkasten die zijn bestemd om in een hoek te staan. Ze worden meestal per paar gemaakt en passen vaak bij een commode.
Steen waarvan de uiteinden met een draad zijn afgesneden.
Beschrijft werk dat is vervaardigd door het gelijknamige Afrikaanse volk dat leeft in de Keniaanse regio Grote Rift vallei, in het district Elgeyo Marakwet.
Over het algemeen de kracht om iets te doen; nauwkeurig gezien is het een hoeveelheid met afmetingen die kan worden weergegeven als massa maal lengte in het kwadraat gedeeld door tijd in het kwadraat.
Het zuinig en efficiënt omgaan met energiebronnen, om zodoende eindige energievoorraden langer te kunnen gebruiken of om hernieuwbare energievoorraden zo kosteneffectief mogelijk te gebruiken.
Wordt gebruikt voor complexen van gebouwen of andere bouwwerken met apparatuur voor het opwekken van elektriciteit.
Een seismisch ontwerpsysteem met een mechanisme dat tussen de grond en het fundament van een bouwsel is aangebracht om de gevolgen van een aardbeving te verminderen.
Gelaagde ruches van kant of ander stof die dienst doen als manchetten; waren vooral in de mode aan het eind van de 17e eeuw. Ook afneembare ondermouwen afgezet met kant of borduurwerk, die halverwege de 19e eeuw in de mode waren.
Middelgrote soort bergspar die op grote hoogte groeit. Hij is inheems in het westen van Noord-Amerika, van British Columbia en Alberta in Canada tot Californië, Arizona en New Mexico in de Verenigde Staten. De soort groeit ook hier en daar in Mexico.
Verwijst naar de cultuur van het moderne Engeland, of in het algemeen naar de culturen van het zuidelijke deel van het eiland Groot-Brittannië, gewoonlijk met uitsluiting van Wales. De term kan ook verwijzen naar de cultuur van de Angelen, een van de Teutoonse volkeren die zich in Engeland vestigden in de 5de eeuw n. Chr. De term wordt soms gebruikt om te verwijzen naar de cultuur van de gehele natie van het Verenigd Koninkrijk, hoewel Engeland strikt genomen een bestuurlijk onderdeel is van het Verenigd Koninkrijk.
Hout van de boom behorende tot de soort Juglans regia, inheems in het Himalayagebied, Iran, Libanon, Klein-Azië en Griekenland. De boom werd rond het midden van de 15de eeuw in Groot-Brittannië ingevoerd. De kleurverschillen zijn groot, met spint dat een lichte strokleur heeft en grijsbruin kernhout, terwijl gekleurd infiltraat voor een donkerkleurig dooraderd effect zorgt. Het hout wordt gebruikt voor meubels en kabinetten. Gebruik 'Amerikaans notenhout' voor het donkerdere hout van de soort Junglans nigra die in het oosten van de Verenigde Staten voorkomt.
Weelderige kantsoort die een combinatie van klos- en naaldkant is: de gesloten delen worden in Brusselse Duchesse geklost, de opvul tussen de motieven is een lichte gaasgrond die met de naald wordt gemaakt. Kenmerkend zijn ook de sierlijke tekeningen met motieven uit de natuur en de grote diversiteit aan elegante versieringen zoals sterretjes, ringetjes, reliëfs en openluchtjes die zowel in klos- als naaldkant worden aangebracht.
Slibglazuur dat meestal met een kwast of door dompelen wordt aangebracht op een voorwerp van klei, om een glad oppervlak te verkrijgen waarop ander glazuur of decoraties kunnen worden aangebracht; bevat zowel kleuroxides als klei, veldspaat en silica.
Fijne klei die, wanneer gemengd met water, resulteert in een romige vloeistof; wordt gebruikt bij het gieten, glazuren, versieren en repareren van keramiek. In de oorspronkelijke staat is het flexibel genoeg om te kunnen worden gebruikt voor glazuren en versieren zonder de hulp van toevoegsels. Gebruik 'slibglazuur' voor keramisch glazuur met een hoog gehalte aan slib.
Algemene term voor aardewerk dat hoofdzakelijk is gedecoreerd met één of meer klei-engobes met een hoger of lager ijzergehalte dan de klei van het aardewerk zelf. Engobewerk kan worden gedecoreerd door engobe te gieten, te dippen, te beschilderen, te bestrijken of met pipet te decoreren op de ongebakken en soms één keer gebakken romp. Na het aanbrengen kan de engobe worden gemanipuleerd door het stuk te draaien, door de engobe met een kam of veer tot een regelmatiger dessin te vormen of, nadat het tot een kleverige massa is gedroogd, met de sgraffitotechniek te beeldsnijden. Dippen, met pipet decoreren en marmeren zijn andere veel gebruikte technieken bij met engobe gedecoreerde keramiek. Het aanbrengen van engobe gaat vrijwel altijd aan het glazuren vooraf.
Bouwcontracten waar al het werk wordt uitgevoerd onder de verantwoordelijkheid van één hoofdaannemer.
Verwijst naar schermen die bestaan uit één paneel, doorgaans gemaakt van hout met lage poten. Het enkelvoudige scherm is in het algemeen de kleinste van de drie typen schermen in Oost-Azië. Enkelvoudige schermen uit China werden in standaards geplaatst en doorgaans gelakt; de panelen bevatten vaak een geschilderd tafereel, jadepaneel of spiegel. In Japan werden dergelijke panelen vaak vast gemonteerd en bij de ingang van een huis gebruikt als statussymbool of om aan te geven dat er een ceremonie aan de gang was.
Een licht stijgende bolle kromming in de taps toelopende lijn van kolommen, bedoeld om de illusie van holheid in een rechte of regelmatig taps toelopende kolom te voorkomen.
Omvat de hoeveelheid energie die niet beschikbaar is om werk mee uit te voeren in een systeem, maar ook de uiteindelijke toestand van de degeneratie van materie en energie in het heelal.
Te gebruiken voor rechthoekige, platte houders gemaakt van buigzaam materiaal dat zo is gevouwen dat er overlappende randen ontstaan die op twee of drie punten aan elkaar gehecht worden; meestal af te sluiten met een klep en bedoeld voor kleine voorwerpen of documenten.
Te gebruiken voor het festival van dans en maskerades dat om de twee jaar in maart gehouden wordt door het Yorubavolk in West-Afrika om de vruchtbaarheid en het welzijn van de gemeenschap te bevorderen en om belangrijke personen en gebeurtenissen in de geschiedenis van de gemeenschap te eren.
Tafelmiddenstukken, vaak met verdiepingen en rijkbewerkt, bestaande uit een metalen standaard met borden, vazen of kandelaars van zilver, glas of porselein, om fruit, bloemen, snoepgoed en dergelijke op of in te doen; vervaardigd in de late 17e en 18e eeuw.
Wordt gebruikt voor versieringen die aangetroffen worden op de gepunte uiteinden van dakranden.
Liturgisch kledingstuk dat in sommige Oosters-orthodoxe kerken wordt gedragen als teken van onderscheiding of autoriteit. Het bestaat uit een ruitvormig, stijf stuk stof dat langs de rechterkant van het lichaam hangt onder het middel.
Familie van zeedieren die van verwante soorten is te onderscheiden doordat ze alleen aan de rechterkant van het lichaam geslachtsklieren hebben.
De studie en interpretatie van oude inscripties, inclusief geschreven teksten, tekeningen en willekeurige krassen gekerft in steen, klei, metaal of andere harde oppervlakken. Gebruik `paleografie' voor de meer algemene studie van oude manieren van schrijven.
Zij die zich bezighouden met de studie en interpretatie van oude inscripties, waaronder schrift, afbeeldingen en willekeurige krassen, in steen, klei, metaal of andere harde oppervlakken.
Verwijst naar oude Griekse dij- en kniebeschermers van wolbewerkers. Zij hebben de vorm van een halve cilinder van dik terracotta, aan één uiteinde open en aan het andere gesloten, waarvan het gesloten einde aansluit op de knie. Het precieze gebruik is onzeker, maar op enig moment tijdens de wolmakerij, na het kaarden en wellicht voor het spinnen, werden de vezels langs de bovenkant van een epinetron, ruw gemaakt met een ingesneden patroon, gewreven. Het knie-einde was soms versierd met een geperst vrouwenhoofd, toepasselijk aangezien weven en wolbewerking werden beoefend door vrouwen. Sommige van de met figuren versierde en uitvoeriger beschilderde epinetra werden waarschijnlijk als huwelijksgeschenken aan jonge vrouwen gegeven. Hoewel de term ‘onos’ vaak als synoniem van epinetron wordt gebruikt, was een onos een voetsteun voor wolbewerkers.
Snaarinstrumenten uit Frankrijk, met een lange, geleidelijk smaller wordende, ondiepe klankkast met één hartvormig en één rozet klankgat. Ze hebben twee melodiesnaren, drie bourdonsnaren en vaste fretten.
Verwijst naar een overgangsfase tussen paleolithische en neolithische culturen. Dit concept verschilt van ‘mesolithisch’ doordat het meestal wordt toegespitst op de cultuur in het oosten van Europa en veeleer de nadruk legt op de continuïteit van eerder begonnen processen dan op uitgesproken vernieuwingen die zich in deze periode hebben ontwikkeld.
De bovenverdiepingen van de scène-opbouw in de oude Griekse en Romeinse theaters.
Tak van de filosofie die de aard, oorsprong, beperkingen en geldigheid van menselijke kennis bestudeert.
Zij die de aard, oorsprong, reikwijdte en validiteit van de menselijke kennis bestuderen.
Oosters-orthodoxe religieuze stola waarvan de twee uiteinden aan elkaar zijn vastgenaaid en recht naar beneden hangen, tot op de knieën of tot de grond, met een opening aan de bovenkant voor het hoofd. De voorkant kan ook van één stuk stof zijn gemaakt in plaats van twee aparte stukken. De sticharion en epitrachelion worden bijeengehouden door de zone (gordel), een smalle riem van wollen stof met gespen. Het verschil met stola's uit de westerse kerk is erin gelegen dat het epitrachelion recht hangt en niet gekruist over de borst.
Lange, verhalende gedichten waarin de avonturen en wapenfeiten van één of meer heroïsche figuren, die dikwijls verband houden met het redden of stichten van een staat, uitvoerig worden bezongen.
Voor de kunstenaar gemaakte afdrukken die apart van de oplage zijn genummerd, maar doorgaans wel gelijk met de oplage zijn geproduceerd. De afdrukken zijn meestal gesigneerd en op een bijzondere manier onderscheiden, en worden vaak verkocht tegen overdreven hoge prijzen. Afdrukken voor de kunstenaar zijn dikwijls de eerste tien tot twintig afdrukken van een serie. Het aantal afdrukken voor de kunstenaar benadert soms het aantal van de hoofdoplage, maar deze praktijk wordt als onethisch beschouwd.
Verwijst in algemene zin naar afdrukken van een plaat of blok die meestal voorafgaand aan de reguliere uitgave zijn gemaakt, teneinde de voortgang van een werk te corrigeren of te controleren, of er iets aan toe te voegen. Vroeger verwees de term ‘drukproeven’ feitelijk naar proefdrukken die werden gemaakt voordat het werk aan de plaat of het blok was voltooid. Sinds de 18de eeuw zijn algemeen gebruikte begrippen: afdrukken avant la lettre, afdrukken voor de kunstenaar, afdrukken met remarque en drukkerstesten; dit zijn typen proefdrukken die bewust zijn gemaakt om tegen hogere prijzen te worden verkocht; het zijn dan ook geen drukproeven in de zuivere betekenis van het woord. De term wordt soms incorrect gebruikt als synoniem voor 'afdrukken'.
Familie van slijmprikken die zich van de slijmprikkenfamilie Myxinidae onderscheiden door de aanwezigheid van kieuwen die afzonderlijk aan het oppervlak openen en dus niet aan iedere zijde.
Verwijst naar door de overheid onderhouden kerkhoven voor personen die eervol in de krijgsmacht hebben gediend. Wordt meestal gebruikt in deze context in de Verenigde Staten.
Oorspronkelijk in de Romeinse tijd vrijstaande poorten of bogen ter ere van zegevierende veldheren of keizers; thans erepoorten.
In het algemeen te gebruiken voor degenen die vastgoed of een rang overerven na de dood van de vorige eigenaar, of daartoe bij testament of bij wet zijn aangewezen. In het bijzonder te gebruiken voor personen die volgens de wet van intestaten erven.
Grote en gevarieerde orde van dicotyledonen (bloeiende planten met twee cotylen of zaadlobben) zoals de theeplant, dadelpruim, bosbes, paranootboom en azalea. In sommige oudere classificaties werden de families in deze orde verspreid over verschillende aparte ordes, zoals de orde Ebenales.
Verwijst naar de fase in de Oebaid-periode in zuidelijk Mesopotamië van circa 5500 tot 5000 v.Chr. Deze fase is genoemd naar het aardewerk dat is gevonden in de vroegste lagen van de opgraving in Eridoe. Het aardewerk is van een fijn monochroom type dat op beperkte schaal verspreid is in het zuiden van Mesopotamië.
Instrumenten voor het opmeten van de diameter van zeer kleine deeltjes of vezels op basis van een meting van het diffractiepatroon dat zij produceren in monochromatisch licht.
Kleine koepels die in hoeken uitsteken bovenop torens of parapetten, meestal als onderdeel van een vestingwerk.
Verwijst naar de periode en de stijlen die worden gerekend tot de Chinese cultuur in de Vroege Bronstijd, van de eerste helft van het 2e millennium v. Chr. Genoemd naar het plaatsje Erlitou, dat ligt in de tegenwoordige provincie Henan, vlak bij de moderne stad Luoyang. De belangrijkste kunst die hier tijdens deze periode werd vervaardigd bestond uit rituele vazen van brons of jade, kleine plakken die waren ingelegd met kleine stukjes turquoise, en een kleine hoeveelheid gereedschap en wapens.
Afbeelding of beschrijving van de seksuele liefde. Gebruik 'pornografie' voor de afbeelding of beschrijving van seksuele handelingen in een context van uitbuiting, misbruik of gewelddadigheid.
Verwijst naar een vorm van nijverheid die gereedschap voortbracht en die is genoemd naar een archeologische vindplaats in Ertebølle (Denemarken). Deze wordt in Noord-Europa aangetroffen van circa 9000 tot 3500 v. Chr. en veeleer als mesolithisch dan als neolithisch beschouwd vanwege het gebikte in plaats van gepolijste stenen gereedschap en vanwege het feit dat de gebruikers voornamelijk jagers en vissers waren en niet zozeer boeren. De cultuur viel echter gedeeltelijk samen met neolithische nijverheid in Centraal-Europa en vertoonde neolithische ontwikkelingen, zoals het gebruik van composthopen, aardewerk, beitelvormige pijlpunten, vlak- en radiaaltechnieken voor het bewerken van vuursteen, en een zekere mate van landbouw en veeteelt.
Werkers in een smeltoven die ijzererts smelten, gewoonlijk om het metaal af te scheiden.
Grenzen die gebieden afbakenen waar het orthodoxe joden is toegestaan zekere activiteiten te ontplooien die elders op de sabbat verboden zijn, zoals het dragen van persoonlijke zaken buiten het eigen huis. Eruvin maken gebruik van bestaande grenzen, zoals wegen en kanalen, en van palen en draden die worden toegevoegd om de grens compleet te maken.
De wetenschap of de leer van laatste dingen zoals het eind van de geschiedenis of van de huidige wereld, het lot van de ziel na de dood, het laatste oordeel van individuen en het scheppen of herstellen van een volmaakte wereld.
Verwijst in het moderne taalgebruik gewoonlijk naar kleine, draagbare schrijfbureaus die voor het eerst in de 16de eeuw verschenen en uiterst populair waren in het Frankrijk van de 18de eeuw. Kenmerkend is met name de aanwezigheid van een stel laden in een kist, meestal met een schuin geplaatst blad dat aan de onderkant met scharnieren vastzit en kan worden neergeklapt om op te schrijven. Vroeger werden deze kleine draagbare schrijfbureaus ook wel aangeduid als 'secretaires', maar in het moderne taalgebruik verwijst 'secretaires' meestal naar grotere meubelstukken die tegen een muur worden geplaatst.
Spaanse gouden munten uitgegeven sinds het begin van de 16e eeuw, later ook deze en soortgelijke Portugese munten; inmiddels verscheidene munten van Spaans- en Portugeessprekende landen.
Nederzettingsvorm waarbij de bewoning bijna geheel geconcentreerd is in het eigenlijke dorp. Daar omheen liggen de blokken bouwland (essen). In Nederland is een esdorp of brinkdorp een van de dorpsvormen op de zandgronden in Nederland, over het algemeen ontstaan in de Hoge Middeleeuwen. De es was de gemeenschappelijke akker. Vaak ligt deze wat hoger dan het dorp. Die hoge ligging is deels ontstaan door de wijze van bemesting van de essen, en deels doordat de locaties van zichzelf al hoger lagen.
Een helder grasgroene variëteit van beril, zeer geliefd als edelsteen. De naam is afgeleid van het Griekse woord 'smaragdos', dat verwijst naar een aantal stenen die weinig gemeenschappelijk hebben behalve een groene kleur. De smaragd in de Bijbel was vermoedelijk granaat. In oude beschavingen werd de echte smaragd, die al in 2000 v. Chr. uit noordelijk Egypte werd ingevoerd, echter ook zeer gewaardeerd. Griekse smaragdwinners werkten voor Alexander de Grote en Cleopatra. De fysische eigenschappen van smaragd zijn in principe hetzelfde als van beril, waarbij licht slechts matig wordt gebroken en verstrooid. Dit betekent dat geslepen stenen beperkt schitteren. De edelstenen worden in plaats daarvan gewaardeerd om de prachtige kleur, die waarschijnlijk het resultaat is van kleine hoeveelheden chroom. De steen verliest zijn kleur wanneer deze sterk wordt verhit. In de jaren dertig van de 19de eeuw werd voor het eerst synthetische smaragd vervaardigd. Heden ten dage wordt synthetische kristalaangroei gerealiseerd met een hydrothermale methode of een proces van gesmolten verdunningsmiddel. Synthetische kristallen vertonen een sterke gelijkenis met de kristallen in natuurlijke smaragd.
Motieven die bestaan uit vrouwenmaskers met een fraise om het hoofd en onder de kin, populair in de achtiende-eeuwse franse kunstnijverheid uit de Régence.
Pleinen voor kerkgebouwen, die naar de ingang leiden.
Apparaten waarmee men koffie kan maken door kokend water onder druk door fijngemalen koffie te leiden. Men gebruikt ze primair om espresso te maken en andere traditionele Italiaanse koffiedranken.
Kleine kopjes om sterke koffie in te serveren.
Schetsen voor werken van beeldende kunst of architectuur; meer uitgewerkt dan 'voorbereidende schetsen'. Term vooral gebruikt in de context van de Ecole des Beaux-Arts.
Bengaalse vedels die uit één stuk worden gemaakt en een peervormige, aan de voorkant versmalde klankbodem hebben, bedekt met geitenvel. Ze hebben een lange hals bedekt met een holle, houten toets met gebogen metalen fretten; vier hoofdsnaren en vijftien sympatische snaren, alle van metaal.
Verwijst naar groeven in zigzag- of golfvorm aan de onderzijde van (Europees of Schots, maar zelden Engels) zilverwerk, die zijn aangebracht bij het nemen van metaalmonsters voor testdoeleinden. De tekens lijken vaak op de letter N of Z, maar aan de vorm kan geen betekenis worden ontleend.
In het algemeen, vastgelegde gegevens van organisaties die essentieel zijn voor de voortzetting van een bedrijf in gevallen van nood of na een ramp. Gebruik 'registers van de burgerlijke stand' voor openbare gegevens over levensgebeurtenissen die door de overheid of andere autoriteiten worden gegenereerd.
Een kunsttheorie die beweert dat de filosofie van kunst los staat van alle andere filosofieën en dat kunst alleen door haar eigen normen kan worden beoordeeld.
Zij die een studie maken van en schrijven over waarneembare schoonheid in de kunst en de natuur, en de intellectuele en emotionele reacties op schoonheid.
Verwijst naar een Britse beweging die van invloed was op de kunst en architectuur in de jaren 70 en 80 van de 19de eeuw. Na de filosofie van l'art pour l'art achtte de aesthetische beweging de schoonheid en de autonome waarde van de kunst hoger dan didactische doeleinden, verhalende inhoud of betekenisvolle onderwerpen.
Verwijst naar de intellectuele en artistieke stroming onder Mexicaanse schrijvers en kunstenaars als Fermín Revueltas en Diego Rivera in de jaren 20 van de 20ste eeuw. Kenmerkend voor deze stroming is dat zij het kosmopolitisme en de publieke verplichtingen van de kunst centraal stelt, en de academische kunstwereld en het symbolisme minacht. De stroming, die ideeën overnam van futuristische manifesten en Spaanse ultraïstische denkbeelden, veroorzaakte een sterke culturele heropleving op gemeenschapsniveau. De stroming bekritiseerde religiositeit en patriottisme, steunde de Muralismo-stroming in Mexico en prees de USSR als ideologisch model.
Openkast-systeem met planken boven elkaar, waarop kleine voorwerpen worden vertoond. Ze hebben vaak een spiegel aan de achterkant en soms laden of een kastje aan de onderkant.
Grote vaten bestaande uit drie bolvormige flessen, bedoeld om gevuld te worden met verschillend gekleurde vloeistof (meestal water). Werden in de 19e eeuw geplaatst in het raam of op de toonbank van apothekerswinkels om de aandacht van klanten te trekken.
Aromatische olie die in ongemengde vorm wordt gevonden in verscheidene plantendelen; wordt gebruikt voor smaakstoffen, parfums, ontsmettingsmiddelen en medicijnen.
Verwijst naar personen die de waarden bestuderen die verband houden met het menselijke gedrag, met betrekking tot de juist- of onjuistheid van bepaalde handelingen, de goed- of slechtheid van de motieven voor dergelijke handelingen en de resultaten ervan.
Een kleurloze, vluchtige, brandbare en met water vermengbare vloeistof, die gegiste en gedistilleerde dranken hun giftige eigenschappen geeft.
Een kleurloze vloeistof die bijvoorbeeld wordt gebruikt als bron voor colloïdaal silica in hitte- en zuurbestendige coatings, of als beschermlaag voor industriële gebouwen en gietvormen, als hechter voor steen en als bindmiddel.
Kleine lijsten die vast zitten aan een deuroppervlak en die worden gebruikt voor het insteken van naamkaartjes of naamplaatjes.
Stukken papier, leer, stof of kleine tabletten waarop is geschreven en die ergens aan zijn bevestigd ter identificatie of beschrijving. Verwijst in de context van boekbinden specifiek naar papier of ander materiaal, anders dan de kaft van een boek, waarop de naam van de auteur en de titel zijn afgedrukt, die zijn vastgelijmd aan de rug of voorkaft. Voor grotere, meer algemeen identificerende aankondigingen wordt 'herkenningsborden' gebruikt.
De vormen die vereist worden door een goede opvoeding of die zijn voorgeschreven door autoriteiten om te worden nageleefd in het sociale of officiële leven.
Subgroepen binnen een grotere culturele of sociale groep die zich onderscheiden van de meerderheid en van elkaar door hun nationale, religieuze, taalkundige, culturele of soms raciale achtergronden. Gebruik 'minderheden' voor groepen die het doelwit zijn van vooroordelen of discriminatie door de meerderheid.
De neiging om vreemde culturen af te keuren; ook het hierdoor verkregen gevoel van eigen superioriteit.
Mensen die de tak van de culturele antropologie bestuderen of beoefenen waarin het onderzoek naar de cultuurgeschiedenis van bepaalde volkeren centraal staat, en waarbij historische mondelinge en tekstuele documenten, en beelddocumenten de belangrijkste bronnen vormen. Ook te gebruiken voor personen die de eigen overlevering en interpretatie van de geschiedenis van een volk bestuderen.
Tak van de sociale antropologie die de culturele geschiedenis van bepaalde volkeren bestudeert, voornamelijk aan de hand van historische mondelinge, geïllustreerde en geschreven documenten. Ook te gebruiken voor de studie naar de interpretatie van de eigen geschiedenis door een volk.
Verwijst naar de stijl van de artistieke voortbrengselen in Etrurië, het tegenwoordige Toscane en een deel van Umbrië, van de 7de tot de 3de eeuw v. Chr. Tot de kunstwerken van deze cultuur, deels herkenbaar aan de overdadige grafheuvels, behoren bronzen spiegels en stenen grafkisten, muurschilderingen, en beelden in terracotta en brons die zich van de Griekse archaïsche stijl onderscheiden door hun levendige suggestie van beweging en verfijnde versiering. Tot de ontwikkelingen in de architectuur behoren de bouw van leemstenen en houten tempels, gedecoreerd met dakpannen en standbeelden in terracotta. In sommige classificatiesystemen begint de Etruskische cultuur al met de Villanovastijl, die voor het eerst op het Italiaanse schiereiland wordt aangetroffen in de 9de eeuw v. Chr.
Verwijst naar stijlen en culturen op het Italiaanse schiereiland, in het bijzonder in het oude Etrurië, die elementen van de Etruskische cultuur combineren met andere niet-Romeinse of ‘Italische’ culturen.
Boekbanden, meestal van kalfsleer, versierd met patronen en motieven die zijn afgeleid de Etruskisch aardewerk, zoals sleutelpatronen, vazen en palmetten. Ze werden halverwege de 18de eeuw gemeengoed dankzij de boekbinders uit Halifax in het Englese Yorkshire en met name dankzij de familie Edwards.
Verwijst naar de Europese stijl van binnenhuisarchitectuur, meubilair en keramiek in de late 18de eeuw. Deze stijl, voornamelijk afgeleid van de motieven en kleuren van Griekse vazen die destijds werden toegeschreven aan de Etrusken, wordt gekenmerkt door griffioenen, palmetten, harpijen, leeuwen en sfinxen en het gebruik van de kleuren rood, zwart en wit.
Verwijst naar imitaties van handgemaakte kant die zijn gemaakt door het borduren van ontwerpen van katoen op een zijden ondergrond. De zijde wordt vervolgens weggebrand met chloor of natriumhydroxide. Imitatiekant die volgens deze methode werd geproduceerd, dook voor het eerst op in de late 19de eeuw. Etskant lijkt vaak erg op Venetiaanse kant, maar kan worden onderscheiden doordat de knoopsgatsteken van handgemaakte kant ontbreken.
Genus van meer dan 700 soorten groenblijvende bomen die inheems zijn in Australië, Nieuw-Zeeland, Tasmanië en de nabijgelegen eilanden, maar die tegenwoordig worden gehouden in veel subtropische locaties in de hele wereld, onder meer in Californië, Spanje, Zuid-Amerika, India en Zuid-Afrika. Eucalyptushout gebruikt men voor bouwwerken, papier en andere doeleinden. De schors bevat veel tannines en wordt gebruikt voor de productie van leer. Uit droge bladeren van verschillende soorten uit dit genus wint men eucalyptusolie.
Hout van de boom behorende tot het genus Eucalyptus uit de mirtefamilie (Myrtaceae), inheems in Australië, Nieuw-Zeeland, Tasmanië en nabije eilanden. Het wordt gebruikt als brandstof en voor omheiningen.
Van oorsprong middeleeuwse bewaarplaats voor geconsacreerde hosties. Deze holle duif heeft een opening met deksel in zijn rug. Hing aan kettingen aan het gewelf boven het altaar, verbeeldde de Heilige geest en de aanwezigheid van God. De duif kon omhoog getrokken worden, anders gezegd, vanuit de hemel (het gewelf van de kerk) nederdalen op het moment waarop de geconsacreerde hosties werden gebruikt. Zie ook: ciborie, lunuladoos, vasculum, pyxis, ziekenbusje, ziekendoosje.
Klein mes in de vorm van een lans, waarmee het te consacreren brood in stukjes werd gesneden. De vorm verwijst naar de lans waarmee Jezus in zijn zijde werd gestoken. De eucharistische lans werd gebruikt tijdens de misviering volgens de Byzantijnse liturgie.
Instrumenten in de vorm van een fluit, met één open klankbekerachtig uiteinde terwijl het andere uiteinde door een uienschilmembraan is afgesloten en beschermd met een afneembare kap; bespeeld door er in te zingen of te neuriën.
Hout van de boom behorende tot het genus Fagus sylvatica, inheems in het Centraal-Europa en in Groot-Brittannië. De kleuren variëren van zeer vaalbruin tot roodachtig bruin bij het kappen. Het wordt gebruikt voor het maken van allerlei objecten, onder andere meubilair, handvatten voor gereedschap, schrijnwerk en triplex.
Hout van een van de verschillende variëteiten van de soort Fraxinus excelsior. Het hout is witachtig tot lichtbruin van kleur met een roze vlam. Het is een compact, taai en elastisch hout met een rechte nerf en licht grove textuur. Het is matig duurzaam maar gevoelig voor aantasting door insecten. Het hout wordt gebruikt voor ladders, gereedschapsstelen, riemen, stokken, wielen, boten, wapens, meubilair, gym-apparatuur, tennisrackets en hockeysticks.
Hout van de soort genus Ostrya carpinifolia, inheems in Europa. Het wordt lokaal gebruikt voor het maken van afrasteringspalen en kleine dingen zoals handvatten voor gereedschap.
Hout van de boom behorende tot de soort Castanea sativa, inheems in Zuidwest-Europa, Noord-Afrika en Klein-Azië. Het kernhout is geelachtig bruin van kleur en lijkt veel op eikenhout, echter zonder de karakteristieke zilveren nerven. Het wordt gebruikt voor het maken van meubilair, doodskisten, draaiwerk en afrasteringspalen.
Kleine boom of grote heester die waarschijnlijk oorspronkelijk in het gebied rond de Kaukasus en de Kaspische Zee voorkwam. Volgens de vroegste geschriften waarin de pruim wordt vermeld is deze soort zeker 2000 jaar oud. De vrucht is een vleesachtige steenvrucht van uiteenlopend formaat, doorgaans met een paarse, rode of gele schil die een doffe, poederachtige waas heeft als hij rijp is. Het vruchtvlees is zoet en de pit is vrij plat en puntig.
Netelboom die inheems is in mediterrane klimaatzones en elders wordt gebruikt als sierboom. De boom heeft lansvormige grijsgroene bladeren en relatief grote eetbare vruchten. Deze soort is mogelijk de lotus die door auteurs uit de oudheid is omschreven als een boom die zoete en gezonde vruchten produceert.
Smalle en relatief lange, houten of stalen balken die horizontaal een eind boven de grond zijn geplaatst en waarop uitvoerenden evenwichtsoefeningen en gymnastische bewegingen demonstreren.
Te gebruiken voor de geleidelijke ontwikkeling, van generatie op generatie, van levende organismen, van eenvoudige tot complexere vormen, vooral als gesteld in de theorie van Darwin of in alternatieven of wijzigingen hiervan.
Te gebruiken voor de verzameling studies of kennisgebieden die zich bezighouden met de feiten en de fenomenen van de waarneembare of kwantificeerbare wereld, systematisch gerangschikt en de werking van algemene wetten tonend.
Schriftelijke vragen of oefeningen waarin kennis, geschiktheid of vaardigheden worden getoetst.
Het vervaardigen van een vervangend document dat de inhoud samenvat of andere essentiële kwaliteiten beschrijft van een document. Gebruik 'abstractie' voor het proces om visuele vormen minder representatief te maken.
Aanhangsels of uitweidingen waarin aan de hand van passages uit andere werken nader op een bepaald punt of onderwerp wordt ingegaan.
Maatregelen tegen de eigenaar van een perceel die de verplichtingen van een hypothecaire lening of andere bevoorrechte schulden, zoals belastingschulden, niet is nagekomen; wordt gebruikt om de verkoop van het perceel af te dwingen zodat de schuld kan worden betaald .
Het beëindigen van een mensenleven op gerechtelijk bevel.
Enigszins afgescheiden ruimten, die meestal halfcirkelvormig zijn en zitplaatsen hebben. Voornamelijk in Romeinse architectuur.
Een filosofie die is gebaseerd op de overtuiging dat het menselijk bestaan onverklaarbaar is. Existentialisme hecht vooral belang aan de bijzonderheid en de isolatie van het individu in een vijandige en onverschillige wereld, aan keuzevrijheid en aan verantwoordelijkheid voor eigen handelingen.
Het systematisch testen van een hypothese of model, onder gereguleerde omstandigheden, om de eigenschappen, het gedrag en of effecten te ontdekken.
Enkelvoudige stof of mengsel van stoffen; bij de ontleding plant zich een vlam- of schokgolffront door de stof voort met een snelheid van resp. enkele honderden meters tot enkele kilometers per seconde.
Personen die uitstallingen ontwerpen en plannen voor het versieren van straten, kermisterreinen, gebouwen en andere plaatsen voor festiviteiten, bazaars en speciale gelegenheden.
Een standaard, gebaseerd op SGML, voor het verbeteren van elektronische documenten. Hij is ontworpen om eenvoudiger gegevens uit te wisselen via het World Wide Web en biedt gebruikers de mogelijkheid om tags aan te passen.
Wordt gebruikt om onderscheid te kunnen maken tussen het schilderen van draagbare, relatief kleine schilderijen en andere vormen van schilderen, zoals het maken van muurschilderingen, het illumineren van manuscripten, of het decoratief beschilderen van voorwerpen.
Familie van bloeiende planten (angiospermae) binnen de orde Fabales. Fabaceae - de op twee na grootste familie onder de angiospermae na de Orchidaceae (orchideeënfamilie) en de Asteraceae (asterfamilie) - bestaat uit meer dan 700 genera en ongeveer 20.000 soorten bomen, struiken, klimplanten en kruiden. Ze komen voor in de hele wereld. De belangrijkste commerciële soorten zijn Glycine max (soja), Pisum sativum (tuinerwt), Arachis hypogaea (pinda [aardnoot]) en Medicago sativa (alfalfa [luzerne]). De meeste houtige soorten zijn tropisch. Overblijvende (niet-houtige) soorten komen vooral voor in gematigde gebieden. De bladeren zijn meestal veervormig en soms driebladig of gelobd (de bladeren verspreiden zich vanuit een gemeenschappelijke punt). De bladeren van enkele soorten zijn eenvoudig of niet meer dan een dop. De vrucht is meestal een peulvrucht of een peul die openbarst als hij wordt gedroogd, waardoor de zaden vrijkomen.
Orde van tweezaadlobbige bloeiende planten in de groep Rosid I binnen de core eudicots. De orde omvat 4 families (Fabaceae, Polygalaceae, Quillajaceae en Surianaceae), 754 genera en meer dan 20.000 soorten. Meer dan 95 procent van de genera en soorten behoren echter tot Fabaceae, de vlinderbloemenfamilie. Fabaceae is de op twee na grootste familie van angiospermen. Alleen Asteraceae (de composietenfamilie) en Orchidaceae (de orchideeënfamilie) zijn groter. Samen met Poaceae (de grassenfamilie) is Fabaceae de belangrijkste plantenfamilie voor de productie van voedsel voor mensen en vee en tevens voor het vervaardigen van industriële producten.
Aanduiding voor industriële nederzettingen, opzettelijk gebouwd door fabriekseigenaars om arbeiders naar geïsoleerd gelegen of anderszins onaantrekkelijke plaatsen met een minimum aan voorzieningen te trekken.
Verwijst naar een gebouw of groep gebouwen bedoeld als behuizing van activiteiten of processen die leiden tot de fabricage of productie van goederen of andere zaken, vóór of na de Industriële Revolutie die halverwege de 19de eeuw plaatsvond.
Wordt gebruikt om te verwijzen naar een soort aardewerken lamp die in de oudheid als eerste in Italië werd gemaakt en later in Duitsland, Frankrijk en Groot-Brittannië werd geïmiteerd.
Aanduiding voor industriële nederzettingen waarin de werkgelegenheid hoofdzakelijk te vinden is in fabrieken ter vervaardiging van bijvoorbeeld, papier, staal of textiel
Arbeiderswoningen die eigendom zijn van de fabriek.
Te gebruiken voor fabriekseigenaars die een fabriek bezitten of leiden. Gebruik 'makers' voor personen die zelf voorwerpen ontwerpen of vervaardigen, met name voor hun vak of beroep.
Verwijst naar de buitengevels van een gebouw die zich nadrukkelijk in één vlak bevinden en die speciaal lijken te zijn ontworpen om de aandacht te trekken of de aandacht op de entreepartij te vestigen. Te onderscheiden van 'gevels (naar locatie)', waarbij het om iedere zijde of ieder aanzicht van een gebouw of grote inwendige ruimte kan gaan.
Doel van het facet Actoren en organismen is categorisering mogelijk te maken van mensen, groepen mensen en organisaties op basis van beroep of activiteit, lichamelijke of geestelijke kenmerken, of een maatschappelijke rol of situatie. Dit facet bevat ook planten- en dierennamen binnen de hiërarchie Levende organismen.
Het facet 'fysieke kenmerken' bevat de waarneembare of meetbare eigenschappen van materialen en gebruiksvoorwerpen alsmede de eigenschappen van materialen en gebruiksvoorwerpen die zich niet als afzonderlijke componenten laten scheiden. Fysieke kenmerken zijn onder meer grootte en vorm, chemische eigenschappen van materialen, structuur en hardheid, en kenmerken als oppervlakteverfraaiing en kleur.
Het facet Objecten omvat die afzonderlijke tastbare of visuele zaken die levenloos zijn en die zijn vervaardigd door menselijke inspanningen, dat wil zeggen, door menselijke activiteiten geproduceerd of vormgegeven. Het betreft zaken die kunnen uiteenlopen van gebouwen tot afbeeldingen tot geschreven documenten en, wat functie betreft, van gebruiksvoorwerp tot esthetisch object. Tevens omvat dit facet landschappelijke elementen die de context voor de bebouwde omgeving bepalen. Een descriptor verschijnt slechts één keer in de thesaurus, waarbij de plaats in de hiërarchie is bepaald op basis van het oorspronkelijke doel of de primaire ontwikkelingscontext van het object.
Stijl van vakwerkarchitectuur die kenmerkend is voor Duitsland en omstreken en die zich onderscheidt door het gebruik van vrij kleine, vierkante vlakken. Het ontstond van het midden tot het einde van de 14e eeuw uit de eerdere Schwellenbau. In stijl vergelijkbaar met de latere Tudor Revival-stijl in Engeland.
Een visueel overgangseffect dat wordt gebruikt om het begin van een scène en het einde van een andere aan te geven door een beeld geleidelijk te laten verdwijnen (uitfaden), terwijl een ander beeld geleidelijk zichtbaar wordt (infaden). Het faden van een beeld naar zwart impliceert meestal een belangrijke scheiding van de actie, terwijl het faden naar wit kan duiden op bewustzijnsverlies of de dood van een personage.
Lichamelijk afval dat wordt afgescheiden via de anus.
Te gebruiken voor diverse lichte vierwielige rijtuigen met een vouwdak die meestal plaats bieden aan twee passagiers en door de eigenaar zelf worden bestuurd; populaire sportvoertuigen na hun introductie halverwege de 18e eeuw; kan ook worden gebruikt voor auto's met soortgelijke kenmerken.
De beukenorde van tweezaadlobbige houtige bloeiende planten, die bijna 1900 soorten in 55 genera omvat. Fagales vertegenwoordigen een aantal van de belangrijkste gematigde bladverliezende of groenblijvende bomen op beide halfronden, zoals eiken, beuken, walnoten, Carya en berken. De orde der Fagales omvat acht families: Betulaceae, Fagaceae, Juglandaceae, Casuarinaceae, Nothofagaceae, Myricaceae, Rhoipteleaceae en Ticodendraceae.
Hout van de boom behorende tot het genus Fagus orientalis, inheems in Klein-Azië.
Verwijst naar een Europees type aardewerk met tinglazuur dat met name werd vervaardigd in Frankrijk, Spanje, Duitsland en Scandinavië. De eerste faience werd begin 16de eeuw in Frankrijk geproduceerd, onder invloed van de techniek en ontwerpen van het Italiaanse majolica. De naam is afgeleid van de Italiaanse stad Faenza, die beroemd was om zijn majolica. De term dient te worden onderscheiden van 'majolica', het aardewerk met tinglazuur dat in Italië werd vervaardigd, en het 'Delfts aardewerk' uit Nederland en Engeland. Er is geen verband met de oude objecten of materialen die rond 4500 v. Chr. in het Nabije Oosten werden ontwikkeld en eveneens de naam 'faience' droegen.
Verwijst naar oude objecten die zijn vervaardigd uit een samengesteld materiaal dat bestaat uit een romp van gesinterde kwarts in combinatie met een oppervlak van alkalisch glazuur. Faience werd gebruikt voor het decoreren van kralen, amuletten, beeldjes en andere kleine voorwerpen. Faience is circa 4500 v. Chr. uitgevonden in Mesopotamië of Iran en werd tot halverwege de 7de eeuw n. Chr. geproduceerd. Er is geen relatie met de gelijknamige term waarmee Europees aardewerk wordt beschreven.
Samengesteld materiaal bestaande uit een romp van gesinterde kwarts met een oppervlak van alkalisch glazuur, gebruikt voor het decoreren van kralen, amuletten, beeldjes en andere kleine voorwerpen. De techniek is circa 4500 v. Chr. uitgevonden in Mesopotamië, en werd tot halverwege de 7de eeuw n. Chr. toegepast.
Verwijst naar aardewerk dat is voorzien van een transparante loodglazuurlaag, ter imitatie van Engels aardewerk. De benaming is eigenlijk onjuist: het aardewerk is geen faience, aangezien het niet is voorzien van tinglazuur.
Verwijst naar populair 18de-eeuws gebruiksaardewerk waarbij de inscripties deel uitmaken van de decoratie, vandaar de naam, die 'pratend faience' betekent. Veel van dit aardewerk werd vervaardigd in het Franse Nevers, en het betreft hoofdzakelijk borden, kannen en kommen. Bij de inscripties gaat het onder meer om de namen van de eigenaar, familiewapens, vrijmetselaarssymbolen, verwijzingen naar poëzie, liederen of spreekwoorden, en de data van verjaardagen, jubilea of andere thema's.
Een soort faience parlante, gewoonlijk borden en kannen, met inscripties en afbeeldingen met betrekking tot de Franse revolutie, de bijbehorende ideologie of andere nationale politieke gebeurtenissen. De eerste voorbeelden verschenen rond 1745 en waren voorzien van het Franse koninklijk wapen. Al snel verschenen ook republikeinse thema's, waaronder de vrijheidsmuts, de Gallische haan, ploegen, eikenbomen, gedrapeerde vlaggen, de Bastille en slogans en scènes met betrekking tot de vrijheid, de mensenrechten, de burgerij en de landbouw.
Papieren die bij een faillissementsrechtbank worden gedeponeerd door een schuldenaar die zich van de faillissementsuitkering waar hij krachtens de faillissementswet recht op heeft, tracht te verzekeren, of door schuldeisers die beweren dat hun schuldenaar zich aan bankbreuk schuldig heeft gemaakt en om een faillietverklaring van hun schuldenaar verzoeken.
Truien of vesten geheel bestaand uit ingebreide patronen in verschillende kleuren garen, oorspronkelijk handgebreid op Fair Isle voor de kust van Schotland.
Een type lustrewerk dat sinds november 1915 werd gemaakt door Wedgewood, met door Daisy Makeig-Jones ontworpen versieringen met afbeeldingen van vreemde wezens in een sprookjeswereld. De kleuren waren uitgesproken iriserend.
Verwijst naar de predynastische periode van circa 4800 tot 4000 v. Chr. in Beneden-Egypte, genoemd naar de nederzettingen in Faiyum. Deze nederzettingen waren afhankelijk van de jacht, de visserij en het verzamelen, en kenmerken zich door grof gemaakt en eenvoudig gevormd aardewerk en een rijkelijk gevarieerde steennijverheid.
Stootwapen met een gekromd snijvlak, gelijkend op de Griekse kopis. Door de vorm is het mogelijk een slag met de kracht van een bijl te geven en tevens de snijrand van een zwaard te behouden. Werd gebruikt op het Iberische schiereiland voor de komst van de Romeinen.
Lichte kanonnen die werden gebruikt vanaf begin 16e tot begin 18e eeuw, lijken op valkenetten maar zijn gedurende de gehele gezamelijke ontwikkeling altijd verhoudingsgewijs kleiner geweest, met kogels van tussen de een en drie pond.
Stoel zonder armleuningen die in het koor wordt gebruikt door een bisschop of prelaat als deze de mis opdraagt in een andere kerk dan de zijne. Gebruik 'bisschopskrukken' voor kerkelijke vouwbankjes die voor diverse doeleinden door kerkgangers worden gebruikt. Gebruik 'pliants' voor 17de-eeuwse Franse vouwkrukjes voor huiselijk gebruik.
Haarstukken die bestaan uit lange lokken haar die worden gebruikt om het eigen haar dikker of langer te laten lijken. Wordt voornamelijk gebruikt voor naar beneden hangende kapsels zoals de lange bob of de pagekop-bob.
Wordt gebruikt voor gewilde objecten of documenten die worden gemaakt of veranderd om te misleiden; het bedrog kan uiteenlopen van de vervalsing van een heel werk tot het wijzigen van een handtekening of andere zwendel. Wordt onderscheiden van 'kopieën (afgeleide objecten)' door de opzet te misleiden.
Het maken of veranderen van waardevolle objecten of documenten, met het oogmerk om te misleiden.
Verzamelnaam voor de persoonlijke bescheiden van verschillende leden van een enkel gezin, meestal van ouders en hun kinderen, maar soms zijn ook de gegevens van de echtgenoten en hun families erin opgenomen.
Naamgeving voor families van Chinees porselein met tinglazuur en een tekening in email uit de Qing-periode. De naam, in de 19de eeuw bedacht door de Franse keramiekhistoricus Albert Jacquemart, is ontleend aan de kleuren die in het email domineren: groen, geel, zwart en roze. De hoofdgroepen, waarvan de overige groepen zijn afgeleid, zijn de 'famille verte' en de 'famille rose'.
Deelgroep van het geëmailleerde 'famille verte"-porselein uit de Qing-dynastie, gekenmerkt door een overheersend gebruik van de kleur geel.
Chinees porselein uit de Qing-dynastie met een zwarte ondergrond die door een transparant groen email is bedekt. Deelgroep van de 'famille verte'-klasse van geëmailleerd porselein zoals die in de 19de eeuw door Albert Jacquemart is gedefinieerd.
Verwijst naar een type porselein dat in China is vervaardigd en dat wordt gekenmerkt door een ondoorzichtige emailkleur die kan variëren van roze tot paarsachtig roze. Het pigment zelf, het zogeheten purper van Cassius, werd rond 1685 door jezuïtische missionarissen in China geïntroduceerd. De stijl bereikte zijn hoogtepunt tijdens het bewind van Yung Cheng (1723-1735). Later werd het porselein hoofdzakelijk nog voor commerciële doeleinden vervaardigd en als exportproduct naar Europa verscheept. De stijl wordt eveneens aangetroffen bij Duitse faience en Engels porselein.
Familie van geglazuurd Chinees porselein uit de Qing-dynastie en later die wordt gekenmerkt door een heldergroen email, hoewel ook andere kleuren voorkomen, zoals ijzerrood, blauw, geel en paars. De stijl was van invloed op de Europese porseleinindustrie. De term is in de 19de eeuw bedacht door de keramiekhistoricus Albert Jacquemart.
'Windsorstoelen met een geniddeld hoge rugleuning die op een gedeeltelijk geopende waaier lijkt. De spijlen in de rug zijn aan de bovenregel bevestigd die naar de zijkant afbuigt en zo de bocht van de zitting volgt. Aan de uiteinden worden ze ondersteund door sterk gedraaide achterstijlen. Deze vorm heeft soms een verlengde rug- en armleuning die uitlopen in de achterstijl. Zulke stoelen hebben meestal een verstevigde rug.
Kleine hoofddoeken soms afgezet met kant.
Wordt gebruikt met betrekking tot negentiende-eeuws Amerikaans geschilderd meubilair, gedecoreerd in navolging van geïmporteerd neoclassicistische voorbeelden.
Verwijst naar schilderijen van genretaferelen in combinatie met portretten, vaak van een geïdealiseerd landschap met boeren of aristocratische heren die als boer zijn verkleed. De term is doorgaans van toepassing op schilderijen die in de 18de eeuw in Engelse ateliers werden vervaardigd.
Kapmantel, voorzien van borduurwerk of anderszins versierd, die wordt gedragen over de albe. Fanons zijn rond van vorm en hebben een ronde opening in het midden voor het hoofd. De mantel steekt net uit over de schouders en vormt aan de voor- en achterkant een halve cirkel, zoals bij een korte cape. Van de achtste tot en met de twaalfde eeuw werden fanons gedragen door personen van verschillende niveaus in de kerkelijke hiërarchie. In de eeuwen daarna was dat voorbehouden aan de paus. Om pauselijke fanons te onderscheiden van fanons die ook door anderen werden gedragen, gebruikt men ook wel de term ���pauselijke fanon'.
Kunst, vaker afbeeldingen dan beeldhouwwerken, die het onwerkelijke op een realistische manier afbeeldt. Werken in de fantastische kunst kunnen Bijbelse, allegorische of symbolische onderwerpen als uitgangspunt nemen. De term wordt gebruikt voor het beschrijven van het werk van kunstenaars uit vele perioden en landen, maar het betreft meestal traditionele kunst uit Europa en Noord- en Zuid-Amerika na de ontdekking door Columbus. De term wordt niet gebruikt voor werken uit het middeleeuwse Europa en kunst van culturen uit Oceanië en Azië tot de 20ste eeuw. Hoewel werken uit deze laatste culturen afbeeldingen bevatten van een monsterlijke, mythologische of onzichtbare wereld, ontbreken de elementen van excentriciteit en opzettelijke groteskheid die kenmerkend zijn voor fantastische kunst.
Gallo-Romeinse tempel die vaak gebouwd werd op een origineel Keltische religieuze site. Het grondplan was beïnvloed door eerdere Keltische heiligdommen. Bestond uit een centrale cella met een (zuilen)galerij met lessenaarsdak, beiden vierkant van vorm.
Verwijst naar de opperste heersers van het oude Egypte, die werden beschouwd als koningen en goden. De term is afgeleid van het Egyptische woord 'per-aa', dat 'groot huis' betekent en oorspronkelijk naar het koninklijk paleis verwees. De term werd als synoniem of uiting van eerbied voor de Egyptische koning gebruikt in het Nieuwe Rijk vanaf de Achttiende Dynastie (1539-1292 v. Chr.). In het moderne taalgebruik wordt de term in het algemeen gebruikt om te verwijzen naar alle Oudegyptische koningen, ongeacht wanneer zij heersten.
De wetenschap van de aard en eigenschappen van geneesmiddelen, in het bijzonder de werking of effecten ervan.
Wordt gebruikt voor naslagwerken die geneesmiddelen, medicijnen en bereiding, gebruik en dosering ervan gedetailleerd beschrijven, vooral wanneer ze als officieel of standaard erkend zijn. Voor niet-standaard naslagwerken die de ingrediënten en hoeveelheden beschrijven die gebruikt worden in farmacologische preparaten, maar waarin geen aanbevelingen voor gebruik en dosering zijn opgenomen wordt 'formularia' gebruikt.
In de biologie verwijst de term naar een dicht aaneengesloten groep waarvan de bundels hun oorsprong vinden in een gemeenschappelijk punt of evenwijdig aan dezelfde as lopen. Voorbeelden zijn een groep bladeren of bloemen met zeer korte stengels die dicht bij de basis en dicht opeen groeien of een groep wortels die vanuit één punt ontspringt. De term verwijst naar groepen of bundels spieren, zenuwen of aders of slagaders in een dier.
Wordt gebruikt voor de platte strips op Ionische en Corinthische architraven. Voor planken die over de uiteinden van dakspanten in houtconstructies zijn gespijkerd wordt 'sierborden' gebruikt.
Wordt gebruikt voor ambtssymbolen die bestaan uit een bundel roeden om een bijl gebonden waarvan het blad uitsteekt. Werd voor romeinse magistraten gedragen als symbool van hun macht.
Een regeringsstelsel met een streng nationalistische beleid dat de industrie, handel en financiën strak regelt, strenge censuur toepast en elke oppositie onderdrukt.
Visueel effect dat zich voordoet als een film met minder dan 24 frames per seconde wordt opgenomen, zodat de actie bij projectie van de film op normale snelheid versneld lijkt. De meeste stomme films werden opgenomen met ongeveer 16 frames per seconde, zodat bij de vertoning de beweging er sneller uitziet, en met dit soort schokkerige beweging worden deze films soms geassocieerd. Fast motion was een favoriete techniek van regisseur Mack Sennet, die het gebruikte in stomme komedies en is sindsdien ook gebruikt in modernere films, zoals 'Tom Jones' van Tony Richardson (1963).
Verwijst naar de kunst en architectuur die is verbonden met de islamitische Berberdynastie met dezelfde naam die regeerde in Ifriqiya (in het tegenwoordige Tunesië) van 909 tot 972 en in Egypte van 969 tot 1171. De afkomst van de Fatimids, die behoorden tot de Shi'a-sekte, ging terug tot Fatima, de dochter van Mohammed. De Fatimids hadden vele rivalen met wie ze de strijd moesten aangaan. Daarnaast hadden ze te maken met de Kruisvaarders. Fatimid-kunst is opmerkelijk vanwege het internationale karakter: deze kunst slaat een brug tussen het oosten en het westen van de islamitische wereld en stond open voor de Hellenistische erfenis van het Mediterrane gebied en voor sommige ideeën van de christelijke machten uit het noorden. Hoewel Fatimid-kunstenaars materialen en technieken bleven gebruiken die werden ontwikkeld door de Tulunids, werd de abstractie waarmee de Tulunids graag werkten, vervangen door belangstellend verkennen van de traditie van figuratieve representatie die was overgenomen vanuit Irak. Schilderkunst, boekillustraties, hout- en ivoorsnijwerk en glas-, keramiek- en textielontwerp zijn voorzien van figuratieve decoratie die ongeëvenaard is in contemporaine islamitische kunst. Belangstelling voor naturalisme is eveneens evident. De iconografie van Fatimid-kunst is vaak schatplichtig aan Abbasid-hofkunst. Tegelijk met de ontwikkeling van figuratieve tradities werden ook ontwerpen ontwikkeld die waren gebaseerd op oneindige systemen van lineaire patronen; deze vorm van ornamentatie werd een van de meest succesvolle vormen van abstracte islamitische kunst. Figuratieve kunst was ongepast voor religieuze gebouwen, die in plaats daarvan werden versierd met een krachtige nieuwe stijl van beeldhouwen die gewoonlijk werd gekenmerkt door elegante inscripties in een karakteristieke vorm van Koefisch schrift, versierd met bladvormige en bloemelementen. Een tritonshoornschelpmotief dat bekend is uit de late oudheid, was populair bij de Fatimids, zoals te zien is op de façade van de moskee van al-Akmar. Er is niets bewaard gebleven van de twee Fatimid-paleizen die in het centrum van Caïro stonden, maar verhalen over deze paleizen getuigen van hun pracht.
Doorgangen die van de straat in gebouwen (meestal huizen) leiden in de Romeinse architectuur.
Stokwapens met een puntige kop, een op een zeis gelijkende kling en een weerhaak aan de achterkant; gebruikt in Frankrijk en Engeland van de 12e tot de 14e eeuw.
Verwijst naar een gereedschapscultuur ten zuiden van de Sahara, die dateert uit het vroege Pleistoceen, circa 100.000 tot 75.000 jaar geleden, en die is genoemd naar de archeologische vindplaats bij Fauresmith in de Zuid-Afrikaanse provincie Vrijstaat. De cultuur bestond grotendeels gelijktijdig met de Sangoaanse nijverheid die werd ontwikkeld door bosbewoners, maar wijkt ervan af doordat de Fauresmith-cultuur voorkwam in open steppegebieden. De Fauresmith-cultuur wordt gekenmerkt door talloze afgeschilferde werktuigen, zoals projectielpunten volgens de klassieke Levalloisien-techniek, kleine handbijlen en hakbijlen. De stijl wordt geassocieerd met de man van Saldanha, van wie wordt aangenomen dat hij een Homo sapiens rhodesiensis is.
Fauteuils met een holle rugleuning die verschillen van 'fauteuils à la reine', die een vlakke rugleuning hebben.
Handelsmerk voor een soort glas dat werd ontwikkeld door Tiffany en co. met een iriserend oppervlak dat lijkt op dat van opgegraven oud Romeins glas. Dit effect wordt verkregen door het glas te besproeien met metaalhoudende zouten terwijl het nog heet is.
Verwijst naar beweging in Amerika die floreerde van ongeveer 1785 tot 1820 en die was gebaseerd op de opleving van Romeinse architectuurstijlen bij het ontwerp van regeringsgebouwen. De beweging, die werd gestimuleerd door Thomas Jefferson en Benjamin Latrobe, is gebaseerd op het metaforische concept van de Verenigde Staten als zijnde analoog aan de Romeinse Republiek in zijn grandeur en politieke filosofie.
Verbonden gevormd door een aantal voorheen geheel zelfstandige corporaties zoals genootschappen of naties, die een deel van hun soevereiniteit betreffende externe zaken hebben overgedragen aan hun gemeenschappelijk bestuur, maar het bestuur over zuiver interne of lokale zaken behouden.
Vuurstenen werktuig uit het Jong Paleolithicum in de vorm van een scherpe punt die eigen was aan de Federmessercultuur. Federmesser is Duits voor 'pennenmes'.
Verwijst naar dagen waarop uit traditie of volgens de wet de bedrijvigheid wordt gestaakt om bijzondere gebeurtenissen te herdenken of te vieren. De term verwijst meer specifiek naar religieuze feestdagen of heilige dagen die zijn aangewezen voor godsdienstige plechtigheden.
Feestelijke gelegenheden, vreugdevol of plechtig van aard, waarbij uitgebreide of rituele maaltijden een belangrijke plaats innemen.
Bepaling voor de beschrijving van een kleur met een hoge intensiteit en een hoge tot gemiddelde waarde, meestal met een hogere intensiteit dan 'hoog-'.
Egyptische kleine boeren die in het Nijldal leven.
Te gebruiken voor kustvervoers- en handelsschepen uit de het Middellandse-Zeegebied. Ze zijn latijnzeilgetuigd aan één of twee masten en hebben roeispanen.
De sociale en politiek kritische theorie en stroming die opkomt voor de inherente eigenwaarde van vrouwen en vrouwelijke eigenschappen, en die werkt aan de verdediging en het bevorderen van de rechten en belangen van vrouwen.
Kleine glazen openingen in een relikwieënkist waardoorheen men de relikwieën kan zien.
Chinese methode voor het uitvoeren van terreinanalyses waarbij gebruik wordt gemaakt van geomantische technieken. Deze methode wordt vooral toegepast bij het bepalen van de locatie voor en het ontwerp van huizen, graven en tuinen.
Braziliaanse feesten en ceremonies die worden gehouden op de vijftiende verjaardag van een meisje ter ere van haar officiële introductie in de volwassen wereld.
Te gebruiken voor motieven die bestaan uit kransen van bloemen, fruit of gebladerte die vanuit twee punten losjes naar beneden hangen. Te onderscheiden van 'slingers (behangsels)', dat verwijst naar decoratieve textiel op dezelfde wijze gedrapeerd.
Materiaal dat wordt gevormd met natuurlijk of synthetisch filament of vezelmateriaal, dat wordt gekenmerkt door buigzaamheid, fijnheid en een hoge verhouding van lengte en breedte en waarvan draad, touw of textiel kan worden gemaakt.
Een vezelachtige proteïne die de fijne draden vormt in ruwe zijde.
Spelden die lijken op een grote veiligheidsspeld met een vergrote sluitplaat, vaak uitgebreid versierd, die worden gebruikt om kledingstukken dicht te doen,
Onderbroken, ringvormige broches met twee uiteinden die vaak plat zijn gemaakt en rijkelijk versierd.
Wordt gebruikt voor fiches, vaak kleine ronde schijfjes, die tijdens het spel munten vervangen en die weer kunnen worden omgewisseld in contant geld.
Damessjaals van een lichte stof, vaak wit en doorschijnend, die om de hals en schouders worden gedrapeerd en worden vastgeknoopt, waarbij de uiteinden loshangen.
Genre dat verwijst naar werk dat uit de verbeelding van de schrijver is voortgekomen en niet als waarheid wordt gepresenteerd. In de literatuur heeft fictie doorgaans betrekking op romans, novellen, short story's en poëzievormen.
verzonnen impressa om wettelijke of andersoortige beperkingen te omzeilen, piraterij te maskeren, de anonimiteit van de auteur te beschermen, enzovoort.
Genus van ongeveer 850 soorten van houtige bomen, struiken en wijnstokken, inheems in tropische en gematigde subtropische zones. Vijgsoorten worden gekenmerkt door hun unieke bloeiwijze en opvallende bestuivingssyndroom, waarbij specifieke wespensoorten zorgen voor de bestuiving.
Planken die aan het uiteinde smal toelopen en in een kozijn zitten, met een verhoogd middendeel, veld of paneel.
Afrikaanse wapens bestaande uit een metalen schijf met een gat in het midden en een inkeping zodat die over de vuist kan worden geplaatst. De randen van de schijf zijn scherp gemaakt of voorzien van uitsteksels om daarmee de tegenstander te slaan of te steken; soms met schedes aan beide zijden. Ook ceremonieel toegepast en gedragen als teken van mannelijkheid of status, of als versiering.
Flacons met opgewerkte patronen op een of beide zijden.
Inzetstukken in velerlei vormen zoals een ruit of een driehoek van bijvoorbeeld stofof leer, die in een naad worden geplaatst zoals in een mouw of handschoen om meer bewegingsvrijheid te bewerkstelligen. Wordt ook gebruikt voor de maliën of plaatstukjes voor de openingen van scharnierpunten in een harnas. Gebruik 'geren' voor panden die het gehele kledingstuk aan de bovenzijde versmallen.
Beschrijft de diverse soorten kunstwerken die zijn vervaardigd door de bewoners van de Fiji-eilanden, waarvan de kolonisten bekend zijn om hun Lapita-aardewerk. De Fijische mannen gebruiken vaak hout als primair medium voor de kunstproductie. Gespecialiseerde Fijische timmerlieden maken beeldhouwwerken, kommen, kano's, trommels, wapens, hoofdsteunen en ornamenten. Aan het eind van de 20ste eeuw werden op de Fiji-eilanden onder meer traditionele objecten voor de ambachtsmarkt en voor lokaal gebruik vervaardigd, alsmede reproducties van 19de-eeuws werk en souvenirs voor de toeristenindustrie.
Materiaal als gipspleistermortel of een mengsel van fijn zand en gipspleistermortel, dat wordt gebruikt voor de laatste laag van een gepleisterde muur.
Het vermalen van een nat gemaakt materiaal, zoals bij het bereiden van verfpigmenten.
Verwijst naar een Griekse aardewerkstijl die rond 560 v. Chr. opkwam en is genoemd naar een archeologische vindplaats op het eiland Rhodos. De meest gevonden vorm is een gedrongen amfoor en het schilderwerk wordt gekenmerkt door donker-op-lichte dessins die over het algemeen bestaan uit één menselijke of dierlijke figuur in een leeg veld, of dicht bij elkaar liggende banen met ornamenten, zoals halvemanen en lotusbloemen. In sommige classificatiesystemen wordt deze stijl beschouwd als een variant van de middelste of late wilde-geitenstijl.
Onzelfzuchtige zorg voor het welzijn en de ontwikkeling van de mens, vaak merkbaar door schenkingen van geld, goederen of werk aan behoeftige personen, door het subsidëren van instellingen op het gebied van educatie of gezondheidszorg of door vrijgevigheid aan andere sociaal nuttige doeleinden.
Verwijst naar kant gemaakt op basis van fijn geknoopt gaas met vierkante of ruitvormige mazen; het gaas wordt op een raamwerk gespannen en geborduurd; deze techniek is van oude oorsprong. Het gaas wordt vaak gemaakt door een op een langwerpige schietspoel gewonden draad over een maas- of maatstok, die de grootte van de maas bepaalt, in een tevoren gemaakte ruit of vierkant te leiden; de draad wordt op zijn plaats gehouden met een soort vissersknoop. Voor het borduurwerk op het gaas kunnen verschillende steken worden gebruikt, waaronder vaak stopsteken en inslagen. De term is afgeleid van het Franse woord ‘filet’ (‘netwerk’).
Verwijst naar glasdraden die als decoratie zijn aangebracht, meestal op de romp, de voet of het handvat van een vat. De draden kunnen in rechte rijen, in een bepaald patroon of in een kettingvorm zijn aangebracht. Trailings verschenen voor het eerst op oud Romeins glas, en waren ook populair bij glas uit de Middeleeuwen en later. Er is een kenmerkend verschil met draadwerk, waar het zelfstandige, vaak deels vrijstaande ontwerpen betreft.
Decoratieve accessoires om bloemen in de hand te houden, bestaande uit een buisje of trechter van metaal die aan een kant open is; kan soms worden aangepast zodat de houder rechtop kan staan en als klein vaasje kan fungeren.
Verwijst naar de hybride stijl en cultuur van de Filippijnen, die een afspiegeling vormt van de handel en interactie tussen dit gebied en Chinese, islamitische en hindoeïstische culturen. In de volkskunst van de inwoners van de archipel komen op India geïnspireerde geometrische motieven voor, bijvoorbeeld in textiel, wapens en houders. De prekoloniale architectuur wordt gekenmerkt door megalithische monumenten die lijken op de late tantrische tjandis in Oost-Java. De schilder- en beeldhouwkunst in dit gebied vertoont invloeden van Indiase erotische voorstellingen, boeddhistische afbeeldingen en decoratieve, kromlijnige ontwerpen. De keramische stijlen zijn vaak imitaties van Chinese ontwerpen uit de Sung-dynastie. Als gevolg van het Spaanse kolonialisme van de 16de tot de 19de eeuw vertoonde de latere schilderkust sterke invloeden van de Spaanse christelijke iconografie. Daarnaast werden er koloniale kerken en kathedralen met gedetailleerde, flamboyante ontwerpen in neobyzantijnse stijl gebouwd. Later in de 19de eeuw werd de wereldlijke kunst belangrijker. Deze kunst volgde de Europese of internationale zakelijke esthetiek.
Verwijst naar de stijl die zich ontwikkelde langs de zuidelijke kust van Palestina tijdens het eind van het tweede en het begin van het eerste millennium v. Chr. De stijl kenmerkt zich door een combinatie van Egeïsche, Canaänitische en Egyptische elementen, met name in het keramiek en de ijzerbewerking.
Door Franse critici bedachte term waarmee een genre films wordt omschreven die zich kenmerken door een donkere, sombere toon en een cynische, pessimistische stemming. Zulke films laten gewoonlijk de duistere, sombere onderwereld van criminaliteit en corruptie zien, waarin zowel de helden als de schurken cynisch en gedesillusioneerd zijn, gevangen in hun verleden en onzeker of apathisch over de toekomst. Typerende voorbeelden van het genre zijn zwart-witfilms uit Hollywood in de jaren 40 en vroege jaren 50 van de 20ste eeuw, hoewel er ook latere voorbeelden in kleur bestaan.
Verwijst naar de kunst en expressievorm van het maken van films en bewegende beelden, die worden geproduceerd op film of videoband en waarop een reeks beelden in zo'n snel tempo worden gepresenteerd, dat de visuele illusie van natuurlijke beweging ontstaat. Het kan ook verwijzen naar vergelijkbare kunst die wordt geproduceerd op digitale media. De kunstvorm wordt meestal gekenmerkt door de presentatie van dramatische gebeurtenissen die emoties oproepen, waarbij op grote schaal gebruik wordt gemaakt van andere uitvoerende en visuele kunsten, in combinatie met een groot aantal technische mogelijkheden. Het kwam in de loop van de 20ste eeuw tot grote bloei en wordt qua populariteit en invloed door geen enkele andere kunstvorm geëvenaard. Gebruik 'films (informatiedragers)' voor de feitelijke werken die worden bestudeerd of gecreëerd.
Gebeurtenissen waarbij speelfilms worden vertoond om nieuwe producties of werk uit een bepaald genre of land, uit een bepaalde periode of van een bepaalde filmer of acteur onder de aandacht te brengen. Vaak zijn er ook discussies, panels, seminars en presentaties door filmers, acteurs, filmcritici of filmdeskundigen. Filmfestivals vinden op gezette tijden plaats en duren een aantal dagen of weken. Bij sommige filmfestivals is er sprake van een wedstrijdelement en worden er prijzen uitgereikt, maar dat is niet altijd het geval.
Stukken film of magnetische band waarvan de uiteinden aan elkaar zijn gemonteerd, zodat hetzelfde materiaal continu kan worden geprojecteerd of afgespeeld.
De mensen die de supervisie en controle hebben over alle aspecten van de productie van films. Bij commerciële films is de producent eindverantwoordelijk voor het succes of falen van een film.
Mensen die de eindverantwoordelijkheid hebben voor alle creatieve en technische aspecten van een film.
De studie van de aard en het wezen van de mensheid.
Elk poreus materiaal, zoals papier of zand, waar een gas of vloeistof door wordt gezeefd om stof in suspensie eruit af te scheiden.
Investeerders die op grote schaal investeren. Ook personen die voor de overheid of ondernemingen grote fondsen waarborgen.
Pantserhandschoenen voorzien van scharnierende vingers, van elkaar gescheiden om meer onafhankelijke beweging van de afzonderlijke vingers mogelijk te maken.
Particuliere scholen, meestal voor meisjes, met voornamelijk opleidingen in huishoudelijke vaardigheden, cultureel gedrag en sociale activiteiten, zodat jonge dames van bepaalde sociale klassen klaar zijn voor de traditionele rol van volwassen vrouwen in beschaafde gemeenschappen. Naast een beperkt onderwijs in algemene kennis worden op finishing schools voornamelijk zaken aangeleerd als goede manieren, houding, handwerken, tekenen, maaltijdplanning, kledingplanning, conversatietechnieken, toezicht op kinderopvang, zang en dans.
Kleine ovens die worden gebruikt voor het verhitten van afwerkings- en beletteringsgereedschap, vooral bij het boekbinden.
Ornamenten aan het uiteinde van een torenspits, pinakel, of andere verticale structuur. Worden zowel op meubelen als in de architectuur gevonden.
Kleine of middelgrote vaten, hoofdzakelijk voor medicinaal gebruik en toiletbereidingen.
Bont geschakeerd marmer met verscheidene tinten rood, roze en paars op een witte grondmassa; werd in de oudheid voornamelijk gedolven bij Epirus in Turkije.
De oplegging van verplichte bijdragen door een overheidsinstantie om inkomsten te verkrijgen
Scheidingen in een flexibel materiaal veroorzaakt door delen van elkaar te trekken of te rukken.
Een substantie die wordt gebruikt om de duurzaamheid of stabiliteit van een andere substantie te vergroten, zoals pigment op papier of verfstof in textiel.
Verwijst naar inlaten van de zee die lang, diep en nauw zijn en steile wanden hebben. Gewoonlijk gevormd door gletsjererosie.
Afgevlakt, bol of peervormig vaatwerk met korte smalle hals en smalle mond; gewoonlijk van glas, aardewerk of metaal en gebruik voor uiteenlopende doeleinden. Ook gebruikt voor vaatwerk met een rond lichaam en een nauwe hals, meestal van glas, dat gebruikt wordt in laboratoria.
Buisvormige fluiten die op blokfluiten lijken maar minder toongaten hebben en sinds halverwege de 18e eeuw zijn uitgerust met een dun ivoren mondstuk, dat aan een kleine kamer vastzit die een sponsje bevat om het vocht uit de adem te absorberen.
Verwijst naar de laatste fase van de Franse gotische architectuur, van circa 1370 tot de 16de eeuw, zoals beschreven door de oudheidkundige Arcisse de Caumont (1802-1873). De stijl wordt gekenmerkt door een intensivering en evolutie van ontwikkelingen in het late Rayonnant, waaronder het gebruik van slankere, lichtere en kwetsbaarder constructies, het afzien van kapitelen, de toevoeging van steunribben om stervormige patronen in de gewelven te vormen, bredere arcades met af en toe platte gebogen lijnen, maaswerk waarin tegenoverliggende gebogen lijnen een vlampatroon vormen, en meer uitgewerkte patronen aan de buitenzijde van het bouwwerk.
Verwijst naar de laatste jaren van de Gotische periode en stijl in de architectuur en andere kunsten in Europa, beginnend aan het eind van de 13de eeuw. De stijl kenmerkt zich door een steeds grotere regionale verscheidenheid, die vaak gepaard gaat met een tendens naar extreme complexiteit, verrassings- en fantasie-effecten, een ambitieus spel van licht en schaduw en een overweldigende rijkdom aan lineaire vormen. Zie voor individuele regionale stijlen onder ‘Middeleeuwse regionale stijlen’.
Een met flanel bekleed (school)bord waarop plaatjes kunnen worden gehecht voor leerdoeleinden.
Grote groepen mensen die zich via internet hebben georganiseerd. Ze ontmoeten elkaar op een bepaalde locatie op een bepaald tijdstip, voeren geschreven of minder nauwkeurige instructies uit en verspreiden zich dan weer.
Woningen, gewoonlijk bescheiden van omvang, waarvan alle vertrekken zich op één verdieping bevinden. Elke flat heeft een afzonderlijke buitendeur. De term kan ook worden gebruikt voor gebouwen met een zeker aantal van dergelijke woningen. De Engelse term dateert van het einde van de 19de of het begin van de 20ste eeuw.
Uitstekende randen, kragen of ringen die die extra stevigheid bieden of een plaats om iets te bevestigen, zoals bijvoorbeeld op een pijp, op de ombouw van een machine, of op een houder of de deksel ervan.
Kleine flesjes of ampullen voor het bewaren van reukzout, of parfumflesjes gevuld met reukzout of een geur.
Gerei dat wordt gebruikt voor het verwijderen van doppen van flessen.
Vaten waarvan hals en mond aanzienlijk smaller zijn dan de buik; om er vloeibare en droge stoffen in te doen.
Bouwsteen of gewone baksteen, in Engeland vervaardigd uit Oxford-klei in het district Peterborough en algemeen gebruikt in Londen en omgeving.
Decoratief motief in de vorm van een gestileerde bloem, blad, ruit, ster of andere grafische figuur als een enkel teken in de boekdruk, dat wordt gebruikt om onder meer afzonderlijke paragrafen en opmerkingen van elkaar te scheiden en die kunnen worden herhaald voor de vorming van een decoratief kader.
Kleine decoratieve bloemachtige elementen; een term losjes gebruikt ter verwijzing naar architectuur en meubilair en meer specifiek naar letterornamenten die door drukkers worden gebruikt.
Slaginstrumenten rond 1920 uitgevonden, bestaande uit een klein, buigzaam stalen blad of lamel die is opgehangen in een raamwerk van ijzerdraad dat uitloopt in een handvat. Aan weerszijden bevinden zich metalen staafjes met aan de uiteinden houten of rubberen knoppen die afwisselend op elke kant van het blad slaan als de speler met het instrument zwaait;
Wegdek dat in nauw contact blijft met en het gewicht verdeelt over de funderingsgrondslag en dat voor stabiliteit afhankelijk is van inhaking, deeltjeswrijving en cohesie. Gebruik `star wegdek' voor wegdek dat meer onbeweeglijk gebonden is.
Hedendaagse verzamelaarsterm die verwijst naar grote wijd uitlopende glazen vaten voor het verwarmen van flip (een soort advocaat), waarvan de populariteit een hoogtepunt beleefde in de 18de en 19de eeuw; verwijst soms ook naar de kleinere glazen vaten waaruit de flip werd gedronken.
Vlakglas dat wordt gemaakt door een lint gesmolten glas boven een bad gesmolten tin te gieten. Het proces is in 1959 ontwikkeld door Pilkington Brothers en is nu de meest gebruikte methode ter wereld voor het maken van plaatglas van goede kwaliteit dat helder en vlak is met parallelle en met hitte gepolijste randen.
Kleine mutsen voor binnenshuis, met een enkele of dubbele sierstrook als rand aan de voorkant en tot de oren reikend; werden door vrouwen in de 18e eeuw gedragen.
Beeldhouwwerken vanaf ongeveer 1960 die geen sokkels hebben, maar zich uitspreiden over de vloer van de tentoonstellingsruimte en bestaan uit meerdere delen die tezamen één kunstwerk vormen.
Wordt gebruikt als aanduiding voor de totale plantengroei in een bepaald gebied of tijdspanne.
Verwijst naar een stijl van laat-Minoïsch aardewerk die zich ontwikkelde onder het patronaat van de heersers in de nieuwe paleizen. De stijl wordt gekenmerkt door overdadige geschilderde decoratie die planten voorstelt, vooral klimop, grassen, rietsoorten en palmen, alsmede bloemen, vooral madeliefjes en hybride fantasiesoorten gebaseerd op papyrussen en lelies.
Kleine precolumbiaanse vazen met een lange hals; er zijn veel voorbeelden van gevonden op plaatsen zoals Teotihuacán.
Verwijst naar de stijl die in verband wordt gebracht met de regio Flores in Indonesië. De stijl wordt gekenmerkt door bewerkte schelpen en botten, gedetailleerd kraalwerk en vergulde, met edelstenen bezette sieraden. Bij deze stijl worden ook niet-inheemse materialen zoals glas en koraalkralen toegepast in inheemse ontwerpen. Hoofd- en halssieraden worden vaak gegoten met het verlorenwasgietprocedé, en versierd met motieven van buffelkoppen en -hoorns. Monumentale beeldhouwwerken in deze stijl dragen sterke religieuze invloeden, met offeraltaren en heilige megalietstructuren, menhirs, dolmens en terrasvormige grafheuvels. Na de introductie van het hindoeïsme en het boeddhisme werden in de monumentale beeldhouwkunst ook symbolen van Boeddha en Shiva gebruikt. In de beeldhouwkunst in deze stijl bestaat een sterke houtsnijwerktraditie, waarbij vaak een mythische draak-slang wordt afgebeeld ter versiering en als symbool van bescherming.
Uitgestorven mensensoort die tussen 94.000 en 18.000 jaar geleden leefde, dus ruim binnen de periode van de moderne mens, vermoedelijk op het Indonesische eiland Flores en mogelijk ook elders. In 2004 vond een team van Australische en Indonesische antropologen de skeletresten van een volwassen vrouw en van andere personen in de Liang Bua-grot op Flores. Deze mensen van deze soort werden ongeveer een derde van de grootte van de moderne mens. Ze vervaardigden gereedschappen, jaagde op dwergolifanten en andere dieren en kookten voedsel. De Floresmens stamt mogelijk af van de H. erectus, een veel oudere en grotere mensensoort waarvan wellicht ook de moderne mens afstamt. De geringe lengte van H. floresiensis was mogelijk het gevolg van eilanddwerggroei. Aangezien er geen resten van H. erectus op Flores zijn aangetroffen, is een alternatieve theorie dat deze soort al een gering postuur had toen hij op het eiland kwam, mogelijk als gevolg van een veel vroegere afstamming van een gemeenschappelijke voorouder van H. erectus.
Schermdegens, met een kleinere gevestkom, met een lichte, zeer buigzame vierkante kling met een floretpunt op het uiteinde, die meestal worden gebruikt om te oefenen of bij schermen of ander recreatief gebruik.
Verwijst naar een stijl van oude Griekse roodfigurige vaasschilderkunst die zich vanuit de Derde stijl ontwikkelde in het begin van de 4de eeuw v. Chr. Deze stijl onderscheidt zich van de Derde stijl door de overvloediger decoraties en het gebruik van veel meer kleuren, verguldsel en toegepaste klei.
Verwijst naar een glazuur dat bestaat uit een transfergedrukt blauw ontwerp op wit porselein of steengoed en dat wordt gekenmerkt door het zachte, luchtige of wazige ontwerp of door de vervaagde randen van het ontwerp, alsof het blauw is uitgelopen op de witte ondergrond. Dit effect werd bereikt door het werk te bakken in een omgeving met vluchtige chloriden, waardoor het blauwe pigment werd verspreid over het glazuur. Het glazuur werd ontwikkeld in de vroege 19e eeuw, oorspronkelijk in Staffordshire; het was populair in de Engelse en Amerikaanse Victoriaanse en Edwardiaanse tijd. Het blauw kan variëren van grijsachtig blauw tot groenachtig blauw, maar de meest gewilde kleur is helder kobaltblauw.
Grofgebreide matten met een ruige pool van korte stroken stof die tijdens het breien worden ingevoegd.
Methode voor relatieve ouderdomsbepaling waarbij de hoeveelheid fluor wordt gemeten die door het filtreren van het grondwater wordt geabsorbeerd in het kristalrooster van de minerale componenten van begraven botten.
Emissie van of de eigenschap om elektromagnetische straling af te geven, meestal in de vorm van zichtbaar licht, dat het gevolg is van en slechts voorkomt tijdens het absorberen van straling uit een andere bron.
Veelkleurig doorzichtig of doorschijnend materiaal dat calciumfluoride bevat; het komt over het algemeen voor in de vorm van massieve kristallijne kubussen met perfecte octaëdrische splijtingen. Het wordt gebruikt als vloeimiddel, als bron voor fluorideverbindingen en bij het maken van glas met opaalweerschijn en email.
Een bepaalde plasticsoort die wordt gekenmerkt door bestendigheid tegen agressieve omgevingen, waaronder extreme weersomstandigheden en temperaturen van bijna 0 tot 260 graden Celsius.
Fluiten die vooral in de 18e eeuw in Europa werden gebruikt, met een bereik dat een kleine terts onder het standaardbereik lag.
Verzamelnaam voor weefsels waarvan het oppervlak bedekt is door korte, recht opstaande garenuiteinden, die pool of floers heten. De pool is geschoren en geeft daardoor een glad uiterlijk aan de stof. Is de pool langer dan 1.5 mm dan spreekt met van pluche. Fluweel wordt uit vele verschillende materialen vervaardigd, meestal echter uit katoen. Indien men een hoge glans wenst wordt zijde, mohair en ook celluloseacetaat gebruikt. Elastische vezels die niet pletten geven echte de beste kwaliteit.
Verwijst naar de internationale avant-gardestroming in kunst en literatuur die officieel werd opgericht in 1962 en actief bleef gedurende de gehele jaren 60 en 70. De beweging ontleende haar naam aan het Italiaanse woord voor ‘vloeiend’ en wilde de wereld zuiveren van burgerlijke, commerciële en professionele kunst. De stijl wordt gekenmerkt door de creatie van multimediale en intermediale werken die werden gebruikt in straatkunst, gebeurtenissen en concerten.
Kleine, vaak handbediende elektrische apparaten die haar drogen door het uitblazen van een warme luchtstroom.
Wordt gebruikt voor gebouwen die worden gekenmerkt door een bepaalde buitensporigheid wat betreft excentriciteit, kosten of opvallende nutteloosheid; vaak te vinden in tuinen of parken.
De afzonderlijke bladen van een boek of manuscript die uitsluitend aan de voorzijde zijn genummerd. De twee zijden van het folio krijgen een nummering waarbij de 'r' verwijst naar recto, de voor- of rechterpagina, en de 'v' naar verso, de achter- of linkerpagina. Een folio verschilt daarin van een 'pagina', dat een pagina aan beide zijden is genummerd.
Traditionele en expressieve vormen van cultuur zoals zang, vertelling, dans, ritueel, handwerk, kunst, eetgewoonten, klederdracht, gebruiken, godsdienst, architectuur en vakkundigheid en van de ontwikkelingen en betekenissen die hieraan ten grondslag liggen.
Informatieverzamelmethodieken op internetbasis, bestaande uit gezamenlijk gegenereerde labels voor het categoriseren van webcontent, met inbegrip van webpagina's, weblinks en online-foto's. Het verschil met een taxonomie is dat de schrijvers van een folksonomie meestal incidentele contentgebruikers zijn en geen professionele indexontwikkelaars die standaardprotocollen en gestandaardiseerde gereguleerde terminologie hanteren; folksonomieën maken geen deel uit van onderliggende World Wide Web-protocollen. Aangezien het binnen een grote gevarieerde gemeenschap van internetbouwers en -gebruikers onmogelijk is om op consequente en onafhankelijke wijze metadata toe te voegen, worden folksonomieën meestal gekenmerkt door een individueel bepaalde, niet standaardconforme wijze van tagging, hetgeen afbreuk doet aan de efficiëntie en nauwkeurigheid bij het ophalen van informatie.
Oude Romeinse koperen munten uit de 3e en de 4e eeuw, werden door centenionales vervangen.
Licht board met een kern van plasicschuim dat aan beide kanten is bekleed met papier; wordt vaak gebruikt om kunstwerken op te plaatsen of mee te ondersteunen.
Te gebruiken voor de onderkant van glazen bekers of schalen, versierd met ontwerpen in gegraveerd bladgoud, beschermd door een laag gesmolten en soms gekleurd glas. Ze werden voor het eerst gemaakt ten tijde van het Romeinse Rijk, tussen de 3de eeuw en de vroege 5de eeuw.
Het bijeenbrengen van geld voor niet-persoonlijke, niet commerciële doeleinden, zoals bijvoorbeeld non-profit organisaties of politieke aangelegenheden.
Specialisten op het gebied van de fonetiek, het bestuderen van de productie, overbrenging, perceptie, classificatie en fysieke en akoestische eigenschappen van spraakklanken en de manier waarop deze zijn georganiseerd binnen taal. Gebruik 'fonologen' voor specialisten op het gebied van de fonologie, de bestudering van geluidspatronen en taalsystemen.
Het bestuderen van de productie, overbrenging, perceptie, classificatie en fysieke en akoestische eigenschappen van spraakklanken en hoe die zijn georganiseerd binnen taal. Gebruik 'fonologie' voor de bestudering van geluidspatronen en taalsystemen.
Vroeger was dit een verzameling lettervormen die bestond uit alle letters, cijfers, leestekens en andere tekens die tot één ontwerp en puntgrootte behoorden, waarbij andere reeksen tekens, zoals het vet gedrukte soort van hetzelfde ontwerp, er niet bij werden gerekend. In de fotocompositie en desktop publishing is een font de reeks tekens en andere symbolen van één stijl die als eenheid beschikbaar is, bijvoorbeeld op een strook film of programmamodule.
Term die van toepassing is op de hoge, kanten hoofdtooien die door vrouwen werden gedragen aan het eind van de 17e en het begin van de 18e eeuw.
Keukenapparaten die op verschillende snelheden werken, met verwisselbare bladen of ander roterend gerei in een gesloten bak waarin voedsel wordt gedaan om het temixen, snijden, versnipperen, fijnhakken of het op een andere manier te verwerken.
Bedgordijnen aan het voeteneinde en de zijkanten van het voeteneinde van een bed, soms alleen aan de zijkanten.
Drinkgerei uit de 17e en 18e eeuw in de vorm van drie of meer koppen, waarvan de zijden aan elkaar vastzitten en aan de binnenkant zo aan elkaar bevestigd zijn dat het hele geval kan worden geledigd via één van de koppen.
Snelrailvervoersystemen die voorstedelijke gebieden verbinden met eindstations in de stad; meestal zonder exclusief voorrangsrecht.
Kleine passagiersvliegtuigen die al of niet volgens een dienstregeling vliegen op korte routes die meestal niet door lijnvliegtuigen worden aangedaan.
Fotografie met als doel het vervaardigen van foto's volgens strenge technische eisen, die gebruikt kunnen worden als wettig bewijsmateriaal voor een rechtbank.
Wetenschap die zich bezighoudt met onderzoek naar illegale activiteiten.
Tuinen waarvan de beplantingen, paden, vijvers, fonteinen en andere elementen volgens een duidelijk herkenbaar patroon, vaak symmetrisch en met nadruk op geometrische vormen, zijn aangelegd.
Lange, smalle beitels die worden gebruikt om pengaten te maken.
Een grijs-wit gespikkeld marmer, soms ook met rode vlekken, afkomstig uit Nassau in Duitsland. Dit marmer bevat vaak een grote hoeveelheid fossielen.
Permanente versterkingen voor troepen, vaak omringd door elementen als greppels, verschansingen en wallen en vaak gebruikt als uitvalsposten in of nabij vijandelijk gebied. Kleiner en minder zwaar versterkt dan 'vestingen'.
Verwijst naar een kenmerkende stijl van Vroeg-Middeleeuws geglaceerd aardewerk, vervaardigd in de Romeinse Campagna.
Open ruimten in oude Romeinse nederzettingen, die werden gebruikt als marktplaatsen of als algemene openbare ontmoetingsplaatsen, en plaatsen voor gerechtelijke of openbare zaken. Gebruik 'agora's' voor vergelijkbare ruimten in oud-Griekse nederzettingen.
Brons dat fosfor bevat, of waaraan zuurstof is onttrokken door toevoeging van fosfor in de laatste bewerkingsfase; er blijft weinig of geen fosfor over in de uiteindelijke legering.
Lichtemissie die het gevolg is van energieabsorptie door een stof uit bronnen zoals zichtbaar licht, infrarood licht, ultraviolet licht, elektriciteit, kathodestraling of röntgenstraling, en die vrij lang na het stopzetten van de energievoorziening aanhoudt.
De eigenschap dat een object licht geeft in het donker, of luminescentie zonder merkbare warmte of verbranding.
Elk van de drie zuren, orthofosforzuur (H3PO4), metafosforzuur (HPO3) of pyrofosforzuur (H4P2O7), afgeleid van fosforpentoxide (P205) en verschillende hoeveelheden water.
Verwijst naar een aardewerkstijl die bloeide in Fostat (het oude Cairo) gedurende de Fatimidische periode. Fragmenten uit de vroegere Tulunidische periode laten zien dat de techniek van lustrewerk in deze periode werd geïntroduceerd in de ateliers van Fostat, in nauwe samenhang met het Samarra-aardewerk. Nuances in het lustre zijn te herkennen in het aardewerk dat tijdens de Fatimidische periode werd vervaardigd, hoewel ieder stuk van slechts één laag lustre is voorzien. Ook de decoratieve motieven worden rijker en gevarieerder en bevatten elementen uit diverse culturen, een bewijs dat Fatimidisch Egypte openstond voor invloeden uit het gehele Middellandse Zee-gebied en zelfs daarbuiten. Afbeeldingen van dieren in rollen, vissen, vogels en wensinscripties in decoratief Kufic zijn populair; ook fantasiewezens en menselijke figuren zijn in trek, evenals meer schematische motieven zoals hartpalmetten. Sommige afgebeelde dieren zijn geïnterpreteerd als symbolen van de maan of de zon of als astrologische symbolen. In Egypte werd uitsluitend vaatwerk vervaardigd, geen tegels. De productie van Fostat-lustrewerk lijkt te zijn opgehouden tijdens de periode van de mammeluks, toen de pottenbakkers een voorkeur voor reliëfdecoraties gingen ontwikkelen.
Fotometers die gebruik maken van het foto-elektrische effect van fotocellen, @fototransmitters of foto-emissiebuizen om de lichtintensiteit te meten.
Boek met of zonder tekst waarin de essentiële informatie wordt overgedragen middels een verzameling fotografische afbeeldingen. Het boek kan het werk bevatten van één of meer kunstenaars of fotografen, of kan door een redactie zijn samengesteld. De afbeeldingen in een fotoboek zijn vaak bedoeld om in context te worden bekeken, als deel van een groter geheel. Meestal verwijst de term naar mechanisch gereproduceerde en commercieel verspreide werken. Gebruik 'fotoalbums' voor albums waarin fotografische afdrukken, al dan niet voorzien van een toelichting, zijn ingeplakt.
Kleine hokjes, waarin automatisch, na betaling, pasfoto's genomen kunnen worden.
Wetenschappers die gespecialiseerd zijn op het gebied van de fotochemie, de tak van de scheikunde die zich bezighoudt met de chemische effecten van straling, voornamelijk zichtbaar en ultraviolet licht, en met de directe productie van straling als gevolg van chemische veranderingen.
Tak van de scheikunde die zich bezighoudt met de chemische effecten van straling, voornamelijk zichtbaar en ultra-violet licht, en met de directe productie van straling door chemische veranderingen.
Verwijst naar fotomechanische kleurenafdrukken die lithografisch werden geproduceerd van fotografische negatieven. De techniek werd in de jaren 90 van de 19de eeuw ontwikkeld door het Zwitserse Art Institute Orell Füssli, ook bekend als Photoglob Zürich. De techniek werd geïntroduceerd tijdens de Wereldtentoonstelling in Parijs in 1898 en werd gebruikt tot de jaren 30 van de 20ste eeuw. De techniek was een van de meer succesvolle pogingen om kleurenafbeeldingen te produceren voor de komst van de kleurenfotografie. Fotochroomafbeeldingen lijken inderdaad bedrieglijk veel op kleurenfoto's, tenzij ze worden bekeken met een vergrootglas. Een zwart-witfoto diende als basis en een vorm van fotolithografie met maximaal zestien kleuren werd gebruikt voor de uiteindelijke afbeelding. Fotochroomafdrukken onderscheiden zich van chromolithografieën door hun harde, heldere coating. Het gepatenteerde proces werd in licentie gegeven aan bedrijven in Engeland en Amerika. De meeste fotochroomafdrukken zijn vergezichten van het westen van de Verenigde Staten, Europa en het Midden-Oosten. William Henry Jackson en de Detroit Publishing Company produceerden een groot aantal fotochroomafbeeldingen. Voor de onderschriften werden vaak gouden letters gebruikt in het onderste gedeelte van de recto's, met vermelding van de locatie op de afbeelding en soms de maker. Het proces was arbeids- en tijdintensief en er kwamen snellere en eenvoudigere technieken voor in de plaats.
Fotomechanisch procédé waarbij een diepdrukplaat wordt geproduceerd doordat door de werking van elektriciteit metaalionen worden afgezet.
Zoutdruk waarbij papiernegatieven worden verkregen door het afdrukken van een zilverafbeelding. Te onderscheiden van 'kalotypie (procédés)', waarbij de afbeelding wordt ontwikkeld.
Algemene aanduiding voor het reproduceren van relatief vlakke originelen, meestal documenten, met behulp van een machine waarmee een lichtgevoelig proces wordt toegepast, en die meestal voor reproducties zorgt op een één-op-één schaal. In het begin en halverwege de twintigste eeuw werd de term nog gebruikt voor een aantal verschillende processen, sinds het midden van de twintigste eeuw wordt de term eigenlijk uitsluitend gebruikt in verband met xerografisch procédés.
Fotometers die zijn ontworpen om de intensiteit te meten van licht dat onder verschillende hoeken van een oppervlak wordt gereflecteerd.
Platen van glas, metaal, porselein of een ander materiaal, die zijn bedekt met een lichtgevoelige fotografische emulsie.
Procedés waarbij lichtgevoelige materialen worden gebruikt om een beeld te produceren. Gebruik 'fotografische technieken' voor aanduidingen van de manier waarop een foto wordt genomen of gearrangeerd, of wordt gemanipuleerd tijdens het ontwikkelen en het afdrukken. Gebruik 'fotomechanische procedés' voor drukprocedés waarbij in één fase lichtgevoeligheid aan de orde is, maar waarbij de uiteindelijke afdruk zelf nooit lichtgevoelig is geweest. Gebruik voor procedés waarbij gebruik wordt gemaakt van lichtgevoeligheid voor het maken van reproductieve afdrukken van documenten en technische tekeningen termen onder 'lichtgevoelige reprografische procedés'.
Algemene term voor kopieën die zijn geproduceerd door fotokopiëren, dat wil zeggen, in een apparaat dat gebruikt maakt van een lichtgevoelig proces, en meestal op een schaal van één-op-één. Van het begin tot het midden van de 20e eeuw gebruikt voor kopieën die zijn gemaakt door middel van verscheidene specifieke processen. Vanaf het midden van de 20e eeuw meestal verwijzend naar xerographische kopieën.
Afbeeldingen gemaakt via verschillende werkwijzen, waaronder een fotografisch procédé (dat wil zeggen, het gebruik van lichtgevoeligheid) om een afbeelding over te drukken, en een ander procédé voor de afdruk, die op zich zelf nooit lichtgevoelig is geweest.
Procedés waarbij via een fotografisch procedé (dat wil zeggen, waarbij gebruik wordt gemaakt van lichtgevoeligheid) een beeld wordt overgebracht, en waarbij vervolgens via een apart procedé een afdruk wordt geproduceerd die zelf nooit lichtgevoelig was.
Wordt gebruikt voor instrumenten die de intensiteit meten van licht dat op een oppervlak valt (verlichtingssterkte), of dat wordt gereflecteerd door een oppervlak (luminantie), of dat wordt uitgezonden door een lichtbron (lichtstroom of lichtsterkte).
Verwijst naar de internationale stroming in de schilder- en beeldhouwkunst die eind jaren 60 en begin jaren 70 van de 20ste eeuw populair werd. De stijl kenmerkt zich door de nauwgezette, neutrale weergave van de onderwerpen, vaak straattaferelen of portretten, gemaakt op basis van foto’s of direct van afgietsels van mensen.
Lange stropdassen die met een slipsteek worden vastgeknoopt waarbij de uiteinden aan de voorkant verticaal los naar beneden hangen.
De handwerken in textiel of andere fijne materialen die vooral decoratief zijn en niet zuiver praktisch en functioneel. De fraaie handwerken zijn borduren, haken, knopen, breien, haarwerk, werken met gevouwen of geweven papier, metaalvlechtwerk, etc.
Speelfilmmateriaal dat voor een groter werk is opgenomen maar niet in de uiteindelijke gemonteerde versie is gebruikt.
Losse bibliografische elementen die vroeger deel van een groter geheel waren (bijvoorbeeld een tijdschriftaflevering) en hieruit zijn gehaald voor zelfstandige presentatie. Te onderscheiden van 'fragmenten' en 'overdrukken', die afzonderlijk worden gedrukt, doordat 'fragmenten' deel uit hebben gemaakt van grotere teksten.
Struik met rode vruchten die inheems is in Europa en Noord-Azië en ook in andere gematigde streken veel wordt gekweekt. De vrucht is geen echte bes. Botanisch wordt het een ���verzamelvrucht' genoemd, een vrucht die bestaat uit allemaal kleine steenvruchtjes.
De eetbare, zachte, bessenachtige vrucht van de plant Rubus idaeus en alle ervan afgeleide cultivars. Het is een samengestelde vrucht die bestaat uit vele kleine, meestal donkerrode steenvruchtjes op een conische vruchtbodem waarvan de rijpe vruchten eenvoudig zijn te plukken. De term wordt soms ook gebruikt voor diverse andere vruchten van het genus Rubus.
De opeenvolgende afzonderlijke beeldjes waaruit een speelfilm is samengesteld, of de ruimte die dergelijke beeldjes innemen op een stuk film, en die elk van elkaar zijn gescheiden met een horizontale balk.
Hieronder vallen onder andere documenten waarin de overheid speciale privileges verleent aan individuele personen of aan ondernemingen, alle privileges die zijn verleend (al dan niet tegen betaling), zoals het recht een naam te gebruiken of producten te verkopen of diensten te verlenen, en rechten die door een fabrikant of leverancier zijn verleend aan een detailhandelaar om, onder door beide partijen aanvaarde bepalingen en voorwaarden, de producten of de naam van die fabrikant of leverancier te gebruiken.
De grootste religieuze orde binnen de rooms-katholieke kerk, gesticht door St. Franciscus van Assisi in het begin van de 13de eeuw. De strenge en eenvoudige voorschriften van Franciscus leggen de nadruk op de gelofte van armoede, een voorwaarde die tot veel conflicten heeft geleid. St. Franciscus riep zijn volgelingen op rond te trekken en te preken, maar ook om de armen en zieken te helpen. Het effect van de vroege straatpredikers en met name van hun stichter was enorm, zodat er binnen 10 jaar 5000 Franciscanen waren. St. Bonaventura (1257-1274) bedacht een gematigde interpretatie van de regel van St. Franciscus, waardoor de verschillende stromingen die zich door de jaren heen hadden gevormd werden herenigd. Om deze reden wordt hij soms wel de tweede stichter van de orde genoemd. Onder St. Bonaventura breidde de orde zich uit en werd deze bekend om zijn theologische scholen. Enkele van de vroegere stromingen vinden hun weerklank in de drie onafhankelijke takken van de Eerste Orde der Franciscanen: de observanten, de conventuelen en de kapucijnen. De Tweede Orde is de orde van nonnen, gesticht door St. Clara onder leiding van St. Franciscus, bekend als orde van de arme klaren of clarissen. De Derde Orde bestaat uit religieuzen en leken, zowel mannen als vrouwen, en is verder onderverdeeld in de seculiere derde orde (levend in de wereld, zonder gelofte) en de reguliere derde orde (levend in religieuze gemeenschappen, met gelofte).
Elk van de verscheidene munten uitgegeven in Frankrijk en de Franssprekende gebieden sinds het midden van de 14de eeuw.
Verwijst naar de periode en stijl van de Franken, een Germaanse stam die in ieder geval vanaf de 3de eeuw n. Chr. langs de oostelijke oever van de benedenloop van de Rijn leefde. De stijl wordt in het bijzonder geassocieerd met de expansie van de Franken in westelijke richting aan de overkant van de Rijn, in Gallië, door geleidelijke kolonisatie en verovering, met name onder leiding van de Merovingische koning Clovis. Deze expansie begon in de 5de eeuw en heeft eeuwen geduurd.De vroegste Frankische kunst zette de bestaande vroeg-christelijke tradities van de streek voort, behalve op het gebied van metaalwerk, waar de Franken een sterke eigen traditie hadden. In de loop van de tijd werd de Frankische traditie vooral sterk in de architectuur, de beeldhouwkunst en de verluchting van manuscripten. Kenmerkend zijn vaak de kleurrijke, vlakke, drukke composities met sierlijke lijnpatronen en een overvloed aan vissen, vogels en andere dieren.
Verwijst naar de kunststijl, in het bijzonder van verluchtigingen van manuscripten, die in de 9de eeuw ontstond in Noord-Franse kloosters en zich verspreidde naar andere gebieden in Europa.
Gebruikt voor kleine balkons, met naar binnen openslaande vensterdeuren, meestal niet groot genoeg om op te staan en weinig meer dan een beschermende reling.
Bedden met een eenvoudig, houten raamwerk waaraan de bedbehangsels zijn opgehangen zodat ze een vlakke, rechthoekige 'doos' vormen. De houten onderdelen zijn onzichtbaar, zelfs de posten zijn met stof bekleed. Gebruik 'sledebedden' voor bedden waarvan de twee uiteindes dezelfde hoogte hebben.
Fluiten die in de 16e eeuw in Frankrijk zijn ontworpen. Ze hebben een smalle kegelvormige boring die aan het einde vernauwt en gewoonlijk hebben ze vier toongaten aan de voorkant en twee duimgaten aan de achterkant.
De term komt uit het Latijn. Met de titel 'frater' spraken de vroege christenen elkaar gewoonlijk aan. Sinds het einde van de 13e eeuw verwees het naar leden van de bedelorden. Fraters zijn te onderscheiden van 'monniken' doordat fraters zich vooral bezighouden met het prediken als geestelijk ambt, zich onder andere mensen in de wereld begeven, om aalmoezen bedelen en zich voortdurend verplaatsen, terwijl monniken op een vaste plek in afzondering leven. Daarnaast mochten de fraterorden oorspronkelijk geen vast inkomen hebben, maar moesten ze leven van de vrijwillige giften van de gelovigen. Monniken daarentegen mochten wel onroerend goed en een inkomen hebben, hoewel er individuele monniken waren die geloften van armoede aflegden. De fraterorden worden meestal verdeeld in twee klassen: de vier grote orden die zijn genoemd in het Tweede Concilie van Lyon (Dominicanen, Franciscanen, Karmelieten en Augustijnen) en de kleinere orden.
Het misleiden, bedriegen of schenden van vertrouwen met als doel een oneerlijk of onrechtvaardig voordeel of materialistische winstte verkrijgen.
Verwijst naar een Attische vaasschilderstijl waarvan de vroegste vorm rond 475 v Chr. ontstond en die rond 420 v Chr. verdween, na de bloeiperiode van de Attische zwartfigurige stijl. De stijl wordt gekenmerkt door werk volgens de roodfigurige techniek, later door schildering op een witte achtergrond. De stijl stond oorspronkelijk bekend om een nieuwe mate van losheid en vrijheid in de compositie, en later om de invloed van het gelijktijdig uitgevoerde beeldhouwwerk aan het Parthenon. Het werk bestaat meestal uit ambitieuze composities op grote vazen en maakt, in de vroegere vormen, gebruik van Archaïsche conventies gecombineerd met vernieuwende vrije voorstellingen.
Zilveren of gouden dozen of kistjes, meestal rechthoekig van vorm maar soms rond of ovaal, die worden gegeven aan een persoon aan wie de vrijheid wordt verleend of, bijvoorbeeld, aan een stad, stadje of college. Meestal gegraveerd, geciseleerd, of geëmailleerd met het wapenschild van de ontvanger en de gever, en vaak met een toepasselijke inscriptie.
Zowel te gebruiken voor meerdere oorlogsdoeleinden inzetbare marineschepen uit de late 18e en vroege 19e eeuw, meestal met het maximum aantal zeilen aan alle drie de masten en bewapend met vuurwapens op een of twee dekken, als voor een klasse kleine oorlogsschepen met gemiddelde snelheid uit de 20e eeuw die hoofdzakelijk zijn ontworpen om andere schepen te begeleiden en zijn voorzien van afweergeschut tegen vliegtuigen, schepen en duikboten.
Een reeks blauwe kleuren die lijken op de kleur van Frans blauw pigment, wat synthetisch ultramarijnblauw is. De naam ontstond in de vroege 19de eeuw, toen het pigment voor het eerst werd geïmporteerd uit Frankrijk.
Een karmijnpigment dat is gemaakt van orseille.
Schilderingen vervaardigd met hulp van de frescotechniek, een muurschildertechniek waarbij in water opgeloste, permanente pigmenten op een natte laag pleisterkalk worden aangebracht.
Fotografisch procédé waarbij gebruik wordt gemaakt van monochrome of quadrichrome kooldrukpapieren met een korte toonschaal en een grote houdbaarheid.
T-vormig gereedschap met een stalen schacht en een houten greep, dat wordt gebruikt om kleine gaatjes te maken in hout zodat spijkers of schroeven makkelijker kunnen worden ingeslagen of ingedraaid.
Te gebruiken voor vissersschepen met sloeptuig, 6 tot 12 m lang, met een diepstekende kiel, gewelfd achtersteven, klipperboeg, sterke zeeg en gaftopzeilen en dubbele grootzeilen; oorspronkelijk ontworpen in Friendship en Muscongus Bay, in de Amerikaanse staat Maine; vaak omgebouwd tot motorjacht.
De ruimten voor koude baden in Romeinse badhuizen, soms met een koud stortbad.
Verwijst naar een soort decoratief materiaal dat meestal wordt geclassificeerd als kant. Het wordt gemaakt van draad die met een klein spoelvormig instrument wordt geknoopt van dik naaigaren. Het is samengesteld uit knopen, of lussen en bogen, die ringen en halve cirkels vormen, gerangschikt in patronen of vormen. Frivolité wordt meestal gebruikt voor randen of biezen en soms voor onderleggers, halsboorden of parasolbekleding.
Het met de hand vervaardigen van fijn kant door met een draad en een kleine spoel (of met twee draden en twee spoeltjes) lussen en bogen te maken, waardoor verschillende patronen van ringen en halve cirkels ontstaan.
Beeldgesneden, beschilderde, geborduurde of anderszins gedecoreerde panelen of voorhangsels aan de voorzijde van een altaar, preekstoel of lessenaar in een christelijke gebedsruimte. Antependia kunnen uit allerlei materialen zijn vervaardigd, zoals hout, ivoor, edelmetalen of geborduurd textiel. Waardevolle antependia werden om veiligheidsredenen soms boven aan het altaar geplaatst, waardoor hun functie veranderde in die van een retabel. De iconografie kan per antependium verschillen, maar het meest voorkomende thema is dat van de Maiestas Domini, omgeven door taferelen uit het Nieuwe Testament. Indien het voorhangsel rondom doorloopt, wordt het een paliotto genoemd.
De lengtes van de perceelbanen of bouwterreinen aangrenzend aan een straat of andere openbare weg of aan water, waardoor er een afbakening wordt gevormd.
Zeilwedstrijden, meestal met dinghy’s, gehouden van laat in de herfst tot vroeg in de lente.
Kleine messen met een scherp, soms getand lemmet die aan tafel worden gebruikt voor het schillen en snijden van fruit. Hebben vaak een versierd handvat en soms een inklapbaar lemmet zoals bij een zakmes. Gebruik 'dessertmessen' voor andere kleine messen met een kort handvat en soms een gebogen en gepunt lemmet.
Een kleine vork, meestal met drie tanden, die wordt gebruikt voor het vasthouden van een stuk fruit terwijl het met een fruitmes wordt geschild of gesneden.
Term die wordt gebruikt voor kegelvormige petten of mutsen met een gebogen punt of een punt die aan de voorkant is omgeslagen; werden gedragen door de oude Frygiërs, later werd het gezien als de vrijheidsmuts.
Snavelfluiten uit Slowakije. Deze grote houten fluiten worden verticaal gehouden en hebben een grote gesloten buis die is bevestigd aan een kleinere buis die het mondstuk bevat.
Ontstekingspoeder dat is afgeleid van knalzuur; met name voor munitie in vuurwapens.
Verwijst naar de pre-Angkor-stijl en -periode rondom de Cambodjaanse koninkrijken van Funan (1ste tot 9de eeuw) die in hoge mate waren beïnvloed door Indiase ideeën. De stijl is vooral zichtbaar in de lager gelegen valleien van de Mekong-rivier. De beeldhouwkundige productie in deze stijl bestaat uit grote, vrijstaande zandstenen figuren van goden uit Hindoe-, Shiva-, and Visjnoe-teksten. Religieuze beeldhouwwerken bestaan vaak uit verschillende goden die zijn gecombineerd tot een enkele figuur en worden gekarakteriseerd door gladde, onafgebroken oppervlakken die zijn uitgebreid door middel van brede, frontale vlakken en door uitsparingen aan de zijkanten die zijn verbonden met het massieve blok. Deze periode werd tevens gekenmerkt door de rudimentaire ontwikkeling van niet-Indiase elementen zoals de zandstenen lateien die werden gemaakt voor deuropeningen van bakstenen schrijnen, het concept van de latei als speciaal attribuut van de geestschrijn en beeldhouwwerken in reliëf die waren gebaseerd op paren van monsterfiguren en bladontwerpen. Boeddhistische iconen in deze stijl zijn geconstrueerd in zandsteen en zijn minder zinnelijk en verfijnd dan Hindoe-figuren.
Gebieden van verantwoordelijkheid waarin activiteiten worden uitgevoerd om een doel te bereiken.
Te gebruiken voor personen die een vertrouwens- en gezaghebbende positie bekleden in civiel, overheids- of particulier bestuur. Gebruik 'officieren' voor personen die gezaghebbende of leidinggevende posities in het leger bezitten.
Romeinse term voor slingers die bestaan uit stroken vlas, leer of paardehaar met in het midden een zak of buidel om het projectiel te bevatten; werden gebruikt voor de jacht en in oorlog. Ze werden gebruikt door Romeinse en geallieerde troepen ten tijde van de Republiek en het Keizerrijk tot in ieder geval de 5e eeuw en bleven zeker tot in de 14e eeuw en soms nog later door Europese militairen in gebruik.
Verwijst naar plattegronden met de configuratie en ligging van de fundering, oftewel het geheel van dragende elementen van een gebouw, dat zich hoofdzakelijk ondergronds bevindt en de druk van het bouwwerk afvoert naar de grond of het gesteente eronder. Ook kunnen er specifieke eisen met betrekking tot de dragende structuur in zijn opgenomen.
Wordt gebruikt voor de delen van bouwconstructies, meestal ondergronds, die lasten van gebouwen verdelen over de grond- of steenlaag eronder. Wanneer de dragende systemen en delen of skeletten onder de grond, inclusief de fundering, duidelijk worden onderscheiden van de bovengrondse delen wordt 'onderbouw' gebruikt.
Wordt gebruikt voor funderingen die belastingen dragen door het te verspreiden over een groot, plat oppervlak. Kunnen een of meer zuilen, pijlers of muren ondersteunen.
Bouten, V-vormig aan het einde, die in een speciaal daarvoor bestemd gat in een zwaar blok of zware steen worden ingebracht en vastgezet worden met stortbeton of gesmolten lood. Ook wel oogbouten die in zware stenen zijn bevestigd en worden gebruikt als hijswig om deze op te tillen en te verplaatsen.
Beschrijft werken die zijn vervaardigd door het gelijknamige Afrikaanse volk, dat in Ethiopië en Eritrea leeft. Ze hebben ooit het koninkrijk Funji gesticht, met als centrum Sinnar. Het rijk beheerste het oostelijk deel van Sudan, met inbegrip van het zuiden van Nubië. De bloeitijd van het koninkrijk omvatte de 15de tot en met de 19de eeuw.
In eerste instantie gebruikt om het werk aan te duiden van een groep kunstenaars die actief was in San Francisco in de late jaren 50 van de 20ste eeuw. Later gebruikt als naam voor een tentoonstelling in Californië in 1967. De stijl wordt gekenmerkt door een preoccupatie met ziekelijke, schokkende en seksueel uitdagende beelden, die tot uiting komt in bizarre combinaties van materialen zoals leer, staal, klei, vinyl, bont en keramiek.
Vorm van rapid prototyping met geleidelijke extrusie van draadvormig thermoplastisch kunststof op een platform, waardoor dwarsdoorsneden van een object worden gecreëerd en uiteindelijk een driedimensionaal prototype van kunststof resulteert.
Houders in de vorm van een vat, vooral die welke sterker en groter zijn dan vaten, gemaakt van duigen, bodems, deksels en hoepels, en meestal stevig in elkaar gezet zodat er vloeistoffen in kunnen worden bewaard.
Hout van de boom Chlorafora tinctoria; het vloeibare extract geeft de gele verfstof morine.
Orde van 22 soorten in 1 familie. Recentelijk zijn 2 soorten uitgestorven. Het zijn duikers die zich onder water voortbewegen met hun gelobde poten. Ze hebben een zeer kleine staart en zijdezachte veren.
Verwijst naar de literaire en kunstzinnige stroming, met Italië als centrum, die wordt gekenmerkt door snelheid, dynamiek, energie en verwerping van het oude. De aanzet tot het futurisme werd gegeven door een manifest van Filippo Tommaso Marinetti uit 1909. Het futurisme kwam ook in Rusland tot bloei, maar was daar overwegend revolutionair en politiek getint. In de schilderkunst wordt de stijl aanvankelijk gekenmerkt door het gebruik van divisionistische technieken, maar in 1912 deden de simultane weergave en vlakvervorming van het kubisme hun intrede. In de bouwkunst vonden de futuristische ideeën hun uitwerking in tekeningen en stadsontwerpen van utopische gemeenschappen.
Kleine voorwerpen, op het lichaam gedragen ter bescherming tegen kwaad, schade of ziekte of om geluk te brengen. Gebruik de term 'talismans' voor voorwerpen met astrologische of magische symbolen en die zijn bedoeld om de drager te beschermen, maar die niet persé op het lichaam hoeven te worden gedragen.
Kruisen met een hoek of knik aan het uiteinde, variërend van een kleine puntachtige haak tot een grotere knik, zoals in het hakenkruis.
Verwijst naar een steensoort die bestaat uit kleiige of kleihoudende leisteen of schist, die schilfers of splinters van mica bevatten.
Wetenschappers die zijn opgeleid en werken op het gebied van de mechanica van lichaamsfuncties, van celniveau tot het niveau van het gehele organisme.
Te gebruiken voor gebouwen waar soep, brood en andere basisvoeding wordt verstrekt aan behoeftigen, gratis of tegen een kleine vergoeding.
Te gebruiken voor relatief kleine oorlogsschepen die met een of meer vuurwapens zijn bewapend; dergelijke schepen worden voornamelijk gebruikt voor plaatselijke verdediging en binnenwaterpatrouilles, maar de kanonneerboten uit de late 19e en vroege 20e eeuw kunnen behoorlijk groot zijn.
Verwijst naar een type traditionele Japanse muziek die hoofdzakelijk werd uitgevoerd bij ceremoniële gebeurtenissen aan het keizerlijk hof. De naam is afgeleid van de Japanse uitspraak van de Chinese tekens voor elegante muziek (ya yueh). Deze muziek werd in de 5de eeuw vanuit Korea in Japan geïntroduceerd en vormde vanaf de 8de eeuw een vast onderdeel van de hoftraditie. In de 9de eeuw werden de diverse vormen van de Noord-Aziatische, Chinese, Indiase, Zuidoost-Aziatische en inheemse Japanse muziek geherstructureerd tot twee hoofdgenres: togaku en komagaku. Togaku, de 'muziek van de rechterzijde,' is afgeleid van Chinese en Indiase vormen, terwijl komagaku, 'muziek van de rechterzijde,' Zuidoost-Aziatische en Japanse elementen bevat. Bij gagaku-uitvoeringen worden meestal combinaties van tokkelinstrumenten, blaasinstrumenten, trommels en een gong gebruikt. De hoofdtrommel en hoofdfluit van de twee typen verschillen onderling, en bij komagaku worden er geen snaarinstrumenten gebruikt. De term kangen verwijst naar zuiver instrumentale gagaku-uitvoeringen, terwijl bugaku ('dansmuziek') verwijst naar de muziek die wordt uitgevoerd in combinatie met een ceremoniële dans. Sommige elementen van het bijbehorende Shinto-rituelen en de oude stemmen zijn daarbij gehandhaafd; de solomuziek voor de gagaku-instrumenten is grotendeels verloren gegaan, maar sommige notaties zijn nog wel bewaard gebleven. De nog wel overgeleverde gagaku-muziek verschaft waardevolle informatie over de traditionele muziekvormen van Japan. Gagaku lijkt sterk op de wereldlijke muziek van China uit de Tang-dynastie, en verschaft daardoor inzicht in de muziek uit deze vroege periode.
Doedelzakken met een enkel riet uit Oost- en Zuidoost-Europa en Klein-Azië. Ze komen in allerlei per streek of cultuur verschillende vormen voor, met een wisselend aantal pijpen, en worden aangeblazen met de mond of met een blaasbalg.
Middelhoge gebouwen of wolkenkrabbers met een kleinere diepte in vergelijking met hun lengte en meestal met hun hoogte. Te gebruiken om ze te onderscheiden van 'torenflats', die meestal de vorm hebben van een toren en zijn gesitueerd rond een centrale kern.
Te onderscheiden van '@passage graves' door het gebrek aan onderscheid tussen de grafkamer en de toegang.
Gelijkvormige lijsten die door de eigenaar worden geselecteerd zodat alle kunstwerken in de collectie op dezelfde manier omlijst kunnen worden. Zulke lijsten waren toonaangevend voor eigendom en status en werden daarom ook vaak veranderd, soms elke generatie, om zo de nieuwste stijlen en smaken te volgen.
Middelmatig tot grote zeevarende zeilschepen uit de late 16e en 17e eeuw die worden gekenmerkt door een hoog achterkasteel, een laag voorkasteel, een galjoenconstructie, fijnbesneden uiteinden en een groot middenschip; werden als handels- en als oorlogsschepen gebruikt en vormden in de 17e eeuw de ruggengraat van de zeevloten van de meeste Europese landen.
Het aanbrengen van stukjes steen in de voegen van onafgewerkt metselwerk, zodat er minder metselspecie nodig is of om grotere stenen op hun plaats te duwen of om kleine versieringen toe te voegen.
Scheikundig element met symbool Ga en atoomnummer 31. Het is een zilverachtig, zacht hoofdgroepmetaal en wordt voornamelijk gebruikt in het maken van legeringen met een laag smeltpunt.
Overschoenen van rubber of ander waterafstotend materiaal, vooral die tot boven de enkel reiken en vaak gespen of andere sluitingen hebben. Gebruik `rubber overschoenen' voor overschoenen zonder gespen of sluitingen die tot onder de enkels reiken.
Leer, gemaakt van het vel van een rog, dat gekenmerkt wordt door de parelachtige huidpapillen waarmee het is bedekt, die meestal zijn afgeschuurd en dan een patroon van kleine opeenvolgende rondjes vormen, die door de manier van verven nog opvallender worden.
Een cachousoort die wordt gemaakt van een bepaald geslacht van de Uncaria, een Maleise klimplant.
Ensembles uit Zuidoost-Azië, bestaande uit gevarieerde combinaties van gongs, metallofonen, xylofoons, drums, strijk- en tokkelchordofonen, fluiten of dubbelriet aërofonen, kleine bekkens en zangers. Ze begeleiden dansen en religieuze en plechtige evenementen.
Japans papier dat is gemaakt van vezels uit de korte bast (binnenste schors) van de soort Wikstroemia canescens, die inheems is in de bergachtige gebieden van Azië. De eerste gevonden vermelding van het papier stamt uit ca. 850 n.Chr. Gampi is een fijn vezelachtig papier dat wordt geproduceerd op een papierbewerkingsraster dat is bedekt met een waterdichte zijdedoek, hetgeen resulteert in het zijdeachtige geweven uiterlijk. Hoewel gampi transparant, glad en sterk is, heeft het een slechte dimensionele stabiliteit. Het wordt gebruikt als calqueerpapier en als tussengeschoten bladen voor goudbeslag, maar niet voor schutbladen.
Een hindoeïstisch feest waarin de geboorte van Ganesha, de god met de olifantenkop, wordt gevierd. Dit feest, dat zeven tot tien dagen duurt, bereikt op de vierde dag van de maanmaand Bhadra (augustus-september) zijn hoogtepunt. Het is met name populair in de Indiase deelstaat Maharashtra. Aanbidders brengen gereedschappen en dergelijke naar Ganesha, de god van wijsheid en voorspoed, om deze te laten zegenen. Tijdens het feest zijn talrijke standbeelden en afbeeldingen van Ganesha te zien, met als hoogtepunt een spectaculaire optocht, de Ganesha Visarjana. Op deze dag mogen de aanbidders niet naar de maan kijken, omdat de maan Ganesha heeft uitgelachen toen die van zijn rijdier, een rat, viel.
Te onderscheiden van 'galerijgraven' doordat er een duidelijke onderscheid is tussen de grafkamer en de tunnelachtige gang die erheen leidt.
Eindwielen in de bewegende tandwieltreinen van uurwerken die direct inwerken op het echappement.
Dubbele klepelloze ijzeren bellen van de Ewe in Ghana, die aan een uitsteeksel aan de bovenkant worden vastgehouden en aangeslagen met een stok, vaak in paren, als begeleiding van dansen.
Verwijst naar een Chinese neolithische periode van circa 3300 v. Chr. tot aan het begin van de Bronstijd. Het gebied omvatte het westen van de provincie Shaanxi en de provincies Gansu en Qinghai, maar de cultuur heeft haar naam te danken aan het feit dat de fraaiste aardewerken voorwerpen op sites in Gansu zijn opgegraven. De Gansu-cultuur kende drie fasen: Majiayao (circa 3300-circa 2100 v. Chr.), Banshan (circa 2800-circa 2300 v. Chr.) en Machang (ca. 2000-ca. 1800 v. Chr.). Deze fasen werden gevolgd door de fasen Qijia (circa 2000-circa1600 v. Chr.), Xindian en Shajing. De fijnste keramische Gansu-houders zijn licht uitgevoerd en hebben een dunne romp, en zijn voorzien van allerlei soorten krachtig geschilderde decoraties. De klei werd zorgvuldig geselecteerd en geprepareerd, en het geschilderde decor werd uitgevoerd in aardpigmenten die vermoedelijk met een zacht penseel werden opgebracht. Het opvallendste type vaatwerk dat tijdens deze periode werd vervaardigd, was de grafurn met brede schouder en smalle voet.
Hoge, eivormige manden, vaak zonder handvatten, van een type dat traditiegetrouw werd gebruikt om ganzen in te stoppen terwijl de veren werden geplukt.
Lichte jachtgeweren die werden ontworpen voor het jagen op klein wild, vooral vogels, en die worden gebruikt sinds halverwege de 16e eeuw.
Overeenkomsten waarbij één persoon zich tegenover een ander borg stelt voor het belang van het bezit of het genoegen van iets, zoals een expliciete of impliciete waarborg voor de kwaliteit of de prestaties van aangekochte goederen.
Letterlijk 'baarmoederkamers' of 'embryokamers'. Het binnenste gedeelte, het belangrijkste heiligdom van een hindoetempel, waar het object van aanbidding, een afbeelding of lingam, wordt vereerd.
Genus met 240 soorten bomen en heesters die algemeen voorkomen in tropische gebieden, met name de tropische regio's van Afrika, Azië en Oceanië (met inbegrip van Australië). Sommige soorten worden gekenmerkt door stugge bladeren en kleine oranje vruchten met een dikke schil en sappig, zurig en sterk geurend vruchtvlees. De hars wordt voor allerlei kleurstoffen gebruikt.
Klein, vaak van draad gemaakt keukengerei dat wordt gebruikt voor het handmatig kloppen van voedsel, zoals eieren, room of aardappelen.
Keukengerei dat wordt gebruikt voor het klutsen, roeren en kloppen.
Methode voor boekbinden waarbij de rug van het boekdeel wordt bijgesneden om zo een blok met aparte bladen te verkrijgen, waarna de achtereinden worden opgeruwd, plakmiddel wordt gebruikt en de band wordt bevestigd.
Verwijst naar een regionale school van Pahari-miniatuurschilderkunst die wordt geassocieerd met Garhwal, in het uiterste zuidoosten van het heuvelgebied van Punjab; de Garhwal-school kende een bloeitijd vanaf de tweede helft van de 18de eeuw tot aan het einde van de 19de eeuw, met name in Srinagar, de hoofdstad van dit gebied. De school was weliswaar niet productief maar heeft wel een belangrijke bijdrage geleverd aan de Pahari-schilderkunst. Kenmerkende elementen zijn een krachtige en zorgvuldige lijnvoering, heldere kleuren, expressieve figuren, krachtige composities en weelderige, sfeervolle landschappen. De invloed van de Guler-schilderkunst staat nog volop ter discussie, aangezien er diverse stilistische overeenkomsten bestaan tussen de twee scholen. Vermoedelijk hebben zich schilders uit Guler in Garhwal gevestigd, terwijl kunstenaars uit Garhwal op hun beurt mogelijk in de leer zijn geweest bij andere kunstcentra. Niettemin heeft Garhwal zijn eigen identiteit weten te behouden. De figuren in de Garhwal-schilderijen dragen steevast het halvemaanvormige shiva-teken op het voorhoofd, terwijl dit element doorgaans ontbreekt in andere Pahara-schilderijen. Andere onderscheidende kenmerken zijn tijgers, luipaarden en vogels die in paren worden afgebeeld, lotusvijvers en bloemen met puntige bloemblaadjes. De productie van de schilderschool liep geleidelijk terug in de 19de eeuw, toen Garhwal te lijden had onder invallen door vreemde mogendheden en onder aardbevingen.
Te gebruiken voor kleine vaartuigen met platte bodems met gebogen balktrek, vlakke zijkanten en brede vierkante uiteinden. Ze komen voornamelijk, maar niet uitsluitend, voor aan de kust van New Jersey.
Verwijst naar een stof in gasvormige toestand. De gasvormige toestand is de toestand die zich onderscheidt van de vloeibare en vaste toestand door een zeer lage dichtheid en viscositeit, relatief hoge uitzetting en inkrimping bij wijzigingen in druk en temperatuur, de mogelijkheid om zich snel te verspreiden en de spontane tendens om zich evenwichtig te verdelen over elke willekeurige houder.
Branders voor de verbranding van gas, meestal met gaten die op verscheidene wijzen geschikt zijn en waardoor gas naar buiten komt.
Stroommeters voor het meten en vastleggen van de hoeveelheid gas die door een buis loopt, bijvoorbeeld voor het berekenen van het verbruik van een huishouden.
Lampen die branden door het vergassen van een vluchtige vloeistof.
Deel van de ozonlaag waarin de concentratie ozon min of meer is verdwenen. Dit gebeurt vooral op hoge geografische breedte en wordt voornamelijk toegeschreven aan de chemische werking van cfk's en andere atmosferische verontreinigingen.
Pleister dat in Perzië voor sierwerk werd gebruikt.
Te gebruiken voor wooncomplexen die voor niet-bewoners zijn afgesloten met hekken of muren voorzien van toegangspoorten; zijn soms ook voorzien van bewakers of andere vormen van surveillance en beveiliging.
Te gebruiken om zeer uitzonderlijk creatief vermogen aan te duiden, waaronder originaliteit, verbeelding, het vermogen om te denken en werken in gebieden die tot dusver niet verkend of beschouwd werden. Vaak gebruikt om het vermogen om iets van waarde of nut voor de maatschappij aan te duiden.
Verwijst naar de periode en cultuur van circa 4000 tot 3000 v. Chr. in noordelijk Mesopotamië, genoemd naar de opgraving te Gawra. De periode wordt gekenmerkt door de aanwezigheid van zegels, metalen voorwerpen, beeldjes van klei en de ontwikkeling van monumentale architectuur.
Stukken gecultiveerd gras of andere bodembedekkers, die worden onderhouden om de esthetische waarde of voor recreatieve doeleinden.
Te gebruiken voor Afrikaanse aapfiguren van het Baulevolk, gekenmerkt door hun open handen of kleine offerschalen voor offergaven.
Systemen van elektrische geleiders waarvan er tenminste één met opzet is geaard, ofwel ononderbroken of door middel van een apparaat dat stroomsterktes beperkt.
Het opnemen van gasmoleculen, opgeloste substanties of vloeistoffen door de oppervlakken van vaste stoffen en vloeistoffen waar ze mee in contact komen.
Het procédé waarbij een vloeistof of een mengsel van gassen en vloeistoffen binnen een poreus vast materiaal wordt getrokken en de doordringbare poriën daarvan vult. Gaat meestal samen met een fysieke en/of chemische verandering.
Gebieden, inclusief die regio's die van oorsprong een hoge mate van politieke zelfstandigheid of zelfbestuur bezitten, die zijn ingelijfd binnen de grenzen van een andere bestuurlijke eenheid.
Het maken van schilderijen met behulp van transparante waterverfkleuren; te onderscheiden van de ondoorzichtige methode waarbij gouache wordt gebruikt.
Het samenvoegen van verschillende onderdelen teneinde een werkzaam geheel te krijgen.
Een geautoriseerde termenlijst is een elektronisch of fysiek bestand of andersoortige verzameling van geautoriseerde catalogustermen voor namen, onderwerpen of overige informatie. Hierin wordt de geautoriseerde of voorkeursvorm van de naam of het onderwerp voor een bepaalde entiteit vastgelegd.
Kleine vormen voor het bakken van kleine pasteitjes, die patty's worden genoemd.
Het prepareren, verduurzamen of opzettelijk transformeren van materialen, bijvoorbeeld klei, silicaat of glas, door middel van verhitting.
Verwijst naar het proces waarbij klei of een ander materiaal door hitte op een open vuur of in een speciale vuurkuil wordt geprepareerd, behandeld of omgevormd. Wordt gekenmerkt door de vrije circulatie van zuurstof - waardoor het ijzer en andere onderdelen van het materiaal oxideren - en de relatief lage temperatuur. Het verschil met bakken in een oven is dat dit laatste een hogere temperatuur mogelijk maakt en dat de bakruimte kan worden afgesloten voor zuurstof.
Verwijst naar het bakken van keramiek bij een relatief hoge temperatuur, zoals bij porselein dat wordt gebakken bij een temperatuur van maximaal 1280 graden Celsius.
Een vaakgebruikte bouwsteen, bestaande uit kleisoorten of schalies (en soms uit andere materialen), die in een oven is gebakken totdat de steen hard is geworden.
Kleine platte kwastjes die worden gebruikt voor het bedekken van gebak met een laagje boter, eieren of soortgelijke producten.
Wordt gebruikt voor tot God of een andere godheid gerichte, eerbiedige smekende verzoeken
Middeleeuws devotie-object voor de persoonlijke geloofsbeleving. Diep uitgesneden, houten object in de vorm van een (wal)noot en open te klappen. Versierd met voorstellingen van heiligen, inscripties en ornamenten.
Staven met t-vormige fioelen aan één uiteinde, gebruikt door leden van de congregatie van de Ethiopisch-orthodoxe kerk om tijdens de dienst op te kunnen leunen; ook gebruikt om het ritme aan te geven tijdens liturgische liederen en dansen.
Verwijst naar het proces dat of de kunstvorm die zich bezighoudt met het maken van beeldhouwwerken. Het verwijst met name naar het snijden of graveren van hard materiaal of het vormen of gieten van smeedbaar materiaal teneinde ontwerpen of figuren in reliëf, in intaglio of vrijstaand te maken. Het wordt doorgaans gebruikt als verwijzing naar de vervaardiging van grote of middelgrote objecten van steen, klei of brons. Naar de vervaardiging van kleine objecten van brons of steen wordt doorgaans verwezen met een specifieke term, zoals 'steensnijden' of 'matrijsgieten'. De vervaardiging van beelden van hout of ivoor wordt doorgaans 'beeldsnijden' genoemd.
De hiërarchie Gebeurtenissen bevat descriptoren voor voorvallen, evenementen en gelegenheden van sociale, culturele, religieuze of persoonlijke aard (bijvoorbeeld verjaarsfeesten, concerten, geboorten en namen van feestdagen). Niet opgenomen zijn eenmalige gebeurtenissen met een eigennaam. Zo is bijvoorbeeld wel 'kroningen' opgenomen, maar niet 'kroning van Karel de Grote'. Relatie met andere hiërarchieën. Descriptoren voor activiteiten en methodieken die worden geassocieerd met een specifieke context (bijvoorbeeld belasting heffen en wetenschappelijk onderzoeken) zijn te vinden in de hiërarchie Functionele activiteiten. Descriptoren met betrekking tot bewerkingen die worden uitgevoerd met concrete objecten en materialen (bijvoorbeeld polijsten), zijn te vinden in de hiërarchie Procédés en technieken.
Verwijst naar districten of provincies die worden bestuurd door een onderkoning: een persoon die optreedt als vertegenwoordiger van de soevereine vorst of koning. De gebieden van een onderkoning bevinden zich vaak in grensstreken of in provincies die op grote afstand van de centrale machtszetel zijn gelegen.
Het verwijderen van kleine stukjes of fragmentjes van een voorwerp of een oppervlak, zoals bij metselwerk.
Vormingsproces waarbij een holle eenheid wordt gevormd, die door interne luchtdruk tegen een omliggende mal gedrukt wordt die zo gevormd is dat men er een fles of andere houder in kan maken. De term wordt meestal gebruikt in verband met glas en plastic.
In algemene zin het gebruik van kneedbaar materiaal zoals was of klei om een driedimensionale vorm te creëren. In de keramische kunst verwijst het specifiek naar de vorming van een origineel keramisch object of het model of de maquette waarvan een mal wordt gemaakt.
Klavechords, met voor verschillende toonsoorten een eigen stel snaren
Wordt gebruikt voor gebouwen met vijf verdiepingen of minder die alleen langs trappen kunnen worden bereikt; wordt algemeen toegepast in flatgebouwen en sommige commerciële gebouwen. Geen Nederlands equivalent. Zie 'laagbouw'.
Te gebruiken voor de evaluatie van het functioneren van een gebouw, in termen van technische en concrete aspecten van bouwwerken na aanleg, zoals structurele integriteit, het functioneren van mechanische systemen en de eigenschappen van materialen.
Te gebruiken voor de evaluatie van hoe een gebouw na de ingebruiknemeing bevalt in termen van behoeften en bedoelingen van de afnemer, waaronder dingen als omgevingsontwerp, comfortniveaus en mechanische systemen en hun invloed op de bewoners.
De hiërarchie Gebouwde complexen en gebieden bevat descriptoren voor samenhangende groepen bouwwerken en delen van nederzettingen. Complexen worden gedefinieerd als groepen gebouwen of andere structuren, en open ruimten; vaak zijn ze multifunctioneel en uitgebreider en hebben ze over een langere periode vorm gekregen door de inbreng van meerdere deelnemers dan bij afzonderlijke bouwwerken. Gebieden worden gedefinieerd als afgebakende of waargenomen componenten van nederzettingen die omvangrijker en minder architectonisch van aard zijn dan gebouwde complexen. Dergelijke gebieden worden meestal gedefinieerd op basis van sociaaleconomische of topografische kenmerken, van een uniformiteit in de bouwwerken die daartoe behoren, of van administratief gecreëerde grenzen. Relatie met andere hiërarchieën: Openbaar-vervoersystemen (bijvoorbeeld 'tramsystemen') zijn ondergebracht in de hiërarchie Objectgroepen en Systemen. Soorten wegen (bijvoorbeeld 'snelwegen' of 'straten') vindt u bij Open ruimten in de hiërarchie Open ruimten en landschappelijke elementen. Samenstellende delen van wegen (bijvoorbeeld 'busbanen' of 'stoepranden') zijn ondergebracht in de hiërarchie Componenten.
Siënna-aarde die aan roodgloeiende hitte is blootgesteld, waardoor het donkerder, koeler, minder oranjerood van kleur wordt.
Verwijst naar werken van gekleurd glas, over het algemeen in de vorm van een venster, zelfstandig paneel of lampenkap, waarvan het ontwerp bedoeld is om te worden bekeken door gebroken licht en de uitwerking in hoge mate afhangt van de hoedanigheid van het licht. De fasen van het productieproces zijn in een handboek uit de vroege twaalfde eeuw beschreven door de monnik Theofilus en het proces is sindsdien nauwelijks veranderd. Het glasobject wordt gemaakt door stukken gekleurd glas te snijden op basis van een karton op ware grootte en de stukken vervolgens te vatten in stroken lood. Op het glasoppervlak kunnen details worden geschilderd die worden gebrand in een oven voordat de glasstukken worden samengevoegd. De methode waarmee het glas waterdicht wordt gemaakt en wordt bevestigd in een raam is vaak zeer decoratief en vormt een belangrijk onderdeel van het ontwerp. Als hoogtepunten van gebrandschilderd glas worden de werken uit de Europese gotiek en de 19de-eeuwse neogotiek beschouwd.
Daken waarvan de helling ongelijk is, doordat het lage deel een steilere helling heeft dan het hoge deel; kan zowel naar tweezijdige of vierzijdige daken verwijzen.
Wordt gebruikt voor frontons waarvan de lijnen hetzij bovenaan, hetzij onderaan, hetzij op beide plaatsen zijn onderbroken. Wordt vooral gevonden op laat-antieke, barokke en maniëristische architectuur, en op Chippendale meubels.
Verwijst naar een vroege Romeinse aardewerkstijl die zich kenmerkt door een fijne, harde en dunwandige structuur. In het algemeen vervaardigd uit een roodachtige klei die door het bakken bruinachtig-grijs wordt en die soms wat mica bevat.
In het algemeen te gebruiken voor personen die gebruik maken van een product of dienst van de informatieindustrie, zoals software, thesauri of registers, inclusief personen die zelf gebruik maken van deze bronnen om inlichtingen te verstrekken aan anderen. Gebruik 'eindgebruikers' voor klanten of vaste bezoekers van een bibliotheek, informatiecentrum of een instelling waar men informatie kan terugvinden of ophalen uit een database.
Dichtbij elkaar geplaatste parallelle groeven gebruikt ter versiering van zuilen en pilaren; in de kunstnijverheid gebruikt op houtwerk, metaalwerk, glas en keramiek.
Belastingen op een zeer klein deel van een constructie.
Handeling of procédé waardoor gassen of dampen worden verdicht tot een vloeistof of een vaste vorm.
Een gecontroleerde trefwoordenlijst is een eenvoudige lijst met termen die gebruikt worden voor terminologiebeheer. Een goed opgebouwde gecontroleerde trefwoordenlijst dient aan de volgende eisen te voldoen: iedere term moet uniek zijn; alle termen moeten tot dezelfde klasse behoren; de betekenis van termen mag elkaar niet overlappen; de termen moeten dezelfde mate van granulariteit/specificiteit bezitten; de termen moeten alfabetisch of in een andere logische volgorde zijn gerangschikt.
De aantasting van metaal of ander materiaal door chemische of elektrochemische reacties die het gevolg zijn van blootstelling aan verwering, vochtigheid, chemicaliën of andere agentiën.
Staal versierd met golvende patronen, dat bekend staat om zijn hardheid; werd vroeger speciaal gebruikt voor de klingen van zwaarden.
Contracten waarbij het werk wordt verdeeld in verschillende hoofdcontracten, zoals een algemeen contract, een contract voor de mechanische werkzaamheden en een contract voor de elektriciteitswerkzaamheden, in plaats van dat het aan één aannemer wordt toegewezen.
Te gebruiken als verwijzing naar huishoudens waarin twee of meer zelfstandige individuen voor langere tijd één wooneenheid delen, waarin elke bewoner een privé-slaapkamer heeft terwijl de rest van de woning en de daarin aanwezige voorzieningen gemeenschappelijk worden gebruikt.
Geleidelijk verlies van kwaliteit; kan optreden zonder dat zich structurele veranderingen voordoen
Water ergens uit verwijderen of water ergens aan onttrekken. Hierbij kunnen andere vloeistoffen achterblijven. Gebruik 'drogen' voor het procédé van het volledig of vrijwel volledig vrijmaken van vloeistoffen.
Afgebakende gebieden waarbinnen het verboden is militaire eenheden te stationeren of te concentreren, en waar het handhaven of oprichten van enigerlei militaire installaties niet is toegestaan.
Wordt gebruikt voor echappementen waarin geen terugslag plaatsvindt van de schok veroorzaakt door contact tussen in elkaar sluitende delen; geïntroduceerd in de achttiende eeuw en met name geschikt voor dure of nauwkeurige uurwerken.
Wordt gebruikt voor hoge, slanke, vierkantige, meestal monolithische stenen schachten die toelopen naar boven en eindigen in een piramidevormige punt.
Te gebruiken voor geschriften die worden opgesteld ter gelegenheid van een bepaalde samenkomst of gebeurtenis en die worden verdeeld onder personen die bij die samenkomst of gebeurtenis aanwezig zijn. Meestal zijn gedenkschriften niet op een andere manier verkrijgbaar. Gebruik 'geschenkboeken' voor 19e-eeuwse boekwerken, meestal geïllustreerde literaire bloemlezingen, die bedoeld waren om cadeau te worden gedaan.
Het uiteenvallen in verschillende delen, zodat de gaafheid of de stevigheid verloren gaat.
Het borduren van een patroon door een draad plat neer te leggen en die met kleine steekjes op regelmatige afstanden vast te zetten.
Het doen ronddraaien van huiden, vellen of vellen in een trommel om bijvoorbeeld water of andere vloeistoffen eruit te verwijderen, om bijvoorbeeld verf- of looistoffen eraan toe te voegen of om ze te wassen.
Iets volledig of vrijwel volledig vrijmaken van vloeistoffen. Gebruik 'dehydreren' voor het verwijderen of onttrekken van water, waarbij andere vloeistoffen kunnen achterblijven.
Eén van de drie primaire additieve kleuren; dat deel van het spectrum dat zich bevindt tussen groen en oranje, met een golflengte tussen 565 en 590 nanometer. De term kan verwijzen naar alle in helderheid en verzadiging variërende kleurschakeringen binnen deze groep kleuren. Voorbeelden van de kleur geel in de natuur zijn de kleur van rijpe citroen en van eigeel.
Elektrische stroom door een electrolyt laten geleiden waarna positief en negatief geladen ionen naar de negatieve en positieve elektroden worden getrokken. De term wordt in de milieubescherming gebruikt voor het afbijten van aanslag op een oppervlak.
Godsdienstige beambten of functionarissen die zijn voorbereid en het recht hebben om voor te gaan in religieuze diensten of andere religieuze taken te vervullen.
Groepen mensen met een religieuze achtergrond, meestal christenen, moslims of boeddhisten die een gemeenschappelijke levensopvatting hebben, zich bezig houden met specifiek werk of een rooster van godsdienstoefeningen en zich onderwerpen aan de richtlijnen van hun leiders. Vaak, maar niet uitsluitend, leven ze in een afgezonderde of niet voor iedereen toegankelijke plaats, zoals een klooster.
Rituele groepsdansen, uitgevoerd door de oorspronkelijke bewoners van Amerika aan het eind van de 19de eeuw als onderdeel van een religieuze beweging om de terugkeer van hun doden, de teruggave van hun land, het herstel van hun voedselvoorraden en levenswijze en een algemene rehabilitatie van de traditionele indianencultuur te bevorderen.
Wordt gebruikt voor miniatuurhuisjes waar beschermende geesten worden uitgenodigd om in te wonen, meestal geplaatst op houten palen op het terrein van een groep huizen of naast andere gebouwen; veelvoorkomend in Thailand.
Een edelsteen, glas, keramiek of iets dergelijks een zodanige vorm geven dat er facetten worden gevormd, dat wil zeggen een aantal, relatief kleine, geslepen platte vlakken.
Wordt gebruikt voor technieken waarmee waardevolle voorwerpen of documenten worden gemaakt, nagemaakt of veranderd, met de bedoeling om bedrog te plegen. Te onderscheiden van 'kopiëren' waarbij geen bedrog wordt beoogd.
Het samentrekken van vouwen in textiel om volheid te creëren, door te trekken aan een draad die er voor dat doel doorheen is gestikt of aan een of meer van de fijne draden ervan.
Het vaststellen, handhaven en toepassen van consequente spelling en vormen van de eigennamen en termen die worden gebruikt als de beschrijvende en toeganggevende taal voor verzamelingen van documenten en voorwerpen.
Bijbels die zijn voorzien van annotaties in de marge of tussen de regels, waarin de tekst wordt verklaard, geïnterpreteerd of vertaald.
Stof, meestal katoen, die is gecoat met een rubbermengsel en onder druk tussen rollers door wordt geleid. Het resulterende materiaal is waterbestendig en flexibel.
Het procédé waarbij voorwerpen van klei worden gemaakt door slib in gipsmallen te gieten.
Wordt gebruikt voor het diepdrukproces waarbij het ontwerp in de drukplaat wordt gegroefd. Wordt onderscheiden van 'houtgraveren', want dat is een reliëfdrukprocédé. Is in het verleden soms gebruikt om te verwijzen naar drukprocédés in het algemeen, meestal die procédés waarbij gebruik werd gemaakt van drukplaten; gebruik de juiste voor- en achtervoegsels om de term te specificeren. Gebruik 'graveren (inkerven)' als het uitsluitend gaat om de handeling van het insnijden van het patroon.
Het aanbrengen van tekens op het oppervlak van een hard materiaal, zoals metaal of glas, door er met een scherp stuk gereedschap in te krassen, met dien verstande dat de figuren of patronen zelf het eindproduct moeten zijn en niet een model moeten vormen voor naderhand te maken afdrukken. Gebruik 'graveren (drukprocédé)' voor de drukprocédés die met deze techniek gecombineerd met het diepdrukken van het oppervlak worden toegepast.
Mechanische vermalers die worden bediend door een zwengel of elektriciteit en worden gebruikt voor het snijden, fijnhakken of snipperen van vlees of groenten.
De verstandelijke gave of het vermogen tot het kunnen vasthouden en herinneren van feiten, gebeurtenissen, indrukken of het herkennen van eerdere ervaringen.
Wordt gebruikt voor zowel ruimten als hele gebouwen bestemd voor een verscheidenheid aan activiteiten die op een podium voor een zittend publiek plaatsvinden. Voor ruimten en gebouwen die alleen voor theatervoorstellingen dienen wordt 'theaters' gebruikt; voor ruimten met vaste zitplaatsen, bestemd voor lezingen, wordt 'voordracht- of lezingenzalen' gebruikt.
Wordt gebruikt voor kleine landelijke centra die beschikken over elementaire algemene voorzieningen en voorzieningen op het gebied van onderwijs en godsdienst, maar die meestal niet meer dan 250 inwoners tellen; kan ook verwijzen naar de kleinste opgenomen eenheden in een gemeentelijk bestuur.
De chemische reactie van water en een andere stof, waardoor twee of meerdere nieuwe stoffen ontstaan. Hierbij worden de watermoleculen geïoniseerd en wordt de gehydrolyseerde stof gesplitst. Door de hydrolyse van zout ontstaat bijvoorbeeld een licht zure of alkaline oplossing.
Het voorbereiden van relatief korte vezels om te spinnen, door ze te reinigen, te ontwarren en samen te voegen met behulp van een kaard.
Het weken van pas gevilde huiden en vellen in alkalische oplossingen om lanoline te verwijderen en de epidermale structuren los te maken als voorbereiding op het ontharen.
Het voorbereiden van vezels om te spinnen, door ze te reinigen, ontwarren en samen te voegen met behulp van een kam; wordt gebruikt om relatief lange vezels te behandelen en verwerken.
Het procédé bij het boekbinden voor de achterkant van een boek dat al is ingenaaid of gelijmd, waarbij de rugsneden van de katernen vanuit het midden van de achterkant naar buiten worden gewerkt. Op deze manier ontstaat aan beide kanten een plooi of een kneep. Het procédé wordt uitgevoerd gelijktijdig met of direct na de afronding.
Een drogende olie waarvan de drogende eigenschappen zijn verhoogd.
Wordt gebruikt voor allerlei procédés of technieken waarmee voorwerpen of documenten worden gemaakt, nagemaakt of gereproduceerd. Te onderscheiden van 'falsificeren (kopiëren)', omdat daarbij bedrog wordt gepleegd.
Wordt gebruikt voor groepen van twee zuilen die dichter bij elkaar zijn geplaatst dan andere op dezelfde lijn, of die op een andere manier visueel een eenheid vormen. Gebruik voor zuilen met wederzijds doordringende schachten de term 'gewrongen zuilen'.
De vorming van kleine groeven of rimpels op een voorheen glad oppervlak.
Zowel op meubilair als in de architectuur aangetroffen gebroken frontons met S-vormige zijden die eindigen in naar binnen gerichte krullen en in het middelpunt vaak worden gescheiden door een fioel of urn.
Een halfstijf colloïdaal systeem van een vloeistof in een vaste stof.
Te gebruiken voor met hars geïmpregneerde materialen zoals papier of stof, die zijn vervaardigd onder hoge temperaturen en druk. Te onderscheiden van 'gelamineerde kunststof' die bestaat uit een dun vel van op elkaar gelegde lagen plastic, gehecht of geïmpregneerd met hars en onder verhitting samengeperst.
Dammen waarbij de opvulling, meestal aarde, rotsen of klei, wordt omsloten door systematisch verdeelde materialen aan de hand van hun kracht en doorlaatbaarheidseigenschappen, meestal opgebouwd rond een ondoordringbare kern.
De studie van de interpretatie van gelaatstrekken met betrekking tot de eigenschappen van de geest of het karakter, aangetoond door de eigenaardigheden van de vorm of het model van het gezicht of een karakteristieke uitdrukking.
Het oppervlak van iets, zoals een meubelstuk of klein voorwerp, bedekken met lak, waarmee vaak dessins of afbeeldingen worden aangebracht.
Wordt gebruikt voor het samenvoegen van twee smalle planken, waarbij beide planken glad zijn geschaafd, met lijm ingesmeerd en net zolang tegen elkaar gewreven tot alle luchtbellen en overtollige lijmresten uit de voeg zijn verdwenen. Klampen is niet nodig en de verbinding is bijzonder stevig.
Te gebruiken voor een dun vel bestaande uit lagen plastic die bovenop elkaar zijn gelegd; de lagen worden met hars gehecht of geïmpregneerd en onder verhitting samengeperst. Te onderscheiden van 'plastic laminaat' dat wordt gebruikt voor met hars geïmpregneerde materialen zoals papier of stof die bij hoge temperaturen en hoge druk worden gemaakt.
Het aan elkaar naaien van kleine stukken stof om een groter geheel te vormen.
Zeer gevoelige handrollen met een gelatine-oppervlak dat zorgt voor een gelijkmatige verspreiding van de inkt.
Negatieven met gelatine als bindmiddel, met zilver als het materiaal waaruit het beeld uiteindelijk vervaardigd is; kunnen als drager glas hebben ('gelatineplaatnegatieven') of film.
Transparanten met gelatine als bindmiddel, met zilver als het materiaal waaruit het beeld uiteindelijk vervaardigd is.
Het procedé dat iets stevig en rubberachtig maakt; meestal gebruikt voor het beschrijven van de verharding van olieverven in tubes of blikken als gevolg van verontreiniging.
Zeer stevige, afsluitbare dozen of kisten voor het beveiligen van waardevolle bezittingen, zoals geld, juwelen, of documenten.
Soort sier- en productieboom, inheems in het noordoostelijke deel van Noord-Amerika. Het is een van de grootste berken; hij kan 30 meter hoog worden en groeit op koele, vochtige rivieroevers en op drogere gronden tot een hoogte van 1950 meter. Op de takken en jonge stammen bestaat de zilverachtig gele schors uit flinterdunne krullen. Op oude boomstammen is de schors roodbruin, diep gegroefd en verdeeld in onregelmatige lagen. De lichtgroene twijgen zijn licht geurend. Het harde, bleke roodbruine hout wordt in de handel meestal niet onderscheiden van het hout van de suikerberk.
Hout van de boom behorende tot het genus Betula alleghaniensis, inheems in het noordoostelijk deel van Noord-Amerika, met lichtgeel spinthout en roodachtig bruin kernhout. Het lijkt op suikerberkenhout en commercieel wordt er geen onderscheid gemaakt tussen de twee. Het hout wordt gebruikt voor het maken van kwaliteitsmeubilair, schrijnwerk, spoelen, klossen en triplex.
Wijdverspreide den die in verschillende gebieden voorkomt in het westen van Noord-Amerika en die elders op grote schaal wordt gekweekt als sierboom en vanwege het hout.
Te gebruiken voor maskerades die worden gehouden door het geheime genootschap Gelede van het Yorubavolk in West-Afrika, uitgevoerd door gemaskerde en gekostumeerde dansers die meestal vrouwen uitbeelden met als doel de oudere vrouwen uit de gemeenschap gunstig te stemmen en hen aan te moedigen hun krachten aan te wenden voor het welzijn van de gemeenschap; ze worden gehouden wanneer een lid van de gemeenschap sterft en tijdens het jaarlijkse festival van het genootschap, op de middag na de uitvoering van de Efe maskerade die de hele nacht duurt.
Gezichtsplaten om de kin en het onderste deel van het gezicht te beschermen, bestaande uit verscheidene harnasplaatjes die scharnieren om schuivende klinknagels die op hun plaats worden gehouden door veerpalletjes of verbindingsboutjes die, wanneer ze los worden gemaakt, de harnasplaatjes open laten vallen. Ze werden veel gebruikt in combinatie met open helmen zonder vizier.
Het volledig of standvastig geloven in het bestaan, de kracht en de goedheid van een opperwezen.
Verwijst naar de school in het Tibetaanse boeddhisme die in 1409 is begonnen toen Tsongkapa (1357-1419) het klooster Riwo Ganden stichtte. Als laatste van de grote scholen is Gelug ook de grootste geworden. De dalai lama en de panchen lama zijn beiden lid van deze school. De Kadampa, de oudste orde van het Tibetaanse boeddhisme, is erin opgegaan. De Gelug is sinds de 17de eeuw de overheersende school en heeft een enorme politieke macht gehad van de tijd van de vijfde dalai lama, die heerser van Tibet werd, tot de Chinese inval van 1951. De leden hechten waarde aan eruditie en organiseren regelmatig debatten tussen vertegenwoordigers van tegengestelde filosofische standpunten. Dogmatiek en logica worden beschouwd als hulpmiddelen om verlossing te bereiken omdat het continuüm van een persoon wordt gezien als een cognitieve en lumineuze energie die kan worden gezuiverd door meditatie en contemplatie. De school staat bekend om het rigoureuze onderwijssysteem dat bestaat uit een aantal klassen die een monnik moet doorlopen; de meest begaafde leerlingen gaan op voor de graad van Geshe ('professor'), waarvoor zij 24 jaar moeten studeren. De nadruk ligt op kloosterdiscipline (vinaya), celibatair leven, onthouding van bedwelmende middelen en geweldloosheid. Tantristische lessen worden daarom aangepast aan de celibataire leefstijl en zijn alleen beschikbaar voor hen die eerst de theorie onder de knie hebben gekregen. Aanhangers worden vaak ‘geelkappen’ genoemd vanwege de gele kappen die Tsongkapa aan de Gelug-monniken voorschreef om zich te onderscheiden van Nyingma-monniken, die rode kappen dragen. De school heeft met centra in Europa en de Verenigde Staten ook veel weerklank gevonden buiten Tibet. Het hoofdkwartier staat in Dharmasala in het noorden van India, waar met een ambitieus uitgeefproject wordt getracht de Tibetaanse teksten te conserveren en te verspreiden.
De mechanische stralingsenergie die wordt overgeseind door golven in de lucht of andere stoffelijke media en de feitelijke oorzaak is van het zintuiglijke horen.
De hiërarchie Geluidsmiddelen bevat descriptoren voor apparaten die gebruikt worden voor het voortbrengen van muzikaal of niet-muzikaal geluid. Hieronder vallen instrumenten die tijdens muziekuitvoeringen worden bespeeld, instrumenten die binnen het kader van religieuze of andere ceremoniële gebeurtenissen worden bespeeld, geluidsproducerende instrumenten die niet in eerste instantie als muziekinstrument fungeren maar voor sein- of communicatiedoeleinden zijn bestemd, en benodigdheden die in combinatie met instrumenten worden gebruikt om geluid voort te brengen. Relatie met andere hiërarchieën: descriptoren voor toonhoogte-aanduidingen (bijvoorbeeld 'sopraan' of 'bas') zijn opgenomen in de hiërarchie Ontwerpattributen. Descriptoren voor apparaten die geluid voortbrengen maar tot integrale systemen behoren (bijvoorbeeld 'inbraakalarmsystemen', 'intercomsystemen') zijn ondergebracht in de hiërarchie Bouwwerkonderdelen. Descriptoren voor delen van geluidsmiddelen (bijvoorbeeld 'resonatoren', 'mondstukken') en voor benodigdheden die gebruikt worden voor het activeren van een geluidsproducerend mechanisme (bijvoorbeeld 'plectra') vindt u in de hiërarchie Objectonderdelen.
Wordt gebruikt voor betonnen bouwwerken van uiteenlopende vormen, meestal met een betonnen schotel die is verbonden aan microfoons, die dienen als vroege waarschuwingssystemen om het geluid van aankomende zeppelins waar te nemen en uit te zenden; langs de Engelse kust geïnstalleerd aan de kant van het Continent, aan het begin van de 20e eeuw.
Kleine ferrotypieën soms gemonteerd in sieraden of in sierpasse-partouts.
Verwijst naar een techniek waarbij touwtjes of dikke garens worden geknoopt tot een grof soort kant of tot decoratieve franje. Het wordt doorgaans uitgevoerd met behulp van een gevuld kussen op een houten lijst waarop de knoopdragende steuntouwen of de zoom van een stuk stof worden vastgezet. Vanaf de zoom of een lijn met knoopdragende touwen worden lange garens of touwen met knopen vastgezet en de lange garens worden vervolgens aan elkaar geknoopt met diverse knopen om zo patronen of ontwerpen te vormen. Tijdens het werken kunnen pennen worden gebruikt om de garens op het kussen vast te zetten. De techniek werd in het 19e-eeuwse Genua (Italië) ontwikkeld, maar de term is afgeleid van het Turkse woord voor 'handdoek' omdat het proces is geïnspireerd op de decoratieve franje op Turkse handdoeken en andere stoffen. het is ook gebaseerd op de technieken van 16de-eeuwse Italiaanse handwerkslieden bij het maken van 'punto a groppo'.
Wordt gebruikt voor bijgebouwtjes bij woonhuizen die één of meer zitplaatsen en een put bevatten en dienen als toilet; te onderscheiden van 'latrines' welke soortgelijke bouwwerken zijn voor openbaar gebruik. Gebruik 'privaten' voor ruimten in gebouwen met gelijksoortige voorzieningen zonder riolering.
Decoratief papier dat meestal als schutblad wordt gebruikt in gedrukte of blanco boeken. Gemarmerd papier wordt vel voor vel gemaakt; het procedé begint met een bad of trog met vloeibare gom, waarin de kleuren voor het marmerpatroon op het oppervlak worden gesprenkeld. Vaak worden ook terpentijn en olie, of gal, gebruikt. Vervolgens worden de patronen aangebracht door met een kam door de oplossing te roeren, of een andere methode te gebruiken die tot het gewenste ontwerp leidt. Als er dan een vel papier in het bad wordt gelegd, hechten de kleuren in de oplossing zich aan het papier. Het papier wordt daarna te drogen gehangen. Doorgaans wordt aangenomen dat het procedé in de 16de eeuw in het Nabije Oosten is uitgevonden en zich daarna al snel naar Europa verspreidde. Inmiddels worden er tal van verschillende, door het ontwerp geïnspireerde benamingen gehanteerd voor de diverse gemarmerde papiertypen; wetenschappelijk onderzoek heeft evenwel langs indirecte weg uitgewezen dat deze namen willekeurig zijn en zelfs misschien verkeerd zijn gebruikt in de loop der jaren.
Pottenbakkersgoed dat eruit ziet als gekleurd marmer, een effect dat wordt verkregen door klei van verschillende kleuren doorelkaar te werken of door gekleurde glazuren of slip te gebruiken.
Meestal alleen verwijzend naar weer, seizoen of klimaat en een aanduiding voor een aanhoudend gemiddeld warmteniveau: niet te warm en niet te koud; van milde en gelijkmatige temperatuur.
Houders om gember in te bewaren, meestal eivormig met afgevlakte schouders, rechtopstaande kraag en koepel- of kapvormig deksel; ook wel van zilver. Traditioneel gebruikt in China.
Verwijst naar het op één na grootste mormoonse kerkgenootschap. Het heeft zijn hoofdkwartier in Independence (Missouri) in de Verenigde Staten en telde aan het eind van de 20ste eeuw meer dan 200.000 leden. De Gemeenschap van Christus is voortgekomen uit een van de facties die zijn ontstaan na de dood van Joseph Smith in 1844. Een groep mormonen die het leiderschap van Brigham Young afwees, stelde dat niet hij maar Smiths zoon de rechtmatige opvolger was; zij volgden Young niet naar Utah. De leiders van het kerkgenootschap waren tot 1996 afstammelingen van de grondlegger. De kerk wijst de aanduiding mormoons af vanwege de associatie met polygamie. De volgelingen vinden dat polygamie niet in overeenstemming is met de oorspronkelijke leerstellingen van de kerk, noch met de leer en godsdienstoefeningen van Smith. Veel doctrines van de Gemeenschap van Christus lijken op die van andere mormoonse kerkgenootschappen, maar de kerk kan in het algemeen worden omschreven als liberaler en oecumenischer. Zo laat de Gemeenschap van Christus de wijding van vrouwen toe en verwerpt zij de praktijk van het 'bloedoffer' waartoe Young opriep. De diensten van de Gemeenschap zijn bovendien openbaar.
Kamers in bijvoorbeeld hotels en universiteiten voor informele samenkomst.
Het oplossen of verbeteren van de sociale of economische problemen van een gemeenschap, voornamelijk onder de organisatie en leiding van de gemeenschap zelf.
Te gebruiken voor parken, meestal groter dan 80.000 m2, met een grote verscheidenheid aan voorzieningen en aanmerkelijk meer open ruimte dan 'buurtparken'.
Stedelijke politieke eenheden met een zelfstandige bestuurlijke status. Een gemeente kan een grote of kleine stad of een regio zijn.
Kommen van metaal of porselein die gemaakt zijn als paar en in elkaar passen. Eén kom heeft een kleine tuit om water over de handen te gieten en de andere kom dient als waterreservoir. Ze werden gebruikt om de handen te wassen voor het eten of tijdens liturgische ceremonies. Men begon ze in de dertiende eeuw te vervaardigen in Limoges, hoewel het ontwerp ouder is. De naam is afgeleid van ���gemellus', Latijns voor ���tweeling'.
Groepen van soevereine staten en hun gebiedsdelen die zijn verenigd uit eigen wil en verbonden door gemeenschappelijke doelen en belangen. Voor het begrip naties of staten gebruikt men 'naties'.
Wordt gebruikt voor vrij grootschalige nieuwbouwprojecten met verschillende inkomsten genererende activiteiten, met een hoogst intensieve gebruikmaking van grond en gebouwd volgens een duidelijk omlijnd plan.
Over het algemeen, de handeling of het proces van het vaststellen of berekenen van een lengte, hoeveelheid, waarde, omvang, mate of andere aanduiding van afmetingen, grootte, gewicht, aantal of volume van een object of groep objecten, persoon, dier, plant, stuk land, of ander ding, door gebruik te maken van een instrument of apparaat dat werkt met standaardeenheden.
De suggestie van driedimensionaliteit wekken door het gebruik van schakeringen en hoogsels.
Ergens een vorm aan geven met behulp van een mal. De term heeft meestal betrekking op het in een mal drukken van een materiaal en dient te worden onderscheiden van het vullen van de mal met vloeibaar materiaal. Gebruik in dat geval liever 'in een vorm gieten'.
Te gebruiken voor het proces waarbij een object, werkstuk of plaats wordt gewijzigd of veranderd teneinde deze qua uiterlijk, aard of functie actueler en bijdetijds te maken.
Eenvoudige banden in schapeleer of kalfsleder, zelden van omslagtitel voorzien, besteld in kleine hoeveelheden door boekhandelaren uit de 15e tot 18e eeuw. Te onderscheiden van gelijkvormige 'uitgaafbanden' die op grote schaal werden geproduceerd (vaak met machinaal gemaakte boekbanden), in grote hoeveelheden aangebracht bij boeken waarvan werd verwacht dat ze snel en veel zouden verkopen, vanaf het midden van de 18e eeuw.
Watervaten met bolvormige tuit en een lange hals met een uitlopende rand; van Maleisische oorsprong en aangetroffen in heel Zuidoost-Azië.
Biologische wetenschap die zich bezighoudt met erfelijkheidsverschijnselen en de verschillen tussen voorvaderen en afstammelingen.
Wordt in de chemie gebruikt als aanduiding voor procédés waarbij zuren en basische stoffen betrokken zijn en waarbij uiteindelijk noch alkali noch alkaline wordt gevormd.
Staat van emotionele, mentale of fysieke dankbaarheid. Verwijst ook naar de bron van geluk of plezier.
Orde van bloeiende planten met 5 families, meer dan 1100 genera en bijna 17.000 soorten. Veel soorten gebruikt men als sierplanten of om medicijnen te maken. Ten dele worden ze gekenmerkt door bladeren die tegenover elkaar liggen of een krans vormen (twee of meer per knoop). De bladeren zijn enkelvoudig en vaak vergezeld van steunblaadjes (kleine bladachtige aanhangsels aan het begin van de stengel).
Hout van de boom behorende tot het genus Nyssa, inheems in de Verenigde Staten, van Maine tot Michigan en in het zuiden tot Florida en Texas. Het is zacht, licht en sterk, en wordt gebruikt bij de constructie van bruggen en aanlegsteigers en voor het maken van dekken hiervoor.
Studie naar de chemische samenstelling van de aarde. Het betreft de schatting van de hoeveelheid samenstellende delen en hun isotopen en de spreiding hiervan in de lithosfeer, atmosfeer, biosfeer en hydrosfeer, en in de stenen en mineralen waaruit de aarde bestaat.
Nauwkeurige landmeetkundige apparaten die gebruik maken van elektronisch-optische instrumenten die afstand meten op basis van de snelheid van het licht.
Tak van de fysica die zich bezighoudt met de natuurlijke krachten op en vooral in de aarde. Het omvat onder meer de studie naar aardbevingsgolven, geomagnetisme, gravitatievelden en elektrische geleidbaarheid, waarbij gebruik wordt gemaakt van nauwkeurige kwantitatieve principes.
Wetenschappers die onderzoek doen naar de fysieke krachten die op de aarde inwerken, met name binnen de aarde zelf. Ze onderzoeken verschijnselen zoals aardschokken, aardmagnetisme, zwaartekrachtvelden en elektrische geleiding, en passen daarbij nauwkeurig omschreven kwantitatieve principes toe.
Zij die geschoold zijn in of werkzaam zijn op het gebied van de geografie, de sociale wetenschap die zich bezighoudt met de aarde en het leven daarop, in het bijzonder de beschrijving van land, zee en lucht, en de verspreiding van flora en fauna, inclusief de mens met zijn bezigheden en territoriale organisatie.
Wetenschap die zich bezighoudt met de aarde en het leven daarop, met name de beschrijving van land, zee, lucht en de verspreiding van flora en fauna, inclusief de mens, hun bezigheden en territoriale organisatie.
Onderzoek naar de verspreiding en oorsprong van minerale afzettingen en rotsgesteenten.
Tak van de wiskunde die zich bezighoudt met de meting, verhouding en eigenschappen van punten, lijnen, krommen, hoeken, vlakken en ruimtelijke figuren.
Verwijst naar een periode en stijl van Griekse kunst en cultuur die zich eerst ontwikkelde in Attica maar uiteindelijk is aangetroffen in heel Griekenland, in Italië en in de Levant. Over het algemeen wordt de periode gedateerd van circa 900 tot circa 700 v. Chr., hoewel sommige classificatiesystemen de protogeometrische periode weglaten en de geometrische laten aanvangen in 1100 v. Chr. Het aardewerk wordt gekenmerkt door donker-op-lichte decoraties, geordend in regelmatig afgebakende horizontale banden, en verschilt van de protogeometrische stijl doordat de ontwerpen drukker zijn, met banden die vrijwel het gehele vat bedekken. De ontwerpen bestaan uit keperbanden, driehoeken, meanders, swastika’s en kenmerkende gestileerde, hoekige menselijke en dierlijke figuren. Soortgelijke ontwerpen en figuursoorten werden gebruikt in de beeldhouwkunst en andere kunstvormen.
Wiskundigen die gespecialiseerd zijn in metingen, relaties en eigenschappen van punten, lijnen, krommen, hoeken, oppervlakken en vaste lichamen.
Verwijst naar de stijl in architectuur, binnenhuisarchitectuur en kunstnijverheid in Groot-Brittannië en Ierland, en later ook in de Verenigde Staten, tijdens de regeringen van George I tot en met George IV, van 1714 tot 1830. Sommige auteurs laten de regering van George IV buiten beschouwing en verwijzen naar de periode van circa 1790 tot 1830 als de Regency-stijl. Hoewel klassieke vormen en motieven domineren, omvat de stijl ook renaissance- en rococovormen, naast uiteenlopende neoklassieke stijlen als het neopompejisme en de etruskische stijl.
Verwijst naar de laat-19de-, vroeg-20ste-eeuwse Engelse stijl in architectuur, meubilair en kunstnijverheid, die de architectonische vormen en decoratieve motieven van de Georgian periode (1717-1830) deed herleven. De Georgian Revival-architectuur wordt evenals haar voorbeeld gekenmerkt door symmetrische bakstenen gevels, puntdaken, schuiframen en waaiervormig bovenlichten, terwijl de meubelontwerpen zijn geïnspireerd door de stijlen van Adam, Hepplewhite, Sheraton en Chippendale.
Elektriciteitscentrales die op stoom uit geothermale bronnen werken, bijvoorbeeld geisers, heetwaterbronnen of vulkanen. LEH.
Wordt gebruikt om aan te geven dat iets met zuurstof in aanraking is geweest, maar ook om aan te geven waartoe dat contact heeft geleid. Soms draagt oxyderen bij aan de aantasting van een oppervlak, zoals bij corrosie.
Met rubber geïsoleerde elektriciteitsdraden, in een buigzaam stalen omhulsel.
Wordt gebruikt voor allerlei soorten vernieuwend meubilair waar geheel of gedeeltelijk patent op rust.
Een nathuisbewerking volgend op de behandeling met enzymen, waarbij onthaarde huiden en vellen worden gedrenkt in of verzadigd met 12% zout en 1,2% zwavelzuur om deze voor te bereiden op chroomlooien of te conserveren zodat ze later kunnen worden gelooid. Te onderscheiden van 'inpekelen', waarbij huiden en vellen worden gedrenkt in een sterke zoutoplossing om ze te behandelen voor vervoer naar looierijen.
Geperst glas gemaakt in de jaren 20 van de 20ste eeuw door automatische machines in fabrieken in het Midden-Westen van Amerika. Het wordt gezien als kenmerkend voor de soberheid van het naoorlogse leven. Sommige patronen doen denken aan 19de-eeuwse ontwerpen, terwijl in andere de scherpe hoeken en precieze lijnen van de Art Deco-stijlen zijn terug te vinden.
Met hars geïmpregneerd hout dat aan hoge druk is blootgesteld om de dichtheid en sterkte te vergroten.
Een stevige kleisteen die wordt gemaakt onder hoge druk; een homogene steen met een grotere dichtheid en sterkte.
Het herstellen van een beschadiging in een bepleisterde muur of in muurschilderingen door het beschadigde gedeelte uit te graven en het gat te vullen met plastieke kalkmortel, Parijse kalk, Keene's cement of ander, soortgelijk materiaal.
Het samenvoegen van twee of meer moleculen van dezelfde soort om een complexer molecuul met verschillende fysische eigenschappen te vormen.
Duidt activiteiten aan die worden ondernomen om verdere verandering of verslechtering van voorwerpen, locaties of bouwwerken te voorkomen. Gebruik 'monumentenzorg' als zulke activiteiten worden ondernomen voor gebouwen of andere bouwwerken uit specifiek culturele, esthetische of historische overwegingen. Gebruik 'restauratie' als de veranderingen een voorwerp of bouwwerk weer in historisch correcte staat terugbrengen. Gebruik 'rehabiliteren' voor activiteiten die ondernomen worden om een reeds in slechte staat verkerend bouwwerk weer in goede staat te brengen. Gebruik 'beschermen' voor het beveiligen van mensen en objecten tegen letsel of schade in algemene zin. Gebruik, nog algemener, 'milieubeheer' voor de behandeling, voorzorgsmaatregelen en research gericht op het veilig stellen van cultureel en natuurlijk erfgoed op de lange termijn.
Verwijst naar een systeem dat is gebaseerd op geometrisch projectie en dat in de kunst, architectuur, cartografie en andere disciplines wordt gebruikt voor het weergeven van driedimensionale voorwerpen in een tweedimensionaal oppervlak, waarbij bepaalde regels strikt worden nageleefd, waarin uiteen wordt gezet dat er denkbeeldige gezichtslijnen lopen van het oog van de toeschouwer naar het voorwerp, die het mogelijk maken om een beeld van het voorwerp over te dragen naar een transparant oppervlak (het beeldvlak). De rekenkundige voorwaarde van een projectie is dat elk punt in het voorwerp en de overeenkomende punt in de afbeelding zijn verbonden door een rechte lijn, de projectiestraal. Projectiestralen lopen doorgaans door het midden van de projectie. In veel gevallen wordt ervan uitgegaan dat het midden van de projectie oneindig ver is verwijderd van het voorwerp, waardoor alle projectiestralen parallel zijn en niet samenkomen om de suggestie te wekken dat ze terugwijken in diepte. Hoewel de betekenis enigszins overeenkomt met 'perspectief', wordt 'projectie' gebruikt voor technische en architectonische tekeningen die de nadruk leggen op de rekenkundige eigenschappen van de afgebeelde voorwerpen. 'Perspectief' wordt gebruikt voor kunstwerken en weergaven met vervormingen van lengte, hoeken, vormen en de rechtheid van lijnen die zich optisch voordoen als voorwerpen die terugwijken in de diepte.
Techniek die wordt gebruikt door beeldhouwers om een model van klei of kalk te reproduceren of een voltooid werk te kopiëren door metingen.
De hiërarchie Gereedschap en Uitrusting bevat descriptoren voor uitrusting die wordt gebruikt bij de verwerking van materialen en de vervaardiging van objecten, naast descriptoren die worden geassocieerd met activiteiten en disciplines in de bouw, de ontwerpbranche, de kunst en kunstnijverheid, en andere aspecten van de materiële cultuur. Niet opgenomen zijn artefacten zoals meetinstrumenten en wapens, die wel als uitrusting worden beschouwd maar binnen het kader vallen van andere hiërarchieën in de sectie Interieurinrichting en Uitrusting van het facet Objecten. Relatie met andere hiërarchieën: descriptoren voor apparaten die worden gebruikt voor meting op basis van standaardeenheden of vaste hoeveelheden (bijvoorbeeld 'kalibers') verschijnen in de hiërarchie Meetinstrumenten. Descriptoren voor objecten die nodig zijn voor het verankeren of verbinden van materialen, objecten of componenten (bijvoorbeeld 'spijkers', 'gespen') zijn ingedeeld bij 'bevestigingsmiddelen' in de hiërarchie Componenten. Samenstellende delen van uitrusting (bijvoorbeeld 'handvatten') zijn eveneens opgenomen in de hiërarchie Componenten. W-systemen maken deel uit van de hiërarchie Objectgroepen en systemen, en de descriptoren voor W-uitrusting (bijvoorbeeld 'airconditioningsapparaten') treft u hier aan.
Dozen om instrumenten en werkmaterialen in te doen, met name naaigerei.
Het tijdelijk aan elkaar bevestigen van twee of meer stukken materiaal door middel van lange, losse steken om ze op hun plaats te houden tot ze uiteindelijk worden vastgenaaid. Gebruik 'losjes bevestigen' voor een lichte of tijdelijke bevestiging met behulp van een ander middel.
Wordt gebruikt voor het aanbrengen van veranderingen aan objecten, vooral gebouwen of andere bouwwerken, met als doel hun fysieke staat te verbeteren. Gebruik 'restauratie' wanneer zulke verandering tot doel hebben een gebouw of bouwwerk terug te brengen in hun historisch correcte staat. Te onderscheiden van 'rehabiliteren'; die term wordt gebruikt om te verwijzen naar ernstig beschadigde bouwwerken die in hun oorspronkelijke staat worden hersteld.
Het opnieuw bewerken van kleine delen van een schilderij of fotonegatief meestal om beschadigingen te herstellen of om ongewenste kenmerken te camoufleren. Gebruik 'bijschilderen' of 'overschilderen' voor soortgelijke bewerkingen van schilderijen uitgevoerd door conservators.
Verwijst naar de stijl en periode die wordt geassocieerd met de Indo-Europese sprekers van Germaanse talen wier oorsprong onduidelijk is maar die het zuiden van Zweden, het Deense schiereiland en het noorden van Duitsland bevolkten in de late Bronstijd. In latere eeuwen verhuisden verschillende Germaanse stammen naar het zuiden en het westen ten koste van Keltische stammen en andere bewoners. De artistieke stijlen van de Germaanse volkeren worden vaak geassocieerd met draagbare objecten, waaronder wapens en persoonlijke ornamenten.
Biografieën die zijn bedoeld ter informatie en vermaak, waarin feiten worden gecombineerd met een aantal fictieve elementen.
Zij die het verouderingsproces en de specifieke mogelijkheden en moeilijkheden van ouderen bestuderen.
Het verkrijgen van materialen door individuele auteurs, bibliotheken, musea en andere instituten, waarbij zij onderling hun eigen publicaties of die van de instituten waar ze aan zijn verbonden zijn uitwisselen, dan wel dubbele exemplaren uit hun eigen collecties ter beschikking stellen.
Creatief kunstwerk waarin geprobeerd is vele kunstvormen, inclusief de beeldende kunst, kunstnijverheid en uitvoerende kunst samen te voegen tot één geheel.
Het glad maken van een houtoppervlak door er kleine deeltjes vanaf te schaven.
In elkaar grijpende patronen van gelijke vormen met afwisselende kleuren of tonen; de figuren en de ondergrond kunnen beide worden gezien als samenhangende patronen.
Wordt gebruikt voor boeken, meestal geïllustreerde literaire bloemlezingen, die bedoeld zijn om cadeau te worden gedaan en die vaak jaarlijks worden uitgegeven. Dergelijke boeken waren met name tijdens de 19e eeuw in zwang. Gebruik `gedenkschriften' voor werken die worden opgesteld ter gedachtenis van een bepaalde gebeurtenis.
Kruisen met gecoupeerde en puntige armen, de twee puntige uiteinden van elke arm zijn afgesneden en vormen zo een centraal punt zoals bij het uiteinde van een zwaard; meestal gebruikt als symbool in de heraldiek.
Vakgebied dat de chronologische loop van gebeurtenissen bestudeert zoals die een land, gemeenschap, individu, voorwerp of plaats beïnvloeden, gebaseerd op het kritisch bestuderen van bronmaterialen, dat meestal een verklaring biedt voor de oorzaken er van.
In het algemeen te gebruiken voor het knippen of afschrapen van een oppervlak met scherp gereedschap om een dunne laag ongewenst materiaal te verwijderen. In de context van het bereiden van vellen en huiden te gebruiken voor de nathuisbewerkingen, waarbij haar of overbodig huidmateriaal wordt verwijderd om een gelijke dikte te creëren. Gebruik 'bijsnijden' in de context van het boekbinden voor het verwijderen van kleine hoeveelheden materiaal van boeksneden.
Verwijst naar het proces of de techniek waarbij deeltjes of deeltjesmateriaal, meestal metaal, door warmte onder het smeltpunt toe te passen zodat de deeltjes aaneenkitten tot een vaste massa zonder vloeibaar te worden. Het wordt doorgaans gebruikt om keramiek of metaalwerk te maken of te versieren of om de mechanische of fysische eigenschappen van metaal te verbeteren.
Een samengesteld materiaal, bestaande uit keramische deeltjes of korreltjes die zijn gebonden met metaal. Dit materiaal wordt gebruikt bij toepassingen waarvoor zeer sterk materiaal is vereist dat bestendig is tegen zeer hoge temperaturen.
Het wrijven of schrapen van de vleeszijde van leer met een handgereedschap zoals een slichtmaan (circelvormig mes) of een #staaf om het zacht en plooibaar te maken. Te onderscheiden van 'stollen', omdat het leer is bevestigd en het gereedschap beweegt. Het is een mildere behandeling dan 'stollen' en wordt voornamelijk op huiden met bont of wol of op kwetsbare huiden toegepast.
Kleppensysteem waarbij elk vingergat alleen geopend wordt om de eigen noot te produceren; wordt in Europa gebruikt voor een beperkt aantal instrumenten zoals ophicleïden en bepaalde doedelzakken.
Een baksteen van hoge kwaliteit waarvan de blauwe kleur wordt verkregen door het bakken in een bakoven met een vlam die een laag gehalte aan zuurstof bevat.
De letters van een woord of regel spatiëren; ze enigszins en gelijkmatig spreiden met het oog op het visuele effect.
In het algemeen het proces waarbij een object of materiaal van het ene uiteinde tot het andere wordt gescheiden in twee of meer lagen. Binnen de context van de leerfabricage specifiek te gebruiken voor het proces waarbij een huid of vel horizontaal in twee of meer lagen wordt gescheiden, een methode die dateert van de introductie van de splitmachine midden 19e eeuw en die wordt gehanteerd nadat de huid of het vel geheel of gedeeltelijk is gelijmd of na het looien. De resulterende lagen worden 'splits' genoemd.
Verwijst naar het procedé voor het bevestigen, afsluiten, samenvoegen, repareren of creëren van versieringen door stiksels, de gedeelten van draden van stof of een ander materiaal die door middel van een in-en-uit-beweging met een naald en draad door de dikte of het oppervlakte van het materiaal worden gehaald, of de lussen van draad die op een naald worden gecreëerd bij breiwerk en ander handwerk. Stikken wordt gebruikt voor het vastmaken, verbinden, sluiten, verenigen, herstellen, of het creëren van versiering. De betekenis overlapt met 'naaien (naaldwerkprocedé)'.
Het trekken van stuk leer of ongelooide huid over een vaste, stijve rand, handmatig of machinaal, om het zachter en plooibaarder te maken. Te onderscheiden van 'slichten' omdat het leer beweegt en het gereedschap stilstaat.
Wordt gebruikt voor allerlei soorten reinigingsmethoden waar geen water aan te pas komt, zoals het verwijderen van oppervlaktevuil door te borstelen, door het gebruik van geschikte gummen op papier, of door het gebruik van watervrije oplosmiddelen voor textiel.
Systemen die gebruik maken van automatisch aangedreven ventilatoren of aanjagers om verwarmde lucht te verspreiden.
Een drukprocedé waarbij kleurstof aan een groot deel van de afdruk wordt toegevoegd door suikerkristallen op de etsgrond te strooien terwijl deze nog heet en vloeibaar is. Wanneer de plaat is afgekoeld en de suiker wordt weggespoeld, blijft een willekeurig putjespatroon van uiteenlopende diepte achter, wat overeenkomstige groepen zwarte puntjes op de betreffende afdruk oplevert.
Het uitbreiden van de inhoud van een afzonderlijk boek na de uitgave door middel van het toevoegen van afdrukken, gravures, brieven of andere documenten. Dit leidt er vaak toe dat het boek opnieuw moet worden ingebonden.
Tak van de wiskunde die zich bezighoudt met de eigenschappen, relaties en berekening van reële getallen en die zich voornamelijk richt op optellen, aftrekken, vermenigvuldigen en delen.
Procedé waarbij metaal, glas of een ander materiaal wordt verhit tot een temperatuur onder het transformatiepunt, en vervolgens gereguleerd wordt afgekoeld om zo de hardheid, sterkte of buigzaamheid ervan te veranderen.
Boeken die de exacte volgorde van gebeden, voordrachten uit de Heilige Schrift en kerkelijke ceremonies voor de canonieke uren bevatten.
Het inbrengen van een vette substantie in zwaar leer, zoals leer voor riemen, ter bevordering van de sterkte, plooibaarheid en het waterafstotend vermogen; te onderscheiden van 'invetten': dit is het inbrengen van een vette substantie op licht leer.
Decoratieve motieven die zijn opgebouwd uit diagonaal opstijgende treden en eindigen in een hoekig gebogen haak.
Delen van steden waar - voornamelijk als gevolg van sociale, economische of wettelijke druk - mensen wonen die tot een bepaalde etnische of culturele minderheid behoren.
Garen gevormd door twee of meer getorste draden samen te twijnen; de uiteindelijke twist is tegenovergesteld aan die van de getwijnde strengen.
Gebruik voor lange of wijde delen van het land van waaruit de aarde is verwijderd, meestal door het graven van sleuven of afgraving. Voor verticale diepe holtes in de aarde om vloeistoffen naar boven te halen, gebruik "putten." Voor ondiepe grote uithollingen in de aarde om materialen te winnne of te begraven, gebruik 'groeven'.
Smalle, meestal v-vormige kanalen die zijn gevormd door de inwerking van water dat er slechts van tijd tot tijd of slechts gedurende een seizoen doorheen stroomt.
Kleine stromen met een diepte van een paar centimeter, kunstmatig aangelegd of gevormd door regenwater.
De eigenschappen van substanties die waarneembaar zijn door middel van de reukzin.
Een donkere, prettig ruikende oleohars verkregen van bomen van het geslacht Styrax, waaronder S. benzoë en S. officinalis, deze groeien in Thailand, Maleisië en Indonesië. Benzoë hars werd gebruikt door de 16e eeuw als een gedistilleerde vernis voor schilderijen. Het wordt ook gebruikt als een weekmaker voor vernissen en lakken, een parfum, als een antiseptisch middel, en een deodorant. Benzoë hars is niet hetzelfde als de chemische stof genaamd "benzoë," dat is een poeder verkregen uit benzaldehyde. Voor de bruine, kleverige, aromatische hars verkregen van bomen van het geslacht Liquidambar, gebruik "styrax."
Te gebruiken voor elk vast, vloeibaar of gasachtig bijproduct dat schadelijk is voor het milieu of voor de gezondheid van mens en dier.
Te gebruiken voor personen die gedwongen vastzitten in de gevangenis of in voorarrest zitten. Gebruik 'veroordeelden' voor personen die straf uitzitten als een gevolg van een veroordeling voor het begaan van een misdaad. Gebruik 'geïnterneerden' voor personen die, vrijwillig of gedwongen, in een inrichting zitten.
Instellingen met faciliteiten waar mensen op wettelijke basis vastzitten als straf voor een misdrijf of in afwachting van berechting. In Noord-Amerika verwijst de term 'prisons' specifiek naar een door de staat of federale regering gerunde faciliteit voor mensen die van ernstige misdrijven zijn beschuldigd, in tegenstelling tot lokaal bestuurde faciliteiten voor mensen in afwachting van berechting of voor kleinere misdrijven. Gebruik 'huizen van bewaring (instellingen)' voor misdadigers die voor kleinere misdrijven gestraft worden of een relatief korte straf hebben gekregen.
Beschermende metalen helmen veelal voorzien van hoofdbandenstel en kinband. Als deze helmen niet zijn voorzien van een hoofdbandenstel, dan is er vaak een bijbehorende binnenhelm aanwezig. Gebruikt voor militaire doeleinden, bijvoorbeeld te velde ter bescherming tijdens gevechten.
Te gebruiken voor snelle, zeer wendbare militaire luchtvaartuigen met een relatief kort bereik die zijn ontworpen om lucht- en gronddoelen te vernietigen.
Kleine, ornamentele frontons, meestal niet behorend tot het dak, maar eerder gebruikt als decoratie voor een steunbeer of opening.
Verticale, driehoekige delen aan de uiteinden van een gebouw met tweezijdig aflopende daken. Hieronder vallen ook gelijksoortige uiteinden die niet driehoekig van vorm zijn, zoals bijvoorbeeld bij een mansardedak.
Het aanbrengen van een kleurstof die zich in een solutie of een fijne colloïde bevindt, zodat in ieder geval iets van de kleurvloeistof door de substantie wordt opgenomen.
Wordt gebruikt voor tekeningen die zijn uitgevoerd wanneer het architectonisch ontwerp het stadium van conceptuele en schematische tekeningen voorbij is, maar het stadium van werktekeningen nog niet heeft bereikt.
Iets, bijvoorbeeld stof of papier, over zichzelf heen buigen. De term wordt ook als meervoudsvorm gebruikt van het zelfstandig naamwoord 'vouwen' waarmee de delen die over elkaar zijn gevouwen worden aangeduid. Gebruik 'plooien' voor de ribbels of rimpels die door het vouwen ontstaan. Gebruik het adjectief 'opvouwbaar' voor voorwerpen die zijn ontworpen om klein te worden opgevouwen.
Eéndelige lange, losvallende kledingstukken, als dagelijkse kleding gedragen door mannen en vrouwen van vanaf de oudheid tot, vooral in Aziatische en Afrikaanse landen, de moderne tijd. Ook soortgelijke kledingstukken die worden gedragen bij ceremoniële en officiële gelegenheden of als symbool van ambt of beroep.
Het toevoegen van een structureel element, meestal van een ander materiaal, om ergens de sterkte of onbuigzaamheid van te verbeteren.
Vlakglas waarin draadgaas is ingesloten als veiligheidsmaatregel: als het glas breekt, houdt het draad de stukken bij elkaar.
Reinigen met water of een andere vloeistof.
Tekeningen die met een pen zijn gemaakt en vervolgens zijn verfraaid met transparante inkt of aquarelverf in de wasverftechniek, teneinde een atmosferisch effect te creëren.
Zij die zich beroepsmatig bezighouden met het ontwerpen, maken of repareren van kleine vuurwapens.
Rekken voor het opbergen of bewaren van kleine wapens; kan vrijstaand of aan iets vastgemaakt zijn.
Het maken, ontwerpen of repareren van kleine vuurwapens.
De chemische analysemethode van materialen waarbij de bestanddelen worden gescheiden om hun gewicht te kunnen bepalen.
Wordt gebruikt voor keermuren die door hun eigen gewicht ervan weerhouden worden om te vallen.
Een cement dat wordt gebruikt bij algemene constructiewerkzaamheden waarbij een gematigde bindingswarmte is vereist.
Grote soort es waarvan het blad uit 7 tot 11 deelblaadjes bestaat. De boom komt veel voor in heel Europa. De soort is bekend in diverse variëteiten, waaronder productiebomen en bomen die al eeuwenlang worden gebruikt voor de landschapsinrichting. Er zijn opmerkelijke variëteiten die dwergachtig zijn of hangende takken hebben, of met meerkleurige bladeren, wratachtige twijgen en takken of gekrulde bladeren.
Hout van de boom behorende tot de soort Diospyros virginiana, inheems in Noord-Amerika, met breed, strokleurig commercieel spinthout en een klein hart van zwart kernhout. Het is zwaar, sterk, compacte nerf en wordt gebruikt bij houtdraaien.
Zoogdiersoort die inheems is in het noorden van Canada, in de gehele Verenigde Staten en zuidwaarts tot in Zuid-Amerika. Het dier is ook in Europa en Azië geïntroduceerd. Het is herkenbaar aan het opvallende zwarte maskerachtige kleurpatroon rond de ogen en aan de vijf à 10 zwarte ringen op de staart. Wasberen zijn intelligente en nieuwsgierige dieren. Ze zijn meestal 's nachts actief en leven vaak in bomen. Met hun haarloze voorpoten, die aan slanke mensenhanden doen denken, zijn ze zeer behendig. De achterpoten zijn dikker en langer. De wasbeer wordt weliswaar als vleeseter geclassificeerd, maar is in feite omnivoor: hij eet rivierkreeft, andere geleedpotigen, knaagdieren, kikkers, vruchten en ander plantenmateriaal, met inbegrip van gewassen. De wasbeer dompelt zijn voedsel soms in het water om het voedsel en zijn handkussens zachter te maken, waardoor het geloof is ontstaan dat het dier zijn voedsel wast. Het dier wordt bejaagd vanwege de pels en soms ook als voedsel.
Hoogleraren met de hoogste status van het onderwijzend personeel van een universiteit of hogeschool. Ze beschikken over alle privileges en hebben een hogere positie dan universitaire hoofddocenten of universitaire docenten.
Onroerend goed dat in het bezit is van en wordt bewoond door twee of meer personen in onverdeelde eigendom met opvolgingsrecht bij overlijden.
Verwijst naar voorstellingen van plaatsen of dingen, doorgaans op vrijwel tweedimensionale media zoals prenten, tekeningen, schilderingen, foto's of bas-reliëfs. De term wordt meestal gebruikt om een voorstelling gemaakt vanuit een bepaald gezichtsveld te onderscheiden van andere informatievormen zoals diagrammen, werktekeningen of verbale beschrijvingen.
Gestileerde vaten van steengoed die een menselijk gezicht voorstellen, met witte klei op de plaats van de ogen en de tanden. In de 19de eeuw gemaakt door Afro-Amerikanen in Zuid-Carolina, mogelijk ook in Alabama en het noorden van Florida.
De bovenste delen van gezichtsplaten die het gezicht bedekken van ooghoogte tot kin, waar ze de kinplaat overlappen. Ze hadden vaak kleine sleufjes en gaatjes voor ventilatie.
Denkbeeldig of feitelijk punt in de ruimte van waaruit een beschouwer van een kunstwerk een object of gezichtsveld waarneemt. Bij het ontwerpen van composities en perspectivische systemen binnen de kunst van de westerse wereld is vaak rekening gehouden met het gezichtspunt van de beschouwer. Er is enige overlapping in betekenis met 'standpunt', maar 'standpunt' verwijst vaker naar perspectivische conventies binnen bouwtekeningen, terwijl 'gezichtspunt' in principe naar alle kunstvormen kan verwijzen.
Een drukprocedé waarbij kleurstof aan een groot deel van de afdruk wordt toegevoegd door zoutkristallen op de etsgrond te strooien terwijl deze nog heet en vloeibaar is. Wanneer de plaat is afgekoeld en het zout wordt weggespoeld, blijft een willekeurig putjespatroon van uiteenlopende diepte achter, wat overeenkomstige groepen zwarte puntjes op de betreffende afdruk oplevert.
Verwijst naar de cultuur van de Ghandara-regio in India, het gebied tussen de rivier de Boven-Indus en Kabul, onder de Kushana-dynastie; deze term verwijst met name naar de boeddhistische architectuur en beeldhouwkunst van de 2de tot en met de 6de eeuw n. Chr. De stijl ervan weerspiegelde de kosmopolitische connecties van zijn begunstigers en werd in hoge mate beïnvloed door de 2de-eeuwse Hellenistische kunst van Egypte en Syrië. Op zijn beurt was deze Ghandara-stijl een stimulans voor andere kunststijlen in Centraal-Azië, Wei China en Japan. Gandhara-kloosters en stoepa's waren zeer sierlijk, met westerse decoratieve elementen zoals acanthus-kapitalen, Hellenistische komediemaskers en putti. De stoepavorm zelf veranderde in Gandhara: de koepel werd hoger, de balustrades groter en fijner afgewerkt en de gelaagde paraplu-eenheid werd uitgebreid totdat deze uittorende boven de hele structuur. Gebeeldhouwde figuren waren gewoonlijk zwaar gedrapeerd in toga-achtige kledij en hun musculatuur werd meestal met nadruk weergegeven; beeldhouwwerken werden meestal gepleisterd en levendig beschilderd. Tegelijk met beeldhouwers in Mathura vervaardigden Gandhara-beeldhouwers een boeddha-icoon voor het in opkomst zijnde boeddhistische geloof; ook droegen ze bij aan de ontwikkeling van het beeld van Bodhisattva. Een groot aantal Gandhara-beelden is bewaard gebleven, alle heel homogeen in stijl. Belangrijke locaties bevonden zich in Shahji-ki Dheri, Takht-i-Bahai, de Taxila-regio, Sar Dheri en Sahr-i-Bahlol. Het uiterste noordwestelijke gedeelte van Gandhara strekte zich uit tot wat nu Afghanistan is; Religie en kunst in Gandhara-stijl bleven in die regio floreren tot ten minste de 8ste eeuw.
Verwijst naar de Neolithische periode in de Levant rond 4000 v. Chr. De periode wordt gekenmerkt door de introductie van metaalbewerking, nieuwe steennijverheid en technisch zeer hoogstaand aardewerk.
Wordt gebruikt voor trappen, te vinden in India, die naar de lager gelegen oevers van rivieren of andere wateren leiden.
Verwijst naar de kunst en cultuur die is verbonden met de islamitische Turkse dynastie met deze naam die regeerde over Perzië, Afghanistan, Turkestan en noordwestelijk India. De Ghaznavids, oorspronkelijk Turkse militaire slaven die een Perzisch-islamitische levenswijze aannamen, regeerden vanaf de 10de eeuw tot de 11de en 12de eeuw, waarna ze werden verdreven door de Seljuks en Ghurids. Er is maar weinig Ghaznavid-kunst bewaard gebleven, maar de twee monumentale graftombes of minaretten die nog aanwezig zijn in Ghazni, geven een idee van de grootsheid van deze kunst. Deze bouwwerken zijn hoog en slank in een Perzische stijl, en werden gebouwd op het vlak van een achtpuntige ster. De oppervlakken ervan zijn verfraaid met Koefische inscripties en abstracte ontwerpen in baksteen.
Beschrijft werk dat is vervaardigd door het gelijknamige bedoeïenenvolk, dat in de regio Nefzaoua in Tunesië leeft.
Wordt gebruikt voor kleine, discreet verborgen maar niet geheime privé-tuinen die zijn aangelegd in de nabijheid van een woning en fungeren als een plaats voor intieme ontvangsten of overpeinzingen ver van de blikken van buitenstaanders. De term verwijst in de eerste plaats naar privé-tuinen die bij Italiaanse Renaissance-villa's horen, maar kan ook in andere contexten worden gebruikt.
Handleidingen met aanwijzingen en informatie, bijvoorbeeld voor reizigers.
Personen die worden ingehuurd om anderen, zoals toeristen, reizigers en jagers, te leiden of te vergezellen door voor hen onbekende gebieden of bezienswaardigheden, zoals natuurgebieden, steden en monumenten. Gebruik 'museumgidsen' voor personen die groepen rondleiden door een museum of een tentoonstellingsruimte en de geëxposeerde collectie bespreken en becommentariëren.
Te gebruiken voor kleine roeiboten die zijn gebouwd opdat professionele gidsen klanten uit vissen kunnen nemen.
Kleine letters in middeleeuwse manuscripten en oude gedrukte boekwerken, die in de lege ruimten bestemd voor beginletters werden gezet als leidraad voor de illuminator of rubricator.
Te gebruiken voor lange, lichte scheepsboten met meestal zes of minder riemen met één roeibank en een lengte van tot ongeveer 10 m; kunnen ook vanaf de kust worden gebruikt om loodsen naar hun schip te roeien; soms gebruikt voor wedstrijdroeien.
Houders voor water, meestal van metaal of plastic, met een tuit waarvan het mondstuk geperforeerd is, om planten water mee te geven of te besproeien.
Personen die zich bezighouden met het maken van afgietsels of het maken van vormen in een mal. Verwijst doorgaans naar hen die vloeibare materialen, zoals metaal of glas, in een mal gieten, en niet naar hen die materiaal in een mal persen.
Lepelvormig gerei met een diep komvormig gedeelte en een relatief lang handvat dat wordt gebruikt voor het optillen, overbrengen of opdienen van room, soep, bowl of andere vloeibare stoffen.
Wordt gebruikt voor betonnen palen die samen met een stalen omhulsel worden geheid. Later wordt dat omhulsel verwijderd en vervangen door een permanent omhulsel.
Eenheid voor opgeslagen informatie op een computer. Gelijk aan één miljard bytes.
Personen die worden gegeven of vastgehouden als onderpand in afwachting van het volbrengen van een overeenkomst, eis of verdrag.
Verwijst naar de geloofsorde die rond 1140 werd gesticht door Gilbert van Sempringham (circa 1083-1189) in Lincolnshire, Engeland. Zowel mannen als vrouwen konden toetreden tot deze enige zuiver Engelse kloosterorde die ooit heeft bestaan. Gilbert wilde zijn orde schoeien op de leest van de cisterciënzer orde; toen de cisterciënzers weigerde gemeenschappen van nonnen onder hun hoede te nemen, liet Gilbert zijn nonnen onderrichten volgens het Augustinianisme. Tot aan de ontbinding van de orde in 1536 waren de Gilbertijnen geliefd en werden ze ook begunstigd door de Engelse koningen, aangezien ze, in tegenstelling tot de leden van andere orden, geen trouw waren verschuldigd aan kerkleiders buiten Engeland.
Verwijst naar gezworen fraterniteiten, broederschappen of verenigingen, gevormd voor de wederzijdse steun en bescherming van de leden of de behartiging van beroepsmatige belangen. In de kunst en aanverwante vakgebieden verwijst de term naar verenigingen van kunstenaars, handwerksmannen, ambachtslieden of handelaren, die hun bloeitijd kenden in Europa tussen de 11de en 16de eeuw en in die periode een belangrijk onderdeel vormden van de economische en sociale structuur. De meeste gilden hadden betrekking op een bepaalde stad. Gilden waakten meestal over de opleiding, de productienormen en het welzijn van hun leden. Gilden verschaften ook aanzienlijke steun aan de kunsten.
Een natuurlijke asfaltvarieteit met een zwarte kleur, een heldere glans en een bruine zweem; vertoont een conchoïdaal breukvlak.
Verwijst naar de architectuur- en ontwerpstroming in de late jaren 60 en de jaren 70 van de 19de eeuw die werd gekenmerkt door een esthetiek van rijkdom en overvloed, door verfijnde versieringen, zoals gesneden houten traliewerk, en door de toevoeging van de veranda, die is ontleend aan de Pittoreske periode uit de Engelse architectuur van de jaren 30 van de 19de eeuw. De stijl werd vooral toegepast in vakantieoorden als Cape May en Martha's Vineyard, in operagebouwen en in herenhuizen in de explosief gegroeide mijnwerkerskoloniën van het Oude Westen.
Fijnkorrelige, marmerachtige variant van gips. De term wordt soms gebruikt voor calciumcarbonaat als het gaat om oude Egyptische artefacten. Albast is eenvoudig te bewerken en daarmee vrij broos. Het wordt al sinds de oudheid gebruikt als beeldhouwmateriaal.
Messen met een lemmet dat meestal aan één kant gebogen en aan de andere kant recht is, die worden gebruikt om pleister aan te brengen en glad te maken.
Platte, onbuigzame stukken staal met rechte of getande kanten. Worden gebruikt voor toepassingen als het gladmaken van pleister of klei.
Samenstellingen van bouten en moeren die worden gebruikt om objecten vast te maken aan een holle muur of een muur die slechts van een kant bereikbaar is. De moer heeft draaibare vleugels, die tegen een veer sluiten wanneer het moeruiteinde van het geheel door een gat wordt geduwd, en die aan de andere kant weer openvouwen.
Figuren en ornamenten gemaakt van gips als imitatie-aardewerk en -porselein.
Rechtopstaande piano's die vanaf ongeveer 1798 tot 1850 werden gemaakt. De kant van de lage tonen is recht; de kant van de hoge tonen buigt zich aan het uiteinde meestal om tot een krul.
Figuratieve kandelabers of kandelaars, uit het midden tot het eind van de 19e eeuw, die van gegoten koper met een goudlaagje zijn gemaakt. Ze hebben een marmeren voetstuk met geslepen prisma's rond de kaarshouder en worden vaak gebruikt in setjes bestaande uit een kandelaber met twee kandelaren. De benaming werd oorspronkelijk gebruikt voor zowel de gehele set als de individuele onderdelen. De naam duidt ook een decoratieve muurkandelaar aan, met één of meerdere armen, die aan een muur of aan de zijkanten van een spiegel zijn bevestigd.
Hangklokken die voor het eerst werden geïntroduceerd aan het begin van de 19e eeuw in de Verenigde Staten. Ze lijken op banjoklokken maar zijn rond van basis in plaats van rechthoekig en meestal zijn ze versierd met acanthusbladeren.
Tokkelinstrumenten in allerlei vormen, maten en snarenaantallen met opgebouwde zijbanden, een licht getailleerde klankkast, een hals met fretten, een platte schroevenkast, stemschroeven die machinaal of aan de achterkant kunnen worden aangedraaid, een gecombineerde snaarhouder en kam aan de voorkant en een groot, rond klankgat.
Oppervlakteafwerkingsproces voor beton en specie waarbij aggregaat wordt vastgezet of kleine onvolkomenheden, bobbels en holten worden verwijderd om een vlak oppervlak te verkrijgen, en waardoor materiaal dat aan het oppervlak komt, wordt gestabiliseerd.
Zwaarden van romeinse oorsprong met korte tweesnijdende rechte kling, gebruikt door infanteristen.
Kleine, rechthoekige schaven. De laatste schaaf die wordt gebruikt om het hout zo glad mogelijk te maken.
Plat glas dat wordt gebruikt voor praktische doeleinden. Tegenwoordig worden ook massieve of holle blokken vervaardigd van glas voor het bouwen van muren. Het decoreren van glas vindt plaats met behulp van ets-, zandstraal- of andere technieken.
Een amorfe, anorganische substantie die wordt gemaakt door silica (siliciumdioxide) te fuseren met een basisoxide, meestal transparant maar vaak ook doorschijnend of ondoorschijnend. Kenmerkende eigenschappen zijn de hardheid en stijfheid bij normale temperaturen, de plastische eigenschappen bij verhoogde temperaturen en de weersbestendigheid en bestendigheid tegen de meeste chemische stoffen, behalve waterstoffluoride. Het wordt gebruikt voor zowel gebruiksdoeleinden als decoratieve doeleinden, en kan worden gemaakt in diverse vormen, gekleurd en gedecoreerd. Glas is ontstaan als glazuur in Mesopotamië in ongeveer 3500 v. Chr. De eerste voorwerpen die geheel van glas zijn vervaardigd, dateren van ongeveer 2500 v. Chr.
Glazen instrumenten die worden gebruikt om een lichtbron in te sluiten en te beschermen, het licht te verspreiden of opnieuw te richten, of om de kleur ervan te wijzigen. Ook middelen die worden gebruikt om de luchtstroom naar de vlam te vergroten in een lamp met open vlam of een kaars.
Het vormen geven aan glas, waarbij facetten, groeven en indrukken worden gemaakt door te slijpen. Hierbij wordt gebruik gemaakt van draaiende schijven van verschillende materialen, afmetingen en vormen en een zekere hoeveelheid water waaraan een schuurmiddel is toegevoegd.
Harde, platte oppervlakken van steen, hout of metaal waarop een klomp gesmolten glas, dat op het eind van een glasblazerspijp of punteerstaaf is verzameld, wordt gerold of gevormd bij glasfabricage.
Afdrukken die op glas zijn geplakt waarna het papier is weggeschuurd en de achterkant is ingekleurd. Populair aan het einde van de 17e eeuw en het begin van de 18e eeuw.
Dunne, ongeplooide gordijnen die vlak tegen het glas van een raam of een deur hangen of direct boven een scherm en meestal dicht blijven zodat het licht wordt gedempt en het binnenkijken wordt bemoeilijkt. Gebruik 'ondergordijnen' voor dunne gordijnen die onder de hoofdgordijnen worden gebruikt om zo het licht te dempen. Gebruik 'vitragegordijnen' voor de gordijnen die vaak als ondergordijnen dienen en worden gemaakt van doorzichtig, zeer lichtgewicht materiaal, vaak effen wit.
Schotse variant van art nouveau die ontstond aan de Glasgow School of Art en zijn bloeitijd kende van ca. 1890 tot ca. 1920. Belangrijke aanhangers waren Charles Rennie Mackintosh, Herbert MacNair en de gezusters Frances en Margaret MacDonald. Toen Francis H. Newbery (1853-1946) in 1885 directeur werd van de Glasgow School, stond zijn leer onder de invloed van de Arts and Crafts-beweging. Deze propageerde kunst die doelmatigheid met schoonheid combineerde, waarbij eigenheid van en het experimenteren door de studenten werd gestimuleerd. Het tijdschrift 'The Hobby Horse' (dat voor het eerst verscheen in het voorjaar van 1884) had een voorliefde voor het samengaan van oud en nieuw, en een harmonieuze relatie tussen abstracte lijnen en massa's. De stijl werd verder ontwikkeld door de toenemende populariteit van het Keltische revivalisme, dat tegelijkertijd was ontstaan in Glasgow. Na het begin van de Eerste Wereldoorlog verdween de stijl langzaam maar zeker.
Schilderingen op de voorkant of de achterkant van glas, al dan niet of de verf vervolgens gebakken wordt op het glas. Geschilderde glazen spiegels en andere glasdecoratie, en geschilderde werken op dezelfde manier geschilderd op doek of houten panelen zijn bekend sinds de oudheid. In de context van glas in lood ramen en panelen, verwijst het naar delen van de afbeelding die zijn geschilderd op glas (vaak gebrandschilderd), in het bijzonder de kleinere details.
Objecten die zijn gemaakt van glas; vooral tafelgerei of glas dat wordt gebruikt voor het serveren van eten en drinken.
Keukengerei dat wordt gebruikt voor het versieren van cakes.
Te gebruiken voor kleine, smalle en vaak afgezonderde valleien, gewoonlijk met steile zijden en een platte bodem, in het bijzonder in de bergachtige delen van Schotland en Ierland.
Kapzagen met verwisselbare bladen en een duimhaak aan het uiteinde.
Te gebruiken voor verticale palen in brandweerkazernes die zijn geplaatst om brandweerpersoneel snel en veilig van hun slaapvertrekken naar de voertuigen te helpen. Uitgevonden in de Verenigde Staten rond 1880.
Een weerspiegelende oppervlaktekwaliteit die minder stralend is dan hoogglans en die meer een gevoel van glans dan van diepte aan de afwerking geeft.
Garneersel bestaande uit kleine glinsterende voorwerpen of zeer kleine glinsterende stukjes.
Verwijst naar de technologie, oorspronkelijk ontwikkeld door het Amerikaanse ministerie van Defensie, die bestaat uit 24 satellieten welke continu wereldwijd signalen doorgeven. In combinatie met ontvangers op aarde kan het systeem op basis van driehoeksmeting zeer snel de lengte- en breedtegraad en de hoogte van een bepaald punt of boven het aardoppervlak bepalen. Het systeem wordt voor militaire doeleinden gebruikt, maar hoofdzakelijk voor het verzamelen van ruimtelijke gegevens die nodig zijn voor het samenstellen van landkaarten en voor het berekenen van geografische posities voor reizigers met een GPS-ontvanger. De oorspronkelijke naam van het systeem was 'NAVSTAR' (Navigation System with Timing And Ranging).
De eerbiedige liefde en loyaliteit voor een godheid, idool of heilig object, vaak uitgedrukt door middel van ceremonieën, gebeden of andere religieuze rituelen.
Korte verklaringen, vertalingen of omschrijvingen tussen de regels of in de marge van een tekst van woorden of uitdrukkingen die als bijzonder moeilijk worden beschouwd.
Een taaie, elastische, eiwitachtige substantie die overblijft nadat de bloem van tarwe of ander graan is gewassen om zetmeel te verwijderen.
Een kleurloze, zware, zoete vloeistof die is afgeleid van natuurlijke vetten en oliën. Het kan worden gebruikt als weekmaker in bepaalde (oplos)middelen.
Snel groeiende loofboom, inheems in India, Myanmar, Thailand, Laos, Cambodja, Vietnam en Zuid-China. De soort wordt ook gekweekt in Sierra Leone, Nigeria en Maleisië, elders als sierboom geplant, gekapt voor zijn hout en gebruikt voor papierpulp.
Verwijst naar een religieuze ideologie die in de 4de eeuw populariteit genoot in de christelijke wereld, hoewel ook mogelijk is dat het eerdere, niet-christelijke wortels heeft en is ontstaan als gevolg van een breuk met het judaïsme. De aanhangers van het gnosticisme hadden het idee dat alleen zij in aanmerking kwamen voor volledige verlossing, omdat zij beschikten over de leer van Christus met betrekking tot de kosmische oorsprong en de spirituele bestemming van mensen. Het werd beschouwd als een ketterse ideologie omdat gnostici God niet konden zien als Schepper, zij geheime tradities hadden, en geloofden dat Christus eigenlijk niet menselijk was en dat zijn kruisiging alleen een manier was om kwade machten te misleiden.
Kunst- en architectuurstijl die werd geproduceerd in Goa, een staat aan de westkust van India die vanaf de 16de tot en met de 20ste eeuw bij Portugal hoorde. De kerken van Oud-Goa, dat als een van de schitterendste steden van de 16de eeuw werd beschouwd, zijn voorbeelden van deze stijl, die zowel lokale als Europese invloeden verraadt; de kerk Onze Lieve Vrouwe van de Rozenkrans (1543) bijvoorbeeld is een van de best bewaarde monumenten van Goa, waarin de Emanuelstijl en renaissancevormen zijn gecombineerd met decoratieve elementen die ontleend zijn aan het hindoeïsme en de islam. Andere belangrijke voorbeelden zijn de kerk van de heilige Franciscus van Assisi (bouw begonnen in 1527), de kathedraal van Goa (1562-1652) en de beroemde Bom Jesus-basiliek (1594-1605). Vanaf het begin van de 18de eeuw raakte de stijl in onbruik, als gevolg van herhaalde epidemieën en de economische neergang van Portugees India.
Verwijst naar de stijl van Franse wandtapijten, keramiek, pietra dura en andere kunstnijverheid welke in de kunstwerkplaatsen van de Gobelins werden vervaardigd. De stijl wordt met name geassocieerd met werken die vanaf het einde van de 17de eeuw tot het einde van de 18de eeuw zijn geproduceerd. Kenmerkend voor de wandtapijten in deze stijl zijn de klassieke, fijn gedetailleerde barok- en rococo-ontwerpen, bedoeld als imitatie van olieverfschilderijen. Op het gebied van de keramiek en andere kunstvormen wordt de Gobelins-stijl gekenmerkt door een voorkeur voor rijke materialen en een grote mate van detaillering, overeenkomstig de heersende smaak bij het Franse hof.
Mannelijke bovennatuurlijke personen of andere wezens die worden aanbeden en van wie wordt verondersteld dat ze invloed hebben op de natuur en het wel en wee van de mensheid.
Kleine, puntige gebeeldhouwde houten pinnen, met een menselijk hoofd gegraveerd in het bovenste gedeelte. De godenstokken worden gebruikt als plaatsen die godheden tijdens rituelen kunnen betreden.
Vrouwelijke bovennatuurlijke personen of andere wezens die worden aanbeden en van wie wordt verondersteld dat ze invloed hebben op de natuur en het wel en wee van de mensheid.
Zij die de ethiek bestuderen die is geïnspireerd op en kennis put uit godsdienstige doctrine, geloof en ervaring; ook degenen die godsdienstige dogma's en geëngageerdheid met betrekking tot de ethiek bestuderen.
De filosofische studie van religie, die zich voornamlijk bezighoudt met de rationaliteit van geloofsovertuigingen en de beschrijvende analyse van en toelichting op religieuze taal, overtuiging en gebruiken.
Drijfampen vooral gebruikt in kerken of tempels, met een beker of vaas-vormige reservoir van gekleurd glas of metaal. Door traditie en eccliastical dictaat, is het verplicht voor Joodse tempels en vele Christelijke kerken om een constant brandende olielamp in het heiligdom hebben, in de nabijheid van de tabernakel.
Een waarneembare manifestatie van een godheid, met name de verschijning van een godheid aan de mens.
Verwijst naar de vrijdag voor Pasen in de Goede Week. Op deze dag wordt de kruisiging van Jezus Christus herdacht. Het is in liturgische kerken een dag van boetedoening. Goede Vrijdag en de daaropvolgende Stille Zaterdag zijn de enige twee dagen van het jaar dat in de rooms-katholieke kerk de mis niet wordt gevierd. Tot de rite behoren de verering van het kruis en de communie met hosties die op Witte Donderdag zijn gezegend. Goede Vrijdag wordt in sommige protestantse kerken meer als feestdag dan als vastendag aangehouden en wordt daar beschouwd als een speciale viering van het Laatste Avondmaal. De kruisverering is in veel kerkgenootschappen de belangrijkste dienst op Goede Vrijdag. De dag staat in oostelijke orthodoxe kerken bekend als Grote Vrijdag. Sommige kerkgenootschappen komen samen om Goede Vrijdag te vieren als uitdrukking van de eenheid van het christendom.
Te gebruiken voor diverse treinstellen die zijn ontworpen om goederen, koopwaar en delfstoffen te vervoeren, of voor wagons van goederentreinen die worden gebruikt om personeel te vervoeren of huisvesten.
Goedkeuring geven aan een activiteit of object, zoals dat wordt gedaan door een geldige autoriteit.
Sociale woningbouwcomplexen waarvan de uiteindelijke kosten voor de bewoner laag zijn, meestal dankzij subsidie van de overheid. Te onderscheiden van 'low income housing', waar alleen bewoners met een laag inkomen recht op hebben en waarbij het niet zozeer gaat om de lage kosten van de eenheden.
Beschrijft de diverse soorten kunstwerken die zijn vervaardigd door de bewoners van de Golf van Papoea. De volkeren van de Golf van Papoea waren bekend vanwege hun agiba of schedelheiligdommen, die bestaan uit gestileerde antropomorfe vormen welke versierd zijn met ajourwerk en reliëfhoutsnijwerk, met decoraties in rode, zwarte en witte verf. De bewoners van de Golf van Papoea produceerden allerlei uiteenlopende soorten maskers en architectuur, welke per groep verschilden.
Diverse lange, dunne stelen met betrekkelijk kleine koppen die worden gebruikt om tegen de bal te slaan bij golf.
Karton bestaande uit een vel golfpapier met klevend glad bordpapier aan één of beide zijden. Kan zijn gemaakt van goede kwaliteit papier, of van goedkoper papier, bijvoorbeeld als het karton is bedoeld voor kortstondig gebruik of transport (bijvoorbeeld in de vorm van dozen).
Bewegingen in de zee of andere waterpartijen, waardoor een deel van het water stijgt tot boven het normale niveau en vervolgens weer zakt, terwijl het zich tegelijkertijd over het oppervlak verplaatst; een bewegende rug of deining van water tussen twee laagten of golfdalen.
Voorzien van een golfachtige omtrek van vloeiende samengestelde rondingen; wordt bijvoorbeeld gebruikt met betrekking tot architectonische kenmerken zoals bogen, lijstwerk en traceerwerk. Gebruik 'kronkelend' (vorm) voor meubelstukken waarvan de voorkanten afwisselend concave en convexe lijnen vertonen. Gebruik 'kromlijnig' voor kenmerken die bestaan uit of worden begrensd door gebogen lijnen in het algemeen.
Gehard sap of afscheiding van verschillende bomen en struiken.
Vlaggen die zijn opgehangen aan een dwarsbalk of frame dat op een paal is gezet, vaak met twee of drie wimpels of vaandels of anders vierkant van vorm, die vroeger werden gebruikt als standaarden tijdens gevechten of tijdens processies van militaire leiders, prinsen, steden en republieken. Dit werd vooral gedaan in Italië en door gildes en groepen die aan de kerk waren verbonden. Wordt tegenwoordig ook gebruikt door vakbonden.
Verwijst naar de stijl in de shintoïstische architectuur die zich ontwikkelde tijdens de Heian-periode (794-1185) en oorspronkelijk Ishinoma werd genoemd. De stijl wordt gekenmerkt door een type heiligdom waarin twee gebouwen zijn verbonden door een bestrate tussenruimte die is overdekt met een puntdak. De stijl is veel toegepast in mausoleums tijdens de Kamakura-periode (1185-1333) en wordt pas Gongen genoemd sinds de Edo-periode (1615-1868).
Uitvoerend kunstenaars die illusies creëren en vingervlugge trucs, goocheltrucs and andere vormen van illusionisme uitvoeren op het toneel. Te onderscheiden van 'tovenaars', die rituele handelingen bestuderen en uitvoeren, teneinde menselijke of natuurlijke gebeurtenissen te beïnvloeden door het oproepen van externe, niet-menselijke mystieke krachten.
Een dakpan van klei, ongeveer in de vorm van een halve cilinder, die wordt geplaatst in daklijsten met de convexe zijden afwisselend naar boven en beneden.
Smalle riemen, koorden, sjerpen of dergelijke die meestal voor de sier zijn en om het middel worden gedragen om kleding te sluiten of nauwer te maken of die fungeren als middel om kleine objecten zoals portefeuilles of sleutels te houden.
Wordt gebruikt voor bogen die over een schip of een zaal zijn gebouwd, en die eigenlijk meer een muur dan een gewelf ondersteunen. Voor soortgelijke bogen die gewelven ondersteunen wordt 'ribbogen' gebruikt.
Lange gordijnen die tot de grond reiken.
Clipverbindingen die worden gebruikt bij het in elkaar zetten van spanten of bij het aan elkaar bevestigen van houten balken aan de uiteinden.
Handelsnaam van Teflon-gebaseerd membraan, dat is gevuld met talrijke minuscule poriën. Hierdoor laat het zuurstof door, maar is het tevens damp- en waterdicht. Het wordt vooral gebruikt als een laminaat tussen stoflagen in weerbestendige kleding en schoeisel.
Romans met een combinatie van mystery, romantiek en horror. Dit genre ontstond in circa 1765 in Engeland, maar werd ook elders in Europa al snel populair, met het hoogtepunt in de jaren negentig van de achttiende eeuw. Het genre beleefde in de daaropvolgende eeuwen regelmatig een wederopbloei. Men noemde dit soort romans ���gotisch' omdat ze zich aanvankelijk vaak gedeeltelijk afspeelden in middeleeuwse ruïnes en gebouwen, zoals kastelen en kloosters.
Verwijst naar de stijl en periode die ontstond in het noorden van Frankrijk in het midden van de 12de eeuw en zich in de honderd jaar daarna verspreidde over de rest van West-Europa. De stijl ging op verschillende tijden in verschillende delen van Europa over in de renaissance. De stijl kwam op in de kathedraalarchitectuur en wordt gekenmerkt door immense interieurs, torens, spitsen, complexe en gedetailleerde beelden in steen, schilderwerk en glas, en een steeds grotere hoogte, mogelijk gemaakt door spits- en luchtbogen. De stijl kwam ook tot bloei in gebrandschilderd glas, beeldhouwwerken, minutieus uitgewerkte altaarstukken, muurschilderingen en manuscriptverluchtingen die meestal worden gekenmerkt door helder kleurgebruik, verlengde proporties, ingewikkelde details en een emotionele verhalende inhoud.
Huiselijke versies van torenklokken die lopen op gewichten, met ijzeren mechanieken in opengewerkte kasten die zijn versierd met gotische decoraties; ze werden vooral vervaardigd in Duitsland, Oostenrijk en Zwitserland in de 15e en 16e eeuw en halverwege de 19e eeuw geïntroduceerd in de Verenigde Staten.
Te gebruiken voor het zuivere metaalelement met het symbool Au en het atoomnummer 79. Het is een zacht, zwaar, chemisch inactief en geel metaal en wordt al sinds de oudheid als edel beschouwd. Het dient in vele culturen als de basis voor materiële handelswaarden. Ook te gebruiken voor het metaal wanneer het wordt bewerkt en vervormd om, meestal in combinatie met andere stoffen, verschillende voorwerpen en materialen te maken.
Verwijst naar het proces van het maken van bladgoud, dat sinds de oudheid weinig is veranderd. Een kleine baar van een goudlegering met kleine hoeveelheden zilver en koper wordt in een lange strook van circa 0,025 mm dik gerold. De strook wordt vervolgens in vierkante stukken van circa 3 x 3 cm gesneden, de stukken worden tussen vellen zwaar papier geplaatst en in een schapenvacht gestopt en vervolgens wordt er met een hamer op geslagen tot ze 10 x 10 cm groot zijn. De vierkante stukken worden daarna in vier gelijke delen gesneden, in perkament verpakt en opnieuw geslagen. Dit procedé wordt herhaald tot de goudbladen een dikte van ca. 0,001 mm hebben. Vervolgens worden ze bijgeknipt tot vierkanten van ca. 8,5 x 8,5 cm, en tussen vellen zijdepapier tot een boekje gemaakt. Ieder boekje bevat 25 goudbladen, die zo kwetsbaar zijn dat ze verplaatst en glad gemaakt kunnen worden door er licht op te blazen.
Ambachtelijk borduurwerk waarbij men metaaldraden op een weefsel vastzet, meestal met kleine steekjes langs de onderkant. De draden bestaan uit katoen of zijde, omgeven door een laagje metaal. Hoewel men het over ‘goudborduursel’ heeft, kan ook imitatiegoud, zilver of koper gebruikt worden. Deze techniek ontstond zo’n 2000 jaar geleden in Azië
Gouden versieringen in de vorm van zegels op speciale decreten van pausen, Byzantijnse keizers en later, in de Middeleeuwen en Renaissance, van Europese monarchen. De term gebruikte men eerst voor het gouden zegel zelf, maar later voor het hele decreet. Raadpleeg de CONA Iconography Authority of een andere instelling voor de namen van specifieke decreten.
Hout van een van de grotere variëteiten van het genus van bomen en struiken met dezelfde naam, donker groenachtig bruin of roodbruin van kleur, fijn generfd en zeer goed te polijsten; wordt vooral gebruikt voor schrijn- en inlegwerk.
Kussentjes, bestaande uit een houten plank bekleed met een laag katoen, wol of vloeipapier, bedekt met ruw leer met de binnenzijde naar buiten, die worden gebruikt als werkoppervlak om er bladgoud op te snijden.
Personen die onderzoek of werkzaamheden verrichten met betrekking tot een vorm van scheikunde en speculatieve wijsbegeerte die hoofdzakelijk tijdens de middeleeuwen en de renaissance in Europa werd beoefend, en die zich met name bezighielden met het zoeken naar methoden om onedel metaal in goud te veranderen, en naar een universeel oplosmiddel en levenselixer.
Messen met een plat lemmet, en een gladde, tamelijk scherpe snijkant aan een of beide zijden, gebruikt om bladgoud te snijden tot het gewenste formaat en de gewenste vorm en om het bladgoud te kunnen bewerken tijdens het vergulden.
Verwijst naar ambachtslieden die bladgoud maken. In de Middeleeuwen bestond er een onderscheid tussen dit ambacht en dat van goudsmid.
Het geprepareerde buitenste vlies van de dikke darm van runderen, dat voornamelijk wordt gebruikt om de individuele goudbladen gescheiden te houden tijdens het laatste stadium van het maken van bladgoud. Af en toe wordt het gebruikt voor het repareren van voorwerpen gemaakt van vellen en als vochtgevoelig element in hygrometers.
Metaalbewerkers die zijn gespecialiseerd in het maken van objecten van goud, in het bijzonder sieraden en tafelgerei.
18e-eeuwse kunstnijverheidsstijl, geïnspireerd op de klassieke Griekse kunst, maar toch ver van de historische Griekse stijlen verwijderd. Gebruik 'Greek Revival' voor meer historiserende, op de Griekse kunst geïnspireerde architectuur, beeldende kunst en kunstnijverheid.
Boeken die door leraren worden gebruikt voor het noteren van de cijfers die het prestatieniveau van de studenten of de kwaliteit van het academische werk aangeven.
Markeringen van een prestatie of bekwaamheid in een vak, studie, kunstvorm of ambacht, meestal door een universiteit of hogeschool toegekend voor een academische status of onderscheiding, als bewijs voor bekwaamheid in een wetenschap of vaardigheid.
Kleine bouwconstructies in de vorm van huisjes die op een graf zijn geplaatst.
Afbeeldingen gemaakt door de overdracht van beelden door middel van een drukvorm, zoals een plaat, een blok of een zeef, volgens verschillende druktechnieken. Gebruik 'afdrukken' wanneer specifiek de individuele afbeelding die het resultaat is van het afdrukken bedoeld wordt. Gebruik 'reproductieprenten' voor de prenten gemaakt naar geschilderde of getekende voorstellingen. Gebruik voor de afdrukken van foto's 'fotografische afdrukken'; zie voor termen voor afdrukken van technische tekeningen en documenten de termen onder de zoekleidingsterm 'reprografische kopieën'.
Een in de natuur voorkomende gekristalliseerde vorm van koolstof, dimorf met diamant. Grafiet heeft een gelaagde structuur die bestaat uit ringen met zes koolstofatomen die zijn gerangschikt in horizontale lagen die relatief ver van elkaar af liggen, en kristalliseert in het zesvlakkige systeem, anders dan diamant, waarbij koolstofatomen kristalliseren in het achtvlakkige of viervlakkige systeem. Hierdoor hebben diamant en grafiet zeer verschillende eigenschappen. Grafiet is ondoorzichtig en zacht, voelt vettig aan en is ijzerzwart tot staalgrijs van kleur; het komt voor als kristallen, vlokken, schilfers, aders, bodemlagen of verspreid in metamorfe gesteenten.
Het voorbereiden en creëren van woorden en beelden voor commerciële toepassingen zoals de productie van boeken, posters, reclame en verpakkingen.
Grafmonument in de vorm van een vrijstaande zuil, meestal aan de bovenzijde afgebroken om de abruptheid van de dood te symboliseren.
Instrumenten van het type dat is uitgevonden door Emil Berliner aan het eind van de negentiende eeuw, bedoeld om opgenomen geluid te reproduceren. Het bestaat uit een draaitafel voor platen, een geluidgever op een draaiarm (waardoor de naald de groef van de plaat kan volgen) en een kegelvormige hoorn. Grammofoons werken op dezelfde manier als cilinderfonografen. In tegenstelling tot dit soort fonografen maken ze echter geen gebruik van cilinders, maar van platte platen met een spiraalvormige groef. Als de plaat op de draaitafel ronddraait, gaat de naald in de groef trillen. De trillingen worden vervolgens omgezet in geluidsgolven. Met de eerste grammofoons kon men ook geluid op onbespeelde platen vastleggen. Gebruik ���platenspeler' voor vergelijkbare apparaten die in de jaren vijftig populair werden en die het op moderne langspeelplaten van vinyl opgenomen geluid elektronisch versterken.
Algemene benaming voor een mineraalsoort die varieert in kleur en hardheid, waaronder trisilicaten van aluminium, magnesium, calcium, ijzer, mangaan, vanadium, chroom en soms sodium en titanium. Wordt gebruikt voor de deklaag op schuurpapier en schuurlinnen, voor lagerasjes in horloges en voor elektronica; de mooiste exemplaren worden soms als halfedelstenen gebruikt.
Ovens met hoge temperaturen die worden gebruikt voor het bakken en glazuren van porselein of geëmailleerd aardewerk dat wordt gedecoreerd met kleuren waarvoor hoge temperaturen nodig zijn. De temperatuur varieert van ongeveer 1100 tot 1450 graden Celsius.
Wordt gebruikt voor grote, luxueuze en goed uitgeruste hotels, meestal met een grote, goed opgeleide staf, een imposante hal, voorname architectuur en omgeving, en bedoeld om reizigers een ambiance te bieden die de sfeer van het leven in Europese paleizen moet nabootsen; meestal betrekking hebbend op gebouwen die zijn opgetrokken in de periode tussen halverwege de 19e eeuw en het begin van de 20e eeuw.
Uitgebreide Europese reizen die met name door Frankrijk, Duitsland, Italië en Zwitserland voerden. Vroeger werden ze vooral door aristocratische jongeren ondernomen, als onderdeel van hun opvoeding.
Het majesteitelijk, groots, prachtig, deftig of imponerend zijn op een ontzagwekkende manier.
Wordt gebruikt voor boerderijencomplexen, inclusief woonverblijven en bijgebouwen, die het eigendom zijn van een klooster of een leenheer.
Het meest voorkomende intrusieve zure stollingsgesteente van de aardkorst. Het heeft een zichtbaar kristallijnen textuur, is meestal rood, witachtig of grijs van kleur, zeer hard en duurzaam, en kan fijn gepolijst worden. Het bestaat voornamelijk uit kwarts, orthoklaas of microklien, met een kleine hoeveelheid zuur plagioklaas.
Een methode voor het genereren van geluiden, waarbij kleine delen van golfvormen samen grotere akoestische gebeurtenissen vormen. Meestal wordt dit met digitale computers gedaan.
Middelgrote subtropische citrusboom die bekendstaat om zijn grote ronde vruchten met een bittere smaak. De boom is waarschijnlijk in Jamaica ontstaan als een kruising van C. grandis (pomelo). De grapefruit werd eerst op de Caraïbische eilanden populair als eetbare vrucht. Later begon men de boom ook te kweken op het Amerikaanse vasteland.
Leden van een kleine papegaaiensoort die tot de stam van de breedvleugelige papegaaien behoort. Ze zijn groen en geel van kleur en leven als monogame groepsdieren in grote kolonies. Ze komen van nature verspreid over heel Australazië voor, maar zijn op de hele wereld geïntroduceerd in verscheidene andere halfdroge en halfvochtige habitats en al sinds de negentiende eeuw populair als kooivogels die in veel verschillende kleurenvarianten zijn gefokt.
Stuk grond waar gras groeit.
Compacte zandsteen die bestaat uit kwarts, veldspar en kleihoudend materiaal.
Boom die inheems is in Europa, maar ook in Noord-Amerika is geïntroduceerd. De driehoekige bladeren hebben een wollige en grijzige onderkant, vandaar de volksnaam. De boom is nauw verwant aan de witte abeel, P. alba. In veel classificaties wordt deze soort beschouwd als een kruising van P. alba en de ratelpopulier, P. tremula, omdat hij kenmerken heeft tussen die van deze twee soorten in.
Allerlei gereedschap dat wordt gebruikt voor het drijven of graveren van metaal en soms van hout. Geef de voorkeur aan 'burijnen' voor het gereedschap dat in drukkerijen wordt gebruikt voor het graveren van metaal of kopvlakken van houtblokken.
Verwijst naar een fase in de hoog-paleolithische vervaardiging van stenen gereedschap, die wordt aangetroffen in Italië, Frankrijk en Rusland. Aanvankelijk werd aangenomen dat het een late fase van de Aurignacien-cultuur betrof, maar tegenwoordig wordt het Gravettien beschouwd als gedeeltelijk samenvallend met het hoog-Perigordien. Het kan in verband worden gebracht met de Cro-Magnonmens en wordt gekenmerkt door de paardenjacht in het westen en de mammoetjacht in het oosten, het gebruik van rode oker als kleurstof en de vervaardiging van Venusfiguren, sierraden en verschillende werktuigen. De Gravettien-nijverheid verschilt van die van het Aurignacien in het gebruik van zogenaamde pijlbladen: werktuigen die zijn vervaardigd met een afwerktechniek waardoor er één botte kant ontstaat. De Gravettien-nijverheid in Rusland wordt vaak aangeduid als Oost-Gravettien.
Drukproeven van lijngravures of halftintgravures. Voor het beste resultaat moeten de proeven op hetzelfde papier worden gemaakt als het uiteindelijke resultaat. In de 19de eeuw waren deze proeven soms ondertekend met 'van de graveur'.
Instrumenten die variaties meten in het gravitatieveld van de aarde door kleine verschillen waar te nemen in het gewicht van een voorwerp met een constante massa.
Zware bassinetten met een zwenkend vizier met een oogspleet, een lange halsbeschermer die de bovenkant van de rugplaat bedekt en een breed kinstuk zodat het gewicht door de schouders werd gedragen en niet door het hoofd. Ze waren in gebruik vanaf het eind van de 14e eeuw tot aan het begin van de 16e eeuw, tegen het eind van de 15e eeuw waren ze uitermate zwaar en lang geworden.
Wordt gebruikt voor grote wooncomplexen met meerdere verdiepingen en meerdere vertrekken uit de Anasazi en Hohokam-tijdperken; zijn voornamelijk gebouwd in de periode tussen 950 en 1150 en zijn te onderscheiden van 'pueblo's' door hun vaak D-vormige omtrek, het samenhangend ontwerp en de ligging in het San Juan Basin, Nieuw Mexico en delen van Arizona.
Onderscheiden zich van de 'Cape-Codcatboten' door een gewelfd achtersteven, lager vrijboord en doordat ze smaller zijn; zijn oorspronkelijk ontwikkeld om naar schaaldieren te vissen en later om wedstrijden mee te zeilen in de ondiepe wateren van Great South Bay, in Long Island in de Verenigde Staten.
Grote draaibanken die worden gebruikt om zware voorwerpen, zoals de wielen van locomotieven en treinwagons, te draaien.
Verwijst naar kerkmuziek die eenstemmig vocaal met een vrije ritmiek en een beperkte toonomvang wordt gezongen, in een stijl die is ontwikkeld voor de middeleeuwse Latijnse misliturgie. Het gregoriaans is monodisch en instrumentale begeleiding is niet noodzakelijk, maar wel mogelijk. De naam is ontleend aan de heilige Gregorius de Grote (circa 540-604) die deze muzieksoort zou hebben gestandaardiseerd, hoewel de benaming 'gregoriaans' pas sinds het midden van de 17de eeuw gangbaar is. De term wordt vaak gebruikt als synoniem voor 'cantus planus', waaronder niet alleen de kerkmuziek van de vroege middeleeuwen valt, maar ook latere composities die in een soortgelijke stijl zijn geschreven. In beperktere zin verwijst de term naar een Romeinse vorm van vroege cantus planus, ter onderscheiding van Ambrosiaanse, Gallicaanse en Mozarabische gezangen, die op gregoriaans leken maar er geleidelijk door werden verdrongen, in de periode van de 8ste tot de 11de eeuw n. Chr.
Cilindervormige holle staven waarin een slagpin is ondergebracht. De grendel is met de hand te bewegen door middel van een doorgaans recht op het lichaam geplaatst handvat, meest eindigend in een knop.
Beeldhouwwerken in de vorm van een herme, maar meestal met een beeltenis van de Romeinse god Terminus; gebruikt door de oude Romeinen als grensaanduidingen.
Een soort pottenbakkersgoed dat tussen aardewerk en porselein in zit doordat het is gemaakt van klei en een smeltbaar gesteente. De potten worden zolang gebakken tot er gedeeltelijke verglazing optreedt waardoor het materiaal waterdicht wordt. In tegenstelling tot porselein is het materiaal slechts zelden meer dan lichtelijk doorschijnend. Door de verglazing hoeft er geen glazuur te worden gebruikt, maar voor het gebruiksgemak en het uiterlijk worden toch soms sierglazuren aangebracht, zoals zout- of loodglazuur.
Verwijst in algemene zin naar de cultuur en stijlen die in verband worden gebracht met het gebied in het zuidoosten van Europa dat het zuidelijke Balkan-schiereiland omvat, met de Peloponnesos en diverse eilanden in de Egeïsche, Ionische en Middellandse Zee, alsmede andere gebieden die gedurende verschillende perioden door Griekenland zijn gekoloniseerd of bezet.
Bronzen kurassen uit het oude Griekenland, meestal bestaande uit twee delen met aan één kant een scharnier en aan de andere kant een sluiting met metalen pinnen of lussen; ze worden gekenmerkt door een inwaartse bocht bij de taille, waaronder de onderste rand scherp naar buiten buigt. Ze kwamen veel voor tot het eind van de 6e eeuw v.C.
Ontvlambaar, vloeibaar mengsel dat bekend was bij de Byzantijnse Grieken en vooral werd gebruikt om vijandelijke schepen in brand te steken.
Verwijst naar de stijl en de culturen die zich op het Italiaanse schiereiland ontwikkelden op plaatsen waar de Etrusken via Griekse kolonisten en hun kunst in aanraking kwamen met de Griekse cultuur.
Verwijst naar gebouwen waarvan het grondplan de vorm heeft van een Grieks kruis, met een vierkant middendeel en vier armen van gelijke lengte. De Griekse kruisvorm werd algemeen gebruikt in de Byzantijnse architectuur en in westerse kerken die op Byzantijnse voorbeelden waren geïnspireerd.
Benaming die tijdens de periode van de Griekse heropleving werd gebruikt voor een rustbank met gekrulde uiteinden die aan Griekse en Romeinse meubelontwerpen doen denken.
Filmgenre dat poogt schrikreacties en angstgevoelens teweeg te brengen bij de toeschouwer, als emotionele uitlaatklep en als entertainment. De onderwerpen variëren van geweld en dood, door de mens gecreëerde monsters en buitenaardse wezens tot waanzin en kern- of natuurrampen. In de filmgeschiedenis zien we dat het horrorgenre de geschiedenis van de mensheid volgt, omdat actuele gebeurtenissen en angsten worden gebruikt. Sinds eind jaren 70 groeiden bepaalde horrorfilms uit tot complete filmseries - zoals 'Halloween' en 'Nightmare on Elm Street' - waarin de verhalen van de populaire personages verder worden gevolgd.
Lid van een lichaam of bestuur, belast met het voeren of leiden van de correspondentie, het houden der notulen enz.
Verwijst naar een aardewerkstijl die op grote schaal werd geproduceerd in het oude Rome. De stijl kenmerkt zich door een grijze of bruingrijze kleur en relatief eenvoudige ontwerpen die vaak in kleine ateliers werden vervaardigd.
Pottenbakkersgoed dat wordt gekenmerkt door een grijze of bruinachtig grijze kleur, met een relatief eenvoudig geschilderd of bedrukt ontwerp. Het kwam veel voor in het oude India en Korea, en in onder meer Native American, Griekse, Minoïsche, Romeinse en Midden-Oosterse culturen.
Beschrijft de weergave van digitale afbeeldingen met een monochroom tintverloop. Afbeeldingen met grijswaarden verschillen van 1-bits zwart-witte afbeeldingen omdat ze zijn opgebouwd met intensiteitsniveaus in fasen van zwart naar wit, niet enkel in zwart of wit.
Kortlevende loofboomsoort, inheems in Noord-Amerika, van Ontario tot Nova Scotia, Pennsylvania en New Jersey, met afzonderlijke populaties in Indiana, Virginia en North Carolina. De soort groeit bij voorkeur op dorre, droge hooglandbodems, maar is ook te vinden in vochtige gemengde bossen. Het is een veel voorkomende pioniersoort op verlaten velden en in platgebrande gebieden. Deze berken groeien snel tot een hoogte van 7 tot 9 meter, met een stam met een diameter van 30 centimeter.
Hout van de boom behorende tot het genus Betula populifolia, te vinden in bosjes op vochtig terrein in het noordoosten van Noord-Amerika. Het wordt gebruikt voor het maken van draaiwerk en als brandstof.
Roosters boven een warmtebron, bijvoorbeeld van houtskool, gas of elektriciteit. waarop voedsel wordt gebraden. Soms gebruikt als een onderdeel van een Japanse stoof en andere kook- en verwarmingstoestellen.
Te gebruiken voor mannen die verhalen vertellen of zingen, vooral genealogieën, over individuen, families en gemeenschappen, vaak begeleid door instrumentale muziek, toneelspel en mime. Oorspronkelijk gebruikt voor West-Afrikanen, nu ook voor mensen in andere culturen en regio’s.
Te gebruiken voor vrouwen die verhalen vertellen of zingen, vooral genealogieën, over individuen, families en gemeenschappen, vaak begeleid door instrumentale muziek, toneelspel en mime. Oorspronkelijk gebruikt voor West-Afrikanen, nu ook voor mensen in andere culturen en regio’s.
Een purperachtig rood marmer, soms met witte vlekken, te vinden in de vallei van Barouse en andere gebieden in de Franse Pyreneeën.
Beschrijft keramiek of voorwerpen van keramiek, gemaakt van een mengsel van klei en steenslag.
Te gebruiken voor het deel van een muur onder de bovenbouw van Zuid-Indiase heiligdommen. De vorm kan vierkant, rond of achthoekig zijn.
Grijze baksteen die is gemaakt van speciale klei en wordt gebruikt als deklaag, of zachte baksteen bedoeld voor gebruik op een onzichtbare of onopvallende plek.
Scherpe, V-vormige geulen of groeven die het ene element van het andere scheiden, zoals tussen lijstwerk of tussen de dekplaat en de echinus van een Dorisch kapiteel.
Kleur die dat deel van het spectrum weergeeft dat zich tussen blauw en geel in bevindt, met een golflengte tussen 520 en 570 nanometer. De term kan verwijzen naar alle in helderheid en verzadiging variërende kleurschakeringen binnen deze groep kleuren. Een voorbeeld van de kleur groen in de natuur is de kleur van groeiend gras. Groen is een secundaire pigmentkleur (ontstaan door vermenging van geel en blauw) en is een van de drie additieve primaire kleuren.
Verwijst naar goedkoop glas, vaak groenachtig of bruinig van kleur door de aanwezigheid van onzuiverheden, met name ijzer. Dit glas wordt vaak gebruikt voor het maken van flessen of ruiten. De term is te danken aan de overeenkomsten met woudglas, dat ook 'groen glas' wordt genoemd.
Kopieën, meestal van technische tekeningen, die zijn gemaakt door middel van een lichtgevoelig proces dat blauwe lijnen geeft op een groene ondergrond. In kleine hoeveelheden geproduceerd rond 1900.
Een licht- of donkergroene, zware serpentijnsteen, gewoonlijk met kleine adertjes van calciumcarbonaat en magnesiumcarbonaat. Dit gesteente kan worden opgepoetst en wordt in commercieel opzicht als een marmersoort beschouwd; het wordt ook gezien als een van de beste soorten serpentijn.
De term is in het algemeen van toepassing op het keukengerei dat wordt gebruikt voor het snijden van groenten.
Verwijst naar reeds gebrand, fijn gemalen aardewerk dat wordt toegevoegd aan terracottaklei om de poriën open te maken.
Lepels die op punchlepels lijken maar kleiner zijn en die worden gebruikt voor het overbrengen van warme grog uit een punchkom in drinkglazen. De term wordt met name gebruikt om te verwijzen naar de lepels die in het begin en midden van de 19e eeuw in Schotland werden gemaakt.
Muziekbogen bestaande uit een buigbare stok die in de grond is gestoken, met een snaar die is gespannen tussen het vrije uiteinde van de stok en een bovenblad van schors, blad of een dergelijk materiaal, dat over een kleine kuil in de grond is vast gezet. Deze kuil dient als klankbodem.
Het verdelen van een landoppervlak in kleinere percelen voor kavels, huizenblokken, straten, open ruimten en openbare plaatsen, en de aanwijzing van locaties voor openbare voorzieningen en andere diensten.
Meer omvattend of uitgebreider dan gewoonlijk in hoeveelheid, ruimtelijk opzicht of dwarsdoorsnede.
Verwijst naar kaarten van grote gebieden, vaak een oceaan, die op kleine schaal zijn afgebeeld door middel van gnomonische projectie. Ze zijn zo georiënteerd dat berekening van een grote-cirkelroute mogelijk wordt, oftewel de kortste weg tussen twee punten op het oppervlak van de aardbol.
Handelaars die goederen in grote hoeveelheden inkopen en deze doorverkopen, gewoonlijk in relatief kleinere hoeveelheden, aan tussenpersonen of detailhandelaars maar niet aan de uiteindelijke consumenten.
Te gebruiken voor soevereine hertogen van bepaalde Europese landen die bekendstaan als groothertogdommen, en tevens voor de zoons of kleinzoons in de mannelijke lijn van de tsaren van het keizerrijk Rusland; in rang direct onder koningen.
Te gebruiken voor de soevereine hertoginnen van bepaalde Europese landen die bekendstaan als groothertogdommen, en tevens voor de echtgenotes en weduwen van groothertogen en voor de dochters van de tsaren van het keizerrijk Rusland, in rang direct onder koninginnen.
Hoogwaardigheidsbekleders die zo worden genoemd in verschillende organisaties, zoals bij militaire ridderordes, broederschappen zoals de vrijmetselaars en vakbonden.
Wordt gebruikt voor kleinere versies van staande klokken, meestal 60 cm tot 1,5 meter hoog, met een koperen mechaniek voor acht dagen en een slinger; ze kwamen veel voor in de Verenigde Staten aan het begin van de 18e eeuw.
Elk van de verscheidene Duitse, destijds Centraal-Europese, zilveren munten, corresponderend met de groot en de gros tournois, voor het eerst geslagen in de 13e eeuw.
Verwijst naar grotten die worden benut, meestal nadat ze zijn uitgegraven of anderszins zijn aangepast, als onderdak voor mensen of dieren, als opslagruimte, als heiligdom of als ruimte met een andere bestemming. De betekenis kan overlappen met die van de term 'rotsarchitectuur', maar grotarchitectuur hoeft niet per se in rotsen te zijn uitgehouwen, terwijl rotsarchitectuur niet altijd rond een grot is ontworpen.
Luifelhoeden die een brede rand hebben die vanaf een kleine hoedenbol schuin naar voren loopt om het gezicht te omlijsten en tegen de zon te beschermen.
Kerken die in grotten zijn gebouwd of op een andere manier gebruik maken van natuurlijke holten in het aardoppervlak. Te onderscheiden van 'rotskerken', die zijn uitgehouwen in levende steen die geen grot vormt.
Verwijst naar de stijl van werken die zijn voortgebracht door de Grotta-Peloscultuur op de Cycladische eilanden tussen circa 3200 en 2700 v. Chr., een periode die grofweg overeenkomt met de Vroeg-Cycladische. De kunstwerken bestaan voornamelijk uit aardewerk, marmeren vaten en marmeren beeldjes van het viool-, Plastiras en Louros type.
Groenblijvende dennenboom die 25 meter hoog kan worden en in een groot gebied in Eurazië voorkomt. De boom kweekt men in Noord-Amerika en Nieuw-Zeeland. Er bestaan veel variëteiten.
Een harde en korrelige zandsteen die wordt gebruikt voor bouwwerkzaamheden. Het is te vinden in Yorkshire en andere gebieden in Engeland. Het is de belangrijkste steensoort in het zuidelijke deel van het Penninisch Gebergte, het hart van het gebied waar grove zandsteen wordt gewonnen. Kenmerkend zijn de hoekigheid en de grote kwartskorrels. Er zijn verschillende soorten grove zandsteen, waarvan sommige erg sterk zijn. Het werd gewonnen door de Romeinen, raakte opnieuw in gebruik vóór de Normandische verovering en wordt ook in onze tijd nog gebruikt.
Grove zeven die worden gebruikt om korrelig materiaal te scheiden en sorteren.
Grofgeweven zeven die worden gebruikt voor het scheiden van graan van stro en kaf of voor het fijnhakken van gekookte groenten, zoals aardappelen.
Te gebruiken voor een muziek- en kledingstijl die aan het eind van de 20ste eeuw ontstond onder alternatieve hardrockbands in Seattle in de Amerikaanse staat Washington, en die in de jaren 90 van invloed was op nationale modetrends, meestal gebaseerd op het kostuum van stadsjongeren bestaande uit een flanellen hemd, gescheurde spijkerbroek en gevechtslaarzen.
Chinese trommen, meestal in de vorm van een ton, die aan beide kanten een trommelvel hebben dat op de cilinder is vastgespijkerd in plaats van geregen; er wordt maar op één trommelvel geslagen, met twee kloppers.
Wilde soort lama die voorkomt in Zuid-Amerika. Het zijn herkauwende viervoeters met een slank lichaam, lange poten en een lange nek, een korte staart, een kleine kop en lange puntige oren. Ze eten gras en andere planten.
Te gebruiken om werken te beschrijven van het gelijknamige Berbervolk dat ooit op de Canarische Eilanden leefde. Vanaf de 16de eeuw hebben ze zich vermengd binnen de Iberische wereld en inmiddels bestaan ze niet meer als afzonderlijke groep.
Een substantie die wordt gevonden op bepaalde eilanden en kustgebieden die vaak worden bezocht door zeevogels; bestaat voornamelijk uit hun deels ontbonden excrement. Het is rijk aan fosfaten en stikstofhoudende stoffen en wordt veelvuldig gebruikt als meststof. Wordt ook gebruikt voor excrement van vleermuizen.
Beelden in de vorm van een leeuw of een leeuw-hond, gewoonlijk van terracotta, steen of hout, met name dergelijke beelden die in paren zijn opgesteld als bewakers bij de ingang van tombes, paleizen en overheidsgebouwen in China en andere boeddhistische locaties in Azië en elders. Ze representeren ���Fo-honden', een mythisch dier dat half leeuw, half hond was. Dit soort beelden verschenen voor het eerst aan het eind van de derde eeuw v.Chr. in Han-China. Waarschijnlijk waren ze gebaseerd op Indiase afbeeldingen van de leeuw als de beschermer van dharma.
Franse benaming, waarvan de herkomst niet vast staat, voor decoratieve kaarshouders. Het oorspronkelijke type had een rond blad met een standaard in het midden. Ze hadden vaak de vorm van een Moor of, naarmate de interesse in exotica toenam, een negerin of Indiaan. In de periode van Louis XV en Louis XVI werden guéridons kleine, verplaatsbare tafels.
Oorlogen gekenmerkt door verrassingsaanvallen van kleine, mobiele groepen irreguliere strijdkrachten die opereren in een gebied dat wordt beheerst door een vijandelijk regulier leger.
Schilderstijl die in het begin van de 15de eeuw floreerde in het westen van Tibet; Guge was de naam van een koninkrijk in deze regio. De kleuren zijn ingetogen en van gedempte tonaliteit, net als in de Nepalese schilderkunst uit dezelfde periode. Figuren hebben doorgaans ronde, gezwollen gezichten en de belangrijkste bodhisattva's zijn ruim voorzien van sjaals en accessoires. Guge-schilderijen kenmerken zich door drukke composities en een dominerende rol van de kleur rood. De algehele stijl is gemaakt elegant. Centraal-Aziatische karakteristieken zijn in deze stijl nauwelijks te vinden.
Verwijst naar kleine uitgesneden gaten waarin zeer kleine figuurtjes zijn uitgesneden. Ze zijn te vinden op voorgevels van oost-Beierse en Oostenrijkse schuren.
Te gebruiken voor snijmachines bestaande uit één zwaar blad dat tussen verticale geleiders omlaag valt om papier, metaal of ander materiaal te snijden.
Engelse gouden munten die tussen 1663 en 1813 werden uitgegeven. Ze hadden een waarde van 20 of 21 shilling of 4 kronen. Ze werden vervangen door sovereigns.
Valletjes gedrapeerd in zachte, golvende, halvemaanvormige vouwen die soms eindigen in punten.
Middeleeuwse stokwapens die bestaan uit een halvemaanvormige blad geplaatst op een lange stok waarbij de onderste punt of soms beide punten aan de staf vastzitten en met een scherpe uistekende punt bovenop de stok; gebruikt door voetsoldaten.
Europese snaarinstrumenten uit de middeleeuwen met een korte hals. Ze hebben ofwel een bolle klankkast zonder duidelijke scheiding tussen klankkast en hals, of een klankkast met een platte achterkant en een korte maar duidelijk te onderscheiden hals.
Een algemeen aangenomen regel gebaseerd op de verhouding tussen twee ongelijke delen van een geheel, waarvan de verhouding van het kleinere deel tot het grotere deel gelijk is aan de verhouding van het grotere deel tot het geheel.
Verwijst naar een regionale school van Pahari-miniatuurschilderkunst die wordt geassocieerd met het kleine vorstendom Guler in het oosten van het heuvelgebied van Pahari. In de 18de en 19de eeuw leefden er in Guler een aantal kunstenaarsfamilies die tot de begaafdste van de regio behoorden. De destijds heersende dynastie diende het Mogolrijk, iets wat duidelijk terug te zien is in de ontwikkeling van de schilderkunst in Guler, aangezien schilderijen vaak werden uitgewisseld of geschonken. De familie Pandit Seu (begin 18de eeuw) was een vooraanstaande kunstenaarsfamilie die oorspronkelijk uit Guler afkomstig was, evenals de familie Dhumun en Purkhu. Pandi Seu zelf was mogelijk verantwoordelijk voor de versmelting van de intensiteit van de Pahari-kunst met het naturalisme en de atmosferische effecten van de Mogols, later vaste stijlkenmerken van de Guler-schilderkunst. Ook latere kunstenaarsfamilies lieten zich beïnvloeden door Pandit Seu, en zijn mogelijk verre verwanten. Wellicht trokken Guler-kunstenaars naar Chamba en Kangra toen hun families groter werden en er steeds meer opdrachten van buiten Guler kwamen.
Term die verwijst naar een grote verschijdenheid van geometrische vormen, meestal achthoekig, zeshoekig op ruitvormig, die de belangrijkste decoratieve motieven van turkmeense weefsels vormt.
Verwijst naar de cultuur van de Gupta-periode in Noord-Centraal-India vanaf de vroege 4de eeuw tot de late 5de eeuw, een periode die wordt beschouwd als de 'klassieke' periode van Indiase kunst. Tijdens de Gupta-periode was er sprake van een grote activiteit op het gebied van wetenschap, visuele kunsten, muziek en literatuur, en de periode had haar hoogtepunt tijdens de heerschappij van Chandra Gupta II (375-415 n. Chr.). Sommige van India's oudste bewaard gebleven schilderingen werden in deze periode gemaakt in de boeddhistische grotten van Ajanta in de Deccan; de schilderingen worden gekenmerkt door levendige kalligrafische lijnen en levensechte contemporaine details. De beroemde bouwkundige Gupta-stijl ontwikkelde zich mogelijk uit de Kushana-stijl; tegen het eind van de 4de eeuw had zich een duidelijke boeddha-icoon ontwikkeld, die werd gekenmerkt door monumentale eenvoud en een verfijnd realisme. De spanning van vroegere Mathuran-beeldhouwkunst is vervangen door een kalme en rustige atmosfeer die een spirituele andere wereldlijkheid aanduidt die een kenmerk is van de boeddhistische Gupta-stijl. Onder de vele beeldhouwkundige vondsten bij Sarnath is een groep sculpturen die bekend staat als de 'natte boeddha's' met nauwsluitende kleding en vliesachtige vingers als typische Gupta-kenmerken. Gedurende deze periode trad de hindoekunst op de voorgrond; het vroegste en opvallendste voorbeeld van Gupta-hindoekunst is de in rotssteen uitgehouwen schrijn van Udayagiri uit 401. De beeldhouwer van de reliëfs van de verwoeste Dashavatara-tempel bij Deogarh kopieerde de boeddhistische stijl van Sarnath en paste deze toe op een hindoemotief, met opmerkelijk resultaat. Er is echter heel weinig Gupta-kunst overgebleven, aangezien een groot deel van deze kunst, zowel boeddhistische als hindoeïstische kunst, werd vernietigd tijdens de invasies van de Hunnen en de komst van de islam.
Te gebruiken om werken te beschrijven van de gelijknamige Afrikaanse etnische groep die leeft in Burkina Faso en in kleinere aantallen in Togo.
Snijbeitels die een lang, gebogen blad hebben. Worden gebruikt voor uithollen van hout of voor het maken van gaten, gleuven of groeven in hout of steen.
Uitgeholde boren met een rond uiteinde.
Gom die wordt verkregen door het sap te koken van bepaalde bomen die alleen op Borneo, Maleisië en Nieuw-Guinea voorkomen; het is zeer buigzaam en vezelachtig, niet zo elastisch als rubber maar een betere isolator en het is harder na stolling. Wordt bijvoorbeeld gebruikt in de tandheelkunde, in golfballen en elektrische bedrading en gedurende de tweede helft van de 19e eeuw voor speelgoed en poppen.
een doorschijnende goudkleurige hars die bestaat uit een gele harsachtige component en een heldere in water oplosbare gom, geproduceerd door verschillende bomen van het geslacht Garcinia afkomstig uit India, Thailand, Cambodja, Vietnam en Sri Lanka. Guttegom werd als een gele pigment al in de 8e eeuw in Azië en Japan. Het werd regelmatig naar Europa geïmporteerd in de 17e eeuw. Het wordt verkocht in de vorm van doffe, bruin-gele cakes of klontjes die, wanneer in poedervorm, een rijke gouden kleur hebben. De gom uit koolhydraat fungeert als een natuurlijke bindmiddel. Guttegom wordt gebruikt als een transparante kleurstof in glazuren, vernissen en waterverven. De gele kleur verdwijnt bij blootstelling aan licht of ozon. In sommige gevallen kan de kleur herstellen wanneer in het donker geplaatst wordt.
Atletische wedstrijdsport waarbij op bekwame wijze fysieke kracht-, lenigheids- en evenwichtsoefeningen moeten worden uitgevoerd op en aan toestellen zoals matten, evenwichtsbalken, bruggen, paarden en ringen. Gebruik ‘acrobatiek’ voor de kunst van het draaien, balanceren en springen voorzover als voorstelling gepresenteerd.
Orde van slangachtige amfibieën met een compacte schedel voor het graven, met tal van samengestelde botten, ledematen of gordels, een blijvend rudimentaire ruggengraat, meestal met een naakte huid (hoewel sommige soorten schubben hebben), een volledige metamorfose zoals bij kikkers en padden, en kleine oogjes zonder oogleden die door de huid aan het zicht worden onttrokken. Ze leefden reeds in de vroege Jura en omvatten momenteel zes families en circa 170 levende soorten.
Nauwsluitende ééndelige kleding met korte of lange pijpen, met of zonder mouwen, gedragen door acrobaten en dansers. Gebruik 'maillots' voor dikke, ondoorschijnende panty's. Te onderscheiden van 'catsuits' die niet specifiek bedoeld zijn voor de uitoefening van bewegingskunst.
Delen van Griekse en Romeinde huizen in de Oudheid die alleen door vrouwen werden gebruikt.
Kleine tot middelgrote boom met een gedraaide stam die zich wijd vertakt. Kan 20 meter hoog worden. Eén variëteit heeft zowel normale als eikachtige bladeren aan dezelfde boom. Men gebruikt de boom voor landschapsarchitectuur, voornamelijk voor hoge heggen en het snoeien van figuren. Ook maakt men van de haagbeuk hardhout, brandhout dat langzaam brandt en voedsel voor diverse dieren.
Hout van de boom behorende tot het genus Carpinus van de berkenfamilie. Het kent allerlei toepassingen. Oorspronkelijk werd het gebruikt voor gedraaide en machinaal bewerkte onderdelen van windmolens. Tegenwoordig wordt het gebruikt voor het maken van poolkeus, trommelstokken en toetsmechanismen van piano's.
Duurzaam leer dat niet slijt en bedekt is met zeer kleine schubben met korte stekeltjes. Het werd vaak als schuurmateriaal gebruikt.
Te gebruiken voor kleine, meestal rechte werktuigen die worden gebruikt om steken in lussen over elkaar aan te brengen in haakwerk.
Beitels met een rond, doorlopend blad, bevestigd aan een stel handvatten.
De vezelachtige uitgroeiïngen op de huid van allerlei dieren, die bestaan uit het eiwit keratine en onder andere worden gebruikt voor het maken van stoffen, als opvulling en voor het maken van kwasten en borstels.
Kleine kussentjes, of rolletjes van haar of dergelijk materiaal, die vroeger door vrouwen onder hun eigen haar werden gedragen om het dikker te doen lijken.
Banden of stroken die worden gebruikt om het haar vast te houden; worden gedragen voor functionele doeleinden of ter versiering.
Motieven die vaak bestaan uit een verticale rij driehoeken of ruiten, met daartussen balken die doorlopen tot de zijkanten met een andere ruit aan het einde. Er zijn meestal ruiten of balken aan de boven- en onderkant van het motief. Het is een symbool van de huwelijkswens.
Kleine kleden die gewoonlijk vlak bij de haard worden gelegd om de grotere en duurdere tapijten te beschermen.
Diverse apparaten die op elektriciteit of gas werken en zijn bedoeld voor het drogen van haar door het uitstralen van warmte.
Voorwerpen met aan één of beide kanten een rij tanden die worden gebruikt voor het in orde brengen, ontwarren of schoonmaken van het haar.
Orde van kleine motachtige insecten met twee paar vliezige en harige vleugels. De soorten uit deze orde zijn nauw verwant aan motten en vlinders.
Toestand van intense vijandigheid en afkeer die gewoonlijk het gevolg is van angst, woede, verachting en/of gekwetst of beledigd zijn.
Verwijst naar de stijl van het aardewerk dat werd gemaakt door boeren in Hongarije en Moravië (in het huidige Tsjechië) van de late 16de tot het einde van de 17de eeuw. De stijl wordt gekenmerkt door krachtige en gestileerde bloemen, dieren en figuren, aangebracht op typische bolvormige kruiken met korte hals en borden met een brede, platte rand.
Verwijst naar de stijl in de Shinto-architectuur die zich ontwikkelde gedurende de Heian-periode (794-1185). De stijl wordt gekenmerkt door een tempeltype waarin twee gebouwen rechtstreeks met elkaar zijn verbonden, zodat de dakranden elkaar raken.
Te gebruiken om werken te beschrijven van de gelijknamige Afrikaanse etnische groep die oorspronkelijk afkomstig is uit Tanzania maar die leeft op de eilanden Zanzibar en Tumbatu.
Hoeveelheden kleine loden of stalen kogeltjes die met meerdere tegelijk worden afgevuurd met jachtgeweren. In het Amerikaans wordt de term 'shot' ook in meer algemene zin gebruikt voor projectielen zonder explosieve lading afgevuurd met vuurwapens.
Auteurs die biografieën van heiligen schrijven.
Biografieën van heiligen.
Kleine openingen, meestal schuin gesneden, in de muur van een kerk, die over het algemeen zo geplaatst zijn dat ze uitzicht bieden op het hoogaltaar vanaf het transept of de zijbeuk.
Verwijst naar een faiencestijl die in de jaren na 1720 tot ontwikkeling kwam in Haguenau, in het département Bas-Rhin in de Elzas, in het noordoosten van Frankrijk. Grondlegger van de stijl was de familie Hannong, die grote keramiekfabrieken in Straatsburg bezat. Typerend voor de stijl is het karakteristieke blauwwitte aardewerk dat is geïnspireerd op het Chinese porselein, en het aardewerk met lambrekijnranden, als imitatie van aardewerk uit Rouen. Later zouden meer kleurige ontwerpen kenmerkend worden voor deze stijl.
(Droge) sloten, grachten of greppels rond landschappelijke parken en tuinen om te bereiken dat het vee in de weide een onderdeel van het zicht vanuit de tuin is, maar niet in de eigenlijke tuin kan komen.
Wordt gebruikt voor latten of balustrades op en rondom een achterschip, vooral bij zeilboten; vaak bewerkt of op andere manier versierd.
Bout voorzien van hakkels (inkepingen met uitstekende punt) om beter te kunnen hechten bij het indrijven of aandraaien. Vroeger veel gebruikt voor de onderlinge verbinding tussen paal en kesp (verbindingsbalk op twee of meer heipalen).
Keukengerei dat wordt gebruikt voor het snijden, fijnhakken of versnipperen van voedsel.
In de fotografie verwijst deze term naar het meestal onbedoelde optische effect dat wordt veroorzaakt door de verspreiding van gereflecteerd licht bij de eerste belichting, of naar de resulterende lichtkrans rond de begrenzingen van licht uitstralende of reflecterende bronnen in het afgedrukte beeldresultaat. Modern fotografisch filmmateriaal is bedekt met een 'antihalatielaag' om dit effect te voorkomen.
Combinaties van bijl en hamer, met een breed lemmet en een gekerfd onderdeel om spijkers te trekken; berekend op zwaar werk. Worden gebruikt om hard pleisterwerk af te hakken en ander zwaar werk te verrichten.
Bedden met overkappingen die alleen het hoofdeinde van het bed bedekken.
Dwarsverbindingen die worden gevormd op de kruising van twee even dikke stukken hout, die beide tot op de helft van de dikte zijn ingesneden, om zo een voeg met vlakke oppervlakken te vormen.
Schaalmodellen, van oudsher gemaakt van hout, die de helft voorstellen van een scheepsromp die midscheeps in de lengte is doorgesneden; meestal gebruikt voor decoratieve doeleinden.
Wordt gebruikt om een afbeelding te beschrijven, of om het effect ervan zelf aan te duiden, wanneer de afbeelding is gefotografeerd door een scherm met een fijn patroon, waardoor het wordt verdeeld in kleine stippen of andere vormen. Dit maakt het mogelijk dat er van platen of blokken wordt gedrukt wanner de afbeelding gebieden met verschillende kleurschakeringen bevat.
Een boekhandschrift dat zich ontwikkelde uit het laat-Romeinse cursief en werd gebruikt van de 4de tot de 7de eeuw.
Een grote categorie rechthoekige gebouwen die worden bedekt door een enkel dak, met twee verschillende functies aan de beide uiteinden, maar vaak met een gemeenschappelijke ingang; de ene kant huisvest een familie en de andere kant vee. In gebruik sinds de neolithische periode, vooral in de koudere klimaten van Europa en Noord-Amerika.
Stereografische kleurenfoto’s gemaakt door het gebruik van twee dezelfde afdrukken, waarvan de een is behandeld met dammarlak om hem transparant te maken en de ander is geschilderd met kleurspoelingen. De eerste wordt over de tweede heen gelegd en beide worden samengebonden met behulp van een glasplaat en een achtergrond, waardoor een driedimensionaal effect ontstaat.
Aureolen die bestaan uit een cirkel, schijf, reeks lijnen of lichtstralen die het hoofd van een heilig personage omgeven. In de Hellenistische en Romeinse kunst worden halo's gedragen door de zonnegod Helios, terwijl Romeinse keizers vaak worden afgebeeld met een stralenkrans. Dit beeld is overgenomen in de christelijke kunst.
Term die wordt gebruikt voor amforen waarvan de hals en de schouders duidelijk gescheiden zijn.
Wandspiegels met haakjes om hoeden en andere kleine dingen aan op te hangen.
Gestel van riemen rond de kop van een rij- of lastdier, gebruikt om het dier aan de hand te leiden. De halster bestaat meestal uit een kopstuk, een neusriem en een keelriem. Op de plaats waar de neus- en de keelriem samenkomen is een ring bevestigd waaraan een halstertouw kan vastgemaakt worden.
Gewichten die bestaan uit twee ronde uiteinden die stevig vast zijn gemaakt aan een korte staaf die als handvat dient; ze worden gebruikt als trainings- en fitnesshulpmiddel.
Dakachtige onderdelen, meestal eenzijdig ondersteund vanaf de hoofdstijlen, die van het hoofdeinde tot de helft van het bed reiken.
Britse zilveren of koper-nikkelen munten ter waarde van twee shilling en sixpence die na 1971 geleidelijk uit de circulatie werden genomen.
Wordt gebruikt voor de halve verticale sleuven aan beide zijden van een triglief.
Wordt gebruikt voor gebinten waarvan de bovenste en de onderste liggers beide in dezelfde richting zijn gebogen maar met een verschillende krommingsradius zodat ze elkaar aan de uiteinden raken en er uitzien als een halve maan.
Familie van bloeiende planten met 27 genera en rond de 85 soorten struiken en kleine bomen.
Badhuizen die bestaan uit een reeks koude en warme baden en stoomkamers, vooral gebruikt voor rituele reiniging; het principe is afgeleid van oude Romeins typen. Gebruik liever 'Turkse baden' voor gebouwen waarin de baders zich door een reeks van voornamelijk stoom- en massagekamers begeven.
Verwijst naar de Noord-Europese mesolithische periode en cultuur van circa 10.000 tot circa 8000 v. Chr. De cultuur ontstond waarschijnlijk onder invloed van Magdaléniens die vanuit het zuidwesten van Europa de rendieren volgden toen de Würm-ijstijd ten einde liep. De Hamburgcultuur wordt gekenmerkt door uiteenlopende werktuigen, zoals van botten vervaardigde priemen, vilders, schrapers, naalden, elastische stroken gemaakt van natte rendiergeweien en een aantal eenvoudige versieringen zoals V-patronen en banen. De cultuur besloeg een geografisch gebied van Holstein tot Hannover, waarbij de winters waarschijnlijk ten zuiden van de rivier de Elbe werden doorgebracht. Een aantal onderzoekers gelooft dat de cultuur wellicht banden had met Oost-Europa. De cultuur werd gevolgd door de Ahrensburgcultuur.
Stokken waarmee slaginstrumenten bespeeld worden, met knoppen aan een uiteinde of met opgevulde uiteinden.
Orgels met elektrische toonopwekking, gefabriceerd door de Hammond Organ Company in de USA in de twintigste eeuw, met twee manualen en een bereik van vijf octaven.
Verwijst naar de periode en de stijl die worden geassocieerd met de Han-dynastie in China (tussen 206 v. Chr. en 200 n. Chr.). Na de val van de Qin-dynastie in 221 v. Chr. woedde er een burgeroorlog tot Liu Bang, die postuum de naam Gaodi kreeg, de eerste Han-keizer werd. De Han-periode was een van de grote bloeiperioden in de Chinese cultuurgeschiedenis en legde de basis voor toekomstige Chinese beschavingen. De belangrijkste kunst uit deze periode omvat geglazuurd aardewerk, bronzen vaatwerk en funeraire objecten, zoals modellen van huizen, beeldjes van mensen en dieren, en beschilderde bakstenen graftekens.
Stijl van het Chinese klerkenschrift die zich kenmerkt door uitbundige penseelstreken en die afwijkt van het Qin-klerkenschrift. Het klerkenschrift van de Westelijke Han-dynastie, dat wordt aangetroffen op bamboestroken, op hout en in zijdemanuscripten, vertoont grote gelijkenis met het Qin-klerkenschrift; tijdens de Oostelijke Han-dynastie ontwikkelde het schrift zich echter tot het zogenoemde bafenschrift met voornoemde uitbundige penseelstreken (visueel gelijkend op de staart van een gans). Typische in bafen geschreven werken waren de inscripties op stèles uit de late Oostelijke Han-periode. Ze werden erkend als kunstwerken vanwege hun uitgebalanceerde vormen en vloeiende halen.
Een koopman die schrijfgerei en aanverwante artikelen verkoopt.
Groothandelaren met beperkte functie die de goederen die worden verhandeld als onderdeel van een zakelijke transactie in bewaring nemen, maar niet wettelijk in eigendom hebben. Ze worden rechtstreeks door de eigenaar betaald of ontvangen een aandeel in de verkoopopbrengsten. Te onderscheiden van 'makelaars' in de zin dat commissionairs de goederen fysiek in bezit hebben, terwijl dit bij makelaars niet het geval is.
Wordt met name gebruikt voor zilveren dollarmunten uit de VSdie in de periode tussen 1873 en 1878 speciaal zijn aangemunt voor gebruik in de handel met Aziatische landen. Daarnaast ook gebruikt voor andere munten met de grootte en de waarde van een dollar die gebruikt worden voor economische doeleinden buiten de nationale grenzen.
Kleine bedrukte bladen, en later kaarten, met handelsadvertenties erop, vaak ook met een gegraveerde illustratie. Geproduceerd van de 17e tot en met de 19e eeuw. Voor later gemaakte kaarten met de naam en het adres van een bedrijf en de naam van de vertegenwoordiger erop, die zijn bedoeld ter informatie en niet zozeer als advertentie wordt 'naamkaartjes' gebruikt. Voor later gemaakte kaarten die verspreid worden om te adverteren wordt 'reclamekaarten' gebruikt en voor later geproduceerde kaarten die voornamelijk worden geproduceerd voor verzameldoeleinden, met of zonder reclame, gebruik 'verzamelkaarten'.
Bedrijven die eigendom zijn van en doorgaans worden gevoerd door getrouwde of samenwonende stellen.
Wordt gebruikt voor verhandelbare waardepapieren met een korte looptijd, gewoonlijk 3 tot 6 maanden, die voortkomen uit handels- (dus geen speculatieve) investeringen of onroerende goederen en overheids- of particuliere transacties.
Aanduiding voor namen, symbolen, figuren, letters, woorden of andere tekens die door een fabrikant of een handelaar worden gekozen en gebruikt om zijn goederen in de handel te brengen en ze te onderscheiden van die van anderen. Meestal staan ze geregistreerd bij een overheidsinstantie waardoor de exclusiviteit van het teken wordt gewaarborgd en de eigenaar ervan de enige is die het mag voeren. Gebruik 'dienstmerken' voor soortgelijke figuren waarmee diensten in plaats van producten worden onderscheiden. Gebruik 'woordmerken' of 'logo's' voor grafische figuren die zijn afgeleid van handelsmerken.
Kleine, houten vaten in de vorm van een emmer, maar zijn voorzien van een uitstekende staaf die als handvat dient. Ook gebruikt voor glazen, zilveren en andere schalen in deze vorm die worden gebruikt voor boter, suiker, melk of room.
Delen van het lichaam van een mens of een dier, gewoonlijk met vingers, die zich bevinden onder het polsgewricht van de armen en zich kenmerken doordat ze normaliter gebruikt worden voor andere doeleinden dan steun en voortbeweging. Gebruik 'voeten (dierlijke lichaamsdelen)', 'klauwen (dierlijke lichaamsdelen)', 'hoeven (dierlijke lichaamsdelen)' of een andere passende term voor de uiteinden van poten of benen.
Handmatig naaien, te onderscheiden van machinaal naaien.
Alle gereedschappen die met de hand worden bediend of geleid.
Papiersoort, met de hand vervaardigd. Meestal wordt handgeschept papier voorzien van een watermerk. Karakteristiek zijn de ruwe kanten die bij de vorming van het blad ontstaan, meestal worden behouden als teken van de kwaliteit.
Vooral te gebruiken om met de hand geschilderde afbeeldingen te beschrijven, ter onderscheiding van mechanische overgebrachte afbeeldingen, op aardewerk, textiel en andere objecten. Voor het handmatig opbrengen van kleur op een bestaande afbeeldingen, gebruik 'met de hand kleuren'.
Te gebruiken om artefacten te beschrijven die met de hand zijn gemaakt, meestal om ze te onderscheiden van machinaal gemaakte voorwerpen.
Baksteen die met de hand is gevormd alvorens te worden gebakken. Hierbij kan een steenvorm of mal worden gebruikt. Vanwege het feit dat dergelijke stenen minder gelijkvormig zijn dan machinale bakstenen, worden ze vaak als buitenlaag gebruikt.
Vroege vuurwapens die lijken op kleine kanonnen met een gladde loop die op een houten blok of steel zijn geplaatst, door de monding worden geladen (of: met voorlaadsysteem) en die voor ieder schot opnieuw moeten worden geladen; werden gebruikt in Europa in de 14e en 15e eeuw.
Te gebruiken voor kleine gebruikskarren die met de hand worden getrokken of geduwd.
Kruisen met een kort handvat, die worden gedragen tijdens christelijke rituelen of gebeden; ze kunnen ook worden gebruikt in religieuze processies maar zijn kleiner dan processiekruisen.
Kleine lampen met een of meer handvatten en een houder die meestal de onderkant van de lamp vormt.
Korte stalen staven, vierkant in doorsnede, die aan één uiteinde taps toelopen in de vorm van een beitel en lichtjes naar achteren buigen. Worden gebruikt om de moeren van leuningbouten aan te draaien.
Wordt vooral gebruikt voor handgeschreven documenten, kan ook worden gebruikt om bepaalde documenten van gepubliceerde of op andere wijze gedrukte documenten te onderscheiden, zoals bij getypte persoonlijke brieven of getypte tekst waarvan gedrukte versies worden gemaakt.
Spanschroeven die worden gebruikt in de metaal- en houtbewerking om kleine voorwerpen vast te houden of om moeren en bouten vast te pakken.
Te gebruiken voor een blad dat van vezels wordt gemaakt onder zorgvuldig beheerste omstandigheden, meestal onderhevig aan standaardtests om de kwaliteit van de pulp vast te stellen.
Wordt gebruikt voor kleine, ingelijste spiegels met uitstekende handvatten. Ze worden voornamelijk bij de toilettafel gebruikt.
Meestal verzegelde documenten waarin bepaalde rechten worden vastgesteld, de doelstellingen en de principes van een pas opgezette entiteit uiteen worden gezet en waarin dikwijls officiële afspraken worden gemaakt en speciale privileges of vrijstellingen worden toegekend.
Verwijst naar alle procedés en technieken waarvoor naald en draad worden gebruikt, zoals naaien, stikken, smokwerk, doorstikken en borduurwerk. In de volksmond wordt de term soms gebruikt om te verwijzen naar decoratief werk, in plaats van naar algemeen naaiwerk. Om het meer decoratieve werk te onderscheiden van algemeen naaiwerk, is het echter duidelijker om de term 'fraai handwerk' te gebruiken of om te verwijzen naar een specifieke naaldwerktechniek, zoals 'borduurwerk'.
Tafels waarin werkmateriaal en gereedschap wordt opgeborgen, met name de kleine tafeltjes met laatjes en vaak een neerhangende stoffen zak voor naaiwerk.
De naam van een groep zagen met een handvat aan één kant en een breed zaagblad dat taps toeloopt vanaf het handvat naar het uiteinde. Handzagen zijn nooit mechanisch aangedreven.
Wordt gebruikt voor strekse bogen waarvan de verbindingen tussen de boogstenen niet straalsgewijs uitlopen maar allemaal vanuit het centrum schuin aflopen naar buiten, aan beide kanten onder dezelfde hoek.
Relatief kleine kasten gemaakt om te worden opgehangen aan een muur in plaats van op de vloer te staan, soms boven een groter kastmeubel gehangen.
Verticaal afgebeelde banderollen met tekst, kunstzinnige afbeeldingen of beide.
Wordt gebruikt voor elementen die lijken op steunberen, maar die vaker worden gedragen door kraagstenen dan dat ze hun eigen fundering hebben, en zodoende geen dienst doen als echte steunberen.
IJzerwaren die worden gebruikt voor het stutten of verbinden van delen van hetzelfde of verschillend materiaal, zoals bijvoorbeeld een balkhanger om het eind van een balk of dwarsbalk te stutten bij een gemetselde muur.
Hangbanken of -bedden die meestal van netwerk of canvas zijn. Ze hangen aan koorden die aan de beide uiteinden zijn bevestigd.
Canvas stoelen die aan een boomtak, dak of andere constructie hangen, van het soort dat aan het eind van de 19e en het begin van de 20e eeuw werd gemaakt.
Japanse cilinders van klei of terracotta overdekt met geboetseerde figuren of hoofden, als afscheiding rondom grafheuvels geplaatst.
Te gebruiken voor tweewielige gesloten rijtuigen die door één paard worden getrokken, waarbij de bok oorspronkelijk hoog op het dak zat maar later hoog aan de achterkant, en die meestal werden gekenmerkt door hoge wielen en laaghangende kasten met vooraan een gemakkelijke toegang voor passagiers; te onderscheiden van 'cabrioletten (rijtuigen)' door de plaats van de koetsier en de veel lagere kasten.
Te gebruiken voor performances uit de jaren vijftig en zestig van de 20e eeuw die eenmalige, niet gerepeteerde gebeurtenissen waren, waarin vaak elementen van theater, muziek en de beeldende kunsten werden gecombineerd. Ze waren meestal nonverbaal, deels op toeval gebaseerd en vereisten deelname van het publiek. De belangrijkste componenten waren beeld, geluid, geur en beweging.
Methode voor het verspreiden van licht om scherp omlijnde schaduwen te creëren.
Verwijst naar een stijl in de Romeinse beeldhouwkunst, die in de 2de eeuw tot ontwikkeling kwam in afwijking van eerdere boetseertechnieken waarbij het oppervlak in positief werd bewerkt door vervorming van het materiaal. In plaats daarvan begon men in negatief te boetseren met gebruikmaking van gutsen, zwengelboren en andere technieken om scherpe contrasten tussen licht en donker te scheppen.
Digitaal elektromagnetisch opslagmedium dat bestaat uit een niet-beweeglijke schijf met een grote opslagcapaciteit. Gebruik 'harddrives' voor eenheden waarin de harde schijven zijn ondergebracht, soms in een reeks, en in combinatie met een lees/schrijf-armatuur. Gebruik 'schijfstations' voor algemene verwijzingen naar opslageenheden voor computergegevens waarbij schijfopslagmedia worden gebruikt.
Een baksteen die is gebakken op een hoge temperatuur, waardoor een grote samendrukkende kracht, met als resultaat een grote duurzaamheid en een lage absorptie.
De fysieke onderdelen van een computer of computersysteem, ter onderscheid van de procedures die nodig zijn om de computer of het systeem te laten werken.
Verwijst naar de explosie van buitengewone literaire, muzikale en artistieke creativiteit en productiviteit die plaatsvond in de voornamelijk Afro-Amerikaanse wijk Harlem in New York City in de jaren 20 van de 20ste eeuw. De stroming blies de culturele aspiraties en het zelfvertrouwen van Afro-Amerikanen nieuw leven in door de psychologische en emotionele uniciteit van de Afro-Amerikaanse gemeenschap te verkennen door middel van kunst.
Een uitgebreidere versie van de Pembroketafel, met een kleine stapel laden die in het centrale deel zijn verborgen en met behulp van gewichten boven het blad kunnen worden gebracht. Dit type werd aan het eind van de 18e eeuw in Engeland gemaakt.
Elk scheidsstuk dat kan worden ingeklapt tot een relatief compact geheel door vouwen, opkronkelen of het op elkaar stapelen van de onderdelen.
Hekken vervaardigd van zwaar staaldraad dat zodanig gevlochten is dat er een ononderbroken netwerk ontstaat zonder verbindingen of knopen, behalve aan de uiteinden.
Kleine, Europese rietorgels geluid producerend door lucht die door een blaasbalg onder druk wordt geplaatst.
Een vaste of halfvaste organische stof die meestal wordt verkregen uit plantenuitscheidingen maar soms ook van insekten of synthetisch materiaal; het is oplosbaar in organische oplosmiddelen maar niet in water en wordt doorgaans gebruikt in vernis, drukinkt en stijfsel.
Verwijst naar de periode die is genoemd naar de heerschappij van koning Harshavarman III (1066-1080 n. Chr.) in het vroege Angkor-rijk, en die wordt gekenmerkt door een snelle expansie en stadsplanning. Monumenten uit deze periode ontwikkelden zich tot duidelijke functionele of symbolische typen. Het eerste van deze typen was de tempel-berg, een constructie die werd gebouwd op de top van een heuvel of berg in de vorm van een piramide met terrassen met daarin een centraal sanctuarium waarin een afbeelding was geplaatst die de macht van de koning symboliseerde. Het tweede type was een tempel die was gebouwd op vlakke grond en die qua ontwerp was gebaseerd op Indiase en Cambodjaanse tempels. Beide tempeltypen werden over het algemeen gebouwd van baksteen, lateriet of zandsteen, bevatten interne sanctuaria en bogen op kraagstenen. Beeldhouwwerken uit deze periode waren gewoonlijk voorbeelden van de Koh Ker-stijl (tweede kwart van de 10de eeuw) en de Banteay Srei-stijl (tweede helft van de 10de eeuw), die werden gekenmerkt door reliëfsculptuur die een reeks Indiase legendes afbeeldde, en van de stijl van de Khleangs (laat 10de tot vroeg 11de eeuw), die werd gekenmerkt door een reeks bladmotieven op tempeltimpanen en figuren van jeugdige godheden, vaak met kuiltjes in de wangen, gekleed in dunne, nauwsluitende kleding en versierd met sieraden.
Stoelen met een driehoekige zitting en drie gedraaide poten, populair in de zeventiende eeuw in Amerika en Groot-Brittannië. De zitting is soms gestoffeerd. Dit type stoel is in hoge mate geïnspireerd op de driehoekige stoelen die in de late gotiek en vroege Renaissance populair waren op het Europese vasteland.
Verwijst naar het werk van een school van schilders die is opgericht door Hasegawa Tohaku (1539-1610), en die zich waarschijnlijk bevond in Kyoto in of in de buurt van Hompoji, een Nichiren-tempel waarmee de familie van Tohaku banden had. De stijl kenmerkt zich door grootschalige kunstwerken die vele kamers besloegen, en Chinese thema's en motieven. Tohaku schijnt vier zonen te hebben gehad die ook kunstenaars waren, maar de school verdween aan het einde van de 17de eeuw.
Toestellen, meestal bestaande uit een kooi die kan uitzetten en die draait om een verticale schacht, en een fioelkop, die op eigen poten kan staan of kan worden bevestigd aan het deksel van de naaidoos of de rand van de tafel. Er wordt een streng draad op de kooi geplaatst en omgekeerd, waarna de haspel in beweging wordt gezet om een regelmatige bol garen op te wikkelen.
Verwijst naar een aardewerkstijl die wijd verspreid wordt aangetroffen in Noord-Mesopotamië binnen de Hassoena-periode, van circa 6200 tot 5700 v.Chr. De stijl wordt gekenmerkt door een grote verscheidenheid aan afmetingen en een oppervlak dat bedekt is met een dunne crèmekleurige slip en versierd met graveringen.
Gereedschap met twee bladen waarvan het grote blad de vorm van een dissel heeft en het kleine blad de vorm van een bijl. Te onderscheiden van 'adze-hatchet', waarvan het bijlvormig blad het grootst is.
Franse schalmeien uit de Renaissance die bestaan uit een windkapsel, zes enkele toongaten, één dubbel toongat en één duimgat aan de achterkant.
Wordt gebruikt voor bouwwerken die zich uitstrekken vanaf de kust of oever het open water in, om de stroming te beïnvloeden of om te voorkomen dat de toegang tot een haven of een rivier dichtslibt. Gebruik 'strandhoofden' voor soortgelijke bouwwerken die zijn opgeworpen om erosie van het strand te beperken of te sturen; gebruik 'vleugeldammen' voor erosiebeschermingswerken langs de oevers van rivieren of stromen.
Wordt gebruikt voor vestigingsgebieden die haven- en terminalfaciliteiten combineren op de overgang tussen transportsystemen te land en te water
Hemden van felgekleurde bedrukte stof met afbeeldingen van de Hawaïaanse eilanden: palmbomen, kano's met outriggers, vissen, bloemen, surftaferelen en hoeladansers. Worden doorgaans verkocht aan en gedragen door toeristen. Ze werden voor het eerst in de jaren 30 van de 20ste eeuw gemaakt van goedkope, uit Japan geïmporteerde stoffen en beleefden hun hoogtijdagen in de jaren 50 van de 20ste eeuw.
Beschrijft werken die zijn vervaardigd door de bewoners van de Hawaïaanse eilanden. De kunstproductie van de Hawaïanen omvatte vederwerk, schorsdoek en ornamenten; beeldhouwwerken van hout, steen en veren; rotsinkervingen of rotsgraveringen; en houten kommen, trommels en kano's.
Motief dat een gestileerde boom voorstelt en dat ontstond in de ontwerpen van kelims, hoewel het ook wordt verwerkt in andere textielontwerpen, mozaïeken en andere kunstvormen, voornamelijk in Klein-Azië, Armenië en het Midden-Oosten. Het wordt gekenmerkt door een symmetrische verticale wijdvertakte stengel of een Y-vorm met een stam en twee evenwijdige verticale takken. Het is een symbool van onsterfelijkheid, omdat het doet denken aan de cipressenboom die duurzaam hout heeft en onsterfelijk zou zijn. Tapijten met dit ontwerp worden vaak ondersteboven opgehangen, zodat de wortels van de boom zich in de hemel bevinden; de beeldtaal is geïnspireerd door passages uit de Koran.
Kruisen met armen die lijken op (ongepelde) hazelnoten, met elkaar verbonden via grote stompe uiteinden en aan de andere kant met naar buiten wijzende gekrulde uiteinden.
Bedgordijnen aan de zijkanten van het hoofdeinde van een bed. Gebruik 'headcloths' voor vaste bedbehangsels aan het hoofdeinde van een bed.
Enkelvoudige, vaste bedbehangsels aan het hoofdeinde van een bed, doorgaans passend bij de bedgordijnen. Gebruik 'head curtains' voor gordijnen aan beide zijden van het hoofdeinde van een bed.
Onderdelen van skeletten, die de uiteinden van dwarsbalken of daksparren kruisen en ondersteunen.
Amerikaanse stoelen uit het eind van de 18e eeuw waarvan de rugleuning hartvormig is. Ze waren vooral populair in New England.
Een substantie, in de vorm van een vloeistof, lijm, poeder of droge film. Wordt gebruikt voor het hechten van het ene oppervlak aan het andere.
Verwijst naar kleine steken die met regelmatige tussenpozen worden aangebracht om een stuk draad of een draadpatroon vast te zetten.
Te gebruiken voor de naaitechniek voor boekblokken, meestal handmatig en in het algemeen op touwen of banden, waarbij één draad door iedere naaiposities van één katern wordt geleid, van kettingsteek tot kettingsteek.
Musea die worden beheerd door een historisch genootschap, een groep die is opgericht voor het bestuderen en verspreiden van informatie over de geschiedenis van een locatie, meestal een dorp, stad of provincie.
Verwijst naar mensen die heersen of regeren, in het bijzonder soevereine vorsten.
Elke verwarmingseenheid in een heetwaterinstallatie waarin het water wordt verhit alvorens door pijpen te worden rondgeleid naar radiatoren of grondplaten.
Te gebruiken voor kleine vrachtwagens met twee aangedreven uitsteeksels aan de voorkant, die onder zware ladingen kunnen worden geschoven en dan omhooggebracht om deze te vervoeren of op te stapelen.
Beplantingen van struiken of houtachtige gewassen in een rij, meestal als hekken, afscheidingen of windbrekers.
Klap- of schuifbarrières, gebruikt om een doorgang tussen twee buitenruimten op te vullen of af te sluiten, vaak gemaakt van een traliewerk of open geraamte of een zware of ruwe constructie. Ook barrières binnenshuis die hierop lijken. Voor barrières met een stevigere en verzorgdere constructie en die gewoonlijk leiden tot ruimten binnenshuis wordt 'deuren' gebruikt.
Zij die zich bezighouden met het bestuderen en toepassen van bovennatuurlijke en natuurlijke machten voor goedaardige of kwaadaardige doeleinden, waarbij zij in variërende mate gebruik maken van magie, paranormale krachten, kruidkunde, waarzeggerij en communicatie met goede of kwade geesten.
De studie en toepassing van bovennatuurlijke en natuurlijke machten voor goedaardige of kwaadaardige doeleinden; omvat, in uiteenlopende gradaties, magie, paranormale krachten, kruidkunde, waarzeggerij en communicatie met goede of kwade geesten.
Raamwerken aan de vierkante achterzijde van vaartuigen, eindigend bij de achtersteven. Ook te gebruiken voor de afzonderlijke planken of platen die de vierkante achtersteven van een vaartuig vormen.
Voorvoegsel voor de beschrijving van een kleur met een hoge intensiteit en een hoge tot gemiddelde waarde.
Duidt op kleuren die in helderheid het visuele veld overschrijden en licht lijken af te geven.
Dakachtige onderdelen die over het algemeen eenzijdig ondersteund worden vanaf het hoofdeinde in plaats van ondersteund te worden door stijlen, en die over het gehele bed reiken. Voor gelijksoortige elementen die slechts over het hoofdeinde reiken wordt 'halve hemels' gebruikt.
Instrumenten die de duur van zonlicht vastleggen en die kwalitatieve metingen van de hoeveelheid zonlicht leveren aan de hand van de effecten van de zonnestralen op blauwdrukpapier.
Verwijst naar de stijl van de artistieke voortbrengselen op het zuidelijke en centrale deel van het Griekse vasteland tijdens de Bronstijd tussen circa 3600 en 1050 v. Chr. Tot circa 1600 v. Chr. werd de artistieke productie gedomineerd door aardewerk, vooral in Minyen en matt-painted stijl. Na 1600 v. Chr. behoren tot de belangrijkste kunstwerken waarmee deze periode zich onderscheidt, naast het aardewerk, ook metaalwerk, zoals de bekers van Vapheio, muurschilderingen van oorlogs- en jachttaferelen, en de bouw van paleizen en doorwrochte koepelgraven.
Liften met platform en geleidende rails langs een trap voor vervoer van rolstoelen van en naar de volgende verdieping.
Te gebruiken voor de invloeden van de Griekse cultuur toen deze door nieuwe gebieden werd verspreid na de veroveringen van Alexander de Grote; ook te gebruiken voor het enthousiasme voor de Griekse cultuur en haar idealen in latere periodes.
Verwijst naar de oud-Griekse periode, cultuur en kunst in het oude Griekenland die duurde van circa 330 tot 31 v. Chr., toen Augustus afrekende met Cleopatra en Marcus Antonius, en die wordt gekenmerkt door een internationale cultuur, ingeleid door de veroveringen van Alexander de Grote in India, Egypte en het Nabije Oosten. De stijl wordt in architectuur en kunst gekenmerkt door een grotere verfijning, complexiteit en diversiteit dan van eerdere Griekse stijlen bekend is. De architectuur wijkt af van de strikte regels uit vroegere perioden. Beeldhouwers legden meer nadruk op realistischer vormen en een grotere variatie in houdingen dan in vroegere Griekse kunst.
Kleine zilveren munten uit Duitsland en Duitssprekende gebieden. In Duitsland werden ze uiterlijk in de 13e eeuw geïntroduceerd en tot de 19e eeuw uitgegeven; in de 20e eeuw verschenen ze als koperen munten in Oostenrijk.
Wordt gebruikt voor constructies die zijn gebouwd op schuine terreinen, bijvoorbeeld op de hellingen van heuvels of bergen.
Engelse bouwwerken in locale stijlen, in allerlei vormen en voor verschillende doelen, gemaakt van hout met een aarden vloer en voornamelijk gebruikt voor de opslag van producten, gereedschappen of vee; veelvoorkomend van de 16e tot de 19e eeuw. Geen Nederlands equivalent. Zie 'schuren'.
Heraldische motieven die deel uitmaken van een wapenschild en soms worden weergegeven ter aanduiding van het eigendomsrecht; een helmteken kan voor meer dan één familie kenmerkend zijn.
Bruidskisten die in de 16e en 17e eeuw werden gemaakt in Catalonië in Spanje. Aan de voorkant van de kist zit links of rechts een deur met een aantal laden erachter, waarin kleine spulletjes worden opgeborgen. Zowel de binnen- als de buitenkant van het deksel zijn versierd.
De plaats of toestand van eeuwige zaligheid en ideale relatie tot God of de goden, meestal als beloning voor deugd en het oprecht religieus geloof.
Wordt gebruikt voor bedden met een hangende hemel in de vorm van een kegel of koepel met gordijnen die het voeteneind raken en omringen. Gebruik 'baldakijnbedden' voor bedden waarbij een soort dak door posten wordt ondersteund.
Dakachtige onderdelen die boven het bed worden gehouden met stijlen, en over het gehele bed reiken. Voor dakachtige onderdelen die vanaf het hoofdeinde, meestal aan een kant ondersteund, over het gehele bed reiken, wordt 'hele hemels' gebruikt. Voor soortgelijke elementen die alleen over het hoofdeinde hangen wordt 'halve hemels' gebruikt. Voor dakachtige elementen die aan een ketting of koord uit het plafond boven het hoofd van het bed zijn vastgemaakt wordt 'baldakijnen (constructie-elementen) gebruikt.
Licht dat wordt uitgestraald door een heilige, of een visioen van bovennatuurlijk licht in het algemeen. Doorgaans gebruikt in verband met Christus of Maria, in het bijzonder voor de Transfiguratie en de Hemelvaart. Gebruik 'aureolen' voor motieven die zijn afgeleid van het begrip goddelijk licht.
De daad of het proces van opgaan van de aardse naar de hemelse sfeer. De term verwijst vaak specifiek naar de hemelvaart van Christus, waarvan de apostelen veertig dagen na zijn opstanding getuige waren. Het geloof in de hemelvaart van Christus werd een belangrijk onderdeel van het christendom, dat de eenheid met God de Vader, de overstijging van de beperkingen van tijd en ruimte, en de universele aanwezigheid symboliseert. De term kan ook verwijzen naar de opstijging ten hemel van de profeet Mohammed.
Verwijst naar een belangrijk christelijk feest dat de tenhemelopneming van Christus gedenkt. Het feest wordt sinds de 4de eeuw veertig dagen (de vijfde donderdag) na Pasen gevierd door zowel oosterse als westerse kerken. Hemelvaartsdag gedenkt het koningschap van Christus, de tenhemelopneming van Christus ter verheerlijking van de menselijke natuur en de voltooiing van de verlossing van hen die in Christus geloven (de Hemelvaart is de laatste verlossende handeling). In de middeleeuwen werd er in het kader van het feest een processie gehouden om de tocht van Christus naar de Olijfberg te gedenken, volgens de traditie de plaats van de Hemelvaart. Een ander oud gebruik was het optillen van een kruisbeeld of een beeld van de verrezen Christus door een opening in het dak van de kerk. Soms ging dit gepaard met een duivelsfiguur die tegelijkertijd afdaalde. Een onderscheidend kenmerk van de westerse liturgie van Hemelvaartsdag is het doven van de paaskaars na de lezing van het evangelie. De paaskaars wordt voor het eerst ontstoken met Pasen en wordt gedoofd als symbool voor het feit dat Christus de aarde verlaat.
In de vorm van een halve bol, een van de twee delen van een bol die van elkaar zijn gescheiden door een vlak dat door het middelpunt loopt.
Een ijzerhoudend proteïnepigment dat voorkomt in de rode bloedcellen van gewervelde dieren en hoofdzakelijk zorgt voor de toevoer van zuurstof vanuit de longen naar de lichaamsweefsels.
Verwijst naar een Chinese neolithische cultuur die dateert uit circa 5200 tot circa 3300 v. Chr.; de naam is ontleend aan de vindplaats van een neolithisch dorp in Yuyao, in de provincie Zhejiang. De Hemudu-cultuur, waarvan het centrum zich bevond in de vallei bij de benedenloop van de Yangtze, heeft zijn faam met name te danken aan het feit dat hier de vroegste sporen van rijstbouw in China zijn aangetroffen, daterend uit circa 5000 v. Chr. Het oudst bekende lakwerk uit China, een roodgelakte houten kom, is gevonden op een Hemudu-vindplaats. Hemudu-aardewerk is met de hand vervaardigd, dik en grijs-zwart van kleur. Het oppervlak is vaak gepolijst, gedecoreerd met touwafdrukken of bevat ingesneden planten- en diermotieven. Andere Hemudu-artefacten zijn grove kleifiguurtjes van dieren en mensen, en gesneden hout en ivoor, met als interessantste motief de vogel, in het bijzonder de dubbele vogel.
Kleine familie van bloeiende planten met 11 genera en 270 soorten geurige kruiden die voorkomen in alle gematigde streken op het noordelijk halfrond. De leden van de familie zijn rechtopstaande planten of klimplanten met bloemen zonder bloemblaadjes en droge vruchten met één zaadje. Hennep (Cannabis) en hop (Humulus) zijn de enige genera die economisch van belang zijn.
Hoge hoofdtooien die tot een meter boven het hoofd konden uitsteken, meestal kegelvormig maar ook in de vorm van een hoorn of hart en over het algemeen met een kleine voile aan de punt. Werden gedragen door vrouwen in de 15e eeuw.
Verwijst naar de Franse stijl in architectuur en kunstnijverheid tijdens de regering van Henri II, van 1547 tot 1559, die wordt gekenmerkt door vormen en motieven uit de Italiaanse Renaissance die de vroegere gotische elementen vervingen.
Kleine primitieve fotosynthetische niet-vasculaire planten die op natte plaatsen groeien en op groen zeewier of op bladmossen lijken. Voorheen ingedeeld bij Bryophyta.
Verwijst naar de periode van circa 2130 tot 1970 v. Chr. in Egypte, die de negende en de tiende dynastie omvat. De periode wordt gekenmerkt door een machtsverschuiving van de stad Memphis naar Heracleopolis, de stad waarnaar de periode is genoemd. Er is weinig bekend over de kunst en architectuur in deze periode.
Kennisgebied waarin men zich bezighoudt met familiewapens, inclusief hun afbeelding en gebruik, het vaststellen van wie het recht heeft deze te dragen, de genealogie van families met een eigen wapen en het behoud en de interpretatie van heraldische documenten.
Ex-librissen waarop een familiewapen of andere heraldische afbeeldingen te zien zijn als eigendomsmerk.
Plaatsen waar reizigers en vreemdelingen eenvoudig onderdak en voeding kunnen krijgen.
Gebeurtenissen die vaak maar niet altijd officieel of feestelijk zijn en dienen om iets of iemand te herdenken of om mensen of gebeurtenissen uit het verleden te eren. Gebruik 'vieringen' voor gebeurtenissen die dankbare of gelukkige tevredenheid of eerbewijs uiten. Gebruik 'ceremonies ' voor formele gebeurtenissen die uitgebreid en plechtig worden uitgevoerd zoals door ritueel of protocol wordt voorgeschreven.
Sieraden die worden gedragen ter herinnering aan een bepaalde gelegenheid zoals een politiek evenement, koninklijk huwelijk, kroning of sterfgeval.
Programma's die worden gemaakt en verspreid ter gelegenheid van speciale gebeurtenissen; meestal bevatten ze gedetailleerdere informatie en zijn ze luxer uitgegeven dan gewone programma's.
Te gebruiken voor meestal houten of metalen voorwerpen die bestaan uit een lange steel met een gebogen of haakvormig uiteinde. Ze worden gebruikt om andere objecten te vangen of vast te houden, vooral als ze worden gebruikt om vee bijeen te houden of om hooi te verzamelen tijdens de oogst. Worden in sommige culturen gebruikt als een symbolisch of ritueel voorwerp, onder meer door de Yona-gemeenschap van het Dogon-volk in Mali.
Personen die in afzondering leven of een eenzaam leven leiden, in het bijzonder degenen die dit doen uit religieuze motieven, zoals de vroegchristelijke kluizenaars.
Engelse en Amerikaanse tafels die in de 18e eeuw werden gemaakt om de faciliteiten van een moderne badkamer te bieden, met voorzieningen voor een waskom, kannen, bidet en andere toiletbenodigdheden.
Accessoires voor de mannelijke clientèle die worden verkocht in een winkel of op een afdeling voor herenmodeartikelen, zoals handschoenen, stropdassen, sokken, hoeden, wandelstokken en ceinturen.
Oprichters of leiders van ketterse groepen of sekten.
Het seizoen tussen zomer en winter, dat zich voordoet als de zon het wintersolstitium nadert; het begin hiervan wordt door de equinox van de herfst gemarkeerd.
Te gebruiken voor objecten die speciaal zijn vervaardigd om een persoon, gebeurtenis of gelegenheid te herdenken. Gebruik de term 'gedenktekens' voor bouwwerken die zijn opgericht om de herinnering te bewaren aan personen of gebeurtenissen. Gebruik 'memorabilia' voor objecten die geassocieerd worden met gedenkwaardige personen of gebeurtenissen, maar niet daarvoor speciaal zijn vervaardigd.
Genus van bloeiende planten die inheems zijn in natte gebieden en regenwouden.
Wordt gebruikt voor borden die plaatsen van bestemming aangeven. Voor kleinere, minder openbare identificerende aankondigingen wordt 'labels (identificatiedragers)' gebruikt.
Vroegere eigenaars of locaties van een kunstwerk.
Kruisen waarvan elke arm uitmondt in een klein kruis.
Sculptuur in de vorm van een stenen paal of plaat met een hoofd, buste of figuur ten halven lijve die wordt ondersteund door en als het ware groeit uit een naar onderen taps toelopende pijler of pilaster, en vaak onderaan een fallus vertoont; oorspronkelijk meestal een verbeelding van de Griekse god Hermes.
Te gebruiken voor lage hoeden met een brede rand, gedragen door de oude Grieken, Etrusken en Romeinen, en opnieuw in de vroege Middeleeuwen. Ook te gebruiken voor gevleugelde of nauwsluitende hoofddeksels zoals te zien op voorstellingen van Hermes of Mercurius.
Wordt gebruikt voor heiligdommen of kleine kapelletjes die zijn gewijd aan een held, een halfgod of iemand van grote waardigheid; kan al of niet op een graf zijn gebouwd.
Bewust gebruik van eerdere stijlen in nieuwe beeldende kunst, architectuur, literatuur of toneel; op grotere schaal dan in citaten en pastiches, zo groot dat het over het algemeen leidt tot een nieuwe kunststroming.
Verwijst naar een stijl die zich in de tweede helft van de 16de eeuw ontwikkelde in Spanje en zijn koloniën en gedurende de 17de eeuw bleef bestaan. De stijl, die is genoemd naar de architect Juan de Herrera, heeft weliswaar andere beeldende kunsten beïnvloed, maar is toch vooral zichtbaar in de architectuur en wordt gekenmerkt door het verlaten van de overdaad en decoratieve details van het plateresco en de daarop volgende classicistische stromingen ten gunste van een meer majestueuze, soberder stijl die de melancholieke en religieuze smaak weerspiegelde van Filips II, gecombineerd met elementen uit het Italiaanse maniërisme.
De huid van een volwassen vrouwtjeshert, waarvan leer werd gemaakt dat werd gebruikt voor de vroege boekbinderij. Gebruik 'wildleer' voor het zachte suèdeachtige leer dat wordt gemaakt van de vleessplit van huid van schapen of (jonge) geiten. Gebruik 'hertenleer (vrouwtjeshert)' voor leer gemaakt van hertenhuid (vrouwtjeshert).
Het repareren van gaten en scheuren in geweven stoffen door toevoeging van draden, om het weefpatroon en de strakheid van de originele stof zo dicht mogelijk te benaderen.
Te gebruiken voor de esthetische hoedanigheid van het permanente, essentiële of eeuwige karakter van een verschijnsel en geworteld in het eigen beeld dat een kunstenaar of waarnemer over perfectie heeft.
Wordt gebruikt voor verwarmingssystemen waarbij hete lucht wordt verspreid door een systeem van leidingen en roosters.
Militaire leiders van de kozakken; oorspronkelijk was dit de Poolse titel voor opperbevelhebbers.
Bij twee- en viervoetige dieren en bij mensen: de uitstekende delen aan weerszijden van het lichaam die worden gevormd door de laterale uitbreidingen van het bekken en het bovenste deel van het dijbeen.
Slips die tot aan de heup of lager reiken.
Klein genus van Zuid-Amerikaanse bomen die latex produceren.
Schuiten met platte bodem, voorkomend in Nederland en Duitsland vanaf de Middeleeuwen tot het eind van de 19e eeuw. meestal gebruikt voor rivier- en kusttransport en voor de visserij.
Genus dat bestaat uit twee grote zoogdiersoorten met korte, gedrongen poten en een tonvormig lijf. Ze zijn kleiner dan het genus Hippopotamus. Van één soort, het pygmeenijlpaard van Madagaskar, wordt verondersteld dat deze uitgestorven is.
Kleine nijlpaardensoort die inheems is in Madagaskar maar waarvan wordt verondersteld dat hij uitgestorven is.
Kleine Japanse stoven met houtskool die zijn bedekt met een rooster, gewoonlijk voor koken in de buitenlucht.
Snel groeiende kruidachtige eenjarige plant met stengels die tot 5,5 meter hoog worden. Waarschijnlijk inheems in Zuid-Azië, hoewel de exacte oorsprong onbekend is. Tegenwoordig een wijdverspreide plant.
In het algemeen een hoofddoek of sluier die het hoofd en de hals bedekt, maar het gezicht vrij laat. In islamitische culturen dragen vrouwen ze als uitdrukking van bescheidenheid.
Verwijst naar de stijl in de Shinto-architectuur die zich ontwikkelde tijdens de Heian-periode (794-1185). De stijl wordt gekenmerkt door een tempelsoort waaraan een vast dak was gebouwd aan de voorkant en twee zijden van het hoofdgebouw.
Bijl uit de Midden Bronstijd, opvolger van de randbijl. Bestaat uit twee delen die gescheiden worden door een dwarsrib: een hakgedeelte met scherpe snijrand en het deel waaraan de houten steel werd vastgemaakt; deze kon dankzij de dwarsrib niet splijten.
Het idee dat een mens in enigerlei vorm voortleeft na de lichamelijke dood. Deze notie is in zeer uiteenlopende vormen aanwezig in verschillende religies.
Onderwijsinstellingen die onderwijs bieden na het basisonderwijs en de lagere klassen van het middelbaar onderwijs en voorbereiden op het hoger of academische onderwijs.
Arbeiders die draagriemen aan voorwerpen vastmaken om deze te kunnen takelen.
Vroeg kleurfotografisch procédé dat door Levi L. Hill in 1856 werd geïntroduceerd, maar dat tot voor kort als weinig bruikbaar werd geacht en nog steeds niet helemaal wordt begrepen.
Grote soort groenblijvende spar die inheems is in de westelijke Himalaya en aangrenzende bergen, van Afghanistan tot Nepal. De soort kan 44 meter hoog worden en groeit op een hoogte van 3600 meter in bossen, samen met de himalayaceder, de Pindrow zilverspar en de blauwe den.
Japanse rituele poppen van klei of porselein, gekleed in echte kleertjes, die worden gebruikt tijdens het jaarlijkse meisjesfestival Hina Matsuri, dat in maart plaatsvindt. Diverse poppen die de keizer, keizerin en hun hofhouding voorstellen, worden dan op een trappenaltaar tentoongesteld. Meisjes tussen de 7 en 17 jaar bekijken elkaars collectie en er worden verversingen aangeboden, eerst aan de koninklijke poppen en daarna aan de gasten. Dit ritueel is al ruim 900 jaar oud.
Naam die de volgelingen van het mahayana-boeddhisme gebruiken voor de oude, meer orthodoxe scholen van boeddhisme die voorafgingen aan de opkomst van mahayana-ideeën. Hoewel in de naam tot uitdrukking komt dat de mahayanisten hun eigen tradities als een superieur model beschouwen, dat andere scholen voorbijstreeft in universele goedheid, wordt deze naam door de conservatieve scholen niet gebruikt als term om te verwijzen naar de algemene traditie van het boeddhisme. Moderne aanhangers van de oude hinayana-traditie worden Theravadins genoemd (volgelingen van de Weg van de Ouden) en beoefenen het Theravada-boeddhisme.
Rond gemaakte stroken hout, leisteen, metaal of kunststof die worden gebruikt om de graatsparren van een dak af te dekken en af te werken.
Culturele beweging die DJ-en, rap en rapmuziek, dans en dancemuziek, graffiti en kledingstijlen omvat. De beweging begon in de jaren zeventig van de 20ste eeuw in de voornamelijk door Afro-Amerikanen bevolkte achterstandswijk South Bronx in New York. De populariteit van rapmuziek - in het bijzonder in de jaren tachtig van de 20ste eeuw tot heden - droeg ertoe bij dat hiphop uitgroeide tot een internationale beweging.
Leden van een losjes georganiseerde jeugdbeweging die is ontstaan in de Verenigde Staten in de zestiger jaren, die zich afkeren van de gevestigde orde en samenleving en structureel pleiten voor universele liefde, vrede, het communeleven en eenvoudige idealistische waarden.
Faciliteiten voor training, onderdak en zorg voor ruitersporters, meestal met renbanen, schuren, stallen en dierenhospitalen. Gebruik 'ruiterscholen' voor scholen waar de ruiterkunst wordt onderwezen.
Wordt gebruikt voor oude Griekse terreinen die zijn gebogen aan één kant en gebouwd voor wedstrijden met paard en wagen; gebruik 'circussen (renbanen)' voor soortgelijke oude Romeinse bouwwerken. Gebruik 'paardenrenbanen' voor sportbouwwerken die worden gebruikt voor paardenraces in moderne context.
Voorganger van het hoefijzer dat werd gebruikt in de noordwestelijke delen van het Romeinse Rijk vanaf het midden van de eerste eeuw na Christus. De hoef werd beschermd door een ovaal kommetje in dik metaal, dat werd vastgemaakt met metalen klepjes en lederen veters.
Verwijst naar de stijl van blauw-wit porselein dat werd vervaardigd in de pottenbakkersovens van Mikawachi voor de prins van Hirado. Het vervaardigde porselein is veelal klein en van fijne kwaliteit. De mooiste voorbeelden zijn vervaardigd tussen 1751 en 1830. Alleen kwalitatief minder hoogwaardige stukken die na 1843 zijn gemaakt, zijn gemerkt.
Verwijst naar de stijl in de architectuur en kunstnijverheid op het Iberisch Schiereiland tijdens de moslimoverheersing van de 8ste tot de 15de eeuw. De stijl wordt gekenmerkt door islamitische vormen en motieven, zoals Kufic inscripties, dierenmotieven en gekrulde acacia bladeren. De term wordt soms gebruikt om specifiek te verwijzen naar Spaans aardewerk, tegelwerk en ander keramiek dat tijdens deze periode is vervaardigd, in het bijzonder de soorten met zijdeglanspigment.
Zij die geschoold zijn in of werkzaam zijn op het gebied van de geschiedenis, de studie van de chronologische vastlegging van gebeurtenissen, zoals die een land, gemeenschap, individu, voorwerp of plaats beïnvloeden, gebaseerd op het kritisch bestuderen van bronmaterialen.
Algemene benaming voor een penning, geslagen ter gelegenheid van een bijzondere gebeurtenis
Allerlei musea waar collecties worden verzameld en meestal gepresenteerd om een chronologisch overzicht te geven van de geschiedenis van bijvoorbeeld een stad, stad, regio of groep mensen.
Studie van medische begrippen en praktijk door de menselijke geschiedenis heen in een mondiale, sociale, culturele en wetenschappelijke context, inclusief theorieën, ziekten, gezondheidszorg, individuele beoefenaars, bijzondere takken van de geneeskunde en medische beroepen zoals ziekenverzorging.
Verwijst naar kaarten waarop politieke bestuurlijke grenzen of andere kenmerken van een regio uit het verleden zijn weergegeven. Meestal bevatten ze historische namen van plaatsen, de historische spreiding van bevolkingsgroepen en de historische situatie van fysieke kenmerken.
Wijken of gebieden die door de overheid zijn aangemerkt als cultureel of historisch belangrijk, of die beschikken over eigenschappen die kenmerken zijn voor een periode, een bouwstijl of bewoners.
In het algemeen gebruikt voor porselein dat werd geproduceerd in de Japanse provincie Hizen (nu de prefectuur Saga).
Verwijst naar de stijl en cultuur van het Hmong-volk, verspreid over gebieden in heel China, Vietnam, Laos en Thailand. De artistieke productie in deze stijl wordt voornamelijk gekenmerkt door ontwerpen voor zilveren sieraden, zoals zilveren halskettingen met slotvormige hangers die waren bevestigd aan nekringen, grote halskettingen die de gehele borst bedekten, zware en dunne armbanden, en cirkelvormige oorbellen die het oor omringen en die breder worden vanaf smalle uiteinden naar een breed centrum, met puntige hangers die aan kleine kettingen hangen. Textielstijlen worden gekenmerkt door batikproducten met geometrische patronen op hennep en katoen, appliqué en reverse appliqué in opvallende kleuren, waaronder indigo, specifieke borduurontwerpen zoals mosterdbloesem, komkommerzaad, tijgertanden en pauwenogen, gedetailleerd naaiwerk, zijden coconvezels en paneelontwerpen met bloemen en verhalen, waarin het dorpsleven, seances van sjamanen, legenden en oorlogsvoering worden afgebeeld.
Verwijst naar de periode die wordt geassocieerd met de Hoa Lai in het noordelijke uiteinde van de vlakte van Phan Rang van het midden van de 8ste tot het midden van de 9de eeuw. Prominente voorbeelden van de architectuur uit deze periode omvatten de tempels van Hoa Lai, die worden gekenmerkt door een kalan, versierde pilasters, talrijke bogen, prominente uitsteeksels, een stenen omheining, voetstukken die zijn gedecoreerd met oplegwerk en waarop de gebouwen in miniatuur worden weergegeven, Indonesisch-Javaanse elementen, en een tempelconstructie bij Mi Son, die wordt gekarakteriseerd door achthoekige stenen colonnetten, gedecoreerd met centrale ringen en verticale banden, pilasters met afwisselend effen en gedecoreerde banden, gebeeldhouwd gebladerte, en bogen die zijn versierd met niet-kronkelige lijnen. In de beeldhouwkunst is deze periode beperkt en minder vernieuwend, met zogenoemde dv'rap'las-beelden die worden gekenmerkt door schijfvormige oorhangers en lang haar, gebeeldhouwd in de stenen posten van deuren en valse deuren, en Javaans geïnspireerde afbeeldingen van Boeddha, bodhisattva's en goden.
Alleen te gebruiken voor speelgoedpaarden of andere dieren die op schommelhouten, glijders of springveren zijn gemonteerd; gebruik 'stokpaarden' voor speelgoed met een paardehoofd op het uiteinde van een korte stok waar kinderen op rijden.
Munten, specifiek de nickels (stuivers) die James E. Fraser ontwierp en sloeg tussen 1913 en 1938 in de Verenigde Staten, die met de hand werden gegraveerd door rondtrekkende Amerikaanse arbeiders, van wie velen dakloos waren. Men gebruikte de afbeeldingen op de munten als basis en paste ze aan om afbeeldingen van dierbaren of vrienden te creëren. Vervolgens ruilde men ze voor maaltijden, overnachtingen of andere zaken of diensten.
Lange, platte stukken hout met een iets gebogen kop aan één eind, die worden gebruikt als slaghouten bij verschillende hockeysporten.
Voorgevormde hoofddeksels met een rand en een bol, of één van beide.
Dozen die voornamelijk zijn bedoeld voor het bewaren van hoeden die zijn opgeslagen zijn. Eveneens die stukken handbagage die meestal rond en diep zijn en handvaten hebben, en die speciaal zijn ontworpen om hoeden te dragen hoewel ze vaak door vrouwen worden gebruikt als reistassen.
Standaarden waaraan hoeden kunnen worden gehangen, meestal ook met plaats voor jassen of paraplu's. Over het algemeen zijn ze uitgebreider en vaker vrijstaand dan 'hoedenrekken'.
Een hoornachtig omhulsel dat de uiteinden beschermt van de tenen van bepaalde dieren zoals paarden en herten.
Stam van een aantal in kokers levende wormachtige ongewervelde zeedieren. Kenmerkend is de hoefijzervormige lofofoor, een karakteristiek voedingsorgaan. De dieren hebben een echte lichaamsholte die in compartimenten is onderverdeeld, een aantal tentakels aan het bovenste uiteinde, een vaatstelsel, circulaire en longitudinale spieren en een zenuwstelsel onder een epidermis. Ze kunnen 4,5 meter lang worden. De dieren leven in kokers gemaakt van chitine die ze uitscheiden. Het onderste uiteinde daarvan is ingegraven in de modder of het zand op de bodem van ondiepe zeeën. De dieren strekken de tentakels uit om voedsel te verzamelen.
Uiteinde van stoelpoten in de vorm van een gespleten hoef. Als eerste gebruikt door de oude Egyptenaren, en populair in het Europa van de 17e en 18e eeuw.
Te gebruiken om iets te beschrijven dat zich aan of bij een hoek bevindt. Gebruik 'hoeken' uit de hiërarchie Onderdelen, als verwijzing naar die delen van dingen waar lijnen die naar één punt toe leiden, samenkomen.
Wordt gebruikt voor gebieden binnen objecten waar convergerende lijnen of vlakken samenkomen. Als bijvoeglijk naamwoord dat de plaats van iets in of bij de hoek van iets beschrijft wordt 'hoek' (Kenmerken en Eigenschappen) gebruikt.
Gebogen of gekromde voorwerpen met een of meer punten, meestal met weerhaken, gebonden aan het uiteinde van een vislijn voor het vangen van vis.
Planken die als afwerking worden gebruikt tegen de buitenhoek van een houten bouwskelet en waartegen de uiteinden van de gevelbeplating worden gemonteerd.
Pleistergereedschap dat wordt gebruikt om oppervlakken te prepareren voor een toplaag, door uitstekende delen af te platten, hoeken schoon te maken en te schuren.
Troffels met twee oppervlakken die samen een rechte hoek vormen. Worden gebruikt om pleister of beton in een hoek af te werken.
Pleistertroffels met een V-vormig blad waarmee hoeken kunnen worden bewerkt.
Vormkledingstukken uit de 18e eeuw, bestaande uit concentrische hoepels van balein of bamboe, gedragen om een rok meer volume te geven. Gebruik 'stalen crinolines' voor klokvormige kledingstukken van balein of staal.
De hoepelhaak is een type hefboom gebruikt in de kuiperij om de laatste hoepels, i.e. tenen of ijzeren banden, op een ton of kuip te trekken. Het wordt ook gebruikt om de duigen (de platte stukken hout van de wand van ton of kuip) uit elkaar te halen wanneer de bodemstukken in de kroos (de inkeping in de duigen waarin de bodem past) geplaatst worden of wanneer draden vlas of hennep (werk) of riet tussen de duigen wordt gestoken. Het is een rechte stang (ca. 60 cm lang met een diameter van 4 à 5 cm) met een door een metalen plaat beslagen afgeschuind uiteinde. Op enige afstand van dat uiteinde is een losse L-vormige ijzeren haak vastgemaakt.
De voeten van een viervoetig dier, met een verhoornd schild dat de tenen of het onderste deel van de voet bedekt, kenmerkend voor hoefdieren zoals paarden, koeien, varkens en geiten.
Kerkbank voor de leden van het Hof. De identiteit van de hofleden kan worden afgeleid van het snijwerk en het familiewapen.
Het geheel van hovelingen, familieleden, adviseurs, officieren en bedienden die het gevolg vormen van een soeverein of een hoogwaardigheidsbekleder.
Pogingen om de aandacht, gunst of genegenheid van iemand anders te krijgen, meestal met de bedoeling om een intieme relatie of huwelijk aan te gaan; de periode waarin zulke activiteiten plaatsvinden.
Lijsten die bestaan uit een combinatie van twee lijstwerken die apart zijn gemaakt en aan elkaar zijn bevestigd. Het binnenste lijstwerk is bedekt met bladgoud en contrasteert met het buitenste lijstwerk. Dit soort lijsten waren populair aan het einde van de 18e eeuw en werden gebruikt voor prenten, kaarten en dergelijke. Ze zijn vernoemd naar de Engelse schilder William Hogarth.
Term die met name in Groot Brittanie wordt gebruikt als verwijzing naar de stemmen van kinderen en naar bepaalde oudere Europese muziekinstrumenten, zoals viola's en blokfluiten met een sopraanbereik.
Uitstekende ornamenten meestal met vegetale vorm, vaak regelmatig verdeeld langs randen van grotere elementen zoals gevels of gebruikt op kapitelen. Komt voor in de gotische architectuur en daarvan afgeleide vormen.
Vervolgonderwijs dat leidt tot een formele graad of certificaat.
Klasse die bestaat uit ruim 29.000 soorten ongewervelde dieren die in zee, zoet water of op het land levend, met een breed verspreidingsgebied, waaronder krabben, heremietkrabben, krill, pillenkevers, garnalen en verwanten daarvan.
Kandelaars, meestal van plaatijzer, bestaande uit iets holle schijfvormige basis met een rechtopstaande buis met een ronde druiprand bovenaan. In een gleuf in de zijkant van de stang zit een oortje voor het regelen van de kaarsenversteller en het @veermechanisme; aan de druiprand zit soms nog een haak waar het geheel aan kan worden opgehangen. De naam is waarschijnlijk afgeleid van de uiterlijke overeenkomst met een voorwerp waarmee het haar van een pas geslacht zwijn werd afgeschraapt.
Verwijst naar een vroege cultuur en stijl die voornamelijk voorkwam in de Sonoran-woestijn, in het huidige midden en zuiden van Arizona. De cultuur is opmerkelijk door het eerste gebruik van irrigatie door boeren in het zuidwesten, door het ontstaan van permanente nederzettingen van kuilwoningen en bovengrondse flat-achtige constructies, en door de specifieke werktuigen en kunstvoorwerpen, zoals ornamenten en mozaïeken van schelpen uit de golf van Californië, kleibeeldjes en aardewerk. Dit is gemaakt van grijze klei of geglazuurd met versieringen in ijzerrood. Sommige specialisten geloven dat de Hohokam rond 300 v. Chr. naar het gebied zijn gekomen, anderen gaan ervan uit dat dit pas rond het jaar 500 is gebeurd. Ook is men het oneens over de afkomst. De Hohokam zouden uit Mexico afkomstig kunnen zijn of afstammelingen zijn van het Cochise-volk. Bovendien is men het niet eens over de vraag of de Papago, de Pima en andere volken in het Zuidwesten de nakomelingen van de Hohakam zijn, of dat het volk het gebied in de 15e eeuw heeft verlaten.
Kleine aparte huisjes waarin arme mensen of arbeiders wonen, of zoals gebruikt voor kleine dieren of opslag.
Leden van een uitgestorven soort van zeer grote beren die zich kenmerkten doordat ze Europese grotten te bewoonden, waar hun resten vaak bewaard zijn gebleven. De holenbeer is het best bekend van vondsten in grotten uit het late Pleistoceen, hoewel hij kan worden getraceerd tot het late Plioceen.
Verwijst naar een jaarlijks lentefeest dat het laatste feest op de hindoeïstische kalender vormt en wordt gevierd op de dag van de volle maan van de maand Phalguna (februari/maart). Het feest is waarschijnlijk al zeer oud en wordt gekenmerkt door speelsheid en het omkeren van normale gedragscodes. Dit is de enige dag dat de karakteristieke beperkingen van kaste, sekse, leeftijd en status terzijde worden geschoven. De feestvierders gooien gekleurd water en poeder naar elkaar en de festiviteiten staan bekend om hun ongeremdheid in taal en gedrag. Sommige deelnemers drinken 'bhang', een bedwelmende hennepdrank. Op de voorafgaande avond worden vreugdevuren ontstoken om de overwinning van het goede over het kwade en het eind van de winter te markeren; soms wordt in de vuren een stropop van de heks Holika verbrand. Het festival wordt met name geassocieerd met Krishna, de jonge god die bekendstaat om zijn frivoliteit. Het feest van Doloyatra, het 'zwaaien van de god', vindt plaats tijdens Holi. Op versierde platforms wordt met afbeeldingen van de goden gezwaaid onder begeleiding van speciale liederen.
Verwijst naar de cultuur van de moderne natie der Nederlanden, of in het algemeen naar de culturen die hebben bestaan op hetzelfde grondgebied in Noordwest-Europa aan de Noordzee. De term ‘Hollands’ wordt vaak gebruikt om de cultuur van de noordelijke historische Nederlanden te onderscheiden van ‘Vlaams’, waarmee wordt verwezen naar de cultuur van de zuidelijke Nederlanden of Vlaanderen. De term kan ook gebruikt worden om in het algemeen te verwijzen naar Germaanse of Teutoonse volkeren; deze betekenis wordt in moderne teksten echter zelden aangetroffen.
Grote boom die een natuurlijke kruising is tussen de grootbladige linde (T. platyphyllos) en de kleinbladige linde (T. cordata). Deze boom plantte men vaak in steden en parken. Men kan gemakkelijk nieuwe bomen kweken door middel van aflegging.
Een hol metselvoorwerp van klei, waarvan de netto dwarsdoorsnede van elk vlak parallel aan het draagvlak ten minste 60% is van de totale oppervlakte van hetzelfde vlak. De Britten gebruiken de term voor een baksteen waarvan ten minste 25% van het volume uit gaten bestaat. Daarbij zijn de gaten ten minste 1,91 cm breed of 4,84 vierkante cm groot.
Wordt gebruikt voor spiegels waarbij het midden verder van het voorwerp ligt dan de randen, zodat beelden vergroot of verkleind worden weerspiegeld.
Boekbanden in een eenvoudige stijl, bewerkt met republikeinse motieven en symbolen, in grote aantallen vervaardigd in opdracht van de Engelse republikein Thomas Hollis, die verzamelingen van op deze wijze gebonden boeken schonk aan universiteiten en bibliotheken in Europa en Amerika om het republicanisme te verspreiden en de bevorderen.
Stijl uit Los Angeles die allerlei ongelijksoortige stijlen met elkaar combineert, zoals Georgian, Federal en Regency, met ontwerpen die doen denken aan Hollywood-glamour. In de architectuur wordt de stijl gekenmerkt door het gebruik van hoekige en modernistische vormen, gepleisterde muren en een verbinding tussen binnen- en buitenruimten via Franse of glazen deuren. Voor meubilair en ontwerp worden meestal levendige prints gebruikt, afgewisseld met wit en goud.
Bedden die bestaan uit een metalen frame, springveren, matrassen en een plank aan het hoofdeinde, maar niet aan het voeteneinde. Dit type werd omstreeks 1945 in Amerika gemaakt.
Klasse van gewervelde, haaiachtige waterdieren die geen schubben hebben. De dieren hebben vier kieuwparen onder één kieuwopening aan beide zijden en een erectiele rugvin. De mannetjes hebben een grijporgaan voor de interne bevruchting van de vrouwtjes, die eieren leggen met leerachtige schalen. In tegenstelling tot haaien hebben ze een bovenkaak die vastzit aan de hersenschedel, aparte anale en urogenitale openingen en enkele grote permanente tandplaten waarmee ze voedsel vermalen, in plaats van tanden. In sommige classificaties zijn ze opgenomen in dezelfde klasse als roggen en haaien.
Een van de twee onderklassen van kraakbeenvissen (de andere is Elasmobranchii), waartoe slechts één levende orde, Chimaeriformes, behoort, maar die een uitgebreide fossiele geschiedenis kent.
Leren of metalen houders om kleine vuurwapens in te dragen zoals pistolen, revolvers of, oorspronkelijk, haakbussen, zo ontworpen dat ze kunnen worden gedragen aan een riem of schouderharnas, of kunnen worden bevestigd aan een zadel. Ze zijn gevormd naar het vuurwapen en zijn aan de bovenkant open zodat het wapen makkelijk kan worden getrokken.
Kleine meubels waarin men de heilige oliën bewaart en die in een muur zijn ingebouwd of daaraan zijn bevestigd, dicht bij het altaar, in de doopkapel of in de sacristie. Op de deur, die men op slot moet houden, staan soms de woorden ���Olea Sancta'.
Op film of videoband opgenomen bewegende beelden, gemaakt door amateurs of door professionals in een niet-beroepsmatige hoedanigheid, bedoeld om thuis te worden bekeken door familie en vrienden. De gefilmde mensen, scènes en gebeurtenissen laten in het algemeen de naaste kring en persoonlijke activiteiten van de filmmaker zien.
Indexpagina of inleidende pagina van een website of domein die meestal een soort inhoudsopgave bevat met koppelingen naar andere inhoud.
Aarden dammen, meestal relatief klein, die men maakt met één soort materiaal met één enkele structuur, vaak zanderige klei, om een ondoordringbare fundering te maken met relatief vlakke zijkanten die voor stevigheid zorgen.
Klapdeuren of flexibele barrières die gesloten kunnen worden over trappen, deuropeningen, of andere punten van circulatie binnenshuis, om de bewegingsvrijheid van honden te beperken.
Boekformaat dat is afgeleid van het vouwen van een vel papier in 128 bladen, waardoor 256 pagina's ontstaan. Vaak aangeduid als 128mo.
Verwijst naar de cultuur van de moderne natie Hongarije, of verwijst in het algemeen naar de culturen die zich op het grondgebied van het moderne Hongarije in Midden-Europa hebben gevestigd. In ruimer verband kan het ook verwijzen naar de cultuur van de Magyaren (Hongaren), een Fins-Oegrisch volk dat zich aan het eind van de negende eeuw vestigde in de streek van het middelste bassin van de Donau.
Verwijst naar een Chinese neolithische cultuur uit de periode van 4000 tot 3000 v. Chr.; de cultuur omvatte het gebied van de provincie Liaoning, het westelijke deel van Binnen-Mongolië en het noordoosten van de provincie Hebei. De naam Hongshan is afgeleid van de eerste opgravingslocatie in Honghanhou, aan de rivier de Laoha, uit 1908. De vrij complexe samenleving van Hongshan bestond uit dorpen die over een groot gebied verspreid lagen, en er was contact met de Yangshao-cultuur van de Centrale Hoogvlakte. De Hongshan woonden langs rivieren in het weidegebied, en hadden ceremoniële locaties en uitgestrekte begraafplaatsen in de heuvels en bossen. Realistische dierlijke en menselijke figuurtjes zijn gevonden op ceremoniële plaatsen; de vrouwelijke figuurtjes zouden op een matriarchaat kunnen duiden. De huizen zijn groot en op een hoog terras aangelegd; de graven zijn van het cairn-type en bevatten vaak offergaven in de vorm van aardewerk en gesneden jade. Gepolijste stenen werktuigen en grijs aardewerk, soms gedecoreerd met geometrische patronen, werden er vervaardigd. De gesneden en versierde jadeobjecten van Hongshan zijn met name interessant, aangezien bij de meeste neolithische jade de oppervlaktedecoratie ontbreekt. Hongshan-jade is gesneden in allerlei dierlijke vormen, kralen, ringen, hangers en bi-schijven.
Verwijst naar de stijl van kunst die in verband wordt gebracht met de heerschappij van keizer Hongwu, stichter van de Ming-dynastie in China. De hernieuwde aanwezigheid van een krachtige inheemse dynastie bracht politieke en economische steun voor alle vormen van kunst met zich mee. Schilderkunst, keramiek, lakwerk en textiel werden verder ontwikkeld dan ooit tevoren.
Verwijst naar de porseleinstijl die ontstond tijdens het midden van de Ming-dynastie, 1488-1505. De stijl kenmerkt zich door bloemmotieven in wit op een diepblauwe ondergrond, in blauw op een gele ondergrond, en in koffiebruin op een witte ondergrond.
Zoete, stroperige vloeistof die door bijen wordt gemaakt van nectar die ze verzamelen uit bloemen.
Bijensoort die inheems is in Europa, Azië en Afrika en die begin 17de eeuw in Noord-Amerika werd geïntroduceerd. De bij heeft een lengte van circa 1,2 cm, een kop en borststuk met een enigszins borstelig aanzien en een kleur die per stam varieert. De twee grote samengestelde ogen en drie enkelvoudige ogen (ocelli) bevinden zich boven op de kop. Het scherpe zicht wordt gecomplementeerd door twee gevoelige geurdetecterende voelsprieten. Er komen allerlei rassen, ondersoorten en stammen van deze soort voor. Net als andere bijen zijn honingbijen sociale insecten die in nesten of korven samenleven. Al eeuwen worden bijenkolonies door mensen verzorgd en onderhouden voor het oogsten van honing en voor hun functie in de landbouw als bestuivers van gedomesticeerde planten.
Naaldkant met afzonderlijk gekloste delen, ontstaan in de 18de eeuw in Devon en geïnspireerd op Brusselse kant. Kenmerkende motieven zijn de roos, distel en het klaverblad. Het geheel is vaak minder verfijnd en kwaliteitsvol dan het Brusselse voorbeeld.
Een vergoeding, vaak in de vorm van een vastgestelde prijs die men betaalt voor het verrichten van professionele diensten of voor het gebruiken van een vereiste vaardigheid of talent.
De bovenste lichaamsdelen van mens of dier die de mond of bek, zintuiglijke organen zoals ogen, neus en oren, en de hersenen bevatten; gewoonlijk door een nek of hals gescheiden of anderszins te onderscheiden van de rest van het lichaam.
Aannemers die rechtstreeks met de eigenaar contracten hebben.
Het oorijzer vormt een belangrijk onderdeel van sommige Nederlandse streekdrachten. In de 16de en 17de eeuw droegen vrouwen uit de burgerij eenvoudige het hoofd omsluitende beugeltjes om de kleine modemutsjes op hun plaats te houden. Toen deze oorijzers uit de mode raakten, bleven ze in veel streekdrachten in gebruik. Op sommige plaatsen maakten ze, samen met de muts, langzaam een grote verandering in vorm door. De vorm werd typerend voor die speciale plaats of streek. Naar gelang de plaatselijke mode en de financiële mogelijkheden van de draagster zijn oorijzers van goud, zilver, messing of verguld metaal.
Verwijst naar heersers of leiders van clans, stammen of andere groepen. De heersers waarnaar de term verwijst, zijn vaak ook militaire leiders.
Globale, veelomvattende ontwerpen, vaak grafisch weergegeven op kleine schaal, waarin de details van andere, specifieke ontwerpen worden ingepast. Een masterplan wordt dikwijls aangevuld door geschreven materiaal. Gebruik 'ruimtelijke ordening' voor ontwerpen die betrekking hebben op wetten die bepalen hoe land wordt gebruikt, ruimtelijke ordening en stadsvernieuwing, als beschrijving voor de overkoepelende plannen van steden voor huisvesting, industriële, commerciële en recreatieve faciliteiten en de invloed daarvan op het milieu.
Tuig waarmee een paard wordt geleid en beteugeld, gewoonlijk bestaande uit een kopstuk, bit en teugels.
Wordt alleen gebruikt voor de voornaamste doorgaande wegen in kleine tot middelgrote plaatsen. Meestal zijn dit tevens de wegen waarlangs de belangrijkste handelsondernemingen zijn gevestigd.
Voorvoegsel voor de beschrijving van een kleur met een hoge intensiteit en een hoge tot gemiddelde waarde, meestal met een lagere intensiteit dan 'fel-'.
Verwijst naar de Victoriaanse stijl, voornamelijk in de architectuur en kunstnijverheid van circa 1850 tot circa 1870. Terwijl de neogotiek nog dominant was, vertoonden de hoog-Victoriaanse architectuur en kunstnijverheid een meer eclectische toepassing van gotische vormen en een grotere belangstelling voor kleur, textuur en plastische effecten.
Een stralende, zeer spiegelende oppervlaktekwaliteit, die een meer spiegelachtige reflectie geeft dan een oppervlak met glans- of zijdeglansafwerking.
Verwijst naar het hoogtepunt van de hellenistische periode, van circa 220 tot circa 150 v. Chr., ingeluid door de Romeinse overwinning na Macedonische en Syrische pogingen een hegemonie te vestigen, en de verschuiving van macht en rijkdom van de oostelijke koninkrijken naar Rome. De periode wordt gekenmerkt door belangrijke programma’s in beeldhouwkunst en architectuur die meestal nostalgische verwijzingen bevatten naar de glorie en rijkdom van de klassieke periode. In kunst en architectuur wordt de periode gekenmerkt door neoklassieke stijlen en compositiepatronen die zijn aangevuld met actieve houdingen en nieuwe, emotionerende retoriek, zoals weergegeven in grote en invloedrijke werken als het altaar van Zeus bij Pergamon en de kunst aan het Ptolemeïsche hof in Alexandrië.
Wollen mutsen die worden gekenmerkt door een plooi in de hoedenbol die van voren naar achteren loopt, korte loshangende linten aan de achterkant en een insigne aan de voorkant. Als kleding geïntroduceerd door de Hooglandeenheden van het Britse leger en daarna overgenomen als traditionele Schotse klederdracht.
Docenten die de hoogst mogelijke academische positie hebben bereikt in het tertiair onderwijs.
Verwijst naar een periode en stijl die wordt geassocieerd met de laatste jaren van de heerschappij van het huis van de Paleologi, in het bijzonder aan het eind van de 13de en het begin van de 14de eeuw. De stijl is het duidelijkst zichtbaar in de schilderkunst, maar wordt ook aangetroffen in de kerkarchitectuur van Constantinopel in deze periode.
Te gebruiken voor de helderste lichtweerspiegelingen die van een voorwerp afkomen; ook te gebruiken voor de gebieden met de helderste waarde in een foto, bereikt door middel van een verheldering of door het achterlaten van witte plekjes op de ondergrond.
Restricties die meestal door de overheid worden gesteld aan de verticale afstand tussen de fundering en de bovenkant van constructies.
Wordt gebruikt voor gebouwen waarin computersystemen voor gebouwenbeheer zijn geïntegreerd, die automatisch verwarmings- en ventilatie-, beveiligings- en andere systemen besturen.
Machines die bestaan uit een platform dat aan het eind van een uitschuifbare giek zit en worden gebruikt voor het optillen van werklieden of materialen. Zijn meestal geplaatst op een drager met wielen.
Uitgroei van aangepaste huid of zeer compact haar, vaak in paren die uitsteken vanaf de voorhoofdsbotten aan beide zijdes van de schedel en bestaan uit een permanente opperhuid van keratine. Te onderscheiden van 'gewei', dat bestaat uit aangepast been.
Wordt gebruikt voor microgolfantennes met wijd uitstaande golfgeleiders. Ze kunnen rechthoekig, vierkant of cirkelvormig in doorsnede zijn en recht, gebogen of gevorkt in de lengte.
Genus van ongeveer zeven soorten sierbomen die inheems zijn in Eurazië en Noord-Amerika. De bomen hebben een ruwe, schilferige schors en dunne, doorschijnende groene bladeren met harige bladstengels. De hopachtige groene vruchten bestaan uit een groot aantal blaarachtige schubben die elk een kleine platte noot bevatten.
Hout van de boom behorende tot het genus Ostrya, inheems in Europees-Azië en Noord-Amerika. Het is hard, zwaar hout en wordt gebruikt voor het maken van afrasteringspalen en kleine dingen zoals handvatten voor gereedschap.
Genus van ongeveer 105 soorten grote regenwoudbomen en bomen die onder het bladerdak van het regenwoud groeien. Ze komen voor in lager gelegen gebieden, op Sri Lanka en in het gebied dat zich uitstrekt van het zuiden van India tot het zuiden van China, het Maleisisch schiereiland en Nieuw-Guinea.
Schelphoorns met een houten of metalen mondstuk of zonder mondstuk, waarbij dan het puntige uiteinde is afgezaagd en het gat gepolijst; aangeblazen aan het uiteinde; oorspronkelijk ontwikkeld en bespeeld in Japan, vanaf de 7e eeuw gebruikt bij boeddhistische rituelen, en ook om signalen te geven aan manschappen tijdens gevechten.
Wordt gebruikt voor lichtgewicht buitendeuren met een klein net van metaalgaas in plaats van panelen, zodat ventilatie mogelijk is, maar insekten tegen worden gehouden.
Rietinstrumenten met een enkel riet die eindigen in een naar boven gebogen klankbeker die gemaakt is van een dierlijke hoorn. Ze komen voor in verschillende vormen: met toongaten, met meerdere pijpen of uitgerust met een luchtzak.
Uurwerken die klein en handig genoeg zijn om op het lichaam te worden gedragen.
Te gebruiken voor kleine standaarden, vaak versierd, waarin een horloge rechtop kan staan zodat het uurwerk te zien is, of om het horloge vast te zetten tijdens montage, reparatie of testen. Ook te gebruiken voor kleine standaarden met een voet en een ronde glazen of plastic top, sinds de 20ste eeuw in gebruik om zakhorloges tentoon te stellen.
Een van de talrijke organische verbindingen die als chemische boodschapper fungeren. Hormonen worden via een klier of orgaan uitgescheiden in de lichaamsvloeistoffen van dieren, in het bijzonder de bloedbaan, worden vervolgens naar een ander deel van het organisme getransporteerd en initiëren of reguleren daar specifieke functies, zoals de groei, de stofwisseling, de voortplanting en de werking van diverse organen. De term kan ook verwijzen naar soortgelijke verbindingen die door planten worden geproduceerd of kunstmatig worden vervaardigd. De term werd in 1905 bedacht en is afgeleid van het Griekse 'horman', dat 'in werking stellen' betekent.
Kleine schijfjes die oorspronkelijk van hoorn werden gemaakt en worden gebruikt om een tekening te beschermen tegen de afdruk van de punt van een passer.
Verwijst in de eerste plaats naar stukken grond waar een groot aantal verschillende planten wordt gekweekt en voor wetenschappelijke, educatieve of kunstzinnige doeleinden tentoon wordt gesteld.
Letterlijk ���smal formaat'. De term verwijst naar Japanse afdrukken met een klein formaat. De standaardmaat was ongeveer 330 x 145 mm. In de achttiende eeuw gebruikte men dit formaat veelvuldig voor blokdrukken, tot het werd vervangen door de ���oban': afdrukken met een groter formaat.
Gebouwen die instellingen herbergen (vaak liefdadigheidsinstellingen) voor de opvang, huisvesting en verzorging van pelgrims, reizigers of behoeftigen. De term werd oorspronkelijk alleen gebruikt voor dergelijke instellingen van de Maltezer Orde ('Hospitaalbroeders').
Onbewapende schepen met het nodige personeel en de uitrusting om gewonde militairen op te nemen of oorlogsslachtoffers te evacueren; hebben volgens de normen van het internationaal recht recht op een veilige doorvaart.
Vaak liefdadige welzijnsinstellingen voor de opvang, verzorging en huisvesting van pelgrims, reizigers of behoeftigen. De term werd oorspronkelijk uitsluitend gebruikt voor dergelijke instellingen van de hospitaalridders.
Wordt gebruikt voor instellingen die een overnachtingsplaats bieden voor reizigers en die meestal worden onderhouden door een religieuze orde.
Te gebruiken voor gewone productieauto's waarvan de carrosserie individueel is bewerkt om de schijn te wekken van opgevoerde kracht en waarbij de motors zijn aangepast voor een hogere versnelling en grotere snelheid voor op de weg of tijdens wedstrijden.
Wordt gebruikt voor tuinmuren voorzien van verwarmingsbuizen, of kanalen, die een kunstmatig microklimaat creëren ter bevordering van het groeien of rijpen van vruchtbomen of struiken die tegen de muren geleid zijn. Populair in de 18e en 19e eeuw.
Eigenaars of bedrijfsleiders van hotels.
Deurgrendels die worden bediend door middel van een scharnierend duimhengsel of een klein knopje.
Kleine, open houders in verschillende vormen voor het bewaren en uitdelen van tandenstokers.
De hiërarchie Houders bevat descriptoren voor artefacten die zijn bedoeld als houder voor stoffen of objecten. Hieronder vallen descriptoren voor houders bedoeld voor gebruik in de keuken, voor de tuinbouw, voor persoonlijke verzorging, hygiëne en soortgelijke persoonlijke behoeften, evenals descriptoren voor houders die worden geassocieerd met liturgische handelingen, begrafenissen en andere ceremoniële activiteiten. Een descriptor voor een houder wordt opgenomen met betrekking tot het vroegste historische gebruik van het object, of daar waar de descriptor de breedste betekenis heeft. Oude vaasvormen zijn evenwel ondergebracht op basis van hun klassieke functie of context, hoewel de descriptor in sommige gevallen ook op pre- of postklassiek vaatwerk kan worden toegepast. Relatie met andere hiërarchieën: descriptoren voor apparaten die worden gebruikt voor metingen in descriptoren van standaardeenheden of vaste eenheden (bijvoorbeeld 'maatlepels') zijn opgenomen in de hiërarchie Meetinstrumenten. Grote en kleine keukenbenodigdheden en andere keukenapparatuur (bijvoorbeeld 'ijskasten', 'koffiezetapparaten') verschijnen in de hiërarchie Gereedschap en Uitrusting. Descriptoren voor artefacten die in sommige gevallen als houder kunnen worden beschouwd (bijvoorbeeld 'ladekasten') maar die binnen het kader van andere hiërarchieën vallen, bijvoorbeeld Interieurinrichting of Gereedschap en Uitrusting, zijn hier buiten beschouwing gelaten.
Te gebruiken voor moedermaatschappijen waarvan de activiteiten zijn beperkt tot het bezit van aandelen in en het toezicht op de financiële, beheers- of marketingfuncties van de dochtermaatschappijen daarvan.
Eéndelige kledingstukken die tot op de grond reiken, met lange mouwen en een zeer wijde rok, soms met sleep en soms met een riem, en vaak gevoerd met bont; door vrouwen gedragen in de 14e en 15e eeuw, en aanvankelijk ook door mannen.
Wordt gebruikt voor watersloten die in afvoerpijpen van gebouwen zijn geïnstalleerd om luchtcirculatie tussen het rioleringssysteem en sanitaire afvoersysteem van het gebouw te voorkomen.
Het belangrijkste weefsel van bomen en andere planten dat zowel in stevigheid als een middel voor het opnemen van voedingsstoffen voorziet. Hout is een van de bekenste en meest veelzijdige materialen die de mens gebruikt.
Kleine, hardhouten trommen, meestal rechthoekig, met één of twee lange, uitgeholde sleuven, die worden bespeeld met t trommelstokjes of hamertjes.
Wordt gebruikt voor het produceren van ontwerpen of afbeeldingen (o.a. op hout of op leer), door middel van branden of schroeien met hete instrumenten.
Kleine, smalle, V-vormige gutsen voor houtbewerking.
Werktuig om betrekkelijk lichte boomstammen, telefoonpalen, e.d. te dragen of te slepen. De houtdraaghaak voor twee man bestaat uit twee naar elkaar scharnierende metalen haken die in het midden van een houten stok (ca. 100-150 cm) bevestigd zijn. Vaak kunnen de haken ook roteren. De stok wordt door twee man gevat die aan beide zijden van de stam lopen. Door het gewicht steken de punten in het hout. De stok moet ca. één meter langer zijn dan de middenlijn van de stammen om te vermijden dat de benen van de dragers ertegen zouden wrijven. De houtdraaghaak voor één man is een klein werktuig (ca. 30 cm) met een aantal op elkaar werkende hefbomen tussen handvat en haken (ca. 10 cm). Het wordt door één man bediend en wordt gebruikt om betrekkelijk korte stukken te dragen.
Houten munten, oorspronkelijk gemaakt als noodgeld; daarna alleen nog als herdenkingspenning of souvenir en voor reclamedoeleinden.
Kleine, houten hamers die worden gebruikt ommee op een ander stuk gereedschap zoals een beitel of een guts te slaan.
Houten voorwerpen, meestal met lange stelen en korte slagkoppen die loodrecht aan één einde zitten, die bij bepaalde sporten, bijvoorbeeld croquet of polo, worden gebruikt om ballen te slaan.
Woonhuizen van hout. Te onderscheiden van 'blokhutten' doordat ze groter zijn, uit meerdere ruimten bestaan en beter gebouwd.
Overjassen met capuchon met tressluiting, afgeleid van de marine-wachtjas met 'houtje touwtjesluiting'. Sinds generaal Montgomery zo genoemd.
Meetinstrumenten, meestal in de vorm van platte stokken, 1 tot 2 meter lang, met verschillende schaalverdelingen en tabellen om een schatting te maken van hoeveel planken er uit een hoeveelheid ongezaagde boomstammen kunnen worden gehaald.
Verwijst naar een onzuivere vorm van grafietkoolstof die ontstaat als reststof bij de gedeeltelijke verbranding van koolstofhoudend materiaal, of bij verhitting van dit materiaal waarbij zuurstof in beperkte hoeveelheid aanwezig is. Het wordt gebruikt als tekenmateriaal, voor het filteren van vloeistoffen of lucht, en voor andere doeleinden.
Een zacht en tamelijk grof papier dat houtskool goed opneemt en vasthoudt. Het is ook te gebruiken voor andere teken- en schildermiddelen. Het is verkrijgbaar in zuiver wit en een aantal andere kleuren. De beste kwaliteit bevat veel lompenpulp en meestal een vergure of watermerk.
Een grijsachtig zwart poeder dat wordt gemaakt van houtskool. Het wordt soms in pigmenten gebruikt, hoewel de kwaliteit daarvoor eigenlijk niet hoog genoeg is.
Gutsen die zowel aan de binnen- als aan de buitenkant zijn geslepen. De grotere, buitenste schuine kant wordt gebruikt voor hardhout en de kleinere, binnenste schuine kant voor zachthout.
Vezelachtig materiaal, zoals houtpulp, dat wordt gemat en geperst of gerold tot een sterke plaat. Vaak gebruikt voor bouwdoeleinden.
Handgereedschap dat bestaat uit een stalen kop die aan één of beide kanten is gepunt, met een houten handvat. Worden gebruikt om samengeperste aarde los te maken of in stukken te breken.
Kort, naar verhouding licht geschut dat kenmerken combineert van kanonnen en mortieren, en zware projectielen kan afvuren in een hoge gebogen baan, maar met een groter bereik dan mortieren. Hun ontwikkeling begon tegen het einde van de 16e eeuw en zet zich nog steeds voort.
IJsboten met gaffeltuig die met het achtersteven worden bestuurd, meestal met lange gieken en gaffels; zijn tussen 1860 en 1890 ontwikkeld om wedstrijden te zeilen op de rivier de Hudson, in de Verenigde Staten.
Verwijst naar Franse protestanten uit de 16de en 17de eeuw. Nadat de Reformatie in 1517 in Duitsland was begonnen, breidde deze zich uit naar Frankrijk, waar de aanhang vooral groot was in economisch zwakke gebieden, bevolkt door mensen met grieven tegen de overheid. De hugenoten werden vaak streng vervolgd; de eerste martelaar van de hugenoten belandde in 1523 op de brandstapel. Meaux, de eerste gemeenschap van hugenoten op Frans grondgebied, werd gesticht in 1546 naar het model van Straatsburg. In 1559 riep de protestantse kerk de synode bijeen in Parijs en werd een geloofsbelijdenis opgesteld die sterk was beïnvloed door Johannes Calvijn. Na de lange en gewelddadige godsdiensttwisten verkregen de hugenoten uiteindelijk religieuze en politieke vrijheid in 1598 met het Edict van Nantes. De strubbelingen duurden echter voort en het Edict werd in 1685 herroepen. Als gevolg hiervan emigreerden honderdduizenden Franse protestanten. Hoewel sporadisch vervolging bleef plaatsvinden en hun aantallen sterk verminderden, zijn de hugenoten nooit volledig geëlimineerd. Bij het begin van de Franse Revolutie bekrachtigde de Assemblée Nationale in 1789 de vrijheid van godsdienst en verleende protestanten toegang tot alle overheidsfuncties. De gereformeerde kerk van Frankrijk organiseerde zich in 1938, waarbij een aantal gereformeerde groepen fuseerden die tijdens en na de 16de eeuw waren ontstaan in Frankrijk.
Verwijst naar het omhulsel van kleine dieren zoals schapen, kalveren of geiten wanneer het is losgemaakt van het lichaam, met of zonder haar, vers, gedroogd, gelooid of geprepareerd. Gebruik 'dierenhuid' voor het omhulsel van grote dieren. Gebruik 'leer' voor gelooide huid. Gebruik 'perkament' of 'velijn' voor gedroogde en opgerekte huid.
Tenten gemaakt van aan elkaar genaaide huiden, meestal afkomstig van geiten.
Lange, smalle metalen schrapers die door de oude Grieken en Romeinen werden gebruikt om zweet, vuil en olie van hun huid te schrapen na het sporten of tijdens het baden.
Instellingen van een plaatselijke overheid met faciliteiten voor zowel tijdelijke hechtenis van veroordeelde en niet-veroordeelde personen en voor personen met een relatief korte straf. Voor langere hechtenis en beter beveiligd dan arrestantenlokalen, maar minder beperkend en voor kortere hechtenis dan gevangenissen.
Wordt gebruikt voor plaatsen van bewaring die worden bestuurd door de plaatselijke regering, voor zowel de tijdelijke hechtenis van veroordeelde of niet-veroordeelde personen en voor mensen die een straf uitzitten van minder dan een jaar; wordt gebruikt voor langere en beter beveiligde opsluiting dan arrestantenhokken, maar zijn minder beperkend en voor kortere straffen dan 'gevangenissen'.
Wordt gebruikt voor de aanvoerleidingen van gas, die van de leverancier naar de gebouwen leiden.
Eigenaren of bezitters van stukken grond of huizen die aan anderen worden verpacht of verhuurd.
Personen die fungeren als bewoners met de zorg voor het onderhoud, reparatiewerk en bescherming van het huis, landgoed of boerderij van de afwezige eigenaren..
Toestellen die door brandstof of elektriciteit worden aangedreven en die in het huishouden worden gebruikt voor het vergemakkelijken van taken zoals het bereiden van een maaltijd, het opslaan van voeding, schoonmaken en verzorging.
Getrouwde mannen die hun eigen huishouden doen, vooral wanneer dit hun voornaamste bezigheid is.
Verf voor buiten, met een hoogwaardig pigment vermengd met lijnolie waaraan een kleine hoeveelheid verdunner en droger is toegevoegd of die is gemengd met een synthetische hars.
Wordt gebruikt voor het totaal van audio- en videoapparatuur van hoge kwaliteit, meestal met grootbeeld-televisietoestellen en surround-sound mogelijkheden, ontworpen en opgesteld om een theaterachtige omgeving te creëren; kan ook worden gebruikt voor ruimten die zijn bedoeld om plaats te bieden voor het bekijken van beelden met behulp van dergelijk apparatuur. Gebruik @'media rooms' voor huiselijke ruimten waar de nadruk ligt op een amusementssysteem met video, muziek en spelletjes.
Gebouwen of complexen die huisvesting en gerelateerde faciliteiten bieden.
Wordt gebruikt voor bouwprojecten, doorgaans in opdracht van de overheid gebouwd en beheerd, bedoeld voor huurders met lage inkomens.
Getrouwde vrouwen die hun eigen huishouden doen, vooral wanneer dit hun voornaamste bezigheid is.
Gebeds- of bezweringsformule met een afbeelding op papier of perkament. Een huiszegen werd verstopt in huis of aan de muur gehangen om over het huis heil af te smeken en tegen boze machten te beschermen. Dit middeleeuwse gebruik is tot in de twintigste eeuw nog een vast gegeven in de huizen van rooms- en oudkatholieken.
Grote, zeevarende schepen uit de 15e tot eind 17e eeuw, gekenmerkt door een hoog achterkasteel, een hoog, overhangend voorkasteel en een lage kuil; ze werden als handels- of oorlogsschepen gebruikt; meestal met razeilen aan de fokkemast en grote mast, en latijnzeilen aan de resterende één tot drie andere masten.
Te gebruiken voor vracht- of oorlogsschepen die werden gebruikt vanaf de Middeleeuwen tot in de 16e eeuw. Meestal voorzien van een gebogen voorsteven, na 1200 een recht achtersteven, een overnaadse bouw en voor- en achterkastelen; de vroegere schepen waren vrij klein maar de 15e- en 16e-eeuwse exemplaren hadden een laadvermogen van over de 500 ton; zijn oorspronkelijk in noord Europa ontworpen maar komen uiteindelijk over de hele wereld voor.
Kerken die zijn gebouwd binnen de grenzen van een parochie, zodat mensen die de parochiekerk niet gemakkelijk kunnen bereiken de diensten daar kunnen bijwonen.
Een materiaal dat, bij toevoeging aan een medicijn of een ander middel, de werking ervan bevordert of anderszins op een voorspelbare manier beïnvloedt.
Een filosofie die de essentiële waardigheid en waarde van de mensheid verdedigt en het vermogen door de rede tot zelfontplooiing te komen; ook de beweging in de renaissance die door de vernieuwing in de klassieke letteren wordt gekenmerkt.
Verwijst naar de stijl van het middeleeuwse geglazuurde aardewerk dat in het noorden van Engeland werd gevonden in het gebied rond de rivieren de Humber en de Trent. De stijl is over het algemeen ontstaan in de 12e eeuw en hield stand tot het eind van de 16e eeuw.
Kleine kegel- of koepelvormige heuveltjes of bergjes of andere uitsteeksels van aarde of steen.
Historische benaming voor leunstoelen uit het eind van de 18e en begin van de 19e eeuw die helemaal zijn opgevuld, behalve de poten, die van hout zijn gemaakt.
Ontvangen van woon-, beheer- of gebruiksrecht van een bezit of een stuk grond tegen betaling aan de eigenaar. De voorwaarden voor zulke afspraken worden meestal vastgelegd in een huurovereenkomst.
Eenvoudig gebouwde of kleine en bescheiden woningen, meestal gemaakt uit natuurlijke materialen.
Onbuigzame, doosachtige houders, meestal groot en vaak versterkt, voor het inpakken van kleren en andere persoonlijke bezittingen of artikelen voor op reis of opslag.
Beschrijft werken die zijn vervaardigd door het gelijknamige Afrikaanse volk, dat hoofdzakelijk in Burundi en Rwanda leeft, maar ook in Uganda, Tanzania en de Democratische Republiek Congo. De Hutu's vestigden zich rond 1000 tot 500 v. Chr. in het Grote Meren-gebied. Te midden van de inheemse Twa-pigmeeënvolkeren stichtten ze een agrarische gemeenschap op basis van familie-eenheden. In de 14de en 15de eeuw werd dit systeem geleidelijk verdrongen door een feodaal systeem, onder aanvoering van de aristocratische leden van het nomadenvolk de Tutsi's. De omverwerping van de Tutsi-monarchie in Rwanda vond plaats in de jaren 1959-1961. In de Europese koloniale periode ontstonden er spanningen tussen de twee groepen, die voortdurend tot problemen hebben geleid.
Betaling door een huurder aan een eigenaar, zoals is vastgelegd in een pachtovereenkomst of huurcontract, in ruil voor het gebruik van een duurzaam goed, bijvoorbeeld een stuk land of onroerend goed.
Ronde of achthoekige tafels uit het eind van de 18e en het begin van de 19e eeuw, met een voetstuk en een diep tafelblad met talloze laden in het fries. De laden zijn vaak gemerkt met de dagen van de week of met data, omdat ze door pachtheren werden gebruikt om de verzamelde huur in op te bergen.
Term gebruikt voor verschillende soorten drinkgerei, meestal gemaakt van hout, tin of zilver, waarvan de inhoud voor een inzet werd geledigd. Vooral in de vorm van een staande vrouw in een lange rok met opgeheven armen die de handvaten aan de zijkant van een schommelend kopje vasthouden. Als het stuk werd omgekeerd werden zowel de rok als het kopje gevuld met wijn. De drinker moest de inhoud van beide ledigen zonder wijn te knoeien.
Permanente huwelijksregistraties die door een ambtenaar van een staat of stad worden bewaard, waarin de namen van de echtelieden, de meisjesnaam van de vrouw, hun adressen en de huwelijksdatum zijn opgenomen.
Kaars met de namen van de gehuwden en de datum van de huwelijksvoltrekking. Wordt gezegend en ontstoken tijdens de huwelijksplechtigheid en dient in het huwelijksleven als licht bij vreugde en verdriet.
Penning geslagen ter gelegenheid van een huwelijk of een huwelijksjubileum, met erop de namen van de huwelijkspartners.
Gelegenheidsprent ter ere van een huwelijkssluiting.
Toestemmingen, door een overheidsinstantie verleend aan personen die van plan zijn te trouwen. Meestal geadresseerd aan de bevoegde persoon die de ceremonie zal uitvoeren en meestal een wettelijk vereiste voor het huwelijk.
Positieve albuminedrukken op glas, veel gebruikt om lantaarnplaatjes te creëren en soms grotere glazen transparanten die voor het raam kunnen worden gehangen als versiering.Te onderscheiden van 'crystalotypieën', vervaardigd met een soortgelijk procédé maar dan op papier.
In het algemeen te gebruiken voor de toestand van het zijn van gemengde afkomst. In een maatschappelijke of culturele context te gebruiken voor de identiteit van een groep of individu, of de creatieve activiteit, die voortkomt uit de interactie van twee verschillende samenlevingen of culturen, vaak in de context van ontmoetingen tussen mensen uit de Derde Wereld en westerse of verwesterde mensen, of tussen de bewoners van voormalige koloniën tegenover hun kolonisators.
Wetenschap die zich bezighoudt met praktische toepassingen van water of andere in beweging zijnde vloeistoffen, bijvoorbeeld het overbrengen van energie of de effecten van stroming.
Liften, aangedreven door de werking van een vloeistof die onder druk staat in een cilinder met daarin een zuiger, ook een piston.
Antieke pneumatische orgels waarbij water werd gebruikt om de luchtdruk te manipuleren. Ze ontstonden in Griekenland in de 3e eeuw v.C. en bleven gedurende het hele Romeinse Rijk in gebruik.
Oud-Griekse of Romeinse vaten voor water met drie handvatten: twee horizontale handvatten aan de zijkant om ze op te tillen en één verticaal handvat aan de achterkant om ze vast te houden en ermee te schenken. Hydria's zijn vaak niet alleen in terracotta maar ook in brons vervaardigd; in tegenstelling tot de metalen uitvoeringen van andere vormen zijn er vrij veel van bewaard gebleven.
Energie geproduceerd door het omzetten van de potentiële kracht van natuurlijke stromingen naar energie. Meestal is dit elektriciteit.
Voorzien van een oppervlak dat bestand maar niet ondoordringbaar is voor water. Gebruik 'waterdicht' voor oppervlakken die ondoordringbaar zijn voor water. Gebruik 'hydrofobiciteit' voor de toestand of eigenschap weinig of geen affiniteit met water te hebben, vooral op moleculaire niveau.
In algemene zin, wetenschappers die onderzoek doen naar de aanwezigheid en bewegingen van water op en boven het aardoppervlak. Hydrologen verdiepen zich in het bijzonder in processen als neerslag, verdamping en transpiratie, stromingen en grondwaterbewegingen. Ze houden zich onder meer bezig met hoogwaterbeheersing, watervoorziening voor huishoudelijk en industrieel gebruik, irrigatie en het opwekken van waterkracht.
In algemene zin, de wetenschap die het water op aarde bestudeert. In specifieke zin, de wetenschap die zich bezighoudt met de aanwezigheid en bewegingen van water op en boven het aardoppervlak. De belangrijkste processen in dat verband zijn neerslag, verdamping en transpiratie, stromingen en grondwaterbewegingen. Hydrologie omvat zaken als hoogwaterbeheersing, watervoorziening voor huishoudelijk en industrieel gebruik, irrigatie en het opwekken van waterkracht.
Instrumenten voor het meten van de dichtheid of het soortelijk gewicht van vloeistoffen.
In sommige classificaties worden de Hydropotes beschouwd als derde onderfamilie van de familie Cervidae, samen met echte herten (subfamilie Cervinae) en schijnherten (subfamilie Capreolinae). Deze subfamilie is in het leven geroepen om de Chinese waterree (Hydropotes inermis) te kunnen onderbrengen. Het betreft hier een zeer klein Aziatisch hert uit de familie Cervidae (orde Artiodactyla) dat leeft op de vruchtbare rivierbeddingen van Korea en in het dal van de Yangtze-rivier (Chang Jiang) in China. Het is de enige hertensoort waarbij het mannetje geen gewei draagt, maar voorzien is van lange, gebogen scherpe hoektanden die uit de bek steken. Deze slagtandjes zijn soms meer dan 5 cm lang. Het waterhert is bovendien het enige hert met liesklieren. Door het ontbreken van een gewei lijkt het waterhert weliswaar op uitgestorven primitieve hertensoorten, maar het ontwikkelde zich uit voorouders die aanvankelijk een gewei droegen, dat echter later verdween. De bouw duidt erop dat het schijnherten betreft. Het mannetje heeft een schofthoogte van circa 50 cm en weegt maximaal 13 kg, terwijl het gewicht van vrouwtjes maximaal 11 kg is. De vacht is vrij uniform van kleur: geelachtig bruin boven en geelachtig wit beneden. De staart is zeer kort en de vlek op het achterdeel ontbreekt. De grove, dikke vacht en met bont bedekte oren zijn aanpassingen voor koude winters met sneeuw.
Gewoon gietpleister bestaande uit 100 delen vaste stof en 45 delen water.
Tak van weg- en waterbouwkunde die zich bezighoudt met het ontwerpen en produceren van systemen, apparatuur en bouwwerken, die water of andere vloeistoffen reguleren of transporteren, of er kracht uit genereren, of die hun kracht gedeeltelijk of volledig uit het stromen van water verkrijgen, zoals bijvoorbeeld hydraulische machines, rioolwaterzuiveringsinrichtingen, waterleidingbedrijven, dammen, pijpleidingen, en waterkrachtcentrales.
Wordt gebruikt voor vuilnisbelten waarover regelmatig lagen aarde of as worden gestort om stankoverlast en de verspreiding van ziektekiemen tegen te gaan.
Instrumenten die de hoeveelheid waterdamp in de lucht meten en aldus de relatieve vochtigheid aangeven.
De ontvankelijkheid of mate van ontvankelijkheid voor vocht.
Naar wordt aangenomen de voorloper van de levende Hymenaea-soorten. Kopal dat afkomstig is van deze uitgestorven bomen is een zeer waardevol bestanddeel van vernis. De soort was wijd verspreid, van het zuiden van Mexico en het noorden van Zuid-Amerika tot het Afrikaanse continent. Onderzoek naar de morfologie en het DNA wijst erop dat H. protera nauwer verwant was aan de enig overgebleven Hymenaea-soort in Oost Afrika dan aan de talrijke Amerikaanse soorten.
Een blauwachtig wit marmer met stroken van parallelle grijze lijnen, dat afkomstig is uit Mount Hymettus, in de buurt van Athene. Als gevolg van de aanwezigheid van kleine talkaderen kan het soms lichtgroen van kleur zijn. Het verspreidt een onaangename geur wanneer het in stukken wordt gezaagd of wanneer het wordt gewreven. Dit marmer wordt hierom soms ook ‘uienmarmer’ of 'marmor cipolla' genoemd. Hymettisch marmer werd vaak gebruikt voor zowel heidense als christelijke sarcofagen.
Antieke tempels waarvan de cella niet overdekt is; in de open ruimte kan een klein cultustempeltje staan. DEB.
Oude Romeinse verwarmingssystemen waarbij hete lucht uit ovens circuleert door ruimten onder de vloer en verwarmingskanalen in muren.
Schijfvormig amulet gemaakt uit bepleisterd linnen dat door de Oude Egyptenaren onder het hoofd van een mummie werd geplaatst om de overledene te beschermen in het hiernamaals. Op de amulet werden afbeeldingen en spreuken aangebracht.
Documenten waarin een voorwaardelijke overdracht van eigendom uiteen wordt gezet, waarbij de voorwaarde bijvoorbeeld luidt dat er geld zal worden betaald of dat een bepaalde taak zal worden uitgevoerd. Het overgedragen eigendom fungeert als een onderpand, zodat de uitgever van de hypotheek, onder bepaalde voorwaarden, het eigendom in bezit kan nemen en executeren, wanneer de schuldenaar in gebreke blijft..
Instrumenten die de luchtdruk meten, en daarmee soms de hoogte, door het effect daarvan op het kookpunt van vloeistoffen.
De stijl en de cultuur van het Iberisch Schiereiland, zowel van de oude culturen als van de huidige landen Spanje en Portugal samen.
Verwijst naar de kunst en architectuur in de periode van de heerschappij van sultan Ibrahim, die regeerde van 1640 tot 1648. Zijn meest bekende monument is het elegante, vergulde, koepelachtige 'prieeltje' op het terras van het Topkapi-paleis. Ibrahim was een gewelddadig heerser. Hij werd vermoord in 1648.
Japanse figuratieve beeldhouwtechniek die kenmerkend is voor de vroege Heian-periode (794-1185), waarbij het hoofd en de romp uit hetzelfde houtblok zijn gesneden. De armen, benen en andere elementen - zoals draperieën - werden vaak uit aparte stukken hout gesneden en erop aangebracht.
Uitgestorven onderklasse van visachtige zeereptielen. Kenmerkend waren de vorm van het lichaam (dik in het midden, dun aan de uiteinden), de hoge staartvin, de driehoekige rugvin en de peddelvormige poten.
Schermen in oosters-orthodoxe kerken die het heiligdom van het schip scheiden, waar meestal drie deuren in zitten en die sinds de veertiende of vijftiende eeuw bedekt zijn met iconen.
Het voorstellen van personen, natuurlijke vormen of situaties op een manier die hun beste eigenschappen benadrukt, onvolmaakte eigenschappen bagatelliseert of eigenschappen aanpast zodat ze voldoen aan wat wordt beschouwd als het meest perfecte of mooiste.
Een theorie die bevestigt dat de geest of het spirituele en ideale centraal staan in de werkelijkheid.
Gebruik voor elk gestructureerd geheel van ideeën en opvattingen, in het bijzonder over de structuur en de werking van de samenleving, dat een programma van praktisch politieke en sociale handelingen omvat dat min of meer geïnstitutionaliseerd is en gedeeld wordt met anderen. Oorspronkelijk gebruikt voor een tak van kennis die zich bezighout met de geschiedenis en het wezen van ideeën.
Conventionele afbeeldingen of symbolen die voor idee of een ding staan, en niet het feitelijke object dat is afgebeeld. Vaak correspondeert het niet met een specifiek woord in de geschreven taal.
Reusachtige open gebedsterreinen met niets erop behalve een qibla muur met een mihrab en een preekstoel in de open lucht.
Beelden van een godheid die als voorwerp van aanbidding worden gebruikt; de term wordt meestal in specifieke zin gebruikt om onderscheid aan te brengen tussen een niet-christelijk object en christelijke beelden. Gebruik 'icoon' voor een christelijk beeld dat als heilig wordt beschouwd. Gebruik 'cultusbeeld' voor een oud-Grieks of -Romeins heilig beeld.
Verwijst naar de kunst en architectuur die is verbonden met de islamitische dynastie met deze naam die heerste in Marokko van 789 tot 985; de Idrisidische dynastie was de eerste islamitische dynastie die een onafhankelijke staat vestigde in Marokko en speelde een belangrijke rol bij de islamisering van Marokko. Islamitische stedelijke cultuur verscheen in Marokko gedurende de Idrisidische periode. Idris I, een afstammeling van Mohammed, stichtte de dynastie en ook de stad Fez. Fez werd de hoofdstad tijdens de heerschappij van zijn zoon, Idris II, en floreerde als een handelscentrum en als een religieus en intellectueel centrum onder het patronaat van Idris II. De Idrisids waren verantwoordelijk voor het ontwerp van het oude stadscentrum en de verdeling van de stad in twee afzonderlijke gebieden (voor de Kairouani's en de Andalusiërs), gescheiden door de rivier Fas. Helaas zijn fysieke overblijfselen uit deze periode beperkt. De Idrisids bouwden in Fez wat nu de Qarawiyyin-moskee is, maar alleen in de kern ervan zijn Idrisid-elementen bewaard gebleven. De tombe van Idris I bij Moulay Idris in de buurt van Volubilis (dat na 788 tot de hoofdstad van Idris I werd gemaakt) en die van Idris II in Fez worden beschouwd als de heiligste graftomben in Marokko; beide tomben werden in de 18de eeuw volledig herbouwd.
Standaard voor een snelle externe seriële bus voor het aansluiten van computerrandapparatuur als camera's, harddrives en videorecorders. De standaard is ontwikkeld door Apple Computer, waarna licenties zijn verleend aan andere producenten. De term 'FireWire' is een handelsmerk, dus de technologie wordt door andere producenten onder diverse namen geïmplementeerd.
Verwijst naar de cultuur op het eiland Ierland, gelegen ten westen van Engeland in de Ierse zee. Het eiland is momenteel bestuurlijk verdeeld in de Republiek Ierland en Noord-Ierland. Verwijst dikwijls specifiek naar de Keltische cultuur op het eiland Ierland.
Historische harpen uit Ierland met karakteristieke koperen snaren, een naar buiten buigende voorzuil en een resonanskast gemaakt uit een enkel blok wilgehout. Ook te gebruiken voor 19e eeuwse kleine, met darm bespannen harpen met een handmatig systeem voor het stemmen.
Verwijst naar de stijl van ongeglazuurd aardewerk dat aan het einde van de 16de en het begin van de 17de eeuw werd gefabriceerd in ovens in de prefectuur Mie. De producten bestonden doorgaans uit theegerei, bloemenvazen en waterkannen, voorzien van krachtige spatelsporen.
Leden van een grote, solitaire, strikt vleesetende beersoort die in het gehele Noordpoolgebied wordt aangetroffen, met een gedrongen bouw, een lange nek, een relatief kleine kop, korte geronde oren, een korte staart, een isolerende onderhuidse vetlaag, een zwarte huid en een vacht die bestaat uit een dichte ondervacht en een buitenlaag van beschermharen die wit of beige lijken maar in feite doorzichtig zijn. De ijsbeer legt grote afstanden af over enorme verlaten vlakten, vaak op oceaanijsschotsen, op zoek naar zeehonden, zijn voornaamste prooi. De soort wordt met uitsterven bedreigd door verlies van habitat als gevolg van de opwarming van de aarde. Volgens fossiele en genetische aanwijzingen is de ijsbeer circa 200.000 jaar geleden ontstaan uit de bruine beer, toen een populatie bruine beren waarschijnlijk geïsoleerd is geraakt tijdens een ijstijd in het Pleistoceen.
Te gebruiken voor bootachtige voertuigen die meestal zijn uitgerust met drie glijders en over het ijs worden voortbewogen met behulp van zeilen.
Geïsoleerde kasten of dozen die een vak hebben voor ijs en die worden gebruikt voor het invriezen van voedingswaren.
Speciaal geïsoleerde en geventileerde gebouwen voor de landbouw, die steeds populairder werden vanaf het midden van de 19e eeuw met de groei van de zuivelproductie, gebruikt voor het opslaan van blokken ijs.
Lange, taps toelopende gebreide mutsen.
Stoelen die zijn gemaakt van gedraaid ijzerdraad, meestal met een ronde eikenhouten zitting. In het begin van de 19e eeuw werd dit type gepatenteerd. Er waren een aantal fabrikanten die zulke draadstoelen maakten. De naam is afkomstig van het gebruik in openbare restaurants en cafés.
Te gebruiken voor kleine voertuigen die bestaan uit een platform dat op parallelle glijders is vastgezet, voor het transport van goederen of passagiers over sneeuw of ijs en die meestal met de hand worden getrokken of werken met behulp van de zwaartekracht; gebruik 'arresleden' voor soortgelijke maar vaak meer uitgebreide voertuigen die vooral worden gebuikt voor passagiers en meestal worden getrokken door paarden, of gebruik 'hondensleden' als ze worden getrokken door honden.
Kleine tangen met klauwachtige uiteinden die worden gebruikt voor het oppakken van ijsklontjes.
Vorken met een kom- of lepelachtig deel met aan het uiteinde drie of vier kleine tanden die worden gebruikt voor het eten van ijs en soortgelijk voedsel.
Kleiachtige kalksteen die rood of roestachtig van kleur is door de aanwezigheid van ijzeroxide. De hoeveelheid ijzeroxide kan zeer laag zijn.
Fotografische procédés gebaseerd op de lichtgevoeligheid van bepaalde ijzerzouten. Meestal is fel licht een vereiste, waardoor een contactafdruk ontstaat. De term wordt niet gebruikt wanneer ijzersulfaat wordt gebruikt voor het ontwikkelen van een zilverafbeelding.
Een bruinachtig mineraal uit de calcietgroep; komt algemeen voor in klompjes klei en ijzersteen in bodemlagen en is een ijzererts.
Verwijst naar de periode en cultuur die behoren tot de derde tijd in het drieperiodensysteem dat in 1836 werd ontwikkeld door Christian Jürgensen Thomsen. De cultuur van de IJzertijd ontstond meestal wanneer in de Bronstijd het punt werd bereikt waarop de kwaliteit van het ijzer vooral door carboneren, een rol ging spelen bij de vervaardiging van gereedschappen, wapens en werktuigen. De ijzertijd kwam op verschillende tijdstippen in verschillende delen van de wereld tot ontwikkeling, eerst in het Midden-Oosten en Zuidoost-Europa rond 1200 v. Chr. en rond 600 v. Chr. in China. Op de Amerikaanse continenten ontstond de ijzertijd niet vanuit de Bronstijd maar werd door Europese ontdekkingsreizigers geïntroduceerd bij culturen die zich in het stenen tijdperk bevonden.
Grote en kleine items die nodig zijn om materialen en onderdelen van bouwwerken, meubelen en andere objecten te bevestigen, verankeren, vast te houden, of aan te sluiten. Tevens onderdelen die worden gebruikt bij de afwerking van gebouwen en objecten, zoals scharnieren en knoppen.
Verwijst naar de kunst en cultuur die is verbonden met de islamitisch-Turkse dynastie met deze naam die Syrië en Egypte regeerde van 935 tot 969. Van 946 tot 968 lag de meeste regeringsmacht bij de vizier en niet bij de zonen van de stichter van de dynastie, Mohammed ibn Tughj. De vizier, Abu al-Misk Kafur, was begunstiger van onderwijs en de kunsten. Hij verbond de eminente dichter al-Mutanabbi gedurende korte tijd aan zijn hof. De Ikhshidid-dynastie was de eerste die de orde in Egypte herstelde na de val van de Tulunids en legde de basis voor de nieuwe artistieke ontwikkelingen die plaatsvonden onder de Fatimids. In 969 stootten de Fatimids de laatste van de Ikhshidid-heersers, een kleinzoon van de stichter, van de troon, terwijl de Hamdanids de Ikhshidid-bestuurders verdreven uit het noorden van Syrië.
In het algemeen afbeeldingen waarop een heilige entiteit is geportretteerd; de afbeelding zelf wordt als heilig beschouwd. In een meer specifieke betekenis heeft de term doorgaans vooral betrekking op christelijke afbeeldingen, gemaakt vanaf de 6de eeuw binnen de context van de oosters-orthodoxe kerken, aan de hand van voorgeschreven regels voor onderwerp (Christus, Maria, heiligen en hoogfeesten) en compositie, die dienden voor godsdienstige handelingen thuis of in de kerk. Meestal zijn iconen in tempera op paneel geschilderd, maar ook andere tweedimensionale media, waaronder fresco's of reliëfs, zijn mogelijk. Christenen die iconen vereren, maken onderscheid tussen aanbidding en verering, hoewel er in de praktijk geen duidelijk onderscheid is. Gebruik 'afgodsbeeld' of 'cultusbeeld' voor een niet-christelijk beeld dat heilig is of een godheid belichaamt.
Verwijst naar de periode van de Ikṣvāku-koningen. In het tweede kwart van de 3de eeuw namen de Ikṣvākus de macht over van de Satahavanas, en vestigden een koninkrijk in het district Guntur rondom de Nạgạrjunakonda-vallei.
Te gebruiken om werken te beschrijven van de gelijknamige Afrikaanse etnische groep die leeft op de eilanden in, en de zuidelijke en oostelijke oevers van het Baringomeer in Kenia.
Meeteenheid voor de dichtheid van lichtstroom per eenheid van het oppervlaktegebied.
Verwijst naar schilderingen en andere decoraties die zijn toegepast op boeken, rollen, of andere soorten documenten met als doel de tekst te illustreren of te versieren. Dit manifesteert zich in een van de volgende drie vormen: miniaturen, dit zijn kleine afbeeldingen die vaak apart staan van de tekst en omvatten een op zichzelf staand onderwerp; versierde beginletters, die zelf mogelijk een kleine scène bevatten; en in gedecoreerde randen, die ook mogelijk taferelen bevatten. Verluchtigingen zijn in het algemeen gemaakt met verf, inkt, en edele metalen op perkament, papier of zijde. Onder de oudste bewaard gebleven verluchte stukken bevinden zich de papyrus rollen van het oude Egyptische Dodenboek. Andere vroege voorbeelden zijn bewaard gebleven uit het klassieke Griekenland en Rome, alsook in de Azteekse picturale kaarten en in de handschriften van de Maya en de Chinezen. De kunstvorm kwam tot bloei in Bijbelse teksten en andere heilige boeken uit het middeleeuwse Europa, alwaar men meestal eitempera op perkament gebruikte. Ook werden verluchtingen toegepast in 19e eeuwse Indiase en islamitische miniaturen. Voor afbeeldingen die geen geschilderde miniaturen zijn,of die machinaal gedrukt zijn in boeken of reclame, gebruik dan "illustraties."
Geloof in of aanspraak maken op een persoonlijke intellectuele, culturele of geestelijke superioriteit, die niet voor de rest van de mensheid toegankelijk is.
Een literaire stroming uit de vroege 20ste eeuw, die ontstond als reactie op het romanticisme, meer bepaald op het optimisme en de vermeende zorgeloosheid van deze stroming. Imagisme propageerde het vrije vers en een nauwkeurige beeldspraak. Het wordt gezien als de opvolger van de Franse symboliek omdat het affiniteit heeft met beeldhouwkunst, zoals symboliek affiniteit heeft met muziek. Geïnspireerd door de kritische beschouwingen van T.E. Hulme stelde Ezra Pound rond 1912 de poëtische uitgangspunten van de stroming op.
Wordt gebruikt voor Turkse hospitia die zijn opgericht voor pelgrims en andere reizigers; kan in sommige verbanden ook worden gebruikt als aanduiding voor Turkse gaarkeukens.
Verwijst naar de stijl van Arita-porselein dat werd gemaakt vanaf het begin van de 18de eeuw en is vernoemd naar de haven van Imari, waar dit porselein werd verscheept. Imari wordt gekenmerkt door drukke versieringen op basis van inheems textiel en brokaat, en werd geschilderd in verschillende kleuren, gewoonlijk met een zwarte onderste glazuurlaag en fel blauwe en rode kleuren.
Vezel afkomstig van de Garcinia livingstonei (African Mangosteen, Lowveld Mangosteen or Imbe).
Term die wordt gebruikt voor een imitatie van met de hand geschept papier. Dit papier wordt vervaardigd op een cilinder of cilindervormige vorm die ronddraait in een vat met pulp. De imitatie van gerafelde randen die met dit proces mogelijk is, maakt het moeilijk om dit met een vorm gemaakte papier te onderscheiden van werkelijk met de hand geschept papier.
Verwijst naar de illusie-effecten op twee- of driedimensionale kunstwerken waarin het uiterlijk van houtnerf wordt gesimuleerd. In interieurs kunnen panelen van vurenhout en andere goedkope zachte houtsoorten worden beschilderd om dure houtsoorten zoals eiken, noten en ceder te imiteren. Ook pleister of behang kan worden beschilderd met een houtnerfstructuur. De term kan ook verwijzen naar meubels of andere voorwerpen, meestal bedoeld voor buitengebruik in een tuin, waarbij de voorwerpen lijken te zijn gemaakt van boomtakken of -stronken, zowel in hun driedimensionale vorm als in het oppervlak met een imitatiehoutnerf.
Verwijst naar de illusie-effecten op twee- of driedimensionale kunstwerken of in de architectuur waarin het uiterlijk van marmer wordt gesimuleerd met schilderwerk. Zo kunnen pilaren of panelen van hout of pleister worden beschilderd om de kleur en de nerf te imiteren van marmer, dat een kostbaarder en begerenswaardiger materiaal zou zijn. Te onderscheiden van 'scagliola', waarin het marmereffect wordt bereikt door pigment direct door het natte cement te mengen en de pleister vervolgens op het oppervlak aan te brengen.
Eigendom van niet materiële zaken, zoals bijvoorbeeld de goodwill van een bedrijf of octrooien.
Staat, kwaliteit of conditie van onjuistheid, onvolledigheid, defectheid en/of onaangenaamheid.
Verwijst naar de periode in de geschiedenis, en de stijl in de kunst die zich ontwikkelde toen de Romeinse Republiek ophield te bestaan en Rome zijn gebieden uitbreidde en werd geregeerd door keizers. Als beginpunt van de periode wordt algemeen beschouwd de overwinning van Octavianus in de slag bij Actium in 31 v. Chr. en als eindpunt de heerschappij van de Severianen. Zie ‘laat-antiek’ voor latere keizers.Let op: sommige classificatiesystemen rekenen de Tetrachie, Constantius en het Heilige Roomse rijk tot het Romeinse Rijk.
Meestal rechthoekige bassins in het midden van het atrium van een Romeins huis, bedoeld om water op te vangen van de omringende daken.
Uitstekende delen, vaak gemodelleerd, waarop de uiteinden van een boog rusten.
Verwijst naar de stroming in de 19de eeuwse Westerse kunst die in Frankrijk tot ontwikkeling kwam. De stijl verwierp de traditionele academische opvattingen en poogde aan de hand van de wetenschap zowel de samenstelling van kleuren als de exacte weergave van kleuren, schakeringen en lichtval te kunnen bereiken. Impressionistische kunst kenmerkt zich door het gebruik van lichte touches van pure kleuren, schilderen in de buitenlucht om het kortstondige licht op bepaalde tijdstippen van de dag vast te leggen, en de objectieve weergave van het alledaagse, eigentijdse leven.
Mededelingen in boeken omtrent het drukken en uitgeven van een boek, meestal afgedrukt op de titelpagina, de achterkant daarvan of, als colofon, aan het eind van het boek.
Machtigingen voor het drukken of publiceren van een geschrift die impliceren dat men akkoord gaat met de inhoud van het geschrift. De term wordt meestal gebruikt in verband met (staats)censuur. Te onderscheiden van 'drukkersprivileges', waarmee de toestemming voor het drukken en verkopen van boeken, meestal uitsluitend voor een vastgestelde tijdsduur, wordt bedoeld.
Spiesvedels, met een klankkast van kalebas bedekt met geitenvel, een steel van leer, 1 snaar van paardenhaar die over een kam naar een inkeping aan het einde van de steel loopt, bespeeld met een strijkstok of door te tokkelen; Toeareg, Noord Afrika.
Te gebruiken voor het mensen doorlopend voorzien van en betalen voor werk. Gebruik 'inhuren' voor het gebruik maken van de diensten van een persoon of personen in ruil voor arbeidsloon of een andere vorm van betaling. Gebruik 'werkgelegenheid' voor de mate of de omvang van de voorziening of de beschikbaarheid van betaald werk voor de bevolking.
Het bijsnijden van gedrukt materiaal, zodat delen van de illustratie of de tekst worden verwijderd. Te onderscheiden van `bloeden (druktechniek)', waarmee wordt verwezen naar het zodanig drukken van een afbeelding dat deze tot de rand van een papier of eventueel een ander drukoppervlak reikt.
Een steen van gebakken klei die veel wordt gebruikt voor sierwerk. Deze steen heeft een ruwe structuur en is vaak veelkleurig.
Een nikkel- en chroomlegering, ontwikkeld door International Nickel Co. en gebruikt voor voedsel- en zuivelapparatuur. Het bevat 79,5% nikkel, 13% chroom, 6,5% ijzer, 0,08% koolstof en kleine hoeveelheden koper, mangaan en silicium.
Wordt gebruikt voor woonruimte die wordt gebouwd in een langzaam, stapsgewijs proces waarbij bouwelementen worden toegevoegd of veranderd door eigenaar-bouwers wanneer ze er geld, tijd of materialen voor hebben.
Stokje gehanteerd om de te lezen tekst in boeken aan te wijzen. Aan het uiteinde is veelal een zilveren handje met uitgestoken wijsvinger bevestigd.
Een dieprood karmijnkleur die wordt gemaakt door lakverfstof geprecipiteerd met aluminiumtrihydraat. Indian lake was ooit een belangrijk kleurmiddel dat al sinds de oudheid werd gebruikt. Het is inmiddels vervangen door synthetische kleuren.
Een reeks gele kleuren die lijken op de kleur van het pigment Indian yellow, oorspronkelijk gemaakt van de urine van koeien die uitsluitend mangobladeren als voer kregen.
Een niet-kristallijnen massieve steen, gevuld met aggregaat en een matrix van 98% calciumcarbonaat in grijs of vaalgeel. Het is een oölitische kalksteen met kleine ronde korrels die op kuit lijken. Bijna de helft van alle kalksteen die in de Verenigde Staten in blokvorm wordt gebruikt, is Indiana-kalksteen.
Ceremoniële feesten die gegeven worden door de Indianen die aan de noordwestelijke kust wonen om rijkdom ten toon te spreiden om zo individuele sociale status te bekrachtigen of te verhogen. De gastheer geeft hierbij overvloedig cadeaus.
Hoofddeksels van de oorspronkelijke Amerikaanse bevolking, onderdelen van ceremoniële onderscheidingstekens en gemaakt van het haar van herten, stekelvarkens en soms elanden of paarden. De indianentooi wordt op zijn plaats gehouden door een scalplok, een kleine lok haar gevlochten op de kruin van het hoofd van de drager.
Term die in de 18e eeuw werd gebruikt voor geïmporteerd Chinees behang.
Natuurreservaten die worden bewoond door inheemse volkeren van Australië en die door de Australische overheid zijn erkend als beschermd gebied. Traditionele inheemse landeigenaren gaan een vrijwillige overeenkomst met de overheid aan waarin de grenzen van het gebied worden vastgelegd, teneinde de biodiversiteit te bevorderen en cultureel erfgoed te bewaren. Een IPA maakt deel uit van het National Reserve System, het stelsel van nationale reservaten van Australië.
Overblijvende waterplant die inheems is in de tropische gebieden in Azië en Australië en die opvallende witte of roze bloemen heeft. Onder gunstige omstandigheden blijven de zaden vele jaren levensvatbaar. In China zijn in de bedding van een drooggevallen meer zaden gevonden van 1300 jaar oud die men nog kon laten ontkiemen, een record voor lotussen. Het is een heilige bloem in de hindoeïstische en boeddhistische iconografie.
Verwijst naar de culturen en stijlen van Indonesië, en weerspiegelt de vermenging van verschillende regionale culturen uit het vasteland van Zuidoost-Azië en Oceanië. De stijl is over het algemeen beïnvloed door de filosofieën van het boeddhisme, hindoeïsme en de islam. Beeldhouwkundige productie in de regio wordt over het algemeen gekenmerkt door megalithische monumenten zoals menhirs, dolmens, stenen sarcofagen, terrasvormige grafheuvels, grote stenen die zijn uitgehakt in de vorm van dieren en mensen, en stenen schedeltroggen. Vroege beeldhouwstijlen in de regio worden gekenmerkt door gelijkmatige vlakken, welvingen, emotieloze uitdrukkingen en bewegingloosheid. Ornamentele werken uit deze regio imiteren Chinese Chou- en pre-Han-werken en tonen bronzen trommels met gemodelleerde flenzen en reliëfornamenten die bestaan uit gestileerde maskers met oorpiercings. Door Indiase stijl geïnspireerde werken worden gekenmerkt door verfijnde bronzen Boeddha's en bodhisattva’s. In de architectuur wordt de stijl gekenmerkt door tempelcomplexen die bekend staan als tjandi’s en candi’s.
Verwijst naar de periode van de expansieve heerschappij van koning Indravarman I (877-890 n. Chr.) tijdens de periode waarin het Angkor-rijk werd gesticht. De stijl van deze periode wordt gekenmerkt door grootse bouwcampagnes, stadsplanning waarbij gebruik wordt gemaakt van uitgebreide irrigatiesystemen, en monumenten en graftombes ter ere van de nalatenschap van begunstigers. Architectuur in deze periode wordt gekenmerkt door de eerste Cambodjaanse tempels die voornamelijk in steen werden gebouwd in plaats van in baksteen met stucwerkversieringen. Tijdens deze periode werd ook het tempel-bergprototype ontwikkeld, een voorloper van toekomstige grotere, koninklijke tempels in Angkor. Beeldhouwkundige ontwikkelingen in deze periode betreffen vrijstaande beeldhouwwerken van meerarmige hindoegoden die worden ondersteund door hoefijzervormige voetstukken, gekenmerkt door een subtiel, gestileerd realisme dat zichtbaar is in de beeldgesneden anatomische details zoals traanbuizen, gedetailleerde haarwrongen, gedeelten van de torso en gedrapeerde kleding.
Hardsoldeermethode waarbij in een verwarmingselement met behulp van elektriciteit hitte wordt geproduceerd, die in de te solderen delen wordt geïnduceerd.
Te gebruiken voor het studiegebied dat tot doel heeft handvaardigheden en de bekendheid met gereedschappen en machines of bekendheid met industriële processen te ontwikkelen. Gebruik 'industriële vormgeving' voor het ontwerpen van door machines te vervaardigen produkten.
Verwijst naar een georganiseerde activiteit waarbij kapitaal en arbeid worden ingezet voor een nuttig doel, om goederen te produceren of om producten te verwerken.
Verwijst naar een verzameling prehistorische objecten of gereedschappen die ongeveer even oud zijn of uit hetzelfde tijdperk dateren en die op één of meerdere verwante archeologische vindplaatsen zijn aangetroffen. Ze fungeren als bewijs voor de oorsprong van de techniek waarmee soortgelijke objecten zijn vervaardigd. Gebruik 'nijverheid (techniek)' voor de stijl en techniek die bij de vervaardiging van de gereedschappen zijn toegepast.
Personen die eigenaar zijn of in het bestuur zitten van een industrieel bedrijf, of die hierin een belangrijke rol spelen.
Bemiddelaars die in de industrie conflicten oplossen tussen arbeid en management.
Verwijst naar gebouwen of groepen gebouwen die bedoeld zijn als behuizing van machines en activiteiten welke ontstonden na de Industriële Revolutie, vanaf het midden van de 19de eeuw.
Verwijst naar een type aardewerk dat voor het eerst werd ontwikkeld rond 1850 door de Thomas Minton-fabriek in Engeland. Wordt gekenmerkt door een rijk gemodelleerd oppervlak met een dikke, gekleurde glazuurlaag. Wordt gewoonlijk gebruikt voor grote objecten zoals parapluhouders, fonteinen, jardinières en figuren.
Verwijst naar gebieden die bestemd zijn voor of hoofdzakelijk bebouwd zijn met bouwwerken waarin industriële activiteiten worden uitgevoerd.
Dit is een 'gidsterm', die niet bedoeld is voor een index of catalogus. Gebruik 'industriële gebouwen' om te verwijzen naar gebouwen of groepen gebouwen die bedoeld zijn als behuizing voor de activiteiten of processen die verband houden met de moderne industrie en machinebouw welke ontstonden na de Industriële Revolutie, vanaf halverwege de 19de eeuw.
Verwijst naar de percelen, gebouwen, machines, apparatuur en roerend goed, gebruikt om een handels- of nijverheidsbedrijf te voeren. Hieronder kan ook vallen een fabriek of werkplaats voor het maken van een bepaald product of alle beschikbare faciliteiten voor productie of dienstverlening. Er is enige overlap in het gebruik van deze term met 'industriële gebouwen', 'industriële complexen' en 'fabrieken (constructies)'.
Te gebruiken voor personen die zijn opgeleid of werkzaam zijn op het gebied van de bedrijfskunde.
Vakgebied waarin men de principes van de technische wetenschappen en wetenschappelijk beheer toepast in industriële ondernemingen om efficiëntie en hoge productiviteit te behouden.
Wordt gebruikt voor gebieden die zijn bestemd en gepland voor zogenaamde schone industrie, en die worden ontwikkeld en beheerd als een eenheid en waar percelen worden aangeboden met alle vervoers- en vestigingsvoorzieningen, doorgaans ook met een aantal multifunctionele gebouwen.
Aanduiding voor nederzettingen, voornamelijk gebouwd sinds de Industriële Revolutie, waarin de werkgelegenheid hoofdzakelijk in fabrieken is. Gebruik 'fabriekssteden' wanneer de werkgelegenheid voornamelijk in fabrieken voor de vervaardiging van papier, staal of textiel te vinden is. Gebruik 'fabrieksdorpen' wanneer nederzettingen doelbewust zijn gebouwd door fabriekseigenaren om arbeiders naar geïsoleerd gelegen plaatsen te trekken.
Soort materiaal, zoals het aggregaat in een betonmengsel, dat de chemische reactie niet beïnvloedt.
Groepen, bewapend, opgeleid en toegerust om te voet te strijden.
In het algemeen te gebruiken voor personen die anderen inlichtingen verstrekken over een feit of gebeurtenis. In de context van wetshandhaving en justitie te gebruiken voor personen die voor anderen belastende inlichtingen verstrekken. In de context van antropologie, linguïstiek, kunstgeschiedenis en andere culturele wetenschappen te gebruiken voor personen die onderzoekers assisteren door informatie te verstrekken vanuit hun eigen verworven of aangeboren kennis.
Wordt gebruikt voor gebouwen of andere bouwwerken die zijn opgebouwd voor de verspreiding van artikelen zoals toeristenbrochures, winkelgidsen, reiskaarten en andere documenten onder het publiek, of voor bouwwerken waar zulke informatie openbaar voorhanden is.
Zowel commerciële als non-profit organisaties, die informatie of documenten (in allerlei media) verschaffen of de toegang er toe vergemakkelijken.
De technologie die zich bezighoudt met het gebruik van micro-elektronica, computers en telecommunicatie om gesproken, beeldende, tekstuele en numerieke informatie te krijgen, bewerken, op te slaan en te verspreiden.
De hiërarchie Informatievormen bevat descriptoren voor tekstuele, grafische en fysieke objecten met als belangrijkste en oorspronkelijke doel het vastleggen of overbrengen van specifieke informatie. Buiten het bestek van de AAT vallen titels van bepaalde teksten, bijvoorbeeld de Koran, en namen van afzonderlijke lettertypen, bijvoorbeeld Bembo. Relatie met andere hiërarchieën: descriptoren voor twee- en driedimensionale werken die voornamelijk zijn bedoeld voor visuele communicatie, in het bijzonder de overdracht van een expressieve betekenis en dus niet van specifieke informatie, zijn opgenomen in de hiërarchie Beeldmateriaal (bijvoorbeeld 'stillevens'). Typen afdrukken die voornamelijk worden gebruikt voor het reproduceren van documenten en technische tekeningen (bijvoorbeeld 'blauwdrukken') worden niet beschouwd als foto's, hoewel ze met behulp van lichtgevoelige procedés tot stand zijn gekomen; om die reden zijn ze hier opgenomen, terwijl foto's en fotomechanische afdrukken zijn opgenomen onder Beeldmateriaal. Descriptoren voor allerlei soorten financiële documenten zijn hier ondergebracht, terwijl objecten die specifiek worden gebruikt bij de uitwisseling van goederen of diensten, of bij de vereffening van schulden, in de hiërarchie Ruilmiddelen te vinden zijn.
Personen die zich bezighouden met (de studie van) de eigenschappen, het verzamelen, het verspreiden en het ophalen van gegevens en informatie, vooral in geautomatiseerde omgevingen, of die informatiesystemen ontwerpen.
Het overbrengen van informatie, met name feiten of gebeurtenissen, aan anderen.
Waargenomen eigenschappen die het resultaat zijn van het reageren van de visuele zintuigen op de golflengte van weerkaatst of overgebracht licht. De belangrijkste kleurdimensies zijn de variabelen of kenmerken kleurschakering, tint en intensiteit. Zie 'kleuren' voor afzonderlijke chromatische kleuren en achromatische kleuren of neutrale kleuren.
Meestal loodrechte voegen die worden gevormd waar de gehele rand of het gehele uiteinde van een onderdeel in een bijpassende huls, groef, of sokkel in een ander onderdeel is geplaatst.
Elk proces waarbij kleine stukjes van één materiaal in een grotere oppervlakte van een ander materiaal worden gevoegd, zodat er een patroon ontstaat.
Personen die zijn geschoold in een technisch vak. In sommige jurisdicties is deze benaming in de technische zin wettelijk beperkt tot personen die een verplichte studie hebben voltooid en voldoen aan de eisen met betrekking tot registratie of vergunning.
Een methode voor het behandelen van huiden en vellen die in het algemeen voorafgaand aan het vervoer naar een looierij wordt gebruikt in de grotere slachthuizen. Na het afstropen en grondig wassen en borstelen om haar en vlees te verwijderen, worden de huiden of vellen in putten of grote schoepen gehangen in een zeer sterke natriumchloride-oplossing zodat het zout het materiaal kan binnendringen. Te onderscheiden van 'pekelen', een nathuisbewerking na een behandeling met enzymen, waarbij huiden en vellen worden gedrenkt in een oplossing van 12% zout en 1,2% zwavelzuur.
Wrijftrommen van het Zoeloevolk in Zuid-Afrika. Ze bestaan uit bolle kleipotten bedekt met geitenhuid en worden bespeeld met een wrijfstok.
Een lange zeearm of een relatief smalle zee-engte tussen het vasteland en een of meerdere eilanden, of een verbinding tussen twee grotere wateroppervlakken.
De hoeveelheid of massa van een object of materiaal dat ruimte inneemt.
Te gebruiken voor het aannemen van de diensten van een persoon of personen voor arbeidsloon of een andere vorm van betaling. Gebruik 'in dienst nemen' voor het doorlopend mensen voorzien van en betalen voor werk. Gebruik 'werkgelegenheid' voor de mate of de omvang van de voorziening of de beschikbaarheid van betaald werk voor de bevolking.
Afdrukken van inkjetprinters die gebruik maken van een computergestuurd afdrukprocedé, waarbij er geen contact wordt gemaakt met het papier, maar waarbij kleine inktdruppels via inktkanalen op het papier worden geprojecteerd.
Computergestuurde afdrukken volgens het nonimpacttype (geen contact tussen bewegende delen en het afdruklint), waarbij kleine inktdruppeltjes via straalpijpjes op het papier worden gespoten.
Gebruik voor de overheidskantoorgebouwen waar de douaneheffing en de accijnzen worden geheven of worden betaald en waar schepen worden geregistreerd en vrijgegeven.
Een vloeibare stof die wordt gebruikt voor tekeningenof overtrektekeningen. Een ondoorzichtig, doorgaans zwart pigment wordt vermengd met een oplosmiddel, zoals water, om een vloeistof te verkrijgen die met een pen of inkt kan worden aangebracht. Tot het eind van de 19de eeuw werd inkt droog aangeleverd, in de vorm van een tablet of staafje dat naar behoeven werd vermalen en opgelost in water. Aan het begin van de 20ste eeuw ging men over op bereide inkt.
Verwijst naar een stijl in de literati-schilderkunst waarin het accent lag op de specifieke relatie tussen inkt als medium en bamboe als thema; er vallen ook kalligrafische werken onder. Het werk is meestal monochroom of subtiel gekleurd, met opzettelijke benadrukking van de penseelvoering die nodig is om de stengels en bladeren van de bamboe te schilderen. Het penseelwerk is verwant aan dat van kalligrafie. Volgens de Chinese cultuur symboliseerde bamboe morele onkreukbaarheid, zuiverheid en het vermogen om tegenslag te overwinnen, alle eigenschappen waarmee de literati zichzelf wilden identificeren.
Flessen waar inkt in wordt verkocht. Gebruik `inktpotten' voor kleine vaten voor inkt die meestal leeg worden verkocht en waar een pen in kan worden gedoopt.
Kleine houders voor inkt waarin een pen kan worden gedoopt. Zie 'inktflessen' voor flessen met inkt bedoeld voor de verkoop.
Standaarden voor inktpotten en schrijfgerei.
Verwijst naar een reeks donkergrijze tot zwartachtige kleuren die lijken op de kleur van zwarte inkt, een vloeibaar materiaal dat wordt gebruikt om mee te schrijven, tekenen en drukken.
Wordt gebruikt voor openingen waardoor lucht of een vloeistof een met gecomprimeerde lucht gevulde ruimte, een pijp of een systeem binnen komt.
Het opnemen of toe-eigenen van een gebied binnen de grenzen van een regeringseenheid.
Kleine kamers, meestal in een huis, gebouwd en gebruikt voor het opslaan van kleding.
Niet geasfalteerde stroken grond aan het einde van landingsbanen die worden vrijgehouden om extra landingsruimte te bieden aan vliegtuigen in noodsituaties.
Te gebruiken voor personen die voor hun beroep of handel goederen en andere objecten, zoals museumstukken en voedingswaren, inpakken voor veilig vervoer en opslag.
Toetreden als lid met bijbehorende toegang tot bepaalde privileges, met name een studie aan een hogeschool of universiteit.
Registratiedocumenten die door de overheid van de Verenigde Staten worden uitgegeven voor vaartuigen van 20 ton of meer die zich uitsluitend bezighouden met binnenlandse handel, kusthandel of visserij.
Wordt gebruikt voor gegraveerde of gebeitelde opschriften, met name met documentatie of herdenking als doel. Bij afdrukken wordt de term gebruikt voor de inhoud van de inscriptie, die meestal geen deel uitmaakt van een langere tekst. Wanneer de term wordt gebruikt in verband met materiaal uit de oudheid, dan kan deze van toepassing zijn op de meeste bewaard gebleven geschreven stukken, ongeacht de lengte, met uitzondering van papyrusrollen. Gebruik 'merktekens' voor gestandaardiseerde symbolen of opschriften die officiële informatie bevatten.
Een insculpatieplaat is een controleplaatje waarop alle keurmerken en -tekens staan die op dat moment in gebruik zijn. De verifiërende waarborgambtenaar gebruikte ronde insculpatieplaten voor externe controles, zoals van goud- en zilversmeden, winkels, markten en veilingen.
Binnenzolen van sommig schoeisel, waarop de voeten rusten; meestal geheel of gedeeltelijk bedekt door de binnenvoering.
Deuren, meestal klein, die openen door een afgewerkte constructie, als in een schacht of muur, die het mogelijk maken om installaties of leidingen die erachter zitten te kunnen inspecteren.
Diverse treinstellen die worden gebruikt voor het inspecteren van het spoor en de grond waar het spoor over loopt.
Balkons waarvan het uiteinde aan de open kant samenvalt met de buitenmuur en die dus niet uitsteken. Vaak hebben ze aan drie kanten muren, pilaren of andere dragers. Ze verschillen van de meeste andere balkons, die gewoonlijk uitsteken.
Noot op een pagina, die aan drie kanten is ingesloten door de tekst. Meestal afgedrukt in een kleiner of groter schrift.
Wordt gebruikt voor centrale ruimten voor nutsvoorzieningen zoals leidingen, liften, brandtrappen en toiletten in gebouwen met meerdere verdiepingen.
Te gebruiken voor werken, gemaakt vanaf de jaren 60 van de 20ste eeuw, waarbij de tentoonstellingsruimte deel uitmaakt van het ontwerp en die actieve betrokkenheid vragen van de kijkers. Installaties worden vaak gemaakt door kunstenaars die zich verzetten tegen het idee dat kunstwerken blijvend moeten zijn of dat kunst handelswaar is.
Verwijst naar tekeningen, vaak door een ingenieur gemaakt, die de locatie aangeven van nutsvoorzieningen, met inbegrip van waterleidingen, brandkranen, rioleringen en andere voorzieningen welke zich meestal op of onder de openbare weg bevinden. Als onderdeel van de bouwprocedure dienen deze tekeningen doorgaans ter goedkeuring te worden voorgelegd aan lokale overheidsinstellingen, zoals openbare werken, gezondheidsinstanties, brandweerdiensten, milieucontrole-instanties enzovoort.
Beschrijft in het algemeen voorwerpen die kunnen worden versteld in een verscheidenheid van geschikte posities, vormen, of opstellingen bestemd voor een bepaald gebruik.
Gebouwen waarin organisaties of verenigingen zijn gehuisvest, of waar regelmatig bijeenkomsten worden gehouden ten bate van literatuur, wetenschap, beroepsuitoefening of onderwijs, en welke activiteiten met 'instituut' worden betiteld.
Alleenstaande huurhuizen of blokken van die huizen, aan één eigenaar toebehorend. LNW. In het antieke Rome.
Verwijst naar de stijl die zich op de Britse eilanden ontwikkelde na de afname van de overheersing door het Romeinse Rijk, over het algemeen vanaf de 5de eeuw. De stijl is zichtbaar in de beeldhouwkunst, ijzerbewerking en andere kunstnijverheid, met name in de ornamentele verluchtiging van manuscripten die in de relatief ontoegankelijk gesitueerde kloosters werd ontwikkeld. Ook werden stijlen op het vasteland van Europa erdoor beïnvloed. Zie Insulair schrift voor de schriften die in deze periode werden ontwikkeld.
Kenmerkende handschriften die werden gebruikt op de Britse eilanden en soms ook op het vasteland tussen de 6de en 9de eeuw, voor sommige teksten tot de 13de eeuw, en ook nu nog voor Gaelische teksten.
Italiaanse methode om steen of marmer in te leggen die zich met name onderscheidt doordat de versieringen figuratief zijn. Het onderscheidt zich van mozaïeken, omdat intarsiawerk nauwkeurig is gesneden om het precies te laten passen.
Tak van de geschiedenis die zich bezighoudt met de evolutie van ideeën, hoe deze ideeën zijn beïnvloed door verschillende factoren en wat er met deze ideeën of gedachten gebeurt onder mensen in een bepaalde maatschappij.
In het algemeen te gebruiken voor hooggeplaatste functionarissen die leiding geven aan of de supervisie of het bevel hebben over een stad of provincie, een overheidsbedrijf of het huishouden van een prins of edele. Wordt met name gebruikt voor administrateurs in die functie, die gouverneurs of vice-gouverneurs werden genoemd in het oude Franse regime in Franse, Spaanse en Portugese kolonies en in sommige Zuid-Amerikaanse landen.
Beschrijft werken die voor een volledige expressie afhankelijk zijn van de interactie met de toeschouwer. Deze term verwijst meestal naar werken waarin computers of andere technologieën een rol spelen. Gebruik 'copy art' voor werken die elementen van ruimte en tijd kunnen bevatten, maar waarvoor de medewerking van de toeschouwer niet is vereist.
Riolen waarin droog-weer afvoeren zich legen vanuit meerdere zijriolen of afvoerbuizen en die ook een bepaalde hoeveelheid regenwater kunnen ontvangen.
Wordt gebruikt voor documenten waarin de stukken van verschillende rechtsgebieden van een overheid zijn vertegenwoordigd.
Artefacten die oorspronkelijk zijn vervaardigd om menselijke activiteiten te vergemakkelijken en te voorzien in fysieke behoeften van mensen in of rond een gebouw, doorgaans door middel van het bieden van comfort, gemak of bescherming.
De hiërarchie Interieurinrichting bevat descriptoren voor hoofdzakelijk verplaatsbare artikelen die comfort, gemak of bescherming bieden in woningen, zakelijke omgevingen of andere openbare ruimten of privéruimten. Interieurinrichting kan functioneel of ornamenteel van karakter zijn en binnenshuis of buitenshuis worden gebruikt. Ook handelsnamen en eigennamen van bepaalde typen interieurinrichting die (vrijwel) volledig zijn ingeburgerd in het algemene taalgebruik zijn in deze hiërarchie opgenomen. Relatie met andere hiërarchieën: objecten die primair fungeren als opslageenheid of andere vorm van houder (bijvoorbeeld 'kaarsenbakken' of 'footlockers') zijn opgenomen in de hiërarchie Houders. Permanente installaties die in gebouwen zijn geïntegreerd (bijvoorbeeld 'altaren' of 'koorschermen') zijn te vinden in de hiërarchie Componenten. Uurwerken en meteorologische instrumenten (bijvoorbeeld 'staande horloges' of 'barometers') zijn ondergebracht in de hiërarchie Meetinstrumenten. Descriptoren voor de diverse vormen van meubelstukken zijn opgenomen in de hiërarchie Kenmerken en Eigenschappen (bijvoorbeeld 'gerond'). Descriptoren voor samenstellende delen van interieurinrichting (bijvoorbeeld 'voetsteunen') zijn ondergebracht in de hiërarchie Componenten. Eveneens in deze hiërarchie vindt u descriptoren voor architecturale elementen die vaak deel uitmaken van een interieurinrichting (bijvoorbeeld 'bogen' of 'frontons'). Abstracte of gestileerde motieven en gestandaardiseerde patronen (bijvoorbeeld 'eierlijsten' of 'driepassen'), beeldbeschrijvende begrippen die telkens terugkeren in de kunstnijverheid, zijn opgenomen in de hiërarchie Ontwerpelementen.
Waterlopen die soms water bevatten en soms droog staan, afhankelijk van het seizoen en de hoeveelheid regen en smeltwater of van andere factoren.
Tak binnen het recht die de onderlinge houdingen tussen soevereine staten regelt, en hun rechten en plichten tegenover elkaar, in oorlog zowel als vrede.
Verwijst naar de stijl die zich ontwikkelde aan de Franse en Bourgondische hoven in het midden van de 14de eeuw en die zich rond 1425 over heel West-Europa verspreidde. De stijl is vooral zichtbaar in de niet- monumentale kunst, waaronder paneelschilderingen, miniaturen, verluchte handschriften, emaillewerk, borduurwerk en gebrandschilderd glas.De stijl kenmerkt zich door een vloeiende elegantie, verfijnde kromlijnigheid, een soepele, slanke weergave van menselijke onderwerpen, speelsheid en een nieuwe belangstelling voor wereldlijke onderwerpen.
Verwijst naar de architectuurstijl die zich na de Eerste Wereldoorlog ontwikkelde in Nederland, Frankrijk en Duitsland, en die zich vervolgens over de wereld verspreidde om tot de jaren 70 van de 20ste eeuw de dominante architectuurstijl te blijven. De stijl kenmerkt zich door de nadruk op volume in plaats van op massa, het gebruik van lichtgewicht, op grote schaal vervaardigde industriële materialen, en de totale verwerping van ornamenten en kleuren. Verder werden repetitieve modulaire vormen en vlakke oppervlakken gebruikt, afgewisseld met vlakken van glas.
Te gebruiken voor de politieke theorie of overtuiging dat politieke activiteiten gericht dienen te zijn op de universele menselijke toestand en niet op de belangen van een bepaald land. Gebruik ‘globalisering’ voor de vergelijkbare filosofische benadering die zich niet beperkt tot de politieke context, maar wordt besproken en toegepast in een bredere maatschappelijke, culturele, wetenschappelijke, ecologische of humanistische context.
Te gebruiken voor studenten van ieder niveau in een vakgebied, zoals medicijnen, die onder begeleiding van ervaren beoefenaars vakkennis in de praktijk opdoen.
Wereldwijd computernetwerk dat gebruikers overal ter wereld toegang biedt tot een veelheid van informatiebronnen en communicatiefaciliteiten. Internet is opgebouwd uit met elkaar verbonden netwerken die opereren op basis van gestandaardiseerde communicatieprotocollen.
Uiteenzettingen, transcripties of verslagen van gesprekken waarin een persoon informatie verkrijgt van een ander, bijvoorbeeld voor onderzoeksdoeleinden, publicatie of uitzending.
Het voeren van een intermenselijke uitwisseling om informatie van iemand anders te verkrijgen, bedoeld voor zaken als journalistiek, werkgelegenheid, publicatie of onderzoek.
De bovenste pleisterlaag in fresco, waar de schilder de afbeelding op aanbrengt terwijl het nog nat is.
Het hebben van directe kennis of zekerheid zonder beredenering of deductie.
Zij die gebukt gaan onder een lichamelijke of geestelijke belemmering die hen kan beperken in hun mogelijkheden om te voldoen aan de eisen van het dagelijks leven.
Benaming die van toepassing is op verschillende soorten stoelen uit het midden van de 19e eeuw die speciaal zijn ontworpen voor zieken en invaliden. Ze hebben vaak een palmechanisme voor het omhoog- of omlaagbrengen van de armleuningen, de rugleuning of het voetensteuntje, of grote wielen voor een gemakkelijke voortbeweging. Gebruik 'touring chairs' voor stoelen uit het eind van de 19e en het begin van de 20e eeuw die voornamelijk voor gebruik door toeristen op promenades waren bedoeld.
Een ijzerlegering die weinig uitzet en ongeveer 36% nikkel bevat; wordt gebruikt voor landmeetkundige precisie-instrumenten en uurwerken.
Oranje blauw gevlochten erekoorden uitgereikt aan de militairen van de Nederlandse Prinses Irene Brigade die in 1944 in Normandië aan land kwamen. Thans ook gedragen door de Fuseliers.
Losvallende lange overjassen of capes met, vaak afneembaar, tot de elleboog reikend schoudermanteltje en nauwsluitende kraag, soms met riem; uit Inverness, Schotland, afkomstig en vooral in de tweede helft van de 19e eeuw in de mode.
Het vullen van de vezels van licht leer, zoals het leer dat wordt gebruikt voor handschoenen, met een emulsie van oliën of vet en water om de vezels waterafstotend en flexibel te maken; wordt onderscheiden van 'touwen', het introduceren van vettige substanties in zwaar leer.
Te gebruiken voor het effect van iemand of zijn werk op andermans creatieve ideeën of werk. Gebruik 'beïnvloeden' voor het uitoefenen van invloed op andermans handelen, gedrag, opvattingen of werk.
Het vullen of afwerken met behulp van voegspecie. In de specifieke context van mozaïekonderhoud het aanbrengen van een vloeibaar bindmiddelmengsel in de ruimte tussen voorbewerkte lagen.
Een grotendeels lichtgroen marmer met witte markeringen dat wordt gewonnen op het eiland Iona. De metamorfe dolomitische kalksteen wordt beschouwd als een van de twee zuivere marmersoorten van de Britse eilanden. De andere is Connemara-marmer.
Chromatografiemethode waarbij een hars of een andere geschikte vaste of dikvloeibare stof in een vloeistof wordt gebracht en daarin bepaalde ionen afgeeft en tegelijkertijd weer andere ionen daaruit opneemt.
Detectors van rook en vuur die werken doordat ze geïoniseerde deeltjes in de lucht waarnemen.
Verwijst naar de stijl die wordt toegeschreven aan de tweede van de drie Griekse architectuurordes en die later samen met de Dorische, Corinthische, Toscaanse en Composite stijl de vijf traditionele klassieke architectuurordes vormde die door de Romeinen, in de Renaissance en ook daarna nog werden gebruikt. De stijl kwam tot ontwikkeling op de oostelijke Egeïsche eilanden van Griekenland en op de kust van Klein-Azië, waarschijnlijk onder invloed van de joodse en Fenicische architectuur waarin gebruik werd gemaakt van zogenaamde lily capitals. Stenen versies uit de 6de eeuw v. Chr. werden gevonden in Griekenland, maar mogelijk waren er eerder al houten voorbeelden. Het kenmerkt zich in de oude Griekse architectuur door een vorm die fijner is dan Dorisch, een kapiteel dat is opgebouwd uit twee zijkrullen, een pilaar die dikwijls een Attische voet heeft en een schacht met dikwijls 24 halfronde groeven met stroken ertussen. Het entablement is afwisselender dan bij Dorisch het geval is, zoals een architraaf met overlappende lijnen, decoratieve mallen aan de bovenzijde en een doorlopende, gebeeldhouwde fries en/of rij kalfstanden onder de deklijst. In de Romeinse en de latere architectuur werd de stijl vaak aangepast, en is voornamelijk herkenbaar aan de krullen van de kapiteel. De stijl onderscheidt zich van de Ionische orde omdat een architectonische orde strikt verwijst naar een specifieke assemblagemethode die is gebaseerd op uniforme, vastgelegde regels en verhoudingen, bepaald door de rol die elk onderdeel moet vervullen.
Genus dat circa 300 soorten bloeiende planten omvat. De naam is afgeleid van het Griekse woord voor regenboog, waarmee wordt verwezen naar de grote kleurenvariëteit van de bloemen binnen deze soort. Irissen zijn inheems in Europa, Noord-Afrika en gematigde delen van Azië en Amerika. De meeste soorten hebben knolachtige (minder vaak bolvormige of vezelige) wortels, zwaardvormige equitante bladeren en opzichtige bloemen.
Wordt gebruikt voor hard, compact, wit steengoed dat in Engeland werd ontwikkeld tijdens de 18e eeuw als een goedkope vervanger voor porselein; van oorsprong uitbundig versierd, maar vooral gebruikt als eenvoudig en goedkoop wit tafelgerei gedurende bijna de hele 19e eeuw.
Kunstmatige systemen die land bewateren om plantgroei te bevorderen.
Verwijst naar de stijl in de kunstnijverheid in Spanje en zijn kolonies tijdens de heerschappij van Isabella I, van circa 1480 tot 1510. De stijl werd beïnvloed door de aanwezigheid van Noord-Europese handwerkslieden en architecten. De stijl toont een versmelting van vormen en motieven uit zowel de Gotische als de Mudejarstijl. In de architectuur worden gebouwen rijkelijk gedecoreerd en kenmerken zich door weelderig snijwerk, stergewelven, wapenschilden, deklijsten in de vorm van stalactieten, en achthoekige koepels.Dezelfde term wordt ook gebruikt binnen de Spaanse historiografie om te verwijzen naar de regeerperiode van Isabella II (1833-1868), maar dit gebruik vindt niet plaats met betrekking tot kunst.
Verwijst naar het samenstel van religieuze overtuigingen en sociale gebruiken dat in de 7de eeuw is ontstaan op basis van de leer van de Arabische profeet Mohammed, die wordt beschouwd als de laatste in een reeks van grote profeten; volgens de islamitische leer zijn dit onder anderen Adam, Noach en Jezus. De islam heeft zich later verspreid in het Midden-Oosten, Afrika, Europa en delen van Azië. De islam wordt gekenmerkt door het geloof in het fundamentele idee dat een gelovige zich 'overgeeft' en zich onderwerpt aan Allah, de schepper van het universum en de schepping als geheel. God is uniek en heeft geen partner of tussenpersoon zoals bij de christelijke drie-eenheid. Maatschappelijke dienstbaarheid en het actief verlichten van het lijden van anderen wordt beschouwd als de enige weg naar verlossing en gebeden en heilige rituelen zijn op zichzelf onvoldoende vormen van overgave aan Allah. De Qur'an (Koran), het heilige geschrift van de religie, is een verzameling onthullingen die, zo gelooft men, door Allah aan Mohammed zijn geopenbaard.
Verwijst naar de aardewerkstijl van circa 5000 v. Chr. die werd gevonden op het Noordelijk Iraans plateau, genoemd naar de archeologische vindplaats Ismailabad. De stijl kenmerkt zich door een grote verscheidenheid aan vormen en geschilderde ontwerpen.
Beton met een lage warmtegeleiding dat wordt gebruikt als warmte-isolatie.
Vensterglas dat is gemaakt van twee glasplaten die van elkaar worden gescheiden door metalen strips aan de zijden van het glas, waardoor een geïsoleerde laag condensvrije lucht tussen de twee platen ontstaat.
Tape met een coating van rubber, pvc of ander materiaal, die is ontworpen voor het leveren van elektrische isolatie en bescherming tegen vloeistoffen en corrosie.
Een verdunde vernis die door middel van verstuiving in een zeer dun laagje wordt aangebracht op olieverfschilderijen om te voorkomen dat de verf kan worden beïnvloed of losgewerkt door de oplossende werking van een volgende laag verf.
Landkaarten die de verdeling van een bepaald kenmerk weergeven, bijvoorbeeld neerslag of vegetatie, door middel van lijnen die punten van gelijke waarde met elkaar verbinden.Te onderscheiden van ‘contourkaarten’ omdat isolijnenkaarten juist niet de hoogteverdeling van een landschap weergeven.
De toestand of eigenschap langs alle assen gelijke fysieke eigenschappen te hebben.
Verwijst naar majolica met doorgaans veelkleurige voorstellingen van historische, mythologische, Bijbelse of allegorische aard die bijna het gehele oppervlak beslaan. Werd voor het eerst vervaardigd rond 1500 en wordt geassocieerd met Urbino. Bij de vroegste voorbeelden werd alleen het diepste gedeelte van borden en schalen beschilderd; later breidde de beschildering zich uit naar de gehele binnenkant. Afbeeldingen waren vaak ontleend aan kunstwerken uit die tijd, vooral kunstwerken die waren gereproduceerd in de gravures van Marcantonio Raimondi.
Een vaalgeel marmer met grote aders dat wordt gewonnen in Istrië in de Adriatische Zee en op sommige Dalmatische eilanden.
Verwijst naar de cultuur van de moderne natie Italië, of in het algemeen naar de culturen die (hebben) bestaan op het laarsvormige schiereiland in de Middellandse Zee.
Verwijst naar de cultuur en de stijlen die in de oudheid bestonden op het Italische schiereiland, voor het ontstaan en de expansie van de Romeinse cultuur. Het omvat de culturen van talloze stammen die ongeveer veertig verschillende talen of dialecten spraken en waarvan de culturen zeer uiteenliepen. De term wordt niet gebruikt voor de Grieken die het gebied koloniseerden, en meestal ook niet voor de Etrusken. In de meest strikte zin verwijst de term alleen naar de culturen die Italische talen spraken, zoals Latijn, Faliskisch, Osco-Umbrisch, Piceens en Venetisch. Deze talen worden algemeen beschouwd als Indo-Europese talen die veel gemeenschappelijke kenmerken vertonen en die zich onderscheiden van het Etruskisch en het Grieks. In sommige verbanden wordt de term ook gebruikt voor de Etrusken en andere preromaanse culturen.
Verwijst naar de stijl en periode die zich ontwikkelde na de verovering van Constantinopel door de legers van de Vierde Kruistocht in 1204, en die duurde tot het begin van de 14de eeuw. De stijl is met name duidelijk aanwezig in het zuiden en midden van Italië, en werd gevoed door de import van draagbare Byzantijnse objecten, door Griekse kunstenaars in Italië en door westerse kunstenaars die terugkeerden van Byzantijns grondgebied. De Italo-Byzantijnse stijl kenmerkt zich door de vermenging van Byzantijnse thema’s, figuratieve soorten en decoratieve elementen met Hellenistisch-Romaans illusionisme, gotische vloeiende lijnen en lokale Italiaanse tradities.
Glanzend karton dat aan beide zijden een klei-coating heeft. Het wordt voornamelijk gebruikt voor menus en drukwerk.
Personen die scrimshaws produceren; oorspronkelijk walvisvaarders die aan boord walvistanden en -baleinen bewerkten.
Theriantropische beeldhouwwerken van de Afrikaanse volkeren Isoko en Uhrobo, ter herinnering aan vroegere krijgers en ambtsbekleders. Ook gebruikt om het beginsel van standvastigheid en agressie te vieren. Ze bestaan meestal uit een bek als van een nijlpaard op vier grote poten met daarbovenop verschillende uit hout gesneden figuren.
Kleine boom of struik met opvallende dikke knoesten op de twijgen.
Schaalvormige gevlochten potdeksels, vervaardigd en gebruikt door de Zoeloes en andere volkeren in zuidelijk Afrika, traditioneel gemaakt van gras of meer recentelijk van gekleurde telefoonkabels. Soms ook gebruikt als schalen waarop kleine dingen of droog voedsel kan worden gelegd.
Zulu-halskettingen gemaakt van houten kralen, zaden, botten, horens, tanden en/of klauwen. Nadat hij zich volgens de koning heeft onderscheiden op het slagveld, mocht een krijger een halsketting maken als teken van moed. De ketting was een unieke creatie van de krijger, die haar zelf ontwierp, de kralen zelf sneed en de ketting zelf reeg.
Boeken die jaarlijks worden uitgegeven als een rapport of overzicht van de statistische gegevens of feiten van een kalenderjaar, bedoeld als naslagboeken.
De letter van het alfabet die in zilver wordt gestampt om het jaar waarin het werd gemaakt of geijkt aan te geven; wordt vooral in Engeland toegepast.
Documentatie die een samenvatting geeft van de activiteiten van een organisatie gedurende een jaar.
Hout van verschillende bomen van het genus Jacaranda, inheems in het Caribisch gebied, het tropische deel van het Amerikaanse continent, Florida en Californië. Jacaranda is een geurig sierhout dat wordt gebruikt voor houtsnijwerk, kleine decoratieve voorwerpen, piano's, heften, kasten en dure meubels. De term wordt ook vaak gebruikt als een algemene term voor het genus Jacaranda en voor verschillende soorten palissanderhout, wat zelf een algemene term is die verwijst naar verschillende soorten van de genera Dalbergia en Melanorrhoea.
Ligplaatsvoorzieningen voornamelijk voor kleine recreatievaartuigen.
Grote gevlekte katachtige die tegenwoordig alleen nog maar voorkomt in Afrika ten zuiden van de Sahara en in het noorden van Iran. De vacht is lichtgeel met kleine zwarte stippen. Het dier heeft een lange ruggengraat, lange poten en efficiënte interne organen, waardoor het een snelheid kan bereiken van 110 km/u.
Zowel te gebruiken voor viermasters uit het einde van de 19e en het begin van de 20e eeuw, vierkant getuigd aan de twee voorste masten en met gaffeltuig aan de achterste twee masten, als voor driemasters uit het begin van de 19e eeuw, vierkant getuigd aan de fokkenmast, met gaffeltuig aan de bezaansmast en zowel ra- als gaffelzeilen aan de grote mast.
Wijnglazen waarop versieringen zijn gegraveerd die steun verraden voor de aanspraak van de jacobieten op de Engelse troon. Voor het eerst geproduceerd in 1688 en in grote aantallen na 1745. Ze werden gebruikt om met heildronken loyaliteit te betuigen aan de jacobitische zaak, wat neerkwam op landverraad. Tot de gegraveerde versiering behoren jacobitische lofzangen en symbolen zoals de roos met twee knoppen (voor de oude en de jonge troonpretendent), lelietjes-van-dalen, narcissen, eikenbladeren en motten. Jacobite-glazen zijn op grote schaal vervalst of later voorzien van hun versiering.
Term gebruikt voor grote, meestal ongezoomde beddenspreien met ingewikkelde patronen en rijkbewerkte randen die met een speciaal mechanisch hulpstuk aan het weefgetouw zijn geweven. Geen Nederlands equivalent.
Jassen die bij een pak behoren, met panden en een voorkant die is weggesneden bij de taille en in een boog naar beneden loopt tot achter de knie; afgeleid van jassen die worden gedragen bij het paardrijden.
Een hard, fijnkorrelig gesteente samengesteld uit jadeiet of nefriet waarvan de kleur gewoonlijk varieert van donkergroen tot groenwit. Het heeft een hoge glans en wordt al heel lang gebruikt voor juwelen en siervoorwerpen.
Verwijst naar een reeks groenachtige kleuren die lijken op de kleur van jade, een edelsteen die is samengesteld uit jadeiet of nefriet.
Het meest voorkomende Europese type jachtgeweren tussen het einde van de 17e en het midden van de 19e eeuw, gekenmerkt door een korte achthoekige loop met een groot kaliber, een zware geweerlade en koperen beslag. Van oorsprong uitgerust met vuursteensloten, maar na 1820, in Nederland na 1840, meestal voorzien van percussiesloten.
Te gebruiken voor de verhoogde plinten of verhogingen waarop tempels en bijbehorende heiligdommen zijn geplaatst.
Korte zwaarden of grote zware messen of dolken gebruikt door jagers; vaak met een speciale schede die voorzien is van kleine zakjes voor het dragen van gereedschap voor het in stukken snijden van de buit. Ook wel bekend als 'rambomes'.
Grootste katachtige in de Nieuwe Wereld. Het dier komt voor in het gebied dat zich uitstrekt van de Amerikaans-Mexicaanse grens tot Patagonië in Argentinië. Het verspreidingsgebied is echter sterk gekrompen. De vacht is oranje tot geelbruin met zwarte vlekken die in rozetten zijn gearrangeerd met een zwarte vlek in het midden. De basiskleur van de jaguar varieert enorm, van wit tot zwart. Bruine en zwarte jaguars lijken een homogene kleur te hebben, maar ook zij hebben vlekken die vaag zichtbaar zijn.
Leden van een middelgrote katachtige soort die wordt aangetroffen in beboste streken en kreupelhout, in het bijzonder in de nabijheid van water, in Mexico en Midden- en Zuid-Amerika. Jaguarundi's hebben korte poten, korte geronde oren, een effen vacht zonder vlekken die in twee fasen voorkomt, een zwart- tot bruingrijze fase en een rood- tot kastanjebruine fase, die voorheen als afzonderlijke soorten werden beschouwd (terwijl nu wordt erkend dat beide fasen kunnen voorkomen in één worp). Deze katachtige vertoont een zekere gelijkenis met de otter. genus van één voornamelijk Zuid-Amerikaanse soort.
Algemene term voor de leden van vier soorten middelgrote hondachtigen die worden aangetroffen in Afrika, Azië en Zuidoost-Europa, en die een ecologische niche vullen voor kleine tot middelgrote dieren, aaseters en omnivoren, die gelijkenis vertonen met de coyote in Noord-Amerika.
Verwijst naar de Engelse stijl in de architectuur en beeldende en decoratieve kunsten tijdens de regeerperiode van James I van 1603 tot 1625. Gedetailleerde en juweelachtige portretten domineerden de schilder- en miniatuurschilderkunst, terwijl de decoratieve kunsten zich kenmerken door weelderig houtsnijwerk, bolle en draaiende vormen en motieven zoals schilden, distels en granaatappels. In de architectuur werden Renaissancevormen en -motieven gecombineerd met details die waren afgeleid van het Noord-Europese maniërisme, met kenmerken zoals Nederlandse gevels, balustrades en vlechtbandmotieven.
Verwijst naar de kunst en architectuur van de islamitische dynastie met dezelfde naam die regeerde over Irak en Azerbeidzjan van 1336 tot 1432. De architect van de vroege Jalayirids bleef werken op de manier van de vroegere lokale stijlen, met een nadruk op geometrisch metselwerk, stucdecoratie en fijne inscripties. Het belangrijkste gebouw uit deze periode is het funeraire complex dat werd gebouwd in de periode 1356-1359 door Mirjan, de emir die de stad regeerde. Manuscriptillustratie floreerde ook gedurende deze periode, vooral onder het patronaat van Ahmed (regeerde in de jaren 1382-1410). In deze werken werden pictorale elementen uit China en het Nabije Oosten gecombineerd met een nieuwe methode voor het afbeelden van ruimte.
Bedekkingen die beweegbaar of afneembaar zijn en worden gebruikt om de hoeveelheid zicht en licht te regelen. Ze bestaan uit horizontale of verticale stroken die kunnen worden geopend of gesloten, waarbij de hoek die de stroken maken meestal kan worden ingesteld op verschillende hoeveelheden licht. Gebruik 'blinden (vensterbedekkingen)' voor jaloezieën die permanent aan gebouwen zijn bevestigd. Gebruik 'louvres' voor dergelijke bedekkingen van hout. Geef de voorkeur aan 'schermen (bedekkingen)' voor eveneens beweegbare bedekkingen die niet uit stroken bestaan.
Assemblages van hellende, elkaar overlappende bladen, latten of schotten die vast kunnen zitten of verstelbaar kunnen zijn. Gemaakt om regen en sneeuw te weren, om lucht en licht in verscheidene mate binnen te laten, om een lichtbron vanuit bepaalde hoeken af te schermen, of om ongewenst licht te absorberen. Worden gebruikt bij deuren, ramen, verlichtingsapparaten en de in- en uitlaten van mechanische ventilatiesystemen. Voor gelijksoortige, maar beweegbare en afneembare, instrumenten die bestaan uit latten of baffles als bedekking voor openingen om zicht of licht te verhinderen of te reguleren, gebruik 'jaloezieën (bedekkingen)'.
Kleine lepels die voornamelijk worden gebruikt om jam uit een jampot te scheppen.
Verwijst naar een regionale school van Pahari-miniatuurschilderkunst die wordt geassocieerd met de staat Jammu in het heuvelgebied van Rajput, ooit de machtigste groep staten ten westen van de rivier de Ravi, het heuvelgebied van Pahari. In de loop der jaren hebben er verschillende visies bestaan op Jamma als centrum van schilderkunst. Sommige schilderkunst die oorspronkelijk als vroeg Jammu-werk werd beschouwd, wordt tegenwoordig bij de Basohli-school ingedeeld. De schilderkunst in Jammu uit het midden van de 18de eeuw wordt in verband gebracht met Nainsukh, een belangrijk Pahari-schilder. De 'Bahu Shangri Ramayana' (circa 1710) maakt deel uit van de grote reeksen schilderijen die in de Pahari-heuvels werden geproduceerd. Kenmerkend voor dit geïllustreerde epos zijn de heldere kleuren, het zwierige ontwerp en de ingenieuze compositie. De stijl was evenwel een kort leven beschoren, aangezien de naturalistische stijlen overal in het Pahari-heuvelgebied in opmars waren. Na de vestiging van de machtige Dogra-dynastie onder Gulab Singh, halverwege de 19de eeuw, groeide Jammu uit tot een voornaam centrum van schilderkunst dat veel kunstenaars van buiten aantrok. Schilders uit Guler, Kangra en de hoogvlakten van Punjab werkten eveneens voor de Dogra-heersers, maar gebruikten oudere schilderstijlen. Halverwege de 20ste eeuw kwam er een einde aan de traditionele Jammu-schilderkunst.
Kleine potten voor het serveren van jam of confitures, meestal met een deksel dat vaak een inkeping heeft voor de steel van een jamlepel en een vaste bordachtige onderzetter. Is soms onderdeel van een ontbijtservies.
In verband met de antieke Romeinse architectuur verwijst deze term doorgaans naar doorgangen die aan beide uiteinden konden worden afgesloten. Oorspronkelijk fungeerden deze constructies als bruggen of kruisingen van het pomerium. De term werd later gebruikt voor poorten en in de loop der tijd werden stijl-en-kalf-deuren vervangen door bogen. Later werden jani ook overwelfd. Er waren diverse opmerkelijke jani in Rome, waarvan de Janus Geminus de belangrijkste Janus-schrijn van de stad was. Wanneer de poorten van de Janus Geminus gesloten waren, was Rome in oorlog en wanneer ze openstonden, leefde de stad in vrede. Het is niet bekend of alle jani op de een of andere manier heiligdommen waren, maar de term heeft beslist een religieuze bijbetekenis.
Hout van de soorten Acer palmatum, afkomstig uit Japan. Het heeft crèmekleurig spinthout dat niet heel duidelijk te onderscheiden is van het kernhout, het kan echter wel een roodachtige toon hebben. Het wordt gebruikt voor het maken van meubels, panelen, vloeren voor bowlingbanen, danszalen en warenhuizen en als decoratief fineer.
Te gebruiken voor verscheidene soorten oosters papier die met de hand worden gemaakt, meestal met lange vezels. Gebruik 'rijstpapier' alleen voor papierachtig materiaal gemaakt van de kern van de rijstpapierboom.
Struik of kleine boom die zijn bladeren verliest en inheems is in Japan, Noord-Korea, Zuid-Korea, China, Mongolië en Zuidoost-Rusland. De Japanse esdoorn kan 10 meter hoog worden en behoort gewoonlijk tot de ondergroei van schaduwrijke bosgebieden. De struik of boom heeft soms meerdere stammen die dicht bij de grond aan elkaar vastzitten. Er zijn een groot aantal cultivars gekweekt, en zelfs in het wild vertonen zaailingen van dezelfde moederplant een opvallende variatie wat betreft de kleur en vorm van de bladeren.
Alle soorten��Japanse keramiek. De term is afgeleid van de stad Seto, een belangrijke producent van gebruiksvoorwerpen in de vroegmoderne periode
Middelgrote tot grote bladverliezende, kegeldragende lariks die een hoogte van 20-40 m kan bereiken. Wordt gekweekt voor productiehout.
Wordt gebruikt voor tuinen die zijn aangelegd vanuit de Shintoïstische, de Boeddhistische of de Zen-filosofie met betrekking tot de relatie tussen mens en natuur. De tuinen worden doorgaans gekenmerkt door eenvoudige asymmetrische ontwerpen en gedomineerd door gesnoeide groenblijvende planten. Ook treft men er vaak bruggen, rotsen, stapstenen, bijeengeharkt grind en stenen lantaarns aan; hiermee wordt getracht een voor contemplatie en meditatie geschikte entourage te creëren.
Was verkregen van een variëteit van de looiersboom die in Japan voorkomt; wordt gebruikt als een hechtmiddel.
Losvallende, tot de enkel reikende herengewaden, die informeel werden gedragen van de 17e tot begin 19e eeuw, oorspronkelijk naar het model van de Japanse kimono, maar later ook verzamelnaam voor soortgelijke, doch minder op de kimono gelijkende, gewaden.
Houders waarin planten worden gekweekt, of waarin ze worden geplaatst voor decoratieve doeleinden; bovenkant soms gevoerd met lood; ze komen voor in een grote verscheidenheid aan vormen, maten en decoratie.
Verwijst naar de periode aan het eind van het 7de en het begin van het 6de millennium v.Chr. in Mesopotamië, genoemd naar de archeologische vindplaats Jarmo in het Zagrosgebergte.
Verwijst naar een periode en cultuur in de Noord-Europese IJzertijd die floreerde van circa 600 tot circa 300 v. Chr., vooral tussen de rivier de Oder en de Weser. Jastorf kenmerkt zich door specifiek aardewerk en metalen voorwerpen, zoals riemgespen en bladbronzen riemen die werden beïnvloed door de Halstatt-cultuur in het zuiden.
Verwijst naar de periode en de stijl die in het algemeen worden geassocieerd met het eiland Java. In de beeldhouwkunst kenmerkt de stijl zich door bronswerk dat sterk is beïnvloed door de Dông-son-cultuur en de Indiase culturen. Voor beeldsnijwerken werd veel gebruik gemaakt van been en schildpad. Naarmate de islam zich in de 15de eeuw over Java verspreidde, werden de beeldhouwstijlen meer gekenmerkt door diep ingesneden reliëfs met een levendige maar minder verfijnde dynamiek en werden religieuze thema's als verlossing en redding afgebeeld. De bouwstijl uit deze periode kenmerkt zich door de candi, een tempelcomplex met meestal een dakstructuur die bestaat uit in lagen aangebrachte stenen, versierd met arkels, basementen met rond lijstwerk, cellae en beeldhouwwerken van banaspatikoppen. Granaten, kristallen, parels, ivoor en amethisten werden gebruikt in armbanden en halskettinghangers. De hofsieraden zijn voorzien van ingesneden iconografie. Op Java werden ook manuscripten geïllumineerd met afbeeldingen van islamitische onderwerpen.
Verwijst naar de periode en stijl van de regeringsperiode van koning Jayavarman II (802-850 n. Chr.). Drijfveren voor de kunstproductie in deze periode waren de onafhankelijkheid van de Khmer, het gecentraliseerde en vergoddelijkte karakter van de Khmermonarchie, de vestiging van de devaraja-cultuur als officiële staatsgodsdienst en de hereniging van het oude koninkrijk Chen-la, hetgeen later zou leiden tot de vorming en uitbreiding van het Angkor-rijk.
Verwijst naar de periode van het bewind van koning Jayavarman I (657-681 n. Chr.) over het pre-Angkor koninkrijk Chen-la. De kunstzinnige producten in deze periode zijn geënt op hindoevoorbeelden en geïnspireerd op de Indiase heldendichten Mahabharata en Ramayana.
Verwijst naar de periode van de heerschappij van koning Jayavarman IV (921-944 n. Chr.) en de verplaatsing van de hoofdstad van Angkor naar Koh Ker. De stijl van deze periode wordt gekenmerkt door de onafgebroken ontwikkeling en uitbreiding van de tempel-bergconstructies.
Verwijst naar de periode van de heerschappij van koning Jayavarman V (968-1001 n. Chr.). Een voorbeeld van de bouwkundige stijl van deze periode is de staatspaleistempel, Ta Keo, die zich bevindt in het centrum van de hoofdstad Jayendranagari, en de Banteay Srei, een versierde tempel die wordt gekenmerkt door colonnetten en lateien in archaïsche stijl en die timpanen bevat met taferelen uit de Indiase mythologie. Deze periode wordt over het algemeen gekenmerkt doordat nog steeds zandsteen wordt gebruikt en door de verdere ontwikkeling van gelaagde, piramideachtige tempelconstructies.
Verwijst naar de periode van de heerschappij van koning Jayavarman VII (1181-1220 n. Chr.) over het Angkor-rijk. Deze periode wordt gemarkeerd door de triomfantelijke verdrijving van de Chams-indringers uit Angkor. Deze periode kende een uitzonderlijke bouwactiviteit, en de stad werd versterkt ter verering van de almacht en het gecentraliseerde gezag van de koning en de instelling van Mahayana-boeddhisme als de staatsreligie. De architectuurstijl uit deze periode is verbonden met kolossale tempel-bergen die zijn gesitueerd in het centrum van de hoofdstad Angkor Thom. Bij tempels die zijn gebouwd in deze periode ging het in toenemende mate puur om de grootte en raakten de subtiele proporties van vroegere tempelstijlen op de achtergrond. In deze periode werden ook voor het eerst 'gezichtstorens' gebouwd in de tempelarchitectuur, grote stèle-superconstructies die in de hoofdrichtingen werden geplaatst en die werden versierd met grote gezichten op elke zijde, die de suprematie symboliseerden van de bodhisattva Lokeshvara en van de koning. Beeldhouwkundige stijlen uit deze periode weerspiegelen religieuze eenheid, grootsheid en uitbundigheid, door middel van nadruk op overdreven symboliek.
Vaak geïmproviseerde muziek, oorspronkelijk rond het begin van de 20ste eeuw ontwikkeld door Afro-Amerikanen uit elementen van blues en ragtime, met syncopische ritmes en een Europese harmonische structuur. Jazz bleef zich gedurende de 20ste eeuw ontwikkelen en kende talrijke fasen, bijvoorbeeld die van de swingstijl uit New Orleans en van de 'free jazz', die ontstond aan het einde van de jaren vijftig van de 20ste eeuw. Daarom heeft jazz ook geen exacte definitie, hoewel het zelden volledig gecomponeerde muziek betreft.
Te gebruiken voor kleine, multifunctionele, robuuste militaire voertuigen met vierwielaandrijving en een capaciteit van een kwart ton, die werden geïntroduceerd in 1941; na de Tweede Wereldoorlog werden ze voor burgergebruik geproduceerd als een gepatenteerd merk.
Christelijke sekte die is gesticht door Charles Taze Russell, aan het eind van de 19de eeuw. Russells opvolger Joseph Franklin Rutherford koos in 1931 voor de naam 'Jehova's getuige'. De sekteleden geloven dat Jehova (Jahweh) de ware God is en dat Jezus Christus de zoon van God is. Doel van de sekte is het stichten van wat zij beschouwen als het Koninkrijk Gods, dat volgens hun overtuiging zal ontstaan na de Apocalyps van het Armageddon. Doorgaans onderhouden Jehovagetuigen geen banden met geloofsrichtingen, en zij aanvaarden geen aardse autoriteit. Ze stemmen niet en vieren evenmin religieuze hoogtijdagen of nationale feestdagen, en de leden zijn principiële dienstweigeraars. Ze gaan van deur tot deur om hun geloof te verkondigen en hun publicaties 'De Wachttoren' en 'Ontwaak!' aan de man te brengen. Deze publicaties verschijnen in 80 talen.
Drinkglazen van uiteenlopende vorm, voor het serveren van jenever. Ze lijken op wijnglazen maar zijn kleiner.
Pullovers van gebreid materiaal met korte of lange mouwen; kan een trui, een overhemd of een tuniek zijn.
Kruisen met armen die uitmonden in kruisjes, met extra kleine kruisen in de vier open hoeken van de kruising van de armen van het grotere kruis.
Porselein uit China vervaardigd tijdens de Tj'ing-dynastie, versierd met christelijke onderwerpen die waren overgenomen van Europese gravures.
Te gebruiken voor diverse soorten gemotoriseerde vaartuigen die zijn uitgerust met vleugels of draagvleugels onder de romp om op hoge snelheid het schip uit het water te tillen.
Te gebruiken voor mensen die onder de leeftijd van volwassenheid zitten, in het algemeen personen van 17 jaar en jonger.
Literair of artistiek werk dat de maker heeft vervaardigd in zijn kindertijd of jeugd; wordt meestal gebruikt om deze werken te onderscheiden van later, volwassen werk.
Een rooms-katholieke orde voor mannen die in 1540 werd gesticht door de heilige Ignatius van Loyola, een Spaanse soldaat die zich tijdens het herstel van een oorlogswond bekeerde tot het geloof. Het is een niet-contemplatieve orde die strikte gehoorzaamheid, naleving van Ignatius' Geestelijke Oefeningen en bijzondere trouw aan de paus vereist. De jezuïeten zwoeren veel middeleeuwse gebruiken af, waaronder de verplichting tot regelmatige penitentie en vastentijden, uniforme kleding en de gezamenlijke voordracht van de liturgische dienst. Andere vernieuwingen waren de zeer gecentraliseerde gezagsvorm met een levenslange ambtstermijn voor het hoofd van de orde, gradatie van leden, een jarenlange proeftijd voorafgaand aan de gelofte en het ontbreken van een vrouwelijke tak. De jezuïeten voeren verschillende soorten missiewerk uit, met de nadruk op scholing. De orde heeft overal ter wereld talrijke onderwijsinstellingen opgericht. De jezuïeten waren de belangrijkste geloofsverdedigers van de rooms-katholieke kerk, vooral ten tijde van de Contrareformatie. Meer recent was de orde van grote invloed op de modernisering van de kerk.
Verwijst naar de stijl van porselein dat werd vervaardigd tijdens de late Ming-dynastie, tussen 1522 en 1566. De stijl wordt gekenmerkt door blauw-wit en geëmailleerd polychroom aardewerk, waarbij ook lampetkannen en kalebasvormig vaten werden geïntroduceerd. Bij groter vaatwerk werd het oppervlak vaak verdeeld in een reeks formele en informele banden.
Verwijst naar de porseleinstijl die ontstond tijdens de regeerperiode van keizer Jiaqing, 1796-1820. De stijl kenmerkt zich door producten zoals snuifflessen, figuren en flessen in diverse modellen waarop geschilderde blauwe en roodkoperen ontwerpen, allerlei emailleringen en monochrome glazuren zijn aangebracht.
Verwijst naar een Chinese dynastie die de Wei opvolgde. De Westelijke Jin kende een bloeitijd van 265 tot 316 n. Chr., en de Oostelijke Jin van 317 tot 420 n. Chr.
Shinto-heiligdommen.
Coix zaden van Coix lacrima jobi een grassoort uit Zuid-Oost Azië die traanvormige, glimmende, harde zaden produceert die lijken op parels. Ook bekend als 'Jobs tranen'. Ze varieren in kleur van wit, witgrijs naar allerlei grijstinten inclusief sommige geelgrijstinten.De zaden worden vooral gebruikt om kettingen, rozenkransen en andere sieraden van te maken omdat ze van nature een opening aan de boven- en onderkant hebben, waardoor je makkelijk een naald kunt steken. Het is ook een voedselgewas, een medicijn in delen van Azie.
Verwijst naar de beeldhouwstijl die is ontwikkeld door de kunstenaar Jocho (gest. 1057). De stijl kenmerkt zich door de introductie van een techniek voor houtassemblage die meer vrijheid bood en sierlijker uitdrukkingsvormen mogelijk maakte.
Helmen die tijdens de Romeinse overheersing alom werden gebruikt in Europa, met een halfronde, licht gebolde helmkap met een kleine knop erop en wangstukken die met scharnieren aan de zijkanten zijn bevestigd en onder de kin worden vastgeknoopt. Ze kwamen oorspronkelijk uit Gallië en werden door de Romeinen overgenomen in de 6e eeuw v.C.
Broeken die wijd om de heupen en dijen vallen, nauw toelopen bij de knie en nauw sluiten van de knie tot de enkel, vooral met laarzen gedragen bij het paardrijden of wandelen. Gebruik 'rijbroeken' voor broeken die wijd zijn rond de heupen en tot de kuit reiken.
Een school van het Reine Land-boeddhisme in Japan, die is gericht op de genade en de macht van de amida-boeddha, de boeddha van het allesomvattende licht en intense ontferming. Door de genade van Amida kan iemand worden herboren in het paradijs van Amida of het Reine Land, om van daaruit uiteindelijk het nirwana te bereiken. De school werd in 1175 gesticht door Honen, die de nadruk legde op het gebruik van 'nembutsu', het herhaaldelijk aanroepen van de amida-boeddha. Jodo is de op een na grootste school van het Reine Land in Japan.
Verwijst naar de grootste richting binnen het Japanse boeddhisme. Jodo Shinshu werd gesticht door Shinran (1173-1262) en georganiseerd door Rennyo (1414-1499) en is gebaseerd op een simpele maar wel exclusieve toewijding aan Amida. Shinran, een leerling van Honen, was radicaler dan zijn leermeester en geloofde dat Amida’s genade van belang is voor een goed mens en daarom nog relevanter is voor een zondig mens. Vertrouwen op Amida is alles wat er nodig is voor bevrijding. Slechts één oprechte recitatie van de 'nembutsu' is nodig om te worden wedergeboren in het Zuivere Land van Amida. De nembutsu wordt veeleer beschouwd als een uiting van dankbaarheid dan als een smeekbede om vertrouwen. Dit en andere aspecten van Jodo Shinshu (bijvoorbeeld dat het een lekenbeweging is zonder monniken of kloosters) maakten de beweging uiterst populair. Zij raakte in de 17de eeuw verdeeld in twee facties, de Otani en de Honganji. Beide zijn tegenwoordig nog altijd invloedrijk en populair en hebben hun hoofdtempels in Kyoto.
Kruizen waarbij elke arm zich verbreedt en eindigt in twee punten.
Klosachtig speelgoed dat bestaat uit twee kleine dikke schijven die in het midden aan elkaar zijn verbonden met een korte deuvel waar een touwtje omheen is vastgemaakt waaraan de jojo rond kan worden gewenteld; afkomstig uit het oude Verre Oosten en in het Westen niet bekend tot in de 20e eeuw.
Te gebruiken voor kleine scheepsboten van minder dan 6 m lang en vier tot zes riemen; hangen vaak aan davits op het achterdek van een schip.
Decanteerfleswagentjes in de vorm van een marinejol, rustend op vier wielen of kleine rollers, met twee grote ronde uitsparingen voor decanteerflessen en soms twee kleinere uitsparingen voor de stoppen. Geen Nederlands equivalent.
De belangrijkste en plechtigste feestdag op de joodse liturgische kalender, die wordt gevierd op 10 tisjri (in september of oktober). Deze dag, waarmee de tien dagen van boetedoening eindigen die beginnen op het joodse Nieuwjaar, is een dag van verlossing en verzoening met God. Joden moeten zich onthouden van eten, drinken en seksuele omgang, en al het werk dient te worden gestaakt. In de Bijbel wordt Grote Verzoendag 'Sabbat Sabbaton' genoemd, dat 'sabbat van de plechtige rust' betekent. Extreem orthodoxe joden dragen soms lange witte mantels ('kippelot') en verbieden het dragen van leer en het inwrijven van olie. De vooravond en de hele dag van Grote Verzoendag wordt doorgebracht in gebed en meditatie. Vergeving van anderen vragen en ontvangen betekent vergeving door God. De ceremonies op Grote Verzoendag worden besloten met slotgebeden en het blazen op de sjofar. Vóór de verwoesting van de tempel in Jeruzalem voerde de hogepriester een ingewikkelde offerceremonie uit, aan het einde waarvan een geit (de zondebok) de wildernis in werd gedreven, symbolisch de zonden van Israël met zich meenemend.
Loden munten die gedurende ceremonieën rond de verkiezing van de 'jongensbisschop' ter gelegenheid van het sint-nicolaasfeest in middeleeuws Europa werden gebruikt.
Te gebruiken voor inheemse zeilschepen die vooral veel voorkomen in de wateren rond China en Java en platte bodems, hoge achterstevens met een vierkante boeg en twee of drie masten hebben.
Verwijst naar de monotheïstische religie van het joodse volk, waarbij het geloof centraal staat dat de oude Israëlieten de aanwezigheid van God ervoeren in menselijke gebeurtenissen. Joden geloven dat één God de Israëlieten uit hun gevangenschap in Egypte heeft bevrijd, de structuur van een gemeenschappelijk en individueel leven aan hen heeft onthuld en hen heeft uitverkoren als een heilig volk dat als voorbeeld moest dienen voor de gehele mensheid. De Hebreeuwse bijbel en de Talmoed zijn de belangrijkste bronnen voor de spirituele en ethische principes van het jodendom. Deze religie, waarvan de oorsprong teruggaat naar de tijd van Abraham, legt meer de nadruk op het tot uitdrukking brengen van het geloof in de vorm van rituelen dan in de vorm van abstracte doctrines. De sabbat, die begint bij zonsondergang op vrijdag en eindigt bij zonsondergang op zaterdag, is een centraal element van de religie; er is ook een jaarlijkse cyclus van religieuze feestdagen en vastendagen. Het jodendom heeft een zeer uiteenlopende ontwikkelingsgeschiedenis die bijna 4000 jaar beslaat en is uitgemond in diverse stromingen: de orthodoxe, conservatieve en reformistische stroming.
Scholen voor kinderen waar joodse onderwerpen, de Hebreeuwse taal of beide worden onderwezen, meestal in een synagoge en bestuurd onder conservatief of hervormd-joodse auspiciën. Gebruik 'talmoedscholen' voor orthodox-joodse dagscholen.
Wordt gebruikt voor scholen voor kinderen waar joodse onderwerpen, de Hebreeuwse taal of beide worden onderwezen, meestal in een synagoge en bestuurd onder conservatief of hervormd-joodse auspiciën. Gebruik 'talmoedscholen' voor yeshivas, orthodox-joodse dagscholen.
Beitels met een brede, dikke rand om steen grof te hakken.
Jassen die aan de voorkant over de hele lengte kunnen worden dichtgeknoopt en met een kleine kraag, gedragen bij het paardrijden, voornamelijk gedragen door vrouwen in de 18e eeuw in koloniaal Amerika. Geen Nederlands equivalent.
Wordt gebruikt voor boeken waarin verslag wordt gedaan van de activiteiten of de transacties van een persoon of een organisatie en die onder meer documenten omtrent financiële transacties bevatten. Gebruik `dagboeken' wanneer voor boeken waarin een auteur op persoonlijke wijze verslag doet van zijn ervaringen, standpunten of observaties.
Te gebruiken voor het communicatieterrein dat zich bezighoudt met het verzamelen, verwerken en distribueren van nieuws en gerelateerde commentaren, via gedrukte en elektronische massamedia.
Acroniem voor Joint Photography Experts Group, een commissie van de ISO (International Standards Organization). Verwijst naar de bestandsindeling of het compressieschema voor verkleining van de bestandsgrootte van afbeeldingen op het World Wide Web.
Verwijst naar de periode en kunststijl die samenviel met de heerschappij van de opvolgers van Caesar Augustus, van 14 tot 68 n.Chr. In de beeldhouwkunst kenmerkt de stijl zich door een terugkeer naar het realisme uit de Republikeinse periode, zichtbaar in portretten van zowel kinderen als volwassenen. In deze periode werden ook bredere straten gemaakt, gebouwen herbouwd en kwam de Vierde Stijl in de muurschilderkunst tot ontwikkeling.
Onderlijfjes vergelijkbaar met korsetten maar dan ruimer en zonder baleinen; gedragen in de 18e eeuw. Geen Nederlands equivalent.
Verwijst naar de stijl van porselein dat werd gemaakt in China ten tijde van de Sung-dynastie en wordt gekenmerkt door zware voorwerpen met een dikke, diep lavendelkleurige glazuurlaag met vaak hier en daar paarse spatten erop.
Instellingen voor postmiddelbaar onderwijs, die programma's van twee jaar aanbieden als afgeronde opleiding of als voorbereiding op voortgezette studies op universiteiten. Geen Nederlands equivalent. Zie 'universiteiten'.
Onderwijsinstellingen voor postmiddelbaar onderwijs, die programma's van twee jaar aanbieden als afgeronde opleiding of als voorbereiding op voortgezette studies op universiteiten. Geen Nederlands equivalent.
Wordt gebruikt voor scholen in de Verenigde Staten die meestal de eerste drie klassen van de middelbare school omvatten. Te onderscheiden van 'middle schools' door hun bereik en doordat ze alleen in de Verenigde Staten voorkomen.
Middelgrote kegeldragende boom die inheems is in de bergen van oostelijk Afrika, met inbegrip van Soedan, Zimbabwe en het Arabische schiereiland. Het is de enige jeneverbes die voorkomt ten zuiden van de evenaar en vermoedelijk is hij pas recent Afrika gaan koloniseren. Hij is nauw verwant met Juniperus excelsa uit het zuidwesten van Azië en heeft waarschijnlijk een gemeenschappelijke voorouder met deze soort.
Kleine jeneverbessoort die inheems is in het westen van Noord-Amerika, in Brits Colombia en Alberta in Canada, van Washington tot Noord-Dakota in de VS en in Mexico van Sonora tot Coahuila. Er zijn zeer oude exemplaren met een leeftijd van meer dan 1500 jaar aangetroffen. De boom is nauw verwant met Juniperus virginiana en vormt er vaak hybriden mee in delen van de Great Plains waar hun verspreidingsgebieden aan elkaar grenzen. Hij wordt gebruikt als siertuinplant en als kruidengeneesmiddel door de stammen van de plateau-indianen.
Personen die verslaafd zijn aan een activiteit, gewoonte of stof.
Zij die zich bezighouden met de wetgeving, zoals geleerden, professoren, schrijvers en beoefenaars van de rechtsgeleerdheid.
Tijdelijk samengestelde groepen personen die op grond van wettelijke voorschriften worden geselecteerd en die moeten zweren om naar eer en geweten te oordelen over gegeven feiten op basis van het bewijs dat ze bij een rechtbankzitting krijgen voorgelegd. Alle inwoners van een land met juryrechtspraak zijn verplicht zich desgevraagd te melden om zitting te nemen in een publieksjury binnen het rechtsgebied waarin zij wonen, of moeten gegronde redenen kunnen voorleggen om niet deel te nemen.
Leden van een groep personen die zijn geselecteerd en ingezworen om een beslissing te nemen op basis van feitelijke zaken en de waarheid te spreken op basis van het bewijs dat aan de groep wordt gepresenteerd in een rechtbank.
Kleine lepels die voornamelijk worden gebruikt voor het opdienen van jus. Deze lepels zijn in het algemeen langer dan room- of sauslepels en maken soms deel uit van een bestekcassette.
Verwijst naar de vroeg-Byzantijnse periode en stijl die wordt toegeschreven aan de regeerperiode van de Byzantijnse keizer Justinianus I (527-565) en de heerschappij van de keizers die direct voor en na hem kwamen, Justinus I (518-527) en Justinus II (565-578). De stijl kenmerkt zich door groots optimisme dat het prestige van Byzantium verheerlijkte en wordt gemarkeerd door ambitieuze bouwprojecten.
Edelstenen, halfedelstenen of andere materialen zoals barnsteen of paarlemoer, die zijn geslepen, gepolijst of anderszins bewerkt en als versiering worden gebruikt in juwelen, zegels of amuletten; te onderscheiden van 'ruwe (half)edelstenen', die nog niet zijn bewerkt.
Ornamenten zoals armbanden, halskettingen en ringen van edele of halfedele materialen die voor de sier op het lichaam worden gedragen; ook soortgelijke artikelen die worden gedragen voor godsdienstige doeleinden of rouwbetuiging.
Gebruik voor kunstmatig verharde muren of vaste landingsplaatsen parallel met de kustlijn gebouwd om het laden en lossen van schepen mogelijk te maken. Voor minder gefixeerde en solide structuren gebouwd in vergelijkbare locaties en voor soortgelijke doeleinden, gebruik "aanlegsteigers". Gebruik "pieren" wanneer een dergelijke lichtere structuur zich utistrekt over het water.
Onderkaak die bestaat uit een enkel bot of volledig vergroeide beenderen.
Specifieke bouwstijl van de Zuid-Afrikaanse Kaapprovincies, die zich met name heeft ontwikkeld in de periode tussen 1652 en het einde van de overheersing door de Verenigde Oost-Indische Compagnie in 1796 en een generatie daarna. Er zijn zelfs nog voorbeelden uit 1874 bekend. Kenmerkende elementen zijn de geveltoppen voor en achter, de steile rieten daken met een spanwijdte van circa zes meter, en dikke muren van puin, klei of zachte bakstenen, die vervolgens zijn gepleisterd en witgekalkt.
Borduurtechniek waarbij patronen op geweven, ongebleekte katoen of linnen worden geborduurd met zwaardraads garen, dat lussen maakt op het oppervlak en dan wordt doorgeknipt, wat een kwastachtig effect geeft; wordt vooral gebruikt voor beddenspreien. Deze techniek wordt vooral toegepast in Angelsaksische landen.
Kleine schermen die worden gebruikt om brandende kaarsen mee te beschermen. Ze werden gemaakt in de 18e eeuw.
Dik, los getwist garen, meestal van katoen en soms gebruikt voor geborduurde beddenspreien.
Instrumenten voor het afknippen van de pitten van kaarsen en lampen om het uiteinde van de pit gelijkmatig te maken en schoon te houden; meestal in de vorm van scharen met een doosvormig bakje aan een blad om de afgeknipte eindjes van de verkoolde pit op te vangen. Voor schaarachtige instrumenten met platte, schijfvormige uiteinden die worden gebruikt om een kaarsvlam uit te knijpen wordt 'douters' gebruikt. Voor kegelvormige instrumenten die worden gebruikt om vlammen te doven wordt 'dompers' gebruikt.
Cilinders waarin de onderkant van de kaars kan worden gestoken om deze rechtop te laten staan. Ze kunnen kort zijn om alleen het uiteinde van de kaars vast te houden, of verlengd, in de vorm van een buis, om het grootste deel van de kaars vast te houden, met een instrument om de kaars op te tillen terwijl deze brandt. Is te vinden op kaarsenstandaards en kandelaars en op muurkandelaars en kroonluchters.
Draagbare standaarden met een zeer klein blad waarop een kaars of lamp kan staan. Ze hebben meestal een rond of gevormd blad dat op een middenpilaar steunt met een statief als onderstel.
Wordt gebruikt voor kaarten die door verkopers of fabrikanten worden verspreid om reclame te maken voor een product, soms als extraatje bij hun product. Voor kleine bedrukte bladen of kaarten met handelsadvertenties, gebruikt van de 17e tot en met de 19e eeuw, wordt 'handelskaarten' gebruikt. Voor later gemaakte kaarten, met de naam en het adres van een bedrijf en de naam van de vertegenwoordiger erop, die zijn bedoeld ter informatie en niet zozeer als advertentie wordt 'adreskaartjes' gebruikt. Voor latere kaarten die vooral uitgegeven zijn om te worden verzameld, met of zonder advertenties, gebruik 'verzamelkaarten'. Voor kaarten bestemd om te worden opgehangen als openbare advertentie, gebruik 'posters' of de specifiekere termen daarvan.
Tafels met een glad, onversierd blad die meestal worden gebruikt om kaart op te spelen. Ze hebben veelal een inklapbaar blad en kunnen ingezette zakken hebben waarin munten of fiches kunnen worden opgeborgen. Te onderscheiden van 'speeltafels' waarbij op de tafelbladen speelborden voor schaken, backgammon of andere spelletjes zijn aangebracht.
Familie van 243 genera en ten minste 4225 soorten kruiden, struiken en bomen die veel voorkomen in de tropen, maar die men ook vindt in andere gebieden, behalve de allerkoudste. Katoen (Gossypium) is economisch het belangrijkste genus. Verschillende soorten uit het genus Hibiscus produceren vezels die van minder groot belang zijn. De groene vruchten van de okra (H. esculentus) worden gekookt en gegeten. De gom die sommige soorten afscheiden, gebruikt men in bepaalde zoetigheden en voor andere doeleinden. Al lange tijd dacht men dat de genera die tegenwoordig zijn opgenomen in Malvaceae zeer nauw aan elkaar verwant waren. Ze werden echter in vier verschillende families geplaatst: Malvaceae, Bombacaceae, Tiliaceae en Sterculiaceae. Voor sommige botanisten uit het verleden vormden deze groep families zelfs de gehele orde Malvales. DNA-onderzoek aan het eind van de twintigste eeuw heeft inderdaad uitgewezen dat veel genera uit deze families nauw verwant zijn. Ze zijn daarom in één grote familie opgenomen en kunstmatige onderscheiden zijn losgelaten (onderscheiden waarbij niet is uitgegaan van een gemeenschappelijke voorouder).
Opengewerkte spanen manden die worden gemaakt voor bereiding van kaas.
Messen met een gebogen lemmet die worden gebruikt voor het snijden van kaas. Gebruik 'kaasmessen (voedselbereidingsgereedschap)' voor grote spatels die worden gebruikt voor het opsplitsen van kaasstremsel voor het maken van kaas.
Grote spatels die bij het kaasmaken worden gebruikt voor het opsplitsen van gestremde melk. Gebruik 'kaasmessen (serveergerei) ' voor messen met een gebogen blad die worden gebruikt voor het snijden van kaas.
Term die wordt gebruikt voor verschillende soorten keukengerei dat voornamelijk wordt gebruikt voor het serveren van kaas.
Raspen met vele kleine tandjes die worden gebruikt voor het schaven van kaas.
Keukengerei met een gespannen metaaldraad die als snijblad wordt gebruikt of een troffelachtig voorwerp met een blad met een gleuf, dat wordt gebruikt voor het schaven van kaas.
Puntig lepel-, spatel- of schepachtig gerei waarmee kaas wordt geschept.
Beschrijft werken die zijn vervaardigd door het gelijknamige Arabisch-sprekende nomadenvolk, dat in het noorden van Sudan leeft en een subgroep van de bedoeïenen vormt.
Mondbogen van de Mbuti pygmeeën in Oeganda, met een stemlus maar geen klankbodem. De snaar wordt tussen de tanden gehouden en beide delen worden getokkeld met een kort plectrum van gras.
Stevig dik touw met een aantal strengen ijzerdraad erdoorheen gevlochten. Te onderscheiden van 'touw', dat meestal is vervaardigd uit synthetische of organische vezels.
Wordt gebruikt voor licht railvervoer waarbij kabelwagens of korte treinen worden gebruikt om een steile helling te beklimmen, met voertuigen die omhoog of omlaag worden getrokken door kabels waarbij tegelijkertijd een tweede trein op een parallel spoor in tegengestelde richting wordt vervoerd, zodanig dat de twee elkaar in evenwicht houden.
Spoorwegsystemen gebruikt in gebieden met zeer steile hellingen, waarbij de wagons met tandheugels en rondsels aan de sporen vastzitten.
Televisiesysteem met gesloten circuit waarbinnen programma's via coaxiaal- of glasvezelkabel (dus niet via de ether) onder aangesloten abonnees worden verspreid.
Wordt gebruikt voor haken en ogen, die over het algemeen gebruikt worden op scheepvaartinstallaties. Te onderscheiden van 'cabinehaken', die over het algemeen worden gebruikt op kasten.
Wordt gebruikt voor kleine privévertrekken die meestal naast slaapkamers in landhuizen liggen en dienen als zit- en kleedkamer, en waarin zich vaak collecties van kunstobjecten bevinden.
Bergmeubilair dat uit een aantal planken, kleine laadjes of vakjes bestaat waar één of meer deuren voor zitten. Ze zijn bestemd als opslagruimte en soms voor het vertonen van kleine voorwerpen. Er bestaan ook soortgelijke, vaste of ingebouwde kasten die vaak voor bepaalde doeleinden worden ontworpen zoals in een keuken of badkamer.
Kleine orgels in een op een meubelstuk lijkend houten kastje, meestal met één manuaal en zonder pedalen, waarbij de bespeler met de voet lucht in de pijpen pompt. Van de 17e tot de 19e eeuw waren ze in Europa en Noord-Amerika populair voor huiselijk gebruik.
Te gebruiken voor regeringsfunctionarissen die behoren tot het kabinet van beleidsmakers en adviseurs van de regeringsleider en die meestal leiding geven aan departementen.
Een soort commodestoel uit het eind van de 19e eeuw die vaak met invaliden wordt geassocieerd en een pot heeft die in een klein kabinet onder de zitting is verborgen. Zulke kabinetten hebben meestal een opening in de rugleuning zodat de pot kan worden verwijderd zonder de patient te storen.
Relatief kleine schilderijen uit de late 17e eeuw tot de 19e eeuw, bedoeld om opgehangen te worden in kamers en om van dichtbij te worden bekeken.
Late zwartfigurige schilderstijl die is genoemd naar de heilige plaats in Kabirion, ten westen van Thebe, waar veel van dit aardewerk is aangetroffen. De stijl beleefde een bloeiperiode vanaf het einde van de 5de eeuw tot in de 4de eeuw v. Chr. Het decor van Kabirion-aardewerk is niet bijzonder verfijnd, maar maakt wel een plezierige, levendige indruk.
Verplaatsbare of vaste apparaten die hitte leveren voor verwarming en/of om te koken, gewoonlijk door gebruik te maken van kolen, olie, gas, hout of elektriciteit.
Hopi-, Pueblo- of Zunipoppen van verschillende vormen en materialen die de geesten van dieren, planten, voorwerpen of personen voorstellen; worden vaak aan kinderen gegeven aan het eind van speciale ceremonies.
West-Tibetaanse schilderschool die is genoemd naar de gelijknamige boeddhistische orde die deze startte en ondersteunde. Volgens de overlevering werd de stijl in de 11de eeuw geïntroduceerd door de Indiase wijze Atîsha. De stijl kenmerkt zich door eenvoudige composities, een gevoel van ruimheid en een alles omvattende, fundamentele rijkheid.
Meestal openbare registers, waarin van ieder perceel in een bepaald gebied de locatie, de afmetingen en de naam van de eigenaar staan opgetekend.
Kaarten waarop de grenzen van afgedeelde stukken bebouwde en onbebouwde grond staan aangegeven om vast te leggen, maar ook om later te kunnen bepalen wie van welk stuk grond de eigenaar is.
Verwijst naar een kunstmatig waterbekken dat is uitgegraven en is aangelegd met metselwerk of ander materiaal, en dat vaak is uitgerust met vloeddeuren, waar boten of schepen kunnen binnenvaren om aan te meren, te laden of te lossen, of voor reparatiewerk. Gebruik 'ankerplaatsen (ruimten aan de waterkant)' indien zulke plaatsen niet bezet zijn en ze langs een aanlegplaats liggen. Gebruik 'ligplaatsen (ruimten aan de waterkant)' wanneer zulke waterplaatsen onbezet zijn en zich tussen twee aangrenzende pieren bevinden of loodrecht liggen ten opzichte van aanlegplaatsen. Gebruik 'haventerreinen' voor de groep aanlegplaatsen in havens of voor havenaccomodaties als geheel.
Korte artikelen, gewoonlijk verband houdend met een lang artikel, maar daarvan op de pagina visueel gescheiden.
Zowel te gebruiken voor studenten aan een militaire rijksacademie, particuliere militaire academie of op een opleidingsvaartuig als voor studenten die worden opgeleid om te dienen als officier in het leger, de luchtmacht of kustwacht van de Verenigde Staten.
Te gebruiken voor kleine open boten die artikelen en levensmiddelen vervoeren om te verkopen aan schepen in de haven; nemen ook vuilnis mee aan land.
Grassoort die inheems is in Noord-Afrika, maar op grote schaal wordt verbouwd vanwege zijn eetbare graan. Men kweekt Sorghum al sinds de oudheid vanwege zijn graan (couscous) en om er stroop van te maken. Men gebruikt de soort ook voor alcoholische dranken en biobrandstoffen. De lange stijve stengels vol merg gebruikt men voor bezems, manden en constructies. Uit de bladeren en stengels kan men een roodpaarse kleurstof winnen (���guineense'), die men gebruikt om geitenleer uit Niger te verven.
Een school in het Tibetaanse boeddhisme die momenteel de op twee na grootste van Tibet is. De school volgt de leer van Marpa, befaamd 11de-eeuws vertaler van boeddhistische teksten, en de tantrische yogi’s of siddha’s uit India. Esoterische tantrische leerstellingen worden gecombineerd met de kloosterdiscipline van het Kadam-boeddhisme. De nadruk ligt op de strengere praktijken van hatha yoga. Kenmerkend voor het Kagyu-gedachtegoed is een meer positieve ontologie van de uiteindelijke staat der dingen in vergelijking met het denken van de Gelugs, volgens wie alle verschijnselen zijn gespeend van een intrinsiek zijn. Milarepa, die als een groot Tibetaans dichter wordt beschouwd, was Marpa’s voornaamste leerling. Gampopa was op zijn beurt Milarepa’s belangrijkste leerling. Hij was verantwoordelijk voor de organisatie van Kagyu als echte school. Er ontwikkelden zich al snel zes aparte (maar doctrinair soortgelijke) Kagyu-scholen, waaronder de Tshal, Baram, Karma en Druk. Van deze subsekten is de Druk de belangrijkste boeddhistische school in Bhutan geworden, terwijl de Karma van de 15de tot de vroege 17de eeuw de belangrijkste rivaal was van de thans overheersende Gelug-school. Het idee van opvolging door reïncarnerende lama’s komt oorspronkelijk uit de Karma-school en is later overgenomen door andere Tibetaanse boeddhistische scholen waaronder de Gelug.
Verwijst naar het werk van een schildersfamilie die zeven generaties lang actief was tot het einde van de Edo-periode (1600-1868). Kaiho Yusho startte de traditie. Zijn stijl was zeer persoonlijk en theatraal. Hij schilderde vooral muurschermen.
Verwijst naar vorsten, met name keizers, die over een van de volgende keizerrijken heersten: Het Heilige Roomse Rijk, het Oostenrijks-Hongaarse Keizerrijk (Donaumonarchie) sinds 1804, of Duitsland in de periode 1871-1918. De term wordt soms ook in meer algemene zin gebezigd als verwijzing naar elke Germaanse vorst die vanaf de 13de eeuw aan de macht was. Het woord is afgeleid van een Oud-Duits woord dat op zijn beurt is afgeleid van het Latijnse woord 'Caesar'.
Te gebruiken voor eenpersoonskano's uit het Noord-Amerikaanse poolgebied, gemaakt van waterdichte huiden die lichte, houten spanten bedekken; worden met behulp van een dubbele peddel voortbewogen. Over het algemeen worden bedoeld kleine boten die hierop lijken, van verschillende soorten materiaal, gemaakt voor de verkoop en die worden gebruikt bij de watersport. Gebruik 'umiaks' voor hierop lijkende Noord-Amerikaanse huidboten die echter groter zijn en aan meer personen ruimte bieden.
Gesloten ruimten of compartimenten, hetzij aan boord van vaartuigen afgescheiden door schotten en ontworpen als privé-accommodatie voor officieren, de bemanning of de passagiers. Deze kunnen ook aan boord van vliegtuigen en ruimtevaartuigen aanwezig zijn, ontworpen voor de bemanning, passagiers of vracht.
Kleine Japanse tontrommen met twee over ringen liggende trommelvellen van hertenleer die over de cilinder heen aan elkaar vast zijn geregen. Ze worden horizontaal op een laag rek geplaatst en aan beide kanten bespeeld met trommelstokken.
Religieuze complexen die doorgaans bestaan uit een structuur voor geloofsaanbidding, bijvoorbeeld een moskee of tempel, torens, en kleinere heiligdommen of tempels; typerend voor de religieuze architectuur van Zuidoost-Azië, India en het Midden-Oosten.
Artefacten van uiteenlopende aard gemaakt van de gedroogde, uitgeholde bast van diverse soorten pompoenen. Het betreft bijvoorbeeld houders zoals flessen en drinkkalebassen, keukengerei zoals kommen en soeplepels, en muziekinstrumenten of componenten daarvan, zoals trommels en ratels. Kalebassen worden overal ter wereld gemaakt en gebruikt, met name in Afrika en Midden- en Zuid-Amerika.
Meestal jaarlijkse publicaties die een grote verscheidenheid aan wetenswaardigheden of statistische gegevens bevatten. De oorspronkelijke versies bevatten ook voorspellingen over dagen, maanden en vakanties van het nieuwe jaar.
Kalfsleer dat is gelooid met plantaardige looivloeistof, die wordt ingebracht in de poriën van een vel of huid. Het wordt vaak op de vleeszijde gedragen als een fijn nappa-achtig suède.
Wordt algemeen gebruikt voor instrumenten die worden gebruikt voor het meten of anderszins vaststellen van de afmetingen, staat of mechanische nauwkeurigheid van iets.
Naam die verwijst naar de wereldlijke en religieuze leiders van moslimgemeenschappen die worden beschouwd als opvolger van Mohammed; de naam is afgeleid van het Arabische woord 'khalifa', dat 'opvolger' betekent. De term wordt met name gebruikt binnen een historisch kader om te verwijzen naar de afschaffing van het kalifaat in Turkije, op 23 maart 1924.
Verwijst naar de functies, regeerperioden of domeinen van kaliefen. Het kalifaat, een politiek-religieuze staat, groeide na de dood van Mohammed in 632 uit tot een mosliminstituut. Door veroveringen groeide het kalifaat de eerste eeuwen snel in omvang, maar na de overwinning van de Mongolen bij Bagdad, in 1258, hield het op te bestaan. Ondanks de slinkende macht bleef het kalifaat een symbool van moslimeenheid, en men heeft diverse keren geprobeerd om het nieuw leven in te blazen.
Stijl van aquarelschilderen die in de 19de eeuw werd toegepast door kunstenaars in de Indiase stad Calcutta; de geproduceerde werken werden tegen lage prijzen verkocht aan pelgrims die de nabijgelegen Kalighat-tempel bezochten. Deze stijl verraadt de Europese invloeden op de Indiase volkskunst; men nam de Engelse techniek van transparant aquarelleren over, maar ook Europese onderwerpen en gebeurtenissen werden soms afgebeeld. Doorgaans worden deze in korte tijd geproduceerde werken gekenmerkt door felle kleuren, een brede penseelvoering, vereenvoudigde vormen en nauwelijks of geen achtergrond. Het vaakst werden de populaire hindoegodheden afgebeeld, maar ook zijn wel scènes uit het dagelijks leven aangetroffen. De stijl was bedoeld om te kunnen wedijveren met de goedkope kleurenlitho's, maar dat bleek al snel een verloren strijd. De Kalighatstijl was weliswaar geen lang leven beschoren, maar heeft niettemin een aantal moderne Indiase schilders beïnvloed.
Katoenen stof die zwaarder is dan mousseline; nu vaak ongebleekt en geappreteerd, of - vooral in Amerikaanse context - bedrukt met kleine gestileerde motieven; in de 18e en 19e eeuw handbeschilderd of bedrukt en vervaardigd in India.
Methode om de ouderdom te bepalen van materialen of voorwerpen die rijk zijn aan kalium, door de hoeveelheid radioactief afval te meten in de verhouding tussen kalium en argon.
Kleurloze of witte vervloeiende kristallen of poeder, oplosbaar in water en glycerol en bijna onoplosbaar in alcohol. Het is geurloos, maar heeft een frisse, zoutachtige smaak.
Een caustische, vervloeiende vaste stof met de formule KOH, gebruikt als bleekmiddel en bij de productie van vloeibare zepen en wasmiddelen, oxaalzuur, lucifers en veel kaliumverbindingen.
Witte, zeer sterk vervloeiende, ondoorzichtige kristallen of poeder, oplosbaar in water en alcohol en ontbindbaar door verhitting. Het heeft een lage toxiciteit en een scherpe zoutsmaak.
Een kaliumzout van melkzuur dat bij leerbewerking wordt gebruikt om het zuur te neutraliseren dat ontstaat bij het productieproces of door luchtvervuiling. Het wordt ook gebruikt om te voorkomen dat het leer wordt aangetast door zuur of zuurvorming. Er is enige discussie over het gebruik van kaliumlactaat. Het middel zou het leer kunnen verkleuren en ook de algehele werkzaamheid als buffer tegen zuur is discutabel.
Houten of metalen bakken die meestal V-vormig zijn, een lang handvat hebben en aan één kant open zijn. Worden gebruikt bij metselwerk om pleister of plamuur naar de metselplank te dragen.
De naam van een glassoort die in 1864 werd ontwikkeld door William Leighton ter vervanging van loodglas bij de productie van goedkope flessen. Gecalcineerde kalksteen of kalk wordt gebruikt voor de fabricage van glas dat als voordelen heeft dat het goedkoop, licht en minder resonant is en dat het snel afkoelt.
Homogene zandsteen met een cement of matrix van calciumcarbonaat dat de kwartsdeeltjes bindt waaruit zandsteen hoofdzakelijk bestaat. Deze zandsteen splijt in beide richtingen vrijwel even goed, is gemakkelijk te bewerken, maar desintegreert bij blootstelling. Zuivere kalkhoudende zandsteen is wit of crème van kleur. Andere kleuren zijn het gevolg van onzuiverheden: de aanwezigheid van ijzeroxiden veroorzaakt gele en rode kleuren, glauconiet zorgt voor een groene kleur en zwart is het gevolg van de aanwezigheid van mangaandioxide.
Stopverf die bestaat uit kalk die met water is geblust en gerijpt, vaak vermengd met zand of marmerstof om de verschillende morteltypen te maken die worden gebruikt voor de pleisterondergrond voor fresco's.
Instrumenten voor het meten van de hoeveelheid kalk in grondsoorten.
Een witte grondverf of grondlaag gemaakt van kalk, gips, gebrand gips, zinkoxide of kalkmeel gemengd met lijm of soms caseïne. Wordt gebruikt om houten panelen of andere dragers te prepareren voor verven, vergulden of andere decoratieve processen.
Afdruktechniek gebaseerd op de lichtgevoeligheid van ijzerzouten die naast zilverzouten in de emulsie voorkomen. Het beeldvormende zilver ontstaat onder invloed van de belichte ijzerzouten. Na het ontwikkelen ontstaat een metalliek zilveren afbeelding. Met verschillende ontwikkelaars kan men ook zwarte, bruine, paarse of kastanjebruine tonen aanbrengen.
Aanduiding voor halfronde, kapachtige koepels. De term is van toepassing op kleine semi-koepels zonder trommel of lantaarn, op kleine lage koepels die in het plafond van een kamer worden gebruikt om meer stahoogte te verkrijgen, op kleine koepels waarin geen oculi zitten, en koepelachtige oppervlakken van pleisterwerk die in dubbelwandige koepels zijn opgehangen en vaak zijn versierd.
Verwijst naar een type hydria waarvan de romp in één vloeiende lijn in de hals overgaat. Deze vorm heeft ook een kleinere opening en een smallere hals dan de schouderhydria. Dit type was het meest voorkomende roodfigurige hydria. Hoewel de kalpis na de uitvinding van de roodfigurige techniek werd geïntroduceerd, bestaan er ook zwartfigurige kalpides. Kalpides zijn vaak niet alleen in terracotta maar ook in brons vervaardigd; in tegenstelling tot de metalen uitvoeringen van andere vormen zijn er vrij veel van bewaard gebleven.
Verwijst naar de periode en stijl in de kunst die zich ontwikkelde tijdens de opkomst van het Kamakura-shogunaat van 1185 tot 1333. In deze periode verkreeg de klasse van provinciale strijders een politieke machtspositie, werd een militaire regering ingesteld, ontstonden nieuwe boeddhistische sekten en breidde de religie zich van de aristocratie uit naar het gewone volk. In de kunsten kenmerkt de stijl zich door dramatische, energieke houten beelden, perkamentrollen waarop veldslagen werden weergegeven en de opkomst van de Zenshuyo- en Tenjinkuyo- stijl in de architectuur.
Spiesvedels uit het Nabije Oosten, oorspronkelijk uit Iran, met een bolvormige klankkast, een rond bovenblad van dieren- of vissenhuid waarop de kam rust, en één tot vier snaren, voorheen van zijde, maar tegenwoordig meestal van metaal. De instrumenten worden verticaal gehouden en gedraaid om de snaren tijdens het spelen tegen de strijkstok aan te brengen. Spiesvedels uit Iran, Armenië, Azerbeidzjan en Georgië.
Verwijst naar de stijl van het midden-Minoïsche aardewerk, voornamelijk gevonden in Knossos, Phaistos en de grotheiligdommen in Kamares, waar de stijl naar genoemd is. De stijl kenmerkt zich door een donkere glanzende ondergrond waarop in rood en wit decoraties zijn aangebracht, met verfijnde ontwerpen in kromlijnige abstracte patronen, en gestileerde planten, zeegezichten en figuratieve motieven. Vaak werd het uitzonderlijke compositorische hulpmiddel van de torsie gebruikt, waarbij het evenwicht tussen tegengestelde compositorische elementen werd benadrukt, bijvoorbeeld met twee tegengestelde diagonale composities die zich om de vaas heen kronkelden. Het pottenbakkerswiel werd over het algemeen gebruikt voor de kleinere vaten en de grotere vaten werden volgens de oudere werkwijze met de hand gemaakt.
Benaming voor ruimten in gebouwen of andere constructies, volledig afgescheiden van de andere delen door middel van een vloer, plafond en muren of tussenschotten.
Ruime, informele kleding die wordt gedragen wanneer men niet of slechts gedeeltelijk is gekleed, over het algemeen warm en vaak tot op de grond reikend, met een ceintuur van stof.
Aanduiding voor sierplanten die binnenshuis groeien, maar niet in kassen, en die zich kunnen aanpassen aan omstandigheden die niet ideaal zijn..
Twee of meer ineenlopende kamers, meestal op dezelfde verdieping, die als een eenheid worden bewoond. Toevoeging: meestal met grote vleugel- of schuifdeuren ertussen.
Verwijst naar schermen die bestaan uit twee of meer panelen en doorgaans versierd en vaak gelakt zijn. De vorm is uitgevonden door de Chinezen en werd in de 2de eeuw v. Chr. reeds genoemd. De oudste nog bestaande exemplaren dateren van de Ming-dynastie. Vouwschermen werden in de 8ste eeuw vanuit China in Japan geïntroduceerd; deze schermen werden vaak paarsgewijs ontworpen in Japan. Vanaf de 17de eeuw werden oosterse vouwschermen in Europa geïmporteerd en de vorm werd al snel overgenomen door Europese vaklieden. Net als de Japanse bestonden de Europese vouwschermen doorgaans uit zes panelen; ze waren echter vaak hoger en kloeker.
Grote groenblijvende boom die inheems is in het zuidoosten van Azië. De ruwe schors heeft een bleke kleur en verticale kloven. Wanneer men de glanzende, heldergroene bladeren fijnmaalt, ruiken ze naar kamfer. De boom produceert een grote hoeveelheid kleine witte bloempjes en trossen kleine zwarte vruchten. Kamferhout heeft een penetrante geur. De kamferboom beschouwt men in Australië als een invasieve soort.
Damesonderlijfjes meestal over het korset of de b.h. gedragen en tot de taille of er net onder reiken. Aan de bovenkant recht, de schouderbandjes zijn meestal niet aangeknipt; geintroduceerd in de vroege 18e eeuw.
Opstaande richels die verticaal van de voor- naar de achterkant van de schedel van de helm lopen, en daardoor bijdragen aan de sterkte en degelijkheid en een beter afschampvlak bieden.
De vormen van de kam kunnen aanzienlijk van elkaar verschillen en de rij tanden is de onderscheidende factor. Op bidkleden stelt de kam netheid voor en op andere locaties het weven.
Voornamelijk gebruikt in een antropologische en archeologische context voor kleine, verspreid liggende, tijdelijke of seizoengebonden nederzettingen, meestal bedoeld als schuil- of slaapplaats, die vaak verband houden met specifieke bezigheden en over het algemeen geen permanente architectuur hebben.
Te gebruiken voor afgesloten gemotoriseerde voertuigen die zijn ingericht als rijdende wooneenheden; gebruik 'woonwagens' voor niet-gemotoriseerde varianten. Gebruik 'stacaravans' voor grotere, verplaatsbare wooneenheden die moeten worden getrokken maar die weinig worden verplaatst en zijn ontworpen om het hele jaar door te worden bewoond.
Kleine opvouwbare krukken met een afneembare zitting van canvas of leer.
Wordt gebruikt voor de afzonderlijke plaatsen voor tenten of caravans op officiële kampeerterreinen of voor opzichzelfstaande, afgebakende of anderszins als zodanig aangeduide kampeerplaatsen.
Gebruik voor niet-gemotoriseerde verrijdbare voertuigen aan die niet meer dan 2.5 meter breed en 10 meter lang zijn, ontworpen als tijdelijke woningen voor op reis of recreatieve doeleinden.
Genus van ongeveer 200 soorten sierstruiken en klimplanten die inheems zijn in de gematigde gebieden van beide halfronden, maar ook groeien in de Himalaya, Zuid-Azië en Noord-Afrika. De meeste soorten hebben geurige tweelippige bloemen en rode, oranje of zwarte bessen.
Decoratief gestileerd bloemenmotief dat voor het eerst werd toegepast in Oudegyptische en Oudgriekse ontwerpen, en later in Romeins, Europees en Amerikaans werk; wordt meestal aangetroffen als decoratie van bouwwerken en meubilair. Het kamperfoeliemotief is symmetrisch en bestaat uit drie of vijf gebogen uitlopers die aan iedere zijde van een langgerekt centraal bloemblad ontspringen; het verschil met een palmet is dat het kamperfoeliemotief meestal dunnere uitlopers heeft.
Familie van ongeveer acht genera klimplanten, struiken en kruiden die inheems zijn in Eurazië, Afrika en Noord-Amerika. De doorgaans geurige bloemen van de leden van deze familie zijn tubulair trechter- of klokvormig en hebben gewoonlijk vijf naar buiten gespreide lobben of punten.
Verwijst naar een aparte stijl die zich ontwikkelde in Vlaanderen en Noord-Frankrijk vanaf de late 10de eeuw tot in de 12de eeuw. De stijl is zichtbaar in verluchtingen van manuscripten, muurschilderingen en andere kunstvormen, en is gevormd door het samengaan van stijlen van het Europese vasteland met Angelsaksische stijlen van de overzijde van het Kanaal. De stijl kenmerkt zich door een dynamische evolutie en verschilt van omringende regionale stijlen door de intiemere schaal, lineaire vitaliteit, gebogen lijnen in vloeiende patronen, opgewekt dansende figuren en illusionisme.
Verwijst naar de stijl die zich ontwikkelde in de kuststreek van Syrië, Libanon en Palestina van circa 3000 tot 1200 v. Chr. De stijl kenmerkt zich door eclecticisme waarin een mengeling van Egeïsche, Anatolische, Mesopotamische en Egyptische invloeden tot uitdrukking komt. Deze invloeden zijn vooral zichtbaar in de metaalnijverheid en het ivoorsnijwerk.
Maskerades van het Dogonvolk uit de westelijke Soedanregio in Afrika, herkenbaar aan de grote houten gezichtsmaskers voorzien van een kruis met twee horizontale balken waaraan korte verticale elementen die respectievelijk naar boven en beneden uitsteken aan de uiteinden.
Een reeks gele kleuren die lijken op de kleur van de kanarie, een vink die oorspronkelijk werd meegenomen van de Canarische Eilanden, maar nu een huisdier is.
Kleine houders met twee verticale oren en een smalle opkrullende tuit aan de onderkant, gebruikt voor het drinken van kandeel en bij het voeren van invaliden. Kenmerkend is dat ze zijn gemaakt van keramiek of glas en soms een deksel hebben. Vroeger een Engelse term voor kandeelkoppen of andere keramieken koppen met één of meerdere verticale oren maar zonder tuit.
Cycladische vaten met een bolvormige buik, een lange hals, een voetstuk en vier doorboorde oren aan de buik. De doorboorde oren dienden voor koorden waarmee een deksel op het vat werd vastgezet. Kandilai danken hun naam aan hun gelijkenis met modern-Griekse kerklampen; ze zijn waarschijnlijk gebruikt voor vloeistoffen als olie of wijn. De kandilavorm kwam zeer veel voor en werd gemaakt van marmer of klei en in uiteenlopende formaten. De geleidelijke verdwijning van een voet of basis kan een stap zijn in de overgang van de kandila naar de bolle pyxis, een vorm die later populair werd.
Omvat Chinese verwarmde metselbedden en soortgelijke Chinese verwarmingssystemen waarbij gebruik wordt gemaakt van leidingen in muren.
Japanse schilderstijl die is beïnvloed door de Chinese schilderkunst uit de Yuan- en de Song-periode, en die in de 13de eeuw vanuit Japan is geïntroduceerd.
Verwijst naar een regionale school van Pahari-miniatuurschilderkunst die bloeide in de heuvelstaat Kangra. Deze productieve school beleefde zijn hoogtijdagen van circa 1770 tot bijna het einde van de 19de eeuw, en het fraaiste werk dateert uit de periode tussen circa 1775 en 1820. Er zijn evenwel al werken uit 1690 bekend, en de regionale schildertraditie heeft zich tot in de 20ste eeuw weten te handhaven. Het in Kangra geproduceerde werk is zeer gevarieerd, waardoor het lastig is van één Kangra-stijl te spreken. De invloed van de late Mogolperiode is evenwel onmiskenbaar aanwezig in de Kangra-schilderijen, en vaak wordt er een afwijzing van de Basohli-school in gezien. Landschap en perspectief zijn naturalistischer, de kleuren zijn gedempter, de lijnvoering is verfijnder en booglijnig, en de stijl maakt in het algemeen een meer lyrische indruk dan Basohli-werk. De Kangra-schilderkunst bereikte een hoogtepunt tijdens het bewind van radja Sansar Chand (heerste van 1775-1823), een belangrijk opdrachtgever. In geografische zin bleef de school niet beperkt tot de staat Kangra, maar verspreidde hij zich naar alle delen van het laaggebergte van de Himalaya, waar tal van eigen idioomvormen tot ontwikkeling kwamen. Bij de meeste werken is het lastig uitsluitsel te geven over de herkomst, aangezien de heuvelstaten klein waren en vaak dicht bij elkaar lagen. Scènes uit de dichtwerken over het leven van Krishna, de 'Bhagavata-Purana' en de 'Gitagovinda,' behoren tot de bekendste thema's in de Kangra-schilderkunst, evenals illustraties van andere hindoemythen, ragamala-reeksen en portretten van heuvelhoofdmannen en hun families.
Verwijst naar de stijl van famille-verteporselein die tot ontwikkeling kwam tijdens de heerschappij van keizer K'ang-hsi (1662-1722). De stijl wordt gekenmerkt door verfijnd porselein, met als opvallendste voorbeeld een serie borden die bijzonder wit, dun en doorzichtig zijn. Gebruikelijke afbeeldingen zijn mooie vrouwen en vogels op takken. De afgevlakte rand is versierd met een roodgekleurd ruitjespatroon met cartouches met inscriptie.
Te gebruiken om werken te beschrijven van de gelijknamige Afrikaanse etnische groep die leeft in het zuidoosten van de Democratische Republiek Congo, in de nabijheid van de Luba.
Te gebruiken voor de lichtgebouwde, slanke open vaartuigen met weinig diepgang, die peddelend, niet roeiend, worden voortbewogen en meestal voor en achter gelijk zijn; kunnen zeilen hebben.
Verwijst naar het werk van een school van schilders die door opeenvolgende militaire regeringen werd begunstigd, van de late Muromachi-periode (1333-1568) tot in de Edo-periode (1600-1868). Kano Masanobu (1434-1530) richtte de school halverwege de 15de eeuw op. De nadruk lag op de conservatieve Chinese, academische Zuidelijke Song- en Yuan-stijlen. De school groeide uit tot een groot netwerk van kunstenaars, die meer dan 200 jaar lang controle uitoefenden op openbare en particuliere opdrachten van het shogunaat, de kloosters en de handelsklassen. Kano-schilders produceerden allerlei kunstwerken, van waaiers en beschilderde schermen tot hangende rolschilderijen en votiefplaten. De Kano-school stond ook bekend om zijn kloeke stijl in het schilderen met inkt.
Te gebruiken voor functionarissen die verschillende bestuurlijke, gerechtelijke of secretariële bezigheden uitoefenen in verschillende contekst, zoals adellijke en koninklijke families, overheden, de rechterlijke macht, kerken en universiteiten.
Beeldhouwtechniek waarbij stof wordt gedrenkt in lak en daarna wordt gedrapeerd over een mal die wordt verwijderd zodra de lak is opgedroogd. De techniek werd in de 8e eeuw in Japan vanuit China geïntroduceerd en wordt nog steeds gebruikt. Zie 'dakkatsu kanshitsu' voor de holle droge laktechniek; zie 'mokushin kanshitsu' voor de droge houtkern-laktechniek.
Spelen waarin de uitkomst sterk wordt beïnvloed door een methode die de willekeur bevordert en waarop deelnemers regelmatig geld inzetten. Bij kansspelen kan ook vaardigheid een rol spelen.
Verwijst naar fijn, decoratief ajourwerk in textiel, gemaakt door draden van linnen, katoen, zijde, haar, metaal of een andere vezel in lussen te leggen, in te rijgen, samen te draaien of te vervlechten om ontwerpen of patronen te vormen. Bij het maken van kant wordt gewerkt met een naald of met klossen. Het toevoegen van borduursels is niet ongewoon. Modern kant kan machinaal zijn vervaardigd. Ajourstoffen die op een weefgetouw zijn gemaakt en decoratief ajourbreiwerk worden doorgaans niet als kant geclassificeerd. Kant is vaak wit of effen van kleur. Echt kant ontstond in de veertiende eeuw in Europa en het Midden-Oosten, hoewel oude culturen bekend waren met gedecoreerde ajourstoffen, waaronder de Egyptische cultuur. Kant is te gebruiken als rand, boord of inzetstuk voor linnengoed of apparels. Ook wordt het samengevoegd tot grotere stukken textiel en dan gebruikt als voorhang, draperie, apparel of iets anders.
Dozen met kleine vakjes aan de binnenkant voor het bewaren van stukjes kant. De term wordt veel gebruikt voor brede, ondiepe dozen, vaak versierd met marqueterie, die in Engeland werden gemaakt in de late 17de eeuw; zulke dozen waren echter niet noodzakelijkerwijs bedoeld om er kant in te bewaren.
Een type kantharoi met handvatten die kleiner zijn dan die van type A en slechts tot de rand van de kom reiken, alsmede een torusvoet (in de vorm van een band) op een heel korte steel of zonder steel.
Een type kantharoi met handvatten en een kom als in type C en een kleine torusvoet met een heel korte steel.
Verwijst naar het werk van een groep kunstenaars die in de 18de en vroege 19de eeuw in de Europese stijl schilderden voor Europese begunstigers. De stijl kenmerkt zich door de onderwerpen, bijvoorbeeld gezichten van Kanton, botanische tekeningen en voorstellingen van beroepen, zoals het maken van porselein en het verbouwen van thee.
Gebouwen waarin het laagste van de Nederlandse rechtscolleges zetelt, bevoegd tot kennisneming van kleine burgerlijke zaken en tot berechting van overtredingen; komt overeen met 'county courthouses' in de V.S. en 'county halls' in het Verenigd Koninkrijk.
Rechters van een lage rang met jurisdictie over kleinere overtredingen en enkele civiele zaken die per statuut zijn voorgeschreven.
Term die wordt gebruikt in de late 18e en vroege 19e eeuw voor relatief kleine en smalle boekenkasten, over het algemeen ongeveer 1 meter (3 voet breed) en 1 meter (3 voet) hoog.
Arbeiders die zich bezighouden met het voorbereiden, afschrijven, systematiseren en bewaren van geschreven berichten en documenten, het verspreiden van informatie of het verzamelen van rekeningen, vaak in een kantoor.
Gehydrateerd aluminium silicaatklei, die wordt gebruikt voor het maken van fijn aardewerk en chemisch porselein (voor kleppen, buizen en fittingen). Het wordt ook gebruikt als pigment en vulsel in verf en plastic, als slijppoeder en in papier om het een een glanzend oppervlak te geven.
Een veelvoorkomend kleimineraal van de kaoliengroep.
Ruimten of kleine gebouwen die dienst doen als sanctuarium of christelijke gebedsplaats. Een kapel kan worden gebruikt voor besloten erediensten in of verbonden aan een kerk, paleis, huis, gevangenis, klooster of school. De kapel kan ook worden gebruikt voor openbare erediensten van de staatskerk, ondergeschikt aan of afhankelijk van de parochiekerk, waarvan de accommodatie op een bepaalde manier wordt aangevuld door de kapel. Het concept omvat zowel vrijstaande kapellen als ruimten die dienst doen als kapel in kerken of overige gebouwen. Het Latijnse 'cappella' wordt soms ook gebruikt voor 'kapel'. De term wordt soms ook gebruikt in de oorspronkelijke betekenis, waarbij specifiek werd verwezen naar het heiligdom waarin de koningen van Frankrijk de mantel van St. Martin bewaarden.
Verwijst naar christelijke geestelijken die een parochie onder hun hoede hebben. De term wordt in populaire zin vooral gebruikt als aanduiding van assistenten of geestelijken zonder beneficie die priesters, dominees, predikanten of andere parochieleiders tijdelijk vervangen.
Oorspronkelijk brieven afgegeven door een soeverein die iemand toestemming geven de onderdanen van een vreemde staat ondergeschikt te maken, of hun goederen in beslag te nemen, bij wijze van vergelding of represaille. Later vooral toestemming of buitengewone opdracht van een regering aan iemand om op een bewapend schip het bevel te voeren en vijandelijke schepen en goederen te veroveren.
Kleine stoffen bandjes die bevestigd zijn aan de boven- en onderkant van de rug van het tekstblok van een boek en die enigszins boven en onder het tekstblok uitsteken.
De grootste letters van een gegeven lettergrootte in getypte tekst. In een handgeschreven teksten letters gemodelleerd op oude Romeinse hoofdletters. Voor handgeschreven teksten die over het algemeen geen stokken en staarten hebben wordt 'majuskel' gebruikt.
Verwijst naar de stijl van schilderen en grafische ontwerpen van een kleine groep Duitse kunstenaars, in het bijzonder Sigmar Polke, Gerhard (Gerd) Richter en Konrad Lueg (Fischer), die dateert uit de vroege jaren 60 van de 20ste eeuw. De stijl leunt enigszins tegen de Pop Art aan en wordt gekenmerkt door een kritische kijk op gebeurtenissen en personen uit die tijd.
Grote, zware messen met een lemmet met één snijkant die worden gebruikt voor het snijden van riet en het verwijderen van begroeiing. Ze worden ook gebruikt als snijwapens.
Lange wijde capes, meestal met capuchon, of overjassen van ruige stof of dierenvellen; wordt vooral gebruikt voor de jassen die in de Middeleeuwen en later werden gedragen door soldaten en reizigers.
Zachte hoofddeksels voor het hoofd en de nek, soms tot de schouders reikend, die zowel apart van een kledingstuk of hieraan vastgemaakt kunnen zijn..
Omhulsels van vuurvast gebakken klei, waarin fijnere keramische voorwerpen worden ingesloten en beschermd tijdens het bakken.
Verwijst naar een kloosterorde die in 1529 door Matteo da Bascio (1495-1552) is gesticht als hervormingsbeweging. De orde is een zelfstandige vertakking van de orde der franciscanen en hanteert een zeer strenge regel met de nadruk op soberheid en armoede. In zijn streven terug te keren naar de grotere eenvoud van de eerste franciscanen en hun letterlijke naleving van de regel van de Heilige Franciscus van Assisi, droeg Matteo de puntkap (capucine) van Franciscus en introduceerde hij aspecten van het solitaire leven van de kluizenaar. Ondanks tegenstand van gevestigde groepen franciscanen en bijna totale onderdrukking nadat hun vicaris-generaal in 1542 protestants was geworden, maakten de geloofsijver en prediking van de kapucijnen hen tot een belangrijke machtsfactor tijdens de Contrareformatie, want zij spraken gewone mensen en de plattelandsbevolking aan. In 1619 werden zij officieel een zelfstandige orde. Matteo en zijn volgelingen wijdden zich van de 16de tot de 18de eeuw aan de zorg voor slachtoffers van de pest; zij staan ook bekend om hun missionair en sociaal werk.
Kleine handzagen waarvan de bovenrand van het blad onbuigbaar is gemaakt met een strip van staal of koper; worden in de meubelmakerij gebruikt om versteknaden en andere houtverbindingen te zagen.
Te gebruiken om werken te beschrijven van de gelijknamige Afrikaanse etnische groep die leeft op het eiland Ukara aan de Tanzaniaanse kant van het Victoriameer.
Chinese tempelstijl die is beïnvloed door oudere Japanse bouwtradities, maar met opvallend fijn gedetailleerde, complexe oppervlaktedecoraties. Een beroemd voorbeeld is Engaku-ji in Kamakura.
Verwijst naar de schilderstijl die ook wel bekend staat als de 'Chinese stijl' en vaak tegenover Yamato-e (Japanse schilderstijl) wordt geplaatst. In de 8ste eeuw verwees Kara-e naar de werken van Chinese kunstenaars uit de Tang-dynastie (618-907) en later ook naar Japanse voorstellingen van Chinese taferelen of motieven, gewoonlijk portretten van wijsgeren en paarden. Gedurende de Hein-periode raakte deze rijke stijl gelieerd aan het hofleven. In de 14de en 15de eeuw werden Chinese inktschilderijen uit de Song-dynastie (960-1279) en Yuan-dynastie (1279-1368) geïmporteerd in Japan en werd de naam Kara-e gebruikt om deze stijl te onderscheiden van de nog steeds toegepaste Hein-stijl.
Verwijst naar Pruisisch blauw van hoge kwaliteit met een fijnere glans en een bronzen schijn, dat wordt geprefereerd als drukinkt. Het wordt ook gebruikt in verven, lakken en vernissen. Beschouwd als een van de drie beste kwaliteiten van Pruisisch blauw.
Wordt gebruikt voor standplaatsen langs karavaanroutes die overnachtingsgelegenheid bieden en voorzieningen voor karavanen en mensen met hun dieren; meestal gekenmerkt door lange centrale binnenplaatsen, één enkele ingang en vaak winkeltjes. Gebruik 'chans' voor islamitische bouwwerken met een soortgelijke functie, maar in steden en met meer handelsvoorzieningen.
Wordt gebruikt voor daksparren die niet reiken van de dakplaten tot de nokruiter; zij worden gebruikt in schilddaken om van de dakplaten tot de hoekkepers te reiken. Voor daksparren die reiken van de kielkepers tot de nokruiters wordt 'kielstutten' gebruikt.
Kunstenaars die voorstellingen, vaak portretten, maken waarin zij bepaalde kenmerken of eigenschappen overdrijven om een humoristisch of potsierlijk effect te bereiken.
Beeldende werken, vaak portretten, waarbij bepaalde trekken of kenmerken sterk overdreven zijn weergegeven met de bedoeling de afgebeelde te bespotten of om een komisch effect te bereiken.
Ovale of ronde van bandijzer vervaardigde geraamten, overtrokken met grof linnen, die zijn gevuld met ontvlambare materialen en die worden afgevuurd met mortieren, houwitsers of artilleriegeschut; werden gebruikt aan het eind van de 17e en in de 18e eeuw om gebouwen, schepen en versterkingen in brand te steken.
Te gebruiken voor door de staat gefinancierde werkplaatsen die later zouden uitgroeien tot beroepsopleidingscentra, en die tijdens de perioden van het sultanaat en de mogols in India werden gesticht; er werden allerlei kunsten en ambachten beoefend, zoals weven, emailleren, edelsmeden en het illumineren van manuscripten.
Een van de belangrijkste scholen van de Tibetaanse schilderkunst, die in de 16de en 17de eeuw een bloei doormaakte, hoofdzakelijk in Oost-Tibet; de school is ontwikkeld door de Karmapa-tak van de Kagyu-orde en zou zijn geïnspireerd op het werk van de kunstenaar Karmapa Mikyo Dorje (1507-1554). De stijl is beïnvloed door de Chinese landschapstraditie en wordt vaak omschreven als beeldend, verfijnd en lyrisch. Kenmerkend voor de Karma Gardri-school is het subtiele, ingetogen gebruik van groen, blauw en rood. De open ruimten met daarin groepjes kleine figuren zijn een ander kenmerk; ook de landschapselementen zijn in schaal verkleind en vaak gestileerd weergegeven. Veelal ligt de nadruk op de harmonie en rust van de natuur. Karma Gardri-schilderijen zijn vaak opgebouwd uit meerdere kleine vignetten binnen een landschap.
Een rooms-katholieke kloosterorde die in de 12de eeuw is ontstaan toen kluizenaars op de berg Karmel de levenswijze nastreefden van de profeet Elia. Toen de kruistochten waren mislukt trokken de karmelieten naar Europa, waar zij als bedelorde een grote bloei kenden. Afzondering, onthouding en gebed werden strikt nageleefd. In 1452 werden de broeders karmelieten aangevuld met nonnen (zusters van de Heilige Maagd Maria van de berg Karmel) van de tweede karmelietenorde. De karmelieten hebben geen stichter zoals de meeste orden, maar zij beschouwen Elia en Maria, beiden centrale figuren in het karmelieter bewustzijn, als hun oprichters. Belangrijke vernieuwers zijn Sint Theresia van Avila, die in 1562 de vrouwenorde hervormde, en de Heilige Johannes van het Kruis, die later in de eeuw op soortgelijke wijze de mannenorde hervormde. De hervormde tak werd in 1593 een zelfstandige orde; haar leden staan bekend als de ongeschoeide karmelieten.
Tonnen waarin melk of room wordt omgeroerd, geklopt of geschud door een draaiende karnstok waardoor de vetbolletjes worden gescheiden van de vloeistof en men op deze manier boter verkrijgt.
Beschrijft werken die zijn vervaardigd door het gelijknamige Afrikaanse volk, dat in het bovenste deel van de Omo-vallei in Ethiopië leeft.
Verwijst naar de periode en stijl rond de regeerperiode van Karel de Grote (768-814) en zijn opvolgers tot circa 900 n. Chr. De stijl kenmerkt zich door een vernieuwing van de cultuur van het Romeinse Rijk zoals dat bestond onder de keizers Constantijn en Theodosius.
Mantels gemaakt van vachten, traditioneel gedragen door volkeren in zuidelijk Afrika, vooral door hoofdmannen en pas geïnitieerde jongemannen en als oorlogskleding.
Wordt gebruikt voor zilveren of koperen munten voornamelijk afkomstig uit het oude India.. Ze zijn met allerlei symbolen ingestempeld en dus niet geslagen met de gebruikelijke stempels met voor- en keerzijde. Deze munten waren in ieder geval van 500 v.C. tot 500 n.C. in gebruik.
Schijfvormige wielen op de branders van verlichtingsmiddelen, die zich aan uiteinde van de schacht bevinden, waarmee de schacht en diens kouswiel of wielen handmatig kunnen worden gedraaid. In sommige branders vervangt een enkele lus het wiel.
Bijprojectielen, meestal kleine loden of stalen staafjes of balletjes, die zich in sommige artilleriegranaten bevinden, die zijn ontworpen om tijdens hun vlucht te ontploffen, waarbij de inhoud in alle richtingen wordt verspreid.
Type dun, stijf bordpapier, gemaakt van chemische pulp of lompen van goede kwaliteit. Gewoonlijk gebruikt voor kaarten, borden, afdrukmateriaal en dozen van hoge kwaliteit. Gebruik voor goedkoop bruin golfkarton waarnaar soms wordt verwezen als 'karton' de term 'golfkarton'.
Kartonnen of plastic dozen die worden gebruikt voor opslag of verzending, vooral die welke vrij klein zijn en die, indien gevuld met handelswaar, in een grotere of sterkere verpakking worden gedaan voor transport.
Een rooms-katholieke kloosterorde die in 1084 in de Chartreuse (ten noorden van Grenoble, Frankrijk) werd gesticht door de heilige Bruno van Keulen. De kartuizers combineren het afgezonderde kluizenaarsbestaan met een gemeenschapsleven in het klooster. De monniken of nonnen wonen in aparte cellen en komen alleen samen op bepaalde momenten van de dag of voor speciale festiviteiten. Ze houden zich aan strikte abstinentie. De kartuizers verspreidden zich langzaam, maar in 1521 telde de orde 195 kloosters in alle katholieke Europese landen. Ze speelden een belangrijke rol bij de kloosterhervormingen in de 11de en 12de eeuw. Zelf was het echter de enige vorm van religieus gemeenschapsleven die niet werd hervormd. De kloosters zijn te vinden in grote delen van Europa, hoewel het aantal leden relatief klein is. In 'La Grande Chartreuse', het moederklooster van de orde, wordt een beroemde likeur gemaakt. De opbrengst gaat naar de liefdadigheid.
Kleine tot middelgrote schepen met een rechte boeg en een vierkante achtersteven die oorspronkelijk in de Middeleeuwen in Portugal zijn ontstaan als latijngetuigd kustvissersschip, maar in de late 15e en vroege 16e eeuw als verkenningsschepen werden gebruikt tijdens de Iberische reizen naar de Nieuwe Wereld; verkenningsschepen hadden vaak razeilen om efficienter over de oceaan te varen.
Massieve metalen of houten pen, met een verdikking als handgreep. Korvijnnagels dienen om diverse lijnen op zeilschepen snel vast te zetten, maar ook snel los te halen. Ze worden door een houten balk of plank gestoken.
Kantoorboeken waarin de eerste aantekening geschiedt van alle contante ontvangsten, van alle contante uitgaven, of van beide.
Fijne, zachte, lichte wol van de ondervacht van de kasjmiergeit. Ook garen of stof gemaakt van deze wol.
Hout van de boom behorende tot het genus Castanea, vaalbruin van kleur met in het oog springende groeiringen. Het wordt gebruikt als buitentimmerhout, en voor staken, palen en fineer.
Gesloten sociale klassen die streng zijn gebonden aan gebruik, recht of geloof en die zijn gebaseerd op erfelijkheid, die het prestige, beroep en de sociale betrekkingen, met name het huwelijk, van hun leden bepalen.
Een onderdeel van een deur, bestaande uit een enkele knop die bevestigd is aan de ene kant van een krukpen, waarvan aan de andere kant een roos of plaat is bevestigd om de knop en de pen aan de kastdeur te bevestigen. Te onderscheiden van 'deurknoppen', die bestaan uit twee knoppen aan weerszijden van een krukpen om de deurkruk los te maken.
Verwijst naar de stijl van de Shinto-architectuur die werd ontwikkeld tijdens de Nara-periode (710-7940) en de Heian-periode (794-1185). De stijl kenmerkt zich door en soort tempel met een vast dak dat aan de puntgevel is toegevoegd en die de trappen overdekt die naar de toegangsdeuren leiden.
Verwijst naar het werk van een school van boeddhistische schilders die in dienst waren van het Kasuga-heiligdom in Nara in het midden van de 13de eeuw. De stijl kenmerkt zich door dunne draadachtige lijnen, platte oppervlakken en heldere kleuren zoals oranjerood, diepblauw en groen.
Verheven bouwwerken, vaak overdekt, waarop de doodkist of beeltenis van een overleden persoon ligt opgebaard of wordt rondgedragen. Het wordt onderscheiden van 'lijkbaar' die veel kleiner en simpeler is, en ook van een 'castrum doloris', wat een constructie is die de bier of katafalk beschermt.
Y-vormige stokken met een reep plastic, leer of een ander elastisch materiaal vastgemaakt tussen de uiteinden van de beide takken, die worden gebruikt voor het wegschieten van kleine steentjes tijdens de jacht of het spel.
Verwijst oorspronkelijk naar puriteinse en ascetische separatisten die in de 3de eeuw de leer van de Romeinse bisschop Novatianus volgden. In de middeleeuwen ging de term verwijzen naar een goed georganiseerde geloofsgemeenschap die de sacramenten verwierp en geloofde in een neomanicheïstisch dualisme waarin goed en kwaad afzonderlijke sferen waren en de materiële wereld slecht was. Katharen leidden een streng ascetisch en celibatair leven. Volgelingen werden verdeeld in twee groepen: de 'volmaakten' en de 'gelovigen’. De volmaakten werden gescheiden van de rest door een initiatieceremonie die het consolamentum werd genoemd. De beweging werd in de 13de en 14de eeuw als een ernstige bedreiging voor de rooms-katholieke kerk beschouwd, vooral in het zuiden van Frankrijk. Het aantal katharen nam in de 14de eeuw af als gevolg van de onderdrukking door de inquisitie, onenigheid onder de gelovigen ten aanzien van het dualisme en de nieuwe aantrekkingskracht van de vroomheid en devotie van de franciscanen. Hoewel de term soms wordt gebruikt als synoniem van 'albigenzen', zijn de laatstgenoemden eigenlijk een afscheiding van de katharen. De katharen waren verwant met de bogomielen en de paulicianen, andere middeleeuwse gezindten met een soortgelijk geloof in het dualisme.
Romeinse stoelen met een ronde rugleuning op verticale staanders en met gebogen poten. Tevens de zetel of troon van een bisschop in zijn kerk.
De term stamt af van het Latijnse woord voor ���stoel' of ���zitting' en wordt gebruikt voor zware Romeinse stoelen die waren afgeleid van klismos-stoelen, die door de oude Grieken waren ontwikkeld en lichter en subtieler waren. Gebruik ���katheders (bisschopstronen)' voor stoelen in christelijke kathedralen die bisschoppen gebruikten.
Scholen die ontstonden in het middeleeuwse Europa en werden geleid door kathedrale geestelijken met als oorspronkelijke doel het opleiden van priesters. Deze scholen ontwikkelden zich later tot instellingen die ook lesgaven aan leken, meestal jongens van adellijke komaf die werden voorbereid op hoge posities in de kerk, provincie of het zakenleven.
Te gebruiken voor het beschrijven van dingen die betrekking hebben op kathodes, vooral verschijnselen die plaats vinden in de nabijheid van kathodes of stoffen die worden gevormd door zulke verschijnselen.
Verwijst naar de richting van het christendom die zich kenmerkt door een uniforme, hoogontwikkelde rituele canon en organisatiestructuur met een doctrine die wortelt in de leer van de apostelen van Jezus Christus in de 1ste eeuw, in de theologie van de Alexandrijnse school en in het augustijner gedachtegoed. In deze godsdienstige richting wordt het geloof beschouwd als een aanvaarding van de openbaring; de openbaring heeft de vorm van een doctrine. In juridische zin verwijst de term naar de richting van het christendom die zich onderscheidt als een verenigd, monolithisch sacramenteel systeem onder het bestuur van het pauselijk gezag. Gedurende het grootste deel van de geschiedenis van dit systeem was de paus gevestigd in Rome en daarom wordt 'rooms-katholicisme' vaak gebruikt om dit begrip te onderscheiden van de orthodoxe katholieke kerk.
Genus van ongeveer 50 soorten struiken die inheems zijn in de meeste subtropische gebieden van de wereld en al heel lang worden verbouwd vanwege hun vezels en olie. Veel variëteiten katoenplanten zijn ontstaan door veredeling en kruising van diverse soorten. Al in 5000 v.Chr. maakte men in India doeken van katoen. In 3000 v.Chr. weefde men katoenen stoffen in Egypte, China en Peru. In Europa begon men in de Middeleeuwen op grote schaal katoen te verbouwen.
Freesmachines waarmee zaden, doppen en ongerechtigheden van katoen worden gescheiden.
Harshoudende kegeldragende productieconifeer die inheems is op het Noordereiland van Nieuw-Zeeland. Kauribossen behoren tot de oudste bossen in de wereld: voorlopers van de kaura kwamen reeds voor tijdens de Jura, tussen 190 en 135 miljoen jaar geleden.
Schelpen van de vele buikpotige zeeweekdieren behorende tot een familie die is verspreid over warme zeeën; ze hebben een mooie glans, zijn vaak fel van kleur en worden veel gebruikt als versieringen of geld.
Versterkte wijkplaatsen die als toevluchtsoord worden gebruikt in tijden van oorlog, gebouwd op heuveltoppen in het oosten van Kenia door de Mijikenda en verwante volkeren. Veel kaya's worden als heilige plaatsen beschouwd.
Koreaanse lange citers met twaalf snaren van getwijnde zijde, die elk door een eigen hoge, beweegbare kam worden ondersteund. Ze worden in twee standaardmaten gebouwd: de grote, voor hof- en aristocratische muziek, heeft naast de losse kammen nog twee extra vaste kammen; de kleinere, met één vaste kam, wordt gebruikt voor volks- en virtuoze muziek.
Verwijst naar een projectiesysteem dat algemeen wordt gebruikt in de cartografie en dat is gebaseerd op het principe van een holle kegel die zodanig over een bol is geplaatst dat, wanneer de kegel wordt afgewikkeld, de raaklijn de centrale of standaardparallel van het in kaart gebrachte gebied vormt. In dit systeem zijn de parallellen concentrische cirkels en bestaan de meridianen uit de rechte lijnen van de punt van de kegel tot de divisies van de standaardparallel. De kegelprojectie wordt doorgaans afgeleid van een projectie van de bol op een kegel vanuit een punt boven een van de polen en op de raaklijn van de aarde of een ander hemellichaam op één geselecteerde parallel. Ze kan ook worden afgeleid van een projectie waarbij de kegel zodanig is geplaatst dat deze de bol bij twee dicht bij elkaar geplaatste parallellen kruist.
Stukken hout of metaal die taps toelopen en eindigen in een dunne rand; worden gebruikt om hoogte aan te passen, bekisting strakker te maken of om hout of steen te splijten.
Soort eenjarige plant die op grote schaal wordt gekweekt om zijn voedzame zaden, die wereldwijd voor verschillende doeleinden worden gebruikt. Het vroegste bewijs dat er mensen waren die kekererwten aten, dateert uit 7000 v. Chr. Voor zover bekend was het een van de eerste planten die werden gekweekt in het neolithische Jericho. In het verleden werd gedacht dat de plant de hoeveelheid sperma en melk verhoogde en werd hij gebruikt als medicijn om menstruatie op te roepen en nierstenen te behandelen.
Wordt gebruikt voor ruimten die geheel of voor het grootste deel ondergronds liggen en die worden gebruikt voor opslag, vooral van voedsel. Voor soortgelijke ruimten die als woonruimte dienen of voor andere gebruiksdoeleinden wordt 'souterrains (verdiepingen)' gebruikt.
Tapisserietechniek waarbij inslagdraden van verschillende vlakken worden geweven om aangrenzende scheringdraden. Bij verticale afscheidingen tussen twee kleurvlakken ontstaan spleten of gaten.
Verwijst naar de stijl van het keramiek dat werd geproduceerd in de gelijknamige Duitse fabriek die in 1758 werd gevestigd. De fabriek, die vooral beroemd is om zijn geglazuurd aardewerk, produceerde porselein van de jaren 60 tot de jaren 90 van de 18de eeuw, en stapte in 1802 over op crèmekleurig aardewerk, dat gemaakt werd tot de productie in de jaren 20 van de 19e eeuw werd gestaakt.
Verwijst naar de stijl en periode die wordt geassocieerd met de Kelten, een vroeg Indo-Europees volk dat zich over Europa verspreidde van de Britse eilanden en het noorden van Spanje tot het oosten van Transsylvanië, de kusten van de Zwarte Zee en Galatia in Anatolië, van het 2de millennium tot de 1ste eeuw v. Chr. Elementen van deze stijl hielden eeuwenlang stand in het zuiden van Scandinavië en de Britse eilanden na de Romeinse tijd. De stijl kenmerkt zich door verwijzingen naar de kunst van het oude Italië, Griekenland en het Oosten, gecombineerd tot een nieuwe en individuele stijl met een sterk gevoel voor vorm en structuur, gestileerde vormen van planten, dieren en mensen, een balans tussen leegte en decoratie, krachtige vitaliteit en textuurcontrasten.
Verwijst naar middeleeuwse monumentale kruisen, gewoonlijk van steen, die werden gebruikt als markering van plaatsen in het landschap, meestal een heilige plaats, een graf of een verzamelplaats in het Keltische Ierland, Schotland of elders. Ze dragen in het algemeen inscripties of versieringen in bas-reliëf in een door Vikingkunst beïnvloede Keltische stijl. De typische vorm is die van een Latijns kruis met een ring rond het snijpunt van de verticale en de horizontale balk; enkele van de oudste voorbeelden bestaan echter uit een losse stenen zuil met versieringen en inscripties.
Twee smalle kleden die aan beide zijden van de mian farsh kunnen worden geplaatst volgens de traditionele indeling van tapijten in een Islamitische kamer.
Kapjes, piramidale beëindigingen van gotische fioelen of pinakels, meestal met hogels bezet. VWB
Kleine legerpetten met een bijna horizontale klep en een harde bol die aan de voorkant naar beneden afloopt. Waren zeer populair in de Franse en Amerikaanse legers en zijn later overgenomen voor gebruik door burgers.
Verwijst in algemene zin naar een schilderschool in de regio Kerala in Zuid-India. Van de 15de tot de 19de eeuw kende Kerala een gevarieerde en bloeiende wandschildertraditie; de meest omvangrijke en best bewaarde voorbeelden zijn te vinden in het Mattancheri-paleis in Cochin. Tot de belangrijkste voorbeelden uit de 18de eeuw behoren schilderijen uit de paleizen van Padmanabhapuram en Krishnapuram. Ook de miniatuurschilderkunst werd in Kerala beoefend. De 18de-eeuwse miniatuurschilders namen de post-Vijayanagara tradities over welke destijds in gebruik waren in Zuid-India; kenmerkend voor de stijl zijn een neutrale achtergrond en een expressieve lijnvoering en compositie.
Verwijst naar verschillende harde, broze, hitte- en corrosiebestendige materialen die worden vervaardigd door een niet-metalen mineraal, zoals klei, te vormen en vervolgens op een hoge temperatuur te bakken.
Bestuivingsprocédés waarbij het pigment een verglaasbaar poeder is dat in vele kleuren voorkomt en dat op porselein, aardewerk en dergelijke wordt gebrand. In bredere zin wordt de term gebruikt voor elk procédé waarbij een afbeelding wordt gevormd op porselein, aardewerk en soortgelijke materialen.
Gebakken klei in verschillende vormen en dikten en met een verscheidenheid aan gebruiken zoals voor oppervlaktebedekking, drainage of constructie. Gebruik 'dakpan' voor plat, stevig en relatief dun houdbaar materiaal dat vooral wordt gebruikt als dakbedekking.
Een vezelachtige proteïne die de chemische basis vormt van opperhuidweefsel zoals haar, hoorn, wol, nagels of veren.
Kleine schaven die worden gebruikt om scheppen en schoppen uit te hollen.
Stokken of staven van hout voor het tellen of meten van een schuld of betaling. De schuldenaar en schuldeiser behielden ieder een helft van de stok, die in de lengte werd doorgezaagd, dwars door de kerven heen, zodat deze als rechtsgeldig schuldbewijs kon dienen.
Een term die verwijst naar de wettelijke scheiding tussen alle religieuze principes en de overheid van de Verenigde Staten, zoals vastgesteld in het eerste amendement van de grondwet van de Verenigde Staten: 'Het Congres mag geen wetten opstellen met betrekking tot het creëren van een godsdienst en mag de vrijheid van godsdienst niet belemmeren.'
Stoelen die met behulp van scharnieren aan het eind van een kerkbank bevestigd zijn om, indien noodzakelijk, mensen plaats te verschaffen in het gangpad.
Colleges van benoemde of gekozen leken die tijdelijk de leiding hebben over gemeenten van de anglicaanse kerk in Groot-Brittannië, de Verenigde Staten of Canada. Gebruik 'kerkfabrieken' voor dergelijke colleges in de katholieke kerken in Franstalige gebieden.
Raden van benoemde of gekozen leken die tijdelijk de leiding hebben over katholieke parochies in Franstalige landen en gebieden als Frankrijk en de Canadese provincie Québec. Gebruik voor dergelijke rade in de anglicaanse kerk van Groot-Brittannië, Canada en de Verenigde Staten de term 'kerkenraden'.
Gebouwen voor openbare christelijke erediensten die historisch worden onderscheiden van kapellen en oratoria, dat gebouwen zijn die in enig opzicht privé, of in de ruimste zin, niet publiek, zijn. Kerkarchitectuur volgt in het algemeen standaard modellen, die variëren afhankelijk van de datum, locatie en de kenmerken van de gemeente.
Omheinde terreinen die aan kerken behoren en die worden gebruikt als begraafplaatsen.
In de episcopale of anglicaanse kerken zijn dit gekozen functionarissen die de niet-kerkelijke zaken van parochie- of districtskerken regelen, met name zaken die te maken hebben met het gebouw en andere eigendommen. Voorheen fungeerden ze als de enige vertegenwoordigers van de leken van iedere parochie in kerkelijke zaken.
Te gebruiken voor reizende of seizoensgebonden amusementsgezelschappen met attracties, kansspelen, ritjes in een reuzenrad en soortgelijk vermaak. Gebruik 'carnaval' voor de feestelijke periode van bals, maskerades, optochten en een algehele pretmakerij vóór de periode van vasten.
Kleine Duitse porseleinen ornamenten uit de 19e of begin 20e eeuw, in de vorm van figuurtjes of klein doosjes, die delicate voorstellingen dragen en in grote hoeveelheden werden geproduceerd voor verkoop op kermissen, bazaars, souvenirwinkeltjes en dergelijke.
Personen die kernen van zand voor metalen gietsels maken, kernen van klei voor ijzeren pijpen of metalen kernen voor dakpannen.
Terracotta of aardewerken komvormige vaten uit de Bronstijd met een reeks kleinere kopachtige vormen die rond de bovenrand zijn bevestigd. Het doel ervan is onzeker, maar lijkt ritueel te zijn.
Verwijst naar versierde bomen, meestal een groenblijvende den, balsemspar of spar, versierd met kaarsen, lampjes en versieringen in het kader van de kerstviering. Het gebruik is geworteld in de groenblijvende bomen, kransen en festoenen als symbool van het eeuwigdurende leven, zoals gebruikelijk was bij de oude Egyptenaren, Chinezen en Hebreeërs. Het aanbidden van bomen was bovendien normaal bij de heidense Europeanen. De Scandinavische en Duitse gebruiken rond groenblijvende takken en bomen tijdens midwinterse feestdagen bleven bestaan na hun bekering tot het christendom. De moderne kerstboom ontstond in Duitsland, als onderdeel van een populair middeleeuws toneelstuk over Adam en Eva, waarin de 'paradijsboom' een spar was waarin appels waren opgehangen als uitbeelding van de Hof van Eden. De Duitsers zetten op 24 december, de feestdag van Adam en Eva, een paradijsboom op. Het gebruik werd populair in het Victoriaanse Engeland. De symboliek werd uitgebreid met versieringen die directer verwezen naar de geboorte van Christus. De traditie vond navolging in veel Westerse landen. Tegenwoordig heeft de traditie in veel gevallen de oorspronkelijke religieuze betekenis verloren.
Wenskaarten die tijdens de kersttijd worden verstuurd of overhandigd als teken van welwillendheid. De eerste kerstkaarten dateren uit de jaren 40 van de 19de eeuw en werden in Engeland gemaakt. De kerstkaarttraditie leeft in alle Engelstalige landen en tal van andere landen.
Verwijst naar een uitbeelding van de gebeurtenissen rond de geboorte van Christus. Een kerststal is meestal driedimensionaal en bevat het kindje Jezus in de kribbe, de maagd Maria en Sint Jozef, schapen, de os en de ezel en andere aanwezigen, zoals herders, de Wijzen en engelen. De Engelse term 'crèche' is afgeleid van de kribbe waarin de maagd Maria, volgens enkele vertalingen van het Evangelie van Lucas, de pasgeboren Jezus legde. Volgens de legende werd de kerststal populair gemaakt door Sint Franciscus van Assisi, die in 1223 in het Italiaanse Greccio de nachtmis opdroeg in een stal waarin mensen en dieren de geboorte van Jezus naspeelden.
Metalen vaten om vloeistoffen in te koken, inhoud tussen 1 en 50 liter, wijde opening, beugelhandvat, soms een deksel, soms op pootjes.
Wordt gebruikt voor een groot scala aan drukvaten waarin water of een andere vloeistof wordt verhit, en die vervolgens heet water afgeven voor verwarmingsdoeleinden of stoom voor verwarming of het opwekken van energie.
Een holle steen gebruikt voor de aanzetting of de bekleding aan de binnenkant van een muur; heeft meestal de afmetingen van een normale steen en een gegroefd of gekerfd oppervlak om pleisterwerk te vergemakkelijken. Het draagt geen extra gewicht.
Trommen met halfronde of eivormige klankkasten en één gespannen trommelvel.
Groepen van zakelijke ondernemingen van dezelfde soort of met dezelfde functie, zoals restaurants, winkels, theaters of hotels, die met elkaar zijn verbonden in een enkel systeem met een enkele eigenaar en een enkel management of bestuur.
Bogen die ontstaan bij ophanging van kettingen of touwen tussen twee vaste punten, die evenwel niet in dezelfde verticale lijn staan. Afgeleid van het Latijnse 'catena', dat 'ketting' betekent.
Weeftechniek waarbij twee of meer uiteinden van de schering om elkaar draaien wanneer ze met de inslag verweven worden.
Oölitische kalksteen die wordt gewonnen in de omgeving van Ketton in het Engelse Leicestershire. Voornamelijk gebruikt als bouwsteen.
Traditionele joodse huwelijkscontracten die van oudsher in het Aramees zijn geschreven en door getuigen zijn ondertekend, waarin de huwelijkse plichten van man en vrouw uiteen worden gezet, zoals de verplichting van de man om na een eventuele scheiding een vastgestelde alimentatie te betalen en het recht van de vrouw op het bezit van haar man na diens overlijden.
Ruimten bestemd voor de bereiding van voedsel.
Dierlijk of plantaardig afval ontstaan als gevolg van het vervoeren, verwerken of bereiden van voedsel.
Verwijst naar een dressoir of buffet voor het bereiden van voedsel en het uitstallen van borden, fijn tafelgerei en eet- en drinkgerei. In Engeland was de keukenkast in gebruik sinds de Tudorperiode, waar hij zich ontwikkelde uit een zijtafel met een rij laden. Aan het einde van de 17de eeuw omvatte de keukenkast meestal ook een lage achterplank en smalle schappen of laden, welke soms dienden voor het uitstallen van waardevolle borden. Keukenkasten van dit type waren in de 19de eeuw zeer geliefd. Franse en Engelse keukenkasten waren rijker bewerkt, en bestonden vaak uit een wandkast (met of zonder deuren) met daaronder een pottenkast.
Schilderij dat een keuken voorstelt. Oorspronkelijk als stilleven waarop keukengerei, groenten en fruit, stukken vlees en vis zijn afgebeeld. Later ook met meiden, kooksters en knechten.
Gebruiksvoorwerpen voor de keuken, zoals bestek of kookgerei.
Scheikundigen die de waarde van en de hoeveelheid metalen in ertsen en legeringen analyseren.
Officiële stempels die door gilden of essaaikantoren worden aangebracht op gouden en zilveren voorwerpen, als bewijs van het gehalte van het metaal. Te onderscheiden van `meestertekens' die op gouden en zilveren voorwerpen worden gestempeld met het doel de identiteit van de maker of het atelier waar het is gemaakt, aan te geven.
Kledingstukken met lichte baleinen of zonder baleinen, meestal gemaakt van stevige stof, met schouderbanden en knopen aan de zijkant om ze aan een kledingstuk voor het onderlichaam te bevestigen; gedragen door vrouwen en kinderen.
Gebieden onder het bestuur van een keurvorst, vooral binnen het Heilige Roomse Rijk.
Te gebruiken voor vrije mensen die zichzelf onderhouden door de grond te bebouwen, als kleine landbezitter of als knecht. Gebruik 'boerenstand' voor de sociale klasse die deze mensen vormen. Gebruik 'lijfeigenen' voor personen die in het leenstelsel, diensten verschuldigd zijn aan een edelman en vaak zijn verbonden aan diens land.
Zeer mollige poppen met een knotje boven op het hoofd, die gebaseerd waren op een figuur uit verhalen die als feuilleton werden uitgegeven in tijdschriften aan het eind van de 19e eeuw; ze werden vanaf rond 1912 vervaardigd in verschillende materialen, meestal celluloid, ongeglazuurd porselein of gips.
Kleine Tibetaanse kleedjes die het bovenste kleedje zijn op een stapel kleedjes om op te zitten.
Motief afkomstig uit het Midden-Oosten en Noord-Afrika in de vorm van een gestileerde handafdruk met een oog in het midden. De khamsa wordt doorgaans in verband gebracht met goede gezondheid en het afweren van het kwaad. De 'hand' is meestal symmetrisch, met twee kleine 'duimen' aan iedere zijde, in plaats van een pink aan de ene kant. Het motief wordt tegenwoordig vooral aangetroffen in joodse en islamitische sieraden en als deurdecoratie, maar is ouder dan de islam of zelfs het jodendom. Het motief heeft zich mogelijk ontwikkeld uit het symbool voor de vagina, als verwijzing naar de Punische godin Tanit, waarna het is beïnvloed door het palmettenmotief en is gecombineerd met het Oudegyptische motief van het Oog van Horus.
Verwijst naar archeologische sites in het hedendaagse Sudan welke dateren uit 4900-3000 v. Chr., en waarbij een Vroege Periode (4900-3800 v. Chr.) en Late Periode (3800-3000 v. Chr.) worden onderscheiden.
Genus van 7 soorten grote tropische bomen, waarvan sommige bladverliezend en andere groenblijvend zijn. De bladeren oogst men om aan het vee te voeren. De schors en andere delen gebruikt men voor medicinale doeleinden. De opzwelbare gom wordt op een groot aantal manieren gebruikt. Het hout lijkt op echt mahoniehout van bomen uit het genus Swietenia. Men gebruikt het voor meubels, het uithakken van kano's en diverse andere doelen.
Lange hoofddoek of sluier die doorloopt tot het middel en het hoofd en de hals, romp en armen bedekt, maar het gezicht vrij laat. In islamitische culturen dragen sommige vrouwen ze als uitdrukking van bescheidenheid. Gebruik ���hidjab' voor kortere hoofddoeken die alleen het hoofd en de hals bedekken.
Verwijst naar registratiesystemen die werden gebruikt in het Incarijk en oudere culturen in het Andesgebied. De term 'khipu' is een orthografische weergave van het Quechua-woord voor knoop. Een khipu bestaat meestal uit koorden of draden van gekleurd katoen (of alpaca) met numerieke waarden die mogelijk met knopen zijn gecodeerd volgens het tientallig (decimaal) systeem. Khipu's bestaan uit een hoofdkoord waaraan een wisselend aantal hangende touwtjes is bevestigd; het aantal touwtjes kan uiteenlopen van twee tot bijna 1500 snoeren. Aan deze touwtjes kunnen op hun beurt ook weer kleinere touwtjes zijn bevestigd. De meeste khipu's bevatten drie soorten knopen. Het geheim van de khipu is nog niet ontcijferd en er zijn tal van theorieën over de hoeveelheid informatie die ze zouden bevatten. Volgens recente theorieën werden ze gebruikt om eenheden van arbeidsbijdragen bij te houden, met een verwijzing naar het geografische gebied dat de arbeid leverde. Andere onderzoekers zijn van mening dat khipu's niet als schriftvorm waren bedoeld, maar als een systeem van geheugensteuntjes voor Inca-administrateurs, of als een combinatie van deze twee, voor het bijhouden van een administratie. Khipu's werden niet alleen door hoge ambtenaren in de hoofdstad Cuzco gemaakt en bijgehouden, maar ook door regionale hoofden en dorpsoudsten. Na de verovering van het Incarijk begin 16de eeuw door de Spaanse conquistadores werd het gebruik van de khipu verboden en werden de meeste vernietigd. Er zijn nog slechts circa 600 Inca-khipu's bewaard gebleven. In de hooglanden van Peru wordt het gebruik van de khipu nog voortgezet, zij het in een vrij primitieve vorm.
Verwijst naar de stijl van het aardewerk uit het midden van het derde millennium v. Chr. dat werd gevonden in de Levant en dat is genoemd naar de archeologische vindplaats Khirbet Kerak, maar waarvan wordt verondersteld dat de stijl uit de Kaukasus afkomstig is. De stijl kenmerkt zich door vazen die zijn bedekt met een glanzend zwart gepolijste kleilaag.
Verwijst naar de cultuur en de periode die floreerde van de 7de tot het midden van de 15de eeuw in de regio die tegenwoordig bekend is als Cambodja en die later migreerde naar andere regio's in Zuidoost-Azië. De stijl van deze periode is complex, ontwikkelde zich in verschillende subfasen en wordt bepaald door animistische geloven, het Theravada-boeddhisme en het Indiase hindoeïsme. Artistieke productie in deze periode is divers en weerspiegelt Indiase en andere regionale invloeden in beeldhouwkunst, architectuur en de decoratieve kunsten. In architectuur wordt deze periode gekenmerkt door hindoeïstische en Mahayana-boeddhistische tempels in constructies van lateriet, zandsteen of baksteen.
Verwijst naar het volk en de cultuur in zuidelijk Afrika die de eerste Europese ontdekkingsreizigers aantroffen in gebieden in het achterland. De Khoikhoi leven nu in Europese nederzettingen of in officiële reservaten in Zuid-Afrika of Namibië. De meeste Khoikhoi zijn Nama of Oorlams. Deze laatste naam wijst op verwantschap met de 'Kaapse Hottentotten'. Daarnaast zijn veel Khoikhoi van gemengde afkomst. De grootste Nama-groepen zijn de Bondelswarts, Rooinasie, Swartboois en Topnaars; de grootste Oorlams-groepen zijn de Witbooi, Amraal, Berseba en Bethanie. Er zijn geen grote lichamelijke verschillen tussen de Khoikhoi en de San; de enige duidelijke verschillen zijn het iets grotere postuur en het onmiskenbaar langere en smallere hoofd van de Khoikhoi.
Schilderschool die midden 16de eeuw een bloeitijd kende in het oosten van Tibet; de school is gesticht door Jamyang Khyentse Wangchuk (geboren in 1524). Kenmerken van deze school zijn grote aandacht voor het detail, blijvende Chinese invloeden en een nieuwe wijze van behandeling van de achtergrond.
Vrijstaande beelden die godheden representeren, meestal uit hout gesneden, en die men vindt in Polynesië, met name op de Hawaïaanse eilanden. Vaak gebruikt men het woord ���tiki' algemeen voor dit soort beelden, maar technisch is dat onjuist. Gebruik ���tiki' voor de kopieën van oorspronkelijk Polynesische beelden die na de Tweede Wereldoorlog in Noord-Amerika populair werden.
Wordt gebruikt voor karbelen die reiken van een kielkeper tot een nokruiter.
Om een spil draaiende platen, midscheeps gemonteerd in een behuizing of tussendekse koker, die worden opgeheven of neergelaten door de bodem van een vaartuig om dit stabiliteit te verlenen. Gebruik 'steekzwaarden' voor soortgelijke, niet om een spil draaiende, verwijderbare platen.
Te gebruiken voor eiwit binnen de context van fotografische materialen en processen.
Een steenfragment, meestal rond afgesleten, dat groter is dan een korrel en kleiner dan een kei. Een kiezelsteen heeft een diameter tussen 4 en 66 mm en is dus groter dan een erwt en kleiner dan een tennisbal.
Zandsteen die rijk is aan silica, in het bijzonder als vrije silica, in tegenstelling tot silicaten. De silica is kenmerkend voor het cement of de matrix waardoor de kwartsdeeltjes worden gebonden die het hoofdbestanddeel vormen van zandsteen. Zuivere kiezelzandsteen is chemisch inert, een eigenschap die de steen bestand maakt tegen een rokerige omgeving, wat deze tot een populaire bouwsteen maakt in industriële gebieden. Kiezelzandsteen is hard en duurzaam, waardoor moeilijk te bewerken is. In zuivere vorm is de steen wit of crème van kleur. Andere kleuren zijn het gevolg van onzuiverheden: de aanwezigheid van ijzeroxiden veroorzaakt gele en rode kleuren, glauconiet zorgt voor een groene kleur en zwart is het gevolg van de aanwezigheid van mangaandioxide.
Uit hout gesneden maskers van de Songye, een volk in de Democratische Republiek Congo (voorheen Zaïre), die zich onderscheiden door overdadige gelaatstrekken, vaak voorzien van een kuif en zwarte, rode en witte strepen.
Helmen met een lage helmkap, die aan de bovenkant naar boven en naar voren krullen en een platte punt vormen die langs het gezichtsveld loopt, waardoor er een smalle ruimte wordt gecreëerd tussen de helmkap en het kinstuk die als oogspleet fungeert. Ze werden vanaf het eind van de 14e eeuw tot in de 16e eeuw gebruikt bij steekspelen.
Wordt gebruikt voor aardewerken lampen uit de oudheid, met een kikker in reliëf aan de bovenkant.
Meeteenheid voor opgeslagen informatie op een computer ter grootte van 1024 of 1000 bytes. De meest gebruikte eenheid om de grootte van computerbestanden uit te drukken.
Funeraire beelden, soortgelijk aan de met stof omwikkelde funeraire beelden van de Bwende die bekend zijn als ‘niombo’, maar kleiner en op minder grote schaal gebruikt.
Ruimvallende kleding met wijde mouwen, om het middel vastgemaakt met een obi of brede sjerp en traditioneel gedragen door Japanse mannen en vrouwen. Ook op dit kledingstuk geïnspireerde ochtendjassen in de westerse kleding.
Vijfsnarige boogharpen van de Barma in het zuiden van Tsjaad, met stemschroeven en kleine klepelklokjes die aan de kam en de klankkast zijn bevestigd.
Leesboeken die speciaal zijn geschreven ter vermaak voor kinderen, doorgaans jonger dan 12. De boeken zijn vaak geïllustreerd. In deze definitie zijn stripboeken, naslagwerken en schoolboeken uitgesloten.
Aanduiding voor professioneel geleide voorzieningen die zorg bieden voor kinderen onder de schoolleeftijd voor een dagdeel of de hele dag.
Professioneel geleide instellingen die zorg bieden voor kinderen onder de schoolleeftijd voor een dagdeel of de hele dag, meestal terwijl hun ouders aan het werk zijn. Te onderscheiden van peuterspeelzalen omdat ze meestal geen onderwijs bieden.
Wordt gebruikt voor behandelcentra, vaak in een landelijke omgeving, waar kinderen met emotionele problemen intern medische zorg en begeleiding krijgen.
Wordt gebruikt voor kleine huisachtige bouwwerkjes die zijn bedoeld voor kinderen om in te spelen.
Vorken waarmee kleine kinderen kunnen eten. Gewoonlijk hebben ze een korte steel en korte, relatief botte tanden.
Verschillende voertuigen op wielen die vooral zijn bedoeld voor het vervoer van kleine kinderen; kunnen geduwd of getrokken worden en zien er vaak uit als een wagen of een rijtuig. Gebruik 'wandelwagens' voor voertuigen die vooral zijn ontworpen om kinderen in voort te duwen die rechtop zitten.
Schepen voor de kreeftvisserij, ontworpen in Kingston, aan Massachusetts Bay, in de Verenigde Staten, met twee masten en sprietzeilen, half verdekt en met een vierkant achtersteven; na ca. 1800 werden ze iets aangepast voor het wedstrijdzeilen en pleziervaart.
Letterlijk 'goud gebrocheerd'. Dit opgeglazuurd geëmailleerde aardewerk - voornamelijk kommen - werd waarschijnlijk in de 16e eeuw in China geproduceerd, voornamelijk voor de export naar Japan. Sommige exemplaren zijn mogelijk in de 19e eeuw in Japan vervaardigd. Ze werden ook in het westen zeer populair. De overheersende kleur was meestal rood of wit, met kleinere hoeveelheden rood, geel en groen. Ze werden versierd met goud, meestal met sierlijke bloemen.
Kleine vrijstaande gebouwtjes die of open zijn of gedeeltelijk afgesloten, waar handelswaar wordt getoond, aangeprezen of verkocht.
De (ongelooide) huid van klein of eenjarig vee, groter dan de huid van een kalf.
Beschrijft werken die zijn vervaardigd door de bewoners van het eiland Kiribati. De meeste kunstwerken die zijn vervaardigd door de bevolking van de Republiek Kiribati hebben de vorm van patronen welke zijn ingeweven in matten van pandanbladeren. Dit werk wordt gebruikt voor zeilen, kleding, manden, zitmatten en slaapmatten.
Decoratieve techniek waarbij vierkanten, stroken of ruitvormen worden gemaakt van dunne stukken bladgoud en bladzilver, en worden aangebracht op lakwerk, schilderijen en beeldhouwwerken. De techniek werd geïntroduceerd in Japan tijdens de Nara-periode (710 tot 794) en was populair van de Heian-periode (794-1185) tot de Kamakura-periode (1185-1333). De term wordt ook gebruikt voor de gebruikte stukken goud of zilver.
Handelsnaam voor kleine, min of meer archaische tapijtjes uit het westen van Anatolië met vaak een lichte ondergrond en een kenmerkend patroon dat uit gedetailleerde dubbelnissen bestaat.
Verwijst naar een 18de-eeuwse Indiase schildersschool die is verbonden met de prinselijke staat Kishangarh in centraal Rajasthan. Net als andere Rajput-schilderstijlen is ook deze school enigszins schatplichtig aan contemporaine Mogol-schilderkunst. De school wordt gekenmerkt door zijn religieuze intensiteit en individualistische gelaatsuitdrukking die bestaat uit puntige kinnen en neuzen, diep gekromde ogen en golvende haarlokken. Panoramische landschappen vormen vaak de achtergrond voor de geïllustreerde scène. Een belangrijke begunstiger gedurende de vormende fase was Raja Savant Singh (regeerde 1748-57), die zelf een dichter en devoot lid was van de Vallabhacarya-sekte. Vooral de reeks schilderijen van Radha en Krishna zijn opmerkelijk. Er wordt gespeculeerd dat Savant Singh's minnares mogelijk model heeft gestaan voor het Kishangarh-gelaatstype. Nihal Chand is de meesterkunstenaar aan wie de verdienste wordt toegeschreven dat hij de romantische en religieuze aard van zijn begunstiger heeft omgezet in frisse, visuele beelden. De Kishangarh-school bleef haar activiteiten op een lager prestatieniveau voortzetten tot halverwege de 19de eeuw.
Geld in de vorm van dunne, gedraaide ijzeren staafjes met platte uiteinden, in West-Afrika werd gemaakt en gebruikt, met name in Sierra Leone, Liberia en Guinee.
Hekjes die in een halfronde, rechthoekige, trapezium-, U- of V-vormige afscheiding heen en weer kunnen bewegen, waardoor er iedere keer maar één persoon door het hek kan gaan en schapen en ander vee worden tegengehouden.
Labels die men aanbrengt op kisten, meestal van hout, waarin men producten vervoert, met daarop de naam van de kweker of de distributeur van het fruit, de groenten, de noten of de andere producten in de kisten. Gewoonlijk hebben de etiketten een kunstzinnig en grafisch ontwerp. Musea en verzamelaars beschouwen ze vaak als waardevolle objecten. De kunst van etiketten op kisten had haar bloeitijd tussen het eind van de negentiende en het midden van de twintigste eeuw.
Verwijst naar een portret van een bepaalde omvang, meestal geschilderd, een afdruk of een ander tweedimensionaal medium. Het is meestal ongeveer 90 x 70 centimeter groot en heeft een opvallende compositie: niet helemaal tot aan de knieën, maar wel met een of beide handen. De Engelse term is afgeleid van de serie portretten die Godfrey Kneller rond 1700-1720 maakte voor de eetzaal van de literaire club Kit-Cat in Londen, waar het plafond te laag was voor portretten tot aan de knieën. Daarom koos Kneller voor dit ongebruikelijke formaat.
Kleine ruimten of gedeelten van grotere ruimten met de meest essentiële keukenuitrusting.
Te gebruiken voor tweemasters met gaffeltuig, waarvan de kleinste mast, de bezaansmast, voor het roer is geplaatst; worden sinds halverwege de 19e eeuw gebruikt. Gebruik 'kitsen (vierkant getuigde vaartuigen)' voor soortgelijke vaartuigen die van de late 17e tot de vroege 19e eeuw werden gebruikt en vierkant zijn getuigd. Gebruik 'yawls (zeilvaartuigen) voor soortgelijke vaartuigen met gaffeltuig, waarvan de bezaansmast achter het roer is geplaatst.
Te gebruiken voor aan beide masten vierkant getuigde tweemasters waarvan de grote mast langer is dan de bezaansmast en daarvoor staat, die tussen het einde van de 17e en het begin van de 19e eeuw werden gebruikt. Gebruik 'kitsen (vaartuigen met gaffeltuig)' voor soortgelijke tweemasters die echter gaffelzeilen voeren en vanaf halverwege de 19e eeuw worden gebruikt.
Benaming voor artistieke of literaire werken die worden geproduceerd om de algemeen heersende smaak aan te spreken en voornamelijk worden gekenmerkt door sentimentaliteit, sensatiezucht of gladheid.
Citerachtige instrumenten, bestaande uit een uitgeholde, in de lengte gespleten of soms ook ongespleten magueystengel, bespannen met één of twee snaren van paardenhaar over kleine rechthoekige kammetjes, aan elke kant een; bespeeld met een strijkstok bespannen met paardenhaar, terwijl het instrument rechtop tegen borst of onderbuik wordt gehouden; vervaardigd en bespeeld door de White Mountain- en San Carlos Apache-Indianen in Arizona en de Diegueño in Californië.
Gezangen van droefheid of rouw, in het bijzonder die welke ten gehore worden gebracht bij begrafenis- en herdenkingsplechtigheden.
Documenten die worden gebruikt voor het noteren van globale plannen, hulpberekeningen, aantekeningen of opmerkingen, als leidraad bij bepaalde werkzaamheden.
Te gebruiken voor alle bakstenen die handmatig en met behulp van een steenklamp worden gemaakt. Een steenklamp is een houten plaat waarop een frame is geplaatst om de klei te vormen. De Engelse term ‘stock brick’ wordt ook gebruikt voor de meest gebruikte bakstenen van een streek.
Verzameling verstelbare kleppen, meestal twee of vier, die aan de voorkant van een armatuur met lamp vast zitten om de vorm en de reikwijdte van de lichtstraal gedeeltelijk te regelen.
Deuren die voorzien zijn van elementen waardoor ze vanaf het vlak van hun raamwerk 90 graden in beide richtingen kunnen draaien.
Zeilboten, die voldoende op elkaar lijken, of waarvan de onderlinge verschillen genoeg door regels zijn beperkt, om tegen elkaar te mogen wedstrijdvaren in dezelfde klasse, zonder behoefte aan een handicapscompensatie.
Verwijst naar de oude Griekse stijl en periode die begint circa 480 v. Chr., toen de Griekse stadstaten de Perzische indringers versloegen, en eindigt met de dood van Alexander de Grote in 323 v. Chr. De periode kenmerkt zich door de wederopbouw van de steden na de Perzische oorlogen en de bloei van filosofie, drama, architectuur, beeldhouwkunst, schilderkunst en andere kunsten. In de beeldende kunst is de stijl bekend om de beheersing van de menselijke vorm en de verfijning van bouwkundige ontwerpen.
Periode in Meso-Amerika van circa 250 v. Chr. tot 900 n. Chr. die wordt gekenmerkt door het feit dat er overal steden en ceremoniële centra tot ontwikkeling kwamen, en door de opkomst van grote staten in een drietal gebieden: het Bekken van Mexico in de Centrale Hooglanden, het Oaxaca-dal in de Zuidelijke Hooglanden en het Maya-laagland. In al deze regio's hebben zich unieke patronen en stijlen ontwikkeld.
Gebied binnen de archeologie waarin men zich bezighoudt met de cultuur en artefacten van de oude Griekse en Romeinse beschavingen.
Studiegebied dat de oude Griekse en Romeinse beschaving beslaat, met inbegrip van de geschiedenis, filosofie, taal, literatuur en tot op zekere hoogte kunst en archeologie.
Een uiteinde dat voornamelijk werd gebruikt aan cabriolepoten tijdens de eerste helft van de 18e eeuw (hoewel er oudere exemplaren voorkomen). Het stelt de klauw van een vogel of draak voor die een bal grijpt. Afkomstig uit de Oriënt.
Stalen staven die een rechte beitelpunt aan de ene kant hebben en gebogen zijn aan de andere kant, met een inkeping waarmee spijkers kunnen worden getrokken. Worden gebruikt voor sloopwerkzaamheden.
Platen met verstelbare klauwen om een snijbeitel of een boorijzer te centreren en vast te klemmen.
Zakken voor kledingstukken aan klerenhangers gedurende opslag of reis. Gemaakt van stof, papier of plastic, vaak met een rits van boven naar beneden aan de voorkant en een dichte onderkant.
Bedekking van de romp, ledematen, handen, voeten en hoofd voor de warmte, mode, of om bedekken naaktheid. Het sluit over het algemeen andere voorwerpen die onder 'kostuum'vallen zoals sieraden, kronen en andere accessoires die puur decoratief of symbolisch zijn en geen praktische functie hebben, uit.
Zwaar geweven textiel voor allerlei gebruiksdoeleinden, grotendeels nog in de vorm waarin ze het weefgetouw hebben verlaten. In westerse gemeenschappen worden ze meestal als vloerbedekking gebruikt.
Oorspronkelijk een mannenbroek, door de eeuwen heen in verschillende lengten gemaakt, die van voor sluit met een klep die men aan de broeksband vastknoopt. Ontstaat einde 16e eeuw vanuit de braguette of schaambuidel. Rond 1800 een gangbare herenbroek.
Een oud Chinees kalligrafisch schrift dat ontstond tijdens de Han-dynastie (206 v.Chr. tot 200 n.Chr.) en op grote schaal werd ingevoerd voor officiële en onderwijsdoeleinden. Het kwam voort uit het zegelschrift (zhuanshu), ontstaan in het penseelgeschriften van de latere Zhou- en Qin-dynastieën. Het verscheen voor het eerst tijdens de Qin-dynastie (221-226 v.Chr.) en kwam tot wasdom tijdens de Oostelijke Han-dynastie (late 3de eeuw v.Chr.). Hoewel enigszins vierkant en hoekig, met sterke nadruk op de horizontale halen, is het lishu is een echt kalligrafische schriftsoort, waarbij volledig gebruik wordt gemaakt van de buigzame penseel om de dikte van de lijn te moduleren. Er zijn veel voorbeelden uit de Han-periode overgeleverd, die met een penseel op bamboestroken zijn geschreven of in steen zijn gegraveerd. De karakters waren ongeveer van gelijke grootte en werden met gelijke tussenruimtes in een compositie geplaatst, maar de constructie van de karakters en de afzonderlijke halen varieerde sterk. De voornaamste kenmerken van het klerkenschrift zijn de hoekige halen, die de geronde lijnen van het zegelschrift vervingen, en de vereenvoudigde karakterstructuren, die ingingen tegen de zes beginselen van Chinese karakters. Het klerkenschrift heeft het fundament gelegd voor de ontwikkeling van latere schriften, waaronder het standaard- of reguliere schrift, het lopende of semicursieve schrift en het cursieve schrift. Dit schrift zou zijn gemaakt door een gevangene, Cheng Miao, en de nieuwe schrijfstijl werd onder gevangenismedewerkers populair voor officiële documenten en transcripties. Aan het eind van de Han-dynastie ontwikkelde het lishu zich tot het soepeler en vloeiender geschreven kaishu.
De hiërarchie onder Kleur bevat descriptoren voor de namen van de kleuren, en voor kleur in de betekenis van eigenschappen die worden waargenomen door het oog, als reactie op de verschillende golflengten van het licht. Daarnaast zijn descriptoren opgenomen voor typen kleuren (bijvoorbeeld koele kleuren) en met kleur verwante verschijnselen (bijvoorbeeld kleurmenging). De descriptoren voor kleurnamen zijn afkomstig van de UCL (Universal Color Language), zoals opgenomen in Kenneth L. Kelly & Deane B. Judd, Color: Universal Language en de Dictionary of Color Names, (Washington, D.C.: U.S. Department of Commerce, National Bureau of Standards, 1976). Varianten op kleurnamen afkomstig uit andere bekende systemen voor kleurenrangschikking en methoden voor het benoemen van kleuren zijn eveneens opgenomen. Voorts zijn opgenomen de centroïde kleurengetallen, welke de gebruiker doorverwijzen naar de overeenkomstige kleurblokken op de kleurennaamkaarten in de Dictionary of Color Names van de Inter-Society Color Council (ISCC) en het National Bureau of Standards. Ook zijn Munsellnotaties opgenomen; een gebruiker die de kleur van een object uiterst nauwkeurig wil beschrijven, kan echter het beste het Munsell Book of Color raadplegen (Baltimore: Munsell Color Company, 1976) en de kleur vergelijken met de opgenomen monsters, om zo de specifieke notatie te kunnen bepalen. Kleurbenamingen die als bijna-synoniem maar niet als werkelijk synoniem worden beschouwd, zijn gekoppeld in de vorm van Associatieve relaties. Relaties met andere hiërarchieën: descriptoren voor inherente fysieke kenmerken die geen kleur zijn maar wel een relatie met kleur hebben (bijvoorbeeld onvergankelijkheid) zijn opgenomen in de hiërarchie Attributen en eigenschappen. Descriptoren voor fysieke verschijnselen die in kleur waarneembaar zijn (bijvoorbeeld abrash, kleurverloop) zijn opgenomen in de hiërarchie Omstandigheden en effecten. Descriptoren voor afzonderlijke en herhalende ontwerpelementen zoals tekens en symbolen, motieven, patronen en decoratiegebieden zijn opgenomen in de hiërarchie Ontwerpelementen (bijvoorbeeld kruisen, tudorrozen, fretten). Descriptoren voor materialen die gebruikt worden om fysieke zaken kleur te geven (bijvoorbeeld kleurstof, pigment) zijn opgenomen in de hiërarchie Materialen.
Kaarten met een sferische (driedimensionale) weergave van een kleurenrangschikking waarbij de segmenten de aangrenzende spectraaltinten van primaire, secundaire en tertiaire kleuren bevatten, alsmede kleuren die zijn vermengd met een toenemende hoeveelheid zwart en wit, om zo variaties te creëren in tint, kleurverzadiging en helderheid. Contrasterende kleuren bevinden zich meestal tegenover elkaar in de bol, en bewegen zich naar achromatisch zwart of wit op het oppervlak van de polen in het opengewerkte midden van de bol. Er zijn verschillende typen kleurenbollen, afhankelijk van het doel: vermenging van kleurpigmenten, kleurwaarneming of kleurenpsychologie.
elk drie-componenten combinatiesysteem met drie kleurvariabelen zoals kleurschakering, intensiteit en waarde, om de eigenschappen van kleuren af te beelden. Het "Munsell Color System" is zo'n voorbeeld.
Drukproces, waarvoor meestal gebruik wordt gemaakt van materialen als verfstoffen en inkten, dat een verscheidenheid aan schakeringen van het zichtbaar spectrum produceert.
In kleur uitgevoerde gravures gemaakt van kopse houtblokken; ze werden hoofdzakelijk vervaardigd voor reproductiedoeleinden, in de periode 1850 tot 1900.
Fotografische negatieven die op enkelvoudige basis de kleurschakeringen en de lichtheid van een afbeelding in complementaire relatie tot de waargenomen waarden van de afbeelding vastleggen; bijvoorbeeld lichtblauw wordt vastgelegd als donkergeel. Gebruik 'kleurscheidingsnegatieven' voor afbeeldingen waar de kleur is vastgelegd op een apart fysiek negatief.
Optische eigenschap waarbij op een oppervlak fijne kleuren worden geproduceerd door de interferentie van licht dat wordt weerkaatst vanaf de voor- en de achterkant van een dunne folie. Iriserende dingen laten heldere kleuren zien als in een regenboog en veranderen vaak van kleur naarmate hun positie verandert.
Gevoeligheid voor licht van alle kleuren in het zichtbare spectrum.
De kleur van een kleurstof, gezien als een stapel droog poeder of door een geleidingsstof verspreid en uitgespreid in een dikke, ondoorzichtige laag.
Binnen de theorie van de beeldende kunst, effecten die ontstaan door het naast elkaar plaatsen van verschillende kleuren en tinten en tonen van dezelfde kleur, in plaats van de pigmentverven voor het aanbrengen te mengen. Zo verkregen de neo-impressionistische schilders secundaire kleuren met een nog grotere helderheid door het naast elkaar plaatsen van vlekjes in primaire kleuren die samen de secundaire kleur vormen.
Omvat zowel @Abstract Imagist-schilderkunst als het werk uit de jaren zestig dat daarvan is afgeleid.
Veel voorkomende naam voor een sterk spotlight. Voorheen werden ze beschreven als koolbooglampen van een hoge intensiteit.
Verdedigingswerk gebouwd bovenop een klif, zodat het enkel bereikbaar is via een smalle strook land en dus makkelijker te verdedigen valt. De meeste dateren uit de Ijzertijd.
Apparaten die binnenshuis de temperatuur, vochtigheid en soms de zuiverheid van de lucht controleren.
Banken met een verhoogd hoofdeinde en verschillende soorten poten, in het oude Griekenland voornamelijk gebruikt om op te slapen of te eten, maar ook om doden op te baren in hun tombes of voor rouwrituelen. De vroegste afbeeldingen van klinai vindt men in begrafenistaferelen op geometrische vazen.
Kling waarvan één kant stomp is gemaakt door het verwijderen van kleine schilfers, zodat het makkelijker vast te houden was.
Wordt gebruikt voor een verscheidenheid aan hulpstukken, meestal haken, inkepingen of getande zwaardklingen die zijn bedoeld om de kling van de tegenstander in een zwaardgevecht op te vangen of te beschadigen. Het meest worden ze gevonden op dolken, zwaarden en beukelaars. De term wordt ook soms gebruikt voor bepaalde 16e-eeuwse linkerhanddolken met aan een of beide kanten zaagtanden voor hetzelfde doel.
Gezondheidszorginstellingen voor ambulante zorg, waar patiënten vaak tegen doorgaans goedkopere tarieven worden behandeld. De term verwijst ook naar ziekenhuisafdelingen die zijn gewijd aan een bepaalde ziektegroep, zoals een psychiatrische kliniek, neurologische kliniek of chirurgische kliniek, al dan niet tegen goedkopere tarieven.
Bevestigingsmiddelen die sluiten door middel van een horizontale stang, zoals een grendel, staaf of haak. Te onderscheiden van 'snapsloten' die sluiten door middel van een cilinder, magneet of wrijving.
Speldachtige of boutachtige bevestigingsmiddelen met een kop die gemaakt van een buigzaam materiaal, die worden gebruikt om twee of meer onderdelen aan elkaar te maken door de schacht door een gat in elk onderdeel te halen en daarna het vlakke eind naar beneden te slaan of drukken, om een tweede kop te vormen.
Orde van zes soorten in één familie. De enige nog levende soorten uit deze orde zijn primitieve plantenetende zoogdieren met hoeven uit de familie Procaviida. Het zijn kleine gedrongen viervoeters, ongeveer zo groot als een tam konijn, die op cavia's lijken. Ze hebben snijtanden die op slagtanden lijken en zijn inheems in Afrika en het Midden-Oosten.
Klassieke Griekse stoelen met een diepe bovenrand die vanuit de rugleuning in een gebogen lijn naar voren gaat, en sabelpoten. Ze zijn meestal onversierd en werden veel geïmiteerd tijdens diverse klassieke oplevingen, met name in de 19e eeuw.
Gestileerd motief van de klit, geslacht Arctium, dat wordt gebruikt in tapijtpatronen ter bescherming tegen ongeluk of voor het symboliseren van overvloed. Het is een ruitvormig motief, vaak met een kleinere ruit in het midden, waarvan het onderscheidende aspect is dat er kleine lijnen of gebogen lijnen lopen vanuit de buitenste ruit. Deze stellen kleine klitjes voor.
Verwijst naar de cultuur en aardewerkstijl van de ‘bekermensen’ uit het late neolithicum en de vroege Bronstijd, die leefden in het 4de millennium v. Chr. en zijn vernoemd naar de typische klokvormige bekers die met horizontale banden versierd waren met behulp van fijn getande stempels. De cultuur is waarschijnlijk oorspronkelijk afkomstig uit Spanje en heeft zich verspreid over Centraal- en West-Europa, daarbij de techniek van het werken met brons naar de Britse eilanden brengend. De cultuur wordt gekenmerkt door aardewerk, een voorkeur voor individuele graven, snelle expansie op zoek naar koper en goud, het ontstaan van talrijke wapens, waaronder bogen, koperen speerpunten, platte, getande dolken en opvallende gebogen, rechthoekige polsbeschermers.
Geld in de vorm van klokken, soms echte klokken. Ze zijn overal ter wereld als betaalmiddel gebruikt, in allerlei culturen, zoals bij de Maya's van Midden-Amerika, in Nigeria en op vele andere plekken in Afrika.
Serie gestemde vaste klokken die binnen of buiten hangen en die bespeeld worden door er tegen te slaan. Ze zijn minder uitgebreid dan carillons, met een bereik dat beperkt is tot minder dan twee octaven. Zie 'bekkens' voor een enkele klok.
Te gebruiken voor kleine, open constructies op een dak, muur of spits van een kerk of ander gebouw, waarin klokken worden bevestigd en beschermd. Gebruik ook 'klokkenstoelen' voor de houten raamwerken waarmee klokken worden ondersteund teneinde de trillingen te dempen die het gevolg zijn van hun slingerbewegingen.
Te gebruiken voor het getimmerde houten raamwerk van een klok of klokken, zoals in klokkentorens of torenspitsen, ontworpen om het grootste deel van de trillingen te dempen die het gevolg zijn van de slingerbewegingen. Gebruik ook 'klokkenstoelen' voor kleine open constructies op daken waarin klokken worden bevestigd en beschermd.
Schoeisel dat gedeeltelijk of geheel van hout is gemaakt met een dikke zool die meestal van hout is maar soms ook van leer of kurk, ter bescherming van de voet, van kousen of sokken of van ander schoeisel. Gebruik `steltschoenen' vooroverschoenen die bestaan uit een zool die is geplaatst op ijzeren banden.
Diepe, rotsachtige laagten met steile wanden in de aardkorst, breder dan ravijnen, waardoor een beek of rivier stroomt; te onderscheiden van 'cañons' die doorgaans breder en minder rotsachtig zijn.
Een vorm van religieus leven die de perfectie van het individu benadrukt door toetreding tot een gewijde gemeenschap of, minder gangbaar, door een afgezonderd en ascetisch bestaan. Het kloosterleven komt voor in zowel het boeddhisme als het christendom, voornamelijk in de rooms-katholieke en orthodoxe kerken. Hoewel het begon als een christelijke lekenbeweging overheerste de geestelijkheid al snel en werden vrijwillige armoede en een aan aanbidding gewijd leven geïntroduceerd. De Regula Benedicti was de belangrijkste vroege kloosterregel en werd de norm van het westerse christelijke kloosterleven. De bedelorden, die het kloosterleven combineerden met missiewerk en prediking, ontstonden in de 13de eeuw. In sommige middeleeuwse kloostersystemen speelde wetenschap een belangrijke rol, hetgeen leidde tot belangrijke religieuze onderzoeken en manuscripten.
Een van de twee belangrijkste soorten met de hand vervaardigde kant; 'naaldkant' is de tweede soort. Kloskant kenmerkt zich door de manier waarop de kant wordt gemaakt: door draden die op spoelen of klossen zijn gewonden, om elkaar heen te draaien en in elkaar te vlechten. Het werk wordt met spelden vastgehecht op een kussen, waarop meestal een patroon met voorgeprikte gaatjes is aangebracht. Door met beide handen de klossen om elkaar heen te slaan en van de ene kant naar de andere te werken, ontstaat een twist, passement of stof, tule genaamd. Gewichten van lood of been worden gebruikt. Kloskant is waarschijnlijk aan het begin van de 16de eeuw ontstaan in Vlaanderen. In die tijd werd kloskant vaak gebruikt voor fraises en halsboorden, en kenmerkt deze zich door rijen scherpe punten op een smalle band.
Afsluitbare ruimten om waardevolle voorwerpen veilig in te bewaren. Ze zijn gewoonlijk gemaakt van staal.
Afsluitbare ruimten die worden gebruikt voor het veilig bewaren of opslaan van spullen; zoals gebruikt op scholen en sportscholen voor het bewaren van kleding en andere spullen van waarde.
Te gebruiken voor archeologisch onderzoek dat voldoet aan staats- of federale wetgeving ter bescherming van kwetsbare of bedreigde locaties.
Orde van meer dan 2050 soorten in 27 families. De dieren hebben geen hoektanden, maar wel sterke snijtanden in de boven- en onderkaak. Deze tanden blijven permanent groeien en hebben geen wortels. Tot deze orde behoren ratten, muizen, stekelvarkens, bevers, eekhoorns, marmotten, goffers en chinchilla's.
Kleine houten stokjes die worden gebruikt als tandenborstel, vooral in Afrika
Geïmproviseerde zak waarin reizigers kleren en andere bezittingen dragen, met name beddengoed.
De dekkersheugel bestaat uit een plat ca. 35-45 cm lang stuk ijzer met twee tot vijf diepe zijdelingse inkepingen, waarop een haakvormige stang van ca. 10 cm loodrecht gesmeed is. Een van de uiteinden eindigt in een punt, het ander steekt in een houten hecht of vormt een ring die als handvat dient.
Knielange broeken voor mannen en jongens; het standaardtype broek van de 17e tot begin 19e eeuw. Gebruik 'kuitbroeken' voor soortgelijke kledingstukken voor meisjes en vrouwen in de 20e eeuw.
Kousen die de voet bedekken en tot aan de knie reiken of erboven; kunnen dik of dun zijn.
Kleine balletjes van verschillende materialen, bijvoorbeeld glas, klei, agaat of porselein, die worden gebruikt voor diverse spelletjes.
Motieven, patronen of afbeeldingen die zijn gemaakt door kleine stukjes uit het midden of van de randen van een stuk papier te verwijderen.
Benaming die algemeen wordt toegepast op diverse mechanische apparaten die worden gebruikt voor snoeien en knippen.
Werpknuppels met een korte schacht en een grote zware knop aan één uiteinde, afkomstig uit zuidelijk Afrika en veelal gemaakt van hardhout.
Delen van boomgroei waar de nerf op vervormde wijze is uitgegroeid, zoals in kleine knoesten van inactieve knoppen die rondvormige uitgroeisels op een boomstam of -tak of golvende en cirkelvormige patronen in timmerhout en fineer vormen.
Strafwerktuigen tot tuchtiging van misdadigers of tot zelfkastijding, bestaande uit bijeengebonden smalle riemen of touwen aan het einde voorzien van knopen, loden kogeltjes of ijzeren prikkels, en dienende om de rug en de lendenen te slaan.
De verdikking van een ondergrondse stengel, wortel of wortelstok, waarin voedsel wordt opgeslagen, met knopjes waaruit nieuwe planten kunnen groeien.
Met betrekking tot planten te gebruiken voor kleine knollen of knolachtige gezwellen of uitgroeisels die al dan niet de functie van een echte knol vervullen.
Laat-negentiende-eeuwse kostuums voor jongetjes, bestaande uit een overhemd en korte broek vervaardigd van bij elkaar passende of op elkaar afgestemde stoffen en met bretels. In de Eerste Wereldoorlog ontstond een afgeleide vorm, zonder bretels, waarbij overhemd en broek bij elkaar gehouden werden door knopen bij de taille.
Kleine uitstekende delen in de oksel van een blad. Ze bestaan uit kleine blaadjes die lijken op schillen en vormen het rudiment van een tak, een groep bladeren of bloesem. Heeft betrekking op alle groeistadia van een bloem of blad tot deze volledig geopend zijn.
Meestal ronde handgrepen die uitsteken boven het oppervlak van voorwerpen, of aan een uiteinde zijn aangehecht, om die voorwerpen er mee aan te vatten.
Het gekrulde uiteinde aan de armen van bepaalde soorten Windsor stoelen.
Verwijst naar de stijl van Kutani-porselein dat werd vervaardigd in de 17de eeuw en was beschilderd met kleurrijk email op een rode grondlaag met een patroon.
Kleine soort stevig gebouwde, in bomen levende zogende buideldieren die zich voeden met de bladeren van een bepaalde eucalyptussoort. Ze komen in Australië voor.
Te gebruiken voor het metaalelement met het symbool Co en het atoomnummer 27; een wit metaal dat lijkt op nikkel maar met een blauwachtige tint in plaats van een gele. Ook te gebruiken voor het metaal wanneer het wordt bewerkt en gevormd om, gewoonlijk in combinatie met andere stoffen, verscheidene voorwerpen en materialen te maken.
Webben die worden gesponnen door spinnen en zijn gemaakt van verweven draden van een kleverige proteïnevloeistof die bij blootstelling aan lucht hard worden.
Handelsmerk van Eastman Kodak Company. Chromogeen procédé om subtractieve kleurennegatieven in een integraal tripack te produceren. Het procédé brengt integrale kleurmaskers voort, die de film zijn karakteristieke oranje kleur geven. Nadat het in 1941 voor het eerst in de handel is gebracht, is het verscheidene malen verbeterd. Alle hedendaagse kleurennegatievenprocédés zijn varianten van het Kodacolor procédé.
Leden van een ondersoort van de bruine beer, die inheems zijn op de Kodiakeilanden ten zuiden van het vasteland van Alaska en bekendstaan als de grootste levende vleesetende landdieren.
Orkestbellen die lijken op de klepperbellen die rond de halzen van koeien en andere kuddedieren worden gehangen, maar zonder klepel Ze worden bespeeld door ze met een trommelstok aan te slaan.
Houders om koekjes in te bewaren, met deksel, in allerlei vormen.
Hangklokken met uitgebreid houtsnijwerk en versieringen, meestal met bloemenmotieven, die de uren aangeven met een geluid dat klinkt als de roep van een koekoek; meestal met zichtbare gewichten en slinger. Ze werden halverwege de 18e eeuw geïntroduceerd in het Zwarte Woud en de vroegste exemplaren hadden een houten mechanisme.
Orde van 141 soorten in 2 families, waaronder die van de koekoeken, renkoekoeken en hoatzins. Sinds 1600 is 1 soort uitgestorven. Het zijn vogels met een lange staart en tenen die naar achteren of zijwaarts gericht zijn. Ze eten zowel vruchten als kleine dieren. De meeste leven in bomen, maar enkele soorten leven op de grond. Sommige soorten zijn broedparasieten.
Bepaling voor de beschrijving van een kleur met elke intensiteit of waarde, met boventonen van groen, blauw of violet.
Brede, ondiepe open kuipen of vaten, vooral die welke werden gebruikt voor het afkoelen van vloeistoffen.
Houders voor koud water en ijs voor het koelen van één of meer wijnflessen; in de vorm van een emmer of urn voor gebruik op tafel of aanrecht; of in de vorm van een grote ovale bak en soms gecombineerd met een wijnfontein.
Wordt gebruikt voor kleine bouwwerken gebouwd op de nok ven een dak, vooral gebruikelijk in Amerikaanse architectuur. Wanneer deze bouwwerken bedoeld zijn als uitkijkpost wordt de benaming 'belvédères' gebruikt; voor koepels of bovenbouwen voorzien van ramen die bedoeld zijn om licht of lucht te geven aan de onderliggende ruimte wordt de benaming 'lantaarn (daktoevoegingen)'gebruikt; voor hemisferische daken wordt de benaming 'helmgewelf' gebruikt.
Kleine, meestal zelfstandige en nagenoeg vierkante verdedigingswerken, vroeger van houten balken, later van steen of beton; werd aangelegd als toevoegingen van vestingen, als voorgelegen werken of als verdedigbare 'wachthuizen'.
Vrij grote structuren voor het onderbrengen van vleeskoeien; gebruik 'koeienstallen' voor kleine tot vrij grote structuren bedoeld voor melkvee, vleeskoeien of stieren; gebruik 'schutstallen' voor vrij kleine onderkomens met ten minste één open zijde.
Stalen staven met aan één kant een beitelpunt. Worden gebruikt als een hefboom om zware voorwerpen op te tillen of te verplaatsen.
Stukken bagage; meestal rechthoekig, stevig en plat met name voor het op reis vervoeren van kleding.
Kleine kisten voor het opbergen van kostbaarheden. Ze kunnen ook als zitplaats of tafel dienen.
Vaten met een tuit en gewoonlijk een deksel en een handvat, bedoeld om koffie of een andere drank te bereiden op een fornuis of boven een vuur. Men kookt de koffiebonen of gemalen koffie in water. Vaak wordt kokend water door een houder met gemalen koffie geleid. Koffieketels zijn meestal gemaakt van ijzer of geëmailleerd metaal.
Kleine lepels ter grootte van chocoladelepels die worden gebruikt voor het roeren van koffie die in espressokopjes wordt geserveerd. Vaak decoratief en in sets verkocht.
Kleine mechanische apparaten die koffiebonen vermalen.
Hoge potten met deksel en tuit voor het bereiden en serveren van koffie, met een handvat en soms op voetjes.
Groepen van bij elkaar passend eetgerei, in verschillende maten, voor het serveren van koffie (koffiepot, roomkan, suikerpot, soms dienblad), het gebruiken van koffie (kop en schotels, koffiekan) en het serveren van een koffiegarnituur (dessertborden, gebakschotels).
Wordt gebruikt voor kleine, meestal goedkope restaurants met een beperkt menu van lichte maaltijden die aan tafel of aan de bar worden geserveerd.
Projectielen voor draagbare wapens en kleine mitrailleurs die rond, buis- en kegelvormig of puntig en gestroomlijnd van vorm zijn en die normaliter bestaan uit een loden kern in een mantel van een lichter metaal en vaak, maar niet altijd, zijn gevat in hulzen. Gebruik 'hagel (munitie)' voor hoeveelheden kleine loden of stalen kogeltjes die worden afgevuurd met jachtgeweren.
Kogelvormige schuifafsluiters die zorgen voor een zeer nauwe afsluiting voor vloeistoffen in een hogedrukbuizensysteem.
Apparaten om pigment door een bindmiddel te verspreiden, bestaande uit een ronddraaiende cilinder die het pigment, het bindmiddel en kogels of kiezelstenen bevat.
Flexibele mechanische voegen die toestaan dat de as van een deel in een hoek wordt geplaatst met de ander op grond van het ontwerp van de twee onderdelen. De een heeft een vaste bolvormige huls om het balvormige uiteinde van de ander in te plaatsen.
Wordt gebruikt voor een wijze van schurend reinigen waarbij verharde, gegoten metaalkogels gebruikt worden als schuurmiddel, in tegenstelling tot 'zandstralen', waarbij zand gebruikt wordt.
Wordt gebruikt voor expanderende gewelven waarbij de kleine basis halfrond is en de grote half-elliptisch.
Glas dat meestal ongeveer 4 cm dik is, gemaakt van verschillende lagen gelamineerd glas en gescheiden door lagen vinyl of plastic.
Kledingstukken die worden gedragen op de torso als bescherming tegen kogels. In de 20e eeuw bestaan ze gewoonlijk uit platen van staal, aluminium, glasvezel of keramiek of uit verscheidene lagen zwaargeweven stof van polymeervezel.
Genus van twee soorten zeezoogdieren: de kleinste potvis en de dwergpotvis.
Verwijst naar de vroege Angkor-stijl die werd ontwikkeld gedurende het tweede kwart van de tiende eeuw, na de opkomst van de Bakheng-stijl. In beeldhouwkunst weerspiegelt de stijl overeenkomsten met de Bakheng-stijl in de behandeling van gewaden, haarstijlen en juwelen, en in de overheersing van frontaliteit en lineaire abstractie van kenmerken. Beeldhouwkundige productie in deze stijl wordt, in tegenstelling tot andere vroege Angkor-stijlen, gekenmerkt door oorbellen en amuletten en figuren die worden afgebeeld in dynamische, actieve poses met uitgestrekte benen en armen. In decoratieve kunsten wordt deze stijl gekarakteriseerd door de weelderige bladmotieven die figuren van heiligen en bedienden omringen in het timpaan boven de lateien. Bewakersfiguren staan in de nissen van tempelingangen en stralen door hun houdingen en gelaatsuitdrukkingen een sfeer uit van rigide formaliteit.
Te gebruiken voor personen die voedsel voor consumptie bereiden, vaak maar niet altijd door verhitting. Dit omvat ook personen die maaltijden en gerechten bij mensen thuis, in een openbare eetgelegenheid of instelling bereiden of die voedsel koken ter voorbereiding van voedselverwerkingsbedrijven.
Rozetten, knopen van linten of soortgelijke versiersels, die meestal op een hoed worden gedragen ter aanduiding van functie of partij, als onderdeel van een livrei of ter decoratie.
Beschermende houders, vaak klein en draagbaar, in het bijzonder die waarvan de vorm of binnenkant zo is gevormd dat datgene wat erin wordt opgeborgen wordt omsloten of afgeschermd. In de drukkerswereld, bakken die in kleine vakjes zijn opgedeeld waarin zetlood voor afzonderlijke letters, cijfers en spaties wordt bewaard; bedoeld voor het zetten met de hand.
Traditionele kroonachtige hoofdtooien die door Russische meisjes en vrouwen werden gedragen. Oorspronkelijk onderdeel van folkloristische kostuums bedoeld om een sluier aan te hangen, maar later diadeemvormige tiara's die in de negentiende eeuw deel uitmaakten van de officiële hofkledij voor vrouwen van koninklijken bloede en voor hofdames.
Grote messen met vaak een groot lemmet dat meestal een driehoekig profiel met een scherpe, puntig einde heeft. Is speciaal ontworpen voor het snijden op snijplanken.
Harnas van gewone soldaten, dat werd gedragen in de 15e en 16e eeuw, bestaande uit een canvas jack met kleine overlappende ijzeren of hoornen plaatjes die aan de binnenkant waren bevestigd tussen lagen van stof, door middel van stiksel in een rasterpatroon.
Kleine emmers, meestal gemaakt van metaal, voor het bevatten of dragen van kolen, die gekenmerkt worden door een beugelhandvat en een lip waarmee kan worden geschept.
Elektriciteitscentrales op stoom, waarbij kolen als voornaamste brandstof wordt gebruikt.
Complexen bestaande uit een kolenmijn en verwerkingsfaciliteiten zoals een breekinstallatie en een sorteermachine.
Verticale puntsgewijze lijsten of verticale onderdelen van een bedrukte bladzijde die door lijnen of lege ruimten van elkaar worden gescheiden.
Te gebruiken voor gebieden buiten de officiële grenslijnen van een onafhankelijke staat maar die wel onder heerschappij van die staat vallen en als eigendom ervan worden beschouwd.
Te gebruiken voor nationale en internationale beurzen waar de materiële cultuur en producten van koloniën en gekoloniseerde volkeren worden tentoongesteld met als algemeen doel de koloniserende activiteiten van landen of organisaties te bevorderen; gehouden van het midden van de 19de tot het midden van de 20ste eeuw, vooral in Groot-Brittannië en Frankrijk.
Gebieden buiten de grenslijnen van zelfstandige staten waar men gemeenschappen heeft gevestigd met eigen mensen en die onder bestuur staan van, of hecht verbonden blijven met de moederstaat.
De uitbreiding van politiek en economisch beheer over een gebied door een buitenlandse bezettende staat, die meestal organisatorisch en militair superieur is.
Kleine valleien.
Houders voor vloeistoffen, in de vorm van bijna een halve bol, zonder deksel aan de bovenkant; inhoud tot ca. 5 liter
Friemelkettinkjes met kralen die in Griekenland en Turkije worden gebruikt. Ze kenmerken zich door het feit dat ze vaak van barnsteen of koraal zijn gemaakt en dat de ketting een oneven aantal kralen bevat, met knoopjes tussen de kralen. De uiteinden zijn meestal in een lus aan elkaar geknoopt, waarbij de uiteinden van het snoer voorbij de knoop doorlopen en aan het eind met een kwastje zijn gedecoreerd.
Genre waaronder theater-, literatuur- en improvisatievormen vallen waarvan het belangrijkste doel is mensen te amuseren en aan het lachen te maken. Tragedie wordt in het algemeen vaak ter contrastering gebruikt. Komedie kan een maatschappijkritische vorm krijgen door middel van satire en politieke of intellectuele spitsvondigheid, of kan puur spektakel zijn in de vorm van klucht of burleske.
Hemellichaam dat bestaat uit een samenklontering van ijs en gruis en dat een langgerekte ellipsvormige baan rond de zon beschrijft; meestal vormt zich er in de nabijheid van de zon een diffuse gaslaag (coma) rond de komeet, en krijgt deze dan een lange lichtgevende staart.
Verwijst naar de pre-Angkor stijl die is genoemd naar een monument dat werd opgericht in de periode van de late 7de eeuw tot de 8ste eeuw. Bouwkundige ontwerpen in deze stijl worden voornamelijk gekenmerkt door bakstenen constructies, Indiase Gupta-bouwplannen met kleine rechthoekige cellae die heilige beelden herbergen, torens met gewelfsystemen die zijn voorzien van een draagsteen en terugkerende patronen van bladeren en reliëfbanden met gebladerte ter versiering van colonnetten. De stijl benadrukt de verering van hindoeïstische goden, met name Shiva. De beeldhouwstijl vertoont overeenkomsten met hindoeïstische en boeddhistische beeldhouwkunst.
Iets reinigen door er absorberend materiaal op aan te brengen, met als doel een vlek of een aangezette substantie op een beheerste manier te verwijderen.
Hoofdzalen of ���gouden zalen' van boeddhistische tempels of heiligdommen. De term gebruikt men met name voor sommige vroege boeddhistische tempels (die tot en met de achtste eeuw zijn gebouwd). Voor de hoofdzalen van tempels in het algemeen gebruikt men de term ���hondō'.
Monarchen die regeren over een koninkrijk, een grote territoriale eenheid of regering waarover één persoon heerst. De term kan ook verwijzen naar heersers over kleinere eenheden, bijvoorbeeld stamhoofden of heersers over onbetekenende staten die traditioneel 'koning' worden genoemd. Als koningen over een territorium regeren dat deel uitmaakt van een keizerrijk, zijn koningen doorgaans ondergeschikt aan de keizer. Koningen zijn altijd mannen; vrouwelijke heersers van koninkrijken worden 'koninginnen' genoemd.
Verwijst naar vrouwelijke monarchen en heersers over koninkrijken (grote territoriale eenheden of regeringen die geleid worden door één persoon). Een koningin kan ook de vrouw of weduwe van een koning zijn. Voor mannelijke monarchen die een koninkrijk overheersen wordt de term 'koningen' gebruikt.
Instrumenten voor het meten van de hoeveelheid stof in de lucht, bijvoorbeeld in fabrieken of mijnen.
Wordt zowel gebruikt voor groepen handels- of hulpschepen die varen onder gewapende begeleiding, als voor groepen motorvoertuigen die zijn georganiseerd voor controle en geordende vooruitgang, met of zonder beschermende begeleiding.
Wordt gebruikt voor plankachtige platformen of andere, soortgelijke slaapplaatsen aan boord van transportvoertuigen, zoals boten, treinen of kampeerwagens.
Fotografische afdrukken vervaardigd volgens de kooldruktechniek. Hierbij wordt gelatine, dat door middel van een dichromaat lichtgevoelig is gemaakt, samen met een pigment, b.v. koolstof, op pigmentpapier aangebracht. Tijdens de belichting wordt de gelatine in meerdere of mindere mate gelooid, afhankelijk van de zwarting in het negatief. Deze gelooide gelatine is onoplosbaar in water. Om het beeld te kunnen ontwikkelen (waarbij de niet-gelooide gelatine, die zich onder het gelooide laagje bevindt, verwijderd moet worden) moet het belichte pigmentpapier overgedragen worden op een tijdelijke drager. Na de ontwikkeling (in warm water) wordt het beeld, dat spiegelbeeldig op deze tijdelijke drager is aangebracht, nogmaals overgedragen op het uiteindelijke papier. Veel toegepast voor kunstreprodukties.
Fotografische procédés waarbij gelatine, dat door middel van dichromaat lichtgevoelig is gemaakt, samen met een pigment, b.v. koolstof, op pigmentpapier wordt aangebracht. Tijdens de belichting wordt de gelatine in meerdere of mindere mate gelooid, afhankelijk van de zwarting in het negatief. Deze gelooide gelatine is niet oplosbaar in water. Om het beeld te kunnen ontwikkelen (waarbij de niet-gelooide gelatine, die zich onder het gelooide laagje bevindt, verwijderd moet worden) moet het belichte pigmentpapier overgedragen worden op een tijdelijke drager. Na de ontwikkeling in warm water, wordt het beeld, dat spiegelbeeldig op deze tijdelijke drager is aangebracht, nogmaals overgedragen op het uiteindelijke papier. Veel toegepast voor kunstreproducties.
Element dat de structuur bepaalt van alle plantaardige en dierlijke weefsels. Chemisch symbool C, atoomnummer 6. Koolstof kan in allerlei vormen voorkomen: als diamant, grafiet, steenkool, carbonzwart of fullereen. Koolstof komt in hoge concentraties voor in steenkool, cokes, benzine en aardgas. Ook eiwitten zoals haar, vlees en zijde bevatten koolstof, naast andere elementen. Er bestaan meer dan zes en een half miljoen verschillende koolstofverbindingen, waaronder suiker, zetmeel en papier.
Gebouwen of gebouwencomplexen waarvan de wooneenheden afzonderlijk eigendom zijn en de faciliteiten gemeenschappelijk worden beheerd.
Verwijst naar afsluitingen in christelijke kerken waarmee het koor wordt afgescheiden van het schip en de zijbeuken van een kerk. Gebruik 'koorschermen' voor afsluitingen waarmee het koor wordt gescheiden van het schip van de kerk. Gebruik 'reredoses' voor afsluitingen waarmee het altaar wordt gescheiden van het koor.
Wordt gebruikt voor de boog die de scheiding tussen de kansel en het schip markeert.
Verwijst in algemene zin naar korte stukjes touw. De term kan in specifieke zin ook verwijzen naar een gevlochten touw of lus voor het dragen van een fluitje, mes of ander voorwerp rond de hals, of als militair onderscheidingsteken (erekoord). Daarnaast kan de term verwijzen naar een stevig stuk touw om een kanon mee af te vuren, een fluitsignaal te geven of een ander systeem te activeren.
Personen die een koor dirigeren en opleiden.
Te gebruiken voor koorschermen waarop een kruis of crucifix is geplaatst. Koorhekken zijn vaak rijk gedecoreerd en komen soms in een dubbele vorm voor, met gewelfbogen ertussen en een doksaal daarboven. De Franse term 'jubé' is afgeleid van Jube domine benedicere ('Heer, wil mij zegenen'), een Latijnse zin die vaak voor de mis door de katholieke priester wordt uitgesproken terwijl deze voor het scherm staat; sommige jubés zijn voorzien van een balkon of verhoging waarop de priester de gemeente toespreekt.
Monumentaal vormgegeven kandelaren van meestal tussen de 100 en 200 cm lang. Altijd in tweestel aanwezig. Zij dragen een grote kaars en staan bij de koorbanken aan de ingang van het koor of in de koorruimte. Te onderscheiden van de paaskandelaar.
Vaak zeer uitgebreide monumenten van het oude Griekenland die zijn opgericht door leiders of overwinnaars van bepaalde koorwedstrijden.
In het algemeen te gebruiken voor tussenwanden in religieuze en Romeinse keizerlijke gebouwen en openluchtlocaties tussen gewijde en wereldse ruimten of tussen bepaalde keizerlijke en openbare ruimten. In joodse context specifiek te gebruiken voor tussenwanden voor Torah-altaars, voornamelijk tijdens of voor de Byzantijnse tijd, en in christelijke kerken voor tussenwanden die het koor scheiden van het schip van de kerk, vooral als het koor geen zangkoor bevat. Gebruik 'koorafsluitingen' voor de schermen om het zangkoor als de koristen in het koor zitten. Gebruik 'iconostasen' voor de schermen in oosters-orthodoxe kerken die het heiligdom van het schip scheiden.
Kleine thermometers die worden gebruikt om de lichaamstemperatuur van een menselijk lichaam nauwkeurig te meten.
In het algemeen te gebruiken voor personen die eigendomsrecht op of een belang in een onroerend goed verkrijgen door aankoop. Met name te gebruiken voor werknemers van commerciële ondernemingen die de leiding hebben over het selectie, de inkoop, prijzen, inventarisatie en uitstalling van goederen voor doorverkoop aan klanten.
Een legering van koper en beryllium die meestal niet meer dan 3% beryllium bevat. De legering heeft een kristallijne structuur die op brons lijkt en is onovertroffen in het vermogen moeheid, slijtage, en corrosie te weerstaan en wat betreft de elektrische geleiding bij hoge temperaturen.
Koperen punten of schrijfpriemen die worden gebruikt als tekengerei.
Glas met een rode kleur door de aanwezigheid van koper.
Wordt gebruikt voor elk type binding waarbij de band niet hard is; kan gemaakt zijn van verscheidene materialen inclusief velijn, papier, stof of plastic.
Zetsel dat is of moet worden klaar gemaakt voor het drukproces; verwijst vaak naar zowel tekst als afbeeldingen, maar soms naar de tekst om die te onderscheiden van de afbeeldingen.
Drinkgerei, vaak met één handvat, maar soms met twee of geen handvatten, gewoonlijk op een lage voetring; naar boven toe minder wijd uitlopend dan 'kommen'.
Kleine, scherp gepunte spijkerachtige bevestigingsmiddelen gemaakt van ijzer of brons met een relatief grote kop die worden gebruikt om een licht of dun voorwerp aan iets stevigers te bevestigen.
Kleine luidsprekers die men op het hoofd draagt voor telecommunicatie of om naar muziek te luisteren.
Verwijst naar de stijl van kunstvoorwerpen zoals voortgebracht door christelijke Egyptenaren, voornamelijk tussen de 4de en 7de eeuw, volgens sommige auteurs tussen de 5de en 8ste eeuw, al worden ook werken tot in de 12de eeuw tot deze stijl gerekend. De kunstwerken kenmerken zich door heldere, matte kleuren, statische figuren en decoratieve motieven afgeleid van bronnen uit Syrië, het Nabije Oosten en het oude Egypte. Ze omvatten ivoren en stenen beeldsnijwerk, boekillustraties, aardewerk, muurschilderingen en geweven textilia. De bouwkunst kenmerkt zich door de bouw van kerken, kloostercellen en grafmonumenten.
Verwijst naar de christelijke kerk van Egypte, waar de islam de belangrijkste godsdienst is. Vóór de verovering door de Arabieren in de 7de eeuw duidden de Egyptenaren zichzelf en hun taal aan met de Griekse term Aigyptios (met Kopt als westerse vorm). Later namen de Egyptische moslims afstand van de term Aigyptioi en ging deze fungeren als specifieke aanduiding van de christelijke minderheid in Egypte. Sinds de 5de eeuw zijn deze christenen monofysitisch: ze erkennen slechts één natuur van Christus. Afgezien van de monofysitische kwestie hebben de kopten dezelfde geloofsleer als de oosters-orthodoxe kerken. De erediensten worden vrijwel geheel in het Arabisch gehouden, en de kerkboeken, met liturgieën die zijn toegeschreven aan Marcus, de Heilige Cyrilus van Alexandrië en Gregorius van Nazianzus, zijn geschreven in het Koptisch (het Bohairische dialect van Alexandrië), met daarnaast de Arabische tekst in een tweede kolom. Na de jaren 90 van de 19de eeuw introduceerde de kerk een democratische bestuursvorm met aan het hoofd de patriarch, die in Cairo woont. Buiten Egypte zijn er nog enkele koptisch-orthodoxe kerken te vinden in het Heilige Land, en Khartoem (Sudan) heeft een koptisch bisdom. De Ethiopische, Armeense en Syrische Jacobietenkerken vormen een gemeenschap samen met de koptisch-orthodoxe kerk. Er bestaat een overvloed aan koptische religieuze kunst. Ook is de kerk actief op het gebied van scholing. De ruim drie miljoen kopten vormen weliswaar een minderheid in Egypte, maar zijn niettemin sterk vertegenwoordigd in allerlei beroepsgroepen. Kopten hebben vaak onder vervolging te lijden gehad, ook nog in deze tijd. Gebruik 'Koptisch (periode)' om specifiek te verwijzen naar de vroegmiddeleeuwse periode in Egypte.
Historische boekbanden waarvan de structuur oorspronkelijk afkomstig is uit koptische kloosters in Egypte, die voor zover bekend zijn gemaakt van de 4de tot de 11de eeuw n. Chr. Ze kenmerken zich door borden van hout of geperste papyrus, leren omslagen, katernen die zijn ingenaaid door het folio heen, gewoonlijk met ketting- of ketelsteken zonder bindingen, en gegroefde ruggen met flenzen en kapitalen. Zij vormen de oudste bekende soort leren boekbanden en de uiteindelijke oorsprong van alle versierde leren banden.
Tokkelinstrumenten met een lange hals die diametraal door een klankbodem loopt die is gemaakt van een grote met leer beklede kalebas. Ze hebben 21 lederen of nylon snaren die in twee evenwijdige rijen zijn geordend, aan beide kanten van een verticale kam met inkepingen, loodrecht op de klankbodem. Verder hebben ze twee handvatten, één aan de buitenste kant van elk van de twee rijen snaren. Ze worden alleen door professionele mannelijke musikanten bespeeld bij de Manding in Afrika.
Schilderstijl en -techniek met koraalrode verf die in de 6de en 5de eeuw v. Chr. voor sommige Attische vazen werd gebruikt. Diverse bekende vaasschilders, zoals Onesimos en Psiax, hebben met de techniek geëxperimenteerd. Koraalrode verf werd gemaakt door gele oker toe te voegen aan de zwarte glanslaag, waardoor de glanslaag poreus werd en door heroxidatie bij het bakken een diep oranjerode kleur kreeg. De koraalrode techniek werd meestal aangetroffen op bekers zonder voet en in phialae van na de Perzische Oorlogen. Het rode lichaam van de vaas steekt fraai af tegen het zwart van de lip en handvatten. Het is denkbaar dat ze in Athene zijn vervaardigd, onder invloed van Perzisch metaalwerk, en dat de kleur bedoeld was om de suggestie van goud te wekken. De koraalrode glanslaag hechtte zich echter slecht aan het oppervlak van de vaas, waardoor de techniek nooit algemeen verspreid raakte en uiteindelijk in onbruik raakte.
Familie van ongeveer 300 soorten giftige slangen, gekenmerkt door korte giftanden aan de voorkant van de bovenkaak. De soorten die op het land leven, lijken gewoonlijk op de meer voorkomende gladde slangen, terwijl de soorten die in het water leven soms vinvormige staarten hebben en ook op andere manieren zijn aangepast aan het leven in de zee. De meeste soorten leggen eieren, maar er zijn enkele soorten, hoofdzakelijk in Australië, die levend baren.
erwijst naar de heilige geschriften van de islam, die volgens de moslims het woord van Allah vertegenwoordigen en tussen 610-632 n. Chr. door de aartsengel Gabriël aan de profeet Mohammed zouden zijn onthuld. De teksten zijn soms verfraaid met geometrische decoraties en plantenmotieven, maar het traditionele verbod op het afbeelden van levende wezens wordt bijzonder strikt gehandhaafd bij Koranteksten. Schilderijen met afbeeldingen van verhalen uit de Koran verschijnen nooit in de Koran zelf, maar soms wel in manuscripten met teksten die op thema's uit de Koran zijn geïnspireerd. De definitieve tekst van de Koran zou reeds binnen 30 jaar na de dood van Mohammed zijn vastgelegd, en is sindsdien onveranderd gebleven. De Koran bestaat uit 114 hoofdstukken of soera's, die ongeveer zijn gerangschikt op aflopende volgorde van lengte, en die hoofdzakelijk in de stem van God zijn geschreven. De tekst heeft meer een poëtisch dan een prozaïsch karakter, waardoor het verhalende element een ondergeschikte rol speelt. In het algemeen richten de vroege soera's zich op het oproepen van de gelovigen, met thema's als het aanbidden van slechts één God, sociale rechtvaardigheid en verhalen van ongelovigen. De latere soera's bevatten meer maatschappelijk getinte elementen en voorschriften omtrent het huwelijk, het gezin, ethische kwesties en de moslimgemeenschap. De Koran fungeert als belangrijkste bron voor de islamitische wetgeving met betrekking tot zaken als echtscheiding, gebedstonden, vasten en oorlogsvoering. Er wordt vaak uit voorgedragen en gezongen voor godsdienstige of liturgische doeleinden.
Manden van verschillende vormen en maten in gebieden. Meestal groot en rond, om diverse producten als graan of kolen te vervoeren of te wegen. Vaak als meeteenheid gebruikt.
Flessen gevat in gevlochten tenen met een volume ongeveer tussen de 4 en 38 liter; bestemd voor het bevatten van niet-agressieve en milde vloeistoffen. Gebruik 'mandflessen' voor soortgelijke grote flessen die in gevlochten tenen, hout of ander beschermend materiaal zijn gehuld en bestemd zijn voor agressieve stoffen, zuren of gedistilleerd water.
Verwijst naar de derde van de drie Griekse bouwordes en van de latere vijf traditionele klassieke bouwstijlen die samen met de Dorische, Ionische, Toscaanse en composiete bouwstijl werd gebruikt vanaf de Romeinen tot na de Renaissance. De stijl lijkt beïnvloed door de Egyptische architectuur maar is waarschijnlijk ontstaan in Griekenland in de binnenhuisarchitectuur en vanaf de 3de eeuw v. Chr. toegepast in de buitenarchitectuur. In de Griekse architectuur kenmerkt deze bouwstijl zich door een lichtere, meer sierlijke vorm dan de Dorische of Ionische stijl, een klokvormig kapiteel met acanthusversiering ter ondersteuning van elegante voluten, en een meestal gecanneleerde zuil op een voetstuk. Deze stijl is de meest voorkomende Griekse stijl in de Romeinse bouwkunst en is daarin en in latere stijlen vaak gewijzigd. De term is te onderscheiden van de term 'Corinthische orde', aangezien een bouworde slechts kan verwijzen naar het specifieke samenstel van onderdelen dat moet voldoen aan eenduidige, vastgelegde regels en verhoudingen, afhankelijk van de functie van elk onderdeel in het geheel.
Verwijst naar de periode die samenviel met de heerschappij van de Korje-dynastie in Korea, van 918-1391 n. Chr. De nauwe banden van de dynastie met China gedurende de Sung-periode (908-1279 n. Chr.) resulteerden in rechtstreekse invloeden van de Chinese cultuur. De meeste artefacten die zijn overgebleven uit deze periode zijn bronzen tempelbellen, door monniken gekopieerde boeddhistische soetra's in goud en zilver op paars papier, en houtsneden. Deze periode is ook bekend door de belangrijke prestaties op het gebied van porselein met celeadon-glazuur, dat samen met de doden werd begraven in graftombes.
Familie van bloeiende planten met ongeveer 110 soorten, voornamelijk bomen en struiken, zowel bladverliezende als groenblijvende.
Verwijst naar het leger en te gebruiken voor grote reguliere legereenheden die bestaan uit officieren en gewone soldaten die zelfstandig belangrijke acties kunnen uitvoeren. Ook te gebruiken om te verwijzen naar verscheidene diplomatieke eenheden met specifieke taken bijvoorbeeld op het gebied van de gezondheidszorg, techniek en communicatie, of naar bepaalde onderdelen van legers uit verschillende landen zoals het korps mariniers van de Verenigde Staten en Groot Brittannië.
Een voorkomen of textuur die wordt veroorzaakt door de ordening en vooral de gelaagdheid van de samenstellende deeltjes of vezels.
Korte stukken timmerhout die de planken ondersteunen van een metselsteiger. Het ene uiteinde wordt ondersteund door de steiger, het andere is geplaatst in de kortelinggaten van de metselmuur.
Te gebruiken voor zeilende oorlogsschepen met ra- of brikzeilen uit de 17e tot en met de 19e eeuw, die met minder dan 24 stukken geschut waren bewapend en moeilijk konden worden geclassificeerd.
Verwijst naar het werk van een school van schilders die ontstond in de 9de eeuw en heeft bestaan tot in de 15de eeuw. Dit is een van de vroegste en langst bestaande scholen en deze schilders hebben dan ook een centrale rol gespeeld in het transformeren van de stijl die tijdens de 7de en 8ste eeuw uit China was geïmporteerd, in de klassieke stijl van de Hein-periode die bekend is onder de naam 'Yamato-e'. De school was opgericht door Kose No Kanaoka en de stijl ontwikkelde zich van typisch Chinese onderwerpen, zoals Confucius, naar meer wereldlijke Japanse afbeeldingen, zoals dieren en landschappen.
Artistieke esthetiek die is ontwikkeld door John Weichsel, onder invloed van de geschriften van de Duitse kunsthistoricus Wilhelm Worringer en waarin de anarchistische filosofie sterk doorklinkt. De kosmistische esthetiek werd beoefend door kunstenaars als Elie Nadelman en Adolf Wolff.
Het gebruik van corrigerende maatregelen door middel van beheer en interpretatie van kosten-batenanalyse om de doelmatigheid en organisatie van een onderneming te verbeteren.
Pensions, gasthuizen, of kleine hotels die meestal familie-eigendom zijn en door hen worden beheerd. Ze hebben beperkte diensten buiten logies en ontbijt. De term wordt meestal alleen gebruikt voor dergelijke etablissementen in continentaal Europa.
De hiërarchie Kleding bevat descriptoren voor objecten die worden gedragen om warmte of bescherming te bieden, als verfraaiing of voor symbolische doeleinden. De hiërarchie bevat descriptoren voor kledingstukken die als hoofdelement van de kleding worden beschouwd (bijvoorbeeld 'overhemden' of 'broeken'), descriptoren voor kleding die onder de hoofdkleding wordt gedragen (bijvoorbeeld 'onderhemden') en descriptoren voor kledingstukken die over de hoofdkleding worden gedragen (bijvoorbeeld 'parka's'). Daarnaast zijn descriptoren opgenomen voor: beschermende kledij, met inbegrip van soorten harnassen; liturgische gewaden en andere ceremoniële kledij; uniformen; plus een uitgebreide lijst accessoires, met inbegrip van accessoires die op het lichaam worden gedragen (bijvoorbeeld 'hoofddeksels', 'schoeisel') en accessoires die een persoon meedraagt (bijvoorbeeld 'avondtasjes', 'parasols'). Relatie met andere hiërarchieën: de descriptoren 'zakhorloges' en 'polshorloges', evenals andere soorten uurwerken, zijn opgenomen in de hiërarchie Meetinstrumenten. De descriptoren 'zakpistolen' en 'staatsiezwaarden' verschijnen naast andere wapentypen in de hiërarchie Wapens en Munitie. Descriptoren voor objecten die kunnen worden gebruikt voor het onderhoud van kleding of de verzorging van de persoon zelf (bijvoorbeeld 'kledingborstels', 'nagelknippers') verschijnen in de hiërarchie Gereedschap en Uitrusting. Descriptoren voor objecten die worden gebruikt voor de opslag of het vervoer van kleding of andere persoonlijke eigendommen (bijvoorbeeld 'handschoenendozen', 'koffers') verschijnen in de hiërarchie Houders. Samenstellende delen van kleding (bijvoorbeeld 'busks', 'taillebanden') zijn opgenomen in de hiërarchie Componenten.
Kleine Oud-Griekse vaten met deksel en een naar binnen geplooide rand; ze werden gebruikt voor het bewaren van cosmetica, oliën en parfums.
Langhalsciters met een licht gebolde klankbodem, een platte onderkant en 13 zijden of nylon snaren die elk over een eigen beweegbare, V-vormige kam lopen; ze worden beschouwd als het nationale instrument van Japan.
Kleine zandlopertrommen met betrekkelijk losse vetering die met de linkerhand over de rechterschouder worden gehouden tijdens het spelen.
Relatief kleine zeilschepen met een dek, lijkend op een sloep, met één mast en een boegspriet waarop, meestal twee, grootzeilen staan, maar waarvan de mast verder naar achteren staat.
Term die is ontstaan in het midden van de 20e eeuw, oorspronkelijk om strike-on composition van lettertype te onderscheiden van methoden met heet metaal. Later vielen hier ook fotografische methoden onder. Gebruik een andere term indien mogelijk.
Beenbedeksels die soms verwoven zijn met het slipje,die tot aan de enkel reiken en meestal de voet bedekken; zijn over het algemeen gebreid of gewoven, doorzichtig of ondoorzichtig en van dikke of dunne stof. Wordt onderscheiden van `schoeisel' dat primair als bedekking voor de voeten wordt gedragen.
Russisch bootvormig drinkgerei met een lang handvat aan één kant.
Algemene term voor Japanse papiervoeringen die zijn gemaakt van de binnenste schors van de moerbeibomen van het genus Broussonetia. Kozo-papier wordt vaak gebruikt voor het knepen als Aziatische perkamentrollen van een nieuwe voering worden voorzien.
Ovale houten of metalen gezichtsmaskers, gemaakt en gebruikt door het Senufo-volk in het noorden van Ivoorkust, het zuiden van Mali en het zuidwesten van Burkina Faso. Deze maskers, die het vrouwelijke element voorstellen, zijn in het algemeen iets kleiner dan levensgroot. Ze zijn versierd met reeksen geometrische projecties die de bovenzijde van het hoofd, het bovenste deel van het gelaat en de mond flankeren, diagonale insnijdingen op elke wang en soms twee verticale hoorns.
Gekleurde onderdeelsonderscheidingen op de kraag, die de functie of de rang aangeven.
Verwijst naar de stijl van porselein dat werd vervaardigd in China en deel uitmaakte van de lading van Portugese galjoenen die op zee werden buitgemaakt door de Hollanders in 1600, en naar Holland werd meegenomen om aldaar te worden verkocht. De stijl wordt gekenmerkt door een blauwe onderste glazuurlaag. Kraak werd vervaardigd tijdens de heerschappij van Wan-li (1573-1619), en werd later gekopieerd in tin-email in Delft.
Kleine, convexe lijsten met een halfrond of groter profiel.
Orde van ongeveer 210 soorten in 11 families, waaronder die van de rallen, koeten en waterhoentjes. Het zijn morfologisch diverse waad- en grondvogels, van de kleine vechtkwartel tot grote, langpotige kraanvogels, rallen die in moerassen leven, zwemmende koeten en fuutkoeten, en loopvogels als de grote en kleine trap.
Naam van de dieren die een onderorde van de tienpotige schaaldieren vormen, gekenmerkt door breed kopborststuk, betrekkelijjk klein achterlijf en smalle korte staart en o.a. bekend door hun zijwaartse gang.
Divers gereedschap dat wordt gebruikt om een bepleisterd oppervlak af te schrapen om de hechting van de volgende deklaag te vergroten.
Een werking of invloed (zoals een duw of trek) op een vrijstaand lichaam die voornamelijk leidt tot een versnelling van het lichaam en soms tot een elastische deformatie of andere effecten.
Handbediende, pneumatisch aangedreven boren die een boorijzer of een hameren en draaien. Worden gebruikt om steen te doorboren of beton, asfalt of plaveisel open te breken.
Kleine objecten die zijn doorboord om geregen, vastgezet of vastgenaaid te kunnen worden. Ze hebben vaak de vorm van balletjes of buisjes, maar kunnen ook andere vormen hebben en van allerlei materiaal zijn gemaakt.
Aanduiding voor bepaalde Centraal- en Zuidafrikaanse dorpen, die bestaan uit een omheinde groep huizen, en voor de bijbehorende omheiningen voor vee.
Huisvestingscomplexen, meestal in Afrika, die bestaan uit omheinde familieverblijven voor één of meerdere families met gemeenschappelijke ruimten en aangrenzende bijgebouwen of structuren.
Een verrijking die bestaat uit een reeks kleine kralen; veel gebruikt op zilver en meubilair.
Harde, wigvormige spijkers gebruikt om hardhouten vloeren, zoals eiken vloeren, vast te nagelen.
Wagens met gesloten kasten van gemiddelde hoogte die op platvormveringen zijn geplaatst en zijn voorzien van een groot aantal planken of vakken voor het opbergen van de koopwaar van reizende kooplieden.
Apparaat om water van een leiding te tappen en te reguleren.
Ronde banden van bloemen, gebladerte of sierwerk die worden gedragen of geschonken als teken van eer of overwinning of voor louter decoratieve doeleinden worden gedragen.
Een meer in een krater of caldeira.
Brancheorganisaties die kleine leningen verstrekken aan hun leden tegen een lage rentevoet.
Dierenriemsymbool van een kreeft, ruwweg gebaseerd op het sterrenbeeld met dezelfde naam. De dierenriemtekens zijn bewaard gebleven via klassieke Griekse en Romeinse decoratie, waren populair in Noord-Europese Romaanse en Gotische kerken en werden vaak aangetroffen in middeleeuwse psalters en getijdenboeken. Ze symboliseren elke maand waarin de zon het betreffende sterrenbeeld binnengaat. Deze tekens zijn ook gebruikt als decoratie op plafonds, kaarten, uurwerken en astronomische instrumenten.
Verwijst naar de stijl van kunstvoorwerpen zoals voortgebracht op het Egeïsche eiland Kreta, in het bijzonder tijdens de Minoïsche periode van circa 3500 tot 1050 v. Chr., toen Kreta een bloeiperiode kende als politiek, economisch en cultureel centrum van de Egeïsche wereld. De belangrijke kunstvoorwerpen waren fantasierijk en decoratief aardewerk, kleine beeldhouwwerken, zoals slangengodinnen, en de bouw en decoratie van koninklijke paleizen.
Wordt gebruikt voor korte horizontale balken die een hoek van een gebouw ter hoogte van het dak in tweeën delen, naar een steekschoor reiken en dienen om de voet van een keperbalk te ondersteunen.
Exclusieve gezelligheidsverenigingen die feestelijke evenementen zoals besloten dansfeesten en publieke optochten organiseren gedurende Vastenavond in New Orleans. Geen Nederlands equivalent.
In de beeldende kunst, techniek van het tekenen met krijt, een voorbereide natuursteen of aarde stof die doorgaans verkrijgbaar in zwart (gemaakt of van zachte zwarte steen of uit een samenstelling die lampzwart bevat), wit (gemaakt van verschillende soorten kalksteen), en rood, of sanguine (gemaakt van rode aarde zoals rode oker). De vroegste krijttekeningen dateren uit het Paleolithicum.
Sociale groepen die een gemeenschappelijke band of interesse delen zoals levenswijze, activiteit of sociale context.
Indonesische, asymmetrische dolken met een golvend blad, vaak uitgevoerd uit waardevolle materialen zoals goud, ivoor of zeldzame houtsoorten. De kris wordt gezien als een teken van gezag of waardigheid en er worden mystieke krachten aan toegeschreven.
Fijngesneden glas met een hoge mate van doorzichtigheid en een hoog loodoxidegehalte
Het analyseren en beoordelen van de kwaliteit van voorwerpen, handelingen of plannen die door de mens zijn gemaakt. Gebruik 'recensies' voor kritische beschrijvingen of analyses van betrekkelijk recente werken of gebeurtenissen.
Theorie of methode die moderne architectuur menselijker tracht te maken door zich van algemene uniformiteit en het onvoorwaardelijk vertrouwen in de technologie te distantiëren. In plaats hiervan worden oplossingen via regionale tradities en materialen gezocht terwijl tegelijkertijd het bewustzijn van de universele aard van eigentijdse cultuur wordt bewaard.
Uit vorm buigen of draaien, zoals door opdroging, vochtigheid of hitte.
Bestaand uit of begrensd door gebogen lijnen. Gebruik 'kronkelend' met betrekking tot meubelstukken waarvan de voorkanten afwisselend concave en convexe lijnen vertonen. Gebruik 'golvend' voor andere kenmerken, zoals bogen of lijstwerken, die bestaan uit vloeiende, golvende rondingen.
Verwijst naar een perspectiefsysteem dat is afgeleid van het lineair perspectief, maar gebruikmaakt van kromme lijnen om rekening te houden met de optische illusie dat brede of langwerpige vormen in een rechte hoek vanuit de zichtlijn van de kijker aan de uiterste randen een perspectivische verkleining ondergaan. In dit systeem zou een brede muur die zich parallel aan het afbeeldingsvlak bevindt, naar links en rechts taps toelopen. Het systeem is al in de renaissance beschreven door Leonardo da Vinci, maar werd tot de 19e en 20e eeuw niet vaak gebruikt.
Lijnen met een locus die kunnen worden gevormd door een bewegende punt, waarbij de richting van de beweging continu verandert of afwijkt van een rechte lijn. Een gesloten kromme is een pad dat zichzelf herhaalt en daardoor een of meer gebieden omsluit; eenvoudige voorbeelden zijn cirkels, ellipsen en polygonen. Open krommen zoals parabolen, hyperbolen en spiralen hebben een oneindige lengte.
Kronkelend, meanderend of golvend van vorm. Wordt vooral gebruikt met betrekking tot meubelstukken waarvan de voorkanten afwisselend concave en convexe lijnen vertonen. Gebruik 'golvend' voor andere kenmerken, zoals bogen of lijstwerken, die bestaan uit vloeiende, golvende rondingen. Gebruik 'kromlijnig' voor kenmerken die bestaan uit of worden begrensd door gebogen lijnen in het algemeen.
Wordt alleen gebruikt voor de grote zilveren Britse munten die tussen 1551 en 1937 sporadisch werden geslagen en voor Britse munten van koper-nikkel die tussen 1937 en 1965 in omloop waren. Beide munten hadden een waarde van vijf shilling.
Plat vensterglas dat wordt gemaakt door een bol glas te blazen, deze van de blaaspijp over te brengen naar een staaf, open te snijden en vervolgens snel rond te draaien tot er als gevolg van de middelpuntvliedende kracht een platte schijf ontstaat. Het kunnen kleine, afzonderlijke ruiten zijn met een verdikking in het midden of grote schijven die na tempering in stukken worden gesneden. Kroonglas is dun, sprankelend en licht gewelfd met concentrische golvende lijnen. Kroonglas was overal in het oude Romeinse Rijk bekend. Het is te vinden in vensters van middeleeuwse kathedralen.
Verwijst naar bepaalde geschilderde muurpanelen, meestal uit het Italië van de 15de en 16de eeuw. Ze werden meestal in een fries boven de houten kroonlijstlatten aangebracht, waardoor ze een apart register vormden tussen de houten lambrisering en de kale muur direct onder het plafond. Tegenwoordig zijn ze vaak verwijderd van hun oorspronkelijke locatie en worden ze gekenmerkt door hun lange, smalle proporties. Te onderscheiden van 'spalliere (schilderingen)', die lager op de muur werden aangebracht, net boven kisten of banken. Omdat de oorspronkelijke context niet meer duidelijk is nadat het paneel is verwijderd, wordt de term 'spalliere' vaak voor beide vormen gebruikt.
Verlichtingssystemen die bestaan uit lichtbronnen die worden afgeschermd door een paneel dat evenwijdig aan de muur is geplaatst en aan het plafond is bevestigd om licht over de muur te verspreiden; meestal gebruikt voor het visuele effect.
Kuiperswerktuig om de kroos uit te snijden, dat wil zeggen de groef in het uiteinde van de duigen, waarin de bodemstukken steken.
Wordt gebruikt voor kleine, slecht gebouwde en erg bescheiden woningen.
Kleine metalen bekkens die in paren op een scharnierende vork of gevorkte stokken zijn bevestigd en tot een bepaalde toonhoogte kunnen worden gestemd. Ze waren bekend in het oude Egypte, Griekenland en Rome en zijn in Birma nog steeds in gebruik.
Kasten die in kleine laadjes zijn verdeeld waarin kruiden worden bewaard.
Kleine wandkastjes die meestal hangen en voornamelijk voor kruiden worden gebruikt.
Drank bestaande uit een infusie van warm of koud water en de blaadjes of bladresten van één of meer gedroogde of verse kruiden, soms met toevoeging van gemalen kruiden. Wordt vaak voor medicinale doeleinden gebruikt, maar ook als verversing.
Middelgrote boom die afkomstig is uit Indonesië (men denkt oorspronkelijk van de Molukken), maar tegenwoordig ook wordt gekweekt in Madagaskar, Zanzibar, Pakistan, Sri Lanka, India en Vietnam. De gedroogde knop was in het begin van de specerijenhandel zeer belangrijk. Kruidnagels hebben een sterk aroma en een hete en scherpe smaak. Men gebruikt ze voor het kruiden van een groot aantal voedingsmiddelen, met name vlees en bakkersproducten. In Europa en de Verenigde Staten is deze specerij een kenmerkend ingrediënt van traditionele dranken en gerechten die men in de kerstperiode consumeert, zoals glühwein, pompoentaart, vruchtencake en pasteien.
Houders, meestal van aardewerk, steengoed of porselein, smalle hals, handvat gekruld of als verticale beugel, soms met schenktuit; inhoud tot 10 liter.
Mesachtig keukengerei met één lange, rechte kant die is gevormd als een scherpgekante halve buis of is uitgerust met een door wrijving aangedreven ronddraaiende borstel die in een omhulsel zit. Wordt gebruikt voor het verwijderen van kruimels van een tafelkleed of soortgelijke oppervlakken.
Eéndelige kledingstukken met twee lange of korte pijpen voor baby's en peuters; nauwsluitend, meestal van gebreid materiaal. Kunnen met of zonder mouwen zijn gemaakt.
Lage ruimten onder vloeren van gebouwen die toegang geven tot riolering, leidingen, bedrading en andere voorzieningen.
Draagverbanden voor de geslachtsdelen, gedragen door mannen bij het deelnemen aan sport of inspannende activiteiten.
Kleine, tweekoppige bijlen die worden gebruikt om tapgaten te hakken; één uiteinde is beitelvormig en het andere heeft de vorm van een driehoekig mes.
Het afleiden van de ouderdom van een kunstvoorwerp, een pollinium of een jaarring, uit de ouderdom van iets soortgelijks waarvan de ouderdom preciezer is vastgesteld.
Tekenhaken die meestal bestaan uit een dun blad van hout of metaal, dat onder een rechte hoek aan het eind van een dikke stok is gezet die tegen de rand van een tekenbord of soortgelijke voorwerpen kan worden gehouden. Worden voornamelijk gebruikt om iets in rechte hoeken te tekenen of aan te geven.
Korte koploze pinnen met een scherpe punt aan het ene uiteinde en weerhaken tussen de twee uiteinden, die meestal worden gebruikt voor het bevestigen van pen-en-gat verbindingen in een raamscharnier en voor hang- en sluitwerk van deuren.
Verwijst naar werken die zijn versierd met kruissteekborduurwerk, een vorm van naaldwerk waarbij ontwerpen worden opgebouwd uit kleine kruisjes die worden gemaakt door twee steken te laten kruisen. De werken kunnen worden uitgevoerd op fijne stoffen zoals linnen, maar ook op zwaar canvas of tapijten.
Door Europa beïnvloede kunst en architectuur uit het oostelijk Middelandse-Zeegebied, van de 12e tot de 15e eeuw.
Middel ter ondersteuning van een kruis op het altaar of, bij uitbreiding, ieder middel ter ondersteuning of bevestiging van een kruis bij of nabij het altaar. Al in de 5de en 6de eeuw zijn er in Byzantijnse kunst aanwijzingen te vinden van gedeeltelijke combinaties van kandelaars en kruizen, die de voorlopers vormen van de kruisvoeten zoals deze in de late middeleeuwen werden ontwikkeld. Er zijn vier hoofdsoorten van op het altaar geplaatste kruisvoeten: vierkantige, driekantige, ronde en architectonische.
Draagbare houders gemaakt van hout, hoorn, metaal, leer of keramiek, die worden gebruikt om kruit of buskruit voor vuurwapens in te bewaren. Ze eindigen meestal in een metalen tuit, die ook dienst doet als kruitmaat, en die is afgesloten door een stop of een deksel met een veer, en vaak rijkelijk is versierd. Prefereer 'kruithoorns' voor de variant die gemaakt is van de hoorn van een koe of os.
Kleine, ondiepe bakjes voor kruit die zich bevinden in lontsloten, vuursteensloten en radsloten.
Het meest algemene soort zitmeubel tot de 19e eeuw. Ze verschillen van 'banken' omdat er maar één persoon op past en worden meestal onderscheiden van 'stoelen' omdat ze geen rugleuning hebben. De hoge zitmeubels bij een bar of toonbank worden echter ook krukken genoemd, hoewel ze soms een rugleuning hebben. Ze worden meestal in twee typen uitgevoerd; het ene type heeft vier rechte poten en bij het andere type kruisen de poten elkaar.
Boren met spaangroeven en scherp gedraaide punten; worden gebruikt om kleine gaten in hout te boren.
Chinees schrift dat het meest ongebreidelde van de cursieve schriftstijlen is en voor het eerst is aangetroffen in de 8ste eeuw n.Chr. Het dankt zijn naam (Engels: 'wild cursive script') aan kenmerken als snelheid van schrijven en het verbinden van halen en karakters. Daarnaast zijn de karakters soms zeer uiteenlopend van grootte en vorm. Het wordt in het bijzonder gewaardeerd om zijn wilde, ongeremde kwaliteiten.
Verwijst naar de kunstzinnige en literaire beweging en stijl welke gebaseerd zijn op een lezing die in 1913 werd gegeven door de kunstcriticus Kornej Tsjoekovski (1882-1969); daarin verwees hij naar de Russische avant-gardedichters van wie het werk was beïnvloed door het Franse kubisme en het Italiaanse futurisme. De beweging omvat Russische kunstwerken tussen 1912 en 1915 waarin door kubistische schilders ontwikkelde technieken werden toegepast, naast futuristische grondbeginselen met betrekking tot beweging, dynamiek en de relatie tussen mens en machine.
Een ruitpatroon van kleine diamant-, kubus- of dobbelsteenachtige motieven die worden gedreven of geperst op boekbinderslinnen of leren banden, met name geliefd op kalfsleren boekbanden aan het begin van de 19e eeuw en op de linnen boekbanden van uitgevers tussen 1835 en 1845.
Verwijst naar de beeldhouwstijl die floreerde tijdens de 7de eeuw en waarvan de naam is afgeleid van het standbeeld dat de Kudara Kannon wordt genoemd. Het beeld zou afkomstig zijn uit de oude staat Paikche in Korea. De stijl kenmerkt zich door ranke vloeiende lijnen, scherp gevouwen draperieën en een nadruk op het zijaanzicht.
Te gebruiken voor vaten van koperlegering, gegoten volgens het verloren wasmodel en gebruikt door de Akan volkeren in Ghana om kostbaarheden in te bewaren, zoals goudpoeder en kralen, en voor verscheidene rituele doeleinden; in verschillende vormen en stijlen uitgevoerd en vaak voorzien van een scharnierend deksel.
Versieringen van metaal of hout die men in de traditionele Japanse architectuur gebruikte om de houten pinnen te bedekken waarmee lateien en stijlen aan elkaar werden vastgezet. De versieringen gebruikte men ook om grote spijkerkoppen in deuren te maskeren.
Het jong van een vogel, met name als het nog in het ei zit of daar net uit is gekomen.
Grote houders gebruikt voor het bewaren of opslaan van vloeistoffen.
Kuitlange broeken die worden gedragen door vrouwen en meisjes.
Beschrijft werken die zijn vervaardigd door het gelijknamige Afrikaanse volk, een subgroep van de Senufo die in Ivoorkust en Mali leeft en die vooral bekendheid geniet vanwege de houtbewerkers en kalebasherstellers.
Verwijst naar de pre-Angkor-stijl van het midden van de 9de eeuw, waarvan het tempelcomplex van Sambor Prei Kuk een goed voorbeeld is. Tempels in deze stijl volgen de Indiase Gupta- en post-Gupta-bouwplannen en worden vooral gekenmerkt door een bakstenen constructie, centrale sanctuaria, gegoten basementen, muren die door pilasters zijn verdeeld in verticale panelen en die zijn versierd met blinde deuropeningen, nissen, reliëfpanelen en piramideachtige torens die op kleinere schaal het ontwerp van de grote tempelfaçade imiteren. De stijl wordt vaak gekenmerkt door beeldgesneden lateien die worden ondersteund door cirkelvormige colonnetten en gewelfde banden met bloempatronen die verspreid zijn aangebracht tussen cirkelvormige medaillons met een afbeelding van een god of heilig dier. De beeldhouwkundige stijl toont tevens sterke vroege hindoeïstische invloeden met veelarmige goden rondom, een sterk gevoel van gewichtverschuiving in grote beeldhouwwerken, het zelden voorkomen van beeldhouwwerken in hoogreliëf, subtiel gestileerd realisme, sobere kleding en lichaamsversieringen.
Verwijst naar een regionale school van Pahari-miniatuurschilderkunst met als centrum de heuvelstaat Kulu, een van de meest afgelegen staten in het heuvelgebied van Punjab. De stijl ontwikkelde zich uit de Basohli-school nadat Basohli-kunstenaars eind 17de eeuw naar Kulu waren getrokken. Het accent ligt niet op naturalistische landschappen maar op decoratieve patronen, en het kleurgebruik is minder gedurfd dan in Basohli-werk. De 'Shangri Ramayana', een reeks van 270 schilderijen, is een belangrijk Kulu-werk dat uit de periode van circa 1690 tot 1710 dateert.
Begrip waarmee de fysiologische eigenschappen worden beschreven die bij een soort de mannen van de vrouwen onderscheiden. Gebruik 'rollenpatroon' voor houding en gedrag van het ene geslacht tegenover het andere die in een maatschappij juist worden geacht. Gebruik 'seksualiteit' voor alle seksuele gevoelens, ideeën en gedragingen van een individu.
Verwijst naar voorwerpen, omgevingen en ervaringen (zoals in uitvoerende kunsten) die visueel van aard zijn, met vaardigheid en verbeeldingskracht zijn gemaakt en een esthetische waarde vertegenwoordigen. Ze hebben kwaliteit en zijn zodanig dat kunstmusea en particuliere verzamelaars ze willen verzamelen. Het kan verwijzen naar de studie of uitoefening van de schone kunsten of van de combinatie van schone kunsten en kunstnijverheid. Gebruik 'kunsten' om te verwijzen naar de combinatie van beeldende en uitvoerende kunsten. De betekenis kan deels overeenkomen met 'kunstwerken' of 'kunstvoorwerpen'.
Meestal geweven of gebreide nabootsing van bont
Overheidsinstanties die bestuurlijke, wettelijke of juridische bevoegdheden hebben op het gebied van kunst.
Te gebruiken voor papier of bord met een bijzonder glad oppervlak aan één of beide zijden, dat wordt verkregen door een coating met een minerale stof of drukken met rollers.
In brede zin te gebruiken voor de activiteiten op die gebieden die zowel uitvoerende als beeldende kunsten omvatten. Gebruik 'kunst' met betrekking tot schone kunsten of de schone kunsten en kunstnijverheid samen.
Wordt gebruikt voor boeken die door kunstenaars zijn gemaakt of bedacht, ongeacht het aantal exemplaren waarin het werk is vervaardigd. Gebruik 'kunstenaars' (ALT of 'artists') in combinatie met 'geschriften' voor informatieve teksten die door kunstenaars zijn geschreven. Gebruik 'boekwerken' voor door kunstenaars gemaakte boeken waarbij de nadruk wordt gelegd op het feit dat het object an sich een kunstwerk is. Gebruik 'book objects' voor werken die op boeken lijken of waar boeken deel van uitmaken, maar die niet op die manier informatie overdragen die kararteristiek is voor boeken.
Wordt gebruikt voor tentoonstellings- en studieruimten die vooral nieuwe, aankomende kunstenaars de mogelijkheid bieden om hun werk buiten de traditionele galerie- en museumcontext ten toon te kunnen stellen.
Materialen met betrekking tot beeldend kunstenaars, kunstenaarscollectieven, verzamelaars, kunsthistorici en curatoren, zoals aankondigingen, architecturale tekeningen, foto's, veilingcatalogi, biografische informatie, boeken, brochures, correspondentie, tentoonstellingscatalogi, institutionele publicaties, interviews, uitnodigingen, manuscripten, memorabilia, negatieven, kranten, officiële rapporten, transcripties van gesprekken en voordrachten, pamfletten, ansichtkaarten, posters, persberichten, prijslijsten en ander materiaal van of over de kunstenaar.
Wordt gebruikt voor teksten - vaak gaat het om korte teksten - waarin kunstenaars, bijvoorbeeld, hun eigen werk verklaren of ingaan op de theoretische concepten waarop dat werk is gebaseerd.
Te gebruiken voor culturele centra met beeldende-kunstactiviteiten, zoals exposities, educatie en productie.
Onderzoek naar de aard van kunst, onder meer naar interpretatie, representatie, expressie en vorm. Nauw verwant aan 'esthetica', het filosofische onderzoek naar schoonheid.
Kunstmatige vervanging van één, meerdere of alle eigen tanden. Is met name van toepassing op de tanden die niet vastzitten in de mond.
Deskundigen met betrekking tot één of meer kunstvormen of andere zaken die een verfijnde smaak vereisen, met de bekwaamheid om een kritisch oordeel te geven in dat verband.
Openbare ruimten met beeldhouwwerken, earthworks of andere kunstvormen geïntegreerd in het ontwerp en beoogd gebruik.
Het bestuderen en uitoefenen van het therapeutische gebruik van beelden en objecten om non-verbale communicatie, creativiteit en lichamelijke interactie aan te moedigen en om verbale associaties en interpretaties bloot te leggen, en als hulpmiddel om de emotionele, motorische en waarnemingsstoornissen van de patient te helpen identificeren en begrijpen.
Monumentaal uurwerk met bewegende beelden, die verschijnen bij de (half)uurslagen. Veelal opgesteld in de openbare ruimten, met name op belangrijke pleinen en aan belangrijke gebouwen.
Te gebruiken voor werken van de schone of decoratieve kunsten wanneer hun kwaliteit van afzonderlijk en coherent individueel object wordt benadrukt, bijvoorbeeld met betrekking tot conservering of inventarisatie. Gebruik de term 'kunstwerken' wanneer de esthetische aard van het werk wordt benadrukt. Gebruik 'kunst' met betrekking tot de studie of beoefening van de schone kunsten of de schone en decoratieve kunsten samen.
Kleine, luitachtige, snaarinstrumenten met één snaar van de Songhai in Niger en het noorden van Nigeria. Ze hebben een korte hals en een klankkast die van een halve kalebas of van metaal is gemaakt.
Verwijst naar een Duits type hoog, cilindrisch drinkglas dat in email is versierd met portretten van de keizer en de zeven keurvorsten van het Heilige Roomse Rijk. De keizer wordt te paard afgebeeld met de vier geestelijke kiesmannen achter en de vier prinsen onder hem, of op de troon met drie of vier keurvorsten aan weerszijden.
Verwijst naar een neolithische stijl en cultuur die floreerde in het vierde en derde millennium v. Chr. ten noorden van de Zwarte Zee. Genoemd naar de specifieke Kurgan of grafheuvels. De stijl en cultuur kenmerken zich ook door de nadruk op het paard en op wieltechnieken. Veel onderzoekers geloven dat deze groep verantwoordelijk was voor de verspreiding van Indo-Europeanen over Eurazië.
De buitenste schors van een eik, Quercus suber, die groeit in mediterrane landen. Kurk wordt gebruikt om onder andere stoppen voor flessen en drijflichamen te maken.
Gerei met een puntig, spiraalvormig stukje metaal met een handvat dat wordt gebruikt voor het trekken van kurken uit flessen.
Korte uniformrokken met dubbele rij knopen, zich onderscheidend door het model van de borstklep en dat van de panden; eerst gedragen door de Lansiers in het eerste Franse Keizerrijk en in gebruik tot aan de Eerste Wereldoorlog in diverse landen.
Kuruwarri verwijst naar zandontwerpen en ceremonieën die zijn voorbehouden aan de mannen van het Aboriginal-volk de Warlpiri. De door mannen gemaakte zandontwerpen worden gebruikt bij het vertellen van verhalen als representatie van de aanwezigheid en van de voortplantingskracht van voorouders. Hoewel de ontwerpen meestal in het zand worden getekend, worden ze soms ook in hout of steen gesneden of op lichamen geschilderd.
Verwijst naar de cultuurperiode van de Kushana-dynastie in oud-India, vanaf circa de 1ste eeuw v. Chr. tot de 3de eeuw n. Chr. De Kushana-dynastie was zeer welvarend dankzij de controle over handelsroutes naar het Romeinse Midden-Oosten en China; deze periode bereikte haar hoogtepunt onder koning Kanishka van het eind van de 1ste eeuw tot het begin van de 2de eeuw. Kanishka's muntstukken, met hun afbeeldingen van goden die afkomstig waren uit verschillende religies, weerspiegelen zijn wens om in harmonie te leven met de verschillende volken binnen zijn domein en met de volken uit gebieden waarmee hij handelsbetrekkingen onderhield. Er waren twee belangrijke artistieke centra: Gandhara en Mathura. Hoewel de twee centra met elkaar in contact stonden, ontwikkelden ze unieke stijlen. De afbeelding van Boeddha als een god duikt tijdens deze periode voor het eerst op. Men treft deze afbeelding het eerst aan op een muntstuk en spoedig daarna in de vorm van volledige stenen beelden.
Wordt algemeen gebruikt voor stroken land die grenzen aan grote watermassa's, maar soms ook specifiek voor het gebied tussen de laagste laagwaterstand bij springtij en het hoogste punt dat golven tijdens een storm bereiken. Gebruik 'kustlijn' voor de lijn die de grens vormt tussen de zee en het vasteland.
Wordt meestal gebruikt voor de lijnen die de grens vormen tussen de zee en het vasteland, maar soms ook specifiek voor het niveau dat de hoogste stormgolven bereiken of de hoogwaterstanden van het gemiddeld getij; gebruik `oevers (aardoppervlakten)' voor stroken land die aan grote watermassa's grenzen.
Wordt gebruikt voor milieus aan de randen van watermassa's, die worden beïnvloed door factoren van zowel het land als het water. Gebruik 'oevers (aardoppervlakten)' of 'kustlijnen' met betrekking tot de geologie of geografie van kuststreken.
Verschillende soorten boten die worden gebruikt bij reddingsacties op zee; vaak aan beide zijden gelijk en met spierkracht of een hulpmotor voortbewogen.
Kegeldragende groenblijvende productieboom uit de cipresfamilie, die voorkomt in de mistgordel van het kustgebied van het zuidwesten van Oregon tot centraal Californië, tot maximaal 1000 meter hoogte boven de zeespiegel. Het zijn de hoogste levende bomen en vaak bereiken ze een hoogte van meer dan 90 m. De stam heeft meestal een doorsnede van 3 à 6 m of meer. Het duurt 400 à 500 jaar voordat de kustsequoia volwassen is en van sommige bomen is bekend dat ze meer dan 1500 jaar oud zijn. De schubachtige bladeren op de hoofdscheuten zijn spiraalvormig gerangschikt en bevinden zich dicht tegen de takken aan. De bladeren van de zijscheuten zijn meer uitgewaaierd, naaldachtig en in twee rijen gerangschikt. Als de boom ouder wordt, vallen de lagere takken af, waarna een strakke, zuilvormige stam resteert. Als een boom wordt gekapt, ontstaan er scheuten uit het spinthout onder het kapoppervlak. Natuurlijke vermenigvuldiging vindt plaats door zaadproductie, hoewel slechts een klein percentage van de zaden ontkiemt, tenzij ze aan vuur worden blootgesteld.
Te gebruiken voor meestal kleine of middelgrote schepen die worden gebruikt voor navigeren langs de kust; zijn over het algemeen koopvaardijschepen die handel en communicatie regelen tussen kleinere havens en tussen grote opslagplaatsen en het achterland.
Verwijst naar de stijl van porselein, zowel voor alledaags als voor ceremonieel gebruik, dat werd vervaardigd in de provincie Kaga, die nu deel uitmaakt van de prefectuur Ishikawa, tussen 1655 en 1704 en daarna weer van 1807 tot heden. Oudere werken betreffen gewoonlijk servies met een donkere bovenste glazuurlaag, met een grofkorrelig oppervlak en glazuur dat uiteenloopt van mat tot glanzend. Latere werken hebben meer eclectische, kleurrijke en complexe ontwerpen.
Te gebruiken om werken te beschrijven van de gelijknamige Afrikaanse etnische groep die voornamelijk leeft in het noorden van Nigeria, en voor een klein deel in Kameroen.
Munten, uitgegeven in verscheidene metalen, met een waarde van vijfentwintig cents.
In algemene zin is kwarto het boekformaat dat resulteert nadat een vel papier twee keer is gevouwen. Meestal is de vorm vierkanter dan bij folio en de afmetingen kunnen variëren. In specifieke zin kan ermee worden verwezen naar een boek met een formaat tussen octavo en folio (circa 280 x 330 mm). Een kwartoformaat wordt bereikt door een vel papier twee keer te vouwen, waardoor vier bladen of acht pagina's ontstaan. Daarnaast kan kwarto verwijzen naar een krant van middelgroot formaat, circa 230 x 305 mm, die eveneens wordt gemaakt door een vel papier twee keer te vouwen. Bij boeken van vergépapier lopen de kettinglijnen horizontaal. Begin 18de eeuw werd kwarto in Engeland als het meest elegante formaat voor boekpublicaties beschouwd. In de 19de eeuw, toen de mechanisatie zijn intrede deed in de boekdrukkunst, gingen bibliothecarissen de term gebruiken om te verwijzen naar het formaat van het boek in plaats van naar de vervaardigingsmethode.
Een metamorf gesteente dat voornamelijk bestaat uit korrelige kwarts die met silica is gecementeerd tot een homogene massa met een zeer hoge trek- en pletvastheid; wordt vooral gebruikt als een bouwsteen, als grind in de wegenbouw en als aggregaat in beton.
Grassoort die inheems is in Europa, maar tegenwoordig ook daarbuiten voorkomt en vaak een invasief onkruid is geworden. De plant verspreidt zich via de lange witte wortelstokken. De bladeren worden gegeten door grazende zoogdieren en rupsen. De zaadjes worden gegeten door vinken, gorsen en andere graslandvogels. Al sinds de klassieke oudheid gebruikt men de plant in de kruidengeneeskunde. Het volksgeloof wil dat zieke honden de wortels opgraven en opeten. De plant heeft antiseptische eigenschappen. Middeleeuwse kruidendokters gebruikten de plant voor de behandeling van patiënten die vocht vasthielden of met aandoeningen van het urinekanaal. Men gebruikte de gedroogde wortelstokken van de plant soms als wierook.
Klokvormige glazen koepels die over tere planten worden geplaatst om ze te beschermen tegen het weer, en om de groei te forceren.
Elk van de diverse grassen, in het bijzonder Agropyron repens, die bekend staan als wortelonkruid en zijn te herkennen aan kruipende wortels die zich snel verspreiden.
Personen die een plantenkwekerij bezitten of leiden.
Te gebruiken voor het zuivere metaalelement met het symbool Hg en het atoomnummer 80. Het is een glanzend zilverachtig metaal dat vloeibaar is bij normale temperaturen. Ook te gebruiken voor het metaal wanneer het wordt bewerkt en gevormd om, meestal in combinatie met andere stoffen, verscheidene voorwerpen en materialen te maken.
Lampen waarin licht wordt geproduceerd door middel van een elektrische boog tussen twee elektrodes in een geïoniseerde kwikdampatmosfeer. Ze geven een blauw-groen licht af, dat rijk is aan ultraviolette straling.
Indexen waarin alle hoofdwoorden in een ingang worden gescheiden van de ingang, en op aparte eigen regels worden geplaatst met de oorspronkelijke, volledige ingang eronder.
Antiek drinkgerei in de vorm van een wijde, ondiepe kom op een hoge voet of voetstuk met twee omhoogkrullende handvaten.
Een type kylix dat in zijn algemene proporties lijkt op type B maar met een discontinue contour. De lip steekt vaak uit ten opzichte van de kom en er zit een lijst (verhoogde ring van klei) tussen de steel en de voet.
Instrumenten voor het meten en grafisch vastleggen van variaties in de druk van een vloeistof, bijvoorbeeld van de menselijke hartslag.
Met een vorm of omtrek die bestaat uit twee balken of lijnen die elkaar op één uiteinde in een rechte hoek raken, waardoor de vorm van de hoofdletter L ontstaat.
Verwijst naar een fase en cultuur van de Europese Kelten in de Late IJzertijd, genoemd naar de archeologische vindplaats La Tène, of De Ondiepe Wateren, bij het Meer van Neuchâtel in Zwitserland. De fase begon in het midden van de 5de eeuw v. Chr. en de cultuur verspreidde zich over Noord-Europa en de Britse Eilanden, om ten slotte halverwege de 1ste eeuw v. Chr. te verdwijnen. La Tène kenmerkt zich door Griekse en Etruskische invloeden op de traditionele Keltische cultuur en door de sterke geografische verspreiding van de Kelten.
Ingangsruimten, bedoeld voor het laden en lossen van goederen op en van motorvoertuigen of treinwagons die er voorgereden zijn.
Diktes van een bepaald materiaal dat uitgelegd, uitgespreid of gedeponeerd is over een oppervlak, of lagen vormt.
Verwijst naar het eerste gedeelte van de paleolithische periode, inclusief het grootste deel van het Pleistoceen, van circa 2.000.000 tot circa 250.000 jaar geleden. De vroegste fase van de laag-paleolithische periode kenmerkt zich door de vervaardiging van eenvoudige stenen werktuigen door vroege mensachtigen. De latere laag-paleolithische traditie omvat de zogenaamde Chopper chopping-tool industry, die is vernoemd naar gevonden stenen werktuigen, en die veel voorkwam op het Oostelijk halfrond. De traditie wordt toegeschreven aan de homo erectus, die waarschijnlijk ook werktuigen vervaardigde van hout en botten.
Schoeisel waarvan de schacht tot boven het enkelgewricht loopt.
Verwijst in algemene zin naar de latere oude cultuur van de regio en stammen van Andhra, in het bijzonder de boeddhistische kunstvormen uit de 3de eeuw n. Chr. Typische kenmerken van de latere Andhra-kunst zijn vloeiende sculpturale volumes en levensecht illusionisme. Na het tanen van de macht van de Andhra in de Deccan zou het brahmanisme wederom de toonaangevende factor worden in het zuiden. De term kan ook verwijzen naar de cultuur van de Andhra-regio uit latere eeuwen welke niet per se verband houdt met het mecenaat van Andhra-geslachten of -dynastieën.
Verwijst naar de historische periode en de kunststroming die ontstonden na afloop van de Severische heerschappij in het Romeinse Rijk. Het omvat de periode waarin Diocletianus zijn macht deelde in een tetrarchie en de daaropvolgende periode die werd gemarkeerd door de bekering van Constantijn en het hele Rijk tot het Christendom. De periode overlapt met de vroeg-christelijke en de vroeg-Byzantijnse tijd.
Verwijst naar de laatste fase van de Grieks Archaïsche periode, van circa 540 tot circa 480 v. Chr. De periode kenmerkt zich met betrekking tot de beschildering van vazen door de introductie van de techniek voor rode figuren, en met betrekking tot zowel de beschildering van vazen als de beeldhouwkunst door de ontwikkeling van meer naturalistische figuren die vloeiender bewegen dan in voorgaande perioden het geval was.
Verwijst naar de Assyrische periode en stijl van circa 1000 tot 612 v.Chr. De heerschappij van afzonderlijke vorsten leidde tot verschillende stijlen die voornamelijk zichtbaar waren in de reliëfversieringen in de paleizen. Over het algemeen geven deze blijk van veel oog voor detail, hebben zij een beschrijvend karakter en een streven naar realisme dat niet eerder in de kunst van het Nabije Oosten werd vertoond.
Verwijst naar de heropleving van de Byzantijnse stijl en de westerse invloed die ontstond na de kruistochten in Byzantium en Oost-Europa aan het eind van de 13de eeuw. De architectuur uit deze periode is opmerkelijk vanwege de veelkleurige materialen, de decoratieve details en de variatie in soorten, dikwijls variaties op oude thema's. In verluchtigingen van handschriften, in mozaïeken, wandschilderingen, paneelschilderingen, ivoren en luxe kunstvoorwerpen kenmerkt de stijl zich door de sterke kleuren, de naturalistische weergave van het licht op de vormen, en de vaak fantastische compositorische en stilistische oplossingen.
Verwijst naar de late fase van de Corinthische aardewerkstijl, van circa 575 tot circa 425 v. Chr. Hierna was Corinthe geen belangrijke exporteur van aardewerk meer. De stijl kenmerkt zich door doorlopende grootschalige productie en zich herhalende ontwerpen met weinig detaillering, maar ook door vernieuwend werk dat ogenschijnlijk met veel zorg werd vervaardigd. De beschildering van deze vazen bestaat meestal uit verfijnde versieringen in vaste patronen, een levendige variatie in ontwerpen en verkleind afgebeelde dieren. In de loop van deze periode werden dierentaferelen allengs vervangen door meer taferelen met mensen.
Verwijst naar de periode van circa 1600 tot 1050 v. Chr. op het eiland Cyprus. De kunst uit deze periode kenmerkt zich door specifieke aardewerkstijlen, verfijnde metaalnijverheid, decoratieve ivoren voorwerpen, en een toename van de eclectische stijlen als gevolg van de groeiende handelsconnecties met het Nabije Oosten, Egypte en het Egeïsch gebied.
Verwijst naar de periode van circa 1250 tot 500 v. Chr. in het gebied van het huidige Bahrein, het eiland Failaka en de oostkust van Saoedi-Arabië.
Verwijst naar de latere fase van de Etruskische cultuur en stijl, vooral vanaf het moment dat de Romeinse invloeden duidelijk zichtbaar werden, te beginnen in de klassieke fase van circa 400 v. Chr. tot aan de Hellenistische fase van circa 300 tot circa 50 v. Chr.
Verwijst naar de meest ontwikkelde fase van de geometrische stijl, van het midden tot aan het eind van de 8ste eeuw v. Chr., die in een zeer groot geografisch gebied voorkwam. De stijl loopt in de verschillende streken sterk uiteen, maar kenmerkt zich in het algemeen met betrekking tot de vaasschilderkunst door de verfijnde weergave van figuren en dieren, waaronder de weergave van herkenbare mythologische figuren en verhalende taferelen.De beeldhouwkunst uit deze periode toont een grote verscheidenheid aan gestileerde dieren en menselijke beelden, maar naturalistischer dan in vroegere perioden.
Verwijst naar de stijl en artistieke productie op het zuidelijke en centrale deel van het Griekse vasteland tijdens de Bronstijd tussen circa 1600 en 1050 v. Chr. De Myceense cultuur domineerde de Egeïsche cultuur tijdens deze periode, waardoor de kunstwerken, hoewel deze ook nog Minoïsche invloeden tonen, in toenemende mate verfijnd en gevarieerd zijn. Er zijn onder andere metalen werken, zoals de gouden Vapheio-bekers en gouden gezichtsmaskers, en muurschilderingen waarop voornamelijk oorlogs- en jachttaferelen staan afgebeeld. Het aardewerk kenmerkt zich door de introductie van nieuwe vaste motieven geïnspireerd op het planten- en dierenrijk, terwijl de architectuur zich kenmerkt door de constructie van paleizen en verfijnde tholosgraven zoals de Schatkamer van Atreus.
Verwijst naar het einde van de Hellenistische periode en stijl, van circa 150 tot circa 31 v. Chr. Deze kenmerkt zich door een snel verval van de Hellenistische wereld en het uiteenvallen van de gevestigde artistieke scholen. De periode staat bekend om de snelle toename van verschillende stijlen, inclusief een versterkt neo-classicisme dat elementen combineert van verschillende Klassieke stijlen, een “barokke” retrostijl die wordt gekenmerkt door emotie, asymmetrie en beweging, en een stijl die een regelrechte kopie vormt van klassieke werken.
Verwijst naar de fase in de Jomon-periode van circa 2500 tot circa 1000 v. Chr. Wordt ook wel gedateerd van circa 2000 tot circa 1000 v. Chr. In de periode kwamen grootschalige zeevarende activiteiten tot ontwikkeling, werd aardewerk vervaardigd met geometrische versieringen van rechte groeven, en nam de productie toe van meer driedimensionale beeldjes.
Verwijst naar de laatste fase van de klassieke periode en stijl, van circa 400 tot circa 330 v. Chr. De periode begon aan het einde van de Peloponnesische oorlog en eindigde nadat de Griekse staten hun onafhankelijkheid verloren aan Philippus van Macedonië. De stijl kenmerkt zich door een verminderd streven naar de perfecte, ideale stijlnormen, en meer nadruk op het verbeelden van de werkelijke wereld en afzonderlijke individuen. Voorts is de diversiteit en de inventiviteit van verschillende kunstenaars kenmerkend. Opvallende vernieuwingen in de beeldhouwkunst zijn de afbeelding van naakte godinnen, de weergave van minder strikte, sensuelere poses en gebaren die buiten de vaste begrenzingen treden van wat gold als de ideale klassieke pose, en slankere lichaamsvormen dan in de hoogklassieke kunst.
Verwijst naar de laatste fase van de Minoïsche kunst en cultuur, volgens het classificatiesysteem dat werd ontworpen door de archeoloog Arthur Evans. De fase kenmerkt zich door frescoschilderingen, de herbouw van paleizen en vooral door de versiering van aardewerk, dat werd aangebracht op een laag van vuurrode klei op een lichte ondergrond. Dit in tegenstelling tot eerdere versieringen, waarbij wit op een donkere kleilaag werd aangebracht. De ontwerpen bestaan meestal uit naturalistisch weergegeven planten en dieren in geometrische patronen of ontwerpen. De stijl overlapt met de tijd van de nieuwe paleizen en de Sub-Minoïsche perioden.
Verwijst naar de fase van de Nara-periode tussen circa 756 en 784 n. Chr. In de beeldhouwkunst wordt de stijl gekenmerkt door een zwaarder en voornamer ogend figuurtype, met een sterk versoberde uitwerking van de vormen en draperieën. Op het gebied van bronswerk vond deze periode zijn hoogtepunt in de Grote Boeddha van Tōdai-ji, welke overigens niet meer bestaat. De kleine bronzen die met Tōdai-ji worden geassocieerd, zoals de lantaarns, zijn fraaie voorbeelden van gietwerk in bas-reliëf. Kenmerkend zijn de afbeeldingen van wervelende draperieën en een fijne lijnvoering. Er resten ons nog slechts weinig schilderijen uit deze periode, maar documenten van de Shōsōin maken melding van kamerschermen waarvan de schilderingen een hoge graad van verfijning kenden. Kenmerkend voor de rolschilderingen uit deze periode is de weergave van een verhalende afbeelding pal boven een tekst, een stijl die in de 8ste eeuw reeds als verouderd werd beschouwd.
Verwijst naar de periode in Meso-Amerika van circa 1200 tot 1521 die is verbonden met de opkomst van het Azteekse keizerrijk. Met betrekking tot aardewerk en keramiek wordt deze periode gekenmerkt door polychrome potten uit de regio's Cholula en Mixtec en potten met de afbeelding van dieren die zijn versierd met emblemen in plaats van narratieve voorstellingen. Beeldhouwkundige stijlen uit deze periode tonen bijna levensgrote, staande figuren met vaag gemodelleerde gelaatstrekken en gebeeldhouwde oppervlaktepatronen die kostuums, lichaamsverf of tatoeages aanduiden. Artistieke vernieuwingen in edelsteenbewerking worden in deze periode uitgebreid en hebben onder andere betrekking op jade, parels, potten van tecali, bergkristallen bekers met een voet, oorspoelen van kristal en lavaglas, en ornamenten van turquoise git, koraal en amber die worden gebruikt in rituele ceremonies. Veelvuldig gebruik van hardstenen beeldsnijwerk, onder andere voor het vervaardigen van ceremoniële potten versierd met een laag reliëf en met beeldhouwwerken van mensen, goden, dieren en plantenvormen die zijn gemaakt van jadeïet en andere groenstenen, dioriet, chalcedon en bergkristal. De Azteken verbreidden tijdens deze periode ook het gebruik van turquoise mozaïeken en veren hoofdtooien.
Verwijst naar de periode in Meso-Amerika van circa 300 tot 250 v. Chr. Verenwerk in Meso-Amerika had zijn oorsprong in deze periode als symbool van macht en rang en bestond onder andere uit verfijnde ceremoniële hoofdtooien die waren gemaakt van veren van de staart van quetzals. Beeldhouwwerken uit deze periode omvatten aardewerk en grafurnen, zoömorfe en antropomorfe graffiguren, gegroefde vazen met karakteristieke parallelle lijnen die zijn getekend op oranje slip, en schalen die zijn beschilderd met kronkelige vormen op randbanden aan de buitenkant. De architectuurstijl in deze periode nam paleisachtige vormen aan, met robuuste, platte of gewelfde dakbedekkingen, fijn afgewerkte trappen met strekse hellingen aan weerszijden, lijstwerk, tablero's en maskers. Piramide-achtige structuren in deze periode tonen complexe cirkel- en kegelvormige secties en secties met terrassen.
Verwijst naar de periode en de cultuur in Indonesië die werden beïnvloed door de Chinese kunststijl die zijn bloeitijd beleefde tijdens de Zhou-dynastie (1050-256 v. Chr.). De stijl kenmerkt zich door diverse eenvoudige decoratieve stijlen voor keramiek, rituele voorwerpen, huishoudelijke artikelen en bronzen objecten. In deze periode werden ook objecten van jade met traditionele dessins gemaakt.
Verwijst naar de kunstperiode in Meso-Amerika van circa 600 n. Chr. tot 900 n. Chr. Beeldhouwkundige stijlen uit die periode varieerden al naar gelang de regio. In Tierra Blanca bevatten aardewerk en schalen van keramiek rituele taferelen in hoogreliëf die met een mal waren gemaakt. Figuren uit Nopiloa zijn meestal gemaakt met behulp van een mal, maar bedekt met een crèmekleurig engobe. In de meeste regio’s worden bij aardewerk en kleibeelden staande en zittende vrouwelijke figuren afgebeeld met sierlijke hoofdtooien, kralenkettingen en geknoopte slangenriemen. Het gaat onder andere om schalen met crèmekleurig engobe die gedetailleerd zijn beschilderd met realistische en imaginaire dierenfiguren en gekostumeerde figuren die zijn gerangschikt in paren of trio's. Edelsteenbewerking uit deze periode wordt gekenmerkt door drie vormen die zijn verbonden met een heilig balspel: yuog, palma en hacha. In de architectuur wordt deze stijl gekenmerkt door stèles en altaarconstructies met grote, zoömorfe frontale figuren in hoogreliëf, versierd met compacte kostuumontwerpen. Schilderstijlen uit deze periode beelden mensen af in een stedelijke context te midden van piramides, tronen, trappen en marktplaatsen en hebben rijke, symbolische kleuren. Tempels en gewelven uit deze periode zijn versierd met muurschilderingen waarop expressieve, historische, militaire en rituele afbeeldingen zijn weergegeven.
Water van de hoogste zuiverheid dat verkrijgbaar is vanuit een praktisch standpunt.
Genus van twee of drie kleine soorten seringachtige bomen, inheems in de bergen van Zuid-Europa, van Frankrijk tot de Balkan. De bomen hebben gele bloemen die uitgroeien tot peulen met giftige zaden. Alle delen van de plant zijn giftig: laburnum is dodelijk gebleken voor vee, hoewel andere dieren (zoals hazen) er immuun voor zijn. Het hout van de laburnum is veel waard.
Te gebruiken voor motieven die op een plat vlak een om zichzelf kronkelend pad weergeven waarbij het pad zichzelf nooit doorkruist en meestal vanuit de buitenkant naar het centrum leidt. Gebruikelijk in romiense mozaïeken en ingelegd in middeleeuwse kerkvloeren.
Verwijst naar een aardewerkstijl die tussen circa 600 en circa 550 voor Christus tot ontwikkeling kwam in Laconia, een landstreek op de Peloponnesos. De stijl wordt gekenmerkt door zwartfigurige ontwerpen, vaak aangebracht op een blanke engobe, met motieven als granaatappels, lotusknoppen, palmetten, figuren en netpatronen. Bij het bakken van Laconische klei krijgt deze een vaalgele kleur, in tegenstelling tot het oranjerood van de Atheense klei.
Term die wordt gebruikt voor een aantal kleine laden die samen zijn gegroepeerd in de vorm van een doos, of in een ander meubelstuk zijn gepast.
Kleine schrijftafels die voor vrouwen zijn ontworpen.
Halfgeleidersensoren die men in diverse elektronische apparaten ��� zoals videocamera's, digitale camera's en scanners ��� gebruikt voor het vastleggen van beelden.
Ontladingslampen van een hoge intensiteit waarin de deelspanning van de kwikdamp tijdens het gebruik niet boven de 100 Pa stijgt.
Een Brittanniametaal met een kleine hoeveelheid zink.
Oud-Grieks en Romeins vaatwerk, vaak gebruikt om wijn uit te schenken; ze waren vooral populair in de hellenistische periode. De lagona had een smalle, lange hals, een uitpuilende buik, een brede schouder en een horizontaal handvat. De lagonavorm komt oorspronkelijk uit het oosten van Griekenland. Er zijn ten minste twee plaatsen in het Middellandse Zeegebied bekend waar lagonae werden geproduceerd.
Verwijst naar een van de twee takken van de moderne islamitische beweging der Ahmadiyya. Deze tak beschouwt de stichter van de Ahmadiyya, Ghulam Ahmad, eerder als een hervormer dan als een profeet en blijft zodoende dichter bij de hoofdstroming van de islam. De Lahori staan net als de Qadiyani bekend om hun preken, hoewel ze zich meer richten op het bekeren tot de islam in het algemeen dan op het bekeren tot hun specifieke geloof. Zij spelen ook een rol in de liberalisering van de islam en het uitgeven van Engels- en Urdutalige publicaties. De Lahori werden geleid door Mawlana Muhammad Ali vanaf de oprichting in 1914 tot zijn dood in 1951. De geloofsgemeenschap, die een grote verspreiding kent, heeft een Brits centrum in de moskee van Woking; haar hoofdkwartier staat in Lahore (Pakistan).
Natuurlijke verfstof die wordt gebruikt om de zuurgraad van chemische oplossingen te meten; wordt tevens gebruikt als textielverf, houtbeits en als kleurstof in levensmiddelen.
Vakmensen die het oppervlak van iets, bijvoorbeeld een meubelstuk of klein object, coaten met lak, waarbij ze vaak ontwerpen of afbeeldingen aanbrengen.
Stugge, vlakke valletjes met decoratief gevormde onderranden die vaak aan beide uiteinden omlaag lopen.
Kleine, dunne, buigzame plaatjes of reepjes metaal met verschillende toepassingsmogelijkheden; de plaatjes kunnen bijvoorbeeld in overlappende rijen worden vastgezet op een lederen of stoffen ondergrond om een wapenrusting te vormen; voorts kunnen zij als snoer dienen of worden gebruikt als de belangrijkste klinkende delen van een @lamellofoon.
Orde van bloeiende planten die behoren tot de core asterids of sympetalen onder de bloeiende planten in de groep Asterids 1 in het APG II-systeem (Angiosperm Phylogeny Group II). De orde omvat 23 families en meer dan 23.000 soorten. De belangrijkste families van deze orde zijn Lamiaceae, Verbenaceae, Plantaginaceae, Scrophulariaceae, Orobanachaceae, Acanthaceae, Gesneriaceae, Bignoniaceae, Oleaceae, Pedaliaceae en de kleine families van vleesetende planten Byblidaceae en Lentibulariaceae.
Flexibel materiaal dat wordt gemaakt door twee of meer lagen materiaal aan elkaar te lijmen. Gebruik 'gelaagd plastic' voor met hars geïmpregneerd laminaat, zoals papier of stof. Gebruik 'gelamineerde kunststof' voor dunne vellen gelaagd plastic. Laminaatmerken zijn onder meer Formica (TM), Micarta (TM) en Bakelite (TM).
De belangrijkste bron van kunstlicht in een verlichtingsmiddel, zoals een gloeilamp of fluorescerende buis.
Bolvormige of halfbolvormige glazen die worden gebruikt om de lichtbron erin te beschermen, het licht te verspreiden en opnieuw te richten of om de kleur ervan te wijzigen.
Verlichtingsmiddelen met een houder voor de brandstof voor de verlichting, meestal vet of olie. De benaming wordt ook gebruikt voor lampen die met een aparte energiebron zijn verbonden, zoals gas of elektriciteit.
Steunen voor een lampekamp, bestaand uit een ringvormig kanaal, een geraamte van metaaldraad, of beide.
Werktuigen die worden gebruikt om de uiteinden van pitten af te knippen en te vormen, vooral de platte pitten van petroleumlampen.
Instrumenten die zijn bedoeld om een elektrische lamp te ondersteunen en hem elektrisch te verbinden aan de elektriciteitsleidingen.
Een diep, verzadigd, fluweelachtig roetzwart. Het is het oudste bekende zwarte pigment. Het wordt vervaardigd door olie, gewoonlijk koolteercreosoot, te verbranden in ondiepe ketels, waarbij de luchtstroom zo wordt geleid dat een zware rookwolk ontstaat.
Verwijst naar de stijl en periode rondom de cultuur die een bloeitijd beleefde in het Cambodjaanse koninkrijk Lan Xang (1353-1707 n. Chr.). De stijl van deze periode is gebaseerd op inheemse innovaties en Thaise en Khmer-invloeden. In de religieuze architectuur is de stijl terug te zien in de Vat Visum (1503 n. Chr.) en de Vat Xieng Thong (1561 n. Chr.), met grootse stoepa's of monumenten, schuine, overlappende daken met dakpannen, dakranden die worden ondersteund door kraagstenen of door vergulde of gelakte consoles en houtconstructies. Seculiere bouwwerken zijn gebouwd van hout en zijn ook voorzien van vergulde bas-reliëfs. In deze periode kwam het tot de ontwikkeling en uitbreiding van een structuur met een heiligdom en ontmoetingsplaats, waar heilige beelden werden ondergebracht. In de beeldhouwkunst in deze stijl staan boeddhistische thema's en iconografie centraal, hoewel er ook wel enige hindoeïstische beeldhouwwerken zijn. Typerend zijn figuren in brons, steen, edelmetaal, droog lakwerk en terracotta.
Begrip uit de computerwereld dat verwijst naar een lokaal netwerk dat bestaat uit hardware- of softwarematige koppelingen tussen computers, servers, printers en andere randapparatuur. Meestal blijft een LAN beperkt tot één kantooromgeving of een kleine, fysiek afgebakende omgeving, zoals een universiteitscampus.
Weefsel met een toegevoegd inslagstelsel; het lancé-inslagstelsel. De draden van dit stelsel lopen van zelfkant tot zelfkant en zorgen voor simpele, kleine patronen op de stof, zoals stippels of bloemetjes.
Verhevenheid op een lanceerbasis vanwaaraf raketten worden gelanceerd.
Gebruik deze term voor kunstwerken, soms tijdelijk van aard, vanaf het midden van de jaren zestig van de 20ste eeuw, die in en met de natuur tot stand zijn gekomen; soms met directe ingrepen, soms met meer immateriële ingrepen (bijvoorbeeld wandelingen) waarbij tijd en/of groeiprocessen een rol spelen. Veelal grote projecten die, als ze tijdelijk of immaterieel zijn, d.m.v. fotografie of film worden gedocumenteerd. Gebruik voor algemenere kunstwerken waarbij de omgeving wordt gebruikt 'omgevingskunst'.
Te gebruiken voor betrekkelijk zware vierwielige rijtuigen met een koetsachtig onderste gedeelte van de kast en een bovenkant die bestaat uit twee delen die afzonderlijk van elkaar kunnen worden neergelaten; kan ook worden gebruikt voor vroege rijtuigachtige auto's met een bestuurders- of passagiersplaats, met een vouwdak en bij uitbreiding voor latere sedan-achtige auto's met een kort vouwdak achterop.
Te gebruikeen voor een meer eenvoudige variant van landauers, waarin twee passagiers met hun gezicht naar voren toe kunnen zitten, overdekt door een uitklapbare kap; kan bij uitbreiding ook gebruikt worden voor auto's met een vouwdak boven de achterbank, waarbij de voorbank een dak heeft of open is.
Wordt gebruikt voor landgoederen die worden beheerd als een geheel en die bestaan uit een hoofdwoning (herenhuis), domeinen en het land waar de landheer privileges heeft.
Het bewerkstelligen van een meer rechtvaardige verdeling van landbouwgronden, met name door het opdelen van grote landgoederen in kleinere bezittingen.
In middeleeuws Europa waren dit jonge aristocraten die de persoonlijke dienaars waren van ridders, vaak met het doel om zelf ridder te worden. In latere tijden werd deze term in Engeland gebruikt voor de voornaamste landeigenaar van een district.
Opvallend beschilderde stokken, meestal met elkaar afwisselende rode en witte banden, die zo'n 2 à 2½ meter hoog zijn met metalen punten aan een uiteinde en die worden gebruikt door landmeters om een referentiepunt vast te leggen. Gebruik 'niveaulatten' voor soortgelijke voorwerpen die met cijfers zijn gemarkeerd.
In brede zin gebruikt voor delen van het aardoppervlak die gemeenschappelijke, zich herhalende, kenmerken hebben, die in een oogopslag kunnen worden waargenomen. Landschappen zijn meer dan natuurschoon of een politieke eenheid. Het zijn systemen met natuurlijke en culturele samenhang. Gebruik, indien mogelijk, een specifiekere term.
Te gebruiken voor de tak binnen de architectuur die zich bezighoudt met het ontwerpen van de landelijke omgeving, met inbegrip van het ontwikkelen en aanplanten van allerlei geplande groene gebieden in de open lucht, vaak met bijbehorende bouwsels en wegen, met als doel het creëeren van een natuurlijke omgeving voor gebouwen, gemeenten en steden. Gebruik 'tuinarchitectuur' voor het ontwikkelen en decoratief aanplanten van speciaal tuinen en parken.
Boekbanden versierd met landschapstaferelen op een van beide of beide omslagen; deze waren populair in Engeland van de late 18de tot in de vroege 19de eeuw.
Een marmer van kleiachtige kalksteen met donkerkleurende materie, dat zo wordt verdeeld dat het lijkt op een bos of een landschap.
Wordt gebruikt voor terreinen die zodanig zijn ingericht dat ze aan een natuurlijk landschap doen denken.
Geomorfe kenmerken van het aardoppervlak, gevormd door natuurlijke processen met definieerbare eigenschappen en karakteristieken, die overal optreden waar de betreffende kenmerken voorkomen, en die bepaalde oppervlakte- en bodemtoestanden weergeven.
Kleine educatieve gebouwen in dunbevolkte gebieden voor het openbare, meestal lagere, onderwijs aan de lokale bewoners. Gebruik wanneer de functie of de locatie van dergelijke gebouwen benadrukt wordt. Gebruik 'dorpsscholen' voor scholen in dorpen die vaak slechts één of enkele lokalen hebben.
In het algemeen te gebruiken voor diegenen in het leger van een soevereine staat, een factie of divisie in een soevereine staat of van een leider. Wordt ook met name gebruikt voor militair personeel met de rang van gewoon soldaat, dit ter onderscheid van officieren.
Officiële documenten waarin een regering aan een individu onbeperkt eigendom verleend over een stuk openbare grond.
Nauwsluitend, veelal tricot ondergoed gemaakt van natuurlijke of synthetische vezels en bestaande uit een lange onderbroek en een hemd met mouwen die meestal tot aan de pols reiken; kan uit één of meerdere delen bestaan; gedragen om de lichaamswarmte vast te houden of vocht op te nemen.
Te gebruiken voor toestellen die worden gebruikt bij gewichtheffen en die meestal bestaan uit een staaf met verwisselbare, schijfvormige gewichten die aan de uiteinden kunnen worden bevestigd.
Kleren voor baby's met een zeer lang uiteinde, bedoeld om de bewegingen van het kind enigszins te beperken en de benen warm te houden. Omdat het kledingstuk zo lang is, kan het kind het niet makkelijk uittrappen.
Broekachtige onderkleding die van het middel tot net boven de knie of eronder reikt. Gebruik 'directoires' voor dergelijke kledingstukken met elastiek of een band bij de knie of eronder.
Wordt gebruikt voor tuig waarin de belangrijkste zeilen parallel aan de kiel zijn geplaatst.
Stukken die zijn bevestigd aan de rechterkant van de borstplaat en over het algemeen bestaan uit een kleine onderplaat waaraan een korte, stevige, uitstekende arm is vastgehecht of gescharnierd, waarop de lans kan rusten. Ze dienden om de schok van een slag te verdelen.
Kleine metalen klokken waarvan de kast bestaat uit een opengewerkt geraamte dat lijkt op een lantaarn; ze waren populair in Engeland en Frankrijk in de 17e eeuw als opvolger van de Gotische klokken.
Verwijst naar de stijl die in verband wordt gebracht met Laos, in het dal van de bovenloop van de Mekong. In de hybride stijl zijn Thaise, Myanmarese, en Khmer-invloeden te herkennen. De basis van de kunststijl van deze regio ligt in de religie en traditie, met boeddhistische en hindoeïstische iconografie en verhalende reliëfpanelen die wortelen in Theravada-boeddhistische en hindoeïstische principes. Kenmerkend voor volkskunst in deze stijl zijn manden, hout- en ivoorsnijwerk en zilver- en goudwerk. Kenmerkend voor architectuur in deze stijl zijn tempels naar model van Khmer-tempelbergen met schuine, trapvormige daken met kleine vlakke dakpannen, en de wihan, een rechthoekig gebouw met een altaar met boeddhistische afbeeldingen. In de beeldhouwkunst is deze stijl grotendeels toegepast voor het afbeelden van Boeddha in koninklijke gewaden. Beeldhouwwerken zijn vervaardigd uit brons, gelakt hout en soms steen en zijn versierd met ingelegd glas of paarlemoer. Bas-reliëfs zijn zeldzaam en worden meestal aangetroffen als houten wandbekleding, hoewel er ook muurtaferelen bekend zijn in kalkmortel, pleisterwerk of cement. Kenmerkend voor textielkunst in deze stijl zijn zijden stoffen met ikat- en ingeweven patronen met stippen en geometrische en zoömorfe motieven.
Vroege keramiekstijl gekenmerkt door complexe geometrische motieven op vaten in allerlei vormen en die wijd verspreid voorkomen binnen alle culturen van Oceanië. De opvallende patronen zijn gecreëerd met behulp van een getand stempel met één ontwerpelement dat in combinatie met andere stempels een patroon vormt. De ontwerpen tonen soms ook antropomorfische gezichten en figuren. Naast vaatwerk zijn ook vrijstaande Lapita-aardewerkfiguren met menselijke en dierlijke thema's opgegraven. De stijl is genoemd naar een vindplaats in Nieuw-Caledonië en naar een oude cultuur van de Stille Oceaan.
Stukken grond, meestal middelgroot, vaak met één eigenaar, vaak rechthoekig of met een andere regelmatige vorm, afgebakend door precieze grenzen. Te onderscheiden van 'percelen', die meestal kleiner zijn, bij één gebouw horen, en vaker in een stad of stedelijke omgeving voorkomen dan op het platteland.
Huiskapelletje gewijd aan de Romeinse huisgoden, de Lares en de Penates. Het kon verschillende vormen aannemen, van een simpel houten kastje tot een rijkelijk versierde miniatuur-tempel. Bevond zich vaak in het atrium.
Voegen die worden gevormd tussen twee stukken hout die in een rechte lijn met de uiteinden aan elkaar verbonden zijn.
Afdrukken op fotografische materialen door gecontroleerde blootstelling aan wit, rood, groen of blauw licht en chemische bewerking. Te onderscheiden van elektrofotografische laserprints, waarbij afbeeldingen met een lichtstraal op een fotogeleidende trommel worden geprojecteerd en vervolgens elektrostatisch worden overgezet op papier.
Booglasprocédé waarbij een met vloeimiddel bedekte, metalen elektrode wordt opgesmolten om een bassin van lasmetaal en een gasafscherming rond het te lassen gedeelte te vormen.
Metaalbewerkers die twee stukken metaal samenvoegen door beide oppervlakken zachter te maken of te smelten door middel van hitte, al dan niet met tussenvoeging van vulmateriaal en al dan niet met uitoefening van druk.
Verwijst naar de periode en stijl in de kunst die werd gemaakt tijdens de latere fase van de Republiek rond 120 tot 80 v. Chr. De architectuurstijl kenmerkt zich door de bouw van grote, uit terrassen opgebouwde heiligdommen en villa’s, meestal tegen heuvels aangebouwd en vormgegeven volgens een strenge axiale symmetrie.
Verwijst naar een Chinese dynastieke periode van 923 tot 937. Het jadewerk, de wandschilderingen, de reliëfsculpturen en het zilverwerk welke in de graftombe van de voormalige Shu-heerser Wang Chien zijn aangetroffen, zijn goede voorbeelden van kunstnijverheid uit de Late Tang-periode.
Verwijst naar de periode in Egypte van ongeveer 664 tot 332 v. Chr. die liep van de Zesentwintigste tot de Eenendertigste Dynastie. Sommige bronnen tellen vanaf de Vijfentwintigste dynastie, ongeveer 750 v. Chr. De periode is de laatste waarin Egypte functioneerde als onafhankelijke politieke entiteit. De cultuur stond onder toenemende druk van grote beschavingen uit het oostelijke Middellandse Zeegebied en het Nabije Oosten. De kunstvoorwerpen, met name de beeldhouwwerken, kenmerken zich door een uniforme, geïdealiseerde stijl die bekend staat als de Saite-stijl die werd ontwikkeld tijdens de Zesentwintigste Dynastie, die de gehele Late periode domineerde.
Een restproduct van de verwering van gesteente, dat rood van kleur is, een hoog gehalte aan ijzeroxiden en aluminiumhydroxide bevat en een klein deel silicaat. Wordt gebruikt in Afrikaanse bouwwerken.
Te gebruiken voor een stroperige, melkachtige vloeistof bestaande uit hars of was in de vorm van zeer kleine druppels in waterige suspensie, die wordt verkregen van rubberbomen; gebruikt voor vele rubbertoepassingen, zoals hechtmiddel. Ook te gebruiken voor een waterige dispersie van synthetisch rubber en van rubberachtig plastic.
Rechtopstaande steunen of geleiders van een machine die alleen aan de onderkant vastzitten.
Constructies gemaakt van latten om beschutting te geven aan groeiende planten die schaduw nodig hebben en als bescherming tegen de wind.
Grote, antieke Romeinse agrarische landgoederen.
Wordt gebruikt voor tuig dat over het algemeen wordt gekarakteriseerd door een enkele mast, een driehoekig zeil waarvan de vooruitstekende hoek scherp achteroverhelt en is aangehecht aan een recht rondhout of ra, die op zijn beurt weer is aangehecht aan de mast, en een giek die voorwaarts uitstrekt van de mast.
Wordt gebruikt voor secundaire dakdragende delen, meestal lichte palen of gesnoeide jonge boompjes, die verticaal of in een visgraatpatroon zijn geplaatst boven viga's (primaire balken) in Indiaanse of Spaans-Amerikaanse adobebouw.
Wordt gebruikt voor vrijstaande bouwwerken in openbaar verband met één of meerdere wc-brillen en een kuil, die dienst doen als toiletten; te onderscheiden van 'privaathuisjes' wat soortgelijke bouwwerken zijn in een huiselijk verband. Gebruik 'privaten' voor kamers binnen gebouwen met dergelijke eenvoudige voorzieningen.
Transportbanden die bestaan uit één of meer kettingen zonder einde, met horizontaal uit elkaar geplaatste latten, die een bewegende ondergrond vormen voor de voorwerpen die worden getransporteerd.
Orde van bloeiende planten met 7 families bomen en struiken en ongeveer 85 tot 90 genera. De meeste soorten zijn tropisch en subtropisch, maar een paar genera komen ook in gematigde streken voor.
Genus van drie soorten groenblijvende bomen. Fossielen uit de periode voor de ijstijden in het Pleistoceen duiden erop dat de soorten uit dit genus vroeger, toen het klimaat vochtiger en milder was dan nu, in een groter gebied rond de Middellandse Zee en in Noord-Afrika voorkwamen. Tegenwoordig denkt men dat het opdrogen van het Middellandse Zeebekken tijdens de ijstijden ervoor heeft gezorgd dat Laurus zich terugtrok naar de gebieden met het mildste klimaat, zoals het zuiden van Spanje, Portugal en Macaronesië.
Soort geurige groenblijvende boom, inheems in het Middellandse Zeegebied, die ook elders op grote schaal wordt geteeld. De soort wordt 6-18 meter hoog en heeft stugge, alternerende ovale bladeren die dof en leerachtig zijn, met een lengte van ongeveer 8 centimeter. De bladranden zijn glad en vaak golvend, en worden als keukenkruid gebruikt. In het oude Griekenland was de erekrans die op de hoofden van helden en winnaars van sportwedstrijden werd geplaatst gemaakt van de bladeren en takken van deze soort. De kleine en onopvallende bloemen zijn geelachtig of groenachtig wit. De vrucht is een groene, paarse of zwartachtige bes met één zaadje, die een geurige olie produceert als men erin knijpt. Het hout is sterk en elastisch, en wordt gebruikt voor snijwerk en marqueterie.
Groep bloeiende planten met ongeveer 55 genera en 2000 tot 4000 soorten die voornamelijk in warme en tropische gebieden voorkomen, met name in Zuidoost-Azië en Brazilië. De meeste soorten zijn geurige groenblijvende bomen of struiken.
Hoef- of cirkelvormige kransen gevlochten uit de takken en bladeren van de laurier. Werd door Romeinse officiers gedragen tijdens triomftochten als teken van de overwinning. De laurierkrans is nog steeds een symbool voor overwinning en succes.
Populaire naam voor kleine, fijne hangers die aan een halskettinkje hangen.
Apparaten, in allerlei vormen, uitvoeringen, afmetingen, gebruikt om lawaai te maken bij festiviteiten, sportwedstrijden, politieke bijeenkomsten.
Groenblijvende soort die inheems is in Oregon en andere delen van de VS en die een hoogte van 60 m en een diameter van 6 m kan bereiken. Het is een zeer wintervaste boom, die in meer 200 vormen voorkomt en die als sierboom in Noord-Amerika en Groot-Brittannië wordt geteeld. In veel gevallen betreft het dwergbomen.
Ziekenhuizen waar gevaarlijke besmettelijke ziekten worden behandeld, oorspronkelijk voor melaatsheid (lepra). Veel voorkomend in de Middeleeuwen; gebruik 'leprozenhuizen' voor plaatsen waar specifiek lepra wordt behandeld.
Verwijst naar de periode van de Latere Lê-dynastie (1418-1802 n. Chr.), maar kan ook verwijzen naar de stijl en de periode van de Vroegere Lê-dynastie (980-1010 n. Chr.). De stijl van de Vroegere Lê-periode kent over het algemeen ontwikkelingen in beeldhouwkunst en architectuur die leiden tot een artistiek hoogtepunt in de erop volgende Ly-periode (1010-1225 n. Chr.).
Wordt gebruikt voor instrumenten die daadwerkelijk van lood zijn gemaakt. Te onderscheiden van 'grafietpotloden' die in de 19e eeuw ten onrechte loodpotloden werden genoemd.
Bewerkte lijstwerken met bladeren die gescheiden worden door pijltjes.
Verwijst naar Oud-Griekse kleine, diepe schalen die bij de schouder sterk versmallen en een duidelijke hals hebben met een overhangende lip, en een bolle bodem, zodat de schalen op een standaard konden staan. Een lebes is bij de schouder voorzien van twee hoge, staande handvatten en vaak van een bol deksel met een lange steelvormige handgreep. Bronzen lebetes werden gebruikt om in te koken en in de terracotta exemplaren werd wijn gemengd. Ze onderscheiden zich van ‘dinoi’ door hun kleinere afmetingen. In het verleden gebruikten veel wetenschappers de term om te verwijzen naar zowel de dinos als de lebes, omdat zij meenden dat de term ‘dinos’ verwees naar een drinkkom.
Een oud-Grieks vaatwerktype dat werd gebruikt bij bruiloften. Over het algemeen wordt gedacht dat het water bevatte voor het rituele bad dat de bruid, en misschien de bruidegom, voor de huwelijksvoltrekking nam. Een andere theorie luidt dat er voedsel voor het huwelijkspaar in werd bewaard; er kan ook sprake zijn geweest van begrafenisgebruik. Op dit type vaten staan vaak afbeeldingen van een huwelijksprocessie of van vrouwen die zich voorbereiden op de bruiloft.
Een vetachtige substantie die voorkomt in eidooiers en andere dierlijke en plantaardige stoffen; wordt onder andere gebruikt als een emulgator in caseïneverf en om de viscositeit van drukinkt te reguleren.
Kleed dat aan de voorkant van een lessenaar hangt of waarmee men de lessenaar bedekt, vaak voorzien van borduurwerk of beschilderd, soms in de liturgische kleur die hoort bij het betreffende seizoen van de kerkelijke kalender.
Oud-Romeinse rustbanken die in verschillende vormen voorkomen maar meestal gedraaide poten en vaak zowel een plank aan het hoofd- als aan het voeteneinde hebben.
Halfgeleidende diodes die zichtbaar of infrarood licht uitstralen als er gelijkstroom doorheen loopt. Men gebruikt ze vaak als indicatielampjes op elektronische apparaten of in auto's. Tegenwoordig gebruikt men ze ook voor wegbebakening en verlichting.
Leren broeken met korte of lange pijpen en soms met borststuk, die meestal worden opgehouden met bretels. Traditionele Beierse klederdracht.
Houten latten of planken die in de standvinken verzonken zijn om extra ondersteuning voor de uiteinden van de dwarsbalken te geven.
Kleine bedjes met een hoge rand en meestal met spijlen aan de zijkant voor kinderen.
Een zachte, gemakkelijke bewerkbare grondsoort die zand, slib en klei bevat.
Een constructie die bestaat uit rechtopstaande palen of staken die met twijgen of boomtakken zijn ingevlochten en die zijn bepleisterd met een mengsel van klei of stro.
Feodale landgoederen of stukken land die worden gebruikt in ruil voor diensten aan een meerdere, die de eigenaar van het land blijft.
Elk maatschappelijk systeem waarbij machtige land- of opperheren inkomsten uit het land verkrijgen en in hun eigen domein ook het bestuur uitoefenen.
De toestand van de scherf van aardewerk of porcelein nadat het gedeeltelijk gehard is ten gevolge van de verdamping van het aanwezige vocht.
Personen die onder begeleiding van geschoolde werklieden een ambacht of vak in de praktijk leren, gewoonlijk voor een vastgestelde tijd en vergoeding.
Boeken die zijn bedoeld om te leren lezen of de leesvaardigheid te trainen.
Dierenriemsymbool van een leeuw, ruwweg gebaseerd op het sterrenbeeld met dezelfde naam. De dierenriemtekens zijn bewaard gebleven via klassieke Griekse en Romeinse decoratie, waren populair in Noord-Europese Romaanse en Gotische kerken en werden vaak aangetroffen in middeleeuwse psalters en getijdenboeken. Ze symboliseren elke maand waarin de zon het betreffende sterrenbeeld binnengaat. Deze tekens zijn ook gebruikt als decoratie op plafonds, kaarten, uurwerken en astronomische instrumenten.
Decoratief uiteinde van een poot van een meubelstuk (over het algemeen een stoel), gebruikt vanaf de late 17e eeuw tot de vroege 18e eeuw, en opnieuw in de 19e eeuw.
Eikenhout dat een diepe donkerbruine kleur heeft gekregen als gevolg van een biefstukzwam-infectie.
Verwijst naar een stijl en cultuur uit de Bronstijd die wordt gedefinieerd aan de hand van de artefacten die afkomstig zijn uit de archeologische vindplaats bij Lefkandi, op het Griekse eiland Evia. Deze term wordt normaliter alleen gebruikt voor de cultuur voorafgaand aan de instroom van vluchtelingen die de verwoesting van de Myceense paleizen rond 1200 v. Chr. ontvluchtten. Dus niet voor de latere, rijke cultuur van Lefkandi.
Type animatie waarbij uitgesneden modellen van papier, hout, karton, metaal of ander materiaal tegen een achtergrond worden gerangschikt onder een animatiecamera, met de hand worden bewogen en beeld voor beeld worden gefilmd om de illusie van beweging te creëren wanneer de film of video op normale snelheid wordt afgedraaid.
Schenkingen van persoonlijke eigendommen via een testament.
Verhalen die uit vroeger tijden volgens de traditie zijn overgeleverd en meestal over een bestaand(e) persoon, plaats of gebeurtenis gaan, en waarvan algemeen wordt aangenomen dat ze op waarheid berusten, al kan dat niet helemaal worden geverifieerd.
Een permanente militaire bases waar een plaatselijke commandant de leiding heeft, die bestaat uit ondersteunende faciliteiten die nodig zijn bij legeractiviteiten, inclusief beveiliging, interne communicatie en nutssystemen.
Een stof met metallieke eigenschappen, bestaande uit twee of meer metaalelementen of uit metalen en niet-metalen elementen, die in gesmolten toestand mengbaar zijn en niet uiteenvallen in aparte lagen wanneer ze stollen.
Musea met collecties van wapens, bepantsering, uniformen, munitie, documenten, kaarten, foto's en andere verslagen en voorwerpen van militaire strijdkrachten, leiders, oorlogen en veldslagen.
Nauwsluitende bovenkleding met twee pijpen ter bedekking van het onderlijf van elastisch, gebreid materiaal. Soms met een band die bij de wreef onder de voet of schoen doorgaat; in die vorm vaak gedragen tijdens het skiën.
Oud-Griekse vaten in de vorm van een ondiepe kom met twee horizontale handvatten en een deksel. Dergelijke vaten werden vaak afgebeeld in samenhang met bruiloften, als houders voor objecten die door vrouwen werden gebruikt bij het kleden en de persoonlijke verzorging, en als houders voor kleine objecten zoals speelgoed, specerijen of garen. Lekanai werden ook gebruikt voor het opdienen van voedsel.
Pannen of andere opvangbakken die onder een pijp, wasbak of ander sanitair worden geplaatst om te voorkomen dat water in geval van lekkage of overstroming vloeren, plafonds of wanden bereikt.
Fraaie (witte) bloemen en de planten waaraan deze groeien.
Term die wordt gebruikt voor verschillende soorten keukengerei dat voornamelijk wordt gebruikt voor het opdienen van citroenschijfjes, met name het serveergerei met een versierd oppervlak.
De maat genomen van het ene naar het andere eind van iets.
Verwijst naar een neolithische cultuur en stijl die gelijktijdig met de Rössencultuur bestond, maar voorkomt in Hongarije, de Tsjechische gebieden en het oosten van Duitsland, en die voortduurde tot aan het eind van het vijfde millennium v. Chr. Het Lengyel volgde de relatief homogene cultuur van het bandkeramiek, en onderscheidt zich door het ontstaan van sterke plaatselijke tradities en stijlen.
Het seizoen tussen winter en zomer, waarin het weer warmer wordt en planten weer tot leven komen.
Verwijst naar het vroege gedeelte van de Oosterse Zhou-periode, vanaf 722 tot 481 v. Chr., hoewel sommige onderzoekers de periode dateren van 770 tot 475 v. Chr. De periode is genoemd naar de kroniek voor de staat Lu, de 'Chunqiu.' Houtsnijwerk uit deze periode is verbonden met de zuidelijke staat Chu. Brons ritueel vaatwerk werd in grote aantallen en afmetingen gemaakt en werd gekenmerkt door een fijn afgewerkte decoratie die werd ontwikkeld gedurende de 6de en 5de eeuw v. Chr. Dergelijke vaten waren belangrijker tijdens deze periode dan tijdens de latere periode van Strijdende Staten toen vaatwerk vaak niet werd gedecoreerd. Het vroegste archeologische bewijs voor Chinese zegels komt uit de periode van de Lente en Herfst-annalen, hoewel er letterkundig bewijs is dat er vóór deze annalen al Chinese zegels bestonden. Goudbewerking was tot deze tijd niet wijdverbreid in centraal China.
Fotografische procédés die een scherm van kleine lenzen in de film of afdruk gebruiken. Wordt gebruikt voor zowel stereoscopische- als kleurenfotografie.
Keukengerei voor het bereiden, opdienen of nuttigen van voedsel; bestaat uit een komvormige schep aan een steel.
Kleine bekers van glas, zilver of ander materiaal en passend bij het theeservies; gebruikt om theelepels in te plaatsen op de theetafel. Gebruik 'lepelrekken' voor houders op een voet met een kolom in het midden, waaraan lepels kunnen worden gehangen.
Kleine bladen voor theelepeltjes.
Lange avegaars die aan het einde uitlopen op een getand lepelblad met één scherp uitsteeksel in de vorm van een tuit, en een ander dat omhoog is gebogen om de spaanders uit het boorgat weg te houden en op te vangen.
Houders op een voet, met in het midden een kolom, waaraan lepels kunnen worden opgehangen. Gebruik 'lepelvaasjes' voor kleine vazen met een geschulpte rand waarin lepels worden bewaard.
Houders voor warm water met een speciaal gevormde opening, gebruikt om aan tafel de kommen van lepels te verwarmen. Er bestaan diverse prachtige vormen, veelal dierlijke vormen. Ze zijn meestal van zilver of porselein.
Een mineraal in de micagroep, dat over het algemeen voorkomt in roze- of lilakleurige massa's die zijn opgebouwd uit kleine schilfers zoals bij pegmatiet.
Grote onderklasse van reptielen die worden gekenmerkt door overlappende schubben, de afwezigheid van tweevoetige specialisaties, twee volledig slaapvensters, een volledig gehemelte, het leggen van eieren en de afwezigheid van een penis bij de mannetjes. Tot deze onderklasse behoren brughagedissen, hagedissen, slangen en amfibieën.
Wordt gebruikt voor boeken die bestaan uit één lange strook papier die als een harmonika is gevouwen en aan één of beide uiteinden aan een harde kaft is bevestigd. Gebruik 'geniet-gebrocheerd' wanneer een boek bestaat uit dubbele bladen die aan de snijkant zijn gevouwen en langs de losse zijden aan elkaar zijn genaaid om een bundel te vormen.
Uitgestorven groep die op amfibieën leek maar in de meest recente classificaties vaak niet tot de klasse Amphibia wordt gerekend. Deze groep bevat een grote verscheidenheid aan semi-aquatische vormen, zoals de slangachtige Ophiderpeton, de 'gehoornde' Keraterpeton en microsauriërs zoals Asaphestera. De Lepospondyli stierven uit tijdens de Pennsylvania-onderperiode.
Een gelig-witte marmersoort met askleurige zwarte vlekken en grote, opmerkelijke kristallen. Het is afkomstig van het eiland Lesbos in Griekenland.
Hellende daken die tegen gebouwen aan worden geplaatst om zo kleinere bijgebouwen te creëren (bijvoorbeeld schuren of aanbouwen), of boven een deur of raam, als bescherming tegen weersinvloeden.
Vliegtuigen die zijn ontworpen of uitgerust om piloten, algemeen dienstverlenend luchtvaartpersoneel en vluchtbemanningen op te leiden in het werken met vliegtuigen of verwante apparatuur.
In de hand gehouden blad waarin drukvormen worden samengevoegd voordat ze naar een grotere galei worden verplaatst.
Een legering voor het maken van drukletters, dat hoofdzakelijk bestaat uit lood en antimoon en soms kleine hoeveelheden van andere metalen.
Personen die zich bezighouden met het specifieke proces van het rangschikken van letters voor kopij voor drukkerijen of het maken van drukplaten, hetzij handmatig, via mechanische apparaten of via de computer. Meer algemeen, personen die kopij voorbereiden, gietmallen maken, letters rangschikken, spaties instellen en andere taken uitvoeren in het drukproces. Zie 'zetters'.
In algemene zin personen die type en illustraties samenvoegen, zetten, proefdrukken en in feite alles klaarmaken voor het afdrukken. Zie 'letterzetters' voor personen die zijn betrokken bij het specifieke procedé van het rangschikken van type van kopij voor drukwerk of drukplaten, handmatig, machinaal of door het invoeren in een computer.
Verwijst naar de Internationale avant-gardistische stroming in kunst en poëzie die in Parijs werd geïnitieerd door de Roemeense schrijver Isidore Isou in 1945. In de beeldende kunst kenmerkt de stijl zich door het gebruik van brieven, getallen en tekens bij wijze van motief, en niet zo zeer als taalelementen.
Term die wordt gebruikt voor een groot assortiment stoelen met armleuningen om ze te onderscheiden van 'stoelen zonder armleuningen' die geen armleuningen hebben.
Verwijst in het algemeen naar de cultuur die zich in de oudheid ontwikkelde in het gebied van het huidige Syrië, Libanon, Jordanië en Israël.
Oorspronkelijk een hoogwaardig marokijnleer uit het Midden-Oosten met een opvallend groot korrelpatroon. Meer recentelijk is het de benaming voor plantaardig gelooid of semichroomgelooid geitenleer uit Afrika, voornamelijk uit Zuid-Afrika.
Verwijst naar de Paleolithische periode van circa 30.000 tot 25.000 v. Chr. in het noordelijke en centrale deel van de Levant. De periode kenmerkt zich door een lithische productie die bestond uit klingen en stenen vuistbijlen, en een uitgebreid gebruik van botten en geweien.
De toestand die actieve dieren en planten onderscheidt van niet-organische materie, met inbegrip van het vermogen om te groeien, functionele activiteit, een continu veranderingsproces voorafgaand aan de dood, en voortplanting.
Verwijst naar gesteente in zijn oorspronkelijke omgeving, ter onderscheiding van gedolven gesteente. Meestal wordt ermee verwezen naar gesteente dat is beeldgesneden of anderszins in situ is gebruikt; vaak wordt er beeldhouwwerk of in situ beeldgesneden architectuur mee bedoeld.
Het redden of beschermen van levens tijdens levensbedreigende situaties, meestal bij verdrinkingsgevaar of brand.
Genus van vijf soorten harshoudende, groenblijvende sier- en productieconiferen uit de cipresfamilie (Cupressaceae), die voorkomt in Noord-Amerika en het oosten van Azië. Het genus is monofyletisch en verwant met de Thujopsis. Levensbomen zijn bomen of heesters met een doorgaans piramidale bouw en dunne, geschubde buitenschors en vezelige binnenschors, horizontale of omhooglopende takken en kenmerkende afgeplatte waaiervormige takjesstelsels. Ieder takje heeft vier rijen zeer kleine, schubachtige blaadjes. De jonge blaadjes zijn veel langer en naaldachtig, en sommige soorten handhaven zich naast het volwassen gebladerte. De mannelijke en vrouwelijke voortplantingssystemen (kegels) bevinden zich op de punten van de verschillende takjes van dezelfde boom. De mannelijke kegels zijn afgerond en roodachtig of gelig van kleur, terwijl de vrouwelijke kegels zeer klein zijn en een groene of paarsige tint hebben. Ze worden doorgaans aangeduid als levensboom of thuja. Diverse soorten zijn algemeen bekend als ceder (Cedrus) maar zijn dat feitelijk niet.
In algemene zin, diegenen die zich bezighouden met het direct of indirect beschikbaar maken van consumentenproducten aan consumenten; omvat iedereen in de keten van productie en distributie, zoals fabrikanten, groothandelaars, distributeurs en detailhandelaars. In het bijzonder in de bouw: diegenen die materiaal, apparatuur en halffabricaten leveren aan aannemers, onderaannemers of eigenaren, maar die gewoonlijk geen installatiewerkzaamheden verrichten of arbeid leveren.
Wordt gebruikt voor grote ruimten met vaste zitplaatsen bestemd voor lezingen. Gebruik voor grote ruimten bestemd voor een verscheidenheid aan activiteiten op een podium 'auditoriums'.
Verwijst naar een neolithische Chinese cultuur en periode tussen circa 3300 en 2250 v. Chr. De opvallendste Liangzhu-artefacten zijn rituele voorwerpen van jade; in graven zijn platte schijven van uiteenlopende grootte en gesegmenteerde holle zuilvormige objecten aangetroffen. De zuilvormige jadeobjecten hebben scherpe hoeken met afbeeldingen van menselijke vormen, de vroegste voorbeelden in dit deel van de wereld. In handleidingen voor rituelen van latere datum worden de objecten omschreven als 'bi' (de platte schijven) en 'cong' (de zuilvormige objecten) en wordt hun rol toegelicht bij de aanbidding van hemel en aarde, en als hiërarchische rangaanduiding; de jade had ongetwijfeld een betekenisdragende functie, maar de latere teksten zijn misschien niet relevant voor de neolithische context.
Verwijst naar een Noord-Chinese dynastieke periode tussen 907 en 1125; de dynastie werd gesticht door het proto-Mongoolse Khitan-volk. De Liao-periode bestond ten tijde van de Vijf Dynastieën en de Noordelijke Song-dynastie in het zuiden. Er waren vijf hoofdsteden, overeenkomstig het boeddhistische principe van de vijfvoudige structuur van het heelal. De Khitan waren een nomadenvolk dat zelf nauwelijks enige kunstzinnige traditie bezat. De kunstwerken die in deze periode werden geproduceerd, waren beïnvloed door Tang-vormen en -technieken. De Liao-architectuur verraadt Tang-invloeden en trouw aan het boeddhisme. Tot de nog bestaande gebouwen behoren de Bai ta (Witte Pagode) in Balin in Binnenmongolië, de Mu ta (Houten Pagode) in Ying xian, in de provincie Shanxi, tevens de oudste bewaard gebleven houten pagode, en de bibliotheek van de Bhagavad-sūtra's (circa 1038) in de Benedentempel van Huayan, Datong, eveneens in de provincie Shanxi. Dit laatste bouwwerk bevat bovendien 32 originele Lao-beelden en houten geschriftkasten in paviljoenvorm. De Liao-keramiek was eveneens beïnvloed door de keramiek uit de Tang-periode, hoewel uit opgravingen op grafplaatsen blijkt dat er ook Song-aardewerk en ander aardewerk is geïmporteerd. Daarnaast werden er gouden en zilveren voorwerpen vervaardigd op basis van metaalwerk- en verguldtechnieken van de Tang en Song. De Khitan werden uiteindelijk verslagen door binnenvallende Jin, die vervolgens een eind maakten aan het bewind van de Noordelijke Song. Restanten van de Liao-dynastie bleven nog intact in de vorm van de Westelijke Liao, in een gebied rond Tian shan; later werd dit gebied veroverd door Djenghis Khan.
Langwerpige aardewerken vaten in de vorm van een arm, waarvan één uiteinde de vorm heeft van een hand dat een beker vasthoudt. Werden in de bronstijd gebruikt als wierookbranders of om plengoffers uit te voeren.
Hagiografieën gewijd aan het leven van één heilige, vaak met aanvullend materiaal zoals liturgische teksten, brieven of muziek.
De religieuze beweging die begin 19de eeuw in Duitsland ontstond. Centraal hierin staan opvattingen over modernisering en aanpassing door het verlaten van traditionele joodse overtuigingen en wetten die als verouderd en onjuist werden beschouwd in de sociale en politieke situatie in de moderne wereld. Deze stroming in het judaïsme trekt de absoluutheid van rituele wetten en gewoonten die in de Thora en Talmoed zijn vastgelegd, in twijfel en bepleit hervorming en liberalisme. Een belangrijk kenmerk van deze stroming is dat mannen en vrouwen gezamenlijk bidden, in plaats van in aparte groepen zoals orthodoxe stromingen voorschrijven.
Een politieke filosofie die is gebaseerd op het geloof in vooruitgang, de essentiële goedheid van de mens en de autonomie van het individu. Ook staat het voor verdraagzaamheid en vrijheid voor het individu van willekeurig gezag.
Britse mouwloze onderlijfjes, meestal met een knoopsluiting aan de voorkant, van tricotstof, verstevigd met stroken geweven stof; voor het eerst in de handel in 1908 en vooral gedragen door jonge meisjes. Geen Nederlands equivalent.
Te gebruiken voor in massa geproduceerde 'drie-eilandenschepen' met een laadvermogen van 10,500 ton, die in de Verenigde Staten tijdens de Tweede Wereldoorlog speciaal zijn ontworpen om voornamelijk vracht en legerbenodigdheden te vervoeren.
Natuurlijk gelig glas opgebouwd uit silica dat gevonden wordt in de Libische woestijn. Over hoe het glas daar terecht is gekomen is er vooralsnog geen consensus in de wetenschappelijke wereld. Het glas werd in de Oudheid gebruikt als edelsteen voor de farao’s.
Zowel te gebruiken voor personen die teksten schrijven voor opera's, musicals of lange koorzangen als voor personen die een tekst aanpassen aan de muzikale eisen van componisten.
Te gebruiken voor relatief lichte, snelle oorlogsschepen met roeispanen die door de marine van het Romeinse Rijk werden gebruikt om vaarroutes te bewaken en piraten te vervolgen.
Documenten waarin - door een bevoegde autoriteit en in overeenstemming met de wet - aan een individu of een organisatie het recht of de toestemming wordt verleend om een transactie te sluiten, zaken te doen, een positie te bekleden of een andere activiteit te ontplooien.
Verzamelnaam voor allerlei vormen van kunstzinnige decoraties en versieringen die op het menselijk lichaam worden aangebracht als een vorm van verfraaiing of zelfexpressie. Het betreft bijvoorbeeld insnijdingen, tatoeages, bodypiercing en lichaamsbeschilderingen, haarkunst en het dragen van sieraden. Te onderscheiden van 'body art', een term die verwijst naar werken die sinds de jaren 60 van de 20ste eeuw worden geproduceerd en waarbij het menselijk lichaam als expressiemedium dient; body art kan worden uitgevoerd als performance, of in een vorm waarbij de kunstenaar zijn eigen lichaam als aandachtspunt of thema gebruikt.
Zij die gebukt gaan onder een lichamelijk gebrek dat hen kan beperken in hun mogelijkheden om zich aan te passen aan de eisen van het dagelijks leven, vooral wanneer beweging een rol speelt.
Aanduiding voor spoorsystemen op een eigen traject maar die wel rekening moeten houden met ander verkeer, gelegen op straatniveau of een eigen niveau, die meestal elektrisch worden voortbewogen met gemiddeld snelheden (15 tot 45 km per uur) en meestal met veel haltes hebben aan lage perrons of gelijkvloerse haltes.
Te gebruiken voor kleine, lichtgewicht vliegtuigen die weinig kosten en weinig vermogen hebben, met een maximaal startgewicht van 5675 kg; meestal in privébezit, met vaste vleugels en geschikt voor één piloot.
Voorvoegsel voor de beschrijving van een kleur met een lichte intensiteit en een lichte waarde. De betekenis kan overeenkomen met die van de variabele 'bleek-'.
Verwijst naar gedetailleerde watermerken die worden geproduceerd door het aanbrengen van een reliëfsculptuur op het schepraam. De techniek zou in 1848 zijn uitgevonden door de Engelsman William Henry Smith. Het licht- en schaduw watermerk resulteert in fijnere details dan bij een gewoon draadwatermerk. Dit type watermerk wordt vaak bij papiergeld toegepast om vervalsing te bemoeilijken.
Doosachtige voorwerpen met een doorschijnend oppervlak, bijvoorbeeld van matglas, gelijkmatig van binnen uit verlicht en doorgaans gebruikt voor het bekijken of weergeven van transparanten en films als dia's en röntgenfoto's, voor het maken van doordrukken of om kleine objecten zonder schaduwen te verlichten.
Lichten, elektronische apparaten of andere middelen die herkenbare signalen uitzenden die te maken hebben met hun ligging. Ze begeleiden of waarschuwen zeevaarders of piloten van vliegtuigen of schepen.
Kleine, draagbare dirkkranen die met tuien zijn vastgezet.
De kleur van een kleurstof of verf als die wordt belicht, dun wordt uitgespreid of gemengd met veel wit.
Doorzichtige instrumenten, vaak van gelatine of glas, die voor een lichtbron worden geplaatst en die dienen om de intensiteit van het licht te verminderen of de kleur ervan te veranderen.
Verhoogde dakramen of kleine lantaarns waarvan de kanten voor het grootste deel van glas zijn, die op een dak zijn gemaakt om licht door te laten in de ondergelegen ruimte.
Kokers om licht door te laten voor lagere ruimten in een gebouw. Gebruik voor relatief kleine binnenplaatsen 'lichtschachten'.
Fotometers die de intensiteit meten van zichtbaar licht dat op oppervlakken valt of daardoor wordt gereflecteerd.
Plankachtige passieve zonne-instrumenten die meestal vlakbij het plafond zijn geplaatst en die uit de binnen- of buitenkant van ramen steken om daglicht of direct zonlicht diep in gebouwen te laten doordringen zonder dat het schittert of wordt gedimd, zodat de lichtgesteldheid binnen wordt verbeterd.
Glas waarvan de chemische samenstelling is veranderd zodat het een deel van de zonne-energie die het bereikt, absorbeert.
Zij die met behulp van hun uitrusting en aanverwante navigatie-hulpstukken, zoals mistsignalen, vuurtorens onderhouden en bedienen en informatie doorgeven aan de autoriteiten over gevaren voor de zeevaart, schepen in nood en soortgelijke situaties; soms moeten ze reddingsoperaties uitvoeren.
Emotionele en psychologische staat die is gebaseerd op sterke genegenheid, loyaliteit en welwillendheid ten opzichte van een ander als gevolg van verwantschap, zoals moederliefde, van seksuele aantrekkingskracht en emotionele affiniteit, zoals de genegenheid en tederheid bij geliefden, en van respect en bewondering, zoals de wederzijdse waardering bij vrienden.
Over het algemeen te gebruiken voor iemands seksuele emoties, ideeën en gedrag. Gebruik 'rollenpatroon' voor de houding en gedrag dat in de maatschappij wel voor het ene maar niet voor het andere geslacht juist wordt geacht. Gebruik 'sekse' voor de fysiologische eigenschappen die mannen en vrouwen van elkaar onderscheiden.
Personen die zich als hobby in plaats van beroepshalve bezighouden met een bepaalde activiteit, studie of wetenschap.
Gitaren die aan het eind van de 18e eeuw in Frankrijk werden ontworpen in de vorm van een aangepaste lier, met een toets met fretten tussen de twee lierachtige, gebogen armen en zes tot negen snaren.
Kleine basviolen, zeer geliefd in Engeland in de 17e eeuw.
Iemand afleiden of amuseren; zorgen dat iemand de tijd aangenaam doorbrengt.
Harnasonderdelen die bestaan uit een enkele plaat of een reeks harnasplaatjes die soepel aan elkaar zijn bevestigd door middel van riempjes en klinknagels. Ze hangen aan de voorkant van beide zijden van de @'fauld' of de borstplaat, ter bescherming van het bovenste gedeelte van de dij.
Laarzen die tot de heupen reiken en vooral door vissers worden gedragen.
Woongemeenschappen die uitgebreide diensten leveren met betrekking tot alle dagelijkse behoeften van de bewoners, inclusief eten, medische zorg, amusement en huishoudelijk hulp. Geen Nederlands equivalent.
Liften voor vervoer van passagiers, ook van goederen, in liftkooien, ook op platforms, die zich voortbewegen over geleidende rails onder een hoek, in plaats van verticaal.
Scheepsbouwmodellen bestaande uit lagen van horizontale planken die zo zijn ontworpen dat ze kunnen worden verwijderd en die dienen als leidraad bij het bepalen van de waterlijnen van het beoogde schip.
Horizontale persen bestaande uit twee evenwijdige platen of balken die worden samengedrukt of uiteengedreven met behulp van een grote schroef bij elk van beide uiteinden; ook wel voorzien van een groef waarin het snijmes loopt. Worden gebruikt om een boek vast te zetten tijdens bewerkingen zoals voeren, vergulden of bijsnijden.
Verwijst naar een Vroeg-Minoïsche aardewerkstijl die voornamelijk werd vervaardigd in het noordoosten van Kreta, maar die op het hele eiland werd gebruikt. Deze stijl is mogelijk voortgekomen uit Vasiliki-aardewerk, toen geschilderde ornamentatie voor het eerst weer verscheen in de vorm van enkele opgeschilderde witte lijnen. In volwaardige vorm kenmerkt deze stijl zich door bondige motieven in gebroken wit op een donkere engobe. De ontwerpen bevatten vaak complexe diagonale banden en spiralen.
Een zachte kool, meestal donkerbruin van kleur, met vaak een kenmerkende houtachtige structuur; ligt qua dichtheid en koolstofinhoud tussen turf en bitumineuze kool in.
Kostbare stukken stof die op of over iets worden gespreid.
Een onzuivere proteïne verkregen door hydrolyse van collagene materialen zoals huid, been en bindweefsel, door verschillende methoden.
Waterverf die bestaat uit pigmenten met dierlijke lijm of caseïne als bindmiddel. Lijmverf wordt sinds de tijd van de oude Egyptenaren gebruikt voor het verven van muren en huizen en het schilderen van theaterdecors. Dit type verf is zelden gebruikt voor ezelschilderen.
Wordt gebruikt voor alle touwen, kabels of kettingen op vaartuigen voor het beveiligen of het ondersteunen van masten en ra's, en voor het hijsen, neerlaten, of trimmen van de zeilen.
Fotomechanische afdrukken waarbij slechts twee kleuren worden gebruikt, meestal zwart en wit, zonder geleidelijke overgangen.
Drukprocédé waarmee een afbeelding wordt verkregen met geringe tonale kwaliteit; de plaat, meestal van koper, wordt ingekrast met behulp van een burijn, de ontstane geringe oneffenheden worden weggeschraapt, en de plaat wordt geïnkt voor diepdruk.
Tekeningen waarin de vormen hoofdzakelijk zijn aangegeven door lijnen, met weinig of geen oppervlakken van ononderbroken kleur.
Trommen met één of twee trommelvellen die over een ondiep raamwerk of een ring zijn gespannen, waarbij de diepte van de cilinder kleiner is dan de straal van het trommelvel.
Groepen van bij elkaar passend drinkgerei voor het opdienen en drinken van likeuren, meestal bestaande uit een karaf, een aantal likeurglazen en soms een dienblad.
Verwijst naar een onderscheidende soort textielwerk, sinds 1829 gemaakt in Mount Kennet bij het Ierse Limerick. Het kan ook verwijzen naar vergelijkbaar textiel dat elders is gemaakt. Het bestaat uit een machinaal gefabriceerd net waarop borduurwerk is aangebracht. Het resultaat lijkt erg op echte handgemaakte kant. Het wordt gekenmerkt door imitaties van motieven die populair waren ten tijde van de productie. De motieven zijn geborduurd met tamboursteken voor de omtrekken en naaldsteken voor de opvulling. De term wordt soms in het algemeen gebruikt voor geborduurde netten.
Oude Romeinse versterkte grenzen of verdedigingszones.
Verwijst naar schilders, doorgaans alleen van miniaturen of portretten. Afhankelijk van de vermelde kunstperiode is er een klein verschil in gebruik van de term. Voor kunst uit de Europese middeleeuwen verwijst de term naar verluchters van manuscripten die miniatuurschilderingen en andere decoraties vervaardigden. Voor kunst uit de 16de tot de 19de eeuw verwijst de term meestal naar schilders van miniaturen, in het bijzonder miniatuurportretten. In het koloniale en 19de-eeuwse Amerika verwijst ‘limners’ doorgaans naar rondreizende schilders die getrainde vakmensen waren en naïeve portretschilders, die zowel miniaturen maakten als portretten op ware grootte.
Algemene term voor een aantal verschillende citrusvruchten, zowel zuivere soorten als hybriden, die meestal rond en groen tot geelachtig groen van kleur zijn. Ze bevatten zuur vruchtvlees dat zoeter is dan dat van citroenen en zijn meestal kleiner dan citroenen.
Bleekgroene etherische olie die wordt verkregen uit de schillen van limoenen. Limoenolie wordt meestal bereid door stoomdestillatie; de bestanddelen zijn limoneen en citral. de olie wordt gebruikt in smaakstof, parfums, insecticiden, ontsmettingsmiddelen, reinigingsproducten, aromatherapie en als bron van vitamine C.
Beschrijft het Franse porselein dat in Limoges werd vervaardigd aan het begin van de 18de eeuw, en dat bekendstaat om de eenvoudige en praktische ontwerpen.
Genus van ongeveer 30 soorten die inheems zijn op het noordelijk halfrond. Enkele soorten gebruikt men als sierbomen of schaduwbomen. Behoort tot de elegantste loofbomen, met hartvormige en grofgetande bladeren, geurige crèmekleurige bloemen en kleine bolvormige vruchten die aan smalle bracteeën hangen. Dit genus bracht men vroeger onder in de familie Tiliaceae, maar genetisch onderzoek heeft ertoe geleid dat het tegenwoordig wordt beschouwd als een genus van Malvaceae.
Verwijst naar het perspectiefsysteem waarbij rechthoeken uitlopen in de richting van een of meerdere verdwijnpunten. In de westerse kunst verwijst de term vaak naar het systeem van het éénpuntsperspectief, dat werd ontwikkeld tijdens de Italiaanse renaissance, maar dat gebaseerd was op oude Griekse en Romeinse modellen.
Verwijst naar hindoekunst, meestal driedimensionaal, in de vorm van een fallus en aanbeden als symbool van de god Shiva. Het symboliseert mannelijkheid, vitaliteit en creativiteit, en is vaak te zien in combinatie met de yoni, het symbool van de vrouw.
Beeldgesneden houten staven van het Afrikaanse Akan-volk. Ze zijn bekroond met beeldgesneden fioelen van diverse figuren en zijn vaak met bladgoud bedekt; ze vertegenwoordigen ten minste één spreekwoord of gezegde. Tijdens publieke gebeurtenissen worden ze gedragen en getoond door de belangrijkste adviseurs van belangrijke stamhoofden, waarbij de staven fungeren als functieaanduiding van deze adviseurs; het spreekwoord of gezegde verwijst naar de continuïteit en politieke soevereiniteit van het stamhoofd en de staat, de verantwoordelijkheden van het stamhoofd, en het juist en verstandig handelen van diens onderdanen.
Afgesloten, met schappen ingerichte kasten of kleine kamers voor het opslaan van bedlinnen en handdoeken etc.
Algemeen te gebruiken voor lange, dunne, platte en soepele repen van een willekeurig materiaal. Specifiek te gebruiken voor repen fijn textiel, zoals zijde, satijn of fluweel, vaak afgewerkt met een koordje langs beide randen in plaats van met een zelfkant. Wordt gewoonlijk als versiering gebruikt.
Objecten die aangeven dat een eretitel aan een individu is verleend. Ze worden meestal op het lichaam gedragen. Zie 'militaire insignes' voor militaire onderscheidingstekens.
Kant waarbij men het patroon maakt met stroken of linten op een baan van draad of tule. De kwaliteit kan men beoordelen door te kijken of het lint plat is en een continue ronding heeft (wat men alleen kan bereiken door klossen te gebruiken), dan wel kant-en-klaar is, in welk geval het lint bij de buigingen en hoeken is vastgenaaid en er onvermijdelijk plooien in komen. De beste lintkant produceerde men in de zeventiende eeuw in Genua met klossen. Kant-en-klaar lintkant maakte men in de jaren tachtig van de negentiende eeuw in België en Frankrijk, bijvoorbeeld het zogenaamde Renaissancekant.
Mechanische zagen met een doorlopend stuk flexibel staal dat aan één of beide kanten tanden heeft en rond twee riemschijven loopt. Wordt voornamelijk gebruikt om hout te zagen maar kan, met het juiste blad, ook worden gebruikt voor het snijden van metaal.
Genus van ongeveer 180 soorten bloeiende planten die in gematigde tot subtropische gebieden voorkomen.
Type tuit met een lip in plaats van een afgesneden einde.
Familie van bloeiende planten, de meeste soorten zijn eenjarige of overblijvende kruiden. Vroeger dacht men dat ze nauw verwant waren aan Verbenaceae, maar fylogenetisch onderzoek aan het eind van de twintigste eeuw heeft uitgewezen dat sommige soorten van de houtachtige genera die voorheen in Verbenaceae werden ondergebracht, bij Lamiaceae horen. Tegenwoordig omvat Lamiaceae daardoor 236 genera en meer dan 7000 soorten. Het belangrijkste verspreidingsgebied van de lipbloemenfamilie is de Oude Wereld, van de Canarische Eilanden tot de Himalaya. Er zijn minder belangrijke verspreidingsgebieden in Ethiopië, Madagaskar, de zuidelijke gebieden van Afrika en India, Sri Lanka en de oceanische regio's meer naar het oosten. In de Nieuwe Wereld komen ze voor in het gebied dat zich uitstrekt van de bergen in Midden-Mexico tot in Argentinië en Chili, met minder belangrijke verspreidingsgebieden meer in het noorden en het oosten.
Voegen die worden gemaakt door de uiteinden van twee stukken hout of triplex die aan elkaar bevestigd moeten worden schuin af te laten lopen. De insnijding in elk stuk is gebogen zodat de oppervlakken van de twee stukken die aan elkaar bevestigd worden vlak zijn.
Onderdelen van sluitplaten die bij een hoek uitsteken uit het oppervlak van de deurpost om de afgeschuinde veergrendel op te vangen en deze in de holte van de sluitkom te leiden.
Vedels met lage stemming met negen tot viertien snaren, die tussen de benen van de bespeler werden gehouden; ze waren voornamelijk bekend in Frankrijk en Italië, vanaf halverwege de 16e tot aan het einde van de 17e eeuw.
Grote zilveren munten uit Noord-Italië die aan het eind van de 15e eeuw voor het eerst werden geslagen, bronzen of chroomstalen munten uit Italië, Malta en Turkije.
Genus van twee nog levende boomsoorten, L. tulipifera, die inheems is in het oosten van Noord-Amerika, en L. chinense, die inheems is in China en Vietnam. Beide soorten worden vaak zeer groot en soms meer dan 32 meter hoog. Er zijn fossielen gevonden van diverse uitgestorven soorten uit dit genus.
Genus van ongeveer twaalf soorten hoge rietachtige moerasplanten met harige bruine aren (���sigaren'). Ze groeien in diverse soorten watergebieden, voornamelijk op het noordelijk halfrond. De bladeren en pluizen worden op verschillende manieren gebruikt. Sommige soorten zijn eetbaar voor mensen.
Een compact geel marmer uit Estremoz in Portugal. Het lijkt enigszins op Siena-marmer maar is van een slechtere kwaliteit.
Bedden die overdwars tegen de muur staan en een koepelvormig baldakijn hebben dat wordt ondersteund door ijzeren roedes die vanaf de hoeken van het hoofdeinde omhoog buigen. De roedes zijn niet zichtbaar door de bedbekleding.
Franse bedden die bedoeld zijn om een afzonderlijk baldakijn erboven te hebben. Dit type werd aan het eind van de 17e eeuw gemaakt.
Bedden met een gestoffeerde achterkant en uiteindes die op gelijke hoogte zitten.
Bedden met twee uiteindes van gelijke hoogte waarbij ieder eind is afgewerkt met krullen.
Verwijst naar kunstenaars die vanaf circa 1100 in China werkten, en later in Korea in Japan. Kenmerkend voor de literati is dat het vooral geleerden en edellieden betrof, waardoor ze zich onderscheidden van, en superieur achtten aan beroepsschilders en ambachtslieden. Zij waren van mening dat het karakter van de schilder zichtbaar is in zijn kunstwerken, en dat de kwaliteit van een kunstwerk bepaald wordt door de deugdzaamheid en het intellectuele niveau van de kunstenaar. Meestal combineerden ze gedichten, kalligrafie en eenvoudige monochromatische schilderingen binnen één werk. Hun werk bezat vaak een erudiet, literair gehalte. Ze prefereerden kalligrafisch expressionisme boven realistische, gedetailleerde afbeeldingen, en verwezen vaak subtiel naar antieke stijlen door opzettelijk primitieve of naïeve technieken te gebruiken. Ze spreidden hun virtuoze penseelvoering graag ten toon door te kiezen voor motieven als bamboe, pruimen of bloemen.
Keien die tonen voortbrengen als erop wordt geslagen, waarbij ze soms op verschillende plaatsen op hun oppervlak verschillende toonhoogtes geven.
Doorzichtige porseleinen platen die van 1830 tot circa 1900 werden geproduceerd, met name in Duitsland ��� door de Koninklijke Porseleinfabriek in Berlijn en door Meissen ��� en in Engeland door Minton en Copeland. Men maakte een afdruk in reliëf van decoratieve motieven, gewoonlijk gebaseerd op schilderijen, in hard porselein wanneer het nog zacht was, dus voor het bakken. De afbeelding werd zichtbaar als men de plaat aan de achterkant verlichtte. Ze werden opgehangen in raamkozijnen of op een standaard geplaatst om als scherm te gebruiken. Ook werden ze verwerkt in lampenkappen. De techniek is uitgevonden door Baron Paul de Bourgoing en in 1827 gepatenteerd in Frankrijk.
Verwijst naar een vereenvoudigd type bed dat dateert uit de eerste helft van de 17de eeuw, waarbij de zware gesneden frames van oude bedden werden vervangen. Het frame van een lit à housse had een eenvoudige kubusachtige vorm die slechts werd onderbroken door prions met veren op de hoeken van het baldakijn, en was volledig overtrokken met textiel. Dit type bed had een hoge val en vier gordijnen: twee brede gordijnen liepen vanaf het midden van het voeteneinde via de buitenkant van de stijlen aan het voeteneinde naar het midden van beide zijkanten; de smalle gordijnen liepen vanaf het hoofdeinde van het bed naar midden van de zijkanten. Rond het eind van de eeuw werden lits à housse verfijnder afgewerkt en hoger, terwijl het frame volledig met textiel overtrokken bleef. Lits à housse worden zo genoemd omdat ze op vanwege de beschermende overtrekken doen denken aan voorname staatsbedden.
Zwartfigurige kylikes die worden gekenmerkt door miniatuurdecoratie. Gewoonlijk daterend uit de 7de en het begin van de 6de eeuw v. Chr. Ook kenmerkend is een enigszins naar buiten stekende rand, een vrij diepe kom, en een zeer lange steel en voet. De kleinmeisterschaal was tot circa 540 v. Chr. een van de meest voorkomende zwartfigurige vormen.
Haakvormige, bronzen trompetten, bestaande uit een slanke buis met cilindrische boring en een naar boven gebogen klankbeker; oorspronkelijk ontwikkeld en bespeeld door de Etrusken en de Romeinen.
Verwijst naar een Chinese dynastieke stijl en periode tussen 420 en 479. De Liu Song, die de Oostelijke Jin-dynastie opvolgde, bracht in cultureel opzicht een voortzetting van de ontwikkeling die tijdens de Jin was begonnen. Lu Tanwei (hoogtijperiode 460-485) was een vermaard hofschilder die diende onder keizer Mingdi (heerste van 465-473); geen enkel werk van zijn hand is bewaard gebleven. De dynastie wist zijn machtspositie slechts korte tijd vast te houden.
Hout van de boom behorende tot het genus Quercus virginiana, inheems in het zuiden van de Verenigde Staten. Het is een herkenbare groenblijvende soort, met het hardste hout van alle Amerikaanse eiken. Het hout wordt gebruikt voor goederenwagens, schepen en agrarisch gereedschap.
Boeken die rijkelijk zijn geïllustreerd met originele prenten van bekende kunstenaars, en die in beperkte oplagen worden uitgegeven.
Uitgestrekte grasvlaktes met weinig boomgroei in het zuidwesten van de Verenigde Staten en in Spaans sprekend Amerika.
Proberen staatsbeambten te beïnvloeden of in de richting van een gewenst doel te leiden.
Te gebruiken voor de louter fysieke positie in het heelal die nauwkeurig kan worden omschreven door middel van geografische of astronomische maten, of door de positie in relatie tot geografische of astronomische kenmerken of door elementen van de bebouwde omgeving. Gebruik 'plaats' voor een ruimte of gebied in de wereld van dagelijkse ervaringen, duidelijk en als één geheel wordt waargenomen en die naast fysieke kenmerken en eigenschappen ook emotionele, doelgerichte en sociale connotaties heeft
Kranen die bestaan uit een draaibare bovenbouw en een laadboom, die zijn geplaatst op een onderstel of kar uitgerust om op treinrails te rijden. Worden gebruikt voor het hijsen en draaien van ladingen in verschillende draaicirkels.
Verwijst naar de stijl van architectuur en decoratieve kunsten tijdens het bewind van Lodewijk XIV, 1643-1715. Luxueus maar formeel , het weerspiegelt klassieke en barokke vormen en motieven. De stijl is verbonden aan de patronage van de koning en met de meubels, wandtapijten, en decoratie gemaakt voor zijn paleis in Versailles. Periode 1700-1740.
Verwijst naar de stijl van het Franse binnenhuisontwerp en decoratieve kunst tussen circa 1700 en 1750 tijdens de regeerperiode en heerschappij van Louis XV. De stijl, voornamelijk rococo, kenmerkt zich door lichte en fantasierijke vormen, asymmetrie en vrouwelijkheid die wordt toegeschreven aan de markiezin de Pompadour en haar kring aan het hof.
Kandelaber met drie, vijf of zeven kaarshouders op een schuine of halfronde arm, meestal behorend tot een set van twee of drie van dergelijke kandelaars. Ze worden uitgestald tijdens het lof, een plechtigheid ter ere van het sacrament op de zondagmiddag.
Gebouwen van meerdere verdiepingen met grote ononderbroken ruimten, oorspronkelijk verhuurd voor lichte industriële doeleinden en nu vaak verbouwd voor bewoning.
Te gebruiken voor kleine zeilboten uit het gebied rond de Amerikaanse Chesapeake Bay, die zijn gemaakt van drie tot vijf boomstammen die met bouten aan elkaar zijn bevestigd en in vorm zijn gesneden.
Registers waarin opeenvolgende gegevens worden opgetekend, vooral met betrekking tot activiteiten of handelingen die voorkomen binnen een systeem.
Instrumenten die worden gebruikt om de snelheid van schepen te meten.
Elk van de verschillende tuigages die over het algemeen worden gekarakteriseerd door een vierzijdig zeil, gebogen aan een ra die de mast schuin kruist; ontwikkeld aan het einde van de 17e tot het begin van de 18e eeuw, vooral voor kleine vissers- of kustbootjes.
Vervoersystemen, meestal met een lage gemiddelde snelheid (minder dan 25 km per uur) die veel haltes aandoen en vooral zijn gesitueerd in bepaalde gebieden binnen steden, gemeenten of wijken.
Verwijst naar de periode en stijl die wordt toegeschreven aan de Lombardijers, een nomadisch Germaans volk dat deel uitmaakte van de Suebi-groep en dat tijdens de 1ste eeuw na Chr. in het noordwesten van Duitsland woonde en in de 4de eeuw n.Chr. naar het zuiden begon te migreren. De term verwijst in het bijzonder naar de Lombardijse verovering van een groot deel van het Italiaanse schiereiland, die duurde van 568 tot, in sommige streken, de 11de eeuw.De stijl is eerst zichtbaar in draagbare objecten, voornamelijk persoonlijke ornamenten en wapens, en later voornamelijk in de beeldhouwkunst. De stijl kenmerkt zich door het gebruik van een vlakke, decoratieve verspreiding van symmetrisch geplaatste vogels, dieren, dooreengevlochten motieven, geometrische patronen en levendige, eenvoudige figuren die blijk geven van Byzantijnse invloeden.
Papier gemaakt van katoenen of linnen vodden. In het algemeen bestaat het fabricageproces van lompenpapier uit het koken, verscheuren en hameren van de vodden om de vezels te scheiden. De gladde pulp die hierdoor ontstaat, wordt in een dunne laag over een fijn schepraam gegoten en vervolgens gedroogd en geperst. Lompenpapier wordt gezien als de beste papieren drager voor schilderijen en soortgelijke kunstwerken.
Te gebruiken voor de vergoeding, meestal in de vorm van geld, die aan werknemers wordt betaald voor het verrichten van de diensten zoals die zijn vastgesteld in een arbeidsovereenkomst of een andere verbintenis, op uur- of dagbasis of als stukloon. Gebruik 'salarissen' voor vergoedingen die op basis van langere termijnen worden betaald.
Verwijst naar de stijl van porselein dat werd ontwikkeld gedurende de late Ming-dynastie, tussen 1567 en 1572. De periode is zo kort dat hieraan geen specifieke decoratieve stijl kan worden gekoppeld. De blauw-witte, geëmailleerde polychrome werken van de voorafgaande periode werden ook in deze periode nog gemaakt.
Verwijst naar een Chinese neolithische cultuur en periode tussen circa 2500 en 2000 v. Chr. De naam is ontleend aan een site in Chengziyai, in het gewest Zhangqiu van de provincie Shandong; de site is in 1930 en 1931 blootgelegd door Johan Gunnar Andersson. Longshan is hoofdzakelijk bekend om zijn aardewerk; deze aardewerkstijl is aangetroffen in de regio die zich uitstrekt van het zuiden van Mantsjoerije tot aan Hopei, het oosten van Honan en Shatung, en helemaal tot aan Chekeing in het zuiden. Kenmerkend voor de stijl is het zwarte, gepolijste en vaak ingesneden aardewerk dat in allerlei vormen voorkomt.
Chemisch behandeld koord dat brandt met een constante snelheid, dat wordt gebruikt om de ontstekingslading in vuurwapens met lontsloten en soms ook in geschut af te vuren.
Te gebruiken voor het zuivere metaalelement met het symbool Pb en het atoomnummer 82; het metaal is zacht, kneedbaar en vaalgrijs van kleur. Ook te gebruiken voor het metaal wanneer het wordt bewerkt en gevormd om, meestal in combinatie met andere stoffen, verscheidene voorwerpen en materialen te maken.
Glas met een hoog loodoxidegehalte en een relatief hoge brekingsindex. Verder heeft het een slechte zuurbestendigheid en een lage rigiditeit. Het wordt gebruikt in veel optische componenten, neonreclamebuizen en gloeilampen.
Doorzichtig glazuur met loodoxide als vloeimiddel.
Gewichtjes die aan één eind van een loodlijn worden gehangen om vast te stellen of iets verticaal is of als hulpmiddel bij het bepalen van de plaats van punten op de grond tijdens landmetingen.
Monoxide van lood dat van nature voorkomt als rood kristal of wordt verkregen in oranje vlokken of poeder door processen die worden uitgevoerd bij temperaturen die boven het smeltpunt liggen; wordt vooral gebruikt als een droogmiddel in verf en vernis, als vloeimiddel bij aardewerk, en in de glasproductie.
Verwijst naar bescheiden bijgebouwen bestemd voor onderdak of opslag. Een loods heeft doorgaans één bouwlaag en meestal één of meer open zijden, en kan zijn voorzien van een lessenaarsdak, waarbij één schuin vlak de gehele structuur overdekt. De loods kan tegen een permanent gebouw aan zijn gebouwd of los staan. De specifieke functie van de loods wordt meestal aangegeven door een definiërend voorvoegsel (bijvoorbeeld 'machineloods').
Gele pigmenten die bestaan uit loodstannaat en die van het begin van de 14e eeuw tot de vroege 18e eeuw werden gebruikt in de Europese schilderkunst, waarna het grotendeels werd vervangen door Napels geel (loodantimonaatgeel). Er zijn twee verschillende varianten bekend, beide gemaakt door lood en tinoxiden samen te laten smelten in een oven. Bij de ene soort wordt zand (siliciumdioxide) toegevoegd. Beide pigmenten zijn stabiel en worden gebruikt als opacifieermiddelen, kleurmiddelen in glas- en keramiekglazuur en in alle verfmiddelen. Loodtingeel werd vaak gebruikt in mengsels met andere pigmenten, zoals loodwit, vermiljoen, azuriet, patina en indigo.
Hout afkomstig van loofbomen. Onderscheidt zich van 'naaldhout' dat afkomstig is van naaldbomen
Verschillende adstringerende plantaardige elementen of verbindingen, hoofdzakelijk complexe glucosiden van catechine en pyrogallol, die vanwege hun looiende eigenschappen worden gebruikt.
Platforms of promenades die zijn opgetrokken boven onvoltooide delen van een gebouw om toegang te verschaffen aan arbeiders en materiaaldragers.
Verwijst naar de periode waarvan de productie analoog is aan artistieke modellen van de Khmer die werden ontwikkeld in het gebied van het huidige Cambodja. In de architectuur kan deze periode worden onderverdeeld in drie subperioden: van de 7de tot de 9de eeuw grijpt deze periode terug op pre-ankorese Khmer-stijlen en wordt er gebruikgemaakt van constructies van baksteen, vierkante torens, sanctuaria met redans en hoekpilasters, met een draagsteen ondersteunde gewelfdaksystemen en met behulp van gegoten basementen met ingangen aan de oostzijde en blinde deuren aan de overigen drie zijden. Van de 10de tot de vroege 13de eeuw laat deze periode intensievere Khmer-invloeden zien en wordt ze gekenmerkt door de Prasat Wat Prang (10de eeuw) en Prasat Ban Chang, die beide stenen torens bevatten, met zandstenen deurkozijnen op een noord-zuidas, pilasters en drielobbige lampnissen, en door de Prasat Phra en Prasat Phanom Wan, die beide worden gekenmerkt door vestibules en mondops met relikwieën of Boeddha-afbeeldingen. Vanaf de late 13de tot de 14de eeuw ontwikkelde de architectuur regionale artistieke elementen, maar met behoud van traditionele Khmer-iconografie. Tempels in deze latere stijl worden gekenmerkt door laterietconstructies, uitgebreide sanctuaria die zijn gewijd aan Boeddha en bodhisattva’s, de prang, een karakteristieke Thaise constructie die wordt gekenmerkt door de opwaartse uitrekking van de kogelvorm van het klassieke Khmer-torensanctuarium en verdere variaties op de mondop en de vierkante toren met redans. In de keramiekproductie wordt deze periode gekenmerkt door voornamelijk platte, bruin- of groengeglazuurde werken met gegraveerde geometrische ontwerpen en modellering van dierlijke vormen op kruiken en potten.
Verwijst naar de periode die alle Khmer-kunst of op Khmer geïnspireerde kunst markeert die wordt geassocieerd met het gebied dat tegenwoordig bekend is als Thailand. Artistieke productie uit deze periode wordt in het algemeen gekenmerkt door Khmer-ontwerpen en artistieke en intellectuele bewegingen met enkele lokale aanpassingen en variaties.
Motorisch aangedreven machines, zoals banden zonder einde of een reeks rollers, die zorgen voor een doorlopend vervoer van materiaal.
Sleutels waarbij grote delen van de baard zijn afgevijld, zodat er, zoals met een passe-partout, verschillende sloten van lage kwaliteit mee kunnen worden geopend.
Wollen tapijten, genoemd naar de historische provincie Lori Pambak, een bergachtige regio van Armenië die grenst aan Georgië, in de westelijke Kaukasus. Sinds ongeveer 1800 worden de tapijten voornamelijk geproduceerd door Armeniërs die in dit gebied wonen, hoewel er mogelijk vroegere voorbeelden van dergelijke tapijten zijn van Perzische Lori's of Azeri's. De stijl wordt gekenmerkt door een medaillon in het midden met een grove kruisvorm. Twee tegenover elkaar liggende armen van dat kruis zijn vierkant en hebben een zigzaggend uiteinde, de andere twee zijn gestileerde tulpen.
Algemene term voor verschillende soorten kurassen gedragen door Romeinse soldaten, gemaakt van leren, bronzen of ijzeren platen of schubben of van maliën.
Kurassen van het Romeinse Rijk, opgebouwd uit ongeveer een twintigtal gebogen ijzeren harnasplaatjes die bijeen worden gehouden door een ingewikkeld systeem van lederen riempjes en gespen.
Loricae die zijn gemaakt van overlappende bronzen of ijzeren schubben bevestigd op een basis van leer of stevige stof, veelal in horizontale rijen en dakpansgewijs gerangschikt om gaten te voorkomen. Ze werden op zijn laatst in de 4e eeuw v.C. door de Romeinen in gebruik genomen en bleven in gebruik tot in de 4e eeuw n.C.
Kleine, vierwielige spoorrijtuigen die worden gebruikt bij spoorinspecties of herstellingswerkzaamheden om arbeiders en hun gereedschap te vervoeren; van oorsprong open platforms met handmatig bediende aandrijvingsmechanismen maar tegenwoordig meestal aangedreven met benzine of elektriciteit.
Het verbreken van fysiek contact van het ene object of een onderdeel daarvan met het andere. Zie 'scheiden' voor het verdelen van een heel object of een eenheid van objecten of onderdelen daarvan in de samenstellende delen.
Pasta of vloeistof die wordt gebruikt bij het gieten, om de binnenkant van een mal af te dekken zodat het gegoten gips er niet aan blijft vastkleven.
Letters die afzonderlijk werden gegoten, om te worden samengesteld tot tekst, te worden afgedrukt en vervolgens opnieuw te worden gerangschikt en gebruikt. De term wordt vooral gebruikt om te verwijzen naar de uitvinding ervan, tegen het eind van de 15e eeuw in Europa, maar al eerder in China en Korea, en in contrast met het drukken van verschillende tekens en soms beelden uit één stuk.
Schaven met speciale beitels met inkepingen, die worden gebruikt voor het bijschaven van de binnenkant van een raam- of deurlijsten.
Voegen waarbij een dunne strip hout (spie) dienst doet als een onafhankelijke messing die aan de uiteinden van twee gestuikte of verstekgezaagde planken in een groef past
Gokspelen waarbij prijzen worden uitgereikt aan de winnaars onder hen die hebben betaald om kans op een prijs te maken.
Tapijten met een eindeloos herhaald patroon van arabeske vormen. Deze term is gekozen omdat de tapijten voorkomen in een schilderij van de Italiaanse renaissanceschilder Lorenzo Lotto.
Te gebruiken voor het decoratieve motief van zeer gestileerde bloemen of knoppen afgeleid van bepaalde Egyptische planten; gebruikelijk in oude Egyptische kunst en in anthemia in neo-klassieke stijlen.
Algemene benaming voor verschillende planten die niet met elkaar verwant zijn. De bekendste lotussen zijn de volgende. De Egyptische lotus is een witte waterlelie, Nymphaea lotus, of de blauwe lotus, N. caerulea. Bij de oude Egyptenaren waren deze planten een belangrijk motief op kunstvoorwerpen. Ook gebruikte men de planten tijdens ceremonies vanwege de slaapverwerkende en psychotrope eigenschappen. De lotus van de oude Grieken was de soort Ziziphus lotus uit de wegedoornfamilie (Rhamnaceae), een struik die inheems is in Zuid-Europa. De plant heeft grote vruchten met een meelachtige substantie waarmee men brood en gegiste dranken kan maken. In de oudheid waren de vruchten een voedingsmiddel voor arme mensen. Men geloofde dat de wijn die ervan werd gemaakt, zorgde voor een tevreden stemming en vergetelheid, zoals Homerus schreef. Dit is waarschijnlijk ook de lotus die wordt genoemd in het Bijbelboek Job, waarin een grote nijlpaardachtig wezen (Behemoth) wordt beschreven die onder een lotusboom ligt. Homerus beschrijft de lotus ook als een soort klaver of drieblad, een plant die door paarden werd gegeten, misschien Melilotus officinalis of een driebladsoort uit het geslacht Lotus. De heilige lotus van de hindoes was de waterlelie Nelumbo nucifera, een plant met witte, blauwe of roze bloemen. De lotusboom, die bij de Romeinen bekendstond als de Libische lotus, was waarschijnlijk de netelboom uit Zuid-Europa, Celtis australis, een lid van de iepenfamilie (Ulmaceae). Deze boom heeft vruchten die eruitzien als kleine kersen. Ze zijn eerst rood en daarna zwart als ze rijp zijn. De boom wordt genoemd door auteurs uit de oudheid vanwege zijn harde zwarte hout, waaruit men beelden, fluiten en andere objecten sneed.
Verwijst naar de stijl van de decoratieve kunst en architectuur die in Frankrijk werd vervaardigd tijdens de regeerperiode van Koning Lodewijk-Filips van 1830 tot 1848. De stijl kenmerkt zich door de aanwezigheid van verschillende stijlen waaronder Empirestijl, Troubadour, renaissance, gotisch en rococo.
Verwijst naar de stijl van de marmeren beeldjes die werden vervaardigd in de Cycladische archipel tijdens de vroeg-Cycladische periode, in het bijzonder tijdens de periode tussen grofweg 3500 en 3000 en 2800 of 2600 v. Chr. Genoemd naar de plaats op het eiland Naxos waar de beeldjes werden gevonden. De abstracte figuren kenmerken zich door hoofden zonder ogen, neus, mond en oren en stompe armen die zijwaarts naar buiten komen.
Vaten die vermoedelijk zijn gebruikt voor het vervoeren van water ten behoeve van het baden of wassen, aangezien de naam zou zijn afgeleid van het Griekse woord voor bad. Louterion lijkt ook de oude benaming te zijn van een lavet of een waskom op een voet. Tegenwoordig wordt de naam algemeen, zij het mogelijk niet correct, toegepast op nog twee vormen. De eerste is een grote, brede kom met een tuit en twee verticale handvatten. Het betreft hier in hoofdzaak een vroege en vrij zeldzame zwartfigurige vorm. De tweede vorm is bekend in zowel zwart- als roodfigurige uitvoering, maar ook deze vorm is zeldzaam. De vorm lijkt op die van een lebes gamikos, maar heeft een ander type rand met tuit en hoge, verticale vlakke handvatten met lusvormige toevoegsels. Deze laatste vorm houdt mogelijk verband met funeraire riten; mogelijk bevatte de kom water dat als offer aan de dode was bedoeld, of voor de ceremoniële wassing van het lijk.
Hoge, slanke vaten met een lange hals en een wijd uitlopende opening, meestal in de vorm van een amfoor met twee handvatten, maar soms in de vorm van een hydria met drie handvatten. Deze vaten werden vaak als geschenk gegeven bij een huwelijk, omdat het water in deze vaten diende voor het rituele bad van de bruid voorafgaand aan de huwelijksvoltrekking. De term is het Griekse woord voor 'brenger van het bad'. Omdat het vaak voorkwam dat meisjes overleden voordat ze konden trouwen, symboliseerde de loutrophoros het gemiste huwelijk en werd deze doorgaans op een graf geplaatst. De vorm komt veel voor bij zwartfigurig aardewerk uit de tweede helft van de 6de eeuw v. Chr.
Te gebruiken voor garneersel bestaande uit kleine, glimmende voorwerpen zoals lovertjes, kraaltjes of juwelen, dat in willekeurig samengestelde groepjes op kleding of accessoires wordt aangebracht.
Genus van bloeiende planten.
Kunststijl en benadering van popcultuur in het algemeen die het bestaan van een hogere of gevestigde esthetische waarde van kunst ter discussie stelt. Critici verschillen van mening over de relatie met de beeldende kunst en of het moet worden beschouwd als een 'legitieme', op zichzelf staande kunstbeweging. De term werd in 1979 bedacht door kunstenaar Robert Williams, als verwijzing naar de populistische aard van zijn eigen werk. De stijl wordt gekenmerkt door zowel zijn invloeden (zoals stripboeken, tatoeages en 'hot-rod'-straatcultuur) en zijn benadering, die meestal helder, opzichtig en humoristisch is.
Ramen die meestal heel klein zijn, die ver onder het niveau van de grotere ramen zijn geplaatst, vooral in Engelse kerken.
Verwijst naar de stijl die is vernoemd naar de kunstcultuur die een bloeitijd beleefde in de stad Luang Prabang in Noord-Laos. Kenmerkend voor de beeldhouwkunst in deze stijl zijn Boeddhabeelden waarin inheemse en Khmer-invloeden tot uitdrukking komen. In de architectuur werden in deze stijl diverse tempels gebouwd en gerestaureerd, waaronder de Vat Visum (1503) en Vat Mai (1796 n. Chr.).
Apparaten zoals ventilatoren of aanjagers, die de behandelde lucht verspreiden door een kamer of ruimte.
Verwijst naar het nemen van foto's vanuit een luchtvaartuig. De term kan ook in het algemeen worden gebruikt voor foto's die vanuit de lucht worden genomen, bijvoorbeeld foto's die zijn genomen door camera's die op luchtvaartuigen, raketten, satellieten om de aarde en andere ruimtevaartuigen zijn bevestigd. Het doel van fotografie vanuit lucht- of ruimtevaartuigen is meestal het verzamelen van informatie over landschapselementen ten behoeve van militaire en andere verkenningen, of voor het vastleggen van dimensionale eigenschappen van het land voor het onderzoeken of in kaart brengen van een locatie. Gebruik 'ruimtefotografie' om specifiek te verwijzen naar fotografie buiten de atmosfeer van de aarde en 'astrofotografie' voor de fotografie van astronomische verschijnselen. Gebruik 'luchtaanzichten' als de nadruk ligt op fotografische gezichten vanuit een luchtvaartuig of een ander hoog standpunt.
Stromen lucht met een hoge snelheid en gecontroleerde temperatuur, die over de hele lengte van een opening naar beneden gericht zijn om warmte-overdracht te voorkomen. Op deze manier is het mogelijk een ruimte met een open toegang te klimatiseren.
Verwijst meestal naar grote percelen open, vlak land waarop start- en landingsbanen, hangars, stationsgebouwen en andere bouwwerken zijn verrezen, bestemd voor het opstijgen, landen, laden en lossen en onderhouden van vliegtuigen. Zie 'vliegvelden' voor kleinere complexen die wel een start- en landingsbaan hebben, maar geen of weinig andere voorzieningen.
Beton met minuscule luchtbellen die de werkbaarheid en vorstbestendigheid verbeteren.
Kunstwerken, voor het eerst gemaakt aan het eind van de jaren zestig van de 20e eeuw, waarin gebruik wordt gemaakt van samengeperste lucht of de natuurlijke kracht van de wind, meestal samen met plastic omhullingen.
Instrumenten voor het meten van de stroomsnelheid van lucht of gas.
Lichte vellen papier met een officieel poststempel, die worden opgevouwen om zo hun eigen enveloppe te vormen en die tegen een speciaal, laag tarief via luchtpost kunnen worden verstuurd.
Het bouwrecht op de ruimte boven een onroerend goed; de eigenaar van het land is bevoegd om deze rechten aan een ander te verkopen of verpachten.
Bouwsystemen waarbij lucht wordt behandeld om de temperatuur, vochtigheidsgraad, zuiverheid of verdeling te regelen.
Zeer kleine binnenplaatsen in de vorm van verticale schachten ten behoeve van de ventilatie van de aangrenzende ruimten. Gebruik 'lichtschachten' voor wat grotere binnenplaatsen die naast ventilatie ook een aanmerkelijke hoeveelheid licht toelaten.
Luchtdichte ruimten die doorgang verschaffen tussen ruimten met verschillende luchtdruk of luchtkwaliteit, of tussen ruimten onder water en met lucht gevulde ruimten.
Te gebruiken voor luchtvaartuigen met vaste vleugels die verticaal kunnen opstijgen en landen en waarvan de voorwaartse kruissnelheid ongeveer gelijk is aan die van conventionele luchtvaartuigen.
Delen van airconditioningsystemen waarin de lucht wordt gezuiverd van stof en de gewenste vochtigheidsgraad krijgt door middel van verneveld water.
Kleine kartonnen mapjes waarin papieren lucifers vast zijn geniet of gelijmd.
Smalle strookjes hout, karton of was die aan één uiteinde zijn bekleed met een stof die gemakkelijk ontbrandt door wrijving.
Doosjes voor het bevatten van lucifers. Wordt vooral gebruikt met betrekking tot kleine, metalen, rechthoekige dozen in zakformaat met afgeronde hoeken en drukke versieringen, hetzij gemaakt met een scharnierend deksel of met een glijdend vakje, als een lade.
Vensterbanken in een stenen muur, waarbij de vensterbank langer is dan de breedte van het raam en de uiteinden in de muur zijn geplaatst. Te onderscheiden van 'slip sills' die even lang zijn als de breedte van het raam en die tussen de stijlen in de muren passen.
Toestel dat langs elektronische weg versterkt geluid verspreidt.
Babykledingstukken die men over de luier aantrekt, meestal driehoekige doeken van flanel, gekookte wol of dicht gebreide wol, gebruikt in westerse landen tot de jaren negentig van de negentiende eeuw, toen er materiaal beschikbaar kwam dat vocht beter tegenhield, zoals met rubber beklede stof. Tegenwoordig wordt de term soms gebruikt voor kleurrijke broekjes gevoerd met plastic of een ander waterdicht materiaal.
Wordt gebruikt voor kleine, dikwijls hangende en versierde overkappingen die beschutting verschaffen of lijken te verschaffen; kunnen onder andere worden aangetroffen bij ingangen of boven tronen of gewijde voorwerpen.
Rijksambtenaren die één rang onder de gouverneur staan en die de plaats innemen van de gouverneur tijdens zijn afwezigheid, ziekte of overlijden.
Houten planken ter grootte van een hand, bedekt met kralen, schelpen en houtsnijwerk, gemaakt en gebruikt door de Mbudye, het geheime genootschap van het Lubavolk, om hun ontstaansmythe en andere complexe informatie over de geschiedenis, organisatie en werking van hun samenleving in herinnering te roepen.
Een groep van soorten schelpmarmer waarvan de naam is afgeleid van 'lumaca', het Italiaanse woord voor slak. Er zijn zowel oude als moderne varianten. De bekendste moderne lumachella komt uit Tirol en is donkergrijs-bruin, terwijl de schelpen hun parelachtige tekening behouden.
Genus van regenwormen met een lijf dat uit ringvormige segmenten bestaat. Het dier heeft enige inwendige organen, met inbegrip van de uitscheidingsorganen, die in ieder segment worden gedupliceerd, alsmede een clitellum (een licht uitstulpend verkleurd orgaan dat een cocon produceert voor de eitjes van de regenworm, gelegen tussen segment 32 en 37) en een lijf dat aan beide uiteinden taps toeloopt, waarbij het achterste uiteinde een stompere vorm heeft. Het dier kan niet zien of horen, maar is wel gevoelig voor licht en trillingen.
Te gebruiken om te verwijzen naar de eenheid van lichtstroom. Een lumen is gelijk aan de hoeveelheid lichtstroom die wordt uitgestraald door één candela in een kegel met de vaste hoek van één steradiaal.
Stroming in de Belgische schilderkunst geassocieerd met de groep ‘Vie et Lumière’ gevormd rond kunstenaar Emile Claus in 1904. De stijl manifesteert zich vooral in de met licht doordrongen impressionistische landschappen, typisch met als onderwerp het Vlaamse platteland rond de Leie rivier.
Verwijst naar de stroming en de stijl in de schilderkunst in het 19de-eeuwse Amerika waarin het verlangen centraal stond de natuur te doorgronden door licht en sfeer realistisch en gedetailleerd weer te geven. De stijl kenmerkt zich door een sterk gevoel van innerlijke diepte en het creëren van een magische sfeer met nauwkeurige, onzichtbare penseelstreken. Aangenomen wordt dat de stroming werd geïnspireerd door de opkomst van de fotografie en door de literaire filosofieën van Ralph Waldo Emerson (1803-1882), die een meditatieve, pantheïstische verbondenheid met de natuur en het landschap propageerde. Later werd deze stijl verdrongen door de technieken van het impressionisme.
Openbare lokaliteit waar men kan lunchen.
Kleine houders, meestal van metaal of plastic en met handvatten, om de lunch in mee naar school of naar het werk te nemen.
Blaasinstrumenten met conische buis in gedraaide S-vorm, 2-3 meter lang, eindigend in een platte ornamentele schijf, aan het uiteinde aangeblazen; Scandinavië, bronzen tijdperk.
Kunstvezel met reflecterende eigenschappen, vervaardigd uit aluminium draadjes met een plastic coating. Lurex wordt in Nigeria en andere delen van West-Afrika gebruikt om er glimmend, glinsterend textielachtig materiaal van te weven.
Verschillende soorten kleine dunne objecten die van iets afhangen, of andere middelen die van een object uitsteken, meestal bedoeld als identificatie, handvat of sluiting; ook wel ter versiering aan de randen van kledingstukken.
Kettingpoolweefsel met ongesneden lussen aan één of beide zijden. Is vaak van katoen of linnen en wordt vanwege het absorptievermogen gebruikt voor handdoeken, badjassen en dergelijke.
Gladde of gefacetteerde hangende druppels, van glas of kristal, die in allerlei vormen gemaakt worden. Wordt vooral gebruikt om kroonluchters en kandelabers te versieren. Voor gelijksoortige druppels met een driehoekige vorm wordt 'prisma's' gebruikt.
Een type versiering dat men kan verkrijgen door te schilderen met een pigment dat metaaloxiden bevat (meestal een mengsel van koper en zilver) op een vooraf gebakken glazuur. De versiering wordt aangebracht en ondergaat vervolgens een tweede bakbeurt in een reducerende atmosfeer. De versiering kan zowel op een tin-, alcaline- als loodglazuur aangebracht worden. The oxide wordt tijdens het bakken gereduceerd tot metaal dat zich vervolgens vasthecht aan het oppervlak van het glazuur. Het metalen oppervlak en de extreme dunheid van het lusterpigment geeft een typisch gouden en iriserend effect.
Verblijven op het platteland of in buitenwijken die comfort en eenvoud bieden, en waarbij de vormgeving van stadshuizen is gecombineerd met de behoeften van het landleven; minder uitgebreid dan châteaus; populair in Frankrijk in de 17e en 18e eeuw.
Verwijst naar aardewerk dat werd gedecoreerd met metaalglazuur met behulp van technieken die dateren uit de 9de eeuw of eerder. Eén techniek is van Midden-Oosterse origine en het best bekend van Spaans-Moors aardewerk in Spanje en Italiaans en Spaans majolica; hierbij werd gewerkt met een proces van meerdere fasen waarbij het aardewerk werd gebrandschilderd. Een andere techniek was goedkoper en minder gecompliceerd, met pigmenten die zouten van goud en platina bevatten. Het was geïnspireerd op de Spaanse majolica-schalen uit het einde van de 18de eeuw, maar het was een Engelse vinding en werd op grote schaal gebruikt om aardewerk te maken gedurende de hele 19de eeuw.
Verwijst naar de protestantse beweging die ontstond bij de reformatie van Martin Luther (1483-1546). De lutherse doctrine erkent drie sacramenten: baptisme, eucharistie en boetedoening. Centraal staan rechtvaardiging door middel van het geloof, en het priesterschap van alle gelovigen. Zoals bij de meeste andere protestantse stromingen wordt bij het lutheranisme meer belang gehecht aan de heilige geschriften dan aan kerkelijke autoriteiten. De doctrine is gebaseerd op de Augsburgse confessie, de apologie, de beide catechismussen van Luther en de 'formula concordiae'. De lutherse kerken bloeiden het eerst op in Scandinavië en Duitsland en breidden zich later uit naar andere delen van Europa. Het lutheranisme breidde zich na de jaren veertig van de 17de eeuw uit naar de Verenigde Staten door immigratie en in de 19de eeuw naar Afrika en Azië, door het werk van lutherse missionarissen. Het lutheranisme is een van de drie belangrijkste stromingen van het protestantisme (naast het anglicanisme en calvinisme) en tevens de oudste en grootste stroming.
Wordt gebruikt voor een bepaald soort vergulde lijst uit Nederland met gedetailleerde, reliëfachtige versieringen in '@Auricular' of naturalistische stijl, of beide. Ze zijn vernoemd naar de 17e-eeuwse zilversmid Johannes Lutma.
Eenheid van verlichting volgens het ISO (International System of Units). Eén lux is gelijk aan één lumen per vierkante meter.
Lichtmeters die de intensiteit meten van zichtbaar licht dat op oppervlakken valt, uitgedrukt in metrische eenheden die lux heten.
Verwijst in hoofdzaak naar de periode van de belangrijke Late Ly-dynastie (1010-1225 n. Chr.), die in de delta van de Rode Rivier tot ontwikkeling kwam, maar kan ook verwijzen naar de stijl en periode van de minder ontwikkelde Vroege Ly-dynastie (544-603 n. Chr.). De stijl van de Late Ly-dynastie ontstond in een sfeer van dynastieke stabiliteit en heeft de stijl van de moderne Vietnamese staat mede beïnvloed, zo wordt algemeen gedacht. In de architectuur wordt de periode gekenmerkt door boeddhistische tempels met inheemse innovaties zoals het gebruik van steen, bovengeplaatste spanten, balken en halfzuilen, en het gebruik van overhangende dakranden met symbolen in terracotta. Een voorbeeld bij uitstek van de architectuur uit deze periode is de Lotustempel (1049 n. Chr.) in Hanoi, met decoratieve motieven in terracotta langs de dakranden, een duidelijk lotusvormige constructie en een complex spantensysteem met elkaar kruisende balken en zuilen. In de beeldhouwkunst wordt de periode gekenmerkt door Boeddhafiguren gezeten op verhogingen die gedecoreerd zijn met draken- en bloemmotieven, reliëfpanelen uitgevoerd in een Cham-stijl of Chinese stijl, stoepa's met gebeeldhouwde motieven van eiken- en druivenbladeren, en beelden van leeuwen, olifanten, buffels en paarden die afzonderlijk op een lotusvoetstuk zijn geplaatst en zijn beeldgesneden uit één blok steen.
Gebruik voor gebouwen waarin particuliere instellingen activitieitenvan verschillende aard aanbieden, zoals openbare discussies, lezingen en concerten voor het bevorderen van de algemene ontwikkeling.
Verwijst naar de stijl van de kunst en de architectuur die in de oudheid voorkwam in de regio Lycia in de zuidwestelijke hoek van Anatolië. De stijl kenmerkt zich met name door monumentale graven die in het gebied veelvuldig voorkwamen van circa 500 v. Chr. tot circa 200 na Chr., en die Griekse, Perzische en Romeinse invloeden vertonen.
Kleine plant, gekenmerkt door de vruchtbare sporenhouder op de stokachtige, rechtopstaande stengel en de zeer kleine microfyllen. Een microfyl is een soort blaadje dat onafhankelijk van de bladeren van andere vaatplanten ontstond en evolueerde. Microfyllen hebben maar één enkele onvertakte strook vaatweefsel. Hoewel deze stam tegenwoordig een kleine en onopvallende groep planten vormt, waren sommige soorten die in het Carboon voorkwamen bomen die bossen vormden en meer dan 35 meter hoog werden. Lycophyta is de oudste bestaande groep vaatplanten en 40 miljoen jaar lang was het in grote gebieden de dominante groep.
Wordt gebruikt voor stoelen met een rugleuning in de vorm van een lier, een motief uit de Regency-periode dat bekendheid kreeg door Adam, Hepplewhite, Sheraton en Duncan Phyfe.
Te gebruiken voor bepaalde werken die het abstract expressionisme voortzetten tot in de zestiger en zeventiger jaren (door bijvoorbeeld Guston en Frankenthaler). Gebruik de term 'Tachisme' voor de Franse schilderkunst aan het eind van de jaren veertig die ook wel abstraction lyrique wordt genoemd.
Instrumenten voor het meten van de hoeveelheid in water oplosbare stoffen in de grond, bijvoorbeeld voor het testen van de doorsijpelingskwaliteit van het grondwater.
Verwijst naar de Griekse stijl in de beeldhouwkunst die werd vervaardigd door Lysippos tijdens de vierde eeuw v. Chr. De stijl kenmerkt zich door beelden die langer lijken door de slanke lichamen en de kleine hoofden, en door een idee van driedimensionale beweeglijkheid die afwijkt van de vroegere, meer statische beelden.
Een compressiealgoritme zonder kwaliteitsverlies voor digitale gegevens dat tegenwoordig vooral wordt geassocieerd met de compressie van digitale afbeeldingen. Genoemd naar de ontwikkelaars Abraham Lempel, Jacob Ziv en Terry Welch.
Dierenriemteken van een jonge vrouw, ruwweg gebaseerd op het gelijknamige sterrenbeeld. De tekens van de dierenriem, overblijfselen van Oudgriekse en Romeinse decoraties, waren populair in de romaanse en gotische kerken van Noord-Europa. Ze worden ook vaak aangetroffen in middeleeuwse psalters en getijdenboeken als symbool van iedere maand waarin de zon in het betreffende sterrenbeeld komt. Daarnaast zijn ze gebruikt als decoratie op plafonds, kaarten, uurwerken en astronomische instrumenten.
Kleine slijpapparaten die gebruik maken van een horizontale, platte, metalen draaiende plaat die wordt aangedreven door een tandwielsysteem. De messen worden door speciale klemmen vastgehouden.
Met de hand bediende molens, meestal bestaande uit een plaat met een enigszins hol oppervlak en een kleinere, gladde, ronde steen, gebruikt om granen of andere voedingsmaterialen te malen of te verpulveren.
Decoratieve, gewoonlijk ronde poorten in Chinese tuinmuren of omheiningen.
Gladde houten voorwerpen, vaak in de vorm van een ei, waarover stof wordt gespannen die moet worden gerepareerd.
Verwijst naar een Romaanse school van het illumineren van manuscripten, emailleerwerk en metaalwerk in de Maasvallei die tussen het einde van de 11de eeuw en het begin van de 13de eeuw zijn bloeitijd beleefde. Hoewel de rivier vanuit het noordwesten van Frankrijk naar de Rijndelta in Nederland stroomt, verwijst de term in kunsthistorische zin naar het gedeelte van de rivier dat door België loopt, met name het gebied rond Luik en het Benedictijner klooster van Stavelot. Binnen de Romaanse kunst onderscheidt de Maaslandse school zich door de weliswaar nog geïdealiseerde maar meer naturalistische behandeling van de menselijke figuur. De Maaslandse school onderscheidt zich tevens door zijn rijke karakter en klassieke elementen. Dit laatste hangt samen met het feit dat dit gebied tijdens de Karolingische periode het centrum van de antiquiserende stijl van de school van Reims was. Belangrijke Maaslandse kunstenaars waren Godefroid de Claire, Nicolas van Verdun en Renier van Huy. Met name het Maaslandse metaalwerk was invloedrijk en vermaard.
Te gebruiken voor partners in of eigenaren van beroepspraktijken die wettelijk verantwoordelijk zijn voor de activiteiten van hun bedrijven, vooral gebruikt bij architecten-, reclame- en ontwerpbureaus.
Cilindrische of kegelvormige glazen die zijn voorzien van een schaalverdeling in mililiters voor het meten van het volume van vloeistoffen.
Houders met schaalverdeling voor het afmeten van vloeistoffen, bekervormig.
Lepels in verschillende, vaste maten, meestal samengebracht als setje, voor het afmeten van kleine hoeveelheden ingrediënten.
Het relatieve prestige van een individu of groep en de hiërarchische positie van een sociale functie in een maatschappelijke structuur of gelaagdheid.
Verwijst naar de periode en stijl die bloeide tussen het eind van de iconoclastische controverse van 843 en de inname van Constantinopel door de Latijnen in 1204. De stijl ontwikkelde zich ten tijde van de dynastie die ontstond met Basilíus I de Macedoniër (867-886) en hield stand onder verschillende heersers, waaronder Constantijn VII (913-959) en de Comnenos-dynastie (1081-1185). Werd levendig gehouden door de intense culturele activiteit en vernieuwingscampagnes die werden gesteund door deze heersers, en die ertoe leidden dat er een behoefte was aan schilderingen, mozaïeken en ivoorsnijwerk om de verloren werken te vervangen. De stijl kenmerkt zich door een uitzonderlijk sterke hang naar het classicisme.
Aanduiding voor oude Romeinse vleesmarkten; kan ook meer algemeen worden gebruikt voor oude Romeinse voedselmarkten.
Scherp gepunte oorlogsmessen uit het oude Griekenland met een convex gebogen lemmet met één snijkant, gebruikt door zowel infanterie als cavalerie, alsmede voor het doden van offerdieren en voor enige huishoudelijke doeleinden.
Verwijst naar een van de drie hoofdfasen van de Gansu-cultuur, die dateert uit circa 2000 tot circa 1800 v. Chr. De naam is ontleend aan een vindplaats ten oosten van Ledu, in het oosten van de provincie Qinghai, die van 1921 tot 1923 is uitgegraven door de Zweedse archeoloog Johan Gunnar Andersson. Aardewerk uit de Machang-fase werd vervaardigd uit rode klei of uit zandgetemperde rode en grijze klei; de meest voorkomende vormen zijn potten, kommen en kruikachtig vaatwerk. Typerende decoratiemotieven zijn vier grote cirkels, ringetjes, spiralen, antropomorfe patronen en weef- of blokpatronen. Machang-aardewerk is veelal voorzien van geschilderde symbolen; tot dusverre zijn er 139 verschillende symbolen geïdentificeerd. Sommige grote potten zijn voorzien van een deksel in de vorm van een menselijk hoofd, en op één opvallend vat is een menselijke figuur met zowel mannelijke als vrouwelijke geslachtskenmerken en borsten afgebeeld. Dergelijke figuren kunnen waarschijnlijk in verband worden gebracht met sjamanistische rituelen. De best bewaarde resten van Machang-huizen zijn opgegraven in Majiawan, in Yongjing.
Te gebruiken om artefacten te beschrijven die in de eerste plaats door machines zijn gemaakt, meestal om ze te onderscheiden van handgemaakte artefacten.
Naaien met behulp van een naaimachine, te onderscheiden van met de hand naaien.
Toestellen die een aandrijfmechanisme bevatten waardoor ze handenarbeid vervangen of assisteren bij handenarbeid.
Een begrip uit de 20e eeuwse kunst, vooral architectuur uit de jaren twintig en dertig, dat deugdzaamheid van machines, mechanische principes en technologie naar voren brengt en de nadruk op schone, overzichtelijke vormen legt, die als typerend voor machines worden beschouwd.
Draagbare, elektrische, pneumatische, onafhankelijke hamers die op benzine lopen en gebruik maken van een trilmechaniek en waar ook gereedschap als beitels, schoppen en stampers in is aangebracht. Worden gebruikt om baksteen, geharde stopverf of metselspecie te verwijderen, of soortgelijke toepassingen.
In een vorm die direct kan worden ingevoerd in een computer, zoals elektronische bits op een schijfeenheid, diskette of magnetische band.
Hieronder vallen onder meer machtigingen waarmee de bevoegdheid wordt verleend om een bepaalde taak of opdracht uit te voeren en documenten waarmee personen worden aangesteld of in dienst genomen om een bepaalde taak uit te voeren.
Hard, sneldrogend cement gemaakt van gedroogd gipspoeder waaraan een klein percentage gecalcineerd natriumsulfaat en kaliumsulfaat word toegevoegd; kan worden gebruikt voor muren en vloeren als het met zand wordt gemengd.
Korte jassen, meestal double-breasted en met een ceintuur, die zijn gemaakt van dikke, wollen stof, vaak met ruitpatroon. Term afgeleid van Mackinaw City, Michigan. Geen Nederlands equivalent.
Genus van bloeiende planten.
Verwijst naar ruwe kant of franje die wordt gemaakt door touwen of dikke draden in een geometrisch patroon aan elkaar vast te knopen. De term is afgeleid van het Turkse 'makrama', dat 'doekje' of 'handdoek' betekent. Het was een specialiteit van Genua, waar met geknoopte touwen versierde handdoeken populair waren in de 19de eeuw. De voorloper van macramé was 'punto a groppo', een 16de-eeuwse techniek voor het knopen van kant. In de jaren 60 van de 20ste eeuw werd macramé een populaire ambacht- en kunsttechniek in Amerika en Europa. Het werd gebruikt voor lampenkappen, plantenhangers, hangmatten, raambedekkingen en wandbekleding.
Foto's waarbij het onderwerp vrijwel 1:1 of nog groter in beeld is gebracht, gemaakt met een macrolens of -ring. Te onderscheiden van de term 'vergrotingen', die aangeeft dat een foto van een kleiner negatief is gemaakt. Gebruik 'micro-opnamen' voor foto's die zijn gemaakt met behulp van een microscoop.
Afdrukken die zijn gemaakt van een drukplaat zonder deze na de vorige druk opnieuw te inkten, bedoeld om de inktresten van de drukplaat te verwijderen. De term kan ook verwijzen naar vloeipapier en naar oud papier dat als versteviging werd gebruikt voor de stof van middeleeuws borduurwerk.
Wordt specifiek gebruikt voor islamitische theologische- of rechtenfaculteiten, vooral in samenhang met een moskee, of in het algemeen voor studieplaatsen.
Islamitische theologische- of rechtenfaculteiten, vooral in samenhang met een moskee, of in het algemeen voor studieplaatsen.
Verwijst naar een werk van een bepaald iconografische type, met een afbeelding van de maagd Maria en het Kindje Jezus op een troon, met aanbiddende heiligen en engelen aan beide zijden. Dit type werd in de 13de eeuw in Italië gemaakt en was gebaseerd op eerdere Griekse typen. Werken van dit type zijn meestal tweedimensionaal, onder andere geschilderde panelen (vaak altaarstukken), manuscripten en bas-reliëfversieringen.
Kralen met een religieuze betekenis die in Japan werden geïntroduceerd vanuit Korea. In Japan heeft men ze gevonden in prehistorische graven. Men denkt dat ze vanaf het begin van de Japanse geschiedenis tot en met de Kofun-periode (300-710) op het lichaam werden gedragen. De kralen werden gesneden uit jadeïet, agaat, mica, glas of jaspis, gewoonlijk in de vorm van een komma. De grootte varieert van een paar millimeter tot vijf centimeter.
Wordt gebruikt voor periodieken met artikelen, essays, gedichten of andere geschriften door verschillende auteurs, meestal over een grote verscheidenheid van onderwerpen en bedoeld voor een algemeen lezerspubliek of over één specifiek onderwerp van interesse voor een algemeen publiek.
Verwijst naar de periode en cultuur van het hoog-paleolithische Europa, die is vernoemd naar de grot van Madeleine in de Franse Dordogne en die van ruwweg 17.000 jaar geleden tot 11.000 jaar geleden bestond. De cultuur kenmerkt zich door het ontstaan van permanente of seizoensnederzettingen, het gebruik van een grote verscheidenheid aan planten en dieren, onder andere door het gebruik van strikken en vallen, en de ingenieuze vervaardiging van werktuigen, decoratieve vormen en kunstvoorwerpen. Gereedschappen werden gemaakt van bot en steen en hebben geometrisch gevormde snijbladen. Er zijn ook andere werktuigen van bot en geweien, graveerijzers, naalden, schrapers, boren, snijbladen met achterkanten, harpoenen en bladvormige punten voor projectielen. De artistieke productie bestond uit monumentale inscripties en schilderingen in grotten, bewerken van botten werktuigen, beeldhouwwerk en juwelen. Het vroegere thema van dieren wordt tijdens deze periode voortgezet in de kunst, maar de stijl wijkt bij muurschilderingen af van eerder kunst door het levendige realisme, de expressieve houdingen en de geslaagde weergave van volume, en in andere, verplaatsbare werken door het verfijnde, gedetailleerde snijwerk en de ontwikkeling van samenhangende composities door de gezamenlijke weergave van meerdere dieren, zoals in een tafereel.
Lettertypen die relatieve lichte, dunne lijnen vooral gebruikt om onderscheid te maken met vet.
Een specie gebruikt voor metselwerk, waarin geen cementachtige materialen zitten en die slap, ruw of moeilijk uit te smeren kan zijn.
Stijlen en culturen uit Noord- en Noordwest-Afrika (in Europa voorheen bekend als Klein-Afrika of Barbarije) tussen de Atlantische Oceaan en Egypte, bestaande uit de kustvlakte en het Atlasgebergte van Marokko, samen met Algerije, Tunesië en soms ook Tripolitanië (in het huidige Libië). In recent gebruik verwijst de term specifiek naar de landen Marokko, Algerije en Tunesië als een sociale, politieke of economische eenheid.
De studie en beoefening van rituele activiteiten die zijn bedoeld om menselijke of natuurlijke gebeurtenissen te regelen of te beïnvloeden door middel van het oproepen van externe en onpersoonlijke mystieke krachten van buiten het gewone menselijke domein; kenmerkende rituele activiteiten zijn onder andere het gebruik van speciale voorwerpen en het uitspreken van bezweringsformules.
Schuifladders waarmee zeer hoge plaatsen kunnen worden bereikt. Vaak op een voertuig zoals een brandweerauto geplaatst.
In de Ethiopische cultuur, perkamenten rollen waarop diverse als talisman bedoelde afbeeldingen en teksten, veelal gebeden, worden geïnscribeerd, meestal door geestelijken tijdens complexe rituelen. De rollen zijn bedoeld voor gebruik bij genezingsceremonieën. Door zich op de rol te concentreren komen zieken in een genezingstrance die hen van hun ziekte moet verlossen; soms dragen ze de rollen ook een tijdje. De afbeeldingen op de rollen kunnen religieuze symbolen van joodse, christelijke of islamitische oorsprong zijn, of betrekking hebben op het verhaal van koning Salomon, maar afbeeldingen van leeuwen, vogels of abstracte talismanpatronen worden ook aangetroffen; het vaakst afgebeeld echter worden grote, kleurig uitgevoerde ogen.
Overheidspersonen die toezicht houden op de uitvoering van wetten.
Verwijst naar de cultuur van mesolithische werktuigen die is genoemd naar de archeologische vindplaats in het veen nabij het Deense Mullerup. De cultuur bestond in noordelijk Europa van circa 9.000 tot 5.000 v Chr. Het ontstond door een bosvolk dat zich na het terugtreden van de gletsjers langs de rivieren en meren vestigde en daar nieuwe gereedschappen ontwikkelde om in de veranderende omgeving te kunnen overleven. Deze gereedschappen waren stenen microlithen, bijlen, pijlen en bogen, vishaken, houten peddels, kano’s en visnetten. De artistieke activiteiten bestonden uit het aanbrengen van dessins op werktuigen en decoratieve objecten, zoals amuletten en hangers.
Voorwerpen die de eigenschap bezitten dat ze aantrekkingskracht uitoefenen op metaal en staal en een magnetisch veld om zich heen produceren.
Te gebruiken voor het zuivere metaalelement met het symbool Mg en het atoomnummer 12. Het is het lichtste metaal dat stabiel blijft onder normale omstandigheden en is zilverachtig wit van kleur. Ook te gebruiken voor het metaal wanneer het wordt bewerkt en gevormd om, meestal in combinatie met andere stoffen, verscheidene voorwerpen en materialen te maken.
Een bepaalde ruimte die wordt beïnvloed door magnetisme als gevolg van de aanwezigheid van magneten, stroomgeleiders en elektromagnetische golven.
Ultrasnel openbaar vervoer dat langs banen loopt met gebruik van verschillende typen supergeleidende apparaten, meestal met behulp van magnetische krachten en lineaire inductie.
Elektrische ovens die hoogfrequente elektromagnetische golven produceren en worden gebruikt voor het verwarmen of bereiden van voedsel.
Grote groenblijvende boom die meer dan 25 meter hoog kan worden en inheems is in het zuidoosten van de Verenigde Staten, in het gebied dat zich uitstrekt van de kust van Virginia tot Midden-Florida in het zuiden en het oosten van Texas en Oklahoma in het westen. Deze soort wordt op grote schaal gekweekt en er zijn wereldwijd meer dan 100 variëteiten. De boom waardeert men om zijn grote donkergroene bladeren en grote geurige witte bloemen. Het hout van de boom gebruikt men voor meubels, fineerhout en andere producten.
Orde van bloeiende planten met 5 families, 154 genera en ongeveer 3000 soorten. Tot deze orde behoren houtige struiken, klimplanten en bomen.
Wordt gebruikt voor paleizen in India, vooral die uit de islamitische periode.
Een jaarlijks hindoeïstisch feest ter verering van de god Shiva, dat wordt gevierd in de nacht voor nieuwemaan in februari of maart. Iedere maand weer is de dertiende nacht na nieuwemaan gewijd aan Shiva, maar in deze nacht van de maand Magha of Phalguna komen de devoties aan de godheid tot een climax. Tijdens dit feest wordt de nacht herdacht dat Shiva volgens de overlevering de Tandava heeft uitgevoerd, de hemelse dans van oerschepping, behoud en verwoesting. Tot de festiviteiten behoren het vasten, het om de drie uur aanbidden van Shiva en het zalven van de lingam, een fallussymbool dat het voornaamste zinnebeeld van Shiva vormt. De dag na de doorwaakte nacht wordt gevierd met uitbundige maaltijden en feestelijke markten.
Verwijst naar de versie van het boeddhisme die ontstond in India en zich heeft verspreid naar Centraal-Azië, China, Japan, het vasteland van Zuidoost-Azië, Java, Sumatra en Sri Lanka (Abhayagiri-klooster). Deze stroming wordt vaak de pan-Aziatische vorm van het boeddhisme genoemd, waarbij sprake is van breed geaccepteerde afwijkingen van de oorspronkelijke boeddhistische doctrine en benadering. Bij deze vorm van het boeddhisme wordt ervan uitgegaan dat er geen zelf en geen dharma's bestaan, en wordt het idee afgewezen dat de boeddha uitsluitend van een bepaalde elite (arhat) afstamt. In plaats daarvan wordt uitgegaan van het idee van de bodhisattva, iemand die een aangeboren aanleg heeft om boeddha te worden, een aanleg die in alle mensen aanwezig is. Bij deze vorm van het boeddhisme worden liefdadigheid en dienstbaarheid aan anderen als hoogste goed gewaardeerd. Verder wordt gestreefd naar innerlijke vrede en de ultieme wijsheid (prajna) door de opheffing van het zelf en een strijd om de ultieme werkelijkheid te bereiken.
Verwijst naar de periode van de heerschappij van Mahendravaman I van de Pallava-dynastie (late 7de tot late 8ste eeuw) die wordt gekenmerkt door een iconografisch ontwerp dat de wettiging van koninklijke macht door religie laat zien. Monumentale beeldhouwkunst uit deze periode wordt gekenmerkt door familietableaus die zijn samengesteld als allegorische verwijzingen naar goden. Deze periode wordt ook gekenmerkt door beeldhouwkunst in grotten waarin portiers of bewakers figureren die in reliëf zijn uitgesneden bij ingangen, cilindrische fallussymbolen in vierkante of octagonale voetstukken die godheid aanduidden en reliëfpanelen van hindoegoden. In deze periode werd in de beeldhouwkunst vooruitgang geboekt op het gebied van (verkort) perspectief: men nam meer vrijheid met betrekking tot de uitlijning met grondvlakken, met realistischere proporties als gevolg. De periode wordt ook gekenmerkt door de gangbaarheid van grotopschriften zoals muurinscripties en rotssnijwerken met heilige en literaire teksten in het Sanskriet. Hindoeïstische teksten maken deel uit van de rotsarchitectuur uit deze periode.
Verwijst naar de kunst en architectuur in de periode van de heerschappij van Mahmoed I, die regeerde van 1730 tot 1754. Tijdens zijn heerschappij bouwde hij verschillende fonteinen, waaronder de grote op India geïnspireerde fontein van Tophane. Onder zijn supervisie viel ook de Nuruosmaniye-moskee, die brak met de Ottomaanse traditie en die was gebouwd op basis van rechthoekige grondplannen in een meer westerse stijl.
Verwijst naar de stijl van architectuur die samenviel met de heerschappij van Mahmoed II (van 1808 tot 1839). Mahmoed maakte een eind aan de heerschappij van de janitsaren, wier reactionaire standpunten deels de militaire neergang van het Osmaanse rijk hadden veroorzaakt. Op artistiek gebied was hij een belangrijke factor bij het europeaniseren van de Osmaanse kunst en architectuur, door bouwwerken te laten neerzetten in barok- en rococostijl en de stijl van het neoclassicisme van het Frankrijk onder Napoleon. Zijn Nusretiye-moskee (moskee van de overwinning) werd gebouwd in de late barokstijl met golvende muren en grote open binnenplaatsen. Onder Mahmoed II werden hofkunstenaars naar Frankrijk gestuurd om wetenschappelijke teken- en schildermethoden en de principes van lineair perspectief aan te leren.
Algemene term voor mahoniehout van uitzonderlijk hoge kwaliteit.
Graangewas dat afkomstig is uit Amerika, maar in de zestiende eeuw werd geïntroduceerd in de rest van de wereld. Het is een hoge eenjarige grassoort met een stevige steel. De vrucht bestaat uit rijen eetbare pitten op langwerpige aren die aan de dikke steel groeien. Er zijn veel verschillende variëteiten met gele, rode, blauwe, roze en zwarte kolven, vaak met spikkels of strepen. Mais gebruikt men als voedsel voor mensen en dieren, als grondstof in de industrie, voor het maken van brandstof, maisolie, maissiroop, maizena, maisbloem en ethanol (whisky, benzine). De stengels gebruikt men als biomassa om brandstof te maken, maar ook voor systeemplafonds. Uit maiskolven sneed men vroeger tabakspijpen. De kolven en het vlies eromheen gebruikte men om poppen te maken.
Een vloeistof die bestaat uit moleculen van waterstof en zuurstof in een verhouding van 2 tot 1. In pure vorm is het kleur-, smaak- en reukloos. Het kan in gasvormige, vloeibare en vaste staat voorkomen. Op kamertemperatuur is het een vloeistof. Het is de vloeistof waaruit zeeën, meren en rivieren bestaan en die valt in de vorm van regen. Water is een van de meest overvloedige en essentiële verbindingen. Zonder water kan geen leven bestaan en het komt voor in vrijwel elk proces dat zich in de planten- en dierenwereld voltrekt. Een van de belangrijkste eigenschappen is de mogelijkheid om andere stoffen op te lossen. De veelzijdigheid van water als oplosmiddel is van essentieel belang voor levende organismen. De term 'water' wordt meestal gebruikt om te verwijzen naar de vloeibare vorm van deze verbinding. Gebruik 'ijs' en 'waterdamp' voor respectievelijk de vaste vorm en de gasvorm.
Verwijst naar een van de drie hoofdfasen van de Gansu-cultuur, die dateert uit circa 3300 tot circa 2100 v. Chr. De Majiayao-cultuur omvatte het westen van de provincie Gansu en het oosten van de provincie Qinghai; de naam is ontleend aan een vindplaats in het gewest Lintao in Gansu die van 1921 tot 1923 is uitgegraven door de Zweedse archeoloog Johan Gunnar Andersson. Typerend voor aardewerk uit de Majiayao-fase zijn potten en kommen van fijne kleibrij met zwart decor geschilderd in zijdeglans op een gele of rode ondergrond. Kenmerkend voor dit aardewerk zijn de brede, kromlijnige vormen met telkens een centraal geplaatste stip of afgewisseld met golvende lijnen of kruisarceringen. Deze vormen worden met name aangetroffen op potten en urnen. Ook werden vormen toegepast als dikke zigzaglijnen en motieven zoals kikkers, vogels en dansende menselijke figuren. Daarnaast zijn er ornamenten van been, stenen en benen gereedschappen, en speelgoed zoals aardewerken rammelaars opgegraven. Het schaarse bronswerk uit deze periode was niet van economisch belang.
Verwijst naar aardewerk met tinglazuur, met name aardewerk dat werd vervaardigd in Italië. De term verwees oorspronkelijk naar het eiland Mallorca (of, volgens een alternatieve theorie, naar Malaga), en sloeg alleen op Spaans-Moors lustrewerk; maar sinds de 16de eeuw verwijst de term vooral naar Italiaans aardewerk met tinglazuur en imitaties van het Italiaanse aardewerk. Het wordt gekenmerkt door schilderingen van hoge kwaliteit, uitgevoerd in verschillende kleuren in het droge maar nog niet gebakken tinglazuur, in het algemeen met een bovenlaag van doorzichtig loodglazuur. De gebruikte kleuren zijn gewoonlijk beperkt tot kobaltblauw, kopergroen, mangaanpaars, antimoniumgeel en ijzerrood, waarbij het tinglazuur voor een witte kleur zorgde. Wanneer wit wordt gebruikt voor de schilderingen, wordt het aangebracht op een blauwachtig-witte glazuurlaag of een blauwe basislaag. Het metaalglazuur heeft gewoonlijk een gouden kleur die het resultaat is van een zilver- of paarlemoereffect.
Klassieke diermotieven van Indiase oorsprong die algemeen ingang vonden in de Aziatische kunst, met afbeeldingen van een fabeldier samengesteld uit delen van een krokodil en een olifant, waarbij lofwerk een gekrulde staart moet voorstellen. Dit motief fungeert vaak in de architectuur, doorgaans in combinatie met lateien bij vrijstaande poorten gedragen door bewerkte zuilen op een gegoten voet.
Geïmproviseerde of provisorische objecten, met name objecten die zijn gemaakt om oude, kapotte of afgedankte voorwerpen een nieuwe functie te geven. Meestal gaat het om kleding, meubels of huishoudelijke artikelen, bijvoorbeeld een nieuw kledingstuk dat is gemaakt van oude kledingstukken of een kapot stuk spiegel dat in een nieuwe lijst wordt geplaatst. De term is te onderscheiden van 'spolia', wat verwijst naar oudere architectonische materialen (bijv. oude zuilen of gravures) die in een nieuwe constructie zijn ingebouwd (bijv. een middeleeuws gebouw).
Oudegyptische lepelvormige houders die gebruikt werden om make-up in te bewaren en bereiden. Deze houders werden gemaakt uit verscheidene materialen, zoals hout, albast of ivoor, en vaak gebeeldhouwd naar of versierd met symbolische beeldtaal.
Tussenpersonen die voor een vergoeding of commissie bemiddelen tussen kopers en verkopers over aan- en verkoopcontracten. Het verschil met 'commissionairs' is dat makelaars het te verhandelen object niet fysiek overnemen of in eigendom krijgen.
Gebinten met twee verticale stijlen tussen de dakspanten en de bintbalk. De boeneinden van de verticale stijlen zijn verbonden door middel van een koppelstuk.
Te gebruiken voor personen die zelf voorwerpen creëren of construeren, voornamelijk als beroep of vak. Gebruik 'fabrikanten' voor industriëlen die een fabriek bezitten of leiden. Gebruik 'vakmensen' voor personen die een beroep of vak uitoefenen dat te maken heeft met handvaardigheid of artistieke vaardigheid.
Vakmensen die kleine stukjes van een bepaald materiaal invoegen in een groter oppervlak van een ander materiaal, zodat er een patroon ontstaat.
Een verzameling decoratieve technieken die betrekking hebben op het aanbrengen van gekleurde poeders op lakwerk. De letterlijke betekenis is 'besprenkelde afbeelding'. Het goud, zilver of gekleurd pigment wordt aangebracht wanneer de lak nog vochtig is. Deze technieken waren zeer populair tijdens de Heian-periode (794-1333), toen dit de meest gebruikte methode was voor het versieren van Japans lakwerk. Ze worden vaak samen met 'kirikane' gebruikt.
De derde fase van de productie van bladgoud met de hand; stapels kleine gouden vierkantjes, die uit de ’shoders’ komen en in kleinere stukken zijn gesneden, met tussen de bladen goudslagersvlies en bij elkaar gebonden met perkamentstroken. De stapeltjes worden vervolgens met de hand platgeslagen om bladgoud te maken.
Snoeren of festoenen van kralen die gebruikt worden in het hindoeïsme, sikhisme en het Mahayana-boeddhisme. Ze kenmerken zich doordat ze uit 108 kralen bestaan, vaak uit hout of been zijn gemaakt en gebruikt worden als hulpmiddel bij het herhaald uitspreken van een mantra of van gebeden. Een mala kan ook een beschermende functie hebben voor de drager.
Een belangrijk carbonaaterts en een kopererts van weinig betekenis, dat wordt gebruikt voor het maken van siervoorwerpen.
Een synthetische organische verfstof op basis van aniline (een trifenylmethaan zout) die vanwege de groene kleur is vernoemd naar het mineraal malachiet. Het werd in 1877 voor het eerst gemaakt door Dobner en Fisher. Het wordt gebruikt voor het verven van onbewerkte zijde, wol, jute en leer, voor het verven van katoen na het beitsen, bij chemische tests voor het opsporen van zwaveligzuur en cerium, als een indicator op zuurbasis en voor het doden van parasieten en schimmels in aquaria.
Beschrijft kunstwerken die zijn vervaardigd door de bewoners van het eiland Malaita. De bevolking van Malaita is bekend vanwege het creëren van figuren met zowel menselijke als dierlijke kenmerken, zoals een haai met armen en benen. De bevolking van Malaita maakte weliswaar figuren in deze stijl, maar de stijl van de zuidelijke eilanden is overwegend naturalistisch qua proporties en detaillering.
De Malanggan-stijl beschrijft een type figuratief houten beeldhouwwerk, snijwerk of masker met een verhalende ceremoniële functie dat afkomstig is uit Nieuw-Ierland, een eiland bij Papoea Nieuw-Guinea. De Malanggan-kunst bestaat uit één stuk zacht hout dat is gegraveerd, meestal in ajourwerk, en dat rood, zwart, geel of wit is beschilderd. Het snijwerk bevat verwijzingen naar specifieke personen, dieren en historische gebeurtenissen die een rol in het leven van de overledene hebben gespeeld. Er zijn talloze Malanggan-motieven bekend.
Beschrijft werken die zijn vervaardigd door de bewoners van het eiland Malekula.
Stroken maliënkolder, meestal aan één kant wijd uitlopend, bij de schouder gedragen op militaire uniformen om uitrusting op haar plaats te houden of ter aanduiding van rang of eenheid; vooral gedragen door Britse cavalerie-eenheden in de 19de eeuw.
Algemene term voor elke laag groeiende boom of andere houtachtige plant die uit de basis meerdere stammen produceert. De term wordt ook specifiek gebruikt voor de kreupelhout vegetatie in het zuiden van Australië die bestaat voornamelijk uit houtachtige struiken en bomen van het geslacht Eucalyptus.
Constructies die bestaan uit een draaiend rond platform met zitplaatsen, vaak in de vorm van paarden of andere dieren waarop mensen kunnen rijden, meestal onder begeleiding van mechanische of opgenomen muziek.
Orde van ongeveer 16.000 soorten gevarieerde bloeiende planten die zijn onderverdeeld in 32 tot 42 families.
Noord-Amerikaanse boomsoort die 10 meter hoog kan worden, met witte of roze bloemen in de zomer en kleine appelachtige bessen in de herfst. De soort komt voor in verschillende variëteiten.
Verwijst naar een 17de-eeuwse Indiase school van Rajasthan-miniatuurschilders, met als voornaamste centra Malwa en Bundelkhand (in de tegenwoordige staat Madhya Pradesh). Vanwege de geografische verspreiding wordt de stijl soms omschreven als Centraal-Indiase schilderkunst. De Malwa-schilderkunst wordt meestal als vrij behoudend en sober beschouwd: vlakke composities, vaak met een donkere achtergrond, een in registers ingedeelde ruimte en figuren die tegen massieve kleurvlakken zijn geschilderd, met een helder geschilderde architectuur. De stijl wordt vaak als archaïsch beschouwd, maar vormde wel een stevig gewortelde traditie. Geleerden onderscheiden twee stijltypen, stijl A en stijl B, waarbij de latere stijl Mogolinvloeden verraadt. Vanaf 1690 raakte de Malwa-school in verval, maar wel beïnvloedde de stijl de schilderscholen in naburige regio's.
Verwijst naar een subgroep Veneto-Saraceense metaalproducten die het grootste deel van dergelijke objecten omvat. De ontwerpen zijn verwant aan het mammeluk metaalwerk uit het einde van de 15de eeuw, en zijn middelpuntzoekend of in concentrische ringen gegroepeerd. De motieven zijn typisch mammeluk, met afwisselende knopen, gedraaid touw en latwerk met driepassen, ontleend aan de kalligrafie. Geen van de objecten in deze groep is gesigneerd, maar vaak dragen ze Noord-Italiaanse en met name Venetiaanse heraldische wapens. Hoewel ze niet voldoende specifieke informatie over de eigenaars bieden, vormen ze wel een bewijs van de nauwe diplomatieke en commerciële banden die tussen de mammeluks en Venetië bestonden.
Verwijst naar de kunst en architectuur die is verbonden met de mammelukken, een krijgerskaste die Egypte en Syrië regeerde vanaf ongeveer 1250 tot de vroege 16de eeuw, en die in het Midden-Oosten meer dan 700 jaar invloedrijk en machtig is geweest. Mammeluk-architectuur was in wezen conservatief en niet erg vernieuwend, maar wel rijk en over het algemeen van zeer hoge kwaliteit. Mammeluk-architectuur wordt gekenmerkt door het gebruik van zeer fijn afgewerkte minaretten, enorme façades en portalen, en de tendens om structuren voor verschillende toepassingen te bouwen in een enkel complex. Begunstigers bouwden hun belangrijke monumenten gewoonlijk ook dichtbij elkaar. De mammelukken staan ook bekend om hun technische virtuositeit in stenen constructies; metselaars gebruikten verschillend gekleurde stenen op de oppervlakken van gebouwen. Er zijn bijna 3000 belangrijke mammelukmonumenten bewaard gebleven of bekend gebleven via teksten; de meeste monumenten in de oude wijken van Caïro, Damascus, Tripoli en Aleppo zijn mammeluks, evenals de meeste monumenten op de Haram ash-Sharif in Jeruzalem, buiten de Rotskoepel. Net als architectuur bereikten ook de overige kunsten van de mammelukperiode een hoog niveau van technische perfectie, maar staan ze niet bekend om hun originaliteit; er bestaan wel bezienswaardige voorbeelden van ingelegd metaalwerk, kalligrafie, moskeelampen en houten objecten.
Verwijst naar de stijl in de kunst die bloeide in de tweede helft van de 10de eeuw in Scandinavië en in Scandinavische nederzettingen elders in Europa. De stijl is genoemd naar een ingelegde bijlkop die in Mammen, Denemarken, werd gevonden. De stijl kenmerkt zich door het gebruik van specifieke motieven gebaseerd op West-Europese prototypen, maar aangepast aan de Scandinavische smaak. Binnen de stijl wordt het vroegere Scandinavische slangenmotief nog steeds gebruikt, en worden min of meer naturalistische dieren geïntroduceerd, waaronder leeuwen en vogels, krulmotieven van planten, golvende omtreklijnen en composities die meestal bestaan uit asymmetrische krullen en één of twee grote motieven die een paneel vullen met abrupte knikken en draaiingen.
Enorm grote boomsoort die al honderden of duizenden jaren bestaat in Californië en Oregon (Verenigde Staten), in verspreide groepen op de westelijke hellingen van de Sierra Nevada Range op een hoogte van 900-2600 meter. Het is de enige levende soort van zijn genus.
Te gebruiken in algemene zin voor het organiseren, leiden en uitvoeren van de activiteiten van een persoon, groep, organisatie of onderneming en het beheer van de menselijke en materiële hulpmiddelen; belangrijk is vooral het toepassen van richtlijnen in plaats van het formuleren daarvan. Gebruik 'bestuur' wanneer het in de eerste plaats gaat om het formuleren van het beleid.
Te gebruiken voor personen die de leiding hebben over een divisie, project of gedeelte van een instituut of bedrijf. Te onderscheiden van 'directeuren', waarmee wordt verwezen naar officiële hoofden van hele organisaties.
Houten koffers waarin de heilige altaartabletten van de Ethiopisch-orthodoxe kerk worden bewaard; ze doen bij tijden ook dienst als altaartafel.
Plooien of banden die dienst doen als versiering of afwerking aan het uiteinde van een mouw, broekspijp, de bovenrand van een laars en dergelijke; ze zijn gemaakt als aparte onderdelen en worden gedragen met, of bevestigd aan, kleding of kledingaccessoires, of vervaardigd als vast onderdeel van kleding of kledingaccessoires.
In het algemeen, geometrische motieven, vaak rond en symbolisch voor het universum, geschikt voor eindeloze variatie en betekenis in verschillende media.
Zuilenhallen of veranda-achtige structuren die deel uitmaken van Noord-Indiase hindoetempels. Ze kunnen rechtstreeks in verbinding staan met het heiligdom, naar tussenruimten leiden of volledig los staan van het heiligdom zelf.
Flessen omhuld met gevlochten tenen, hout of ander beschermend materiaal, met een volume tussen de 4 en 75 liter; bedoeld om agressieve vloeistoffen, zuren, of gedistilleerd water te bevatten. Gebruik 'demi-johns' voor hetzelfde soort grote flessen omhuld met gevlochten tenen die bestemd zijn voor niet-agressieve vloeistoffen.
Verwijst naar een regionale school van Pahari-miniatuurschilderkunst met als centrum de staat Mandi in de Beasvallei in het heuvelgebied van Punjab. De Mandi-schilderkunst stond aanvankelijk nog onder invloed van de Mogols maar kreeg een eigen karakter onder Raja Sidh Sen (heerste van 1684-1727), die zich persoonlijk met de nieuwe stijl ging bemoeien. De Mandi-schilderkunst uit deze periode wordt vaak gekenmerkt door brede, krachtige lijnen, een ingetogen palet en eenvoudige composities met drie horizontale registers. De vitale, krachtige beeldhouwkunst uit deze periode zou een belangrijke invloed hebben uitgeoefend op de weergave van figuren in de schilderkunst. Kenmerkend zijn de krachtige gelaatstrekken, opvallend grote hoofden en handen, en doorgaans standbeeldachtige figuren. Shiva is een geliefd thema, aangezien Sidh Sen deze godheid aanbad. Shiva, Devi en tantrische thema's waren populairder dan de literaire thema's die zo kenmerkend zijn voor veel ander Pahari-werk. Een latere fase van de Mandi-schilderkunst begon rond 1805 en wordt geassocieerd met de kunstenaar Sajnu uit Guler. De werken die hij voor Raja Ishwari Sen schilderde, worden gekenmerkt door gebogen en zwaar geornamenteerde randen, volle, gedetailleerde composities en enigszins scheef geplaatste gebouwen en figuren.
Mandolines met basbereik.
Tokkelinstrumenten met toets, sleutelkast en een ronde klankast die of gesneden is uit een enkel stuk hout dat geleidelijk overgaat in hals en sleutelkast, of is opgebouwd volgens een luitachtige constructie.
Mandolines met alt-tenorbereik en vier tot acht dubbele snaren.
Amandelvormige lichten, aura's of een reeks lijnen rond het geheel van een heilige figuur, in het bijzonder in de boeddhistische en christelijke beeldspraak.
Verwijst in het algemeen naar Japanse stripverhalen. Men gebruikt de term ook voor Japanse animatiefilms, die ook wel animes worden genoemd. Veel animes zijn gebaseerd op manga's, maar het is een aparte kunstvorm. Manga's gaan onder meer over sport, liefde, seksualiteit en historische gebeurtenissen. Doorgaans zijn het een soort komedies, soapopera's of fantasy-, mystery- of horrorverhalen. Vaak zijn ze zwart-wit, met alleen de voorpagina of de eerste paar pagina's in kleur. Vaak worden de gezichtsuitdrukkingen van de personages overdreven weergegeven en de ogen relatief groot getekend.
Messing dat ijzer en mangaan bevat; wordt vanwege zijn hardheid en kristallijne structuur een brons genoemd.
Beschrijft werken die zijn vervaardigd door het Mangaia-volk op het eiland Mangaia. Het Mangaia-volk is bekend om het K-motief, dat in alle gedecoreerde objecten werd ingesneden en bestond uit een dicht kruisarceringspatroon in combinatie met zigzagvormen en concentrische ruitvormen.
Beschrijft werken die zijn vervaardigd door het Mangareva-volk. Er zijn nog maar weinig Mangareva-kunstwerken bewaard gebleven, aangezien de meeste in de 19de eeuw op last van missionarissen zijn vernietigd. De weinige nog resterende beeldhouwwerken en fragmenten laten zien dat de Mangareva-figuren rechthoekige contouren hadden.
Grote boom die inheems is in Oost-Azië, Myanmar (Birma) en de Indiase staat Assam. Waarschijnlijk is de boom al rond 2000 v.Chr. in India gedomesticeerd. Daarna is de boom in de vijfde eeuw v.Chr geïntroduceerd in Oost-Azië. De boom produceert zoete oranje steenvruchten, een van de belangrijkste en meest geproduceerde vruchten in de tropen. De grootte van de vrucht hangt sterk af van de variëteit. Er zijn mango's die even groot zijn als pruimen, maar ook mango's die ruim twee kilo wegen.
Verwijst naar een Afrikaanse cultuur waarin stenen werktuigen werden gemaakt, uit het pleistoceen en genoemd naar de archeologische vindplaats bij Magosi in het noorden van Oeganda. Kenmerkt zich door de geavanceerde levalloisien-techniek die werd gebruikt voor het vervaardigen van steensplinters waarmee andere gereedschappen werden gemaakt, zoals punten voor projectielen, en een ponstechniek voor het vervaardigen van microlithische voorwerpen.
Familie met één genus schubdieren. De rug van de dieren is bedekt met grote, overlappende schubben. De schubben zijn vergroeide haren.
Verwijst naar een stijl en een periode in die ongeveer vanaf de jaren 1520 tot 1590 zich voornamelijk in Rome ontwikkelde en zich daarna verspreidde elders in Europa. De stijl wordt gekenmerkt door een distantiëring van het klassieke ideaal van de Renaissance en creërde een gevoel van fantasie, experimenten met kleuren en materialen, en een nieuwe menselijke vorm van langgerekte, bleke, overdreven elegantie. Periode 1565-1630
Verwijst naar een type zwart- of roodfigurige vaasbeschildering met een zeer karakteristieke tekenstijl; maniëristische vazen hadden meestal een grote omvang, zoals amfora's, colonettenkraters, pelikai en hydriae. De benaming werd ontleend aan de aanduiding van 16de-eeuwse Italiaanse schilders. Tot de zwartfigurige schilders die in deze stijl werkten, behoorden de Affecter en Elbows-Out, die beiden in het derde kwart van de 6de eeuw v. Chr. actief waren. Deze benamingen waren door Beazley bedacht om te verwijzen naar hun stijve, ‘gekunstelde’ stijlen, die werden gekenmerkt door ongewone proporties en onnatuurlijke gebaren. Roodfigurige maniëristische vazen uit de vroeg-Klassieke periode hebben minder uitgesproken kenmerken; de Pan-schilder wordt als de begaafdste van alle roodfigurige maniëristen beschouwd.
Formele, schriftelijke afkondigingen die worden uitgevaardigd door een vorst of door de uitvoerende autoriteiten van een staat of een natie, en waarin, bijvoorbeeld, de motieven voor een oorlogsverklaring, of een andere internationale actie bekend worden gemaakt. Wordt ook gebruikt voor openbare verklaringen of proclamaties van politieke, sociale, artistieke of andere beginselen.
Genus van ongeveer 160 soorten bloeiende planten die inheems zijn in de tropische gebieden van Amerika, maar ook worden verbouwd in West-Afrika en elders vanwege hun eetbare zetmeelrijke knollen.
Lange, nauwe sierbanden met over het algemeen franjes aan beide uiteinden die over de linkerarm dicht bij de pols worden gedragen door priesters, diakens en onderdiakens.
Verwijst naar een regionale school van Pahara-miniatuurschilderkunst die wordt geassocieerd met de staat Ramkot, de kleinste staat in het heuvelgebied van Punjab. Halverwege de 17de eeuw werd de van de Mogols afkomstige portretkunst geïntroduceerd in Mankot, onder keizer Shah Jahan, en de portretkunst zou een belangrijke rol blijven spelen voor de Mankot-schilders. Vroegere schilderijen hadden een overwegend decoratief karakter, maar vanaf het begin van de 18de eeuw kwam de nadruk te liggen op het dramatische aspect van het afgebeelde. In Mankot-schilderijen valt soms iets van de vervorming uit de Basohli-schilderkunst te herkennen. Ook invloeden uit Nurpur, Jammu en Chamba werden geïntegreerd door de Mankot-schilders, met name bij de weergave van gezichten. In de 19de eeuw verloren Mankot en andere vorstendommen hun zelfstandigheid en raakte de stijl in verval.
Verwijst naar mannelijke personen vanaf jonge volwassenheid tot gevorderde leeftijd.
Instrumenten die zijn ontworpen om het verschil in de hoeveelheid druk van twee vloeistoffen te meten en die meestal bestaan uit een U-vormige buis met een vloeistof erin.
Gebroken daken waarvan alle vier de zijden hellen, meestal ter overkapping van bewoonbare ruimtes en daarom uitgerust met dakkapellen.Rdmz: Dak met steile ondervlakken en licht hellende bovenvlakken, gebroken kap. VWB.
Wordt gebruikt voor rustplaatsen langs oude Romeinse of Byzantijnse wegen (gedurende de 7e eeuw), meestal een dagreis van elkaar verwijderd en bedoeld als plaatsen om te overnachten; aanvankelijk vooral bedoeld voor keizerlijke gezelschappen. Gebruik 'mutationes' voor tussenliggende rustplaatsen langs deze routes.
Losse, lange sleep van luxe materialen die men sinds begin 19e eeuw verplicht was te dragen bij belangrijke gelegenheden aan het hof, als toevoeging aan een galajapon. Bevestiging rondom de taille of met kleine bandjes om de schouders.
Een cape-vormige, mouwloze mantel die tot aan de knieën reikt en werd gedragen over het rochet. De vorm is een volledige cirkel. De armen staken door twee spleten aan de voorzijde. De mantelletta duidt op de jurisdictie van de dragers: kardinalen en bisschoppen.
Losvallende vrouwenkledingstukken die open zijn aan de voorkant, met een geplooid en nauwsluitend lijfje, zeer korte mouwen en aangenaaide manchetten, met een ceintuur rond het middel en de langse sleep rond de heupen gedrapeerd om de voorkant van de onderrok te tonen. Gedragen omstreeks 1700.
Beschrijft de diverse soorten kunstwerken die zijn vervaardigd door de bewoners van de Manuseilanden. De kunstwerken van de bevolking van Manus bestaan hoofdzakelijk uit houtsnijwerk van menselijke figuren, meestal in combinatie met krokodillen en vissen. Ook werden er houten bedden vervaardigd door de Manus; Manusbedden waren de enige grote meubels die in Melanesië werden geproduceerd.
Middelgrote veelvormige groenblijvende Caraïbische boom die voornamelijk voorkomt op de zandstranden in het Caraïbische gebied en langs de Golf van Mexico. De boom kan 12 meter hoog worden. Alle delen van de boom zijn giftig. Het latex is zeer bijtend en de aantrekkelijke, zoet geurende appelachtige vrucht heeft herhaaldelijk geleid tot vergiftiging bij Spaanse conquistadores die schipbreuk hadden geleden, en bij hedendaagse toeristen. De manzanillaboom is zo giftig dat de rook van het brandende hout irriterend is voor de ogen. Het latex uit de bladeren en de schors veroorzaakt huidontstekingen. Caraïbische indianen gebruikten het sap om hun pijlen giftig te maken.
Hout van de gelijknamige groenblijvende boom die in het Caribisch gebied groeit, en dat soms voor meubels wordt gebruikt. De boom zelf en de vruchten, die op appels lijken, zijn uiterst giftig.
Beschrijft de diverse soorten kunstwerken die zijn vervaardigd door de Maori-gemeenschap, de oorspronkelijke bewoners van het tegenwoordige Nieuw-Zeeland. Tot de meer gespecialiseerde kunstvormen van de Maori behoren architecturale ornamenten, tatoeages, bewerking van hondenhuid, het weven met veren en het ontwerpen van wapens. Sinds de kolonisatie van de eilanden is de Maori-kunst ingrijpend veranderd.
Verwijst naar geïllustreerde landkaarten op schaal.
De duidelijkste uitdrukking van de apocalyptische denkwijze in het Japanse boeddhisme. Deze derde en laatste fase van het boeddhisme zou zijn begonnen in 1052. Men veronderstelt dat tijdens dit einde van de boeddhistische leer het boeddhisme degenereerde tot het moment dat de leer nog wel bestaat, maar niet meer wezenlijk wordt gepraktiseerd. Dit religieuze pessimisme en de voorbereiding op het einde der tijden leidde tot een opleving van kunstopdrachten tijdens het laat-Heian op terreinen als beeldhouwkunst, kalligrafie, schilderkunst en de bouw van tempels. De opdrachten kwamen van rijke aristocraten, die hoopten op verlossing door Amitābha eerbetoon te brengen.
Weergaven of kopieën van een object die groter of kleiner zijn dan de feitelijke grootte van het weer te geven object, en waar bij de vervaardiging de exacte onderlinge verhoudingen zijn gehandhaafd. Een schaalmodel is meestal kleiner dan het origineel en wordt gebruikt ter illustratie van het object, als speelgoed of verzamelobject, of als hulpmiddel bij het construeren van het object op volledige grootte. Schaalmodellen kunnen één- of tweedimensionaal zijn. Schaalmodellen worden meestal vervaardigd op basis van een standaardschaal voor het betreffende product. Zo bestaat voor modeltreinen de populaire H0-schaal (schaal 1:87), voor scheepsmodellen is een schaal van 1:500 gangbaar en bij meubilair voor een poppenhuis een schaal van 1:12.
Kleine, grove, driedimensionale schetsen voor beeldhouwwerken. Gebruik 'bozzetti' voor meer gedetailleerde ontwerpen voor beeldhouwwerken.
Te gebruiken voor islamitische geestelijken in Afrika die fungeren als geestelijk leiders, onderwijzers en mystici, en als leiders van de gemeenschap.
Ratels van een kalebas met een natuurlijk handvat, ovaal en gevuld met gedroogde zaden, kiezelsteentjes, kralen, hagel of andere ratelende stukjes. Er komen ook imitaties van hout, klei, bakeliet of metaal voor, gebruikt in paren; Zuid- en Centraal-Amerika.
Wordt gebruikt voor Oost-Polynesische religieuze constructies met diverse vormen, van kleine stenen platforms tot eenvoudige stenen omheiningen en tempelachtige bouwwerken. Gebruik 'heiaus' voor soortgelijke bouwwerken op Hawaï.
Genus van ongeveer twintig soorten laaggroeiende groenblijvende planten die inheems zijn in de tropische gebieden van Zuidwest-Azië, West-Indië en elders.
Familie van ongeveer 30 genera en 350 soorten bloeiende planten, afkomstig uit Afrika, hoewel dat niet het centrum van hun huidige verspreidingsgebied is. De soorten vindt men in de meeste tropische gebieden van de wereld, behalve in Australië.
Kunstmatig gemaakt marmer dat wordt gebruikt bij het gieten van standbeelden of kleine ornamentele objecten.
Verwijst naar een vroegchristelijke gnostische beweging die in de 2de en 3de eeuw rivaliseerde met het katholieke christendom. De stichter van de beweging, Marcion (overleden circa 160), verkondigde het dualistische geloof dat de God van het Oude Testament niet dezelfde was als de God van het Nieuwe Testament en dat het Oude Testament geen christelijk boek was. Omdat er volgens hem geen verband was tussen het christendom en het jodendom vond hij dat het Nieuwe Testament moest worden gezuiverd van alle joodse elementen. Marcion zette een groot aantal ascetische gemeenschappen op en stelde de eerste bekende canon van geschriften samen. De meeste marcionisten waren tegen het eind van de 3de eeuw opgegaan in het manicheïsme. De term wordt soms meer algemeen gebruikt om te verwijzen naar het opzettelijk of minzaam negeren van het Oude Testament binnen het christendom.
Verwijst naar de Middeleeuwse periode en stijl die wordt toegeschreven aan de Marcomanni, een Germaanse stam van de Suebi-groep, die een machtige confederatie van stammen opbouwde in Bohemen. De term wordt met name gebruikt om te verwijzen naar de migratie van de Marcomanni naar de vallei van de rivier de Main, van de 1ste tot de 5de eeuw n. Chr. Hier stonden zij bekend onder de naam Baiuwari of Beierse bevolking.
Gemaskerde mannelijke Afro-Amerikanen, meestal uit het arbeidersmilieu, die zingen, dansen en optochten houden en zich organiseren in officieuze groepen of 'stammen' voor de Mardi Gras-parade en St. Joseph's Day-parade in New Orleans. De kostuums bestaan uit hoofdtooien met grote veren, schoenen in moccasinstijl en schorten met opgenaaide patronen, waarbij materiaal wordt gebruikt als lovertjes, kunstdiamant, glaskralen, fluwelen linten en struisvogelpluimen.
Pleistertroffels waarvan de randen omhoog staan. Worden gebruikt om pleister in hoeken af te werken.
Verwijst naar de periode aan het begin van het tweede millennium v. Chr. in Mesopotamië, toen de stad Mari een bloeiperiode beleefde.
Verwijst naar een christelijk feest dat meestal wordt gevierd op 2 februari, of 40 dagen na Kerstmis. Op deze dag wordt herdacht dat Maria de Tempel in Jeruzalem bezocht, 40 dagen na de geboorte van Jezus (Lucas 2: 22-39). Overeenkomstig de joodse wetten werd Maria gereinigd en bood ze haar zoon als eerstgeborene aan God aan. In de rooms-katholieke kerk heeft dit feest tegenwoordig 'Opdracht van de Heer in de tempel', in de anglicaanse kerk 'Opdracht van Christus in de tempel'. Hypapante, zoals dit feest in de Griekse kerk wordt genoemd, betekent 'ontmoeting' en verwijst naar de ontmoeting van Jezus met Simeon en Anna in de Tempel. De vroegste verwijzing naar het feest stamt uit het einde van de 4de eeuw, uit Jeruzalem. De viering verspreidde zich al snel naar de steden van het Midden-Oosten, maar in het westen ging het minder snel. Justinianus I verordende in 542 dat het feest op 2 februari moest worden gevierd. In Rome werd Maria-Lichtmis vermoedelijk al vóór het pontificaat van paus Sergius I (687-701) ingesteld, en de processie lijkt daar haar oorsprong te hebben, wellicht zelfs voor het feest zelf ingang had gevonden. In de westerse kerk stond de verering van Maria centraal (tot aan de kalenderhervorming van 1969), terwijl het in de oosterse kerk op die dag vooral om de Christusverering ging. De naam Maria-Lichtmis verwijst naar de traditie die in de 5de eeuw ontstond en waarbij kaarsen worden aangestoken tijdens het feest. In het westen symboliseert de processie met de kaarsen Christus als zijnde het licht van de wereld, en zijn presentatie in de Tempel.
Beschrijft werk dat werd vervaardigd door de bewoners van de Marianen-eilandengroep. In de 17de eeuw hebben Spaanse veroveraars vrijwel alle kunst van de inheemse bevolking verwoest.
Twee ruggelings tegen elkaar geplaatste Mariabeelden omgeven door stralen in een krans van rozen. Maria houdt het Kind in de armen, staat op wolken, of staat, naar het visioen van Johannes (Apocalyps 12:1-6) op de maansikkel en vertrapt de slang. Het van oorsprong laatmiddeleeuwse Marianum hangt af van het gewelf van de kerk, zichtbaar voor de geestelijkheid in het koor en het kerkvolk in het schip.
Tak van de biologie die zich bezighoudt met levensvormen die in zee en op de kust leven, en met de omgevingskenmerken die deze levensvormen beïnvloeden.
Wordt gebruikt voor allerlei gebieden die permanent worden beschermd. Hierbij kan het gaan om stukken land die in contact staan met de zee, maar ook om overstroomde gebieden, zeebeddingen of gebieden die dichtbij een kust zijn drooggevallen.
Slaginstrumenten, in allerlei plaatselijke varianten met een bereik van 4 octaven. De klankbodems bestaan uit kalebassen of metalen buizen onder de claviaturen; Afrika, Latijns-Amerika.
Marineblauwe gebreide hoofddeksels, door matrozen van de Amerikaanse marine gedragen bij guur weer.
Te gebruiken voor overnaads gebouwde scheepsboten, meestal 7 tot 11 m lang, over het algemeen van twee roeibanken voorzien.
Marinebases waar oorlogsschepen worden gebouwd, hersteld, gedokt of omgebouwd door civiele ingenieurs en arbeiders en die worden beheerd door genie-officieren.
Musea die zijn gewijd aan de zee in het algemeen, navigatie of scheepvaart; te onderscheiden van 'scheepvaartmusea' die zich bezighouden met de marine, oorlogsschepen of schepen in het algemeen.
Tak van de geschiedenis die zich bezighoudt met alle aspecten van de zeevaart op elk vlak zoals handel, verkenningsreizen, oorlogvoering en cultuur.
Pennen die uitwisbare gekleurde inkt bevatten en een verscheidenheid van puntige of stompe punten gemaakt van vilt, nylon of vezels.
Zilveren munten van Zweden en Noord-Duitsland die vanaf de 16e eeuw worden uitgegeven. Vanaf de 19e eeuw Duitse munten van verscheidene metalen en denominaties.
Bezigheid waardoor het overdragen van een recht op of het bezit van goederen of het verschaffen van diensten van verkoper naar koper wordt bewerkstelligd, inclusief adverteren, vervoer, opslag en verkoop.
Half vrijhangende of hangende, metalen of metaal met glazen overkappingen boven de ingangen van gebouwen; in de 19e en 20e eeuw gangbaar voor luifels boven theateringangen. Gebruik 'luifels (bouwkundige elementen)' voor kleinere overkappingen van ingangen.
Wordt gebruikt voor verbrede straten, buurt- of stadspleinen of andere meestal openbare ruimten waar kraampjes en stalletjes kunnen worden opgebouwd voor verkoop.
Constructies die zijn gebouwd of die worden gebruikt om een markt in onder te brengen; de term wordt gewoonlijk gebruikt voor relatief kleine, traditionele gebouwen in een historisch stadscentrum.
Gebruik voor bouwwerken op verhoogde platforms en eindigend in de vorm van een kruis, opgericht op de marktplaats van stad en gebruikt voor de publieke mededelingen en markttreglementen. Soms ook als symbool voor het verkrijgen van marktrechten.
Weegschalen die zijn bedoeld voor gebruik in marktstallen of op marktpleinen.
Uitstekende en meestal versierde randen van een bord of schaal, die reiken van de bodem tot de bovenrand en die vaak bijna parallel lopen aan de bodem.
Krom zwaard dat afgeleid is van de sabels die de Egyptische mammelukken origineel gebruikten. In de 19de eeuw werd het door verschillende westerse legers, waaronder de Fransen en de Britten, overgenomen. De westerse versie van de sabel had hetzelfde gevest, maar het lemmet leek meer op dat van moderne westerse sabels.
Verwijst naar een type glas dat wordt geblazen uit twee kleuren welke in gesmolten toestand worden gecombineerd, waardoor banen in verschillende kleuren ontstaan. De techniek wordt toegepast bij de vervaardiging van vensterruiten, maar ook wel bij glazen vaatwerk. Het verschil met #'reamy glas' is dat dit laatste type meestal witte banen bevat en onmiskenbaar doet denken aan room die met een gekleurde vloeistof is vermengd.
In het algemeen te gebruiken voor arbeiders en vakmensen die marmer bewerken, ook te gebruiken voor hen die marmer delven, behakken, beeldhouwen, met mozaïek versieren en metselen.
Een bindmiddel of geleiachtig medium voor olieverf, dat in de jaren veertig in de Verenigde Staten werd geïntroduceerd door Jacques Maroger, een kunstschilder en conserveringsdeskundige.
Fijn maar zeer sterk en flexibel leer, gemaakt van geitenvellen en gelooid met sumak. Het heeft een kenmerkende kiezelachtige textuur.
Onregelmatig korrelpatroon dat in reliëf op boeklinnen is aangebracht als imitatie van marokijnleer. 'marokijn' is een type geitenleer.
Een christelijke gemeenschap die in de 7de eeuw ontstond in Syrië. Men beweerde dat de oorsprong lag bij St. Maro, een Syrische kluizenaar uit de late 4de en vroege 5de eeuw. Het is een van de oudste Oosterse christengemeenschappen van de rooms-katholieke kerk, vooral populair in het moderne Libanon. Het is de enige Oosterse christenkerk die geen niet-katholieke of orthodoxe tegenhanger heeft. In 680 werden de maronieten veroordeeld voor hun vermeende monothelitische geloof: het aanhangen van de ketterse doctrine van Sergius, de patriarch van Constantinopel, die beweerde dat Christus een goddelijke, maar geen menselijke wil had. De maronieten beweren echter dat ze altijd orthodoxe christenen zijn geweest. De toetreding tot de rooms-katholieke kerk begon in 1182 en werd verstevigd in de 16de eeuw met de hulp van de jezuïeten. Na de paus is de geestelijk leider van de maronieten 'de patriarch van Antiochië en het gehele oosten', gezeteld in Bkirki bij Beiroet. In de loop der eeuwen hebben de maronieten onder verschillende heersers hun vrijheid, religie en volksgebruiken weten te behouden. De kerk volgt de oude west-Syrische liturgie, hoewel het Arabisch de voertaal is van de maronieten. Uit angst voor vervolging emigreerden de maronieten in de 19de eeuw naar Zuid-Europa en Noord- en Zuid-Amerika, waar ze nog steeds leven.
Wordt gebruikt voor de techniek waarbij kleine stukjes hout of ander materiaal over of in een ander houten oppervlak worden gelegd om het met een dun laagje vernis te versieren
Een Frans soort kleine canapé of grote stoel waarop twee mensen kunnen zitten.
Synthetisch geproduceerd pigment van roodijzeroxide. Het is een permanent pigment met een goede kleurkracht en goede oliedrogende eigenschappen. De kleur varieert van scharlaken tot kastanjebruin.
Te gebruiken voor personen die van deur tot deur of op straat kleine goederen verkopen. Gebruik 'straatventers' voor personen die op een tijdelijke plek op straat voedsel of kleine goederen verkopen.
Verwijst naar de schilderstijl die in de 18de en 19de eeuw een bloeitijd beleefde in de regio Kyoto. In deze stijl, die is bedacht door Maruyam Okyo en verder is ontwikkeld door zijn leerlingen, staat de naturalistische weergave van de natuur en van stadstaferelen centraal.
Verwijst naar een aantal Rajasthan-schilderscholen in de regio Marwar in het westen van Rajasthan, met Jodhpur als hoofdstad. De schilderkunst in dit afgelegen gebied in het uiterste westen werd nauwelijks beïnvloed door de hofstijlen van de Mogols; de composities bleven eenvoudig en hebben een sterk hoekig karakter, waardoor het werk doet denken aan volkskunst. Kenmerkende gezichtskenmerken van Marwar zijn puntige neuzen, amandelvormige ogen, gewelfde voorhoofden en pruillippen; doorgaans is een ingetogen kleurpalet met gelen, groenen en grijzen gebruikt. De invloed van de Mogolkunst was groter op de schilderkunst in het oosten van deze regio. De Marwarschilderijen uit de 19de eeuw zijn formeler en hoofser van karakter, met sterke Mogol-invloeden; kenmerkend voor deze periode is het werk van Dalchand, een begaafd kunstenaar die door de Mogols was opgeleid en in Jodhpur werkzaam was. Werk uit de latere Marwar-periode staat bekend om het krachtige, overdadige kleurgebruik, de zwierige kledij en wervelende wolkenluchten. De schilderkunst van Marwar kende zijn productiefste periode aan het begin van de 19de eeuw, met name onder maharadja Man Singh (heerste van 1803-1843).
Motieven die groteske of anderszins gekarikaturiseerde gezichten van mensen of dieren voorstellen, meestal frontaal gezien; voorkomend in verschillende context in de architectuur en kunstnijverheid.
Fineer dat is gemaakt van uitgroeisels van bomen (wortelhout), meestal in de vorm van afgeplatte bollen. Zeer mooi maser fineer is bijvoorbeeld afkomstig van walnotenbomen.
Met de mond aangeblazen doedelzakken met één bourdon, één speelpijp met opslaand riet en een windzak van geitenvel, India.
Islamitische heiligdommen of heilige moskeeën.
Moskeeën met een mihrab maar geen minbar, meestal voor de dagelijkse gebeden van enkelingen of kleine groepjes maar niet voor de dienst op vrijdag.
Bedekkingen voor het hele gezicht of gedeelten ervan, meestal met openingen voor de ogen en soms de mond; worden gedragen om de identiteit van de drager te verbergen of te veranderen of ter bescherming.
Te gebruiken voor Afrikaans beeldhouwwerk in de vorm van een masker, maar kleiner in omvang en niet bedoeld om voor het gezicht te dragen, voornamelijk aangetroffen onder bevolkingsgroepen in Liberia en de Democratische Republiek Congo (voorheen Zaïre).Gebruik ‘miniatuur’ en ‘maskers’ voor miniatuurversies van maskers.
De hoeveelheid materie in een voorwerp, te onderscheiden van het gewicht.
Communicatiemiddelen ontworpen om grote aantallen mensen te bereiken en gericht op het vormen van algemeen verbreide richtlijnen, ideeën en doelen.
Het produceren van goederen in grote hoeveelheden om een hogere produktie te verkrijgen tegen afnemende eenheidskosten.
Massaspectroscopen die de soort en intensiteit van deeltjes in een bepaalde substantie vaststellen en vastleggen.
Analytische techniek waarbij chemische substanties worden geïdentificeerd door het sorteren van gasvormige ionen in elektrische en magnetische velden op basis van hun massa-ladingverhouding.
Instrumenten die worden gebruikt om de massa te meten van kleine, elektrisch geladen deeltjes.
Een baksteen die voldoet aan de eisen voor solide metselwerk.
Dammen die de druk van het water weerstaan door hun eigen gewicht.
De Massimstijl is gestileerd, kromlijnig, geometrisch beeldsnijwerk in bas-reliëf, waarop met calciumoxide een glazuurlaag kan worden aangebracht als contrast tegen het donkere hout, of dat met kleurige patronen kan worden beschilderd. De drie typen ingesneden ontwerpen die bij de Massimstijl worden gebruikt, zijn 'motieven','opvullers', die de ruimte rond een motief opvullen en 'scheiders', die het werk in ruimtelijke vlakken verdelen. Deze stijl wordt gebruikt door de bewoners van het Massimgebied in Papoea-Nieuw-Guinea.
Mensen aan wie een mastergraad is toegekend, op welk terrein dan ook.
Te gebruiken voor relatief kleine klassen voor gevorderde studenten, die worden onderwezen door een persoon met een onderscheidende expertise. Meestal bevatten de lessen praktische demonstraties van en oefeningen in de onderwezen vaardigheid. Vooral gebruikelijk bij uitvoerende kunsten.
Verwijst naar het proces van het maken van een schijf of band met de master van een geluidsopname waarvan meerdere kopieën worden gemaakt. Het maken van een master kan een verscheidenheid aan functies betreffen, maar niet de opname. De term wordt vaak ook gebruikt voor videodisc-technologie.
De gomafscheiding van kleine groenblijvende bomen die alleen voorkomen in de landen rond de Middellandse Zee. Lost op in zowel alcohol als terpentijn en wordt gebruikt voor olieverf en deklakken; mastiekvernis wordt geel en broos naarmate het veroudert.
Hars dat wordt gewonnen op het Griekse eiland Chios en dat bekendstaat om zijn hoge kwaliteit.
Het proces waarbij de randen van een boek worden verguld door een stuk papier over het goud te leggen en de polijster over het papier wordt gewreven, wat leidt tot een matte afwerking.
Verwijst naar de periode van het koninkrijk van Mataram van de 7de tot de 10de eeuw. De stijlen van deze periode worden bepaald door religieuze, ideologische twisten tussen de shivaïstische Sanjaya-dynastie en de Mahayana-boeddhistische dynastie van de Shailendra’s, die resulteerden in het verwoesten van bouwprogramma's van hindoeïstische candi’s en boeddhistische tempels in de hele Javaanse regio. Later resulteerde de heropleving van inheemse voorouder- en geestculturen die floreerde naast het shivaïsme in gecombineerde stijlen die boeddhistische, hindoeïstische en inheemse elementen incorporeerden in textielproductie, wapenontwerp, manuscriptbeschildering en kalligrafie.
Het onderzoeken van twee of meer entiteiten om de relatieve overeenkomsten en verschillen te vinden.
Afmetingen of groottekenmerken die door meting worden vastgesteld: een magnitude, hoeveelheid of omvang die wordt berekend door toepassing van een instrument of ander hulpmiddel met een notatie in standaardeenheden.
De studie naar de kenmerken en het gebruik van materialen zoals metaal, keramiek, glas, polymeren en samengestelde materialen. Heeft ook betrekking op de ontwikkeling van nieuwe materialen met eigenschappen die aansluiten bij specifieke contexten en functies.
Wetenschappers die zijn gespecialiseerd in de materiaalleer, de studie naar de kenmerken en het gebruik van materialen zoals metaal, keramiek, glas, polymeren en samengestelde materialen. De term heeft ook betrekking op wetenschappers die zich bezighouden met het ontwikkelen van nieuwe materialen met specifieke eigenschappen, geschikt voor gebruik in een bepaalde context of voor een specifieke functie.
De hiërarchie Materialen bevat beschrijvingen van een groot aantal stoffen, van natuurlijke en synthetische ruwe materialen tot materiaalproducten. Materiaalproducten zijn hier opgenomen in plaats van in de sectie Objecten, omdat ze kunnen worden gebruikt bij de constructie van diverse objecten (bijvoorbeeld 'plank' voor vloeren of muren) en omdat ze niet een noodzakelijk onderdeel van een object zijn (bijvoorbeeld: 'dakspaan' is niet essentieel voor daken op dezelfde manier als overhangende dakranden of boeiboorden). Relatie met andere hiërarchieën: beschrijvingen van activiteiten die op of met materialen worden uitgevoerd zijn te vinden in de hiërarchie Procedés en technieken (bijvoorbeeld 'glasbewerking'). Beschrijvingen van objecttypen die worden gedefinieerd door het materiaal waaruit ze zijn gemaakt staan in de hiërarchie Objectgenres (bijvoorbeeld 'metaalwerk', 'textilia', terwijl de beschrijving van de materialen zelf in deze hiërarchie staan ('metaal', 'textiel'). Beschrijvingen van gereedschap dat wordt gebruikt om afbeeldingen te maken (bijvoorbeeld 'houtskoolpotloden', 'pennen') zijn opgenomen in de hiërarchie Gereedschap en Uitrusting, terwijl beschrijvingen van de materialen waarvan ze zijn gemaakt of die ze gebruiken, hier te vinden zijn ('houtskool', 'inkt').
Geloof in het feit dat de enige of hoogste waarden of doelen in het leven liggen in het materiële welzijn en genoegen en in het bevorderen van materiële vooruitgang.
In de filosofie een theorie die beweert dat het basisbestanddeel van de wereld materie is en dat de kennis over de wereld op de eerste plaats ontstaat in materiële vormen en processen. Dit is het tegengestelde van idealisme, de theorie die stelt dat het spirituele en ideale centraal staan in de werkelijkheid.
Wetenschap van cijfers, grootheden, in symbolen uitgedrukte kwantiteiten, vormen en figuren, inclusief de verhoudingen daartussen en bewerkingen die ermee worden uitgevoerd.
Natuurkundigen die gespecialiseerd zijn in het afleiden van de gevolgen van gevestigde natuurkundige theorieën, op basis van hoofdzakelijk wiskundige oplossingsmethoden.
Tegel waarvan één kant zo is gevormd dat deze op de voorkant of het uiteinde van een baksteen lijkt. Zeer populair tussen 1784 (het jaar waarin de 'brick tax' (baksteenbelasting) in Engeland werd ingevoerd) en 1850 (toen deze belasting weer werd afgeschaft). De tegels werden aan latten bevestigd op een houten frame of ander soort muur, of soms ook gezet in een pleisterlaag over keien of kiezels heen.
Verwijst naar de cultuur, met name de beeldhouwkunst, van Mathura, een kosmopolitische stad aan de rivier de Jumna, gedurende de Kushana-periode van oud India; Mathura lijkt een tweede hoofdstad van de Kushana-dynastie te zijn geweest, en het was een van de twee belangrijkste artistieke centra van de dynastie, naast Gandhara. Tot de boeddhistische Mathura-beeldhouwkunst behoren Boeddha-portretten die zijn gebaseerd op yaksha-modellen (mannelijke aardegeest), en enkele van de vroegste voorbeelden van geheel Indiase boeddhafiguren. De vele levendige en openlijk seksuele yakshi-figuren (vrouwelijke aardegeesten) zijn welbekende voorbeelden van Mathuran-beeldhouwkunst. Een van de meest opmerkelijke prestaties uit deze periode was de assimilatie van de staande kolos in Maurya-stijl voor boeddhistische doeleinden. Kenmerken van Mathura-beeldhouwkunst zijn monumentale frontaliteit, de weergave van omgeslagen, transparante stoffen als kleine, ringvormige plooien; en later boeddhafiguren met grote aureolen, versierd met rolwerk voorzien van bladpatronen. Diep reliëf wordt veel toegepast in de 2de eeuw, terwijl een gelijkmatigere en meer lineaire stijl wordt aangetroffen in de 5de eeuw. Veel Mathura-beeldhouwkunst wordt gehakt uit plaatselijke Sikri-zandsteen, dat roze is of gespikkeld rood in combinatie met geelachtig wit. Mathura-iconen werden geëxporteerd naar andere delen van India en werden ook gekopieerd door andere werkplaatsen. De Kushana-dynastie raakte in de 3de eeuw in verval, maar de Kushana-kunststijl van Mathura bleef bestaan en leidde later tot de verdere ontwikkeling van het Boeddha-icoon in de Gupta-periode.
Bepaling voor de beschrijving van een kleur met een gemiddelde intensiteit en een gemiddelde waarde, waarvan de betekenis overlapt met die van de variabele 'midden-'.
Wordt gebruikt voor musea die zijn gewijd aan de zee in het algemeen, navigatie of scheepvaart; te onderscheiden van 'marinemusea' die zich bezighouden met de marine, oorlogsschepen of schepen in het algemeen.
Koperen mallen die met een puntbeitel zodanig zijn bewerkt dat er afzonderlijke letters mee kunnen worden gegoten.
Te gebruiken voor hoofddeksels van wit linnen of zeildoek met opgenaaide bol en gestikte rand, gedragen door de laagste marinerangen.
Een klein type versierde houten voorwerpen, meestal verkocht als souvenirs en ontwikkeld door Andrew Smith in het Schotse stadje Mauchline in de eerste helft van de 19de eeuw. Dit type is vernoemd naar het stadje, hoewel het ook elders werd gemaakt. De voorwerpen waren onder meer boeken met een tartan kaft, snuifdozen en servetringen met transfergedrukte landschappen.
Verwijst naar de beeldhouwkunst in steen en overige materialen uit de periode van de heerschappij van de Maurya-keizers, en meer in het bijzonder naar kunst die werd gemaakt tijdens de veertigjarige heerschappij van Ashoka, de derde Maurya-keizer (gestorven 232 v. Chr.), die regeerde over heel India. Eerdere beeldhouwkunst was over het algemeen gemaakt van hout, maar tijdens de Maurya-periode werd steen het meest populaire materiaal. In heel India verrezen gepolijste monolithische edict-pilaren met gedetailleerde, beeldgesneden kapitelen. De kapitelen, die waren gemaakt van een geelbruine zandsteen, Chunar genaamd, vormen de beste bewaard gebleven voorbeelden van keizerlijke kunst uit de Maurya-periode. De unieke glans van hun oppervlak staat bekend als de 'Maurya-glans.' De onderwerpen van de kapitelen betreffen vaak aspecten van het boeddhisme in symbolische termen, evenals de positie van Ashoka als verlicht wereldheerser. De stijl van beeldsnijden is sterk beïnvloed door Perzische, of meer in het bijzonder, Achaemenidische, beeldhouwkunst. De praktijk van het oprichten van monumentale zuilen is mogelijk afkomstig uit India; recent bewijs wijst erop dat de edict-zuilen van Ashokan hun oorsprong vinden in een oude traditie van een cultus van de kosmische zuil, de 'Axis Mundi.' Slechts enkele Mauryaanse figuurbeelden zijn bewaard gebleven: de vroegst bekende twee beelden van Jain Tirthankaras en enkele yakshi- en yaksha-figuren (vrouwelijke en mannelijke aardegeesten). Deze beelden zijn bekend om hun monumentale en weelderige karakter. De oudste bewaard gebleven Indiase architectuur dateert uit de Maurya-periode: deze uit steen gehouwen kamers die door Ashoka voor monniken werden gebouwd, vormden het begin van een lange Indiase traditie die belangrijk werd voor alle religieuze gemeenschappen van India.
Een zachtpaarse anilinekleurstof, een van de eerste synthetische kleurstoffen. Toen scheikundige William Henry Perkin werkte aan het maken van kunstmatige kinine, merkte hij een residu op, dat vervolgens de eerste anilinekleurstof (mauveïne) werd, soms anilinepaars genoemd.
Klasse van circa 23.000 soorten zeer oude, betrekkelijk kleine en overwegend in zee levende kreeftachtigen waartoe zeepokken, roeipootkreeften, mystacocarida, tantulocarida, branchiura, ostracoda en daarmee verwante groepen behoren. Ze hebben vijf paren kopaanhangsels, één oog in het midden en tot 11 achterlijfsegmenten.
Regels of beginselen met betrekking tot gedrag, ethiek of wijsheid, op moraliserende wijze geformuleerd. Vaak verwijst deze term in specifieke zin naar voorschriften met betrekking tot ethiek of wijsheid in Oudengelse verzen, of naar vanzelfsprekende beweringen die als vooronderstelling naar voren worden gebracht binnen een mathematische of dialectische redenering. Er kan enige overlapping optreden tussen deze term en 'aforismen'.
Extra lange rokken die meestal tot de enkel reiken. Ook soortgelijke delen van een jurk of jas. Term te gebruiken voor kleding vanaf de jaren '20 van de 20e eeuw; modekleding eind jaren '60 van de 20e eeuw.
Verwijst naar de stijl en cultuur van een groep Meso-Amerikaanse indianen die een vrijwel aaneengesloten gebied bewoonden in Zuid-Mexico, Guatemala en Noord-Belize. Circa 1500 v. Chr. begonnen de oude Maya zich in dorpen te vestigen. Ze gebruikten geavanceerde irrigatietechnieken en groeiden zo uit tot effectieve landbouwers. Hun kunst omvatte keramiek, beeldhouwwerken, architectuur, muurschilderingen en boeken. De hedendaagse Maya maken kunst waarin traditionele patronen zijn gecombineerd met Spaanse vormen en stijlen.
Open ruimten of plaatsen in islamitische steden die voor verschillende activiteiten, zoals wedstrijden, parades en executies worden gebruikt.
Drinkgerei in de vorm van een wijde ondiepe kom met een platte voet; oorspronkelijk van hout (vooral esdoorn) en vaak met zilveren of vergulde bovenrand. Heeft vaak een centrale gegraveerde, geëmailleerde decoratie aan de binnenkant. Geen Nederlands equivalent.
Wordt gebruikt voor Nigeriaanse Igbo-votiefheiligdommen die worden gebouwd als deel van complexe vieringen van leven en offerrituelen, vaak rijkelijk versierd en gevuld met beeldhouwwerken; vóór de jaren zestig werden ze gemaakt van vergankelijke materialen en naderhand achtergelaten om te vergaan.
Uit hout gesneden figuren van een vrouw met een kom, die door het Lubavolk worden gebruikt in ceremonies rond waarzeggerij of machtsoverdracht. Te onderscheiden van ‘mboko (houders)’, heilige kalebassen waarin Luba-waarzeggers natuurlijke of door de mens gemaakte voorwerpen bewaren voor hun ceremonies.
Heilige kalebassen waarin waarzeggers in Lubadorpen in Centraal-Afrika natuurlijke of door de mens gemaakte voorwerpen bewaren voor hun ceremonies. Te onderscheiden van ‘mboko (beeldbouwwerk)’, uit hout gesneden figuren van een vrouw die een kom draagt, die door het Lubavolk worden gebruikt in ceremonies rond waarzeggerij of machtsoverdracht.
Gewijde voorwerpen van het Bemba-volk uit Afrika, die verband houden met de initiatie en het huwelijk van vrouwen. De voorwerpen hebben verschillende verschijningsvormen, zoals keramische modellen, aardewerken vaatwerk, muurschilderingen en samengebonden huishoudelijke goederen. Alle voorwerpen hebben symbolische betekenis of een geheime naam.
Medium-Density Fibreboard of MDF is geperst board met een middelharde dichtheid. MDF is dus geen merknaam, maar een soortnaam. (De Brits-Engelse spelling is fibre.) De houtvezels zijn gedroogd en door middel van harsen met elkaar verbonden.
Te gebruiken om meubelstukken te beschrijven waarvan de voorkanten naar binnen buigen tussen naar buiten gebogen einden en het midden.
Doorlopend ornament dat bestaat uit een reeks kronkelende lijnen, die hoekig of afgerond kunnen zijn. De naam is afgeleid van de rivier de Meander in Turkije (het oude Klein-Azië), die net als het ornament een sterk kronkelend verloop kent.
Verwijst naar allerlei soorten meubilair, waaronder kappersstoelen, rolstoelen en ruimtebesparend kantoormubilair, dat is ontworpen om een bepaald probleem op te lossen.
Mechanische hamers die voornamelijk bestaan uit een zware slagkop aan één kant van een hefboom die mechanisch wordt opgetild en door het eigen gewicht op het voorwerp valt dat op het aanbeeld ligt.
Omvat meestal W-systemen en sanitaire systemen in gebouwen of complexen; kan soms ook elektriciteitssystemen en op elektriciteit gebaseerde systemen omvatten zoals beveiligingssystemen en communicatiesystemen.
Machines met verwisselbare metalen of rubberen bladen. Worden gebruikt om pleiser samen te persen en glad te maken.
Outillage met machinerie, vooral om menselijke of dierlijke lichamelijke arbeid te vervangen.
Een legering van zilver gemengd met een gelijke of grotere hoeveelheid van een basismetaal, meestal koper.
Ouchak-tapijten met een ovaal medaillon in het middenveld en een samengesteld, stervormig medaillon met 16 punten aan de zijden van het kleed. Beide soorten medaillons zijn gevuld met ornamenten van arabesken en planten waarbij de versiering uit de zijkant of het einde steekt. De ondergrond is bedekt met een patroon van stengels, bladeren en bloemen.
Borden waarop men briefjes, boodschappen, communiqués en advertenties kan ophangen, vaak in een publieke ruimte. Men gebruikt de term ook voor digitale faciliteiten met deze functie.
Een soort Engels drinkglas voor het drinken van mede. Over de vorm van het glas bestaat onenigheid, maar het type dat van oudsher, maar waarschijnlijk onterecht wordt geassocieerd met het drinken van mede, heeft een ondiepe, bolle kelk met een licht omgebogen rand en staat op een voet met steel.
Ruimten in woonhuizen, soms zonder ramen, voor thuisamusementssystemen, speciaal voor het kijken en luisteren naar vooraf opgenomen materiaal zoals video's, muziek of spelletjes, ook wanneer dit met de computer gebeurt. Voor ruimten die zijn ontworpen voor audio-video apparatuur van zeer hoge kwaliteit, bedoeld om een bioscoop-achtige omgeving te creëren, wordt 'huistheaters' gebruikt.
Kleine kistjes die speciaal voor flesjes met medicijnen zijn gemaakt. Dit type werd in de 18e en het begin van de 19e eeuw vervaardigd.
Kleine vaten, meestal van keramiek en met een smalle opening, vooral die worden gebruikt door apothekers om medicijnen in te bewaren.
Verwijst naar farmaceutisch keramiek dat gewoonlijk de vorm aanneemt van middelgrote potten, vaak cilindrisch met een korte hals en een glazen stop, al komen ook andere vormen en maten voor. Medicijnpotten worden gemaakt om geneesmiddelen, specerijen, kruiden, pigmenten of andere zalven, poeders en vloeistoffen te bevatten. De term kan soms specifiek verwijzen naar sets van vier of meer potten die oorspronkelijk aan een apotheek zijn verkocht en voorzien zijn van de naam van een standaardmedicijn.
Te gebruiken voor de uitgebreide categorie van wetenschappen en beroepen die zich bezighoudt met de gezondheid van mens en dier.
Algemene term voor allen die zich bezighouden met onderzoek in een van de medische wetenschappen of een medische praktijk voeren met de bevoegdheid van arts
Verwijst naar de culturen in het gebied rond de Middellandse Zee, die wordt omzoomd door Europa, Azië en Afrika. De term verwijst met name naar de eilandculturen en de culturen van het vasteland van Europa en het deel van het Nabije Oosten dat aan de Middellandse Zee grenst. Het omvat culturen die zich ontwikkelden in en rond de Tirreense Zee, de Ionische Zee, de Ligurische Zee, de Adriatische Zee en de Egeïsche Zee.
Documenten waarmee een regering aan de kapitein of gezagvoerder van een vaartuig toestemming verleent een reis voort te zetten zonder belemmering, beslaglegging of hinder van buitenlandse partijen met wie verdragen zijn afgesloten.
Een wittige aangroei die op planten of voorwerpen van organische materialen zoals laken, hout, leer en papier kan voorkomen en die wordt veroorzaakt door micro-organismen waarvan de sporen in een vochtige, warme omgeving kunnen uitgroeien tot een schimmel, waarbij ze zich voeden met het materiaal waarop ze groeien en schadelijke organische zuren produceren.
Wordt gebruikt voor halfvaste ankerplaatsen die bestaan uit een zwaar anker, een ketting, een meerboei en een schinkel.
De vaardigheid om hoog kwalitatief werk af te leveren.
Merktekens die op gouden en zilveren voorwerpen worden gestempeld met het doel de identiteit van de maker of het atelier waar het is gemaakt, aan te geven. Te onderscheiden van `gehaltemerken', hetgeen officiële stempels zijn die door gilden of essaaikantoren worden aangebracht als bewijs van het gehalte van het metaal.
Te gebruiken voor het kleine aantal uitmuntende kunstwerken waarin de artistieke persoonlijkheid van een groot kunstenaar volledig tot uiting komt.
Wordt gebruikt voor instrumenten of houders voor het meten van bijvoorbeeld de omvang, hoeveelheid, massa, plaats of het vermogen, uitgedrukt in een standaardeenheid of een vastgestelde hoeveelheid.
De hiërarchie Meetinstrumenten bevat descriptoren voor instrumenten of houders die zijn bedoeld en vaak gekalibreerd zijn voor het meten van bijvoorbeeld omvang, hoeveelheid, capaciteit, massa of positie, op basis van een standaardeenheid of vaste hoeveelheid. Instrumenten die zijn bedoeld voor de weergave of registratie van de verkregen gegevens zijn eveneens opgenomen. Opgenomen zijn descriptoren voor instrumenten bestemd voor de waarneming en meting van licht, warmte, universele basiskrachten en het weer, alsmede tijdregistratie-instrumenten en weegschalen. Relatie met andere hiërarchieën: descriptoren voor de componenten van meetinstrumenten (bijvoorbeeld 'balansveren', 'gnomons') zijn ondergebracht in de hiërarchie Componenten. Instrumenten die kunnen worden gebruikt voor meting of registratie, maar die voornamelijk zijn bedoeld om mee te tekenen (bijvoorbeeld 'stokpassers') of iets te vervaardigen (bijvoorbeeld 'dividing engines') vindt u in de hiërarchie Gereedschap en Uitrusting. Vaten zonder een vaste maat die vloeistoffen of vaste stoffen kunnen bevatten (bijvoorbeeld 'lampetkannen') en waarmee weliswaar hoeveelheden kunnen worden vergeleken maar waarvan de functie als houder belangrijker is dan de maatfunctie, zijn ingedeeld bij de hiërarchie Houders.
Rechte randen stroken of cilinders van gemiddelde grootte, meestal van hout, metaal, plastic of ivoor en met een schaalverdeling er op aangebracht. Werd gebruikt voor het meten en voor het geleiden van een pen, potlood of andere markerings-instrument bij het vormen van rechte lijnen op papier of ander materiaal. Ze worden gebruikt in de geometrie, het opstellen, tekenen, timmerwerk, bouw, interieur ontwerp, de ambachten en andere disciplines. Gebruik 'richtlinialen' voor zeer lange stokken of stroken hout of metaal met rechte en zuivere randen die worden gebruikt voor een verscheidenheid aan toepassingen, met inbegrip van snijden of bepalen van de vlakheid van oppervlakken.
Camera's waarbij men scherp stelt met behulp van een los of vast systeem voor afstandsinstelling. Hoewel dit systeem in veel camera's wordt toegepast, bijvoorbeeld in perscamera's en platencamera's, gebruikt men de term gewoonlijk alleen voor camera's die niet met een ander systeem voor scherpstelling zijn uitgerust. De term wordt dus niet gebruikt voor bijvoorbeeld spiegelreflexcamera's, waarbij men scherpstelt op het beeld dat via een spiegel naar de zoeker wordt geleid.
Te gebruiken voor gebouwen of groepen dicht bij elkaar geplaatste gebouwen met vier of meer aparte, vaak kleine filmzalen, meestal met een gezamenlijke lobby, kassa en vergunningen.
Wordt alleen gebruikt voor hele grote, aanpasbare bouwwerken die voor meerdere doeleinden kunnen worden gebruikt en onderdak bieden aan alle of de meeste functies van een stad. Gebruik 'multifunctionele gebouwen' voor gebouwen die minder omvattend en overheersend zijn.
Eenheid voor opgeslagen informatie op een computer. Gelijk aan 1.048.576 bytes.
Apparaten om de stem te versterken en te richten, kegevormig met een klein gat aan de ene kant waar in gesproken wordt en een grotere opening aan de andere kant waar het geluid uit komt.
Te gebruiken voor enorm grote stenen, vooral wanneer deze zeer ruw zijn bewerkt of zijn gelaten zoals ze waren; ze werden gebruikt voor diverse monumenten uit de oudheid.
Grote verstedelijkte gebieden of samenvoegingen van verstedelijkte gebieden, ontstaan door het uitbreiden en samenvoegen van een aantal naburige metropolen of agglomeraties.
Aanduiding voor rechthoekige woningen uit de oudheid die bestaan uit een grote voornaamste ruimte en een lager voorportaal omringd door uitstekende antae; kan ook worden gebruikt voor op een zelfde manier gevormde centrale kenmerken binnen complexere gebouwen uit de oudheid.
Verwijst naar de stijl en periode die samenvielen met de heerschappij van Mehmed I, van 1403 tot 1421. Gedurende deze periode werd de Yesil Cami of 'Groene moskee' gebouwd, van 1412 tot 1413. Deze moskee werd zo genoemd omdat de koepels destijds waren bedekt met groene tegels. De inrichting van de moskee stond onder supervisie van Ali bin Ilyas uit Bursa, die Nakkas (‘ontwerper’) werd genoemd. De indeling bouwt voort op de indeling van de moskee van Bajezid, hoewel het sanctuarium en de zuidelijke pelgrimsruimten hier een koepel hebben gekregen. De noordelijke gevel is versierd met uitgebreid lijstwerk en een portaal van marmer. De naburige graftombe van Mehmed I, die na zijn dood in 1421 is voltooid, heeft een exterieur met panelen omlijst met blauwe, in steen gelegde tegels.
Verwijst naar de stijl en periode die in verband worden gebracht met de heerschappij van Mehmed II, 'de overwinnaar'. Hij volgde zijn vader Moerad II op en was aan de macht gedurende diens troonsafstand van 1444 tot 1446 en later van 1451 tot 1481. Mehmed breidde het Osmaanse rijk uit in alle richtingen, maakte een eind aan het duizend jaar oude Byzantijnse Rijk door in 1453 Constantinopel te veroveren en in 1461 Morea en Trebizond. Na de inname van Constantinopel werd deze stad de hoofdstad van zijn nieuwe rijk, waarbij de naam werd gewijzigd in Istanboel. Tijdens zijn bewind ondersteunde hij grote bouwprojecten in de stad en legde hij de basis voor het keizerlijk hof dat kenmerkend zou worden voor het Osmaanse rijk in de 16de eeuw. Mehmed richtte het Oude paleis op, dat moest dienen als woonplaats voor de harems van voormalige sultans, en was verantwoordelijk voor het bouwplan van het Nieuwe Paleis, dat Topkapi werd genoemd. Hij beval ook de bouw van de Çinilli Kiosk, een gebouw naar Iraans ontwerp dat van schilderingen werd voorzien door de Venetiaanse schilder Gentili Bellini. Hij liet ook medailles maken door de Italiaanse kunstenaar en verzamelde een grote collectie boeken in Europese en islamitische talen. Tijdens zijn heerschappij werden bovendien diverse kunstnijverheidsgroeperingen opgericht, onder meer voor boekbinders, kalligrafeerders, zijde- en tapijtwevers en metaalwerkers.
Verwijst naar de kunst en architectuur in de periode van de heerschappij van Mehmed IV, die regeerde van 1648 tot 1687. Artistieke prestaties tijdens zijn heerschappij zijn, onder andere, toevoegingen aan het Topkapi-paleis en de voltooiing van de Yeni Valide-moskee in 1683.
Een zwaarmoedige psychologische staat die wordt gekenmerkt door vertwijfeling en neerslachtigheid.
Beschrijft de diverse soorten kunstwerken die zijn vervaardigd door de bewoners van de Melanesische eilanden. Melanesiërs zijn bekend om hun beeldhouwwerken, waarbij ze een grote verscheidenheid aan media gebruiken, om hun traditionele gemeenschapsarchitectuur en om hun lichaamskunst.
Genus van twee levende vogelsoorten die in Noord-Amerika voorkomen. Het zijn grote vogels met opvallende vlezige lellen boven op en onder aan de snavel. In het wild geven ze de voorkeur aan bosrijke gebieden met water in de buurt. Ze eten zaden, insecten en soms een kikker of hagedis. Wanneer de vogels schrikken, kunnen ze hard wegrennen om zich in veiligheid te brengen, maar goed vliegen kunnen ze alleen over korte afstanden. Kalkoenen werden voor het eerst gedomesticeerd in precolumbiaans Mexico en daar gehouden vanwege hun veren en vlees. Men heeft ze geïntroduceerd in Europa en tegenwoordig wordt het dier in vele landen gewaardeerd vanwege zijn vlees.
Genus van bloeiende bomen met geveerde of dubbelgeveerde bladeren en axillaire pluimen met witte of paarse bloemen.
Verwijst naar de stijl van de kunstvoorwerpen op het Egeïsche eiland Melos. Tijdens de bronstijd was Melos een belangrijk eiland, vanwege de obsidiaangroeves. Het eiland is verder bekend door het gebruik van een geometrische stijl voor het aardewerk tussen grofweg 2.300 en 2000 v. Chr. en later vanwege het zwartrode aardewerk. De kunstvoorwerpen na de Cycladische periode tonen invloeden van de Minoïsche en de Myceense cultuur.
Witte of geelachtig witte vloeistof die wordt afgescheiden door de borstklieren van vrouwelijke zoogdieren.
Wordt gebruikt voor gebouwen die na het begin van de 19e eeuw werden gebouwd, en niet alleen op boerderijen, voor het gemechaniseerd verwerken, bewaren of verkopen van melk en melkproducten. Te onderscheiden van 'zuivelbedrijven' door de mechanisatie. Gebruik liever 'melkhuizen' voor aanvullende gebouwen voor de landbouw die vooral worden gebruikt voor de zorg voor melk, met weinig of geen mechanisatie.
Een ondoorzichtig glas dat op wit porselein lijkt.
Oorspronkelijk gebruikt door de Syrische monofysieten en nestorianen, en later door moslims, om oosterse christenen aan te duiden die trouw bleven aan het gezag van het concilie van Chalcedon dat plaatsvond in 451 (waarbij werd aangenomen dat Christus zowel goddelijk als menselijk was) toen de meeste christenen monofysiet werden. De naam had aanvankelijk een negatieve connotatie omdat melkieten op theologisch gebied instemden met de Byzantijnse keizer (melkieten betekent 'royalisten' of 'mannen van de keizer'). Later wordt de term gebruikt om te verwijzen naar die orthodoxe, oostelijke christenen die een Arabische versie van het Griekse ritueel volgen, in het bijzonder die christenen die zijn verenigd in de gemeenschap van de rooms-katholieke kerk en toch hun eigen organisatie behouden.
Te gebruiken voor houders bedoeld om melk te bevatten en te serveren, vooral voor middelgrote kannen met een handvat en een tuit of schenkopening, soms ook voorzien van een deksel; gewoonlijk gemaakt als onderdeel van een theeservies; oorspronkelijk uit het begin van de 18de eeuw. Gebruik ‘roomkannen’ voor houders, meestal kleine kannen, voor het bewaren en serveren van room.
Houders voor bevatten en serveren van room, meestal een kleine kan, die een set kan vormen met een suikerkom. Wordt soms gemaakt als onderdeel van een koffie- of theeservies.
Vrij grote structuren voor het onderbrengen en melken van melkkoeien, soms voorzien van melkmachines en met plaats voor enkele tot tientallen stuks melkvee; gebruik 'veestallen' voor grote structuren waarin vleeskoeien zijn ondergebracht; gebruik 'schutstallen' voor onderkomens met één of meer open zijden.
Mondorgels met een rechthoekige romp die eindigt in een plastic mondstuk. Ze worden bespeeld als een blokfluit.
Filmgenre, waarvan de term oorspronkelijk werd gebruikt voor toneelstukken met plots over morele kwesties, waarbij de strijd tussen goed en kwaad het centrale thema was. Later, in de films van D.W. Griffith (zoals 'Way Down East' uit 1920), werden de persoonlijke en sociale problemen van vrouwen op een bijzonder melodramatische manier afgeschilderd en kwam de nadruk vooral op de personages zelf te liggen. In films als 'Stella Dallas' (1937) of 'All That Heaven Allows' van Douglas Sirk werd het happy end vervangen door een einde waarin het vrouwelijke personage alles opoffert voor een hoger doel.
Vruchten van verschillende soorten eetbare kalebas, meestal gebruikt voor de vleesrijke vruchten van de verschillende leden van de Cucurbitaceae-familie, die groeien als een klimplant. De vrucht is meestal groot en bolvormig tot langwerpig, met een gladde, netachtige of wratachtige schil, en heeft zoet, vlezig vruchtvlees in de kleuren rood, lichtgroen, oranje of geelachtig roze.
Moderne term voor een meloenvormig uitstulpsel, meestal versierd met eierlijsten, gebruikt op het midden van tafelpoten, bedstijlen, en perskaststeunen in de late 16e en 17e eeuw.
Rietorgels, gitaar-, harp- of violoncelvormig, met een toetsenbord op de hals en een blaasbalg met bedieningshendel aan het andere uiteinde; draagbaar; Parijs, 1837.
Symbolen, vaak objecten zoals schedels of zandlopers, maar soms ook inscripties, bedoeld om de toeschouwer te wijzen op de betrekkelijkheid van het aardse.
Güls gekenmerkt door een hoekvormige, getrapte veelhoek; meestal gevonden in een eindeloos zich herhalende vorm op tapijten, maar soms ook op zadeltassen en ander turkmeens weefsel.
Te gebruiken voor objecten die geassocieerd worden met gedenkwaardige personen of gebeurtenissen, maar niet speciaal ter herdenking zijn vervaardigd. Gebruik 'aandenkens' voor objecten die speciaal zijn vervaardigd om een persoon, gebeurtenis of gelegenheid te herdenken.
Heiligdommen, kerken en graven van martelaren.
De eerste menstruatie bij mensen en apen van het vrouwelijk geslacht. Bij mensen vindt deze meestal rond het dertiende levensjaar plaats, vlak na, of één of twee jaar na aanvang van de puberteit.
Mechanische combinaties van twee of meer substanties zonder vaste verhoudingen, waarbij de bestanddelen hun individuele eigenschappen behouden en met gewone fysische middelen kunnen worden gescheiden. Gebruik 'verbindingen' voor complexe zuivere substanties die zijn gemaakt van twee of meer afzonderlijke stoffen die hun afzonderlijke eigenschappen verliezen en bij elkaar worden gehouden door chemische bindingen.
Een mineraal dat bestaat uit loodtetroxide en dat dezelfde samenstelling heeft als rood lood, een oranjerood pigment dat al sinds de oudheid wordt gebruikt. Afzettingen van menie zijn gevonden in Egypte. De meeste bronnen wijzen er echter op dat het pigment Egyptisch rood lood werd vervaardigd uit loodmetaal en loodglit en niet van gemalen menie.
Verwijst naar een protestantse gezindte die zijn oorsprong had in de 16de-eeuwse anabaptisten van Nederland en Zwitserland, in het bijzonder de zogenoemde Swiss Brethren. De naam is afgeleid van die van een van hun leiders, Menno Simons, een Nederlandse priester die het werk dat was gestart door de gematigde anabaptisten consolideerde en institutionaliseerde. De doctrine van de mennonieten bestaat onder andere uit het uitvoeren van de doop direct na de geloofsbelijdenis, en trouw aan de Confessie van Dordrecht (1632) en de leer van het Nieuwe Testament. Mennonieten, die pacifisten zijn, hebben als beleid dat ze geen overheidsfuncties vervullen. Hoewel zich overal ter wereld mennonieten bevinden, leven de meeste van hen in de Verenigde Staten en Canada.
Kalenders van de oosters-orthodoxe kerk waarop de feestdagen vermeld staan ter ere van heiligen en martelaren, met korte levensbeschrijvingen.
School van Tibetaanse schilderkunst die ontstond in de vroege 15de eeuw met de persoon van Menla Töndrup. De eenvoud en ruimheid van de Kadam-school bleef behouden, maar rijke detaillering kreeg meer aandacht als gevolg van Perzische invloeden.
Een type statige dans voor twee personen in een driedelige maatsoort, vaak met de algemene vorm menuet-trio-menuet. De muzikale vorm werd gebruikt in opera's, klassieke kamermuziek en symfonieën. Het menuet ontstond in Frankrijk en domineerde tussen ca. 1650 en ca. 1750 de aristocratische Europese balzalen, met name in Frankrijk en Engeland. In de loop der tijd werd het steeds complexer en gestileerder. Het zou zijn afgeleid van de Franse volksdans 'branle de Poitou'. Sommige vormen van de dans kregen meer specifieke benamingen, zoals het 'minuet de la cour'. Dit hofmenuet bestond uit kleinere stappen en werd trager, waarbij etiquette en opvallende uiterlijke vormen steeds belangrijker werden. Het was vooral populair aan het hof van Lodewijk XIV van Frankrijk.
Franse meubelmakers in de 17e en 18e eeuw die waren gespecialiseerd in het maken van kleine objecten.
Verwijst naar een projectiesysteem dat doorgaans wordt gebruikt in de cartografie en is genoemd naar Gerardus Mercator, die deze projectie voor het eerst gebruikte voor een kaart uit 1569. Mercatorprojectie wordt doorgaans aangemerkt als een cilinderprojectie, hoewel het in feite om een wiskundige afleiding gaat. Zij wordt gekenmerkt door rechte, horizontale parallellen en rechte, verticale meridianen in rechte hoeken op de evenaar. Het systeem wordt vaak gebruikt voor navigatiekaarten, omdat elke rechte lijn in de juiste richting loopt aan de hand waarvan navigatoren een rechte koers kunnen uitzetten; voor wereldkaarten wordt het als onpraktisch gezien omdat de schaal vervormd is en gebieden die zich op grotere afstand van de evenaar bevinden buitenproportioneel groot worden weergegeven.
Lang, dun keukengerei waarvan één kant is gevormd als een lange, smalle, gegroefde lepel en dat wordt gebruikt voor het verkrijgen van het merg uit het mergbeen. Soms zijn beide kanten gegroefd en van twee verschillende breedtes zodat het kan worden toegepast op botten van verschillende afmetingen.
Kalkhoudende klei die uit maximaal 40% calciumcarbonaat bestaat.
Speciaal gerei dat aan de ene kant een lange, smalle buis heeft en aan de andere kant een lepelachtige kom. Worden gebruikt voor het verwijderen van het merg uit botten.
Bijlen met een kop die lijkt op die van een hamer. Worden gebruikt om een eigendomsmerk in een boomstam te drukken.
Textielwerken, meestal van fijne stof, waarop door vrouwen en meisjes in verschillende steken is geborduurd en die bedoeld zijn om in te lijsten. Ze werden doorgaans gemaakt door beginnelingen om hun vaardigheden te tonen. Kenmerkend zijn een combinatie van steken, motieven, letters en verzen, en vaak de voltooiingsdatum en de naam van de borduurster.
Wordt gebruikt voor gestandaardiseerde symbolen, afbeeldingen of andere onderscheidingstekens op voorwerpen waaruit een aantal gegevens, zoals de afkomst of de maker van het voorwerp, de echtheid ervan, of een verandering in de officiële status, kan worden afgeleid. Gebruik `inscripties' voor merktekens aangebracht op een voorwerp voor documentatie of ter herinnering die in hoofdzaak uit een woord of woorden bestaan.
Letters op Romeinse en Byzantijnse munten van halverwege de derde tot het begin van de achtste eeuw die aangeven in welke werkplaats van een munt de geldstukken zijn geslagen.
Verwijst naar de periode en stijl die werd ingeluid door de verovering van Gallië in 486 door Clovis van de Merovingische dynastie. De stijl kenmerkt zich in de architectuur door het gebruik, hoewel spaarzaam en in vereenvoudigde vorm, van de vroegere laat-antieke en vroegchristelijke stijlen, waarbij de nadruk vaak lag op decoratieve effecten en geometrische patronen. De stijl van manuscriptillustraties is verwant aan de Lombardische kunst en wellicht aan Koptisch textielwerk, en kenmerkt zich door kleine, ornamentele beeldjes, dieren, vogels, vissen en abstracte vormen, die doen denken aan het Germaanse ijzerwerk.
Een schrift ontwikkeld tegen het begin van de 7e eeuw vanuit het oudere Romeins cursief, dat als eerste werd gevonden in handvesten verspreid door de Merovingische koningen.
Grote, groenblijvende hemlockspar die voorkomt langs de westkust van Noord-Amerika, van Alaska tot Californië. Hij onderscheidt zich door de enigszins afhangende uiteinden van de takjes.
Term voor het aanduiden van de artistieke activiteiten van de Duitse kunstenaar Kurt Schwitters, die werd beïnvloed door de Dada-theorieën.De term ontstond toevallig bij het uitknippen van het woord "Commerzbank" uit een krant. De stijl kenmerkt zich door de vervaardiging van collages gemaakt van afvalmateriaal zoals kaartjes, stempels en catalogi. Doel was de kunst te bevrijden van de traditionele materialen en technieken, en meer gebruik te maken van de stedelijke omgeving.
Verwijst naar de stijlen van het precolumbiaanse gebied dat het tegenwoordige midden en centrale zuiden van Mexico omvat, alsmede het schiereiland Yucatán, Guatemala, Belize en El Salvador, en delen van Honduras, Nicaragua en Costa Rica. In culturele zin verwijst de term naar een reeks gemeenschappelijke kenmerken op technisch, maatschappelijk, economisch, religieus en politiek gebied van een groep culturen, onder andere de Azteken, Huazteck, Maya's, Olmeken, Tarasken, Teotihuacán, Tolteken, Totonaken, West-Mexicanen en Zapoteken.
Verwijst meestal specifiek naar een periode van culturele ontwikkeling in Europa die reeds 10.000 jaar v. Chr. begon, toen de ijskap zich aan het eind van het Pleistoceen begon terug te trekken, en die voortduurde tot circa 2.700 v. Chr. De term wordt soms ook algemeen gebruikt voor een periode die wordt geassocieerd met de overgangsfase tussen de paleolithische en neolithische cultuur in alle gebieden. De periode kenmerkt zich door grote veranderingen in omgeving en cultuur, en door verscheidene lokale aanpassingen aan specifieke omgevingsomstandigheden. De periode wordt doorgaans gemarkeerd door de vervaardiging van microlithen die op stokken, pijlen, botten, geweien, houten werktuigen, en af en toe een gepolijst stenen werktuig werden geplaatst. De artistieke producten die uit deze periode bewaard zijn gebleven omvatten gravures en grotschilderingen met relatief verfijnde afbeeldingen van menselijke en dierlijke voorstellingen.
Verwijst naar de cultuur die zich ontwikkelde in het geografische gebied rond de rivieren de Eufraat en de Tiger, van de bergen van Klein-Azië tot de Perzische Golf. Het gebied omvat delen van het moderne Irak, Iran, Syrië en Turkije.
Stam van ongeveer 50 soorten kleine, met haartjes bedekte, meercellige dieren die parasieten zijn van ongewervelde zeedieren.
Messen die een persoon tijdens het eten gebruikt om te snijden en te smeren; wordt soms als synoniem gebruikt voor dessertmessen. De term kan ook verwijzen naar alle messen die deel uitmaken van een couvert, of eigenlijk naar alle messen die bedoeld zijn om mee te eten, en dus niet om eten mee op te dienen.
Metalen, bij voorkeur scherp geslepen, keukengerei voor het bereiden of nuttigen van voedsel; bestaat uit een lemmet en een handvat.
Tafelgerei waar messen met het lemmet op worden gelegd, om het tafellaken niet vuil te maken.
Schaven met een inkeping in het midden van de beitel, die worden gebruikt om een centrale richel achter te laten na het schaven.
Haak gebruikt om stalmest te verzamelen en te verspreiden over de grond, meestal met 3 à 4 ronde, puntige, ijzeren tanden (ca. 10-25cm)die ongeveer haaks gebogen staan ten opzichte van een lange (ca. 120-200cm) houten steel.
Materiaal dat aan aarde of andere groeibodems wordt toegevoegd om chemische elementen te leveren die de belangrijkste voeding voor planten vormen.
Genus van bloeiende planten die inheems zijn in de tropische gebieden in het zuiden van Azië.
Keukengerei met een snijkant, vooral messen van allerlei vorm voor het snijden, hakken, verdelen en opdienen van voedsel. gebruik 'schepwerk' wanneer het vorken, lepels en soortgelijk keukengerei zonder snijkant betreft. Voor bestek inclusief tafelmessen, gebruik 'couvert'.
Aanduiding voor palen of zuilen die zijn geplaatst op het keerpunt op Romeinse renbanen.
Alle leden van een grote groep stoffen die meestal een kenmerkende glans vertonen. Het zijn goede geleiders van elektriciteit en warmte, ze zijn ondoorschijnend, kunnen smelten en zijn meestal pletbaar of kneedbaar.
Zij die vaardig of opgeleid zijn in praktische of decoratieve metaalbewerking als ambacht.
Bladmetaal dat is ingesneden en uitgerekt om een gaaswerk te vormen; wordt gebruikt voor gewapend beton of voor het optrekken van gepleisterde muren.
Ontladingslampen van een grote intensiteit waarin het grootste deel van het licht wordt geproduceerd door middel van straling van metalen halides en de producten die zij afscheiden.
Voorwerpen die van metaal zijn vervaardigd, met name gereedschap en tafelgerei.
Te gebruiken bij het beschrijven van gebouwen van een groep Japanse architecten die, met name in de jaren 60 en 70 van de 20ste eeuw, grootstedelijke problemen wilde aanpakken op basis van biologische grondbeginselen van dynamische groei en verandering.
Personen die de fundamentele aard van de realiteit bestuderen. Het betreft concepten zoals het zijn, materie, tijd, ruimte, oorzaak en identiteit. De term heeft vooral betrekking op degenen die metafysische theorieën opstellen of ontwikkelen.
Te gebruiken voor de tak van de filosofie die de fundamentele natuur van de realiteit onderzoekt, met concepten als wezen, bestaan, essentie, tijd, ruimte, oorzaak en identiteit.
Schriftstijlen die werden gegoten of gegraveerd op Chinese bronzen vazen en die ontstonden in de Shang-, Westelijke Zhou- en Oostelijke Zhou-tijd; vooral populair tijdens de Westelijke Zhou-dynastie (11de eeuw tot 771 v.Chr.). Metalen schriftstijlen waren afgeleid van inscripties op orakelbotten en werden door latere oudheidkundigen beschouwd als dragers van primitieve en archaïsche esthetische waarden.
Verwijst naar de stijl van het aardewerk afkomstig uit het noorden van Mesopotamië tijdens het eind van het derde millennium v. Chr. Genoemd naar het metaalachtige geluid dat klinkt als scherven tegen elkaar worden geslagen. De stijl kenmerkt zich door grijs-zwarte, op een hoge temperatuur gebakken dichte, harde vazen die soms zijn versierd met gepolijste spiralen of geschilderde horizontale banen.
De studie van de structuur van metalen en legeringen in relatie tot eigenschappen die belangrijk zijn bij hun technologisch gebruik.
De neiging van twee gekleurde oppervlaktes, die op elkaar lijken als ze worden bekeken onder een soort licht, om te verschillen als ze worden bekeken onder een ander soort licht.
Coniferengenus met één levende representant, Metasequoia glyptostroboides, afkomstig uit centraal China. Fossiele vertegenwoordigers, bijvoorbeeld M. occidentalis, zijn circa 90 miljoen jaar oud en dateren uit de Late Krijtperiode. Ze zijn overal op de middelste en hoogste breedtegraden van het noordelijk halfrond aangetroffen. Doordat het klimaat circa 65,5 miljoen jaar geleden kouder en droger werd, tot in het Cenozoïsche Tijdperk, kromp het geografische bereik van de watercipres tot de huidige fossiele verspreiding. De bladeren zijn paarsgewijs gerangschikt op bladverliezende takjes, en dit bladverlies vormt vermoedelijk ook de verklaring voor de overvloedige fossiele vondsten van deze boom. De Metasequoia is nauw verwant met de genera Sequoia en Sequoiadendron.
Groep die de voormalige taxon Marsupialia (buideldieren) omvat en tevens de nauwste fossiele verwanten van de buideldieren. Een algemeen kenmerk is dat ze hun in hoge mate onvolgroeide jongen dragen in een buidel op de buik, waar de jongen melk kunnen drinken.
Instrumenten die zijn ontworpen om automatisch verschillende meteorologische elementen te meten en vast te leggen, bijvoorbeeld luchtdruk, temperatuur en vochtigheid.
Betrekkelijk kleine interplanetaire lichamen die de aardatmosfeer met hoge snelheid binnendringen, vervolgens verbranden en de lucht eromheen verhitten, waardoor een lichtverschijnsel ontstaat dat 'meteoor' wordt genoemd. Een object dat de passage door de atmosfeer overleeft en op de grond inslaat, wordt een 'meteoriet' genoemd.
Wordt gebruikt voor instrumenten die de waarde van een hoeveelheid van iets meten en aangeven, bijvoorbeeld van gassen, vloeistoffen, kilometers of tijd.
Een protestantse denominatie die de nadruk legt op een hechte persoonlijke relatie met God, het belang van de Heilige Geest en een vast geloof in de historische doctrines van het christendom. Het bepleit een eenvoudige vorm van godsdienstoefening op basis van gelijkheid waarbij geestelijken en leken samenwerken, evenals werkzaamheden ten behoeve van armen en minder bedeelden. Het methodisme kwam voort uit de Anglicaanse Kerk en werd in 1739 opgericht door John Wesley. In 1795 werd het een zelfstandige denominatie. De beweging kwam tot bloei toen Wesley en andere evangelische leiders door Engeland en de Amerikaanse koloniën trokken. De belangrijkste doctrine van het methodisme is te vinden in de preken van Wesley, zijn aantekeningen over het Nieuwe Testament en zijn religieuze statuten.
Verwijst naar graffiti op of in metrowagons en in metrostations. De traditie van metrograffiti ontstond in New York in de vroege jaren 70 van de 20ste eeuw en breidde zich snel uit naar andere grote stedelijke gebieden in de Verenigde Staten en de rest van de wereld, voornamelijk in Europa. Net als voor andere graffitisoorten zijn spuitbussen met verf en markeerstiften de meest gebruikte middelen. Metrograffiti bestaat meestal, al dan niet gedeeltelijk, uit de naam, de bijnaam of de 'tag' van de kunstenaar.
Apparaten, in allerlei uitvoeringen, meest piramidevormig, met een hoorbaar heen en weer bewegende wijzer, in het juiste tempo van een muziekstuk verstelbaar, aangedreven door een opwindmechaniek.
Door elektriciteit aangedreven spoorrijtuigen voor snel vervoer, met een bestuurderscabine aan beide uiteinden en twee of meer dubbele deuren aan elke kant, die zijn ontworpen om afzonderlijk of in meerdere eenheden te werken en om snel te worden binnengegaan vanaf hoge perrons.
Metselaarsereedschap met aan beide zijden een snijkant. Wordt gebruikt om baksteen of steen te hakken en bewerken.
Verwijst naar merktekens in de westerse architectuur die aangeven welke metselaar de steen op zijn werkplank in de bouwloods heeft gesneden. De oorsprong en functie van metselaarstekens verschillen door de eeuwen heen, en een volledig inzicht ontbreekt soms nog. Vroege metselaarstekens werden blijkbaar gebruikt om zekerheid te geven over de verantwoordelijkheid en kwaliteitsbewaking bij grote bouwprojecten waar een aantal minder vaardige metselaars werkzaam was. Vanaf de 13de eeuw gaven metselaarstekens vaak de werkzaamheid aan die met bepaalde stenen was verbonden, zodat de metselaars de juiste vergoeding zouden ontvangen. Metselaarstekens bevinden zich meestal op het werk van minder ervaren metselaars dan vrijmetselaars, die de profielen en figuren sneden. Het metselaarsteken ging uiteindelijk fungeren als aanduiding van de metselaar zelf. Vaak werd het teken ook buiten de context van de bouwplaats gebruikt.
Troffels met een plat, driehoekig stalen blad met een opzij gebogen handvat, die worden gebruikt om specie op te pakken en uit te spreiden.
Een soort portlandcement dat populair isvanwege zijn e bewerkbaarheid en waterafstotende kwaliteiten.
Steenverbanden, wijze waarop stenen, m.n. bakstenen, aan de buitenzijde van een muur zijn gerangschikt, om een goede hechtheid van het metselwerk te garanderen en de muur een goed aanzien te geven. VWB.
Geselecteerd zand dat wordt gebruikt in beton, mortel, pleisterwerk en voor het leggen van stenen.
Wordt gebruikt voor kommen of foedralen die om de poten van meubels heen zitten om deze te beschermen en om de meubels makkelijker te kunnen verplaatsen. Te onderscheiden van 'zwenkwielen' (afwerkingsijzerwaren), die vast zitten in een wartel en zijn bevestigd aan de poten van meubels om die makkelijker te kunnen verplaatsen.
Kabinetten die tot ellebooghoogte reiken.
Kleine kapzagen van ongeveer 23 cm lang, met smalle bladen, fijne tanden en rechte handvatten. Worden gebruikt voor secuur werk zoals het maken van kabinetten of het zagen van figuren.
School van miniatuurschilderkunst die in verband wordt gebracht met de staat Mewar in Rajasthan, een belangrijk centrum van de Rajput-cultuur. De bevolking in deze regio beleed een strenge vorm van het hindoeïsme, en Mewar was het laatste Rajput-machtscentrum dat ten prooi viel aan de Mogols. Sinds de 17de eeuw of nog eerder vormt Mewar een van de belangrijkste en productiefste scholen van Rajasthani-schilderkunst. De stijl wordt gekenmerkt door krachtige contouren, een zeer helder coloriet en enigszins archaïsche conventies, bijvoorbeeld het (narratief) tonen van opeenvolgende episoden binnen één afbeelding. Het traditionele aspect van de Mewarkunst wist lang stand te houden, in weerwil van invloeden van de Mogols, Deccan en Europeanen, hetgeen toe te schrijven is aan het behoudende karakter van dit Rajputhof en de traditionele structuur van de kunstenaarsfamilies. De kunstenaars verwerkten de typische Mewar-details op consequente wijze in hun werk, zoals lokale architectuur en flora en fauna. In de 17de eeuw maakte de inheemse traditie van mythologische en poëtische manuscriptillustraties hier een ware wedergeboorte door. In de 18de eeuw gingen de door de Mogols geïnspireerde hofportretten en beeldvertellingen een prominentere rol spelen. Na 1947, het jaar waarin de vorstendommen werden ontbonden en er een eind kwam aan het koninklijk mecenaat, verdween de stijl naar de achtergrond.
Verwijst naar de Mexicaans-Amerikaanse stroming in de Verenigde Staten in de 19de en 20ste eeuw die zich kenmerkt door artistieke en politieke discussies over sociale kwesties die relevant zijn voor de Mexicaanse gemeenschap en de Chicano-gemeenschap. Centraal in deze stroming staan de herontdekking van Precolumbiaanse inheemse stijlen, de ontwikkeling van een zeer expressionistische Mexicaanse muurschilderstijl en geschillen over culturele studies omtrent het biculturalisme en het etnische erfgoed en de etnische identiteit. De stroming wordt ook gekenmerkt door sterke regionalistische elementen, waarbij de nadruk wordt gelegd op lokale vormen en technieken om de traditionele en hedendaagse iconografie af te beelden. In stedelijke gemeenschappen kenmerkt de stroming zich door het maken van customized auto's, de zogenoemde low-riders, en door graffitikunst.
Genus van bloeiende planten.
Verwijst naar specifiek aardewerk dat in het Italiaanse Bologna en elders werd geproduceerd, hoofdzakelijk van de 15de tot en met de 18de eeuw. De romp van aardewerk werd in klei-engobe gedompeld en vervolgens met loodglazuur bedekt. De ontwerpen werden in de engobe gesneden, waarbij soms ook groen glazuur en mangaanglazuur werden aangebracht. De techniek is gekopieerd van bepaalde Chinese en Koreaanse voorwerpen en werd reeds door Byzantijnse pottenbakkers in Konstantinopel gebruikt, en later, vanaf 1500, ook in Italië. Hoewel het aardewerk op het eerste gezicht op echte 'majolica' of op aardewerk met tinglazuur lijkt, zijn er duidelijke verschillen: er is namelijk geen tinglazuur maar loodglazuur gebruikt, en de ontwerpen zijn door de engobe heen gekerfd om de onderliggende klei met een afwijkende kleur zichtbaar te maken, en zijn er dus niet op geverfd. Verder hebben de kleuren de neiging uit te lopen tijdens het bakken in de oven.
Een in de tweede helft van de zestiende eeuw veel voorkomende frescotechniek waarbij er werd geschilderd op gedeeltelijk droog pleisterwerk met verfsloffen waaraan kalk was toegevoegd om hun aanhechting te versterken.
Maskerade van het Afrikaanse Igbovolk, uitgevoerd in de noordelijk-centrale Igboregio tijdens de jaarlijkse feesten voor het droge seizoen en begrafenisrituelen van aanzienlijke mannen. Daarbij worden zware maskerkostuums met hoorns gebruikt, die de fysieke en spirituele kracht van de man verbeelden.
Verwijst naar de periode die wordt geassocieerd met de shaivitische gebied dat bekend is als Mi-son in het midden van het moderne Vietnam. Architectuur en monumentale beeldhouwkunst in deze periode worden onderverdeeld in de categorieën A tot en met H, op basis van locatie. In het algemeen wordt deze periode gekenmerkt door artistieke eigenschappen uit de pre-Angkor-periode, Angkor en door Indonesische werken.
Verwijst naar de subperiode van heersende Mi-son-kunst in de tiende eeuw. De stijl van de periode wordt beschouwd als representatief voor de meest ontwikkelde en expressieve fase in de Cham-kunst. De boeddhistische Dong-duong-stijl maakt geleidelijk aan plaats voor de shivaïstische, klassieke stijl, wat terug te vinden is in de evolutie van architecturale en beeldhouwkundige karakteristieken. Artistieke producties uit deze periode zijn onder andere het timpaan waarop de incarnatie van Visjnoe is afgebeeld, de Khuong My-groep met vrijstaande standbeelden, en een overvloed aan gebeeldhouwde dieren, zoals stieren, olifanten, leeuwen, mythische beesten (garoeda's, makara's) en andere die zijn afgeleid van Indonesische en Thaise voorbeelden.
Verwijst naar de subperiode van heersende Mi-son-kunst in de noordoostelijke sector van de Mi-son-site halverwege de zevende eeuw. De stijl van deze periode kenmerkt zich door sterke Indiase invloeden en de oudste monumenten in Champa zijn in deze stijl gebouwd. Een mooi voorbeeld uit deze periode is een sanctuarium dat dateert uit de regeerperiode van koning Prakashadharma-Vikrantavarman I (ca. 657 n. Chr.). Gebeeldhouwde postamenten, geïntegreerde uitspringende deuren die uitkomen op een terras met een omheinde veranda en een smalle trap, een verhoogde basis versierd met korte pilasters, vergelijkbaar met architecturale details van Mon Dvaravati, en brede bakstenen stijlen maken er deel van uit. In de beeldhouwkunst van deze periode zijn invloeden te vinden uit de culturen van Dong-Son, Tsjen-la en India, en wordt iconografie overgenomen van hindoeïstisch shivaïstische en boeddhistische culten. Voorbeelden van beeldhouwwerk uit deze periode zijn een fronton met een afbeelding van de geboorte van Brahma waarbij Vishnu op de mythische slang Shesha ligt, dat doet denken aan pre-Ankorese lateien; een postamentenconstructie uit de tempel met gehistorieerde oppervlakken, panelen en nissen waarop het dagelijks leven van monniken in de Himalaya is afgebeeld, en een vrijstaand standbeeld van Ganesha met draperieën van tijgervel en vier armen die symbolen omhoog houden zoals een bidsnoer, een bijl en een raap.
Verwijst naar een fase uit de Chinese neolithische Yangshao-cultuur. De naam is ontleend aan het dorp Miaodigou in de provincie Henan, waar de eerste vondst uit deze cultuur werd gedaan. Er zijn twee verschillende perioden te onderscheiden: Miaodigou I, daterend van circa 4000 tot circa 3300 v. Chr., en Miaodigou II, van 3300 tot 2600 v. Chr. Keramiek van de Miaodigou-cultuur is meestal vervaardigd uit fijne rode klei, soms bedekt met rode of witte engobe. Enkele objecten uit het dunne, harde aardewerk met zijdeglans dat zo typerend is voor de Longshan-cultuur zijn opgegraven op Miaodigou-vindplaatsen. Rond om de dorpen bevonden zich greppels en omheiningen, en de dorpen zelf waren onderverdeeld in afzonderlijke woon-, werk- en grafgedeelten. Als grafgift werd meestal keramiek meegegeven, maar er zijn ook wel stenen werktuigen en benen ornamenten aangetroffen.
Foto's van zeer kleine objecten, meestal gemaakt met behulp van een microscoop. Gebruik 'microfoto's' voor foto's, waarop het afgebeelde is teruggebracht tot zeer geringe afmetingen.
Chemische analyse op zeer kleine schaal.
Brouwerijen die jaarlijks een beperkte hoeveelheid hoogwaardig bier produceren en hun producten meestal in hun eigen pand verkopen.
Zeer kleine audiocassettes, ruwweg vier keer zo klein als standaard audiocassettes. Gebruik ���minicassettes' voor cassettes met een vergelijkbare grootte, maar waarbij geen gebruik wordt gemaakt van een capstan-aandrijfsysteem.
Tak van de elektronica die zich bezighoudt met de studie, vervaardiging en het gebruik van elektronische circuits en zeer kleine apparaatjes, in het bijzonder geïntegreerde circuits waarbij sprake is van halfgeleiders.
Fijnkorrelige film van een hoge resolutie die in een rol is gewikkeld, met afbeeldingen van documenten, die kleiner zijn dan het origineel.
Foto's waarop de onderwerpen sterk verkleind zijn weergegeven, en die bekeken moeten worden met een speciale kijker. Gebruik 'micro-opnamen' voor foto's van zeer kleine objecten, meestal gemaakt met behulp van een microscoop. Gebruik 'microfiches' voor buigzame, doorzichtige bladen film met een aantal microafbeeldingen erop.
Fotografie van zeer kleine objecten, met behulp van een microscoop. Gebruik 'microfotografie (verkleinen) voor fotografie die de onderwerpen sterk verkleind in beeld brengt.
Wordt algemeen gebruikt voor de productie en het gebruik van microformaten. Gebruik 'microfotografie (vergroten)' of 'microfotografie (verkleinen)' voor het procédé dat ten grondslag ligt aan het produceren van microformaten.
Het schrijven in zeer klein schrift. Deze kunst wordt vaak toegepast in versierde manuscripten van joodse teksten, de koran en andere religieuze teksten.
De atmosferische omstandigheden in een klein gebied of afgesloten ruimte.
Werktuig uit het mesolithicum, gemaakt van vuursteen en zeer klein, meestal ongeveer één centimeter lang en een halve centimeter breed. Werd gemaakt door het punt van een grotere kling af te breken. Zo bleef een typisch afvalproduct achter: de 'kerfrest'.
Milieus van kleine gebieden of besloten ruimten of met betrekking tot een gegeven organisme.
Morfologie op uiterst kleine schaal.
Mozaïeken gemaakt van duizenden kleine mozaïekblokjes, meestal van ondoorzichtig glas, die worden gebruikt om afbeeldingen te maken, vaak naar beroemde kunstwerken of van ruïnes, op voorwerpen als juwelen, plaquettes, kleine doosjes en tafelbladen. Worden sinds de 16de eeuw gemaakt, voornamelijk in Rome in de 19de eeuw. De term werd halverwege de 20ste eeuw bedacht door de Britse verzamelaar Sir Arthur Gilbert (1913-2001).
Beschrijft de diverse soorten kunstwerken die zijn vervaardigd door de bewoners van de eilanden in de Stille Zuidzee. De traditionele Micronesische kunst bestond uit lichaamsbeschildering en -ornamentatie, zingen, dansen en het vertellen van mythen en gedichten. Micronesiërs staan bekend om hun gemeenschapsarchitectuur en kanobouw. Ter bevordering van de toeristenindustrie zijn in de tegenwoordige Micronesische kunstvormen allerlei nieuwe materialen, technieken en thema's geïntegreerd.
Het maken van radiografieën op een zeer kleine of microscopische schaal.
Optische instrumenten bestaande uit een lens of een combinatie van lenzen waarmee objecten kunnen worden bekeken die te klein zijn om zonder meer met het blote oog te worden waargenomen. De term kan ook worden gebruikt voor verschillende soorten instrumenten die gebruik maken van een elektronenbundel (elektronenmicroscoop), elektromagnetische straling (röntgenmicroscoop) of andere middelen dan licht en lenzen om beelden van kleine objecten te vergroten.
De structuur van een materiaal op zeer kleine schaal, zoals die bijvoorbeeld te zien is door een microscoop.
Infraroodspectroscopie met een bereik van 400-4.000 inverse centimeter [cm-1].
Twaalf uur 's middags, ofwel het tijdstip dat de zon de meridiaan bereikt. Oorspronkelijk verwees het naar het negende uur van de dag volgens de Romeinse tijdrekening (ongeveer drie uur in de middag).
Wordt gebruikt voor scholen die onderwijs bieden na het basisonderwijs en voorbereiden voor het hoger of academische onderwijs.
Verwijst naar de periode van het christelijke Romeinse Rijk van de 5de eeuw tot aan de renaissance, waarvan het begin ligt in de 13de, 14de of 15de eeuw, afhankelijk van welk land het betreft. De herwaardering van de Grieks-Romeinse tradities met integratie van christelijke thema's, de dynamiek van de Keltische en Germaanse volkeren, en de opkomst van de steden, welke werden bevolkt door vrije burgers, drukten hun stempel op de veelheid van stijlen die tijdens de middeleeuwen tot ontwikkeling kwamen.
Het middelpunt, specifiek van een lijn, cirkel of bol, op gelijke afstand gelegen van de uiteinden of van alle punten op de omtrek of het oppervlak.
Dunne, verticale, stangen of penanten, meestal geen constructie-onderdelen, die een scheiding vormen tussen deuren, schermen of raamvensters. Voor de kleine onderdelen die stukken glas onderverdelen en de ruiten ondersteunen of de verticalen die de panelen in paneeldeuren onderverdelen, wordt 'tussenstijlen' gebruikt.
Verwijst naar een fase in de Bronstijd die zich onderscheidt van de culturen van de vroege en late Bronstijd door de verschillen in metaalassemblages en begrafenisrituelen. De fase kenmerkt zich deels door metaalbewerkingstechnieken en steeds verfijndere ontwerpen van werktuigen en wapens, bij de vervaardiging waarvan onder andere gebruik werd gemaakt van afsluitbare gietvormen, Cire Perdue, bewerking van platen, constructieribben, krammen en degenknoppen aan het eind van het zwaardheft.
Voorvoegsel voor de beschrijving van een kleur met een gemiddelde intensiteit en een gemiddelde waarde.
Verwijst naar de Assyrische periode en stijl van circa 1500 tot 1000 v. Chr. De stijl kenmerkt zich door het gebruik van nieuwe thema’s, een hernieuwde vitaliteit en culturele invloeden van buitenaf, in het bijzonder uit Egypte en het oostelijke Middellandse-zeegebied.
Verwijst naar de stijl die volgde op de iconoclastische crisis, van het midden van de 9de tot het begin van de 13de eeuw. De stijl komt voornamelijk voor in het Oost-Romeinse rijk, en verspreidde zich samen met het Orthodoxe geloof naar de Balkan en Rusland na het verlies van Klein-Azië aan de Seljuk-Turken in 1071. De stijl kenmerkt zich door het voortborduren op en verder ontwikkelen van vroegere Byzantijnse kunst, bijvoorbeeld door een kleinere schaal van kerken en kloosters, het regelmatige gebruik van de Griekse kruisplattegrond, interieurs bedekt met weelderig marmer, mozaïeken, schilderingen en ivoorsnijwerk. Het betrof meestal eenvoudiger, meer lineaire en abstracte composities in een strak iconografisch systeem.
Verwijst naar een tussenfase van de Corinthische aardewerkstijl, van circa 600 tot circa 575 v. Chr. De stijl kenmerkt zich door een ogenschijnlijk grootschalige productie van potten, beschilderd maar in vergelijking tot de voorgaande fase met een veel kleiner arsenaal van onhandig afgebeelde dieren. Verdere kenmerken zijn de nieuwe houdingen van de dieren, de minder drukke dessins tussen de figuren en het gebruik van stippen die de omtrek van de dieren weergeven.
Verwijst naar de periode van circa 1900 tot 1600 v. Chr. op het eiland Cyprus. De kunst uit deze periode kenmerkt zich door een voortzetting van de vroeg-Cypriotische stijlen zoals roodgepolijst aardewerk en de vervaardiging van platte geschilderde of gegraveerde terracotta figuurtjes, waarvan sommige met gemodelleerde armen en benen.
Verwijst naar de periode van circa 1750 tot 1250 v. Chr. in het gebied van het huidige Bahrein, Failaka Island en de oostkust van Saoedi-Arabië.
Verwijst naar de tussenperiode in de Minoïsche kunst en cultuur, volgens het classificatiesysteem dat is ontwikkeld door de archeoloog Arthur Evans. De stijl kenmerkt zich door gemodelleerde kleibeeldjes in de vorm van dieren en mensen die een bepaalde emotie weergeven, door polychrome versiering van het aardewerk die bestaat uit steeds complexere kromlijnige en bladachtige ontwerpen, en door de bouw van paleizen. De tijd overlapt voor een deel met de tijd van de oudste paleizen.
Verwijst in het algemeen naar een periode tussen de hoog-paleolithische en de laag-paleolithische tijd, die begint in de derde interglaciale fase en die duurt tot tijdens de eerste belangrijke schommeling van de vierde ijstijd of het Weichselien. Tijdens de periode bestonden de culturen van het Moustérien, een gedeelte van het Levalloisien en het Tayacien, die alle bekendstaan om de vervaardiging van gereedschap van steensplinters, hoewel ook de oudere handbijltraditie behouden bleef.
Verwijst naar de periode in Meso-Amerika van circa 1000 tot 300 v. Chr. die wordt gekenmerkt door ontluikende politiek-religieuze structuren en nuclei die zich uitstrekten tot de Zapotec-beschaving in de Vallei van Oaxaca in de Zuidelijke Hooglanden. Beeldhouwkundige stijlen uit die periode omvatten ceremoniële en monumentale steensculpturen zoals grote stenen hoofden, altaren, stèles en andere volledig ronde vormen en bas-reliëfvormen. Het naast elkaar plaatsen van de menselijke figuur en dierlijke kenmerken zoals jaguarmonden en neusgaten komt veelvuldig voor in beeldhouwkunst en schilderkunst. De stijlen van edelsteenbewerking in deze periode omvatten gevarieerde jaden beeldjes en andere, kleine, complexe objecten. Piramide-achtige architectuur toont complexere en gevarieerdere vormen zoals de piramidevormige gecanneleerde kegelstructuur.
Geplaveide of beplante stroken grond die snelwegen in rijstroken verdelen al naar gelang de rijrichting.
Verwijst naar de tweede van drie grote perioden in de Egyptische beschaving, van circa 2008 tot 1630 v. Chr. en de 11de en 12de dynastie omvattend. Sommige bronnen rekenen hier ook de 13de dynastie toe, die circa 1630 v. Chr. ten einde liep. De periode kenmerkt zich door een heropleving van de kunst, die met name te zien is in de bouw van koninklijke grafpiramiden en tempels, particuliere, uit rotsen gehakte graven en de versiering hiervan, een belangstelling voor portretkunst in de koninklijke beeldhouwkunst en een algeheel hoog niveau van kunstzinnigheid en precieze uitvoering, met name in reliëfbeelden en de schilderkunst.
Wordt gebruikt voor scholen in Groot Brittannië en de Verenigde Staten die een overgang vormen tussen basis- en middelbaar onderwijs. In Nederland te vergelijken met het voorbereidend beroeps- en middelbaar onderwijs.
Wordt gebruikt voor de twee middelste zuilen uit een rij, wanneer die verder uit elkaar staan dan de zuilen aan beide andere zijden.
Onderwijsinstellingen in Groot Brittannië en de Verenigde Staten die een overgang vormen tussen basis- en middelbaar onderwijs. In Nederland te vergelijken met het voorbereidend beroeps- en middelbaar onderwijs.
Meestal oude kleine vestingen in het Nabije Oosten, gebruikt langs grenzen en bij oases of belangrijke splitsingen van wegen, van Syrië tot Egypte.
Een ruw biotietgraniet, gedolven in Milford, Massachusetts, meestal samengesteld uit lichtroze veldspaat met toevoegingen van grijs kwarts en donkere, groenzwarte spikkels van een chlorietachtig, zwart mica. Het is zeer sterk, zeer goed te polijsten en heeft een fijne, compacte structuur, waardoor het een van de meest gewilde granietsoorten is die in de Verenigde Staten worden gedolven voor algemene bouwdoeleinden en voor decoratieve doeleinden.
Dunne zilveren munten uitgegeven door Constantijn in ¦320 en gebruikt tot eind 4e eeuw; tijdens de Byzantijnse periode vanaf ¦700 tot het begin van de 11e eeuw werden ze opnieuw geslagen.
Te gebruiken voor de verzameling van fysieke dingen, omstandigheden en invloeden die een organisme, voorwerp of structuur omgeven en beïnvloeden. Gebruik 'ecologie' voor de tak van de biologie die zich bezighoudt met de verbanden en wisselwerking tussen organismen en hun leefomgeving. Gebruik 'natuur' voor het idee van de externe wereld, inclusief de krachten die er op inwerken en het niet-menselijke leven dat er woont, en dat door mensen wordt gezien als gescheiden en onafhankelijk van henzelf, hun activiteiten en beschaving.
Zij die veranderingen aanbrengen in een object of structuur teneinde verdere achteruitgang daarvan te voorkomen. Gebruik 'herstellers' voor hen die veranderingen in een object of structuur aanbrengen om de staat daarvan op een bepaald tijdstip in het verleden zo dicht mogelijk te benaderen. Gebruik meer in het algemeen 'restauratoren' voor hen die behandeling, preventieve zorg en onderzoek uitvoeren gericht op het behoud van culturele en natuurlijke erfgoederen op lange termijn.
Mensen die zijn belast met het behouden, verbeteren en herstellen van de natuurlijke omgeving, maar ook met het beleid en de politiek met betrekking tot milieubehoud.
Een verandering in één of meer verschillende socio-economische en biofysische eigenschappen van een gegeven omgeving, als gevolg van de ontwikkeling van een locatie of nieuwe overheidsbesluiten.
Documenten die worden vereist door de wet en die een analyse en een verslag bevatten van de effecten van grote projecten of programma's op de kwaliteit van de leefruimten van mens, plant en dier.
Gebieden die een gunstige invloed hebben op de flora en fauna in een bepaalde omgeving; hierbij kan in de eerste plaats worden gedacht aan moerasland, kwelders, cruciale habitats van bedreigde soorten en de zones waar waterstromen met slechts één bron worden bijgevuld.
De professionele toepassing van wetenschappelijke principes en technische praktijken op het beheer en het optimale gebruik van natuurlijke bronnen in lucht, water en grond, met als doel het beschermen van het milieu tegen de nadelige effecten van menselijke activiteiten, het beschermen van menselijke populaties tegen de effecten van nadelige milieufactoren en het verbeteren van de kwaliteit van het milieu ten bate van de gezondheid en het welzijn van de mens.
Onderwijsinstellingen die mensen opleiden voor een loopbaan in de krijgsmacht en particuliere scholen die zijn georganiseerd volgens de disciplines en kledingvoorschriften van het militaire leven; beide geven lessen in militaire training en beide werken over het algemeen op universitair niveau, met programma's waarmee een graad kan worden behaald.
Wordt gebruikt voor zowel scholen die mensen opleiden voor een loopbaan in de krijgsmacht als voor particuliere scholen die zijn georganiseerd volgens de disciplines en kledingsvoorschriften van het militaire leven; beide geven lessen in militaire training en beide werken over het algemeen op universitair niveau, met programma's waarmee een graad kan worden behaald.
Fotografie voor militaire doeleinden, zoals het in kaart brengen van een gebied of oefeningen. Gebruik 'oorlogsfotografie' voor fotografie in oorlogstijd met als doel historische documentatie.
De kunst en de praktijk van het ontwerpen en bouwen van militaire versterkingen en andere installaties en het bouwen en onderhouden van militaire communicatie- en transportroutes. Omvat ook het leveren van voorzieningen zoals water en elektriciteit aan strijdkrachten, het ontwerpen en bouwen van faciliteiten om legers en wapens, voornamelijk zwaar geschut, te vervoeren en het gebruik of uitschakelen van conventionele explosieven, het ontwikkelen van topografische kaarten en technische inlichtingen en de ontwikkeling van de apparatuur die nodig is om dergelijke operaties uit te voeren.
Te gebruiken voor patronen met een hoeveelheid verspreide bloemen of planten die de achtergrond voor een tafereel vormen.
Papier dat is bedrukt met zeer kleine vierkantjes van gelijke grootte voor het tekenen van tabellen, grafieken of diagrammen.
Verwijst naar een cultuur en een stijl die een vertakking vormde van de klassieke Mogollon-cultuur en die voorkwam tussen de Mimbres River in het Gila-gebergte in wat nu het zuidwesten van New Mexico is, en op nabijgelegen plaatsen rond de Mimbres River en de Rio Grande. De cultuur bloeide van circa 1000 tot circa 1150. Er werd gejaagd, irrigatie gebruikt voor de landbouw en gewoond in compacte pueblo-achtige dorpjes met gebouwen van steenklei en metselwerk. De cultuur is uiteindelijk waarschijnlijk opgegaan in de Pueblovolkeren uit het noorden of is naar Mexico gemigreerd. De cultuur staat bekend om specifiek aardewerk, dat werd versierd met fantasievolle zwart-wit afbeeldingen van insecten, dieren, vogels en geometrische lijnen.
Kansels in moskeeën met een klein platform voor de spreker, een balustrade, een baldakijn, een smalle trap en meestal met een poort aan de voet van de trap.
In de natuur voorkomende anorganische elementen of verbindingen met een ordelijke interne structuur en een karakteristieke chemische samenstelling, kristalstructuur en fysische eigenschappen; ook te gebruiken voor synthetisch verkregen equivalenten.
De wetenschappelijke studie van mineralen, inclusief hun vorming, vindplaatsen, eigenschappen, samenstelling en classificatie.
Verwijst naar de periode en stijlen die behoren tot de Chinese dynastie tussen 1368 en 1644. De periode kenmerkt zich door stabiliteit, voorspoed en een opleving van de Chinese cultuur en een nationaal bewustzijn. De stijlen in deze periode ontwikkelden zich voornamelijk vanuit een systeem waarbij de kunst onder bescherming van het hof stond. Een hoge mate van vakmanschap werd aangemoedigd, maar qua ontwerp en technieken overheerste conservatisme. De belangrijkste kunst die tijdens deze periode werd vervaardigd was cloisonné, email, bronswerk, lakwerk, meubels en klein ornamenteel snijwerk van jade, ivoor, hout en porselein. In de keramiek werden eerdere stijlen, waaronder wit en blauw servies, verfijnd qua techniek en versiering. In de architectuur zijn de vroegere experimenten uit de Sung-periode achtergelaten en verruild voor traditionelere ontwerpen, zoals de bouw van de Verboden Stad in Peking. In de schilderkunst moedigden scholen van professionele academici/kunstenaars en de geletterde intelligentsia de ontwikkeling van onafhankelijke, persoonlijke stijlen aan.
Verwijst naar een reeks groene kleuren die lijken op de groene kleur die werd gebruikt voor bepaald porselein dat werd gemaakt in de tijd van de Ming-dynastie.
Kleine of eenvoudige vestingwerken, vooral uit de Romeinse tijd.
Te gebruiken voor het beschrijven van voorwerpen of creaties in een verkleinde schaal in vergelijking met het gemiddelde of normale formaat voor het type.
Verwijst naar zeer kleine schilderingen. De term wordt vaak specifiek gebruikt voor kleine taferelen in verluchtigde manuscripten of voor portretten op perkament of ivoor die populair waren in Europa en Amerika vanaf de Renaissance tot in de 19de eeuw. Op schilderingen in manuscripten kan ook de term 'verluchtingen' van toepassing zijn.
Foto's die onder een vergrootglas zijn geplakt, in juwelen kunnen worden bevestigd of kunnen worden gebruikt voor andere decoratieve doeleinden.
Zeer kleine stadsparken, in de directe nabijheid en meestal te midden van gebouwen in een dichtbebouwde omgeving.
Te gebruiken voor zeer kleine landschappen in plantenbakken, bloembakken, terrariums of vergelijkbare houders, met dwergplanten en vaak zeer kleine replica's van landschapsvormen, waterlichamen en modellen van gebouwen, bruggen, tempels en andere bouwconstructies.
Zaken die belangrijk kleiner zijn dan de gebruikelijke of standaardgrootte, in het bijzonder voorwerpen die nauwkeurige schaalmodellen zijn van een origineel en bedoeld zijn als speelgoed of verzamelobject. Miniatuurversies worden vaak gemaakt op een standaardschaal. Zo worden poppenhuismeubels vaak op schaal 1:12 en modeltreinen op schaal 1:160 (N), 1:87 (HO) of 1:48 (O) gebouwd.
Kleine audiocassettes, ongeveer vier keer zo klein als standaard audiocassettes. De band wordt alleen met spoelen bewogen. Gebruik ���microcassettes' voor cassettes met ruwweg dezelfde grootte, maar waarbij gebruik wordt gemaakt van een capstan-aandrijfsysteem.
Een spel dat is afgeleid van de golfsport, waarbij golfballen met clubs over een opvallende golfbaan worden geslagen, vaak voorzien van kleurrijke en eigenaardige hindernissen.
Middelgrote computers die kleiner zijn dan mainframes en meestal een groter geheugen hebben dan microcomputers.
Stijl die betrekking kan hebben op in principe alle kunstvormen, met inbegrip van de literatuur, de ontwerpkunst, de muziek, de beeldende kunst en de performancekunst, en die wordt gekenmerkt door een 'kale' eenvoud, ontdaan van iedere vorm van decoratie. Binnen de muziek verwijst deze term specifiek naar een stijl die in de jaren 60 in de Verenigde Staten ontstond en die wordt gekenmerkt door het langdurig herhalen van korte passages zonder enige harmonische variatie. Binnen de context van de beeldende kunst verwijst de term naar de abstracte kunststroming en stijl die met name op het gebied van de beeldhouwkunst tot bloei kwamen in het midden en het einde van de jaren 60. Deze stroming bepleitte het terugbrengen van de kunst tot een toestand van niet-kunst door middel van het uitbannen van alle natuurlijke en culturele elementen, met als resultaat een kunstwerk dat wordt gekenmerkt door zuivere, eenvoudige vormen en willekeurig geplaatste objecten.
Kleine veldslangen van ongeveer 2,10 m lang, met een kaliber van 7,5 cm in doorsnee, die kogels afvuren van ongeveer 1,5 kg. Ze waren in de 16e en 17e eeuw in gebruik.
Zeer korte rokken die meestal tot halverwege de dij reiken; ook soortgelijke delen van een jurk of een jas. Term te gebruiken voor kleding vanaf de jaren '60 van de 20e eeuw.
Hooggeplaatste overheidsfunctionarissen aangewezen door of onder het gezag van een monarch of regeringsleider, vaak in een leidinggevende positie op een specifieke bestuurlijke afdeling of ander departement van de regering.
Beeldhouwwerken, gebruikt om krachtige medicijnen in te bewaren die in verband worden gebracht met spirituele of genezende krachten, vaak in de vorm van houten figuurtjes of samengestelde objecten zoals bundels, schelpen, potten en amuletten.Ze zijn oorspronkelijk afkomstig uit de Afrikaanse Congo, maar het gebruik ervan in waarzeggings-, beschermings- en genezingsriten is ook verspreid naar Cuba, Haïti, Brazilië en het zuiden van Amerika.
Verwijst naar de periode en stijl die wordt toegeschreven aan de Griekse beschaving in de Bronstijd op het eiland Kreta, van circa 3.500 tot circa 1050 v. Chr. Deze onderscheidde zich van de gelijktijdige culturen op het Griekse vasteland die bekend zijn onder de naam Helladisch en op de andere eilanden onder de naam Cycladisch. De Minoïsche kunst en cultuur verspreidde zich in de Egeïsche regio en kwam derhalve ook in streken buiten Kreta voor. De cultuur kenmerkt zich door vernieuwingen en grootschalige ontwerpen van steden en paleizen, door het veelvuldig gebruik van schrift, en door kenmerkend verfijnde kunst, waaronder gedetailleerde rolzegels, aardewerk, fresco’s en beeldhouwkunst.
Verwijst naar het Engelse porselein en aardewerk dat vanaf 1793 door Thomas Minton werd vervaardigd in Staffordshire. De stijl omvat zowel majolica, Parian ware, Palissy ware en blauw bedrukt aardewerk.
Beeldende werken die bovennatuurlijke krachten of vermogens zouden bezitten, zoals helen, bewegen, of het afscheiden van een substantie, bijvoorbeeld bloed of tranen.
Familie van tweezaadlobbige planten die in de orde Myrtales is ondergebracht. Mirte, kruidnagel, guave, feijoa, allspice en eucalyptus behoren hiertoe. Alle soorten zijn houtig, bevatten essentiële oliën en bloeiende delen in veelvouden van vier of vijf.
Diensten bestaande uit een geheel van gebeden en ceremonies ter herdenking van de kruisiging van Jezus Christus in de rooms-katholieke riten. De term is afgeleid van de Latijnse rite van ontslag, "Ite, missa est" ("Ga, het is beëindigd").
Het op lange termijn of het overmatig gebruiken of misbruiken van verdovende middelen, alcohol of andere substanties. Gebruik 'verslaving' voor het in zulke mate fysiek of lichamelijk gewend zijn aan een substantie of gewoonte dat de beëindiging hiervan tot zware trauma's leidt.
Het plegen van delicten die door het publiekrecht zijn verboden of het niet nakomen van verplichtingen die door het publiekrecht zijn opgelegd. In beide gevallen is de pleger volgens die wetten strafbaar.
Verwijst naar een type aardewerk waarvan de naam is ontleend aan de Japanse stad Mishima in de prefectuur Shizuoka, hoewel dit aardewerk oorspronkelijk in Korea is ontwikkeld. Bij de vervaardiging van dit aardewerk wordt gebruik gemaakt van een opvallende techniek waarbij het keramiek wordt gedecoreerd met ingelegde kleisoorten in contrasterende kleuren, waarna het grotendeels wordt bedekt met celadonglazuur. De naam 'Mishima' dateert uit de 17de eeuw, maar de stijl gaat terug tot de Koryo-periode (935-1392) en werd toen aangeduid als 'Korai' of 'Zogan'.
Katholieke kerken in gebieden waar het geloof verbreid moet worden. Gebruik 'zendingskerken' voor dergelijke protestants-christelijke gebouwen.
Wordt gebruikt voor een sub-type van de bouwstijl van de Spaans Koloniale Opleving, gekenmerkt door eenvoud van vorm en ornamentatie. Gebruik @'Mission' voor de Amerikaanse decoratieve kunst uit eind negentiende en begin twintigste eeuw, met name met betrekking tot meubilair.
Middelgrote boom die inheems is in Noord-Amerika. Gemakkelijk te verwarren met de westerse netelboom (C. occidentalis) waar de verspreidingsgebieden van deze soorten overlappen, maar de Mississippi-netelboom is een kleinere boom die groeit in vochtige laagliggende stukken land. Daarnaast zijn de bladeren smaller en van boven gladder.
Verwijst naar een inheems Amerikaanse cultuur en stijl die hebben bestaan vanaf circa 800 n. Chr. tot halverwege de 18de eeuw, toen de laatste vertegenwoordigers van deze cultuur, de Natchez, in aantal afnamen en verspreid raakten. De cultuur heeft met name een overheersende rol gespeeld in het zuidoosten en het midden van de huidige Verenigde Staten, in de riviervalleien van de gebieden die nu behoren tot de staten Mississippi, Alabama, Georgia, Arkansas, Missouri, Kentucky, Illinois, Indiana, Ohio en delen van Wisconsin, Minnesota en de Great Plains. De cultuur was gebaseerd op de agrarische ontwikkeling van de laaggelegen delen langs de rivier, en het land werd bestuurd vanuit theocratische dorpsstaten. Kenmerkend voor de dorpsarchitectuur zijn nederzettingen rond ovale of piramidevormige aardeheuvels, met een centraal ceremonieel plein. De stijl van gedecoreerde gebruiksvoorwerpen en ceremoniële objecten, uitgevoerd in koper, schelpen, steen, klei en veren, wordt gekenmerkt door complexe ontwerpen met menselijke figuren, diermotieven en geometrische vormen.
Verwijst naar de periode van circa 1500 tot 1300 v. Chr. toen in het noorden van Mesopotamië het Mittanische koninkrijk bloeide. De kunst uit deze periode kenmerkt zich door het fijne ivoorsnijwerk, de vervaardiging van glas en glazuur, brons en ijzerwerk. In de rolzegels worden Babylonische, Egyptische en Egeïsche motieven gecombineerd.
#Sewn boats van Oost-Afrikaanse oorsprong met een inhoud van circa dertig tot veertig ton en een lange gebogen boeg. Ze werden getuigd met een vierkant zeil van ruw matwerk. Mitepe zijn niet meer in gebruik en werden voornamelijk ingezet in het verkeer langs de kust van Swahili tussen Zanzibar en de Lamu-eilanden.
Verwijst naar de religie die is gebaseerd op de aanbidding van Mithra, de Iraanse god van de zon, rechtvaardigheid, verbondenheid, bemiddeling en oorlog in het Iran van vóór Zarathoestra. De term verwijst ook naar de religie in het Romeinse rijk tijdens de tweede en derde eeuw, die in het teken stond van de verering van Mithras, de beschermheilige van het keizerrijk. Deze religieuze stroming verdween na de erkenning van het christendom door keizer Constantijn in de vierde eeuw.
Pantserhandschoenen die bestaan uit een kokervormige pantsermanchet, een enkele plaat of verscheidene scharnierende harnasplaatjes die de rug van de hand bedekken en harnasplaatjes die de vingers bedekken, waarbij alleen de duim onafhankelijk kan bewegen. Ze waren populair van de 15e tot halverwege de 16e eeuw in die delen van Europa die door de Duitsers werden overheerst.
Keukengerei of apparaten met één of meerdere kloppers die worden gebruikt voor het mengen, kloppen of pureren van voedsel.
Een sociaal onacceptabel seksueel gedragspatroon, waarbij de seksuele opwinding wordt opgewekt door het heimelijk observeren van andere personen die zich uitkleden, naakt zijn of seksuele activiteiten uitvoeren. De opwinding is een gevolg van de wetenschap dat de geobserveerde personen zich niet bewust zijn van het feit dat ze worden geobserveerd.
Monolithische stenen figuurvoorstellingen, uitgehakt in vulkanische tufsteen, een zachte vulkanische steen. Gemiddeld zijn moai-beelden 4 meter hoog en 14 ton zwaar. De moai stellen de voorvaderlijke stamhoofden van Paaseiland voor, die de gemeenschap beschermden met hun bovennatuurlijke krachten. De moai bestaan meestal uit een romp, gegraveerde ingezette armen en een hoekig hoofd. Monumentale moai-figuurvoorstellingen komen het meest voor in en zijn vooral bekend uit de kunst op Paaseiland, hoewel er moai van verschillende formaten en stijlen bestaan.
Verwijst naar kleine prehistorische kunstobjecten, voornamelijk uit het Late Paleolithicum, die konden worden meegedragen, in tegenstelling tot grotkunst. Hiertoe behoren onder andere kleine beeldjes, gegraveerde werktuigen en juwelen.
Schoeisel zonder hak dat geheel is gemaakt van zacht leer, zoals hertenleer, en waarvan de zool naar boven doorloopt zodat deze geheel of gedeeltelijk de bovenkant vormt van de voetbedekking; met een achternaad. Werden oorspronkelijk gedragen door de inheemse bevolking van Noord-Amerika. Ook schoenen van soortgelijk model met een harde zool en hak eraan vast, gemaakt van zacht of hard leer of leerachtig materiaal.
Verwijst naar aardewerk dat wordt gekenmerkt door veren- en takkendecoraties die lijken op de afdrukken van mosagaat (in het Engels ook wel 'mocha stone' genoemd). Mocha ware is rond 1785 in Engeland ontwikkeld en bleef de gehele 19de eeuw populair. Het wordt met name aangetroffen bij mokken, kruiken en andere vormen van aardewerk die in taveernes werden gebruikt voor het meten of bewaren van droge waren, hoewel het ook bij andere voorwerpen voorkomt. Het ornament werd gemaakt door de romp, bestaande uit groen aardewerk of bedekt met engobe, te bestrijken met een vloeibaar pigment dat zich vervolgens verspreidde op capillaire wijze, of door middel van een blaaspijpje. Het pigment bevatte vaak tabakssap, urine en metaaloxide, en had meestal een groen, bruine, blauwe of roze kleur. Soms werd de romp eerst beschilderd met een horizontaal banddessin in bruine, blauwe of grijze engobe. De romp was doorgaans gemaakt van Engels aardewerk, wit of bamboekleurig aardewerk, of van pearlware.
Grond die zoveel water bevat dat deze zacht en ten minste half vloeibaar is.
Kleiachtige modder die is verhard door inzetharding of verhitting, met de samenstelling en textuur van schalie, maar veel minder breekbaar.
Verschuivende massa's aarde die door regen of smeltende sneeuw vloeibaar zijn gemaakt of massa's vulkanische deeltjes gemengd met water die net zoals lava uit vulkanen vloeien.
Een bepaalde tijd overheersend, meestal van korte duur, gebruik of stijl in kleding, auto's, restaurants of andere persoonlijke bezittingen en diensten. Voor het gebied van studie en commerciële activiteit van het ontwerpen van kleding, accessoires, en ensembles voor persoonlijke kleding, gebruik "modeontwerp".
De wijze van mode van persoonlijke kledij en dracht met inbegrip van de manier van het dragen van het haar, de stijl van kleding, sieraden, kronen, scepters, en andere accessoires van persoonlijke versiering, behorend tot een bepaalde natie, klasse, periode, of speciale gelegenheid, met inbegrip van alle artikelen gedragen of door mensen voor warmte, bescherming, verfraaiing, of symbolische doeleinden uitgevoerd. In het Engels, in het algemeen uitgedrukt in het enkelvoud.
Fotografie van modieuze kleding en accessoires, vooral voor reclamedoeleinden.
Animatietechniek waarbij massieve driedimensionale figuren met gelede lichaamsdelen of gemaakt van kneedbaar maar stabiel materiaal, zoals klei, zorgvuldig en geproportioneerd op miniatuurfilmsets worden bewogen en iedere stand of houding korte tijd wordt gefilmd.
Het maken van representaties op schaal van objecten of structuren, meestal driedimensionaal en gemaakt van hard, onkneedbaar materiaal zoals hout of steen. Zie 'boetseren' voor het gebruik van kneedbaar materiaal zoals was of klei om een driedimensionale vorm te creëren.
Verwijst in algemene zin naar diegenen die driedimensionale modellen maken uit plooibaar materiaal. Verwijst bij het maken van keramieken objecten in het bijzonder naar de ambachtslieden die modellen van klei of was maken, of die vormen maken op basis van tekeningen die door een ontwerper zijn gemaakt en worden gebruikt bij het vormgeven van keramieken objecten. Te onderscheiden van 'modelmakers' die modellen bouwen, meestal van hard, niet plooibaar materiaal zoals hout of steen.
Kleine, vaak tot in details afgewerkte versies van grotere schilderijen of beeldhouwwerken, vervaardigd om aan de opdrachtgever het beoogde te tonen, of tot in details afgewerkte tekeningen met hetzelfde doel.
Zij die doorgaans van harde, niet-plooibare materialen zoals hout of steen modellen bouwen, bijvoorbeeld werkende modellen of showmodellen op schaal, van driedimensionale objecten, of modellen waarmee mallen voor gegoten producten worden geproduceerd. Zie 'modelleurs' voor mensen die modellen maken van klei, was of andere pletbare materialen.
Wordt gebruikt voor winkels die textiel en kleding verkochten, wijd verspreid in het begin van de 19e eeuw, en die in tegenstelling tot de in die tijd gangbare handelspraktijk grote voorraden ter plaatse hadden, waarbij verwante artikelen op afdelingen bij elkaar waren geplaatst.
Chinees schrift dat ontstond uit het cursief en voor het eerst verscheen tijdens de laatste jaren van de Han-dynastie in de 2de eeuw n.Chr. De uitvinding van het schrift werd toegeschreven aan Zhang Zhi en het schrift werd in de 4de eeuw vervolmaakt door Wang Xizhi en zijn zoon Xianzhi. Het kenmerkt zich door een snellere manier van schrijven, doorlopende halen, vloeiende bewegingen en expressiviteit.
Te gebruiken voor de gezamenlijke activiteiten en doelen van de modernistische architectuur en met name, maar niet uitsluitend, de internationale stijl. Gebruik voor 20e-eeuwse, op vernieuwing gerichte kunst in meer algemene zin de term 'modernistisch'.
Ontwerpstijl voor industriële vormgeving en meubilair uit het midden van de 20ste eeuw die wordt gekenmerkt door organische vormen, een gebrek aan versieringen en een uitgebreid gebruik van hout (vaak teakhout). Meubilair in deze stijl voldoet over het algemeen aan de normen van de constructie, materialen en proporties van traditionele vormen, hoewel het meer gestroomlijnd is. De term wordt meestal gebruikt voor meubilair en industriële vormgeving zoals servies en niet voor architectuur, hoewel hij ook in bredere zin wordt gebruikt.
Een variant van art nouveau die is gebaseerd op Franse werken en is beïnvloed door de werken van Edward Burne-Jones en William Morris. De term heeft vooral betrekking op architectuur en meubelontwerp.
Verwijst naar schilderkunst, beeldhouwwerken, grafische kunst en architectuur vanaf het einde van de 19de eeuw tot aan nu, die wordt gekenmerkt door een afwijzing van traditionele kunstvormen en conventies. De moderne kunst vormt een afspiegeling van veranderende maatschappelijke, economische en intellectuele omstandigheden. De moderne kunst omvat tal van stromingen en theorieën. Het verschil met hedendaagse kunst is dat deze niet de betekenis van een niet-traditionele stijl in zich draagt, maar slechts verwijst naar de periode waarin een werk is vervaardigd. De begrippen 'modern' en 'hedendaags' zijn impliciet aan verandering onderhevig. De term 'modern' verwijst soms in meer specifieke zin naar kunst tot aan de jaren 60 of 70 van de 20ste eeuw.
Het tekenen of schilderen van afbeeldingen van modieuze kleding en accessoires, voornamelijk bestemd voor reclamedoeleinden.
Wordt gebruikt voor een constructie met geprefabriceerde eenheden. Wordt ook gebruikt voor een constructie gebaseerd op een combinatie van soortgelijke kleinere componenten.
Een soort gietijzer dat zowel qua structuur als qua eigenschappen op staal lijkt. Het wordt vaak gebruikt voor machineonderdelen.
De toestand van het moeder zijn; ook de eigenschappen die behoren tot of worden geassocieerd met moederschap of in het verwachting zijn.
Verwijst naar de stijl en periode die samenvielen met de heerschappij van Moerad I, zoon van Orhan, van 1362 tot 1389. Gedurende deze periode werd een aantal nieuwe moskeeën gebouwd bij Bursa, waarbij de sultan naar verluidt christelijke arbeiders zou hebben ingezet. In 1366 begon Moerad I aan de bouw van een kulliye, een gebouwencomplex met een moskee, Byzantijnse thermen, een grote soepkeuken en een school. De moskee werd voltooid in 1385 en had een kruisvorm met vier ruimten, met in twee daarvan een grote haard voor het comfort van de bezoekende derwisjen. Onder de centrale koepel bevond zich een fontein voor het wasritueel, vóór het verhoogde moskeegedeelte. Een uniek kenmerk van dit gebouw is de achthoekige koepel boven de mihrab, de nis in de muur van de moskee die de richting van Mekka aangeeft.
Verwijst naar de stijl en periode die in verband worden gebracht met de heerschappij van Moerad II, zoon van Mehmed I. Hij was aan de macht van 1421 tot 1444, toen hij afstand deed van de troon. Daarna was hij van 1446 tot 1451 wederom aan de macht. Het belangrijkste architectuurproject tijdens zijn heerschappij was de bouw van de enorme 'moskee met drie balkons' waaraan men in 1438 begon en die zo werd genoemd vanwege de vernieuwende minaret met drie balkons. Het gebouw was uniek met zijn ruitjespatronen, glas-in-loodramen en kronkelende strepen in rood-roze steen, een grote binnenplaats en enorm hoge minaretten. Moerad II was de laatste sultan die werd begraven in de stad Bursa, maar de locatie die hij had gekozen, was meer afgelegen en het resulterende complex van gebouwen en de Koninklijke begraafplaats is lager gelegen en eenvoudiger van aard dan eerdere werken. Ook vermeldenswaardig is de bijbehorende tuin met een grote verscheidenheid aan ceders, platanen, oleanders en rozenstruiken.
Verwijst naar de kunst en architectuur die samenvielen met de heerschappij van Moerad III (1574-1595), zoon van Selim II en kleinzoon van Süleyman II. Moerad gaf opdracht tot de bouw van een koninklijke moskee in Manisa en herbouwde grote gedeelten van het Topkapi-paleis in Istanboel. Zijn primaire interesse als begunstiger lag op het gebied van de kunsten van het boek, en van alle Ottomaanse sultans toonde hij de meest persoonlijke interesse in de werken van hofschilders, ontwerpers en kalligrafen. Veel belangrijke geïllustreerde geschiedenissen en religieuze werken werden voltooid onder zijn patronaat. Tegen de jaren tachtig van de 16de eeuw werd de markt overspoeld door goud en zilver vanuit de Nieuwe Wereld, waardoor het hof werd gedwongen een vast tariefsysteem te hanteren voor artistieke werken zoals tegels en tapijten. Ondanks de economische terugval bereikten hoftapijten en keramiek hun technische en artistieke hoogtepunt tijdens de heerschappij van Moerad III, naast gebedstapijten en polychrome keramiektegels van het Ottomaanse rijk.
Verwijst naar de kunst en architectuur in de periode van de heerschappij van Moerad V, die kort geregeerde in 1876. De sultan werd snel afgezet als gevolg van tekenen van geestelijke instabiliteit.
Aanduiding voor waterrijke gebieden waar fonteinkruid, riet en bies groeien en veen aangroeit, maar het water alkalisch blijft. Te onderscheiden van 'veenmoerassen', waarin het veen een hogere zuurgraad heeft bereikt.
Verwijst naar de kunst en architectuur in de periode van de heerschappij van Moestafa I. Hij regeerde kort van 1617 tot 1618 en werd toen afgezet en in 1622 opnieuw in zijn ambt geïnstalleerd, waarna hij regeerde van 1622 tot 1623.
Wordt gebruikt voor privé-tuinen die in de eerste plaats zijn aangelegd voor het kweken van groenten en kruiden voor eigen gebruik.
Kokervormige bedekkingen voor de handen die vaak aan beide uiteinden open zijn en die ter verwarming gedragen worden.
Voegen die veel gebruikt worden voor gietijzeren pijpen. Elk deel heeft een vergrote diameter of mof aan één eind waarin de sok of het gewone uiteinde van een ander deel in wordt gestoken. De voeg wordt afgesloten met cement, breeuwwerk, lood of rubber dat in de mof rond de sok wordt gestuikt.
Verwijst naar een cultuur en stijl die bestond in het voornamelijk bergachtige gebied dat nu het zuidoosten van Arizona en het zuidwesten van New Mexico vormt, en waar ook de Mogollon Mountains liggen waarnaar de cultuur is genoemd. Deze ontwikkelde zich vermoedelijk vanuit de eerdere Cochise-cultuur, en bloeide van circa 200 v. Chr. tot circa 1200. Het was een cultuur van jagers en verzamelaars, met sporadische teelt van gewassen. De cultuur is vooral bekend vanwege de eerste productie van aardewerk in het zuidoosten, waarvoor de techniek wellicht werd geïmporteerd uit Mexico. De stijl van het aardewerk kent vier duidelijke fasen, te beginnen met eenvoudig bruin, later gepolijst rood, vervolgens rood-op-bruin, rood-op-wit en ten slotte het beroemde zwart-op-wit aardewerk, dat waarschijnlijk was geïnspireerd op de Anasazi.
Lang, glanzend haar van de angorageit, zeer gewaardeerd om de sterkte en omdat het zo goed gesponnen kan worden.
Visueel verschijnsel, afgeleid van het Franse woord voor 'waterachtig', dat ontstaat wanneer een set rechte of gebogen lijnen met gelijke afstand in een bepaalde hoek bovenop een andere set wordt geplaatst, resulterend in een specifiek geometrisch patroon. Wordt gebruikt voor de weergave en aanduiding van vloeistofstromen, golfbewegingen en patronen en stromen van optische en magnetische velden.
Drinkgerei, vaak cilindrisch van vorm, met een vlakke bodem, met één handvat en soms met een deksel.
In het hindoeïsme de bevrijding van de samsara, de kringloop van geboorte, dood en wedergeboorte. Deze bevrijding betekende een staat van gelukzaligheid (ananda), vrijheid van smart en een hoger bewustzijn. Moksa is de vierde en ultieme artha (doelstelling) voor hindoes, die wordt bereikt wanneer onwetendheid, begeerte en alle gehechtheden zijn overwonnen. Er bestaan verschillende interpretaties van moksa, vooral ten aanzien van de vraag hoe deze wordt bereikt: door persoonlijke inspanning, door de genade van een persoonlijke god of door een combinatie van beide. In het jaïnisme ligt moksa voorbij de verlichting en betekent het vrijheid van de beletselen van het karma; de verlichting verschaft de middelen om al het resterende karma te vernietigen.
Voor- of achterpanden van vrouwenblouses van de Cuna-Indianen van het Sanblas-eiland aan Panama's noordoost-kust, gekenmerkt door kleurrijke appliqué in meerdere lagen.
De studie van de structuur en functie van grote moleculen in verband met levende organismen, met name eiwitten en de nucleïnezuren DNA en RNA.
De kleinste componenten van een stof die zelfstandig kunnen bestaan en daarbij alle eigenschappen van die stof behouden. De atomen waaruit een molecuul bestaat, worden covalent gebonden, zoals bij kooldioxide, of elektrovalent, zoals natriumchloride.
Staven met daaraan een opstaande rand of gevormd einde die door een gat in het deksel of klep van een chocoladepot worden gestoken en rondgedraaid om de drank om te roeren of te laten schuimen.
Verwijst naar de Japanse periode en stijl die zich ontwikkelde tijdens de militaire dictatuur van Nobunaga en zijn troonopvolgers, van 1573 tot 1615. De meest opmerkelijke architectonische prestatie in deze tijd was het militaire kasteel waarin het voorheen afzonderlijke fort en paleis werden gecombineerd tot één architectonische eenheid, en dat zich kenmerkte door de zware gemetselde buitenzijden die scherp contrasteerden met de weelderig gedecoreerde interieurs. Het schilderwerk uit deze periode kenmerkt zich door een decoratieve stijl waarbij de nadruk ligt op drukke structuren en golvende lijnen, gouden achtergronden en lege composities.
Te gebruiken om werken te beschrijven van het gelijknamige inheemse Noord-Amerikaanse volk dat in het dal langs de bovenloop van de rivier de James in Virginia leefde. Te onderscheiden van de 'Algonkin', die leven langs de rivier de Ottawa in Noord-Ontario en Quebec, Canada.
Absolute heersers van soevereine staten, gewoonlijk door erfopvolging. De term wordt in het algemeen gebruikt als vervanging van de specifieke titel van de soeverein, bijvoorbeeld 'koning', 'koningin' of 'keizer'.
Openingen van voorwerpen waarin met name vloeistof bewaard wordt, waardoor de inhoud de holte bereikt.
Overdracht van feiten en culturele kennis, regels, overtuigingen en verhalen die meer in mondelinge dan schriftelijke vorm plaatsvindt.
Metalen muziekinstrumenten, bestaande uit een raamwerk met flexibele tong. Ze worden bespeeld door te tokkelen op het vrije uiteinde van de tong, vóór in de mondholte van de speler, waarbij de mond als klankbodem dient.
Structuren van Zuidoost-Aziatische oorsprong die meestal in de Thaise cultuur worden gebruikt, in de vorm van langwerpige ontmoetingszalen met aan één uiteinde een Boeddha-afbeelding; meestal hebben ze een vierkant dak en bevindt zich een wihan aan de buitenzijde bij de ingang.
Leden van een religieuze broederorde die leven volgens een discipline die door hun orde wordt voorgeschreven. Monniken leggen vaak een eed van armoede, kuisheid en gehoorzaamheid af. Het uitvoeren van religieuze plichten en bezinning zijn traditionele prioriteiten. Monniken leven gewoonlijk in afzondering van de maatschappij samen in kloosters, maar enkelen leven alleen (kluizenaars of heremieten).
Snaarinstrumenten met 1 metalen snaar, bestaande uit een rechthoekige klankkast met úítstekend toetsenbord, eindigend in een ovale klankkast op opvouwbare poten.
Figuren van dooreengevlochten letters, met name de (begin)letters van een naam; worden vaak gebruikt om een eigenaar of een begunstiger aan te duiden.
Te gebruiken voor vaartuigen met een enkele romp, met name om ze te onderscheiden van vaartuigen met meerdere rompen.
De aanbidding van één enkele god wanneer ook het bestaan van andere godheden wordt erkend. In een dergelijk systeem heeft één god een centrale en dominante positie, maar het principe van polytheïsme wordt niet afgezworen.
Lichte, voor en achter gelijke boten die in de branding opereren, 8 m lang zijn, plaats bieden aan tien roeiers, een midzwaard, een roer en een loggerzeil hebben; zijn in 1934 ontworpen door de Unites States Coast Guard, worden soms als gig gebruikt en zijn genoemd naar Monomoy Island, in Cape Cod, in de Amerikaanse staat Massachusetts.
Stutten in de vorm van dierenkoppen met één poot er direct onder. Gebruikt aan tafels en zittingen in de Oudheid en opnieuw in gebruik gebracht in de late 18e en 19e eeuw.
Bezit of controle dat de overheersing van de productiemiddelen of de markt in een handel of beroep mogelijk maakt, meestal om de prijzen te bepalen. Dit wordt bereikt door middel van een exclusief legaal privilege, beheersing van de bron van aanvoer, of een samenwerkingsverband, of een gezamenlijke actie.
Geloofsleer die in 622 werd voorgesteld en werd aangenomen door de Byzantijnse keizer Heraclius. Deze verklaarde dat Jezus Christus slechts één wil maar twee naturen had, de goddelijke en de aardse. Deze ideologie werd verder ontwikkeld onder de patriarch Sergius I van Konstantinopel teneinde de kloof te overbruggen tussen de monofysieten en de chalcedoniërs, hoewel ze geen van beide de ideologie onderschreven. In 680, bij het Derde Concilie van Konstantinopel, werd het monothelitisme als ketters veroordeeld.
Afzonderlijke eenheden, delen of kleine hoeveelheden die worden genomen als bewijs van de kwaliteit of de eigenschappen van een hele groep of zending.
Kaarten die voorbeelden tonen van kleine handelswaar, zoals kralen en knopen.
Houders waarin de geconsacreerde hostie wordt uitgestald op een altaar of tijdens een processie. In de regel (deels) van edelmetaal en op voet met stam. Te onderscheiden van 'pyxides'; dit zijn houders zonder stam gebruikt voor de grote hostie op het altaar of om de geconsacreerde hosties naar de zieken buiten de kerk te dragen.
Een dioctaëdrisch kleimineraal uit de smectisgroep.
Activiteiten die ondernomen worden om de bescherming en het blijvende gebruik van de bebouwde omgeving te waarborgen, vanuit culturele, esthetische en historische overwegingen. Gebruik 'restauratie' voor activiteiten die specifiek worden ondernomen om een voorwerp, locatie of bouwwerk weer in historisch correcte staat terug te brengen. Gebruik 'behoud' voor algemene activiteiten die worden ondernomen om verdere verandering of verslechtering aan voorwerpen, locaties of bouwwerken te voorkomen. Gebr 'rehabiliteren' voor activiteiten bedoeld om reeds vervallen bouwwerken in goede staat terug te brengen.
Verwijst in algemene zin naar de stijl van kunst, architectuur en materiële cultuur die is vervaardigd door islamitische Noord-Afrikanen, met inbegrip van de kolonisten van het Iberisch Schiereiland en hun afstammelingen van Noord-Afrikaanse en gemengd Noord-Afrikaanse en Iberische afkomst. De stijl kende een bloeiperiode van ongeveer van de 8ste tot de 15de eeuw in Spanje en de Noord-Afrikaanse regio Mauritanië (het tegenwoordige Marokko en een deel van Algerije). Ook daarna wist de stijl zich op kleinere schaal te handhaven, en nog altijd worden er elementen uit toegepast. Zie 'Maure' voor de stijl die is ontwikkeld en wordt gebruikt door de bevolking van de tegenwoordige Islamitische Republiek Mauritanië, een land in West-Afrika.
Een soort graniet uit Engeland dat wordt gebruikt als bouwsteen en vaak wordt gewonnen uit de bovenste grondlaag van heiden.
Een protestantse denominatie met een evangelische overtuiging die de nadruk legt op de centrale rol van Christus en die geweldloosheid bepleit. De Moravische broeders vertrouwen sterk op missiewerk en drukten in 1501 het eerste protestantse gezangboek, omdat hymnen een belangrijke rol spelen bij de Moravische aanbidding. De groep ontstond in 1457, toen Boheemse broeders zich verenigden. De groep werd in 1722 uit Bohemen verdreven, waarna ze zich in Saksen herenigden als Moravische broeders. De beweging verspreidde zich over Europa, waar zij werd beïnvloed door het piëtisme. Later, in 1732, kwam de beweging in Noord-Amerika terecht, waar tegenwoordig de meeste leden wonen.
Een berilvariëteit die roze is door de aanwezigheid van lithium.
Verwijst naar een periode en cultuur van Apennijnse oorsprong in de Bronstijd, die in de 13de eeuw v. Chr. Sicilië bereikte. Vertoont veel overeenkomsten met de gelijktijdige Ausonische cultuur op de Eolische eilanden.
Een gele, natuurlijke verfstof verkregen uit verschillende Oost-Indische moerbeibomen en struiken van het genus Morinda.
Verwijst naar de religieuze geloofssystemen van een aantal groepen en sekten die hun geloof baseren op het Book of Mormon en de leer en visionaire ervaringen van Joseph Smith (1805-1844). De grootste van deze sekten is de Church of Jesus Christ of Latter-Day Saints. Mormonen geloven dat Smith in 1822 door de engel Moroni naar goudtabletten werd geleid die in 438 n. Chr. zijn begraven op een heuvel nabij Palmyra in de staat New York. Op deze tabletten stond het Book of Mormon geschreven, dat door Smith werd vertaald. Het Book of Mormon is een verhaal over bepaalde stammen in Israël die vóór de geboorte van Christus naar Amerika migreerden; verder wordt verhaald dat Christus na de wederopstanding in Amerika is verschenen. De authenticiteit van de teksten wordt om uiteenlopende redenen betwist, maar wordt door Mormonen wel erkend. De mormoonse doctrine is ook afgeleid van de King James-versie van de Bijbel, hoewel het mormonisme sterk afwijkt van de christelijke doctrine. Een van de opmerkelijkste verschillen is dat volgens het mormonisme de heilige drie-eenheid bestaat uit drie afzonderlijke wezens. Mormonen geloven dat christelijke kerken afvallig zijn en dat het ware christendom door Smith in ere is hersteld. Volgens het mormonisme kan de spirituele perfectie of goddelijkheid worden gerealiseerd middels een proces van spirituele evolutie en dagelijkse praktische begeleiding. Toetreding tot het koninkrijk van Christus wordt gerealiseerd door het tonen van berouw en het ondergaan van een doopplechtigheid. Mormonen geloven dat er een millennium komt waarin Christus zal heersen vanuit Jeruzalem en Independence in de Amerikaanse staat Missouri. Het mormonisme wordt vaak geassocieerd met onder meer collectief bezit, het schenken van een tiende van het inkomen aan de kerk, polygamie (later in onbruik geraakt), grote gezagsgetrouwheid, sterk kerkelijk activisme en bekeringen.
Geschut met een getrokken of gladde loop, dat wordt gekenmerkt door een kortere loop, lagere mondingssnelheid, korter bereik en een hogere afvuurhoek dan houwitsers of kanonnen; de meeste huidige modellen zijn voorladers.
Projectielen bestaande uit een hol metalen lichaam met een hoeveelheid springlading voorzien van een ontstekingsmiddel en eventueel een lading van b.v. rooksas.
Gebouwen waarin zich voorzieningen voor de opvang, planning en voorbereiding, van stoffelijke overschotten voor begraving of crematie bevinden. Terwijl de betekenis kan overlappen met "rouwcentra," hebben mortuaria in het algemeen meer uitgebreide faciliteiten voor de preparatie van het lichaam en rouwtcentra beschikken over een salon of een andere ruimte voor opbaren en andere diensten voor de overledene. In het hedendaags gebruik, kan de term "mortuaria" ook verwijzen naar voorzieningen die de lichamen van huisdieren voorbereiden voor de begrafenis of crematie.
Kleine, bebladerde, bedektbloeiende planten van de klasse der Musci, die zich voortplanten met sporen en gewoonlijk worden aangetroffen in bosjes, matten of zoden op vochtige grond, boomstammen of rotsen.
Verwijst naar een soort agaat met bruine of zwarte mos- of boomachtige tentakelvormen. Meestal heeft het agaat een grijze tot melkwitte kleur, en het betreft dan een vorm van het mineraalkwarts silica. Mosagaat bevat opake, donkere insluitsels met veerachtige, zich vertakkende vormen die doen denken aan varens, mossen of andere vormen van vegetatie. Ze zijn evenwel van anorganische oorsprong, hoofdzakelijk mangaan en ijzeroxiden. Mosagaat wordt meestal aangetroffen als verweerde fragmenten van vulkanisch gesteente, in India, Brazilië, Uruguay, Midden-Europa en het westen van de Verenigde Staten. De steen werd van oudsher gebruikt voor decoratieve doeleinden, en is dan vaak vlak of afgerond geslepen, en soms ook gekleurd om de kleur te versterken.
Wrijftrommen van het Pedivolk in Zuid-Afrika, gewoonlijk bespeeld door vrouwen. Ze worden gemaakt met duigen, hebben de vorm van een kom en een vel van geitenhuid.
Kleine lepels die meestal bestaan uit een uitgerekte kom met een lang, dun handvat en die voornamelijk worden gebruikt om (vloeibare) mosterd uit mosterdpotten te scheppen.
Kleine houders in verscheidene vormen, meestal van glas, keramiek of metaal (indien van metaal vaak met een glazen binnenbakje), voor het bewaren en serveren van mosterd. Zij hebben een deksel, vaak voorzien van een inkeping voor een mosterdlepel. Gebruik 'mosterdstrooiers' voor kleine vaatjes voor het strooien van mosterdpoeder.
Te gebruiken voor afzonderlijke of scheidbare ontwerpelementen, meestal decoratief, die alleen als individuele vormen of composities voorkomen of die worden herhaald of gecombineerd, om zo een patroon te vormen.
Openbare gelegenheden met een ordelijke opstelling van afzonderlijke huisjes, geplaatst langs een snelweg, met een intern systeem van opritten en parkeerplaatsen en een duidelijk zichtbaar en opvallend uitgevoerd kantoortje bij de ingang van het complex; vooral populair in de Verenigde Staten tussen het eind van de jaren twintig en het begin van de jaren vijftig. Geen Nederlands equivalent. Zie 'motels'.
Te gebruiken voor kleine gemotoriseerde pleziervaartuigen die worden gebruikt voor activiteiten zoals dagvissen of pleziertochtjes.
Te gebruiken voor de grootste scheepsboten van de 19e en 20e eeuw, kenmerkend zwaar, breed en van karveelbouw. Ze werden oorspronkelijk gebruikt om vracht en mensen te vervoeren, zijn meestal zo'n 5 tot 10 m lang, waarvan de breedte van de boot ongeveer één derde van de lengte is, en hebben een relatief recht voorsteven en vierkant achtersteven. Term wordt steeds meer gebruikt voor kleine gemotoriseerde bootjes van ongeveer dezelfde grootte en vorm. Gebruik 'barkassen' voor de grootste boten uit de 18e en daarvoor.
Steile wallen, een hoofdkenmerk van bepaalde 11e- en 12e-eeuwse kastelen.
Houten of stenen burcht bestaande uit een slottoren die op een kunstmatig aangelegde aarden heuvel werd opgetrokken en waarrond zich een binnenhof bevond dat afgesloten was met een palissade en een gracht. Dit type kasteel ontstond in Noord-Europa rond de tiende eeuw en werd gebouwd tot het einde van de dertiende eeuw.
Kleine, ondiepe, afgedekte doosjes, in het algemeen rond of ovaal, die vroeger gebruikt werden om pronkpleistertjes in te bewaren die op het gezicht werden gedragen, in de mode in de 17e en 18e eeuw.
Fijne, witte katoen in effenbinding in veel verschillende kwaliteiten, die oorspronkelijk uit India kwam. In Europa en Noord- Amerika werd het in grote hoeveelheden gemaakt en gebruikt voor kleding, en soms als ondergrond voor kunstwerken.
Zeer brede, omgeslagen manchetten aan een herenjas, die vaak tot de elleboog konden reiken. In de mode van 1727 tot in de jaren 1740.
Italiaanse architectuurbeweging die van 1930-1931 actief was en bestond uit een groep rationalistische architecten. Nadat er interne tweestrijd was ontstaan over de deelname van MIAR-architecten aan overheidsprojecten, viel de groep elkaar.
Beeldende werken, waarbij voorstellingen of patronen zijn gevormd uit kleine, regelmatig gevormde stukjes duurzaam materiaal, meestal steen of glas. Te onderscheiden van 'opus sectile', dat bestaat uit stukjes duurzaam materiaal, meestal ook steen of glas, in verschillende vormen.
Kleine, bijna vierkante stukken gekleurd marmer, glas of tegel die gebruikt worden bij het maken van mozaïeken.
Een methode om oppervlakken te versieren met patronen of plaatjes die bestaan uit kleine, regelmatig gevormde stukjes duurzaam gekleurd materiaal, zoals steen of glas.
Vakmensen of kunstenaars die oppervlakken decoreren met patronen of afbeeldingen die zijn samengesteld uit kleine, regelmatig gevormde stukken gekleurd duurzaam materiaal, zoals steen of glas.
Compressieschema dat is ontworpen om de vereiste opslagruimte van digitale video te verminderen. MPEG is een afkorting van Motion Pictures Experts Group, een comité van de International Standards Organization.
Compressieschema dat is ontworpen om de vereiste opslagruimte van digitale video en audio te verminderen. MPEG is een afkorting van Motion Pictures Experts Group, een commissie van de International Standards Organization. MPEG-2 bevat diverse compressieverhoudingen die de beeldkwaliteit verlagen, zodat er minder bandbreedte en opslagruimte voor nodig is. Bedoeld om het uitzenden van gecomprimeerde televisieprogramma's mogelijk te maken en later gebruikt bij de productie van dvd's en online verzending.
Wordt gebruikt voor traditionele Hawaïaanse bouwwerken die zijn bedoeld als eetgelegenheid voor mannen; bevatten vaak het familiealtaar en zijn verboden voor vrouwen.
Orde van 12 à 13 families, 56 genera en circa 300 soorten schimmels die worden gekenmerkt door een snelle groei en brede hyphae zonder septa. Veel leden zijn vooral bekend door de schade die zij aanrichten aan opgeslagen voedsel en doordat zij schimmelinfecties bij mensen veroorzaken.
Klasse die drie ordes, 61 genera en 325 soorten schimmels omvat, waaronder ook snelgroeiende soorten, overwegend saproben, plantpathogenen en mycoparasieten. Daartoe behoren ook soorten die schimmelinfecties bij de mens kunnen veroorzaken.
Vestibules of andere ingangsruimten waar natte en modderige kleding of schoeisel kan worden uitgetrokken alvorens het huis te betreden. Geen Nederlands equivalent, gebruik 'vestibules'.
Metalen gereedschappen met lange handvatten met aan het uiteinde een klein kommetje. Worden gebruikt om steengruis van geboorde gaten te verwijderen.
Het opblazen van een kei door er een hoeveelheid explosieven tegen aan te plaatsen zonder de explosieven in een van tevoren geboord gat te stoppen.
Verwijst naar de stijl in de architectuur en decoratieve kunsten die zich in Spanje en Portugal ontwikkelde in de periode dat de Moren geleidelijk de macht over het Iberische schiereiland verloren, grofweg tussen de 12de tot de 15de eeuw. De term is ontleend aan het Arabische woord voor vazal en werd oorspronkelijk gebruikt voor het werk dat door moslim-ambachtslieden werd uitgevoerd voor christelijke meesters in baksteen, pleister, hout en tegelwerk. Tegenwoordig wordt de term gebruikt voor alle laat-Middeleeuwse Spaanse werken in de islamitische traditie, waaronder boekbindkunst, textiel, keramiek, ivoorkunst, meubelen en ingelegd hout en metaal. De stijl kenmerkt zich door de moslimvormen en –motieven zoals arabesken, Koefische inscripties, stalactitisch werk, azulejo-werk en hoefijzerbogen.
Kleine strooier die bedoeld is voor het strooien van kleine korreltjes, zoals sommige kruiden en zwarte peper, hoewel wordt aangenomen dat ze soms ook werden gebruikt voor zout, suiker en verschillende kruiden die op warme muffins werden gestrooid. Geen Nederlands equivalent.
Kleine lichtgewicht standaarden met meerdere verdiepingen, die vaak opvouwbaar en draagbaar zijn. Ze worden op een tafel neergezet met licht voedsel erin, zoals muffins.
Verwijst naar de periode van circa 6.000 tot 5.600 v. Chr. in de regio Kuzistan in het Zagrosgebergte in Iran. De periode kenmerkt zich door de introductie van aardewerk en een toenemende inventiviteit in bouwtechnieken en landbouwgereedschappen.
Middelgrote, in kuddes levende hertensoort die in het westen van Noord-Amerika voorkomt, met als onderscheidende kenmerken grote oren, opvallende vachtmarkeringen, een groot gewei, een karakteristieke springende ren, geurklieren, een staart met zwarte punt en een mannelijk gewei dat een gevorkte vorm krijgt als het groter wordt en dat dus niet als bij een witstaarthert ontspringt uit één hoofdstam. Recent DNA-onderzoek duidt erop dat het muildierhert klaarblijkelijk een vrij recente vorm is die door hybridenvorming van een vrouwelijk witstaarthert en een mannelijk zwartstaarthert is ontstaan.
Kleine, met knoppen bediende apparaten die worden bewogen op een plat bureau of tekentableau om de bewegingen van de cursor op het scherm te controleren.
Een bepaald soort sterk gegolfde dakpan met in elkaar grijpende verbindingen aan de zijkanten en een cirkelvormige ronding aan het eind, die aan de gegolfde rand van de tegel eronder wordt bevestigd.
Culturele beweging die het bestaan en de volledige deelname bevordert van een aantal verschillende etnische, raciale, godsdienstige of sociale groepen binnen de grotere gemeenschap. Gebruik 'pluralisme' voor de filosofische theorie die meer dan één ultieme waarheid of waarde erkent.
Wordt gebruikt voor de multifunctionele of veelzijdige eigenschappen van een bouwwerk; vooral gebruikt om de soorten gebouwen te beschrijven die flexibel genoeg zijn om een groot aantal functies te vervullen, zoals een gymnastieklokaal of sportcentrum.
Meubilair dat is ontworpen om voor meerdere doeleinden te worden gebruikt, zoals schrijven, lezen, naaiwerk of spelletjes, maar ook grotere meubelstukken met een ingenieus ingebouwde binnenkant.
Wordt alleen gebruikt voor gebouwen die zijn ontworpen om flexibel genoeg te zijn om voor verschillende doeleinden bruikbaar te zijn op verschillende momenten.
Documenten, zoals brieven, vouwbladen of formulieren, die zijn geproduceerd op een kleine offsetpers die op een kantoor wordt gebruikt om te kopiëren.
20e-eeuwse kunstwerken die gebruik maken van verscheidene duidelijk te onderscheiden kunstvormen, zoals de beeldhouwkunst en muziek of de schilderkunst en lichtkunst. Voor het concept dat bepaalde 20e eeuwse werken bekende kunstvormen laten samenvloeien voor een nieuwe soort kunst wordt 'intermedia' gebruikt. Gebruik 'gemengde media' om werken aan te duiden die bestaan uit een verscheidenheid aan materialen.
Kunstwerken die zijn ontworpen om te worden geproduceerd zodat er meerdere, in theorie zelfs een onbeperkte hoeveelheid, originelen zijn; vooral het werk dat vanaf het midden van de 20e eeuw was bedoeld om de toegang tot de kunstmarkten te vergroten.
Stenen of houten funerair object uit de Romeinse periode in Egypte. De label werd aan de mummie bevestigd en bevatte informatie in het Grieks of het demotisch over de identiteit van de overledene, zoals naam, leeftijd en woonplaats.
Beschilderde maskers uit stuc, karton, metaal of hout die op het hoofd van een mummie werden geplaatst. De oude Egyptenaren wouden zo de gelaatstrekken van de dode bewaren, die deze zou nodig hebben in het hiernamaals om te kunnen ademen, zien en eten. Deze gelaatstrekken waren geïdealiseerd; pas in de Grieks-Romeinse periode werden ze realistischer.
Portretten van het gezicht in vooraanzicht, meestal volgens de methode van encaustiek, die op de plaats van het hoofd op Egyptische mummies uit de Romeinse tijd (2e en 3e eeuw na Chr.) werden geplaatst; veelal afkomstig uit El Fayum.
Te gebruiken om werken te beschrijven van de gelijknamige Afrikaanse etnische groep die voornamelijk leeft in het zuidwesten van Tsjaad en in kleinere aantallen in Kameroen.
Wordt gebruikt voor kleine of grote oude Romeinse steden, waaraan burger- en stadsrechten waren toegekend vergelijkbaar met die van koloniën, maar die minder status hadden. Kan ook worden gebruikt voor bepaalde kleine steden in de middeleeuwen.
Een natuurlijke oranjerode verfstof die wordt gewonnen uit de wortel van de Indische meekrap (Rubia cordifolia), afkomstig uit de bergachtige gebieden van Azië. Munjeet is een lichtechte verfstof die vroeger in Azië werd gebruikt voor het verven van katoen. Het belangrijkste kleurmiddel is munjistin, een anthrachinon, en het bevat ook kleinere hoeveelheden purpurine, pseudopurpurine, alizarine en xanthopurpurine.
Schema met kleurbenamingen en -ordening dat is ontwikkeld door de Amerikaanse kunstdocent en schilder Albert H. Munsell, waarbij kleuren worden gedefinieerd door genummerde, gemeten schalen van kleurschakering, waarde en chroma, die corresponderen met de overheersende golflengte, helderheid, en sterkte of zuiverheid. Om de kleuren nauwkeurig vast te stellen, moeten kleurkaarten of andere Munsell-kaarten worden vergeleken met het object.
Gebouwen waar (van overheidswege) geld en speciale penningen worden geslagen.
Wordt gebruikt voor voorwerpen met hetzelfde gewicht en soms ook ontwerp als bepaalde munten die in omloop zijn. Meestal zijn ze van koper of een ander onedel metaal, zelden van glas, en ze werden vervaardigd om de juiste metaalinhoud en het juiste gewicht te garanderen. Ze waren al bekend uit de Oudheid, maar werden vooral gebruikt van de 4e eeuw n.C. tot ongeveer 1800.
Ambtenaren die leiding hebben over en verantwoordelijk zijn voor de productie en het gehalte van munten.
Goud of zilver dat als een hoeveelheid wordt gezien, in plaats van als een bepaalde waarde; vaak in de vorm van een baar of een staaf.
Weegschalen, vooral in gebruik tussen de 13e en de 18e eeuw, voor het wegen van munten om de verspreiding te voorkomen van stukken die te licht waren of die waren verkleind.
De grootste, meestal in het midden geplaatste afbeeldingen op één van beide zijden van een munt, medaille of penning.
Zilver met de zuiverheidsgraad die wettelijk is vastgesteld voor munten. In de Verenigde Staten van Amerika is dat 90%zuiver en in Groot-Brittannië is dat sinds 1920 50%.
Wordt gebruikt voor het netwerk van kleine, zich herhalende celvormen die lijken op heel diepe nissen en die soms met metselwerk overwerkt en onderdeel van de constructie zijn, maar vaker hangen en aangebracht ter decoratie. Ze vormen de onderkant van gewelven en koepels zoals die in de Islamitische architectuur vaak worden aangetroffen.
Verwijst naar de Japanse periode en stijl in de kunst die tot ontwikkeling kwam tijdens de opkomst van het Asikaga-shogunaat (1338-1573). Ondanks politieke onrust als gevolg van de Onin-oorlog (1467-1477) werd tijdens de periode de theeceremonie, het bloemschikken, het door China beïnvloedde zwart-wittekenen en de verfijnde lakgravures. In de architectuur kenmerkt de stijl zich door eenvoudige en sobere constructies en het gebruik van grote landschapstuinen waarvan het ontwerp op beroemde schilderijen was gebaseerd.
Sloepen met midzwaard, grootzeil en kluiver, die meestal zo'n 4,9 tot 7,9 m lang zijn. Ze zijn halverwege de 19e eeuw in het gebied rond Muscongus Bay, in de Amerikaanse staat Maine, ontworpen om voor de kust van Maine en Massachusetts op kreeften en andere vis te kunnen vissen; voorlopers van Friendshipsloepen.
Verwijst naar gebouwen, groepen gebouwen of ruimten binnen gebouwen waar waardevolle objecten zoals kunstwerken, antiquiteiten, wetenschappelijke specimens of andere artefacten worden bewaard en uitsluitend voor bezichtiging door het publiek worden tentoongesteld.
Instellingen die gebouwen beheren waar waardevolle objecten zoals kunstwerken, antiquiteiten, wetenschappelijke specimens of andere artefacten worden bewaard en voor bezichtiging door het publiek worden tentoongesteld. Een instelling die is gewijd aan het verkrijgen, verzorgen, documenteren, bestuderen en tentoonstellen van objecten van blijvend belang of blijvende waarde.
Vlaamse virginalen die hun toetsenbord in het midden naar rechts hebben, dus de snaren worden centraal geplukt in het meeste van het instrument´s bereik, waardoor ze een onderscheidende fluitachtige toon hebben, anders dan die van een ander type virginaal.
Personen die groepen rondleiden door een museum of een tentoonstellingsruimte en de geëxposeerde collectie bespreken en becommentariëren. Gebruik 'gidsen' voor personen die rondleidingen verzorgen in andere bezienswaardigheden, zoals monumenten, steden of natuurgebieden.
Gelamineerde soort mat karton, gemaakt van linnen of katoenen vodden of van ontzuurde en gebufferde papierpulp. Het wordt vaak gebruikt om foto's met een drager van een lagere kwaliteit opnieuw in te lijsten.
De theorie en de praktijk van de organisatie, administratie, functies en technische processen binnen musea, inclusief documentatie en collectiebeheer, evenals de geschiedenis, filosofie, en doeleinden van musea.
Beschrijft werk dat is vervaardigd door het gelijknamige Afrikaanse volk, dat in het zuiden van Tsjaad leeft, in de regio Gounougaya in de vallei van de rivier de Chari.
Hardware- en softwarestandaard uit 1983, die het mogelijk maakt om elektronische muziekinstrumenten fysiek op elkaar en op computers aan te sluiten en die de code bevat voor het verzenden van gegevens voor het bepalen van variabelen als noten, timbre, duur, snelheid en verschillende effecten.
Een kleurloze of lichtbruine mica; heeft voortreffelijke diëlektrische eigenschappen en wordt vaak gebruikt voor radiocondensators.
Wordt gebruikt voor aflossings- of rustplaatsen langs oude Romeinse of Byzantijnse wegen (gedurende de 7e eeuw) die voorzien in de minimale behoeften van reizigers. Gebruik 'mansiones' voor plaatsen langs deze oude routes om te overnachten .
Dubbelgevoerde gebreide dassen die door inslaan en oprollen ook als muts gedragen kunnen worden.
Zware rechtopstaande afsluitende afscheidingen van steenachtig materiaal die meestal een dragende functie hebben. Gebruik 'wanden' voor lichte afscheidingen die geen dragende functie hebben.
Kleine bankjes die meestal een gestoffeerde zitting hebben. Ze lijken op een verlengde taboeret met zes of meer poten.
Stijve pasta, vaak bestaande uit pleister en verpulverde steen, die wordt gebruikt om gaten te vullen of oneffenheden weg te werken in steen of hout.
Verwijst naar kunstenaars die schilderingen aanbrengen op een muur of plafond als onderdeel van een decoratieplan. Te onderscheiden van ‘huisschilders’, die verf aanbrengen om oppervlakken te beschermen of een kleur te geven.
Snaarinstrumenten, in allerlei typen, al of niet met afneembare klankbodem, bestaande uit een buigzame stok kromgetrokken door tussen de uiteinden van de stok gespannen snaren; bespeeld door ze aan te tokkelen, te slaan, te strijken, of te blazen, ook door een combinatie van deze speelwijzen; wereldwijd.
Wordt gebruikt voor scholen, meestal verbonden aan universiteiten, die lesprogramma's bevorderen in een grote verscheidenheid aan onderwerpen die betrekking hebben op muziek, waarmee een graad kan worden behaald.
Verwijst naar de cultuur en stijl die in de late Bronstijd bloeide op het Griekse vasteland en op verschillende eilanden, maar niet op Kreta, van circa 1600 tot circa 1100 v. Chr. De stijl is bekend door aardewerk, beeldhouwkunst, architectuur, metaalwerken en muurschilderingen, en door de invloed op verscheidene gelijktijdige culturen. De stijl kenmerkt zich door een combinatie van vroegere Minoïsche en midden-Helladische motieven met nieuwe elementen die ofwel werden ontwikkeld ofwel van onbekende oorsprong zijn, zoals gestileerde planten en verfijnde composities met levendige, naturalistische (zee-)dieren. In beperkte zin wordt de term gebruikt om specifiek te verwijzen naar de kunst en cultuur van de antieke stad Mycene. Het wordt echter ook gebruikt om te verwijzen naar plaatsen waar de Myceense taal werd gesproken of waar het Linear B-schrift werd gevonden.
Type kunstglas dat circa 1926 is ontwikkeld en geproduceerd door Karl Weidman, voor de Württembergische Metallwarenfabrik (W.M.F.). De techniek wordt gekenmerkt door toepassing van kleurloos, ruw glas dat iriserend wordt gemaakt door zilvergeel en vervolgens mat wordt gebakken, waarna een glinsterend metaalachtig oppervlak resulteert.
Genus met één soort en twee variëteiten van Zuid-Amerikaanse bomen, die worden gewaardeerd om de aromatische hars, het donkerbruine hout en dieprode kernhout.
Orde van bloeiende planten met 14 families, 380 genera en ongeveer 1100 soorten die voorkomen in de tropische en warmere streken van de wereld.
Genus dat vaak wordt geclassificeerd als een combinatie van twee soorten groenblijvende bloeiende heesters of kleine bomen die inheems zijn in Zuid-Europa, Noord-Afrika en die ook in Australië en Nieuw-Zeeland worden aangetroffen. Ze hebben bladeren die een welriekende essentiële olie bevatten, alsmede een stervormige bloem en een vrucht in de vorm van een ronde blauwzwarte bes met daarin een aantal zaden. Over het aantal soorten binnen het genus lopen de meningen onder deskundigen nogal uiteen. Bij echte mirten bevinden zich een centrale middenrib en een grote nerf net binnen en evenwijdig aan de bladmarge.
Verwijst in algemene zin naar een spirituele zoektocht naar verborgen waarheden, met als doel te worden verenigd met het goddelijke. De term verwijst ook meer specifiek naar een geloof in het bestaan van belangrijke realiteiten die het op waarneming of intellect gebaseerde bevattingsvermogen te boven gaan, en toegankelijk zijn door middel van subjectieve ervaring, zoals intuïtie of meditatie. Vormen van mysticisme zijn te vinden in alle grote religies en in wereldlijke ervaringen.
Familie van slijmprikken die zich van andere slijmprikken onderscheidt door de aanwezigheid van kieuwparen met een gemeenschappelijke opening aan iedere zijde.
Smalle stroken dicht geweven stof, aangebracht tegen de rug van een boek, waaraan de boekdelen vastgenaaid worden. Onderscheiden van 'naairiemen'; dit zijn smalle stroken ongelooide of bewerkte huid die voor hetzelfde doel gebruikt werden in de vroege stadia van het flexibel naaien. Tevens onderscheiden van 'touwen (boekbandonderdelen)'; dit zijn strengen van vezelig materiaal die riempjes vervingen tegen het einde van de zestiende eeuw.
Kleine houten apparaten, gebruikt om de delen van een boek op touwen te naaien, bestaande uit een grondplaat, gewoonlijk met twee verticale stijlen met schroefdraad die een verstelbare horizontale dwarsbalk ondersteunen. De touwen worden strak gespannen tussen de grondplaat en de dwarsbalk.
Houders van zakformaat, zoals tasjes of rolletjes stof, voor het meenemen van kleine voorwerpen zoals draad, naald en schaar.
Dozen die voornamelijk zijn bedoeld voor het opbergen van naaigerei.
Te gebruiken voor machines waarmee materialen zoals textiel of leer genaaid kunnen worden, gewoonlijk met een naald en schietspoel voor de draad en aangedreven met een voetpedaal, waterkracht of elektriciteit.
Manden die voornamelijk zijn bedoeld om naaigerei in te bewaren; over het algemeen klein, rond en meestal met een deksel. Kunnen een voering van stof hebben.
Smalle stroken ongelooide of bewerkte huid zoals leer of met aluin witgelooide huid waarmee de delen van een boek achter de rug langs werden vastgenaaid in de vroege stadia van flexibel naaien. Onderscheiden van 'touwen (boekbandonderdelen)'; dit zijn gedraaide stroken vezelig materiaal die riempjes vervingen tegen het einde van de zestiende eeuw. Tevens onderscheiden van 'naaibanden'; dit zijn smalle stroken dicht geweven stof die voor hetzelfde doel geschikt zijn.
Vaatplanten zoals coniferen, palmvarens en gingko's die zich voortplanten door middel van blootliggende zaden of zaadknoppen, in tegenstelling tot angiosperme of bloeiende planten, waarbij de zaden ingesloten zijn in vruchtbeginselen of rijpe vruchten. De zaden van gymnospermen ontwikkelen zich aan de oppervlakte van schil- of bladachtige aanhangsels in de vorm van kegels of aan het eind van korte stengels. Bij eerdere classificaties beschouwde men gymnospermen als een taxonomische groep, maar onderzoek van fossielen lijkt erop te wijzen dat angiospermen genest zijn binnen de gymnospermen (levende gymnospermen vormen in feite geen clade).
Een van de twee belangrijkste typen handgemaakte kant, naast 'kloskant'. Het wordt gekenmerkt door de werkwijze, waarbij een patroon van draad met naald en draad wordt bewerkt. Er wordt in principe maar één steek gebruikt, de knoopsgatsteek en de geknoopte knoopsgatsteek. Het procedé zou in de 15de eeuw in Italië zijn ontwikkeld, geïnspireerd door ajourwerk en cutwork op linnen. Meestal wordt het ontwerp uitgetekend op papier of perkament, waaronder stof of een ander materiaal ligt. Het ontwerp wordt geschetst met een stiksel dat dient als het ondersteunende raamwerk voor het stuk. De opvulling en het patroon worden aangebracht met naald en enkele draad, met een reeks knoopsgatsteken die niet door de ondergrond worden gehaald. De steken worden in dicht bij elkaar liggende rijen aangebracht om het patroon op te vullen of verder uit elkaar om een maaswerk te vormen. Ook kunnen er rechte rijen steken worden toegevoegd. Een geklost of geweven lint wordt soms gebruikt voor onderdelen van het ontwerp. Het ontwerp wordt met een mes van de ondergrond losgemaakt.
Torenspitsen die slank geconstrueerd zijn doordat ze ingesnoerd zijn; of die zich verheffen vanaf het midden van het platte dak van een toren, binnen een balustrade, die een looppad beschermt waarop steigers kunnen worden opgericht wanneer reparaties nodig zijn.
Zeer kleine, dunne vijlen die worden gebruikt voor precisiewerk.
Verwijst naar werken die worden uitgevoerd met een of meer naalden en draad, garen of koord. De term verwijst in het algemeen naar handwerk. Naaldwerk omvat naaiwerk, borduurwerk, breiwerk, en andere vormen van handwerken. Tot de 20ste eeuw was ‘naaien’ de meest beoefende vorm van naaldwerk in westerse culturen. De meeste meisjes en vrouwen leerden de basisbeginselen van naaien en breien, die zij gebruikten voor het maken van kleding en de afwerking van huishoudtextiel. Sinds de opkomst van het machinaal naaien beperkt het handnaaldwerk zich vaak tot decoratief werk.
Kleine kaartjes met daarop de naam en soms het adres van een persoon of een echtpaar dat dient ter introductie, zoals tijdens het afleggen van een formeel bezoek.
Kleine lampjes die in slaapkamers of ziekenkamers worden gebruikt. Oorspronkelijk waren het glazen drijflampen. De term wordt ook gebruikt voor kleine, meestal glazen, olie- en petroleumlampjes uit het eind van de 19e en begin van de 20e eeuw.
Deursloten die actief in beide richtingen moeten worden bediend door een sleutel of een hotelknopslot om te draaien.
Kleine tafeltjes die zijn bestemd om naast een bed te staan. Hieronder worden ook de tafeltjes gerekend met een kastje voor een po of met een stilletje dat uit het onderste gedeelte naar voren schuift.
Architectuurstijl die verwijst naar de tempeltypen van Noord-India welke vanaf de 6de eeuw tot ontwikkeling kwamen; de letterlijke betekenis van het woord is 'behorend bij de stad', hetgeen mogelijk verwijst naar de oorsprong van de vorm. Kenmerkend voor een vroege versie van deze stijl waren de hoekprojecties (bhadra) die als hoofdnis van de kubusvormige cella uitkraagden; de nissen bevatten doorgaans afbeeldingen van de in het heiligdom vereerde godheid. De projecties liepen langs de kromlijnige toren omhoog tot aan het hoogste altaar (uttaravedi), dat werd bekroond met een amalaka; tijdens de wijding werd een fioel, gesneden in de vorm van lustervaas, soms met bladerwerk, boven op de amalaka geplaatst. Nissen met wakende godheden (dikpala's) werden op de hoeken geplaatst en extra hoekprojecties werden toegevoegd. Uit deze basisstijl hebben zich diverse regionale vormen ontwikkeld, de zogeheten latina, zo genoemd vanwege de verticale 'klimplanten' of latas. Vanaf de 11de eeuw groeide de populariteit van vormen met meerdere spitsen.
Verwijst naar de stijl van Shinto-architectuur die tot ontwikkeling kwam tijdens de Nara-periode (710-794) en de Heian-periode (794-1185). De stijl kenmerkt zich door een soort tombe met een kleine afmeting, gebouwd in een tweekoloms bij driekoloms systeem op een aarden terp. Het dak of gewelf heeft een schuine kant aan de lange zijde van het gebouw, boven de trap, om de gelovigen beschutting te bieden.
Verwijst naar het werk van een school van schilders die actief was in Nagasaki vanaf de 17de tot en met de 19de eeuw. Nagasaki was de enige haven die toegankelijk was voor buitenlanders tijdens de Edo-periode (1600-1868). Het gevolg was dat kunstenaars uit Nagasaki buitenlandse onderwerpen schilderden, zoals Nederlandse en Chinese bewoners van de stad, waarbij ze vaak Europese en Chinese stilistische innovaties overnamen. De stijl komt duidelijk naar voren in de vier hoofdtypen: houtsneden, officiële portretten geschilderd door overheidskunstenaars, Chinees-geïnspireerde schilderijen van vogels en bloemen, en individualistisch werk waarvoor vaak Westerse technieken voor schakering en perspectief werden gebruikt.
Kleine borstels met stug borstelhaar die worden gebruikt voor het schoonmaken van de vingernagels.
Houten, rechthoekige hamer met korte steel, gewoonlijk van beuken- of azijnhout gemaakt. Soms kan het hoofd lichtjes gebogen zijn. De schrijnwerker gebruikt deze hamer voor klopwerk of voor hakwerk met beitels, om pen-en-gat verbindingen te sluiten.
Kleine mechanische apparaten die worden gebruikt voor het knippen van vinger- en teennagels.
Kleine, scherpgepunte schaartjes die soms een gebogen uiteinde hebben en worden gebruikt voor het knippen van nagels en nagelriemen.
Kleine vijlen die van metaal of karton zijn gemaakt en worden gebruikt voor het bijwerken, gladmaken en scherp maken van vingernagels. Hebben soms een punt om het vuil onder de nagels te verwijderen.
Voorgespannen beton waarin buizen, leidingen of kanalen worden aangebracht op plaatsen waar stalen wapening noodzakelijk is. Nadat het beton is uitgehard, wordt wapeningsstaal in de buizen gebracht, op de juiste spanning gebracht en aan de uiteinden verankerd.
Verwijst naar kunst die is gemaakt door niet-professionele kunstenaars of ambachtslieden die geen formeel onderricht hebben gevolgd en vaak autodidact zijn. Vooral gekenmerkt door een beperkt inzicht in de anatomie en een gebrek aan beheersing van perspectief en andere kenmerken van opgeleide kunstenaars. Deze kunst omvat schilder-, beeldhouw- en borduurwerk, maar ook quilts, speelgoed, boegbeelden van schepen, lokvogels, geschilderde doelen en andere objecten, en verwijst vaak naar dergelijke objecten gemaakt in de 19e en 20ste eeuw in Europa en Noord-Amerika. Over het algemeen te onderscheiden van ‘marginale kunst’, die de meer extravagante, psychotische tekeningen en andere kunstuitingen omvat die zijn gemaakt of verzameld volgens een filosofie waarbij veeleer het vermijden van een traditionele training, in plaats van het ontbreken daarvan, centraal staat. Ook te onderscheiden van ‘volkskunst’, die wordt gemaakt volgens bepaalde culturele tradities.
Verwijst naar de periode die is genoemd naar het gebied van Nakhon Pathom in het Dvaravati-koninkrijk. Op het terrein van keramiek wordt deze periode gekenmerkt door hardgebakken houders van aardewerk, begrafenisurnen, votieftabletten van klei, kendi of watervaten met een bolvormige tuit en een lange hals met gevlamde rand, en olielampen, versierd in rood pigment of ingesneden, gestempelde patronen. Sommige keramiekstukken, zoals terracotta beeldjes, dienden als bouwkundige versieringen. In de beeldhouwkunst wordt deze periode gekenmerkt door Boeddha-afbeeldingen met enkele elementen in Mon-stijl, zoals brede gelaatstrekken en lange haarkrullen. De beeldhouwkunst is strikt frontaal en symmetrisch en de handen bevinden zich in de vitarka mudr-positie, waarbij de twee handen samen een verenigd gebaar maken, zoals in Dvaravati-beeldhouwkunst. Deze periode wordt ook gekenmerkt door Boeddha die is gezeten op de 'Europese' manier, met de benen naar beneden hangend en de knieën uit elkaar. Beeldhouwkunst in bas-reliëf uit deze periode wordt gekenmerkt door narratieve panelen verdeeld in twee registers en wordt gebruikt voor het versieren van stoepa-monumenten. Andere artistieke producties zijn gouden en zilveren votieftabletten die rijkdom en macht aanduiden, nek- en borstversieringen gemaakt van platte goudplaten, gouden betelsets, gouden plaquettes in reliëf, uit bladgoud gesneden afbeeldingen van Boeddha en ornamenten en beeldjes die zijn versierd met repoussé, filigreinwerk, emailleerwerk en niellowerk.
Het geheel van eigendom of alle soorten verplichtingen die een persoon bij zijn of haar overlijden nalaat.
Wordt gebruikt voor reproducties van hele objecten wanneer deze bedoeld zijn om te misleiden; geldt ook voor beeldhouwwerken die gegoten zijn zonder toestemming van de kunstenaar.
Oude Romeinse opvoeringen van spiegelgevechten te water.
Verwijst naar de stijl van kunst die in verband wordt gebracht met Europese missionarissen en kooplui in Japan gedurende de 16de en 17de eeuw, en betrekking heeft op werk van Japanse kunstenaars in een westerse stijl, Europese geïmporteerde kunst en traditionele Japanse kunst waarin Europeanen werden afgebeeld. Na onderricht van de jezuïtische priester Giovanni Niccolo in 1583 vervaardigden kunstenaars werken in een traditionele westerse stijl, vaak met een religieus thema. Kenmerkende Namban-motieven, die te vinden waren op kamerschermen, flessen en lakwerk, zijn onder meer westerse mensen, schepen en rozenkransen en kruisen.
Verwijst naar een stijl in de Japanse schilderkunst die floreerde van het midden van de Edo-periode (1600-1868) tot aan de Taisho-periode (1912-1926). De stijl was geïnspireerd op de Chinese geletterde intelligentsia, de zogenaamde Wen ren, een traditie van de leerlingschilderkunst, en was bedoeld voor een klein, intellectueel publiek. In tegenstelling tot andere stijlen die in grote Japanse ateliers tot ontwikkeling kwamen, maakt de Nanga-stijl gebruik van afwisselende technieken, stijlen en onderwerpen, die eerder met elkaar verbonden zijn door een losse traditie dan door gestandaardiseerde regels. De stijl kenmerkt zich doorgaans door de combinatie van schilderkunst, poëzie en kalligrafie, met een voorkeur voor subtiel penseelwerk, geen of gedempt kleurgebruik en abstractie van natuurlijke vormen om een uiterst persoonlijke kijk op de natuur weer te kunnen geven.
Meestal gebruikt om te verwijzen naar de belangrijkste inwendige ruimte van een Griekse tempel, met daarin het beeld van een godheid, hoewel het woord soms ook als synoniem van 'cella' wordt gebruikt.
Licht ontvlambare stof, in 1943 ontwikkeld voor militaire doeleinden, bestaande uit benzine die met nafteen en palmitinezuur is ingedikt tot een gel; wordt vooral gebruikt in vlammenwerpers en brandbommen.
Mandolines met een peervormige klankkast van smalle houten repen, sterk gewelfd aan het ondereind, hals met frets, rond of langwerpig open klankgat, 4 stalen dubbele snaren, lage kam op het bovenblad gelijmd, platte, rechthoekige sleutelschijf onder een stompe hoek op de hals, stemsleutels aan de achterkant; Italië, midden 18de eeuw.
Fabrikantenterm gebruikt in de 19e eeuw om een kleine kom van willekeurig welke vorm te omschrijven. Sommige nappy's hebben een deksel, terwijl andere lijken op een compôteschaaltje. Geen Nederlands equivalent.
Verwijst naar de periode en stijl die zich van 710-794 v. Chr. ontwikkelde toen Nara de eerste vaste Japanse hoofdstad was, en waarin de pogingen om de Chinese cultuur naar de kroon te steken op hun hoogtepunt waren. De periode kenmerkt zich door de vervaardiging van kleine lakbeeldjes met een holle kern en door de bouw van grote tempels in de bergen die bestonden uit zalen en pagodes die in harmonie met de natuurlijke omgeving werden geconstrueerd, hetgeen een afwijking betekende van de strenge ontwerpen uit de Asuka-periode.
Een soort Japanse lakdecoratie die letterlijk 'perenschil' betekent en die wellicht is ontstaan in de Heian-periode (794-1185). De term verwijst naar twee verschillende stijlen die tijdens de Kamakura-periode (1185-1333) op grote schaal werden gebruikt. In de ene wordt een fijn metaalpoeder aangebracht op een gelakt oppervlak, waarna er een transparante laklaag op wordt aangebracht. In de andere worden gouden of zilveren schilfers verspreid over een gelakt oppervlak, waarna er de oranje lak van het type 'nashiji urushi' op wordt aangebracht. Deze techniek werd vaak gebruikt om grote, minder belangrijke delen van lakwerk te bedekken, zoals de onderkant van een kist.
Arabisch cursief schrift waarvan het moderne Arabische schrift is afgeleid.
Verwijst naar kunst en architectuur die is verbonden met het islamitische Nasrid-hof in Granada, Spanje; het hof floreerde bijna acht eeuwen als een levendig centrum van islamitische cultuur tot 1492, toen het hele Iberisch schiereiland onder christelijk bestuur werd gebracht. De Alhambra, de koninklijke stad van de Nasrids, is een van de meest beroemde islamitische gebouwen en is het best bewaard gebleven islamitische paleis ter wereld. Nasrid-architectuur wordt gekenmerkt door prachtige façades die eenvoudig gestructureerde gebouwen verbergen; houtskeletbouw, zware stenen muren en lichte, houten daken zijn kenmerkend. Decoraties bestaan uit gesneden en geschilderd stucwerk, geglazuurde tegels, gesneden en samengevoegd hout en muqarnas-gewelven. Andere opmerkelijke kunstwerken zijn de grote lustrewerkvazen met vleugelhandvatten die bekend staan als Alhambravazen (de grootste lustrewerkpotten die ooit zijn gemaakt), waarschijnlijk geproduceerd in Malaga.
Verwijst naar de cultuur van een Noord-Amerikaanse indianenstam die op de oostzijde van de Beneden-Mississippi woonde toen Europese kolonisten in de vroege 18de eeuw arriveerden in het gebied. Hun taal behoorde tot het Macro-Algonquian fylum en de Muskogean-familie; ze hadden een landbouwcultuur, verwant aan die van andere Muskogean-stammen. Ze worden vaak beschouwd als de laatste overlevenden van de grote Mississippi-cultuur. Hun voorstellingswereld wordt gekenmerkt door verwijzingen naar zonnedienst en vuur, en naar hun Groene Maïs midzomerfestival. Hun cultuur raakte in verval en het volk raakte verspreid na de komst van Europeanen.
Een vloeistof over een bepaald oppervlak doen verspreiden of een vloeistof in een bepaald materiaal doen doordringen.
Soevereine staten die vaak zijn begonnen met een grote groep mensen verbonden aan een bepaald gebied en beschikkend over duidelijk waarneembare etnische, historische of culturele kenmerken.
Afgebakende gebieden met een bijzondere landschappelijke, historische of wetenschappelijke waarde die door een nationale overheid voor recreatie- of studiedoeleinden worden onderhouden..
De ideologie en praktijk van de Nazi's, met name het beleid van racistisch nationalisme, nationale expansie en beheer van de economie door de staat.
Drachten die worden geassocieerd met een cultuur, of die wordt bepaald door, of is vernoemd, naar een nationaliteit.
Het toekennen van het beheer of eigendomsrecht van iets dat zich binnen een land bevindt, zoals natuurlijke grondstoffen of industriële ondernemingen, aan de nationale regering.
Verwijst meestal naar de cultuur van de inheemse bevolking van het westelijk halfrond, en in het bijzonder naar de inheemse bevolking van Noord-Amerika, met uitzondering van de Eskimo's en Aleoeten. De term wordt ook wel in breder verband gebruikt om te verwijzen naar de cultuur van alle oorspronkelijke bewoners van Noord-, Midden- en Zuid-Amerika en West-Indië die tot het Mongoolse ras worden gerekend. In het Nederlands wordt voor dit brede begrip vaak de term 'indiaan(s)' gebruikt, terwijl 'Native American' uitsluitend verwijst naar de culturen van de inheemse inwoners van de Verenigde Staten en Canada met uitzondering van de Eskimo's en de Aleoeten. Inheemse volkeren van Canada gebruiken de term ‘First Nations’ om naar hun eigen gemeenschappen te verwijzen; vaak gebruiken ze deze term ook in bredere zin om naar alle inheemse volkeren van Noord-, Midden- en Zuid-Amerika te verwijzen.
Zacht, wasachtig, licht, zeer kneedbaar, zilverwit, instabiel metaalhoudend element uit de alkaligroep. Natrium heeft symbool Na in het periodiek systeem, en atoomnummer 11. Natrium is het meest voorkomende alkalimetaal, en is het op vijf na meest voorkomende element op aarde. In de natuur komt natrium uitsluitend in verbindingen met andere stoffen voor. De stof heeft een sterke affiniteit voor zuurstof en andere niet-metaalhoudende elementen. Natrium is sterk reactief, verbrandt met een gele vlam, oxideert bij blootstelling aan lucht en reageert heftig met water. Natrium is het belangrijkste kation (positief ion) van extracellulaire lichaamsvloeistoffen. Natrium is een essentiële voedingsstof voor dieren; het draagt bij tot de instandhouding van het bloedvolume, reguleert de waterbalans in cellen en zorgt ervoor dat zenuwen blijven functioneren.
Een witte, vervloeiende, in water oplosbare vaste stof (NaOH), meestal in de vorm van klontjes, staafjes, chips of pellets, die bij oplossing in water voor warmteontwikkeling zorgen. Het wordt gebruikt bij de vervaardiging van andere chemicaliën, rayon, film, en voor medische toepassingen als caustische stof.
Ontladingslampen van een hoge intensiteit, die zeer efficiënt zijn wanneer het gaat om geproduceerde lichteenheden per watt verbruikte stroom. Ze hebben één kleur licht (oranje) zodat ze niet algemeen gebruikt kunnen worden. Ze worden vaak gebruikt voor het verlichten van straten en snelwegen.
Verwijst naar een type glas dat wordt gekenmerkt door het feit dat het één donkere kleur door en door heeft. Het vervaardigingsprocedé is al oud en is gebaseerd op een combinatie van silica, potas en kalk, waarbij de kleur ontstaat door toevoeging van metaaloxiden aan het gesmolten glas. De naam verwijst naar de metaaloxiden en naar de gewoonte om de verbinding in een pot van klei in de oven te smelten. Dit type glas werd doorgaans gebruikt bij de vervaardigd van glas-in-loodvensters, met als karakteristiek effect de betrekkelijk geringe hoeveelheid licht die door de warme, verzadigde kleuren van het glas heen dringt. Later werd een techniek ontwikkeld die 'cameeglas' werd genoemd, waarbij gekleurde lagen over helder of wit glas werden aangebracht, zodat het venster meer licht doorliet.
Kleine doosjes om het theepoeder in te bewaren dat men gebruikte voor de theeceremonie. Ze werden gemaakt van verschillende materialen, onder meer hout, droog lakwerk, aardewerk, metaal en zwarte kwarts. Men versierde ze op diverse manieren en gebruikte ze alleen in de zomer.
Negatieven op glas gemaakt volgens het natte collodiumprocédé. Het collodium diende als bindmiddel van de lichtgevoelige laag op het glas. Het collodium werd opgelost in een mengsel van ether en alcohol en vervolgens op de plaat uitgevloeid. Door onderdompeling van de plaat in een oplossing van zilvernitraat werd het lichtgevoelige zilverjodide gevormd. De plaat moest daarna, in natte toestand, meteen worden belicht in de camera, aangezien de lichtgevoeligheid tijdens het drogen van het collodium afnam. Het negatief moest direct in de belichting ontwikkeld worden.
Een algemene term voor een eigenschap van kunstwerken waarin de voorstelling is (of lijkt te zijn) gebaseerd op de directe waarneming van de buitenwereld, vooral in contrast met werken die meer gestileerd, abstract of gebaseerd op stereotypen zijn. Hoewel een werk zowel naturalistisch en realistisch kan zijn, onderscheidt het naturalisme zich van het realisme door het niet per definitie belichten of benadrukken van gebreken en tekortkomingen van het afgebeelde onderwerp. Een werk kan zowel naturalistisch als enigszins geïdealiseerd zijn wanneer grote gebreken en lelijkheid niet worden uitgebeeld.
Te gebruiken voor het concept van de fysieke wereld, inclusief de krachten die daarin aan het werk zijn en het niet-menselijk leven dat zich erin bevindt, door mensen waargenomen als gescheiden en onafhankelijk van henzelf, hun activiteiten en beschaving. Gebruik 'milieu's (objectgroepen)' voor verzamelingen van fysieke dingen, toestanden en invloeden die bepaalde organismen of gemeenschappen van organismen omringen en beïnvloeden. Gebruik 'ecologie' voor de tak van van de biologie, die zich bezighoudt met de verbanden en de wisselwerking tussen organismen en hun leefomgeving.
Algemene term voor materialen die worden verkregen uit de afscheiding van bepaalde bomen of struiken. Natuurlijke harsen zijn aromatische koolwaterstoffen die doorgaans oplosbaar zijn in alcohol of terpentijn en niet in water.
Musea met collecties die verband houden met de eigenschappen van natuurlijke objecten, planten of dieren, zoals bewaard gebleven specimens van vogels, zoogdieren, insecten, planten, stenen, mineralen en fossielen. Deze musea hebben hun oorsprong in de rariteitenkabinetten die tijdens de Renaissance en de verlichting door vooraanstaande personen in Europa werden opgericht.
Gebouwen met musea met collecties met als onderwerp de eigenschappen van natuurvoorwerpen, planten, dieren; bijvoorbeeld opgezette vogels en zoogdieren, geprepareerde insecten en planten, stenen, mineralen en fossielen.
Wordt gebruikt voor land- en watergebieden waar menselijke invloed, als die al aanwezig is, niet van ecologisch belang is op het gebied als geheel. Gebruik deze term in tegenstelling tot 'cultuurlandschappen': gebieden die substantieel gewijzigd of veranderd zijn door de activiteiten van mensen.
Cement dat wordt geproduceerd door fijngemalen gecalcineerde kleiachtige kalksteen te verhitten tot dit volledig ontkoold is.
Grondstoffen of goederen met enige economische waarde die niet door mensen worden geproduceerd. Natuurlijke hulpbronnen zijn er in drie soorten. De eerste is niet-herwinbaar, bijvoorbeeld olie en kolen, waarvan de voorraad uiteindelijk uitgeput raakt. De tweede soort is herwinbaar, zoals water en vis, die reproduceerbaar is. De derde is onuitputtelijk en kan dus niet uitgeput raken door consumptie. Een voorbeeld is een landschap van een buitengewone schoonheid, waarvan zij die het zien gebruikmaken, terwijl de eigenaar verdient aan het toerisme.
Ongeglazuurde keramische tegel, machinaal gemaakt door middel van het extrusieproces van natuurlijke klei of kleischalie.
Koper-zinklegering met een kleine hoeveelheid tin dat de corrosiebestendigheid verhoogt.
Megalitische grafconstructie uit de vroege Bronstijd die qua vorm lijkt op een omgekeerde boot en gebouwd is uit grote blokken steen. Komt enkel voor op het eiland Menorca in de Balearen.
Kunstmatige objecten als boeien, vuurtorens, lichtschepen, Loran en andere elektronische systemen waarmee zeevaarders een veilige koers kunnen bepalen.
Verankerde drijvende toestellen die als baken dienen voor de scheepvaart door de grenzen van de bevaarbaarheid aan te geven op waterwegen of gevaren te markeren, zoals wrakken, rotsen, mijnen, schietterreinen of telegraafkabels.
Verwijst naar de stijl van het beeldhouwwerk dat werd vervaardigd op het Egeïsche eiland Naxos tussen circa 600 en 480 v. Chr., tijdens de periode die overeenkomt met de Grieks- Archaïsche periode. Het eiland is vooral bekend als centrum voor de vervaardiging van monumentale beeldhouwwerken, met name de kouroi, vanwege de talloze marmergroeves.
Verwijst in specifieke zin naar het werk van de 'Lukasbrüder', een groepering die in 1809 in Wenen werd opgericht door Friedrich Overbeck, en die later de spottende bijnaam 'Nazareners' zou krijgen. De stijl is anti-academisch en kopieert technieken uit de late Middeleeuwen en vroege Renaissance, met name van Dürer en Perugino. De nadruk ligt op christelijke en morele waarden; technische virtuositeit is van ondergeschikt belang.
Gebeeldhouwde beeltenissen van koningen van het Afrikaanse koninkrijk Kuba, meestal in kleermakerszit weergegeven, met koninklijke regalia en een mes in de hand; aan de voorzijde van het voetstuk bevindt zich een klein gebeeldhouwd voorwerp dat fungeert als het unieke symbool van de afgebeelde koning.
Gepliseerde hoofdtooien die over het hoofd worden gelegd en dan een brede waaier vormen. Het plooisel reikt soms slechts tot het puntje van het oor maar kan ook doorlopen tot aan de kin. Werden gedragen door vrouwen in de 14e eeuw.
Uitgestorven orde van amfibieën die werd gekenmerkt door wervels waaruit grote waaiervormige hemale bogen rechtstreeks vanuit het midden van ieder caudaal centrum omlaag groeiden. Leefden van de Vroege Pennsylvania-periode tot aan het Midden-Perm.
De hiërarchie Nederzettingen en landschappen bevat descriptoren voor de grootste elementen van een cultuurlandschap, ongeacht of ze van betrekkelijk geconcentreerde aard zijn (bijvoorbeeld 'retirement communities') of een groot gebied omvatten (bijvoorbeeld 'hoofdsteden'). Nederzettingen worden gedefinieerd als alle plaatsen of gebieden, ongeacht de grootte, die bewoond worden of aangepast zijn door groepen mensen, en die voldoende sociale voorzieningen hebben om betrekkelijk onafhankelijk te zijn. Verder bevat deze hiërarchie descriptoren voor hoofdtypen van natuur- en cultuurlandschappen en hun componenten die de breedste omgevingscontext voor bouwwerken bieden. De natuurlandschappen zijn in deze hiërarchie ondergebracht omdat de AAT geen nadruk wilde leggen op de verschillen tussen natuurlijke omgeving en cultuurlandschap. Het aanbrengen van een dergelijk onderscheid stuit vaak op problemen omdat (a) er geen continuïteit bestaat tussen deze twee, (b) de natuurlijke omgeving grotendeels door mensenhand is beïnvloed en daardoor de eigenschappen van een cultureel artefact heeft gekregen, en (c) het cultuurlandschap vaak op allerlei schaalniveaus als ecologisch systeem fungeert. Relatie met andere hiërarchieën: overheidsinstanties (bijvoorbeeld 'landen' en 'provincies') zijn ondergebracht in de hiërarchie Organisaties. Bijvoeglijke bepalingen bij of samenstellingen met sommige nederzettingen (bijvoorbeeld 'radiaalkaart') maken deel uit van de hiërarchie Abstracte Begrippen. Descriptoren die verwijzen naar afzonderlijke planten en bomen zijn ondergebracht in de hiërarchie Materialen (bijvoorbeeld 'bamboe' of 'grenenhout'), terwijl descriptoren voor algemene vegetatie (zoals 'oerwouden' of 'struiken') hier te vinden zijn. Descriptoren voor infrastructurele voorzieningen, netwerken van gebouwen, andere structuren en uitrustingen die fysiek geordende entiteiten binnen nederzettingen en landschappen vormen (bijvoorbeeld 'busvervoersystemen') zijn ondergebracht in de hiërarchie Objectgroepen en systemen.
Kleine tassen die bij het bewerken van bladmetaal worden gebruikt om dunne, ronde voorwerpen zoals naaldenkokers te maken.
Te gebruiken voor het proces waarbij een bewerkt kapitaal aan het boekblok wordt bevestigd door de draad waarmee het kapitaal is gevormd, langs de achterkant naar beneden wordt geleid naar een punt onder het kettingnaaisel, door de vouw van de katern en vervolgens weer naar boven, om rond de kern van het kapitaal te worden geleid; dit kan worden uitgevoerd door alle katernen, of om de zoveel katernen.
Wordt gebruikt voor diverse apparaten die zijn ontworpen om de hoeveelheid gevallen regen of sneeuw te meten.
Instrumenten voor het meten van de snelheid en richting van de beweging van wolken.
Een zeer zware serpentijnsoort in de vorm van een afgeplatte bol. De naam is afgeleid van het Griekse woord voor nier. De stenen werden door de oude Romeinen gebruikt als standaardgewichten en werden waarschijnlijk ook om de nek van veroordeelde Christenen gebonden voordat deze de verdrinkingsdood stierven. Hierdoor wordt de steen soms ook martelaarsteen genoemd. Nefrietsteen is meestal gitzwart met kleine grijze spikkels en een metaaltextuur.
Beschrijft werk dat is vervaardigd door het gelijknamige bedoeïenenvolk, dat in het zuidwesten van Tunesië leeft.
Verwijst naar een perspectiefsysteem dat is bedoeld om het effect dat objecten op grotere afstand kleiner lijken dan dichterbij gelegen objecten, te neutraliseren. Het maakt gebruik van zichtlijnen om de proporties, vaak van grootschalige letters en versieringen, aan te passen, met als gevolg dat alle letters of versieringen vanuit de kijker gezien op dezelfde schaal lijken afgebeeld. Het systeem werd in de oudheid al door Plato en anderen beschreven, en werd besproken door Dürer en andere kunstenaars uit de renaissance.
Personen die vloeistof op fotografische negatieven aanbrengen om onvolkomenheden af te bedekken, wordt voornamelijk gebruikt voor het maken van drukplaten.
Te gebruiken voor een omheinde lege ruimte in architectuur, beeldhouwkunst of schilderkunst, die een essentiële inbreng heeft op de compositie.
Verwijst naar de periode van circa 2130 tot 2080 v. Chr. De periode kenmerkt zich door een verschuiving van de macht van de stad Memphis naar Heracleopolis. Over de kunst en architectuur van deze periode is zeer weinig bekend.
Verwijst naar de periode in Egypte van circa 399 tot 380 v. Chr. Er is weinig bekend over de kunst en architectuur uit deze periode.
Verwijst naar de periode van circa 1292 tot 1190 v Chr. in Egypte. Deze kenmerkt zich door een terugkeer naar meer traditionele stijlen en onderwerpen na het eind van de Amarna-periode, maar ook door eclecticisme in beeldhouwstijlen en een diversiteit in artistieke standaards, met name in reliëfversieringen die varieerden van elegant en zorgvuldig gehakte voorbeelden tot grove en incomplete werken.
Beschrijft gebouwen, in het bijzonder klassieke Griekse en Romeinse tempels en gebouwen met een gelijksoortige structuur, met een of meer rijen van negen zuilen aan een of beide zijden.
De stijl en de cultuur van de oorspronkelijke bewoners van de Filipijnen, gezamenlijk verwijzend naar de talrijke volkeren met een donkere huidskleur en een kleine gestalte, onder wie de Aeta, Baluga, Ita en Agta.
Verwijst naar de stijl van de beeldhouwers uit de 1ste eeuw v. Chr. tot de 2de eeuw na Chr., die het woord Athenaios aan hun handtekeningen toevoegden. Volgens het classificatiesysteem van de 19de-eeuwse kunsthistoricus Heinrich Brunn. De beelden werden vervaardigd voor rijke opdrachtgevers in Griekenland, Pergamon, Alexandrië en Italië. De stijl kenmerkt zich door het kopiëren van, of aanpassen aan de beroemde vroegere Griekse beelden, en speelde een belangrijke rol bij het overbrengen van de klassieke Griekse stijl op de Romeinen en later de West-Europese cultuur. De stijl onderscheidt zich door het formalisme en de kunstmatigheid, die afwijken van het realisme dat typerend was voor de Romeinse kunst uit deze periode.
Algemene aanduiding van een kunststroming die na de Tweede Wereldoorlog tot ontwikkeling kwam, ter onderscheiding van 'klassieke' avant-gardebewegingen zoals het surrealisme.
Verwijst naar de stijl in de schilder- en beeldhouwkunst die werd geïnspireerd door de Dada-stroming en die als eerste werd gezien aan het eind van de jaren 50 van de 20ste eeuw in de werken van de kunstenaars Jasper Johns en Robert Rauschenberg. De stijl kenmerkt zich door het gebruik van bestaande motieven zoals vlaggen, kaarten en getallen , populaire afbeeldingen zoals bijvoorbeeld strips en beelden uit de massamedia. De stijl wordt wel beschouwd als voorloper van de Pop art.
Verwijst naar de kunstvorm, voornamelijk in de schilderkunst, die was geïnspireerd op het Duitse expressionisme en die met name populair werd in Italië, Duitsland en de Verenigde Staten aan het eind van de jaren 70 en het begin van de jaren 80 van de 20ste eeuw. De stijl kenmerkt zich door grote figuratieve werken, snel en schetsmatig geschilderd, vaak met objecten die in het oppervlak werden verwerkt, zoals kapotte borden en stro.
Verwijst naar de Hettitische periode van circa 1000 tot 700 v. Chr., toen onafhankelijke Hettitische staten floreerden in het zuidoosten van Anatolië en het noorden van Syrië. De kunst uit deze periode kenmerkt zich door een voortzetting van de tradities van het Hettitische keizerrijk, dat met name merkbaar is in het gebruik van het Hettitische hiërogliefschrift voor monumentale inscripties in stenen.
Duitse stroming uit het begin tot het midden van de 20ste eeuw die de nadruk legde op idealisering van het Duitse verleden, om zo het hoofd te bieden aan een vermeende dreiging van het Franse impressionisme en andere invloeden die als 'on-Duits' werden gezien. Adolf Hitler heeft deze stroming uit propagandistische overwegingen omarmd.
Verwijst naar een schilderstijl en kunsttheorie die wordt geassocieerd met een groep Franse kunstenaars die tussen 1886 en 1906 werkzaam waren. De term werd voor het eerst vermeld door Félix Fénéon, in een recensie van de achtste en tevens laatste impressionistische tentoonstelling van 1886. Door het gezamenlijk exposeren van hun werk binnen één ruimte benadrukten Camille Pissarro, Lucien Pissarro, Paul Signac en Georges Seurat dat ze dezelfde visie onderschreven. Andere kunstenaars die in deze stijl werkten, waren Charles Angrand, Louis Hayet, Henri Edmond Cross, Léo Gausson, Hippolyte Petitjean, Albert Dubois en Maximilien Luce. Seurat wordt als de belangrijkste exponent van deze stroming beschouwd. Het neo-impressionisme ontwikkelde zich uit het impressionisme, maar zette zich er ook tegen af. Evenals bij het impressionisme stonden licht en kleur centraal. Het impressionisme was echter spontaan en empirisch van aard, terwijl het neo-impressionisme zich nadrukkelijk baseerde op wetenschappelijke grondbeginselen, hetgeen resulteerde in composities met een meer formalistisch karakter. De hiermee geassocieerde techniek wordt pointillisme genoemd, terwijl de bijbehorende theorie als divisionisme wordt aangeduid. De twee termen worden echter vaak door elkaar gebruikt en kunnen beide verwijzen naar zowel de stijl als de stroming zelf. Het neo-impressionisme heeft slechts betrekkelijk kort bestaan, maar had wel een grote invloed op andere kunstenaars en stromingen aan het eind van de 19de eeuw en het begin van de 20ste eeuw.
Beweging onder de Franse schilders van de jaren 20 en 30 van de 20ste eeuw, als reactie op de destijds moderne stromingen als het surrealisme en kubisme. Feitelijk was het bedoeld als poging om een brug te slaan tussen het modernisme en het academisme, met de nadruk op de normaal waargenomen realiteit. De officieuze leider van de beweging was Dunoyer de Segonzac, en andere kunstenaars die met de beweging in verband worden gebracht waren Robert Lotiron, Raymond-Jean Legueult, Charles Dufresne en Luc-Albert Moreau. Er is geen relatie tussen het Néo-Réalisme en de latere stroming die bekend zou worden als Nouvelle Réalisme.
Verwijst voornamelijk naar een bouwkundestijl in Europa, in het bijzonder van grote openbare gebouwen, ongeveer van het eind van de 19de eeuw tot de Eerste Wereldoorlog. De stijl kenmerkt zich door indrukwekkende klassieke gevels, overdadig decoratie- en beeldhouwwerk, en ruime interieurs.
Verwijst voornamelijk naar een stijl in de architectuur en kunstnijverheid in Europa en in de Verenigde Staten tijdens de tweede helft van de 19de en het begin van de 20ste eeuw. De stijl, beïnvloed door publicaties over Byzantijnse architectuur, kenmerkt zich door de ronde bogen, tongewelven, het dichte lofwerk en de mozaïeken die typerend zijn voor die architectuur.
Te gebruiken voor laat 18e- en 19e-eeuwse kunst en architectuur die de beginselen van het classicisme volgt. Gebruik 'neoklassiek' voor architectuur en ornamentatie van het eind van de 18e tot het begin van de 20e eeuw, die vrij sterk is gebaseerd op oude klassieke vormen.
Verwijst naar de stijl in de architectuur en decoratieve kunsten uit het midden van de 18e eeuw tot het midden van de 19e eeuw. De stijl wordt gekenmerkt door het gebruik van roosvensters, pinakels, maaswerk, tracering, veelpassen, en polychrome effecten geïnspireerd door de gotische architectuur uit de late middeleeuwen en gereproduceerd met als oogpunt de historische nauwkeurigheid.
Verwijst naar de stijl in architectuur en kunstnijverheid die opgang maakte in Europa en de Verenigde Staten van de jaren 50 van de 18de eeuw tot circa 1840. De stijl wordt gekenmerkt door het gebruik van klassiek Griekse vormen en ornamenten, en trachtte, geïnspireerd door 18de-eeuwse archeologische opgravingen, zo nauw mogelijk aan te sluiten bij de oorspronkelijke voorbeelden.
Te gebruiken voor architectuur en ornamenten vanaf het einde van de 18e eeuw tot het begin van de 20e eeuw die vrij sterk is gebaseerd op oude klassieke vormen. Gebruik 'neoclassicistisch' voor andere laat 18e en 19e-eeuwse architectuur en kunst die de beginselen van het classicisme volgt.
Verwijst naar de laatste fase in de ontwikkeling van een menselijke cultuur tijdens het stenen tijdperk. De fase kenmerkt zich door het hoogwaardige stenen gereedschap dat werd vervaardigd door middel van polijsten en malen, de wijdverbreide domesticatie van dieren en planten, de vestiging in permanente nederzettingen en de introductie van aardewerk en geweven stof. Neolithische culturen ontstonden voor het eerst tijdens het Holoceen, ongeveer 9.000 v. Chr., en hielden in bepaalde afgelegen gebieden van de wereld stand tot in de 19de eeuw. De artistieke voorwerpen zijn houten en stenen huizen, religieuze monumenten, forten en fortificaties, houtsnijwerk, schilderingen, textiel en aardewerk.
Verwijst naar de neolithische periode in het zuiden van de Levant van circa 6.000 tot 4.500 v. Chr. De periode kenmerkt zich door de introductie van aardewerk en de vervaardiging van beeldjes van klei en steen.
Lampen die bestaan uit luchtledige glazen buizen die zijn gevuld met geïoniseerd neongas, dat een elektrische stroom door de buis leidt.
Een aantal rijen kleine schijnwerpers met spiegelreflectors. Ze worden in het theater gebruikt voor grensverlichting, voetlichten en algemene toneelverlichting.
Synthetisch rubber gemaakt door polymerisatie van chloropreen en gekenmerkt door de uitstekende bestendigheid tegen olie, benzine, zonlicht, ozon en warmte, en doordat de doorlaatbaarheid voor gas minder is dan van rubber.
Filmstroming die begon in Italië tegen het einde van de Tweede Wereldoorlog en die wordt gekenmerkt door het gebruik van zowel professionele als niet-professionele acteurs, alledaagse omgevingen en thema's, en een afkeer voor verhalen met een happy end. De films gaan vaak over sociale kwesties en de alledaagse beslommeringen van de personages.
Verwijst naar de stijl in de 19de-eeuwse Europese en Amerikaanse architectuur en decoratieve kunsten die in eerste instantie geïnspireerd werd door de Italiaanse Renaissance en wordt gekenmerkt door pilasters, het landleven, en klassieke motieven. Later bevat het Renaissance stijlen gebaseerd op regionale of nationale variaties zoals de Elizabethaanse en Jacobijnse oplevingen en de Franse renaissance opleving.Periode 1875-1915
Verwijst naar de 19de eeuwse stijl die ontstond in Frankrijk en die zich verspreidde over andere delen van Europa, Engeland en de Verenigde Staten. De stijl maakte opnieuw gebruik van rococo-vormen en motieven in interieurontwerpen en de decoratieve kunst.De term wordt ook gebruikt in de schilderkunst voor het werk kunstenaars die probeerden om de lyriek, kleur en levendigheid van de rococo-kunstenaars te doen herleven, met name van Watteau.
Verwijst naar de stijl in de Europese en Amerikaanse architectuur die zich voordeed van de jaren 20 van de 19de eeuw tot aan het einde van de 19de eeuw. De stijl is gebaseerd op de 11de en 12de eeuwse Romaanse kerkarchitectuur en kenmerkt zich door halfronde bogen, kruisgewelven, tongewelven en karig gebruik van naturalistische ornamenten.
Verwijst naar de Britse stijl die tussen de jaren 30 en 50 van de 20ste eeuw van invloed was op zowel beeldende kunst, literatuur, theater en film. De stroming werd beïnvloed door het surrealisme. De stijl kenmerkt zich door emotionaliteit en theatraliteit en werken die de kwetsbaarheid van het menselijke lichaam en persoonlijke, visionaire landschappen verbeelden.
Hoofdzakelijk gebruikt om te verwijzen naar een bouwstijl die zich vanaf het einde van de 19de eeuw tot 1917 manifesteerde en zich liet inspireren door oude Russische decoraties en ruimtelijke constructies. De stijl valt te herkennen in tal van Oudgelovigen-kerken die tussen 1906 en 1917 zijn gebouwd. De Neorussische stijl is ouder dan de Moderne Stijl, de Russische reactie op de Art Nouveau, en bleef ook daarna nog in zwang. De stijl wordt als een afzonderlijke stroming beschouwd. Belangrijke vertegenwoordigers zijn Ivan Fomin en Ivan Zjoltovski.
Te gebruiken om een manier van bouwen te beschrijven, met name in suburbane nieuwbouwgebieden in de Verenigde Staten, die zich kenmerkt door gebruik van land, toepassing van open ruimten open ruimtes en gebouwen die zijn ingericht op voetgangers, die veel openbare groene ruimte bevat en meer de nadruk legt op grootschalig openbaar vervoer dan op auto’s, en met typische elementen van de traditionele kleine plaatsen in de Verenigde Staten. Populair sinds de jaren 80 van de 20ste eeuw. Gebruik “New Urbanism” voor de Amerikaanse stedenbouwkundige beweging die neo-traditionele ontwerpprincipes toepast.
Een zwart marmer voor sierdoeleinden, waar fragmenten van werden gevonden rond Romeinse ruïnes en waarvan men vermoedt dat het afkomstig was uit Laconië.
Te gebruiken voor gevlochten koorden die rond de schouder worden gedragen op militaire uniformen en worden toegekend als eretekenen. Ook te gebruiken voor soortgelijke koorden als garneersel op vrouwenkleding. Te onderscheiden van ‘vangsnoeren’, die gewoonlijk gevlochten zijn, eindigen in aglets en vooral worden gedragen door adjudanten en soms andere militaire officieren.
Constructies gemaakt, of plaatsen gekozen en aangepast door, een vogel, insect of ander dier om eieren in te leggen en broeden en meestal om de jongen te voeden. De term kan ook worden gebruikt voor constructies of plaatsen die worden gebruikt door dieren die geen eieren leggen, maar die nesten gebruiken om pasgeboren jongen te beschermen.
Christelijke sekte die ontstond in Klein-Azië en Syrië en die het ketterse geloof volgt van Nestorius, een bisschop van Constantinopel in de 5de eeuw. Nestorius stelde dat de goddelijke en menselijke aard van Christus onafhankelijk van elkaar waren en dat het in feite twee personen waren. De meesten van de ongeveer 170.000 leden leven in Irak, Syrië en Iran.
De nestoride is een vattype dat zijn oorsprong heeft in het zuiden van Italië. De term is bedacht door 19de-eeuwse geleerden die een vaas trachtten te identificeren als de beker van Nestor. Nestorides zijn een voortzetting van een eerder vattype dat bekendstond als de trozzella, genoemd naar de schijven die aan de horizontale handvatten waren bevestigd. De nestoride is een aparte vorm vanwege de hoge zijhandvatten. Afbeeldingen van nestorides op Zuid-Italiaanse roodfigurige vazen doen vermoeden dat nestorides hoofdzakelijk werden gebruikt als opslagvaten zoals stamnoi of amforen, maar er waren ook kleinere nestorides met een soortgelijke functie als kantharoi, dat wil zeggen dat ze als drinkbekers dienden. Nestorides zijn het meest gemaakt in Lucania en Apulië.
Sleutelgatzagen met een kort zaagblad dat is bevestigd aan een handgreep zoals van een pistool. Meestal met verwisselbare zaagbladen voor verschillende doeleinden.
Verwijst naar een weefsel met een open structuur gemaakt van garen, draad of touw, gewoonlijk van zijde, katoen, nylon of kunstzijde, met fijne tot grove mazen met vaste afmetingen. De mazen zijn met de hand of machinaal aan elkaar geknoopt. Het materiaal kan worden gebruikt om uiteenlopende artikelen te maken, van sluiers en afwerking van kleding tot tennis- of visnetten. Te onderscheiden van fijne netten die worden gebruikt in kant, hoofddeksels en andere kleding. Gebruik 'netten (objecten)' voor objecten die bestaan uit netvormige schikkingen van draden, knopen of touwen die met een zekere regelmaat zijn verdraaid, geknoopt of samengeweven.
Vezels van planten van de netelfamilie, eeuwenlang gekweekt in Europa en Azië voor het maken van touwen en zeilen. Netelvezels zijn licht van kleur, zacht en sterk. Ze worden gebruikt voor twijn, touw, canvas en zeildoek. Netelvezels worden ook gebruikt als vervangers van vlas en hennep.
Genus van bomen met ongeveer 70 soorten uit de hennepfamilie (Cannabaceae) die inheems zijn in gematigde en tropische streken op het noordelijk halfrond. Gewaardeerd om hun hout en als sierbomen. Voorheen ondergebracht in de iepenfamilie. In sommige classificaties vormt Celtis zijn eigen familie.
Handwerk dat wordt gekenmerkt door eenvoudige netten van draad of koord die met elkaar worden verbonden met behulp van knopen. Deze techniek is zeer oud en is bekend in de meeste culturen. Wanneer handwerk wordt geproduceerd onder spanning, ontstaat een stevig textiel. Bij het maken van het net wordt het draad op een verlengde schietspoel of grote naald gewonden; er wordt gebruik gemaakt van een netstok of #gauge om een uniforme afmeting van het net te handhaven. Als de draad rond #de gauge wordt gewikkeld, wordt de draad door een tweede lus geleid om een vissersknoop of andere, niet-verschuivende knoop te vormen. Het net kan zeer veel variatie vertonen in gewicht, vorm of afmeting. Het wordt gebruikt voor het maken van gebruiksvoorwerpen, zoals visnetten, vallen en kleding, en als basis voor het aanbrengen van versiering, zoals bij het vervaardigen van kant of ander textiel.
Kleine schaven waarvan de schaafopening kan worden afgesteld op grof of fijn werk; ze worden gebruikt in hoeken en andere moeilijk bereikbare plaatsen.
Schaven van ongeveer 10 tot 15 centimeter lang, waarvan de voorkant open is zodat de beitel helemaal vooraan de schaaf kan schaven. Worden gebruikt om moeilijk bereikbare plekken bij te schaven.
Kleine, dikke drinkglazen zonder steel voor het serveren van een bepaalde hoeveelheid whisky of andere sterke drank. De standaardinhoud is ongeveer 45 ml.
Beschrijft de diverse soorten kunstwerken die zijn vervaardigd door de bewoners van het eiland New Britain.
Wordt gebruikt met betrekking tot projecten gesteund door één van de overheidsprogramma's van de Verenigde Staten die behoren het 'New Deal'-beleid en die gedurende verschillende perioden tussen 1933 en 1943 tot stand zijn gebracht.
Beschrijft kunstwerken die zijn vervaardigd door de bewoners van het eiland New Georgia.
Beschrijft de diverse soorten kunstwerken die zijn vervaardigd door de bewoners van het eiland New Ireland. De bewoners van New Ireland zijn bekend om hun figuratieve houten beeldhouwwerken, met uitzondering van het zuiden, waar het maken van maskers de belangrijkste kunstvorm is.
Verwijst naar een internationale stroming in de architectuur die in de late jaren 70 van de 20ste eeuw ontstond. De stijl kenmerkt zich door een combinatie van een laat-modernistische nadruk op functie, technologie en zuiverheid en een deconstructionistisch begrip van complexiteit en verplaatsing.
Verwijst naar de beweging binnen de Britse beeldhouwkunst van circa 1870 tot circa 1920 die ernaar streefde de kwaliteit van de Britse beeldhouwkunst te herstellen. De stroming werd beschouwd als een verwijdering van het conservationisme en het weinig uitgesproken karakter van het neoclassisicme. De stijl kenmerkt zich door het grotere realisme, een hang naar symbolisme en fantasie, het gebruik van niet-classisistiche thema’s en het gebruik van andere materialen dan marmer.
Catboten die over het algemeen worden gekenmerkt door een diepstekende kiel, een overhangende voor- en achtersteven en gaffelzeilen die niet aan de giek vast zitten; hebben soms een boegspriet en fok en zijn meestal ongeveer 6 tot 7,2 m lang; zijn oorspronkelijk gebouwd in het gebied rond de landpunt bij Newport, in het Amerikaanse Rhode Island.
Een optisch effect dat zich manifesteert als een reeks afwisselend licht en donker gekleurde ringen. Het wordt meestal veroorzaakt door een stuk glas met een rond oppervlak dat ligt op een ander stuk met een plat oppervlak. Hierdoor ontstaat een interferentie van lichtgolven. Genoemd naar de Engelse natuurkundige Sir Isaac Newton, die als eerste onderzoek verrichtte naar de eigenschappen van de ringen.
Ranke, ondiepe kano’s die gangbaar zijn in Oost-Afrika, gemaakt van uitgeholde boomstammen en uitgerust met drijvers aan beide zijden.
Beschrijft werk dat is vervaardigd door het gelijknamige Afrikaanse volk, dat in de Democratische Republiek Kongo leeft, met inbegrip van kleine populaties in het noordwesten van Kongo.
Verwijst naar de munteenheid die Bhutan sinds 1974 gebruikt. Eén ngultrum is honderd chetrum.
Langsfluiten, kegelvormig uitgehold, meestal met drie vingergaten en uitlopend in een korte, omhoog staande tuit; van hout, klei of walvistand; vervaardigd en bespeeld door de Maori.
Een tak van het Japanse boeddhisme, gesticht door de militante boeddhistische hervormer Nichiren (1222-82). Nichiren, die andere vormen van boeddhisme aanviel, geloofde dat de 'lotussoetra' de ultieme waarheid bevatte en vroeg het Japanse volk zich te bekeren tot het ware boeddhisme. Tegenwoordig zijn er bijna veertig subsekten, waarvan Nichiren Shoshu de grootste en belangrijkste is.
Banden of koorden die door landarbeiders in Schotland net onder de knie om het been worden gebonden om hun broekspijpen vast te binden en deze daardoor schoon te houden.
Kleine metalen plaatjes met een gegraveerd ontwerp dat wordt gevuld met zwart inlegsel; kwamen veel voor in de 15e en 16e eeuw in Italië.
Wordt gebruikt voor niervormige tafels die meestal als schrijf- of toilettafel dienen. Ze werden eerst in Frankrijk gemaakt tijdens de periode van Louis XV, later zijn ze in Engeland en Amerika geïntroduceerd.
Slecht gebonden lijmvoegen die het resultaat zijn van te weinig lijm.
Wordt gezegd van een boek waarvan de gevouwen frontsneden van de bladzijden vóór de verkoop niet zijn doorgesneden met een ploeg of guillotine. Te onderscheiden van 'niet geopend', als verwijzing naar een verkocht boek waarvan de gevouwen frontsneden van de katernen nog niet zijn gesneden; de koper moet deze dan zelf afsnijden met een papiermesje.
Muren die geen verticale belasting dragen, behalve hun eigen gewicht.
Glas waarvan het reflecterende vermogen is verminderd door coatings toe te passen. De coatings verspreiden reflecties en verhogen de lichtdoorlating tot bijna 99 procent. De standaard niet-reflecterende coating is magnesiumfluoride, waardoor glas een blauwige tint krijgt.
U-vormige metalen voorwerpen met puntige uiteinden, die worden gebruikt om losse artikelen aan elkaar te bevestigen.
Metalen pennetje of beugeltje waarmee men op een snelle manier losse vellen papier aan elkaar kan vastmaken. Meestal omwille van de snelheid gebruikt en niet voor de lange termijn. Veel gebruikt voor pamfletten of andere dunne publicaties, maar niet voor commercieel uitgegeven boeken.
Kleine, meestal handbediende apparaten voor het inbrengen van nietjes die twee of meer materialen aan elkaar hechten.
Te gebruiken met betrekking tot kunst uit de jaren zestig die realistisch is in de zin dat er wordt gewerkt met allerlei alledaagse materialen en dat er handelingen of gebeurtenissen worden opgevoerd.
Beschrijft de diverse soorten kunstwerken die zijn vervaardigd door de oorspronkelijke bewoners van de eilanden van Nieuw-Caledonië. De bevolking van Nieuw-Caledonië is bekend om de ceremoniële mannenhuizen en Kanakmaskers. Het ceremoniële huis heeft een ronde structuur en wordt omzoomd door kokospalmen en araucaria. Het Kanakmasker bestaat uit een zwart houten hoofd met een opvallend grote neus die over een lachende mond heen steekt, waarbij de mond als kijkgat voor de drager fungeert. Het volledige kostuum bestaat uit een grote hoofdtooi in tulbandvorm van menselijk haar, en een mantel van veren van de reuzenmuskaatduif. Het masker wordt tijdens herdenkingsceremonieën gebruikt als teken dat de ceremonie ten einde is.
Beschrijft de diverse soorten kunstwerken die zijn vervaardigd door de bewoners van het eiland Nieuw-Guinea, waarvan het westelijk deel behoort tot Indonesië en het oostelijk deel de onafhankelijke staat Papoea-Nieuw-Guinea omvat.
Schilderschool die floreerde in Centraal Tibet vanaf de late 17de tot de 19de eeuw. Kenmerkend zijn de naturalistische afbeeldingen, de rijke kleuren (vooral oranje en groen), en de elegante, nauwkeurige details, in het bijzonder van kleding en lotusblaadjes. Van nieuwe Menri-schilderkunst is ook bekend dat de voorkeur niet uitging naar rechte, maar naar gebogen lijnen. Er is veel aandacht voor details in architectuur. Architecturale ensceneringen komen in plaats van de nissen en schrijnen van eerdere schilderwerken. In het werk van deze school krijgen architecturale scènes een verhaal, waardoor een meer afstandelijk gezichtspunt wordt ingenomen. Er is doorgaans weinig open ruimte. Sommige schilderijen van de nieuwe Menri-school vormen een waardevolle bron van informatie over de Tibetaanse tempelarchitectuur, die grotendeels verloren is gegaan.
Verwijst naar de laatste van drie grote tijdperken in de Egyptische beschaving, van circa 1540 tot 1075 v. Chr. Het tijdperk loopt van de Achttiende tot de Twintigste Dynastie. De periode kenmerkt zich door een bloeiende kunst, onder andere zichtbaar in de introductie van kolossale standbeelden, hernieuwde belangstelling voor de schilderkunst, een hoge mate van vakmanschap in zowel de koninklijke als de particuliere beeldhouwkunst, en sierlijke decoratieve en luxueuze kunstuitingen. De belangrijkste architectuur omvatte onder andere kapellen, in de rotsen uitgehakte tomben en monumentale stenen tempels voor het aanbidden van de goden, die een bevestiging vormen van de groeiende macht van het priesterdom. Een korte revolutionaire periode, met name in de representatieve kunst, deed zich voor tijdens de heerschappij van Achnaton in Amarna, toen vele bestaande kloosters werden omgevormd en meer vrijheid van meningsuiting was toegestaan.
Nieuwe, hoofdzakelijk zelfvoorzienende nederzettingen, gebouwd in een eerder onontwikkeld gebied met voorzieningen op het gebied van wonen, commercie, industrie, onderwijs, recreatie en overheid
Feestdagen waarop het begin van het nieuwe jaar wordt gevierd; de jaarwisseling wordt in veel culturen gevierd, meestal op basis van hun eigen kalender.
Op school voorbereide brief die jonge kinderen in België op nieuwjaarsdag voor hun ouders en peter en meter voorlezen
Bladen die regelmatig en met frequente tussenpozen, zoals dagelijks of wekelijks, worden gedrukt en verspreid, en die nieuws, redactioneel commentaar, hoofdartikelen, advertenties en ander actueel materiaal.
Rapporten in manuscriptvorm uit de 17e en 18e eeuw, die werden geproduceerd voor speciale abonnees en die onregelmatig of wekelijks werden uitgegeven. In de 20e eeuw zijn het periodieke rapporten over de activiteiten van een bedrijf of organisatie.
Plantaardig gelooid geitenleer uit Nigeria. Vergelijkbaar met oasis, maar plaatselijk gelooid en beschilderd in een beperkt aantal kleuren. De meest voorkomende soorten zijn baksteenrood, groen en vaalgeel. Het wordt zeer gewaardeerd door boekbinders door de hoge kwaliteit en het korrelpatroon.
Extreme vorm van scepticisme de objectieve werkelijkheid van alle waarden, geloven, en waarheden wordt ontkend.
Verwijst naar het werk van een school van schilders die actief was van de Edo-periode (1600-1868) tot de vroege Meiji-periode (1868-1912). De stijl kenmerkt zich door het gebruik van traditionele Japanse materialen en technieken, zoals de zwarte of gekleurde inkt gemaakt van mineralen, schelpen of planten, en het schilderen op papier of zijde.
Te gebruiken voor het zuivere metaalelement met het symbool Ni en het atoomnummer 28. Het metaal is zilverachtig wit van kleur met een geelachtige zweem; het is bestand tegen roest en de meeste zuren behalve salpeterzuur. Wordt ook gebruikt voor het metaal wanneer het wordt bewerkt en gevormd om, meestal in combinatie met andere stoffen, verscheidene voorwerpen en materialen te maken.
Brons dat nikkel bevat, gewoonlijk ter vervanging van een deel van de hoeveelheid tin, waardoor een sterk, fijnkorrelig, corrosiebestendig metaal ontstaat.
Een legering van koper, nikkel en zink waarbij nikkel dient om de kleur te versterken. Het wordt onder andere gebruikt voor processen waarbij vervormbaarheid in koude toestand noodzakelijk is, zoals stampen, draaien, dieptrekken en het plateren van voorwerpen.
Bouwwerk om het waterpeil van de Nijl op te meten tijdens het overstromingsseizoen. Het niveau wordt gemeten door markeringen op de muren of op een zuil die in het water staat. Werd al in het Oude Egypte gebruikt en kwam pas in onbruik toen de Aswan dam gebouwd werd.
In de schilderkunst, beeldhouwkunst, en verschillende artistieke voorstellingen, representaties van stralend licht of helderheid afkomstig van godheden, heilige personen, en andere goddelijke wezens of objecten, zoals de christelijke Lam van God of het woord "God". Soms door in de omtrek te verwijzen naar de gehele ensemble van licht en wezens of objecten.
Beschrijft werk dat is vervaardigd door het gelijknamige Afrikaanse volk, dat in Senegal leeft, op de Gandoul Eilanden in de delta van de rivier de Saloum.
Een term die in de context van Indiase religie wordt gebruikt om een staat van diepe innerlijke vrijheid en vrede aan te duiden. Het bereiken van deze staat is het hoogste doel van het hindoeïsme en vooral het boeddhisme. Het bereiken van nirwana betekent bevrijding van samsara, de kringloop van geboorte, dood en wedergeboorte. In het boeddhisme staat nirwana voor vrijheid van bindingen en individueel bewustzijn en het bereiken van rust en zuiverheid. Boeddha bereikte het tijdelijke nirwana (nirwana tijdens het leven) na zijn verlichting maar hij leefde voort en bleef dienen en prediken tot zijn dood, toen hij zijn definitieve en volledige nirwana (parinirvana) bereikte. Nirwana wordt enigszins verschillend opgevat binnen de verschillende scholen van het boeddhisme. Nirwana betekent in het hindoeïsme ook het uitdoven van alle wereldse begeerte en bindingen, en maakt bovendien de vereniging met God of het Absolute mogelijk. Het bereiken van nirwana is moksa. De term ‘nirwana’ is in het westen vaak onjuist omschreven als 'uitroeiing' of 'vernietiging'.
Uitsparingen in de dikte van muren, zodat het muurvlak op enige hoogte of breedte dieper ligt. Gebruik 'alkoven' voor kleine vertrekken, grenzend aan een grotere kamer en daarvan met een deur of een gordijn afgescheiden, meestal zonder eigen uitgang en vensterlicht, gewoonlijk als slaapplaats ingericht.
Verwijst naar de stijl van vroeg glazuurwerk uit de Nara-periode, dat onder rechtstreeks toezicht van de overheid werd vervaardigd. De stijl wordt gekenmerkt door glazuurwerk in twee kleuren, gewoonlijk groen en wit.
Vloeibare springstof, zeer gevoelig.
Te gebruiken voor werkschepen die voor en achter gelijk zijn en een lengte van ongeveer 5 tot 6,5 m hebben. Oorspronkelijk hadden ze een kiel met een gat aan beide uiteinden ervan en twee masten, meestal met kleine sprietzeilen; later zijn ze voorzien van excentrisch geplaatste middenzwaarden. Ze zijn ontworpen om door de branding te water gelaten en op het strand gezet te worden en laat in de 19e eeuw ontwikkeld om op kreeft en mosselen te vissen in het gebied rond Martha's Vineyard, in de Amerikaanse staat Massachusetts en aan de kust van Rhode Island.
Noord-Amerikaanse avant-gardestroming op het gebied van de muziek en de film en in mindere mate de schilder- en beeldhouwkunst. Het centrum van deze stroming, die tussen circa 1978 en 1981 heeft bestaan, bevond zich in New York, in de Lower East Side. De muziek wordt gekenmerkt door schrille dissonanten, ongeschoolde muziekbeoefening en een agressieve uitstraling van de uitvoerende kunstenaars. De musici en beeldende kunstenaars verschenen vaak als acteur in hun eigen films, doorgaans fictieve verhalen die met Super 8-geluidsfilm zijn opgenomen.
Leden van een volk of groep die geen permanente verblijf- of woonplaats hebben maar rondtrekken in seizoensgebonden of cyclische routes om in hun levensonderhoud te voorzien.
Een levenswijze die wordt gekenmerkt door een cyclische of seizoensgebonden trek van plaats naar plaats, noodzakelijk voor het bestaan van de groep. Dit leidt tot het ontbreken van een vaste, permanente woonplaats.
Theorie die stelt dat er in de realiteit geen universele essenties bestaan, dat het verstand geen enkel begrip of beeld vorm kan geven dat overeenkomt met een universele of algemene term en dat alleen individuele, concrete entiteiten bestaan.
Kleine beeldhouwwerken, meestal van zeepsteen of steatiet, voorstellend mensen, dieren of monsters, meestal 7 tot 15 centimeter hoog en afkomstig uit Sierra Leone, Guinea en Liberia, West-Afrika, en van onbekende datum, waarschijnlijk uit de 7e tot 14e eeuw; kunnen voorvaderlijke figuren zijn geweest, maar worden nu als geestvoorstellingen gebruikt.
Vrouwen die behoren tot religieuze ordes gewijd aan godsdienst en meditatie. Nonnen leggen meestal geloften van armoede, kuisheid en gehoorzaamheid af en leven vaak buiten de samenleving in een klooster.
Literair en mondeling genre dat zich bezighoudt met - of het geven van meningen - of gissingen over feiten en realiteiten.
Fysieke objecten zonder praktisch doeleinde die bedacht zijn om kinderen of huisdieren te vermaken of om als verzamelobject voor volwassenen te dienen. Speelgoed bestaat doorgaans uit miniatuurversies van werkelijke wezens of objecten die te gebruiken zijn in fantasie- of imitatiespelletjes. Ook artikelen die bij spelletjes worden gebruikt, kunnen speelgoed worden genoemd. Het allereerste speelgoed bestond onder andere uit poppen en ballen.
Organisaties waarvan de netto-inkomsten of verdiensten niet worden verdeeld of ten goede komen aan een individu, maar worden aangewend voor de gestelde doelstelling van de organisatie, bijvoorbeeld liefdadigheid, diensten in het belang van de gemeenschap of onderzoek.
Wordt gebruikt voor kleine, bewegende schaalverdelingen die parallel lopen aan de vaste schaalverdelingen van precisie-instrumenten zoals sextanten of transietinstrumenten en die zijn ontworpen om fracties te meten van de kleinste verdelingen van de vaste schaalverdeling.
Ring die wordt uitgereikt aan een kloosterzuster op de dag van de eeuwige professie, waarop zij als 'de bruid van Christus' de definitieve religieuze staat op zich neemt.
Treinstellen die worden gebruikt voor het onderhoud en inspectie van de spoorweg en waarmee geen geld wordt verdiend.
Kisten die rijkelijk zijn versierd met inlegwerk van gewelven en fantasie-architectuur ter nagedachtenis van het (verdwenen) paleis Nonsuch van Hendrik VIII. De naam van het paleis betekent 'ongeëvenaard'. Ze zijn waarschijnlijk in Noord-Duitsland gemaakt, of in London door 16e-eeuwse Duitse handwerkslieden die zich daar hadden gevestigd.
Wordt gebruikt voor noodgeld van munten of papier; dit geld wordt uitgegeven door de autoriteiten van een belegerde stad die door zijn isolement niet van het gebruikelijke geld kan worden voorzien.
Deuren, luiken of andere inrichtingen die naar buiten leiden, die meestal dicht en op slot worden gehouden en die voornamelijk worden gebruikt in noodgevallen wanneer gebruikelijke uitgangen buiten werking raken of ontoegankelijk worden.
Verlichtingssystemen in gebouwen die essentiële verlichting bieden voor de veiligheid van leven en eigendommen wanneer de normale verlichting uitvalt.
Huisvesting die beschikbaar komt wanneer zich plotseling een gevaarlijke situatie of ramp heeft voorgedaan waardoor de reguliere huisvesting van mensen ontoegankelijk of onveilig is geworden.
Verwijst naar een stijl die wordt geassocieerd met de noordelijke regio van Thailand. De kunstzinnige productie in deze stijl omvat hoofdzakelijk houtsnijwerk, met name beelden van uit teakhout gesneden brahmaanse goden en hindoegoden, alsmede boeddhistische beelden. Het beeldhouwwerk en het beeldsnijwerk zijn vaak ingelegd met paarlemoer of glasmozaïek. Uit de stijl spreekt de behoefte om dierlijk, plantaardig en menselijk leven te combineren, hetgeen resulteert in een detailrijk, overdadig mengsel van mythologische en realistische elementen. Er komen ook stilistische tegenstellingen in naar voren, bijvoorbeeld in de sculpturale figuren van dreigende demonische wezens die tevens een beschermende wachterfunctie hebben, en in het aanbrengen van strakke geometrische patronen te midden van fantasiewezens op houten reliëfpanelen. De meest opvallende voorbeelden van deze stijl zijn wel de imposante houten koninklijke staatsiesloepen en koninklijke rouwkoetsen, beide volledig verguld en versierd met mythologische slangen en ornamentele bloemmotieven.
Verwijst naar een noordelijke Chinese dynastie uit de periode 550-577 n. Chr. De dynastie ontstond toen Gao Yang, zoon van de stichter van de Oostelijke Wei-dynastie, in 550 aan de macht kwam en de naam van de dynastie wijzigde. Ye bleef de hoofdstad. Het boeddhisme bleef een belangrijk stempel drukken op de kunst, met invloeden uit India, Centraal-Azië en West-Azië. De grottempels van de Noordelijke Qi bevatten beeldhouwwerk dat tot de hoogtepunten van de Chinese boeddhistische beeldhouwkunst wordt gerekend. Dit beeldhouwwerk vormt een bewijs van de productiviteit in deze periode en van de ingrijpende stijlontwikkelingen die zich sinds de Noordelijke Wei hebben voorgedaan. Sommige massieve, sculpturale keramiekvormen dateren eveneens uit de periode van de Noordelijke Qi. Op de keramiek van de Noordelijke Qi werden twee of meer gekleurde glazuurlagen aangebracht, en ook ontwikkelde men aardewerk met een witte romp. Voorbeelden van het kwalitatief hoogstaande werk dat in deze periode tot stand kwam, zijn de wandschilderingen in de graftombe van de aristocraat Lou Rui en Taiyuan. Het bewind van Gao Yang werd gevolgd door een periode van tirannie, waarin bijna twee miljoen mannen werden te werk gesteld bij de bouw van de Grote Muur. Nadat de heersende elite verzwakt was geraakt, wist keizer Wudi van de Noordelijke Zhou in 577 de Noordelijke Qi te veroveren, waardoor noordelijk China feitelijk weer één werd.
Verwijst naar de stijl van de kunst en architectuur die het gevolg was van de verspreiding van de renaissance vanuit Italië naar Noord-Europa aan het eind van de 16de eeuw. Het werd vooral toegepast aan de hoven van de Franse koningen na de invasie van Italië in 1494, in de Nederlanden door Margaretha van Oostenrijk en in Duitsland door Keizer Maximiliaan. Het werd later omarmd door de Hertogen van Beieren en door het Koninklijke Hof van Engeland. De noordelijke renaissance kenmerkt zich door de invloed van klassieke prototypen en Italiaanse renaissance-idealen, door het benadrukken van details, door optische helderheid en het gebruik van olieverf en glansmiddelen om heldere kleuren te creëren.
Verwijst naar het werk van een school van kunstenaars onder leiding van de traditionalistische schilder prins P'u Ju, die actief was in de vroege 20ste eeuw.
Verwijst naar een Chinese dynastieke stijl en periode tussen 960 en 1127 n. Chr. Gedurende de Noordelijke Song-periode ontstond er hernieuwde belangstelling voor de oudheid en werd de basis gelegd voor de Chinese archeologie. De boekdrukkunst werd nu algemener toegepast, waardoor ook naslagwerken op grotere schaal uitgegeven konden worden. Het keizerlijk mecenaat speelde in deze periode een aanzienlijke en invloedrijke rol. Zo bezat keizer Taizong (heerste van 976-997) een indrukwekkende verzameling schilderijen en kalligrafie, terwijl Huizong (heerste van 1101-1125) zijn enorme collectie liet catalogiseren. Daarnaast stichtte Huizong een schilderschool, als onderdeel van de Schilderacademie van Hanlin. Het belang van landschappen nam toe dankzij belangrijke kunstenaars als Fan Kuan, Juran, Guo Xi, Dong Yuan en Li Cheng. Het onderscheid tussen hofschilderen en de kunst van de taoïstische literati werd allengs groter. De keramiek van de Noordelijke Song wordt gekenmerkt door eenvoudige vormen, zuivere kleuren, verfijnde decoraties en technische perfectie. Ding, Ru, Jun en de noordelijke celadons die in Linru en Yaozhou werden vervaardigd, zijn voorbeelden van Noordelijke Song-aardewerk dat bij het hof in trek was. Het beeldhouwwerk kreeg een minder symbolisch karakter en de figuren werden levensechter. De dynastie werd evenwel verzwakt door de hoge uitgaven die de militaire verdediging en de buitensporigheden van het keizerlijk hof met zich meebrachten; na invallen door de Jin trok de opvolger van Huizong weg naar het gebied ten zuiden van de Huai en vestigde daar de Zuidelijke Song-dynastie.
Verwijst naar een noordelijke Chinese dynastie uit de periode 557 tot 581 n. Chr. De Yuwen-familie van de Xianbei-stam stichtte de Noordelijke Zhou-dynastie vanuit de marionettenstaat van de Westelijke Wei. De dynastie had haar machtscentrum in de vallei van de rivier de Wei, met als hoofdstad Chang'an, in de provincie Shaanxi. Tijdens het regime van keizer Wudi (heerste van 561-577) werden boeddhisten vervolgd, omdat de kloosters de staatskas te zwaar zouden belasten. De verovering door Wudi van de Noordelijke Qi-dynastie, waardoor het noorden van China tijdelijk werd verenigd, werd grotendeels gefinancierd uit de geconfisqueerde kloosterbezittingen; miljoenen monniken en nonnen verloren hun status en moesten dwangarbeid verrichten. Niettemin werd er nog wel boeddhistische kunst geproduceerd gedurende deze periode, met name in Chang'an. Indiase Gupta-modellen dienden als voorbeeld voor diverse Boeddhabeelden, en ook zijn er enkele wandschilderingen in de Noordelijke Zhou-stijl vervaardigd, in de Duizend Boeddhagrotten in Dunhuang. In dergelijke schilderingen neemt het landschap wel een voorname plaats in, maar blijft het ondergeschikt aan de figuren. De Noordelijke Zhou-dynastie werd opgevolgd door de Sui-dynastie, die in 1581 werd gesticht door Yang Jian, een lid van het koningshuis van de moederlijke tak.
Verwijst naar de cultuur van de moderne natie Noorwegen, of meer algemeen naar de culturen die het westelijk deel van het Scandinavisch schiereiland in Noordwest-Europa hebben bewoond.
Groenblijvende boomsoort die inheems is langs de westkust van Noord-Amerika, van het schiereiland Kenai in Alaska tot het noordelijkste deel van Californië, en die meestal op vochtige locaties in de bergen groeit, vaak dicht bij de boomgrens, maar soms ook lager. Hij kan een hoogte van 40 m bereiken en heeft meestal afhangende takken. Als gevolg van de afwijkende bouw is de classificatie al een aantal keren gewijzigd. Recent onderzoek laat zien dat de kans groot is dat dit in de toekomst weer zal gebeuren en dat deze boom mogelijk wordt ondergebracht in een ander genus, Callitropsis of Xanthocyparis, samen met de onlangs ontdekte Vietnamese goudcipres Xanthocyparis (Callitropsis) vietnamensis.
Kleine gebruiksvoorwerpen met een deksel met een scharnier die zijn voorzien van een rasp en worden gebruikt voor bewaren en raspen van nootmuskaat.
Lichtgroene glazen drinkglas. Het glas bevat kleine, overwegend slakkenhuisvormige, afgedraaide geplaatste noppen. Vanaf de vijftiende eeuw zijn de noppen meer doornvormig. Het glas bevat een opgestoken bodem, waarbij de voetband met de tang is bewerkt of uit glasdraad is gesponnen. De noppenbekers niet verwarren met knobbelbekers, waarbij de knobbels ontstaan door het uitblazen in de mal.
Jasjes met een dubbele plooi aan beide kanten van het midden aan de voorkant, een dubbele plooi in het midden op de rug en met zakken op de heupen en een ceintuur van hetzelfde materiaal.
Een geheel van criteria, regels, procedures of methodes die door een officiële autoriteit of naar algemene opvatting zijn goedgekeurd en dienen te worden aangehouden als maatstaven bij evaluatie of vergelijkende oordeel.
Beton met een eenheidsgewicht van ongeveer 55 kg per 0,03 kubieke meter, gemaakt van een mengsel van normaal gewicht.
Verwijst naar de periode en stijl die in verband worden gebracht met de Normandiërs, die bestonden uit Noormannen uit Denemarken, Noorwegen en IJsland en die in de 8ste en 9de eeuw de Europese kusten afstroopten om zich vervolgens, aan het begin van de 10de eeuw, in het noorden van Frankrijk te vestigen. Zij overheersten de inheemse Frankische bevolking, namen hun taal over en vestigden uiteindelijk het hertogdom Normandië. Vanuit Normandië verspreidden de Normandiërs zich naar de Britse eilanden, Zuid-Italië en Sicilië. De stijl is vooral duidelijk zichtbaar in het ontwerp van de wapens en wapenrusting, in het kasteel op een heuvel omgeven door palissaden, en in de grote kerk- en kloostergebouwen in romaanse stijl. De stijl kenmerkt zich door het helder toepassen en gebruiken van inheemse lokale stijlen in combinatie met een aantal invloeden uit het Byzantijnse oosten. Deze werden door avonturiers en pelgrims in de door de Normandiërs beheerste gebieden geïntroduceerd.
Wordt gebruikt voor het schriftelijk documenteren van de vereisten voor een project.
Genus van 35 soorten bomen en struiken, inheems in onder meer Zuid-Amerika en Australazië op het zuidelijk halfrond. Ook zijn er fossiele exemplaren aangetroffen in Antarctica. Vroeger deelde men deze soorten in bij de familie Fagaceae, maar genetische tests hebben aangetoond dat ze verschillen van deze familie. Inmiddels behoren ze tot een eigen familie, de Nothofagaceae.
Uitgestorven orde van fossiele zeereptielen die voornamelijk voorkwamen in Europa en die erg leken op de latere plesiosauriërs, maar als een aparte orde zijn geclassificeerd. De dieren leefden in het Trias. Kenmerkend waren het gesloten gehemelte, de lange, platte schedel met grote openingen, het grote aantal puntige tanden langs de randen van de kaken, het slanke lichaam, de lange nek en staart en de lange ledematen. De openingen voor de luchtwegen waren gescheiden van die van het voedselkanaal. Hoewel het dier in het water leefde, waren de ledematen minder gespecialiseerd voor zwemmen dan bij meer ontwikkelde Sauropterygia.
Stenografiesysteem dat werd gebruikt in oude Romeinse en vroeg-middeleeuwse geschriften.
Wordt gebruikt voor korte beschrijvingen van een feit of een ervaring, die zijn bedoeld als geheugensteun of om iemand anders te informeren of die zijn gemaakt om het feit of de ervaring in kwestie naderhand uitgebreider onder de loep te nemen. Gebruik 'memo's' voor korte, informele mededelingen op klein formaat papier.
Verwijst in het algemeen naar machinaal geproduceerde kant uit Nottingham, Engeland. Alleen kant die in het Verenigd Koninkrijk is gebreid, gevlochten of geborduurd door een lid van de British Lace Federation (Britse Kantfederatie) mag dit predicaat dragen, waarbij de patronen heel gevarieerd kunnen zijn. De term was oorspronkelijk van toepassing op kant die werd geproduceerd met de Nottingham-kantmachines, een uitvinding waarmee aanvankelijk vrijwel alleen grof kant werd gemaakt door grotere klossen te gebruiken dan op andere kantmachines en te werken met patroondraden die op afzonderlijke deelspoelen waren gewonden.
Een pot, meestal versierd met de afbeelding van een heilige, die zuiver plantaardige olie bevat om te laten branden gedurende een noveen - een reeks van negen dagen en nachten -, waarop men tot God bidt ter verkrijging van een gunst of ter voorbereiding van een feestdag.
Gebouwen binnen het complex van een religieuze gemeenschap, waar novicen worden ondergebracht en opgeleid tijdens hun proeftijd.
Wordt gebruikt voor tijdelijke of permanente kampen waar de deelnemers naakt meedoen aan binnen- en buitenactiviteiten.
Type chevronkraal dat de Spanjaarden als ruilmiddel meebrachten naar de Nieuwe Wereld, en dat voor het eerst werd aangetroffen op een archeologische vindplaats in Venezuela, waaraan tevens de naam is ontleend: Nueva Cadiz is de naam van een eiland dat van 1498-1545 een bloeiende havenstad bezat. Meestal werden de kralen van vervaardigd uit drie gedraaide lagen blauw glas.
Kleine, dunne, platte stukken metaal, leer of ander geschikt materiaal waarop een uniek officieel identificatienummer is aangebracht van een geregistreerd voertuig, waaraan het is bevestigd.
Late roodfigurige lekanai waarop een bruid en bruidegom zijn afgebeeld in gezelschap van anderen en in aanwezigheid van trouwvazen.
Verwijst naar een regionale school van Pahari-miniatuurschilderkunst die wordt geassocieerd met de staat Nurpur in het heuvelgebied van Punjab. De staat lag minder afgelegen dan andere heuvelstaten in Punjab, en begin 17de eeuw was het bestuur in handen van generaals en gouverneurs van het Mogolrijk. De Nurpur-school had weliswaar een eigen stijl, maar was daarnaast schatplichtig aan de Mogol-schilderkunst, met name wat de portretkunst betreft. Bij andere genres werd voor een meer expressieve stijl gekozen. Aan het begin van de 18de eeuw kwam het tot een synthese tussen de twee stijlen: gelaatstrekken werden minder extreem, het kleurgebruik werd meer ingetogen en de landschappen kregen een meer gestileerd karakter. De Nurpur-schilderkunst uit de 18de eeuw stond onder invloed van de schilderstijl van Guler en Jammu, wat leidde tot een naturalistischer en verfijnder resultaat. Een staand formaat geniet de voorkeur en vaak worden rijzige, sierlijke vrouwenfiguren met een klein hoofd afgebeeld. In de tweede helft van de 18de eeuw raakte het hofleven in Nurpur in verval, evenals de schilderkunst.
Klein gerei met scherpe punten dat wordt gebruikt om de pit uit noten te halen.
Overheids- of particuliere ondernemingen die volgens strenge overheidsvoorschriften zonder onderscheid moeten zorgen voor de essentiële openbare voorzieningen, zoals gas, elektriciteit en riolering.
Voorzieningen (zoals gas, water, elektriciteit) die door nutsbedrijven geleverd worden.
De verhouding van de hoeveelheid vermogen die door een verbrandingsmotor in één cyclus wordt geleverd tot de hoeveelheid energie die nodig is om de motor gedurende één cyclus te laten werken.
Verwijst naar handwerk dat wordt gekenmerkt door de eenvoud van de steken en door de toepassing, namelijk primair voor het maken van kleding en het afwerken van huishoudtextiel. Te onderscheiden van handwerken die zijn bedoeld voor het maken van patronen, bijvoorbeeld borduurwerk. Onder nuttige handwerken worden onder andere verstaan eenvoudige steken, zoals rijgsteken, zoomsteken en naadsteken, alsmede eenvoudige varianten op deze basissteken.
Verwijst naar de op één na grootste school in het Tibetaanse boeddhisme, die soms de 'oude orde' wordt genoemd. De wortels gaan terug tot de Indiase Vajrayana-meester Padmasambhava (8ste eeuw), die werd beschouwd als 'tweede Boeddha'. De school zegt diens oorspronkelijke leer te verbreiden. De school is ontstaan tijdens de eerste verspreiding van het boeddhisme van India en Midden-Azië naar Tibet in de 8ste en 9de eeuw; Padmasambhava bezocht Tibet in de 8ste eeuw en een andere belangrijke Indiase leermeester, Santiraksita, stichtte het eerste klooster van Tibet in Samye rond 775. Nyingma werd een afzonderlijke orde in de 10de eeuw. Deze school legt meer nadruk op de religieuze praktijk en de mystieke aspecten van de Vajrayana-traditie dan op academisch werk. Het is ook de minst politiek en filosofisch gerichte van de Tibetaanse boeddhistische scholen. Sjamanistische gebruiken en lokale goden, ontleend aan de inheemse Bon-religie, vindt men ook in Nyingma. Andere overeenkomsten met Bon zijn de dzogchen-lessen, oude tantra’s die door latere tradities zijn verworpen, en priesters die mogen trouwen. De school kent een traditie van het ontdekken van teksten die door Padmasambhava verborgen zijn; deze teksten voorspellen dat boeddhisten in de toekomst vervolgd zullen worden. Sommige ideeën van de school worden in leerstellingen van het Tibetaanse boeddhisme als ketters beschouwd.
Ruimten of constructies met fonteinen die zijn versierd met standbeelden, bassins of planten en die worden gebruikt voor ontspanning.
Waterlelie die waarschijnlijk inheems is in de Nijl en elders in Oost-Afrika, maar die al in de oudheid voorkwam in India en Thailand. De bloemblaadjes zijn lichtblauw tot hemelsblauw of mauve. Wanneer de bloem klaar is om te gaan bloeien, stijgt deze binnen een paar dagen op naar de oppervlakte. Oude Egyptenaren geloofden dat de bloemen 's ochtends opengingen, naar de oppervlakte opstegen en 's avonds weer naar beneden zakten. Voor hen symboliseerde dit het opkomen en ondergaan van de heilige zon. Wanneer de plant wordt gegeten, heeft deze licht psychoactieve eigenschappen. Waarschijnlijk werd de plant in het oude Egypte daarom gebruikt tijdens ceremonies.
Boomsoort die voorkomt in vochtige gebieden in het oosten van de VS, van de staat Maine in het noorden tot de kust van de Mexicaanse golf in het zuiden en de staat Oklahoma in het westen. Het hout is licht en zacht, maar sterk. Deze boom wordt soms als sierboom gekweekt. In de herfst krijgen de bladeren een schitterende scharlakenrode kleur. De kleurstof in de schors heeft een goede kleurvastheid voor wassen en een redelijke kleurvastheid voor blootstelling aan licht.
Kleine, uiterst zeldzame eivormige oud-Griekse vaten, zowel zwart- als roodfigurig gevonden. Waarvoor oa specifiek gebruikt werden is niet bekend, maar echte, marmeren en aardewerken eieren werden wel in graven geplaatst. In oa met deksel is wellicht reukolie (parfum) bewaard. Oa zonder deksel waren waarschijnlijk geen houders omdat ze maar een kleine opening aan een of beide uiteinden hebben, of helemaal geen opening.
Plantaardig gelooid geitenleer dat als onvoltooid product wordt geïmporteerd uit Nigeria of Zuid-Afrika. Vergelijkbaar met Niger, maar het wordt elders afgelooid en beschilderd, meestal in Engeland of Frankrijk. Het is verkrijgbaar in een groter aantal kleuren.
Beschrijft werken die zijn vervaardigd door de bewoners van het eiland Oba.
Grote ovalen gouden munten uit Japan, voornamelijk gebruikt voor transacties aan het keizerlijk hof, die in verschillende waarden werden uitgegeven tussen het eind van de 16e eeuw en de 19e eeuw.
De hiërarchie Objectgenres bevat descriptoren die binnen meerdere contexten kunnen voorkomen en op meer dan één van de andere hiërarchieën in het facet Objecten van toepassing kunnen zijn. Zo kan de descriptor 'reproducties', die hier verschijnt, op allerlei objecttypen worden toegepast, van 'deurknoppen' in de hiërarchie Componenten tot 'altaarstukken' in de hiërarchie Beeldmateriaal. Tevens zijn descriptoren opgenomen voor brede klassen van objecten of beelden waarvan specifieke objecttypen uit andere hiërarchieën wel of geen deel uitmaken, afhankelijk van de context. Voorbeeld: 'foto's' (in Beeldmateriaal) kunnen worden beschouwd als 'documenten' of als 'kunstwerken' (descriptoren die hier verschijnen), afhankelijk van de situatie; 'koppen' (in de hiërarchie Houders) kunnen worden beschouwd als 'antiquiteiten', 'kunstvoorwerpen' of 'verzamelobjecten' (descriptoren die hier verschijnen), wederom afhankelijk van de situatie. Verder zijn die descriptoren opgenomen die verwijzen naar een object op basis van de vorm, waarbij de vorm zo algemeen is dat deze niet binnen een specifieker kader van een andere hiërarchie binnen het facet Objecten onder te brengen valt, bijvoorbeeld 'ketens'. Relatie met andere hiërarchieën: descriptoren voor specifiekere objecttypen, met inbegrip van structuren, afbeeldingen en teksten (bijvoorbeeld 'stoelen', 'kerken', 'portretten' of 'transcripten') verschijnen in andere hiërarchieën van het facet Objecten. Descriptoren voor samenstellende delen van andere objecten (bijvoorbeeld 'handvatten') zijn ondergebracht in de hiërarchie Componenten, terwijl deze descriptoren voor objecten die bijvoorbeeld worden gebruikt als materiaal voor het vormen van structuren, beelden of andere objecten (bijvoorbeeld 'baksteen'), in de hiërarchie Materialen te vinden zijn.
De hiërarchie Objectgroepen en systemen bevat descriptoren die in enkelvoudsvorm verwijzen naar een groep verwante artefacten die niettemin afzonderlijk vermeld worden en als eenheid worden beschouwd, of een samenstel van apparaten en activiteiten dat een specifieke functie heeft. Relaties met andere hiërarchieën: descriptoren voor niet-objectgeoriënteerde groepen of systemen zijn ondergebracht in andere hiërarchieën, bijvoorbeeld de hiërarchie Organisaties, en onder "groepen personen" in de hiërarchie Personen.
Cameralenzen die bestaan uit verscheidene onderdelen die in diverse combinaties kunnen worden gebruikt om verschillende brandpuntsafstanden te verkrijgen.
Kleine zilveren munten gemaakt in verschillende delen van de oude Griekse wereld sinds de 6e eeuw v.C.; gewoonlijk een zesde van een drachme waard.
Grondlichten gebruikt in de luchtvaart die de aanwezigheid van een obstakel aangeven.
Panfluiten, bestaande uit acht tot dertien afgesloten bamboepijpen, olifantengras of van ander materiaal, en in de vorm van een vlot samengebundeld; tegelijkertijd bespeeld, verdeeld in groepen van drie, en meestal begeleid door trommen; vervaardigd en bespeeld door de Soga in Oeganda.
Bolvormige fluiten met een aanblaasrand, acht vingergaten en twee duimgaten; van klei, porselein, hout of kunststof.
Terrein van studies, theorieën en praktijken waarin men zich bezighoudt met een geloof in en kennis van bovennatuurlijke krachten of wezens, met als praktisch oogpunt het beïnvloeden of ondermijnen van natuurwetten om een bepaald gewenst doel te bereiken.
Omvat verwijzingen naar of interesse in verborgen, mysterieuze of bovennatuurlijke krachten die zich op alle gebieden van menselijk streven of creativiteit manifesteren. De occulte wetenschappen zelf vallen er niet onder.
Elektriciteitscentrales die elektriciteit produceren door gebruik te maken van het temperatuurverschil tussen oppervlaktewater dat wordt verwarmd door de zon en koud water uit de diepte dat naar de oppervlakte wordt gepompt.
Wetenschappers die zijn gespecialiseerd in het bestuderen van de natuurkundige en biologische eigenschappen en verschijnselen van oceanen en zeeën, met inbegrip van het gebruik, onderzoek en behoud ervan en de wisselwerking met lucht, vaste grond en alle vormen van leven.
De wetenschap die zich bezighoudt met de natuurkundige en biologische eigenschappen en verschijnselen van oceanen en zeeën, met inbegrip van het gebruik, onderzoek en behoud ervan en de wisselwerking met lucht, vaste grond en alle vormen van leven.
Snelgroeiende tropische flesboom die voorkomt in het Caribisch gebied en Midden- en Zuid-Amerika.
Instrument ontworpen voor fysieke therapie voor de handen. Het bestaat uit vier klemmen waarin de vingers worden vastgezet, een steun voor de handpalm en een slinger die de klemmen doet bewegen en de vingers in de bepaalde posities dwingt om hun flexibiliteit te vergroten.
Reflecterende navigatie-instrumenten die werden gebruikt bij het meten van de horizonshoogte van hemellichamen en die een boog hebben van 1/8 van een cirkel maar die door hun reflecterende eigenschappen tot 90 graden kunnen meten; uitgevonden in de jaren 1730 en gebruikt tot in de 19e eeuw toen ze werden vervangen door sextanten.
Blaasinstrumenten met een enkel riet, conische boring, snavelvormig mondstuk, kleine metalen klankbeker en 14 kleppen.
Verwijst naar een afwijkende stijl van Griekse vaasschilderkunst die ontstond in de 12de eeuw v. Chr. De stijl ontwikkelde zich vermoedelijk in de Dodecanese en was geïnspireerd op de octopusdessins van de Minoïsche vazen met zeetaferelen. Het werd gevonden op Rhodos, Kos, de Cycladen en in het oosten van Attica. De stijl kenmerkt zich door de donkere dessins op een lichte ondergrond, die meestal een grote, gestileerde octopus verbeelden met tussen de tentakels kleine geschilderde vogels en vissen.
Vergunningen door een overheid verleend aan een uitvinder, die hem voor een bepaalde periode verzekeren van het exclusieve recht van produktie, gebruik en verkoop van de uitvinding.
Geschreven stukken, meestal voorzien van handtekening en zegel, van een regering of soeverein van een staat, die een bepaalde persoon een bepaalde bevoegdheid verlenen (zoals een recht, titel, status, eigendom, bevoegdheid, privilege, monopolie, franchise, immuniteit of ontheffing) die niet op een andere manier kan worden verkregen.
Wordt gebruikt voor kleine ronde of ovale openingen, zoals ramen in een muur of openingen in de top van een koepel.
Gebouwen of andere overdekte structuren (in de Oudheid) waarin dichterlijke en muzikale wedstrijden werden gehouden.
Houders in allerlei vormen en maten en van allerlei materialen, om parfums in te bewaren en de geur ervan te verspreiden; kleine opening, afgesloten met een kurk, stop, schroefdop of met een verstuiver. Soms gemaakt als dubbele of driedubbele flessen voor verschillende parfums. Kunnen onderdeel zijn van een toiletset.
De belangrijkste kamers van oude Griekse huizen en soortgelijke kamers in oude Romeinse huizen, meestal gebruikt om in te dineren.
Een eenvoudige vaak houten, niet geconsacreerde kelk. Werd gebruikt in het seminarie bij de opleiding van toekomstige priesters. De term 'houten mis' voor de oefenmissen stamt af van deze houten kelk.
Objecten vervaardigd door leerlingen, bedoeld om zich bepaalde vaardigheden eigen te maken. Zie voor oefenstukken vereist in de sfeer van gilden en academies: 'gildeproeven' en 'proefstukken'.
Studie of kennis van wijnen en wijnbereiding.
Verwijst naar de tijd van het eerste alfabetisme in het zuiden van Mesopotamië, van circa 4.000 tot 2.900 v. Chr., genoemd naar de archeologische vindplaats Uruk. In deze periode vonden ontwikkelingen plaats zoals de uitvinding van het schrift, en verzegelde rollen, het ontstaan van grote steden, de vestiging van wijdverbreide handel, en het verschijnen van monumentale openbare gebouwen.
Algemene term die men gebruikt voor diverse soorten tweekleppige weekdieren uit de familie Ostreidae en andere families. Ze komen voor in de zee en in brak water. Sommige soorten uit de familie Ostreidae worden door mensen gegeten. Sommige soorten uit andere families gebruikt men voor de productie van parels.
Orde van ten minste 1700 bekende levende soorten insecten. Ze worden ook wel 'steenvliegen' genoemd omdat de larven onder stenen in waterstromen gaan zitten. Alle soorten kunnen slecht tegen vervuiling van het water. Hun aanwezigheid in een waterstroom of in stilstaand water beschouwt men dan ook als een indicatie dat de kwaliteit van het water goed is.
Lichte Europese stokwapens van ongeveer 2 meter lang, met een kop die meestal meer voor de sier is dan om als wapen gebruikt te worden; gedragen door infanterieofficieren in de 16e en 17e eeuw als teken van rang en om signalen mee te geven bij het leiden van hun mannen.
De gaven van een dier, een plant of een mensenleven, of een materieel bezit, aan een godheid of een personage van grote religieuze betekenis met als doel een goede relatie te vestigen, onderhouden of herstellen tussen een mens of een gemeenschap en de heilige orde der dingen, bijvoorbeeld door verzoening of eerbetoon.
Een van de twee canonieke feesten van de islam. Dit feest wordt gehouden aan het eind van de pelgrimage naar Mekka, op de tiende dag en de drie dagen daarna van de laatste maand van het jaar, Dhu al-Hijjah. Tijdens dit feest wordt herdacht dat Abraham bereid was zijn zoon te offeren. Volgens de moslims vond Abrahams offer plaats bij Mina, even buiten Mekka. Mohammed begon met dit feest tijdens het tweede jaar van zijn verblijf in Medina, toen de pelgrimage naar Mekka voor de eerste moslims een onmogelijke onderneming was. Id al Adha wordt gekenmerkt door vreugdebetoon, uitbundige maaltijden en door nieuwe kleren te dragen. Iedereen die zich dat kan veroorloven, wordt geacht een voorgeschreven dier te offeren (schapen, geiten, kamelen of vee) en het vlees gelijkelijk onder elkaar, vrienden, buren en de armen te verdelen.
Sloten die meestal over een vergrendelingsinrichting beschikken die van beide kanten met knoppen kan worden bediend. Hierbij is de klink zo afgesteld dat hij met pennen kan worden vastgezet, zodat de knop aan de buitenkant wordt geblokkeerd en men alleen met een sleutel naar binnen kan.
Documenten (in het recht) die de wettelijk erkende en gerechtelijk uitvoerbare status hebben voor het vaststellen van bepaalde feiten.
Documenten waarin de oprichting of het bestaan van een rechtspersoon staat vermeld, zoals statuten of akten van oprichting. Wordt in het algemeen ook gebruikt om te verwijzen naar documenten van een vennootschap met rechtspersoonlijkheid.
Personen in een gezaghebbende of leidinggevende positie in de strijdmacht, met name personen die voor die positie zijn benoemd. Gebruik 'functionarissen' voor personen in een vertrouwens- en gezaghebbende positie in civiel, overheids- of particulier verband.
Te gebruiken gebruikt voor scheepsboten die zijn bestemd voor vlagofficieren, vooral na 1750; zijn over het algemeen kleiner en lichter dan sloepen en barkassen, hebben meestal meer dan 10 riemen en zijn vaak versierd en uitgerust met verblijf voor de bestemde officier.
Drukmethode waarbij de afbeelding van een plaat, blok of steen wordt overgezet op een andere laag, bijvoorbeeld van rubber, en dan op het uiteindelijke oppervlak. Gebruik 'offsetlithografie' als de originele afbeelding is gemaakt volgens de steendruktechniek.
Te gebruiken voor afbeeldingen of vlekken die ontstaan als gevolg van een onopzettelijke afdruk van inkt of een andere vloeistof. Voor afbeeldingen die met opzet van de ene prent of tekening op een ander vel papier worden afgedrukt wordt 'tegenafdrukken' gebruikt.
Drukmethode waarbij een beeld wordt gemaakt met behulp van lithografische techniek, waarbij gebruik wordt gemaakt van de tegengesteldheid van vettige en waterige substanties, waarna het van de steen of plaat wordt overgebracht op een andere laag, bijvoorbeeld van rubber, en vandaar op het uiteindelijke oppervlak. Gebruik de meer algemene term 'offsetdruk' als gebruik wordt gemaakt van dit overzettingsprocédé, maar het originele beeld niet lithografisch is.
Zwartfigurige kylikes van het type A, over het algemeen uit de 6de eeuw v. Chr., aan de buitenkant versierd met een paar grote ogen aan beide zijden, vaak met figuren tussen de ogen en soms ook onder de handvatten geschilderd. Bij sommige zeldzame ogenschalen nemen geperste mannelijke geslachtsdelen de plaats in van de gedraaide voet.
Verwijst naar een van de meest voorkomende vormen van oinochoai. Deze vorm was zowel zwart- als roodfigurig populair en had een klaverbladmond (met drie schenktuiten), een uitstekende hals en een eivormige buik.
Verwijst naar een type oinochoai met een brede snavelmond, een uitstekende hals en een eivormige buik.
Verwijst naar de cultuur van de Ojibwa, Algonquian-sprekende indianen die vroeger aan de noordelijke kust van Lake Huron en beide kusten van Lake Superior woonden, vanaf wat nu Minnesota is tot aan de Turtle Mountains van North Dakota. In Canada worden de Ojibwa die ten westen van Lake Winnipeg woonden, de Saulteaux genoemd.
Wordt gebruikt voor lijsten waarbij het lijstwerk in profiel de vorm van een S heeft. Ze waren vooral populair van het midden tot het einde van de 19e eeuw.
Kleine kralen die men gebruikte om een inro, tabakszak of geldbuideltje aan de riem te hangen. Deze kralen werden gemaakt van verschillende materialen, zoals glas, been, hout, lak, jade en ivoor. Soms waren ze voorzien van complexe gravures of hadden ze de vorm van dieren of menselijke figuren.
Tassen geweven door nomaden in Centraal-Azië, bedoeld om de uiteinden van een bundel steunpalen stevig vast te maken.
Een Okimono is een klein Japans houtsnijwerkje, vergelijkbaar met (maar groter dan) Netsuke. In tegenstelling tot de Netsuke, die een specifiek doel had, hadden Okimono een zuiver decoratieve functie en werden weergegeven in de Tokonoma. Tijdens de Meiji-periode werden veel Okimono gemaakt voor de export naar het westen.
Verwijst naar de Eneolitische cultuur die werd gevestigd op de steppen van het Minoesinsk-bekken door Mongoloïde volken die waarschijnlijk van Noord-Siberische afkomst waren, vanaf het begin van het 2de millennium v. Chr. Tomben brachten een verscheidenheid aan stenen beeldhouwwerken aan het licht.
Kleine, ronde metalen plaatjes die werden vastgemaakt aan verschillende delen van het harnas als decoratie of, wat meer gebruikelijk was, als extra bescherming voor het dichtmaken van gaten tussen de scharnierpunten, om zwakke plekken te verstevigen, of om riempjes die de harnasdelen verbinden te beschermen. Soms werden ze ook bevestigd aan de handvaten van wapens, zoals dolken en strijdbijlen, om dienst te doen als handschilden.
Genus van ongeveer 40 soorten kleine bomen en struiken die eetbare steenvruchten produceren en inheems zijn in warme gematigde en tropische gebieden in Zuid-Europa, Afrika, Zuid-Azië en Australazië.
Chromolithografieën die d.m.v. blinddruk voorzien zijn van een structuur, b.v. een linnenstructuur, en die bestreken zijn met vernis, ter imitatie van olieverfschilderijen. Populair aan het einde van de 19e eeuw.
Een ietwat stroperige, neutrale en brandbare vette substantie, meestal vloeibaar of gemakkelijk smeltbaar bij verwarming. Het is onoplosbaar in water en laat een vettige vlek achter op papier of textiel.
Stellen van twee tot vijf flesjes in een standaard of op een klein dienblad.
Bus, soms ook afsluitbare kruik, voor een van de heilige oliën, waaruit de bisschop, deken of aartspriester deze uitdeelt aan de vertegenwoordigers van de parochies.
Scharnieren waarin een veer zit om een compressiekamer dicht te houden waaruit de vloeistof langzaam ontsnapt. De sluitende beweging wordt afgeremd om het dichtslaan van de deur te voorkomen.
Bichromaire fotografische procédés waarbij de eigenschap van een aan licht blootgestelde en in koud water gedompelde emulsie wordt benut om hoeveelheden vette inkt op te nemen of af te stoten afhankelijk van de mate van belichting. De eerste afdruk kan het eindproduct zijn, maar ook een drukvorm voor het overbrengen van de afbeelding op een andere ondergrond.
Natuurlijke of kunstmatige stenen die zijn bedekt met olie. Worden gebruikt om bladen, zoals schaafijzers en beitels, te slijpen.
Schilderingen in olieverf, bedoeld als voorbereidende studies voor meer uitgewerkte, meestal grotere olieverfschilderingen.
Blaasinstrumenten gemaakt van de slagtand van een olifant, delicaat gegraveerd en bespeeld aan het uiteinde. Eerder een teken van beschikkingsrecht door rijken of als kerkelijk relikwie dan geluidsmiddel; Middeleeuwen.
Klasse van circa 1800 soorten overwegend hermafrodiete aard- en zoetwaterwormen met permanente geslachtsorganen, die zich voeden met afvalresten en algen. In het water levende wormen hebben kieuwen en zijn volledig ontwikkeld, wat inhoudt dat de jongen eruitzien als zeer kleine versies van volwassen wormen.
Kleine vorken met twee korte tanden en een lang handvat die worden gebruikt voor het opdienen van olijven. Gebruik 'augurkvorken' voor soortgelijke vorken met drie of vier tanden.
Oinochoai met een romp in een vloeiende S-vorm en een hoog handvat dat boven de opening uitsteekt.
Het effect van geleidelijk kleurverloop in textiel, dat bij het weven of door het kleuren is geproduceerd. Het effect kan monochroom of polychroom zijn. De term wordt doorgaans gebruikt met betrekking tot textiel, maar er kan ook mee worden verwezen naar geschilderde of gekleurde oppervlakken met een geleidelijk kleurverloop.
Kleine, driekantige tafels met kuiltjes in het tafelblad om fiches in op te bergen.
Verwijst naar 20ste-eeuwse kunstenaars die zijn gespecialiseerd in werken die gewoonlijk in de buitenlucht en op grote schaal worden gemaakt, meestal met kenmerken van het terrein zelf.
Het tegen zich aan klemmen van een ander, meestal verwijzend naar het vasthouden van een andere persoon ten teken van genegenheid of vriendschap.
Proces waarbij misvormde kristallieten vervangen worden door nieuwe, onvervormde kristallieten die kernen vormen. Gaat meestal samen met een vermindering in sterkte en hardheid van het materiaal en een toenemende vervormbaarheid.
Personen die televisie- of radioprogramma's inleiden, vaak als ceremoniemeesters optreden, reclameboodschappen aankondigen en korte berichten zoals nieuwssamenvattingen en sportverslagen voorlezen.
Te onderscheiden van 'contourtekeningen', die zowel de voornaamste ruimtelijke omtreklijnen als het silhouet afbeelden.
Het stap voor stap omwinden of omwikkelen van scheringuiteinden door de inslag. Gebruik liever 'knopen (knopen leggen)' als de inslag naast het omwikkelen van één of meer scheringdraden ook een lus vormt rond zichzelf gaat, zodat een knoop onstaat.
Wordt gebruikt voor Koreaanse verwarmingssystemen waarbij gebruik wordt gemaakt van warmeluchtkamers of leidingen onder de vloer; vergelijkbaar met Romeinse hypocaustumen.
Onaf. Omvat het idee van opzettelijk niet gebracht te zijn tot een staat die gewoonlijk wordt beschouwd als een eindstadium van voltooiing.
De christelijke doctrine dat de maagd Maria vrij was van zonden bij haar geboorte. Dit geloof is in 1854 als rooms-katholiek dogma verspreid door paus Pius IX, maar het is door protestanten altijd afgewezen als niet-Bijbels. Na 1854 heeft ook de orthodoxe kerk deze doctrine afgewezen.
Te gebruiken wanneer van onroerend goed wettelijk wordt verklaard dat het ongeschikt is voor bewoning of gebruik, wat meestal samengaat met de inbeslagneming van bezit krachtens het onteigeningsrecht. Gebruik 'confisqueren' voor het in beslag nemen van onroerend goed of ander bezit als straf voor schending van de wet.
Het contracteren van een derde om volledig of deels de verplichtingen uit te voeren die in een ander contract zijn vereist.
Het grootste deel van de psyche dat door levenservaring wordt opgebouwd en normaal niet geïntegreerd of beschikbaar is voor het bewustzijn. Wordt door veel psychologen beschouwd als een sterke drijvende kracht voor het uiterlijk gedrag.
Wordt gebruikt voor metselwerk aan, beide kanten van een open haard, dat de schoorsteenmantel en de schoorsteenconstructie aan de bovenkant ondersteunt.
Wordt gebruikt voor de dragende systemen en gedeelten van gebouwen of andere constructies die zich ondergronds bevinden of in de lagere gedeelten van constructies, wanneer men deze delen wil onderscheiden van de bovengrondse of hogere gedeelten, waarvoor 'bovenbouw' wordt gebruikt. Gebruik 'funderingen' voor de specifieke delen van constructies, meestal ondergronds, die het gewicht overbrengen op de onderliggende aarde of rots.
Te gebruiken in de betekenis van afgebroken, geïnterumpeerd. Gebruik 'gebroken' in de betekenis van beschadiging.
Een bescheiden gedecoreerde dalmatiek van dun zijde gedragen door bisschoppen tussen de kazuifel en albe voor bepaalde rituelen. Voorheen gedragen tussen kazuifel en tunica.
Wordt gebruikt voor horizontale openingen, zoals tussen de dekken op een schip, en voor deuren die horizontaal gescheiden zijn, waarbij het bovenste deel open kan staan voor ventilatie of voor het doorgeven van artikelen.
Uitstekende metsellagen die bij metselwerk met natuursteen worden geplaatst ter hoogte van de vensterbank, en die zich meestal onderscheiden doordat ze verder uitsteken, dikker zijn afgewerkt, of in het geheel dikker zijn.
Bij keramiek, het aanbrengen van kleur op het oppervlak van een kleilichaam voordat een transparant glazuur wordt aangebracht.
Er voor zorgen dat mensen, materiële voorwerpen of eigendommen operationeel blijven zoals ze zijn in hun huidige toestand.
Personen die asleidingen samenstellen, machines in beweging zetten of zorgen voor de mechanische werktuigen in een werkplaats, molen of fabriek.
In getypte tekst, letters die in een gegeven lettertype noch de hoofdletters, noch de kleine kapitalen zijn, en die meestal kleiner zijn dan de hoofdletters en stokken en staarten gebruiken. Voor handgeschreven manuscripten met stokken en staarten wordt `miniskulen' gebruikt.
Verwijst naar heersers van een land of provincie die optreden als vertegenwoordiger van hun soeverein of koning, en die zijn gemachtigd te handelen uit naam van de soeverein. Zij heersen vaak over grensgebieden of in provincies die ver van de machtszetel van de staat zijn verwijderd.
Te gebruiken voor personen die een zakelijke onderneming organiseren, leiden en gewoonlijk ook bezitten en het daarbij behorende risico van winst of verlies op zich nemen.
Een voorbereidende laag in een schilderij waarin tekening, compositie, en tonale waarden uitgewerkt worden, of een oppervlakte in één kleur die vervolgens wordt bewerkt met glazuurlagen.
Het hier en daar aanbrengen van een vloeistof zoals inkt of verf in een meestal) willekeurig patroon. Gebruik 'bespatten' wanneer door toepassing van dezelfde techniek een ondergrond met fijne vlekjes wordt bedekt.
Tekeningen die ter voorbereiding op andere kunstwerken dienen en in die werken worden opgenomen.
Het onderzoeken van de bodem van een watergebied, ofwel met het blote oog ofwel met instrumenten, om een uitgebreid overzicht van meestal de geologische en archeologische kenmerken te verkrijgen.
Te gebruiken voor het vakgebied dat zich bezighoudt met het gehele proces van het overbrengen van kennis, attitudes, vaardigheden of sociaal gewaardeerde karakter- of gedragseigenschappen. Gebruik 'opleiden' voor de specifieke activiteiten die betrekking hebben op het doelbewust overdragen van kennis, vaardigheden of sociale normen aan anderen.
Verwijst naar een gebouw, een deel van een gebouw of een complex waarin opleidingen en educatie worden gegeven. Het gaat niet per se om officieel onderwijs.
Instellingen waar opleidingen en educatie worden gegeven. Het gaat niet per se om officieel onderwijs.
Complexen van schoolgebouwen en andere faciliteiten; gebruik een specifiekere term waar mogelijk.
Anderen rechtstreeks onderwijzen in kennis, gedrag of vaardigheden. Gebruik 'opleiding' voor het verwerven of overbrengen van specifieke vaardigheden die betrekking hebben op bepaalde functies of activiteiten door middel van onderricht of oefening.
Zij die verantwoordelijk zijn voor de opleiding van andere mensen.
Uitsluitend te gebruiken voor schepen die op eigen kracht ononderbroken, lange onderwaterreizen kunnen maken zonder aan de oppervlakte te komen; vaak marinevechtschepen. Gebruik 'duikboten' voor schepen die slechts voor een bepaalde tijd volledig onder water kunnen blijven en zichzelf wel of niet op eigen kracht kunnen voortbewegen.
Platen, matjes of kleine ondiepe borden, meestal rond en gebruikt om een oppervlak te beschermen tegen krassen of beschadiging door hitte of vocht.
Vastgelegde resultaten van ijverig en systematisch onderzoek naar een onderwerp dat wordt gedaan om feiten, theorieën of toepassingen te ontdekken of te herzien.
Details onder de loep nemen in een poging de feiten te achterhalen over iets dat verborgen, uniek of ingewikkeld is.
Wordt gebruikt voor relatief afgelegen plaatsen met voorzieningen voor huisvesting van de staf aldaar en voor het ter plekke uitvoeren van observaties van natuurlijke verschijnselen in een bepaald veld. Te onderscheiden van 'proefstations' die vooral worden gebruikt voor onderzoek en experimenten en die meestal geen afgelegen ligging hebben.
Klasse zeiljachten die volgens een standaardontwerp zijn gebouwd en qua constructie en tuigage identiek zijn.
Omber, een natuurlijk gehydrateerde ijzeroxide met een klein gehalte aan mangaanoxide, die niet is verhit en een geelachtig bruine kleur heeft.
Te gebruiken voor materiaal waarmee voorwerpen worden beschermd of ondersteund zodat ze veilig kunnen worden vervoerd of opgeborgen. Gebruik 'produktverpakkingen' voor verpakkingsmateriaal dat is voorzien van informatie over het product.
Papiergeld dat door een decreet van de overheid tot wettig betaalmiddel is verklaard, maar niet gebaseerd is op noch inwisselbaar voor muntgeld.
Maatregelen die worden genomen om een plaag en alle gezondheidsrisico's van dien te voorkomen en om schade die wordt veroorzaakt door ongewenste beesten aan materialen en artefacten te voorkomen.
Duurzame, dichtgeweven stof in effenbinding, oorspronkelijk gemaakt van linnen maar tegenwoordig meestal van katoen. Het komt voor in verschillende gewichten en lijkt erg op canvas maar dan fijner en lichter. Het wordt veel gebruikt voor tenten, riemen en kleding. Geen Nederlands equivalent. Zie 'zeildoek'.
Het proces waarbij de randen katernen worden verguld voordat ze in een boekblok worden genaaid, wat de vergulde randen een enigszins ongelijkmatig uiterlijk geeft. Te onderscheiden van #'gilt on the rough'; dit is het proces waarbij ongesneden of schepranden worden verguld.
Wordt gezegd van een verkocht boek waarbij de gevouwen frontsneden van de katernen niet zijn gesneden; de koper moet deze dan zelf afsnijden met een papiermesje. Te onderscheiden van 'niet opengesneden', waarmee wordt verwezen naar een boek waarvan de gevouwen frontsneden vóór de verkoop niet zijn gesneden met een ploeg of guillotine.
Canvas dat wordt gebruikt door kunstenaars en waarop verf direct wordt aangebracht, zonder voorbereidende behandelingen.
Schilderijen met een onderwerp dat vrouwen gewoonlijk interessant vonden, met name liefdesgeschiedenissen, zoals het verhaal van prins Genji. Er zijn hoogstens een paar hedendaagse definities van deze term, die echter aanleiding geven tot onduidelijkheid over de schilderstijl en het soort artiesten dat deze werken creëerde. Deze term gebruikte men in de Heian-periode (794-1185). Zie ook ���bijinga' voor schilderijen of afdrukken waarin de schoonheid van vrouwen wordt uitgebeeld, een term die in de Edo-periode (1615-1868) of de Meji-periode (1868-1912) is ontstaan.
Onregelmatigheid in een etsplaat tijdens het inwerken door het onjuist aanbrengen van de etsgrond.
Eigendom dat bestaat uit eigen grond of bepaalde rechten op eigen grond.
Verwijst naar de gezamenlijke stijlen die vertegenwoordigd waren op een tentoonstelling in München in 1937 en die door de Duitse Nationaal-Socialistische Arbeiderspartij werden veroordeeld als moreel en maatschappelijk verdorven.
Geurige mirreachtige oliehoudende hars die wordt verkregen uit de kleine groenblijvende boom Commiphora opobalsamum, die inheems is in het Midden-Oosten. Wordt gebruikt in parfums en medicijnen. In het Bijbelboek Genesis wordt ernaar verwezen als een genezende balsem. In het oude Griekenland en het Romeinse Rijk werd het beschouwd als een waardevol medicijn en parfum. De term 'ontariopopulierenhars' wordt soms onterecht gebruikt om te verwijzen naar 'canadabalsem', die afkomstig is van een Noord-Amerikaanse boom.
Soort terpentijnolie die wordt gebruikt als oplosmiddel voor verf, voor medicinale doeleinden en in parfums. De olie wordt verkregen uit de knoppen van de Canadese balsempopulier. Ook bekend als 'balsem uit Gilead', die oorspronkelijk afkomstig was van de kleine groenblijvende Balsamodendronboom, inheems in het Nabije Oosten.
Kleine kamers voor het ochtendmaal. Ze liggen meestal, maar niet altijd, naast de eetzaal. In noordelijke klimaten liggen ze vaak op het oosten om het ochtendlicht op te vangen.
Groepen van bij elkaar passend serviesgoed in verschillende maten, voor het gebruiken van een ontbijt (theepot, koffiepot, chocolademelkkan, roomkan, suikerpot, kop en schotels, borden, rekje voor geroosterd brood, soms ook tafelgerei en bestek).
Een type stilleven met eenvoudige levensmiddelen, zoals vis, ham, vruchten, kaas of brood, met een glas bier of wijn. Ondanks het feit dat dit in het Engels ook 'ontbijtje' heet, bevatten dergelijke schilderijen niet noodzakelijkerwijs een afbeelding van een typisch Nederlands ontbijt. De afgebeelde levensmiddelen konden op elk moment van de dag als lichte maaltijd worden genuttigd. Ontbijtjes waren vooral populair in Nederland tijdens de jaren 20 en 30 van de 17de eeuw.
Middelmatig grote tafels zonder de verhoogde rand van een theetafel en kleiner dan een eettafel. Ze hebben een opklapbaar tafelblad, soms met één of twee kleine laatjes in het onderstel.
Het verlies van doorzichtigheid bij glas, hetgeen wordt veroorzaakt door kristallisatie of door afzetting van één of meer van de bestanddelen van het glas.
Personen die dierlijk haar, voornamelijk wol, van huiden verwijderen als voorbereiding voor het leerbewerken.
Het verwijderen, op chemische of mechanische wijze, van epidermale structuren, zoals haar van een gevilde huid of vel; dient ook om het vezelnetwerk van de huid losser te maken en te spreiden en om de zweleigenschappen van huid of vel te veranderen.
Te gebruiken voor kleine, gewoonlijk rechte messen met een dun lemmet, soms met verwisselbaar lemmet, die worden gebruikt voor nauwkeurig snijwerk of het voorzichtig verwijderen van het ene materiaal van het andere.
Formele, machinaal leesbare specificaties van een conceptueel model, waarin concepten, eigenschappen, relaties, functies, beperkingen en axioma's expliciet zijn gedefinieerd. Verwijst naar een compilatie die technisch gezien geen gecontroleerd vocabulaire is, maar die een of meerdere gecontroleerde vocabulaires gebruikt voor een gedefinieerd domein en het vocabulaire uitdrukt in een representatieve taal die beschikt over de grammatica voor het gebruiken van vocabulairetermen die iets uitdrukken wat betekenis heeft. Ontologieën verdelen hun wereld meestal in de volgende gebieden: individuen, klassen, kenmerken, relaties en gebeurtenissen. De grammatica van de ontologie verbindt deze gebieden met elkaar via formele beperkingen, die bepalen hoe de vocabulairetermen of uitdrukkingen met elkaar mogen worden gecombineerd.
De hiërarchie Ontspanningsmiddelen bevat descriptoren voor uitrustingen en accessoires welke worden gebruikt bij tal van activiteiten gericht op persoonlijk genoegen of vrijetijdsbesteding. Hierin opgenomen zijn descriptoren voor zaken als speelgoed en persoonlijke fitnessapparatuur, en andere apparaten die bij de uitoefening van een vrijetijdsbesteding of sportwedstrijd worden gebruikt. Relatie met andere hiërarchieën: descriptoren voor groepen ontspanningsmiddelen (bijvoorbeeld 'schaakspellen') maken deel uit van de hiërarchie Objectgroepen en systemen. Descriptoren voor sport- en atletiekuitrustingen die op het lichaam worden gedragen (bijvoorbeeld 'valhelmen') vindt u in de hiërarchie Kleding. Descriptoren voor objecten die in de sport worden gebruikt maar oorspronkelijk waren bedoeld als, of duidelijk zijn afgeleid van een aanvals- of verdedigingswapen (bijvoorbeeld 'schermdegens', 'javelins') zijn ondergebracht in de hiërarchie Wapens en Munitie. Descriptoren voor objecten die bij sport of spel kunnen worden gebruikt maar in eerste instantie of van oorsprong bedoeld waren om mensen of goederen over een zekere afstand te vervoeren (bijvoorbeeld 'sleeën', 'kano's') vindt u in de hiërarchie Vervoermiddelen. Figuren die feitelijk niet als speelgoed zijn bedoeld, zijn opgenomen in de hiërarchie Beeldmateriaal (bijvoorbeeld 'kachina-poppen').
Gereedschap dat bestaat uit een grote rubberen zuignap aan een houten handvat. Worden gebruikt om kleine verstoppingen uit stankafsluiters te verwijderen.
Overheidsambtenaren die zijn belast met de plicht belastingen in te zamelen die wettelijk verschuldigd zijn aan de regering van de politieke bestuursorganisatie waarvoor ze werken.
De laagste temperatuur waarbij dampen van een vluchtige vloeistof ogenblikkelijk zullen ontbranden wanneer er een vlammetje bij wordt gehouden.
Het schoonmaken en effenen van de vleeszijde van huiden en vellen door het verwijderen van binnenmembranen zoals het onderhuidse weefsels en spierweefsel, ter voorbereiding op verdere behandeling.
Procedé voor het verspreiden van deeltjes en het afbreken van klonten in een stof om deze vloeibaarder te maken; vaak gebruikt in keramiek om klei om te zetten in slip.
Wordt gebruikt voor het verwijderen van water van een bouwterrein zodat het grondoppervlak tijdens de bouw droog en stabiel blijft.
Te gebruiken voor de evaluatie van voorstellen voor de ontwikkeling of aanpassing van bouwconstructies of ruimten, meestal door een commissie die optreedt als vertegenwoordiger van de gemeenschap waar de activiteit moet plaatsvinden.
De hiërarchie Ontwerpelementen bevat descriptoren voor geconventionaliseerde en terugkerende vormen en rangschikkingen van vormen die worden gebruikt in het ontwerp van veel soorten objecten en hun ornament. Deze kunnen tweedimensionaal zijn zoals geschilderde zigzagvormen, in reliëfs zoals gesneden rozetten, of kunnen verwijzen naar de vorm van afzonderlijke objecten, zoals Keltische kruizen die zijn gebeeldhouwd uit steen. Relatie tot andere hiërarchieën: Descriptoren voor bepaalde kenmerken die zijn gerelateerd aan vorm of positie zijn te vinden in de hiërarchie Kenmerken en Eigenschappen (bijvoorbeeld bol, concentrisch). Driedimensionale ornamentale onderdelen van structuren en overige objecten zijn te vinden in de hiërarchie Onderdelen (bijvoorbeeld fioelen).
Particulieren, bedrijven of ondernemingen die zich bezighouden met de ontwikkeling en verbetering van een stuk grond om het als bouwterrein te kunnen gebruiken.
Het veranderen van menselijke activiteiten, gebruiken of nederzettingen door de tijd heen, meestal in de zin van verbetering of uitbreiding.
Emotie die angst, eerbied en verwondering met elkaar combineert, opgewekt door gezag of door het heilige of verhevene.
Een soort calcedoonsilicamineraal die alleen verschilt van agaat wat betreft de rechtheid van de lagen; meestal zwart en wit of rood en wit.
Een compacte variant van calciet, die meestal samengevoegd en doorzichtig is en op onyx lijkt. Meestal wordt het gebruikt als decoratief of architecturaal materiaal of voor kleine siervoorwerpen.
Wordt gebruikt voor deurscharnieren die volledig verborgen zijn, zowel als de deur open is als wanneer hij dicht is. Te onderscheiden van verborgen scharnieren, die alleen onzichtbaar zijn wanneer de deur dicht is.
Motieven in de vorm van een oog, meestal een menselijk oog, onder meer aangetroffen op de boegen van watervoertuigen, waarop ze ter bescherming zijn geschilderd of gebosseleerd, of in de christelijke iconografie als het oog van God in het midden van een gelijkzijdige driehoek die de Heilige Drie-eenheid voorstelt. Anders dan 'oculi', dat wordt gebruikt voor kleine ronde of ovale openingen, zoals ramen in een muur of openingen in de top van een koepel.
Kleine ovale kopjes waarvan de rand zo is gevormd dat die past op de omtrek van het oog. Wordt gebruikt voor oogbadjes of voor het toedienen van vloeibare medicijnen.
Kleine gaatjes, meestal rond en afgewerkt aan de randen, in bijvoorbeeld stof of leer om er een veter of koord door te kunnen steken, of in borduurwerk waar het een versierende functie heeft.
Kleine vergrootglazen van het type dat door horlogemakers en juweliers wordt gebruikt.
Miniatuurportretten van één enkel menselijk oog, vaak aangebracht op broches, kleine geëmailleerde doosjes of andere kleine objecten. De meeste komen uit de periode tussen de laatste jaren van de achttiende eeuw tot circa 1825. Vaak waren het geschenken van anonieme aanbidders, van vriendinnen aan elkaar, of als aandenken aan overleden dierbaren.
Te gebruiken voor de geïmpliceerde plaats van het oog van de toeschouwer in een perspectivische compositie.
Te gebruiken voor festivals die worden gehouden om het binnenhalen van het gewas te vieren, gewoonlijk uit dankbaarheid voor een goede oogst.
Een gesteente dat is samengesteld uit kleine ronde korrels die aan elkaar zitten en meestal bestaan uit calciumcarbonaat maar soms ook silica of ijzeroxide.
Kalksteen die veel kleine ronde deeltjes bevat die concentrische lagen zijn van calciumcarbonaat-afzettingen.
Uitsteeksels waaraan een voorwerp kan worden vastgehouden of ondersteund; kan voorzien zijn van een kleine opening voor een draagriem.
Omhooggekrulde uiteinden van een bovenregel, meestal op Chippendale-stoelen.
Beschermend deel van de punt, het uiteinde, van de schede van het zwaard. Vaak decoratief vormgeven.
Dolken zonder pareerstang, waarvan de knop in twee schijfvormige uitsteeksels eindigt.
Fotografie in oorlogstijd met als doel historische documentatie. Gebruik 'militaire fotografie' voor fotografie voor militaire doeleinden, zoals het in kaart brengen van een gebied of oefeningen.
Grote kano’s, gebouwd voor het vervoeren van verscheidene passagiers en gebruikt om aanvallen mee uit te voeren.
Familie van veertien soorten in zeven genera waartoe zeeleeuwen en pelsrobben behoren. De dieren zijn aangepast aan het leven in het water, waar ze zich voeden en waar ze doorheen trekken, maar ze paren en rusten op het land of op ijs. Ze hebben kleine, maar zichtbare externe oorflappen, grotere voorflippers en borstspieren dan echte zeehonden en kunnen hun achterste ledematen naar voren richten en op alle vier de ledematen lopen. De soorten uit deze familie ontstonden samen met de echte zeehonden en walrussen in het Laat-Mioceen (10 tot 12 miljoen jaar geleden). Ze hebben een gemeenschappelijke voorouder die het nauwst verwant was aan moderne beren.
Verwijst naar een stijl die populair was in het Europa van de 17de eeuw en waarbij een specifiek type ornament wordt toegepast. Kenmerkend voor de stijl zijn kwabvormig lofwerk, gebosseleerd reliëfwerk en plastische, booglijnige geplooide vormen die aan een menselijk oor doen denken. De kwabstijl is aan het begin van de 17de eeuw in Utrecht ontwikkeld. De stijl kan in verschillende kunstvormen worden aangetroffen, maar vooral in metaalwerk. De kwabstijl is afgeleid van het grafische werk van de maniëristen uit de 16de eeuw, hoewel de stijl vaak ook wordt toegeschreven aan de Hollandse goudsmeden Adam en Paulus van Vianen.
Orde van 1800 soorten insecten met grote vliezige achtervleugels die verborgen zitten onder korte leerachtige voorvleugels. De insecten uit deze orde kregen de naam ���oorwurm' waarschijnlijk vanwege een oud en wijdverspreid bijgeloof dat ze via de oren in het hoofd van slapende mensen kropen.
Verwijst naar de stijl en periode die wordt toegeschreven aan de Ostrogoten, een tak van de Germaanse Gothen die ogenschijnlijk in de 4de eeuw v. Chr. vanuit Scandinavië de Oostzee overstaken en die zich in de 1ste eeuw v. Chr. in het zuiden van Rusland vestigden. Later trokken zij onder onder leiding van Theodorik de Grote verder naar Hongarije, Oostenrijk, Joegoslavië en in de 5de eeuw naar Italië. Door de jaren heen combineerden de stijlen van de Oostgotische kunst decoratieve motieven, uitgewerkt op wapens en persoonlijke decoraties, met elementen uit de klassieke Romeinse en Byzantijnse kunst.
Verwijst naar de hoog-paleolithische Gravettiencultuur waarvan gereedschappen zijn aangetroffen in Rusland. Deze onderscheidt zich van de overige Gravettiencultuur door een voorkeur voor de jacht op mammoeten, waarvan het vet als brandstof en het gebeente als bouwmateriaal werd gebruikt.
In algemene zin verwijst deze term naar diverse schilderstijlen uit Oost-India die een langdurige periode omvatten. Vaak wordt er specifiek mee verwezen naar een Indiase schilderstijl die hoofdzakelijk beperkt bleef tot de boeddhistische kloosters van Bihar, Bengalen en Orissa, in de 11de en 12de eeuw. Er is een groot aantal palmbladmanuscripten met miniaturen bewaard gebleven; de vaakst gedecoreerde tekst is de 'Astasahasrika Prajnaparamita' ('Vervolmaking van de wijsheid in 8000 delen'). Er wordt meestal een frontaal aanzicht gekozen, en afgezien van een paar bomen is de achtergrond doorgaans leeg. Vanwege het kleine formaat (nooit groter dan 80x80 mm) is de iconografie niet complex; meestal is de afbeelding een conventioneel icoon van boeddhistische goden en godinnen, met een gering verhalend element. De stijl van de nog resterende manuscripten is verwant met de Palastijl. De kloosters zelf werden vermoedelijk voorzien van fresco's en gedecoreerd met vaandelschilderingen, die niet bewaard zijn gebleven. Na de islamitische invasie en de verwoesting van de boeddhistische centra in Oost-India in de 13de eeuw raakte de stijl in verval.
Inkt gemaakt van gemalen, zwart koolstofpigment opgelost in water, waaraan hars is toegevoegd; wordt gebruikt als een vloeibaar tekenmateriaal.
Verwijst naar de regionale stijl van Oost-Java. Beeldhouwkundige werken volgen overwegend de Wajang-stijl die de Balinese volkstraditie van wajangpoppentheater weerspiegelt, en die wordt weergegeven op reliëfpanelen in Oost-Javaanse tempels uit de 13de en 14de eeuw. In textielproducten, met name in batik, wordt deze stijl gekarakteriseerd door het veelvuldige gebruik van een rode verfstof die bekend is als Turks rood. Na de komst van de islam op Java representeerde de bouwstijl een synthese tussen Oost-Javaanse en oude, pre-hindoeïstische Balinese tradities, gekenmerkt door iconografie, gelaagde daken en de candi bentar-ingang tot de externe binnenhof van een tempel. Decoratieve kunsten in deze stijl worden gekenmerkt door verse en gedroogde bloemen als versiering op kleding, vergulde kammen en complexe sieraadontwerpen.
Verwijst naar de periode en stijlen die worden geassocieerd met heerschappij van Wang Man in China, die zich de troon van de Westelijke Han toe-eigende in 9 n. Chr., en die heerste als enige keizer van de Xin-dynastie tot deze werd verslagen in 23 n. Chr. Toen de Liu-familie haar heerschappij opnieuw deed gelden, regeerde Guangwudi van 25-57 n. Chr., waarbij Luoyang, dat zich circa 100 kilometer ten oosten van Chang'an bevond en ongeveer 15 kilometer van het moderne Luoyang in de provincie Henan, tot hoofdstad werd gemaakt. Gedurende deze periode verspreidde de productie van bruin-en-groen-geglazuurd aardewerk zich via de vallei van de Gele Rivier tot in de Yangzi-valei. Geïllustreerde stenen en gegraveerde grafstenen werden in massa geproduceerd, meestal met taferelen van wijn maken, oogsten en banketten.
Verwijst naar een Chinese dynastie uit de periode 317 tot 420 n. Chr., de tweede van de zogeheten Zes Dynastieën die elkaar opvolgden in zuidelijk China. Na de verwoesting van Luoyang en Chang-an in 317 vluchtten de Chinezen naar het zuiden om daar een nieuwe zuidelijke staat te vestigen. De keizers van de Sima-familie slaagden er niet in het noorden te heroveren, en dat gebied zou onder de heerschappij blijven van allerlei groepen die gezamenlijk bekend stonden als de Zestien Koninkrijken; een uitzondering werd gevormd door het gebied dat tegenwoordig de provincie Sechuan omvat en dat in 347 werd geannexeerd, waardoor een route naar Centraal-Azië werd opengelegd. In politiek opzicht was dit weliswaar een weinig stabiele periode in de Chinese geschiedenis, maar de literatuur en kunsten maakten een ongekende bloeitijd door. De hoofdstad Jiankang was een bloeiend cultureel centrum dat door boeddhistische missionarissen en kooplieden uit Zuidoost-Azië en India werd bezocht. Een van de vroegst bekende boeddhistische verguld-bronzen beelden werd in 338 gegoten, als imitatie van een Gandhara-model. Wang Xizhi, de invloedrijkste kalligraaf uit de Chinese geschiedenis, was werkzaam gedurende deze periode. De keramiekvormen van de Oostelijke Jin waren innovatiever dan die van de Westelijke Jin. Een aantal graftombes uit deze periode is opgegraven bij de berg Gugui in Nanjing, die volgens literaire bronnen fungeerde als begraafplaats voor de keizerlijke families van de Oostelijke Jin.
Verwijst naar de periode van de Zhou-dynastie van 771 tot 256 v. Chr. Deze periode heeft twee subdivisies, de periode van de Lente en Herfst-annalen en de periode van de Strijdende Staten. De exacte datering van deze perioden is onderwerp van debat onder onderzoekers. Men zegt wel dat de Oostelijke Zhou-periode is begonnen toen de Zhou, die op de vlucht waren voor aanvallende stammen, hun hoofdstad verplaatsten van Xi'an naar Luoyang in 771 v. Chr. Deze geografische breuk met de voorafgaande Shang-dynastie werd weerspiegeld in de kunst van de Oostelijke Zhou-periode. Met name late Oostelijke Zhou-kunst wordt gekenmerkt door een opmerkelijke variatie en vakbekwaamheid. Op een laag vuur gebakken grafbeeldjes (mingqi) werden vaker gebruikt, mogelijk onder invloed van een Confuciaans dictum tegen menselijke offers. Op een laag vuur gebakken groen, loodgeglazuurd aardewerk, zacht, gepolijst zwart aardewerk en op een hoog vuur gebakken geglazuurd aardewerk werd vervaardigd tijdens de Oostelijke Zhou-periode. Helder beschilderd keramiek werd vervaardigd als imitatie van het in die periode recentelijk populair geworden lakwerk, terwijl ander keramiek werd vervaardigd als imitatie van bronzen voorwerpen. Er werden met behulp van een mal vervaardigde en versierde keramiektegels en stenen geproduceerd. Jadesnijwerk, dat minder werd toegepast tijdens de Westerse Zhou-periode, werd weer belangrijk bij grafobjecten en objecten voor persoonlijke versiering. Bronzen kregen een wereldlijker karakter en werden vaak als huwelijkscadeau gegeven ter verfraaiing van het woonhuis. Bronzen bellen en spiegels werden populair. Totemistische dieren en monsters werden verdrongen door kleurrijke, geformaliseerde decoratieve ontwerpen. De vroegste voorbeelden van schilderingen op zijde zijn ontdekt in graftomben uit de Oostelijke Zhou-periode. Voorlopers van het grafaardewerk van de Han- en Tang-dynastieën zijn eveneens aangetroffen.
Verwijst naar de stroming die is ontstaan door de geleidelijke verwijdering tussen kerkelijke autoriteiten in de vroege eeuwen van het christendom en de splitsing tussen het Oost-Romeinse of Byzantijnse rijk en het Heilige Romeinse rijk. Het schisma verdiepte zich in 1054 tussen Rome en Constantinopel, en terwijl de westerse theologie onder de invloed bleef van Augustijnse ideeën, werd de oosterse theologie verder gevormd door de Griekse vaders. In de orthodoxe theologie wordt de autoriteit erkend van lokale kerkcentra zoals Rome, Alexandrië, Antioch en Constantinopel, die worden geleid door hoofdbisschoppen, in plaats van het autoritaire, centrale pauselijke gezag dat in de westerse theologie centraal staat. Daarbij wordt uitgegaan van het idee dat het individu geen autonoom wezen is, maar dat de menselijke aard wordt gedefinieerd door een relatie met god; dit betekent dat in het geval van zonde een verwijdering van God plaatsvindt, en het doel van goede christenen is volgens de orthodoxe ideologie juist een verbond met God.
Verwijst naar de internationale kunststroming die halverwege de jaren 60 van de 20ste eeuw bloeide in Europa en Amerika. De stijl kenmerkt zich door de zorgvuldige bewerking van krachtige, sterk contrasterende vormen en kleuren om hiermee de suggestie van beweging, trillingen of chromatische spanning te creëren.
Foto-elektrische instrumenten voor het meten van de hoeveelheid bezinksel in vloeistoffen.
Eigenschap of toestand er melkachtig iriserend uit te zien, zoals een opaal.
Kleine kisten die zijn ontworpen om aan het voeteneinde van een bed te zetten, met name om de persoonlijke bezittingen van soldaten te bewaren.
Bedoeld om te worden gevuld of opgeblazen met lucht of gas teneinde te kunnen functioneren.
Bewoordingen waarin een auteur, voorafgaand aan de eigenlijke tekst, een werk opdraagt aan vrienden of personen die tot steun zijn geweest, als blijk van waardering, affectie of dankbaarheid, of als verzoeken om (financiële) steun en bescherming.
Exemplaren van drukwerk of driedimensionale objecten die specifiek voor presentatiedoeleinden zijn gedrukt door de kunstenaar en/of uitgever.
Zij die hun bezit of invloed gebruiken ten bate van individuen, instellingen of goede doelen, met name zij die het werk van kunstenaars of schrijvers steunen, inclusief zij die opdracht geven voor afzonderlijke werken en ervoor betalen. Gebruik 'sponsors' voor mensen die de hoofdverantwoordelijkheid op zich nemen voor projecten of activiteiten. Gebruik 'vrienden' voor personen die vrijwilligerswerk verrichten of geld of publieke steunbetuigingen geven als lid van een genootschap of vereniging.
Open goederenwagons, meestal met lage zijkanten, die worden gebruikt voor het transporteren van vrachtgoederen zoals kolen of staal, die geen bescherming tegen het weer vereisen.
Japonnen die tot de grond reiken, waarvan de rok aan de voorzijde open is, waardoor de fraaie onderrok zichtbaar is. Term in de 20e eeuw ontstaan om dergelijke japonnen uit de 18e en 19e eeuw te benoemen.
Beschrijft de plattegrond van een gebouw dat is gepland om de stroom van verkeer, activiteiten of werk in het gebouw zo gunstig mogelijk te herbergen, in plaats van evenwijdig aan een as of uitlopend vanuit een centraal punt.
De hiërarchie Open ruimten en landschappelijke elementen bevat beschrijvingselementen voor open ruimten met relatief samenhangende gebieden die zijn ingericht en aangepast volgens een groot aantal concepten en processen die ook worden gebruikt voor de vorming van gebouwen en andere bouwconstructies (zoals 'tuinen' en 'plaza's'), en beschrijvingselementen voor afzonderlijk gefabriceerde of gemanipuleerde onderdelen in en rond open ruimten, andere cultuurlandschappen of natuurlandschappen (zoals 'vlaggenmasten' en 'windschermen'). Relatie met andere hiërarchieën: de hiërarchie Onderdelen bevat beschrijvingselementen voor de skeletbouwsystemen en losse bouwonderdelen (zoals 'balloon frames' en 'garagedeuren') die onderdeel zijn van afzonderlijk bouwwerken, beschrijvingselementen voor kamers, ruimten en andere grote onderdelen van een gebouw (zoals 'keukens') en beschrijvingselementen voor de infrastructurele systeemonderdelen van een landschap (zoals 'hoofdwaterleidingen' en 'fly-overs'). Beschrijvingselementen voor kunstmatige onderdelen van open ruimten en cultuurlandschappen (zoals 'gazons' en 'bermen' vallen hier ook onder, terwijl beschrijvingselementen voor soorten kenmerken van natuurlandschappen en hun onderdelen (zoals 'steile rotsen' en 'rivieren') vallen onder de hiërarchie Nederzettingen en landschappen.
Een vrij bewegend scharnier dat wordt gebruikt bij het boekbinden, geproduceerd door voor- en achterplat een klein stuk (ongeveer 3 tot 6 mm) van de kneep te plaatsen. Zo ontstaat een ruimte waarin het omslagmateriaal wordt geperst, waarbij er een plooi of een groef ontstaat. Het is een van de meest karakteristieke eigenschappen van bibliotheekbindingen. Er kan op deze manier dik omslagmateriaal worden gebruikt, zoals buckram, terwijl het boek nog steeds eenvoudig kan worden geopend. Anders dan 'gesloten scharnieren', waarbij het plat met de rugsnede tegen de kneep ligt, waardoor een vrij stugge verbinding ontstaat.
Registers die door een overheidsinstelling zijn aangelegd of daardoor worden beheerd en die toegankelijk zijn voor het publiek
Rijksambtenaren die namens de staat of een interne commissie belast zijn met het onderzoek van strafbare feiten.
Te gebruiken voor instellingen die namens de overheid zorg dragen voor blijvende essentiële voorzieningen die betrekking hebben op de bescherming en handhaving van het geheel van de levens en bezittingen van inwoners in een gemeenschap. Gebruik 'nutsbedrijven' voor organisaties die zorgen voor aan- en afvoer van water en energie. Gebruik 'openbare werken' voor overheidsinstellingen die voorzien in gebouwen en andere faciliteiten ten algemene nutte. Gebruik 'sociale voorzieningen' voor georganiseerde hulp verstrekt door overheids- of particuliere instanties aan leden van de bevolking.
Onderwijsinstellingen voor lager en middelbaar onderwijs die worden onderhouden op kosten van de overheid, als onderdeel van het openbaar onderwijssysteem.
Scholen voor lager en middelbaar onderwijs die worden onderhouden op kosten van overheid, als onderdeel van het openbaar onderwijssysteem.
Wordt gebruikt voor orthografische tekeningen van de buitenkant van een bouwwerk of voorwerp waarvan een klein deel is verwijderd om een detail van de binnenkant te laten zien. Gebruik 'halve doorsneden' of 'doorsneden: buiten- en binnenaanzichten' als een groter gedeelte is verwijderd.
Dramatische composities waarin de meeste delen, zoals aria's, recitatieven en koorzangen, worden gezongen onder instrumentale begeleiding.
Verwarmde hokken voor het uitbroeden van de eieren van gevogelte, gewoonlijk met een houten geraamte en vloer en verplaatsbare constructies op steunbalken die men verwarmt met elektrische kachels of oliekachels. De kuikens verlaten het opfokhuis wanneer ze ongeveer zes weken oud zijn en geen verwarming meer nodig hebben. Commerciële opfokhuizen zijn vaak zeer groot en beschikken dikwijls over een groot aantal broedhokken, vloerverwarming of warmtelampen, ventilatoren, een automatische water- en voedselvoorziening en grote deuren waar tractoren en andere machines voor het verwijderen van afval doorheen kunnen.
Te gebruiken voor het boekbindproces waarbij touwen strak rond een boek worden gewikkeld dat tussen speciaal daarvoor gemaakte platen wordt gehouden en de waarbij de touwen die over de rug aan beide zijden van de opgetilde banden lopen, over de platten en onder de voorrand van het boek, zodat de bekleding stevig aan de platten vasthecht. Ook te gebruiken voor het proces waarbij touwen van de kop tot de staart op de rug van een boek worden gewikkeld om de kapjes vast te klemmen.
Een techniek waarbij aardewerk met de hand wordt gevormd en waarbij een klomp natte klei met een deegrol wordt geplet tot een platte plak. De plak kan in verschillende vormen worden geklopt, met slib aan andere plakken worden vastgemaakt, of over een houten vorm worden geklopt.
Het produceren van merkjes of versieringen op een oppervlak die worden geperst met een gevormd instrument; wordt met name gebruikt met betrekking tot versieringen die worden gemaakt door een metalen of houten stempel of een tandwiel in zachte klei te drukken voor het bakken.
Iets door te plakken op een secundaire ondergrond bevestigen. De term kan worden gebruikt om papier op een harde, houten ondergrond te bevestigen, bijvoorbeeld ter voorbereiding van het maken van een passe-partout
Dammen die zijn gemaakt met materiaal dat met hydraulische methoden is uitgegraven, vervoerd en geplaatst. Grove materialen in het slijk blijven liggen aan de uiteinden van de dam en fijner materiaal slaat neer in het midden, waardoor een ondoordringbaar centraal gedeelte ontstaat. Het materiaal wordt niet samengeperst en bij slechte drainage en inklinking bestaat bij dit soort dammen het risico dat ze bezwijken.
Het toenemen in omvang of grootte, bijvoorbeeld door opblazen of door opeenhopingen van vloeistof.
Te gebruiken voor holten in de grond die ontstaan als gevolg van het verwijderen van aarde en steen ter voorbereiding op bouwwerkzaamheden of archeologische activiteiten.
Locaties waar wordt gegraven of op een andere wijze grondonderzoek wordt gedaan naar sporen van oude bewoning, zoals artefacten van menselijke activiteiten, fossielen, bevroren overblijfselen of andere geconserveerde resten.
Deuren met verscheidene scharnierende horizontale secties die omhoog schuiven langs sporen om in een horizontale positie boven de ruimte die binnen moet worden gegaan te eindigen. Veel voorkomend in de VS als garagedeuren.
Kruidachtige plantensoort die inheems is in Turkije. De verdovende middelen opium, morfine, codeïne en heroïne worden gewonnen uit de melkachtige vloeistof dat zich in de onrijpe zaaddoos bevindt. Het is ook een veel voorkomende tuinplant die gewaardeerd wordt om zijn opzichtige blauwpaarse of witte bloemen. Hij wordt voorts gekweekt om zijn zeer kleine, zwarte of blauwe niervormige, niet-verdovende rijpe zaden, voor bakkersproducten, voor het kruiden van gerechten, als olie en als vogelzaad.
Pijpen gemaakt om opium in te verdampen en op te snuiven, bestaande uit een lange steel en een klein aardewerken keteltje, verbonden door een metalen tussenstuk. Het keteltje wordt boven een opiumlamp gehouden om de opium te verhitten en te doen verdampen. Deze damp wordt vervolgens geïnhaleerd via de steel.
Het overeind zetten van vezels aan het oppervlak van een stof, om het een poolachtig oppervlak te geven, vooral om het zachter, warmer en absorberender te maken.
Te gebruiken voor de decoratieve vorm die ontstaat wanneer kleinere stukken materiaal zijn bevestigd aan de oppervlakte van een groter stuk materiaal; vooral gebruikt voor stukken leer, papier, of ander materiaal dat op banden of kaften van boeken is gelegd voor decoratieve of illustratieve doeleinden.
Elk materiaal, meestal vloeibaar, dat een ander materiaal kan oplossen.
Personen die een schatting of berekening maken van de hoeveelheid materiaal en uitrusting die nodig is voor het realiseren van een project.
Wordt gebruikt voor tekeningen van een bestaand voorwerp, bouwwerk of terrein, getekend op schaal.
Wordt gebruikt voor het proces van het aanbrengen van een nieuwe oppervlaktebehandeling zoals verf, poriënvulsel of beits op een object of werk.
Mouwloze, tot op de grond reikende bovengewaden, aan de voorkant eenvoudig van snit en aan de achterkant wijd afhangend vanaf een jukstuk; ze zijn meestal gemaakt van scharlaken of zwarte zijde en worden altijd over een rochet gedragen.
Het blootstellen aan zuren van relatief grote, onbegrensde delen, en niet van relatief kleine, beperkte delen, zoals lijnen.
Tastbare en soms zichtbare eigenschap van een oppervlak die het krijgt door de grootte, vorm, ordening en verhoudingen van zijn kleinste onderdelen zoals korreltjes, deeltjes, draadjes of kwaststreken.
Wordt gebruikt voor Europese nederzettingen in de Late IJzertijd en de Romeinse Tijd. Vaak vestingwerken op een heuvel of op andere wijze versterkte eenheden, die als centraal punt dienen in het grondgebied van lokale stammen.
Schriftelijke overeenkomsten waarin uiteen wordt gezet met welk doel en onder welke voorwaarden een groep mensen gezamenlijk een bedrijf tracht op te zetten. De term wordt met name gebruikt voor overeenkomsten die serieus worden nageleefd en in een overheidsadministratie worden opgenomen, waardoor ze voor het vennootschapsrecht gelden als aktes van oprichting.
Te gebruiken voor meestal particuliere toegangswegen voor voertuigen die leiden naar woningen of andere gebouwen.
Keukengerei dat bestaat uit een hol lepelgedeelte met daaraan een lang handvat en voornamelijk wordt gebruikt voor het overbrengen van vloeistoffen, zoals drinkwater.
Voor-, zij- of achterkanten van gebouwen of grote binnenplaatsen. Te onderscheiden van 'façades', waarmee alleen die gevels aangeduid worden, die door vorm en decoratie een indrukwekkend uiterlijk verlenen en doorgaans de ingangspartij benadrukken.
Keukengerei met een breed, plat, vaak flexibel blad dat wordt gebruikt voor het mengen of verdelen van zacht voedsel of het verwijderen van voedsel uit kommen of andere hulpmiddelen. Gebruik 'turners (culinary utensils)' voor gerei met een eenvoudig, geperforeerd, doorboord of gegroefd blad en dat lange handvatten, dat wordt gebruikt voor het optillen en omdraaien van voedsel zoals pannekoeken of gebakken eieren.
Tak van de natuurkunde die zich bezighoudt met de eigenschappen en verschijnselen van zowel zichtbaar als onzichtbaar licht, inclusief het opwekken, doorlaten, ontdekken en waarnemen hiervan.
Natuurkundigen die gespecialiseerd zijn op het vakgebied dat zich bezighoudt met de eigenschappen en verschijnselen van zowel zichtbaar als onzichtbaar licht, met inbegrip van de opwekking, overdracht en detectie of waarneming.
Luminescentiedateringstechniek op basis van meting, door gebruik van een lamp of laser, van de hoeveelheid energie die in de vorm van licht in mineralen is opgeslagen.
Zeer zuiver glas van een hoge kwaliteit, meestal een flintglas met een speciale samenstelling of gemaakt van bergkristal; wordt gebruikt voor lenzen en prisma's.
Instrumenten die oorspronkelijk waren gemaakt voor het observeren en vastleggen van licht. Tevens optische uitrusting voor algemene doeleinden.
De kleine verandering in de vorm van een architectonisch onderdeel om een ogenschijnlijke uitstulping of verzakking te corrigeren.
Te gebruiken voor live presentaties door kunstenaars in het bijzijn van (aktief betrokken) publiek. Overschrijden van grenzen (provocatie), het unieke (eenmalige) karakter en het ontwikkelen van het kunstwerk in de tijd (real-time) zonder vooropgezette regels zijn daarbij algemene kenmerken. De term performance kunst wordt vanaf 1970 gebruikt om duidelijk te maken dat het werk door beeldende kunstenaars gemaakt is en ter onderscheiding vanvergelijkbare gebeurtenissen in het theater. Kruisbestuiving van de kunstvormen is fundamenteel bij performance.
Romeinse techniek voor het aanbrengen van een deklaag, waarbij onregelmatig gevormde kleine blokken of stenen worden aangebracht op een betonnen muur.
Romeinse methode voor het aanbrengen van een gemetselde deklaag waarbij de technieken opus reticulatum en opus testaceum worden gecombineerd tot een hybride oppervlaktepatroon.
Romeinse techniek voor het aanbrengen van een deklaag, waarbij piramidevormige stenen met een vierkante voorkant in regelmatige netpatronen worden aangebracht op een betonnen muur.
Beeldende werken, waarbij voorstellingen of patronen zijn gevormd uit stukjes duurzaam materiaal, meestal glas of steen, in verschillende vormen. Te onderscheiden van 'mozaïeken', die bestaan uit stukjes duurzaam materiaal van regelmatige vorm.
Romeinse methode voor het aanbrengen van een gemetselde deklaag met fragmenten van gebroken tegels ingebed in beton.
Te gebruiken voor de specifieke activiteiten die zijn betrokken bij het doelbewust overbrengen van kennis, vaardigheden of sociale waarden aan anderen. Gebruik 'onderwijs' voor het systeem dat betrekking heeft op het gehele proces van het overbrengen van dergelijke kennis of waarden.
Lepels met een scharnierend handvat zodat ze kunnen worden gevouwen voor opslag of reizen. Gebaseerd op een ontwerp uit de 15e eeuw. Werd later in sets met een mes en vork gemaakt.
Wordt gebruikt voor waterdistributiesystemen waarbij water naar boven wordt gestuwd door pompen of druk in een hoofdleiding.
De geleidelijke stijging in de loop der tijd van de gemiddelde temperatuur in de onderste lagen van de dampkring van de aarde.
In de schilderkunst is dit de techniek met behulp waarvan een speciaal structuureffect wordt gecreëerd dat doet denken aan het patroon dat ontstaat door het licht strijken, het zogenaamde 'trekken', van een kwast over een oppervlak. Dit effect wordt bereikt door een stuk papier of stof op het pas geschilderde, nog natte oppervlak te leggen, er zachtjes over te wrijven en het dan weg te halen.
Administratieve medewerkers die op een bouwterrein de administratie van de arbeiders, de gemaakte bestellingen en voortgang van het werk bijhouden. Ze maken verslagen, ontvangen en rangschikken monsters en houden een logboek bij van de werkzaamheden.
Verwijst naar een cultuur, circa 16.000 v. Chr. tijdens de Late IJstijd die gereedschappen vervaardigde en die over het algemeen wordt geplaatst in de kustgebieden en enkele binnenlandse streken van Noord-Afrika. De cultuur volgde op de Aterian-cultuur en bestond waarschijnlijk deels gelijktijdig met de iets latere Capsien-cultuur, die prominent aanwezig was in binnenlandse gebieden. Hoewel aanvankelijk werd aangenomen dat de cultuur was voortgekomen uit de late Magdalénien-cultuur in Spanje, gaat men er tegenwoordig meestal van uit dat de Oraanse cultuur haar oorsprong vindt in de Halfan-cultuur in de Nijlvallei. De cultuur kenmerkt zich door snijwerktuigen met kleine achterkanten en onderscheidt zich vooral van de Capsien-cultuur door het ontbreken van burijnen of graveerstiften. De cultuur behoort waarschijnlijk toe aan een Noord-Afrikaanse tak van het Cro-Magnon-volk, de Mechta-el-Arbi.
Schrift in de oudste tot nu toe ontdekte Chinese geschriften; de karakters zijn gegraveerd op schildpadschilden of dierlijke beenderen als verslagen van profetieën die werden gedaan door koningen in de tweede helft van de Shang-dynastie (14de tot 11de eeuw v.Chr.). De overgrote meerderheid van de orakelbeenderen is opgegraven in het tegenwoordige dorp Xiaotun bij de stad Anyang in de provincie Henan (of in de resten van Yinxu, de laatste hoofdstad van de Shang-dynastie).
Behuizingen om vorstgevoelige, (sub)tropische planten, bijv. sinaasappelbomen te laten overwinteren. Ze zijn op het zuiden gebouwd en hebben meestal ook een verwarmingsmogelijkheid.
Kleur die dat deel van het spectrum weergeeft dat zich tussen rood en geel in bevindt, met een golflengte tussen 585 en 620 nanometer. De term kan verwijzen naar alle in helderheid en verzadiging variërende kleurschakeringen binnen deze groep kleuren. Een voorbeeld van de kleur oranje in de natuur is de kleur van de citrusvrucht de sinaasappel. Oranje is een secundaire pigmentkleur (ontstaan door vermenging van geel en rood).
Naam van een variabele kleur die verwijst naar een uitgebreide reeks rozeachtig paarse kleuren die vergelijkbaar zijn met de kleuren van de bloesem van de orchidee.
De omstandigheid waarin elk ding duidelijk onderscheiden is, naar behoren gerangschikt is ten opzichte van de andere dingen en zijn gepaste functie verricht.
Het uitvoeren van de bepalingen van of het afdwingen van gehoorzaamheid aan de wet.
Het onderscheidingsteken van een orde of congregatie. Opgespeld op revers of jurk van religieuzen die profane kleding dragen. In plaats van een ordeteken wordt ook wel een kruisje gedragen.
Jaarlijks uitgegeven gids voor de geestelijkheid, waarin wordt aangegeven hoe in het betreffende jaar deze kalender in de heilige mis en het getijdengebed gevolgd moet worden.
Verwijst naar een abstracte stijl in de Europese schilderkunst rond 1912, geïnspireerd door het kubisme maar met meer belangstelling voor kleur en lyriek.
Groepen mensen die zijn georganiseerd met een doel, meestal gekenmerkt door een min of meer constant aantal leden, een lichaam van functionarissen of vertegenwoordigers en een reglement dat hun activiteiten en gedrag voorschrijft.
De hiërarchie Organisaties bevat descriptoren voor groepen mensen die zijn georganiseerd met een doel, gewoonlijk gekenmerkt door een min of meer constant aantal leden, een lichaam van functionarissen of vertegenwoordigers en een reglement dat hun activiteiten en gedrag voorschrijft. Opgenomen zijn publieke organisaties, zoals sociale diensten, particuliere organisaties, zoals firma's, alsmede organisaties die beide kunnen zijn, zoals liefdadigheidsinstellingen. Tot deze hiërarchie behoren ook bestuurlijke en politieke organisaties, zoals staten en koninkrijken, die zowel een geografisch gebied en een bevolking als een bestuursstelsel omvatten. Relatie met andere hiërarchieën. Descriptoren voor groepen mensen die geen organisaties vormen (bijvoorbeeld sociale klassen) zijn te vinden in de hiërarchie Personen. Descriptoren voor verzamelingen objecten die worden samengebracht en beheerd door een organisatie of persoon (bijvoorbeeld bedrijfscollecties) zijn te vinden in de hiërarchie Objectgroepen en systemen. Descriptoren voor nederzettingen (bijvoorbeeld steden) en districten (bijvoorbeeld schooldistricten) die een organisatie omvatten maar waarin het begrip fysieke ruimte de overhand heeft, zijn te vinden in respectievelijk de hiërarchie Nederzettingen en landschappen en de hiërarchie Gebouwde complexen en gebieden. Descriptoren die gelijk zijn voor een gebouw en de daarin gehuisveste organisatie (bijvoorbeeld kerken en ziekenhuizen) zijn te vinden in de hiërarchie Bouwwerken.
Verwijst in algemene zin naar stoffen die koolstofverbindingen bevatten, en zaken die verband houden met, of afgeleid zijn van levende organismen. Verwijst in meer specifieke zin naar etenswaren en andere consumptieproducten die zijn geproduceerd zonder kunstmatige stoffen, kunstmest of kunstmatige toevoegingen en, met betrekking tot levende have, in een niet-bioindustriële omgeving, met voldoende bewegingsvrijheid.
Verwijst naar pigment dat afkomstig is uit plantaardige of dierlijke bronnen, in plaats van uit de aarde of minerale bronnen. Bronnen van organische pigmenten zijn bijvoorbeeld koeienurine, plantenbladeren en verbrande botten.
Middel dat wordt gebruikt in een aantal drukprocessen, zoals in de xerografie, om een beeld vast te leggen op een drager; bestaat uit fijne pigmentdeeltjes met andere materialen en wordt gemaakt in de vorm van een droog harsachtig poeder of een vloeistof.
Draailieren met het pijpwerk van een orgel en een blaasbalg in de klankkast; snaren, pijpen of beide tegelijk konden bespeeld worden; Frankrijk, 18de eeuw.
Fijndradige gladde stof met een losse effenbinding, meestal gemaakt van zijde of synthetische stoffen als kunstzijde, nylon, acryl of polyester. Het is fijn tot lichtgewicht, sterk, stabiel en duurzaam. Te onderscheiden van organdie, dat van katoen is gemaakt.
Wordt gebruikt voor de versierde hekken in een kerk die ofwel een orgel ondersteunen, ofwel een aparte orgelkamer scheiden van de hoofdruimte van de kerk.
Verwijst naar de stijl en periode die samenvielen met de heerschappij van Orhan, van 1324 tot 1362. De vroegste koninklijke moskeeën die in deze periode werden gebouwd, zijn onder te verdelen in twee typen. Het eerste type was een ruimte met één koepel met of zonder portiek. Het tweede type bestond uit een vijfdelig portiek dat leidde naar een centrale, overkoepelde ruimte, met door het midden een boog die leidde naar de moskee zelf. Twee aangrenzende ruimtes, waarschijnlijk met een tongewelf, liepen uit in het portiek en de overkoepelde ruimte. In 1339 begon Ohran met de bouw van een soortgelijke moskee in Bursa, met een overkoepelde ruimte vóór de centrale ruimte, en dubbele aangrenzende ruimten die doorliepen in de centrale ruimte. Ook uit deze periode stamt de 'zilveren tombe' van Osman, die zo werd genoemd vanwege de glanzende loden koepel.
Messing dat rijk is aan zink en door de Grieken en de Romeinen soms voor munten werd gebruikt.
Verwijst naar de Oudgriekse stijl en periode die volgde op de Geometrische periode, van circa 725 v. Chr. tot circa 650 v. Chr. De stijl overlapte met het vroege deel van de Archaïsche periode in de Griekse geschiedenis. De stijl werd in Korinthië ontwikkeld en verspreidde zich over heel Griekenland, tot in Etrurië en andere plaatsen die met de Griekse wereld in contact stonden. De stijl kwam voort uit de enorm toegenomen Griekse handel en de invloed van het Nabije Oosten en de Egyptische culturen die hier het gevolg van was. Kenmerk van de stijl is het verdwijnen van de geometrische vormen en de dunne figuren uit de Geometrische periode ten faveure van kromlijnige vormen, gevulde figuren en nieuwe thema’s, waaronder exotische dieren en monsters zoals sfinxen en griffioenen.
Wordt gebruikt om deze te onderscheiden van reproducties of andere soorten kopieën.
Verwijst naar schilderijen uit Orissa in oostelijk India vanaf het midden van de 16de eeuw tot en met de 19de eeuw. De stijl omvat miniatuurschilderingen, beschilderde wandkleden en manuscripten van palmblad. De stijl is geïnspireerd op middeleeuwse kunst, maar wordt tevens gekenmerkt door Mogol-, Deccani- en Vijayanagara-invloeden. De krachtige lijn, weelderige kleuren en het fijne lijnontwerp die kenmerkend zijn voor Orissaanse miniatuurschilderingen zijn uniek in contemporaine Indiase schilderkunst. Ook de wandkleden zijn eclectisch in stijl en beelden gewoonlijk in verfijnde aardetinten symbolische plattegronden van heilige complexen uit.
Beschrijft werken van de inwoners van Oronga, een regio op Paaseiland. Orongo-kunst is vooral bekend door de uitgehakte rotskunst, die bijna driedimensionaal lijkt. Er zijn talloze beeldsnijwerken van vogelmannen, ter herdenking van de jaarlijkse ceremonie rond de verkiezing van een eilandkoning.
Gevoelig voor blauw en groen licht, maar niet voor rood. Verwijst meestal naar zwart-witte negatieve fotomaterialen die een lage gevoeligheid hebben voor rood licht en een hoge voor blauw licht. 'Panchromatisch' verwijst naar gevoeligheid die gelijker is verdeeld over de rode, blauwe en groene gebieden van het spectrum.
Verwijst naar de tak van het judaïsme die zich het meest strikt houdt aan de traditionele overtuigingen en gebruiken, gekenmerkt door het geloof in de onveranderlijkheid en het hoogste gezag van de geschreven wet en de mondelinge wet als de fundamentele basis van religieuze gehoorzaamheid. Dit uit zich in verzet tegen modernisering, strikte naleving van dagelijkse godsdienstoefening en de spijswetten, regelmatige bestudering van de Thora, de naleving van de sabbat en de scheiding van mannen en vrouwen in synagogen. Deze tak van het judaïsme bestrijdt vaak het bestaansrecht van andere joodse groeperingen vanwege overtuigingen die niet in overeenstemming zijn met de orthodoxe joodse regels, zoals niet-orthodoxe huwelijken en scheiding.
Grote stenen platen die verticaal overeind staan als bekleding tegen het onderste deel van een muur.
Kleine bladverliezende boom of grote heester van de moerbeifamilie, Moraceae, die meestal 8-15 m hoog wordt. Hij is eenslachtig, met mannelijke en vrouwelijke bloemen op verschillende planten. De meervoudige vruchten zijn knobbelig en bolvormig, met een middellijn van 7-15 cm en gevuld met kleverig wit latexsap. In de herfst verkleurt de vrucht naar geelgroen en ruikt hij vaag naar sinaasappels.
Verwijst naar het werk in de Ukiyo-e-stijl van een school van prentkunstenaars in Osaka tussen het midden van de 18de eeuw en het begin van de 19de eeuw. De stijl is nauw gerelateerd aan het kabukitheater en kenmerkt zich door prenten in groot formaat van hoofden of van acteurs die in de volle lengte worden afgebeeld. De prenten verschenen in de jaren 40 van de 19de eeuw. In de Meiji-periode (1868-1912) werden veel panorama's en historische prenten gepubliceerd, maar de stijl was aangepast aan de conventies van de scholen in Tokyo.
Verwijst naar de stijl en periode die in verband worden gebracht met de heerschappij van de islamitische dynastie die aan de macht kwam in Anatolië in 1281 tot de afkondiging van de grondwet van de republiek Turkije in 1924. Met ondersteuning van de Osmaanse sultans ontwikkelde zich een opvallende architectuurstijl waarin de islamitische tradities van Anatolië, Iran en Syrië werden gecombineerd met de tradities van de klassieke wereld en Byzantium. Het resultaat was een rationalistische benadering met een hoofdrol voor ruimtelijke eenheid en helderheid, met als belangrijkste structuur de kulliye, een complex met gebouwen voor religieuze, educatieve en charitatieve doeleinden. Het belangrijkste bouwkundige thema van dit complex was een overkoepelde vierkante ruimte en combinaties van uiteenlopende ruimtelijke en architectonische expressies. De moskee, en in sommige gevallen het moskee-klooster, vormde het hoogtepunt. Na de verovering van Constantinopel en de vestiging van nieuwe administratieve paleizen in het hele rijk, werd de relatie tussen Osmaanse beschermheren en de kunstenaar gecentraliseerd. Een staf van hofarchitecten nam architecten van verschillende rangen en standen in dienst en controleerde alle bouwactivieiten in het rijk. Een gemeenschap van kunstenaars en ambachtslieden werkte voor de centrale ontwerpstudio, waar versierde manuscripten, tegelwerk, houtsnijwerk, beeldhouwwerk, jade en metalen voorwerpen werden vervaardigd, evenals tapijten en stoffen. Met deze werken werden gewoonlijk de belangrijke momenten tijdens de heerschappij van de sultan gememoreerd. In de 18de en 19de eeuw raakte de Osmaanse kunst steeds meer verwesterd, vaak met elementen van de Europese barokstijl.
Verwijst naar de stijl en periode die samenvielen met de heerschappij van Osman I, een Turkse vorst die actief was in Noordwest-Anatolië aan het eind van de 13de en het begin van de 14de eeuw. Zijn emiraat volgde op de heerschappij van de Sajuqs van Anatolië en religieuze oorlogsvoering vormde hierbij een centraal element. Onder Osman I breidde de staat zich snel naar het westen uit via Byzantijns gebied in Thracië en de Balkan. Er is maar weinig documentatie over de kunst uit deze periode.
Verwijst naar de kunst en architectuur in de periode van de heerschappij van Osman III, die regeerde van 1754 tot 1757. Hij voltooide de bouw van de Nuruosmaniye-moskee na de dood van zijn broer, Mahmoed I. Ook liet de sultan tijdens deze periode een kleine houten kiosk voor zichzelf bouwen bij Topkapi met zicht op de Bosporus.
Een calciumbindende proteïne in botten.
Schilderstijl uit de Heian-periode (794-1185) die specifiek kan verwijzen naar het werk van professionele schilders van het keizerlijke hof en die werd gekenmerkt door inktlijntekeningen en taferelen vol actie. De stijl werd als mannelijk beschouwd en werd soms tegenover 'onna-e', vrouwelijk schilderen, geplaatst.
Verwijst naar de stijl van Shintoïstische architectuur die circa 300 v. Chr. werd ontwikkeld. De stijl kenmerkt zich door een soort heiligdom dat qua constructie sterk op de Sumiyoshi-stijl doet denken, maar met drie pilaren aan de lange zijde en sanctuaria aan binnen- en buitenzijde.
Verwijst naar de stijl van volksschilderkunst die tot ontwikkeling kwam in Okiwake vanaf het Kan'ei-tijdperk (1624-44). Deze stijl was geliefd bij pelgrims naar de naburige tempel van Midera en andere reizigers, en wordt gekenmerkt door werken in inkt en eenvoudige kleuren, waarin vaak populaire volksverhalen of religieuze taferelen werden uitgebeeld. Gedurende de Meiji-periode (1868-1912) ging de kwaliteit van deze schilderijen achteruit en nam het aantal af.
Engelse benaming uit het eind van de 18de-eeuw voor lange, lage zitbanken met bekleding. De term 'ottomane' werd voor het eerst gebruikt in 'La Petite Maison' van Bastide, in 1753-1754. De Franse benaming is specifieker en verwijst meestal naar ottomanes op basis van ovale vormen, waarbij het ene uiteinde hoger is dan het andere.
Verwijst naar de stijl en periode van de heerschappij van de Ottoonse keizers (919-1024) en de Salische heersers Conrad II en Henry III, die het grootste deel van de 11de eeuw zou blijven bestaan. De stijl herbergt samenraapsel van elementen, zoals de idealen van Karolingische kunst, hernieuwde belangstelling voor de vroeg-christelijke kunst en de invloed uit de gelijktijdige Byzantijnse kunst.
Kleine ouchak-tapijten meet als motief tegenover elkaar geplaatste nissen in een centraal veld.
Verwijst in de kunsthistorische wetenschap meestal naar de periode in Europa, Klein-Azië en Noord-Afrika die voorafging aan de val van het West-Romeinse Rijk. Wordt meer algemeen ook wel gebruikt om te verwijzen naar de prehistorie en naar vroege culturen elders in de wereld.
Personen met veel ervaring op het gebied van een activiteit, met een verwijzing naar militair personeel. Wordt gebruikt voor soldaten die in een oorlog hebben gediend of die de dienst hebben verlaten om met pensioen te gaan.
Verwijst naar de stijl en cultuur van een Noord-Amerikaanse beschaving die heeft bestaan in het Four Corners-gebied, waar de grenzen van de staten Arizona, New Mexico, Colorado en Utah samenkomen. De bloeitijd duurde van de 1ste eeuw tot circa 1300 n. Chr. Tot de afstammelingen van de dragers van deze cultuur behoren waarschijnlijk de huidige Pueblo-indianen in New Mexico en Arizona. De stijl is bekend vanwege verfijnd mand- en aardewerk, stoffen, decoraties, gereedschappen en indrukwekkende bouwkundige prestaties zoals klifwoningen en dorpen of pueblo’s die lijken op flatgebouwen. In sommige classificaties worden de moderne Puebloculturen beschouwd als latere fasen van de Anasazi, hoewel deze cultuur volgens de meeste classificaties eindigt met het verlaten van de klifwoningen rond 1300 n. Chr.
Verwijst naar de eerste van drie grote perioden van de Egyptische beschaving, van circa 2650 tot 2150 v. Chr. De periode loopt van de Derde tot de Zesde Dynastie. Sommige bronnen tellen echter vanaf de Vierde Dynastie, circa 2575 v. Chr. tot aan de Achtste Dynastie, die circa 2134 ten einde loopt. De periode kenmerkt zich door kwalitatief uiterst hoogstaande koninklijke monumenten, zoals de piramidecomplexen van de vierde dynastie, die de absolute soevereiniteit van de Egyptische koningen symboliseerde, en de voortdurende toepassing van de artistieke conventies die in de Vroeg-Dynastieke periode waren geïntroduceerd. Het eind van de periode kenmerkt zich door een algemene neergang in de kunsten als gevolg van de politieke omstandigheden van de tijd.
Oudere, vaak historische delen van steden, meestal te onderscheiden van nieuwere delen door duidelijke grenzen en kenmerkende architectuur.
Periodieke uitkering van de overheid, een werkgever of een particulier fonds aan mensen boven een bepaalde leeftijd (gewoonlijk nadat ze zijn gestopt met werken), gehandicapten en weduwen.
Bepaalde functionarisen of leiders van de kerk.
Verwijst in algemene zin naar schilderijen in de voormalige Mogolstijl die in de 18de en 19de eeuw zijn vervaardigd in Lucknow, in de Indiase regio Oudh. Na de ineenstorting van het Mogolrijk, aan het eind van de 17de en het begin van de 18de eeuw, leefde de schilderstijl van de Mogols nog enigszins voort in de kopieën van oudere schilderijen die werden vervaardigd, meestal door gevluchte kunstenaars uit het geplunderde Delhi. De hier vervaardigde schilderijen laten een versmelting zien van de thema's en stijlen van de Mogols met die van Rajput. Andere locaties waar gevluchte schilders werkten waren Patna, Fyzabad en Murshidabad; dat de aldaar geproduceerde schilderkunst een zekere westerse invloed verraadde, hing samen met het feit dat de opdrachtgevers nu Brits waren. In de 18de en 19de eeuw maakte ook de schilderkunst in de Companystijl hier een bloeiperiode door; de kunstenaars in Lucknow maakten schilderijen met tal van verschillende thema's, waaronder panorama's, als afspiegeling van het feit dat dergelijke werken destijds populair waren in Engeland.
Artefacten die in de oudheid zijn gecreëerd of geproduceerd. Gebruik ���antiquiteiten' voor objecten die maar honderd jaar oud zijn.
Kostuum dat bestaat uit één of meerdere kledingstukken van bij elkaar passende of gecoördineerde stoffen, vooral wanneer die zijn ontworpen voor een bepaalde bezigheid of gelegenheid, zoals een tennisoutfit.
Schijfje gebakken ongezuurd tarwemeel dat wordt gewijd of geheiligd tijdens de viering van Eucharistie of Heilige mis. Er bestaan grote hosties bestemd voor de priester en kleine hosties bestemd voor de gelovigen. De ongewijde hosties worden bewaard in een hostiedoos. Na de wijding wordt de hostie bewaard in een pyxis of ciborie die, bedekt met een velum of dekkleedje, in het tabernakel wordt geplaatst.
Houders om voorbereid voedsel in een oven te verwarmen, zodat het gaar kan worden, of om er een korstje op te krijgen.
Hardsoldeermethode waarbij alle onderdelen, inclusief juist aangebracht(e) soldeerlegering en vloeimiddel, in een oven op soldeertemperatuur worden gebracht.
Aanwezigheid van meer mensen dan wat gebruikelijk is of als prettig wordt ervaren.
Iets dat op dit moment of feitelijk bestaat, in het bijzonder iets dat nog altijd voortgaat te bestaan ondanks het verstrijken van tijd en/of andere omstandigheden.
Aanduiding voor brugachtige voetgangerspaden of netwerken daarvan over straten, meestal overdekt en met geregelde temperatuur, gangen op de eerste verdieping binnen gebouwen en verscheidene activiteitscentra die detailhandels- en servicefirma's met elkaar verbinden, meestal in stadscentra. Voor de afzonderlijke brugachtige structuren over straten wordt 'luchtbruggen' gebruikt.
Te gebruiken voor de overdracht van het recht om op een bepaald terrein te mogen bouwen en deze vindt meestal plaats door middel van verkoop. Deze bouwterreinen liggen naast elkaar of bevinden zich in hetzelfde gebied. Wordt vaak gebruikt als subsidie voor het behoud van bekende gebouwen die zich in bebouwde gebieden bevinden.
Documenten, zoals akten, waarin aanspraken op eigendom van de ene persoon op de andere worden overgedragen.
Afzonderlijk gedrukte delen van grotere werken, zoals artikelen uit periodieken of hoofdstukken van boeken, die gelijktijdig met het origineel worden gedrukt van hetzelfde zetwerk of dezelfde printplaten; vooral bedoeld voor gebruik door de auteur of voor promotionele doeleinden.Te onderscheiden van ‘herdrukken’, een term die met betrekking tot artikelen wordt gebruikt voor delen van grotere werken die na publicatie van het origineel worden gemaakt, gewoonlijk maar niet altijd van hetzelfde zetwerk of dezelfde printplaten.
Techniek van koude overdracht van een opgeglazuurd ontwerp op aardewerk, ontwikkeld in Engeland aan het iende van de 18e eeuw. Het proces hield in dat er een ontwerp op een drukplaat gemaakt werd. Daarna werd een dunne plaat van geleiachtige substantie gebruikt in plaats van papier om het geoliede ontwerp van de plaat te halen en over te brengen naar het keramische oppervlak. Het porselein werd bestoven met kleur in poedervorm, alleen de geoliede delen met het ontwerp behield het pigment. De eerste ontwerpen waren voornamelijk in zwart, dus het wordt ook wel "zwart afdrukken" genoemd.
Schriftelijke documenten waarin de bepalingen en de voorwaarden van een akkoord of een afspraak worden vastgelegd, of dat als bewijs fungeert voor het feit dat er een akkoord is gesloten of een afspraak is gemaakt.
Aanduiding voor gebieden die een ordelijke omschakeling doormaken van één overheersend gebruik naar een ander, bijvoorbeeld van woongebied naar een dichtbewoond gebied met commerciële activiteiten.
Rituele ceremonies, gehouden ter vergemakkelijking of markering van de verandering in status van een persoon bij verschillende belangrijke sociale en persoonlijke gebeurtenissen, zoals het begin van de puberteit.
Het aanbrengen van verf op delen van een schilderij die al droog zijn. Kan slaan op de glazuren, dekkleuren en dergelijke die door de kunstenaar zelf zijn aangebracht. Wordt met betrekking tot recenter werk ook gebruikt in verband met conserveringswerkzaamheden die zijn uitgevoerd door een conservator, maar dient in dat geval te worden onderscheiden van 'bijschilderen'. Die term heeft namelijk betrekking op het bijwerken van delen waar de oorspronkelijke verf is verdwenen. Gebruik 'retoucheren' voor soortgelijk werk, bedoelt om schade of ongewenste kenmerken weg te werken en niet is uitgevoerd door een conservator.
Het naaien met een overhandse steek, waarbij kleine steken in een diagonaal patroon ontstaan, gebruikt om delen samen te binden of om kleine opgerolde boorden te maken.
Te gebruiken voor de steekmethode bij het boekbinden waarbij losse bladen of katernen , waarbij de draad door de vellen dicht bij en over de bindranden wordt gevoerd, terwijl tegelijkertijd de steken van een bepaalde katern door de steken van de vorige omhoog worden geleid.
Kleine, platte overhandse steken die een diagonaal vormen. Gebruikt om lappen stof met elkaar te verbinden of om kleine zomen vast te zetten.
Documenten die door overheidsambtenaren worden afgegeven en die formeel verklaren dat een persoon is overleden. Hierin staan vaak de doodsoorzaak en de handtekening van de aanwezige of onderzoekende arts.
Officiële akten van overlijden die door overheidsambtenaren, belast met het registreren van sterfgevallen, worden opgetekend.
De platformen die zich tussen trappen of aan het eind van een trap bevinden.
Te gebruiken om de romp van houten vaartuigen te beschrijven waarvan het onderste einde van elke plank het bovenste eind van de plank eronder overlapt; de plek van overlapping wordt meestal vastgenageld, gespijkerd of geklonken.
Schoeisel dat over de schoenen wordt gedragen ter verwarming of ter bescherming.
Wordt gebruikt voor die delen van een dak die verder uitsteken dan de gevel, in feite hellende dakranden; 'dakrand' wordt gebruikt voor delen die verder uitsteken dan de muren, langs de horizontale onderrand van een dak.
Verwijst naar montagetekeningen waarop een volledig apparaat of gehele installatie schematisch wordt weergegeven. Te onderscheiden van ‘subassembly drawings’, die alleen details van een bepaald gedeelte of onderdeel laten zien.
Genus van bloeiende planten met ongeveer 130 genera en circa 2500 soorten bomen, struiken en lianen.
Instrumenten die de hoeveelheid zuur in een oplossing meten.
Een minerale was die voorkomt in de nabijheid van aardoliereservoirs. Het is een ruwe, donkere was waaruit ceresine wordt geraffineerd.
Deel van de bovenste atmosfeer van de aarde dat een relatief hoge concentratie ozon bevat. De ozonlaag absorbeert een groot deel van de ultraviolette straling van de zon die de aarde bereikt.
Vermindering van de concentratie ozon in de ozonlaag als gevolg van luchtverontreiniging. De verdunning van de ozonlaag en het verschijnen van een zichtbaar 'gat' boven het zuidpoolgebied zijn onderwerp van uitvoerige openbare beleidsdiscussies, media-aandacht, nationale wetgeving en internationale verdragen. Ozon in de stratosfeer beschermt levende organismen op aarde tegen de schadelijke gevolgen van de ultraviolette straling van de zon. Zelfs een relatief kleine vermindering van de hoeveelheid ozon kan resulteren in de toename van het aantal gevallen van huidkanker bij mensen en in genetische schade aan vele organismen. Het verbod op de productie of het gebruik van chloorfluorkoolstofverbindingen in de Verenigde Staten en veel andere landen is tot nu toe wellicht het meest zichtbare positieve gevolg van dit debat.
Wordt gebruikt voor zuilen van hout, staal of voorgestort beton die dienen als onderbouwdragers voor verticale belastingen. Te onderscheiden van 'pijlers (funderingsonderdelen)' die groter zijn en nooit zijn gebundeld.
Geslacht van viervoetige, als rij-, last- en trekdier gebruikte zoogdieren uit de familie der eenhoevigen; het onderscheidt zich van de andere leden daarvan door de langbehaarde staart, korte opstaande oren en lange manen.
Familie van twee of drie geslachten van bomen en struiken. In sommige classificaties zitten de leden van de Hippocastanaceae samen met leden van de Aceraceae in de uitgebreide familie Sapindaceae vormen.
Renbanen die zijn ontworpen of gebruikt worden voor paardenraces. Gebruik de term 'hippodromen' en 'circussen (renbanen)' voor respectievelijk Griekse en Romeinse ellipsvormige bouwwerken bedoeld voor races met paard en wagen.
Te onderscheiden van "stallen" door schuurachtig uiterlijk en tevens gebruikt voor andere boerderijdieren en opslag van voedsel en gereedschap.
Kaarten met voorgedrukte teksten, bijvoorbeeld een heilwens, en vaak met toepasselijke illustraties die ter gelegenheid van het paasfeest worden verstuurd of gegeven.
Kleine boerenhoeven, veel voorkomend in Schotland. Meestal met een of anderhalve verdieping en opgetrokken uit steen en riet.
Een type basis voor een glazen kom of vat dat vervaardigd wordt door een extra massa gesmolten glas tegen de bodem aan te brengen en het uit te spreiden zodat het een ring vormt.
Dameshoeden met kleine koepelvormige bol en naar beneden geslagen rand die vaak uit één stuk zijn gemaakt. In de 19e en begin 20e eeuw gemaakt van stro, sinds de jaren dertig van vilt.
Tunnels die zijn gebouwd om padden die in de paringstijd naar broedvijvers trekken een veilige doorgang onder wegen door te verschaffen.
De term verwijst specifiek naar Perzische vorsten. Het woord is afgeleid van een Perzische titel die 'Grote Koning' of 'Keizer' betekent. Met deze term wordt doorgaans de sjah van Iran bedoeld, maar hij kan ook verwijzen naar de sultan van Turkije of de grootmogol van India. Vóór 1948 werd er in India bovendien mee verwezen naar de heersende vorst van Groot-Brittannië. In Azië wordt de term soms in meer algemene zin gebruikt als aanduiding van Europese monarchen.
Te gebruiken voor een motief dat is afgeleid van de lotus, gebruikt in de Indiase cultuur als voetstuk voor figuren of godheden, of als decoratie. Bij toepassing als kapiteel ondersteunt de padma de Zuid-Indiase phalaka. De padma wordt in verband gebracht met eigenschappen als transcendentie en bevalligheid, en verschijnt als embleem van Visjnoe. De variaties in kleur duiden op verschillen in de betekenis.
Verwijst naar een aardwerkstijl die waarschijnlijk werd ontwikkeld bij Paestum, in de buurt van Salerno in Italië. De stijl kenmerkt zich door een opvallende eenheid in schilderstijl, onderwerpkeuze en versiering. Er werden vazen in verschillende vormen gemaakt, waarvan vooral de bell krater en de lebes gamikos, met een ingewikkelde deksel dat uit meerdere delen bestond, moeten worden opgemerkt. De taferelen geven vaak het dagelijks leven van vrouwen weer of hebben Dionysische onderwerpen. Er werden uiteenlopende motieven gebruikt, waaronder verschillende bloemen, draperieën met een rand van punten en strepen, ongebruikelijke afbeeldingen van rijen toeschouwers, en palmetten die onder het handvat werden aangebracht als kader voor de taferelen met figuren.
Verwijst naar een stijl die zijn naam ontleent aan de voormalige hoofdstad van het oude Birma in de periode van de 11de eeuw tot aan het einde van de 13de eeuw. Pagán werd gezien als het religieuze en intellectuele hart van het land, met boeddhistische heiligdommen en ommuurde citadels van beeldgesneden baksteen, stucwerk en terracotta, en met tempels en heiligdommen die waren gewijd aan goddelijke geesten met een animistische oorsprong.
Boeddhistische tempels of boeddhistische heiligdommen in Indonesië, Japan, China en aangrenzende landen, bestaande uit drie tot dertien verdiepingen, ieder met een afdak.
Indiase gouden of zilveren munten uitgegeven vanaf eind 16e eeuw tot halverwege de 19e eeuw.
Een van de twee belangrijkste scholen van de Indiase miniatuurschilderkunst in de Rajputstijl; de andere is Rajasthan, een stijl die sterk verwant is qua techniek en themakeuze. Deze stijl wordt geassocieerd met het gebied aan de voet van de Himalaya, tussen Jammu en Garhwal. Het gebied is kleiner van omvang dan dat van Rajasthan, hetgeen verklaart waarom veel kunstenaars vermoedelijk elders op zoek gingen naar werk. Hoewel geleerden meestal Basohli en Kangra aanwijzen als de twee belangrijkste scholen, bestaan er daarnaast nog tal van andere regionale idiomen. Vaak is een categorisering op basis van ateliers en families zinvoller, aangezien de regionale scholen moeilijk van elkaar te onderscheiden zijn. De plundering van Delhi in 1739 en de daaropvolgende ineenstorting van de macht van de Mogols dwong kunstenaars elders te zoeken naar opdrachtgevers; deze kunstenaars zorgden voor een nog grotere verfijning van de Pahari-schilderkunst, met name wat het realistisch gehalte betreft. De Pahari-schilderkunst wordt beschouwd als de laatste vitale hindoeïstische kunstvorm voordat het neutraliserende effect van het westen in de 19de eeuw zijn invloed liet gelden. Evenals bij sommige andere Rajputschilderkunst laat de Pahari-schilderkunst een voorkeur zien voor het afbeelden van de legende van de veeherder en godheid Krishna.
Kleppers uit China, gemaakt van zes stukken hout die aan één uiteinde zijn verbonden met een touw.
Klein ornament van glimmend metaal of kunststof in allerlei vormen, maar meestal rond, met een gat in het midden ter bevestiging op kleding; bedoeld om decoratieve effecten te creëren.
Te gebruiken voor het motief dat is afgeleid van een zeer gestileerd plantmotief van oosterse herkomst, 'boteh' genaamd, in de 19e eeuw overgenomen van kasjmiersjaals door fabrikanten uit Paisley in Schotland en populair geworden in Groot-Brittannië. Het motief bestaat in vele varianten en met talloze nevenmotieven, met name in textielpatronen.
Twee- of meerdelige bovenkledingstukken, vervaardigd van bij elkaar passende stoffen. Ook één- of meerdelige pakken, ontworpen om te worden dragen bij bepaalde beroepen of lichamelijke activiteiten.
Gebruik voor grote gebieden van dunne platen van drijvend ijs die zijn samengedreven door wind of stromingen en een massa vormen die het hele zee-oppervlak bedekt, zodat er weinig of geen open water meer is.
Kleine, dunne houders, vaak van papier en qua vorm gelijk aan enveloppen of platte zakken.
Schilderstijl die van de 11de tot de 14de eeuw floreerde in Tibet. Deze stijl kent twee verschillende versies, beide nauw verbonden aan de Kadampa-kloosters. De eerste versie ontstond in het midden van Tibet en de tweede in het westen van het land. De Pala-Tibetaanse stijl van Centraal Tibet kenmerkt zich door de markante kleurvoering en ranke, gracieuze figuren die zijn gedecoreerd met bijzondere sieraden en puntige diademen. De westerse versie van de stijl is cursiever en losser; over het algemeen is deze stijl expressiever en minder elegant dan zijn tegenhanger uit het midden van het land.
Verwijst naar een aardewerkstijl uit de Late Bronstijd die zich vanaf circa 1450 v. Chr. in Knossos op Kreta ontwikkelde en zich verspreidde naar andere centra. De stijl kenmerkt zich door nieuwe vaasvormen, die vanaf het Griekse vasteland werden geïntroduceerd, en door donkere versieringen op een lichte achtergrond met motieven die zijn ontleend aan de bloemen- en zeewereld.
Wortelscholen in het antieke Griekenland en Rome, meestal kleiner dan een gymnasium.
Gekleurde, katoenen kleden uit India waarop een dikke beschermlaag is geverfd, vaak met een patroon van een bloeiende boom. In Europa en Amerika worden ze vooral als dekbedovertrek en wandkleed gebruikt.
Vakwerkconstructie waarbij de draagpalen boven de vochtige grond op afzonderlijke fundamentblokken zijn gezet, zodat wordt voorkomen dat de onderdelen van de omlijsting gaan rotten en de vervanging van onderdelen wordt vergemakkelijkt zonder dat de omlijsting opnieuw gebouwd hoeft te worden. Komt veel voor in de lokale architectuur van de Lower Mississippi-vallei.
Verwijst naar de periode en cultuur waaraan het eerste gebruik van bewerkte stenen gereedschap in een bepaald gebied wordt toegeschreven. Het tijdskader van deze periode kan sterk uiteenlopen in verschillende delen van de wereld, maar het wordt ongeveer 2.500.000 jaar geleden voor het eerst aangetroffen bij mensachtigen. De vroegst bewaard gebleven artistieke productie van een cultuur is meestal afkomstig uit de paleolithische periode, en kan bestaan uit kleine gesneden of gehakte stenen en botten beeldjes, maar ook uit grote schilderingen en gegraveerde afbeeldingen in grotten. De Paleolithische artistieke productie in de westerse kunst vond plaats tussen ongeveer 30.000 tot 10.000 v. Chr.
Dateringsmethode waarbij de ouderdom van een materiaal wordt vastgesteld door de richting en de intensiteit van het paleomagnetisme in materialen te meten. De resultaten van dergelijk onderzoek worden vergeleken met bestaande gegevens omtrent schommelingen van het magnetisme der aarde in vroeger tijden.
Sites waar sporen zijn aangetroffen van levensvormen die in vroegere geologische tijdvakken hebben bestaan. Gebruik 'archeologische sites' voor sites waar sporen van menselijke activiteit zijn gevonden.
Omvat het geheel van kleuren die een artiest gebruikt, het typerende kleurbereik van een stijl of groep of het geheel van kleuren die mogelijk zijn als er een groep van voorgeschreven kleurstoffen wordt gemengd.
Kopjes die aan een schilderspalet zijn bevestigd en waarin kleine hoeveelheden medium of oplosmiddel gedaan kunnen worden.
Gereedschap met zeer buigzame lemmeten die door kunstenaars worden gebruikt om kleuren te mengen en verf uit te spreiden; soms ook om verf aan te brengen of om het palet schoon te maken.
Verwijst naar de stijl van het Franse aardewerk dat werd gemaakt door Bernard Palissy aan het begin van de 16de eeuw, en dat werd geïmiteerd tot in de 19de eeuw. Het aardewerk werd versierd met reptielen en weekdieren, in reliëf weergegeven in gedempte, correct gekleurde glazuurlagen.
Behelst werk dat is beïnvloed door de bouwstijl van Andrea Palladio, dus niet Palladio's eigen werk.
Fotografische afdrukken vervaardigd met op de lichtgevoeligheid van ijzerzouten gebaseerd contactpapier; goedkope variant van 'platinadrukken'. Het dure platina is in dit afdrukpapier vervangen door het metaal palladium.
Ringvormige, witte wollen banden met afhangende stroken van hetzelfde materiaal op rug en borst; worden door de paus gedragen tijdens de Romeinse ritus en door hem uitgereikt aan aartsbisschoppen als ambtelijk onderscheidingsteken.
Soort groenblijvende struik of kleine boom die 1-9 meter hoog kan worden, met een stam met een diameter van 20 centimeter. De soort komt voor in Afrika, West-Europa, Oost-Europa, het Middellandse Zeegebied, Oceanië en Zuidoost-Azië. Wordt gebruikt als sierstruik en voor het zware, harde hout.
Familie van bloeiende planten met bijna 2400 soorten palmen in 189 genera.
Een witte marmersoort uit het oude Frygië (in het hedendaagse Turkije); is gewoonlijk ivoorkleurig of melkwit en bevat soms schelpfragmenten of lichtgrijze of chocoladebruine vlekken. Wordt zelden gevonden in grote blokken maar werd vaak gebruikt in de vorm van kleine vierkante stukjes in oude mozaïeken.
Term die wordt gebruikt in verschillende delen van Europa en sommige Europese kolonies in Amerika in verschillende tijden, van het Romeinse Rijk tot het begin van de het moderne tijdperk, voor hooggeplaatste officieren of edelen die hun koning zelf dienden of vertegenwoordigden op bepaalde gebieden zoals het leger, de rechterlijke macht of het koninklijke huishouden of die de koninklijke macht in een district of provincie van het rijk uitoefenden.
Beschrijft werken die zijn vervaardigd door de inwoners van de Republiek Palu. De bewoners van de Republiek Palu zijn vooral bekend om hun afbeeldingen in traditionele en moderne stijl, die op ontmoetingsplaatsen, de zogeheten bai zijn aangebracht. Bai zijn zowel binnen als buiten gedecoreerd, met beeldhouwwerk en schilderijen op basis van historische thema's, en met symbolen van vruchtbaarheid en seksuele activiteit.
Bestudering van stuifmeelkorrels, sporen en ander microscopisch plantaardig materiaal, levend of gefossiliseerd, in het bijzonder hun spreiding en toepassing in de stratigrafie en paleontologie.
Tegel of steen gebruikt voor het plaveien van een mouterijvloer.
Uitgestrekte, meestal met gras begroeide vlaktes in Zuid-Amerika.
Boekbanden die meestal worden gebruikt voor pamfletten die naar verwachting weinig zullen worden gebruikt. Meestal zijn ze zijdelings geniet, soms voorzien van metaaldraad, en afgedekt met een houten plaat.
Panaramittee is een rotskunststijl die overal op het Australische continent wordt aangetroffen, maar de stijl wordt met name beoefend in New South Wales. Deze stijl bestaat doorgaans uit zowel figuratieve als non-figuratieve rotsgravures, met sporen van dieren en vogels en kleine gaatjesmotieven zoals cirkels, halve cirkels en straalsgewijs uitlopende lijnen, die soms door een ring worden omsloten.
Verwijst naar hindoetempelcomplexen bestaande uit één hoofdtempel omgeven door vier kleinere heiligdommen.
Te gebruiken voor winkels waar persoonlijke roerende eigendommen in bewaring worden gegeven in ruil voor geld met rente en waar niet afgeloste goederen worden getoond en verkocht.
Lijsten of groepen lijsten die worden gebruikt om de voeg te bedekken die tussen twee oppervlakken op verschillende niveaus ligt, en die boven het oppervlak van beide uitsteekt.
Verwijst doorgaans naar schilderingen op houten dragers, waaronder ook kleinere draagbare schilderingen en middelgrote schilderingen vallen zoals altaarstukken, waarbij verschillende houten planken zijn samengevoegd om een groter paneel te vormen. De term wordt dikwijls gebruikt om specifiek te verwijzen naar schilderingen op een houten drager in de westerse kunst, die doorgaans dateren uit het oude Griekenland en Rome tot in de renaissance. Pas daarna werd canvas standaard als drager gebruikt voor schilderingen in deze formaten. Bij het vervaardigen van Griekse en Russisch-orthodoxe iconen zijn paneelschilderingen nog steeds heel gebruikelijk.
Wordt gebruikt om onderscheid te maken tussen het schilderen van draagbare schilderijen op hout en andere vormen van schilderen, zoals het maken van muurschilderingen en het illumineren van manuscripten. De term paneelschilderkunst wordt vooral gebruikt in verband met de schilderkunst uit de Middeleeuwen en de vroege Renaissance.
Wordt gebruikt voor verwarmingssystemen die gebruik maken van vloer-, muur- of dakpanelen die elektrische geleiders of verwarmingsbuizen bevatten.
Kleine, lichte handzagen tussen de 25 en 61 cm lang, met kleine, dicht bij elkaar staande tanden. Worden gebruikt om gevlamd hout en lambrisering mee te zagen.
Wordt gebruikt voor grote panelen, kaders of andere assemblages waarop schakelaars, zekeringen, instrumenten en beschermende apparaten zijn bevestigd. Voor kleine panelen die schakelaars, zekeringen en stroomonderbrekers bevatten wordt 'bedieningspanelen' gebruikt.
Ceremonies waarbij het bereiken van het hoogste punt van een gebouw in aanbouw wordt gevierd.
Dikke, buigzame stukken stof, bijvoorbeeld gewatteerde of gehaakte lappen, ter bescherming van de handen bij het oppakken van heet kookgerei.
Wordt algemeen gebruikt voor de categorie van kostuums die zijn ontworpen om te dragen ter bescherming van het lichaam tijdens een gevecht. Onderdelen van het harnas die een vast onderdeel zijn van of die bevestigd zijn aan andere delen en die niet afzonderlijk kunnen functioneren staan vermeld onder 'wapenrustingonderdelen'. Gebruik 'harnassen' als het specifiek gaat om harnasonderdelen die als geheel zijn ontworpen met het oog op zekere eigenschappen die nodig zijn voor een bepaalde functie of gelegenheid.
Apparaten die bestaan uit vier stroken van hout of een ander materiaal die met scharnieren tot een vierkant zijn gevormd, zo dat ze overlappen en kunnen worden aangepast aan de grootte van het werk dat wordt gekopieerd, vergroot of verkleind.
Muilachtig schoeisel met een bovenstuk en geen zijstukken die werden gedragen van de 15e tot de 17e eeuw en twee verschillende functies hadden: bedoeld als pantoffels voor gebruik binnenshuis en als overschoen met een dikke, vaak kurken, zool bedoeld voor gebruik buitenshuis. Gebruik 'chopines' voor damesschoenen of overschoenen met een muilachtige bovengedeelte en een hoge plateauzool.
Kamers waarin voedsel en eet- en drinkgerei worden bewaard en vanwaar uit wordt uitgeserveerd.
Gepantserde mouwloze jacks die werden gebruikt door de infanterie vanaf halverwege de 14e eeuw tot begin 17e eeuw; ze bestaan uit kleine rechthoekige metalen plaatjes die elkaar in de vorm van verticale stroken overlappen, in parallelle rijen aangebracht op een ondergrond van stof of huid. Dit geheel werd op een gewatteerd jack genaaid waardoor de kledingstukken hun uiteindelijke vorm kregen.
Landvoertuigen met gepantserde carrosserieën en extra sterke deuren, sloten en ramen, zoals bijvoorbeeld vrachtwagens die geld of andere kostbaarheden vervoeren of auto's die speciaal zijn ontworpen voor hoogwaardigheidsbekleders.
Familie die 44 genera en circa 760 soorten overwegend kruidachtige planten omvat. Tot de familie behoren echter ook enkele houtachtige heesters en een genus van kleine tropische bomen. Alle soorten in de familie hebben tweeslachtige, regelmatige, schotelvormige bloemen met één hoofdstamper (vrouwelijke structuur) en diverse meeldraden (mannelijke delen). De knoppen en bloemen zijn doorgaans groot en vaak knikkend.
Spaans-renaissancistische variatie op de vargue±os. Papeleras worden gebruikt om paperassen in op te bergen. Ze zijn meestal kleiner dan vargue±os, hebben geen schrijfblad, meestal gedraaide poten en kunnen met ijzer zijn beslagen.
Koord dat is gemaakt van gedraaid en soms met rubber bewerkt papier; het wordt gebruikt voor diverse doeleinden, zoals verpakkingen en de bekleding van meubels.
Verwijst in het algemeen naar alle typen vervilte vellen of weefsels die bestaan uit vezels, die uit in water gedompelde pulp zijn gevormd en gedroogd op een fijn schepraam. De vezels kunnen dierlijk zijn, zoals haar, zijde of wol, of mineraal, bijvoorbeeld asbest. Ook kunstvezels zijn een mogelijkheid. Het meeste papier wordt echter gemaakt van plantenvezels van bijvoorbeeld houtpulp, gras, katoen, linnen en stro.
Soort snel groeiende, kortlevende sier-, schaduw- of productieboom, inheems in het noorden en midden van Noord-Amerika. De soort is meestal zo'n 18 meter hoog, heeft een bruine schors die na verloop van tijd wit wordt en produceert flinterdunne lagen met smalle horizontale poriën of lenticellen. Op de koperkleurige binnenste schors zijn de poriën fel oranje. De korte hangende takken en de talloze buigzame takjes geven de boom in de winter een kantachtige aanblik. Het bijna witte hout met de dichte nerfstructuur wordt gebruikt voor houtgedraaide artikelen, vloeren, meubels, houtwaren, pulp en brandstof. Native Americans gebruikten de dunne waterdichte schors voor dakbedekking, kano's en schrijfmateriaal (vandaar de naam 'papierberk'). Het is een van de eerste soorten die weer groeien na brand. Het sap wordt gekookt voor de productie van berkensiroop. De boom komt voor in verschillende variëteiten.
Chromatografiemethode met als absorbens stroken of vellen papier waar een oplossing doorheen vloeit door de werking van de zwaartekracht, of door capillariteit omhoog wordt gezogen.
Speelgoed dat bestaat uit tweedimensionale voorstellingen van karakters uit populaire toneelstukken en uiteenlopende combinaties van decorstukken, rekwisieten, toneel en voortoneel, gedrukt op vellen papier die zijn bedoeld om te worden uitgeknipt en op een stevige ondergrond zoals karton of hout te worden bevestigd, en te worden gebruikt voor optredens in een miniatuurtheater. De papiertheaters, die hun oorsprong vinden in Londen in het begin van de 19de eeuw, werden voornamelijk gemaakt in Engeland en Duitsland. Ook tegenwoordig worden ze nog in kleine aantallen gemaakt. Gebruik ‘poppentheaters’ voor draagbare constructies voor de uitvoerende kunsten, ontworpen voor de presentatie van poppenspellen. Gebruik ‘miniatuurtheaters’ voor driedimensionale voorstellingen van theaters of theaterruimtes zoals het toneel of het voortoneel, gebruikt voor optredens of uitsluitend als model.
Speelgoederen en modellen van papier waaraan min of meer realistisch de vorm van een vliegtuig is gegeven en die over het algemeen bedoeld zijn om door de lucht te zweven na een impuls van een mensenhand. Eenvoudige modellen kunnen uit vrijwel elke papiersoort in een lange deltavleugelvorm worden gevouwen door mensen zonder gerichte opleiding. Meer verfijnde en vaak levensechtere modellen worden zorgvuldig vervaardigd uit speciaal stevig, lichtgewicht papier en vaak beschilderd of anderszins versierd met militaire emblemen en andere symbolen en ontwerpen.
Leden van een superfamilie bestaande uit circa 14.000 soorten insecten die behoren tot vier families. De vleugels, rompen en poten van vlinders zijn, net als die van motten, bezet met stofachtige schubben. Anders dan motten zijn vlinders overdag actief en gewoonlijk helder gekleurd of voorzien van een opvallend patroon. Misschien wel de meest onderscheidende lichamelijke kenmerken van de vlinder zijn de antennes met knotsvormig uiteinde en de gewoonte om de vleugels in rust verticaal boven de rug te houden.
Tapijten die ontwerpelementen bevatten uit Memluk-tapijten, zoals kleine bomen en plantenrijen en uit Turkse tapijten, zoals een groot medaillon in het midden dat wordt omgeven door vier kleinere medaillons. Ze worden, net als Memluk tapijten, asymmetrisch geknoopt maar gebruiken daarentegen wol dat een Z-vorm in plaats van een S-vorm heeft en drie keer zo dik is; ook zijn ze roodgeverfd met meekrap in plaats van met schellak.
Wordt gebruikt voor uitgestrekte, vlakke, open ruimten die worden gebruikt voor bepaalde militaire oefeningen, zoals marcheren of paardrijden. Gebruik 'exercitievelden' voor de terreinen waar soldaten worden geoefend in het hanteren van wapens.
De plaats of toestand van perfecte vrijheid, vrede, onschuld en overvloed, vaak gebruikt voor de oorspronkelijke toestand van de mens en een toekomstige paradijselijke wereld.
Tekengerei waarmee rechte, evenwijdige lijnen kunnen worden getekend. Bestaan meestal uit repen hout, metaal of plastic zonder schaalverdeling, die op tekenborden worden gebruikt en evenwijdig worden gehouden door draden of snoeren die door het einde van de linialen lopen. Kunnen wel of niet op wieltjes rollen. Gebruik 'parallellinialen' voor een paar linialen die aan elkaar vastzitten door een draaipen en worden vaak gebruikt als navigatiehulpstukken om evenwijdige lijnen te verplaatsen.
Wordt gebruikt voor twee linialen die aan elkaar vastzitten met twee draaiende kruisstukken van dezelfde lengte die zo zijn geplaatst dat de linialen altijd evenwijdig zijn aan elkaar. Worden gebruikt als navigatiehulpstukken om evenwijdige lijnen te verplaatsen. Gebruik 'parallel-tekenlinialen' voor tekengerei dat wordt gebruikt om evenwijdige lijnen te tekenen en is bevestigd aan en wordt gebruikt op tekenborden.
De toestand of eigenschap van het zich uitstrekken in dezelfde richting en overal met gelijke afstand, meestal met betrekking tot lijnen of lineaire objecten en structuren. Gebruik ‘parallel’ voor het bijbehorende bijvoeglijk naamwoord.
In theaters uit de oudheid, uitstekende constructies of vleugels aan weerszijden, met de scaena of achtergrond het toneel aan drie kanten omsluitend.
Kleine paraplu's die als zonnescherm worden gebruikt of gewoon als modieus accessoire worden meegedragen.
Zeer hoge waaierpalm die inheems is in Zuidoost-Azië en op de Filippijnen. De palm wordt gekweekt in het gebied dat zich uitstrekt van Zuidoost-Azië tot Zuid-China. Het is een van de hoogste palmen ter wereld. Sommige exemplaren worden 25 meter hoog en hebben een stam van 1,3 meter dik. Soms zijn de bomen al 75 jaar oud voordat ze voor de eerste keer bloeien en vrucht dragen, waarna ze sterven. De boom heeft grote gelobde bladeren die 5 meter in doorsnee kunnen worden. Men gebruikt ze voor het maken van waaiers en paraplu's en om daken te bedekken. Van de bladeren maakte men vroeger ook manuscripten die met ijzeren graveernaalden werden beschreven. Jonge stengels gebruikt men om mee te weven. Het sap tapt men af om palmwijn te maken.
Grote hardhoutboom die in Brazilië voorkomt en 40 meter hoog kan worden. Vroeger werd het hout van de boom in Brazilië gebruikt om huizen te bouwen, maar de soort wordt tegenwoordig met uitsterven bedreigd.
Viola's met een hoog bereik en 5 snaren; 17e en 18e eeuw.
Te gebruiken in Griekse kerken om zijkapellen of kleine aangebouwde kerkachtige ruimten te onderscheiden van de kathedraal of hoofdkerk van een klooster.
Een gladde, ronde kraal die wordt gevormd in de schelp van bepaalde weekdieren. Wordt gebruikt voor sieraden en andere decoratieve doeleinden, en wordt als edelsteen beschouwd.
Harde, parelachtige, regenboogkleurige binnenlaag van verscheidene soorten weekdierschelpen; wordt veel gebruikt voor het maken van kleine voorwerpen en inlegsels.
Effect veroorzaakt door oppervlakteafwerking en bedoeld om de glans van parels of parelmoer te simuleren, voor decoratieve doeleinden.
Te gebruiken voor de rij kleine vlechten of rollen op de basis van handgenaaide kapitalen, te vormen door de ene draad over de andere te leggen.
Kraallijsten die aan één of beide zijden van een aangrenzend vlak worden gescheiden door groeven.
Houders in allerlei vormen en maten en van allerlei materialen, om parfums in te bewaren en de geur ervan te verspreiden. Kunnen onderdeel zijn van een toiletset.
Ivoorzwart van inferieure kwaliteit.
Verwijst naar de stijl van de kunstvoorwerpen op het Egeïsche eiland Paros, met name in de periode tussen de 6de en de 4de eeuw v. Chr., toen het eiland een belangrijke marmerleverancier was. Tot de kunstvoorwerpen behoren korai en kouroi, grafstenen en grafreliëfs.
Een transparant wit marmer met doorzichtige, schilferachtige kristallen. Het werd gewonnen op het eiland Paros in de Cycladen en het werd door de oude Grieken gebruikt voor beeldhouwkunst en architectuur.
Te gebruiken voor een verscheidenheid van zacht of hard, wit, fijn, glasachtig porselein dat vaak lijkt op beeldhouwmarmer dat in de jaren 40 van de negentiende eeuw in Engeland werd ontwikkeld en gebruikt voor beeldjes, vooral poppen en kunstvoorwerpen, versiering en tafelgerei. Gebruik 'biscuit' voor ongeglazuurd porselein of aardewerk dat slechts één keer gebakken is; het wordt gebruikt voor hetzelfde soort voorwerpen, maar heeft een korrelige structuur.
Gebruikt voor kledingstukken met capuchon die over het hoofd worden aangetrokken en die reiken tot de dijbenen of knieën; meestal gemaakt van dierenvellen en gedragen door de inheemse volkeren van het noordpoolgebied. Ook te gebruiken voor soortgelijke kledingstukken van waterafstotend of winddicht materiaal voor sportieve of militaire activiteiten. Gebruik 'anoraks' voor vergelijkbare, heuplange kledingstukken.
Kleine lichten op een voertuig, die worden gebruikt om de aanwezigheid ervan aan te geven wanneer het geparkeerd staat.
Aanduiding voor bepaalde openbare ruimten met een permanente recreatieve functie die meestal worden gekenmerkt door hun natuurlijke, historische of landschappelijke aspecten en vaak door overheidsinstanties worden beheerd.
Gebruik voor gesloten, meer of minder zorgvuldig bewaarde, en omvangrijke bossen en weiden verbonden aan aanzienlijke residenties.
Algemene term die verwijst naar verschillende soorten in verschillende genera die met elkaar gemeen hebben dat ze kleine of middelgrote papegaaien zijn, gewoonlijk groen van kleur.
Wetgevers die zijn gekozen als vertegenwoordiger van kiesdistricten in provincies of grotere delen van hun land in het hoogste overheidsorgaan.
Ronde bronzen schilden voorzien van een stevige schildknop, die werden gebruikt door Romeinse troepen te paard in de 7e of 6e eeuw v.C.
Schepachtig keukengerei dat wordt gebruikt voor het in stukken snijden en verwijderen van samengeperste brij en stro dat ontstaat tijdens ciderpersen.
Genus van één bestaande soort kleine bomen.
Apparaten met een schaalverdeling voor het meten van de stroming van vloeistoffen in open leidingen, door te letten op de verschillen in de golfkoppen aan beide zijdes van een gedeeltelijke versperring.
Mallen, ofwel 'gietmallen' ofwel kleine 'piece molds', die worden gebruikt om een ontwerp te stempelen op een stuk glaswerk dat later door blazen wordt vergroot.
Wordt gebruikt voor geometrisch gearrangeerde bloembedden, bloembakken of omheinde gedeelten van tuinen, vaak gemaakt met verhoogde zijkanten en in verschillende vormen.
Genus van bloeiende plant, waarvan het sap wordt gebruikt als geneesmiddel, insectenbestrijdingsmiddel en voor rubber.
Wordt gebruikt voor papiergeld dat wordt uitgegeven als een substituut voor gewoon geld door bijvoorbeeld bedrijven, militaire organisaties of lokale (in plaats van nationale) overheden, meestal in kleinere coupures dan de gebruikelijke geldeenheid.
Scholen die zijn opgericht en worden bestuurd en voornamelijk onderhouden door een niet-overheidsinstantie.
Drukkerijen die kleine edities publiceren naar believen van de eigenaar, vaak mooi gedrukt, soms op een handpers.
Gelamineerd bladmetaal dat op bladgoud lijkt en wordt vervaardigd door het plaatsen van een dunne plaat goud op een soortgelijke plaat zilver (of tin), waarna de twee platen op elkaar vast werden gehamerd. Het goud-met-zilverlaminaat diende als vervanging van bladgoud, maar bezat de ongewenste eigenschap dat er zich metaalaanslag op vormde, aangezien het bladgoud de zilverlaag eronder niet kan beschermen.
Personen die als mede-eigenaars van een onderneming worden beschouwd.
Wordt gebruikt voor bureaus waaraan twee mensen met hun gezicht naar elkaar toe kunnen werken. Ze hebben meestal een grote schrijftafel of bureau met laden aan beide zijden.
In een vestingwerk, de treden die vanaf muren naar lager gelegen water toe leiden.
Joods feest ter herdenking van de eerste en belangrijkste gebeurtenis in de joodse geschiedenis: de bevrijding van de Hebreeërs uit de Egyptische slavernij en het voorbijgaan van God aan de huizen van de Israëlieten tijdens de tiende plaag in Egypte (toen de eerstgeboren kinderen van de Egyptenaren werden gedood). Pascha begint op de 15de en eindigt op de 21ste of 22ste dag van de maand nisan (in maart of april). Gedurende deze zeven of acht dagen, die ook wel het feest van het ongedesemde brood worden genoemd, is alle toevoeging van gist verboden en mogen alleen ongedesemde broden (matses) worden gegeten. De matse symboliseert het lijden van de Hebreeërs onder de slavernij en de haast waarmee zij aan de uittocht uit Egypte begonnen. Na de verwoesting van de tempel in Jeruzalem werd de viering van Pascha een huisfeest. De eerste avond van Pascha is bijzonder feestelijk met een speciale familiemaaltijd, de seider. Bij de seider wordt symbolisch voedsel gegeten ter herdenking van de bevrijding van de Hebreeërs en worden gebeden en recitaties uitgesproken. Ook is het de gewoonte een plaats vrij te houden voor Elia, de heraut van de Messias. Hoewel Pascha een vreugdevol feest is, dienen strenge spijsvoorschriften te worden nageleefd en gelden er zekere beperkingen ten aanzien van werk aan het begin en het einde van de feestperiode.
Verwijst naar de voornaamste feestdag van de christelijke kerk, waarop de opstanding van Jezus Christus wordt gevierd. In westerse kerken gebeurt dat tussen 22 maart en 25 april, afhankelijk van de datum van de eerste volle maan na het begin van de lente. Orthodoxe kerken gebruiken de juliaanse datum voor het begin van de lente en vieren Pasen daarom meestal op een andere, latere datum. Sommige paastradities (zoals paaseieren en de paashaas) hebben een heidense oorsprong. Pasen is voortgekomen uit het primitieve 2de- en 3de-eeuwse christelijke feest dat de Pasch werd genoemd; het was de christelijke tegenhanger van het joodse Pascha, waarbij zowel de dood als de opstanding van Christus werd gevierd. De paaswake is in liturgische kerken de belangrijkste plechtigheid, die wordt gehouden op de avond voor Pasen; de paaskaars werd geïntroduceerd omstreeks de 4de eeuw. Hoewel Pasen op één bepaalde zondag wordt gevierd, wordt het belang van het paasfeest onderstreept door het lange voorbereidende vasten, door de plechtige diensten van de Goede Week en door de vijftig dagen van Pasen tot Pinksteren, een periode die de paastijd wordt genoemd. Het belang van Pasen blijkt uit het feit dat het hele liturgische jaar rond Pasen is ingericht, net als de kerkelijke kalender van veranderlijke feestdagen. In paasceremonies komen vaak verwijzingen naar de doop voor, die de vroegere gewoonte weerspiegelen om neofieten te dopen tijdens de wake.
Kleine foto's zoals op paspoorten en dergelijke legitimatiepapieren moeten worden aangebracht.
Door een overheid afgegeven, officiële documenten waarop de identiteit en het staatsburgerschap van individuen staan vermeld en waarmee burgers over de landsgrenzen kunnen gaan; tevens door andere landen afgegeven vergunningen tot het vervoeren van goederen en tot het reizen binnen dat land.
Lijsten van personen die zich met een trein, vliegtuig, schip, bus of ander transportmiddel laten vervoeren.
Spoorrijtuigen die passagiers vervoeren of worden getrokken door passagierstreinen.
Te gebruiken voor terminals met faciliteiten om passagiers te verwerken.
Doorgaans een standaard gefabriceerde sierrand die als omlijsting van allerlei soorten afbeeldingen kan fungeren. In specifieke zin is het een lijst van papier, karton of ander materiaal met een in het midden uitgespaarde opening, bedoeld als praktisch hulpmiddel bij het tentoonstellen van gedrukt materiaal.
Leden van een familie van kleine, in groepen levende mussen en wevervogels.
Scherpe metalen punten aan de uiteinden van de benen van passers en verdeelpassers.
Reeksen van voorstellingen van het lijden van Christus, meestal beginnend met de Intocht in Jeruzalem en eindigend met de uitstorting van de Heilige Geest met Pinksteren.
Wordt gebruikt voor zonverwarmingssystemen die warmte verzamelen en overdragen door middel van de natuurlijke wetten van convectie, geleiding en straling, met weinig of geen mechanische hulpmiddelen. Gebruik 'actieve zonverwarming' voor zonverwarmingssystemen die mechanische hulpmiddelen gebruiken om warmte over te dragen.
Wordt gebruikt voor verscheidene liturgische boeken met werk over het lijden van de heiligen of van Christus.
Deegachtig materiaal, gemaakt van water en bloem, dat in verschillende vormen voorkomt, zoals macaroni, spaghetti en vermicelli; pasta kan worden gedroogd voor later gebruik, of vers worden bereid.
Voorvoegsel voor de beschrijving van een kleur met een matige of lichte intensiteit en een relatief lichte waarde.
Kunstenaars die zijn gespecialiseerd in het maken van pastels: kunstwerken die worden gemaakt met kleurkrijt van droge kleurstof vermengd met een kleine hoeveelheid bindmiddel van olie of van water en gom.
Wordt gebruikt voor kunstwerken waarin de stijl van eerdere werken nauwkeurig wordt geïmiteerd, en vooral voor werk waarin fragmenten uit verschillende bronnen worden samengevoegd.
Te gebruiken in de postmoderne kunst gebruikt voor het lenen van al bestaande vormen of beelden om kwesties van originaliteit in de kunst aan de orde te stellen.
Een kleine, massieve of dicht opeengepakte, afgeronde, bol-, of cilindervormige massa, meestal van voeding of medicijnen.
Gewijde professionele christelijke geestelijken die voorgaan in een dienst, de sacramenten toedienen, preken en de verantwoordelijkheid nemen voor de geestelijke zorg van de gemeente.
Verwijst naar onderscheiden vertrekken in tempels of kerken. In klassieke tempels waren deze vertrekken de verblijven van de 'pastophori', leden van een priesterorde die de relikwieën van de goden meedroegen in processies. Volgens de overlevering had ook de tempel in Jeruzalem zulke vertrekken, reden waarom de term ook verwijst naar ruimten die een nabootsing van deze vertrekken zijn en zich gewoonlijk bevinden aan weerszijden van de bema in klassieke kerken of moderne Grieks-orthodoxe kerken.
Genre dat het idyllische leven op het platteland oproept of afbeeldt; vaak scènes in beeldende kunstwerken met herders en herderinnetjes in geïdealiseerde arcadische landschappen.
Kleine lapjes in de kleuren van het militaire wapen, dienstvak etc., dat dient als achtergrond van de baretgesp of een ander onderscheidingsteken.
Gedecoreerde pakhuizen, gebouwd door de Maori's in Nieuw-Zeeland. De snijwerken op de pakhuizen zijn verfijnde ontwerpen die de welstand van het dorp uitdragen. De constructies werden gebruikt om geconserveerde vis, vleesproducten en andere voedingsmiddelen te bewaren en matten, wapens, landbouwwerktuigen en visgerei op te slaan.
Handwerktechniek waarbij een groot aantal kleine delen worden samengevoegd, over het algemeen door het aan elkaar naaien van stukjes stof of leer in verschillende kleuren en patronen voor bedekkingen, kussens of quilts.
Verwijst naar een type pâte de verre dat wordt gekenmerkt door een opvallende doorschijnendheid. De techniek is ontwikkeld door Gabriel Argy-Rousseau, een beroemd ontwerper van art-decoglas uit de jaren 20 en 30 van de 20ste eeuw.
Verwijst naar glas dat is vervaardigd met een techniek waarbij gemalen glas tot een pasta wordt verwerkt en vervolgens wordt gekneed tot een vat of beeld, waarna het ontwerp door beeldsnijden wordt afgewerkt. Deze glastechniek was reeds in de oudheid bekend, en beleefde eind 19de eeuw en begin 20de eeuw een opleving, met name in het atelier van glas- en sieradenontwerper René Lalique.
Een dure en vernuftige methode voor het decoreren van porselein. Hierbij worden dessins geschilderd op meerdere lagen witte slip op porselein dat in licht reliëf wordt aangebracht op vaatwerk of plaquettes van ongebakken klei. Voorafgaand aan de eerste bakfase worden de dessins vervolgens licht ingesneden met metalen instrumenten, om een cameo-achtig effect te bereiken. De stukken worden vervolgens geglazuurd en opnieuw gebakken. Deze techniek werd ontwikkeld in Sèvres in het midden van de 19de eeuw en werd daar en in de Minton-fabriek bijzonder succesvol toegepast door Marc-Louis-Emmanuel Solon.
Tweezijdige hamers waarvan de slagvlakken bestaan uit een aantal parallelle, dunne beitels. Worden gebruikt om steen te bewerken.
Overheidsinstellingen waar octrooiaanvragen worden onderzocht en waar octrooien worden verleend.
Oud-Romeinse houders in de vorm van een ondiepe kom zonder handvatten, waarvan de bodem in het midden iets omhoog komt; gebruikt voor plengoffers bij religieuze ceremonies of om uit te drinken.Gebruik ‘phialae’ voor vergelijkbare Oudgriekse houders.
Liften voor het vervoer van personen langs opeenvolgende verdiepingen van een gebouw of bouwconstructie, bestaande uit een machinaal aangedreven, steeds doorlopende band zonder einde, voorzien van open kooien, ook paltforms.
Gebruik voor geplaveide recreatieruimtes aangrenzend eigentijdse huizen en de geplaveide binnenplaatsen van Spaanse of gebouwen in Spaanse stijl.
Te gebruiken voor leden van de groep bevoorrechte burgers in het oude Rome; werd tijdens het Romeinse en Byzantijnse Rijk ook gebruikt voor hooggeplaatste personen die deze titel van de keizer ontvingen. Werd ook gebruikt voor leden van de invloedrijke of door overerving heersende klasse in sommige middeleeuwse Duitse, Zwitserse en Italiaanse vrije steden.
Quilts die uiting geven aan patriottische gevoelens en gewoonlijk zijn gedecoreerd met vlaggen en andere nationale symbolen, portretten van nationale leiders of politieke slogans. Geen Nederlands equivalent.
De tot een eenheid samengevoegde componenten benodigd voor een schot met een vuurwapen.
Boeken met ontwerpen of tekeningen die zijn verspreid of uitgegeven om wijdverspreide reproductie mogelijk te maken. Ze kunnen worden gebruikt voor tekening- of prentverzamelingen die dienen als modellen voor kunstenaars.
Vormen of modellen, van diverse materialen, met hetzelfde formaat of silhouet als het eindproduct, die worden gebruikt als voorbeeld tijdens het maken.
Te gebruiken voor lichte en soms relatief kleine oorlogsschepen die zijn gestationeerd of patrouilleren rondom een voor anker liggende vloot om voortijdig te waarschuwen of om indringers of aanvallers te onderscheppen.
Te gebruiken voor de stroming in de decoratieve schilderkunst in New York in de jaren zeventig die is beïnvloed door het werk van Matisse.
Poëziegenre van voor de 20e eeuw waarin letters, woorden, of regels zodanig op de bladzijde zijn gearrangeerd dat ze een vorm of beeld aannemen dat meestal betrekking op de betekenis van de woorden heeft. Gebruik 'concrete poëzie' voor het poëziegenre van de 20e eeuw, dat voornamelijk uit de concrete poëtische beweging in de jaren vijftig en zestig is ontstaan, waarin taalelementen vrij worden gerangschikt en niet noodzakelijk een lineaire zinsopbouw hoeven te hebben en waarin de betekenis zowel uit ruimtelijke, beeldende en typografische kenmerken van het werk wordt afgeleid als uit de betekenis van de woorden.
Dualistische christelijke geloofsgemeenschap, in de 7de tot 11de eeuw ontstaan in Armenië en het oosten van het Byzantijnse Rijk. De identiteit van Paulus, de naamgever van de paulicianen, is omstreden. De beweging, in het midden van de 7de eeuw gesticht door een Armeniër genaamd Constantijn, lijkt een wijdverbreide politieke en militaire opstand te hebben veroorzaakt. Behalve gedurende een korte periode waarin zij in de gunst was bij de iconoclastische keizers van de 8ste en 9de eeuw, werd de beweging voortdurend vervolgd met als consequentie dat zij een bondgenootschap aanging met de moslims. De beweging is vooral beïnvloed door de dualistische overtuigingen van het marcionisme en het manicheïsme. De fundamentele dualistische doctrine van de paulicianen stelde dat er een slechte God en een goede God bestaat, van wie de eerste de schepper en heerser van deze wereld is en de laatste de schepper en heerser van de wereld die komen gaat. Hieruit leidden zij de ketterse notie af dat Jezus niet werkelijk de zoon van Maria was. Terwijl de paulicianen het evangelie van Lucas en de brieven van Paulus in ere hielden, verwierpen zij het Oude Testament en de brieven van Petrus. Ook de sacramenten, de eredienst en de hiërarchie van de gevestigde kerk werden verworpen. Ondanks de vervolging verspreidden de doctrines van de beweging zich, in het bijzonder onder Macedonische, Bulgaarse en Griekse boeren. De paulicianen hebben invloed gehad op een andere neomanicheïstische gezindte, de bogomielen die in de 10de eeuw opkwamen. In de vroege 19de eeuw werden nog kleine pauliciaanse gemeenschappen aangetroffen in de door Russen bezette delen van Armenië.
Deurscharnieren die door optillen van elkaar gescheiden kunnen worden. De deur kan zo verwijderd worden zonder de scharnieren los te schroeven.
Spitsen die bestaan uit vier steile, ruitvormige dakvlakken, die diagonaal staan op de vier hoeken van de torenromp.
Restaurants waar men in de buitenlucht aan tafels rondom het gebouw kan eten, vaak met tafels in een patio of op een stoep in een stedelijk gebied, soms met een beschermend dak of paraplu's die de tafels afschermen. Buiten zitten kan soms slechts in bepaalde seizoenen als het weer het toelaat, daarom zijn er extra zitplaatsen beschikbaar binnenshuis.
Een witte of bleekgele marmersoort, purperachtig geaderd, naar verluidt de favoriet van keizer Hadrianus. Het woord pavonazzo betekent pauwblauw, violet of paars in het Italiaans. Het oude marmer is ook bekend als Frygisch marmer, omdat men denkt dat het afkomstig is uit Frygië in Klein-Azië.
Een donkere grijsachtig blauwe of grijze pigmentmix die meestal is samengesteld uit ivoorzwart met kleine hoeveelheden wit en blauw: synthetisch ultramarijnblauw, Pruisisch blauw of ftalocyanineblauw. Het pigment wordt gebruikt voor waterverven.
Verwijst naar de cultuur van de Vroege Nomaden die werd genoemd naar de graflocatie die is ontdekt in de vallei van de Bolsjoi Oelagan en die dateert van circa de 3de tot de 5de eeuw v. Chr. Bij opgravingen vanaf 1929 en in de jaren 1947-49 zijn een gebalsemde man met dierentatoeages, verschillende vaten en sommige van de oudste bewaard gebleven weefsels naar boven gekomen.
Computers op handformaat die voor het eerst eind jaren 80, begin jaren 90 van de 20ste eeuw werden ontwikkeld, en die waren uitgerust met een miniatuurtoetsenbord en software voor handschriftherkenning. Ze waren oorspronkelijk bedoeld voor de uitvoering van eenvoudige taken zoals berekeningen en agendabeheer, maar zijn sindsdien veelzijdiger geworden. De meeste pda’s kunnen tegenwoordig dienst doen als mobiele telefoon, geven toegang tot het internet en voeren zeer geavanceerde software uit.
Natuurlijke gravel met een kleine diameter (6,4 tot 9,5 mm of 1/4 tot 3/8 in.), geselecteerd volgens specificatie.
Soort glas in de Verenigde Staten gemaakt om de perzikbloesemglazuur op Chinees porselein te imiteren.
Te gebruiken voor kleine vaartuigen die min of meer de vorm van een kano hebben, maar breder zijn, meestal minder dan 6 meter lang, met een ronde kim en volledig symmetrische voor- en achterstevens; komen oorspronkelijk uit New England maar zijn nu niet meer tot dat gebied beperkt.
Te gebruiken voor aardewerk dat vanaf 1779 werd geproduceerd door Josiah Wedgewood, te onderscheiden van diens 'Engels aardewerk' door het grotere percentage vuursteen en witte klei in de kern en een zweem van cobaltoxide in het glazuur, waardoor het een blauwachtige witte gloed krijgt.
Delen van manuscripten die werden uitgeleend om te worden gekopieerd, vooral gebruikt door de grote universiteiten in de 13e en 14e eeuw.
Een algemene term voor een groep polysachariden uit de celwanden van alle plantenweefsels. Pectine is samengesteld uit gemethoxyleerde galacturonzuren die aan elkaar verbonden zijn in lange strengen. Voor de handel zijn de belangrijkste bronnen van pectine de schillen van citrusvruchten en appelpulp. Pectine lost op in water, waardoor kleverige stabiele oplossingen ontstaan. Deze worden vooral gebruikt voor voedingsmiddelen (jam en gelei), maar ook als appreteermiddelen in papier en textiel.
Toetsenborden, gewoonlijk van orgels maar die zich ook bevinden op carillons, klavecimbels, klavichords en piano's, die worden bespeeld met de voeten en die of aan hun eigen pijpen, klokken, of snaren zijn aangesloten of aan die van de handklavieren zijn verbonden.
Wordt gebruikt voor korte, smalle stelen met een handvat aan de ene kant en een blad met een rond uiteinde aan de andere kant die verticaal worden gebruikt voor het voortbewegen van kleine bootjes.
Poppen die in oud-Egyptische graven zijn aangetroffen en die enigszins op een peddel lijken. Ze zijn meestal gesneden uit vlakke stukken hout en zijn gedecoreerd met verf en met stroken klei of houten kralen die haar moeten voorstellen. Ze zijn mogelijk als speelgoed gebruikt, maar misschien ook als beschermende figuren voor de overledenen in het dodenrijk.
Poppen in de vorm van verkoopsters die vanuit hun schorten of van tafels venten met huishoudelijke artikelen en die gekleed zijn in traditionele arbeidersklederdracht; ze waren vooral in Engeland populair in de 18e en het begin van de 19e eeuw.
Relatief kleine kanonnen, meestal achterladers, waarmee van oorsprong stenen maar later ook spijkers, schroot en diverse soorten lading werden afgevuurd.
Middelgrote vruchtdragende boomsoort die waarschijnlijk uit Europa afkomstig is en al lang voor de christelijke jaartelling werd gekweekt. Sinds de oudheid zijn er alleen al in Europa duizenden variëteiten gekweekt en benoemd. De boom wordt gekweekt door oculeren of enten op een wortelstok. De meest gebruikte wortelstok in Europa is de kwee. Deze levert een kleine boom op die op jongere leeftijd tot bloei komt dan de meeste bomen met peerwortels. De gewone peer werd in de Nieuwe Wereld direct na het stichten van de kolonies ingevoerd door de Britten en andere Europeanen. Spaanse missionarissen brachten de vrucht al snel naar Mexico en Californië.
De sterke streng of band van vezelachtig bindweefsel die het uiteinde van een spier vormt en waarmee deze aan het bot of iets anders is vastgehecht.
Kleine priemen die worden gebruikt bij het matten van stoelen.
Kleine olielampjes die bestaan uit een houder en een brander, met een kort, rond stompje aan de onderkant dat in een houder van een kandelaar, muurkandelaar of kroonluchter past. Ze zijn meestal van metaal of glas.
Verwijst naar een stijl die is vernoemd naar de stad Pegu die in de 9de eeuw een bloeiperiode doormaakte als hoofdstad van het koninkrijk Mon langs de rivier de Pegu, circa 75 km ten noordoosten van Yangôn. Voorbeelden van kunstwerken in deze stijl zijn de oude en heilige Shwemawdaw, een pagode van 86 meter hoog, en de Shwethalyaung, een reusachtig beeld van een liggende Boeddha.
Verwijst naar een Chinese stijl van glas- en emailwerk en kleden met Peking (het huidige Beijing) als centrum.
Mensen die grote afstanden afleggen, met name om een heilige plaats te bezoeken als teken van geloofstoewijding.
Verwijst naar kleine plaquettes die verkrijgbaar waren bij belangrijke heiligdommen welke door pelgrims werden bezocht, en die als aandenken of bewijsstuk werden gedragen door de pelgrims die de bedevaart met succes hadden afgelegd. De tekens zijn een eerbetoon aan de heilige of het devotieobject dat in het bedevaartsoord werd vereerd. De opvallendste pelgrimstekens zijn de tekens in de vorm van een jakobsschelp van het heiligdom van St. Jacobus in Santiago de Compostela, welke reeds in de 11de eeuw werden verkocht. De tekens waren meestal uit metaal vervaardigd en werden doorgaans aan een hoed vastgespeld. De tekens boden ook praktisch voordeel, want ze gaven de drager recht op bijvoorbeeld hulp, gastvrijheid of een vrijgeleide; ook waren er bovennatuurlijke voordelen aan verbonden, aangezien het meestal toegestaan was om met de tekens het heiligdom aan te raken, waardoor de tekens op hun beurt de status van secundair reliek verkregen. Pelgrimstekens waren met name populair in het Europa van de middeleeuwen, met als hoogtepunt de 14de en 15de eeuw, maar na de reformatie van de 16de eeuw nam hun populariteit af. Niettemin zijn er ook nu nog enkele heiligdommen waar pelgrimstekens in gebruik zijn.
Routes die door pelgrims worden gevolgd, doorgaans naar een heilige plaats, bij wijze van godsdienstoefening.
Verwijst naar souvenirs die als bewijs van een afgelegde bedevaart dienden. Zo werden er insignes en ampullen als souvenir verkocht in het bedevaartsoord, maar ook kostbaardere voorwerpen werden meegenomen of als geschenk van de heilige plaats aangeboden.
Oud-Griekse peervormige opslagvaten met een brede opening die een doorlopende welving vormt met de romp. Aan het eind van de 6de eeuw v. Chr. geïntroduceerd in de Attische zwartfigurige keramiek, hoewel beschildering voornamelijk in de roodfigurige techniek plaatsvond. Ze werden doorgaans gebruikt voor de opslag van vloeistoffen, maar waren ook geschikt voor andere toepassingen. Vanaf circa 450 v. Chr. werden pelikai eveneens gebruikt als houder voor de as van overledenen. De vorm lijkt op die van amfoortype C.
Textiel die van zichzelf een klein rechtlijnig patroon heeft, gevormd door contrasten tussen de schering- en inslagzijden van het weefsel.
Keukengerei dat wordt gebruikt voor het ontvliezen van graan, het doppen van noten en het schillen van fruit.
Griekse en Latijnse term voor lichte, halvemaanvormige schilden gemaakt van riet en bedekt met leer; werd door de Grieken en Romeinen beschouwd als het verdedigingswapen bij uitstek van barbaarse volkeren.
Klaptafels met één of meerdere laden onder het tafelblad aan beide zijden. Ze werden tijdens de Chippendale-periode geïntroduceerd als geschikt voor vele doeleinden.
Kleine metalen pinnen die zijn bevestigd aan het vizier of de rechterkant van de helm, gebruikt om het vizier omhoog te kunnen doen. Ze waren in gebruik van het eind van de 15e tot en met de eerste helft van de 17e eeuw.
Voegen die gevormd worden doordat het eind van een stuk hout , meestal in een rechte hoek, in een groef past die over de breedte tot de helft van de dikte van een ander stuk is gesneden.
Pijpleidingen of buizen in verscheidene vormen, die dienen als warmtewisselaars en worden gebruikt in koelings- of verwarmingssystemen.
Bedden met zes- of achthoekige posten, waarvan men meestal aanneemt dat ze vóór de Amerikaanse Onafhankelijkheidsoorlog werden gemaakt.
Vloeistof die wordt toegevoegd aan een materiaal dat een deklaagje moet vormen, zodat het beter in het oppervlak doordringt.
Instrumenten die worden gebruikt voor het meten van de dichtheid of weerstand van materialen, bijvoorbeeld aarde, door te meten tot op welke diepte een standaardnaald de materialen doorboort.
Verwijst naar de stijlen die horen bij het schiereiland van Thailand. De drijvende kracht achter de stijlen is de geografische locatie van het gebied, gekenmerkt door de zeehandel en het verkeer op de rivieren van het schiereiland, waardoor culturele uitwisselingen werden gestimuleerd. De architecturale stijl kwam tot stand tijdens de 8ste tot met de 13de eeuw, waarvan de Wat Kaeo het bewijs is. Deze bestaat uit een kruisvormige structuur met een centrale cella, heiligdommen waarin vijf Jina-boeddha's waren ondergebracht, grote stenen zuilen, colonnetten en decoratieve miniatuurbogen die doen denken aan de architectuur van Cham (negende en tiende eeuw) en Srivijayan. De beeldhouwkundige stijl toont bronzen mahayana-boeddhistische figuren en votieftabletten van klei met afbeeldingen van Boeddha en bodhisattva's in de Indiase laat Gupta-stijl.
Gebruik voor plaatsen van verzekerde bewaring beheerd door de staat (of de federale overheid) voor volwassenen die veroordeeld zijn tot straffen (van meer dan een jaar) voor ernstige misdaden. Deze werde sinds de late 18de eeuw ontwikkeld en in het algemeen gekarakteriseerd door cellen en gangenstelsels met scheiding naar misdaad en geslacht. Daarbij werden programma's van rehabilitatie bedacht, als middel voor de heropvoeding van gevangene. Gebruik "huizen van bewaring" voor plaatsen voor overtreders die nog niet veroordeeld zijn maar wel in voorlopige hechtenis zijn gesteld.
Kleine zakmessen die meestal één lemmet hebben.
Een uitsteeksel aan een uiteinde of zijkant van een stuk hout, steen of ander materiaal dat in de corresponderende opening past om twee onderdelen met elkaar te verbinden. Zowel de benaming voor het uitstekende deel van verbindingen in architectonische constructies als in muziekinstrumenten met meerdere onderdelen, zoals hobo's en klarinetten. Gebruik ���pen-en-gat-verbindingen' in de architectuur voor het geheel van deze verbinding.
Wordt gebruikt voor schuren die in heuvels zijn ingebouwd en die meestal worden gekenmerkt door stenen eindmuren en een oprit naar een eerste verdieping met gewassen en werktuigen, die uitsteekt aan de kant van het erf, boven een grondverdieping die wordt gebruikt voor vee.
Verwijst naar de stijl en de cultuur van de 17de- en de 18de-eeuwse Duitse kolonisten in Pennsylvania en hun afstammelingen. Hun cultuur wordt gekenmerkt door het bewaren van traditionele Duitse stijlen van voedselbereiding en vakmanschap, en is vaak te herkennen aan specifieke decoratieve motieven, zoals geometrische hextekens die zijn geschilderd op schuren en bloem- en overige patronen die zijn gestempeld op meubels en huishoudelijke artikelen. Sommige afstammelingen rijden in door paarden getrokken karren, dragen eenvoudige kleren en leven volgens strikt religieuze principes. De grote stroom immigranten vanuit het Rijngebied in Duitsland werd aangemoedigd door de religieuze tolerantie van de koloniale regering van William Penn. Immigranten waren leden van verschillende groepen, zoals mennonieten, quakers, amish, Moraviërs, Schwenckfelders en Dunkers (of Duitse baptisten); tot latere immigranten behoorden lutheranen en leden van de Gereformeerde Kerken.
Engelse zilveren munten, afgeleid van de Romeinse denarii, uitgegeven vanaf eind 8e tot in de 17e eeuw, daarna van koper of brons vanaf de 18e eeuw tot aan 1967, toen met de introductie van het decimale stelsel een nieuwe penny in circulatie kwam. Gebruik 'deniers' voor de vergelijkbare Franse zilveren munten die sinds de 8e eeuw werden geslagen.
Kwasten die voor kunstenaars zijn gemaakt en bestaan uit dierlijk haar of synthetisch materiaal, in verschillende vormen en maten maar in het algemeen klein genoeg om voor precisiewerk te gebruiken. De term 'penseel' werd tot de 19e eeuw gebruikt om kleine, gepunte kwasten van marter- of kameelhaar te beschrijven. Gebruik 'verfkwasten' voor grotere kwasten die worden gebruikt om verf op een groot oppervlak aan te brengen, met name als een beschermlaag.
Huizen, vaak woonhuizen of andere relatief kleine gebouwen, waar men voor een vastgesteld bedrag kan overnachten en soms eten. Het verschil tussen kosthuizen en moderne pensions is erin gelegen dat de gast bij pensions minder verzorging krijgt en minder contact heeft met het gezin of de pensionhouder.
Te gebruiken voor Oud-Griekse oorlogsschepen die door 25 paar roeiers werden voortbewogen; zulke schepen vormden de ruggengraat van de vroege Griekse marinevloot.
Een beroemde Griekse marmersoort die wordt gedolven bij de berg Pentelikon in de buurt van Athene. Dit marmer is zuiver wit, maar kan geel worden na lange blootstelling aan lucht. Een paar minuscule talkaderen geven dit marmer soms een groenachtige tint. Het werd in de oudheid al in de 6de eeuw v. Chr. gebruikt en bleef populair in zowel beeldhouwkunst als architectuur. Zowel de beelden als de bouwkundige onderdelen van het Parthenon zijn van Pentelisch marmer gemaakt.
Familie van bloeiende planten met ongeveer 50 genera en 900 soorten. De aantallen variëren afhankelijk van de classificatie.
Vaten met een geperforeerde bovenkant voor het strooien van peper op voedsel. Worden gemaakt in een verscheidenheid van vormen en materialen en vormen vaak een paar met een zoutvaatje.
As, gravel en vulkanisch materiaal, samengeperst tot een gesteente dat opvallend donker groengrijs is, opgevuld met zwarte fragmenten die op peperkorrels lijken, vandaar de naam. Het wordt gebruikt voor trappen en fonteinbodems, omdat het steviger wordt wanneer het nat wordt. Omdat het gevoelig is voor hitte en vorst, wordt het alleen in goede staat ondergronds gevonden. Mijnen waar dit gesteente wordt gedolven, zijn te vinden bij Albano en het kasteel van Marino in Italië.
Kleine handbediende apparaatjes die worden gebruikt voor het opslaan en vermalen van peperkorrels.
Wollen kledingstukken gedragen door vrouwen in het oude Griekenland; vaak open aan één kant en met spelden vastgemaakt op beide schouders.
Het bewust worden van objecten, eigenschappen of verhoudingen door zintuiglijke organen; omvat ook het ontvangen, verwerken en interpreteren van zintuiglijke waarnemingen.
Staat, kwaliteit of conditie van juistheid, volledigheid, defectloosheid en/of verrukkelijkheid.
Fijn gepunte of getande wielen die aan het eind van een handvat zitten en worden gebruikt om papier te perforeren langs de lijnen van een tekening om deze over te brengen naar een ander oppervlak.
Verwijst naar een afwijkende stijl aardewerk dat werd vervaardigd in het begin van de eerste eeuw v.Chr. Hoewel de naam verwijst naar de stad Pergamon, werd het aardewerk op vele plaatsen in Griekenland, Klein-Azië en het Midden- Oosten vervaardigd. Het aardewerk kenmerkt zich door een gepolijste buitenzijde in verschillende kleuren, een donkerrode glans en dessins die meestal zijn ingesneden of ingedrukt.
Verwijst naar de stijl in de Hellenistische beeldhouwkunst die zich concentreerde in Pergamon, in Klein-Azië, tijdens de 2de en 3de eeuw v. Chr. Het meest bekende voorbeeld is het Grote Altaar van de tempel van Zeus. De stijl kenmerkt zich door de weergave van dramatische bewegingen, extreem ontwikkelde spieren, en intense emoties.
Bouwconstructies voor tuinen bestaande uit latten en ondersteund door op gelijke afstanden van elkaar geplaatste palen of zuilen; vaak bekleed met klimplanten zoals druiven of rozen, om schaduw te geven aan een pad of doorgang. Te onderscheiden van 'priëlen' die minder uitgebreid zijn in omvang en opbouw en die geen pad begeleiden.
Te gebruiken voor kleine tot middelgrote vaartuigen die zijn gebouwd op een bodem van boomstammen, hetzij als een soort vergrote boomstamkano hetzij, alhoewel minder vaak, als vaartuig gemaakt van aan elkaar bevestigde boomstammen. Ze hebben meestal een open ruim in het midden en worden zeilend, roeiend of bomend voortbewogen; komen veel voor in het zuidwesten van de Verenigde Staten en Zuid- en Midden-Amerika.
Omheinende muren of zuilenrijen die een temenos of heilig afgezonderd gedeelte omringen, en wordt daarom soms gebruikt ter aanduiding van het omheinde gedeelte zelf.
Verwijst naar een periode in de prehistorische vervaardiging van werktuigen die volgt op de Mousterién-nijverheid in het hoog-paleolithische Europa. Het is genoemd naar een gebied in het zuiden van midden-Frankrijk. De periode overlapt enigszins met de laat-paleolithische nijverheid en werd gevolgd door het Solutréen. De Périgordien-nijverheid kenmerkt zich door de fijn getande gereedschappen in Mousterién-stijl, stenen messen met een scherpe en een platte kant, en verschillende schrapers, boren, graveerstiften, kleine lemmeten en hangers.
Een gestandaardiseerde kaart met de chemische elementen, gerangschikt op atoomnummer en verdeeld in horizontale rijen en verticale kolommen, de zogeheten perioden en groepen, waardoor elementen met dezelfde eigenschappen in dezelfde kolom staan.
Binnenplaatsen aan de achterzijde van antieke Romeinse huizen, gewoonlijk een tuin omgeven door een zuilengang.
Hieronder vallen de colonnades die een gebouw omgeven, zoals een Griekse tempel en Romeinse patio's die omgeven worden door een colonnade.
Doorzichtig of ondoorzichtig materiaal dat van het vel van een kalf, schaap of geit wordt gemaakt. Het vel wordt gekalkt, onthaard, afgeschraapt en onder spanning gedroogd zodat een dun, sterk materiaal ontstaat om op te schrijven, boeken mee te binden of voor andere doeleinden. Gebruik 'velijn' voor kalfsperkament van een betere kwaliteit. De benamingen perkament en velijn werden en worden nog steeds met elkaar verward en door elkaar gebruikt.
Studiegebied waarin men zich bezighoudt met het ontwerpen en creëren van productieve, weinig onderhoud vergende landbouwsystemen en stedelijke omgevingen die de diversiteit, stabiliteit en het herstellingsvermogen hebben van natuurlijke ecosystemen .
Verwijst naar de laatste fase van de Gotische architectuurstijl in Engeland, zoals in het begin van de 19de eeuw omschreven door de architect en oudheidkundige Thomas Rickman. De term werd oorspronkelijk voornamelijk gebruikt voor de vensterkaders van het eind van de 14de eeuw, maar tegenwoordig algemener, voor de volledige stijl en voor een langere periode, grofweg van 1330 tot de 17de eeuw. De stijl kenmerkt zich door een dicht gebruik van patronen, het waaiergewelf, het vervangen van omvangrijke bolle pijlers door elementen die bestaan uit een netwerk van elegante, rechte lijnen, het gebruik van verticale raamstijlen en regelmatige horizontale verdelingen van de raamstijl. Dezelfde dessins werden in het omliggende metselwerk toegepast. Het algemene effect in de binnenruimte was dat van een verfijnde, kwetsbare kooi die werd omzoomd door stevig metselwerk.
Zakelijke ondernemingen, zowel particuliere bedrijven als die welke behoren aan landen of internationale organisaties, die nieuwsberichten en foto's uit de hele wereld of een bepaald land verzamelen, schrijven, en verschaffen aan kranten, tijdschriften, omroepen, overheidsinstanties en andere gebruikers die zich abonneren op hun diensten.
Officiële of gezaghebbende verklaringen die aan de pers worden verstrekt, gewoonlijk door een pr-bureau of overheidsinstantie. Gebruik 'persmappen' voor mappen met promotiemateriaal die aan de pers worden uitgedeeld.
Hout van de boom behorende tot het genus Diospyros, gebroken wit van kleur met een fijne textuur en een rechte nerf. Het wordt alleen gebruikt voor speciale doeleinden, zoals de vervaardiging van schietspoelen voor de textielindustrie.
Het editen van een document op juistheid en consequentie wat betreft interpunctie, spelling, grammatica en stijl, voorafgaand aan publicatie.
Mappen met promotiemateriaal die aan de pers worden uitgedeeld, bijvoorbeeld tijdens een persconferentie. Gebruik 'perscommuniqués' voor officiële of gezaghebbende verklaringen die aan de pers worden verstrekt, gewoonlijk door een pr-bureau of overheidsinstantie.
Periodieken die worden geproduceerd door een organisatie, vooral een commerciële of industriële onderneming, en die zijn bedoeld om intern te worden verspreid of om aan klanten te worden verstrekt.
Treinstellen die onderweg kantoren en slaapverblijven bieden voor conducteurs en treinbeambten en die achteraan goederentreinen zijn bevestigd.
Gebouwen op het terrein van de landgoederen en parken gebruikt als de individuele woningen voor werknemers, zoals conciërges of poortwachters. Voor constructies gelegen aan de toegangsweg naar het terrein, en die al dan niet woontruimtes bevatten, gebruik "poortgebouwen."
De hiërarchie Personen bevat descriptoren voor individuele mensen en groepen mensen die geen organisaties vormen. Er zijn personen opgenomen naar het beroep of de activiteit die zij uitoefenen, zoals restauratoren, naar hun biologische of sociale rol, zoals ouders, en naar andere kenmerken zoals het aanhangen van een bepaalde overtuiging (bijvoorbeeld pacifisten) en sociale of lichamelijke omstandigheden (bijvoorbeeld daklozen). Ook zijn er descriptoren van groepen personen naar activiteit (bijvoorbeeld steelbands) en naar sociale, geestelijke of lichamelijke omstandigheden (bijvoorbeeld armen). Relatie met andere hiërarchieën. Descriptoren voor georganiseerde groepen personen (bijvoorbeeld verenigingen en naties) zijn te vinden in de hiërarchie Organisaties. Descriptoren voor takken van wetenschap, specialisatiegebieden en beroepsgroepen zijn te vinden in de hiërarchie Vakgebieden (bijvoorbeeld wiskunde, ruimtelijke ordening, museologie).
Wordt gebruikt voor vervoerssystemen opgebouwd uit kleine, machinaal aangedreven en op eigen kracht voortbewegende voertuigen, meestal met rubberen wielen op betonnen rails, met eigen afzonderlijke sporen.
Te gebruiken voor gewone treinstellen waar passagiers in worden vervoerd tijdens ritten overdag.
Artistiek middel waarbij menselijke eigenschappen aan een abstract kenmerk, dier of levenloos voorwerp worden toegeschreven en toegekend.
Verwijst naar alle grafische technieken waarmee wordt getracht diepte te suggereren, meestal op een tweedimensionaal vlak, door middel van een geometrische projectie waarbij een of meer verdwijnpunten, verkortingen en/of atmosferische effecten worden gebruikt. Onder deze technieken vallen terugwijkende lijnen, kleurgradaties, tint en textuur, en mate van helderheid. In de westerse kunst verwijst de term meestal naar de geometrische techniek van lineair perspectief, die in de vroege renaissance werd uitgevonden en die was gebaseerd op oude Griekse en Romeinse modellen. Hoewel de betekenis enigszins overeenkomt met 'projectie', wordt dit laatste begrip voornamelijk gebruikt voor technische en architectonische tekeningen die de nadruk leggen op de rekenkundige eigenschappen van de afgebeelde voorwerpen. 'Perspectief' wordt gebruikt voor kunstwerken en weergaven met vervormingen van lengte, hoeken, vormen en de rechtheid van lijnen die zich optisch lijken voor te doen als voorwerpen terugwijken in de diepte.
Verwijst naar tekeningen waarbij gebruik wordt gemaakt van perspectief: een systematische techniek die de illusie schept dat de beeldelementen geleidelijk in de diepte verlopen vanuit een tweedimensionaal oppervlak.
Ruimten waar persmensen evenenten kunnen bijwonen, zoals bijvoorbeeld bij sportevenementen en politieke bijeenkomsten, en die meestal zijn uitgerust met communicatiefaciliteiten.
Verwijst naar de grote, ronde, sappige vrucht met één pit, afkomstig van een vrij kleine boom die behoort tot het genus Prunus persica, welke oorspronkelijk uit China zou komen, en die in warmere streken overal ter wereld wordt gekweekt. De vrucht heeft een geelroze kleur en een donzige schil met een roodachtig gele kleur.
Verwijst naar de cultuur die zich in de oudheid ontwikkelde in het geografische gebied van het huidige Iran.
Kleine boom die inheems is in Iran, vooral in het Alborz-gebergte in het noorden. De bloemen, die groeien voordat er bladeren zijn, hebben hangende meeldraden en bruine bladachtige bracteeën, maar geen bloemblaadjes. Men kweekt ze vanwege de mooie kleur van de bladeren in de herfst.
Verwijst naar kruissteekborduurwerk waarin het ontwerp wordt uitgevoerd op canvas of stof met circa zes tot twintig mazen per strekkende centimeter, waardoor kleine, fijne steken mogelijk zijn.
Kleine tafels die verschillende rijen laden boven elkaar hebben en meestal op hoge poten staan.
Hieronder vallen alle mogelijke verzoekschriften en handtekeningenlijsten die aan een bevoegde autoriteit worden uitgereikt, en waarin om het nemen of nalaten van een of andere maatregel wordt verzocht
Het doen van een formeel geschreven verzoek aan een hogere autoriteit.
Grote vormen en afbeeldingen die met rotsen of keien zijn gemaakt op vast gesteente of een andere ondergrond in de openlucht, gewoonlijk door volkeren uit de oertijd.
De wetenschap die zich bezighoudt met de oorsprong, geschiedenis, vindplaatsen, structuur, scheikundige samenstelling en classificatie van stenen.
Langwerpig zaaddoosje dat meestal droog en openspringend is; strikt genomen is de benaming slechts van toepassing op peuldragende en kruisbloemige planten, maar bij uitbreiding wordt hij ook gebruikt voor andere langwerpige vruchten.
Omvat activiteiten en ervaringen die zijn bedoeld om veranderingen te bewerkstelligen op het gebied van de ontwikkeling van kinderen vanaf de geboorte tot aan de eerste jaren van het basisonderwijs.
Aanduiding voor speelterreinen die speciaal voor jonge kinderen, met name peuters, bestemd zijn.
Onderwijsinstellingen voor kinderen die te jong zijn voor de kleuterschool en verplicht onderwijs, maar oud genoeg om deel te nemen aan bepaalde educatieve en sociale activiteiten, meestal in de leeftijd van 2,5 tot 4 jaar. Peuterklassen verschillen van kinderdagverblijven omdat er meestal gekwalificeerde beroepskrachten werken, die educatieve spellen stimuleren en begeleiden en niet slechts kinderopvang bieden.
Te gebruiken voor Oud-Romeinse decoratieve metalen schijven of knoppen, door mannen op de borst gedragen als militair onderscheidingsteken of sieraad; ook te gebruiken voor vergelijkbare versierselen op paardentuig. Mogelijk van Keltische oorsprong.
Oud-Griekse houders in de vorm van een ondiepe kom zonder handvatten, vaak met een bodem die in het midden iets omhoog is geduwd. Gebruikt om uit te drinken of voor plengoffers van wijn of olijfolie bij oude Griekse rituelen. De plengoffers werden over een altaar gegoten ter ere van de goden of over een begraafplaats om de zielen van de overledenen te eren. Gebruik 'paterae' voor vergelijkbare Oud-Romeinse houders.
Verwijst naar de Griekse stijl in de beeldhouwkunst die door Phidias werd gemaakt tijdens de tweede helft van de 5de eeuw v. Chr. De stijl is gebruikt voor het beeldhouwwerk van het Parthenon en kenmerkt zich door naturalisme, monumentaliteit en een ingetogen grootsheid die tot uiting komt in eenvoudige houdingen en gebaren die blijk geven van een meesterlijke kennis van de menselijke anatomie.
Verwijst naar de overgangsfase van circa 2.500 tot 2.300 v. Chr. op het eiland Cyprus, tussen het eind van de chalcolithische periode en het begin van de vroeg-Cypriotische periode. Genoemd naar de archeologische vindplaats Philia. Het aardewerk uit de periode omvat zowel laat-chalcolithische en vroeg-Cypriotische producten en ontwerpen, met parallellen in het zuidwesten van Turkije.
Foto's vervaardigd door positieve afdrukken van een negatief te maken, waarbij de lichtgevoelige laag wordt gevormd door een zilververbinding van keukenzout en zilvernitraat. Gebruik 'zoutdrukken' voor dergelijke afdrukken na de verbetering van het procédé door de bedenker ervan, William Henry Fox Talbot, in 1840. Te onderscheiden van 'kalotypieën', negatieven vervaardigd met het kalotypieprocédé.
Dit verbeterde proces van William Henry Fox Talbot voor het produceren van een drukplaat van een foto werd in 1858 gepatenteerd. Na het instrijken van een koperen plaat met bichromaat stelde Talbot de plaat bloot aan licht onder een positieve transparant. Vervolgens werd de plaat bedekt met hars in poedervorm en gelijkmatig verwarmd om de harsachtige deeltjes te verdelen. De plaat werd daarna geëtst in een zuuroplossing die de gel oploste en diezelfde gebieden etste. Na het reinigen werd de plaat geïnkt, afgeveegd en afgedrukt op papier. Hij leidde de term photoglyph af van het Griekse woord voor 'gekerfd licht'.
Verwijst naar de periode in de 8ste eeuw v. Chr. waarin het Phrygische koninkrijk floreerde in het westen van Anatolië, met name onder de heerschappij van koning Midas. De kunst uit deze periode kenmerkt zich door een mengeling van lokale tradities en neo-Hettitische inspiratie uit het oosten van Anatolië, en staat bekend om haar monumentaliteit.
Familie die drie soorten zeezoogdieren in twee genera omvat: Physeter, de reuzenpotvis, en Kogia, een genus dat twee soorten potvissen omvat: de kleinste potvis en de dwergpotvis.
Toetseninstrumenten die een combinatie zijn van piano en orgel, elk met een eigen toetsenbord; eind 19de eeuw.
Korte, buisvormige fluiten met cilindrische boring, wijd uitlopend aan het einde, 2 vingergaten en 1 duimgat aan de onderzijde; Londen, 1856.
Verwijst naar muziekinstrumenten die de kleinste van hun familie zijn met de hoogste toonhoogte.
Personeel in een hotel of club dat de gasten naar hun kamers begeleidt, hen helpt met hun bagage en boodschappen doet.
Kleine fluiten die een octaaf hoger klinken dan de gebruikelijke orkestfluiten maar dezelfde vingerzetting en hetzelfde kleppenmechaniek gebruiken.
Genus van ongeveer 35 soorten naaldachtige groenblijvende bomen uit de familie Pinaceae, orde Pinales, die voorkomen in noordelijke en Arctische gebieden. Volgroeide bomen kunnen 20-60 meter hoog worden. Ze zijn te onderscheiden van vergelijkbare geslachten door de spiraalvormige takken, de conische vorm met naaldachtige bladeren die in een spiraalpatroon afzonderlijk zijn bevestigd aan de takken en het feit dat de takken ruw zijn in plaats van glad. Omdat de naalden gedurende de gehele levensduur van de boom uitvallen, geven de bladkussentjes waar de naalden aan waren bevestigd de takken een blijvend ruw uiterlijk. Het genus bestaat uit ongeveer 40 soorten groenblijvende sier- en productiebomen, inheems in de gematigde en koude streken van het noordelijk halfrond. Het zijn piramidevormige bomen met spiraalvormige takken en een dunne schilferige schors.
Soort spar uit het oosten die inheems is in Noord-Amerika, van oostelijk Quebec tot Nova Scotia in Canada en van New England tot North Carolina in de Verenigde Staten. De boom kan 40 meter hoog worden. De soort was bijna verdwenen door overmatige kap, maar werd gered toen de overheid in 1911 grote gebieden aankocht voor nationale bossen.
Manden met een deksel, vaak met een scharnierende klep en twee beweegbare hengsels, vooral bestemd om voedsel en eetgerei in mee te nemen naar een picknick.
Te gebruiken voor kleine vrachtwagentjes met afgesloten bestuurderscabines en rechthoekige, open achterbakken met lage zijkanten, waarmee lichte vrachten kunnen worden vervoerd.
Beschrijft de kunst van de Picten, de bewoners van het gebied dat nu het noorden en oosten van Schotland uitmaakt en zich uitstrekt van Caithness tot Fife, uit de periode vanaf de Romeinse bezetting van Britannia (halverwege de 1ste eeuw n. Chr.) tot de 9de eeuw. Het gebruik van tatoeages heeft mogelijk geleid tot de Romeinse benaming Picti, oftewel beschilderde mensen. Pictische kunst is bekend om de gestileerde, krachtige schoonheid van de gegraveerde herdenkingsstenen en kruisen. Er is ook wel Pictisch zilverwerk bekend.
Zeer vereenvoudigde of conventionele afbeeldingen die symbool staan voor datgene wat is afgebeeld; kunnen worden gebruikt als schrifttekens die corresponderen met individuele woorden of fonetische elementen in een taal. Wordt ook gebruikt voor bepaalde prehistorische afbeeldingen en lineaire ontwerpen met onduidelijke betekenissen. Te onderscheiden van 'iconen' op computerschermen.
Kleine afbeelding of symbooltje op een computerscherm of in een grafische gebruikersinterface, bedoeld om een bestand of functie aan te duiden.
Alternatieve harnasstukken die konden worden verwisseld met andere stukken in een uitrusting om het aan te kunnen passen voor verschillende doeleinden.
Decoratieve motieven die bestaan uit driedelige, gespleten lobben gevormd door inkepingen aan het einde van de afgeplatte steel van lepels en vorken; vooral gebruikt op bestek uit de 17e en 18e eeuw.
Wordt gebruikt voor klokken die elk met hun eigen afneembare voetstuk zijn ontworpen.
Speren met een stalen kop met een zeer scherpe punt en soms met een haak of een punt aan de zijkant, doorgaans 5 tot 6 meter lang en met een kleine blad- of ruitvormige kop; door de infanterie gebruikt als afweermiddel tegen de cavalerie van het eind van de 15e eeuw tot halverwege de 17e eeuw.
Verwijst naar structuren die zich vanaf de kustlijn over een gedeelte van de zee of een getijdenrivier uitstrekken, ter bescherming of gedeeltelijke omsluiting van een haven en als landingsplaats voor vaartuigen, of die bedoeld zijn als locatie voor recreatie en amusement. Een pier kan ook de vorm hebben van een in het water uitstekende landingsplaats of havendam langs de oever van een rivier of meer. Gebruik 'aanlegsteigers' of 'kades (aanlegplaats)' voor structuren die langs of evenwijdig aan de kunstlijn zijn aangelegd en bedoeld zijn voor het aanleggen, laden of lossen van vaartuigen.
Een religieuze ideologie die in de 17de en 18de eeuw binnen het lutheranisme ontstond als hervormingsbeweging en als reactie op het starre protestantse dogmatisme. Het piëtisme legt de nadruk op goede daden, bestudering van de Bijbel en vroomheid. Het piëtisme beïnvloedde bewegingen en ideologieën zoals de evangelische leer, het methodisme en de Moravische broeders.
Inlegwerk waarbij men harde en gepolijste steentjes in marmer of een ander hard materiaal heeft gezet. Een Florentijnse specialiteit, vaak gebruikt voor decoratieve tafelbladen en kleine wandpanelen. Het enkelvoud ���pietra dura' verwijst in Italië naar inlegwerk met één enkele steensoort, maar buiten Italië gebruikt men de term ook wanneer er sprake is van meerdere steensoorten. Dit soort inlegwerk maakte men al in het klassieke Rome, en de gebruikte technieken voor het snijden van de harde steensoorten werden in de zestiende eeuw opnieuw toegepast in Florence. Daar creëerde men onder de bescherming van groothertog Cosimo I de' Medici een werkplaats waar decoratieve panelen werden gemaakt. In 1588 kreeg dit atelier de naam Opificio delle Pietre Dure. De harde stenen die men gebruikte waren halfedelstenen als agaat, chalcedon, jaspis en lazuursteen. Men gebruikte geen marmer of edelstenen. Over het algemeen hebben de stenen een hardheid tussen 6 en 10 op de hardheidsschaal van Mohs, dat wil zeggen: een hardheid tussen die van orthoklaas en diamant in (lazuursteen is een uitzondering).
Procedé dat aan het eind van de 20ste eeuw is bedacht door Jon Cone, waarbij speciale monochromatische inkten met software worden gecombineerd om inkjetafdrukken in zwart-wit te maken met consumentenprinters.
Instrumenten voor het meten van de samendrukbaarheid van vloeistoffen, bijvoorbeeld van water in een put.
Schalmeien uit de regio Abruzzi in Italië, over het algemeen gebruikt om doedelzakken te begeleiden.
Te gebruiken voor alle relatief onoplosbare organische, anorganische, natuurlijke of kunstmatige substanties die kleur afgeven aan een andere substantie of een ander mengsel en die altijd dezelfde eigen kleur hebben wanneer ze onder wit licht worden gezien. Het is het bestanddeel van verf of inkt dat voor de kleur zorgt.
Gebeeldhouwde objecten in verschillende vormen, vaak bedekt met ingewikkeld snijwerk, gemaakt van een pasta van gedroogde tukula vermengd met andere ingrediënten zoals zand, water en palmolie, door de Kubavolkeren in de Democratische Republiek Congo (voorheen Zaïre). Ze worden gebruikt als gedenktekens voor hun overleden eigenaren. Het pigment kan gebruikt worden door de blokken te bevochtigen en dan te wrijven.
Projectielen die meestal bestaan uit een rechte, dunne schacht met vooraan een scherpe punt of een scherpgerande of puntige kop van metaal of steen, die worden afgeschoten met een boog. Meer ontwikkelde versies hebben ook veren aan het uiteinde om hun vlucht te stabiliseren.
Wordt gebruikt voor losstaande onderdelen van een fundering van metselwerk, die belastingen overbrengen naar een dragende laag. Te onderscheiden van 'palen', die kleiner zijn en kunnen zijn gebundeld.
Het puntige of snijdende uiteinde van een pijl.
Wordt gebruikt voor lichte, puntige projectielen die op pijlen of korte werpsperen lijken, vaak met veren aan het uiteinde van de schacht, en die met de hand worden geworpen of afgeschoten met blaasroeren. Wordt ook gebruikt voor kleine projectielen met een soortgelijke vorm die worden gebruikt in het darten.
Stam van 7 bestaande genera met ongeveer 50 soorten en één fossiel genus. Het zijn kleine wormachtige zeedieren met doorzichtige, doorschijnende of opake pijlvormige lichamen.
De lichamelijke en emotionele gewaarwording die bestaat uit een fysiologische en gevoelsmatige reactie op een ongewenste gebeurtenis. Dient vaak als waarschuwingsmechanisme om organismen te beschermen tegen dreigend of mogelijk letsel doordat het organismen stimuleert zich terug te trekken om schadelijke prikkels te vermijden.
De dikke harsachtige afscheiding van een pijnboom (pinus pinaster) uit zuidelijk Europa, met name Frankrijk.
Buisvormige leidingen, meestal waterdicht, voor het transport van vloeistoffen of gassen. Gebruik 'pijpwerk (onderdelen van loodgietersystemen)' voor het geheel van pijpen, buizen en hulpstukken in afvoersystemen.
Rookgerei voor het genieten van tabak en andere roesmiddelen; bestaat meestal uit een steel met mondstuk en een kopje waarin het te roken product wordt verbrand.
Type fijne witte klei die wordt gebruikt om pijpen en fijn aardewerk te maken. Kan ook verwijzen naar een witte, loodgeglazuurde faience, geïntroduceerd door Jacques Chambrette in Lunéville (Lotharingen) in 1748 en daar ook ongeglazuurd gebruikt voor dubbelgebakken figuren en figuurgroepen.
Rookgerei dat wordt gebruikt om pijpen aan de binnenzijde te reinigen, gewoonlijk bestaande uit buigzaam draad dat is omwikkeld met plukjes stof.
Voorwerpen die worden gebruikt om de tabak in een pijpenkop te duwen. Bestaan uit een plat, rond uiteinde aan een versierd handvat dat meestal van koper of zilver is gemaakt.
Stukken pijp, leidingen en montagestukken in loodgieterswerk en regenwaterafvoersystemen
Historische benaming die vooral in het begin van de 19e eeuw werd gebruikt voor eettafels met poten die uit een pilaar steken en eindigen in klauwen.
Rechthoekige kleden die zijn bedoeld om een zuil of paal in Lamaistische tempels te omcirkelen. Zij hebben geen zijranden en hun ontwerp is niet compleet tenzij de uiteinden van de kleden elkaar raken.
Verwijst naar relatief geïsoleerde, stevige dragende elementen van metselwerk of ander materiaal, ontworpen om verticale druk te dragen, waaronder een vierkante of rechthoekige pilaar of pilaster, het massieve metselwerk tussen deuren en ramen, de pilaren waarop een boog rust of de pilaren of stijlen van een poort of deur. Een pijler kan ook een massieve structuur van metselwerk of ijzerwerk zijn die een telescoop of een ander groot instrument ondersteunt. Worden soms onderscheiden van zuilen of palen doordat ze massiever zijn en vaak vierkant of rechthoekig in dwarsdoorsnede. Gebruik 'zuilen (bouwelementen)' voor cilindervormige stutten en voor alle stutten in staal- en betonconstructies; gebruik 'palen' voor houten stutten die vierkant zijn in dwarsdoorsnede.
Verwijst in de architectuur naar afzonderlijke verticale bouwelementen, als monoliet of in rijen gebouwd, en gemaakt van steen, baksteen, hout, metaal of een ander vast materiaal. Ze zijn slank of smal in verhouding tot de hoogte en hun doorsnede kan iedere vorm hebben. Een zuil fungeert meestal als verticale drager voor een bovenbouw, als stabiel bevestigingspunt voor een zwaar of oscillerend object, of is vrijstaand, als opvallend monument of ornament. De term kan ook verwijzen naar een natuurlijke pilaarvormige steen of andere formatie. De betekenis van het woord 'pilaar' is meeromvattend dan die van 'zuilen', 'palen' of 'pijlers', waarbij het in feite om pilaren met een bepaalde vorm, verhouding of functie gaat; een 'pilaar' kan in principe elke van deze betekenissen hebben.
Weinig uitspringende pijlers of rechthoekige zuilen die slechts gering uit een muur steken en die zich, bij klassieke architectuur, voegen naar een van de (bouw)orden. Ook algemeen bij meubels.
Een steen die wordt gebruikt voor het maken van muurpijlers of enigszins uitstekende pijlers, waarvan het eind zo is gekarteld of gekerfd dat het gemakkelijker aansluit op de ondersteuning en zo de versteviging van de muur verbeterd.
Soort kalotten, soms met een punt, die vooral door de oude Grieken en Romeinen werden gedragen en door geestelijken.
Verwijst naar stijl en cultuur van vroege Britse kolonisten aan de oostkust van de huidige Verenigde Staten, inclusief de cultuur van de Engelse Puriteinen die in 1620 de kolonie van Plymouth, Massachusetts stichtten en de culturen van andere 17de-eeuwse Britse nederzettingen.
Houders, ca. 3 x 5 cm., in allerlei vormen en van allerlei materialen, voor het bewaren van pillen.
Wordt gebruikt voor zuilen en pijlers die tot op de grond reiken, gebouwd aan of zichtbaar vanaf de buitenkant en die een gevoel van openheid geven onder een groot, massief gebouw, zoals in de architectuur van Le Corbusier en zijn volgelingen.
Werpsperen, doorgaans met een lange, smalle kop, bevestigd aan de stok door middel van een flens of een holte, en een gewicht onder de kop aan de stok om evenwicht en baan te verbeteren; behorend tot de uitrusting van Romeinse soldaten vanaf de Republikeinse periode tot de 4e of 5e eeuw nc.
Lange bastvezels die worden verkregen uit de bladeren van de soort Ananas comosus, inheems in het tropische deel van Amerika. De vezels zijn fijn, zacht, glanzend en lichtcrème van kleur. Ze zijn bestand tegen zout water, sterk, bestendig en eenvoudig te reinigen; ze worden gebruikt voor textiel, touw en papier.
Term die tegenwoordig wordt gebruikt om te verwijzing naar Oudgriekse plaquettes of siertegels, hoewel met de term feitelijk een schilderij op een houten plank wordt bedoeld, en niet een keramische tegel.
Tweede grootste boot van een oorlogsschip, sterk gebouwd en desnoods bewapend met een stuk geschut, kon worden geroeid door 8 tot 16 riemen, of met een mast en een sloepzeil worden uitgerust.
Camera's waarvan de lensopening niet een lens is maar een klein gaatje in ondoorzichtig materiaal, zoals aluminiumfolie.
Een naam voor een soort kunstglas in de vorm geblazen in sierlijke patronen en vervaardigd in verscheidene tinten roze (door de Indiana Tumbler & Goblet company).
Wordt gebruikt voor verschillende kleine tot middelgrote voor en achter gelijke Europese vaartuigen uit de 15e tot en met de 19e eeuw die worden gekenmerkt door een smalle of overhangende achtersteven, soms met een valse spiegel die ook well "pink stern" wordt genoemd.
Een christelijke vernieuwingsbeweging die de nadruk legt op de afdaling van de Heilige Geest op de apostelen tijdens de eerste christelijke pinksterdag. De moderne pinksterbeweging ontstond in 1901 in de Verenigde Staten toen Charles Parham een verband legde tussen de doop en het spreken in tongen. Ook de terugkeer van profetie en gebedsgenezing is een onderdeel van de pinksterbeweging. Pinksterkerken kenmerken zich door de uiteenlopende vormen van participatie en informaliteit in de eredienst en door hun letterlijke uitleg van de Bijbel. De beweging spreekt armen en laagopgeleiden waarschijnlijk deels aan omdat er in het algemeen meer nadruk wordt gelegd op spirituele beleving dan op intellectuele reflectie. Zendingswerk heeft gewoonlijk een hoge prioriteit maar de vorming van een vertegenwoordigend lichaam van pinkstergemeenten stuit op veel weerstand, evenals de oecumenische beweging. Sinds de jaren 60 van de 20ste eeuw is de pinksterbeweging ook opgedoken binnen de rooms-katholieke, de protestantse en de Grieks-orthodoxe kerk.
Kleine bevestigingsmiddelen, met een puntig of taps toelopend uiteinde en gemaakt van uiteenlopende materialen, die worden gebruikt om iets vast te pinnen of iets vast te maken.
Animatietechniek, medio jaren 30 uitgevonden door Alexandr Alexejev en Claire Parker, waarbij gebruik wordt gemaakt van een verticaal metalen oppervlak dat is geperforeerd door miljoenen gaatjes met koploze pennetjes; bij het indrukken van de pennetjes ontstaan schaduwen en door de stand van de pennetjes te veranderen en het resultaat beeld voor beeld op te nemen, wordt een animatie-effect bereikt wanneer de film op normale snelheid wordt afgedraaid.
Harde pijnboomsoort die inheems is in Midden-Amerika, Cuba, de Bahama's en de Turks & Caicos-eilanden en in tropische en subtropische naaldbossen. Er zijn drie variëteiten, die in sommige classificaties als afzonderlijke soorten worden beschouwd.
Kleine, struikachtige pijnboom die in de Amerikaanse staten Florida en Alabama voorkomt en een hoogte van 5-10 m kan bereiken. Hij groeit uitsluitend op onvruchtbare zandgronden met goede afwatering, waar de concurrentie van groter wordende soorten sterk is beperkt door de zware groeiomstandigheden, zoals in de Florida scrub, een met struikgewas bedekte ecoregio in de Amerikaanse staat Florida.
Pijnboomsoort die inheems is in de oostelijke hooglanden van Cuba. De daarmee nauw verwante Pina occidentalis, die voorkomt op het naburige eiland Hispaniola, wordt in sommige classificaties beschouwd als dezelfde soort als de Pina occidentalis.
Dennenboom die inheems is in het zuidoosten van de VS en 30 meter hoog kan worden. De Engelse naam ���slash pine' verwijst naar het gebied waarin de boom voorkomt: begroeid moerasachtig land.
Pijnboomsoort die wordt aangetroffen op de kustvlakten van het zuiden van South Carolina tot aan het noorden van Florida en van het westen tot het zuiden van Louisiana in de VS. Deze pijnboom groeit rechtstandig, is middelgroot en kan een hoogte van 20-35 m bereiken.
Groenblijvende boom met lange naalden die in bosjes groeien en een lange zuilvormige stam die 35 meter hoog kan worden. De boom komt voor in de vlakke gebieden aan de zuidkust van de VS, in het gebied dat zich uitstrekt van Texas tot Virginia en Florida. Het is in de VS een belangrijke bron van terpentijn, kraftpapier, karton en boekpapier. Het harde, stijve en slijtvaste hout gebruikte men ook voor schepen, kisten, vloeren, zware constructies, deuren en kozijnen.
Witte pijnboomsoort die inheems is in Japan, 15-25 m hoog kan worden en meestal even breed als hoog wordt. De naaldachtige bladeren groeien in groepjes van vijf.
Struikachtige pijnboomsoort die voorkomt in het noordoosten van Azië, met inbegrip van de Japanse eilanden.
Dennenboom die voorkomt in de vlakke gebieden aan de Atlantische kust in het oosten van de Verenigde Staten. De boom is herkenbaar aan het onregelmatig groeipatroon en de kromme takken. In de noordelijke gebieden ontstaan kruisingen met P. rigida. In sommige classificaties beschouwt men P. serotina als een ondersoort van P. rigida.
Den die inheems is in het zuiden en oosten van de Verenigde Staten, in het gebied dat zich uitstrekt van Texas tot Florida en Delaware. De boom kan 30 tot 35 meter hoog worden. Gewoonlijk vallen de naalden slechts eens in de twee jaar af, waardoor de soort een groenblijvend karakter heeft. Het woord ���loblolly' in de Engelse naam betekent ���moeras', maar de bomen groeien ook in andere habitats.
Personen die als eerste een gebied betreden of zich er vestigen, daarbij de mogelijkheid openend voor bewoning van en ontwikkeling door anderen.
Spits toelopend buisje om kleine hoeveelheden vloeistof met grote nauwkeurigheid op te nemen en over te brengen of af te meten.
Kleine metalen of aardewerken potten of pannen met een rechte steel, vooral gebruikt bij het koken.
Misdadigers die in schepen over zee reizen met de bedoeling om anderen op een georganiseerde manier aan te vallen en te beroven. Piraten zijn door de hele geschiedenis actief geweest, maar de term wordt vooral gebruikt voor het beschrijven van piraten die actief waren tussen de 16e en de 19e eeuw.
Tafelstukken, bestaande uit een aantal glazen voor snoepgoed of gelei op een glazen presenteerblad met een hoog glas in het midden, vaak trapsgewijs in drie lagen opgebouwd. Gebruik 'bonbonnières' voor samengestelde stukken, bestaande uit een hoge standaard met meerdere armen waaraan kleine mandachtige schaaltjes voor snoepgoed zijn bevestigd.
Het zonder toestemming reproduceren of gebruiken van een uitvinding of het werk van iemand anders, zoals een boek, opnames, computersoftware, intellectueel eigendom, enz., met name als er sprake is van plagiaat of een inbreuk op patenten of auteursrechten.
Waterreservoirs in Romeinse huizen, waar men ze gebruikte als zwembad of visvijver, of in openbare baden, waar ze fungeerden als koelbad. In middeleeuwse kloostergemeenschappen gebruikte men piscines als visvijvers, want vis was een belangrijk onderdeel van het dieet. Ze werden ook gebruikt in architectuurstijlen die de klassieke stijl imiteerden, met name in de achttiende eeuw. Zie ���piscines (christelijk toebehoren)' voor bassins met een afvoerkanaal die men in christelijke kerken gebruikte tijdens de liturgie.
Een bouwmateriaal dat bestaat uit stevige aarde of klei die tussen vormen in is gedrukt.
Een grofkorrelige kalksteen, hoofdzakelijk samengesteld uit gecementeerde pisolieten (erwtvormige aangroeilichamen), vaak gevormd van calciumcarbonaat, dat geproduceerd kan zijn door een biochemisch algenaanzettingsproces. Pisolieten zijn groter en minder regelmatig van vorm dan oölieten.
Te gebruiken voor deels afgeschermde openbare urinoirs, die op gemakkelijk te bereiken locaties zijn geplaatst, meestal bij de trottoirrand. Te vinden in bepaalde Europese landen.
Genus van 9 soorten sterk geurende bomen en heesters die overwegend inheems zijn in Europa en Azië. Eén soort komt voor in het zuidwesten van Noord-Amerika en een andere soort op de Canarische Eilanden.
Kleine soort van tweehuizige groenblijvende heesters of kleine bomen die inheems is in het Middellandse Zeegebied en die vier m hoog kan worden. Wordt gekweekt om zijn welriekende hars.
Wordt gebruikt voor omheinde, meestal ronde of ovale ruimten bestemd voor paardrijden.
Wordt gebruikt voor hellende banen van ijs of sneeuw die zijn bedoeld en worden onderhouden voor bepaalde wintersportactiviteiten, bijvoorbeeld skiën, bobsleeën of rodelen.
Gemodelleerde sokkels of plinten waarop het beeld van een godheid, of een lingam rust.
Cirkelvormige of geplette eivormige hulzen die zich uitstrekken door de bodemplaat van een lamp en die de pit bevatten. Verbranding van brandstof en pit vindt plaats bovenaan de huls.
Keukengerei, vaak keramisch, dat wordt gebruikt voor het warmhouden van de inhoud van een schaal, theepot of mok die op een holle standaard met een warmtebron staat.
Grote klassieke Griekse vaten voor het in grote hoeveelheden opslaan van vloeistoffen en vaste stoffen.
Instrumenten die zijn ontworpen om de relatieve snelheid van vloeistoffen te meten en die bestaan uit een smalle buis waarvan één eind naar de stroom toe is gedraaid, die is verbonden met een toestel dat de druk aangeeft.
Volgens de botanische definitie een vrucht met een structuur (kern) waarin de zaden duidelijk zijn gescheiden van het vruchtbeginsel. Een vrucht die kenmerkend is voor de pitvrucht is de appel. Kleine vruchten die doorgaans 'bessen' worden genoemd zijn eigenlijk pitvruchten, zoals haagbessen en de vruchten van het krentenboompje.
Te gebruiken voor de kleinste eenheid van elektrische weergave van door de computer gegenereerde beelden. Op een zwart-witscherm kent deze eenheid uitsluitend de positie aan of uit. Op een kleurenscherm wordt het aantal kleuren dat kan worden weergegeven, beperkt door de ‘pixeldiepte’ van het scherm, die in pixels wordt uitgedrukt; hoe hoger het aantal pixels, hoe hoger de resolutie (oplossend vermogen) van het weergegeven beeld.
Animatietechniek waarbij mensen of objecten achtereenvolgens worden gefilmd in diverse statische houdingen of standen, waardoor een onnatuurlijk of surrealistisch effect ontstaat wanneer de film op normale snelheid wordt afgedraaid. De techniek werd voor het eerst gebruikt door de Canadese filmmaker Norman McLaren in zijn korte film 'Neighbours' uit 1952.
De voortdurende aanwezigheid van ongedierte, vooral in groten getale.
Verwijst naar de draden of koorden die de tussenruimten van een net, gaas, raster of zeef omsluiten. De term kan ook verwijzen naar het materiaal dat door het plaatgaas wordt gevormd. Hieronder valt elk geweven, gebreid of geknoopt materiaal met een open textuur en regelmatig gespatieerde gaten, zoals ook textiel en in elkaar grijpende metalen koppelingen. Verder kan de term verwijzen naar de tussenruimten zelf in plaats van naar de draden die deze begrenzen. Als dit het geval is, verwijst de term naar de grootte van een net of raster. De grootte wordt aangegeven door het aantal openingen per inch of een andere lengtemaat.
Te gebruiken voor een ruimte of gebied in de wereld van dagelijkse ervaringen, die duidelijk en als één geheel wordt waargenomen en die naast fysieke kenmerken en eigenschappen ook emotionele, doelgerichte en sociale connotaties heeft. Gebruik 'locatie' voor de louter fysieke positie in het heelal die nauwkeurig kan worden omschreven door middel van geografische of astronomische maten, of door de positie in relatie tot geografische of astronomische elementen van de bebouwde omgeving.
Personen die optreden als portiers en begeleiders, verantwoordelijk voor het naar hun plaatsen escorteren van bezoekers in een theater, kerk, gerechtszaal of andere plaats van samenkomst.
Wordt gebruikt voor het complete onderzoek dat wordt uitgevoerd ter inspectie van het bodemoppervlak, de bodemsamenstelling en de algemene gesteldheid van een bepaald stuk grond.
Belichtingstechniek waarbij licht wordt verspreid over een relatief klein gebied of een beperkte ruimte, zonder de verlichting van de omgeving ervan wezenlijk te veranderen.
Tafelmatjes om het eet- en drinkgerei voor één persoon op te plaatsen.
Liggers die een plafond dragen. Ook kleine balken waaraan het plafond van een kamer is bevestigd.
Behang voor plafonds, vaak met kleine, terugkerende patronen of astronomische motieven.
Aanduiding voor half onder de grond gelegen bouwconstructies met aarden vloer en bekleed met heideplaggen; gebruik 'holwoningen' voor prehistorische huizen waarvan de verdiepingen meestal diep beneden grondniveau zijn gelegen.
Een groep van triclienveldspaten die wordt onderscheiden van alkaliveldspaten, die natrium- of kaliumrijk zijn.
Zware, voorladende geweren met een groot bereik die werden ontwikkeld voor gebruik in het westen van de Verenigde Staten, globaal tussen 1800 en 1870. Meestal hadden ze geen versieringen, waren ze gemaakt van gebruineerd metaal en uitgerust met percussiesloten en dubbele trekkers.
Een smalle strook papier, plastic, stof of ander materiaal die aan een of beide zijden is bewerkt met een hechtmiddel dat, afhankelijk van het type, wordt geactiveerd door water, oplosmiddelen, warmte of druk.
Wordt gebruikt voor albums waarin zich een grote verscheidenheid aan voorwerpen bevind, vooral wanneer deze voorwerpen als memorabilia dienen.
Aankondigingen die zijn bedoeld om te worden opgeplakt als advertentie, reclame of als kennisgeving van een activiteit, doeleinde, product of dienst. Wordt ook gebruikt voor in grote hoeveelheden geproduceerde decoratieve afdrukken die zijn bedoeld om te worden opgehangen. Voor kleine gedrukte aankondigingen die zijn bedoeld om handmatig te worden uitgedeeld wordt 'strooibiljetten' gebruikt.
Lange, getande platen die worden gebruikt om pleister af te vlakken en in te krassen, ter voorbereiding op de volgende deklaag.
Een pasta die wordt gebruikt om gaten en scheuren in pleisterwerk, wandplaat, hout of andere oppervlakken op te vullen.
In algemene zin is een planeet een betrekkelijk groot natuurlijk lichaam dat een baan rond de zon of een andere ster beschrijft en geen energie afkomstig van inwendige kernfusiereacties uitstraalt; een natuurlijk object dat een baan beschrijft rond een ster die geen bruine dwerg is maar groter is dan een asteroïde. In specifieke zin beantwoordt een planeet aan de volgende definitie: een object dat een baan rond de zon beschrijft, groot genoeg is om een ronde vorm te hebben gekregen door de krachten van de eigen zwaartekracht, en met een overheersende plaats in het gebied rond de beschreven baan.
Verwijst naar afbeeldingen die weliswaar op een plat oppervlak zijn afgebeeld maar het uitspansel voorstellen oftewel de sterren en sterrenstelsels binnen een ogenschijnlijk holle bolvorm die de hemel voorstelt zoals die vanaf het aardoppervlak zichtbaar is. Ze verschenen voor het eerst in Europa rond 1515, hoewel eenvoudige voorstellingen van de sterrenstelsels al uit het oude Egypte bekend waren. Planisferen vormen een specifieker begrip dan 'astronomische kaarten', aangezien 'planisferen' in specifieke zin verwijzen naar vroege afbeeldingen van de hemel op een plat oppervlak, waarbij het afgebeelde begrip de projectie van een bol op een plat oppervlak betreft; 'astronomische kaarten' kan verwijzen naar kaarten binnen een veel breder historisch kader, en dus niet uitsluitend naar kaarten waarbij de 'hemel' als concept zich op of in een bolvorm zou bevinden. Gebruik 'hemelglobes' voor de feitelijke weergave van de hemel op een bolvorm, in tegenstelling tot een projectie op een plat vlak.
Verwijst naar lange, brede, vierkant gezaagde vlakke delen geschaafd hout, die dikker zijn dan 'platen'. Een plank is meestal een stuk gezaagd hout dat bestemd is voor constructiewerk of andere doeleinden, met een dikte van vijf tot 15 centimeter en een lengte van 2 meter 50 of meer.
Wordt gebruikt voor tijdelijke plaathekken rond bouwterreinen.
Grote berichtgevingen of advertenties die bestaan uit één blad dat aan één of beide kanten is bedrukt, meestal met tekst en zonder afbeeldingen, en gedrukt om opengevouwen te worden lezen. Voor dichtgevouwen bladen waarvan de opdruk de vouwen niet overschrijdt wordt 'folders (drukwerk)' gebruikt.
Het terrein van de planning dat zich bezighoudt met het inrichten en verbeteren van de ruimtelijke ordening en invulling van stedelijke gebieden. Gebruik de term 'stedelijk beleid' voor het overkoepelend beheer van stedelijke gebieden, waarbij doelstellingen voor het leven in de stad worden geformuleerd, beleid wordt ontwikkeld en de stedelijke omgeving en diensten worden gepland, ontwikkeld, geïmplementeerd en onderhouden.
Te gebruiken voor personen die zijn opgeleid of werkzaam zijn op planologisch gebied.
Een vloeibaar hechtmiddel gemaakt met Arabische gomoplossing, conserveringsmiddel en odorant.
In algemene zin, landbouwcomplexen die doorgaans worden bewerkt door ter plaatse gehuisveste arbeidskrachten. In meer specifieke zin verwijst de term naar grote landgoederen in tropische of subtropische gebieden die meestal worden bewerkt door ongeschoolde of laaggeschoolde arbeidskrachten, onder centraal toezicht.
Kleine tafelachtige meubelstukken waarop planten of bloemen worden gezet voor vertoning.
Natuurlijk groeiende verzameling planten die, met het oog op vegetatie-onderzoek, uitstekend als een eenheid kan worden opgevat.
De wetenschappelijke bestudering van alle plantaardig leven, inclusief structuur, eigenschappen en biochemische processen.
In een oplage gegoten metalen reliëfs voor decoratieve doeleinden; achterzijde gewoonlijk leeg, vooral gebruikelijk in de Renaissance.
Een zachte, plastic, kleiachtige stof die wordt gebruikt om te boetseren. Hij is gemaakt van calciumzouten, petrolatum en alifatische zuren. Plasticine werd in 1897 uitgevonden door William Harbutt, een Engelse kunstdocent.
Verwijst naar de stijl van marmeren figuren die in de Cycladische archipel werden vervaardigd tijdens de vroeg-Cycladische periode tussen grofweg 3.500 à 3.000 en 2.800 à 2.600 v. Chr. Genoemd naar de archeologische vindplaats op het eiland Paros. De beeldjes bestaan uit zowel mannelijke als vrouwelijke figuren. Zij kenmerken zich door een zeker naturalisme, zichtbaar in de amandelvormige hoofden, de in bas- reliëf vormgegeven gezichtskenmerken, de armen die bij de ellebogen zijn gebogen, de handen tegen elkaar op de borst, de gespreide benen en de voeten met platte zolen.
Het ontwerp van een balk die de juiste verhouding heeft om de maximale belasting van het ontwerp maal de veiligheidscoëfficiënt te kunnen dragen.
Kleine stoffen inzetstukken die bij de basiskleding worden gedragen om het effect van een gilet te krijgen.
Een ononderbroken oppervlak hebbend zonder noemenswaardige buiging, helling, verhogingen of verlagingen. Verwijst ook naar tweedimensionale beelden zonder ruimtelijke eigenschappen en naar gekleurde vlakken zonder variatie. Gebruik 'mat' voor de afwerking van een oppervlak zonder glans of schittering.
Genus van 10 soorten. Het is het enige genus van de familie Platanaceae. Deze grote bomen zijn inheems in Noord-Amerika, Oost-Europa en Azië. Ze hebben een schilferende schors, grote afvallende, gewoonlijk gevingerde en gelobde bladeren, en bolvormige bloem- en zaadknoppen. Op de bomen groeien bloemen van beide geslachten, maar in verschillende trossen.
Grote plataan die inheems is in Californië en Neder-Californië. De stam loopt gewoonlijk uit in twee of meer grote stammen met een groot aantal takken. De mooie schors is wit, beige, grijs en lichtroze. De schors wordt donkerder als hij ouder wordt en schilfert dan af van de stam. De boom gebruikt men voor landschapsarchitectuur en om er timmerhout van te maken. Vogels eten de vruchten en zoogdieren de twijgen en de schors.
Verwijst naar de stijl in de Spaanse en Spaanse koloniale architectuur en ornamentatie in de 15de en 16de eeuw. De term werd in 1677 voor het eerst gebruikt door Diego Ortiz de Zúñiga om een gevel te beschrijven. Het woord betekent “edelsmid-achtig” en de stijl kenmerkt zich door rijkelijk versierde oppervlakken die gebruikelijk waren in het fijnzinnige werk van de edelsmid. De stijl is afgeleid van de laatgotische, islamitische en Italiaanse renaissancekunst. De stijl, die in de architectuur vooral werd gebruikt in kleinere gebouwen, kenmerkt zich door gedraaide zuilen, heraldieke wapenschilden, golvende krullen en bloemachtige, op sieraden lijkende ornamenten die de onderliggende constructie aan het oog onttrekken.
Houten constructieraamwerken waarbij de stijl slechts een verdieping hoog is De vloerbalk van elke verdieping rust op de bovenplaten van de verdieping eronder of op de funderingsdorpel van de eerste verdieping, en de draag- en scheidsmuren rusten op de ondervloer van elke verdieping.
Fotografische afdrukken vervaardigd met op de lichtgevoeligheid van ijzerzouten gebaseerd contactpapier.
Verwijst naar de filosofie van Plato of naar elke filosofie die is geïnspireerd door Plato, met name het idee van Plato dat de fenomenen die met de zintuigen worden waargenomen, een niet-perfecte en vergankelijke weerspiegeling zijn van de ideale vormen van een onveranderlijke en eeuwige werkelijkheid. Deze absolute werkelijkheid (of werkelijkheden) geeft waarde en betekenis aan ieders bestaan, en met name aan het menselijk leven.
Te gebruiken voor treinstellen die goederen vervoeren en die bestaan uit een platte vloer zonder zijkanten of dak.
Kaarten waarop de locatie, de grenzen en de eigenaars van onroerend goed worden aangegeven.
Verwijst naar tekeningen, schetsen of diagrammen van een object, waarbij het object wordt geprojecteerd op een plat, doorgaans horizontaal oppervlak. De term is vooral van toepassing op tekeningen of diagrammen waarop de relatieve posities van de delen van een gebouw te zien zijn, of van een verdieping van een gebouw, geprojecteerd op een horizontaal vlak. De term is ook te gebruiken voor een reeks tekeningen voor een project. Gebruik 'bovenaanzichten' om in het algemeen te verwijzen naar afbeeldingen of foto's van structuren of terreinen recht van boven gezien. Gebruik 'kaarten' of 'plattegronden (kaarten)' voor voorstellingen van delen van het aardoppervlak.
Wordt gebruikt voor plattegronden op schaal met de indeling van aan- en afvoerbuizen; hieronder kan ook een aanverwante kleine tekening van een aanzicht of een stijgpijpschema vallen. Gebruik '1. W-tekeningen (aanvoer) 2. rioleringstekeningen (afvoer)' voor andere tekeningen van aan- en afvoersystemen.
Verwijst naar kaarten met de afbeelding van een betrekkelijk klein district of gebied, bijvoorbeeld een stad, op een grote schaal en vrij gedetailleerd. Gebruik 'topografische kaarten’ voor plattegronden van grotere gebieden. Gebruik 'chorographische kaarten' voor afbeeldingen van kleinere stukken land, met name met betrekking tot architectuur. Gebruik 'plattegronden (tekeningen)' voor weergaven van gebouwen of objecten op een horizontaal vlak.
Kleine tasjes met stevige sluiting, voornamelijk bedoeld om munten in te doen.
Vogelbekdieren zijn samen met mierenegels de enige zoogdieren die eieren leggen. Deze orde bevat één bestaand genus met één soort en één of meer uitgestorven genera. Vogelbekdieren zijn zoogdieren die op het land en in het water leven en holen uitgraven. Ze komen voor in de meren, rivieren en andere wateren op Tasmanië en in het oosten van Australië. De dieren hebben een bruine vacht, een gevoelige, flexibele snavel die op die van eenden lijkt, poten met zwemvliezen en een platte staart. De mannetjes hebben giftige sporen. De vrouwtjes leggen leerachtige eieren en de jongen drinken melk uit de poriën van de melkvelden.
Verwijst naar grote, vlakke stukken lei die worden gebruikt voor betegeling, en ook voor arduinsteen die voor dit doel is gesneden.
Wordt gebruikt voor zomercursussen voor kinderen met voorzieningen en georganiseerde programma-activiteiten die zijn gewijd aan spelen; opgericht als noodmaatregel in de Eerste Wereldoorlog; werden gebruikt als opvangplaatsen voor kinderen van werkende ouders, en als plaatsen waar ouders en docenten het speelgedrag van kinderen konden bestuderen.
Onderwijsinstellingen voor kinderen met voorzieningen en georganiseerde programma-activiteiten die zijn gewijd aan spelen; opgericht als noodmaatregel in de Eerste Wereldoorlog; werden gebruikt als opvangplaatsen voor kinderen van werkende ouders en als plaatsen waar ouders en docenten het speelgedrag van kinderen konden bestuderen.
Pakken voor sport en spel voor vrouwen en meisjes, vaak een eendelige combinatie van korte broek en hemd met een overrok; geïntroduceerd aan het begin van de 20e eeuw.
Uit het Spaans afkomstige aanduiding voor kleine pleinen in steden. Wordt ook gebruikt voor voetgangersgebieden met een aanzienlijke groenvoorziening die zich in de nabijheid van kantoorgebouwen of parkeerplaatsen bevinden.
Term voor onbebouwde, open ruimten uit de Maya-architectuur die op plaza's lijken, maar minder groot zijn; te onderscheiden van Maya-binnenhoven, omdat de gebouwen die daar omheen lagen een andere functie hadden dan de gebouwen die de 'plazuela's' omgaven.
In het algemeen een laagje metaal dat op een metalen basismateriaal wordt aangebracht, voor decoratieve doeleinden of om bepaalde gewenste fysische of chemische eigenschappen over te dragen. Wordt onderscheiden van 'pleet (objectgenre)', dat verwijst naar objecten die zijn gemaakt van hoge kwaliteit massief zilver of goud. Het is correcter om de term uitsluitend voor zilverwerk te gebruiken, maar hij wordt in minder strikte zin ook wel gebruikt voor goudwerk.
Objecten (vaak tafelgerei) van hoge kwaliteit zilver of goud. De term verwijst eigenlijk naar tafelzilver, maar wordt ook soms voor goudwerk gebruikt. Te onderscheiden van 'pleet (materiaal)', dat verwijst naar een laagje metaal dat op een metaalbasis wordt aangebracht voor sierdoeleinden of om gewenste fysieke of chemische eigenschappen over te dragen.
Altaar gebruikt tijdens religieuze ceremonies om vloeibare offers te brengen, die erover worden gegoten, vaak met rytons. Het altaar helt soms af naar één kant, waar aan het uiteinde een bekken de vloeistof terug opvangt.
Vaten gebruikt tijdens libatie, een ritueel waarbij een vloeistof uitgegoten wordt als offer voor een godheid. Deze hadden vaak een zeer specifieke vorm, afwijkend van de vorm van alledaagse vaten.
Uitgestorven orde van fossiele zeereptielen met een breed, afgeplat lichaam, vaak een kleine kop op een lange, flexibele nek, een korte staart en vier grote peddelachtige ledematen. De dieren leefden in het Krijt en de Jura.
Eigenschap te kunnen vervormen onder samenpersing zonder te breken.
Leden van een familie van rechtszijdige platvissen waarvan de meeste soorten op de zeebodem op hun linkerzijde gaan liggen, waarbij hun beide ogen aan de rechterzijde omhooggericht zijn.
Leden van een orde die circa 600 soorten ovaalvormige platte graatvissen omvat, zoals de bot, de heilbot en de tarbot. Bij veel soorten liggen de beide ogen aan één kant van de kop doordat (afhankelijk van de soort) het linker- of rechteroog in de loop van de ontwikkeling door of rond de kop is verplaatst.
Alle vaartuigen die hoofdzakelijk voor de pleziervaart worden gebruikt, vooral grotere zeil- en motorboten met verblijf; een specifiekere term is te prefereren.
Een emailprocédé dat vergelijkbaar is met de cloisonné-techniek, behalve dat de smalle metalen draden of stroken aan elkaar vast zijn gesoldeerd in plaats van aan een metalen ondergrond. De term wordt doorgaans gebruikt in verband met sieraden en metalen voorwerpen, maar kan ook betrekking hebben op porselein dat met behulp van deze techniek is versierd, zoals het porselein dat in de 19e eeuw in Limoges werd gemaakt.
Boekbindgereedschap bestaande uit twee evenwijdige houten blokken die zijn verbonden door twee geleidestangen en één stang met schroefdraad. Aan de onderste rand van een van de blokken is een snijblad bevestigd, dat wordt gebruikt om met de hand de niet opengesneden randen van de pagina’s af te snijden of de al opengesneden randen van boeken bij te snijden terwijl ze in een liggende pers op hun plaats worden gehouden.
Voormannen van groepen arbeiders.
Groefschaven met instelbare geleider waarin verwisselbare beitels geplaatst kunnen worden. Gebruikt voor het uitsnijden van groeven.
Kleine slagwapens die bestaan uit een met leer bedekt stuk lood of ander zwaar materiaal en een kort buigzaam handvat, zoals een riem of verende schacht.
Soort strijdhamer met een kleiner blad, dat wel langs drie zijden voorzien is van een scherpe pin, waarmee veel fysieke schade kan worden aangericht.
Kleine ribbels of groeven in een oorspronkelijk glad oppervlak.
Metalen kokertjes die op helmen en hoofdplaten van paarden werden gemonteerd, bijna altijd bedekt door een klein decoratief plaatje, schijf of schildje om een pluim in te steken.
Een klein dun stuk of laagje materiaal, meestal plat en slap.
Filosofische theorie die meer dan één ultime werkelijkheid of waarde herkent die alle in staat zijn tot rationele steun en alle naar behoren zijn opgenomen als opties voor individuele keuze. Gebruik 'multiculturalisme' voor de culturele beweging die de volledige deelname van verschillende etnische, raciale, godsdienstige of sociale groepen bevordert binnen de grotere gemeenschap.
Regenmeters die automatisch de verzamelde hoeveelheid neerslag en de intensiteit ervan in een bepaald tijdsbestek vastleggen.
Wordt gebruikt voor membraanconstructies die stabiliteit krijgen door inwendige (lucht)drukregeling.
Orde van meer dan 18.000 soorten monocotyledonen (bloeiende planten met één zaadlob aan de kiem). De orde bevat verschillende types die traditioneel werden erkend als groepen. Vaak zijn soorten van de ene groep overgeplaatst naar de andere. De grootste groepen van Poales zijn die van de grassen (met de families Poaceae, Restionaceae, Anarthriaceae, Centrolepidaceae, Ecdeiocoleaceae, Flagellariaceae en Joinvilleaceae), de kattenstaarten (met de families Typhaceae en Sparganiaceae) en de cypergrassen (Juncaceae, Cyperaceae en Thurniaceae). Daarnaast bevat Poales de families Xyridaceae, Eriocaulaceae, Bromeliaceae, Mayacaceae en Rapateaceae.
Houders met nauwsluitend deksel om eieren in te pocheren; vaak met holtes om er eieren in te leggen. Ook benaming voor standaarden, met dezelfde soort holtes en een lange verticale steel, die in een andere houder (met water) worden gezet om eieren te pocheren.
Geluidsopnamen of multimediabestanden die lijken op radioprogramma's, maar online worden verspreid als digitale bestanden. De gebruiker kan ze op elk gewenst tijdstip beluisteren op een computer of digitale muziekspeler. Meestal bevatten podcasts interviews, muziek of handleidingen. De term is bedacht in 2004.
Verwijst naar de periode van de Tagar-fase toen het grafgedeelte van de koergan erg klein was, met vier hoge stenen op de hoeken en een lage muur. De grafkamer van de tombe zelf bevat slechts één graf en is doorgaans gemaakt van hout in plaats van steen. De grafvoorwerpen waren vaak bronzen wapens en aardewerk.
Wordt gebruikt om de onderbouwen of basementen van gebouwen aan te duiden, zoals bijvoorbeeld van Etruskische of Romeinse tempels. Voor soortgelijke bouwdelen van Griekse tempels wordt 'krepidomata' gebruikt.
Wordt gebruikt voor verhoogde platformen voor sprekers of dirigenten. Ze komen zowel buiten als binnen voor, vaak smaller dan de breedte van de directe ruimte waar ze op rusten. Voor de verhoogde platformen die aan het eind van ruime kamers geplaatst zijn als eervolle of belangrijke plaats, zoals voor sprekers, officieren of hoogwaardigheidbekleders wordt 'podia' gebruikt.
Verhoogde platformen binnenshuis aan of langs het eind van hallen of gelijksoortige ruime kamers, die dienst doen als belangrijkste of eervolle plaatsen, gereserveerd voor hoogwaardigheidsbekleders, officiers of sprekers. Voor gewoonlijk kleinere verhoogde platformen voor binnen of buiten die door sprekers of dirigenten gebruikt worden, wordt 'podia (platformen)' geprefereerd.
Hondensoort die waarschijnlijk afkomstig is uit Duitsland, maar in Frankrijk zo populair is geworden dat het tegenwoordig de nationale hond van dat land is. De poedel is gefokt als jachthond die geschoten jachtdieren uit het water moest halen. De kenmerkende manier van knippen van de haren was bedoeld om het dier makkelijker in het water te laten bewegen. Er zijn drie variëteiten: standaardpoedel, dwergpoedel en toypoedel.
Kleine, zachte kussentjes die van katoen of dons zijn gemaakt en worden gebruikt voor het aanbrengen van cosmetisch poeder op de huid.
Wordt gebruikt voor stilstaande waterlichamen die kleiner zijn dan vijvers.
Grote goudbruine, solitair levende katachtige met een groot aanpassingsvermogen die op een groot aantal verschillende prooidieren jaagt. Het verspreidingsgebied van de poema is groter dan dat van elk ander wild landzoogdier dat op het westelijk halfrond voorkomt. Het strekt zich uit van het Canadese territorium Yukon tot de zuidelijke Andes in Zuid-Amerika.
Vrolijke joodse feestdag ter herdenking van de bevrijding van de joden in de 5e eeuw v. Chr. door Mordechai en Ester van een samenzwering om hen uit te roeien. Deze samenzwering was het werk van Haman, hoofd van de hofhouding van de Perzische koning Ahasveros. Het verhaal is opgetekend in het oudtestamentische boek Ester. De naam is afgeleid van de loten waarmee werd bepaald in welke maand de massamoord zou plaatsvinden. Het feest wordt gevierd op 14 adar (rond 1 maart). In de 2e eeuw n. Chr. was het feest al wijdverbreid. De dag voor Poerim, Ta'anit Esther (het vasten van Ester), is een vastendag. Op Poerim wordt de boekrol van Esther in de synagoge gelezen. In een feestelijke en carnavaleske atmosfeer worden verkleedpartijen gehouden, geschenken uitgewisseld en donaties aan de armen gedaan. Op deze feestdag worden driehoekige koekjes genaamd harmantaschen ('Hamansoren') gebakken en Poerim-toneelstukken opgevoerd, die in de 17e eeuw in zwang kwamen.
Tsjechische avant-gardistische beweging uit de jaren twintig van de 20ste eeuw, aangevoerd door Karel Teige en de groep Devětsil. Poëtisme was een poging om alle kunsten van literatuur tot architectuur met elkaar te verenigen en werd beïnvloed door de andere Europese avant-gardistische beweging uit die tijd, zoals de futuristische, constructivistische, dadaïstische en surrealistische bewegingen. Poëtisme ging uiteindelijk op in de Tsjechische surrealistische beweging in de jaren dertig van de 20ste eeuw. Teige's theorieën omvatten niet alleen de conventionele kunsten literatuur, schilderkunst, theater en architectuur, maar ook epicurisme, jazzmuziek, het circus en amusement zoals vuurwerk. Al deze zaken werden beschouwd als 'poëzie voor de zintuigen'.
Knuppels die werden gebruikt door diverse Noord-Amerikaanse Indianenvolkeren als wapens en ceremoniële objecten. In het gebied van de Grote Meren zijn ze over het algemeen plat en gebogen met een knobbelige kop; in het gebied van de Plains zijn het dunne stokken met een steen aan één van de uiteinden.
Stam van ongewervelde zeedieren die in de hele wereld voorkomen en een sedentair leven leiden in lange beschermende kokers op de bodem van de zee. Ze hebben veerachtige tentakels aan het bovenste uiteinde van de kokers die een soort baarden vormen. In embryo's vormt zich een darmkanaal dat verdwijnt naarmate het organisme ouder wordt. Het zijn de enige meercellige dieren die geen mond of anus hebben.
Verwijst naar een aparte soort kloskant, die werd verkocht in en geëxporteerd uit Engeland tijdens een bepaalde periode in de geschiedenis. De term verwijst zowel naar originele Brusselse kant die in de late 17de eeuw in het geheim werd geïmporteerd in Engeland als naar in Engeland geproduceerde kant die qua draadkwaliteit, techniek en ontwerp vergelijkbaar was met verfijnde Brusselse kant. Om de binnenlandse kantindustrie te stimuleren, vaardigden Engeland en Frankrijk in de jaren 60 van de 17de eeuw een wet uit die de import van de zeer populaire Brusselse kant verbood. Om deze wet te omzeilen, smokkelden handelaren vaak Brusselse kant Engeland en Frankrijk binnen, om het daar te verkopen als in Engeland geproduceerde kant. Wetenschappers hebben nog niet kunnen vaststellen of nog bestaande exemplaren zijn gemaakt in Engeland, Brussel of op beide locaties.
Verwijst naar kant die vergelijkbaar is met 'punto a relievo', met als onderscheid dat het minder pompeus, maar toch meer versierd is. Het wordt gekenmerkt door de vele kleine lussen en rozetten.
Een patroon van kleine, dicht bijelkaar geplaatste puntjes op een oppervlak, veel gebruikt op leren banden.
Schildertechniek waarbij tinten en kleurschakeringen ontstaan door het regelmatig aanbrengen van kleine stippen ongemengd pigment op het canvas, zodat ze voor het oog in elkaar overvloeien. De term ‘pointillisme’ verwijst alleen naar de techniek, terwijl ‘neo-impressionisme’ verwijst naar zowel de door Georges Seurat ontwikkelde stijl als de daaruit voortkomende beweging die tussen 1886 en 1906 zijn bloeiperiode had. Seurat zelf gaf de voorkeur aan de term 'chromo-luminarism', waaruit blijkt dat hij zowel licht- als kleureffecten wilde intensiveren. De Franse criticus Félix Fénéon bedacht de term 'peinture au point' in 1886 na het zien van Seurat's 'La Grande Jatte'. Paul Signac stelde de alternatieve term 'divisionisme' voor in zijn boek 'D'Eugène Delacroix au Néo-Impressionnisme' (1899).
Duits type bokalen met meestal een deksel en vaak gemaakt van glas of zilver, gewoonlijk bedoeld als geschenk of voor ceremoniële doeleinden.
De aanwezigheid van kleine gaten of holten in een oppervlak die worden gevormd als gevolg van verwering, erosie of andere processen gedurende de tijd.
Het vruchtbare element van bloeiende planten, dat bestaat uit fijne, poederachtige, gelige korrels of sporen, soms in grote hoeveelheden.
Verwijst naar een azimutale projectie die algemeen wordt gebruikt in de cartografie en waarmee de bol van de aarde of een ander hemellichaam wordt weergegeven, waarbij het gezichtpunt op het middelpunt ligt en het projectievlak samenvalt met een van de poolcirkels. De projectie heeft doorgaans een maximaal bereik van 10 of 15 graden van de pool; de parallellen zijn concentrische cirkels en de meridianen zijn uitwaaierende rechte lijnen.
Fotografische afdrukken vervaardigd met filmpakketten die hun eigen ontwikkelingschemicaliën bevatten en worden belicht in een speciale camera.
Door waterscheidingen begrensd, laaggelegen stukken land die op de zee zijn teruggewonnen.
Vuurschermen met een drievoetige sokkel en een rechtopstaande schacht die het omlijste paneel ondersteunen. Te onderscheiden van 'cheval fire screens' die door vier poten worden ondersteund.
Voorwerpen met een hard, glad, rond uiteinde of oppervlak die worden gebruikt om iets glad te maken of te polijsten. Bij het drukken worden ze gebruikt om ruwe delen van een diepdrukplaat glad te maken.
Klinieken waar men medische zorg biedt voor een groot aantal verschillende ziekten en verwondingen, gewoonlijk zonder dat de patiënt de nacht in de inrichting doorbrengt. Een polikliniek kan een afdeling zijn van een huisartsenpraktijk of ziekenhuis, dat zich vaak bevindt in een stedelijke omgeving. Gewoonlijk heeft een polikliniek een receptie, wachtruimtes, een inschrijfbalie, spreek- en behandelkamers, een pathologisch laboratorium, röntgenfaciliteiten, ruimtes voor fysiotherapie en kleine operatiekamers.
Klinieken, vrijstaand of deel van een ziekenhuis uitmakend, waar kleine ingrepen worden uitgevoerd op patiënten die niet in het ziekenhuis worden verpleegd.
Scholen waar personen worden opgeleid tot politieagent, meestal in overeenstemming met lokale vereisten.
Onderwijsinstellingen waar personen worden opgeleid tot politieagent.
Het besturen van een entiteit, met name een politieke entiteit, zoals een natie, en het beheren van de interne en externe betrekkingen van deze entiteit.
Georganiseerde activiteiten met als doel de publieke opinie in het land vóór of tegen een bepaald politiek doel te beïnvloeden of om het stemgedrag bij een verkiezing van leden van de wetgevende macht te beïnvloeden.
Leden van een politiemacht die zijn opgeleid in methoden van wetshandhaving en in het voorkomen en oplossen van misdaden, en aan wie het gezag is verleend om de rust, veiligheid en orde binnen een gemeenschap te handhaven.
Keukengerei met een lang handvat en soms met een lepel aan het uiteinde voor het roeren van voedsel en dranken.
Een polymeer van acrylonitril, dat men gebruikt bij de productie van verscheidene synthetische vezels zoals Orlon en Dynel.
De toepassing van verf of versieringen in verscheidene kleuren. Deze term wordt meestal gebruikt met betrekking tot beeldhouwwerk, architecturale versiering, keramische objecten en verschillende oude kunstvoorwerpen. Gebruik 'polychroom' voor het kenmerk dat dit proces beschrijft.
Een groep polyolefin polymeren afgeleid van ethyleen door middel van polymerisatie onder verhitting en druk.
Type metselwerk uit de Oudheid en toegepast werd in het Mediterraan gebied. Bestond uit grote blokken steen met een glad oppervlakte die in niet-rechte hoeken ineens gepast werden, zonder het gebruik van mortel. Het gewicht van de stenen moest de stabiliteit van de constructie garanderen.
Vaas gedragen door twee, drie of vier kleine pootjes. Komt vooral voor in Midden-Amerikaanse archeologie maar ook in de Europese Klokbekercultuur uit het late Neolithicum en de Vroege Bronstijd.
Orde waartoe de belangrijkste geslachten van eikvarens behoren, oftewel momenteel 80% van alle varensoorten die in de meeste delen van de wereld worden aangetroffen, met inbegrip van tropische, semitropische en gematigde gebieden. Kenmerken zijn sporendoosjes met een verticale annulus die door de stengel en het stomium worden onderbroken, lateraal of centraal geplaatste (of verloren gegane) indusia, met gametofyten die groen van kleur, hartvormig en surficiaal zijn.
Een taaie, soepele, transparante en vochtbestendige polyvinylacetaalhars gemaakt van polyvinylalcohol en butyraldehyde; wordt onder andere gebruikt als tussenlaag in veiligheidsglas en andere gelamineerde producten.
Apparaten of machines die vloeistoffen samenpersen en verplaatsen, meestal door middel van druk, zuigkracht of beide.
Verwijst naar de stijl in de Europese en Amerikaanse binnenhuisarchitectuur en decoratieve kunsten die was geïnspireerd op de archeologische vondsten in Pompeji en Herculaneum in het midden van de 18de eeuw. De stijl werd met name beïnvloed door de fresco’s van Pompeji en wordt gekenmerkt door nimfen, wijnranken, kandelabers en grotesken in uitgewerkte kaders en patronen in diepe, heldere kleuren.
Engelse gouden munten ter waarde van 20 shilling of koper-nikkelen munten die na 1983 zijn uitgegeven en die een waarde van 100 pence hebben. Ook gebruikt voor gouden munten van verscheidene landen in het Midden-Oosten zoals Egypte, Syrië en Soedan.
Soort orang-oetan die op Sumatra voorkomt. De verschillen met de Borneose orang-oetan zijn de volgende: de Sumatraanse orang-oetan is kleiner en minder lang, heeft lichter en langer haar, een langer gezicht en wangplooien die bedekt zijn met kleine witte haartjes.
Gereedschap dat wordt gebruikt om inkepingen of gaten te maken in divers materiaal; meestal in de vorm van een stalen staaf waarvan het uiteinde verschillende vormen kan hebben. Worden gebruikt om te merken, uit te snijden of te versieren.
Gedeelten van een fresco die vanaf dezelfde hoogte op een steiger zijn aangebracht, waardoor in het eindproduct rechte naden zijn te onderscheiden. Veel voorkomend bij grote Romeinse, Byzantijnse en dertiende-eeuwse fresco's.
Te gebruiken voor grote Oud-Romeinse handelsschepen uit het westelijke gedeelte van het Middellandse-Zeegebied, die een ronde achtersteven maar aan de boeg een naar voren stekend, ramachtige scheg hebben; zulke schepen waren vaak langer en smaller dan de 'corbitae', het andere belangrijke Romeinse type handelsschip.
Het klimaat dat wordt gekenmerkt door de geringe hoeveelheid neerslag gedurende het hele jaar en de constante lage temperaturen, met korte, koele zomers.
Kampen of bases in een geïsoleerd deel van de Noordpool of de Zuidpool, bemand door specialisten om dergelijke dingen als het weer, geologische formaties, en wilde dieren te bestuderen en te monitoren.
Tafels met een oppervlak van met stof beklede leistenen platen, met zes zakken en een stootrand rondom. Te onderscheiden van 'biljarttafels' die geen zakken hebben.
Stof, waarbij de grondweefsels naar buiten uitstekende lusjes of gareneindjes bevatten, gevormd door toepassing van een poolketting danwel een poolinslag.
Doorgangen door hekken of muren die twee aparte ruimten scheiden, of de bouwwerken of ornamentele constructies die zulke doorgangen afsluiten. Gebruik 'poortgebouwen' voor toegangsgebouwen die ook ruimte bieden aan een woning of stallen e.d.
Beeldjes die mensen of dieren voorstellen, inclusief maar niet uitsluitend de figuurtjes die bedoeld zijn als speelgoed voor kinderen, vooral meisjes, of als verzamelobjecten voor volwassenen. Poppen stellen vaak een baby of vrouw voor en hebben soms beweegbare armen en benen. Dikwijls is het mogelijk ze andere kleding aan te trekken. Een pop kan gemaakt zijn van stof (lappenpoppen), hout, klei, porselein, was, papier, plastic, celluloid, maïsvliezen of andere materialen. Poppen kunnen ook figuurtjes zijn die worden gebruikt voor ceremoniële, religieuze of decoratieve doeleinden. Er is archeologisch bewijs dat poppen de eerste speeltjes waren; ze zijn aangetroffen in Babylonische en Egyptische graftomben uit circa 3000 v. Chr. In het oude Griekenland en Rome wijdden meisjes als ze volwassen werden de poppen uit hun kindertijd aan de godinnen. Poppen van stof in de vorm van dieren worden meestal 'pluchen speelgoed' genoemd.
Verwijst naar de internationale stroming in kunst en cultuur die in de jaren 50 en 60 van de 20ste eeuw floreerde in Groot-Brittannië en de Verenigde Staten. De stroming, die werd beïnvloed door de dada-beweging, maakte zich hard voor het gebruik van alledaagse beeldtaal, zoals advertenties, logo’s en strips, met de technieken en grafische stijlen van de massamedia. De stroming vertegenwoordigde een verschuiving naar een meer objectieve, directe vorm van kunst, in antwoord op de dominantie van het eerdere Abstract expressionisme.
Oude Romeinse gaarkeukens of kroegen die vooral warme maaltijden aanboden, meestal eenvoudige, goedkope en vaak onhygiënische gelegenheden.
In pleisterwerk de vorming van kleine, kegelvormige gaten tot een halve centimeter in doorsnede; veroorzaakt door het uitzetten van kalk of extern materiaal. Dit verschijnsel doet zich voor tussen drie maanden en een jaar nadat het pleister is aangebracht.
Politieke en economische dogma's van de populisten, die voorstanders zijn van agrarische belangen, vrije aanmunting en een overheidstoezicht op monopolies.
Hout van de boom behorende tot het genus Populus deltoides, inheems in het onderste deel van de Mississippi-vallei en gebruikt voor het maken van lambriseringen.
Verwijst naar een blauwwitte decoratiestijl voor maiolica, bedoeld als imitatie van 15de-eeuws Chinees aardewerk. De term werd voor het eerst gebruikt in de 16de eeuw, door Cipriano Piccolpasso. Dit type decoratie werd echter al eind 15de eeuw in Italië geïntroduceerd - en werd vrij populair - toen de invoer van kostbaar Chinees porselein in Europa op gang kwam. Soms wordt de term als synoniem gebruikt voor 'alla damaschina', maar daarmee wordt feitelijk een ander type decoratie bedoeld.
Afbeelding of beschrijving van seksuele handelingen in een context van uitbuiting, misbruik of gewelddadigheid. Gebruik 'erotica' voor de afbeelding of beschrijving van seksuele liefde.
Grote houten beeldhouwwerken van staande vogels met een lange gebogen snavel, ronde kop, uitstekende buik en rechte vleugels met scherpe hoeken, gewoonlijk op een hol voetstuk. Ze worden voornamelijk gemaakt voor gebruik tijdens rituelen in Centraal-Senufo, waaronder mannelijke initiatieriten bij de Poro en begrafenisceremonies voor hoogwaardigheidsbekleders.
Spaans drinkgerei van glas met één lange tuit waaruit vloeistof (meestal wijn) in de mond van de drinker kan worden geschonken zonder dat het glas de lippen raakt.
Een purperachtige rood-wit gewolkte steen afkomstig van het eiland Iasus of het eiland Chios. Naar men zegt was het in de oudheid geliefd bij keizer Claudius. Later werd het gebruikt in de deurposten van de Porta Santa van de Sint-Pietersbasiliek in Rome. Hier komt ook de naam vandaan.
Houders waarmee krijt, kleurkrijt of houtskool kan worden vastgehouden en die bestaan uit een gespleten metalen buis, waarin meestal aan beide uiteinden tekenmateriaal door een ring, die over het gespleten uiteinde glijdt, kan worden vastgehouden.
Groepen werken die bijeen zijn gebracht als voorbeeld van het werk van een kunstenaar of student. Ook groepen kunstwerken of andere visuele materialen (meestal van één kunstenaar), zoals foto's of afdrukken, die worden uitgegeven of samengebracht in een portfolio; vaak aangevuld met een losse titelpagina of inleiding.
In- of aangebouwde portalen, die aan de straatzijde geheel open zijn en leiden naar de deur van een huis.
Zware gordijnen die in deuropeningen of doorgangen worden gehangen ter afscheiding van ruimten, ter bescherming tegen tocht of ter versiering.
Een oölietkalksteen die in Engeland veel wordt gebruikt in de bouw, met name in Londen. Het wordt gedolven op het Isle of Portland, een schiereiland aan de zuidkust van Engeland.
Type portlandcement waarvan de chemische samenstelling is gewijzigd zodat tijdens het uitharden weinig warmte wordt geproduceerd.
Een marmer uit Portovenere en het eiland Palmaria in het Italiaanse Ligurië. Portormarmer van de beste kwaliteit is donkerzwart met gelijkmatig verdeelde matte gouden aders, terwijl portormarmer van mindere kwaliteit bruinachtig grijs is met onregelmatige aders en matte gele vlekken.
Verwijst naar de cultuur van de huidige natie Portugal, of meer algemeen naar de culturen die hetzelfde gebied op het westelijk deel van het Iberisch schiereiland hebben bewoond.
Wordt vòòr de uitvinding van het kompas gebruikt voor middeleeuwse zeekaarten en navigatiehandboeken, geïllustreerd met kaarten en met vermelding van de ligging van havens en andere navigatiegegevens.
Foto's waarvan de tonen en kleuren overeenkomen met hun voorkomen in de natuur, meestal afdrukken op papier of dia's. Gebruikt ter onderscheiding van 'negatieven'.
De filosofische stroming van Auguste Comte en zijn volgelingen. Deze stroming beweert dat kennis van de werkelijkheid alleen kan worden bereikt door de wetenschappen en gewone waarneming.
Verwijst naar de periode en stijl in Mesopotamië van circa 2150 tot 2112 v. Chr., tussen het einde van het Akkadische rijk en het begin van de Derde Dynastie van Ur. Met name te gebruiken om de stijl van de beeldhouwkunst van Gudea van Lagash en de rolzegels uit deze periode te beschrijven. De regeerperiode van Gudea wordt momenteel echter weer ter discussie gesteld.
Bouwstijl met als leidende figuren Sol LeWitt en Giuseppe Terragni.
Verwijst naar een stroming in de Westerse kunst aan het eind van de 19de en het begin van de 20ste eeuw. De term werd geïntroduceerd door de kunstcritici Roger Fry, Clive Bell en anderen om te verwijzen naar de kunst die chronologisch volgde op het impressionisme, maar die zich duidelijk onderscheidde van het Neo-impressionisme. De stijl kenmerkt zich door zeer uiteenlopende, uiterst persoonlijke artistieke stijlen.
Leidinggevende beambten van postkantoren.
Blaasinstrumenten waarmee aandacht werd getrokken voor de postkoets, in allerlei vormen, van messing of koper, waarvan het geluid geproduceerd wordt met lipspanning; Europa.
Het historische, politieke en culturele complex van mondiale koloniale ervaringen en hun nasleep in het laatste deel van de 20ste eeuw; het omvat het koloniale verleden, de huidige tijd na beëindiging van de koloniale status in een bepaalde regio, de ballingschap en diaspora van de gekoloniseerde en koloniserende volkeren, en de politiek van het multiculturalisme.
Verwijst in algemene zin naar allerlei kunstvormen die aan het eind van de jaren 70 van de 20ste eeuw tot ontwikkeling kwamen. De naam is bedacht door de Amerikaanse kunstcriticus Robert Pincus Witten. De stijl wordt gekenmerkt door kunst in de vorm van een zuiver intellectuele inspanning, en verwijst terug naar vroege vormen van de minimal art, zonder echter dezelfde esthetische grondbeginselen te hanteren.
Verwijst naar de stijl en periode van kunst en architectuur die tot ontwikkeling kwam in de jaren zestig van de 20ste eeuw en daarna, toen de overheersende rol van het modernisme werd aangevochten. In het algemeen stond deze stijl een pluralistische benadering van de kunsten voor, waarbij werd gesteld dat het modernisme had gefaald vanwege het ontbreken van een gecodeerde betekenistaal voor de kijker. De term werd voor het eerst gebruikt door de Spaanse dichter Federico de Onis in 1934 en later in 'A Study of History' van Arnold Toynbee in 1938, maar de term werd pas in de jaren zeventig vrij algemeen gebruikt in relatie tot een trend in de architectuur waarbij sprake was van selectief eclecticisme en historicisme. Dit leidde tot structuren waaruit kennis van het modernisme naar voren kwam, maar ook tot speelse, grillige toepassingen van klassieke elementen. In overige kunstvormen, zoals de schilderkunst, was sprake van een terugkeer naar een klassieke benadering van de menselijke gestalte, stijl en compositie, wat vaak resulteerde in werken in de stijl van de Oude meesters, maar dan met eigentijdse beelden, zoals beroemdheden uit die tijd of kunstenaars uit het verleden. In de fotografie en de schilderkunst werd een verhalende benadering ook populair. Aan het begin van de jaren tachtig kwamen veel postmoderne werken in handen van de commerciële kunsthandel, waarbij grote bedragen werden betaald voor het werk van relatief nieuwe kunstenaars. In de jaren negentig leek de populariteit van het postmodernisme enigszins te tanen en kwamen meer traditionele modernistische vormen weer in opkomst.
Wordt gebruikt voor door de overheid wettig verklaarde plakzegels, gedrukte of handmatig aangebrachte stempels of machinale frankeringen als bewijs van vooruitbetaling van het verschuldigde port.
Te gebruiken voor de ontmoetingsplaatsen, verzamelpunten en rituele centra van de militaire organisatie Fante Asafo. Oorspronkelijk waren het heiligdommen, tegenwoordig worden ze ook gebruikt als opslagfaciliteiten, bestuurscentra en als symbool voor de kracht van de gemeenschap.
Het grootste type terrine, dat oorspronkelijk zou zijn gebruikt voor het opdienen van een bepaalde Spaanse stoofschotel, meestal rond van vorm, op pootjes of een voetstuk gezet, voorzien van twee handvatten en een deksel, en gewoonlijk gemaakt van zilver, soms van porselein; de meeste voorbeelden dateren uit de 18de eeuw.
In het algemeen te gebruiken voor personen in een machtige of gezaghebbende positie die deze op een onderdrukkende, wrede of onrechtvaardige manier gebruiken, meestal maar niet altijd personen met het hoogste politieke gezag. Wordt met name gebruikt voor heersers met die titel in het oude Griekenland en Sicilië die zich de macht van de rechtmatige autoriteiten hebben toegeëigend, vaak met de steun van het volk. Gebruik 'dictators ' voor heersers die hun status niet uit erfopvolging hebben verkregen en die absolute, onbeperkte macht uitoefenen over het bestuur van een natie, al of niet op wrede of onrechtvaardige wijze.
Opgeslagen capaciteit van een lichaam of systeem om werk te verrichten door zijn samenstelling en positie.
Zware helmen die het hoofd en gezicht volledig omsluiten, oorspronkelijk met een platte bovenkant, maar later met een kegelvormige of ronde bovenkant; werden gebruikt in oorlogsvoering vanaf het eind van de 12e tot halverwege de 14e eeuw en daarna nog tot halverwege de 16e eeuw in toernooien.
Een opvallend breccië dat wordt gewonnen in de Blue Ridge Mountains in Maryland en Virginia. Het bestaat voor het grootste gedeelte uit kalksteen, kwartskiezels en meerkleurige fragmenten, van zandkorrels tot keien. Dit alles wordt samengevoegd in een kalkhoudende matrix. Het is soms erg moeilijk te bewerken, omdat de harde kiezelstenen snel losraken van de zachtere matrix.
Gerei of apparaten gebruikt voor het losmaken van potdeksels.
Houders met deksel, in de vorm van een pot of vaas, die zich kenmerken door doorboorde versieringen op de schouder en/of het deksel. Ze werden voornamelijk gebruikt voor vloeibare of gedroogde potpourri, een mengsel van bloembladeren, kruiden, vruchtensap of andere aromatische stoffen. Gebruik ‘cassolettes’ voor soortgelijke houders, in vorm vaak op een vaas gelijkend, waarin aromatische tabletten kunnen worden verbrand of vloeibare parfums kunnen worden verdampt.
Een kiezelachtige zandsteen uit Saint Lawrence County in New York. Het bevat een kleine hoeveelheid ijzeroxide, waardoor het een rode of roodachtig bruine kleur heeft. Hoewel het materiaal na winning zacht genoeg is om op een efficiënte manier te bewerken, wordt het na blootstelling onvoorstelbaar hard. Dit maakt het tot een zeer duurzame bouwsteen.
Houders in allerlei grootte en vorm, maar meestal rond, hoofdzakelijk gebruikt voor huishoudelijke doeleinden. Ze zijn er ook van metaal.
In algemene zin, alle vormen van aardewerk die zijn vervaardigd uit keramiek, een verzamelnaam voor diverse harde, broze, hitte- en corrosiebestendige materialen die ontstaan door het vormen en vervolgens bakken bij een hoge temperatuur van een niet-metallisch mineraal, bijvoorbeeld klei. In het specialistisch taalgebruik wordt porselein meestal niet tot keramiek gerekend; porselein is een type keramiekaardewerk dat is gemaakt van vuurvaste witte klei oftewel 'kaolien', en een veldspaathoudend gesteente, welke tijdens het bakken een reactie ondergaan waarbij de klei de vorm van het object vasthoudt en het gesteente versmelt tot natuurlijk glas.
Apparaten die worden gebruikt om de kracht van buskruit te testen door een afgewogen hoeveelheid aan te steken waarna een wijzer langs een genummerde schaalverdeling beweegt die de relatieve kracht van het poeder aangeeft.
Siliciumhoudend of silicium- en aluminiumhoudend materiaal dat zelf weinig of geen cementerende waarde bezit, maar dat in fijnverdeelde vorm en bij aanwezigheid van vocht bij normale temperaturen chemisch zal reageren met calciumhydroxide, waardoor er verbindingen ontstaan met cementerende eigenschappen.
Uitgebreide bouwconstructies op of rond een graf; gebruik 'graven' voor eenvoudige teraardebestellingen.
Te gebruiken voor kleine vaartuigen die traditiegetrouw overnaads gebouwd zijn, maar tegenwoordig ook van meerlagenhechthout worden gemaakt en aan beide kanten zijn voorzien van platte panelen in plaats van de meer gebruikelijke balken; het paneel aan de boeg is meestal kleiner dan die aan het achterdek.
Kleine, lage leunstoelen of schemels die vaak zijn gestoffeerd en een brede voorkant, een zeer smalle achterkant en een trapezoïde zitting hebben.
Doorgangen tussen hoger en lager gelegen rijen zitplaatsen in Romeinse theaters. Gebruik 'diazomata' voor soortgelijke doorgangen in Griekse theaters.
Ambtswoningen de praetores (provinciale bestuurders in het oude Romeinse Rijk).
Filosofische stroming die domineerde in de Verenigde Staten tijdens het eerste kwart van de 20ste eeuw en die is gebaseerd op het principe dat het nut, de uitvoerbaarheid en de praktische aspecten van ideeën, beleid en voorstellen bepalend zijn bij het beoordelen van de waarde ervan. Actie is volgens deze stroming belangrijker dan doctrine en ervaring gaat boven vaststaande principes. De betekenis van een idee komt tot uiting in zijn consequenties en een idee is waarachtig als dit kan worden aangetoond.
Verwijst naar de stroming die zich voornamelijk in het midwesten van Amerika manifesteerde onder architecten, van wie Louis Sullivan en Frank Lloyd Wright de belangrijksten waren, die de neostijlen afwezen en een nieuwe architecturale visie ontwikkelden waarbij de natuurlijke kwaliteiten van een gebied of land in de architectuur tot uitdrukking moesten komen. Bij deze stijl werd veel gebruik gemaakt van langwerpige horizontale indelingen die een natuurlijk geheel vormden met het open Amerikaanse landschap.
Intelligente, zich goed aanpassende hondachtige in de Nieuwe Wereld, die twee miljoen jaar geleden in Noord-Amerika is ontstaan naast de uitgestorven reuzenwolf. De soort wordt aangetroffen in geheel Noord- en Midden-Amerika, is kleiner en lichter gebouwd dan de wolf en heeft een vachtkleur die varieert van grijsachtig bruin tot geelachtig grijs.
Keukengerei, voor het bereiden, opdienen of nuttigen van voedsel, met twee of meer tanden aan een steel.
Meubilair met een eenvoudig ontwerp waarbij zo efficiënt mogelijk gebruik wordt gemaakt van materiaal en arbeid; meestal sober, goed geproportioneerd en onversierd.
Torens van heiligdommen van Zuidoost-Aziatische oorsprong die meestal in de Thaise cultuur worden aangetroffen; gebaseerd op het torenontwerp van Khmer-prasat, en meestal vergezeld van een wihan.
Variabele term die verwijst naar de groenachtige kleuren die lijken op de kleuren van prasinekleurig steen of pigment, of de kleur van de groene stengels van prei, een keukenkruid dat verwant is aan de ui.
Te gebruiken voor Indonesische schepen met een zeer groot driehoekig zeil, meestal een latijnzeil, en een aanzienlijke vlerk met ballast.
Optisch speelgoed dat bewegende beelden creëert en dat bestaat uit een reeks opeenvolgende plaatjes aan de binnenzijde van een draaiende trommel, die naar binnen zijn gekeerd waar ze worden gereflecteerd door een veelhoekige trommel met evenveel spiegeltjes erop als het aantal afbeeldingen tegen de buitenste trommel; de twee trommels draaien in tegengestelde richtingen en het geheel wordt bekeken door een speciaal oculair. Ontwikkeld aan het eind van de jaren 1870 als een verbetering op de phenakistoscoop en zoëtropen
Verwijst naar de Griekse stijl van de beeldhouwkunst die werd gemaakt door Praxiteles tijdens de 4de eeuw v. Chr. De stijl is vooral bekend door vrouwelijke beelden, met name de Afrodite van Knidos, en kenmerkt zich door de slanke verhoudingen, de golvende vormen en het vloeiend modelleren waardoor schaduwen een zachte waas werpen over de vlakken van de beelden.
De term verwijst in zeer algemene zin naar de periode vanaf de late prehistorie tot de tijd dat de islam de overheersende religie en levenswijze werd in die delen van de wereld waar, in diverse perioden na het begin van de 7de eeuw na Christus, de meerderheid van de bevolking of een meerderheid van de heersende klassen zich bekeerde tot de islam. De term omvat een breed en gevarieerd scala van culturen, kunstzinnige tradities en tijdsperioden, afhankelijk van tijd en plaats van de komst van de islam en van de wederzijdse invloed die hierbij een rol speelde.
Verwijst naar de Neolithische periode in de Levant van circa 8.000 tot 7.000 v. Chr. De periode kenmerkt zich door een lithische industrie, kleine beeldjes van klei en kalksteen, en het feit dat er zeer weinig vindplaatsen bekend zijn.
Verwijst naar de periode van circa 7.000 tot 5.000 v. Chr. in de Levant. De periode kenmerkt zich door grote staande beelden van mensen, gedecoreerde, gepleisterde schedels en een lithische industrie.
Verwijst naar de stijl die is vernoemd naar het tempelcomplex dat werd opgericht door Jayavarman VII (1181-1220 n. Chr.) in 1191 n. Chr. De stijl hangt sterk samen met een gecentraliseerd autoritair gezag, een wederopleving van stadsplanning, het tot staatsreligie uitroepen van het boeddhisme en het gebruik van religieus symbolisme in de architectuur. De stijl staat bekend om het gebruik van monumentale garua's in de gedaante van telamons, het plaatsen van honderden standbeelden langs wandelgangen, een religieuze verering van de kosmos, en het voor het eerst voorkomen van grote heiligdommen die waren versierd met enorme gezichten aan weerszijden, die de bodhisattva Lokeshvara en de koning moesten voorstellen. De stijl wordt verder gekenmerkt door beeldhouwkunst met kronkelende slangen in de kleinere heiligdommen en door het gebruik van axiale waterbassins die de kosmische meren symboliseren.
Verwijst naar de vroege Angkor-stijl die is genoemd naar het monument dat werd opgericht tijdens de heerschappij van Koning Suryavarman I (1002-1050 n. Chr.). De stijl wordt gekenmerkt door een prominent gebruik van natuurlijke omgevingen, zoals heuvels en bergen, om de heiligheid van bouwwerken goed naar voren te laten komen.
Een van de belangrijkste protestantse groeperingen die voortkwamen uit de 16de-eeuwse Reformatie. In het algemeen hebben moderne presbyteriaanse kerken hun oorsprong in de calvinistische kerken op de Britse eilanden, waarvan de Europese tegenhangers bekend zijn geworden onder de meer algemene naam 'gereformeerden'. De term 'presbyteriaans' verwijst ook naar een collegiaal type kerkbestuur onder leiding van pastors en leken die ouderlingen of presbyters worden genoemd. Strikt genomen maken alle presbyteriaanse kerken deel uit van de gereformeerde of calvinistische traditie, maar zijn niet alle gereformeerde kerken presbyteriaans in hun bestuursvorm.
Verwijst naar de informeel georganiseerde stroming in de jaren 20 van de 20ste eeuw die zich kenmerkt door een subtiele, stille afstandelijkheid en afbeeldingen van scherp afgetekende vormen, zoals de stedelijke of landelijke skyline, het industriële landschap met gebouwen en machines, of bucolische landschappen met schuren en velden. Kunstenaars die in deze stijl werkten zijn onder anderen Charles Demuth, Preston Dickinson en Charles Sheeler.
Boeken die waardevol zijn vanwege hun feitelijke of verwachte zeldzaamheid; in specifieke zin, boeken die zich onderscheiden door hun vroege publicatiedatum, beperkte oplage, historisch belang of een specifiek kenmerk van de editie of band, bijvoorbeeld omdat ze zijn gesigneerd door de schrijver of bijzondere illustraties bevatten. Deze aanduiding verwijst meestal naar boeken die worden verzameld door een afdeling voor speciale collecties, archieven of een museum, in tegenstelling tot boeken die in een openbare bibliotheek staan en beschikbaar zijn voor het algemene publiek.
Zetel, veelal in de nabijheid van de liturgische tafel, waarop de predikant plaatsneemt tijdens momenten van rust in de dienst, zoals tijdens het zingen van een lied, tijdens de collectes en wanneer iemand anders dan de predikant een lezing verricht. Vaak wordt ook met een stoel genoegen genomen.
Verwijst naar de periode van circa 4.000 tot 3.000 of 2925 v. Chr. in Egypte, hoewel sommige schrijvers de periode dateren vanaf 6.000 v. Chr. De kunstvoorwerpen bestaan uit aardewerk zoals de geschilderde producten uit de Amratische en de Gerzian periode, stenen vazen, beeldjes van klei en ivoor, stenen paletten en wandschilderingen zoals gevonden in Hierankonpolis, waarop dieren, boten, rouwende vrouwen en vechtende mannen staan.
Verwijst in algemene zin naar de periode in Meso-Amerika van circa 2000 tot 250 v. Chr., die wordt gekenmerkt door belangrijke ontwikkelingen in de iconografie en architectuur door tal van gemeenschappen met een eigen karakter. Vaak verwijst de term in specifieke zin naar de vroege prehistorische Meso-Amerikaanse Olmeekse cultuur, met monumentale en verfijnde kunstwerken uitgevoerd in steen, of in de vorm van sieraden of verenkunst.
Geestelijken met een hoge rang en veel authoriteit in de christelijke kerk.
Bolronde hoed voor geestelijken met brede platte rand en een koord rondom de bol die eindigt in een aantal kwasten en kleuren overeenkomstig de rang van de drager.
Wijde lange cape die werd gedragen door een prelaat, de geestelijke met een eigen rechtsgebied: kardinaal (in het rood), (aarts)bisschop (in het paars), abt, prior. De mantel bedekte vrijwel alleen de rug, had een rechthoekige kraag en werd bij de hals gesloten met twee linten. Bij de prelatenmantel werd de prelatenhoed gedragen.
Bijbels die meestal uitsluitend illustraties bevatten, soms in combinatie met korte teksten. In vroeger tijden werden ze gebruikt om Bijbelkennis onder ongeletterden te verspreiden. Er zijn talrijke middeleeuwse plaatjes-Bijbels bewaard gebleven, en zelfs exemplaren uit de 11de en 12de eeuw, maar er bestaan ook nog exemplaren uit de 16de eeuw.
Personen die tekeningen en andere kunstvoorwerpen voorbereiden, ontwerpen en ontwikkelen en die de middelen om grafische schone kunst te drukken, klaarmaken. Gebruik 'drukkers' voor personen die commercieel drukwerk doen.
Verwijst naar de eerste fase van de Minoïsche kunst en cultuur, volgens het classificatiesysteem van de archeoloog Nikolas Platon. De fase kenmerkt zich door een Kretenzische samenleving die is opgedeeld in een reeks kleine eenheden die in politiek en economisch opzicht onafhankelijk zijn, met grote regionale verschillen en een aantal culturele overeenkomsten. De fase overlapt met de vroeg-Minoïsche periode.
Wordt gebruikt voor particuliere scholen in Engeland en de Verenigde Staten, die zijn bedoeld om leerlingen voor te bereiden op een hogere opleiding in het onderwijsstelsel. Geen Nederlands equivalent.
Particuliere scholen in Engeland en de Verenigde Staten die zijn bedoeld om leerlingen voor te bereiden op een hogere opleiding in het onderwijsstelsel. Geen Nederlands equivalent.
Het verrichten van handelingen om iets gereed te maken voor gebruik, voor het verlenen van diensten of voor een bepaalde gelegenheid, test of taak.
Verwijst naar de stijl in de beeldende kunst die voortkwam uit de Prerafaëlitische broederschap, een groep Engelse kunstenaars die actief was van 1848 tot 1853 en die werd geïnspireerd door de Italiaanse kunstenaars vóór Rafaël. De stijl kenmerkt zich door romantische en Middeleeuwse thema’s met een moraliserende ondertoon, heldere kleuren en verfijnde gedetailleerde composities.
Wordt in zijn algemeenheid gebruikt voor grondbeginselen, regels of wetten, bedoeld voor het beheersen of reguleren van het gedrag van personen en bedrijven enz.
Drukproeven die aan de afdrukeisen voldoen en bedoeld zijn als geschenk aan groepen of personen.
Te gebruiken voor gesproken of visuele representaties van informatie, zoals toespraken, demonstraties en diavoorstellingen, met als doel een goede zichtbaarheid te bereiken en een bepaald publiek over te halen in de ideeën, projecten of doelstellingen van de presentator te geloven of deze te ondersteunen.
Platte ronde, vierkante, rechthoekige of ovale bladen, soms op een standring of op pootjes; voor verschillende doeleinden gebruikt, vooral het presenteren van voedsel of drank. Gebruik 'tazza's' voor drinkschalen met een wijde platte kom, vooral die uit de 16e eeuw.
Afzonderlijke exemplaren van boeken of andere uitgaven, inclusief prenten, die door de auteur van een opdracht zijn voorzien en door de auteur of soms de uitgever ten geschenke worden gegeven. Gebruik de term 'relatiegeschenken' voor objecten van zilver, aardewerk of gedenkmunten die voor een speciale gelegenheid van een inscriptie zijn voorzien.
Bestuursorganen onder de bevoegdheid van een president.
Benaming uit de middeleeuwen die meestal van toepassing is op grote wandkasten met deuren en planken om linnengoed, kleding en keukengerei in op te bergen. Gebruik 'clothes presses' voor presses met schuivende planken en dichte deuren.
Grote, maar tamelijk lage wandkasten met een afgesloten opbergruimte in het boven- en ondergedeelte. Dit type werd gemaakt in de 16e en 17e eeuw in Engeland en in de 17e eeuw in Amerika. Te onderscheiden van '@court cupboards', waarbij het bovengedeelte een afgesloten opbergkast en het ondergedeelte een of meerdere open planken heeft.
Wordt gebruikt voor handleidingen, met name in de jaren 30 en 40 van de 20ste eeuw in de Verenigde Staten, met ideeën voor bioscoopeigenaren over reclame voor een speelfilm die in hun bioscoop werd vertoond. Gebruik 'privé-uitgaven' voor boeken die worden geproduceerd en uitgegeven door particuliere uitgeverijen.
Vaak sierlijke, gemiddeld 500 gram zware voorwerpen van glas, metaal, steen, keramiek, om op losse papieren te leggen ten einde te voorkomen dat ze door elkaar raken of wegwaaien.
Te gebruiken voor de gekozen magistraten met deze titel van het republikeinse Rome die zorgden voor de uitvoering van enkele taken van de consuls, waaraan zij onderschikt waren. Wordt ook gebruikt voor presidenten of burgemeesters in Italië gedurende de 17e en 18e eeuw.
Amerikaanse stoelen uit het einde van de 18e eeuw met ineengestrengelde, opengewerkte spijlen. Ze worden meestal geassocieerd met meubelmakers uit Philadelphia.
Scherpe, metalen punten met houten handvatten. Worden gebruikt om kleine gaten te maken in hout of leer.
Vrouwelijke geestelijken, voornamelijk in de oudheid, die taken met betrekking tot offers, rituelen, bemiddelen of geestelijkheid uitvoerden. In de huidige tijd worden vrouwen die priestertaken uitvoeren vaak 'priesters' genoemd.
Geldsommen, goederen of diensten die worden uitgewisseld of vereist in een ruilhandel of verkoop voor anderen.
Orde van 16 families met ten minste ongeveer 300 soorten, waaronder de mens, mensapen, apen, lemuren en verwante soorten. Gewoonlijk hebben ze relatief ronde schedels, platte gezichten, korte kaken en neuzen, naar voren gerichte ogen en een opponeerbare vinger aan de handen en een opponeerbare teen aan de voeten (behalve bij mensen). De meeste soorten zijn afstammelingen van behendige boombewoners. Dit blijkt uit de kenmerken van de schedel, de tanden en de ledematen. Diverse soorten, zoals Homo sapiens, leven niet meer in bomen, maar hebben nog steeds veel van deze kenmerken. De hersenen van primaten hebben een unieke kloof, de fissura calcarina, tussen de primaire en secundaire visuele gebieden aan beide zijden van de hersenen. En alleen primaten hebben platte nagels en geen klauwen en hoeven, zoals andere zoogdieren. De meeste moderne primaten leven in de tropen of subtropen, maar enkele soorten komen ook voor in gematigde gebieden. De eerste primaten verschenen in het Vroeg-Eoceen (54,8 miljoen tot 49 miljoen jaar geleden) of misschien het Laat-Paleoceen (57,9 miljoen tot 54,8 miljoen jaar geleden).
Een verouderde benaming die vroeger gebruikt werd voor de architectuur van bepaalde personen die werden beschouwd als buitenstaanders van andere, politiek overheersende culturele groepen; werd voornamelijk gebruikt met betrekking tot bevolkingsgroepen uit het gebied ten zuiden van de Sahara, de eilanden in de Stille Oceaan en de inheemse Noord- en Zuid-Amerikaanse stammen gaat. Gebruik in plaats daarvan andere termen zoals 'inheemse architectuur', of gebruik de meest specifieke benaming voor de cultuur of herkomst die bekend is.
Een verouderde benaming die vroeger gebruikt werd voor kunst van bepaald personen die als buitenstaanders werden beschouwd van andere, politiek overheersende culturele groepen; werd voornamelijk gebruikt met betrekking tot bevolkingsgroepen afkomstig uit het gebied ten zuiden van de Sahara, de eilanden in de Stille Oceaan en de inheemse Noord- en Zuid-Amerikaanse stammen. Gebruik in plaats daarvan de meest specifieke benaming van de cultuur of herkomst die bekend is. Te onderscheiden van 'primitivisme', een term die wordt gebruikt voor artistieke stijlen of stromingen die bedoeld zijn om, vaak op romantische of sentimentele wijze, het uiterlijk na te bootsen van kunstvormen die daarvoor als primitief werden bestempeld en andere kunst, geproduceerd door kunstenaars die buiten de grote kunstmarkten werken.
Artistieke stijlen of stromingen die bedoeld zijn om, vaak op romantische of sentimentele gronden, het uiterlijk na te bootsen van kunstvormen die daarvoor als primitief werden bestempeld. Te onderscheiden van 'primitieve kunst' en 'primitieve architectuur', termen die voorheen werden gebruikt om kunst en architectuur aan te duiden van volkeren die niet onder invloed staan van de dominante westerse cultuur. Gebruik 'primitivistisch' voor op de volkskunst, het kubisme en het futurisme gebaseerde kunst in Rusland in het eerste kwart van de 20e eeuw.
Russische kunstbeweging, actief van circa 1905 tot 1920, die invloeden uit Russische volkskunst combineerde met ideeën die de kunstenaars ontleenden aan het kubisme en het futurisme. Gebruik de term 'primitivisme' voor beeldende kunst, geïnspireerd op kunstvormen die daarvoor als primitief werden bestempeld.
Verwijst naar een hoge autoriteit of heerser. Verwijst meestal in het bijzonder naar bepaalde mannelijke leden van koninklijke families, gewoonlijk de zonen of kleinzonen van koningen of koninginnen. De term kan ook worden gebruikt om adellijken van lagere rangen aan te duiden. Prinsen zijn altijd mannelijk, zie 'prinsessen' voor vrouwelijke heersers of dochters van koningen of koninginnen.
Verwijst naar een vrouwelijke vorst of heerser. Kan ook verwijzen naar bepaalde vrouwelijke leden van koninklijke families, gewoonlijk de vrouwen van prinsen of de dochters en kleindochters van vorsten.
Drukprocedé waarbij het te drukken materiaal is opgeslagen in een elektronisch archief, en de afdrukken worden vervaardigd in de vorm zoals die door de eindgebruiker wordt gewenst.
Het publiceren vanuit een elektronisch archief waarbij - vaak op maat gemaakt - materiaal wordt gedrukt in de vorm zoals die door de eindgebruiker wordt gewenst.
Te gebruiken voor dat deel van een afdrukeenheid dat het medium overbrengt op het substraat. Wordt meestal gebruikt voor het beschrijven van onderdelen van inkjetprinters.
Nonnen die als overste van hun eigen huis (priorij) fungeren of die rechtstreeks onder de abdis van een abdij zijn geplaatst; hun positie is vergelijkbaar met die van kloosterprior.
Driehoekige, glazen of kristallen, hangers die vooral worden gebruikt om kroonluchters of kroonkandelaars te versieren. Voor soortgelijke gladde of gefacetteerde hangers, die in allerlei vormen worden gemaakt, wordt 'lusters (onderdelen van verlichtingsmiddelen)' gebruikt.
Optische apparaten die voor beide ogen worden gehouden en bestaan uit twee smalle telescopen die door middel van een frame aan elkaar vastzitten en voorzien zijn van een systeem waarmee meestal beide kijkglazen tegelijk kunnen worden scherpgesteld door middel van een schroef.
Staat van afgescheiden zijn van gezelschap of waarneming, meestal in vrijwillige afzondering. Verwijst ook naar het recht op vrijwaring van ongeautoriseerde binnendringing.
Scholen die zijn opgericht en worden bestuurd en voornamelijk onderhouden door een niet-overheidsinstantie en alleen toegankelijk zijn voor een beperkte groep studenten.
Boeken die zijn geproduceerd en gepubliceerd door privédrukkerijen. Gebruik 'pressbooks' voor handleidingen voor theatereigenaars, met name in de jaren 30 en 40 van de 20ste eeuw, met adviezen over het maken van reclame voor een speelfilm die in hun theater wordt vertoond.
Wordt gebruikt voor handelingen of procedures die uitgevoerd worden teneinde een resultaat te bereiken, en voor werkingen of veranderingen die plaats vinden in materialen of objecten. Gebruik 'technieken' wanneer de nadruk ligt op de manier waarop de handelingen of procedures zijn uitgevoerd of welke methode daarbij is gebruikt.
De hiërarchie Procedés en Technieken bevat descriptoren voor handelingen en methoden die fysiek worden uitgevoerd op of met materialen en voorwerpen, en voor procedés die plaatsvinden in materialen en voorwerpen. Hiertoe behoren typen procedés en technieken die betrekking hebben op de productie en behandeling van voorwerpen of afbeeldingen (bijv. assembleren) of van substanties (bijv. mengen) of die relevant zijn voor de bewerking en verwerking van specifieke materialen (bijv. solderen). Hiertoe behoren tevens descriptoren voor procedés die plaatsvinden in substanties, artefacten of overige voorwerpen, soms opzettelijk in gang gezet en soms spontaan gebeurend (bijv. branden). Relatie tot Overige hiërarchieën: descriptoren voor organisatorische, administratieve of intellectuele activiteiten die worden uitgevoerd voor het realiseren van specifieke doelstellingen (bijv. analyse), inclusief descriptoren die betrekking hebben op het verzamelen van voorwerpen en verschillende andere professionele activiteiten (bijv. het beheer van verzamelingen) zijn te vinden in de hiërarchie Functies. Descriptoren die studierichtingen aanduiden (bijv. antropologie) zijn te vinden in de hiërarchie Vakgebieden, terwijl de procedés en technieken die verbonden zijn met deze velden hier te vinden zijn. Descriptoren voor fysieke en mentale handelingen die niet worden uitgevoerd om materialen te bewerken of voorwerpen te fabriceren (bijv. rennen, meditatie) zijn ondergebracht in de hiërarchie Lichamelijke en Geestelijke Activiteiten. Bepaalde descriptoren die verwijzen naar degeneratieve krachten op materialen of structuren (bijv. spanning) zijn te vinden in de hiërarchie Abstracte Begrippen. Descriptoren voor bepaalde effecten die worden veroorzaakt door procedés die plaatsvinden in materialen en voorwerpen (bijv. scheuren) zijn te vinden in de hiërarchie Toestanden en Invloeden.
Te gebruiken voor de theïstische filosofie die creatieve processen beschouwt als de universele vorm van realiteit en die de nadruk legt op de relationele aard van al het leven.
Verwijst naar personen die zich hebben bekwaamd in de studie van de theïstische filosofie, waarbij het creatieve wordingsproces wordt beschouwd als de universele realiteitsvorm en de nadruk ligt op de onderlinge verbondenheid van al wat is.
Verwijst naar kunst waarbij het creatieve proces zelf tot onderwerp wordt gepromoveerd. Als eerste in de praktijk gebracht in de jaren 40 en 50 van de 20ste eeuw in het Action Painting en Tachisme. Later, aan het eind van de jaren 60, opnieuw door een groep kunstenaars toegepast. De stijl kenmerkt zich door de introductie van tijd, verandering en toeval, meestal leidend tot documentatie over de creatie van het kunstwerk.
Draagbare baldakijnen die men gebruikt tijdens processies om een heilig persoon of object te beschermen. Bij katholieke ceremonies hangt men dergelijke baldakijnen boven het Heilige Sacrament, de heilige oliën op Witte Donderdag, relikwieën of een beeld.
Uitgestorven orde van plantenetende reptielen die waren onderverdeeld in drie of vier families met ongeveer 30 genera. Het waren kleine hagedisachtige landreptielen met een kruinoog bij de frontopariëtale naad boven op de schedel. Ze leefden van het Boven-Perm tot het Boven-Trias.
Een ruw, bont geschakeerd marmer, gedolven op het eiland Proconnesus (het tegenwoordige Turkse eiland Marmara Adasi), dat grijs, wit of wit met grijze strepen is. Grote hoeveelheden van dit marmer werden geïmporteerd in Griekenland en tot sarcofagen gehakt. Ook Cyzicaans marmer genoemd, omdat het zeer veel werd gebruikt in Cyzicus, het huidige Belkis. Het werd ook zeer veel gebruikt in Constantinopel.
Te gebruiken voor keizerlijke functionarissen van het oude Romeinse Rijk aan wie, als vertegenwoordigers van de keizer, het beheer van de financiële zaken van een provincie was toevertrouwd.
In algemene zin, juristen die kantoorwerk verrichten en cliënten in sommige rechtbanken kunnen bijstaan, maar die gewoonlijk hun cliënten niet in de rechtbank bijstaan. Specifiek zijn dit juristen in dienst van een gemeente of andere overheidsinstellingen of -organen.
Genus van zoogdieren met drie tot zeven soorten (afhankelijk van de classificatie). De dieren komen voor in Noord-, Midden- en Zuid-Amerika. Het zijn nachtdieren en omnivoren. Ze leven in bomen, zijn intelligent en hebben een dikke staart met ringen en een donker masker rond de ogen. De duimen zijn niet opponeerbaar, maar zodanig geplaatst dat de dieren kleine dingen kunnen grijpen en hanteren.
Verwijst naar cellen die feitelijk zijn gebruikt bij de productie van animatiewerk, bijvoorbeeld een tekenfilm.
Gebruik voor materialen voor verpakking of de bescherming van producten die informatie bevatten, of een boodschap over het product overbrengen. Voor materiaal dat wordt gebruikt om objecten te beschermen, stoten op te vangen of vast te zetten voor veilige verzending of opslag, gebruik "verpakkingsmateriaal."
Kleine tot middelgrote drukpersen die men met de hand bedient of elektrisch zijn en waarmee men proefdrukken van zetsel of gegraveerde oppervlakken kan maken.
Aanduiding voor experimentele inrichtingen, meestal kleinere versies van een geplande fabriek, die zijn gebouwd om productieprocessen te testen en om algemene ervaring op te doen met het besturen van de uiteindelijke inrichting.
Geschreven verhandelingen, of het verslag van een discussie over een onderwerp, die meestal worden voorbereid en gepresenteerd als laatste toets voor het behalen van een graad of diploma, en zich kenmerken doordat ze resulteren uit onafhankelijk onderzoek en het bewijs leveren van de vakkennis en de beheersing van academische onderzoeksmethoden van de kandidaat.
Wordt gebruikt gebouwen of openluchtvoorzieningen waar onderzoek en experimenten worden uitgevoerd op een bepaald gebied zoals bijvoorbeeld landbouw en mijnbouw, waar praktische toepassingen worden uitgeprobeerd en waarvan de resultaten worden verspreid. Te onderscheiden van 'onderzoeksstations' waar men zich vooral bezighoudt met de observatie van natuurlijke verschijnselen.
Kunstwerken die de kunstenaar ter goedkeuring overlegt aan een academie, als onderdeel van de toelatingseisen voor lidmaatschap. Gebruik 'gildeproeven' voor voorwerpen vervaardigd ter verwerving van het meesterrecht binnen een gilde.
Keramische voorwerpen, gebruikt om aardewerk gescheiden te houden tijdens het bakken.
Zij die toekomstige gebeurtenissen voorspellen, vooral goddelijk geïnspireerde openbaringen.
Te gebruiken voor de activiteiten die mensen verrichten om in hun levensonderhoud te voorzien of die hun voornaamste bezigheid of werk vormen, al dan niet betaald. Gebruik ‘werkgelegenheid’ voor de mate waarin betaald werk beschikbaar is voor de bevolking.
Smalle schaven met zolen en bladen in allerlei vormen, waarmee diverse profielen kunnen worden uitgeschaafd.
Schaven die worden gebruikt om eivormige of kwartronde profielen te maken.
Instrumenten die het mogelijk maken om de laatste centimeters van een kaars op te kunnen branden. Hieronder vallen kleine kommetjes of korte cilinders, meestal van metaal, met een of meer pennen of verstelbare armen aan de bovenkant om de stomp van een kaars vast te houden. Sommige hebben een pin die in een kaarsestandaard past.
Instrumenten voor het meten van de gladheid van oppervlakken door minieme variaties in verticale afwijkingen van het oppervlak te vergroten.
Series proefdrukken die de opeenvolgende en aanvullende stappen van een kleurendrukprocedé na elke kleurtoevoeging laten zien. Aan de hand van deze proeven wordt de kleurdensiteit bepaald en het effect van elke kleur op de andere kleuren. Eventuele kleurcorrecties kunnen worden geformuleerd voor de drukplatenmaker. Gebruik 'kleurenproefdrukken' voor series proefdrukken waarbij elke kleur van het proces te zien is op een afzonderlijke afdruk.
Clade van houtige planten die tussen die van varens en gymnospermen (naaktzadige planten) inzit en het genus Archaeopteris uit het Devoon omvat. Zoals bij de echte gymnospermen was er bij hen gewoonlijk sprake van secundaire groei van hun vaatweefsel (dat wil zeggen, ze produceerden hout) en sommige soorten waren grote bomen. In tegenstelling tot echte gymnospermen produceerden ze evenwel geen zaadjes maar sporen, net als varens. Men erkent twee grote groepen progymnospermen: de Archaeopteridales en Aneurophytales. Een derde groep, de Protopityales, worden soms erkend, maar is slecht bekend, waardoor de relatie met andere planten onduidelijk is.
Het schrijven van rapporten, voorstellen of andere documentatie, meestal zeer gespecialiseerd of gericht op praktische toepassingen die worden gebruikt voor wetenschappelijke, bouwkundige, zakelijke of andere technische doeleinden.
Te gebruiken voor doosachtige apparaten die bestaan uit een lamp, reflectoren om het licht te concentreren en meestal lenzen om de lichtstraal te vergroten of verkleinen, en die zijn bedoeld om afbeeldingen te projecteren die op doorzichtige glazen plaatjes zijn geschilderd en langzaam voor de lens langs worden getrokken; ze werden voor het eerst ontwikkeld halverwege de 17e eeuw.
Uitgebreide rapporten over projecten die door een architectenbureau of andere firma's zijn uitgevoerd.
Het deel van de arbeidersklasse dat onderaan de sociale en economische ladder staat.
Type foto dat in 1875 werd geïntroduceerd als variant op de kabinetfoto. Dit formaat (circa 9,5x19 cm) was speciaal bedoeld voor staande portretten.
Wordt gebruikt voor openbare openluchtterreinen, paden of plaza's, vaak omzoomd met bomen, struiken of winkels, alleen bedoeld voor voetgangers.
Stof die in zeer kleine hoeveelheden in staat is de activiteit van een katalysator te verhogen.
Wordt gebruikt voor ruime, officiële en elegant ingerichte kamers die voornamelijk worden gebruikt voor ontvangst en amusement. Gebruik 'zitkamers' voor soortgelijke, maar meestal kleinere vertrekken met een privé-karakter.
Vloeibaar aardgas dat onder druk wordt verkocht in stalen cylinders als flessengas; wordt voornamelijk gebruikt voor kookfornuizen.
Ideeën, feiten of beweringen die met opzet zijn verspreid om het ene doel of individu te ondersteunen en het andere te schaden.
Zij die betrokken zijn bij het maken of verspreiden van propaganda.
Te gebruiken voor personen die een bedrijven of commerciële ondernemingen bezitten. Geen Nederlands equivalent. Zie 'eigenaars'.
Tonelen van oude Romeinse theaters.
Brandschermen die een toneel of besloten platform van het publiek of de kijkers in een auditorium afscheiden.
Delen van theaterpodia die dichtst bij het publiek zijn en meestal buiten het gordijn uitsteken. Voor het acteeroppervlak van oude Griekse en Romeinse theaters, gebruik "proscaeniums".
Genus van ongeveer 45 soorten doornachtige, diepgewortelde bomen en struiken uit subtropische en tropische gebieden in Zuid-Amerika, Afrika, West-Azië en Zuid-Azië. Ze vormen uitgestrekte bossen in gebieden van Zuid-Amerika tot het zuidwesten van de Verenigde Staten. Er komen twee rassen voor: een laag ras (de mesquiteboom) en een ras dat vaak uitgroeit tot bomen met een hoogte van 15 meter.
Werken die een persoon of groep identificeren en beschrijven binnen een bepaald historisch of literair kader; het kan daarbij de publieke carrière, familierelaties en persoonlijke kenmerken van historische personen of fictieve personages betreffen; vooral toegepast met betrekking tot de Romeinse tijd en het Europa van de middeleeuwen.
Het onderzoeken van een gebied, voornamelijk met het oog op het vinden van eventuele mineraalafzettingen. Gebruik 'in kaart brengen' voor het onderzoeken van een gebied om er een uitgebreid overzicht van te krijgen.
Documenten die zijn bedoeld om eventuele toekomstige investeerders of begunstigers te informeren over een op handen zijnde of reeds bestaande onderneming (bijvoorbeeld over een literair werk of een financiële onderneming), of waarin een korte beschrijving wordt gegeven van de kenmerken en de activiteiten van een instelling of een bedrijf.
Het zich bezighouden met seksuele activiteiten voor geld.
Orde van bloeiende planten.
Officiële papieren bestaande uit voorbedrukte documenten, uitgereikt aan Amerikaanse zeelieden door ontvangers der douane van 1796 tot 1940 op grond van een wet in de Verenigde Staten, de Act for the Relief and Protection of American Seamen uit 1796.
Een van de beide 'pastophoria' (nissen), waar de benodigdheden en paramenten voor het misoffer in de vroegchristelijke en Byzantijnse kerk werden klaargezet.
Verwijst naar de oriëntaliserende fase van de Griekse kunst in Athene; deze periode viel min of meer samen met de proto-Corinthische fase. In deze vroege fasen van de Attische vaasschilderstijl waren nog elementen van de eerdere laat-geometrische stijl te herkennen. Deze periode begon rond 710 v. Chr. en eindigde circa 610 v. Chr., met de ontwikkeling van de Attische zwartfigurige schilderkunst. De stijl wordt gekenmerkt door een krachtig decoratieschema, met spiraalvormen en andere motieven, en ranke figuren met lichte rondingen zoals die niet bij geometrische stijlen worden aangetroffen.
Verwijst naar de oriëntaliserende fase van de Griekse kunst in Korinthe, van circa 720 tot 620 v. Chr., die min of meer samenvalt met de proto-Attische fase in Athene. De proto-Corinthische aardewerkstijl ontwikkelde zich in de 8ste eeuw v. Chr. in Korinthe en heeft zich tot circa 640 v. Chr. gehandhaafd. De stijl wordt gekenmerkt door vaatwerk, meestal bekers, kannen of cassolettes, met aanvankelijk nog geometrische decoraties maar later ook dieren- en mensenfiguren, soms ook voorzien van oriëntaliserende kromlijnige ornamenten. De latere voorbeelden onderscheiden zich door de ronde vormen en de dynamische figuren, als contour en silhouet uitgewerkt, waaraan ook ingesneden en witgekleurde motieven zijn toegevoegd.
Verwijst naar de periode in Mesopotamië, met name in de regio Diyala aan het einde van de Vroeg-Dynastische periode van circa 2425 tot 2340 v. Chr.
Verwijst naar de Vroeg-Neolithische stijl en cultuur die overheerste in Thessalië en een gedeelte van Macedonië. Deze kenmerkt zich door artefacten uit de overvloedige archeologische vindplaats bij Nea Nikomedia in het zuidwesten van Macedonië.De stijl kenmerkt zich door aardewerk dat beter is vervaardigd en gevarieerder is dan voorafgaande stijlen, vaak is voorzien van een overdadige voet, en in het algemeen een rode of roze engobe heeft, of rood op wit is beschilderd. De cultuur is ook bekend door de open nederzettingen met vrijstaande en rechthoekige gebouwen, doorgaans opgebouwd uit een eiken geraamte, met muren van gevlochten riet bedekt met modder.
Verwijst naar een periode en stijl in de Griekse kunst en cultuur die zich voordeed van circa 1100 tot circa 900 v. Chr. Deze kenmerkt zich door de import van objecten en stijlen uit de Levant en Egypte, een vernieuwing van binnenlandse Griekse stijlen, en een algeheel herstel van de woelige periode die het gevolg was van de gewelddadige omverwerping van de Minoïsche/Myceense wereld in de 12de eeuw v. Chr. De overgeleverde kunstwerken bestaan uit eenvoudige fibulae, primitieve kleifiguren en aardewerk, meestal versierd met cirkels, bogen, driehoeken en golvende lijnen, vaak met meerdere streken aangebracht en geplaatst in horizontale banden op verschillende delen van de pot.
Verwijst naar de stijl en periode die over het algemeen duidelijk begint in het midden van de 12de eeuw in Italië en elders in West-Europa. De periode overlapt met de laatmiddeleeuwse periode en wordt in Italië ingeluid door het ontstaan van de stadstaten en de daaropvolgende stijging van de status en het individualisme van kunstenaars en handwerkslieden. De stijl in de beeldhouw- en schilderkunst verschilt van vroegere stijlen door de hernieuwde waardering van de kunst van het klassieke Griekenland en Rome. Deze is duidelijk zichtbaar in de meer driedimensionale, naturalistische figuren en composities die zijn beïnvloed door Romeinse sarcofagen en andere antieke kunst.
Onderklasse van primitieve zoogdieren, waaronder de vogelbekdieren en hun uitgestorven verwanten. De dieren leggen eieren, hebben haar, melkklieren zonder tepels, een schoudergordel en aparte eileiders die uitkomen in een cloaca (waarin ook de endeldarm en de urineleiders uitkomen). De meeste soorten uit deze groep zijn uitgestorven. Men heeft fossielen gevonden uit het Krijt en het Kaenozoïcum. De nog levende vertegenwoordigers zijn de vogelbekdieren en verschillende soorten mierenegels.
Een vervaardigd object dat is bedoeld als functioneel model voor de productie van volgende exemplaren. De term wordt meestal geassocieerd met driedimensionale functionele objecten (meubels, gebouwen en machines) en in mindere mate met de schilder-, teken- of beeldhouwkunst. Soms is de term ook van toepassing op schilderijen en tekeningen bij het beschrijven van conceptuele gelijkenissen, en dus niet van feitelijke objecten. Gebruik 'prototypes' uitsluitend voor het beschrijven van beeldhouwkunst indien het formaat, de vorm en de details van de werken overeenkomen met andere voltooide werken. Gebruik 'maquettes' voor kleine driedimensionale versies van beeldhouwwerken, en 'bozzetti' voor meer in detail uitgewerkte versies van een beeldhouwwerk of schilderij.
orde van ongeveer 150 soorten zeer kleine primitieve, blinde insecten met een bleke kleur die geen vleugels hebben, in vochtige humus en aarde leven en rottend organisch materiaal eten.
Wordt gebruikt voor korte, bondige gezegden die in de omgangstaal zijn ingeburgerd en een algemene waarheid of waarneming uitdrukken met betrekking tot het menselijk leven of gedrag. Het zijn dikwijls volkswijsheden van een groep of een natie die onderscheiden dienen te worden van 'aforismen', waarmee bepaalde principes of voorschriften worden uitgedrukt en waarvan de auteur dikwijls bekend is.
Verwijst naar de stijl van architectuur die gangbaar was in Zuid-Chiapas in Mexico, Zuid-Guatemala en Honduras, en westelijk El Salvador. De stijl weerspiegelt de klassieke Midden-Amerikaanse grootsheid en de Teotichuacaanse details in keramiek en maakt gebruik van decoratief Midden-Amerikaans groen vulkanisch glas. De stijl onderscheidt zich van de meer gedetailleerde laagland-Maya-stijlen door het ontbreken van stèle-altaren en zuilenrijen, het terughoudende gebruik van bogen op kraagstenen voor ondergrondse tomben, het zeldzame voorkomen van polychroom keramiek, imposante tempelontwerpen met pseudogewelven en structuren die overeenkomen met de cycli van hemellichamen.
De constituerende, politieke en bestuurlijke delen binnen verschillende soevereine staten, b.v. historische zoals het Romeinse Rijk en hedendaagse staten met een federaal systeem, zoals Canada en Spanje .
Overheidsgebouwen waar het provinciaal bestuur en provinciale diensten zijn gehuisvest.
Gebruik voor literaire werken in proza, maar met de geconcentreerde ritmische, figuratieve sonore taalkenmerken van poëzie, geschreven als een continue reeks van zinnen, zonder regeleinden.
Verwijst naar verzamelobjecten, snuisterijen en andere voorwerpen met weinig waarde, die meestal worden gezien als mooi of decoratief, of die nauwelijks antiquarisch belang hebben.
Staande bakken of mandachtige houders voor oud papier en klein afval.
Kleine hoeveelheden glas, vaak in de vorm van ronde bolletjes of tranen, die worden aangebracht op de romp van een glazen object, hoofdzakelijk voor decoratieve doeleinden.
Genus van meer dan 400 soorten bloeiende struiken en bomen, waaronder de amandelboom, perzikboom, pruimenboom, kersenboom en abrikozenboom. In sommige classificaties zijn perzikbomen, amandelbomen en bloeiende amandelbomen (Prunus japonica) in het aparte genus Amygdalus opgenomen. Een recent DNA-onderzoek heeft echter uitgewezen dat Prunus monofyletisch is en afkomstig is van één Europees-Aziatische voorouder. De oudste fossielen van soorten uit Prunus zijn gevonden in The Princeton Chert in de Canadese provincie British Columbia en dateren uit het midden van het eoceen.
Verwijst naar boeken of andere documentvormen die het Boek der Psalmen bevatten, dat is samengesteld uit 150 psalmen uit het Oude Testament. Een psalter is meestal onderverdeeld in delen die dagelijks bij de metten en op zondag bij de vespers worden gereciteerd, en wordt gebruikt als liturgisch boek door de clerus bij de breviergebeden of getijden, of door leken voor privégebeden. Naast de psalmen bevatten psalters gewoonlijk ook een kerkelijke kalender, gezangen, geloofsbelijdenissen en de litanie van de heiligen. Koning David en zijn hofmuzikanten werden van oudsher beschouwd als auteurs van de psalmen. De onderwerpen van de psalmen zijn meestal hymnen om God te prijzen en smeekbeden om hulp en mededogen. In de christelijke traditie werden de psalmen zo geïnterpreteerd dat de Heer uit het Oude Testament werd gezien als Christus de Verlosser. Diverse passages uit afzonderlijke psalmen werden gezien als christelijke metaforen en vooraankondigingen. Hiëronymus maakte in de 4de eeuw n. Chr. de Hebreeuwse tekst van de psalmen voor westerse lezers toegankelijk door deze in het Latijn te vertalen. Twee vertalingen zijn gemaakt op basis van de Griekse versie (de Septuagint) en één vertaling rechtstreeks uit de originele taal. De drie versies zijn respectievelijk bekend als de Romeinse, gallicaanse en Hebreeuwse psalters. Het psalter was een van de meest geïllustreerde middeleeuwse teksten in het westen. Deze illustraties begonnen rond 725 n. Chr. en floreerden van de 12de tot de 14de eeuw. De tekst werd vaak verfraaid met prachtige ornamenten en afbeeldingen; psalmen leenden zich echter niet goed voor letterlijke illustratie, in tegenstelling tot de meer verhalende Bijbelgedeelten. Als gevolg hiervan waren de illustraties zeer gevarieerd, zowel in stijl als in iconografie. De meeste geïllumineerde psalters bevatten decoratieve gehistoriseerde beginletters bij de belangrijkste onderverdelingen van de tekst.
Snaarinstrumenten met opgehoogd houten bovenblad of met ondiepe klankkast met klankgaten, de snaren zijn evenwijdig aan het blad of de kast gespannen en aan beide kanten van het instrument met houten of metalen stemschroeven bevestigd; bespeeld door de snaren te tokkelen.
Oude Etruskische helmen die zijn afgeleid van de veel gebruikte Corinthische helmen uit Griekenland en Italië; ze hebben een helmkap die het hoofd slechts tot de ogen bedekt en een kort of lang uiteinde aan de achterkant of een wijduitlopende cirkelvormige rand rondom ter bescherming van de hals en wangen.
Orde van 40 families van kleine insecten die boeken beschadigen doordat ze de lijm in de banden opeten.
Verwijst naar de culturele beweging en de kunst uit de tweede helft van de jaren 60 van de 20ste eeuw. Deze stroming had een internationale reikwijdte, maar floreerde voornamelijk aan de Amerikaanse Westkust. De beweging propageerde onderzoek van het onderbewuste door middel van drugs, zintuiglijke begoocheling, en volledige onderdompeling van de zintuigen in muziek en lichtshows. In de beeldende kunst kenmerkt deze stijl zich door obsessief gedetailleerde afbeeldingen, dubbelzinnige voorstellingen van de ruimte en felle kleuren.
Ramen bestemd voor psychiatrische inrichtingen, die gekenmerkt worden door zware tussenliggende delen, weinig glas, laaggeplaatste ventilators en speciale schermen en beslag.
De wetenschap die zich bezighoudt met de relatie van bewuste en onbewuste psychologische processen; ook een specifieke onderzoeksmethode naar onbewuste mentale processen, ontworpen om voorbewust en onbewust materiaal naar het bewustzijn van de patiënt te brengen om gedrags- en persoonlijkheidsstoornissen te behandelen.
Hygrometers die de vochtigheid vaststellen door twee thermometers af te lezen, één met een natte bol en de ander met een droge.
Verwijst naar een zeldzaam vattype met een hybride vorm. Het is in wezen een psykter met een klaverbladmond in plaats van een ronde mond en een verticaal schenkhandvat. Dit vat werd meer voor wijn dan voor koelvloeistof gebruikt.
Grote soort loofboom die inheems is in delen van Zuidoost-Azië, Noord-Australië en de eilanden in de westelijke Stille Oceaan. De soort levert hoogwaardig hard rooskleurig hout.
Documenten die onder het publiek worden verspreid door middel van verkoop of andere wisseling van eigenaar, of door middel van verhuur, pacht of lening.
Het uitbrengen van gedrukte, opgenomen of anderszins gereproduceerde verslagen van kennis in welk medium dan ook, voor publieke verkoop of verspreiding.
Te gebruiken voor de tak van het recht die zich bezighoudt met de organisatie van overheden, de verantwoordelijkheden van openbare instanties en functionarissen, en de relatie tussen een overheid en haar burgers en die tussen soevereine staten.
Te gebruiken voor overheidsdiensten die voorzien in gebouwen en andere faciliteiten, zoals postkantoren, wegen, speelplaatsen en havens, ten dienste van de gemeenschap en bekostigd uit de openbare middelen.
Publicaties die worden afgedrukt in door de eindgebruiker gewenste aantallen. Het af te drukken materiaal is opgeslagen in een elektronisch archief.
Verwijst naar een stijl die zijn oorsprong heeft in het Mexico van het einde van de 18de eeuw. In de architectuur heeft de stijl zich ontwikkeld uit de Spaanse barok; hij wordt gekenmerkt door rijke, beeldgesneden façades met herkenbare taps toelopende estípites, fel gekleurde exterieurs van geglazuurde tegels, en portalen, vensters en dakniveaus met verschillende geometrische contouren. De stijl werd voor het eerst toegepast in Mexico Stad, in de façade van het Sagrarium van de Catedral Metropolitana (1749-1768), een ontwerp van de architect Lorenzo Rodríguez, en verspreidde zich daarna snel.
Wordt gebruikt voor wooncomplexen met meerdere verdiepingen en meerdere vertrekken, vaak gebouwd op plateau's of in rotswanden, gangbaar bij bepaalde indiaanse culturen in het zuidwesten van de Verenigde Staten; te onderscheiden van 'Great Houses (complexen)' door hun ligging en samengeklonterde opbouw.
De nathuisbewerking waarbij haarloze huiden of vellen worden behandeld met een oplossing van gefermenteerde hondenmest om ongewenste bestanddelen te verwijderen en het uiteindelijke leer zacht en flexibel te maken. Het proces is vergelijkbaar met de behandeling met enzymen, waarbij duiven- of kippenmest wordt gebruikt, maar werkt sneller door de krachtiger oplossing en is mogelijk schadelijker voor de huiden of vellen.
Quilts bestaande uit aan elkaar gehechte driedimensionale 'bollingen' gevormd uit iets bij elkaar getrokken kleine vierkantjes van zijde opgevuld met watten. Geen Nederlands equivalent.
Te gebruiken voor tulbanden die vooral in India worden gedragen, vaak van licht materiaal en met één uiteinde afhangend aan de achterzijde. Ook te gebruiken voor smalle repen stof, gewoonlijk van licht materiaal, die rond een helm of pet worden gedragen, vaak met één uiteinde afhangend aan de achterzijde om de nek tegen de zon te beschermen.
Aanduiding voor glooiend, waaiervormig sediment dat door een waterstroom wordt afgezet waar deze een nauw stroomgebied of een hoogvlakte verlaat en uitloopt in een laagvlakte of een brede vallei.
Wordt gebruikt voor het verwijderen van boekdelen uit een band met de bedoeling ze opnieuw in te binden; meestal betreft het de verwijdering van kaften, rugversterkingen en oude lijm, waarbij het garen wordt doorgeknipt en alle katernen van elkaar worden gescheiden. Wanneer een afzonderlijk, bibliografisch onderdeel is verwijderd uit een band met de bedoeling het daarna op zich zelf te doen staan wordt '@disbinding' gebruikt. Voor een boekblok dat nooit is gebonden, maar uit losse vellen, katernen of verzamelmateriaalbestaat, gebruik 'ongebonden'.
De meest gangbare techniek voor het converteren van analoge signalen naar een digitale vorm door middel van sampling. Pulse Code Modulation is geen universeel geaccepteerde standaard, maar wel een techniek die wordt gebruikt voor uiteenlopende toepassingen, van telefonie tot de productie van cd's. De muziek van cd-kwaliteit wordt meestal gesampled op 44,1 kHz bij 32 bits per sample.
Grote kommen, meestal van zilver, keramiek of glas, waarin een drank zoals punch of limonade wordt bereid of geserveerd. Vaak horen er een opscheplepel en een stel punchkoppen bij.
Boren die zijn gevormd als een taps toelopende, conische halve trechter waarvan één of beide open zijkanten zijn gescherpt om zijdelings te snijden
Daken waarvan twee hellende vlakken samenkomen in een nok, met aan een of beide uiteinden een topgevel.
Met of uitlopend op een smal, relatief scherp uiteinde.
Amforen die zich kenmerken door een puntige of bolvormige voet en waarvoor een standaard is vereist. In onbeschilderde vorm was dit het standaardvat voor handelstransporten van wijn en olie.
Lange, dunne, ijzeren staven die worden gebruikt om in een pot of smeltkroes met gesmolten glas te dopen en waaraan een hoeveelheid gesmolten glas blijft vastkleven. Soms wordt een glasblazerspijp gebruikt om het glas in één keer te vormen door te blazen.
Verwijst naar een werk van draad of touw dat is geknoopt, gedraaid of gebonden. Het werd voor het eerst gemaakt in het Middellandse-Zeegebied, waarschijnlijk van visnetten. Het kwam tot bloei in het 16de-eeuwse Italië, waar decoraties werden gemaakt door te knopen, draaien en binden, zonder gewichten of klossen. Vroege patronen waren geometrisch, soms afgewisseld met schematische figuren. Men denkt dat kloskant uit dit proces is ontstaan, toen de draden werden vastgemaakt aan loodgewichten en het ontwerp werd uitgewerkt op een kussen.
Kleine troffels die worden gebruikt om specie op de baksteen te spreiden voordat deze wordt gelegd.
Marmer dat wordt gewonnen in de omgeving van het schiereiland Purbeck-eiland in het Engelse Dorset. Voornamelijk gebruikt als bouwsteen.
Keukengerei dat is ontworpen voor het persen van voedsel, voornamelijk gekookte aardappels, door een geperforeerde bak zodat het uiteindelijke product bestaat uit draden met de diameter van een rijstkorrel.
Egyptisch en Romeins glaswerk met een bloedrode kleur, veroorzaakt door de verspreiding van koperoxidekristallen in zwart glas.
Een klein Perzisch kleed van ongeveer 90 bij 60 cm.
Gaten, kuilen of andere meestal verticale uitgravingen die in de aarde worden uitgeboord, geslagen, gedrild of op een andere manier gebouwd om diverse vloeistoffen omhoog te halen, bijvoorbeeld water, brijn, aardolie of aardgas.
Kenmerkende, ronde houten vaten om water uit een put te halen; ook een vergelijkbaar vat voor het vangen, vasthouden of dragen van vloeibare of vaste stoffen.
Een paal met aan het ene uiteinde een emmer en aan het andere een tegengewicht, zodat men makkelijker water uit een put kan halen. Palen of stukken hout op een horizontaal draaipunt om met emmers water uit een put te halen.
Motieven die mollige, soms gevleugelde en naakte figuren van kleine jongens weergeven, afgeleid van Grieks-Romeinse afbeeldingen van Eros. Gebruikelijk in kunst van de Renaissance tot en met de 18e eeuw.
Aanduiding voor constructiepuzzels waarvan het doel is om twee- of driedimensionale stukken weer samen te voegen tot een bepaalde vorm. Te gebruiken voor ontspanningsartefacten die zijn bedoeld om amusement of afleiding te bieden door het leveren van constructiemoeilijkheden die moeten worden opgelost met vindingrijkheid of geduldig proberen. Kijk bij "woord- en cijferpuzzels en spellen" voor woord- en cijferafleidingen die moeten worden opgelost.
Flessen waarvan het volume precies bekend is; worden gebruikt om de dichtheid of het soortelijk gewicht van vloeistoffen te meten.
Instrumenten voor het meten van de totale intensiteit van zonnestraling.
Verwijst naar de cultuur die is verbonden met een stad-koninkrijk in antiek Birma en die floreerde van circa 1 n. Chr. tot 9 n. Chr. en die de zuidelijke regio's Binnaka, Mongamo, Sri Ksetra en Halingyi omvat. Architectuur in de regio wordt gekenmerkt door gewelfde tempels, huizen, paleizen en kloosters gebouwd van hout en voorzien van daken die zijn bedekt met tegels van lood en tin, en die muren bevatten die zijn samengesteld uit geglazuurd steen. Decoratieve kunstnijverheid binnen huishoudens betrof keukengerei van goud en beeldjes van goud, groen glas, jade en kristal. Cilindrische stoepa's of grote grafurnen van diverse afmetingen versierden de periferie van de stadsmuren en tempels van het koninkrijk.
Oud-Griekse, relatief kleine, doosachtige bakjes met zware deksels om cosmetica en toiletartikelen in te bewaren. Deze vaak cilindervormige bakjes werden doorgaans aangetroffen in de graven van vrouwen en krijgers.
Een type pyxides met een soortgelijke buik als de pyxis type B, maar met een kleiner, dopachtig deksel in plaats van een schuifdeksel. Dit type wordt alleen roodfigurig aangetroffen.
Kleine ciboriehouder zonder stam, meestal van edelmetaal, om hosties te bewaren of naar zieken te dragen. Te onderscheiden van 'monstransen', gebruikt om de hostie uit te stallen, op het altaar of tijdens een processie.
Verwijst naar de paleolithische periode in Nubië van circa 15.000 tot 10.000 v. Chr. De periode kenmerkt zich door maalstenen en blades die mogelijk wijzen op landbouwexperimenten, door de aanwezigheid van begraafplaatsen en bewijzen van rituele uitvaarten.
Arabische kastelen of versterkte paleizen.
Verwijst naar de periode van het eerste millennium vóór tot en met het eerste millennium na Christus, waarin het koninkrijk van Qataban floreerde in het zuiden van het Arabisch Schiereiland, in het gebied van het huidige Jemen. De kunst uit deze periode kenmerkt zich door een gemeenschappelijke stijl die werd gedeeld met de andere koninkrijken die in dezelfde tijd op het zuiden van het Arabisch schiereiland bestonden. Deze stijl is met name zichtbaar in de beeldhouwkunst, waarin eenvoudige ontwerpen worden gecombineerd met een hoge mate van vakmanschap. De werken waren vaak geïnspireerd op religieuze thema’s en tempelceremonieën.
Verwijst naar de stijl van kunst die werd verzameld en vervaardigd door de keizer, kunstenaar Ch'ien-lung (aan de macht van 1736 tot 1795). Zijn verzameling bestond voornamelijk uit porselein, bronzen en jade voorwerpen, kalligrafie en zeldzame boeken. Kenmerkend voor keramiek in deze stijl is fine-famille-roseporselein. In de schilderkunst wordt de stijl gekenmerkt door gedetailleerde vogel- en bloemschilderingen die zowel werden vervaardigd door de keizer zelf als door hofschilders. De fascinatie van de keizer voor Europa leidde tot de ontwikkeling van een Chinese rococostijl in de architectuur.
Verwijst naar een van de drie hoofdfasen van de Gansu-cultuur, die dateert uit circa 2000 tot circa 1600 v. Chr.; deze fase valt ongeveer samen met de latere fasen van de Longshan-cultuur in het oosten. Qijia werd in 1923 ontdekt door de Zweedse archeoloog Johan Gunnar Andersson, en is genoemd naar de vindplaats in Qijiaping in het gewest Guanghe, in het oosten van de provincie Gansu; de cultuur was verbreid tot in het westen van de provincie Qinghai en de autonome regio's Ningxia en Binnen-Mongolië. Aardewerk uit de Qijia-fase omvat grijs en rood aardewerk dat glad, beschilderd of corded is. De profielen van het vaatwerk zijn hoekiger, en vormen zoals postamentvormige voeten duiden erop dat er vanaf 2000 v. Chr. een kruisbestuiving heeft plaatsgevonden met andere tradities uit alle delen van China. Er zijn ook enige koperen artefacten opgegraven. Bij de begrafenis werden giften meegegeven zoals gereedschap van been of steen, aardewerken vaatwerk, ornamenten en orakelbenen.
Verwijst naar de stijl en periode die in verband worden gebracht met de Qin-dynastie, de eerste Chinese keizerdynastie, die dateert van 221-206 v. Chr. Gedurende deze periode werd de Chinese Muur gebouwd. Er kan slechts een beperkt aantal objecten met zekerheid aan deze periode worden toegeschreven. De bekendste hiervan zijn de levensgrote aardewerken soldaten en paarden die zijn gevonden bij de graftombe van koning Zheng in Lintong.
Verwijst naar de stijl van porselein dat in de Chinese provincie Kiangsi werd vervaardigd gedurende de Yuan-dynastie en wordt gekenmerkt door een lichtblauwe of hemelsblauwe kleur.
Verwijst naar een Chinese Neolithische cultuur en periode die zijn naam ontleent aan een in 1951 ontdekte archeologische site in het gewest Huai'an in de Chinese provincie Jiangsu. Globaal omvatte Qingliangang de periode tussen 4500 en circa 2300 v. Chr., en het gehele kustgebied vanaf de provincie Shandong in het noorden tot aan de grens met de provincie Fujian in het zuiden. In meer specifieke zin wordt er de periode tussen circa 4500 en circa 3200 v. Chr. mee bedoeld, en uitsluitend het gebied van de provincie Shandong en het noordelijk deel van de provincie Jiangsu. De weinige Neolithische resten die in Qingliangang zijn opgegraven, omvatten hoofdzakelijk geavanceerde stenen gereedschappen, aardewerken houders en potscherven. Het aardewerk van Qingliangang bestaat overwegend uit roodbakken steengoed, hoewel ook grijs en zwart aardewerk is aangetroffen. Vaatwerk is gevonden in de vorm van borden of schalen van het pan- en pen-type, kommen van het bo-type, statieven van het ding- en li-type, kopjes van het bei- en dou-type, alsmede zeng-stoompannen. Sierontwerpen komen uitsluitend voor in de vorm van eenvoudige geometrische patronen, meestal bestaande uit gebogen of rechte parallelle lijnen. Het decor is doorgaans ingestempeld en geschilderd; ook zijn technieken als insnijden en appliqué gebruikt.
Wordt gebruikt voor rechthoekige door (overheids- of universiteits)gebouwen omgeven, bestrate of met gras begroeide ruimten. Te onderscheiden van 'binnenplaatsen' die door een enkel gebouw omsloten worden.
Wordt gebruikt voor Romeinse koperen of bronzen munten ter waarde van een kwart as; ze werden uitgegeven door de vroege Republiek tot ten minste de 2e eeuw n.C.
Bogen, meestal met een monumentaal karakter, met twee elkaar kruisende doorgangen en vier façades. Soms worden ze op kruispunten geplaatst. Binnen de context van de Romeinse architectuur waren ze met name populair in Afrika en in het oostelijke deel van het Romeinse Rijk.
Griekse en Romeinse wagens die door vier paarden naast elkaar werden getrokken.
Antieke Romeinse binnenplaatsen met zuilengangen aan alle vier de zijden.
Te gebruiken voor oorlogsschepen uit de oudheid, voortbewogen door roeiers die op een of andere manier in groepen van vier waren verdeeld over ten minste twee niveau's; de precieze verdeling is onbekend.
Schotse drinkschalen in de vorm van een kleine, ondiepe kom, meestal met twee, soms ook met drie horizontale handvatten; meestal gemaakt van hout, tin of zilver. Geen Nederlands equivalent.
Engelse variant van art nouveau, meestal gebruikt voor het beschrijven van allerlei in massa geproduceerde goederen, voornamelijk meubels.
Een christelijke sekte die in het midden van de 17de eeuw ontstond in Engeland en de Amerikaanse koloniën. Ze bepleiten de directe inwaartse vrees voor God, benadrukken de nabijheid van de leer en leiding van Christus en wijzen naar buiten gekeerde rituelen en geestelijke ambten af. Quakers geloven in een spiritueel doopsel en een spirituele communie. De groep heeft een lange traditie van strijd tegen oorlog en een actieve inzet voor vrede. De quakers vertegenwoordigen de extreem linkse vleugel van de 17de-eeuwse puriteinse beweging en werden vaak vervolgd om hun onconventionele christelijke beleving. Scheidingen in de 18de en 19de eeuw werden tijdens en na de Eerste Wereldoorlog hersteld, toen de afname van het onderlinge wantrouwen samenwerking en hereniging mogelijk maakte. George Fox (1624-91), stichter van het genootschap in Engeland, liet optekenen dat in 1650 'rechter Bennet uit Derby ons als eerste quakers noemde, omdat we oproepen te beven voor het woord van God.' Waarschijnlijk werd de naam ook gebruikt omdat ze tijdens hun samenkomsten daadwerkelijk trilden om hun religieuze beleving te tonen. Hoewel de term oorspronkelijk spottend was bedoeld, wordt de term door de quakers zelf gebruikt en kan deze tegenwoordig zonder schaamte worden gebruikt. Het kerkbestuur bij de quakers is gebaseerd op maandelijkse samenkomsten.
Benaming die door Sheraton werd gebruikt voor een reeks van vier kleine tafels.
Te gebruiken voor de kunststijl uit de regeringsperiode van Queen Anne (1702-1714). Te onderscheiden van 'Queen Anne-stijl', die een stijl in de kunstnijverheid vanaf 1870 aanduidt, evenals een laat 19e-eeuwse bouwstijl (m.n. gepropageerd door Richard Norman Shaw), die geïnspireerd is op de 18e-eeuwse kunst uit de regeringsperiode van Queen Anne.
Te gebruiken voor een stijl in de kunstnijverheid vanaf 1870, en in de laat 19e-eeuwse architectuur (m.n. gepropageerd door Richard Norman Shaw), geïnspireerd op de stijl uit de regeringsperiode van Queen Anne in de 18e eeuw. Gebruik voor deze stijl de term 'Queen Anne'.
Engels aardewerk met loodglazuur dat circa 1763 werd ontwikkeld door Josiah Wedgwood. De naam is ontleend aan koningin Charlotte. De populariteit van dit aardewerk leidde tot het verdwijnen van de Engelse tinglazuuraardewerk-industrie.
Verwijst naar een in Engeland geproduceerd type aardewerk uit de tweede helft van de 18de eeuw, met een romige kleur en voorzien van een transparant loodglazuur; de term verwijst eveneens naar imitaties van Engels aardewerk. Engels aardewerk is van oorsprong ontwikkeld door pottenbakkers uit Staffordshire, die experimenten uitvoerden in de hoop een vervanging voor Chinees porselein te vinden. Rond 1750 creëerden ze een fijn wit type aardewerk met een vol gelig glazuur; de lichte romp en het transparante glazuur maakten dit type aardewerk bij uitstek geschikt voor huishoudelijk gebruik. De roomkleur werd destijds nog als onvolkomenheid beschouwd; in 1779 kwam Wedgwood met een verbetering, een blauwwit product dat hij 'pearlware' noemde. Dit type aardewerk bleef bijna een eeuw lang in productie. Engels aardewerk werd echter de gehele 19de en 20ste eeuw vervaardigd, tot op de dag van vandaag.
Term over het algemeen van toepassing op bedden die groter zijn dan tweepersoonbedden, maar kleiner dan de king-size bedden.
Een lichtbruin of vaalgeel dolomiet dat goed gecementeerd en breukvrij is. Het is bij uitstek geschikt voor bouwdoeleinden. Het wordt vaak gebruikt als bouwsteen in het Canadese Toronto, omdat het wordt gewonnen in het zuiden van Ontario. Queenston-kalksteen bedekt de cuesta van Niagara. De winning in Queenston begon rond 1840, maar daarvoor zochten Schotse kolonisten al naar bouwmaterialen in de kalksteenbedden. De huidige groeve is een van de oudste van Canada.
Rechte fluiten in verschillende varianten: van been, klei, kalebas, hout of metaal, met maximaal acht vingergaten; en modernere versies met vijf tot zes op gelijke afstand gelegen vingergaten en één duimgat aan de onderkant van de fluit; vervaardigd en bespeeld in Zuid-Amerika .
Een reeks gele kleuren die lijken op de kleur van quercitron, een gele natuurlijke verfstof die wordt verkregen uit de schors van de verfeik.
Gele verfstof die wordt verkregen uit de schors van de zwarte eik, Quercus velutina, afkomstig uit de oostelijke en midwestelijke delen van de Verenigde Staten. De buitenste laag van de schors bevat een helder gele verfstof, terwijl die in de binnenste schors donkerder oranje en geelbruin is. Wordt gebruikt om wol felgeel of oranje te verven. Ooit werd dit kleurmiddel gebruikt met cochenille om scharlaken met een bijzondere helderheid te produceren. Quercitron werd in 1775 in Engeland geïntroduceerd door Edward Bancroft ter vervanging van gele verfstof uit de wouw.
Eikensoort die inheems is in de gebieden aan de westkust van Noord-Amerika, van Californië tot Neder-Californië. Meestal heesterachtig, maar kan 20 meter hoog worden. Kenmerkend zijn de hulstachtige bladeren. De bomen kunnen 250 jaar oud worden. Vroeger gebruikte men het harde hout van de boom in de scheepsbouw, maar nu wordt deze soort vooral gebruikt als sierboom en voor de schaduw.
Middelgrote eik die inheems is in de gebieden aan de westkust van Noord-Amerika, van Brits-Columbia tot het zuiden van Californië. Komt met name veel voor in Willamette Valley. De boom is gastheer voor galwespen en de maretak.
Eik die inheems is in het Nabije Oosten. Belangrijke bron van galnoten, abnormale uitgroeiingen die door galwespen worden veroorzaakt en die tannines bevatten. De tannines gebruikt men voor het looien van leer, het maken van inkt en het produceren van medicijnen waarmee men brandwonden kan behandelen.
Kleine, langzaam groeiende bladverliezende heesterachtige boom die voorkomt op de droge, zanderige gebieden in het zuidoosten van de Verenigde Staten, op de kustvlakte van Delaware tot Florida en Louisiana. De boom kan 10 meter hoog worden en heeft diep ingesneden bladeren met drie tot zeven smalle lobben en eikels die in achttien maanden rijp worden. Deze soort vormt gemakkelijk kruisingen met Q. falcata (de sikkeleik), Q. incana, Q. laurifolia en Q. nigra. In het Engels noemt men de boom ���turkey oak' (���kalkoeneik') omdat de bladeren lijken op de pootafdruk van een kalkoen, of omdat wilde kalkoenen de eikels eten.
Middelgrote eik die inheems is in het zuidoosten van de Verenigde Staten, in het gebied dat zich uitstrekt van de kust van Virginia tot Midden-Florida en Texas. De boom kan 20 tot 25 meter hoog worden en heeft een grote ronde kroon.
Sier- en schaduwboom die vaak 30 meter hoog wordt en elegante hangende takken heeft, donkergroene bladeren met veel lobben en opvallende grote eikels van ongeveer 5 centimeter lang. De asgrijze tot lichtbruine schors heeft een flauwe oranje tint en is op ongelijkmatige wijze in blokjes verdeeld.
Middelgrote eik die inheems is op lager gelegen watergebieden in het zuidoosten van de Verenigde Staten, in het gebied dat zich uitstrekt van Delaware tot het zuiden van Illinois in het westen en het noorden van Florida en Zuidoost-Texas in het zuiden. De eikel wordt bijna helemaal bedekt door de dop. De Latijnse naam verwijst naar de vorm van de bladeren, die op een lier lijken.
Eik die wit hout produceert en inheems is in Noord-Amerika, in het oosten en middenwesten van de Verenigde Staten en het midden van Zuid-Canada. De doppen van de eikels zijn zeer rafelig. In stedelijke gebieden is het een populaire sier- en schaduwboom vanwege zijn goede weerstand tegen insecten en schimmels, droogte en luchtvervuiling. Voorheen kwam de boom veel voor op prairies en zogenaamde oak savannas (savannen met veel eiken). De boom is door zijn brandwerende kurkschors goed bestand tegen vuur.
Waardevolle Noord-Amerikaanse productieboom die voorkomt op de vlaktes aan de Atlantische kust en de kust van de Mexicaanse Golf en op laagliggende stukken land langs de Mississippi. De boom kan 24 tot 36 meter hoog worden en vanuit de zuilvormige stam groeien takken onder een kleine hoek omhoog. De kroon is rond en compact. De schors is zilverwit met een rode tint, en de glanzende, fluweelachtige bladeren zijn heldergroen en witachtig aan de onderkant. Gewoonlijk zijn de bladeren 20 centimeter lang. In de herfst worden ze rood. In het Engels noemt men de boom vaak ���cow oak' (���koeieneik'), omdat de eikels door het vee worden gegeten, of ���basket oak', omdat men lokaal manden maakt van strips van het hout. Voorheen dacht men dat het een variëteit was van Q. prinus, maar Q. michauxii is gewoonlijk massiever dan Q. prinus. Men kan er snel achterkomen tot welke soort een boom behoort door naar de habitat te kijken. Als de boom op een heuvelrug groeit, is het waarschijnlijk Q. prinus. Als de boom op natte, lager gelegen stukken land groeit, is het waarschijnlijk Q. michauxii.
Eik met brede kroon die inheems is in Noord-Amerika, in het gebied dat zich uitstrekt van het Midden-Westen tot diep in het zuiden van de VS en tot de oostelijke rand van de Great Plains. In het vrije veld kan de boom 18 meter hoog worden en 24 meter breed. De boom heeft vaak lange en dikke lage takken en groeit bij voorkeur op vochtige, diepe, vruchtbare en alkalische aarde met een goede afwatering, maar ook vaak in de buurt van heuveltoppen of hoger gelegen gebieden met een droge grond die klei bevat of vruchtbaar, zanderig of rotsachtig is. De boom verdraagt ook neutrale tot zure grond en gedijt in de volle tot gedeeltelijke zon (jonge bomen kunnen ook goed tegen schaduw).
Kleine boom of struik die dicht struikgewas vormt. Het is een nuttige bodembedekker voor droge, rotsachtige tuinbedden. Quercus prinoides lijkt op Q. prinus, maar is nauwer verwant aan Q. muhlenbergii.
Deze soort noemt men ook wel Q. montana. Men gebruikt het hout om meubels te maken. In het Engels gebruikt men informeel ook de term ���chestnut oak' (���kastanje-eik'), een algemene term voor diverse soorten eiken met bladeren die op die van kastanjes lijken.
Groenblijvende boom die inheems is op Cuba en in het gebied dat zich uitstrekt van het zuidoosten van de Verenigde Staten tot in Mexico. De boom heeft een ruwe roodbruine schors en wordt vijftien meter hoog. Gewaardeerd om zijn harde, duurzame hout. Vroeger gebruikte men het in de scheepsbouw. Tegenwoordig plant men de bomen vooral vanwege de schaduw. De soort is makkelijk te kruisen, waardoor soms verwarring is ontstaan over variëteiten en bepaalde volksnamen.
Dekens voor bedden die zijn samengesteld uit drie lagen (boven- en onderlaag en vulling) welke aan elkaar zijn bevestigd met een quilttechniek: een vorm van stikken waardoor meestal decoratieve patronen of ontwerpen ontstaan. De term kan ook in minder specifieke zin verwijzen naar soortgelijke dekens bestaande uit delen die op andere wijze aan elkaar zijn bevestigd. Quilts dienen te worden onderscheiden van ‘gewatteerde dekens’: warmere, zwaar gewatteerde dekens met minder complex of minder decoratief stiksel. Quilts kunnen ook als wanddecoratie of voor een ander doel worden gebruikt.
Wordt gebruikt voor de bovenlaag van een gewatteerde deken, vaak onaf gelaten, zonder achterkantbekking, vulling of wattering Anders dan 'zomer spreien' die afgewerkte randen en zomen hebben.
Romeinse zilveren munten van verschillende waarde, oorspronkelijk een halve denarius, geslagen vanaf het eind van de 3e eeuw v.C. Later ook in goud en brons en aangemunt tot de 3e eeuw n.C.
Latijns-Amerikaanse feesten en ceremonies die worden gehouden op de vijftiende verjaardag van een meisje.
Te gebruiken voor oorlogsschepen uit de oudheid, voortbewogen door roeiers die op een of andere manier in groepen van vijf waren verdeeld over ten minste twee niveau's; de precieze verdeling is onbekend.
Verwijst naar een stijl van schilderkunst en beeldhouwkunst die werd verspreid door een koloniale kunstacademie in Ecuador, gesticht in 1552. Daarmee werd de basis gelegd voor een religieuze kunststroming die vooral houten polychrome beeldhouwwerken en schilderijen zou voortbrengen. In de architectuur heeft de stijl invloed uitgeoefend op kerken, kloosters en landhuizen, met kenmerkende elementen zoals barokzuilen en -plafonds, en omvangrijke, van bladgoud voorziene altaren.
Verwijst naar een Zuid-Chinese neolithische cultuur uit de periode tussen circa 3100 en 2600 v. Chr. met als het centrum de hoogvlakte van Yangtze-Hanshui. De naam is ontleend aan een locatie in de buurt van het dorp Qujialing in Jingshan, in de provincie Hubei. De Qujialing-cultuur kwam na de Daxi-cultuur en werd op zijn beurt opgevolgd door de Longshan-cultuur. Deze cultuur is vermaard om zijn mooie zwarte en grijze aardewerk, en om de opvallend beschilderde eierschaalkeramiek uit de tweede helft van de periode. De meeste keramiek is niet gedecoreerd, maar soms is ze gedecoreerd met gedrukte of beschilderde motieven. In navolging van de Daxi-keramiek overheersen vormen de ringvoet- en postamentvormen in de Qujialing-periode. De vele beschilderde spilwieltjes van klei duiden wellicht op een intensieve textielproductie.
Trompe l'oeil-decoraties die objecten zoals enveloppen, speelkaarten en scharen afbeelden, onwillekeurig geordend en weergegeven zodat het lijkt alsof ze schaduwen; veelal geassocieerd met laat achtiende-eeuws Royal Copenhagen porcelein en Meissen-aardewerk uit iets eerdere tijd.
Moeilijke vragen of uitspraken die zo zijn geformuleerd dat men al het vernuft moet aanwenden om ze te beantwoorden of hun verborgen betekenis te vinden.
Kleine ijzeren winkelhaak die dient ter versteviging van de houtverbinding in een hoek van een raam, lijst, meubilair of ander object.
Staven of stampers die bij pleisterwerk worden gebruikt om vezels door kalkmortel te mengen.
Zagen die in een schaafachtig blok zijn gezet, met een verstelbare geleider en zaagblad. Worden gebruikt om groeven in de zijkant van een plank te zagen.
Onderwijsinstellingen die speciaal zijn bedoeld om rabbijnen op te leiden; gebruik 'yeshiva's' voor scholen die lesgeven in de talmoedische wet in het algemeen en niet noodzakelijkerwijs alleen voor het rabbinaat. Gebruik 'theologische hogescholen' voor scholen die een opleiding bieden voor het priesterschap.
Wordt gebruikt voor onderwijsinstellingen met hogere opleidingsprogramma's die speciaal zijn bedoeld om rabbijnen op te leiden; gebruik 'yeshivas' voor scholen die les geven in de talmoedische wet in het algemeen en niet noodzakelijkerwijs alleen voor het rabbinaat. Gebruik 'theologische hogescholen' voor scholen die een opleiding bieden voor het priesterschap.
Te gebruiken voor slaghoutachtige voorwerpen met lange stelen en ovale of ronde koppen met een strakgespannen netwerk, voor het slaan van ballen of shuttles bij diverse sporten; gebruik 'bats (balspelbenodigdheden' voor soortgelijke maar kleinere voorwerpen met massieve koppen, die worden gebruikt bij tafeltennis.
Door stoomkracht voortbewogen vaartuigen, aangedreven door een paar midscheepse schepraderen of een enkel scheprad bij de achtersteven; zijn aan het einde van de 18e eeuw ontworpen.
Verwijst naar de denkrichting die in de jaren zestig en zeventig van de twintigste eeuw navolging vond in Noord-Amerika, die verband hield met de verwerping van de stabiele waarden van de middenklasse en de conservatieve houding ten opzichte van mode, politiek, muziek, opleiding en sociale waarden. De beweging wordt in het algemeen gekenmerkt door radicale politieke overtuigingen, seksuele vrijheid, provocerende kleding en drugsgebruik. In beperktere zin was dit de beweging die de katalysator was voor de burgerrechten- en milieubeweging in de jaren zestig van de twintigste eeuw.
Dateringsmethode, die is gebaseerd op de bekende halfwaardetijd van koolstof-14, waarbij de hoeveelheid lage radioactiviteit wordt gemeten van koolstof die is achtergebleven in oud en dood, oorspronkelijk organisch materiaal, zodat kan worden bepaald wanneer een plant of dier is gestorven.
Wordt gebruikt voor instrumenten die de lucht in worden gedragen door vrij zwevende onbemande ballonnen, die zijn uitgerust met apparatuur voor het meten van temperatuur, druk en relatieve vochtigheid en die de gegevens automatisch kunnen verzenden per radio.
Pleistergereedschap dat bestaat uit een houten arm die met één kant aan een middenstuk vastzit en daar omheen draait.
Verwijst naar de filosofie, de atheïstische religie en het geloofssysteem waarin wordt gesteld dat Raël de laatste is in een rij profeten die ook Boeddha, Mohammed, Mozes en Jezus Christus omvat. Het raëlisme ontstond in de jaren 70 van de 20ste eeuw. De leer is onder andere gebaseerd op het idee dat het leven op aarde is ontstaan via genetische manipulatie door buitenaardse wezens en dat na de dood het leven kan worden voortgezet door middel van klonen. Steun voor deze en andere leerstellingen wordt gevonden in de natuurwetenschappen en in de Bijbel en andere religieuze teksten. Hoofddoel van het raëlisme is het bereiken van mensenrechten, vrede, liefde en geluk op aarde. De vele voorschriften moedigen aan tot meditatie en ontmoedigen het gebruik van tabak, alcoholische drank en illegale drugs. Het raëlisme hecht veel waarde aan uitvoerende en beeldende kunsten en andere vormen van creativiteit.
Kettingen met punten aan de uiteinden; worden gebruikt om boomstammen bijeen te binden tot vlotten.
Beddenspreien, geweven met een inslag van in repen geknipte, al voor andere doeleinden gebruikte stof.
Middelgrote, rechte, geelkoperen, op trompetten gelijkende blaasinstrumenten, met conische boring; aangeblazen aan het uiteinde; in paren bespeeld tijdens boeddhistische rituelen in Tibet.
Verwijst naar een regionale school van Rajasthan-miniatuurschilderkunst met als centrum Raghogarh in Malwa, Centraal-India. De opdrachtgevers van deze school waren de Rajput-heersers van het Khichi Chauhan-geslacht, die Raghogarh als hoofdstad hadden. De school, die in de 17de eeuw een bloeitijd doormaakte, is stilistisch verwant met de Bundi-school, hoewel de aard van de relatie niet duidelijk is. De figuren zijn vaak afgebeeld met een smal middel, slanke ledematen, grote ogen en een enigszins langgerekt hoofd. De Raghogarh-schilderkunst heeft zich tot aan de 19de eeuw gehandhaafd.
Te gebruiken voor lichte boten met weinig diepgang die rond het einde van de 19e en het begin van de 20e eeuw werden gebruikt om door het moeras te bomen bij het jagen op verschillende rallen. Ze hebben meestal een platte bodem, zijn zowel dwarsscheeps als langsscheeps beplankt en zijn aan voor- en achterzijde gelijk.
Betrekkelijk dun soort karton van gerecycled papier, bedekt met een kleilaagje of wit papier. #Railroad board wordt vaak waterbestendig gemaakt om bol staan bij gebruik van verf op waterbasis te voorkomen, of met het oog op het vastpakken met natte handen. Veel voorkomende dikten zijn vier- en zeslaags, en meestal is dit karton uitgevoerd in zwart, wit of een kleur uit een reeks van doffe kleuren.
Verlichtingsmiddelen die aan een smalle rail langs de muur of het plafond zijn bevestigd. Door de rail wordt stroom geleid.
Een van de twee belangrijkste scholen van de Indiase miniatuurschilderkunst in de Rajputstijl; de andere is Pahari, een stijl die sterk verwant is qua techniek en themakeuze. Deze stijl wordt geassocieerd met het gebied van de Centrale Hoogvlakten. Het is nog niet geheel duidelijk hoe de Rajasthan-schilderkunst zich uit de vroege West-Indiase schilderkunst heeft ontwikkeld. Het lijkt erop dat het begin ligt in de 16de eeuw, en dat de eerste fase nog een overwegend hiëratisch en abstract karakter had. De thema's zijn meestal hindoeïstisch, met een sterk accent op het leven van Krishna. De literatuur en schilderkunst uit deze periode waren het product van de religieuze ontwikkelingen van die tijd, waarbij devotie aan Krishna de weg naar de verlossing zou wijzen. Populaire thema's waren verbeeldingen van de muzikale modi (ragamali) and liefdesgedichten. Tot de 18de eeuw werd de stijl nog nauwelijks beïnvloed door Mogolstijlen. Pas daarna viel het duidelijke onderscheid tussen de twee stijlen geleidelijk weg. Uit de stijl hebben zich diverse scholen ontwikkeld, waarvan sommige buiten de geografische grenzen van Rajasthan.
Indiase schilderstijl die wordt geassocieerd met de hindoeïstische Rajputvorsten, welke na de val van het Guptarijk aan de macht kwamen. Hun hoven waren vaak hindoeïstische leercentra, en ze begunstigden dichters, geleerden en kunstenaars. De Rajputschilderkunst was een omvangrijke stroming met een sterk Indiase inslag en vormde daardoor in zekere zin een contrast met de kunst van hun tegenstanders, de islamitische Mogols. Niettemin moesten de Rajputheersers zich uiteindelijk aan de Mogolheersers onderwerpen om hun gebied te kunnen behouden; het gevolg was dat de kunstzinnige ontwikkeling van de Mogols aan het eind van de 16de eeuw en het begin van de 17de eeuw invloed ging uitoefenen op de traditionele manuscriptverluchting van de Rajputhoven. De Mogols waren met name belangrijk voor de invoering en verspreiding van het portretschilderen in de kunstcentra van de Rajput. In tegenstelling tot de realistische schilderkunst van de Mogols is de Rajputschilderkunst symbolisch van karakter en al net zo doordrenkt met poëtische metaforen als de Hindiliteratuur waarmee deze kunst sterk verwant is. Zelfs de kleuren hadden vaak een specifieke betekenis; het coloriet is meestal vlak, zonder kleurmenging, waardoor er een soort glas-in-loodeffect ontstaat. De bekende voorbeelden uit de periode eind 16de eeuw tot de 19de eeuw vallen uiteen in twee hoofdgroepen, Rajasthan en Pahari.
Dierenriemsymbool van een ram, ruwweg gebaseerd op het sterrenbeeld met dezelfde naam. De dierenriemtekens zijn bewaard gebleven via klassieke Griekse en Romeinse decoratie, waren populair in Noord-Europese Romaanse en Gotische kerken en werden vaak aangetroffen in middeleeuwse psalters en getijdenboeken. Ze symboliseren elke maand waarin de zon het betreffende sterrenbeeld binnengaat. Deze tekens zijn ook gebruikt als decoratie op plafonds, kaarten, uurwerken en astronomische instrumenten.
Religieus seizoen in de islam, de negende maand van het islamitische jaar, de maand waarin de koran werd onthuld aan de profeet Mohammed. Tijdens deze maand vasten alle moslims zonsopgang tot zonsondergang en de inachtneming van de Ramadan is een van de vijf islamitische zuilen (de basistaken).
Gebeeldhouwde mannelijke graffiguren met de schedel van de overledene. Ze worden gemaakt door de bevolking van het eiland Malekula in Melanesië. Een rambaramp beeldt een onlangs overleden persoon uit, van wie de geest is verenigd met de voorouders en zorgt voor het welzijn van de gemeenschap. Het raamwerk van het voorwerp is gemaakt van bamboe, hout en vezelachtige bladeren.
Kleine schotels waarin voedsel in de oven kan worden gebakken en geserveerd.
Het bij benadering of voorzichtig een oordeel geven aangaande de waarde of kwaliteit van iets.
Verwijst naar de periode in Egypte ten tijde van de Negentiende en Twintigste dynastie, van circa 1292 tot 1075 v. Chr. De periode, genoemd naar de eerste koning van de Negentiende dynastie, Ramses I, kenmerkt zich door een terugkeer naar meer traditionele stijlen en onderwerpkeuzen na het einde van de Amarna-periode.
Kruidachtige overblijvende plant die inheems is in Oost-Azië, maar ook elders wordt gekweekt. Ramie is een van de oudste vezelgewassen. Men gebruikt de plant al circa 6000 jaar om stoffen en andere producten te maken. De vezels zijn teruggevonden in de doeken van mummies in China en Egypte. De soort heeft diverse variëteiten, met vezels variërend in kleur van wit tot groen.
Te gebruiken voor de ontwikkeling en systematische revisie van plannen om rampen te voorkomen, er op voorbereid te zijn, er mee om te gaan en ervan te herstellen.
Te gebruiken voor door stoom voortgestuwde oorlogsschepen uit de 19e en vroege 20e eeuw die zijn uitgerust met een gepantserde voorsteven om dienst te doen als hoofdwapen tegen andere schepen; gebruik 'galeien (vaartuigen)' of een aanduiding onder 'geroeide vaartuigen op meerdere niveaus' voor oorlogsschepen met roeispanen die zijn uitgerust met voorstevens om mee te rammen.
Lange sikkel- of S-vormige blaasinstrumenten met conische boring en enkele of dubbele klankbeker en zonder vingergaten of kleppen, geluid producerend door lipspanning van de speler; aangeblazen aan het uiteinde; oorspronkelijk ontwikkeld en bespeeld in India.
Slaginstrumenten met een bootvormige klankbodem op een voetstuk, aan haakjes aan de zijkanten van de klankbodem zijn 21 aan koorden geregen staafjes bamboe of hardhout bevestigd, hoge klank, bereik van 3 octaven, gestemd met behulp van stempasta aan de onderkanten van de staafjes; bespeeld met 2 kloppers; Thailand, Cambodja. Gebruik: 'ranat ek lek' voor slaginstrumenten met hetzelfde bereik en dezelfde stemming met metalen staafjes.
Slaginstrumenten met rechthoekige, gootvormige klankbodem op 4 pootjes, 21 ijzeren of stalen staafjes die rusten op smalle houten sporen bovenaan langs de kanten van de klankbodem, hoge klank, bereik van 3 octaven; bespeeld met 2 kloppers; Thailand, Cambodja.Gebruik: 'ranat ek' voor slaginstrumenten met hetzelfde bereik en dezelfde stemming met hardhouden of bamboe staafjes.
Slaginstrumenten, met een rechthoekige doosvormige klankbodem op korte pootjes, aan haakjes aan de zijkanten van de klankbodem zijn 17 aan koorden geregen staafjes bamboe of hardhout, bevestigd , lage klank, bereik van 2¼ octaaf, gestemd met behulp van stempasta aan de onderkanten van de staafjes, bespeeld met 2 kloppers; Thailand, Cambodja.Gebruik: 'ranat thum lek' voor soortgelijke slaginstrumenten met metalen staafjes.
Slaginstrumenten met rechthoekige, gootvormige klankbodem op 4 pootjes, 17 ijzeren of stalen staafjes die rusten op smalle houten sporen bovenaan langs de kanten van de klankbodem, lage klank, bereik van 2¼ octaaf; bespeeld met 2 kloppers; Thailand, Cambodja.Gebruik: 'ranat thum' voor slaginstrumenten met hetzelfde bereik en dezelfde stemming met hardhouden of bamboe staafjes.
Aanduiding voor vestigingen met veel grond die meestal worden gebruikt om koeien te laten grazen; groter dan boerderijen.
Verwijst naar asymmetrisch ontworpen huizen met één bouwlaag, lage schuine daken, een groot grondoppervlak en een onregelmatige vorm; kan ook worden gebruikt voor het belangrijkste woonhuis op een ranch. Sedert het eind van de jaren 40 en de jaren 50 van de 20ste eeuw wordt het ranchhuis in verband gebracht met het werk van Cliff May (1908-1989), een architect die vaak gebouwen met een open plattegrond en grote glaspartijen ontwierp. De ontwerpen sloegen aan, en na de publicatie van twee bouwkundige ‘pattern books’ door het tijdschrift 'Sunset', 'Sunset Western Ranch Houses' (San Francisco, 1946) en 'Western Ranch Houses by Cliff May' (Menlo Park, 1958), werden zijn ideeën ook door andere architecten overgenomen.
De randen aan het uiteinde van een vat of kom en de aangrenzende smalle boord. Een object kan meer dan één rand hebben; een bokaal heeft randen langs het bekken en de voet.
Verwijst naar de smalle delen van dunne, platte objecten met een zekere 'dikte' (de kleinste dimensie), ter onderscheiding van de brede oppervlakken van dunne, vlakke objecten. Zie 'randen (ornamenttypen)' voor decoratieve oppervlakken met een verschil in patroon, materiaal, kleur of vorm langs de rand of kant van een bepaald object.
Ornamentele gedeelten rondom de rand of begrenzing van een object, met patronen, materialen, kleuren of vormen die van het object zelf afwijken. Verwijst in specifieke zin naar de gedeelten van wandtapijten rond het centrale veld buiten de binnenste stroken en binnen de strook rond de buitenzijden van het wandtapijt. Zie 'randen (delen of aspecten van objecten)' voor de smalle delen van dunne, platte objecten met een zekere 'dikte' of de kleinste afmeting, ter onderscheiding van de brede oppervlakken.
De drie buitenste uiteinden van de gevouwen katernen van een boek, meestal ingesneden zodat het boek kan worden geopend en soms ook bijgesneden. Ze kunnen zijn gedecoreerd door vergulding, beschildering, besprenkeling of op een andere manier.
Wordt gebruikt voor nieuwe nederzettingen, gesticht in vroeger landelijke gebieden, in de buurt van belangrijke steden, hoofdzakelijk bestemd voor kantoorbanen, winkelen en amusement; meestal hebben ze een uitgestrekte, op autogebruik gebaseerde, opzet, en beschikken over veel huur- en winkelruimte, maar missen gewoonlijk sociale- en gemeenschapsactiviteiten, duidelijk aangegeven grenzen, een centraal bestuur, of gecentraliseerde groeipatronen die traditionele steden kenmerken.
Ruw gerechte stenen blokken van verschillende grootten die in lagen zijn geplaatst. De horizontale en verticale voegen liggen niet op één lijn en er kunnen kleinere stenen worden gebruikt om de gaten op te vullen.
Schoenmakerswerktuig waarmee het overhangende leder aan de zool gelijkmatig afgesneden wordt. Het heeft een S-vormig gebogen blad met een snede en een klein (enkele millimeters) uitsteeksel aan het hoofdeinde, bevestigd in een houten hecht. Het blad kan ook aan één lange zijde een omgebogen rand hebben.
Officiële status in een hiërarchisch orde van posities binnen een organisatie of een sociale klasse, zoals bijvoorbeeld de strijdkrachten, de aristocratie, het corps diplomatique, of het ambtenarenapparaat van de overheid.
Wordt gebruikt voor rijen of rangen van boven elkaar opgestelde objecten, zoals stoelen in een amfitheater, balken of roeispanen op galeien.
Locomotieven die worden gebruikt voor het verplaatsen en rangeren van treinstellen van de ene naar de andere plaats op spoorwegemplacementen of eindstations.
Te gebruiken voor 4,5 tot 5 m lange overnaadse boten die in de eerste plaats als roeiboten zijn ontworpen en op de grote westelijke en zuidelijke meren van de Amerikaanse staat Maine werden gebruikt; de boten uit de jaren 70 van de 19e eeuw tot ongeveer 1910 waren aan voor- en achterzijde gelijk; later gebouwde boten hadden een spiegelhek.
Kleiner of bescheidener dan kronen; duiden meestal een hoge positie aan onder die van een vorst.
Orde van 7 families, 199 genera en 4445 soorten bloeiende planten. De leden van deze orde zijn eenjarige of overblijvende kruiden of kruidachtige of houtachtige klimplanten, struiken en in enkele gevallen bomen. Ranunculales maakt deel uit van een groep families en ordes die men informeel ���basale eudicots' noemt. Een van de belangrijkste kenmerken die deze families en andere eudicots onderscheiden van de monocotyledonen (soorten met één kiemblaadje in hun zaadjes) en basale angiospermen, zijn de pollen, die doorgaans drie openingen (colpi) hebben in plaats van één. Daarnaast bevatten ze geen etherische oliën, in tegenstelling tot veel ordes van basale bloeiende planten. Bij planten uit Ranunculales lijken de bloemblaadjes te zijn geëvolueerd uit staminodia (steriele meeldraden) en niet uit bracteeën (schutbladen), en bij de meeste leden van deze orde zijn de vruchtbladeren niet met elkaar vergroeid.
Een ruw, rood graniet dat wordt gedolven in Finland en dat wordt gekenmerkt door ongebruikelijke eivormige veldspaten. Vaak gebruikt voor bouwwerkzaamheden in Noord-Rusland.
Familie van uitgestorven loopvogels, waaronder de dodo, die leefden op de Mascareneneilanden Mauritius en Rodrigues maar uitstierven als gevolg van de menselijke jacht en predatie door ingevoerde uitheemse zoogdieren na de kolonisatie door de mens in de 17e eeuw.
Degens met een meer dan 1 m. lange kling en een ingewikeld beugelgevest. In gebruik eind 15e tot eind 17e eeuw (niet voor ruiters). Het rapier is meer een kostuumaccessoire dan een oorlogswapen.
Wordt gebruikt voor officiële verslagen of verklaringen, door legerofficieren voorgelegd aan hun superieuren, vooral de verslagen over de manschappen, eigendommen of voorraden.
Documenten met daarin de feiten of een verslag van een handeling, onderzoek of gebeurtenis.
Algemene term voor verschillende soorten vleesetende dinosauriërs die op twee poten liepen, waaronder Velociraptor, Deinonychus, Oviraptor, Dromaeosaurus en Gigantoraptor.
Optisch speelgoed dat de illusie van diepte en beweging geeft door gebruik te maken van vergrotende lenzen en spiegels in een doosachtig omhulsel, waarin wordt gekeken door een klein gaatje aan één kant.
Vaststelling van de identiteit van een groep mensen ter onderscheiding van andere groepen, op basis van fysieke of sociale kenmerken, zoals taal.
Begrip uit de Indiase esthetische traditie dat verwijst naar de esthetische ervaring die een kunstwerk oproept. De term wordt soms vertaald als smaak, gemoedstoestand of esthetische verrukking. Theoretici onderscheiden acht hoofdstemmingen: liefde (of erotisch verlangen), humor, heldhaftigheid, woede, mededogen, verwondering, schrik en afschuw. Een kunstwerk diende naast een hoofdstemming ook secundaire stemmingen, determinanten en consequenten te hebben; de diverse combinaties waarin deze eigenschappen voorkomen, brengen de totale esthetische ervaring teweeg. Elke van de acht rasa's wordt geassocieerd met een bepaalde kleur.
Beschrijft werken die zijn vervaardigd door het gelijknamige Afrikaanse volk, een bedoeïenengroep die in Eritrea en Sudan leeft.
Wordt gebruikt voor plaatsen van bewaring of heropvoeding, in gebruik vanaf de 16e eeuw, die zwaar werk en strenge discipline als hervormende maatregelen gebruiken voor mensen die kleine overtredingen hebben begaan, zwervers en invalide of oudere armen. Gebruik 'armenhuizen' voor bijstandsgebouwen die liefdadige zorg en werk bieden voor armen.
Gezichtspunt of gevoelsstandpunt van de underdog, of de visie van de onderdrukte. De term wordt specifiek gebruikt met betrekking tot de Chicano en hun kunstenaarsgemeenschap, in het bijzonder met betrekking tot het definiëren van de identiteit.
Discriminerende houdingen en het weigeren van rechten, plichten of keuzes op grond van ras.
Een in de jaren 30 van de 20ste eeuw in Jamaica opgerichte religieuze en politieke beweging, die de voormalige Ethiopische keizer Haile Selassie beschouwt als de Messias en Afrikanen als het uitverkoren volk uit de Bijbel. Rastafari, of rasta's, zijn gebonden aan gedragscodes en kledingvoorschriften, zoals het dragen van dreadlocks, het roken van cannabis als een sacrament en een voedingspatroon zonder varkensvlees en schaaldieren.
Elektronische microscopen waarmee men het oppervlak van vaste objecten direct kan bestuderen. Hiertoe gebruikt men een geconcentreerde elektronenbundel met een relatief lage energie die op reguliere wijze over het voorwerp scant. Door de secundaire elektronen die van het object afkomen te verzamelen en te versterken, genereert men een elektrisch signaal. Dat signaal leidt men vervolgens door een kathodestraalbuis die synchroon met de elektronenstraal wordt gescand.
Geschudde idiofonen, in allerlei vormen; ze worden bespeeld door één of meer voorwerpen te schudden of tegen binnen- of buitenkant van een ander voorwerp te slaan, komen wereldwijd voor.
Middelgrote, winterharde populier die inheems is in koude gematigde streken in Azië en Europa, inclusief de Britse eilanden. Bij jonge bomen is de schors lichtgroengrijs en glad met donkergrijze ruitvormige lenticellen. De schors is donkerder bij oude bomen en vertoont dan meer barsten. Net als bij andere populieren gaan de bladeren zeer makkelijk ritselen, vandaar de naam van de boom. De bladeren hebben een onaangename smaak, waardoor damherten ze niet graag eten. Het hout heeft grote, gelijkmatig verdeelde poriën die zorgen voor een zachte, vezelige structuur, waardoor het maar op een beperkt aantal manieren kan worden gebruikt.
Aarden omheiningen van een betrekkelijk klein formaat in het oude Ierland of Wales, meestal rond en waarschijnlijk bedoeld als versterkingen of woningen voor de hoofdman.
Spaanse en Portugese koloniale, zeer kleine, lage tafels met meestal snijwerk zonder reliëf en zware afhangende randen.
Trommen, met kogeltjes, kiezelsteentjes of andere kleine voorwerpen er binnenin, maar ook aan de buitenkant hangend; bespeeld door het instrument te schudden of rond te draaien.
Stukken hout die in een dak, vloer of houten scheidingswand worden gezet ter ondersteuning van een bovendorpel, die op zijn beurt de uiteinden van dwarsbalken, daksparren of standvinken ondersteunt. Ook voor kleine horizontale balken, zoals bij een vloer, die de uiteinden van een of meer steunbalken omgeven.
Smalle laagten met steile wanden in de aardkorst, breder dan geulen, maar smaller dan cañons en kloven en meestal ontstaan door het stromen van water.
Bestuurlijke eenheden van grotere naties, territoria of andere districten, als vastgesteld voor politieke, religieuze, militaire, juridische of andere doeleinden.
Verwijst naar de periode en stijl in de Gotische kunst in Frankrijk en elders in Europa van de late 12de tot en met de 13de eeuw. In deze tijd worden de Gotische idealen gerealiseerd in de architectuur en andere kunsten. In de beeldhouwkunst en schilderkunst wordt de stijl gekenmerkt door een terugkeer naar het evenwicht en naturalisme van de beeldhouwkunst in het oude Griekenland en Rome. In de architectuur wordt de stijl gekenmerkt door elegante, verheven proporties, een beweging naar een gevoel van grotere leegte dan volte, en symmetrie in het ontwerp, dat vaak niet exact werd uitgevoerd omdat plannen vaak werden gewijzigd of onvoltooid bleven. In de kerkarchitectuur omvatte het ontwerp meestal twee torens aan de westelijke gevel, verkorte transepten, drie of vier verdiepingen, luchtbogen, centraal geplaatste roosvensters en uitgebreide campagnes van steeds verfijnder beeldhouwwerk en glas in lood.
Vormingsproces voor plastic waarbij de snel reagerende, vloeibare ingrediënten van een thermohardende plastic afzonderlijk in een gesloten gietvorm worden gespoten, en wel zodanig dat er een zeer goed mengsel ontstaat. De reactie die volgt, zorgt ervoor dat het mengsel snel hard wordt.
De eigenschap of conditie om gemakkelijk te reageren, vooral de neiging van een stof om chemische reacties te ondergaan.
In het algemeen, aandacht voor feit en realiteit en verwerping van het onpraktische en visionaire. Gebruik het met betrekking tot kunst en literatuur voor de benadering die nadruk legt op de beschrijving van dingen zoals ze werkelijk zijn of hoe ze voorkomen.
In de filosofie een theorie die beweert dat objecten door de menselijke kennis worden begrepen en gezien zoals ze werkelijk bestaan, buiten en onafhankelijk van de geest. Dit is het tegengestelde van idealisme, de theorie die stelt dat het spirituele en ideale centraal staan in de werkelijkheid.
Verwijst naar de stijl in de Westerse kunst die bestond van het midden tot het eind van de 19de eeuw. Deze stijl kwam tot ontwikkeling als een reactie op de romantiek en kenmerkt zich door de onderwerpkeuze, de afbeeldingen van figuren, en de techniek die de realiteit benadrukt met precisie en levendigheid voor details, inclusief onaangename kenmerken, in tegenstelling tot wat men beschouwde als de geïdealiseerde, zuivere en mooie romantische visie op de wereld. De term wordt in breder verband ook gebruikt om te verwijzen naar iedere fase in de artistieke geschiedenis waarin de nadruk ligt op het naturalistische in plaats van op het geïdealiseerde.
Spiesvedels met per regio verschillende vormen en afmetingen van de klankkast en lengte van de hals; 2, ook 3 snaren; Indonesië, Maleisië. Op Java en Bali gebruikt in de gamelan.
Voorschriften voor de bereiding en/of het gebruik van geneesmiddelen
Aanwijzingen - inclusief een lijst met ingrediënten - voor het maken of bereiden van iets, met name voedsel.
Bij breien een basissteek waarbij men de breinaald door de voorkant van de lus steekt, van links naar rechts, waardoor iedere lus door de lus aan de rechterkant wordt getrokken. De lussen vormen dan verticale rijen, of ribbels, aan de voorkant en diagonale rijen, of banen, aan de achterkant.
Kennis- of studiegebied van de principes en reglementen zoals die in een land of gemeenschap zijn vastgesteld door een autoriteit en die bindend zijn voor het volk, ofwel in de vorm van wetgeving of door gebruiken en beleidsvormingen die zijn erkend en worden uitgevoerd door gerechtelijke besluitvorming. Ook de beroepsmatige praktijk die zich bezighoudt met deze principes en reglementen en met de gerechtelijke procedure.
De niet-persoonlijke presentatie van goederen, diensten of ideeën om resultaat te bereiken, waar openlijk voor is betaald door een geïdentificeerde instelling.
Drukwerk of voorwerpen gemaakt om reclame te maken voor producten, doeleinden of andere aangelegenheden, vooral voorwerpen die aan toekomstige consumenten, klanten of bijdragers worden verstrekt. Wordt niet gebruikt voor voorwerpen die zijn gemaakt vóór het einde van de 19e eeuw.
Gebouwen met voorzieningen voor verscheidene recreatieve bezigheden, vaak verschaft door of verbonden met een bepaalde groep of organisatie.
Landvoertuigen voor recreatieve doeleinden die soms zijn uitgerust met woonfaciliteiten en soms met een motor; ook wel gebruikt als terreinvoertuig.
Documenten die iets bewijzen, zoals een ontvangstbewijs of een verklaring waaruit blijkt dat er geld is uitgegeven of ontvangen. Meestal gaat een reçu vergezeld van een rekening of een ander bewijs van verschuldigdheid of uitgave.
Groep eiken die inheems zijn in Noord-, Midden- en Zuid-Amerika. Ze hebben lange eikels die in achttien maanden rijp worden en erg bitter zijn. De binnenkant van de dop is wollig.
Hout van de boomsoort Schinopsis lorentzii. Het is extreem hard, glanst snel en heeft een gevlekt roodbruin uiterlijk. Het wordt meestal zwart gebeitst. Het hout wordt gebruikt voor houtsnijwerk, spoorbielzen en voor zware constructiedoeleinden.
Verwijst naar een Romeinse aardewerkstijl met een fijne gloed en rode zegellakkleur, verkregen door het gebruik van een zeer fijne engobe en een baktechniek waarbij oxidatie plaatsvond. De stijl was geïnspireerd op aardewerk uit Griekenland en het Nabije Oosten, en kenmerkt zich doordat deze meestal niet is versierd, of met een eierlijst afgietsel of reliëf is versierd. De term wordt soms ook meer in het algemeen gebruikt voor al het oude aardewerk dat effen rood is, een satijnen glans heeft, en dat uit Rome, het Nabije Oosten of Griekenland afkomstig is.
Verwijst naar de stijl van het aardewerk dat werd gevonden in Perzië (Iran) en dat dateert van ongeveer 5.000 v. Chr. De stijl kenmerkt zich door het mengsel van aardewerk en stro, dat is versierd met donkerrode verf op een lichtrode kleilaag.
Verwijst naar de stijl van het op Cyprus gevonden aardewerk uit de late neolithische periode van circa 4500 v. Chr. tot en met de Chalcolithische periode die rond 2300 v. Chr. eindigde. De stijl, een van de eerste inheemse stijlen die op Cyprus ontstond, doorliep verschillende ontwikkelingsfasen, maar kenmerkt zich in het algemeen door handgemaakte kruiken, vooral dikwandige kommen en flessen zonder handvaten, versierd met rode verf.
Verwijst naar de stijl van het aardewerk dat voornamelijk op Cyprus voorkwam in de Philia-periode die begon rond 2500 v. Chr. tot en met de midden-Cypriotische periode die rond 1600 v. Chr. eindigde. Hoewel de stijl in de loop van de tijd vele veranderingen in kwaliteit en uiterlijk doormaakte, kenmerkt deze zich in het algemeen door een glanzende rode engobe, gebakken in de kleuren rood en zwart, en versierd met ingekerfde motieven en reliëfs.
Kleine ravelijnen.
Levensreddende toestellen bestaande uit een ringvormige reddingsboei met een canvas broek, waarin schipbreukelingen worden opgehesen met behulp van een touw en een katrol.
Gebouwen in kustgebieden voor mensen, reddingsboten en uitrusting om schipbreukelingen te helpen. Meestal onderhouden door vrijwilligers of overheidsinstanties.
Zij die de redekunst bestuderen of beoefenen, de kunst om bij het publiekelijk spreken en schrijven welsprekendheid aan te wenden om te overtuigen. Verwijst meer specifiek naar degenen die de compositiebeginselen en -regels bestuderen die door critici uit de oudheid zijn geformuleerd en door classici zijn geïnterpreteerd voor toepassing op verhandelingen in de spreektaal.
Kleine, meestal losse versterkingswerken van allerlei vormen, gewoonlijk vierkant of veelhoekig van opzet, gebruikt ter verdediging van een hooggelegen punt.
Steekpassers met twee armen die puntig zijn aan beide uiteinden en die in het midden worden verbonden met een draaipunt dat langs een schaalverdeling kan worden bijgesteld voor het meten van verhoudingen.
Bouwmateriaal dat meestal bestaat uit twee of meer lagen reflecterend materiaal met afgesloten luchtruimtes tussen de lagen; het werkt als een eenheid om geleidings-, convectie- en stralingswarmte tegen te houden.
Gloeilampen, die in R en PAR vormen worden gemaakt en die een reflecterende laag bevatten aan de binnenkant van het glasomhulsel, die de hele lamp nauwkeurige controle over de lichtstraal geeft.
Verwijst naar de periode van de religieuze revolutie die plaatsvond in de christelijke kerk van Midden- en Noordwest-Europa in de 16de eeuw, die tot doel had de doctrines en gewoonten van de Rooms-katholieke kerk te hervormen en die de grondslag vormde voor het Protestantisme. De stijl kenmerkt zich door een verandering van het begevingsrecht van de kerk aan de leken. In de onderwerpkeuze vind een verschuiving plaats van heiligenlevens en andere katholieke thema’s naar onderwerpen die meer betrekking hebben op de gewone man, vooral landschappen, stillevens, portretten, joods bijbelse en bepaalde christelijk bijbelse thema’s.
Overhangende Neotropische boomsoort met een grote symmetrische kruin die 25 meter hoog wordt. De naam 'regenboom' verwijst naar het feit dat de bladeren zich bij regen en in de avond samenvouwen.
Kunstnijverheidsstijl in zwang ten tijde van het regentschap in Frankrijk (1715-1723).
Instrumenten die zijn ontworpen om de hoeveelheid regen die is gevallen op te vangen en te meten.
Verwijst naar een stijl van porselein en binnenhuisdecoratie die is ontwikkeld in Schloss Sankt Emmeram, het toenmalige paleis van Thurn en Taxis in het Duitse Regensburg.
Draagbare, vaak waterafstotende kappen die bestaan uit een frame met scharnierende baleinen die straalsgewijs aan een stok met een handvat vastzitten, en die worden gebruikt als bescherming tegen het weer.
Zij die de plaats innemen van het hoofd van een monarchie tijdens de minderjarigheid, afwezigheid of invaliditeit van de monarch.
Systemen die zijn bedoeld voor het afvoeren van regenwater, oppervlaktewater, condensaat, koelwater of dergelijk vloeibaar afval, exclusief riolerings- of industrieel afval, naar regenwaterafvoerleidingen of andere legale vuilstortplaatsen.
Te gebruiken voor aangrenzende gebieden die homogeen zijn met betrekking tot bepaalde natuurlijke, historische, economische, politieke of culturele kenmerken, en zich daarmee onderscheiden van andere gebieden. Gebruik bij voorkeur meer specifieke termen samengebracht onder 'administratieve instanties', zoals 'gewesten', 'naties', 'gebieden' of 'landschappen (omgevingen).' Gebruik 'regiones' voor de specifieke Italiaanse politieke gebiedsdelen.
Deze parken, die over het algemeen kleiner zijn dan nationale parken, bieden een breed scala aan recreatievoorzieningen. Bovendien speelt bij de regionale parken de landschappelijke waarde van het gebied een minder grote rol dan bij de nationale parken.
Het terrein van de planning dat zich bezighoudt met de ontwikkeling van complete regio's, voornamelijk met de coëxistentie van de leefgemeenschappen en haar faciliteiten met de plattelandsomgeving.
Beschrijft werken die zijn vervaardigd door bewoners van de Polynesische eilanden. De Polynesiërs staan bekend om hun traditionele houtsnijwerk, schorsdoek, matten, tatoeages en andere vormen van lichaamskunst. De Polynesische kunst was ooit hoog ontwikkeld, maar er is weinig uit het verleden bewaard gebleven, als gevolg van het vergankelijke karakter van de gebruikte materialen: schorsdoek, gevlochten manden en verenwerk. Hoewel de architectuur overal in Polynesië tot grote bloei kwam, vormen nog slechts de resten van stenen structuren op de Oost-Polynesische eilanden het bewijs van de uitzonderlijke architecturale vaardigheden van de Polynesiërs.
Te gebruiken voor een algemeen bewustzijn van en loyaliteit aan een bepaald gebied, binnen een land of bovennationaal, dat meestal door een gemeenschappelijke cultuur, achtergrond of interesse wordt gekenmerkt. Gebruik 'regionalistisch' voor de specifieke stroming in de Amerikaanse schilderkunst tijdens de jaren dertig en veertig van de 20e eeuw.
Wordt gebruikt voor de stroming binnen de American Scene-beweging in de schilderkunst die in de jaren dertig in het landelijke midwesten van de Verenigde Staten tot ontwikkeling kwam en het leven aldaar in een prozaïsche schilderstijl vastlegde. Gebruik 'regionalisme' voor het idee van een algemeen bewustzijn en loyaliteit aan een bepaald subnationaal of supranationaal gebied.
Artistieke leiders van producties in de uitvoerende kunsten die verantwoordelijk zijn voor het werk dat wordt uitgevoerd door de andere artiesten en technici, het leiden van repetities en voor de algehele interpretatie van het werk.
Aan boeken bevestigde lintjes die gebruikt worden voor het markeren van een plek, door ze tussen de bladzijden te steken. Ze onderscheiden zich van boekenleggers die los zitten.
Voor het publiek toegankelijke gegevens over geboorten, sterfgevallen, huwelijken, ziekten, scheidingen en andere gebeurtenissen in een mensenleven, die conform de wet, door een staat, stad of andere overheidsinstantie worden bijgehouden.
Lijsten met de signaturen waaruit boeken zijn samengesteld, vaak afgedrukt aan het eind van vroege gedrukte boeken, met name in Italië; ze zijn bedoeld om de boekbinder te helpen bij het vergaren en inbinden van volledige exemplaren.
Documenten die door regeringen worden verstrekt aan schepen die buitenlandse handel drijven, waardoor de herkomst en het eigenaarschap van het schip worden vastgesteld. Hiermee heeft het schip recht op alle voordelen en privileges die de schepen die tot dat land behoren ook genieten.
Het geheel aan wetten, verordeningen of voorschriften die worden opgesteld door een publiek lichaam, een stichting of een al dan niet in een vennootschap ondergebracht bedrijf om de eigen lokale of interne zaken, de betrekkingen met anderen, of het bestuur van de leden te regelen.
Regeren aan de hand van reglementen, wetten of vereisten.
Te gebruiken voor mensen als herstel van lichamelijke of geestelijke gezondheid of een goede reputatie. Wordt ook gebruikt voor het terugbrengen naar een goede staat van verslechterde voorwerpen, gebouwen, buurten of openbare voorzieningen; dit kan reparatie, renovatie, verbouwing, uitbreiding, vernieuwing of herbouwing inhouden. Gebruik 'behoud' voor activiteiten die ondernomen worden ter voorkoming van verdere verandering of verslechtering van dingen. Gebruik 'renoveren' voor activiteiten die worden ondernomen om de kwaliteit van gebouwen te verbeteren als er nog geen verloedering is opgetreden.
Eenvoudige boeken die zijn bedoeld om kleine kinderen, vaak aan de hand van kleurrijke plaatjes, te leren tellen en rekenen.
Kleine, elektronische of mechanische apparaten die berekeningen kunnen maken maar waarbij alle handelingen met de hand worden verricht.
Reeksen of series van wiskundige objecten of grootheden waarbij elke deel wordt afgeleid van het voorgaande getal door een bepaald algoritme.
Wiskundigen die gespecialiseerd zijn in de eigenschappen, relaties en berekeningen van reële getallen, hoofdzakelijk met betrekking tot het optellen, aftrekken, vermenigvuldigen en delen.
Schriftelijke stukken waarin de levering van bepaalde goederen wordt gevorderd; wordt ook gebruikt voor vorderingen of verzoeken die uitgaan van een wettige macht, zoals een vordering van voorraden op burgers door de militaire autoriteiten.
Objecten die zijn bedoeld om cadeau te worden gegeven op een speciale gelegenheid, meestal met een inscriptie aangaande de gever, de ontvanger en/of de gelegenheid; vaak voorwerpen van zilver of aardewerk, of voor de gelegenheid geslagen munten of medailles. Gebruik de term 'presentexemplaren' voor exemplaren van boeken of andere uitgaven, inclusief prenten, met een soortgelijke bedoeling en inscriptie.
Beeldhouwwerken waarbij de aanwezigheid van relieken zowel wezens- als vormbepalend is.
Echtheidscertificaat bij een reliek, met attestnummer en tekst over herkomst en echtheid van de reliek, ondertekend door een hooggeplaatste geestelijke.
Houders voor het veilig stellen of tentoonstellen van relikwieën van heiligen, in formaat uiteenlopend van kleine doosjes tot grote objecten, soms in de vorm van de ingesloten relikwie.
Houder, gewoonlijk van goud, zilver of een ander edelmetaal, waarin men relikwieën bewaart, de overblijfselen van een heilige of een heilig object. Reliekmonstransen hebben een opening of een doorzichtige buitenkant en soms een horizontale cilinder van bijvoorbeeld glas of kristal waardoor men het aanbeden object kan zien. Voor houders die specifiek zijn bedoeld om de heilige hostie uit te stallen gebruikt men de term ���monstrans'.
Papieren omslag waarin reliek wordt bewaard. Meestal voorzien van de naam van de heilige.
Verwijst naar de verschillende persoonlijke en institutionele relaties tussen mensen en wat zij beschouwen als heilig, gewijd of goddelijk, meestal een godheid of een spirituele macht. Basiselementen van godsdiensten zijn aanbidding, moraliteit, doctrines en rituelen.
Genre van dramavormen waarin onderwerpen als religie, spiritualiteit, geloof en moreel decorum een rol spelen.
De studie van de ethiek die is geïnspireerd door en kennis put uit godsdienstige doctrine, geloof en ervaring; ook de studie van godsdienstige dogma's en geëngageerdheid met betrekking tot de ethiek.
Objecten, bijvoorbeeld delen van een lichaam en kledingsstukken of persoonlijke gebruiksvoorwerpen, die toebehoorden aan of werden geassocieerd met een heilige, martelaar of een ander heilig persoon en die worden bewaard en vereerd.
Afgescheiden ruimten of kapellen waarin belangrijke relieken staan opgesteld, vaak direct achter het altaar. Geen Nederlands equivalent. Zie 'kapellen'.
Relatief kleine reliekhouder in de vorm van een rechthoekige kist. De bovenkant heeft de vorm van een puntdak.
Een door micro-organismen geproduceerde chemische substantie die de capaciteit heeft om, in verdunde oplossingen, de groei van andere micro-organismen te remmen of ze te vernietigen.
Verwijst naar de intellectuele beweging, stijl en cultuur die aan het eind van de 14de eeuw in Italië ontstond, die zich verspreidde over Europa, en die haar hoogtepunt bereikte in de 16de eeuw.De stijl kenmerkt zich door doordat deze teruggrijpt naar de kunst, architectuur, literatuur en idealen uit de Klassieke Oudheid van Rome en Griekenland.
Oorspronkelijk personen die het bezit en huishoudelijke zaken van een groot huishouden beheerden; nu, bij uitbreiding gebruikt voor personen die zaken beheren met betrekking tot persoonlijke bediening, opslag en catering voor allerlei organisaties en handelsbedrijven.
Keramisten die de apart gegoten of gevormde onderdelen van een beeld of ander keramisch object samenvoegen tot de uiteindelijke vorm.
Het terugsturen of terugbrengen van personen naar hun land van herkomst of van rechtmatige en culturele eigendommen naar het land, landstreek of oorspronkelijke cultuur.
Wordt gebruikt voor precieze reproducties van gewaardeerde objecten, meestal met dezelfde afmetingen als het origineel. Gebruik 'reproducties' of 'facsimile's' voor reproducties van een afbeelding. Wordt ook gebruikt als dezelfde kunstenaar, vakman of studio meer dan één gelijksoortig object produceert, met weinig of geen variatie tussen de verschillende objecten; gebruik 'versies' als er wel afwijkingen te zien zijn. Wordt onderscheiden van 'vervalsingen (1)' en 'vervalsingen (2)', waarbij sprake is van de intentie om te misleiden.
Verwijst, binnen de context van de kunst en daarmee verwante disciplines, naar instellingen, bureaus of personen die de fysieke of administratieve verantwoordelijkheid dragen voor een kunst- of architectuurobject, of een ander object. In bredere zin kan de term ook verwijzen naar personen of instellingen waaraan een bepaalde zaak is toevertrouwd.
Wordt gebruikt voor kopieën van kunstafbeeldingen, kunstobjecten of andere gewaardeerde afbeeldingen of objecten, die zijn gemaakt zonder de bedoeling te misleiden; heeft betrekking op kunstafbeeldingen, ook fotografische reproducties; duidt op een meer precieze en getrouwe imitatie dan de term 'kopiedn (afgeleide objecten)'. Gebruik de term 'vervalsingen (1)' of 'vervalsingen (2)' als er sprake is van misleiding.
Verwijst naar relatief grote versierde muren, schermen of andere constructies boven en achter het hoogaltaar van een christelijke kerk. Een reredos kan tegen de apsismuur of direct achter het altaar zijn geplaatst. Ook kan een reredos deel uitmaken van een altaarscherm. De term is afgeleid van een Anglo-Frans woord dat 'achter' of 'achterkant' betekende en raakte ingeburgerd in de 15de eeuw. De reredos ontstond uit de dorsaal, een tapisserie of schildering op de muur achter het altaar. In het kerkinterieur werden vanaf de late 11de eeuw de zetel van de bisschop en het koorgestoelte naar voren gebracht ten opzichte van de altaarmuur, en kwam de reredos als een scherm tussen hen en de congregatie in te staan. In bepaalde Engelse kerken diende de reredos als afscheiding tussen het koor en het achterkoor. In de loop van de tijd ging men voor het maken van de reredos kostbare materialen gebruiken en werd deze overdadig gedecoreerd, vaak met beeldsnijwerken, nissen, beeldhouwwerken, schilderingen en tapisserieën. De reredoses in Spaanse kerken werden in de loop der tijd zo breed als het schip en zo hoog als het dakgewelf. Een 'retabel' is iets anders. Dit is kleiner en staat achter op het altaar zelf of op een sokkel achter het altaar. Dit in tegenstelling tot reredoses die meestal vanaf de grond verrijzen achter het altaar. Veel altaren hebben zowel een reredos als een retabel. In de architectuur kan de term 'reredos' ook verwijzen naar een scherm of scheidingswand in een andere context, bijvoorbeeld naar de muur die de achterkant vormt van een open haard in een oude zaal.
Industrieparken waarvan de faciliteiten in de eerste plaats zijn bedoeld voor onderzoek en ontwikkeling.
Genus van ongeveer 60 soorten kruiden en struiken die inheems zijn in Europa, Noord-Afrika en delen van Azië, maar ook elders op grote schaal zijn geïntroduceerd. Verschillende soorten zijn tegenwoordig populair als tuinbloemen.
Verfmethode waarbij stof, garenstrengen of soms ook papier in hun geheel in een verfbad worden gedompeld, nadat eerst bepaalde door het patroon vereiste delen zodanig zijn behandeld, dat zij tegen het binnendringen van de kleurstof zijn beschermd.
Wordt gebruikt voor plaatsen of vergaarbakken waar vloeistoffen worden verzameld en vastgehouden tot ze nodig zijn.
Brandstofhouders die geen branders dragen. Voor brandstofhouders waarop zich wel branders bevinden wordt 'brandstofreservoirs (onderdelen van verlichtingsmiddelen)' gebruikt. Sommige lampen hebben zowel een houder als een reservoir; in dat geval wordt brandstof automatisch of handmatig van het reservoir naar de houder wordt geleid.
De mate waarin de details in een afbeelding zijn te onderscheiden als een functie van de afstand tussen individuele optische elementen, zoals korrels lichtgevoelige chemicaliën in een foto of pixels in een elektronische beeld; een belangrijke factor voor beeldkwaliteit.
Officiële meningen van hogere autoriteiten omtrent zaken waarover zij besluiten mogen nemen, die voor lagere autoriteiten als voorschriften en instructies fungeren.
Onderdelen van bepaalde muziekinstrumenten zoals xylofoons, muziekstrijkstokken en luiten, die de toon versterken door mee te trillen en zo veel van hun karakteristieke kwaliteit verlenen.
Een kristallijne fenol die op natuurlijke wijze wordt verkregen uit verscheidene soorten hars of kunstmatig wordt gemaakt; wordt vooral gebruikt bij het maken van textielverf, farmaceutische producten en kunsthars.
Verwijst naar de Engelse stijl in de architectuur en decoratieve kunst van de Restauratie van Charles II in 1660 tot de komst van William en Mary in 1688. Deze stijl kenmerkt zich door weelderige barokke vormen en motieven, en was beïnvloed door artistieke trends in de Nederlanden en Frankrijk en door het verschijnen van exotische import, zoals lakwerk uit Japan en sits uit India. Architectonische elementen zijn onder meer spiraalvormige zuilen, schilddaken, frontons en gebeeldhouwde figuren. De belangrijkste ontwikkeling in de decoratieve kunst bestond uit de voorkeur voor gefineerd notenhouten meubilair.
Verwijst naar de stijl in de decoratieve kunst in Frankrijk tijdens de rehabilitatie van de Bourbons tussen 1815 en 1830. Hoewel voornamelijk een voortzetting van de Empire stijl, onderscheidt deze stijl zich daarvan door heldere kleuren, loggere vormen, het gebruik van lichtgekleurde houtsoorten, en de groeiende zichtbaarheid van de Troubadour-stijl.
Vloeistof die met een oplosmiddel wordt gebruikt bij het schoonmaken of afkrabben van olieverfschilderijen om de kracht te verminderen en om de werking van het oplosmiddel te vertragen.
Verwijst naar toevoegingen geplaatst op de altaartafel in een christelijke kerk. Een retabel kan bestaan uit een eenvoudige plank of rand die is aangebracht boven de achterkant van het altaar en die wordt gebruikt als kaarsenhouder. Er kan ook een raamwerk of een andere constructie aan verbonden zijn waarin beschilderde of beeldgesneden panelen zijn gemonteerd, met of zonder een plank voor kaarsen. Een 'reredos' is iets anders; deze verrijst meestal vanaf de grond achter het altaar. Het retabel is kleiner en staat achter op het altaar zelf of op een sokkel achter het altaar. Veel altaren hebben zowel een reredos als een retabel. Gebruik 'retablo's' voor de kleinere Mexicaanse en Spaans-Amerikaanse schilderingen van christelijke heiligen en andere heilige figuren.
Verwijst naar relatief kleine paneelschilderingen met rooms-katholieke religieuze onderwerpen, gemaakt in Mexico, andere Latijns-Amerikaanse landen en de Spaanssprekende delen van de Verenigde Staten vanaf de Spaanse koloniale tijd tot nu. De onderwerpen kunnen heiligen zijn of wonderbaarlijke gebeurtenissen waarbij de opdrachtgevers van de schilderingen hulp krijgen door hemelse tussenkomst van de afgebeelde heilige personages. Ze zijn meestal geschilderd in heldere kleuren, gewoonlijk in olieverf of tempera, op panelen van grenenhout, zink, koper of vertind ijzer. De schilderingen maakten deel uit van huisaltaren of dienden als religieuze dank- of toewijdingsoffers.
De zeer kleine damestassen voor het dragen van persoonlijke artikelen, vaak gemaakt van zachte materialen of kralen, oorspronkelijk met een trekkoord sluiting en rond de pols of in de hand.gedragen.
Algemene term voor fossiele harsen uit een grote groep die voorkomen in afzettingen van bruinkool, turf, enz. Deze harsen lijken uiterlijk op succiniet, maar bevatten weinig of geen succinietzuur. Er zijn ongeveer veertig ambersoorten bekend, onderverdeeld in twee hoofdgroepen: de soorten die succinietzuur bevatten vormen de succinietgroep en de soorten met weinig of geen succinietzuur tot de retinietgroep.
De kunst van expressief taalgebruik of expressieve verhandeling; in het bijzonder de bestudering van de beginselen en regels van de compositie die door critici uit de oudheid zijn geformuleerd en door classici zijn geïnterpreteerd voor toepassing op verhandelingen in de spreektaal.
Reeks van handelingen die verricht worden op een stuk steen om er een functioneel werktuig van te maken of op een reeds bestaand werktuig om het te hervormen, door er kleine stukjes af te halen en de steen scherper, rechter en/of dunner te maken.
Het licht wrijven van een diepdrukplaat met een zachte doek, nadat deze is geïnkt op de gebruikelijk wijze. De afdruk krijgt hierdoor een vaag, doezelig effect.
Kleine houders voor welriekende specerijen of parfums die oorspronkelijk waren bedoeld om infecties af te weren. Geperforeerd en meestal bolvormig, appelvormig of samengesteld uit onderdelen.
Lampen die op reuzel of reuzelolie branden en één of ander principe gebruiken om de halfvaste brandstof naar de pit te voeren, hetzij door de brandstof te verhitten zodat die vloeibaar wordt, hetzij door middel van uitgeoefende druk of zwaartekracht. De benaming wordt vooral gebruikt voor de lampen van vertind plaatijzer, al dan niet geverfd, uit de jaren veertig en vijftig van de 19e eeuw.
Leden van een berensoort die leeft in de bamboebossen in de bergen van Centraal-China, en zich onderscheidt door een opvallende zwart-witte vacht, dikke romp, rond gezicht en speciaal dieet. Een ongebruikelijk anatomisch kenmerk is het vergrote handwortelbeen dat als een soort duim fungeert, waardoor panda's hun eten met grote behendigheid kunnen hanteren. Hoewel dit dier voorheen werd gerekend tot de wasberen en hun verwanten, is men het er tegenwoordig over eens dat het een beer is. De soort wordt met uitsterven bedreigd door verlies van habitat.
Sloten die zodanig kunnen worden aangepast dat ze aan beide kanten in een deur passen.
Kleine sierspelden of dasspelden die op de revers worden gedragen.
Tibetaanse schalmeien met een dubbel riet, gebruikt in boeddhistische rituelen. Ze hebben een conische boring, zeven vingergaten en een mondstuk met pirouette.
Genus dat circa 100 soorten heesters en bomen omvat die voorkomen in de gematigde temperatuurzones van het noordelijk halfrond. De schors heeft een donkere kleur en is vaak voorzien van stekels, en de bladeren zijn donkergroen en ovaal. Veel soorten hebben een schors waaruit een gele kleurstof wordt gewonnen, terwijl de kleine zwarte vruchten als laxeermiddel worden gebruikt.
Boom die 24 meter hoog kan worden. De boom komt overal in de tropen voor in estuariën. Ze groeien op steltwortels die boven het water uitkomen.
Familie van 16 genera en ongeveer 120 soorten tropische en subtropische bloeiende planten.
Verwijst naar een Griekse stijl van aardewerkbeschildering die zich voordeed op Rhodos rond 650 v. Chr. Deze kenmerkt zich door een spontane vrije penseelvoering en thema’s die vaak dieren bevatten. In sommige classificatieschema’s wordt deze stijl gezien als een variant van de wilde-geitenstijl.
Slaginstrumenten, waarin draaiende wielen lichtstralen onderbreken, voor het uitvoeren van allerlei complexe ritmes, elektronisch; bespeeld met behulp van een toetsenbord, 1930.
Uitstekende randjes over de rug van een boek, die de plaats aangeven van de koorden onder de omslag. Te onderscheiden van 'touwen (boekbandonderdelen)'; dit zijn gedraaide strengen vezelig materiaal waarop de delen van een boek zijn vastgenaaid.
Metaalgaastengel met V-vormige ribbels die meer stugheid bieden en een grotere afstand tussen de raamwerkdelen toestaan.
Leisteen dat opvalt door de lichtgekleurde strepen of banden die erdoorheen lopen. Het werd hogelijk gewaardeerd als materiaal voor bannerstones en andere oud-Amerikaanse ceremoniële voorwerpen. Wat bouwtoepassingen betreft staat het bekend als minder duurzaam dan andere typen leisteen, aangezien de banden zwakker zijn dan de donkere gebieden eromheen.
Stoelen met verstrengelde spijlen in de vorm van gevlochten linten, die bekendheid kregen door Chippendale en vanaf het midden van de 18e eeuw voorkwamen in Engeland en Amerika.
Stam van een groot aantal ongewervelde zeedieren. Kenmerkend zijn de regelmatige geplaatste verticale kammen bestaande uit trilharen die het hele lichaam van het dier bedekken en waarmee ze zich voortstuwen. De meeste soorten zweven in het water, hoewel een paar soorten kruipen of parasitair zijn. De dieren zijn hermafrodiet en komen overal ter wereld voor. Ze hebben een eivormig, gelatineachtig en bilateraal symmetrisch lichaam en slepen twee tentakels met kleefcellen achter zich aan om plankton te vangen.
Korrelpatroon voor boekbinderslinnen dat circa 1836 is geïntroduceerd.
Verwijst naar een type pottenbakkersgereedschap; #ribs zijn kromme stukken hout of been, gekenmerkt door één platte en één ronde rand. #Ribs worden gebruikt voor het vormen, buigen, gladmaken, afsnijden of openen van natte klei; ze geven profiel aan de buitenkant van een bord of pot. Eén hand drukt naar buiten en naar boven aan de binnenkant van de bewerkte klei, terwijl aan de buitenkant de #rib wordt gebruikt om een glad oppervlak te maken.
Wordt gebruikt voor borden die gebruikers naar bestemmingen leiden.
Diverse gereedschappen, meestal lange staven of repen van hout of metaal, die zuiver rechte kanten hebben en worden gebruikt om nauwkeurige rechte lijnen te tekenen of te snijden, of om de vlakheid of gelijkmatigheid van oppervlakken te controleren. Gebruik 'linialen (geleidingsgereedschap)' voor meestal kortere voorwerpen die voornamelijk worden gebruikt als geleiders om rechte of gebogen lijnen te tekenen.
Te gebruiken voor mannen, voornamelijk van adel, die onder het Europese leenstelsel hun titel, privileges en landhuizen ontvingen van hogergeplaatsten en die in ruil daarvoor dienden als gewapende soldaten of iemand stuurden om deze dienst in hun plaats te vervullen. Wordt ook gebruikt voor personen die de titel verkrijgen als ereteken of sociale onderscheiding.
Stroken, meestal van leer, darm of ongelooide huid, die worden gebruikt als teugels of zwepen of in schoeisel of kledij.
Metalen plaatjes, in het algemeen plat en rechthoekig of ovaal van vorm, die gewoonlijk insignes van rang of eenheid aanduiden; omvat plaatjes die worden gedragen op tailleriemen, schouderriemen en degenkoppels.
Metalen delen, soms met sieraden bezet, die het andere einde van een riem of gordel omvatten dan dat waaraan de gesp is bevestigd.
Grassoort met brede bladeren die ongeveer 1,5 tot 5 meter hoog wordt. De planten hebben veervormige bloementrosjes en gladde stijve stengels. Ze groeien langs oevers van meren en waterstromen en in watergebieden en moerassen. Riet komt voor van de tropen tot de Arctische gebieden en is een van de meest wijdverspreide planten in de wereld. De vruchten zitten in parachuteachtige houders die worden meegevoerd door de wind. Tevens is het een van de meest geschikte planten om natte gebieden in moerassen en langs meertjes en waterstromen droog te maken. In dergelijke gebieden verspreidt de plant zich snel en hebben andere planten uiteindelijk weinig kans om te groeien. De stengels worden al duizenden jaren gebruikt als bouwmateriaal, bijvoorbeeld als dakbedekking, en voor het maken van manden, pijlen, pennen en muziekinstrumenten. Men oogst riet ook vanwege de cellulose in de plant.
Verschillende soorten hoge grassen die met name in moerasgebieden groeien.
Versiering die bestaat uit parallel, bol lijstwerk dat vooral populair was aan het einde van de 18e en begin van de 19e eeuw voor meubilair en zilverwerk.
Lange, smalle ondieptes in zee bestaande uit rotsen, koraal of zand waarvan de top op het laagwaterpeil ligt of net daarboven.
Gebogen raspen in allerlei vormen en breedten, die worden gebruikt voor houtsnijwerk.
Arabisch schrift dat lijkt op muhaqqaq, maar kleiner is.
Door erkende autoriteiten verstrekte documenten die de eigenaars ervan de bevoegdheid geven om op openbare wegen motorvoertuigen te besturen.
Het reizen op de rug van dieren, in of op voertuigen (zoals auto's of rijtuigen), voor anker liggen of voortbewegen op het water (zoals op surfplanken).
Wordt gebruikt voor groepen spoorwegmaterieel, meestal onder een enkele eigenaar of bestuurseenheid.
Dichte, soms geveterde enkellaarzen die halverwege de 19e eeuw werden geïntroduceerd en die als kenmerk hebben dat het bovenleer aan beide zijden doorloopt en zo een galoche vormt.
Met baleinen verstevigde korsetten, in één of twee delen, met of zonder schouderbanden, die een kegelvorm aannemen wanneer ze worden aangetrokken; gedragen tot de 19e eeuw.
Koordje of veter, vervaardigd van leer of lint, met aan de uiteinden metalen lipjes of nestels. Oorspronkelijk gebruikt om delen van een kostuum bijeen te houden, later, in strikken geknoopt, gebruikt als boordsel.
Alle eigendommen of bronnen die een geld- of ruilwaarde hebben of van economisch nut zijn.
Bollen voorzien van kruizen, die koninklijke macht en gerechtigheid symboliseren. Worden soms in de hand gehouden als onderdeel van rijksinsigniën of als ornament bovenop een scepter of kroon geplaatst.
Emblemen, symbolen of attributen als onderscheidingsteken van vorstelijke macht of van de staat als diens opvolger. Term in het Engels en Amerikaans breder, ook voor bepaalde andere hoge instanties, rangen of orden, gebruikt.
Een afzetting van kleine ijskristallen, die ontstaan wanneer waterdamp condenseert bij temperaturen onder het vriespunt.
Verwijst naar een apart soort kloskant, gemaakt in Rijsel (nu in Frankrijk, maar voorheen in Vlaanderen). Deze kant werd voornamelijk geproduceerd van de 16de tot en met de 19de eeuw. De term verwijst ook naar imitaties van Rijselse kant, die later en/of elders werden gemaakt. Rijselse kant wordt gekenmerkt door een zeer fijne achtergrond, die wordt gevormd door een zeshoekig maaswerk waarin de draad is gedraaid in plaats van gevlochten. De motieven bevatten meestal gebogen bloemen en krullen, en kleine vierkante stippen die zijn verspreid over open delen van het maaswerk.
Genus van 7 tot 20 soorten, die vaak worden verbouwd voor de productie van eetbare zetmeelrijke graanproducten. Gewoonlijk zijn het eenjarige planten, maar in tropische gebieden kunnen ze ook overblijvend zijn. In veel culturen zijn bewijzen gevonden dat al sinds lange tijd rijst wordt verbouwd, onder meer in China, India en Zuidoost-Azië. Het oudste archeologische bewijs komt uit het midden en oosten van China en dateert uit 7000 tot 5000 v.Chr. Er zijn soorten die op droge grond groeien, maar de meeste soorten verbouwt men op ondergelopen velden. De zaailingen worden voor het groeiseizoen op een ondergelopen veld of padie geplant. De soort die men in de moderne wereld het meest voor voedsel gebruikt is Oryza sativa.
Te gebruiken voor het vezelloos, teer, papierachtig materiaal gemaakt van kern van de rijstpapierboom. Gebruik 'Japans papier' voor verscheidene soorten oosters papier met lange vezels die met de hand worden gemaakt.
Kleine, draagbare klokken die werden geïntroduceerd in de 16e eeuw voor gebruik op reis; meestal zijn ze gezet in een koperen rechthoekig kastje en met een scharnierend handvat bovenop.
Laarzen die gemaakt zijn om in de winter te dragen, meestal met bont afgezet en gevoerd, vaak tot aan de kuiten reikend. Oorspronkelijk gedragen door vrouwen over schoenen of pantoffels heen om hun voeten warm te houden als ze in koetsen reden.
Kleine, lichte motorfietsen die lijken op fietsen en worden aangedreven door een aangesloten motor.
Verwijst naar over het algemeen ontoegankelijke tropische wouden, dichtbegroeid met een wirwar van grassen, klimplanten, struiken en bomen
Komvormige voorwerpen met een tuit waar kleisuspensie doorheen wordt gegoten om een voorwerp met sliertjes te versieren.
Kleine ronde banden die om de vinger worden gedragen.
Verwijst naar een stijl in de Scandinavische kunst uit de 11de eeuw. De term is ontleend aan de geologische naam van de zandstenen bodemlagen rond Oslo, waar klaarblijkelijk het steen vandaan kwam dat werd gebruikt voor veel sculpturen in deze stijl, hoewel deze vaak elders werden vervaardigd. De stijl ontwikkelde zich waarschijnlijk in Deense centra en verspreidde zich over heel Scandinavië, Engeland en Ierland. De stijl maakte nog steeds gebruik van de vroegere dierenmotieven uit de Mammenstijl, met vernieuwingen die waren beïnvloed door Anglo-Saksische en Ottoonse ornamentiek. De stijl kenmerkt zich doorgaans door plantenmotieven waarbij de stengels in strikt axiale en dooreengevlochten strengen zijn gearrangeerd, en door compositorische, asymmetrische ontwerpen met een additief karakter.
Instrumenten die worden gebruikt om de diameters te meten van ronde voorwerpen tot gespecificeerde toleranties, en die bestaan uit cilindervormige stalen ringen waarvan de diameter van de binnenkant overeenkomt met de grootste of kleinste toegestane afmetingen.
Sierstuk op een uniform, afgeleid van een onderdeel van de middeleeuwse wapenrusting dat de hals en het bovenlijf beschermt (zie halsbergstukken (helmonderdelen))
Lijsttrommen met ondiepe ring, aan één kant bedekt met een trommelvel van perkament, dierenhuid of kunststof, voorzien van rinkelende metalen schijfjes of kleine belletjes, bespeeld met de hand; Nabije-Oosten.
Verwijst naar een van de twee hoofdstromingen van het Zenboeddhisme, die afkomstig is uit de school van Lin Chi voor Chan-boeddhisme en later, in 1191, in Japan werd geïntroduceerd door Eisai. Rinzai benadrukt spontane verlichting en bepleit ongewone manieren om die te bereiken, zoals roepen, slaan en het gebruik van koans. Rinzai hecht minder waarde aan de verering van Boeddhabeelden en het lezen van geschriften (soetra’s). Na de introductie sprak het de aristocratie aan en had het de steun van de shoguns. Later werd Soto de populairste vorm van Zenboeddhisme. Rinzai beleefde echter een bloei tijdens de Kamakuraperiode (1685-1768), toen Hakuin, een Rinzaimeester, hervormingen invoerde die tot het moderne zenboeddhisme hebben geleid.
Verwijst naar de Egyptische aardewerkstijl die werd vervaardigd tijdens de badarische periode van circa 6.000 tot 4.000 v. Chr. De stijl kenmerkt zich door een rimpelig gepolijst oppervlak, dat werd verkregen door rimpels in de natte klei te kammen of door met een kiezel over harde klei te wrijven en vervolgens te polijsten.
Arabisch schrift, kleinere versie van het tawqī'-schrift. Uitgevonden door Muhammed ibn Khazin, circa 11de eeuw n. Chr.
Het analyseren van mogelijk verlies, nalatigheid, letsel of andere schade die betrekking heeft op of voortkomt uit enige activiteit of project.
Gebruiken of gedragspatronen die regelmatig op een vaste, nauwkeurige manier worden uitgevoerd voor persoonlijke of openbare doeleinden.
Voorwerpen die in een bepaald rituele activiteit worden gebruikt, vaak als onderdeel van een ceremonie. In sommige disciplines wordt aan deze term de voorkeur gegeven boven de iets meer algemene "ceremoniële objecten", maar in andere disciplines overlapt de betekenis en het onderscheid is betwistbaar.
Te gebruiken voor schepen met weinig diepgang die op rivieren varen.
Tibetaanse trompetten, van oudsher gemaakt van een menselijk scheenbeen, hoewel de term tegenwoordig verwijst naar bottrompetten bedekt met metaal en kleine metalen trompetten in het algemeen. Ze worden gewoonlijk bespeeld in paren.
Lichte wagentjes voor één of twee passagiers die door één paard of pony werden getrokken; populair aan het einde van de 19e en begin van de 20e eeuw.
Eéndelige japonnen, gedeeltelijk nauwsluitend en zonder opening aan de voorkant, meestal lang, in vloeiende belijning, gedragen in de middeleeuwen; japonnen met een nauwsluitend lijfje, met of zonder mouwen en met een lange wijde rok, voor formele en speciale gelegenheden, gedragen vanaf de jaren '20 van de 20e eeuw; ook algemene term tot 20e eeuw voor verschillende typen japonnen voor formele gelegenheden. Gebruik 'gewaden' voor lange, wijde, meestal ééndelige kleding, aan de voorzijde open, in vloeiende belijning en gedragen door mannen en vrouwen als dagelijkse kleding, bij ceremoniële of officiële gelegenheden of als ambtssymbool.
Ellipsvormige stukken stof van fijne witte wol, in plooien over de linkerschouder geworpen, onder de rechterarm doorgetrokken en opnieuw over de linkerschouder gedrapeerd; het officiële kledingstuk van de Romeinse burger, oorspronkelijk ook gedragen door vrouwen. Ook soortgelijke ruimvallende gewaden - ook in andere stoffen - gedragen in verscheidene andere historische perioden. Zie voor de ambtelijke toga: 'gewaden'.
Glas met een robijnrode kleur door de aanwezigheid van colloïdaal goud, cadmium seleniet of koper- en zinksulfide.
Kleine veldslangen die werden gebruikt in de 16e en 17e eeuw, ontworpen voor het afvuren van projectielen met een gewicht van minder dan 373 gram.
Boomsoort, inheems in de Appalachen in de Verenigde Staten, die ook op grote schaal als sier- en schaduwboom wordt geteeld in Europa, Azië, Noord-Afrika en Nieuw-Zeeland. De soort wordt 24 meter hoog en draagt ������lange, samengestelde bladeren met 6 tot 20 langwerpige blaadjes. De geurige witte bloemen hangen in losse trossen. Er zijn veel variëteiten, waarvan sommige geen doorns hebben. De soort wordt al lange tijd gebruikt om erosie tegen te gaan en als productieboom.
Avonturenverhalen naar het voorbeeld van Robinson Crusoe, waarin de wapenfeiten worden beschreven van personen die in penibele omstandigheden verzeild zijn geraakt, maar dankzij hun vindingrijkheid en scherpzinnigheid weten te overleven.
Verwijst in het algemeen naar de extravagantere uitbarstingen in de rococostijl, zoals toegepast in de decoratieve kunst, voorkomend uit barok grotwerk en schelpwerk dat werd gebruikt voor fonteinen en grotten.
Te gebruiken voor vierwielige, overdekte rijtuigen met zijkanten die zijn afgesloten met ofwel panelen of met gordijnen, al of niet met een bok, en geplaatst op elliptische of platformveringen, meestal met een gemeenschappelijk dak dat over de bestuurdersplaats, die deel uitmaakt van de kast, heen steekt; konden door één of twee paarden worden getrokken en kwamen voor met allerlei soorten kasten; populair in de Verenigde Staten na hun introductie in de jaren dertig van de 19e eeuw.
Verwijst hoofdzakelijk naar de periode van decoratieve kunst die zich rond 1700 in Frankrijk ontwikkelde aan het hof van Lodewijk XV, en die in heel Europa bepalend was totdat aan het einde van de 18de eeuw het neoklassiek opkwam. De stijl kenmerkt zich door opulentie, asymmetrie, sierlijkheid, vrolijkheid en een palet met lichte kleuren, in tegenstelling tot de zwaardere vormen en donkerder kleuren van de barok.
Middelgrote boomsoort (ruim tien meter hoog) met een gladde grijze schors, die te vinden is van het zuiden van Mexico en Midden-Amerika tot Peru, Bolivia en Brazilië. De soort is ook geïntroduceerd in het Caribisch gebied, de Antillen, Florida en Afrika. De boom is waardevol om zijn fraaie bontgekleurde hout en de schors, die wordt gebruikt als verdovend middel, laxeermiddel en insecticide. Vanwege de grote spreiding heeft de boom veel verschillende namen en meerdere toepassingen. Aanvankelijk werd aangenomen dat de rode kabbes een soort 'partridge pea' was. Daardoor werd 'bois perdrix', de Caribisch-Franse benaming voor 'partridge pea', verkeerd geïnterpreteerd als patrijshout.
Kleine soort paardenkastanje of struik met lange trossen roze tot donkerrode kokervormige bloemen, inheems in de zuidelijke en oostelijke Verenigde Staten.
Kleine lepels met de inhoud van eenderde eetlepel die worden gebruikt voor het roeren van thee, koffie of soortgelijke dranken die in kopjes of mokken worden geserveerd en worden gebruikt als een standaardmaat voor recepten.
Keukengerei dat meestal is gevormd als stampers en die voornamelijk worden gebruikt voor het samenpersen of omroeren bij het mixen van drankjes.
Verspreide, vaalbruine vlekken op papier of andere materialen, waarschijnlijk als gevolg van schimmelvorming of metaalverontreiniging in het papier.
Een van de vele ijzer-chroomlegeringen, algemeen gebruikt voor hun bestendigheid tegen aantasting en roestvrije eigenschappen.
Wordt gebuikt voor ritten in attractieparken, met een zwaartekrachttreintje dat over een gesloten circuit loopt met een scherp kronkelende baan met stijle hellingen die zorgen voor plotselinge snelle afdalingen; bedoeld voor sensatiebeluste passagiers.
Schaven met een enkele beitel, die worden gebruikt voor het ruwe werk of voorschaven; zijn geschikt voor ruwer werk dan de voorlopers.
Zagen met een omkeerbaar handvat en een zaagblad dat aan beide zijden tanden heeft, een fijne en een grove kant.
Divers gereedschap dat wordt gebruikt om inkt over een drukvlak te rollen, met een handvat aan een of beide kanten.
Handbediende of automatische deuren die bestaan uit kleine horizontale metalen opstaande randen die grijpen in een rail die ze volgen.
Een patroon in de houding en het gedrag dat in de maatschappij wel voor het ene, maar niet voor het andere geslacht juist wordt geacht. Gebruik 'sekse' voor de fysiologische kenmerken die het mannelijke geslacht van het vrouwelijke onderscheiden. Gebruik 'seksualiteit' voor het geheel aan seksuele emoties, ideeën en gedragingen van een individu.
Pottenbakkerstechniek waarbij het stuk wordt opgebouwd door middel van koordachtige spiralen van klei, zonder dat een draaischijf wordt gebruikt.
Halve fronton, zoals die die het einde van een lessenaarsdak of het dak op een zijbeuk van een kerk afbakenen. Soms zijn ze gekruld, gebogen of op een andere manier versierd.
Een grote losse steenmassa, overgebleven na de erosie van wat eens een doorlopend bed of laag was; De Engelse benaming is ook: één van de grote blokken zandsteen verspreid over de Engelse Krijtrotsen.
Te gebruiken voor doorlopende of vlakvullende patronen die zijn gebaseerd op krullen, die meestal vertakken en uit elkaar vloeien. Gebruik 'spiralen' voor simpele motieven met gedraaide lijnen.
Verwijst naar de stijl en de periode die in West-Europa de boventoon voerde in de 11e en 12e eeuw. De stijl floreerde in de architectuur met de nieuwe groei van de steden, de bijbehorende kerken en de wederopbouw van kloosters. De stijl heeft kenmerkende regionale verschillen, maar over het algemeen wordt het gekarakteriseerd door de invloed en de interpretatie van de Romeinse en daaropvolgende bouwkunst. De grote omvang, ronde bogen, gewelven van metselwerk en innovaties in de constructie om voldoende verlichting te bieden. De stijl ontwikkelde zich ook in monumentale reliëfsculpturen, glas-in- lood, boekverluchting, muurschildering, ivoor-snijwerk en kostbaar metaalwerk. Het wordt gekenmerkt door vlakke gestileerde vormen, en de zeer gedetailleerde ornamenten. Periode 950-1250.
Verzonnen prozaverhalen van aanzienlijke lengte en een zekere complexiteit die op verbeeldingsrijke wijze de menselijke ervaring behandelen aan de hand van een reeks onderling verbonden gebeurtenissen rond een groep personen in een specifieke omgeving.
Vierzijdige figuren waarvan beide overstaande zijden evenwijdig zijn.
Markten waarbij diverse koopwaar, oud of nieuw, wordt verkocht om geld te verzamelen voor een goed doel. De koopwaar bestaat uit niet opgeëiste goederen bij een kade of opslagplaats of allerlei rommeltjes van een winkel.
Trommen die bespeeld worden door wrijving van het trommelvel met de hand, een stuk leer of stof, of door een koord of stok die door een gat in het trommelvel word getrokken. Bij sommige types wordt dit bereikt door het trommelvel te wrijven, maar niet te doorboren.
Kleine, lichte en ronde schilden gebruikt door middeleeuwse infanteristen ter verdediging in gevechten. Door de kleine afmetingen van het schild en zijn ronde vorm, zat het de soldaat niet te veel in de weg en kon hij vlot blijven bewegen.
Kleine schaven met een lengte tussen de 10 en 15 centimeter en een zool die is gebogen over de lengteas, zoals bij de toogschaaf.
Ronde, driepotige tafels met veelal een schuingeplaatst blad met een gevormde schulprand die op de rand van een pastei lijkt.
Gereedschap voor het snijden van kleine, gekartelde wieltjes die rondsels worden genoemd. Het gereedschap wordt over een metalen staaf geplaatst en naar beneden getikt.
Rondreizen van plaats naar plaats zonder bepaalde bestemming voor ogen.
Reliëffiguren die zijn gesneden uit houten tabletten of platen, te vinden op Paaseiland en waarschijnlijk een onderdeel van een boustrofedon-schriftsysteem dat werd gebruikt voor ceremoniële geheugensteuntjes. Het is nog niet gelukt om het rongorongo te ontcijferen.
Zij die de vaardigheid beoefenen om beelden te maken op fotografische film door middel van een straling die geen licht is, in het bijzonder röntgenstraling of gammastraling.
Eén van de drie primaire additieve kleuren; dat deel van het spectrum dat zich bevindt in het laagste nog door het menselijk oog waarneembare lichtfrequentiebereik, met een golflengte tussen 630 en 760 nanometer. De term kan verwijzen naar alle in helderheid en verzadiging variërende kleurschakeringen binnen deze groep kleuren. Voorbeelden van de kleur rood in de natuur zijn de kleur van bloed en rijpe kersen.
Kalk bestaande uit roodijzererts vermengd in klei; wordt gebruikt voor het maken van tekeningen sinds de Renaissance. Oorspronkelijk werd het uit afzettingen gesneden maar later werd het van hetzelfde materiaal gemaakt.
Een rood marmer dat vaak werd gebruikt in de oudheid. Het is te vinden in Cynopolis en Damarestica in Griekenland.
Grote groep met tussen de 5000 en 10.000 soorten, afhankelijk van de classificatie, van voornamelijk meercellige zeealgen, waaronder veel opvallende zeewieren en koraalalgen. Ze hebben eukaryotische cellen zonder flagellen of centriolen en maken zetmeel aan als voedselreserve. Daarnaast produceren ze phycobiliproteïnen als extra rode pigmenten. Ze hebben geen extern endoplasmatisch reticulum en planten zich seksueel voort.
Vaak ongeglazuurd aardewerk dat van kleisoorten is gemaakt die in kleur variëren van geelbruin tot rood of zwart en die door het bakken een rode kleur krijgen; wordt meestal op een draaischijf gevormd en gebakken op een betrekkelijk lage temperatuur.
Verwijst naar de stijl van de Griekse vaasschilderkunst die voortkwam uit de zwart-figurige stijl. Deze verscheen in Athene rond 530 v. Chr. en verspreidde zich over andere gebieden van Griekenland, Zuid-Italië, Etrurië en elders in het Middellandse zeegebied, totdat de stijl in de derde eeuw v. Chr. verdween. De stijl kenmerkt zich door het gebruik van een fijne engobe en een bakproces in twee fasen, om door middel van sintering een zwarte ondergrond te verkrijgen, met in rood uitgespaarde figuren. De details van de figuren zijn vloeiender dan in de zwart-figurige stijl, meestal aangebracht met een penseel, met zowel een duidelijke, zwarte reliëflijn als een lichtere lijn die in kleur varieert van donkergoud tot zwart.
Orde van ongeveer 270 soorten in 12 families. Het is de meest diverse orde van zoogdieren. De taxonomie van de grote categorieën is al meer dan een eeuw aan verandering onderhevig. Roofdieren hebben allemaal tanden en klauwen die geschikt zijn om andere dieren te vangen en op te eten. Sommige soorten eten voornamelijk of alleen maar vlees, terwijl andere soorten omnivoren zijn. Gewoonlijk zijn het jagende of aasetende zoogdieren, zoals honden, katten, wolven, vossen, beren en zeehonden. Omdat de orde taxonomisch gezien zo divers is, wordt deze voornamelijk onderscheiden van andere ordes van zoogdieren (en verder onderverdeeld) op grond van structurele kenmerken, met name de vorm van de schedel (bijvoorbeeld van de kaakgewrichten), de poten (aantal tenen, niet opponeerbare achterste teen, het soort klauwen en de vergroeiing van bepaalde botten) en tanden (zowel het algemene patroon van de tanden als de vorm van individuele tanden). Gebruik ���carnivoren (algemene betekenis)' voor dieren die uitsluitend vlees eten.
Wordt gebruikt voor onderdelen van brandalarmsystemen die in werking worden gesteld door de aanwezigheid van rook.
Spoons distinguished by their bowls, which are either oblong or of conventional shape with a flat base; used to eat ice cream. IPSF.
Machines consisting of a can within a tub used for making ice cream. The cream mixture is poured into the can then frozen and stirred as the can is rotated, either manually or by power, within the ice- and salt-filled tub.
IJslepels eindigend in een halve bolvorm; wordt gebruikt voor het uitscheppen van roomijs en vergelijkbare producten; kan voorzien zijn van een mechanisme dat het ijs losmaakt van de binnenkant van de schep. Voor gebruiksvoorwerpen die een relatief groot plat oppervlak van verschillende vorm hebben en die gebruikt worden om ijs te serveren gebruik: 'roomijs-serveergerei'.
Kleine lepels die voornamelijk worden gebruikt voor het opdienen van room. Deze lepels zijn in het algemeen kleiner dan juslepels en gaan vaak samen met een roomschotel.
Te gebruiken voor schepen die zijn ontworpen voor het vervoeren van vracht die zich bevindt in vrachtwagens of treinen die op eigen kracht in en uit het schip geladen worden via hellingbanen aan één of beide zijden van het schip.
Orde van negen families bloeiende planten.
Bloemwerk gekenmerkt door een eigen klein fijn bloempje, met vijf kroonblaadjes en een openluchtje in het midden, dat telkens wordt herhaald en het een tegen het ander wordt geklost. Blaadjes, rankjes en fantasiemotieven vullen het geheel aan.
Decoreren met geschilderde of ingekerfde patronen bestaande uit kleurrijke bloemensymbolen en andere vormen en inscripties. De term is afgeleid van een Scandinavische decoratieve stijl.
Verwijst naar de Neolithische cultuur en stijl die zich ontwikkelde in het Rijnland en West-Duitsland, gelijktijdig met de Lengyel- cultuur, en die zijn bloeiperiode had in het vijfde en vierde millennium v. Chr. Deze cultuur volgde op de relatief homogene bandkeramiekcultuur en kenmerkt zich door de ontwikkeling van sterke lokale tradities en stijlen, waaronder potten gedecoreerd met rasters, ruiten, en golvende lijnen.
Verhogingen voor het houden van publieke toespraken. In het oude Rome was een rostrum een verhoogd platform in het Romeinse forum, gedecoreerd met de boegen (rostra) van buitgemaakte schepen, waarop redevoeringen of pleidooien ten overstaan van het Romeinse volk werden gehouden.
Instrumenten voor het meten van de stroomsnelheid van vloeistoffen, die bestaan uit een taps toelopende buis waarin een kleine drijver naar binnen wordt geduwd tot het gewicht van de drijverr en de kracht van de vloeistof in evenwicht zijn.
Verwijst naar een vroege fase in de verwerking van vlas of soortgelijke planten tot vezels, waarbij het materiaal wordt geweekt om het zacht te maken en de vezelige plantkern van de buitenste laag te scheiden. Basismethoden voor het roten zijn het dauwroten en waterroten.
Kerken bestaande uit ruimtes die zijn uitgehouwen in de levende rots. Te onderscheiden van 'grotkerken' die gebruik maken van naruurlijke holten in het aardoppervlak.
Korte lichte stokken, meestal aan beide uiteinden met metaal of leer afgedekt en bedoeld voor het in de hand dragen, veelal door militaire officieren.
Japonnen die tot aan de grond reiken, zonder opening middenvoor in de rok en meestal zonder sleep, gedragen in de 18e en 19e eeuw. Geen Nederlands equivalent.
Benaming die wordt gebruikt door Chippendale voor kleine geschilderde stoelen met onbesproken plaatsen die worden gebruikt bij shows.
Het voelen en tonen van droefheid en verdriet; ook de tijd van rituele plechtigheden na een overlijden.
Speciale bekleding van altaaronderdelen of ander (kerkelijk) meubilair of (kerkelijke) architectuuronderdelen bij gelegenheid van begrafenis of rouwdienst.
Kledingvariant waarbij gedurende een vastgestelde periode rouw wordt getoond over het verscheiden van een directe bloedverwant (eerste- of tweede graad). Zie ook 'lichte rouw', 'halve rouw' en 'zware rouw'.
Penning met cijfer dat werd uitgedeeld voor een begrafenis aan de leden van een gilde. Tijdens de begrafenis vanhet gildelid werd het rouwloodje ingeleverd, als bewijs van aanwezigheid.
Een natuurlijk donkerroze meekrapkleurmiddel dat met een zuur aan meekrapwortels wordt onttrokken, waarna het bezinksel, voornamelijk pseudopurpurine, opnieuw wordt opgelost in aluin. Vervolgens laat men het opnieuw bezinken met calciumcarbonaat, waardoor een roze karmijnkleur ontstaat. Het werd populair als een pigment voor kunstenaars nadat de meekrap in de 16e eeuw in Nederland werd geïmporteerd.
Een fijn, roze marmer, geschikt voor beeldhouwwerk, dat in een aantal variaties wordt gevonden. Tennessee-marmers zijn over het algemeen harder en compacter dan andere Amerikaanse marmers, waardoor ze geschikter zijn voor gebruik buitenshuis, maar waardoor ze ook moeilijker kunnen worden bewerkt en gepolijst.
Een scherpe etherische olie verkregen uit de bloeiende toppen van rozemarijn. Het wordt voornamelijk gebruikt in zeep, reukwater, haarwater en farmaceutische preparaten, en als een vertrager in olieverf.
Familie van bloeiende planten met 95 genera en ongeveer 3000 soorten.
Kralenkettingen die worden gebruikt als concentratiemiddel tijdens het bidden, veel gebruikt in diverse religies, zoals het hindoeïsme, de islam, het rooms-katholicisme, de oosters-orthodoxe kerk en het judaïsme.
Kleine ronde deurplaten die dienst doen als basis voor een deurknop of hefgreep en die tussen de deurknop en de deur worden bevestigd.
Motieven die bestaan uit geformaliseerde rozen waarvan de bloembladen straalsgewijs vanuit het centrum lopen; soms gebruikt voor elk willekeurig klein rond ornament dat uitstraalt vanuit het centrum.
Verwijst naar de stijl van porselein dat in China werd gemaakt in de keizerlijke fabriek in Ju Chou in de provincie Honan tijdens de Sung-dynastie van 1107 tot 1127. De stijl wordt gekenmerkt door vaalgeel gekleurde voorwerpen met een dunne, licht-lavendelkleurige craquelé glazuurlaag.
Product dat wordt gewonnen door het verwerken van het melkachtige sap van verschillende tropische bomen en andere planten, 'caoutchouc' genaamd. Geproduceerd in verschillende maten van hardheid en gewaardeerd om de elastische eigenschappen.
Overschoenen van rubber, vooral die zonder gespen en die niet helemaal tot aan de enkel reiken. Gebruik `galoches' voor overschoenen van rubber of waterafstotend materiaal die tot boven de enkel reiken en vaak gespen of andere sluitingen hebben.
Franse kunsttheorie die actueel was vanaf de tweede helft van de 17e eeuw tot de vroege 18e eeuw, die de voorrang van kleur over belijning bepleit.
Orde van bloeiende planten. In sommige systemen brengt men families uit deze orde onder in de orde Gentianales.
Kopiisten die rubrics aanbrengen. Rubrics zijn kopteksten, trefwoorden, rood gedrukte of geschreven indexwoorden in de marge (als de rest van de tekst in zwart is), of teksten die zich op een andere manier onderscheiden door het lettertype. Ze dienen als leidraad bij de inhoud van de pagina's.
Kopteksten, trefwoorden, rood gedrukte of geschreven (als de rest van de tekst in zwart is) indexwoorden in de marge, of teksten die zich op een andere manier onderscheiden door het lettertype, en dienen als leidraad bij de inhoud van de pagina's.
Struik met rode vruchten die wijdverspreid is in Noord-Amerika. In veel classificaties beschouwd als een ondersoort van Rubus idaeus. De vrucht is geen echte bes. Botanisch wordt het een ���verzamelvrucht' genoemd, een vrucht die bestaat uit allemaal kleine steenvruchtjes.
Afzettingsgesteente dat is samengesteld uit een aanzienlijke hoeveelheid ronde of hoekige fragmenten die grover zijn dan zandkorrels.
Historische benaming die wordt gebruikt voor ladenkasten uit het einde van de 18e en het begin van de 19e eeuw, die speciaal ontworpen laden aan de bovenkant hebben met toiletspiegels, net zoals bij Rudd-tafels.
Speciale clips die bij bepaalde toepassingen worden gebruikt achterop een gipsplaat, zoals in sommige demonteerbare scheidingsmuren, om de plaat op zijn plaats te houden door deze in sleuven te bevestigen of in andere ontvangers in het raamwerk.
Te gebruiken voor instrumenten bedoeld om zich mee op de eigen rug te krabben, vaak in de vorm van een handje op een lange stok.
Delen van de wapenrusting die de achterzijde van de romp beschermen en die bestaan uit verscheidene brede harnasplaten die met gespen aan elkaar vastzitten of uit een enkele plaat die met riemen, scharnieren of anderszins aan het borstschild is bevestigd.
De hiërarchie Ruilmiddelen bevat descriptoren voor objecten waaraan een specifieke waarde is toegekend en die bedoeld zijn voor gebruik bij het uitwisselen van goederen en diensten, en het vereffenen van schulden. Hieronder vallen objecten die in allerlei situaties bruikbaar zijn, in de algemene circulatie (bijvoorbeeld 'munten'), en objecten die beperkt bruikbaar zijn en vaak zijn bedoeld voor de uitwisseling van specifieke goederen en diensten (bijvoorbeeld 'betalingsbewijzen'). Het grootste deel van de descriptoren betreft benamingen van munten. Relatie met andere hiërarchieën: descriptoren voor groepen ruilmiddelen (bijvoorbeeld 'plate number blocks') bevinden zich in de hiërarchie Objectgroepen en systemen. Descriptoren die als omschrijving dienen van materialen welke bij de vervaardiging van ruilmiddelen worden gebruikt (bijvoorbeeld 'cupronikkel') zijn ondergebracht in de hiërarchie Materialen, terwijl descriptoren die verwijzen naar de wijze van vervaardiging van ruilmiddelen (bijvoorbeeld 'munten (procedés)') deel uitmaken van de hiërarchie Procedés en Technieken. In de hiërarchie Informatievormen vindt u descriptoren voor de verschillende identificerende symbolen of afkortingen die op diverse typen ruilmiddelen voorkomen (bijvoorbeeld 'munttekens') alsmede descriptoren voor zakelijke en financiële stukken (bijvoorbeeld 'aandelen').
Wordt alleen gebruikt voor bemande bouwconstructies die voor bepaalde doeleinden zijn gevestigd op natuurlijke buitenaardse hemellichamen. Gebruik 'ruimtekoloniën' voor grotere gemeenschappen die zijn gevestigd in de ruimte of op natuurlijke buitenaardse hemellichamen. Gebruik 'ruimtestations' voor bemande kunstmatige satellieten die in een vaste baan zijn geplaatst en die dienen als basis voor bepaalde functies.
Wordt gebruikt voor grote gemeenschappen die in de ruimte of op natuurlijke buitenaardse lichamen gevestigd zijn. Voor kleinere, bemande installaties, gevestigd op natuurlijke buitenaardse lichamen voor speciale functies, gebruik 'buitenaardse bases'. Gebruik 'ruimtestations' voor bemande kunstmanen die in een vaste baan gebracht zijn en dienst doen als basis voor speciale functies (b.v. wetenschappelijke observaties of het bijtanken van ruimteschepen)
Reacties en interacties van personen of groepen personen in relatie tot de onmiddellijke omgeving, inclusief de levende of levenloze objecten binnen die omgeving. Waarneming van de omgeving zet aan tot bepaalde handelingen, bijvoorbeeld zelfbewegingen van de handelende persoon. Dit gedrag leidt vervolgens tot veranderingen in de waarneming, zodat bijvoorbeeld de omgeving verrassend anders wordt gezien.
Wordt gebruikt als verwijzing naar wetten die bepalen hoe land wordt gebruikt, ruimtelijke ordening en stadsvernieuwing, als beschrijving voor de overkoepelende plannen van steden voor huisvesting, industriële, commerciële en recreatieve faciliteiten en de invloed daarvan op het milieu.
Het terrein binnen de ruimtelijke ordening dat zich bezighoudt met de ontwikkeling, het gebruik van hulpmiddelen en behoud en verbetering van het milieu in plattelandsgemeenschappen.
Volkomen afgesloten pakken met een eigen drukregeling die de drager in staat stellen te functioneren in de ruimte of op extreme hoogten binnen de atmosfeer.
Bij elkaar passende kleding voor het paardrijden, meestal bestaande uit een jasje of jas en een vest en een rok, rijbroek of jodhpurs.. Er bestaan verschillende gradaties van formaliteit. Meestal gedragen met een @stock-tied overhemd, een cap of hoed en rijlaarzen.
Traditionele bladerrijke en vegetale arabesken in de Turkse Ottomaanse decoratieve stijl uit de 15de eeuw. Het patroon vertoont lange en puntige gespleten bladeren met gebogen zijden en vertakte uiteinden, vaak strak samengebonden met klassieke wijnstokken.
Type laat 18e- en vroeg 19e-eeuwse Engelse drinkglazen met een grote kelk die op een korte steel staan. Vroege exemplaren hebben een eivormige kelk van vrij dun glas. Latere exemplaren zijn veel dikker, met rechte zijkanten en een zware, soms vierkante voet. Geen Nederlands equivalent.
Kleine vaten die oorspronkelijk ongeveer 70 liter bevatten.
Leer dat is gelooid door plantaardige looivloeistof, die wordt ingebracht in de poriën van een vel of huid. Het wordt vaak op de vleeszijde gedragen als een fijn nappa-achtig suède.
Landvoertuigen die zijn uitgerust met ononderbroken rolbanden die over getande wielen lopen, voor vervoer over oneffen terrein.
Bladstalen cilinders met een diameter van 20 tot 25 centimeter en een hoogte van ongeveer 30 centimeter, die over het gehele oppervlak zijn doorboord met op regelmatige afstanden van elkaar liggende gaten. Worden 's nachts ter beveiliging over brandende bieslampen of bieskaarsen geplaatst.
Familie van 8 genera en ongeveer 400 soorten langzaam groeiende kruidachtige planten met wortelstokken die oppervlakkig op grassen lijken. Wordt in sommige classificaties in de orde Poales ondergebracht.
Rood of roodbruin kalfsleer dat oorspronkelijk in Rusland werd geproduceerd en in de 17de eeuw in West-Europa werd geïntroduceerd. Het werd plantaardig gelooid met de schors van de wilg, de populier of de lariks en op de vleeszijde bewerkt met extract uit de schors van de berkenboom, die het de karakteristieke prettige geur meegaf, waarschijnlijk bedoeld om insecten op afstand te houden. Het werd vaak afgewerkt met een ruitjespatroon. Tussen 1780 en 1830 werd het zeer gewaardeerd door boekbinders en 'juchtleer' is er een imitatie van.
Fagotten bestaande uit 3 of 4 losse delen, eindigend in een wijd uitlopende klankbeker of een beschilderde drakenkop, zwanenhalsvormige aanblaasbuis, rechtopstaand; vroege 19de eeuw.
Kantsoort vervaardigd in Rusland, die gekenmerkt wordt door een kronkelend lint, dat een oneindige variatie van sierlijke tekeningen kan vormen. De tekening kan zeer eenvoudig of zeer ingewikkeld zijn en het geheel kan tot grote kantstukken uitgroeien.
Verwijst naar lange zitmeubelen die van een rugleuning en meestal van armleuningen zijn voorzien. Ze zijn groot genoeg voor twee of meer personen. Tussen de termen 'rustbank' en 'sofa' wordt tegenwoordig vrijwel geen onderscheid gemaakt, maar er is wel degelijk een verschil: een rustbank is minder volledig bekleed dan een sofa, en soms ontbreekt de bekleding zelfs geheel.
Te gebruiken voor uitgebreide zorgfaciliteiten in een residentiële omgeving voor ouderen, zieken of herstellenden die speciale, vaak medische, zorg nodig hebben. Te onderscheiden van verpleeghuizen', waar gediplomeerd verpleegpersoneel 24 uur per dag zorg verleent in hoofdzakelijk institutionele omgevingen.
Een voornamelijk in kunstnijverheid en interieurontwerp gehanteerde algemene stijl die wordt gekenmerkt door het gebruik van landelijke motieven en thema's, voornamelijk door het gebruik van houten en metalen meubels waarvan de belangrijkste componenten zo zijn uitgesneden en versierd dat ze lijken op de takken van bomen. De stijl ontstond halverwege de 18e eeuw en viel samen met de idealisering van de natuur en een eenvoudige levensstijl. De stijl was vooral populair in Zwitserland, Duitsland, Oostenrijk, Groot-Brittannië en de Verenigde Staten.
Het proces waarbij de randen boekblokken worden verguld die niet eerst glad zijn gesneden of een scheprand hebben. Te onderscheiden van #'rough gilt'; dit is het proces waarbij ongenaaide katernen worden verguld.
Middelgrote Europese berksoort die meestal 15-25 meter hoog wordt, met een ranke stam, een kruin van hangende takken en kleine, puntige bladeren van zo'n 6 centimeter lang. De schors is wit, vaak met zwarte ruitvormige tekeningen of grotere vlekken aan de voet.
Een edel- of halfedelsteen die kan worden gesneden, gepolijst of op een andere manier worden bewerkt en als juweel gebruikt; te onderscheiden van 'gemmen' die worden gemaakt van bewerkte halfedelstenen of ander materiaal zoals parel.
Fijne, ononderbroken proteïnevezel die voornamelijk bestaat uit fibroïnedraden en wordt afgescheiden door zijderupsen.
Verwijst naar de stijl van vroeg glazuurwerk uit de Nara-periode (645-794 n. Chr.), dat onder rechtstreeks toezicht van de overheid werd vervaardigd. De stijl wordt gekenmerkt door groene glazuurlagen.
Vaten uit de Griekse oudheid in de vorm van een dierenkop, werden vaak gebruikt als drinkgerei of om wijn in een ander vat te gieten.
De gedeeltelijke omkering van een zwart-wit- of kleurenafbeelding, veroorzaakt door blootstelling van de afbeelding aan licht tijdens de ontwikkeling. De uiteindelijke afbeelding bevat zowel positieve als negatieve tonaliteiten of kleuren. Het proces werd in 1862 ontdekt door de Franse wetenschapper Armand Sabattier. Gebruik 'solarisatie' voor het vergelijkbare effect dat wordt veroorzaakt door overbelichting van fotografische emulsies.
Poten van meubels, die gebogen zijn als een cavaleriesabel, vierkant of rond in doorsnede zijn en geleidelijk taps toelopen naar het grondvlak. Afgeleid van de Griekse klismos en veel gebruikt aan laat 18e eeuwse en vroeg 19e eeuwse stoelen en sofa's.
Esthetisch en poëtisch ideaal dat vooral een belangrijke rol speelt in de Japanse theeceremonie en haiku-gedichten. Het pleit voor het vinden van vreugde en rust in het oude, aangetaste en onvolmaakte. Het wordt soms gebruikt als synoniem van of in samenhang met het concept 'wabi'.
Openbare drinkfonteinen in de islamitische architectuur.
Genus van 6 tot 40 soorten (afhankelijk van de classificatie) overblijvende grassen die men vanwege het sap verbouwt in tropische gebieden. De huidige commerciële rietsoorten die tot dit genus behoren, zijn hybriden van de soort Saccharum officinarum (suikerriet). Deze soort is gekweekt uit een wilde rietsoort (Saccharum robustom) en werd verbouwd door inheemse volkeren die op de zuidelijke eilanden in de Stille Oceaan leefden. Suikerrietproducten zijn onder meer tafelsuiker, falernum, stroop, rum, cachaça, bagasse en ethanol.
Wordt gebruikt voor kleine oude Romeinse heiligdommen, meestal gebouwd in de openlucht.
Kleine zakjes of pakjes, met name kleine zakjes die een geparfumeerd poeder bevatten en worden gebruikt voor het parfumeren van kleding die in laden, kasten of kisten ligt.
Wordt algemeen gebruikt voor ceremoniële voorwerpen die hun heiligheid hebben behouden in hun huidige verband. Soms is de definitie ervan beperkter en duidt dan alleen op die voorwerpen die worden gebruikt bij de godsdienstoefening van een bestaande cultuur.
Vrijstaand bouwsel of in de muur uitgespaarde kast in de nabijheid van het altaar voor het bewaren van de eucharistie. Kunnen ook bovenop altaarstukken worden geplaatst.
Oud-Romeinse of christelijke gewijde plaatsen. Gebruik bij voorkeur meer specifieke termen.
Sacristiemeubel in de vorm van een kast, bedoeld voor het bewaren van diverse liturgische objecten, zoals priestergewaden en altaargewaden, of voor andere liturgische doeleinden. Ingebouwd in de muur, een los meubelstuk of een integraal onderdeel van het sacristiemeubilair. Gewoonlijk is bovenaan een kruis aangebracht of een ander religieus symbool.
Een klok die bij de sacristiedeur hangt. Tegenwoordig wordt hij geluid bij de binnenkomst van de priester en wanneer deze de altaarruimte verlaat resp. bij aanvang en einde van de eucharistieviering. Ook wordt deze klok geluid bij de opheffing van het brood en de wijn (elevatio) tijdens de consecratie, tenzij men de later in gebruik genomen altaarschel gebruikt. In Vlaanderen tevens geluid bij aanvang van de communieuitreiking.
Grote Tibetaanse kleden die in opdracht werden geweven en voor verschillende doeleinden worden gebruikt.
Marokijnleer met een klein, rond en strak korrelpatroon. Populair bij boekbinders in de 19de eeuw
Elke zuivere edelsteen behalve de robijn, die een variëteit is van de korund.
Een bleke, niet vergelende, drogende olie met goede laagvormende eigenschappen en een uitstekend kleurbehoud.
Simpele vierkante of rechthoekige mantel gemaakt van ruwe wol. Werd gedragen door Romeinse soldaten, over de wapenuitrusting en vastgemaakt aan de rechterschouder. Werd ook beschouwd als een symbool voor oorlog, zoals de toga een symbool voor vrede was.
Verwijst naar de stijl van Kutani-porselein dat werd vervaardigd in de 19de eeuw en gewoonlijk was beschilderd in rood en goud.
Bedrukte kaarten die werden verspreid om vracht of passagiers aan te trekken voor voornamelijk klipperschepen, tijdens de jaren 50 en 60 van de negentiende eeuw.
Verwijst naar een aardewerkstijl die vanaf 1758 werd vervaardigd in Saint-Clément. Er zijn werken gemaakt in geglazuurd witbeige, en servies dat is versierd met gekleurd glazuur en verguldsel in de rococostijl van Sceaux aardewerk en porselein.
Verwijst naar voorwerpen die zijn vervaardigd uit fijne witte aardewerkklei, gedecoreerd met delicate, telkens herhaalde, ingesneden of ingedrukte dessins en ingelegd met engobe in verschillende kleuren, in het bijzonder geel oker en bruin. De populairste dessins zijn lofwerk, heraldische wapens en allerlei populaire abstracte motieven, met name motieven die gebruikt werden als decoratie voor boekomslagen. De meeste motieven zijn ontleend aan het patronenboek 'La Fleur de la science de pourtraicture' (1530) van Francesco Pellegrino. Vaak werd ook nog reliëfwerk toegevoegd. De dunne laag opgebracht loodglazuur doet denken aan een vernislaag en geeft het aardewerk een romige kleur. Saint-Porchaire werd van circa 1500 tot circa 1570 vervaardigd in Saint-Porchaire, Frankrijk, en de omgeving van Saintes, in het zuidwesten van Frankrijk, gedurende het bewind van Frans I en Hendrik II. De techniek vereist een hoge technische vaardigheid, wat verklaart waarom het aardewerk slechts in beperkte aantallen is vervaardigd (64 gedocumenteerde exemplaren). Dit aardewerk werd in de 19de eeuw geïmiteerd door fabrieken als de Minton Ceramic Factory in Engeland.
Verwijst naar de cultuur die werd gecreëerd onder de Saisunaga-dynastie (circa 642-413 v. Chr.) en de Nanda-dynastie (circa 413-322 v. Chr.) in India. Informatie over deze cultuur is gevonden in latere Vedische literatuur; er wordt melding gemaakt van metaalwerk, ivoorsnijwerk, gebouwen met meerdere verdiepingen en handwerksgilden. Zeer weinig is overgebleven van pre-Maurya-datum: enkele cyclopische muren, er zijn graftombes en kleinere antiquiteiten zoals terracotta reliëfs en glas aangetroffen. Het hakken en polijsten van harde stenen bereikte een hoogtepunt in de 4de en 5de eeuw, dat niet werd overtroffen in latere oude Indiase kunst.
Veldslangen die werden gebruikt vanaf halverwege de 14e tot aan het einde van de 17e eeuw, zitten qua afmetingen het midden houden tussen 'demi-culverins' en 'minions' en een lading afvuren van tussen de 1,8 en 2,3 kg.
Pooltapijten die zijn geweven op de manier van een Wiltontapijt maar met draad van mindere kwaliteit.
Een school in het Tibetaanse boeddhisme die de leer volgt van de geleerde en reiziger Drogmi (992-1072). Drogmi is bekend om zijn vertaling in het Tibetaans van de Hevajra Tantra, een belangrijk tantrisch werk en een van de voornaamste teksten van de Sakya-school. Hij is ook verantwoordelijk voor de invoering in Tibet van het Indiase systeem dat bekendstaat als Lam Drey, dat gebruik maakt van de symboliek van de seksuele vereniging als middel om de mystieke re-integratie van het zelf te bereiken. De hevig behoedende Hevajra is de beschermgod van de Sakya-school. De school is bekend om zijn wetenschappelijke productie, in het bijzonder door de exegeses en historische verhandelingen over het boeddhisme. De bekende 'Blauwe annalen', een geschiedenis van het Tibetaanse boeddhisme, zijn in de 15de eeuw geschreven door een volgeling van de school. De school ontleent zijn naam aan het klooster van Sakya, in 1073 gesticht door Konchok Gyalpo, een leerling van Drogmi, 80 km ten noorden van de Mount Everest. Kunga Nyingpo, de zoon van Konchok Gyalpo, maakte de leer van de Sakya-school systematischer. De abten van het klooster van Sakya werden van circa 1270 to 1340 door de Mongoolse heersers van China benoemd tot regenten van Tibet, maar toen de Mongoolse dynastie aan macht inboette, deden de abten van Sakya dat ook. Sakya heeft om de macht gestreden met andere scholen van het Tibetaanse boeddhisme, vooral de Gelug. De abten van Sakya mogen trouwen en het ambt gaat over van vader op zoon of van oom op neef. De Sakya-school kent twee subsekten: de Ngor en de Tshar.
Tibetaanse schilderschool die is gelieerd aan de boeddhistische orde met dezelfde naam. Deze behoort tot een van de vier belangrijkste orden. De school, die floreerde vanaf de 13de tot de 16de eeuw in het midden van Tibet, ontstond in Sakya-kloosters, vooral in het klooster van Ngor. Sakya-schilderijen bestaan vaak uit meerdere mandala's die zich kenmerken door effen kleuren, een icoonachtige kwaliteit en een algemene directheid die de religieuze en visuele complexiteit ervan aanvult.
Divers gerei dat met vuur te maken heeft, voornamelijk metalen schijven of platen die worden verhit en dan boven voedsel, zoals gebak of puddingen, worden geplaatst om de bovenkant te bruinen.
Sierlijke petroleumtafellampen uit het eind van de 19e en het begin van de 20e eeuw met een bol- of eivormig voetstuk van glas en koper of alleen koper waarin een metalen houder en een glazen kap pasten die vaak rond of halfrond waren. Het voetstuk en de kap pasten vaak bij elkaar, vooral als ze van geverfd glas waren. De benaming wordt ook gebruikt voor soortgelijke lampen met versierde stoffen kappen.
Schilderijen die oorspronkelijk werden tentoongesteld in de officiële Parijse Salon (in de achttiende en negentiende eeuw), waar leden van de Academie Royale de Peinture et de Sculpture nieuwe werken presenteerden. Salonschilderijen zijn meestal academisch van aard en waren bedoeld om opdrachten van overheidsinstanties of particulieren binnen te halen.
Kleine, verplaatsbare tafels die soms een porseleinen of marmeren tafelblad hebben.
Passagiersrijtuigen voor reizen overdag, met comfortabelere stoelen en meer gemakken zoals rokersruimtes, restauratiewagens en tafeltjes, dan bij treinwagons.
Een kleurloze of geelachtige rokende, bijtende, in water oplosbare vloeistof, HNO3, die krachtige oxiderende eigenschappen heeft, en die gewoonlijk wordt verkregen uit ammoniak of uit chilisalpeter. Deze vloeistof wordt voornamelijk gebruikt tijdens de fabricage van explosieven en kunstmest.
Genus van bloeiende planten, met één levende soort.
Aardewerkstijl die zijn naam ontleent aan aardewerk dat is gevonden in Samarra, de tijdelijke residentie van de Abbasidische kaliefen in de 9de eeuw. Samarrawerk werd pas bekend nadat er in 1911 en 1913 opgravingen waren gedaan. Het in Samarra gevonden aardewerk was echter vermoedelijk afkomstig uit Bagdad, dat daar niet ver vandaan ligt; er zijn andere voorbeelden van deze stijl gevonden in Perzië, Spanje, Egypte en Syrië, plaatsen waarheen de stijl zich later heeft verspreid. Samarra wordt gekenmerkt door een dunne romp van uiterst fijn gemalen zwavelgele klei en een zorgvuldig aangebracht zacht tinglazuur. Een opvallend staaltje van technisch kunnen was het heldere goudglazuur dat bewust werd gecombineerd met andere metaaltonen, op zowel tegels als vaatwerk. Het decor bestaat meestal uit één dier of grotere ontwerpen op de binnenzijde van het vaatwerk, terwijl de buitenzijde vrijwel altijd is gedecoreerd met rondlopende rijen streepjes. Vroege voorbeelden uit de 8ste eeuw lijken bedrieglijk veel op gouden schalen, hetgeen erop duidt dat ze de vroegste voorbeelden zijn van imitaties van tafelgerei uit edelmetaal, waarvan het gebruik verboden was. Samarra imiteerde vaak het Chinese keramiek dat in het gebied werd geïmporteerd.
Verwijst naar de periode en beschaving die zich van circa 6200 tot 5500 v. Chr. ontwikkelde in centraal Mesopotamië en zich uitbreidde naar het noorden, en die is genoemd naar de archeologische vindplaats te Samarra. Vooral bekend om zijn beschilderde aardewerk, soms gedecoreerd met menselijke en dierlijke vormen, lemen beeldjes, en het vroegst bekende gebruik van leemsteen in Mesopotamië.
Volgens de botanische definitie vruchten die bestaan uit groepen of samenstellingen van meerdere delen. Vruchtverbanden bevatten zaden van verschillende vruchtbeginsels van een enkele bloem, zoals de braam en de framboos. Verzamelvruchten bevatten de vruchten van meerdere bloemen die zijn samengesmolten of dicht op elkaar zitten, zoals de moerbei die ontstaat uit een groep kleine afzonderlijke bloemen die worden samengeperst als ze zich tot vrucht ontwikkelen.
Het verdichten en samenpersen van substanties om een dichtere eenheid te verkrijgen, zoals het samenpersen van de harde deeltjes in vers gemengd beton, specie of een ander mengsel.
Verwijst naar de stijl van de artistieke productie op het Egeïsche eiland Samos, een belangrijke plaats in de Hera cultus, in het bijzonder tijdens de heerschappij van Polycrates in de 6de eeuw v. Chr., toen het eiland een grote culturele en commerciële macht bezat. De artistieke productie omvat zowel grafzuilen, grafreliëfs, gedenkbeeldjes (korai en kouroi) en architectuur in de vorm van de tempel van Hera.
Verwijst naar een soort Romeins aardewerk dat een variant is van het Terra sigillata. De term wordt gebruikt voor aardewerk dat ofwel vervaardigd werd op Samos, een eiland in de Egeïsche Zee, of werd gemaakt van klei die van dit eiland afkomstig was. Moderne wetenschappers gebruiken de term doorgaans als een synoniem voor ‘Terra Sigillata', omdat zij ervan uitgaan dat het eerdere gebruik van de term was gebaseerd op een verkeerde interpretatie van de oude toepassing,die waarschijnlijk slechts verwees naar een bij Terra sigillata gebruikte laktechniek en niet naar Samos. Soms wordt de term gebruikt als verwijzing naar Grieks geometrisch en oriëntaal ogend aardewerk dat werd gemaakt of opgegraven op Samos.
Verwijst naar de stijl en cultuur van de klassieke Samnieten, die verwant waren met de Sabijnen. Zij spraken Oskisch, bewoonden het bergachtige binnenland van Zuid-Italië alsmede enkele kustgebieden, en trokken in de 3de en 4de eeuw v. Chr. in drie opeenvolgende oorlogen ten strijde tegen de Romeinen om de zeggenschap in het gebied.
Beschrijft werken die zijn vervaardigd door de bevolking van de Samoaanse eilanden. Typische voorbeelden van de uitzonderlijke kunstzinnige vaardigheden van de Samoanen zijn de tatoeages, het ontwerpen en bouwen van kano's; en schorsdoeken.
Te gebruiken voor diverse soorten platbodems afkomstig uit het Verre Oosten die worden voortbewogen met een enkele wrikriem of door middel van een zeil.
Deze term, die letterlijk 'zwerftocht' betekent, verwijst naar de door het karma bepaalde kringloop van geboorte, dood en wedergeboorte in het boeddhisme, hindoeïsme en jaïnisme. Bevrijding (moksa, nirwana, kaivalya) van dit transmigratieproces wordt gezien als voorbij de samsara gaan, dat wil zeggen: beseffen dat deze een illusie is. Hoewel de herkomst van het begrip samsara omstreden is, is het waarschijnlijk, net als karma, van niet-Vedische of heterodoxe oorsprong.
Beschrijft de kunst die wordt vervaardigd door de bewoners van het eiland San Cristóbal.
Verwijst in algemene zin naar diverse stijlen aardewerk met asglazuur die gedurende de gehele Hein-periode (794-1185) werden vervaardigd in de industriële ovens van Sanage, ten oosten van het huidige Nagoya. Er werden vooral kommen, potten, borden en vazen geproduceerd.
Verwijst naar de stijl van porselein dat werd gemaakt in China ten tijde van de T'ang-dynastie (618-906 v. Chr.), en wordt gekenmerkt door lijnen en stippen in drie kleuren, gewoonlijk donkerblauw, turkoois en aubergine. De term verwijst ook naar keramiek dat werd gemaakt ten tijde van de Ming- en Ching-dynastieën (1368-1912) en dat was geschilderd in dezelfde drie kleuren, van elkaar gescheiden door kleirandjes die het patroon aangeven.
Een drukprocedé waarbij schuurpapier met de schuurzijde naar beneden op de plaat met etsgrond wordt gelegd en deze tezamen door een intaglio-pers worden gehaald. Het resultaat is een etsgrond die overal is geperforeerd met de korrelstructuur van het zand, die op de eindafdruk wordt omgezet in zwarte puntjes.
Een in de 20e eeuw ontwikkeld drukprocedé waarbij de mezzotint-achtige schakering wordt bereikt met behulp van schuurpapier. Het procedé werd ontwikkeld als een manier om het arbeidsintensieve plaatschommelen te omzeilen. De plaat wordt diverse keren door de pers gehaald met een vel schuurpapier; de zandkorrels verdringen koperkorreltjes waardoor inkthoudende bramen ontstaan.
Verwijst naar moderne afdrukken die zijn geproduceerd met het zandkorrelige mezzotintprocedé. Dergelijke afdrukken hebben de algemene eigenschappen van een mezzotint, maar vertonen in de lichtere gebieden niet de rechte lijnen van de zaagvormige randen van de wiegijzers.
Genus van houtige bloeiende planten, voorkomend als bomen of heesters. Meestal betreft het wortelparasieten die zich voeden door fotosynthese, terwijl ze water en anorganische voedingstoffen aan de wortels van andere soorten onttrekken. Diverse soorten, met name S. album, produceren sterk geurend hout, dat gebruikt wordt als geurstof en voor parfums, en als kruidengeneesmiddel.
Een compact, dicht generfd, geurig en geelachtig hout, dat het kernhout is van een Indomaleise parasitaire boom.
Tekeningen van houtskool of, minder gebruikelijk, pastelstift op een witgeverfde plaat die is voorzien van een laag marmergruis, waardoor ze uiteindelijk een schuurpapierachtige glinstering en textuur krijgen, met effecten van licht en donker als in gravures. Ze waren populair in de Verenigde Staten in het midden van de 19de eeuw.
Houders van verschillende vorm, grootte en materiaal met geperforeerde bovenkant, om fijn zand over natte inkt te strooien teneinde de inkt te drogen.
Te gebruiken voor bouwpanelen die bestaan uit twee buitenplaten met een hoge dichtheid, zoals multiplex, hardhout of metaal, met daartussen een licht kernmateriaal, meestal schuimplastic, rubber of papier met honingraatstructuur.
Te gebruiken voor dubbelwandig glaswerk dat van binnen is versierd met gegraveerd goudblad. Ook een algemene benaming voor persglas, zo genoemd door de grote hoeveelheid persglas die werd geproduceerd door de Boston Sandwich Glass Company.
Een ondoorzichtig bordeaux- tot bruinrood koperglazuur dat in China werd ontwikkeld in de K'angsi periode en voornamelijk wordt toegepast op porselein.
Verwijst naar een cultuur ten zuiden van de Sahara die werktuigen vervaardigde in het late Pleistoceen, ongeveer gelijktijdig met de Fauresmith-productie uit zuidelijk Afrika. Vernoemd naar de archeologische vindplaats bij de Baai van Sango in Uganda, maar werd ook gevonden in Angola, de Democratische Republiek Congo, Kenia, Zambia en elders. De cultuur kenmerkt zich door handbijlen, messen van steenscherven, schrabbers, grote schaven om hout te bewerken en een typische pikhouweel.De Sango cultuur werd klaarblijkelijk ontwikkeld door bosbewoners, terwijl Fauresmith werd ontwikkeld door bewoners van de open vlakten.
Wordt gebruikt voor riolen die vloeistoffen of vast afval afvoeren van industrieën of woningen, maar geen grond-, oppervlakte- of regenwater. Gebruik 'sanitaire afvoersystemen' voor delen van het afvoersysteem in huizen die voor soortgelijk afval zijn bestemd.
De systemen binnen een gebouw die de bewoners voorzien van water en die vloeibaar afval of door vloeibare stoffen vastgehouden afval afvoeren; omvat pijpleidingen, sifons, openingen en bijbehorende vaste onderdelen, maar niet de bronnen of plaatsen van bestemming buiten het gebouw zoals putten of septictanks.
Gebouwen met toiletten en wasgelegenheid voor openbaar gebruik.
Hoofdpoort van zenboeddhistische tempels, bestaande uit twee verdiepingen. Letterlijk betekent de term ���verlichtingspoort', ���bergpoort' of ���drievoudige poort'. De afmetingen van de poort weerspiegelen de status van de tempel. De poorten kunnen drie doorgangen bevatten. Ze worden gezien als de symbolische scheiding tussen het wereldlijke en het heilige.
Orde van 8 families, 151 genera en ongeveer 1000 soorten bloeiende planten. Alle families in Santalales zijn in zekere mate parasitair. Ze hechten zich vast aan de wortels of takken van hun gastheren. De leden van deze orde komen overal in de wereld voor, maar vooral in tropische en subtropische gebieden.
Langlevende, houtige, bloeiende plantensoort, de meest bekende bron van sandelhout. Deze soort wordt al lange tijd gewaardeerd, geoogst en gekweekt om zijn welriekende hout en geneeskrachtige eigenschappen van de etherische olie. Momenteel dreigt de wilde populatie uit te sterven. Er bestaan nog maar zeer weinig grote bomen, dus wordt de soort op dit moment nauwelijks gebruikt voor fijne houtbewerking. Het duurt veertig jaar voordat nieuwe bomen kunnen worden gekapt.
Kleine prent op perkament of papier met een afbeelding van Christus, Maria, een heilige of een devotie(beeld). Vanaf de dertiende eeuw in grote oplagen onder het volk verspreid. Ze werden in gebeden- en kerkboeken gestoken of hingen aan de wanden van huizen.
Verwijst naar kleine houten of ivoren beeldsnijwerken van heiligen en andere vereerde figuren, die werden gemaakt voor rooms-katholieken in Spaanse kolonies in Amerika, het Caribisch gebied en elders. De term kan ook verwijzen naar latere imitaties van deze vroege beeldsnijwerken. Ze kenmerken zich in het algemeen door een stijl die doet denken aan de 17de-eeuwse Spaanse barokstijl maar met een minder verfijnde techniek en primitieve voorstellingen van gelaatstrekken en anatomie. Ze werden waarschijnlijk oorspronkelijk gesneden door priesters die geïmporteerde beeldhouwwerken imiteerden en zijn uiteindelijk beïnvloed door inheemse stijlen. Ze werden uiterst populair in de Spaanse kolonies, konden worden aangetroffen in elk typisch christelijk huis en werden in kerken geplaatst, waar sommige de bestemming van bedevaarten werden. Het was gebruikelijk de santo’s te hullen in kleding van stof die vaak versierd was met complex borduurwerk. De term kan ook verwijzen naar tweedimensionale voorstellingen van heiligen die in Mexico en het zuidwesten van de Verenigde Staten ‘retablo’s’ worden genoemd. Driedimensionale beelden van heiligen worden vaak ‘bulto’s’ genoemd in Mexico en het zuidwesten van de Verenigde Staten.
Kleine, beschilderde kleifiguren, oorspronkelijk afkomstig uit de Provence, die worden gebruikt in kersttaferelen.
Hakkeborden, in allerlei per streek verschillende uitvoeringen, trapeziumvormige hardhouten klankkast, snaren van metaal of nylon, in koren van 3, 4 of 5 over individuele kammen lopend, stemschroeven aan beide zijden van de kast; bespeeld met 2 stokjes; Turkije, Irak, Iran, Kaukasus, Zuidoost-Europa, Zuid-Azië.
Lamellofonen bestaande uit een houten plank of klankbodem met tongen aan één uiteinde; bespeeld door de losse einden van de tongen met wijsvinger en duim neer te drukken en weer los te laten; Afrika.
Glazen voornamelijk bedoeld voor het drinken van sap; soms kleine drinkglazen in de vorm van een smal bekerglas.
Orde van bloeiende planten, waaronder citrusbomen, esdoorns, de paardenkastanje, lychee, ramboetanboom, mangoboom, acajouboom, wierookboom, mirreboom, mahonieboom en neemboom.
Familie van grote tropische en groenblijvende bomen en struiken met 53 genera en ongeveer 1100 soorten. Het is echter moeilijk om de geslachtsgrenzen van deze familie aan te geven, en die veranderen daardoor nogal eens.
Hout van de boom behorende tot het genus Caesalpinia sappan, inheems in Sri Lanka, India en Maleisië.
Verwijst naar de inheemse stijl die wordt geassocieerd met het gebied Sarawak in Borneo. De stijl vormt een afspiegeling van de geschiedenis van het gebied, die wordt gekenmerkt door bezettingen door tal van buitenlandse mogendheden: van het Majapahit-rijk van Java en het Britse protectoraat van Brunei tot het huidige Maleisië. De stijl kenmerkt zich door ijzerwerk, houtsnijwerk met islamitische motieven en keramiek, waarvan de technieken werden bijgebracht door Chinese kooplieden. De inheemse kunst van het Ibanvolk van Sarawak wordt gekenmerkt door animistische religieuze motieven.
Gom van sommige soorten Astragalus of Penaea, die werd genoemd in geschriften uit de oudheid en ook in 18e en vroeg 19e eeuwse Engelse recepten voor het maken van verven.
Klasse van gewervelde vissen die gelobde gepaarde vinnen hebben met een vlezige basis op een benig skelet. De vinnen zitten met één enkel bot aan het lichaam vast. De vissen hebben een blijvende chorda dorsalis, interne neusgaten en twee rugvinnen met gescheiden bases en niet zoals straalvinnige vissen een enkele rugvin. Deze onderklasse is zeer oud en verscheen in het Onder-Devoon, ongeveer 390 miljoen jaar geleden. Uit de onderklasse zijn amfibieën ontstaan. In sommige classificaties beschouwt men het als een klasse in plaats van een onderklasse. De erkenning van de onderklasse of klasse Sarcopterygii is controversieel, omdat sommige ichtyologen denken dat de twee grootste groepen, de Crossopterygii (waartoe de rhipidistia en de coelacanten behoren) en de Dipnoi, van verschillende voorouders afstammen, aangezien de huidige vormen van de twee groepen in hoge mate van elkaar verschillen. De primitieve soorten vertonen echter een aantal overeenkomsten, wat erop lijkt te duiden dat ze een gemeenschappelijke voorouder hadden.
Van oorsprong Indiase bovenkleding bestaande uit een aantal meters dunne stof die zo om het lichaam wordt gedrapeerd dat het ene eind een rok vormt en het andere een hoofd- of schouderbedekking.
Vedels met een onregelmatig gevormde klankkast met diepe vernauwing waarvan het bovenblad met dierenvel bekleed is, daarop een houten kam, korte hals met sleutelkast aan het einde, 3 snaren; bespeeld met een zware, gebogen strijkstok; Zuid-Afghanistan, India, Pakistan, Bangladesh.
Pieken met een zeer lange schacht van zo'n 5 tot 8 meter, een korte bladvormige ijzeren kop en een ijzeren punt aan het achterste uiteinde die in de grond kon worden gestoken om een aanstormende vijand tegen te houden; in de Oudheid gebruikt door de Macedonische infanterie.
Verwijst naar de cultuur, vooral de beeldhouwkunst, van de stad Sarnath in noordelijk India, gedurende de Gupta-periode. Sarnath is vooral bekend om zijn boeddhafiguren, die wijd verspreid waren en die eeuwenlang voorstellingen van Boeddha hebben beïnvloed in oostelijk India en Zuidoost-Azië. Deze beeldhouwwerken werden ontwikkeld aan het eind van de 5de eeuw, en breken met de plastische vormen die zijn gemaakt door Mathura-beeldhouwers; in plaats hiervan zijn de Boeddhabeelden, die in een transcendente staat worden weergegeven, perfect en harmonisch geproportioneerd, maar niet op een naturalistische manier weergegeven. Ook hangt hun kleding om hun lichamen, maar niet op een realistische manier. De gelijkmatige lichamen en de kleding contrasteren met de rijkelijk versierde aureolen, die lijken op die van contemporaine, staande boeddhafiguren uit Mathura. Sarnath-beeldhouwers maakten ook narratieve beeldhouwwerken van hoge kwaliteit, vooral stèles die gebeurtenissen afbeelden uit het leven van Boeddha.
Bovenkleding gevormd door een stuk stof rond het onderlichaam te wikkelen; voornamelijk gedragen door mannen en vrouwen uit de Maleisische Archipel en de eilanden in de Stille Zuidzee. Wordt ook gebruikt voor soortgelijke, vaak voorgevormde kleding gedragen door westerse vrouwen.
Blaasinstrumenten, met brede, wijd uitlopende conische uiteinde van koper; bespeeld met een dubbel riet.
Lichte, tweesnijdende degens met een eenvoudig kruisgevest met kleine pareerstangen en soms een zijring; hoofdzakelijk gebruikt in de tweede helft van de 17e eeuw. Geen Nederlands equivalent.
Genus van drie soorten bladverliezende bomen en struiken. Twee soorten komen voor in Azië (S. tzumu en S. randaiense) en één in het oosten van Noord-Amerika (S. albidum). Er is ook één uitgestorven soort. Ze zijn commercieel interessant vanwege hun geurige olie, die men gebruikt in parfum, limonade en thee. Het zachte, lichte hout wordt gebruikt als timmerhout. Uit het hout wint men een kleurstof voor textiel die rozebruin tot grijs is en een goede kleurvastheid heeft.
Deze boomsoort groeit op de zandgronden in het oosten van Noord-Amerika, in het gebied dat zich uitstrekt van Maine, Ontario en Iowa in het noorden tot Texas en Florida in het zuiden. Gewoonlijk zijn het kleine bomen of struiken, maar soms worden ze wel 20 meter hoog. Deze soort heeft een gerimpelde schors, heldergroene twijgen en kleine trosjes gele bloemen. De vrucht is een donkerblauwe bes. De boom gebruikt men om timmerhout te maken. Uit de schors van de wortel wint men etherische olie die men gebruikt voor parfums, limonade en thee. De bladeren en twijgen worden gegeten door witstaartherten, bosmarmotten, moeraskonijnen en Amerikaanse zwarte beren. De vruchten worden door veel vogels gegeten.
Verwijst naar de periode vanaf de onderwerping van de Parthen door Ardashir in 224 tot aan de val van het Sassanidenrijk aan de Arabieren in 631, tijdens welke het Midden Oosten werd geregeerd door de Iraanse Sassanidische dynastie. De kunst van die tijd, waarvan rotsreliëfs en zilverwerk het meest bekend zijn, kende invloeden van het Romeins-Byzantijnse rijk uit het westen en het Chinese rijk uit het oosten.
Verwijst naar de activiteit waarbij foto's worden genomen met camera's op satellieten die in een baan om de aarde of een andere planeet cirkelen. Doorgaans heeft satellietfotografie tot doel de grondkenmerken en -activiteiten op grote afstand van de aarde te observeren, bijvoorbeeld in het kader van militaire inlichtingen, cartografie en het volgen van weersverschijnselen. De camera's kunnen ook op de kosmische ruimte worden gericht en de foto's kunnen hemellichamen of kosmische verschijnselen bevatten die onder het begrip 'astronomische fotografie' vallen.
Te gebruiken voor kleinere stadskernen aan de rand van grootstedelijke gebieden met een zelfstandige jurisdictie ten opzichte van de grotere stad, maar wel met een zekere mate van economische en sociale afhankelijkheid van die stad. Gebruik 'nieuwe steden' voor gemeenschappen die zijn ontworpen om in sociaal of economisch opzicht onafhankelijk van grotere stedelijke gebieden te fungeren.
Hout van de boom behorende tot de soort Eucalyptus calophylla, inheems in Australië. Het is geelachtig rood van kleur en wordt gebruikt voor het maken van vloeren, plaveisels en traptreden.
Artistiek middel waarmee menselijke dwaasheid en gebreken worden beschimpt, bespot en belachelijk gemaakt.
Verwijst in algemene zin naar keramiek in diverse stijlen, bedoeld voor theeceremonieën en algemeen gebruik, dat vanaf het begin van de 17de eeuw tot heden is vervaardigd in de industriële ovens van de prefectuur Kagoshima (het voormalige Satsuma-domein). De stijlen variëren van 'haaienvel'-aardewerk met een grijzig, lichtsepia of gelig glazuur en een fijn korrelig oppervlak, tot fijn thee-aardewerk met ijzerglazuur uit de eerste helft van de 17de eeuw, kopieën van Sawankhalok-aardewerk, Thais aardewerk dat is gedecoreerd met ijzeroxide in onderglazuur, daterend uit circa 1700, tot opgeglazuurd email uit de late 18de eeuw.
Kleine lepels die voornamelijk worden gebruikt voor het opdienen van sauzen. Ze zijn in het algemeen kleiner dan juslepels en maken soms deel uit van een bestekcassette.
Schaaltjes voornamelijk bedoeld voor een individuele portie gestoofd fruit of vergelijkbaar eten dat met een saus is bereid.
Kleine afgedekte terrines, soms met bijpassende onderschotel, gebruikt voor het serveren van saus.
Lange halskettingen die losjes over de schouders worden gedragen en meestal tot onder de taille reiken. Kunnen onderaan een hanger of kwastje hebben hangen.
Boomloze vlaktes; wordt voornamelijk gebruikt voor bepaalde gebieden in het zuidoosten van de Verenigde Staten; verwijst ook naar tropisch of subtropisch grasland met verspreide bomen en struiken.
Stijlen en culturen die ontstonden in het zuidoosten van Frankrijk en het noordwesten van Italië. Vanaf de 11e eeuw regeerden hier de graven van Savoye namens het koninkrijk Arelat, maar uiteindelijk werd het onafhankelijk en werd het grondgebied sterk uitgebreid.
Klein, eenzijdig snijdend houwzwaard gebruikt door de Germaanse volkeren, vooral de Saxen, in de vroege Middeleeuwen. Er was veel variatie in vorm en constructie.
Orde van tweezaadlobbige bloeiende planten met 16 families, 112 genera en bijna 2500 zeer diverse soorten die in de hele wereld voorkomen, onder meer heesters, bomen, rotstuinplanten, bekende siertuinplanten en struiken die bessen en kruisbessen produceren. De orde behoort tot de 'core eudicots' en hoewel de fylogenetische positie nog niet goed is vastgesteld, is de orde waarschijnlijk een zuster van de groep der rosiden in het APG II-systeem (Angiosperm Phylogeny Group II).
Rietpijpen met een enkel riet, meestal van messing, met een wijde conische boring en een licht uitlopende klankbeker; gebouwd in negen verschillende maten, van sopranino tot contrabas; alle, behalve de twee kleinsten - de sopranino en de sopraan - teruggebogen in een U-vorm zodat de klankbeker naar voren wijst.
Snaarinstrumenten met een lange hals met beweegbare frets, een peervormige klankkast en een wisselend aantal snaren; Kaukasus, Iran, islamitische culturen uit Zuidoost-Europa en Klein-Azië.
In oude Griekse en Romeinse theaters, de constructies die naar het publiek gekeerd zijn en die de achtergrond vormen waarvoor de opvoeringen plaats vonden, en die tevens de spelers ruimte boden achter de plaats waar ze toneelspeelden.
Wordt gebruikt voor de gevels van de toneelopbouw van oude Griekse en Romeinse theaters.
Verwijst naar muur- of meubeloppervlakken die zijn gemaakt van een fijn mengsel van gips met aluin, lijm, water en pigment, zodanig dat een effect ontstaat waarbij marmer of pietra-dura wordt geïmiteerd. Het werd toegepast als verf op een natte kalkonderlaag, verhit om uit te harden en vervolgens gepolijst, of gevormd in kleurrijke stukjes en ingelegd als een mozaïek. De techniek was bekend in het oude Rome en maakte een opleving door in het 16de-eeuwse Italië, waarna het zich uitbreidde naar andere plaatsen in Europa. Scagliola is goedkoper dan marmer of andere stenen oppervlakken, maar wel erg kwetsbaar. Nog slechts enkele voorbeelden zijn intact. Te onderscheiden van 'faux marbre' waarmee een marmereffect wordt gecreëerd door het schilderen van een oppervlak, bijvoorbeeld een muur.
Verwijst naar de stijl en beweging in de Italiaanse kunst en literatuur die tussen 1860 en 1870 hun bloeitijd doormaakten in Milaan. De stijl is gebaseerd op een sterke weerstand tegen de waarden en zelfgenoegzaamheid van de middenklasse. Schilders die in deze stijl werkten, zoals Filippo Carcano, Eugenio Gignous en Luigi Conconi, maakten gebruik van zachte contouren, open penseelwerk, dikke lagen verf, een beeldend samengaan van figuur en achtergrond, en een samenspel van kleuren dat de filosofie van deze beweging met betrekking tot het samengaan van de kunsten benadrukte. In vroege werken in deze stijl werden leden van de adel of literaire figuren geportretteerd. Latere werken waren een voorbode van symbolistische werken.
Genus bestaande uit diverse soorten mestkevers uit de Oude Wereld, waaronder de scarabee, de soort Scarabaeus sacer, die in het oude Egypte als heilig werd beschouwd.
Een scaraboïde is een zegel, een zetting in een ring of een ander object dat min of meer de vorm van een scarabee heeft (eivormig met een vlakke basis), maar zonder de details waardoor het herkenbaar zou worden als het insect de scarabee. Scaraboïden kunnen zijn gedecoreerd met motieven die geen verband houden met het oorspronkelijke insect.
Lange, brede stukken stof ter bescherming of als decoratie op meubilair gelegd; langer en breder dan 'lopers'. Geen Nederlands equivalent. Voor relatief kleine vierkante, ronde of ovale bedekkingen voor meubilair, zie 'kleedjes'; voor modellen die langer zijn, zie 'lopers'.
Beeldhouwwerken, waarbij elementen of modules zijn verspreid op een willekeurige dan wel schijnbaar willekeurige of gedeeltelijk ongecontroleerde manier.
Kleine sierspelden die zijn bedoeld om in clusters te worden gedragen, vaak in de vorm van insecten.
Kleine, dikke, zilveren munten uit de Angelsaksische periode, met name de 7e en 8e eeuw. Voorgangers van de penny.
Verwijst in de beeldende kunsten naar gezichten of beelden die een plaats, episode, situatie, incident, reeks handelingen of gebeurtenissen of voorwerpen voorstellen. De term is afgeleid van het figuurlijke gebruik van ‘scène’ in de theatrale betekenis ‘onderverdeling van een toneelstuk’.
Wordt gebruikt voor gewelfde, omhullende constructies, bijna altijd van beton en zeer dun in verhouding tot hun breedte, die voor structurele stabiliteit afhankelijk zijn van krachten die berekend kunnen worden met behulp van de membraantheorie.
Schaapsleer dat is gelooid door plantaardige looivloeistof, die wordt ingebracht in de poriën van een vel of huid. Het wordt vaak op de vleeszijde gedragen als een fijn nappa-achtig suède.
Snijgereedschap dat bestaat uit twee schuingekante snijkanten met handvatten, die langs elkaar worden bewogen door middel van een draaiasje dat in het midden zit en dat beide snijkanten bij elkaar houdt.
Term die buiten Italië wordt gebruikt voor de houten, Italiaanse 'stoelen zonder armleuningen' uit de 16e eeuw die bestaan uit een stevige, bewerkte rugleuning en een kleine, meestal achthoekige zitting die niet door poten wordt ondersteund maar door bewerkte eindplanken aan de voor- en achterkant.
Wordt gebruikt voor kleine zuilen in de middeleeuwse architectuur die meestal in verbinding staan met muren, pijlers en dergelijke.
Constructie van staal, gewapend beton of hout die aan de ingang van een mijnschacht staat en de ophaalmachine ondersteunt, met bovenin twee katrollen waarover kabels naar een gemotoriseerde lier leiden.
Verwijst naar de midden-Helladische periode en cultuur die wordt geassocieerd met de graven uit circa 1600 v. Chr. tot circa 1400 v. Chr. die werden gevonden in Mycene en in andere steden uit de Griekse bronstijd. De stijl kenmerkt zich door grafconstructies die zich onderscheiden van de vroegere voorbeelden en die uit andere gelijktijdige culturen doordat de graven in cirkels waren gegroepeerd en waarschijnlijk werden bedekt met tumuli. De graven bevatten meerdere, op verschillende tijdstippen begraven mensen, en als overblijfsel van een nomadische cultuur werden kleine gouden objecten en wapens bij wijze van geschenken aan de doden meegegeven.
Wordt over het algemeen gebruikt voor kleine, decoratieve lijsten, meestal hoekige banden of riemen die een zuilschacht omcirkelen. In het bijzonder duidt de term de riemen aan rond de onderkant van de echinus van een Dorische zuil. Voor de groeven rond de onderkant van een Dorische zuil, die de verbinding tussen kapiteel en schacht verbergen wordt 'hypotrachelia' gebruikt. Voor gevormde banden rond Gotische zuilschachten, die vaak de verbinding tussen twee schachtdelen verbergen wordt 'schachtringen' gebruikt.
Wordt gebruikt voor banden of lijstwerk, het meest aan te treffen in de Gotische architectuur, zich bevindend rond de schachten van zuilen of ingewerkte zuilen, maar niet aan de uiteinden daarvan. Vaak gebruikt om de voeg tussen twee delen van een schacht te bedekken of te versterken.
Licht waarvan de intensiteit lager is doordat de stralen worden tegengehouden.
De eigenschap of kenmerk van een kleur die verwijst naar de positie in het zichtbare spectrum.
Open, vaak ondiepe houders, soms met een deksel. Gemaakt van aardewerk, glas, metaal, hout en dergelijke en gebruikt voor verschillende doeleinden, vooral om voedsel in te doen en uit te serveren.
Kleiachtig afzettingsgesteente, gevormd door de samenpersing van klei, slib of modder; kan grijs, rood, bruin of zwart zijn. Het bestaat uit fijne platen die vrij zwak zijn, waardoor het gesteente eenvoudig te splijten is.
Zware houten blokken, bedoeld om de menselijke hals zodanig te omsluiten dat de drager niet kan gaan liggen, zich niet kan voeden en zijn of haar hoofd niet kan aanraken. Ze werden in het verleden in China en landen in de Chinese invloedssfeer gebruikt om mensen te bestraffen voor kleine vergrijpen. De naam en het misdrijf van de dader werden op het hout geschreven.
Kleine militaire verdedigingswerken in de vorm van een drie-, vier- of vijfhoek in afgegraven aarde die voornamelijk in Noord-Europa werden gebruikt vanaf de late Middeleeuwen tot de 19de eeuw.
Korte capes die de schouders bedekken; dienen monniken volgens de orderegel van Sint Benedictus te dragen tijdens handarbeid en zijn door bepaalde andere geestelijke orden overgenomen als onderdeel van hun gewone kleding. De term wordt ook gebruikt voor twee lapjes gewijde stof, door linten verbonden, die onder de kleren over borst en rug worden gedragen.
Flexibele stukken stof, papier of ander materiaal die twee aparte delen bijeenvoegen en waarvan een of beide delen een draaiende beweging kunnen maken langs een enkele as. In boekbinden, geplaatst tussen de twee helften van een schutblad, waar het boek aan zijn kaft is bevestigd. Onderscheiden van 'verbindingen (verbindingsstukken)', de buigende buitenste voegen van de rug en kaft van boeken.
Scharnieren die een verplaatsbare pin hebben waardoor de twee delen van het scharnier van elkaar kunnen worden gescheiden.
Alles wat als schat verborgen in de grond of anderzijds verstopt wordt gevonden - meestal geld of munten, zilver, goud (bewerkt of onbewerkt) of pleet - en waarvan de eigenaar niet bekend is.
Landen die schatting betalen aan een veroverende of sterkere buitenlandse mogendheid als erkenning van overgave of als prijs voor bescherming.
Personen die bevoegd zijn om een schatting te maken van de marktwaarde, kwaliteit, bruikbaarheid of prestaties van goederen of onroerende zaken.
Ruwe berekeningen of schattingen van de kosten of de waarde van iets, bijvoorbeeld bepalingen van de prijs waarvoor een bepaald werk zal worden gedaan door de persoon die bereid is het aan te nemen.
Kleine visachtige ongewervelde zeedieren die waarschijnlijk de nauwste verwanten zijn van de gewervelde dieren. Ze hebben een chorda dorsalis over de gehele lengte van hun lichaam (in plaats van een wervelkolom), een atrium met één kamer en één ventrale opening en goed ontwikkelde segmenten, maar geen duidelijke kop en geen gepaarde vinnen.
Harnas voor de onderbenen, dat bestaat uit één voorgevormde plaat of twee die aan elkaar zijn gescharnierd. Zeldzaam in Azië, maar wel gedragen in het antieke Griekenland en Rome gedragen en in de rest van Europa vanaf het einde van de 13e tot de 17 eeuw.
Grote, lange avegaars met een wijde spiraal die soms in een schroefpunt eindigt.
Geschut geïnstalleerd op schepen.
De vaardigheid of het bedrijf van het bouwen van schepen.
Type brons dat algemeen wordt toegepast in producten die een grote sterkte en een grote corrosiebestendigheid vereisen, met name maritieme uitrustingen.
Decanteerkaraffen met een brede basis en zeer schuine zijkanten voor grotere stabiliteit aan boord van een schip. Geproduceerd vanaf 1780.
Bouwconstructies die schuin het water in lopen, waarop een schip kan worden gebouwd en in het water kan worden gelaten; kan ook worden gebruikt voor de geleiders die de romp van het schip ondersteunen.
Dagelijkse verslagen van de zeereis van een schip, waarin aantekeningen worden gemaakt over het weer en over belangrijke voorvallen tijdens de reis.
Zwaar langsscheeps verbanddeel aan de bodem van een schip, dienende als fundament voor het stelsel van spanten en steven, bij zeilvaartuigen dienend om het dwarsscheeps afdrijven (drift) te voorkomen.
Lijm die niet oplost in water, gemaakt van een rubber- of harsoplossing of beide.
Lijsten van personen die met een schip reizen.
Afbeelding van een specifiek schip, vanaf eind 18de eeuw gemaakt in opdracht van kapitein of rederij, vaak tegen een stereotiepe achtergrond, maar ook wel onder specifieke omstandigheden (storm, schipbreuk) of met topografische aanduidingen. Bij eerdere afbeeldingen van schepen gaat het in het algemeen om een totaalbeeld of uitbeelding van een scheepstype. De term wordt ook gebruikt, als de naam van het schip bekend is en vermeld wordt, ook al wordt niet voldaan aan de criteria.
Wordt gebruikt voor de ordening van masten en zeilen op boten en schepen.
Verklaringen van de kapitein van een schip tegenover een overheidsdienaar, waarin wordt uiteengezet dat alle schade die is geleden tijdens een zeereis te wijten is aan vaaromstandigheden en niet aan verwaarlozing of wangedrag.
Musea die zijn gewijd aan de marine, oorlogsschepen of schepen in het algemeen; te onderscheiden van 'maritieme musea' die zijn gewijd aan de zee in het algemeen, navigatie of de scheepvaart.
Wordt alleen gebruikt met betrekking tot musea die zijn gewijd aan de marine, oorlogsschepen of schepen in het algemeen; te onderscheiden van 'maritieme musea' die zijn gewijd aan de zee in het algemeen.
Scherpe voorwerpen die met de hand worden bediend of die op elektriciteit werken en speciaal worden gebruikt voor het scheren van het gezicht en benen of het bijknippen van haar.
Periodiek gebruikte term: wordt gebruikt om een verscheidenheid aan 18de - en 19de eeuwse standaarden met verstelbare spiegels aan te duiden; gebruikt door mannen terwijl ze zich scheren of aankleden.
Een preparaat dat schuimend wordt aangebracht op een oppervlak, teneinde dit gladder te maken ter voorbereiding op het scheren.
Blaasinstrumenten, gemaakt van schelpen, met conische boring, geluid producerend door lipspanning; met een mondstuk of met een gat bovenin, wanneer aangeblazen aan het uiteinde, of met een gat in de spiraal in de spiraal van de schelp, wanneer aan de zijkant aangeblazen.
Fossielhoudend kalksteen dat is samengesteld uit losjes samenhangende stukjes schelp die aan elkaar zijn verbonden door kalkcarbonaat; de naam is afgeleid van het Spaanse woord voor 'hartschelp'. Schelpkalk is een erosiegesteente omdat het is gevormd uit brokstukken en wordt onderscheiden van schelpkalksteen dat ter plaatse is gevormd en bestaat uit schelpmateriaal in een fijnmazige matrix.
Gerei met een troffelachtig of anders gevormd schepgedeelte, soms gedeeltelijk bedekt om een kom te vormen, dat wordt gebruikt voor het snijden van stukken van zachte voedingswaren of fruit om het op te dienen of uit te delen. Wordt ook gebruikt voor het serveren van graankorrels en gepureerd voedsel.
Weeftechniek waarbij een patroon wordt gevormd of de ondergrond wordt verrijkt door gebruik van meer dan een serie scheringeinden; het patroon wordt aangebracht met extra of aanvullende inslag.
Verwijst naar meubilair in de vorm van een staande scheidingswand die kan worden gebruikt om een ruimte te verfraaien, af te scheiden of af te schermen, of om privacy te waarborgen. Schermen zijn vaak rijk gedecoreerd.
Middeleeuwse Europese wapens die bestaan uit een lange staf van hout, tussen de 1,80 en 2,70 m lang met een ronde doorsnede, vaak aan beide uiteinden afgezet met ijzer; ze werden gehanteerd met beide handen, waarbij de ene hand in het midden werd geplaatst en de andere de staf vasthield op een kwart van de totale lengte van de staf. Ze waren vooral populair als wapens bij Engelse burgers.
Verschillende soorten drinkglazen bestemd om de vaardigheid van de drinker te testen om de drank zonder morsen te drinken.
Kleine, korte, bondige tekeningen.
Platen die worden gebruikt om delen van een spant te verbinden of om verscheidene stukken staal te verbinden.
Te gebruiken voor degens met een opvallend korfgevest en gewoonlijk een tweesnijdende, scherp toelopende kling, genoemd naar de Slavische lijfwachten van de doge van Venetië die ze gebruikten; nog bestaande exemplaren dateren van eind 15de tot eind 18de eeuw
Koorden, touwen of andere lijntjes die, wanneer ze worden gebruikt samen met een loodje dat aan één eind hangt, worden gebruikt om vast te stellen of iets verticaal is of als hulpmiddel bij het bepalen van de plaats van punten op de grond tijdens landmetingen. Een schietlood bestaat uit een massief messing cilinder- of prismavormig gewicht (oorspronkelijk van lood) met een conische onderkant. Aan de bovenkant is een koord is bevestigd.
Plat, peddelachtig gerei met lange handvatten die vooral door bakkers worden gebruikt voor het plaatsen en verwijderen van brood, taarten en soortgelijke voedingswaren uit een oven. Gebruik 'taartscheppen' voor gerei met twee lange tanden die worden gebruikt voor het plaatsen in en verwijderen van voedsel uit een oven.
Kleine openingen (zoals in muren of parapetten), vaak met diep afgeschuinde zijwanden, waardoor kleine wapens kunnen worden afgeschoten. Voor gelijksoortige openingen die worden gebruikt om licht door te laten of door naar buiten te kijken wordt 'loop windows' gebruikt.
Middelgrote boom die inheems is op de Britse eilanden, het vasteland van Europa en Noord-Azië, maar ook is ingevoerd in de VS en andere gebieden. Het hout van de boom is licht, hard en sterk, maar heeft de neiging snel te rotten. De twijgen gebruikt men om manden te vlechten. De houtskool die men van het hout maakte, gebruikte men voor de productie van buskruit. De schors werd gebruikt voor het looien van leer. In het Engels noemt men de boom ���white willow', omdat de onderkant van de bladeren wit zijn. In sommige classificaties wordt deze soort onderverdeeld in twee ondersoorten, waaronder Salix alba vitellina.
Schijfvormige, gedraaide of gevormde eindstukken op meubelpoten, met name tijdens de 17de en 18de eeuw.
Klasse die bestaat uit circa 200 soorten poliepdieren, met inbegrip van bepaalde kwallen. Tijdens de levenscyclus vindt meestal afwisseling plaats van een zeer kleine poliep met een medusa die zich ontwikkelt vanuit een ephyra die door de poliep worden afgegeven. Ze worden verdeeld door vier in de lengterichting lopende septa die tot tetramere radiale symmetrie leiden. De geslachtsklieren zijn endodermaal. Ze hebben marginale zintuiglijke structuren (rhopalia) met statocysten en/of ocelli. Ze komen vooral overvloedig voor in kustwateren, maar er zijn ook oceaansoorten.
Het onderscheid tussen de subfamilies van de echte herten (Cervinae) en schijnherten (subfamilie Capreolinae) betreft verschillen in voetstructuur. Bij de echte herten zijn het tweede en vijfde handbotje (metapodia) vrijwel volledig verdwenen, met uitzondering van proximale en terminale resten. Bij schijnherten bevinden de resten zich distaal.
Volgens de botanische definitie vruchten waarvan het eetbare deel niet wordt gegenereerd door het vruchtbeginsel, zoals bij de aardbei.
Ruimten in gebouwen, met een of meer zitplaatsen en een put, en die worden gebruikt als toilet zonder riolering. Te onderscheiden van 'privaathuisjes', losstaande gebouwtjes bij woonhuizen die gelijksoortige toiletfaciliteiten bieden. Voor ruimten met toiletten die wel riolering hebben gebruik: 'toiletten'.
Esthetisch begrip of uitdrukking ontstaan eerst in de Europese schilderkunst van de 18e eeuw en later in de Europese architectuur van de 19e eeuw dat wordt gekenmerkt door ruwe, merkwaardige of ongewone vormen; het heeft vooral betrekking op rustieke landschappen en bouwvallige gebouwen die noch de ontzagwekkende grandeur van het verhevene hebben noch de rust en regelmaat van de schoonheid.
Schildertechniek die af en toe werd toegepast in de 19e eeuw, en waarbij gebruik werd gemaakt van in water aangemengde pigmenten die op pleisterwerk werden geschilderd, en waarop een deklaag van waterglas (een oplossing van kalium- of natriumsilicaat) werd aangebracht.
Techniek voor het produceren van een schilderij door het invullen van contouren en afgebakende schaduwgebieden met een aangeduide verfkleur, meestal verkrijgbaar in een pakket. De techniek werd in de jaren vijftig van de 20ste eeuw commercieel ontwikkeld in de Verenigde Staten en was bestemd voor amateurs. Hij was echter gebaseerd op een techniek die al zou zijn gebruikt in de Renaissance en eerder nog eerder voor het aanleren van schilderen en om assistenten van een meester te helpen bij het schilderen van grote fresco's. Moderne technieken voor schilderen op nummer maken meestal gebruik van kleine potjes met verschillende kleuren verf die apart zijn genummerd, en gebieden en patronen op een bord of doek die zijn gemarkeerd met de corresponderende nummers van deze kleuren. De schilder voltooit het schilderij door de gebieden op te vullen met de aangeduide kleuren.
Het rechtstreeks schilderen op stenen dragers (leisteen of marmer), een techniek die voor het eerst door Sebastiano del Piombo werd toegepast.
Verwijst naar personen die de schilderkunst beoefenen, hetgeen wil zeggen dat zij in vloeistof gesuspendeerd pigment aanbrengen op een oppervlak om daarmee een expressief of communicatief beeld te scheppen. Gebruik ‘huisschilders’ voor personen die verf aanbrengen om oppervlakken te beschermen of een kleur te geven.
Standaarden of raamwerken die schuin staan en als onderstel of uitstalling van een schildersdoek, een schoolbord, een porseleinen bord of een ander voorwerp dienen.
Kwasten die worden gebruikt om verf aan te brengen als deklaag op grote of tamelijk grote oppervlakken. Gebruik 'schilderspenselen' voor kleine kwasten die zijn gemaakt om met precisie verf of inkt aan te brengen.
Geschilderde voorstellingen op panelen of opgespannen doek, meestal van draagbaar formaat. Vooral te onderscheiden van 'muurschilderingen' en 'verluchtingen' in manuscripten.
Metalen uitstulpsels in het midden van een schild, dat dient om de handlus te beschermen. Vanaf de Oudheid deden ze dienst als versteviging en soms als een aanvalswapen bij man-tot-mangevechten. Na de vroege middeleeuwen dienden ze eigenlijk alleen nog als versiering.
Orde van zee- of landreptielen, gewoonlijk met een schild bestaande uit een rugschild (carapax) en een buikschild (plastron) die uit de ribben ontstaan en vaak aan de zijkanten van het lichaam aan elkaar vastzitten, waardoor een stijf skeletachtig omhulsel ontstaat. De dieren hebben geen kruinoog en geen tanden in de kaken. De eerste voorbeelden zijn zeer oud, uit het Boven-Trias, 215 miljoen jaar geleden. Er zijn ongeveer 300 levende soorten waterschildpadden, moerasschildpadden en landschildpadden. Sommige soorten leven in het water of in de buurt van water, maar kunnen onder water niet ademen of eieren leggen.
Het afbreken of afbrokkelen van metselwerk of plaveisel bij verbindingen, barsten of randen, wat meestal fragmenten met scherpe kanten tot gevolg heeft.
Keukengerei, vaak met een gedraaid, beschermd lemmet dat wordt gebruikt voor het schillen van groente of fruit.
Kleine messen met korte lemmeten die worden gebruikt voor het schillen van vruchten en groenten.
Toestand waarbij er een opvallende harige groei zichtbaar is op het oppervlak van organische materialen. Het bestaat uit een massa van mycelium (massa's van vegetatieve filamenten of hyfen) en vruchtlichamen van verschillende schimmels. De meest voorkomende soorten zijn van de geslachten Aspergillus (zwart, geel en oranje) en Penicillium (groen). Schimmels kunnen organische zuren afscheiden, zoals citroenzuur, oxaalzuur en gluconzuur, die het groeisubstraat kunnen beschadigen. Dit resulteert in verkleuring van geverfd textiel, papier en leer. Ze produceren ook gekleurde lichamen die materialen verkleuren. Schimmelgroei kan worden afgeremd door schimmeldodende middelen of tot een minimum worden beperkt door een schone omgeving met zonlicht, een droge circulatielucht en relatief lage temperaturen.
Maatregelen die worden genomen om de groei van schimmels te belemmeren.
Over het algemeen te gebruikien voor vaartuigen die groter en zeewaardiger zijn dan boten; worden meestal voortbewogen door zeilen of motoren.
Rompen van kerken, onderscheiden van het koor en eventuele voorbouwsels aan de tegenovergestelde zijde (torens, westwerk). Het schip is eenbeukig of onderverdeeld in middenbeuk of -schip en zijbeuken of -schepen. VWB
Fotografische technieken om verschillende dichtheden in een gas vast te leggen als een patroon van gekleurde banden van licht en donker; wordt regelmatig gebruikt om patronen van stralingshitte vast te leggen. Niet alle vormen van deze techniek vereisen een camera en een lens.
Verwijst naar altaarstukken die voornamelijk werden geproduceerd in Duitsland, Oostenrijk en Tirol in de 15de en 16de eeuw. De term is Duits voor 'gebeeldhouwd altaarstuk'. Schnitzaltaren werden geplaatst op de hoogaltaren of de zijaltaren. Ze worden gekenmerkt door de overdadige kleuring en vergulding, en de vier secties: een centraal heiligdom met beeldhouwwerk, met daaronder een kleiner heiligdom dat meestal werd aangeduid met de Italiaanse term 'predella' en twee beweegbare paren luiken of vleugels met schilderingen of reliëfversieringen aan de voor- en achterkant. Het openen en sluiten van de vleugels zorgde voor afwisseling, meestal met betrekking tot de liturgische kalender. Het heiligdom ging meestal schuil onder een architecturale bovenbouw van gesneden maaswerk en nissen voor beeldhouwwerken.
Schoeisel met een relatief stijve zool en hak dat gewoonlijk de voet tot op of onder het enkelgewricht bedekt.
Tassen die gebruikt worden om schoenen te beschermen tijdens het bewaren of reizen. Vaak in paren gemaakt en in het algemeen van een zachte stof en met een trekkoord als sluiting.
Te gebruiken voor zeilschepen met gaffeltuig, met twee of meer masten, met name diegene met slechts twee masten waarvan de achterste mast langer is dan de fokkenmast; gebruik 'kitsen (vaartuigen met gaffeltuig)' of 'yawls (zeilvaartuigen)' voor tweemasters waarvan de achterste mast de kortste is.
Te gebruiken voor personen die beroepshalve schoenen, laarzen en ander schoeisel repareren en opknappen, en soms andere objecten zoals handtasjes, koffers en ceintuurs gemaakt van materialen die vaak worden gebruikt in het schoenmaken en repareren, zoals leer, canvas en plastic. Gebruik 'schoenmakers' voor personen die schoenen maken en soms zowel ontwerpen als repareren.
Te gebruiken voor handwerkslieden die schoenen, laarzen en ander schoeisel maken, repareren, opknappen en soms ook ontwerpen. Gebruik 'schoenlappers' voor personen die zich voornamelijk bezig houden met het repareren en opknappen van schoeisel en soms ook andere voorwerpen zoals handtassen, baggage en riemen.
Cypergrassoort die voorkomt in zoetwatermoerassen in heel Noord-Amerika. De plant heeft dikke ronde groene stengels die 3 meter hoog worden, en lange grasachtige bladeren. De planten spelen een belangrijke ecologische rol in kustgebieden, waar ze bescherming bieden tegen de kracht van de wind en het water, zodat ook andere planten er kunnen groeien en erosie wordt tegengegaan.
Waterplant die men vindt in moerassen in het gebied dat zich uitstrekt van het zuiden en westen van Noord-Amerika tot Zuid-Amerika en op eilanden in de Stille Oceaan. De plant heeft lange, dunne donkergroene stengels en wollige bruine bloemen.
Diverse voorwerpen die lijken op platte roeispanen maar kleiner zijn en worden gebruikt om te mengen, roeren of kloppen.
Landbouwwerktuig met een dun, plat blad dat gewoonlijk dwars aan het uiteinde van een lange steel is bevestigd. Wordt gebruikt voor het in stukken breken of losmaken van het grondoppervlak, het schoffelen van onkruid en het bedekken van gewassen met aarde.
De filosofische systemen en speculatieve tendensen van diverse middeleeuwse christelijke denkers die tegen de achtergrond van vaste religieuze dogma's probeerden nieuwe oplossingen te vinden voor algemene filosofische problemen (zoals over geloof en rede, wil en intellect en de bewijsbaarheid van het bestaan van God), aanvankelijk onder invloed van de mythische en intuïtieve traditie van de patristische filosofie (met name die van Augustinus), en later onder invloed van Aristoteles.
De activiteit waarbij op een schommel heen en weer wordt bewogen.
Verwijst naar hoogwaardige kunst die verfijnde creatieve vaardigheden vereist. Meestal betreft het schilderkunst, tekeningen of beeldhouwkunst. Het kan ook verwijzen naar architectuur en vormgeving. In bredere zin wordt de term ook gebruikt voor dichtkunst, muziek en filmkunst. Het begrip onderscheidt zich van 'toegepaste kunst' omdat esthetische en intellectuele expressie in beeldende kunsten belangrijker zijn dan de gebruiksdoeleinden.
Informele groep schilders met als centrum het dorp Barbizon, aan de rand van het bos van Fontainebleau. De Barbizon-schilders waren beïnvloed door John Constable en door de Hollandse landschapsschilders van de 17de eeuw, en hielden zich vooral bezig met het afbeelden van natuurscènes en het boerenleven. Theodore Rousseau, officieus leider van de School, streek in 1841 neer in de omgeving van Fontainebleau en verzamelde daar een groep discipelen om zich heen. Een van hen was Jean-Francois Millet, die later het beroemdste lid van de School van Barbizon zou worden, en in wiens werk het socialistische gedachtegoed het sterkst doorklonk. Hun onconventionele benadering van de onderwerpen had tot gevolg dat het werk van de afzonderlijke leden van de School pas in de jaren 50 van de 19de eeuw genade zou vinden in de ogen van de critici. Het werk van Rousseau werd zelfs zo vaak door de Salons geweigerd dat het hem de bijnaam 'le grand refusé' bezorgde. De beweging was een aantal decennia lang succesvol, maar na de dood van Millet in 1875 taande de populariteit. De School van Barbizon wordt vaak beschouwd als een overgangsstroming tussen de academische landschapsschilderkunst en het impressionisme, maar het belang is vooral gelegen in het feit dat ze in de open lucht schilderden en hun onderwerpen op eenvoudige, pretentieloze wijze benaderden.
Bals die worden gegeven door een klas van een middelbare school, academie of andere onderwijsinstelling, voornamelijk aan het eind van het academisch jaar.
Bestuurlijke gebieden met hun eigen bestuurslichaam en belastingrecht, die dienen als de kleinste eenheden voor het beheer van een systeem van openbare scholen.
Te gebruiken voor schepen die zijn gebouwd of worden gebruikt om bemanningsleden, studenten van de zeevaartschool of anderen op te leiden; bij veel marines worden dergelijke schepen gebruikt voor cadetten.
Een aangename eigenschap die samenhangt met harmonische vormen of kleuren, buitengewoon vakmanschap, oprechtheid, oorspronkelijkheid of een andere, vaak niet nader omschreven eigenschap.
De smalste delen van een schoorsteenpijp, tussen de samenkomst of samentrekking boven de haardstede en de eigenlijke schoorsteenpijp. Vaak op het punt waar de klep zich bevindt.
Afdekkingen die schoorsteenopeningen beschermen. Voor deklijstachtige uiteinden aan schoorstenen wordt 'schoorsteenkronen' gebruikt. Voor verlengstukken die bovenop schoorstenen worden geplaatst om voor een betere luchtstroom te zorgen of voor een beter uiterlijk en die over het algemeen de schoorsteenpijp verlengen wordt 'schoorsteenpotten' gebruikt.
Gootjes die zijn geïnstalleerd aan de omhooglopende zijkanten van een schoorsteen op een schuin dak, die worden gebruikt om het water om de schoorsteen heen te leiden.
Korte, rokachtige delen van een kledingstuk die aan de taille zijn bevestigd, zoals aan een lijfje of jak, en die zich meestal tot voorbij de heupen reiken.
Metalen strips of platen die zijn vastgemaakt aan de onderste lat van een deur als bescherming tegen beschadiging door bijvoorbeeld schoenen. Ook gebruikt voor platen, meestal van metaal, gebruikt om een rand of een ribbel te creëren bij een open rand van een trapbordes of vloer, of aan de achterrand of open uiteinde van een traptrede.
De buitenste bedekking van de houtachtige stammen, takken en wortels van planten, te onderscheiden van het hout zelf.
Korte of lange bovenkleding bestaande uit panelen of schilden van huiden, vellen, textiel of geweven vezels, die met veters of koorden bevestigd afhangt van of nabij de taille; vaak versierd en gewoonlijk met een aanduiding van leeftijd of echtelijke staat. Kan de voor- of achterzijde van het lichaam bedekken; gedragen door vrouwen en meisjes in Afrika.
Verwijst naar de cultuur van het hedendaagse Schotland, of in zijn algemeenheid naar beschavingen die in het noordelijk deel van het eiland Groot- Brittannië hebben bestaan.
Snaphaansloten met een uitsteeksel aan het uiteinde van een combinatie van een haanpal en een trekkerhefboompje, die naar binnen uitsteken door een opening in de slotplaat precies voor de haan om deze half gespannen te houden. Vooral gebruikt op Schotse pistolen uit de 18e eeuw.
Gebruik voor de steekwapens uit de Schotse Hooglanden met een dolkachtig uiterlijk. Gebruik ook voor de korte zwaarden of dolken door marine officieren in de 18e en 19e eeuw uitgevoerd. Ze hebben een snijdende kling met aan de achterkant een korte snede bij de punt. De greep is in het midden dikker dan aan de uiteinden en is voorzien van een schijfvormige gevestknop.
Geplooide overslagrokken tot op of net boven of onder de knie, meestal van Schotsgeruite wollen stof, halverwege de 18e eeuw ontwikkeld in de Schotse Hooglanden als een vereenvoudigde versie van de plaid. Later overgenomen door de Hooglandregimenten van het Britse leger als onderdeel van het uniform. Wordt in Schotland door mannen en jongens gedragen als deel van de nationale klederdracht. Wordt ook gebruikt voor geruite rokken gedragen door vrouwen en meisjes.
Wordt gebruikt voor tijdelijke structuren en de bijbehorende ijzerwaren en steunmateriaal, die pas gestort beton of soortgelijke vloeibare materialen ondersteunen totdat het hard genoeg is geworden om zelf overeind te blijven.
Hout van de boom behorende tot de soort Salix alba, inheems op de Britse Eilanden en het vasteland van Europa, en in Noord-Azië.
Delen van een overspanning die bestaan uit vlakke lateien, gedragen door kraagstenen die in de opening steken en meestal in holtes onder de uitstekende uiteinden gehakt zijn.
De standaard-hydriavorm die werd gebruikt voor zwartfigurige vazen. Dit stevige vat onderscheidt zich door een grote ronde opening, uitspringende hals, brede, enigszins platte schouder en brede buik. Deze vorm bleef voortbestaan in roodfigurige vazen maar werd daar minder gewoon.
Te gebruiken voor ruwweg driehoekige lappen textiel op elk van beide schouders van het dienstuniform van een officier, die naar binnen doorlopen bij de zoom van de mouw, met een knoop zijn bevestigd bij de kraag en een rangonderscheidingsteken dragen. Gedragen door land- lucht- en zeemachtofficieren in de Verenigde Staten. Gebruik ‘schouderkleppen’ voor over het algemeen rechthoekige stroken textiel, bij de schouder gedragen op militaire uniformen en voorzien van een rangonderscheidingsteken.
Te gebruiken voor smalle, over het algemeen rechthoekige stroken textiel, bij de schouder gedragen op militaire uniformen en voorzien van rangonderscheidingstekens. Gebruik ‘schouderlappen‘ voor ruwweg driehoekige lappen textiel op de schouders van dienstuniformen van Amerikaanse officieren, die naar binnen doorlopen bij de zoom van de mouw en met een knoop zijn bevestigd bij de kraag.
Pantserplaten voor de schouders en bovenarmen, ofwel bestaande uit één grote plaat gevormd naar de schouder of meerdere scharnierende harnasplaatjes; reikte aan de voor- en achterkant zover dat de oksels en vaak ook de schouderbladen werden beschermd.
Bij de schouder gedragen plaatjes of overlappende stukjes metaal op militaire uniformen ter aanduiding van rang of eenheid; vooral gedragen in de 19de eeuw.
Tassen die met beide hoeken van de bovenkant aan een lange riem hangen en over één schouder worden gedragen.
Te gebruiken voor diverse soorten platbodems met een vierkante romp, vaak met schuin aflopende uiteinden, met of zonder aandrijving.
Papier dat meestal wordt gebruikt om op te typen. Een goede kwaliteit van deze soort bankpostpapier kan voor 80% uit witte lompen bestaan. De prijs van schrijfmachinepapier wordt bepaald door het gewicht van een riem papier. Een riem bestaat doorgaans uit 500 vel van een in inches opgegeven formaat.
Diverse kleine, potloodvormige voorwerpen met een harde punt, meestal van metaal. Worden gebruikt om strepen te graveren in een zacht oppervlak of om tekeningen over te drukken.
Heiligdommen die klein zijn in omvang en bedoeld voor persoonlijk gebruik. Hier inbegrepen zijn persoonlijke heiligdommen voor de traditionele rituele en religieuze devotionele doeleinden, daterend uit de oudheid tot de moderne tijd in vele culturen. Ook inbegrepen zijn moderne werken, gemaakt in de vorm van devotionele heiligdommen: voorbeelden zijn persoonlijke heiligdommen gemaakt volgens de New Age esthetiek en heiligdommen ontworpen als op zich zelf staande ambachtelijke objecten, gemaakt om kleine snuisterijen of andere objecten zonder religieuze betekenis weer te geven. Voor grote heiligdommen, gebruik 'heiligdommen (bouwwerken).' Voor relatief kleine heiligdommen met heilige relikwieën, zoals de relieken van een heilige, gebruik 'reliquiaria.'
Draaiende stangen met stervormige uiteinden die worden gebruikt om voertuigen door lucht of water voort te bewegen.
Instrumenten voor het meten van de spoed, grootste en kleinste diameters, rechtheid en de draadhoek van schroefdraden.
Kleine verticale persen bestaande uit een vaste ijzeren of stalen basis en een beweegbare plaat die wordt verhoogd en verlaagd met behulp van een lange verticale schroef. Worden gebruikt om snel uniforme druk uit te oefenen.
Boren die eindigen in een halve cirkel; worden gebruikt om rond een gat te boren, zodat er een kern of plug ontstaat die vervolgens kan worden gebruikt om verzonken schroefkoppen in hardhouten vloeren weg te werken.
Schrobzagen met kleine, taps toelopende, buigzame zaagbladen. Worden gebruikt om de gaten voor insteeksloten uit te zagen.
Geweren die speciaal zijn ontworpen voor bepaalde schietschijfwedstrijden waarbij geen kunstmatige steunen worden gebruikt, die zijn ontwikkeld in Duitsland in de 15e eeuw en populair waren in de Verenigde Staten vanaf het begin van de 19e eeuw tot aan de Eerste Wereldoorlog. Ze worden gekenmerkt door lange, zware, achthoekige lopen, vaak met extra gewicht aan de tromp, handpalm steunen, dubbele trekkers, zware geweerladen en zeer nauwkeurige vizieren van goede kwaliteit.
De kracht per eenheidgebied die de schuifspanning veroorzaakt.
Tangen die voornamelijk worden gebruikt door klokken- en horlogemakers om staafjes, pinnetjes of andere kleine voorwerpen vast te houden terwijl ze worden gevijld.
Een continuüm met gas en vloeistof, waarin gasbellen zich bevinden in veel minder vloeistof, die zich uitzet en zo celwanden vormt.
Het verwijderen van een substantie van het oppervlak van een vloeistof.
Verwijst naar een type glas dat wordt gekenmerkt door een onregelmatig rimpeleffect in de kleur, veroorzaakt door het mengen van glas met een verschillende hardheid. Meestal is het glas een mengsel van wit en gekleurd glas. Het Engelse woord 'reamy' verwijst naar de roomwitte kleur. Dit glas, dat soms lijkt op 'marmerglas' of 'gewolkt glas', wordt vaak gebruikt voor het maken van vensters.
Geperforeerd gerei, meestal met een handvat, dat wordt gebruikt voor het afromen van vloeistoffen.
Schaven waarbij de schaafopening en de rand van de beitel schuin op het oppervlak staan.
Verwijst naar een projectie waarbij parallelle lijnen van het beeldvlak worden geprojecteerd met een hellende of terugwijkende hoek van de verticale of horizontale as, in plaats van loodrecht te staan op het projectievlak of het beeldvlak. Het begrip onderscheidt zich van 'schuin perspectief', waarbij de parallelle lijnen niet parallel lijken te blijven, maar lijken samen te komen wanneer ze in de ruimte verdwijnen.
Manier van schrijven waarbij men de letters in een vloeiende beweging schrijft, zonder de pen op te tillen. De letters hebben veel ronde hoeken en lussen en staan schuin. Letters en lijntjes staan veelal aan elkaar (ligatuur).
De geleidelijke delging van een financiële verplichting door middel van het betalen van een deel van de hoofdsom van een lening, een bijdrage aan een dalend fonds of de geleidelijke waardevermindering van een goed.
Lange, meestal grofgetande handzagen waarvan de tanden onder een hoek van 60 graden staan en een beitelachtige scheurwerking hebben; worden gebruikt om hout te zagen in de richting van de nerf.
Personen die handelingen uitvoeren die bij openbare wet zijn verboden of die plichten verzaken die bij openbare wet zijn vereist, en die de overtreder strafbaar maken volgens die wet.
Verwijst naar gebouwen met open zijkanten die tegen een schuur of een ander groot boerderijgebouw zijn aangebouwd, om beschutting te bieden aan runderen of om mesthopen tegen het weer te beschermen om zo de voedingsstoffen daarin te behouden. Kan ook verwijzen naar een schuur met een open zijde die beschutting biedt aan vee dat op het erf wordt gehouden; met één, twee of drie muren en vrijstaand of als aanbouw tegen een schuur. Van oorsprong maakten dergelijke schuren deel uit van een groep agrarische opstallen, met schuren en stallen rondom een centraal erf. Gebruik 'veestallen' of 'koeienstallen' voor gebouwen die zijn bedoeld om runderen te huisvesten.
Terreinen, ingericht voor het schieten naar een doel, naar schietschijven.
Harnassen gebruikt bij toernooigevechten te voet, uitgevochten over een houten scheiding heen; 16e eeuw.
Schuurgereedschappen die ongeveer 1,20 meter lang zijn, meestal van hout of aluminium zijn gemaakt en één of twee handvatten hebben. Worden gebruikt door beton- en pleisterwerkers bij voorbereidingswerk als schuren en vlakmaken.
Wordt gebruikt voor de in 1863 in Berlijn door Schwedler geïntroduceerde koepels die zijn opgebouwd uit een onregelmatig driehoekig netwerk van scharnierende balken.
Verwijst naar een type fictie dat in de 20ste eeuw als zodanig bekend werd, hoewel er ook in de 19de eeuw al enkele voorlopers waren, als reactie op de toenemende controverse ten aanzien van de invloed van de wetenschap op de maatschappij en het individu. In het algemeen heeft de term betrekking op fictie met fantasie als basis, maar ook met plausibele elementen, en waarin toekomstbeelden van de maatschappij een rol spelen die tot stand zijn gekomen door het extrapoleren van wetenschappelijke principes. Belangrijke voorbeelden in dit genre uit de 19de eeuw zijn 'Frankenstein' van Mary Shelley (1818) en 'Strange Case of Dr. Jekyll and Mr. Hyde' (1886) van Robert Louis Stevenson; voorbeelden uit de 20ste eeuw zijn werken van Jules Verne, H.G. Wells, Hugo Gernsback en Isaac Asimov. Later in de 20ste eeuw komen sciencefictionelementen voor in werken van Kurt Vonnegut, C.S. Lewis en Ray Bradbury, met toekomstscenario's voor de menselijke maatschappij en de mogelijke gevolgen van ruimtereizen en buitenaards leven.
Verwijst naar een systeem van overtuigingen en religie dat in de jaren 50 van de 20ste eeuw in het leven is geroepen door L. Ron Hubbard. Dat systeem is gebaseerd op de beginselen van de dianetica, een door Hubbard ontwikkelde vorm van psychotherapie waarbij verschillende technieken worden gebruikt om de geest te bevrijden van pijnlijke ervaringen of engrammen. Scientology omvat een zeer gestructureerd stelsel van geloofsovertuigingen, onder meer over de rol van de ‘thetan’, iets dat vergelijkbaar is met de ziel of met levensenergie, in het fysieke universum. De leer beschouwt Jezus Christus als een belangrijke leraar en hecht veel waarde aan zelfbeschikking. Een van de hoofddoelen is om individuen te helpen het geluk te bereiken, met als uiteindelijk doel een planeet die wordt bevolkt door gelukkige, tevreden mensen.
Leden van een in groepen levende boomeekhoornsoort die inheems is in het oosten van de Verenigde Staten, met uitzondering van New England, tot in de zuidelijke prairieprovincies van Canada en tot in Noord- en Zuid-Dakota, Colorado en Texas. Hun habitat overlapt deels die van de oostelijke grijze eekhoorn, die kleiner en minder rood van kleur is dan de zwarte eekhoorn. Zwarte eekhoorns worden wel aangemerkt als levende fossielen, aangezien hun skelet sterke gelijkenis vertoont met de oudste bekende eekhoorn, Protosciurus, uit het late Oligoceen en het vroege Mioceen.
Instrumenten die worden gebruikt om de hardheid van materialen vast te stellen door de druk te meten die nodig is om materialen te krassen, deuken of doorboren.
Grote, meestal rechthoekige borden op sportterreinen, die voornamelijk worden gebruikt om de score en andere relevante feiten, cijfers of beelden aan te geven.
Dierenriemteken van een schorpioen, ruwweg gebaseerd op het gelijknamige sterrenbeeld. De tekens van de dierenriem, overblijfselen van Oudgriekse en Romeinse decoraties, waren populair in de romaanse en gotische kerken van Noord-Europa. Ze worden ook vaak aangetroffen in middeleeuwse psalters en getijdenboeken als symbool van iedere maand waarin de zon in het betreffende sterrenbeeld komt. Daarnaast zijn ze gebruikt als decoratie op plafonds, kaarten, uurwerken en astronomische instrumenten.
Patchwork quilts vervaardigd uit kleine stukjes overgebleven stof.
Amerikaans filmgenre dat zich kenmerkt door een komische strijd tussen de seksen, waarin de held en de heldin verwikkeld raken in romantische bezigheden of hun huwelijk proberen te redden in een snelle opeenvolging van onwaarschijnlijke gebeurtenissen en omringd door excentrieke personages. De dialogen zijn over het algemeen snel en gevat en aan het eind zegeviert de romantische liefde. De hoogtijdagen van de screwball comedy duurden van het midden van de jaren 30 tot en met de jaren 40 van de 20ste eeuw.
Decoratieve of huishoudelijke objecten, gesneden uit walvisivoor, balein of soortgelijk materiaal van zeezoogdieren. Oorspronkelijk in het bijzonder die objecten die aan boord van hun schepen werden vervaardigd door walvisvaarders.
Verhandelingen die een unieke invalshoek resulterend uit onderzoek naar voren brengen, voornamelijk als vereiste voor het behalen van een academische graad.
Boegbeelden die geen borstbeelden zijn of beelden met volledige lichamen. In specifieke zin boegbeelden die eindigen in een krul in plaats van in voeten. Scroll skirts lopen over in de boeg van het schip en zorgen voor een vloeiend profiel.
Verwijst naar schrijfmeubels die in het algemeen zijn voorzien van een rolluik. Een scrutoire kan ook bestaan uit een groep kastjes op een tafel die wordt gebruikt om op te schrijven. De scrutoire was begin 18de eeuw populair in Frankrijk, Engeland en de Verenigde Staten, maar werd ook later wel gebruikt. Tegenwoordig wordt een scrutoire doorgaans onderscheiden van een 'escritoire' of een 'secretaire' door de aanwezigheid van karakteristieke vakjes en laatjes boven het schrijfblad; de drie termen worden soms echter door elkaar gebruikt.
Kunstenaars die zijn gespecialiseerd in het scheppen van beelden en vormen die hoofdzakelijk driedimensionaal worden uitgevoerd, vaak van groot of middelgroot formaat, in het medium steen, hout of metaal. De term kan ook verwijzen naar kunstenaars die werk in reliëf of intaglio uitvoeren. Gebruik 'beeldsnijders' voor kunstenaars die kleine werken vervaardigen, of voor ambachtslieden die driedimensionale vormen vervaardigen welke niet als kunst worden beschouwd.
Kunstwerken waarin beelden en vormen zijn uitgevoerd in reliëf, in intaglio of in rondsculptuur. De term verwijst in het bijzonder naar objecten of groepen objecten die hun tastbaarheid behouden. De term is vooral van toepassing op kunstwerken die worden gemaakt door in een hard materiaal te snijden of te graveren, door een pletbaar materiaal te vormgieten of te modelleren of door delen samen te voegen tot een driedimensionaal object. Meestal heeft de term betrekking op grote of middelgrote objecten van steen, hout, brons of een ander metaal. Kleine objecten worden doorgaans 'beeldsnijwerken' genoemd. Gebruik specifiekere termen voor werken die meer verspreid zijn over ruimte of tijd, of minder tastbaar worden, zoals 'mail art' of 'omgevingskunst'.
Lange schilden die oorspronkelijk uit Italië kwamen en gebruikt werden door de Romeinse zware infanterie vanaf de 8e eeuw v.C. tot de 5e eeuw n.C. Ze waren rechthoekig of ovaal van vorm, oorspronkelijk van hout of riet maar later van met leer bedekt hout, met een centrale metalen schildknop en een richel over de lengte van de achterkant.
Koplampen waarin de reflector en lens hermetisch aan elkaar zijn verzegeld met het gloeidraad in een enkele eenheid.
Bijeenkomsten onder leiding van een medium waarbij wordt geprobeerd te communiceren met de doden.
Verwijst naar schrijftafels, meestal met laden onder en een boekenkast boven, en vaak met een klep die als schrijfblad fungeert. De term verwees oorspronkelijk naar een kleine, draagbare schrijftafel, vaak voorzien van laden, die boven op een tafel was geplaatst of zelf op dunne poten stond. In het moderne taalgebruik worden deze kleine draagbare schrijftafels meestal aangeduid als 'escritoires', terwijl de term 'secretaires' verwijst naar grotere meubelstukken die bedoeld zijn om tegen een muur te worden geplaatst.
Commode-achtige bureaus die voor meerdere doeleinden geschikt zijn, met een reeks laden die mechanisch vanuit de achterkant omhoog konden worden gebracht.
Handelingen of ceremonies die het heilige karakter van een ding of plaats wegnemen.
Kleine Arabische kleedjes van ongeveer 90 bij 150 cm waarvan het patroon vaak een voorstelling van een mihrab bevat. Oorspronkelijke was het kleed bedoeld voor Islamitische gebed, maar andere motieven en inscripties duiden aan dat ze niet allemaal voor gebed waren bedoeld.
Kleine piramide- of kegelvormige objecten van vuurvast materiaal die bij een bepaalde temperatuur smelten. Men gebruikt ze in ovens zonder automatische temperatuurregeling.
Bogen in de vorm van een segment van een cirkel kleiner dan de helft van die cirkel.
Bogen waarbij bakstenen of andere kleine gewelfstenen zijn geplaatst in afzonderlijke concentrische cirkels.
Te gebruiken voor de algemene indeling van maatschappelijke kwesties die gevoeld worden alsof ze samenlevingen direct aangaan of sterk beïnvloeden; definieert de rollenpatronen en de maatschappelijke relaties tussen mannen en vrouwen.
Verwijst naar de periode vanaf de stichting van het Seleucidische rijk door Seleuckos I Nikator in 311 v. Chr. tot aan de nederlaag tegen de Romeinen in 64 v. Chr., tijdens welke de Seleucidische dynastie over een groot deel van het Nabije Oosten heerste.De kunst uit deze periode toont de etnische en regionale diversiteit van het rijk, die tot uiting komen in een mengeling van de voornaamste Hellenistische en traditionele Mesopotamische cultuureigenschappen.
Sociale woningbouwcomplexen, gebouwd of gerenoveerd door groepen zonder winstbejag of door afzonderlijke families, waarvan de arbeid wordt meegeteld als een deel van het actief vermogen van de huiseigenaar.
Verwijst naar de stijl en periode die samenvielen met de heerschappij van Selim I, 'de grimmige', van 1512 tot 1520. Hij breidde het Osmaanse rijk uit in Syrië en Egypte, waardoor er tijdens deze periode weinig werd gebouwd.
Oud-Romeinse opklapbare krukken die door senatoren en magistraten werden gebruikt.
Zij die zijn opgeleid of werken in de studie van de betekenissen in de taal en van veranderingen in die betekenissen.
In het algemeen te gebruiken voor conferenties of instructiecursussen voor specialisten. In een academische context te gebruiken voor bijeenkomsten van kleine groepen gevorderde studenten die een onderwerp grondig bestuderen onder begeleiding van een professor, waarbij elke student eigen onderzoek doet en de resultaten onderling uitgewisseld worden.
Scholen die onderwijs bieden in theologie en religieuze geschiedenis, met als belangrijkste, maar niet als enige doelstelling het voorbereiden van de studenten op werk als priester, predikant of kerkmedewerker; worden meestal gesteund en beheerd door een kerk of een andere religieuze organisatie. Gebruik 'rabbijnenscholen' voor scholen die zijn gewijd aan het opleiden van rabbi's.
Onderwijsinstellingen die onderwijs bieden in theologie en religieuze geschiedenis, met als belangrijkste, maar niet als enige, doelstelling het voorbereiden van de studenten op werk als priester, predikant of kerkmedewerker; worden meestal gesteund of beheerd door een kerk of een andere religieuze organisatie. Gebruik 'rabbijnenscholen' voor scholen die zijn gewijd aan het opleiden van rabbi's.
Wordt gebruikt voor Romeinse bronzen munten met een waarde van een halve as, aanvankelijk gegoten en later geslagen munten van de Republiek tot aan de 2e eeuw n.C. Daarna gebruikt voor gouden munten met een waarde van een halve solidus, uitgegeven in het Oosterse Rijk van de 4e tot en met de 8e eeuw n.C.
Leden van een wetgevend overheidsorgaan dat senaat wordt genoemd, in het oude Rome en andere staten in de oudheid, in sommige steden in Europa van de middeleeuwen tot de moderne tijd en in sommige huidige staten zoals de Verenigde Staten, Canada, Frankrijk en Italië.
Verwijst naar de Japanse periode die begint bij de Onin oorlog (1467-1477) en eindigt met de inname van Kyoto in 1568. Sommige onderzoekers echter, laten de periode in de vroege jaren negentig van de 15de eeuw beginnen. In deze periode kwamen vestingsteden tot ontwikkeling die als commerciële en politieke centra fungeerden, en werden theeceremonies, de haiku, klassieke Chinese inkttekeningen en het pottenbakken populair.
Wordt gebruikt voor alle processen waarbij gevoeligheid wordt gemeten.
Oorspronkelijk niet-religieuze vouwschermen die in de late Heian-periode werden geschilderd en later werden gebruikt in boeddhistische inwijdingsrituelen.
Inkt die door kunstenaars wordt gebruikt, gemaakt van het bruine pigment dat wordt gewonnen uit de inkt van inktvissen, een weekdier dat is gerelateerd aan de octopus en de pijlinktvis. De inktvis gebruikt de natuurlijke inkt om zich te verdedigen. Om de inkt voor kunstenaars te maken wordt de inktzak uit het dier verwijderd, gedroogd en vervolgens opgelost in verdunde alkali en verder verwerkt. Het resulterende pigment is chemisch inactief en vrij permanent. Het wordt voornamelijk gebruikt als tekeninkt en om dunne lagen aan te brengen. Sepia-inkt wordt zeker al sinds de Romeinse tijd gebruikt. Vanaf de Renaissance was het vooral erg populair als tekenmateriaal. In de late 18de en 19de eeuw verving het bister als middel om gewassen tekeningen te maken.
Wordt gebruikt voor bruinlijnfilm-afdrukken op doorzichtig papier, meestal als halffabrikaat waarvan meer afdrukken kunnen worden gemaakt en die meestal door middel van een diazoprocédé zijn gemaakt. Te onderscheiden van 'bruindrukken' die bestaan uit een witte afbeelding op een bruine achtergrond.
Een stof met een witte tot lichtgrijze of lichtgele kleur, zeer licht in gewicht, absorberend en compact; wordt gevonden in Klein-Azië en gebruikt voor het maken van tabakspijpen en decoratieve beeldhouwwerken.
Genus van coniferen uit de cipresfamilie, bestaande uit één levende soort, Sequoia sempervirens. De reuzensequoia werd voorheen ook tot dit genus gerekend. De sequoia komt voor in de mistgordel van de kustgebieden in het zuiden van de provincie Monterey in Californië tot aan het zuiden van Oregon, en op de verspreid liggende boomgroepen op de westelijke hellingen van de Sierra Nevada, van de county's Placer tot Tulare in Californië. Zeer oude fossiele resten van de sequoia uit de Juraperiode (circa 200 tot 145,5 miljoen jaar geleden) komen wijd verspreid voor op het noordelijk halfrond. De moerascipres en watercipres zijn nauw verwant met de sequoia. De naam van het genus verwijst naar de beroemde Cherokee-indiaan Sequoyah (of Sequoya).
Wordt gebruikt voor samenhangende en achtereenvolgend uitgegeven publicaties, vooral wanneer die een eigen titel dragen, maar ook een gezamenlijke; wordt in de beeldende kunst gebruikt voor verzamelingen van werken van één kunstenaar, die een specifieke en gerichte samenhang vertonen.
Architectonisch motief, kenmerkend voor de Renaissance en latere stijlen die de klassieke stijl imiteerden, bestaande uit een grote centrale opening onder een halfronde boog, geflankeerd door twee kleinere, rechthoekige openingen. Weergegeven in ���Architettura' (1537) van Serlio en beschouwd als een kenmerkend element van de Palladiaanse architectuur.
Groen metamorf gesteente dat bijna volledig bestaat uit mineralen uit de serpentijngroep (in wezen verschillende soorten waterhoudend magnesiumsilicaat); gewoonlijk zijn ook andere bestanddelen aanwezig, zoals te zien is aan aders en vlekken in verschillende kleuren. De typische groene kleur en het spikkelige aanzien verklaren de naam, die is afgeleid van het Latijnse 'serpentinus', hetgeen 'gelijkend op een slang' betekent. Door de kleur en polijstbaarheid is serpentijn in de loop van de tijd in veel culturen populair geweest als versiering.
Bouwconstructies bekleed met glas, die worden gebruikt voor het kweken en beschermen van planten buiten het seizoen.
Keukengerei met een spatelvormig blad zonder snijkant dat wordt gebruikt voor het opdienen van vlees van een bord.
Benaming die door Sheraton wordt gebruikt voor standaarden met drie verdiepeingen, die zijn bestemd om, in de eetkamer, de schone en gebruikte borden en glazen op te zetten.
Personen in dienst van eigenaars van eet- en drinkgelegenheden, hotelhouders, cateraars en soortgelijke etablissementen voor de bediening van klanten aan tafels.
Groepen van bij elkaar passende stellen tafelgerei om een maaltijd te serveren voor een aantal aanzittenden.
Verwijst naar de cultuur van de hedendaagse republiek Servië, of in het algemeen naar de culturen die zich vestigden in het gebied ten zuiden van de Donau op het Balkan-schiereiland. De term kan in breder verband ook verwijzen naar de historische of hedendaagse cultuur van de Servisch-sprekende bevolking in het voormalige Joegoslavië.
Franse benaming uit de 18e eeuw voor kleine, gelaagde tafeltjes, meestal met drie poten en beweegbare steuntjes voor kaarsen. Ze werden meestal gebruikt door vrouwen om aan te werken of te lezen.
Een meestal niet winstgevend belang, bepaald via een akte of testament, van een persoon in land dat eigendom is van een ander, en waarmee die persoon aanspraak kan maken op een bepaald, beperkt gebruik ervan.
Verwijst naar de midden-neolithische stijl en cultuur die voortkwam uit de Proto-Sesklocultuur en die werd aangetroffen van het westen van Macedonië tot aan het zuiden van Phthiotis. De stijl is genoemd naar de archeologische vindplaats in Magnesië, en verschilt van de voorgaande cultuur door een grotere uniformiteit, eenvormiger, rijkdom en complexiteit. De stijl kenmerkt zich door gedetailleerd rood op wit gedecoreerd aardewerk, vaak met zigzag- of vlammotief, monochroom rood geëngobeerd aardewerk, en opvallende architectuurkenmerken, waaronder rechthoekige ontwerpen, geteerde daken, en inpandige steunberen.
Een type kantharoi met handvatten en een kom grotendeels zoals in type B, alsmede een kleine torusvoet zonder steel, waarvan de kom meestal is versierd met patronen in plaats van figuren. De naam komt van de botanische term 'sessiel' die ‘ongesteeld, direct op de basis’ betekent.
Oude Romeinse zilveren of koperen munten die oorspronkelijk een waarde hadden van tweeënhalve as of een kwart denarius; later werden dat vier assen. Ze werden uitgegeven vanaf eind 3e eeuw v.C. tot de tweede helft van de 3e eeuw n.C..
Verwijst in algemene zin naar de stijl van geglazuurd keramiek die vanaf de 12de tot het einde van de 15de eeuw werd geproduceerd. In de vroege fase werden producten vervaardigd als flessen met asglazuur, kommen, borden en potten met vier kleine handvatten, vergelijkbaar met de producten uit Sanage. In de 13de en 14de eeuw ging men nieuwe industriële ovens bouwen waarmee nieuwe vormen, patronen, aardewerk met ijzerglazuur en gereedschappen voor boeddhistische rituelen konden worden vervaardigd. Het in de 15de en 16de eeuw geproduceerde Seto-aardewerk was voornamelijk bestemd voor huishoudelijk gebruik, meestal theeceremonieën.
Snaarinstrumenten bestaande uit een dikke rechte stok met dunne buigzame uiteinden, ingekerfd aan de punten, waaraan een metalen snaar is bevestigd. Deze wordt door een lus van darm verdeeld in 2 ongelijke delen die een kwart uit elkaar liggende grondtonen geven; bespeeld door te verkorten en te tokkelen; Zuid-Sotho, Zuidelijk-Afrika.
Een klein, rechthoekige blok, meestal van graniet, dat wordt gebruikt voor het plaveien van straten en wandelwegen.
Wordt gebruikt voor gebouwen die een verscheidenheid aan individuele, gezins-, sociale, educatieve en recreatieve voorzieningen huisvesten voor nieuwe immigranten of bewoners van achtergestelde buurten m.n. van grote steden; vooral voorkomend in Engeland en de Verenigde Staten sinds het einde van de 19 eeuw.
Verwijst naar de stijl en periode in de kunst, voornamelijk in de beeldhouwkunst en architectuur, die samenviel met de heerschappij van Septimus Severus (193 tot 211) en zijn opvolgers, tot in het midden van de 3de eeuw. In de beeldhouwkunst geeft de stijl blijk van veranderingen in de mode, zoals kortgeknipte baarden en pijpenkrullen. Er werd ook uitgebreid gebouwd tijdens deze periode, zoals de thermen van Caracalla.
Boten die bijeen zijn gestikt of gepind met houten pennen, waardoor de boorden strak samengetrokken worden door gesjorde of gebreeuwde vezels. Eventuele zeilen waren gemaakt van ruw matwerk. Tot de #sewn boats behoren ook met huiden of bast bedekte kano’s.
Beschrijft het werk van een groep Duitse en Oostenrijkse kunstenaars die zich verzetten tegen het Salonsysteem. Zij organiseerden aan het eind van de 19de eeuw tentoonstellingen onafhankelijk van de Salon. De wens kunst te exposeren en zorgen over de kunstmarkt vormden de basis van de beweging. De betrokken kunstenaars hadden niet één gemeenschappelijke stijl , maar hun werk neigt naar het lyrische, richt zich op de natuur en vermijdt moderne thema’s.
Het creëren van zachte, subtiel vervloeiende effecten door één tint met een andere te vermengen, vooral in verband met glazuren.
Pooltapijten met relatief weinig, maar zeer lange polen, die willekeurig in alle richingen uiteenvallen en zo het oppervlak vormen.
Verwijst naar een christelijke chiliastische sekte die in 1747 ontstond in Engeland uit een groep radicale quakers die van de Franse camisards het rituele schudden, schreeuwen, dansen, ronddraaien en zingen in tongen hadden overgenomen. De sekte breidde zich nadien uit naar de Verenigde Staten onder leiding van Ann Lee en haar discipelen. De sekte propageert het wonen in een leefgemeenschap, productieve arbeid en het celibaat. Shaker-gemeenschappen in de Verenigde Staten waren welvarend en creëerden een karakteristieke en invloedrijke stijl in de architectuur en de fabricage van meubels en ambachtelijke producten. In de late 19de en de 20ste eeuw werd de sekte minder belangrijk. Dansen en liederen van de shakers worden ook gewaardeerd als volkskunst en de shakers hebben talloze belangrijke uitvindingen op hun naam staan.
Een reinigingspreparaat, speciaal bedoeld voor haar of textiel.
Schalmeien met een riet dat in een conische metalen stift is bevestigd en omwikkeld met een koordje zodat deze luchtdicht in de houten pijp past; met zeven vingergaten op gelijke onderlinge afstand en een niet al te wijd uitlopende geelkoperen klankbeker; vervaardigd en bespeeld in het noorden van India.
Verwijst naar de eerste Chinese dynastie waarover we een zekere kennis bezitten, zowel op archeologisch als op historisch gebied. De Shang-dynastie heerste van circa 1600 v. Chr. tot circa 1050 v. Chr. Het centrum van hun cultuur bevond zich op de hoogvlakte van de Gele Rivier, hoewel hun macht zich in bepaalde perioden uitstrekte tot het noorden van de huidige provincie Henan en tot delen van de huidige provincies Shandong, Shanxi en Shaanxi. Deze periode staat bekend om de vooruitgang op het gebied van de bronsbewerking en andere technieken, die de beschaving op een hoger peil brachten. De Shang-dynastie beschikte over omvangrijke legers met een grote verscheidenheid aan wapens en wapenrusting. Brons werd ook gebruikt voor rituele voorwerpen, zoals klokken en standaarden. De bronzen voorwerpen uit de Shang-dynastie werden voorzien van een uiterst schetsmatige decoratie, waarin het 'taotie'-dierenmasker een veelvoorkomend motief was. De godsdienst en voorouderverering in de Shang-periode kende het gebruik van zogeheten orakelbenen (jiagu), dierenbeenderen en schildpadschilden met inscripties. Er zijn bijna 100.000 orakelbenen gevonden sinds onderzoekers de betekenis van dit verschijnsel hebben ingezien. Orakelbenen zijn de oudste vorm van Chinese geschiedschrijving. Uit de inscripties is een lijst met koningen afgeleid die overeenstemt met latere schriftelijke historische bronnen. De Shang-dynastie kende een redelijk verfijnd schrift; sommige karakters worden nog steeds gebruikt. Het aardewerk van de Shang-dynastie was veelkleurig en werd vervaardigd met een draaischijf of opgebouwd uit rollen. Het aardewerk werd vaak voorzien van opgedrukte patronen. De oudst bekende Chinese glazuren werden gemaakt in de Shang-periode. Er zijn marmeren en kalkstenen beeldhouwwerken van bestaande en mythische dieren gevonden. De stedelijke nederzettingen uit de Shang-periode tonen aan dat de basisvormen van de Chinese architectuur al werden gebruikt; belangrijke nederzettingen zijn Erlitou, Zhengzhou en Yin (nabij het huidige Anyang), die allemaal op verschillende momenten als hoofdstad hebben gefungeerd. De latere Shang-vorsten waren hedonisten die weelderige paleizen lieten bouwen. De Shang-dynastie werd opgevolgd door de Zhou-dynastie, die oorlogszuchtiger was en effectief gebruik maakte van de strijdwagen.
Verwijst naar een groep schilders die hoofdzakelijk in Shanghai werkzaam was, vanaf het midden van de 19de eeuw tot aan het begin van de 20ste eeuw. Hoewel het hier geen school in de westerse betekenis betreft, hebben de hiermee geassocieerde schilders wel als gemeenschappelijke kenmerk dat ze dezelfde thematiek, stijlen en technieken gebruikten, en in opdracht van kooplieden uit Shanghai werkten. Na de vernietigende opstand van Taiping (1850-1864) vestigden vier beroepsschilders met de achternaam Ren zich in Shanghai: Ren Xiong (1820-1857), zijn broer Ren Xun (1835-1893) en zijn zoon Ren Yu (1853-1901) uit Xiaoshan, en Ren Yi (1840-1896), geen familie, uit Hangzhou, plaatsen die beide in de provincie Zhejiang liggen. De vier Rens, van wie Ren Yi het invloedrijkst en succesvolst was, vormden de kern van de nieuwe school. Het werk van de Shanghai-school was vooral bedoeld om de opdrachtgevers te behagen. De werken, die doorgaans waren bestemd voor het kantoor of de woning van de kooplieden, waren meestal van decoratieve aard; veelal waren het symbolische voorstellingen waarin werd verwezen naar thema's als een lang leven, geluk en voorspoed. Met name de hangende rol was een populair formaat, evenals de vouwwaaier. De werken worden gekenmerkt door felle kleuren en herkenbare, alledaagse motieven, zoals figuren, vogels en planten. Het landschap speelde meestal een ondergeschikte rol in de Shanghai-schilderkunst. De bloemschilderkunst van Shanghai werd populair dankzij Zhao Zhiqian (1829-1884), die bekend is om zijn grote, decoratieve rollen met bloemen, welke hij in brede verfstreken en rijke, opake kleuren schilderde. Een hoogtepunt bereikte de Shanghai-school aan het begin van de 20ste eeuw met Wu Changshi, die wel als de grootste van de Shanghai-schilders wordt beschouwd.
Verwijst naar de stijl van porselein dat in China werd gemaakt ten tijde van de Ming-dynastie (1368-1644) in de provincies Fukien en Kwangtung, en waarschijnlijk werd verscheept vanuit de haven van Shantou. De stijl wordt gekenmerkt door blauw-wit en veelkleurig aardewerk.
Kleine boten met huisjes of hutten erop, gewoonlijk bedoeld voor rivieren. Ze zijn vaak gammel doordat ze doorgaans snel worden gebouwd. Kan specifiek verwijzen naar woonboten die houthakkers bouwen om tijdelijk in te wonen.
Zeemansliedjes, met name de liedjes die werden gezongen wanneer men zware zeilen moest bedienen door aan touwen te trekken.
Te gebruiken voor een uitgebreide klasse kleine zeilboten, afkomstig van de oostkust van de Verenigde Staten, die worden gekenmerkt door een platte kruislings geplankte bodem, weinig diepgang, een fijnbesneden boeg en een rechte achtersteven.
Dakconstructies die bestaan uit een aantal parallelle dakvlakken waarvan de driehoekige doorsneden lijken op de tanden van een zaag; de steile kant (meestal noordkant) is meestal voorzien van ramen.
Beschrijft keramiek of keramiekobjecten die uit een mengsel van klei en schelpengruis zijn vervaardigd.
Beschrijft mahonie, satijnhouten en beschilderde meubels uit Engeland en de Verenigde Staten tussen 1790 en 1805, gebaseerd op de ontwerpen van de Engelse meubelmaker Thomas Sheraton (1751-1806). De drie invloedrijke boeken van Sheraton tonen een geleidelijke ontwikkeling van de neoklassieke naar de Empire-stijl. Maar tegenwoordig wordt zijn naam gebruikt om de algemene meubelsmaak aan het einde van de 18de eeuw aan te duiden.
Verwijst naar de aardewerkstijl uit verschillende dorpen in de Shigaraki-vallei in het zuiden van de Shiga-prefectuur. De fabricage begon in de Kamakura-periode (1185-1333) en vindt nog altijd plaats. In de begintijd bestond de productie voornamelijk uit vaatwerk voor huishoudelijk gebruik, zoals potten met een smalle mond en vijzelkommen. In 1632 werden het Shigaraki-vaatwerk het officiële vaatwerk voor de opslag van thee voor het Tokugawa-shogunaat. Vanaf de 19de eeuw verschoof het accent naar andere producten, bijvoorbeeld plantenbakken, komforen en sakekruiken. De stijl kenmerkt zich in het algemeen door roodbruin en grofkorrelig aardewerk met witte stippeltjes veldspaat of kwarts die tijdens het bakken smelten en door het oppervlak steken.
Verwijst naar een Chinese neolithische cultuur die dateert uit circa 2600 tot circa 2000 v. Chr. De cultuur was gesitueerd in de vallei bij de middenloop van de Yangtze.
Verwijst naar de stijl van schilderen die een bloeitijd doormaakte in Kyoto in de late Edo-periode (1600-1868). Deze stijl, die werd ontwikkeld door Matsumura Keiben (Goshun), wordt gekenmerkt door de nauwkeurige verbeelding van de natuur, met zachte penseelstreken en minder details dan in het werk van de Maruyama-school.
Eenvoudige Ierse knuppels die zijn gemaakt van een stuk sleedoorn- of eikenhout.
Verwijst naar de stijl in de Japanse huisarchitectuur die voornamelijk werd gebruikt voor de vorstelijke huizen van de aristocratie. Deze stijl bereikte haar piek tijdens de Hein-periode (794-1185). De naam is ontleend aan de shiden, of centrale hal die is opgericht in het midden van het bouwwerk, gericht op het zuiden. In het oosten, westen en noorden zijn paviljoens of bijgebouwen met puntdaken, verbonden door overdekte, geplaveide gangen en omgeven door een overdadige landschapstuin.
Materiaal zoals hout, lei, tegels, beton of asbestcement, dat in gangbare afmetingen is gesneden en voornamelijk wordt gebruikt voor dakbedekking.
Verwijst naar een aantal keramiekstijlen die werden geproduceerd in de provincie Mino vanaf de 7de eeuw tot nu. Vroeg aardewerk kan worden getraceerd vanaf Sue-aardewerk, maar in de 12de eeuw omvatte de productie, als gevolg van het gebruik van Sanage-ovens, kruiken met grote monden, kruiken met kleine monden en vijzels. Vanaf de 15de tot het midden van de 16de eeuw werden asgeglazuurde en ijzergeglazuurde gebruiksvoorwerpen geproduceerd. Tegen het eind van de 16de eeuw onderging de productie een revolutionaire verandering door de introductie van ovens met meerdere kamers, resulterend in aardewerk voor theeceremonies dat groen glazuur en veldspaathoudend glazuur bevatte, met een grote verscheidenheid aan beschilderde vormen en decoraties. In het begin van de 19de eeuw werd er ondergeglazuurd blauw gedecoreerd aardewerk geproduceerd.
Gebruikt om de oorspronkelijke Japanse religieuze overtuigingen en praktijken te onderscheiden van het boeddhisme, dat in de 6de eeuw in Japen werk geïntroduceerd. Het kenmerkt zich in het algemeen door het ontbreken van officiële heilige geschriften en specifieke formele dogma's, en door de verering van kleine beeltenissen die in specifieke Shinto-heiligdommen worden geplaatst. Het religieuze systeem kan worden onderverdeeld in drie onderling verbonden stromingen: Jinja Shinto (heiligdomshintoïsme), dat de hoofdstromingen van het shintoïsme vertegenwoordigt, Kokka Shinto (staatsshintoïsme), dat is gebaseerd op de eenwording van religie en staat en dat door de Japanse keizerlijke familie wordt beleden, en Kyoha Shinto (sekteshintoïsme), een beweging die bestaat uit sekten die rond de 19de eeuw en na de Tweede Wereldoorlog in Japan zijn ontstaan. Deze sekten zijn alle door een stichter georganiseerd in religieuze genootschappen waarvan de leden parochianen (ujiko) van een specifiek heiligdom zijn.
Shirts die over het hoofd worden aangetrokken met een ronde of V-hals zonder kraag. Meestal gemaakt van lichtgewicht machinaal gebreid textiel. Gebruik 'hemden' voor soortgelijke kledingstukken die als onderkleding worden gedragen.
Verwijst naar de religieuze en filosofische overtuigingen die voornamelijk voorkomen in Zuid-India en zijn gebaseerd op de aanbidding van de godheid Shiva als oppergod. De belangrijkste doctrine van deze religie is het heilige boek met hymnen, de Tirumurai, dat is samengesteld door Shaiva-heiligen tussen de 5de en de 9de eeuw.
Genus van ongeveer 195 soorten regenwoudbomen die inheems zijn in het zuidoosten van Azië, in het gebied dat zich uitstrekt van het Noord-India tot Maleisië, Indonesië en de Filippijnen.
Chinese rolschilderijen met tekst, kunstzinnige afbeeldingen of beide, die horizontaal worden getoond.
Zeer korte jasjes of truien met aangeknipte mouwen. Geen Nederlands equivalent. Zie 'bolero's' of 'gebreide vesten'.
Verwijst naar de stijl van porselein dat in China werd vervaardigd voor het keizerlijk hof gedurende de Yuan-dynastie (1280-1368). De stijl wordt gekenmerkt door een combinatie van het lichte blauwgroen van Qingbai-porselein, met een dikkere, stevigere glazuurlaag die het porselein zwaarder en sterker maakt.
Zwartfigurige kylikes waarvan kom en lip meestal gescheiden zijn, vaak door middel van een geschilderde lijn waardoor twee horizontale delen ontstaan. Ze zijn voorzien van twee afzonderlijke typen versiering, maar de versiering kan ook vooral op het onderste gedeelte zijn aangebracht of doorlopen naar het bovenste gedeelte. Sianaschalen danken hun naam aan het dorp op het Griekse eiland Rhodos. De Sianaschaal was een van de dominerende vormen in zwartfigurig aardewerk tot ongeveer 540 v. Chr.
Middelgrote tot grote bladverliezende, kegeldragende larix die voorkomt in het westen van Rusland en een hoogte van 20-50 m kan bereiken. Bestand tegen koude weersomstandigheden en tegen houtrot.
Oude bewoners van het gebied ten westen van de rivier de Gelas op Sicilië. Volgens klassieke Griekse schrijvers waren de Sicani de oorspronkelijke bewoners van centraal-Sicilië, zoals de Sicelen oost-Sicilië bewoonden en de Elymianen west-Sicilië. Archeologisch gezien is er in historische tijden geen wezenlijk verschil tussen Sicani en Sicelen, maar de Griekse historicus Thucydides nam aan dat de Sicani Iberiërs uit Spanje waren die door de invasie van de Sicelen naar het centrale deel van het eiland waren verdreven.
Cultuur en stijl van het oude Sicelen-volk uit het oosten van Sicilië, naar wie het eiland is vernoemd. Mogelijk arriveerden ze vrij laat vanuit het vasteland van Italië op Sicilië. Ze zijn archeologisch gezien moeilijk te identificeren, hoewel enkele woorden van hun Indo-Europese taal bekend zijn.
Verwijst naar de aardewerkstijl die zich ontwikkelde op het eiland Sicilië en die ook werd gevonden op andere plaatsen waaronder Campanië. De stijl dateert uit het begin van de 5de eeuw v. Chr. en loopt door tot in de 4de eeuw v. Chr. De stijl verschilt van schilder tot schilder, maar kenmerkt zich over het algemeen door het gebruik van de roodfigurige stijl, de toevoeging van andere kleuren, een voorkeur voor genreafbeeldingen boven mythologische onderwerpen en de toevoeging van kenmerkende Siciliaanse details, zoals bijvoorbeeld een krans van klimop rond de rand van een krater.
Cultuur en stijl van de inwoners van het Italiaanse eiland Sicilië - het grootste eiland in de Middellandse Zee - dat van het zuidwestelijke puntje van Italië wordt gescheiden door de smalle Straat van Messina. Sicilië is strategisch gelegen tussen Afrika en Europa en was lange tijd een knooppunt van handelsroutes tussen oost en west, en een ontmoetingspunt voor rassen, volkeren en culturen.
Kasten op lage poten die in het victoriaanse tijdperk populair waren. De kast is verticaal in tweeën gedeeld, waarbij het ene deel bestaat uit planken met een houten of glazen deur ervoor, bedoeld voor boeken, borden of curiosa, en het andere deel uit een secretaire, een kabinet of een combinatie van een spiegel, laden en een neerklapbaar tafelblad. Te onderscheiden van chifforobes: kasten die ook verticaal in tweeën zijn gedeeld, maar die meestal in slaapkamers worden gebruikt, met een smal gedeelte voor kleren aan de ene kant en laden en een spiegel aan de andere kant.
Kniptangen die worden gebruikt om de uiteinden van rietstengels af te knippen.
Het maken van ornamenten zoals armbanden, halskettingen en ringen, die door een persoon worden gedragen of meegevoerd als versiering. Hierbij wordt gebruikgemaakt van edele of halfedele materialen. Omvat ook het maken van vergelijkbare artikelen die worden gedragen of meegevoerd voor godsdienstige doeleinden of om te rouwen.
Metalen delen met een versierende functie die bevestigd zijn aan een voorwerp dat meestal uit een ander materiaal bestaat, zoals glas, porselein, hout of leer.
Harnassen voor belangrijke personen, om te dragen in oorlogssituaties, ook bij toernooien, in allerlei vormen, want bestaande uit een strijdharnas plus versterkende en andere delen die konden integreren met de gebruikelijke delen van het basistenue, ook voor vervanging van deze delen.
Uitstekende, vaak bolvormige ornamenten, die worden gevonden op de voeten van vaten of op voorwerpen zoals kandelaars. Voor gelijksoortige uitsteeksels op uiteinden wordt 'finials' gebruikt.
Kleine kussens die voornamelijk ter versiering op een stoel, bank of ander soort meubel liggen.
Kleine, doorgaans ronde en platte objecten van metaal, meestal brons, zilver of goud met daarop een reliëf op één of beide zijden, bedoeld als aandenken; ze worden niet gebruikt als ruilmiddel.
Platen die over de uiteinden van daksparren worden gespijkerd en soms een dakgoot dragen.
Het aanbrengen van knopjes, karteltjes of kleine uitsteekseltjes.
Fittingen of apparaten die zo zijn ontworpen en geconstrueerd dat ze, wanneer ze goed worden ontlucht, een vloeibare afsluiting leveren dat de teruggang van lucht voorkomt zonder dat de stroom afval of afval water wezenlijk wordt beïnvloed.
Een alkalische oplossing van natriumcarbonaat, borax of ammoniak die wordt gebruikt als reinigingsmiddel en afbijtmiddel. Werd vroeger gemaakt van een oplossing van urine van paarden of runderen.
Dozen met deksel, variërend van vorm, lijkend op sigarendozen maar dan kleiner en met sigaretten erin, bedoeld om op een tafel, bureau of iets dergelijks te worden gezet. Gebruik 'sigarettenkokers' voor platte houders om sigaretten in mee te dragen. Gebruik 'sigarettenhouders (houders)' voor open cilindrische houders voor sigaretten.
Platte, meestal rechthoekige omhulsels die worden gebruikt om sigaretten in mee te dragen, lijkend op sigarendoosjes maar dan kleiner. Gebruik 'sigarettendozen' voor de doosjes met sigaretten met deksel die op tafel, bureau of iets dergelijks gezet worden.
Quilts waarop veel namen, handgeschreven teksten of signaturen staan; meestal gemaakt om geld in te zamelen voor de kerk of een goed doel, waarbij de donateurs een klein bedrag betalen om hun naam op de quilt te laten schrijven of borduren. Geen Nederlands equivalent.
Letters, nummers of combinaties van letters en nummers, die onderaan de eerste pagina gedrukt staan en soms, bij een stapel, ook op de daaropvolgende bladzijden, die dienen als leidraad om ze op de goede volgorde te schikken.
Eigenhandig geschreven namen van personen.
Verwijst naar de Indiase religie die islamitische en hindoeïstische elementen bevat en is gesticht door Nanak Sikhs, volgelingen van Nanak en zijn negen opvolgers die ook wel de tien goeroes worden genoemd, in de Indiase regio Punjab aan het einde van de 15de eeuw. Kenmerkende principes zijn het idee dat er één God is die niet wordt verbeeld in afgodbeelden of afbeeldingen; de verantwoordelijkheid van het individu om een volgzaam leven te leiden dat wordt overheerst door het gebed en het lezen van het heilige boek, de Granth; en het streven naar een zielsverhuizing waarbij het individu een verbond aangaat met God. Belangrijke kenmerken van dit geloofssysteem zijn het ontbreken van een professionele priesterorde en de bevoegdheid van zowel mannen als vrouwen om religieuze ceremonies uit te voeren.
Gekromd vuurstenen werktuig uit de Bronstijd, vaak voorzien van een handvat, gebruikt voor verschillende doeleinden, zoals het snijden van vlees of het oogsten van graan.
Gebinten met een boogvormige ligger, vaak halfrond of paraboolvormig, en met een recht of tonrond onderdeel dat twee uiteinden van de boog met elkaar verbindt.
Type leganimatie waarbij platte, vaak uiterst ingewikkelde profielen uit papier of een ander stijf materiaal worden gesneden, waarna hiervan met behulp van achtergrondverlichting schaduwbeelden worden gemaakt. De profielen worden minutieus bewogen en van iedere stand wordt een apart beeld gefilmd. De techniek werd voor het eerst door Lotte Reiniger in de jaren '20 van de 20e eeuw in Duitsland ontwikkeld.
Een uitermate duurzame verf waarvan het oplosmiddel hoofdzakelijk bestaat uit waterglas; wordt vooral gebruikt voor het verven op mortel, en soms op droog pleister. Is nauwelijks te onderscheiden van echt fresco.
Korrelvormig gehydrateerd silica dat wordt gebruikt als ontwateringsmiddel, vaak bij langdurige opslag van elektronica of optische instrumenten, bijvoorbeeld camera's. Afhankelijk van de omgevingstemperatuur kan silicagel vocht opnemen of afgeven. Feitelijk fungeert het niet als droogmiddel maar als vochtstabilisator.
Te gebruiken voor koperlegering met silicium, die of bestaan uit bijna zuiver koper versmolten met silicium waarvan slechts een spoortje overblijft in het uiteindelijke metaal, of het is messing of aluminiumbrons dat silicium bevat.
Rubber gemaakt van silicone elastomeren en gekenmerkt door flexibiliteit, veerkracht en treksterkte bij een groot temperatuurbereik en bestendigheid tegen verwering en vele chemische producten.
Zilveren munten uit de late Romeinse en vroege Byzantijnse tijd, uitgegeven vanaf het eind van de 3e eeuw tot aan het begin van de 7e eeuw.
Gordijnen die tot de vensterbank reiken.
Speciale glazen die in de 18e eeuw werden geïntroduceerd voor het drinken van sillabub. Vroege exemplaren hebben twee handvatten en een tuit. Laat 18e-eeuwse exemplaren hebben een of geen handvat en geen tuit.
Geharde siltsteen met de textuur en samenstelling van schalie, maar zonder de fijne laminatie of splijtbaarheid van schalie. Het is een massieve kleisteensoort, die meer kwarts dan klei bevat.
Verwijst naar de Oud-Griekse roodfigurige vaasschilderstijl die chronologisch en geografisch samenviel met de zogenaamde Florid style. Deze stijl wordt vooral aangetroffen op kleinere vazen en onderscheidt zich van de Florid style doordat zij eenvoudiger is en voornamelijk rode en zwarte kleuren gebruikt met slechts hier en daar een andere kleur.
De weergave van de werking of eigenschappen van één systeem door het gebruik van een ander systeem, vooral een computermodel; wordt vaak gebruikt om de werking van een dynamisch systeem te voorspellen als proefnemingen in de praktijk niet haalbaar zijn.
Middelgrote subtropische citrusboom die sappige vruchten produceert met een dikke oranje (roodgele) schil. Men denkt dat de soort afkomstig is uit Zuidoost-Azië en al in 2500 v.Chr. in China werd gekweekt. Het is waarschijnlijk een oude kruising van de pompelmoes (Citrus maxima) en de mandarijn (Citrus reticulata). Tegenwoordig is het de meest wijdverspreide fruitboom met de populairste vrucht in de wereld.
Etherische olie die wordt verkregen uit de schil van de sinaasappel en wordt gebruikt in parfum, als smaakstof, in de kruidengeneeskunde, in reinigingsproducten en insecticiden, en als eetlustremmer.
Verwijst naar de periode van het Singasari-rijk (1222-1292 n. Chr.) op Java. In het algemeen wordt de kunst van deze periode gekenmerkt door de vermenging van hindoeïstische, boeddhistische en inheemse iconografische stijlen. Artistieke productie uit deze periode wordt gekarakteriseerd door de aanwezigheid van demonische beeldhouwwerken en maskers en schedelontwerpen die zijn gebaseerd op religieuze concepten in tantrische teksten. Voorbeelden van artistieke productie uit deze periode zijn de Bhairava-figuur, een demonische voorstelling van Shiva, versierd met schedels en vergezeld door buffels in gedraaide posities en Ganesha-beelden die zijn versierd met schedels. Tempels uit deze periode weerspiegelen de stijlen van tantrische magische tempels in Nepal en worden gekenmerkt door gelaagde, ranke constructies.
Kleine houten werktuigen die worden gebruikt om het weefsel dat de basis vormt in de meeste soorten stofferingen, onder spanning te zetten.
Verwijst naar een type Europees en met name Frans ornament waarbij apen in mensenkleding worden afgebeeld terwijl ze bijvoorbeeld drinken, dansen, jagen of een muziekinstrument bespelen. De apen worden vaak gesitueerd in een setting van lofwerk of vlechtbandmotieven. Apen werden reeds sinds de Middeleeuwen als decoratie gebruikt voor het parodiëren en bespotten van vulgaire menselijke activiteiten, maar pas aan het eind van de 17de eeuw, met het werk van Jean Bérain I en Claude Audran III, raakte een elegantere vorm van singerie in zwang. Dankzij de associatie met chinoiserie beleefde de singerie-decoratie zijn hoogtepunt in de 18de eeuw (in het werk van Christophe Huet), maar na de opkomst van het neoclassicisme verdween zij langzaam van het toneel. Singerie werd in de 19de eeuw opnieuw populair dankzij de op de 18de eeuw geënte neostijlen. Het ornament ontwikkelde zich als parodievorm op de buitenmatige voorliefde onder de adel en rijke burgerij voor neo-Chinese vormen, die door sommige kunstenaars als pretentieus werd beschouwd. Singerie wordt aangetroffen op porselein, faience en marqueterie, maar ook op geborduurd en bedrukt textiel, en op wandschilderingen.
Wordt gebruikt voor sport- en recreatieterreinen in de open lucht, meestal in de vorm van een langgerekt ovaal, van markeringen voorzien, voornamelijk voor hardloopwedstrijden. Gebruik 'indoorbanen' voor vergelijkbare overdekte banen.
Kiezelachtig of kalkhoudend materiaal dat ontstaat bij de monding van bronnen of geisers, langs stromen of op de bodem of de oever van een meer.
Lampen met Argandbranders en ringvormige reservoirs met een wigvormige dwarsdoorsnede, die zijn ontworpen om zo weinig mogelijk schaduw te creëren.
Stam van langwerpige zeewormen (vaak dik in het midden en dun aan de uiteinden) zonder segmenten met een kop waaraan gewoonlijk één of meer ringen of tentakels zitten.
Apparaten voor het produceren van waarschuwingssignalen, ook voor het maken van muziek bestaande uit een cirkelvormig geperforeerde schijf, draaibaar boven een stroom van samengeperste lucht, stoom of vloeistof.
Een stroperige en plakkerige vloeistof op basis van suiker en water. Het kan worden gearomatiseerd of tot een geneeskrachtige stof worden verwerkt.
Te gebruiken voor zowel de ligging als de locatie van een woonruimte of een bouwconstructie, voornamelijk met betrekking tot de omliggende omgeving, en voor het gebied of stuk grond waarop een specifieke activiteit of activiteiten zijn, waren of worden gesitueerd, voornamelijk in archeologische en andere historische contexten.
Een groep internetpagina's die gewoonlijk verband houden met een specifiek onderwerp en aan elkaar zijn verbonden door middel van hyperlinks, en online beschikbaar zijn gemaakt door een instelling, bedrijf, overheidsorganisatie of een willekeurige andere organisatie.
Wordt gebruikt voor nieuwbouwprojecten waarbij particulieren, families of coöperaties worden voorzien van eigendomsrecht en verbeterde grond waarop gebouwen, meestal huizen, kunnen worden gebouwd.
Verwijst naar de groep avant-gardistische kunstenaars die actief waren in verschillende Europese landen, en die eerder bekend waren onder de naam Internationale-Situationisten, actief van 1957 tot 1972. De stijl, die werd beïnvloed door dada, surrealisme, marxisme en anarchisme, benadrukte het creëren van onvoorspelbare ‘situaties’ voor de toeschouwer, wat leidde tot het bekladden van bestaande kunstwerken met revolutionaire kreten, spotprenten, het gebruik van strips, en de creatie van environments die bestonden uit levensgrote schilderijen.
Oud-Romeinse vaten die op een emmer lijken en vaak werden gebruikt voor wijwater tijdens de liturgie. Situlae waren meestal gemaakt van gedecoreerd brons, maar ook andere materialen waren mogelijk, zoals gedecoreerd keramiek. Deze vaten zijn aangetroffen in Italië en andere delen van de oude wereld.
Verwijst naar een decoratiemethode die door sommige Griekse zwartfigurige kunstenaars werd gebruikt voor het decoreren van kleine vazen. Bij deze techniek, die rond 530 v. Chr. is uitgevonden, worden figuren aanvullend beschilderd met wit, rood of roze boven op een zwarte geglazuurde ondergrond. De details werden ingesneden, zodat het zwarte glazuur doorschijnt. Het eindresultaat is vergelijkbaar met roodfigurig werk. Beazley noemde de techniek naar de Nederlandse geleerde Jan Six, die als eerste de aandacht vestigden op deze polychrome vazen.
Onderwijsinstellingen in Groot-Brittannië of in een systeem dat is gebaseerd op of vergelijkbaar is met dat in Groot-Brittannië, waar de leerlingen in de laatste twee jaar van het voortgezet onderwijs worden opgeleid voor toegang tot hogere scholen, inclusief de voorbereiding op de diverse toelatingsexamens.
Dunne, onbuigzame stukken doorzichtig plastic of ander materiaal die in een doorlopende gebogen of gekrulde vorm zijn gesneden. Worden gebruikt als geleiders om bogen te tekenen door middel van een reeks punten die niet binnen de boog van een cirkel vallen.
Kistjes waarin sjabti’s werden bewaard. Eerst waren dit kleine doodskisten, maar vanaf het Nieuwe Koninkrijk werden de kisten groter en werden ze versierd met funeraire scenes.
Een joodse feestdag op 6 sivan (in mei of juni) om te herdenken hoe God op de berg Sinaï de wetten aan Mozes heeft gegeven. Het is het tweede van de drie joodse pelgrimfeesten en valt vijftig dagen na de eerste dag van het joodse paasfeest. Oorspronkelijk markeerde dit feest het einde van de gerstoogst en het begin van de tarweoogst. Dit traditionele agrarische aspect is te herkennen aan de traditie om synagogen te versieren met bloemen, groene planten en fruit. In de middeleeuwen was dit de dag dat de kinderen voor het eerst naar de Hebreeuwse school gingen; tegenwoordig wordt op Sjavoeot een confirmatieritueel verricht. Naar gebruik worden het Bijbelboek Ruth en de tien geboden gelezen. Ook worden op Sjavoeot zuivelproducten genuttigd, omdat de Thora in het Hooglied wordt vergeleken met melk.
Verwijst naar een minderheidsstroming van de islam, die zich onderscheidt van de populairdere soennitische stroming. Deze stroming ontstond in de vroege islamitische geschiedenis als politieke groepering die de heerschappij steunde van Ali, schoonzoon van Mohammed en vierde kalief van de moslimgemeenschap. Deze tak van de islam stelt dat de heerschappij over de moslimwereld is gebaseerd op afstamming; alleen nakomelingen van Ali kwamen in aanmerking voor het leiderschap. Het merendeel van de aanhangers van deze stroming van de islam bevindt zich in Syrië, Libanon, Oost-Afrika, India en Pakistan. De aanhangers worden vaak geassocieerd met militant islamitisch fundamentalisme.
Een Japanse school van esoterisch en mystiek boeddhisme, die in 806 door Kukai vanuit China naar Japan werd gebracht. Een belangrijk Sjingon-geschrift is Kukai's 'Diamanten sleutel voor de winkel der mysteriën' (Hizoboyaku), waarin spirituele verworvenheid via Sjingon wordt beschouwd als de vervulling van negen andere spirituele wegen uit het boeddhisme en andere religies. Aanhangers geloven dat de esoterische waarheid van Sjingon meer voldoening geeft dan de naar buiten gekeerde leer van de historische boeddha. Sjingon hecht belang aan de Vairocana, de boeddha van het allesomvattende licht, en aan mandala's en andere vormen van beeldhouw- en schilderkunst. Mantra's, mudra's en rituelen zijn andere elementen van Sjingon. Er zijn tegenwoordig meer dan veertig Sjingon-scholen in Japan. Bovendien zijn elementen van Sjingon overgenomen door andere vormen van Japans boeddhisme.
Verwijst naar de periode en stijl die samenviel met de heerschappij van keizer Hirohito, van 1926 tot 1989. De periode kenmerkt zich door complexe en tegenstrijdige veranderingen, van een parlementaire democratie naar militarisme en wereldoorlog en uiteindelijk naar een economisch herstel.
Verwijst naar de stijl die in verband wordt gebracht met Sjriwijaya op het schiereiland van Thailand gedurende de 13de eeuw. Deze stijl beïnvloedde de Indonesische kunst via de maritieme handel en uitwisseling. De stijl is een weerspiegeling van Maleisische, Chinese, Indiase en Arabische religieuze en intellectuele stromingen. In de beeldhouwkunst kenmerkt deze stijl zich door kleine bronzen boeddhistische figuren, bodhisattva's, en votiefstenen met inscripties van boeddhistische geloofsbelijdenissen. Figuren van godheden hebben kenmerken van Indiase Gupta-stijlen en zijn gekleed in lange gewaden zonder diadeem, waarbij het bovenlijf ontbloot is en het haar een vlechtenkroon vormt. Kenmerkend voor architectuur in deze stijl zijn kleine, kruisvormige tempelcomplexen.
Jongenspakken, met een broek die wordt vastgeknoopt aan de taille van het bijbehorende jasje of gilet; gedragen aan het eind van de 18e en het begin van de 19e eeuw. Geen Nederlands equivalent.
Voertuigachtig speelgoed met trappedalen die lijken op die van een fiets; verscheen in een eenvoudige vorm aan het einde van de 19e eeuw en had aan het begin van de 20e eeuw soms al uitgebreidere auto-achtige accessoires en echt werkende onderdelen.
Lange, smalle, plankachtige toestellen die worden vastgezet onder speciaal ontworpen hoge schoenen en gebruikt om mee over sneeuw te glijden; al meer dan 5000 jaar bekend en oorspronkelijk gemaakt van dierenbeen dat direct aan schoeisel werd bevestigd, maar tegenwoordig vervaardigd uit verschillende harde, duurzame materialen, met een taps toelopend en omhoogkrullend vooreinde.
Te gebruiken voor diverse boten die zo klein en licht zijn dat één persoon ze kan voortroeien of -zeilen.
Kabelbanen voor het vervoer van skiërs en die meestal bestaan uit een reeks zitplaatsen die hangen aan een eindeloze kabel die wordt aangedreven door motoren.
In de 17e en 18e eeuw gebruikte cilindrische of boogvormige vaten om in te koken, met drie of vier voetjes of op een driepoot. Tegenwoordig een term die soms wordt gebruikt voor ondiepe, metalen pannen met een lange steel voor het braden van voedsel; gebruik hiervoor liever 'braadpannen' (kookgerei).
Helling van een berg of een grote heuvel die men prepareert voor skiërs, snowboarders, enzovoort. Gewoonlijk zijn ze voorzien van markeringen en wordt de moeilijkheidsgraad aangegeven. Op skipistes wordt doorgaans toezicht gehouden.
Te gebruiken voor eenmastzeilschepen die zijn voorzien van vlaktilling, een dek, een kajuit en meestal een driehoekig grootzeil en fok aan een smalle mast; er zijn een aantal exemplaren met twee masten of drie zeilen gebouwd; halverwege de 19e eeuw in Chesapeake Bay, in de Verenigde Staten, geïntroduceerd en meestal gebruikt voor de oestervangst.
Kleine, meestal onechte stukken dakwerk tussen de verdiepingen van een gebouw.
Dun, niet erg duurzaam plantaardig gelooid leer van de nerfsplit van een vel of huid, meestal van schapenleer, maar soms ook van geiten- of koeienleer. Het wordt in verschillende kleuren en gebosseleerde korrelpatronen geproduceerd, maar ook kleur- en nerfloos. Meestal gebruikt voor de voering van hoeden en goedkope boekbanden.
Beweging rond de kunstenaar Otto Peine en kunstenaars van het Center for Advanced Visual Studies, dat deel uitmaakt van het Massachusetts Institute of Technology in Amerika. Sky artists maakten kunst in de lucht, zowel binnen als buiten de stad, met behulp van moderne technologie zoals laserprojectie en solar-tracked hologrammen, maar ook met eenvoudige technieken, zoals vliegers.
Een type drinkvaten in de vorm van een diepe beker, meestal met twee horizontale handvatten aan de lip en een kleine geïntegreerde voet. In geheel zwart of mat onbeschilderd aardewerk was de skyphos het meest voorkomende bekertype.
Elk van verschillende assemblageprocessen waarin toevoegingen stevig op afgewerkte stukken worden geperst. In de context van boekbinden, het proces van het vlakken can bladen of het verzamelen van een tekstblok voor naaien of hechten door ze herhaaldelijk met een hamer te slaan, om ze te samen te persen en plat te maken. Of, bij het opnieuw inbinden, om de rugsteunen te verwijderen. Ook in het kader van het weven of soortgelijke activiteiten, het gerbruik van een klopper of kam om elke nieuwe inslagdraad in de juiste positie tegen de bestaande inslagen te drukken.
Verlengde ruststoelen, meestal zonder armleuningen en met een rugleuning die tot horizontale positie versteld kan worden. Ze worden gebruikt om in te luieren en staan vaak op een stretcherframe met zes of acht poten. Wordt ook gebruikt voor lange, brede, sofa-achtige zitmeubels, vaak met twee lage uiteinden die enigszins doen denken aan het hoofd- of voeteneinde van een bed, welke kunnen worden gebruikt om op te zitten of slapen. Zitslaapbanken zijn meestal bedoeld voor één persoon om op te liggen, en zijn in de loop der geschiedenis ook wel gebruikt bij de formele ontvangst van gasten. Doorgaans staan ze tegen de muur of in een nis.
Eenvoudige gebouwen, vaak met stapelbedden, die worden gebruikt als slaapvertrekken door bijvoorbeeld boerenknechten, rondtrekkende arbeiders of kampeerders.
Kleine metalen of glazen lampen die vaak een schotelvormig voetstuk hebben en in de slaapkamer worden gebruikt.
Treinstellen die zijn uitgerust met speciale voorzieningen zodat passagiers kunnen slapen.
Kleine lappen, meestal bevestigd rond de hals, die de borst bedekken en die worden gedragen ter bescherming van de bovenkleding bij het eten, vooral voor kinderen.
Tafels met één plaat als blad, gewoonlijk van steen, doorgaans marmer of leisteen, maar soms van graniet of een andere steensoort, of van beton of zwaar hout. De plaat steunt op een onderstel, gewoonlijk van steen, hout of metaal, maar vormt daarmee geen onlosmakelijke eenheid. Voor tafels uit de achttiende eeuw met marmeren bladen, gebruikt men de specifiekere term ���marble slab tables'.
Grote schalen voornamelijk bestemd voor het serveren van salade. Ook kleine schaaltjes voor porties salades voor één persoon.
Scherpe messen met een breed lemmet en vaak met een kort handvat, die worden gebruikt voor het snijden van grote stukken vlees in kleinere braadstukken.
Grote messen met een breed lemmet met soms een gebogen uiteinde, die worden gebruikt voor het snijden en voorbereiden van rauw vlees.
Kleine metalen kapjes in de ontwikkelde versie van het slagslot die slagsas bevatten dat wordt gebruikt om het voorstuwingsmiddel te doen ontbranden.
Platte, brede beitels die worden gebruikt om steen te bewerken.
Sloten voor vuurwapens, waarbij een slagsas wordt ingeleid en explodeert en zo de lading ontsteekt.
De kreten die door handelaren worden gebruikt om hun waren aan de man te brengen, soms in de vorm van huis aan huis bezorgd, geïllustreerd reclamedrukwerk.
Glasachtige stof die bestaat uit vuil of afvalstoffen die tijdens het uitsmelten worden gescheiden van metalen.
Heuvels van gesmolten afval of metaalslakken die zijn gescheiden van metaal in het smeltproces. Verwijst ook naar heuvels (bergen) ongewenst afval of residu die de bijproducten zijn van de mijnbouw erts, kolen, of andere grondstoffen.
Een kunstmatig cement met hydraulische eigenschappen, dat wordt gemaakt door gegranuleerde hoogovenslakken te vermalen met hydraulische kalk.
Kelkglas waarvan de stam uit een driedimensionaal in elkaar gedraaide en getordeerde, overlangs geribde glasstaaf bestaat die aan één uiteinde voorzien is van een, vaak blauw, gekleurde slangenkop.
Kleppers bestaande uit houten plankjes die aan één eind met een scharnier aan elkaar verbonden zijn; bespeeld door de plankjes tegen elkaar te tikken.
Verwijst naar de situatie waarbij een mens eigendom is van een ander mens. Aan een slaaf worden de meeste rechten onthouden die gewoonlijk toekomen aan mensen die in vrijheid leven.
Verwijst naar de periode en cultuur verbonden met de Slaven, een aparte linguïstische en etnische groep, die tijdens het derde of tweede millennium v. Chr. uit Azië kwam en zich geleidelijk over Oost-Europa verspreidde. De Slaven speelde een belangrijke rol in de Middeleeuwse wereld, vooral tijdens de Slavische migratie naar Griekenland en Midden-Europa tijdens de 6de en 7de eeuw. De Slavische stijl kenmerkt zich door heldere kleuren en patronen, en invloeden uit diverse andere culturen, waaronder de Germaanse, Romeinse en Griekse.
Vorken die kleiner zijn dan eetvorken, in het algemeen drie of vier tanden hebben en worden gebruikt voor het eten van salades.
Kleine bijlen die worden gebruikt voor het bewerken van hout of steen.
Te gebruiken voor bedden met twee uiteinden op dezelfde hoogte die in de lengte tegen de muur dienen te staan. Gebruik 'Franse bedden' voor bedden met een eenvoudig houten raamwerk waaraan de bedbehangsels zijn opgehangen zodat ze een vlakke, rechthoekige 'doos' vormen.
Grote, zware hamers die meestal met beide handen worden gehanteerd en voornamelijk worden gebruikt in een smidse, om palen in te slaan of om steen te breken.
Slaginstrumenten in de gamelan met lage klank en een bereik van 1 octaaf; bespeeld met 1 hamer.
Vrij kleine, krachtige schepen, die worden gebruikt om schepen op zee en dekschuiten te slepen, of om te assisteren in en rond een haven, bijvoorbeeld bij het aanleggen. Gebruik 'duwboten' voor koopvaardijschepen die hele groepen dekschuiten slepen.
Zware vrachtdragers die door paarden worden getrokken; met twee of vier wielen, al of niet met vering, met platte en vlakke bodems of laadbakken en vaak zonder zijkanten; vooral gebruikt door bedrijven in en rond steden; te onderscheiden van goederenwagens die door paarden worden getrokken, doordat ze rechte en vlakke laadvlakken hebben en kleinere achterwielen dan goederenwagens, waardoor ze lager zijn dan het vloerniveau, wat het verslepen van zware voorwerpen vergemakkelijkt.
Kleine etuis waar sleutels in worden meegedragen.
Te gebruiken voor keramiekglazuur met een hoog slipgehalte, dat als vloeistof wordt aangebracht voor het inbranden.
Het handmatig #setting out van leer of perkament, uitgevoerd op zeer dun en kwetsbaar leer of als een uitzonderlijke gladde nerfzijde vereist is, zoals bij velijn.
Slijpschijven of -platen die worden gebruikt voor het snijden of gladmaken van materialen zoals metaal, glas, plastics of klei.
Beschadiging of achteruitgang die zich geleidelijk manifesteert als gevolg van voortdurend gebruik of blootstelling; meestal een geleidelijke aantasting als gevolg van wrijven, schuren of wassen.
Wordt gebruikt voor massa's, meestal lang in verhouding tot hun breedte, hangend aan een vast punt, en met vaak een gewicht aan het vrije uiteinde, en in staat om in een boog heen en weer te zwaaien door de werking van de zwaartekracht en de verkregen vaart. Wordt soms gebruikt voor het reguleren van de snelheid van het mechaniek van klokken
Middeleeuwse militaire wapens die hoofdzakelijk bestonden uit een hefboom met een groot gewicht bevestigd aan de korte arm, en een mand, bak of slinger bevestigd aan het eind van de lange arm voor de projectielen. Wanneer het gewicht wordt losgelaten en valt wordt het projectiel met grote snelheid weggeslingerd.
Metalen bollen met een gewicht van ongeveer 6 kg die zijn verbonden met een lang stuk staaldraad met een vaste handgreep aan het einde; ze zijn bedoeld voor afstandwerpen tijdens veldnummers.
Werpwapens die eigenlijk alleen bestaan uit een strook leer, stof of een ander soepel materiaal die in het midden wijder wordt om een zak te vormen voor het projectiel. Ze werden bij de beide uiteinden vastgehouden en snel rondgedraaid, waarna één eind los werd gelaten om het projectiel weg te slingeren.
Cirkelzagen die zijn ontworpen om lichtjes te slingeren, waardoor de zaagsnede die ze maken breder is dan de dikte van het zaagblad; worden gebruikt voor het maken van groeven en voor andere specialistische doeleinden in de meubelmakerij.
Wordt gebruikt voor vensterbanken die bestaan uit een stenen plaat die even lang is als de breedte van het raam, en die tussen de stijlen in de muren passen. Te onderscheiden van 'lug sills' die langer zijn dan de breedte van het raam en die aan weerszijden in de muur zijn geplaatst.
Korte beenkappen die over de instap worden gedragen en meestal worden vastgemaakt met een riempje onder de voet. Werden vooral aan het einde van de 19e eeuw en het begin van de 20e eeuw gedragen.
Te gebruiken voor zeilschepen met gaffeltuig, met één mast en één of twee grootzeilen.
Licht schoeisel dat gemaakt is om binnenshuis te dragen, over het algemeen zonder sluitingen en zo gemaakt dat het makkelijk aan en van de voet kan.
Zware hamers met een plat slagvlak met één stomp uiteinde en één snijkant. Worden gebruikt voor het grof bewerken van blokken gedolven steen of voor het afbreken van bouwconstructies.
Vergunningen die door overheidsinstanties worden verstrekt en waarmee toestemming wordt gegeven voor de afbraak van onroerend goed, in het bijzonder met behulp van explosieven.
De sterkste en veiligste delen van kastelen, vaak gebruikt als woningen.
Een cinematografisch optisch effect waarbij levende wezens veel langzamer lijken te bewegen dan normaal; het wordt bereikt door de film of videoband tijdens het opnemen sneller dan normaal te laten draaien en op normale snelheid af te spelen.
Relatief kleine olielamp, die veel werd gebruikt in keukens, met een ronde metalen bak of een bak in de vorm van een spade waarin men dierlijk vet deed. Men plaatste een pit van touw of doekjes ��� die ���sluts' (���slonzen') werden genoemd, omdat ze er slonzig en vies uitzagen ��� in een of twee tuiten aan de zijkant. De lamp was vaak bevestigd op een grote schotel om overstromend of druipend vet op te vangen.
Het vermogen om te oordelen over de schoonheid van natuurlijke en door de mens tot stand gebrachte objecten en gebeurtenissen.
Metalen strook om in het zetsel de regels van elkaar te scheiden.
Diverse kleuren die variëren van bleekblauw of grijsachtig blauw tot diepblauw, genoemd naar de kleur van smalt in poedervorm dat vroeger als blauwsel werd gebruikt bij het wassen van kleding en voor het kleuren van porselein. Smaltpoeder is diepblauw en in water opgeloste smalt is bleekblauw van kleur.
Elk van een groep kleimineralen met expanderende kristalroosters; het belangrijkste bestanddeel van bentoniet en bleekaarde.
Gereedschap dat wordt gebruikt voor diverse doeleinden maar voornamelijk voor het zetten van tanden van zagen, of bij het bewerken van bladmetaal, als handgereedschap dat wordt gebruikt om materiaal in de gewenste vorm te krijgen.
Een vaste stof omzetten naar een vloeibare toestand, meestal door verhitting.
Fabrieken voor metaalverwerking waar erts wordt gesmolten of versmolten, hetgeen vaak gepaard gaat met chemische veranderingen, meestal om het metaal van een ander materiaal te scheiden.
Houders met een inhoud tussen de 50 en 100 liter voor het smelten, calcineren (door gloeiing oxideren) of filteren van een substantie bij hoge temperaturen; gemaakt van hittebestendig materiaal o.m. klei, grafiet, porselein, dat slechts smelt bij hoge temperaturen.
Een thermoplastisch hechtmiddel dat in gesmolten staat wordt aangebracht en zich tijdens de afkoeling hecht als vaste stof. Te onderscheiden van 'heat-seal adhesive', dat al in een dunne laag op het te plakken oppervlak aanwezig is waar het, door aanwending van warmte en druk, de binding vormt.
De temperatuur waarop een vaste stof vloeibaar begint te worden.
Gelegendheidsdrukwerk, gebruikt voor, onder andere, reclame, visitekaartjes, brieven en flyers. Het gaat om een klein zetsel, waarbij vaak vaste formules gebruikt worden en waarvan de productieperiode zeer kort is.
Benaming die meestal wordt gebruikt voor kleine, draagbare tafels waarop eten of drinken voor één persoon kan staan.
Wordt gebruikt voor bevestigingsmiddelen die sluiten met behulp van een cilinder, magneet of wrijving. Te onderscheiden van 'grendels', die werken met een horizontale staaf, zoals een bout, staaf of haak.
Te gebruiken voor brikken met een bezaan met gaffeltuig, een gaffelzeil, aan een kleine hulpmast vlak achter de grote mast, de druil.
Toppelings geblazen fluiten waarbij de luchtstroom door een smal mondstuk wordt geleid naar de scherpe rand van een gat dat even onder het mondstuk in de buis is uitgesneden.
De techniek waarbij twee afzonderlijke afbeeldingen op de voorrand van een boek worden geschilderd, één met de vellen naar de ene kant uitgespreid, de andere met de vellen naar de andere kant uitgespreid, zodat de twee afbeeldingen los van elkaar te zien zijn.
Een- of tweedelige kinderkledingstukken voor buitenshuis bij koud weer, vaak een dik gevoerde broek en jas. Gebruik skipakken voor kleding die gedragen wordt tijdens deze sportieve activiteit.
Vloeibaar asfalt dat is samengesteld uit asfaltcement met een nafta- of benzineachtig oplosmiddel met een hoge vluchtigheid.
Lange staafvormige klemmen van hout of metaal met een verstelbaar eindstuk aan het ene uiteinde en een schroefbaar eindstuk aan het andere.
Systemen die zware railvervoerdiensten bieden die meestal voorrang hebben en zijn gescheiden van andere verkeerssystemen, meestal binnen een stedelijke context en met treinen die bestaan uit meerdere stellen die op elektriciteit werken en grote hoeveelheden passagiers vervoeren.
Machinaal aangedreven zagen, meestal handgereedschap, met een uitstekende arm die een eindloze ketting draagt waar de snijtanden op zijn bevestigd.
Etenswaren gemaakt van suiker of andere zoete eetbare stoffen, vaak verrijkt en gevarieerd met kleurstoffen, smaakstoffen zoals chocola en vullingen zoals vruchten of noten, en vervaardigd in allerlei vormen.
Een van de lange uitstekende haren of stekels die bij de mond van een dier groeien.
Aërofonen bestaande uit een spatelvormig stuk hout, been, steen dat aan een koord is gebonden, geluid producerend wanneer ze door de bespeler aan het vrije uiteinde van het koord door de lucht worden rondgedraaid.
Verwijst naar kleine producten die een decoratieve of verstrooiende functie hebben, en die hoofdzakelijk zijn bedoeld voor privégebruik of huishoudelijk gebruik. Kenmerk is meestal dat ze een geringe gebruikswaarde hebben en dat hun aantrekkingskracht voornamelijk te danken is aan het feit dat het ontwerp 'nieuw' is.
Houders voor snuifpoeder, in flesvorm, inhoud ca. 25 gram, plat of cilindrisch, vaak gedecoreerd, gemaakt van allerlei materiaal.
Kleine lepels, gemaakt van zilver, been, ivoor of hout, die worden gebruikt om snuif vanuit een snuifhouder naar de neus te brengen.
Verwijst naar kleine ornamenten, meestal opzichtige goedkope sieraden of andere artikelen die zijn bedoeld om zichzelf mee te verfraaien of op kleding te bevestigen.
Een sociologische theorie die beweert dat sociaal-culturele vooruitgang het product is van conflict en competitie tussen groepen en dat daarom de sociaal bevoorrechte klassen (personen met geld en macht) een biologische superioriteit hebben in de strijd om het bestaan.
Activiteit die op het world wide web wordt uitgevoerd door middel van websites waar leden profielen met persoonlijke gegevens kunnen aanmaken, lijsten met contactpersonen kunnen onderhouden en berichten kunnen sturen naar andere leden. Het belangrijkste doel is het leggen van contacten om met elkaar te spelen, voor zakelijke interacties of voor interactie met anderen met dezelfde interesses.
Personen die zich beroepsmatig of als vrijwilliger bezighouden met maatschappelijke dienstverlening en zich richten op gezins- of maatschappelijke problemen die bijvoorbeeld ontstaan als gevolg van armoede, geestelijke of fysieke handicaps, of onaangepastheid.
Te gebruiken voor werken die realistische situaties tot uitdrukking brengen met een ondertoon van sociaal protest. Gebruik 'socialistisch-realistisch' voor beeldende kunst in communistische landen die is gesanctioneerd door de overheid.
Politieke ideologie die een geleidelijke overgang naar een socialistische samenleving bepleit via het democratische proces. De beweging, oorspronkelijk een vorm van marxisme, begon in 1869 met de oprichting van de Duitse Sociaal-Democratische Arbeiderspartij, die uiteindelijk heeft geleid tot de Sociaal-Democratische Partij van Duitsland. De bijbehorende filosofie evolueerde en verwierp uiteindelijk militarisme, totalitarisme en revolutie als methoden van politieke verandering. Een belangrijk pleitbezorger van de sociaaldemocratie was de theoreticus Eduard Bernstein, die zich afkeerde van Marx en Engels en in tegenstelling tot hen stelde dat de democratie moest worden omarmd teneinde socialistische veranderingen door te voeren. Na de Tweede Wereldoorlog kwamen in verscheidene landen sociaaldemocratische regeringen aan de macht, onder meer in West-Duitsland en Zweden.
De decentrale praktijk en methode waarbij individuen en groepen termen, namen, etc. (zogenaamde 'tags') creëren, beheren en delen om digitale bronnen in een online 'sociale' omgeving te markeren en te categoriseren. Deze methode komt niet per definitie door samenwerking tot stand, omdat de activiteit meestal niet is georganiseerd, de individuen niet echt samen of in onderling overleg werken en er geen sprake is van standaardisatie en een gemeenschappelijk jargon.
Te gebruiken voor georganiseerde hulp die overheidsinstanties of particuliere instellingen aan leden van de bevolking bieden. Gebruik 'openbare diensten' voor blijvend essentiële voorzieningen die de overheid verzorgt en die direct in verband staan met de bescherming en het onderhoud van levens en eigendommen van de inwoners van een gemeenschap.
De interdisciplinaire studie van de onderling aanpassende wisselwerking tussen individuen en hun nabije omgeving; omvat aspecten van demografie, huishoudkunde, huisvesting, ontwerp, sociale diensten en gezinsgedrag. Gebruik 'sociale geografie' voor de studie van bredere ruimtelijke en organisatorische patronen van mensen verspreid over het landschap.
De studie en verklaring van de ruimtelijke, organisatorische en gedragspatronen van mensen verspreid over de natuurlijke en bebouwde landschappen; omvat methoden en theorieën van gedragsgeografie, cognitieve geografie, economische geografie, marketing en besliskunde en vestigingsanalyse. Gebruik 'sociale ecologie' voor de sociologische studie van individuen en hun naaste omgeving.
Groepen mensen die één of meerdere sociale eigenschappen met elkaar gemeen hebben.
Lagen in de bevolking onderscheiden door mate van rijkdom of voorrechten, het soort werk, de levenswijze, of andere sociale, economische of culturele factoren.
De bestudering van hoe mensen door elkaar en hun sociale omgeving worden beïnvloed.
Politieke en economische ideologie die voorstander is van collectief- of staatseigendom als ook beheer van productiemiddelen en distributie van goederen.
Mensen die een vooraanstaande positie hebben in een chique of rijke samenleving en vaak deelnemen aan sociale activiteiten en entertainment.
Een historische term voor een soort lepel met een lang handvat en een ronde schep. Dit was een gepatenteerd artikel aan het eind van de 19e eeuw.
Verwijst naar de tak van de islam die is gebaseerd op het beginsel dat goddelijke liefde en kennis kunnen worden verworven door een rechtstreeks persoonlijk verbond aan te gaan met Allah. Deze tak wordt gekenmerkt door een aversie tegen traditionele theologische wetten en redeneringen. In plaats daarvan hanteren ze een voorkeur voor een systeem van antithetische categorieën om te komen tot een synthese van het uitwendige en het innerlijke hebben ze orden van derwisjen gesticht die streven naar het bereiken van een bepaalde spirituele extase en passen ze de spirituele techniek van het reciteren (dhikr) toe, waarbij zinnen uit de Koran worden gereciteerd. Deze tak staat ook bekend om de popularisering van mystieke liefdespoëzie in het Perzisch, Turks en Oerdoe.
Het joodse dankfeest dat in september of oktober (15-21 tisjri) wordt gevierd. Het Loofhuttenfeest is een van de drie joodse pelgrimsfeesten. In bijbelse tijden was het feest verbonden met het landbouwseizoen. Volgens de door Leviticus (23:42) gevestigde traditie worden in huizen, tuinen en synagogen 'stalletjes' of tijdelijke schuilhutten gebouwd ter herinnering aan de hutten die de Israëlieten bewoonden na hun vertrek uit Egypte.
Bamboe snavelfluiten, open aan de onderkant en met een natuurlijke knoest aan de bovenkant gesloten; er zit een inkerving in de knoest en in de rechtstreeks daaronder liggende buis; een smalle bamboering is aan het bovenste einde gebonden om zo de adem van de bespeler te richten; vervaardigd en bespeeld in Indonesië.
Verwijst naar de tak van de islam die in het algemeen wordt beschouwd als de grootste en meest traditionalistische islamitische sekte. Deze tak van de islam is gebaseerd op de erkenning van een theocratische staat als een aards, tijdelijk rijk voor Allah. Het religieuze leiderschap wordt hierbij bepaald door hedendaagse politieke werkelijkheden, en is enkel het resultaat van een benoeming en niet gebaseerd op persoonlijke afkomst. De soennadoctrine omvat veel gebruiken en rituelen die niet in de Koran staan, maar zich in de loop van de geschiedenis hebben ontwikkeld.
Tafelgerei voor het opdienen van soep, voor het overbrengen van de soep van terrine naar soepborden; komvormige schep aan een steel; gaat soms samen met een terrine of ze maken deel uit van een bestekcassette.
Tafelgerei bestaande uit een komvormige schep aan een steel, voor het nuttigen van soep uit een soepbord. Gebruik 'bouillonlepels' voor soortgelijk maar kleiner tafelgerei met ronde kom, voor het eten van bouillon of heldere soep.
Kommen vooral bestemd om één persoon een portie soep in te serveren; worden gemaakt met of zonder handvatten en hebben soms een bijbehorende schotel, deksel of beide.
Lange, beklede zitbanken met een rugleuning en twee armleuningen; worden hoofdzakelijk gebruikt om op te zitten en niet om op te liggen. Te onderscheiden van 'rustbanken (sofa's)', die een ruggensteun aan één kant hebben en die voornamelijk worden gebruikt om op te liggen en niet om op te zitten. Tussen de termen 'bank' en 'sofa' wordt tegenwoordig vrijwel geen onderscheid gemaakt, maar er is wel degelijk een verschil: een sofa is meestal volledig bekleed.
Oorspronkelijk gebruikt als historische benaming voor tafels uit het eind van de 18e en het begin van de 19e eeuw, die leken op Pembroketafels, met scharnierende bladen aan elk uiteinde. Ze waren bestemd om voor een sofa te worden gezet. De benaming wordt tegenwoordig meer algemeen gebruikt voor elke tafel die bestemd is om voor of achter een sofa te staan.
Verwijst naar de periode van de eerste verspreiding van de pottenbakkerij in Perzië, waarin het aardewerk wordt vermengd met plantaardig materiaal, en bij een lage temperatuur wordt gebakken.
Verwijst naar het werk van een school van schilders die waren gespecialiseerd in het schilderen met inkt, en die actief waren van de 15de tot de 18de eeuw. De school is gecentreerd rond de Daitokuji-tempel van Kyoto. Belangrijke schilderijen van de school zijn onder andere panelen voor de subtempel Shinjuan en talloze rolschilderijen met allerlei onderwerpen, zoals vogels en bloemen, portretten van de zenmeester Ikkyu Sojun en landschappen in inkt.
Plantaardig proteïnelijm gemaakt van geëxtraheerd sojameel; het heeft een grotere kleefkracht en waterbestendigheid dan de meeste andere plantaardige lijmen en het wordt in droge vorm op de markt gebracht en voornamelijk gebruikt voor multiplex voor binnenshuis.
Sokken die de voet bedekken en tot ergens beneden de knie reiken.
Orde van 5 families, 165 genera en meer dan 4000 soorten bloeiende planten.
De verandering van de lichttransmissie-eigenschappen van glas als gevolg van langdurige blootstelling aan zichtbaar of ultraviolet licht. Aantasting kan blijken uit een verandering van de kleur van het glas, doordat licht een reactie veroorzaakt tussen ijzer en mangaanoxiden in het glas. Deze onomkeerbare verandering kan een diepe paarse kleur zijn, maar is vaker een subtiele kleurverandering in roze, violet of geel. Gesolariseerd glas heeft meestal een kleur variërend van roze tot violet, omdat het mangaan bevat. In elk geval sinds de 2de eeuw voor Christus is mangaan gebruikt als een ontkleuringsmiddel voor glas, om de groenachtige tint als gevolg van ijzersporen te verminderen. Als mangaan echter wordt blootgesteld aan ultraviolet licht kan foto-oxidatie ontstaan, waardoor mangaandioxide wordt gevormd die violet van kleur is. Sinds de 20ste eeuw worden selenium en cerium ook gebruikt als bleekmiddelen, die bij foto-oxidatie een gele tot gouden tint afgeven.
Ruimten, open, halfopen of met glas, bedoeld om een maximale hoeveelheid zonlicht op te vangen.
Wordt gebruikt voor gebouwen of groepen gebouwen die zijn opgetrokken als eenvoudige woonplaatsen, vaak tijdelijk, voor groepen soldaten of arbeiders.
Verschillende legeringen, meestal van lood en tin, die worden gebruikt bij het solderen; de voornaamste vereiste is dat ze een lager smeltpunt hebben dan de metalen oppervlakken die moeten worden verbonden.
Kleine, draagbare branders die vaak worden gebruikt voor solderen en verwijderen van verf.
Gereedschap met een pistoolhandgreep en een klein, elektrisch verhit onderdeel dat zeer snel op werktemperatuur komt. Wordt gebruikt om elektrische onderdelen te solderen.
Scheepspapieren die door de kapitein aan het eind van een reis worden opgemaakt, waarin staat vermeld hoeveel elk bemanningslid heeft verdiend, inclusief overuren of speciale premies.
Kleine wormachtige weekdieren die in de diepzee leven en geen kalkhoudende platen op het lichaam hebben, maar wel dunne slijmerige uitsteeksels op de mantel. In sommige classificaties wordt deze onderklasse net als Caudofauveata een klasse genoemd. Hier worden de twee samen ondergebracht in de klasse Aplacophora.
Gouden munten uit de Romeinse en Byzantijnse tijd uit de periode begin 4e tot 11e eeuw..
Stevige stoelen met een hoge rugleuning en solide armleuningen die in Romeinse huizen en publieke ruimtes werden gebruikt of stoelen met dezelfde vorm. De zitting was verhoogd, waardoor een voetenbank nodig was. Soliums stonden in het atrium en werden gebruikt door de heer des huizes wanneer hij gasten of klanten ontving. Goden en koningen worden in de kunst vaak zittend in dergelijke stoelen afgebeeld.
Een blauwgrijze Beierse kalksteen.
Verwijst naar de relatief kortstondige cultuur die vernoemd is naar de archeologische vindplaats Solutré, die voornamelijk in het zuidwesten van Frankrijk floreerde tussen 21.000 en 17.000 jaar geleden.Deze kwam na de culturen van de Perigord en Aurignac en ging vooraf aan de Magdalenische, maar onderzoekers zijn het er niet over eens of deze cultuur ontstond uit lokale tradities of door invloeden van nieuwe indringers in het gebied. De cultuur kenmerkt zich door de vervaardiging van de voor die periode gebruikelijke werktuigen, maar met een nieuwe preoccupatie met ornamentatie, zoals: juwelen gemaakt van botten, werktuigen, en stenen voorwerpen, gekozen om hun schoonheid, waaronder gekleurde kwarts en jaspis, alsmede duidelijk symmetrische, tweezijdig afgeschilferde, laurierbladvormige en geschouderde vuurstenen punten, waarvan sommige waarschijnlijk eerder een rituele dan een gebruiksfunctie hadden.
Schalmeien van hout met een wijd uitlopende metalen klankbeker, zeven vingergaten aan de voorkant, één duimgat aan de achterkant en een pirouette; afkomstig uit Centraal-Azië, voor de 16e eeuw geïntroduceerd in China.
Verwijst naar de laatgotische Duitse architectuur en kunst van het midden van de 14de eeuw tot aan het midden van de 16de eeuw. De term betekent ‘bijzondere gotiek’ en wordt weinig gebruikt door moderne onderzoekers, hoewel het voorheen een populaire term was. De term werd voor het eerst gebruikt door Duitse kunsthistorici aan het begin van de 20ste eeuw, teneinde het in hun ogen ‘irrationele’ karakter van de Duitse gotiek te beschrijven. De stijl verschilt van de Franse gotiek door het uitgebreide gebruik van de hallenkerk in plaats van de basiliek en door de eenheid in het interieur, in tegenstelling tot duidelijk afgebakende ruimtelijke eenheden.
Verwijst naar een Chinese dynastieke stijl en periode tussen 960 en 1279 n. Chr. Het was een overgangsperiode met tal van maatschappelijke, economische en kunstzinnige vernieuwingen; met name in allerlei kunstvormen werd een onovertroffen graad van verfijning bereikt. Er was een maatschappelijke ontwikkeling gaande waarbij de aristocraten geleidelijk hun macht verloren aan de gegoede burgerij, hetgeen ertoe leidde dat de heersende klasse zijn machtspositie probeerde te versterken. Zo bevorderden de keizers het verbeelden van thema's die de legitieme status en stabiliteit van de dynastie moesten uitdrukken. De Song-keizers behoorden tot de meest verlichte heersers van China, en vaak waren ze zelf verdienstelijk kunstenaar. Aangezien de Song-keizers minder macht bezaten dan hun voorgangers uit de Han- en Tang-dynastie en zij bovendien een wankele vrede met vijandige buurlanden in stand moesten houden, is de kunst uit deze periode introspectief van aard. De Song-periode is vooral bekend om de landschapsschilderingen, hoewel ook de keramiek, beeldhouwkunst en architectuur een bloeiperiode beleefden. In de beeldhouwkunst werd steen vaak vervangen door klei en hout, materialen die zachtere, levensechtere figuren mogelijk maakten. Een opvallend kenmerk van de Song-architectuur is de langwerpige, slanke vormentaal, met gebogen daken en een duidelijk herkenbare Song-spits. Tijdens deze periode werden de pagodes aanvankelijk opgetrokken uit metselwerk. De stijl en periode kunnen worden onderverdeeld in Noordelijke Song, van 960 tot 1127, en Zuidelijke Song, van 1127 tot 1279.
Gedicht van veertien regels met tien lettergrepen, vaak met een rijmschema. Men denkt dat het sonnet oorspronkelijk uit Italië komt. De eerste sonnetten verschenen in de dertiende eeuw op Sicilië. Daarna verspreidden ze zich naar Toscane, waar Petrarca de vorm perfectioneerde in zijn Canzioniere, een serie van 317 sonnetten voor zijn geïdealiseerde geliefde Laura. Het petrarkische sonnet is historisch gezien het meest gebruikte sonnet, hoewel het shakespearesonnet (drie kwatrijnen en twee slotregels met gepaard rijm) ook veel voorkomt.
Instrumenten, machines en andere toestellen die worden gebruikt bij het vaststellen van de hoeveelheid kracht die de zwaartekracht uitgeoefent op een voorwerp of een stof, of de hoeveelheid kracht die nodig is om een voorwerp of stof te dragen.
De hoeveelheid calorieën die nodig is om 1 gram van een stof 1 graad Celsius in temperatuur te laten stijgen.
De kracht of eigenschap van weerstand, vooral de reciproque van elektrische geleiding.
Schalmeien uit Joegoslavië met een conische vorm en zes vingergaten.
Wordt gebruikt voor woningen die in het bezit zijn van en worden beheerd door sociëteiten voor vrouwen ten behoeve van de leden; ze zijn niet algemeen toegankelijk. Meestal deel van een school of universiteit.
Elk materiaal, mengsel of systeem, hoewel meestal toch een klei of silicaat, dat een sorptiefunctie kan vervullen, zoals absorptie, adsorptie en desorptie.
Japanse drukkunstbeweging uit de 20ste eeuw die was gebaseerd op de persoonlijke betrokkenheid van kunstenaars bij alle stadia van de drukproductie. Dit in tegenstelling tot het teamwerk bij de traditionele 'ukiyo-e'-druk. De term betekent letterlijk 'creatief drukwerk'.
Verwijst naar het werk van een school van schilders die omstreeks 1600 werd gestart door Sōtatsu en zijn tijdgenoot Hon'Ami Koetsu. Korin reformeerde de school in de 18de eeuw en Saki Hoitsu deed dit nogmaals in de 19de eeuw. De alternatieve naam voor de school, Rimpa, is afgeleid van de laatste lettergreep van Korins naam (rin) en het woord voor school (ha). De stijl kenmerkt zich door trouw aan het klassiek Japanse gevoel van decorativiteit, delicate kleurvoering en scherpe observatie van de natuurlijke wereld. Edele metalen, zoals goud en zilver, werden samen met kleuren gebruikt op kamerschermen, waaiers en andere objecten. De onderwerpen waren afkomstig uit middeleeuwse literatuur en ook uit de natuur. Hoewel de stijl na de Edo-periode (1600-1868) niet meer voorkwam, was deze van invloed op de Japanse schilderkunst van de 20ste eeuw.
Verwijst naar een van de twee hoofdstromingen van het zenboeddhisme. Het stond in China bekend als Tsao-tung en werd vandaar door Dogen naar Japan gebracht in 1227. Anders dan Rinzai doceert Soto een vorm van stil en zittend mediteren waarbij verlichting een geleidelijk proces is. In zijn 'Shobogenzo' bepleit Dogen een combinatie van gezeten meditatie (zazen), dagelijkse arbeid, discipline en het gebruik van koans. Dogen schreef ook een praktische handleiding voor gezeten meditatie over de vijf fasen van de zazen, culminerend in de eenwording van werkelijkheid en individu. Soto sprak de lagere samoerai en de armere boeren aan als methode van zelfbeheersing. Soto is populairder geworden dan Rinzai, deels omdat het begrafenisvormen uit de Pure Land-traditie heeft overgenomen.
Italiaanse term die letterlijk 'van beneden naar boven toe' betekent en die verwijst naar het toepassen van verkorting, meestal in de tweedimensionale kunst, om een realistisch effect te bereiken in de weergave van architectonische elementen en van figuren en objecten die vanaf een lager standpunt dan het kunstwerk zelf worden beschouwd, en dus niet vanuit een positie recht tegenover het kunstwerk. De term wordt soms ook gebruikt om te verwijzen naar Oud-Romeinse muurschilderingen, maar wordt vooral gebruikt voor westerse kunst uit de renaissance en later. Meestal verwijst de term dan naar plafondschilderingen, wandschilderingen hoog op een muur en andere schilderijen of bas-reliëfs die van onderaf moeten worden bekeken. Sommige 'di sotto in su'-afbeeldingen zijn getekend vanuit een 'kikkerperspectief' of 'wormperspectief', waarbij het de bedoeling is dat de beschouwer vanuit een liggende houding op de vloer omhoog kijkt.
Houders voor het bereiden en serveren van soufflé, rond, rechtopstaande rand.
In de vroege 17de eeuw uitgevonden doedelzakken, vaak aangeduid als Italiaanse musettes. De complexe pijpen werden aangeblazen met een blaasbalg en hadden vier afzonderlijke schalmeien, waarvan twee gedeeltelijk met kleppen en twee volledig met kleppen, zodat de gebruiker vierstemmige muziek kon voortbrengen.
Hout van de soort Quercus virginiana, die inheems is in het zuidoostelijke kustgebied van de Verenigde Staten tot in Mexico en Cuba. Het is de hardste soort van alle Amerikaanse eiken. Het wordt gebruikt voor de bouw van schepen, wagons en landbouwwerktuigen. In de scheepsbouw werd het hout het meest gebruikt vanwege zijn weerstand tegen zout water en omdat het niet snel ging rotten. Het werd in de jaren negentig van de 18e eeuw gebruikt voor de bouw van het beroemde zeilschip USS Constitution, dat de bijnaam Old Ironsides had.
Een voornamelijk in kunstnijverheid en interieurontwerp gehanteerde algemene stijl die wordt gekenmerkt door motieven en elementen uit New Mexico, Arizona en de omliggende gebieden, met invloeden van Native American en Spaanse ontwerpen.
Verwijst naar de cultuur van het huidige Spanje, of in het algemeen naar de culturen die zich ontwikkelden op het Iberisch schiereiland in Zuidwest-Europa. Verwijst ook naar de culturen die zich ontwikkelden onder invloed van de Spaanse kolonisten en hun nakomelingen, in het bijzonder in de culturen van Latijns-Amerika.
Pigment dat bestaat uit elementaire koperacetaat en met een donker blauw-groene kleur. Spaans groen, ook wel 'verdegris' en 'groenspaan'genoemd, werd vervaardigd sinds de oudheid door het plaatsen van koperen platen over vaten fermenterende druivenschillen, het azijnzuur reageert snel en vormt koperacetaat. Bij rechtstreeks gebruik als pigment, verkleurt het van groen naar zwart in olieverf, vervaagt in waterverf, en gaat een reactie aan met een papieren drager. Het wordt gebruikt om koperresinaat maken, als droger voor lijnolie, om stoffen te verven en als kleurstof en als schimmeldoder in aangroeiwerende verf.
Wordt gebruikt met betrekking tot de cultuur en creatieve ondernemingen en activiteiten van inwoners van de Verenigde Staten die van Latijns-Amerikaanse of Spaanse afkomst zijn.
Verwijst naar de stijl in de Spaanse architectuur, schilderkunst en decoratie die wordt geassocieerd met de regering van Isabella I aan het eind van de 15de eeuw en die geconcentreerd was in Centraal-Spanje. De stijl vertoont een combinatie van de decoratieve mudejarstijl en de meer realistische vormen uit de Nederlanden, is nauw verwant met de Emanuelstijl in Portugal en valt grotendeels samen met de met de Isabella-stijl.
Gouden of zilveren munten, onregelmatig van vorm en van ongelijke kwaliteit, die tussen de 16e en de 18e eeuw in verscheidene delen van het Spaanse Rijk werden gebruikt.
Verwijst naar de stijl en periode die loopt van de vroege 16de tot de vroege 19de eeuw in de door de Spanjaarden gekoloniseerde gebieden, in het bijzonder op de beide Amerikaanse continenten. De stijl is vooral zichtbaar in de schilderkunst, beeldhouwkunst en in kerkelijke en militaire architectuur. De stijl toont de smaak van de aristocratische grootgrondbezitters en van de kerk en imiteert in feite de gangbare stijlen uit Spanje, de Nederlanden, Italië en Frankrijk. Soms zijn er in beperkte mate invloeden uit lokale tradities en ontwerpen gebruikt.
Elektriciteitscentrales waarbij in periodes dat de vraag naar elektriciteit klein is, water naar grote hoogte wordt gepompt en daar wordt opgeslagen tot de vraag naar energie stijgt en dan wordt vrijgelaten waardoor hydraulische turbines worden aangedreven die de benodigde elektriciteit produceren.
Kleine, vaak ornamentele of mechanische houders voor het bewaren van muntstukken.
Spaarpotten in de vorm van een varken, meestal van aardewerk, op allerlei wijzen gedecoreerd.
Verwijst naar de periode van midden jaren vijftig tot de vroege jaren zeventig van de 20ste eeuw, toen voor het eerst rakettechniek werd gebruikt om satellieten en bemande missies te lanceren naar de buitenaardse ruimte. In het algemeen van toepassing op werken die waren geïnspireerd door nieuwe technieken, materialen en ontwerpen die waren ontwikkeld voor de ruimtevaart, of op de beelden, ervaringen en psychologische toestanden die werden vastgelegd door astronauten tijdens ruimtemissies. De term is gebruikt voor werken op het gebied van kunst, design, muziek en architectuur die kenmerkend zijn voor deze periode.
Met de hand gesmede handvatten met bevestigingsplaatjes in de vorm van het uiteinde van een schop.
Stokken die door wagenmakers worden gebruikt om de uiteinden van spaken in de velg te duwen.
Verwijst naar geschilderde muurpanelen, meestal naar een bepaald soort geschilderd paneel dat in de 15de eeuw en de vroege 16de eeuw werd geproduceerd in Toscane. Tegenwoordig zijn ze meestal verwijderd van hun oorspronkelijke locatie en worden ze gekenmerkt door hun grootte en vorm. Hun lengte is twee tot drie keer groter dan hun hoogte en ze zijn groter en naar verhouding hoger dan cassone-panelen. De term betekende oorspronkelijk 'ruggensteun (voor meubelstuk)' en verwees naar decoratieve panelen op hoofd- en schouderhoogte in lambriseringen boven de ruggensteun van een meubelstuk zoals een cassone, bed of een bank met een hoge rug, met een kist onder de zitting die eveneens fungeerde als een smal bed (een 'lettuccio'). Het kan ook verwijzen naar paneelschilderingen die als integraal onderdeel van de beschotten in de muur waren aangebracht. Ze zijn vaak te onderscheiden van 'kroonlijstschilderijen', die hoger in de muur in een fries boven de houten kroonlijstlatten waren aangebracht, waardoor ze een apart register vormden tussen de houten lambrisering en de kale muur direct onder het plafond. Omdat het onderscheid niet meer duidelijk is nadat het paneel is verwijderd, wordt de term 'spalliere' vaak voor beide vormen gebruikt.
Kegelvormige helmen gemaakt uit een aantal segmenten en banden, bekend sinds de Romeinse tijd en in aangepaste vorm gebruikt tot de 14e eeuw.
Tekeningen met eindaanzichten van schepen, waarop welving op bepaalde punten langszij het schip staat aangegeven. Gebruik 'lijnentekeningen' als deze voorkomt met en met een plattegrond in halve breedte en zeegplattegronden.
Middeleeuwse bedden met een kom- of tentvormig gordijn dat over het hoofdeinde van het bed naar beneden hangt.
Verwijst naar de kunstwerken die verband houden met de esthetische doctrines die de Argentijns-Italiaanse kunstenaar Lucio Fontana (1899-1968) ontwikkelde. De stijl kenmerkt zich door de wens de scheiding tussen architectuur, schilderkunst en beeldhouwkunst op te heffen door elementen als kleur, geluid, ruimte, beweging en tijd samen te brengen in een nieuw soort totaalkunst. Opmerkelijk zijn de schilderdoeken van Fontana met gaten en sneeën die schaduwen werpen op het oppervlak.
Onderdelen of panelen in een keuken of badkamer die zijn bedoeld om muren en apparaten te beschermen tegen vloeistofspetters of voedselresten.
Aromatische, plantaardige stof die in kleine hoeveelheid als smaak- of reukgevend toevoegsel bij spijzen en dranken gebruikt wordt
Miniatuurkisten met ontelbaar veel kleine laadjes voor kruiden. Ze worden op een tafel of een ladenkast gezet.
Kleine, vaak handbediende molens die worden gebruikt voor het vermalen van kruiden.
Ongewone filmelementen die tot stand worden gebracht met behulp van diverse technieken, bijvoorbeeld computer-, mechanische, grime-, pyrotechnische, optische, licht-, draaisnelheids-, weers- en modelleertechnieken. Ze worden doorgaans gebruikt om effecten te creëren die met normale cameratechnieken of acteerhandelingen niet bereikt kunnen worden of daarvoor te kostbaar zouden zijn. Ze worden vaak in de setbeelden gemonteerd door een aparte speciale-effectenafdeling.
Bibliothecarissen die werken in omgevingen buiten de normale context van traditionele openbare, privé-, universiteits- en schoolbibliotheken, waaronder bedrijven, non-profitorganisaties en overheidsorganisaties.
Drukproeven die voor presentatiedoeleinden zijn vervaardigd door de kunstenaar of uitgever.
Personen die zich wijden aan een bepaalde bezigheid, activiteit of tak van wetenschap.
Nauwkeurige en accurate beschrijving van de bijzonderheden, met name van de opzet, de uitvoering, de te gebruiken materialen, de regeling der werkzaamheden en de kosten, van iets dat moet worden gebouwd, geïnstalleerd of vervaardigd.
Fotometers die de relatieve intensiteit meten van de stralingsenergie van bepaalde golflengtes, die door een bepaalde stof wordt uitgezonden of gereflecteerd.
Proces waarbij de relatieve intensiteit van het licht op verschillende plaatsen in het spectrum fotometrisch wordt gemeten.
Optische apparaten voor het meten van stralingsintensiteit bij verschillende golflengtes of van de afwijking van gebroken stralen, bijvoorbeeld door de zijdes van prisma's.
Een reeks componenten van een emissie of golf, die zijn gescheiden en geordend volgens een wisselend kenmerk, zoals golflengte, massa of energie.
Amusementsvoorzieningen die een verscheidenheid aan spellen en ander amusement bieden die kunnen worden gespeeld tegen een vastgestelde prijs.
Gokmachines die werken op munten en die in werking worden gesteld door verschillende mechanismen, meestal met een hendel of een knop. (De uiteindelijke opstelling van vooraf aangegeven symbolen bepaalt hoeveel er wordt uitbetaald).
Wordt gebruikt voor tafels waarbij op het blad speelborden voor schaken, backgammon of andere spelletjes zijn aangebracht. Te onderscheiden van 'kaarttafels' die een glad, onversierd blad hebben.
Series vaste hangende klokken, meestal voor gebruik buiten in een open torenkamer of in een hoog raamwerk, die handmatig via een speelklavier kunnen worden bespeeld, dan wel automatisch door een uurwerk of elektronisch door middel van een pneumatisch mechanisme. Ze zijn uitgebreider dan klokkenspelen, met een bereik van twee octaven of meer, waarbij alle tonen behalve de laagsten een volkomen chromatische toonladder vormen.
Een zeer zachte steen die voornamelijk uit gehydrateerd magnesium silicaat bestaat. Het is gemakkelijk te bewerken en wordt al sinds de oudheid voor reliëfs gebruikt. Het is meestal wit, grijsachtig groen, bruin of in zeldzame gevallen, rood of zwart. De stenen werden gesneden voor kommen, dozen en kleine objecten zoals beeldjes, kralen, zegels, amuletten en scarabeeën. In de moderne constructie wordt het gebruikt voor laboratoriumgootstenen, aanrechtbladen, en elektrische panelen. Inheemse speksteen is zo zacht dat het kan worden bekrast met een vingernagel, maar verhitten resulteert in uitdroging en verharding van de steen. Sommige oude speksteen gravures werden vervolgens geglazuurd en daarna verhit, waarbij het mineraal enstatiet ontstaat, wat hard genoeg is om glass te krassen.
Vorm van ontspanning die ten minste enige lichamelijke inspanning of praktische activiteit behelst, vooral bij kinderen en jonge dieren tijdens het aanleren van volwassen gedrag en het ontdekken van hun omgeving.
Kleine kussentjes waarin spelden worden vastgeprikt als ze niet worden gebruikt.
Te gebruiken voor vormen van wedijverend spel, waarbij meestal een element van strategie een rol speelt, vooral om het spel van de tegenstander te beïnvloeden, al of niet gepaard met lichamelijke vaardigheid.
De onderdelen, meestal klein en van duurzaam materiaal, worden rechtstreeks door de deelnemers gehanteerd gedurende kaart-, bord- of tafelspel.
Wordt gebruikt voor oude Egyptische tempels, heiligdommen of graftombes die zijn uitgehakt in rotswanden.
Oude Romeinse bouwwerken voor balspelen, kaatsbanen.
Cryptogame planten (die gebruik maken van seksuele reproductie, maar geen meeldraden en stampers hebben) met holle stengels. De stengels hebben knopen waaruit kransen van slanke takjes groeien. Tegenwoordig omvat deze stam één genus en ongeveer 30 soorten, maar in het verleden waren ze talrijk. Sommige Paleozoïsche soorten werden wel 30 meter hoog.
Spiegels met verzilverde randen, soms twee lagen boven elkaar, bedoeld om beeldjes, kaarsenstandaards of vaatwerk op of in te zetten; gebruikt als pièces de milieu op tafel aan het eind van de 18e en het begin van de 19e eeuw.
Stokwapens met een scherpe punt en zonder extra bladen of punten; om mee te gooien of te stoten of beide, gebruikt bij zowel het oorlogvoeren als bij de jacht.
Voorwerpen in de vorm van een handvat met een bek en een verlengbare steel, die worden gebruikt om spijkers uit hout te trekken. Gebruik 'spijkertrekkers' voor handgereedschap met een gevorkt uiteinde dat voor soortgelijke doeleinden wordt gebruikt .
Schrift dat oorspronkelijk werd ontwikkeld voor de Sumerische taal in het 3e millennium v.C., dat bestaat uit karakters die met een wigvormige stilet in klei zijn vervaardigd.
Klein handgereedschap met een handvat en een licht gebogen gaffelvormig uiteinde om duimspijkers of spijkers mee te verwijderen. Gebruik 'spijkertangen' voor gereedschap met een bek, dat voor soortgelijke doeleinden wordt gebruikt.
Bol- of cirkelvormige objecten met een doorboring in het midden, gewoonlijk gemaakt van steen, hout of klei, die als vliegwiel voor een spindel fungeren.
Stokken, gewoonlijk aan beide uiteinden spits toelopend, die als as worden gebruikt bij het handspinnen. Draden worden op de spindel getrokken en gedraaid vanuit een op het spinrok gestoken massa wol of ander materiaal. Het beeld van spindel en spinrok wordt van oudsher in verband gebracht met vrouwelijke kracht of deugd. Gebruik ‘spoelen’ voor soortgelijke cilindrische objecten die worden gebruikt om de draad na het spinnen te vergaren en bij het spinnen.
Toestellen om draad of garen te maken van vezels, waarin de draadvorming plaatsvindt met behulp van een wiel dat met de hand of via een voetpedaal wordt aangedreven en dat het garen om één spoel draait. Ze zouden zijn uitgevonden in India en zijn in de Middeleeuwen via het Midden-Oosten in Europa geïntroduceerd, waar ze veel gebruikt werden tot in de 18de eeuw, evenals in Noord-Amerika na de kolonisering.Gebruik ‘spinmachines’ voor de spinmachines met meer dan één spoel die in de 18de eeuw werden ontwikkeld.
Het sap of de circulerende vloeistoffen in een plant.
Leden van een familie die bestaat uit 90 soorten kleine kevers, roodbruin tot zwart van kleur, met larven die door belegen hout heen boren waardoor er slechts droog poeder overblijft. De kevers tasten gelakt, geverfd of behandeld hout niet aan. De gaatjes die worden achtergelaten door deze en andere soorten boorkevers worden vaak onterecht beschouwd als bewijs van de ouderdom van een houten voorwerp.
Roman waarin een spion als hoofdpersoon verwikkeld is in spionnageactiviteiten, die zich dikwijls afspelen in een erotische context en waarbij geavanceerde techonologie wordt toegepast om een buitenlandse vijand te weerstaan of uit te schakelen.
Boren met een schroefvormig uiteinde.
Tweesnijdend handgereedschap dat een bijlblad aan de ene kant heeft en een pikhouweel of grote beitel aan de andere kant.
Slaginstrumenten, bestaande uit 2 veerkrachtige armen die aan een uiteinde met elkaar verbonden zijn; bespeeld door de armen uit elkaar te duwen met een stokje, waarna ze rinkelen of trillen wanneer ze terugslaan en elkaar bij het andere uiteinde raken.
Dateringsmethode waarmee de ouderdom wordt vastgesteld van glasachtige materialen of voorwerpen. De methode gaat uit van de bekende snelheid waarmee uranium 233 -atomen spontaan splijten. Dergelijke atoomsplitsingen laten duidelijk waarneembare sporen na die splijtingssporen worden genoemd.
Beitels die worden gebruikt om oude, rieten stroken van meubilair te verwijderen.
Kleine stukjes glas, aardewerk, steen of ander bros materiaal met een scherpe of ruwe rand.
Een van minimaal twee lagen van een huid of vel, die van elkaar zijn gescheiden door een mechanisch splittingsproces.
Halfronde metalen, pinvormige strips waarvan de uiteinden uiteengebogen kunnen worden nadat ze in een groef of gat zijn geplaatst.
Een mineraal dat voorkomt in witte, groene, roze, gelige of paarse prismatische kristallen die lithiumoxide bevatten; wordt gebruikt als een bron voor lithium, als een bestanddeel van keramisch vloeimiddel en bij glasfabricage.
Kleppen die op de bodem van een stortbak worden geïnstalleerd om het water door te laten stromen dat nodig is om de toiletpot schoon te spoelen.
Hergebruikte architectonische materialen; meestal stukken die in een nieuwe constructie zijn ingebouwd. Term vooral van toepassing op architectuur uit Oudheid en Middeleeuwen.
Bij fresco's, het overbrengen van een uitgeprikte tekening op de uiteindelijke kalklaag door die te bestuiven met een met houtskoolpoeder gevulde, stoffen zak, waardoor de contouren van het ontwerp op de pas aangebrachte intonaco te zien zijn
Kleine gaatjes, meestal nabij de basis van een vat, waardoor vloeistof geschonken kan worden; komt meestal voor in wijnvaten en waterkoelers.
Schepen die voor de sponsvisserij zijn ontworpen; vaak brede, ondiepe sloepen, schoeners of motorzeilschepen.
Zij die projecten en activiteiten betalen, plannen en uitvoeren of er op een andere manier de voornaamste verantwoordelijkheid voor nemen. Gebruik 'begunstigers' voor personen die individuelen, instellingen of doelen steunen maar er niet per se verantwoordelijk voor zijn.
Schaven met een beitel die in een blok is gezet waar een rond gat in zit. Ze worden om een stuk hout naar beneden gedraaid om ronde stokken te maken, zoals bezemstelen en spijlen.
Door een spoorwegmaatschappij ingericht en geëxploiteerd terrein.
Te gebruiken voor elementen die in zeer kleine hoeveelheden voorkomen in mineralen; ze zijn niet van essentieel belang voor de samenstelling maar worden toch in hun structuur aangetroffen of geabsorbeerd op hun oppervlak en men gaat er meestal vanuit dat zij aanmerkelijk minder dan 1,0% van het mineraal uitmaken. Wordt ook gebruikt voor elementen die voorkomen in plantaardig en dierlijk weefsel in concentraties van 1,0% of minder, die fysiologisch van essentieel belang zijn voor het organisme.
Gebouwen waar personen vaardigheid in sporten, lichaamsoefeningen en hygiëne kunnen leren of ontwikkelen.
Te gebruiken voor spelen waarbij een redelijk hoeveelheid individuele vaardigheid en lichamelijke bekwaamheid zijn gemoeid.
Duidt gebouwen die faciliteiten bieden voor sportieve evenementen of opleidingen en, meestal, ondersteunende faciliteiten voor de deelnemers en toeschouwers.
Geweren voor recreatieve doeleinden, vooral jagen.
Wordt gebruikt voor gebouwen die afgezette en ononderbroken ruimten bieden die zijn aan te passen voor verschillende gymnastiek- en recreatieactiviteiten zoals bijvoorbeeld baansporten en basketbal; vaak geplaatst op of bij sportvelden.
Personen die zijn getraind of getalenteerd op het gebied van activiteiten of wedstrijden waarbij lichamelijke vaardigheid, behendigheid, uithoudingsvermogen of kracht is betrokken.
Te gebruiken voor vaartuigen die worden gebruikt voor recreatief vissen; gebruik de aanduidingen onder 'vaartuigen voor jacht en commerciële visvangst' voor schepen die voor deze activiteiten gebruikt worden.
Getekende afbeeldingen, die gewoonlijk met scherpzinnigheid en humor en kritiek leveren op actuele gebeurtenissen, maatschappelijke gewoonten of politieke tendensen.
Muren, meestal van metselwerk en meestal buitenmuren, die bestaan uit twee dunne muren gescheiden door een doorlopende ruimte, terwijl de dunne muren bijeen gehouden worden door metalen steunen of draden.
Flessen waarbij in de hals een vernauwing is aangebracht die lijkt op een sluitring. Deze vernauwing beperkt de uitstroom van de inhoud tot druppels voor het schenken van producten die spaarzaam moeten worden toegediend. De zorg die aan de versiering van sprenkelflessen is besteed wekt de indruk dat de inhoud bestond uit luxeartikelen zoals dure parfums. Ze werden gemaakt en op grote schaal gebruikt in de midden- en laat-Romeinse keizertijd, vooral in Syrië, oostelijk Palestina en Mesopotamië. De vroegste bewaard gebleven sprenkelflessen zijn die uit Dura Europos in het noorden van Syrië, daterend van voor 256. De meest voorkomende decoratiepatronen zijn ribben met arcering en een honingraatpatroon. Vele zijn iriserend. Sprenkelflessen werden vrijwel zonder uitzondering geblazen in een mal, in twee delen die werden samengevoegd bij de hals.
Sprinklerinstallaties die in gebouwen worden geïnstalleerd om branden te blussen.
Te gebruiken voor het effect van sommige kunstwerken die zeer vakkundig doch ogenschijnlijk moeiteloos zijn gerealiseerd.
In keramiek het aanbrengen van klei op een met een drukmal gemaakte hoofdvorm van vaatwerk, met de bedoeling om een reliëfdecoratie te maken.
Orde van ongeveer 6000 soorten kleine primitieve insecten zonder vleugels. De meeste soorten hebben een gevorkt aanhangsel (furcula) aan het eind van het achterlijf dat in gespannen toestand wordt gehouden met het tenaculum, een soort haakje dat wordt gevormd door twee ledematen.
Hulpteugels waarvan één uiteinde onder de buik wordt vastgemaakt en het andere aan de neus- of keelriem. Wordt gebruikt om springpaarden of lastige paarden onder controle te houden en houdt het hoofd van het paard in de juiste positie zonder dat de ruiter aan de teugels moet komen.
Speciaal ontworpen touwen met handvatten aan de uiteinden die worden gebruikt voor oefeningen of spelletjes.
Verhalen die zich afspelen in een ver verleden en waarin gebeurtenissen worden beschreven die in de echte wereld onmogelijk zouden kunnen plaatsvinden. Hoewel het vaak magische verhalen zijn waarin allerlei fantasiefiguren voorkomen, worden de hoofdrollen door mensen vertolkt.
Houders met een vernevelaar om vloeistoffen te verstuiven.
Een schildermethode waarbij gebruikt wordt gemaakt van een kleine, makkelijk hanteerbare, mechanische verfsproeier. Gebruik 'retoucheren met luchtpenseel' voor het bijwerken van foto's.
Wordt gebruikt voor korte buizen, pijpen of kanalen die zijn ontworpen om water naar buiten en weg van verticale oppervlakken te voeren, zoals van goten, balustrades, stortbakken, of bekkens van fonteinen.
Orde van reptielen die worden gekenmerkt door de hoornen schubben of schilden op de huid. De dieren leggen eieren of baren levend. Ze hebben beweegbare vierkantsbenen, waardoor ze de bovenkaak kunnen bewegen ten opzichte van de hersenschedel. De mannetjes hebben een hemipenis, hetgeen uniek is voor gewervelde dieren. De eerste soorten ontstonden in de Boven-Jura. De orde bevat ongeveer 7900 levende soorten hagedissen, slangen en echte wormhagedissen.
Historische term die aan het eind van de 18e en het begin van de 19e eeuw werd gebruikt om onderscheid te maken tussen luie stoelen met een rechte en met een ronde rugleuning.
Benaming die werd geïntroduceerd in de 19e eeuw voor elke Windsorstoel, met of zonder armleuningen, die een vierkante of bijna vierkante rugleuning heeft.
Wordt gebruikt voor stoelen met een vierkante rugleuning die vanaf het einde van de 18e eeuw voorkomen en door Sheraton bekendheid kregen.
Symbool in het Tibetaans boeddhisme en aanverwante culturen, dat lijkt op een complex vervlochten koord of lint dat de eeuwigheid voorstelt.
Verwijst naar de periode van de 8ste tot de 13de eeuw in zuidelijk Thailand, genoemd naar het vroegere maritieme centrum dat bekend stond als Srivijaya. De artistieke productie uit deze periode manifesteert zich in een diversiteit van stijlen die de interculturele tradities van deze periode weerspiegelen. Deze periode omvat ook conventies uit Pala-Indiase kunst, zoals de nadruk op kledij, sierraden, de achterkant van tronen en stralenkransen rond lichamen. In de beeldhouwkunst manifesteert deze periode zich in Mahayana-boeddhistische afbeeldingen en zeer nauwkeurig uitgewerkte vierhoekige votieftabletten van klei die zich ontwikkelden tot een zeer wijd verspreide internationale stijl in een groot gedeelte van Zuid-Oost Azië en die het Mahayana-godendom afbeelden. In de architectuur manifesteert deze periode zich in kruisvormige plattegronden met cellae die worden omringd door kleinere schrijnen.
Verwijst naar de stijlen van een diverse groep kunstenaars die werkten rond de kustplaats Saint Ives, in de Engelse streek Cornwall. Al sinds het einde van de 19e eeuw een groep schilders in Saint Ives actief, maar die groep behoorde tot een traditie van landschappen en plein-air. Tegenwoordig wordt de term 'St Ives School' vooral geassocieerd met de modernistische schilders die halverwege de 20ste eeuw actief waren in Saint Ives. Belangrijke kunstenaars van de St Ives School zijn onder anderen Barbara Hepworth, Naum Gabo, Terry Frost, Peter Lanyon, Bryan Wynter en Patrick Heron.
Te gebruiken voor aan voor- en achterzijde gelijke overnaadse roeiboten die gebruik maken van één dol en een roeispaan met een gat waarin de dol past . Ze zijn zo'n 5 tot 6 m lang en halverwege de 19e eeuw ontstaan in het gebied rond de St.Lawrence Rivier; de grotere exemplaren kunnen zeilen voeren en varen zonder roer.
Ijzerlegering die van nature vezelachtig is; wordt gemaakt door wit gietijzer te smelten, er met een oxiderende vlam overheen te gaan en het tot een massa te rollen; wordt gewaardeerd om de roestbestendigheid en kneedbaarheid. Gebruik 'gesmeed' wanneer er objecten worden beschreven die zijn gemaakt of gevormd door het slaan met een hamer.
Stevige stokken of paaltjes met een puntig uiteinde die in de grond worden gedreven om een grens of een terrein te markeren, om een plant of een deel van een geraamte te ondersteunen of om roeden vast te zetten.
Kleine tot middelgrote figuren bestaande uit een gesneden of gegoten buste of half-figuur, die op een kooiconstructie is bevestigd. Deze kooi kan een hoepelrok lijken of eenvoudiger worden uitgevoerd. De kooi is meestal gemaakt van hout of metaal. De figuren zijn ontworpen om kleding te dragen, met lange rokken die de kooi. Veel staakbeelden zijn religieuze beelden, die de Maagd Maria, engelen, of heiligen, met inbegrip van maar niet beperkt tot dergelijke figurenin de Latijns-Amerikaanse traditie van "santos." Een ander gebruik van staakbeelden was als 'mannequins, om jurken in miniatuur weer te geven, zodat de klant een model uit kon kiezen.
Te gebruiken voor kleine stukjes materiaal zoals textiel, leer of papier, in afzonderlijke stukken of samengebonden in groepen, vooral wanneer ze worden uitgebracht door één fabrikant.
Asbakken bevestigd op een laag voetstuk, meestal naast een sofa. Te onderscheiden van 'rookgereistandaarden'; kleine standaarden of kabinetten met vakjes die zijn omlijnd met zink, gebruikt om rookwaar in te bewaren.
Op de deur gemonteerde scharnieren waarvan een of beide bladen verlengd zijn om extra bevestigers aan te kunnen brengen.
Vaartuigen, meestal uitgebreid versierd en voortbewogen met roeispanen of peddels, die worden gebruikt voor het vervoeren van belangrijke personen, levend dan wel overleden, bij staatsaangelegenheden of staatsiebezoeken.
Formele koetsen die werden gebruikt in Europa voor ceremoniële processies of staatszaken door leden van het koninklijk huis, de adel of hoogwaardigheidsbekleders; meestal rijkelijk versierd en getrokken door zes paarden of meer.
Ruimten in een paleis of een groot huis, vaak weelderig gedecoreerd, die worden gebruikt voor officiële (staats-)ontvangsten.
Mensen met ervaring op het gebied van regeren of bedreven in het leiden van regeringszaken.
Substantie die wordt toegevoegd aan bijvoorbeeld voedsel, verf of chemische verbindingen om bederf, het uiteenvallen van een emulsie of het verlies van gewenste eigenschappen te voorkomen.
Te gebruiken voor verplaatsbare wooneenheden die hun eigen onderstel met wielen hebben, zijn ontworpen om het hele jaar door in te wonen, weinig worden verplaatst en groter zijn dan caravans. Gebruik 'caravans' voor voertuigen die zijn ontworpen voor reis- en recreatiedoeleinden en om regelmatig te worden voortgetrokken. Gebruik 'campers' voor gemotoriseerde vrachtwagenachtige voertuigen die zijn ingericht als reizende woonverblijven.
Procedé voor het verwijderen van een frescoschildering van de muur door de pigmentlaag en een intonacolaag te verwijderen. Doek wordt vastgelijmd op het geschilderde oppervlak en wanneer het droog is worden doek, schildering en bepleistering van de muur gehaald.
De grootste kerngebieden binnen de erkende grenzen van grootstedelijke gebieden; wordt vaak gebruikt om het centrum te onderscheiden van buitenwijken of nieuwere omliggende delen van grootstedelijke gebieden; de centrale zakenwijken en binnensteden vallen er doorgaans niet onder.
Landschappen met bebouwing. Gebruik 'dorpsgezichten' voor afbeeldingen van kleine steden of dorpen.
Wordt alleen gebruikt voor afzonderlijke vrijstaande stedelijke woningen. Gebruik 'rijtjeshuizen' voor aan elkaar verbonden stedelijke woningen met een eigen ingang.
Lawaai geproduceerd door activiteiten die horen bij het leven in de stad, meestal hoorbaar in de stad, in gebouwen of in de buurt van de stad.
Functionarissen die zich bezighouden met het algemene beheer van stedelijke gebieden, inclusief het stellen van doelen voor het leven in de stad, het vaststellen van het beleid, en de planning, de ontwikkeling, het beheer en het onderhoud van de stedelijke omgeving en diensten.
Kleine parken in gebieden (bijvoorbeeld in nieuwe steden) die in hoge mate zijn geürbaniseerd; dikwijls bevinden ze zich nabij een zakencentrum of een winkelgebied.
Personen die gespecialiseerd zijn in het ontwerpen en verbeteren van de ruimtelijke ordening en de invulling van stedelijke gebieden. Gebruik ‘stadsplanners’ voor personen die werkzaam zijn bij het overkoepelend beheer van stedelijke gebieden, waarbij doelstellingen voor het leven in de stad worden geformuleerd, beleid wordt gedefinieerd en de planning, de ontwikkeling, de implementatie en het onderhoud van de stedelijke omgeving en diensten worden beheerd.
Te gebruiken voor algemeen vervoer in steden, per openbaar vervoer of met eigen vervoer.
Tijdelijk het werk neerleggen om inwilliging van eisen af te dwingen.
Tijdelijke werkonderbreking door werknemers om werkgevers of regering te dwingen om aan gestelde eisen tegemoet te komen.
Hangblokken die worden gebruikt voor zware schuif- of roldeuren, bestaande uit twee katrollen, achter elkaar vastgemaakt aan de bovenkant van de deur, verbonden door een zware metalen plaat. De deur rolt langs een horizontale rail die of van de lateibalk hangt of aan een parallel onderdeel is bevestigd dat er iets van uitsteekt.
Kleine katrollen of wielen die de beweging van een schuifdeur van een schuur of ander bouwwerk vergemakkelijken door langs een horizontaal spoor of rails te rollen.
Klokvormige crinolines van balein of staal die halverwege de 19e eeuw werden gedragen. Gebruik 'hoepelrokken' voor 18e-eeuwse vormkledingstukken die bestaan uit een reeks concentrische hoepels van balein of bamboe.
Gebouwen of delen van gebouwen voor het huisvesten en voeren van paarden, koeien en ander vee, ook voor het opslaan van rij-uitrustingen en voertuigen, en soms met de woonverblijven van betrokken personeel. Gebruik bijvoorbeeld 'paardenschuren' of 'koestallen' voor specifieke doeleinden.
Aanduiding voor kleine en vaak tijdelijke bouwconstructies die opgesteld zijn voor het tonen of verkopen van handelswaar of het drijven van handel.
De opgaande as van een plant, zowel onder als boven de grond, die gewoonlijk in tegengestelde richting van de wortel groeit en het blad, de bloem of de vrucht draagt.
Tapijten die binnen een stam of groep worden geweven, vooral tapijten die voor praktische in plaats van commerciële doeleinden zijn bedoeld.
Klassiek Griekse vaten voor het opslaan van vloeistoffen en met meestal een eivormige buik met hoge schouders, een korte hals, twee handvatten, en soms een deksel. Meestal kleiner dan een amfora.
Een materiaal dat meestal bestaat uit klei, zand of een andere samenstelling zoals zeeschelpen en water, en is samengeperst en gedroogd; wordt gebruikt voor bouwwerken.
Keukengerei dat wordt gebruikt voor fijnstampen van voedsel.
Een cement zonder de onderscheidende kenmerken van de andere soorten portlandcement, dat wordt gebruikt voor algemene bouwdoeleinden.
Een maat voor de spreiding van een verzameling getallen rond hun gemiddelde.
Chinees schrift dat een vereenvoudigde, gestileerde vorm van het klerkenschrift is; het klerkenschrift werd getransformeerd tot een vloeiender, eenvoudiger te schrijven schrift. Het script, gekenmerkt door scherpe hoeken en rechte halen van uiteenlopende dikte, ontstond aan het eind van de Han-dynastie en werd populair tijdens de Wei-, Jin-, Zuidelijke en Noordelijke perioden. Het beleefde zijn meest vitale ontwikkeling en was de belangrijkste schriftsoort tijdens de Tang-dynastie (618-907), toen een succesvolle loopbaan in het ambtenarenapparaat gedeeltelijk afhankelijk was van kalligrafische vaardigheden. Het is nog altijd als standaardschrift in gebruik en dient als model voor publieke functies en gedrukt schrift.
Gebied met minimaal 50.000 inwoners dat vooral wordt gebruikt voor officiële tellingen en de toewijzing van overheidsgelden, met een stad die als locaal centrum fungeert en waaromheen een verstedelijkt gebied ligt dat economisch en sociaal gezien een geheel vormt met deze stad.
Rondsculpturen van menselijke of dierlijke figuren of kleine groepen van figuren, steeds ten voeten uit, staande of zittende, meestal in een open ruimte en op een sokkel.
Verwijst in de architectuur of de bouw in het algemeen naar stevige, verticale, relatief geïsoleerde constructiedelen van aanzienlijke lengte. Palen zijn in doorsnede gewoonlijk rond, vierkant of rechthoekig en worden gebruikt ter ondersteuning van een grotere constructie of als vast punt voor zijwaartse bevestiging. Ze zijn gewoonlijk relatief weinig versierd en gemaakt van één houtsoort, maar kunnen ook van steen, metaal of een ander materiaal zijn of van een samenstelling van materialen. De term wordt voornamelijk gebruikt voor verticale stutten in een houten balkenconstructie. Gebruik 'pijlers (dragende elementen)' voor vierkante staanders in klassieke stijl en voor vierkante en rechthoekige gemetselde staanders. Gebruik 'zuilen (architecturale elementen)' voor cilindrische staanders in staal- en betonconstructies.
Reeks verticale delen die fungeren als de ondersteunende elementen in een muur of scheidingswand.
Te gebruiken voor giggen zonder daken, die werden ontworpen aan het begin van de 19e eeuw; te onderscheiden van 'tilbury's' door hun ophanging en de extra bagageruimte onder de bank.
Wegdek dat in een hoge doorbuigingsweerstand voorziet en dat de belasting over een relatief groot deel van de fundering verdeelt. Gebruik `veerkrachtig wegdek' voor wegdek dat voor zijn stabiliteit afhankelijk is van inhaking, wrijving en cohesie.
Hulp- of hoofdaandrijving van luchtvaartuigen, raketten of ruimtevaartuigen die wel of niet kunnen worden gescheiden van het moederschip wanneer hun brandstof is verbruikt.
Instellingen voor hoger onderwijs die financieel worden gesteund door de staat. Geen Nederlands equivalent. Zie 'universiteiten'.
Documenten gemaakt of ontvangen door een overheidsinstantie van een staat (VS) en bijgehouden tijdens de uitvoering van de werkzaamheden van die staat.
Wordt gebruikt voor verscheidene munten van elektron, goud of zilver, voornamelijk uit de Oost-Griekse wereld; ze waren vanaf de 6e eeuw tot eind 3e eeuw v.C. in gebruik.
Stoelen met een hoge rugleuning en uitgebreide versieringen. Ze zijn speciaal voor uiterlijk vertoon gemaakt.
Delen van treinstations die onderdak verschaffen aan mensen die op hun trein wachten.
Wordt gebruikt voor tussenliggende haltes langs vervoerslijnen, m.n. de spoorwegen; gebruik 'eindstations' voor de eindpunten van deze routes.
Wiskundigen die zich bezighouden met het verzamelen en organiseren van numerieke feiten of gegevens, die betrekking kunnen hebben op menselijke aangelegenheden of natuurlijke verschijnselen.
Tak van de wiskunde die zich bezighoudt met het verzamelen en ordenen van numerieke feiten en gegevens, in relatie tot menselijke aangelegenheden of natuurlijke fenomenen.
Driedimensionale, vrijstaande beeldjes die kleiner zijn dan levensgroot en gewoonlijk, maar niet altijd, figuratief zijn. Vaak betreft het kleinere versies van grotere werken. In sommige gevallen kan men ook de term ���figurine' gebruiken, maar een statuette is altijd vrijstaand, terwijl een figurine onderdeel van een groter werk kan zijn, bijvoorbeeld een decoratief detail van een kandelaber of spiegel. Bovendien kan een statuette ook objecten voorstellen, terwijl een figurine altijd een menselijke, dierlijke of mythische figuur voorstelt.
Grofgeweven, zware reisdekens die door passagiers op schepen worden gebruikt. Geen Nederlands equivalent.
Te gebruiken voor het studiegebied dat tussen architectuur en planning valt en beide overlapt, waarin men zich vooral bezighoudt met het specifieke ontwerpen en de contekstuele integratie van bouwwerken en ruimten in de stad; omvat expertise in bijvoorbeeld landschapsarchitectuur, stadssociologie, milieupsychologie en rechten.
Milieus die worden beïnvloed door omstandigheden die kenmerkend zijn voor steden, inclusief de atmosferische gesteldheid, intensief gebruik en vandalisme.
Gericht opgeleide personen die zich bezighouden met het onderzoeken en uitvoeren van activiteiten op het grensgebied van de architectuur en de stedelijke en regionale planning, en die in het bijzonder zorg dragen voor het specifieke ontwerp en de contextgebonden integratie van stedelijke gebouwen en ruimten. Verwijst mede naar deskundigheid op het gebied van bijvoorbeeld landschapsarchitectuur, stadssociologie, omgevingspsychologie en juridische aspecten.
Het onderscheid tussen dorp, gemeente en stad is betrekkelijk en varieert naar gelang de individuele, regionale context. Over het algemeen is een stad een grote, belangrijke gemeenschap met meer bewoners, status en interne complexiteit dan de meeste gemeenten in de regio.
De geschiedenis van steden en kleine steden, de verstedelijking van het menselijk leven en alle aspecten van het stadsleven door de jaren heen.
Schoenmakerswerktuig dat bestaat uit een metalen staafje (ca. 4-5cm lang) dat naar het uiteinde toe vaak breder uitloopt en dat aan het hoofdeinde voorzien is van een groef, bevestigd in een houten hecht. Met de steekzetter wordt er tussen elke steek op de bovenrand van de schoenzool een inkerving gemaakt om de steken vast te zetten en ze beter te laten doen uitkomen.
Smalle, verwijderbare houten of metalen platen die worden neergelaten door de bodem van een vaartuig om de stabiliteit te verhogen. Gebruik 'kielzwaarden' voor soortgelijke, om een spil draaiende platen die midscheeps zijn gemonteerd in een behuizing of tussendekse koker.
Een specifieke variant van Pruisisch blauw met een hoge kwaliteit.
Slaginstrumenten met maximaal 30 gestemde vlakken aangebracht op het uiteinde van ingekorte olievaten; bespeeld door erop te slaan met stokken met rubberen kop.
Schaafgereedschap waarbij het blad verticaal op het handvat staat, aan het eind van twee parallelle armen.
Vuurstenen spits uit de steentijd, driehoekig of bladvormig, met een kleine steel aan de onderkant om het te kunnen vastmaken aan een houten steel en twee kerven van ongelijke diepte en lengte.
Algemene term voor gesteente dat is gekapt, gevormd, vermalen of anderszins gevormd voor gebruik in de bouw of voor andere doeleinden. Omvat de specifieke archeologische en antropologische betekenis van afzonderlijke stenen die soms zijn versierd en worden gebruikt in een rituele context. Deze stenen zijn gewoonlijk niet beeldgehouwen of gescherpt en verschillen in dat opzicht van stenen beeldhouwwerken.
Dierenriemsymbool van een steenbok, ruwweg gebaseerd op het sterrenbeeld met dezelfde naam. De dierenriemtekens zijn bewaard gebleven via klassieke Griekse en Romeinse decoratie, waren populair in Noord-Europese Romaanse en Gotische kerken en werden vaak aangetroffen in middeleeuwse psalters en getijdenboeken. Ze symboliseren elke maand waarin de zon het betreffende sterrenbeeld binnengaat. Deze tekens zijn ook gebruikt als decoratie op plafonds, kaarten, uurwerken en astronomische instrumenten.
Verwijst naar de periode en cultuur die samenvalt met het eerste tijdperk van het drieperiodensysteem dat werd ontwikkeld door Christian Jürgensen Thomsen in 1836. Het is een fase in de ontwikkeling van mensachtigen, of een fase van een prehistorische menselijke cultuur die zich kenmerkt door de ontwikkeling van stenen gereedschap en wapens, en die zich hierin onderscheidt van latere ontwikkelingsfasen, toen hiervoor brons en ijzer werden gebruikt. Het stenen tijdperk wordt doorgaans ingedeeld in drie perioden: het Paleolithicum (de oude steentijd), het Mesolithicum (de midden steentijd) en het Neolithicum (de nieuwe steentijd), die zich van elkaar onderscheiden door de toenemende verfijning in de vervaardiging en het gebruik van werktuigen.
Een van de holle, scherpe uitsteeksels van een stekelvarken, mierenegel of egel. Gebruikt in inheems Amerikaans decoratief borduurwerk en voor andere decoratieve doeleinden.
Verwijst naar draaddelen die in textiel of ander materiaal achterblijven door het naar binnen en buiten bewegen van een naald en draad door de dikte of het oppervlak van het materiaal heen. Verwijst ook naar de draadlussen die op een naald worden gemaakt bij het breien of bij ander naaldwerk.
Lange palen, meestal in paren met aan iedere paal een voetsteun voor één voet die op 20 tot 45 cm vanaf het ondereind van de paal zijn bevestigd, waarmee de gebruikers kunnen lopen met hun voeten boven de grond.
Afneembaar stuk buis dat in aërofonen wordt aangebracht, permanent of voor een speciale speelgelegenheid, met als doel het geluid van de buislengte te veranderen of het mondstuk gemakkelijker bereikbaar te maken voor de speler.
Fluiten om een toonhoogte aan te geven, meestal voor zangers, hout; ook modellen met een geijkte zuiger die verder naar binnen of naar buiten kan worden getrokken om verschillende toonhoogtes aan te geven.
Het markeren van de oppervlakte van een object door er met gereedschap druk op uit te oefenen, bijvoorbeeld het overbrengen van een inktmerk op papier of het prenten van zachte klei; ook het bevestigen van voorgedrukte labels, zoals postzegels, die staan voor officiële gestempelde merktekens. In boekbinden wordt het onderscheiden van 'stempelen', waarbij de druk door een machine wordt uitgeoefend.
Het markeren van een oppervlak van een voorwerp door er op te drukken met een machine zoals een drukpers, een blok, een plaat of een frame waarop de elementen staan die het drukoppervlak vormen, vaak met een ontwerp in reliëf. Bij boekbinden wordt dit onderscheiden van 'handpersen (techniek)', waarbij een handmatig bediend apparaat wordt gebruikt in plaats van een machine.
Kleine merktekens geslagen in metalen oppervlakken, in het bijzonder op munten.
Kleine, van gehard staal gemaakte messen met slanke handvatten en schuine snijkanten, die worden gebruikt voor nauwkeurig, fijn snijwerk van bijvoorbeeld frisketten en stencils voor het afdrukken.
Drinkgerei, meestal cilindrisch van vorm, met één handvat en soms een scharnierend deksel, vooral bestemd voor bier.
Grote stenen schijven met gaten in het midden die vroeger als geld werden gebruikt op Yap, een van de Caroline-eilanden in het westelijk deel van de Grote Oceaan.
Wordt gebruikt voor tuigages met een driehoekig zeil, waarvan de vooruitstekende hoek is aangehecht aan een apart rondhout dat in volledig verticale positie is gehesen, zodat het een uitbreiding van de korte mast wordt.
Verwijst naar de Neolithische stijl en cultuur genoemd naar de archeologische vindplaats in de buurt van Syracuseop Sicilië. Kenmerkt zich door een grote verscheidenheid aan aardewerk, met voornamelijk ingekerfde versieringen.
Damesondergoed, vaak gedeeltelijk of geheel van elastiek of met baleinen verstevigd, voor het ondersteunen en vormen van de onderbuik, heupen en billen.
Te gebruiken voor de gestileerde figuren afgeleid van astronomische sterren met een willekeurig aantal stralen.
Familie van bloeiende planten met ongeveer 610 genera en meer dan 13.000 soorten.
Pantropisch genus van ongeveer 150 soorten bloeiende planten. Maakte samen met het Afrikaanse genus Cola (125 soorten) deel uit van de voormalige familie Sterculiaceae. De soorten die in deze familie werden ingedeeld, hebben aparte mannelijke en vrouwelijke bloemen in vaak tamelijk grote en vertakte trossen bloemen.
Fotogrammetrie waarbij men gebruik maakt van stereoscopische foto's die worden genomen onder nauwkeurig gecontroleerde omstandigheden, of zich bedient van een computersysteem met behulp waarvan twee of meer foto's van dezelfde locatie kunnen worden ontleed en geïnterpreteerd.
Verwijst naar de meest populaire en meest voorkomende vorm van stereofoto's, een tweetal foto's van dezelfde afbeelding genomen vanuit twee perspectieven, waarbij het verschil tussen het ene en het andere heel klein is. Het verschil met andere stereofoto's, zoals daguerreotypieën, negatieven of losse afdrukken, is dat bij stereokaarten fotografische afdrukken zijn bevestigd op kartonnen kaarten. Vanaf 1856 werden stereokaarten gemaakt met twee-ogige camera's, waardoor een uitzonderlijk driedimensionaal effect tot stand kwam als het resultaat werd bekeken via een stereoscoop. De kaarten waren enorm populair in de victoriaanse periode.
In 1986 ontwikkeld rapid prototyping-proces waarbij driedimensionale objecten worden geconstrueerd door middel van een UV-laser die dwarsdoorsneden van het object binnen een vat met vloeibare fotopolymeren opbouwt. Bij blootstelling aan UV-licht harden de polymeren uit. De met dit procedé vervaardigde delen zijn doorgaans nogal kwetsbaar.
De tak van de wetenschap die zich bezighoudt met de driedimensionale interpretatie van platte beelden, vaak doorsneden of projecties, met gebruik van de algemene principes van geometrische waarschijnlijkheid.
Verwijst naar een tweetal afbeeldingen van hetzelfde onderwerp die, bekeken door een stereoscoop, de illusie van driedimensionaliteit geven. De Engelse natuurkundige Charles Wheatstone was in 1832 de eerste die op dit idee kwam. Hij beschreef stereofotografie als een unieke fotografische kunstvorm. Het is voor een tekenaar immers niet mogelijk twee onderwerpen in het juiste perspectief te tekenen vanaf gezichtspunten die ongeveer 65 mm van elkaar zijn verwijderd, de gemiddelde afstand tussen de ogen van een mens die nodig is om het driedimensionale effect te bereiken. De spiegelstereoscoop van Wheatstone was niet erg geschikt voor foto's. De uitvinding werd pas populair in de jaren 50 van de 19de eeuw, toen Sir David Brewster, een Schotse wetenschapper, een eenvoudiger kijkinstrument ontwierp. De introductie van het collodiumprocedé maakte het belichten en afdrukken van foto's technisch eenvoudiger, waardoor driedimensionale foto's een ware rage werden. Stereofoto's kunnen daguerreotypieën, negatieven of andere fotovormen zijn. Gebruik de specifiekere term 'stereokaarten' voor fotografische afdrukken die op kartonnen kaarten zijn bevestigd.
Verwijst naar technieken gericht op het suggereren van driedimensionaliteit in foto's door het gebruik van twee beelden die vanuit enigszins verschillende standpunten zijn gemaakt, waarna ze naast elkaar worden gemonteerd en door een stereoscoop of een ander hulpmiddel bekeken moeten worden. Deze vorm van fotografie was uitermate populair tijdens de Victoriaanse periode. Het proces werd al in 1832 beschreven, maar de technieken werden pas na 1856 geperfectioneerd toen een camera met dubbele lens werd ontwikkeld om tegelijkertijd twee foto's te maken van hetzelfde tafereel. De perspectieven van de foto's waren 6,5 centimeter van elkaar verwijderd, ongeveer de normale afstand tussen de ogen van een mens.
Kamers waarin moeite wordt gedaan om verontreiniging buiten te houden, inclusief luchtverontreiniging, door middel van luchtfilters, matten of andere middelen, zoals in computerkamers of ruimten waar precisie-instrumenten in elkaar worden gezet.
Voorvoegsel voor de beschrijving van een verzadigde kleur met een hoge intensiteit en een gemiddeld-lichte tot gemiddeld-donkere waarde.
Een standaard hoogwaardige zilverlegering met minimaal 925 delen zilver; de rest bestaat uit koper voor de verharding. Het wordt gebruikt voor sieraden, tafelgerei en elektrische contacten van de hoogste kwaliteit.
Ouchak-tapijten die worden gekenmerkt door een groot, stervormig motief met acht punten en een iets kleinere ruit. Deze motieven zijn gevuld met arabesken.
Een steen vervaardigd uit klei met net genoeg water om plasticiteit te verkrijgen, die daarna uit de vorm wordt geperst.
Drinkgerei zonder handvat of voet, dat op de rand rust als het niet worden gebruikt. Komt vaak voor in de vorm van een dierenkop; gemaakt naar de Griekse ryton; gebruikt voor het begin van de vossenjacht.
Methode voor relatieve ouderdomsbepaling van beenderen door de hoeveelheid stikstof te meten die overblijft in het collageen, dat over het algemeen met een vaste snelheid desintegreert.
Kleine, gepunte voorwerpen die worden gebruikt om openingen te maken.
Verwijst naar een laat Paleolithische cultuur die stenen werktuigen produceerde, en die voorkwam van Ethiopië zuidwaarts tot aan de oostkust van Zuid-Afrika. De cultuur had haar bloeitijd tussen 50.000 en 30.000 jaar geleden, wordt vaak vergeleken met de Moustérien-productieVan Noord-Afrika en Europa, en kenmerkt zich door bladvormige, tweezijdige punten en speerpunten of vilmessen gemaakt volgens de Levallois steensplijt-techniek om een geprepareerd stuk vuursteen te bewerken tot puntige scherven.
Kleine dolken, met een kruisgevest en een stijve, smalle kling, vierkant of driehoekig in dwarsdoorsnede, uitsluitend gebruikt om mee te steken; waarschijnlijk afkomstig uit Italië.
Afbeeldingen waarin de nadruk ligt op de weergave van levenloze voorwerpen, in tegenstelling tot kunst waarin zulke voorwerpen ondergeschikte elementen in een compositie zijn. De term wordt in het algemeen gebruikt voor voorstellingen van vruchten, bloemen, vlees of dode prooidieren, kruiken, eetgerei en andere voorwerpen, waaronder ook schedels, kandelaars en zandlopers, op bepaalde wijze gerangschikt op een tafel. Zulke afbeeldingen zijn bekend sinds de tijd van de oude Grieken en Romeinen, maar het onderwerp werd pas uitgewerkt door enkele 16de-eeuwse Italiaanse schilders en in hoge mate verfijnd in de 17de-eeuwse Nederlandse schilderkunst waar de kenmerken van vorm, kleur, materiaal en compositie werden gewaardeerd en de beelden vooral werden gebruikt om een allegorische boodschap over te brengen.Stillevens worden vooral aangetroffen in olieverfschilderingen, maar ook in mozaïeken, aquarellen, prenten, collages en foto’s. De term omvatte oorspronkelijk ook schilderijen waarbij de nadruk lag op rustende levende dieren, maar zulke afbeeldingen worden nu ‘dierenschilderingen’genoemd.
Procedé van het markeren van een oppervlak met kleine vlekjes of stippen.
Kleine markeringen of punten, afzonderlijk gebruikt of in patronen. Deze zijn gebruikt als decoratieve motieven op rituele objecten in vroeg China ter aanduiding van vruchtbaarheid, in vroeg Keltische en Angelsaksische manuscripten waarin ze werden gewoonlijk werden gebruikt ter verfraaiing van beginletters, in heraldiek en in de decoratie van glas en aardewerk.
Kaarten die de verspreidingsgraad aanduiden met stippen van gelijke grootte, waarbij elke stip een gegeven hoeveelheid voorstelt.
Standaard model boten, aangedreven door zeilen of motoren, ontworpen om in grote hoeveelheden te worden gebouwd.
Gestoffeerde of met snijwerk versierde zittingen die een eigen geraamte hebben en die losjes in het geraamte van de stoel passen.
Benaming die meestal betrekking heeft op een groot assortiment stoelen zonder armleuningen om ze te onderscheiden van leunstoelen.
Wordt gebruikt voor boeddhistische relikwieheuvels van aarde, baksteen of steen, die bestaan uit een halfronde of bolvormige koepel die staat op een vierkant of rond voetstuk, met bovenop een klein paviljoenachtig bouwwerkje met een spits.
Textiel die is geweven, gevilt, gebreid, geknoopt, gevlochten, getwijnd, geklopt of op een andere manier tot een plat stuk gemaakt. Gebruik `garen' voor textiel in de vorm van doorlopende lange draden van fijne vezels door die te winden, te spinnen, te vlechten of te twisten.
Kinderboekjes die bestaan uit bladzijden van stevig textiel; meestal bevatten ze voornamelijk afbeeldingen en weinig tekst.
Kleine bezems met korte handvatten. Worden met name gebruikt als kledingborstel of voor licht schoonmaakwerk.
Een filosofische stroming die tot bloei kwam in de Griekse en Romeinse oudheid. Stoïcijnen waren er altijd van overtuigd dat alle kennisvergaring ertoe moet leiden dat de mensheid zich een gedragswijze kan aanmeten die wordt gekenmerkt door een onverstoorbare geest en de zekerheid van morele waardigheid, en bepleitten bemoeienis met menselijke aangelegenheden. Morele waardigheid, plichtsbesef en het streven naar gerechtigheid zijn dus kenmerkend voor stoïcijnen, samen met een onbuigzame geest.
Wordt gebruikt voor de lange, rechte stokken van metaal of hout, meestal rond in doorsnee, die de grootste component van stokwapens uitmaken en dienst doen als greep en drager van de punt of kop. Voor de kleinere objecten met gelijksoortige vorm die de hoofdcomponent vormen van pijlen wordt de term 'schacht (gereedschapscomponenten)' gebruikt.
De stoker is de arbeider die is belast met het stoken van het vuur of ovens, meestal bij stoomaangedreven krachtwerktuigen en op voertuigen zoals locomotieven en stoomschepen.
Te gebruiken voor speelgoed met een paardehoofd op het éne uiteinde van een korte stok, waar kinderen op rijden; gebruik 'hobbelpaarden' voor speelgoed om op te rijden dat bestaat uit dieren die op glijders, schommelhouten of springveren zijn gemonteerd.
Leden van een soort kleine, beweeglijke zoogdieren van de familie der mangoesten, met een spits gezicht, kleine oren en zwart omrande ogen, die in samenwerkende groepen van 20 tot 50 dieren leven, worden aangetroffen in het zuidwesten van Afrika en makkelijk herkenbaar zijn aan de rechtstandige wachters in de groep die op de uitkijk staan voor roofdieren.
Lange, losvallende gewaden met of zonder mouwen, gedragen door Griekse en Romeinse vrouwen.
Sjaalachtige stroken van stof of bont die losjes rond de nek worden gedragen, waarbij men de uiteinden aan de voorzijde laat hangen. Gebruik 'lamfers' voor lange verlengstukken van een capuchon in de vorm van buisjes.
Turbines die worden aangedreven door de druk van stoom die met hoge snelheid wordt vrijgelaten tegen de bladen van de turbine.
In de metaalbewerking, blokken van verschillend ontwerp die worden gebruikt om te begeleiden of de impact van een stoot op te vangen.
Verstelbare apparaten, vaak van metaal, die worden gebruikt om hout vast te zetten aan het uiteinde van de werkbank; worden meestal gebruikt bij het schaven.
De eenvoudigste soort handbeschermer op blanke wapens, dat al bekend is sinds de Oudheid, en bestaat uit een staaf die kruiselings op het blad en de greep is geplaatst.
Weerstand van een materiaal om niet te breken door een slag, uitgedrukt in termen van de hoeveelheid energie die wordt geabsorbeerd voor breking.
Handzagen met een smal zaagblad; worden gebruikt om kleine ingewikkelde figuren of cirkels met een kleine straal uit te zagen.
Houders met een inhoud van 1 tot 1½ liter, met wijde opening en soms een ingeslepen glazen stop, voor allerlei substanties, in allerlei vormen, maar vooral cilindrisch, meestal zonder handvatten.
Doosjes voornamelijk door zeelui gebruikt om draad, naalden, band of andere kleine artikelen van de uitrusting in te bewaren.
Een reeks lichtelijk groenachtig bruine kleuren die lijken op de kleur van stopverf, een zware pasta-achtige mix van lijnolie en calciumcarbonaat in poedervorm die wordt gebruikt om ruiten in hun kozijnen vast te zetten en voor andere doeleinden.
Zakjes voornamelijk gebruikt door zeelieden om draad, naalden, band of andere kleine voorwerpen in de uitrusting in te bewaren.
Marmerpapier dat is geprepareerd met een terpentijnmengsel, waaraan olie of gal is toegevoegd. Er ontstaat dan een kleurpatroon met kleine gaatjes.
Sinds de oudheid bekende middelen die werden gebruikt om door de muren of poorten van een vesting te breken, die voornamelijk bestonden uit een lange balk met een zware metalen kop die op een kar met wielen of een raamwerk werd geplaatst, waarmee ze naar voren en naar achteren konden worden geslingerd of door mensen konden worden gedragen.
Gebouwen in de buurt van kolenmijnen, uitgerust met douches en faciliteiten voor het drogen van kleren, meestal aangetroffen in Engeland, Schotland en Wales en gebouwd voor gebruik door mijnwerkers.
Te gebruiken voor plaatsen waar afval, afgedankt restmateriaal of tijdelijk nutteloze producten van menselijke activiteit worden gestort.
Reeksen tekeningen of foto's met begeleidende tekst van nog op te nemen scènes uit een audiovisuele productie.
Term gebruikt voor een type drinkgerei van verschillende maten en vormen uit Schotland en Noord-Engeland. Geen Nederlands equivalent.
Uitstekende openingen die worden gebruikt om water- of luchtstromen te sturen of om de snelheid van de stroom te wijzigen, vooral die openingen die taps toelopen of die een vernauwing hebben, zoals aan het eind van een slang of een blaasbalg.
Apparaat dat een luchtstoot naar een oven of smidsvuur voert door middel van vallend water, waarbij het water en de lucht in een tweede fase worden gescheiden. In specifieke zin, een blaasapparaat zonder bewegende delen dat tot in de 19de eeuw werd gebruikt in metallurgische fabrieken in Italië, Spanje en andere Middellandse Zeelanden. Een stoot vochtige lucht wordt naar een oven gevoerd door middel van vallend water, waarbij de lucht middels het zogeheten Venturi-effect naar beneden wordt gezogen. In een vat wordt de lucht dan gescheiden en door een pijp of 'tuyere' naar de oven gevoerd.
Te gebruiken voor vliegtuigen die worden voortgestuwd door motoren die stralen of stromen gas of vloeistof uitstoten en hun stuwkracht volledig of grotendeels verkrijgen als reactie op dat uitstoten.
Beschrijft werken die zijn vervaardigd door de bewoners van de eilanden in de Straat van Torres. De bekendste werken uit de Straat van Torres zijn de double-outrigger, een zeilkano die 12 passagiers of meer kan vervoeren. De kano's zijn gedecoreerd met gravures en beschilderingen. Er is geen enkel exemplaar van een gedecoreerde kano uit de Straat van Torres bewaard gebleven, behalve op foto's en tekeningen.
Verwijst naar de stijl van het faience dat werd geproduceerd in de Straatsburgse aardewerk- en porseleinfabriek in de 18de eeuw. Deze werd op grote schaal gekopieerd in heel Europa en vertoont naturalistische bloemmotieven, weergegeven in helder gekleurd glazuur.
Een blok of stuk steen dat is gevormd of geselecteerd naar vorm voor een geplaveid oppervlak.
Te gebruiken voor personen die op een tijdelijke plek op straat voedsel of kleine goederen verkopen. Gebruik 'marskramers' voor personen die van deur tot deur of op straat kleine goederen verkopen.
Verwijst in het algemeen naar gevangenissen voor mensen die voor grote misdrijven zijn veroordeeld. In moderne rechtssystemen hebben de meeste gevangenissen ook heropvoedingsfuncties en is het oorspronkelijke onderscheid verdwenen. De term 'strafinrichting' wordt in het algemeen spraakgebruik vaak voor 'gevangenis' gebruikt.
Algemene term voor instellingen die faciliteiten beheren voor de opsluiting van mensen die zijn beschuldigd van of veroordeeld wegens het overtreden van de wet en waarin eventueel wordt geprobeerd om de daders op de een of andere manier te heropvoeden of te rehabiliteren.
Het procédé waarmee een fresco wordt verwijderd wanneer het pleisterwerk waarop het is geschilderd, ernstig is beschadigd; de kleurlaag wordt verwijderd met sterke lijm zonder daarbij grote hoeveelheden pleister mee te nemen.
Bommenwerpers voor grootschalige missies, die conventionele of nucleaire wapens meevoeren en worden gebruikt ter bescherming van de belangen van het nationaal beleid in het algemeen of het specifiek aanvallen en vernietigen van vijandelijke industrieële en economische doelen of burgerbevolkingscentra.
De bestudering van de oorsprong, samenstelling, spreiding en opeenvolging van strata of lagen.
Een techniek voor gegevensoverdracht waarbij de gebruiker beeldmateriaal en muziek via internet kan beluisteren en bekijken, zonder eerst grote bestanden in hun geheel te hoeven downloaden. Wanneer de gebruiker het materiaal beluistert of bekijkt, ���streamt' een host of bron de gegevens in kleinere hoeveelheden. Bij streaming wordt het materiaal niet op de computer van de gebruiker opgeslagen, zoals bij downloaden gebeurt.
Een golvend van S-achtige groeven voorzien patroon dat veel wordt gebruikt op Romeinse sarcofagen en in neoklassieke ornamenten.
Slagwapens met een brede, zware, a-symmetrische kling die haaks op de steel geplaatst is. Kan ook gegooid worden. Gebruik 'bijlen (gereedschap)' voor bijlen voor ander doeleinden, die meestal smallere bladen hebben.
Verwijst naar de latere fase van de Oostelijke Zhou-periode, van 403 tot 221 v. Chr., hoewel sommige onderzoekers deze periode tussen 475 en 221 v. Chr. dateren. De naam is afkomstig uit kronieken uit de periode. Deze werd gekenmerkt door ernstige versplintering die leidde tot economische en politieke neergang, maar werd ook gekarakteriseerd door fantasierijk vakmanschap. Deze creativiteit werd mogelijk bevorderd door een toename van het aantal mecenassen en door de concurrentie tussen de verschillende staten van de Zhou-dynastie. De graftombe van de markies van Zeng in Suizhou in de provincie Hubei is een belangrijke vindplaats voor de vroege periode van de Strijdende Staten; op deze site zijn meer dan 15.000 artefacten gevonden, zoals bronzen ritueel vaatwerk, klokken, wapens, lakwerk en objecten van hout en bamboe. Veel voorkomende decoratieve motieven op bronzen en keramische objecten waren vogels met gebogen vleugels en draken, wat duidt op contacten met de culturen van de Aziatische steppen, de Hunnen en de Tartaren.
Wapens die bestaan uit een kort handvat waar aan het einde, door middel van een ketting twee of meer gepantserde ballen, een korte gepantserde staaf of een houten gesel met ijzeren punten aan zijn bevestigd. Ze dateren in ieder geval van tenminste de 13e eeuw.
Te gebruiken voor oude Mesopotamische, Egyptische, Griekse en Romeinse voertuigen met meestal twee wielen, die door maximaal tien dieren konden worden getrokken; ze kwamen voor in vele verschillende vormen en met diverse toepassingen en werden meestal bestuurd vanuit een staande positie. Waarschijnlijk ontwikkeld in Mesopotamië rond het begin van het derde millennium.
Gereedschappen die meestal van hout, aluminium of magnesium zijn gemaakt en worden gebruikt bij het af werken, om van onverhard beton, pleister of stucwerk een relatief gelijkmatig maar nog steeds open laag te maken.
Kleine skiffs met een platte bodem die men kan roeien of zeilen of waaraan een buitenboordmotor kan hangen. De zijkanten zijn meestal gemaakt van twee planken naast elkaar en de kruislings beplankte bodem heeft de vorm van een strijkijzer.
Dakgebinten die kleiner zijn dan de andere, meestal als gevolg van de plaats, zoals in een schilddak.
Flexibele houten stokken, slechts zelden gemaakt van metaal of plastic, met tussen de twee uiteinden strak gespannen paardehaar of een ander draadachtig materiaal, dat wordt gebruikt om tegen de snaren van een snaarinstrument strijken zodat deze geluid produceren. Historisch zijn strijkstokken evenwijdig gebogen, gebogen aan één kant, of recht in het midden met beide kanten gebogen; typische moderne westerse strijkstokken hebben een concave boog.
Het opnieuw verhitten van glas nadat het is afgekoeld, om kleur of ondoorzichtigheid te verkrijgen.
Ornament bestaande uit twee lussen en twee uiteinden gescheiden door een knoop. Gemaakt van touw, lint of textiel. Gebruikt als decoratie en/of sluiting op kleding, kledingaccessoires of in het haar.
Een gelegenheid waar amusement in de vorm van stripteases wordt aangeboden.
Karton gemaakt van stro, bepaalde grassoorten en ander papiermateriaal met weinig cellulose.
Onderscheiden zich door sterke modificatie van de voet en het operculum. Ze bewegen zich slingerend voort en voeden zich met algen en planten. Sommige soorten worden gebruikt als menselijk voedsel, andere soorten worden als decoratie gebruikt.
De beweging van elektrische ladingen, gassen, vloeistoffen of andere materialen of hoeveelheden.
Rokken die aan de onderkant nauwer zijn dan bij de knie, zodat de draagster met kleine trippelpasjes moet lopen, gedragen omstreeks 1912/1913.
Afvalstoffen die door het lichaam worden afgescheiden.
Kleine gedrukte bladen waarop meestal een bericht of advertentie staat afgebeeld, en die zijn bedoeld om met de hand te worden verspreid en vaak ook dienst doen als posters. Voor kleine gedrukte bladen die zijn bedoeld om bij een groter algemeen publiek te worden verspreid wordt 'circulaires' gebruikt. Voor grotere bladen die vooral zijn bedoeld om te worden aangeplakt wordt 'posters' gebruikt.
Kleine geperforeerde vaatjes in verschillende grootten, vormen en materialen, met afneembaar geperforeerd deksel of gemaakt uit één stuk met gaatjes in de bovenkant en vulbaar door een gekurkt of anderszins afsluitbaar gat in de bodem, of samengesteld uit twee delen met een stop met schroefdraad of draaideksel; wordt gebruikt voor het strooien van suiker, zout, mosterd of andere kruiden, met name aan tafel.
Doosjes met geperforeerde deksels die vroeger werden gebruikt om radeerpoeder of fijn zand in te bewaren om over natte inkt te sprenkelen om het te af te vloeien; soms gemaakt als een onderdeel van een inktstel of bureauset.
Drukwerk zoals berichtgevingen of advertenties, dat is bedoeld om met de hand of over de post te worden verspreid. Voor drukwerk dat is bedoeld om te worden aangeplakt wordt 'posters' gebruikt.
Patronen waarin kleine motieven zijn verstrooid over een meestal effen ondergrond.
Potjes met gaatjes in de deksel, gebruikt om radeerpoeder of fijn zand in te doen dat wordt gesprenkeld op natte inkt om het af te vloeien; soms gemaakt als onderdeel van een inktstel of bureauset.
Flexibele geleiders die kunnen worden gebogen om de gewenste kromme te vormen. Worden gebruikt voor het tekenen van lange bogen.
Te gebruiken voor de lichtgevende bruggen van elektriciteit die in een gat tussen twee elektrodes worden gemaakt.
Instrumenten die worden gebruikt om de stroomsnelheid, de ontladingssnelheid of de druk te meten van vloeistoffen, gassen of dampen in een buis of een andere gesloten houder.
Takelonderdelen, meestal bestaande uit lusvormige touwen, gebruikt om iets dat opgehesen, neergelaten, gedragen of opgehangen moet worden, veilig onder controle te houden.
Vrij lange, smalle stukken zacht materiaal, zoals zijde of wol, die om de hals onder de boord worden gedragen en met een knoop, lus of strik aan de voorkant worden vastgemaakt, waarbij de twee uiteinden meestal verticaal los naar beneden hangen.
De elementen of delen van een entiteit en hun onderlinge relaties, vaak met betrekking tot de manier waarop ze zijn georganiseerd of opgebouwd.
Pleistergereedschap zoals stoffen of kurken schuurborden. Worden gebruikt om structuur aan te brengen in pleister.
Lage, houtachtige, overblijvende planten gekenmerkt door verschillende vertakkingen dicht bij de wortel en afwezigheid van opvallende stammen; wordt doorgaans alleen gebruikt voor planten die minder dan zes meter hoog zijn.
Noord-Amerikaanse pijnboomsoort die inheems is in het gebied van de Northwest Territories tot aan Nova Scotia in Canada en van Minnesota tot aan Maine en Indiana in de Verenigde Staten. In het uiterste westen van het verspreidingsgebied vindt al snel hybridevorming plaats met de nauw verwante Pina contorta.
Orde van tien soorten in zes families. Het zijn loopvogels. De meeste hebben een kleine staart met weinig of geen staartveren. Sommige soorten hebben bijna geen vleugels. Tot de orde behoren de grootste levende vogels.
Type licht, plooibaar pleisterwerk, gemaakt van ongebluste kalk, gemengd met marmerpoeder en lijm en soms versterkt met haar. Het droogt minder snel dan gewoon pleisterwerk en is daardoor geschikt om sculpturen en architectonische decoraties te maken, zowel binnen als buiten. Verschilt van het meeste andere pleisterwerk, dat gemaakt wordt van calciumsulfaat in plaats van ongebluste kalk zoals stucwerk, en dat veel sneller droogt.
Wordt gebruikt in verband met het bepleisteren van muren. Het betreft het creëren van een isolerende ruimte van enige centimeters tussen een buitenmuur van een gebouw en de deklatten van een bepleisterde muur.
Verwijst naar de kunstgroepering die in 1999 werd opgericht door de Britse kunstenaars Charles Thomson en Billy Childish, samen met nog elf andere kunstenaars. De term 'stuckisme' verwijst naar de kritische reactie van medekunstenaar Tracey Emin op de schilderijen van Childish: 'Stuck! Stuck! Stuck!' Deze stroming propageert de terugkeer naar het schilderen van spontane expressie en naar authenticiteit. De stuckisten verwerpen het postmodernisme als zijnde een marketinginstrument dat emotie of inhoudelijke betekenis ontkent, en staan een vorm van 'remodernisme' voor, waarbij spiritualiteit als tegenwicht kan dienen voor de scepsis en het nihilisme die nu de boventoon voeren.
Verwijst in specifieke zin naar ambachtslieden die decoratieve gebeeldhouwde oppervlakken en gebeeldhouwde details voor muren en plafonds in pleisterwerk vervaardigen en aanbrengen. Verwijst ook in het algemeen naar personen die stucwerk aanbrengen op oppervlakken, niet noodzakelijk met bepaalde (gebeeldhouwde) vormen.
Financiële ondersteuning voor de opleiding van iemand die studeert, in het bijzonder in het hoger onderwijs.
Kleine ronde kalotten in vaak felle kleuren die in de Verenigde Staten worden gedragen, vooral door kinderen en studenten.
Benaming die aan het eind van de 19e eeuw werd gebruikt voor een soort gestoffeerde leunstoel die bedoeld was om als leesstoel in slaapzalen te gebruiken.
Beeldende werken, waarin een onderwerp wordt onderzocht en uitgeprobeerd, vaak ter voorbereiding op andere werken; verder afgewerkt dan schetsen.
Een financiële toelage voor studenten op basis van noodzaak of geschiktheid, meestal uit het fonds van een school, college of universiteit voor het dragen van de kosten van de opleiding. Te onderscheiden van 'toelagen', studiebeurzen die worden toegekend aan ongediplomeerden en niet aan gediplomeerden, die bovendien nog geen studierichting hebben gekozen.
Kleine, afgescheiden compartimenten, met name in bibliotheken, die worden gebruikt voor studie in relatieve privacy.
Een zwaar, egaal karton bedekt met een grondlaag die voldoende ruwheid bezit voor het gebruik van olieverf.
Architectonische modellen waarmee aspecten van een project kunnen worden verduidelijkt en geïllustreerd tijdens het ontwerpproces.
In de context van beeldende kunsten en kunstnijverheid een groep die bestaat uit een meesterkunstenaar of -architect en zijn of haar assistenten. In de studio waren vaak een aantal assistenten en leerlingen werkzaam, meestal talentvolle en bedreven kunstenaars die onder leiding van de meester hun vaardigheden aanscherpten. De term wordt meestal gebruikt voor groepen die actief waren in de 17de eeuw en later. De betekenis van de term komt deels overeen met 'werkplaatsen (organisaties)', maar er is vaak een subtiel onderscheid in gebruik: 'werkplaatsen (organisaties)' verwijst meestal naar groepen die actief waren voor het midden van de 17de eeuw en waarin de nadruk lag op georganiseerde samenwerking, goed functionerend teamwerk en arbeidsverdeling. Ook leerden de leerjongens hier een vak en werden ze niet opgeleid tot kunstenaar in de moderne zin van de term. 'Studio's (organisaties)' verwijst meestal naar latere groepen waarin de meesterkunstenaar of -architect geen leerjongens maar leerlingen opleidde en waarin de nadruk voor de leerlingen lag op het aanscherpen van artistieke vaardigheden en niet op het leren van een vak. De termen 'studio van' of 'werkplaats van' worden vaak gebruikt om aan te geven dat een werk is geproduceerd in de studio of werkplaats van een kunstenaar, zonder dat de meester er zelf aan heeft gewerkt.
Verwijst naar ruimten die zijn bedoeld voor kunstenaars om in te werken. De term wordt in algemene zin gebruikt voor werkruimten voor kunstenaars vanaf de 16de eeuw tot heden. De kenmerken van een atelier komen vaak voort uit praktische vereisten zoals voldoende licht en voldoende ruimte om het kunstwerk te maken en materialen op te slaan. Het atelier kan ook dienstdoen als locatie voor het tentoonstellen van afgeronde kunstwerken of het geven van trainingen. Bij het tot stand brengen van een kunstwerk kunnen meerdere artistieke processen een rol spelen; het atelier kan dan ook zijn onderverdeeld voor verschillende activiteiten. De term 'werkplaatsen' verwijst in het algemeen naar ruimten die werden gebruikt door ambachtslieden, kunstenaars die vóór de 16de eeuw actief waren en door fabrieksmedewerkers.
Kleine kamers of studeerkamers in privéwoningen, waarin collecties kunstwerken en/of biologische of geologische monsters worden tentoongesteld; populair tijdens de Italiaanse Renaissance.
Kleine gazen zakken die worden gebruikt om aquatintplaten te bestrooien met hars in poedervorm.
Horizontale balken die de uiteinden van vloerbinten ondersteunen of die op stijlen rusten en de muur erboven ondersteunen.
Arbeiders die steunbalken maken of installeren.
Aanduiding voor een structuur van open bakken gevuld met keien of ander doorlatend materiaal en gebruikt als steunmuur of om een constructie te dragen.
Afgesloten kamers, gebruikt om verwarmde of gekoelde lucht te verspreiden of verzamelen in gestuwde luchtverwarmings of -koelingssystemen.
Een Franse variant van art nouveau. De term wordt met name gebruikt om artistieke trends te beschrijven in diverse disciplines als architectuur, toegepaste kunsten en kunstnijverheid rond het begin van de 20ste eeuw.
Een variant van art nouveau in Frankrijk, bedacht door de architect Hector Guimard om zijn eigen stijl te beschrijven. Guimard stond bekend om zijn ingangen bij de Parijse metro, die waren gemaakt van staal en glas. De term wordt vaak gebruikt in combinatie met 'Style Métro'.
Genus van circa 120 soorten heesters of kleine bomen die inheems zijn in warm-gematigde en tropische gebieden van het noordelijk halfrond, in het oosten en zuidoosten van Azië en in Zuid-Amerika.
Een geurende, vloeibare, onverzadigde koolwaterstof die vooral wordt gebruikt bij het maken van synthetisch rubber, plastic en synthetische hars, en bij het verbeteren van drogende olie.
Verwijst naar het werk van een groep kunstenaars onder leiding van de schilder Zhao Zuo uit de late 16de en vroege 17de eeuw.
Verwijst naar een overgangsperiode en cultuur uit de late Bronstijd in Italië. Deze kenmerkt zich door permanente nederzettingen, crematieplaatsen en kenmerkende bronzen en barnstenen objecten. Deze cultuur valt gedeeltelijk samen met de Proto-Villanova cultuur. De term moet niet worden verward met de homografische term die wordt gebruikt binnen de geologie als verwijzing naar een serie opeenvolgende lagen uit het Pleistoceen.
Verwijst naar de laatste fase van de Minoïsche kunst en cultuur, volgens het classificatiesysteem van de archeoloog Nikolas Platon. Deze volgt op de ondergang van de heersende elite in Knossos, op Kreta, en duurt van circa 1375 tot circa 1000 v. Chr. Het kenmerkt zich door een toenemende politieke en economische versplintering op Kreta, het begin van een proces dat uiteindelijk zal leiden tot de ontwikkeling van machtige stadsstaten. Voorts kenmerkt de periode zich door de exodus van de Minoïsche inwoners van Kreta, die net als de Myceense inwoners behoorden tot de “Zeevolkeren” die Egypte bedreigden en die werden verslagen door Ramses III, om zich uiteindelijk te vestigen en bekend te worden als de Filistijnen.
Grote stukken land die geringer van afmeting zijn dan de gebieden die gewoonlijk 'continenten' worden genoemd; wordt ook gebruikt voor grote delen van continenten met een zekere mate van geografische onafhankelijkheid.
Verwijst naar een periode van Griekse stijl die chronologisch volgde op de Geometrische stijl, vele elementen uit de Geometrische stijl behield, en die ofwel een tussenvorm, ofwel archaïsch was, afhankelijk van de geografische locatie. In sommige gevallen, verscheen de stijl na de bloei van de Geometrische periode, maar nog voordat de Oriëntaliserende periode volledig was gevestigd, en vormde daardoor een overgangsfase tussen de ene stijl en de andere. In andere gevallen ontstond de stijl nadat de Oriëntaliserende periode was gevestigd, en was derhalve een bewuste poging om de vroegere Geometrische stijl nieuw leven in te blazen.
Verwijst naar het werk van een groep fotografen die in de jaren 50 van de 20ste eeuw actief waren in West-Europa, en die waren beïnvloed door de leer van professor Otto Steinert. De nadruk lag op experimenten en de creatieve impulsen van de fotograaf. De stijl kenmerkt zich door de ondergeschikte rol van het onderwerp en een prominente rol voor patronen en vormen, zoals ook in de grafische kunst het geval is.
Wordt gebruikt voor Griekse en Latijnse papyri die tussen de categorieën documentaire papyri en literaire papyri vallen, zoals magische teksten en brieven die worden gewaardeerd om hun literaire vaardigheid.
Toelages of schenkingen van geld of ander eigendom als een soort financiële hulp.
Stichtingen, overheidsinstanties, instituten of andere organisaties die fondsen verstrekken voor specifieke doeleinden.
Door een overheid of andere instelling toegekende financiële ondersteuning.
Keukengerei dat de functies van een vork en lepel combineert; heeft aan één kant tanden en aan de andere kant een kleine, ondiepe kom. Dit soort vorken werd gebruikt in de 16e tot de 18e eeuw voor het eten van gekonfijt fruit en bonbons.
Kamers in het Romeinse badhuis of de gymnastiekschool tussen het laconicum, sudatorium en het caldarium, waar atleten zich terugtrokken om het zweet van hun lichamen te verwijderen.
Zweetkamers in Romeinse badhuizen.
Verwijst naar een stijl van grijs steengoed dat vanaf de 5de tot de 10de eeuw werd vervaardigd. Het Sue-aardewerk komt oorspronkelijk uit het zuiden van het Koreaanse schiereiland, maar werd in de 5de en 6de eeuw ook in Japan geïntroduceerd, waar het 'hiwaibe doki' (uitverkoren doki) werd genoemd. Het bleef tot in de jaren 50 van de 20ste eeuw in productie. De stijl wordt gekenmerkt door spiraalvormig opgebouwde houders die werden gebakken bij een temperatuur boven de 1000 graden Celsius, waardoor een grijze kleur resulteert. Sue-aardewerk is meestal ongeglazuurd, afgezien van het natuurlijk asglazuur dat tijdens het bakken wordt gevormd, en is gedecoreerd met eenvoudige gekamde of gestippelde ontwerpen. Tijdens de Hein-periode (794-1185) ontstonden er nieuwe producten, zoals geglazuurde versies op basis van natuurlijk gevormd asglazuur en glazuurtechnieken uitgevoerd in groen of in drie kleuren.
Verwijst naar een Chinese dynastie uit de periode 589 tot 618 n. Chr. Gedurende deze periode werden het noorden en zuiden van China na jaren van scheiding herenigd. De Sui-dynastie heeft betrekkelijk kort bestaan, maar deze periode werd wel gekenmerkt door belangrijke vernieuwingen in de economie, de politiek en het onderwijs. Tijdens de Sui-periode kwam er een bloeiende handel met Centraal-Azië en het westen op gang. Ook op het gebied van techniek en architectuur was het een periode van vernieuwing, zoals blijkt uit het werk van Li Chun, een ingenieur, en de architect Kai Yuwen, die beiden dienden onder keizer Wendi (heerste van 581-604). Li Chun was verantwoordelijk voor 's werelds eerste open boogbrug van steen, de Anji-brug, terwijl Kai Yuwen het ontwerp leverde voor Daxing, dat zou uitgroeien tot de grootste stad met het hoogste bevolkingsaantal van zijn tijd. De Sui waren diepgelovige boeddhisten; veel van hun stenen beeldhouwwerken zijn bewaard gebleven, in tegenstelling tot hun in brons, hout en lakwerk uitgevoerde kunstwerken; ook hebben ze tal van oudere boeddhistische afbeeldingen gerestaureerd. Het Sui-beeldhouwwerk wordt als technisch hoogstaand beschouwd, maar blijft qua sierlijkheid achter bij het fraaiste beeldhouwwerk van de Noordelijke Qi. Sui-keramiek is zorgvuldig gemodelleerd maar overigens vrij sober. In zowel het noorden als het zuiden van China zijn Sui-celadons opgegraven, waarvan sommige zijn gedecoreerd met ingestempelde patronen. In steengoed of aardewerk uitgevoerde beeldjes van krijgers, ambtenaren en beschermende wezens werden in groten getale vervaardigd, met name als grafobject. Modellen van alledaagse voorwerpen zoals kachels en schoenen werden eveneens aan de overledene meegegeven voor gebruik in het hiernamaals. Kostbare militaire missers, natuurrampen en een autocratisch en spilziek bewind leidden tot het verval van de Sui-dynastie, die werd opgevolgd door de Tang-dynastie.
Een zoet kristallijn koolhydraat. In zuivere toestand is het wit. Het wordt verkregen uit een grote verscheidenheid aan plantensappen, maar vooral uit de sappen van suikerriet en suikerbieten. Het is een belangrijk bestanddeel van menselijke voeding.
Hard, fijnnerfig hout van de soort Acer saccharum, afkomstig uit de Verenigde Staten en Canada. Het is licht roodbruin van kleur en heeft de neiging 'bird's eye' patronen te hebben. Het wordt gebruikt voor meubels, kasten, vloeren (dansvloeren, bowlingbanen), muziekinstrumenten, en fineer.
Noord-Amerikaanse soort sier- en productieboom, meestal zo'n 18 meter hoog. Op minder vruchtbare bodems kan de soort kleiner en struikachtig zijn. De gladde, glanzende, niet-afbladderende buitenste schors is roodbruin op jongere stammen en bijna zwart op oudere stammen en diep gegroefd in onregelmatige lagen. De takjes en de binnenste schors hebben de geur en smaak van wintergroene planten. Het harde hout met de dichte nerfstructuur is vergelijkbaar met dat van de gele berk, maar is massiever en dieper van kleur. De suikerberk is een bron van berkenolie en was vroeger een vervanger van wintergroenolie. Van het sap wordt berkenbier gemaakt.
Hout van de boom behorende tot het genus Betula lenta, inheems in de zuidelijke Appalachen. Het lijkt op yellow birch en commercieel wordt er geen onderscheid gemaakt tussen de twee. Suikerberkenhout heeft echter een hogere densiteit en is dieper van kleur. Het hout wordt gebruikt voor het maken van fineer, vloeren, meubilair, deuren, triplex en voertuigonderdelen.
Gereedschappen die worden gebruikt voor het verkleinen van grote suikerbroden in kleinere, handzame stukken.
Tangen, meestal van zilver gemaakt, met klauwvormige of lepelvormige uiteinden waarmee suikerklontjes worden opgepakt.
Verwijst naar de periode die is genoemd naar het Sukhothai-koninkrijk, dat floreerde in de regio van Thailand vanaf de late 13de eeuw tot het midden van de 15de eeuw. Deze periode wordt beschouwd als de gouden eeuw van de Thaise beschaving, en is van grote invloed geweest op alle latere perioden. In de beeldhouwkunst manifesteerde deze periode zich in religieuze orthodoxie en wordt ze gekenmerkt door verfijnde boeddhistische en hindoeïstische beelden in brons en stucwerk. Een vaak terugkerend iconografisch thema in de beeldhouwkunst was Boeddha's Voetafdruk, vaak uitgehakt in stucwerk of steen, versierd met inscripties van het Wiel van de Wet en met figuren van godheden en boeddha's, en alom aangetroffen in wat-tempels in het hele gebied. Boeddhabeelden in deze stijl hebben meestal een vlamachtige stralenkrans, haar dat wordt weergegeven in kleine, puntige krullen en een hoekige neus en mond. Sukhothai-beeldhouwers waren de eersten die Boeddha afbeeldden in alle vier de fysieke manifestaties: zittend, liggend, staand en lopend. Producties in bas-reliëf beelden indrukwekkende religieuze gebeurtenissen uit en zijn gewoonlijk geconstrueerd in stucwerk. Architectuur uit deze periode wordt gekenmerkt door constructies in baksteen en lateriet, houten daken die zijn bedekt met geglazuurde terracotta tegels, de unieke stoepa's in de vorm van knoppen van de lotusbloem, conventionele structuren zoals de prang, mondop en wihan, stenen pilaren met beeldgesneden kapitelen, nissen met Boeddhabeelden, torens in Khmer-stijl en makara-beeldhouwwerken in de frontons van nissen, en een stilistische neiging naar stroomlijning in bouwkundige constructies.
Verwijst naar de stijl in de Japanse residentiële architectuur die werd ontworpen voor de theeceremonies en die zijn hoogtepunt bereikte tijdens de Momoyama-periode (1568-1600). De stijl kenmerkt zich door de nadruk op eenvoudige, strenge interieurs, welhaast zonder versiering, met zuilen van grof gehakte boomstammen en muren van aarde.
Te gebruiken om werken te beschrijven van de kleine gelijknamige Afrikaanse samenlevingop de Mandara hoogvlakte in de Nigeriaanse provincie Adamawa.
Verwijst naar de stijl die is vernoemd naar het Indonesische eiland Sulawesi. Beeldhouwwerken in deze stijl zijn onder meer bronzen beelden in de Indiase Amaravati-stijl, beelden van een in een gewaad gehulde Boeddha met één ontblote schouder, terracotta figuren, monolieten met de omtrekken van mannelijke figuren, tau-tau houten beelden van voorouders, levensgrote figuren gekleed in ceremoniële kledij in grotten, en verbeeldingen van de offerbuffel en de levensboom die vruchtbaarheid symboliseert. Kenmerkend voor kunstnijverheid in deze stijl zijn mandjes van bamboe en lontarpalmbladeren afgewerkt met lagen rode en groene lak en bladgoud. In combinatie met edelstenen komt deze stijl tot uitdrukking in armbanden, oorringen in een open ovaalvorm met omgebogen uiteinden en haarsieraden met parels, goud, zilver en versierd metaal. In de huizenbouw komt deze stijl tot uitdrukking in compacte huizen met boogvormige daken, ondersteund door twee verticale palen buiten het huis.
Verwijst naar de kunst en cultuur van de islamitische dynastie met deze naam die als vertegenwoordigers van de Fatimid-kaliefs van Egypte van 1047 tot 1138 over Jemen regeerde. Al-Sayyida al-Hurra Arwa bint Ahmad, de vrouw van de machtige Sulayhid-heerser Al-Mukarram Ahmed (regeerde 1067-84), regeerde na de dood van haar echtgenoot en vestigde een nieuwe Sulayhid-hoofdstad in Dhu Jibla. Daar bouwde ze een paleis en een moskee die bekend stonden om de introductie van verschillende kenmerken die karakteristiek waren voor Fatimid-moskeeën in Egypte. Met Arwa's dood in 1138 eindigde de effectieve macht van de Sulayhid-dynastie, hoewel enkele Sulayhid-prinsen forten bleven bezitten tot het eind van de 12de eeuw.
Verwijst naar de stijl en periode die samenvielen met de heerschappij van Süleyman I, die in Turkije bekend stond als Kanuni (wetgever) en in het westen als 'de grote', van 1520 tot 1566. Het bewind van Süleyman wordt beschouwd als het hoogtepunt van de Osmaanse politieke, economische en culturele ontwikkeling. De kunstinstellingen en begunstigingsprogramma's die tijdens zijn bewind werden opgericht, vormden een basis waarop door de twee opvolgers van Süleyman, Selim II en Moerad III, kon worden voortgebouwd. Onder Süleyman ondergingen twee belangrijke kunstinstellingen belangrijke veranderingen. De functie van hoofdarchitect werd gedurende het grootste deel van zijn heerschappij ingenomen door Sinan, die toezag op de bouw van een groot aantal religieuze, educatieve en handelsgebouwen. Sinan herstructureerde de sobere buitengevel van de Osmaanse moskee met een scala aan uitgesproken elementen, zoals portieken met een of twee ingangen, met elkaar verbonden koepels en semikoepels en een nieuw type slanke, potloodachtige, hoge minaret. Deze stijl komt het beste tot uitdrukking in de Selimiye-moskee van Sinan in Edirne (1569-1575). Onder Süleyman brachten twee vestigingen van de koninklijke ontwerpstudio een synthese teweeg van de nieuwe Osmaanse keizerlijke stijl in decoraties en boekillustraties. Iznik-tegels uit deze periode worden als uniek beschouwd wat betreft de veelzijdigheid en de diepte van de kleuren, met de introductie van felrood, paars, blauw en olijfgroen. Tapijten die werden vervaardigd in Ushak in zuidelijk Anatolië, werden complexer en kregen een meer gecontroleerd patroon, met rijkere, fluweelachtige oppervlakken.
Beschrijft de diverse soorten kunstwerken die zijn vervaardigd door de bewoners van het eiland New Britain. De Sulka zijn bekend om hun beeldgesneden en beschilderde schilden, die zijn gemaakt van geweven rotan en soms zijn gedecoreerd met gezichten.
Verwijst naar de periode en stijl die samenviel met de heerschappij van de Romeinse generaal en dictator, Lucius Cornelius Sulla, die leefde van circa 138 tot 78 v. Chr. De periode kenmerkt zich door een nadruk op politieke en juridische hervormingen.
Verwijst naar type glas dat populair was in het Europa van de 18de en 19de eeuw. Het glas wordt gekenmerkt door de aanwezigheid van een medaillon, camee of andere afbeelding die in het witte, porseleinachtige, hittebestendige materiaal was gesneden; de afbeelding werd vervolgens ingesloten in transparant glas; meestal werd deze techniek gebruikt voor vaatwerk, presse-papiers of andere objecten. Er is geen relatie met 'cadmiumsulfideglas', glas met een kenmerkende gele of rode kleur.
Verwijst naar de stijl en periode die in verband worden gebracht met de regio Sumatra van de 11de tot de 14de eeuw. De stijl staat bekend om zijn rijke, gevarieerde textieltradities die worden gebruikt in uiteenlopende rituele contexten en worden gekenmerkt door ontwerpen met geweven zijde en katoen, tapijten, borduurwerk, werken met goudlaken en mantelstoffen in blauwe en aardrode kleuren met 'warp ikat'-ontwerpen van in elkaar grijpende ruiten. Kenmerkend voor de edelsteenproductie in deze stijl zijn gouden medaillons, armbanden en halssieraden versierd met juwelen en haarlokken en slagtanden en klauwen van dieren, en met edelstenen bezette, halvemaanvormige hoofdtooien met kleine modellen van traditionele huizen hangend aan haarspelden. De beeldhouwkunst in deze stijl wordt gekenmerkt door bronzen en stenen Boeddhabeelden die doen denken aan werk uit de Srivijaya- en Majapahit-periode.
Verwijst naar de stijl die in verband wordt gebracht met het eiland Sumba. De textielproductie in deze regio laat Sumatraanse en Indiase invloeden zien, met grote mantels (hinggi) met een ingeweven ikat-patroon, Indiase patola-ontwerpelementen en ceremoniële sarongs met ingeweven patronen. Populaire regionale motieven in het textiel zijn onder meer menselijke figuren, paarden, herten, slangen en leeuwen. De kleuren duiden op een klassenonderscheid, waarbij Turkse rode verf het meest luxe en zeldzaam is. In de edelsteenkunst wordt de stijl gekenmerkt door het gebruik van granaat, kristal, parels, amethisten, robijnen, rood koraal en ivoor. Kenmerkend voor decoratieve kunst in deze stijl zijn fijn afgewerkte kralen halskettingen en hoofdbanden.
Verwijst naar de stijl die is vernoemd naar het eiland Sumbawa. In de edelsteenbewerking zijn de ontwerpen vergelijkbaar met die in andere regio's van Indonesië, afgezien van één onderscheidend element: het veelvoorkomende gebruik van zwarte vierkante plaatjes in halskettingen, als amulet. Kenmerkend voor textielkunst in deze stijl zijn sarongs, hoofddoeken en stoffen die zijn versierd met zijde en edelmetaaldraad. In de schilderkunst komt de stijl tot uitdrukking in verluchte manuscripten van de Koran.
Inkt vervaardigd uit gebrand naaldhout of uit roet van raapzaadolie, dat met lijm of appret tot een blokvorm wordt gebonden. Het blok wordt vervolgens over een inktsteen gewreven en met water gemengd tot de gewenste opaciteit voor de inkt is bereikt.
Schildering die volledig in zwarte inkt wordt uitgevoerd, dus zonder toegevoegde kleur, maar waarin wel vaak de indruk van gekleurdheid wordt gewekt door het gebruik van verschillende tinten zwart.
Verwijst naar de stijl in de Shinto architectuur die zich ontwikkelde rond 300 v. Chr. De stijl kenmerkt zich door een rechthoekig type tempel die uit twee delen bestaat en die is gemaakt van hout dat niet is ontschorst. Het dak heeft een puntgevel met aan de uiteinden een kruisconstructie en wordt gedragen door grote ronde palen.
Verwijst naar het werk van een school van schilders die actief was in de 17de tot 19de eeuw, en die was voortgekomen uit de Tosa-school. De school werd opgericht door Sumiyoshi Jokei, die was aangesteld als hoofd van de schildersafdeling van het Sumiyoshi-heiligdom in Osaka. De stijl kenmerkt zich door de voortzetting van de miniaturistische traditie van de Tosa-school, met als onderwerp doorgaans albums en rolschilderijen op klein formaat en de mens in de natuur.
Verwijst naar de cultuur die ontstond tijdens de Sunga-dynastie van de 2de en 1ste eeuw v. Chr. in India. De Sunga's wierpen het Maurya-keizerrijk omver in 185 v. Chr. Het Sunga-keizerrijk was niet zo uitgebreid als dat van de Maurya's. Hoewel van kunstwerken die gedurende deze periode zijn gemaakt kan worden gezegd dat ze behoren tot de Sunga-periode, impliceert deze term niet altijd dat er sprake was van een patronaat of dat Sunga de controle had over een bepaald gebied. Met de Sunga-periode brak een onafgebroken continuüm van Indiase kunst en architectuur aan. De vroegste overgebleven stoepa-balustrade, samen met een gedeelte van een poort, werd gevonden in Bharhut in oostelijk Madhya Pradesh en dateert van deze periode. Evenals het geval was met andere vroege stoepa-balustrades, werden figuren en reliëfs gedoneerd door personen van wie de namen erop werden gegraveerd. Vaak worden de afgebeelde scènes aangeduid met labels, aangezien boeddhistische iconografie nog in de kinderschoenen stond. In het algemeen werd de nadruk in Sunga-kunst gelegd op het overbrengen van een religieuze boodschap, ten koste van naturalisme; dit wordt ook een dominant kenmerk van latere Indiase kunst. Vaak worden gebeeldhouwde yakshi- en yaksha-figuren aangetroffen, en andere pre-boeddhistische heiligen die een plaats kregen binnen het boeddhisme. Een belangrijk verschil tussen deze en vroegere figuren is dat vele ervan een meer ontspannen linkerbeen hebben. De figuren zijn nog steeds stijf en zwaar zoals Maurya-figuren, maar de dikke kleding en hoge polijstingsgraad zijn verdwenen. Andere belangrijke sites zijn de in rotssteen uitgehouwen grotten in de westerse Ghats, met name die van Bhaja en Pitalkhora. Deze boeddhistische grotnederzettingen bestonden uit een caitya-zaal en verblijven voor de monniken (vihara's). De façades werden gewoonlijk gedecoreerd met hoefijzervormige bogen, terwijl de gebeeldhouwde versiering aan de binnenkant over het algemeen eenvoudig was; schilderingen en houten toevoegingen maakten waarschijnlijk ooit deel uit van de iconografische en decoratieve ontwerpen.
Beschrijft 8-millimeterfilm met een betere kwaliteit en een grotere beeldgrootte dan standaard 8-millimeter, dat nu vrijwel geheel is verdrongen. Super 8 werd in 1965 geïntroduceerd en werd hoofdzakelijk gebruikt in het onderwijs en voor marketing, bedrijfsopleidingen en thuisgebruik, in de vorm van oorspronkelijke opnamen of tot 8 millimeter verkleinde 16-mm-originelen.
Verwijst naar de trend in de Amerikaanse binnenhuisarchitectuur van de late jaren 60 van de 20ste eeuw. De term is afkomstig van het tijdschrift Progressive Architecture. De stijl kenmerkt zich door de grote, overdreven ontwerpelementen en het gebruik van transparante, reflecterende of synthetische materialen, vaak gecombineerd om tromp-l'oeil-effecten te bewerkstelligen. In de jaren 70 van de 20ste eeuw werd de term breder en vielen hieronder ook bepaalde trends in de postmoderne architectuur.
Aanduiding voor zeer grote huizenblokken die meestal bestemd zijn voor bewoning; vaak worden ze gevormd door verscheidene kleinere huizenblokken samen te voegen en vaak zijn ze verboden voor doorgaand verkeer en voorzien van voetgangersgebieden.
De platte banden boven de hoogste lijsten van de cyma's van deklijsten, of de kleine banden boven en onder de scheppend holle lijstwerken van een Attisch voetstuk.
Japanse stijl die is bedacht door de kunstenaar Takashi Murakami. Het staat voor hedendaagse kunst die is beïnvloed door de tweedimensionale stijl van Japanse animatie (anime, manga, etc.).
Leidinggevenden die belast zijn met het toezicht op en de verantwoordelijkheid voor een instelling, afdeling, plaats of activiteit, gewoonlijk met de hoogste bevoegdheid aldaar, indien gebruikt als officiële functieaanduiding voor hen die zulke verantwoordelijkheid dragen.
Toezicht houden op de activiteiten binnen een organisatie; ook het toezicht houden van de eigenlijke kunstenaar op de productie van bijvoorbeeld fotografische afdrukken. Gebruik 'bestuur' voor het beheren van zakelijke aangelegenheden en de menselijke en materiële hulpbronnen van een organisatie of een onderneming, vooral met betrekking op het formuleren van beleid.
Grote, op een sitar lijkende getokkelde luiten uit Noord-India. In feite is de surbahar een bas-sitar.
Reddingsboten die zijn ontworpen om door de branding te water gelaten en op het strand neergezet te worden. Ze zijn over het algemeen aan voor- en achterzijde gelijk met een aanzienlijke zeeg, hoge stevens, een buitenboordroer en soms tuigage voor zeilen; vroegere modelen werden nog geroeid, maar nieuwere beschikken over een hulpmotor. Geen Nederlands equivalent. Zie 'reddingsboten'.
Kleine Japanse prenten geproduceerd in luxe edities, bedoeld om aan vrienden te geven ter herdenking van speciale gelegenheden.
Schalmeien, bestaande uit een houten pijp met conische boring en een klankbeker uit één stuk, met zeven vingergaten, één duimgat, een metalen stift waarin het riet is bevestigd en een pirouette. Bespeeld door het riet in de mond te houden; vervaardigd en bespeeld in zuidelijk Azië, voornamelijk Kasjmir.
Verwijst naar de internationale intellectuele beweging die zich vooral concentreerde in Parijs, van de jaren 20 tot eind jaren 40 van de 20ste eeuw.De beweging, die de esthetische experimenten van het symbolisme en de instelling van dada overnam, kenmerkte zich door een nadruk op het onderzoeken van de grenzen van de ervaring door de realiteit te mengen met het instinctieve, het onderbewuste en het domein van de droom, om vervolgens een absolute realiteit te creëren.
Populaire familierijtuigen met vier wielen, die door één of twee paarden of pony's werden getrokken, meestal met een dak; in verschillende stijlen ontwikkeld in de Verenigde Staten aan het einde van de 19e eeuw.
Verwijst naar de stijl en periode die in verband worden gebracht met de heerschappij van koning Suryavarman I (1002-1050 n. Chr.), die in het algemeen wordt beschouwd als de eerste boeddhistische heerser van Angkor. De periode wordt gekenmerkt door overvloedige bouwprogramma's met onder meer zandstenen bouwwerken in de vorm van kleine tempels en het koninklijk paleis, dat de eerste versterkte paleismuur had in Angkor, pakhuizen en schatkamers die bekend stonden onder de naam Khleang, en een heiligdom met een centrale toren in plaats van de gebruikelijke vijf torens. Voorbeelden van andere vernieuwende aspecten in de architectuur en beeldhouwkunst van deze periode zijn te vinden bij Preah Vihear, waar een reeks binnenplaatsen en gopura's in elkaars verlengde zijn geplaatst in plaats van concentrisch.
Verwijst naar de stijl en periode van midden-Angkor ten tijde van de heerschappij van koning Suryavarman II (1113-1150 n. Chr.). De stijl van deze periode hangt samen met de uitbreiding van het Angkor-rijk en de oprichting van de staatstempel Angkor Wat. Kenmerkend voor de beeldhouwkunst in deze periode zijn verhalende bas-reliëfs in doorlopende verhalende scènes waarin passages worden uitgebeeld uit hindoeïstische religieuze en mythische teksten, en waarin de kleur rood overheerst als symbool van eerbied. Door het gebruik van ondiepe reliëfs contrasteren de wervelende, drukke figuren in het fries fraai met de strakke, rechte lijnen van de architectuur. Bij de kleinere reliëffiguren van godheden waarmee de muren van heiligdommen waren versierd, overheerst de sensualiteit. Kenmerkende beeldhouwthema's zijn verhalende elementen, koninklijke ambities, koninklijke heldendaden en een gedetailleerde verbeelding van goede en slechte figuren door middel van overdreven verhoudingen en gedetailleerde kledingkenmerken.
Een schelpmarmer uit het Engelse Sussex. De hoofdkleur is grijs met enkele groene of blauwe plekjes. De oude plaatselijke naam 'winklestone' verwijst naar de grote hoeveelheid kleine slakkenhuizen (‘winkles’) in het marmer. Het werd in de middeleeuwen gebruikt om kerken te verfraaien en bleef nog eeuwenlang populair.
Handelsnaam voor panelen die zijn geborduurd met bloemen, uit centraal Azië komen en meestal grote afmetingen hebben. Ze worden gebruikt als wandtapijten en beddespreien.
Industriële ondernemingen waar werknemers te weinig betaald krijgen en teveel moeten werken, meestal in onhygiënische of anderszins nauwelijks verdraagbare omstandigheden.
Feesten, soms dansfeesten, die worden gehouden om de zestiende verjaardag van een meisje te vieren.
Verwijst naar de stijl en cultuur die is genoemd naar de archeologische vindplaats bij Swidry in Polen, en die voorkwam in Polen, Roemenië, Rusland en elders. Deze cultuur ontwikkelde zich in de laat Paleolithische periode, maar bleef bestaan en floreerde tot in het Mesolithicum. De cultuur wordt hoofdzakelijk gekarakteriseerd door kenmerkende vuurstenengereedschappen, waaronder kleine, asymmetrische, gekartelde snijers, pijlpunten, en slijpbijlen.Er lijken overeenkomsten te zijn met de Campagnische cultuur die zuidelijker floreerde.
Soort echte mahonieboom, oorspronkelijk inheems in het zuidelijke deel van Noord-Amerika en Centraal- en Zuid-Amerika, namelijk in Mexico, Bolivia, Brazilië, Colombia, Belize, Peru, Venezuela, Costa Rica, Dominica, Ecuador, El Salvador, Frans-Guyana, Guadeloupe, Guatemala, Guyana, Honduras, Martinique, Montserrat, Nicaragua, Panama, Saint Lucia, Saint Vincent en de Grenadines. De soort wordt nu bedreigd door het verdwijnen van de habitat en mag dus niet worden gekapt in zijn inheemse gebieden. De soort is ook ingevoerd voor kweek in Azië, waar hij mogelijk een invasieve soort kan worden.
Hout van de soort Swietenia mahagoni, inheems in Zuid-Florida, de Bahama's, Cuba, Jamaica en Hispaniola. Het hout wordt roodachtig bruin als het is volgroeid. Voor deze soort werd de term 'mahonie' (afgeleid van een term in een indianentaal) voor het eerst gebruikt.
Verwijst naar het hout van de Swietenia Mahagoni (N.O. Cedrelaceæ), een boom die groeit in tropische klimaten, voornamelijk in Mexico, Cuba, Midden-Amerika, West-Indië en Afrika. De kleur varieert van geel tot een volle roodbruine kleur en het is vooral geschikt voor het vervaardigen van meubels en beelden, omdat het hard en fijnkorrelig is en snel glanst.
Verwijst naar de laatste van vier afdelingen La Tène kunst zoals gedefinieerd door Paul Jacobsthal in 1944. Deze stijl kenmerkt zich door Hellenistische invloeden en door zijn geografische verspreiding in het centrale gedeelte van Oost-Europa. De juistheid van Jacobsthal’s La Tène volgorde wordt door moderne onderzoekers in twijfel getrokken.
Hout van de boom behorende tot de soort Acer pseudoplatanus, inheems in Midden-Europa en West-Azië, In de 15de eeuw werd de boom vanaf het continent geïntroduceerd in Groot-Brittannië. Het hout is wit tot geelachtig wit van kleur en wordt gebruikt voor het maken van draaiwerk, spoelen, handvatten voor borstels en decoratief fineer.
Een phanoerokristallijn intrusief stollingsgesteente dat voornamelijk bestaat uit alkalisch veldspaat, eventueel met een kleine hoeveelheid plagioklaas en zonder noemenswaardige hoeveelheden kwarts of nefelien. De term kan ook verwijzen naar een granietsoort met biotiet en hoornblende, of met hoornblende in plaats van biotiet, die in de oudheid werd gewonnen in Syrene in Opper-Egypte.
Verwijst naar de internationale intellectuele stroming die zich eerst voordeed in de literatuur aan het einde van de 19de eeuw en zich vervolgens verspreidde naar de schilderkunst en het theater. De stroming was van invloed op de Europese en Amerikaanse literatuur van de 20ste eeuw. De stroming beïnvloedde ook latere bewegingen zoals het surrealisme, en kenmerkt zich door een complexe synthese van psychologie, mystiek, occultisme en linguïstiek die wordt gebruikt om de traditionele relatie tussen weergave en betekenis op de proef te stellen.
Knopen van kleden, vastgebonden over twee strengen schering waarbij de beide uiteinden van de knoop bij elkaar komen tussen de twee omcirkelde strengen om een opeenhoping te vormen.
Kunstbeweging uit het begin van de 20ste eeuw, met als leidende figuren de Amerikaanse schilders Morgan Russell en Stanton Macdonald-Wright. De stijl onderscheidt zich door een nadruk op een abstracte, ritmische kleurenrangschikking en vage vormen.
Verzoening of samengaan van tegenstrijdige overtuigingen (zoals godsdiensten) of een poging die daartoe moet leiden.
De toestand waarin de stimulatie van een van de zintuigen wordt geïnterpreteerd of waargenomen met een ander zintuig. Het meest voorkomende type is het zogenoemde 'kleuren horen', waarbij een persoon een visuele gewaarwording ervaart bij een auditieve prikkel.
Familie bestaande uit circa 55 genera van zeepaardjes, zeenaalden, phyllopteryx taeniolatus en grote rafelvissen. Vissen van deze familie hebben als uniek kenmerk dat de mannetjes tijdens de broedperiode de eieren dragen.
Een liturgisch document zoals het 'Synodikon van Orthodoxie' waaruit wordt voorgedragen of speciale feestdagen, met name in de oosters-orthodoxe kerk. De term kan ook verwijzen naar een brief van een patriarch aan een andere patriarch ter verspreiding van de besluiten van een patriarchale synode of raad. In bredere zin betreft het een verklaring die is ondertekend door leden van een synode ter bekrachtiging van genomen besluiten.
Te gebruiken om dingen te beschrijven die op synthetische wijze worden vervaardigd, door het vermengen van elementen, stoffen of entiteiten in een verenigde eenheid. Wanneer de nadruk ligt op het onderscheid met natuurlijke dingen, geef dan de voorkeur aan 'kunstmatig'.
Verwijst naar de fase in het kubisme die opkwam in 1912 en die zich kenmerkt door het gebruik van collages en dikwijls door het toevoegen van andere materialen aan de verf, zoals zand, om de dubbelzinnigheid van de afgebeelde objecten naar voren te brengen.
Wordt gebruikt voor complexe verzamelingen apparatuur en activiteiten die volgens een bepaald schema of plan zijn gerangschikt en zijn bedoeld om specifieke functies uit te voeren.
Te gebruiken voor kunst die wordt beïnvloed door systeemanalyse, en bijvoorbeeld gaat over systemen van natuurlijke verschijnselen, sociale tekens of de kunstwereld zelf.
Genus van ongeveer 1100 soorten bloeiende planten die inheems zijn van Afrika en Madagaskar tot Zuid-Azië en de Pacific.
Wordt gebruikt voor grote Chinese heiligdommen gewijd aan voorouders, meestal verbonden met paleisgebouwen.
De eigenschap blijvend vervormd te worden door spanning, zonder te scheuren; dat wil zeggen, het vermogen om van een breed naar een smaller formaat te kunnen worden getrokken.
De studie van talen anders dan de moedertaal van de studenten, met de bedoeling om een bepaalde mate van vaardigheid in het gebruik van deze talen te verwerven.
Lichte tot middelmatig donkere tint bruin. 'Taan' verwees oorspronkelijk naar de kleur van gemalen eikenschors of tannine (looizuur), dat wordt gebruikt bij het looien van leer.
Grote messen met een lang handvat en een getande of geschulpte snijkant. Kunnen worden vergezeld door een cake-etagère. Gebruik 'broodmessen' voor soortgelijke messen maar met kleinere tanden die dichter bij elkaar staan.
Keukengerei dat vaak een plat, driehoekig blad heeft en wordt gebruikt voor het snijden en opdienen van taarten en gebak.
Gerei met twee lange tanden en een handvat dat wordt gebruikt voor het plaatsen van taarten in en verwijderen uit een oven. Gebruik 'schietschoppen' voor plat, peddelachtig gerei dat wordt gebruikt voor het plaatsen in en verwijderen van voedsel uit een oven.
Kleine dozen om rook- of pruimtabak in mee te nemen, met name doosjes met losse sluitende deksels. Gebruik 'snuifdozen' voor gelijksoortige dozen met een scharnierend deksel in plaats van een los sluitend deksel.
Blazoenen of tunieken van rijk materiaal met afbeeldingen van heraldische wapens die in de middeleeuwen door mannen werden gedragen. Tegenwoordig staan ze bekend als mouwloze kledingstukken van karmozijnrood fluweel die in combinatie met een mantel worden gedragen. De term is enigszins dubbelzinnig en kan ook slaan op overkleding die door hooggeplaatste personen van beide seksen kan worden gedragen.
Compacte, geordende lijsten met feiten of gegevens, met name lijsten waarbij de informatie in rijen en kolommen is ondergebracht.
Romeinse rechthoekige kamers die direct vanaf de straat toegankelijk zijn en die vooral worden gebruikt als winkels of kraampjes.
Oud-Romeinse herbergen waar jonge bedienden warme lekkernijen en complete maaltijden serveerden. Meestal hadden deze gebouwen een smal en lang grondplan en gewelven. De eigenaar zat meestal op een verhoging aan een van beide uiteinden van de herberg. Ze waren bedoeld voor de betere klassen. Herbergen voor lagere klassen heten ���cauponae'.
Japanse enkelsokken, gewoonlijk van katoen, met een los omhulsel voor de grote teen, door zowel mannen als vrouwen gedragen. Vaak voorzien van een dikke zool. Men draagt ze zonder schoeisel of in houten klompen die men ���geta' noemt.
Textiel geweven volgens een methode die is gebaseerd op een eenheid van twee scheringdraden en twee inslagdraden, waarbij elke scheringdraad over de ene en onder de andere inslagdraad loopt. De verbindingspunten worden langs één scheringdraad op opeenvolgende inslagdraden gelegd. Geen Nederlands equivalent. Zie 'weefsel' en 'effenbinding'.
Trommen in asymmetrische paren, te weten een sopraantrom met als klankkast een taps toelopende houten cilinder en een bastrom met een ronde, komachtige klankkast van klei of verchroomd messing; bespeeld met de hand; Noord- en Midden-India, Pakistan, Bangladesh.
Schrijftafels die vaak een verschuifbaar, met leer bedekt blad hebben en soms een verstelbaar, scharnierend paneel om op te lezen. Te onderscheiden van 'bureaux plats' doordat ze kleiner zijn.
Franse benaming uit de 18e eeuw voor kleine, makkelijk draagbare tafels.
Kleine dameswerktafels in de klassieke uitvoering, met randen rondom het tafelblad en rondom de plank die de poten verbindt, zodat hier ondiepe 'bakjes' ontstonden waar chiffons (reepjes lint en stof) en ander naaiwerk kon worden bewaard. Ze waren vierkant of rond en hadden meestal drie laden, waarvan de bovenste soms met schrijfgerei was uitgerust.
Te gebruiken voor de zwijgende, roerloze opstelling van één of meer gekostumeerde spelers, meestal met passend decor en requisieten die een scène uit de kunst, literatuur, geschiedenis of verbeelding weergeeft. Ze worden opgevoerd in ceremonieel, ttoneel-, feestelijk of recreatief verband, in het openbaar of privé en de uitvoering kan plaatsvinden op wagens, toneel, zoals aan het einde van een bedrijf van een stuk, of in andere geschikte openbare of privé ruimten. Gebruik 'tableaus' voor twintigste-eeuwse beeldhouwwerken samengesteld uit figuren en objecten die zijn gerangschikt tot een tafereel.
Kamers gelegen tussen het atrium en het peristylium in oude Romeinse huizen.
Bekfluiten die tegelijkertijd met kleine trommen, tabors, worden bepeeld. Met de linkerhand wordt de fluit vastgehouden en bespeeld en met de rechterhand wordt de tabor bespeeld.
Taboeretten uit de 18e eeuw die vaak overdadig zijn versierd met houtsnijwerk en soms aan drie kanten worden omsloten door een rugleuning, zodat ze op het uiteinde van een miniatuur '@duchesse brisée' lijken.
Romeinse gebouwen voor het bewaren van archieven.
Schoonheidsvlekjes, soms in decoratieve vormen, die voor de sier op het gezicht worden aangebracht.
Te gebruiken voor Franse schilderkunst die lijkt op Amerikaanse Action Painting, met inbegrip van die uit het eind van de veertiger jaren die soms abstraction lyrique wordt genoemd. Gebruik de term 'lyrische abstractie' voor het abstract expressionisme dat is voortgezet tot de jaren zestig en zeventig (bv. Guston en Frankenthaler).
Instrumenten die het aantal omwentelingen per minuut meten of de hoeksnelheid van draaiende schachten.
Mierenegels zijn samen met vogelbekdieren de enige zoogdieren die eieren leggen. Het vrouwtje legt één leerachtig ei met een zachte schaal, dat ze direct in haar buidel stopt. In de buidels zitten geen tepels. Nadat ze zijn uitgekomen, drinken de jonge mierenegels melk uit de poriën van de twee melkvelden.
Op een grote schaal getekende kaarten die worden gebruikt voor tactische en administratieve doeleinden.
Verschillende kleine ezels die zijn ontworpen om op een tafel, bureau, werktafel of iets dergelijks te gebruiken.
Klokvormige 'drinkuit', met aan het uiteinde van de stam een belletje in plaats van een voet. Kan enkel leeg en omgekeerd op de tafel staan. De tafelbel werd geluid wanneer het glas leeggedronken was.
Wordt gebruikt voor door erosie ontstane verheffingen van de aardkorst. Ze worden 'gehouwen' uit vlak liggend sediment of rotsen met weerbarstige toplagen en worden omschreven als opvallende, geïsoleerde heuvels met een vlakke top en betrekkelijk steile wanden; geringer van omvang dan mesas.
Betrekkelijk kleine, vlakke of bijna vlakke, meestal geïsoleerde stukken land die duidelijk uitsteken boven het omringende land en zich kenmerken door steile erosiewanden rondom; kleiner dan plateaus, maar groter dan tafelbergen.
Verwijst naar een algemeen type standaardlepel waarmee wordt gegeten, evenals naar alle lepels die deel uitmaken van een couvert, of eigenlijk naar alle lepels die bedoeld zijn om mee te eten, en dus niet om eten mee op te dienen. Tafellepels zijn iets groter dan theelepels.
Uitvoereenheden van computers die bestaan uit een platte tekentafel waarop schrijfgerei wordt bewogen zodat er zeer nauwkeurige tekeningen kunnen worden gemaakt op papier of film.
Bellen, in allerlei uitvoeringen, steeds met handvat waardoor ze in de hand kunnen worden gehouden om ze te luiden.
Verwijst naar kleine decoratieve schermen, meestal van Chinese of Japanse herkomst, die zijn bedoeld om op een tafel te worden gezet. Tafelschermen kunnen uit één of meerdere panelen bestaan.
Houders in de vorm van een scheepsmodel, ter versiering of voor gebruik; sommige werden gemaakt als drinkgerei terwijl andere werden gebruikt als houder voor zout, bestek of servetten.
Fijne, gladde stof, in effenbinding en soms met een licht kettingrips-effect, met een glad en glanzend oppervlak aan beide zijden. Het werd aanvankelijk van zijde gemaakt maar tegenwoordig van verschillende vezels.
Verwijst naar de cultuur van de Vroege Nomaden die zich ontwikkelde op de steppen van het Minoesinsk-bekken. De cultuur wordt gekenmerkt door een karakteristiek type koergan, vaak met een kleine grafheuvel en een lage, rechthoekige stenen omheining met hoge, pilaarachtige stenen platen op de vier hoekpunten. Er is ook het type zonder grafheuvel en met een begraafplaats die is gemarkeerd met stenen pilaren in groepen van enkele tientallen tot een paar honderd.
Beschrijft werken die zijn vervaardigd door de bevolking van Tahiti. In de verschillende kunstwerken gaf het Tahitiaanse volk blijk van een voorkeur voor sierlijke, eenvoudige lijnen. Het was gebruikelijk dat alle Tahitianen zich lieten tatoeëren met onderscheidende ontwerpen, om zo de leeftijd en maatschappelijke status zichtbaar te tonen. De tatoeageontwerpen waren eenvoudig en bevatten krachtige geometrische vormen. De tatoeages werden meestal in de bilstreek aangebracht.
Gebouwen die in sommige tempelcomplexen van esoterisch-boeddhistische stromingen de pagode vervingen. Letterlijk betekent de term ���pagode met veel juwelen', ���pagode met veel lagen' of ���toren met veel schatten'. Ze werden in Japan geïntroduceerd tijdens de Heian-periode (794-1185). Kenmerkend is de witte, bepleisterde halve bol op een vierkante fundering. Een bekend voorbeeld is de Ishiyamadera-pagode in Otsu, bij Kioto, gebouwd in 1154.
Verwijst naar de periode die samenviel met de heerschappij van Keizer Taisjô, van 1912 tot 1926. Deze periode kende een toename van de welvaart en van industriële activiteit tijdens de Eerste Wereldoorlog en het begin van democratische vernieuwing in de jaren 20 van de twintigste eeuw.
Geglazuurd aardenwerken diep bord met conisch deksel waarin traditionele (Noord-Afrikaanse) stoofgerechten worden bereid.
Verwijst naar de stijl van keramiek die werd vervaardigd op locaties in of nabij het hedendaagse Nogata en Fukuoka, in de prefectuur Fukuoka, van 1601 tot bijna aan het einde van de Edo-periode (1600-1868). De stijl wordt gekenmerkt door de vervaardiging van alledaagse voorwerpen en servieswerk voor theeceremonies. Vroege objecten zijn onder meer dikwandig alledaags aardewerk met een zeekomkommerkleurige glazuurlaag of opaak glazuur met wit stro of houtas. Tijdens de Enshu-periode (1630-1665) werd voornamelijk elegant, dunwandig aardewerk voor theeceremonies gemaakt met een karakteristieke mokkabruine glazuurlaag.
Lange dunne zwaarden met een stomp uiteinde, gebruikt door de Touaregs en andere Saharavolkeren.
Verwijst naar het werk van een school van boeddhistische schilders die actief waren vanaf het midden van de 12de eeuw tot de late 14de eeuw. De stijl kenmerkt zich door het gebruik van forse penseelstreken, geïnspireerd door Chinese kunstwerken van de Song-dynastie (960-1270).
Verwijst naar de cultuur en het voormalige keizerrijk die floreerden van de 9de tot de 11de en van de 13de tot de 16de eeuw en die waren gecentraliseerd in de oostelijke deltaregio van het tegenwoordige Myanmar en in de westelijk-centrale regio van Thailand. De cultuur heeft de regio gedurende de laatste 1200 jaar gedomineerd, waarbij Sanskriet is vervangen door Pali-schrift en het Theravada-boeddhisme een plaats vond in de oude Birmese cultuur. De kunst van deze regio heeft gemeenschappelijke historische banden met het oude Cambodjaanse koninkrijk van Funan en met China en werd in hoge mate beïnvloed door de Angkor-civilisatie.
Megalieten in de vorm van ronde torens uit de Bronstijd. Komen voor op de Mediterraanse eilanden Menorca en Majorca in de buurt van Talaiotische nederzettingen. Het is onduidelijk waarvoor ze gediend hebben.
Kleine keteltrommen uit Bosnië-Herzegovina, vaak in paren bespeeld.
Negatiefprocédés waarbij een stuk papier lichtgevoelig gemaakt wordt met zilverjodide of zilvernitraat en tussen de 10 en 60 seconden wordt belicht. Na afwerking werd het verkregen negatief met was behandeld om het transparant te maken. Door belichting (in contact) van een op dezelfde wijze lichtgevoelig gemaakt papier met dit negatief verkreeg men een positief. Te onderscheiden van 'photogenic drawings', waarbij de afbeelding niet wordt afgedrukt.
Negatieven op papier vervaardigd door dit papier lichtgevoelig te maken met zilverjodide of zilvernitraat en tussen de 10 en 60 seconden te belichten. Na afwerking werd het verkregen negatief met was behandeld om het transparant te maken.Te onderscheiden van 'photogenic drawings' waarbij het beeld bij daglicht wordt ontwikkeld. Gebruik 'zoutdrukken' voor de meeste afdrukken die gemaakt zijn van deze negatieven.
Verscheidene grote zilveren munten uit Midden-Europa die vanaf eind 15e tot halverwege de 19e eeuw werden gebruikt voor de handel en als herdenkingspenningen.
Het harde, vette niervet van dieren zoals schapen, geiten en runderen, losgesmolten van het vezel- en membraanweefsel dat er van nature aan vastzit. Het wordt onder meer gebruikt om kaarsen en zeep te maken.
Verwijst naar de stijl van keramiek die werd vervaardigd in het zuidwesten van de oude provincie Tamba (het hedendaagse Konda in de prefectuur Hyogo). De archeologische gegevens zijn beperkt, maar de vervaardiging van dit type keramiek lijkt te zijn begonnen ten tijde van de Kamakura-periode (1185-1333), en vindt ook tegenwoordig nog plaats. Het vroege werk wordt gekenmerkt door dikke, asymmetrische bewaarpotten die zijn gemaakt door de klei te rollen, met hier en daar een groene glans die het gevolg is van gevallen houtas. In de 17de eeuw kon de productiesnelheid dankzij de technologische vooruitgang worden opgevoerd, waardoor meer variëteiten en fijnere vormen ontstonden. Werken uit deze periode worden gekenmerkt door een roodbruine, zwarte of amberkleurige glazuurlaag en een eenvoudig ontwerp. Tijdens de Edo-periode (1600-1868) werd ook elegant servieswerk voor theeceremonies vervaardigd.
Dunne gewelven van een of meer lagen terracotta tegels die zij aan zij plat worden neergelegd en hun onbuigzaamheid ontlenen aan cohesie en kromming in plaats van aan massiviteit of samendrukking; kunnen worden opgericht zonder te centreren.
Snaarinstrumenten met lange hals zonder frets, een klankbodem met rond achterblad, 4 metalen snaren die alleen als een gonzende bourdon worden gebruikt ter begeleiding van gezongen en instrumentale melodieën; bespeeld door te tokkelen; Indiase subcontinent.
Term van Maleise afkomst voor gongs bespeeld in Westerse orkesten en slagwerkgroepen.
Japanse prenten, populair in de tweede helft van de 17e eeuw, met de hand gekleurd met een naar het oranje neigend rood loodpigment.
Kleine Griekse beschilderde terracotta figuurtjes, van een type dat voor het eerst werd gevonden in Boeotische tombes uit de 3e en 4e eeuw v. Chr..
Hard uitsteeksel van gemineraliseerd of deels gemineraliseerd weefsel dat wordt gevormd in de kaken van dieren; door de opbouw te onderscheiden van ander been.
Kleine borstels met lange handvatten die worden gebruikt voor het tandenpoetsen.
De wetenschap of het beroep waarbij men zich bezighoudt met de tanden en bijbehorende delen van de mond, waarbij men zich richt op het voorkomen, diagnosticeren en behandelen van ziekten, letsel of vergroeiing van tanden, tandvlees en kaken.
Pasta voor de gebitsreiniging.
Polijstborstels met harde, gladde, haakvormige uiteinden, oorspronkelijk gemaakt van hondentanden.
Getande schijven, kegels, cilinders of andere onderdelen van een mechaniek die zijn ontworpen om in soortgelijke getande onderdelen te passen voor bijvoorbeeld het overbrengen van kracht en het veranderen van snelheid of richting.
Wordt gebruikt voor licht railvervoer waarbij de voertuigen naar boven klimmen langs hellingen die te steil zijn voor gewoon railvervoer, door middel van draaiende tandwielen die op de trein zijn bevestigd en die in een band tussen de rails lopen.
Schaven met een getande, bijna rechtopstaande beitel, die worden gebruikt om een oppervlak ruw te maken voordat het wordt gevernist.
Diverse gereedschappen die worden gebruikt om voorwerpen vast te pakken. Ze bestaan meestal uit twee stukken metaal die aan één uiteinde, of iets van het uiteinde, aan elkaar zijn bevestigd door middel van een draaipen of veer, zodat ze twee kaken vormen waarmee iets kan worden vastgepakt.
Verwijst naar een Chinese dynastie die heeft bestaan van 618 tot 907 n. Chr., een periode welke tot de hoogtijdagen van de Chinese geschiedenis wordt gerekend. China bloeide als een stabiel en tot een eenheid gesmeed rijk, en de welvaart en het actieve mecenaat welke daaruit voortvloeiden, leidden tot een Gouden Eeuw op het gebied van Chinese schilderkunst, metaalwerk, keramiek, muziek en poëzie. Chang'an, een briljant stedelijk ontwerp, bleef de hoofdstad van de Tang en was de metropool van zijn tijd. Belangrijke Tang-heersers en opdrachtgevers waren Taizong (heerste van 626-649) en Xuanzong (heerste van 712-756). Het boeddhisme bleef invloedrijk, maar de Tang-dynastie kende ook perioden van vervolging. Grotschilderingen in Dunhuang en stenen pagodes zoals de Grote Wilde Gans-pagode (circa 652) en de Kleine Wilde Gans-pagode (circa 707) in Chang'an zijn bewaard gebleven. Monumentale stenen beeldhouwwerken in de noordelijke provincies geven blijk van een nieuwe ontwikkeling in de richting van volumineuzere, sensuelere figuren. Deze ontwikkeling is eveneens te herkennen in de wereldlijke Tang-beeldhouwwerken, zowel in steen als in keramiek. Een voorbeeld van synthese tussen Indiase en Chinese beeldhouwstijlen is te vinden in de grot van de berg Tianlong, in een reeks werken die tot stand kwam onder het mecenaat van keizerin Wu Zetian (heerste van 690-705). De schilderkunst beleefde een bloeiperiode tijdens de Tang-periode en werd gedomineerd door de wereldlijke landschapstraditie. Li Sixum en Li Zhaodao, vader en zoon, en Wang Wei zijn de namen van drie schilders die ons zijn overgeleverd, en er zijn vermoedelijk ook exemplaren van hun werk bewaard gebleven. Het werk van Wang Wei, dat latere kunstenaars heeft beïnvloed, had een intieme, melancholische uitstraling, terwijl het werk van Li Sixum en Li Zhaodao wordt gekenmerkt door de heldere tinten groen en blauw die wij kennen van de talrijke Tang-landschappen. De Chinese portretschilderkunst, welke zijn oorsprong heeft in de Han-dynastie, bereikte tijdens de Tang-periode een hogere graad van verfijning dankzij kunstenaars als Wu Daozi. De Tang-keramiek omvatte beeldjes en vaten van sancai-aardewerk, meestal als grafgift bedoeld, wit porselein, zoals het bekende Xing-aardewerk uit de provincie Henan, en de jadeachtige Yue-celadons uit de provincie Zhejiang. Het gebruik van metaaloxiden voor ondergeglazuurde decoraties werd ontwikkeld in de provincie Hunan en Sechuan, terwijl het porselein - dat overigens pas later op grote schaal werd toegepast - zijn oorsprong heeft in de Tang-periode. De decoratieve kunsten tijdens de Tang-dynastie stonden onder invloed van het Midden-Oosten en andere verre streken, hetgeen leidde tot nieuwe stijlen op het gebied van keramiek en metaalwerk. Zo werden er kleurige geglazuurde objecten van aardewerk vervaardigd, bijvoorbeeld kannen en rytons, als bewuste imitaties van Perzisch zilverwerk, terwijl Perzische inslagpatronen hun intrede deden in de Chinese textielindustrie. China voerde op zijn beurt aardewerk, zijde en druk- en papiertechnieken uit. De Tang-dynastie werd opgevolgd door de Late Liang-dynastie.
Kleine rechtopstaande metalen plaatjes of pinnen, waarvan er een geplaatst is aan de binnenkant van elke toets in een clavichord; deze beroeren de snaren om de toon te produceren en regelen de toonhoogte door de snaren te dempen.
Grote houders of constructies voor het opslaan van vloeistoffen of gassen.
Vrachtwagens met een achterstuk in de vorm van een tank voor het vervoeren van poeders, gassen of vloeistoffen in grote hoeveelheden.
Beschermende hoofddeksels voor tankbemanningen. Metalen of kunststof bol met stootrand; soms voorzien van luchtgaten. Beschermen tegen stoten, projectielen en zijn voorzien van de mogelijkheid tot het aanbrengen van verbindingsapparatuur.
Schepen die zijn ontworpen om vloeibare goederen, vooral olieproducten, in grote hoeveelheden te vervoeren, meestal in grote ruimen over de volle breedte van de romp.
Te gebruiken voor vrachtvoertuigen voor op het spoor, die voor het grootste gedeelte bestaan uit tanks voor het vervoer van vloeistoffen, gassen of korrelige vaste stoffen.
Religieuze ideologie gebaseerd op de tantra, een van de latere boeddhistische of hindoeïstische geschriften die met name betrekking hebben op seksuele en meditatieve rituelen en technieken in relatie tot goddelijke creatieve energie (shakti) en bovennormale mystieke doelen. Het tantrisme komt zowel voor in het boeddhisme als in het hindoeïsme en is ook van invloed geweest op een aantal andere religieuze bewegingen en trends sinds de 5de eeuw.
Religie en filosofische traditie die haar oorsprong vindt in China, en waarbij de nadruk ligt op individuele vrijheid en spontaniteit, een minimum aan overheidsbemoeienis en sociaal primitivisme, technieken voor zelftransformatie, mystieke ervaringen en individuele en gemeenschappelijke ethische verantwoordelijkheid. De traditie is gebaseerd op de teksten van Tao-te Ching, Chuang-tzu en Lieh-tzu. Later ging de traditie verschillende richtingen uit, wat leidde tot strikt filosofisch taoïsme aan de ene kant en religieus taoïsme aan de andere kant. Het heersende principe van die laatste richting is het streven naar een toestand van 'onsterfelijkheid' door strikte voedingsvoorschriften, beheersing van de ademhaling, meditatie en het visualiseren van de goden in het lichaam, seksuele beheersing, het beoefenen van theoretische innerlijke alchemie (nei-tan) om de yin- en yang-krachten in het lichaam te mobiliseren en het gebruik van magische talismans. Succesvolle volgelingen stonden bekend als hsien (onsterfelijken).
Baststof afkomstig uit Hawaï en andere Polynesische eilanden, dat wordt vervaardigd door de bast van de papiermoerbeiboom (Broussonetia papyrifera), de broodboom (Artocarpus sp) of andere planten te stampen.
Kleine kleedjes die willekeurig kunnen worden geplaatst.
Type ventiel of haan gebruikt om de stroming van vloeistof door een kraan te reguleren, bijvoorbeeld in koffie- of theekannen, wijnfonteinen en dergelijke.
Een methode die wordt gebruikt om kleine hoeveelheden gemengde drukinkt op papier aan te brengen om de zuiverheid van de kleur te kunnen bepalen.
Lijsttrommen met 1 vel, rond, met metalen rinkels; Nabije-Oosten, Noord-Afrika, Azië tot aan Maleisië.
Bekertrommen met een cilinder van gebakken klei, 1 trommelvel van dierenhuid, vastgemaakt met hennepdraad; bespeeld door ze aan te slaan met de vingers van beide handen; Bulgarije, Joegoslavië.
Een techniek waarbij kleurstoffen worden gecombineerd om karakteristieke vervagingseffecten te bereiken. Met een natte kwast wordt een kleur aangebracht en vervolgens wordt een tweede kleur aangebracht voordat de eerste is opgedroogd. De techniek wordt meestal aangetroffen in de Japanse rimpa-school.
Verwijst naar een Neolithische stijl en cultuur die is genoemd naar de archeologische vindplaats bij Fère-en-Tardenois in Noord-Frankrijk, en die voorkwam in Frankrijk, België, op de Britse eilanden en elders in West-Europa. Deze cultuur, die zich kenmerkt door specifieke beitelvormige pijlpunten, andere artefacten, en door de vorming van nederzettingen op zandgronden en plateaus, is gerelateerd aan de Azilian-cultuur.
Reeksen of lijsten van belastingtarieven die door een regering worden geheven op geïmporteerde of geëxporteerde goederen.
Genus van zes of meer levende soorten kleine springende primaten die alleen voorkomen op een aantal eilanden in Zuidoost-Azië, met inbegrip van de Filippijnen. Spookdiertjes zitten qua vorm tussen lemuren en apen in.
Genus van verschillende eenjarige grassen die zich goed kunnen aanpassen aan verschillende klimaten en die men al sinds prehistorische tijden verbouwt als voedsel. Tegenwoordig wordt tarwe in de meeste gematigde gebieden verbouwd vanwege het graan, met name T. aestivum en T. turgidum. Aan het eind van de lange stengels (ongeveer 1 meter lang) zitten aren met graankorrels die men vermaalt tot meel voor pasta en brood. Tarwemeel gebruikt men ook als veevoer en voor het maken van stijfsel en alcohol (bier). Het bevat koolhydraten (70%), proteïnen (11-15%), mineralen en vitaminen. De strohalmen (stengels) van de tarweplant gebruikt men voor het maken van papier en als droog veevoer en ligstro.
Kleine aanbeelden die worden gebruikt voor het bewerken van dun bladmetaal, die op een puntige, verticale steunbalk staan die in een gat in de werkbank wordt geplaatst.
Tassen of kleine bankaanbeelden met aan één kant een slanke hoorn.
Verwijst naar islamitische bidsnoeren met kralen waarin eenheden van 99, 33 of andere getallen de namen van God symboliseren; de gebedskralen, die oorspronkelijk uit Perzië afkomstig zouden zijn, zijn meestal vervaardigd uit hout, been of edelstenen, met aan elkaar geknoopte uiteinden. Moslims raken de kralen een voor een aan en zeggen daarbij een van de talloze mogelijke gebedsformules op, meestal 'Glorie zij Allah'. Aangezien een gebed ook in stilte vanuit het hart mag worden uitgesproken, kan men zijn loftuitingen aan God verveelvoudigen door tijdens een gesprek de kralen door de vingers te laten gaan.
Verwijst naar de Eneolithische cultuur die werd gevestigd in het Minoesinsk-bekken tussen de 1ste eeuw v. Chr. en de 5de eeuw n. Chr. Opmerkelijke artefacten uit deze periode zijn bijvoorbeeld exemplaren van de Scytisch-Siberische Dierenstijl op brons en goud, en begrafenismaskers van klei waarop gezichten zijn afgebeeld met een decoratie in twee kleuren.
T-vormige stenen monumenten uit de Talaiotische cultuur, gevonden op het Mediterraanse eiland Menorca, bestaande uit een verticale pijler met een horizontale steen erop gelegd en tot 3,7 meter hoog.
Een groep kleuren variërend van bruinachtig grijs tot geelachtig donkerbruin, afgeleid van het Franse en Latijnse woord voor de kleur van de vacht van een mol.
Dierenriemsymbool van een stier, ruwweg gebaseerd op het sterrenbeeld met dezelfde naam. De dierenriemtekens zijn bewaard gebleven via klassieke Griekse en Romeinse decoratie. Ze waren populair in Noord-Europese Romaanse en Gotische kerken en werden vaak aangetroffen in middeleeuwse psalters en getijdenboeken. Ze symboliseren elke maand waarin de zon het betreffen sterrenbeeld binnengaat. Deze tekens zijn ook gebruikt als decoratie op plafonds, kaarten, uurwerken en astronomische instrumenten.
Vooral 17e tot 19e eeuwse gelegenheden waar men kon eten, drinken en overnachten, die vaak plaatselijke verzamelplaatsen voor gezelligheid werden; te onderscheiden van 'herbergen' waar de slaapgelegenheid wordt benadrukt en die ook eten en drinken aanbieden; gebruik 'cafés' en 'saloons' voor gelegenheden waarbij de nadruk ligt op vooral alcoholische dranken.
Kleine, lage tafels met box stretchers en meestal gedraaide poten en overhangende tafelbladen. Ze zijn ontworpen voor algemeen huishoudelijk gebruik en niet noodzakelijk voor kroegen.
In het algemeen kleine panelen of tabletten met afbeeldingen of tekst, met name miniaturen die zijn geschilderd op kleine houten panelen, of afbeeldingen of oude teksten die in steen of metalen panelen zijn gekerfd of gegraveerd. Specifiek kan de term verwijzen naar kleine panelen met miniaturen die in de Middeleeuwen en de Renaissance werden gebruikt als boekomslagen, of naar kleine panelen waarop het passieverhaal van Christus of heiligen staan afgebeeld die in Italië tijdens de Renaissance ter overdenking aan veroordeelden werden getoond, voorafgaand aan hun executie.
Bakstenen van meer dan normale afmetingen, gemaakt om de vroege 'brick tax' (baksteenbelasting) in Engeland te omzeilen. Deze belasting werd geheven op het aantal gefabriceerde bakstenen. Door latere wetgeving verdween het voordeel van dergelijke bakstenen (die toch al moeilijker en duurder in het gebruik waren). Men bleef wel bakstenen gebruiken die dikker waren dan gewoonlijk, voornamelijk in het noorden en midden van Engeland.
Schriftelijke verklaringen, al dan niet in drukvorm, die een schatting door bevoegde personen behelzen van de markt- of andere waarde, de kosten, de voorzieningen of andere kenmerken van land, gebouwen, kunstwerken of andere eigendommen.
Het vaststellen van de waarde van bezittingen voor belastingdoeleinden.
De familie Taxodiaceae werd voorheen beschouwd als afzonderlijke plantenfamilie die uit tien genera van kegeldragende bomen bestond: Athrotaxis, Cryptomeria, Cunninghamia, Glyptostrobus, Metasequoia, Sciadopitys, Sequoia, Sequoiadendron, Taiwania en Taxodium. Op basis van genetisch onderzoek wordt nu echter algemeen erkend dat alle genera met uitzondering van Sciadopitys feitelijk tot de familie Cupressaceae behoren.
Te gebruiken voor het systematisch onderscheiden, classificeren en benoemen van typen organismen, voorwerpen en verschijnselen binnen een bepaald gebied, vooral wanneer toegepast in de biologie op levende en uitgestorven dieren en planten. Wordt ook gebruikt voor de studie van de theorie, regels en methoden van systematische classificatie en naamgeving als zodanig.
In het algemeen een geordende classificatie voor een gedefinieerd domein. Meer specifiek, een classificerende nomenclatuur van bestaande objecten, organismen of fenomenen, met name voor levende en uitgestorven organismen.
Genus van 8 soorten kleine naaldbomen of struiken uit de familie Taxaceae, die zijn verspreid over het hele noordelijk halfrond. Het zijn relatief langzaam groeiende, langlevende planten die 1 tot 40 meter hoog kunnen worden en waarvan de stam een diameter heeft van maximaal 4 meter. Taxussen hebben een warm donkergroen blad met rechtopstaande of uitspreidende, bedekt met afgeplatte, lineaire bladeren. Ook andere bomen worden taxus genoemd maar zijn geen echte taxussen van dit geslacht, waaronder de Cephalotaxus harringtonia, de Saxegothaea conspicua en de Torreya taxifolia.
Groepen van twee of meer mensen of dieren die samenwerken als eenheid aan een gezamenlijke taak, bijvoorbeeld een sport, een spel, project of taak.
Wetenschap waarbij de eigenschappen van materie en de energiebronnen in de natuur ten bate van de mensheid worden gebruikt in constructies, machines en producten.
Wordt gebruikt voor de manier waarop een handeling wordt uitgevoerd of de methode waarmee dat gebeurt. Gebruik 'procédés' wanneer er in het algemeen wordt verwezen naar de verrichtingen die worden uitgevoerd of de procedures die worden gevolgd teneinde een bepaald resultaat te bereiken, en ook voor werkingen of veranderingen die plaats vinden in materialen of objecten.
Het maken van technische illustraties, die worden gebruikt ter verduidelijking van informatieve teksten zoals naslagwerken en technische handleidingen, of om een proces of concept toe te lichten.
Hoger technisch onderwijs-instelling. Opvolger van de Polytechnische School en later omgezet in technische universiteiten.
Hoger technisch onderwijs-instelling. Opvolger van de Polytechnische School en later omgezet in technische universiteiten.
Wordt gebruikt voor de omvangrijke categorie tekeningen voor bouwkundige, mechanische of karteringsdoeleinden, die worden ontwikkeld aan de hand van nauwkeurig omschreven conventies van schaal en projectie.
Verwijst doorgaans naar de toepassing van wetenschap, in het bijzonder voor commerciële of industriële doeleinden. De term wordt soms gebruikt in een antropologische context om in algemene zin te verwijzen naar de kennis die een beschaving heeft van het maken van gereedschappen, het vergaren van goederen en het uitoefenen van ambachten.
Zwaar papier dat met teer is bedekt of geïmpregneerd; het wordt vooral in de bouw gebruikt.
Telecommunicatiesysteem waarbij beelden, met of zonder begeleidend geluid, worden omgezet in elektromagnetische golven en uitgezonden naar ontvangers op afstand, waar ze worden omgezet in bewegende beelden.
Vlak, compact en relatief dun, duurzaam materiaal dat over het algemeen wordt gebruikt voor dakbedekking, vloerbedekking of muur- en plafondbedekking; meestal rechthoekig of vierkant van vorm. Gebruik eerder 'keramische tegels' voor gebakken kleimaterialen in diverse vormen en dikten die, naast bedekking, voor verscheidene doeleinden worden gebruikt.
Metalen pinnen die worden gebruikt in metselwerk om een horizontale draad of lijn omhoog te houden. De metselaar plaatst de lijn en gebruikt hem dan als leidraad bij het juist op een lijn brengen van het werk.
Kleine stukjes vloerbedekking die een zelfklevende achterkant hebben.
Graf waarbij het lichaam bedekt wordt door aardewerken tegels (tegulae), die samen een soort hellend dak vormen. Vaak voorkomend in de Romeinse Oudheid.
Voorwerpen die bestaan uit twee armen die aan elkaar vastzitten onder een loodrechte hoek. Meestal gemaakt van hout, metaal, plastic of een combinatie van deze materialen. Worden gebruikt om rechte hoeken te tekenen of om de haaksheid van de zijden, randen of oppervlakken te controleren.
Fijne dunne katoen of linnen stof, aan een of beide zijden gecoat met stijfsel of een stijfselmengsel, gebruikt met name door architecten en ontwerpers bij het maken van overtreksels in inkt of pen.
Gereedschap dat in verschillende vormen voorkomt. Wordt gebruikt om tekenaars te leiden bij het tekenen van gebogen lijnen.
Zwaar papier, meestal in de kleur wit of buff, gebruikt voor het maken van tekeningen. Het kan zacht of ruw zijn; ruw papier wordt heetgeperst. Bij tekenpapier van goede kwaliteit moet redelijk vaak uitgummen mogelijk zijn zonder het papier zichtbaar te beschadigen.
Wordt alleen gebruikt voor derwisj kloosters; gebruik 'hospitiën' voor pleisterplaatsen voor islamitische pelgrims.
Met betrekking tot één enkele pagina of vel, zoals een poster, wordt de term gebruikt voor het belangrijkste deel van het zetwerk of het geschreven werk, en dus niet voor de illustraties, marges, kantlijnen, kopteksten of andere elementen. Met betrekking tot een boek of tijdschrift wordt de term ook gebruikt voor het belangrijkste deel van het geschreven werk, te onderscheiden van voorwerk, noten, index, appendix en bibliografie.
Omsloten witte ruimten die uit de mond van stripfiguren of fotografische personages in stripverhalen komen, meestal bedoeld voor het weergeven van een dialoog of gedachten, maar ook van allerlei tekens en symbolen, zoals leestekens, om daarmee emoties uit te drukken. Gesproken tekst wordt aangegeven door een vaste lijn, een pijl of een taps toelopende kegel die de ballon met het sprekende personage verbindt, terwijl gedachten worden uitgedrukt door middel van een reeks belletjes die de tekstballon met het denkende personage verbindt.
Wordt gebruikt om borden die algemene informatie geven te onderscheiden van 'wegwijzers', 'herkenningsborden' of 'regelgevende borden'.
Lettertypen die gebruikt worden voor het voornaamste deel van een tekst of drukwerk, vaak gekenmerkt als type van 24 punten of kleiner.
Te gebruiken voor de bestudering van het patroon, de vorm en evolutie van grootschalige delen van de aardkorst, zoals bekkens, verstoorde gordels, landtongen en continentale platten. Gebruik 'structurele geologie' voor de studie van kleinere, afzonderlijke geologische structuren.
Seinsystemen die gebruikmaken van muzikale klanken zoals in 1828 ontwikkeld door Sudre. Ook gebruikt voor andere vroege telefoonsystemen.
Hokjes in de publieke ruimte met een telefoon erin. In West-Europa en Amerika werden ze in de tweede helft van de jaren zeventig van de negentiende eeuw voor het eerst geïntroduceerd in stedelijke gebieden door de politie om agenten en burgers de mogelijkheid te bieden bij ordeverstoringen de autoriteiten te waarschuwen.
Apparaten of systemen waarmee men informatie in de vorm van gecodeerde signalen over een afstand kan verzenden. In de loop der eeuwen zijn er veel verschillende telegraafsystemen gebruikt, maar de term verwijst meestal naar de elektrische telegraaf, die in het midden van de negentiende eeuw is ontwikkeld en meer dan een eeuw lang het meest toegepaste systeem was om informatie via een kabel of radiogolven te verzenden. Een telegraaf bestond uit een zender en een ontvanger die men met elkaar verbond met een geleidende draad of een ander communicatiekanaal.
Filosofisch onderzoek naar de eindigheid, met name met betrekking tot de structuur of doelgerichtheid van de natuurlijke processen.
Te gebruiken voor communicatiesatellieten die televisiesignalen direct doorseinen naar thuisontvangers.
Officiële, meestal periodieke lijsten van personen of bezittingen, waarbij de mate van gedetailleerdheid van de beschrijvingen varieert.
Harpen, in allerlei vormen en maten, enkelvoudig, maar vanaf de 17e eeuw ook drievoudig gespannen; Wales.
Oude heilige terreinen, meestal omheind, met daarop vaak het belangrijkste heiligdom en daarbij behorende bijgebouwen.
Wordt gebruikt voor religieuze gebouwen die zijn gewijd aan het dienen van een godheid of godheden, vaak met een cultusafbeelding; wordt niet gebruikt voor christelijke en islamitische religieuze gebouwen, gebruik daar 'kerken' of 'moskeeën'. Kan ook worden gebruikt voor protestantse vereringsplaatsen in Frankrijk en en sommige Frans-sprekende gebieden.
Instellingen die zich richten op het dienen van een godheid of godheden.
Twee stokken met een regelmechanisme in het midden om de breedte in te stellen. Hun uiteinden steekt men in de zelfkanten van het weefsel, waarna men de gewenste breedte van het mechanisme kiest. Men steekt soms een naald of haak in de zelfkanten en maakt die vervolgens vast aan het frame om ervoor te zorgen dat breedte en spanning constant blijven.
Verf bestaand uit een emulsie van vettige en waterige bestanddelen. De standaardemulsie bestaat gewoonlijk uit eigeel en water; er worden ook varianten gebruikt met een heel ei, lijnzaadolie, caseïnelijm, gom of was.
Brandverklikkers die hitte waarnemen zodra die voldoende is om de aanwezigheid van open vuur aan te geven.
Bladen van flexibel metaal die worden gebruikt om inkt of verf te mengen, verspreiden of verplaatsen.
Een Japanse school van het boeddhisme, genoemd naar de berg Tj'ien-T'ai in China en de Tj'ien-T'ai-school in het Chinese boeddhisme dat hier ontstond. In 805 werd Tendai in Japan geïntroduceerd door Saicho in zijn Enryakuji-tempel op de berg Hiei bij Kyoto. Saicho's leer was gebaseerd op de 'Lotus Sutra' en ging uit van zijn overtuiging dat alle levensvormen op dezelfde manier het boeddhaschap kunnen bereiken. Tendai bevat elementen van Sjingon en Shinto. Binnen Tendai ontstonden talloze populaire aftakkingen van het boeddhisme, waardoor het begrip erg breed werd. Het Reine Land-boeddhisme, het zenboeddhisme en het Nichiren-boeddhisme zijn allemaal ontstaan uit Tendai. Hoewel Tendai in Japan nog steeds bestaat als boeddhistische school, is het minder belangrijk dan de drie bovengenoemde scholen.
Kleine schepen die grotere schepen begeleiden of passagiers, goederen en voorraden aan of van boord brengen. Ze kunnen ook kustvoorzieningen bevoorraden, zoals vuurtorens en conservenfabrieken.
Koperblaasinstrumenten, behorende tot de kornetfamilie, altbereik, middelgrote klankbeker, 3 kleppen, cupmondstuk.
Blaasinstrumenten met tenorbereik en enkel riet; 19e eeuw.
De sterkste en veiligste gedeelten van Japanse kastelen. Deze torenachtige constructies staan binnen andere gebouwen of apart. Soms bevonden ze zich op een binnenhof dat men ���honmaru' noemde. Ze konden vrijstaan of verbonden zijn met andere constructies van hetzelfde type. Gebruik ���donjon' voor dit soort vestingwerken in West-Europese kastelen.
Instrumenten voor het meten van trekspanning, bijvoorbeeld in staaldraden of balken, of voor het meten van de negatieve druk of oppervlaktespanning van vloeistoffen.
Kasten van elke omvang, meestal gemaakt van glas, ontworpen om te boeken, museale voorwerpen, of andere objecten tentoon te stellen en hen te beschermen tegen stof en insecten; ze hebben vaak een gecontroleerde luchtvochtigheid.
Kleine kasten met glazen deuren en meestal glazen planken om miniaturen of kunstvoorwerpen te vertonen. Ze zijn in Frankrijk ontwikkeld en elders overgenomen. De benaming geldt ook voor kleine tafels met een glazen bovenkant die voor hetzelfde doel worden gebruikt.
Kleine ronde bedekkingen voor de tepels van een vrouw; worden vooral gedragen door stripdanseressen.
Ruimten met baden met lauw water in Romeinse badhuizen.
Te gebruiken voor beton dat in vloeibare vorm wordt gestort op de plaats waar het hard moet worden, als deel van een bouwconstructie. Gebruik 'voorgestort beton' voor beton dat niet op de plaats van bestemming is gestort en uitgehard.
Begrafenishandelingen, gewoonlijk maar niet noodzakelijkerwijs met een ceremonieel karakter, de plaatsing ervan in het graf, al dan niet vergezeld van allerlei bijbehorende rituele handelingen.
Meeteenheid voor de opslag van computerbestanden, gelijk aan ongeveer een biljoen bytes (om precies te zijn 1.099.511.627.776 bytes).
Lijsttrommen uit Indonesië, gemaakt van zwaar hout, met een open bodem en een vel van geitenhuid.
Oliehoudend hars uit de kleine cashewboom Pistacia terebinthus die inheems is in Zuid-Europa en het Middellandse Zeegebied. Wordt gebruikt als bestanddeel van vernis.
In Angelsaksische landen een paper of ander document over een onderwerp dat een student heeft bestudeerd en dat hij of zij indient aan het eind van een semester of een andere periode van een school of universiteit.
Gebouwen of stations voor vervoersdoeleinden die meestal zijn gebouwd als eindpunt voor luchtvaartmaatschappijen, spoorwegen, busdiensten of andere vormen van vervoer.
Gebruik voor complexen die faciliteiten bieden die het verkeer van lading of passagiers tussen schepen of tussen schepen en de wal mogelijk maken.
Grote boom die inheems is in de tropische gebieden in het westen van Afrika. De boom kan 60 meter hoog worden en heeft een koepelvormige of platte kroon. Aan het grootste deel van de stam groeien geen takken. De vrucht is een dopvrucht met twee vleugels. Het hout gebruikt men op verschillende manieren, onder meer voor het maken van muziekinstrumenten.
Kleine bladverliezende boomsoort of grote heester die tot 7 m hoog kan worden en inheems is in het Middellandse Zeegebied. Hij zou al in Myceense teksten zijn vermeld en komt voor in Bijbelse teksten en was bekend in het oude Griekenland. Het sap wordt gebruikt als geneesmiddel en voor de vervaardiging van een terpentijnolie. De vrucht wordt gebruikt bij het broodbakken. De schors en de gallen worden gebruikt bij het looien van leer en voor het bereiden van een drank.
Verwijst naar een stijl van grijs tot zwart reducerend gebakken aardewerk met een meestal glanzende buitenkant, dat werd geproduceerd in het noorden van Gallië (het huidige België) ten tijde van de Romeinen. Werd ook in de vroege Middeleeuwen nog gemaakt.
Verwijst naar een stijl van roodbruin, oxiderend gebakken aardewerk dat werd geproduceerd in het noorden van Gallië (het huidige België) ten tijde van de Romeinen. Na de Batavenopstand (69/70 n. Chr.) komt terra rubra niet meer voor.
Verwijst naar een stijl van verfijnd aardewerk die voorkwam in Italië, Frankrijk, Duitsland, en het gehele Romeinse Rijk van de 1ste eeuw v. Chr. tot de 3de eeuw na Chr. De stijl is schatplichtig aan Oud-Griekse traditiesin het gebruik van calcietrijke klei met een hoog ijzergehalte, om een glimmend oppervlak te creëren, maar verschilt van Grieks aardewerk doordat het maar een keer is gebakken, in een open oven. Kenmerkend zijn de rode kleur, de zorgvuldige afwerking, en soms de decoraties van gestempelde figuren en patronen. De term werd bedacht in de 19de eeuw, en sindsdien bestaat er onenigheid over de vraag op welk soort aardewerk deze van toepassing is, omdat de term verschillend vertaald wordt, ofwel als ‘gestempelde aarde’,hetgeen verwijst naar de gestempelde motieven, of als ‘verzegelde aarde’, hetgeen verwijst naar een harde, vettige medicinale grondsoort genoemd‘terra sigillata’ die voorkomt op het eiland Lemnos, en waarvan werd verondersteld dat het de klei was waarmee het aardewerk werd vervaardigd. Voor meer verwarring zorgde de relatie tussen deze term en ‘Samisch aardewerk’ of ‘Samisch’.
Gebakken of in vuur gedroogde klei, normaal bruinachtig rood van kleur en sinds de oudheid vaak gebruikt voor pottenbakken, kleine beeldhouwwerken en dakpannen.
Verwijst naar een periode en cultuur in de Bronstijd die zich ontwikkelde rond 1500 v. Chr. in Emilia in Noord-Italië en die duurde tot aan de vroege IJzertijd. De term is ontstaan uit ‘Terra marna’ wat ‘rijk land’ betekent in het Emiliaanse dialect en dat verwijst naar de enorme hoeveelheid archeologische overblijfselen die in verband kunnen worden gebracht met de vindplaatsen. De periode wordt gekarakteriseerd door kenmerkende versieringen op wapens en aardewerk, crematie van de doden, en aanpassingen aan een vlak terrein dat onderhevig was aan seizoengebonden overstromingen, zoals paalwoningen beschermd door wallen of bolwerken.
Wordt gebruikt voor platte geplaveide of beplante gebieden, die meestal uitsteken boven het omliggende terrein en naast de gebouwen of gedeelten van het tuincomplex liggen.
Verwijst naar een 'faïence fine' met wit loodglazuur, in 1748 geïntroduceerd door Jacques Chambrette in Luneville, waar het ongeglazuurd werd gebruikt voor biscuitfiguren en -groepen en als klei voor pijpen.
Het systematische gebruik van terreur, geweld en intimidatie om een doel te bereiken.
Districten onder de jurisdictie van een staat, die niet de volledige autoriteit hebben zoals provincies of staten, maar een zekere plaatselijk bestuurlijke en wetgevende macht bezitten.
Verwijst naar de periode van de Tagar-fase waarin de koergans aanzienlijk variëren. Er zijn grote constructies met monumentale grafgedeelten die zijn gebouwd van steen met muren van een meter dik en anderhalve meter hoog. In het midden bevindt zich een grote graftombe die bestaat uit een uitgebreide houten constructie van twee verdiepingen, met een dak van boomstammen, die de resten bevat van enkele tientallen lichamen. Alle graftomben zijn in brand gestoken, de constructies zijn verkoold en op de meeste plaatsen tot as vergaan. Andere graftomben hebben kleinere grafruimten van platte stenen die rechtop in de grond zijn geplaatst, en die ofwel tegen elkaar aan zijn gebouwd, ofwel van elkaar zijn gescheiden door middel van een smalle tussenruimte en slechts een enkele graftombe bevatten. Sommige graftomben kunnen in de ruimten tussen grafgedeelten zijn geplaatst of in de ruimte tussen de belangrijkste graftombe en de muur van het grafgedeelte. In beide gevallen zijn de schedels van de overledene doorboord, bedekt met een kleilaag en beschilderd.
Kleine vierkantjes van verschillende harde materialen die de oude Romeinen gebruikten, waarschijnlijk om mee te rekenen, gokken e.d..
Documenten met bijzonderheden over de testamentaire procedure, met inbegrip van inventarislijsten, definitieve kosten en de verdeling van de eigendommen. In vroeger tijden werden boedelbeschrijvingen meestal ingediend door vrouwen, en ze geven dan ook unieke informatie over de ervaringen van vrouwen met het beheer van bezittingen, alsmede de geschiedenis van de relaties tussen mannen en vrouwen betreffende hun bezittingen.
Wordt alleen gebruikt voor het uittesten van militaire wapens; gebruik 'schietterreinen' of een specifiekere term voor oefenterreinen voor kleine vuurwapens.
Zware, onregelmatig geronde, eivormige en langwerpige stenen, aangetroffen op neolithische vindplaatsen in de Sahara, met een groef over het midden. Uit afbeeldingen in rotsinkervingen is bekend dat ze gebruikt werden om tamme dieren zoals vee aan vast te binden, of om touwvallen en -strikken voor wilde dieren te maken; het touw werd op de plaats van de groef rond de steen gebonden of geknoopt en het gewicht van de steen voorkwam dat het dier wegliep.
Kleine cipresachtige boomsoort die inheems is in het noordwesten van Afrika, met name in het zuiden van Marokko in het Atlasgebergte.
Oude Griekse munten met een waarde van vier drachmen, oorspronkelijk van puur zilver gemaakt maar geleidelijk steeds minder waard. In omloop geweest van ongeveer 550 v.C. tot 300 n.C.
Constructies met vier vierkanten, twee elkaar kruisende doorgangen en vier façades. De assen zijn elk symmetrisch ingekaderd door architectonische zuilen en bogen. De term wordt doorgaans gebruikt in verband met monumentale antieke Romeinse architectuur. Quadrifrons bogen werden vaak gebouwd bij haakse wegkruisingen en waren meestal vrijstaand. Quadrifrons bogen konden triomf of eerbetoon uitdrukken. Quadrifrons bogen waren met name populair in Noord-Afrika. Beroemde voorbeelden zijn de boog van Marcus Aurelius in Tripoli en de Janus Quadrifrons in Rome. De term kan ook verwijzen naar een vorm van beeldhouwen die meestal werd gebruikt als architectonisch ornament dat bestaat uit vier gezichten of façades die in vier richtingen staan.
Omvat termen voor materialen die tot stand zijn gekomen door middel van weven, vervilten, knopen, twijnen of andersoortige bewerking van natuurlijke of synthetische vezels zodanig dat zij bijeenblijven in een vorm of eenheid. Van oudsher worden (hout)vezelplaat, papier, papier-maché en papyrus niet tot de textielmaterialen gerekend. Hoewel dit ook vezelproducten zijn, worden ze beschouwd als een apart type materiaal. Voor artikelen gemaakt van textielmaterialen zie de descriptoren gegroepeerd onder 'textiel'.
In algemene zin, ambachtslieden of fabrieksarbeiders die zich bezighouden met een of alle processen die nodig zijn voor de textielproductie.
Wordt gebruikt voor het formele Antieke boekhandschriften die worden gekenmerkt door laterale compressie, hoekigheid en de identieke behandeling van alle verticale stelen.
Zandsteen die sinds de dertiende eeuw dienst doet als dakmateriaal in het bovenste deel van de Colne-vallei in Engeland.
Verwijst naar de stijl en cultuur van het gebied dat bekend is als het huidige Thailand. De artistieke productie richt zich voornamelijk op het vervaardigen van porselein en aardewerk, schilderkunst, beeldhouwkunst en architectuur en vertoont stilistische invloeden uit China, India en andere regio's en culturen in Zuidoost-Azië. Tempelstijlen in dit gebied imiteren met name hindoeïstische en boeddhistische modellen, met unieke variaties.
Kleine klasse van in zee levende manteldiertjes die tijdens de gehele levensduur vrij rondzweven. Ze hebben een mondopening die gericht is naar de achterzijde van iedere zoïde, en ongeslachtelijke knoppen die zich vanuit een ventrale stolon ontwikkelen. Soms worden ze geclassificeerd als orde in plaats van als klasse.
Een witte marmersoort met blauwige nuances, afkomstig van het eiland Thasos in de Egeïsche Zee. Het heeft een compacte textuur en glinsterende kristallen.
Instellingen die faciliteiten beheren voor het opvoeren van dramatische voorstellingen voor publiek.
De persoon die de eindverantwoordelijkheid heeft voor alle creatieve en technische aspecten van een theaterproductie.
Aromatische drank die wordt bereid van geselecteerde gedroogde blaadjes en knoppen van de theestruik, door die in heet water onder te dompelen.
Kleine houders met deksel voor droge thee, vaak gebruikt op een theetafel in combinatie met een theepot en een ketel.
Ceremonies in Japan voor de bereiding en consumptie van groene thee volgens strikte ceremoniële regels, als uitdrukking van de zenboeddhistische filosofie.
Keukengerei met een geperforeerde bak met daarin theeblaadjes of soms ook gemalen koffie die in een kop of pot met water worden geplaatst zodat het kan trekken. Gebruik 'thee-eieren' voor kleine geperforeerde balletjes waarin theeblaadjes worden gedaan en die in heet water worden ondergedompeld om thee te maken. Gebruik 'theezeefjes' voor hulpmiddelen waarmee de losse blaadjes of het bezinksel wordt opvangen als de drank wordt uitgeschonken.
Aanduiding voor kleine gebouwtjes voor het Japanse theeritueel.
Kleine tafelkleden voor theetafels, met name gebruikt tijdens de maaltijd.
Mensen, vaak monniken en meestal in Japan, die na hiertoe te zijn opgeleid de bereiding en consumptie van groene thee verzorgen volgens strikte ceremoniële regels. Het is een uitdrukking van de zenboeddhistische filosofie.
Kleine, decoratieve lepels die voornamelijk worden gebruikt voor het scheppen of afmeten van verse thee uit een theeblik.
Groepen van bij elkaar passend eetgerei, in verschillende maten, voor het bereiden en serveren van thee (theepot, roomkan, suikerpot, soms dienblad); inbegrepen kunnen zijn koffiepot, kop en schotels, dessertborden.
Kleine tafeltjes op wieltjes die worden gebruikt om thee en versnaperingen op te serveren.
Filters waardoor thee of soms ook koffie wordt geschonken met de bedoeling dat het de losse blaadjes of het bezinksel opvangt. Gebruik 'thee-eieren' voor keukengerei dat theeblaadjes of soms gemalen koffie bevat en in een kop of pot met water wordt gedaan zodat het kan trekken.
Steden die verbonden zijn met een bepaald thema of zich een dergelijk thema aanmeten teneinde toeristen te lokken. Doorgaans maken de woonwijken van deze steden geen deel uit van het gekozen thema.
Een collectie waarvan de samenstellende delen een algemeen onderwerp, titel, thema of samenstelling met elkaar gemeen hebben. Te onderscheiden van collecties die een gemeenschappelijke herkomst vertonen.
Een regeringsvorm waarbij God of een god zelf of via een priesterlijke orde regeert. Ook: regeringsvormen die in belangrijke mate worden beïnvloed door religieuze leiders.
Verwijst naar de stijl en periode in het Oost-Romeinse Rijk die de heerschappij van Theodosius l (379-395) en die van zijn kleinzoon Theodosius ll (408-450) omspant. De stijl van deze periode is gevormd door de krachtige onderdrukking van heidendom en Arianisme door Thesiodosius l, de nadruk op de beoefening van wetenschap en de Codex Theodisianus uit 438 van Theodosius ll, en de bouwactiviteit van beide keizers, waaronder de oprichting van een stadsmuur om Constantinopel.
Tak van de linguïstiek waarbij het doel allereerst is om universele principes vast te stellen voor het bestuderen van taal en talen, en om de onderliggende structuren en andere eigenschappen van de menselijke taal te bepalen.
Enige religieuze of filosofische ideologie die is gebaseerd op een mystiek begrip van de gedaante van God en/of de goddelijke waarheid. Dit inzicht kan alleen worden verkregen door het goddelijke direct te ervaren. De term wordt soms gebruikt om specifiek te verwijzen naar de principes van de Theosofische Vereniging, die in 1975 in New York werd opgericht door madame Blavatsky en H.S. Olcott en die elementen bevatte van het boeddhisme en het brahmanisme.
Personen die zijn geschoold in het toepassen van bezigheidstherapie of lichamelijke maatregelen bij de behandeling of tijdens de revalidatie van een patiënt.
Te gebruiken voor tuinen die zijn ontworpen om de fysieke en mentale gezondheid van zieken en gewonden te verbeteren, waaronder tuinen die als klinisch hulpmiddel worden gebruikt in de horticulturele therapie. Gebruik 'enabling gardens' voor tuinen die zijn ontworpen voor gebruik door gehandicapten en ouderen.
De vorm van boeddhisme die wordt beoefend in de Zuid-Aziatische landen Sri Lanka, Myanmar, Cambodja, Thailand en Laos. De leer van Theravada is relatief onveranderd sinds de 3de eeuw v. Chr. en is gebaseerd op de 'tipitaka' of Pali Canon, die een conservatieve interpretatie van de leer van Boeddha bevat. Theravada onderscheidt zich hoofdzakelijk van het latere Mahayana in de afwijzing van bodhisattva's. Hoewel het uiteindelijke doel van Theravada ligt in het worden van een 'perfecte heilige' of 'arhat', kunnen gewone gelovigen geen werkelijke verlichting bereiken. Werkelijke verlichting kan alleen worden bereikt door in te treden in een religieuze orde, en zelfs dan is het bijna onmogelijk om een Boeddha te worden.
Wordt gebruikt voor monumentale antieke Romeinse badhuizen. Gebruik 'badhuizen' voor antieke Romeinse badhuizen van normale grootte.
Elementen van een lage conductiviteit die tussen twee conductieve materialen worden geplaatst om de hittetoevoer te beperken, voor het gebruik in metalen ramen of gordijngevels die in koude klimaten moeten worden gebruikt.
Wordt gebruikt voor bouwkundige componenten, meestal in passieve zonnesystemen, die ontworpen zijn om warmte-energie op te slaan welke gewoonlijk wordt teruggestraald in ruimten wanneer de omgevingstemperatuur daalt. Het woord is afgeleid van en mag ook gebruikt worden voor de potentiële warmteopslagcapaciteit die beschikbaar is in een bepaalde component of bepaald systeem.
Afdrukken die worden gemaakt door kleurstof aan te brengen met behulp van een lint dat wordt verhit. Dergelijke afdrukken hebben bijna dezelfde beeldkwaliteit als foto's en er kunnen verschillende materialen voor worden gebruikt, zoals papier, aardewerk en textiel.
De tak van de wetenschap die zich bezighoudt met het bestuderen van energie en met de relatie tussen warmteoverdracht en arbeid enerzijds en energie anderzijds.
Plastic dat zacht wordt bij verhitting en hard bij afkoeling ongeacht het aantal keren dat deze processen worden herhaald, als gevolg van weinig of geen onderlinge bindingen tussen de moleculen.
Een thermoplastisch hechtmiddel dat al in een dunne laag op het te plakken oppervlak aanwezig is waar het, door aanwending van warmte en druk, de binding vormt. Te onderscheiden van 'smeltlijm' waarbij het hechtmiddel moet worden aangebracht in gesmolten toestand.
Romeins commercieel etablissement waar men kant-en-klare maaltijden, vergelijkbaar met hedendaagse fastfood, kon kopen. Werd vooral bezocht door de armere klassen, die zich geen eigen keuken konden veroorloven.
Fles met geïsoleerde wand om dranken warm of koel te houden.
Een semantisch netwerk van unieke begrippen, waaronder relaties tussen synoniemen, bredere en engere contexten, en andere gerelateerde begrippen. Thesauri kunnen eentalig of meertalig zijn. Thesauri kunnen de volgende drie relaties tussen termen beschrijven: gelijkwaardigheid (synoniemen), hiërarchisch (geheel/deel) en associatief (diverse typen andere relaties).
Kleine bekers met een klokvormige kom, waarvan het onderste gedeelte is versierd met een rand die doet denken aan een distel; oorspronkelijk afkomstig uit Schotland. Ook bekers op voet waarvan de cuppa de vorm heeft van een distel, vervaardigd in de 16e eeuw. Geen Nederlands equivalent.
Verwijst naar de periode die wordt geassocieerd met de stad Thonburi, die in 1767 werd gesticht door de militaire leider Taskin nadat deze binnenvallende legers had verslagen en de politieke macht had gegrepen. In de stijl van deze periode staat het hernieuwde gevoel van militaire macht en politieke eenwording centraal. In de schilderkunst manifesteerde de stijl zich op muurschilderingen waarop boeddhistische onderwerpen, Thaise landschappen en details over de plattegronden en de constructie van gebouwen worden afgebeeld. Muurschilderingen decoreerden meestal de interieuren van koninklijke gebouwen of tempels. In deze periode floreerden bouwprogramma's voor tempels en paleizen, onder andere voor de Chakri Maha Prasat en de Wat Arun, een Chinees geïnspireerde tempel die wordt gekenmerkt door klokkentorens en met porselein bedekte timpanen, en door Thaise details zoals teakwoningen voor monniken. In de beeldhouwkunst manifesteert deze periode zich in grote beelden van Boeddha in koninklijke kledij die zijn gemaakt van verguld en gelakt stucwerk en gedecoreerd met ingelegd paarlemoer. Reusachtige bewakers zoals mythische half-menselijke, half-vogelachtige figuren en apsarasa's en Chinese stenen beelden verfraaien de binnenhoven van tempels in deze periode.
Verwijst naar een Romeinse aardewerkstijl, die over het algemeen bestond uit een fijn, hard en dunwandig materiaal, dat werd versierd met geschilderde motieven en kenmerkende wigvormige projecties.
Wordt gebruikt voor, meestal kleine plaatjes, die vastzitten in een oppervlak en de omtrek volgen van een opening, meestal een sleutelgat.
Verwijst naar de keramische stijl die oorspronkelijk uit Thuringen, Duitsland komt, en vervaardigd wordt sinds het midden van de 18de eeuw. Bestaat hoofdzakelijk uit hard porseleinen serviesgoed, vaak in een barokke stijl.
Een oud-Grieks type wierookbranders of kleine wierookaltaars gemaakt van brons, zilver of terracotta; de geparfumeerde rook van de wierook ontsnapte door decoratieve openingen. Thymiateria waren functionele voorwerpen maar zijn misschien ook als offerandes in graftombes geplaatst.
Orde van ongeveer 370 soorten kleine primitieve insecten zonder vleugels met drie dunne ledematen aan het uiteinde van het achterlijf die op stekels lijken.
Verwijst naar de porseleinstijl die gerelateerd is aan de regeerperiode van keizer Tianqi, 1621-1627. De stijl kenmerkt zich door vaatwerk in polychroom en blauw met wit, voorzien van Japanse motieven en ontworpen voor de Japanse smaak.
Vroege stijl van Tibetaanse schilderkunst die van de 10de tot de 14de eeuw een bloeitijd kende in het westen van Tibet. De stijl is verwant aan de Kasjmir-schilderstijl en wordt gekenmerkt door een helder, glanzend kleurgebruik en een voorkeur voor elegant geklede, zwierige figuren met een wespentaille en een volle boezem.
Verwijst naar een specifieke vorm van het boeddhisme die sterk is geënt op het Mahayana-boeddhisme, dat in de zevende eeuw in Tibet werd geïntroduceerd. Het Tibetaans boeddhisme bevat veel van de esoterische tantra-traditie van het Vajrayana-boeddhisme, alsmede elementen van het oeroude Bon-sjamanisme. Ook de kloosterdisciplines van het vroege Theravada-boeddhisme vormen een belangrijk bestanddeel van het Tibetaans boeddhisme. Deze religie wordt zelfs vaak beschouwd als de meest intellectuele vorm van boeddhisme. Avalokiteshvara, de Bodhisattva van Groot Mededogen, wordt met name vereerd in het Tibetaans boeddhisme. De Dalai Lama, de geestelijke en wereldlijke leider van Tibet, zou diens reïncarnatie zijn. Een opmerkelijk aspect van het Tibetaans boeddhisme is het opvallend hoge percentage van de bevolking dat actief deelneemt aan het geloofsleven: tot aan de Chinese machtsovername in de jaren 50 van de 20ste eeuw was ongeveer een kwart van alle Tibetanen lid van een geloofsorde. Typerend voor deze religie is ook het grote aantal heilige wezens. Bij de eredienst worden mantra's en gebeden uitgesproken en gezangen ten gehore gebracht, met begeleiding van trommels en hoorns. De canon van Tibetaanse geschriften omvat de 'Kangur' en de 'Tenjur;' het Tibetaans Dodenboek (Bardo Thödröl) beschrijft de bewustzijnsstaat tussen dood en wedergeboorte. Het Tibetaans boeddhisme verspreidde zich in de tweede helft van de 20ste eeuw naar het westen, met name door mensen die Tibet waren ontvlucht nadat het land door Communistisch China was bezet; onder deze vluchtelingen waren ook 'tulkus' of gereïncarneerde lama's, die in hoog aanzien stonden en bijdroegen tot de groei van de populariteit van het Tibetaans boeddhisme in de westerse wereld. Er zijn vier hoofdstromingen: Nyingma, Sakya, Kagyu en Geluk. In het westen wordt de Tibetaanse religie soms aangeduid met de onjuiste term lamaïsme, maar deze term wordt niet door de boeddhisten zelf gebruikt.
Genus van een klein aantal soorten bomen die in de regenwouden van Afrika voorkomen.
Beschrijft gebouwen, in het bijzonder klassieke Griekse en Romeinse tempels en gebouwen met een soortgelijke structuur, met tien zuilen aan een of beide uiteinden.
Steengoed uit de 16de en 17de eeuw, met name kruiken, met een opvallend vlekkerig bruin glazuur op een grijsachtige romp, dat in Engeland werd ingevoerd uit de aardewerkfabrieken langs de Rijn, met name die van Keulen. Tigerkruiken waren vaak bekleed met zilver in de vorm van een band rond de hals, en met zilver op het deksel, de voet en het handvat. De term wordt ook gebruikt voor Engelse imitaties, zoals het aardewerk dat is vervaardigd door John Dwight uit Fulham, die eind 17de eeuw een fabriek speciaal voor dit doel stichtte.
Een fundamentele dimensionale hoeveelheid, bepaald door een niet-ruimtelijk continuüm, waarin gebeurtenissen plaatsvinden in een schijnbaar onomkeerbare volgorde van het verleden via het heden tot de toekomst.
Rode of zwarte ballen van gevlochten teen aan een hoge stang bevestigd, die men neerlaat om een tijdsein te geven of die zijn ingesteld om op een bepaald moment te vallen, bijvoorbeeld om twaalf uur 's middags; b.v. gebruikt door schepen die voor anker liggen.
Tijdelijke constructies die worden opgebouwd voor festiviteiten of sportevenementen, of die toegang bieden tot of bescherming en ondersteuning van voorzieningen in aanbouw.
Omheinde terreinen met hokken, stallen en schuren, waar vleeskoeien worden vetgemest voordat ze de markt op gaan; meestal verbonden aan een treinlijn.
Wordt gebruikt voor instrumenten die automatisch de tijdsduur opnemen van een gebeurtenis of proces, of die een activiteit of een apparaat in werking stellen op een bepaald tijdstip of tijdstippen; ze kunnen al of niet een hoorbaar signaal uitzenden aan het eind van het geklokte interval.
Lampen met houders of reservoirs met merktekens erop om het verloop van tijd weer te geven naar aanleiding van het dalen van het brandstofniveau. Het zijn meestal tinnen Cardanlampen met een glazen reservoir of kleine, glazen petroleumlampen met cilindervormige houders waarop de uren staan aangegeven.
Op een kleine schaal getekende kaarten waarop voor alle landen van de wereld de officiële tijdsaanduidingen staan aangegeven.
Stevige, dichtgeweven textiel die traditioneel werd geweven in een gestreepte katoenen of linnen keper; werd gebruikt voor matras- en kussenovertrekken, onderbekleding en de lichtere variëteiten soms voor kleding.
Een stijl die doet denken aan de culturen van de eilanden in de Grote Oceaan. De populariteit van de stijl na de Tweede Wereldoorlog is vaak toegeschreven aan terugkerende Amerikaanse soldaten die in de oorlogstijd hadden kennisgemaakt met de authentieke Oceanische cultuur. De term wordt op verschillende manieren gebruikt om architectuur, interieurontwerp, beeldhouwkunst en industriële vormgeving te beschrijven. De stijl bereikte zijn hoogtepunt in de jaren vijftig van de 20ste eeuw en leefde weer op als een rage aan het begin van de 21ste eeuw. Gebruik 'hei-tiki' voor de kleine greenstone houtsnijwerken van de Maori-cultuur. Gebruik 'ki'i' voor authentieke vrijstaande Oceanische godenbeelden.
Beschrijft kunstwerken die zijn vervaardigd door de bewoners van het eiland Tikopia. De bevolking van Tikopia is vooral bekend om de beeldgesneden houten artefacten en persoonlijke ornamenten. Het snijwerk van de neksteunen van de Tikopia, met de contouren van een halvemaan, is zeer bijzonder.
Bulldozers waarvan de bladen kunnen draaien om een horizontale pin die in het midden zit om aan beide kanten te kunnen kappen.
Harnasdelen die in de 15e en 16e eeuw werden gebruikt in steekspelen, bestaande uit grote metalen platen, ofwel in de vorm van een schild of in de vorm van het dijbeen; ze hingen aan beide kanten van het zadel of waren vastgeriemd aan de beide dijbenen van de strijder, ter bescherming van de dijbenen en knieën.
Het eigene of karakteristieke in de klank van een instrument of een stem. Het timbre vormt de belangrijkste grondslag voor de klankverschillen tussen de diverse muziekinstrumenten wanneer zij dezelfde muzieknoot spelen.
Een hard, sneldrogend pleister dat wordt verkregen uit rivierslib; wordt in de Sahara gebruikt voor bouwstenen, als specie en om mee te berapen.
Techniek van het nemen van een serie foto's met vastgestelde intervallen om veranderingen vast te leggen die langzaam in de tijd plaats hebben, zoals de groei van een plant. Worden meestal afgespeeld als film.
Maatstokken die bestaan uit korte stroken hout die aan de uiteindes met elkaar zijn verbonden met klinknagels, zodat de delen zigzaggend, in een parallel vlak, kunnen worden opgevouwen; over het algemeen zijn de stroken 15 tot 30 cm lang en zijn de maatstokken 2 tot 2,5 meter lang wanneer ze zijn uitgevouwen. Te onderscheiden van 'duimstokken' die meestal korter zijn en in meer dan één vlak kunnen vouwen of draaien.
Verwijst naar de stijl die tot ontwikkeling kwam op Timor en zich later uitbreidde naar overige delen van Indonesië. De stijl hangt sterk samen met territoriale uitbreidingen, het Portugese kolonialisme en de maritieme handelscultuur. De stijl wordt gekenmerkt door traditioneel batikwerk, reliëfwerk, kistornamenten met sieraden, kuisheidsschilden (badong of cupeng), hoofdtooien met goudwerk en vergulde armbanden. Veelvoorkomende motieven in sieraden en reliëfwerk zijn het bootsymbool, de slang en de buffelhoorn, die de rang en de afstamming aanduiden. Houtsnijwerk en tekeningen in deze stijl worden gekenmerkt door krullen en kromlijnige vormen die worden benadrukt door wit krijt dat in insneden is ingebracht, en verschillende Portugese ontwerpen.
Orde met 1 familie en 47 soorten vogels die op de grond leven en op kwartels of fazanten lijken, met platte, langwerpige en tamelijk zwakke snavels en zeer kleine staarten.
Merktekens die in tinnen voorwerpen worden gestampt, met behulp waarvan de identiteit van de maker of de plaats waar het voorwerp is gemaakt, kan worden vastgesteld.
Wordt gebruikt voor de kleurvariatie die wordt geproduceerd door veranderingen in intensiteit of waarde.
Bel met een specifieke betekenis tijdens oude of rooms-katholieke ceremonies. Het kan een klokje zijn op een steel dat men tijdens een processie meedraagt of op een andere manier uitstalt en dat een kathedraal (de zetel van een bisschop) symboliseert en de band daarvan met de paus. Het gebruik ervan gaat terug tot de Middeleeuwen, toen men tijdens pauselijke processies voorbijgangers met een bel waarschuwde dat de paus eraan kwam. De term kan ook verwijzen naar versierde Etruskische en Romeinse begrafenisklokken en ceremoniële klokken of voor afbeeldingen daarvan in twee dimensies op reliëfs of muurschilderingen.
Wordt gebruikt voor kegelvormige tentwoningen van palen die bovenaan zijn samengebonden en op de grond zijn uitgespreid in een cirkel die zijn bedekt met huiden of doek; veelvoorkomend bij stammen van de Prairie-indianen.
Kunstenaarspenselen met een vierkant uiteinde en kortere haren dan platte penselen.
Drievoudige schalmeien uit Spanje, meestal bespeeld in Catalaanse ensembles.
Wordt gebruikt voor de uiteinden van lange dunne objecten. Als bijvoeglijk naamwoord dat de plaats van iets aan of bij het eind van iets beschrijft wordt 'eind' (Kenmerken en Eigenschappen) gebruikt.
Verschillende soorten hoeden gebaseerd op Beierse en Oostenrijkse Tiroler hoeden, gewoonlijk van vilt, met een rand en een enigszins spits toelopende bol, vaak met een lint of koord rond de bol met een veertje erin.
Verwijst naar een Neolithische stijl en cultuur die zich ontwikkelde in de vallei van de rivier de Tisza in Oost-Europa in het 5de en 4de millennium v. Chr., en die zich kenmerkt door een nadruk op vissen en jagen als aanvulling op landbouw, het weven van stoffen, en opvallende kleifiguurtjes die zijn versierd met complexe abstracte vormen, en die eerder gedraaid lijken dan gemodelleerd.
Bij het boekbinden, labels van papier of een ander materiaal dat afwijkt van het materiaal dat voor de omslag is gebruikt, met daarop de boektitel, de naam van de schrijver(s) en soms ook de datum en uitgever, welke op de rug of voorzijde worden bevestigd. Soms zijn dergelijke labels gedrukt op overigens blanco vellen, meestal in staand formaat, en in het boek gebonden, zodat de boekeigenaars de labels konden uitknippen en gebruiken. Gebruik 'titelschilden' voor soortgelijke labels van leer.
Wordt gebruikt voor allerlei methoden om de concentratie van een gewenste stof in een oplossing volumetrisch te bepalen door tijdens de reactie een vastgestelde hoeveelheid van een standaardoplossing met een vaste werking aan de oplossing toe te voegen.
Het recht van een individu op persoonlijk eigendom.
Een school van het Chinese boeddhisme, gesticht door Hui Ssu (515-577) en Chih I (538-597), die vooral belang hecht aan de 'Lotus Sutra,' een van de integrale geschriften uit de mahayana-traditie. De naam is afgeleid van de berg Tj'ien in China, waar Hui Ssu leefde en zijn leer verkondigde. Een belangrijk kenmerk van Tj'ien-T'ai is het concept van de drievoudige waarheid van het ledige, het tijdelijke en de middenweg, wat inhoudt dat alle dingen verschillend zijn maar tegelijkertijd deel uitmaken van een groter geheel. Een voortvloeisel van dit concept is de overtuiging van Tj'ien-T'ai dat alle wezens, hoewel verschillend, dezelfde boeddhanatuur delen en dus in staat zijn om uiteindelijk het boeddhaschap te bereiken. Hoewel Tj'ien-T'ai alle andere boeddhistische scholen erkent, deelt men het boeddhisme op in vijf perioden die uiteindelijk leiden tot de 'Lotus Sutra', de ideale vorm van de religie. Na de vervolgingen van 845 raakte Tj'ien-T'ai in China in verval, maar werd het in Korea en Japan populair als Tendai.
Verwijst naar merktekens of (Chinese) karakters die in bestaande munten geponst of geperst werden. Deze werden vaak door Chinese bankiers aangebracht in zilveren dollars en andere muntstukken van edelmetaal om aan te geven dat deze de test op zuiverheid en gewicht hadden doorstaan. Tjaps werden algemeen gebruikt tussen 1750 en 1920.
Hoge, slanke wijnglazen met een kleine conische kelk, een zeer dunne steel die makkelijk met de vingers kan worden gebroken, en een voet met steel.
Rekjes met verticale schotjes waartussen verscheidene (meestal vier tot acht) geroosterde boterhammen worden geplaatst en zo worden opgediend.
Een los geweven katoenen stof, vooral gebruikt voor het afdekken van groeiende tabaksplanten om schaduw te geven. Geen Nederlands equivalent. Zie 'kaasdoek'.
Open, lage houders, oorspronkelijk gemaakt van houten duigen bijeen gehouden door hoepels, soms met een deksel of kabelhandvaten, of beide. Ook hetzelfde soort houders van metaal of plastic.
Kleine keukentafeltjes voor het zouten van varkensvlees en het maken van worstjes.
Holle vaten die qua vorm lijken op een decanteerfles met een lange, dunne hals en een opening aan beide kanten; wordt gebruikt om punch of dergelijke dranken van een kom in een kopje of glas te doen. Geen Nederlands equivalent.
Stokjes met een knobbelig of plat uiteinde waarmee suiker en citroen worden geplet voor het maken van grog.
Verwijst naar een type stilleven met rookgerei, zoals tabakspijpen, smeulende henneppitten en komforen met brandende kolen. Meestal zijn ook kruiken bier of glazen wijn afgebeeld.
Wordt gebruikt voor openbare wegen die direct toegang bieden tot het land, de gebouwen of de snelwegen aan één of aan beide zijden.
Zelfstandige wooneenheden, die gebouwd zijn in of aan een bestaande woning. Meestal hebben ze een eigen ingang en over het algemeen zijn ze bedoeld voor familieleden van de huiseigenaren.
Eén van de kleine, afzonderlijk bewoonde eenheden in een motel.
Kaarten die bedoeld zijn om toeristen informatie te geven over een regio of locatie die ze nog niet kennen; het betreft met name toeristen die een reis maken ter ontspanning of vanuit een bepaalde culturele belangstelling, meestal om een bezoek te brengen aan diverse plaatsen die voor hen interessant en landschappelijk aantrekkelijk zijn.
Wegen van esthetische, culturele of historische waarde met prachtige panoramische vergezichten, ongewone geologische vormen of andere elementen die de reiziger genoegen verschaffen.
Spelden om afzonderlijke onderdelen aan elkaar vast te maken, zoals kledingstukken. Ze zijn zo teruggebogen dat ze een veer vormen, en zijn voorzien van een veiligheidskapje of schede om de punt te bedekken en onbedoeld opengaan te voorkomen.
Hefboomachtige mechanismen die zijn vastgemaakt aan of een deel uitmaken van een muziekinstrument of andere geluidvoortbrenger en die functioneren als deel van het mechanisme dat rechtstreeks geluid produceert, zoals wanneer er lucht door een pijp wordt toegelaten of wanneer er gezorgd wordt dat een snaar wordt aangeslagen of getokkeld, of die, op een niet al te grote aërofoon, gebruikt worden om de toongaten te beheren die zonder hulp buiten bereik of te groot zijn voor de vinger.
Een fluweelzwarte variant van cryptokristallijnkwarts, kiezelschalie of een dergelijke stof die door juweliers wordt gebruikt voor het keuren van de zuiverheid van edelmetalen, voornamelijk goud.
Architecten die het werk van andere architecten of begeleidend personeel begeleiden, inspecteren of goedkeuren.
Huizen waarin Dogon-mannen samenkomen om gemeenschapszaken te bespreken. Togu na kenmerken zich door daken van gierstgras, gedragen door houten pijlers waarin meestal vruchtbaarheidssymbolen zoals vrouwenborsten of taferelen uit de Dogon-samenleving zijn gekerfd.
Verwijst naar grote doeken van zwaar linnen of een andere stof waarop een motief is geschilderd. Toile werd oorspronkelijk gebruikt voor beeldverhalen in het zestiende-eeuwse Frankrijk, en vervolgens als wandkleden opgehangen. In Reims is nog een grote collectie te vinden. De term verwijst ook naar achttiende-eeuwse Franse kleden die waren geïnspireerd op deze geschilderde motieven, maar waren bedrukt met behulp van kopergravures. De term kan ook verwijzen naar een willekeurige andere stof in de stijl van 18de-eeuwse koperplaatmotieven.
Hartvormige kaptafels met laden die aan beide zijden uitspringen zodat het geheel enigszins op de vleugels van een vlinder lijkt.
Dozen die uitgerust zijn met laden, opbergbakjes of van elkaar afgescheiden gedeelten en meestal een spiegel; bedoeld voor toiletartikelen en soms schrijfmaterialen, met name voor op reis.
Kleine, vrijstaande spiegels, meestal in een rechtopstaande omlijsting waarbinnen de spiegel kan worden versteld. Ze zijn bedoeld voor gebruik op de toilettafel en hebben soms een doosachtig onderstuk met kleine laatjes.
Groepen van bij elkaar passend toiletgerei; voor gebruik op de toilet- of kaptafel, meestal met inbegrip van diverse kleine doosjes en flesjes en soms ook een borstel, kam, spiegel of blad.
Krukken die als zitje voor een toilettafel zijn ontworpen. Ze werden in de 18e eeuw geïntroduceerd.
Verwijst naar lage ladekasten met daarop een spiegel die doorgaans in slaap- of kleedkamers worden gebruikt voor de uiterlijke verzorging en om kledingstukken en toiletartikelen in op te bergen. In deze context wordt de term vooral gebruikt in de Verenigde Staten, en de Engelse term 'dresser' is afgeleid van het Europese begrip 'keukenkast (wandkast)', dat bestaat uit laden met planken daarop, maar wordt gebruikt om keukengerei in op te bergen.
Instrumenten met flexibele tongen of lamellen aan één eind vastzittend; bespeeld met de vingers of met een trilmechaniek.
In de Japanse architectuur een alkoof. Oorspronkelijk waarschijnlijk bedoeld voor de privéaltaren van zenboeddhistische monniken, een ruimte waar ze hun heilige objecten uitstalden. Later werden ze gebruikt voor de verhoogde zetels van krijgers en hoogwaardigheidsbekleders. Tegenwoordig is de ruimte in Japanse huizen bestemd voor het uitstallen van bloemstukken en versieringen die voor sfeer zorgen tijdens de theeceremonie, of van andere kunstvoorwerpen.
Beschrijft de diverse soorten kunstwerken die zijn vervaardigd door een groep bewoners van het eiland New Britain. De Tolai kennen een traditie van beschilderd beeldsnijwerk die zich manifesteert in allerlei soorten snijwerk, zoals de bekende bebaarde maskers en hoofdtooien. Deze maskers en hoofdtooien bevatten de voorzijde van menselijke schedels, die zijn gemodelleerd met een pasta van parinariumnoot en gedecoreerd in rood, wit en zwart; ze zijn voorzien van een dwarsbalkje dat de drager tussen zijn tanden moet klemmen.
Kleine bijlen, bestaande uit een korte houten steel en een kop, oorspronkelijk van steen en later van metalen als ijzer en staal, met een kling die meestal smal is in verhouding tot de lengte ervan; gebruikt door Amerikaanse Indianen voor het toedienen van slagen en om mee te gooien. Soms ook als werktuig gebruikt en soms gecombineerd met een tabakspijp waarbij de kom zich op de achterkant van het blad bevindt.
Term die wordt gebruikt voor verschillende soorten keukengerei dat voornamelijk wordt gebruikt voor het opdienen van tomaten, met name het gerei dat een plat of rond oppervlak heeft dat soms is doorboord.
Grote fusten voor het opslaan van vloeibare stoffen, vooral wijn, ale of bier.
Verwijst naar de stroming in de late 19de eeuw en de vroege 20ste eeuw die werd vertegenwoordigd door Britse en Amerikaanse kunstenaars als George Inness, James McNeill Whistler en Dwight Tryon. De stroming gaf vorm aan een schilderstijl die leek op het impressionisme en die werd gekenmerkt door zacht, diffuus licht, gedempte tinten en objecten met vage, nevelige contouren; de stroming dwaalde af van het impressionisme en ging symbolistische trekken vertonen, zoals het gebruik van neutrale paletten, uitdrukkingen van beschouwende aard en een subjectieve stijl waarin het creëren van een sfeer of stemming centraal stond.
Beschrijft werken die zijn vervaardigd door het Tongavolk uit de Republiek Tonga. Typische voorbeelden van kunstnijverheid van het Tongavolk zijn gevlochten manden, houtsnijwerk, figuratieve beeldhouwwerken en schorsdoeken.
Verwijst naar de porseleinstijl die ontstond tijdens de regeerperiode van keizer Tongzhi, 1862-1874. De stijl kenmerkt zich door de heropleving van Kangzhi-producten voor de export en wisselende stijlen voor gebruik aan het hof.
Slaginstrumenten met een gebogen klankkast, doorsnede in het midden groter dan aan de uiteinden.
Soort mahonieboom die groeit in heel Zuid-Azië, in het gebied dat reikt van Afghanistan tot Papoea-Nieuw-Guinea en Australië. Hij groeit het beste in een omgeving met veel licht; in de relatieve duisternis van de ondergroei in een regenwoud is de soort kwetsbaar voor aantasting door motten. Wordt gekweekt voor timmerhout en als schaduwboom.
Benaming die oorspronkelijk werd gebruikt voor kleine tafels en kisten met een bovenkant die is bedoeld om geld te tellen, soms met een kastje eronder. De benaming werd later gebruikt voor kasten of plankachtige oppervlakken die meestal op een zodanige hoogte zitten dat de persoon die ervoor staat, zoals in een keuken of winkel, of op een kruk ervoor zit, zoals in een restaurant of bar, er gemakkelijk bij kan.
De hoogte of diepte van een muzikale toon of ander geluid, afhankelijk van de relatieve snelheid van de trillingen die het geluid voortbrengen.
Een vrij krachtige emotionele uiting van afkeuring of vijandigheid, die zich manifesteert in lichamelijke reacties, voornamelijk grimassen en lichaamshoudingen die kenmerkend zijn voor een actief autonoom zenuwstelsel.
Kamvormig onderdeel ��� gewoonlijk van hout, ivoor, kunststof of metaal ��� aan het eind van de hals van snaarinstrumenten (met name gitaren) waarover de snaren zijn gespannen, waardoor ze op een goede afstand van elkaar en op de juiste hoogte boven de hals worden gehouden.
Verwijst naar kaarten die een regio weergeven op een schaal die ligt tussen die van een plattegrond (die een klein gebied weergeeft) en een chorografische kaart (een grote regionale kaart). Topografische kaarten bevatten nauwkeurige weergaven van de locatie en vorm van zowel natuurlijke als door mensen aangebrachte kenmerken. De term verwijst naar kaarten die in verschillende landen verschillende schalen kunnen hebben, en is in de Verenigde Staten meestal beperkt tot kaarten met een schaal van 1:500.000 of groter, maar in Rusland kan de schaal wel 1:1.000.000 of groter zijn. Vaak wordt de term ten onrechte gebruikt voor kaarten die alleen natuurlijke reliëfkenmerken weergeven.
Tweedimensionale beeldende werken, die een bestaande locatie waarheidsgetrouw afbeelden, en die meer documentair dan kunstzinnig van aard zijn. Gebruik voor dergelijk voorstellingen die vooral een kunstzinnig karakter hebben 'landschappen (voorstellingen)', 'zeegezichten', 'marines (beeldmateriaal)', 'stadsgezichten' of 'dorpsgezichten'. Gebruik 'opmetingstekeningen', 'archieftekeningen' of revisietekeningen' voor getrouwe tekeningen van één enkel gebouw.
Kleine hoofddeksels die door mannen en vrouwen zijn gedragen in diverse perioden en landen. Ook gebruikt voor kleine randloze hoeden.
In de Joodse traditie houten kisten die de tafelen der wet bevatten. Men bewaarde ze op de heiligste plaats van de tabernakel.
Kleine muurtassen, voornamelijk gebruikt in tenten en die aan de lattencontructie worden opgehangen. De voorkant is gepoold geweven en de achterkant bestaat uit gewoon inslagweefsel.
Klei die vermengd is met stro of kiezelstenen om een pasta te vormen voor gebruik in de bouw, met name voor primitieve huizenbouw.
Nauwsluitende damesbroeken die tot net beneden de knie reiken, vaak gemaakt van fluweel, zijde of iets dergelijks; van het soort dat traditioneel door stierenvechters wordt gedragen. Geen Nederlands equivalent.
Wolkenkrabbers, meestal in de vorm van een toren, met appartementen of kantoren die zijn gesitueerd rond een centrale kern. Te gebruiken om ze te onderscheiden van 'slab blocks', die meer rechthoekig zijn.
Lage, ronde verdedigingstorens die, vooral sinds de Napoleontische oorlogen, worden gebruikt voor de verdediging van de kust; de naam en vorm zijn afgeleid van traditionele mediterrane wachttorens die te vinden zijn op Kaap Martella, Corsica.
Wordt gebruikt voor oude Romeinse begrafenisbouwwerken van enkele verdiepingen hoog, die meestal oprijzen vanaf een vierkante of een rechthoekige basis met trappen en met bovenop een piramidevormig, koepelvormig of plat dak.
Soort kraan die bestaat uit een vaste, verticale mast die aan het uiteinde een draaiende laadboom heeft en is uitgerust met een lier om lading te tillen, te laten zakken en op een plek te plaatsen die binnen de diameter van de boom ligt.
Ronde stenen platforms of torens die zijn opgericht op heuvels waarop de parsen in India hun doden achterlaten, overeenkomstig de zoroastrische rituele gebruiken. Dergelijke uit steen of baksteen vervaardigde torens zijn circa 8 meter hoog en zijn voorzien van een rooster waarop de doden worden neergelegd. Nadat de lijken door gieren zijn verslonden, vallen de botten in een kuil eronder; zo wordt voldaan aan het zoroastrische gebod dat eist dat lijken, die als uiterst vervuilend worden beschouwd, niet de aarde mogen verontreinigen of in contact mogen komen met vuur. De torens worden beschouwd als bedreiging van de zuiverheid en zijn uitsluitend toegankelijk voor bevoegde lijkendragers, die rituele voorzorgsmaatregelen nemen voordat ze de toren betreden en zuiveringsrituelen ondergaan wanneer ze hun beroepsuitoefening beëindigen. Sommige leden van de zoroastrische gemeenschap pleiten voor afschaffing van dit traditionele lijkenritueel, terwijl anderen er fervent voorstander van blijven.
Wordt gebruikt voor een soort tafelklok met een galerij en een klein koepeltje of tafelklokken die op een andere manier lijken op een toren met twee verdiepingen; ze waren populair in Engeland en Frankrijk vanaf het midden van de 16e tot in de 17e eeuw.
Stenen treden, driehoekig in doorsnede, die wenteltrappen of spiltrappen vormen. Ze lopen schuin af en hebben gevormde uiteinden die, op elkaar gelegd , de centrale zuil of solide wentelspil vormen.
Verwijst naar de stijl die is vernoemd naar de beeldhouwer Kuratsukuri-no-tori (actief rond 600-630 v. Chr.). De stijl wordt gekenmerkt door geconventionaliseerde, symbolische, symmetrische vormen die een sterke invloed hebben ondergaan van de Chinese noordelijke Wei-stijl.
Toegangspoorten naar Shinto-heiligdommen, die meestal bestaan uit twee pilaren en twee horizontale overspannende delen die vaak licht omhoog buigen aan de uiteinden.
Te gebruiken voor lichte, snelle oorlogsschepen die zijn ontworpen om aan te vallen met duikbootafwerende wapens; zijn oorspronkelijk aan het einde van de 19e eeuw ontworpen om tegenstand te bieden aan torpedoboten.
Balansen waarbij de weegoppervlakken kleine platte platformpjes of ondiepe schaaltjes zijn, die weinig uitslag hebben en op de balk zijn geplaatst; wordt gebruikt met conventionele gewichten of een waagbalk.
Kleine propjes stevig opgerold grijs of wit papier dat meestal maar aan één kant gepunt is. Worden gebruikt om houtskool en pastelstift te mengen.
Verwijst naar het werk van een school van schilders die zich specialiseerden in de oorspronkelijke Yamoto-e-stijl vanaf de vroege 15de tot de latere 19de eeuw. Schilders van de Tosa-school werkten voornamelijk voor het keizerlijke hof en waren gespecialiseerd in hoofse thema's en scènes uit de klassieke literatuur. De stijl kenmerkt zich door fijne delicate lijnen, aandacht voor details, uitbundige kleuren en platte decoratieve composities. De Tosa-stijl was van grote invloed op andere scholen van schilderkunst, vooral tijdens de Edo-periode (1600-1868).
Verwijst naar de architectonische stijl die wordt geassocieerd met de vierde van de traditionele vijf klassieke orden der architectuur. De andere vier zijn: Dorisch, Ionisch, Corinthisch en Composiet.Deze stijl wordt vaak omschreven als een simplificatie van de Dorische stijl, en onderscheidt zich van de andere stijlen door minder en strakker lijstwerk, het ontbreken van trigliefen of andere decoratie op de fries, geen decoratieve details op het entablement of kapiteel, en over het algemeen geen groeven op de zuil, hoewel bij neoklassieke werken de schachten kunnen zijn voorzien van rustica-banden. De stijl verschilt van de ‘Toscaanse orde‘ omdat een architectonische orde uitsluitend verwijst naar het specifieke systeem of de samenstelling van onderdelen die zijn onderworpen aan vastgestelde regels en proporties, bepaald door de functie van ieder afzonderlijk deel.
Eenvoudige vorm van de Romeins-Dorische orde, zonder cannelures. VWB.
Een regeringsvorm waarbij de politieke autoriteit absoluut en gecentraliseerd gezag heeft over alle aspecten van het leven, het individu is onderworpen aan de staat en politieke oppositie en culturele uitingen zijn verboden.
Kruisen in de vorm van een Maltezer kruis, waarbij de armen niet zijn afgesneden maar een puntig uiteinde hebben en een bal of punt is bevestigd aan elk van de drie hoeken op elke arm. Het werd gevoerd door de middeleeuwse graven van Toulouse.
Stoelen uit het einde van de 19e en het begin van de 20e eeuw, die voornamelijk waren bedoeld voor gebruik door toeristen op de promenades. Gebruik 'invalidenstoelen' voor stoelen met een palmechanisme voor het omhoog- of omlaagbrengen van de armleuningen, rug, voetensteuntje of met grote wielen, die speciaal voor zieken of invaliden zijn ontworpen.
Verwijst naar de stijl van aardewerk en porselein uit de Nederlanden, vervaardigd in Doornik van de 17de tot de 19de eeuw. Hoewel beïnvloed door Meissen en Sèvres, staat deze stijl vooral bekend om eenvoudig gedecoreerd blauw en wit aardewerk.
De gedraaide strengen vezelig materiaal waarop de katernen van een boek zijn genaaid. Te onderscheiden van 'naairiemen'; dit zijn smalle stroken ongelooide of bewerkte huid die voor hetzelfde doel gebruikt werden tot tegen het einde van de zestiende eeuw. Ook te onderscheiden van 'naaibanden'; dit zijn smalle stroken dicht geweven stof die voor hetzelfde doel geschikt zijn. Tevens onderscheiden van 'ribben (boekbandonderdelen)'; dit zijn de opstaande randen over de rug van een boek, die de plaats aangeven van de koorden onder de omslag.
Zij die zich bezighouden met het bestuderen en beoefenen van de magie, rituele activiteiten die zijn bedoeld om menselijke of natuurlijke gebeurtenissen te sturen of te beïnvloeden door middel van het oproepen van externe en onpersoonlijke mystieke krachten van buiten het gangbare menselijke domein; kenmerkende rituele activiteiten zijn onder andere het gebruik van speciale voorwerpen en het uitspreken van bezweringsformules. Het verschil met 'illusionisten' is dat deze illusies creëren en manipulatiekunst, goocheltrucs en andere soorten toneelmagie laten zien.
Wordt gebruikt voor spiegels waar magische eigenschappen aan worden toegeschreven en die met afgewogen hoeveelheden materiaal en onder bepaalde astrologische omstandigheden worden gemaakt.
Schotse hoofdtooien van linnen of wol met flappen die tot de schouders reiken en die vroeger door oudere vrouwen uit de lagere klassen werden gedragen. Geen Nederlands equivalent.
Verwijst naar de periode van voor de 8ste eeuw die wordt geassocieerd met de site Tra-Kieu. Artistieke productie in deze periode wordt gekenmerkt door elementen van sensualiteit en een grote mate van detail, waarbij de nadruk ligt op vrouwelijke beelden en motieven, zoals de vrouwenborst en glimlachende danseressen, en op het uitbeelden van beweging, zoals op een beeld in hoog-reliëf waarop hindoegoden worden afgebeeld op hun galoperende rijdieren.
Vloeistof die wordt afgescheiden door het traanapparaat. Samen met andere afscheidingen vormen tranen een beschermende, precorneale laag aan de buitenkant van het oog. Tranen kunnen reflexmatig worden afgescheiden als reactie op verschillende stimuli (zoals fel licht). De afscheiding van tranen als gevolg van emotionele verstoring wordt 'huilen' genoemd.
Hand- of geweergranaten die een vulsel bevatten dat een gas voortbrengt, dat tranen, niezen en misselijkheid veroorzaakt bij de slachtoffers.
Wordt gebruikt voor groepen huizen met een zelfde ontwerp, gelegen op kavels; wordt gebruikt om onderscheid te maken met huizen die op bestelling zijn ontworpen en gebouwd.
Boeken die zijn geproduceerd door commerciële uitgevers om voornamelijk via boekhandels te worden verkocht aan het publiek; te onderscheiden van een handboekedities, inschrijvingsboeken of een boek bedoeld voor een beperkt publiek door het technisch karakter, de gespecialiseerde aantrekkingskracht of hoge prijs.
Wordt in het westen gebruikt voor stelsels van overtuigingen en praktijken over gezondheid die zich binnen de cultuur van een bepaalde etnische of geografische groep mensen hebben ontwikkeld en zich onderscheiden van de moderne westerse geneeskunde; omvat meestal kruidentherapieën en homeopathische middelen, religieuze of spirituele rituelen en een holistische benadering van de patiënt.
Wordt gebruikt voor Franse hogesnelheidstreinen die over afzonderlijke sporen rijden en snelheden boven de 250 km per uur kunnen halen.
Verwijst naar de periode en stijl in de kunst, vooral sculptuur en architectuur, die samenviel met de heerschappij van Trajanus, van 98 tot 117. In de architectuur kenmerkt de stijl zich door de constructie van grote, overvloedige openbare bouwwerken, axiaal aangelegd op dezelfde wijze als Egyptische tempels. De beeldhouwkunst kenmerkt zich door friezen die een doorlopend verhaal vertellen, en die scènes tonen uit de keizerlijke militaire campagnes, zoals bijvoorbeeld de Zuil van Trajanus.
Korte verhandelingen of pamfletten die zijn bedoeld om onder een breed publiek te worden verspreid en meestal handelen over een religieus of politiek onderwerp.
Netwerken van kleine, lichte staven van hout, metaal of ander materiaal, die elkaar op regelmatige afstanden kruisen, gewoonlijk diagonaal.
Karren of wagens die met een lage snelheid rijden en bedoeld zijn om passagiers te vervoeren over relatief korte afstanden (en incidenteel om lichte ladingen goederen te transporteren). Trams rijden op rails en halen de stroom voor hun elektromotoren uit bovenleidingen. Oorspronkelijk waren de rails platte houten planken, later gebruikte men steen. Tegenwoordig zijn de rails van ijzer. Het tramspoor kan gelijkvloers of verhoogd liggen. Trams kunnen met de hand of automatisch worden bestuurd.
Aanduiding voor lichte railvervoersystemen die over straten in stedelijke gebieden opereren; ze vervingen in de negentiende eeuw de door paarden voortgetrokken spoorvoertuigen, voordat op eigen kracht voortbewegende tramsystemen populair werden.
Wordt gebruikt voor railvervoersystemen die bestaan uit enkele wagons of korte treinen met meerdere stellen die met de hand worden bestuurd op elektriciteit, meestal met voorrang op straat en voor een gemiddeld aantal passagiers.
Verwijst naar de periode die de Trân-dynastie markeert (1225-1400 CE) en die wordt gekenmerkt door een sterke heropleving van boeddhistisch geïnspireerde kunst en politieke stabiliteit. In de beeldhouwkunst laat deze periode een combinatie zien van Chinese stijlen, zoals weerspiegeld in het gebruik van het lotusvoetstuk en draperieën, en van Cham-stijlen, zoals weerspiegeld in de overheersing van symmetrie en ranke, ritmische constructies, en in gelaatstrekken zoals grote ogen, een hoge neus en dikke lippen. Naturalistische stenen figuren van dieren op graflocaties komen veel voor in deze periode. Een voorbeeld is de graftombe van koning Tran Hien Tong (1329-1341 n. Chr.) met een rustende waterbuffel en een hond. De architectuur van deze periode imiteert de vormen die werden gebruikt tijdens de Ly-dynastie en wordt gekenmerkt door (bak)stenen constructies, lage buitenmuren die zijn versierd met beeldsnijwerken in bas-reliëf van bloemen, bladeren, golven en wolken, hogere buitenmuren met afbeeldingen van draken, heiligdommen, deuren van ijzerhout en zalen waarin wierrook wordt gebrand.
Een filosofische stroming die is gebaseerd op een idealistisch geloof in de essentiële eenheid van alle dingen, in de aangeboren goedheid van de mens en dat inzicht belangrijker is dan logica en ervaring voor het begrijpen van de werkelijkheid en het vaststellen van de waarheid. Het wordt beschouwd als een onderdeel van de romantische beweging en had een grote invloed op de kunst, voornamelijk op de literatuur. De term verwijst meestal naar het 19de-eeuwse transcendentalisme in New England, hoewel de beweging ook voorkwam in andere landen, zoals Duitsland en Engeland.
Geschreven, gedrukt, of getypte kopieën van een originele tekst of woorden oorspronkelijk gesproken, zoals van een gerechtelijke procedure, uitzendingen of mondelinge geschiedenis. Transcripten zijn uiterst nauwkeurige kopieën met elke redactionele uitleg of aantekeningen duidelijk te onderscheiden van het origineel, inclusief aanwijzingen van spelfouten of redactionele omissies.
In het algemeen apparaten die een ingevoerde fysieke hoeveelheid, meestal afkomstig uit een energiebron, kunnen omzetten in een andersoortige hoeveelheid uitvoer, bijvoorbeeld zonnewarmte in elektriciteit of druk in hydraulische energie. Veel apparaten, zoals grammofoons, thermometers, luidsprekers en lichtmeters, kunnen worden betiteld als transducers.
Techniek voor het vormen van plastic waarbij een afgemeten hoeveelheid thermohardend perspoeder wordt voorverhit in een pot en door middel van een dompelaar door een kort (spuit)kanaal wordt geperst naar een of meer verhitte holten, waar het vervolgens hard wordt.
Sloten die worden gebruikt op bovenlichten, waarvan de vergrendeling wordt bediend door een ringvormig onderdeel dat bewogen kan worden door middel van een stok met een haak aan het eind.
Vocht dat wordt uitgescheiden via de poriën van de huid van de meeste zoogdieren, meestal als gevolg van lichamelijke inspanning of warmte en bedoeld om het lichaam te laten afkoelen.
Doorlopende banden die over katrollen lopen waardoor een baan ontstaat waarop losse materialen of kleine voorwerpen van het ene punt naar het andere worden gebracht.
Te gebruiken voor landvoertuigen die in de eerste plaats zijn bedoeld voor het vervoeren van reizigers.
Tak van de weg- en waterbouwkunde die zich bezighoudt met het plannen, ontwerpen en uitvoeren van faciliteiten en systemen die worden gebruikt voor het vervoer van mensen en goederen.
Kleden met een symmetrisch patroon met een boog aan elk einde, waarschijnlijk vervaardigd in Anatolië. Ze worden zo genoemd omdat er zoveel in de Transsylvanische regio zijn gevonden.
Trappen die zijn gemaakt met trapspillen op de hoeken, waaraan de uiteinden van de trapbomen zijn vastgezet.
Draagbare reeksen platte, brede sporten of treden die met een scharnierend frame aan de achterkant vastzitten voor de stevigheid.
Liften voor vervoer trap op, trap af, van slecht ter been zijnde personen, in een (rol)stoel over geleidende rails
Een patroon waarin een serie kleine rechte hoeken een tredeachtige rand produceren, meestal een paar treden omhoog en daarna omlaag.
Piramide opgebouwd uit platformen die steeds kleiner worden naar de top toe, zodat er aan elke kant trappen ontstaan. Oudste vorm van piramide in het Oude Egypte.
Stukken hout die uit een muur steken om draagstukken of trapbomen van een houten trap aan de boveneinden of bij overlopen te ondersteunen.
Voorwerpen aan de uiteinden van trapspillen die vaak in een decoratieve vorm zijn gegoten, gedraaid of gesneden.
Decoratieve uitsteeksels aan de ondereinden van trapspillen van twee of meer trappen.
Italiaanse gewatteerde doorstiktechniek, toegepast op kleinere, smallere stukken, zodat het een indruk wekt van opgebonden quilten.
Inschildertechniek waarbij de lacunes worden opgevuld met korte, verticale streken, wat leidt tot een opvulling die moeilijk als zodanig op een afstand is te herkennen.
Wordt gebruikt voor bogen die traveeën van gewelven scheiden, vooral in een ruimte met een kruis- of tonggewelf. In de context van een ribgewelf, gebruik 'dwarsribben'. Voor bogen over een schip of zaal die muren ondersteunen in plaats van gewelven, gebruik 'gordelbogen (1)'.
Een dichte, kristallijnige of microkristallijnige kalksteen die werd gevormd door de verdamping van rivier- of bronwater. Het is vernoemd naar het Italiaanse Tivoli, waar het in grote mate voorkomt en het wordt gekenmerkt door de lichte kleur en de mogelijkheid om het snel te laten glanzen. Meestal bevat het dwarsstrepen omdat het ijzersamenstellingen of andere organische onzuiverheden bevat. Het wordt vaak gebruikt voor muren en binnendecoraties van openbare gebouwen. Te onderscheiden van 'sedimentgesteente', dat harder en sterker is.
Constructies bestaande uit een omgekeerde kegel met een nauwe buis aan de top; gebruikt voor het geleiden van vloeistoffen of andere substanties van de ene opvangbak naar de andere, meestal met een nauwere opening, soms gecombineerd met filters
Verwijst naar de cultuur en aardewerkstijl die al in het noorden van Europa wordt aangetroffen vanaf het eind van het 5de millennium v Chr. en is genoemd naar de kenmerkende, soms trechtervormige vazen. Hoewel de cultuur wordt geclassificeerd als vroeg-neolithisch, vertoont deze veel overeenkomsten met de laat-mesolithische stijl. De cultuur verschilt per regio, maar wordt over het algemeen gekenmerkt door vroege domesticatie van dieren en planten, gepolijst (vuur)stenen gereedschap, flessen met halzen, manden, potten, trechterbekers verfraaid met verticale en horizontale groeven en in sommige regio’s megalithische grafmonumenten.
Meestal de laatste treden van een trap, waarvan één of beide uiteinden gerond zijn tot een halve cirkel en die buiten het oppervlak van de trapboom en de trapspil uitsteken.
Boekindexen die beschrijvingen of definities geven van de geïndexeerde woorden en de paginanummers.
Basistekengerei dat wordt gebruikt om lijnen van gelijke dikte te tekenen. Wordt meestal geleid door een richtlineaal, boog of vormplaat.
Afgedekte potten voor het laten trekken en serveren van thee, met tuit en handvat en soms met voetjes. Te onderscheiden van 'theeketels' die een hengsel als handvat en een brede, platte onderkant hebben en worden gebruikt om water in te verwarmen waar thee van wordt gezet.
De maximale trek- of rekbelasting waaraan een materiaal kan worden blootgesteld zonder te breken. De belasting wordt gewoonlijk berekend door een staaf van het materiaal uit te rekken totdat deze breekt. De uiteindelijke treksterkte is de maximale belasting gedeeld door het dwarsdoorsnedegebied van de staaf en wordt gemeten in newtons per vierkante meter.
Tafels met zijstukken die vanonder het tafelblad kunnen worden getrokken om hem langer te maken. Haltafels uit het eind van de 16e en begin van de 17e eeuw zijn vaak van dit type.
Metalen, meestal zilveren frame als houder van keramieken, meestal porseleinen drinkgerei (Franse term).
Kleine gouden munten ter waarde van een derde van een gouden solidus, gebruikt in Romeinse en Merovingische gebieden vanaf eind 4e eeuw tot de 7e of 8e eeuw.
Ruime regenjassen met een kraag en ceintuur en met veel zakken en flappen, vaak met dubbel bovendeel; meestal double-breasted; gedragen in de 20e eeuw.
Italiaans soort kleine, spichtige tafeltjes op drie poten, die vooral in de 18e eeuw in Venetië populair waren.
Genre dat doorgaans te vinden is in de literatuur en in het theater. Menselijke gebeurtenissen, zoals geboorte, dood, aftakeling, veroudering, rampspoed, liefde, huwelijk en familie, waarmee individuen en groepen te maken krijgen, worden op serieuze wijze behandeld. Het genre, dat zijn oorsprong vindt in het oude Griekenland, ontwikkelde zich in een strakke vorm, met een koor, een heroïsch personage en mythen, waarbij de nadruk zwaar op universele ethiek of thema's lag. In de loop der tijd is het criterium voor wat een tragedie is, veranderd. In de 19de en 20ste eeuw wordt een tragedie gekenmerkt door psychologische corruptie, ontgoocheling, isolatie en persoonlijke verantwoordelijkheid.
Oud-Griekse oorlogsschepen, voortbewogen door vijftien paar roeispanen.
Verwijst naar de kunst en bepaalde artefacten van kleinschalige gemeenschappen. Met deze categorie bedoelt men meestal het werk van Native Americans en inwoners van Oceanië en Afrika ten zuiden de Sahara. Makers van inheemse kunst zijn als volgt te definiëren: 1. ze zijn politiek en economisch geïsoleerd van geavanceerde beschavingen; 2. ze maken gebruik van mondelinge overlevering en niet van schriftelijke; 3. ze leven in kleine, onafhankelijke bevolkingsgroepen, meestal in dorpen met niet meer dan een paar honderd inwoners in een sfeer van persoonlijke sociale interactie en informele sociale controle; 4. ze hebben een laag arbeidsniveau en weinig ambachtelijke specialisatie; 5. ze voorzien in hun levensonderhoud door jacht, visserij, het verzamelen van eetbare producten en/of kleinschalige landbouw; 6. ze gebruiken weinig technologie, behalve handgereedschap, vaak van steen en niet van metaal, en 7. culturele veranderingen verliepen traag tot het contact met Europeanen.
Wordt gebruikt voor de verhoogde podia waarop de Romeinse magistraten zaten, meestal in basilieken of theaters, kan ook bij uitbreiding worden gebruikt voor de verhoogde platformen of stoelen gereserveerd voor leidinggevende functionarissen. Voor platformen binnenshuis die worden gebruikt als eervolle of belangrijke plaatsen voor hoogwaardigheidsbekleders of sprekers wordt 'podia' gebruikt.
Verdiepingen in basilicale kerken die zich boven de arcatuur van het schip bevinden, en die een ruime doorgang bevatten. Te onderscheiden van 'triforiums' die zich altijd op het niveau net onder het dak van de zijbeuk bevinden en die geen ruime doorgangen hebben.
Kleppers uit Napels (Italië), bestaande uit drie hamers die in een houten raamwerk zijn bevestigd. De middelste hamer is zo vastgemaakt dat de beide andere deze aan weerszijden kunnen aanslaan.
Schimmelfamilie met een kosmopolitische verspreiding die algemeen voorkomt in de bodem, op rottende planten- en voedselresten. Ze kunnen zich aan extreme omgevingsomstandigheden aanpassen en hanteren agressieve kolonisatiestrategieën. De familie bevat een aantal van de bekendste schimmels uit de genera Penicillium en Aspergillus.
Eetkamers in Romeinse huizen, die meestal waren uitgerust met een lage tafel die aan drie kanten werd omringd door banken.
Dameswerktafels met een blad met verhoogde rand, soms ook met planken. De naam komt van tricoter, breien, maar de tafel wordt gebruikt voor verschillende soorten naaiwerk. Een 19e-eeuwse term die voornamelijk voor 18e-eeuwse meubels wordt gebruikt.
Verdiepingen in basilicale kerkinterieurs net onder het dak van de zijbeuk of - indien aanwezig - net onder het dak van de tribune, geopend naar het middenschip; ze kunnen een kleine doorgang bevatten. Te onderscheiden van 'tribunes (verdiepingen)', die altijd ruime doorgangen hebben.
De karakteristieke ornamenten van een Dorische fries, die bestaan uit een enigszins verhoogd blok met drie verticale banden, die van elkaar gescheiden zijn door middel van V-vormige sleuven.
Wiskundigen die gespecialiseerd zijn in de relaties tussen de zijden en hoeken van driehoeken, en tussen nauw met elkaar verwante grootheden, met name bij methoden voor het afleiden van gevraagde elementen op basis van andere, gegeven elementen. Verwijst in het bijzonder naar personen die zich bezighouden met trigonometrische landmetingen.
Wordt gebruikt voor megalithische prehistorische bouwwerken die bestaan uit twee monolithische rechtopstaande stenen die worden afgedekt door een monolithische latei. Gebruik 'megalitische grafkamers' voor kleinere bouwwerken van twee of meer grote rechtopstaande stenen die worden afgedekt door monolithische horizontale platen.
Vloerplaten of samengestelde vloeren die volkomen gescheiden zijn van de vloerconstructie (en die er mechanisch van los staan) door een verende onderlaag of verende montagehulpmiddelen. Wordt gebruikt om de bouwconstructie voor de trillingen van machines te isoleren.
Het voorbereiden van een kleiproduct op het bakken door het wegsnijden van naden en andere oneffenheden met een metalen instrument; vooral gebruikt voor kleiproducten die zijn gemaakt met mallen.
Verwijst naar een drie-eenheid van de belangrijkste hindoegoden Brahma, Vishnu en Shiva. Sommige geleerden vatten de Trimurti op als een manier om verschillende monotheïstische benaderingen met elkaar en met het (brahmaanse) begrip 'ultieme realiteit' te verzoenen, omdat de Trimurti de kosmische functies van het Opperwezen manifesteert. Brahma vertegenwoordigt het evenwicht tussen de tegengestelde krachten van instandhouding en vernietiging, die respectievelijk worden vertegenwoordigd door Vishnu en Shiva. De Trimurti komt op klassieke wijze tot uitdrukking in het gedicht Kumarasambhava van Kalidasa (circa 4de-5de eeuw).
Te gebruiken voor kleine 18de- en 19de-eeuwse rijtjeshuizen in Philadelphia, in het algemeen bestaande uit drie woonlagen met elk één kamer.
Personen die prijsvragen, prijzen, onderscheidingen of wedstrijden winnen.
Overschoenen die bestaan uit een zool, meestal geplaatst op een verhoging, doorgaans blokken, stelten of ringvormige ijzeren banden, die over het schoeisel heen wordt vastgemaakt met aantrekkoordjes. Ze worden gedragen om de voet te verhogen ter bescherming tegen modder, vuil of nattigheid. Gebruik 'klompschoenen' voor schoeisel met een dikke zool die meestal van hout is, soms van leer of kurk.
Harpen met een slanke, bijna 2 meter lange voorzuil, sterk gebogen hals, toonbereik 5 octaven plus 1 prime; Wales, 17de eeuw.
Orde van meer dan 5000 soorten zeer kleine, slanke insecten met gerafelde vleugels.
Te gebruiken voor oorlogsschepen uit de oudheid, voortbewogen door roeiers verdeeld over drie niveau's.
De temperatuur waarop een vloeistof gaat vertroebelen.
Orde van 37 soorten in 1 familie. De vogels hebben zeer zachte veren en leven in bomen. Ze eten insecten en kleine vruchten en hebben zwakke poten. De eerste en tweede teen wijzen naar achteren.
Wordt gebruikt voor 'freewheeled transit systems' bestaande uit busachtige voertuigen die worden voortbewogen door elektriciteit uit bovengelegen kabels waarmee de trolleybussen zijn verbonden, via routes door het gewone straatverkeer.
Te gebruiken voor bussen of busachtige voertuigen die hun aandrijfkracht verkrijgen via hulpstukken die een verbinding leggen met elektrische leidingen die boven de bus lopen.
Grote Franse bureaus die populair waren aan het eind van de periode van Lodewijk XV en Lodewijk de XVI. Het kwartronde deksel kan over de schrijftafel worden getrokken. Dit type werd soms nagemaakt in andere landen, waaronder Frankrijk, vooral Duitsland en Scandinavië in het laatste decennium van de 18e eeuw en bijna in elk westers land tijdens de 19e en 20e eeuw.
Wordt gebruikt voor het aanbrengen van verf op kleine voorwerpen door ze te draaien in een polijsttrommel met verf en voor het verbeteren van de oppervlaktedeklaag van voorwerpen door ze in een trommel met schuurmiddelen te bewerken.
Slaginstrumenten, bestaande uit een resonerende holte, aan één of aan beide uiteinden bedekt met vel; bespeeld door erop te slaan, te wrijven, te tokkelen.
Stokken om op trommen te slaan, van hout, kunststof; ook aan een uiteinde bekleed met stof of een ander min of meer zacht materiaal.
Genus van grote, voornamelijk bladverliezende bomen die inheems zijn in het oosten van Azië, het oosten van Noord-Amerika en West-Indië. De bomen hebben grote bladeren die voor veel schaduw zorgen en een geschikte habitat vormen voor een groot aantal vogels en andere dieren. De Latijnse naam is afgeleid van de naam van de Catawba-indianen voor deze bomen (de tribale totem). De beschrijvende botanist nam de naam verkeerd over en maakte er ���Catalpa' van.
Familie bloeiende planten met ongeveer 120 genera en 650 tot 750 soorten, voornamelijk bomen en struiken.
Te gebruiken voor ceremoniële stoelen of zetels voor monarchen, prelaten of andere hoogwaardigheidsbekleders, vooral gebruikt bij staatsiegelegenheden en andere speciale gebeurtenissen; gewoonlijk geplaatst op een podium en voorzien van een baldakijn.
Boeken met tropen, dat wil zeggen inleidingen op liturgische gezangen of interpolaties en uitwerkingen van de tekst van de katholieke mis. Ze werden gebruikt totdat het Roomse misboek onder paus Pius V (1566-1572) werd herzien.
Het klimaat dat wordt gekenmerkt door hoge temperaturen en zware neerslag die gedurende het hele jaar valt of wordt afgewisseld met droge seizoenen.
De gerichte groei van een organisme of deel van een organisme onder invloed van een uitwendige prikkel, bijvoorbeeld van zonnebloemen, die naar het licht toe groeien.
Schotse capuchons die de nek beschermen en tot de schouders reiken en vooral bij het paardrijden werden gedragen vanaf de 18e eeuw. Kunnen worden vastgemaakt aan de buitenste kleding. Geen Nederlands equivalent.
Verwijst naar de stijl in de architectuur, decoratieve kunsten en schilderkunst in Frankrijk van het eind van de 18de tot het begin van de 19de eeuw. De stijl komt overeen met de neogotiek in Engeland en toont gotische vormen en ornamenten en een sentimentele en historiserende belangstelling voor Middeleeuwse onderwerpen, technieken en kleding.
Ringen die getrouwden plegen te dragen als zinnebeeld van de onverbreekbaarheid van het huwelijk.
Transportmachines die bestaan uit een kraan die is bevestigd op een vrachtwagenachtig voertuig voor mobiliteit en manoeuvreerbaarheid.
Gebreide of gehaakte kledingstukken voor het bovenlichaam, die over het hoofd worden aangetrokken.
Truien waarvan de hals de welving van het sleutelbeen volgt; hoog aan de voor- en achterkant, breed aan de zijkanten en eindigend in de schoudernaden.
Verwijst naar een type traditionele woning van kalksteen in Zuid-Italië, met name het zuiden van Apulië. Trulli hebben een cirkelvormig grondplan en zijn opgetrokken uit ruw bewerkte rotsblokken van kalksteen, met een kenmerkend dak van gestapeld metselwerk op kraagstenen. Deze specieloze techniek dateert uit de prehistorie maar is nog altijd in gebruik in deze regio. Meerdere trulli kunnen worden samengevoegd tot complexe wooneenheden met allerlei combinaties van platte en kegelvormige daken. De buitenzijde is vaak witgekalkt, de daken zijn bedekt met dakpannen en de hoofdingang is meestal boogvormig; er wordt spaarzaam gebruik gemaakt van ramen, die meestal klein zijn.
Houten kisten die vaak met leer werden bedekt en verguld of met ijzer beslagen. Ze werden gebruikt als reiskoffer om paperassen, kostbaarheden en kleding in op te bergen. Dit type werd aan het eind van de Middeleeuwen gemaakt.
Territoria die onder het Handvest van de Verenigde Naties geen zelfbestuur hebben; vooral voormalige mandaten en kolonies van de verslagen mogendheden uit de Tweede Wereldoorlog, geplaatst onder de bestuurlijke autoriteit van V.N. leden en onderworpen aan regelmatige inspecties door V.N. missies.
Bedrijven die oorspronkelijk werden opgezet met als doel het beheer uit te oefenen, zoals het beheer van bezit voor andere organisaties of personen. Tegenwoordig houden ze zich ook bezig met andere financiële activiteiten, zoals bankieren.
Plat handgereedschap met een breed stalen blad. Worden gebruikt om pleister of metselspecie aan te brengen, uit te spreiden of te bewerken, of om het oppervlak van ongevormd beton glad te maken.
Verwijst naar de autocraten of keizers van Rusland die vanaf de 16de eeuw tot aan de Russische Revolutie van 1917 over het land heersten. De term verwijst eveneens naar de vorsten van Servië gedurende de 14de eeuw. De term is waarschijnlijk afgeleid van het woord 'caesar'. Oorspronkelijk verwees het woord naar een koning, maar uiteindelijk kreeg het de betekenis van 'keizer'.
Verwijst naar uitgesneden houten beeldhouwwerken die gestileerde hoofden en halzen van vogels uitbeelden. Het grotere type bevat een erg lange, vaak puntige snavel en een gezicht dat soms de trekken vertoonde van een crocodilem, een gehoornde figuur of een D'mba-figuur. Het gebogen halsstuk is bevestigd aan een afneembare bolvormige basis. Het andere belangrijke type is kleiner, gemaakt uit een enkel stuk hout, meer compact, voorzien van een kortere snavel, minder gedetailleerd uitgesneden en bevestigd op een holronde basis. Ze dienen vooral als heiligdomstukken en stellen de Almachtige God en de geestelijke beschermer van het familiegeslacht voor. Kan ook worden gebruikt als hoofdbedekking tijdens dansen en voor wichelarij, voor rituelen zoals de mannelijke en vrouwelijke inwijding en ceremoniën voor oogst, genezing, rechtspraak en begrafenissen.
Architectuurstijl die na de Eerste Wereldoorlog in Praag tot ontwikkeling kwam en beïnvloed was door het kubisme. De term wordt sinds de jaren 60 van de 20ste eeuw gebruikt.
Stroming van het tantrisch boeddhisme in China. De naam is afgeleid van het woord 'mantra' in het Indiase Sanskriet, dat 'mystieke wereld' betekent. Tsjen-Jen kwam via het werk van Shubhakarasimha in China terecht in 716 n. Chr. en werd vervolgens verder verspreid door onder meer Amoghavajra (705-774). De stroming was een tijdlang in zwang aan het keizerlijke hof, maar werd nooit bijzonder populair in China. De stroming maakte wel een bloeiperiode door in Japan nadat Kukai een aantal Tsjen-Jen-rituelen en -teksten meenam van een reis naar China in 804; Kukai richtte de Sjingon-stroming van Tsjen-Jen op in zijn vaderland Japan. Tsjen-Jen maakte een opleving door in Tibet gedurende de Yuan-dynastie (1279-1368), maar de stroming die vandaag de dag nog actief is, is net zozeer Tibetaans als Chinees en de intrinsieke kwaliteit van Tsjen-Jen is afgenomen.
Verwijst naar de pre-Angkor-stijl en periode rondom de Cambodjaanse koninkrijken van Tsjen-la (1e tot 9de eeuw) die in hoge mate waren beïnvloed door Indiase ideeën. Deze stijl is vooral zichtbaar in de lager gelegen valleien van de Mekong-rivier. De beeldhouwkundige productie in deze stijl bestaat uit grote, vrijstaande zandstenen figuren van goden uit Hindoe-, Shiva- en Visjnoe-teksten. Religieuze beeldhouwwerken bestaan vaak uit verschillende goden die zijn gecombineerd tot een enkele figuur en worden gekarakteriseerd door gladde, onafgebroken oppervlakken die zijn uitgebreid door middel van brede, frontale vlakken en door uitsparingen aan de zijkanten die zijn verbonden met het massieve blok. Deze periode werd tevens gekenmerkt door de rudimentaire ontwikkeling van niet-Indiase elementen zoals de zandstenen lateien die werden gemaakt voor deuropeningen van bakstenen schrijnen, het concept van de latei als een speciaal attribuut van de geestschrijn en beeldhouwwerken in reliëf die waren gebaseerd op paren van monsterfiguren en bladontwerpen. Boeddhistische iconen in deze stijl zijn gemaakt in zandsteen en zijn minder zinnelijk en verfijnd dan Hindoe-figuren.
Verwijst naar de stroming van het boeddhisme die verondersteld wordt opgericht te zijn door de Chinese monnik Hui Yuan (334-417) en die een van de populairste vormen van mahayana werd. Tsjing T'ue staat in het teken van toewijding aan de bodhisattva Amitabha, die heerst over een 'zuiver land'. De toewijding aan Amitabha kan in het ideale geval leiden tot een wedergeboorte en verlichting in dit zuivere land. Tsjing T'ue heeft zich verspreid naar Japan, alwaar een afsplitsing ontstond van de hoofdrichting, onder de naam Jōdo.
Stootplaten van Japanse zwaarden die de kling van het gevest scheidt. Tsuba zijn gewoonlijk rond of vliegervormig, met een centrale opening voor de angel van de kling, soms omringd door kleinere openingen. Ze zijn tussen 8 en 15 centimeter groot, afhankelijk van de lengte van de kling. Tsuba waren een functioneel deel van het zwaard, maar het creëren ervan ontwikkelde zich in de late vijftiende eeuw tot een aparte kunstvorm, die zijn hoogtepunt kende in de negentiende eeuw. Een tsuba kan gemaakt zijn van verschillende materialen: ijzer, koper, staal, goud en zilver, en in zeldzame gevallen ivoor of hout.
Japanse schildertechniek, populair tijdens de Heian-periode (794-1185) en de Kamakura-periode (1185-1333), waarbij lagen dekkende kleuren werden aangebracht op een ondertekening. Vervolgens werden de inktlijnen zorgvuldig opnieuw aangebracht en werden gelaatstrekken toegevoegd. Deze techniek wordt geassocieerd met 'yamato-e' en was de techniek die werd gebruikt voor de creatie van de rolschilderijen met het verhaal Genji Monogatari.
Trommen, zandlopervormig met 2 trommelvellen van huid, gespannen over ijzeren ringen die een eindje buiten de klankkast uitsteken en over de klankkast heen aan elkaar zijn geregen met touwen; de toonhoogte is te variëren door touwen meer of minder te spannen; Japan.
Sloten met een kast waarvoor een geboord, rond gat nodig is in plaats van een rechthoekig tapgat. De slotplaat en de slotkast zijn samengevoegd en vormen een eenheid.
Hoofdtooien, meestal van zwarte stof, gekenmerkt door een puntig gedeelte boven het voorhoofd en gedragen door ijzerdraad of een verstevigd gedecoreerd geraamte. Meestal met geborduurde stroken die het gezicht omlijsten en hetzij een sluier van stof die tot onder de schouders hangt, of twee hangende slippen die aan de zijkanten omhooggespeld kunnen zijn. Werden met een onderkap gedragen door vrouwen vanaf het eind van de 15e eeuw tot halverwege de 16e eeuw.
Verwijst naar de Engelse stijl in de architectuur en in de decoratieve kunsten tijdens de heerschappij van de Tudor-vorsten van 1485 tot 1603. De stijl werd beïnvloed door het Vlaamse maniërisme. De motieven in de architectuur bestaan uit ornamentaal metselwerk, trapgevels en pinakels, terwijl de decoratieve kunsten zich kenmerken door overdadig zilverwerk en rijk versierd houtsnijwerk.
Verfijnde decoratieve kalligrafische imperiale monogrammen van de Ottomaanse sultans (die in de periode 1281-1924 regeerden) met de betreffende naam en titel en de woorden ���eeuwig zegevierend'. Men gebruikte ze om documenten te bekrachtigen omdat sultans hun decreten niet ondertekenden. Tughra's werden gemaakt door speciaal daarvoor aangewezen functionarissen met de rang van pasja, die controleerden of het document correct was. Tughra's worden gekenmerkt door drie hoge verticale lijnen en één lange elliptische lijn naar links om een kleinere lijn met dezelfde vorm heen.
Wordt gebruikt voor bouwconstructies die meestal te maken hebben met of zijn geplaatst in tuinen of op soortgelijk vormgegeven terreinen.
Wordt gebruikt voor situatietekeningen met landschapsarchitectonische informatie, zoals terreinindeling en locatie en omschrijving van beplanting, sproeiers of lichtvoorzieningen.
Te gebruiken voor het ontwikkelen en decoratief aanplanten van tuinen en terreinen. Gebruik 'landschapsarchitectuur' voor de tak van architectuur die zich bezighoudt met het ontwerp van de landschappelijke omgeving, inclusief het ontwikkelen en aanplanten van allerlei soorten geplande groene buitengebieden met als doel het creëren van een natuurlijke omgeving voor gebouwen, gemeenten en steden.
Wordt gebruikt voor kleine bouwwerken, meestal overdekt en met open zijkanten, die in tuinen of parken zijn geplaatst en waarvandaan men kan uitkijken over het omliggende terrein.
Benaming die meestal wordt gebruikt voor allerlei soorten meubilair, dat speciaal is ontworpen voor gebruik buitenshuis.
Wordt gebruikt voor steden of stadsdelen waarvoor nieuwe plannen gemaakt zijn om grote stukken groene ruimte te creëren, om interne groei en ontwikkeling te beheersen, en industriële en niet-industriële activiteiten te scheiden. Te onderscheiden van 'tuinstadwijken' door hun grotere omvang en stedelijke locatie.
Te gebruiken voor vakgebieden van gezondheidswetenschappen, die tuinen, planten en horticulturele activiteiten gebruiken om verbetering van het fysieke en psychologische welzijn van patiënten te stimuleren.
Wordt gebruikt voor buitenwijken die ontworpen zijn om grote stukken groene ruimte te bevatten en om de interne groei en ontwikkeling te beheersen, met een nadruk op woonwijken. Te onderscheiden van 'tuinsteden' door hun kleinere omvang en ligging buiten stedelijke centra
Drinkgerei met meestal één langgerekte tuit, zonder deksel, voor het voeren van kinderen of zieken.
Schoenen of laarzen die zijn gemaakt met een bijzonder lange puntige teen die in Europa werden gedragen in de 14e en 15e eeuw. Kan ook verwijzen naar de punten van dergelijk schoeisel.
Plantengeslacht van de leliefamilie (Tulipa), uit bollen gekweekt, met zesbladig kelkvormig bloemdek; de soorten worden in allerlei kleuren en variëteiten gekweekt
Familie van bloeiende planten met 7 genera en ongeveer 225 soorten. Men beschouwt het als een oude familie. In tegenstelling tot de meeste angiospermen, waarbij de bloemdelen in ringen zijn geplaatst, zijn de meeldraden en stampers van Magnoliaceae gearrangeerd in spiralen op een kegelvormige bloembodem. Dit ziet men ook bij sommige fossiele planten. Daarnaast hebben de bloemen delen die niet duidelijk zijn gescheiden in kelkblaadjes en bloemblaadjes, terwijl dat bij latere angiospermen gewoonlijk wel het geval is.
Verwijst naar de islamitische kunst en architectuur van de Tuluniden-dynastie, die in 868 werd gesticht door Ahmad ibn Tulun, een gouverneur van Egypte die ook Syrië onder zijn gezag bracht. Hij was tevens de eerste bewindvoerder die Egypte onafhankelijk maakte van de Abbasidische kaliefen. De dynastie was welvarend, maar bestond slechts korte tijd en werd in 905 omvergeworpen door Abbasidische strijdkrachten. Buiten de hoofdstad, in Fustat, bouwde Ahmad een moskee die bekend staat als de 'Moskee van Ibn Tulun' en die wordt beschouwd als een van de meesterwerken van de middeleeuwse islamitische architectuur; de materialen en het ontwerp van de moskee weerspiegelen de toenmalige architectuur van het Abbasidische hof in Samarra. De kunst van de Tuluniden-dynastie staat ook bekend om het beeldsnijwerk in hout, rotskristal en pleister, dat duidelijk was geënt op de afgeschuinde stijl van Samarra, maar daarnaast ook afbeeldingen van vogels tussen de abstracte motieven toonde. De productie van keramiek en textiel kende ook een bloeitijd onder het mecenaat van de Tuluniden, hoewel van deze objecten, net als van het Tulunidische beeldsnijwerk, slechts fragmenten bewaard zijn gebleven.
Een goud-koperlegering met een grote verscheidenheid in samenstelling en kleur, resulterend in een lager smeltpunt dan dat van de beide afzonderlijke metalen. Het wordt veel gebruikt in Midden- en Zuid-Amerika.
Te gebruiken voor aërofonen met over het algemeen een conische boring en een houten klankkast, gemaakt van of omwonden met berken- of andere schors, met vingergaten, een bekervormig mondstuk en een hoornen beker aan het andere uiteinde; voorbeelden hiervan zijn aan het begin van de jaren dertig van de 20ste eeuw gemaakt door Teppo Repo, afkomstig uit de Russische regio Ingra, die het instrument meenam naar Finland. Ook heel algemeen gebruikt voor uiteenlopende houten hoorns uit Finland, meestal gemaakt van of bedekt met berkenschors, met of zonder vingergaten, sommige lijkend op trompetten of kornetten, andere met een enkel riet.
Lange, gebreide mutsen gemaakt van een zak die aan beide kanten taps toeloopt en waarvan de ene kant in de andere gestopt wordt; van oudsher door Canadezen gedragen bij wintersporten. Geen Nederlands equivalent.
Diverse machines die de kinetische energie van een bewegende vloeistof omzetten in mechanische energie. Worden vaak gebruikt om een elektrische generator aan te drijven.
Weefsel met pool van symmetrische knopen van gekleurd kamgaren op een schering van hennep of linnen; werd vanaf het eind van de 16e tot halverwege de 18e eeuw gemaakt in Engeland. Het werd vooral gebruikt voor tafelkleden, vloerkleden, bekleding, kussens en soms wandtapijten.
Verwijst naar de stijl en cultuur van het moderne Turkmenistan na 1924. In 1924 werd de Turkmeense Socialistische Sovjetrepubliek opgericht. De republiek riep in 1991 de onafhankelijkheid uit en nam de naam Turkmenistan aan.
Geitenleer uit Turkije dat via Venetië in Europa terechtkwam. Daar werd het tussen de vroege 16de eeuw en de vroege 18de eeuw gebruikt in verfijnde boekbanden. Voor de ontharing werd het gelooid met olie en kreeg het een opvallende rode kleur, waarna het werd gelooid met sumak.
Zwart geaderd marmerpapier met oranje, gele en witte delen. De overheersende kleur wordt als laatste aangebracht, waardoor de andere kleuren zich tot fijne adertjes verspreiden.
Wordt gebruikt voor rijk gestoffeerde leunstoelen uit het eind van de 19e eeuw die weinig tot niets van het frame laten zien en meestal op een bodem van springveren zijn gezet of een rugleuning van springveren hebben.
De vettige vloeistof die met een pen of kwast wordt aangebracht; gebruikt in de lithografie.
Schikking in het zetwerk waarbij verscheidene regels in een kolom dichter op elkaar gedrukt staan dan andere, om ruimte te creëren voor bijvoorbeeld een illustratie of een initiaal.
Doorschieten, vaak gemaakt van sterk voorbehandeld papier of pergamijnpapier, die in een boek worden ingevoegd om te voorkomen dat er inkt van een illustratie of plaat op de tegenoverliggende pagina terechtkomt. Tussenbladen worden ook vaak gebruikt om de bijbehorende illustratie te verduidelijken. Ze kunnen los zijn ingevoegd of zijn ingebonden, en zijn vaak vervaardigd van papier van mindere kwaliteit, waardoor er zuurwerking op de aangrenzende bladen kan ontstaan.
Muren binnen een gebouw die één gedeelte van een ruimte afsluiten van een ander. Soms zijn het permanente muren die een gebouw verdelen in afzonderlijke kamers, waarbij het kan voorkomen dat ze zijn ontworpen om opzij geschoven te kunnen worden om een ruimte te openen. Voor andere entiteiten dan muren die binnenruimten indelen, onder andere boekenplanken, kabinetten of laden, wordt de term 'afscheidingen (binnenruimten)' gebruikt. Zie ook 'wanden'.
Extra laag materiaal die tussen stof en voering wordt gelegd voor stevigheid, warmte, pasvorm of om te zorgen dat het uiteindelijke product beter valt.
Verwijst in algemene zin naar leraren die instructie aan leerlingen geven buiten een normale klassituatie. Omvat privétutors die specifiek worden ingehuurd om leerlingen te helpen zich voor te bereiden op examens. Op sommige Amerikaanse universiteiten: leraren die in rang onder de docenten vallen, meestal ingehuurd voor een of enkele jaren. Op Britse en Ierse universiteiten: studenten die bijna afgestudeerd zijn of leden van het onderwijzend personeel die tot taak hebben een jongere student te begeleiden.
Beschrijft werken die zijn vervaardigd door het gelijknamige Afrikaanse volk, dat hoofdzakelijk in Burundi en Rwanda leeft, met inbegrip van traditionele ambachten als weven, parelkralen maken en manden weven. De Tutsi-monarchie kende een rijke traditie van dynastieke poëzie en hofmuziek. De Tutsi's, een etnische groep die vermoedelijk afkomstig is uit het Nijlgebied, vestigde zich in de 14de of 15de eeuw in dit gebied. Deze rondtrekkende herders en krijgers gingen geleidelijk de reeds aanwezige Hutu's overheersen, door middel van vreedzame infiltratie en de invoering van een feodaal stelsel onder leiding van een Tutsi-koning en Tutsi-aristocratie; wel namen ze de Bantoetalen van de Hutu's over. Gedurende de Europese koloniale periode ontstonden er spanningen tussen de twee groepen, welke nog altijd een probleem vormen.
Beschrijft werken die zijn vervaardigd door de bewoners van de Tuvalu-eilanden. De kunstwerken van de Tuvalu bestaan voornamelijk uit tatoeages en kano-ontwerpen.
Te gebruiken om werken te beschrijven van de gelijknamige Afrikaanse etnische groep, die verspreid leeft over het oosten van de Democratische Republiek Congo.
Verwijst naar de periode in Egypte van circa 1938 tot 1756 v. Chr. die zich kenmerkt door de opleving van artistieke stijlen uit het Oude Rijk en een kwalitatief hoogstaande artistieke productie, die zich vooral uit in de bouw van piramides en funeraire tempels, de introductie van portretkunst in de koninklijke beeldhouwkunst en een hoog technisch niveau in de kunstnijverheid.
Een corpus van muziekcomposities dat sinds het begin van de 20ste eeuw is ontstaan op basis van het twaalftoonstelsel, dat aan Arnold Schönberg wordt toegeschreven. In het algemeen wordt twaalftoonsmuziek beschouwd als een deelgroep van de seriële muziek, maar er heerst nog onenigheid op dit punt.
Verwijst naar de periode in Egypte van circa 2775 tot 2650 v. Chr. Kunstwerken bestaan uit muurschilderingen, reliëfs, beeldhouwwerk en aardewerk en getuigen van toenemende formele artistieke conventies.De architectuur onderscheidt zich door de constructie van rechthoekige mastaba’s, opgericht om de ondergrondse tombes te beschermen en de status van de overledene te benadrukken.
Verwijst naar de tweede afzonderlijke fase van de Spaanse platereske stijl, die werd gebruikt in de eerste helft van de 16de eeuw. Verschilt van de eerste platereske stijl door zijn grotere geografische verspreiding, het gebruik van Italiaanse renaissancemotieven en bouwmethoden.
Verwijst naar de stijl van muurschilderen die grofweg samenviel met de heerschappij van Julius Caesar, van circa 80 tot 15 v. Chr. De stijl kenmerkt zich door de uitbreiding van het schildervlak naar een driedimensionale ruimte met architectonische vergezichten of mythologische scènes.
Kleine rechthoekige koffers voorzien van scharnieren, die open gaan in twee delen van gelijke grootte.
Lange zwaarden van ongeveer 2 m. lengte, met een groot gevest, bedoeld om met beide handen heen en weer te worden gezwaaid; vooral in de 16e eeuw gebruikt door de infanterie.
Twee kinderen die tegelijkertijd zijn verwekt, in dezelfde baarmoeder zijn gedragen en gewoonlijk op dezelfde dag worden geboren. Ze kunnen eeneiig zijn, wanneer een bevrucht eitje zich splitst, of twee-eiig, wanneer twee eitjes afzonderlijk zijn bevrucht.
Dierenriemsymbool van een tweeling, ruwweg gebaseerd op het sterrenbeeld met dezelfde naam. De dierenriemtekens zijn bewaard gebleven via klassieke Griekse en Romeinse decoratie, waren populair in Noord-Europese Romaanse en Gotische kerken en werden vaak aangetroffen in middeleeuwse psalters en getijdenboeken. Ze symboliseren elke maand waarin de zon het betreffende sterrenbeeld binnengaat. Deze tekens zijn ook gebruikt als decoratie op plafonds, kaarten, uurwerken en astronomische instrumenten.
Kleine zakpistolen, meestal voor een groot kaliber.
Verwijst naar beeldende werken die bestaan uit twee met scharnieren aan elkaar bevestigde panelen, waarop dikwijls aan de buitenkant afbeeldingen zijn aangebracht. De panelen dienden in de Romeinse tijd als schrijftabletten. Vanaf de middeleeuwen werden ze hoofdzakelijk gebruikt als drager van afbeeldingen voor altaarstukken en andere doeleinden. Deze bestonden vaak uit panelen van gesneden ivoor of beschilderd hout, waarbij de belangrijkste afbeeldingen aan de binnenkant waren aangebracht.
Grote tweepersoons zagen, tot 215 cm lang, met twee handvatten en allerlei soorten tandpatronen.
Verwijst naar schilders van oude Griekse vazen die zowel rood- als zwartfigurig schilderden. De term verwijst ook naar vaatwerk waarop zowel rood- als zwartfigurige technieken zijn te zien. De tweetalige stijl manifesteerde zich een korte tijd tijdens de laat-archaïsche periode in de derde en vierde decennia van de zesde eeuw voor Christus, toen de Attische roodfigurige stijl zich aandiende en de zwartfigurige stijl langzaam maar zeker grotendeels verdrong. Tijdens deze overgangsfase vertoonde vaatwerk soms beide technieken, waarbij elke techniek werd gebruikt voor specifieke delen van het vaatwerk. Zo werd de zwartfigurige stijl gebruikt voor de binnenkant en de roodfigurige stijl voor de buitenkant van een beker of werd het ontwerp van de buitenkant van een amfora verdeeld in twee delen, met de ene techniek op de voorzijde en de andere op de achterzijde. De twee technieken worden soms gebruikt door dezelfde vaasschilder en soms werden verschillende vaasschilders gebruikt voor de twee technieken op hetzelfde vaatwerk.
Kleine, lichte, tweewielige brikachtige wagens die gerond of kuipvormig zijn en die door een deur in de achterkant kunnen worden betreden, met kasten van hout of mandewerk; worden meestal getrokken door pony's en veilig geacht om door kinderen te worden gebruikt; ontworpen in Engeland aan het einde van de 19e eeuw.
Wordt gebruikt voor platte betonnen kruisvloeren die worden ondersteund door balken die zijn opgehangen tussen zuilen in beide richtingen. Het vloerstuk en de balken worden uit één stuk gegoten.
Machines voor het schrijven van tekens zoals ze worden gedrukt door drukkers waarbij stalen stempels door een geïnkt lint op het papier slaan.
Machines voor @strike-on composition, die in wezen typemachines zijn, soms met een beperkte geheugencapaciteit.
Over het algemeen is dit de vergelijkende studie en de analyse van de kenmerken van dingen, inclusief het classificeren op basis van gemeenschappelijke eigenschappen; omvat ook de analyse naar de herkomst en betekenis van bijbelse figuren, vooral bij het vergelijken van het Oude en het Nieuwe Testament.
Voorbeelden van schrift- of lettervormen die als toonbeelden van typografie of kalligrafie van hoge kwaliteit worden beschouwd.
Verwijst naar de periode die is genoemd naar de stad en stichter U Thong, in de provincie Suphanburi in westelijk Thailand. De stijl van deze periode kwam tot bloei na de terugtrekking van de Khmer uit centraal Thailand in het tweede kwart van de 14de eeuw. Deze periode wordt in het algemeen geclassificeerd onder beeldhouwkundige substijlen die bekend zijn als groepen A, B en C, en die op verschillende manieren Mon-, Dvaravati-, Haripunjaya- en Khmer-elementen combineren. Groep A omvat Boeddha-afbeeldingen met prominente voorhoofden, amandelvormige ogen, rechte neuzen en kleine, conische krullen. Afbeeldingen in Groep B tonen sterkere Khmer-invloeden, zoals te zien is aan het vierkante gezicht en de strenge, onpersoonlijke gelaatsuitdrukking. Groep C omvat Boeddha-afbeeldingen die Ayutthaya- en Sukhothai-invloeden weerspiegelen, zoals te zien is aan het ovale gezicht, het uitgerekte lichaam, de glimlachende gelaatsuitdrukking en het ontwerp met inkepingen op het deel van het gewaad dat over de linkerschouder hangt. In alle drie de groepen zitten de meeste Boeddha-figuren gezeten in de heldenpositie op een voetstuk, met de handen in het gebaar van de onderwerping van Mara.
Opklapbare zonnebeschermers gemaakt van een reeks halve hoepels van riet, bedekt met zijde die aan de voorkant van een damesbonnet zijn vastgemaakt en bescherming tegen de zon verschaffen. Werden vooral op de Britse eilanden gedragen halverwege de 19e eeuw. Kan in Schotland ook verwijzen naar alle beschermende hoofddeksels die zijn gemaakt van over halve hoepels gespannen katoen.
Muziekbogen met een klankbodem van kalebas die bij de onderkant van de boog is bevestigd, 1 snaar, onverdeeld, getwijnd van het haar van een koeienstaart, bespeeld door de snaar aan te slaan met een stukje stro, niet-gesteund; Zulu, Zuidelijk-Afrika.
Orde van 2 families en ongeveer 180 soorten nachtelijke roofvogels met een haaksnavel, sterke klauwen en zachte veren. Alle uilen hebben dezelfde algemene vorm: een plat gezicht, een kleine haaksnavel, een korte staart, ronde vleugels en grote, naar voren gerichte ogen. Men associeerde de vogels met Athene, de Griekse godin van de wijsheid. Uilen werden ook een symbool van intelligentie, omdat men geloofde dat ze gebeurtenissen konden voorspellen. Door het nachtelijke bestaan van de dieren en het oehoe-geluid dat ze maken, zijn uilen daarnaast vaak beschouwd als symbolen van het occulte. In de Middeleeuwen werd de uil een symbool van de duisternis die voor de komst van Christus heerste.
Verwijst naar een type skyphoi dat gemakkelijk te herkennen is aan de ongelijke handvatten, één horizontaal en één verticaal. De buik is soortgelijk aan die van skyphoi type A maar met een meer taps toelopend onderste gedeelte en een kleinere voet. Ze zijn bijna altijd versierd met een uil, vaak roodfigurig.
Kleine messen met een smal lemmet die worden gebruikt voor het verwijderen van botten uit vlees en graten uit vis of soortgelijke voedingswaren.
Het opdelen van een volledig voorwerp, een verzameling voorwerpen of onderdelen van een voorwerp in verschillende delen. Gebruik 'scheiden' voor het fysiek verwijderen van een voorwerp of onderdelen van een voorwerp.
Wordt gebruikt voor het door trekken in stukken delen van een voorwerp of lichaam, zodat het geen geheel meer is, bijvoorbeeld het scheiden van ledematen van een lichaam.
Gelijkvormige banden die op grote schaal en in grote hoeveelheden worden geproduceerd (vaak met machinaal gemaakte boekbanden), aangebracht op boeken waarvan wordt verwacht snel en veel te verkopen. Gebruikt vanaf het midden van de 18e eeuw. Te onderscheiden van 'genaaide bindingen', wat eenvoudige banden zijn van schapeleer of kalfsleder besteld door boekhandelaren van de 15e tot de 18e eeuw, en in kleinere hoeveelheden werden uitgegeven.
Alle voorbeelden van een bepaalde hoeveelheid of een bepaald aantal van een veelvoud, zoals munten, biljetten, postzegels, drukwerken, exemplaren van een krant, boeken, tijdschriften, enz. die in één keer worden uitgegeven of op andere wijze wat betreft patroon, ontwerp, kleur of identificatienummers duidelijk te onderscheiden zijn van exemplaren die op een ander tijdstip zijn uitgegeven.
Wordt gebruikt wanneer iets ernstig opbolt of naar buiten toe buigt of kromtrekt. Als het gaat om een onderdeel van een constructie wordt de term gebruikt voor verzwakkingen die het gevolg zijn van laterale of verwrongen instabiliteit.
Het bewerken van een metaal door middel van hamerslagen of door inbeuken, bijvoorbeeld met stalen ballen of kogels. De term wordt ook gebruikt voor het reinigen van een metalen oppervlak door het ergens mee te beschieten, bijvoorbeeld met glasparels.
Munten, vaak een cent uit de Verenigde Staten, die tot een ovale of uitgerekte vorm zijn geperst door ze tussen stalen matrijzen te rollen, met een ontwerp aan één zijde of beide zijden. Uitgerekte munten zijn meestal als souvenir bedoeld, niet als betaalmiddel.
Kleine tafels met uitstekende bladen die op slanke poten of beugels met scharnieren steunen.
Wordt gebruikt voor het procédé dat wordt toegepast om alle micro-organismen uit te roeien.
Riolen die afvalwater ontvangen uit een verzamelsysteem en dit doorvoeren naar de uiteindelijke stortplaats of naar een verwerkingsbedrijf.
Bibliothecarissen die het beheer voeren over en werken met de circulatieprocedures en het uitleenbeleid van een bibliotheek.
Greppelsystemen die ruwe aggregaten en distributiepijpleidingen bevatten, waardoor afvoervloeistof uit septische tanks in de omringende grond kan sijpelen.
Rechthoekige, meestal leren reistassen, met zijkanten die bij elkaar komen en vast worden gemaakt aan de bovenkant, of die over de gehele breedte van de tas open zijn met twee riempjes die rond de tas worden gebonden om die dicht te maken.
Iets vloeibaars, een vloeistof of iets anders in losse deeltjes uiteen doen vloeien of vallen.
Het afslijten, het lager worden of het verkleinen in omvang of kracht, ook het verslijten, vaak als gevolg van wrijving.
Het smelten of samensmelten van erts, hetgeen vaak gepaard gaat met een chemische verandering, meestal om het metaal te scheiden.
Het kritisch onderzoeken en meten van de eigenschappen of vermogens van iets of iemand, vaak met betrekking tot vastgestelde normen.
Kleine schuifbladen boven het hellende dekblad in bureaus om kaarsen in te zetten.
Gebouwen waarin voorzieningen voor de voorbereiding van stoffelijke resten voor de begrafenis of crematie en voor formele opbaring van en diensten voor de overledene. Hoewel het concept overlappingen heeft met 'mortuaria', wordt ze hiervan onderscheiden omdat die doorgaans geen vertrekken of ruimten voor opbaringen en diensten hebben.
Architecten met managementverantwoordelijkheid voor bouwprojecten, die de leiding hebben over elke fase van een project, van het eerste ontwerp tot de supervisie over de bouw. Deze functie sluit die van ‘toeziende architecten’ in, maar is breder.
Wordt in Amerika gebruikt voor besluiten of verordeningen uitgevaardigd door de president of een andere overheidsinstantie onder zijn leiding, met het doel een bepaling in de Constitutie, een wet of verdrag te interpreteren, ten uitvoer te brengen of op bestuurlijk niveau door te voeren. Hieronder kunnen ook vergelijkbare documenten op staatsniveau vallen die door gouverneurs of topmanagers in de zakenwereld worden uitgevaardigd.
De uitwisseling tussen of onder individuele auteurs, bibliotheken of andere instanties van hun eigen publicaties of van de daarmee verbonden instanties.
Cement dat wanneer het wordt gemengd met water, in een pasta massa verandert die de neiging heeft om na gebruik in volume toe te nemen, in grotere mate dan portlandcement. Het wordt gebruikt als compensatie voor de vermindering in omvang die ontstaat door krimpen of voor het creëren van rekspanning in wapening van beton.
Verwijst naar een stijl van Makonde sculptuur uit de 20ste eeuw, die een uitdrukking is van de nationale Tanzaniaanse nadruk op familie en eenheid, en die met elkaar verstrengelde, naturalistische menselijke figuren laat zien, die zijn gegroepeerd rond een centraal punt of centrale paal.
Verwijst in algemene zin naar een kunstgenre dat ontstond in de Edo-periode (1600-1868) en dat met name bekend is geworden door de houtgravures; de afdrukken werden gemaakt op losse vellen of fungeerden als boekillustraties. Het genre genoot een brede populariteit onder de bourgeoisie. Belangrijkste inspiratiebronnen waren de bordelen en kaboekitheaters. Doorgaans wordt de stijl gekenmerkt door een mengelmoes van realistische verhalende episoden uit de Kamakura-periode en de gerijpte decoratieve stijl van de Momoyama- en Edo-periode. Diverse scholen hebben in de loop van deze periode hun eigen stijl en specifieke themakeuze ontwikkeld.
Verwijst naar gesneden en beschilderde houten beeldhouwwerken die in het noorden en het midden van Nieuw-Ierland zijn gevonden. Deze figuren dienen als symbool voor voorouderlijke of mythologische wezens tijdens ceremonieën die onder dezelfde naam bekend staan. De anatomie van de beeldhouwwerken is zorgvuldig uitgewerkt en de gelaatstrekken zijn sterk geprononceerd, wat ze een dreigende uitstraling verleent. Zowel de mannelijke als de vrouwelijke uli hebben grote geslachtsorganen en benen.
Hoge en snel groeiende Europese iep die voornamelijk in Engeland en Wales voorkomt. Voor de komst van de iepziekte was het een van de meest voorkomende loofbomen in Europa. De soort is waarschijnlijk afkomstig uit Italië of Turkije. Uit genetisch onderzoek in Spanje, Italië en Groot-Brittannië is gebleken dat alle exemplaren van deze soort genetisch identieke klonen zijn van één enkele boom, waarschijnlijk door de Romeinen naar de Britse eilanden meegenomen om wijnstokken te ondersteunen en te leiden.
Langzaam groeiende iep die inheems is in Noord-Amerika, van de Canadese provincies Ontario en Quebec tot de Amerikaanse staten Tennessee, Kansas en Minnesota. De bomen hebben hard en zwaar hout dat men voor diverse producten gebruikt. Op de twijgen ontwikkelen zich vaak kurkachtige ribbels.
Microfiches met een verkleiningsratio groter dan 90.
Luchtvaartuigen met vaste vleugels, die niet méér wegen dan ca.114 kg wanneer ze leeg zijn en die een maximumsnelheid hebben van 100 km/u; meestal voor één persoon; kunnen al of niet aangedreven worden door een motor.
Het eindproduct van het zuiveringsproces voor de productie van het natuurlijke pigment ultramarijn blauw uit lapis lazuli. Het resteert na de extractie van meer hoogwaardig ultramarijn blauw, en bevat kleine blauwe deeltjes die zijn vermengd met een grote hoeveelheid kleurloze materialen, zoals calciet en silicaten. Het wordt gebruikt voor glazuren.
Verwijst naar de paleolithische stijl en cultuur die is genoemd naar de Baai van Uluzzo aan de hiel van Italië, en die voorkwam van het zuiden tot aan het noorden van het schiereiland. Deze stijl wordt gekarakteriseerd door kenmerkende randschrabbers, en (minder vaak voorkomend) kopschrabbers en naalden. Sommige onderzoekers brengen deze cultuur in verband met de Homo sapiens neanderthalensis.
Verwijst naar een periode (660-730 n. Chr.) waarin de basis voor de islamitische gemeenschap en beschaving is gelegd, zo wordt algemeen aangenomen; de naam is ontleend aan een familie van aristocraten uit Mekka die 90 jaar lang vanuit Syrië over het islamitisch rijk zou heersen. De ambachtslieden kwamen uit Syrië, Egypte en Perzië, aangezien de Arabieren zelf nog geen ambachtstraditie hadden ontwikkeld. Dat verklaart waarom de vroegste islamitische kunst en architectuur opvallend eclectisch van aard zijn, en er nog moeilijk een herkenbaar islamitische stijl in te herkennen valt. Niettemin bevat de kunst van de Umayyaden wel altijd drie afzonderlijke elementen, vaak binnen hetzelfde werk: het naturalisme van Syrië, waar de Hellenistische traditie nog altijd volop leefde; de meer decoratieve stijl van de Egyptische Kopten; en de Sassanische stijl van Perzië, een combinatie van Hellenistische elementen met aspecten uit de vroegere Achaemenidische periode. Van de Umayyaden-kunst zijn hoofdzakelijk voorbeelden van architectuur en de bijbehorende decoraties bewaard gebleven, alsmede enig textiel, metaalwerk, keramiek, ivoor en munten.
Open, inheemse huidboten uit het Noord-Amerikaanse poolgebied, geschikt voor meer dan één persoon, die worden gebruikt om goederen en passagiers te vervoeren; gebruik 'kajaks' voor de hierop lijkende, doch kleinere met huiden bedekte eenpersoonsboten.
Verwijst naar de periode op het Omaanse schiereiland van circa 2.500 tot 2.000 v. Chr., genoemd naar het eiland Umm an-Nar. De periode is bekend om zijn collectieve, monumentale, ronde graven, die soms waren gedecoreerd met reliëfs die werden gekenmerkt door hun eenvoud. Voorts is deze periode bekend om zijn gedecoreerde kruiken van zachte steen, zoals ze ook werden gemaakt in Mesopotamië en Perzië.
Wordt gebruikt voor Siciliaanse bronzen munten ter waarde van een twaalfde litra, uitgegeven gedurende de 5e eeuw v.C. en later voor Romeinse, uit brons geslagen munten ter waarde van een twaalfde as, uitgegeven gedurende de Republiek tot de 2e eeuw v.C..
Een boekhandschrift dat wordt gekenmerkt door ronde majuskels, ontwikkeld uit het oude Romeinse cursief. Het werd vooral gebruikt in Griekse en Latijnse manuscripten van de 4e tot 8e eeuw.
Stripboekjes die bedoeld zijn voor volwassen lezers en waarin controversiële maatschappelijke thema's ter sprake komen, zoals seks, geweld, drugs en politiek afwijkende meningen. Dergelijke strips ontstonden halverwege de jaren 60 van de 20ste eeuw in de Verenigde Staten en Groot-Brittannië. Ze werden goedkoop geproduceerd, vaak door de kunstenaars zelf, en werden doorgaans niet via traditionele kanalen verspreid.
Verwijst naar een periode en cultuur uit de Bronstijd die zich ontwikkelde in Únetice, vlak bij Praag, in het huidige Tsjechië, en die zich verspreidde over Bohemen, Duitsland en Polen. Deze periode kenmerkt zich door handel in zout, barnsteen, en goud, en door de ontwikkeling van steeds uitgebreider graven, sommige voorzien van grafheuvels, die waarschijnlijk een impuls betekenden voor de Tumulus-periode.
Onderscheidende kleding gedragen door leden van een bepaalde beroepsgroep, organisatie of rang.
Verwijst naar de stijl en beweging die sterk werden beïnvloed door de suprematistische school en die werden gekenmerkt door grof gestructureerde, monochrome composities en geometrische verdelingen van het canvas.
Kleine afwerkgereedschap van boekbinders, bestaande uit een meestal koperen kolf of kop, meer of minder ingewikkeld van ontwerp, met een houten handvat.
In het bijzonder te gebruiken voor de vrijzinnig protestantse beweging die in Europa opkwam tijdens de Reformatie in de 16de eeuw, werd belichaamd door een kerk in Transsylvanië en een confessionele status verkreeg in Groot-Brittannië, de Verenigde Staten en Canada tijdens de 19de eeuw. De beweging wordt gekenmerkt door de afwijzing van de orthodox christelijke leer van de Drie-eenheid en de goddelijke Christus, het vrije gebruik van de rede in religieuze zaken en het geloof dat God bestaat in één persoon. In 1961 fuseerde deze beweging in de Verenigde Staten en Canada met de universalistische beweging, waardoor het ‘unitaristisch universalisme’ ontstond. Ook in het algemeen te gebruiken voor de theologische leer van de eenheid van God en het mens-zijn van Jezus, zoals voor het eerst verwoord in het monarchisme van de 2de en 3de eeuw en in de leer van Arius in de 3de en 4de eeuw, en later in de leer van de radicale neoplatonisten uit de Reformatie zoals Michael Servetus, Faustus Socinus en Ferenc David.
Vrijzinnige religieuze groepering, in 1961 ontstaan in de Verenigde Staten en Canada na het samengaan van de unitariërs en de universalisten. Tot de kenmerkende beginselen behoren de verantwoordelijkheid van elk individu voor zijn of haar eigen religieuze overtuigingen en ethische normen, de onvervreemdbare waarde en waardigheid van iedere mens, het belang van religieus gemotiveerde actie voor maatschappelijke hervormingen, het democratische bestuur van de kerk, en eerbied en respect voor een diversiteit aan religieuze tradities. De leden hoeven niet een bepaald credo te onderschrijven.
In het bijzonder te gebruiken voor de vrijzinnig protestantse beweging in de Verenigde Staten en Canada, die in de 18de eeuw voor het eerst als georganiseerde beweging van zich deed spreken en een confessionele status verkreeg in de 19de eeuw. Haar belangrijkste beginsel is het geloof in de redding van alle zielen, waarmee ze de calvinistische leer van de uitverkiezing van enkelen en de verdoemenis van velen afwijzen. Andere beginselen zijn onder meer de vrijheid van individuele interpretatie, tolerantie tegenover diversiteit en de onvervreemdbare waarde en waardigheid van iedere mens.In 1961 fuseerde deze beweging met de unitaristische beweging, waardoor het ‘unitaristisch universalisme’ ontstond. Ook in het algemeen te gebruiken voor de leer van de universele redding die op verschillende momenten in de christelijke geschiedenis terugkomt, te beginnen met de geschriften van Origen in de 3de eeuw.
Ziekenhuizen waar officieel medisch onderwijs plaatsvindt, meestal aangesloten bij een school voor verpleegkunde of een medische faculteit.
Verwijst naar een cultuur uit de Late Bronstijd die zich voordeed in de 12de eeuw v. Chr. in het oosten van Midden-Europa en Noord-Italië, en die zich verspreidde over Oekraïne, Sicilië, Scandinavië, Frankrijk en het Iberisch schiereiland.Deze cultuur is genoemd naar de gewoonte om de verbrande resten van de overledenen te bewaren in urnen, in zowel vlakke graven als ronde grafheuvels. De cultuur kenmerkt zich door versterkte nederzettingen, opvallend aardewerk en metalen gietvormen, gesmeed bronzen wapentuig, en slagzwaarden met opstaande randen om het handvat te beschermen.
Verwijst naar een stijl die zich ontwikkelde in het tweede kwart van de 11de eeuw in Scandinavië en in Scandinavische nederzettingen in Ierland en Engeland. De stijl is genoemd naar het houtsnijwerk op de staafkerk in het Noorse Urnes en kenmerkt zich door het gebruik van getransformeerde motieven uit de Ringerike-stijl en nieuwe elementen. De werken vertonen een grotere eenheid dan de Ringerike-werken. Opvallend zijn de uiterst gestileerde dieren, waarbij grotere dieren vaak worden afgebeeld met een merkwaardig, afwisselend breder en smaller wordend lichaam.
Genus van twee soorten vossen. De grijze vos komt voor in Noord- en Zuid-Amerika, maar de eilandvos vindt men alleen op de Channel Islands voor de Californische kust
Verwijst naar een natuurlijk voorkomend harsachtig exsudaat, gemaakt van het sap van de boom Rhus verniciflua of andere bomen uit de Anacardiaciae-familie die worden aangetroffen in het Verre Oosten. Urushi wordt toegepast in Japans en, in mindere mate, in Chinees lakwerk, evenals in Japanse prenten, de zogeheten 'urushi-e'. Urushi hardt uit door oxidatieve polymerisatie na blootstelling van dunne laklagen aan een hoge vochtigheidsgraad en een matige temperatuur. De term verwijst soms ook naar de objecten die met deze laksoort worden vervaardigd, en naar de laktechniek zelf.
Kleine eengezinswoningen ontworpen door Frank Lloyd Wright, die werden gebouwd aan het eind van de jaren dertig en vroeg in de jaren veertig, en meestal worden gekenmerkt door een lage prijs, natuurlijke materialen, open indeling van de ruimte en een sterke verbondenheid tussen het gebouw, de ligging en het klimaat. Geen Nederlands equivalent. Zie 'sociale woningbouw'.
Aanduiding voor oude Romeinse plaatsen voor het verbranden van lijken.
Quilts die vooral een praktisch en minder een esthetisch doel dienen; vervaardigd uit allerlei materialen, van oude kleding tot voederzakken, en gevuld met (zelf verbouwde) katoen of wol, een oude deken of een versleten quilt. Geen Nederlands equivalent.
Zandlopers die één uur nodig hebben om de beschikbare hoeveelheid zand van het bovenste naar het onderste glas te laten stromen.
Elke substantie die de ultraviolette stralingsenergie absorbeert en deze tot een ongevaarlijke vorm afbreekt; wordt gebruikt om de lichtgevoeligheid van plastic en rubber te verlagen.
Voegen die aan het eind van houten planken zitten en zo gevormd zijn dat een corresponderende ingekeepte en uitstekende V elkaar raken.
Vaartuigen die kunnen drijven en die zijn gebouwd om over het water te reizen of zaken te vervoeren, bijvoorbeeld een boot, schip of vlot.
Aanduiding voor vaartuigen die gaffelzeilen voeren aan de grote mast; de aanduidingen staan op volgorde van het aantal masten, in toenemende volgorde.
Te gebruiken voor vaartuigen waarvan beide uiteinden spits toelopen of in een ronde voor- en achtersteven eindigen.
Verwijst naar de twee-dimensionale decoratie toegepast op aardewerk door gebruik te maken van verf gemaakt van metaaloxiden of andere pigmenten vloeibaar gehouden in slip of een ander medium. De pigmenten worden typisch toegepast met behulp van een penseel of andere gereedschap, ofwel onder een glazuur of eroverheen en worden over het algemeen aangebracht op een gebakken lichaam, behalve in het geval van hard porselein. Het geschilderde object wordt doorgaans weer gebakken om het pigment te fixeren. De term wordt vooral gebruikt om Oudgrieks rood-en zwart-figuur aardewerk aan te duiden..
Het proces en de techniek voor het maken tweedimensionale decoratie op aardewerk met verf die is gemaakt van metaaloxiden of andere pigmenten, die in engobe of een ander middel in suspensie worden gehouden. De pigmenten worden meestal met een kwast of een ander gereedschap aangebracht, onder of op een glazuur, en worden gewoonlijk aangebracht op een gebakken object, behalve bij hard porselein. Het geschilderde object wordt meestal opnieuw gebakken om het pigment te laten samensmelten.
Houders in de vorm van een vat, die worden gebruikt om vloeistoffen in te bewaren met een inhoud tot ongeveer 115 liter, een tapgat aan de bovenkant en een spongat in de buik.
Houders voor het bevatten van een vloeistof of andere substantie, meestal rond van doorsnede en gemaakt van duurzaam materiaal; met name houders van dit type voor huishoudelijk gebruik, worden gebruikt voor het bereiden of opdienen van voedsel of drank, en zijn meestal van draagbaar formaat.
Porselein, glaswerk en zilverwerk dat wordt gebruikt als tafelgerei.
Wordt gebruikt voor stoomverwarmingssystemen die vacuumpompen bevatten om lucht van condenswater te scheiden in de retourhoofdleidingen van het systeem, waardoor de druk op een constant niveau blijft en de stoomcirculatie wordt versneld.
Fles met geïsoleerde wand om dranken warm of koel te houden.
Verwijst naar de religieuze beweging en doctrine die floreerde van de 6de tot de 11de eeuw en zowel de Yogacara-discipline omvatte, waarbij de ultimiteit van de geest centraal staat, als de Madhyamika-filosofie, waarbij de nadruk ligt op de afwijzing van relativistische principes. Deze vorm van het boeddhisme markeert ook de overgang van de speculatieve, abstracte gedachten van mahayana naar de praktische toepassing van boeddhistische ideeën op het leven van alledag. Het eerste deel van de term, 'vajra', verwijst naar het Sanskriet voor 'diamant' of 'bliksemschicht' en staat voor het absolute echte en permanente in een individu; 'yana' verwijst naar de spirituele navolging van het waardevolle en het ondoordringbare. Bij deze vorm van het boeddhisme worden mantra's gebruikt om de geest te zuiveren en te richten, waarbij het de bedoeling is dat de symbolische taal een ervaring oproept die gelijkenissen vertoont met de verlichting van Gautama Boeddha.
De hiërarchie Vakgebieden bevat descriptoren voor takken van wetenschap, specialisatiegebieden, beroepen en professionele specialismen. Relatie met andere hiërarchieën. Materiaalspecifieke of objectspecifieke activiteiten komen voornamelijk voor in de hiërarchie Procédés en technieken (bijvoorbeeld metaalbewerken en timmeren), terwijl meer algemene beroepsactiviteiten (bijvoorbeeld civiele techniek) hier te vinden zijn. Theorieën met betrekking tot vakgebieden zijn te vinden in de hiërarchie Abstracte begrippen (bijvoorbeeld structuralisme). Descriptoren voor activiteiten die worden uitgevoerd teneinde specifieke doelen te bereiken (bijvoorbeeld wetenschappelijk onderzoeken en kritiek) zijn te vinden in de hiërarchie Functionele activiteiten.
Vrijwillige verenigingen van werkers, georganiseerd met als doel de behartiging van hun gemeenschappelijke belangen met betrekking tot lonen, werktijden, uitkeringen en andere arbeidsvoorwaarden.
Wenskaarten die ter gelegenheid van Valentijnsdag naar een geliefde worden gestuurd.
Reistassen, met name diegene die van tapijt of van imitatietapijtstof zijn gemaakt; van een type en stijl die populair waren in de 19e eeuw.
Snaarinstrumenten, per streek verschillend van vorm, bamboe, 7-20 snaren, uit de buitenste laag van de bamboe gesneden, ook van metaal; snaren worden aan beide uiteinden omhoog geduwd met kleine kammetjes; bespeeld door met de vingers te tokkelen; Madagaskar. Gebruik: 'sesando's' voor gelijksoortige snaarinstrumenten uit Timor.
Lichte kanonnen die werden gebruikt vanaf eind 15e tot begin 18e eeuw, met kogels van 373 tot 2250 gram.
Eikensoort die inheems is in het zuidelijke Middellandse Zeegebied, Marokko en Klein-Azië. In de achttiende eeuw gebruikte men de tannine in de grote doppen van de eikels voor het looien van leer en voor kleurstoffen. De eetbare eikels zelf noemt men in het Engels ���valonia'.
Wordt gebruikt voor gevouwen, parapluvormige, stoffen voorwerpen met draden die een veiligheidstuig of riemen ondersteunen, waarmee een voorwerp veilig door de lucht naar beneden kan zweven.
Zwaar, donker hout van de soort Robinia pseudoacacia, inheems in de Appalachian berggebied van de Verenigde Staten, en geïntroduceerd in Europa, Azië, Noord-Afrika en Nieuw-Zeeland als een sier-en schaduwboom. Het wordt gebruikt voor het maken van wielen, palen, hekken, betimmering en vroeger voor de scheepsbouw.
Doornige boomsoort die inheems is in bepaalde regio's in Noord- en Zuid-Amerika, Afrika en Azië. De soort produceert hout van een hoge kwaliteit. De lange doornen werden ooit gebruikt als spijkers. Op dit moment wordt de valse christusdoorn voornamelijk geteeld als sierboom. Zijn langzame groei beperkt de mogelijkheden voor commercieel gebruik.
Hout van de soort Gleditsia triacanthos, afkomstig uit gebieden in Noord-en Zuid-Amerika, Afrika en Azië. Het produceert een hoge kwaliteit hout dat goed polijst, maar is lichter en zwakker dan de meeste acaciasoortten Het wordt gebruikt voor speciale meubels, wielspaken, en palen.
Orde van in diep water levende inktvisachtige koppotigen waarvan nog slechts één lid resteert. Wordt beschouwd als mogelijke verbindende schakel tussen Teuthida en de Octopoda. Het zijn paarszwarte gelatineachtige dieren met één of twee peddelvormige vinnen in verschillende groeistadia. Ze hebben acht armen en twee kleine intrekbare filamenten.
Verwijst naar de cultuur die in de oudheid ontstond in een geografisch gebied dat zich uitstrekte van Turkije het westen tot Iran in het oosten.
Verwijst naar een kenmerkende aardewerkstijl die werd vervaardigd in Gallië, het Rijnland, Groot-Brittannië en andere streken. De stijl kenmerkt zich door het gebruik van een laklaag die een klein beetje gele mica bevat, waardoor het aardewerk lijkt op brons.
Verwijst naar verschillende aardewerkstijlen van het eiland Thera, gekenmerkt door vazen die zijn gevonden bij Akrotiri. De stijl varieerde door de tijden heen, met vroegere ontwerpen die strikt geometrisch en lineair waren, terwijl latere ontwerpen picturale en geometrische vormen combineerden. Typische onderwerpen zijn:Krokussen, leliën, papyrus, palmbomen, geiten, vissen, zwaluwen en dolfijnen. Ogenschijnlijk werden bepaalde patronen alleen op bepaalde vazen gebruikt, wellicht bij wijze van aanduiding voor de inhoud.
Het aanbrengen van zijden chiffon of ander fijn, doorzichtig materiaal of een of beide zijden van een blad papier om het te versterken, repareren of beschermen.
Het opzettelijk vernietigen van of schade toebrengen aan een eigendom dat aan een ander of aan de staat behoort.
Te gebruiken voor koorden, gewoonlijk gevlochten en eindigend in aglets, die in een lus onder de arm en soms over de borst worden gedragen op militaire uniformen, vooral gedragen door adjudanten, maar ook door andere officieren. Te onderscheiden van ‘fourragères’: gevlochten koorden die worden gedragen als militaire eretekenen.
Verwijst naar stillevens waarin de afgebeelde objecten overduidelijk refereren aan de sterfelijkheid, de vergankelijkheid van het menselijke leven en de uiteindelijke nutteloosheid van aardse bezittingen. Afgebeeld zijn bijvoorbeeld zandlopers, weegschalen, spiegels en doodshoofden, en symbolen van rijkdom, kennisverwerving en macht, zoals juwelen, boeken en wapens. Dergelijke stillevens zijn, in tegenstelling tot de meeste andere, religieus getint. Deze soort stillevens, die in Leiden ontstond, was vooral populair in de 17de-eeuwse Nederlandse schilderkunst. De naam is afkomstig uit een passage in het Bijbelboek Prediker.
Beschrijft werken die zijn vervaardigd door de bewoners van de Vanuatu-eilanden. De door de Vanuatu-bevolking gemaakte kunst is vaak gebaseerd op initiatieriten van mannen, geheime mannengenootschappen, maatschappelijke hiërarchieën en het hiernamaals. De heilige mannenhuizen van Vanuatu zijn langwerpige bouwwerken, geconstrueerd met behulp van gedecoreerde, aan elkaar gebonden groepen kokosnootvezels. De persoonlijke ornamentatie is belangrijk voor de bewoners van Vanuatu, die complexe kledingstukken dragen, gezichten beschilderen en neusperforaties uitvoeren; tijdens de puberteit worden insnijdingen aangebracht in de rug van vrouwen, als teken van maatschappelijke status, schoonheid, gezondheid en hygiëne.
Te gebruiken voor kassen waar varens in worden gekweekt. Kan ook worden gebruikt voor tuinen of andere gebieden in de open lucht waar de aanwezigheid van varens overheersend is. Gebruik 'varenbedden' of 'terrariums' voor kleine bakken voor varens.
Spaanse uitklapbare schrijfkabinetten in de vorm van een rechthoekige kist die op een decoratieve pie de puente of schraag steunt. De binnenkant is vaak uitbundig versierd en bevat meestal een rij laden, soms aangevuld met vakjes en een klein kastje. De naam dateert uit het einde van de 19de eeuw en verwijst foutief naar de plaats waar dit type kast zou zijn gemaakt, namelijk het dorp Vargas in de provincie Toledo.
Wordt gebruikt voor café-achtige gelegenheden, vaak met een dansvloer en een klein podium, waar vaak amusement wordt gebracht dat improviserend, satirisch of actueel van aard is.
Te gebruiken voor omheinde gebouwen voor de varkenshouderij, gewoonlijk met hokken en andere voorzieningen voor fokdoeleinden.
Methode om de driedimensionele structuur van bloedvaten van organen en weefsels te reconstrueren. Het bloedvolume wordt vervangen met een weinig vloeibare hars en het rondomliggende weefsel wordt verwijderd om de vasculaire systeem te kopiëren.
Afvoerkanalen die van de sifon van een installatie naar een ander afvoerkanaal leiden.
Kleine zijkamers of uitsparingen in een gebouw met meestal een deur. Gebouwd of gebruikt voor het bergen van kleding, gereedschappen of voorraden.
Verwijst naar een stof die zich noch in de vloeibare, noch in de gasvormige toestand, maar in de vaste toestand bevindt. De vaste toestand is de toestand waarbij een stof niet merkbaar beweegt onder gemiddelde druk, de capaciteit heeft om krachten te weerstaan (zoals samenpersing of spanning) die dreigen de stof te vervormen, en onder normale condities een vaste grootte en vorm behoudt.
Te gebruiken voor de laatste dag van carnaval die het hoogtepunt vormt en op de laatste dag voor de Vasten valt. In sommige plaatsen, zoals New Orleans, wordt de term gebruikt voor het hele carnavalsseizoen.
cilindrische houders, meestal van hout, met enigszins bollende zijden gemaakt van met hoepels beslagen duigen, en met platte, parallelle uiteinden.
Buisvormige voorwerpen die in een vat worden aangebracht om het wegstromen van de vloeistof in het vat mogelijk te maken, meestal voorzien van een spon om de stroomsnelheid te reguleren.
Ratels met daarin kleine voorwerpen; bespeeld door te schudden, waardoor die voorwerpen tegen elkaar of tegen de wanden van de ratel aan slaan.
Kirman-tapijten van hoge kwaliteit die veel ornamenten hebben die bestaan uit grote en kleine bloemen met krullende, in elkaar grijpende stengels, soms ook met vazen. De scheringen zijn van katoen en drie weefselrijen gaan tussen elke knopenrij door. De eerste en derde rij bestaan uit wol en de tweede is van katoen of zijde.
Computergrafiek waarbij een reeks lijnen als grafische elementen wordt gebruikt, en waarbij een lijst wordt gegeven waarop de coördinaten staan van het begin- en eindpunt van elke lijn.
Een van de lichte, hoornachtige uitgroeiïngen van de opperhuid, die de buitenste bedekking van een vogellichaam vormen.
Verwijst naar gedetailleerde, grotendeels feitelijke, topografische aanzichten, in het bijzonder 18de-eeuwse Italiaanse schilderingen, tekeningen of prenten van steden. De eerste vedute werden waarschijnlijk geschilderd door Noord-Europese kunstenaars die in de 16de eeuw in Italië werkzaam waren. De term verwijst meer in het algemeen naar schilderingen, tekeningen of prenten waarop een landschap of stadsgezicht is afgebeeld met een hoofdzakelijk topografische karakter.
Realistisch ogende, doch imaginaire topografische aanzichten, vooral 18e-eeuwse Italiaanse schilderijen, tekeningen en prenten. Te onderscheiden van 'capricci', die gebouwen waarheidsgetrouw, maar in een denkbeeldige groepering tonen.
Hogere beroepsscholen die zijn gewijd aan het lesgeven in veeartsenijkunde en het opleiden van dierenartsen.
Figuren samengesteld uit meer dan vijf lobben of bogen, afgescheiden door uitsteeksels,
Verwijst naar met water verzadigde, sponsachtige grond met een karakteristiek plantenleven (zoals veenmossen), waarin de vegetatie verrot en waarbij uiteindelijk veen met hoge zuurgraad wordt gevormd. Verschilt van 'moerasgebieden', waarin het water alkalisch blijft.
Plat V- of vinvormig aanhangsel aan het staartstuk van een pijl of dart bevestigd, om het bereik en de nauwkeurigheid van de vlucht te verbeteren. Ze worden van een aantal verschillende materialen gemaakt, waarbij vogelveren het meest voorkomend zijn, maar ook wel van perkament, lederbord, hout en plastic.
De geïnduceerde hardheid, meestal in staal, bedoeld om de uiterste limiet van de elasticiteit te verhogen.
Schaven om een kraal of een ander simpel figuur mee uit te schaven, die zijn voorzien van een geleider, zodat de vorm in het midden van het hout kan worden uitgeschaafd.
Te gebruiken voor schepen die personen, voertuigen of stortgoederen over rivieren, baaien of andere kleine wateren vervoeren, meestal volgens een vast dienstregeling.
Diverse kleine, nijptangachtige gereedschappen die worden gebruikt om iets te plukken, vast te houden of te hanteren.
Verwijst naar de periode van circa 1630 tot 1540 v. Chr. in Egypte. Sommige bronnen rangschikken deze dynastie onder de veertiende dynastie. De wordt gekenmerkt door politieke onrust en wellicht de eerste stroom Aziaten in het Noorden. Er is weinig bekend over de kunst en architectuur in deze periode.
Stukken papier, anders dan plano's, waarop materiaal aan TTn of beide kanten is geschreven, afgedrukt of getekend. Als het gaat om drukwerk zijn ze zo afgedrukt dat ze kunnen worden gevouwen om de opeenvolgende bladen van een publicatie te vormen.
Merknaam voor een bevestigingssysteem bestaande uit tegenover elkaar geplaatste stukjes stof, waarvan de één bedekt is met kleine, dicht op elkaar geplaatste nylon haakjes, en de ander met compact nylon dons, die in elkaar grijpen wanneer ze op elkaar gedrukt worden.
Land dat in tegenstelling tot bosgebied of bebouwd gebied open is. Gebruik 'boerengrond' voor land dat als weide of akker wordt gebruikt.
Flesachtige houders om water of andere vloeistoffen in te vervoeren, bijvoorbeeld voor wandelaars of soldaten; meestal gemaakt van metaal en gedragen in een omhulsel van stof.
Geschut ontworpen om door het terrein of over de weg te kunnen worden vervoerd voor gebruik op het slagveld.
Familie van circa 10.000 soorten sprinkhanen, die worden gekenmerkt door korte, zware voelsprieten, een vierkleppige legboor voor het leggen van eitjes en tarsi (de distale segmenten van de poot) die uit drie segmenten bestaat. Tot deze familie van planteneters behoren treksprinkhanen, die tot de meest verwoestende landbouwplagen behoren.
Gereedschap met een lang handvat dat eindigt in een ijzeren punt; wordt door houtvlotters gebruikt om boomstammen los te wrikken. Later gecombineerd met de kartelhaak.
Goede kwaliteit kalfsperkament. De termen 'velijn' en 'perkament' werden en worden nog altijd met elkaar verward en door elkaar gebruikt.
Papier gemaakt met een geweven of gelijkmatig patroon wanneer er licht doorheen valt; te onderscheiden van 'vergépapier' dat een patroon van dikke en dunne strepen vertoont.
Te gebruiken voor twee- of driewielige, eenvoudig gebouwde, lichte voertuigen die door de berijder, die schrijlings op de middenstang zit, werden aangedreven door middel van pedalen, trappers, hendels of met de voeten direct op de grond; al of niet bestuurbaar en met een voorwiel dat vaak groter was dan het achterwiel (of wielen); meestal beperkt tot die voertuigen die werden gebouwd vanaf eind 18e eeuw tot rond 1870. Gebruik 'fietsen' voor soortgelijke lichte voertuigen met twee wielen achter elkaar en comfort- en snelheid vergrotende kenmerken, die na ongeveer 1870 werden gemaakt en 'driewielers (fietsen)' voor versies met drie wielen.
Verwijst naar karakteristiek glas vervaardigd in Venetië, Italië. Het kan verwijzen naar vroeg glas dat werd gemaakt vanaf ongeveer 450 n. Chr. toen glasmakers uit Aquileia daarheen vluchtten en anderen uit Byzantium zich al snel bij hen voegden. Verder is de term in het bijzonder van toepassing op de productie van glas op het Venetiaanse eiland Murano. Al voor 1292 werd hier glas gemaakt en dit is nog steeds het geval. Het is doorgaans een soort sodaglas, licht van gewicht en gemakkelijk bewerkbaar. Venetiaans glas kent een aantal stijlen en technieken. Venetiaanse glasmakers excelleerden echter vooral in het maken van gekleurd glas, agaatglas, melkglas (lattimo), cristallo, filigrana en millefiori. Gravering van het glas is zeldzaam. Emaillering en vergulding komen veelvuldig voor, vooral bij het 15de- en 16de-eeuwse glaswerk. Glasmakers konden het eiland Murano niet verlaten; dit zou hen de doodstraf opleveren. Op deze manier beschermden de Venetianen hun winsten en de geheimen van het Venetiaanse glas. Uiteindelijk werden de technieken echter geïmiteerd in glas uit Altare en het 'façon de Venise', op Venetiaanse wijze gemaakt glas ('façon de Venise').
Verwijst naar naaldkant die vooral van de 16de tot en met de 19de eeuw in Venetië werd gemaakt. De term verwijst ook naar imitaties van Venetiaanse kant die later en/of elders werden gemaakt. Venetiaanse kant wordt gekenmerkt door weelderigheid als gevolg van het gebruik van de grote stukken kant, rijke haut-reliëfpatronen en barokmotieven. Vroege voorbeelden werden gemaakt door het aan elkaar stikken van diepe, scherphoekige kantpunten en werden meestal gebruikt voor het fabriceren van fraises en kragen die 'vandykes' werden genoemd. Latere ontwerpen waren meer kromlijnig. De Venetiaanse kantmakerij raakte in de vroege 19de eeuw in verval, maar er wordt nog steeds kant gemaakt op het nabijgelegen eiland Burano.
Verwijst naar een grote groep 15de- en 16de-eeuwse metalen voorwerpen, hoofdzakelijk afkomstig uit Europese verzamelingen, die ooit werden toegeschreven aan moslimkunstenaars die in Venetië werkten. Veneto-Saraceense metaalproducten werden vooral in het huishouden gebruikt. Voorbeelden zijn kommen, bolvormige wierookbranders, kandelaars en dienbladen. Ze zijn vervaardigd uit koper of brons en ingelegd met geometrische of arabeske motieven in zilver, soms met sporen van goud. Vaak werd er ook een zwarte stof aan toegevoegd. De term wordt soms onnauwkeurig gebruikt om te verwijzen naar voorwerpen die zijn gedecoreerd met figuratieve ornamenten en westerse heraldische wapens. In de 19de eeuw duidde Lavoix de voorwerpen populair aan als Veneto-Saraceens. Zijn theorie dat islamitische metaalwerkers in Venetië werkten en Italiaanse ambachtslieden hadden geleerd te werken in de islamitische stijl werd evenwel bestreden in 1970, toen Huth in twijfel trok dat gildebepalingen buitenlandse ambachtslieden zouden hebben toegestaan om op Venetiaans grondgebied te werken. Er zijn nog geen documenten boven water gekomen die een van deze theorieën bevestigen of weerleggen, en het is vaak lastig om islamitische originelen van westerse kopieën te onderscheiden. Auld heeft drie subgroepen geïdentificeerd: Turkmeens, mammeluks en westers.
Te gebruiken voor twee of meer personen die contractueel zijn verbonden als mede-eigenaren in ondernemingen. Voor zakelijke ondernemingen die wettelijk worden beschouwd als rechtspersonen wordt 'naamloze vennootschappen' gebruikt.
Wordt gebruikt voor de centrale stijlen die in het midden van grote doorgangen geplaatst worden om de lateibalk te steunen.
Wordt gebruikt voor allerlei bevestigingsmiddelen waarmee twee delen van een raam bijeen worden gehouden om te voorkomen dat ze open gaan of gaan klapperen. Raamsluitingen worden meestal bevestigd aan de sluitrail van een dubbel gehangen raam.
Apparaten die toegepast zijn op aërofonen en hoofdzakelijk op koperen instrumenten, om de lengte van de buis met een vastgestelde hoeveelheid te veranderen tijdens het spelen.
Infraroodspectroscopie met een bereik van 10-400 inverse centimeter [cm-1].
Benodigdheden, zoals pleisters en zwachtels, die worden gebruikt om zweren, wonden of andere letsels te verbinden of te bedekken.
Een of verscheidene bedrukte bladen of stroken die zijn ingevoegd om een gedeelte van het oorspronkelijke gedrukte materiaal te vervangen die als gevolg van fouten of gebreken zijn veranderd. Te onderscheiden zich van 'cancellandums', ofwel het blad of de bladen die zijn verwijderd.
Bepaalde soorten instellingen voor opsluiting en heropvoeding met behulp van dwangarbeid en een strenge discipline. Deze term gebruikt men met name voor dergelijke instellingen die vanaf de zestiende eeuw werden geopend in Europa en koloniaal Amerika. Gebruik 'strafrechtelijke instellingen (instellingen)' als algemene term.
Verfraaiing of verbetering van de toestand van kleinschalige openbare voorzieningen in een gemeente, bijvoorbeeld trottoirs, verkeersborden en groenvoorzieningen.
Complexe, zuivere stoffen, opgebouwd uit twee of meer elementen in vaste verhoudingen wat betreft het aantal en de soorten atomen, die bij elkaar worden gehouden door chemische bindingen. Ze hebben totaal andere eigenschappen dan de samenstellende elementen, die hun individuele karakter hebben verloren. Gebruik 'mengsels' voor combinaties van twee of meer stoffen zonder vastgestelde verhoudingen, die alleen fysisch zijn vermengd en waarbij de samenstellende substanties hun individuele eigenschappen behouden en scheidbaar zijn door gewone fysische eigenschappen.
Wordt gebruikt voor het middel waarmee of de manier waarop twee of meer delen van een voorwerp of een constructie aan elkaar worden gevoegd. Ook gebruikt voor de buigzame verbindingen in de band van een boek waarmee de rug en de kaften aan elkaar worden genaaid. Te onderscheiden van 'scharnieren (bevestigingsmiddelen)', waarmee wordt verwezen naar de stroken van papier of van ander materiaal tussen de twee helften van een schutblad, op de plek waar het lichaam van het boek aan de kaft is vastgemaakt.
Wordt gebruikt voor kleine ondergeschikte ribben, die tussen de hoofdribben van gotische gewelven zijn aangebracht.
Wordt gebruikt voor zelfstandige woningen die meestal in bossen of andere wildernissen zijn gelegen en zijn bedoeld voor tijdelijk gebruik van korte duur voor speciale doeleinden, zoals bijvoorbeeld tijdens jacht- of visexpedities.
Verschillende soorten bedden die onherkenbaar worden gemaakt of die verborgen zijn. Ze werden in de 18e eeuw voor het eerst ontworpen. Zulke bedden bevonden zich onder de vele vindingrijke vormen van gepatenteerd meubilair uit het eind van de 19e eeuw.
Apparaten die vochtigheid leveren en in stand houden.
Instrumenten voor het meten van de verdampingssnelheid van water in de atmosfeer.
Een serpentijnsoort uit Genua, Italië, die het eerst werd gebruikt door de oude Grieken en Romeinen en die tegenwoordig nog steeds wordt gebruikt.
Een serpentijn uit de Italiaanse Rivièra, tussen La Spezia en Genua. Er zijn twee varianten: de ene is purperachtig of zwart gevlekt en donkerrood met enkele groene kiezels of aders, de andere is groen met veel witte aders. Het is moeilijk te bewerken, maar glanst wel snel. Het lijkt op sommige soorten gevlekt marmer uit de Amerikaanse staat Tennessee.
Een serpentijnsoort uit Pegli in Italië, die het eerst werd gebruikt door de oude Grieken en Romeinen en die tegenwoordig nog steeds wordt gebruikt. Het is een brecciëmarmer dat bestaat uit diepgroene fragmenten serpentijn, bijeengehouden door lichtgroen calciet.
Een zachte Italiaanse groene porfier uit het Italiaanse Prato. Het heeft een diepe olijfgroene kleur met donkergroene vlekken en aders met een heldere groene of witte kleur. Het werd voor het eerst gebruikt door de oude Grieken en Romeinen en wordt ook in onze tijd nog gebruikt. Het werd onder meer gebruikt voor een groot deel van de buitendecoraties van de kathedraal van Florence.
Te gebruiken voor het concept van een woonomgeving waarin bewoners de kwaliteit van hun leven kunnen verbeteren terwijl ze hun familie, buren en vrienden veiligheid bieden.
Algemene term voor alle soorten bouwwerken die zijn gebouwd om een kleine troepenmacht zich te laten verdedigen tegen een grote.
Wordt gebruikt voor kleine elektrische panelen die schakelaars en zekeringen of stroomonderbrekers bevatten. Gebruik 'schakelborden' voor grotere panelen, kaders of assemblages die schakelaars, zekeringen, instrumenten en beschermende apparaten bevatten.
Schilderingen op de frontsnede van een boek, met een massieve snede zodat de afbeelding zichtbaar is als het boek is gesloten, of, meer gebruikelijk voor deze term, met uitgespreide sneden zodat de afbeelding alleen zichtbaar is als het boek is geopend.
Het schilderen op de frontsnede van een boek, met een massieve snede zodat de afbeelding zichtbaar is als het boek is gesloten, of, meer gebruikelijk voor deze term, met uitgespreide sneden zodat de afbeelding alleen zichtbaar is als het boek is geopend. De snede kan ook op de gebruikelijke manier zijn verguld of gemarmerd.
Wordt gebruikt voor scharnieren die zichtbaar zijn als de deur open is maar verborgen zijn als de deur dicht is. Te onderscheiden van onzichtbare scharnieren, die volledig verborgen zijn van de buitenkant zowel als de deur open is als wanneer de deur dicht is.
Reeksen bochttreden die zo zijn geplaatst dat de smalle uiteinden van de treden niet veel smaller zijn dan de evenwijdige treden van dezelfde trap.
Vluchtige vloeistoffen die worden gebruikt om verf en vernis te verdunnen of aan te lengen.
Een substantie die wordt toegevoegd aan een vaste stof om de smeltbaarheid ervan te vergroten.
Wordt gebruikt voor nederzettingen waarvan de ligging niet meer bekend is of voor nederzettingen waarvan de ligging in hoofdzaak wel bekend is, maar de feitelijke informatie over de nederzetting schaars is.
Een gekleurde stof die zich in een vloeistof verspreidt of erin oplost en die afstaat door te kleuren of te worden geabsorbeerd, of door als pigment te dienen.
Gloeilampen die een constante maar niet noodzakelijk bekende lichtintensiteit hebben waartegen andere lampen achtereenvolgend worden vergeleken in een lichtmeter.
Papier met dikke en dunne strepen die loodrecht op elkaar staan, die ontstaan bij het vervaardigen van het papier; te onderscheiden van 'velijnpapier' dat er gelijkmatiger uitziet.
Schaal- of kegelvormige gereedschappen om voedsel te laten uitdruipen of afgieten; met geperforeerde wand, op voetstuk of poten. Gebruik 'filters (keukengerei)' voor keukengerei om voedsel te filteren.
Techniek waarbij in de doka een fotografisch beeld wordt vergroot door projectie via een optisch systeem; wordt meestal gebruikt voor het maken van afdrukken van kleine negatieven.
Te gebruiken voor boomstamkano's waarvan de zijkanten en uiteinden door middel van planken en soms spanten zijn opgehoogd.
Apparaten die worden gebruikt om afdrukken te maken door een negatief of dia op lichtgevoelig papier te projecteren. Ze zijn vaak in staat de afdrukken zowel groter als kleiner dan het origineel te maken.
Religieuze teksten die de waarden, ideeën en gedragingen onderzoeken die een godsdienst poogt te bevorderen, met als doel het individu door vrome toewijding naar een uiteindelijke toestand van genade of perfectie te leiden.
Emotie die de mentale toestand van geluk, gelukzaligheid en blijheid uitdrukt.
Geriemde lijstwerken die onstaan door het uitsnijden van een groef op een effen oppervlak. Te onderscheiden van 'riemen (motieven)', waarbij een vergulde of onzichtbare groef is ingedrukt met behulp van het benodigde gereedschap, de riem.
Na de Tweede Wereldoorlog introduceerde Eastman Kodak de Verifax-kopieermachine, die was bedoeld als reprografisch hulpmiddel op kantoor. Het procedé resulteerde in reproducties van slechte kwaliteit, die gevoelig waren voor vervaging en die speciaal papier vereisten.
Het vaststellen van de echtheid en geldigheid van een testament.
Extreme vorm van realisme die elke vorm van idealisering in de kunsten verwerpt en daarmee streeft naar een zo letterlijk mogelijke weergave van de werkelijkheid. Dit betekent dat juist ook tegenstrijdigheden regelmatig voorkomen.
Wordt gebruikt voor zuilen waarvan de schacht bovenaan kleiner in doorsnee is dan onderaan, met name wanneer het verloop in een rechte lijn gaat en geen entasis vertoont.
Wordt specifiek gebruikt voor borden met regulerende, waarschuwende en informatie biedende tekens, ontworpen door het Amerikaanse Department of Transportation, zoals een teken voor een verboden activiteit binnen een rode ring, doorkruist met een rode streep.
Reeks ruwe of iets verhoogde gedeelten van een rijweg, bedoeld als snelheidsbeperkend obstakel voor voertuigen.
Wordt gebruikt voor posters waarop reclame wordt gemaakt voor verkiezingscampagnes of andere politieke publiciteit.
Drachten voor feesten, zolas gala's en gemaskerde bals, soms geïnspireerd op kleding die kenmerkend is voor een bepaalde periode of plaats, sociale klasse of voor een historisch of verzonnen personage.
Formele documenten die aangeven dat persoonlijk eigendom van eigenaar verandert.
Het uitwisselen van eigendommen of diensten voor geld.
Verkopers van overhemden en andere herenkledingartikelen, en herenkledingaccessoires zoals handschoenen, stropdassen, sokken, hoeden, wandelstokken en ceinturen.
Een filosofische stroming uit de 18e eeuw die gekenmerkt wordt door ongebonden doch vaak klakkeloos gebruik van de rede, een levendige twijfel over autoriteit en de traditionele leerstellingen, een neiging tot individualisme en een nadruk op het idee van de universele vooruitgang van de mens.
Te gebruiken voor de toestand in stedelijke gebieden die wordt gekenmerkt door een algemene verslechtering van de kwaliteit van bestaande gebouwen en infrastructuren, vaak het resultaat van nadelige economische- omgevings- of zoneringsinvloeden.
Documenten die aan een of meer militairen toestemming geven om ongehinderd te reizen in een gebied dat door een militaire strijdmacht is bezet, meestal echter met een paar beperkingen; documenten die worden verstrekt aan een of meer personen die in het bezette gebied leven of verblijven, door de bevelhebber van de militaire strijdmacht die dit gebied onder zich heeft.
Dunne spijkers, met een smalle kop, die volledig in een houten oppervlakte kunnen worden geslagen, waarbij ze een klein gaatje achterlaten dat kan worden gevuld met plamuur of een gelijksoortige samenstelling.
Het concept waarbij de mens of zijn ziel wordt verlost van kwaad of zonden door religieuze middelen, waarbij mensen in hun werkelijke toestand worden teruggebracht en waarbij een eeuwig en gezegend leven wordt verkregen. In theïstische religies ontstaat verlossing door een goddelijke interventie en in het boeddhisme ontstaat verlossing door het overstijgen van de cyclus van geboorte en wedergeboorte, waarbij het zogenoemde nirvana wordt bereikt.
Met de hand geschreven manuscripten die zijn gedecoreerd met goud, zilver, felle kleuren, ontwerpen of miniaturen. Verluchte manuscripten komen nog algemeen voor in islamitische en Aziatische gemeenschappen, maar kenden vooral een lange traditie in het Europa van de middeleeuwen (vanaf de 6de tot de 16de eeuw), waarna deze kunst werd verdrongen door gedrukte illustraties. Doorgaans waren de manuscripten 'gehistorieerd' of gedecoreerd met toepasselijk schilderwerk, en verlucht oftewel 'geïllumineerd' in de oorspronkelijke betekenis: gedecoreerd met gekalligrafeerde beginkapitalen (initialen), waarbij ook bladgoud werd gebruikt. In de loop der tijd ging de term 'verlucht' of 'geïllumineerd' verwijzen naar iedere illustratie of decoratie in een manuscript. Geïllumineerde manuscripten spelen een belangrijke rol in de kunstontwikkeling, deels vanwege het feit dat manuscripten konden worden meegenomen naar een ander gebied en zo bijdroegen tot de verspreiding van kunstzinnige ontwikkelingen.
Het mengen of combineren zodat de afzonderlijke onderdelen, of de scheidingslijn daartussen, niet kan worden onderscheiden. In de schilderkunst omvat het de geleidelijke overgang van kleur, zodat twee kleurschakeringen of lichtverdelingen onwaarneembaar in elkaar overgaan.
Een groep glimmerachtige kleimineralen die nauw zijn verwant aan chloriet en montmorilloniet. Vermiculiet ontstaat door de veranderingen van biotiet en flogopiet op de plaats waar het verweert.
Planning en beheer van verkeerswegen en de regulering van snelheid en andere aspecten met als doel rustige, veilige en voor de omgeving gunstiger omstandigheden te creëren op of rond wegen en straten en in de gemeenschap of regio als geheel.
De maximum hoeveelheid of het grootste aantal dat kan worden ontvangen of bevat, of het vermogen die hoeveelheid of dat aantal te ontvangen of bevatten.
Voorwerpen die de identiteit verbergen of het uiterlijk veranderen van een object of persoon.
Pigmentnaam voor een verscheidenheid aan groene pigmenten, oorspronkelijk verwijzend naar een groene kleur die door de 16e-eeuwse Venetiaanse schilder Paolo Veronese werd gemaakt door het mengen van blauwe en gele kleuren. Het wordt ook gebruikt voor elk pigment dat op deze kleur lijkt, zoals groene aardepigmenten, smaragdgroen op koperbasis, chroomoxydehydraatgroen en andere pigmenten van een vergelijkbare kleur.
Te gebruiken voor personen die een straf uitzitten als gevolg van een veroordeling voor het begaan van een misdaad. Gebruik 'gevangenen' voor personen die gedwongen in een gevangenis of in voorarrest zitten. Gebruik 'geïnterneerden' voor personen die vrijwillig of gedwongen in een inrichting zitten.
Wordt gebruikt voor groepsverblijven op of bij ziekenhuisterreinen die slaapzaalachtige huisvesting bieden voor verpleegkundigen en leerling-verpleegkundigen.
Te gebruiken voor residentiële instellingen voor langdurige zorg, met als belangrijkste functie het 24 uur per dag verlenen van zorg voor ouderen of chronisch zieken door gediplomeerd verpleegpersoneel. Te onderscheiden van 'rusthuizen', waar minder de nadruk ligt op uitvoerige verpleegzorg en die meer residentieel dan institutioneel zijn.
Instellingen die zijn opgericht door ondernemingen die vergelijkbare activiteiten uitvoeren, zodat ze in staat zijn om transacties met elkaar te verrekenen. Daardoor kunnen betalingsregelingen worden beperkt tot nettosaldi. Verrekenkantoren spelen een belangrijke rol bij de afwikkeling van transacties bij banken, spoorwegen, voorraad- en handelsbeurzen en internationale betalingen. Het eerste moderne verrekenkantoor werd in 1773 opgericht in Londen, hoewel het principe van een verrekenkantoor al vele eeuwen eerder werd toegepast op verschillende handelsvormen in steden als Tokio, Florence en Lyon. Het eerste verrekenkantoor in de Verenigde Staten werd in 1853 opgericht in New York.
Verwijst naar speciale sierkapitalen in geïllumineerde manuscripten die het begin van een vers, alinea of ander tekstgedeelte markeren. In de moderne kalligrafie is de term van toepassing op hoofdletters die zijn opgebouwd door inkting tussen de pennenstreken, en met schreven in de vorm van lange, dunne, rechte lijnen.
Het veroorzaken van scheidingen in een flexibel materiaal door het ene deel van het andere los te trekken of te rukken.
Wordt gebruikt wanneer een gewaardeerd object wordt gemaakt door de kunstenaar, vakman of studio die tevens het origineel heeft vervaardigd waarop de versie is gebaseerd, die enigszins afwijkt van het origineel. Gebruik 'replica's' als er weinig of geen duidelijke afwijkingen zijn.
Wordt gebruikt voor een techniek om klei te versieren, waarbij de kleimassa wordt ingelegd met klei van een andere kleur. Gebruik 'encaustiek' voor de techniek van het beschilderen van muren en panelen met was.
Wordt gebruikt voor verslagen die uitvoerig onroerende constructies documenteren en analyseren naar factoren als de evolutie van hun vorm, huidige staat, materiaal, en structurele stabiliteit met als doel het vaststellen van prioriteiten en kosten voor renovatie of behoud.
Wordt gebruikt voor de afname in grootte, dichtheid of energie die het gevolg is van absorptie, wrijving, verstrooiing of verdunning.
Managementtechniek voor het begeleiden van een bouwproject waarbij met de bouw kan worden begonnen nog voordat het ontwerp en de gedetailleerde beschrijvingen zijn afgerond.
Zij die gebukt gaan onder een emotionele, intellectuele of gedragsbelemmering die hen kan beperken in hun mogelijkheden om zich aan te passen aan de eisen van het dagelijks leven.
Uitgestrekte bebouwde stedelijke gebieden die enkele geïsoleerde landelijke gebieden bevatten, en zijn gevormd door het samenvoegen van steden of gemeenten die daarvoor op zichzelf stonden. Gebruik 'megalopolissen' voor nog uitgestrektere of meer omvattende clusters van stedelijke gebieden.
Het bij elkaar passen in een versteknaad, of het afschuinen van de uiteinden van een houten onderdeel of een onderdeel van een ander materiaal, met als doel de stukken in een hoek bij elkaar te doen passen.
Apparaten die handzagen in de juiste hoek leiden om een versteknaad te maken; vaak in de vorm van een smalle, houten bak met gleuven in de bodem en twee zijden, om de zaag te leiden.
Platen waarop materiaal wordt gelegd dat moet worden geschaafd. Geleidingsstukken of pluggen houden het materiaal vast zodat de verstekken onder de juiste hoek kunnen worden geschaafd.
Schaven met een verstelbare schaafspie waardoor de beitel kan worden afgesteld al naar gelang de gewenste breedte. Worden gebruikt om groeven uit te schaven aan de kant van de houtbewerker.
In het algemeen te gebruiken voor het maken van relatief kleine reparaties aan een voorwerp, zoals door stopwerk, lappen of het weer samenvoegen van twee stukken, zonder daarbij grote onderdelen van het voorwerp te vervangen. In de context van onderhoud aan boeken en papier specifiek te gebruiken voor reparaties waarbij niets van het oorspronkelijke materiaal wordt vervangen.
Fotografische techniek die de densiteit van een ontwikkeld negatief of een afdruk vergroot, zodat de totale densiteit of het contrast wordt verhoogd.
De activiteit van het begrijpen, analyseren of uitdrukken van geschreven of gesproken materiaal in een andere taal dan de oorspronkelijke taal.
Het vertellen of schrijven van verhalen, met name het aan anderen vertellen van verhalen uit het hoofd, geïmproviseerd, voorlezend van notities of uit een boek.
Vorm van tuinieren waarbij de planten worden geplaatst in staande bakken met aarde, compost of een ander groeimiddel, en vaak verticaal worden opgekweekt langs latwerken of wanden, zodat minder ruimte en water nodig is dan bij conventioneel tuinieren
Verticale hoofdleidingen van een pijpensysteem voor grond, afval of ontluchting die omhooglopen door een of meer verdiepingen.
Het reizen te voet in gematigd tempo, zich met stappen voortbewegend, waarbij de voeten om beurten worden verplaatst zodat er zich altijd één voet op de grond bevindt bij tweevoetige voortbeweging en twee of meerdere voeten bij viervoetige voortbeweging.
Het geleidelijk verliezen van kleur of intensiteit.
Kleine ringen die in de valkerij worden gebruikt om een vogel aan zijn roest vast te leggen door het bandje of riempje vast te maken aan de veter, die vaak van zilver is gemaakt en gegraveerd om de vogel te kunnen identificeren.
Het omzetten van elke willekeurige vloeibare substantie naar een substantie in damp- of gasvorm.
Kaarten waarop het transport van materialen wordt weergegeven, met behulp van lijnen die de spoorwegen, waterwegen en andere wegen waarover dat transport plaatsvindt, voorstellen, waarbij de breedte van de lijnen de hoeveelheid vervoerde materialen aangeeft.
De kwaliteit of staat in een schilderij of van een object door het gebruik van optische illusie, gemanipuleerde oppervlakken of naast elkaar geplaatste strijdige afbeeldingen.
Systemen voor verwarming door straling van een oppervlak, vooral van een oppervlak dat wordt verwarmd door middel van elektriciteit, hete lucht of heet water.
Verwijst naar plattegronden die de ligging en configuratie van verwarmingsvoorzieningen binnen een structuur laten zien. Meestal geven ze de positie aan van verwarmingsketels, radiatoren of andere verwarmingsbronnen, leidingen en ventilatiekanalen, alsmede het aantal ruimten en de gewenste temperaturen. Ook kunnen er specifieke symbolen en conventies in zijn opgenomen, bijvoorbeeld de toevoer van stoom of verwarmde lucht in rood, en de stoom- of luchtafvoer in blauw.
Het beïnvloeden door weersomstandigheden van veranderingen in de kleur, de textuur, de samenstelling of de vorm van een voorwerp.
Organisaties of afdelingen van organisaties die direct antwoorden geven op vragen van gebruikers of ze verwijzen naar informatiebronnen die hun vragen naar tevredenheid zullen beantwoorden.
Additief voor klei, zoals zand of gruis, ter verbetering van de bewerkbaarheid, de uniforme vorming en het drogen.
Wordt gebruikt voor allerlei soorten kaarten met afbeeldingen van bijvoorbeeld sportmensen, filmsterren of bloemen, die sinds de 19e eeuw per stuk of in sets worden uitgegeven, voornamelijk om te worden verzameld. Sommige kaarten worden tevens voor publiciteitsdoeleinden gebruikt en kunnen om die reden als een soort 'reclamekaarten' worden gebruikt. Andere kaarten zijn te verkrijgen door aankoop van een bepaald product en kunnen om die reden als 'extra's' worden beschouwd. Gebruik 'handelskaarten' voor kaarten uit de 17-19e eeuw, die handelsadvertenties en soms allerlei afbeeldingen bevatten.
Wordt gebruikt voor procédés die te maken hebben met hydrolyse van een organische samenstelling, met name veroorzaakt doordat vetten worden gesplitst in vetzuren en glycerine door verhitting met zuren en basen. Uiteindelijk wordt hierdoor zeep gevormd.
Geheime organisaties die tegen de heersende macht in gaan, met name in bezette landen; meest gebruikt voor de ondergrondse beweging die zich tegen de bezettende macht verzette tijdens de Tweede Wereldoorlog.
Handgereedschap dat meestal de vorm heeft van een driehoekig blad aan het einde van een steel. Worden gebruikt om cilindrische verwijdingen te maken om de bovenkant van een bout, moer of schroef te verzinken zodat deze niet boven het oppervlak uitsteekt.
Dunne, gladde spijkers met een kleine verzonken kop, die worden gebruikt om timmerwerk af te werken.
Grote familie van meer dan 400 soorten vleermuizen, die wereldwijd in zowel tropische als gematigde gebieden worden aangetroffen. Hun leefgebied varieert van tropisch bos tot woestijn. Ze worden gekenmerkt door kleine ogen en een sterk ontwikkelde staart en vaak hebben ze lange vleugels, terwijl sommige soorten zeer grote oren hebben.
Een standaard voor kommen, bijvoorbeeld voor Romeinse kraters of Chinese kommen van brons die men voor rituelen.
Lampen met een Argandbrander waarin de centrale luchtstroom door een gleuf in de cirkelvormige pit wordt geleid in plaats van door een buis, met een glazen houder om de hitte van de vlam van het zeer vluchtige kamfermengsel waar deze lampen op branden, weg te houden. De brander heeft zowel zonne- als knoopdeflectoren. Ze zijn in Engeland ontworpen door James Young.
Wereldlijke overgangsriten bij diverse Afrikaanse volkeren waarbij huwbare meisjes worden afgezonderd en gedurende een bepaalde periode grote hoeveelheden vet voedsel te eten krijgen, als voorbereiding op het huwelijk en de ongemakken van een bevalling.
Persen van verschillend ontwerp, bedoeld om overtollig vet uit vlees te persen, teneinde het vet als reuzel of talg te gebruiken of het vlees gezonder voor consumptie te maken.
Een zuur van een groep alifatische zuren, in het bijzonder palmitinezuur, stearinezuur of oliezuur. Deze vetzuren bestaan uit een lange hydrokoolstofketen die eindigt in een carboxylgroep en in verbinding met glycerol een vet vormt.
Te gebruiken om de werken of de cultuur te beschrijven van de gelijknamige grootste vissersstam op Madagaskar. Deze groep bewoont tegenwoordig de zuidwestkust van het eiland.
Verwijst naar een Italiaanse keramiekstijl die werd vervaardigd door Francesco Vezzi in Venetië tussen 1720 en 1729. Deze stijl werd beïnvloed door de porseleinstijlen uit wenen en Meissen, en kenmerkt zich door een vochtig ogende, heldere glans en scherp afgetekende geschilderde decoraties, waaronder chinoiserie, wapenschilden en vormen die werden afgeleid van Europees zilver.
Bruggen, meestal rustend op een reeks bogen, die wegen of spoorwegen over lagergelegen terrein heen voeren.
In de schilderkunst, drukkunst of andere creatieve processen voor het maken van afbeeldingen te gebruiken voor het effect van oscillatie of flikkerende bewegingen in een deel van de afbeelding, veroorzaakt door de nevenschikking van contrasterende aanvullende kleuren die vrijwel of geheel dezelfde lichtintensiteit hebben.
Verwijst naar de stijl en beweging in de schilderkunst gebaseerd op ideeën van de in Uruguay geboren schilder en theaterontwerper Rafael Barradas, die een reactie vormt op de principes en ideeën van het futurisme. De beweging benadrukte het trillen en glinsteren van oppervlakken en platte vlakken door middel van gemanipuleerde kleuren en licht. Deze stijl beïnvloedde later de werken van filmmaker Luis Buñuel en schilder Salvador Dalí.
Functionarissen die in rang ondergeschikt zijn aan de president in een regering of organisatie en die als president kunnen fungeren in het geval van diens afwezigheid of invaqliditeitn.
Lage, lichte, halfopen rijtuigen met vier wielen, met een open bok vooraan voor de bestuurder en met een bank voor twee passagiers die werd overdekt met een vouwdak of een half dak; ontwikkeld in de tweede helft van de 19e eeuw en vooral gebruikt als parkrijtuigen. Kan bij uitbreiding ook gebruikt worden voor halfopen toerauto's met een vouwdak dat alleen de achterbank overdekt.
Wordt gebruikt voor Romeinse zilveren munten van onbekende waarde uitgegeven tussen ruwweg 211 en 170 v.C. en gekenmerkt door een afbeelding op de achterzijde van Victoria die een krans plaatst op een trofee.
Leden van een Peruaanse viervoetersoort met een vacht van lange, dunne wol. Met de lama is de alpaca klaarblijkelijk enkele duizenden jaren geleden gedomesticeerd door de indianen in het Zuid-Amerikaanse Andesgebergte. Alpaca's zijn aanmerkelijk kleiner dan lama's en worden in tegenstelling tot lama's niet als lastdieren gebruikt maar alleen gehouden om hun wol.
Zowel oude Romeinse stedelijke woonwijken als Romeinse en Middeleeuwse handelswijken of dorpjes, die meestal buiten de muren van nabijgelegen militaire nederzettingen lagen.
Kleine slaapkamertafels, vaak geschraagd, met een tafelblad met brede rand en soms één of meerdere planken, waar een man de inhoud van zijn zakken op kan legen wanneer hij zich uitkleedt. Ze werden voor het eerst gemaakt in Frankrijk, rond 1720, en werden tegen het einde van de 18e eeuw eveneens populair in Frankrijk.
Te gebruiken voor alle interactieve computerspelletjes waarbij een speler elektronisch voortgebrachte beelden op een videoscherm bestuurt; meestal beperkt tot spelletjes die na het einde van de jaren zeventig zijn geschreven voor microcomputers, automatenhallen of toepassingsgerichte bedieningspanelen.
Verwijst naar de stijl die is vernoemd naar de hoofdstad van Laos en werd gesticht door koning Setthathirath (1548-1571 n. Chr.). Deze stijl wordt gekenmerkt door culturele invloeden uit Chao Phraya, Mon Dvaravati, Thailand en Angkor. In de beeldhouwkunst in deze stijl zijn de thema's en iconen ontleend aan het boeddhisme. Monumenten zoals stèles bij ziekenhuizen weerspiegelen duidelijk de Angkor-stijl die dominant was tijdens de heerschappij van koning Jayavarman. Verder kwam het Phra Bang-Boeddhabeeld veel voor. In de architectuur laat de stijl zich typeren door opvallende tempelstructuren zoals het koninklijk paleis, Vat Ho Phra Kaeo en That Luang, een stoepa waar een relikwie van Boeddha wordt bewaard.
Verwijst naar de muurschilderstijl die zich ontwikkelde na de aardbeving in Pompeji in 62 v. Chr. Deze stijl werd populair gemaakt door schilders die voor keizer Nero in Rome werkten. De stijl wordt gekenmerkt door uitvoerige architectonische ontwerpschetsen, trompe-l'oeil, genrestukken, stillevens en naast elkaar geplaatste geschilderde en echte lijstwerken.
Het celebreren, eren of herdenken met ceremonies, festiviteiten of openbare loftuitingen.
Verwijst naar de periode in Egypte van circa 722 tot 715 v. Chr. Er is weinig bekend over de kunst en architectuur uit deze periode.
Methoden voor het maken van fotomechanische afdrukken in alle mogelijke kleuren. Beelden worden gefotografeerd met halftintschermen als drie- of vierkleurige scheidingen; er worden afzonderlijke drukplaten gemaakt, waarop in register wordt gedrukt met doorzichtige inkt.
Figuren samengesteld uit vier gelijke lobben afgescheiden door uitsteeksels.
Verwijst naar gebouwen, in het bijzonder klassieke Griekse en Romeinse tempels en gebouwen met een soortgelijke structuur, met een of meer rijen van vier zuilen aan een of beide uiteinden.
Verwijst naar de culturen die zich ontwikkelden in de regio die is gesitueerd langs de oosterse kust van het Indochinese schiereiland en die tegenwoordig bekendstaat als Vietnam. Artistieke productie in deze regio wordt gekenmerkt door een breed scala aan stijlen en onderlinge vermenging hiervan. Kenmerkend zijn dynastieke tempelconstructie met variaties van torenschrijnen, sanctuaria, portieken, gemodelleerde kapitalen en nissen, alsmede prachtig en verfijnd beeldhouwwerk met monsterfiguren die hoeken van architraven versierden, leeuwenfiguren, robuuste slangachtige ornamentatie die doet denken aan bladmotieven van de Indo-Khmer en aan Dong Song-stijlen, en grote iconen en reliëfpanelen die zijn gebeeldhouwd in sensuele stijlen die doen denken aan Chen-la-werken. Vanaf de 15de tot en met de 18de eeuw, bevatte architecturale planning confucianistische en taoïstische elementen, en beeldhouwkundige stijlen uit deze periode worden gekenmerkt door zeer kleurrijk houtsnijwerk dat is gebaseerd op de draak-en-wolkdecoratie van de Ming- en Ch'ing-dynastieën in China.
Een aantal foto's van een plek, gebeurtenis of activiteit die om commerciële redenen bij elkaar zijn gevoegd; soms worden ze ingebonden met behulp van een spiraalband, soms gevouwen in de vorm van een harmonika.
Te gebruiken voor koetsen die door paarden worden getrokken en die openbaar te huur zijn, meestal met plaats voor twee tot zes passagiers, waarbij de koetsier buitenop rijdt; in gebruik van de 17e tot eind 19e eeuw. Gebruik 'taxi's' voor auto's met een vergunning om passagiers tegen betaling te vervoeren.
Passe-partouts voor het maken van gravures, tekeningen, foto's of andere afbeeldingen met vervloeiende omtrek. Term ook gebruikt voor die afdrukken zelf en voor andere tweedimensionale beeldende werken met vervloeiende randen.
Boekversieringen, oorspronkelijk van wingerdblaadjes, later kleine gegraveerde prentjes op de titelpagina en aan het begin of slot van hoofdstukken, ook wel op postpapier, nota's enz.
Verwijst naar de periode in de Chinese geschiedenis tussen de val van de Tang-dynastie (907 n. Chr.) en de stichting van de Sung-dynastie (960 n. Chr.), toen vijf dynastieën elkaar in betrekkelijk korte tijd opvolgden in Noord-China. Al deze dynastieën hadden Kaifeng in de provincie Henan als hoofdstad. De zuidelijke regio's kenden meer welvaart en langere perioden van vrede dan het noorden, waardoor de literatuur, de schilderkunst, de productie van metaalwerk en reliëfsculpturen en de textiel- en keramiekindustrie tot grote bloei konden komen. De keramiekindustrie in het noorden was wel belangrijk als overgangsfase, en de industriële Ding-ovens in Hebei brachten veel welvaart.
Kleine munten van de Verenigde Staten en een aantal andere voormalige Britse gebiedsdelen. In de Verenigde Staten bestaan de munten meestal uit 25% nikkel en 75% koper en hebben ze een waarde van een twintigste dollar.
Verwijst naar de periode van circa 2465 tot 2325 v. Chr. in Egypte. De periode wordt gekenmerkt door een voortzetting van de tradities van de vierde dynastie in de kunst en de architectuur, maar met opmerkelijke verschillen, zoals de kleinere afmetingen van de koningspiramiden en de grotere privé-graftomben voor de elite.
Verwijst naar de periode in Egypte van circa 750 tot 656 v. Chr. tijdens de Kushite overheersing. De periode kenmerkt zich door een terugkeer naar de monumentaliteit, groot vakmanschap, en archaïserende tendensen, met name in de sculptuur.
Figuren die bestaan uit vijf gelijke bogen of lobben, afgescheiden door uitsteeksels.
Verwijst naar de periode van circa 1630 tot 1532 v. Chr. in Egypte, tijdens de heerschappij van de Aziatische Hyksos in het noorden. De periode wordt gekenmerkt door Aziatische invloeden en technische vernieuwingen in bronsbewerking en aardewerk. Er is weinig bekend over de belangrijkste kunst en architectuur, behalve dat de Hyksos-koningen er de voorkeur aan gaven zich oudere standbeelden toe te eigenen en daarin hun eigen naam te graveren.
Soort grote bladverliezende heester of kleine loofboom, inheems in Zuidwest-Azië en het Middellandse Zeegebied, die op grote schaal wordt gekweekt voor zijn eetbare vrucht. Het was een van de eerste planten die werd gekweekt door de mens, zoals blijkt uit bewijsmateriaal dat dateert uit de periode 9400-9200 v.Chr., dus nog vóór de domesticatie van tarwe, gerst en peulvruchten.
Hout van de soort Ficus carica, die inheems is in een gebied dat zich uitstrekt van het Aziatische deel van Turkije tot het noorden van India, hoewel natuurlijke zaailingen ook in de meeste mediterrane landen groeien. De boom wordt over het algemeen gekweekt voor de eetbare vrucht.
Relatief kleine massa van water, meestal aan alle kanten omringd door land.
Verwijst naar de periode, cultuur en kunststijl die werd vervaardigd tussen het eind van de 8ste eeuw en het begin van de 12de eeuw in Scandinavië en de Scandinavische nederzettingen in het buitenland. De term is ontstaan uit het oude Noorse zelfstandig naamwoord ‘víkingr’, en verwijst in nauwere zin naar zeerovers en kapers. Desondanks wordt de term meestal gebruikt voor het gehele spectrum van de Scandinavische cultuur uit deze periode.
Romeinse villa's die dienen als boerderijen.
Romeinse landhuizen die bij de stad liggen en dienen voor recreatie, niet voor de landbouw.
Gebruikt sinds de Romeinse tijd als aanduiding voor landhuizen, over het algemeen van enig aanzien, en vaak met inbegrip van hun bijgebouwen en de tuinen. Tegenwoordig wordt een villa nog steeds gezien als een groot huis in een landschappelijke omgeving, maar ook een dergelijke woning in een stad wordt wel villa genoemd.
Verwijst naar de periode en cultuur uit de IJzertijd genoemd naar de archeologische vindplaats Villanova, in de buurt van het Italiaanse Bologna. De cultuur kwam voor in Noord- en Midden-Italië en Campanië in de 9de en 8ste eeuw v. Chr. en hield in Noord-Italië stand tot de 6de eeuw v. Chr. De cultuur varieerde in de verschillende streken tijdens de verschillende perioden, maar kenmerkend zijn de begraafplaatsen, wapenuitrusting, wapens, sieraden, grafurnen en ander aardewerk, waaronder dubbel-conische en huisvormige urnen, gedecoreerd met geometrische ontwerpen die werden ingekrast en gestempeld. Veel onderzoekers menen dat de Villanova cultuur zich ontwikkelde uit een tak van de urnenveld- culturen uit Oost-Europa die Italië binnentrokken en daar uiteindelijk werden geconfronteerd werden met de oprukkende Etrusken. Anderen classificeren deze cultuur als het begin van de Etruskische beschaving.
Kleine, gewoonlijk welvarende, gemeenschappen die voorbij de buitenwijken van een stad liggen
Stof die meestal wordt vervaardigd uit wol of andere dierenharen, vaak vermengd met natuurlijke of synthetische vezels; de losse vezels worden met elkaar verbonden door de inwerking van warmte, vocht, chemicaliën en druk, zonder te spinnen, weven of breien.
In algemene zin, iedere handwerker die bij de vervaardiging van vilt is betrokken. In Londen bestond sinds 1604 de Worshipful Company of Feltmakers, een bedrijf dat tot het livreigilde behoorde en waar vilten hoeden werden vervaardigd. In het tegenwoordige taalgebruik verwijst 'viltmakers' meestal naar kunstenaars en ambachtslieden die gebeeldhouwde of als kledingstuk bedoelde voorwerpen creëren uit viltvezels, meestal wol. Gebruik 'textielkunstenaars' als algemene aanduiding van personen die werken creëren uit vezelig materiaal.
Verwijst naar een Neolithische stijl en cultuur die zich voordeed in Oost-Europa in het 5de millennium v. Chr., en die is genoemd naar eenarcheologische vindplaats in Servië, langs de Donau. De stijl kenmerkt zich vooral door de vervaardiging van losstaande beelden van mensen en dieren van klei.
Een originele en vruchtbare creativiteit. Met name te gebruiken om te verwijzen naar de kunsttheorie, vooral gedurende de Renaissance, waarmee de selectie en het gebruik van het onderwerpen wordt aangeduid.
De uiteinden van de hand van een mens of een dier, gewoonlijk vijf (zoals bij mensen) of vier in getal.
Kleine, klokvormige dopjes die op de vingertop worden geplaatst om deze tijdens het naaien te beschermen.
Kleine kommetjes, van glas, zilver of ander materiaal, die water bevatten waarmee aan tafel de vingers kunnen worden gewassen.
Afrikaanse vingerringen waar scherpe, ronde of halvemaanvormige klingen aan zijn bevestigd, vaak met een zeer kleine schede ter bescherming van de drager; worden voornamelijk als wapen gebruikt en soms als snijgereedschap. Exemplaren met klingen die kleiner zijn dan normaal kunnen verborgen in de handpalm worden gedragen.
Kleine poppenkastpoppen die op één vinger passen en daarmee worden bewogen.
Zeer kleine houtschaven.
Familie waartoe honderden soorten kleine, zaadetende zangvogels met een kegelvormige snavel behoren, waarvan er vele, maar niet alle, 'vink' worden genoemd.
Korte, diepe scheepskielen in de vorm van een vin, meestal gebruikt bij zeiljachten om het zeilvermogen te loevert te verbeteren en de transversale stabiliteit onder zeil te verhogen.
Elk lid van een familie van thermoplastische synthetische harsen - variërend van vloeistoffen tot vaste stoffen - die worden gemaakt door de polymerisatie van ethyleenderivaten of vinylverbindingen; meestal vinylacetaat, vinylchloride en vinylideenchloride. Vinylharsen produceren een heldere, harde laag en worden ook gebruikt als deklaag en hechtmiddel.
Kleur die dat deel van het spectrum weergeeft dat zich tussen rood en blauw in bevindt, met een golflengte tussen 380 en 420 nanometer. De term kan verwijzen naar alle in helderheid en verzadiging variërende kleurschakeringen binnen deze groep kleuren. Voorbeelden van de kleur violet in de natuur zijn de kleur van de pruim of van het bloeiende viooltje, waaraan de kleur zijn naam ontleent. Violet is een secundaire pigmentkleur (ontstaan door vermenging van blauw en rood). Het violet uit het kleurenspectrum kan niet nauwkeurig worden geproduceerd in het RGB-kleurenmodel (gebruikt voor computerbeeldschermen).
Hout van de boom behorende tot het genus Dalbergia, inheems in Zuid-Amerika, voornamelijk Brazilië. Het spinthout is wit van kleur met duidelijk begrensd, veelkleurig kernhout. De kleuren variëren van violetbruin tot bijna zwart, met violetbruine, zwarte, zwartviolette of goudgele strepen. Vanwege het kleine formaat van de bomen zijn de toepassingen van het hout beperkt tot decoratief werk, zoals inlegsels en draaiwerk.
Snaarinstrumenten; de sopraanleden van de vioolfamilie, klankkast met vernauwing in het midden, gewelfd boven- en achterblad, 2 f-vormige klankgaten in het bovenblad, hals eindigend in een schroevenkast met krul, 4 snaren.
Te gebruiken met betrekking tot soorten computerinterfaces die als reactie op de keuzes en bewegingen van de gebruiker fascinerende zintuiglijke prikkels produceren. Te onderscheiden van 'cyberspace', wat de virtuele locatie in de gezamenlijke geheugens en computernetwerken is.
Dierenriemsymbool van een vis, ruwweg gebaseerd op het sterrenbeeld met dezelfde naam. De dierenriemtekens zijn bewaard gebleven via klassieke Griekse en Romeinse decoratie, waren populair in Noord-Europese Romaanse en Gotische kerken en werden vaak aangetroffen in middeleeuwse psalters en getijdenboeken. Ze symboliseren elke maand waarin de zon het betreffende sterrenbeeld binnengaat. Deze tekens zijn ook gebruikt als decoratie op plafonds, kaarten, uurwerken en astronomische instrumenten.
Manden met deksel, aan één kant vlak en aan de andere kant bol, voornamelijk bedoeld voor vissen, kreeften, visgerei of dergelijke. Wordt vooral gebruikt met betrekking tot de manden die door vissers op de rug worden gedragen of over de schouder worden gehangen.
In veertiende-eeuws gotisch maaswerk en afleidingen daarvan, puntige, uitgerekte openingen begrensd door elliptische en ojieve bogen.
Verwijst naar oud-Griekse schotels met een voet, versierd met realistische afbeeldingen van zeedieren. Deze populaire borden werden gebruikt om vis op tafel te serveren en zijn gemaakt van de vroege 4de eeuw v. Chr. tot ver in de hellenistische periode, niet alleen in Attica maar ook in de Griekse kolonies in het zuiden van Italië. Atheense schilders richtten de buik van de vissen altijd naar de rand van het bord terwijl Zuid-Italiaanse schilders ze juist met hun buik naar het midden afbeeldden. Sommige visborden bevatten afbeeldingen van zeevoedsel die zijn gerangschikt rond een centraal sausbakje. Androkydes van Kyzikos was een van de weinige visbordschilders die hun werk signeerden.
Instrumenten voor het meten van de viscositeit van vloeistoffen.
Het meten van viscositeit.
Wordt gebruikt voor de luchtzuiveringsfilters die gebruik maken van een oppervlak bedekt met kleverige olie of vloeistof waaraan vuildeeltjes en andere door de lucht overgedragen onzuiverheden blijven kleven wanneer de lucht erdoorheen wordt geleid.
1) Zakvormig vistuig met drijvers van kurk, waar de vis naartoe wordt geleid met behulp van een onderlijn, bijvoorbeeld met een reeks netten; gebruikt in rivieren en beschutte wateren. 2) Voor Nederland: Alle fuiken hebben een uitgerekt kegelvormige gedaante; om het net open te houden zijn er in de wand van het net van afstand tot afstand hoepels aangebracht; om de vis het terug zwemmen moeilijk te maken, dienen zogenaamde kelen of instaarten. Gewoonlijk zijn er vleugels aan de ingang geplaatst en dienen om de vis gemakkelijker de ingang van de fuik te doen vinden (VIST, Zuid-Holland, 3).
Het karakteristieke schrift van de Spanjaarden van de 8e tot de 12e eeuw, ontwikkeld uit het latere Romeins cursief.
Verwijst naar de stijl en periode van de Visigoten, een afsplitsing van de Germaanse Goten, die landbouwers waren in Dacië, in het huidige Roemenië. Zij waren gescheiden van de Ostrogoten en verdreven over de Donau door invasies van de Hunnen, en vestigden zich in het Balkangebied Moesia in de 4de eeuw. De term verwijst in het bijzonder naar de heerschappij van de Visigoten in Gallië en op het Iberisch schiereiland, voornamelijk van de 5de tot de 7de eeuw. De architectuur kenmerkt zich door bescheiden afmetingen, groot vakmanschap, gebruik van de hoefijzerboog, en een overvloed aan beeldhouwkundige decoratie. De beeldhouwkundige stijl lijkt op die van de Lombarden, en wijst vermoedelijk op een gemeenschappelijke bron. Deze kenmerkt zich door platte, decoratieve menselijke figuren, dieren, lofwerk en abstracte ontwerpen, die oorspronkelijk helder van kleur waren.
Kleine, platte, doosvormige houders die gebruikt worden voor het bewaren van persoonlijke kaartjes; wordt met name gebruikt als aanduiding voor die houders die in de victoriaanse tijd gebruikt werden voor het bewaren van visitekaartjes.
Een visitekaartje met de naam en het adres van de boekverkoper, bij wijze van bescheiden reclame.
Inrichting waar visseneitjes worden uitgebroed en de jonge vissen, die later in meren, stromen en vijvers worden uitgezet, worden grootgebracht.
Kleine messen met een plat lemmet dat sierlijk is gevormd en geen snijkant heeft. Worden gebruikt met een bijbehorende vork voor het eten van vis.
Relatief kleine gemeenschappen die dichtbij water gesitueerd zijn en waarvan de economie op visvangst gebaseerd is.
Dikke, nauwsluitende truien, meestal rond- of op vier pennen gebreid in ingewikkelde patronen, b.v. ingenieuze reliëfpatronen, in het algemeen in één kleur en vooral gedragen door vissers en zeevaarders uit Schotland en Engeland.
Keukengerei met lange handvatten en brede bladen die vaak zijn doorboord of gegraveerd met decoratieve patronen, dat wordt gebruikt om vis te serveren. Gaan soms samen met 'visvorken (serveermateriaal)'.
Stillevens die vissen en ander gerei voor opdienen en consumeren van voedsel afbeelden.
Als handelsmerk gedeponeerde naam voor een filmcamera- en projectiesysteem voor bioscoopfilms, ontwikkeld door technici van de Paramount-studio's. Standaard 35 mm-film werd horizontaal door een projector geleid, waardoor het formaat werd verdubbeld. Het systeem werd voor circa 70 films gebruikt, tussen 1954 en 1961.
Wordt gebruikt voor onderzoek met het blote oog, ter onderscheiding van meer technische analysemethoden waarbij gebruik wordt gemaakt van instrumenten of apparatuur.
Speciale effecten die worden bereikt door film- of videobeelden te combineren of te bewerken, doorgaans nadat deze beelden zijn gemaakt, met behulp van speciale optische of computertechnieken.
De mate waarin het uiterlijk van de zichtbare omgeving verandertt door een ontwikkelingsproject of planningbeleid. Omvat ook de reactie van de toeschouwer hierop.
Fysieke voorwerpen die op de eerste plaats zijn bedoeld om te bekijken, met vaardigheid en verbeeldingskracht zijn gemaakt en een esthetische waarde vertegenwoordigen. Ze hebben kwaliteit en zijn zodanig dat kunstmusea en particuliere verzamelaars ze willen verzamelen. Het gaat onder meer om tekeningen, schilderijen, beeldhouwkunst, architectuur en kunstnijverheid. Performances worden beschouwd als beeldende kunst, maar uitvoerende kunsten en literatuur niet.
Officiële aantekening in een paspoort door de daartoe bevoegde ambtenaren, waarmee wordt aangegeven dat een paspoort is gecontroleerd en dat de houder toestemming heeft om verder te reizen.
Een heldere, kleurloze tot bruinachtige, dikke, olieachtige, bijtende, met water vermengbare vloeistof, H2SO4, die meestal wordt geproduceerd door zwaveldioxide. Zwavelzuur wordt voornamelijk gebruikt bij de productie van kunstmesten, chemicaliën, explosieven en petroleumraffinage. Een integrale component van sulfaat.
Een geraamte van gevlochten twijgen, palen of takken; wordt samen met pleister gebruikt als een bouwmateriaal.
Verwijst naar de stijl in de architectuur en de kunst die zich aan het eind van de 12de eeuw ontwikkelde in Vladimir in het prinsdom Rostov-Sizdal. De stijl kenmerkt zich door een samensmelting van oosterse Byzantijnse kunst en elementen van westerse Romaanse kunst, waaronder decoratieve effecten die bestonden uit Romaanse figuratieve en ornamentele motieven.
Kleine kapzagen van 7,5 tot 15 cm lang, met zeer scherpe fijne tanden die dicht bij elkaar zitten; worden gebruikt voor nauwkeurig werk.
Uitgestrekte stukken land met weinig oneffenheden in het oppervlak, meestal vrij vlak en laaggelegen.
Draagbare of vervoerbare wapens die lange, brandende stralen vloeibare of halfvloeibare brandstof onder druk kunnen afschieten.
Type carbonzwart dat wordt gemaakt door verbranding van koolteer, minerale oliën of een ander soortgelijk materiaal, hetgeen resulteert in een carbonzwart van tamelijk inferieure kwaliteit. Als pigment is het bruinachtig van kleur en bevat het vaak olieachtige onzuiverheden.
Kruidachtige eenjarige plant, inheems in het gebied dat zich uitstrekt van het oosten van het Middellandse Zeegebied tot India. Waarschijnlijk voor het eerst gekweekt in de Vruchtbare Sikkel. De plant wordt 4 meter hoog en heeft blauwe bloemen waaruit peulen met zaadjes ontstaan. De plant wordt verbouwd vanwege de vezels, waar men vlasdraad en linnen van kan maken, en vanwege de zaadjes, waar men lijnzaadolie uit wint, een eetbare olie die wordt gebruikt als voedingssupplement en als bestanddeel van verf en een groot aantal producten waarmee men hout afwerkt. In Georgië en Zwitserland zijn bewijzen gevonden dat vlas al in de prehistorie werd gebruikt, en in Egyptische tombes heeft men geregeld fijne linnen stoffen gevonden. Fenicische handelaren introduceerden linnen in Gallië en Groot-Brittannië. De Romeinen verspreidden linnen producten over hun hele rijk. In West-Europa werd de productie van linnen in de zeventiende eeuw een belangrijke industrie.
Tot een streng gevlochten hoofdhaar. Voornamelijk bij meisjes en vrouwen.
Werktuigen bestaande uit een houten stok of steel, aan het uiteinde waarvan een dikkere en kortere stok, de zwengel, zodanig is bevestigd dat hij vrij kan draaien. Ze worden gebruikt om koren te dorsen.
Uitstekende rondhouten met drijvers, zoals een houtblok, gestoken vanuit de zijkant(en) van een vaartuig om de stabiliteit te handhaven; kan ook verwijzen naar aldus uitgeruste vaartuigen.
Stroken materiaal, vaak de overgebleven einden van de rugoverlijming of de schutbladen, waarvan de breedte zich een kort stuk uitstrekt voorbij de kneep op het plat; worden op de borden geplakt om de borden vast te zetten.
Fijnstof dat ontstaat door fijne scheiding na de verbranding van verpulverde steenkool of hout, vaak uitgestoten als luchtverontreiniging bij elektriciteitscentrales en fabrieken. In de Verenigde Staten wordt vliegas tegenwoordig ingesloten en opgevangen; wordt gebruikt als vulstof in baksteen en beton.
Draagbaar gereedschap om vliegen te verwijderen. In een ceremoniële context, voornamelijk in Afrika, dienen ze ook als symbolen voor een hoge positie of autoriteit. Meestal gemaakt van flexibele vezels, die zijn bevestigd aan een handvat. Gebruik 'vliegenmeppers' voor instrumenten die worden gebruikt om insecten te doden, gewoonlijk gemaakt van een plat stuk geperforeerd materiaal of gaas dat is bevestigd aan een handvat.
Instrumenten die worden gebruikt om insecten te doden, gewoonlijk gemaakt van een plat stuk geperforeerd materiaal of gaas dat is bevestigd aan een handvat. Te onderscheiden van ‘ceremoniële vliegenmeppers’, die men bij zich draagt om vliegen van zich af te slaan en ook kunnen dienen als symbool van maatschappelijke positie of gezag.
Te gebruiken voor lichte geraamtes, meestal van hout, die zijn bedekt met een dun materiaal en die op de wind vliegen aan het einde van een lang touw; ze waren in China al ten minste bekend vanaf de 3e eeuw v.C.
Beschermende helmen gebuikt door straaljagerpiloten, voorzien van vizier en de mogelijkheid tot het aanbrengen van verbindingsapparatuur en zuurstofmaskers of radioapparatuur; soms met geïntegreerde kaakbescherming (integraal).
De kunst of vaardigheid van het maken van lichte frames, meestal van hout, bedekt met een dun materiaal en bedoeld om aan het eind van een lang koord in de wind te laten vliegen. Bekend sinds in elk geval de 3de eeuw v. Chr. in China.
Wordt gebruikt voor terreinen waar vliegtuigen kunnen landen en opstijgen. Vaak, maar niet noodzakelijkerwijs, bevinden zich op deze terreinen ook gebouwen en installaties, bestemd voor het normaal starten en landen van vliegtuigen.
Te gebruiken voor de grootste oorlogsschepen, die als drijvende mobiele luchthavens dienen en van start-, landings- en vliegtuigonderhoudsfaciliteiten zijn voorzien.
Bril of zonnebril met rond montuur of halfmontuur met in punt omhooglopende bovenhoeken. Met name in zwang eind jaren '50 en jaren '60.
Kleine stropdassen die in een strik worden vastgeknoopt.
Platte of gemodelleerde uitstekende delen tegen binnenmuren of scheidingswanden bij de vloer, die de naad tussen de vloer en de muur bedekken.
Lange schaven, tot 92 centimeter, gebruikt bij het maken van vloerplanken. Verschillen van de reischaven in hun grootte en gebruik.
Orde van ongeveer 2000 soorten of variëteiten parasitaire, bloedzuigende insecten die op de gastheer leven en vaak ziektes overbrengen.
Wordt gebruikt voor veel en georganiseerde oorlogsschepen en aanverwante strijdkrachten die onder bevel staan van een enkele gezagvoerder. Kan verder worden gebruikt voor andere grote groepen voertuigen onder een enkele bestuurder, zoals grote aantallen motorvoertuigen die eigendom zijn van één bedrijf.
Te gebruiken voor een groot aantal verschillende vaartuigen die in feite drijvende platforms zijn, min of meer stijf en op het zelfde niveau blijvend, drijvend, zonder binnenvolume en zodanig van vorm dat water niet buiten boord gehouden kan worden.
Palen met een scherp uiteinde en een haak, die door houtvlotters worden gebruikt bij het houtvlotten en door de leggers van treinrails om de spoorstaven op één lijn te leggen.
Geplaveide of beplante eilandjes in de wegen ontworpen om de doorstroming van het verkeer te leiden (In Nederland ten behoeve van voetgangers).
Wordt gebruikt voor volledige, niet-periodieke gedrukte geschriften met meestal minder dan 80 pagina's en vaak met een papieren kaft. Soms zijn het korte verhandelingen over actuele thema's of onderwerpen. Voor kleinere gedrukte geschriften bestaand uit één gevouwen en niet ingenaaide of gebonden blad wordt 'vouwbladen' gebruikt.
Algemeen te gebruiken om aan te geven dat menig oppervlak er anders is gaan uitzien meestal als gevolg van de inwerking van waterdamp of vocht uit de atmosfeer, bijvoorbeeld de troebelheid van vernis of de efflorescentie van metselwerk. Te onderscheiden van 'blancheren' waarmee wordt aangegeven dat harsachtige of vettige lagen een melkachtig uiterlijk krijgen door de applicatie van een oplosmiddel.
Materialen of oppervlakken met behulp van een kleine hoeveelheid druk ondoordringbaar voor waterdamp of vloeibaar water maken.
Diazotypie waarbij de diazozouten de basis zijn en het verborgen beeld wordt ontwikkeld door middel van bevochtiging met een vloeistof die de koppelaar bevat.
Instrumenten voor het vaststellen van de hoeveelheid water in materialen, bijvoorbeeld hout of aarde, meestal door het elektrische weerstandsvermogen te meten.
Keukengerei dat bestaat uit een platte, verticale rechthoek die aan een handvat vastzit en door kinderen wordt gebruikt om voedsel op hun vork of lepel te duwen.
Mortel die door zijn waterige consistentie in kleine voegen of holtes kan worden aangebracht of gepompt, zoals tussen stukken keramische klei, lei of vloertegel.
Delen van het lichaam van een mens of een dier, gewoonlijk met tenen, die zich bevinden onder het enkelgewricht van de benen of poten, met als belangrijkste functie het bieden van steun en voortbeweging. Gebruik 'handen (dierlijke of menselijke lichaamsdelen' voor de uiteinden van armen.
Wordt gebruikt voor uiteinden waar een object op rust, die klein zijn in verhouding tot het voornaamste deel van het object. Gebruik 'voetstukken' voor relatief grote uiteinden waar structuren of objecten op rusten.
De afdrukken of sporen van menselijke voeten, al dan niet geschoeid.
Kleine, lage krukken die worden gebruikt om de voeten te ondersteunen.
Wordt gebruikt voor elementen van het culturele landschap die ontworpen zijn voor het gemak en de veiligheid van voetgangers.
Lichtmeters waarmee de intensiteit wordt gemeten van zichtbaar licht dat op oppervlakken valt, uitgedrukt in kaarsen.
Wordt in het algemeen gebruikt voor enkele van verschillende typen hefbomen die worden bediend met de voet en die worden gebruikt op geluidsapparaten voor verschillende doeleinden, zoals het wijzigen van de stemming van het instrument, het bedienen van een blaasbalg, het slaan tegen een trommelvel, het produceren van expressieve effecten, of functioneren als toetsen in een voetklavier.
Rechtopstaande steen aan de voet van een graf, gewoonlijk kleiner dan de grafzuil aan het hoofd van het graf.
Wordt gebruikt voor relatief massieve elementen die het onderste gedeelte van structuren of objecten vormen en waarop de overige delen rusten, of waardoor die worden ondersteund. Gebruik de term 'voeten' als het basiselement waarop een object rust, relatief klein is in verhouding tot de omvang van het object.
Tochten waarbij te voet wordt gereisd.
Anatolische tapijten die bestaan uit een witte ondergrond met een eindeloze herhaling van gestileerde, hoekige bladeren.
Verblijven voor vogels, waar ze vrij in en uit kunnen vliegen. Te onderscheiden van 'volières' waar ze niet vrij in en uit kunnen vliegen.
Verwijst naar niet-fotografische voorstellingen waarvan het gezichtspunt ver boven normale ooghoogte ligt. Op deze afdrukken, tekeningen of schilderingen is het gezichtspunt doorgaans zo gekozen, dat het lijkt alsof de kijker vanaf de wolken naar beneden kijkt. Het voordeel van dit gezichtspunt is dat de voorstelling gedetailleerder kan zijn, omdat de voorgrond de achtergrond niet aan het zicht onttrekt. Dit perspectief wordt al toegepast sinds de oude Romeinse tijd, toen het werd gebruikt om slagvelden af te beelden. Het is ook een veelgebruikt perspectief voor het afbeelden van stadsontwikkelingen, ontwerpen van landschapstuinen, en paleizen en steden. De observatiepositie van een vogelvlucht ligt boven dakniveau, maar onder dat van kaarten. Gebruik 'vogelvluchten (tekeningen)' voor bouwtekeningen in nauwkeurig perspectief. Gebruik voor foto's 'luchtaanzichten' of 'luchtfoto's'. Gebruik 'map views' voor geïllustreerde landkaarten.
Te gebruiken voor stukken land waar vogels zijn beschermd en waar ze zich kunnen voortplanten en opgroeien.
De klasse van gewervelde dieren die gewoonlijk tweevoetig en warmbloedig zijn, eieren leggen met een harde schaal en een grote dooier, en vaak in bomen leven. Doorgaans hebben ze veren, holle botten, voorste ledematen die geschikt zijn om mee te vliegen (hoewel sommige vogelsoorten hun vermogen om te vliegen zijn kwijtgeraakt), achterste ledematen waarmee ze kunnen lopen en op takken kunnen zitten, een hart met vier kamers, scherpe ogen, een hoornen snavel zonder tanden en een grote gespierde maag. Vogels zijn geëvolueerd uit theropoden, een orde van vleesetende dinosauriërs.
Vrij grote verblijven of kooien voor het onderbrengen van levende vogels; te onderscheiden van 'vogelhuizen', kleinere structuren bedoeld als behuizing voor vogels, waarin deze echter niet zijn opgesloten.
Kleine boeken of pamfletten, meestal goedkoop gedrukt en met teksten als volksverhalen, verhandelingen, ballades of kinderversjes, vroeger gevent door marskramers.
Te gebruiken voor het kunstgenre dat uit een cultureel samenhangende samenleving of context voortkomt. Dit genre wordt geleid door traditionele regels of werkwijzen aan de hand van onderling aangenomen tradities. In sommige culturen is er meer of minder ruimte voor persoonlijke expressie; deze term en dit genre worden gedefiniëerd en gebruikt vanaf de vroege 20e eeuw. Gebruik 'marginale kunst' voor het kunstgenre dat niet volgens de maatstaven, tradities en gebruiken van de cultuur van een cultureel samenhangende samenleving of context voortkomt, maar gecreëerd is buiten, en zonder tussenkomst van, de maatstaven, tradities en gebruiken van de cultuur van de gevestigde kunstwereld.
Verwijst naar kunstenaars die kunst maken binnen de context van een cultureel samenhangende gemeenschap en zich daarbij laten leiden door traditionele regels of procedures.
Sociale groepen waarvan de leden geacht worden af te stammen van een gemeenschappelijke voorouder, en die bestaan uit talrijke families, geslachten of dorpen. Meestal bewonen ze een specifiek geografisch gebied, zijn ze homogeen op cultureel, religieus en taalkundig gebied en zijn ze politiek verenigd door één leider of hoofdman.
Volkstuinen in Duitse stedelijke gebieden, bestemd voor privépersonen voor het verbouwen van gewassen en recreatie. De Duitse 'Schrebergarten' is ontstaan in 1860 in Leipzig en genoemd naar de onderwijshervormer Daniel Gottlob Moritz Schreber (1808-1861).
Verwijst naar de periode en stijl van de kunst van de Teutonische stammen, bestaande uit de Franken, Lombardijers, Vandalen, Ostrogoten en Visigoten, die het in verval geraakte Romeinse rijk tussen circa 370 tot circa 800 beheersten. De stijl beïnvloedde de architectuur, de beeldhouwkunst en de illustratie van manuscripten, maar is het duidelijkst zichtbaar in de draagbare objecten van de rondtrekkende bevolking, zoals de metalen voorwerpen en vaak gouden sieraden, soms ingelegd met email of granaat. De stijl kenmerkt zich door het verruilen van klassieke ontwerpen voor gestileerde en ornamentele ontwerpen, waarbij losstaande kleurvlakken en herhalende patronen van visgraten, kruizen, lijnen en stippels opvallen.
Verwijst naar een periode en stijl die zich voornamelijk ontwikkelde in het laatste decennium van de 15de eeuw in Florence en Rome en zich vandaar verspreidde naar andere delen van Italië en naar het noorden van Europa. Over het algemeen wordt de periode geacht te zijn geëindigd met de opkomst van het maniërisme rond 1520. De stijl ontwikkelde zich uit de Vroege Renaissance en wordt gekenmerkt door een nieuwe visie op de grootheid van de mens, heroïsche actie, compositorische orde, symmetrie, balans en harmonie.
Klei met een hoog absorberend vermogen. Het wordt op grote schaal gebruikt als een absorptiemiddel in de zuivering en ontkleuring van olie en vet.
Schriftelijke mededelingen van een gerechtshof, meestal een hof voor erfrecht of een functionaris, waarin een executeur wordt benoemd en de bevoegdheid krijgt om het testament van de testateur af te wikkelen.
Wordt gebruikt voor geronde lijsten die aan beide kanten zijn afgewerkt met voluten, en de zijkanten van een Ionisch kapiteel vormen.
Eigenlijk de kleine, dicht opeenstaande binnenvoluten op Corinthische kapitelen, m.n. in de 16e eeuw.
Mensen die volgroeid en ontwikkeld zijn, gewoonlijk gerekend vanaf 18 jaar.
Formeel of informeel onderwijs bedoeld voor personen die de onderwijsplichtige leeftijd zijn gepasseerd en waar voornaamste bezigheid niet langer het volgen van onderwijs is; hieronder valt ook basis-, vak- of vervolgonderwijs, onderwijs gelijk aan middelbare schoolniveau en schriftelijke cursussen.
Handlampen met zeer kleine houders van geblazen glas met druppel- of kurken drijfbranders, of van metaal op schotels met dunne traanoliebranders.
Wordt gebruikt voor juridische beslissingen die worden genomen door gerechtshoven, bijvoorbeeld door het hof voor de verificatie van testamenten. Gebruik 'ordinanties' voor leerstellige of disciplinaire religieuze verordeningen waarbij artikelen uit het canoniek recht worden toegepast of geïnterpreteerd.
Menselijke figuren of poppen die als richtpunt voor betoveringen en magische handelingen worden gebruikt, met name in de voodooreligie. Kan ook verwijzen naar soortgelijke beeldjes of poppen uit de oudheid die in Griekenland en elders zijn aangetroffen.
Wordt gebruikt voor tekeningen, met name uit de late Middeleeuwen en Renaissance, die als voorbeeld dienden in de werkplaats, om door leerlingen te worden gekopieerd of te worden overgedrukt naar uiteindelijke werken.
Het aanbrengen van een doordringende vloeistof om poriën te vullen, om deklagen te isoleren, of om oppervlakken geschikt te maken voor het aanbrengen van deklagen.
De eigenschap voor een relatief korte tijd te bestaan of te werken.
Zachte, losjes gedraaide vezelstrengen die zijn uitgedund en van vuil ontdaan, als voorbereiding op de verwerking tot garen.
Verscheidene procédés voor het behandelen van huiden en vellen om leer te produceren met slechts een gedeeltelijk verlies van de originele vezelige structuur.
Beton dat niet op de plaats van bestemming wordt gestort en uitgehard. Gebruik 'ter plekke gestort beton' voor beton dat, als deel van een bouwconstructie, in vloeibare vorm wordt gestort op de plaats waar het hard moet worden.
Constructies met deuren die toegang geven tot de hoofddeuren van een gebouw, waardoor een sluissysteem ontstaat met twee stellen deuren, of draaideuren, bijvoorbeeld in kerken, theaters, banken, schone kamers in laboratoria, schepen, enzovoort. Bij beveiligde systemen moet de buitendeur eerst dicht zijn voor men de binnendeur opent. Ook als deze veiligheidsmaatregel niet wordt toegepast (bijvoorbeeld in kerken), beschermt het systeem de binnenkant van het gebouw tegen licht en geluid van buiten en tegen wind en regen. Het verschil tussen een voorhal en een portaal is erin gelegen dat een portaal deel uitmaakt van het grondplan en met het gebouw is geïntegreerd, terwijl een voorhal een aparte constructie is die aan de hoofdingang is vastgemaakt.
Metalen platen op bepaalde salades en gesloten helmen, die over de schedel heen buigen tot aan de rand van de wenkbrauwen en die dienen als extra bescherming van het voorhoofd. De eerste typen uit de eerste helft van de 15e eeuw bestonden uit één zware, gebogen, gepunte plaat, die was vastgeklonken aan de schedel van de helm. Tegen het einde van de 15e eeuw werd een afneembare vorm, gemaakt van twee platen, ingevoerd die tot halverwege de 16e eeuw in gebruik bleef op Duitse toernooihelmen.
Wordt gebruikt voor die oppervlakken of gedeelten van objecten die naar voren zijn gericht, of die worden beschouwd als het belangrijkst of nuttigst. Als bijvoeglijk naamwoord dat de plaats van iets aan of bij de voorkant van iets beschrijft wordt 'voor' (Kenmerken en Eigenschappen) gebruikt.
Te gebruiken om vuurwapens te beschrijven die vanaf het voorste eind van de loop worden geladen.
Bankschaven met een licht gebogen beitel, die worden gebruikt om de vlakke oppervlakken van ruwe planken te effenen.
Gemaakt ter voorbereiding op verder werk, meestal voor werk door middel van een andere techniek dan tekenen, vooral voor het maken van prenten. Gedetailleerder dan schetsen. Gebruik andere termen, zoals 'schetsontwerpen' of 'ontwerptekeningen' voor tekeningen ter voorbereiding van architectonische bouw.
Speciaal getrainde arbeiders die met een werkploeg werken en deze ook vaak leiden.
Studies die een eerste verkenning zijn van een onderwerp. Meer afgewerkt dan 'voorbereidende schetsen' en meer gericht op één deel van een ontwerp dan 'voorlopige ontwerptekeningen'. Gebruik voor architectuur liever 'studies (beeldmateriaal)' of 'detailstudies'.
Wordt gebruikt voor ruimten tussen de buiten- en binnendeuren van gebouwen, of voor beschutte ruimten aan gebouwen, direct voor de buitendeuren. Gebruik 'hallen' voor ruimten die zich achter de buitendeur bevinden en niet met een binnendeur of andere barrière van de overige ruimten in het gebouw zijn gescheiden.
Ronde of rechthoekige platte schalen, in het algemeen gemaakt van hout, keramiek of metaal, waarin vlees of ander voedsel wordt gesneden of opgediend. Vroege houten exemplaren hebben vaak een dieper gedeelte voor het voedsel en een tweede kleinere uitsparing voor zout. Gebruik 'platte schotels' voor grote borden, meestal rond of ovaal en vaak van aardewerk of metaal, die worden gebruikt voor het serveren van vlees.
Gebieden, gewoonlijk woonwijken, die zich compact ontwikkeld hebben of zich aan het ontwikkelen zijn, aan de periferie van een centrale stad. Te onderscheiden van centrale steden door hun meer homogene sociaal-economische en fysieke karakter, hoewel er zelden een duidelijke scheiding is tussen buitenwijken en centrale steden
Zij die zich bezighouden met het uitbreiden of verlenen van politiek stemrecht aan personen die dit ontberen, zowel in het algemeen als aan specifieke groepen in de samenleving.
Beeldende werken, die in werkelijkheid bestaande objecten herkenbaar tonen.
In algemene zin, objecten die zijn gemaakt of bewerkt door mensen, gewoonlijk handgereedschap, gebruiksvoorwerpen, sieraden of kunst. In de archeologie is een artefact een object dat is vervaardigd door een menselijke cultuur en wordt onderscheiden van natuurlijke resten, en later is aangetroffen bij archeologische werkzaamheden. Zie ook 'culturele artefacten' voor de context van objecten die specifiek worden verzameld door musea. Gebruik de term niet in de technische en medische betekenis, dat wil zeggen voor een product of effect dat niet aanwezig is in de natuurlijke toestand van een organisme of een systeem, maar optreedt wegens het onderzoek zelf of het gevolg is van een andere externe activiteit.
Zij die het gezang van een koor of gemeente in een kerk, klooster of kathedraal begeleiden of dirigeren, met name de functionarissen van sommige kerken met die titel.
Landbouwwerktuigen bestaande uit een lange rechte steel, aan het uiteinde voorzien van twee of meer grote punten, gebruikt om te dragen, graven, tillen of schudden.
Vorken die meestal kleiner zijn dan eetvorken. De term kan ook verwijzen naar alle vorken die deel uitmaken van een couvert, of eigenlijk naar alle vorken die bedoeld zijn om mee te eten, en dus niet om eten mee op te dienen.
Verwijst naar naaldwerk dat ontstaat door een motief te haken tussen de punten van een grote haarspeld of ander gebruiksvoorwerp met de vorm van een haarspeld. Door om de punten heen lussen te maken blijft het werk tijdens het haken op zijn plaats. Als het werk is voltooid, wordt het van de haarspeld geschoven. Het kenmerkt zich door grote open lussen aan beide zijden. Door het samen te binden ontstaan rozetten. Ook kan het aan andere stukken guimpewerk worden bevestigd. Het wordt meestal gebruikt om boorden, garneersels, hoofddeksels of andere apparels te maken.
Behorend tot de vloeistofmechanica, de verhoudingen tussen drukkracht en viskeuze kracht.
Wordt gebruikt voor de handeling van het maken van gietvormen of het vormen met behulp van een gietvorm; meestal wordt de vorm gevuld met een vloeibare of vloeibaar gemaakte stof. De uitdrukking "in een vorm gieten" dient te worden onderscheiden van 'modelleren' waarbij een materiaal door drukken in een bepaalde vorm wordt gebracht.
De tak van de grammatica die zich bezighoudt met de kleinste betekenisdragende eenheden in talen, en hun woordvorming en woordstructuur.
Verwijst naar de Britse literaire en artistieke beweging die in 1914 werd opgericht door Wyndham Lewis en leden van het ‘Rebel Art Centre’. De werken, waaronder schilderijen, prenten en foto’s, waren geïnspireerd door het Italiaanse Futurisme en kenmerken zich door sterke contouren en duidelijke, hoekige vormen die aan machines doen denken.
Algemene term voor verschillende soorten uit de familie van de Canidae, met name voor die van het genus Vulpes, zoals de rode of gewone vos (V. vulpes), die zowel in de Oude als de Nieuwe Wereld voorkomt. Een aantal andere vossensoorten behoren tot andere genera dan Vulpes, zoals de Noord-Amerikaanse grijze vos, de poolvos, de grootoorvos en de krabetende vos. Vossen lijken op kleine honden. Ze hebben een spitse snuit, grote oren en een dikke, ruige staart.
Betrekkelijk kleine beelden, geschilderd of gebeeldhouwd als bas-reliëf of als rondsculptuur, die aan een christelijke kerk of bedevaartsplaats worden geschonken in de hoop op of uit dankbaarheid voor het lenigen van ziekte of smart door God, de Maagd Maria of een heilige. De beelden kunnen heiligen, andere menselijke figuren, delen van menselijke figuren of andere levende of onbezielde zaken voorstellen. De Latijnse en Griekse inscripties die vaak op de beelden voorkomen beginnen met de woorden ‘ex voto’ respectievelijk ‘hyper euches’, vandaar dat votiefbeelden ook wel ‘ex voto’s’ worden genoemd. De term kan ook verwijzen naar prechristelijke en pre-islamitische cultusobjecten en rituele voorwerpen van soortgelijke of identieke vorm uit Klein-Azië, Noord-Afrika, het Middellandse Zeegebied en westelijk Centraal-Europa. Kan ook worden gebruikt voor soortgelijke voorwerpen die via recentere tradities zijn ontwikkeld in de godsdiensten van India, Tibet, China en Japan. Gebruik ‘votiefgeschenken’ voor voorwerpen met dezelfde functie maar zonder beelden.
Te gebruiken voor objecten of monumenten zijn geschonken aan een openbare plek of vereringsplaats, vooral uit dankbaarheid voor redding uit de nood. Gebruik de term 'votiefbeelden' voor dit soort objecten die zelf een afbeelding zijn of die een afbeelding bevatten.
Kleine gedrukte geschriften die bestaan uit een gevouwen blad dat niet is genaaid of ingebonden. Voor grotere gedrukte geschriften, die minder dan 80 pagina's en vaak papieren kaften hebben, wordt 'pamfletten' gebruikt.
Gebruik voor door auto's getrokken recreatievoertuigen op wielen, vaak met een opvouwbare tent van canvas of een ander materiaal die een tijdelijke verblijfplaats creëren tijdens het camperen. Te onderscheiden van 'caravans' die een vaste vorm hebben en 'campers' die groter en gemotoriseerd zijn.
Smalle, dunne instrumenten, gewoonlijk met spits toelopende randen en ronde of spits toelopende uiteinden, gebruikt voor vouwen, gladstrijken, polijsten en andere bewerkingen.
De omstandigheid of toestand van geestelijke of lichamelijke harmonie, kalmte of sereniteit, of wederzijdse overeenstemming, tussen individuen of groepen.
In het algemeen te gebruiken voor de bedrijfstak die faciliteiten verzorgt en service verleent aan mensen die voor hun plezier reizen.
Staat van gealarmeerdheid en urgentie, ongerustheid ten opzichte van een mogelijk schadelijke ervaring.
Personen die, als lid van een vereniging of genootschap, steun geven aan instellingen zoals musea, bibliotheken en liefdadigheidsinstellingen in de vorm van geldelijke bijdragen, vrijwilligerswerk of publieke steunbetuigingen. Gebruik 'sponsors' voor hen die, als individuen of als groep, de hoofdverantwoordelijkheid voor doelen of projecten op zich nemen. Gebruik 'begunstigers' voor personen die als individuen of als groep doelen steunen maar er niet per se verantwoordelijk voor zijn. Gebruik de term niet in de algemene betekenis van 'vrienden', dus niet voor personen die een band van wederzijdse welwillendheid en intimiteit met elkaar hebben.
Klavechords, waarin elke toets een eigen paar snaren bedienend.
Wordt gebruikt voor balken die aan elk uiteinde worden ondersteund zodat de uiteinden vrij kunnen draaien.
Wordt gebruikt voor die eindpagina's van een boek die niet vastgeplakt worden aan de band.
Constructie met een horizontaal uitstekend onderdeel dat aan één uiteinde niet wordt ondersteund.
Rieten in de vorm van een uitgerekte band of strook die strak is gespannen tussen twee punten en waarlangs een luchtstroom wordt geleid.
Niet met werken of andere verplichte activiteiten belast.
Bezigheden, tijdverdrijf of lichamelijke activiteiten die door mensen en dieren worden ondernomen met als enig doel de activiteit zelf, of ter ontspanning en vermaak.
Verwijst naar arbeiders die geschoold waren als steenhouwer voor bouwkundige doeleinden, waarvan de oudste schriftelijke meldingen in Europa dateren uit de Middeleeuwen. Ze onderscheiden zich van andere metselaars in die zin dat ze een grote vakkennis bezaten en uitstekend waren opgeleid in zowel fijn als complex werk. Vaak trokken ze rond en vestigden ze zich op plaatsen waar grote of belangrijke bouwwerken verrezen. Ze werden vooral bekend om hun systeem van geheime tekens en wachtwoorden, welke ze van andere vrijmetselaars leerden en die fungeerden als bewijs dat ze voldoende bekwaamheid en scholing bezaten. In de 16de eeuw werd de term vaak in lovende zin gebruikt als synoniem van 'metselaar', om aan te geven dat de betreffende steenhouwer uitzonderlijke gaven bezat.
De leer en praktijken van de broederschap van de 'Vrije en geaccepteerde metselaars', 's werelds grootste geheime genootschap. De vrijmetselarij verspreidde zich door de opmars van het Britse Rijk en is nog steeds het meest populair op de Britse eilanden en in andere landen die banden hadden met het rijk. Het genootschap zou zijn opgericht voor wederzijdse hulp en vriendschap. De leden geloven dat het historische wortels heeft die zijn terug te voeren op de Romeinen, de Egyptenaren en de bouw van de piramides. De vrijmetselarij bevat tradities en rituelen die symbolen gebruiken van of verwijzen naar de gereedschappen van middeleeuwse steenhouwers, met name de winkelhaak en de passer. Net als andere ambachtsgilden in het middeleeuwse Europa ontwikkelden veel metselaarsgilden die vrijmetselaars in hun gelederen hadden uitgebreide geheime rituelen voor het overbrengen van de kennis van hun ambacht en voor de inwijding van nieuwe leden. Deze rituelen veranderden in de loop van de vroegmoderne tijd. In het 16e-eeuwse Schotland nam de vrijmetselarij elementen over van het hermetisme uit die tijd. Vanaf het begin van de 17e eeuw laten de loges ook leden toe die niet zijn betrokken bij de bouwsector.
Blaasinstrumenten waarbij het geluid wordt geproduceerd door metalen of rieten tongen die binnen een nauwsluitende lijst trillen en aan één uiteinde vrij kunnen bewegen terwijl ze aan het andere worden vastgehouden. De toonhoogte wordt bepaald door de lengte en de massa van de tongen.
Uit eigen vrije wil en zonder vergoeding een dienst doen of aanbieden aan anderen, of een bepaalde zaak of instelling, vooral met betrekking tot het gemeenschapsbelang.
Verwijst naar de oude cultuur van de Andhra-regio van centraal India, met name vanaf de 1ste eeuw v. Chr. tot de vroege 3de eeuw n. Chr. Aan het eind van de 1ste eeuw v. Chr. realiseerden de Andhra's indrukwekkende stenen renovaties en toevoegingen aan de stoepa van Sanchi, met name de vier beeldgesneden poorten (torana's), als gevolg waarvan de stoepa het grootste boeddhistische monument in India werd. De Andhra's bouwden nog andere boeddhistische complexen, waaronder de Grote Stoepa van Amaravati in de 2de eeuw. Amaravati was de belangrijkste stad van de Satavahana's, die uitstekende bouwers waren; de boeddhistische monumenten van deze stad luidden een nieuwe architectuurstijl in. De Grote Stoepa van Amaravati bood bijvoorbeeld een bovenste niveau voor een omgang, rijkelijk bewerkte leuningen en zuilen in plaats van torana's. Vroege Andhra-beeldhouwkunst, met name de weelderige architecturale reliëfs, staan bekend om hun decoratieve narratieve en encyclopedische kwaliteit; verfijnde bloemontwerpen, naturalistische afbeeldingen van dieren, en sensuele en weelderige menselijke figuren worden hoog gewaardeerd. Net zoals in vroege boeddhistische kunst wordt Boeddha gewoonlijk symbolisch weergegeven. Rond 200 n. Chr. wordt Boeddha echter ook weergegeven als een menselijke figuur; soms worden deze twee methoden van afbeelden aangetroffen op een en hetzelfde monument.
Verwijst naar de vroege stadia van de Byzantijnse periode, die begon toen keizer Constantijn de stad Byzantium uitriep tot de nieuwe hoofdstad van het Romeinse keizerrijk in 330 n. Chr. De stijl wordt soms gerangschikt onder de vroegchristelijke kunst, omdat er toentertijd geen sprake was van een officiële opdeling in een oostelijk en een westelijk Romeins rijk.
Verwijst naar het begin van de chalcolithische periode en cultuur, waarin mensen die gewoonlijk steen gebruikten als materiaal voor gereedschappen, af en toe koper begonnen te gebruiken, voornamelijk om er kleine kostbare voorwerpen van te maken.
B Verwijst voornamelijk naar de stijl en periode van de Christelijke kunst in Italië en het westelijke Middellandse-Zeegebied, ruwweg vanaf de derde tot het midden van de negende eeuw n. Chr. Kenmerkt zich door bewerking van de artistieke taal en symbolen van de klassieke Oudheid, maar offert klassieke idealen van lichamelijke schoonheid en technische volmaaktheid veelal op om de spiritualiteit en de onstoffelijke wereld te benadrukken. Gebruik ‘Byzantijns’ voor de stijl en periode van de christelijke kunst in het oostelijk Middellandse-Zeegebied vanaf de 4de tot aan het midden van de 15de eeuw.
Verwijst naar de periode van circa 2300 tot 1900 v. Chr. op het eiland Cyprus. De kunst van deze periode kenmerkt zich door platte beschilderde of ingekerfde terracottabeeldjes, vaatwerk met beelden uit het dagelijks leven langs de buitenrand, en de overheersing van roodgepolijst aardewerk.
Verwijst naar de periode van circa 3000 tot 1750 v. Chr. in het gebied van het hedendaagse Bahrein, het eiland Failaka en de oostkust van Saudi-Arabië. De stijl van deze periode wijst op nauwe banden met zowel de Indusvallei als Mesopotamië; dit is vooral zichtbaar in zegelafdrukken die motieven vertonen uit beide regio's.
Verwijst naar de periode in Egypte van circa 2925 tot 2650 v. Chr., ten tijde van de eerste en tweede dynastie; sommige bronnen rekenen tot deze periode ook de derde dynastie, die eindigde in circa 2575 v. Chr. Tot de kunstwerken behoren aardewerk, muurschilderingen, beeldhouwwerk en reliëfs. Tijdens deze periode werden artistieke conventies geformaliseerd. Deze hadden betrekking op de lichaamshouding van menselijke afbeeldingen, de rangschikking van beeldelementen in register en, in de beeldhouwkunst, een strenge formele weergave van de figuur waarbij de kwaliteit van de steen en de vorm van het blok behouden blijven. De architectuur onderscheidt zich door de ontwikkeling van de bovenbouw van graftomben.
De tweede fase van de vroeg-dynastieke periode in Mesopotamië, van circa 2750 tot 2600 v. Chr. Deze wordt gekenmerkt door gestileerde beeldhouwkunst, de ontwikkeling van het strijdtoneel in de zegelkunst en een betrekkelijke homogeniteit in de beeldende kunst.
De derde fase van de vroeg-dynastieke periode in Mesopotamië, van circa 2600 tot 2340 v. Chr. Deze wordt gekenmerkt door de opkomst van historische onderwerpen in de beeldhouwkunst, verfijnde luxevoorwerpen en vernieuwingen in de bouw van tempels en paleizen.
B Verwijst naar de vroegste stadia van de Etruskische cultuur en stijl, voordat de Romeinse invloeden gingen overheersen. Deze periode omvat de Vroege IJzertijd van de 9de eeuw tot circa 675 v.Chr., de oriëntaliserende fase tot circa 575 v.Chr en het eerste deel van de klassieke fase tot circa 400 v.Chr. In classificatiesystemen die de Villanovacultuur van de IJzertijd niet tot de Etruskische cultuur rekenen, begint de vroeg-Etruskische cultuur rond 750 v. Chr.
B Verwijst naar de vroegste fase van de geometrische stijl, die eindigde in het begin van de 9de eeuw v. Chr. De periode kenmerkt zich door het ontstaan van gestandaardiseerde vormen van vaatwerk, zoals amforen, pelikai, stamnoi, hydria's, oinochoai, kraters, kylikes en lekythoi, en door geschilderde abstracte vormen zoals driehoeken, blokpatronen en concentrische cirkels.
Verwijst naar de vroegste fasen van de stijl en de periode die opbloeide in Ile-de-France ten tijde van de opkomst van een sterke Franse monarchie en de daaruit voortkomende bouwactiviteiten in het midden van de 12de eeuw en die zich verspreidde naar andere Europese centra. De stijl kenmerkt zich door de introductie van lichtere constructies, dunnere muren en meer interieurverlichting, in tegenstelling tot de zware en massieve Romaanse steunmuren.In de architectuur maakt men gebruik van spitsbogen, kruisribgewelven, meer open binnenruimtes en enorme gebrandschilderde ramen.
Verwijst naar de begintijd van de hellenistische periode, van circa 330 tot circa 220 v. Chr, die wordt gekenmerkt door de vestiging van Griekse werkplaatsen in verre steden waaronder Syracuse, Pergamon en Alexandrië. Er worden technisch hoogstaande kunstwerken geschapen waarin de menselijke figuren afwijken van de laat-klassieke kunst door de steeds langere vormen en waarin de subtiel geïdealiseerde portretten op echte karakterstudies beginnen te lijken.
Verwijst naar de fase in de Jomon-periode van circa 5000 tot circa 3500 v. Chr., waarin de ontwikkeling van kleine dorpen, met behulp van touw gedecoreerd aardewerk en gevlochten manden op gang komt, alsmede het gebruik van stenen gereedschappen.
Verwijst naar het begin van de oud-Griekse klassieke periode en stijl, van circa 480 tot circa 450 v. Chr. De beeldhouwkunst in deze tijd onderscheidt zich van de eerdere archaïsche stijl doordat de menselijke vorm wordt geportretteerd met een toenemend naturalisme, met inbegrip van meer subtiliteit in gezichtsuitdrukkingen en contrapost in staande figuren. De vaasschilderkunst vertoont regionale verschillen, maar in het algemeen is ook hier sprake van een toegenomen beheersing van de menselijke vorm en van draperie. In de architectuur wordt de esthetiek van de late 6de en de vroege 5de eeuw voortgezet en verfijnd.
B Verwijst naar de vroegste fase van de Minoïsche kunst en cultuur in het alternatieve classificatiesysteem van de archeoloog Arthur Evans. De periode wordt gekenmerkt door de introductie van metalen uit Klein-Azië, onderscheidende beeldhouwkunst en aardewerk, met inbegrip van met de hand vervaardigde potten van klei, versierd met ingekerfde geometrische patronen, en andere die schijnen te zijn geïnspireerd door Egyptische voorbeelden uit de tijd van de eerste tot de vierde dynastie. Deze periode valt gedeeltelijk samen met de prepaleistijd in het classificatiesysteem van Nikolas Platon.
Verwijst naar de fase in de Nara-periode van circa 645 tot 710. De stijl komt tot uiting in de beeldhouwkunst, hoofdzakelijk in de vorm van levensgrote bronzen en kleinere kleifiguren met slanke lijnen, complex gevouwen draperieën en serene gezichtsuitdrukkingen.
Verwijst naar de stijl en periode die zich ontwikkelde toen keizer Michael VIII Palaeologus na zijn terugkeer uit ballingschap naar Constantinopel in 1261, de verwoesting begon te herstellen die de kruisvaarders hadden achtergelaten.
Verwijst in algemene zin naar de periode van circa 2000 tot 1000 v. Chr. in de oude culturen van de Olmeken en Maya's in Meso-Amerika. Wat betreft aardewerk en keramiek wordt de periode gekenmerkt door vaatwerk van gemalen steen, uiteenlopend van ruw uitgevoerde mano's en metates (wrijf- en maalstenen) tot verfijnd uitgevoerde kommen met vlakke bodem, kleine spiegeltjes van pyriet en ilmeniet, en kleine ingeboorde blokken. Bewerkte edelstenen zijn aangetroffen in de vorm van kralen, hangers, oorsieraden, objecten in de vorm van een mosselschelp, petaloïde vuistbijlen en vuistbijlvormige tabletten. Voor sieraden gebruikte men voornamelijk zuiver blauwachtig of doorschijnend jadeïet, met een zweem van donker smaragdgroen. In de architectuur wordt de periode in verband gebracht met eenvoudige hutten die voor bewoning, gemeenschapsgebruik of religieuze doeleinden waren bestemd; er beginnen zich evenwel al eenvoudige piramidevormige structuren te ontwikkelen.
Verwijst naar de vroegste fase van culturen uit de Bronstijd, die zich verschillend hebben ontwikkeld in verschillende regio’s, op basis van chalcolithische dan wel neolithische technieken. Onderscheidt zich voornamelijk van de culturen uit de Midden en Late Bronstijd door metaalassemblage en begrafenisriten. Kenmerkt zich deels door de eerste experimenten met koperlegeringen voor de productie van brons en door verbeteringen van stenen werktuigen en verscheidene andere lokale culturele ontwikkelingen. Sommige geleerden beschouwen de chalcolithische periode als de eerste fase van de Bronstijd.
Verwijst naar de vroegste fase van de IJzertijd, toen de specifieke functionele eigenschappen van ijzer voor het eerst werden benut, onder meer door het te smeden, en het de plaats van brons begon in te nemen bij de vervaardiging van gereedschappen en wapens.
Verwijst naar de kunstperiode in Meso-Amerika van ongeveer 250 v. Chr. tot 600 n. Chr. die bij keramiek wordt gekenmerkt door figuren in hoogreliëf ter versiering van cilindrische potten en het gebruik van chapopote (zwart asfalt) voor het beschilderen van de gezichten en lichamen van geelbruine of bruine figuren van klei. Edelsteenbewerking uit deze periode werd gekenmerkt doordat men steeds minder vuistbijlen gebruikte en steeds meer verfijnde beeldjes maakte met ingelegde ogen en tanden. Het gebruik van hardsteen overheerst, terwijl voor grotere beeldsnijwerken vaak gebruik wordt gemaakt van tecali. Tot de decoratieve werken uit deze periode behoren grote oorsieraden en kralenkettingen. In de beeldhouwkunst wordt deze periode gekenmerkt door complexe altaarconstructies, beeldgesneden stèles die een staande heerser afbeelden en die zijn versierd met inscripties en datumaanduidingen volgens de Lange Telling, beeldgesneden dakkammen van stucwerk, beeldgesneden houten lateien en versierde schrijnen op de toppen van piramides. Schilderstijlen uit deze periode worden gekenmerkt door muurschilderingen met rode en zwarte lijnen op wit stucwerk en hiërogliefen die zijn omkaderd door figuren of symbolen van godheden.
Verwijst naar de vroege periode in de Renaissance, toen de stijl zich ontwikkelde in Midden-Italië van het midden tot de late veertiende eeuw en zich verspreidde over het schiereiland en in de vroege tot midden 15e eeuw naar Noord-Europa. De stijl bewoog zich af van de fantasierijke, decoratieve stijlen van de middeleeuwse periode om nieuwe nadruk te leggen op de geïdealiseerde naturalistische wereld uitgebeeld in de kunst, architectuur en literatuur van het Klassieke Griekenland en Rome.
Verwijst naar het geslacht dat normaal gesproken eieren of vrouwelijke geslachtscellen produceert.
Schalen om echt of kunstfruit op te leggen. Gebruik 'compôteschalen' voor schalen op een hoge stam met voet om fruit, compôte, noten of zoetigheid op te dienen.
Het afdanken of weggooien van onnodig of overtollig materiaal, inclusief apparatuur, producten of materialen in welke vorm ook, olie, chemicaliën, gassen en vloeistoffen inbegrepen.
Wordt gebruikt voor geslepen of gepolijst, ongeschilferd, stenen of bronzen, zelden ijzeren, gereedschap in diverse vormen met beitelvormige snijkanten die door prehistorische volkeren mogelijk werden gebruikt als dissels, bijlen, schoffels of wapens.
Archeologische term die verwijst naar stenen gereedschappen waarbij flinters zijn verwijderd aan beide zijden van een rand.
Stollingsgesteente dat in tegenstelling tot plutonisch gesteente bij een uitbarsting is uitgestoten of als lava is uitgevloeid en vervolgens op of dicht bij het aardoppervlak is gestold. Kenmerkend is de fijne kristallijnen of glasachtige structuur.
Vulkanisch stollingsgesteente met een glasachtige of glazige structuur; vulkanisch glas is een natuurlijk glas dat ontstaat door afkoeling van gesmolten lava, of een vloeibare fractie van lava, die zo snel plaatsvindt dat er geen kristalvorming kan plaatsvinden.
Wordt gebruikt voor smalle, rechthoekige, houten staven die in lengte variëren van rond de 42 tot 61cm, met een klein koperen uitsteekseltje om de staaf mee in het spongat van een vat te plaatsen, bedoeld om het tekort van gedeeltelijk gevulde vaten te meten; meestal voorzien van schaalverdelingen voor vaten met verschillende capaciteiten.
Substantie die wordt toegevoegd aan een product om bijvoorbeeld de massa, de viscositeit, het dekvermogen of de sterkte te vergroten; wordt ook gebruikt om gaten of andere ruimten op te vullen.
Een transparante rode of oranjerode lak die een gouden afwerkingslaag produceert bij gebruik op een basismetaal of een verzilverd oppervlak. Vermeil werd in de 19de eeuw veel gebruikt om voorwerpen te maken die er verguld uitzagen. Tegenwoordig wordt het nauwelijks gebruikt.
Wordt gebruikt voor bouwwerken in de open lucht, meestal met een voetstuk met trappen, die werden gebouwd voor het onderhouden en vereren van het heilige vuur in de leer van Zarathoestra en soortgelijke godsdiensten.
Pannen, vaak met poten, die worden gebruikt om veilig hete kolen van een plek naar de andere te bewegen, of die passen onder het rooster van een kolenkachel en als asvangers fungeren. Voor kleine emmers, meestal gemaakt van metaal, voor het bergen of dragen van kolen, gebruiken 'kolenkitten'. Voor soortgelijke gerei voor bewaren van (brandende) kolen, maar ook voor de verwarming van een kamer of het bereiden van voedsel, gebruik 'komforen'.
Gebruik voor gebouwen bedoeld voor de instandhouding en aanbidding van het heilige vuur in de leer van Zarathoestra. Voor openlucht-constructies opgericht voor soortgelijke doeleinden, gebruik "vuuraltaren".
Houders, meestal van metaal of terracotta, in diverse vormen met een bodem bestemd voor brandende kolen. Soms met een rooster of deksel met gaatjes voor het bereiden of warmhouden van voedsel, maar soms ook voor het verwarmen van ruimten.
Vuurwapens voor recreative doeleinden; gebruik de termen onder 'projectielwapens' voor militaire projectielwapens.
Wordt gebruikt voor grondtekeningen op schaal van een W-systeem; hieronder kunnen ook aanverwante kleine aanzichtschetsen vallen. Gebruik 'W-tekeningen' voor andere tekeningen van W-systemen.
Openbare gebouwen waar men goederen woog als publieke dienst, met name dit soort gebouwen die in Europese steden zijn gebouwd voor 1800, voordat men internationale standaardgewichten invoerde. Vooral in Duitsland, Nederland en Polen stonden veel wagen. Gewoonlijk bouwde men ze in de buurt van marktpleinen, stadspoorten of havens. De autoriteiten gebruikten de gebouwen ook om belasting te heffen op goederen die door de stad werden vervoerd of er werden verkocht.
Wordt gebruikt voor een bepaald soort vervaardigde artikelen, doorgaans gebruiksvoorwerpen, die meestal worden vernoemd naar het materiaal, gebruik, de stijlnaam of een andere eigenschap, zoals aardewerk of keukengerei.
Een hoeveelheid goederen, diensten of geld, die wordt beschouwd als een eerlijk en passend equivalent van iets anders.
Wordt gebruikt voor de mate van licht of donker van een kleurschakering; wit heeft de lichtste waarde en zwart de donkerste. Gebruik 'helderheid' als er in het algemeen wordt verwezen naar de relatieve mate van licht en donker van een oppervlakte.
Meestal voor kinderen bedoelde verhalende teksten of gedichtjes waarin wordt gewaarschuwd voor de gevolgen van slecht gedrag of dwaasheid of waarin dergelijk gedrag wordt berispt; wordt ook, op verschillende vakgebieden, gebruikt voor teksten waarin wordt gewaarschuwd tegen eventuele methodologische valkuilen.
Een esthetisch ideaal dat pleit voor soberheid, eenvoud en nederigheid, en dat een grote invloed heeft gehad op de Japanse cultuur. Volgens dit ideaal bezit het nederige, alledaagse, schijnbaar natuurlijke en ongekunstelde een onovertroffen schoonheid en een diepe betekenis. Het komt tot uitdrukking in de esthetiek van de theeceremonie, met name in de daarvoor bestemde keramiek. De invloed is ook te zien bij het verzamelen van oudere schilderijen en kalligrafische werken en, meer recent, bij de ruwe en natuurlijke stijl van het hedendaagse inktschilderen. Wabi werd pas onderdeel van een poëtisch ideaal toen het werd opgenomen in het concept van 'sabi'.
Lange winterjassen die reiken tot aan de enkels; gedragen tijdens de wacht.
Kamers bedoeld voor gebruik door wachtenden, zoals in treinstations of ziekenhuizen.
Grote, komvormige houders waarin Chinees eten wordt bereid.
Luchtig, plat gebak met een typisch ruitjespatroon. Het deeg bestaat uit bloem, melk en eieren en wordt in een wafelijzer gebakken.
IJzeren tangen met lange handvatten en een uiteinde met een mal die tijdens het bakken in de wafel wordt gedrukt.
Tuba's, elliptisch, met een conische boring die geleidelijk wijder wordt en eindigt in een klankbeker, 4 draaiende ventielen, mondstuk van een Franse hoorn.
Stoelen van schrijnwerk, uit de 16e en 17e eeuw, met een zitting van planken en een rugleuning uit massieve panelen. Ze zijn meestal van eikenhout gemaakt en zijn vaak met houtsnijwerk versierd.
Kurassen die zijn gemaakt in de vorm van een gewoon wambuis, bestaande uit twee helften die aan beide kanten van een reep over het midden van de rug een scharnier hebben en aan de voorkant worden gesloten als een gilet, meestal met knoopjes die vastzitten met haakjes. Ze werden vaak aan de voorkant voorzien van stalen imitatieknopen.
Verwijst naar een stijl die wordt geassocieerd met Wajang-poppenspelen, met als kenmerkende elementen het gebruik van een theaterruimte, symboliek, iconografie en episodes uit Javaanse en Arabische legenden, en uit hindoe- en moslimteksten, toegepast in reliëfbeeldhouwwerk en in kunstnijverheid.
Grote loofboom die inheems is in de Himalaya, Iran, Libanon, Klein-Azië en Griekenland. Sinds ongeveer het midden van de vijftiende eeuw komt de boom ook voor in Groot-Brittannië en elders. De boom kan 35 meter hoog worden en de stam 2 meter dik. De walnoot heeft een korte stam en een brede kroon, maar is in dichte bossen langer en dunner. De boom gedijt in de volle zon en wordt gewaardeerd vanwege zijn timmerhout. Andere delen van de boom hebben ook een commerciële waarde. Walnoten zijn een culinair product, en uit de noten extraheert men een lichtgele en snel drogende olie die men voor schildersverf gebruikt. Uit de schillen en doppen van de noot wint men tannines en kleurstoffen die zorgen voor een bruine kleur. Gemalen doppen gebruikt men soms als een zacht schuurmiddel en als vulmateriaal voor plastic.
Algemene naam voor de in de zeeën, vooral de poolzeeën, levende, grootste thans bestaande zoogdieren, die de onderorde der Mystacoceti (baleinwalvissen) van de walvisachtige dieren vormen.
Orde van ongeveer 80 soorten in 10 bestaande families. De leden van deze orde zijn bijna volledig aangepast aan het leven in het water. Ze hebben een spoelvormig (gestroomlijnd) lichaam, voorste ledematen die in flippers zijn veranderd, zeer kleine rudimentaire achterste ledematen die niet aan de ruggengraat vastzitten en verborgen liggen in het lichaam en een staart met een horizontale vin. De dieren hebben bijna geen haar. Een dikke laag blubber zorgt voor isolatie. De meeste soorten hebben een grote intelligentie.
Kleine, gemotoriseerde zeeschepen die worden gebruikt om op walvissen te jagen en deze te doden; varen meestal samen op met 'fabrieksschepen'.
Lampen die op walvisolie branden, met name de kleine metalen of glazen lampjes met walvisoliebranders.
Te gebruiken voor open, voor en achter gelijke roeiboten met een ronde bodem en meestal met een 7,5 tot 10,5 m breed zeil, die oorspronkelijk ontworpen zijn om walvissen te harpoeneren; staan vaak op grotere schepen maar kunnen ook vanaf de kust uitvaren en hun werk doen.
Kustcomplexen waarin walvissen worden verwerkt, bestaande uit voorzieningen voor het verwerken en verblijven voor de arbeiders. Gebruik voor de vaartuigen bij de verwerking van de walvissen op zee "fabrieksschepen".
Uitsluitend te gebruiken voor zeilschepen betrokken bij de walvisvangst.
Pakken voor vrouwen, meestal bestaande uit een jas of jack en lange rok, gedragen tijdens het wandelen en andere lichamelijke activiteiten, daterend van rond 1900.
Te gebruiken voor vaak opvouwbare, stoelachtige wagentjes die vooral zijn ontworpen om kleine kinderen die rechtop kunnen zitten in voort te duwen. Gebruik 'kinderwagens' voor rijtuig- of wagenachtige voertuigen die vooral worden gebruikt om kleine kinderen in voort te duwen of te trekken.
Zalen die veel langer zijn dan dat ze breed zijn, belangrijk onderdeel in de paleisbouw van Renaissance en Barok, bijvoorbeeld de 'long galleries' in Engelse landhuizen uit de tijd van Jacobus I en Elizabeth I.
Verwijst naar zwaar, geweven textiel dat als wandbekleding, gordijn of meubelbekleding wordt gebruikt, of vanaf een raam of balkon omlaag hangt. Kenmerkend voor tapisserieën is het decoratieve karakter, met ornamentele of picturale thema's; vaak zijn ze voorzien van geschilderde of geborduurde details. Meestal zijn tapisserieën van wol en met de hand geweven op een weefgetouw, met een procedé dat afwijkt van het normale textielweven: de inslag reikt slechts over een gedeelte van de schering, namelijk tot de rand van een bepaalde kleur of patroon in het ontwerp, en dus niet van rand tot rand. Voor het mengen en combineren van kleuren van schaduwpartijen en patronen worden diverse technieken gebruikt. De term verwijst tevens naar machinaal vervaardigde imitaties van met de hand gemaakte wandkleden.
Leden van een genus van circa 25 soorten kleine, in holen levende grondeekhoorns die inheems zijn in Noord-Amerika en Eurazië. Wangzakeekhoorns zijn kleine eekhoorns die zich hebben aangepast aan rotsachtig terrein en kreupelhout. Ze bewegen zich snel over de grond maar zijn ook uitstekende klimmers.
Verwijst naar de porseleinstijl die ontstond tijdens de regeerperiode van keizer Wanli, 1573-1619. De stijl kenmerkt zich door het loslaten van de voorgeschreven patronen en motieven, zoals de keizerlijke draak of feniks, en het gebruiken van vrije decoraties.
Manden gebruikt om gedorst graan in te wannen of te scheiden.
Te onderscheiden van 'arsenalen' doordat ze ook worden gebruikt voor de oefening van militairen.
Te onderscheiden van 'wapenmagazijnen' doordat ze alleen als opslagplaats dienen voor wapens en militaire uitrustingen.
De hiërarchie Wapens en Munitie bevat descriptoren voor gereedschappen en materialen die zijn bedoeld als fysiek aanvals- of verdedigingsmiddel. Hieronder vallen handwapens zoals 'zwaarden', grondwapens of op rijdend materieel vervoerde wapens zoals 'artillerie', componenten van wapens (bijvoorbeeld 'pijlpunten') en projectielen die met vuurwapens worden afgevuurd (bijvoorbeeld 'patronen'). Tevens opgenomen zijn descriptoren voor jachtwapens (bijvoorbeeld 'zwijnssprieten') en voor objecten die wel van wapens zijn afgeleid maar slechts voor ceremoniële doeleinden worden gebruikt (bijvoorbeeld 'staatsiezwaarden'). Relatie met andere hiërarchieën: descriptoren voor materialen die zelf als wapen of munitie kunnen fungeren, vindt u in de hiërarchie Materialen (bijvoorbeeld 'springstoffen', 'buskruit'). Descriptoren voor harnassen of andere vormen van persoonsbeschermende middelen (bijvoorbeeld 'schilden', 'kogelvrije vesten') zijn ondergebracht in de hiërarchie Kleding. Descriptoren voor pantservoertuigen of voertuigen waarop wapens worden vervoerd (bijvoorbeeld 'oorlogsschepen', 'tanks (militaire voertuigen)') zijn opgenomen in de hiërarchie Vervoermiddelen. Descriptoren voor objecten die als wapen of als gereedschap kunnen dienen, vindt u in de hiërarchie Gereedschap en Uitrusting (bijvoorbeeld 'hamers'). Descriptoren voor houders van wapens en munitie (bijvoorbeeld 'schedes', 'kruitbusjes') zijn ondergebracht in de hiërarchie Houders. Descriptoren voor vuurwapens die uitsluitend voor schijfschieten worden gebruikt, maken deel uit van de hiërarchie Ontspanningsmiddelen, terwijl descriptoren voor vuurwapens die worden gebruikt tijdens de gewapende strijd of de jacht hier te vinden zijn. Descriptoren voor onderdelen van wapens (bijvoorbeeld 'trekkers') en componenten die onderdeel vormen van zowel wapens als gereedschappen (bijvoorbeeld 'blades') zijn in de hiërarchie Componenten ondergebracht.
Staven, knotsen of knuppels die worden gedragen als tekenen van ambt of autoriteit.
Leden van een hertensoort die tot de grootste in de wereld behoort en die voorkomt in Noord-Amerika. Hij is nauw verwant met het rode hert van Eurazië (dat voorheen als dezelfde soort werd beschouwd). De schouders en hals zijn bedekt met lange slierten donkerbruin haar. Het mannetje heeft een groot gewei, doorgaans met vijf takken, dat ongeveer 1,20 m boven zijn kop uitsteekt.
Bepaling voor de beschrijving van een kleur met elke intensiteit of waarde, met boventonen van rood, oranje of geel.
Apparaten die de hitte tussen twee fysiek gescheiden vloeistoffen overdragen. Bestaat in het algemeen uit een cilindrische huls met buizen in de lengte. Eén vloeistof stroomt binnenin, de andere aan de buitenkant.
Wordt gebruikt voor elektriciteitscentrales die uit een en dezelfde bron zowel elektriciteit als bruikbare warmte-energie opwekken.
Het verplaatsen van warmte van één plek naar een andere omdat warmte de neiging heeft om van een warmer naar een kouder gebied te gaan.
Spanning die in een bepaalde hoeveelheid materiaal wordt ontwikkeld ten gevolge van temperatuurveranderingen wanneer het materiaal niet in de vereiste mate kan uitzetten of inkrimpen.
Lagen van gekleurd gips in een gietvorm die de nabijheid van het oppervlakte van het afgietsel aangeven, om schade aan het oppervlakte van het afgietsel te voorkomen wanneer de vorm van het gietsel wordt weggehakt.
Hamers met een rond slagvlak, een afgekante nek en een pen die taps toeloopt tot een ronde punt; een hamer voor algemene doeleinden.
Wordt gebruikt voor grote, diepe wasbakken die worden gebruikt voor het wassen van de armen en het bovenlichaam en die men vaker tegenkomt in fabrieken en ziekenhuizen dan in woningen. Voor kleinere wasbakken voor het wassen van de handen en het gezicht wordt de term 'wastafels (gootstenen)' gebruikt.
Verwijst onder meer naar kleine beschermkappen die dienen om de rook van kachels, open haarden of laboratoriumovens af te voeren.
Egyptische figuren van steen, hout of klei in mummiegedaante die in graven werden geplaatst met het doel de overledene te dienen in het hiernamaals.
Grote metalen vaten, soms bekleed met porselein, gebruikt om kleren in te koken.
Verschillende soorten knijpers voor het bevestigen van gewassen wasgoed aan een was-of waslijn. Bestaat uit twee delen die zijn verbonden met een voorgespannen veer. De pen wordt geopend door de uitstaande uiteinden samen te knijpen.
(Ondiepe) kommen met een ronde verhoging of knop in het midden, waardoor de vloeistof bij de rand wordt gehouden, bijvoorbeeld voor libaties. Soms past er een lampetkan met een holte in de bodem op het uitstekende gedeelte.
De reinigingscapaciteit of -kracht van een stof.
Techniek voor het maken van kleine, nauwkeurige gietvormen van legeringen die een hoog smeltpunt hebben, waarbij de vorm wordt gemaakt door om een patroon van was of een soortgelijk materiaal dat door het te smelten van het omhulsel kan worden verwijderd, binnen een omhulsel te plaatsen.
Techniek waarbij was tot een sculpturaal ontwerp wordt gevormd, om als gietvorm te dienen of als eindproduct.
Pennen uit riet of bamboe die gebruikt worden om warme was aan te brengen op batik. De was wordt in een koperen reservoir gegoten aan het uiteinde van de pen en vloeit er weer uit langs een dunne naald.
Grote kunstenaarspenselen, meestal van haar, met een rond uiteinde dat in een tamelijk platte metalen dop is gezet. Ze worden gebruikt voor het aanbrengen van wassingen.
Musea die zijn gespecialiseerd in werken die zijn gemaakt van was, vaak realistische replica's van bestaande objecten of gebeeldhouwde portretten van mensen, vooral historische figuren. Menselijke figuren in wassenbeeldenmusea zijn vaak gekleed in echte kleding en hebben een houding alsof ze representatieve activiteiten uitvoeren.
Sets die bestaan uit een lampetkan en een wastafel, meestal sets die zijn bedoeld om aan tafel de handen te wassen. Ze zijn gemaakt van fijn porselein of pleetzilver.
Gootstenen die gebruikt worden voor het wassen van handen en gezicht. Voor diepe, grotere wastafels om het complete bovenlichaam te reinigen wordt 'wasbakken (gootstenen)' gebruikt. Gebruikvoor de variant om de kleding in te wassen 'wasbakken (sanitair)' .
Kleine standaarden om op te wassen. Ze hebben vaak een gevormde ring om de wasbak in te hangen, kleine laden onder het fries en een plank aan de onderkant om een kan op te zetten.
Grotere, meestal ronde wasbakken, zoals in fabrieken, waarin water door middel van een voetpedaal wordt gesprenkeld wordt zodat meerdere arbeiders tegelijkertijd zich kunnen wassen.
Verwijst naar de periode die wordt geassocieerd met het tempelterrein van Wat Kukut in de regio Lamphun dat werd gevestigd in de 13de eeuw. De stijl van deze periode is gebaseerd op de bouwkundige kenmerken van de tempel, zoals de twee grote stupa's die waren gemaakt van lateriet en geconstrueerd in de late Dvaravati-stijl: een groot vierkant monument met een hoge basis en vijf vierkante, terugwijkende lagen die worden overdekt door puntige spitsen en versierd met miniatuurstupa's en met nissen waarin zich Boeddhabeelden bevinden in stucwerk en terracotta. In de beeldhouwkunst omvat de artistieke productie uit deze periode een achthoekig gevormd monument dat is gekroond met een kleine, ronde stupa en versierd met panelen die een staand Boeddhabeeld in stucwerk bevatten. Rond het voetstuk van de stupa tonen zittende Boeddhabeelden de handeling van het onderwerpen van Mara.
Wachtkamers in Engelse kastelen, abdijen, kathedralen en middeleeuwse universiteiten. Geen Nederlands equivalent.
Uitrusting met water voor onderdompeling, bijvoorbeeld ter reiniging.
Bedden die een met vloeistof gevuld matras van rubber of plastic hebben in een onbuigzaam, vaak verwarmd, waterbestendig frame. Het oppervlak vormt zich naar elke positie van het lichaam van de slapende persoon.
Verscheidene bladachtige vormen, meestal zonder ribbels en kartels, gebruikt als decoratieve motieven vooral op laat twaalfde-eeuwse kapitelen.
Kleine, gemotoriseerde boten met voorraadtanks die in havens worden gebruikt om schepen van vers water te voorzien. Ze hebben pompen en slangen aan boord om hun vracht te kunnen lossen
Civiel ingenieurs die zijn gespecialiseerd in het ontwerpen en produceren van systemen, apparatuur en bouwwerken, die water of andere vloeistoffen reguleren of transporteren, of er kracht uit genereren, of die hun kracht gedeeltelijk of volledig uit het stromen van water verkrijgen, zoals hydraulische machines, rioolwaterzuiveringsinrichtingen, waterleidingbedrijven, dammen, pijpleidingen en waterkrachtcentrales.
Conifeer die inheems is in de regio Sichuan-Hubei in China. Dit is de enige nog levende soort van het genus Metasequoia.
De verspreiding van watermoleculen in de lucht, veroorzaakt door verdamping bij omgevingstemperaturen, in plaats van door verhitting tot het kookpunt.
Materialen of oppervlakken ondoordringbaar maken voor water. Gebruik 'waterafstotend' voor materialen of producten waarvan de buitenzijde water afstoot maar die niet waterbestendig zijn. Gebruik 'hydrofobiciteit' als iets, met name in verband met moleculen, geen of nauwelijks affiniteit met water heeft.
De door water uitgeoefende druk die gelijk is aan het product van dichtheid en diepte waarop de meting is genomen.
Een in water oplosbaar zout dat bekend staat om de sterke reinigende en emulgerende eigenschappen en om zijn suspensie-eigenschappen.
Drinkglazen bedoeld voor water. Tevens een term die in Engeland in de 18e eeuw gegeven werd aan een glas met een cilindrische vorm ter onderscheiding van een bekerglas, dat een naar binnen toelopende onderkant heeft.
Instrumenten uit de oudheid voor het meten van de tijd, die gebruik maakten van water dat met een regelmatige snelheid vaten met een schaalverdeling in of uit stroomde.
Elektriciteitscentrales waar elektriciteit wordt opgewekt met behulp van de energie van stromend water.
Dammen die in rivieren zijn gebouwd om de energie van waterkracht aan te wenden voor het opwekken van elektriciteit.
Dierenriemteken van een waterdrager, ruwweg gebaseerd op het gelijknamige sterrenbeeld. De tekens van de dierenriem, overblijfselen van Oudgriekse en Romeinse decoraties, waren populair in de romaanse en gotische kerken van Noord-Europa. Ze worden ook vaak aangetroffen in middeleeuwse psalters en getijdenboeken als symbool van iedere maand waarin de zon in het betreffende sterrenbeeld komt. Daarnaast zijn ze gebruikt als decoratie op plafonds, kaarten, uurwerken en astronomische instrumenten.
Instrumenten voor het meten en vaak ook het vastleggen van de hoeveelheid water die langs een bepaald punt in een buizenstelsel stroomt.
Rookgerei waarbij de rook door een reservoir met water wordt geleid en gekoeld alvorens de mond te bereiken.
Te gebruiken voor speelgoedpistolen waarmee stralen vloeistof worden geschoten, meestal water.
Een erfdienstbaarheid die de eigenaar van een heersend erf rechten verleent met betrekking tot water, zoals het recht om water te onttrekken van een bepaalde bron of om water af te voeren op het land van een ander, of het recht om het land van een ander te betreden om sluisdeuren te openen ter voorkoming van overstroming van het heersend erf. Ook: het natuurlijke recht om water te gebruiken dat stroomt door een kanaal op land in eigendom.
Te gebruiken voor planken waarvan de neus naarboven buigt en die meestal breder en korter zijn dan sneeuwski's; ze worden aan de voeten gedragen en zijn ontworpen om over het water te scheren wanneer de drager met hoge snelheid wordt voortgetrokken.
Wordt gebruikt voor kleine planken die zijn bedoeld om mee over het water te scheren wanneer ze met hoge snelheid worden getrokken door motorboten, en waar berijders op staan bij bepaalde watersporten.
Wordt gebruikt voor een serie vervlochten of aan elkaar verbonden poelen die vallend water trapsgewijs naar beneden leidt; vaak uitgebreid met sculptuur versierd, zoals in 16e eeuwse Italiaanse geometrisch aanlegde tuinen.
Trommen bestaande uit een halve kalebas die op zijn kop in een groter vat op het water drijft; bespeeld door met lepels, stokken of handen op de drijvende kalebas te slaan; Afrika.Ook: trommen met zandlopervormige, aan beide uiteinden open klankkast; bespeeld door de trom tegen een wateroppervlak te stampen; Nieuw-Guinea.
Tuinen die fonteinen en vijvers bevatten, en waarin waterplanten en planten die dol op water zijn, groeien.
Kan alleen worden gebruikt voor kunstmatige watervallen indien zij in hoge mate naturalistisch van vorm en samenhang zijn. In andere gevallen hebben 'cascades' en 'fonteinen' de voorkeur.
Watervlakten die dienen als vaarwegen of routes voor reis en vervoer.
Verwijst naar de Shinto architectuurstijl die zich ontwikkelde aan het eind van de 12de eeuw. De stijl kenmerkt zich door een voortzetting van de gewoontes uit de Heian periode, zoals eenvoudige exterieurs en rijkelijk gepolychromeerde interieurs.
Te gebruiken om werken te beschrijven van de gelijknamige Afrikaanse etnische groep die leeft in de Zambezi-vallei in Zambia.
Boogzagen met een zaagbeugel, die een licht blad hebben en handvatten aan beide uiteinden.
Ketels zonder deksel die vooral worden gebruikt voor het koken van vruchten en de stroop ervan voor jam; gemaakt van tin, koper of geëmailleerd materiaal, maar nooit van ijzer of aluminium omdat beide worden aangetast door zuren van de vruchten.
Procedé waarmee klei wordt geprepareerd voor het draaien; het bestaat uit het afsnijden van stukken klei met een draad, om ze vervolgens met de hand te slaan of te kneden om luchtbellen te verwijderen en om de dikte van de klei flexibeler te maken.
Reglementair afgeperkte plaatsen, al dan niet overdekt, waarop enigerlei sport beoefend wordt. Gebruik 'sportvelden' voor grotere sportterreinen, doorgaans niet overdekt.
Gewichten doorgaans van steen, klei of metaal die in weefgetouwen fungeren als tegenwicht.
Diagrammen aan de hand waarvan schachten op een weefgetouw worden gezet om bepaalde weefpatronen te maken, van oudsher getekend op patroonpapier of ander papier met voorgedrukte lijnen. Ze tonen ten minste één weefeenheid van de te weven stof. Een complete serie diagrammen laat de wever zien hoe hij de ketting moet uitleggen, de schachten en pedalen met elkaar moet verbinden, in welke volgorde de pedalen moeten worden gebruikt, op welke manier de schering en de inslag vervlochten moeten worden, en toont het kruiselingse profiel van het weefpatroon.
Dierenriemsymbool van een weegschaal, ruwweg gebaseerd op het sterrenbeeld met dezelfde naam. De dierenriemtekens zijn bewaard gebleven via klassieke Griekse en Romeinse decoratie, waren populair in Noord-Europese Romaanse en Gotische kerken en werden vaak aangetroffen in middeleeuwse psalters en getijdenboeken. Ze symboliseren elke maand waarin de zon het betreffende sterrenbeeld binnengaat. Deze tekens zijn ook gebruikt als decoratie op plafonds, kaarten, uurwerken en astronomische instrumenten.
Markten waarbij kopers en verkopers volgens een vast schema samenkomen; kooplieden zetten tijdelijke stalletjes of tafels op, hebben vaak een vaste plek op de marktplaats en verkopen dezelfde goederen bij elke gelegenheid.
Stam van diverse dieren zoals oesters, mosselen, sint-jakobsschelpen en kokkelschelpen, maar ook naaktslakken, huisjesslakken, nautilussen, inktvissen, pijlinktvissen en octopussen. Weekdieren zitten soms geheel of gedeeltelijk in een schaal van calciumcarbonaat, dat wordt afgescheiden door een zachte laag op het lichaam. Weekdieren vindt men in zout water, zoet water en op het land.
Verwijst naar de Oostenrijkse variant van Art nouveau en is afgeleid van de expositiehal die de architect Joseph Olbrich ontwierp voor de Wiener Sezession.de stijl wordt hoofdzakelijk geassocieerd met architecten en ontwerpers en toont minder de kronkelige lijnen en organische vormen van de Art Nouveau maar laat meer door het werk van Charles Rennie Mackintosh beïnvloede geometrische kwaliteit zien.
Te gebruiken voor kleine losse ballonnen die automatisch registrerende instrumenten omhoog dragen om metingen voor atmosferisch onderzoek vast te leggen en uit te zenden; gebruik 'meteorologische ballonnen' voor ballonnen die instrumenten omhoog dragen voor het vastleggen van informatie met betrekking tot het weer.
Een vorm van elektrisch druklassen, waarbij de benodigde warmte wordt geproduceerd door stroom door de te lassen delen te sturen. Tegelijk met de stroom wordt een bepaalde hoeveelheid druk ontwikkeld die groot genoeg is om de lasverbinding te maken.
Een geofysische overzichtstechniek waarbij de weerstand wordt gemeten van de aarde tegen een elektrische stroom die door metalen elektroden wordt geleid; wordt met name gebruikt in de archeologie om begraven overblijfselen te lokaliseren.
Het traagheidsmoment van het gebied van een dwarsdoorsnede van een deel van de constructie gedeeld door de afstand tussen het zwaartepunt en het uiterste punt van de doorsnede; de mate van buigzaamheid van een balk.
Wordt gebruikt voor mechanische systemen die warmte opwekken door de weerstand van stroomgeleiders.
Vorm van krankzinnigheid die door schrijvers uit de oudheid werd beschreven en waarbij de patiënt denkt dat hij een wolf is, met alle bijbehorende instincten en neigingen. Daarnaast wordt de term in meer algemene zin gebruikt voor vormen van krankzinnigheid waarbij de patiënt denkt dat hij een dier is.
Familie van 52 genera en ruim 900 soorten heesters en bomen met wereldwijde verspreiding, met name in tropische en warm-gematigde gebieden.
In het algemeen te gebruiken voor het verwijderen of verkleinen van een laag of rand van een materiaal of object. In verband met het boekbinden specifiek te gebruiken voor het proces waarbij de vleeszijde van het leer dat de platten bedekt, wordt weggesneden of geschoren, of waarbij de randen van dat leer worden afgeschuind zodat het netjes om de platten valt.
Heiligdommen opgericht aan de kant van de weg als plaats gewijd aan het eren, of verering van, een godheid of heilige figuur van elk geloof. Het kan bestaan uit een altaar of een beeld van de godheid; het kan een kruispunt markeren. Voorbeelden hiervan zijn die gevonden in het oude Egypte, Griekenland, Rome, India, Japan, en in het christelijke Europa en Amerika. Voor kruisen die dienen als berm markeringen gebruik "wegkruisen".
Machines of verlengstukken voor tractoren of grondschaven die een lange tand of een rij tanden hebben die kan worden neergelaten om grond of plaveisel op te breken.
Fototoestellen voor eenmalig gebruik met een lens met vast brandpunt en een beperkt aantal opnames. De film, meestal 35 mm, is op voorhand in de camera geïnstalleerd. Sommige wegwerpcamera’s beschikken ook over een ingebouwde flits.
Wordt gebruikt voor palen, meestal langs de kant van de weg geplaatst of bij kruisingen, waaraan zich één of meerdere borden bevinden die reizigers de weg wijzen.
Platte goederenwagons met een groot dieper deel in het midden die vooral zijn ontworpen voor intermodale containers; in gebruik sinds halverwege de 20e eeuw. Gebruik 'depressed center flatcars' voor platte goederenwagons met kleinere diepere delen in het midden voor zeer grote vrachten, die in gebruik zijn sinds het begin van de 20e eeuw.
Verwijst naar de cultuur van het huidige vorstendom Wales, of in het algemeen naar de culturen die zich vestigden op het schiereiland in het westen van Groot-Brittannië. De term verwees vroeger in het bijzonder naar de oorspronkelijke Keltische bevolking van Engeland in tegenstelling tot de Angelsaksen.
Horlepiepen, enkele of dubbele cilindrische pijp met opslaand, door een mondstuk van koeien hoorn beschermd riet, eindigend in een klankbeker van koeien hoorn; Wales, Middeleeuwen.
Verwijst naar een Chinese schilderstijl, waarvan de idealen werden geformuleerd in de 11de eeuw, hoewel de traditie zich voordoet van ten minste de 10de tot de 20ste eeuw. De stijl werd ontwikkeld door onderzoekers en heren, in tegenstelling tot professionele schilders en ambachtslieden, voor een klein, hoog opgeleid publiek. De stijl kenmerkt zich door een combinatie van schilderkunst, poëzie, en kalligrafie, met een voorkeur voor een subtiele penseelvoering, monochroom of getemperd kleurgebruik, een hoog literair gehalte, en de abstractie van natuurlijke vormen om hoogst persoonlijke interpretaties van de natuur over te brengen. De Japanse ‘Nanga’-stijl is hierdoor geïnspireerd.
Wordt gebruikt voor gebouwen of groepen van gebouwen met verschillende gebruiksdoeleinden die voorzieningen bieden voor overheids- en particuliere organisaties die zijn betrokken bij de internationale handel.
Te gebruiken voor betrekkelijk kleine studiegroepen waarbij de nadruk ligt op het demonstreren en praktisch toepassen van vaardigheden en beginselen in een gespecialiseerd vakgebied of beroep.
Verwijst naar strafinrichtingen waar de gedetineerden zware arbeid moeten verrichten. Verwijst tevens naar woonkampen voor gastarbeiders.
Te gebruiken voor minimaal beveiligde strafinrichtingen waar de gestraften worden ingezet bij onderhoudsprojecten van bossen of parken, die meestal door de overheid worden gefinancierd.
Verwijst naar ruimvallende kleding die wordt gedragen over de normale kleding ter bescherming tijdens het werk, en met name naar kledingstukken van grof linnen die door boeren of lagere arbeiders over hun goede kleding of in het veld worden gedragen.
Verwijst naar georganiseerde groepen personen die hoofdzakelijk met de hand objecten vervaardigen. Binnen de context van de westerse en decoratieve kunst wordt de term 'manufactuur' gebruikt, in plaats van 'fabriek', om onderscheid te maken tussen groepen die in 17de eeuw of later kunst, meubelen, wandtapijten, keramiek en andere decoratieve voorwerpen vervaardigden, in tegenstelling tot arbeiders die werkzaam zijn in moderne industriële complexen of 'fabrieken (gebouwen)', waar andere producten dan kunstvoorwerpen worden vervaardigd. Kunstwerkplaatsen worden gekenmerkt door de specifieke kunstvoorwerpen die er worden vervaardigd, door de vrij grote aantallen kunstenaars en ambachtslieden die er werkzaam zijn en door de tamelijk complexe beheerstructuur, met aan het hoofd een directeur plus een aantal meesters, die ieder toezicht houden op een eigen atelier of studio met gezellen en leerlingen. Werkplaatsen werden vaak gefinancierd door een vorst of een ander machtig persoon. Gebruik 'studio's (organisaties)' voor kleinere groepen kunstenaars, bestaande uit een meester-kunstenaar of -architect en diens assistenten of leerlingen, met name sinds halverwege de 17de eeuw. Gebruik 'werkplaatsen (organisaties)' voor kleinere groepen kunstenaars of ambachtslieden die gezamenlijk producten vervaardigen, vaak onder de naam van de meester, in het bijzonder bij groepen die vóór de 17de eeuw hebben bestaan.
In de context van beeldende kunsten en kunstnijverheid een groep die bestaat uit kunstenaars en vakmensen die werk produceren, meestal onder de naam van een meester. De werkplaats bestond meestal uit geschoolde kunstenaars en een aantal leerjongens die het vak leerden door het uitvoeren van steeds ingewikkeldere handelingen voor het produceren van kunstwerken of beeldende kunst. Verschillende mensen voerden vaak verschillende taken uit. De ene persoon bracht bijvoorbeeld de vergulde achtergrond van een schilderij aan, terwijl een ander de hoofdfiguren schilderde. De term wordt meestal gebruikt voor groepen die actief waren voor het midden van de 17de eeuw. De betekenis van de term komt overeen met 'studio's (organisaties)', hoewel er wel een subtiel onderscheid is: 'studio's (organisaties)' verwijst meestal naar groepen die actief waren in de 17de eeuw en later, waarin de meesterkunstenaar of -architect geen leerjongens maar leerlingen opleidde en waarin de nadruk voor de leerlingen lag op het aanscherpen van artistieke vaardigheden en niet op het leren van een vak. 'Werkplaatsen (organisaties)' verwijst meestal naar vroegere groepen, waarin de nadruk lag op georganiseerde samenwerking, goed functionerend teamwerk en arbeidsverdeling. Ook leerden de leerjongens hier een vak en werden ze niet opgeleid tot kunstenaar in de moderne zin van de term. De termen 'studio van' of 'werkplaats van' worden vaak gebruikt om aan te geven dat een werk is geproduceerd in de studio of werkplaats van een kunstenaar, zonder dat de meester er zelf aan heeft gewerkt.
Verwijst naar openbare of particuliere ruimten die bedoeld zijn voor de uitvoering van handwerk of lichte industriële arbeid. De term kan verwijzen naar ruimten waarin kunst werd vervaardigd, met name in relatie tot kunstvoorwerpen van voor de 16de eeuw. Ook kan de term verwijzen naar ruimten waarin houtbewerkers, schrijnwerkers, pottenbakkers, glasblazers en andere ambachtslieden werkzaam zijn. In de meest algemene betekenis verwijst de term naar ruimten waarin goederen van allerlei aard worden vervaardigd, voor verkoop worden gereedgemaakt of verkocht. In het moderne taalgebruik wordt doorgaans de term 'ateliers' gebruikt om te verwijzen naar ruimten waarin kunst wordt vervaardigd, in de periode vanaf de 16de eeuw tot heden.
Te gebruiken voor de algemene locatie waar arbeid wordt verricht, gewoonlijk als verwijzing naar een dienstbetrekking. Gebruik voorkeurstermen uit de sectie ‘Gebouwde milieus’ van het facet ‘Objectgroepen en systemen’ voor de fysieke ruimtes waarin werk wordt uitgevoerd.
Ruimten bestemd voor zakelijke, administratieve of financiële activiteiten. Gebruik 'praktijkruimten' voor ruimten bestemd voor medische of paramedische activiteiten.
Het bestuderen en toepassen van de principes van de mechanica, thermodynamica en de eigenschappen van materialen.
Kleine strijdbijlen ontworpen om te worden geworpen.
Uitgekraagde gaanderijen op stads-, vesting- of kasteelmuren, voorzien van schietopeningen in de vloer, tevens dienende voor het werpen van kokende olie, stenen e.d. op zich aan de voet van de muren bevindende aanvallers. Gebruik voor kleinere uitvoeringen, 'mezenkouwen'.
Grote baden gevuld met heet water met bubbels, oorspronkelijk gemaakt van hout, maar tegenwoordig vaker van plastic of fiberglas dat met kunsthars is geïmpregneerd. Gewoonlijk gebruikt voor recreatie of fysiotherapie.
Verwijst naar een belangrijk boeddhistische feest ter herdenking van de geboorte, verlichting en dood van Boeddha. Dit is met name een belangrijk feest in het Theravada-boeddhisme. Het wordt gehouden op de dag van de volle maan van de maanmaand Vesakha (in april of mei). Tot de festiviteiten behoren speciale religieuze diensten en vrome handelingen als het geven van voedsel of aalmoezen aan monniken. Soms worden gevangengehouden vogels vrijgelaten in gedachtenis van het mededogen van Boeddha. In veel Zuidoost-Aziatische landen is dit een nationale feestdag.
Grote bladverliezende, kegeldragende larix die een hoogte van 30-60 m kan bereiken en inheems is in de bergen van het westen van Noord-Amerika, van Brits Colombia en Alberta in Canada tot Washington, Oregon, Idaho en Montana in de VS.
Glanzend donkergeel hout van de soort Zanthoxylum flavum, die inheems is in Zuid-Amerika, de Caribische eilanden en Afrika. Dit olieachtige timmerhout heeft een dichte, onregelmatige nerf, ruikt naar kokosnoot en kan sterk glanzend worden gemaakt.
Grote, intelligente en sociale hominide. Vergeleken met de oostelijke gorilla is de westelijke gorilla lichter van kleur, leeft meer in bomen, heeft een neus met een overhangende punt en heeft een slanker lichaam. Bovendien bestaat zijn voedsel voor een groter gedeelte uit vlezige vruchten en gewoonlijk zijn de familiegroepen kleiner.
Verwijst naar de periode en de stijl die worden geassocieerd met de heerschappij van de Han-keizers in Chang'an in China tussen 206 v. Chr. en 9 n. Chr. Onder het bewind van Gaodi van 206 tot 195 v. Chr. werden de wetten en instituten uit de Qin-dynastie verder ontwikkeld, waardoor een krachtig, verenigd keizerrijk ontstond. Modellen in graftomben en teksten wijzen erop dat Goadi en de latere keizers verschillende paleizen lieten bouwen, die waren voorzien van een groot aantal objecten, zoals aardewerk, en waarvan de kamers waren gedecoreerd met opgedrukte motieven en beschilderde bakstenen. De bronzen objecten uit deze periode waren voornamelijk gebruiksvoorwerpen, zoals huishoudelijk vaatwerk, dat licht van structuur was en dat meestal niet of uitsluitend met eenvoudige ingesneden patronen werd gedecoreerd.
Hemlockspar die voorkomt langs de westkust van Noord-Amerika, van Alaska tot Californië. Productieboom die vaak een hoogte van 60 m bereikt.
Verwijst naar een Chinese dynastie uit de periode 265 tot 316 n. Chr., de eerste dynastie van de zogeheten Zes Dynastieën die elkaar in Zuid-China opvolgden. De Westelijke Jin-hoofdstad was Luoyang, in de provincie Henan. Grondlegger van de dynastie was Sima Yan, die later bekend zou worden als keizer Wudi (heerste van 265-289 n. Chr.). Sima Yan zette de laatste Wei-keizer af en onderwierp de staat Wu, waarmee hij China gedurende korte tijd wist te verenigen. De Westelijke Jin-periode is bekend om het bij hoog vuur gebakken steengoed met groen glazuur, bedoeld als imitatie van bronswerk. Dergelijk keramiek is aangetroffen in Westelijke Jin-graven, evenals grafmodellen en bronzen spiegels. Twisten tussen machtige families maakten de vorming van een krachtdadige regering onmogelijk en mondden uit in een burgeroorlog; De situatie werd nog verergerd door droogte en hongersnood. In 311 volgde een inval door de Xiongnu, een noordelijk nomadenvolk, die een einde maakte aan de Westelijke Jin-dynastie. Tot aan de Sui-dynastie zou China verdeeld blijven in noordelijke en zuidelijke dynastieën.
Verwijst naar de periode van de Zhou-dynastie van circa 1050 tot 771 v. Chr. Bronzen voorwerpen en voorwerpen van jade uit deze periode lijken op de voorwerpen uit de voorafgaande Shang-dynastie. Toen het systeem van voorouderverering begon af te brokkelen, werden bronzen door de Zhou gebruikt als giften en als trofeeën om volgelingen te belonen. De kwaliteit van keramiek en glazuurwerk verbeterde in deze periode, hoewel vaatwerk vaak grijsgekleurd was. Jadesnijwerk raakte geleidelijk in onbruik. Volgens de overlevering werden in deze periode keizerlijke hoofdsteden gevestigd in Feng en Hao aan de rivier de Feng in de centrale Shaanxi-provincie. De exacte locaties van deze centra zijn onbekend, maar er zijn ruïnes van paleizen opgegraven in Fengxi.
Verwijst naar een stijl van Terra sigillata aardewerk die zich ontwikkelde in Italië en elders in het West-Romeinse Rijk, nadat het eerst was vervaardigd in het Hellenistische oosten. De stijl kenmerkt zich door kwalitatief hoogwaardig tafelservies, gebaseerd op typisch Romeinse techniek en vormgeving, gemengd met verschillende lokale elementen.
Soort groenblijvende naaldboom uit de cipresfamilie die 20 meter hoog wordt en wordt gebruikt als sier- of productieboom, inheems in het oostelijke deel van Noord-Amerika. Het is de meest voorkomende en waarschijnlijk hardste levensboom. De stam heeft bij de grond soms meerdere vertakkingen met een roodachtig bruine schors. De kegels hebben 8-10 lagen, waarvan er meestal maar vier vruchtbaar zijn. De meest gekweekte variëteiten zijn smalle en dichte piramidevormige struiken, terwijl veel variëteiten loof met interessante kleurvariaties hebben.
Plataan die inheems is in Noord-Amerika. De grootste worden meer dan 50 meter hoog. De gladde vruchtbolletjes hangen meestal alleen en blijven vaak aan de boom zitten als de bladeren zijn afgevallen. De soort is te onderscheiden van andere bomen door zijn schilferende schors. Door het afschilferen van onregelmatige stukken schors ontstaat er een rijk geschakeerd patroon groenwitte, grijze en bruine vlekken. Gebruik ���Acer Pseudoplatanus' voor de gewone esdoorn.
Hout van de boom behorende tot de soort Swietenia mahagoni, inheems in Midden-Amerika en West-Indië. Dit is de soort waarvoor de term "mahonie" voor het eerst werd gebruikt, afgeleid van een Indiaanse term. Het is hoogwaardig materiaal voor kabinetten.
Voorschriften of regels afkomstig van de wetgever die iets bekendmaken, gebieden of verbieden, en die conform de noodzakelijke vormvoorschriften tot stand zijn gekomen. Voor regels met kracht van wet, uitgevaardigd door een overheidsinstantie om de bepalingen van een wet te interpreteren of ten uitvoer te brengen, wordt 'bestuurlijke maatregelen' gebruikt.
Het uitvoeren van een zorgvuldig en systematisch onderzoek naar een onderwerp of een vraagstuk, vooral om feiten en theorieën te ontdekken of te herzien.
Wordt gebruikt voor periodieken die wetenschappelijke artikelen bevatten of die op andere wijze informatie verspreiden over ontwikkelingen op wetenschappelijke gebieden.
Het maken van foto's waarop wetenschappelijke verschijnselen worden vastgelegd of geïllustreerd.
Personen die zich bezighouden met fotografie voor wetenschappelijke doeleinden, niet voor artistieke doeleinden.
Personen met expertise in een of meer wetenschappen of takken van studie die zich bezighouden met feiten en fenomenen van de observeerbare of meetbare wereld, en die de wetenschappelijke methode in hun werk gebruiken.
Gebogen stenen, met aan de binnen- of buitenkant een afschuining, die worden gebruikt om steekbeitels te slijpen.
Documenten waarin erkende bindende gedragsregels die uitgaan van gezaghebbende autoriteiten, worden omschreven.
Kennisgevingen voor speciale doeleinden of aangelegenheden die wettelijk verplicht zijn. In het bijzonder kennisgevingen die in een krant gepubliceerd of in een gerechtshof opgehangen dienen te worden.
Te gebruiken voor kleine platbodems met weinig diepgang en vierkante uiteinden. Ze worden in ondiepe rivieren en stromen met een vaarboom voortgeduwd.
Engelse stoelen uit het eind van de 18e eeuw die een ronde of ellipsvormige rugleuning hebben met straalsgewijs uitlopende spijlen of staven, die op de spaken van een wiel lijken.
Wordt gebruikt voor lijsten die bestaan uit gecanneleerde lijstwerken van riet. Zij waren het handelsmerk van de 19e-eeuwse schilder, James Abbott McNeill Whistler.
Verwijst naar de Egyptische aardewerkstijl die werd vervaardigd tijdens de Amratische periode van circa 4.000 tot 3.200 v. Chr. De stijl kenmerkt zich door kruiken van gepolijste Nijlklei, met een laag oker, en versierd met geometrische vormen die mandenwerk of geweven stof nabootsten, of met dierenfiguren, mensen, en planten in wit gipspigment.
Verwijst naar de aardewerkstijl die werd gevonden op Cyprus, van de Vroeg-Cypriotische periode die begon rond 2.300 v. Chr. tot aan de Geometrische periode die eindigde rond 750 v. Chr. Hoewel de stijl in de loop der tijd veranderingen onderging, kenmerkt deze zich in het algemeen door met donkere verf op een witte of lichte achtergrond gedecoreerd aardewerk.
Stijl van Nubische fresco- en paneelschilderstijlen die als een van de stilistische kenmerken had dat hij meer gebruikmaakte van de kleur wit dan eerdere stijlen. De stijl ontstond aan het einde van de 11e eeuw en bleef bestaan tot ongeveer 1175.
Zij die zich bezighouden met de kunst of de praktijk van het voorspellen van toekomstige gebeurtenissen of het verkrijgen van geheime kennis via goddelijke bronnen, voortekens of orakels; gebaseerd op het geloof dat openbaringen aan mensen worden gedaan in vormen van kennis die zich aan de ratio onttrekken.
De kunst of de praktijk van het voorspellen van toekomstige gebeurtenissen of het verkrijgen van geheime kennis door goddelijke bronnen, voortekens of orakels; gebaseerd op het geloof dat openbaringen aan mensen worden gedaan in zich aan de ratio onttrekkende vormen van kennis.
Verwijst naar de techniek met behulp waarvan, door het meten van de bewegingen van een wichelroede, de aanwezigheid van water, mineralen, schatten, archeologische overblijfselen en zelfs dode lichamen kunnen worden gevonden. Oorspronkelijk was de wichelroede een y-vormige tak, waarvan de twee vertakkingen draaien en kantelen in de hand van de wichelroedeloper, ter indicatie van de aanwezigheid van het gezochte materiaal. Een alternatief is het gebruik van metalen staven, die enkele centimeters van elkaar parallel worden vastgehouden en naar elkaar toe bewegen. Het is onbekend wat voor soort prikkels deze reacties veroorzaken, maar volgens de meeste wichelroedelopers heeft het niets met waarzeggerij te maken.
Personen die de vaardigheid bezitten om water, mineralen, schatten, archeologische resten en zelfs lijken onder de grond op te sporen met behulp van een wichelroede. Wichelroedelopers houden de wichelroede bij de twee gevorkte uiteinden vast en lijken dan energie op te vangen vanuit het object of de substantie onder de grond, met als gevolg onwillekeurige spierbewegingen waardoor de wichelroede gaat krom staan of hevig gaat draaien of trillen. Sommige wichelroedelopers beweren dat ze al een begraven substantie kunnen opsporen door de wichelroede over een kaart van het betreffende gebied te bewegen. Voor deze gave bestaat nog geen wetenschappelijke verklaring, maar wichelroedelopers ontkennen meestal dat hun methode deels op giswerk berust.
Hulpmiddelen die worden gebruikt door mensen die boven de grond zoeken naar water, mineralen, kostbaarheden, archeologische vondsten en zelfs lijken onder de grond. Traditioneel bestaat een wichelroede uit een Y-vormige twijg, vaak van de hazelaar, lijsterbes of wilg, die wanneer de beide vertakkingen in de hand worden gehouden door een wichelroedeloper, draait en omlaag wijst zodra de gezochte stoffen of voorwerpen naderbij komen. De roeden kunnen ook bestaan uit twee metalen staven die evenwijdig aan elkaar worden gehouden met een paar centimeter tussenruimte en die over elkaar draaien wanneer het gezochte nadert.
Te gebruiken voor diverse kleine doelen in de vorm van hoepeltjes, poortjes gebogen uit ijzerdraad of rechtopstaande constructies, waar met ballen op wordt gericht bij sporten als croquet of cricket.
Tijdelijke seizoenswoningen of hutten van diverse indianenstammen uit het westen en zuidwesten van Amerika, meestal grofweg koepelvormig en gebouwd van gebogen jonge boompjes, kreupelhout of schors en bedekt met rieten matten.
Kleine bedjes voor kinderen die meestal op schommelbalken staan.
Liedjes of sussende refreinen die voor kinderen worden gezongen om hen rustig te maken of in slaap te wiegen.
In de boekbinderij: in leren boekomslagen gedreven ornamentele motieven die bestaan uit een C-krul met voluten op de uiteinden.
Te gebruiken voor een aantal symmetrische gebinten: die welke in de vorm van drie gelijkbenige driehoeken waarvan één driehoek in het centrum ligt met de onderkant langs de onderligger en waarvan de twee buitenste driehoeken met hun onderkant langs de schuine zijde bij een bovenligger liggen, of die welke in de vorm van driehoeken waarvan de diagonalen een W vormen, of die in de vorm van rechthoeken met weinig verticalen in verhouding tot talrijke diagonale kapdelen van verschillende lengte.
Draaibanken die speciaal zijn ontworpen om de wielen van locomotieven en treinwagons te draaien.
Kruizen met vier spaken omringd door cirkels, een oud teken waarvan Keltische kruizen kunnen zijn afgeleid.
Korrels van gom en soms van kruiden die bij verbranding een welriekende geur verspreiden. Wierook wordt vaak gebruikt als offerande, of bij geloofsrituelen. De term kan ook verwijzen naar de rook die wordt geproduceerd bij het verbranden van wierook.
Houders in verschillende vorm, waarin wierook wordt gebrand om geur in een ruimte te verspreiden. Gebruik 'wierookvaten' voor soortgelijke houders voor kerkelijk gebruik. Gebruik 'cassolettes' voor vaak vaasvormige houders, soms in de vorm van een athénienne, waarin aromatische tabletten of vloeibare parfums kunnen worden verbrand of verdampt.
Soort, inheems in het westen van Noord-Amerika, in het gebied dat reikt van het midden van West-Oregon tot het noordwesten van Mexico. De soort wordt 40-60 meter hoog en heeft een stamdiameter van maximaal 3 meter, met een conische kruin van afstaande takken. Deze boom is de favoriete gastheer van de houtwesp Syntexis libocedrii, die eieren legt in het smeulende hout direct na een bosbrand.
Vaten waarin men gloeiende kolen doet en die men gebruikt om wierook te branden tijdens rooms-katholieke diensten en om op Stille Zaterdag de paaskaars aan te steken. Gewoonlijk staat het vat op een driepoot of een standaard met drie poten. Vaak vergezeld van een speciale tang en een schepje.
Houders in verschillende vorm, waarin voor kerkelijk gebruik wierook wordt gebrand. Gebruik 'wierookbranders' voor houders waarin wierook wordt gebrand om een geur in een niet kerkelijke ruimte te verspreiden.
Religieuze gebouwen van Zuidoost-Aziatische oorsprong die als vergaderzaal of heiligdom worden gebruikt; ze bevatten een altaar en boeddhistische afbeeldingen.
Het inwijden of heiligen met een heilige rite; ook het bidden om God's gunsten voor iemand.
Alcoholische drank bereid uit gefermenteerde druivensap. De term wordt ook gebruikt voor dranken die van andere gefermenteerde planten zijn gemaakt.
Kleine bekers in vorm lijkend op een bokaal, met een cuppa op een stam met een basis die meestal rond van vorm is, maar zich over het algemeen aanpast aan de cuppa.
Kleine vaatjes met ijsgekoeld water om een wijnglas op tafel te koelen of te spoelen; gemaakt van zilver, glas, aardewerk of porselein, met een of twee inkepingen in de rand waaraan een omgekeerd wijnglas kan worden gehangen. Gebruik ‘monteiths’ voor grote ronde of ovale kommen met schulpranden, die worden gebruikt om zes of meer glazen te koelen.
Kisten die zijn voorzien van tussenschotten, bedoeld om een bepaald aantal vierkante wijnflessen in te bewaren, vooral gemaakt aan het einde van de 18de en in de 19de eeuw.
Zakken, meestal van geitenhuid, waarin wijn kan worden vervoerd, met een tap waaruit men drinkt.
Verwijst naar vrouwelijke personen vanaf jonge volwassenheid tot gevorderde leeftijd.
Meestal betreft het water bestemd voor gewijde handelingen en voor de rituele reiniging van personen en zaken. In meer specifieke zin, water dat door een priester is gezegend en bij diverse liturgische en godsdienstige handelingen wordt gebruikt, bijvoorbeeld bij een doop of zegening.
Waterbekkens bij de ingang van een kerk, bedoeld om te worden gevuld met wijwater. Ze kunnen in een muur zijn ingebouwd of vrijstaand op een sokkel zijn geplaatst. Ze komen in allerlei vormen voor en zijn vaak rijk gedecoreerd.
Instrumenten voor het besprenkelen met wijwater, meestal van metaal dat is bevestigd aan een absorberend materiaal. In de westerse kerk bestaat de wijwaterkwast uit een steel met daarop een geperforeerde bol, spons of borstelachtig uiteinde dat het water bevat. Sommige wijwaterkwasten hebben sponzen of interne reservoirs die wijwater afgeven als ermee wordt geschud, terwijl andere regelmatig moeten worden ondergedompeld in 'wijwatervaten (vaten)'. Het werktuig werd oorspronkelijk gemaakt van takken van hysop-, palm- of bukshout, een bosje stro of de staart van een vos (in het oud-Frans heet een vos een 'goupil'). In de 13de eeuw nam de wijwaterkwast zijn moderne westerse vorm aan van een steel met daarop een met haren bedekte rozenvorm. De stelen van het sprenkelgedeelte werden zeer rijk versierd. In de Grieks-orthodoxe kerk is de wijwaterkwast een rechtopstaand vat met een taps deksel, waarin gaten zijn aangebracht voor de besprenkeling. In de Russisch-orthodoxe Kerk is het een kwast die is gemaakt van stof, haar of takjes basilicum. Het werktuig is gebaseerd op oude bronnen, waarbij takken werden gebruikt om tijdens rituelen water, bloed of een andere vloeistof te sprenkelen. Dergelijke werktuigen werden gebruikt in het oude Rome, in het Midden-Oosten, bij oude Noorse rituelen en elders.
Hoofddoeken, meestal van fijne stof, die om het vrouwenhoofd gewikkeld worden gedragen en gewoonlijk op het hoofd worden vastgeknoopt, waarbij de einden vaak loshangen; gedragen als onderdeel van de traditionele vrouwenkleding in West-Afrika.
Genus van ongeveer 70 soorten bloeiende planten. In sommige classificaties deelt men deze soorten in bij het genus Daphne.
Kleine heester die van nature voorkomt in het Himalaya-gebergte en andere bergachtige streken in Azië, met tal van dunne takken waaruit vezels worden gewonnen. Deze worden als geneesmiddel tegen diarree gebruikt.
Dieren behorend tot soorten die niet gedomesticeerd zijn en niet door middel van selectief fokken door de mens zijn veranderd om hun gedrag of uiterlijk aan te passen; inclusief wilde diersoorten die door mensen worden verzorgd in een dierentuin of -park of elders, zelfs als het dier in gevangenschap is geboren en opgegroeid.
Algemene term die verwijst naar alle appelbomen die niet worden gekweekt voor de vruchten, met meestal een kleinere en zuurdere vrucht dan de gekweekte soort.
Klimmende struik die inheems is in Eurazië. De stengels worden tot 6 meter hoog. De trompetvormige bloemen zijn geplaatst in kransvormige trossen en zijn geelachtig met een paarse tint. De vrucht is een rode bes. Sommige tuinvariëteiten worden gewaardeerd om hun geur.
Soort vijgenboom die inheems is in Afrika en die al sinds de oudheid wordt gekweekt. De oude Egyptenaren gebruikten de soort vanaf de predynastische periode in het derde millennium voor Christus. Zo werd de boom gebruikt voor het afbeelden van de oude Egyptische levensboom. De vrucht, het hout en zelfs de takken werden tijdens het Oude Rijk, het Middenrijk en de Late Periode in graven gelegd. De kisten van sommige mummies zijn gemaakt van het hout van deze soort. De soort wordt ook genoemd in een aantal bijbelpassages. Voor de voortplanting van deze soort is de aanwezigheid van de symbiotische wesp Ceratosolen arabicus vereist, maar dit insect is inmiddels uitgestorven in Egypte. In tropische gebieden waar de wesp veel voorkomt, omgeven complexe mini-ecosystemen met de wesp, nematoden, andere parasitaire wespen en diverse grotere roofdieren de levenscyclus van de vijgenboom.
Te onderscheiden van 'safariparken' door de volledige en geplande afscheiding tussen bezoekers en dieren die vrij kunnen rondlopen binnen een begrensde natuurlijke omgeving.
Aanduiding voor ongerepte, ongecultiveerde gebieden waarin de mens niet ingrijpt noch controle op uitoefent; te onderscheiden van 'natuurreservaten' waarin flora en fauna worden beschermd en beheerd en van 'beschermde natuurgebieden', hetgeen gebieden zijn waarin de bescherming van natuurlijke gewassen wettelijk is vastgelegd en waar recreatie en industrie slechts in beperkte mate zijn toegestaan.
Zacht, soepel leer met een suèdeachtige afwerking, gemaakt van de vleessplit van huid van schapen of (jonge) geiten, voornamelijk gebruikt voor handschoenen. Het verschil met 'hertenhuid (vrouwtjeshert)' is dat dit laatste de huid is van een volwassen vrouwtjeshert, dat wordt gebruikt voor andere leertoepassingen, zoals in de vroege boekbinderij. Gebruik 'hertenleer (vrouwtjeshert)' voor leer gemaakt van hertenhuid (vrouwtjeshert).
Te onderscheiden van 'dierenparken' door het gebrek aan beperking van de bewegingsvrijheid van de dieren en door het samenbrengen van dieren en bezoekers, die meestal door de parken rijden in hun eigen voertuigen.
Familie van 55 genera en meer dan 1000 soorten bladverliezende of groenblijvende struiken en bomen. De soorten uit deze familie komen in de hele wereld voor, met name in de tropen, behalve in Nieuw-Zeeland. In Australië groeien maar een paar soorten. De classificatie is onderwerp van discussie.
Soort motief dat in de late 18de eeuw en de 19de eeuw veel voorkwam op keramiek. Het was afgeleid van Chinese bronnen, met afbeeldingen van een wilgenboom, een pagode, een brug met gestalten, twee vliegende vogels en een kleine boot. Meestal met blauwe gestalten tegen een witte achtergrond.
Kleine houten klepjes met een trekgat bovenop, gebruikt om het riet in sommige enkele of dubbele rietpijpen te ondersteunen.
Het gebruik van de energie van de wind om elektriciteit op te wekken.
Lange, geblazen glazen cilinders die meestal een uitstulping in het midden hebben en open zijn aan beide uiteinden, die over kaarsestandaards worden geplaatst om de vlam te beschermen tegen tocht.
Verwijst naar een mechanisme voor het effectief benutten van windenergie; verwijst meestal ook naar het gebouw waarin het mechanisme is ondergebracht of de structuur die het mechanisme draagt. Kenmerkend voor het mechanisme is de roterende as waarop wieken zijn aangebracht, al dan niet in een hoek, waarbij de windkracht de wieken tot draaien brengt om aldus energie op te wekken. Van oudsher stonden windmolens meestal in vlakke gebieden en dienden ze voor het malen van graan, het pompen van water of het opwekken van elektriciteit. De oudere, meest karakteristieke vormen zoals die in Europa voorkomen, bestaan uit een kegelvormig molengebouw met woongedeelte met daarop een kap die vier wieken draagt. De moderne Amerikaanse vorm bestaat uit een schijf met wieken op een raamwerk van onderslagen, en wordt meestal gebruikt om een pomp of zaag aan te drijven.
Standaarden met meestal drie poten die zijn verstevigd met dwarsbalken en direct in een klein, meestal rond blad steken.
Planken borden die aan het uitstekende deel van een dak hangen en de gevel bedekken; vaak uitgebreid gebeeldhouwd en versierd.
Historische benaming die eind 18e en begin 19e eeuw werd gebruikt voor 'clothes presses' met extra laden en opbergruimtes aan beide zijdes van het middengedeelte.
Concentratie van winkels, markten en dienstverlenende ondernemingen, samen met parkeergelegenheid en vaak gelegen in een buitenwijk.
Afkomstig van het Italiaanse woord 'galleria', dat oorspronkelijk verwees naar zuilengangen met winkels in Italiaanse steden, op basis van de antieke stoa's. Verwijst nu naar winkelcentra die qua architectuur lijken of geïnspireerd zijn op de Italiaanse galleria's. De term wordt ook gebruikt voor gebieden van een winkelcentrum die zo ontworpen zijn dat het lijkt alsof ze uit een aantal afzonderlijke winkels bestaan.
Detailhandelaren die een kleine tot middelgrote winkel bezitten en leiden.
Meestal het koudste seizoen van het jaar, tussen herfst en lente.
Familie van ongeveer 80 soorten zangvogels. Het zijn kleine bruinige vogeltjes met donkere strepen, een korte, licht naar beneden gebogen snavel, korte ronde vleugels en een korte opstaande staart.
Bouwconstructies aan gebouwen, maar ook wel inpandig bij een raam, om zoveel mogelijk licht op te kunnen vangen om een tuinachtige, meestal (sub)tropische aanleg te kunnen realiseren, vnl. als zit- en verpozingsgelegenheid. Voor woonhuizen met name in zwang in de 19e en begin 20e eeuw. Komt ook wel als horecagelegenheid of bij bedrijfsgebouwen voor.
Speeltoestellen die bestaan uit een plank van ongeveer 3 tot 5 m lang die in het midden wordt gesteund en in balans gehouden en waarop twee kinderen, één aan ieder uiteinde, op en neer kunnen wippen.
Draaibanken waarin de snaar die om het te draaien voorwerp loopt met de uiteinden is bevestigd aan het pedaal en aan een buigzame paal die erboven is geplaatst.
Tak van de natuurkunde die ten doel heeft de gevolgen van gevestigde natuurkundige theorieën af te leiden, voornamelijk door middel van de wiskundige oplossingsmethode.
De optelling van een opeenvolgende eindige of oneindige set termen.
Historisch een soort papiergeldstelsel dat in Europa vanaf het eind van de Middeleeuwen tot het begin van de nieuwe tijd vaak als krediet werd gebruikt onder handelslieden. Nu verwijst het naar schriftelijke opdrachten voor het betalen van een bepaalde geldsom op vertoon of op vooraf vastgestelde data. Wordt ook gebruikt bij buitenlandse transacties. Gebruik ' wissels (2) (verhandelbare waardepapieren)' voor soortgelijke opdrachten tot betalingen bij binnenlandse transacties.
Korte spoorwegtrajecten die op één of meerdere plaatsen met het hoofdspoor verbonden zijn door wissels; voornamelijk gebruikt om treinen in staat te stellen elkaar te passeren.
Term algemeen toegepast op keramische producten die meestal wit zijn en doorgaans zijn vervaardigd van klei, veldspaat, 'pottenbakkers vuursteen' en witkalk.
Het behandelen van huiden of vellen met aluin om een materiaal te produceren met de eigenschappen van leer zolang de aluin aanwezig is; wordt onderscheiden van looien omdat het procédé met wassen teniet kan worden gedaan.
Verwijst naar een stijl in de Oud-Griekse vaasschilderkunst, die een variatie gebruikte van de techniek van de Roodfigurige stijl en opgeld deed in het midden van de 5de eeuw v. Chr. De stijl kenmerkt zich door het gebruik van een kalkachtige, blanke engobe als achtergrond, waar overheen zwart glazuur werd gebruikt om de figuren uit te lijnen. Verdunde paarse, rode en blanke glazuren werden gebruikt om de figuren in te kleuren. Bijkomende kleuren die niet tegen bakken waren bestand werden naderhand toegevoegd.De taferelen tonen dikwijls figuren op een gemeenschappelijke grondlijn aan de onderkant van een vlak, of in horizontale banden, hetgeen verschilt van eerdere composities waar figuren in het algemeen over het gehele schildervlak waren verspreid.
Soort middelgroot, algemeen voorkomend Amerikaans hert met een enorm verspreidingsgebied, vanaf de Poolcirkel in het westen van Canada tot in Peru en Bolivia, 18 graden ten zuiden van de evenaar. De naam witstaarthert is ontleend aan de lange witte haren op de onderzijde van de staart en het achterdeel, die goed zichtbaar zijn als het dier vlucht. Het witstaarthert bestond reeds voor de IJstijd en is daarmee de oudste nog bestaande hertensoort. De soort werd pas talrijk na de laatste ijsvorming, toen de inheemse IJstijdfauna van Noord- en Zuid-Amerika uitstierf, waardoor concurrerende en belagende diersoorten wegvielen. De hoge rensnelheid, het uitzonderlijk goed vermogen om zich te verbergen en de geruisloze manier van voortbewegen geven aan dat het dier in Amerika tijdens de IJstijd zwaar te lijden had van predatoren. Hoewel het witstaarthert van Noord- en Zuid-Amerika momenteel als één soort (met diverse ondersoorten) wordt geclassificeerd, duidt genetisch onderzoek erop dat deze herten verder van elkaar staan dan het witstaart- en zwartstaarthert in Noord-Amerika. De kans is dan ook groot dat de classificatie in de toekomst nog zal veranderen.
Middelgrote boom met een brede, afgeronde kroon, inheems in het gebied dat zich uitstrekt van Spanje en Marokko tot Midden-Europa en Centraal-Azië. De boom is op grote schaal geplant in de Verenigde Staten en andere gebieden. Witte abelen werden in 1748 geïntroduceerd in Noord-Amerika en komen nu voor in 43 aangrenzende Amerikaanse staten. In sommige gebieden beschouwt men ze als een onkruid of een invasieve soort.
Gedurende de Goede Week, de donderdag vóór Pasen waarbij de instelling van de eucharistie door Jezus Christus bij het Laatste Avondmaal wordt herdacht. Tijdens kerkelijke diensten op Witte Donderdag worden meestal de heilige oliën voor het komende jaar gewijd, en vindt er een ceremonie plaats waarbij de voeten van 12 mannen worden gewassen, ter nagedachtenis van de voetwassing door Christus van diens discipelen. In Engeland is het gebruikelijk dat de soevereine vorst jaarlijks aalmoezen uitdeelt onder twaalf geselecteerde armen, telkens in een andere kerk. De term 'Witte Donderdag' verwijst naar de gewoonte om alle kruisbeelden en andere beelden met een wit kleed te bedekken.
Snel groeiende schaduwboom die inheems is in het oosten van Noord-Amerika en elders op grote schaal wordt gekweekt. De boom kan 18 meter hoog worden. Het hout is zacht, maar wordt wel gebruikt voor kisten en goedkope meubels. De boom produceert siroop, maar in kleine hoeveelheden. De takken vallen af en er ontstaan een groot aantal spruiten, waardoor het een lastige sierboom is, hoewel er diverse bruikbare variëteiten zijn gekweekt.
Hout van de boom behorende tot de soort Eucalyptus paniculata, inheems in Nieuw-Zuid-Wales, Victoria en Queensland in Australië. Het heeft wit tot vaalbruin spinthout, terwijl het kernhout kleurvariaties kent van roodachtig bruin tot schorsbruin. Het wordt gebruikt voor het maken van palen en vloeren, en bij de bouw van steigers en bruggen.
Laagtes in een kanaal of reservoir die diep genoeg zijn om de turbulentie of snelheid van de stroom te verminderen.
Droge, kale, boomloze streken, die door geringe neerslag zo dor zijn dat zij slechts schaarse en wijdverspreide vegetatie in stand kunnen houden of helemaal geen vegetatie. Gewoonlijk zandachtig.
Het klimaat dat wordt gekenmerkt door de zeer geringe hoeveelheid neerslag en de extreme hoge tot lage temperaturen, met vrij grote dagelijkse veranderingen in temperatuur, behalve in de kustgebieden.
Verwijst voornamelijk naar het fijne, zachte, krullende haar of vacht van het schaap, maar ook naar het haar van de alpaca, vicuna, bepaalde geiten en een paar andere dieren.
Met gas gevulde gloeilampen van wolfraam die een bepaalde hoeveelheid halogeen bevatten in een edelgas, waarvan de druk hoger is dan drie atmosfeer.
Genus dat circa 2500 soorten eenjarige of overblijvende kruiden, houtachtige heesters of bomen omvat die een bijtend giftig melkachtig sap produceren. Het is een van de grootste genera van bloeiende planten.
Grote familie van ongeveer 275 genera en ongeveer 7500 soorten bloeiende planten, waaronder kruiden, struiken en bomen en vetplanten die op cactussen lijken. Veel soorten zijn belangrijke voedselbronnen en andere zijn nuttig vanwege hun was en oliën en als grondstof voor medicijnen. Weer andere zijn gevaarlijk door hun giftige vruchten, bladeren of sap, of aantrekkelijk door hun kleurrijke bracteeën (bladachtige structuren net onder de bloementrosjes) en hun ongewone vormen. In de hele wereld, behalve in koude alpine of Arctische gebieden, komen soorten uit deze familie voor, maar men vindt ze voornamelijk in gematigde en tropische streken.
Brede, ronde stoelen bestaande uit een voorgevormd plastic geraamte, met schuimrubber gevulde bekleding van wollen stof, op een buisvormig frame; ontworpen door Eero Saarinen en geïntroduceerd in het midden van de jaren 40 van de 20ste eeuw; gewoonlijk gecombineerd met een bijpassend gestoffeerd voetenbankje.
Veiligheidspallen die zich op de haaksloten van vuurwapens bevinden, en bestaan uit een klein, draaiend haakje dat achter de haan zit en zich vastgrijpt in een inkeping onderaan de haan, zodat deze half gespannen wordt gehouden en het geladen wapen veilig kan worden gedragen.
Beperking of weigering van het verblijven, huren of bezitten van een woning vanwege een vooroordeel dat is gebaseerd op factoren als leeftijd, geslacht, seksuele voorkeur, ras, etnische groepering of maatschappelijke of economische status.
Fotomechanisch procédé voor het maken van afbeeldingen met regelmatige toon in licht reliëf. Er wordt een gelatinereliëf geprepareerd door middel van een bichromaat procédé dat wordt toegepast om een diepdrukplaat te maken. Deze plaat dient als mal en wordt gevuld met gepigmenteerde gelatine; vervolgens wordt de gelatinelaag op een papieren ondergrond geperst. Werd van ongeveer 1875 tot 1900 veel gebruikt voor kleine boekillustraties.
Beschermde woongebieden waarin het meeste verkeer bestemmingsverkeer is, waar er geen afscheiding is tussen de straat en het trottoir door een stoeprand, en waar straten worden gedeeld door voetgangers en voertuigen; idee afkomstig uit Nederland.
Een project met kleine gemeenschapshuizen die worden ontworpen en beheerd door de bewoners, waarbij iedere inwonende familie een eigen woning heeft en gebruikt maakt van de gemeenschappelijke voorzieningen, zoals keukens, kinderopvang en wasmachines en iedereen een deel van de bijbehorende taken verricht.
Wordt gebruikt voor huizen met binnenplaatsen met colonnades; gebruik 'atriumhuizen' voor antieke Romeinse huizen of huizen met een soortgelijke stijl die geen colonnades hebben maar wel impluvia.
Wordt alleen gebruikt voor gebouwen met huurappartementen in grote steden, bewoond door armere mensen; meestal zijn ze gebouwd met een minimum aan sanitaire voorzieningen, veiligheid en comfort en verkeren vaak in verwaarloosde toestand.
Wordt gebruikt voor gebouwen of delen van een gebouw die alleen zijn bedoeld voor menselijke bewoning, maar die geen hotels zijn of andere gebouwen bedoeld voor tijdelijk verblijf. Gebruik 'thuis' voor de plaats die het middelpunt vormt van het huiselijke leven, gevoelsrelaties en interesses van een persoon, samen met het gevoel van gerieflijkheid en tevredenheid die daarbij horen.
Wordt gebruikt voor kenmerkend verticale woningen die zijn gebouwd voor verdedigingsdoeleinden; meestal zijn ze van steen en met tenminste drie of vier verdiepingen.
Ruimten in hedendaagse woningen waarin men gasten ontvangt, leest, televisie kijkt of andere activiteiten bedrijft, doorgaans iets formeler van karakter dan een ‘den’ maar bedoeld voor een breder scala van activiteiten dan een 19de-eeuwse ontvangstzaal.
Te gebruiken voor gesloten, niet-gemotoriseerde voertuigen die door dieren worden getrokken als rijdende woningen van bijvoorbeeld zigeuners, ketellappers of reizende kooplieden; gebruik 'campers' voor de gemotoriseerde variant.
Wordt gebruikt voor grafische figuren die in hoofdzaak uit een woord of woorden bestaan die zijn afgeleid van de naam van het product, de firma of de organisatie waar ze voor staan. Ze zijn ontworpen om het betreffende product of de betreffende firma of organisatie snel te kunnen herkennen. Soms fungeert een woordmerk tevens als handelsmerk. Gebruik 'logo's' voor soortgelijke grafische figuren die in hoofdzaak uit een symbool of afbeelding bestaan..
Benaming die vrij soepel wordt gebruikt voor de Wooton kabinetkantoorsecretaires en de '@rotary desks' die beiden door William S. Wooton zijn uitgevonden. Gebruik waar mogelijk een meer specifieke benaming.
Deel van het Internet dat documenten bevat die op allerlei locaties wereldwijd zijn opgeslagen, en die toegankelijk zijn via verwijzingen, zogeheten hyperlinks, in een grafische gebruikersinterface.
Atleten die zijn opgeleid als, of zich bezighouden met worstelen als wedstrijdsport.
Deel van een plant dat uit de kiem omlaag groeit in de grond of andere bodem, waardoor de plant wordt verankerd en voedingsstoffen en vocht kan opzuigen.
Verwijst in historisch opzicht naar gebieden die onder toezicht van vorsten vallen en voor koninklijke activiteiten worden gebruikt en waarop het gewoonterecht niet van toepassing is; tegenwoordig wordt deze term gebruikt om uitgestrekte boomrijke gebieden aan te duiden, hetzij in natuurlijke staat, hetzij aangelegd, die worden gebruikt voor houtproductie of niet worden beheerd, en worden gekenmerkt door een wildernis van dichte begroeiing en wilde dieren.
Bloeiende plant die inheems is in Eurazië en geïntroduceerd is in Noord-Amerika, waar het een onkruid is geworden. Bron van een natuurlijke gele kleurstof.
Beschrijft werken die zijn vervaardigd door het gelijknamige Afrikaanse volk, dat ooit op het eiland Beta voor de kust van Victoria, Kameroen, leefde.
Een wrijfschaal is een Romeinse aardewerken kom waarin kwartskorrels in de bodem zijn meegebakken. Daardoor kreeg de binnenkant een ruw oppervlak, waarop kruiden konden worden fijngewreven. Een wrijfschaal is te vergelijken met een vijzel echter wrijfschalen hebben ook altijd een schenktuit.
Balansen voor het meten van lichte gravitatie-, elektrostatische- of magnetische krachten door de hoeveelheid torsie op een dunne, gedraaide metaaldraad vast te stellen.
Messen met verschillende vormen die worden gebruikt voor het snijden van zachte wrongel in blokjes zodat de afvoer van wei wordt bevorderd. Gebruik 'kaasmessen (voedselbereidingsgereedschap)' voor grote spatels die worden gebruikt voor het opsplitsen van gestremde melk.
Verwijst naar de stijl van porselein dat in China werd gemaakt vanaf de Ming-periode (1368-1642), met name tijdens de heerschappij van Wan li (1573-1619). In eerste instantie werd de stijl gekenmerkt door het gebruik van wit porselein dat in vijf kleuren was beschilderd; appelgroen, roestrood, geel, aubergine en paarsblauw, maar uiteindelijk werd deze benaming gebruikt voor alle typen emaildecoratie.
Islamitische rituele wassingen die worden vereist vóór de dagelijkse vijf gebeden waarbij het gezicht, de neusgaten, het hoofd, de handen,de onderarmen, de voeten en de enkels met water worden gewassen.
Grote houten opscheplepels met gebeeldhouwde handgrepen, meestal in de vorm van een mensenhoofd, huisdier of ornament, die door de Dan en naburige volkeren in Liberia bij feestelijke gelegenheden worden gebruikt en als symbool van gastvrijheid en vrijgevigheid dienen.
Te gebruiken voor Schotse smalle straatjes, lanen of stegen die meestal kronkelend zijn aangelegd en die vanuit hoofdwegen naar kleine of grote steden leiden.
X-vormige poten gebaseerd op Romeins stoelontwerp, die worden gebruikt op Federaal en ander door de oudheid geïnspireerd meubilair.
Een zwakke basische verbinding (C5H4N4O2) die verwant is aan urinezuur en wordt aangetroffen in diverse organen en uitscheidingen van dierlijke lichamen en planten. Het vormt een citroengele verbinding met salpeterzuur. Het wordt verkregen uit guanine en hypoxanthine, en geeft urinezuur bij oxidatie.
Variabele oranje kleuren die lijken op de kleur van xanthine, een afscheidingsproduct van verschillende dierenorganen.
Familie van circa 10 genera en 17 soorten, waarvan de familieafbakening echter sterk varieert. Komt wijd maar onregelmatig verspreid voor in alle tropische regio's en gematigde gebieden van de wereld.
Wordt gebruikt voor gelegenheden die zorg en onderdak bieden aan pelgrims en vreemdelingen, vooral in de periode van de klassieke oudheid tot de Middeleeuwen.
Wordt gebruikt voor tuinen of landschappen die zo zijn aangelegd dat, dankzij hun specifieke vegetatie, de toepassing van bepaalde beplantingstechniekenen en het gebruik van irrigatiesystemen die een geringe watertoevoer verdragen, het water op een laag peil blijft.
Radiografie waarbij gebruik wordt gemaakt van een plaat die voorzien is van een speciale laag, en waarmee een foto ontwikkeld kan worden zonder het gebruik van vloeibare chemicaliën.
Verwijst traditioneel naar de eerste Chinese dynastie, waarvan het bestaan nog niet is bewezen. Deze dynastie zou dateren uit het vroege tweede millennium v. Chr. en aan de Shang-dynastie zijn voorafgegaan. Geleerden betwisten de geldigheid van de claim in teksten uit de Zhou-periode dat de Xia heersten over een gebied in het middendal van de Gele Rivier. Er is geen archeologisch gedefinieerde cultuur ontdekt. De veronderstelde datering van de Xia-dynastie valt samen met het vroege deel van de Erlitou-cultuur in de provincie Henan die brons produceerde. De Erlitou-site in het gewest Yanshi, provincie Henan, zou Xia kunnen zijn. Erlitou-keramiek is waarschijnlijk voortgekomen uit Longshan-aardewerk, en bestaat uit grijs, zwart, rood, wit en bruinachtig aardewerk. Het meest opmerkelijk zijn misschien bronzen rituele vaten van Erlitou die in keramiekmallen zijn gevormd. Deze bronzen rituele vaten zijn, evenals ornamenten en jaden voorwerpen, ontdekt in graftomben in Erlitou.
Rechte fluiten van een enkele bamboebuis met een inkeping aan het einde, met een rand waartegen de speler blaast; in verschillende maten met verschillende aantallen en schikkingen van de vingergaten; vervaardigd en bespeeld door de Han-Chinezen.
Verwijst naar de stijl van porselein dat in China werd gemaakt tijdens de T'ang-dynastie (618-907 v. Chr.). De stijl wordt gekenmerkt door helder witte, eenvoudig vormgegeven kommen en schalen en in een beperkt aantal gevallen door uitgebreid gegraveerde potten.
Verwijst naar een Chinese neolithische cultuur die dateert uit de periode van circa 5300 tot circa 4800 v. Chr. De cultuur bevond zich in de vallei van de rivier de Liao, in het noordoosten van China.
Verwijst naar de stijl van porselein die tot ontwikkeling kwam gedurende de heerschappij van keizer Hsuan-te, 1426-1435. De stijl wordt gekenmerkt door blauw-wit aardewerk met veel nadruk op dikke lijnen en een evenwichtige toepassing van het ontwerp in relatie tot het volledige oppervlak. De dik aangebrachte blauwe verf heeft veel diepte en intensiteit, en het geglazuurde oppervlak ziet er golvend uit.
Slaginstrumenten, in allerlei vormen bestaande uit 2 of meer gestemde toetsen van hout, bamboe of synthetisch materiaal, steunend op 2 vibratiepunten, met klankbodems onder iedere toets afzonderlijk of onder alle toetsen gezamenlijk; bespeeld met stokjes of hamertjes; wereldwijd.
Wordt gebruikt voor de uitlaatleidingen of -pijpen die verwarmingsketels of boilers met rookkanalen of schoorstenen verbinden.
Verwijst naar de stijl van steengoed dat in de 12de eeuw werd geproduceerd in Seto en meer zuidelijk op het schiereiland Chita. De stijl kenmerkt zich door de vervaardiging van alledaagse producten, zoals kommen, potten en #motoren.
Verwijst naar het type Sanage-aardewerk dat doorgaans bestaat uit kleine kommen voorzien van asglazuur, geproduceerd tijdens de Hein-periode (794-1185).
Verwijst naar de term voor de Japanse schilderstijl die halverwege de 9de eeuw voor het eerst werd gebruikt om het werk van Japanse kunstenaars te beschrijven dat zich, eerst in onderwerp en later in stijl, onderscheidde van werk dat onder Chinese invloed werd gemaakt. Tegenwoordig is de betekenis van de term veel breder en vallen hieronder niet alleen Japanse thema's, maar ook uniek Japanse vormen en stijlen. Karakteristieke thema's van Yamato-e zijn onder andere de vier seizoenen en afbeeldingen van beroemde plaatsen. Er bestond ook een sterke binding tussen Yamato-e en de Japanse poëziestijl, waarvan de inhoud vaak werd vertaald naar beelden op kamerschermen en schuifdeuren.
Te gebruiken om werken te beschrijven van de gelijknamige Afrikaanse etnische groep die leeft in de noordwestelijke provincie van Kameroen en, afhankelijk van het seizoen, in Nigeria.
Verwijst naar een Chinese neolithische cultuur en periode die een bloeitijd beleefde tussen circa 5000 en circa 3000 v. Chr. De Yangshao-cultuur, de vroegst bekende Chinese neolithische cultuur, wordt hoofdzakelijk gekenmerkt door zijn rood en zwart geschilderde aardewerk. De naam is ontleend aan een site bij het dorp Yangshao in de provincie Henan, die in 1921 werd ontdekt door de Zweedse archeoloog Johan Gunnar Andersson. Het gebied, met als centrum de vallei van de rivier de Wei, besloeg een groot deel van Baoji, in de provincie Shaanxi, en strekte zich naar het oosten toe uit tot in de provincie Henan.
Beschrijft werken die zijn vervaardigd door de bewoners van het eiland Yap. De bevolking van Yap kent diverse kunstzinnige tradities, bijvoorbeeld complexe geometrische tatoeagepatronen en ontwerpen voor outriggers, een type kano. In de hedendaagse Yap-kunst worden ook nieuwe kunstmaterialen, kleuren, methoden en thema's geïntegreerd, teneinde de toeristenindustrie winstgevender te maken.
Verwijst naar de Neolithische aardewerkperiode in de Zuidelijke Levant van circa 6.000 tot 5.500 v. Chr. De periode kenmerkt zich door gedecoreerd aardewerk met ingekerfde of gekamde patronen, antropomorfische figuren van klei en steen en ingekerfde kiezelsteenfiguren.
Kleine kleden die ongeveer twee keer zo lang zijn als breed.
Verwijst naar de stijl en periode van het vroege Angkor-rijk ten tijde van de heerschappij van koning Yashovarman I (889-900 n. Chr.). De stijl van deze periode wordt gekenmerkt door de grootschalige aanwezigheid van religieuze tempels als stadscentra en de vroege ontwikkeling van de tempel als een vijflagige piramidestructuur van zandsteen, met kruislings gerangschikte zandstenen torens en met heiligdommen, bibliotheken, galerijen en gopura's. Tempels uit deze periode waren complexe structuren waarvan het ontwerp werd gekenmerkt door Indiase invloeden met chronologisch symbolisme en seizoenscycli. In de decoratieve kunst en beeldhouwwerken uit deze periode is terug te zien hoe Yashovarman I probeerde zijn koninkrijk af te beelden als model voor de kosmos en het symbolische middelpunt van de wereld. De goedgekeurde artistieke werken uit deze periode kenmerken zich door hoge reliëfwerken van beschermfiguren en hemelse wezens en bas-reliëfs van gebladerte en sieraden rondom figuren van godheden.
Te gebruiken voor kleine scheepsboten van oorlogsschepen van karveelbouw met een lengte van 5 tot 8 m en acht of minder riemen.
Tweemasters met gaffeltuig, waarvan de fokkenmast langer is dan de bezaansmast en achter het roer is geplaatst; gebruik 'kitsen (vaartuigen met gaffeltuig)' voor soortgelijke vaartuigen met gaffeltuig waarvan de kleinere bezaansmast voor het roer is geplaatst.
Yawulya verwijst naar zandontwerpen en ceremonieën die zijn voorbehouden aan de vrouwen van het Aboriginal-volk de Warlpiri. De door vrouwen gemaakte zandontwerpen worden gebruikt bij het vertellen van verhalen als uiting van problemen met de seksualiteit, vruchtbaarheid en het welzijn, en vertegenwoordigen daarnaast de aanwezigheid van voorouders tijdens de ceremonieën. Hoewel de ontwerpen meestal in het zand worden getekend, worden ze soms ook in hout of steen gesneden of op lichamen geschilderd.
Lichtgewicht spreien samengesteld uit kleine ronde stukjes stof die net een maatje kleiner zijn dan jojo's en waarvan de randen naar het midden zijn gevouwen. Geen Nederlands equivalent.
In Indiase godsdiensten de middelen en technieken waarmee het bewustzijn wordt geoefend in een staat van volmaakt spiritueel inzicht en kalmte en in het bereiken van de vrijmaking van het karma en de samsara. De term kan specifiek verwijzen naar een systeem van lichaams- en ademhalingsoefeningen in combinatie met meditatie, uitgevoerd in het kader van de yogadiscipline om de beheersing van lichaam en geest te bevorderen. Yoga is waarschijnlijk van niet-Vedische oorsprong. Tegenwoordig bestaan er vele soorten yoga. In het westen wordt yoga minder gewaardeerd als theïstische hindoefilosofie en meer als een activiteit of discipline die goed is voor de geestelijke en lichamelijke gezondheid.
Verwijst in algemene zin naar iedere Japanse variant van de beeldende kunsten waarbij westerse technieken worden gebruikt. De term raakte in zwang gedurende de Meiji-restauratie (1868-1912) en was bedoeld om een onderscheid aan te brengen tussen de westers georiënteerde en de traditionele schilderstijlen van Japan. Reeds in de 16de eeuw kende Japan westers georiënteerde schilderstijlen, maar de belangstelling verdween door de invoering van een politiek van nationaal isolement, de sakoku-rei, ten tijde van het Togukawa-shogunaat (1603-1867). In 1855 riep het shogunaat een onderzoeksbureau voor westerse studies in het leven, en in 1876 werd de Technische School voor de Schone Kunsten gesticht. In de jaren 80 van de 19de eeuw kwam er verzet tegen de westers georiënteerde schilderkunst en bloeide de belangstelling voor de traditionele kunsten weer op.
Verwijst naar de porseleinstijl die ontstond tijdens de regeerperiode van keizer Yongle, 1403-1424.De stijl kenmerkt zich door ambachtelijk vervaardigd, hoogwaardig blauwwit porselein. In deze periode begon met keizerlijke merktekens op producten aan te brengen.
Verwijst naar een type persoonlijke wapenrusting in Japan, voornamelijk bedoeld voor gebruik door boogschutters te paard en hoofdzakelijk gebruikt van de 9e tot de 16e eeuw. De yoroi was licht van gewicht vergeleken met andere wapenrustingen en opgebouwd uit meerdere stukken die bij elkaar werden gehouden door felgekleurde koorden of linten. De yoroi werd gewaardeerd om zijn praktische functie, maar ook om decoratieve en rituele redenen. Na de dood van de eigenaar werd het kledingstuk vaak geschonken aan een Shinto heiligdom.
Verwijst naar het werk van een groep kunstenaars die exposeerden in Londen aan het eind van de jaren 80 en de jaren 90 van de 20ste eeuw. Het werk vormde een reactie op minimalistische en conceptuele kunst, en kenmerkt zich door een nadruk op multimedia, gladde en zelfbewuste promotie van kunst en exposities, ingenieuze, literaire titels, en een ironische, schokkende beeldtaal.
Chinees ritueel vat van brons met de vorm van een kom, gelijksoortig aan de gui maar zonder handvatten, veel voorkomend in de Erligang- en de Anyangperiode. De stijl eindigt in de Westerse Zhouperiode.
Verwijst naar een Chinese dynastieke stijl en periode tussen 1279 en 1368. De dynastie werd gesticht door de Mogol Kublai Khan (heerste van 1260-1294), die heel China verenigde tot een rijk dat zich naar het westen toe uitstrekte tot de gebieden van het huidige Polen en Hongarije. Hoewel er geen sprake was van een belangrijk kunstmecenaat, leidden de hereniging van China, de uitbreiding van de handel en het ontbreken van stilistische beperkingen tot een samengaan en vrijelijk toepassen van allerlei tradities en invloeden. Met name in de toegepaste kunst - porselein en lakwerk - deden tal van vernieuwingen hun intrede. Gedurende deze periode werd de Zijderoute weer geopend en ontkiemde de Europese belangstelling voor China. Als reactie op de buitenlandse overheersing vluchtten de geschoolde Chinezen in de oude tradities, terwijl veel geleerden weigerden in overheidsdienst te treden. De school van literati-schilderen ging een dominante rol spelen in de schilderkunst, en kunstenaars legden nu de nadruk op de individuele en kalligrafische expressie; ze zetten zich daarmee af tegen het decoratieve karakter van de officiële schilderkunst. De belangrijkste meesters van de Yuan-stijl waren Huang Gongwang, Wu Zhen, Ni Zan en Wang Meng, allen literati die zich verzetten tegen de Mongoolse overheersing. Een belangrijke uitzondering werd gevormd door de voornaamste Yuan-kalligraaf Zhao Mengu, die voor de Mongolen werkten en aan het hoofd stond van de Hanlin-academie. Op keramisch gebied leidden invloeden uit het Midden-Oosten tot overdadige, in blauw en wit uitgevoerde decoraties; kooplieden uit het Midden-Oosten gaven daarnaast opdrachten voor enorme Longquan-celadons. De Yuan-periode bracht ook tal van opdrachten voor boeddhistische beeldhouwwerken: tantrische figuren met meerdere armen en benen, een bewijs van de Mongoolse voorkeur voor de lamakunst van Nepal en Tibet. Ook de ciseleertechniek in zilverwerk, die wordt geassocieerd met de zilversmid Zhu Bishan, komt in deze periode tot ontwikkeling; ten slotte werd er beeldgesneden Yuan-lakwerk geproduceerd. Voorbeelden van Mongoolse bijdragen aan de architectuur zijn de omvangrijke gebouwen die op grote schaal verrezen in Beijing, de hoofdstad van de Mongolen; het stedelijk ontwerp werd later aangepast tijdens de Ming- en Qing-dynastie. Na de dood van Kublai Khan raakte de Yuan-dynastie in verval.
Verwijst naar groen geglazuurd steengoed dat is vervaardigd in de industriële ovens van de provincie Zhejiang in het zuiden van China, met als belangrijkste productiecentra Shangyu, Yuyao en Shaoxing. Dit aardewerk, dat tijdens de periode van de Zes Dynastieën tot ontwikkeling kwam, is het oudste herkenbare type Chinees aardewerk. Yüeh-yao was een uiterst duurzaam keramiek dat voor kommen en potten werd gebruikt. Het werd zo populair dat het uiteindelijk zelfs werd uitgevoerd naar verre oorden zoals Egypte en de Filippijnen.
Verwijst naar de cultuur van de Yup'ik, een westelijk levende Eskimo-groep uit Siberisch Azië, Saint Lawrence Island en de Diomede-eilandengroep in de Beringzee en Beringstraat. Er bestaat een culturele verwantschap tussen de Yup'ik en de Tsjoektsjen.
Een variant op de 'schraagtafels' met een X-vormig onderstel aan beide uiteinden.
Ruimten die groter zijn dan kamers, in gebouwen van allerlei aard. Wordt ook gebruikt voor de belangrijkste ruimten van middeleeuwse huizen en voor grote ruimten in aanzienlijke huizen.
Fijne, witte klei gemengd met kalk; wordt voornamelijk als bouw- en pleistermateriaal gebruikt en voor sculpturen.
Licht kleiige aarde die kalk of een kunstmatig mengsel van klei en kalk bevat. Wordt gebruikt bij de productie van bakstenen.
Steen gevormd door een proces waarbij vochtige klei in vormen wordt gevormd.
Een belangrijke zeepsoort. Gemaakt van oliën, potas en glycerine, die zeep de halfvloeibare eigenschappen geeft.
Vloeistof of vaste stof die oplost in of verenigbaar is met een hars, gom of ander materiaal en die het kneedbaar en soepel maakt of gemakkelijker om mee te werken.
Verwijst naar de meest invloedrijke stijl in de paneel-, muur- en glasschilderkunst en miniaturen in de Duitstalige gebieden van de 13de eeuw. De term is Duits voor ‘Tandenstijl’, en kenmerkt zich door een karakteristiek gebruik van draperie, waarin stoffen een nerveuze, levende vitaliteit lijken te hebben, en zigzag- of gebroken plooivormen.
Wordt gebruikt voor zittingen die over een frame zijn gemaakt en op de rug van een dier worden geplaatst om ruiters te vervoeren. Kan ook worden gebruikt voor soortgelijke maar kleinere zittingen op voertuigen, zoals fietsen.
Een afdektegel met een schuin aflopend bovenste vlak. Het hoogste punt bevindt zich langs de middenrand, zodat regenwater aan beide zijden wegstroomt.
Hamers met zeer kleine, smalle banen die worden gebruikt bij stoffering voor decoratief houtwerk of precisiewerk.
Kleine of iets grotere tassen, vooral om kleine voorwerpen of kleine hoeveelheden in op te bergen, vaak met een sluitkoord, een flap of ander sluitmechanisme.
Stukken stof bevestigd aan de binnen- of buitenkant van kledingstukken, gebruikt voor decoratieve doeleinden of om kleine voorwerpen mee te dragen.
Boekjes die aan alle leden van de strijdkrachten worden uitgereikt en waarin aantekeningen worden gemaakt betreffende hun soldij..
Te gebruiken voor een breed gebied van commerciële- en handelsactiviteiten die de uitwisseling van producten, diensten of financiële middelen met zich mee brengen.
Kleine draagbare elektrische lampen, gewoonlijk gevoed door batterijen of een generator.
Pistolen die klein genoeg zijn om in een zak of elders op het lichaam verborgen te worden gedragen.
Afgedekte putten waarin ongezuiverd afvalwater wordt gestort, waarna het vloeibare deel in de omringende poreuze bodem lekt of zakt, en de vaste delen in de put achterblijven en gedeeltelijk ontbinden alvorens te worden verwijderd.
Kleine spiegels die vaak in een bijpassend doosje, buideltje of soortgelijke houder passen. Ze zijn bedoeld om te worden gedragen, bijvoorbeeld aan een riem of in een tasje.
Kleine potjes om cosmetica in te bewaren, gewoonlijk gemaakt van steen, aardewerk of glas. Veel gebruikt in het oude Egypte, Griekenland, Rome en Azië en tevens in Europa en Noord-Amerika in het begin van de twintigste eeuw.
Zamak is het handelsmerk voor een groep van legeringen met zink als hoofdbestanddeel. De legeringen hebben een relatief laag smeltpunt en kunnen gemakkelijk worden gegoten. De naam is een acroniem afgeleid van de initialen van de Duitse namen voor de metalen waaruit het materiaal bestaat: Zink, aluminium, magnesium, koper.
Uurwerken die gelijke tijdvakken afmeten aan de beweging van zand of een andere vrij stromende, fijnkorrelige substantie door een nauwe opening tussen twee driehoekige of kegelvormige glazen bollen die met de openingen naar elkaar toe zijn geplaatst; ze werden waarschijnlijk geïntroduceerd aan het begin van de 14e eeuw en toen vooral gebruikt om de tijd bij te houden op schepen.
Trommen, zandlopervormig, met in het midden een kleinere diameter dan aan de uiteinden.
Een gefuseerd sedimentair gesteente bestaande uit zandkorrels die zijn samengevoegd met een natuurlijk bindend materiaal; het meest voorkomende zand in zandsteen bevat kwarts, met aanzienlijke hoeveelheden veldspaat, kalk, mica en kleiachtige materie.
Verwijst naar de uitvoerende kunst die wordt gekenmerkt door het vaardig produceren van muzikale tonen door de menselijke stem. Zingen vereist een lichaamstechniek waarbij de longen lucht toevoeren naar het strottenhoofd, dat als een riet of trillingsmechanisme fungeert; de borstholte en hoofdholten dienen als klankkast. De tong, het verhemelte, het gebit en de lippen zorgen voor de klankarticulatie en vormen de versterkte klanken tot klinkers en medeklinkers. Bij het zingen is een verfijnde techniek noodzakelijk om deze verschillende anatomische mechanismen en hun onderlinge wisselwerking te coördineren. Het verschil met spreken is dat bij het zingen de adem op een andere manier naar de stembanden wordt gestuurd, en dat de beweging en reflexen van de stembanden een zekere beheersing vergen.
Ruimten in christelijke kerken, doorgaans tussen de altaarruimte of het heiligdom en het schip, gereserveerd voor koorzangers. Voor ruimten die de altaarruimte en het zangkoor, als dat aanwezig is, omvatten wordt 'koren' gebruikt. Voor verhoogde platforms van waar af een koor, vaak bestaand uit leken, zingt wordt 'koorgalerijen' gebruikt.
Boomsoort die inheems is in Zuid-Amerika, de Caraïbische eilanden en Afrika. Gewaardeerd om zijn hout.
Hout van de boom behorende tot het genus Casearia praecox, inheems in West-Indië, Venezuela en Colombia. De kleur van het hout varieert van citroengeel tot bijna wit, met weinig of geen verschil tussen spint- en kernhout. Het wordt gebruikt voor het maken van schietspoelen, spillen, pianotoetsen en wiskundige instrumenten. het wordt vaak zwart gekleurd om op op ebbenhout te lijken.
Turkse term voor een type metalen, soms gouden houder, bedoeld voor een keramieken, meestal porseleinen kop.
Verwijst naar de Paleolithische periode van circa 25.000 tot 10.000 v. Chr. in het Zagros-gebergte in Iran. De periode kenmerkt zich door alledaagse gereedschappen die met kwalitatief zeer goed vakmanschap werden vervaardigd, het gebruik van geïmporteerde zeeschelpen als versiering en benen werktuigen.
Traditionele vorm van muzikale volkskomedie uit Spanje. De term zou zijn afgeleid van de naam 'Real Sitio de la Zarzuela' in Madrid, waar dergelijke werken voor het eerst aan het begin van de 17de eeuw werden opgevoerd.
Verwijst naar de periode van circa 10.000 tot 8.000 v. Chr. in het Zagros-gebergte in Iran, die is genoemd naar de archeologische vindplaats Zawi Chemi en de Shanidar-grot. De periode kenmerkt zich door een zware steenproductie, afgeslagen en gebeitelde stenen werktuigen, benen werktuigen en kralen sieraden.
Speciaal geplaveide of gemarkeerde paden voor het oversteken van een straat of weg door voetgangers.
Te gebruiken voor de tak van filosofie die zich bezig houdt met waarden die verband houden met het menselijk gedrag, met betrekking tot de juist- of onjuistheid van bepaalde handelingen en de goed- of slechtheid van de motieven voor, en de resultaten van dergelijke handelingen. Gebruik 'ethiek (concept)' voor het begrip van een systeem van morele principes of gedragsregels die ten grondslag liggen aan vrijwillige menselijke handelingen.
De meer ondiepe zoutwatergebieden van de aarde die langs de randen van continenten liggen. Los gebruikt als een eigennaam voor elk specifiek waterlichaam. Gebruik 'oceanen' voor de belangrijkste watergebieden van de aarde, gelegen in bekkens.
Biologen die zijn getraind of werken in de tak van de biologie die zich bezighoudt met levensvormen die in zee en op de kust leven, en met de omgevingskenmerken die deze levensvormen beïnvloeden.
Gebruiksvoorwerpen of apparaten die worden gebruikt voor het vast- of tegenhouden van vaste stoffen of deeltjes terwijl een vloeistof erlangs loopt. Gebruik 'vergieten' voor schaal- of kegelvormige pannen met geperforeerde of doorboorde kanten die worden gebruikt voor het uitdruipen of afgieten van voedsel.
Apparaat of keukengerei van fijngemaasd netwerk dat wordt gebruikt voor het wannen van poederachtig of gekorreld materiaal en vaak is voorzien van een mechaniek, zoals een rotor, om bij het zeven te helpen.
Fotografische procédés waarbij een afbeelding met additieve kleuren wordt gemaakt met behulp van een raster van minuscule rode, groene en blauwe filters om de onderlinge intensiteit van elke tint op te nemen op een panchromatische zwart-witemulsie die wordt verwerkt om transparantie te verkrijgen. Als ze door een soortgelijke filter worden bekeken is van elke filter de tint zichtbaar waarvan de intensiteit is gemoduleerd door het zilverbeeld.
Lepels die meestal maar niet altijd zijn geperforeerd en die worden gebruikt voor het afromen van vloeistoffen.
Beeldende werken met als hoofdvoorstelling de zee. Gebruik 'landschappen (voorstellingen)' als kleinere waterpartijen omgeven door land zijn afgebeeld. Gebruik 'zeestukken' als er schepen, scheepsbouw of havens zijn afgebeeld.
Genus van ongeveer twaalf grassoorten die op zandbodems in zout water of in estuaria voorkomen. De planten groeien onder water of drijven gedeeltelijk op het water.
Familie van twee genera overblijvende en bloeiende zeeplanten die voorkomen in gematigde en subtropische kustwateren.
Familie van negentien soorten in tien genera. De dieren zijn in hoge mate aangepast aan het leven in het water, maar paren op droog land of op pakijs, en daar worden ook de jongen geboren. Ze hebben gladde, gestroomlijnde lichamen, tepels die ze kunnen intrekken, interne testikels, een penis in een interne schede, een laag blubber onder de huid, de mogelijkheid om bloed naar de blubber te sturen om hun temperatuur te regelen, voorflippers die ze voornamelijk gebruiken om mee te sturen en achterflippers die zodanig aan het bekken vastzitten dat de dieren ze niet onder het lichaam kunnen houden om erop te lopen. Ze hebben geen externe oren.
Orde van in zee levende koppotige weekdieren die wordt gekenmerkt door acht korte armen en twee doorgaans langere tentakels. Ze verschillen van de verwante inktvis door de aanwezigheid van een verkalkte inwendige schelp (zeeschuim).
Een reinigend en emulgerend middel dat wordt verkregen door olie, vet, hars of was te koken met een alkali .
Scheepspapieren, afgegeven voor een neutraal vaartuig, waarin de nationaliteit en de specifieke details van de reis officieel worden bevestigd, zoals de lading, de namen en nationaliteiten van de bemanningsleden, de vlag waaronder het schip vaart en de bestemming.
Familie van ongeveer 135 genera en 1600 soorten bomen, struiken, lianen en kruidachtige klimplanten die voornamelijk voorkomen in de tropische gebieden van de wereld. Met name wijdverspreid in Amerika. De soorten uit deze familie vindt men overal in natte tropische en subtropische streken, tot in het noorden van Japan en het zuiden van Nieuw-Zeeland.
Algemene term die verwijst naar leden van twee families en ten minste zeven levende soorten van de orde der schildpadden die worden onderscheiden van andere schildpadden omdat ze in zee leven en niet in zoetwater of brak water of op het land.
Een stijging van het zeeoppervlak als gevolg van een grotere hoeveelheid water in de oceaan of het inzakken van het land. Gevreesd wordt dat de snelheid van de zeespiegelstijging in de toekomst aanzienlijk zal toenemen als gevolg van opwarming van de aarde.
Verwijst naar de stijl van het laat-Minoïsche aardewerk die zich ontwikkelde rond 1500 v. Chr. onder de bescherming van de heersers van de nieuwe paleizen, en die zich vervolgens door export verspreidde naar de Cycladen en het Griekse vasteland. De stijl kenmerkt zich door inventieve, naturalistisch geschilderde decoraties die meestal afbeeldingen bevatten van argonauten, zeesterren, koraalschelpen, inktvissen, zeewier en andere elementen uit de onderwaterwereld.
Een in zee groeiende plant met zeer lange, smalle bladeren die overal langs de Atlantische kust in groten getale voorkomt.
Verwijst naar artefacten voorzien van monogrammen, teksten, getallen, symbolen of ontwerpen in intaglio waarmee een reliëfafdruk wordt gemaakt in klei of was, of een andere zachte, taaie substantie. Zegels kunnen vlak of cilindervormig zijn; in het laatste geval wordt de afdruk gemaakt door het zegel over het oppervlak te rollen. De term verwijst ook naar afdrukken die zijn gemaakt in was, klei of een ander zacht materiaal, door contact met een zegel of een ander hard, gegraveerd oppervlak. Zegels worden meestal gebruikt om de authenticiteit van documenten te bevestigen, of als decoratie.
Wordt gebruikt voor zegels of gedrukte tekens op documenten of andere objecten, of voor kleine stukjes papier met gegomde achterzijde. Ze worden door instellingen gebruikt om aan te tonen dat een betaling is verricht en dat in ruil hiervoor diensten of goederen dienen te worden geleverd.
Personen die zegels of voorwerpen met ingegraveerde monogrammen, geschreven tekst, getallen of dessins maken om een afdruk in reliëf te maken in een zachte, kleverige substantie zoals klei of was.
Schrift gebaseerd op de stempelzegelstijl. Verwijst in het algemeen naar de oude Chinese schriften van vóór het Han-klerkenschrift, inclusief het grote zegelschrift en het kleine zegelschrift. Over het algemeen worden schriften vóór de Qin-dynastie aangeduid als het grote zegelschrift. Nadat de heerschappij van Qin in 211 v.Chr. China had verenigd, werden de schriften door een team van ambtenaren onder leiding van toenmalig minister-president Li Si gestandaardiseerd; het nieuwe schrift wordt het kleine zegelschrift genoemd.
Overwinningsfeesten in het oude Rome die ter ere van generaals en admiraals werden gehouden of voor keizers of leden van de keizerlijke familie in de keizertijd die een volledige overwinning hadden behaald over een buitenlandse vijand. Kenmerkend voor het feest was een overwinningsoptocht met de geëerde gezagvoerder, zijn leger en oorlogsbuit, executie van de hoofdgevangene, offeringen bij de tempel van Jupiter en een openbaar feest.
Wordt gebruikt voor huizen die zijn gebouwd door de eigenaars.
De lengterichting van een weefsel dat is afgesloten met inslaglussen, vaak te onderscheiden doordat de inslageinden verschillen van de rest van het weefsel, en soms doordat er een wijziging in de binding is.
Een zelfklevend hechtmiddel dat vaak wordt gebruikt op tape, labels en postzegels, en dat wordt gekenmerkt door de hechting aan een ander oppervlak onder lichte druk bij kamertemperatuur. Dergelijke hechtmiddelen zijn te onderscheiden van andere hechtmiddelen doordat ze geen oplosmiddelverdamping of een chemische reactie nodig hebben om zich te hechten. Ze worden gebruikt voor doek, papier, film, folie en schuimsubstraten. Ze kunnen worden gemaakt van natuurlijk rubber, butylrubber, styreenbutatieenrubber, nitrilrubber, acryl, polyvinylalkylether of siliconensamenstellingen. Ze bevatten meestal additieven als kleefmiddelen, weekmakers, vulstoffen en antioxidanten. Ze worden gebruikt voor de industrie en op de commerciële markt in de vorm van plakband en folies die zijn bedoeld voor verpakking, montage en bevestiging, en maskering, en voor elektrische en chirurgische toepassingen.
Zacht, soepel, witgelooid of behandeld vel, dat oorspronkelijk werd gemaakt van het vel van de gems, Antilopa rupicapra, een klein soort hert. Tegenwoordig wordt het gemaakt van de vellen van lammeren, schapen, geiten, of van de dunne delen van gesplitste huiden.
Een school van meditatief boeddhisme die in de 12de eeuw in Japan werd geïntroduceerd door monniken die terugkeerden uit China. Zen had zijn oorsprong in India en kwam terecht in China, waar elementen van het taoïsme werden toegevoegd. Zen legt de nadruk op eenvoudige meditatie zonder rituelen en de persoonlijke beleving van verlichting door een leven dicht bij de natuur. Er zijn twee belangrijke takken van zen in Japan: Rinzai en Soto.
In het algemeen, schilderijen en kalligrafieën van zenboeddhistische priesters in China, Korea en Japan. Men gebruikt de term meer specifiek voor het werk van Japanse zenpriesters uit de Edo-periode (1600-1868). De inhoud van de schilderijen en kalligrafieën is gericht op de gedragsregels van de dharma. De stijl is krachtig, vrolijk en spontaan ��� soms zijn de werken zelfs slordig uitgevoerd. De term betekent letterlijk ���zenschilderij'. Gebruik ���gazen' voor schilderen als zenactiviteit.
Verwijst naar de architectuurstijl die zich ontwikkelde tijdens de Song dynastie (970-1279 v. Chr.) in China en die tijdens de Kamakura periode (1185-1333) samen met het Zen-Boeddhisme in Japan werd geïntroduceerd. De stijl kenmerkt zich door kleinere, complexere gebouwen met zeer nadrukkelijke consoles.
Verwijst naar een periode in de Chinese geschiedenis die vier eeuwen omvat, na de val de Han-dynastie in 220 n. Chr., en voorafgaand aan de Sui-dynastie (circa 589 n. Chr.). Gedurende deze periode probeerden rivaliserende families delen van het Han-rijk in hun macht te krijgen. De Chinese kunst stond onder invloed van nieuwe ideeën, met name ontwikkelingen op religieus gebied. Het boeddhisme, een religie die zich vanuit het naburige India naar China had verspreid, heeft de kunst van de Zes Dynastieën het sterkst beïnvloed; in de 4de eeuw had de Chinese boeddhistische kunst zich inmiddels als categorie gevestigd. In het klooster in Dunhuang, in het westen van China, zijn belangrijke wandschilderingen bewaard gebleven. Monumentale beeldhouwkunst, een traditie die vanuit het noorden naar China was overgebracht, werd populair, zoals blijkt uit de imposante, in steen uitgehouwen beelden van boeddhistische godheden in de bergen van de provincies Shaanxi en Henan. Houten pagodes, afgeleid van zowel de Indiase stoepa's als de torens van de Han-dynastie, vormden een belangrijke architecturale ontwikkeling in deze periode. Ook de inheemse geloofsstelsels van het confucianisme en taoïsme bleken een voedingsbodem voor nieuwe thema's en stijlen. Het confuciaanse ideaal kwam tot expressie in de populaire taferelen die respect voor de ouders uitdrukten, terwijl taoïstische kunstenaars een voorkeur aan de dag legden voor landschappen en volkslegenden. Ook wereldlijke kunsttradities waren aan verandering onderhevig, met name in de schilderkunst. Gu Kaizhi, die als de vader van de Chinese landschapsschilderkunst wordt beschouwd, was eveneens werkzaam in deze periode. In Zuid-China werden ook belangrijke vorderingen gemaakt op keramisch gebied, met name in het steengoed met groen glazuur Yueh-yao of 'Yueh-aardewerk', een duurzaam soort keramiek dat uiteindelijk zou worden uitgevoerd naar verre streken als Egypte en de Filippijnen. Gedurende deze periode zien we voor het eerst gentleman-schilders, kalligrafen en belangrijke privékunstcollecties in China. Ook de literaire kritiek en kunstkritiek kregen in deze periode vorm.
Verwijst naar de periode in Egypte van circa 664 tot 525 v. Chr., ook bekend als de Saite Dynastie naar de hoofdstad Sais. Deze periode kenmerkt zich door een heropleving van de kunst, met name in de beeldhouwkunst, die een uniforme geïdealiseerde stijl ontwikkelde, die bekendstaat als de Saite-stijl.
Verwijst naar de periode in Egypte van circa 1630 tot 1532 v. Chr. waarin een tweede groep Aziaten gelijktijdig met de Hyksos uit de Vijftiende Dynastie de macht greep in een deel van de Delta. Er is weinig bekend over de kunst en architectuur uit deze periode.
Beschrijft gebouwen, in het bijzonder klassieke Griekse en Romeinse tempels en gebouwen met een soortgelijke structuur, met een of meer rijen van zes zuilen aan een of beide uiteinden.
Het voorbereiden van kopij - met de hand, machinaal, of met een computer - in een vorm die geschikt is voor het maken van een afdruk of voor het maken van drukplaten. Hieronder vallen ook de omvangberekening en de opmaak van letters, spaties en ander af te drukken materiaal. Gebruik 'letterzetten' voor het specifieke procédé van het zetten van letters.
Geleidelijke verzakking van constructies, veroorzaakt door de compressie van grond onder het funderingsniveau.
Verwijst naar de periode in Egypte van circa 2150 tot circa 2130 v. Chr. (kort voor het begin van de negende dynastie). In de meeste bronnen worden de zevende en achtste dynastie samengevoegd. Er is weinig bekend over de kunst en architectuur uit deze periode.
Verwijst naar de periode in Egypte van circa 525 tot 404 v. Chr. Tijdens deze periode werd Egypte veroverd door de Perzen. Er is weinig bewaard gebleven van de kunst en architectuur uit deze periode.
Stroperige, kleurloze, enigszins glanzende afscheiding die meestal enigszins reageert als een base; bevat water, slijmstoffen, proteïne, zouten en vaak ook zetmeelafbrekende enzymen.
Snaarinstrumenten, in allerlei vormen, bestaande uit een lange stok of stang met een knop aan beide uiteinden waarvan de snaren zijn bevestigd, 3 frets, een U-vormige kam, 1 of 2 klankbodems van een halve kalebas aan één uiteinde; bespeeld door strijken, tokkelen en slaan van de snaren; verschillende gebieden in Afrika.
Verwijst naar het werk van een school van kunstenaars die is opgericht door Wu Wei (1465-1508). De stijl kenmerkt zich door vluchtig geschetste composities met losse en krachtige penseelstroken.
Verwijst naar de stijl van porselein die werd ontwikkeld gedurende de heerschappij van keizer Cheng-te, 1506-1521. De stijl wordt gekenmerkt door blauw-wit glazuurwerk met Arabische of Perzische inscripties, een resultaat van de islamitische invloeden in het staatsbestuur. Kenmerkend voor objecten in deze stijl is een markering met zes karakters in blauw onderglazuur, in plaats van vier karakters zoals bij andere objecten. Dit porselein werd niet meer gemaakt na de dood van Cheng-te, maar soortgelijk werk van mindere kwaliteit werd wel nog vervaardigd ten tijde van zijn opvolgers.
Verwijst naar de cultuur van de Zhou-dynastie, een periode die duurde van circa 1050 tot 256 v. Chr. De Zhou-dynastie volgde de Shang-dynastie op. Het gebied waarover de Zhous regeerden, was erg groot, maar hun heerschappij was indirect en werd daarom vaak betwist. De Zhou-periode wordt verdeeld in de Westelijke Zhou (circa 1050-771 v. Chr.) en de Oostelijke Zhou (771-256 v. Chr.). Er was sprake van een grote regionale diversiteit in de Zhou-periode, maar over het algemeen was het een tijd van opmerkelijke, politieke, filosofische, religieuze en sociale veranderingen. Veel elementaire Chinese tradities werden gevestigd en de vroegste Chinese literatuur dateert uit de Zhou-periode, onder andere de geschriften van Confucius. De bevolking nam toe in deze periode en het gebruik van ijzeren gereedschap raakte wijder verbreid, wat leidde tot landbouwkundige vooruitgang. De opkomst van een koopmansklasse en de ontwikkeling van geld creëerde een grotere markt voor artistieke producten, waarvan bronzen voorwerpen het belangrijkst bleven. Deze voorwerpen werden wereldlijker en dienden als symbolen van status, rijkdom en autoriteit. Op Zhou-bronzen worden langere inscripties aangetroffen, die nu waardevolle getuigenissen zijn van vroege Chinese geschiedenis. Het decoreren van bronzen werd abstracter, geometrischer en kleurrijker, en werd gekenmerkt door een toegenomen gebruik van reliëf en kostbaar inlegsel. De vele kleine staten van de Zhou-dynastie werden praktisch onafhankelijk van het centrale gezag en de Qin versloeg uiteindelijk de overige staten en vestigde de eerste verenigde Chinese heerschappij.
Maaigereedschap voor het maaien van graan, peulvruchten en dergelijke. Bestaat uit een ongeveer 70 cm lang licht gebogen, spits toelopend mes met haaks hierop een vrij korte steel. Aan het einde van de steel zit een handvat, waarachter zich soms een brede plaat bevindt om steun aan de pols te geven.
Systematisch het zichtbare effect analyseren van een nieuwbouwproject of planologisch beleid voor een gemeenschap of gebied.
Verwijst naar dat deel van een voorwerp dat zichtbaar is voor het oog, ter onderscheiding van de feitelijke grootte van het voorwerp. Meestal wordt de term gebruikt bij het beschrijven van de afmetingen van dat deel van een tweedimensionaal kunstwerk dat zichtbaar is binnen het venster van een lijst of passe-partout, zonder die delen van het werk die aan het oog zijn onttrokken door de sponning of het gebied van de passe-partout. De term kan ook worden gebruikt bij een beschrijving van de lijst of passe-partout zelf, en verwijst dan naar de grootte van de opening waardoor een bepaald kunstwerk gezien wordt.
Een fundamentele onvolkomenheid van glas die wordt veroorzaakt door een onjuiste verhouding van de bestanddelen, in het bijzonder door een teveel aan alkali, en die wordt gekenmerkt door een netwerk van fijne scheurtjes en de vorming van vochtplekken op het oppervlak.
Bedden met een frame uit drie delen, uitgerust met springveren die het hoofd, voeteneind of midden van het bed op gewenste hoogte kunnen brengen.
Bootvormige houders, meestal van zilver, tin of aardewerk, met een lange tuit; gebruikt om vloeistoffen en zacht voedsel aan kinderen en eventueel aan invaliden toe te dienen.
Wordt gebruikt voor gezondheidszorgeenheden die eenvoudige medische en verplegende zorg bieden aan inwoners of leden van een inrichting of een andere instelling.
Een toestand van slechte gezondheid, het hebben van een ziekte, aandoening of ander slecht functioneren van de geest of het lichaam.
Netachtige of geperforeerde apparaten of keukengerei waardoor droog, los materiaal zoals bloem wordt gewannen of verfijnd. Wordt ook gebruikt voor stoffen die vloeistof bevatten en in dit gerei kunnen uitdruipen of waarin zachte, vaste stoffen, zoals hardgekookte eieren, door een stamper worden fijngemalen.
Een weerspiegelende oppervlaktekwaliteit die minder stralend is dan hoogglans en die meer een gevoel van diepte dan van glans aan de afwerking geeft.
Methode voor het binden van boeken waarbij het gehele tekstblok als een eenheid aan elkaar wordt vastgemaakt door het bindingsmiddel, meestal gaat het om draadkrammen, vanaf de voorkant door het tekstblok naar de achterkant, dicht langs de vouwen van het katern, te halen.
Wordt gebruikt voor de oppervlakken van objecten die geen voorkanten, achterkanten, bovenkanten of onderkanten zijn. Als bijvoeglijk naamwoord dat de plaats van iets aan of bij de zijkant van iets beschrijft, wordt 'zij' (Kenmerken en Eigenschappen) gebruikt.
Lange en smalle horizontale onderdelen van hout of metaal die het hoofdeinde en het voeteneinde van een bed met elkaar verbinden.
Die delen van de flankerende muren van de cella van een tempel die uitsteken voorbij de voorkant of achterkant en die vaak eindigen in antae.
Lichten die de aanwezigheid en de globale lengte van een voertuig aangeven.
Riolen die afvalwater ontvangen uit een relatief klein gebied en die zijn verbonden met hoofdriolen of putten.
De horizontale belasting die door winddruk of effecten van krachtige seismische trilliingen wordt veroorzaakt.
Een geel poeder (Ag3PO4), dat bruin kleurt bij verhitting of blootstelling aan licht; oplosbaar in zuur en zeer moeilijk oplosbaar in water. Het werd gebruikt bij de vervaardiging van fotografische emulsies en geneesmiddelen.
Metaalbewerkers die zijn gespecialiseerd in het werken met zilver, in het bijzonder in het maken van sieraden en tafelgerei.
Objecten gemaakt van zilver, vooral tafelgerei van zilver dat wordt gebruikt bij het opdienen en nuttigen van eten en drinken.
Afrikaanse stenen paleizen. De buitenste muren en veekralen werden gebouwd van bedekte stenen, terwijl de hoofdgebouwen binnen de muren werden gemaakt van constructies van leem en vlechtwerk.
Orde van bloeiende planten, waaronder bekende soorten als de gemberplant, de kardemomplant, de kurkuma, de bananenboom en de arrowroot of pijlwortel. Ze zijn 80 miljoen jaar geleden geëvolueerd, in het late Krijt.
Verwijst naar lithografieën die worden gemaakt van zinkplaten volgens het zinkografieproces. De term stamt oorspronkelijk uit Frankrijk, waar een onderscheid wordt gemaakt tussen lithografieën die op steen en op zink worden gemaakt. Deze twee typen afdrukken lijken erg op elkaar, dus het onderscheid wordt nauwelijks gemaakt.
Literair middel waarvan de naam afkomstig is van het Latijnse woord 'allusio', dat een 'woordspel' betekent. Het wordt gebruikt om te zinspelen op of indirect te verwijzen naar een persoon, gebeurtenis, ding of deel van een andere tekst. Allusies onderscheiden zich van middelen als letterlijke citaten of imitaties en zijn gebaseerd op de veronderstelling dat de auteur en lezer een kennisgebied en culturele begrippen delen.
Korte, bondige formuleringen van principes of voorschriften, waarvan de auteur dikwijls bekend is; te onderscheiden van 'spreekwoorden', hetgeen uitdrukkingen zijn die in de omgangstaal zijn ingeburgerd en dikwijls een volkswijsheid van een groep mensen of een volk uitdrukken.
Verwijst naar de cultuur die is verbonden met de islamitische dynastie met deze naam die regeerde in gedeelten van Noord-Afrika en Spanje en die tussen 972 en 1152 actief kunst en architectuur begunstigde. Zirid-architectuur stond open voor invloeden van buiten: uit de ruïnes van het paleis van Ziri bij Ashir blijkt dat het paleis was gemodelleerd naar een vroeg Fatimid-paleis en de uitgebreide ruïnes van de paleizen van de Qal 'at bani hammad laten overeenkomsten zien met Fatimid-architectuur in Egypte en Normandische architectuur in Sicilië. Er zijn verschillende Zirid-gebouwen in Granada, waaronder een paleis (1052-6) op de locatie van het Alhambra, dat werd gebouwd door Yusuf ibn Naghrallah, de joodse vizier van de Zirid. De enige overblijfselen van dit prachtige paleis zijn twaalf witmarmeren leeuwen, die in de 14de eeuw zijn hergebruikt voor de centrale fontein in het Paleis van de Leeuwen. Zirid-begunstigers droegen ook bij aan de inrichting van religieuze gebouwen; in 980 gaf de Zirid-heerser Buluggin bijvoorbeeld een houten minbar aan de moskee van de Andalusiërs in Fez. Het belangrijkste voorbeeld van Zirid-houtwerk is de zwaar bewerkte maqsura die werd besteld door al-Mu'izz ibn Badis voor de congregationele moskee van Kairouan; een gebeeldhouwde inscriptie wordt omlijnd door een karakteristieke Zirid-verhoogde kraal. Boekmaken floreerde eveneens tijdens deze dynastie en de heerser zelf was de auteur van een belangrijke verhandeling over de kunst van het boek.
Een mineraal dat verschillende kleuren heeft en een algemeen bijkomstig mineraal is in kiezelhoudende stollingsgesteenten, kristallijne kalksteen, schisten en gneisen.
Wapenhelmen met een halfronde of puntige kroon, verschuifbare neusdekking of een vizier met tralies, en als lange halsbeschermer een enkele onbuigzame plaat of verscheidene overlappende platen, vergelijkbaar met de staart van een kreeft; ze werden gedragen door de Europese en Noord-Amerikaanse cavalerie aan het eind van de 16e en 17e eeuw.
Documenten, al dan niet gepubliceerd, die een hoeveelheid verslagen binnen een documentatiecentrum of archief inventariseren of beschrijven, en gemakkelijker toegankelijk en begrijpelijk maken voor de gebruiker.
Middelgrote Europees-Aziatische loofboom. Alle delen van de boom, behalve de vrucht, zijn licht giftig. De vruchten worden gegeten door vogels en zoogdieren. Sommige breken ook de pitten open om het binnenste op te eten. Sommige dieren, zoals de kokermot, eten de bladeren. De boom scheidt gom uit via wonden in de schors en sluit ze op die manier af om insecten tegen te houden en schimmelinfecties te voorkomen.
Instrumenten uit de 18de eeuw waarmee pseudostereoscopische beelden kunnen worden bekeken die soms 'vues d'optique' worden genoemd. Deze tafelkijkers bestaan uit een houten standaard ter ondersteuning van een scharnierende spiegel en lens, gebruikt om een plat op de tafel naast de standaard gelegde afbeelding te bekijken. Er wordt een perspectiefeffect geschapen door een combinatie van het beeldontwerp en de eigenschappen van spiegel en lens. Bewaard gebleven voorbeelden zijn elegante en hoogst gewilde mahoniehouten meubelstukken, bestemd voor de zitkamers van welgestelde families.
Meestal het warmste seizoen van het jaar, tussen lente en herfst.
Bouwconstructies in grote tuinen of parken, naast het eigenlijke hoofdgebouw, die zijn bedoeld om zomers permanent in te kunnen bivakkeren.
Kleine krukken die in kerken in Schotland werden gebruikt voordat de kerkbankjes werden geïntroduceerd.
Terreinen die door een overheidsinstantie zijn bestemd voor een bepaald gebruik, bijvoorbeeld voor woningen, commercie of industrie.
Het reguleren van landgebruik voor vastgestelde doeleinden.
Het gebruik van de energie van de zon voor verwarming of om elektriciteit op te wekken.
Te gebruiken voor fotovoltaïsche cellen die zonlicht direct omzetten in elektriciteit.
Wordt gebruikt voor huizen die zijn ontworpen om zonnestraling op te slaan en te gebruiken voor warmte of elektriciteit.
Metalen plaatjes, gedragen op helmen, die de militaire rang of eenheid van de drager aanduiden.
Het schijnbare zakken van de zon achter de horizon, wat het einde van de dag aangeeft.
Langwerpig (ca. 12-20cm lang; ca. 1-2cm breed) werktuig met een platte ovaal als doorsnede, en afgeplatte uiteinden. Deze uiteinden kunnen afgerond of recht zijn, met of zonder groefjes. De schoenmaker gebruikt het likbeen om te polijsten en glad te maken, plooien te verwijderen en naden vlak te wrijven
Schoenmakerswerktuig dat bestaat uit een klein wieltje, met een motiefje dat bevestigd is in een U-vormig beugeltje, en een houten handvat. Nadat het opgewarmd is, wordt het over het midden van de schoenzool gerold, om daar een decoratief lijnpatroon aan te brengen.
Lenzen die zijn gemaakt om de brandpuntsafstanden - binnen een bepaald bereik - continu te kunnen variëren. De effectieve lensopening en scherpstelling blijven onveranderd door zulke afstellingen.
Dierlijke vormen vertegenwoordigend of imiterend, zoals in kunstnijverheid of symboliek.
Verwijst naar de Duitse Antiek Revival-stijl uit het eind van de 18de eeuw, in Duitsland bekend als de ‘pruikenstijl’.
Zeer kleine poppetjes gemaakt van stof, been en hout waarbij restjes stof uit kledingateliers worden gebruikt. Kinderen en volwassenen vertellen hun problemen aan het poppetje, waarna het de problemen zou overnemen zodat de gebruiker rustig kan slapen. Zijn doorgaans uit Guatemala afkomstig, maar hebben hun oorsprong vermoedelijk in de Mayacultuur.
Te gebruiken als verwijzing naar een semi-zelfstandige vorm van huisvesting in een groep, gewoonlijk bestemd voor ouderen, waarbij is voorzien in enige gemeenschappelijke ruimte en een aantal ondersteunende diensten, zoals huishoudelijke hulp, vervoer en sociale activiteiten, maar niet in persoonlijke verzorging; (in de Verenigde Staten in zwang sedert de jaren ’60 van de 20ste eeuw).
Verwijst naar de oude pre-islamitische religie in Iran, gesticht door de Iranese profeet Zoroaster in de 6de eeuw v. Chr., met zowel monotheïstische als dualistische kernmerken die later het judaïsme, de islam en het christendom beïnvloedden. De religieuze samenleving is verdeeld in een structuur van drie klassen. De eerste bestaat uit leiders en priesters, de tweede uit strijders en de derde uit landbouwers en veefokkers. Elke klasse wordt vaak geassocieerd met goden of daiva's, hoewel Zoroaster elke godsverering afkeurde, behalve die van Ahura Mazda (de Wijze Heer). Het kenmerkende principe is het geloof dat het kwaad zijn oorsprong heeft in de prille fase van de schepping, toen de tweelingzoons van Ahura Mazda als gevolg van een bittere rivaliteit de vrijheid kregen om verschillende morele wegen te volgen. Spent Mainyu (de milde geest) koos het goede, Angra Mainyu (de vernietigende geest) het kwade.
De eigenschap van het samengesteld zijn uit of het bevatten van een zout of zouten; ook de concentratie zout of zouten in een oplossing.
Instrumenten voor het meten van de hoeveelheid zout in een oplossing.
Fotopapier dat wordt gebruikt in gebonden zoutpapierprocedés. Papier wordt geïmpregneerd in een oplossing van zout (natriumchloride) en water. Vervolgens wordt het aan een kant gecoat met zilvernitraat waardoor op het oppervlak lichtgevoelig zilverchloride ontstaat.
Houders voor tafelzout. Worden gemaakt in een grote verscheidenheid aan vormen, stijlen, materialen en grootte.
Vaten met een geperforeerde bovenkant voor het strooien van zout op voedsel. Worden gemaakt in een verscheidenheid van vormen en materialen en vormen vaak een paar met een peperbusje.
Kleine, lage, open vaten die worden gebruikt voor zout aan tafel. Worden gemaakt in een verscheidenheid aan vormen en kunnen een platte onderkant hebben of op pootjes staan of op een voet met een steel. Gebruik 'standing salts' voor grote vaten voor zout.
Een kleurloze of lichtgele bijtende, rokende vloeistof, HCl, die wordt gebruikt bij chemische en industriële processen.
Hout van de boom behorende tot de soort Swietenia mahagoni. oorspronkelijk uit het zuiden van Noord-Amerika, centraal- en Zuid-Amerika. het is in Azie geïntroduceerd voor cultivatie. Het hout is hoogwaardig materiaal voor kabinetten en andere doeleinden.
Beschrijft werken die zijn vervaardigd door het gelijknamige Afrikaanse volk, dat in Democratische Republiek Congo leeft, in de regio's Salampasu, Lunda, Kanyok en Luba. In geografisch en cultureel opzicht te onderscheiden van de Noordelijke Kete.
Verwijst naar een Chinese dynastieke stijl en periode tussen 479 en 502. Deze dynastie, een van de opvolgers van de Jin-dynastie, wist haar machtspositie niet lang vast te houden. Keizer Gaodi (heerste van 479-483) bracht een grote verzameling kunstwerken bijeen. Een belangrijke kunstenaar uit deze periode was Xie He, die als portretschilder aan het hof van Nanjing werkte; hij was de invloedrijke schrijver van de oudste nog bestaande Chinese verhandeling over de theorie van de schilderkunst. In de grotten rond de Qixia-tempel op de berg She, 20 kilometer ten oosten van Nanjing, bevinden zich boeddhistische beeldhouwwerken uit de Zuidelijke Qi-periode.
Verwijst naar het werk van een school van kunstenaars onder leiding van de schilder Chi'i Pai-shih (1863-1957). De stijl kenmerkt zich door het gebruik van krachtige penseelstreken.
Verwijst naar een Chinese dynastieke stijl en periode tussen 1127 en 1279. Grondlegger van de dynastie was Gaozong (heerser van 1127-1162), zoon van de laatste keizer van de Noordelijke Song. De hoofdstad van de Zuidelijke Song was Nanjing, later Lin'an, en deze dynastie heerste over het gebied ten zuiden van de rivier de Huai. Buitenlandse invloeden werden gemeden en inspiratie werd veelal geput uit archaïsche tradities. Het landschapsschilderen bleef het belangrijkste schildersgenre, met kunstenaars als Ma Yuan en Xia Gui, die lokale, etherische en lieflijke landschappen afbeeldden, een wereld van verschil met de hoekige, ruige landschappen van de Noordelijke-Songschilders. Deze schilderschool, de zogeheten Ma-Xia-school, kwam voort uit de keizerlijke schildersacademie. De levendige, vlot geschilderde werken van de zenmonniken uit die perioden staan hiermee in scherp contrast. Nu de industriële ovens in het noorden niet meer beschikbaar waren, ontvingen de nieuwe productiecentra van keramiek in het zuiden opdrachten van het keizerlijk hof. In de nabijheid van het paleis werd speciaal (officieel) guan-aardewerk vervaardigd. In Longquan produceerde men celadon geglazuurd steengoed in expliciet archaïsche vormen. Een kleine fabriek in Jingdezhen die Qingbai-aardewerk produceerde, kende een uitbreiding in die periode en zou uiteindelijk uitgroeien tot het belangrijkste productiecentrum van keramiek in China. Jade en metaalwerk werden veelal in archaïsche vormen vervaardigd. De productie van wandtapijten uit fijne zijde, de zogeheten 'kesi', bereikte zijn hoogtepunt in de Zuidelijke Song. Kenmerken van de vergulde en beschilderde houten Boeddhabeelden waren sensuele lichamen, een mysterieuze lach en een levendige uitstraling.
Verwijst naar de culturen van de regio van Azië die is gesitueerd ten oosten van het Indiase subcontinent en ten zuiden van China, en die de oude, etnisch diverse culturen omvat van een continentaal vasteland en een reeks archipels ruim 11 kilometer ten oosten en zuiden van het vasteland. In het algemeen weerspiegelen de kunsten in de regio voornamelijk religieuze aspecten, met name de persoonlijkheid en het karakter van Boeddha en van de hindoegoden, en geschiedenis, met name verheerlijkte helden uit een nationaal en mythisch verleden. De Boeddha-voorstelling blijft het centrale motief in beeldhouwkundige en schilderkundige stijlen, terwijl andere, minder belangrijke of inheemse figuren uit boeddhistische, islamitische en hindoeïstische heilige geschriften soms worden weerspiegeld in muurschilderingen. Kunst in de regio wordt gekenmerkt door tribale geometrische en spiraalachtige patronen, Indiase bloemmotieven en dierenvoorstellingen die zijn gebaseerd op plaatselijke mythologieën. Een algemene voorliefde voor thema's die betrekking hebben op fantasie, menselijke en goddelijke schoonheid en feestelijke sensualiteit is prominent aanwezig in de kunst van deze regio.
Flessen waaraan een rubber speen is bevestigd, waaruit een baby melk of een andere vloeistof zuigt.
Verwijst naar een gebouw, in het bijzonder een Oudgriekse of Romeinse tempel, met zuilen aan de voorkant maar niet aan de achterkant of zijkanten.
Stijl van bidkleden die, of ze nu wel of niet afkomstig zijn uit Lâdik, een motief hebben dat is afgeleid van een 16e-eeuws ontwerp van het Osmaanse hof. De stijl bestaat uit drie bogen van ongelijke hoogte die worden ondersteund door ranke zuilen met daarop een paneel zoals eerder beschreven. De meeste zuilenladiks zijn gevonden in Europa en een aantal is mogelijk in de 17e en 18e eeuw in de Balkan gemaakt. Een minder subtiel en meer recent type met krachtigere kleuren komt uit de nabijgelegen stad Konya.
Wordt gebruikt voor rijen zuilen die voornamelijk dienst doen om binnenruimten van elkaar te scheiden.
Wordt gebruikt voor boerderijgebouwen, waar melkproducten worden gemaakt en bewaard, meestal onder leiding van de boerinnen. Te onderscheiden van 'zuivelfabrieken' door de afwezigheid van mechanisatie. Gebruik 'melkhuizen' voor bijkomstige gebouwen voor de landbouw die worden gebruikt voor de verwerking van melk, al of niet geautomatiseerd.
Dubbele klarinetten bestaande twee evenwijdige cilindrische pijpen van gelijke lengte, beide met evenveel vingergaten, meestal vier tot zes, met dezelfde onderlinge afstand; vervaardigd en bespeeld in het Nabije Oosten.
Kleine kersenboom, inheems in een groot deel van Europa en Zuidwest-Azië, nauw verwant aan de wilde kers (P. avium) maar met een vrucht die zuurder is. Waarschijnlijk zijn gekweekte zure kersen geselecteerd uit wilde bomen die voorkwamen in de gebieden rond de Kaspische Zee en de Zwarte Zee. Ze waren populair in Perzië en in de vierde eeuw v.Chr. al bekend bij de oude Grieken. In de eerste eeuw n.Chr introduceerden de Romeinen ze in Groot-Brittannië. Daar werden ze vooral in de tijd van Hendrik VIII populair. In 1640 waren er 20 geregistreerde cultivars van de bomen. Engelse kolonisten die zich in Massachusetts vestigden namen de zure kers mee naar Amerika.
Middelgrote subtropische citrusboom die in het hele Middellandse Zeegebied wordt gekweekt. De sappige vrucht heeft een dikke oranje (roodgele) schil en is zuur in vergelijking met de zoete sinaasappel (C. sinensis). Uit veel variëteiten wint men etherische olie die men gebruikt in parfums of als smaakstof, plantaardig medicijn en eetlustremmer. De geraspte schil gebruikt men om marmelade de kenmerkende bitter smaak te geven. Het harde witte of lichtgele hout wordt gebruikt voor houtbewerking en op Cuba voor honkbalknuppels.
Schalmeien uit Macedonië en Zuid-Servië. Ze hebben in het algemeen zeven vingergaten en een cilindrische boring van boven en een conisch gedeelte aan de onderzijde.
Schalmeien, in verschillende regionale varianten, doorgaans bestaande uit een houten buis met een conische boring, zeven vingergaten aan de voorkant, één duimgat aan de achterkant, een wijd uitlopende klankbeker en een klein riet met een metalen pirouette eronder; vervaardigd en bespeeld in de Arabische wereld en - onder islamitische invloed -in gebieden in Europa en Azië.
Struik die inheems is in het midden en zuiden van Europa, Noordwest-Afrika en het westen van Azië. De zuurbes is ook geïntroduceerd in het noorden van Europa en Noord-Amerika. De zaden en bessen gebruikt men als voedsel. Andere delen van de plant zijn licht giftig en hebben medicinale eigenschappen.
Te gebruiken om stoffen te beschrijven met een pH-waarde van 7 of hoger, als het van belang is dat er weinig of geen zuur aanwezig is dat veroudering of aantasting kan versnellen.
Voorvoegsel voor de beschrijving van een kleur die niet verzadigd is en een lage intensiteit heeft.
Voorwerpen, meestal van ijzer, met gebogen uiteinden of in de vorm van een zwaluwstaart.; worden gebruikt om constructiebalken of bouwstenen samen te houden.
Hout van de boom behorende tot het genus Betula nigra. Het wordt vaak gebruikt voor het maken van kleine gedraaide artikelen, zoals wasknijpers en speelgoed.
Hout van de boom behorende tot de soort Alnus glutinosa, inheems in Europa, op de Britse eilanden en in Afrika. Het is mat, licht roodachtig bruin van kleur en wordt gebruikt voor het maken van bezem- en borstelruggen, hoedvormen, speelgoed en klompen.
Stijf, taai hout van de soort Nyssa sylvatica, groeit van New Hampshire tot Texas in de Verenigde Staten. Het is moeilijk te splijten. Wit tot geelachtig van kleur, wordt gebruikt voor hamers, meubels, flessen, pallets, manden, dozen, fineer, vaten, en brandhout.
Beuksoort uit Nieuw-Zeeland. De naam 'zwarte beuk' is afgeleid van het feit dat de stam en de takken vaak zijn bedekt met roetdauw.
Elzensoort die voorkomt in Europa, op de Britse eilanden en in Afrika, en die in de Verenigde Staten wordt geteeld. Staat bekend als zwarte els vanwege de donkere schors en kegels.
Middelgrote loofboom die inheems is in Europa, Zuidwest- en Centraal-Azië en Noordwest-Afrika. Er zijn drie of vier ondersoorten bekend. De boom heeft ovale bladeren met een fijn getande rand. De stam is lang en de boom kan 35 meter hoog worden. Het hout gebruikt men voornamelijk voor lambrisering en andere doeleinden. Uit jonge bladeren kan men een gelige kleurstof extraheren. Wol wordt koperkleurig als men een bijtmiddel met chromium gebruikt en geelbruin met een bijtmiddel met aluin. Met het extract kan men geen katoen verven.
Tenten, gemaakt van geweven geitenhaar en zwart van kleur, die worden gebruikt door de nomadische volkeren in noordelijk Afrika.
Lange bladverliezende walnootboomsoort die inheems is in het oosten en middenwesten van Noord-Amerika. De bomen produceren eetbare noten en sterk en duurzaam hout dat men gebruikt voor meubels en andere producten. Van de vliezen van de noten en de bladeren van de boom wordt een donkerbruine kleurstof gemaakt. Door de kern van de noot samen te persen kan men drogende olie winnen die wordt gebruikt voor schilderverf. Gemalen walnootschillen gebruikt men als vulstof in plastics. Waar het verspreidingsgebied van J. nigra dat van J. microcarpa (de Texaanse zwarte walnoot) overlapt, ontstaan er soms kruisingen met kenmerken tussen die van de twee soorten in.
Mooie boom met een brede kruin die langzaam groeit en 25 meter hoog kan worden. De boom is inheems in het gebied dat zich uitstrekt van Oost-Mexico en Midden-Amerika tot in Colombia. De zwarte zapote produceert eetbare vruchten die op tomaten lijken. Met verschillende delen van de boom maakt men medicijnen. De schors en bladeren worden vermalen en gebruikt voor cataplasma's tegen blaren. Het afkooksel van de bladeren gebruikt men als een adstringerend middel. Men neemt het ook in als koortswerend middel. Daarnaast maakt men met delen van de boom middelen tegen lepra, ringwormen en jeukende huidaandoeningen. Onrijpe zwarte vruchten zijn in hoge mate adstringerend, prikkelend, bijtend en bitter. Soms gebruikte men ze als vissengif. De zwarte zapote is niet verwant aan andere bomen die men ook ���zapote' noemt, zoals de mamey zapote (Sapotaceae) en de witte zapote (Rutaceae).
Diepdrukprocédé waarbij het oppervlak van de plaat methodisch wordt opgeruwd met een wieg om een donkere achtergrond te creëren; daarna kunnen delen met verschillende soorten schrapers lichter worden gemaakt. Levert een gedrukte afbeelding op met gelijkmatige tonaliteit.
Verwijst naar de stijl in de Griekse vaasschilderkunst die zich ontwikkelde vanuit de geometrische en de oriëntaliserende stijl. Deze stijl ontstond in Korinthe circa 720 v. Chr., bloeide in Attica circa 600 v. Chr. en werd ook in Sparta (oostelijk Griekenland) en elders aangetroffen totdat hij geleidelijk werd verdrongen door de roodfigurige stijl in de late 6de eeuw v. Chr. De stijl kenmerkt zich door het gebruik van verfijnde slip, een bakproces in twee stappen en sintering om zwarte figuren in silhouet aan te brengen op een rode achtergrond. Details werden in de zwarte figuren ingekerfd of aangebracht met een purperen of witte kleurstof.
Een cement van klei of andere kleverige, hittebestendige substantie, meestal met toevoegingen van zwavel, metaaloxiden, silica of koolstof. Dit cement wordt gebruikt voor hittebestendige coatings of afdekkingen en voor het afdichten van naden en verbindingspunten.
Stokje of stukje hennepstengel waarvan de uiteinden in zwavel gedoopt zijn, vroeger dienende om er iets mee aan te steken, later is de functie door lucifers overgenomen.
Verwijst naar de cultuur van het huidige Zweden, of in het algemeen naar culturen die waren gevestigd in het gebied van het oostelijk deel van het Scandinavische schiereiland in Noordwest-Europa.
Toestellen die bestaan uit een korte horizontale staaf die aan de uiteinden vast zit aan twee touwen die ergens aan zijn opgehangen, en die worden gebruikt voor gymnastische en acrobatische oefeningen.
Speciale ruimten voor mensen om zich te reinigen of te verfrissen door middel van stoom.
Verwijst naar vierkante doeken waarmee het gezicht werd schoongeveegd, gedragen door de hogere kringen van het oude Rome, en in het bijzonder naar doeken die als relieken worden aanbeden, zoals de doek waarmee, volgens de legende, de Heilige Veronica het gelaat van Jezus afwiste en waarop diens gelaatsafdruk zichtbaar bleef.
Wordt gebruikt voor wielen die vastzitten in een wartel en aan meubels worden bevestigd om deze makkelijker te kunnen verplaatsen. Te onderscheiden van 'meubeldoppen' die zowel dienen om de poten aan meubels te beschermen als om meubels makkelijker te kunnen verplaatsen.
Het grootste type steenfragment volgens sedimentologische indeling. Een zwerfkei is een losgeraakte steenmassa die groter is dan een straatkei, met een diameter van meer dan 256 mm (10 in.).
Funderingen bestaande uit platte en versterkte betonnen platen of matten of versterkte betonnen bakken met wanden rondom de mat om een groter volume te creëren. Bedoeld om met de oppervlakte van de grond te kunnen meebewegen zonder dat dit structurele schade veroorzaakt. Ook gebruikt men ze wanneer de bodem zo zacht is dat zelfs heipalen de constructie niet kunnen dragen. In dat geval gebruikt men deze fundering omdat het gebouw daarmee als een soort boot wordt die voldoet aan de Wet van Archimedes, met een opwaartse kracht die gelijk is aan het gewicht van de verplaatste aarde.
Vloeren die de gehele afstand tussen twee eindstutten overspannen zonder daar tussenin nog gestut te worden.
Decoratieve patronen van gestileerde bloemen, gebladerte en perziken in blauw onderglazuur; voor het eerst geïntroduceerd in Meissen in 1739 en veel overgenomen door andere fabrikanten.
Wordt of voor lange, smalle laagten in de aardkorst gebruikt - in het bijzonder langs kustlijnen - of voor smalle, vallei-achtige landkenmerken die ontstaan op de plek waar twee hellingen elkaar kruisen.
Leden van deze stam worden mogelijk nog bij andere stammen ondergebracht, naar aanleiding van onderzoek uit de jaren '90 dat tot verbeterd inzicht leidde in de relaties tussen schimmels die van oudsher bij de stammen Chytridiomycota en Zygomycota waren ingedeeld.
Familie van bloeiende planten, een gevarieerde groep van 22 genera en 285 soorten die voornamelijk voorkomen in woestijnachtige of zoute omgevingen in gematigde en tropische gebieden. De meeste soorten zijn struiken en kleine bomen, veelal harsachtig.
Orde van bloeiende planten met 2 families, 27 genera en ongeveer 300 soorten. Tot deze orde behoren kruiden, struiken en enkele halfparasieten. Ze komen bijna alleen voor op droge of zoute grond in tropische en gematigde gebieden. De opvallende bloemen bevatten klieren die olie of nectar afgeven om bijen te lokken voor de bestuiving.