Bakken, bakken, bakken.. bij KSART krijgt u de "taste of art" te pakken!
Welkom, voordat u kunt inloggen zet uw cookie instelling aan.
Nieuwe kunstvorm gevonden? Voeg nu een nieuwe kunstvorm toe!
Gedeelten die tegen een groter gebouw zijn aangezet en organisch min of meer los hiervan staan vanwege de dienende functie of de latere toevoeging. VWB
Gedrukte bijlagen of toevoegsels bij een tekst die reeds is gezet
Sparrensoort die voorkomt in bergen van het oosten van de Verenigde Staten en Canada. Hij is nauw verwant met Abies balsamea (balsemzilverspar), waarvan hij voorheen als ondersoort werd beschouwd. Hij wordt gekweekt als kerstboom vanwege de sterke geur, de vorm, de sterke takken en het vermogen om de zachte naalden ook na het kappen vast te houden.
Halfronde of polygonale aanbouwen aan een grotere ruimte. Gebruikelijk in Romeinse basilieken en christelijke kerken.
Series aardewerken eetgerei, ontworpen om verticaal in elkaar te passen in de vorm van een vaas of urn, gemaakt als geschenk voor vrouwen die zijn bevallen van een kind; ze bestaan gewoonlijk uit een soepkom op een voet, een deksel in de vorm van een bord, een mok of een kop, een zoutvaatje en een gewelfd, van gaten voorzien deksel. Ze werden gemaakt in Italië tijdens de Renaissance en vervolgens in andere delen van Europa, en waren vaak uitbundig gedecoreerd.
Wordt gebruikt voor verscheidene simultaan verlopende procédés waarbij niet alleen één of meer acetylgroepen in een samenstelling worden gebracht maar waarbij ook door middel van hydrolyse een chemische reactie wordt veroorzaakt.
Klokken, in de vorm van staande horloges of consoleklokken, die acht dagen kunnen lopen na het opwinden. Ze moeten om de zeven dagen worden opgewonden, maar de extra dag biedt de mogelijkheid van één dag uitstel. Ze zijn vaak te herkennen aan sleutelgaten op de wijzerplaat.
Zachte, kameelharen borstels die worden gebruikt voor laboratoriumwerk, fotografie en fotogravures.
Spitsen met acht zijden, waarvan vier zijden evenwijdig lopen aan de vier zijden van de torenromp.
Een onderzoeksmethode voor het zoeken van chemische elementen in een materiaal door het materiaal te beschieten met neutronen, met geladen deeltjes zoals protonen, of met gammafotonen.
Beschrijft werk dat is vervaardigd door het gelijknamige Afrikaanse volk, een groep van de Akan die in het zuiden van Ghana leeft.
Te gebruiken in algemene zin voor het geven van advies, raad of aanbevelingen.
Het geven van advies en soms andere dienstverlening door professionele mensen op het gebied van hun eigen expertise.
Databases die elektronisch opgeslagen beelden bevatten zoals van kunstwerken, documenten of medische CAT-scans.
Afbeeldingen op papier of ander materiaal, overgebracht door een ingeïnkte drukvorm. Te gebruiken wanneer specifiek de individuele afbeelding die het resultaat is van het afdrukken bedoeld wordt. Gebruik 'prenten' voor gedrukte afbeeldingen in het algemeen.
Bijlen ontworpen om mee te strijden.
Platte, flexibele rechthoekige houders met een handvat die worden gebruikt worden voor het vervoeren van boeken, papieren en dergelijke, vaak vervaardigd van leer. Voor platte, harde, vierkante houders wordt 'diplomatenkoffertje' gebruikt.
De techniek van het muurschilderen op gedroogde pleisterkalk, of het retoucheren van een fresco als deze is hard geworden.
Verwijst naar een stijl van wandkleedontwerpen die werd ontwikkeld in de Gobelins-fabriek en zijn bloeitijd had in het Frankrijk van de 18de eeuw. Het wordt gekenmerkt door een relatief kleine, ingekaderde afbeelding met personages of een ander tafereel, waarbij het tafereel wordt omlijst door rijk afgewerkte randen die bestaan uit motieven als bloemen, guirlandes, decoratieve touwen en andere versieringen.
Cellulose, gewoonlijk afkomstig van houtpulp of katoenpluis behandeld met een alkali zoals natriumhydroxide; het wordt gebruikt om viscoserayon en andere daaruit afgeleide celluloses te produceren.
Buffer van een alkalische substantie die wordt toegevoegd aan materialen als papier om de vorming of het ontstaan van zuren te voorkomen.
Voorwerpen met een smeedijzeren standaard, vaak versierd, en daarboven een horizontale, platte ring met een veer waar iets in vast kan worden geklemd. Ze zouden oorspronkelijk bedoeld kunnen zijn voor een toorts of flambouw in plaats van een kaars.
Rotstuinen waarin voornamelijk alpenplanten groeien en die dikwijls watervalletjes of vijvers bevatten.
Kussen op de altaartrede waarop wordt geknield tijdens plechtige gedeelten van de eredienst. Bestemd voor misdienaars, diakens en subdiakens.
Grote loofboomsoort die 35 meter hoog kan worden, inheems in het oosten van Noord-Amerika, in het gebied van Nova Scotia tot Texas. Het hout is licht roodachtig bruin, hard en onbuigzaam, heeft een rechte nerf en wordt gebruikt voor meubels en andere doeleinden. De schors is glad en grijs. De bladeren zijn eenvoudig met aderen en getande randen. De vrucht bestaat uit een grote schil met twee glanzende bruine eetbare noten. Het hout is zuur, rozeachtig bruin van kleur met donkerbruine strepen.
Tot deze soort behoren grazende runderen die inheems zijn in Noord-Amerika. Soms worden ze op basis van hun leefomgeving onderverdeeld in de ondersoorten plains-bizon en woodland-bizon.
Amerikaans papiergeld, uitgegeven door de overheid en een wettig betaalmiddel sinds 1862. Oorspronkelijk op de achterzijde bedrukt met donkergroene inkt en niet inwisselbaar voor goud of zilver.
Een van de 18 essoorten uit Noord-Amerika, die te vinden zijn in de mesofytische hardhoutbossen in het gebied dat reikt van Nova Scotia tot Minnesota in het westen, Noord-Florida in het zuiden en Oost-Texas in het zuidwesten. De soort lijkt op de groene es en ook het leefgebied komt gedeeltelijk overeen.
Algemene benaming voor diverse soorten groene elzen die in Noord-Amerika groeien.
Hoge loofboom die vroeger veel voorkwam in de oostelijke helft van Noord-Amerika en voor de jaren dertig van de vorige eeuw op grote schaal werd gebruikt als sierboom en vanwege het hout en de schaduw. Het harde, sterke en grofvezelige hout gebruikte men ook voor het bouwen van schepen, omdat het makkelijk te buigen is en niet splintert. Veel van deze bomen zijn gedood door de iepziekte, een schimmel die wordt verspreid door de iepenspintkever.
Grote schaduwboom die 40 meter hoog kan worden en inheems is in het oosten van Noord-Amerika. De boom produceert hout voor bijenkasten, kisten, meubels en houtwol. Het is een populaire boom voor het houden van bijen. Ze produceren een bleke lindehoning met een bijzondere smaak.
Een kleine heesterachtige boom die inheems is in Noord-Amerika, in het gebied dat zich uitstrekt van New Engeland tot het middenwesten en de zuidelijke staten aan de Atlantische kust en de Mexicaanse golf. Sinds de prehistorie is deze wilde boom gekweekt door indianen vanwege zijn fruit en hout. De vrucht is rond en oranje. In het zuiden en middenwesten van de Verenigde Staten wordt de vrucht ���persimmon' genoemd en gebruikt om sterkedrank te maken. Het volksgeloof wil dat de vrucht pas eetbaar is na de eerste vorst, maar dat klopt niet. De vrucht bevat tannine en heeft daardoor een adstringerende werking.
Populier die inheems is in het grootste deel van Noord-Amerika. Er zijn drie ondersoorten bekend. Het is een van de grootste Noord-Amerikaanse hardhoutbomen en wordt bijna 30 meter hoog. De boom heeft dikke glanzende bladeren en een gladde zilverwitte schors die donkerder wordt en meer barsten vertoont naarmate de boom ouder wordt. Door de platte steel ritselen de bladeren al bij een zeer zacht briesje. Dit is een van de kenmerkende eigenschappen van de boom.
Hout van de boom Populus monilifera, Populus deltides en andere soorten die inheems zijn in de Verenigde Staten en Canada. De kleur van het hout is geelwit; het hout wordt gebruikt voor kisten en panelen en voor algemeen timmerwerk.
Grote en snel groeiende boom die inheems is in de koelere streken van Noord-Amerika. Door de platte bladstengels gaan de bladeren al bij een zeer zachte bries ritselen, vandaar de volksnaam. Men kan deze soort het eenvoudigst onderscheiden van P. tremula, een Europese boom die er veel op lijkt, door de vorm van de bladeren, waarvan de uiteinden puntiger zijn, en door de uitlopers van de wortels. De boom plant zichzelf voornamelijk voort via de wortels, waaruit nieuwe bomen kunnen groeien. Grote kolonies bomen die tot hetzelfde wortelstelsel behoren, zijn niet ongebruikelijk. De bladeren worden gegeten door diverse insecten. De indianen en de pioniers van het westen van Amerika extraheerden een stof uit de schors die diende als surrogaat voor kinine. Het zachte, slappe hout gebruikt men om papier te maken en voor andere doelen.
Kleine, rondachtige, donkerrode en zeer zure bessen van twee of meer soorten van het genus Vaccinium, met name V. oxycoccos, inheems in Groot-Brittannië, Noord-Europa, Siberië en Noord-Amerika. Ze groeien in veenachtige omgevingen.
Vruchtdragende loofboom die inheems is in Noord-Amerika en voorkomt in bosrijke gebieden van Ontario tot Florida en van North Dakota tot Texas. Gewaardeerd om zijn dichte harde hout en zijn gom, een koolhydraat dat in water oplosbaar is en wordt gebruikt als oplosmiddel voor waterverf.
Hout van de boom behorend tot de soort Prunus serotina, aangetroffen in bosgebieden tussen Ontario en Florida, en van North en South Dakota tot Texas. De kleur van het kernhout varieert van roodbruin tot helderrood, vaak met fijne, smalle bruine mergvlekken. Wordt gebruikt bij de vervaardiging van kostbaar meubilair, muziekinstrumenten, betimmering van bootinterieurs en schrijnwerk.
Hangklokken waarvan de gewichten en de slinger volledig te zien zijn; meestal beperkt tot vroeg Amerikaanse voorbeelden.
Verschilt van 'recreatiegebouwen' doordat het specifiek aangeeft dat het hier om amusement en spel gaat en niet om sport, en er geen lidmaatschap voor noodzakelijk is.
Analyse die wordt uitgevoerd om vast te stellen hoe een stuk gereedschap werd gebruikt en welke materialen ermee werden bewerkt, en die erin bestaat de tekenen van slijtage te onderzoeken.
Wordt gebruikt voor nauwkeurige balansen met een gevoeligheid van 0,1 tot 0,01mg.
Afbeeldingen die een vervormd beeld geven van het weergegeven voorwerp maar die, mits bekeken vanuit een bepaalde hoek of met gebruik van een gebogen spiegel, het voorwerp in de juiste proporties tonen.
Verwijst naar een typische stijl in de architectuur die zich onder de heerschappij van het Engelse koningshuis Plantagenet ontwikkelde in de Loirevallei in het midden van de 13de eeuw. Opvallend is dat de stijl buiten de belangrijkste Franse stilistische ontwikkelingen bleef. De stijl kenmerkt zich door een gedeeltelijk vasthouden aan het vroegere lokale romaanse idioom, zoals in de kerkelijke bouwkunst tot uiting komt in extreem gebogen koepelvormige kruisgewelven, vele ronde bogen, robuuste maar slanke pijlers en het gebruik van drie schepen van ongeveer dezelfde hoogte en breedte.
Kruisen waarvan de armen gesplitste uiteinden hebben, zoals de armen van een traditioneel scheepsanker.
Substanties die bloedvergiftiging of infectieziekten veroorzakende micro-organismen vernietigen.
Verwijst naar sterke, zwaar uitziende kloskant die vanaf de 17de eeuw in Antwerpen werd gemaakt. Een vaas met twee oren is het meest voorkomende motief op Antwerpse kant. De term kan ook in bredere zin worden gebruikt ter verwijzing naar andere in Antwerpen geproduceerde kantsoorten.
Kwasten die worden gebruikt voor het aquarelleren, meestal gemaakt van fijn dierlijk haar en gewoonlijk met een kort handvat.
Drukkers die in aquatint werken.
Klasse van personen die in loondienst zijn, vaak voor handenarbeid.
Locaties waar ooit menselijke activiteiten hebben plaatsgevonden en waar materiële resten, in wat voor vorm dan ook, zijn achtergebleven.
Verwijst naar kant die werd gemaakt in Armenië, Cyprus, Turkije en de Griekse eilanden. Deze kant wordt gekenmerkt door het gebruik van een enkele naald en traditionele technieken en steken. De ontwerpen en steken verschillen per regio, maar in het algemeen wordt Armeense kant gekenmerkt door een extreme verfijndheid en gecompliceerde ontwerpen. Hij werd vaak gemaakt met zijden draad en gouden draden, en versierd met parels en verschillende kostbare edelstenen. Armeense kant was vooral populair in de 17de eeuw en werd gebruikt in kantranden op kleding, als kelkbedekkingen en op ander liturgisch linnengoed. Sommige wetenschappers denken dat Venetiaanse kant voortkomt uit 16de-eeuwse Armeense kant.
Fijne draad van wol of chenille die bij borduurwerk werd gebruikt, met name in de 19de eeuw. De borduurdraad wordt op dezelfde wijze in stof verwerkt als crewelborduurwerk.
Afdelingen van Franse departementen en sommige Franse steden.
Te gebruiken voor rechtbanken met een algemene jurisdictie binnen een juridisch district. Mag soms federale rechtbanken of staatsrechtbanken benoemen.
Synthetisch arseendisulfide dat voor het eerst werd gemaakt in de 18e eeuw als tegenhanger van natuurlijk realgar. De synthetische variant was zuiverder en minder duur, maar wordt niet meer gebruikt vanwege de toxiciteit.
Een grijsachtig-wit element met een metalen glans, die bij verwarming vervliegt en giftige samenstellingen vormt.
Beeldhouwwerken van de Fon, een volk uit Benin in Afrika, bestaande uit een staf met daarop een schijfachtig platform versierd met uitgesneden of gesmede figuurtjes, vaak met hangers die van de randen afhangen. Ze dienen als herinnering aan overleden famillieleden. Tijdens rouwceremonies en vooroudervereringen worden aan de asen offers gebracht en gebeden gewijd.
Een hedendaagse techniek voor het creëren van driedimensionale kunstwerken door het combineren van verscheidene elementen, voornamelijk gevonden voorwerpen. De constructie kan door de kunstenaar beschilderde, uitgesneden of vormgegeven elementen omvatten. Oorspronkelijk bedacht in 1953 door de kunstenaar Jean Dubuffet.
Beeldhouwwerken die vanaf circa 1945 zijn gemaakt met behulp van de assemblagetechniek, waarmee driedimensionale kunstwerken tot stand komen door verschillende elementen te combineren, vooral objets trouvés. Ook door de kunstenaar geschilderde, beeldgesneden of geboetseerde elementen kunnen deel uitmaken van assemblages. Zie 'object sculpture' voor dergelijke werken van vóór 1945.
Fabrieken waar onderdelen in elkaar worden gezet om een eindproduct te krijgen, zoals voor de productie van auto's.
Wordt gebruikt voor verzamelingen archeologische artefacten die samen worden gevonden, zoals van eenzelfde niveau, gebied van handeling of locatie, ongeacht het type of het materiaal waaruit ze bestaan.
Gebouwen voor samenkomsten met een sociaal-cultureel of maatschappelijk doel. (Eerder vertaald met: Wordt gebruikt voor gebouwen die zijn ontworpen of bedoeld als plaatsen waar mensen van een bepaalde groep of organisatie bijeenkomen voor bestuurlijke doeleinden.
Personen die onderdelen van een voorwerp aan elkaar monteren.
Christelijk pinksterkerkgenootschap dat begin 20ste eeuw in Canada en de Verenigde Staten is ontstaan uit voorheen zelfstandige pinkstergemeenten. De Assemblies of God staan in de doopsgezinde traditie en geloven in het bijzonder dat spreken in tongen het bewijs is voor de doop met de Heilige Geest. Het kerkgenootschap stimuleert zendingswerk over de hele wereld.
Grote ruimten voor vergaderingen, ook wel gebruikt voor sociale bijeenkomsten, zoals bals en ontvangsten, voornamelijk 18e-eeuws. Geen Nederlands equivalent. Gebruik 'balzalen' of 'vergaderzalen'.
Boeken met kaarten, met of zonder begeleidende tekst, als bijlage bij een boek of afzonderlijk uitgegeven.
Wordt gebruikt voor zuilbasementen die bestaan uit een scheppend hol tussen de bovenste en onderste torus, en meestal wordt aangetroffen bij de Ionische orde.
Verzamelnaam voor systemen met vooraf opgenomen audioberichten die worden gebruikt om bezoekers van musea of andere tentoonstellingen te informeren.
Te gebruiken voor grote, gemotoriseerde, openbare straatvoertuigen voor grote hoeveelheden personen, meestal zeer lang en uitgerust met banken en zitplaatsen voor passagiers.
Het installeren van mechanische of elektronische apparaten, processen of systemen die de plaats innemen van menselijke inspanning, observatie of beslissingen en die een minimum aan menselijk ingrijpen vereisen om te functioneren.
Beheerders van audiovisuele materialen in bibliotheken, archieven of andere instellingen.
Verrekening van het verlies wanneer lading aan boord van een schip, toebehorend aan een of meer eigenaars, is opgeofferd voor het veiligstellen van de rest van de lading, waarbij het schadebedrag wordt gedeeld door allen die vracht aan boord van het schip hebben.
Ratels gemaakt van een kalebas bedekt met een netwerk van touwtjes, kralen, schelpen en stukjes bamboe; oorspronkelijk ontwikkeld en bespeeld door de Ewe in Ghana.
Het residu dat achterblijft na het malen van suikerriet waaraan het sap wordt onttrokken; wordt gebruikt voor het maken van papier en vezelbouwplaten.
Verwijst naar de periode van de Tagar-fase waarin het grafgedeelte van de koergan erg klein was, met muren van slechts anderhalve tot twee meter hoog, en gemaakt van platte stenen. Elk grafgedeelte bevat slechts één graftombe die op zijn beurt slechts één skelet bevat, meestal met een of twee kruiken die bij het hoofd van de overledene zijn geplaatst, samen met offerandes van vlees en eenvoudige bronzen gebruiksvoorwerpen.
Kleding bestaande uit dunne stroken stof die werden gebruikt om een zuigeling in te wikkelen om de bewegingen te beperken.
Overzichten van de vermogenstoestand op een bepaalde datum van, bijvoorbeeld, een onderneming, waarin de totale activa worden afgezet tegen de totale passiva, en waarbij het kapitaal (de sluitpost van de balans) de nettowaarde van de bezittingen of de omvang van de schuld aangeeft.
Te gebruiken voor personen die de balletkunst beoefenen.
Houders die waarschijnlijk werden gebruikt voor zalf en parfum. Vroege keramische voorbeelden die zijn gevonden in Petra (waarschijnlijk uit de 4de eeuw v. Chr.), hadden de typische hellenistische vorm van de spindelfles, maar deze vorm werd later volledig verdrongen door een aantal typen met een lange hals en een ronde tot eivormige buik met verschillende en blijkbaar gestandaardiseerde vormen (vanaf de 1ste eeuw n. Chr.). Het aantal in Petra gevonden unguentaria doet vermoeden dat ze ter plaatse werden gemaakt; de productie zal hebben samengehangen met de mirre en andere zalven die de Nabateeërs verhandelden. Ze zijn ook op meer westelijke vindplaatsen aangetroffen. Op verschillende plaatsen op het Arabisch schiereiland werden later peervormige glazen unguentaria gemaakt.
Grote boom die groeit op moerassige bodems in het noorden van de VS en Canada. Men kweekt de boom vaak vanwege de schaduw. De aangenaam geurende knoppen zijn bedekt met een dikke laag aromatisch hars, dat men gebruikt voor het maken van hoestsiroop.
Hout van de boom behorende tot de soort Populus balsamifera, inheems in het noordoosten van de Verenigde Staten. Het is zacht, breekbaar hout dat voornamelijk wordt gebruikt voor het maken van emballage en houtwol.
Kleine tot middelgrote in Noord-Amerika voorkomende spar, die inheems is in het grootste deel van het oosten en midden van Canada en het noordoosten van de Verenigde Staten.
Hamers met een wigvormige pen aan de andere kant van het hamergedeelte.
Schriftelijke opdrachten opgesteld door één partij waarbij deze opdracht geeft aan een tweede partij om een bepaalde geldsom te betalen aan een derde partij (die identiek kan zijn met de eerste partij). De opdrachten zijn gewoonlijk beperkt tot binnenlandse transacties. Er is een voorkeur voor ' wissels (1)' voor soortgelijke opdrachten tot betalingen bij buitenlandse transacties.
Muurbanken die bij een vensteropening staan.
Kapers of piraten die actief waren langs de kust van de Barbarijse staten. Saraceense en Turkse Barbarijse zeerovers hadden toestemming om schepen en nederzettingen onder christelijke heerschappij te plunderen.
Substantie die hydroxylionen afgeeft wanneer het in water wordt opgelost.
Wijde en geplooide rokken van stof, vaak fluweel of brocaat, of van maliën of pantsermetaal, die aan het begin van de 16e eeuw in Europa werden gedragen over, of in plaats van, liesbeschermers.
Lagen grof geweven, zwaargewicht textiel dat gebruikt wordt bij het stofferen, vastgemaakt over een webbing om een zitholte te creëren en om te voorkomen dat het vulsel eruit valt.
Ringen van glas die toegevoegd worden aan de onderzijden van reeds vervaardigde glazen vaten. Zij worden meestal plat gedrukt zodat hun randen uitsteken buiten de bodems van de vaten.
Verwijst naar de aardewerkstijl zoals aangetroffen op Cyprus in de laat-Cypriotische periode van circa 1600 tot 1050 v. Chr. De stijl kenmerkt zich door vaten met een ingewerkte ringvormige voet, afgewerkt met gepolijste bruine slip met ingekerfde of in reliëf aangebrachte decoraties, of met witte geschilderde lijnen.
De belangrijkste of enige inslag in een weefsel.
De belangrijkste of enige, ketting in een weefsel.
Wordt gebruikt voor het glazuurproces dat is ontwikkeld in Mughal in India, waarbij zowel doorschijnend als ondoorschijnend glazuur wordt aangebracht op goud en zilver, waarna het wordt gegraveerd in een bas-reliëf.
Kleine kaarttafels om basset op te spelen, een kaartspel dat populair was in Italië en Frankrijk aan het eind van de 17e eeuw en in Engeland in het begin van de 18e eeuw.
Blaasinstrumenten met rechte, geknikte of sterk gebogen buis, en een naar boven gebogen metalen klankbeker, met een toonbereik tot onder de geschreven lage C.
Gebruik voor gedeeltelijk versterkte huizen die vaak een gewelfde begane grond hebben, meestal voor vee, en met de leefruimtes op de bovenste verdiepingen. Bastle houses zijn meestal te vinden langs de Engels-Schotse grens.
Gordijnen en andere voorhangen aan en rondom een bed, gebruikt ter decoratie, ten behoeve van privacy, lichttempering of ter bescherming, b.v. tegen tocht.
Wordt gebruikt voor doorgaans historische open ruimten, gebouwen of andere bouwwerken die worden bedreigd met sloop of waar nieuwbouwprojecten zijn gepland.
Musea die worden beheerd door een bedrijf, waarin vaak de geschiedenis of de producten van dat bedrijf centraal staan.
Beenbedekkingen van de enkel tot de knie bestaande uit een smalle reep stof die spiraalsgewijs om het been wordt gewikkeld of een nauwsluitende dunne leren broek die is vastgemaakt met een riempje, een drukker of veters.
Voorwerpen die meestal flexibel zijn, uit textiel bestaan en worden opgehangen om binnenruimten, oppervlakken of interieurs te bedekken of verbergen en vooral dienen ter bescherming, verwarming of versiering.
Personen met als hoofdactiviteit het adviseren van anderen, rechtstreeks of via publicaties, omtrent hun beleggingen en beleggingskansen.
Verwijst naar de periode van de Bolsjaja Retjska-fase waarin ijzer werd gebruikt voor het produceren van een grote verscheidenheid aan voorwerpen, waaronder wapens, paardenbitten en gespen van riemen.
Soort borduurwerk dat stamt uit de 19de eeuw, meestal gemaakt met kamgaren, waarbij een gekleurd patroon wordt gevolgd aan de hand van een schematische voorstelling; zo genoemd omdat vroeger de belangrijkste toevoer van deze patronen, garens en doeken uit Berlijn kwam. Voornamelijk een Victoriaans fenomeen.
Principes voor gedrag of correct handelen waaraan leden van beroepsgroepen zich dienen te houden bij het uitoefenen van hun beroep.
Het identificeren en beschrijven van items in een bibliotheek of een andere collectie en het vastleggen van deze informatie in de vorm van een ingang in een catalogus.
Plaatsen die werkervaring en beroepsomscholing aanbieden voor mensen die minder bevoorrecht zijn, hetzij door een lichamelijke handicap, hetzij door een gebrek aan ervaring of scholing.
Het beëindigen van een geschil door middel van een informeel proces.
Wordt gebruikt voor instrumenten die automatisch de verlichting in een ruimte uitschakelen wanneer er zich geen mensen meer bevinden, of wanneer het licht buiten helder genoeg wordt.
Geïllustreerde bijbelexegese die voor het eerst het licht zag in Frankrijk in de 13e eeuw, en wordt gekarakteriseerd door paren medaillons die het bijbelverhaal en de moralisaties uitbeelden.
Houders voor bieskaarsen, die scheef moeten staan om goed te kunnen branden. Ze bestaan meestal uit een rechtopstaande nijptang van smeedijzer, waarvan de bek door een veer wordt dichtgehouden of door een gebogen arm met tegenwicht van een metalen bol, een decoratief element of een kaarshouder. Het onderstuk kan bestaan uit een ijzeren statief of een houtblok, dat vaak decoratief is gedraaid.
Verwijst naar de periode van de Bolsjaja Retjska-fase waarin ijzeren messen, dolken en strijdbijlen in zwang kwamen.
Delen die aan boeken of documenten worden toegevoegd om extra informatie te geven of om fouten te herstellen. Verwijst tevens naar delen die apart aan dag- of weekbladen worden toegevoegd en aan speciale onderwerpen zijn gewijd.
Een secundaire ketting die vlotters bindt. In complex weefsel met twee elkaar aanvullende kettingstelsels en twee of meer gelijkwaardige inslagstelsels, bindt het bindkettingstelsel de inslag. In weefsel met meer dan één inslag is de primaire functie van het bindkettingstelsel om het brocheerinslagstelsel of flotteerinslagstelsel te binden, om zo een aanvullende binding te maken.
Passers waarvan de armen naar buiten buigen voor het opnemen van binnenmaten, meestal diameters.
Seksualiteit die wordt gekenmerkt door romantische gevoelens of seksueel verlangen naar beide geslachten.
Wordt gebruikt voor lage stenen hallenhuizen van één verdieping in Schotland, vaak zonder ramen.
Stoffen, zoals indigo, die worden gebruikt om materialen als textiel of papier te bleken of een blauwe tint te geven.
Metalen kabels of stangen die van het hoogste punt van een dak naar de grond lopen en die dankzij deze directe verbinding met de grond het gebouw beschermen tegen blikseminslag,
Een plotselinge, kortdurende, natuurlijke elektrische ontlading in de atmosfeer.
Brusselse tapijten die zeer veerkrachtige zijn en een meervoudige omlijsting hebben waarin alle gekleurde kamgaren patroondraden mee worden geweven in het tapijt en worden opgehaald en in het patroon opgenomen volgens het ontwerp.
Tassen die voornamelijk gebruikt worden voor het dragen van schoolboeken en andere schoolspullen.
Elk niet-hardend of langzaam hardend vervormbaar materiaal dat wordt gebruikt voor het maken van beeldhouwwerken of een andere vorm, behalve terracotta of andere puur natuurlijke klei en materialen in poedervorm waar water aan moet worden toegevoegd.
Elk vervormbaar materiaal dat wordt gebruikt om een beeld of andere vorm te maken, inclusief materialen in poedervorm waaraan water of een andere vloeistof wordt toegevoegd om vervormbaar materiaal te creëren.
Deze kunstvorm heeft momenteel nog geen definitie beschikbaar.
Deze kunstvorm heeft momenteel nog geen definitie beschikbaar.
Houten lambrizering op binnenmuren, meestal van vloer tot plafond en versierd met houtsnijwerk, verguldsel, schilderwerk of soms inlegwerk.
Vechten met vuisten, meestal met handschoenen en vaak als sport.
Personen die elkaar met de vuist bevechten, in het bijzonder als sport.
Kruisen met armen die uitmonden in medaillons of knoppen.
Soort hominide die alleen voorkomt in de regenwouden in het lage stroomgebied van de Kongorivier. De verschillen met de andere bestaande soort uit het genus Pan, de chimpansee (Pan troglodytes), zijn de volgende: bonobo's zijn slanker, hebben langere ledematen, een smallere borst, een ronder hoofd met een gezicht dat minder ver vooruitsteekt, komen alleen uit de bomen om naar andere bomen te gaan en vertonen ander gedrag, bijvoorbeeld de sociale dynamiek in groepen is anders. In oudere classificaties werden de bonobo en de gewone chimpansee als één soort beschouwd.
Steekpassers met een boogvormig stukje aan één arm en vaak verstelbaar met een stelschroef aan de andere arm, zodat de afstand tussen de twee punten van de passer nauwkeurig kan worden ingesteld.
Ongeveer driehoekige of wigvormige segmenten van objecten, zoals bijvoorbeeld in gewelven, bollen, paraplu's of rokken.
Grote haalmessen in diverse vormen waarbij de schuine rand van het lemmet naar beneden is gericht, zodat het mes niet in het hout snijdt bij het verwijderen van schors.
Een term die in de oude architectuur een platte dakpan of tegula aanduidde. Tegenwoordig gebruikt voor een S-vormige dakpan die zo wordt gelegd dat de neerwaartse welving van de ene pan de opwaartse welving van de volgende overlapt.
Kledingstukken die om de hals worden gedragen.
Grote kruisen die aan een ketting of koord op de borst worden gedragen door de paus, de aartsbisschoppen en de bisschoppen.
Gebouwen die meestal gedeeltelijk in het water zijn gebouwd, voor het huisvesten of opslaan van boten.
Negentiende-eeuwse sofa's met een rugleuning in het midden zodat mensen aan beide zijdes van de rugleuning kunnen zitten.
Een booglasprocédé waarbij onderdelen worden verbonden door middel van verhitting tussen een metalen verbindingsbout en het andere te bewerken deel totdat de beide oppervlakken aan elkaar vastzitten.
De studie naar gebouwen als archeologische objecten.
Zittekisten waarbij onder de zitting een bergruimte zit die door middel van een scharnierende klep toegankelijk is.
Verwijst naar een soort kloskant die in de 17de en 18de eeuw werd gemaakt in Brussel. Deze kant was heel kostbaar en populair aan het hof. De kloskant kenmerkt zich door een specifiek maaswerk dat bestaat uit zeshoeken, waarbij elke zeshoek bestaat uit vier gedraaide zijden en twee vier keer gevlochten zijden. Ook kunnen delen van het motief zijn verbonden door middel van een spijlenfond. De ontwerpen bestonden meestal uit grote gebogen vormen, krachtige, uitbundige bloem- en bladpatronen, en landschappen en figuren in verhalende scènes. Afzonderlijke motieven of kleine secties van het patroon werden soms apart gemaakt en op het maaswerk bevestigd. De kant dankte zijn faam aan het hoogwaardige garen van Brabants vlas waarvan deze was gemaakt. De term verwijst ook naar de imitaties van Brusselse kant die later en/of elders werden gemaakt.
Brandstofhouders die een deel van de lamp vormen, die de brander steunen en waarin het onderste deel van de pit steekt.
Wordt gebruikt voor pretentieloze restaurants die vers, eenvoudig bereid voedsel en drank (oorspronkelijk bier) serveren in een informele, ontspannen sfeer.
Grote, tinnen, komvormige vaten met een geperforeerde deksel. Worden gebruikt om brooddeeg tijdens het rijzen te beschermen en te bedekken.
Een soort bardiglio dat herkenbaar is aan de vele kalkwitte splinters die afsteken tegen de korrels op het marmer en die lijken op natte verf. De naam verwijst wellicht naar de gelijkenis met de vruchten van het Canadese krentenboompje, maar kan ook zijn afgeleid van 'Semo Sancus', een Sabijnse godheid voor wie beelden in dit materiaal werden uitgesneden.
Een brecciëmarmer dat grijsachtig violet is met opvallende felrode of goudgele strepen en langwerpige witte, gele of rode fragmenten. Het marmer is afkomstig van het eiland Skyros en is genoemd naar Septimius Bassus, die in de oudheid aan de Via Tusculana in Rome een villa bezat die weelderig was gedecoreerd met deze marmersoort.
Kruisen met armen die bijna driehoekig zijn, omdat ze zeer smal zijn waar ze samenkomen en steeds wijder worden naar de uiteinden, zodat het geheel lijkt op een vierkant. Er zijn varianten waarbij de uiteinden niet worden afgesneden om een vierkant te vormen, maar waarbij ze een schildvorm of cirkel vullen.
Beitels of steenbeitels die worden gebruikt om baksteen te breken.
Reprografische apparaten, in 1780 uitgevonden door James Watt. Een of meer vellen kopieerpapier werden tegen originele documenten gedrukt, waardoor inkt werd overgebracht. Brievenpersen bestonden in verschillende uitvoeringen, met rollen, bedden en platen, en ook als draagbaar model.
Waaiers zonder blad, samengesteld uit platte, overlappende stokjes die breed uitlopen naar de buitenrand, waar ze aan elkaar zijn vastgemaakt met een lint of koord.
Vaste of beweegbare middelen, zoals jaloezieën, die zijn ontworpen om de directe inval van zonnestralen in gebouwen te blokkeren. DAC2
Een onregelmatig toegevoegde inslag die niet van zelfkant tot zelfkant loopt maar alleen wordt gebruikt waar het patroon dat vereist.
Verwijst naar een geborduurd ajourwerk met als belangrijkste ontwerpelement de oogjes, kleine gaatjes die zijn verbonden door satijnen lapjes. Het wordt meestal verwerkt in katoen als de randen van kleding of linnengoed. De gaatjes - of oogjes - zijn gegroepeerd in patronen die verder zijn afgebakend door eenvoudige borduursteken op het omliggende materiaal. Het werk wordt meestal uitgevoerd met witte draad op witte stof. De techniek ontstond in het 16de-eeuwse Europa en was niet beperkt tot Engeland, zoals de naam suggereert. In de 19de eeuw werd het veel gebruikt op nachtkleding en ondergoed. Moderne broderie anglaise wordt meestal machinaal vervaardigd.
Fenomeen waarbij de oppervlakte en de onderste lagen van de dampkring van een planeet blijvend een relatief hoge temperatuur hebben, omdat de dampkring meer zichtbare straling van de zon doorlaat dan infrarode straling van de planeet. Het wordt zo genoemd omdat de dampkring van de aarde enigszins is te vergelijken met het glas van een broeikas, dat licht binnenlaat maar geen warmte laat ontsnappen. De term wordt vaak gebruikt om specifiek te verwijzen naar de toegenomen omvang van dit effect in de moderne tijd, in samenhang met de opwarming van de aarde: gassen die vrijkomen na de verbranding van fossiele brandstoffen en andere bronnen - zoals waterdamp, koolstofdioxide, methaan en chloorfluorkoolstofverbindingen - absorberen infrarode straling, waardoor de vrijgekomen energie de aarde niet kan verlaten. Dit leidt tot een verhoging van de gemiddelde oppervlaktetemperatuur op aarde.
Gassen die bijdragen aan het broeikaseffect, zoals waterdamp, koolstofdioxide (CO2), methaan (CH4), ozon (O3), lachgas (N2O), fluorkoolwaterstoffen (HFK's), gehalogeneerde fluorkoolstoffen (HCFK's) en perfluorkoolstoffen (PFK's).
Zuid-Amerikaanse productieboomsoort. Het hout noemt men ���letterhout', omdat de tekening ervan wel iets weg heeft van letterschrift.
Soort hardhoutboom die inheems is in Midden- en Zuid-Amerika. Bekend om zijn helderrode hout.
Tapijten die zijn gemaakt met kamgaren van verschillende kleuren dat eerst in een basisweb van sterk linnen draad wordt geplaatst en daarna in lussen wordt getrokken om het patroon te vormen.
Verwijst naar een Belgische kloskant die is bewerkt met fijne draad in grote corsages. Duchesse-kant wordt gekenmerkt door gekloste bloemenmotieven die soms lijken op 'tape-motieven' en zijn verbonden door strepen. Het werd vanaf 1840 in de 19de eeuw gemaakt in Brussel en Brugge. De meeste voorbeelden worden beschouwd als inferieur aan andere kant die in Brussel werd gemaakt, maar deze kant was goedkoop en een commercieel succes.
Verwijst naar een soort naaldkant die vanaf de 15de eeuw in Brussel werd gemaakt. Spaanse en Venetiaanse kant vormden oorspronkelijk de inspiratie. De naaldkant kenmerkt zich door een fijne Brabantse vlasdraad en een eenvoudig opengewerkt fond, meestal zonder spijlen, dat zwaar werd gecordonneerd en waarop ook ander reliëfwerk werd aangebracht in florale of andere motieven.
Brusselse tapijten waarbij een ontwerp in kleur op de draden wordt gedrukt voordat het materiaal wordt geweven.
Orde van 22 soorten in 2 families. Hiertoe behoren de bandicoots en de langoorbuideldassen. Alle soorten hebben een rond lichaam met een boogvormige rug, een lange spitse snuit, zeer grote rechtopstaande oren, relatief lange, dunne pootjes, een dunne staart en diverse snijtanden in de onderkaak. De tweede en derde teen zijn met elkaar vergroeid.
In algemene zin, natuurlijke objecten die buiten onze aarde en aardatmosfeer voorkomen, met inbegrip van de maan en andere planeten in dit zonnestelsel. In specifieke zin verwijst de term naar natuurlijke objecten van buitenaardse oorsprong, zoals kometen of andere meteoroïden die de aardatmosfeer binnendringen of op het aardoppervlak neerstorten.
Correspondenten die vanuit het buitenland verslag doen.
Passers waarvan de twee armen naar binnen buigen, naar elkaar toe, voor het opnemen van buitenmaten, bijvoorbeeld de diameter van een voorwerp.
Luchtgeweren met een getrokken ziel.
Verwijst naar een type glas dat wordt gekenmerkt door centrale cirkelvormige randen rond een pontil mark. Een ruit van dit glas wordt vervaardigd uit het middendeel van een plaat kroonglas, dat ontstaat door het ronddraaien van een glasbel op een ponteerstaaf, waarna één uiteinde wordt weggesneden, zodat er grote ronde glasvlakken ontstaan.
Verzameling van bij elkaar passende artikelen zoals pennenhouders, stempeldozen, presse-papiers en dergelijke die zijn bedoeld voor gebruik op een bureau.
Een handelsmerk gebruikt voor een soort kunstglas dat werd ontwikkeld door de Mt. Washington Glass Company; de kleuren lopen van roze tot geel met roze bovenaan, dat wordt veroorzaakt door de aanwezigheid van goud en uranium.
Gebinten die in de vroege 19e eeuw gepatenteerd zijn door Theodore Burr en die een combinatie vormen van een houten boog met een reeks metalen koningsstijl dakspanten.
Familie van circa 16 genera harshoudende bomen en heesters. Hoofdzakelijk inheems in de tropische regio's van Amerika, maar enkele soorten komen ook voor in Afrika en Azië.
Open helmen die worden gekenmerkt door een amandel- of peervormige helmkap, meestal met een korte piek erop en een smalle, platte bovenrand.
Bovenkleding die door vrouwen, voornamelijk in Afrika, wordt gedragen om de geslachtsdelen te bedekken en die meestal bestaat uit elementen van metaal of plantaardig materiaal die afhangen van een om de taille of heupen gebonden koord; kan ook gemaakt zijn van textiel terwijl enkele elementen kunnen doorlopen tussen de benen.
Mensen die film- of televisiecameras bedienen. Gebruik 'cineasten' voor de personen die toezicht houden op alle fotografische aspecten tijdens het maken van een film of televisieproject.
De bij universiteiten behorende terreinen (sportvelden enz.), ook de terreinen met gebouwen waar studenten (eventueel ook docenten) wonen.
Kegeldragende boom die inheems is in het oosten van Noord-Amerika, van Minnesota tot in het zuiden van Quebec en Nova Scotia, en in de Appalachen tot aan Georgia en Alabama. Populaties komen voor in diverse gebieden ten oosten en westen van de Appalachen, met inbegrip van Pennsylvania.
Schrijftafels met een lage opbouw, bestaande uit twee of drie rijen kleine laden die uit de achterkant oprijzen en rond de zijdes lopen. Waarschijnlijk zijn ze genoemd naar het Prince Regent's Carlton House aan het eind van de 18e eeuw.
Prulletjes en snuisterijen die naar de toeschouwers worden gegooid vanaf de praalwagens in de optochten tijdens carnaval.
Wordt gebruikt voor de voornaamste delen van landvoertuigen waarop of waarin de passagiers of de lading zich bevindt. Niet inbegrepen zijn die onderdelen die nodig zijn om het voertuig in beweging zetten. Voor de soortgelijke voornaamste delen van watervoertuigen wordt de term 'rompen' gebruikt, en voor vliegtuigen de term 'fuselages'.
Fabrieken of machinehallen waar de carrosserieën van voertuigen worden vervaardigd of hersteld.
Bedgordijnen die aan een aparte, buitenste rail hangen en bedden met bedbehangsels ter bescherming omsluiten wanneer deze niet worden gebruikt.
Geordende eenheid documenten, gegroepeerd rond een zaak.
Wordt gebruikt voor de prototype-eengezinswoningen die werden gesteund door het tijdschrift Arts and Architecture en werden gebouwd in de omgeving van Los Angeles tussen 1945 en 1966; over het algemeen gezien als een experiment in huizenbouw voor een lage prijs, waarbij gebruik werd gemaakt van de nieuwste materialen en waarin de Modernistische bouwvormen werden verwerkt.
Onderwijsmethodologie waarbij cases worden gebruikt als pedagogisch hulpmiddel, bijvoorbeeld op het terrein van de rechten, het zakenleven, de geneeskunde of het onderwijs. Cases kunnen een echt of een fictief scenario betreffen, analyses van ernstige incidenten, casestudy's, karakterschetsen of anekdotes.
Genus van ongeveer 1000 soorten groenblijvende struiken en bomen.
Boom uit de wilgenfamilie.
De belangrijkste melkproteïne, die voornamelijk wordt gebruikt als een lijm- of pigmentbinder; het bezinkt na verzuring uit taptemelk.
Een koudbewerkte, waterbestendige pasta gemaakt van caseïne door dispersie met een milde base zoals ammonia.
Een variant van Turner's yellow met een iets andere samenstelling.
Zwartfigurige kylikes gekenmerkt door een lip en buik die zijn bedekt door banden met eenvoudige patronen en vaak met stralen boven de voet; meestal uit de 6e eeuw v.C.
Kook-, stoof- of braadpan, soms met deksel, soms met steel, om voedsel in een oven te bereiden; ook om uit te serveren.
Wordt gebruikt voor lijsten met eenvoudige achterkanten met lapnaad en lijstwerk dat is afgeleid van een entablement.
Cassettes met couverts. Doosachtige houders met vakjes, bestemd voor reizigers en militairen om borden, bestek en ander eet- en drinkgerei in te vervoeren.
Beschermende houders waarvan één kant open is, voor boeken of andere voorwerpen van dezelfde vorm en afmeting.
Gesloten en vaak lichtdichte houders met film, microfilm, magnetische geluidsband of videoband op twee spoelen. Cassettes kan men in een geschikte taperecorder, camera, computer of videorecorder doen en direct gebruiken. Ze zijn meestal gemaakt van plastic of lichtgewichtmetaal en hebben een platte en rechthoekige vorm.
Terugspringende panelen, meestal vierkant of achthoekig, die in plafonds, gewelven of soffieten gezet zijn.
Beschermende houders in de vorm van een boek, ontwikkeld in de 18e eeuw, voor het opbergen van botanische exemplaren en later voor het opbergen van boeken, prenten en andere documenten.
Plafonds met verdiept liggende gedecoreerde panelen tussen elkaar kruisende balken van een zoldering.
Betonnen kruisvloersystemen waarbij het vloerstuk wordt versterkt door ribben die in beide richtingen lopen, waardoor een wafelpatroon ontstaat.
Type harde, witte zeep dat reukloos is; wordt vervaardigd uit olijfolie en plantaardige oliën en natronloog.
Zij die de onderdelen van een verzameling stelselmatig analyseren en beschrijven en de informatie rangschikken tot een catalogus.
Het toewijzen van onderwerpstrefwoorden voor items in een bibliotheek of een andere collectie.
Verwijst naar een combinatie van cellen die samen vertoond moeten worden, bijvoorbeeld een cel met een ontwerp en een achtergrondcel.
Een groep koolhydraten die bestaan uit lange ketens van enkelvoudige suikers (polysachariden genaamd), de belangrijkste koolhydraatverbinding in planten.
Een sterk, brandbaar en eenvoudig te fabriceren hars van thermoplast, die voorkomt als witte schilfers of poeder. Wordt gebruikt voor verschillende producten, zoals acetaatvezel, lakken, fotografische film en magnetische banden.
Een volledig veresterde cellulose-acetaat met drie acetylgroepen per glucose-eenheid.
Variabele rode kleuren die lijken op de kleur van bepaalde kersen, vruchten van de talloze bomen en struiken van het genus Prunus.
Draagbare bankschroeven die worden gebruikt om buizen in de bek te houden door middel van een ketting.
Kleine bankjes met twee of drie gecombineerde stoelrugleuningen. Ze hebben armleuningen, een rug en poten die lijken op die van de stoelen met open rug uit de betreffende periode.
Franse stoelen met een rugleuning in de vorm van een ellips of medallion waarbij het frame in het midden van de bovenkant is versierd met houtsnijwerk in de vorm van een gestrikt lint.
Gestoffeerde stoelen met een vlakke rug. Te onderscheiden van de zogenoemde 'chaises en cabriolet', die een holle rugleuning hebben.
Gestoffeerde stoelen met een iets holle rugleuning, zodat die bij de omtrek van het menselijke lichaam past. Ze verschillen van de zogenoemde 'chaises à la reine', die een vlakke rugleuning hebben.
Stoelen waarvan de rugleuning een lichte boog naar voren en naar beneden maakt om zo de armleuningen te vormen. Ze worden zo genoemd omdat ze op gondels uit de 18e eeuw lijken.
Stoelen die vaak zijn gestoffeerd, een volledige beensteun en meestal armleuningen hebben en zijn ontworpen om in te luieren. Gebruik 'ligstoelen' voor soortgelijke stoelen die buiten worden gebruikt.
Toestellen die binnenshuis staan en de bewegingen bij het paardrijden kunnen imiteren. Het toestel bestaat uit veren die in een leren omhulsel als een harmonica in elkaar schuiven. Het geraamte bestaat uit mahoniehout.
Een reeks helder groenachtig gele kleuren die lijken op de kleur van chartreuse, een gedistilleerde Franse kruidenlikeur die is vernoemd naar het klooster Grande Chartreuse in het Chartreuser gebergte.
Verwijst naar een neolithische stijl en cultuur die vooral voorkwam in het huidige Frankrijk in het 4de millennium v. Chr. De cultuur kenmerkt zich door typische stenen gereedschappen en aardewerkstijlen.
Gestoffeerde stoelen met een lage zitting en zeer hoge rugleuning die naast of voor het haardvuur worden geplaatst
Beenharnas gemaakt van maliën, gedragen van de 11e tot de 14e eeuw, dat bestond uit een strook maliën langs de voorkant van het been die was dichtgeregen aan de achterkant en onder de voet, of uit een kous van maliën die rond het been was geregen en onder de knie was vastgezet.
Roosters die worden gebruikt voor het roosteren van brood met kaas boven een open vuur.
Analyse van de chemische samenstelling van een materiaal.
Accessoires of basiskledingstukken die worden gebruikt om de open of laag-uitgesneden lijfjes van jurken te vullen of die onder een jasje worden gedragen. Ze zijn gemaakt van fijne materialen, al dan niet met mouwen, en werden gedragen van de 18e tot begin 20 eeuw.
Ladenkasten met een passpiegel aan de ene kant en laden aan de andere kant.
Soort hominide die voorkomt in tropische bossen en op natte savannen in het westen en midden van Afrika, hoewel hun verspreidingsgebied vroeger veel groter was. Ze hebben een lichaam dat grotendeels is bedekt met donkerbruin haar en duimen en grote tenen die opponeerbaar zijn. De verschillen met de andere bestaande soort uit het genus Pan, de bonobo, zijn de volgende: chimpansees hebben een robuuster lichaam en een gezicht dat verder vooruitsteekt, ze brengen minder tijd door in de bomen en vertonen ander gedrag, bijvoorbeeld de sociale dynamiek in groepen is anders. In oudere classificaties werden de bonobo en de gewone chimpansee als één soort beschouwd.
Meanderpatronen die worden gekenmerkt door uitgerekte, rechthoekige, meanderachtige elementen die in de Chinese kunst zijn ontstaan en zijn aangepast aan chinoiserie in Europa in de 18e eeuw.
Soort Aziatische beuksoort die ongeveer 20 meter hoog wordt.
Hout van Toona sinensis, een Aziatische mahonieboom (geen echt cederhout).
Verwijst naar een type Chinese kamerschermen die doorgaans een zeer forse omvang hadden, tot wel drie meter hoog en zes meter breed, met twaalf panelen van gelakt en verguld hout. Coromandel-schermen bevatten ingesneden en gelakte decoraties en hebben vaak een brede rand om het hoofdonderwerp. De naam is afkomstig van een deel van de kust van Zuidoost-India bij Madras, waar goederen uit het Verre Oosten werden overgeslagen om verder door de Engelse East India Company naar Europa te worden vervoerd. Coromandel-schermen werden voornamelijk in de 17de en 18de eeuw in China gemaakt voor de Europese markt.
Porselein gemaakt en bewerkt in China op bestelling van Europeanen; te onderscheiden van porselein dat naar de Chinese smaak werd vervaardigd.
Kegeldragende boomsoort die voorkomt in China, Taiwan, Tibet en Vietnam. Hij kent tal van variëteiten, waarvan sommige in bepaalde classificaties als afzonderlijke soort worden beschouwd.
Hout van de soort Tsuga chinensis, een Aziatische naaldboom.
Iep die inheems is in China, maar tegenwoordig in de hele wereld wordt gebruikt als sierboom. De bladeren zijn klein en glanzend en de schors heeft een interessant vlekkenpatroon.
Hout van de boom behorende tot de soort Celtis sinensis. Het wordt gebruikt voor meubilair, vaten en tonnen, carrosserieën van voertuigen en houtwaren.
Een ongestandaardiseerde naam voor veel rode pigmenten, waaronder diverse chroomrode kleuren, cinnaber, rood kwiksulfide en vermiljoen.
Oude schriftvormen uit Azië, met als oorsprong de Shang-dynastie (ca. 1600-1046 v.Chr.). Chinese kalligrafie is ontstaan uit een pictografisch schrift en heeft zich ontwikkeld tot schriftvormen met een groot aantal karakters. Er zijn vroege karakters en pictogrammen aangetroffen op aardewerk en benen voorwerpen van 4000 jaar oud. Er zijn vijf verschillende soorten Chinese kalligrafie: het zegelschrift (zhuanshu), het officiële schrift dat bekendstaat als het klerkenschrift (lishu), het blokschrift dat men standaardschrift noemt (kaishu), het halfcursieve schrift dat men ook lopend schrift noemt (xingshu) en het cursieve schrift dat bekendstaat als grasschrift (caoshu).
Chinees marmer met markeringen die zijn ontstaan door fossiele inhoud; wanneer de steen wordt doorsneden, lijkt de vorm van de markeringen op een pagode.
Benaming die door Chippendale en anderen wordt gebruikt voor fret-backstoelen met Chinees sierwerk.
Cederhout van de Cedrela toona. VDE.
Wordt gebruikt voor imitaties van Chinese tuinen, die dikwijls ook bouwwerken in Chinese stijl bevatten; waren vooral populair in het achttiende-eeuwse Europa.
Een vrij harde, gelig-witte was gemaakt door insecten die door mensen worden gekweekt; wordt gebruikt voor algemene doeleinden en als een vervanger voor bijenwas.
Een ongestandaardiseerde naam die is gebruikt voor diverse pigmenten, waaronder geel oker en koningsgeel.
Lichtgewicht zijde in effenbinding. Term niet gebruiken; voorstel aan Getty-redactie om term te verwijderen.
Verwijst naar de Europese en Amerikaanse kunst- en bouwkundestijl die verbeeldingsvolle en poëtische ideeën over China weerspiegelt, zoals die zijn beïnvloed door verhalen van reizigers en de export van Aziatisch keramiek, textiel en kunstvoorwerpen.
Verwijst naar de tweede van drie fasen in de ontwikkeling van de Cochisecultuur, van circa 4000 tot circa 500 v. Chr. Deze kenmerkt zich door het ontwerpen van speerpunten, vermoedelijk voor de jacht, en waarschijnlijk ook door de ontwikkeling van de landbouw, zoals wordt gesuggereerd door de overblijfselen van een primitieve maïsvorm.
Korte wollen mantels die op de rechterschouder worden vastgemaakt en werden gedragen door mannen in het oude Griekenland.
Beschrijft kunstwerken die zijn vervaardigd door de bewoners van het eiland Choiseul. De stijl waarin de figuren op de zuidelijke eilanden zijn uitgevoerd, was doorgaans naturalistischer qua menselijke proporties en detaillering.
Verwijst naar de periode die samenviel met de heerschappij van Choson in Korea, gedurende het midden van de 4de eeuw v. Chr. Tijdens deze periode vonden er verbeteringen plaats op het gebied van de landbouw, door het gebruik van ijzeren gebruiksvoorwerpen en door betere levensomstandigheden dankzij de constructie van de eerste houten huizen. Artefacten die zijn overgebleven uit deze periode zijn ijzeren wapens, sarcofagen van hout en steen, harnassen en sieraden die getuigen van de opkomst van de heersende klasse. Het koninkrijk overleefde een eeuw lang, voordat het werd veroverd door de Chinezen tijdens de Han-dynastie (206 v. Chr. - 221 n. Chr.).
Beeldhouwwerken gemaakt van of bedekt met goud en ivoor.
Meetinstrumenten voor het meten van verhoudingen; ze bestaan uit twee rechte metalen balkjes met een scharnier aan één eind en met een schaalverdeling voor het meten; worden gebruikt door klokkemakers.
Ronde schouwplaatsen, strijd-, renbanen, worstelperken, ook met ovale banen, die aan een eind gebogen zijn, met rijen zitplaatsen langs drie kanten en gebouwd voor wedstrijden met paard en wagen. Gebruik 'hippodromen' voor soortgelijke antieke Griekse gebouwen. Gebruik 'paardenrenbanen' voor sportbouwwerken die worden gebruikt voor paardenraces in moderne context.
Fluweel waarin een patroon wordt gevormd door een gesneden en ongesneden pool.
De laatste fase van het uitkloppen of egaliseren van een metalen voorwerp.
Metaalwerkers die versieringen aanbrengen door middel van ciseleren, dit is het aanbrengen van details of figuren op metaal door het met een hamer of andere gereedschappen zonder snijranden te bewerken.
Vaklieden die het metalen beslag op meubels vergulden.
Bolle, donker getinte glazen die als spiegels werden gebruikt om landschappen of onderdelen van landschappen verkleind, in gedempte kleuren of met samengevoegde details weer te geven, of om voorwerpen van hun omgeving af te zonderen, ze te vereenvoudigen en weer te geven in de vorm van licht en donker. Ze waren in de 17de en 18de eeuw populair onder kunstenaars, reizigers en hen die het landschap eenvoudigweg wel eens met een andere blik wilden zien. Ze werden ofwel in de hand gehouden, ofwel in grotere vorm bevestigd naast de vensters van koetsen. Ze zouden zijn gebruikt door de schilder Claude Lorrain, die vergelijkbare effecten weergaf in zijn landschappen, vandaar de naam.
Gespecialiseerd type @'mitten gauntlets' waarbij het laatste vingerharnasplaatje was verlengd waardoor het, als de hand gesloten was, vastgemaakt kon worden aan de manchet zodat de hand rond een wapen was geklemd; ze waren populair in de 16e eeuw als @'double pieces' voor harnassen voor gevechten te voet.
Het met bladzilver plateren van staal, in het bijzonder van messen en scharen; in 1779 gepatenteerd door Richard Ellis als een techniek die goedkoper is dan de Franse plateermethode.
Verwijst naar een aardewerkstijl die zich circa 1200 v. Chr. ontwikkelde in de regio Mycene. De stijl kenmerkt zich door decoratie waarin een drukke ongekunstelde compositie uiterst nauwgezet is weergegeven.
Foto's of filmbeelden die de afgebeelde objecten van zeer dichtbij tonen; te onderscheiden van 'details', waarbij de nadruk ligt op het feit dat slechts een deel van een groter geheel in beeld gebracht is.
Scheenplaten bestaande uit een voor- en achterstuk, aan elkaar gescharnierd om het onderbeen te omsluiten.
18e-eeuwse benaming voor grote wandkasten met schuivende planken achter dichte deuren, waarin kleding wordt opgeborgen. Gebruik 'kleerkasten' voor grote kasten met haken, knijpers of roedes om kleren aan te hangen.
Verwijst naar een oude Noord-Amerikaanse Indiaanse stijl en cultuur die heeft bestaan van circa 7000 v. Chr. tot het begin van onze jaartelling en die vooral werd aangetroffen in het huidige Arizona en New Mexico. De stijl is genoemd naar artefacten die zijn gevonden bij het oude Cochisemeer, dat nu een droog woestijnbekken is, en kenmerkt zich door de aanpassingen aan het leven in de woestijn, in tegenstelling tot gelijktijdige culturen die op grote schaal leefden van de jacht. Deze cultuur heeft de opeenvolgende culturele ontwikkelingen in het zuidwesten van de Verenigde Staten sterk beïnvloed.
Door een transporteur afgegeven schriftelijke ontvangstbewijzen, waarmee de transporteur het transport van de goederen aanvaart.
Franse leunstoelen waarvan de rugleuning in het midden naar beneden buigt zodat het haar kan worden verzorgd.
Compleet uitgeruste kaptafels. De meest kenmerkende 18e-eeuwse versie heeft drie opslaande bladen, waarvan de middelste is uitgerust met een spiegel.
Decoratieve of symbolische afhangende sjaals of sluiers, bevestigd aan helmen van ridders of aan hoofdtooien van dames zoals hennins.
Servies als geschenk gegeven ter gelegenheid van de eerste of plechtige communie
Verzamelingen artikelen die worden gebruikt voor de eucharistie, inclusief een kelk (of communiebeker), een hostieschoteltje en een schenkkan.
Historische term die wordt gebruikt om stoelzittingen te beschrijven die aan de voorkant rond zijn en die soms naar binnen buigende zijkanten hebben, en zo de omtrek van een hoefijzer vormen. Vooral populair in Amerika tussen 1730 en1760, hoewel ze in veel gebieden tot in de Federale periode voorkwamen.
Wordt algemeen gebruikt voor methoden om letters of symbolen te zetten voor afdrukken waarbij gebruik wordt gemaakt van een computer. Dit kan inhouden dat de af te drukken letters of symbolen aan lichtgevoelige film of aan lichtgevoelig papier worden blootgesteld of dat ze als een computeruitdraai worden geprint.
Open ruimten of hallen waar menigten hoofdzakelijk bij toeval samenkomen, zoals pleinen, promenades en grote stationshallen.
Instrumenten, zoals mantelbuizen, schroefbouten, of spijkerblokken die worden vastgezet aan een betonvorm voordat het beton wordt gestort. Wanneer de vormen worden verwijderd, blijven de inzetstukken ingebed in het beton.
Expertise op het gebied van smaak en onderscheidingsvermogen, vooral met betrekking tot kunst of kunstvoorwerpen.
Documenten waarmee iemand toestemming krijgt voor activiteiten die weliswaar niet bij wet verboden zijn, maar die zonder deze toestemming niet zouden kunnen worden uitgevoerd.
Verwijst naar de religieuze beweging en tak van het jodendom die werd opgericht door Zacharias Frankel (1801-1875) en ernaar streeft specifieke elementen en gewoonten van het traditionele jodendom te behouden en intussen beperkte modernisering toe te staan, bijvoorbeeld in de vorm van steun voor de seculiere zionistische beweging. In deze tak van het jodendom staat het idee centraal dat het jodendom bepalend is voor de joodse cultuur en nationale identiteit en dat daarom religieuze gebruiken en tradities zoals de spijswetten, de studie van het Hebreeuws en het in acht nemen van de sabbat, in ere moeten worden gehouden.
Verf die speciaal is samengesteld voor de behoeften van kunstconservators, meestal een retoucheerverf die relatief eenvoudig is te verwijderen. Voorbeelden zijn verven die zijn gebaseerd op oplosmiddelen of hars.
Een politieke visie die waarde hecht aan en streeft naar het behoud van instituties, tradities respecteert als belichaming van door de eeuwen heen opgebouwde wijsheid en zich meestal verzet tegen liberalisme en socialisme.
Personen die een leidinggevende of beherende taak uitvoeren met betrekking tot de collecties, tentoonstellingen, onderzoeksactiviteiten en medewerkers van een museum, kunstgalerie of dierentuin, of een andere tentoonstellingslocatie; verwijst tevens naar personen die hoofdverantwoordelijk zijn voor een collectie of onderzoeksthema binnen een dergelijke instelling.
Hogere beroepsopleidingen voor muziek met de nadruk op les op hoog niveau voor zangers, dirigenten en musici.
Hogere beroepsopleidingen voor muziek met de nadruk op uitvoering voor zangers, dirigenten en musici.
Fabrieken waar voedsel, vooral vlees en vruchten, wordt ingeblikt.
Te gebruiken voor het vakgebied dat de behandeling, preventieve zorg en onderzoek naar het lange-termijn behoud van cultureel en natuurlijk erfgoed behelst. Gebruik 'behoud' voor acties die worden ondernomen om verdere veranderingen of verslechteringen van voorwerpen, plaatsen of bouwwerken te voorkomen en 'restauratie' voor veranderingen aangebracht aan een voorwerp of bouwwerk zodat het nauw overeenkomt met de staat waarin het verkeerde op een bepaald moment in het verleden .
Substantie die wordt toegevoegd aan materialen, natuurwetenschappelijke monsters of levensmiddelen om ze te beschermen tegen aantasting, verkleuring of bederf.
Franse dressoirs met één of meerdere laden onder het blad en een plank tussen de poten. Ze hebben meestal de vorm van een D maar zijn soms rechthoekig. Ze worden gebruikt om voedsel te serveren.
Beeldende vertelling waarin twee of meer opeenvolgende gebeurtenissen van hetzelfde verhaal worden afgebeeld in hetzlfde kader. Een personage kan daarom meerdere keren in hetzelfde schilderij of beeldhouwwerk voorkomen.
De grootste en laagst gestemde instrumenten van de vioolfamilie, met vier, soms vijf, snaren; ze kunnen aanzienlijk variëren in grootte en vorm.
Beschrijft muziekinstrumenten met een lagere toonhoogte dan bas. Bestaat niet voor alle instrumentenfamilies.
Een stroperige, oliehoudende hars die wordt verkregen uit verschillende tropische boomsoorten.
Kledingstukken uit één stuk die zijn samengesteld uit een bustehouder en een korset of een stepin; gedragen vanaf begin 20e eeuw.
Onderlijfjes die over een korset worden gedragen, met mouwen of opgenaaide bandjes.
Zeer nauw sluitende onderkleding die loopt van bij, of onder de buste tot aan de taille of lager; verstevigd met metalen of baleinen strips, of met ruimte voor een houten latje (busk heeft geen Nederlands equivalent) middenvoor, soms soepeler gemaakt met elastische geren en soms aan te trekken met veters en te sluiten met haakjes; gedragen door vrouwen ter ondersteuning en vorming van het figuur.
Onderdelen van een beeldende compositie, zoals de zijstukken in een toneelopbouw, die het oog van de toeschouwer stap voor stap de diepte in leiden.
Ruimten direct achter en aan weerszijden van het toneel.
Gerecht steenwerk in regelmatige lagen met een consistente hoogte, hoewel elke laag in hoogte kan variëren.
Intensivecareafdelingen voor couveusebaby's.
Verwijst naar het christelijke feest waarmee op 25 december de geboorte van Jezus Christus wordt gevierd. Het kerstfeest is voor het eerst gedocumenteerd in 336 in Rome. Het gebruik om het feest op 25 december te vieren ontstond in de 4de eeuw in de westerse kerk als christelijke opvolger van het heidense midwinterfeest, waarmee de geboorte van de onoverwonnen zon werd gevierd. In het oosten werd aanvankelijk 6 januari als geboortedatum van Christus aangehouden, maar in de 5de eeuw was 25 december algemeen aanvaard; de Armeense kerk viert echter nog altijd Kerstmis op 6 januari. Kerstmis heeft het feestelijke element (versieringen, geschenken) overgenomen van de Romeinse Saturnalia en andere heidense feesten in dezelfde tijd van het jaar. Kerstmis is in de loop van de eeuwen tradities blijven opnemen; veel tegenwoordige kerstgewoonten zijn van niet-christelijke oorsprong. Altijdgroene bomen zijn bijvoorbeeld symbolen van overleven en worden al met Kerstmis geassocieerd sinds de Europese middeleeuwen. Kerstmis wordt vanouds beschouwd als een familie- en kinderfeest. In veel landen worden geschenken uitgewisseld uit naam of in de geest van de patroonheilige van het kerstfeest, Sint Nicolaas, oftewel de Kerstman.
Wordt gebruikt voor de sets van ballen, houten hamers en poortjes die nodig zijn voor het spelen van croquet.
In detail uitgewerkte elementen die zijwaarts uitsteken bij de hoeken van deuren en raamkozijnen.
Reizen, in het bijzonder zeereizen, waarbij onderweg een reeks havens of plaatsen wordt aangedaan.
Te gebruiken voor passagiersschepen die lange plezierreizen maken, vaak met tussenstops.
Kleine hanglampen van ijzer of aardewerk met een handvat aan één kant en een dunne tuit voor een pit aan de andere en met een rond reservoir ��� dat men een ���cruse' (���kruik') noemde ��� van ongeveer 7,5 cm in diameter waarin brandstof zat, gewoonlijk hard vet. Deze lampen ontstonden uit de panvormige lampen met drijvende pitten die mediterrane volken in voorchristelijke tijden gebruikten.
Een decoratietechniek voor tegels die in Spanje wordt aangetroffen en waarbij de omtrekken worden getrokken op het oppervlak van het aardewerk met een vettige substantie gekleurd met mangaan, wat de mogelijkheid geeft verschillende kleuren te gebruiken zonder dat ze door elkaar gaan lopen. Het vet verdwijnt tijdens het bakken.
Steenwerk waarbij grote, onregelmatige blokken steen zo passend mogelijk op elkaar worden geplaatst.
Plantenfamilie van ongeveer 110 genera en 5500 soorten, waarvan er veel in watergebieden groeien. Oppervlakkig gezien lijken ze op grassen en russen. De stengels hebben een driehoekige dwarsdoorsnede en de bladeren, die in een spiraal zijn gerangschikt, vormen drie rijen (terwijl grassen afwisselend geplaatste bladeren hebben die twee rijen vormen).
Wordt gebruikt voor alternatieven op verzorgingstehuizen die overdag voorzieningen bieden als een activiteitenprogramma, maaltijden en medische en psychologische zorg voor oude en invalide leden, mits hun behoeften passend zijn; de leden brengen de avonden door in hun eigen huizen.
Damast van katoen of met een ketting van katoen en een inslag van rayongarens.
Kleine schrijftafels voor vrouwen met een gradine (kast) aan de achterkant. Ze zijn vaak uitvoerig versierd en kunnen als schrijftafel en soms als toilettafel worden gebruikt.
Te gebruiken voor personen die zich bezig houden met het dansen of die de danskunst beoefenen, vooral als beroep.
Verwijst naar de stijl van het aardewerk dat werd vervaardigd in de Cycladische archipel tijdens de Vroeg-Cycladische periode van grofweg 3500 of 3000 tot 2000 v. Chr. Sommige auteurs dateren de periode echter van circa 2500 tot circa 1900 v. Chr. De stijl wordt gekenmerkt door ingekerfde versieringen op een gepolijst oppervlak.
Te gebruiken om werken te beschrijven van de gelijknamige Afrikaanse etnische groep die voornamelijk leeft in het zuidwesten van Ethiopië, maar ook in Kenia.
Algemene term die verwijst naar leden van tien of meer soorten vleeseters met een stevige gedrongen romp die behoren tot de familie der marterachtigen, aangetroffen in verschillende delen van de wereld, bekend om hun graafvermogen en soms met een of meer witte strepen op hun kop. De soorten verschillen in grootte, habitat en kleurstelling, maar alle zijn nachtdieren en hebben anale reukklieren, sterke kaken en aan hun voorpoten grote, zware klauwen waarmee ze naar voedsel graven en ondergrondse holen bouwen.
Gestructureerde verzamelingen van logisch verwante, meestal machinaal leesbare gegevens, bestemd voor verschillende toepassingen, maar onafhankelijk daarvan beheerd.
Te gebruiken voor vaartuigen met knikspant afkomstig uit Chesapeake Bay, in Amerika.
Vergelijkbaar procedé als bij bosseleren, maar dan omgekeerd; er wordt bijvoorbeeld een plaat met reliëf onder een vel papier geplaatst en door een pers gevoerd, waardoor de betreffende gedeelten niet verhoogd maar verdiept worden aangebracht.
Het verdelen van functies en bevoegdheden van een organisatie, besturingsorgaan of een andere autoriteit over een minder gecentraliseerd gebied of over een groot aantal deelhebbers.
De term verwijst naar het proces van het demagnetiseren, oorspronkelijk in de context van oorlogsschepen, maar nu ook gebruikt voor magnetische media als geluidsbanden en digitale opslagmedia.
Afsluiting van allerlei soorten houders; zitten daar soms met een scharnier of op andere wijze aan vast.
Verpakkingen, vaak rechthoekig, meestal met een klep of deksel, waarin iets niet-vloeibaars wordt bewaard of gedragen.
Afneembare handvatten die worden gebruikt voor het optillen van deksels op een keukenfornuis of in een oven.
Wordt gebruikt voor winkels die eten verkopen dat al is bereid of waar weinig bereiding meer voor nodig is, zoals vleeswaren, kaas en salades, om te worden meegenomen of ter plaatse opgegeten.
Niet-dragende scheidingsmuren gemaakt van montage-onderdelen die direct uit elkaar kunnen worden gehaald en verplaatst.
Verwijst naar de periode in Egypte van circa 1075 tot 664 v. Chr. van de Eenentwintigste tot en met de Vijfentwintigste Dynastie. Sommige bronnen laten deze eindigen bij de Vierentwintigste Dynastie, rond 715 v. Chr. Het is een periode van politieke onrust, waardoor er tijdens sommige dynastieën weinig activiteit was op het gebied van kunst en architectuur. Kenmerkend voor deze periode zijn het toenemende belang van metaalbewerking, een tendens om de beeldhouwkunst te archaïseren, en een hoge artistieke kwaliteit.
Weegschalen met vaste tegenwichten aan één uiteinde van een horizontale balk, met een verschuifbaar draaipunt waardoor de verhouding van de lengte van de armen kan worden veranderd, en met een enkel haakje om het te wegen voorwerp aan te hangen; gebruik 'unsters' voor weegschalen met een soortgelijke vorm maar met een vast draaipunt en verschuifbare gewichten.
Bureaus waar een boekenkast op staat waarvan de deuren zijn beglaasd of met panelen zijn bekleed. Gebruik 'bureau-bookcases' voor soortgelijke Engelse vormen met een schuingeplaatst schrijfblad.
Ondiepe bureaus met een schuin geplaatst schrijfblad op het onderstel van een boekenkast.
Borden voor een individuele portie van de dessertgang van een maaltijd, gelijk aan platte borden, maar dan kleiner.
Benaming voor glazen serveerschalen voor verschillende soorten desserts, voor individueel gebruik. In de 18e eeuw werd de term ook gebruikt voor grote glazen houders voor het serveren van zoetigheden en fruit.
Dessertglazen op voet voor het serveren van zoetigheden. Gemaakt in een verscheidenheid aan vormen en stijlen, vaak in de stijl van eigentijdse drinkglazen.
Lepels die in grootte tussen een theelepel en een eetlepel liggen en worden gebruikt voor het eten van een dessert. Kunnen samen worden gebruikt met een dessertvork. Maken soms deel uit van een dessertbestek.
Messen die kleiner zijn dan een tafelmes en worden gebruikt voor het eten van desserts. Ze hebben in het algemeen een korter handvat en kunnen een gebogen en gepunt lemmet hebben; soms onderdeel van een dessertbestek. Gebruik 'fruitmessen' voor messen met een scherp, soms getand lemmet en vaak een versierd handvat die aan tafel worden gebruikt voor het schillen en snijden van fruit.
Schalen van uiteenlopende vorm, voornamelijk bedoeld voor het serveren van het dessert.
Een soort servies voor het dessert dat wordt geserveerd als de laatste gang van een maaltijd, meestal bestaand uit dessertbordjes, dessertschaaltjes, dessertvorken, dessertmessen, dessertlepels en soms een opscheplepel en vingerkommetjes.
Vorken die kleiner zijn dan eetvorken en voornamelijk worden gebruikt voor het eten van desserts. Hebben in het algemeen een kort handvat en twee, drie of vier tanden. Kunnen samen met een dessertlepel worden gebruikt. Maakt soms deel uit van een dessertbestek.
Het vaststellen van de toestand waarin een persoon, voorwerp of bouwwerk verkeert.
Procedés waarbij deeltjes selectief via membranen uit een vloeistof worden verwijderd, op basis van verschillen in diffusie.
Gepatenteerde techniek voor het aanbrengen van fotografische afbeeldingen op plexiglas, zonder dat er luchtbelletjes ontstaan of lijmresten achterblijven.
Te gebruiken voor locomotieven waarin de kracht wordt opgewekt door inwendige verbrandingsmotoren op olie, die elektrische generatoren aandrijven om stroom te leveren aan elektrische tractiemotoren voor de voortstuwing.
Te gebruiken voor locomotieven waarbij de kracht die wordt ontwikkeld door inwendige verbrandingsmotoren op olie, wordt geleverd aan de aandrijfstangen en -assen door middel van drijfassen en koppelingen.
Interne verbrandingsmotoren waarin een in lucht ingespoten olienevel, samengedrukt tot een temperatuur van ongeveer 538 graden Celsius, ontbrandt bij een vrijwel constante druk.
Een methode om te kijken hoe een materiaal zich gedraagt als de thermische omstandigheden zich wijzigen. Door een monster van het materiaal te verwarmen of af te koelen en de temperatuur ervan te vergelijken met die van inert referentiemateriaal onder vergelijkbare omstandigheden, kunnen de temperatuursveranderingen, de richting en omvang ervan worden geobserveerd.
Reflectie die niet spiegelend is.
Apparaten die worden gebruikt voor het converteren van gegevens naar digitale vorm zodat het in een computer kan worden gebruikt.
Het omzetten van gegevens naar een digitale vorm voor gebruik op een computer.
Instrumenten die meestal bestaan uit een stel verstelbare, draaiende armen en die worden gebruikt voor het meten van bijvoorbeeld diktes of diameters.
Akten van gemeenten of kerken die onder de jurisdictie van een bisschop vallen.
Schijfvormige voorwerpen van meer dan 17,5 cm in doorsnee, dikker in het midden dan aan de rand en met een metalen strook permanent vastgezet rond het houten middenstuk dat verzwaard is in het centrum; worden gebruikt voor afstandwerpen tijdens veldnummers.
Een Italiaans woord dat ontwerp of tekening betekent en dat meer in het algemeen en in theoretisch opzicht ook kan verwijzen naar het ontstaan van een kunstwerk, omdat tekenen tijdens de renaissance werd beschouwd als de basis van kunst in Italië, vooral in Toscane. In de maniëristische kunsttheorie verwijst de term naar een kunstwerk met een ideale of platonische vorm die alleen in het hoofd van de kunstenaar vorm kon krijgen.
Houders of apparaten waarin zich iets bevindt dat er in porties uitgenomen kan worden.
Gereedschap met lange handvatten en een gebogen blad dat verticaal op het handvat is gezet. Wordt gebruikt voor behakken van timmerhout.
Bijlen waarvan de bladen aan beide kanten naar boven zijn gericht om een gegroefde snede te maken waardoor een vierkante in plaats van een ronde groef ontstaat. Worden ook gebruikt om regelmatige inkepingen of kartels over de houtnerf te snijden.
Een dissel is een buis of V-vormige stang waarmee men een wagen, koets of aanhangwagen koppelt aan het trekdier of het trekkende voertuig, bijvoorbeeld een auto, vrachtwagen of tractor.
Personen die het oneens zijn met of zich verzetten tegen de gevestigde, orthodoxe waarden en meningen van de meerderheid, met name die van een kerk of politieke partij.
Artikelen, onderzoeksresultaten en andere documenten over het onderzoek dat door de promovendus is uitgevoerd, ter ondersteuning van de kandidatuur voor een doctorsgraad.
Beschrijft werk dat is vervaardigd door het gelijknamige Afrikaanse volk, dat in het zuidwesten van Burkina Faso leeft.
Wordt gebruikt voor huizen, meestal van boomstammen, waarin twee hokken van elkaar worden gescheiden door een gang en waarbij het geheel wordt overdekt door één enkel dak.
Blouses gemaakt van doorschijnend materiaal.
Slappe, stoffen mutsen met een gerimpelde bol, die in de 18e eeuw door vrouwen binnenshuis werden gedragen.
Hout dat rakend aan de jaarringen is gesneden.
In Griekse theaters, de draaiende driehoekige hulpmiddelen waarbij op elk van de drie voorpanelen een verschillend landschap is geschilderd.
Doek, vaak versierd met borduurwerk, bedoeld om het blad van een commode te beschermen tegen krassen of andere beschadigingen.
Mechanische persen die het sap uit druiven persen. Worden gebruikt voor het maken van wijn.
Krompassers die als binnen- of buitenpasser kunnen worden gebruikt en als steekpasser.
Franse chaises longues waarvan het voeteneind aan drie kanten wordt omringd door een lage, gebogen rugleuning.
Duchesses die worden gemaakt in twee of drie delen waarvan elk stuk apart kan worden gebruikt als zitplaats.
Verwijst naar een type Franse chaise longue met een poot die aan drie kanten wordt omringd door een lage, gewelfde rugleuning.
Pantserhandschoenen die werden gedragen door duellisten; zijn vaak op de palm versterkt met maliën.
Lange, smalle haarpenselen met een beitelvormige uiteinde die worden gebruikt om te beletteren en om nauwkeurige lijnen of strepen te tekenen.
De dwarsliggende rand die afgesloten is met kettinglussen, wat voorkomt bij sommige stukken textiel die op eenvoudige apparatuur zijn geweven. Het lijkt op een echte zelfkant en kan aan één of beide zijden van het textiel voorkomen.
Analyse onder wisselende omstandigheden.
Aanduiding voor kleine, vrijstaande, energiezuinige en verplaatsbare woningen zonder binnenmuren, die naast eengezinswoningen worden geplaatst als behuizing voor oudere familieleden, meestal ouders. Geen Nederlands equivalent.
Wordt gebruikt voor geschiedkundige musea die zich concentreren op de leef- en werkwijzen in een bepaalde streek en waar mensen uit de streek actief deelnemen aan het ontwikkelen van de prioriteiten in de collectie en aan het behoud van objecten.
Interdisciplinaire musea waarin de geschiedenis en het erfgoed van een bepaalde gemeenschap of regio centraal staat, in de context van samenleving, cultuur en natuurlijke omgeving.
Vuurschermen waaraan een plank of schuif is bevestigd om op te schrijven bij het haardvuur.
Verwijst naar een stijl in de architectuur en de kunst die vanaf de 10de eeuw wordt aangetroffen in Catalonië en Lombardije. Deze stijl combineert beginnende romaanse vormen met Moorse elementen en overlapt enigszins de mozarabische stijl.
Verwijst naar de periode van circa 2150 tot 2018 v. Chr. in Egypte, tijdens de heerschappij van de zevende tot de tiende dynastie. Sommige bronnen laten deze periode pas beginnen met de negende dynastie, rond 2130 v. Chr. Tijdens de Eerste tussenperiode voltrok zich een machtsverschuiving van de stad Memphis naar Heracleopolis en later naar Thebe. De periode wordt over het algemeen gekenmerkt door onduidelijkheid en anarchie, hetgeen verklaart waarom maar weinig kunst en architectuur uit deze tijd bewaard is gebleven.
Ronddraaiende kloppers die met de hand worden bediend voor het beluchten van eieren of vloeistoffen, zoals room.
zeer dun en fijn porselein
Wordt gebruikt voor alle lasmethoden waarbij elektriciteit als krachtbron wordt gebruikt.
Verwijst naar witgoed dat speciaal is samengesteld om als elektrische isolatie te fungeren. Wordt vaak gebruikt voor het isoleren van bougies en schrikdraad.
Vorm van dialyse die wordt versneld door een elektromotorische kracht uit te oefenen op naast de membranen aangebrachte elektroden.
Galvanisering volgens een procédé waarbij zink wordt afgezet met behulp van een methode om metalen galvanisch te overtrekken.
Het maken van tekens op het oppervlak van een hard materiaal, meestal metaal, door middel van elektrolyse.
Techniek in de microanalytische chemie waarbij een nauwkeurig afgestemde elektronenstraal wordt gebruikt om een röntgen-spectrum op te wekken.
Pantserhandschoenen met een lange manchet die de onderarm omsluit tot aan de elleboog, waar de rand vaak schuin is afgesneden om een punt te vormen. Ze waren kenmerkend voor de wapenrusting van infanteristen in de 16e eeuw en gebruikelijk voor de lichte cavalerie van de 15e tot de 17e eeuw, waar ze alleen aan de linker- of teugelarm werden gedragen.
Geometrische vlakke figuren die ontstaan wanneer een kegel schuin wordt doorsneden in een vlak dat een kleinere hoek vormt met het grondvlak dan de hoek die de zijkant van de kegel met het grondvlak vormt.
Emailversiering die wordt gekenmerkt door een laag ondoorzichtig email.
Dubbele snavelfluiten die aan het begin van de 19de eeuw zijn ontworpen door William Bainbridge uit Londen met zes of soms zeven toongaten aan elke kant, en één of geen duimgaten. De speler kon hierdoor tweestemmig spelen met één hand op elke fluit.
Een type gitaar dat tussen 1750 en 1810 zeer geliefd was in Engeland. Ze hebben een plat of licht gebold achterblad en zes snarenkoorden van metalen snaren, waarvan de onderste twee enkel- en de bovenste twee dubbelgespannen zijn.
Orkestrale althobo's met een peervormige klankbeker en een smalle opening waarbij het dubbelriet in een korte metalen stift is gevat.
Hout van de boom behorende tot de soort Prunus cerasus en Prunus avium.
Weelderige kantsoort die een combinatie van klos- en naaldkant is: de gesloten delen worden in Brusselse Duchesse geklost, de opvul tussen de motieven is een lichte gaasgrond die met de naald wordt gemaakt. Kenmerkend zijn ook de sierlijke tekeningen met motieven uit de natuur en de grote diversiteit aan elegante versieringen zoals sterretjes, ringetjes, reliëfs en openluchtjes die zowel in klos- als naaldkant worden aangebracht.
Moersleutels met één verstelbare kaak die verticaal langs de steel beweegt.
Wordt gebruikt voor rechthoekige- of spiltrappen die rond een open trapgat lopen.
Een Frans modeaccessoire, oorspronkelijk een hofsieraad, dat is afgeleid van het pelgrimsteken en dat op een hoed werd gedragen. Het was bedoeld als uitdrukking van de persoonlijke ambities van de drager.
Volledige kostuum, inclusief kledingstukken en accessoires, dat wordt gedragen voor een harmonieus effect. Ook twee of meerdere kledingstukken of accessoires die zijn bedoeld om elkaar aan te vullen.
Tassen zonder hengsel of riem, gewoonlijk met een knip, die door hun grootte gemakkelijk in de hand kunnen worden gedragen; gemaakt van uiteenlopende stof- of leersoorten.
Verwijst naar door de overheid onderhouden kerkhoven voor personen die eervol in de krijgsmacht hebben gediend. Wordt meestal gebruikt in deze context in de Verenigde Staten.
Schetsen voor werken van beeldende kunst of architectuur; meer uitgewerkt dan 'voorbereidende schetsen'. Term vooral gebruikt in de context van de Ecole des Beaux-Arts.
Hout van de boom behorende tot het genus Fraxinus van de olijvenfamilie. Het wordt gebruikt voor het maken van decoratief fineer, handvatten en sportartikelen.
In het algemeen, vastgelegde gegevens van organisaties die essentieel zijn voor de voortzetting van een bedrijf in gevallen van nood of na een ramp. Gebruik 'registers van de burgerlijke stand' voor openbare gegevens over levensgebeurtenissen die door de overheid of andere autoriteiten worden gegenereerd.
Een kleurloze, reukloze ester van cellulose, die het gevolg is van de reactie van ethylchloride met cellulose; het vormt een duurzame alkali-bestendige deklaag.
Kunstenaars die etsen maken met behulp van metalen platen die door drukkers worden gebruikt.
Hout van een van de verschillende variëteiten van de soort Fraxinus excelsior. Het hout is witachtig tot lichtbruin van kleur met een roze vlam. Het is een compact, taai en elastisch hout met een rechte nerf en licht grove textuur. Het is matig duurzaam maar gevoelig voor aantasting door insecten. Het hout wordt gebruikt voor ladders, gereedschapsstelen, riemen, stokken, wielen, boten, wapens, meubilair, gym-apparatuur, tennisrackets en hockeysticks.
Kleine boom of grote heester die waarschijnlijk oorspronkelijk in het gebied rond de Kaukasus en de Kaspische Zee voorkwam. Volgens de vroegste geschriften waarin de pruim wordt vermeld is deze soort zeker 2000 jaar oud. De vrucht is een vleesachtige steenvrucht van uiteenlopend formaat, doorgaans met een paarse, rode of gele schil die een doffe, poederachtige waas heeft als hij rijp is. Het vruchtvlees is zoet en de pit is vrij plat en puntig.
Grote, bladverliezende kegeldragende lariks die voorkomt in de Alpen, de Karpathen en de laaglanden in het noorden van Polen en het zuiden van Litouwen. De boom wordt geteeld om zijn stevige, duurzame hout en voor de vervaardiging van Venetiaans terpentijn, terwijl de schors bij het looien wordt gebruikt.
Netelboom die inheems is in mediterrane klimaatzones en elders wordt gebruikt als sierboom. De boom heeft lansvormige grijsgroene bladeren en relatief grote eetbare vruchten. Deze soort is mogelijk de lotus die door auteurs uit de oudheid is omschreven als een boom die zoete en gezonde vruchten produceert.
Hout van de boom behorende tot de soort Celtis australis. Het wordt gebruikt voor meubilair, vaten en tonnen, carrosserieën van voertuigen en houtwaren.
Verwijst naar de culturen van het continent Europa, dat op het noordelijk halfrond ligt en wordt begrensd door de Noordelijke IJszee, de Atlantische Oceaan en de Middellandse Zee, en waarvan de Oeral over het algemeen wordt beschouwd als de oostgrens.
Uiteenzetting of verklaring, met name kritische interpretatie van een gedeelte van de Bijbel of een andere tekst.
Het geven van een deskundige of professionele mening, meestal na nauwkeurige studie of onderzoek.
Vertonen of presenteren voor openbare bezichtiging.
Afwijkende postzegels die het extra tarief aangeven dat bovenop het normale port komt. Ze worden aan de brief gehecht en zorgen ervoor dat deze eerder op zijn bestemming arriveert.
Verwijst naar afbeeldingen in foto's, schilderwerken, andere stilstaande beelden of films die een onderwerp of een deel daarvan veel dichterbij tonen dan gebruikelijk, bijvoorbeeld door het gebruikt van macro- en microlenzen in de fotografie. Meestal tonen ze alleen de details van een voorwerp, zoals het oog van een menselijk gezicht.
Verwijst naar een type glas dat in de 16de en 17de eeuw in Europa werd vervaardigd met behulp van technieken en stijlen die in Venetië waren vervolmaakt. De betekenis van de term is 'op Venetiaanse wijze'. Het glas werd geproduceerd in gebieden buiten Venetië, waaronder andere delen van Italië, Frankrijk, Spanje, Groot-Brittannië, Duitsland en de Nederlanden, en in de loop der tijd zijn diverse lokale stilistische en technische kenmerken tot ontwikkeling gekomen.
Papieren die bij een faillissementsrechtbank worden gedeponeerd door een schuldenaar die zich van de faillissementsuitkering waar hij krachtens de faillissementswet recht op heeft, tracht te verzekeren, of door schuldeisers die beweren dat hun schuldenaar zich aan bankbreuk schuldig heeft gemaakt en om een faillietverklaring van hun schuldenaar verzoeken.
Doorstiktechniek waarbij lagen stof zonder vulling ertussen met achtersteek zijn genaaid, en waarbij de spanning zodanig is dat de bovenlaag iets is toegegeven ten opzichte van de onderlaag, wat een indruk geeft van vulling.
Verwijst naar een type porselein dat in China is vervaardigd en dat wordt gekenmerkt door een ondoorzichtige emailkleur die kan variëren van roze tot paarsachtig roze. Het pigment zelf, het zogeheten purper van Cassius, werd rond 1685 door jezuïtische missionarissen in China geïntroduceerd. De stijl bereikte zijn hoogtepunt tijdens het bewind van Yung Cheng (1723-1735). Later werd het porselein hoofdzakelijk nog voor commerciële doeleinden vervaardigd en als exportproduct naar Europa verscheept. De stijl wordt eveneens aangetroffen bij Duitse faience en Engels porselein.
Te gebruiken voor de afwijkende ontwikkelingsstadia in grafische en tekstuele werken.
Papiergeld van de Verenigde Staten dat sinds 1914 wordt gebruikt, uitgegeven door de Federal Reserve Banks.
Vuurstenen werktuig uit het Jong Paleolithicum in de vorm van een scherpe punt die eigen was aan de Federmessercultuur. Federmesser is Duits voor 'pennenmes'.
Fictie die is geschreven voor adolescenten.
Te gebruiken voor berijders van fietsers.
Een driedimensionale figuur of groep figuren in een gedraaide houding, waardoor de indruk van beweging ontstaat en de toeschouwer wordt aangemoedigd het stuk van alle kanten te bekijken.
Verwijst naar de stijl van de werken die werden vervaardigd door de Phylakopi I-cultuur in de Cycladische archipel tijdens de vroeg-Cycladische periode tussen 2200 en 1800 v. Chr. Genoemd naar de gelijknamige archeologische vindplaats te Melos. De kunstwerken bestaan zowel uit aardewerk dat met rechtlijnige motieven is beschilderd als uit ijzerwerk, maar niet uit de marmeren beelden en vazen die aan eerdere perioden worden toegeschreven.
Frame waarin fotografische film wordt vastgezet alvorens het in een camera of onder een scanner te schuiven. De vorm en grootte van het frame hangt af van het formaat van de film.
Musea die zijn gewijd aan de kunst, geschiedenis en technologie van film, televisie en video.
Wordt gebruikt voor musea die zijn gewijd aan de kunst, geschiedenis en technologie van film, televisie en video.
Mensen die de eindverantwoordelijkheid hebben voor alle creatieve en technische aspecten van een film.
Films die uit meerdere afleveringen bestaan.
De lange pinnen die door de gewrichten van een scharnier worden gestoken om de twee helften van het scharnier bij elkaar te houden.
Labels die de fabrikant aanbrengt op flessen sterkedrank of wijn of met een andere drank, met daarop de naam van de producent, de wijngaard, het wijnjaar of het jaar waarin het product is gemaakt, de ingrediënten, enzovoort. Deze etiketten kunnen door verzamelaars, en in bepaalde gevallen door musea, als waardevolle objecten worden beschouwd.
Vaten waarvan hals en mond aanzienlijk smaller zijn dan de buik; om er vloeibare en droge stoffen in te doen.
Standaarden waarin flessen en glazen passen.
Korte, dikke pijlen die zijn ontworpen om met kruisbogen te worden afgeschoten, met veren en een kop die verschillende vormen kan hebben maar vaak vierkant of stomp is.
Wordt gebruikt voor ronde bogen waarbij de gewelfstenen langer worden naarmate ze het centrum naderen, zodat de kromming van de extrados meer verticaal van proportie is dan de kromming van de intrados. Voor soortgelijke, gepunte bogen wordt 'Italiaanse spitsbogen' gebruikt.
Inslag toegevoegd aan het basisinslagstelsel, die van zelfkant naar zelfkant gaat om de grond te verrijken of om een patroon te vormen.
Ketting waarmee het basiskettingstelsel is aangevuld, en die een patroon of structuur in flotteringen op het basisweefsel van het textiel maakt.
Het bijeenbrengen van geld voor niet-persoonlijke, niet commerciële doeleinden, zoals bijvoorbeeld non-profit organisaties of politieke aangelegenheden.
Snelrailvervoersystemen die voorstedelijke gebieden verbinden met eindstations in de stad; meestal zonder exclusief voorrangsrecht.
Kleine passagiersvliegtuigen die al of niet volgens een dienstregeling vliegen op korte routes die meestal niet door lijnvliegtuigen worden aangedaan.
Lange, smalle beitels die worden gebruikt om pengaten te maken.
Behangselpapier op basis van een fotografische afdruk gebruikt als muurversiering.
Te gebruiken voor huizen die zich in het algemeen kenmerken door een eenvoudig kubusvormig blok van twee woonlagen met een schilddak, vier ongeveer even grote kamers per verdieping en een symmetrische façade; vaak ook met een veranda op één verdieping aan de voorzijde en een of meer dakkapellen; populair in de Verenigde Staten van de jaren 90 van de 19de eeuw tot de vroege jaren 30 van de 20ste eeuw.
Volle, ronde gevlochten kragen die in de 16e en 17e eeuw door zowel mannen als vrouwen werden gedragen. Meestal gemaakt van verstevigd kant of linnen of van mousseline en vaak afgezet met kant.
Zwaardere uitvoering van @forming chisels. Worden gebruikt voor zwaarder werk en het handvat is meestal voorzien van een ijzeren band om te voorkomen dat het splijt.
Hieronder vallen onder andere documenten waarin de overheid speciale privileges verleent aan individuele personen of aan ondernemingen, alle privileges die zijn verleend (al dan niet tegen betaling), zoals het recht een naam te gebruiken of producten te verkopen of diensten te verlenen, en rechten die door een fabrikant of leverancier zijn verleend aan een detailhandelaar om, onder door beide partijen aanvaarde bepalingen en voorwaarden, de producten of de naam van die fabrikant of leverancier te gebruiken.
Term die tijdens het midden van de 18e eeuw werd gebruikt voor leunstoelen met een gestoffeerde zitting en rug, een frame met houtsnijwerk en cabrioolpoten.
Te gebruiken voor het machinaal of handmatig naaien van boekblokken zonder gebruik te maken van kleefbanden, touwen of andere naaihulpmiddelen.
Dunne, naar buiten draaiende consolepoten.
Fluiten die in de 16e eeuw in Frankrijk zijn ontworpen. Ze hebben een smalle kegelvormige boring die aan het einde vernauwt en gewoonlijk hebben ze vier toongaten aan de voorkant en twee duimgaten aan de achterkant.
Blaasinstrumenten met conische boring, wijd uitlopende klankbeker, trechtervormig mondstuk en een slanke buis in een wijde ronde spiraal gebogen; tegenwoordig ook voorzien van ventielen, meestal zo geplaatst dat ze met de linkerhand kunnen worden bespeeld.
Hoogwaardige massieve talk die voorkomt in de Appalachen in de Verenigde Staten. Het kan in een vorm worden gesneden en wordt gebruikt om te merken. Het is meestal wit van kleur, maar kan ook grijze of gele onzuiverheden bevatten.
Wordt gebruikt voor mansardedaken waarvan het lage vlak vrijwel rechtop staat en het hoge vlak vrijwel horizontaal loopt.
De bladzijde die zich precies voor de titelpagina van het boek bevindt en de titel meestal in verkorte versie op de voorzijde draagt.
Apparaten die worden gebruikt voor het persen van fruit voor sap.
Stoelen die aparte vakjes hebben om benodigdheden voor het roken te bergen.
Vorm van rapid prototyping met geleidelijke extrusie van draadvormig thermoplastisch kunststof op een platform, waardoor dwarsdoorsneden van een object worden gecreëerd en uiteindelijk een driedimensionaal prototype van kunststof resulteert.
Metaalwerkers die een beschermende of decoratieve metaallaag aanbrengen op een ander metaal met behulp van een elektrolytisch bad.
Verzamelnaam voor decoratief of toegevoegd materiaal dat dient ter afwerking , versiering, of complementering
Huizen waarvan de tweede verdieping ten opzichte van de eerste verdieping naar voren steekt, meestal aan de voorgevel.
Kroonluchters met drie of meer gaslampen.
Japans papier dat met de hand is gemaakt; het bestaat voor 10% uit mitsumata.
Wordt gebruikt voor alle lasmethoden waarbij brandgas als warmtebron wordt gebruikt.
Het aanbrengen van een aluminium deklaag, bijvoorbeeld op ijzer- en staalplaat.
Het nauwkeurig onderzoeken van een voorwerp, handeling, materiaal of begrip door het op te delen in basiselementen of samenstellende delen.
Het procédé waarbij het oppervlak van een metaal wordt bedekt met een beschermende of decoratieve laag als gevolg van elektrolyse.
Het proces van afwerken of opnieuw afwerken om een object er oud uit te laten zien.
Het samenvoegen van verschillende onderdelen teneinde een werkzaam geheel te krijgen.
Elektronische of fysieke bestanden of andere groeperingen van toegestane catalogiseringsingangen voor namen, persoonsnamen en organisatienamen, maar kan ook dienen voor geografische benamingen.
Elektronische of fysieke bestanden of andere groeperingen van toegestane catalogiseringsingangen voor de terminologie die geschikt is voor onderwerpsontsluiting.
Een geautoriseerde termenlijst is een elektronisch of fysiek bestand of andersoortige verzameling van geautoriseerde catalogustermen voor namen, onderwerpen of overige informatie. Hierin wordt de geautoriseerde of voorkeursvorm van de naam of het onderwerp voor een bepaalde entiteit vastgelegd.
De hiërarchie Gebeurtenissen bevat descriptoren voor voorvallen, evenementen en gelegenheden van sociale, culturele, religieuze of persoonlijke aard (bijvoorbeeld verjaarsfeesten, concerten, geboorten en namen van feestdagen). Niet opgenomen zijn eenmalige gebeurtenissen met een eigennaam. Zo is bijvoorbeeld wel 'kroningen' opgenomen, maar niet 'kroning van Karel de Grote'. Relatie met andere hiërarchieën. Descriptoren voor activiteiten en methodieken die worden geassocieerd met een specifieke context (bijvoorbeeld belasting heffen en wetenschappelijk onderzoeken) zijn te vinden in de hiërarchie Functionele activiteiten. Descriptoren met betrekking tot bewerkingen die worden uitgevoerd met concrete objecten en materialen (bijvoorbeeld polijsten), zijn te vinden in de hiërarchie Procédés en technieken.
Voorvallen die plaatsvinden binnen een bepaald tijdsinterval. De term heeft een veel bredere betekenis dan de definitie van het facet dat eveneens 'gebeurtenissen' wordt genoemd. Het facet bevat alleen termen die verwijzen naar algemene gebeurtenissen, terwijl de daadwerkelijke term 'gebeurtenissen' kan worden gebruikt voor zowel algemene gebeurtenissen als specifiek benoemde gebeurtenissen.
Kruisen waarvan elke arm uitmondt in een gestileerde fleur de lis.
In algemene zin het gebruik van kneedbaar materiaal zoals was of klei om een driedimensionale vorm te creëren. In de keramische kunst verwijst het specifiek naar de vorming van een origineel keramisch object of het model of de maquette waarvan een mal wordt gemaakt.
Het aanbrengen van letters of figuren in reliëf op een oppervlak, meestal door middel van stempelen of modelleren.
Elke keperstof waarbij de diagonale lijnen met opzet zijn onderbroken. De bindingspunten schuiven niet regelmatig één scheringdraad op bij elke volgende inslagdraad, maar de onderbrekingen keren terug met regelmatige tussenpozen.
Het systematisch analyseren en beschrijven van stukken in een collectie en het rangschikken van deze informatie in een catalogus.
Een wijze van ciseleren met behulp waarvan veeleer platte oppervlakken worden versierd dan dat er reliëfversieringen worden aangebracht..
Handeling of procédé waardoor gassen of dampen worden verdicht tot een vloeistof of een vaste vorm.
In algemene zin, het uitvoeren van handelingen die erop gericht zijn een voorwerp, materiaal of systeem tegen beschadiging of teloorgang te beschermen. In specifieke zin verwijst de term naar handelingen die bedoeld zijn om voedsel of andere organische stoffen of ecosystemen voor teloorgang te behoeden. Gebruik 'behoud' voor de functie of discipline van het conserveren van bouwwerken, of gebruik anders een specifieke vorm van behoud, bijvoorbeeld 'monumentenzorg'.
Het verwijderen van ionen uit een oplossing door middel van ionenuitwisseling.
Water waaruit opgeloste ionen zijn verwijderd door het water langs een kationen en anionen ionenuitwisselaar te voeren.
Afgebakende gebieden waarbinnen het verboden is militaire eenheden te stationeren of te concentreren, en waar het handhaven of oprichten van enigerlei militaire installaties niet is toegestaan.
Het verwijderen van mineralen, meestal uit water.
Verwijst naar het licht golvende houten oppervlak dat is afgewerkt met een dissel, een soort handbijl waarvan het blad in een rechte hoek aan het heft is bevestigd.
Enig afwijkend of onaangepast gedragspatroon dat ernstig genoeg is voor behandeling door therapeuten.
Elektrische stroom door een electrolyt laten geleiden waarna positief en negatief geladen ionen naar de negatieve en positieve elektroden worden getrokken. De term wordt in de milieubescherming gebruikt voor het afbijten van aanslag op een oppervlak.
Techniek waarbij een drukplaat in verschillende fasen in zuur wordt gedompeld om subtiele schakeringen of andere effecten te verkrijgen.
Samenknijpen, vaak om te doen krullen; wordt ook gebruikt voor het trekken van gesmolten glas om de hals van een buis te vormen.
Het samentrekken van vouwen in textiel om volheid te creëren, door te trekken aan een draad die er voor dat doel doorheen is gestikt of aan een of meer van de fijne draden ervan.
Procedé waarbij een beschermende zinklaag wordt aangebracht op staal of ijzer om het tegen roest te beschermen.
De chemische reactie van water en een andere stof, waardoor twee of meerdere nieuwe stoffen ontstaan. Hierbij worden de watermoleculen geïoniseerd en wordt de gehydrolyseerde stof gesplitst. Door de hydrolyse van zout ontstaat bijvoorbeeld een licht zure of alkaline oplossing.
Het procédé waarbij elektronen aan neutrale moleculen of atomen worden onttrokken of waarbij deze juist naar neutrale moleculen of atomen worden overgebracht naar neutrale moleculen of atomen. De bedoeling hiervan is positief of negatief geladen deeltjes te doen ontstaan..
Kruisen met armen die uitmonden in een vorm die lijkt op drie knoppen of knopachtige uitstekende delen, vergelijkbaar met een klaverblad.
Wordt gebruikt voor korte, verzonnen verhalen waarin een moreel standpunt of religieus principe wordt toegelicht.
Te gebruiken voor de kruising op een zelfde niveau van twee doorgaande wegen, zoals van snelwegen, spoorweglijnen, of voetpaden
Het maken van andere geluiden dan spraak of muziek, natuurlijk of kunstmatig gereproduceerd, om in een speelfilm, een video-opname, een radio- of televisieprogramma of tijdens een toneelvoorstelling het gewenste effect op te roepen.
De transmissie van geluidsgolven door een lichaam vanwege een snelle energie-opbouw als reactie op een interne of externe mechanische spanning op het medium.
Geschut geplaatst op voertuigen die zichzelf kunnen voortbewegen.
Musea die zijn opgericht of worden beheerd of bezocht door lokale gemeenschappen ten bate van de aspiraties en educatieve behoeften van de gemeenschap.
Musea die zijn opgericht of worden beheerd of bezocht door lokale gemeenschappen ten bate van de aspiraties en educatieve behoeften van de gemeenschap.
Het legeren, coaten of behandelen met behulp van een metaal.
Wordt gebruikt voor procédés waarbij mineralen in een andere stof worden ingebracht, bijvoorbeeld in een gesteente om ertsaanzetting te veroorzaken, of in organisch materiaal om fossielvorming te veroorzaken.
Te gebruiken voor het proces waarbij een object, werkstuk of plaats wordt gewijzigd of veranderd teneinde deze qua uiterlijk, aard of functie actueler en bijdetijds te maken.
Wordt in de chemie gebruikt als aanduiding voor procédés waarbij zuren en basische stoffen betrokken zijn en waarbij uiteindelijk noch alkali noch alkaline wordt gevormd.
Met rubber geïsoleerde elektriciteitsdraden, in een buigzaam stalen omhulsel.
Te gebruiken voor licht gepantserde, zeer mobiele en volledig met rupsbanden uitgeruste voertuigen die voornamelijk zijn bedoeld voor het vervoeren van manschappen van en naar het slagveld; meestal licht bewapend.
Het vervaardigen of wijzigen van iets volgens individuele specificaties of voorkeuren.
Het op vastgestelde, regelmatige afstanden dubbelvouwen van stof, waarna de plooien worden geperst en eventueel vastgenaaid.
Lichtgolven die op een enkel vlak worden gevibreerd.
Het samenvoegen van twee of meer moleculen van dezelfde soort om een complexer molecuul met verschillende fysische eigenschappen te vormen.
Duidt activiteiten aan die worden ondernomen om verdere verandering of verslechtering van voorwerpen, locaties of bouwwerken te voorkomen. Gebruik 'monumentenzorg' als zulke activiteiten worden ondernomen voor gebouwen of andere bouwwerken uit specifiek culturele, esthetische of historische overwegingen. Gebruik 'restauratie' als de veranderingen een voorwerp of bouwwerk weer in historisch correcte staat terugbrengen. Gebruik 'rehabiliteren' voor activiteiten die ondernomen worden om een reeds in slechte staat verkerend bouwwerk weer in goede staat te brengen. Gebruik 'beschermen' voor het beveiligen van mensen en objecten tegen letsel of schade in algemene zin. Gebruik, nog algemener, 'milieubeheer' voor de behandeling, voorzorgsmaatregelen en research gericht op het veilig stellen van cultureel en natuurlijk erfgoed op de lange termijn.
Biografieën die zijn bedoeld ter informatie en vermaak, waarin feiten worden gecombineerd met een aantal fictieve elementen.
Kruisen met gecoupeerde en puntige armen, de twee puntige uiteinden van elke arm zijn afgesneden en vormen zo een centraal punt zoals bij het uiteinde van een zwaard; meestal gebruikt als symbool in de heraldiek.
Een methode waarbij stukken of laagjes plastic aan elkaar vast worden gemaakt door de contactgebieden gelijktijdig bloot te stellen aan hitte en druk.
Frontons met een bovenkant in de vorm van een gesegmenteerde boog.
Fotografische afdrukken die zijn ontwikkeld met behulp van de zon als lichtbron, of afdrukken die tijdens het ontwikkelen zijn overbelicht, waardoor bronskleurige schaduwen ontstaan.
Portlandcement gemengd met de aanwezige aarde om als bestrating of wegdekmateriaal te dienen.
Fotografische afdrukken verkregen door tijdelijke zwart-wit afdrukken te behandelen met een of twee oplossingen die het niet-permanente beeld snel ontwikkelen en stabiliseren.
Tapisserietechniek waarbij de inslagdraden van verschillende vlakken beurtelings om een gemeenschappelijke kettingdraad worden geweven.
Reinigen met water of een andere vloeistof.
Te gebruiken voor het wassen van textielvoorwerpen.
Levende structuren die deel uitmaken van het plantenrijk; doorgaans zijn ze niet in staat tot voortbeweging en bezitten ze geen specifiek gevoels- of denkorgaan of spijsverteringskanaal, en kunnen ze zich volledig in leven houden op anorganische stoffen.
Transparante lagen of laagjes die op een tekening worden aangebracht, met inkt of aquarelverf, om een atmosferisch effect te creëren.
Tekeningen die met een pen zijn gemaakt en vervolgens zijn verfraaid met transparante inkt of aquarelverf in de wasverftechniek, teneinde een atmosferisch effect te creëren.
Horizontale metsellagen opgebouwd uit de schoren of aanzetstenen van een gewelf. Meestal gemaakt van stenen die vooruitspringend of overwerkt gezet zijn, met horizontale bedden.
De chemische analysemethode van materialen waarbij de bestanddelen worden gescheiden om hun gewicht te kunnen bepalen.
Een serpentijn met meestal een groene hoofdkleur, hoewel er ook enkele paarse varianten zijn. Vaak lijkt het erg op graniet. Het beste gewone serpentijn komt uit het Italiaanse Ligurië.
Zoogdiersoort die inheems is in het noorden van Canada, in de gehele Verenigde Staten en zuidwaarts tot in Zuid-Amerika. Het dier is ook in Europa en Azië geïntroduceerd. Het is herkenbaar aan het opvallende zwarte maskerachtige kleurpatroon rond de ogen en aan de vijf à 10 zwarte ringen op de staart. Wasberen zijn intelligente en nieuwsgierige dieren. Ze zijn meestal 's nachts actief en leven vaak in bomen. Met hun haarloze voorpoten, die aan slanke mensenhanden doen denken, zijn ze zeer behendig. De achterpoten zijn dikker en langer. De wasbeer wordt weliswaar als vleeseter geclassificeerd, maar is in feite omnivoor: hij eet rivierkreeft, andere geleedpotigen, knaagdieren, kikkers, vruchten en ander plantenmateriaal, met inbegrip van gewassen. De wasbeer dompelt zijn voedsel soms in het water om het voedsel en zijn handkussens zachter te maken, waardoor het geloof is ontstaan dat het dier zijn voedsel wast. Het dier wordt bejaagd vanwege de pels en soms ook als voedsel.
Wordt gebruikt voor kleine, discreet verborgen maar niet geheime privé-tuinen die zijn aangelegd in de nabijheid van een woning en fungeren als een plaats voor intieme ontvangsten of overpeinzingen ver van de blikken van buitenstaanders. De term verwijst in de eerste plaats naar privé-tuinen die bij Italiaanse Renaissance-villa's horen, maar kan ook in andere contexten worden gebruikt.
Beeldhouwwerken of reproducties gemaakt door middel van gieten. Gebruik 'gietwerk' in de context van industrie en bouw.
Vakterm voor vaatwerk, over het algemeen van glas of kristal, met meestal een ronde kelk op een steel met voet. Vooral gebruikt voor glazen vaatwerk voor het serveren van dranken en desserts.
Visserschoeners met twee masten, lange smalle boegen, rechte kielen en een diepte van maximaal 3 tot 3,5 m om van de ondiepe aanlegplaatsen in de haven van Gloucester, in de Amerikaanse staat Massachusetts, gebruik te kunnen maken; kwamen vooral voor van ongeveer 1900 tot de jaren 30 en werden gebruikt voor het afvissen van zandbanken en vissen voor de markt.
Aanduiding voor woongebieden die rond golfbanen zijn ontworpen.
Bijlen met een blad dat een gutsvormige dwarsdoorsnede heeft; zijn bedoeld om iets uit te hollen.
Ambachtelijk borduurwerk waarbij men metaaldraden op een weefsel vastzet, meestal met kleine steekjes langs de onderkant. De draden bestaan uit katoen of zijde, omgeven door een laagje metaal. Hoewel men het over ‘goudborduursel’ heeft, kan ook imitatiegoud, zilver of koper gebruikt worden. Deze techniek ontstond zo’n 2000 jaar geleden in Azië
Kussentjes, bestaande uit een houten plank bekleed met een laag katoen, wol of vloeipapier, bedekt met ruw leer met de binnenzijde naar buiten, die worden gebruikt als werkoppervlak om er bladgoud op te snijden.
Een methode voor het genereren van geluiden, waarbij kleine delen van golfvormen samen grotere akoestische gebeurtenissen vormen. Meestal wordt dit met digitale computers gedaan.
Familie van meer dan 8000 genera en 10.000 soorten overblijvende planten met lange cilindrische bladeren die men gebruikt voor het maken van papier, touw, manden en stoffen. Daarnaast produceren vele soorten eetbare granen, de belangrijkste voedselbron in de wereld.
Wordt gebruikt voor grote wooncomplexen met meerdere verdiepingen en meerdere vertrekken uit de Anasazi en Hohokam-tijdperken; zijn voornamelijk gebouwd in de periode tussen 950 en 1150 en zijn te onderscheiden van 'pueblo's' door hun vaak D-vormige omtrek, het samenhangend ontwerp en de ligging in het San Juan Basin, Nieuw Mexico en delen van Arizona.
Verwijst naar kerkmuziek die eenstemmig vocaal met een vrije ritmiek en een beperkte toonomvang wordt gezongen, in een stijl die is ontwikkeld voor de middeleeuwse Latijnse misliturgie. Het gregoriaans is monodisch en instrumentale begeleiding is niet noodzakelijk, maar wel mogelijk. De naam is ontleend aan de heilige Gregorius de Grote (circa 540-604) die deze muzieksoort zou hebben gestandaardiseerd, hoewel de benaming 'gregoriaans' pas sinds het midden van de 17de eeuw gangbaar is. De term wordt vaak gebruikt als synoniem voor 'cantus planus', waaronder niet alleen de kerkmuziek van de vroege middeleeuwen valt, maar ook latere composities die in een soortgelijke stijl zijn geschreven. In beperktere zin verwijst de term naar een Romeinse vorm van vroege cantus planus, ter onderscheiding van Ambrosiaanse, Gallicaanse en Mozarabische gezangen, die op gregoriaans leken maar er geleidelijk door werden verdrongen, in de periode van de 8ste tot de 11de eeuw n. Chr.
Gebieden in steden, die veel daklozen en zwervers aantrekken en die gekenmerkt worden door veel opvangcentra, kroegen en bijzonder goedkope logementen.
Verwijst naar gebouwen waarvan het grondplan de vorm heeft van een Grieks kruis, met een vierkant middendeel en vier armen van gelijke lengte. De Griekse kruisvorm werd algemeen gebruikt in de Byzantijnse architectuur en in westerse kerken die op Byzantijnse voorbeelden waren geïnspireerd.
Benaming die tijdens de periode van de Griekse heropleving werd gebruikt voor een rustbank met gekrulde uiteinden die aan Griekse en Romeinse meubelontwerpen doen denken.
Schroevendraaiers waarvan de punt in een hoek van 90 graden staat ten opzichte van de steel.
Wordt gebruikt voor steunberen die zijn bedoeld als vierkanten of rechthoeken, waarin de hoek van een gebouw is binnengedrongen.
Verbindingen tussen twee stukken hout waarbij de richting van de nerf van het ene stuk haaks (meestal letterlijk in een hoek van 90 graden) op de nerf van het andere stuk staat.
Machines die materialen, bijvoorbeeld hout voor papierpulp, tot snippers hakken.
Messen met één tot vier lemmeten die aan een handvat vastzitten en die worden gebruikt voor het fijnhakken en snijden van vlees, groenten en ander voedsel. De lemmeten kunnen recht of gebogen zijn; in het tweede geval wordt het mes gebruikt in een schaal of op een dienblad.
Met betrekking tot randen en zijkanten van meubilair: met één bolle en één holle kromming.
Dwarsverbindingen die worden gevormd op de kruising van twee even dikke stukken hout, die beide tot op de helft van de dikte zijn ingesneden, om zo een voeg met vlakke oppervlakken te vormen.
Platte kunstenaarspenselen met ronde hoeken die meestal van varkenshaar zijn gemaakt.
Het zetten van een lettertype waarbij de tekens met de hand, zonder hulp van apparaten, worden samengesteld en bijgewerkt. Sommige fotografisch geproduceerde lettertypen kunnen met de hand zijn gezet.
Vaste afhangende bouwkundige ornamenten.
Verwijst naar een porseleinsoort die is gemaakt van witte porseleinaarde, of 'kaolien' en 'petuntse', een natuurlijk smeltbaar veldspaathoudend gesteente. Het wordt 'hardgebakken' op een relatief hoge temperatuur van ongeveer 1450 graden Celsius. Het werd voor het eerst gemaakt in China en na 1700 in Europa geproduceerd.
Kunstenaarskwasten van diverse soorten soepel, dierlijk haar, zoals rood marter- of eekhoornhaar.
Verwijst naar het werk van een school van schilders die is opgericht door Hasegawa Tohaku (1539-1610), en die zich waarschijnlijk bevond in Kyoto in of in de buurt van Hompoji, een Nichiren-tempel waarmee de familie van Tohaku banden had. De stijl kenmerkt zich door grootschalige kunstwerken die vele kamers besloegen, en Chinese thema's en motieven. Tohaku schijnt vier zonen te hebben gehad die ook kunstenaars waren, maar de school verdween aan het einde van de 17de eeuw.
Verwijst naar schilderijen, beeldhouwwerken, grafische kunst en architectuur die in het recente verleden of het heden zijn vervaardigd. Het verschil met moderne kunst is dat de term 'hedendaagse kunst' niet de betekenis van een niet-traditionele stijl in zich draagt, maar uitsluitend verwijst naar de periode waarin een werk is gemaakt. De begrippen 'modern' en 'hedendaags' zijn dan ook impliciet aan verandering onderhevig. Het woord 'hedendaags' wordt soms in specifiekere zin gebruikt om de kunst tussen circa 1960 of 1970 en nu aan te duiden.
Musea die worden beheerd door een historisch genootschap, een groep die is opgericht voor het bestuderen en verspreiden van informatie over de geschiedenis van een locatie, meestal een dorp, stad of provincie.
Verwijst naar mensen die heersen of regeren, in het bijzonder soevereine vorsten.
Machines die lettervormen gieten om mee te drukken als het zetsel wordt samengesteld. Dit gebeurt ofwel per afzonderlijke letter, zoals bij de monotype (TM) machines of linotypezetsel per regel, zoals bij de Linotype (TM) machines.
Formele religieuze handeling die bestaat uit het zalven met olie en het opzeggen van gebeden door een priester voor iemand die dreigt te sterven.
De studie en toepassing van bovennatuurlijke en natuurlijke machten voor goedaardige of kwaadaardige doeleinden; omvat, in uiteenlopende gradaties, magie, paranormale krachten, kruidkunde, waarzeggerij en communicatie met goede of kwade geesten.
Een wit, kristallijnen, in water oplosbaar, bitter, corroderend, giftig poeder (AgNO3), dat ontstaat wanneer zilver wordt opgelost in salpeterzuur. Het werd hoofdzakelijk gebruikt bij de vervaardiging van fotografische emulsies of spiegels.
Houders van gevlochten materiaal, rond of ovaal, voor het bevatten en transporteren van vaste stoffen; inhoud tussen 1 en 5 liter; aan de rand is over de grootste breedte van de mand een beugel bevestigd, meestal van het zelfde materiaal, waaraan de mand gedragen kan worden.
Verwijst naar de periode van circa 2130 tot 1970 v. Chr. in Egypte, die de negende en de tiende dynastie omvat. De periode wordt gekenmerkt door een machtsverschuiving van de stad Memphis naar Heracleopolis, de stad waarnaar de periode is genoemd. Er is weinig bekend over de kunst en architectuur in deze periode.
Kruisen waarvan elke arm uitmondt in een klein kruis.
Dat deel van het centrale zenuwstelsel dat zich bij mensen en andere gewervelde dieren in de schedel bevindt.
Seksualiteit die wordt gekenmerkt door romantische gevoelens of seksueel verlangen naar het andere geslacht.
Arbeiders die draagriemen aan voorwerpen vastmaken om deze te kunnen takelen.
Allerlei musea waar collecties worden verzameld en meestal gepresenteerd om een chronologisch overzicht te geven van de geschiedenis van bijvoorbeeld een stad, stad, regio of groep mensen.
Portretten waarin het onderwerp of de onderwerpen als historische of mythologische figuren zijn afgebeeld; ze waren met name populair in de 17de eeuw. Vaak hebben ze iets van het moralistische gewicht van historiestukken.
Bepaald type kant uit de 17de eeuw, geklost in Vlaanderen voor de Nederlandse markt. Het betreft symmetrisch samengestelde, dikke en sterke kant met zeer dicht gewerkte motieven. In Nederlandse boedelbeschrijvingen soms aangeduid als Brabantse kant (Belgisch Brabant), maar niet te verwarren met de Brabantse kant die vanaf de 18de eeuw in Brussel werd vervaardigd.
Grote boom die een natuurlijke kruising is tussen de grootbladige linde (T. platyphyllos) en de kleinbladige linde (T. cordata). Deze boom plantte men vaak in steden en parken. Men kan gemakkelijk nieuwe bomen kweken door middel van aflegging.
Te gebruiken voor tuinen in Hollandse stijl, met karakteristieke geometrische en symmetrische ontwerpen, met name toonaangevend in de 17de en 18de eeuw; ook aangetroffen buiten Nederland.
18e-eeuwse term voor zittingen waarvan het midden en de voorkant lager zijn dan de zijkanten.
Seksualiteit die wordt gekenmerkt door romantische gevoelens of seksueel verlangen naar hetzelfde geslacht.
Zakken of soortgelijke houders van stof die met veren, dons, spons of ander zacht materiaal zijn gevuld en die als ondersteuning van het hoofd tijdens het slapen of rusten worden gebruikt.
Wollen mutsen die worden gekenmerkt door een plooi in de hoedenbol die van voren naar achteren loopt, korte loshangende linten aan de achterkant en een insigne aan de voorkant. Als kleding geïntroduceerd door de Hooglandeenheden van het Britse leger en daarna overgenomen als traditionele Schotse klederdracht.
Te gebruiken voor de helderste lichtweerspiegelingen die van een voorwerp afkomen; ook te gebruiken voor de gebieden met de helderste waarde in een foto, bereikt door middel van een verheldering of door het achterlaten van witte plekjes op de ondergrond.
Lichten in een theater, met name het licht in de zaal, uitgezonderd de lichten bij de uitgang of lichten op of achter het toneel.
Wordt gebruikt voor watersloten die in afvoerpijpen van gebouwen zijn geïnstalleerd om luchtcirculatie tussen het rioleringssysteem en sanitaire afvoersysteem van het gebouw te voorkomen.
Een van de chemicaliën zoals creosoot of natriumfluoride, die worden gebruikt om het vergaan van hout af te remmen of tegen te gaan, vooral door schimmels en insecten af te weren.
Overjassen met capuchon met tressluiting, afgeleid van de marine-wachtjas met 'houtje touwtjesluiting'. Sinds generaal Montgomery zo genoemd.
Kort, naar verhouding licht geschut dat kenmerken combineert van kanonnen en mortieren, en zware projectielen kan afvuren in een hoge gebogen baan, maar met een groter bereik dan mortieren. Hun ontwikkeling begon tegen het einde van de 16e eeuw en zet zich nog steeds voort.
Personen die het pand dat ze bewonen in eigendom hebben.
Wordt gebruikt voor de vaak van zacht leer vervaardigde band van een boek, waar vakjes in zitten waarin de kartonnen delen worden gestoken. Werd in de Middeleeuwen soms gebruikt in plaats van boekbanden.
Beschrijft werken die zijn vervaardigd door het gelijknamige Afrikaanse volk, dat in Botswana leeft.
Antieke pneumatische orgels waarbij water werd gebruikt om de luchtdruk te manipuleren. Ze ontstonden in Griekenland in de 3e eeuw v.C. en bleven gedurende het hele Romeinse Rijk in gebruik.
Schermen in oosters-orthodoxe kerken die het heiligdom van het schip scheiden, waar meestal drie deuren in zitten en die sinds de veertiende of vijftiende eeuw bedekt zijn met iconen.
Het voorstellen van personen, natuurlijke vormen of situaties op een manier die hun beste eigenschappen benadrukt, onvolmaakte eigenschappen bagatelliseert of eigenschappen aanpast zodat ze voldoen aan wat wordt beschouwd als het meest perfecte of mooiste.
Historische harpen uit Ierland met karakteristieke koperen snaren, een naar buiten buigende voorzuil en een resonanskast gemaakt uit een enkel blok wilgehout. Ook te gebruiken voor 19e eeuwse kleine, met darm bespannen harpen met een handmatig systeem voor het stemmen.
Een reeks tafels, oplopend in grootte zodat ze over elkaar heen passen.
Verwijst naar de cultuur van de tegenwoordige staat India, of in bredere zin naar de culturen die tot ontwikkeling kwamen op het subcontinent India, dat wordt begrensd door de Arabische Zee, de Indische Oceaan, de Baai van Bengalen en het Himalayagebergte. De term kent overigens een nog ruimere betekenis en verwijst dan naar de culturen van India, Oost-Indië en het voormalige Brits-Indische rijk. Voorheen kon de term ook in minder specifieke zin verwijzen naar iedere oosterse of Aziatische cultuur.
Loofboom uit de mahoniefamilie die voorkomt in India, Zuid-China en Australië.
Het ontwikkelen van een economische organisatie van een samenleving of gemeenschap gebaseerd op gemechaniseerde industrie.
Te gebruiken voor voormalige industriegebouwen of complexen die zijn omgebouwd tot museum of onderdeel van een museum.
Musea in industriegebouwen of complexen die zijn omgebouwd tot museum.
Iets beschermen of ergens iets om heen doen, bijvoorbeeld met behulp van een capsule. De term wordt onder andere gebruikt, in verband met papierconservering, voor de verzegeling van een artikel met een vlies bestaande uit twee laagjes polyester.
Te gebruiken voor decoratieve vormen gecreëerd door het tussenvoegen van een stuk materiaal in gelijkvormige openingen in een omringend materiaal, om zo een ontwerp te maken.
Niet geasfalteerde stroken grond aan het einde van landingsbanen die worden vrijgehouden om extra landingsruimte te bieden aan vliegtuigen in noodsituaties.
Naam van de dieren van een klasse van de gelede dieren. Het zijn door tracheeën ademende dieren, met een lichaam verdeeld in drie afdelingen (kop, borststuk en achterlijf) , en die drie paar poten en meestal vleugels hebben
Wordt gebruikt voor de schade die door insekten wordt veroorzaakt.
Giftige of dodelijke stoffen die worden gebruikt om insecten te doden.
Poolweefsel waarbij de pool met een toegevoegde poolinslag wordt gemaakt.
Waterlopen die soms water bevatten en soms droog staan, afhankelijk van het seizoen en de hoeveelheid regen en smeltwater of van andere factoren.
Musea die in het bezit of beheer zijn van vertegenwoordigers uit meerdere landen of die zijn gespecialiseerd in tentoonstellingen uit meerdere landen.
Een lijst maken van alle aanwezige items.
Techniek waarbij een verflaag in een effen kleur wordt aangebracht over een gebied dat te groot is om met één penseelsteek te bedekken.
Chromatografiemethode waarbij een hars of een andere geschikte vaste of dikvloeibare stof in een vloeistof wordt gebracht en daarin bepaalde ionen afgeeft en tegelijkertijd weer andere ionen daaruit opneemt.
Middelgrote groenblijvende boomsoort die inheems is in het oosten van het Middellandse Zeegebied, het noordoosten van Libië, het zuidoosten van Griekenland (Kreta, Rhodos), het zuiden van Turkije, Cyprus, het noorden van Egypte, het westen van Syrië, Libanon, Israël, Malta, Italië, het westen van Jordanië en in Iran.
Wordt gebruikt voor spitsbogen waarbij de gewelfstenen langer worden naarmate ze het centrum naderen, zodat de kromming van de extrados meer verticale proporties heeft dan de kromming van de intrados. Gebruik 'Florentijnse bogen' voor soortgelijke, maar ronde bogen.
Tentoonstellingen die eens per jaar worden gehouden.
Algemene term voor jaarlijkse publicaties.
Verwijst naar de stijl in de Britse architectuur, meubelmakerij en decoratieve kunsten tijdens de 19de en het begin van de 20ste eeuw, waarin vormen uit de Jacobijnse periode van de 17de eeuw opnieuw werden gebruikt. De architectuur van de Jacobean Revival, met ronde gevels, weelderige stenen schoorstenen en vensters met verticale raamstijlen en dwarsbalken, vermengde ook decoratieve motieven met de Elizabethaanse Revival en de Queen Anne-stijl.
Stof met ingeweven patronen, vervaardigd op een Jacquardgetouw.
Banden in een stijl die zijn oorsprong vindt in het laat-zeventiende eeuwse Frankrijk, gekarakteriseerd door bijzonder sobere buitenbanden en rijk versierde binnenbanden of beleggen.
Beuksoort die 35 meter hoog kan worden. Het is een van de meest voorkomende bomen in Japanse loofbossen.
Struik of kleine boom die zijn bladeren verliest en inheems is in Japan, Noord-Korea, Zuid-Korea, China, Mongolië en Zuidoost-Rusland. De Japanse esdoorn kan 10 meter hoog worden en behoort gewoonlijk tot de ondergroei van schaduwrijke bosgebieden. De struik of boom heeft soms meerdere stammen die dicht bij de grond aan elkaar vastzitten. Er zijn een groot aantal cultivars gekweekt, en zelfs in het wild vertonen zaailingen van dezelfde moederplant een opvallende variatie wat betreft de kleur en vorm van de bladeren.
Alle soorten��Japanse keramiek. De term is afgeleid van de stad Seto, een belangrijke producent van gebruiksvoorwerpen in de vroegmoderne periode
Middelgrote tot grote bladverliezende, kegeldragende lariks die een hoogte van 20-40 m kan bereiken. Wordt gekweekt voor productiehout.
Wordt gebruikt voor tuinen die zijn aangelegd vanuit de Shintoïstische, de Boeddhistische of de Zen-filosofie met betrekking tot de relatie tussen mens en natuur. De tuinen worden doorgaans gekenmerkt door eenvoudige asymmetrische ontwerpen en gedomineerd door gesnoeide groenblijvende planten. Ook treft men er vaak bruggen, rotsen, stapstenen, bijeengeharkt grind en stenen lantaarns aan; hiermee wordt getracht een voor contemplatie en meditatie geschikte entourage te creëren.
Verwijst naar de laat-19de eeuwse Japanse stijl in de Amerikaanse en Europese decoratieve kunsten en architectuur die zich kenmerkt door asymmetrische composities en Japanse motieven zoals bamboe, bloesems, waaiers en chrysanten.
Losvallende, tot de enkel reikende herengewaden, die informeel werden gedragen van de 17e tot begin 19e eeuw, oorspronkelijk naar het model van de Japanse kimono, maar later ook verzamelnaam voor soortgelijke, doch minder op de kimono gelijkende, gewaden.
Rekken of standaarden waarop jassen en andere kledingstukken tijdelijk kunnen worden opgeborgen.
Pullovers van gebreid materiaal met korte of lange mouwen; kan een trui, een overhemd of een tuniek zijn.
Kruisen met armen die uitmonden in kruisjes, met extra kleine kruisen in de vier open hoeken van de kruising van de armen van het grotere kruis.
Kruizen waarbij elke arm zich verbreedt en eindigt in twee punten.
Scholen voor kinderen waar joodse onderwerpen, de Hebreeuwse taal of beide worden onderwezen, meestal in een synagoge en bestuurd onder conservatief of hervormd-joodse auspiciën. Gebruik 'talmoedscholen' voor orthodox-joodse dagscholen.
Wordt gebruikt voor scholen voor kinderen waar joodse onderwerpen, de Hebreeuwse taal of beide worden onderwezen, meestal in een synagoge en bestuurd onder conservatief of hervormd-joodse auspiciën. Gebruik 'talmoedscholen' voor yeshivas, orthodox-joodse dagscholen.
Jassen die aan de voorkant over de hele lengte kunnen worden dichtgeknoopt en met een kleine kraag, gedragen bij het paardrijden, voornamelijk gedragen door vrouwen in de 18e eeuw in koloniaal Amerika. Geen Nederlands equivalent.
Chinees zijden weefsel in tapisserie-techniek waarin soms ook metaaldraad is verwerkt. TEX.
Kandelaars in de vorm van een driehoek, die vijftien kaarsen draagt. Werden gebruikt tijdens de Donkere Metten, onderdeel van het getijdengebed van Witte Donderdag, Goede Vrijdag en Paaszaterdag. De tenebraeluchter wordt ook 'kaarsegge' genoemd.
Antependium in de liturgische kleur van de dag dat wordt geplaatst aan de voorzijde van de kaarsenbank.
Legplanken boven en achter christelijke altaren, waarop het altaarkruis, de altaarkaarsen en vergelijkbare liturgische voorwerpen kunnen worden geplaatst.
Houders in uiteenlopende vorm, voornamelijk bedoeld om kaarsen in te bewaren.
Borduurtechniek waarbij patronen op geweven, ongebleekte katoen of linnen worden geborduurd met zwaardraads garen, dat lussen maakt op het oppervlak en dan wordt doorgeknipt, wat een kwastachtig effect geeft; wordt vooral gebruikt voor beddenspreien. Deze techniek wordt vooral toegepast in Angelsaksische landen.
Opslagruimten voor kaarsen en andere verlichtingsmiddelen.
Standaarden voor de dunne waskaarsen die bekend staan als waspitten.
Kleine schermen die worden gebruikt om brandende kaarsen mee te beschermen. Ze werden gemaakt in de 18e eeuw.
Lichtarmaturen met een enkele, scherpe punt of één of meerdere kaarshouders om kaarsen in te zetten. Soms hebben ze een druiprand om was op te vangen, veermechanismen en andere toevoegingen voor het verwijderen van het kaarsstompje of verstelbare onderdelen om de positie van de vlam te regelen.
Hoge standaarden die meestal zijn bedoeld om op de vloer te staan, uitgerust met armen met kaarshouders. Er bestaan ook kortere versies om op tafels en andere verhoogde oppervlakken te gebruiken.
Tafel (op standaard) voor devotielichtjes of kaarsen.
Dik, los getwist garen, meestal van katoen en soms gebruikt voor geborduurde beddenspreien.
Instrumenten voor het afknippen van de pitten van kaarsen en lampen om het uiteinde van de pit gelijkmatig te maken en schoon te houden; meestal in de vorm van scharen met een doosvormig bakje aan een blad om de afgeknipte eindjes van de verkoolde pit op te vangen. Voor schaarachtige instrumenten met platte, schijfvormige uiteinden die worden gebruikt om een kaarsvlam uit te knijpen wordt 'douters' gebruikt. Voor kegelvormige instrumenten die worden gebruikt om vlammen te doven wordt 'dompers' gebruikt.
Verwijst naar vorsten, met name keizers, die over een van de volgende keizerrijken heersten: Het Heilige Roomse Rijk, het Oostenrijks-Hongaarse Keizerrijk (Donaumonarchie) sinds 1804, of Duitsland in de periode 1871-1918. De term wordt soms ook in meer algemene zin gebezigd als verwijzing naar elke Germaanse vorst die vanaf de 13de eeuw aan de macht was. Het woord is afgeleid van een Oud-Duits woord dat op zijn beurt is afgeleid van het Latijnse woord 'Caesar'.
Artefacten van uiteenlopende aard gemaakt van de gedroogde, uitgeholde bast van diverse soorten pompoenen. Het betreft bijvoorbeeld houders zoals flessen en drinkkalebassen, keukengerei zoals kommen en soeplepels, en muziekinstrumenten of componenten daarvan, zoals trommels en ratels. Kalebassen worden overal ter wereld gemaakt en gebruikt, met name in Afrika en Midden- en Zuid-Amerika.
Kunstenaarskwasten die zijn gemaakt van eekhoornhaar of ander fijn haar.
Verwijst naar de fase van de Karasoek-cultuur die wordt gemarkeerd door de productie van bronzen voorwerpen, zoals messen en armbanden met een reeks rechte of schuine lijnen die zijn uitgesneden in het oppervlak, met rijen driehoeken.
Ruime, informele kleding die wordt gedragen wanneer men niet of slechts gedeeltelijk is gekleed, over het algemeen warm en vaak tot op de grond reikend, met een ceintuur van stof.
Kerkkansels met een bureau voor een geestelijke aan de onderkant, een schrijftafel erboven en de preekstoel bovenop.
Te gebruiken voor functionarissen die verschillende bestuurlijke, gerechtelijke of secretariële bezigheden uitoefenen in verschillende contekst, zoals adellijke en koninklijke families, overheden, de rechterlijke macht, kerken en universiteiten.
Plaats voor een spreker, met name de geestelijke die een preek houdt.
Verwijst naar mensen die kant maken, dat wil zeggen fijn ajourwerk met een ondergrond van maas of gaas waarop figuren worden bewerkt.
Omhulsels van vuurvast gebakken klei, waarin fijnere keramische voorwerpen worden ingesloten en beschermd tijdens het bakken.
Te gebruiken voor de stijl, vorm en schikking van menselijk haar, vaak mooier gemaakt door toevoeging van materialen of stoffen aan het haar. Kapsels kunnen een sociale en religieuze betekenis hebben maar ook esthetische en artistieke kenmerken.
Wordt gebruikt voor standplaatsen langs karavaanroutes die overnachtingsgelegenheid bieden en voorzieningen voor karavanen en mensen met hun dieren; meestal gekenmerkt door lange centrale binnenplaatsen, één enkele ingang en vaak winkeltjes. Gebruik 'chans' voor islamitische bouwwerken met een soortgelijke functie, maar in steden en met meer handelsvoorzieningen.
Mantels gemaakt van vachten, traditioneel gedragen door volkeren in zuidelijk Afrika, vooral door hoofdmannen en pas geïnitieerde jongemannen en als oorlogskleding.
Een soort straatsteen, gewoonlijk gesneden in afgeplatte pyramidevorm; wordt gelegd met de basis van de pyramide naar beneden.
Te gebruiken om werken te beschrijven van de gelijknamige Afrikaanse etnische groep die leeft in het zuiden van Burkina Faso en het noorden van Ghana.
Geld dat in Centraal-Afrika werd gemaakt en gebruikt, in de vorm van in zand gegoten baren van een koperlegering, meestal in de vorm van een kruis, een X of een H.
Verwijst naar middeleeuwse monumentale kruisen, gewoonlijk van steen, die werden gebruikt als markering van plaatsen in het landschap, meestal een heilige plaats, een graf of een verzamelplaats in het Keltische Ierland, Schotland of elders. Ze dragen in het algemeen inscripties of versieringen in bas-reliëf in een door Vikingkunst beïnvloede Keltische stijl. De typische vorm is die van een Latijns kruis met een ring rond het snijpunt van de verticale en de horizontale balk; enkele van de oudste voorbeelden bestaan echter uit een losse stenen zuil met versieringen en inscripties.
Geweven stof die wordt gekenmerkt door parallelle diagonale richels of ribbels die ontstaan door elke scheringdraad over één en onder twee of meer aangrenzende inslagdraden heen te laten lopen in plaats van afwisselend over en onder een inslagdraad, zoals bij gangbare weefsels. Keperweefsel heeft normaal gesproken een diagonale lijn die regelmatig wordt herhaald en gewoonlijk omhoog loopt van links naar rechts onder een hoek van 45 graden. Het weefpatroon kan op verschillende manieren worden gevarieerd, bijvoorbeeld door de hoek of de richting van de keperlijn te veranderen, zoals bij een visgraatmotief.
Hout van verschillende typen kersenbomen die inheems zijn in Europa en de Verenigde Staten. Loopt in kleur uiteen van licht- tot donkerroodachtig met een prachtige glans en is heel geschikt voor het vervaardigen van meubilair.
Mechanische ontpitters die speciaal zijn ontworpen om de pitten uit kersen te verwijderen.
Toegevoegde ketting die wordt gebruikt om een pool op een weefsel te maken.
Musea met collecties en tentoonstellingen die zijn gericht op kinderen en hun educatie, bijvoorbeeld met teksten die zijn geschreven op het niveau van kinderen en interactieve tentoonstellingen die erop zijn gericht om de aandacht van kinderen vast te houden.
Fotografische techniek waarbij de kenmerken van de oppervlakteconductie van een voorwerp of een stof vast te leggen door het op een fotografische film te leggen, die dan wordt blootgesteld aan het blauwe en ultraviolette licht van een corona die door een hoogspannings- en hoogfrequentiestroom wordt voortgebracht.
Deze kunstvorm heeft momenteel nog geen definitie beschikbaar.
Zeilboten, die voldoende op elkaar lijken, of waarvan de onderlinge verschillen genoeg door regels zijn beperkt, om tegen elkaar te mogen wedstrijdvaren in dezelfde klasse, zonder behoefte aan een handicapscompensatie.
Harnassen bestaande uit een strijdharnas met dubbele stukken. Gebruik ' halve harnassen' of 'driekwart harnassen' voor harnassen voor oorlogvoering, ook voor toernooigevecht te voet.
Wordt gebruikt voor de basementen van Ionische zuilen met een patroon dat in Klein Azië is ontwikkeld. Ze hebben een bovenste torus die op een schijf van ondiepe scheppende holen rust, waarbij beide elementen meestal horizontaal zijn gecanneleerd.
Gereedschap dat wordt gebruikt om koppen van klinknagels te bewerken.
Orde van zes soorten in één familie. De enige nog levende soorten uit deze orde zijn primitieve plantenetende zoogdieren met hoeven uit de familie Procaviida. Het zijn kleine gedrongen viervoeters, ongeveer zo groot als een tam konijn, die op cavia's lijken. Ze hebben snijtanden die op slagtanden lijken en zijn inheems in Afrika en het Midden-Oosten.
Woningen die op een zekere afstand van een klooster liggen en door monniken of nonnen in oorlogstijd als schuilplaats en in vredestijd als pied-à-terre worden gebruikt.
Toestel waarop een kantklos wordt bevestigd en aan het draaien wordt gebracht om er draad op te winden.
Kousen die de voet bedekken en tot aan de knie reiken of erboven; kunnen dik of dun zijn.
Illustraties, pagina's, artikelen of kolommen tekst die uit boeken, kranten, dagbladen of andere gedrukte bronnen afkomstig zijn.
Dossiers met knipsels uit kranten, ook uit periodieken.
Rustbanken met een hoge rugleuning en scharnierende armleuningen die verticaal staan of schuin oplopen vanuit de zitting. Ze zijn genoemd naar het unieke eerste exemlaar uit Knole Park in Kent en waren populair bij de rijke provincialen van Engeland in de jaren twintig en dertig van deze eeuw.
Deze kunstvorm heeft momenteel nog geen definitie beschikbaar.
Goedkoop gekleurd papier dat geschikt is voor het maken van kleurkrijt- en inkttekeningen, aquarellen en voor het maken van papieren knipsels.
Groepen van bij elkaar passend eetgerei, in verschillende maten, voor het serveren van koffie (koffiepot, roomkan, suikerpot, soms dienblad), het gebruiken van koffie (kop en schotels, koffiekan) en het serveren van een koffiegarnituur (dessertborden, gebakschotels).
Zware staande persen die worden gebruikt om nieuw gebonden boeken samen te persen; de druk wordt aangebracht door het omlaag brengen van een degel door middel van een lange centrale schroef. Tegenwoordig worden deze persen vooral gebruikt voor handgebonden boeken. Een grotere versie (bijna twee keer zo groot) werd vroeger gebruikt om het vocht uit grote bladen nieuw papier te persen. Tegenwoordig wordt het meeste papier geperst met hydraulische persen.
Verwijst naar de cultuur en stijl van architectuur, meubels en huishoudelijke artikelen die in het gebied van de huidige Verenigde Staten werden vervaardigd in de periode dat dit land nog door Europeanen werd gekoloniseerd, in hoofdzaak gedurende de 17de en 18de eeuw. De term kan ook verwijzen naar de cultuur en stijlen die zich hebben gehandhaafd tot in de vroege 19de eeuw, toen de Verenigde Staten inmiddels hun onafhankelijke status hadden verworven. Doorgaans verwijst de term in specifieke zin naar de cultuur en stijlen van de Britse koloniën aan de oostkust van de huidige Verenigde Staten en worden de Franse of Spaanse koloniën buiten beschouwing gelaten. Er is sprake van overlapping van de betekenis met die van 'British Colonial', een term die meestal verwijst naar de cultuur en stijlen van Britse koloniën buiten het grondgebied dat nu tot de Verenigde Staten behoort.
Hoge staande lessenaar die werd gebruikt voor monumentale boekwerken. Vaak in de vorm van een vogel met een boekensteun op de rug. De vogels die het meest uitgebeeld worden zijn de adelaar, de pelikaan en de zwaan. In Nederland worden de termen arend-lezenaar en lutrijn ook wel gebruikt voor de oude exemplaren.
Drinkgerei, vaak met één handvat, maar soms met twee of geen handvatten, gewoonlijk op een lage voetring; naar boven toe minder wijd uitlopend dan 'kommen'.
Flessen gevat in gevlochten tenen met een volume ongeveer tussen de 4 en 38 liter; bestemd voor het bevatten van niet-agressieve en milde vloeistoffen. Gebruik 'mandflessen' voor soortgelijke grote flessen die in gevlochten tenen, hout of ander beschermend materiaal zijn gehuld en bestemd zijn voor agressieve stoffen, zuren of gedistilleerd water.
Effen smalbandweefsel, versierd door middel van ijzerhoudende modder, vervaardigd in Korhogo, Opper-Volta.
De maat, meestal in de puntgrootte van een lettertype, afgemeten aan het corpus van het individuele type in plaats van het werkelijke afdrukgebied.
Verwijst naar het werk van een school van schilders die ontstond in de 9de eeuw en heeft bestaan tot in de 15de eeuw. Dit is een van de vroegste en langst bestaande scholen en deze schilders hebben dan ook een centrale rol gespeeld in het transformeren van de stijl die tijdens de 7de en 8ste eeuw uit China was geïmporteerd, in de klassieke stijl van de Hein-periode die bekend is onder de naam 'Yamato-e'. De school was opgericht door Kose No Kanaoka en de stijl ontwikkelde zich van typisch Chinese onderwerpen, zoals Confucius, naar meer wereldlijke Japanse afbeeldingen, zoals dieren en landschappen.
Systematische, kwantitatieve waardebepaling van een project om vast te stellen of de baten de kosten rechtvaardigen.
Term die is ontstaan in het midden van de 20e eeuw, oorspronkelijk om strike-on composition van lettertype te onderscheiden van methoden met heet metaal. Later vielen hier ook fotografische methoden onder. Gebruik een andere term indien mogelijk.
Beenbedeksels die soms verwoven zijn met het slipje,die tot aan de enkel reiken en meestal de voet bedekken; zijn over het algemeen gebreid of gewoven, doorzichtig of ondoorzichtig en van dikke of dunne stof. Wordt onderscheiden van `schoeisel' dat primair als bedekking voor de voeten wordt gedragen.
Linten of banden die worden gedragen om kousen of sokken op te houden.
Dunne kousen die aan één stuk geweven zijn met een slipje. Gebruik 'maillots' voor zware, ondoorzichtige kousen die aan één stuk geweven zijn met een slipje.
Porselein gemengd met beenaarde waardoor het helder wit van kleur wordt.
Indonesische, asymmetrische dolken met een golvend blad, vaak uitgevoerd uit waardevolle materialen zoals goud, ivoor of zeldzame houtsoorten. De kris wordt gezien als een teken van gezag of waardigheid en er worden mystieke krachten aan toegeschreven.
Kruisen met armen die uitmonden in trapvormige vormen, in de heraldiek meestal bij alle vier de armen. In andere contexten vaak een Latijns kruis waarvan alleen de onderste arm uitmondt in de trapvormige vorm, alsof het kruis op een voetstuk staat.
Kruisen in de vorm van een Maltezer kruis (of soms een ander gelijkarmig kruis) met een groene kleur. Het werd gevoerd door de Orde van Sint-Lazarus van Jeruzalem, die was belast met de verdediging van leprahospitalen.
Wordt gebruikt voor arcatuur (bogengang) waarbij bogen elkaar kruisen en overlappen.
Kruisen waarvan de armen uitmonden in balken in T-vorm.
Lichamen met zes identieke, aangrenzende vierkante vlakken die loodrecht op elkaar staan.
Gereedschappen die lijken op @rounding adzes maar worden gebruikt voor grover werk, onder andere het kortzagen van pluggen of het materiaal daarvoor.
Proeven die door de kunstenaar worden behouden, vergelijkbaar met afdrukken voor de kunstenaar, hoewel het meestal afzonderlijke of aanvullende publicaties betreft. Kan ook in algemene zin verwijzen naar driedimensionale objecten.
Een robot is een programmeerbare machine, die meerdere verschillende (handmatige) taken uit kan voeren. Hierin verschilt het van een numerieke machine, die is geprogrammeerd voor één taak. In de praktijk betekent het dat een robot voor verschillende toepassingen kan worden ingezet. Een opvallend kenmerk is dat de robot bepaalde menselijke fysieke kenmerken, zoals een arm, kan hebben.
Gebouwen, groepen gebouwen of ruimten in gebouwen waar kunstwerken worden ondergebracht en tentoongesteld voor het publiek. Zie 'kunstgalerieën' voor ruimten waar kunstwerken voor de verkoop worden uitgestald.
Instellingen die kunstwerken verzamelen, beheren en tentoonstellen aan het publiek.
Zakken of soortgelijke houders die meestal van stof, leer of rubber zijn gemaakt, met veerkrachtig materiaal zijn gevuld en ter ondersteuning of ontspanning voor het lichaam dienen tijdens het zitten, liggen of knielen.
Decoratieve overtreksels voor kussens. Gebruik 'kussenslopen' voor losse overtreksels van beddenkussens.
Losse overtreksels van beddenkussens, vaak passend bij lakens en peluwslopen. Gebruik 'kussenovertrekken' voor decoratieve overtreksels van kussens.
Pillowlike saddles made out of skins and stuffed with animal hair, used by Plains Indians.
Kegeldragende groenblijvende productieboom uit de cipresfamilie, die voorkomt in de mistgordel van het kustgebied van het zuidwesten van Oregon tot centraal Californië, tot maximaal 1000 meter hoogte boven de zeespiegel. Het zijn de hoogste levende bomen en vaak bereiken ze een hoogte van meer dan 90 m. De stam heeft meestal een doorsnede van 3 à 6 m of meer. Het duurt 400 à 500 jaar voordat de kustsequoia volwassen is en van sommige bomen is bekend dat ze meer dan 1500 jaar oud zijn. De schubachtige bladeren op de hoofdscheuten zijn spiraalvormig gerangschikt en bevinden zich dicht tegen de takken aan. De bladeren van de zijscheuten zijn meer uitgewaaierd, naaldachtig en in twee rijen gerangschikt. Als de boom ouder wordt, vallen de lagere takken af, waarna een strakke, zuilvormige stam resteert. Als een boom wordt gekapt, ontstaan er scheuten uit het spinthout onder het kapoppervlak. Natuurlijke vermenigvuldiging vindt plaats door zaadproductie, hoewel slechts een klein percentage van de zaden ontkiemt, tenzij ze aan vuur worden blootgesteld.
Chemische analyse die als doel heeft om de aard van de chemische bestanddelen van een materiaal te onderzoeken.
Chemische analyse die als doel heeft om de hoeveelheden te bepalen van de substanties waaruit een stukje materiaal bestaat.
Omvat munten uit de vroege Middeleeuwen tot en met de moderne periode in de westerse wereld, van de 7e of 8e tot en met de 20e eeuw.
Te gebruiken voor houten stokken met lange stelen en koppen van maaswerk, meestal 0,90 tot 1,80 m lang en 17 tot 30 cm breed aan de kop, voor het vangen, dragen en gooien van ballen tijdens het lacrosse-spel.
Te gebruiken voor de volledige speelvelden waarop lacrosse wordt gespeeld.
Term die wordt gebruikt voor een aantal kleine laden die samen zijn gegroepeerd in de vorm van een doos, of in een ander meubelstuk zijn gepast.
Kleine schrijftafels die voor vrouwen zijn ontworpen.
Smalle planken of richels langs het bovenste deel van de muren van een ruimte, die een groef hebben om borden of decoraties in te zetten.
Hetzelfde als overlapnaden, maar vooral gebruikt om te verwijzen naar bladmetaal, en soms platen, die zijn gelast, gesoldeerd of vastgenageld aan de overlappende voeg.
Afdrukken op fotografische materialen door gecontroleerde blootstelling aan wit, rood, groen of blauw licht en chemische bewerking. Te onderscheiden van elektrofotografische laserprints, waarbij afbeeldingen met een lichtstraal op een fotogeleidende trommel worden geprojecteerd en vervolgens elektrostatisch worden overgezet op papier.
Contactloos, computergestuurd printen waarbij het licht van een laser een elektrofotografisch proces in werking zet waardoor kopieerinkt op het afdrukoppervlak wordt gebrand.
Elektro-fotografische printers waarbij een laser als lichtbron wordt gebruikt.
Booglasprocédé waarbij een met vloeimiddel bedekte, metalen elektrode wordt opgesmolten om een bassin van lasmetaal en een gasafscherming rond het te lassen gedeelte te vormen.
Metaalbewerkers die twee stukken metaal samenvoegen door beide oppervlakken zachter te maken of te smelten door middel van hitte, al dan niet met tussenvoeging van vulmateriaal en al dan niet met uitoefening van druk.
Constructies gemaakt van latten om beschutting te geven aan groeiende planten die schaduw nodig hebben en als bescherming tegen de wind.
Leren broeken met korte of lange pijpen en soms met borststuk, die meestal worden opgehouden met bretels. Traditionele Beierse klederdracht.
Afgebakende groepen binnen een gemeenschap die bestaan uit personen van ongeveer dezelfde leeftijd, vooral veel voorkomend in Afrika.
Elk maatschappelijk systeem waarbij machtige land- of opperheren inkomsten uit het land verkrijgen en in hun eigen domein ook het bestuur uitoefenen.
Musea met collecties van wapens, bepantsering, uniformen, munitie, documenten, kaarten, foto's en andere verslagen en voorwerpen van militaire strijdkrachten, leiders, oorlogen en veldslagen.
Lange leren riemen die aan weerszijden van het bit vastgemaakt zijn en gebruikt worden door de menner om een voor een wagen of kar aangespannen paard te sturen en het tempo onder controle te houden.
Term die wordt gebruikt voor verschillende soorten keukengerei dat voornamelijk wordt gebruikt voor het opdienen van citroenschijfjes, met name het serveergerei met een versierd oppervlak.
Hellende daken die tegen gebouwen aan worden geplaatst om zo kleinere bijgebouwen te creëren (bijvoorbeeld schuren of aanbouwen), of boven een deur of raam, als bescherming tegen weersinvloeden.
Lange, platte penselen met brede, recht afgesneden kanten die worden gebruikt om te beletteren en om strakke, nauwkeurige lijnen te trekken.
Ingebouwde pijlers die slechts gering uitsteken, zonder kapiteel of voet.
Bedden met een baldakijn dat aan de wand achter het hoofd of aan het plafond is bevestigd en niet door posten of zuilen wordt ondersteund.
Bedden die overdwars tegen de muur staan en een koepelvormig baldakijn hebben dat wordt ondersteund door ijzeren roedes die vanaf de hoeken van het hoofdeinde omhoog buigen. De roedes zijn niet zichtbaar door de bedbekleding.
Verwijst naar een vereenvoudigd type bed dat dateert uit de eerste helft van de 17de eeuw, waarbij de zware gesneden frames van oude bedden werden vervangen. Het frame van een lit à housse had een eenvoudige kubusachtige vorm die slechts werd onderbroken door prions met veren op de hoeken van het baldakijn, en was volledig overtrokken met textiel. Dit type bed had een hoge val en vier gordijnen: twee brede gordijnen liepen vanaf het midden van het voeteneinde via de buitenkant van de stijlen aan het voeteneinde naar het midden van beide zijkanten; de smalle gordijnen liepen vanaf het hoofdeinde van het bed naar midden van de zijkanten. Rond het eind van de eeuw werden lits à housse verfijnder afgewerkt en hoger, terwijl het frame volledig met textiel overtrokken bleef. Lits à housse worden zo genoemd omdat ze op vanwege de beschermende overtrekken doen denken aan voorname staatsbedden.
Openluchtmusea waarin op basis van archeologisch of wetenschappelijk onderzoek de oorspronkelijke plek wordt gereconstrueerd, gerestaureerd, of herbouwd.
Wordt gebruikt voor grote, rechthoekige meergezinswoningen waarin verwante families in aparte ruimten wonen die toegankelijk zijn vanaf lange gangen; voorzien van individuele of gemeenschappelijke haarden.
Het behandelen van huiden of vellen met hersenweefsel met fosforhoudende bestanddelen die vetten oxideren tot aldehyden. Het proces wordt niet echt beschouwd als looien omdat het resultaat omkeerbaar is en de krimptemperatuur van het resulterende materiaal niet boven het oorspronkelijke materiaal ligt.
Versterkingen van min of meer tijdelijke aard, opgebouwd in de open lucht.
Kurassen van het Romeinse Rijk, opgebouwd uit ongeveer een twintigtal gebogen ijzeren harnasplaatjes die bijeen worden gehouden door een ingewikkeld systeem van lederen riempjes en gespen.
Lichtbronnen die aan een camera kunnen worden vastgemaakt en in coördinatie met het sluitermechanisme een korte, krachtige lichtflits leveren.
Hulzen met een kruitlading, die zijn ontworpen om bij het afvuren een knal te geven en die worden gebruikt voor het geven van signalen, bij oefeningen, voor saluutschoten of om bij toneel het geluid van een vuurwapen na te bootsen. In sommige gevallen is een projectiel toegevoegd dat in de loop versplintert.
De rechthoekige stukken die meestal van metaal zijn en aan één kant een letter of ander teken hebben, waarvan een tekst wordt samengesteld en gezet om te drukken. Gebruik 'lettertypen' voor series van druktekens die overeenkomsten tonen op het gebied van stijl of ontwerp.
Letters die afzonderlijk werden gegoten, om te worden samengesteld tot tekst, te worden afgedrukt en vervolgens opnieuw te worden gerangschikt en gebruikt. De term wordt vooral gebruikt om te verwijzen naar de uitvinding ervan, tegen het eind van de 15e eeuw in Europa, maar al eerder in China en Korea, en in contrast met het drukken van verschillende tekens en soms beelden uit één stuk.
Afneembare hoezen voor meubilair ter bescherming van kostbaarder bekledingsmaterialen tegen vuil of slijtage, om versleten bekleding te verbergen of ter decoratie.
Schaven met speciale beitels met inkepingen, die worden gebruikt voor het bijschaven van de binnenkant van een raam- of deurlijsten.
In een paar trekken de belangrijkste vormen van een figuur, object of compositie aangeven. Een tekenmethode waarbij de kunstenaar zich concentreert op de handelingen, de gebaren en de bewegingen van zijn onderwerp en minder let op de delen waaruit dat is opgebouwd.
Voegen waarbij een dunne strip hout (spie) dienst doet als een onafhankelijke messing die aan de uiteinden van twee gestuikte of verstekgezaagde planken in een groef past
Kruisen met twee dwarsbalken, een kortere boven het midden en een langere onder het midden.
Kussens gevuld met lucht en niet met een of ander materiaal.
Musea die zijn gespecialiseerd in de geschiedenis, objecten, voertuigen en andere materialen die verband houden met de lucht- en ruimtevaart.
Delen van airconditioningsystemen waarin de lucht wordt gezuiverd van stof en de gewenste vochtigheidsgraad krijgt door middel van verneveld water.
Kettingpoolweefsel met ongesneden lussen aan één of beide zijden. Is vaak van katoen of linnen en wordt vanwege het absorptievermogen gebruikt voor handdoeken, badjassen en dergelijke.
Een methode voor het drogen van bevroren materialen of voorwerpen.
Handelsnaam voor een grofgevlekt marmer uit Mallets Bay bij Lake Champlain in de Verenigde Staten.
Grote rijdende landbouwmachines die verschillende functies vervullen in verband met de oogst, zoals het maaien, dorsen en vergaren van graan. Ze zijn in het algemeen uitgerust met een zitplaats voor degene die de machine bedient en bestuurt.
Kleine slijpapparaten die gebruik maken van een horizontale, platte, metalen draaiende plaat die wordt aangedreven door een tandwielsysteem. De messen worden door speciale klemmen vastgehouden.
Verwijst naar een Romaanse school van het illumineren van manuscripten, emailleerwerk en metaalwerk in de Maasvallei die tussen het einde van de 11de eeuw en het begin van de 13de eeuw zijn bloeitijd beleefde. Hoewel de rivier vanuit het noordwesten van Frankrijk naar de Rijndelta in Nederland stroomt, verwijst de term in kunsthistorische zin naar het gedeelte van de rivier dat door België loopt, met name het gebied rond Luik en het Benedictijner klooster van Stavelot. Binnen de Romaanse kunst onderscheidt de Maaslandse school zich door de weliswaar nog geïdealiseerde maar meer naturalistische behandeling van de menselijke figuur. De Maaslandse school onderscheidt zich tevens door zijn rijke karakter en klassieke elementen. Dit laatste hangt samen met het feit dat dit gebied tijdens de Karolingische periode het centrum van de antiquiserende stijl van de school van Reims was. Belangrijke Maaslandse kunstenaars waren Godefroid de Claire, Nicolas van Verdun en Renier van Huy. Met name het Maaslandse metaalwerk was invloedrijk en vermaard.
Wordt gebruikt voor methoden van letterzetting waarbij het lettertype wordt gezet met behulp van mechanische of elektronische middelen, in tegenstelling tot handmatige letterzetting.
Verwijst naar de cultuur van mesolithische werktuigen die is genoemd naar de archeologische vindplaats in het veen nabij het Deense Mullerup. De cultuur bestond in noordelijk Europa van circa 9.000 tot 5.000 v Chr. Het ontstond door een bosvolk dat zich na het terugtreden van de gletsjers langs de rivieren en meren vestigde en daar nieuwe gereedschappen ontwikkelde om in de veranderende omgeving te kunnen overleven. Deze gereedschappen waren stenen microlithen, bijlen, pijlen en bogen, vishaken, houten peddels, kano’s en visnetten. De artistieke activiteiten bestonden uit het aanbrengen van dessins op werktuigen en decoratieve objecten, zoals amuletten en hangers.
Lange, sterke messen, gebruikt om maïs op de akker met de hand af te snijden.
Enorm grote boomsoort die al honderden of duizenden jaren bestaat in Californië en Oregon (Verenigde Staten), in verspreide groepen op de westelijke hellingen van de Sierra Nevada Range op een hoogte van 900-2600 meter. Het is de enige levende soort van zijn genus.
Verplaatsbare gietijzeren deksels voor mangaten.
Woningen die beschikbaar worden gesteld aan m.n. Presbyteriaanse geestelijken; voorheen met inbegrip van het land en de bijgebouwen rond de woning. Geen Nederlands equivalent. Zie 'pastorieën'.
Musea die zijn gewijd aan de zee in het algemeen, navigatie of scheepvaart; te onderscheiden van 'scheepvaartmusea' die zich bezighouden met de marine, oorlogsschepen of schepen in het algemeen.
Verzamelnaam voor descriptoren van bepaalde etnische, culturele en regionale stijlen in het deel van Afrika dat historisch bekendstaat onder de naam Marokko. Gebruik ‘Marokkaans’ voor de stijl van het land Marokko.
Een Frans soort kleine canapé of grote stoel waarop twee mensen kunnen zitten.
Beschrijft werken die zijn vervaardigd door de bevolking van de Marquiseseilanden. De inwoners zijn bekend om hun sterke specialisatie in bepaalde kunstwerken of technieken, bijvoorbeeld het snijden van beelden, knuppels en handvatten van waaiers, het bouwen van huizen en kano's, tatoeageontwerpen en het maken van ornamenten. De tatoeageontwerpen van de Marquiseseilanden waren zo bijzonder dat het gebruikelijk werd voor mannen om hun volledige lichaam te laten tatoeëren.
Harde Castiliaanse zeep met olijfolie en soda die in vijf stappen wordt geproduceerd, met als resultaat fysieke hardheid en een gemarmerd uiterlijk. Wordt vaak bij wetenschappelijke procedés gebruikt voor het reinigen en ontgommen van textiel.
Snoepgoed bestaande uit een dikke pasta van gemalen amandelen, suiker en eiwit of eigeel. De pasta wordt tot kleine snoepjes of petit fours gevormd. Ook kan marsepein in decoratieve vormen worden gekneed en als glazuurlaag op taarten of cakes worden aangebracht.
Fineer dat is gemaakt van uitgroeisels van bomen (wortelhout), meestal in de vorm van afgeplatte bollen. Zeer mooi maser fineer is bijvoorbeeld afkomstig van walnotenbomen.
Te gebruiken om werken te beschrijven van het Algonquian-sprekende inheemse Amerikaanse volk dat het kustgebied tussen Niantic Bay en de rivier Connecticut bewoonde.
Dubbelgeweven stof die er doorgestikt uitziet door het gebruik van een opvullende inslag om het reliëf te vergroten.
Wordt gebruikt voor musea die zijn gewijd aan de zee in het algemeen, navigatie of scheepvaart; te onderscheiden van 'marinemusea' die zich bezighouden met de marine, oorlogsschepen of schepen in het algemeen.
Ruimvallende overblouses met een matrozenkraag.
Outillage met machinerie, vooral om menselijke of dierlijke lichamelijke arbeid te vervangen.
Kloskant met doorlopende draden, meestal met zeshoekige mazen, ʺʺijsgrondʺʺ, de motieven zijn meestal in linnenslag met een dikkere contourdraad. Komt voor vanaf de 18de eeuw.
Grote verstedelijkte gebieden of samenvoegingen van verstedelijkte gebieden, ontstaan door het uitbreiden en samenvoegen van een aantal naburige metropolen of agglomeraties.
Ziekenhuizen voor leprapatiënten. Gebruik 'lazaretten' voor meer algemene ziekenhuizen waar besmettelijke ziekten worden behandeld.
De dikke, bruine, ongekristalliseerde stroop uit ruwe suiker, met name de geconcentreerde stroop die wordt verkregen uit suiker tijdens het raffineren van suikerriet of bietensap.
Mechanische combinaties van twee of meer substanties zonder vaste verhoudingen, waarbij de bestanddelen hun individuele eigenschappen behouden en met gewone fysische middelen kunnen worden gescheiden. Gebruik 'verbindingen' voor complexe zuivere substanties die zijn gemaakt van twee of meer afzonderlijke stoffen die hun afzonderlijke eigenschappen verliezen en bij elkaar worden gehouden door chemische bindingen.
De manier waarop mensen handelen als reactie op hun omgeving en op anderen.
Type sierknop met platte scherpe randen die voorkomen langs de steel of die het bekken of de voet bevestigen aan de steel van glaswerk met voet. Voor andere omsluitende ringen op glaswerk met voet of op andere vaten wordt kragen gebruikt.
Een schrift ontwikkeld tegen het begin van de 7e eeuw vanuit het oudere Romeins cursief, dat als eerste werd gevonden in handvesten verspreid door de Merovingische koningen.
Kraters uit het oude district Messapia (nu Apulië en Calabrië) in het zuiden van Italië.
Messen die een persoon tijdens het eten gebruikt om te snijden en te smeren; wordt soms als synoniem gebruikt voor dessertmessen. De term kan ook verwijzen naar alle messen die deel uitmaken van een couvert, of eigenlijk naar alle messen die bedoeld zijn om mee te eten, en dus niet om eten mee op te dienen.
Metalen, bij voorkeur scherp geslepen, keukengerei voor het bereiden of nuttigen van voedsel; bestaat uit een lemmet en een handvat.
Koffer om messen in te bewaren en te vervoeren. Vaak is de koffer gemaakt van hout, leer, metaal of plastic. Het kan een simpel foedraal voor één mes zijn. De term kan ook verwijzen naar een houder voor meerdere stukken bestek. Vroeger zette men dit soort koffers vaak op een buffet in de eetkamer. Dit soort messenkoffers verschenen voor het eerst in de zeventiende eeuw in Europa en Noord-Amerika. Oorspronkelijk waren ze aan de buitenkant bekleed met leer en verfijnd verguldsel. Vaak was het een doos met een voorkant van serpentijn en een schuin deksel. In de doos zaten vakjes voor de messen. In de late achttiende eeuw maakte men ook messenkoffers in de vorm van urnen die met een houtlaagje waren bedekt (eerst notenhout en later mahonie) en die soms waren versierd met zilveren beslag.
Tafelgerei waar messen met het lemmet op worden gelegd, om het tafellaken niet vuil te maken.
Zij die messen en andere scherpe voorwerpen maken, verkopen of repareren.
Beschrijft gebouwen die dipteraal zijn gepland maar waarbij de binnenste rij zuilen is weggelaten.
Coniferengenus met één levende representant, Metasequoia glyptostroboides, afkomstig uit centraal China. Fossiele vertegenwoordigers, bijvoorbeeld M. occidentalis, zijn circa 90 miljoen jaar oud en dateren uit de Late Krijtperiode. Ze zijn overal op de middelste en hoogste breedtegraden van het noordelijk halfrond aangetroffen. Doordat het klimaat circa 65,5 miljoen jaar geleden kouder en droger werd, tot in het Cenozoïsche Tijdperk, kromp het geografische bereik van de watercipres tot de huidige fossiele verspreiding. De bladeren zijn paarsgewijs gerangschikt op bladverliezende takjes, en dit bladverlies vormt vermoedelijk ook de verklaring voor de overvloedige fossiele vondsten van deze boom. De Metasequoia is nauw verwant met de genera Sequoia en Sequoiadendron.
Verwijst naar mensen die stenen snijden, kerven, behakken en leggen bij het construeren van een gebouw. In de middeleeuwen waren metselaars vakmensen met hoog aanzien. De term kan ook verwijzen naar een ieder die bouwt met steen of een soortgelijk materiaal, zoals baksteen, beton of kunststeen.
Metselaarsereedschap met aan beide zijden een snijkant. Wordt gebruikt om baksteen of steen te hakken en bewerken.
Verwijst naar merktekens in de westerse architectuur die aangeven welke metselaar de steen op zijn werkplank in de bouwloods heeft gesneden. De oorsprong en functie van metselaarstekens verschillen door de eeuwen heen, en een volledig inzicht ontbreekt soms nog. Vroege metselaarstekens werden blijkbaar gebruikt om zekerheid te geven over de verantwoordelijkheid en kwaliteitsbewaking bij grote bouwprojecten waar een aantal minder vaardige metselaars werkzaam was. Vanaf de 13de eeuw gaven metselaarstekens vaak de werkzaamheid aan die met bepaalde stenen was verbonden, zodat de metselaars de juiste vergoeding zouden ontvangen. Metselaarstekens bevinden zich meestal op het werk van minder ervaren metselaars dan vrijmetselaars, die de profielen en figuren sneden. Het metselaarsteken ging uiteindelijk fungeren als aanduiding van de metselaar zelf. Vaak werd het teken ook buiten de context van de bouwplaats gebruikt.
Troffels met een plat, driehoekig stalen blad met een opzij gebogen handvat, die worden gebruikt om specie op te pakken en uit te spreiden.
Drie afzonderlijke waterpassen die op een rechte balk van hout of metaal zijn gezet die ruim een meter lang is; wordt gebruikt om waterpas- of loodlijnen vast te stellen.
Een soort portlandcement dat populair isvanwege zijn e bewerkbaarheid en waterafstotende kwaliteiten.
Algemeen te gebruiken voor alle natuurlijke of vervaardigde bouwonderdelen, samengesteld uit beton, glas, steen of ander materiaal.
Metsellagen die horizontaal over een muur lopen of, wat veel ongewoner is, een boog volgen.
Richtlijnen die worden gebruikt om metselwerk of tegelwerk nauwkeurig te markeren.
Steigers die bestaan uit een raamwerk met houten vierkanten die een platform ondersteunen en zijn bedoeld voort lichte tot middelmatige belasting.
Steenverbanden, wijze waarop stenen, m.n. bakstenen, aan de buitenzijde van een muur zijn gerangschikt, om een goede hechtheid van het metselwerk te garanderen en de muur een goed aanzien te geven. VWB.
Bouwconstructies die zijn opgebouwd uit gevormde of gemodelleerde eenheden van steen, keramische baksteen of tegel, beton, glas, adobe of andere grondstoffen.
Geselecteerd zand dat wordt gebruikt in beton, mortel, pleisterwerk en voor het leggen van stenen.
Chemische analyse op zeer kleine schaal.
Zeer kleine audiocassettes, ruwweg vier keer zo klein als standaard audiocassettes. Gebruik ���minicassettes' voor cassettes met een vergelijkbare grootte, maar waarbij geen gebruik wordt gemaakt van een capstan-aandrijfsysteem.
Analyse waarbij door middel van microscopische technieken de slijtage van een stuk gereedschap wordt onderzocht om zo te bepalen hoe het werd gebruikt en welke materialen ermee werden bewerkt.
Gemengde kantsoort uit Milaan met een grond in naaldkant waarop motieven worden gevormd in mechanisch vervaardigd lint. De tekeningen stellen meestal bloemmotieven voor.
Kleine audiocassettes, ongeveer vier keer zo klein als standaard audiocassettes. De band wordt alleen met spoelen bewogen. Gebruik ���microcassettes' voor cassettes met ruwweg dezelfde grootte, maar waarbij gebruik wordt gemaakt van een capstan-aandrijfsysteem.
Franse term die letterlijk 'in de scène plaatsen' betekent en oorspronkelijk werd gebruikt om de rangschikking van visuele onderdelen op een podium te beschrijven. De term werd later gebruikt in de filmkritiek voor de bespreking van cameraposities, de relaties tussen de onderdelen, mensen en massa's, en wat de gezamenlijke invloed hiervan was op het werk. De resultaten van deze techniek zijn vaak de scènevolgorde, een zorgvuldige montage en een zorgvuldige compositie binnen een individueel filmframe. De term wordt tegenwoordig zelden gebruikt buiten de context van film.
Uitstekende planken onder opklapbare zittingen van een koorgestoelte, die steun geven aan de persoon die in het gestoelte staat als de zitting is opgeklapt. Vaak versierd.
Ruimten in kloosters of aparte gebouwen bij kloosters waar de kloosterregels minder streng toegepast werden.
Grote piramidevormige boom die voornamelijk voorkomt in het oosten van Noord-Amerika op laaggelegen stukken land langs rivieren en vochtige hoger gelegen gebieden. In westelijke richting vindt men ze tot in de Amerikaanse staat Oklahoma en de Canadese provincie Ontario. De bomen hebben clusters van korte en puntige twijgen en bladeren met stekelige lobben.
Afzettingsgesteente dat voornamelijk bestaat uit zandsteen en schalie, gevormd als kustafzettingen.
Snaarinstrumenten met 1 metalen snaar, bestaande uit een rechthoekige klankkast met úítstekend toetsenbord, eindigend in een ovale klankkast op opvouwbare poten.
Verwijst naar de stijl in de 19de-eeuwse Europese architectuur en beeldende kunsten,die zich kenmerkt door Spaans-Moorse vormen en motieven zoals de honingraatgewelven, arabesken en hoefijzerbogen.
Ornamentele gespen, voornamelijk voor het bevestigen van een mantel.
Grote loofboom die 25 tot 40 meter hoog kan worden. De boom heeft glanzende bladeren en een donkergrijze schors met diepe kloven en vaak oranje strepen aan de basis van de stam. De moseik is inheems in Europa en Klein Azië. Het hout gebruikt men als timmerhout.
Hout van de boom behorende tot het genus Quercus robur. Het hout heeft een lichtbruine kleur en een grove, open nerf.
Leren muts met verstelbare keelband en flappen over de oren, gebruikt in open gemotoriseerde voertuigen; auto's, motoren, vliegtuigen. Begin twintigste eeuw.
Fijne, witte katoen in effenbinding in veel verschillende kwaliteiten, die oorspronkelijk uit India kwam. In Europa en Noord- Amerika werd het in grote hoeveelheden gemaakt en gebruikt voor kleding, en soms als ondergrond voor kunstwerken.
Gerimpelde of geplooide manchetten of sierstroken die aan de pols of onderarm worden gedragen.
Verwijst naar de Neolithische aardewerkperiode in de zuidelijke Levant van circa 5.500 tot 5.000 v. Chr., op basis van de archeologische vindplaats te Munhatta. De periode kenmerkt zich door de handhaving van culturele kenmerken uit de voorgaande Yarmukian periode, in het bijzonder de vervaardiging van aardewerk.
Schema met kleurbenamingen en -ordening dat is ontwikkeld door de Amerikaanse kunstdocent en schilder Albert H. Munsell, waarbij kleuren worden gedefinieerd door genummerde, gemeten schalen van kleurschakering, waarde en chroma, die corresponderen met de overheersende golflengte, helderheid, en sterkte of zuiverheid. Om de kleuren nauwkeurig vast te stellen, moeten kleurkaarten of andere Munsell-kaarten worden vergeleken met het object.
Verwijst naar gebouwen, groepen gebouwen of ruimten binnen gebouwen waar waardevolle objecten zoals kunstwerken, antiquiteiten, wetenschappelijke specimens of andere artefacten worden bewaard en uitsluitend voor bezichtiging door het publiek worden tentoongesteld.
Instellingen die gebouwen beheren waar waardevolle objecten zoals kunstwerken, antiquiteiten, wetenschappelijke specimens of andere artefacten worden bewaard en voor bezichtiging door het publiek worden tentoongesteld. Een instelling die is gewijd aan het verkrijgen, verzorgen, documenteren, bestuderen en tentoonstellen van objecten van blijvend belang of blijvende waarde.
Vlaamse virginalen die hun toetsenbord in het midden naar rechts hebben, dus de snaren worden centraal geplukt in het meeste van het instrument´s bereik, waardoor ze een onderscheidende fluitachtige toon hebben, anders dan die van een ander type virginaal.
Zij die geschoold zijn in of gespecialiseerd zijn op het gebied van de organisatie, administratie, functies en technische processen van musea, inclusief het documentatie- en collectiebeheer, en de geschiedenis, filosofie en doelen van collecties.
Vaak kostbaar gedecoreerde doedelzakken, uit Frankrijk, 17de, vroege 18de eeuw.
Musea die zijn gericht op de geschiedenis, principes, geschriften, muziek, architectuur of objecten die betrekking hebben op religie, hetzij op een bepaalde religie of op religie in het algemeen.
De studie en de uitvoering van het beheer van musea.
Ruimten in een museum waar objecten zijn opgeslagen zolang ze niet worden tentoongesteld.
Personen die groepen rondleiden door een museum of een tentoonstellingsruimte en de geëxposeerde collectie bespreken en becommentariëren. Gebruik 'gidsen' voor personen die rondleidingen verzorgen in andere bezienswaardigheden, zoals monumenten, steden of natuurgebieden.
Gelamineerde soort mat karton, gemaakt van linnen of katoenen vodden of van ontzuurde en gebufferde papierpulp. Het wordt vaak gebruikt om foto's met een drager van een lagere kwaliteit opnieuw in te lijsten.
Karton dat bestaat uit gezuiverde cellulose-houtpulp waaruit de lignine is verwijderd en waaraan een alkalische buffer is toegevoegd.
De theorie en de praktijk van de organisatie, administratie, functies en technische processen binnen musea, inclusief documentatie en collectiebeheer, evenals de geschiedenis, filosofie, en doeleinden van musea.
Personen die documenten samenstellen over de objecten in een museumcollectie met de bedoeling het identificeren van en het vastleggen van informatie over de objecten, zoals herkomst, toestand of waarde.
Te gebruiken voor handelsruimten of aparte gebouwen, waar museumpersoneel voornamelijk museumsouvenirs en gerelateerde handelswaar verkoopt. De opbrengst komt ten goede aan het museum.
Beschrijft werk dat is vervaardigd door het gelijknamige Afrikaanse volk, dat in het zuiden van Tsjaad leeft, in de regio Gounougaya in de vallei van de rivier de Chari.
Randloze hoofddeksels; de pet is met een klep.
Meestal kanten stroken die een hoofdtooi, zoals een muts of luifelhoed, die ofwel naar beneden hingen, al dan niet langs het gezicht, of die werden vastgespeld.
Standaarden die zijn ontworpen om partituren of bladmuziek op te zetten zodat ze makkelijk kunnen worden gelezen.
Mutsen die vooral zijn bedoeld om in bed te dragen.
Lichtgewicht, opklapbare passers, waarvan het bovenste gedeelte van de benen is weggehaald zodat de scharnierende onderbenen naar binnen kunnen worden gevouwen, met omkeerbare punten waarin inkt, potlood en gewone punten zitten.
Mandolines met een peervormige klankkast van smalle houten repen, sterk gewelfd aan het ondereind, hals met frets, rond of langwerpig open klankgat, 4 stalen dubbele snaren, lage kam op het bovenblad gelijmd, platte, rechthoekige sleutelschijf onder een stompe hoek op de hals, stemsleutels aan de achterkant; Italië, midden 18de eeuw.
Verwijst naar de cultuur van de Narragansett, een Algonkin-sprekende indianenstam die vrijwel het gehele gebied bewoonde dat tegenwoordig behoort tot Rhode Island, ten westen van de Narragansett Baai.
Musea die in het bezit of beheer zijn van vertegenwoordigers uit een land of die zijn gespecialiseerd in tentoonstellingen uit het betreffende land.
Het toekennen van het beheer of eigendomsrecht van iets dat zich binnen een land bevindt, zoals natuurlijke grondstoffen of industriële ondernemingen, aan de nationale regering.
Het verlenen van de rechten en voorrechten van een autochtone onderdaan of burger.
Musea met collecties die verband houden met de eigenschappen van natuurlijke objecten, planten of dieren, zoals bewaard gebleven specimens van vogels, zoogdieren, insecten, planten, stenen, mineralen en fossielen. Deze musea hebben hun oorsprong in de rariteitenkabinetten die tijdens de Renaissance en de verlichting door vooraanstaande personen in Europa werden opgericht.
Gebouwen met musea met collecties met als onderwerp de eigenschappen van natuurvoorwerpen, planten, dieren; bijvoorbeeld opgezette vogels en zoogdieren, geprepareerde insecten en planten, stenen, mineralen en fossielen.
Afgebakende gebieden waarbinnen men een bepaalde waardevolle flora en fauna in stand tracht te houden.
Te gebruiken om werken te beschrijven van de gelijknamige Afrikaanse etnische groep die leeft in de Democratische Republiek Congo, ten noorden van de rivier de Lukenie.
Dodensteden, begraafplaatsen in de prehistorie of de antieke wereld.
Gegoten ijzeren ketels, meestal staande op drie poten, met een nauwsluitend deksel waarop kolen kunnen worden gelegd bij het bakken in een open vuur.
Kleine tassen die bij het bewerken van bladmetaal worden gebruikt om dunne, ronde voorwerpen zoals naaldenkokers te maken.
Verwijst voornamelijk naar een stijl in de architectuur en kunstnijverheid in Europa en in de Verenigde Staten tijdens de tweede helft van de 19de en het begin van de 20ste eeuw. De stijl, beïnvloed door publicaties over Byzantijnse architectuur, kenmerkt zich door de ronde bogen, tongewelven, het dichte lofwerk en de mozaïeken die typerend zijn voor die architectuur.
Verwijst naar het werk van een groep kunstenaars die in 1949 in Duitsland was gevormd. De groep verwierp de artistieke idealen van de nazi's. De stijl kenmerkt zich in het algemeen door eenvoudige, niet-geïdealiseerde portretten en landschappen die de vernietiging in Duitsland tijdens de Tweede Wereldoorlog laten zien.
Activeringsanalysemethode waarbij chemische elementen worden gezocht door neutronen te induceren.
Te gebruiken voor de geplande architectonische werken die nooit daadwerkelijk zijn uitgevoerd. Gebruik 'onuitgevoerde plannen' voor niet-architectonische werken.
Stroming in de Duitse film die duurde van ongeveer 1969 tot de jaren 80 van de 20ste eeuw en die zorgde voor de opkomst van een nieuwe groep regisseurs, onder wie Rainer Werner Fassbinder, Volker Schlöndorff en Werner Herzog. Vanaf 1974 stelden de West-Duitse zendgemachtigden ARD en ZDF en het Filmförderungsanstalt (FFA) jaarlijks een geldbedrag beschikbaar aan televisieproducenten voor de productie van films voor bioscopen en televisie. De films waren in artistiek opzicht ambitieus en werden goed ontvangen, ondanks het beperkte budget. Beroemde films in deze stroming zijn Fassbinders 'Die bitteren Tränen der Petra von Kant' (1972) en Schlöndorffs 'Die Blechtrommel' (1979).
Halsamforen met een wijd uitlopende, conische hals, een hoge romp en twee platte, riemvormige handvatten die vanaf de schouders naar buiten steken en in de rand overgaan. Ze zijn vooral bekend in de zwartfigurige stijl. De vorm is oorspronkelijk Etruskisch en door de pottenbakker Nikosthenes aangepast. Aangenomen wordt dat Nikostheense amforen speciaal voor de Etruskische markt werden geproduceerd.
Verwijst naar een mengsel van genitreerde cellulose, een uiterst brandbare verbinding die het hoofdbestanddeel vormt van modern buskruit. Het is gedurende 80 jaar gebruikt om celanimaties te vervaardigen tot de introductie van acetaat als medium in de jaren 50 van de 20ste eeuw. Nitrocellulose is een luchtige witte substantie waarin de vezelachtige structuur van onbehandelde cellulose enigszins behouden is gebleven. Het blijft niet stabiel bij hitte en vat gemakkelijk vlam.
Halsamforen met een naar verhouding dunne hals en handvatten.
Beschrijft in algemene zin werken die zijn vervaardigd door de Afrikaanse volkeren welke leven in Marokko, Tunesië, Libië en Mauritanië.
Het vaststellen van of het conform maken aan maatstaven.
Verwijst naar de cultuur van het oude Scandinavië, in het bijzonder naar de cultuur van de volken die Oudnoors spraken. Dit was tot de 14de eeuw de taal van Noorwegen en de Noorse kolonies.
Doedelzakken, met blaasbalgen aangeblazen Ze hebben een dichte speelpijp met 7 kleppen en 4 bourdons op eenzelfde blok, waarvan er slechts 3 tegelijkertijd worden bespeeld, uit Noord-Engeland.
Boren met een uitstekende rand of gekarteld blad, waarmee houtkrullen in de lepel of het holle gedeelte van de boor kunnen worden verzameld.
Het kaarsenhoudende deel van een kandelaar.
Beschrijft werk dat is vervaardigd door het gelijknamige Afrikaanse volk, dat op de Ndop-hoogvlakte leeft, in de regio Bamenda in het westen van de Cameroon Grassfields.
Diverse passers waarvan de benen door middel van een boogvormig deel aan elkaar vast zitten.
Wordt gebruikt voor delen die zijn afgescheurd, afgebroken of ontwricht van het oorspronkelijke geheel.
Liften met glazen kooien, met optimaal uitzicht voor de passagiers.
Wordt gebruikt voor de voorkant, bovenkant of het belangrijkste oppervlak van munten, medailles, zegels of andere tweezijdige objecten. Specifiek voor de belangrijkste zijde van vellen papier wordt 'rectos' gebruikt.
Drukmethode waarbij de afbeelding van een plaat, blok of steen wordt overgezet op een andere laag, bijvoorbeeld van rubber, en dan op het uiteindelijke oppervlak. Gebruik 'offsetlithografie' als de originele afbeelding is gemaakt volgens de steendruktechniek.
Handgrepen waarvan de grepen naar een kant afbuigen. Handgrepen die naar rechts afbuigen worden gebruikt voor naar rechts draaiende deuren en handgrepen die naar links buigen worden gebruikt voor naar links draaiende deuren.
Te gebruiken voor afbeeldingen of vlekken die ontstaan als gevolg van een onopzettelijke afdruk van inkt of een andere vloeistof. Voor afbeeldingen die met opzet van de ene prent of tekening op een ander vel papier worden afgedrukt wordt 'tegenafdrukken' gebruikt.
Drukmethode waarbij een beeld wordt gemaakt met behulp van lithografische techniek, waarbij gebruik wordt gemaakt van de tegengesteldheid van vettige en waterige substanties, waarna het van de steen of plaat wordt overgebracht op een andere laag, bijvoorbeeld van rubber, en vandaar op het uiteindelijke oppervlak. Gebruik de meer algemene term 'offsetdruk' als gebruik wordt gemaakt van dit overzettingsprocédé, maar het originele beeld niet lithografisch is.
Lithografieën vervaardigd door bij het drukken gebruik te maken van overzetting: de inkt wordt niet rechtstreeks van de drukvorm op het drukvlak gebracht, maar via een ander oppervlak.
Drukpersen die worden gebruikt bij offsetdrukken.
Kleine, ronde metalen plaatjes die werden vastgemaakt aan verschillende delen van het harnas als decoratie of, wat meer gebruikelijk was, als extra bescherming voor het dichtmaken van gaten tussen de scharnierpunten, om zwakke plekken te verstevigen, of om riempjes die de harnasdelen verbinden te beschermen. Soms werden ze ook bevestigd aan de handvaten van wapens, zoals dolken en strijdbijlen, om dienst te doen als handschilden.
Te gebruiken voor openbare straatvoertuigen die door paarden werden getrokken en die waren bedoeld om een groot aantal passagiers te vervoeren, meestal met een toegang aan de achterkant, met banken tegenover elkaar in de lengte en met panelen beklede zijkanten; gebruik 'paardentrams' voor voertuigen op rails die door paarden werden getrokken, meestal met plaats voor meerdere passagiers.
Wordt gebruikt voor constructies die volledig of voor het grootste gedeelte onder het aardoppervlak zijn gebouwd.
Milieus die zich beneden grondniveau bevinden, inclusief die binnen bouwwerken. Gebruik 'ondergrondse bouwconstructies' voor de structuren zelf wanneer ze opzettelijk ondergronds zijn gebouwd. Gebruik 'begraven' voor voorwerpen die bedekt met aarde onder de grond lagen of liggen.
Het onderzoeken van de inhoud van documenten, tekstueel of beeldend, om vast te stellen waar ze over gaan of waar ze uit bestaan.
Waterdichte pijpverbindingen waarbij ijzervijlsel wordt gebruikt als katalysator om roest te veroorzaken in ijzeren pijpverbindingen.
Kruisingen van twee verkeerswegen of van verkeerswegen en voetpaden, die gebruik maken van een viaduct of een tunnel.
Groepen van bij elkaar passend serviesgoed in verschillende maten, voor het gebruiken van een ontbijt (theepot, koffiepot, chocolademelkkan, roomkan, suikerpot, kop en schotels, borden, rekje voor geroosterd brood, soms ook tafelgerei en bestek).
Te gebruiken voor kleine, gewoonlijk rechte messen met een dun lemmet, soms met verwisselbaar lemmet, die worden gebruikt voor nauwkeurig snijwerk of het voorzichtig verwijderen van het ene materiaal van het andere.
Machines die voornamelijk worden gebruikt in papierfabrieken om de schors van boomstammen te verwijderen.
Plataan afkomstig uit het gebied dat zich uitstrekt van Zuidoost-Europa tot India. De bomen staan erom bekend dat ze lang leven en hebben een grote kroon. Van oudsher wordt de boom ook in andere gebieden gekweekt. De boom kan 30 meter hoog worden en heeft enorme, vaak plompe stammen die soms wel een omtrek van 10 m (en een diameter van 3 m) hebben. De stekelige ronde vruchten hangen in trosjes van twee tot zes stuks.
Massief geel hout van de boomsoort Platanus orientalis, met een fijne structuur die vergelijkbaar is met esdoornhout. Het wordt gebruikt voor meubels, slagersblokken, stoelen, muziekinstrumenten, interieurafwerkingen en kasten.
Rookuitrusting, waarbij een lange flexibele buis is bevestigd aan een waterreservoir waarin de rook wordt getransporteerd en gekoeld. Wordt gebruikt voor tabak en verdovende middelen.
Benadering van kunstonderwijs, gebaseerd op de integratie van de vier disciplines toegepaste kunst, kunstkritiek, kunstgeschiedenis en esthetica.
Eigenschap of toestand er melkachtig iriserend uit te zien, zoals een opaal.
Zorgvuldig geselecteerde en gerangschikte verzamelingen oorspronkelijke gebouwen die een afspiegeling vormen van de architectuur en de bouwtypen binnen een geografisch gebied en uit een bepaalde periode, en die tevens zijn bedoeld om de sfeer en het leven van die tijd op te roepen.
Te gebruiken voor de decoratieve vorm die ontstaat wanneer kleinere stukken materiaal zijn bevestigd aan de oppervlakte van een groter stuk materiaal; vooral gebruikt voor stukken leer, papier, of ander materiaal dat op banden of kaften van boeken is gelegd voor decoratieve of illustratieve doeleinden.
Keukengerei met een breed, plat, vaak flexibel blad dat wordt gebruikt voor het mengen of verdelen van zacht voedsel of het verwijderen van voedsel uit kommen of andere hulpmiddelen. Gebruik 'turners (culinary utensils)' voor gerei met een eenvoudig, geperforeerd, doorboord of gegroefd blad en dat lange handvatten, dat wordt gebruikt voor het optillen en omdraaien van voedsel zoals pannekoeken of gebakken eieren.
Beeldende werken, waarbij voorstellingen of patronen zijn gevormd uit stukjes duurzaam materiaal, meestal glas of steen, in verschillende vormen. Te onderscheiden van 'mozaïeken', die bestaan uit stukjes duurzaam materiaal van regelmatige vorm.
Zachte materialen of voorwerpen die dienen om stoten op te vangen als bescherming, opvulling of ophoging.
Verwijst naar de Oudgriekse stijl en periode die volgde op de Geometrische periode, van circa 725 v. Chr. tot circa 650 v. Chr. De stijl overlapte met het vroege deel van de Archaïsche periode in de Griekse geschiedenis. De stijl werd in Korinthië ontwikkeld en verspreidde zich over heel Griekenland, tot in Etrurië en andere plaatsen die met de Griekse wereld in contact stonden. De stijl kwam voort uit de enorm toegenomen Griekse handel en de invloed van het Nabije Oosten en de Egyptische culturen die hier het gevolg van was. Kenmerk van de stijl is het verdwijnen van de geometrische vormen en de dunne figuren uit de Geometrische periode ten faveure van kromlijnige vormen, gevulde figuren en nieuwe thema’s, waaronder exotische dieren en monsters zoals sfinxen en griffioenen.
Verwijst naar de stijl van de kunst die is genoemd naar het 8ste-eeuwse scheepswrak in Oseberg, in het zuiden van Noorwegen. De stijl is echter in een groot geografisch gebied in Scandinavië teruggevonden. Hoewel de werken die tot de stijl worden gerekend zeer uiteenlopen, kenmerken ze zich in het algemeen door semi-naturalistische, pakkende dieren en een formele compositie met motieven van gelijke grote die gezamenlijk een bont dessin vormen. De stijl lijkt overeenkomsten te vertonen met de Angelsaksische Trewhiddle-stijl.
Bevochtigingsmiddel in aquarelverf.
Beschrijft werk dat is vervaardigd door het gelijknamige Berbervolk, dat in het noordwesten van Algerije leeft.
Kleine ouchak-tapijten meet als motief tegenover elkaar geplaatste nissen in een centraal veld.
Algemene benaming voor alle kloskanten die in de 16de en 17de eeuw in Vlaanderen werden gemaakt.
Blouses die zijn bedoeld om te worden gedragen over de broek- of rokband, in tegenstelling tot in de band gedragen blouses.
Verwijst naar een periode in de stijl van Corinthisch aardewerk, die zich manifesteerde van circa 630 tot 625 v. Chr., tussen de Proto-Corinthische en de Vroeg-Corinthische stijl in. Deze stijl kenmerkt zich door een voorkeur voor slankere vormen dan de wat plompe Proto-Corinthische ontwerpen. De beschildering van de vazen verschilt van de eerdere stijl door de ontwikkeling van een minder spontane, gestandaardiseerde herhaling van motieven.
Te gebruiken voor de steekmethode bij het boekbinden waarbij losse bladen of katernen , waarbij de draad door de vellen dicht bij en over de bindranden wordt gevoerd, terwijl tegelijkertijd de steken van een bepaalde katern door de steken van de vorige omhoog worden geleid.
Te gebruiken voor de steekmethode bij het boekbinden waarbij de draad door vellen met losse bladen of katernen met beschadigde vellen dicht bij en over de bindranden passeert, waardoor katernen ontstaan die daarna volgens de heeluitmethode worden genaaid.
Kleine, platte overhandse steken die een diagonaal vormen. Gebruikt om lappen stof met elkaar te verbinden of om kleine zomen vast te zetten.
Damesblouses, meestal naar mannenmodel, met een opening met knopen of een split met boordknoopjes aan de voorkant in het midden, manchetten en een kraag.
Bij constructie, voegen waarin twee bouwelementen niet tegen elkaar aan geplaatst zijn, maar elkaar overlappen, waarbij de één de ander gedeeltelijk bedekt.
Deze kunstvorm heeft momenteel nog geen definitie beschikbaar.
Wordt gebruikt voor een volledig harnas van een paard.
Beschrijft de diverse soorten kunstwerken die zijn vervaardigd door de bewoners van Paaseiland. De bevolking van Paaseiland maakte onder meer enorme stenen beeldhouwwerken, draagbare figuurtjes van papierschors en rotsgraveringen, en sinds de 20ste eeuw kent het eiland een bloeiende kunstnijverheid. Ontwerpen voor lichaamsdecoratiemotieven werden soms ontleend aan rotsgraveringen.
Grote kaarsen die in de westerse kerken worden gebruikt gedurende de paastijd. De traditie van paaskaarsen is al zeer oud en gaat vermoedelijk terug tot de 4de eeuw. Een paaskaars wordt voor het eerst aangestoken tijdens de paaswake, met het nieuwe gezegende vuur, nadat op de kaars het kruissymbool, een alfa en omega en het jaartal zijn aangebracht. Na afloop van deze dienst wordt de kaars tijdens liturgische diensten aangestoken, tot aan Hemelvaartsdag. Op die dag wordt de kaars dan na de schriftlezing gedoofd. De aangestoken paaskaars symboliseert de verdrijving van de machten van het duister en de dood door de herrijzenis van Christus.
Nissen met graftomben, meestal in de noordmuur van een koor geplaatst, om de hostie en soms een kruis of beeltenis van Christus in te bewaren.
Een type basis voor een glazen kom of vat dat vervaardigd wordt door een extra massa gesmolten glas tegen de bodem aan te brengen en het uit te spreiden zodat het een ring vormt.
Schrijfmateriaal, meestal van perkament, waarop meerdere malen is geschreven. De vorige tekst is mogelijk niet goed gewist, waardoor die gedeeltelijk leesbaar blijft.
Artilleriegranaten die zijn ontworpen om harde doelen zoals pantserwagens en oorlogsschepen te doordringen.
Kogels ontworpen om gepantserde doelen te doordringen en die meestal bestaan uit een harde kern in een omhulsel van een zachter metaal.
Gepantserde mouwloze jacks die werden gebruikt door de infanterie vanaf halverwege de 14e eeuw tot begin 17e eeuw; ze bestaan uit kleine rechthoekige metalen plaatjes die elkaar in de vorm van verticale stroken overlappen, in parallelle rijen aangebracht op een ondergrond van stof of huid. Dit geheel werd op een gewatteerd jack genaaid waardoor de kledingstukken hun uiteindelijke vorm kregen.
Rapieren met extreem lange stijve kling van ruitvormige doorsnede bedoeld om door een harnas te dringen, gebruikt door ruiters.
Landvoertuigen met gepantserde carrosserieën en extra sterke deuren, sloten en ramen, zoals bijvoorbeeld vrachtwagens die geld of andere kostbaarheden vervoeren of auto's die speciaal zijn ontworpen voor hoogwaardigheidsbekleders.
Soort kloskant die sinds de 18de eeuw in Parijs werd gemaakt. Het is een stevige kant die minder geschikt is om te worden gefronst. Het voornaamste kenmerk is de zeshoekige tralie, die gevormd wordt door het door elkaar kruisen van driehoeken. De tekening bestaat vooral uit bloemen, bladeren of ranken, soms ook uit dierenmotieven.
bestuurszetels in Louisiana (VS).
Verwijst naar de voornaamste feestdag van de christelijke kerk, waarop de opstanding van Jezus Christus wordt gevierd. In westerse kerken gebeurt dat tussen 22 maart en 25 april, afhankelijk van de datum van de eerste volle maan na het begin van de lente. Orthodoxe kerken gebruiken de juliaanse datum voor het begin van de lente en vieren Pasen daarom meestal op een andere, latere datum. Sommige paastradities (zoals paaseieren en de paashaas) hebben een heidense oorsprong. Pasen is voortgekomen uit het primitieve 2de- en 3de-eeuwse christelijke feest dat de Pasch werd genoemd; het was de christelijke tegenhanger van het joodse Pascha, waarbij zowel de dood als de opstanding van Christus werd gevierd. De paaswake is in liturgische kerken de belangrijkste plechtigheid, die wordt gehouden op de avond voor Pasen; de paaskaars werd geïntroduceerd omstreeks de 4de eeuw. Hoewel Pasen op één bepaalde zondag wordt gevierd, wordt het belang van het paasfeest onderstreept door het lange voorbereidende vasten, door de plechtige diensten van de Goede Week en door de vijftig dagen van Pasen tot Pinksteren, een periode die de paastijd wordt genoemd. Het belang van Pasen blijkt uit het feit dat het hele liturgische jaar rond Pasen is ingericht, net als de kerkelijke kalender van veranderlijke feestdagen. In paasceremonies komen vaak verwijzingen naar de doop voor, die de vroegere gewoonte weerspiegelen om neofieten te dopen tijdens de wake.
Sleutels die zijn bedoeld om verschillende sloten, die normaal gesproken allemaal met een aparte sleutel worden geopend, mee te openen.
Beschermmappen voor kunstwerken, documenten of andere, in het algemeen platte, voorwerpen. Ze zijn meestal gemaakt van karton of stevig papier en bestaan meestal uit een stevige plank waarop het voorwerp wordt geplaatst en een scharnierende plank erboven waarin een opening is gemaakt om het voorwerp te omlijsten.
Doorgaans een standaard gefabriceerde sierrand die als omlijsting van allerlei soorten afbeeldingen kan fungeren. In specifieke zin is het een lijst van papier, karton of ander materiaal met een in het midden uitgespaarde opening, bedoeld als praktisch hulpmiddel bij het tentoonstellen van gedrukt materiaal.
Een smal garneersel dat op verschillende manieren kan worden gemaakt, zoals kaartweven of vlechten. Het komt voor met diverse vezels en in verschillende gewichten, maar het is zwaarder dan lint en platter dan koord.
Garneersel gemaakt door zijde, kamgaren of katoenen draad rond een kerndraad of -snoer te draaien, wat resulteert in een platte, opengewerkte vlecht.
Fraai garneersel dat wordt gebruikt op bekleding en kostuums, zoals tressen, koord, franje, passementkoord of kwasten, vaak in combinaties.
Te gebruiken voor smalle wegen door of openingen in bergketens die een passage mogelijk maken.
De ontwikkeling en het gebruik van duurzame benaderingen om te voldoen aan menselijke en ecologische behoeften door toepassing van wetenschappelijke principes en technieken in relatie tot de plaats, middelen, economie, cultuur en de effecten van het gebruik.
het plaatsen van een kunstwerk, document of ander meestal plat voorwerp in een passe-partout om het te beschermen, ondersteunen of om het tentoon te stellen.
Genus van mussen uit de Oude Wereld die in de natuur worden aangetroffen in open habitats in de warmere klimaten van Afrika en zuidelijk Eurazië, dat ook verschillende soorten omvat die zich hebben aangepast aan menselijke bewoning.
Leden van een familie van kleine, in groepen levende mussen en wevervogels.
Scherpe metalen punten aan de uiteinden van de benen van passers en verdeelpassers.
Metalen punten die bevestigd kunnen worden aan bijvoorbeeld duimstokken, stalen vierkanten of stokpassers, om grote cirkels te kunnen beschrijven.
Kruisen bestaande uit drie dwarsbalken, met de langste nabij het midden en de bovenste twee andere opeenvolgend korter.
Religieuze kapmantel die vanaf de late twaalfde eeuw, vanwege een decreet van paus Innocentius III, alleen door pausen mocht worden gedragen. Dit pauselijke gewaad noemde men oorspronkelijk een 'orale', maar later een 'fanon orale'. Het huidige ontwerp met kraag verscheen in de zestiende eeuw of daarna.
Grote schilden die meestal rechthoekig zijn en worden gekenmerkt door een centrale verticale groef aan de binnenzijde waarin een stok was bevestigd om het schild rechtop te houden. Ze werden van de 14e tot de 16e eeuw veel gebruikt om boogschutters te voet te beschermen.
Toetsenborden, gewoonlijk van orgels maar die zich ook bevinden op carillons, klavecimbels, klavichords en piano's, die worden bespeeld met de voeten en die of aan hun eigen pijpen, klokken, of snaren zijn aangesloten of aan die van de handklavieren zijn verbonden.
Textiel die van zichzelf een klein rechtlijnig patroon heeft, gevormd door contrasten tussen de schering- en inslagzijden van het weefsel.
B Verwijst naar de stijl van de artistieke voortbrengselen van de archipel der Cycladen tussen circa 3200 en 2700 v. Chr. Tot de kunstwerken behoren ingekerfd aardewerk, marmeren vaatwerk en marmeren beeldjes van de typen Plastira en Louros.
Apparaten om kwasten schoon te maken of te voorkomen dat ze uitdrogen.
Kwasten die voor kunstenaars zijn gemaakt en bestaan uit dierlijk haar of synthetisch materiaal, in verschillende vormen en maten maar in het algemeen klein genoeg om voor precisiewerk te gebruiken. De term 'penseel' werd tot de 19e eeuw gebruikt om kleine, gepunte kwasten van marter- of kameelhaar te beschrijven. Gebruik 'verfkwasten' voor grotere kwasten die worden gebruikt om verf op een groot oppervlak aan te brengen, met name als een beschermlaag.
Te gebruiken voor de analytische verdeling van tijd in afgebakende perioden, vooral het groeperen van historische en culturele gebeurtenissen in periodes met als doel discussie en kritiek.
Verwijst naar de stroming onder Amerikaanse pictorialistische fotografen aangevoerd door Alfred Stieglizt in New York in 1902 die als doel had de status van de fotografie als waardevol en verfijnd artistiek medium te bevorderen. De stijl streefde ernaar de status van hoogwaardige fotografische afdruktechnieken te verhogen door gomdruk of platinadruk toe te passen, waarmee hetzelfde effect moest worden gesorteerd als met verf, pastel of andere traditionele media. Hierbij werd de nadruk gelegd op soft focus, compositie en textuur.
Genus dat één levende soort potvis bevat.
Familie die drie soorten zeezoogdieren in twee genera omvat: Physeter, de reuzenpotvis, en Kogia, een genus dat twee soorten potvissen omvat: de kleinste potvis en de dwergpotvis.
Dennenboom die voorkomt in de vlakke gebieden aan de Atlantische kust in het oosten van de Verenigde Staten. De boom is herkenbaar aan het onregelmatig groeipatroon en de kromme takken. In de noordelijke gebieden ontstaan kruisingen met P. rigida. In sommige classificaties beschouwt men P. serotina als een ondersoort van P. rigida.
Een bouwmateriaal dat bestaat uit stevige aarde of klei die tussen vormen in is gedrukt.
Wordt gebruikt voor het complete onderzoek dat wordt uitgevoerd ter inspectie van het bodemoppervlak, de bodemsamenstelling en de algemene gesteldheid van een bepaald stuk grond.
Wordt gebruikt voor brandalarmsystemen die alleen in het beschermde pand signalen produceren en die vooral zijn bedoeld om de bewoners te waarschuwen.
Belichtingstechniek waarbij licht wordt verspreid over een relatief klein gebied of een beperkte ruimte, zonder de verlichting van de omgeving ervan wezenlijk te veranderen.
Bestuur door lokale of regionale autoriteiten.
Te gebruiken voor boeken waarin afbeeldingen een grotere plaats innemen dan tekst, in het bijzonder boeken die voor kinderen of beginnende lezers bedoeld zijn.
Dissels met een lang handvat waarvan het blad is afgeschuind. Latere uitvoeringen hebben een kop aan bovenkant zodat ze ook als hamer gebruikt kunnen worden.
Platte kunstenaarspenselen met vierkante hoeken en haren die langer zijn dan die van tipkwastjes.
Buitencafés of buitenherbergen. Te onderscheiden van andere drinkgelegenheden (bijvoorbeeld cafés of bars) doordat ze meer op het buiten zijn gericht en op gezinnen met kinderen.
Wordt gebruikt voor verwarmingselementen die zich bevinden in speciale panelen, horizontaal en parallel aan de plinten van een muur.
Gordijnen met smalle, scherp gevouwen plooien die op het muziekinstrument, de accordeon, lijken. Gebruik vouwgordijnen voor gordijnen die in brede, horizontale plooien omhoog worden getrokken.
Stalen staafjes met een stervormige punt. Worden gebruikt om gaten in metselwerk te maken door er met een hamer op te slaan.
Verwijst naar de periode van de Tagar-fase toen het grafgedeelte van de koergan erg klein was, met vier hoge stenen op de hoeken en een lage muur. De grafkamer van de tombe zelf bevat slechts één graf en is doorgaans gemaakt van hout in plaats van steen. De grafvoorwerpen waren vaak bronzen wapens en aardewerk.
Verwijst naar kant die vergelijkbaar is met 'punto a relievo', met als onderscheid dat het minder pompeus, maar toch meer versierd is. Het wordt gekenmerkt door de vele kleine lussen en rozetten.
Verwijst naar vroege voorbeelden van Venetiaanse kant die worden gekenmerkt door het relatief platte oppervlak. Latere Venetiaanse kant was meer uitgesneden en opgehoogd.
Middel dat wordt gebruikt om metaal te polijsten of te poetsen, oorspronkelijk bestaande uit bitterkalk met 18 tot 25% verzeepbaar vet als bindmiddel.
Wordt gebruikt voor oude Griekse steden of stadstaten.
Type metselwerk uit de Oudheid en toegepast werd in het Mediterraan gebied. Bestond uit grote blokken steen met een glad oppervlakte die in niet-rechte hoeken ineens gepast werden, zonder het gebruik van mortel. Het gewicht van de stenen moest de stabiliteit van de constructie garanderen.
Verwijst naar de stijl in de Europese en Amerikaanse binnenhuisarchitectuur en decoratieve kunsten die was geïnspireerd op de archeologische vondsten in Pompeji en Herculaneum in het midden van de 18de eeuw. De stijl werd met name beïnvloed door de fresco’s van Pompeji en wordt gekenmerkt door nimfen, wijnranken, kandelabers en grotesken in uitgewerkte kaders en patronen in diepe, heldere kleuren.
Toegevoegde inslag gebruikt om pool op een weefsel te creëren.
Poolweefsel waarbij de pool wordt gevormd door een toegevoegde poolketting.
Stof, waarbij de grondweefsels naar buiten uitstekende lusjes of gareneindjes bevatten, gevormd door toepassing van een poolketting danwel een poolinslag.
Verwijst naar een soort keramiek van vuurbestendige witte klei, of 'kaolien', en een veldspaathoudende steen die tijdens het bakken reageert. De klei zorgt ervoor dat het voorwerp de vorm behoudt, terwijl de steen wordt omgezet in natuurlijk glas. In China verwijst dit naar alle soorten aardewerk die zo hard worden gebakken dat er een rinkelend geluid ontstaat als het kapot wordt geslagen. In Europa verwijst het alleen naar hardgebakken doorschijnende keramiek.
In het algemeen een ondoorzichtig, glasachtig deklaagje dat op hoge temperatuur wordt ingebrand en wordt toegepast op metaal.
Een soort van keramische klei die uit uitzonderlijk kleine deeltjes bestaat en als gevolg daarvan heel goed kneedbaar is. Het wordt gebruikt om plasticiteit te geven aan andere kleisoorten.
Een soort van fijn, witt porceleinachtig steengoed, hard en compact, en soms enigszins doorschijnend.
Pop met een hoofd, en soms een nek, armen, voeten en een lichaam van geglazuurd porselein of van biscuit (ongeglazuurd porselein).
Wordt gebruikt voor kabinetten met een glazen voorkant om porselein in op te bergen en te vertonen.
Wordt gebruikt voor theetafels met een opgehoogde rand of strook zodat het porselein wordt beschermd tegen beschadiging.
Verwijst in het algemeen naar de stijl in kunst en architectuur in de Portugese territoria in Zuid- en Oost-Azië en Brazilië van de 16de tot en met de 18de eeuw. De term wordt normaal gesproken niet gebruikt voor de kunst die in de latere Portugese gebieden in Afrika werd vervaardigd. De stijl combineert elementen uit Emanuelstijl, renaissance, barok, rococo en Neo-klassieke stijlen uit Europa met de oorspronkelijke motieven die in de kolonies werden ontwikkeld. Er ontstond een stijl die zich kenmerkt door lyrische elegantie. In de architectuur werd de stijl vooral gebruikt in forten en kerken.
Kredietpapieren waarop staat dat een bepaalde geldsom moet worden betaald. Gewoonlijk kan men ze bij een bank of postkantoor verkrijgen en verzilveren.
Musea die zijn gespecialiseerd in de geschiedenis van postzegels, spaarzegels, gefrankeerde enveloppen, poststempels, ansichtkaarten, enveloppen en soortgelijke materialen die betrekking hebben op de geschiedenis van de post of de filatelie.
Personen die optreden als clowns, komedianten en musici, in het bijzonder aan een hof of in dienst van een heerser.
Houders in allerlei grootte en vorm, maar meestal rond, hoofdzakelijk gebruikt voor huishoudelijke doeleinden. Ze zijn er ook van metaal.
Frontalen die aan de voorkant van een preekstoel naar beneden hangen en waarop vaak toepasselijke voorstellingen zijn geborduurd.
Albums die zijn bedoeld om te worden opgedragen of gepresenteerd aan een persoon of organisatie.
Bordpapier gemaakt van houtpulp of katoenvezels en gebruikt als een ondersteuning of mat voor drukwerk en tekeningen.
Drukproeven die aan de afdrukeisen voldoen en bedoeld zijn als geschenk aan groepen of personen.
Te gebruiken voor gesproken of visuele representaties van informatie, zoals toespraken, demonstraties en diavoorstellingen, met als doel een goede zichtbaarheid te bereiken en een bepaald publiek over te halen in de ideeën, projecten of doelstellingen van de presentator te geloven of deze te ondersteunen.
Wordt gebruikt voor architectonische tekeningen die worden voorgelegd aan een opdrachtgever om te illustreren hoe een gebouw eruit zal zien en zal functioneren.
Erezwaarden die worden overhandigd door vorsten, prinsen, pausen, verenigingen of bewonderaars in het algemeen aan individuen als beloning of blijk van erkenning van verdiensten in oorlog of de politiek; voornamelijk rapieren, staatsiedegens of sabels.
Plaatjes, gewoonlijk gedrukt of gegraveerd, met ruimte opengelaten om in te noteren, door en aan wie een boek is geschonken.
Voltooide tekeningen die de kunstenaar schenkt aan een vriend of patroon; meestal gebruikt met betrekking tot de Renaissance-Barok.
Quilts die werden gemaakt door leden van een gemeenschap als cadeau voor een geestelijke, leraar of burgemeester die met pensioen ging of verhuisde. Vaak waren dit album quilts of signature quilts. Geen Nederlands equivalent.
Platte ronde, vierkante, rechthoekige of ovale bladen, soms op een standring of op pootjes; voor verschillende doeleinden gebruikt, vooral het presenteren van voedsel of drank. Gebruik 'tazza's' voor drinkschalen met een wijde platte kom, vooral die uit de 16e eeuw.
Drinkschalen bestaande uit een wijde, platte of ondiepe cuppa, steunend op een stam met een knop in het midden, gemaakt met of zonder oren en zelden met een deksel; wordt vooral gebruikt voor 16e eeuwse typen. Gebruik 'presenteerbladen' voor platte, ronde, vierkante, rechthoekige of ovale bladen vooral gebruikt voor het serveren van voedsel en drank.
Afzonderlijke exemplaren van boeken of andere uitgaven, inclusief prenten, die door de auteur van een opdracht zijn voorzien en door de auteur of soms de uitgever ten geschenke worden gegeven. Gebruik de term 'relatiegeschenken' voor objecten van zilver, aardewerk of gedenkmunten die voor een speciale gelegenheid van een inscriptie zijn voorzien.
Vaak sierlijke, gemiddeld 500 gram zware voorwerpen van glas, metaal, steen, keramiek, om op losse papieren te leggen ten einde te voorkomen dat ze door elkaar raken of wegwaaien.
Milieubeheer met als doel het voorkomen van toekomstige verslechtering van materialen of artefacten, inclusief het zorgen voor geschikte milieuomstandigheden.
Verwijst naar een vrouwelijke vorst of heerser. Kan ook verwijzen naar bepaalde vrouwelijke leden van koninklijke families, gewoonlijk de vrouwen van prinsen of de dochters en kleindochters van vorsten.
Nonnen die als overste van hun eigen huis (priorij) fungeren of die rechtstreeks onder de abdis van een abdij zijn geplaatst; hun positie is vergelijkbaar met die van kloosterprior.
Onvoorwaardelijke schriftelijke beloften dat een bepaalde geldsom op vertoon wordt betaald of op een genoemde datum betaalbaar is aan de order van een genoemde persoon of aan toonder.
Documenten die zijn bedoeld om eventuele toekomstige investeerders of begunstigers te informeren over een op handen zijnde of reeds bestaande onderneming (bijvoorbeeld over een literair werk of een financiële onderneming), of waarin een korte beschrijving wordt gegeven van de kenmerken en de activiteiten van een instelling of een bedrijf.
Een van de beide 'pastophoria' (nissen), waar de benodigdheden en paramenten voor het misoffer in de vroegchristelijke en Byzantijnse kerk werden klaargezet.
Verwijst naar de Vroeg-Neolithische stijl en cultuur die overheerste in Thessalië en een gedeelte van Macedonië. Deze kenmerkt zich door artefacten uit de overvloedige archeologische vindplaats bij Nea Nikomedia in het zuidwesten van Macedonië.De stijl kenmerkt zich door aardewerk dat beter is vervaardigd en gevarieerder is dan voorafgaande stijlen, vaak is voorzien van een overdadige voet, en in het algemeen een rode of roze engobe heeft, of rood op wit is beschilderd. De cultuur is ook bekend door de open nederzettingen met vrijstaande en rechthoekige gebouwen, doorgaans opgebouwd uit een eiken geraamte, met muren van gevlochten riet bedekt met modder.
Activeringsanalysemethode waarbij chemische elementen worden gezocht door protonen te induceren.
Musea die worden beheerd door de provincie, een bestuurlijk deel van landen als Nederland.
Genus van vijf soorten vossen die in Zuid-Amerika voorkomen.
Oude Etruskische helmen die zijn afgeleid van de veel gebruikte Corinthische helmen uit Griekenland en Italië; ze hebben een helmkap die het hoofd slechts tot de ogen bedekt en een kort of lang uiteinde aan de achterkant of een wijduitlopende cirkelvormige rand rondom ter bescherming van de hals en wangen.
Wordt gebruikt voor gewelven die opgebouwd zijn door opeenvolgende lagen steeds iets verder naar binnen toe te ondersteunen met karbelen of cantilevers, tot zij samenkomen en afgedekt worden op het middenpunt van het gewelf.
Beschrijft gebouwen die ingelaten zuilen of pilasters langs de zijkanten en achterkant hebben en vrijstaande zuilen langs de voorzijde.
Genus van 6 soorten kegeldragende groenblijvende productiebomen die inheems zijn in het westen van Noord-Amerika en in Oost-Azië. De bomen worden gekenmerkt door lange, platte, spiraalvormig gerangschikte naalden die rechtstreeks uit de tak ontspringen. Iedere geelgroene of blauwgroene naald heeft een korte steel aan de basis en een gegroefd bovenoppervlak. De winterknoppen zijn bruin, glanzend en puntig van vorm. Als enige conifeer heeft de Douglasspar drielobbige bracteeën die tussen de schubben uitsteken. De kegels hangen omlaag en steken dus niet omhoog zoals bij echte sparren. De kegels rijpen in één jaargetijde en behouden hun schubben wanneer ze afvallen.
De wetenschap die zich bezighoudt met de relatie van bewuste en onbewuste psychologische processen; ook een specifieke onderzoeksmethode naar onbewuste mentale processen, ontworpen om voorbewust en onbewust materiaal naar het bewustzijn van de patiënt te brengen om gedrags- en persoonlijkheidsstoornissen te behandelen.
De meest gangbare techniek voor het converteren van analoge signalen naar een digitale vorm door middel van sampling. Pulse Code Modulation is geen universeel geaccepteerde standaard, maar wel een techniek die wordt gebruikt voor uiteenlopende toepassingen, van telefonie tot de productie van cd's. De muziek van cd-kwaliteit wordt meestal gesampled op 44,1 kHz bij 32 bits per sample.
Deze kunstvorm heeft momenteel nog geen definitie beschikbaar.
Keukengerei dat is ontworpen voor het persen van voedsel, voornamelijk gekookte aardappels, door een geperforeerde bak zodat het uiteindelijke product bestaat uit draden met de diameter van een rijstkorrel.
Tunnelvormige barakken van golfijzer. VDE. Ook bekend onder de merknaam quonsethutten.
Moeilijke vragen of uitspraken die zo zijn geformuleerd dat men al het vernuft moet aanwenden om ze te beantwoorden of hun verborgen betekenis te vinden.
Speciale rugzakken die tijdens strijd gedragen worden waarin spullen zijn opgeborgen die men als basis nodig heeft.
Discriminerende houdingen en het weigeren van rechten, plichten of keuzes op grond van ras.
Afbeeldingen van woorden of lettergrepen in plaatjes of voorwerpen of met symbolen, waarvan de namen, wanneer ze worden uitgesproken, lijken op de bedoelde woorden of lettergrepen.
Iets kritisch of weloverwogen onderzoeken of nakijken.
Steekpassers met twee armen die puntig zijn aan beide uiteinden en die in het midden worden verbonden met een draaipunt dat langs een schaalverdeling kan worden bijgesteld voor het meten van verhoudingen.
Artistieke leiders van producties in de uitvoerende kunsten die verantwoordelijk zijn voor het werk dat wordt uitgevoerd door de andere artiesten en technici, het leiden van repetities en voor de algehele interpretatie van het werk.
Regeren aan de hand van reglementen, wetten of vereisten.
Verwijst naar een stijl in de kunst, in het bijzonder verluchting van manuscripten, die tot ontwikkeling kwam aan het begin van de 9de eeuw in de geschriften van de machtige aartsbisschop Ebbo van Reims, en die sterk werd beïnvloed door zijn persoonlijke smaak.
Voor sanctuaria bestemde schermen bestaande uit meerdere panelen zoals die in oosters-orthodoxe kerken voorkomen, maar dan op kleinere schaal uitgevoerd. Gebruikt voor privédevotie in familiekapellen, woonhuizen of op reis. De heiligen werden op dezelfde wijze afgebeeld als op iconostasen in kerken.
Drukprocédé waarbij de plaat is geëtst, maar anders dan bij gewoon etsen wordt het ontwerp gedrukt in reliëfdruk in plaats van in diepdruk.
Relatief kleine reliekhouder in de vorm van een rechthoekige kist. De bovenkant heeft de vorm van een puntdak.
Een techniek in de metaalbewerking voor het versieren van een oppervlak door op de achterkant van het voorwerp te hameren. Soms wordt het te versieren voorwerp in een houten mal die in intaglio is gesneden, geplaatst om ontwerpen in reliëf te creëren.
In denst zijn van een wetgevend lichaam, meestal door verkiezing, gedelegeerd door personen die onderhevig zijn aan de wetten die worden uitgevoerd door dat lichaam, om hun wensen en belangen te vertegenwoordigen.
Industrieparken waarvan de faciliteiten in de eerste plaats zijn bedoeld voor onderzoek en ontwikkeling.
Genus van ongeveer 60 soorten kruiden en struiken die inheems zijn in Europa, Noord-Afrika en delen van Azië, maar ook elders op grote schaal zijn geïntroduceerd. Verschillende soorten zijn tegenwoordig populair als tuinbloemen.
Familie van 6 genera en ongeveer 70 soorten, gewoonlijk kruidachtige tweezaadlobbige planten.
Gebieden, beperkt toegankelijk voor bezoekers, die afgeschermd worden om de voortplanting van dieren of vissen te bevorderen en waar beperkte jacht is toegestaan.
Verfmethode waarbij stof, garenstrengen of soms ook papier in hun geheel in een verfbad worden gedompeld, nadat eerst bepaalde door het patroon vereiste delen zodanig zijn behandeld, dat zij tegen het binnendringen van de kleurstof zijn beschermd.
Wordt gebruikt voor plaatsen of vergaarbakken waar vloeistoffen worden verzameld en vastgehouden tot ze nodig zijn.
Brandstofhouders die geen branders dragen. Voor brandstofhouders waarop zich wel branders bevinden wordt 'brandstofreservoirs (onderdelen van verlichtingsmiddelen)' gebruikt. Sommige lampen hebben zowel een houder als een reservoir; in dat geval wordt brandstof automatisch of handmatig van het reservoir naar de houder wordt geleid.
Houders voor geparfumeerde azijn, nog tot in de 19e eeuw gebruikt voornamelijk door vrouwen, om flauwtes te verdrijven; inhoud ca. 1. dl.
Applicatietechniek waarbij twee of meer lagen stof over elkaar zijn gelegd, waarna om en om een laag wordt weggesneden zodat de laag eronder te zien is.
Wordt gebruikt voor lijsten waarbij het hoogste lijstwerk aan de aanzichtskant zit.
Het maken van een nieuwe, gerectificeerde, verbeterde of gemoderniseerde versie.
Beschrijft werk dat is vervaardigd door het gelijknamige Berbervolk, dat in het noorden van Marokko leeft.
Verwijst naar de tweede fase van de oriëntaliserende periode, toen kromlijnige patronen en exotische motieven de plaats hadden ingenomen van de vroegere stijl en thema’s van de geometrische periode.
Verwijst naar een apart soort kloskant, gemaakt in Rijsel (nu in Frankrijk, maar voorheen in Vlaanderen). Deze kant werd voornamelijk geproduceerd van de 16de tot en met de 19de eeuw. De term verwijst ook naar imitaties van Rijselse kant, die later en/of elders werden gemaakt. Rijselse kant wordt gekenmerkt door een zeer fijne achtergrond, die wordt gevormd door een zeshoekig maaswerk waarin de draad is gedraaid in plaats van gevlochten. De motieven bevatten meestal gebogen bloemen en krullen, en kleine vierkante stippen die zijn verspreid over open delen van het maaswerk.
Blokken, platforms of andere ondersteunende constructies bedoeld om iets op een hoge plaats neer te zetten, bijvoorbeeld een blok op een dressoir, kast, altaar of een ander meubelstuk.
Het analyseren van mogelijk verlies, nalatigheid, letsel of andere schade die betrekking heeft op of voortkomt uit enige activiteit of project.
Overjaponnen met een decoratief gedrapeerde rok, in de mode omstreeks 1770 en opnieuw in de periode 1870-1885.
Boomsoort, inheems in de Appalachen in de Verenigde Staten, die ook op grote schaal als sier- en schaduwboom wordt geteeld in Europa, Azië, Noord-Afrika en Nieuw-Zeeland. De soort wordt 24 meter hoog en draagt ������lange, samengestelde bladeren met 6 tot 20 langwerpige blaadjes. De geurige witte bloemen hangen in losse trossen. Er zijn veel variëteiten, waarvan sommige geen doorns hebben. De soort wordt al lange tijd gebruikt om erosie tegen te gaan en als productieboom.
Wordt gebruikt voor Romaanse majuskelletters die werden toegepast bij inscripties van monumenten en in vroege boekhandschriften.
Een baksteen met de nominale afmetingen van ongeveer 7 bij 10 bij 30 cm.
Symbolen die voor het eerst in het oude Romeinse systeem van numerieke notatie werden gebruikt.
Romeinse zilveren munten die oorspronkelijk een waarde hadden van tien assen. Later verminderden ze in waarde en in zuiverheid. Ze werden vanaf eind 3e eeuw v.C. tot de tweede helft van de 3e eeuw n.C. gebruikt.
Een kanaalvormige, taps toelopende daktegel met een enkele lapnaad.
Kunstenaarspenselen die ongeveer dezelfde lengte hebben als platte penselen. Ze zijn rond met taps toelopende punten en worden gebruikt voor schetsen, aftekenen en voor gedetailleerd werk.
Gereedschap voor het snijden van kleine, gekartelde wieltjes die rondsels worden genoemd. Het gereedschap wordt over een metalen staaf geplaatst en naar beneden getikt.
Term applied to a wide variety of special-purpose utensils designed to serve ice cream and similar foods, especially those with an oblong spadelike bowl. Often made as part of flatware services, particularly in the 19th century. For utensils with a hemispherical end used to serve ice cream, use "ice-cream scoops."
Engelse of Noord-Amerikaanse dekens uit de 19e eeuw die zijn versierd met een circulair motiefje in elke hoek waarvan de betekenis niet bekend is. Geen Nederlands equivalent.
Gesmede spijkers met een kegelvormige kop.
Decoreren met geschilderde of ingekerfde patronen bestaande uit kleurrijke bloemensymbolen en andere vormen en inscripties. De term is afgeleid van een Scandinavische decoratieve stijl.
Hout van een van de verschillende pijnbomen uit het zuiden van de Verenigde Staten, met loof met een geur die lijkt op het kruid rozemarijn.
Algemene naam voor verschillende dennensoorten die in het zuiden van de Verenigde Staten voorkomen. Kenmerkend is de geur van de naalden die op die van rozemarijn lijkt.
Verwijst naar de Neolithische cultuur en stijl die zich ontwikkelde in het Rijnland en West-Duitsland, gelijktijdig met de Lengyel- cultuur, en die zijn bloeiperiode had in het vijfde en vierde millennium v. Chr. Deze cultuur volgde op de relatief homogene bandkeramiekcultuur en kenmerkt zich door de ontwikkeling van sterke lokale tradities en stijlen, waaronder potten gedecoreerd met rasters, ruiten, en golvende lijnen.
Een fijn, roze marmer, geschikt voor beeldhouwwerk, dat in een aantal variaties wordt gevonden. Tennessee-marmers zijn over het algemeen harder en compacter dan andere Amerikaanse marmers, waardoor ze geschikter zijn voor gebruik buitenshuis, maar waardoor ze ook moeilijker kunnen worden bewerkt en gepolijst.
Kralenkettingen die worden gebruikt als concentratiemiddel tijdens het bidden, veel gebruikt in diverse religies, zoals het hindoeïsme, de islam, het rooms-katholicisme, de oosters-orthodoxe kerk en het judaïsme.
Delen van theaters achter het toneel, gebruikt als kleed- en opslagruimte, als artiestenfoyer en soms als inner stages.
Statistische techniek waarbij van bepaalde factoren de locaties, de indeling van de ruimte en de onderlinge verhoudingen worden onderzocht.
Museums die zich specifiek richten op de geschiedenis van de ruimtevaart en astronauten.
Kruisen met ruitvormige inkortingen aan de armen.
Familie van 8 genera en ongeveer 400 soorten langzaam groeiende kruidachtige planten met wortelstokken die oppervlakkig op grassen lijken. Wordt in sommige classificaties in de orde Poales ondergebracht.
Kruisen met drie dwarsbalken op een langere verticale balk, waarbij de bovenste balk de titel INRI van het kruis bevat, de tweede langere dwarsbalk de armen van het kruis vormen en de onderste dwarsbalk (altijd gekanteld) het suppedaneum of de voetensteun voorstelt.
Wordt gebruikt voor 'double-pen houses' met een centrale schoorsteen of voor 'dogtrot houses' van anderhalve verdieping hoog.
Korte nauwsluitende tunica's met halflange mouwen en doorgaans rijkelijk versierd met borduurwerk, gelijkend op dalmatieken, gedragen door bisschoppen van de Oosters-orthodoxe kerk tijdens de liturgie.
Beschrijft de diverse soorten kunstwerken die zijn vervaardigd door de bewoners van de Salomonseilanden. Op de oostelijke Salomonseilanden werden hoofdzakelijk beeldgesneden houten artefacten en persoonlijke ornamenten vervaardigd. De bewoners van de Salomonseilanden zijn bekend om hun opvallend gedecoreerde kano's. De bewoners van de oostelijke Salomonseilanden decoreerden hun kano's met afbeeldingen van vogels, vissen en andere wezens, terwijl de bewoners van de westelijke Salomonseilanden ornamentatie toepasten in de vorm van beeldgesneden kano's, geometrische stukken van schelpen en zwarte verf.
Aanduiding voor huizen met twee verdiepingen aan de voorkant en één aan de achterkant en met een asymmetrisch puntdak, waarvan de achterste schuine zijde langer is dan de voorste.
Snaarinstrumenten met een vierkante klankkast bedekt met katten- of hondenhuid, lange hals zonder frets, kam, 3 snaren, van zijde of nylon; bespeeld door te tokkelen; Japan.
Verwijst naar de derde en laatste fase van de Cochise cultuur, van circa 500 v. Chr. tot Het begin van onze jaartelling. Deze kenmerkt zich door de ontwikkeling van vijzels en stampers, die in de plaats kwamen van eerdere maalstenen, het vervaardigen van aardewerk, en door kenmerkende holwoningen, die bestonden uit met palen en aarde bedekte kuilen.
Verwijst naar de periode van de Tagar-fase waarin de koergans groter zijn: deze bevatten acht of tien lange stenen in de muren van het grafgedeelte en de zijkanten zijn tussen tweeënhalf en drie meter lang. De graftombes bestaan uit een grafkamer met een dak, geheel gemaakt van boomstammen. Deze collectieve graftomben die aan bepaalde geslachten toebehoren, bevatten lichamen van mannen en vrouwen en van alle leeftijden. Het aardewerk uit deze periode is gewoonlijk onversierd en de bronzen gebruiksvoorwerpen zijn vooral strijdbijlen zonder praktisch nut.
Hout van de boom behorende tot het genus Sassafras officinale, inheems in het oosten van de Verenigde Staten. Het hout wordt gebruikt voor meubels, hekwerken en kisten.
Boomsoort die inheems is in Taiwan en waarschijnlijk afstamt van een soort van het Chinese vasteland.
Sluizen bestaande uit een aan weerszijden door deuren afgesloten kolk of kamer, waardoor vaartuigen kunnen worden geschut, d.i. van het ene water in ander, dat een hogere of lagere stand heeft, kunnen worden overgebracht.
Scharnieren die een verplaatsbare pin hebben waardoor de twee delen van het scharnier van elkaar kunnen worden gescheiden.
Vlakke stalen messen bedoeld om houten oppervlakken na het schaven glad te maken, of om verf mee weg te schrapen.
Zeer brede, platte bijlen die een priem of een drevel aan de achterkant van de kop hebben die dienst kan doen om gaten voor spijkers te maken.
Musea die zijn gewijd aan de marine, oorlogsschepen of schepen in het algemeen; te onderscheiden van 'maritieme musea' die zijn gewijd aan de zee in het algemeen, navigatie of de scheepvaart.
Wordt alleen gebruikt met betrekking tot musea die zijn gewijd aan de marine, oorlogsschepen of schepen in het algemeen; te onderscheiden van 'maritieme musea' die zijn gewijd aan de zee in het algemeen.
Scherpe voorwerpen die met de hand worden bediend of die op elektriciteit werken en speciaal worden gebruikt voor het scheren van het gezicht en benen of het bijknippen van haar.
Standaarden of raamwerken die schuin staan en als onderstel of uitstalling van een schildersdoek, een schoolbord, een porseleinen bord of een ander voorwerp dienen.
Bedekkingen voor de voeten die soms tot boven de enkel lopen en over het algemeen van duurzaam materiaal zijn gemaakt. Wordt onderscheiden van `kousen en sokken' die primair beenbedekkingen zijn.
Iemand die beroepsmatig schoenen poetst.
Gebruik voor de steekwapens uit de Schotse Hooglanden met een dolkachtig uiterlijk. Gebruik ook voor de korte zwaarden of dolken door marine officieren in de 18e en 19e eeuw uitgevoerd. Ze hebben een snijdende kling met aan de achterkant een korte snede bij de punt. De greep is in het midden dikker dan aan de uiteinden en is voorzien van een schijfvormige gevestknop.
Geplooide overslagrokken tot op of net boven of onder de knie, meestal van Schotsgeruite wollen stof, halverwege de 18e eeuw ontwikkeld in de Schotse Hooglanden als een vereenvoudigde versie van de plaid. Later overgenomen door de Hooglandregimenten van het Britse leger als onderdeel van het uniform. Wordt in Schotland door mannen en jongens gedragen als deel van de nationale klederdracht. Wordt ook gebruikt voor geruite rokken gedragen door vrouwen en meisjes.
Deksels of doppen met schroefdraad die stevig vastgeschroefd kunnen worden op de schroefdraad die aan de bovenrand van de fles of pot zit.
Passers met een noniusschaalverdeling en een stelschroef of een schuivende maat voor zeer nauwkeurig meten.
Leden van de grootste boomeekhoornsoort die inheems is in het westen van Noord-Amerika. Ze zijn betrekkelijk schuw en zullen in het algemeen snel in een boom klimmen en een hees geblaf laten horen wanneer ze worden gestoord.
Vaten met een gekerfd of geribbeld oppervlak; bespeeld door daar overheen te raspen met een niet-klinkend voorwerp.
Chinese lange citers met een rechthoekig klankbodem met een gebold oppervlak en meestal 25 zijden snaren, elk door een beweegbare, driehoekige kam ondersteund. De kammen dienen ook als een fijnstemmechanisme, waarbij elke kam relatief tot de aangrenzende kammen wordt geplaatst, in een diagonale rij dwars over de klankbodem.
Koplampen waarin de reflector en lens hermetisch aan elkaar zijn verzegeld met het gloeidraad in een enkele eenheid.
Handgereedschap dat wordt gebruikt om bladmetaal te voegen of verbinden.
Bijeenkomsten onder leiding van een medium waarbij wordt geprobeerd te communiceren met de doden.
Dresproces waarbij een deklaag op de nerfzijde van leer wordt aangebracht alvorens deze te glaceren.
Beschrijft werk dat is vervaardigd door het gelijknamige Afrikaanse volk, dat in Kenia en Uganda leeft.
Verwijst naar de paleolithische periode in Egypte van circa 12.000 tot 10.000 v. Chr. De periode kenmerkt zich door vuurstenen werktuigen van het Levallois-type, die later overgingen in een microlithische vuursteenbewerkings-productie.
Wordt gebruikt voor wijzers of andere indicatoren die de seconden aangeven op klokken en horloges.
Aan de buitenkant gemonteerde klinken die worden bediend door middel van een verborgen knop of een ander instrument; ze worden meestal gebruikt om deuren van bankgebouwen te vergrendelen.
Verwijst naar schrijftafels, meestal met laden onder en een boekenkast boven, en vaak met een klep die als schrijfblad fungeert. De term verwees oorspronkelijk naar een kleine, draagbare schrijftafel, vaak voorzien van laden, die boven op een tafel was geplaatst of zelf op dunne poten stond. In het moderne taalgebruik worden deze kleine draagbare schrijftafels meestal aangeduid als 'escritoires', terwijl de term 'secretaires' verwijst naar grotere meubelstukken die bedoeld zijn om tegen een muur te worden geplaatst.
Franse bureaus met een verticaal uitklapblad waarachter laden en vakjes zitten. Ze hebben meestal een kastje aan de onderkant maar soms staan ze op hoge poten.
Commode-achtige bureaus die voor meerdere doeleinden geschikt zijn, met een reeks laden die mechanisch vanuit de achterkant omhoog konden worden gebracht.
Meubilair dat uit losse standaard-eenheden bestaat die afzonderlijk of in verschillende combinaties kunnen worden gebruikt.
Handelingen of ceremonies die het heilige karakter van een ding of plaats wegnemen.
Kleuren die ontstaan door vermenging van twee primaire kleuren, in het bijzonder oranje, groen en violet.
Het in veiligheid zijn, beschermd tegen gevaar.
Boekformaat dat ontstaat door een vel papier vier keer te vouwen. Er ontstaat dan een blad dat een zestiende van het formaat van het oorspronkelijke vel heeft, met 32 pagina's. De resulterende paginagrootte (zonder bijsnijden) wordt dan 165 x 241 mm. De term zelf wordt vaak gebruikt in verband met een papierformaat.
Vaak kalkhoudend, poreus gesteente gevormd als neerslag van bronnen of stromen.
Kleine Arabische kleedjes van ongeveer 90 bij 150 cm waarvan het patroon vaak een voorstelling van een mihrab bevat. Oorspronkelijke was het kleed bedoeld voor Islamitische gebed, maar andere motieven en inscripties duiden aan dat ze niet allemaal voor gebed waren bedoeld.
Te gebruiken om werken te beschrijven van de gelijknamige Afrikaanse etnische groep, die leeft in Ghana en het Ivoorkust.
Kleine piramide- of kegelvormige objecten van vuurvast materiaal die bij een bepaalde temperatuur smelten. Men gebruikt ze in ovens zonder automatische temperatuurregeling.
Wordt gebruikt voor wigvormige gedeelten met zitplaatsen in antieke theaters.
Een zwartfigurig bekertype dat in zoverre ongewoon is dat één grote afbeelding de binnenkant van de kom vult.
Bogen in de vorm van een segment van een cirkel kleiner dan de helft van die cirkel.
Bogen waarbij bakstenen of andere kleine gewelfstenen zijn geplaatst in afzonderlijke concentrische cirkels.
Koepels waarvan de straal groter is dan de hoogte.
Te gebruiken voor verschillende bewerkte dierenhuiden of -vellen, maar meestal duidt het een roggenvel aan. Ze zijn herkenbaar aan de ruwe, korrelige textuur aan de nerfzijde van het leer of een soortgelijk patroon en zijn vaak groen geverfd.
Constructies waaraan een aantal spoorwegseinen voor verscheidene sporen zijn opgehangen.
Torens vanwaar met seinen het (spoor)weg-, scheepvaartverkeer geregeld wordt.
Algemene term voor hoge constructies die open of dicht zijn en waarvandaan men signalen verstuurt, zoals telegrafische of elektronische signalen of handsignalen. Voorbeelden zijn de torens van de Chinese Muur en de seinpalen die men gebruikt om spoorwegseinen door te geven.
Kaarten waarop kenmerken van de aardkorst die met aardbevingen te maken hebben worden weergeven.
De planning en constructie van een structuur die gericht is op de mogelijkheid van de structuur om de bedoelde positie en oriëntatie te behouden tijdens aardbevingen.
De frequentie, intensiteit en verdeling van aardbevingen in een bepaald gebied.
Voegen die worden gebruikt om extreem lange gebouwen te scheiden in een serie van aangrenzende delen om beschadiging door aardbevingen te weerstaan.
Diverse instrumenten voor het meten en vastleggen van trillingen van de aarde.
Tak van de geofysica die zich bezighoudt met de studie naar aardbevingen en seismische golven.
Instrumenten voor het meten van de richting, intensiteit en duur van bewegingen van de aarde.
Verwijst naar rondreizende arbeiders die van plaats tot plaats trekken op zoek naar werk, met name werk in de landbouw.
De eigenschap of conditie om samen te gaan met bepaalde seizoenen van het jaar of daarmee te veranderen.
Te gebruiken voor woningen die alleen in het seizoen of slechts een paar maanden per jaar worden bewoond, bijvoorbeeld door semi-nomaden, toeristen of seizoenarbeiders.
Ratels bestaande uit een kalebas met eromheen een net waarin kaurischelpjes zitten; bespeeld door er ronddraaiende handbewegingen mee te maken; Yoruba, Nigeria.
Discriminerende houdingen en praktijken tegen een geslacht.
Te gebruiken voor de algemene indeling van maatschappelijke kwesties die gevoeld worden alsof ze samenlevingen direct aangaan of sterk beïnvloeden; definieert de rollenpatronen en de maatschappelijke relaties tussen mannen en vrouwen.
Te gebruiken voor delen van Islamitische huizen die zijn gereserveerd voor mannen, in sommige landen ook de openbare delen van huizen. Voor de vrouwenverblijven in Islamitische huizen, gebruik 'harem'.
Vaasachtige houders, normaal gesproken vervaardigd van glas, die worden gebruikt op de eettafel voor het serveren van stengels bleekselderie. Voor relatief lage en smalle schalen voor het serveren van bleekselderie wordt 'selderieschalen' gebruikt. Voor soortgelijke vaasachtige houders die ook worden gebruikt op de eettafel maar die vaak een geschubde rand hebben en bedoeld zijn voor lepels wordt de term 'lepelvaasjes' gebruikt. Voor vaasachtige houders die vaak vervaardigd zijn van glas maar soms van hout of been en die bedoeld zijn om spaanders, stukjes hout of gedraaid papier te bevatten om een vuur aan te maken, gebruik 'spaanderhouders'.
Relatief lange en smalle schalen met lage verticale kanten, bedoeld om selderiestengels in te serveren. Gebruik 'selderieglazen' voor vaatwerk dat wordt gebruikt om selderie rechtop in te serveren.
Beschrijft werken die zijn vervaardigd door het gelijknamige Afrikaanse volk, dat in Angola leeft en een subgroep van de Ovimbundu vormt.
Rapid prototyping-proces waarbij laagjes kunststof, metaal of keramiekpoeder met een kooldioxidelaser worden versmolten of versinterd.
Een niet-metalliek element met het symbool Se en het atoomnummer 34, dat hoofdzakelijk wordt verkregen als bijproduct bij het zuiveren van koper.
Een variant van gips die voorkomt als doorzichtige kristallen of in kristallijne massa's.
Verwijst naar de periode vanaf de stichting van het Seleucidische rijk door Seleuckos I Nikator in 311 v. Chr. tot aan de nederlaag tegen de Romeinen in 64 v. Chr., tijdens welke de Seleucidische dynastie over een groot deel van het Nabije Oosten heerste.De kunst uit deze periode toont de etnische en regionale diversiteit van het rijk, die tot uiting komen in een mengeling van de voornaamste Hellenistische en traditionele Mesopotamische cultuureigenschappen.
Omslagen, zoals van pamfletten, van hetzelfde papier als de binnenbladen.
Sociale woningbouwcomplexen, gebouwd of gerenoveerd door groepen zonder winstbejag of door afzonderlijke families, waarvan de arbeid wordt meegeteld als een deel van het actief vermogen van de huiseigenaar.
Verwijst naar de stijl en periode die samenvielen met de heerschappij van Selim I, 'de grimmige', van 1512 tot 1520. Hij breidde het Osmaanse rijk uit in Syrië en Egypte, waardoor er tijdens deze periode weinig werd gebouwd.
Verwijst naar de kunst en architectuur in de periode van de heerschappij van Selim II. Sinan bouwde tussen 1570 en 1574 voor hem de Selimiye-moskee.
Verwijst naar de stijl van architectuur die samenviel met de heerschappij van Selim III, van 1789 tot 1807. Deze periode werd gekenmerkt door een mengeling van islamitische en rococostijlen. De salon van Selim II in Topkapi was voorzien van rijkelijk verguld hout, tegelpanelen en spiegels.
Oud-Romeinse opklapbare krukken die door senatoren en magistraten werden gebruikt.
Ladenkasten met zeven laden waarin kleding voor de hele week zit. Dit type werd oorspronkelijk in de 18e eeuw in Frankrijk gemaakt.
Zij die zijn opgeleid of werken in de studie van de betekenissen in de taal en van veranderingen in die betekenissen.
Vellen of huiden die eerst plantaardig worden gelooid en vervolgens opnieuw worden gelooid met aluminiumzouten.
Te gebruiken om vuurwapens te beschrijven waarbij de patroonhuls van een afgevuurd schot wordt verwijderd en uitgeworpen en een nieuwe geladen, maar waarbij de trekker voor ieder schot moet worden overgehaald. Gebruik 'automatisch' voor vuurwapens die zonder onderbreking blijven schieten zolang de trekker ingedrukt blijft en er genoeg munitie is.
Te gebruiken voor schepen die bedoeld zijn om bijna geheel, doch niet helemaal, onder water te opereren. De diepgang van de boot kan worden veranderd door middel van het vol of leeg laten lopen van stabiliseringstanks.
Vlakke figuren die bestaan uit de helft van een ellips die is doorgesneden door een van zijn diameters.
Combinatie gelooid leer dat eerst op een plantaardige manier is gelooid en daarna is chroomgelooid.
In het algemeen te gebruiken voor conferenties of instructiecursussen voor specialisten. In een academische context te gebruiken voor bijeenkomsten van kleine groepen gevorderde studenten die een onderwerp grondig bestuderen onder begeleiding van een professor, waarbij elke student eigen onderzoek doet en de resultaten onderling uitgewisseld worden.
Scholen die onderwijs bieden in theologie en religieuze geschiedenis, met als belangrijkste, maar niet als enige doelstelling het voorbereiden van de studenten op werk als priester, predikant of kerkmedewerker; worden meestal gesteund en beheerd door een kerk of een andere religieuze organisatie. Gebruik 'rabbijnenscholen' voor scholen die zijn gewijd aan het opleiden van rabbi's.
Onderwijsinstellingen die onderwijs bieden in theologie en religieuze geschiedenis, met als belangrijkste, maar niet als enige, doelstelling het voorbereiden van de studenten op werk als priester, predikant of kerkmedewerker; worden meestal gesteund of beheerd door een kerk of een andere religieuze organisatie. Gebruik 'rabbijnenscholen' voor scholen die zijn gewijd aan het opleiden van rabbi's.
Wordt gebruikt voor Romeinse bronzen munten met een waarde van een halve as, aanvankelijk gegoten en later geslagen munten van de Republiek tot aan de 2e eeuw n.C. Daarna gebruikt voor gouden munten met een waarde van een halve solidus, uitgegeven in het Oosterse Rijk van de 4e tot en met de 8e eeuw n.C.
Te gebruiken voor in China en Japan ontwikkelde leporelloboeken, waarbij het boekblok bestaat uit losse gevouwen vellen, die zo zijn samengebracht dat de vouwen zich aan de achterzijde bevinden terwijl aan de snijzijde de rand van één blad van elk gevouwen vel is vastgelijmd aan de rand van het aangrenzende blad. Het boekblok is bedekt met één enkel vel dat is bevestigd aan het eerste en laatste blad maar niet aan de rug.
Te gebruiken om werken te beschrijven van de gelijknamige Afrikaanse etnische groep die leeft in Mozambique en Malawi.
Te gebruiken voor besturen die bestaan uit burgers die de meeste medezeggenschap hebben in een bestuur zoals in het oude Rome en andere oude staten, de vrije steden van Europa in de Middeleeuwen en delen van de wetgevende macht van bijvoorbeeld de Verenigde Staten, Frankrijk en Italië.
Leden van een wetgevend overheidsorgaan dat senaat wordt genoemd, in het oude Rome en andere staten in de oudheid, in sommige steden in Europa van de middeleeuwen tot de moderne tijd en in sommige huidige staten zoals de Verenigde Staten, Canada, Frankrijk en Italië.
Een fijnkorrelige, rode, roodachtig-bruine en grijze zandsteen uit Seneca Creek, Maryland. Dit materiaal bevat ruw- tot fijnkorrelig hoekig kwarts, en enkele fragmenten van veldspaat en mica. Deze zandsteen is tamelijk eenvoudig te bewerken, maar wordt donker en hard als hij wordt blootgesteld aan lucht, waardoor het een van de meest duurzame bouwstenen is. Seneca-zandsteen was zeer populair in Washington D.C. tijdens het 'tijdperk van de bruinrode zandsteen' van circa 1840 tot 1880; het oorspronkelijke gebouw van de Smithsonian Institution is bijvoorbeeld gemaakt van Seneca-zandsteen.
Verwijst naar de Japanse periode die begint bij de Onin oorlog (1467-1477) en eindigt met de inname van Kyoto in 1568. Sommige onderzoekers echter, laten de periode in de vroege jaren negentig van de 15de eeuw beginnen. In deze periode kwamen vestingsteden tot ontwikkeling die als commerciële en politieke centra fungeerden, en werden theeceremonies, de haiku, klassieke Chinese inkttekeningen en het pottenbakken populair.
Onafhankelijke woongemeenschappen voor gepensioneerde mensen die voorzien in het grootste deel van de dagelijkse behoeften van de bewoners.
Vormen van huisvesting die zijn ontworpen of voornamelijk worden gebruikt door mensen ouder dan 55 jaar.
Wordt gebruikt voor alle processen waarbij gevoeligheid wordt gemeten.
Verwijst naar de stijlen en cultuur van een groep nauw verwante volkeren uit het noorden van Ivoorkust en het zuidoosten van Mali.
Oorspronkelijk niet-religieuze vouwschermen die in de late Heian-periode werden geschilderd en later werden gebruikt in boeddhistische inwijdingsrituelen.
Inkt die door kunstenaars wordt gebruikt, gemaakt van het bruine pigment dat wordt gewonnen uit de inkt van inktvissen, een weekdier dat is gerelateerd aan de octopus en de pijlinktvis. De inktvis gebruikt de natuurlijke inkt om zich te verdedigen. Om de inkt voor kunstenaars te maken wordt de inktzak uit het dier verwijderd, gedroogd en vervolgens opgelost in verdunde alkali en verder verwerkt. Het resulterende pigment is chemisch inactief en vrij permanent. Het wordt voornamelijk gebruikt als tekeninkt en om dunne lagen aan te brengen. Sepia-inkt wordt zeker al sinds de Romeinse tijd gebruikt. Vanaf de Renaissance was het vooral erg populair als tekenmateriaal. In de late 18de en 19de eeuw verving het bister als middel om gewassen tekeningen te maken.
Koele bruine kleur met boventonen van violet of olijfkleur, variërend van licht tot middelmatig. Verwees oorspronkelijk naar de kleur van sepia-inkt, die van inktvissen afkomstig is en bij pentekeningen wordt gebruikt.
Variant van het platinadrukprocédé waarbij kwiknitraat wordt toegevoegd, zodat sepiatonen op de afdruk ontstaan.
Wordt gebruikt voor bruinlijnfilm-afdrukken op doorzichtig papier, meestal als halffabrikaat waarvan meer afdrukken kunnen worden gemaakt en die meestal door middel van een diazoprocédé zijn gemaakt. Te onderscheiden van 'bruindrukken' die bestaan uit een witte afbeelding op een bruine achtergrond.
Beschrijft de diverse soorten kunstwerken van de oorspronkelijke bevolking van Nieuw-Guinea die in Sepik leeft. Bij de vervaardiging van Sepik-kunstwerken wordt een breed scala aan materialen, technieken en vormen toegepast, vaak gecombineerd tot één gebeurtenis. De oorspronkelijke bevolking van Sepik hanteert diverse architecturale stijlen. De meest opvallende structuren zijn de mannenhuizen, met hun beeldgesneden structuurelementen, ornamenten en meubilair.
Orde van in zee levende koppotige weekdieren met acht armen met zuignappen en twee tentakels. Ze zijn nauw verwant met de sepia's, maar verschillen doordat ze een rondere mantel hebben en een inwendige schelp ontbreekt. In sommige classificaties worden ze beschouwd als familie van Sepiida.
Een stof met een witte tot lichtgrijze of lichtgele kleur, zeer licht in gewicht, absorberend en compact; wordt gevonden in Klein-Azië en gebruikt voor het maken van tabakspijpen en decoratieve beeldhouwwerken.
Grote, meestal bolvormige concreties, meestal bestaand uit onzuiver kalksteen of ijzerzandsteen, met veelvlakkige blokken die intern worden verbonden door kristallijnige mineralen.
Waterdichte reservoirs of tanks waarin afvalwater wordt opgevangen, en waarin door middel van sedimentatie en bacteriële werking een proces van klaring en gedeeltelijke zuivering plaatsvindt.
Wordt gebruikt voor holtes in altaren of altaarstukken waar relikwieën in bewaard worden.
Wordt gebruikt voor verzamelingen voorwerpen, beelden of informatie-elementen die in een bepaalde volgorde zijn geplaatst. Gebruik 'momentopnamen' of 'ciné-afdrukken' voor foto's die op chronologische volgorde zijn genomen om beweging of verandering vast te leggen.
Hout van elke boomsoort van het genus Sequoia of aanverwante genera.
Genus van coniferen uit de cipresfamilie, bestaande uit één levende soort, Sequoia sempervirens. De reuzensequoia werd voorheen ook tot dit genus gerekend. De sequoia komt voor in de mistgordel van de kustgebieden in het zuiden van de provincie Monterey in Californië tot aan het zuiden van Oregon, en op de verspreid liggende boomgroepen op de westelijke hellingen van de Sierra Nevada, van de county's Placer tot Tulare in Californië. Zeer oude fossiele resten van de sequoia uit de Juraperiode (circa 200 tot 145,5 miljoen jaar geleden) komen wijd verspreid voor op het noordelijk halfrond. De moerascipres en watercipres zijn nauw verwant met de sequoia. De naam van het genus verwijst naar de beroemde Cherokee-indiaan Sequoyah (of Sequoya).
Genus met één soort reuzensequoia.
Op de vloer staande rietorgels; Engeland, 1830.
Beschrijft werken die zijn vervaardigd door het gelijknamige Afrikaanse volk, dat in de Centraal Afrikaanse Republiek, Sudan en de Democratische Republiek Congo leeft.
Wordt gebruikt voor samenhangende en achtereenvolgend uitgegeven publicaties, vooral wanneer die een eigen titel dragen, maar ook een gezamenlijke; wordt in de beeldende kunst gebruikt voor verzamelingen van werken van één kunstenaar, die een specifieke en gerichte samenhang vertonen.
Te gebruiken voor kunstwerken die in series zijn gemaakt. Een populaire genre sinds de tweede helft van de 19e eeuw, vooral in minimale kunst van de jaren zestig van de 20e eeuw.
Structurerend grondbeginsel voor muziekcomposities dat sinds het begin van de 20ste eeuw wordt toegepast en waarbij een reeks of groep elementen herhaaldelijk wordt gebruikt.
Architectonisch motief, kenmerkend voor de Renaissance en latere stijlen die de klassieke stijl imiteerden, bestaande uit een grote centrale opening onder een halfronde boog, geflankeerd door twee kleinere, rechthoekige openingen. Weergegeven in ���Architettura' (1537) van Serlio en beschouwd als een kenmerkend element van de Palladiaanse architectuur.
Blaasinstrumenten, bestaande uit een kronkelende houten buis van ca.. 2 m. lang, met conische boring, kromme aanblaasbuis en cupmondstuk, lage stemming, geluid geproduceerd met lipspanning; Europa.
Serpenten, koper met houten klankbeker, 2 scherpe U-vormige krommingen, 6 vingergaten, 3 of 4 kleppen, kromme aanblaasbuis met mondstuk, rechtopstaand; Parijs, rond 1833.
Serpenten in militaire kapellen, rechtopstaand, 19de eeuw.
Groen metamorf gesteente dat bijna volledig bestaat uit mineralen uit de serpentijngroep (in wezen verschillende soorten waterhoudend magnesiumsilicaat); gewoonlijk zijn ook andere bestanddelen aanwezig, zoals te zien is aan aders en vlekken in verschillende kleuren. De typische groene kleur en het spikkelige aanzien verklaren de naam, die is afgeleid van het Latijnse 'serpentinus', hetgeen 'gelijkend op een slang' betekent. Door de kleur en polijstbaarheid is serpentijn in de loop van de tijd in veel culturen populair geweest als versiering.
Kanonnen die werden gebruikt van de 15e tot de 17e eeuw, vervaardigd in verschillende grootten en kalibers maar meestal lang in verhouding tot hun kaliber en langer en lichter dan steengeschut.
De S- of Z-vormige bewegende haken in lontsloten die de lont vasthouden en laten zakken in de ontstekingslading.
Een veelvoorkomend steenvormend mineraal met een vettige of zijdeachtige glans, die ietwat zeepachtig aanvoelt en een ruwe, conchoïdale breuk vertoont.
Kassen of beglaasde kamers aangebouwd aan woningen, qom van de zon te genieten, maar ook als kas om planten te houden.
Meubelstukken met vakjes of laadjes waarin paperassen worden gelegd. Ze kunnen op een speciaal gemaakt kastje aan één kant van het bureau staan of bovenop het bureaublad zelf worden geplaatst.
Bouwconstructies bekleed met glas, die worden gebruikt voor het kweken en beschermen van planten buiten het seizoen.
Dienbladen met aan elke kant pootjes of steunen, om ze over de schoot van iemand die in bed zit te plaatsen.
Dozen met deksel, met name bedoeld om sardientjes uit te serveren; vaak van zilver of verzilverd met glazen inzetstukken, van glas met zilveren of verzilverde deksels of frames, of van keramiek.
Gebruiksvoorwerpen in een veelheid van verschijningsvormen, uitgezonderd messen, vorken, lepels, tangen en scheppen; in het bijzonder platte schalen voor het opdienen van vast voedsel.
Lepels die voornamelijk worden gebruikt om voedsel uit een schaal, van een bord of iets dergelijks op te dienen. Gaan soms samen met een serveervork.
Keukengerei met een spatelvormig blad zonder snijkant dat wordt gebruikt voor het opdienen van vlees van een bord.
Benaming die door Sheraton wordt gebruikt voor standaarden met drie verdiepeingen, die zijn bestemd om, in de eetkamer, de schone en gebruikte borden en glazen op te zetten.
Grote vorken die voornamelijk zijn bedoeld voor het opdienen van voedsel van dienbladen, schalen of soortgelijke voorwerpen. Gaan soms samen met een opscheplepel.
Programma dat de toegang tot gedeelde bestanden binnen een netwerk beheert. Wordt ook vaak gebruikt om te verwijzen naar de apparatuur waarop deze bestanden zijn opgeslagen.
Ringen of banden waardoor een gevouwen servet wordt gestoken, vaak als onderdeel van een couvert.
Personen in dienst van eigenaars van eet- en drinkgelegenheden, hotelhouders, cateraars en soortgelijke etablissementen voor de bediening van klanten aan tafels.
Groepen van bij elkaar passende stellen tafelgerei om een maaltijd te serveren voor een aantal aanzittenden.
Verwijst naar de cultuur van de hedendaagse republiek Servië, of in het algemeen naar de culturen die zich vestigden in het gebied ten zuiden van de Donau op het Balkan-schiereiland. De term kan in breder verband ook verwijzen naar de historische of hedendaagse cultuur van de Servisch-sprekende bevolking in het voormalige Joegoslavië.
Franse benaming uit de 18e eeuw voor kleine, gelaagde tafeltjes, meestal met drie poten en beweegbare steuntjes voor kaarsen. Ze werden meestal gebruikt door vrouwen om aan te werken of te lezen.
Een meestal niet winstgevend belang, bepaald via een akte of testament, van een persoon in land dat eigendom is van een ander, en waarmee die persoon aanspraak kan maken op een bepaald, beperkt gebruik ervan.
Snaarinstrumenten met een klankbodem van palmblad, de snaren zijn van koper en in paren rond de buisvormige snarenhouder van bamboe of hout gespannen, ook uit de bamboe snarenhouder zelf gesneden en omhoog gehaald; Timor. Gebruik: 'valika's' voor de gelijksoortige snaarinstrumenten uit Madagaskar.
Verwijst naar de midden-neolithische stijl en cultuur die voortkwam uit de Proto-Sesklocultuur en die werd aangetroffen van het westen van Macedonië tot aan het zuiden van Phthiotis. De stijl is genoemd naar de archeologische vindplaats in Magnesië, en verschilt van de voorgaande cultuur door een grotere uniformiteit, eenvormiger, rijkdom en complexiteit. De stijl kenmerkt zich door gedetailleerd rood op wit gedecoreerd aardewerk, vaak met zigzag- of vlammotief, monochroom rood geëngobeerd aardewerk, en opvallende architectuurkenmerken, waaronder rechthoekige ontwerpen, geteerde daken, en inpandige steunberen.
Een type kantharoi met handvatten en een kom grotendeels zoals in type B, alsmede een kleine torusvoet zonder steel, waarvan de kom meestal is versierd met patronen in plaats van figuren. De naam komt van de botanische term 'sessiel' die ‘ongesteeld, direct op de basis’ betekent.
Oude Romeinse zilveren of koperen munten die oorspronkelijk een waarde hadden van tweeënhalve as of een kwart denarius; later werden dat vier assen. Ze werden uitgegeven vanaf eind 3e eeuw v.C. tot de tweede helft van de 3e eeuw n.C..
Gedichten met zes stanza's die elk uit zes regels bestaan. De laatste woorden van de vijfde stanza herhaalt men in een andere volgorde in de overige vijf stanza's.
Snaarinstrumenten met een peervormige klankkast en lange hals met beweegbare frets, 3 metalen snaren, sinds ca. 1850 ook 4 snaren; Iran, 15de eeuw of eerder.
Deze kunstvorm heeft momenteel nog geen definitie beschikbaar.
Verwijst in algemene zin naar de stijl van geglazuurd keramiek die vanaf de 12de tot het einde van de 15de eeuw werd geproduceerd. In de vroege fase werden producten vervaardigd als flessen met asglazuur, kommen, borden en potten met vier kleine handvatten, vergelijkbaar met de producten uit Sanage. In de 13de en 14de eeuw ging men nieuwe industriële ovens bouwen waarmee nieuwe vormen, patronen, aardewerk met ijzerglazuur en gereedschappen voor boeddhistische rituelen konden worden vervaardigd. Het in de 15de en 16de eeuw geproduceerde Seto-aardewerk was voornamelijk bestemd voor huishoudelijk gebruik, meestal theeceremonieën.
Snaarinstrumenten bestaande uit een dikke rechte stok met dunne buigzame uiteinden, ingekerfd aan de punten, waaraan een metalen snaar is bevestigd. Deze wordt door een lus van darm verdeeld in 2 ongelijke delen die een kwart uit elkaar liggende grondtonen geven; bespeeld door te verkorten en te tokkelen; Zuid-Sotho, Zuidelijk-Afrika.
Een klein, rechthoekige blok, meestal van graniet, dat wordt gebruikt voor het plaveien van straten en wandelwegen.
Zittekisten die in bedden kunnen worden veranderd.
Zittekisten met een scharnierende rugleuning die omlaag kan worden gebracht tot op de armleuningen zodat er een tafel ontstaat.
Wordt gebruikt voor gebouwen die een verscheidenheid aan individuele, gezins-, sociale, educatieve en recreatieve voorzieningen huisvesten voor nieuwe immigranten of bewoners van achtergestelde buurten m.n. van grote steden; vooral voorkomend in Engeland en de Verenigde Staten sinds het einde van de 19 eeuw.
Verwijst naar de stijl en periode in de kunst, voornamelijk in de beeldhouwkunst en architectuur, die samenviel met de heerschappij van Septimus Severus (193 tot 211) en zijn opvolgers, tot in het midden van de 3de eeuw. In de beeldhouwkunst geeft de stijl blijk van veranderingen in de mode, zoals kortgeknipte baarden en pijpenkrullen. Er werd ook uitgebreid gebouwd tijdens deze periode, zoals de thermen van Caracalla.
Boten die bijeen zijn gestikt of gepind met houten pennen, waardoor de boorden strak samengetrokken worden door gesjorde of gebreeuwde vezels. Eventuele zeilen waren gemaakt van ruw matwerk. Tot de #sewn boats behoren ook met huiden of bast bedekte kano’s.
Astronomische instrumenten waarmee hoekafstanden worden gemeten, vooral de horizonshoogte van hemellichamen, om de lengte- en breedtegraad vast te stellen van schepen op zee.
Boekformaat met 6 vellen of 12 pagina's.
Een Perzische tapijt van ongeveer 210 bij 150 cm.
Beschrijft het werk van een groep Duitse en Oostenrijkse kunstenaars die zich verzetten tegen het Salonsysteem. Zij organiseerden aan het eind van de 19de eeuw tentoonstellingen onafhankelijk van de Salon. De wens kunst te exposeren en zorgen over de kunstmarkt vormden de basis van de beweging. De betrokken kunstenaars hadden niet één gemeenschappelijke stijl , maar hun werk neigt naar het lyrische, richt zich op de natuur en vermijdt moderne thema’s.
Tekeningen of schetsen van de natuur, een techniek die bij de ontwikkeling van 'yamato-e'-technieken van pas kwam door de realistische bestudering van de natuur. De term wordt ook gebruikt om te verwijzen naar de tekeningen of schetsen die het resultaat zijn van deze activiteit.
Verzameling grote rechtopstaande stenen geplaatst in de vorm van een schip. Vooral aangelegd in het stenen tijdperk en de tijd van de Vikingen. Stenen schepen vindt men in heel Scandinavië. Soms bevatten ze een of meer graven. Men denkt dat ze grafmonumenten zijn, misschien voor mensen die op zee waren verdwenen. Ook is gesuggereerd dat de oriëntatie van de stenen moest overeenstemmen met de opkomende en ondergaande zon op de dag van de zonnewende.
Huizen waarin alle kamers op één lijn liggen met elkaar, meestal van voren naar achteren, veelvoorkomend in de 19e eeuw in steden in het zuiden van de Verenigde Staten; ook smalle woningen van één kamer breed met een gevel.
Tak van de tuinbouw die zich bezighoudt met het kweken van sierbomen en -struiken, bloemen en andere planten, vooral om het landschap aantrekkelijker te maken en niet met het oog op het verbouwen van groente enz.
Kleine kussens die voornamelijk ter versiering op een stoel, bank of ander soort meubel liggen.
Een object, persoon of structuur afgebeeld op een zodanige manier dat de meest belangrijke aspecten er van in één oogopslag worden gezien, zonder rekening met perspectief of een enkelvoudig gezichtspunt te houden.
Wordt gebruikt voor woningen van boomstammen die bestaan uit een enkele kamer of een enkel hok.
Huizen met één rij kamers in het grondplan, waarbij de kamers gewoonlijk alleen toegankelijk zijn vanuit andere kamers en niet vanuit een gang. Dit soort huizen heeft één of twee verdiepingen.
Wordt gebruikt voor nieuwbouwprojecten waarbij particulieren, families of coöperaties worden voorzien van eigendomsrecht en verbeterde grond waarop gebouwen, meestal huizen, kunnen worden gebouwd.
Wordt gebruikt voor tekeningen ontworpen om details op andere tekeningen te kunnen vinden.
Te gebruiken voor snelle, middelgrote oorlogsschepen die zijn ontworpen om voor een vloot te verkennen en om deze te beschermen. Ze kunnen onafhankelijk van de vloot rondvaren op zoek naar vijandelijke vaartuigen.
Geweven stof met verplaatste kettingdraden die zijn vastgezet met de inslag, wat meestal resulteert in een zeer open weefsel; wordt vooral gebruikt voor glasgordijnen en kledingaccessoires. Gebruik `gaas' voor weefsels in effenbinding met een open structuur, zoals b.v. toegepast als verbandmiddelen.
Het aaneenvoegen van twee stukken heet metaal door ze op een aambeeld aan elkaar te slaan.
Het lassen van gesmolten metalen zonder gebruik te maken van mechanische druk of pletting.
Gereedschap met een veer, dat wordt gebruikt in plaats van een ponteerstaaf om een glazen voorwerp vast te houden tijdens het afwerken.
Wordt gebruikt voor woningen die in het bezit zijn van en worden beheerd door sociëteiten voor vrouwen ten behoeve van de leden; ze zijn niet algemeen toegankelijk. Meestal deel van een school of universiteit.
Een type kantharoi dat een variant is van type D en is genoemd naar de pottenbakker Sotades.
Exemplaren van toneelstukken die door een souffleur worden gebruikt, waarin de handeling, de cues, de bewegingen van de acteurs, de rekwisieten, de kostuums, de decors en het belichtingsschema staan aangegeven.
Gouden of zilveren munten, onregelmatig van vorm en van ongelijke kwaliteit, die tussen de 16e en de 18e eeuw in verscheidene delen van het Spaanse Rijk werden gebruikt.
Verwijst naar de stijl en periode die loopt van de vroege 16de tot de vroege 19de eeuw in de door de Spanjaarden gekoloniseerde gebieden, in het bijzonder op de beide Amerikaanse continenten. De stijl is vooral zichtbaar in de schilderkunst, beeldhouwkunst en in kerkelijke en militaire architectuur. De stijl toont de smaak van de aristocratische grootgrondbezitters en van de kerk en imiteert in feite de gangbare stijlen uit Spanje, de Nederlanden, Italië en Frankrijk. Soms zijn er in beperkte mate invloeden uit lokale tradities en ontwerpen gebruikt.
Voeten waarvan de krul naar onderen draait, in de richting van de achterkant. Vooral populair in de tweede helft van de 17e eeuw.
In beginsel geen winst nastrevende instellingen waar men opgespaard geld tegen rentevergoeding in bewaring kan geven.
Kleine kussentjes waarin spelden worden vastgeprikt als ze niet worden gebruikt.
Wordt gebruikt voor oude Egyptische tempels, heiligdommen of graftombes die zijn uitgehakt in rotswanden.
Stokwapens met een scherpe punt en zonder extra bladen of punten; om mee te gooien of te stoten of beide, gebruikt bij zowel het oorlogvoeren als bij de jacht.
Wordt gebruikt voor spitsbogen waarvan de krommingen beginnen in centra ver onder de aanzetlijn.
Torens die zijn afgewerkt met spitsen. Verwijst naar de volledige constructie van de toren, de spits en de lantaarn, wanneer deze aanwezig is.
Beitels die worden gebruikt om oude, rieten stroken van meubilair te verwijderen.
Te gebruiken voor het proces waarbij iets wordt verdeeld in twee gelijke of vrijwel gelijke delen.
Het procédé waarbij kleur of glazuur wordt aangebracht met een spons om een vlekkerig effect te verkrijgen; dit kan willekeurig of in een patroon worden toegepast.
Het analyseren van een voorwerp om er achter te komen welke spoorelementen erin aanwezig zijn, en in welke verhoudingen; dergelijk onderzoek wordt vooral uitgevoerd om vast te stellen waar de ruwe materialen waarvan het voorwerp is gemaakt, vandaan komen.
Te gebruiken voor planerende speedboten, vaak met accommodatie, die uit de kust kunnen varen en speciaal zijn uitgerust voor het sportvissen met een hengel met molen.
Te gebruiken voor vaartuigen die worden gebruikt voor recreatief vissen; gebruik de aanduidingen onder 'vaartuigen voor jacht en commerciële visvangst' voor schepen die voor deze activiteiten gebruikt worden.
Flessen waarbij in de hals een vernauwing is aangebracht die lijkt op een sluitring. Deze vernauwing beperkt de uitstroom van de inhoud tot druppels voor het schenken van producten die spaarzaam moeten worden toegediend. De zorg die aan de versiering van sprenkelflessen is besteed wekt de indruk dat de inhoud bestond uit luxeartikelen zoals dure parfums. Ze werden gemaakt en op grote schaal gebruikt in de midden- en laat-Romeinse keizertijd, vooral in Syrië, oostelijk Palestina en Mesopotamië. De vroegste bewaard gebleven sprenkelflessen zijn die uit Dura Europos in het noorden van Syrië, daterend van voor 256. De meest voorkomende decoratiepatronen zijn ribben met arcering en een honingraatpatroon. Vele zijn iriserend. Sprenkelflessen werden vrijwel zonder uitzondering geblazen in een mal, in twee delen die werden samengevoegd bij de hals.
Bouwconstructies, al of niet kunstmatig, bestaande uit sterk hellende, met sneeuw bedekte banen waarvan de skiërs als het ware gelanceerd worden.
Flessen die water onder druk bevatten, dat door een gebogen buisje in de hals naar buiten wordt gedreven door de druk van gas als een ventiel in de buis wordt geopend.
Kruisen in de vorm van de letter X.
Methode voor het verwijderen van wandschilderingen, waarbij zowel het arricciato als de dragende laag van de muur wordt verwijderd.
Het uitsnijden van gewenste vormen uit een materiaal, bijvoorbeeld een metaal. Die vormen worden gebruikt bij het modelleren of bij andere productiehandelingen.
Meetinstrumenten met twee beweegbare armen met een scharnier of een draaipunt; lijken op tekenpassers maar met twee metalen punten die bijvoorbeeld worden gebruikt om lijnen te verdelen, maten over te zetten of om cirkels of bogen uit te zetten.
Met inkt doordrenkte kussens om een stempel van inkt te voorzien.
Gestileerde kruisen met relatief korte armen die allemaal uitmonden in een punt, wat resulteert in een vorm die lijkt op een ster met vier armen.
Imitatie-marmerpapier, gemaakt door met een kwast diverse kleurvlekjes op papier aan te brengen. Vaak gebruikt als bekleding van dozen.
Gesatineerd papier met een patroon of textuur die ontstaat door objecten in een vochtige, vaak gekleurde pasta of stijfselpap die over het papier is uitgesmeerd te drukken te of schuiven. Regelmatig gebruikt als decoratieve schutbladen of omslagpapier.
Gestoffeerde of met snijwerk versierde zittingen die een eigen geraamte hebben en die losjes in het geraamte van de stoel passen.
Kruisen met een X of meerdere gekruiste lijnen die zijn geplaatst op het punt waar de twee armen van het kruis elkaar snijden, als symbool van lichtstralen of een ster.
Italiaanse culturele stroming uit de jaren 20 tot 40 van de 20ste eeuw, die modernistische tendensen in de kunst en literatuur verwierp. De vertegenwoordigers van de Strapaese-beweging verheerlijkten het landleven en lieten zich inspireren door de Italiaanse geschiedenis. De stroming werd geassocieerd met zowel het nationalisme als het fascisme.
Wordt algemeen gebruikt voor slagwapens die bestaan uit een staf van hout, metaal of ander hard zwaar materiaal, vaak met een kop van steen of metaal, die met de hand worden gezwaaid als slagwapens.
Een gelegenheid waar amusement in de vorm van stripteases wordt aangeboden.
Stellen bestaande uit drie of meerdere strooibussen, over het algemeen samen met een metalen frame of houder.
Rekken om stropdassen aan te hangen.
Verwijst naar montagetekeningen waarin slechts een deel van de uitrusting of het ontwerp is weergeven. Doorgaans geven ze de correcte werking van de diverse componenten aan.
Wordt gebruikt voor bijgebouwen voor de landbouw waar suiker wordt gezuiverd (geraffineerd). Geen Nederlands equivalent. Zie 'suikerfabrieken'.
Verwijst naar de vroegste fase van de Cochise-cultuur, van circa 7.000 tot circa 4.000 v. Chr. Deze cultuur kenmerkt zich door de vervaardiging van verschillende schrabbers en maalstenen om wilde zaden te malen.
Toezicht houden op de activiteiten binnen een organisatie; ook het toezicht houden van de eigenlijke kunstenaar op de productie van bijvoorbeeld fotografische afdrukken. Gebruik 'bestuur' voor het beheren van zakelijke aangelegenheden en de menselijke en materiële hulpbronnen van een organisatie of een onderneming, vooral met betrekking op het formuleren van beleid.
Een schelpmarmer uit het Engelse Sussex. De hoofdkleur is grijs met enkele groene of blauwe plekjes. De oude plaatselijke naam 'winklestone' verwijst naar de grote hoeveelheid kleine slakkenhuizen (‘winkles’) in het marmer. Het werd in de middeleeuwen gebruikt om kerken te verfraaien en bleef nog eeuwenlang populair.
Korte uiteenzettingen of schetsen over een onderwerp.
Het vormen van een geheel uit verschillende delen, met name het vormen van een samengesteld materiaal door de combinatie van elementen of onderdelen, van de productie van wit of ander samengesteld licht door de combinatie van de samenstellende kleuren, of van de productie van een complex muzikaal geluid door de combinatie van eenvoudige tonen. In de filosofie is dit in het denken overgaan van oorzaken naar gevolgen, of van wetten of uitgangspunten naar de consequenties.
B Verwijst naar de stijl van de artistieke voortbrengselen van de archipel der Cycladen tussen circa 2700 en 2300 v. Chr. Tot de kunstwerken behoren marmeren vaatwerk, marmeren beeldjes met gevouwen arm, en aardewerk met geschilderde en gestempelde versieringen en in nieuwe vormen zoals de braadpan.
Cilinder- of spoelvormige ringen met doorboorde of opengewerkte kanten of randen die worden gebruikt voor het steunen van warme borden en het beschermen van de oppervlakte eronder.
Serviezen om te gebruiken tijdens een diner met meerdere dinergasten. Meestal bestaand uit borden, schalen en koppen van verschillende afmetingen, soms ook andere voorwerpen zoals terrines, strooiers of decoratieve artikelen zoals vazen en pièces de milieus.
Korte step-ins, bedoeld om een smalle taille te accentueren, die beginnen bij de ribben en doorlopen tot boven de heupen, soms met jarretels eraan bevestigd om kousen op te houden. Gebruik 'jarretelgordels' voor de smalle elastieken of stoffen banden die rond het middel of de heupen worden gedragen, met jarretels voor kousen.
Wordt gebruikt voor watertorens die helemaal of gedeeltelijk worden ingesloten door muren; de benedenruimtes in de toren zijn hierdoor beschikbaar voor bijvoorbeeld opslag of kantoorruimte.
Verwijst naar het procedé van het maken van zware wandtapijten, geweven stoffen die worden gekenmerkt door ornamentele of picturale dessins en die aan muren worden gehangen, gordijnen, stoffering, of stoffen om aan vensters of balkons te hangen. Het procedé wordt uitgevoerd op een weefgetouw voor tapijten en verschilt van het weven van overige stoffen doordat de inslag alleen naar de schering gaat aan de rand van een bepaalde kleur of een bepaald patroon in het dessin, en niet van de ene naar de andere rand van de hele stof gaat. Er wordt gebruik gemaakt van verschillende technieken voor het mengen en laten overlappen van kleuren om schaduwen en patronen te creëren. Details van het dessin worden vaak beschilderd of geborduurd.
Representaties ��� met name van tweedimensionale kunst, andere afbeeldingen, objecten of visuele ruimtes ��� met een oppervlaktestructuur en uitstekende lijnen waarmee men het visuele beeld representeert; gewoonlijk bedoeld voor visueel gehandicapten.
Kruisen in de vorm van de Griekse letter tau.
Een stof, vaak metaal, die testen of analyses ondergaat of moet ondergaan om gehaltes te bepalen.
Steunen onder metaal dat van bovenaf wordt gehamerd of geponst.
Instrumenten waarmee cirkels worden getekend en de afstand tussen twee punten wordt gemeten. Ze bestaan uit twee puntige benen, die bewegen door middel van een scharnier of draaipen. Meestal zijn ze zo gemaakt dat één deel kan worden losgemaakt om er een pen of verlengstuk in te zetten.
Bladen van flexibel metaal die worden gebruikt om inkt of verf te mengen, verspreiden of verplaatsen.
Een ruw, bont geschakeerd marmer uit Hawkins County, Tennessee. Het is donker chocoladebruin of rood gekleurd en overdekt met witte strepen en plekken, en bevat gewoonlijk enkele fossielen.
Stabiele, driedimensionale constructies die bestaan uit delen onder spanning, die aanliggend zijn, en delen onder druk, die dat niet zijn.
Aanduiding voor rijen woningen die op hellingen, terrassen of dergelijke locaties liggen.
Het proces van het bestuderen en interpreteren van de boven- en ondergrondse kenmerken van een geografisch gebied, bijvoorbeeld met behulp van luchtfoto's of computermodellen.
Verwijst naar de periode van de Tagar-fase waarin de koergans aanzienlijk variëren. Er zijn grote constructies met monumentale grafgedeelten die zijn gebouwd van steen met muren van een meter dik en anderhalve meter hoog. In het midden bevindt zich een grote graftombe die bestaat uit een uitgebreide houten constructie van twee verdiepingen, met een dak van boomstammen, die de resten bevat van enkele tientallen lichamen. Alle graftomben zijn in brand gestoken, de constructies zijn verkoold en op de meeste plaatsen tot as vergaan. Andere graftomben hebben kleinere grafruimten van platte stenen die rechtop in de grond zijn geplaatst, en die ofwel tegen elkaar aan zijn gebouwd, ofwel van elkaar zijn gescheiden door middel van een smalle tussenruimte en slechts een enkele graftombe bevatten. Sommige graftomben kunnen in de ruimten tussen grafgedeelten zijn geplaatst of in de ruimte tussen de belangrijkste graftombe en de muur van het grafgedeelte. In beide gevallen zijn de schedels van de overledene doorboord, bedekt met een kleilaag en beschilderd.
Kleine vierkantjes van verschillende harde materialen die de oude Romeinen gebruikten, waarschijnlijk om mee te rekenen, gokken e.d..
Massief hout van de soort Diospyros texana, die inheems is in Texas en Oklahoma in de Verenigde Staten en het noordoosten van Mexico. Het spinthout is geel, terwijl het kernhout in grote bomen ebbenhoutzwart is. Het wordt onder meer gebruikt voor meubilair en cliché's.
De persoon die de eindverantwoordelijkheid heeft voor alle creatieve en technische aspecten van een theaterproductie.
Groepen van bij elkaar passend eetgerei, in verschillende maten, voor het bereiden en serveren van thee (theepot, roomkan, suikerpot, soms dienblad); inbegrepen kunnen zijn koffiepot, kop en schotels, dessertborden.
Onderzoeksmethoden waarbij een monster van een stof wordt verhit, vaak tot hoge temperaturen.
Fles met geïsoleerde wand om dranken warm of koel te houden.
Wordt gebruikt voor het totaal aan verschillende elektronische apparatuur zoals videorecorders, televisietoestellen, video-ondersteunend materiaal en audioapparatuur; omvat vaak ook computerapparatuur die is ontworpen voor thuisgebruik.
Techniek van het nemen van een serie foto's met vastgestelde intervallen om veranderingen vast te leggen die langzaam in de tijd plaats hebben, zoals de groei van een plant. Worden meestal afgespeeld als film.
Kliefgereedschap in de vorm van een mes. Meestal ongeveer 30 centimeter lang.
Een serie hendels of toetsen die het geluidsmechanisme van toetsinstrumenten in werking stellen.
Navigatie-instrumenten die het noorden zoeken, een gyroscoop bevatten en die worden gebruikt voor de richtingsbepaling van een voertuig.
Term die wordt gebruikt voor verschillende soorten keukengerei dat voornamelijk wordt gebruikt voor het opdienen van tomaten, met name het gerei dat een plat of rond oppervlak heeft dat soms is doorboord.
Forse, uitstekende, bolvormige lijsten, die meestal het laagste deel van een zuilbasement vormen boven de plint.
Eenvoudige vorm van de Romeins-Dorische orde, zonder cannelures. VWB.
Kruisen in de vorm van een Maltezer kruis, waarbij de armen niet zijn afgesneden maar een puntig uiteinde hebben en een bal of punt is bevestigd aan elk van de drie hoeken op elke arm. Het werd gevoerd door de middeleeuwse graven van Toulouse.
Rechthoekige kussentjes, meestal gevuld met paardenhaar, bovenaan in de achterkant van de rok genaaid, fungerend als opvulling.
Wordt gebruikt voor groepen huizen met een zelfde ontwerp, gelegen op kavels; wordt gebruikt om onderscheid te maken met huizen die op bestelling zijn ontworpen en gebouwd.
Wordt gebruikt voor Franse hogesnelheidstreinen die over afzonderlijke sporen rijden en snelheden boven de 250 km per uur kunnen halen.
Grote messen met een scherp, gebogen en vaak puntig lemmet die worden gebruikt voor het snijden van vlees en soortgelijk voedsel. Gaan soms samen met een voorsnijvork.
Halfronde of polygonale omloopruimten die een apsis of een rechtgesloten koor omsluiten.
Metalen, meestal zilveren frame als houder van keramieken, meestal porseleinen drinkgerei (Franse term).
Kleine gouden munten ter waarde van een derde van een gouden solidus, gebruikt in Romeinse en Merovingische gebieden vanaf eind 4e eeuw tot de 7e of 8e eeuw.
Dameswerktafels met een blad met verhoogde rand, soms ook met planken. De naam komt van tricoter, breien, maar de tafel wordt gebruikt voor verschillende soorten naaiwerk. Een 19e-eeuwse term die voornamelijk voor 18e-eeuwse meubels wordt gebruikt.
Te gebruiken voor kleine 18de- en 19de-eeuwse rijtjeshuizen in Philadelphia, in het algemeen bestaande uit drie woonlagen met elk één kamer.
Orde van meer dan 5000 soorten zeer kleine, slanke insecten met gerafelde vleugels.
Te gebruiken voor bussen of busachtige voertuigen die hun aandrijfkracht verkrijgen via hulpstukken die een verbinding leggen met elektrische leidingen die boven de bus lopen.
Wordt gebruikt voor de persoonlijke artikelen van een bruid en omvat meestal kleding, accessoires en linnengoed.
Aanduiding voor lichte, houten dakgebinten, meestal geprefabriceerd en vaak gebruikt bij de bouw van woonhuizen.
Wordt gebruikt voor de bovenste van twee matrijzen waartussen munten worden geslagen.
Wordt gebruikt voor rijk gestoffeerde leunstoelen uit het eind van de 19e eeuw die weinig tot niets van het frame laten zien en meestal op een bodem van springveren zijn gezet of een rugleuning van springveren hebben.
Een triclien mineraal in de kleuren blauw, blauwgroen of geelgroen.
Schikking in het zetwerk waarbij verscheidene regels in een kolom dichter op elkaar gedrukt staan dan andere, om ruimte te creëren voor bijvoorbeeld een illustratie of een initiaal.
Doorschieten, vaak gemaakt van sterk voorbehandeld papier of pergamijnpapier, die in een boek worden ingevoegd om te voorkomen dat er inkt van een illustratie of plaat op de tegenoverliggende pagina terechtkomt. Tussenbladen worden ook vaak gebruikt om de bijbehorende illustratie te verduidelijken. Ze kunnen los zijn ingevoegd of zijn ingebonden, en zijn vaak vervaardigd van papier van mindere kwaliteit, waardoor er zuurwerking op de aangrenzende bladen kan ontstaan.
Muren binnen een gebouw die één gedeelte van een ruimte afsluiten van een ander. Soms zijn het permanente muren die een gebouw verdelen in afzonderlijke kamers, waarbij het kan voorkomen dat ze zijn ontworpen om opzij geschoven te kunnen worden om een ruimte te openen. Voor andere entiteiten dan muren die binnenruimten indelen, onder andere boekenplanken, kabinetten of laden, wordt de term 'afscheidingen (binnenruimten)' gebruikt. Zie ook 'wanden'.
Negatieven vervaardigd van positieve transparanten of afdrukken (of door de omkering van originele negatieven). Te gebruiken voor het afdrukken van kopieën.
Wordt zowel gebruikt voor de horizontale of verticale delen die een beglaasd gedeelte verdelen in vensterruiten en het glas op zijn plaats houden, als voor de verticale delen die de panelen in paneeldeuren verdelen. Voor de staanders die openingen verdelen die op een rij staan wordt 'middelstijlen' gebruikt.
Extra laag materiaal die tussen stof en voering wordt gelegd voor stevigheid, warmte, pasvorm of om te zorgen dat het uiteindelijke product beter valt.
Verwijst naar de periode in Egypte van circa 1756 tot 1540 v. Chr., die de dertiende tot en met de zeventiende dynastie omvatte. Sommige bronnen laten het begin vallen bij de veertiende dynastie, rond 1630 v. Chr. Tijdens deze periode regeerden op zijn minst vier dynastieën tegelijkertijd. De periode kenmerkt zich door de machtsgreep in het noorden van de Aziatische Hyksos uit de vijftiende dynastie, waardoor elementen van de Aziatische cultuur werden opgenomen in Egypte.
Set kledingstukken bestaande uit een trui en een daarovergedragen en bijpassend vest.
Een type halsamforen dat in grote aantallen is aangetroffen op Etruskische vindplaatsen in Italië en niet in Griekenland, zodat aanvankelijk werd gedacht dat ze door de Etrusken gemaakt waren (Tyrrheens is een oude naam voor Etruskisch). Tegenwoordig is bekend dat ze in Athene speciaal voor de export naar Italië werden gemaakt. Komasten (dansers) en de avonturen van Heracles behoren tot de populairste onderwerpen voor Tyrrheense vazen. De kunstenaars aan wie dit vaatwerk wordt toegeschreven, staat bekend als de Tyrrheense groep.
Lagen metselwerk die verder uitsteken dan de lagen eronder. Wanneer er sprake is van uitstekende constructie-elementen, vooral wanneer deze worden gebruikt in series om bogen, koepels of gewelven te vormen, heeft de term 'korbelen' de voorkeur.
Uitstekende metsellagen, meestal bewerkt. Vooral die die in de lagere gedeelten van een gebouw zijn verwerkt.
Zeer korte samenvattingen waarin de hoofdpunten uit een geschreven document worden opgesomd.
Gesystematiseerde samenvattingen van wetten, genotuleerde zaken, uitspraken, en andere juridische documenten.
De uitwisseling tussen of onder individuele auteurs, bibliotheken of andere instanties van hun eigen publicaties of van de daarmee verbonden instanties.
Oorspronkelijk Pools, gedragen door de Lansiers en herkenbaar aan het ruitvormig plateau op de top van de bol.
Getransistoriseerd lasprocédé waarbij de metalen worden verbonden door het op bepaalde plaatsen gebruiken van geluidsgolven van hoge frequentie, terwijl de te bewerken delen onder druk tegen elkaar worden gehouden.
Te gebruiken voor cassettes van thermoplast bedoeld om portretfoto’s, meestal een daguerreotype of een ambrotype, te bevatten; in de regel scharnierend en aan de buitenkant versierd met reliëfmotieven. In de Verenigde Staten gepatenteerd door Samuel Peck in 1854.
Een standaardinterface voor randapparatuur, voor het aansluiten van apparaten als muizen, toetsenborden en camera's op personal computers. De term 'USB' wordt gebruikt om te verwijzen naar zowel de standaard als het aan te sluiten apparaat en de poort.
Klemmen die bestaan uit twee gebogen armen met draaiende schoenen die met elkaar zijn verbonden met een systeem van hefbomen dat in werking wordt gesteld door een centrale staaf met schroefdraad met ook een ronde schoen; worden meestal gebruikt als hoekklemmen bij grote verstekramen.
Kleine eengezinswoningen ontworpen door Frank Lloyd Wright, die werden gebouwd aan het eind van de jaren dertig en vroeg in de jaren veertig, en meestal worden gekenmerkt door een lage prijs, natuurlijke materialen, open indeling van de ruimte en een sterke verbondenheid tussen het gebouw, de ligging en het klimaat. Geen Nederlands equivalent. Zie 'sociale woningbouw'.
Leer die beweert dat nut het hoogste goed is en dat het beslissende kenmerk van het juiste gedrag zou moeten zijn het nut dat daaruit voortvloeit.
Te gebruiken voor vaartuigen die voor de commerciële jacht en visvangst zijn bedoeld of daarbij zijn betrokken; gebruik de aanduiding onder "sportvisvaartuigen" voor schepen die worden gebruikt bij het vissen ter recreatie.
Fles met geïsoleerde wand om dranken warm of koel te houden.
Zwaar, donker hout van de soort Robinia pseudoacacia, inheems in de Appalachian berggebied van de Verenigde Staten, en geïntroduceerd in Europa, Azië, Noord-Afrika en Nieuw-Zeeland als een sier-en schaduwboom. Het wordt gebruikt voor het maken van wielen, palen, hekken, betimmering en vroeger voor de scheepsbouw.
Doornige boomsoort die inheems is in bepaalde regio's in Noord- en Zuid-Amerika, Afrika en Azië. De soort produceert hout van een hoge kwaliteit. De lange doornen werden ooit gebruikt als spijkers. Op dit moment wordt de valse christusdoorn voornamelijk geteeld als sierboom. Zijn langzame groei beperkt de mogelijkheden voor commercieel gebruik.
Hout van de soort Gleditsia triacanthos, afkomstig uit gebieden in Noord-en Zuid-Amerika, Afrika en Azië. Het produceert een hoge kwaliteit hout dat goed polijst, maar is lichter en zwakker dan de meeste acaciasoortten Het wordt gebruikt voor speciale meubels, wielspaken, en palen.
Dunne stroken van materiaal zoals leer, karton of dik papier, bevestigd op de achterzijde van een boekblok voordat deze wordt bekleed; toegepast op boeken met een rondgezette band om het aanzien van een boek met echte ribben na te bootsen.
Wordt gebruikt voor façades die de afmetingen van het gebouw overstijgen met als primair doel het creëren van een imposantere verschijning. Voor façades die de afmetingen van een gebouw overstijgen zonder dat doel wordt de term 'screen façades' gebruikt.
Kunstenaarskwasten van varkenshaar.
Hogere beroepsscholen die zijn gewijd aan het lesgeven in veeartsenijkunde en het opleiden van dierenartsen.
Type Franse sofa met een golvende rugleuning die vaak in bij elkaar passende paren wordt gemaakt om aan beide zijden van het haardvuur te plaatsen.
Kleploze, vouwbare textiele hoofddeksels die worden gedragen als onderdeel van een militair uniform.
Jaloezieën waarbij de lamellen horizontaal lopen, elkaar overlappen en kunnen worden geopend of gesloten, met name de jaloezieën waarbij het mogelijk is om de lamellen omhoog en bij elkaar te trekken boven de opening door aan een koord te trekken.
Verwijst naar naaldkant die vooral van de 16de tot en met de 19de eeuw in Venetië werd gemaakt. De term verwijst ook naar imitaties van Venetiaanse kant die later en/of elders werden gemaakt. Venetiaanse kant wordt gekenmerkt door weelderigheid als gevolg van het gebruik van de grote stukken kant, rijke haut-reliëfpatronen en barokmotieven. Vroege voorbeelden werden gemaakt door het aan elkaar stikken van diepe, scherphoekige kantpunten en werden meestal gebruikt voor het fabriceren van fraises en kragen die 'vandykes' werden genoemd. Latere ontwerpen waren meer kromlijnig. De Venetiaanse kantmakerij raakte in de vroege 19de eeuw in verval, maar er wordt nog steeds kant gemaakt op het nabijgelegen eiland Burano.
Een serpentijn uit het Italiaanse Ponsevera bij Genua. Het is meestal groen met witte aders. De groene kleur varieert van lichtgroen tot metallic groen tot blauwachtig groen.
Kwasten met in hun handvat een reservoir voor inkt of verf.
Platte, dunne kwasten van kameel- of eekhoornhaar, die worden gebruikt om bladmetaal op te nemen en dat als verguldsel aan te brengen op een oppervlak.
Wordt gebruikt voor de techniek van glasversiering, waarbij een geschilderde, getekende of vergulde afbeelding wordt uitgevoerd op de onderzijde van het glas en aan de achterkant wordt voorzien van metaalfolie, meestal goud of zilver.
Metalen thee- of koffiekannen van Franse origine met een rechte steel die loodrecht op de kan staat als handvat. Vaak op drie poten.
Een standaard voor kommen, bijvoorbeeld voor Romeinse kraters of Chinese kommen van brons die men voor rituelen.
Opnames op videoband die in cassettes worden bewaard.
Apparaten die (televisie)beelden opnemen op en afspelen van videocassettes. Prototypen van videocassetterecorders werden ontworpen in de late jaren 60 van de 20ste eeuw. In de jaren 70 waren ze goedkoop genoeg geworden voor thuisgebruik door consumenten.
Middelen die vissen in staat stellen om een waterval of dam in een rivier heen te zwemmen.
Beitels met rechte zijden die wijd uitlopen zodat een waaiervorm ontstaat.
Zij die beroepsmatig vissen of schelpdieren vangen.
Het beroepsmatig of als ontspanning vangen van vis.
Musea die zijn gespecialiseerd in de geschiedenis van en objecten die betrekking hebben op de visserij.
Te gebruiken voor vaartuigen betrokken bij het vissen.
Relatief kleine gemeenschappen die dichtbij water gesitueerd zijn en waarvan de economie op visvangst gebaseerd is.
Pauselijke zegelring voor het verzegelen van officiële pauselijke documenten die men breves noemt. De eerste vermelding van een vissersring die door een paus werd gedragen staat in een brief van Clemens IV uit 1265. Openbare documenten zijn voorzien van de loden bul en niet van het zegel van de vissersring. De vissersring wordt om de ring van nieuw gekozen pausen gedaan door de kardinaal-camerlengo. De ring is gemaakt van goud. Er staat een afbeelding op van een vissende Sint Petrus in een boot, met de naam van de betreffende paus eromheen.
Te gebruiken voor scheepsboten die op het achterdek van vissersschepen aan davits hangen, vooral bij kustschepen; zijn in de 20e eeuw gemotoriseerd.
Dikke, nauwsluitende truien, meestal rond- of op vier pennen gebreid in ingewikkelde patronen, b.v. ingenieuze reliëfpatronen, in het algemeen in één kleur en vooral gedragen door vissers en zeevaarders uit Schotland en Engeland.
Het gebruik van de grafische mogelijkheden van de computer om grote hoeveelheden complexe gegevens begrijpelijk te maken.
Harde, geelachtige straatklinker.
Een verdere evolutie van de Oud-Vlaamse kant uit de 16de en 17de eeuw. De motieven, die meestal met een sierdraad omringd zijn, tonen vaak bloemen, ranken of dieren.
Tuitlampen, meestal van koperplaat, met een cilindervormig reservoir en een koepel- of kegelvormige deksel en een enkele pithouder, met een kanaal meteen eronder om de druppels op te vangen. Het geheel staat op een standaard met een verzwaard voetstuk. Dit type is afgebeeld op een schilderij van de Vlaamse school.
Een weefsel dat geen pool van uitstekende draden of lussen heeft.
Keukengerei dat bestaat uit een platte, verticale rechthoek die aan een handvat vastzit en door kinderen wordt gebruikt om voedsel op hun vork of lepel te duwen.
Handbediende keukenapparaten die voedingswaren door een geperforeerd rooster of grill duwen. Wordt gebruikt voor het pureren van fruit en groenten.
Grote opgevulde kussens die als zitplaats of beensteun dienst doen.
Te gebruiken voor stukken land waar vogels zijn beschermd en waar ze zich kunnen voortplanten en opgroeien.
Wordt gebruikt voor geronde lijsten die aan beide kanten zijn afgewerkt met voluten, en de zijkanten van een Ionisch kapiteel vormen.
Mensen die volgroeid en ontwikkeld zijn, gewoonlijk gerekend vanaf 18 jaar.
Formeel of informeel onderwijs bedoeld voor personen die de onderwijsplichtige leeftijd zijn gepasseerd en waar voornaamste bezigheid niet langer het volgen van onderwijs is; hieronder valt ook basis-, vak- of vervolgonderwijs, onderwijs gelijk aan middelbare schoolniveau en schriftelijke cursussen.
Cilindrische of rechthoekige verpakkingen, meestal van lichtgewicht metaal, plastic of gelaagd karton, bedoeld om droge producten in te bewaren.
Een bepaald soort voyeuse die speciaal voor vrouwen was gemaakt om op te knielen, aangezien schrijlings zitten voor hen niet elegant werd gevonden.
Verwijst naar arbeiders die geschoold waren als steenhouwer voor bouwkundige doeleinden, waarvan de oudste schriftelijke meldingen in Europa dateren uit de Middeleeuwen. Ze onderscheiden zich van andere metselaars in die zin dat ze een grote vakkennis bezaten en uitstekend waren opgeleid in zowel fijn als complex werk. Vaak trokken ze rond en vestigden ze zich op plaatsen waar grote of belangrijke bouwwerken verrezen. Ze werden vooral bekend om hun systeem van geheime tekens en wachtwoorden, welke ze van andere vrijmetselaars leerden en die fungeerden als bewijs dat ze voldoende bekwaamheid en scholing bezaten. In de 16de eeuw werd de term vaak in lovende zin gebruikt als synoniem van 'metselaar', om aan te geven dat de betreffende steenhouwer uitzonderlijke gaven bezat.
Boekbanden in een stijl die vanaf het midden van de 18de eeuw tot het begin van de 19de eeuw in zwang was, en waarbij vrijmetselaarssymbolen in goud als decoratie werden gebruikt.
Wordt gebruikt voor gebouwen waar (sinds de 17e eeuw) leden van de genootschappen van Vrijmetselaars bijeen kwamen, zowel sociaal als professioneel.
De leer en praktijken van de broederschap van de 'Vrije en geaccepteerde metselaars', 's werelds grootste geheime genootschap. De vrijmetselarij verspreidde zich door de opmars van het Britse Rijk en is nog steeds het meest populair op de Britse eilanden en in andere landen die banden hadden met het rijk. Het genootschap zou zijn opgericht voor wederzijdse hulp en vriendschap. De leden geloven dat het historische wortels heeft die zijn terug te voeren op de Romeinen, de Egyptenaren en de bouw van de piramides. De vrijmetselarij bevat tradities en rituelen die symbolen gebruiken van of verwijzen naar de gereedschappen van middeleeuwse steenhouwers, met name de winkelhaak en de passer. Net als andere ambachtsgilden in het middeleeuwse Europa ontwikkelden veel metselaarsgilden die vrijmetselaars in hun gelederen hadden uitgebreide geheime rituelen voor het overbrengen van de kennis van hun ambacht en voor de inwijding van nieuwe leden. Deze rituelen veranderden in de loop van de vroegmoderne tijd. In het 16e-eeuwse Schotland nam de vrijmetselarij elementen over van het hermetisme uit die tijd. Vanaf het begin van de 17e eeuw laten de loges ook leden toe die niet zijn betrokken bij de bouwsector.
Hoort bij beschrijvingen van munten uit de vroeg-westerse wereld vanaf de 6e eeuw v.C. tot de economische herstructurering in de 7e en de 8e eeuw n.C., ondernomen door de Franken en de Arabieren. Griekenland, Rome en het Nabije Oosten onder de Sassaniden maakten deel uit van deze vroeg-westerse wereld.
Een dikke inslag ingebracht in een weefsel om reliëf en extra gewicht te geven.
Een dikke ketting ingebracht in een weefsel om reliëf en extra gewicht te geven.
Zachte, platte, waaiervormige kwasten van marter- of varkenshaar in een metalen dop, die vaak worden gebruikt om te mengen en om een kringelend effect te verkrijgen.
Houwdegen met een breed lemmet en een korf-vormige handbeschermer aan het heft, bestaande uit twee ovalen ringen en twee vlakke of licht holle geperforeerde stootplaatjes. Werd gebruikt vanaf het midden van de 17de eeuw, vooral in Midden- en Noord-Europa.
Vlakke dissels voor het uithollen van de binnenkanten van velgen of de gebogen delen van het frame van een koets. Kunnen ook worden gebruikt om te hameren.
Kurassen die zijn gemaakt in de vorm van een gewoon wambuis, bestaande uit twee helften die aan beide kanten van een reep over het midden van de rug een scharnier hebben en aan de voorkant worden gesloten als een gilet, meestal met knoopjes die vastzitten met haakjes. Ze werden vaak aan de voorkant voorzien van stalen imitatieknopen.
Familie met één soort. De dieren zijn aangepast aan het leven in het water, maar verblijven ook op het land. Ze hebben lange slagtanden, opvallende snorharen en een kolossaal lichaam. Het zijn sociale dieren die relatief lang leven.
Te onderscheiden van 'arsenalen' doordat ze ook worden gebruikt voor de oefening van militairen.
Apparaten die de hitte tussen twee fysiek gescheiden vloeistoffen overdragen. Bestaat in het algemeen uit een cilindrische huls met buizen in de lengte. Eén vloeistof stroomt binnenin, de andere aan de buitenkant.
Wordt in het algemeen gebruikt voor de onderdelen van verwarmingssystemen die warmte door ruimten en kamers verspreiden, gewoonlijk door middel van straling of convectie.
Mensen die werken creëren die zijn uitgevoerd in was (meestal bijenwas) en die met name voorwerpen of figuren voorstellen.
Verwijst onder meer naar kleine beschermkappen die dienen om de rook van kachels, open haarden of laboratoriumovens af te voeren.
Grote kunstenaarspenselen, meestal van haar, met een rond uiteinde dat in een tamelijk platte metalen dop is gezet. Ze worden gebruikt voor het aanbrengen van wassingen.
Beelden van was (gewoonlijke bijenwas), met name beelden die objecten of personen voorstellen, vaak levensgrote beelden van personen, met hoofd, handen en buste van was, zodanig gekleurd en aangekleed dat ze levensecht zijn.
Musea die zijn gespecialiseerd in werken die zijn gemaakt van was, vaak realistische replica's van bestaande objecten of gebeeldhouwde portretten van mensen, vooral historische figuren. Menselijke figuren in wassenbeeldenmusea zijn vaak gekleed in echte kleding en hebben een houding alsof ze representatieve activiteiten uitvoeren.
Een vel of rol van zachte, enigszins gematteerde vezels, oorspronkelijk gekaarde wol of katoen. Het wordt vooral gebruikt als stopsel, opvulling en tussenvoering voor stikwerk.
Verwijst naar de Oostenrijkse variant van Art nouveau en is afgeleid van de expositiehal die de architect Joseph Olbrich ontwierp voor de Wiener Sezession.de stijl wordt hoofdzakelijk geassocieerd met architecten en ontwerpers en toont minder de kronkelige lijnen en organische vormen van de Art Nouveau maar laat meer door het werk van Charles Rennie Mackintosh beïnvloede geometrische kwaliteit zien.
Kleine boom of grote struik die inheems is in Midden- en Zuid-Europa, West- en Centraal-Azië en Noordwest-Afrika. De boom produceert een kleine steenvrucht die lijkt op een kers met een dunne laag vruchtvlees. De pit gebruikt men voor het maken van parfums, kleurstoffen en smaakstoffen die doen denken aan bittere amandel. Het harde hout van de boom wordt gebruikt voor het maken van kleine objecten. In Afrika en Azië maakt men kralen van de vruchten. De boom gebruikt men ook als dwergonderstam waarop men takken van gekweekte kersenbomen ent die eetbare vruchten produceren.
Kleine en dunne kersenboom, oorspronkelijk uit Eurazië, met kleine vruchten waarvan een verfstof en vruchtensap kan worden gemaakt en hout dat wordt gebruikt voor het vervaardigen van kleine voorwerpen als notenkrakers en tabaksraspen. Wordt gekweekt als entstam voor het kweken van gecultiveerde kersenboomsoorten.
Wordt gebruikt voor lijsten van zaken die men nodig heeft of nog niet bezit, zoals een lijst met boeken die door een bibliothecaris wordt uitgebracht of een lijst van voorwerpen die nog ontbreken in een museumcollectie.
Relatief korte, lichte speren die sinds de oertijd worden gebruikt in oorlog en bij het jagen op groot wild. Term ook gebruikt voor de speren gebruikt bij de sport speerwerpen.
Verwijst naar de periode en cultuur uit de Vroege Bronstijd die tot ontwikkeling kwam in het Engelse Wessex, en die wordt gekarakteriseerd door kenmerkende grafheuvels waarin begraven of verbrande overledenen, en overvloedige, gevarieerde grafgeschenken, met name gedecoreerd aardewerk, metaalwerk, wapens, waaronder dolken, en persoonlijke sieraden, gemaakt van niet-lokale materialen.
Grote bladverliezende, kegeldragende larix die een hoogte van 30-60 m kan bereiken en inheems is in de bergen van het westen van Noord-Amerika, van Brits Colombia en Alberta in Canada tot Washington, Oregon, Idaho en Montana in de VS.
Zeer grote loofbomen die inheems zijn in het noordwesten van Noord-Amerika. Elders plant men ze tegenwoordig als sierbomen. In sommige classificaties een ondersoort van Populus balsamifera. Het is de eerste boom waarvan het genoom volledig is gesequencet. Van de boom maakt men timmerhout, en extracten van de geurige knoppen gebruikt men in parfums, medicijnen en cosmetica. De indianen uit de noordelijke gebieden aan de westkust van Noord-Amerika gebruikten de binnenbast als voedsel en medicijn; de salicoside in de bast is een ontstekingsremmer waarmee men o.a. wonden kan verzorgen. Het hout, de wortels en de schors van de boom gebruikte men als brandhout en om kano's, touw, visfuiken, manden en bouwconstructies te maken. Het gomachtige sap werd als lijm gebruikt en om voorwerpen waterdicht te maken.
Soort groenblijvende naaldboom uit de cipresfamilie die 20 meter hoog wordt en wordt gebruikt als sier- of productieboom, inheems in het oostelijke deel van Noord-Amerika. Het is de meest voorkomende en waarschijnlijk hardste levensboom. De stam heeft bij de grond soms meerdere vertakkingen met een roodachtig bruine schors. De kegels hebben 8-10 lagen, waarvan er meestal maar vier vruchtbaar zijn. De meest gekweekte variëteiten zijn smalle en dichte piramidevormige struiken, terwijl veel variëteiten loof met interessante kleurvariaties hebben.
Plataan die inheems is in Noord-Amerika. De grootste worden meer dan 50 meter hoog. De gladde vruchtbolletjes hangen meestal alleen en blijven vaak aan de boom zitten als de bladeren zijn afgevallen. De soort is te onderscheiden van andere bomen door zijn schilferende schors. Door het afschilferen van onregelmatige stukken schors ontstaat er een rijk geschakeerd patroon groenwitte, grijze en bruine vlekken. Gebruik ���Acer Pseudoplatanus' voor de gewone esdoorn.
Massief geel hout van de soort Platanus occidentalis, met een fijne structuur die vergelijkbaar is met esdoornhout. Het wordt gebruikt voor meubels, slagersblokken, stoelen, muziekinstrumenten, interieurafwerkingen en kasten.
Personen met expertise in een of meer wetenschappen of takken van studie die zich bezighouden met feiten en fenomenen van de observeerbare of meetbare wereld, en die de wetenschappelijke methode in hun werk gebruiken.
Gebouwen met daarin musea waarin de ontwikkeling en toepassing van wetenschap, wetenschappelijke ideeën, technologie en instrumenten centraal staat.
Musea waarin de ontwikkeling en toepassing van wetenschap, wetenschappelijke ideeën, technologie en instrumenten centraal staat. De eerste wetenschapsmusea (en de eerste natuurhistorische musea) werden geopend in de periode van de verlichting. Vaak begonnen die musea met particuliere collecties of de collecties van wetenschappelijke genootschappen.
Geweren die werken met gebruik van de stuwende kracht van samengeperste lucht.
Kleine houten klepjes met een trekgat bovenop, gebruikt om het riet in sommige enkele of dubbele rietpijpen te ondersteunen.
Plaatsen waar men iets wint,voornamelijk delfstoffen.
Nieuwsagentschappen die nieuwsberichten en foto's bezorgen aan abonnee's met behulp van telecommunicatiemiddelen.
Tot deze soort behoren grazende runderen die inheems zijn in Europa.
Historisch een soort papiergeldstelsel dat in Europa vanaf het eind van de Middeleeuwen tot het begin van de nieuwe tijd vaak als krediet werd gebruikt onder handelslieden. Nu verwijst het naar schriftelijke opdrachten voor het betalen van een bepaalde geldsom op vertoon of op vooraf vastgestelde data. Wordt ook gebruikt bij buitenlandse transacties. Gebruik ' wissels (2) (verhandelbare waardepapieren)' voor soortgelijke opdrachten tot betalingen bij binnenlandse transacties.
Complex weefsel, bestaande uit tenminste twee gelijkwaardige ketting- en twee gelijkwaardige inslagstelsels, waarbij tenminste twee boven elkaar gelegen weefsellagen zijn gevormd. Deze lagen kunnen op verschillende wijzen met elkaar verbonden zijn. TEX.
Korte spoorwegtrajecten die op één of meerdere plaatsen met het hoofdspoor verbonden zijn door wissels; voornamelijk gebruikt om treinen in staat te stellen elkaar te passeren.
Te gebruiken voor de methode waarbij een boekblok wordt ingenaaid van twee katernen die met één draad aan elkaar zijn genaaid; de draad passeert tussen de katernen met alternerende naaiposities.
Deze kunstvorm heeft momenteel nog geen definitie beschikbaar.
Een van de oudste verfsoorten, die zowel binnen als buiten wordt gebruikt. De hoofdbestanddelen zijn water en kalkpasta.
Zakelijke ondernemingen in het bezit van vrouwen. Geen Nederlands equivalent.
Procedé waarbij thermoplastische materialen worden onthard en aan elkaar worden gelast met behulp van door wrijving verkregen hitte.
Tapijten die worden gemaakt door een draad met een doorlopende steek door een dicht geweven basis heen te naaien, waarbij lussen draad worden achtergelaten op het oppervlak om zo de pool te vormen. De lussen worden meestal afgeknipt.
Beschrijft werken die zijn vervaardigd door het gelijknamige Afrikaanse volk, dat in een koninkrijk met Dyula-oorsprong in Burkina Faso leeft.
Beeldhouwtechniek die werd geperfectioneerd in het 11e-eeuwse Japan, waarbij verschillende houtblokken apart werden uitgesneden en daarna werden samengevoegd.
Verwijst naar een porseleinsoort die is gemaakt van witte porseleinklei en gepoederd glas, dat de veldspaathoudende steen van 'hard porselein' vervangt. Het wordt zacht gebakken op de relatief lage temperatuur van ongeveer 1200 graden Celsius. Kenmerkend is dat de niet geglaceerde gebieden in gebakken toestand kunnen worden gesneden met een vijl en dat het een doorschijnendheid heeft die varieert in intensiteit en kleur.
Beschrijft werken die zijn vervaardigd door het gelijknamige Afrikaanse volk, dat in Burkina Faso leeft.
Orde van in zee levende koppotige weekdieren die wordt gekenmerkt door acht korte armen en twee doorgaans langere tentakels. Ze verschillen van de verwante inktvis door de aanwezigheid van een verkalkte inwendige schelp (zeeschuim).
Scheepspapieren, afgegeven voor een neutraal vaartuig, waarin de nationaliteit en de specifieke details van de reis officieel worden bevestigd, zoals de lading, de namen en nationaliteiten van de bemanningsleden, de vlag waaronder het schip vaart en de bestemming.
Verwijst naar de periode in Egypte van circa 664 tot 525 v. Chr., ook bekend als de Saite Dynastie naar de hoofdstad Sais. Deze periode kenmerkt zich door een heropleving van de kunst, met name in de beeldhouwkunst, die een uniforme geïdealiseerde stijl ontwikkelde, die bekendstaat als de Saite-stijl.
Systematisch het zichtbare effect analyseren van een nieuwbouwproject of planologisch beleid voor een gemeenschap of gebied.
De horizontale belasting die door winddruk of effecten van krachtige seismische trilliingen wordt veroorzaakt.
Hoogdrukken gemaakt door een voorstelling met etsgrond of asfaltlak te tekenen op een metalen plaat, meestal zink, waarna de plaat in etswater wordt gebeten en de betekende delen dus hoog blijven staan.
Algemene term voor afneembare opgevulde zittingkussens in de 17e en 18e eeuw. De term lijkt ook te zijn gebruikt voor grote gewatteerde zittingen.
Afdrukken die zijn geproduceerd met behulp van het zoutetsproces
De ontleding van een molecule door aan die molecule de elementen van een zuur toe te voegen.
Vrouwelijke bloedverwanten van dezelfde ouders (2e graads).
Verwijst naar de cultuur van het huidige Zwitserland, of in het algemeen naar de culturen die waren gevestigd in het Alpengebied van Noordwest-Europa, ten noorden van Italië en ten westen van Oostenrijk.
Uit Zwitserland afkomstige militairen die tegenwoordig uitsluitend door het Vaticaan worden ingehuurd om de paus en het college van kardinalen te beschermen. Van oorsprong betrof het huurlingen die in dienst van verschillende vorstenhuizen als lijfwacht fungeerden. Hun bekendste uniformen dateren uit de Renaissance en zijn door Michelangelo ontworpen.
Snaarinstrumenten met een klankkast van lichte, houten zijbanden, sterk bollend achterblad, een plat bovenblad met 1 grote, 2 of 3 kleine klankgaten, kam op het onderste gedeelte van het bovenblad, met een stuk vissen- of ander leer, of met een schelp, erboven, om het bovenblad te beschermen tegen beschadiging door het plectrum, korte hals zonder frets, dubbele snarenkoren; bespeeld met een plectrum; Arabische wereld.
Een procédé dat wordt toegepast om kaarten en technische tekeningen te reproduceren, en waarbij gebruik wordt gemaakt van een ijzerzout om een gelatine origineel door blootstelling aan licht selectief onoplosbaar te maken, waardoor de beeldgebieden ontvankelijk zijn voor inkt. Maakt het mogelijk dat exacte kopieën scherpe inktlijnen hebben.
Leunstoelen, ontwikkeld in het midden van de 20ste eeuw, met stoffering van schuimrubber op rug en zitting, en een karakteristieke ‘zwevende’ zitting die slechts rust op twee voorpoten en een dwarsbalk tussen de zijlatten.
Beschrijft speelfilms met een beeldbreedte van 35 millimeter en vier perforaties per beeldje aan iedere zijde, en ongeveer 50 beeldjes per meter. Het beeldformaat van 35 millimeter fungeert reeds sedert de beginjaren van de cinematografie als standaardbreedte in de professionele filmwereld.
Wordt gebruikt voor schuren die zijn verbonden met het hoofdgebouw, ook wel met nog tussenliggende bijgebouwen.
Ratels die bestaan uit kleine voorwerpen zoals schelpen, zaden of hoeven die aan touwen zijn geregen of in bossen geknoopt.
Oud-Romeinse rustbanken die worden gebruikt bij het diner en zodoende meestal geen plank aan het hoofd- en voeteneinde hebben.
Het vermogen te veranderen of te worden veranderd teneinde zich aan te passen aan nieuwe omstandigheden of te functioneren in een nieuwe rol of hoedanigheid.
Gebruikersinterfaces van computers die als invoer- en uitvoerapparaat werken. Hierbij is het oppervlak van het beeldscherm bedekt met verschillende soorten sensoren waarmee de gebruiker softwarefuncties kan activeren.
Eind 20e-eeuwse benaming voor bommenwerpers met verschillende wapens zonder nucleaire lading.
Grondlichten gebruikt in de luchtvaart die een wenselijke aanvliegbaan naar een landingsgebied aangeven.
Wordt in brede zin gebruikt voor conserveringsbehandelingen, zoals oliën en inschilderen van een beschadiging die niet hersteld kan worden. De behandelingen zijn bedoeld om het originele uiterlijk van een ontwerp weer terug te krijgen. Gebruik, indien mogelijk, een specifiekere term.
Een geleidelijke toename of vergroting door aanwas van nieuw materiaal aan de buitenkant van een object; bijvoorbeeld de toename in omvang van een anorganische massa doordat nieuwe deeltjes aan de oppervlakte ervan worden toegevoegd, of de toename van land door het aanslibben van sedimenten.
Wordt gebruikt voor de techniek om schilderijen te conserveren waarbij een beschadigd doek wordt verstevigd door aan de buitenrand ervan een strook schilderslinnen vast te hechten.
Kelders die geheel of gedeeltelijk ondergronds liggen, waarin aardappels en andere wortel- en knolgewassen kunnen worden opgeslagen.
Genus van ongeveer 20 soorten laaggroeiende, bloeiende fruitplanten die afkomstig zijn uit de gematigde gebieden op het noordelijk halfrond, maar die tegenwoordig ook op het zuidelijk halfrond op grote schaal worden gekweekt. De planten hebben een vezelig wortelstelsel waaruit boven de grond wortelbladeren groeien. De bladeren zijn samengesteld, met drie harige en gezaagde blaadjes. De bloemen zijn gewoonlijk wit en in uitzonderlijke gevallen roodachtig. Ze vormen kleine trosjes op de dunne stengels die, net als de stengels die over de grond kruipen, uit de oksels van de bladeren komen. De vrucht is geen echte bes, maar een vlezige, eetbare houder van zeer kleine zaadjes.
Ondiepe, ronde dessertbordjes, meestal gemaakt van zilver en met een gecanneleerde, opengewerkte of geschulpte rand.
Gebeurtenissen waarbij de aarde schokt of beeft. Twee hoofdgroepen worden onderscheiden, vulkanisch (zwak) en tektonisch (zwaar), according to the major precipitating factor.
De dynamische belastingen in een structuur die worden veroorzaakt door de snelle beweging van delen van een structuur door seismische vibraties.
Aanduiding voor bepaalde woningen van Noord-Amerikaanse indianen, met een geraamte van zware balken en bedekt met aarde of zoden en een koepelachtig geheel van takken.
Cilindrische houders van aardewerk, met of zonder deksel.
Keramische of metalen potten of keukengerei die worden gebruikt om voedsel, zoals bonen, zachtjes te laten koken.
Wordt gebruikt voor heuvels van aarde die zijn opgeworpen als oriëntatiepunten, monumenten of als bases voor andere bouwwerken; gebruik 'tells' voor hopen aarde en ander puin die ontstaan zijn als gevolg van opeenvolgende bewoning. Gebruik 'grafheuvels' voor dergelijke constructies opgeworpen over een graf.
Verfpigmenten die worden gemaakt door het vermalen van mineralen die ijzeroxide en andere materialen bevatten, zoals klei, krijt en silica. Elke afzetting heeft een unieke samenstelling, werking en kleur, met diverse reeksen geel, oranje, rood, bruin en zwart. Aardkleuren worden als sinds de prehistorie gebruikt en komen terug in alle technieken. Synthetische ijzeroxiden, de zogenaamde Mars-kleuren, worden sinds het einde van de 18e eeuw geproduceerd.
De snelle benedenwaartse beweging onder invloed van de zwaartekracht van een rotsmassa, aarde of puin dat een helling kunstmatig heeft opgehoopt.
Cisters met twee sleutelkasten, één voor de snaren die over de toetsen lopen en met de vingers worden verkort, en één voor de vrijzwevende snaren die niet worden verkort; vooral gebruikt in Frankrijk en Duitsland in de 17e en 18e eeuw.
Verwijst naar geestelijken binnen de Anglicaanse Kerk die verantwoordelijk zijn voor het assisteren van de diocesane bisschoppen bij ceremoniële functies en administratieve werkzaamheden. Tot de gebruikelijke taken van de aartsdeken behoren het algemeen beheer van de parochie en aandacht voor zaken die de kerkgebouwen en andere kerkbezittingen betreffen. Aartsdekens hebben de aanspreektitel 'Hoogeerwaarde'. De functie bestond vroeger ook in de rooms-katholieke en Grieks- en Russisch-orthodoxe kerk; in de katholieke kerk is deze functie nu vervangen door die van vicaris-generaal.
Te gebruiken voor de zoons en erfgenamen van de voormalige Habsburgse keizers van Oostenrijk en Oostenrijk-Hongarije en tevens voor de voormalige heersers van bepaalde Europese staten, zoals Lorraine, Brabant en Austrazië.
Te gebruiken voor de dochters van de voormalige Habsburgse keizers van Oostenrijk of Oostenrijk-Hongarije en voor de echtgenotes of weduwen van aartshertogen.
Te gebruiken voor de stichters of mannelijke hoofden van families, stamlijnen of hele sociale klassen, standen of volkeren. Wordt ook gebruikt voor de hooggeplaatste kerkvorsten van die naam in bepaalde christelijke kerken, zoals de Grieks-orthodoxe, Russisch-orthodoxe en Koptische kerken.
Overdekte ondergrondse waterreservoirs die door qanats worden gevoed.
Oud-Romeinse zijrafels of dressoirs die meestal een tafelachtig onderstuk en een bovenstuk met planken hebben. Ze worden gebruikt om kostbaarheden te vertonen.
Te gebruiken om werken te beschrijven van het gelijknamige Afrikaanse volk, een subgroep van de Hausa, dat leeft te midden van het Wukarivolk in de regio rond de rivier Benue.
Verwijst naar de kunst en cultuur die zijn verbonden met de islamitische dynastie met deze naam die werd gesticht in 750, toen deze het Umayyad-kalifaat omverwierp. De Abbasids waren een Mexicaanse familie die afstamde van Abbas, de oom van Mohammed. Hun hoofdkwartier bevond zich in Mesopotamië en ze stichtten de stad Bagdad in 762. Perzische ideeën overheersten tijdens deze periode en de Abbasids regeerden in pracht en praal als oriëntaalse monarchen. Ze stimuleerden een intensieve intellectuele en artistieke activiteit. Er werden veel paleizen en moskeeën gebouwd en de productie van luxeartikelen werd een industrie. Er ontwikkelde zich een eenvormige kunststijl die was geïnspireerd op het oude Perzië in plaats van op het christelijke Syrië. De verwoeste stad Samarra, die in de 9de eeuw werd bezet door de Abbasids, is een uitstekend voorbeeld van deze invloed, vooral met betrekking tot de Sassaniaanse constructiemethoden. Samarra staat bekend om zijn ornamentaal stucwerk, vooral om de 'afgeschuinde' manier van decoreren die is afgeleid van Scythisch-Siberisch abstract ontwerp. Hoogwaardig Chinees porselein werd geïmiteerd door pottenbakkers uit deze periode; de resultaten waren echter duidelijk islamitisch, met Arabische inscripties en ontwerpen. Abbasid-weefsels kregen eveneens een herkenbaar islamitisch karakter. Het grote rijk werd onbeheersbaar en toen het centrale bestuur zwakker werd, werden er rivaliserende kalifaten gevestigd. De Abbasids bleven tot 1258 een gedeelte van de islamitische wereld regeren, maar hun dominantie duurde slechts tot het midden van de 10de eeuw.
Verwijst naar de periode in de Europese prehistorische ontwikkeling van stenen gereedschap tot iets na 700.000 v. Chr. Deze periode dankt zijn naam aan gereedschappen die zijn gevonden in sedimentgesteente in een voorstad van Abbeville (Frankrijk). De cultuur kenmerkt zich door onderscheidende stenen gereedschappen, waaronder de vroegste aan twee zijden afgeschilferde handbijlen, met diepe slijtsporen, gekartelde randen en dikke scherven.De periode wordt gewoonlijk in nauw verband gebracht met de Acheuléen traditie. De vroegste handbijlcultuur in Europa stond vroeger bekend als Chelléen, maar wordt nu Abbevillien genoemd. De werktuigen uit Chelles (Frankrijk), die vroeger model stonden voor deze cultuur, worden tegenwoordig gerangschikt onder Acheuléen.
Verwijst naar een stijl van imitatie-gotisch meubilair in de jaren 20 en 30 van de 19de eeuw. De stijl dankt zijn naam aan het huis van Sir Walter Scott in Abbotsford in Roxburghshire en kenmerkt zich door schroefzuilen, cusps, bolvormig beeldsnijwerk, geestelijke motieven en het gebruik van houten overblijfsels uit de 15de en 16de eeuw.
Voorbereidende schetsen voor schilderijen die deel uitmaken van de onderschildering en die de tonale verhoudingen van een schilderij bepalen; ook driemensionale voorbereidende schetsen voor beeldhouwwerken, waarin de grote lijnen al zijn vastgelegd.
Verwijst naar de kunst en architectuur in de periode van de heerschappij van Abdülaziz, die regeerde van 1861 tot 1876. Zijn institutionele invloed op de kunsten betrof onder andere de verdere ontwikkeling van klassen voor schilderkunst binnen de Ottomaanse militaire scholen en de voortzetting van de in 1835 vastgestelde regeringspraktijk waarbij veelbelovende kunstenaars naar Parijs werden gestuurd om daar te studeren. Tijdens deze periode werd de Pertevniyal Valide-moskee gebouwd in de Indiaas-Gothische stijl, die een verschuiving markeerde, weg van verwesterde trends.
Verwijst naar de kunst en architectuur in de periode van de heerschappij van Abdülhamid II, die regeerde van 1876 tot 1909. Tijdens zijn heerschappij bouwde hij een moskee bij Yaldiz met miniatuurmeren, fonteinen, watervallen en bruggen. Zijn grote aandacht voor het aanbrengen van patronen en inlegsels is zichtbaar in de eigen tafels van de sultan in Yaldiz, die werden ingelegd met paarlemoer.
Verwijst naar de kunst en architectuur in de periode van de heerschappij van Abdülmedjid I, die regeerde van 1839 tot 1861. Hij gaf opdracht tot een portret dat werd geschilderd door de Britse kunstenaar Sir David Wilkie. Dit portret toont de sultan in een rustige, intieme omgeving, in plaats van als een heerser op de troon. Tot zijn bijdragen aan het Topkapi-paleis behoren een groot paviljoen, dat werd gebouwd in de Franse Beaux-Arts-stijl. Hij heeft tevens verschillende moskeeën gebouwd die werden ontworpen door de familie Balian, die de trend in de richting van verwesterde gebouwen voortzette.
Te gebruiken om werken te beschrijven van de gelijknamige Afrikaanse etnische groep die leeft in het lagunegebied van Ivoorkust.
Stijl en cultuur van de historische groep die vanaf de 11e eeuw in de Hoorn van Afrika woonde. Het waren voornamelijk christelijke en Semitisch sprekende volkeren in een gebied dat Eritrea, Tigray, Gonder en delen van Gojam, Shewa en Welo omvatte, op het grondgebied van het huidige Ethiopië.
Te gebruiken om werken te beschrijven van de gelijknamige Afrikaanse etnische groep die leeft in het lagunegebied van Ivoorkust.
Noord-Amerikaanse sparrensoort die voorkomt in de bergen van het zuidwesten van Oregon en Californië. De boom groeit op grote hoogten, meestal tussen 1400-2700 m, maar bereikt zelden de boomgrens. De Engelse naam 'red fir' is afgeleid van de kleur van de bast van oude bomen.
Aanschaf door vooruitbetaling van een reeks voorwerpen, evenementen of diensten, bijvoorbeeld een vastgesteld aantal nummers van een seriepublicatie, een reeks concerten of kabeltelevisie.
Veranderingen van kleur en textuur van Oosterse tapijten of ander textiel, die in de loop van de tijd ontstaan door slijtage of het gebruik van verschillende verfstoffen.
Wordt gebruikt voor de minimale constructies die beschutting bieden tegen het weer voor wachtenden bij bushaltes; gebruik 'busstations' voor de belangrijkere gebouwen langs busroutes, meestal met verkoop- en servicevoorzieningen.
Algemeen te gebruiken voor materialen die energie of materie op kunnen nemen. Specifieker voor materialen die stralingsenergie opnemen en afbreken en gebruikt kunnen worden om een object af te schermen van de energie, te voorkomen dat de energie teruggekaatst wordt, de aard van de straling te bepalen of om selectief één of meerdere componenten van de straling door te laten.
De eigenschap waarmee een stof vloeistoffen of gassen op kan nemen, op capillaire, osmotische, oplossende, chemische of andere wijze.
Verwijst naar kunststijlen die ontstonden als reactie op de traditionele Europese opvatting volgens welke de kunst wordt geacht de natuur te imiteren. In zijn meest strikte vorm verwijst de term naar 20ste-eeuwse westerse schilderkunst, beeldhouwkunst of grafische kunst waarvan de vormentaal in geen enkel opzicht verwijst naar objecten uit de zichtbare wereld. De term wordt ook wel toegepast op kunst waarin natuurlijke vormen op vereenvoudigde of veranderde wijze worden weergegeven, maar waarin deze vormen niet volledig zijn uitgebannen. Gebruik 'abstractie' voor het proces waarbij algemene begrippen worden geformuleerd door middel van abstrahering van gemeenschappelijke kenmerken van zaken.
Verwijst naar de stroming in de Amerikaanse schilderkunst, voornamelijk geconcentreerd in New York, die bloeide in de jaren 40 en 50 van de 20ste eeuw.Op basis van surrealistische, synthetisch-kubistische en neoplastische theorieën liep de stijl uiteen van spontane, gesturale composities die aandacht hadden voor de kwaliteit van het schildermateriaal en het schilderproces documenteerden, tot contemplatieve, bijna monochrome werken met grote kleurvlakken.
Verwijst naar de stijl die Elaine de Kooning benoemde om werken te beschrijven die zijn geschilderd met uniforme penseelstreken waardoor de optische kwaliteiten van het impressionisme behouden blijven maar de representatieve inhoud verloren gaat.
De hiërarchie Abstracte Begrippen bestaat uit beschrijvingen van concepten en fenomenen die verband houden met een breed spectrum aan onderwerpen, waarvan sommige zich niet binnen het hoofdbestek van de AAT bevinden, zoals filosofische concepten, maar die wel van invloed zijn op onderwerpen binnen dat bestek. Relatie tot andere hiërarchieën: descriptoren van onderzoeksgebieden en specialisaties, evenals beroepen en professionele specialisaties (bijvoorbeeld geschiedenis) zijn terug te vinden in de hiërarchie Vakgebieden, terwijl concepten die verband houden met deze vakgebieden (bijvoorbeeld positivisme) hier zijn terug te vinden. Descriptoren voor stijlen en voor kunst- en architectuurbewegingen (bijvoorbeeld neoclassisistisch, impressionistisch) zijn terug te vinden in de hiërarchie Stijlen en Perioden, terwijl expressievormen (bijvoorbeeld abstract) en brede kunst- en architectuurgenres die niet specifiek zijn voor bepaalde mensen of een bepaalde periode (bijvoorbeeld organische architectuur, straatkunst), hier zijn terug te vinden.
Te gebruiken om werken te beschrijven van de gelijknamige Afrikaanse etnische groep die leeft in het lagunegebied van Ivoorkust.
Genus van groenblijvende bomen en struiken, die voornamelijk voorkomen in Australië. De bomen worden gebruikt voor de productie van diverse commerciële producten. Tot 2005 werden er ongeveer 1300 soorten uit Australië, Europa, Afrika, Zuid-Azië en Zuid-Amerika ingedeeld bij dit genus. Het genus is daarna onderverdeeld in 5 genera, waarbij de naam Acacia is behouden voor de Australische soort en een klein aantal soorten uit tropisch Azië, Madagaskar en de eilanden in de Grote Oceaan. De meeste soorten buiten Australië behoren nu tot Vachellia en Senegalia, terwijl een klein aantal soorten is ingedeeld bij de genera Acaciella en Mariosousa.
Grote boomsoort die inheems is in Australië en Nieuw-Zeeland, maar ingeburgerd zijn in Chili, Californië, het Middellandse Zeegebied en andere regio's. De soort wordt gebruikt voor zijn hout, voor het looizuur in de schors en als sierboom.
Grote boomsoort die inheems is in Hawaï en die werd gebruikt voor houtsnijwerk, kano's, vroege surfplanken en andere voorwerpen. Het uit de schors gewonnen looizuur wordt gebruikt voor de verwerking van leer. Er zijn nog weinig koabossen over, vanwege overmatige kap als gevolg van het waardevolle hout.
Geslacht van groenblijvende bomen en struiken die voornamelijk te vinden zijn in Australië. Verschillende commerciële producten worden geproduceerd door deze bomen. Tot 2005 werden ongeveer 1300 soorten gevonden in Australië, Europa, Afrika, Zuid-Azië en de Amerika's ingedeeld in dit geslacht. Het geslacht is sindsdien verdeeld in 5 geslachten, met de naam Acacia voorbehouden voor de Australische soorten en een klein aantal in tropisch Azië, Madagascar, en de Pacific Islands. De meeste soorten buiten Australië behoren nu tot Vachellia en Senegalia, met kleine aantallen soorten geplaatst in geslachten Acaciella en Mariosousa.
Overeenkomend met de architectonische theorieën van de Europese en Amerikaanse academies voor bouwkunde.
Verwijst naar diverse kostuums die op universitaire en collegefaculteiten wordt gedragen door bestuurders en afstuderende studenten tijdens diploma-uitreikingen en andere bijzondere gelegenheden. Het bekendste element van de academische klederdracht is de toga, een traditie die dateert van de middeleeuwen. Decoratieve capuchons en diverse kappen, waaronder de vierhoekige studentenbaret, zijn andere bekende elementen van de academische kledij. Garneersel in diverse kleuren kunnen worden gebruikt als aanduiding van verschillende studierichtingen.
Overeenkomend met de officiële maatstaven en principes over smaakvan Europese en Amerikaanse kunstacademies.
Een ongestandaardiseerde voor blauwe pigmenten met een groenachtige boventoon, meestal samengestelde pigmenten die zijn gemaakt van synthetisch ultramarijnblauw en chroomoxydehydraatgroen.
Te gebruiken voor de gestileerde decoratieve motieven gebaseerd op de diepe zaagvormige en uitgeschulpte bladeren en gebogen stengels van de acanthus-plant.
Genus van ongeveer 30 soorten bloeiende planten die inheems zijn in de tropische en warme gematigde gebieden van het Middellandse Zeegebied en Azië.
Zwaar en zwart ebbenhoutachtig hout van de boomsoort Andira aubletii, die te vinden is in Brazilië, Frans-Guyana, Guyana, Peru en Suriname. Het wordt gebruikt voor meubilair en is waardevol omdat het zeer goed is bestand tegen aantasting door insecten.
Onderklasse waartoe mijten en teken behoren.
Analyse en meting van zeer geringe hoeveelheden radio-isotopen in mineralen met behulp van een deeltjesversneller. Het wordt op vakgebieden als archeologie, antropologie, toxicologie, radiochemie en klimatologie gebruikt voor bijvoorbeeld de ouderdomsbepaling en het identificeren en beschrijven van materialen.
Techniek voor plaatselijke belichting om een bepaald object of gebied uit te lichten.
Kredietpapieren die aangeven dat de trekker op de genoemde vervaldag zal betalen; het wordt gewoonlijk toegepast bij wissels.
Wordt gebruikt voor bouwwerken waar een plaatselijke schatting of belasting werd ingenomen, van oorsprong door steden, later door vorsten, op bepaalde goederen die hun gebied binnen werden gebracht voor plaatselijke consumptie door de bewoners; vooral voorkomend van de 17e tot de 19e eeuw in Frankrijk en Italië. De term is afkomstig van de naam voor de belasting zelf. Geen Nederlands equivalent.
Wijde, scherp geperste plooien die in een rij geschikt zijn met gelijke tussenruimten en allemaal in dezelfde richting gedraaid. Voor smalle gelijksoortige plooien wordt 'knife pleats' gebruikt.
Professioneel opgeleide personen die alle transacties bijhouden die van invloed zijn op de financiële status van een organisatie, waaronder het verzamelen, vastleggen en communiceren van financiële gegevens en het voorbereiden van analyses voor besluitvorming.
Een folie van celluloseacetaathars dat transparant, luchtdicht en hygiënisch is en bestendig tegen vet, olie en stof; wordt gebruikt voor fotografische film, magnetische banden en als beschermmateriaal.
Lampen met een bak voor calciumcarbid, een reservoir met water en een kraantje, en een mondstuk of brander voor de ontsteking van het acetyleengas, dat ontstaat wanneer het water in contact wordt gebracht met het carbid. De term wordt ook gebruikt voor lampen met acetyleenbranders die met een centrale acetyleenbron zijn verbonden.
Branders die werken op samengeperst acetyleengas en zuurstof. Worden gebruikt voor lassen en bewerken van staal.
Branders die acetyleen-zuurstof-mengsels gebruiken. Worden voornamelijk gebruikt voor lassen.
Vorm van carbonzwart dat zuurstofloos wordt geproduceerd in vuurvaste kamers, door het uiteenvallen van acetyleengas dat tot 800 graden Celsius is voorverhit. Als pigment is het zachter, blauwer en intenser dan andere soorten carbonzwart. Het wordt ook gebruikt bij industriële toepassingen die een hoge elektrische geleiding vereisen, bijvoorbeeld in droge cellen.
Verwijst naar de periode in de Europese en Afrikaanse prehistorische ontwikkeling van stenen gereedschap in het Pleistoceen die wordt onderscheiden van de Abbevillien traditie door de evolutie van ruwe bijlen naar fijnere vuurstenen handbijlen, hakmessen, boorders, schrapers, zaagachtige messen met een zwaar getand lemmet en benen, hoornen of houten werktuigen die werden gehard door blootstelling aan vuur.
Voorwerpen zoals stoffen, schermen, gordijnen of canvas, gebruikt als passende achtergrond achter de onderwerpen van foto's, schilderijen of andere beeldende media, of achter acteurs en rekwisieten in een theatervoorstelling of -toneel.
Ruimten in hoofdzakelijk middeleeuwse kerken in Engeland die zich achter het hoogaltaar bevinden.
Verstandelijk vermogen dat duidelijk onder het gemiddelde ligt en als belemmering wordt gezien bij aanpassing aan de maatschappij. Wordt meestal duidelijk op jonge leeftijd, voor de volwassenheid.
Plaatjes die als zetting dienen voor knoppen of handvatten en zijn bevestigd tussen deze knoppen of handvaten en de kasten waaraan ze zijn bevestigd.
Een betrekkelijk lage kwaliteit baksteen die wordt gebruikt achter een andere baksteen of achter ander metselwerk.
Plattegrond van gebouwen of steden die zijn opgetrokken in een achthoek (acht zijden met dezelfde lengte), meestal een gecentraliseerde plattegrond.
Beschrijft gebouwen, in het bijzonder klassieke Griekse en Romeinse tempels en gebouwen met een gelijksoortige structuur, met een of meer rijen van acht zuilen aan een of beide zijden.
Maakte aanvankelijk deel uit van de Shastagroep van oorspronkelijke Amerikaanse volkeren, maar vormt nu een afzonderlijke categorie.
Romeinse aardewerken drinkbeker in terra sigillata. Werd in Italië gemaakt gedurende de late eerste eeuw voor Christus en in de vroege eerste eeuw na Christus.
Assistenten van priesters en diakenen, die meestal taken als het aansteken en dragen van kaarsen uitvoeren.
Negentiende-eeuwse Amerikaanse klokken waarvan de vorm in grote lijnen op een eikel lijkt en die voorkomen in variaties voor op de plank, schoorsteenmantel en voor aan de muur.
Het verkrijgen van materiaal voor een bibliotheek, documentatiecentrum, archief of andere collectie, inclusief selectie, bestellen en verkrijging door ruil of gift.
Het duikelen, balanceren en springen als uitvoerende kunst, vaak met gebruikmaking van hulpmiddelen als stokken, eenwielers, slappe koorden, trampolines en trapezes. Meestal uitgevoerd op kermisterreinen, in circussen en in theaters. Gebruik 'turnen' voor de wedstrijdsport met lichamelijke oefeningen in kracht, lenigheid en evenwicht.
Onder handelsmerk gedeponeerde productnaam voor een thermoplastische kunsthars die na verloop van tijd niet broos wordt of verkleurt, met een vloeistofdichtheid van 1 kilo per liter, een vlampunt van 15 graden Celsius en een viscositeit van 3700-6200 cps. Het product wordt algemeen gebruikt bij conserveringsbehandelingen, en daarnaast in kleurloze en gepigmenteerde coatings, aërosols, drukinkten, productafwerkingsmiddelen en volgens specificatie gemaakte lakken.
Britse hangklokken met slingers, uit de tweede helft van de 18e eeuw, met grote wijzerplaten en houten kasten, meestal gemaakt voor openbare ontmoetingsplaatsen zoals herbergen.
Poppen, typisch meer door jongens dan door meisjes als speelgoed gebruikt of door volwassen mannen als verzamelobject beschouwd, die voorstellingen zijn van stripfiguren, militairen, sportmensen, film- of televisiesterren of andere personen die deelnemen aan heldhaftige of avontuurlijke activiteiten. De figuren zijn meestal mannelijk en incidenteel vrouwelijk. Ze hebben vaak onnatuurlijke, overontwikkelde spierbundels en kunnen zijn voorzien van beweegbare gewrichten waardoor ze wapens kunnen vasthouden of verschillende houdingen kunnen aannemen. De term is bedacht door de firma Hasbro die in 1964 een militaire pop voor jongens, G.I. Joe, in de handel bracht. In de rechtszaak ‘Toy Biz versus de Verenigde Staten’ is bepaald dat door Toy Biz/Marvel Comics geproduceerde actiefiguren voor de douanerechten gelden als speelgoed en niet als poppen omdat ze ‘niet-menselijke wezens’ voorstellen.
Alle instrumenten die worden gebruikt om de intensiteit van stralingsenergie te meten, vooral van de zon.
Verwijst naar de term die wordt gebruikt voor het werk van abstract expressionistische schilders zoals Jackson Pollock en Willem de Kooning. De stijl kenmerkt zich door het gebruik van impulsieve en energieke penseelstreken die de psychische toestand van de kunstenaar weergeven en door de nadruk op het kunstwerk als de arena waarin de schilderdaad wordt verricht.
Vroeg filmgenre, dat werd beoefend vóór 1910. Het bestond uit stomme films van zeer korte lengte die mensen en gebeurtenissen uit het dagelijks leven lieten zien, gewoonlijk in authentieke vorm maar soms gemanipuleerd.
Vroege stomme films, gemaakt vóór 1910, gewoonlijk van zeer korte lengte, die mensen en gebeurtenissen uit het dagelijks leven lieten zien. Meestal werden ze direct naar het leven opgenomen maar soms ook gemanipuleerd.
Afrikaanse draagzwaarden met lange stalen klingen, die de macht van de heersers van Benin symboliseren; traditioneel wordt er bij openbare gelegenheden een gedragen door een zwaarddrager die de oba (koning) en soms bepaalde stamhoofden vergezelt. In het verleden werden zij ook gebruikt als executiezwaarden.
Beschrijft werk dat is vervaardigd door het Afrikaanse Fulbe-volk, dat in de regio Adamawa in Nigeria en in het noorden van Kameroen leeft.
Te gebruiken om werken te beschrijven van de gelijknamige Afrikaanse etnische groep die leeft in Ghana.
Werk dat is gebaseerd op ander werk, is aangepast en wordt vervaardigd voor een ander doel en voor een ander gebruik of medium dan het origineel.
Harde leren schilden die werden gebruikt door de lichte cavalerie en waren bedoeld voor paardrijden met een korte stijgbeugel en gebogen knieën. Oorspronkelijk waren ze rond of hartvormig, maar later hadden ze gewoonlijk de vorm van twee overlappende ellipsen of ovalen. Oorspronkelijk werden ze gebruikt door de Moren, later door de Spanjaarden. Cortez introduceerde ze in Noord-Amerika toen hij aan het begin van de zestiende eeuw Mexico binnentrok.
Verwijst naar een procedé voor het creëren van kleuren op basis van gekleurd licht in een bepaalde mengverhouding. Dat een dergelijke uit een lichtbron ontstane kleur door het oog wordt waargenomen, is het gevolg van emissie en niet van reflectie, de methode waarbij de waarneming van de kleuren in het pigment het resultaat is van subtractieve kleurenmenging. Een additief kleurensysteem verwijst naar licht dat door een bron wordt uitgestraald en omvat meestal de additieve primaire lichtkleuren rood, groen en blauw, waarmee de andere kleuren worden gemaakt, overeenkomstig het RGB-kleurenmodel. Het combineren van een van deze additieve primaire kleuren met gelijke hoeveelheden van een andere primaire kleur geeft de additieve secundaire kleuren cyaan, magenta en geel. Door het variëren van de luminescentie van iedere kleur kan een volledig kleurenspectrum worden opgebouwd. Het combineren van alle drie de primaire additieve kleuren met gelijke intensiteit resulteert in wit licht.
Uitgestorven orde van vermoedelijk in zee levende amfibieën die dateren uit de Late Mississippi-periode en die werden gekenmerkt door een langwerpige schedel met een stevig schedeldak, oogkassen die ver naar voren gelegen waren en goed ontwikkelde ledematen.
Stampbuizen gemaakt van kalebassen, die worden bespeeld door de Ashanti uit Ghana.
Te gebruiken voor de gemodelleerde basis van de muur van een Zuid-Indiase hindoetempel.
Te gebruiken voor lichte, schuin afgekante, voor en achter gelijke 'guideboats', afkomstig uit het gebied rond de Adirondack Mountains in de Amerikaanse staat New York. Ze zijn 4 tot 5,5 m lang, uitgerust met een juk, hebben een platte bodem en worden net zoals een dory om een van nature gekromd spant beplankt; de beplanking is meestal gladboordig of karveelwerk.
Spaanse tapijten met acht- of zeshoekige ornamenten, of met trapgewijs geplaatste ruiten,of met een ster in een ruit; ook met wapenschilden en niet-islamitische motieven zoals dieren of mensen; motieven afgeleid van Perzische of Anatolische tapijten.
Mensen in de overgangsfase tussen jeugd en volwassenheid, meestal tussen de 13 en 17 jaar.
Overgangsfase tussen kindertijd en volwassenheid in de fysieke en emotionele ontwikkeling van een levend wezen; bij mensen bestrijkt die grotendeels de tienerjaren en houdt wettelijk op zodra de officiele meerderjarigheidsleeftijd is bereikt.
Boeken die lijsten met huisadressen bevatten, meestal op alfabetische volgorde.
Christelijk religieus seizoen dat van de vierde zondag vóór Kerstmis tot Kerstmis duurt en door sommigen als een periode van bidden en vasten wordt gezien.
Kandelaar voor vier kaarsen die op de vier adventszondagen voor het Kerstfeest worden ontstoken.
Bedrijven die worden gevormd door een of meerdere advocaten voor het uitvoeren van juridische werkzaamheden, wat inhoudt dat ze adviseren en als vertegenwoordiger optreden bij burgerlijke rechtszaken of strafrechtelijke zaken, zakelijke transacties en andere zaken waarvoor juridisch advies nodig is.
Kleine binnenkamers grenzend aan of binnenin de naos, te vinden in sommige oude Griekse tempels.
Gereedschap met twee bladen waarvan het grote blad de vorm van een handbijl heeft en het kleine blad de vorm van een dissel. Te onderscheiden van 'hatchet-adzes', waarvan het disselvormige blad het grootst is.
Wordt gebruikt voor nissen of kleine kapellen, vaak bedoeld voor beeldhouwwerken of raamwerken rond deuren of ramen die worden gevormd door zuilen, uitkragingen of pilasters, die een fronton of afdak ondersteunen.
Wordt alleen gebruikt in antiek Romeinse context, wanneer er onderscheid wordt gemaakt tussen een heilige omsloten ruimte (een tempel geheten) en het gebouw binnen de omsloten ruimte waar een cultusafbeelding of de schat van een godheid in wordt bewaard.
Verwijst naar de periode en cultuur die wordt geassocieerd met de overgangsfase tussen Steentijd en Bronstijd. Sommige geleerden onderscheiden deze periode van de chalcolithische door aeneolithisch te rangschikken onder het laat-neolithisch, toen koperen en vuurstenen gereedschappen naast elkaar werden gebruikt, en het chalcolithisch te beschouwen als de overgangsfase waarin brons en steen naast elkaar werden gebruikt. In de meeste literatuur wordt dit onderscheid niet gemaakt en gebruikt men de term 'chalcolithisch' voor de gehele periode. Een uitzondering vindt men onder Italiaanse wetenschappers, die vaak de voorkeur geven aan 'aeneolithisch'.
Verwijst naar een bouwkundige stijl die dezelfde wortels heeft als de Ionische stijl. Deze stijl ontwikkelde zich op de eilanden en in de kustregio van de noordelijke Egeïsche Zee, maar komt ook voor in Etrurië en elders. Hij wordt zelden aangetroffen na de 5de of 4de eeuw v. Chr. en onderscheidt zich van de Ionische stijl doordat hij veel dichter bij de oosterse prototypen staat. Dit is vooral zichtbaar in de kapitelen waar voluten oprijzen uit afzonderlijke schachten.
Antieke Romeinse gebouwen, waarin de staatsschatkamer, tevens het staatsarchief gehuisvest was. LNW.
Instrumenten voor het vaststellen van het gewicht of de dichtheid van lucht of andere gassen.
Organismen die alleen kunnen leven en zich voortplanten in aanwezigheid van zuurstof. Ze hebben een op zuurstof gebaseerde stofwisseling, waarbij ze door cellulaire ademhaling zuurstof gebruiken om substraten (bijvoorbeeld suikers en vetten) te oxideren en zo energie te verkrijgen. Obligaat of strikt aerobe organismen kunnen alleen leven in de aanwezigheid van zuurstof; facultatief aerobe organismen kunnen zowel met als zonder zuurstof leven. Vooral gebruikt met betrekking tot micro-organismen.
Verwijst naar de stijl en beweging in Italië die in de jaren dertig en vroege jaren veertig van de 20ste eeuw werden afgekondigd in de Manifesto dell' Aeropittura (1929) door kunstenaars als Giacomo Balla, Gerardo Dottori en Tato, en die voortkwam uit een tweede golf van het futurisme. Deze beweging, die meer gefascineerd was door de dynamiek van beweging, hield zich bezig met een naturalistische weergave van landschappen bezien vanuit extreme hoeken van perspectief en beweging, abstracte weergaven van cirkels, spiralen en elkaar doorsnijdende vormen die beweging symboliseren, en gemanipuleerde en artistieke vormen om analogieën voor beweging te creëren, bijvoorbeeld in de vorm van roterende cirkelvormen die het draaien van de aarde moeten voorstellen.
Aanduiding voor de onhandige, zware Romeinse munten van brons gegoten, over het algemeen uit de 3e eeuw v.C..
De oudste Romeinse geldsoort die hoofdzakelijk bestond uit ruwe, onopgemaakte of niet afgewerkte klontjes brons van verschillend gewicht.
Wordt gebruikt voor oude Romeinse gegoten bronzen munten, gewoonlijk in de vorm van een baar. Ze werden voor 300 v.C. gebruikt en dateren van vóór de aes grave.
Genus van 13-19 soorten bladverliezende of groenblijvende houtige bomen en struiken, inheems in de gematigde streken van het noordelijk halfrond. Er zijn ook diverse hybride soorten.
Soort paardenkastanje die veel voorkomt tussen Kashmir en West-Nepal in de Himalayaanse laaglanden op hoogten tussen 900 en 3000 meter. De soort werd ook naar de Britse eilanden gebracht en wordt daar veel gebruikt in parken en landgoederen. De boom heeft ranke, puntige blaadjes en mooie veervormige bloemaren met een bottlebrush-effect.
Verwijst naar tweedimensionale weergaven van personen, dieren, objecten, plaatsen of verschijnselen. Doorgaans wordt ermee verwezen naar dergelijke weergaven met betrekking tot tekeningen, foto's, films of digitale formaten.
Kleinere schaven dan de reeschaven, ongeveer 28 tot 30 centimeter lang, met een kleinere hoek tussen blad en zool dan een normale reeschaaf. Wordt gebruikt om verbindingstukken passend te maken.
Decoratieve rand van contrasterende houttypen gesneden in afwisselende hoeken ten opzichte van de nerf, zoals voor afwerking van hoeken en randen van meubilair.
Dakachtige en versierde uitsteeksels die aan een muur of het plafond zijn bevestigd. Toegepast bij gebouwen en meubels. Gewoonlijk geplaatst boven nissen, deuren, ramen, tombes, enzovoort om ze te beschermen tegen de zon of de elementen of om de aandacht naar ze toe te trekken.
Het bedekken van bepaalde gedeelten van een ondergrond om te voorkomen dat er op wordt ingewerkt, zoals bij etsen of zeefdrukken.
Belangrijke autonome of semi-autonome eenheden van een organisatie. Gebruik 'departementen (organisatorische eenheden)' voor andere organisatorische eenheden die meestal, maar niet altijd, minder autonoom zijn dan afdelingen. Het gebruik van deze termen, vooral met betrekking tot de officiële benamingen van organisatorische eenheden, is idiosyncratisch en vaak zonder consistent onderscheid.
Algemene term voor een mengsel, gemaakt van verschillende materialen, met een dikke of pasta-achtige consistentie en gebruikt voor het vullen scheuren, vooral in de bouw-of soortgelijke toepassingen.
Dunne, smalle houtstrip die de voeg tussen twee evenwijdige platen bedekt.
Afrikaanse ceremoniële zwaarden van het Asantevolk, met een gebogen stalen kling die breed is aan de punt maar taps toeloopt in de richting van het houten handvat, dat soms in goud is gevat en bestaat uit twee bollen aan weerszijden van een cilinder. Gedragen door Asante koningen en vooraanstaande stamhoofden of hun vertegenwoordigers.
Duitse vorm van singerie die op porselein wordt aangetroffen en circa 1750-1760 in Meissen werd geïntroduceerd, vermoedelijk door Johann Joachim Kändler. Musicerende apen kwamen reeds langer voor in singerie-schilderijen, bijvoorbeeld in het werk van David Teniers de Jonge. Porseleingroepen met het Affenkapelle-motief bestaan doorgaans uit ongeveer 20 figuren. Ook andere porseleinfabrieken in Europa hebben de Affenkapelle-groepen van Meissen geïmiteerd.
Voegen in metselwerk waaruit overtollige mortel is verwijderd door middel van een haal met een troffel.
Administratieve instanties onderworpen aan overheersing of een hoge mate van politieke controle door een of meer buitenlandse mogendheden maar toch buiten de officiële grenzen van deze mogendheden.
Concave golflijnen in zuilen, waar de schacht ontspringt uit het basement of uitloopt in het kapiteel. Ook uithollingen of scheppende holen onder de echinus van sommige vroeg-Dorische kapitelen.
Te gebruiken om werken te beschrijven van de gelijknamige Afrikaanse etnische groep die leeft in het noorden van Nigeria.
Houten of metalen reien die worden gebruikt om pas aangebracht beton af te schrapen of af te vlakken. Worden gebruikt bij metselwerk.
Een brecciëmarmer dat bestaat uit grote zwarte, groene, roze, rode, grijze, paarse en bronskleurige kiezelstenen. Deze marmersoort is bekend om zijn sterk geprononceerde kleuren. Het marmer is afkomstig van het Griekse eiland Chios en heeft dus niets te maken met Afrika. De naam is gebaseerd op de donkere kleurtekening van het marmer.
Verwijst naar de culturen van het continent Afrika, dat wordt begrensd door de Atlantische Oceaan, de Indische Oceaan en de Middellandse Zee.
De stijl en de cultuur van het volk uit de oude provincie Afrika, die ongeveer bestond uit het grondgebied van het huidige noorden van Tunesië, het noordoosten van Algerije en de Middellandse-Zeekust van het huidige westen van Libië langs de Golf van Gabès.
Het West- en Centraal-Afrikaans hardhout van de soort Pterocarpus, met diverse toepassingen, onder meer voor het rode tukula-pigment. Gebruik 'sandelhout' voor vergelijkbaar hout van de soort Baphia nitidia, dat ook wordt gebruikt om tukula te maken.
Inheems West-Afrikaans hardhout, Baphia nitidia, met diverse toepassingen, onder meer voor woningpalen en dakspanten, wandelstokken, medicijnen en voor het tukula-pigment dat wordt gewonnen uit het donkerrode boomhart. Gebruik 'padoek' voor vergelijkbaar hout van de soort Pterocarpus, dat ook wordt gebruikt om tukula te maken.
Verwijst naar de stijlen binnen de cultuur en het erfgoed van de Afro-Amerikanen in Noord-Amerika. In deze stijlen manifesteert zich de essentie van de Afro-Amerikaanse ervaringen, en de wijze waarop individuele en politieke verzetsdaden en overwinningen op rassenvooroordelen en maatschappelijke achterstelling een verrijkende bijdrage hebben geleverd aan de muziek, de kunst, en de literatuur van de Amerikaanse cultuur in haar totaliteit.
Verwijst in algemene zin naar de kunst, architectuur, podiumkunsten, literatuur en cultuur in het algemeen van de mensen van Afrikaanse afkomst die in Brazilië leven.
Te gebruiken om de werken en activiteiten te beschrijven van mensen van gecombineerd Afro-Amerikaanse en Creoolse afkomst.
Te gebruiken voor objecten die dienen om ruimten binnenshuis onder te verdelen, waarbij vaak gebruik gemaakt wordt van boekenplanken of kastjes. Gebruik 'tussenwanden' voor al dan niet permanente binnenmuren die het ene gedeelte van een gebouw van het andere afscheiden.
Dakloze afdekkingen, afsluitingen, verdedigingen, of bolwerken, zoals hagen, muren, hekken, of palissaden, gebouwd langs de grens van een veld, park, tuin, of een andere plaats in het kader van de verdediging tegen indringers of vee of mensen binnen houden .
Voorwerpen die een vat of ander voorwerp bedekken, beschermen of afsluiten, meestal doordat ze rond een cilindervormige rand passen.
Middelen waarmee dieren worden gevangen. Worden met name gebruikt om te verwijzen naar de vallen met een mechaniek waardoor ze plotseling sluiten.
Wordt algemeen gebruikt voor het ontvangen en uitzenden van informatie met behulp van opsporingsapparatuur die op een afstand van het ontvangstinstrument is geplaatst en voor het opsporen van informatie die de reikwijdte van het menselijk vermogen te boven gaat.
Wordt gebruikt voor al dan niet bewerkte houten strips die voegen bedekken, zoals bij lambrisering.
Het verzamelen, verwerken, hergebruiken en afvoeren van afgedankte of overtollige apparatuur, producten of materialen in welke vorm ook maar, inclusief vaste stoffen, olie, chemicaliën, vloeistoffen en gassen.
In metselwerk, de laatste behandeling van voegen door middel van het bepleisteren van metselspecie of het aanbrengen van een plamuurachtige vulling in de voegen.
Ruimten naast keukens die worden gebruikt voor het afwassen en opbergen van serviesgoed en voor het wassen van etenswaren.
Gesteenten zoals zandsteen of kalksteen ontstaan door materialen afgezet als sedimenten.
Verwijst naar het type aardewerk dat vanaf de vroege 17de eeuw werd geproduceerd in de buurt van Fukuchiyama in het noorden van Kyushu. Het is genoemd naar de Koreaanse pottenbakker Chon'gye, die bekend stond onder de naam Agano Kizo. Theegerei vormde het hoofdaandeel van de productie en de stijlen varieerden van dik, romig wit asglazuur en donkerbruin ijzerglazuur in de vroege 17de eeuw tot raku-aardewerk en de introductie van een blauwgroen koperglazuur in de 18de eeuw.
Genus van circa 13 soorten pijnboomachtige planten die inheems zijn in het gebied van de Filippijnen tot Australië en Nieuw-Zeeland. Wordt elders als sierplant geteeld in warme gebieden of kassen. Diverse soorten geven een hard type hars of gom dat wordt gebruikt bij de vervaardiging van lakken, patentleer, zegellak en andere producten.
Genus van planten (uit de familie Amaryllidaceae) met als belangrijkste soort de honderdjarige aloë. Pas wanneer deze plant na tien tot zeventig jaar volwassen is, produceert hij een indrukwekkende bloemstengel van soms wel 12 meter hoog.
Agavesoort die inheems is in Mexico, waar men de plant al in de precolumbiaanse tijd gebruikte als een bron van textielvezels. In de negentiende eeuw introduceerde men deze soort op Cuba, waar de plant in de jaren twintig van de twintigste eeuw het belangrijkste vezelgewas werd. Daarnaast gebruikt men de plant om licor del henequén te maken, een traditionele Mexicaanse alcoholische drank. De plant is een steriele kruising, de vruchtbeginselen produceren geen zaadjes.
De vezels van deze plantensoort gebruikte men al in de precolumbiaanse tijd. De Azteken maakten er kledingstukken van. Vanaf het eind van de jaren dertig van de twintigste eeuw verbouwt men de plant commercieel in Zuid- en Midden-Amerika en tevens in Afrika. De vezels zijn sterk en stijf en licht crèmekleurig. Gewoonlijk verft men sisal met directe of zure kleurstoffen met heldere kleuren. Met de vezels maakt men touw, stoffen vulmateriaal, zakken, borstels, tapijten, matten, handtassen, hoeden en papier.
Verwijst naar werken die zijn vervaardigd door de gelijknamige Afrikaanse etnische groep, die in het noorden van Ethiopië leeft.
Verwijst naar een rond of ovalen medaillon van was met het teken van de Agnus Dei: het symbool van Christus in de vorm van een lam dat een kruis draagt en een stralenkrans rond de kop heeft. De afbeelding werd in een klein stukje was gedrukt, waarna de paus het medaillon zegende. De was kan afkomstig zijn van gebruikte paaskaarsen en wordt dan op de donderdag na Pasen gezegend door de paus. Gewoonlijk staan op de achterkant afbeeldingen van heiligen of de naam en de wapens van de paus. Agnus Dei's draagt men aan een ketting rond de nek of worden als heilige objecten bewaard. Door de zegening van de medaillons beschouwt men ze als ���sacramentaliën', zoals wijwater en gezegende palmen.
http://www.frankossen.com/Muziekinstrumenten-Encyclopedie.htm
Beschrijft werk dat is vervaardigd door het gelijknamige Afrikaanse volk, dat in Ghana leeft.
Open ruimten in oud-Griekse nederzettingen die werden gebruikt als marktplaatsen of algemene openbare verzamelruimten.
Grond geschikt voor landbouw, zowel akkerbouw als veehouderij, waaronder aangeplante en geoogste gewassen als veldgewassen, kastuinbouw, fruit en kleinfruit, kwekerijen boomgaarden, moestuinen, braakliggende gronden, weilanden, en natuurlijk grasland.
Tak van de landbouw die zich bezighoudt met het bewerken van land, onderhoud van grond en de verbetering, productie en het beheer van veldgewassen. Zie 'bodemkunde' voor de wetenschap die zich bezighoudt met alle aspecten van bodemsoorten, inclusief hun oorsprong, spreiding, classificatie, gebruik, natuur- en scheikundige eigenschappen en de rol van organismen in het ontstaan van de bodem en met betrekking tot bodemkenmerken.
Verwijst naar landbouwkundigen die onderzoek of werkzaamheden verrichten met betrekking tot het in cultuur brengen van land of bodembeheer, of de verbetering, het beheer en de productie van gewassen. Zie 'bodemkundigen' voor wetenschappers die zijn gespecialiseerd in bepaalde of alle aspecten van de bodem, met inbegrip van oorsprong, verspreiding, classificatie, gebruik, fysieke en chemische eigenschappen, en de rol van organismen bij de het ontstaan van bodemlagen en in de relatie tot de samenstelling van de grond.
Te gebruiken om werken te beschrijven van het gelijknamige Afrikaanse volk dat leeft in Ghana en een subgroep van de Nzema vormt.
Verwijst naar het beginsel van eerbied voor al het leven en geweldloosheid tegenover alle levende wezens, dat wordt aangetroffen in het boeddhisme, bepaalde hindoegemeenschappen en vooral het jaïnisme. Ahimsa is gebaseerd op de overtuiging dat alle levende wezens heilig zijn en dat geweld negatieve gevolgen heeft voor hen die het plegen; zo kan het toebrengen van schade aan iets levends resulteren in een ongunstige reïncarnatie. De term komt uit het Sanskriet en betekent 'niet kwaad doend'.
Verwijst naar een islamitische religieuze beweging die in 1889 in India is gesticht door Mirza Ghulam Ahmad (ca. 1839-1908). Ghulam Ahmad beweerde dat hij de in de Koran voorspelde messias Mahdi, de christelijke Verlosser, een incarnatie van de hindoegod Krishna en een wederverschijning van Mohammed was. In 1914 splitste de geloofsgemeenschap zich in twee heel verschillende takken, de Qadiyani en de Lahori. De Ahmadiyya-beweging wordt door orthodoxe moslims afgewezen omdat de claim van Ghulam Ahmad dat hij een profeet is na Mohammed, niet samengaat met het traditionele geloof dat Mohammed de laatste manifestatie van God was. Andere onorthodoxe overtuigingen zijn dat Jezus zijn dood heeft geveinsd en in werkelijkheid is ontkomen naar India, waar hij overleed op de leeftijd van 120 jaar, en dat het begrip jihad (heilige oorlog) kan worden geherinterpreteerd als een vreedzame in plaats van gewelddadige strijd tegen ongelovigen. Na jarenlange demonstraties tegen de beweging werden haar volgelingen in 1974 tot ketters uitgeroepen en officieel in de ban gedaan door de orthodoxe islamitische gemeenschap. De beweging staat bekend om haar zendingsijver en is actief in Azië, Afrika en Europa.
Verwijst naar de kunst en architectuur in de periode van de heerschappij van Ahmed II, die regeerde van 1703 tot 1730. Zijn heerschappij omspant het grootste gedeelte van wat bekend staat als de 'Tulpenperiode'. Ahmed staat vooral bekend om zijn patronaat van de hofschilder Levni, die verantwoordelijk was voor een van de beroemdste latere Ottomaanse historische manuscripten, de 'Sūrnāma' of het 'Festivalboek', uit ca. 1720. Ahmed staat ook bekend om het bouwen van een aantal fonteinen in de hoofdstad met hun karakteristieke decoratie uit de Tulpenperiode, bestaande uit lage marmeren reliëfs met afbeeldingen van vazen met bloemen. Er was ook een langdurige periode van ontwikkeling van paleisarchitectuur tijdens deze periode, vooral met betrekking tot het houten kustpaleis of yali, gebouwd aan de Bosporus.
Verwijst naar werken die zijn vervaardigd door de gelijknamige Afrikaanse etnische groep, die in Ivoorkust leeft.
Verwijst naar de Noord-Europese mesolithische periode en cultuur die bloeide rond 7000 v. Chr. Deze kenmerkt zich door een terugkeer naar technologieën behorend bij het koude klimaat dat volgde op de mildere interstadiale periode en de Hamburgcultuur, met inbegrip van een typische geweivormige bijl die de 'bijl van Lingby' wordt genoemd, afneembare harpoenpunten van gewei, harpoenachtige pijlpunten met afneembare schacht, andere herbruikbare gereedschappen en decoratieve motieven die lijken op die van de Hamburgcultuur, zoals visgraatmotieven, meanders en geometrische figuren. De cultuur verspreidde zich over het laagland dat nu de Noordzee is, van Duitsland tot Nederland en Zuidoost-Engeland. Sommige geleerden menen dat deze cultuur banden kan hebben gehad met Oost-Europa.
Te gebruiken om werken te beschrijven van het kaukasoïde Japanse volk dat de oorspronkelijke bevolking vormde van de Japanse archipel, de Koerillen en een deel van het eiland Sachalin.
Beschrijft werken die zijn vervaardigd door het gelijknamige Afrikaanse volk, een Berbervolk dat in het Middelste Atlas-gebergte in Marokko leeft.
Uitgestorven orde van sterk gespecialiseerde slangachtige amfibieën met een kleine schedel met grote oogkassen, grote fenestrae, gereduceerde of ontbrekende botten aan de achterzijde van de schedel en een zeer langgerekt lijf. Kwam voor in het Carboon en het vroege Perm.
Beschrijft werken die zijn vervaardigd door het gelijknamige Afrikaanse volk, dat in het Marokkaanse Hoge Atlas-gebergte en in de Sahara leeft en een subgroep van de Shluh vormt.
Beschrijft werken die zijn vervaardigd door het gelijknamige Afrikaanse volk, dat in het Hoge Atlas-gebergte leeft en een subgroep van de Berbers vormt.
Beschrijft werk dat is vervaardigd door het gelijknamige Afrikaanse volk, dat in het lagunegebied van Ivoorkust leeft.
Verwijst naar miniatuurschilderkunst die werd ontwikkeld in Ajmer in Rajasthan; Ajmer-schilderkunst is een voorbeeld van de uitbreiding van de Mogol-stijl van schilderen naar Rajasthan. De Mogol-keizer Jahangir (regeerde 1605-1627), die zijn hof tijdelijk verplaatste naar Ajmer tussen 1613 en 1616, was een belangrijke kunstbegunstiger. Getinte schilderijen met onvoltooide achtergronden en steenrode lijsten komen veel voor.
Elke willekeurige vorm van decoratie die openingen, perforaties of tussenruimtes bevat.
Te gebruiken om werken te beschrijven van de gelijknamige Afrikaanse etnische groep die leeft in het noordwestelijke Ituriwoud in de Democratische Republiek Congo.
Te gebruiken om werken te beschrijven van de gelijknamige Afrikaanse etnische groep die leeft in het noordoosten van de Democratische Republiek Congo en het zuidoosten van de Centraal-Afrikaanse Republiek.
Blokxylofoons, bestaande uit 17 (voorheen 22) toetsen rustend op twee boomstammen en op hun plaats gehouden door twee kragen die uit de onderkant van de toetsen zijn gesneden; oorspronkelijk ontwikkeld en bespeeld door de Ganda in Oeganda.
Verlichte beelden of lantaarns gemaakt op de traditionele Japanse ambachtelijke manier. De term is bedacht door Isamu Noguchi voor de objecten die hij ontwierp en die in Gifu (Japan) worden vervaardigd met papier dat is gemaakt van de schors van de moerbeiboom. Het zijn zowel beeldhouwwerken als functionele objecten.
Verwijst naar het werk van een school van schilders die halverwege de 18de eeuw actief was in Akita in het noorden van Honshu. Satake Shozan (1748-1785) en Odano Naotake (1749-1780) ontwikkelden de stijl, die zich kenmerkt door een mengeling van naturalistische details en westerse illusionistische methoden, waarbij traditionele Japanse pigmenten worden gebruikt op zijde of papier en het oppervlak volledig wordt afgedekt met een laag olie en hars. Voltooide schilderijen waren in het algemeen gebaseerd op tekeningen uit schetsboeken van nauwkeurige observaties van bloemen, bomen en vogels.
Grond die wordt gebruikt om gewassen te verbouwen.
Verwijst naar personen die gespecialiseerd zijn in de wetenschap van geluid en geluidsgolven. Verwijst tevens naar personen die geluidsapparatuur, akoestische materialen en akoestische componenten of structuren ontwerpen, vervaardigen of herstellen.
De eigenschappen van geluid, vooral de geluidseigenschappen van gebouwde omgevingen, materialen en geluidsapparaten, zoals echo en absorptie.
Te gebruiken om werken te beschrijven van de gelijknamige Afrikaanse etnische groep die leeft in het zuiden van Nigeria, een noordoostelijke subgroep van het Yorubavolk.
Met koper beslagen prestigieuze X-framestoelen van het Afrikaanse Asantevolk, met armleuningen een ajour bewerkte rug en diagonaal gekruiste poten; de vorm van de poten is afgeleid van Europese vouwstoelen.
Verwijst naar werken die zijn vervaardigd door de gelijknamige Afrikaanse etnische groep, die in Togo en Ghana leeft.
Gouden schijven van het Afrikaanse Akan-volk, vaak verfijnd afgewerkt, doorgaans op de borst gedragen hangers, maar sporadisch ook bevestigd aan kapjes of het haar of de enkel. Ze waren oorspronkelijk bedoeld, met name bij de Asante, om de drager te onderscheiden als de 'akra' of 'zielenreiniger' van een koning, die verantwoordelijk was voor het reinigen van de ziel van de koning tijdens zuiveringsrituelen of ceremonieën ter vernieuwing van de ziel. Later kregen akrafokonmu meerdere functies en werden ze gedragen door koningen, stamhoofden, zwaarddragers, herauten, onderhoofden, krijgsheren, lagere functionarissen en jonge meisjes tijdens puberteitsrituelen.
De hoger gelegen en meestal versterkte delen van oude Griekse steden, met doorgaans tempels en een aantal openbare gebouwen, en gebruikt als toevluchtsoorden.
Body art waarbij theatrale, op rituelen gelijkende elementen een belangrijke rol spelen, meestal voor een publiek uitgevoerd. Vaak wordt getracht de grenzen tussen kunst en het leven te doorbreken. Vooral in Duitsland en Oostenrijk.
Te gebruiken voor textiel dat wordt geweven door Igbo-vrouwen in Nigeria, met complexe ingewoven patronen in katoen of kunstzijde op een grondweefsel van katoen. Er wordt alleen commercieel machinaal geweven draad voor gebruikt.
Alkoven of zijruimten van het atrium in antieke Romeinse huizen.
Kleine Oudgriekse of Romeinse vaten voor het bewaren van oliën, zalven of parfums; meestal langwerpig van vorm, bijna cilindrisch, en rond aflopend aan de onderkant. Ze hebben ofwel geen handvat ofwel één klein handvat aan de zijkant. Alabastra zijn zo klein dat ze in één hand konden worden gehouden en ook konden worden gedragen aan een touwtje dat ofwel door de smalle hals heen liep, ofwel door kleine lussen op de schouder werd gehaald. De vorm is oorspronkelijk afkomstig uit Egypte, waar de alabastra waren uitgevoerd in glas, faience of albast (de naam is van deze steen afgeleid).
Petroleumlampen die branden middels een centrale tochtbrander en een gloeikousje. De lampen zijn gebaseerd op een patent uit 1909 en zijn meestal van metaal of glas.
Te gebruiken om werken te beschrijven van de gelijknamige Afrikaanse etnische groep die leeft in Nigeria.
Toestellen van glas of metaal, die vroeger werden gebruikt bij het distilleren. Ze hebben de vorm van een omgekeerde kom met binnenin een gootje langs de rand, waar de gecondenseerde damp door naar beneden loopt en waar een lange, horizontaal hellende buis naar de houder voor het gedistilleerde vocht loopt.
Verwijst naar opvallende medicijnpotten die tussen de 15de en 18de eeuw werden geproduceerd, hoofdzakelijk in het Midden-Oosten en in Spanje en Italië. Ze waren bedoeld als houder voor zalven en geneesmiddelen in droge poedervorm, of voor verfpigmenten. Ze zijn meestal 18 à 20 centimeter hoog, vaak van majolica of faience, en cilindrisch van vorm, met holle of verdiepte zijkanten om het vastpakken te vergemakkelijken; veelal zijn ze voorzien van een brede opening om de inhoud gemakkelijker bereikbaar te maken. Soms hebben ze dicht bij elkaar geplaatste handvatten. Ze zijn evenwel niet bedoeld voor het bewaren van vloeistof en zijn daarom niet voorzien van een tuit of rand en meestal niet van handvatten, en hebben evenmin een bolle vorm. Doorgaans hebben ze geen deksel, en werd een stukje papier of perkament rond de rand gebonden om de pot af te dekken.
Liturgische gewaden met lange, strakke mouwen en een volledige rok, meestal van linnen gemaakt. Alben worden door christelijke priesters en soms ook door gewijde koningen gedragen, vaak onder een ander gewaad. In de westerse kerken zijn ze wit en in de oosterse kerken kunnen ze allerlei kleuren hebben. Alben werden soms gedecoreerd met rijk geborduurde apparels bij de polsen en langs de onderzijde. De term verwijst eveneens naar soortgelijke niet-kerkelijke kleding, met name zoals die door de oude Grieken en Romeinen werd gedragen.
Een vertakking van de middeleeuwse katharen in het zuiden van Frankrijk; hun belangrijkste centrum bevond zich in Toulouse maar zij waren ook actief in Albi, vandaar de naam die hun in 1163 werd gegeven door het Concilie van Tours. De sekte werd door de katholieke kerk als een ernstige bedreiging beschouwd: paus Innocentius III (1198-1216) slaagde er niet in deze dualistische ketters te bekeren en Simon van Montfort leidde tot 1218 een bloedige campagne (de Albigenzische Kruistocht) tegen hen. Ook de dominicaner inquisitie heeft getracht de sekte uit te roeien.
Geslacht van ongeveer 150 soorten bloeiende bomen, struiken en lianen uit tropische en subtropische steken. Sommige soorten worden gekweekt als sierplant of voor hun hout. Het geslacht is vernoemd naar Filippo del Albizzi, een Florentijnse edelman die A. julibrissin in 1749 als eerste kweekte.
Wordt gebruikt voor ongepubliceerde reeksen bladen, gebonden of los, waarin materiaal van allerlei aard bevestigd is of kan worden.
Ingebonden verzamelingen met handgeschreven teksten, geschriften en tekeningen van de vrienden en kennissen van de eigenaar. Men denkt dat ze voor het eerst werden gemaakt in het midden van de zestiende eeuw in de Duitstalige gebieden in Europa. De gewoonte werd verspreid door studenten die van de ene universiteit naar de ander reisden. Ook niet-studenten gingen ze gebruiken, met name mannen en vrouwen uit de bourgeoisie. De albums van mensen van adel bevatten gewoonlijk afbeeldingen van hun wapens.
Quilts bestaande uit blokken, vaak met afbeeldingen, als aandenken vervaardigd (en ook gesigneerd) door verschillende mensen. Geen Nederlands equivalent.
Spaanse watervaten van poreus, ongeglazuurd aardewerk, gebruikt om water te koelen door verdamping.
Spaanse of Moorse kastelen, vestingen of versterkte paleizen.
Een vorm van scheikunde en speculatieve filosofie die werd beoefend tijdens de Middeleeuwen en de Renaissance, die zich voornamelijk bezighield met het ontdekken van methoden voor het omzetten van onedel metaal naar goud en met het vinden van een universele solvent en een levenselixer.
De alcoholmeter van Gay-Lussac is een hydrometer die is uitgevonden door de Franse natuur- en scheikundige Louis Gay-Lussac. Dit instrument wordt in België en Frankrijk gebruikt voor de wettelijke bepaling van het alcoholgehalte in graden Gay-Lussac. Dit is nodig voor het bepaling van de hoogte van de accijnsheffing. Eén graad Gay-Lussac komt overeen met één volumeprocent ethanol in een vermenging van ethanol en water bij een exacte temperatuur van 15°C.
Vroege met goud bewerkte boekbanden die in Venetië en andere plaatsen in Noord-Italië werden vervaardigd. De hoeken zijn vaak gedecoreerd met gestileerde arabesken of een kleine driepasvorm, een zogeheten 'Aldine-fleuron'. Kenmerkende decoraties voor deze banden zijn geometrische vlechtbandmotieven of rechthoekige panelen met gouden riemlijsten, met de titel van het boek of de naam van de schrijver in het midden gestempeld.
Compositietechniek waarbij de componist een aanzienlijk deel van de controle over het stuk overlaat aan de musici of omstandigheden, uitgezonderd enkele traditionele manieren om dit te doen, zoals geleide improvisatie en maatloze rusten. In het algemeen worden drie methoden toegepast: (1) gebruik van toevalsprocedures in het maken van composities, (2) de musicus laten kiezen uit diverse mogelijkheden die door de componist worden aangereikt en (3) het gebruik van niet-traditionele of volledig nieuwe schema's of notaties en notatiesymbolen die zorgen voor lossere instructies van de componist en veel ruimte laten voor de interpretatie van de musicus. De techniek is sinds medio 20ste eeuw veelvuldig toegepast en een van de belangrijkste beoefenaars was de Amerikaanse componist John Cage.
Glazen bedoeld om ale of bier uit te drinken. Exemplaren uit de vroege 17e en 18e eeuw hebben vaak dezelfde vorm als een hoog wijnglas, S-vormig van lijn of met een ronde trechtervormige kelk en staand op een steel die in lengte kan variëren. De inhoud van de kelk is meestal tussen de 1 en 1½ deciliter. Moderne exemplaren hebben vaak de vorm van hoge, dunne glazen, meestal met een inhoud van 3½ deciliter, die naar beneden smal toelopen en op een massieve basis staan.
Verwijst naar de periode en cultuur van de Alemannen, een losse confederatie van Germaanse volkeren die naar de streek van het Zwarte Woud trokken in de 3de eeuw n. Chr. en zich verder verspreidden naar de Elzas en het noorden van Zwitserland in de 5de eeuw. Zij namen hun taal en elementen van hun artistieke tradities mee.
Een type naaldkant die werd gemaakt in en rond Alençon in Frankrijk en vergelijkbare kant die elders werd gemaakt. Venetiaanse kantmakers werden in 1665 door Colbert naar Frankrijk gehaald, waar ze zich in 1765 vestigden in Alençon. Daar richtten ze een kantindustrie op die door de overheid werd beschermd. De industrie raakte in de loop van de 18de eeuw in verval, maar werd door Napoleon en later tijdens het Tweede Keizerrijk in ere hersteld. Alençonkant wordt gekenmerkt door een gelijkvormig vierkant maaswerk met gedraaide zijden, veelvuldig gebruik van decoraties en opvallende hoofdelementen met een in het oog springend koord.
In Romeinse en latere de klassieke stijl imiterende architectuur, de delen van een pijler die steunpunten van een boog vormen, en die een centraal ingewerkte zuil of pilaster flankeren die een architraaf draagt.
Reeksen tekens of symbolen waarmee een taal wordt geschreven.
Personen die zijn geschoold of werkzaam zijn op dat deelgebied van de wiskunde dat onderzoek doet naar algemene beweringen omtrent relaties, met gebruikmaking van letters of andere symbolen voor het weergeven van specifieke wiskundige elementen, zoals getallenverzamelingen, waarden, vectoren en reeksen.
Belichtingstechnieken waarbij een heel gebied gelijkmatig wordt verlicht, en waarbij aan de verlichting verder geen speciale eisen worden gesteld.
Reeksen van logische procedures om problemen op te lossen in een eindig aantal stappen.
Verwijst naar grote lustrewerkvazen met vleugelvormige handvatten die zijn aangetroffen in het middeleeuwse islamitische paleis Alhambra in de Spaanse stad Granada. De vazen hebben een gemiddelde hoogte van 125 cm en zijn daarmee de grootste lustrewerkvaten die ooit zijn gemaakt. Ze zijn vermoedelijk vervaardigd in de kustplaats Málaga. Dit amforavormige vaatwerk wordt onderscheiden in twee stijlgroepen. De vazen van de eerste groep dateren uit de 13de en vroege 14de eeuw en zijn boller van vorm, met een kortere hals, monochroom lustre en forse, hoekige inscripties. Vazen uit de tweede groep dateren uit de late 14de en vroege 15de eeuw, zijn langwerpiger van vorm en gedecoreerd in kobaltblauw met verguldsel. Bovendien zijn de inscripties minder opvallend. Deze vazen zijn vrij wankel en werden om die reden vermoedelijk op een standaard geplaatst of in gaten in de vloer bevestigd.
Verwijst naar de periode van circa 6750 tot 6000 v. Chr. in de regio Kuzistan van het Zagrosgebergte in Iran, genoemd naar de opgravingen te Ali Kosh. De periode kenmerkt zich door goed gebouwde huizen en een ontwikkelde materiële cultuur. Deze zijn representatief voor een volledig ontwikkelde neolithische gemeenschap.
Orde van bloeiende planten met 14 families, 166 genera en ongeveer 4500 soorten waterplanten die geheel of gedeeltelijk onder water groeien in moerassen en andere zoet- of zoutwateromgevingen.
Lid van de reeks verzadigde koolwaterstoffen met de algemene chemische formule CnH2n+2, waarbij 'n' een geheel getal is. Hoewel alkanen doorgaans niet reactief zijn, komen ze al snel tot verbranding; veel belangrijke brandstoffen zijn een alkaan, bijvoorbeeld methaan en butaan, of benzine en andere alkaanmengsels.
Wordt gebruikt voor kleine inspringende kleine ruimten van grotere kamers. Aanvulling: kleine vertrekjes grenzend aan een grotere kamer en daarvan met een deur of een gordijn afgescheiden, meestal zonder eigen uitgang en vensterlicht, gewoonlijk als slaapplaats ingericht. Gebruik 'nissen' voor uitsparingen in de dikte van muren, zodat het muurvlak op enige hoogte of breedte dieper ligt.
Literaire werken waarin met behulp van fictionele, symbolische figuren en handelingen waarheden of generalisaties omtrent menselijk gedrag of menselijke ervaringen worden gedebiteerd.
Abnormale reacties van het lichaam op een gevoeligmakende dosering van, of het blootstellen aan, een bepaalde vreemde stof.
Verwijst naar de kunst en cultuur die zijn verbonden met de islamitische Berberdynastie die regeerde in Noord-Afrika en zuidelijk Spanje (1130-1269). Deze periode is opmerkelijk omdat het voor het eerst was dat de hele Maghrib was verenigd onder één dynastie. De Almohads stonden op tegen de Almoravids in 1121 en veroverden Marrakesh in 1147. De dynastie verloor macht toen ze werd verslagen door Alfonso VIII in 1212, waarbij Andalusië verloren ging, en in 1269, toen men Marrakesh kwijtraakte aan de Berberse Marinids. De Almohad-hoven in Marrakesh en Sevilla waren centra van islamitische kunst en islamitisch onderwijs, vooral op het gebied van filosofie. Almohad-architectuur staat bekend om de combinatie van puriteins, eenvoudig ontwerp en overvloedige decoratie. Er werden enorme congregationalistische moskeeën gebouwd in Sevilla, Rabat en Marrakesh. Eenvoudige interieurs worden verlucht door middel van weelderige, gelobde bogen en andere details. Herhaald gebruik van een architecturale eenheid zoals een arcade of nis om gerichte doorkijkjes en een diep gevoel van ruimte te creëren, is een andere kenmerkende eigenschap. Sobere exterieurs contrasteren sterk met de rijk geïllustreerde, gigantische vierkante minaretten (laat 12de eeuw) van de drie moskeeën. Deze minaretten zijn rijkelijk voorzien van venstervormige openingen en elke zijde heeft verschillende rasterontwerpen die zijn uitgevoerd in verhoogd metselwerk. De moskee van Tinmal, met zijn karakteristieke Maghribi T-vorm, wordt beschouwd als een Almohad-meesterwerk. De locatie van de minaret achter de mihrab is een belangrijke vernieuwing van Tinmal. Almohad-moskeeën zijn gewoonlijk vergroot ten koste van hun binnenhoven. Andere kunsten zoals het maken van boeken, metaalwerken en luxe weefsels floreerden eveneens. Verschillende exemplaren van de Koran tonen aan dat papier tijdens deze periode perkament begon te verdringen. Een boekband op een prachtige, meerdelige Koran (1256) is het vroegst gedateerde voorbeeld van goudsierdruk. In textilia is net als in boekbanden een voorkeur te zien voor geometrische patronen.
Verwijst naar de kunst en cultuur die zijn verbonden met de islamitische Berberdynastie die regeerde in Spanje en Noord-Afrika van 1054 tot 1147, toen deze dynastie werd opgevolgd door de Almohad-dynastie. De Almoravids ontwikkelden zich uit een puriteinse beweging in westelijk Afrika die Noord-Afrikaanse Berbers aansprak. De Almoravid-leider Yusuf b. Tashfin stichtte Marrakesh in 1069. Vanaf 1090 bestuurde de dynastie Andalusië en via deze connectie werd de Umayyad-kunst van Spanje overgebracht naar Noord-Afrika. Er was ook sprake van een Egyptische invloed. De Almoravids stonden bekend om hun puriteins fanatisme en waren vooral begunstigers van religieuze architectuur. Ze bouwden moskeeën in Tilimsen en Algiers die waren geïnspireerd op de moskee van Córdoba; andere opmerkelijke moskeeën werden gebouwd in Fez. Almoravid-architecten stonden bekend om hun vindingrijke manipulatie van driedimensionale ruimte waarbij gebruik werd gemaakt van ornamentele bogen en decoratieve gewelven, architecturale vormen die traditioneel gescheiden werden gehouden. Deze en andere architecturale vormen verlevendigen in plaats van toegepaste decoratie hun gebouwen. Het kenmerk van hun karakteristieke Maghribi-muqarnas is dat het exterieur niets onthult van de interne configuratie. Het muqarnas-gewelf van Fez is gebouwd over een rechthoekige ruimte en fungeert op deze manier visueel eerder als een hangend plafond dan als een traditionele koepel. Een fontein die eens deel uitmaakte van de Grote Moskee van Marrakesh is bekend om zijn gelobde en gekrulde boogvormen die een krachtig ritme in de beeldhouwwerken creëren.
Middeleeuwse kap, lijkend op een monnikskap.
Hoge houten sculpturen van de Mahafaly, in kleine groepen bij tombes geplaatst en voorzien van houtsnijwerk in de vorm van menselijke en dierlijke figuren en opengewerkte geometrische patronen.
Slappe, platte, kleploze petten met een nauwsluitende hoofdband; worden in militaire context gedragen als formeel hoofddeksel, dan voorzien van een embleem dat het wapen aanduidt waartoe de drager behoort.
Handgeweven kleden met luspolen, gemaakt in Spanje in het district Aljuparras ten zuiden van Granada en elders in Andalusië en Castilië. De basis is van linnen en de ruwe wol van de polen loopt langs het inweefsel, waarbij iedere kleur volgens het patroon in lussen boven het oppervlak wordt getrokken. Er gaan ongeveer 3 lussen in 1 vierkante centimeter. Deze techniek wordt mogelijk al lange tijd in het gebied toegepast, maar de nog bestaande exemplaren dateren vermoedelijk niet van vóór de 18de eeuw. De patronen kunnen worden omschreven als volkskunst en de kleuren, meestal twee maar soms wel tien, zijn krachtig. De alpujarras-kleden zijn waarschijnlijk van Moorse oorsprong. De constructie van de kleden maakt ze vooral geschikt als beddensprei.
Beschrijft muziekinstrumenten, in het bijzonder blaasinstrumenten, met de op een na hoogste toonhoogte in hun familie. Altinstrumenten hebben gewoonlijk een bereik dat ongeveer een vijfde lager is dan dat van de hoogste leden van de familie. Met betrekking tot menselijke stemmen beschrijft deze term een zanger wiens stem hoger is dan een tenor, maar lager dan een sopraan.
Wordt gebruikt voor constructies waarop religieuze offerandes worden gedaan. Omvat zowel kleine, tafelachtige bouwsels als grotere, vrijstaande constructies die zich buiten bevinden. Voor het oppervlak waaraan communie wordt gevierd in protestantse kerken wordt 'Avondmaalstafels' gebruikt.
Wordt gebruikt voor rijen zitplaatsen voor de dienstdoende geestelijken, meestal van steen en telkens drie, over het algemeen gesitueerd aan de zuidkant van het altaar.
Het bovenblad van het altaar. In dit blad bevindt zich het door een steen afgedekte reliekengraf (tegenwoordig niet meer verplicht). In het altaarblad of in de altaarsteen zijn vijf kruisjes gebeiteld, die de plaatsen aangeven waar deze is gewijd.
Losse, vaak versierde, vergulde of verzilverde plint aan de voorzijde van het altaar die de (versleten, gerafelde) onderzijde van het altaarantependium bedekt.
Wordt gebruikt voor de hekken die de altaarruimte van de ruimte erachter scheiden. Te onderscheiden van 'reredoses' die visueel met het altaar verbonden zijn en een onderdeel kunnen zijn van de binnenkant van het altaarscherm.
Verwijst naar een type glas dat werd vervaardigd in de Italiaanse stad Altare, bij Genua. De glasindustrie was daar in de 9de eeuw gevestigd door glasblazers uit Normandië en Vlaanderen. De term verwijst in het bijzonder naar glas uit de 15de eeuw en later dat daar is geproduceerd, of dat elders ontstond op basis van technieken die men van de Altare-glasblazers had geleerd. Tijdens deze periode imiteerden de glasmakers van Altare de uiterst gewilde, geheime technieken van de Venetiaanse glasblazers, en verspreidden ze de geheimen naar andere centra in Europa.
Strips die waren geïnspireerd op de undergroundstrips van de jaren 60 en 70 van de 20ste eeuw, en die vanaf circa 1980 in tijdschriften verschenen. De inhoud is doorgaans bestemd voor een volwassen publiek en de oplage is beperkt.
Een fundamenteel begrip in de religie van de Australische Aboriginals dat verwijst naar een mythologische periode in de tijd voor mensenheugenis toen de wereld werd gevormd en vermenselijkt door het optreden van mythische voorouderlijke wezens. Sommige van deze wezens hebben een menselijke of dierlijke (totem)vorm terwijl andere van vorm veranderen. Zij zijn verantwoordelijk voor de schepping van de verschillende soorten planten en dieren, met inbegrip van de mensen, en voor het vestigen van een lokale sociale orde en wetten om na te leven. In het geloof van de Aboriginals zijn deze voorouders spiritueel nu nog net zo levend als zij vroeger waren. Als geloofssysteem omvat de altjeringa totemisme: de mens wordt beschouwd als een onderdeel van de natuur dat niet fundamenteel verschilt van zijn mythische voorouders of van dieren, die allemaal een gemeenschappelijke levenskracht hebben. Deze verbinding wordt vaak zichtbaar gemaakt door het gebruik van totemfiguren.
Kleurloos tot wit kristallijn dubbelzout van kalium- en aluminiumsulfaat; wordt gebruikt voor diverse doeleinden waaronder het bewerken van leder en textiel, het stijven van papier, als beitsmiddel in (textiel)verven en als een waterzuiveringsmiddel.
Verwijst naar legeringen met een siliciumgehalte van 5 tot 22 %, die worden gekenmerkt door een goede roestbestendigheid en lichtheid en doordat ze zich gemakkelijk laten gieten en lassen.
Een koper-aluminiumlegering met aluminium als het belangrijkste legeringselement.
Een hard thermoplastisch wit poeder dat wordt gebruikt als een droogmiddel, verdikkingsmiddel, emulgator en matteermiddel in verven en vernissen; bovenmatige hoeveelheden vormen een zachte, niet-bindende folie. Aluminiumstearaat wordt ook gebruikt om stoffen, touwen, papier, leer, beton en stucwerk waterdicht te maken. Het wordt gebruikt als een ingrediënt van fotografische emulsies. Het vormt gel met terpentijn, terpentine en oliën.
Lijsten met namen, adressen en andere gegevens van oudstudenten aan scholen, instituten of universiteiten.
Grote nissen aediculae achter het altaar waarin het altaarstuk of de altaarbeelden op een verhoging staan.
Motief van een oog binnen een driehoek of piramide, dat zich in de 17de en 18de eeuw in Europa en Noord-Amerika uit het Egyptische oog van Horus heeft ontwikkeld. Het motief symboliseert een oog dat alles ziet of het oog van God, en wordt vaak in verband gebracht met de Vrijmetselarij.
Blokxylofoons, bestaande uit twaalf toetsen rustend op twee boomstammen en uit elkaar gehouden door in de boomstammen geslagen stokjes; oorspronkelijk ontwikkeld en bespeeld door de Ganja in Oeganda.
Platte of schijfvormige, getande of gecanneleerde stenen die op het hoogste punt van Noord-Indiase hindoetempels worden geplaatst, als herhalend motief in deze bovenbouw of binnen een andere context. De vorm is ontleend aan de Indiase vrucht amla of myrobalan.
Een sterke, duurzame, elastische, purperachtige houtsoort die met name wordt gebruikt voor decoratief fineerwerk en wordt verkregen van diverse tropische Amerikaanse bomen (een genus van 23 typen bloeiende planten in de familie van de Fabaceae). Het hout aan de binnenkant is bruin wanneer het pas is gekapt, maar wordt donkerpurper bij blootstelling aan de lucht, en uiteindelijk donkerbruin met scherp afgetekend gebroken wit hout langs de buitenste rand.
Kleine kussentjes, vaak in de vorm van een aardbei, gevuld met amarilpoeder, gebruikt om naainaalden scherp en vrij van roest te houden.
Verwijst naar de periode in Egypte tijdens de Achttiende Dynastie, van circa 1353 tot 1332 v. Chr. onder het bewind van Amenophis IV, die zijn naam veranderde in Akhenaten. De naam van de periode is afgeleid van de huidige plaats El-Amarna bij de ruïnes van de nieuwe hoofdstad die werd gesticht door Akhenaten. De periode kenmerkt zich door een grondige verandering in de kunst, religie, ideeënwereld, literatuur en taal. Veel van de materiële overblijfselen uit deze tijd zijn door latere heersers vernietigd. De kunst, vooral statuair en en-reliëf beeldhouwwerk, is beschreven als expressionistisch of maniëristisch als gevolg van de breuk met artistieke conventies uit het verleden, met name de verandering in de proporties van menselijke figuren.
Papier dat is vervaardigd uit de schors van de amatl, een Centraal-Amerikaanse boom die voor de houtwinning wordt gebruikt.
Te gebruiken voor personen die een beroep uitoefenen of handel drijven of zich bezighouden met handvaardige of andere artistieke vaardigheden. Meestal niet gebruikt voor diegenen schilderijen, beeldhouwwerken of architectuur maken. Onderscheiden van 'kunstenaars' en 'architecten' gebaseerd op de media van hun creaties. Voor een algemene term voor voor personen die zelf voorwerpen creëren of construëren, voornamelijk als hun beroep of belangrijkste bezigheid, gebruik 'makers'.
Wordt gebruikt voor de ambtelijke hoofdkantoren van gezanten uit een ander land die ambassadeurs heten en die zijn benoemd om te onderhandelen in internationale zaken met een buitenlandse regering; gebruik 'consulaten' als zulke hoofdkantoren zijn bedoeld voor gezanten die vooral zijn benoemd om toezicht te houden op de economische belangen van hun thuisland en deze te beschermen. Gebruik 'gezantswoningen' voor de ambtelijke woningen van buitenlandse gezanten in het algemeen.
Gebruik deze term voor kunstwerken met sculptuur- en architectuurelementen, vooral populair na 1945, waarbij een ruimte wordt gevormd (meestal binnen; niet altijd een museum) die door de bezoekers kan worden betreden. Vaak worden verschillende materialen, licht, geluid en communicatiemiddelen gebruikt.Voor dit soort werken na 1970 gebruik 'installaties (beeldhouwwerken)'. Gebruik 'tableaus' voor beeldhouwwerken die zijn samengesteld uit figuren en objecten gerangschikt in een op een schilderij gelijkend tafereel dat de toeschouwer niet betreedt.
Te gebruiken om werken te beschrijven van de gelijknamige Afrikaanse etnische groep die leeft in Zambia.
De preekstoelen in het schip ter lezing van het evangelie of de brieven, in vroeg-christelijke kerken. In de Balkan en Griekse kerken vandaag de dag, grote preekstoelen of lessenaars.
Foto's vervaardigd door een gebleekt glasnegatief tegen een donkere achtergrond te plaatsen, waardoor de afbeelding als een positief verschijnt; meestal in een passe-partout gemonteerd en vervolgens ingelijst of in een etui gezet.
Personen die zich specialiseren in de vervaardiging van ambrotypieën. Dit zijn foto’s die zijn gemaakt door een negatief aan te brengen op glas met een donkere achtergrond waardoor het beeld er als een positief uit komt te zien.
Sierkettingen, doorgaans van gepolijst metaal met diverse insignes, medailles of andere symbolen, gedragen rond de hals en meestal lang genoeg om tot op de borst te worden gedragen. Ze worden als ambtssymbolen gedragen door functionarissen zoals burgemeesters.
Voorwerpen die iemands positie of functie representeren.
Fotografisch materiaal uitgevonden door George Eastman, dat bestaat uit een emulsie van gelatinebromide over gewone gelatine; voor het eerst gebruikt in 1888 op een papieren ondergrond en later op een nitrocellulose film.
Beweging binnen de Amerikaanse figuratieve schilderkunst die actief was tussen de jaren twintig en veertig en die streefde naar echte Amerikaanse kunst door het eigentijdse Amerikaanse leven realistisch af te beelden; de toenmalige niet-realistische stijlen die waren geïntroduceerd door de Armory Show, werden door de beweging verworpen.
Wordt gebruikt in de context van, of in het bijzonder geassocieerd met de hedendaagse politieke eenheid van de Verenigde Staten van Amerika.
Hout van de boom behorende tot het genus Magnolia, inheems in de Verenigde Staten, in de bossen van de Atlantische kustvlakte van Virginia tot Texas. Het heeft roomwit spinthout, met een groenachtig of soms paarsachtig accent. Het wordt gebruikt voor het maken van schrijnwerk, deuren en lambriseringen.
Een patroonverband waarbij met regelmatige tussenpozen een metsellaag van kopstenen van normale lengte voorkomt, meestal om de 5 of 6 metsellagen; de andere lagen bestaan alleen uit strekse stenen.
Hout van de boom behorende tot het genus Quercus lyrata, inheems in de Amerikaanse staten New Jersey en Texas. Het hout wordt gebruikt voor de vervaardiging van vloeren en meubels en voor zware constructies.
Een paarse of blauw-violette variant van kwarts.
Tweeslachtige, gewervelde dieren met naakte huid dat eieren legt en gedaantewisselingen ondergaan
Beschrijft gebouwen, in het bijzonder klassieke Griekse en Romeinse tempels en gebouwen met een soortgelijke structuur, met zuilen aan de voor- en achterkant, maar zonder zuilen aan de zijkanten.
Wordt gebruikt voor ronde of ovale bouwwerken waarin de centrale opvoeringsplaats wordt omringd door stijgende rijen zitplaatsen.
Kleine amforen met een spitse hals, gebruikt voor geurende olie (parfum).
Verwijst naar het werk van een school van schilders uit de 15de eeuw, die ontstond in zenkloosters en die de traditie van het schilderen met inkt uit de Muromachi-periode (1333-1568) nieuw leven inblies. De school werd vertegenwoordigd door drie generaties Ami-schilders, die in hoofdzaak conservator waren van Chinese kunstobjecten in de collectie van het Ashikaga-shogunaat. De stijl combineert de rijke wassingen en stippen van de traditionele Chinese schilderkunst van de Zuidelijke Song-dynastie (1127-1279) met sommige elementen van Koreaanse schilderkunst.
Een wit, geel of grijs (en in zeldzame gevallen groen of rood) serpentijn. Het is zo flexibel dat de oude Romeinen er lijkwaden van zouden hebben gemaakt om de as van de overledene en die van de brandstof gescheiden te houden.
Dateringstechniek die de relatie beoordeelt tussen verstreken tijd en de afbreking van aminozuren in proteïnen, met name de racemische vermenging van aminozuren in collageen.
Verwijst naar de conservatieve anabaptistische sekte die werd geleid door Jakob Amman en zich afscheidde van de Mennonieten in Zwitserland rond 1693. Hieruit kwamen diverse liberalere sekten voort nadat een groot aantal Amish naar de Verenigde Staten was gemigreerd, met name in de jaren zeventig van de 18de eeuw. Alleen de zogenoemde Old Order Amish (opgericht tussen 1720 en 1740) houden zich nog aan Ammans strikte kledingregels, gewoonten en de weigering om samen te werken met de staat. Tegenwoordig leven de Amish hoofdzakelijk in Zuidoost-Pennsylvania.
Een tweedelige diazokopie waarbij de diazozouten en de koppelaar de basis zijn, en waarbij ontwikkeling wordt bereikt door de zuurhoudende stabilisatoren met behulp van dampen, verkregen door het verdampen van ammoniakwater, te neutraliseren.
Alkalische oplossing die wordt gemaakt van ammonia en die zeer goed oplosbaar is in water, gewoonlijk met ongeveer 28,5 gewichtsprocent ammonia. Ammoniumhydroxide is een kleurloze, alkalische vloeistof met een doordringende ammoniakgeur. Huishoudelijk ammoniakwater bevat ongeveer 10 gewichtsprocent ammoniak. Ammoniumhydroxideoplossingen worden gebruikt als reinigingsmiddelen en wasmiddelen, afbijtmiddelen, voor het beitsen van hout en om kleur uit gras en korstmos te halen voor het produceren van een groene kleurstof.
Genus van circa drie soorten grove overblijvende grassen die ongeveer 1 meter hoog worden en groeien op zandbodems langs de kust in de gematigde gebieden van Europa, Noord-Amerika en Noord-Afrika. De grassen plant men ook buiten hun normale groeigebied, omdat ze zeer nuttig zijn bij het stabiliseren van stranden en voor de vorming van zandduinen.
Franse bergmeubels die bestaan uit twee wandkasten boven op elkaar, elk met twee deuren waarbij de voorkant en de zijdes van de bovenste kast iets zijn verzonken. Ze hebben meestal een architectonisch raamwerk met pilasters die door een timpaan worden bekroond.
Aardewerkstijl die wordt gekenmerkt door aantrekkelijk graffitowerk met dicht ingesneden kalligrafische, figuratieve en geometrische ontwerpen op een crèmekleurige ondergrond met kruisarceringen. Dierontwerpen waren populair. Sommige ontwerpen op Amolwerk zijn mogelijk afgeleid van in metaalwerk uitgevoerde prototypen. De ontwerpen zijn bedekt met transparant kleurloos glazuur en groenoxiden in uiteenlopende hoeveelheden. De stad Amol, in de provincie Mazandaran in West-Perzië, was het productiecentrum voor deze aardewerkstijl, tussen de 11de eeuw en de vroege 13de eeuw.
Verwijst naar een cycladische stijl en cultuur in de Bronstijd, kenmerkend voor artefacten die zijn opgegraven op het Griekse eiland Amorgós. De kunst kenmerkt zich door typische stenen beeldjes met gevouwen armen, zegels, verfijnde zilveren voorwerpen en ander metaalwerk.
Een Duits type 12de-eeuwse olielamp in een hangende pot met een of meer tuiten voor een of meer pitten.
Klassieke Griekse en Romeinse opslagvaten in velerlei verschijningsvorm, met meestal een ovale romp met nauwe hals, en met twee of meer handvatten die vanaf de opening of de hals naar de schouders op de romp lopen.
Vaten van uiteenlopende vorm en grootte, gebruikt in kerken en bij kroningsplechtigheden voor het bevatten van vloeistoffen. Ook zijn het vaten uit de (Romeinse en vroeg-christelijke) Oudheid, vaak bolvormig, met een of twee handvatten, die werden gebruikt voor parfum, zalf of het serveren van dranken. Er bestaan ook zogenaamde pelgrimsampullen, in de vroeg-christelijke tijd gebruikt bij martelaarsgraven.
Verwijst naar de periode in Boven-Egypte van circa 4000 tot 3500 of 3200 v. Chr. De kunstwerken bestaan uit stenen graveerkoppen, leistenen paletten, stenen vazen, ivoren beeldsnijwerk, beeldjes van verschillende materialen, aardewerk van het type rood met zwarte top en rood gepolijst aardewerk dat soms is versierd met lijnpatronen of menselijke en dierlijke figuren van witte slip.
Verwijst naar de stijl waarin hard porselein werd vervaardigd door porseleinfabrieken in Ouder-Amstel en Nieuwer-Amstel van 1784 tot 1820. De stijl kenmerkt zich door het gebruik van een hoge kwaliteit aan stijlen die werden gekopieerd van Meissen en geschilderd in een polychroom email, gewoonlijk in bruin en andere toonkleuren.
Een organisch bestanddeel van plantencellen, een lid van de amylosegroep van koolhydraten.
Elk van de bewegingen die hun oorsprong vinden in de radicalere elementen van de 16de-eeuwse Reformatie die stelden dat alleen de doop van volwassen geldig is en dat ware christenen geen regeringsfuncties mogen bekleden, geweld mogen gebruiken of wapens mogen dragen. Aanhangers van deze bewegingen, ook bekend als wederdopers, leggen de nadruk op een strikte kerkelijke discipline, trouw aan de Schrift en de scheiding van kerk en staat. Anabaptisten zijn regelmatig blootgesteld aan vervolging als gevolg van hun kritiek op de overheid; zij worden vaak beschouwd als de voorlopers van de doopsgezinden.
Verwijst naar mensen die zich om geloofsredenen hebben teruggetrokken uit de wereld, in het bijzonder in de vroegchristelijke periode of in de orthodoxe kerken van het oosten.
Te gebruiken om werken te beschrijven van de gelijknamige Afrikaanse etnische groep die leeft op het Jos-plateau in het noorden van Nigeria.
Verwijst naar de fase van het kubisme die zich voornamelijk richt op het tegelijkertijd afbeelden van verschillende aspecten van hetzelfde object.
De studie van de geschiedenis van de boekproductie en de omschrijving van boeken als fysieke objecten, met inbegrip van de studie van de verhouding tussen verschillende teksten of tussen verschillene edities van een werk.
Verwijst naar een perspectiefsysteem dat is gebaseerd op het orthodox lineair perspectief, maar gebruikmaakt van de extreme vertekening van vormen op het afbeeldingsvlak bij zeer brede zichthoeken. Het maakt gebruik van de optische trucage van anamorfose, waarbij een op een afbeeldingsvlak weergegeven vorm lateraal zo extreem wordt uitgerekt dat het van voren gezien onherkenbaar is, maar vanuit een zeer schuine hoek wel te onderscheiden valt.
Bromelia die inheems is in de tropische en subtropische gebieden in Amerika, maar inmiddels ook elders is geïntroduceerd en op grote schaal wordt gekweekt in broeikassen. De plant heeft 30 tot 40 dicht op elkaar geplaatste en stijve maar sappige bladeren in de vorm van een rozet om een dikke, vlezige stam. De grote vrucht is samengesteld en ontwikkelt zich uit een kegelvormige bloeikolf. Men gebruikt de vrucht vanwege de vezels, als voedsel en om wijn te maken.
Decoratieve motieven die lijken op uiterst gestileerde ananassen; veelvoorkomend onder meer op rococo-meubilair, als fioelen op de stijlen van toegangspoorten, op tafelgerei, en gestempeld op leren boekbanden. Op boekbanden worden ze doorgaans geplaatst in ruitvormige compartimenten van een paneel, onderverdeeld door diagonale stroken.
Onderklasse van reptielen die geen slaapvensters in de schedel hebben. Er zijn geen levende soorten met tanden (hoewel sommige uitgestorven soorten die wel hadden). De dieren leggen eieren en hun lichaam zit in een benig omhulsel. Deze onderklasse is ontstaan in het Pennsylvanien.
Optische lenzen die de horizontale en verticale assen van een beeld op een verschillende manier vergroten. In de filmindustrie verwijst de term naar lenzen die de breedte van filmbeelden comprimeren en voor de lenzen in projectoren die ervoor zorgen dat het beeld met normale breedte op het scherm terechtkomt. Beide lenzen vervormen de hoogte van het beeld niet, waardoor er een breed beeld ontstaat. Eerst was de beeldverhouding 2,55:1 en later 2,35:1 om het beeld aan te passen aan de optische soundtrack.
Verwijst naar de cultuur van de Andhra-regio van centraal India. De Andhra’s waren een Dravidiaanse stam die zeer machtig werd in de Deccan-regio, en die haar hoogtepunt bereikte in de 2de eeuw n. Chr. en de meeste handelsroutes en zeehavens van India controleerde. De term verwijst over het algemeen naar de oude cultuur van de Andhra’s, met name naar de cultuur van de Satavahana’s (of Satakarni), een van de meest bekende van de Andhra-dynastieën, die aan de macht kwam in de 1ste eeuw n. Chr. en onder welke het boeddhisme floreerde. Men bleef stoepa's en in rots uitgehouwen grotten bouwen, maar deze waren in deze periode groter en fijner afgewerkt. De term kan ook worden gebruikt om te verwijzen naar de cultuur van deze regio in latere eeuwen, niet noodzakelijkerwijs van Andhra-stammen of -dynastieën, met name uit de 10de eeuw, toen kunstactiviteit wijder verbreid werd en de stijl duidelijke Andhra-kenmerken ging vertonen.
Boomsoort uit Brazilië, Frans-Guyana, Guyana, Peru en Suriname die wordt bedreigd door het verdwijnen van de habitat. Het zware, zwarte, ebbenhoutachtige hout is hoogwaardig materiaal voor meubels en zeer goed bestand tegen aantasting door insecten. Recente genetische onderzoeken wijzen uit dat de soort sterk overeenkomt met de Connarus conchocarpus.
Delen van Griekse huizen in de Oudheid die alleen door mannen werden gebruikt.
Verwijst naar de neolithische cultuur die zich ontwikkelde op de steppen van het Minusinsk-bekken in het 2de en 1ste millennium v. Chr. Op sites zijn sporen gevonden van aarden woningen die waren ontworpen voor permanente bewoning, met haarden die werden gebruikt voor verwarming en voedselbereiding. Bronzen voorwerpen kwamen ook veel voor en er waren werkplaatsen voor koperbewerking.
Kleine driehoekige ramen tussen de ondergeschikte bogen van het maaswerk van een venster.
Verwijst naar de periode en stijl die wordt geassocieerd met de verovering van het grootste deel van de Britse eilanden door Germaanse Saksen en Angelen uit Sleeswijk en het Oostzeegebied, vanaf de opeenvolgende invasies in de 5de en 6de eeuw n. Chr. tot na hun bekering tot het christendom. De stijl kenmerkt zich door de vermenging van de cultuur van de immigranten met de bestaande Keltische tradities en is later nog vermengd met klassieke invloeden van het Europese vasteland. De elementen die zijn afgeleid van het traditionele metaalwerk van de Angelen en de Saksen en vaak ook werden toegepast op andere middelen, zijn onder meer symmetrische, dooreengevlochten, abstracte patronen, gestileerde verstrengelde dieren, invatting van granaten, juwelen en filigraan. Deze worden gecombineerd met Keltische schaakbordpatronen van millefiore email en andere motieven zoals die zijn ontwikkeld in Keltische kloosters.
Aanduiding voor smalle, vaak doodlopende oudromeinse straatjes.
Verwijst naar de stijl die is vernoemd naar de locatie van de laatste van de koninklijke hoofdsteden van het Angkor-koninkrijk. Artistieke werken in deze stijl zijn onder meer het koninklijk plein van Angkor, een plein met de tempel van Phimeanakas (late 10de eeuw) de twee Khleangs (vroege 11de eeuw), de Baphuon (midden 11de eeuw) en de Bayon. De beeldhouwkunst in deze stijl wordt gekenmerkt door grootschalige monumenten van beschermende figuren, zoals Indra die op zijn driekoppige olifant rijdt. Op deze locatie worden de koninklijke terrassen ondersteund en verstevigd door telamons in de vorm van koninklijke dieren en mengvormen van mens en dier. Andere steunmuren zijn voorzien van beeldhouwwerken van goden in een volgorde die overeenkomt met de verschillende niveaus van het metafysische bestaan. Op de reliëfs op de friezen van tempels worden olifanten afgebeeld in oorlogs- en jachttaferelen. De heiligdommen op deze locatie zijn voorzien van torens die op verschillende niveaus zijn versierd met gebeeldhouwde gezichten van beschermfiguren.
Pleistergereedschap dat voornamelijk wordt gebruikt om druk toe te passen op de binnenhoeken om materiaal af te werken voordat het is uitgehard.
Te gebruiken om te verwijzen naar de anglicaanse kerk (Church of England); gebruik 'episcopaal' om te verwijzen naar de episcopale kerk in Amerika. De term verwijst naar een christelijke geloofsrichting met zowel protestantse als katholieke elementen die ontstond na de breuk tussen de Engelse koning Hendrik VIII en de rooms-katholieke kerk (circa 1532-34). Het anglicanisme is de officiële Britse staatsgodsdienst, en de Britse soevereine vorst is nog altijd het officiële hoofd van de anglicaanse kerk. Aanvankelijk droeg de kerk nog een overwegend katholiek karakter, maar onder Edward IV en Elizabeth I werden er hervormingen doorgevoerd en werd een meer protestants georiënteerde geloofsleer geïntroduceerd, met een nieuwe versie van het Book of Common Prayer en de Negenendertig Artikelen. Hoewel de huidige anglicaanse kerk in het algemeen wordt gekenmerkt door een tolerante houding, zijn de spanningen tussen protestants en katholiek gezinde stromingen binnen de kerk nooit verdwenen en heerst er weerstand tegen nieuwe vrijzinnige en evangelische invloeden. Het anglicanisme berust op episcopaal gezag en op een structuur van parochies, welke van fundamenteel belang is voor de kerkelijke organisatie.
Type decoratieve kunst voor woninginrichting met als wegbereider de ontwerper en architect Thomas Jeckyll (1827-1881); kenmerkend voor deze stijl zijn de op Japanse motieven geënte ornamenten (zowel geometrische motieven als bloemmotieven).
Verwijst naar de stijl van architectuur en schilderkunst die is ontwikkeld in India tijdens de Britse koloniale overheersing. In de architectuur wordt deze stijl gekenmerkt door een mengeling van lokale elementen zoals polychrome koepeldaken, bolvormige koepels en overwelfde lanen, met klassieke en gotische stijlen. In de schilderkunst wordt deze stijl gekenmerkt door de weergave van beelden tegen een witte achtergrond en zeer veel aandacht voor details.
Verwijst naar de periode en stijl die wordt geassocieerd met de verovering van Groot-Brittannië door de Normandiërs in 1066 en de verspreiding van het Oudfranse Anglo-Normandische dialect en Normandische voorkeuren via de Engelse, Welse en Ierse aristocratie. De periode bracht een grote hoeveelheid Anglo-Normandische literatuur voort en een artistieke stijl die in beeldhouwwerk, schilderkunst, illustraties en textilia vooral tot uiting kwam door elegantie en verfijning. In de architectuur wordt de stijl gekenmerkt door enorme kruisgewelven die grote ruimten overspannen door een dubbele X-constructie, en door robuustheid, spectaculaire lichtinval en ornamenten als chevrons, ruitpatronen en rollijsten.
Verwijst naar het irrationele gevoel van bezorgdheid of vrees, een resultaat van emotionele of psychologische conflicten. Het gevoel kan situatiespecifiek zijn, chronisch of algemeen en diffuus. Er wordt vaak een verband gelegd met freudiaanse ideeën over onderdrukte gevoelens en impulsen en het idee van een aangeleerd of geconditioneerd responsmechanisme waarin de ongerustheid wordt veroorzaakt door gebeurtenissen of prikkels die zijn gekoppeld aan omstandigheden waarin eerder een beangstigende of stressvolle ervaring is opgedaan.
Een type Duitse glazen kruiken met de vorm van een ui en een hals of tuit die bestaat uit verschillende verstrengelde buisjes.
Verwijst naar de stijl die wordt geassocieerd met een groep Franse beeldhouwers in het midden van de 19de eeuw, die kleine afbeeldingen maakten van huisdieren en wilde dieren. Zij werden geïnspireerd door een fascinatie voor dierkunde en het observeren van dieren in de Jardin des Plantes in Parijs. Hun werk is vooral bekend door het realisme en de weergave van wreedheid en macht in de natuur.
Verwijst naar de oorspronkelijke tekeningen die door een animator zijn gemaakt als model waarop animatiecellen of andere animaties kunnen worden gebaseerd.
Verzamelbegrip voor alle typen animaties die in Japan door Japanse animatiekunstenaars worden gemaakt.
Gelamineerde kurassen die voor het eerst verschenen aan het begin van de 16e eeuw, gemaakt van horizontaal overlappende harnasplaatjes die aan elkaar zijn bevestigd door middel van lederen riempjes en schuivende klinknagels aan de binnenzijde. Aan het eind van de 16e eeuw raakten ze in West-Europa uit de mode, maar ze bleven gedurende de 17e eeuw populair in Oost-Europa, voornamelijk in Hongarije en Polen waar ze door de zware cavalerie werden gebruikt.
Verwijst naar het geloof in spirituele wezens die in staat zijn menselijke gebeurtenissen te beïnvloeden. De basis hiervoor is het idee dat dieren, planten en zelfs levenloze objecten net als mensen een ziel hebben. De 19de-eeuwse antropoloog Edward Tylor beschouwde dit als de vroegste vorm van religie, een opvatting die bij moderne antropologen geen acceptatie vindt.
De eigenschap langs verschillende assen verschillende karakteristieken te hebben, zoals kenmerken of afmetingen.
Een naturalistisch of geometrisch motief dat is afgeleid van de soort Dianthus caryophyllus, vaak gebruikt in Oosterse tapijten, voornamelijk in Turkije.
Beschrijft werken die zijn vervaardigd door het gelijknamige Afrikaanse volk, dat in het noordoosten van Madagaskar leeft.
Metalen banden of platen waarmee timmer- of metselwerk bijeen wordt gehouden.
Wordt gebruikt voor ongebruikte, open waterplaatsen die zijn gereserveerd voor vaartuigen als ze aan een aanlegplaats liggen. Gebruik 'ligplaatsen (ruimten aan de waterkant)' wanneer zulke plaatsen zich bevinden tussen aangrenzende pieren of verticaal liggen ten opzichte van aanlegplaatsen. Gebruik 'kaden' voor open waterplaatsen wanneer ze ingenomen worden door vaartuigen die vast worden gemaakt aan de aanlegplaatsen.
Verwijst naar de civilisatie, periode en stijl die werd ontwikkeld vanaf circa 802 n. Chr. tot 1432 n. Chr. in de Khmer-regio die tegenwoordig bekend staat als Cambodja. Artistieke productie die is gebaseerd op Angkor-cultuur markeerde het hoogtepunt van Cambodjaanse creativiteit, met onder andere prominente architecturale structuren zoals de tempels van Angkor Vat en Angkor Thom. Tempels uit deze periode worden over het algemeen gekenmerkt door grootschalige en complexe gestileerde sculptuurrepresentaties van de gezichten en lichamen van heiligen, uitgehakt in buitenmuren.
Te gebruiken om werken te beschrijven van de gelijknamige Afrikaanse etnische groep die leeft in Ghana en Togo.
Wordt gebruikt voor verslagen van gebeurtenissen die per jaar worden gerangschikt, meestal zonder commentaar of interpretatie van de samensteller. Voor vollediger en complexere beschrijvingen van gebeurtenissen in chronologische volgorde wordt de term 'kronieken' gebruikt.
Verwijst naar stijlen en methoden van keramiekproductie die sinds de 1ste eeuw werden toegepast in Vietnam. De stijl weerspiegelt over het algemeen sterke Chinese invloeden; tegen de 11de eeuw ontwikkelden de technologie, vormen en ontwerpen van keramiek zich echter tot duidelijkere Vietnamese stijlen. De stijl kan worden onderverdeeld in pre-exportaardewerk (gekenmerkt door bruinwitte ingesneden urnen, bassins en hurkkruiken met bloem-, blad-, lotus- en chrysantbloesemmotieven), vroege-exportaardewerk (gekenmerkt door een identificeerbaar wit of grijsachtig lichaam, een harde en fijne textuur en een donkere chocoladekleurige of lichter bruin gekleurde basis) en blauwwit aardewerk, dat wordt gekenmerkt door een speciaal onderglazuur dat werd gebruikt in de 14de eeuw, door bloemontwerpen, lotuskrullen en zwemmende vissen, en door opgeglazuurd email in rood, groen en geel. Blauwwit aardewerk bleef zich ontwikkelen tot in de 18de en 19de eeuw.
Te gebruiken om werken te beschrijven van de gelijknamige Afrikaanse etnische groep die leeft in Ivoorkust. Het Anovolk maakte vroeger deel uit van de Anufo, die later naar Ghana en Togo zijn getrokken.
Te gebruiken voor het beschrijven van dingen die betrekking hebben op anodes, vooral verschijnselen die plaats vinden in de nabijheid van anodes of stoffen die worden gevormd door zulke verschijnselen.
Orde van ongeveer 500 kleine platte luizen zonder vleugels. De dieren leven van het bloed en weefselvocht van zoogdieren. Met hun mond doorboren ze de huid van hun gastheer en zuigen vervolgens het bloed of vocht op.
Te gebruiken om werken te beschrijven van de gelijknamige Afrikaanse etnische groep die leeft in het zuidwesten van Madagaskar.
Te gebruiken om werken te beschrijven van de gelijknamige Afrikaanse etnische groep die leeft in Madagaskar.
Tussenruimten in Noord-Indiase hindoetempels; antichambres of vestibules van het heiligdom.
Wordt gebruikt voor ornamenten aan de rand of het boeisel van een dak, in de klassieke en daarvan afgeleide architectuur, die het open eind van een rij dektegels afsluiten of verbergen.
Geleiders of reeksen geleiders voor het uitzenden of ontvangen van radiogolven.
Losse, vaak versierde, vergulde of verzilverde lijst rondom een antependium.
Stijl en cultuur van de Afrikaanse etnische groep met dezelfde naam, die woont in oostelijk Mali en westelijk Niger.
Voormalige onderorde waartoe de apen met grotere hersenen en mensapen met inbegrip van de mens behoorden.
Beeldvormende techniek voor computers die het rafelige effect bij kromme of diagonale lijnen als gevolg van de pixelopbouw tegengaat. Het principe berust op het invoegen van tussenkleuren op plaatsen waar verschillende kleuren naast elkaar verschijnen op computermonitors en uitdraaien.
Sloten die, bij wijze van obstakel, uitsteeksels hebben in het sleutelgat of aan de binnenkant van de slotkast.
Sloten waarvan de voorkant en de sluitplaat zijn beveiligd, waardoor er in de ruimte tussen de deur en de deurstijl niet met het vergrendelingsmechanisme kan worden geknoeid.
Wordt gebruikt voor volledig cursieve Antieke schriften die laat in de 12e eeuw zijn ontwikkeld in Engeland, in de eerste plaats voor gebruik in documenten. Later werden ze ook gebruikt als boekhandschriften, en geleidelijk aan geformaliseerd om bastarda te worden.
Kapellen aan de westkant van Byzantijnse kerken, vooral van het Armeense type.
Interesse in of toewijding voor dingen uit het verleden, vooral het heel verre verleden. De term impliceert bewondering voor een stijl of voorwerp eenvoudigweg omdat het oud is.
Geschut dat is ontworpen voor gebruik tegen tanks en andere gepantserde voertuigen.
Granaten ontworpen om te worden gebruikt tegen tanks of andere gepantserde voertuigen.
Aanduiding voor Romeinse munten van de 3e eeuw n.C. die zich kenmerken door een stralenkroon op de afbeelding van de keizer. Ze werden oorspronkelijk van zilver gemaakt en hadden waarschijnlijk een waarde van een dubbele denarius, later met een lager edelmetaalgehalte.
Een kleurloze, kristallijne verbinding die ontstaat door de gefractioneerde destillatie van koolteer en bestaat uit drie aan elkaar verbonden aromatische ringen. Het wordt gebruikt voor de productie van het synthetische pigment alizarine en andere organische kleurstoffen, harsen, weekmakers en looimiddelen.
De wetenschappelijke studie van de menselijke geschiedenis in haar biologische, taalkundige en sociale aspecten.
De bestudering van taalgebieden, in het bijzonder die zonder schrift, door middel van het toepassen van antropologische en taalkundige technieken.
Zij die zich bezighouden met de wetenschappelijke studie van de biologische, linguïstische en sociale aspecten van de menselijke geschiedenis.
De studie van menselijke lichamelijke afmetingen op vergelijkende basis.
Het verklaren van iets dat niet menselijk is door middel van menselijke kenmerken.
Onderzoeksdiscipline die door de Oostenrijkse pedagoog en filosoof Rudolf Steiner (1861-1925) is ontwikkeld om een wetenschappelijk en intuïtief gericht cognitief vermogen te ontwikkelen, en een spirituele realiteit te verwezenlijken. Door middel van een bepaald type meditatie zouden leerlingen een ultragevoelige waarneming verwerven. De antroposofie is in sterke mate beïnvloed door de theosofie, een religieuze ideologie.
Een reeks blauwe kleuren die lijken op de kleur van het pigment Antwerps blauw, een verzamelnaam voor diverse diepblauwe pigmenten die hoofdzakelijk bestaan uit ijzer-ferrocyanide.
Te gebruiken om werken te beschrijven van de gelijknamige Afrikaanse etnische groep die leeft in het zuidwesten van Ethiopië en het zuidoosten van Soedan.
Te gebruiken om werken te beschrijven van de gelijknamige Afrikaanse etnische groep die leeft in het noorden van Ghana en het noorden van Togo, voorheen deel uitmakend van de Ano en woonachtig in Ivoorkust.
Wordt gebruikt voor de onderste van twee matrijzen waartussen munten worden geslagen.
Verwijst naar de stijl van Kutani-porselein dat werd vervaardigd in de 17de eeuw en in subtiele groentinten was beschilderd.
Ontvangsthallen in de paleizen van Achaemenidische heersers in Susa en Persepolis met zes rijen van zes zuilen en drie zuilengangen met elk twee rijen van zes zuilen. Deze constructies hebben mogelijk gediend als audiëntiezalen voor het hof van de koning en de ontvangst van bezoekende vazallen en ambassadeurs uit andere landen.
Sociaal, politiek en economisch systeem van rassenscheiding dat rechten aan klassen van mensen toekent op basis van hun ras; superioriteit wordt toegekend aan mensen van blanke Europese afkomst, en wetten worden uitgevaardigd die de politieke deelneming en economische vooruitgang van Afrikanen, Aziaten en van andere, gemengde, rassen belemmeren.
Verwijst naar de periode en cultuur van de Bronstijd die zich over een groot deel van het Italiaanse schiereiland uitstrekte. Deze kenmerkt zich door schaarste aan metalen voorwerpen, fijn afgewerkt aardewerk met complexe handvatten, en in het algemeen door kleine nederzettingen met enkele grotere als opmerkelijke uitzonderingen. Voorheen meende men dat het voornamelijk een semi-nomadische herderscultuur betrof, maar de meeste geleerden van tegenwoordig geloven dat velen in deze cultuur een vaste woonplaats hadden.
Verwijst naar de beeldhouwstijl die zich ontwikkelde in het gebied van Aphrodisias, in Caria, Klein-Azië, het huidige Turkije. Het was een belangrijk centrum voor de verering van een oude Anatolische vruchtbaarheidsgodin en later van de godin Aphrodite en wordt daarom in verband gebracht met de artistieke voortbrengselen uit het tweede millennium v. Chr. of eerder. De bloeiperiode als artistiek centrum begon echter pas met de heerschappij van de Julisch-Claudische keizers in de 1ste eeuw v. Chr. en duurde tot de 5de eeuw n. Chr. Het beeldhouwwerk kenmerkt zich door het gebruik van verfijnd marmer dat in de buurt werd gewonnen, een tweekleurig marmerpalet, thematische subtiliteit, creatieve oorspronkelijkheid en een wijde verspreiding over grote delen van het Romeinse Rijk. Sommige geleerden menen dat ook in Rome zelf een werkplaats van deze school heeft bestaan.
Grote insectenfamilie die bestaat uit honingbijen, niet-stekende bijen, houtbijen, bijen uit het genus Euglossini, koekoeksbijen, hommels en graafbijen.
Genus van diverse soorten bijen die inheems zijn in tropische delen van Eurazië en die ook in Afrika voorkomen. Leden van dit genus produceren honing en bezoeken bloemen zonder specifieke voorkeur waardoor ze een breed scala van planten bestuiven. Tijdens het fourageren raakt het lijf overdekt met een laagje stuifmeel, dat van plant op plant wordt overgedragen terwijl de bij bloemen bezoekt.
Klasse van weekdieren die in de diepzee leven en geen schaal hebben, maar bedekt zijn met een massieve of holle sclerieten (stekels) van aragoniet. Kenmerkend is de mond met zeer complexe speekselklieren en een uniek zintuig, het vestibulum. In sommige classificaties worden de onderklassen van deze klasse, Solenogastres en Caudofoveata, beschouwd als aparte klassen.
Te gebruiken voor alle kunst die over het laatste oordeel of het noodlot van de wereld gaat, het bijbelse verhaal over Armageddon uit het Boek der Openbaringen inbegrepen.
Onderorde van insecten waartoe de wespen, bijen en mieren behoren.
Orde van 3 families met ongeveer 425 soorten vogels, die snel kunnen vliegen en vliegend insecten vangen of nectar verzamelen. De primaire slagpennen vormen een relatief groot oppervlak van de vleugels. De vogels hebben relatief zwakke pootjes, die ze voornamelijk gebruiken om op te zitten.
Kleedkamers in oude Griekse en Romeinse badhuizen en palaestra.
Te gebruiken om werken te beschrijven van de gelijknamige Afrikaanse etnische groep, een subgroep van de Ijo, in de delta van de rivier de Niger in Nigeria.
Leden van een superfamilie bestaande uit meer dan 20.000 levende soorten vliegende insecten in acht families, waaronder primitieve wespachtige bijen, solitaire bijen en bijen die in kolonies leven, waarvan sommige door de mens worden gewaardeerd als bestuivers en voortbrengers van honing en was.
In het algemeen mensen die een boodschap moeten overbrengen, boodschappers dus. In de context van de christelijke iconografie specifiek gebruikt om te verwijzen naar de twaalf getuigen die werden uitgezonden om de woorden van Jezus Christus te prediken.
Verbindingsbalk tussen de koorwanden op de scheiding tussen koor en schip of koor en dwarsbeuk. Op de balk zijn portretten van de apostelen aangebracht, gebeeldhouwd of geschilderd. Op de apostelbalk kan ook een triomfkruis (kruisbeeld) met flankerende beelden staan (Maria en Johannes, soms aangevuld met twee vrouwenbeelden die kerk en synagoge verbeelden).
Kruisvormige markering in de kerk (meestal op de muren of op zuilen) van de plek waar de bisschop de kerk met chrisma wijdde. Behoort tot een serie van twaalf wijdingskruisen, die de twaalf apostelen symboliseren, daarom ook wel apostelkruisen werden genoemd.
Zilveren lepels waarop boven aan de steel een beeldje van een apostel is aangebracht. Apostellepels waren bedoeld voor persoonlijk gebruik aan tafel en waren ca. 1490-1675 zeer populair in Engeland; ze werden ook op het Europese vasteland vervaardigd, vooral in Duitsland. Soms werden apostellepels gemaakt in sets van dertien, twaalf met de apostelen en de dertiende voorzien van een beeltenis van Jezus, de zogenaamde meesterlepel. Ook lepels met beeldjes van heiligen zijn wel apostellepels genoemd. In de 16de en 17de eeuw schijnen apostellepels geliefd te zijn geweest als doopgeschenk. In de 20ste eeuw werden pleetzilveren versies gemaakt voor gebruik als koffielepels.
Personen die onderzoek of werkzaamheden verrichten met betrekking tot het prepareren, conserveren, samenstellen en verspreiden van geneesmiddelen.
Wordt gebruikt voor weegschalen of balansen die zijn ontworpen voor het afwegen van de ingrediënten van medicijnen en andere recepten die worden uitgeschreven door artsen en klaargemaakt en geleverd door apothekers.
Flessen, gewoonlijk van glas, om medicijnen in te bewaren in apotheken, vaak met bijbehorende stoppen van glas of kurk. De naam van de inhoud stond op de fles op labels of in reliëfletters op het glas. Gebruik 'medicijnpot' voor vaten met een bredere hals die vaak gemaakt zijn van aardewerk en die apothekers gebruiken om medicijnen in te bewaren. Gebruik 'medicijnflesje' voor kleinere flesjes met medicijnen die zijn bedoeld voor patiënten.
Instrumenten bestaande uit een lange, achtvormige doos, een toets met frets die in het midden over de gehele lengte van het instrument loopt en drie tot vijf metalen snaren die met stemschroeven aan de zijkant op spanning worden gehouden; oorspronkelijk ontwikkeld en bespeeld in het Appalachengebied in de Verenigde Staten. Gebruik 'geslagen hakkeborden' voor Amerikaanse chordofonen met eenzelfde bouw die echter met hamertjes worden aangeslagen.
De vrucht van de bomen van het geslacht Malus. Appels voor consumptie zijn meestal groen, rood of geel en worden in een veelheid van rassen gekweekt in gematigde streken over de hele wereld.
Genus van 30 tot 50 soorten kleine bladverliezende bomen of struiken, waarvan vele soorten (vlezige) pitvruchten voortbrengen waarin het gerijpte vruchtbeginsel en het omringende weefsel zowel vlezig als eetbaar worden. Appelbomen zijn inheems in de regio's rond de Kaspische Zee en de Zwarte Zee. Ze werden door de eerste kolonisten naar Amerika gebracht. Appelbomen worden voornamelijk commercieel gekweekt voor hun vruchten, maar ook het hout wordt gebruikt.
Speciaal ontworpen gebogen of cilindervormige messen of ander ronde apparaten met meerdere bladen, die worden gebruikt voor het verwijderen van de kern van fruit of groente.
Klassen van solitair levende, vrij zwemmende manteldiertjes die in alle wereldoceanen worden aangetroffen. Ze zijn filtervoeders en hebben een vorm die enigszins lijkt op de larven van een kikkervisje. In volwassenheid behouden ze de juveniele romp en staart (pedomorfisme).
Verwijst naar textielwerken die worden gemaakt door vormen of patronen in één materiaal toe te passen op een ander materiaal. De werken worden gewoonlijk verder versierd met borduurwerk dat dient om het ontwerp te fixeren en te verluchtigen. De term kan ook verwijzen naar één uitgeknipte versiering die bedoeld is om bevestigd te worden op het grotere stuk materiaal. Werken kunnen bedoeld zijn om te worden ingelijst of om te worden omgezet in kleding, voorhangen, bedtextiel of andere huishoudelijke zaken. Appliqué behoort met borduurwerk tot de oudste en meest universele soorten versierde textielwerken. Versiering van textiel of leer, bestemd om te worden vastgezet ofwel geappliqueerd op een kledingstuk of accessoire.
Kleine apsissen, vooral die aan grotere apsissen of kooromgangen zijn gebouwd.
Latijn voor salpeterzuur, dat verdund wordt gebruikt als het belangrijkste bijtmiddel bij etsen.
Kannen waaruit het water gegoten wordt om aan tafel de handen mee te wassen, met name die van aardewerk, uit de Romeinse tijd, en die van metaal, vaak in de vorm van dieren, uit de Middeleeuwen.
Verwijst naar tweedimensionale kunstwerken die bestaan uit in water gesuspendeerd pigment (waterverf) dat met een penseel is aangebracht op een gewoonlijk papieren drager om een beeld of ontwerp te scheppen.
Kunstenaars die zijn gespecialiseerd in het maken van aquarellen: kunstwerken die over het algemeen bestaan uit een papieren ondergrond waarop in water gesuspendeerd pigment wordt aangebracht met een penseel.
Reservoirs of kommen met glazen wanden, waarin vissen of andere waterdieren of -planten worden gehouden.
Instellingen die levende waterdieren en -planten (vaak in tanks) verzamelen en verzorgen, ten behoeve van observatie, onderzoek en tentoonstelling.
Etsen, waarbij de vlakken zijn voorzien van een egale toon.
Antieke Romeinse altaren.
Menselijke activiteit die de goederen voortbrengt of de diensten verzorgt die in een economie worden gevraagd. Gebruik ‘arbeiders’ voor de mensen die arbeid verrichten.
De studie van menselijke fysiologische en psychologische capaciteiten, beperkingen en behoeften in relatie tot de menselijke omgeving, in het bijzonder de werkplek, en de toepassing van deze kennis op het ontwerpen en creëren van de ruimten, voorwerpen en systemen die door mensen worden gebruikt.
De mate waarin werknemers bereid zijn zich van de ene plaats naar de andere te verplaatsen of te veranderen van baan of beroep.
De personen die in een economie arbeid verrichten. Gebruik ‘arbeid’ voor de menselijke activiteit waardoor de goederen worden geproduceerd of diensten geleverd waarnaar in een economie vraag is.
Verwijst naar werken die zijn vervaardigd door de gelijknamige Afrikaanse etnische groep, die in Ethiopië leeft.
Genus van veertien of meer soorten kleine breedbladige, groenblijvende bloeiende bomen of struiken met witte of roze bloemen in losse eindstandige trosjes en vlezige rode of oranje bessen met een kenmerkend onregelmatig oppervlak en veel zaadjes. De bladeren zijn afwisselend geplaatst en gesteeld. De planten zijn inheems in het zuiden van Europa en het westen van Noord-Amerika.
Personen met speciale geheime kennis van keramiek, voornamelijk over het maken van porselein.
Zij die de menselijke geschiedenis bestuderen op basis van de overblijfselen van de materiële cultuur, de omgeving en dierlijke resten.
Uitgestorven onderklasse van vogels met tanden in beide kaken en een lange gevederde staart. Ze waren minder goed gespecialiseerd in vliegen dan moderne vogels en hadden een langwerpig en reptielachtig lichaam. Aan de voorste ledematen zaten klauwen met drie nagels. Ze hadden kleine hersenen en ogen. De botten waren niet met lucht gevuld.
Verwijst naar de periode, cultuur en kunst van het oude Griekenland die begint rond het midden van de 8ste eeuw v. Chr. en eindigt in de vroege 5de eeuw v. Chr. met de Perzische invasie. Deze stijl kenmerkt zich door de introductie van het alfabet vanuit Foenicië, de stichting van belangrijke stadstaten en kolonies, het ontstaan van het openbare plein –de agora – in het ontwerp van steden, en typische stijlen in de schilderkunst, beeldhouwkunst en architectuur. In de vaasschilderkunst werden de gestileerde dieren uit de oriëntaliserende periode vervangen door meer naturalistische figuren in de zwartfigurige en later de roodfigurige stijl. In de beeldhouwkunst ontwikkelden zich meer naturalistische vormen vanuit de stijve, orthodoxe Egyptische figuren uit de oriëntaliserende periode. In de architectuur kwamen de Dorische en de Ionische bouworde tot ontwikkeling.
Het in stand houden of imiteren van alles wat oud of verouderd is, met name het gebruik van de kenmerken uit een vroegere periode in taal, kunst en andere culturele gebieden. Het is vaak gebaseerd op het geloof in de aangeboren waarde van het vroegere model, dat afkomstig is uit een eenvoudige, pure gouden tijd, en op het geloof dat het doen herleven van deze vormen een opleving van de kwaliteit van leven uit die tijd zal betekenen.
Verwijst naar werken in een stijl die een imitatie is van de vroegere archaïsche stijlen, in het bijzonder Hellenistische beeldhouwwerken uit de periode tussen 323 en 100 v. Chr., die de Griekse archaïsche stijl imiteerden maar met nieuwe, meer geraffineerde kerftechnieken werden vervaardigd.
De bestudering van menselijke geschiedenis door middel van de overblijfselen van materiële cultuur, de omgeving en van dierlijke resten.
Te gebruiken voor magnetische resten die worden onderzocht of geanalyseerd op archeologische overblijfselen. Gebruik liever 'paleomagnetisme' voor het onderzoeken van geologische stoffen, vooral uit de periode voorafgaand aan de menselijke beschaving.
Omvat zoekhulpmiddelen die een algemeen overzicht van de inhoud van een of meerdere archieven geven, waaronder een geschiedkundige achtergrond, en die meestal zijn gerangschikt per documentgroep en daaronder per serie. Is ook van toepassing op zoekhulpmiddelen die de inhoud beschrijven van één of meerdere archieven die te maken hebben met bepaalde onderwerpen of specifieke typen documenten.
Zoekmiddelen waarbij de normale ingang de reeks is. Bevatten meestal een korte geschiedenis en beschrijving van de organisatie die de documenten heeft gemaakt, een beschrijvende lijst van elke reeks verslagen, en soms extra informatie zoals selectieve indexen.
Zoekhulpmiddelen ontwikkeld door de Library of Congress om verzamelde werken, collecties en aantekeningen te beschrijven, door het geven van de herkomst en administratievoorwaarden, de reikwijdte en algemene inhoud, en inclusief gegevens over omvang en volume, biografische gegevens over de persoon, groep of organisatie waarvan het werk is, de ordening, een verpakking of map-vermelding en soms selectieve document-indexen.
Personen die bouwwerken ontwerpen en in dienstbetrekking bij de overheid werken; zij zijn over het algemeen gespecialiseerd in het ontwerpen van gebouwen waarin een overheidsorgaan of -dienst is gehuisvest.
Platte schuinaflopende of driehoekige balkjes, meestal van hout of plastic, met diverse schaalverdelingen zodat men tekeningen op schaal kan tekenen of meten.
Wordt gebruikt voor meubels die door architecten zijn ontworpen, of zo zijn gemaakt dat ze passen bij de architectonische kenmerken van de ruimte waarvoor ze zijn ontworpen.
Te gebruiken voor dat deel van een architectonisch ontwerpproces waarbij de eisen, voorwaarden, doelen en werkwijzen van een bouwproject worden bepaald en gedocumenteerd.
Architecturale tekeningen of ontwerpen van constructies in hun omgeving die onwaarschijnlijk of onmogelijk lijken en daardoor verrassend zijn.
Bouwwerken of delen van bouwwerken die zijn gemaakt door mensen. Meestal verwijst de term alleen naar bouwwerken die groot genoeg zijn om mensen in onder te brengen, praktisch van aard zijn en relatief stabiel en blijvend zijn. Het wordt vaak alleen gebruikt voor de gebouwde omgeving die als beeldende kunst wordt beschouwd. Dit betekent dat het vaak esthetische waarde heeft, is ontworpen door een architect en is gebouwd door vakmensen. Gebruik 'architectuur (vakgebied)' voor de kunst of wetenschap van het ontwerpen en bouwen van bouwwerken, met name van bewoonbare gebouwen, in overeenstemming met esthetische, praktische of materiële voorwaarden.
De kunst of wetenschap van het ontwerpen en bouwen van, vooral bewoonbare constructies, overeenkomstig met principes die zijn bepaald door esthetische en praktische of materiële overwegingen. Voor een algemene term voor menselijke bouwconstructies, of delen hiervan, zie ook 'architectuur (objectgenre)'.
Zijn die zijn gespecialiseerd in architectuurkritiek.
Personen die onderzoek doen naar de ontwikkeling van de door mensen gebouwde omgeving, over langere perioden.
Wordt gebruikt voor gebouwen die zijn bestemd voor de ideeëenontwikkeling en documenten en informatie van belang voor de architectuur, en waar tentoonstellingen en andere evenementen worden georganiseerd.
Personen belast met de zorg voor het verzamelen, beoordelen, systematiseren en bewaren van archievenn en documenten met historische waarde en deze als naslagwerken beschikbaar te stellen.
Fotografisch procédé om fotografische afdrukken of negatieven te conserveren door ze te beschermen tegen verval als gevolg van chemische reacties.
Algemeen te gebruiken om dingen te beschrijven, zoals papier of passe-partoutkarton, of verwerkingsprocessen waarvan wordt verwacht dat ze ervoor zorgen dat artikelen voor langere tijd kunnen worden bewaard zonder kwaliteitsverlies.
Documenten waarin richtlijnen worden gegeven voor het beheer van de administratie van een organisatie. Hierin wordt onder meer aangegeven wanneer een stuk waardevol genoeg is om in het archief te worden opgenomen. Tevens wordt hierin echter omschreven na welke perioden, handelingen en gebeurtenissen de overige documenten mogen worden vernietigd.
Gemodelleerde of versierde banden rond een boog, zoals die bijvoorbeeld in reeksen een timpaan omlijsten.
Zitmeubels voor meerdere mensen met een opbergkist eronder en hoge rug- en armleuningen, bijvoorbeeld de banken in de sacristie van een kerk.
Te gebruiken voor boogvormige of gewelfde nissen of andere uitsparingen in Romeinse catacomben. Meestal bestemd voor het plaatsen van sarcofagen.
Verwijst naar tapijten die in India, Turkije, Iran of elders zijn vervaardigd naar voorbeeld van tapijten die oorspronkelijk voor de Ardabilschrijn waren vervaardigd; alsmede naar hedendaagse tapijten uit de streek van Ardabil.
Theaters waarbij het speelvlak midden tussen het publiek ligt. Naar het Franse 'theatre en rond'. Zie 'amfitheaters' voor soortgelijke openluchttheaters.
Verwijst naar een architectuurstijl uit de periode van de 16de tot de 19de eeuw in het berggebied in het zuiden van Peru. De stijl wordt gekenmerkt door het gebruik van plaatselijke vulkanisch gesteente (sedimentgesteente of sillar) en de integratie van Creoolse, Mestizo en Precolumbiaanse stijlen en motieven, bijvoorbeeld maïs, cantutabloemen, vogels, vissen en mythologische figuren in barokreliëf. In de beeldhouwkunst verwijst de term naar 17de-eeuwse reliëfstijlen in Mestizo-barok, gekenmerkt door zorgvuldige insnijdingen in het oppervlak, waardoor een wandtapijtachtig effect resulteert.
Branders die gebruik maken van een cirkelvormige pit die is opgesteld tussen twee metalen buisjes waardoor een luchtstroom opstijgt die de binnenkant van de pit voedt. Wordt ook gebruikt voor gasbranders met een veelvoud aan gaten die in een cirkel zijn geplaatst, met een hol midden dat voor een centrale luchtstroom zorgt.
Lampen voorzien van een brander met een cilindrische pit welke zit vastgeklemd tussen twee metalen buisjes die een luchtstroom naar de binnenzijde van de vlam toevoeren, alsmede een schoorsteentje dat de vlam omhult en de lucht naar buiten toe afvoert; met name te gebruiken voor lampen van dit type met een afzonderlijk brandstofreservoir van waaruit de brandstof wordt toegevoerd naar het bekken en de brander, overeenkomstig het principe van de tuinfontein. Argandlampen zijn circa 1782 uitgevonden door Aimé Argand uit Genève. Ze werden in Engeland gefabriceerd door Boulton, in de Verenigde Staten door Cornelius & Co. en in Frankrijk door Quinquet, en worden daar soms ook aangeduid als ‘Quinquet-lampen’.
Lange dubbele klarinetten met één melodiepijp met zes vingergaten, één bourdon en meerdere losse verlengstukken voor verschillende toonhoogtes; oorspronkelijk ontwikkeld en bespeeld in het Nabije Oosten.
Verwijst naar de Griekse beeldhouwschool die was geconcentreerd in Argos in de 5de eeuw v. Chr. en waaruit Polykleitos als belangrijkste kunstenaar naar voren kwam.
Verwijst naar werken die zijn vervaardigd door de gelijknamige Afrikaanse etnische groep, die in Kenia leeft.
Verwijst naar de doctrines van de Alexandrijnse priester Arius (ca. 250-ca. 336), die ontkende dat Jezus van dezelfde materie was als God en verklaarde dat hij in plaats daarvan slechts het hoogste van de geschapen wezens was. Als zodanig was de Zoon niet gelijk aan en niet net zo eeuwig bestaand als de Vader. Volgens de arianisten was Jezus geschapen - niet verwekt - door God en bereikte hij zijn goddelijkheid door zijn volmaakte gehoorzaamheid aan God. De doctrine van Arius werd in 321 als ketterij veroordeeld op een synode in Alexandrië en definitief verboden tijdens het Concilie van Nicea in 325. Het arianisme heeft in veel Germaanse landen voet aan de grond gehouden. De controverse rond het arianisme is in verschillende tijden weer opgeleefd en werd uiteindelijk verdrongen door het unitarisme.
Verwijst naar de cultuur van de Arikara, een Indiaans volk van de Amerikaanse prairie dat langs de Missouri-rivier woonde tussen de Cheyenne-rivier in South Dakota en Fort Berthold in North Dakota. De Arikara, een Caddo-sprekend volk, waren cultureel gerelateerd aan de Pawnee, waarvan ze zich losmaakten toen ze geleidelijk naar het noorden trokken en de meest noordelijke Caddo-stam werden. Door oorlogen en pokkenepidemieën nam hun aantal tegen de 19de eeuw sterk af.
Leden van de aristocratie, belangrijke leden van de heersende oligarchie of van een patriciërsorde, of edelen.
Verwijst naar een sociale klasse van personen die een hooggeplaatste positie bekleden, veel macht bezitten en belangrijke voorrechten genieten. De regeringsvorm waarbij de macht hoofdzakelijk in handen is van deze personen wordt ook 'aristocratie (regeringsvorm)' genoemd.
Verwijst naar de stijl van keramiek dat voor het eerst werd vervaardigd in de vroege 17de eeuw en zo wordt genoemd vanwege het kenmerkende type klei uit het Arita-gebied. Stijlen lopen uiteen van vroeg, niet-geglazuurd blauw-wit porselein tot kleurrijk email dat in de jaren veertig van de 17de eeuw werd geperfectioneerd. Arita-keramiek werd in de 17de eeuw in grote hoeveelheden gemaakt en ging in de Meiji-periode (1868-1912) in massaproductie.
Een fijnkorrelig, ijzerhoudend zandsteen dat wordt gedolven in Arizona, en dat bruingeel, bruin of roze van kleur is. Het is een van de meest veelvoorkomende en goedkoopste sedimentaire steensoorten die worden gebruikt als flagstone. Het is sterk, slijtbestendig en heeft een natuurlijk, anti-slipoppervlak, waardoor het een uitzonderlijk geschikt materiaal is voor het maken van vloeren. Het is kleurvast en kan binnen en buiten worden gebruikt.
Verschillende kasten, koffers en andere bedekte vergaarplaatsen die meestal sterk en duurzaam zijn gemaakt. Ze worden gebruikt om waardevolle artikelen in op te bergen, zoals de Thorarollen in synagoges.
Benaming uit de 19e eeuw voor met veel ijzer beslagen koffers waarin kostbaarheden werden opgeborgen. Ze zijn meestal van Duitse makelij en dateren over het algemeen van na de 17e eeuw.
Italiaanse wandkasten die oorspronkelijk bestonden uit cassoni met een deur in plaats van een deksel maar die zich later (16e eeuw) tot een tweedelig meubel ontwikkelden dat op de Engelse perskast lijkt. Ze hebben meestal veel architectonische decoratie, inclusief pilaren met een monumentale deklijst. Ze worden vaak voor sacristieën gebruikt.
Oud-Romeinse wandkasten die meestal bestaan uit een rechthoekige kast op poten, deuren die min of meer van boven tot onder reiken, een puntige of platte bovenkant en planken aan de binnenkant.
Gebruik voor de monumenten die worden opgericht als permanente herinnering aan militaire overwinningen, meestal met afbeeldingen van de buit en van de strijd. Ze werden meestal opgezet in het land van de overwonnenen. Het ontwerp van deze monumenten is afgeleid van de bergen van wapens en harnassen die werden verzameld en tentoongesteld na de Griekse en Romeinse militaire overwinningen. Voor de daadwerkelijke objecten die als buit in de oorlog of de jacht werden genomen, of uitgereikt als prijs voor de overwinning in wedstrijden, gebruik 'trofeeën (prijzen)'.
Metalen of houten balken, stangen of omlijstingen voor het stabiliseren en versterken van gebouwen of andere bouwconstructies. Wordt onder meer gebruikt voor de ondersteuning van smalle zuilen, zoals het geraamte van een tent, overhuiving of hangende onderdelen en in maaswerk. Gebruik 'armaturen (beeldhouwwerkonderdelen)' voor geraamten die het plastic materiaal van sculpturen ondersteunen tijdens het modelleren.
Beschermende bedekkingen voor de pols bij het boogschieten, schermen en diverse balspelen; vooral zoals ze door boogschutters worden gedragen om de boogarm, om bescherming te bieden tegen de terugvering van de boogpees. Hebben over het algemeen de vorm van een band, een armband of plaat.
Mensen die weinig of geen geld, goederen of andere middelen van bestaan hebben.
Verwijst naar de cultuur van Armenië in een gebied dat ongeveer overeenkomt met het huidige Armenië en het midden en oosten van Turkije, in het bijzonder van de 4de tot de 7de eeuw tijdens de zogenoemde klassieke periode in de Armeense kunst.
Alfabet dat oorspronkelijk 36 letters bevatte, van Armeense oorsprong, gebruikt vanaf de vijfde eeuw voor het schrijven van de Armeense talen.
Delen van het lichaam van een mens of een dier die aangepaste benen of poten zijn, eindigen in een hand en normaliter gebruikt worden voor andere doeleinden dan steun en voortbeweging. Gebruik 'benen (dierlijke of menselijke lichaamsdelen)' of 'poten (dierlijke of menselijke lichaamsdelen)' voor ledematen die eindigen in een voet in plaats van een hand.
Lokaal bestuurde publieke of private instellingen voor de verzorging van daklozen, gehandicapten en bejaarden zonder financiële middelen; vaak worden ze gerund in combinatie met een boerderij, zodat de boerderijproductie de kosten kan dekken. In het begin van de 20e eeuw kregen deze instellingen veel kritiek omdat ze geen gedifferentieerde behandeling bood voor de diverse problemen van de bewoners. Gebruik 'armenhuizen (instellingen) voor vroegere instellingen waar gehandicapten, arme bejaarden of zwervers voor heropvoeding en werk werden opgesloten. Gebruik 'aalmoezeniershuizen (instellingen)' voor instellingen die zich bezighouden met bedeling.
Instellingen voor opsluiting en arbeid voor arme mensen, zwervers, en gehandicapten of arme bejaarden van de 17e tot en met de 19e eeuw in Europa en Amerika. Armenhuizen vervielen uiteindelijk tot plekken waar schooiers, criminelen, zwakken, ouderen en geesteszieken werden gedumpt. Gebruik 'verbeterhuizen (instellingen)' voor soortgelijke instellingen voor het straffen en heropvoeden van criminelen. Gebruik 'armengestichten (instellingen)' voor instellingen die liefdadigheid voor armen verzorgen.
Wordt gebruikt voor gebouwen waar behoeftigen of anderszins hulpelozen zonder andere opvang worden verzorgd en te werk gesteld op kosten van de overheid; werden in de Verenigde Staten halverwege de 18e eeuw ingesteld en meestal gefinancierd door plaatselijke of nationale regeringen of door parochies; in Engeland waren ze aanvankelijk onder het beheer van kloosters voor het uitreiken van aalmoezen maar werden later bekostigd door particuliere liefdadigheidsinstellingen. Gebruik 'werkinrichtingen' voor gebouwen waar minder validen, arme bejaarden of zwervers worden opgesloten voor heropvoeding of correctieve straffen. Voor huizen uitsluitend bedoeld voor het verstrekken van aalmoezen, gebruik 'aalmoezeniershuizen'.
Zacht rood oker, een natuurlijk mengsel van gehydrateerde silicaatklei die is gekleurd met rood ijzeroxide. In elk geval sinds de 17e eeuw is het gebruikt als basis voor bladgoud en als een rood aardepigment.
Openbare begraafplaatsen voor armen, onbekenden en misdadigers.
Penning, uitgedeeld door een burger- of kerkbestuur of de diaconie aan respectievelijk burgers of parochianen die hulpbehoevend waren. De penning kon ingewisseld worden tegen kleding, voedsel, brandstof, drank of een doodskist, al naar gelang het symbool, letter of tekst die erop voorkwam.
Stola's gedragen door Britse monarchen tijdens de kroning.
Verwijst naar een theologisch stelsel gebaseerd op de doctrine van de Nederlands Hervormde theoloog Jacobus Arminius (1560-1609). Arminius en zijn volgelingen verzetten zich tegen de calvinistische leerstelling van de absolute predestinatie en geloofden in plaats daarvan dat de vrije wil van de mens en de soevereiniteit van God samengaan. De overtuigingen van de arminianisten waren het onderwerp van een felle controverse maar hebben uiteindelijk een brede invloed gehad. Het arminianisme heeft vooral Engelse theologen beïnvloed.
Wordt gebruikt om te verwijzen naar kleerkasten in Franse stijl waarin kleding of linnengoed wordt opgeborgen.
Wapenrusting in oud-Romeinse stijl, gemaakt op grond van afbeeldingen op Romeinse monumenten. Gewoonlijk had de wapenrusting een meer ceremoniële dan praktische functie. De meeste van dit soort wapenrustingen zijn in de Renaissance gemaakt voor ceremoniële optochten en toernooien.
Verwijst naar al het porselein dat is gedecoreerd met heraldische motieven, maar in het bijzonder naar 18de eeuws porselein dat voor Europese families in China werd vervaardigd en voorzien was van hun wapenschilden.
Beschrijft de diverse soorten kunstwerken die zijn vervaardigd door de Australische Aboriginals in Arnhemland, een gebied in het noordoosten van Australië. Dankzij de missionarissen van de Fiji-eilanden maakten de oorspronkelijke bewoners van Arnhemland kennis met het maken van waaiers.
Verwijst naar de periode in de Villanova stijl en cultuur die wordt bepaald door kunstvoorwerpen die zijn gevonden in de buurt van Bologna, op het land van de familie Arnoaldi. Deze stijl bestond tussen circa 700 en circa 450 v. Chr. en overlapte de Etruskische cultuur, hoewel de meeste geleerden van mening zijn dat hij daarvan te onderscheiden is.
Beschrijft werken die zijn vervaardigd door het gelijknamige Afrikaanse volk, een subgroep van de Igbo die leeft in een gebied met als centrum de stad Arochukwe, in het zuidoosten van Nigeria.
Dubbele psalters, rechtopstaand, met trapeziumvormige klankkast tussen 2 rijen snaren.
Handgestikte geborduurde naaldwerken uit het Andesgebied in Zuid-Amerikaanse landen, gebruikt als muurdecoratie of voor het vervaardigen van dekens, handtassen, kussens en diverse andere voorwerpen.
Verwijst naar een verfijnde Romeinse aardewerkstijl, een soort terra sigillata die voornamelijk werd vervaardigd tijdens de Augustijnse periode. Strikt genomen is de term alleen van toepassing op dit type aardewerk dat werd gemaakt in Arezzo (Italië) maar hij wordt ook gebruikt om te verwijzen naar ander in Italië gevonden Romeins aardewerk dat de stijl van Arezzo imiteert. De stijl kenmerkt zich door een relatief vroege datering, verfijnde kwaliteit en kenmerkende patronen en figuurcomposities in navolging van zilverwerk, die ofwel afzonderlijk werden geslagen aan de hand van ontwerpen of werden gegoten uit mallen.
Kruidachtige overblijvende plant, waarschijnlijk inheems in Guyana en West-Brazilië. Men verbouwt de plant in West-Indië, Zuidoost-Azië, Australië en Zuid-Afrika. De kruipende wortelstok heeft vlezige knollen die men oogst om hun zetmeel. De stengel heeft vele takken en wordt 1,5 meter hoog. De planten worden geoogst wanneer de knollen vol zitten met zetmeel, vlak voor het ruststadium van de planten. De wortels worden geschild en daarna in water geraspt. Het mengsel dat zo ontstaat wordt gedroogd tot een poeder en gezuiverd door het meerdere malen te wassen.
Verwijst naar de stijl, voornamelijk in de architectuur en beeldende kunst, die wijd verspreid was in Europa en de Verenigde Staten in de jaren 20 en 30 van de 20ste eeuw. De stijl werd populair na de Exposition Internationale des Arts Décoratifs et Industriels Modernes in Parijs in 1925. De stijl kenmerkt zich door een synthese van industriële en kunstzinnige materialen waarmee veel verschillende handgemaakte en industrieel vervaardigde voorwerpen werden gemaakt, vaak met de nadruk op rechtlijnige motieven, opvallende kleuren en elegante, abstracte en vereenvoudigde vormen.
Verwijst naar de Europese beweging in de schilderkunst die vanaf circa 1945 parallel liep aan het Abstract Expressionisme in Noord-Amerika. De stijl kenmerkt zich door een meer lyrische, geïmproviseerde aanpak van abstractie op basis van onderbewuste fantasieën, in tegenstelling tot de meer gestructureerde tendensen in het Abstract Expressionisme.
Eind 19e-eeuwse keerbare tapijten die in één geheel, inclusief rand en zoom, werden geweven. Ze konden worden gebruikt als morskleden en waren makkelijk weg te halen en schoon te maken.
Negentiende-eeuwse genootschappen ter bevordering van kunst, vooral door de verspreiding van schilderijen en prenten middels een loterij.
Spaanse variant van art nouveau die is vernoemd naar het tijdschrift over kunst en literatuur met dezelfde naam dat in 1901 werd opgericht door Pablo Picasso.
Italiaanse variant van art nouveau die zich voornamelijk manifesteert in de architectuur.
Verwijst naar de Italiaanse kunststroming in de jaren 70 van de 20ste eeuw naar analogie van de minimalistische en conceptualistische beweging in Noord-Amerika. De stijl kenmerkt zich door het opzettelijk gebruik van eenvoudige en nutteloze materialen, en door kunstzinnige expressie door middel van gebeurtenissen en installaties, vaak met obscure of tegenstrijdige betekenissen.
Vuurwapens met meestal een kaliber groter dan 2 cm, die zijn ontworpen om te worden ondersteund door een affuit en die een bemanning van tenminste twee mensen vereisen.
Verwijst naar de Engelse bouwkundige en decoratieve stijl in het midden van de 17de eeuw, die werd ontwikkeld door handwerkslieden via het gebruik van patronenboeken en zich kenmerkt door een grof classicisme waarin regionale verschillen en het werk van individuele werkplaatsen naar voren komen. Bouwkundige elementen zijn onder meer schilddaken, gebroken frontons en architraven met oren.
Een esthetische en sociale beweging in de late 19de eeuw, ontstaan in Engeland en later uitgebreid naar de Verenigde Staten, Duitsland en Noord-Europa. De beweging was een reactie op de industrialisatie en de kwaliteit van de in fabrieken vervaardigde goederen en streefde naar een herleving van het vakmanschap dat werd geassocieerd met de traditionele kunsten. Zij kenmerkte zich door het aanhangen van de filosofie ‘vorm volgt functie’ en een geïdealiseerd beeld van de Middeleeuwse gilden.
Oorspronkelijk een pijpje of rietje (vandaar de naam arundo, dat 'riet' betekent) waarmee de voorganger van de mis nipt van de communiewijn, zodat de voorganger en de communiegangers niet met hun mond uit dezelfde beker hoeven te drinken. Het gebruik van de arundo is bekend sinds de Karolingische tijd, toen de arundo van een kostbaar materiaal als goud was gemaakt. Zo wordt er voor de pauselijke hoogmis een gouden arundo gebruikt.
Beschrijft de diverse soorten kunstwerken die zijn vervaardigd door de Aboriginalstam die in een gebied in Midden-Australië leefde. Arunta-schilders werkten vaak met gegraveerde stippen en punten in de achtergrond.
Verwijst naar een hindoeïstische geloofsgemeenschap en hervormingsbeweging die in 1875 in Bombay is gesticht door de brahmaan Dayananda Sarasvati. Zijn volgelingen, die streven naar een terugkeer tot de oorspronkelijke zuiverheid van het hindoeïsme zoals dat te vinden is in de Veda’s, zijn tegen beeldenverering, kinderhuwelijken, polygamie en betekenisloze rituelen. Dayananda's boek Vedabhashya bevat zijn uitleg van de Veda’s, de oudste hindoegeschriften. Arya Samaj draagt een morele visie van vriendelijkheid en goede wil jegens allen uit. Arya Samaj, thans een wereldwijde organisatie, is ook tegenstander van het traditionele hindoeïstische kastenstelsel en zet zich in voor de bestrijding van godsdienstig en sociaal onrecht. Volgelingen van Arya Samaj hebben ook het nieuwe idee geïntroduceerd om mensen met andere geloofsovertuigingen te bekeren tot het hindoeïsme. In 1893 was er een schisma tussen conservatieve en liberale volgelingen die het niet eens werden over de vraag of zij traditionele of moderne vormen van onderwijs moesten propageren en of ze al dan niet vegetarisme moesten bepleiten. De beweging werd later nationalistisch en kwam in botsing met sikhs en moslims, vooral in Punjab rond de scheiding van India en Pakistan in 1947.
Betrekkelijk kleine Oudgriekse vaten met een bolvormige buik, een korte hals, een platte, schijfvormige flessenmond met een kleine opening, en een handvat (soms twee), uitlopend vanaf de schouder tot de rand; gebruikt om oliën, parfums en zalven in te doen. Deze uit terracotta vervaardigde vaten werden gedragen door atleten, die ze aan hun pols droegen, vastgemaakt aan een riem of een stuk touw. Aryballoi hadden ook een belangrijke functie bij funeraire rituelen.
Wordt gebruikt voor zowel bronzen munten ten tijde van de Romeinse Republiek als koperen munten uit het Romeinse Keizerrijk vanaf de 1e eeuw v.C. tot en met de 3e eeuw n.C.
Militaire groeperingen van de Fante uit Ghana, de belangrijkste verdedigingseenheden van de Fante-staten. Deze voeren ook politieke, sociale en religieuze taken uit. Ze genieten grote bekendheid om hun kleurrijke vlaggen tijdens belangrijke festiviteiten.
Stam van wormachtige ongewervelde dieren, de meesten microscopisch klein. Kenmerkend is de holte in het lichaam, het pseudocoeloom, die in de embryo's ontstaat op een andere manier dan bij meer ontwikkelde dieren en die niet bedekt is met epitheel.
Acht-bits (van oorsprong zeven-bits) code die computers gebruiken voor het opslaan en overdragen van standaardtekens, interpunctie en getallen uit de Engelse taal. ASCII is ontwikkeld door het American National Standard Institute en wordt in de meeste personal computers gebruikt.
Dassen met brede uiteinden die meestal in een lus zitten en onder de kin worden vastgemaakt, soms vastgemaakt met een dasspeld.
Een kwalitatief hoogwaardig, volkomen gecontroleerd heet mengsel van asfaltcement en een zorgvuldig gesorteerd aggregaat van hoge kwaliteit, volledig samengeperst tot een uniforme, dichte massa.
Korte schroefspijkers voor speciale doeleinden met een grote kop en meestal gegalvaniseerd of van aluminium, met een sluitring van neopreen of plastic, die als hulpmiddel dienen voor het bevestigen van dakbedekkingsmateriaal.
Personen die een laag asfalt aanbrengen op straten, opritten, trottoirs, parkeerplaatsen en andere bouwlocaties.
Verwijst naar een stijl en beweging uit de eerste jaren van de 20ste eeuw waarbij de nadruk lag op de weergave van alledaagse, gewone aspecten van het stadsleven. De stijl gaat bewust in tegen de academische esthetische opvattingen van 'l'art pour l'art', en het loslaten van geleerde technieken staat centraal, alsmede het dynamische en karakteristieke van het dagelijks leven.
Verwijst naar Indiase geloofsgemeenschappen waarvan de leden zich intensief bezighouden met religieuze studie en meditatie, en strenge, ascetische leefregels in acht nemen. Dergelijke gemeenschappen of retraites hebben doorgaans een afgezonderd karakter en functioneren rondom een hindoeïstische wijsgeer of geloofsleraar.
Soort crinolinestoel, ontwikkeld door het Afrikaanse Asantevolk naar het Europees prototype, versierd met koperen kopspijkers, met een lage schuin aflopende rug en meestal een lederen zitting; alleen gebruikt door hooggeplaatste of hooggeëerde personen.
Kleine Oudgriekse flesvormige vaten met een ronde romp, meer breed dan hoog, met een bolle bovenkant en een boogvormig handvat, dat van de ene kant over de bovenkant naar een tuit aan de andere kant loopt; werd gebruikt om geparfumeerde olie uit te schenken. Askoi werden vaak meegegeven als grafgift. Ze hebben soms de vorm van een vogel.
Beschrijft de kunst die is vervaardigd door het Asmat-volk dat in de regio Sepik leeft. De belangrijkste kunstvorm bestaat uit gedetailleerd houtsnijwerk.
Het besprenkelen voor religieuze doeleinden. Het gebruik heeft zijn oorsprong in het oude Rome. In katholieke en anglicaanse kerken wordt de gemeente voor de mis, bij andere sacramenten of tijdens processies besprenkeld met wijwater.
Genus van diverse soorten schimmels die voorkomen als aseksuele vorm (of anamorf) en die bij mensen pathogeen (ziekteverwekkend) zijn. Aspergillussoorten zijn sterk aeroob en komen voor in vrijwel alle zuurstofrijke omgevingen.
Ronde, ovale of tweelobbige schilden uit de Griekse Oudheid en daarna; ze waren Dorisch van origine, gemaakt van lagen koeienhuid en groot genoeg om bijna het gehele lichaam mee te beschermen. Oudere modellen werden in de hand gehouden maar latere uitvoeringen hadden een diagonaal geplaatste armband, met een handvat aan de rand, en werden op de arm gedragen.
Aanduiding voor papiergeld dat door de Franse revolutionaire regering in omloop werd gebracht tussen 1789 en 1796.
Het verschijnsel van visuele perceptie dat voorkomt wanneer er overlappende gebieden van contrasterende kleuren worden gecombineerd op het netvlies en worden gezien als een gemengde kleur.
Moderne term voor een type borduurwerk dat sedert de 16de eeuw in Italië en op andere plaatsen wordt gemaakt. Het patroon van Assisi-werk wordt uitgespaard in gewoon linnen, terwijl de rest van de ondergrond wordt bedekt met een gevlochten kruissteek in rood of andere kleuren. Dit type borduurwerk zou het eerst zijn vervaardigd in nonnenkloosters in Assisi, hoewel dit niet waarschijnlijk lijkt; vermoedelijk is de term ontstaan doordat dit borduurwerk meer recent in Assisi wordt geproduceerd.
Leer die stelt dat geestelijke en morele verschijnselen kunnen worden verklaard door middel van associatie van ideeën.
Tussenpersoon van een verzekeraar, bevoegd tot het onderhandelen over het afsluiten van verzekeringscontracten.
Beveiligen tegen verlies door onvoorziene gebeurtenissen, onder bepaalde vastgelegde voorwaarden of tegen een vastgestelde prijs of premie.
Verwijst naar de periode die ruwweg aanvangt in het begin van het 2de millennium v.Chr., toen de Assyrische heersers voor het eerst verschenen in het noorden van Mesopotamië en eindigt met de val van hun rijk in 612 v. Chr.
Orde van elf families kruidachtige planten, bomen en struiken. Alle soorten uit deze familie slaan voedsel op in de vorm van een stof met een unieke chemische formule. Ook de vorm van de meeldraden is uniek.
Rotsachtige lichamen met een doorsnede van 1000 km of minder die een baan rond de zon beschrijven, met name tussen de banen van Mars en Jupiter.
Lampen met een cirkelvormig reservoir en één of meer Argandbranders in het midden. De term werd oorspronkelijk gebruikt voor hanglampen, zodoende de naam astraal, die is afgeleid van ster .
Het deel van een zuil tussen de onderkant van het kapiteel en de bovenkant van de schacht, of het lijstwerk dat zich op die plaats bevindt.
De studie van astronomische verschijnselen in termen van de natuurkundige processen die eraan ten grondslag liggen.
Beschrijft de diverse soorten kunstwerken die zijn vervaardigd door de bewoners van de eilanden in de Astrolabebaai. De bewoners zijn vermaard om hun ronde schilden met een doorsnede van 700-1000 mm en een dikte van 20-30 mm, gedecoreerd met een in reliëf gesneden X-vormig ontwerp. De maskers van Astrolabebaai zijn bekend om hun enorme neuzen en doorboorde, verlengde oorlellen; ze hebben een grootte die kan variëren van levensgroot tot zes meter hoog.
Wordt gebruikt voor instrumenten die zijn ontworpen om de posities waar te nemen en de horizonshoogte te meten van hemellichamen; gebruikt sinds de 2e eeuw v. Chr, totdat ze werden vervangen door sextanten.
De studie die aanneemt dat er invloed van de sterren, maan en planeten op menselijke aangelegenheden is en die tracht te interpreteren en voorspellen.
Personen die onderzoek of werkzaamheden verrichten met betrekking tot de kunst die pretendeert en tracht de invloed van de sterren, de maan en de planeten of het menselijk handelen te duiden en te voorspellen.
Kaarten die worden gebruikt voor navigatie buiten de aardse atmosfeer, zowel voor interplanetair als voor interstellair verkeer.
Fotografie van verschijnselen buiten de atmosfeer van de aarde en van bepaalde verschijnselen uit de ionosfeer, zoals het noorder- en zuiderlicht en meteorietenregens. Gebruik 'ruimtefotografie' voor fotografie buiten de atmosfeer van de aarde. Gebruik 'luchtfotografie' voor het fotograferen van de aarde vanuit een luchtvaartuig.
Verwijst naar kaarten van het oppervlak van andere planeten dan de aarde, of van het oppervlak van manen, sterren of andere hemellichamen. Moderne kaarten van dit type zijn gebaseerd op coördinatensystemen die vergelijkbaar zijn met het lengte- en breedtesysteem dat voor de aarde wordt gebruikt. Meestal worden dergelijke moderne kaarten samengesteld op basis van fotografische waarnemingen met op de aarde gestationeerde apparatuur of met instrumenten aan boord van een ruimtevaartuig. De term kan ook verwijzen naar kaarten van sterren en het uitspansel, waarbij dan wel overlapping optreedt met 'sterrenkaarten'; meestal wordt de term 'astronomische kaarten' echter algemeen gebruikt voor alle afbeeldingen die met behulp van moderne technologie zijn vervaardigd.
Klokken die astronomische verschijnselen tonen, bijvoorbeeld de fasen van de maan, of klokken die de sterrentijd aangeven.
Vloerbedekking van vinyl en nylon met het uiterlijk van een grasmat. Wordt voornamelijk gebruikt op sportvelden en binnenplaatsen in de open lucht.
Verwijst naar de stijl en cultuur van de regio Asturië in het noorden van Spanje (het huidige Oviedo), in het bijzonder naar de culturen van de mesolithische periode en het middeleeuwse koninkrijk. De mesolithische Asturische cultuur volgde op de Aziliencultuur en ging vooraf aan de neolithische culturen in de regio. De middeleeuwse cultuur bloeide in het 8ste- en 9de-eeuwse koninkrijk Asturië en kenmerkt zich door het behoud en de ontwikkeling van klassieke Romeinse vormen en bouwkundige technieken, daarmee twee eeuwen vooruitlopend op de romaanse stijl in Europa. Deze stijl verschilt van de gelijktijdige Karolingische stijl door zijn typische bouwkundige iconografie, vaak met muren van ‘petit appareil’, verhoogde bakstenen bogen, gehouwen hoekstenen en houten daken met kleine tongewelven over de apsissen.
Verwijst naar de stijl en cultuur van de regio Asturië in het noorden van Spanje (het huidige Oviedo), met name de culturen van het middeleeuwse koninkrijk Asturië uit de 8e en 9e eeuw. De stijl wordt gekenmerkt door het behoud en de ontwikkeling van de klassieke Romeinse vormen en architectonische technieken, vooruitlopend op de romaanse stijl in Europa die twee eeuwen later opkwam. Deze stijl verschilt van de gelijktijdige Karolingische stijl door de onderscheidende architectonische iconografie, vaak met muren van 'petit appareil', verhoogde bakstenen bogen, natuurlijke hoekstenen en houten daken met kleine tongewelven boven de apsis.
Verwijst naar de periode en stijl die zich ontwikkelde tussen 552 en 645 v. Chr. en samenviel met de opkomst van het boeddhisme. In de beeldhouwkunst zien we figuren, meestal van godheden, in stijlen die variëren van een vroeg gebruik van platte vlakken, verlengde proporties en scherpe lijnen tot latere kleinere, vriendelijker figuren met de nadruk op verticale lijnen. In de schilderkunst wordt deze stijl gekenmerkt door het gebruik van rode en zwarte kleuren die worden verkregen door lak met kleurstof te mengen, en gele en groene kleuren die worden verkregen uit een mengsel van loodoxide en plantaardige olie. Schilderwerk uit deze periode omvat vooral lichte en elegante figuren en landschappen. In de bouwkunst wordt deze stijl gekenmerkt door de nadruk op symmetrie en axiale balans door het gebruik van paal- en latconstructies, daken met dakpannen en kraagstukken om gewicht en horizontale druk te verdelen.
Verwijst naar de eerste dag van de vastenperiode, zes en een halve week voor Pasen. De naam komt voort uit het gebruik om de voorhoofden van kerkgangers en geestelijken te merken met as. Meestal betreft het de as van de verbrande palmtakken die zijn gebruikt op Palmzondag van het jaar ervoor. Het is behalve Goede Vrijdag de enige dag waarvoor de rooms-katholieke kerk vasten voorschrijft. Aswoensdag wordt ook gevierd door de anglicaanse, lutheraanse en protestantse kerk. Oosters-orthodoxe kerken vieren Aswoensdag niet, omdat de vastenperiode volgens hun kalender op een maandag begint.
Knopen van kleden geknoopt op schering strengen in paren, met een lus onder de ene streng en rond de andere, waarbij de uiteinden van de knoop tussen elke enkele streng apart omhoog komen om een opeenhoping te vormen. Ze kunnen zo geknoopt worden dat de uiteinden van de knopen of aan de linker- of aan de rechterkant van de omcirkelde strengen schering omhoog komen.
Te gebruiken om werken te beschrijven van de gelijknamige Afrikaanse etnische groep die leeft in het noorden van Nigeria.
Te gebruiken voor antropomorfe monolieten van basaltachtig gesteente die verwijzen naar legendarische overledenen en worden aangetroffen op bepaalde plaatsen in de streek rond de Middle Cross River in Nigeria.
Beschrijft werk dat is vervaardigd door het gelijknamige Afrikaanse volk, dat in het noorden van Nigeria leeft.
Verwijst naar het systeem van zonnemonotheïsme in het oude Egypte, in het bijzonder tijdens de regering van farao Akhenaton (Amenophis IV) in de 14de eeuw v. Chr. Aten (of Aton), de Egyptische naam voor de zonneschijf, werd afgebeeld als een zonnecirkel met stralen die eindigden in handen. Aten was oorspronkelijk een aspect van de zonnegod Ra maar begon onder de beide voorgangers van Akhenaton ook zelfstandig vereerd te worden. Akhenaton meende dat Aten de enige god was die aanbidding verdiende en hij vervolgde andere goden zoals de vooraanstaande Amun. Akhenaton werd beschouwd als de enige bemiddelaar tussen Aten en de wereld. In deze tijd bloeide de belangstelling voor kunst en het resulterende schilder- en beeldhouwwerk is meer naturalistisch dan vroegere Egyptische kunst. Aanhangers van het atenisme aanbaden de echte zon als brenger van leven, schoonheid en liefde door middel van zijn licht en warmte. Het atenisme had een ontwrichtende uitwerking op de heersende klasse maar had weinig gevolgen voor de geloofsovertuiging van gewone mensen; kort na de dood van Akhenaton stortte de nieuwe religie ineen en werden de oude goden in ere hersteld.
Verwijst naar een hoog ontwikkelde midden- en laat-paleolithische gereedschap voortbrengende cultuur die wijdverbreid was in noordelijk Afrika tijdens het late Pleistoceen vanaf circa 30.000 v. Chr. Deze cultuur ontwikkelde zich klaarblijkelijk als een geavanceerde Afrikaanse vorm van de Europese Levalloisien traditie en is genoemd naar de opgravingen bij Bir al-Tir in Tunesië. Deze cultuur kenmerkt zich door het gebruik van pijl en boog, de opkomst van schachten of scherpe uitsteeksels op pijlpunten, speerpunten en schrapers om het bevestigen van handvatten mogelijk te maken, en door een zeer fijne drukbeiteltechniek. Sommige geleerden menen dat er een verband is tussen de Aterian bladvormige lemmeten en Solutréen lemmeten en dat de Aterians het Iberisch schiereiland zijn binnengedrongen tijdens de Solutréen tijd.
Verwijst naar een taalgroep van Noord-Amerikaanse indianen die tal van linguïstische subgroepen en culturele groepen omvat. Deze willekeurige benaming, afgeleid van het Athabaska-meer, werd in 1836 bedacht door Albert Gallatin als verwijzing naar een cultuur die volgens hem zijn centrum in dit gebied had. Mensen die behoren tot de Athabaskan-taalgroep bevolken grote delen van het subarctisch gebied, alsmede delen van New Mexico en Arizona. De term kent nogal wat spellingsvarianten, die soms zelfs binnen één bron worden gebruikt. De term 'Athapaskan' wordt sinds 1930 algemeen gebruikt. De leden van de groep duiden zichzelf aan als 'Dene' of 'Na-Dené'. Deze term wordt soms als synoniem voor Athapaskan gebruikt, hoewel er soms ook mee wordt verwezen naar een bredere categorie die tevens de Tlingit- en Haida-taalgroepen omvat.
Werpstokken uit de Azteekse cultuur of pre-Columbiaans Mexico, die worden gebruikt om speren mee te werpen.
Het gasachtige omhulsel waarmee een hemellichaam wordt omringd; wordt vooral gebruikt met betrekking tot de aarde, waar het door de zwaartekracht wordt vastgehouden.
De centrale ruimten in Romeinse huizen, met een compluvium (opening in het dak) voor doorlating van regenwater en een impluvium (rechthoekig bassin) om het regenwater in op te vangen.
Overdekte binnenplaatsen met direct daglicht in of tussen gebouwen van meerdere verdiepingen; vanaf ongeveer 1960.
Sedert de vroegchristelijke tijd de hoven voor basilieken, omgeven door drie of vier zuilengalerijen, als bij het Romeinse atrium gedekt met naar binnen hellende daken. VWB
Antieke Romeinse huizen of vergelijkbaar vormgegeven huizen met binnenhoven met impluvia maar zonder colonnades; voor huizen met binnenhoven met colonnades gebruik 'peristyle houses'.
Omvatte aanvankelijk de Shastagroep van inheems Amerikaanse volkeren, maar vormt nu een afzonderlijke categorie.
Jas met tressen, die tevens als sluiting dienen, tot onder het middel maar boven de knieën.
Verwijst naar de cultuur en stijlen die zich ontwikkelden in Athene of elders in Attica, in het bijzonder naar geschilderde aardewerkstijlen die zich chronologisch ontwikkelden na de geometrische stijlen. Attische stijlen verschillen met opzet van Corinthische stijlen en worden gekenmerkt door de fantasierijke composities die niet noodzakelijkerwijs in overeenstemming zijn met standaards voor schaal of balans, door monumentaliteit en grandeur, en uiteindelijk door een typische zwartfigurige stijl die de norm zou worden voor de rest van de Griekse wereld.
Beschrijft de diverse soorten kunstwerken die zijn vervaardigd door de bewoners van het eiland Aua. De Aua-bevolking is vooral bekend om haar houtsnijwerk van menselijke figuren of hoofden, vaak met trekken van krokodillen en vissen. Dergelijk snijwerk is te vinden op lijmstokken, opscheplepels van kokosnoot, eetgerei, speren, dolken van obsidiaan, spleetgongs, kano's, bedden en architecturale elementen.
Verwijst naar de stijl van tapijten en tapisserieën zoals gemaakt in de fabriek van Aubusson in Frankrijk, die vooral wordt geassocieerd met producten die zijn vervaardigd in de eerste helft van de 18de eeuw. De stijl kenmerkt zich door gladde weefvormen, zachte vrouwelijke kleuren, symmetrische ontwerpen en pastorale thema’s.
Verwijst naar christelijke kloosterorden of gemeenschappen van mannen of vrouwen die zich houden aan de regel van de Heilige Augustinus, bestaande uit voorschriften voor een religieus leven geschreven door de theoloog Augustinus, bisschop van Hippo (354-430). In de augustijner regel ligt de nadruk op de verbondenheid met anderen in een gemeenschappelijke liefde voor God. De eersten die de regel volgden waren de Reguliere Kanunniken, ook wel Augustijner Kanunniken genoemd, en goedgekeurd in 1059-63. De term verwijst vaak in het bijzonder naar een van de twee augustijner hoofdstromen, namelijk de bedelorde die bekendstaat als de Augustijner Heremieten. De orde van de Augustijner Heremieten ontstond in 1256 toen verspreide orden van Italiaanse kluizenaars werden verenigd. Andere bekende kloosterorden die de regel overnamen zijn de premonstratenzers en de hiëronymieten. Augustijners zijn verantwoordelijk voor vele missies, kloosters, scholen en bekende ziekenhuizen overal ter wereld.
Verwijst naar de periode en kunststijl tijdens de regering van Augustus Caesar van 27 v. Chr. tot 14 n. Chr. Het doel van deze kunst is de verheerlijking van de prestaties van de keizer. De stijl kenmerkt zich door de nadruk op propaganda en grandeur, die tot uiting komt in herdenkingsmonumenten en beelden uitgevoerd op een eclectische, elegante wijze en beïnvloed door de klassieke Griekse kunst. In deze periode ontwikkelde zich ook de ‘derde stijl’ in de muurschilderkunst.
Verwijst naar de filosofische en theologische ideeën en doctrines die zijn afgeleid van het werk van de Heilige Augustinus (354-430), bisschop van Hippo, en die worden geassocieerd met de augustijner kloosterorden. De intellectuele traditie van het augustinisme is invloedrijk geweest sinds het in de middeleeuwen tot ontwikkeling kwam. Augustinus bood een optimistische ontologie en een ontsnapping aan het scepticisme. Ook formuleerde hij een kosmische theorie om de veelvormigheid in de wereld te verzoenen met de eenmaligheid van Gods scheppingsdaad. Augustinus beschreef verder het uiteindelijke doel van de mens als een leven van zaligheid gecombineerd met ethisch-politieke verantwoordelijkheid. Het primaat van het geloof, kennis van de ziel, goddelijke verlichting en genade zijn allemaal essentiële aspecten van het augustinisme. Augustinus geloofde dat de waarheid in de menselijke ziel zetelde en dat de mens alleen leerde van die waarheid. Deze waarheid, het grootste bewijs voor het bestaan van God, schenkt vreugde en geluk. Ook Augustinus’ speculaties over de aard van de Drie-eenheid en over predestinatie zijn zeer invloedrijk geweest.
Middeleeuwse buidels of tasjes die aan de gordel werden gehangen en door adellijken werden gedragen.
Gouden munten die in de Romeinse wereld ten tijde van Caesar tot Constantijn werden gebruikt, maar hoofdzakelijk in de latere periode van de Romeinse Republiek en de middenperiode van het Romeinse Keizerrijk.
Verwijst naar de gereedschaps- en kunstcultuur van hoog-paleolithisch Europa die volgde op de Moustérien cultuur, gelijktijdig was met het Périgordien en is genoemd naar de opgravingen bij Aurignac in het zuiden van Frankrijk. De typische stijl kan wijzen op een invasie van nieuwe volkeren in West-Europa en onderscheidt zich van gelijktijdige culturen door een overdaad aan bewerkt hakgereedschap in plaats van snijgereedschap, de vervaardiging van lemmeten en burijnen door middel van ponstechniek, en dubbelkonische punten met gespleten basis. Deze cultuur heeft de burijn uitgevonden, die de graveerkunst mogelijk maakte. De kunst kenmerkt zich door gestileerde venusfiguren, kleine snijwerken en graveringen waarin verkort perspectief en schakering is toegepast door middel van kruisarcering, en grotschilderingen van mensenhanden die worden gebruikt als sjablonen en geschilderde meerkleurige dieren, vaak met een opvallend verdraaid perspectief, dat wil zeggen dat de dieren en profil zijn afgebeeld met hun hoorns gedraaid in een frontale weergave.
Te gebruiken om werken te beschrijven van de gelijknamige Afrikaanse etnische groep die leeft in het grensgebied tussen Zambia en de Democratische Republiek Congo.
In de godsdienst der oude Romeinen de voortekenen van de goden die waren geschreven in de natuur en bedoeld om te worden ontcijferd. Auspicia werden gezien als bevestigende of ontkennende antwoorden op een voorgestelde handelwijze. Auspicia kwamen vaak uit de lucht in de vorm van donder, bliksem en verschillende soorten vogels, maar er waren ook andere vormen. Openbare auspicia werden door magistraten of augurs geïnterpreteerd in de heilige ruimte van de templum.
Beschrijft werken die zijn vervaardigd door de bewoners van het eiland Austral. Lichaamsdecoraties waren zeer populair onder de bevolking van de Austral eilanden, met name schelpensieraden, halskettingen, grasrokjes, oorringen en borstornamenten van pareloesterschelpen in combinatie met een streng van menselijk haar. Ook vervaardigden ze zeer verfijnde beeldhouwwerken en kunstzinnig beeldsnijwerk.
Beschrijft de diverse soorten kunstwerken die zijn vervaardigd door de Australische Aboriginals en de huidige inwoners, zoals rotskunst, beeldhouwwerken in hout, klei en zand, lichaamsdecoratie en bastschilderwerk, zowel voor als na de kolonisatie door de Europeanen.
Beschrijft de diverse soorten kunstwerken die zijn vervaardigd door de oorspronkelijke bewoners van Australië en hun afstammelingen. In de meeste gebieden van Australië worden tegenwoordig traditionele kunstvormen geproduceerd, maar veel Aboriginalkunstenaars beginnen inmiddels ook met allerlei andere media te werken, onder invloed van de mondialisering.
Combineert descriptoren voor de diverse stijlen van kunstwerken die in de verschillende Australische regio's zijn geproduceerd.
Genus van diverse uitgestorven soorten vroege mensachtigen die nauw verwant waren aan de moderne mens of daar een voorouder van zijn. Van deze soorten zijn een aantal fossielen gevonden op diverse locaties in het oosten, midden en zuiden van Afrika. Ze leefden tijdens het Plioceen, de periode die duurde van 5,3 tot 1,8 miljoen jaar geleden. De fossielen duiden erop dat ze zowel menselijke als aapachtige kenmerken hadden.
Te gebruiken voor reclame via locaties die te zien zijn voor mensen die worden vervoerd, zoals in en op openbare vervoermiddelen en op stations.
Speedboten met een lichte romp en voorzien van een of meer scheepsmotoren. Hoofdzakelijk gebouwd tussen 1900 en 1910. De naam ‘autoboot’ komt oorspronkelijk uit Frankrijk, waar de eerste snelle motorboten waren uitgerust met automotoren.
Luchtdichte kamers die kunnen worden gevuld met stoom onder druk of zijn omringd door een andere kamer die zorgt voor de stoom en worden gebruikt om te steriliseren, koken of voor andere doeleinden die vochtige of droge temperaturen boven 212 graden Fahrenheit vereisen zonder te koken.
Fictie die autobiografische elementen bevat, of gefictionaliseerde autobiografie. De term (het Franse ‘autofiction’) is in 1977 voor het eerst gebruikt door de schrijver Serge Dubrovsky.
Mechanische figuren of toestellen die zo zijn gemaakt dat zij schijnbaar uit zichzelf bewegen; zijn meestal voorzien van ingewikkelde verborgen mechanismen; al bekend vanaf de hellenistische tijd als speelgoed, amusement en in klokken.
Aanduiding voor amusementsvoorzieningen met mechanische amusementsapparaten.
Schrift dat werktuiglijk wordt geproduceerd op momenten dat de persoon zijn aandacht ergens anders op heeft gericht, zowel in een waaktoestand als onder hypnose. Aan het eind van de 19de eeuw werd automatisch schrijven vaak toegeschreven aan bovennatuurlijke krachten. In de 20de eeuw werd het beschouwd als een intern fenomeen, in het bijzonder in relatie tot persoonlijkheidstheorieën. De surrealisten namen deze techniek over in de hoop daarmee toegang te krijgen tot het onderbewuste.
Betekent in psychologisch onderzoek de dissociatie of discrepantie tussen gedrag en het zich bewust zijn van het gedrag. Het begrip beschrijft in het algemeen onschuldig gedrag dat is gestoeld op vertrouwdheid en herhaling. Het wordt echter vaker gebruikt om pathologische gedragingen te beschrijven die voortkomen uit psychologische conflicten tussen bewuste en onbewuste verlangens, en die zintuiglijke hallucinaties en lichte tot ernstige catatonie tot gevolg hebben. Het is van invloed geweest op surrealistische theorieën die verband houden met de potentie en legitimiteit van onbewuste expressie, vrije associatie en primaire creatieve krachten.
Uitvoering en discipline van het ontwerpen van het uiterlijk, de ergonomie, de complexe systemen en andere onderdelen van motorvoertuigen, meestal wegvoertuigen, zoals auto's, motorfietsen, vrachtwagens, bussen, touringcars en bestelwagens.
Lijkschouwing, zoals onderzoek en sectie van lichamen om de doodsoorzaak vast te stellen.
Wordt gebruikt voor doorgaande snelwegen, al dan niet tolvrij, met meerdere, gescheiden rijstroken, zonder gelijkvloerse kruisingen, en waarop geen particuliere wegen zijn aangesloten.
Wordt gebruikt voor snelwegen, al dan niet tolvrij, met meerdere rijstroken en een minimum aan verkeersborden. Hoewel de belangrijkste kruispunten ongelijkvloers zijn, kunnen er ook gelijkvloerse kruisingen voorkomen.
Verwijst naar de stijl uit de Volksverhuizingstijd die wordt geassocieerd met de Avaren, een volk van onbekende oorsprong en taal dat een belangrijke rol speelde in Oost-Europa vanaf de 6de eeuw n. Chr. en dat een rijk stichtte tussen de Adriatische Zee en de Oostzee. De term verwijst in het bijzonder naar het centrum van het Avarenrijk, dat zich op de Hongaarse hoogvlakte bevond en zijn grootste bloei beleefde aan het einde van de 6de eeuw.
Verwijst naar de nederdaling op aarde van een hindoegod in zichtbare vorm. Het woord komt uit het Sanskriet en betekent ‘afdaling’. Het begrip is afkomstig uit de traditie rond de god Vishnu die met tussenpozen in menselijke of dierlijke vorm op aarde verscheen teneinde deze te behoeden voor een ernstig gevaar of vernietiging. Vishnu’s beroemdste verschijningen waren als Krishna en Rama. Verwacht wordt dat de god in zijn laatste verschijningsvorm terugkeert om de wereld te verwoesten en vervolgens opnieuw te scheppen wanneer zij volledig verdorven zal zijn. In meer recente tijden is het begrip aangevochten door hervormers, vooral in verband met de verschijningen in de vorm van dieren. Tegelijkertijd hebben anderen het idee geopperd dat mensen, zelfs niet-hindoes zoals Jezus of Mohammed, avatars kunnen worden door goddelijke invulling.
Verwijst naar werken die zijn vervaardigd door de gelijknamige Afrikaanse etnische groep, die in de regio Volta in Ghana en Togo leeft.
Te gebruiken om werken te beschrijven van de gelijknamige Afrikaanse etnische groep die leeft in de laguneregio van Ivoorkust.
Wijze van kleden, volgens gewoonte of etiquette, tijdens formele of semiformele gelegeheden gedurende de avond.
Kerkelijk drinkgerei, gebruikt in protestantse kerken bij de viering van het avondmaal. Gebruik 'miskelken' voor soortgelijk drinkgerei dat gebruikt wordt in de katholieke kerk.
Kleinere versie van iedere modieuze tas; meestal bestikt met kralen, lovertjes of borduursel of gemaakt van een mooie stof zoals glacé, zilver, brons of goud.
Wordt gebruikt voor speelterreinen waar kinderen, onder toezicht, met door hen zelf van losse, op het terrein aanwezige speelmaterialen, zoals houten kratten, rubber banden en touwen, gemaakte toestellen kunnen spelen.
Te gebruiken om werken te beschrijven van de gelijknamige Afrikaanse etnische groep, een subgroep van de Berbers, die leeft in Awjilah in Cyranainca (het noordoosten van Libië).
Beschrijft werk dat is vervaardigd door het gelijknamige Afrikaanse volk, een subgroep van de Yoruba dat in Benin leeft.
Verwijst naar een perspectiefsysteem waarbij parallelle lijnen samenkomen op punten op een verticale as. Het systeem werd gebruikt door de oude Grieken en later in de westerse kunst tot het éénpuntsperspectief gecodificeerd tijdens de renaissance.
De spankracht en samendrukking die op één lijn liggen met de lange assen van stucturele delen.
Te gebruiken om werken te beschrijven van de gelijknamige Afrikaanse etnische groep die leeft op het eiland Luanda in Nigeria.
Verwijst naar alle vormen van parallelle projectie, voornamelijk wanneer ten minste een van de drie ruimtelijke assen wordt gebogen naar het projectievlak of het beeldoppervlak. De term wordt vaak gebruikt om te verwijzen naar projecties die zijn afgebeeld alsof een plattegrond op schaal is getekend, waarna de plattegrond 45 graden wordt gekanteld om een derde dimensie te verkrijgen, meestal in de hoogte en getekend op dezelfde schaal als de plattegrond. Deze projectiemethode beeldt de plattegrond en het volume gelijktijdig af volgens een consistente schaal, zonder de vervorming die ontstaat door de samenkomende lijnen in een éénpuntsperspectief.
Verwijst naar tekeningen gemaakt met behulp van axonometrische projectie, een systeem waarbij een driedimensionaal object wordt afgebeeld door projectielijnen parallel aan elkaar weer te geven en waarbij doorgaans ten minste één van de drie ruimtelijke assen schuin op het projectievlak staat. In het huidige architectenjargon verwijst de term soms alleen naar tekeningen waarop een orthogonale weergave van het object naar het oppervlak is gekanteld.
Te gebruiken voor de Ethiopische periode en voor de materiële culturele overblijfselen daarvan, die zich ontwikkelden vanaf circa 700 v. Chr. maar die over het algemeen worden toegeschreven aan het tijdvak van circa 100 v. Chr. tot circa 1000 n. Chr.
Verwijst naar een Vroeg-Minoïsche aardewerkstijl, genoemd naar opgravingen in de buurt van Phaistos, die zich kenmerkt door het veelvuldig gebruik van geschilderde lijnen, in plaats van de vroeger gebruikte ingekerfde of gepolijste patronen. Er zijn twee verschillende fasen te herkennen. In de eerste fase bestonden de ontwerpen uit parallelle of dubbel gearceerde geschilderde rode lijnen die liepen langs de kromming van de vaalgele aardewerken vaten. In de latere fase werd de geschilderde rode versiering meer volgens een ontwerp aangebracht, werd minder de ronde vorm van het aardewerk gevolgd en bestond de decoratie vooral uit dubbel gearceerde driehoeken of andere eenvoudige geometrische ontwerpen die werden aangebracht onder de hals van kannen en kruiken en aan de binnen- en buitenzijde van kommen en koppen.
Verwijst naar een soort ajourwerk waarbij een witte draad door wit materiaal wordt getrokken. Het wordt meestal verwerkt in fijne mousseline, waarop een verscheidenheid aan textielsteken is gecombineerd met bloemen en andere motieven, uitgevoerd in satijnsteken waardoor het wat op kant lijkt. Dit soort werk werd gemaakt in het 13de eeuwse Duitsland en elders, maar het is genoemd naar het graafschap Ayr in Schotland, waar het vanaf 1780 werd geproduceerd.
Verwijst naar de periode rondom de oude stad Ayutthaya die duurde van het midden van de 14de eeuw tot de 18de eeuw. In de beeldhouwkunst wordt deze periode vooral gekenmerkt door afbeeldingen van Boeddha die zijn gegoten in brons, of die zijn gemaakt van steen of stucwerk. In de vroege 14de eeuw culmineerde een verfijning van beeldhouwkundige stijlen in de eThong-stijl die werd gekarakteriseerd door verschillende subtypen van Boeddhabeelden. Eén type wordt gekenmerkt door de Boeddhafiguur met een prominent voorhoofd, amandelvormige ogen, rechte, bijna gesloten oogleden en conische krullen op het hoofd. Een tweede type toont sterkere Khmer-invloeden die zichtbaar zijn in het vierkante gezicht en de strenge gelaatsuitdrukking. Het derde type Boeddha-beeldhouwstijl wordt gekenmerkt door een uitgerekt lichaam en een glimlachende gelaatsuitdrukking. In de architectuur wordt deze periode gekenmerkt door tempel-sancturariumcomplexen die bekend zijn onder de naam ‘wat’. De belangrijkste zijn: Wat Thanmikarat, welke een trap bevat die is versierd met leeuwen van stucwerk en een bai sema of grenssteen gemaakt van leisteen; Wat Phutthaisawan, met door de Khmer-stijl beïnvloede galerijen, stoepa's met redans en muurschilderingen; Wat Yai Chaimongkhol, met complexe stoepa's en wihans en rechthoekige galerijen; en Wat Phra Ram, met een vierkant grondplan, een constructie van baksteen en kunstmatige bassins. Keramiekstijlen komen in deze periode ook tot volledige ontwikkeling en worden gekenmerkt door heldere kleuren: jadegroen, licht grasgroen, blauwgroen, bruin, honingbruin en wit.
Een zure vloeistof die bestaat uit verdund en onzuiver azijnzuur. Het ontstaat door de zuurgisting van wijn, bier, cider of ale en het wordt gebruikt als smaakversterker of conserveringsmiddel.
Hout van de steeneik, een groenblijvende eik die veel in het Middellandse-Zeegebied groeit. De steeneik levert zeer hard, zwaar hout, in kleine afmetingen, dat azijnhout genoemd wordt. Het leent zich voor onderdelen die zwaar belast worden.De naam is vermoedelijk ontstaan door de zure geur die het hout heeft.
Een kleurloze, bijtende vloeistof met een penetrante geur, CH3-COOH, die voor een groot aantal doeleinden wordt gebruikt, zoals voor etsen en solderen, het verwijderen van vlekken en voor bleken. Ook wordt deze vloeistof gebruikt als conserveermiddel in fotografische chemicaliën.
Verwijst naar een gereedschapscultuur in het laat-paleolithische en vroeg-mesolithische Europa, in het bijzonder Frankrijk en Spanje. Deze cultuur volgde op de complexere Magdaléniencultuur en bestond gelijktijdig met de culturen van Tardenoisien, Maglemose, Ertebølle en Asturië. Kenmerkend zijn geometrische tekeningen op kiezelstenen, heel kleine stenen gereedschappen die in een handvat van been of geweitak passen, speerpunten met gekromde ruggen, eindschrapers, benen drevels, platte harpoenen en staven waarvan het doel onbekend is.
Verwijst naar een projectie die doorgaans wordt gebruikt in de cartografie en waarbij het oppervlak van de aarde of een ander hemellichaam zodanig wordt afgebeeld dat een rechte lijn vanaf het middelpunt tot elk willekeurig ander punt de kortste afstand weerspiegelt die op schaal kan worden gemeten. Dit type projectie wordt vaak gebruikt om afstanden en richtingen vanaf een bepaalde stad te laten zien, en de metingen zijn alleen nauwkeurig voor het geselecteerde middelpunt.
Verwijst naar een projectie waarbij een deel van een bol wordt afgebeeld als een platte schijf. Deze projectie wordt vaak gebruikt in de cartografie en representeert doorgaans een deel van de aarde of een hemellichaam gezien vanaf een punt in het centrum van de bol (gnomonische projectie), aan de tegenoverliggende zijde van de bol (stereografische projectie) of vanuit een punt in de ruimte (orthogonale projectie).
In graden onderverdeelde ringen die om kompassen, girokompassen of andere richtingszoekers heen passen en vaak zijn uitgerust met windvaantjes voor het meten van azimuten.
Aardewerken tegel van Spaanse of Portugese makelij, geverfd en geglazuurd in bonte kleuren. Gewoonlijk groot, en gebruikt ter decoratie van de buitenmuren van gebouwen. De term is waarschijnlijk van Arabische oorsprong, hoewel dat niet voor iedereen vaststaat.
Verwijst naar werken die zijn vervaardigd door de gelijknamige Afrikaanse etnische groep, die in Tsjaad en Niger leeft.
Goedkope films, gewoonlijk gemaakt als voor- of nafilm bij een hoofdfilm in een dubbelprogramma. In de jaren 30 van de 20ste eeuw werd met de ‘B’ een film aangeduid die in een Amerikaanse bioscoop als tweede helft van een dubbelprogramma werd vertoond. Typische B-films hebben een lagere productiewaarde en minder bekende of zelfs onbekende acteurs in vergelijking met hoofdfilms. De term is nog altijd in gebruik, hoewel de gewoonte om twee films voor één entreeprijs te vertonen voor nieuwe films niet meer bestaat.
Losvallende, semiformele herenjasjes die tot net onder het middel reiken en meestal open aan de voorkant werden gedragen, met een cummerband of vest. Oorspronkelijk deel van militaire of marine-uniformen, nu ook gedragen in andere beroepen, b.v. door obers.
Bol- of peervormige stenen flessen met smalle hals, versierd met masker met baard, vaak ook met een wapenschild; werd gemaakt in de 16e en 17e eeuw.
Orde van meer dan 7000 soorten straalvinnige graatvissen, die de grootste orde van gewervelde dieren is en veertig procent van alle graatvissen omvat. Perciformes betekent baarsachtigen. Ze hebben zeer uiteenlopende vormen en afmetingen en worden in vrijwel alle watermilieus aangetroffen.
Beschrijft werk dat is vervaardigd door het gelijknamige Afrikaanse volk, dat in de Cameroon Grassfields leeft, en verwant is met de Babanki.
Groepsportretten in huiselijke of landschappelijke omgeving waarop de geportretteerden met elkaar keuvelen of zich anderszins met elkaar onderhouden; vooral populair in Groot-Brittannië in de 18e eeuw.
Een inferieure soort Arabische gom dat wordt verkregen uit diverse soorten van het genus Acacia.
Verwijst naar werken die zijn vervaardigd door de gelijknamige Afrikaanse etnische groep, die in de Democratische Republiek Congo leeft, nabij de grens met Sudan.
Te gebruiken om werken te beschrijven van de gelijknamige Afrikaanse etnische groep die leeft op de hoogvlakte van Ndop in de noordwestelijke provincie van Kameroen, de Cameroon Grassfields.
Kinderen die in de eerste levensfase zijn, voordat ze in staat zijn te lopen.
Slappe hoeden voor zuigelingen met een bol in de vorm van een capuchon die passend om het hoofd wordt gemaakt met behulp van een gerimpelde band die onder de kin wordt gestrikt.
Pyjama's bestaande uit een tot de heupen reikend nachthemd, waaronder een bijpassend broekje zichtbaar is.
Kleine lepeltjes die zijn bedoeld voor kleuters of om kleine beetjes voedsel aan een peuter te voeren.
Zacht, sokachtig schoeisel dat meestal gebreid of gehaakt is.
Staf bestaande uit een stok met aan het uiteinde een knop in de vorm van een dennenappel, soms versierd met klimop of wijnbladeren. In de Griekse mythologie hoorde de staf toe aan Dyonisos en zijn aanhangers. Hij werd gebruikt als gewijd instrument tijdens religieuze rituelen en feesten.
Ladenkasten met een opklapbaar deksel dat kan worden geopend om als schrijfblad te gebruiken. Dit type werd in de 18e eeuw in Engeland gemaakt.
Ponsen met een handvat. Worden vaak samen met vierkante en ronde ponsen gebruikt in hoefsmederijen.
Het verstrooien van straling, bijv. röntgenstraling, in een richting die ongeveer tegenovergesteld is aan die van de invallende straling en die wordt veroorzaakt door reflectie van deeltjes van het doorstraalde medium; wordt soms onderzocht en/of toegepast als techniek voor het analyseren van materialen.
Engelse houwdegens met een brede, eensijdende kling, een vlakke achterkant en een goed ontwikkelde afweer voor de hand die meestal bestaat uit een korfgevest of handbeschermer. Geen Nederlands equivalent. Zie 'houwdegens'.
Zilveren staafje, al dan niet met verdikt uiteinde en voorzien van een kruisje. Gebruikt voor het toedienen van de ziekenzalving bij besmettelijk zieken. Soms bevestigd aan het deksel van het chrismatorium.
Te gebruiken om werken te beschrijven van de gelijknamige Afrikaanse etnische groep die leeft in het westen van Oeganda.
Tobbes of kuipen waarin men een bad kan nemen, zich kan wassen.
Het wassen van mensen of dieren. Gebruik 'zwemmen' voor recreatieve onderdompeling in water.
Te gebruiken voor personen die zichzelf met water wassen of onderdompelen in water. Gebruik 'zwemmers' voor personen die zich actief door het water voortbewegen op natuurlijke wijze.
19e en vroeg-20e eeuwse badkleding.
Nauwsluitende waterafstotende hoofddeksels, vaak gemaakt van rubber, die worden gedragen om het haar droog te houden en samen te houden tijdens het zwemmen of baden.
Te gebruiken om werken te beschrijven van de gelijknamige Afrikaanse etnische groep die leeft in het oosten van Senegal, Guinee-Bissau en het westen van Guinee.
Losse ondoorzichtige of doorschijnende elementen die een bron afschermen van direct zicht uit bepaalde hoeken, en die ongewenst licht absorberen.
Te gebruiken om werken te beschrijven van de gelijknamige Afrikaanse etnische groep die leeft in de Cameroon Grassfields.
Een religie die in de jaren 60 van de 19de eeuw is ontstaan uit de Perzische islamitische Babigemeenschap. Zij werd gesticht door Bahaullah, die zei dat hij de profeet was die door Ali Mohammed Shirazi, grondlegger van het Babigeloof, was voorzien. Het bahaïsme benadrukt niet alleen sociale doelen maar ook spirituele waarheden: de enkelvoudigheid van God, de eenheid van alle geloven, de harmonie van alle mensen, universeel onderwijs, trouw aan het wereldlijk gezag, het belang van een persoonlijk geweten en de onvermijdelijke eenwording van de mensheid. Vanwege dit vertrouwen in de eenheid van geloof en mensheid is elke vorm van vooroordeel onaanvaardbaar en wordt culturele diversiteit verwelkomd. Aanhangers worden aangemoedigd zelf op zoek te gaan naar de religieuze waarheid; daarom worden wetenschappelijke ontdekkingen niet onverenigbaar geacht met het geloof in het bahaïsme. Tot de bahaïstische doelstellingen behoort het streven naar een wereldregering die een einde maakt aan extreme armoede en rijkdom; dit doel zou dichterbij moeten worden gebracht met een universele hulptaal. Bahaullah verklaarde dat God zelf onkenbaar is maar zich heeft gemanifesteerd als Abraham, Mozes, Zoroaster, Boeddha, Jezus Christus, Mohammed en de Bab, met Bahaullah als de ultieme verschijning. Er bestaan geen sacramenten, pastors of initiatierituelen in het bahaïsme. De godsdienstoefening bestaat uit dagelijks gebed en schriftlezing. Op de hele wereld treft men bahaïstische godshuizen aan, vooral in de Derde Wereld, meestal bij een school, ziekenhuis, weeshuis of soortgelijke instelling. Het bestuurslichaam van het bahaïsme, het Universele Huis van Gerechtigheid, komt elke vijf jaar bijeen en heeft zijn hoofdkwartier in Haifa (Israël).
Grof gebouwde werkboten met gaffeltuig die in de Bahama-eilanden zijn gebouwd en worden gebruikt voor vissen en transport tussen de eilanden; zijn meestal 4 tot 6 m lang met een enkele mast voorin de boot, een los gaffelzeil, een buitenboords roer en soms een buitenboordmotor.
Middeleeuwse Franse benaming voor draagbare koffers of kisten die voor persoonlijke bagage worden gebruikt. Ze zijn met leer bedekt en met spijkers beslagen en hebben meestal een afgeronde bovenkant. Uiteindelijk namen ze de vorm aan van een kist op poten die werd gebruikt om goederen in op te slaan. De huidige Franse vorm bestaat uit een decoratieve hoge kist of kast met een gewelfde ofgebogen bovenkant.
Verwijst naar de stijl van Chinese schilderkunst die een bloeiperiode doormaakte aan het begin van de 17de eeuw. De stijl wordt gekenmerkt door gedetailleerde, complexe composities met fijne lijnen en zachte kleuren.
Te gebruiken om werken te beschrijven van de gelijknamige Afrikaanse etnische groep. Deze vormde van oudsher een autonoom koninkrijk en is tegenwoordig een belangrijke etnische subgroep van het Ovimbunduvolk in Angola.
Beschrijft de diverse soorten kunstwerken die zijn vervaardigd door de bewoners van het eiland New Britain. Het Baining-volk is bekend om hun maskers en hoofdtooien, welke in veel delen van de New Britain-eilanden nog altijd in gebruik zijn. De kegelvormige maskers zijn vervaardigd uit bamboe, staken en schorsdoek, met witte, zwarte en rode ontwerpen. De mannen gebruiken ze bij geheimzinnige riten.
Open vaten die kunnen worden gevuld met kokend water, waarin andere houders worden geplaatst om voedsel te verhitten of verkoelen.
Verwijst naar de stijl en periode die samenvielen met de heerschappij van Bajezid I (ook wel 'bliksemschicht' genoemd vanwege de snelheid waarmee hij zijn troepen verplaatste) van 1389 tot 1402. Hij staat het best bekend om de bouw van de 'Grote moskee' van Bursa, waaraan in 1390 werd begonnen en die in 1395 werd voltooid. Het hele complex omvatte een moskee, baden en een klein paleis, binnen een onregelmatig gevormde muur. De indeling en de schaal van de moskee hebben veel weg van de moskee van Moerad I, maar hier is metselwerk van gehakte steen gecombineerd met een beperkte hoeveelheid marmer. De wanden van de ruimten waarin de derwisj-pelgrims werden ondergebracht, waren versierd met bloemen en destijds polychroom. Het portaal van steen en marmer is het eerst grote Osmaanse portiek. Ook vermeldenswaardig is het Dar al Shifa, het academisch ziekenhuis uit 1400.
Verwijst naar de stijl en periode die samenvielen met de heerschappij van Bajezid II, 'de vrome', van 1481 tot 1512. Bajezid zag toe op de bouw van twee complexen aan de rivieroever, het Amasya-complex, dat werd voltooid in 1486, en het Edrine-complex, dat waarschijnlijk door Hayreddin werd gebouwd in 1488. Het laatstgenoemde complex, met zijn contrasterende goudkleurige en rood zandstenen ornamenten en het donkergrijze loden dak, is een van de beste voorbeelden van de Osmaanse klassieke architectuur in het begin van haar ontwikkeling. Onder Bajezid begon de Osmaanse verhalende schilderstijl ook gestalte te krijgen. Bajezid bracht Syh Hamdullah van Amasya naar Istanboel, waar de traditie van deze grote Osmaanse kalligraaf werd voortgezet tot ver in de 18de eeuw.
Te gebruiken om werken te beschrijven van de gelijknamige Afrikaanse etnische groep die leeft in het zuidoosten van Kameroen, het noorden van de Democratische Republiek Congo, het noordoosten van Gabon en het zuidwesten van de Centraal-Afrikaanse Republiek.
Verwijst naar de stijl die is vernoemd naar de tempelberg die is gebouwd door koning Yashovarman I (889-900 n. Chr.) in het midden van de hoofdstad ter ere van de god Shiva. De architectuur van de tempel is het eerste voorbeeld van de getrapte piramidevorm en fungeerde als model voor latere tempelbergcomplexen. Het tempelcomplex bestaat uit vijf lagen die rechtstreeks uit de rotsen zijn gehouwen, met torens in een vijfpuntige rangschikking, axiale trappen onder specifieke hoeken die leiden naar sanctuaria, bakstenen sanctuaria, terrassen, vier beelden van de heilige stier Nandi die de basis van de piramide bewaakt, en trappen die worden geflankeerd door zittende leeuwen. Kenmerkend voor beeldhouwwerk in deze stijl is een overgang van de vlezigere, gepolijste stijlen naar meer hoekige, knokige, bijna onmenselijke voorstellingen van godheden, vanaf de voorzijde bezien. Gebeeldhouwde figuren worden getypeerd door hun brede gestalte, vierkante kaken, abstracte, onbewogen gelaatsuitdrukkingen, lineaire gezichtsdetails en het ontbreken van gracieuze bewegingen.
Personen die gespecialiseerd zijn in het bereiden van voedsel door middel van geleiding van droge warmte (dus niet via straling), in een oven of een andere gesloten ruimte, of op een verhit oppervlak, en dus niet op een warmtebron. Brood, taarten, koekjes en gebakjes zijn bekende voorbeelden van producten.
Lampen die worden gebruikt om ovens te controleren. Ze kunnen van tin zijn met een lange, ovale houder en een kokervormig handvat aan de ene kant en een traanoliebrander aan de andere kant, maar ze kunnen ook een kopvormige houder hebben van gietijzer met een kanaal voor de pit, een vaste, schotelvormige basis en meestal een scharnierende deksel.
Verwijst naar werken die zijn vervaardigd door de gelijknamige Afrikaanse etnische groep, die in de regio Middle Cross River in Nigeria leeft.
Kitmiddel dat wordt gebruikt bij metselwerk.
Verwijst naar de bouwkundige en decoratieve stijl die zich ontwikkelde op de Noord-Duitse hoogvlakte en in de steden aan de Oostzeekust, voornamelijk van de 13de tot en met 16de eeuw. De stijl kenmerkt zich door het gebruik van baksteen, uitwendige polychromie, kleurrijke afwerking van het interieur en Rijnse maaswerkpatronen.
Te gebruiken om werken te beschrijven van de gelijknamige Afrikaanse etnische groep die leeft in Senegal en Guinee-Bissau.
Dunne latjes, vroeger gemaakt van been maar tegenwoordig meestal van plastic of metaal, die worden gebruikt om verscheidene delen van een kostuum te verstevigen, zoals korsetten, lijfjes zonder schouderbandjes en kragen van overhemden.
Een hoornachtige substantie die in de mond van walvissen groeit.
Onderdeel van een klapcamera dat tussen de lens en gevoelige plaat zit. De balg kan in en uit elkaar geschoven worden, waardoor men de lens kan scherpstellen. Tevens een onderdeel van een vergrotingsapparaat dat zich tussen de lens en de negatiefhouder bevindt.
De omsloten ruimten binnen kastelen, vooral toegepast in middeleeuwse vestingwerken. Soms ook gebruikt als verwijzing naar de buitenmuren van zulke ruimten.
Verwijst naar de periode en de stijl rondom de cultuur van het eiland Bali. De stijl vormt een afspiegeling van de rijke religieuze en politieke geschiedenis en is beïnvloed door het hindoeïstische saivisme, het boeddhisme, de islam, voorouderverering, tantrische riten en het animisme. In de stijl staan het geloof in reïncarnatie en de thematische idee van de nietigheid van de mens ten opzichte van de natuur centraal. In de schilder- en tekenkunst manifesteerde de stijl zich in afbeeldingen op rotswanden en later, toen Europese invloeden zich deden gelden, in naturalistische en romantische schilderijen in krijt, olieverf of gouache waarop gestileerde dierlijke en menselijke figuren werden afgebeeld met twee of drie horizons op de achtergrond. Beeldhouwwerken kenmerken zich door stenen constructies die Balinese vorsten als goden voorstellen, dierlijke en demonische figuren, en hindoeïstische en boeddhistische standbeelden. Voor beeldsnijwerken werd ook gebruik gemaakt van been en schildpad. In de keramiek werd deze stijl gebruikt voor aardewerken gebruiksvoorwerpen en abstracte beeldjes van zowel menselijke als mythische figuren. Sieraden als armbanden, halskettingen, zegelringen, krissen, hoofdtooien en haarspelden werden vervaardigd met robijnen, barokparels, ivoor en bloedkoraal, waarbij technieken als drijven en repoussé werden toegepast. De hofsieraden in deze stijl zijn voorzien van complexe iconografie.
Bij het handmatig bewerken van vachten en huiden gebruikte bolronde balken, meestal van hout, schuin oplopend vanaf de vloer, waarover vachten en huiden worden gehangen om bewerkingen te ondergaan zoals bijsnijden, ontvlezen, ontharen, kalken of scheren, bekend onder de naam ‘beamhouse operations’.
Wordt alleen gebruikt voor de meestal I-vormige speelvelden en aanverwante toeschouwerspodia van het oude Midden-Amerikaanse rituele balspel.
Zachte schoenen, vaak van leer of lederachtig materiaal met een ronde teen en weinig of geen hak. Schoeisel dat bij het dansen wordt gedragen heeft meestal een gedeeltelijke zool die van de hak tot de bal van de voet loopt.
Te gebruiken voor artistieke dans waarin gestileerde poses en passen worden gecombineerd met licht en vloeiende figuren en bewegingen, zoals sprongen en draaiingen; vaak gecombineerd met muziek, decor, kostuums en soms pantomime of voordracht, om een verhaal, thema of sfeer aan de toeschouwer over te brengen.
Lanceerinrichtingen voor projectielen die werden gebruikt door het Romeinse Rijk: werden gebouwd als grote kruisbogen en gebruikt om speren, rotsblokken en andere projectielen af te schieten.
Xylofoons met houten toetsen, dunner aan uiteinden en onderkanten, met voor elke toets een eigen klankbodem van kalebas; bespeeld met twee hamertjes met rubberen kop, het effect aangevuld met geluid van belletjes die de spelers rond de polsen dragen; oorspronkelijk ontwikkeld en bespeeld door de Manding in West-Afrika.
Pennen met als punt een klein balletje dat in een holte ronddraait en zichzelf van inkt voorziet door een verbinding met een inwendig inktreservoir.
Decoratieve banden van Ionische kapitelen die het middendeel van de volutenkussens omcirkelen en lijken te omklemmen.
Elk van de houtachtige of boomachtige tropische en semitropische grassen van het genus Bambusa, Phyllosyachys, Dendrocalamus en gerelateerde genera, met houtachtige, holle stengels en gesteelde bladeren. Bamboe bloeit pas na jaren groeien. De stam wordt gebruikt als bouwmateriaal en om meubels van te vervaardigen.
Bamboe- of strokleurig porseleinbiscuit, uitgevonden door Wedgwood. Gebruik 'bamboewerk' voor objecten die zijn gemaakt van gevlochten of gesneden bamboe.
Beschrijft werk dat is vervaardigd door het gelijknamige Afrikaanse volk, dat in de Cameroon Grassfields leeft.
Vruchten van verschillende soorten van het geslacht Musa. Technisch gezien zijn het bessen; ze groeien in groepjes hoekige en vingerachtige vruchten, die uiterst voedzaam vruchtvlees bevatten binnen de schil.
Stof gemaakt van de vezels onttrokken aan de omhulsels van de bananenboom.
Wordt gebruikt voor lijstwerk dat zich aan de boven- of onderkant van zuilschachten bevindt, vooral van klassiek ontwerp. Voor gevormde banden op schachten in de Gotische architectuur die zich niet aan de uiteinden bevinden wordt 'schachtringen' gebruikt. Voor hoekige banden rond het basement van de Dorische echinus wordt 'anuli' gebruikt.
Rubberen kussens, gewoonlijk gevuld met samengeperste lucht, die om de wielen van voertuigen passen.
Te gebruiken om werken te beschrijven van de gelijknamige Afrikaanse etnische groep die leeft in de Centraal-Afrikaanse Republiek, Soedan, de Democratische Republiek Congo en Kameroen.
Verwijst naar de breedte van een communicatiekanaal bij telecommunicatie of informatie-uitwisseling. De bandbreedte beïnvloedt de datatransmissiesnelheid door op een bepaald moment meer of minder informatie door te laten via één kanaal.
Wordt gebruikt voor zuilen met trommels die afwisselend groot en klein zijn, of sober en versierd.
Over de borst gedragen schouderbanden waar aan de zijkant een portefeuille aan kan hangen of waar munitie in kan worden gestoken in kleine buideltjes of zakjes. Ook sierbanden die over de schouder en de borst worden gedragen door Noordamerikaanse Indianen. Gebruik `bandeliertasssen' voor tassen met banden eraan vast die over de schouder en de borst worden gedragen door Noordamerikaanse Indianen.
Tassen voor algemeen gebruik, gedragen door Noord-Amerikaanse indianen, met vaste schouderbanden die over de schouder en over de borst werden gedragen; meestal gemaakt van wol, mousseline of bokkenleer en rijkelijk versierd met kralenwerk, veren of borduursel. Gebruik 'bandelieren' voor schouderriemen die over de borst worden gedragen, waaraan soms portefeuilles, kleine tasjes of zakjes hangen die vaak munitie bevatten.
Versierde spiesen met weerhaken die in de nek en schouders van de stier worden gestoken tijdens een stierengevecht.
Te gebruiken om werken te beschrijven van de gelijknamige Afrikaanse etnische groep, een heersende dynastie van de Zande, die leeft in de Democratische Republiek Congo.
Beschrijft werken die zijn vervaardigd door het gelijknamige Afrikaanse volk, dat in Kameroen leeft.
Verwijst naar een Midden-Europese neolithische cultuur en aardewerkstijl die waarschijnlijk voortkwam uit de instroom van neolithische volkeren in mesolithische culturen, en die zich snel verspreidde van de Hongaarse hoogvlakte naar Slowakije, Tsjechië, Oostenrijk, Duitsland, Polen, de Lage Landen en het oosten van Frankrijk tussen circa 5400 en 4900 v. Chr. De cultuur kenmerkt zich door de introductie van landbouw, veeteelt, grote longhouses, gebeitelde stenen gereedschappen en typisch beeldhouwwerk versierd met ingekerfde lijnen, strepen en inkepingen. In plaats van de term ‘bandkeramiek’ wordt wel de term ‘Linienbandkeramik’ gebruikt, maar volgens de traditionele classificatie is laatstgenoemde stijl een variant van de eerste. Ook de term ‘Danubian’ werd vroeger veel gebruikt om naar deze cultuur te verwijzen, maar moderne onderzoekers gebruiken vooral ‘bandkeramiek’.
Microfoons die reageren op de luchtsnelheid in plaats van de luchtdruk van geluidsgolven. Een bandmicrofoon bevat een geribbelde band van aluminium tussen twee magneten. Vanwege hun grote dynamische bereik werden bandmicrofoons in het midden van de twintigste eeuw veel gebruikt voor radio- en televisieopnames.
Oekraïense psalters met een platte, ovale kast en dertig of meer snaren langs het klankbord. Bandoera’s worden soms bespeeld in grote ensembles.
Grote vierkante concertina’s, in de jaren 40 van de 19de eeuw ontwikkeld door de Duitser Heinrich Band. Ze hebben een toetsenklavier en een een- of tweezijdig toonmechaniek, hoewel eenzijdig het meest gebruikelijk is. Vroege modellen hebben 88 of meer toetsen, maar het gemiddelde moderne instrument heeft er 71. Ze zijn het meest bekend door hun gebruik in tango-orkesten in Brazilië, Argentinië en Uruguay, al komen ze ook voor in West-Afrika en de Verenigde Staten.
Luitachtige tokkelinstrumenten met een basregister, met een klankkast met een geschulpt silhouet, een platte of licht gewelfde rug, een plat klankbord met een rond, versierd klankgat en een lange hals met een kop met gewoonlijk zijdelings geplaatste stelschroeven. Bandora’s zijn bespannen met zes of zeven dubbele metalen snaren, waarvan de laagste zijn gemaakt van twee of meer ineengedraaide draden. De kam is gelijmd en voorzien van een fretachtige koperen strip en een rij bevestigingspinnen langs de onderste rand; een luitachtig systeem van ribben is bevestigd onder het klankbord. Ze zouden voor het eerst gemaakt zijn in 1562 door John Rose in Londen en waren tot in de zeventiende eeuw populair als continuo-instrumenten in ensembles van snaarinstrumenten.
Spaanse chordofonen, hybriden van de gitaar- en de cisterfamilie. Ze hebben een platte klankkast en vier of vijf snaren.
Handweefgetouwen voor het weven van lange stroken passement.
Duitse term voor een variant van art nouveau die is ontwikkeld in België en 'lintwormstijl' betekent. De term werd voornamelijk gebruikt in de steden Dresden en Berlijn. Zie ook de gerelateerde 'Schnörkelstil'.
Te gebruiken om werken te beschrijven van de gelijknamige Afrikaanse etnische groep die leeft in het zuiden van Kameroen.
Beschrijft werk dat is vervaardigd door het gelijknamige Afrikaanse volk, dat in Kameroen leeft.
Verwijst naar werken die zijn vervaardigd door de gelijknamige Afrikaanse etnische groep, die in de Democratische Republiek Congo leeft.
Verwijst naar de periode die is genoemd naar de hoofdstad van Thailand, gesticht door Rama I (1782-1809) in 1782. In de architectuur wordt deze periode het best vertegenwoordigd door de verschillende constructies en latere renovaties in het Grote Paleis (Phra Borom Maha Ratchawang) waarin zich de Amarin Winichai Hall bevindt, met een T-vormige plattegrond, en de Dusit Maha Prasat Throne Hall (1789), met een vloerplan in de vorm van een Latijns Kruis, gelakte en vergulde deuren en vensters en vergulde, negenlaagse spitsen. Tempels in deze periode worden gekenmerkt door centrale heiligdommen die het palladium van het koninkrijk en andere vereerde Boeddhabeelden huisvesten, altaren die het Traiphum of bestaanswerelden afbeelden, friezen of vergulde garua's, ubosots of verlengde wijdingszalen, paarlemoeren ingelegde werken, bronzen leeuwen, wihans of gemeenschapszalen en daken met meerdere lagen. Later in de 19de eeuw weerspiegelden bouwstijlen Europese koloniale esthetica. In beeldhouwkunst en schilderkunst worden op werken uit deze periode taferelen afgebeeld uit de Ramakien en uit hindoeïstische teksten.
Te gebruiken om werken te beschrijven van de gelijknamige Afrikaanse etnische groep die leeft in de Democratische Republiek Congo.
Zij die een banier dragen met daarop de versiersel of het symbool van een leider, groep of natie om die te tonen bij publieke evenementen zoals een processie, ceremonie of gevecht.
Wordt gebruikt om te verwijzen naar stoelen waarvan de rugleuning bestaat uit een reeks verticale spijlen tussen de zitting en bovenregel. Ze werden voor het eerst gemaakt in de 18e eeuw.
Amerikaanse getokkelde chordofonen met een lange, gitaarachtige hals met frets en een rond bovenblad van strak gespannen huid, perkament of kunststof waar de kam tegenaan wordt gedrukt door de vier, vijf of zes snaren.
Amerikaanse hangklokken met slingers, met een ronde kast voor de wijzerplaat, een smal, taps toelopend lichaam en een doosachtige basis, waardoor het geheel lijkt op een banjo; het ontwerp werd bedacht en gepatenteerd door Simon Willard in 1802.
Zitplaatsen voor twee of meer personen, meestal zonder rugleuning.
Wordt gebruikt voor bankmachines die automatisch verschillende transacties tussen bankinstellingen en klanten kunnen verwerken en die zich al dan niet in hetzelfde pand bevinden.
Verwijst naar de metselaars die de steen op hun werkplank in de bouwloods beeldsneden. Zij legden de laatste hand aan de gemetselde steenblokken.
Een type stilleven met een overvloedige opstelling van dure levensmiddelen en serviesgoed. Een typisch banketje bevatte voorwerpen als kreeften, oesters, exotische vruchten en versierde taarten met hoge korsten.
Te gebruiken om werk te beschrijven dat is vervaardigd door het gelijknamige Afrikaanse volk dat leeft in de Cameroon Grassfields en verwant is met de Babanki-Tungo.
Zij die bankzaken uitvoeren door afwisselend geld in deposito te nemen en in ruil daarvoor gewoonlijk rente aan te bieden, transacties mogelijk te maken, wissels, promesses, obligaties, aandelen of andere effecten te kopen en te verkopen, en geldleningen te verstrekken.
Wordt gebruikt voor ruimten in banken waar het publiek zaken kan doen, en waar zich over het algemeen de kasbediendes, bureaus en soms ook leidinggevende functionarissen bevinden. Geen Nederlands equivalent. Gebruik 'bankgebouwen' en 'kantoren (gebouwen)'.
Verwijst naar de stijl van het aardewerk dat voor het eerst in de late 18de eeuw werd vervaardigd door de koopman Numani Rozan in de buurt van Kuwana in Ise, en later Tokyo. Nu vindt de fabricage ervan plaats in en om Yokkaichi in de prefectuur Mie. De in deze stijl gemaakte producten zijn doorgaans serviesgoed voor de theeceremonie, schalen, kommen en kandelaars. Het aardewerk krijgt een bleekgeel melkachtig glazuur en wordt voorzien van driekleurige decoraties, hoofdzakelijk in de kleuren rood, groen en blauw of paars.
Hard afgewerkt schrijfpapier dat is gemaakt van de lange vezels van sparrenhout. De term verwijst ook naar zeer hoogwaardig en sterk papier dat volledig of gedeeltelijk is gemaakt van lompenpulp. Vanwege de gladde afwerking gebruiken veel kunstenaars bankpost voor schetsen en pentekeningen.
Rechte sloepen met een smalle achtersteven en bijna gelijke voor- en achterzijden, ontwikkeld in de jaren 90 van de 18de eeuw door vissers in de Noord-Atlantische wateren, en vooral gebruikt aan boord van visserijschoeners.
Het ontvangen en veilig stellen van geld in deposito, het uitlenen van geld, krediet verlenen en het vergemakkelijken van het overboeken van andere valuta door middel van cheque, wissel of inwisseling.
Gebeeldhouwde stenen die worden aangetroffen op oude Noord-Amerikaanse vindplaatsen en waarschijnlijk onderdeel zijn geweest van een atlatl of speerwerper. Gedacht wordt dat een bannerstone aan het midden van dunne, wilgachtige schachten van de atlatl werd gebonden, waardoor de buigzaamheid van de speerwerper werd vergroot en een doelmatige, zwiepende beweging mogelijk werd. Bannerstones werden vaak zorgvuldig gehouwen uit decoratieve stenen en waarschijnlijk beschouwd als luxeartikelen en statussymbolen.
Verwijst naar de vroege fase (circa 4800-4300 v. Chr.) van de neolithische Yangshao-cultuur. De cultuur is genoemd naar een neolithisch dorp in de omgeving van Xi'an in de provincie Shaanxi. In de Banpo-architectuur herkennen we reeds de traditionele naar het zuiden gerichte ingang en het gebruik van houten draagconstructies voor het dak. Banpo was een belangrijk keramiekcentrum. Zo is er een industriële oven opgegraven. Het vaatwerk werd doorgaans met de hand gevormd, maar soms ook wel uit rollen opgebouwd of in vormen gegoten. Typerende vormen voor deze periode zijn kommen met versmalde voet. Het vaatwerk werd gedecoreerd met gedrukte vormen of met zwarte of grijze engobe, en werden vervolgens gepolijst. Geometrische patronen overheersen, en in zeldzame gevallen is ook een menselijk masker als motief aangetroffen. Een reeks van circa 20 verschillende markeringen die op de randen van het vaatwerk zijn ingesneden, moet wellicht worden gezien als een primitieve wijze om gebeurtenissen vast te leggen.
Camera's met groothoeklenzen waarmee bovenmaatse groothoekafbeeldingen met veel diepte en scherpte kunnen worden gemaakt.
Verwijst naar een van de drie hoofdfasen van de Gansu-cultuur, die dateert uit circa 2800 tot circa 2300 v. Chr. Banshan omvat een viertal vindplaatsen: Waguanzui, Banshan zelf, Bianjiagou en Wangjiagou. De Banshan-cultuur besloeg een gebied dat deels samenviel met het oostelijke deel van de Majiayao-regio, en strekte zich naar het noorden en westen uit; de naam is ontleend aan een vindplaats in dit gebied bij de middenloop van de rivier de Tao en de bovenloop van de rivier de Wei, waar in de jaren 30 van de 20ste eeuw tal van grafurnen werden ontdekt. De aankoop van deze urnen door Amerikaanse en Europese musea had tot gevolg dat de Banshan-urnen, met hun smalle hals, brede schouder en smalle voet, van al het Chinese neolithische aardewerk het hoogst werd gewaardeerd. De ontwerpen bestaan vaak uit vier grote medaillons en zijn meestal beschilderd met purperzwarte en donkerrode pigmenten, hoewel gele en bruine kleurschakeringen ook worden gezien. Kommen werden in kleinere aantallen geproduceerd dan urnen, en zijn soms gedecoreerd met menselijke figuren.
Grote dwarsfluiten voor het spelen van Hindoestaanse of Noord-Indiase klassieke muziek.
Verwijst in algemene zin naar een nogal grove imitatie van ingesneden Coromandel-lakwerk, gemaakt in de 17de eeuw in Engeland. In de 17de- en 18de-eeuwse literatuur verwijst de term soms ook naar echt Coromandel-lakwerk.
Te gebruiken om werken te beschrijven van de gelijknamige Afrikaanse etnische groep die leeft in het midden, zuiden en oosten van Afrika.
Te gebruiken om werken te beschrijven van de gelijknamige Afrikaanse etnische groep die leeft in de Democratische Republiek Congo.
Te gebruiken om werken te beschrijven van de gelijknamige Afrikaanse etnische groep die leeft in de Centraal-Afrikaanse Republiek en het noordwesten van de Democratische Republiek Congo.
Heesterachtige Afrikaanse boomsoort die wordt gekapt voor zijn hardhout en voor het produceren van een vluchtige rode verfstof die oplosbaar is in alkali.
Verwijst naar een protestantse gezindte waarbij het geloof centraal staat dat het sacrament van de doop alleen moet worden toegediend aan volwassen leden na een persoonlijke belijdenis van geloof in Jezus Christus. De doop vindt bij deze gezindte doorgaans plaats door volledige onderdompeling. De nadruk ligt op Bijbelse geschriften en preken. Het baptisme is in hoofdzaak ontstaan in de vroege 17de eeuw in Engeland en Wales waar het zich snel verspreidde, hoewel er enige verbanden zijn met de anabaptisten van de 16de eeuw. In de late 19de eeuw nam het aantal baptistische kerken in de Verenigde Staten snel toe.
Verwijst naar de paleolithische periode van circa 38.000 tot 25.000 v. Chr. in het Zagrosgebergte in Iran. De periode kenmerkt zich door technologische vernieuwingen bij de vervaardiging van gereedschappen, het gebruik van kleur op stenen en menselijke beenderen en de aanwezigheid van ornamenten gemaakt van kiezelstenen.
Te gebruiken om werken te beschrijven van de gelijknamige Afrikaanse etnische groep die leeft in de Democratische Republiek Congo.
Draagbare grill met metalen spijlen waarop voedsel direct boven een houtskoolvuur of andere warmtebron wordt gebraden.
Middeleeuwse hoofddoeken voor vrouwen, meestal bestaande uit een lange linnen of wollen doek die van één van de schouders over het hoofd, onder de kin langs en vervolgens over de rug naar de andere schouder werd gedrapeerd alwaar hij los bleef hangen.
Mensen die als beroep hebben het scheren of bijknippen van baarden en het knippen en opmaken van het haar van hun over het algemeen mannelijke clientèle.
In het Tibetaanse boeddhisme de fase tussen dood en wedergeboorte. De bardo, die tot 49 dagen kan duren, volgt nadat de stervende een visioen van een heldere lichtstraal heeft gehad.
Term van Japanse origine voor gladde, platte, ronde of ovale kussentjes met handvatten die worden gebruikt om een vel papier tegen de voorkant van een reliëfcliché te drukken om een afdruk te maken.
Universitaire hoofddeksels bestaande uit een nauwe band om het hoofd met daarbovenop een breed, plat en uitstekend bovenstuk waar een kwastje aan hangt.
Type zigzagpatroon waarbij iedere puntvorm in het patroon in één verlopende kleur wordt uitgevoerd en de afzonderlijk elementen vaak een contrasterende kleur hebben. Bargello wordt hoofdzakelijk gebruikt bij borduurwerk, met name van meubelbekleding en vloerkleden. Een typisch voorbeeld van bargello is een stel 17de-eeuwse Italiaanse stoelen in het Bargello Museum in Florence. De techniek bestaat sinds de 17de eeuw en stond destijds bekend als de Hongaarse steek, en wordt tot de dag van vandaag beoefend. Het bargello-motief wordt ook verwerkt in behangpatronen en parketvloeren.
Te gebruiken om werken te beschrijven van de gelijknamige Afrikaanse etnische groep die leeft in Benin en Nigeria.
Te gebruiken om werken te beschrijven van de gelijknamige Afrikaanse etnische groep die leeft in Soedan.
Beschrijft menselijke stemmen en soms muziekinstrumenten met een toonhoogte lager dan tenor, maar hoger dan bas. Voor sommige instrumenten, zoals de hobo, verwijst de term naar het laagste register van de instrumentenfamilie.
Te gebruiken voor de grootste sloep aan boord, vooral uit de 18e eeuw en vroeger, die een recht voorsteven, vierkant achtersteven en relatief hoge zijkanten hebben en voorzien zijn van zeilen; worden gebruikt om voorraden, water, mensen, proviand en vracht te vervoeren. Gebruik 'motorsloepen' voor de grootste sloep aan boord uit 19e en 20e eeuw.
Oölitische kalksteen die wordt gewonnen in de omgeving van Barnack in het Engelse Cambridgeshire. Voornamelijk gebruikt als bouwsteen.
Verwijst naar de stijl in de 18de-eeuwse Italiaanse architectuur en beeldhouwkunst die wordt geassocieerd met het Rococo en zich kenmerkt door luchtige, fantasierijke, elegante en decoratieve werken. De beeldhouwkunst toont dramatische gebaren, open houdingen en hangende draperieën, zoals in het werk van Camillo Rusconi, wiens composities een onorthodox gevoel voor speelsheid en intimiteit vertonen.
Te gebruiken voor Europese edelvrouwen die zelf een baronie hebben, of voor Europese en Japanse edelvrouwen die de echtgenotes of weduwen van een baron zijn. Behoren in Groot-Brittannië en Japan tot de laagste adelstand. Op het Europese continent varieert hun hiërarchische status binnen de adelstand van land tot land.
Verwijst naar edelen die in het bezit zijn van een baronie: een groot landgoed of een aanzienlijk deel van een groter gebied dat door een soevereine vorst wordt bestuurd, en dat ooit werd toegewezen als beloning voor een militaire of andere bewezen dienst. De term verwijst meestal naar leden van de Europese adel met een rang die tegenwoordig in veel landen direct onder die van burggraaf of graaf is geplaatst. De rang en status van een baron kunnen overigens verschillen, niet alleen per land maar ook afhankelijk van de geschiedkundige periode. De term kan daarnaast verwijzen naar de oorspronkelijke, middeleeuwse betekenis, namelijk iemand die een baronie rechtstreeks van de koning als pachtgoed beheerde, ongeacht zijn rang. De term kan voorts verwijzen naar Japanse edellieden met een lage rang. In meer algemene zin kan de term verwijzen naar een machtig persoon of magnaat. Baronnen zijn altijd mannelijk; vrouwelijke bezitters van een baronie worden 'baronessen' genoemd.
Te gebruiken voor rijtuigen met vier wielen die meestal worden gekenmerkt door een hoge zitplaats voor de koetsier buitenop, zitplaatsen voor passagiers met opklapbare of vaste kappen, en een koetsachtig lager deel en onderstel.
Korte cilindervormige secties van blaasinstrumenten die het mondstuk aan de rest van de buis verbinden.
Te gebruiken voor een gedeponeerde techniek voor het repareren en restaureren van documenten die medio 20e eeuw door William J. Barrow is ontwikkeld, waarbij documenten worden ontzuurd en vervolgens onder hitte en druk worden gelamineerd tussen vellen weefsel en laagjes celluloseacetaat.
Glaswerk of gebruiksvoorwerpen waarin alcoholische dranken worden geserveerd. Geen Nederlands equivalent. Gebruik 'drinkgerei'.
V-gevormde voorwerpen die de hiel van een laars vasthouden om deze gemakkelijker uit te kunnen trekken. Wordetook gebruikt voor een inkeping of afgietsel dat in een soortgelijke vorm wordt gesneden of gegoten en wordt gebruikt voor hetzelfde doel.
Beschrijft menselijke stemmen en muziekinstrumenten met een toonhoogte lager dan bariton.
Te gebruiken om werken te beschrijven van de gelijknamige Afrikaanse etnische groep die leeft in het noorden van Nigeria.
Te gebruiken om werken te beschrijven van de gelijknamige Afrikaanse etnische groep die leeft in centraal Nigeria.
Verwijst naar een regionale school van Pahari-miniatuurschilderkunst die aan het eind van de 17de en de gehele 18de eeuw een bloeiperiode beleefde in de Indiase heuvelstaten. Schilderijen in de Basohli-stijl behoren tot het vroegst bekende Pahari-werk. Hoewel de naam van de school is ontleend aan de kleine onafhankelijke staat Basohli, als belangrijkste centrum van de stijl, zijn er overal in deze regio voorbeelden van te vinden. Kenmerkende elementen zijn: krachtige lijnvoering en felle kleuren, een langwerpig formaat, rode randen, monochrome achtergronden en een willekeurig maar bijzonder gebruik van architecturale en decoratieve elementen. De gezichten zijn doorgaans overdreven en gestileerd weergegeven, vaak en profil, met grote ogen met een doordringende blik. Een herkenbare techniek is het gebruik van dikke, pasteuze druppels witte verf voor de weergave van sieraden, terwijl delen van kevervleugeltjes smaragden moeten suggereren.
Serpenten bestaande uit een ongeveer 230 cm lange, doorgaans koperen conische buis, met zes toongaten, drie of vier kleppen, een aanblaasbuis in de vorm van een zwanenhals en een wijd uitlopende klankbeker; ontwikkeld in de vroege 19e eeuw.
Niet-militaire lange dolken of korte zwaarden, waarvan de gevestknop dezelfde vorm heeft als de pareerstang: oorspronkelijk afkomstig uit Duitsland of Zwitserland; van het einde van de 13e eeuw en tot het einde van de 15e eeuw door heel Europa gebruikt.
Verwijst naar verschillende christelijke kloostergemeenschappen van de Byzantijnse rite die de kloosterregel volgen van Sint Basilius, hun spirituele vader; er zijn vijf hoofdtakken van de Orde van Sint Basilius. De basiliaanse kloostergemeenschap is eeuwenlang zeer invloedrijk geweest in de Byzantijnse gemeenschap, vergelijkbaar met de benedictijnse invloed binnen de westerse kloostergemeenschap. Sint Basilius, theoloog en aartsbisschop van Caesarea in Cappadocië (in het tegenwoordige Turkije), schreef zijn kloosterregel tussen 358 en 364. De eenvoudige, maar strenge kloosterregel van Sint Basilius vereist volgelingen te leven in gemeenschappen en propageert een ascetische levenswijze als een manier om God voorbeeldiger te dienen. Het extreme ascetisme van de woestijnkluizenaars is afwezig. Sint Basilius' regels impliceren beloften van kuisheid en armoede, waarmee ze vooruitlopen op de latere westerse kloostersystemen. Ook hulp aan de armen is verplicht. Aan de kloosters dienden scholen voor kinderen gelieerd te zijn, waarin de leerlingen kunnen worden getest op een mogelijke religieuze roeping. Sint Theodorus uit Studios herzag de regel van Sint Basilius in de 9de eeuw. De basiliaanse orde mag niet worden verward met een congregatie van de Latijnse rite die dezelfde naam heeft en in 1822 werd gesticht in Frankrijk, maar later voornamelijk actief was in Canada; de leden van deze congregatie wijden zich aan het onderwijzen van kinderen.
Wordt gebruikt voor religieuze of seculiere gebouwen die worden gekenmerkt door een rechthoekige plattegrond, onderverdeeld in een hoger schip met twee lagere zijbeuken, en verlicht door lichtbeukramen; meestal afgesloten met een apsis.
Specificaties waarin uitsluitend de materialen, het gereedschap en de constructiemethoden worden opgesomd of beschreven waarop een basisbod gebaseerd dient te zijn; niet van toepassing op enig ander bod.
Boeken of verhandelingen waarin de basisprincipes of -onderdelen van een kunst, wetenschap, vakgebied of gebruik worden gepresenteerd en die vooral van de zeventiende tot en met de negentiende eeuw veel werden gebruikt..
Hout van de soort Quercus michauxii, een waardevolle Noord-Amerikaanse productieboom uit de kustvlakten van de Atlantische Oceaan en de Golf van Mexico, en de Mississippi-vallei; wordt in het Engels 'basket oak' genoemd omdat het hout vaak in repen wordt gezaagd en wordt gebruikt voor het maken van manden.
Verwijst naar een oude Noord-Amerikaanse cultuur en stijl die voorkwam in het zuidwesten van de huidige Verenigde Staten van circa 1000 tot 750 v. Chr. en gedeeltelijk samenviel met de Anasazicultuur. Deze cultuur onderscheidt zich van andere culturen in de regio door de invoering van het manden vlechten.
Nauwsluitende korsetachtige onderlijfjes van stevig materiaal, die vooral in de 16e eeuw werden gedragen.
Te gebruiken om werken te beschrijven van de gelijknamige Afrikaanse etnische groep die tegenwoordig leeft in de kuststreken en delen van de bossen van Liberia.
Te gebruiken om werken te beschrijven van de gelijknamige Afrikaanse etnische groep die leeft in het oosten van Senegal, Guinee-Bissau en het westen van Guinee.
Te gebruiken voor 4,5 tot 5,5 m lange boten met buitenboordmotor, speciaal ontworpen voor zoetwatersportvissen.
Wordt gebruikt voor middeleeuwse, methodisch ontworpen nederzettingen, gebouwd ter verdediging en vaak aangelegd in een rechthoekig patroon.
Te gebruiken om werken te beschrijven van de gelijknamige Afrikaanse etnische groep die leeft in het Ituriwoud in de Democratische Republiek Congo.
Een draagbare plaat of plank waarop men de klei kan plaatsen om te draaien of te boetseren. Kan ook worden bevestigd op een pottenbakkerswiel of als plank in de oven.
Te gebruiken om werken te beschrijven van de gelijknamige Afrikaanse etnische groep die leeft in het noordoosten van Nigeria en Kameroen.
Een soort uitgebreide rolstoelen die soms van glas zijn voorzien. Ze werden vooral gemaakt in het midden van de 19e eeuw en bij kuuroorden en badplaatsen gebruikt.
De algemene naam voor oölietkalksteen die in grote hoeveelheden wordt gevonden in Zuidwest-Engeland, met name in de buurt van Bath (vandaar de naam). Het is middel- of fijnkorrelig en de kleur varieert van grijs tot crème. Bathsteen wordt algemeen gebruikt sinds de Romeinse bezetting van Groot-Brittannië en is vooral veel gebruikt in de Engelse kerkelijke architectuur van de 13de, 14de en 15de eeuw.
Uitsparingstechniek toegepast op leder, perkament of weefsels, maar niet op draden, waarbij was als beschermlaag wordt gebruikt.
Te gebruiken voor diverse voorwerpen met korte stelen en brede, geronde koppen, meestal hoofdzakelijk van hout en ontworpen voor verschillende balspelen. Gebruik 'rackets (sportuitrusting)' voor grotere voorwerpen met een soortgelijke vorm maar met koppen met een netwerk.
Korte, rechte stukken of gedeelten van lijstwerk, meestal met een ronde doorsnede, die in de Romaanse architectuur het zigzag-lijstwerk vormen. ' Voor de lijst in zijn geheel wordt `zigzagpatroon' + `lijstwerk' gebruikt.
Gasbranders met een koepelvormige bovenkant met daarin een overdwarse nauwe gleuf, die een waaiervormig vlammengordijn produceren.
Opstellingsplaatsen, eventueel op beddingen, voor een aantal stukken geschut.
In Amerikaans militair woordgebruik: korte op een jas gelijkende bovenkleding, als onderdeel van een militair uniform gedragen door legerpersoneel, hoofdzakelijk tijdens velddienst en corvee, en in verband gebracht met generaal Dwight D. Eisenhower tijdens de Tweede Wereldoorlog. In Brits militair woordgebruik ook getailleerde bovenkleding met een gordel aan de binnenzijde en met knopen vastgemaakt aan de broek, gedragen door land- en luchtsoldaten.
Verwijst naar de Duitse school voor kunst, ontwerp en architectuur die actief was in Weimar van 1919 tot 1925, in Dessau van 1925 tot 1932 en in Berlijn van 1932 tot 1933. Er werden studenten opgeleid in beeldende kunsten en ambachten, en er werden objecten en bouwontwerpen gemaakt die bedoeld waren voor massaproductie en waren gebaseerd op eenvoudige geometrische vormen.
Verwijst naar werken die zijn vervaardigd door de gelijknamige Afrikaanse etnische groep, die op het eiland Bavuma in het Ugandese deel van het Victoriameer leeft.
Muren, meestal versterkt, die rond Ierse kastelen en sommige Ierse huizen zijn gebouwd.
Verwijst naar een stijl die zijn naam ontleent aan de boeddhistische tempel van Bayon, een centrale tempel die is gebouwd door Jayavarman VII (1181-1220 n. Chr.) in de hoofdstad Angkor Thom. De stijl wordt gekenmerkt door brede galerijruimten, centrale heiligdommen volgens een cirkelvormig grondplan met daaromheen een krans van kapellen, en boven op de heiligdommen geplaatste torens die zijn versierd met beeldgesneden, grote gezichten. De stijl ontstond vanuit een intense geloofsbeleving en de spirituele plicht om een centrale ontmoetings- en rustplaats te creëren voor de goden, waar zij hun hemelse ceremonieën konden uitvoeren.
Verwijst naar de stijl en cultuur van het Afrikaanse Bé-volk uit Benin.
Kistje dat gewijde aarde of as van aswoensdag bevat ter uitstrooiing in de doodskist. Door dit ritueel was de overledene in gewijde aarde begraven. Stamt uit de tijd dat katholieken op begraafplaatsen geen kerkelijke ritus mochten uitvoeren. In oud-katholieke parochies is het nog gebruik dat op een kist in het crematorium gewijde as uit een beaardingskistje over de kist wordt gestrooid.
Verwijst naar de voorlaatste fase van de formele procedure die leidt tot heiligverklaring in de rooms-katholieke kerk. In deze fase verleent de paus de titel 'zalige' aan een rooms-katholiek met een voorbeeldig geloof en leven, die het ook na zijn of haar dood waard is om publiekelijk te worden vereerd. Na afloop van deze fase kan deze persoon plaatselijk worden geëerd. Als twee of meerdere wonderen kunnen worden bewezen, mag de canonisatieprocedure worden voortgezet, waarna deze persoon algemeen wordt erkend als heilige.
Heren- of dameskapdozen op een hoog onderstel, met een deksel waaronder een compleet ingerichte binnenkant zit, meestal met laden eronder. Ze verschillen van andere kaptafels omdat ze op hogere poten staan en geen volledige ladenkast onder hebben.
Het gedeelte 'Bebouwde omgeving' betreft elementen met bouwwerken die een continuüm vormen van het grootste gecultiveerde en natuurlijke landschapselement tot de kleinste afzonderlijke bouwwerken. De samenstellende delen van een bouwwerk, zoals deuren en muren, die het continuüm aan de onderkant voortzetten, bevinden zich in de hiërarchie bij 'Onderdelen'. Descriptoren worden niet herhaald; in gevallen waar dus verwacht mag worden dat een descriptor op meer dan één niveau van het continuüm voorkomt ('kapellen' bijvoorbeeld kunnen zowel een zelfstandig bouwwerk als componenten van een bouwwerk zijn), worden deze binnen de hiërarchie met de kleinschaligere elementen onderbracht, tenzij factoren als gebruikelijke toepassing, bedoeld gebruik of historisch precedent aanleiding geven tot een andere keuze.
Historische term die verwijst naar zowel bedovertrekken als bedbehangsels. Geen Nederlands equivalent.
Zware, tapijtachtige bedbedekkingen vervaardigd in verschillende technieken zoals in vlak- of poolweefsel of naaldwerk. Geen Nederlands equivalent.
In algemene zin, de slaapplaats van mensen en dieren. In specifieke zin, permanente meubelstukken die bestaan uit een ledikant, het uit hout of metaal vervaardigde dragende gedeelte, en het beddengoed, met inbegrip van matras en dekens.
Rubberen zakken, aardewerken of metalen flessen voor heet water, om plaatselijk warmte te bieden aan het menselijk lichaam.
Stijve, dunne, brede planken die meestal tussen de beddeveren en de matras worden geplaatst.
Assemblages van systematisch gerangschikte toetsen waarmee een machine wordt bediend.
Te gebruiken om werken te beschrijven van de gelijknamige Afrikaanse etnische groep die leeft in het oosten van Senegal, Guinee-Bissau en het westen van Guinee.
Te gebruiken voor automaten, waterspuiten of andere installaties bedoeld om nietsvermoedende bezoekers in tuinen te verrassen, te besproeien en nat te maken; in het algemeen in werking gesteld door verborgen, meestal drukgevoelige hendels, veren en dergelijke; vooral populair tijdens de renaissance.
De indruk die werknemers en mensen van buitenaf van een bedrijf krijgen, zoals dit voornamelijk public relations-programma's wordt gewekt.
Lepels met een lang handvat en een grote, diepe kom die worden gebruikt voor het bedruipen van voedsel.
Grote glazen, plastic of metalen tubes met een rubberen bolvormig einde aan de ene kant dat zuigkracht produceert als erop wordt gedrukt en een kleine opening aan de andere kant; wordt gebruikt bij het bedruipen van voedsel.
Bedden die, behalve aan de kant van de gordijnopening, aan elke zijde door panelen werden omsloten. Ze stonden meestal tegen de wand maar werden soms ook in de wand ingebouwd of in de lambrisering geïntegreerd.
Valletjes aan baldakijn of hemel van een bed, om de bovenkant van bedgordijnen en hun ophang- en open-en sluitmechanisme aan het oog te onttrekken. Gebruik 'base valances' voor valletjes die om de onderrand van een bed hangen.
Grote Neolithische rechtopstaande steen waarin de gestileerde vormen van een menselijke figuur zijn ingehouwen, soms inclusief kleding en wapens. Komt vooral voor in het zuiden van Frankrijk en de westelijke Alpen.
Verwijst in algemene zin naar weergaven, visualisaties of andere optische pendanten van de externe verschijningsvorm van een object, persoon, dier, plaats of verschijnsel. In specifiekere zin verwijst de term naar de afbeelding zelf in plaats van naar de drager (bijvoorbeeld bij verwijzing naar een tekening).
De hiërarchie Beeldmateriaal bevat descriptoren voor objecten die oorspronkelijk zijn vervaardigd met als doel de betekenis hoofdzakelijk op visuele, non-verbale wijze over te dragen, met name waar het de uitdrukking van een symbolische of expressieve betekenis of esthetische ervaring betreft. Hieronder vallen voorstellingen en gebeeldhouwde werken, alsmede periodeafhankelijke werken, bijvoorbeeld performancekunst, die zich binnen de beeldende kunst hebben ontwikkeld en daarmee in verband worden gebracht. Sommige descriptoren in deze hiërarchie kunnen naar een object of beeld verwijzen; bijvoorbeeld, in het geval van een object dat is vervaardigd uit linnen, spanramen en een lijst die specifiek zijn bedoeld als drager van een geschilderde afbeelding kunnen de afbeelding en het object samen worden aangeduid als schilderij; een afbeelding op een meubelstuk daarentegen kan wel als schilderij worden aangeduid, maar de drager is in dat geval bijvoorbeeld een ladekast of haardscherm. Relatie met andere hiërarchieën: de hiërarchie Informatievormen bevat descriptoren voor objecten die wel op visuele, non-verbale wijze communiceren, maar die hoofdzakelijk een informatieve functie hebben (bijvoorbeeld 'kaarten'), met inbegrip van bepaalde afdrukken die worden geassocieerd met het reproduceren van documenten en technische tekeningen (bijvoorbeeld 'blauwdrukken'). Descriptoren voor decoratieve elementen zijn opgenomen in de hiërarchie Ontwerpelementen (bijvoorbeeld 'rolwerk') en de hiërarchie Componenten (bijvoorbeeld 'acroteriën'), terwijl architecturale vormen die in hoofdzaak structureel en in tweede instantie sculpturaal van aard zijn (bijvoorbeeld 'kariatiden') eveneens bij Componenten zijn ondergebracht. De meeste descriptoren voor de materialen die in een werk worden gebruikt, maken deel uit van de hiërarchie Materialen (bijvoorbeeld 'canvas'); indien echter found objects of bouwmaterialen zijn gebruikt (bijvoorbeeld 'platte borden', 'l-balken') verschijnen deze descriptoren op locaties die aansluiten bij de oorspronkelijke functie van het object. Descriptoren voor de methoden die gebruikt worden bij het vervaardigen van een werk (bijvoorbeeld 'natte collodiumprocedés', 'beeldsnijden') zijn opgenomen in de hiërarchie Procedés en Technieken. Met betrekking tot algemene thematische klassen verschijnen andere descriptoren binnen diverse hiërarchieën, met inbegrip van Gebeurtenissen (bijvoorbeeld 'oorlog') en Abstracte Begrippen (bijvoorbeeld 'mythologie').
Meestal schijven waarop beeld en geluid worden opgenomen door middel van een laser. De schijven zijn af te spelen op een videomonitor. Gebruik 'dvd's' (digital versatile disc) voor schijven van dit specifieke type.
Computeronderdelen bestaande uit een scherm waarop men diverse digitale gegevens kan bekijken.
Literair middel waarbij levendige en evocatieve, figuurlijke taal wordt gebruikt om objecten of ideeën te representeren.
Delen van het lichaam van mensen en paarden, bij de overige dieren 'poten' genoemd, die voor steun en voortbeweging zorgen, zoals de beide onderste ledematen van het menselijk lichaam. Gebruik 'armen (dierlijke of menselijke lichaamsdelen)' voor ledematen die eindigen in een hand in plaats van een voet.
Diverse bankschroeven die door smeden worden gebruikt en één lange poot hebben die aan een werktafel is vastgemaakt en vaak aan de onderkant wordt gesteund, met een eenvoudig veermechanisme om de kaken open te houden.
Stam van ongeveer 350 soorten ongewervelde dieren die zich vrij kunnen bewegen en in de hele wereld voorkomen. Men beschouwt ze als een evolutionaire vorm die inzit tussen de ringwormen en geleedpotigen (zoals insecten en schaaldieren).
Witte kalksteen met een fijne structuur die wordt gewonnen in de omgeving van Beer in het Engelse Devon. Voornamelijk gebruikt als bouwsteen.
Bijlen die worden gebruikt om ruwe insnijdingen te maken voordat een dissel wordt gebruikt om een gebogen vlak in hout te maken.
Terreinen die worden gebruikt om overledenen te begraven of in tomben te plaatsen.
In het algemeen, terreinen die worden gebruikt om overledenen te begraven of in tomben te plaatsen. Meer specifiek verwijst dit naar relatief grote openbare parken of terreinen die uitdrukkelijk voor teraardebestelling van doden bestemd zijn en die niet bij een kerk horen.
Werken waarin aspecten worden beschreven van begrafenis- en herdenkingsplechtigheden voor voornamelijk personen van koninklijken bloede, edelen of beroemdheden, gewoonlijk geïllustreerd en met beschrijvingen van processies, diensten, aanwezigen, doodskisten, de aankleding van de kerk en andere aspecten van de uitvaart, en vaak ook preken, éloges en andere schriftelijke getuigenissen van de verdiensten en het belang van de overledene.
Personen die de overledene gereedmaken voor de begrafenis en die begrafenissen regelen en leiden.
Te gebruiken om voorwerpen te beschrijven die onder de grond zijn of zijn geweest, vaak bedekt en meestal in direct contact zijn met aarde. Gebruik 'ondergrondse bouwconstructies' voor gebouwen die opzettelijk onder het aardoppervlak zijn gebouwd. Gebruik 'ondergrondse milieu's' met betrekking tot de effecten van het begraven zijn.
Het aanbrengen van of bedekken met stenen, bakstenen, asfalt, beton of ander materiaal, zodat een stevige, een vlakke of goed begaanbare ondergrond wordt gevormd voor diegenen die zich willen verplaatsen.
Het toezicht houden op of beheren van de collecties, tentoonstellingen, onderzoeksactiviteiten en het personeel in een museum, kunstgalerij, dierentuin of een andere tentoonstellingsplek; ook te gebruiken voor het houden van toezicht op of beheren van een afzonderlijke collectie of onderzoeksgebied binnen zo'n instelling.
In het management de analyse van directe problemen en de projectie van toekomstige problemen die kunnen worden opgelost door opleiding en ontwikkeling van medewerkers.
Kast of omhulsels, meestal onbuigzaam, die mechanieken of apparaten omsluiten en beschermen
Verwijst naar een Chinese neolithische periode van circa 5400 tot circa 2400 v. Chr. Het centrum van de cultuur bevond zich aan de oostkust van China. De Beixan-cultuur heeft een aantal kenmerken gemeen met de Yangshao-cultuur.
Te gebruiken voor personen die in een latere fase van hun leven zijn, meestal zijn dit mensen van 65 jaar en ouder.
Te gebruiken voor instellingen die langdurige zorg bieden in een woonomgeving voor voornamelijk ouderen die enige mate van persoonlijke hulp behoeven bij alledaagse activiteiten zoals zich aankleden, wassen of verplaatsen; zijn een tussenvorm tussen zelfstandig wonen en een verblijf in een verpleeghuis.
Wordt gebruikt voor dagcentra voor oudere ambulante volwassenen, waar cursussen en ongeleide activiteiten en programma's worden aangeboden, maar geen medische diensten.
Hoge bekers die bestaan uit een cuppa in verschillende vormen, die op een stam staan en meestal een deksel hebben. Worden vaak gebruikt voor ceremoniële doeleinden.
Een bekerschroef bestaat uit een voet en steel waarop een glas stevig kan worden geklemd. Ze werden gemaakt als prestigeobjecten om de tafel op te sieren. In de 15e eeuw werden bekerschroeven vaak in opdracht van stadsbesturen en aristocraten gemaakt. Tegen de 17e eeuw, hadden welgestelde burgers ook een smaak verworven voor deze objecten, maar ze waren minder in de mode na 1650. De meeste bekerschroeven zijn gemaakt van brons, zilver of verguld zilver. Ze waren altijd rijkelijk versierd. De klemmen vormden vaak een menselijke figuur, een zeepaard of een dierenkop. In Nederland vooral in de eerste helft van de 17de eeuw veel gebruikt; vaak afgebeeld op schuttersstukken.
Snavelfluiten met een bek, een blokje in het mondstuk. De snavel, gevormd door de ruimte tussen de buitenzijde van het blokje en de binnenste rand van het mondstuk, leidt de adem van de bespeler tegen de scherpe rand van een gat in de rand van de fluit onder het blokje.
Het benige geraamte van het hoofd, dat de hersenen omvat en het gezicht ondersteunt.
Muren met een gemetselde façade of bekleding die bevestigd, maar niet gevoegd, is aan de muur zelf en bij belasting geen gezamenlijke reactie uitoefent.
Een eclectische islamitische bedelorde met haar oorsprong in de 12de eeuw bij een Anatolische derwisj genaamd Hadjdji Bektash, over wie weinig bekend is. De orde werd in de 16de eeuw in Anatolië (Turkije) definitief vormgegeven door Balim Sultan. Hoewel oorspronkelijk een soefi-orde binnen de orthodoxe soennitische islam, werd de orde in deze periode meer syncretisch en nam zij leden van de sjiietische geloofsgemeenschap aan. Ook aspecten van het christendom, zoals biecht-, absolutie- en initiatiepraktijken, werden opgenomen als gevolg van contact met christenen. De Bektashi zijn sjiietisch in die zin dat zij de twaalf imams (geestelijk leiders) erkennen en Ali vereren. Zij wijken echter af van de meeste moslimorden omdat zij traditionele islamitische rituelen als hypocrisie beschouwen en, zoals veel soefi-orden, niet streng toezien op de naleving van alledaagse moslimregels. De Bektashi staan vrouwen toe ongesluierd deel te nemen aan rituelen. Mystieke geschriften van de Bektashi leveren een belangrijke bijdrage aan de soefipoëzie. Door hun betrekkingen met de Janitsaren, een Ottomaans militair elitekorps dat werd gerekruteerd uit christelijke gebieden, behielden de Bektashi hun politieke belang van de 15de eeuw tot kort na 1826, toen de Janitsaren werden ontbonden. De orde der Bektashi werd in Turkije in 1925 net als alle overige soefi-orden opgeheven maar bleef in Albanië bestaan totdat godsdienst daar in 1967 werd verboden. Bektashi worden nog aangetroffen in sommige gemeenschappen in Turkije, Albanese delen van de Balkan en de Verenigde Staten. Aanhangers dragen witte mutsen met vier of twaalf vouwen, waarbij de vier de vier poorten van de islam en de twaalf de twaalf imams symboliseren.
Belangrijkste verdiepingen van huizen, waarin zich de representatieve ruimten bevinden. DEB
Verwijst naar werken die zijn vervaardigd door de gelijknamige Afrikaanse etnische groep, die in het zuidwesten van Sudan leeft.
Verwijst naar werken die zijn vervaardigd door de gelijknamige Afrikaanse etnische groep, die in het zuidwesten van Sudan leeft.
Engelse schuren in locale stijl voor rundvee of landbouwgereedschappen van de 16e tot de 18e eeuw. Geen Nederlands equivalent. Zie 'schuren'.
Verwijst naar de cultuur van België, ofwel de tegenwoordige staat die is gesticht in 1830 en bestaat uit de provincies van de Nederlanden die worden bevloeid door de Maas en de Schelde, ofwel het oude land van de stammen der Belgae, dat zich uitstrekte van de Marne en de Seine tot de Rijn.
Puur linnen dat geschikt is voor schilderdoeken. Belgische linnens worden in het algemeen beschouwd als de fijnste kwaliteit linnen. Sommige soorten worden speciaal geweven of geselecteerd voor kunstenaars.
Verwijst naar een Duitse variant van art nouveau die is vernoemd naar het werk van de Belgische kunstenaar Henry van de Velde. Daarom wordt de term vaak gebruikt in combinatie met 'Veldesche'.
Een lichtgevoelig oppervlak blootstellen aan stralingsenergie, vooral licht.
Manier van belichten waarbij een voorwerp direct van boven wordt belicht; wordt gebruikt om hoogsel te verkrijgen.
Gebruikt om specifiek te verwijzen naar de producten van het Heiltsuk-volk, dat in het dorp Bella Bella in Brits-Columbia woont. De term wordt vaak foutief gebruikt om te verwijzen naar het Heiltsuk-volk zelf. De term Heiltsuk heeft voor mensen die de gelijknamige taal spreken doorgaans de voorkeur als beschrijving van de algemene materiële cultuur. In 1998 gebruikten wetenschappers nog steeds 'Bella Bella' om te verwijzen naar het Heiltsuk-volk of een subgroep ervan. De term 'Bella Bella-indianen' dateert van rond 1834 en is niet de aanduiding die leden van het Heiltsuk-volk zelf zouden gebruiken.
Verwijst in de meest strikte zin naar een verhoogd platform waarop een redenaar of priester een groep mensen toespreekt. In algemenere zin wordt de term gebruikt om te verwijzen naar de apsis of kansel in een basiliek. De term wordt gewoonlijk gebruikt in de context van oud- of vroegchristelijke basilieken of ontmoetingsplaatsen, synagogen of oosters-orthodoxe kerken. In de moderne tijd verwijst de term meestal naar een verhoogd platform in een synagoge waarop de leesstandaard voor de Thora wordt geplaatst.
Te gebruiken voor ruimtevaartuigen die door één of meer mensen worden bewoond en hen in leven kunnen houden, waarbij de mensen normaal gesproken het voertuig besturen.
Besnaarde cilindertrommels met dubbel vel, oorspronkelijk ontwikkeld en bespeeld door de Yoruba in Nigeria in combinatie met klokken zonder klepel ter begeleiding van zang en dans bij oogstfeesten. Zie 'bembés' voor de Afro-Cubaanse trommen met doorgaans enkel vel.
Afro-Cubaanse trommen met enkel vel, met nagels opgespannen, cilinder- of tonvormig en open aan de onderzijde; bespeeld met twee trommelstokken. Zie 'bembes' Voor de besnaarde cilindertrommels met dubbel vel van de Yoruba in Nigeria.
Tussenkomst bij een geschil, voornamelijk tussen arbeiders en het management, door een neutrale partij die onderhandelingen belegt, de argumenten van beide partijen beoordeelt en een - overigens niet bindende - oplossing voorstelt. Te onderscheiden van 'arbitreren', waarbij de neutrale partij wel een bindende beslissing mag nemen.
Verwijst naar de fase van de Villanova stijl en cultuur die is vernoemd naar kunstvoorwerpen die zijn gevonden ten westen van Bologna, op land dat in het bezit was van de familie Benacci. Er wordt onderscheid gemaakt tussen Benacci I, van circa 1050 tot 900 v. Chr., en Benacci II, van circa 900 tot 700 v. Chr.
Verwijst naar de aardewerkstijl die ontstond in de 18de eeuw, geïnspireerd op Chinese (geëmailleerde) keramiekstijlen. De stijl, ooit een koninklijk monopolie, breidde zich uit en verspreidde zich in de regio nadat Bangkok in 1782 de nieuwe hoofdstad van de dynastie werd. Producten in deze stijl zijn vaak versierd in het famille verte- of famille rose-palet. Kenmerkend zijn veelkleurige glazuren, emailleringen die het gehele stuk bedekken in heldere en terugkerende patronen, Thaise engelenfiguren en koninklijke leeuwen. Tafelgerei en huishoudelijke gebruiksvoorwerpen vertoonden vaak deze stijl.
Transparante vellen met kleuren die bestaan uit een puntraster, gebruikt om textuur aan te brengen in kunstwerken en ontwerpen. De naam is afgeleid van Benjamin Day, een drukker in New Jersey die in de 19de eeuw schaduwmiddelen verkocht. Benday-dots zijn beroemd geworden door het gebruik dat popartkunstenaar Roy Lichtenstein ervan maakte.
Overdrachttechniek waarmee oppervlaktepatronen, met name stippen, via een vel celluloid worden overgebracht op papier, metaal of glas. In 1879 bedacht door de drukker Benjamin Day uit New Jersey. Dit procedé wordt vaak geassocieerd met het werk van de Pop Art-kunstenaar Roy Lichtenstein.
Beschrijft werken die zijn vervaardigd door het gelijknamige Afrikaanse volk, dat in het centrale deel van Ivoorkust leeft.
Te gebruiken om werken te beschrijven van de gelijknamige Afrikaanse etnische groep die leeft in Gabon, Equatoriaal-Guinea en Kameroen.
Beschrijft werken die zijn vervaardigd door het gelijknamige Afrikaanse volk, een Berbervolk dat in het Middelste Atlas-gebergte in Marokko leeft.
Japanse houtsneden waarop de belangrijkste met de hand ingekleurde gedeelten zijn uitgevoerd met "beni", een rood pigment.
Japanse kleurhoutsneden waarin de kleuren, meestal rood (beni) en groen, werden gedrukt in plaats van met de hand gekleurd.
Vorm van carbonzwart die is geproduceerd uit benzeen, dat op zijn beurt hoofdzakelijk afkomstig is uit cokesovengas. Als pigment is benzolzwart zachter, blauwer en intenser dan andere soorten carbonzwart.
Te gebruiken voor personen die de logica bestuderen, beoefenen of beheersen. De logica is de tak van de filosofie die zich bezighoudt met de denkvormen en de juiste formulering van stellingen op alle onderzoeksgebieden, en die zich in het bijzonder bezighoudt met afleiding, deductie, inductie en wetenschappelijk bewijs.
Personen die zich bezighouden met die tak van de geschiedenis waarbinnen historische informatie is vastgelegd of historische verhalen zijn gepresenteerd in de vorm van gesproken tekst of liederen.
Genus van ongeveer 500 soorten bladverliezende en groenblijvende struiken met doornige spruiten die inheems zijn in de gematigde en subtropische streken in Europa, Azië, Afrika en Noord- en Zuid-Amerika. Ze zijn nauw verwant aan het genus Mahonia, dat in sommige classificaties is opgenomen in Berberis. Struiken uit Berberis hebben geel hout, gele bloemen met zes bloemblaadjes en in de meeste gevallen doorns met drie stekels aan het begin van de bladstengels. De vrucht is een rode, gele, blauwe, paarse of zwarte bes met één of enkele zaadjes. Van de vruchten van verschillende soorten maakt men jam. Het hout van de stam en de wortels kookt men in water om een geconcentreerde gele kleurstof te extraheren.
Hoge (±50 cm), cilindervormige militaire mutsen van bont, meestal berenvacht, voornamelijk gedragen door Europese en Canadese militairen, in het bijzonder grenadiers en infanteristen, vanaf de 17de eeuw. Eventueel versierd met kleurrijke en contrasterende zak op de top met kwastje. Net als de militaire mijter is de berenmuts ontstaan uit de slaapmuts.
Gestoffeerde leunstoelen die verschillen van andere leunstoelen omdat ze tussen de armleuning en de zitting zijn gestoffeerd.
Braziliaanse muziekbogen van Afrikaanse oorsprong, met een enkele metalen snaar en soms een klankbodem van kokosnoot of kalebas, die tijdens het spelen tegen de borst worden gehouden. De boog wordt met één hand vastgehouden; met dezelfde hand verandert men de toonhoogte door een metalen munt tegen de snaar te houden. De andere hand, meestal voorzien van een ratel, slaat met een stok tegen de snaar.
Een reeks blauwe kleuren die lijken op de kleur van het pigment Berlijns blauw, een verzamelnaam voor diverse diepblauwe pigmenten die hoofdzakelijk bestaan uit ijzer-ferrocyanide.
Te gebruiken voor koetsen die in berline-onderstellen zijn gehangen waarbij twee lichte stangen, in plaats van één zware, de voorste dwarsbalk verbinden met de achteras.
Advies aan mensen, in het bijzonder leerlingen en studenten, bij de keuze van en voorbereiding op de juiste loopbaan.
Grote, schuivende rondelen die de binnenkant van de elleboog, de oksel of een ander gewricht beschermen. Ze zijn gewoonlijk rond of ovaal, en worden met riempjes, nagels of veters vastgemaakt aan wapenrusting voor het bovenlichaam, zoals schouderstukken en onderarmstukken.
In het algemeen een relatief hoog niveau van culturele en technologische ontwikkeling in de menselijke samenleving. In specifieke zin heeft deze term betrekking op het stadium van de culturele ontwikkeling waarin geschriften ontstaan en geschreven archieven worden bijgehouden.
In algemene zin te gebruiken voor het veilig stellen van mensen of dingen tegen letsel of schade. Gebruik 'behoud' voor activiteiten die worden ondernomen om verdere verandering of achteruitgang van voorwerpen, locaties of bouwwerken te voorkomen. Gebruik '@historic preservation' als zulke activiteiten worden ondernomen voor gebouwen of andere bouwwerken uit specifiek culturele, esthetische of historische overwegingen.
Metalen platen die de onderkant van een deur beschermen tegen schoppen en krassen; ze zijn vergelijkbaar met schopplaten, maar beschermen een groter deel van de deur, meestal 1 meter of meer vanaf de onderkant van de deur.
Kruisen met brede en platte houten planken waarop de gekruisigde Christus is geschilderd, vaak op ware grootte of monumentale schaal en met aanvullende afbeeldingen of taferelen op de uiteinden van de armen van het kruis en de gedeelten boven en onder de afbeelding van Christus. Beschilderde kruisen kwamen met name veel voor in Byzantijnse en vroeg-Italiaanse kunst. Gewoonlijk hingen ze boven of bij het kerkaltaar.
Verwijst naar panelen van eikenhout of ander hout die worden gebruikt om wanden in een ruimte te bekleden. De term verwijst vaak specifiek naar de decoratieve of beschermende panelen op het onderste deel van een scheidingsmuur binnenshuis, hetzij van hout of van ander materiaal. De term verwees oorspronkelijk naar een hoge kwaliteit eikenhout uit Rusland, Duitsland of Nederland, dat hoofdzakelijk werd gebruikt voor verfijnde lambriseringen.
Distinctieve christelijke visuele werken met de hortus conclusus (omheinde tuin) als iconografische thema; vooral bekend vanaf de late middeleeuwen tot de 17e eeuw, vaak in vrouwelijke monastieke instellingen. Ze hebben meestal de vorm van een paneel in bas-reliëf of assemblages, bijvoorbeeld met een centrale sculptuur en uitgebreide wassen bloemen, borduurwerk, etc. Ze portretteerde de Maagd Maria of een andere heilige figuur, omringd door bloemen en planten. Dit speciale werk ontwikkelde in de Zuidelijke Nederlanden, maar werden ook teruggevonden gevonden in het noordwesten van Duitsland en elders.
Het proces van keuze maken tussen verschillende mogelijkheden.
Ruimten in theaters om plaatsen te bespreken.
Culinaire uitrusting met een min of meer platte vorm, zoals vorken en lepels, en zonder snijrand. Te onderscheiden van 'culinaire houders' en 'vaatwerk', zoals drinkglazen en schalen. gebruik de term 'meswerk' bij het verwijzen naar keukengereedschap met snijrand, in het bijzonder diverse soorten messen die bij het eten worden gebruikt. Schepwerk wordt tegenwoordig meestal in sets vervaardigd, met soortgelijke of verwante decoratieve patronen op het handvat. (Engelse term: de term kan ook verwijzen naar min of meer platte of ondiepe voorwerpen van aardewerk, zoals borden en kopjes).
Koffer om besteksets in te bewaren en te vervoeren. Gewoonlijk is het bestek van metaal, dat soms is verzilverd. De koffer is vaak gemaakt van hout en heeft gewoonlijk een scharnierend deksel en aparte vakjes voor lepels, vorken en messen. Van binnen is de koffer doorgaans gevoerd met fluweel of een ander zacht materiaal.
Afgesloten, doosachtige voertuigen met hoge zijkanten die oorspronkelijk waren bedoeld voor het vervoer van lichte vracht of voor zakelijk gebruik; gemotoriseerde varianten hebben vaak achter- en zijdeuren en kunnen zitplaatsen hebben voor passagiers; meestal zitten bestuurder, passagiers en vracht allemaal in dezelfde ruimte. Gebruik 'bestelwagens' voor lichte bestelvoertuigen met hoge wanden waarin de bestuurderscabine gescheiden is van de laadruimte.
Catalogi waarin productlijnen worden gepresenteerd en informatie wordt verschaft om het aankoopproces te vergemakkelijken, uitgegeven door fabrikanten of dealers, vaak met prijsinformatie.
Lichte vrachtwagens met volledig gesloten ruimten die zijn gemaakt van bladmetalen platen en meestal worden gebruikt voor plaatselijke leveranties van kleine goederen; de bestuurderscabine is meestal gescheiden van de vrachtruimte. Gebruik 'bestelbussen' voor gesloten doosachtige voertuigen die ook zijn bedoeld voor het vervoeren van lichte vrachten maar waarin bestuurder, passagiers en vracht dezelfde ruimte delen.
Verzamelingen moraliserende vertellingen, zoals die in de middeleeuwen veel werden geschreven, over bestaande of mythische dieren.
De opstelling en bijbehorende installatiesystemen van zetels op plaatsen van bijeenkomst.
Te gebruiken voor het beheren van de zakelijke aangelegenheden en de menselijke en materiële middelen van een organisatie, project of onderneming, in de eerste plaats met betrekking tot het formuleren van het beleid. Gebruik 'management' wanneer eerder het toepassen dan het formuleren van het beleid het belangrijkste aspect is. Gebruik 'toezicht houden op' voor het direct toezien op de activiteiten van een organisatie of een onderneming.
Zij die bezig zijn met het plannen, organiseren, sturen en leiden van menselijke en materiële hulpbronnen om speciale doelen te bereiken.
Door gemeenten of woningbouwverenigingen ontwikkelde wooncomplexen voor mensen die geen huis kunnen kopen en voor wie huren in de vrije sector te duur is.
Alles in algehele circulatie dat door gemeenschappelijke afspraken als ruilmiddel wordt gebruikt voor de betaling van goederen, diensten en de aflossing van schulden. Geld fungeert als een maatstaf van waarde binnen en tussen gemeenschappen en wordt zonder vraag of bevestiging aanvaard.
Aanduiding voor muntjes die zijn aangemaakt om tegemoet te komen aan specifieke lokale behoeften van particulieren, bedrijven of plaatselijke overheden die geen officieel muntrecht hebben.
Geometrische patronen van vormen die een oppervlak bedekken, zonder overlapping of ruimten ertussen. Wordt gebruikt bij computerontwerpen en in de wiskunde. Het gaat hier dus niet om het fysiek creëren van een mozaïek van driedimensionale tegels.
De bestudering van betekenissen in de taal en van de veranderingen in deze betekenissen.
Het oppervlak, als het geen metselwerk is, waar pleisterwerk op wordt aangebracht; wordt gemaakt van verscheidene materialen waaronder metaalgaas, gipsplaat of ander materiaal waar het pleisterwerk voldoende mee kan hechten.
Een mengsel van zand, grind, puin of andere aggregaten dat bijeen wordt gehouden door een verhard cementmengsel.
Pompen die vooraf gemengd beton door een slang naar de gewenste plek persen.
Metalen staven, meestal met fabrieksfouten, die in beton en metselwerk worden verwerkt om voor extra stevigheid te zorgen.
Te gebruiken om werken te beschrijven van de gelijknamige Afrikaanse etnische groep die leeft in Madagaskar.
Beschrijft werken die zijn vervaardigd door het gelijknamige Afrikaanse volk, dat in het oosten van Madagaskar leeft.
Lampen met een ondiepe, ovale of peervormige houder met een pithouder die aan de bodem van de smalle kant is bevestigd. Ze worden meestal geheel of gedeeltelijk door een scharnierend of schuifdeksel bedekt, met tegenover de pithouder een halve beugel als houvast, met een ophanghaak en een ijzeren draad om de pit mee op te vissen.
Sierboomsoort die groeit op rivieroevers en in moerassen in het oostelijke derde deel van de Verenigde Staten. De soort wordt 18 tot 30 meter hoog. Het onderste deel van de stam wordt na verloop van tijd steeds donkerder. De roodbruine, diep gegroefde bast op de oude stam verdeelt zich in onregelmatige, op de stam gedrukte lagen. Het bovenste deel van de stam en de takken zijn glad, met een zalmroze tot roze kaneelkleur en een metaalachtige glans.
Sluiters die zijn gemonteerd tussen de lenselementen in de lenscilinder. Gewoonlijk hebben ze een bladconstructie die functioneert als een diafragma dat een bepaalde tijd kan worden geopend, waardoor er licht valt op de film in de camera.
Gebogen metalen beugels aan weerszijden van het gevest van een zwaard, tussen de pareerstang en de stootplaat.
Gewelfde bovenhandse handvatten die vast zitten of draaien.
Schepen voor de beugvisserij.
Grote langlevende beuksoort die in heel Engeland en Eurazië voorkomt. De onvolgroeide fase duurt 30-40 jaar, waarin de soort snel groeit maar niet bloeit. De soort kan bijna 50 meter hoog worden, heeft een gladde grijze schors en hard, zwaar hout. Beuken worden vaak geteeld in grote hagen.
Te gebruiken voor tentoonstellingen waaraan verschillende exposanten deelnemen om hun producten, diensten of activiteiten onder de aandacht te brengen, waar soms maar niet noodzakelijkerwijs handelstransacties plaatsvinden, en die vaak vergezeld gaan van amusement. Gebruik ‘markten (gebeurtenissen)’ voor bijeenkomsten van kopers en verkopers op vastgestelde tijden en plaatsen ten behoeve van de handel.
Over het algemeen te gebruiken voor fondsen die voor een specifiek doel zijn toegewezen door een regering of organisatie.
Te gebruiken voor hoofdofficieren die het bevel voeren over een militaire eenheid, basis of post. Gebruik 'kapitein-luitenants-ter zee' voor officieren in de Amerikaanse en Britse marine die in rang direct onder kapiteins-ter-zee staan.
Middelen waarmee losse delen aan elkaar worden vastgemaakt of samengehouden.
Vloeistof of chemische stof die aan een oplossing wordt toegevoegd om de oppervlaktespanning te verlagen en het mengen en stabiliseren te vergemakkelijken, bijvoorbeeld de vloeistof die aan aquarelverf wordt toegevoegd om de verf gemakkelijker en gelijkmatiger op het papier te laten vloeien.
Het totale aantal individuen van een bepaalde soort of andere klasse van organismen in een gedefinieerd gebied.
Een afname van het totaal aantal individuen van een bepaalde soort of andere organismeklasse in een bepaald gebied.
Een toename van het totaal aantal individuen van een bepaalde soort of andere organismeklasse in een bepaald gebied.
Verwijst naar kaarten waarop de patronen van menselijke of dierlijke populaties zijn aangegeven, vaak binnen het kader van politieke bestuurlijke grenzen. Ook kunnen deze kaarten informatie geven over demografische kenmerken, bijvoorbeeld de levensomstandigheden van gemeenschappen, aan de hand van geboorte-, overlijdens- en ziektestatistieken.
Statistische studie van de kenmerken van menselijke bevolkingen, vooral met betrekking tot grootte en dichtheid, groei, spreiding, migratie en bevolkingsstatistieken en het effect van dit alles op sociale en economische omstandigheden.
Iemand in een hogere rang, positie, klas, functie of hoger aanzien plaatsen.
Verwijst naar het proces waarbij een materiaal of een voorwerp wordt blootgesteld aan koude voor conservering, koeling of bevriezing.
Bibliotheken in Canada en de Verenigde Staten die zijn ingesteld om alle regeringspublicaties of een selectie daarvan te ontvangen, met als voorwaarde dat de collecties openbaar toegankelijk zijn.
Verwijst naar kamers, ruimten, gebouwen, vaten, houders of andere fysieke plaatsen waar kunstwerken, specimens, curiosa, archieven, documenten, boeken of andere zaken zijn ondergebracht of opgeslagen. Binnen de context van kunstmusea is vaak sprake van overlapping van de term met 'bewaarplaatsen (instellingen)'.
Historische benaming die aan het einde van de 18e en het begin van de 19e eeuw werd gebruikt voor vrij kleine boekenkasten die meestal tussen de 90 en 120 cm hoog zijn. Ze staan op zwenkwieltjes zodat ze makkelijk verplaatsbaar zijn.
Het bewegen of verplaatsen van een lichaam van één positie of locatie naar een andere.
Wordt gebruikt voor wegwijzers die zijn opgesteld om richtingen aan te geven of essentiële informatie over te brengen.
Enige of alle processen die bij de productie van leer of ongelooide huid volgen op het verduurzamen en voorafgaan aan het looien of witlooien van vellen of huiden. Op deze manier worden de vellen of huiden ontdaan van stoffen die niet in het afgewerkte leer mogen zitten en zijn ze in de juiste chemische en fysieke staat om ze te looien of te witlooien.
Metselvoegen waarvan de mortel gevormd of bewerkt is voor hij hard werd.
Documenten die worden uitgegeven door het ministerie van Binnenlandse Zaken of een ander overheidsorgaan, en waarmee een onderneming officieel wordt geregistreerd.
Verwijst naar plaatsen of gebieden die zijn bewoond, zijn aangepast voor bewoning of gepland zijn voor bewoning door gemeenschappen van menselijke populaties, en die voldoende maatschappelijke voorzieningen bezitten om min of meer zelfstandig te functioneren. Bewoonde gebieden worden gekenmerkt door personen die in aan elkaar grenzende groepen woningen leven en door het feit dat de betreffende plaats een eigennaam draagt of een lokaal erkende status bezit.
Wordt gebruikt voor geld dat wordt uitgegeven tijdens of kort na een oorlog door een land dat een ander land bezet, gewoonlijk gemaakt in de taal en munteenheid van het onderworpen volk. Dit is vooral een 20e eeuws verschijnsel.
Genoemd naar de Franse wiskundige Pierre Bézier. Te gebruiken voor krommen die wiskundig zijn geconstrueerd met driedimensionale formules die op basis van een reeks controlepunten zijn gegenereerd. Bézierkrommen worden in computerprogramma's gebruikt voor het creëren van krommen voor grafieken en complexe trajecten voor 3D-modellering. Een Bézierkromme is een vorm van een B-spline.
Vergaarplaatsen die vetten, oliën, vuil, grind en alle andere substanties die lichter of zwaarder zijn dan het vloeibare afval waar ze in opgenomen zijn scheiden en bewaren, dit om te voorkomen dat ze in het binnenriool terechtkomen.
Wordt gebruikt voor bouwwerken die specifieke informatie bieden over specifieke plaatsen, gebouwen of tentoonstellingen door het uitstallen van gedrukt of ander materiaal, of door de verkoop of gratis distributie van informatiemateriaal.
Alle rechten of belangen in land die de waarde van het eigendom verminderen maar de eigendomsoverdracht niet verhinderen. Bezwaringen zoals belastingen, hypotheken en vonnissen worden ook wel pandrechten genoemd; beperkingen, reservatierechten en erfdienstbaarheden zijn wel bezwaringen, maar geen pandrechten.
Te gebruiken voor de centrale projecties, of waterlijsten met afbeeldingen van godheden in de Noord-Indiase nāgara's, of heiligdommen.
De Bhagavad-gītā, die wordt beschouwd als de kerntekst van het hindoegeloof, werd circa 200 v. Chr. geschreven en bestaat uit 18 gedeelten en in totaal 700 verzen die deel uitmaken van het heldendicht de Mahābhārata. De verzen beschrijven een dialoog tussen de krijger Arjuna en Heer Krishna, aan de vooravond van de strijd tussen Arjuna en leden van zijn familie. De tekst zou zijn geschreven in een periode dat het brahmaanse geloof versplinterd was geraakt en het boeddhisme en jaïnisme zich hadden afgesplitst. De Bhagavad-gītā leert dat er diverse wegen zijn die naar de verlossing leiden, en het werk kan als een pleidooi voor verzoening worden beschouwd.
Verwijst naar boeddhistische, vooral Tibetaanse schilderijen waarin het oneindige proces van geboorte, dood en wedergeboorte (samsara) wordt voorgesteld als een rad. De vele beelden op het rad stellen de fasen van de samsara voor alsook de morele en mentale factoren die maken dat een individu binnen de samsara blijft. Het rad is in de greep van een demonisch monster dat de dood en de tijdelijkheid symboliseert. Bhavacakra’s worden gewoonlijk aangetroffen op tanka’s of geschilderd in de deuropeningen van Tibetaanse tempels. Het vroegste bewaard gebleven exemplaar is een 6de-eeuws fresco in Ajanta. De tekening van de bhavacakra werd oorspronkelijk ontwikkeld, naar verluidt door Boeddha zelf, als pedagogisch hulpmiddel om boeddhistische waarheden over te brengen op analfabeten. De term betekent in het Sanskriet 'wiel van het bestaan'.
De hal in een tempel in Orissa waarin gewijde voedseloffers worden bereid en uitgedeeld.
Ceremonieën uit de Indiase religie, met name van de Sikhs. In the Sikh-traditie worden bhogs gebruikt bij de ceremoniële afsluiting van de eredienst en andere belangrijke gebeurtenissen, met name aan het einde van integrale lezingen van de 'Guru Granth Shahib.' De term betekent letterlijk 'plezier' en symboliseert de vreugde van oprechte geloofsbeleving. Vaak wordt er speciaal voedsel rondgedeeld om dit gevoel van vreugde in materiële vorm te symboliseren.
Neolithisch Chinees ceremonieel voorwerp in de vorm van een schijf met een gat in het midden. Meestal gemaakt van jade en aangetroffen op grafplaatsen. Er wordt volop gespeculeerd over de functie van deze voorwerpen, maar de algemene gedachte is dat ze de hemel of de zon symboliseren.
Beschrijft werk dat is vervaardigd door het gelijknamige Afrikaanse volk, dat in Guinee-Bissau leeft.
Middeleeuwse geïllustreerde bijbels die zijn samengesteld uit geparafraseerde passages op basis van de Historia Scholastica van Petrus Comestor of uit bijbelpassages die naast passages van Comestor zijn gezet.
Personen die lijsten van boeken, tijdschriftartikelen en audiovisueel materiaal over gespecialiseerde onderwerpen samenstellen, bibliografiën met fysieke descriptoren annoteren en het onderwerp van het materiaal analyseren. Ook zij die adviseren over de verwerving van materiaal over speciale onderwerpen.
Organisaties die grote on line bibliografische databases onderhouden en ondersteuning voor het catalogisere aanbieden als ook aanverwante producten aan bibliotheken en andere gebruikers, die deze databases on line volgens het principe van time-sharing kunnen raadplegen.
Bibliothecarissen die informatiediensten verzorgen in overheidsorganisaties en takken van de overheid.
De studie en de praktijk van het gebruik van geselecteerde boeken en ander leesmateriaal voor therapeutische doeleinden om de geestelijke of lichamelijke gezondheid of ontwikkeling van een individu te bevorderen. Vaak gebruikt in combinatie met psychotherapie.
Middeleeuwse prentenboeken met bijbelse thema's en beschrijvende teksten in spreektaal.
Pigmentdruk waarbij een bichromaatverbinding wordt gebruikt die, wanneer die aan licht wordt blootgesteld, het colloïde bindmiddel doet verharden. Onverharde delen kunnen worden afgewassen of weggeschuurd. Het pigment kan worden aangebracht vóór de belichting, of tijdens het ontwikkelen. Hoewel men aan de term dichromaat in de scheikunde tegenwoordig de voorkeur geeft, blijft bichromaat in gebruik in de fotografie.
Groot type urnen met een brede lip, gebruikt voor begrafenisdoeleinden in het oude Etrurië, vooral in de 10de tot 8ste eeuw v. Chr. In de vroege Villanovatijd werden zulke urnen vaak gebruikt bij begrafenissen; één handvat werd dan afgeslagen tijdens de rituele vernietiging van de urn. Biconische urnen symboliseerden meestal het lichaam van de overledene en er zat vaak een militaire helm op.
Kussens, krukjes of plankjes om op te knielen, die vaak vastzitten aan de kerkbanken.
Porseleinen wasstel met deksel. Gebruik 'commodestoelen' voor stoelen met een po.
Kleden waarop aan een van de uiteinden een of meer mihrabs zijn afgebeeld; zo genoemd omdat ze doorgaans door Moslims gebruikt worden bij hun dagelijkse gebeden.
Stoelen die een hoge rugleuning hebben waar een lessenaar bovenop is geplaatst, zodat de stoel als preekstoel kan worden gebruikt bij diensten in de open lucht of in privéhuizen.
Kleine penningen, van verschillende metalen en in verschillende vormen, gebruikt als bewijzen of aandenkens voor leden van een christelijke denominatie die de biecht hadden afgelegd of anderszins christelijke sacramenten of communie hadden ontvangen. Voorbeelden kunnen worden gevonden in de lutherse, calvinistische, en andere christelijke tradities
Zwarte of paarse stola, vaak afgezet met goudgele biezen, gedragen door de priester bij afnemen van de biecht, rouwdiensten of uitvaarten.
Christelijke geestelijken waarvan de officiële functie bestaat uit de biecht afnemen van andere mensen.
Satirische naam die werd gebruikt om een Centraal-Europese kunststijl aan te duiden die voorkwam van de jaren 20 tot 50 van de 19de eeuw. De stijl werd vooral geassocieerd met de smaak van de burgerklasse en kenmerkt zich door eenvoudige, bescheiden vormen en sentimentele weergaven van de mens en de natuur.
Gebouwen of complexen van gebouwen waar bieren en vaak ook andere gegiste dranken worden gebrouwen, meestal met gebruik van gemechaniseerde processen.
Wordt gebruikt voor gelegenheden die vooral bier serveren en meestal ook amusement bieden.
Te gebruiken voor gebeeldhouwde menselijke figuren of hoofden die zijn bevestigd aan de reliekhouders van overleden Fang voorouders; ze dienen als symbolen voor aangeroepen voorouders en beschermers van de relieken.
Hoog drinkgerei met één handvat, meestal met een scharnierend deksel en vaak een duimrust om het deksel open te houden; over het algemeen gemaakt van zilver of tin, maar soms ook van glas.
Cilindervormige strook textiel, meestal diagonaal geknipt en eventueel met een koord erin, dat wordt gebruikt als garneersel voor randen en naden van kostuums, bekledingen en draperieën. Kan van een bijpassende of contrasterende stof zijn en soms ook van leer.
Wrikgereedschap dat een kop met een dubbele haak heeft en wordt gebruikt om vaten te breeuwen met biezen of om deksels van vaten te verwijderen.
Elk van de diverse russen van de genera Scirpus en Typha. Wordt in de Bijbel gebruikt om te verwijzen naar papyrus, Cyperus papyrus.
Kleine messen met een breed lemmet. Worden gebruikt om manden af te werken.
Kunstenaarspenselen met erg lang, fijn haar, gewoonlijk van marter- of eekhoornbont, vaak gebruikt om er strepen mee te schilderen.
Verwijst naar een perspectiefsysteem dat indirect gebruikmaakt van twee verdwijnpunten, maar eerder empirisch dan wetenschappelijk is. Het werd vooral gebruikt in de westerse kunst voordat het eenpuntsperspectief in de renaissance werd gecodificeerd. In het bifocaal perspectief worden in de marge van het afbeeldingsvlak twee verdwijnpunten op gelijke hoogte geplaatst. Vanuit deze punten worden diagonale lijnen getrokken naar punten langs de onderste of bovenste marge van het afbeeldingsvlak; de punten waar deze diagonale lijnen elkaar kruisen, worden gebruikt om een vloer- of plafondraster te tekenen dat lijkt op een raster dat wordt getekend met behulp van één verdwijnpunt en de illusie van terugwijking in de ruimte oplevert.
Een marmer van het Turkse eiland Marmara Adasi (stond in de oudheid bekend als het eiland Proconnesus in de Zee van Marmara). Het heeft een vage grijze kleur met zwarte aders en hoekvormige witte vlekken, of het heeft hoekvormige zwarte delen op een witte ondergrond.
Nauwsluitende petten, vaak van gaas, die in de 16e en 17e eeuw door jonge kinderen werden gedragen. Ook zachte mutsen die door kinderen en volwassenen werden gedragen bij het slapen.
Verwijst naar boeken, perkamentrollen, schriftrollen of andere documentvormen die de heilige geschriften van het jodendom of het christendom bevatten. Bijbels kunnen daarnaast verluchtingen bevatten in de vorm van geschilderde scènes of decoraties. De Bijbel bestaat uit twee delen: de Hebreeuwse geschriften oftewel het Oude Testament, oorspronkelijk geschreven in het Hebreeuws (met enkele delen in het Aramees) inclusief de geschriften van het joodse volk, en het Nieuwe Testament, in het Grieks geschreven, waarin het verhaal van Jezus en de oorsprong van het christendom zijn opgetekend. De rooms-katholieke en oosters-orthodoxe versies van het Oude Testament zijn uitgebreider dan die van de protestantse bijbel, aangezien zij bepaalde boeken en delen van boeken accepteren die door de protestanten als apocrief worden beschouwd. De joodse Bijbel omvat alleen de boeken die de christenen kennen als het Oude Testament. De indeling van het joodse en christelijke canon toont grote verschillen. Van oudsher hebben de joden hun geschriften (het Oude Testament) in drie delen verdeeld: de Thora (de 'Wet') of Pentateuch; de Nevi'im (de 'Profeten'); en de Ketuvim (de 'Geschriften') of Hagiographa. De verhalen, de zedenleer en de theologische doctrines in de Bijbel leverden stof voor een immense hoeveelheid kunstwerken die zowel christelijke als joodse thema's verbeelden. Voor de christenen werd de canon van Bijbelboeken in de vroegchristelijke periode vastgelegd; ook nog lang daarna bleven er echter diverse apocriefe geschriften circuleren. Vanaf de late middeleeuwen genoten poëtische en dramatische interpretaties van Bijbelverhalen grote populariteit, wat aanleiding gaf tot een overvloed aan buitencanonieke literatuur die bijdroeg tot belangrijke thema's in de christelijke kunst.
De kritische bestudering van de bijbel en bijbelse geschriften, met inbegrip van benaderingen als tekstanalyse, geschiedkundig onderzoek, exegese, hermeneutiek en literaire en linguïstische kritiek.
Verhalen waarin bijbelteksten worden geparafraseerd of die direct zijn gebaseerd op bijbelse gebeurtenissen.
Een natuurlijke was die als nevenproduct wordt gemaakt door bijen bij de productie van honing; wordt voornamelijk gebruikt in poetsmiddelen, kaarsen, wasschilderingen, leerbereiding, hechtmiddelen en cosmetica, als een beschermingslaag bij het etsen en om verf te verzachten.
Bouwconstructies, relatief klein van omvang en eenvoudig van aard, die praktische functies hebben voor hoofdgebouwen en geen onderdeel zijn van de architectonische hoofdopzet. Gebruik 'bijgebouwen (delen van gebouwen)' voor gebouwen waarin dergelijke functies zijn ondergebracht en die duidelijk wel passen bij de architectonische opzet van het hoofdgebouw, vrijstaand dan wel aangebouwd.
Bij de conservatie van schilderijen: het aanbrengen van nieuwe verf enkel en alleen op de plaatsen waar de originele verflaag is verdwenen met als doel de continuïteit van het ontwerp te herstellen. Gebruik 'retoucheren' voor gelijkwaardig werk dat niet door restaurateurs wordt gedaan. Gebruik 'overschilderen' wanneer de aangebrachte verf geheel of gedeeltelijk de originele verflaag bedekt.
Ruimten voor centrale verwarmingsinstallaties, soms ook om te wassen en was te drogen en voor materiaal voor algemeen onderhoud.
Instellingen voor bijscholingsprogramma's, met vervolgonderwijs dat is gericht op het vooruithelpen of ontwikkelen van volwassenen op het gebied van persoonlijke, academische of professionele ontwikkeling.
De financiële subsidies die gedurende een beperkt aantal jaren worden toegekend aan leden van een college of studenten in de afstudeerfase, onder de voorwaarde dat een bepaalde studie- of onderzoeksrichting wordt gevolgd. Onderscheidt zich van beurzen in de zin dat toelagen worden toegekend aan studenten in de afstudeerfase en niet aan studenten die nog niet aan afstuderen toe zijn, en dat de afstudeerrichting is vastgesteld.
Het leveren van rechtstreekse economische of financiële hulp.
Chemische substantie die een verfstof fixeert in of op een substantie door zich te verbinden met de verfstof en een onoplosbare verbinding te vormen. Bij etsen verwijst het naar een bijtende substantie, zoals een salpeterzuuroplossing, die wordt gebruikt om de blootliggende gedeelten van een metalen plaat uit te bijten. Bij vergulden verwijst het naar een kleverige substantie waarmee het bladgoud aan de ondergrond wordt gehecht.
Verwijst naar kleine figuren, dieren en andere kleine details die worden toegevoegd om een schilderij of tekening van een landschap of architectuurcompositie te verlevendigen. Stoffering werd vaak aangebracht door gespecialiseerde kunstenaars, zoals in de 17de eeuw in de noordelijke Nederlanden. De term kan ook verwijzen naar geschilderde, vergulde of andere kleine accenten of verfraaiingen ter versiering van porselein, meubels of andere voortbrengselen van kunstnijverheid.
Verwijst naar een school van Indiase schilderkunst die wordt geassocieerd met het vorstendom Bikaner in het noordwesten van Rajasthan. Van alle Rajasthan-scholen is de Bikaner-school sedert zijn ontstaan, halverwege de 17de eeuw, het sterkst schatplichtig aan de Mogolstijl. Een verbond dat Bikaner eind 16de eeuw met de Mogols had gesloten, resulteerde namelijk in de komst van kunstenaars die in Bikaner-ateliers in het Delhi van de Mogols hadden gewerkt. Telkens terugkerende kenmerken zijn een elegante lijnvoering, zachte kleuren en een voorkeur voor de religieuze en literaire thema's die bij de koninklijke hindoe-opdrachtgevers in de smaak vielen. Tegen het einde van de 18de eeuw ging de stijl meer op die van Rajasthan lijken.
Verwijst naar een regionale school van Pahari-miniatuurschilderkunst die wordt geassocieerd met Bilaspur, in de vallei van de rivier de Sutlej, in het heuvelgebied van Punjab. Vanaf circa 1650 tot 1870 was Bilaspur een belangrijk centrum voor de schilderkunst. De 17de-eeuwse heerser Dip Chand diende de Mogols, en huwelijksbanden hebben hem er mogelijk toe aangezet een schildersatelier op te zetten. In tegenstelling tot het lokale beeldhouwwerk van de 17de eeuw heeft het merendeel van de vroege Bilaspur-schilderkunst geen religieus thema. Het betreft meestal portretten met een naturalistisch karakter, iets waarvoor ze schatplichtig zijn aan de Mogols. In de Bilaspur-schilderkunst van latere datum is het verfijnde karakter van de Mogol-invloeden behouden gebleven, maar de themakeuze is verschoven naar meer algemene traditionele onderwerpen als illustraties van de 'Ragamala' en devotiewerken. Aan het eind van de 18de eeuw werd de schilderkunst van Bilaspur overheerst door buitenlandse invloeden uit Guler en Kangra, en in de eerste decennia van de 19de eeuw was er nog nauwelijks iets van het oorspronkelijke karakter bewaard gebleven, waardoor de stijl in verval raakte.
Beschrijft werken die zijn vervaardigd door het gelijknamige Afrikaanse volk, dat in het noordoosten van Nigeria leeft.
Lange, meestal houten stokken met verschillende soorten koppen die in bepaalde spellen worden gebruikt om ballen of schijven weg te schieten, bijvoorbeeld bij biljart of het Amerikaanse shuffleboard.
Papiergeld dat als wettig betaalmiddel wordt uitgegeven door centrale banken. Ook gebruikt voor papiergeld van de Verenigde Staten dat tussen 1863 en 1935 werd uitgegeven.
Kloskant die vervaardigd werd in Brugge. Kenmerkend zijn de ingewikkelde en verfijnde tekeningen, uitgevoerd met behulp van honderden klossen en zeer fijne draad, die soms een verwarde indruk achterlaten en het geheel een antiek aspect geven.
Te gebruiken voor een substantie die cohesie bewerkstelligt of bevordert tussen los samengevoegde materialen; wordt ook gebruikt voor de substantie in een foto of een fotofilm die het uiteindelijke beeldmateriaal vasthoudt. Gebruik 'emulsie' voor de combinatie van fotografisch bind- en beeldmateriaal.
Een kopsteen die zich door de gehele dikte van een gemetselde muur uitstrekt en aan beide zijden van de muur blootligt.
Verwijst naar de periode die begon met het stabiliteit brengende bewind van Harivarman IV (1074-1081 n. Chr.) en Jaya Indravarman II (1113-1145 n. Chr.) en die een bloeitijd kende van de 11de eeuw tot halverwege de 12de eeuw. In de architectuur wordt deze periode gekenmerkt door opvallende kalangroepen, de zogeheten Zilveren, Gouden, Ivoren en Koperen Torens, die langs heuvelterrassen zijn aangelegd volgens zaagtandvormige grondplannen en met contouren die doen denken aan de prasat van de Khmer. Andere architecturale kenmerken in deze periode zijn lancetbogen, vaak in drievoudige vorm, boven deuren of blinde deuren, sobere pilasters, profielen, kolonetten die verticaal tegen rijen ornamentatie in de vorm van bladwerk zijn geplaatst, en friezen welke in beeldgesneden steen zijn gedecoreerd met het motief van de 'vrouwenborst'. Later in deze periode leidt versobering van deze stijl tot een helderdere structuur van de kalan en bouwvolumes. In het beeldhouwwerk wordt deze periode gekenmerkt door beelden van mythologische dieren, bijvoorbeeld makara als hoekstukken, maar ook serpenten, olifanten en garua's en leeuwenfiguren als atlantiden met tanden.
Te gebruiken om werken te beschrijven van de gelijknamige Bantutalige Afrikaanse etnische groep die leeft in de Democratische Republiek Congo.
Uitneembare voeringen van plastic of vezelstof, die in helmen passen maar soms ook los kunnen worden gedragen.
Ruimten tussen een binnenmuur en een donjon in een kasteel.
Korte uniformjassen, model dik overhemd of dun jasje, gedragen onder de gevechtsjas.
Te gebruiken om werken te beschrijven van de gelijknamige Afrikaanse etnische groep die leeft in de Democratische Republiek Congo bij de samenvloeiing van de rivieren Lulua en Kasai.
Tak van biotechniek die zich bezighoudt met medische problemen zoals inplanteerbare apparaatjes, kunstmatige ledematen en organen, physieke hulpstukken voor gehandicapten en instrumenten die worden gebruikt bij onderzoek, diagnose en behandeling.
Personen die statistisch onderzoek of statistische werkzaamheden verrichten met betrekking tot biologische waarnemingen en verschijnselen.
Statistische studie van biologische waarnemingen en verschijnselen.
Nieuwsfilms die oorspronkelijk in de bioscoop werden uitgebracht in periodieke afleveringen, elke aflevering met een aantal nieuwsverhalen met een verslag over of commentaar op recente gebeurtenissen. Amerikaanse bioscoopjournaals duurden ongeveer tien minuten en werden twee keer per week uitgegeven. Ze werden voor het eerst halverwege de jaren 90 van de 19de eeuw gemaakt door Franse filmmakers. De hoogtijjaren in de Verenigde Staten waren van 1910 tot de jaren 60.
De bestudering en het toepassing van technische principes en technieken op biologische en medische problemen zoals de biosynthese van plantaardige en dierlijke producten, het tegengaan van erosie door het gebruik van levende planten en het ontwerpen en produceren van kunstmatige ledematen en organen.
Te gebruiken voor tuinieren dat is gebaseerd op manieren om de grond te bewerken, zonder gebruik te maken van kunstmatige of mogelijk giftige meststoffen, pesticiden of onkruidverdelgers.
Te gebruiken om werken te beschrijven van de gelijknamige Afrikaanse etnische groep die leeft in de regio Lega in de Democratische Republiek Congo.
Dubbel-blokkerende onderdelen met pijlers die tussen het dekblad en de poot van een tafel met draaiend blad zijn gezet om het mogelijk te maken dat het dekblad kan hellen en draaien.
Te gebruiken voor oorlogsschepen uit de oudheid uit het Middellandse-Zeegebied, die werden voortbewogen door roeiers verdeeld over twee niveau's.
Te gebruiken om werken te beschrijven van de gelijknamige Afrikaanse etnische groep die leeft in Burkina Faso en Ghana.
Verwijst in algemene zin naar de etnische culturen uit de regio die het tegenwoordige Myanmar omvat, in het westelijk deel van het vasteland van Zuidoost-Azië. Verwijst in specifieke zin naar de stijl en periode van de Britse koloniale bezetting tussen 1885 en 1948. De kunst in deze regio, vaak uitgevoerd in bas-reliëf, wordt gedomineerd door monumentale stenen beeldhouwwerken met boeddhistische iconografie en enige Brits-koloniale invloeden.
Beschrijft werk dat is vervaardigd door het gelijknamige Afrikaanse volk, dat in het noorden van Nigeria leeft.
Beschrijft werk dat is vervaardigd door het gelijknamige Afrikaanse volk, dat in Botswana leeft.
Te gebruiken om werken te beschrijven van de gelijknamige Afrikaanse etnische groep die leeft in Burkina Faso.
Ongeglazuurd porselein of aardewerk dat slechts één keer is gebakken en normaal gesproken een korrelige struktuur heeft. Het wordt vaak gebruikt voor de vormgeving van sieraden of voor het maken van kleine beelden, poppen of vaatwerk. Te onderscheiden van 'parisch marmer (porselein)', dat een zijdeachtige structuur heeft en op marmer lijkt.
Te gebruiken voor poppen die hoofdzakelijk van ongeglazuurd porselein zijn gemaakt; ze worden vervaardigd sinds halverwege de 19e eeuw.
Beschrijft werk dat is vervaardigd door het gelijknamige Afrikaanse volk, dat in Sudan en Eritrea leeft.
Bisj-palen zijn de reusachtige houten voorouderpalen met houtsnijwerk die door het Asmat-volk uit de regio Sepik zijn vervaardigd. De figuren op de palen stellen overleden, door rivaliserende stammen vermoorde stamleden voor. Een telkens terugkerend element in de bisj is de enorme fallus, die de kracht van de mannelijke vruchtbaarheid symboliseert. Deze gedenkpalen werden opgericht voor begrafenisceremonieën waarbij de overledenen werden herdacht. Het ontwerp verschilt, afhankelijk van het gebied of van de groep die de bisj heeft gemaakt.
Staven die op herdersstaven lijken en die worden gedragen door bisschoppen, abten of abdissen als symbolen van het pastorale ambt.
Warmbruine kleur variërend van licht tot middelmatig. Verwees oorspronkelijk naar de kleur van bister, een roetbruin pigment dat ontstaat door het koken van houtroet en dat voornamelijk wordt gebruikt bij het wassen van pentekeningen.
Samentrekking van 'binary digit'. Bits zijn informatie-eenheden die de waarde nul of één oftewel de toestand aan of uit kunnen representeren. Ze vormen de kleinste elementen die een computer kan verwerken.
Kleine flessen bestemd voor het bewaren van bitters, met een metalen druppelaar. Ook flessen van verschillende vormen gebruikt voor het bevatten van patentgeneesmiddelen of andere medische produkten.
Mintadi van steen of beton, gebruikt als grafmonumenten op de tombes van hooggeplaatste personen onder Kongolese volkeren en in Angola.
Zware, gebreide of gehaakte, mutsen die het hoofd, de nek en de bovenkant van de schouders bedekken; worden vooral gedragen door soldaten en bergbeklimmers.
Gebruikt voor het beschrijven van werken die zijn vervaardigd door de gelijknamige Afrikaanse etnische groep, die in het noordwesten van Benin en in Togo leeft.
Kleine onvolgroeide bladeren of de individuele segmenten van een samengesteld blad.
De vliezige zak van een dier die dient als een vergaarplaats voor vloeistof of gas; werd vroeger soms door mensen verwijderd en gebruikt om vloeistoffen in te bewaren.
Wordt gebruikt voor ventilatoren die berekend zijn op zwaar werk, zoals die voor het ventileren van bouwschachten of het persen van lucht door systemen met een groot buizennet.
Verwijst naar een bouwkundige stijl in de Engelse Midlands die zich kenmerkt door uitgebreid vakwerk waarbij het hout zwart is gebeitst en geordend in geometrische patronen. Het pleisterwerk tussen het houtwerk is wit geschilderd.
Hard, fijnkorrelig, ongeglazuurd zwart steengoed dat voor het eerst in de 18de eeuw werd vervaardigd in de Engelse streek Staffordshire en dat vanaf 1760 verder is ontwikkeld en geproduceerd door de Wedgwood-fabriek.
Verwijst naar de vroegste stijl van Neolithisch aardewerk op het Griekse vasteland. De stijl kenmerkt zich door gepolijste decoratie; dat wil zeggen dat de pot werd opgewreven met een gereedschap dat het oppervlak samendrukte en het een schijnend of glimmend uiterlijk gaf.
Gemaskerden, overwegend van Afrikaanse afkomst, die op allerlei plaatsen in de wereld verkleed als indiaan deelnemen aan carnavalsoptochten, bijvoorbeeld in New Orleans, Toronto, Londen, Brooklyn (New York), Brazilië en Haïti, en andere eilandstaten in het Caribisch gebied. Ze zijn bekend om hun rijke, bontgekleurde kostuums, die met de hand zijn gemaakt.
Semiformele avondkostuums die bestaan uit een jasje, zonder taille en met satijnen of faille revers, en een broek met langs de buitennaad van de pijpen een bies van zijde of faille; gedragen met bijpassend overhemd, strikje, cummerbund of vest.
Verwijst naar de cultuur van een groep van drie nauw verwante Algonkian-sprekende Indiaanse stammen in Alberta en Montana: de Pikuni (of Piegan), de Kainah (of Blood) en de Siksika (de eigenlijke Blackfoot, vaak de Noordelijke Blackfoot genoemd). Niet te verwarren met de Sihasapa, een andere stam van prairie-indianen die ook Blackfoot wordt genoemd.
Verwijst naar platen goud die tot een zeer geringe dikte (meestal circa 0,1 micrometer) zijn gehamerd of gewalst. In de kunst wordt bladgoud sinds circa 1500 v. Chr. toegepast in schilderijen, op beeldhouwwerken, in manuscripten en in de decoratieve kunsten. In de jaren 20 van de 20ste eeuw werd het procedé voor het maken van bladgoud met succes geautomatiseerd.
Dun, ondoordringbaar materiaal dat geplaatst wordt in bouwwerken om te voorkomen dat er water binnenkomt en/of om waterdrainage aan te brengen, over het algemeen geplaatst tussen dak en muur en boven buitendeuren en -ramen.
Motieven van mensengezichten omringd door gebladerte, in veel gevallen lijken de bladeren vanuit de mond, neusgaten, en soms de ogen te groeien.
Moeren die uitgerust zijn met vleugelvormige uitsteeksels om het aandraaien met duim en vingers te vergemakkelijken.
Muziek die is gedrukt op losse vellen papier.
Dun, gehamerd bladmetaal gebruikt als verguldsel om een zilverachtig effect te creëren. Bladpalladium wordt vaak gebruikt als vervanging van bladzilver, aangezien palladium een edelmetaal is dat deel uitmaakt van de platinagroep van elementen, en bij normale temperaturen ongevoelig is voor metaalaanslag. Bladpalladium is iets doffer van tint dan bladzilver.
Te gebruiken voor dunne metaalfolie van tin, tinlegering of aluminium, te gebruiken voor verschillende doeleinden, zoals voor een vochtdichte verpakking van voedsel en tabak, voor voedselverwerkingsapparatuur en in elektrische condensatoren.
Gevormd als een blad, wordt vooral gebruikt om korstmossen en algen te beschrijven met lichamen die verschillend gevormd zijn qua stam en bladeren.
Woorden die onderaan een bladzijde zijn geplaatst als aankondiging van het eerste woord op de volgende bladzijde. Ze worden vooral gebruikt aan het einde van een katern om de binder te helpen bij het plaatsen van het de katernen.
Kapitelen met een serie versieringen in de vorm van knoppen of gekrulde bladeren.
Op een kleine schaal getekende kaarten behorend bij een atlas of een serie kaarten waarop wordt aangegeven in welke afzonderlijke kaarten het totale gebied is verdeeld.
Tot een dunne laag gehamerd zilver dat als verguldsel wordt gebruikt. Bladzilver is ongeveer drie keer zo dik als bladgoud, aangezien zilver minder kneedbaar is, terwijl het resulterende bladzilver beter te verwerken is. Bladzilver dient te worden gelakt of gevernist om metaalaanslag te voorkomen; om die reden wordt vaak de voorkeur gegeven aan bladpalladium. In de commerciële kunst wordt goedkoop bladaluminium gebruikt om het effect van bladzilver te simuleren. Bladzilver kan ook worden bedekt met een transparant goudgeel laagje om als vervanging voor goud te dienen.
Kaarsenstandaards met een enkele kaarshouder op een platte schotel- of schaalvormige basis. Gebruik 'kandelaars' voor kaarsenstandaards met een enkele kaarshouder op een voetstuk met een verbrede basis of voet.
Fijn wit doorschijnend porselein met dik wit glazuur, gemaakt in Dehua (Te Hua) in de late Ming-periode en sinds de 18e eeuw geëxporteerd naar Zuidoost-Azië en Europa. Karakteristieke vormen waren kleine figuren die boeddhistische goden en hoogwaardigheidsbekleders voorstelden, bekers en vazen. De stijl werd geïmiteerd in Saint-Cloud in Frankrijk en in Engeland in Chelsea en Bow.
Rechthoeken van pianovilt of schuimrubber, die worden gebruikt tussen het papier en de roller van een rolpers.
Eén van de drie primaire additieve kleuren; dat deel van het spectrum dat zich bevindt tussen groen en violet, met een golflengte tussen ongeveer 420 en 490 nanometer, het kortste golflengtebereik van de drie primaire kleuren. De term kan verwijzen naar alle in helderheid en verzadiging variërende kleurschakeringen binnen deze groep kleuren. Voorbeelden van de kleur blauw in de natuur zijn de kleur van een heldere lucht overdag.
Chinese verhalende landschapsschilderstijl die wordt geassocieerd met de Tang-dynastie. De naam is ontleend aan het gebruik van heldere minerale kleuren door de kunstenaars. Exponenten van deze stijl zijn Qian Xuan, Zhao Mengfu en Li Sixun. Li Sixun (651-716) wordt beschouwd als de grootste meester van de stijl en is met name vermaard om zijn gebruik van kleuren en goud voor rotscontouren, decoratieve elementen en architectuur. De stijl werd voortgezet door een aantal vroege hofschilders uit de Mingperiode.
Middelgrote bladverliezende struik die groeit op vochtige zure grond en inheems is in het oosten van Noord-Amerika, van Nova Scotia en Ontario in het Noorden tot Alabama in het zuiden en Wisconsin in het westen. De blauwe bes wordt ook elders commercieel gekweekt. In de herfst worden de bladeren helderrood. De struik heeft klokvormige witte bloemen en de donkerblauwe bessen zijn eetbaar.
Vrucht van verschillende soorten van het genus Vaccinium, in het bijzonder V. corymbosum uit Noord-Amerika. De donkerblauwe, zoete, eetbare vruchten worden in verschillende Amerikaanse staten gekweekt.
Blauw- of grijsachtige verkleuring van timmerhout door de aangroei van diverse soorten schimmelachtige zwammen aan het oppervlak en binnen in het spint.
Textiele kledingstukken die vanaf halverwege de 12e eeuw tot het begin van de 15e eeuw op zichzelf werden gedragen of over metalen harnassen. Zij kwamen gedurende deze periode voor in diverse vormen, lang en ruimvallend, kort en nauwsluitend, met of zonder mouwen, gewatteerd of doorgestikt of van binnen gevoerd met metalen platen. Zij werden gewoonlijk verfraaid met heraldische emblemen en andere ornamenten ter herkenbaarheid van de drager.
Voorvoegsel voor de beschrijving van een kleur met een lichte intensiteit en een lichte waarde. De betekenis kan overeenkomen met die van de variabele 'licht-', hoewel 'bleek-' meestal minder intensiteit suggereert dan 'licht-'.
Vaste of vloeibare stof die wordt gebruikt om andere stoffen te bleken of de kleur eruit te verwijderen. Wordt vervaardigd uit diverse mengsels van chemische stoffen.
Beschrijft werken die zijn vervaardigd door het gelijknamige oude Afrikaanse volk, voorouders van de Beja die in de oostelijke woestijn en de Sinaï leefden.
Apparaten die worden gebruikt voor het mengen van voedsel, met name keukenapparaten die bestaan uit een container met op de bodem een ronddraaiend blad dat op verschillende snelheden voedsel hakt, mengt, pureert of klopt.
Een ongestandaardiseerde naam voor diverse pigmenten, waaronder ultramarine ash, azuriet en blauw kopergroen.
Gesloten metalen verpakkingen voor voedsel of drank. Ook andere verpakkingen om vloeistoffen in te bewaren of dragen, zoals olievaten, en metalen of plastic verpakkingen om film op spoelen of rollen in te bewaren.
Labels op conservenblikken met voedingsmiddelen of andere huishoudelijke producten. Etiketten met een kunstzinnig en grafisch ontwerp worden door musea en verzamelaars vaak beschouwd als waardevolle objecten. De kunst van etiketten op blikken had haar bloeitijd tussen het eind van de negentiende en het midden van de twintigste eeuw.
Gerei met diverse scherpe punten en een snijkant dat wordt gebruikt voor het openen van blikken.
Metaalbewerkers die zijn gespecialiseerd in het werken met blik, in het bijzonder in de productie van blikken gebruiksvoorwerpen.
Impressing an image into a surface using a tool that is cut intaglio with a complete design, resulting in a relief image. In bookbinding, distinguished from "blind blocking" in which a machine is used instead of a hand tool.
Mensen zonder enig gezichtsvermogen of met een zo beperkt zicht dat het gehoor en de tastzin de belangrijkste manieren van waarneming zijn.
Wordt gebruikt voor verborgen voegen in metselwerk.
Het uitzetten van kleiproducten tijdens het bakken doordat gassen vrijkomen bij de verglazing; soms wordt het veroorzaakt door oververhitting en het komt zowel in het algemeen of in kleine delen voor; algemeen beschouwd als een defect in aardewerk, maar soms wenselijk bij niet-dragende bakstenen voor de bouw.
Te gebruiken om te verwijzen naar meubelstukken met een voorkant waarvan het midden terugwijkt in een afgeplatte ronding tussen convexe delen van soortgelijke afgeplatte rondingen.
Een vloeistof die bij gewervelde dieren door het belangrijkste vaatstelsel stroomt.
Ruimten of gebouwen waar mensen bloed afstaan en waar dit wordt verwerkt ten behoeve van de medische zorg.
Te gebruiken voor scherpgekante of puntige voorwerpen, in pre-Columbiaanse Midden-Amerikaanse culturen gebruikt om slachtoffers te doden of bloed te vergieten als offer aan de goden; zij komen voor in verschillende vormen, waaronder door de mens gemaakte objecten zoals messen en scherpe pinnen met handvatten, en natuurlijke objecten zoals doornen en stekels van de pijlstaartrog.
Te gebruiken voor scherpe puntige voorwerpen, in pre-Columbiaanse Midden-Amerikaanse culturen gebruikt om in de huid te prikken en bloed te doen vloeien als zelfopoffering aan de goden; zowel door de mens gemaakte objecten die lijken op dolken of scherpe pinnen met handvatten als natuurlijke objecten zoals doornen en de stekels van pijlstaartroggen.
Variabele kleur die verwijst naar verschillende kleuren tussen matig en levendig rood.
Aanduiding voor zowel reproducerende spruiten van zaaddragende planten als complete bloemdragende planten. Dat na het uitbotten, veelal onderscheidt door schoonheid van vorm en kleur der (gespecialiseerde) bladen of door een kenmerkende (vaak aangename) geur.
Dieren met poliepen die eruitzien als bloemen. Tot deze klasse behoren zeeanemonen, diverse soorten koraal, zeewaaiers en zeeveren.
Open manden met opkrullende zijden waaraan een groot hengsel is bevestigd; van een type dat vooral is bestemd voor het verzamelen van bloemen of kruiden.
Kunstenaars die gespecialiseerd zijn in het schilderen van bloemen.
Afkorting van 'weblogs': een website die fungeert als online-dagboek en die meestal door één persoon wordt onderhouden, maar soms ook door een groep personen met dezelfde interesse. Er worden regelmatig bijdragen geleverd in de vorm van commentaar, afbeeldingen en geluids- of beeldbestanden, waarbij de meest recente bijdrage als eerste verschijnt. Blogs kunnen gericht zijn op een specifieke interessesfeer en bevatten ook koppelingen naar content op externe webpagina's. Blogs bevatten meestal een archief van alle ooit geleverde bijdragen, met koppelingen tussen soortgelijke elementen. Oorspronkelijk verschenen ze in de Verenigde Staten als een beperkt aantal online-dagboeken, maar pas rond 2002 werden ze echt populair, dankzij de ontwikkeling van specifieke software voor het creëren en bijhouden van blogs. Gebruik 'weblogs' voor bestanden waarin gedetailleerde gegevens over verzoeken van webservers zijn opgeslagen.
De basiseenheid van vele quiltbovenkanten, die aan elkaar of aan verstevigende blokken of sjerpen genaaid, het ontwerp creëren. De blokken worden gemaakt van een of meerdere lapjes, ofwel aan elkaar gezet ofwel appliqué. De blokken zijn gewoonlijk vierkant maar kunnen ook andere geometrische vormen hebben zoals achthoekig of rond.
Diverse grove steenbeitels met brede kanten.
Diagrammen waarbij gebruik wordt gemaakt van gemerkte blokken die door rechte lijnen met elkaar zijn verbonden om aan te kunnen geven hoe verschillende delen of fasen zich tot elkaar verhouden.
Europese, doorgaans houten bekfluiten met zeven vingergaten en één duimgat.
Eenvoudige damastsoort met een rechtlijnig patroon gevormd door het contrast van de weefselbinding met inslageffect en de binding met kettingeffect. De binding is meestal satijn, of keper met lange vlotters. Het wordt veel gebruikt voor eenvoudig linnen.
Xylofoons bestaande uit grote houten toetsen die overdwars op de boomstam liggen, of op een combinatie van rietschoven en boomstammen; oorspronkelijk ontwikkeld en bespeeld in sub-saharisch Afrika.
Uiterst delicate kloskant die haar naam dankt aan de zijden draad waarmee ze wordt geklost. De tekeningen zijn meestal bloemmotieven of gracieuze loverranken en worden met een dikkere draad geklost dan de grond, zodat er een duidelijk contrast ontstaat tussen de motieven en de achtergrond.
Korte jas of jack met aansluitende taille en blousend lijf. Mannen- of vrouwenkleding, over het algemeen een vorm van sportieve of âcasual” kleding. Kan onderdeel zijn van beroepskleding, zoals militaire uniformen, politie-uniformen en vliegenierskleding. Twintigste en eenentwintigste eeuw.
Te gebruiken om automatische en semi-automatische vuurwapens te beschrijven waarbij de druk van het voortstuwingsmiddel wordt gebruikt om de loop naar voren te duwen vanaf een vast staartstuk, om het mechaniek te openen en om de lege huls uit te werpen. De loop wordt in zijn afvuurpositie teruggebracht door een veer, die het vuurwapen ook herlaadt en spant.
Te gebruiken om automatische en semi-automatische vuurwapens te beschrijven waarbij de druk van het voortstuwingsmiddel wordt gebruikt om de grendel naar achteren te duwen, onafhankelijk van de loop die niet beweegt ten opzichte van de ontvanger.
Lange, taps toelopende tassen die worden gebruikt om op verschillende manieren vorm te geven aan bladmetaal.
Ongestandaardiseerde pigmentnaam voor verschillende materialen, waaronder synthetisch kopercarbonaat (blauw kopergroen), pigment dat wordt geproduceerd door het vermalen van het kopercarbonaatmineraal azuriet en het pigment smalt.
Verwijst naar het glazuur van wit porselein dat is versierd met blauw onder het glazuur. Onderglazuur blauw werd vanaf de 9e eeuw gebruikt in het Midden-Oosten; het kwam tijdens de Yuan-dynastie (1279-1368) in China terecht. Vooral opmerkelijk is het blauwwitte aardewerk dat tijdens de Ming- (1368-1644) en Qing-dynastieën (1644-1911) in China werd geproduceerd. Onderglazuur blauw kwam vanuit China in de 18e eeuw in Europa terecht.
Draagbare apparaten voor onmiddellijk en tijdelijk gebruik om een vuur te blussen.
Meetinstrumenten, meestal in de vorm van platte stokken, met verschillende schaalverdelingen voor het berekenen van de Amerikaanse standaardmaten van planken.
Mensen die zich bezighouden met of die zijn opgeleid in het besturen van kleine vaartuigen zoals kano’s en vlotten, doorgaans op kleinere waterwegen dan zeeën en grote meren. Gebruik ‘zeelieden’ voor hen die schepen en andere grote vaartuigen besturen, meestal op zee of op zeer grote meren.
Druppelvangers die zijn vastgemaakt aan de houders van kaarsenstandaards, kunnen vast of afneembaar zijn en zijn meestal gemaakt van glas of metaal.
Te gebruiken om werk te beschrijven dat is vervaardigd door het gelijknamige Afrikaanse volk dat leeft in Burkina Faso en Mali.
S-vormige krommingen op fagotten en Engelse hoorns die het mondstuk en het dubbele riet dragen.
Het gedeelte van een open water tussen twee kapen in, gewoonlijk een ondiepe inham in het land waar de kustlijn licht terugwijkt.
Vrijgeblazen flessen, varierend in vorm van een afgevlakte bol tot een gehele bol; een type dat voorkomt bij Duits en Amerikaans glas.
Voornamelijk Spaanse afbeeldingen met voornamelijk stillevens, hoewel ze vaak een deel van de keuken of en een eettafereel uitbeelden. De term werd tot ongeveer 1650 vooral in Spanje gebruikt. Deze genrestukken waren soms gesitueerd in de ruwe openbare eetgelegenheden waarnaar ze zijn genoemd. Door deze associatie werd de term echter ook gebruikt voor een grote verscheidenheid aan genrestukken met afbeeldingen van personages van lage komaf, vaak met eten en drinken. Al in de jaren 90 van de 16de eeuw werden Vlaamse en Italiaanse keuken- en markttaferelen in Spaanse boedelbeschrijvingen 'bodegónes' genoemd. Deze schilderijen werden nagemaakt door Spaanse kunstenaars. Bodegónes, zoals die van Diego Velázquez, werden destijds gezien als onbelangrijk en zelfs onfatsoenlijk. Ze waren meestal monochromatisch om reliëf en volume te benadrukken. Als gevolg van de stillevenelementen van bodegónes werd de term later meer en meer gebruikt voor stillevens in het algemeen. Tot het midden van de 17de eeuw werden Spaanse stillevens, net als de Nederlandse tegenhangers, genoemd naar de specifieke afbeelding.
De wetenschap die zich bezighoudt met alle aspecten van bodemsoorten, inclusief hun oorsprong, spreiding, classificatie, gebruik, natuur- en scheikundige eigenschappen en de rol van organismen in het ontstaan van de bodem en met betrekking tot bodemkenmerken. Zie 'akkerbouw' voor de tak van landbouw die zich bezighoudt met het bewerken van land, onderhoud van grond en de verbetering, productie en het beheer van veldgewassen.
Wetenschappers die zijn gespecialiseerd in bepaalde of alle aspecten van de bodem, met inbegrip van oorsprong, verspreiding, classificatie, gebruik, fysieke en chemische eigenschappen, en de rol van organismen bij het ontstaan van bodemlagen en in relatie tot de aard van de grond. Zie 'akkerbouwkundigen' voor wetenschappers die onderzoek of werkzaamheden verrichten met betrekking tot het in cultuur brengen van land, bodembeheer en de verbetering, het beheer en de productie van gewassen.
Het toepassen van mechanische en hydraulische principes op technische problemen die te maken hebben met het gebruiken van de bodem als een bouwkundig materiaal.
Lijsttrommen met enkel vel van dierenhuid en een netwerk van touwen, stokken of draad over de open kant waarmee ze met één hand worden vastgehouden; met de vrije hand aangeslagen of afwisselend met de knoppen aan de beide kanten van een klopper. Oorspronkelijk ontwikkeld en bespeeld in Ierland.
Die gedeelten van vaten waarin de inhoud zich bevindt, dus anders dan aanvullende delen zoals deksels, handvatten en toegepaste decoraties.
Verwijst naar werken, gemaakt vanaf de jaren 60 van de 20ste eeuw, waarin het menselijk lichaam wordt gebruikt als belangrijkste expressiemiddel. Dit kan zijn in de vorm van een performance of in een vorm waarbij de kunstenaar het eigen lichaam gebruikt als middelpunt of thema. Zie 'lichaamskunst' voor de tak van beeldende kunsten waarbij decoraties en versieringen worden aangebracht op het menselijk lichaam.
Te gebruiken voor het beschilderen van het lichaam in verband met ceremoniën, festivals of andere bijzondere gebeurtenissen, of als persoonlijke versiering.
Verwijst naar de filosofie en religie die zijn gebaseerd op de verlichting en leer van Boeddha Gautama in de vroege 6de eeuw v. Chr. in het Noord-Oosten van het moderne India. Deze religie, die een dominante rol speelt in de kunst en cultuur van Zuidoost-Azië en Oost-Azië, is gebaseerd op het overstijgen van menselijk lijden en pijn door het accepteren van de grenzen van de individualiteit, het opgeven van wereldse verlangens en wensen die voor teleurstellingen en verdriet zorgen en het loslaten van het niet-permanente van het leven en het afzonderlijke ego met de bijbehorende welvaart, sociale positie of familierelaties, allemaal door het proces van de verlichting (nirvana). Bij deze religie staat ook 'anatman' centraal, het idee dat 'het zelf' altijd in ontwikkeling is of deel uitmaakt van een reeks veranderende verschijningsvormen in plaats van een vaste, metafysische substantie. De structuur van de religie is gebaseerd op de Triratna ('drie juwelen' van boeddha), een drieledige structuur voor het leven gebaseerd op drie elementen: boeddha (de leraar), dharma (de leer) en sangha (de gemeenschap).
Siersculpturen die aan de voorzijde van een boot of kano zijn aangebracht. In tegenstelling tot boegbeelden zijn boegornamenten niet altijd in de vorm van een menselijke figuur gebeeldhouwd.
Voorwerpen, zoals ringen, kettingen of ander sluitwerk, meestal van ijzer of een ander metaal, die aan de polsen of enkels worden vastgemaakt om iemand in zijn bewegingsvrijheid te beperken.
Een handboeivormig tapijtmotief, waarbij elke handboei wordt afgebeeld als een driehoek met een smalle band tussen de twee schuine zijden. In sommige gevallen wordt de 'handboei' omgeven door een ruit, die getrapt kan zijn.
Zeeavonturiers in het Caribisch gebied en de Grote Oceaan rond Zuid-Amerika die aan het eind van de 17e en het begin van de 18e eeuw Spaanse schepen en nederzettingen aanvielen en beroofden. De term wordt meestal toegeschreven aan Alexander Exquemelin, die in 1684 een werk publiceerde over deze kapers (of piraten).
Personen die boeken inbinden, hetgeen inhoudt dat diverse procedures handmatig of met machines worden uitgevoerd om bladzijden of verzamelingen losse bladen samen te voegen, meestal met een omslag.
Textielmateriaal voor boekomslagen, meestal van geweven katoen of linnen. Voor versteviging, kleuring en versiering en voor het verbeteren van de duurzaamheid wordt het onder meer gebleekt, gekleurd, gesteven, geïmpregneerd, geglazuurd en gebosseleerd.
Voorwerpen die tussen de bladzijden van een boek worden gelegd om aan te geven waar men was. Te onderscheiden van 'registers (boekonderdelen)' die aan boeken vastzitten.
Kleine horizontale persen bestaande uit twee evenwijdige platen of balken die worden samengedrukt of uiteengedreven met behulp van een grote schroef bij elk van beide uiteinden; gebruikt voor het vastklemmen van een boek tijdens het aanbrengen van belettering of andere werkzaamheden aan de rug.
Hellende oppervlakken die op lessenaars zijn gemonteerd en soms op altaars, schrijfbureaus of ander meubilair, waarop een geopend boek kan worden geplaatst.
Those styles of handwriting designed for legibility and used in transcribing manuscript books.
Mensen of bedrijven die boeken kopen en verkopen. Wordt in teksten van voor ongeveer 1800 ook gebruikt voor personen die verantwoordelijk waren voor de publicatie van boeken en die later 'uitgevers' werden genoemd.
Kunstenaars die zijn gespecialiseerd in het maken van tekeningen of andere afbeeldingen die een beschrijving, verhaal of ander geschreven materiaal verluchtigen, gewoonlijk in een boek of tijdschrift.
Te gebruiken voor de sociale klasse, met name in Europa voor de Industriële Revolutie, die bestaat uit mensen die de grond bewerken voor hun levensonderhoud. Gebruik 'boeren' voor individuele leden van deze klasse.
Te gebruiken voor diverse wagens voor allerlei doeleinden, die door dieren worden getrokken en die zijn ontworpen voor gebruik op boerderijen; worden meestal gekenmerkt door vierkante kasten op een onderstel zonder vering.
Boetewerktuig in de vorm van een kruis van gevlochten ijzerdraad met punten, dat met deze punten op de huid op de borst werd gedragen. Verwijst naar grote kruisen die boetelingen dragen of meeslepen tijdens paasprocessies. Men gebruikt de term ook voor de afbeeldingen van kruisen op de gewaden van de boetelingen.
Wordt gebruikt voor kleine speciaalzaken, meestal voor de hogere kringen, die over het algemeen zijn gespecialiseerd in modieuze kleding, accessoires of een andere bijzondere collectie van koopwaar; kan ook worden gebruikt voor afzonderlijke afdelingen binnen grotere winkels als die soortgelijke waren aanbieden.
Metalen lateien die het metselwerk boven de openingen van open haarden ondersteunen.
Dualistische christelijke geloofsgemeenschap die in Bulgarije bloeide van de 10de tot de 17de eeuw en nog verder in het Byzantijnse Rijk in de 11de en 12de eeuw. De gemeenschap werd in het midden van de 10de eeuw in Bulgarije gesticht door een priester die de naam Bogomiel aannam. Deze gezindte kan worden omschreven als een samenvloeisel van dualistische, neomanicheïstische doctrines die werden geïmporteerd van de paulicianen en een lokale Slavische beweging gericht op hervorming van de kort daarvoor gestichte Bulgaars-orthodoxe kerk. Het centrale geloof was dat de mensheid en de zichtbare, materiële wereld waren geschapen door de duivel. Bogomielen stonden vijandig tegenover de meeste aspecten van de orthodoxe kerk maar ook tegenover het burgerlijk gezag. Zij bepleitten een rigoureus ascetisch leven en keurden seksuele omgang, huwelijk, bezit en het eten van vlees af. De bogomielen zijn van invloed geweest op de latere katharen in Europa.
Verwijst naar de cultuur van het historische gebied en koninkrijk, en het latere administratieve district Bohemen. Vaak wordt de naam gebruikt als synoniem voor 'Tsjechisch.' Sinds 1949 is Bohemen geen zelfstandig administratief district meer, en in 1993 ging het gebied op in de huidige Tsjechische Republiek. Er bestaat geen cultureel verschil tussen de termen 'Tsjechisch' en 'Boheems'; het onderscheid is in feite chronologische of historisch.
Wordt gebruikt voor apparaten die meestal bestaan uit een verwarmingseenheid die op gas of elektriciteit werkt, die zich bevindt onder een tank waarin water wordt verwarmd en opgeslagen.
Turkse, geweven vierkanten die worden gebruikt als verpakkingsmateriaal of die tot tasachtige houders worden genaaid, waarbij een zijde open gelaten wordt die als een envelop kan worden dichtgevouwen.
Te gebruiken om werken te beschrijven van de gelijknamige Afrikaanse etnische groep die leeft in de Cross River-regio van Kameroen en Nigeria.
Planten met als bewaarplaats voor voedsel een gezwollen, onderaards plantedeel dat wordt omhuld door vlezige schubachtige bladen en de kiemen voor het volgend jaar bevat.
Verwijst naar korte houten of metalen palen op een schip, walvisvaarder, kade of pier die bedoeld zijn om trossen of ankerkettingen aan vast te maken. Indien het een pier betreft, kunnen de bolders ook van beton zijn en bedoeld zijn om auto's de doorgang te versperren.
Te gebruiken om werken te beschrijven van de gelijknamige Afrikaanse etnische groep, een subgroep van de Mongo, die leeft in het noordwesten van de Democratische Republiek Congo.
Te gebruiken om werken te beschrijven van de gelijknamige Afrikaanse etnische groep die leeft in het noorden van Nigeria.
Lange, zware messen lijkend op machetes mer een buikige snede; oorspronkelijk afkomstig van de Filipijnen.
Te gebruiken om werken te beschrijven van de gelijknamige Afrikaanse etnische groep die leeft in het noordwesten van de Democratische Republiek Congo.
Instrumenten die minieme hoeveelheden elektromagnetische straling meten door de veranderingen in weerstand in een geleider vast te stellen, die worden veroorzaakt door het verwarmingseffect van straling; ze worden gebruikt in de meteorologie.
Stropdassen van dun koord die aan de voorkant worden vastgemaakt met een siergesp of iets soortgelijks.
Verwijst naar de cultuur van de Vroege Nomaden die zich ontwikkelde in de Ob-vallei vanaf de 7de eeuw tot de 6de eeuw v. Chr. Op diverse vindplaatsen zijn aarden huizen aan het licht gekomen met een grote hoeveelheid intact gebleven aardewerk en een aantal andere objecten, wat erop duidt dat het dorp werd verlaten als gevolg van vijandelijke aanvallen.
Fluiten die een bolle vorm hebben; gemaakt van klei, porselein, hout of bolvormige naturalia zoals een kalebas of kokosnoot, waarin de luchtstroom tegen de scherpe rand van een rond blaasgat wordt geleid. Uitzondering is de ocarina welke in tegenstelling tot andere bolvormige fluiten wèl een aanblaasbuis (duct) heeft.
Lange, slanke, laag gestemde schalmeien met een smalle, licht conische boring en een flesvormige of gerende klankbeker, zes vingergaten in twee groepen van drie en soms met één of meer kleppen; ontwikkeld in Europa tussen de 14e- en 16e eeuw.
Te gebruiken voor zeilende oorlogsschepen met een of meer zware mortieren of houwitsers die op een speciaal ontworpen platform of in zwaar versterkte schietgaten zijn opgesteld; meestal voorzien van kitstuig om de mortiergranaten een vrijer schootsveld te geven en worden gebruikt bij het bombarderen van kuststeden of forten.
Stevige stof geweven in uiteenlopende patronen; het werd van de 17e tot de 19e eeuw algemeen gebruikt voor beddengoed en voeringstof voor kleding. Vóór de 17e eeuw werd het gemaakt van kamgaren en daarna van zuivere katoen of van mengsels van katoen en linnen. Tegenwoordig is het meestal een katoenen keper met een korte vleug.
Leden van een bepaalde superfamilie van de orde der Lepidoptera, bestaande uit circa 3400 soorten, met volwassen dieren die groot tot zeer groot zijn en antennes die bij mannetjes kamvormig zijn. Tot de familie behoren zijdevlinders, nachtpauwogen, pijlstaarten en verwanten.
Te gebruiken om werken te beschrijven van de gelijknamige Afrikaanse etnische groep die leeft in de Centraal-Afrikaanse Republiek, de Democratische Republiek Congo en de republiek Congo.
Te gebruikent voor militaire vliegtuigen die zijn ontworpen om vooral te worden gebruikt tegen gronddoelen en die zijn uitgerust om bommen te vervoeren en te lossen; ze worden meestal gekenmerkt door een groot bereik, matige wendbaarheid en het vermogen veel wapens mee te voeren.
Antieke Griekse altaren gewijd aan oppergoden.
Verwijst naar een inheemse Tibetaanse godsdienst die met het boeddhisme een van de twee voornaamste religies van het land is. Veel aspecten van Bon raakten vermengd met de boeddhistische tradities die in de 8ste eeuw werden ingevoerd uit India en die het Tibetaanse boeddhisme veel van zijn eigenheid hebben verleend. Onenigheid binnen de heersende klasse van Tibet leidde er in de 8ste en 9de eeuw toe dat de adellijke families voor Bon kozen en de heersende dynastie voor het boeddhisme. Bon werd rond de 11de eeuw een georganiseerde godsdienst, vooral dankzij de boeddhistische belangstelling voor geschreven teksten. Bon leeft voort in veel aspecten van het Tibetaanse boeddhisme en is bovendien nog altijd een bloeiende godsdienst in de noordelijke en oostelijke grensgebieden van Tibet. Onduidelijk is hoeveel continuïteit er bestaat tussen het oude en het moderne Bon. De kenmerken van het oude Bon zijn moeilijk vast te stellen omdat alle vroege beschrijvingen boeddhistisch zijn. Alles wat tegenwoordig over Bon bekend is, is zwaar beïnvloed door het Mahayana-boeddhisme. Het oude Bon lijkt elementen van animisme, sjamanisme en de uitoefening van magische riten te hebben bevat. De Bon-goden van lucht, aarde en zee werden als lagere goden in het boeddhistische pantheon opgenomen. Er zijn aanwijzingen voor een cultus van heilig koningschap waarin de koningen worden beschouwd als manifestaties van de luchtgod; dit geloof zou de oorsprong kunnen zijn van de gereïncarneerde lama’s van het boeddhisme. De orakelpriesters van Bon hebben hun tegenhangers in de boeddhistische waarzeggers. Bepaalde aspecten van de Bon-doctrine zijn vrijwel identiek aan die van het Tibetaanse boeddhisme, zoals de leer van het boeddhaschap en het ideaal van bodhisattva. Opvallend zijn de dzogchen-overtuigingen die het Bon deelt met de Nyingma-school van het Tibetaanse boeddhisme; zij houden in dat er een onuitsprekelijke toestand bestaat, voorbij alle boeddha’s en alle verschijningen. Verder is het kloostersysteem van Bon bijna gelijk aan dat van de Gelug-school. Toch bewaken de Bon-gelovigen nauwgezet hun niet-boeddhistische imago. Shenrab wordt beschouwd als de stichter van de godsdienst en de historische Boeddha Shakyamuni zou een manifestatie van hem zijn. Bon-geschriften zijn verdeeld in twee groepen: de Kanjur, met mythen, doctrines en biografieën van Shenrab, en de Katen, die commentaren en rituele en iconografische werken omvat. De naam Tibet komt uit de Bon-religie.
Schaaltjes in verschillende vormen en materialen die worden gebruikt voor het serveren van snoepgoed; ook de exemplaren die onderdeel zijn van bonbonnières. Gebruik 'dessertglazen' voor glazen op voet voor het serveren van snoepgoed.
Dozen met deksel voor het bewaren van snoepgoed.
Grote tafelstukken, bestaande uit een hoge standaard, bovenaan eindigend in een kleine houder, met langs de stam meerdere gekromde armen waaraan kleine mandachtige schaaltjes zijn bevestigd voor snoepgoed, voor het eerst vervaardigd in de 19e eeuw. Gebruik 'piramides (tafelstukken)' voor tafelstukken bestaande uit een aantal glazen voor snoepgoed of gelei op een glazen presenteerblad met een hoog glas in het midden, vaak trapsgewijs in drie lagen opgebouwd.
Ondiepe schalen voor snoepgoed of andere zoetigheden, soms op voet. Gebruik voor dergelijke houders met deksel 'bonbondozen'.
Te gebruiken om werken te beschrijven van de gelijknamige Afrikaanse etnische groep die leeft in de Democratische Republiek Congo, de Centraal-Afrikaanse Republiek en de republiek Congo.
Te gebruiken om werken te beschrijven van de gelijknamige Afrikaanse etnische groep die leeft in het midden en zuidoosten van Gabon en het zuidwesten van de Democratische Republiek Congo.
Afro-Cubaanse hardhouten cilindertrommels, soms kegelvormig, wel of niet stembaar en met de hand bespeeld; meestal in paren, horizontaal aan elkaar vastgemaakt, waarbij de ene trom een grotere doorsnede heeft dan de andere.
Te gebruiken om werken te beschrijven van de gelijknamige Afrikaanse etnische groep die leeft in Somalië en Kenia.
Mutsen of baretten in verscheidene vormen maar zonder rand of klep; meestal van gebreide wol. Werden oorspronkelijk gedragen door mensen in het leger.
Kerkelijke, meestal vierkante hoofddeksels met drie of vier rechtopstaande uitsprongen die van het midden van de bovenkant naar de rand lopen. Zijn rood, paars of zwart voor respectievelijk kardinaal, bisschop of priester. Soms met pompon.
Personen die bont of bontproducten kopen en verkopen. Ook mensen die kledingstukken van bont maken, repareren, veranderen of schoonmaken.
Sets kleine stembare cilindertrommels, waarbij het trommelvel over de bovenkant van een open bamboestam is gespannen of over een diepe houten cilinder; ontwikkeld in de Verenigde Staten in de jaren '50 van de 20e eeuw.
Sterke tassen, meestal van papier of plastic en met hengsels, die worden gebruikt om boodschappen of bezittingen te dragen.
Bespannen projectielwapens die zijn bedoeld om pijlen mee af te schieten en die meestal bestaan uit een langen staaf van hout, metaal, fiberglas of een ander buigzaam materiaal. Er is een stuk sterk touw gespannen tussen de uiteinden van de stok die is gekromd, als normale vorm of door de spanning van de pees. De pees wordt naar achteren getrokken, waarbij de pijl op zijn plaats wordt gehouden door een inkeping in de achterkant; de pijl schiet weg wanneer de pees wordt losgelaten.
Bogen gevormd met een enkel centrum, zoals rondbogen, segmentbogen of hoefijzerbogen.
Metselwerkconstructies waarbij de boogvorm wordt gecreëerd door opeenvolgende lagen telkens iets naar binnen toe te laten uitsteken ten opzichte van de vorige, totdat ze bij het middelpunt van de overspanning bij elkaar komen; de lagen worden dus horizontaal en niet radiaal gemetseld; geen bogen in de ware zin.
Hiermee worden onder andere lagen metselwerk die worden gedragen door een aantal draagstenen aangeduid, of reeksen draagstenen die een kranslijst of andere uitstekende lagen ondersteunen, of een samenspel van kranslijsten en uitstekende lagen. Wordt vooral in de middeleeuwse architectuur aangetroffen.
Het verbinden van metalen delen door versmelting, waarbij de benodigde warmte wordt geproduceerd door middel van een elektrische boog, dat wil zeggen de elektrische ontlading tussen twee elektroden.
Hard solderen met een elektrische boog, dat wil zeggen: met elektrische ontlading tussen twee elektroden.
Elektrische lampen waarin de stroom door een luchtspleet tussen twee elektrodes, meestal van koolstof, wordt geleid. De twee elektroden en de lucht in de spleet worden zo warm dat ze helder opgloeien.
Dierenriemteken van een boogschutter, vaak een centaur, ruwweg gebaseerd op het gelijknamige sterrenbeeld. De tekens van de dierenriem, overblijfselen van Oudgriekse en Romeinse decoraties, waren populair in de romaanse en gotische kerken van Noord-Europa. Ze worden ook vaak aangetroffen in middeleeuwse psalters en getijdenboeken als symbool van iedere maand waarin de zon in het betreffende sterrenbeeld komt. Daarnaast zijn ze gebruikt als decoratie op plafonds, kaarten, uurwerken en astronomische instrumenten.
Reliëfs aan de voorzijde van een boogsteen of sluitsteen. Er is geen goed Nederlands equivalent voor de Amerikaanse term 'agrafes'. Gebruik in plaats van de samengestelde term 'boogsteenreliëfs' liever 'reliëfs'+ 'boogstenen' + 'sluitstenen'.
Gemetselde eenheden die een boog of een gewelf vormen.
Eenvoudige handweefgetouwen die bestaan uit een buigzame tak welke in een halve cirkel is gebogen, tussen twee armen waarbij de langere draden zijn opgespannen.
Handzagen met een smal blad dat op zijn plaats wordt gehouden tussen de twee uiteinden van een zaagbeugel.
Een fruitkwekerij of boomgaard is een kunstmatig beplant stuk grond waar vruchten- of notenbomen op gekweekt worden om voedsel te produceren.
Beitels die worden gebruikt om hout te ontschorsen.
Kano's waarbij de buitenste laag van boomschors is gemaakt; zijn oorspronkelijk door de Noord-Amerikaanse Indianen ontworpen.
Steden die zeer snel zijn gegroeid als gevolg van plotselinge welvaart.
Machines of handgereedschappen die worden gebruikt voor het maken van gaten in diverse materialen.
Onderdelen van gereedschappen van verschillende maten, die in een booromslag of elektrische boor passen en worden rondgedraaid om een gat te boren.
Elektrisch stuk gereedschap dat men gebruikt om gaten te boren of schroeven los of vast te draaien. Gewoonlijk apparaten die men in de hand houdt en die werken op gelijk- of wisselstroom. De term gebruikt men echter ook voor grote machines waarmee men tunnels boort voor bijvoorbeeld spoorrails of autowegen of in mijnen.
In algemene zin, elk zuur dat boron en zuurstof bevat. In specifieke zin verwijst de term naar de verbinding H3BO3, een witte of kleurloze vaste stof die oplosbaar is in water en ethanol. Boorzuur komt in natuurlijke vorm voor in het condensaat van vulkanische fumarolen; boorzuur wordt commercieel vervaardigd door behandeling van boraatmineralen met zwavelzuur, gevolgd door herkristallisatie. Het wordt toegepast bij de fabricage van glas, glazuur- en emailleerlagen, leer, papier, kleefmiddelen en springstoffen. Het wordt algemeen gebruikt (met name in de Verenigde Staten) in reinigingsmiddelen; aangezien gefuseerd boorzuur andere metaaloxiden kan oplossen, wordt het ook toegepast als verdunningsmiddel bij het solderen en lassen. Vanwege de milde antiseptische eigenschappen wordt boorzuur bovendien gebruikt in de farmaceutische industrie en als conserveermiddel in voedingsproducten.
Wordt gebruikt voor beletterde aankondigingen of andere aanduidingen waarop een naam, instructie, waarschuwing of advertentie staat, en die worden uitgestald of aangeplakt. Voor kleinere, minder openbare identificerende aanduidingen wordt 'labels (identificatiedragers)' gebruikt. Voor systemen van borden die zijn opgesteld om richtingen aan te geven of essentiële informatie kenbaar te maken wordt 'wegbebakening' gebruikt.
De ruwe balsem van de Franse zeeden Pinus pinaster. Wordt gebruikt voor de productie van het gedestilleerde 'Burgundy turpentine' en van 'Burgundy pitch', dat niet is gedestilleerd.
Onderzetters die zijn ontworpen als een soort kastjes, met tin gevoerd en uitgerust met rekken en een verwarmingselement.
Te gebruiken om te verwijzen naar kunst van rond de Mexicaans- Amerikaanse grens.
Meestal geplaveide kleine verandas, platformen of tredes bij de toegangsdeuren van huizen. Soms met palen, stangen of kettingen afgezet. Gebruik bordessen (trappen) voor de grotere getrapte toegangen tot aanzienlijke gebouwen.
Verwijst naar mensen die borduurwerk maken, dat wil zeggen naaldwerk waarin decoratieve ontwerpen met steken worden aangebracht op textiel, leer of papier.
Verwijst naar werken die zich kenmerken door een patroon of ontwerp dat is uitgevoerd in met draad of fijn metaaldraad gemaakte steken. De patronen worden gewoonlijk uitgevoerd op stof, maar ook leer, papier of andere media kunnen worden gebruikt; de werken kunnen bedoeld zijn om ingelijst te worden of om kleding, bedtextiel, meubelbekleding, kussens, altaarkleden, ceremoniële voorhangen of andere zaken te versieren.
Fijn, los getwijnd, meestal tweedraads kamgaren gebruikt voor borduurwerk. N.B. De term `borduurwol' is iets algemener dan de Amerikaanse term `crewel wool'.
Sloten die zijn gemaakt om in een rond gat in een deur te passen.
Secundaire moeren die op een bout worden geplaatst om te voorkomen dat de eerste moer gaat draaien; ook moeren die vergrendelen wanneer ze worden aangedraaid.
Wordt gebruikt voor allerlei zaken, zoals akten, verbintenissen en sommen geld, die door een derde partij in bewaring worden gehouden en pas na de vervulling van een voorwaarde aan de begunstigde worden overgedragen.
Hutten met variërende plattegronden en muren die zijn opgebouwd uit steenzetterswerk zonder cement en met koepelvormige daken; te vinden op het platteland van de Provence in Frankrijk, vaak moeilijk te dateren maar gebouwd tussen de prehistorie en de 19e eeuw; kunnen ook voor landbouwdoeleinden zijn gebruikt.
Wordt gebruikt voor islamitische torenachtige woningen met meerdere verdiepingen, vaak gebruikt in een bepaald seizoen en gelegen aan de randen van stedelijke gebieden, vooral in Noord-Afrika.
Beschrijft materiaal dat of inhoud die in elektronische vorm is gecreëerd en is opgeslagen in digitaal formaat, zonder dat het aanvankelijk of tussentijds een analoog of fysiek product is geweest. Wordt meestal gebruikt om te verwijzen naar elektronisch geproduceerde aantekeningen, correspondentie of visuele werken zoals met een digitale camera gemaakte foto's. Het materiaal kan zijn weggeschreven of opgeslagen op personal computers, floppydisks, cd's, dvd's, harddrives of andere vormen van digitale opslagmedia.
Niet-metalig vast element, atoomnummer 5, symbool B, met diverse specialistische toepassingen, bijvoorbeeld in staallegeringen, halfgeleiders en commercieel waardevolle verbindingen als borax en boorzuur. Meestal wordt het geleverd als bruin poeder, maar in zijn zuiverste vorm bestaat boron uit harde, glimmende, donkere kristallen.
Beschrijft werken die zijn vervaardigd door het gelijknamige Fulbevolk, dat in Tsjaad, Niger, Nigeria, Mali, Senegal en Sudan leeft.
Vakmensen of fabrikanten die borstels maken voor hun beroep.
Harnassen, ook met pantserhandschoenen, open helm, tijdens de strijd gedragen door zware infanterie; Europa ca 1525-ca 1650.
Delen van het menselijk of dierlijk lichaam die worden omsloten door de ribben en het borstbeen, het bovenste deel van de romp vormen en het hart en de longen bevatten.
Stijve panelen die meestal driehoekig van vorm en vaak uitbundig versierd zijn en in een open lijfje geplaatst worden om het korset te bedekken.
Kussentjes, ruches of gevormde inzetstukken die in een korset of b.h. zijn geplaatst om de buste te vergroten.
Genus van ongeveer 450 soorten struiken en dwergstruiken. Aan veel van deze soorten groeien eetbare bessen.
Mensen die zich bezighouden met of de leiding hebben over het hakken, verwerken en verhandelen van timmerhout.
De wetenschap, het beheer en het verbouwen van bossen voor onder andere de productie van hout.
Landschappen met een speciale vegetatie, voornamelijk bomen, die vaak worden gebruikt voor grazen of jagen, maar niet om te kappen of te bebouwen; gebruik 'bossen' voor land waar bomen dikwijls een grens of barrière vormen, maar verder nauwelijks worden gebruikt; gebruik 'wouden' voor dichte wildernis en die veelal gebruikt worden voor houtproductie.
Verwijst naar kaarten van een bepaalde regio die bedoeld zijn om door bossen en andere begroeiing bedekte gebieden weer te geven. Meestal vermelden ze de begrenzingen van het bos, de reliëfkenmerken van het gebied, geschatte volumes aan opgaand hout en verwachte groeisnelheden, en kenmerken of projecties die samenhangen met zaken als dierlijke of menselijke bewoning en ecologische kwesties.
Amerikaanse schommelstoelen uit de 19e eeuw die afgeleid zijn van Windsorstoelen. Ze hebben een houten zitting die omhoog buigt naar de spijlen van de opmerkelijk hoge gewelfde rugleuning met omgekrulde bovenregel. Ze zijn meestal gedetailleerd beschilderd of bewerkt.
Leden van een subfamilie waartoe 12 levende soorten solitaire moerasvogels behoren, die verwant zijn aan de reiger maar een kortere hals en een dikkere romp hebben. Roerdompen hebben gewoonlijk een camouflagepatroon van gevlekte bruine en vaalgele strepen, en wanneer ze met hun snavel omhoog staan kunnen ze onzichtbaar worden tussen de riet- en grasstengels van hun habitat.
Een ongestandaardiseerde naam voor de heldere gele verfstof die wordt gewonnen uit de narcis, voornamelijk uit de oranje kern van de kleine witte narcis, of voor een licht en helder geel pigment dat wordt gemaakt van cadmiumsulfide.
Cilindrische of ovale bakjes met deksel, die zijn ontworpen om boter in te koelen aan tafel; vaak met een vergiet waarin de boter zich bevindt terwijl deze wordt gekoeld in ijswater. Is ook toepasbaar op soortgelijke bakjes zonder vergiet maar met perforaties aan de zijkanten en bodem voor ventilatie. Gebruik 'botervloten' voor andere schaaltjes die bedoeld zijn om boter in te bewaren en aan tafel op te dienen.
Kleine messen met een breed maar bot lemmet en een ronde punt die worden gebruikt voor het snijden of opdienen van boter van een botervloot. Gebruik 'botermesjes' voor soortgelijke messen die bij een diner worden gebruikt voor het smeren van boter op brood, broodjes of soortgelijk voedsel.
Kleine messen in een couvert die een breed maar bot lemmet hebben en bij een diner worden gebruikt voor het smeren van boter op brood, broodjes of soortgelijk voedsel. Gebruik 'botermessen' voor soortgelijke messen die worden gebruikt als serveermessen voor het snijden of opdienen van boter van een botervloot.
Kleine glazen schalen op een zilveren onderschotel voor porties boter voor één persoon. Gebruik 'botervloten' voor schalen die bedoeld zijn voor het bewaren en serveren van boter aan tafel.
Dekschalen voor het bewaren en serveren van boter aan tafel. Gebruik 'boterschaaltjes' voor kleine schalen voor porties boter voor één persoon. Gebruik 'boterkoelers' voor bakjes die ontworpen zijn om gekoelde boter op tafel te serveren.
Aanduiding voor bepaalde Schotse hutten.
Verwijst naar groepen kunstenaars of ambachtslieden die onder de supervisie van een meester werken. De term is ontleend aan het Italiaans, en er wordt meestal specifiek mee verwezen naar Italiaanse ateliers of studio's.
Verwijst naar de stijl van de keramiek die werd geproduceerd door Johann Friedrich Böttger in het begin van de 18de eeuw. Zijn werk bestaat uit roodbruin of zwart steengoed, versierd met in reliëf aangebrachte, ingekerfde, ingelegde, gegraveerde of geschilderde motieven en gelig porselein met een dik glazuur en toegevoegde decoratie.
Italiaanse marmersoort die donker, crèmekleurig, licht crèmekleurig met bruine markeringen of lichtbruin met witachtige vlekken kan zijn.
Bomen waarvan het loof is verwijderd en die zijn versierd met gekleurde flessen aan het einde van de takken, en volgens hun makers beschermende en helende krachten hebben; vooral in het zuidwesten van de Verenigde Staten. Geen Nederlands equivalent.
Geweven stof waarbij de hoofd- of aanvullende inslag wordt opgehaald om lussen op het oppervlak te vormen.
Zachte hoofddeksels afgezet met kant, in de 19e en vroege 20e eeuw door vrouwen over het haar gedragen in de slaapkamer.
Beschrijft kunstwerken die zijn vervaardigd door de bewoners van de Bougainville-eilanden. De bevolking van Bougainville creëert menselijke en dierlijke vormen met naturalistische proporties en details, maar soms vertonen de menselijke hoofden ook hondachtige trekken, met een sterk naar voren stekende kaak. Het oppervlak is vaak zwart gevlekt en verfraaid met ingelegde patronen van rode en witte pigmenten. De decoratieve elementen die voor ceremoniële structuren worden gebruikt, zijn vermaard vanwege de hoge technische kwaliteit van het snijwerk.
Ondiepe kommen met twee oren, bedoeld voor het serveren van bouillon; vaak met bijpassende schotel.
Voorwerpen met twee tot vier kaarsen, van verguld koper met een verstelbare, beschilderde, metalen kap. Geen Nederlands equivalent.
Wordt gebruikt voor de raadszalen van oude Griekse steden, de plaats waar de Boulè, een senaat, bijeenkwam.
Houders, meestal van aardewerk of porselein met een geperforeerde bovenkant, waar snijbloemen of takken in worden gezet.
Verkopers die tweedehands boeken, brochures en prenten vanuit houten kisten verkopen, in het bijzonder de straatverkopers die langs de Seine in Parijs staan.
Mechanische instrumenten voor het meten van druk, die als waarnemingselement gebruik maken van een gebogen of gedraaide metalen buis die over de lengte is afgeplat en aan de uiteinden is afgesloten.
Eén van de sociale klassen waarvan het inkomen bestaat uit de winst uit commerciële en industriële ondernemingen, vooral ter onderscheiding van (groot)grondbezitters, loontrekkers, boeren en vrijew beroepen.
Verwijst naar de periode en stijl die wordt geassocieerd met de Germaanse Bourgondiërs, die oorspronkelijk afkomstig waren uit Scandinavië en vanuit het Oostzeegebied naar het zuiden trokken en een machtig koninkrijk vestigden dat zich in de 4de en 5de eeuw n. Chr. uitstrekte tot de Rijn.
Boerderij, die veel in het Franse departement de Vendée voorkomt, met begane grond en één verdieping met rieten dak en gepleisterde muren
Een mengsel van modder, mos en kalk (vaak in de vorm van vermalen schelpen) dat wordt gebruikt als opvulling tussen muurbalken. Het is kenmerkend voor de architectuur met Franse invloeden in het zuiden van de Verenigde Staten, vooral Louisiana.
Het schrijven van opeenvolgende regels in tegengestelde richting, om beurten van links naar rechts en van rechts naar links, waarbij de letters van de regels die rechts beginnen gespiegeld worden geschreven. Aangetroffen in verschillende oude geschriften in het Grieks en andere talen. Wordt metaforisch gebruikt bij de analyse van verhalende schilderingen, als verwijzing naar compositie die eerst van rechts naar links en vervolgens van links naar rechts is geplaatst.
Beddenspreien van boucléstof met patronen, meestal uitgevoerd met gekleurde wol; volgens Frans-Canadese traditie. Geen Nederlands equivalent.
Grond of bodem die wordt geploegd of geschikt is voor grondbewerking, in tegenstelling tot grasland of bossen.
Wordt gebruikt voor plattegronden van bouwterreinen met door eenvoudige schetsen of vormen aangeduide gebouwen.
Schaalmodellen voor het bestuderen, testen of presenteren van nieuwe ontwerpen voor voorwerpen.
Papier gebruikt voor isolatie zoals in muren, daken en tussen verdiepingen.
Beschrijvingen van de doelstellingen, de voorschriften en de maatstaven voor een bouwproject, bijvoorbeeld met betrekking tot de eisen waaraan het te bebouwen terrein dient te voldoen of de manier waarop de beschikbare ruimte dient te worden benut.
Wetten, voorschriften of overheidsmaatregelen betreffende bewoonbaarheid waarin normen en eisen worden gegeven voor constructie, onderhoud, exploitatie, bewoning en gebruik of voor het uiterlijk van gebouwen, ruimten en woningen.
De hiërarchie Bouwwerken bevat descriptoren voor vrijstaande gebouwen en andere structuren die meestal worden beschouwd als afzonderlijke bouwwerken of architectuurtypen (bijvoorbeeld 'musea', 'basilica's', 'paleizen'). Descriptoren voor bouwwerken omvatten een groep elementen uiteenlopend van complexe gebouwen tot basale hulpstructuren. Waar mogelijk worden gebouwen onderscheiden van andere structuren. Gebouwen worden gedefinieerd als ommuurde of overdekte constructies die fungeren als bewoning of schuilplaats of daarvoor bestemd zijn (bijvoorbeeld 'flatgebouwen' of 'restaurants') en die meestal omvangrijker zijn dan andere structuren die alleen een beperkte vorm van onderdak of beschutting bieden (bijvoorbeeld 'tenten' of 'schutstallen'). Onder 'Overige structuren' worden die constructies verstaan die deels of virtueel zijn omsloten of overdekt (bijvoorbeeld 'cromlechs' of 'priëlen') of vrijstaande constructies die geen beschutting of onderdak bieden (bijvoorbeeld 'aardhopen' of 'seintorens'). Sommige structuren kunnen betrekkelijk klein zijn en als toegevoegde structuur bij andere bouwwerken fungeren (bijvoorbeeld 'fonteinen' of 'graftomben'). Relatie met andere hiërarchieën: sommige descriptoren in de hiërarchie Bouwwerken (bijvoorbeeld 'scholen' of 'bibliotheken (gebouwen)') kunnen verwijzen naar de bouwwerken, de organisaties of de instellingen. Descriptoren voor de structurele geraamten en afzonderlijke bouwelementen (bijvoorbeeld 'balloon frames' of 'garagedeuren') die samen één bouwwerk vormen, zijn ondergebracht in de hiërarchie Componenten. Kamers, ruimten en andere grote samenstellende delen van gebouwen (bijvoorbeeld 'keukens' of 'ells') zijn eveneens in de hiërarchie Componenten te vinden.
Een algemene term die verwijst naar vrijstaande gebouwen, onderdelen van gebouwen, complexen van gebouwen, andere constructies of een door de mens gemaakte omgeving, doorgaans groot genoeg om mensen toegang te verlenen, voor een praktisch doeleinde, relatief permanent en stabiel van aard en meestal geacht van esthetische waarde te zijn.
Te gebruiken voor de driedimensionale ruimte waarbinnen een bouwsel in een bestemmingsplan mag worden gebouwd; wordt voornamelijk gebruikt met betrekking tot de eisen van het bestemmingsplan voor het gebruik van land en het ontvangen van daglicht en lucht.
Griekse luiten met een lange hals, meestal met vaste metalen fretten, drie of vier dubbele reeksen metalen snaren en bespeeld met een plectrum.
Kranen die worden gebruikt voor het vervaardigen of samenvoegen van zware objecten en bestaan uit een brug die twee hoge rails overbrugt en een hefinrichting heeft die zijdelings langs de brug beweegt. De brug kan zich langs de rails verplaatsen.
Afwijkend van de natuurlijke orde. De term wordt meestal gebruikt om te verwijzen naar gebeurtenissen of fenomenen die niet te verklaren zijn door bestaande karakteriseringen van de natuur. Voorbeelden zijn occulte fenomenen en buitenzintuiglijke waarnemingen.
Hoger gelegen tonelen in Elizabethaanse en hedendaagse Europese theaters, omvattende chamber en tarrase in Elizabethaanse theaters, hoewel er enige controverse is over hoeveel deze voorkwamen.
Grote messen met een zware kling en een snavelpunt; voor het eerst vervaardigd voor de Amerikaanse kolonel James Bowie in 1830.
Krukken waarbij de zitting met scharnieren aan de rand vastzit in de vorm van een kleine kist met deksel.
Gevallen waarbij een groep mensen zich onthoudt van commerciële of sociale relaties met bepaalde mensen, groepen of organisaties als middel tot dwang of intimidatie, meestal om economische of politieke redenen.
Voorbereidende, vrij ver uitgewerkte schetsen, meestal driedimensionaal voor beeldhouwwerken, maar soms ook geschilderd of getekend. Gebruik 'voorbereidende schetsen' voor soortgelijke architectonische schetsen. Gebruik 'maquettes' voor grovere schetsen.
Ondiepe, metalen pannen met één vrij lange steel, gebruikt om in te braden; wordt soms met deksel gemaakt.
Puntige staven die door vlees en ander voedsel worden gestoken om het te kunnen braden voor of boven een warmtebron. Wordt soms gebruikt als een onderdeel van een roosterspit en andere kooktoestellen en warmtebronnen. Gebruik 'spiesen (kookgereedschap)' voor lang, puntig gerei dat wordt gebruikt voor het vastzetten van kleine stukjes voedsel gedurende het bakken of het onderdompelen.
Struik met zwarte of paarse vruchten. De vrucht is geen echte bes. Botanisch wordt het een ���verzamelvrucht' genoemd, een vrucht die bestaat uit allemaal kleine steenvruchtjes. Uit de bladeren en loten van de braam wint men een donkerbruine of zwarte kleurstof die rijk is aan tannines. Uit de wortels kan men een kleurstof extraheren met een oranje of groenige tint. Met rijpe bramen produceert men rode kleurstoffen (zonder bijtmiddel), groene kleurstoffen (met een bijtmiddel met chromium) en paarse kleurstoffen (met een bijtmiddel met aluminium of tin). De primaire kleurstoffen in de bramen zijn anthocyanen, zoals cyanidine, malvidine en chrysanthemine.
De eetbare, zachte, bessenachtige vrucht van de plant Rubus fruticosus en aanverwante soorten. Botanisch gezien is het een samengestelde vrucht die bestaat uit vele kleine, meestal donkerpaarse steenvruchtjes op een conische vruchtbodem waarvan de rijpe vruchten eenvoudig zijn te plukken.
Moderne Amerikaanse term voor de banden die de poot en de voet van een tafel of standaard van elkaar scheiden.
Wordt gebruikt voor kapitelen waarvan het bovenste draagvlak aanzienlijk is vergroot door uitstekende voorwerpen die worden geplaatst op het draagvlak en beladen met balken of dakelementen. Over het algemeen worden ze gebruikt om de ruimte tussen dragende elementen te verkleinen.
Hangers in de vorm van schijfjes van dun, gehamerd goud of zilver met gestempelde versiering gebaseerd op prototypen van Romeinse munten of medaillons, of met inscripties in runen. Hangen aan een rond verbindingstukje en zijn bedoeld om aan een riempje of op een andere manier om de hals te worden gedragen.
De Bradshaw-stijl wordt tot de oudste gedocumenteerde rotskunststijlen gerekend. Deze monochromatische rotskunst wordt aangetroffen op afgelegen locaties in de Australische Kimberleys. Schilderingen in de Bradshaw-stijl beelden geanimeerde menselijke figuren in zwart, wit en rood oker af; de figuren zijn getekend alsof ze midden in een beweging zijn verstijfd. Er kunnen twee fasen worden geïdentificeerd bij de Bradshaw-kunst, welke worden gekenmerkt door verschillen in haartooi, artefacten en houding. Bradshaw-kunst van recentere datum uit de Kimberleys lijkt sterk op rotskunst uit de Lewis Stick-periode in het westelijke deel van Arnhem Land. Afbraak van het pigment bemoeilijkt de datering van deze kunst, maar bij recent onderzoek is vastgesteld dat de schilderingen circa 17.000 jaar oud zijn.
Leden van een genus van vier soorten in bomen levende zoogdieren die bekend staan om hun trage bewegingen en die inheems zijn in de laaglanden van de tropische bossen van Zuid- en Midden-Amerika. Ze verschillen van de tweevingerige luiaards doordat ze groter zijn, zich iets sneller voortbewegen en vaak in de vork van een boom zitten in plaats van aan takken te hangen.
Een 19de-eeuwse hindoeïstische hervormingsbeweging die teruggaat tot de hindoe-apologeet en -hervormer Rammohun Roy (1772-1833). Deze was onder de indruk van de prestaties van het westen maar meende dat in India de spiritualiteit groter was. De theïstische beweging, beïnvloed door de islam, het christendom en de moderne natuurwetenschappen, streefde naar een terugkeer tot het zuivere hindoeïstische geloof door afwijzing van beeldenverering, nadruk op monotheïsme en hervorming van hindoeïstische sociale gebruiken. Roy’s belangrijkste hervorming was de Britten ervan te overtuigen dat de sati, de praktijk van de weduweverbranding, geen deel uitmaakte van de oorspronkelijke dharma en verboden moest worden. De beweging bleef met veel verdeeldheid bestaan tot in de 20ste eeuw, maar verloor snel leden en invloed.
Broek die gedragen werd door Keltische en Germaanse volkeren en tot op de knie of halverwege de kuiten kwam, gemaakt uit diverse materialen zoals leder of wol. Werden ook in de Middeleeuwen nog gedragen, maar evolueerde naar onderkleding.
Te gebruiken voor verschillende vervoermiddelen voor één persoon, die meestal bestaan uit canvas of een dergelijk materiaal dat over een frame is gelegd of gespannen voor het vervoeren van zieken, gewonden of doden. Gebruik 'draagkoetsen' voor rijkelijk versierde vervoermiddelen in de vorm van een doos, vaak met gordijnen, die op palen worden gedragen door mensen of dieren; gebruik 'draagstoelen' wanneer ze de vorm hebben van een draagbare stoel.
Wordt gebruikt voor gebeurtenissen waarbij iets geheel of gedeeltelijk door brand wordt verwoest, zowel toevallig als opzettelijk. Gebruik 'verbranden' voor het proces van iets veranderen, verwonden of verwoesten door brand of hitte.
Wordt gebruikt voor installaties van automatische sproeiers, schuimdistributiesystemen, brandweerslangen en/of draagbare brandblussers die zijn bedoeld voor het doven van vuren.
Motieven die een hart afbeelden met uitslaande of omringende vlammen. Deze motieven komen voor in westerse en christelijke kunst en symboliseren liefdadigheid, goddelijke liefde of religieuze passie.
Diverse apparaten die een buitengewoon hete vlam geven en worden gebruikt voor lassen, snijden, solderen of afbranden van verflagen.
Korte spies, ongeveer 1,5 m lang, met een blad van een of drie lange dunne punten die men kon intrekken in de holle opening van de schacht. Wanneer men het wapen snel naar voren stootte, schoten de punten naar buiten. Ze werden tussen de zestiende en de negentiende eeuw gebruikt door zowel infanteristen als burgers.
Houders voor het veilig opbergen van artikelen. Wordt vooral gebruikt voor doosvormige containers, meestal gemaakt van staal of ijzer, die een of meer mogelijkheden ter beveiliging hebben, die vrijstaand kunnen zijn of ingebouwd in een muur of gewelf en die gebruikt worden om geld en andere kostbaarheden te beschermen tegen brand of diefstal. Gebruik `provisiekast' voor geventileerde kasten waarin voedsel wordt bewaard. Gebruik `geldkisten' voor afsluitbare kisten die vaak kleiner zijn en gemakkelijker te dragen.
Familie van ongeveer 45 genera kruiden, struiken, kleine bomen en klimplanten die voornamelijk voorkomen in tropische gebieden. De familie is typisch voor de orde Urticales. Veel soorten, met name brandnetels (Urtica) en Australische netelbomen (Laportea), hebben prikkende haren op de stengels en de bladeren. De bladeren verschillen en het sap is gewoonlijk waterig. De kleine groenachtige bloemen vormen vaak trosjes in de bladoksels. Een plant kan zowel mannelijke als vrouwelijke bloemen dragen.
Sensoren en onderling verbonden controleapparaten die branden of de effecten ervan ontdekken en alarmsystemen activeren.
Verwijst naar mensen die door brandweerkorpsen worden ingezet om branden te bestrijden, personen te redden en andere taken in verband met noodhulpverlening uit te voeren.
Constructiemethode die de doorgang van gassen of vlammen voorkomt of vertraagt.
Stoffen mouwbanden, vaak met tressen of kwastjes, die om de bovenarm worden gedragen door bijvoorbeeld militair personeel om een bepaald onderdeel of regiment aan te duiden.
Russisch ceremonieel drinkgerei, bolvormig en soms met een deksel en een lage voetring. Meestal van zilver en soms rijk geëmailleerd of versierd met edelstenen.
Een roze-bruin brecciëmarmer. De naam is afgeleid van de oude Italiaanse benaming voor een harlekijnkostuum.
Marmer dat bestaat uit hoekige fragmenten ingesloten in een fijnere matrix of grondmassa. Het meest bekend zijn de Egyptische breccië, vele Numidische marmersoorten en de brecciës van Gragnano en Serravezza in Italië.
Een telecommunicatiekanaal dat snelle overdracht van grote databestanden mogelijk maakt. Meestal gebruikt voor verbindingslijnen tussen personal computers en het World Wide Web. De term definieert niet een specifieke bandbreedte, maar verwijst doorgaans naar alle overdrachtopties vanaf 45 miljoen bits informatie per seconde.
Gereedschap dat wordt gebruikt om rotsen stuk te breken.
Implements fastened to a belt or waistband, used for supporting the stationary knitting needle while knitting; usually made of wood or ivory and often carved.
Verwijst naar handwerken of materialen die worden gemaakt door het verbinden van lussen in een lang of doorlopend eind garen of draad met behulp van twee naalden; met verschillende soorten lussen of steken worden patronen of ontwerpen gemaakt. Sommige breiwerkvormen worden gemaakt met ronde naalden of meer dan twee naalden. Lussen in de lengterichting worden ribbels genoemd; lussen overdwars worden #courses genoemd. Breiwerk wordt meestal verwerkt tot kleding, spreien, kleden of andere huishoudelijke artikelen. De term kan ook verwijzen naar gebreide stoffen die met de hand of machinaal zijn gemaakt van onderling verbonden reeksen lussen van een of meer garens, waarbij elke rij in de voorgaande rij haakt.
Een synthetisch geproduceerd azuurblauw pigment dat wordt gemaakt van koperhydroxide en kopercarbonaat, als vervanger van natuurlijk azuriet. Het heeft deeltjes die ronder en regelmatiger van grootte zijn dan natuurlijk azuriet. Bremer blauw werd waarschijnlijk voor het eerst geproduceerd in de 18e eeuw en werd in de 19e eeuw gebruikt voor zowel het schilderen met tempera als voor op olie gebaseerde verf voor het interieur van huizen.
Decoratieve accessoires die op bretels lijken; met gevormde banden die over beide schouders lopen en soms aan een bijpassende broeksband zijn bevestigd. De banden zijn soms met elkaar verbonden door middel van horizontale banden over de borst of rug.
Duitse variant op de plankenstoel.
Ruw metselwerk of steenwerk, opgebouwd uit puin.
Verwijst naar boeken of andere documenten die de psalmen, hymnen, gebeden, lessen en andere voordrachten bevatten die een katholieke of andere christelijke geestelijke nodig heeft om de dagelijkse getijden te bidden. De getijden zijn de gebeden die op vaste uren verspreid over de dag gezegd of gezongen worden. In de 11de eeuw verscheen een verkorte versie van het brevier dat uit één deel bestond, terwijl de teksten van de langere versie in de 7de eeuw tot stand kwamen in de Romeinse rite en in de 10de eeuw in Karolingisch Europa. Brevieren kunnen rijkelijk voorzien zijn van verluchtingen.
Benaming die door verzamelaars wordt gebruikt voor Amerikaanse gedraaide leunstoelen uit de 17e eeuw die zijn gevormd naar een stoel van senator William Brewster van de kolonie van Plymouth. Zulke stoelen hebben sterk gedraaide poten en decoratieve spijlen. In tegenstelling tot Carverstoelen hebben ze naast spijlen onder de zitting ook spijlen in de rug- en onder de armleuning.
Een solide tegel die wordt gebruikt om metselwerk te simuleren.
Concept, voor het eerst verwoord in 1969 in een publicatie van de sociaal antropoloog Claude Lévi Strauss, dat een analogisch verband legt tussen de wijze waarop een knutselaar (bricoleur) de hem beschikbare gereedschappen en materialen gebruikt om constructies te maken, en de wijze waarop primitieve mensen, toen ze met nieuwe problemen te maken kregen, geen nieuwe concepten bedachten maar bestaande ideeën herordenden en aanpasten aan de nieuwe omstandigheden. Het concept is overgenomen door denkers en schrijvers in andere disciplines, zoals onderwijs, kunsttheorie, recht en economie, voor de beantwoording van de vraag hoe kunstenaars, leraren en anderen omgaan met nieuwe situaties door bestaande ideeën en materialen aan te passen.
Papier om brieven op te schrijven, vaak met een briefhoofd of een decoratief ontwerp en vaak geleverd met bijpassende enveloppen.
Boeken met blanco of gelinieerde bladzijden waarop brieven zijn geschreven die verstuurd moeten worden. Ook kopieën van brieven, oorspronkelijk op losse bladen, die meestal in chronologische volgorde zijn samengebonden.
Wordt gebruikt voor zowel openbare als privé-bussen voor het ophalen en afleveren van post. Gebruik 'postbussen' voor gehuurde compartimenten in officieel daarvoor bestemde postkantoren.
Een religieuze orde volgens de kloosterregel van de Heilige Augustinus die werd gesticht door de middeleeuwse mystica Sint Brigitta van Zweden (overleden in 1373). Na de dood van haar echtgenoot wijdde Brigitta haar leven aan het gebed en kreeg zij visioenen, in een waarvan zij opdracht kreeg de Orde van de Allerheiligste Verlosser te stichten. Kort na Brigitta’s dood werd haar dochter, Sint Catharina van Zweden, de eerste abdis van het oorspronkelijke klooster in Vadstena (Zweden). Andere kloosters volgden, elk met niet meer dan zestig nonnen. Aan elk klooster was een parallelle gemeenschap van monniken verbonden, die hetzelfde liturgische leven leidden onder het bestuur van de abdis. Tot de bijdragen van de brigittinessen aan de Scandinavische cultuur behoort een van de eerste drukpersen, gebouwd in de abdij van Vadstena. De orde, die de nadruk legde op nederigheid, eenvoud en contemplatie, bloeide tot de Reformatie en werd in Zweden verboden in 1595. Daarna waren er geen brigittenmonniken meer, al zijn er wel vier autonome nonnenkloosters blijven bestaan: één in Engeland, één in Beieren en twee in de Nederlanden. Elisabeth Hesselblad begon in 1911 een nieuwe tak van de oude orde, die zij vervolgens nieuw leven heeft ingeblazen door kloosters te stichten in Zweden, Italië, Engeland, India, Zwitserland en de Verenigde Staten. Hoewel de orde een lange geschiedenis heeft, is zij modern in haar pogingen tot vernieuwing van het kloosterleven en in oecumenische kwesties.
Te gebruiken voor plezierrijtuigen met vier wielen die door één of twee paarden worden getrokken en die worden gekenmerkt door twee banken in de lengte die tegenover elkaar zijn geplaatst achter de koetsier, ongeveer zoals bij omnibussen; ontworpen in Engeland halverwege de 19e eeuw en later in diezelfde eeuw zowel daar als in Noord-Amerika populair.
Sabels met kort blad die gebruikt werden door de soldaten en officieren in Napoleons Keizerlijke garde. De naam komt voort uit de gelijkenis tussen het gebogen gevest van de sabel en de tondeldozen die toen in gebruik waren. De sabre-briquet werd vooral voor praktische doeleinden gebruikt, maar kon in de strijd ook serieuze verwondingen aanbrengen.
Granaten speciaal ontworpen om te exploderen in scherven en deze te verspreiden, eerder gebruikt tegen personeel dan tegen gemechaniseerde voertuigen, installaties of gebouwen.
Verwijst naar de stijl van kunstzinnige producten uit de Britse koloniën die wordt gekenmerkt door een mengeling van Britse en lokale kenmerken. Meestal wordt 'American Colonial' gebruikt voor werken die zijn geproduceerd in de Britse koloniën in de gebieden welke nu tot de Verenigde Staten behoren.
Double-breasted overjassen van het soort dat oorspronkelijk werd gedragen door Britse legerofficieren.
Verwijst naar de cultuur van het moderne Verenigd Koninkrijk. Verwijst ook naar de culturen van de historische naties waarvan Groot-Brittannië de heersende centrale macht is geweest, of naar de cultuur van de oude Britten, de stammen die de Keltische (Brythonische) taal spraken.
Rijtuigen die in Polen en Oostenrijk werden ontwikkeld aan het begin van de 19e eeuw en die uiteindelijk populair werden in Engeland voor reizen over lange afstanden, omdat het compartiment met zitplaatsen binnen kon worden omgebouwd tot een slaapruimte; vaak voorzien van een grote bank die naar achteren uitkeek om ook bedienden onder te brengen.
Verwijst naar de stijl in de 15de-eeuwse Italiaanse graveerkunst die gebruikmaakt van dikke lijnen waarmee het effect van pentekeningen wordt bereikt.
Gebosseleerd decoratief papier dat met houtblokken en sjablonen is vervaardigd en vervolgens met een metaalkleurige deklaag is verfraaid.
Verwijst naar de overheersende graveerstijl in de regio Diyala in Mesopotamië tijdens de eerste fase van de vroeg-dynastieke tijd, van circa 2900 tot 2750 v. Chr. De stijl kenmerkt zich door doorlopende patronen van ruimtevullende motieven die de indruk wekken van een ononderbroken fries.
Een aantrekkelijk schelpmarmer uit het Spaanse Tortosa, waar het nog steeds wordt gewonnen. De hoofdkleur varieert van roodachtig lila tot geel, afhankelijk van de hoeveelheid slakken die het bevat. De gele kleur wordt bepaald door de weekdieren en het lila door de zeebedding waarin het is verzonken. Broccatello werd veelvuldig gebruikt als oppervlakteversiering in kerken in Rome en Napels.
Diverse soorten sieraden die met een speld worden bevestigd.
Puntige houten of metalen staven die worden gebruikt voor het bevestigen van vlees in een bepaalde vorm gedurende het koken. Ook soortgelijke maar langere staven die in voedsel worden gestoken en het bijeen houden gedurende het bakken boven een grill of onderdompelen in sauzen, zoals bij fondue. Gebruik 'spitten' voor puntige staven die grote stukken vlees en ander vastvoedsel houden terwijl het wordt gebakken.
In het algemeen te gebruiken voor bereid voedsel dat wordt gemaakt van deeg, dat bestaat uit bloem of meel van verschillende planten, water en andere ingrediënten, met of zonder toevoeging van een rijsmiddel. Specifiek te gebruiken voor broden of gebak van deeg met bloem, die worden bereid door middel van bakken.
Plantenkassen waarin planten buiten het seizoen worden gekweekt met verwarming, voornamelijk ten behoeve van de markt.
Een klem in hoefijzervorm in metaal of kunststof, die de broekspijp samenhoudt ter hoogte van de enkel om te verhinderen dat die bevuild wordt of verstrikt raakt bij het fietsen; is hetzelfde als een fietsklem.
Buidelaanhangsels aan de voorkant van een strakke broek of kniebroek die tussen de 15e tot de 17e eeuw door mannen werden gedragen en veelal opvallend en rijk versierd waren. @Ook soortgelijke aanhangsels bij dameskleding die op de borst werden gedragen.
Dameskostuums die bestaan uit een broek en een bijpassend bovenstuk in de vorm van een jasje, tuniek of iets dergelijks; kan een bijpassende blouse of ceintuur hebben.
Kleine Chesapeake Bay-zwaardboten van het bugeye-type van ongeveer 12 m lang, half gedekt, met twee masten en torenzeilen; gebruikt voor de oestervisserij.
Schoenen die versierd zijn met rijen gaatjes, geënt op ongelooide leren schoenen uit Schotland en Ierland die oorspronkelijk met leren riempjes werden bevestigd. Kunnen ook versierd zijn met stiksels of kartels en kunnen gesloten of open flapjes hebben.
Rijkversierd weefsel, oorspronkelijk met goud- en zilverdraad.
Chinese schildertechniek met contouren en definitie, waarbij uitsluitend inkt wordt gebruikt om schaduwen, diepte en textuur aan te brengen in het werk.
Wordt gebruikt voor stadhuizen in kleine Italiaanse gemeenschappen, vooral in Lombardije.
In het huidige gebruik verwijst het naar lichte tweewielige motorvoertuigen met een kleine motor die zijn ontworpen om zuinig en relatief veilig vervoer aan te bieden met minimale vergunningseisen. Hun functies en mogelijkheden zijn iets anders gedefinieerd in verschillende licentiemodellen. Bijvoorbeeld, volgens de Engelse wet, mag een bromfiets niet meer dan 550 pond (250 kg) wegen, met een maximumsnelheid van ten hoogste 30 mph, en een cilinderinhoud van niet meer dan 50 cc. De (Engelse) erm verwees oorspronkelijk naar gemotoriseerde fietsen, maar gebruik voor dat begrip liever "gemotoriseerde fiets."
Verwijst naar pijpen die deel uitmaken van andere blaasinstrumenten, niet zijn voorzien van vingergaatjes en worden gebruikt om een enkele noot aan te houden. Als zelfstandig muziekinstrument is het gewoonlijk vervaardigd van eucalyptushout en gemiddeld anderhalve meter hoog, en wordt dan 'didgeridoo' genoemd. Wordt vaak gebruikt bij ceremonies van de Australische inheemse bevolking.
Water dat van nature uit rotsen of uit de grond over het land stroomt, of direct in het oppervlaktewater.
Koperlegering die als belangrijkste legeringselement niet nikkel of zink heeft.
Verwijst naar de periode en cultuur die wordt geassocieerd met het tweede tijdperk in het drieperiodensysteem dat in 1836 is ontwikkeld door Christian Jürgensen Thomsen. Deze periode kenmerkt zich door het wijdverbreide gebruik van brons, een legering van koper en tin, lood, antimonium of arsenicum bij de vervaardiging van gereedschappen en wapens. De Bronstijd ontwikkelde zich op verschillende momenten in verschillende delen van de wereld, vanaf circa 3500 v. Chr. in Griekenland en China en vanaf circa 1400 v. Chr. in verschillende delen van Europa. In Noord- en Zuid-Amerika is er geen Bronstijd geweest omdat de plaatselijke Steentijdculturen door Europese ontdekkingsreizigers direct met de technologie van de IJzertijd werden geconfronteerd.
Metaalbewerkers die zijn gespecialiseerd in het werken met brons.
Borden voor een individuele portie brood, die lijken op maar kleiner zijn dan dessertborden.
Messen met een lang lemmet en een getande of geschulpte snijkant. Qua vorm gelijk aan 'cakemessen' maar met grotere tanden die verder uit elkaar staan.
Devices intended primarily for mixing and kneading bread dough; used especially with reference to pail-like containers with large, hand-cranked kneading paddles or blades; also, for electrical devices that mix, knead, and bake bread dough.
Loden penning die werd geslagen bij overlijden van (vaak adellijk) persoon en werd uitgedeeld tijdens de zielenmis aan de behoeftigen van het dorp. Penning kon omgewisseld worden tegen brood
Apparaten die worden gebruikt voor het roosteren van brood en ander voedsel.
Ondiepe dichte schalen voor het serveren van brood aan tafel; ovaal of rechthoekig met opkrullende zijden.
Luchtdichte of bijna luchtdichte, doosachtige houders van metaal of plastic, om brood en ander gebakken voedsel in te bewaren zodat het vers blijft.
Tassen met één schouderband, oorspronkelijk gebruikt voor het dragen van soldatenproviand en andere voorraden.
Compacte, laaghangende koetsen met de koetsiersplaats buitenop, met ruimte voor twee of meer passagiers en meestal met een rechte voorkant; kan ook worden gebruikt voor vroege auto's met een carrosserie in de karakteristieke gesloten stijl van rijtuigen en met een open bestuurdersplaats.
Gereedschap dat wordt gebruikt om water op het oppervlak van aangebrachte metselspecie aan te brengen, om het te voorzien van smering voor het gereedschap dat wordt gebruikt om het oppervlak glad te maken.
Bouwwerken die waterwegen, topografische laagtes, transportroutes of andere hindernissen van de voortgang overspannen en een weg eroverheen bieden.
Wordt gebruikt voor afdrukken die zijn gemaakt op lichtgevoelig gemaakte oppervlakken die witte afbeeldingen geven op een bruine achtergrond. Voor bruine afbeeldingen op een neutrale achtergrond wordt 'bruinlijnfilm-afdrukken' of 'sepiadrukken' gebruikt.
Een vorm van houtrot die wordt veroorzaakt door een schimmel die zowel de cellulose als de aanverwante pentosanen aantast, maar de lignine min of meer onaangetast laat; de massa die hierdoor ontstaat is poederig en komt voor in verschillende tinten bruin.
Wordt gebruikt voor afdrukken die zijn gemaakt op lichtgevoelig gemaakte oppervlakken die bruine lijnen produceren geven neutrale achtergrond. Voor witte afbeeldingen op een bruine achtergrond wordt 'bruindrukken' gebruikt. Voor 'bruinlijnfilm-afdrukken' op doorzichtig papier wordt 'sepiadrukken' gebruikt.
Trommelstokken, bestaande uit sets metalen draden vastgemaakt aan een handvat, die soms wanneer niet gebruikt ter bescherming in het handvat kunnen worden getrokken.
Te gebruiken om werken te beschrijven van de gelijknamige Afrikaanse etnische groep die leeft in Gabon
Verwijst naar een bepaalde stijl van Etruskisch aardewerk tussen het einde van de 7de en het begin van de 5de eeuw v. Chr. Het aardewerk werd geproduceerd als substituut voor metalen voorwerpen. De vormen, decoratieve motieven, zwarte kleur en gepolijste afwerking doen sterk aan de stijl van metalen voorwerpen denken.
Gebogen Romeinse koperen aërofonen met een conische boring waarmee slechts een paar toonhoogtes op de natuurlijke toonladder kunnen worden gespeeld en hoofdzakelijk een waarschuwingsfunctie vervullen.
Te gebruiken voor lichte rijtuigen met vier wielen en een eenvoudige kast die is geplaatst op lange veerkrachtige planken - in plaats van springveren - die aan de assen zijn bevestigd, en met zitplaatsen die bij het midden direct op de vloerplanken zijn gezet; ontwikkeld in de Verenigde Staten aan het begin van de 19e eeuw; latere, aangepaste varianten hebben wel springveren.
Kleine, glazen, komvormige bakjes met olie en een drijfpit of drijfkaarsen. Ze worden vooral buitenshuis gebruikt voor versiering en verlichting. Geen Nederlands equivalent.
Te gebruiken om werken te beschrijven van de gelijknamige Afrikaanse etnische groep die leeft in de Democratische Republiek Congo.
Beschrijft werken die zijn vervaardigd door het gelijknamige Afrikaanse volk, dat in Tsjaad, Niger en Nigeria leeft.
Kleine, Spaanse tafels die meestal in de kamer van een vrouw staan.
Spaanse naam voor kleine schrijftafels met verborgen ruimten voor juwelen en andere kostbaarheden.
Elke substantie die zowel de zuren als de basen in een oplossing kan neutraliseren en daardoor de oorspronkelijke zuurheid of basiciteit van de oplossing handhaaft.
Stroken die aangelegd zijn om één soort landgebruik te scheiden en beschermen van een ander (bijvoorbeeld tussen industrie en woningen).
Engelse en Amerikaanse krukken, respectievelijk uit de 16e en het begin van de 17e eeuw, die meestal waren gestoffeerd en bedekt met weelderige stoffen en franjes. De benaming wordt ook gebruikt voor verschillende kleine, lage krukken, meestal met gekraagde poten.
Verwijst naar meubelstukken voor een eetkamer met vakken of schappen voor het uitstallen van tafelservies alsmede een oppervlak voor het opdienen of bereiden van voedsel. De term is reeds sinds de 16de eeuw in gebruik, en er is sprake van overlap met de betekenis van 'dressoirs (meubilair)' en 'keukenkasten (wandkasten)'.
Verwijst naar Japanse ceremoniële dansen in combinatie met muziek bij shintoïstische, boeddhistische en keizerlijke hofrituelen en feesten. De dans en muziek werden al vroeg vanuit China, Korea, India en Zuidoost-Azië in Japan geïntroduceerd. Tijdens de 9de eeuw werden deze dans- en muziekvormen door de Japanse keizers gestandaardiseerd. De dansen bestaan uit gestileerde bewegingen op de maat van een trommel, terwijl de algehele choreografie op eenvoudige geometrische patronen is gebaseerd. De maskers die door de dansers worden gedragen, vormen een belangrijk element bij bugaku. Er zijn twee basisdansvormen met begeleiding van specifieke muziek: saho no mai ('dansen van de linkerzijde'), begeleid door togaku (hoofdzakelijk gebaseerd op Chinese muziek); en uho samai no mai ('dansen van de rechterzijde'), begeleid door komagaku (muziek die oorspronkelijk uit Korea komt). De rijk geborduurde kostuums van de saho no mai-dansers zijn meestal rood, terwijl de kostuums van uho samai no mai-dansers doorgaans groen of blauw zijn. Een bugaku-programma begint meestal met een selectie die wordt uitgevoerd door de hoofddansers van beide vormen, waarna beurtelings dansen uit beide repertoires worden uitgevoerd. Als er uitsluitend muziek wordt uitgevoerd, gebruikt men de term 'gagaku'.
Door bugaku-dansers gedragen maskers ter verfraaiing van ceremoniële dansen. Bugaku-maskers kunnen alles zijn tussen abstract, naturalistisch en fantastisch; soms hebben ze bewegende delen en zachte trekken. Enkele van de oudste voorbeelden van bugaku-maskers bevinden zich in de Tamukeyama-schrijn in Nara en dateren van 1052. De meeste nog bestaande maskers dateren van het midden van de Heian-periode tot de Kamakura-periode (1185-1333). In de 12de eeuw, die wordt beschouwd als de hoogtijdagen van de productie van bugaku-maskers, maakten boeddhistische meesterbeeldhouwers als Insho, Shamon Gyomy en Jokei uiterst verfijnde exemplaren. Bugaku-maskers kunnen worden onderverdeeld in drie groepen die slechts losjes in verband staan met bugaku-dansstijlen. De uitvoerders van de trage en verstilde hiramai-dansen dragen vaak geen maskers, maar de maskers die ze dragen, hebben doorgaans bijna-menselijke verhoudingen. Bij bunomai-dansen, die oorlogsdansen zijn, worden intens expressieve maskers gedragen met lange gezichten en gelaatstrekken zoals opengesperde neusgaten, dreigende ogen en borstelige wenkbrauwen. Bij hashirimai-dansen, waarbij energiek wordt gerend, worden dieren- of andere niet-menselijke maskers gedragen. Vormen van bogaku-maskers worden net als de dansen gegroepeerd in 'links' en 'rechts'.
Te gebruiken om werken te beschrijven van de gelijknamige Afrikaanse etnische groep, een Sarwavolk dat leeft aan de noordelijke rand van de Okavangodelta.
Te gebruiken voor aan voor en achterzijde gelijke boten met een bodem van boomstammen of meer recente platbodems van dezelfde vorm met weinig diepgang. De beplanking wordt op een lijst bevestigd en de boten hebben twee achteroverhellende masten met daaraan een fok en driehoekige zeilen; worden gebruikt voor vissen op zee en voor algemeen vrachtvervoer in het gebied rond Chesapeake Bay, in de Verenigde Staten.
Te gebruiken voor lichte, eenvoudig gebouwde, vierwielige rijtuigen al of niet met een vouwdak en meestal met ruimte voor één of twee passagiers, die werden ontwikkeld in Engeland aan het einde van de 18e eeuw; kan ook worden gebruikt voor vroege auto-ontwerpen met een soortgelijke carrosseriestijl.
Een lage, draagbare kaarshouder, gewoonlijk van zilver, met een brede druipring of een lang handvat waarin soms een reservekaars past. Men gebruikt ze om de liturgische boeken te verlichten tijdens pontificale diensten. Vaak zijn ze voorzien van het wapen van de voorlezer. Ze worden gebruikt door kardinalen, bisschoppen en bepaalde abten en andere hoge prelaten.
Algemene benaming die verwijst naar diverse insecten, spinnen en andere geleedpotigen, met inbegrip van wantsen, de orde Heteroptera.
Sluiers die het lichaam van top tot teen bedekken, meestal gemaakt van gitzwart katoen of zijde en gedragen door Swahilivrouwen uit Zanzibar, Pemba en de kustplaatsen van Tanzania en Kenia.
Buideltassen die worden gebruikt als tasje en middenvoor aan een riem hangen. Wordt vooral gebruikt met betrekking tot buidels die bij de authentieke klederdracht in de Schotse Hooglanden worden gedragen.
Beschrijft werk dat is vervaardigd door het gelijknamige Afrikaanse volk, dat in het noorden van Ghana en in Burkina Faso leeft.
Nauwsluitende, mouwloze jassen tot aan de heupen, meestal zonder kraag en met ceintuur, vooral die werden gedragen over een doublet in de 16e en 17e eeuw. Gebruik ook voor soortgelijke kledingstukken met sluitingen gemaakt van geweven of gebreide stof of leer en gedragen in de 20e eeuw als beschermende bovenkleding of om uitrusting te dragen door militair personeel.
Series gestemde metalen buizen die verticaal zijn opgehangen in een raamwerk en worden aangeslagen met hamers, meestal gebruikt voor klokgelui-effecten in concerten en opera's .
Gevelbeplating waarin de naden tussen de verticaal geplaatste platen zijn bedekt met smalle stroken hout.
In complexe kastelen, de ruimten tussen de buitenmuren en de binnenmuren. In tegenstelling tot 'binnenhoven' waarmee de ruimte tussen binnenmuur en de hoofdvesting bescheven wordt.
Muren die onderdeel zijn van het bouwomhulsel en daardoor aan één kant blootgesteld zijn aan het weer of aan de grond.
Wordt gebruikt voor zichzelf onderhoudende grensnederzettingen of buitenposten, die gesticht zijn om te helpen bij het beheer van koloniale ondernemingen in de wildernis, zoals die bijvoorbeeld zijn gesticht door het Spaanse bewind in Amerika.
Secundaire verdedigingswerken die buiten de belangrijkste grenzen van het vestingwerk zijn gevestigd.
Aanduiding voor in elkaar gedraaide bundels pijpleidingen of buizen die als koeling worden gebruikt, door warmte over te brengen tussen twee vloeistoffen, of tussen een ruimte en een koelinstallatie.
Beschrijft werk dat is vervaardigd door het gelijknamige Afrikaanse volk, dat in het noorden van Nigeria leeft.
Beschrijft werken die zijn vervaardigd door de bewoners van het eiland Buka. Veranderingen in de Bukakunst aan het eind van de 20ste eeuw zijn toe te schrijven aan de kennismaking van de eilandbewoners in de Stille Zuidzee met de buitenwereld. In de 19de eeuw ontdekten walvisvaarders dat de Bukapeddels perfect geschikt waren voor hun werk en gingen ze de productie van peddels door de Buka stimuleren. Tot aan het einde van de 20ste eeuw waren er stijlvarianten te herkennen in het Lapita-aardewerk en de bijbehorende materialen. De bevolking van Buka staat bekend om haar naturalistische afbeeldingen van menselijke en dierlijke vormen; de menselijke hoofden vertonen evenwel hondachtige trekken, met een sterk naar voren stekende kaak. Het oppervlak is vaak zwart gevlekt en verfraaid met ingelegde patronen van rode en witte pigmenten.
Te gebruiken om werken te beschrijven van de gelijknamige Afrikaanse etnische groep die leeft in het westen van Kenia.
Te gebruiken om werken te beschrijven van de gelijknamige Afrikaanse etnische groep die leeft in het noorden van Kameroen.
Verwijst naar de cultuur van het hedendaagse Bulgarije, of in het algemeen naar culturen uit de streken van het huidige Bulgarije op de Balkan. Kan ook meer specifiek verwijzen naar de cultuur van de oude Bulgaren, een Finse stam die in de 7de eeuw n. Chr. in Moesia de Slaven versloeg.
Bij metselwerk, een steen met één afgeronde hoek; wordt meestal met de korte kant blootgelegd om een vensterbank te vormen dat onder een raamkozijn uitsteekt. Wordt ook gebruikt als hoeksteen of rond deuropeningen.
Strafwerktuig om mee te geselen, gemaakt van gedroogde stierenpenissen die uitgerokken en in elkaar gedraaid werden om een zweep van minstens 75 à 85 cm lang te vormen.
Publicatie van een organisatie of vereniging, met name een kort verslag, waarschuwing of verslag van nieuws of gebeurtenissen, uitgegeven door de autoriteiten.
Gaten die in een gemetselde of betonnen muur worden opengelaten om steun te bieden aan kortelingen en die worden opgevuld om hen in overeenstemming te brengen met de rest van het muurmateriaal nadat de steiger is verwijderd.
Beelden van rooms-katholieke heiligen en van Christus aan het kruis, gemaakt in Mexico en Spaanssprekende delen van de Verenigde Staten van de Spaanse koloniale tijd tot het heden, in grootte variërend van klein (5 à 10 cm) tot levensgroot, vrijstaand gebeeldhouwd uit hout, meestal populier of grenen, voorzien van een laagje gesso en beschilderd in heldere kleuren. Ze kunnen zijn gemaakt uit één stuk of uit verschillende delen, vaak geleed of met pinnen aan elkaar bevestigd met behulp van stof of stroken leer, en worden soms in kleding gehuld.
Te gebruiken om werken te beschrijven van de gelijknamige Afrikaanse etnische groep die leeft in Kameroen, Congo en de Centraal-Afrikaanse Republiek.
Europese citerachtige chordofonen met een zware darmsnaar die is bevestigd aan de beide uiteinden van een lange houten paal en over een opgeblazen varkensblaas loopt die dient als klankbodem. Ze worden gestreken met een ingekerfde stok of een boog bespannen met paardenhaar en vormen zo een brommende begeleiding voor volksliederen of dansen.
Wordt gebruikt voor een variatie van gevormde componenten, vaak gebogen en gemaakt van metaal of hout, geplaatst op of gehangen aan voer- of vaartuigen, zoals bijvoorbeeld over de wielen van rijdende voertuigen om de voertuigen en de inzittenden te beschermen tegen letsel en spetters.
Stickers die zijn bedoeld om op de bumpers van motorvoertuigen te plaatsen, meestal met een boodschap erop, zoals een slogan, gevatte opmerking of advertentie.
Verwijst naar een productieve Indiase schilderschool die verbonden is met het vorstendom Bundi in het zuidoosten van Rajasthan. Het andere grote centrum van de Bundi-schilderschool was het naburige vorstendom Kotah, waarmee Bundi ook familiebetrekkingen onderhield. Andere idioomvormen van de Bundi-stijl, zoals Indargarh, Khatoli, Toda Rai Singh, Raghugarh, Uniara en Kapren, hebben zich eveneens ontwikkeld uit deze school, die aanvankelijk uitsluitend door de Bundi-heersers werd ondersteund. De Mogolinvloeden lieten zich met name gelden in de Rajasthan-school, die een periode vanaf de 17de eeuw tot het einde van de 19de eeuw omvat. Bundi-schilderijen vertonen ook overeenkomsten met de Deccan-schilderijen uit het zuiden, een regio waarmee de heersers van Bundi en Kotah intensieve contacten onderhielden. De schilderijen werden meestal uitgevoerd als wandschilderingen in het paleis of als miniatuurkunst. Kenmerken van de Bundi-school zijn bewegende figuren, ronde hoofdvormen, symmetrische, waaiervormige platanen, weelderige plantengroei, spectaculaire nachtluchten en een opvallende weergave van water (lichtgekleurde wervelende vormen tegen een donkere achtergrond). Met name de schilderijen die werden geproduceerd onder Rao Bhao Singh (heerste van 1658-81) en Rao Anurad Singh (heerste van 1681-95) hadden een herkenbaar, gerijpt en verfijnd karakter. Bovendien was de repertoirekeuze vergroot. De schilders in Kotah hadden belangrijke opdrachtgevers als Rao Jagan Singh (heerste van 1658-84), Maharao Umed Singh (heerste van 1770-1819), Maharao Ram Singh (heerste van 1827-66) en Maharao Shatru Sal (heerste van 1866-89); vooral populair waren de weelderige schilderijen van jachttaferelen waarin de heerser een rol speelde, uitgevoerd in de vorm van wandschilderingen of als miniaturen.
Beschrijft werk dat is vervaardigd door het gelijknamige Afrikaanse volk, dat in de staat Kogi in Nigeria leeft.
Te gebruiken om keramiek te beschrijven dat afkomstig is uit de gelijknamige stad die dateert uit de Middeleeuwen. Vanaf 1800 bestond het werk uit stenen kruiken en tafelgerei met een glimmende bruine sliplaag en reliëf, vaak aangebracht met witte klei. In 1829 werd een veldspaathoudende glazuurlaag geïntroduceerd die het werk het uiterlijk van porselein gaf. De stijlen liepen uiteen van klassiek tot neogotisch. Dieren-, bloemen- en heraldiekmotieven bleven voorkomen tot in de 19de eeuw.
Verwijst naar Venetiaanse kant die vanaf de 19de eeuw werd gemaakt op het eiland Burano. Hoewel het vrij verfijnde kant is, wordt het gekenmerkt door patronen die minder verfijnd zijn dan vroegere Venetiaanse kant en door een achtergrond zonder strepen.
Franse vorm van een sta-bureau met soms een pupitre.
Verwijst naar Engelse en andere Europese bureaus met een zeer schuin geplaatst schrijfblad (meestal onder een hoek van 45 graden) met daarboven een boekenkast. Gebruik 'desks and bookcases' voor soortgelijke Amerikaanse voorbeelden. Dit meubeltype heeft zich ontwikkeld uit het bureau. Aan het begin van de 18de eeuw bestond er een type bureau dat bestond uit laden onder een schuin aflopend schrijfblad, geplaatst op cabriolepoten. Op veel bureaus uit deze periode en eerder was een boekenkast geplaatst, vaak met al dan niet beglaasde deuren. Hollandse meubelmakers werkten de vorm verder uit en creëerden zo de 'bureau-boekenkast', die vaak is voorzien van een vernuftige combinatie van laden en vakken. Dit type bureau werd zeer populair en verspreidde zich ook naar andere delen van Europa.
Verwijst naar functionarissen of leden van een bestuur dat is verdeeld in gescheiden verantwoordelijkheidsgebieden of bureaus. In negatieve zin verwijst de term naar functionarissen die inflexibel werken volgens een vaste routine, zonder gebruik te maken van hun eigen onafhankelijke intelligentie of oordeel.
Bureaus die twee rijen laden hebben met beenruimte ertussen. Sommige vormen worden als schrijfbureaus gebruikt en andere als toilettafels. Dit type was populair in Frankrijk tijdens de tweede helft van de 17e eeuw.
Sociale klasse tussen de hogere en de lagere klasse.
Deel van het privaatrecht dat zich heeft ontwikkeld uit het Romeins recht in landen waar het rechtssysteem in wezen Romeins is, maar beïnvloed door Germaanse, kerkelijke en zuiver moderne instituties.
Oorlogen tussen verschillende groepen of partijen binnen hetzelfde land.
Gereedschap dat bij het drukken wordt gebruikt voor het graveren van metalen platen of kopse houtblokken en dat bestaat uit een klein stalen staafje, vierkant of ruitvormig in doorsnede, met een scherpe punt en een halfrond houten handvat dat in de handpalm past. Binnen een archeologische context verwijst de term naar een specifieke vuistbijl of kling met een beitelrand; wordt gebruikt voor het beeldsnijden of graveren van zachtere materialen zoals been, hout of gewei. Gebruik 'graveerstiften' voor divers gereedschap voor het ciseleren of graveren van metaal of hout.
Verwijst naar werken die zijn vervaardigd door de gelijknamige Afrikaanse etnische groep, die in Ethiopië en Kenia leeft.
Losse gewaden die het hele lichaam en hoofd bedekken met een gesluierde opening voor de ogen, gedragen door Moslimvrouwen.
Branders met één of meer dunne, taps toelopende pithouders die boven de branderplaat doorlopen, maar direct eronder afgesneden zijn om te voorkomen dat ze warmte naar het brandstofreservoir met zeer vluchtige brandstof (een mix van alcohol en geherdestilleerde terpentine) leiden. Wanneer er meer dan één buis is divergeren ze van de onder- naar de bovenkant. Aan iedere buis zijn meestal kleine kapjes met kettingen bevestigd voor het doven van de vlam en ter voorkoming van het verdampen van de brandstof.
Heuveltjes van vergruisde stenen en vaak houtskool, met een haard en een trog erbij. De troggen werden direct uit het gesteente gehouwen en waren daardoor waterdicht, of ze werden waterdicht gemaakt met hout of klei. Men vindt ze in Ierland en Groot-Brittannië en op verschillende plaatsen in Noord-Europa. Ze stammen uit de periode die loopt van het neolithicum en de ijzertijd tot de vroege Middeleeuwen; de meeste zijn ontstaan tussen 1900 en 800 v.Chr. Men denkt dat de vergruisde stenen de resten zijn van stenen die in de haard werden verhit en die men gebruikte om het water in de trog te verwarmen om voedsel te koken, dranken te brouwen, te baden, stoffen te verven of leer te bewerken.
Dunne latjes van bijvoorbeeld balein, staal of hout, die middenvoor in een korset of keurslijf werden gedragen om het te verstevigen.
Wordt alleen gebruikt voor tussenliggende haltes langs busroutes, meestal met verkoop- en servicevoorzieningen; gebruik 'wachthokjes' voor bouwwerken bij bushaltes die bescherming tegen het weer bieden maar geen verkoop- en servicevoorzieningen. Gebruik 'eindhaltes' alleen voor gebouwen of andere constructies die zich bevinden aan de eindpunten van busroutes.
Rijstroken van straten of snelwegen die in de eerste plaats zijn bedoeld voor bussen, maar die ook door ander verkeer worden gebruikt voor bijvoorbeeld het afslaan naar rechts.
Een langwerpig inzetstuk, gemaakt van stroken band, weefsel of elastische stof, dat bij de borstlijn licht gebogen kan zijn. Wordt gedragen om de borsten plat te drukken.
Oude Romeinse omheinde plaatsen voor crematie en het achterlaten van urnen.
Dienstvertrekken tussen keukens en eetkamers, die zijn uitgerust met toonbanken, wasbakken en bergruimte voor porselein en zilver.
Oorspronkelijk Japanse avant-gardedansvorm. De eerste Butoh-uitvoering werd in 1959 door Tatsumi Hijikata gegeven. De uitvoeringspraktijk van Butoh verschilt, en kan elementen uit de dans, het theater en de uitvoerende kunsten bevatten, afhankelijk van de uitvoerende groepen of personen. Centraal bij Butoh-uitvoeringen staan vaak een groteske uitbeelding en fysiek uithoudingsvermogen.
Boeddhistische familiealtaren of relikwieënkasten, meestal in Japanse huizen, maar ook in tempels. Gewoonlijk een vrijstaande kast met twee deuren waarin men de aandenkens aan overleden voorouders en voorstellingen van godheden bewaart. Tijdens dagelijkse rituelen offert men bij de butsudan wierook, kaarsen en bloemen.
Vier soorten brandbare, vloeibare alcohol die vier koolstoffen bevatten en vooral worden gebruikt bij organische synthese en als oplosmiddel.
Thermoplastic gemaakt door de verestering van cellulose met azijnzuur en boterzuur in aanwezigheid van een katalysator; vooral belangrijk voor de productie van deklagen, isolatiemateriaal, vernis en lak.
Te gebruiken om werk te beschrijven dat is vervaardigd door het gelijknamige Afrikaanse volk dat leeft in Burkina Faso.
Eenheid van opslag, in het bijzonder een groep van 8 bits, die wordt gebruikt in de digitale technologie of voor computers. Een byte representeert een waarde of code voor één teken of typografisch symbool.
Verwijst naar de stijl en periode in de christelijke kunst die zich ontwikkelde in het oostelijke Middellandse-Zeegebied tijdens het Byzantijnse Rijk (330-1453), zich verspreidde over een groot deel van de christelijke wereld en in Oost-Europa bleef voortbestaan tot in de 16de eeuw. De stijl kenmerkt zich door de keizerlijke en religieuze onderwerpskeuze, en door een verwijdering van de Griekse naturalistische vormen ten gunste van een ritualistische stilering, bedoeld om spiritualiteit te suggereren.Gebruik ‘vroegchristelijk’ voor de stijl en periode in de christelijke wereld van Italië en het westelijke Middellandse-Zeegebied van de 3de tot het midden van de 9de eeuw.
Latijns-Amerikaanse ratels die bestaan uit een natuurlijke of synthetische, ronde of peervormige kalebas die is bedekt met een netwerk van kralen en uitloopt in een kort handvat, soms ook met rammelende stukjes erin.
Te gebruiken voor Europese rijtuigen met twee wielen die door één paard worden getrokken en kasten hebben die lijken op zeeschelpen.
Leden van een orde van papegaaiachtigen bestaande uit 21 levende soorten die worden aangetroffen in Australië, op Nieuw-Guinea en op de Salomonseilanden. Ze kenmerken zich door een gebogen snavel en voeten met twee voorwaartse en twee achterwaartse tenen, en verschillen van echte papegaaien door hun opvallende beweegbare kuif, de aanwezigheid van een galblaas en een kleurpatroon van wit, zwart of grijs met toefjes rood of geel in plaats van het heldere groen en blauw van echte papegaaien.
Wordt gebruikt voor tijdelijke plaatsen van bewaring, bijvoorbeeld op politiebureaus of in gerechtsgebouwen, voor mensen die op een rechtszaak of een hoorzitting wachten; wordt gebruikt voor kortere opsluitingen dan gevangenissen.
Bladen waarop een servet kan worden gelegd, met aan een van de zijden een opbergruimte verdeeld in twee of meer vakken voor eetgerei en specerijen.
Verwijst naar de cultuur van de confederatie van stammen van Noord-Amerikaanse indianen die samen de linguïstische familie der Caddo-talen vormden.
Te gebruiken voor winkels waar artikelen worden verkocht die voornamelijk decoratief of amusant zijn en waarvan de aantrekkingskracht, meestal gebaseerd op de nieuwheid van het ontwerp, veelal van voorbijgaande aard is.
Een reeks groene kleuren die lijken op de kleur van het pigment cadmiumgroen, een mengsel van cadmiumgeel met chroomoxide (chroomoxydehydraatgroen) of een mengsel van cadmiumgeel met ftalocyaninegroen.
Variabele rode kleuren die lijken op de kleur van het pigment cadmiumrood, dat wordt gemaakt van cadmiumsulfoselenide.
Verwijst naar een type glas dat populair werd in de 19de eeuw. Dit doorgaans opake glas heeft een karakteristieke limoen- of citroengele kleur, veroorzaakt door het cadmiumsulfide in het glasmengsel. Soms wordt er selenium aan het mengsel toegevoegd om een oranjekleurig of helderrood glas te creëren. Er is geen relatie met 'sulfide (glas)': glas dat wordt gekenmerkt door een gesneden object dat is ingevoegd in helder glas.
Leden van een onderorde die circa 11.000 soorten in meer dan 2000 genera en acht superfamilies van insecten omvat. Het dijbeengebied van de bovenste achterpoten is sterk vergroot, met grote spieren die de poten een grote sprongkracht geven. Het mannetje kan een zoemend geluid voortbrengen door de voorvleugels tegen elkaar te wrijven of door de tandachtige richels op het achterdeel van de dijbeenpoten tegen een verhoogd bloedvat tegen iedere afzonderlijke gesloten voorvleugel te wrijven. De kleur kan variëren van olijf tot bruin. Ze komen voor in tropische laaglandbossen, halfdroge gebieden en op grasland.
Verwijst naar een zeer specifieke stijl van zwartfigurig aardewerk, voornamelijk hydria’s, uit circa 530 tot 500 v. Chr., gevonden in Etrurië. Waarschijnlijk werd dit aardewerk gemaakt in Caere, het huidige Cerveteri bij Rome (Italië). De tekeningen zijn van zeer hoge kwaliteit en het schilderwerk is opmerkelijk kleurrijk. De vorm en decoratie van de hydria’s verschillen van voorbeelden uit dezelfde tijd die elders in de Griekse wereld werden gemaakt.Als decoratie zijn vooral lotusbloemen, klimopkransen, palmetfriezen en mythologische taferelen gebruikt.
Verwijst naar de periode en stijl die wordt geassocieerd met de heerschappij van de Romeinse consul en dictator Julius Caesar die stierf in 44 v. Chr. Wordt soms ook gebruikt om te verwijzen naar wat betrekking heeft op de Caesars in het algemeen, dat wil zeggen alle Romeinse keizers die de titel Caesar aannamen, van Augustus tot en met Hadrianus, en vervolgens naar de vermoedelijke opvolger van de keizer. In de moderne literatuur wordt de term soms ook gebruikt om te verwijzen naar alle keizers tot aan de val van Constantinopel, of naar de aanhangers van de Romeinse keizers als tegenstanders van de paus. In de context van kunst en architectuur is de term niet beperkt tot de gangbare betekenis in de geschiedkunde, waar zij ook in enge zin kan worden gebruikt om te verwijzen naar de Caesariaanse partij in de oude Romeinse senaat of de legereenheden van Julius Caesar.
Verwijst naar de oude Romeinse keizers uit de tijd van Augustus Caesar (geboren in 63 v. Chr.) tot aan de val van Konstantinopel. De term is ontleend aan de achternaam van de Romeinse dictator Caius Julius Caesar, en ging als titel over op de keizers die na hem kwamen. Sinds de tijd van Hadrianus (overleden in 138 n. Chr.) werd deze benaming ook gebruikt als titel voor de aangewezen erfopvolger van de keizer.
Wordt gebruikt voor openbare restauratie-gelegenheden waar de nadruk meer ligt op drinken, meestal van alcoholische dranken, dan op het eten of amusement wat, als het al wordt aangeboden, plaatsvindt in aparte, meestal achtergelegen kamers. Slaapplaatsen zijn er niet te krijgen. Gebruik 'saloons' voor soortgelijke plaatsen waar echter wel amusement wordt gebracht in de belangrijkste ruimte; gebruik 'taveernen' voor gelegenheden die zowel onderdak bieden als eten en drinken, maar geen amusement.
Verwijst naar de cultuur en stijl van werken uit het bayougebied van zuidelijk Louisiana welke zijn vervaardigd door de afstammelingen van Frans-Canadese immigranten die in de 18de eeuw door de Britten waren verdreven uit de Franse kolonie Acadië (met als centrum het grondgebied dat nu tot Nova Scotia behoort). Een opvallend kenmerk van deze cultuur is het specifieke dialect, een mengelmoes van archaïsche Franse woorden en uitdrukkingen die hun oorsprong hebben in de Engelse, Spaanse, Duitse, indiaanse en zwarte culturen van zuidelijk Louisiana.
Gebruiksvoorwerpen in een veelheid van verschijningsvormen, in het bijzonder platte schalen, om cake en soortgelijke lekkernijen te serveren; soms vergezeld van een cakemes.
Opengewerkte, doorgaans ovale houders voor het serveren van cake en koekjes; kleiner dan broodmanden.
Weg geplaveid met harmonieus geordende keien. Komt vooral voor in het Middellandse Zeegebied
Onverwachte, rampzalige gebeurtenissen die grote materiële schade, verlies of angst veroorzaken.
Zilverwit metaal, met symbool Ca en atoomnummer 20, het op vier na meest voorkomende element in de aardkorst; komt in tal van verbindingen voor. Calcium wordt onder meer gebruikt als voedingssupplement ter bevordering van de groei van de bot- en gebitsstructuur, als dehydratiemiddel voor organische oplosmiddelen en voor het verwijderen van gassen uit gesmolten metaal voorafgaand aan het gietproces.
De ruimten voor warme baden in Romeinse badhuizen.
Grote kappen die ondersteund worden door middel van een serie hoepels en zo zijn ontworpen dat ze ingeklapt kunnen worden; werden gedragen door vrouwen in de 18e eeuw.
Verwijst naar de Hellenistische aardewerkstijl die is genoemd naar de opgravingen in Cales, Caserta (Italië). De stijl kenmerkt zich door vaten, meestal in de vorm van bekers, schalen of lampoliehouders, versierd met ontwerpen in reliëf. De reliëfs zijn imitaties van metaalwerk en meestal gemaakt met behulp van mallen die men kopieerde van eigentijdse Hellenistische en vroegere prototypes. In andere gevallen zijn de reliëfs opgelegd op zwart geglazuurde vazen in verschillende vormen.
Te gebruiken voor het beschrijven van de modernistische beweging in de architectuur die vanaf de jaren 30 tot en met de jaren 60 van de 20ste eeuw tot ontwikkeling kwam in Californië, met name in Los Angeles en het gebied daaromheen. Typische kenmerken van deze stijl zijn de aandacht voor het leven binnen en buiten, kantoortuinen, rechtlijnige structuren, vaak met stalen constructies, en een veelvuldig gebruik van glas. De term wordt meestal gebruikt als verwijzing naar het Case Study House Program, een initiatief van John Entenza uit 1945, en naar modernistische woningbouw in het algemeen. Architecten die met deze stijl worden geassocieerd zijn Richard Neutra, Rudolf Schindler, Charles en Ray Eames, Gordon Drake, Albert Frey, John Lautner, Pierre Koenig en Rafael Soriano. De publieke bekendheid van deze stroming wordt doorgaans toegeschreven aan de foto's van Julius Shulman, die in de jaren 50 van de 20ste eeuw in tijdschriften voor architectuur en binnenhuisarchitectuur werden gepubliceerd.
Soort paardenkastanje, inheems in Californië, waarvan de giftige vrucht vroeger door Native Americans werd gebruikt om vis te verdoven. De giftige stoffen worden eruit gekookt, waarna het wordt gebruikt als voedsel en veevoer. De licht giftige scheuten worden begraasd door vee en wilde dieren.
Lange vuurwapens die eind 16de eeuw in Engeland werden gebruikt voor militaire doeleinden omdat men er zonder ondersteuning mee kon schieten. Ze vormden een nieuwere versie van de haakbus en raakten in onbruik na de Engelse Burgeroorlog. Ze waren in het algemeen groter dan de haakbus en kleiner dan de musket.
Een mineraal of mineraalgel bestaande uit opgestapelde bolletjes van siliciumdioxide. Het wordt gebruikt als een halfedelsteen en wordt gekenmerkt door een flitsende mengeling van kleuren wanneer er licht op het oppervlak valt.
Instrumenten voor het meten van hoeveelheden warmte, bijvoorbeeld verbrandingswarmte, soortelijke warmte of rijpingswarmte in processen als chemische reacties of verandering van toestand.
Latijnse kruisen geplaatst op drie treden of op een standaard.
Verwijst naar de religieuze ideeën van mensen en groepen die sterk zijn beïnvloed door de hervormer Johannes Calvijn (1509-64) en door 17de-eeuwse calvinistische geleerden. Het calvinisme benadrukt de soevereiniteit van God over alle aspecten van het leven en de Bijbel als enige richtsnoer. Rechtvaardiging door alleen het geloof is een ander centraal begrip. Hoewel predestinatie geen vooraanstaand axioma in Calvijns theologie was, werd dat begrip zwaar benadrukt door zijn eerste volgelingen, deels om zich te onderscheiden van de aanhangers van Luther. De Helvetische Confessie (1566) en de Synode van Dordrecht (1618-19) waren belangrijke momenten in de geschiedenis van de calvinistische theologie; laatstgenoemde synode bevestigde in de Dordtse Leerregels de 'vijf punten van het calvinisme': totale verdorvenheid, onvoorwaardelijke verkiezing, beperkte verzoening, onweerstaanbare genade en ten slotte de volharding van de gelovigen. Medio 17de eeuw had het calvinisme zich vanuit Frankrijk en de Nederlanden verspreid naar Engeland en Schotland, waar het werd omarmd door de puriteinen en meegenomen naar Nieuw-Engeland. Hoewel het te lijden heeft gehad van rationalistische aanvallen, heeft het calvinisme veel invloed gehouden op het kerkelijk leven en is er in de moderne tijd sprake geweest van een neocalvinistische opleving onder invloed van de theoloog Karl Barth. Als historische kracht heeft het calvinisme een brede uitwerking gehad op de Europese en Noord-Amerikaanse cultuur.
Kousen die de kuit en dij bedekken, met bovenaan riempjes of jarretelles om ze vast te maken ter hoogte van het middel of het kruis. Met name veel gedragen in het Europa van de Middeleeuwen en de Renaissance.
Portugese baldakijnbedden met gedraaide onderdelen en houtsnijwerk op het hoofdeinde. Ze hebben meestal gedraaide posten en een rechte of pagodevormige overkapping. Dit type werd in de 16e eeuw gemaakt.
Een christelijke kloosterorde, rond 1012 gesticht door de Heilige Romualdus van Ravenna (ca. 920-1027) in Camaldoli bij Arezzo (Italië). Als zelfstandige tak van de benedictijnen begon de orde in het kader van de 11de- en 12de-eeuwse kloosterhervormingsbeweging. De orderegel schrijft een combinatie voor van het solitaire leven van de kluizenaar en een sobere versie van het gewone monnikenleven. Hoewel zij deel uitmaken van de federatie van benedictijnen beschouwen de camadulenzen zich als afstammelingen van de woestijnvaders en -moeders, die aan zowel Benedictus als Romualdus voorafgingen. Nieuwelingen wonen in het klooster en de meer gevorderde monniken leven als kluizenaar in de hermitage; samen vormen zij één eenheid. Dit ideale verbond werd niet altijd aangehouden en er zijn ook onafhankelijke kloosters en hermitages gesticht. In 1935 werden de beide takken herenigd. De Congregatie van Monte Corona, in 1523 gesticht door een groep hervormingsgezinde camaldulenzen, bestaat nog steeds met een klein aantal leden.
Wordt gebruikt voor kleine kapellen die zich boven en achter het hoogaltaar bevinden, en die meestal zichtbaar zijn vanuit het schip; in sommige Spaanse kerken uit de 16e tot de 18e eeuw.
Hoofddeksel dat ook de oren bedekt en sinds de twaalfde eeuw wordt gedragen door pausen. Vaak gemaakt van rode wol of fluweel en versierd met rood satijn, zwanendons of hermelijn. Tijdens de pinksterweek wordt een witte camauro gedragen. De term betekent ���hoofddeksel van kamelenhuid'.
Verwijst naar de cultuur van de moderne natie Cambodja en naar de culturen die het gebied op het zuidwestelijke Indochinese schiereiland in Zuidoost-Azië hebben bewoond. Kunstnijverheid uit deze regio toont indiaanse en andere regionale invloeden in diverse sculpturen van hout en steen, in steen gehouwen werken met zilver, goud en ivoor, en zijden, luxueuze foedralen in rode, blauwe en gouden tinten.
Lichtdichte dozen met een lens die door een lensopening steekt waardoor een beeld van een voorwerp op film of ander lichtgevoelig materiaal wordt vastgelegd, of waarin het beeld wordt omgezet in elektrische pulsen voor rechtstreekse overdracht of videoregistratie.
Te gebruiken om werken te beschrijven van de vele Afrikaanse etnische groepen die leven in de gelijknamige hooglanden in het westen van Kameroen en wier kunstuitingen stilistische kenmerken, vormen en motieven gemeen hebben.
Aanduiding van een voorkeur voor culturele verschijnselen die vermaak bieden door onverfijnde gemaaktheid en een kunstmatige of opzichtige aard. Gebruik ‘kitsch’ voor het verwante begrip dat wordt toegepast op artistiek of literair materiaal.
Systematische reeksen van aggressieve activiteiten met als doel te overtuigen of macht over anderen te verkrijgen.
Wordt gebruikt voor Italiaanse klokketorens, meestal bij een kerk en meestal vrijstaand.
De cultuur en stijlen die ontstonden in Campania, gelegen in zuidelijk Italië aan de Tyrrheense Zee tussen de rivier de Garigliano en de Golf van Policastro.
Curule-stoel die is afgeleid van de vouwkrukken met gekruist onderstel uit het oude Egypte. De stoel wordt gekenmerkt door een niet-vouwbare curule-onderstel met daarop een verstelbare rugleuning van reliëfleer of riet. Aangenomen wordt dat ze van Spaanse herkomst zijn en ze zijn genoemd naar de havenstad op het schiereiland Yucatán. Veelvuldig aangetroffen in Louisiana tussen plantagemeubilair uit de 19de eeuw.
Lampen die zijn ontworpen om op geraffineerde terpentijn te branden. Ze hebben een Argandbrander zonder apart reservoir en een knopvormige deflector om de vlam te verspreiden.
Verwijst naar een Europese periode en cultuur waarin gereedschap maken centraal stond en die teruggaat tot het 4de millennium v. Chr., genoemd naar de opgravingen bij Campigny in Haute-Normandie (Frankrijk). Deze cultuur begon in de mesolithische periode, maar ontwikkelde zich verder in de neolithische periode en verspreidde zich over bijna geheel Noord- en Centraal-Europa en de Britse eilanden.
Wordt gebruikt voor lijsten met een gebeeldhouwd lijstwerk die zijn versierd met kleine spiegeltjes en bloemen, onderbroken door onversierde stukken. Ze zijn vernoemd naar de Venetiaanse schilder Giovanni Antonio Canaletto uit de 18e eeuw.
Wordt gebruikt voor sofa's met een S-vorm waarbij de uiteinden naar binnen zijn gebogen zodat twee mensen met hun gezicht naar elkaar toe kunnen zitten. Gebruik 'confidentes' voor sofa's met een rechte voorkant en kleine, driehoekige zittingen die soms afneembaar zijn en aan de buitenzijden van de armleuningen zitten.
Algemene naam voor hout van een van verschillende hardhoutsoorten met een gele of oranje kleur, waaronder diverse moerbei-, arariba- en tulpenbomen.
Verwijst naar lage schermen die als scheidingswand tussen het koor en het schip fungeerden. In de vroegchristelijke periode werden ze veelvuldig toegepast, met name in Rome, en ze bleven tot in de Middeleeuwen in gebruik. Dit vroege type koorafsluiting werd geleidelijk uitgebreid tot het hogere, diepere en doorgaans rijker gedecoreerde koorhek.
Een bruine plantaardige was verkregen uit een inheems onkruid uit Texas en Mexico. Het verleent hardheid aan mengsels met was en andere samenstellingen.
T-vormige of horizontale balkachtige of staafachtige kaarsenhouders, meestal van hout en soms van smeedijzer. Ze worden gebruikt in kerkelijke context.
Hondachtige in de Nieuwe Wereld, die leefde tijdens het Pleistoceen (1.600.000 tot 10.000 jaar geleden) en van de hedendaagse wolf verschilt doordat hij groter was en een zwaardere schedel, kleinere hersenen en betrekkelijk lichte ledematen had. De soort was wijdverbreid; er zijn overblijfselen gevonden in Florida, de Mississippivallei, de Vallei van Mexico, de La Brea Tar Pits van Los Angeles en op andere plaatsen. Hoewel de reuzenwolf nauw verwant was met de hedendaagse grijze wolf, was hij niet de directe voorouder van een thans bekende soort. Het typespecimen (een gefossiliseerde onderkaak) van de reuzenwolf werd gevonden in Evansville (Indiana) in de zomer van 1854, toen de waterstand in de rivier de Ohio bijzonder laag was.
Diepe laagten met steile wanden in de aardkorst, waardoor dikwijls over de bodem een rivier stroomt; veel voorkomend in aride en semi-aride gebieden; te onderscheiden van 'valleien' (aardoppervlakten), die eerder worden gekenmerkt door een vlak landschap dan door hoge, steile hellingen; te onderscheiden van 'kloven' (aardoppervlakten) die doorgaans kleiner, smaller en rotsachtiger zijn.
Wordt gebruikt voor kleine rekjes met vakken voor bladmuziek, boeken of losse paperassen.
Een veelgebruikt grijs bordpapier of karton waarop wit katoenweefsel is geplakt of gelijmd dat is bewerkt voor gebruik met olieverf.
Chemisch zuiver, melkachtig, kleverig sap van diverse tropische bomen en andere planten, voornamelijk van cachuchu, als volledig ruw materiaal of gedroogd boven vuur. Wordt gebruikt voor de productie van 'rubber'.
Catboten die in de jaren 70 van de 19e eeuw zijn ontwikkeld in het gebied rond Cape Cod en Martha's Vineyard, in de Amerikaanse staat Massachusetts, en over het algemeen worden gekenmerkt door de verhouding 1:2 tussen de breedte en lengte van de boot, een hoog vrijboord, grote kuip, een vierkante, loodrechte achtersteven en een groot buitenboords roer; werden in eerste instantie gebouwd voor de visserij en later als plezierjacht gebruikt. Ze onderscheiden zich van de 'Great-South-Baycatboten', doordat die een lager vrijboord, een smallere breedte en een overhangendhek hebben.
Houtskeletwoning met één of anderhalve woonlaag, overdwars zadeldak, centrale schoorsteen, steil dak en kenmerkende buitenwanden van overnaadse planken of dakspanen. Dit waren kleine huizen die werden aangetroffen in het koloniale New England, met name in Massachussetts, tijdens de 18de eeuw. Het Cape Cod-huis werd ook in de 20ste eeuw in de Verenigde Staten populair, toen de stijl nieuw leven werd ingeblazen.
Levantijns leer uit Zuid-Afrika van de beste kwaliteit, gemaakt van de huid van grote kaapgeiten. Het werd door Franse meesterbinders gebruikt voor zeer fijne boekbanden.
Bij loodgieten, een sokverbinding tussen twee gelijke pijpen op dezelfde lijn, door het uiteinde van de ene pijp te verbreden en het schuin aflopende eind van de andere daarin te steken.
Mengsel dat de oppervlaktespanning van een vloeistof waaraan het wordt toegevoegd kan verminderen.
Pennen met een punt in de vorm van een zeer dunne cilindrische buis. De opening aan de ene kant komt in contact met het schrijfpapier en de opening aan de andere kant is verbonden met een inktreservoir (maar het kunnen ook dooppennen zijn). Ze worden voornamelijk gebruikt in registratieapparatuur, maar ook om mee te schrijven en te tekenen. In tegenstelling tot andere soorten pennen die ook gebruik maken van de capillaire werking van dunne buisjes, hebben ze aan het uiteinde geen balpunt, viltstift, naald of een ander object, maar zorgt de kleine diameter van de buis en de externe luchtdruk voor regulering van de inktstroom.
Burchten in oude Romeinse steden, met name de burcht van Rome; daarvan afgeleid ook de gebouwen van de volksvertegenwoordiging in de verschillende staten van de V.S.
Beweegbare sloffen of drukbarren die gebruikt worden op snaarinstrumenten met fretten en piano's om benedenwaartse druk uit te oefenen op sommige of alle snaren, waarbij de toonlengte wordt verkort.
19e eeuwse dameshoeden die vaak een zachte, gerimpelde bol hebben en een stijve rand met linten die aan de zijden of onder de kin worden vastgestrikt.
Taferelen die gebouwen waarheidsgetrouw, maar in een denkbeeldige groepering tonen.Te onderscheiden van 'vedute ideate' : taferelen die realistisch ogen maar zijn samengesteld uit denkbeeldige elementen.Termen vooral gebruikt voor achttiende-eeuwse Italiaanse schilderijen en prenten.
Verwijst naar een mesolithische gereedschapscultuur, vooral aangetroffen in de binnenlanden van Noord-Afrika en genoemd naar de opgravingen bij Jabal al-Maqta in de buurt van Qafsah of Capsa (Tunesië). Men vermoedt dat deze cultuur deels samenviel met de iets vroegere Oraanse cultuur die vaker werd aangetroffen in kustgebieden. De cultuur is schijnbaar verwant aan de oudere Gravettien cultuur in Europa en de gereedschappen zijn kenmerkend voor de laatglaciale Würmtijd, al lijkt deze cultuur vooral te hebben gebloeid in postglaciale tijden. De cultuur onderscheidt zich van de Oraanse cultuur door de diversiteit aan gereedschappen, waaronder grote pijlbladen en burijnen. Sommige Noord-Afrikaanse rotsschilderingen worden aan volkeren uit deze cultuur toegeschreven.
Hotels die voornamelijk zijn bedoeld voor Japanse forensen die de laatste trein naar de voorsteden hebben gemist. De kamers zijn eenpersoons cabines, meestal opeengepakt in lange rijen van twee verdiepingen. Ze beschikken over kleurentelevisie, radio, ventilatiesystemen en wekkers.
Een zware, olieachtige substantie die is gedestilleerd uit een antraceenolie- of creosootoliefractie van koolteer, soms behandeld met chloor of iets anders; wordt gebruikt als een houtconserveringsmiddel, desinfectans of insecticide.
Type lichtgewicht doordrukpapier dat wordt gebruikt voor het dupliceren van typewerk of tekst die met potlood of pen wordt geschreven. Het papier is aan een kant bedekt met donker pigment en een oplosmiddel, gewoonlijk een mengsel van was en oliën, dat wordt overgebracht op een kopieeroppervlak, zoals papier, door de druk die tijdens het schrijven met de hand of typemachine wordt uitgeoefend. Vlekvrij carbonpapier heeft een extra laag plastic lak.
Verwijst naar afdrukken die worden gemaakt door het combineren van carborundum met kunsthars of vernis. Dit mengsel wordt verhard op een plastic of metalen steun, waarna verschillende verhitte gereedschappen worden gebruikt om lijnen te snijden. Deze druktechniek werd in de jaren 60 van de 20ste eeuw uitgevonden door de Franse kunstenaar Henri Goetz (1909-1989), die ontdekte dat carborundum als een inkthoudende 'tand' kon fungeren. Veel carborundumdrukken lijken op intagliodrukken.
Lampen die gebruik maken van Cardans (1550) aanpassing van het barometrische aanvoerprincipe, waarbij de brandstof vanuit een groot reservoir naar behoefte wordt aangevuld zonder dat gebruik hoeft te worden gemaakt van pompen of kantelen.
Aanduiding voor de noord-zuid-as die de oude Romeinen gebruikten bij het opmeten en indelen van stukken land waarop ze steden wenste te bouwen, en, bij uitbreiding, ook de aanduiding voor de belangrijkste, lees de breedste en meest grootschalig straten die van noord naar zuid lopen in regelmatig aangelegde Romeinse steden.
Genus waartoe de putters, barmsijzen, groenlingen, kneuen, fraters, en niet-Afrikaanse sijzen behoren.
Hout van de Pinus caribaea, afkomstig uit Midden-Amerika, Cuba, de Bahama's en de Turks- en Caicoseilanden.
De hardste plantaardige was, verkregen uit de bladeren van de Braziliaanse palm; wordt gebruikt in samenstellingen van was en ander materiaal voor hardheid en houdbaarheid.
Te gebruiken voor de feestelijke periode van bals, maskerades, optochten en algehele prtetmakerij,gehouden vóór de Vasten, gedurende de periode tussenKerstmis en Vastenavond tot de laatste paar dagen voor de Vasten, dat per stad en land verschilt. Gebruik 'kermissen' voor reizende of seizoensgebonden amusement met attracties, kansspelen, ritjesin een reuzenrad en ander soortgelijk vermaak.
Koperen blaasinstrument dat in de Ijzertijd werd gebruikt door de Kelten, gelijkend op een lange trompet die verticaal wordt gehouden en eindigt in een beker in de vorm van een dierenkop, meestal een zwijn. Werd gebruikt bij oorlogsvoering om de troepen op te hitsen en vijanden te intimideren.
Verwijst naar de Engelse bouwkundestijl tijdens de regeerperiode van Charles I en Charles II tussen 1625 en 1685, die wordt geassocieerd met bouwwerken van rode baksteen met schilddaken zoals die vooral veel voorkwamen tussen 1640 en 1670.
Beschrijft werken die zijn vervaardigd door de bewoners van de Carolinen. De bevolking van de Carolinen bracht diverse kunstvormen tot ontwikkeling, zoals kano-ontwerpen, architectuur, persoonlijke ornamenten, houders, tatoeages, weven met een weefgetouw en vlechtwerk; meestal betreft het functionele, eenvoudig uitgevoerde objecten.
Kanonnen die rond 1778 voor het eerst werden vervaardigd door de Carron Iron Company in Falkirk, Schotland, en die werden gebruikt tot aan het einde van de 19e eeuw. Het waren korte, lichte kanonnen in verhouding tot hun kaliber, ze hadden geen taatsen en ze werden voornamelijk gebruikt op schepen om van dichtbij boordsalvo's af te vuren.
Verwijst naar de stroming in de neogotische periode in de architectuur die zich kenmerkt door het gebruik van gotische vormen in woonhuizen, voornamelijk in het noordoosten en midwesten van de Verenigde Staten in het midden van de 19de eeuw, en door het gebruik van ornamentzagen bij de bouw. De stijl behelsde een merkwaardige poging om originele gotische proporties en ornamenten, zoals arkels, spitsen en spitsbogen, te imiteren en toe te passen zonder dat deze in een logische ruimtelijke verhouding tot het huis stonden.
Verwijst naar kleine foto's, bevestigd op een kartonnen ondergrond, in het bijzonder de fotografische kaarten die de Parijse fotograaf André-Adolphe-Eugène Disdéri in 1854 patenteerde en soortgelijke kaarten gemaakt door Mathew B. Brady en andere fotografen. In de jaren 70 van de 19de eeuw raakten de kaarten, doorgaans portretten, uit de mode. De afbeelding was standaard 8,2 bij 5,7 cm. Vaak werd een camera met meerdere lenzen gebruikt om de foto's te maken, zodat op één negatiefplaat van normale grootte meerdere beelden werden vastgelegd. Door de volledige afdruk van de plaat vervolgens in stukken van 10,2 bij 6,4 cm te snijden en op opzetkarton te bevestigen, ontstonden de kaarten die aanvankelijk als visitekaartjes dienst deden. Later werd het gebruikelijk de foto's uit te wisselen op verjaardagen en tijdens vakanties, en deze visitekaartjes van vrienden, familieleden en beroemdheden te verzamelen in albums.
Personen die humoristische afbeeldingen maken om daarmee commentaar te leveren op bijvoorbeeld actuele gebeurtenissen, sociale gewoonten of politieke tendensen, waarbij de afbeeldingen meestal op losse of schetsmatige wijze zijn uitgevoerd.
Kleine cilindervormige plooien die in een rij geschikt zijn en zo op een militaire patroongordel lijken, decoratief gebruikt om een kleding of behangsel een militaire connotatie te geven.
Benaming die door verzamelaars wordt gebruikt voor Amerikaanse gedraaide leunstoelen uit de 17e eeuw die zijn gevormd naar een stoel van John Carver die gouverneur was van de kolonie van Massachusetts Bay. Zulke stoelen hebben sterk gedraaide poten en decoratieve spijlen. In tegenstelling tot Brewsterstoelen zitten de spijlen alleen aan de achterkant en onder de armleuningen en niet onder de zitting.
Genus van ongeveer achttien soorten loofbomen waarvan het hout en de noten worden gebruikt, en die inheems zijn in het oosten van Noord-Amerika en het oosten van Azië. In Europa en het westen van Noord-Amerika en op Groenland en IJsland zijn fossiele resten gevonden van soorten die tot dit genus behoorden. De bomen hebben sterk en zwaar hout en produceren steenvruchten (meestal met een harde, houtachtige schil of dop) waarin ���noten' zitten. De pitten in de ���noten' van diverse soorten zijn eetbaar.
Boom die voorkomt in het oosten van de Verenigde Staten en Canada. De boom produceert peervormige noten die voor veel wilde dieren een belangrijke voedselbron vormen. Het hout gebruikt men op verschillende manieren, onder meer als brandhout voor huizen.
Langzaam groeiende en lang levende boom die inheems is in het gebied dat zich uitstrekt van de Canadese provincie Ontario tot de Amerikaanse staten Minnesota en Florida en tot Mexico, maar het meest voorkomt in het lage stroomgebied van de rivier de Ohio en vervolgens naar het zuiden langs de rivier de Mississippi tot in Midden-Arkansas. Men vindt de soort veel in de grote riviermoerassen in Midden-Missouri en het stroomgebied van de rivier de Wabash in Indiana en Ohio. De boom heeft een lange penwortel en is daardoor moeilijk te verplanten. Daarnaast is de soort gevoelig voor schade door insecten. De zoete, eetbare noten zijn de grootste van alle noten die door bomen uit het genus Carya worden geproduceerd. Ze zitten echter in een zeer harde schil. De noten worden geoogst door mensen, maar ook gegeten door dieren, zoals eenden, kwartels, wilde kalkoenen, eekhoorns, aardeekhoorns, herten, vossen, wasberen en witvoetmuizen.
Grote boom die inheems is in het oosten van de Verenigde Staten en het zuidoosten van Canada. De boom kan 27 meter hoog en 200 jaar oud worden. Volwassen bomen zijn te herkennen aan hun ruwe dakspaanachtige schors. Jonge bomen hebben een gladde schors.
Gevarieerde orde van 33 families, 692 genera en ongeveer 11.000 soorten bomen, struiken, lianen, mangroven, stam- en bladsucculenten, eenjarige planten en zelfs vleesetende planten. Bijna de helft van de families zijn zeer klein, met elk minder dan een tiental soorten. Veel leden van deze orde zijn aangepast aan zoute en woestijnachtige omgevingen. Ze hebben opvallende fysiologische eigenschappen die hen in staat stellen in dergelijke omgevingen te overleven, waaronder de mogelijkheid om insecten te vangen en te verteren.
Wordt gebruikt voor door mensenhanden gemaakte trapsgewijze watervallen, ofwel naturalistisch ofwel architectonisch van vorm.
Aanduiding voor Chinese munten gemaakt van gegoten basismetaal met een vierkant gat in het midden die tussen de 7e en de 19e eeuw werden uitgegeven.
Wordt gebruikt voor openbare gelegenheden voor kansspelen, maar waar men kan dansen en algemeen verpozen, vaak met voorzieningen voor eten en drinken en muziek; gebruik 'gokhuizen' voor soortgelijke gebouwen van minder allure.
Italiaanse, houten bankjes met een ruimte onder de zitting die vaak de vorm van een 'cassone' met een rechtopstaande rugleuning heeft.
Houtachtige struik die inheems is in Zuid-Amerika. De struik verbouwt men vanwege zijn eetbare knoldragende wortel. Het is de op twee na belangrijkste bron van eetbare koolhydraten in de wereld, hoewel de meeste variëteiten giftig zijn als men ze niet op de juiste manier bereid. Men gebruikt de wortels voor het maken van meel, brood, stijfsel en een alcoholische drank. Cassave werd waarschijnlijk voor het eerst verbouwd door de Maya's, op het schiereiland Yucatán.
Houders waarin aromatische tabletten kunnen worden verbrand of vloeibaar parfums kunnen worden verdampt. Vaak in de vorm van een vaas met deksel met gaten in de schouder of de deksel, of met een doorboorde of opengewerkte decoratie. Soms gemaakt in de vorm van een drievoet, vooral een athéniènne. Gebruik 'wierookbranders' voor andere houders van uiteenlopende vorm die worden gebruikt om wierook te branden om een ruimte te parfumeren. Gebruik 'potpourri-vazen' voor vaasachtige houders met deksel die voornamenlijk worden gebruikt voor het verbranden of het verdampen van resp. vaste of vloeibare reukstoffen.
Verwijst naar kisten, met name Italiaanse kisten die vanaf de 14de tot en met de 16de eeuw werden vervaardigd, hoofdzakelijk in Florence, Siena en de Veneto. Vaak waren ze voorzien van rijk beeldsnijwerk of rijke decoraties met pastiglia en geschilderde panelen. Meestal liet men ze per paar vervaardigen wanneer een huis werd ingericht voor een jong echtpaar, en werden ze door de bruidegom gekocht.
Kleine tot middelgrote kastanje die oorspronkelijk inheems was in Japan en Zuid-Korea, maar tegenwoordig op grote schaal wordt gekweekt in Taiwan en het oosten van China. In Japan is het een belangrijke boom vanwege zijn zoete, eetbare kastanjes. Er zijn verschillende cultivars die zijn geselecteerd om grote vruchten te produceren. De soort is resistent tegen kastanjekanker, de schimmel die de Amerikaanse kastanje bijna uitroeide. De Japanse kastanje heeft men gebruikt om kruisingen te kweken die resistent zijn tegen deze boomziekte.
Grote bladverliezende productieboom en in bossen voorkomende boom die inheems is in geheel Noord-Amerika. Een schimmel met de naam kastanjekanker die per ongeluk werd geïntroduceerd in het begin van de twintigste eeuw doodde echter de meeste bomen. Daarvoor was het een van de belangrijkste in bossen voorkomende bomen in zijn verspreidingsgebied. Er zijn nu nog maar enkele volwassen exemplaren binnen het oorspronkelijke verspreidingsgebied, hoewel er nog wel veel kleine spruiten zijn van bomen die zijn doodgegaan.
Kastanjesoort die inheems is in China. De kastanjes zijn lokaal van belang als voedsel en worden in grote hoeveelheden geëxporteerd. Wanneer men deze boom dicht bij andere soorten kastanjes plant, treedt er gemakkelijk kruisbestuiving op en ontstaan er kruisingen. Tijdens zijn evolutie heeft de soort lange tijd samengeleefd met kastanjekanker, een schimmel die zich in de schors nestelt, en heeft daardoor een goede weerstand tegen deze boomziekte ontwikkeld. De boom is er niet immuun voor, maar wanneer besmetting optreedt, is de schade voor de boom niet ernstig. De Amerikaanse kastanje heeft die weerstand echter niet, en toen kastanjekanker aan het begin van de twintigste eeuw per ongeluk vanuit Azië in Noord-Amerika werd geïntroduceerd, werd deze soort bijna uitgeroeid.
Verwijst naar de Italiaanse aardewerkstijl die in de 17de en 18de eeuw werd geproduceerd in de regio Abruzzo. De stijl is oorspronkelijk afgeleid van het istoriato, maar ontwikkelde een lokaal karakter door het gebruik van natuurlijke kleuren zoals olijfgroen, bruin en geel en religieuze, mythologische en landschappelijke thema's gebaseerd op het werk van barokkunstenaars.
Wordt gebruikt voor Romeinse waterdistributiebouwwerken, meestal reservoirs, die zijn gebouwd op plaaten waar water dat is aangeleverd via een aquaduct naar verschillende punten in de stad wordt gestuurd.
Kleine, oude Romeinse versterkte stadjes of buitenposten
Wordt gebruikt voor permanente Romeinse militaire kampementen opgezet volgens een rastervormig patroon; ook een aanduiding voor kastelen, forten of versterkte torens.
Middeleeuwse rouwgebouwen bestaande uit hoge boogconstructies van hout of metaal met een aantal stijlen of zuilen die een of meer steile daken ondersteunen. Ze werden gebruikt om het stoffelijk overschot van een hooggeplaatst persoon in te plaatsen. De vorm was een voorloper van de katafalk.
Ondergrondse gangenstelsels die werden gebruikt als begraafplaatsen, meestal onsystematisch en onregelmatig van opzet met uitgestrekte netwerken van gangen en bestaande uit meerdere verdiepingen.
Een traditionele weeftechniek uit Québec waarbij oud textiel dat in stroken is gescheurd, wordt gebruikt als inweefsel; deze techniek wordt gebruikt voor beddengoed en vloertextiel.
Verwijst naar de cultuur van de Catawba, een Noord-Amerikaanse indianenstam uit de Sioux-taalgroep die in het gebied rond de rivier de Catawba in North en South Carolina leefde. Hun belangrijkste dorp bevond zich op de westoever van de rivier in wat nu het gewest York in South Carolina is.
Instrumenten die kleine hoogteverschillen meten, bijvoorbeeld tussen twee kwikkolommen.
Korte pluizige vezels afkomstig van de cilindervormige bloemen van planten van het genus Typha. Wordt gebruikt voor het vullen van kussens, voor stoffering, reddingsvesten en als sorbentia; de vezel levert geluids- en warmte-isolatie en drijfvermogen.
Kleine wormachtige weekdieren die in de diepzee leven en geen schaal of aparte pootjes met spieren hebben, maar wel schubben en kalkhoudende scleriten (stekels). Ze staan verticaal in zachte sedimenten en halen hun voedsel uit organisch bezinksel. In sommige classificaties wordt deze onderklasse net als Solenogastres een klasse genoemd. Hier worden de twee ondergebracht in de klasse Aplacophora.
Ornamentele schachten die omhoog komen tussen de bladeren van een Corinthisch kapiteel, van waaruit de voluten ontspringen en waarop de fleurons soms worden gedragen.
Een vliegenmepper gemaakt van haar of veren of een nabootsing daarvan, in Azië gebruikt door dienaars van mensen van koninklijken bloede of hoogwaardigheidsbekleders, met name op het Indiase subcontinent.
Te gebruiken voor nauwsluitende broeken die over het schoeisel vallen, met een band onder de zool, vooral gedragen als onderdeel van een militair uniform of bij het paardrijden. Ook te gebruiken voor losvallende broeken die als beschermende kleding over kniebroeken of andere tweedelige kledingstukken worden gedragen door militairen en anderen, vooral in de 18de en 19de eeuw.
Wordt gebruikt voor tekeningen met scheve projectie waarin het verticale vlak parallel is aan het projectievlak (tekenvlak), en alle drie de ruimtelijke assen op dezelfde schaal worden getekend.
Portugese, meestal viersnarige gitaren. Hun formaat ligt tussen de ukelele en de mandoline in.
Compact discs waarop een grote hoeveelheid gedigitaliseerde informatie kan worden opgeslagen die alleen kan worden gelezen.
Optische schijven met digitaal gecodeerde geluidsopnamen, gegevens of programma's die door een laserstraal kunnen worden afgetast, gedecodeerd en doorgegeven aan een afspeelsysteem, computerbeeldscherm of televisietoestel.
Tropische Amerikaanse productieboomsoort uit de mahoniefamilie (Meliaceae), die vermaard is om zijn sterk geurende hout, met kleine bloemen die vertakt en groepsgewijs groeien. Iedere vrucht is een doosvrucht met daarin tal van gevleugelde zaden.
Een zacht grijsgroen ijzersilicaatmineraal dat voor het eerst in 1847 werd beschreven de buurt van Verona in Italië. Het is een mica-achtig mineraal dat als een pigment is aangetroffen in bepaalde Chinese en Indiase schilderijen.
Evenementen die dankbare of gelukkige voldoening of eerbewijs tonen, waarbij wordt afgezien van alledaagse zaken of andere afwijkingen van de gebruikelijke routine. Gebruik 'herdenkingen' voor evenementen die met name dienen om iemand of iets te herdenken.
Gewoonlijk het binnenste, besloten gedeelte van een Griekse of een Grieks-Romaanse tempel die subkamers omvat zoals de hal, het sanctuarium of de centrale ruimte en de schatkamer. Wordt soms als synoniem gebruikt voor 'naos', maar volgens sommige wetenschappers verwijst deze laatste term uitsluitend naar de centrale ruimte.
Te gebruiken voor functionarissen in kloosters en andere religieuze gemeenschappen die verantwoordelijk zijn voor de bevoorrading, met name van levensmiddelen, en voor de bedrijfsvoering van de keukens, voor het werk en het gedrag van bedienden en lekenbewoners, voor de inkoop en levering van goederen en voor alle aspecten met betrekking tot het beheer van het gebouw die niet specifiek aan anderen zijn toegewezen.
Dressoirs die aan één kant ruimte voor wijnflessen hebben en aan de andere kant een gewone la of een la die met lood is gevoerd, waarin glazen kunnen worden gewassen.
Wordt gebruikt voor kleine kisten of kasten, meestal met slot en handvatten aan de zijkant, waar flessen wijn of sterke drank in worden bewaard. Gebruik 'wijnkoelers' voor met metaal gevoerde vaten of standaarden waarin wijnflessen worden gekoeld. Gebruik 'celleret sideboards' voor buffetten die aan één kant ruimte hebben voor wijnflessen.
Glanzend, transparant materiaal gemaakt van geregenereerd cellulose, typisch in de vorm van dunne vellen; gewoonlijk vochtdicht en soms gekleurd. Het is ongevoelig voor droge gassen, vet en bacterieën en wordt als verpakkingsmateriaal gebruikt voor voedsel en andere koopwaar, vensterenveloppen en zakjes die worden gebruikt voor dialyse.
Een taai, synthetisch thermoplastic dat zeer brandbaar is maar meestal niet explosief; hoofdzakelijk samengesteld uit cellulose-nitraat met kamfer of een andere weekmaker.
Onder metselaars bekend als puur cement, zonder toevoeging van zand.
Wordt gebruikt voor biljoengoud of koperen munten van het Romeinse Keizerrijk; werden uitgegeven vanaf halverwege de 4e eeuw.
Wordt gebruikt voor lijsten waarin de decoratie van hoeken en centra wordt benadrukt. Dit gebeurt meestal door het plaatsen van cartouches.
Manier van boekversiering die tussen 1550 en 1650 in Engeland populair was, gekenmerkt door ontwerpen die waren geïnspireerd op islamitische kunst en die men gewoonlijk in de band perste, met zowel versiering van de hoeken als het middelste gedeelte. Voorheen noemde men dit de 'Lyonees boekbinden'.
Gepunte stalen ponsen waar met een hamer op wordt geslagen om metaal te merken.
Lange, smalle, soepele stroken linnen, staal of velijnstof met een schaalverdeling voor het meten van afstanden, die vaak opgerold worden bewaard in een beschermend omhulsel waarin ze na gebruik weer kunnen worden opgewonden.
Verwijst naar de regionale stijl van Centraal-Java. Decoratieve kunsten en kostuums uit dit gebied worden vaak gekenmerkt door het gebruik van teritik voor het omlijnen van motieven, textielproducten die worden gedragen als hoofddoeken, grote ceremoniële omslagdoeken en sjerpen en kain kembangan bloem- en plaidmotieven. De textielmethode van de productie die bekend staat als ‘ikat’ wordt gebruikt voor het aanbrengen van patronen, waarbij gedeelten van patronen van draad worden afgebonden om de verfstof tegen te houden. Hofkledingstijlen werden gekenmerkt door appliqué op geïmporteerde zijden textielstoffen die over het effen, centrale ruitvormige gebied van een borstkleed en ceremoniële omslagdoeken werden aangebracht. In de beeldhouwkunst wordt de stijl gekenmerkt door de vroegste voorbeelden van stenen monumenten en candi's, zeldzame afbeeldingen van hindoegoden, reliëfpanelen die rigide, kloksgewijze narratieve sequenties afbeelden en Boeddhabeelden gezeten op leeuwentronen. Centraal in religieuze beeldhouwkundige programma's staat het elitaire karakter van het boeddhisme, waardoor boeddhistische iconografie en kunst de overhand hadden. In tegenstelling tot stijlen in andere gebieden van Java, wordt deze stijl niet gekenmerkt door een traditie van gegraveerde stenen afbeeldingen. In de architectuur wordt de stijl gekenmerkt door getrapte sanctuaria, afgeknotte piramideconstructies en makara-ornamenten ter versiering van trappen.
Beschrijft werken die zijn vervaardigd door het gelijknamige Afrikaanse volk, dat in het oosten van de Democratische Republiek Congo leeft en een subgroep van de Luba vormt.
Airconditioningsystemen die worden bestuurd vanuit één of meerdere gecentraliseerde afdelingen die een heel gebouw of complex voorzien van gereguleerde lucht.
Beschrijft werken die zijn vervaardigd door het gelijknamige Afrikaanse volk, dat in de Democratische Republiek Congo leeft, tussen de rivieren de Kwilu en de Loange, en een subgroep van de Pende vormt.
Een middeleeuwse term voor een emulsie van lijmoplossing en gesmolten bijenwas. Het werd in oude recepten gebruikt als bindmiddel voor verf op waterbasis.
Genus van één tot drie soorten uit het Middellandse Zeegebied van Europa, Azië en Afrika. Men denkt dat het een archaïsch overblijfsel is van zijn familie. Lang werd gedacht dat het genus slechts één levende soort (C. siliqua) bevatte, maar inmiddels denken sommige wetenschappers dat bepaalde Afrikaanse soorten er ook toe behoren.
Messen, vaak gestileerd van vorm of rijkelijk versierd, die worden gebruikt bij ceremoniële aangelegenheden.
Zwaarden die een rol spelen in openbare staatsaangelegenheden of officiële ceremonies of rituelen en die afwisselend op het lichaam of in de hand worden gedragen, of worden overhandigd als symbolen van eer of macht.
Formeel optreden of meerdere optredens, met name die welke uitgebreid en plechtig en volgens de voorgeschreven procedures in een protocol of ritueel van religie, staat, gerecht, maatschappij of stam worden uitgevoerd. Gebruik 'herdenkingen' voor gebeurtenissen die dienen om iets of iemand te herdenken.
Bijlen, vaak gestileerd van vorm of rijkelijk versierd, die worden gebruikt bij ceremoniële aangelegenheden zoals symbolen of uitingen van sociale positie, macht, rijkdom of andere kenmerken van prestige zoals goddelijkheid of gespecialiseerde kennis op het gebied van godsdienst en ritueel.
Knotsen die vooral een ceremoniële functie hebben en niet als wapens werden gebruikt. Een ceremoniële knots is een object in de vorm van een staf of een knuppel, gewoonlijk met een knop of een ander bovenstuk, dat vaak rijk versierd is en wordt gedragen door priesters of andere geestelijken, magistraten en academici als symbool van hun bevoegdheid of functie tijdens een plechtige ceremonie. Voorbeelden zijn afkomstig uit de Egyptische oudheid, precolumbiaans Amerika, Europa en Noord-Amerika. Gebruik ���scepter' voor vergelijkbare objecten die door leiders worden gedragen.
Orde die men gewoonlijk beschouwt als een afwijkende vroege zijtak van de klasse Anthozoa.
Genus van insecten met een zacht schild. Bij veel leden van dit genus zijn de vrouwtjes bedekt met een wasachtige substantie.
Het officieel verklaren dat iets geldig is of voldoet aan een norm of, met betrekking tot mensen, dat aan een gebruikelijke mate van geschiktheid of bevoegdheid is voldaan.
Verwijst naar de stijl en cultuur van een weinig bekend precolumbiaans volk dat in de nevelwouden in het noorden van Peru leefde. Ze zijn vooral bekend om hun graftombes die hoog op de bergwand werden aangebracht, met daarin mummies en figuren van steen en mahoniehout. De bloeiperiode van de cultuur lag tussen 800-1536 n. Chr.
Te gebruiken om werk te beschrijven dat is vervaardigd door het gelijknamige Afrikaanse volk dat leeft op de hellingen van de Kilimanjaro in het noordoosten van Tanzania.
Type muurdecoratie dat bestaat uit verticale banden van rustiek uitgevoerd metselwerk, waardoor het oppervlak wordt verdeeld in panelen of vakken. Veel gebruikt in de Franse huisarchitectuur van de 17e eeuw.
Wordt gebruikt voor boeddhistische, uit rotsen gehouwen tempels of heiligdommen.
Lange Thaise citers in de vorm van een krokodil.
Verwijst naar de periode en cultuur die wordt geassocieerd met de overgangsfase tussen Steentijd en Bronstijd en die zich kenmerkt door het beslaan, smelten en gieten van koper voor versieringen en gereedschappen, te onderscheiden van de technieken in de Bronstijd omdat het koper niet of zelden in een legering werd gecombineerd met tin of een ander metaal. In deze periode werden stenen gereedschappen gebruikt naast metalen gereedschappen. Deze culturen ontwikkelden zich op verschillende tijden in verschillende delen van de wereld, van het vroege, spaarzame gebruik van koper rond 7000 v. Chr. in het Nabije Oosten tot het wijdverbreide gebruik rond 1900 v. Chr. in Brittannië.
Wordt gebruikt voor Zwitserse herdershuizen, meestal van hout met blootliggende constructiedelen en vooruitstekende bovenverdiepingen, en verder voor ieder ander soort huis dat in Zwitserse stijl is gebouwd.
Doeken, meestal van linnen en vaak geborduurd met religieuze inscripties, om broden (challa) mee te bedekken die vaak in ingewikkelde vlechtvormen worden gebakken en voor de Joodse sabbat en feestelijke maaltijden worden gebruikt.
Verwijst naar de stijl die ontstond in het voormalige koninkrijk Champa en later opging in stijlen van de Vietnamese regio en andere delen van Zuidoost-Azië. De Cham-invloed in de Vietnamese regio groeit door de verspreiding van animistische geloven, Javaanse modellen en motieven, en stijlen en geloven met Indiase invloeden. Brahmaanse tempels versierd met vrouwelijke afbeeldingen, ceremoniële rites uitgevoerd ter ere van tot goden verheven helden, en uit het shivaïsme, visjnoeïsme en mahayana-boeddhisme overgenomen religieuze thema's nemen een belangrijke plaats in.
Beschrijft werk dat is vervaardigd door het gelijknamige Afrikaanse volk dat leeft in het district Tanale-Waja, de voormalige provincie Bauchi, in het noordoosten van Nigeria.
Verwijst naar een regionale school van Pahari-miniatuurschilderkunst die wordt geassocieerd met de grote staat Chamba in het heuvelgebied van Punjab. Het culturele erfgoed van Chamba is goed bewaard gebleven, een gevolg van de natuurlijk beschermde ligging van de staat. Door de gehele geschiedenis van de Chamba-schilderkunst heen hebben buitenlandse schilders er hun stempel op gedrukt. De schilderijen uit de tweede helft van de 17de eeuw zijn naturalistisch van aard, met een voorkeur voor lichte kleuren, een bijzondere weergave van de handen, en opvallend smalle polsen. In de 17de eeuw werden elementen uit de Basohli-schilderkunst geïntegreerd in de Chamba-schilderkunst, hetgeen leidde tot een warmer kleurgebruik en een meer gestileerde en decoratieve weergave van bomen. Aan het begin van de 18de eeuw kwamen sommige Chamba-schilders steeds meer onder invloed van de Basohli-kunst te staan, maar andere werken uit deze periode zijn in een overwegend inheemse stijl uitgevoerd. De aanwezigheid van kunstenaars uit Jamma wordt eveneens merkbaar aan het begin van de 18de eeuw, vooral in de gezichtstypen, die rechthoekiger van vorm worden. Andere invloeden zijn afkomstig uit de Mogol- en Guler-schilderkunst. Guler-kunstenaars, die vooral een grote invloed hebben gehad, trokken vanaf circa 1770 naar Chamba en brachten hun poëtische en expressieve stijl mee, alsmede een voorkeur voor romantische thema's. De Chamba-schilderstijl heeft zich ook in de eeuwen daarna weten te handhaven, maar in een verbrokkelde vorm.
De verzonken delen van upper stages in Elizabethaanse theaters.
Wordt gebruikt voor stedelijke islamitische bouwwerken die onderdak, opslag en bedrijfsruimte bieden aan reizende handelslieden, maar ook een aantal voorzieningen voor handelstransacties; de algemene functie lijkt op die van 'karavanserais' maar is minder versterkt, meer gericht op handel en gelegen in stedelijke omgevingen.
Koreaanse trommen met dubbel vel en een gelakte romp.
Joods religieus feest ter herdenking van de herinwijding in 164 v. Chr. van de tweede tempel in Jeruzalem nadat deze drie jaar eerder was ontheiligd op bevel van Antiochus IV Epiphanes; zo werd de Syrische koning gefrustreerd in zijn poging om het joodse geloof uit te roeien. Hoewel in het hedendaagse Israël meer de nadruk wordt gelegd op de militaire overwinning van Judas Maccabeus, roept de kenmerkende rite met het ontsteken van de menora ook het verhaal uit de Talmoed in herinnering over de kleine hoeveelheid niet-ontheiligde olie – genoeg voor één dag – die op wonderbaarlijke wijze acht hele dagen in de tempel brandde totdat nieuwe olie beschikbaar was. Chanoeka begint op 25 kislev (in december) en duurt acht dagen. In die periode worden, naast het ontsteken van de ceremoniële kaarsen, geschenken uitgewisseld en spelen kinderen vakantiespelletjes.
Lampen met acht kleine oliehouders of kaarshouders, één voor elke dag van het Chanoeka-feest. Een negende oliehouder of kaarshouder wordt de sjamasj of dienaar genoemd en wordt gebruikt om de anderen aan te steken. Ze worden vaak verward met de menorah, de heilige kandelaber die in de joodse tempel in Jeruzalem wordt gebruikt en in het boek Exodus wordt beschreven.
Verwijst naar kant die sinds de 18de eeuw wordt gemaakt in Chantilly in het Franse departement Oise. Chantillykant wordt gekenmerkt door zijn verfijndheid en is gemaakt van zijde of linnen. De ondergrond is van een zeszijdig maaswerk en een opvallend bloem- of krulmotief. Latere ontwerpen bevatten linten, naturalistische bloemen en andere motieven op een gespikkelde ondergrond. Chantillykant werd in de 19de eeuw in drie kleuren geproduceerd: wit, zwart en 'blond', de natuurlijke beige kleur van zijde. Er werden grote voorwerpen mee gemaakt, zoals sluiers, sjaals, andere kledingstukken, bedekkingen voor dressoirs en lakens. Chantillykant werd vanaf 1840 nagemaakt als machinale kant.
Een toestand van volledige verwarring en wanorde, waarbij alles uit een gedifferentieerde vormloze massa of mengeling bestaat. Stamt af van het oorspronkelijke begrip uit de oud-Griekse kosmologie, dat de oeroude leegte van het universum betekent voordat er afzonderlijke entiteiten bestonden.
Orde van ongeveer 370 soorten in 17 families, waaronder die van de plevieren, jacana's, steltkluten, kluten, grielen, jagers en alken. Er zijn drie basisvormen: waadvogels die gewoonlijk kleine dieren eten die zich in de modder of het water bevinden, watervogels met zwemvliezen en een dicht verenkleed die in het water duiken om vissen te vangen, vissen van andere vogels afpikken of aas eten, en zeevogels met een dicht verenkleed en zwemvliezen die onder water vissen of ongewervelde dieren vangen en hun vleugels gebruiken om zich voort te bewegen.
Kleine, luitachtige tokkelinstrumenten met fretten, uit het Andesgebied in Zuid-Amerika, die in vele vormen en met een wisselend aantal snaren voorkomen; van de twee belangrijkste typen is er één van hout met een plat achterblad terwijl de ander een bol achterblad heeft, gemaakt van het schild van een gordeldier.
Voertuigen op wielen, vaak met open zijden en gewoonlijk met een permanent of verwijderbaar dak, uitgerust met naar voren gerichte banken of brede zitplaatsen, typisch gebruikt voor toeristische rondritten. Vroege modellen werden door paarden getrokken, latere waren gemotoriseerd.
Middeleeuwse bewaarplaatsen voor manuscripten en andere belangrijke documenten, vooral in kerkelijke context.
Verwijst naar een type joods mysticisme dat wordt gekenmerkt door een ascetische levensstijl, strikte naleving van de geboden en luide, extatische vormen van verering en gebed. Doorgaans wordt aangenomen dat het is ontstaan in Polen in de late 18de eeuw als tegenbeweging in reactie op rabbijnse autoriteit en bepaalde joodse tradities. Chassidisme prefereert gebed boven bestudering van de Torah als een manier om met God te communiceren. Naarmate chassidisme zich over de wereld verspreidde, werd het uiteindelijk geaccepteerd als deel van het orthodoxe judaïsme.
Kleine tassen die aan een riem of gordel hangen en die populair waren van medio tot eind 19e eeuw.
Kleine Franse kastelen.
Verwijst naar een fase in de hoog-paleolithische gereedschapscultuur, waarvan wordt aangenomen dat deze zich heeft ontwikkeld in Azië maar zich later heeft geconcentreerd in de Franse regio Périgord. Deze fase kenmerkt zich door een voorkeur voor messen met een gebogen rug waarvan zowel de snijkant als de rug is geslepen en door andere stenen gereedschappen. Het Châtelperronien werd voorheen beschouwd als een vroeg stadium van de Aurignaciencultuur, maar tegenwoordig heerst de overtuiging dat het overlapt met het laag-Perigordien.
Specifiek, de ceremoniële theekom die men gebruikt bij Japanse theeceremonies. Het zijn kleine vaten zonder oren en vaak met een onregelmatige of anderszins imperfecte vorm. Traditioneel gemaakt van aardewerk en geglazuurd in zachte tinten. Gebruik ���theekommen' voor vaten met een vergelijkbare vorm die zijn bedoeld om thee uit te drinken, maar niet binnen de context van de Japanse theeceremonie ��� zoals kommen die in de achttiende eeuw in Europa werden vervaardigd, al dan niet met schotel.
Scheepsbouwmodellen bestaande uit afwisselende stroken hout in contrasterende kleuren die bij de randen aan elkaar zijn gelijmd om een ruitpatroon te vormen wanneer ze worden bewerkt, en om de doorsnedelijnen van het beoogde schip te onderscheiden.
Voor zover bekend een van 's werelds oudste bordspellen, dat wordt het gespeeld door twee mensen die tegenover elkaar zitten met tussen hen in een bord met 64 afwisselend lichte en donkere velden. De 24 schijfvormige speelstukken hebben onderscheidende kleuren. Tijdens het spel worden stukken diagonaal naar een aangrenzend leeg veld verplaatst. Om te winnen moet de speler alle stukken van de tegenstander hebben ingenomen of geblokkeerd, zodat ze niet meer kunnen worden verplaatst. Spellen die vergelijkbaar zijn met checkers werden al gespeeld in de tijd van de vroege Egyptische farao's (ca. 1600 v.Chr.), zoals vermeld in de werken van de Griekse schrijvers Homerus en Plato. In de 12e eeuw werd een vroege vorm van het spel aangepast aan de 64 velden van het schaakbord en in de 16e eeuw werd de regel van het verplichte slaan toegevoegd. Zo ontstond het spel dat in wezen hetzelfde is als het moderne checkers.
Lijsten waarin zaken kunnen worden vergeleken, geïnventariseerd, nagekeken of gedetermineerd.
Snaarinstrumenten met toetsenbord, genoemd in teksten uit de 14de tot de vroege 16de eeuw. Een nauwkeurige beschrijving van de constructie ontbreekt, maar er zijn aanwijzingen dat het een soort klavechord betrof. Dit zou hebben geleken op een orgel maar het geluid werd voortgebracht door snaren. De eerste bekende verwijzing dateert uit 1360, toen koning Edward III van Engeland een door Jehan Perrot gebouwd exemplaar schonk aan koning Jan van Frankrijk. Verwijzingen naar klavechords beginnen rond het midden van de 14de eeuw te verschijnen; omdat de klavecimbel pas na 1390 opduikt, wordt aangenomen dat met een 'chekker' geen getokkeld maar een aangeslagen snaarinstrument met toetsenbord werd bedoeld, al geeft de documentatie geen uitsluitsel.
Wetenschappers die onderzoek of werkzaamheden verrichten met betrekking tot de wetenschap die zich bezighoudt met de samenstelling en eigenschappen van de elementaire stoffen waaruit alle lichamen zijn opgebouwd, de wetten waaraan de combinaties zijn onderworpen, en de verschijnselen die gepaard gaan met de blootstelling van de deeltjes aan diverse fysieke omstandigheden.
Verwijst naar een Zuid-Chinese dynastie uit de periode 557 tot 589 n. Chr., de laatste van de Zes Dynastieën. De dynastie werd gesticht in 557, nadat Chen Baxian de Liang-keizer had afgezet; het door de Chen beheerste gebied was evenwel kleiner dan dat van hun voorgangers in de reeks dynastieën. Jiankang, de hoofdstad van de Zes Dynastieën, was een belangrijk cultureel, politiek en religieus centrum waarheen kooplieden en boeddhistische missionarissen vanuit Zuidoost-Azië en India trokken. De schilderkunst, kalligrafie, muziek en dichtkunst beleefden een bloeiperiode, mede dankzij het mecenaat van de Chen-keizers en de aristocratie. De werken van Yao Zui en Xie He laten duidelijk zien dat ook de literaire kritiek en kunstkritiek zich hadden ontwikkeld. Nadat generaal Yang Jian, hertog van Sui, zijn macht in het noorden had gevestigd, nam hij Jiankang in 589 in en vestigde daarmee de Sui-dynastie; heel China was nu verenigd.
Verwijst naar de stijl van geglazuurd porselein die tot ontwikkeling kwam tijdens de latere periode van de Ming-dynastie tussen 1465 en 1487, waarschijnlijk in de Chinese regio Ch'eng Hua. Deze stijl wordt gekenmerkt door het gebruik van het zogenoemde driekleurentype: een onderglazuurlaag in blauw met een bovenlaag in groen en rood. Op porselein van latere datum werden decoraties in vijf kleuren gebruikt.
Garen met franje, doorgaans vervaardigd door een slingerdraadweefsel te maken met de scheringdraden in gescheiden groepjes bij elkaar, waarna de stof in de lengte tot dunne repen wordt geknipt tussen de groepjes.
Beddenspreien, doorgaans in witte katoen, met opgehoogde decoratie, vervaardigd in bouclé of naaldwerk met een zware draad die op het katoen van een kaarsenpit lijkt.
Overjassen, single- of doublebreasted, in geval van single-breasted soms met blinde knoopsluiting, meestal van effen, donkere wollen stof en vaak met een fluwelen kraag. Een type dat oorspronkelijk door mannen werd gedragen in de 18e eeuw en werd aangepast voor vrouwen in de 20e eeuw.
Vuurscherm met een schuifpaneel dat tussen twee houders op vier poten staat. Te onderscheiden van 'pole screens', waarbij het scherm wordt ondersteund door een drievoetige sokkel met schacht.
Engelse schrijftafels uit de 18e eeuw met rechthoekig tafelblad waaronder ondiepe laden zitten en vier slanke, taps toelopende poten die zijn verbonden met een plank. Ze zijn vaak van satijnhout gemaakt.
Leer dat is gemaakt van de huid van een van de zeer kleine hertachtige zoogdiersoorten uit Azië en West-Afrika, tijdens de Middeleeuwen in Engeland gebruikt voor 'hulsels', een soort losse boekomslag.
Eenvoudige geometrische vormen samengesteld uit afzonderlijke V's in een verticale serie of in een reeks die een zigzag vormt.
Kralen van getrokken glas met een interne structuur van meerdere geplisseerde lagen in verschillende kleuren. Hierdoor ontstaat een meerpuntig en sterachtig patroon van chevrons om de centrale opening.
Uit hout gesneden Bamana hoofdtooien die antilopes of aardvarkens voorstellen. Ze worden gedragen door mannen die een maskerade opvoeren in paren, waarbij de ene danser een mannelijk dier voorstelt en de ander een vrouwelijk.
Verwijst naar de periode die is genoemd naar de stad Chiang Mai in noordelijk Thailand. De stijl van deze periode wordt beïnvloed door de lange politieke en religieuze geschiedenis van het gebied. In de architectuur wordt deze periode gekenmerkt door vele wat-tempelcomplexen die Birmese stilistische invloeden, Europese koloniale invloeden en de vernieuwingen van de monnik Khruba Srivijaya in de jaren 30 van de 20ste eeuw weerspiegelen. Prominente tempels uit deze periode zijn de Wat Chiang Man-tempel (1297 n. Chr.) met een vierkante stoepa die sterke Mon-invloeden weerspiegelt, de Wat Umong-tempel (1296 n. Chr.) met een stucwerkconstructie en eveneens zeer duidelijke Mon-invloeden, de Wat Phra Sing Luang-tempel (1345 n. Chr.), waarin een verguld bronzen Boeddhabeeld staat en de Wat Chedi Chet Yot-tempel (1455 n. Chr.), een grafmonument met zeven spitsen op een hoog basement van lateriet, dat is versierd met naar Sukhothai-stijlen gemodelleerde heiligenfiguren. Beeldhouwwerken uit deze periode weerspiegelen Sukhothai-methoden en ademen over het algemeen een sfeer van krachtige sereniteit. In deze periode zijn niet-vergulde bronzen beelden gemaakt en Boeddhabeelden in de m'ravijaya mudr-positie, met de rechterhand rustend op de rechterknie en gestrekt naar de grond wijzend, en gekenmerkt door brede torso's en grote haarkrullen die zijn versierd met de knop van een lotusbloem.
Verwijst naar werken die zijn vervaardigd door de gelijknamige Afrikaanse etnische groep, die leeft in de staat Borneo, in het noordoosten van Nigeria.
Verwijst naar het werk van een groep kunstenaars die na 1945 actief was in Chicago en die in 1959 in de Verenigde Staten landelijke erkenning verwierf na een tentoonstelling in New York waar de groep was aangeduid als de 'Monster School'. In de jaren 60 kreeg de groep meer samenhang en exposeerde zij als de 'Hairy Who'. De stijl is sterk gericht op seksuele fantasieën en agressie ten opzichte van gezagsdragers, en omvat vaak afbeeldingen uit stripverhalen en andere gedrukte media.
Verwijst in algemene zin naar een laat-19de-eeuwse stroming onder architecten en ingenieurs, met als belangrijkste exponenten Daniel Burnham, William Le Baron Jenney, John Root en het bedrijf van Dankmar Adler en Louis Sullivan, die uiteindelijk zou leiden tot de ontwikkeling van de wolkenkrabber en een duidelijk moderne architectuurstijl; kenmerken waren skeletbouw in staal en ijzer bekleed met metselwerk, eenvoudige uitwendige decoraties, vaak uitgevoerd in rode baksteen of terracotta, afwijzing van historische vormen en toepassing van zware, hoekige geometrische volumes.
Navajo schouderdekens die zo zijn geweven dat ze breder zijn dan lang en die horizontaal worden gedragen; ze worden gekenmerkt door een eenvoudig patroon van inslagstroken in gemoireerd inslagweefsel, soms met rechthoeken of ruiten in tapisserieweefsel. Niet geassocieerd met sociale positie.
Kleine, niet beglaasde dakkapellen die licht en ventilatie bieden aan een zolder of andere ruimte onder een schuin dak; werd vooral gebruikt in middeleeuwse gebouwen.
Dunne, lichtgewicht stof in effenbinding, van fijn, strak getwist garen; werd oorspronkelijk van zijde gemaakt maar tegenwoordig van verscheidene synthetische vezels. Wordt bijvoorbeeld gebruikt voor sjaals, jurken, blouses, ondergoed en sluiers.
Franse benaming uit de 18e eeuw voor een meubelstuk waarin rommeltjes en kleine kledingstukken worden opgeborgen. Het is meestal, maar niet altijd, een kleine, lage ladenkast, smaller dan de normale commode. Gebruik 'chiffonnières (zijtafels)' voor kleine kasten waarvan de bovenkant een dressoir vormt.
Grove haarnetjes die vaak zeer decoratief zijn en worden gebruikt om het haar onderin de nek of in een knot bij elkaar te houden; soms vastgemaakt aan de achterrand van een hoed. Gebruik 'huiven (hoofddeksels)' voor nauwsluitende netkappen of haarnetjes, meestal van goud-, zilver-, zijde- of woldraad, die werden gedragen van de 13e tot de 17e eeuw.
Wordt gebruikt voor woningen van de Seminole en Miccosukee-indianen in Florida, met een geraamte van palen en boomstammen, rieten daken, gedeeltelijk of helemaal open aan de zijkanten en meestal met een leefplateau ongeveer een halve tot één meter boven de grond.
Verwijst naar een christelijke, religieuze ideologie die meestal gebaseerd is op een interpretatie van Openbaring 20:1-7, waarin staat dat de heiligen duizend jaar lang zullen heersen over de aarde, net voor of na de terugkeer van Christus. Vanaf de vroege tijd van het christendom heeft het chiliasme volgelingen gehad, maar het werd vooral populair in de 19de eeuw, toen groepen zoals de Plymouth Brethren en de adventisten apocalyptische en chiliastische ideeën omarmden. Recentelijk hebben sociale wetenschappers de term ook in het algemeen gebruikt voor religieuze groepen die verwachten dat de wereld een plotselinge transformatie zal ondergaan. Dergelijke groepen winnen vaak aan populariteit wanneer er sociale veranderingen gaande zijn of zich een crisis voordoet.
Gereedschap dat werd gebruikt door kuipers om biezen in te voegen tussen het boveneinde en de duigen van een vat, na het plaatsen van het boveneinde.
Verwijst naar Pruisisch blauw van hoge kwaliteit met een fijnere glans en een bronzen schijn, dat wordt geprefereerd als drukinkt. Het wordt ook gebruikt in verven, lakken en vernissen. Beschouwd als een van de drie beste kwaliteiten van Pruisisch blauw.
Verwijst naar Engels chinoiseriemeubilair in navolging van ontwerpen die werden gepubliceerd door kastenmaker Thomas Chippendale in 'The Gentleman and Cabinet Maker's Director' uit 1754. De stijl wordt meestal toegepast bij kleine kasten en stoelen, en kenmerkt zich door traliewerk en vierkante en hoekige vormen.
Hout van de soort Castanea mollissima, afkomstig uit China. De boom heeft een sterke weerstand tegen de plaag die het grootste deel van de Amerikaanse kastanjes doodde in de 20e eeuw.
Zacht, fijn en meestal lichtgeel onbehandeld papier van bamboevezel, oorspronkelijk uit China. Het is zeer absorberend en wordt meestal gebruikt voor staalgravures, houtsneden en als lithografisch transferpapier. Het verschil met 'Indiapapier' is dat dit laatste zachter is en een lossere vezelstructuur heeft. Oorspronkelijk gemaakt voor de Oxford University Press, als imitatie van papier uit Oost-Azië.
Strategisch bordspel dat sinds ongeveer 700 wordt gespeeld in China. Net als westers schaken is Chinees schaken waarschijnlijk afgeleid van het Indiase bordspel chaturanga. Het doel van Chinees schaken is het veroveren van de koning of generaal van de tegenstander. Hoewel de speelborden op het eerste gezicht op elkaar lijken, bevat het westerse schaakbord 8x8 rijen velden van afwisselend lichte en donkere kleuren en het Chinese bord 8x8 rijen velden van dezelfde kleur met een extra horizontale lege rij (de 'rivier') tussen de twee helften. Over sommige velden zijn diagonale lijnen getrokken. In tegenstelling tot westers schaken - dat wordt gespeeld op velden met twee verschillende kleuren - wordt Chinees schaken gespeeld op de snijpunten van de lijnen (de 'punten') die samen de velden vormen. Chinese schaakstukken hebben meestal de vorm van platte schijven, vaak zwart en rood van kleur, met Chinese karakters die de rang aanduiden. Onder de stukken bevinden zich een koning (generaal), mandarijnen, torens (strijdwagens), paarden, olifanten (bisschoppen of ministers), katapulten en pionnen (soldaten).
Een soort ajourwerkpatroon dat in de Chinese kunst is ontstaan en is aangepast aan Chinoiserie in Europa in de 18e eeuw.
Een Jodo-school gesticht door Bencho, een leerling van Honen die Zendoji bouwde als centrum voor nembutsu-oefening in zijn woonplaats Kyushu. Er bestaan veel subsekten van Chinzei, waarvan Shirahata-ryu de sterkste nog bestaande groepering is. Het centrum staat in Chion-in maar ook Zojoji in Tokio is van speciaal belang.
Verwijst naar een Griekse aardewerkstijl die zich in de 7de eeuw v. Chr. ontwikkelde op het eiland Chios en ook elders bekend was, onder meer in de Griekse kolonie in Nakratis (Egypte). De stijl kenmerkt zich door een ongewoon witte slip en een schildertechniek die verschilt van de eigentijdse Wild Goat stijl doordat dieren en figuren niet zijn opgevuld met een patroon maar meestal op de achtergrond blijven.
Beschrijft werken die zijn vervaardigd door het gelijknamige Afrikaanse volk, dat in Mozambique, Malawi en Tanzania leeft.
Verwijst naar de cultuur van de Chipewyan, het meest talrijke Athabascan-sprekende Indiaanse volk in noord-Canada.
Verwijst naar Engels meubilair dat tussen 1750 en 1770 werd vervaardigd op basis van de ontwerpen van kastenmaker Thomas Chippendale (1718-1779). Het kenmerkt zich door ajourwerk en decoratief houtsnijwerk, voornamelijk in rococostijl.
Zwaar versierde boekbanden, gewoonlijk met een omslag van rood marokijnleer, voorzien van fijn afgewerkte gouden randen, vlakken met doorsnijdende of gestippelde lijnen en exotische motieven met dieren, planten en menselijke en mythische figuren in rococostijl. Ook motieven die zijn geïnspireerd door Chinees en uit China geëxporteerd porselein, zoals draken, bloemen en vogels, komen veel voor.
Spaanse en Latijns-Amerikaanse volksschalmeien, in sopraan- en tenorformaat gebouwd, bestaande uit een kort, driehoekige dubbel riet met een wijde opening en meestal met een pirouette.
De bestudering van de processen van menselijke gezondheid en ziekte, waarbij speciale aandacht wordt besteed aan de verbanden tussen werking van de ruggengraat, het spierstelsel, het zenuw- en vaatstelsel, de voeding en de omgeving.
Een kleurloze substantie die deel uitmaakt van de uitwendige omhulsels en vleugels van insekten, geleedpotigen en andere ongewervelde dieren.
Enige van diverse groene plantpigmenten die functioneren als fotoreceptoren van lichtenergie voor fotosynthese.
Genus van Afrikaanse bomen.
Grote koppen om chocolade uit te drinken, meestal met twee handvatten aan de zijkanten, een deksel en een schotel.
Kleine lepels ter grootte van koffielepels die een ronde kom hebben. Werden in de 19e eeuw geïntroduceerd als een apart deel van het couvert. Werden soms in sets en samen met een roerstaafje gemaakt.
Kannen, in vorm vaak gelijkend op koffiekannen, met verschuifbare of uitneembare dekselknop voor een roerstaaf en soms met een horizontaal handvat.
Verwijst naar een aardewerkstijl die wordt aangetroffen in de regio Khuzistan in Iran en in het zuiden van Mesopotamië van circa 5500 tot 5000 v. Chr. en die is genoemd naar opgravingen bij Choga Mami. De stijl kenmerkt zich door aardewerk dat is beschilderd met geometrische en met menselijke en dierlijke vormen.
Nette herendassen die aan de voorkant zijn gevouwen of geknoopt met de uiteinden in het jasje gestopt. Ook stukken kant, zijde of ander fijn materiaal die om de hals worden gedragen door mannen en vooral in de mode waren in de 17e eeuw. Gebruik `stropdassen' voor lange, smalle stroken stof die om de hals onder de boord worden gedragen en in een knoop, lus of strik worden vastgemaakt.
Blouses met korte mouwen en een lage hals, vaak zo kort dat ze een gedeelte van het middenrif tonen, vooral gedragen door Hindoe-vrouwen in India; gedragen onder een sari.
Leden van een genus van twee soorten in bomen levende zoogdieren die bekend staan om hun trage bewegingen en die inheems zijn in de laaglanden van de tropische bossen van Zuid- en Midden-Amerika. Ze verschillen van drievingerige luiaards doordat ze kleiner zijn, zich iets trager voortbewegen en meestal ondersteboven aan een boomtak hangen in plaats van in bomen te zitten.
Een inheemse Koreaanse godsdienst, gesticht door Choe Suun (1824-1864) in een poging een direct beroep te doen op het religieuze bewustzijn van het Koreaanse volk. Chondogyo was een reactie op het christendom en de traditionele godsdiensten van Korea, maar bevat wel elementen van het confucianisme, taoïsme, boeddhisme, sjamanisme en rooms-katholicisme. Nadat Suun door de regering was terechtgesteld, ontwikkelden zijn opvolgers Choe Si-hyong en Son Piyong-hi de beweging totdat deze was uitgegroeid tot een belangrijke Koreaanse godsdienst. De geschriften van het chondogyo zijn opgesteld door de drie oprichters. In deze religie worden mensen als dragers van goddelijkheid beschouwd en daarom moeten mensen elkaar behandelen ‘als God’. Chondogyo benadrukt de universaliteit van God en pleit voor een coöperatief koninkrijk Gods op aarde dat is gebaseerd op geloof, eenvoud, standvastigheid en oprechtheid. Er bestaat geen idee van eeuwige beloning omdat de godsdienst maar één doel heeft: de wereld gerechtigheid en vrede brengen. Er zijn vijf aanbevolen oefeningen: het reciteren van een formule, elke avond om negen uur, het gebruik van water als symbool van zuiverheid, het bijwonen van een zondagse eredienst, het regelmatig geven van rijst aan de kerk en het gebed (op verschillende voorgeschreven wijzen). Chondogyo speelde een belangrijke rol in de modernisering van Korea na 1894. Het verzette zich na 1919 ook tegen het Japanse imperialisme en legde zich niet neer bij het communisme in Noord-Korea na 1945. Aan het eind van de 20ste eeuw waren er ongeveer drie miljoen leden.
Een klasse van zeer oude gewervelde dieren waaronder haaien, roggen, vleten en draakvissen, die zich kenmerken door een kraakbeenachtig skelet en de typische aanwezigheid van een rudimentaire ruggengraat in de jonge dieren die geleidelijk wordt vervangen door kraakbeen, een relatief groot hersengewicht ten opzichte van de lichaamsgrootte, in de milt geproduceerde rode bloedcellen en speciaal weefsel rond de geslachtsklier in plaats van beenmerg, een uniek orgaan van Leydig en een epigonaal orgaan dat onderdeel kan zijn van het immuunsysteem, een taaie huid bedekt met huidtanden, vijf tot zeven kieuwen, inwendige bevruchting, jongen die afhankelijk van de soort levend geboren worden (ovovivipare soorten) of uit een ei ter wereld komen (ovipare soorten), en door het feit dat ze voornamelijk ectotherm of koudbloedig zijn. Veel levende haaien en roggen behoren tot dezelfde genera als soorten die meer dan 100 miljoen jaar geleden in de zeeën van het Krijt zwommen.
Verwijst naar de porseleinstijl die ontstond tijdens de regeerperiode van de laatste keizer van de Ming-dynastie, 1628-1643.
Klasse van ambachts- of kooplieden die leefden in stedelijke gebieden en worden geassocieerd met de productie van een groot gedeelte van de kunst, muziek, literatuur en drama in Japan tijdens de Edo-periode (1615-1868). Deze klasse omvat zowel rijke financiers en groothandelaars als arme ambachtslieden, venters en dagloners. De term wordt vaak vertaald als 'stadsmensen' of 'stedelingen'.
Damesschoenen of overschoenen met meeestal een muilachtig bovenstuk en een hoge plateauzool van kurk of soms van hout die werden gedragen van de 14e tot de 18e eeuw om de lengte te vergroten en de voeten tegen kou, nattigheid en vuil te beschermen. Gebruik 'pantoufles' voor muilachtig schoeisel met dunnere zolen dat gebruikt wordt als pantoffel of overschoen.
Stam van gewone gewervelde dieren als vissen, amfibieën, reptielen, vogels, zoogdieren en manteldiertjes en lancetvisjes. Bijna alle chordadieren zijn actieve dieren met bilateraal symmetrische lichamen die in de lengte zijn onderverdeeld in een hoofd, romp en staart. Het belangrijkste morfologische kenmerk van chordadieren zijn de chorda dorsalis (bij embryo's), de wervelkolom en de inwendige holtes.
In het algemeen te gebruiken voor dirigenten van koren bij toneelstukken in het oude Griekenland. Wordt met name gebruikt voor individuele inwoners van het oude Athene die één van de koren die op een toneelfestival optraden sponsorde, daarbij de leden selecteerde, voor de oefenruimte zorgde en alle onkosten met betrekking tot hun optreden, inclusief kostuums, opleiding en maaltijden betaalde.
Ontwerpers van nieuwe dansen of dansbewegingen.
De kunst van het bedenken of arrangeren en bij elkaar voegen van passen, gebaren en patronen om dansen te vormen, en afzonderlijke dansen om een danscompositie te vormen.
Verwijst naar predikanten in oosterse kerken met een rang tussen priester en bisschop. In de vroege kerk werd deze functie vervuld door de bisschoppen van een landelijk district, en vielen ze onder het gezag van een diocesane bisschop. Chorepiscopi mochten uitsluitend de lagere kerkfuncties bekleden. De functie van chorepiscopus werd afgeschaft bij het Concilie van Laodicea (tussen 343 en 381), maar dergelijke predikanten hebben nog tot in de 8ste eeuw bestaan. Tegenwoordig is chorepiscopus nog slechts als eretitel bewaard gebleven.
Op luchtfoto's gebaseerde kaarten waarbij gebieden worden ingedeeld met behulp van verschillende kleuren of tinten; de meeste geologische en politieke kaarten en bodemkaarten zijn van dit type.
Wordt gebruikt voor Tibetaanse stoepa's die worden gekenmerkt door bolvormige koepels op vierkante voetstukken en een spits van op elkaar gestapelde schijfvormige voorwerpen erbovenop.
Mengsel van olie (meestal olijfolie) en balsem, dat wordt gewijd als zalf bij de toediening van bepaalde sacramenten (doop, vormsel en priesterwijding) en bij de uitvoering van bepaalde liturgische handelingen in de katholieke, orthodoxe en anglicaanse kerk. In het westen wordt het chrisma op Witte Donderdag gewijd door de bisschoppen, en in het oosten door de kerkpatriarchen. In de orthodoxe kerken kan het mengsel ook andere bestanddelen bevatten, zoals wijn, noten en gom. De zalving met chrisma wordt soms ook wel chrismatie genoemd, met name na een doop.
Witlinnen doek of band die op een zeker moment de gezalfde bedekt bij doop, vormsel, bisschops- of priesterwijding.
Een christelijke geloofsgemeenschap die in 1848 in Richmond (Virginia) in de Verenigde Staten is gesticht door John Thomas (1805-71), die voorheen een volgeling was geweest van Thomas en Alexander Campbell. John Thomas wilde terugkeren tot de geloofsovertuiging en de praktijken van de eerste discipelen, vandaar de naam, die 'broeders van Christus' betekent. De naam werd tijdens de Amerikaanse Burgeroorlog aangenomen ter rechtvaardiging van het pacifisme van de gelovigen. Thomas verwierp de doctrine van de Heilige Drie-eenheid en die van het bestaan van Christus voor zijn geboorte. Christadelphians geloven in de volledige nauwkeurigheid van de Bijbel. Centraal in het geloof van de Christadelphians staat het chiliasme. In het bijzonder geloven zij dat Christus zal wederkomen om een theocratie te vestigen vanuit Jeruzalem. Christadelphians zijn het niet eens over de vraag of alle mensen zullen herrijzen, maar over het algemeen wordt aangenomen dat ieder ander dan de ware gelovige in vergetelheid zal raken. Volwassen volgelingen moeten worden gedoopt door onderdompeling. Er zijn geen gewijde voorgangers en lokale gemeenten worden 'ecclesia’s' genoemd. Christadelphians vervullen geen militaire dienst, gaan niet in de politiek en doen niet mee aan verkiezingen.
Verwijst naar de wereldreligie en -cultuur die in de eerste eeuw n. Chr. tot ontwikkeling kwam op basis van de leer van Jezus Christus van Nazareth. De wortels van deze religie liggen in de joodse traditie en het Oude Testament. Een van de kenmerkende grondbeginselen is het geloof in de dood en wederopstanding van Jezus. De religie omvat een traditie van geloof, rituelen en een vorm van kerkelijke autoriteit of leiderschap.
Verwijst naar een christelijke gezindte en beweging die is gesticht door Mary Baker Eddy (1821-1910) en die streeft naar herbevestiging van de christelijke boodschap van verlossing van al het kwaad, met inbegrip van ziekte en zonde. Eddy, die half invalide was en geïnteresseerd in genezing zonder medicijnen, beweerde dat zij in 1866 zonder medische hulp was hersteld van zwaar letsel. Daarna wijdde zij zich aan het herstel van de nadruk op gebedsgenezing die het vroege christendom had gekenmerkt. In 1875 voltooide zij de eerste editie van haar boek 'Science and Health with Key to the Scriptures'. Dit werk en de Bijbel zijn de voornaamste geschriften van de beweging, die veel belang hecht aan de inrichting van leesruimten waar deze boeken een eigen beroep op de lezers kunnen doen. Ook de 'Christian Science Monitor' wordt door het kerkgenootschap uitgegeven. Volgens de leer van Christian Science is onwetendheid de wortel van het menselijk ongemak, de menselijke ziekte. In plaats van medische behandeling te zoeken moet men gebedsgenezers van Christian Science raadplegen voor spirituele genezing. Gezondheid, geluk en heiligheid kunnen worden hersteld door alle aspecten van de levenspraktijk en -houding aan te spreken in overeenstemming met het beginsel van goddelijke harmonie. De eerste Church of Christ, Scientist werd in 1879 in Boston gesticht en het hoofdkwartier van de beweging is daar nog altijd gevestigd.
Vormen die lijken op de letter P die wordt doorkruist door de letter X. Dit zijn chi en rho, de eerste twee letters van het Griekse woord voor Christus. Het wordt gebruikt voor het symboliseren van deze naam in de christelijke iconografie.
Kruisen met het chi-rho-symbool, dat wordt gevormd door de eerste twee Griekse letters in de naam van Christus, waarbij de X-vorm is aangebracht op de poot van de P-vorm in plaats van er dwars overheen. Zo ontstaat een kruis met erbovenop een lus naar rechts.
Scheidingsmethode voor chemische mengsels waarbij gebruik wordt gemaakt van een absorberende kolom waar de diverse bestanddelen van het mengsel met verschillende snelheden door of langs worden geleid.
Te gebruiken voor het maken van chronofoto's, waarbij beweging of verandering in een serie fotografische beelden wordt vastgelegd door afzonderlijke foto's na elkaar te nemen of met één lange opname beweging te registreren. De bewegende mensen of voorwerpen op de foto's krijgen een wazig effect. Niet te verwarren met 'cinematografie', waarbij bewegende mensen of voorwerpen worden vastgelegd met behulp van een filmcamera.
Uurwerken die worden gebruikt om de tijd van een gebeurtenis te registreren of om tijdsintervallen in een grafiek vast te leggen, bijvoorbeeld voor de duur van gebeurtenissen.
Auteurs die gedetailleerde en doorlopende beschrijvingen van gebeurtenissen maken of verzamelen in chronologische volgorde. Het gaat in het bijzonder om beschrijvingen waarin de feiten worden verhaald zonder te filosoferen en zonder een literaire stijl na te streven.
Vakgebied dat de tijd ordent in perioden of afdelingen en men gebeurtenissen plaatst in de volgorde waarin ze plaats hebben gevonden, ofwel op een bepaald tijdstip of binnen een bepaalde periode, ofwel met betrekking tot een vastgestelde tijdsvolgorde.
Documenten waarin data, periodes of gebeurtenissen in chronologische volgorde zijn gecatalogiseerd.
Te gebruiken voor het zuivere metaalelement met het symbool Cr en het atoomnummer 24. Het is zeer hard en zilverachtig wit van kleur, met een blauwachtige tint. Wordt ook gebruikt voor het metaal wanneer het wordt bewerkt en gevormd om, meestal in combinatie met andere stoffen, verscheidene voorwerpen en materialen te maken zoals roestvrij staal, hittebestendige legeringen, zeer sterke staallegeringen en slijtvaste galvaniseringen.
Een wit, grijs of groenachtig mineraal uit de serpentinietgroep; het is de belangrijkste soort asbest.
Verwijst naar een belangrijke school of sekte binnen het religieuze taoïsme, in 1163 gesticht door Wang Chuan-yang (1112-1170) nadat hij een kluizenaar had ontmoet die zei een incarnatie van twee van de onsterfelijken te zijn en van wie hij geheim onderricht ontving. Chuan-yang baseerde zich op klassieke taoïstische bronnen en op bronnen buiten de taoïstische traditie, in het bijzonder uit het zenboeddhisme. Elke volgeling van deze school heeft als doel het bereiken van de tao-ervaring door inzicht in zijn eigen geest en aard in relatie tot de tao. De beweging had de voorkeur van de Mongolen, en de tweede patriarch, Chiu Chang-chun, werd uitgenodigd om naar Midden-Azië te komen en te preken voor Dzjengis Khan. De school was immens populair en de gemeenschappen van celibataire monniken bleven actief tot in de 20ste eeuw met het befaamde Klooster van de Witte Wolken in Peking als hoofdkwartier. Dit klooster behoort tot de school van Lung-men (Drakenpoort), een van de belangrijkste van verscheidene bewegingen die zijn voorgekomen uit Chuan-chen tao.
Japanse prenten van een standaardformaat, ongeveer 28 bij 20 centimeter.
Te gebruiken om werken te beschrijven van de gelijknamige Afrikaanse etnische groep die leeft in centraal Kenia.
Verwijst naar een Chinese neolithische cultuur van circa 6000 tot 3000 v. Chr. De naam Chungwan verwijst naar de Centrale Vlakte van China, die algemeen wordt beschouwd als de bakermat van de Chinese beschaving.
Culinair gerei met één driehoekig uiteinde dat wordt gebruikt om drankblikjes open te prikken en één gerond uiteinde waarmee flessen worden geopend. De term is Amerikaans slang en wordt ook gebruikt als synoniem voor zowel blikopeners als flesopeners.
Verwijst naar een stijl van kunst en bouwkundige ornamenten van het einde van de 17de tot het einde van de 18de eeuw, hoofdzakelijk in Spanje en de Spaanse koloniën in Amerika. De stijl is genoemd naar een Madrileense familie van architecten, in het bijzonder José de Churriguera, al hebben ook andere architecten bijgedragen aan de ontwikkeling en verbreiding ervan. De stijl kenmerkt zich door een overvloed aan versiering en detaillering, waarin verscheidene elementen uit eerdere maniëristische en barokke kunst zijn gecombineerd.
Verwijst naar werken die zijn vervaardigd door de bewoners van de Chuuk-eilanden. Het Chuuk-volk versierde zijn houten kommen en de boeg en achtersteven van kano's met gestileerde zeevogel- en vissenmotieven.
Positief kleurenprocédé, gebaseerd op het uitbleken van de niet gewenste kleurpartijen.
Houders ter bewaring van geconsacreerde hosties, veelal in de vorm van een kelk met deksel en vaak van edelmetaal. Te onderscheiden van: ciboria (constructies).
(Wit)zijden, cirkelvormig velum van kostbare stof, dat de ciborie met de geconsacreerde hosties omhult. Het velum heeft een centraal gat dat over het kruisje op het deksel past.
Orde van 120 soorten in 6 families, waaronder schoenbekooievaars, condors, ibissen en roerdompen. Het zijn langpotige waadvogels met lange snavels en poten zonder zwemvliezen.
Drinkglazen voor cider; soms gegraveerd met motieven van appeltakken of appelbloesems.
Gebouwen voor het persen van appels om er cider van te maken.
Persen om sap uit appels te verkrijgen. Worden gebruikt voor het maken van cider.
Het omhulsel waarin zich het tuimelmechanisme en het sleutelgat bevinden, die alleen met de juiste sleutel kunnen worden bediend.
Drukpersen waarin de drukplaten om een cilinder worden gebogen.
Bureaus en boekenkasten met een scharnierend, rond deksel of bedekking die op een gedeelte van een cilinder lijkt en in de schrijftafel kan worden gerold. Ze werden voornamelijk aan het eind van de 18e en het begin van de 19e eeuw gemaakt. Gebruik 'cylinder fall desks' voor soortgelijke bureaus zonder boekenkast.
Plat vensterglas dat zich kenmerkt door rechte ribbels. Vervaardiging vindt plaats met behulp van een oude techniek, waarbij een grote bol glas wordt geblazen en aan een blaaspijp wordt uitgeslingerd, zodat het een lange fles vormt. Vervolgens worden de halfronde uiteinden afgesneden. Door de ontstane cilinder daarna in de lengte door te snijden en opnieuw te verwarmen, kan men het met een houten vlak platstrijken of laten inzakken tot het plat is. Glas kenmerkte zich traditioneel door een grote variabiliteit in textuur, kleur en dikte. Vervaardigd met moderne methoden is het echter regelmatiger. Cilinderglas verving kroonglas grotendeels toen het productieproces werd gemechaniseerd.
Drukpersen waarin de gietvormen of platen op een horizontaal of verticaal draagvlak worden gehouden, waarna er door middel van een cilinder beurtelings inktrollers en vellen papier overheen worden gehaald.
Standaard grote lekythoi (grafvazen) met een cilindervorm en gewoonlijk met basiskleur wit. Men gebruikte dit type vazen voornamelijk voor begrafenisrituelen. Dit weet men op grond van de afbeeldingen op de vazen en omdat ze zijn opgegraven op begraafplaatsen. Aan het eind van de vijfde eeuw werden enorme exemplaren vervaardigd die men mogelijk gebruikte als een soort grafzerken.
Omtrek of vorm die is begrensd door twee uiteinden die gelijke en parallelle cirkels zijn, waarbij het tussenliggende gekromde oppervlak zo is als het zou worden getekend door een rechte lijn die parallel loopt aan zichzelf, met uiteinden in de omtrekken van deze cirkels.
Concussievaten, bestaande uit een ronde, enigszins bolle metalen plaat, in diverse maten; bespeeld door ze tegen elkaar te slaan, of door ze aan te slaan met trommelstokken of brushes.
Foto's die opeenvolgende fasen van een actie weergeven, meestal van een mens of dier in beweging. Het kan een enkele opname, een compositie of een serie aparte afbeeldingen zijn.
Personen die toezicht houden op alle fotografische aspecten in een televisie- of filmproject, met name de belichting. Ze zijn in het bijzonder belast met het bereiken van fotografische beelden en effecten die door de regisseur worden verlangd. Gebruik 'cameramensen' voor bedieners van film- of televisiecamera's.
Stilistische stroming die een documentaireachtige stijl hanteert. De naam betekent 'waarheidsgetrouwe cinema' en is afgeleid van de titel van een serie Sovjet-Russische nieuwsitems. Oorspronkelijk waren er geen sets, acteurs of scripts en in vele opzichten kan het worden gezien als een documentaristische manier van filmen. De Franse etnografische documentairemaker Jean Rouch paste deze formule zeer strikt toe, maar in de latere jaren 60 manipuleerden Rouch en zijn aanhangers de films wel door ze te monteren. De term cinéma vérité wordt gebruikt voor het beschrijven van zowel de stroming als de techniek waarbij wordt gestreefd naar een realistische weergave van de werkelijkheid door het gebruik van een draagbare camera, schokkerige bewegingen, flets licht en een onvolmaakte belichting. Deze technieken werden steeds meer overgenomen door filmmakers uit de Franse stroming Nouvelle Vague en door Amerikanen als John Cassavetes. Een van de belangrijkste werken uit de cinéma vérité is 'Le chagrin et la pitié' (1969) van Marcel Ophüls, een compromisloze visie op de bezetting van Frankrijk tijdens de Tweede Wereldoorlog.
De kunst en wetenschap van het fotograferen van animaties of geanimeerde wezens of voorwerpen in beweging met behulp van een filmcamera. Te onderscheiden van 'chronofotografie', waarbij beweging of verandering in een serie fotografische beelden wordt vastgelegd door afzonderlijke foto's na elkaar te nemen of met één lange opname beweging te registreren, waardoor wazige beelden ontstaan. Zie de beschrijvingen onder de gidsterm "filmproductie en processen en technieken voor filmproductie" voor termen betreffende het algehele proces van filmproductie en de diverse technieken voor filmproductie.
Orde van één familie met ongeveer twintig levende soorten. Ze hebben een pantser dat bestaat uit verbeende huidschilden en gewoonlijk scherpe klauwen, waarmee ze naar larven graven en holen uitgraven.
Een witte marmersoort met groene en grijze strepen vanwege lagen met mica en mica-achtige mineralen. Het is afkomstig van het eiland Euboea in de Egeïsche Zee. Het marmer lijkt op een dwarsdoorsnede van een ui, vandaar de naam, die afgeleid is van het Italiaanse woord voor ui (cipolla). De term wordt tegenwoordig gebruikt voor elke vorm van kristalvormig wit marmer met groenkleurige mica, in het bijzonder de schisteuze soorten.
Wordt gebruikt voor kleine Romeinse, Etruskische of Griekse stèles of stenen pilaren, meestal met inscripties, die bijvoorbeeld gebeurtenissen, grenzen of graven aangeven.
Familie van coniferen die circa 30 genera (waarvan 17 monotypisch) en 140 soorten omvat, met wereldwijde verspreiding. Het betreft eenhuizige, semi-tweehuizige of soms tweehuizige bomen en heesters met een hoogte van 1-116 m. De schors van volwassen bomen is meestal oranjebruin tot roodbruin, met een vezelige structuur, die vaak afbladdert in verticale stroken. Bij sommige soorten is de schors evenwel glad, geschubd en met vierkante barsten.
Wordt gebruikt voor drukwerk zoals berichtgevingen of advertenties, meestal in de vorm van losse bladen of folders, die zijn bedoeld om in groten getale te worden verspreid onder een groot, algemeen publiek. Voor gelijksoortige stukken die zijn bedoeld om met de hand te worden verspreid, en die vaak ook dienst doen als posters, wordt 'strooibiljetten' gebruikt.
Brieven die zijn bedoeld om te worden verzonden, ofwel aan een groot aantal mensen ofwel aan een speciale groep.
Circustenten zijn in circa 1825 geïntroduceerd door het Amerikaanse reizende gezelschap van J. Purdy Brown. Deze vernieuwing werd spoedig de standaard voor circusvoorstellingen over de hele wereld. Wanneer een circus meerdere tenten heeft, wordt de term 'circustent' gebruikt voor de hoofdtent.
Diverse soorten wagens, vaak getrokken door paarden, die bij circussen worden gebruikt voor het transport van rekwisieten, uitrusting en dieren; vaak rijkelijk versierd.
Plattegrond van gebouwen of steden die zijn opgetrokken in een cirkel, meestal een gecentraliseerde plattegrond.
Europese luitachtige, getokkelde chordofonen met metalen snaren die met een plectrum werden bespeeld en zeer geliefd waren in de 16e en 17e eeuw. Ze hebben een wigvormige klankkast met een gebogen onderkant en rechte schouders die naar de hals toe smaller worden, en een lage, platte kam die uitsluitend op zijn plaats wordt gehouden door de snaren die erdoor ondersteund worden. Het meest kenmerkende onderdeel van de cister is de lange hals met fretten waarvan achter de toets, aan de baskant, een sleuf is aangebracht voor de duim om gemakkelijk hogere posities te bereiken.
Een rooms-katholieke orde die in 1098 in Citeaux, Frankrijk werd opgericht door de heilige Robert van Molesme. De cisterciënzers houden zich strikt aan de Regula Benedicti en hechten belang aan afzondering, armoede, uniformiteit en vooral lichamelijke arbeid. In de middeleeuwen was het een vooraanstaande orde, vooral onder het leiderschap van de heilige Bernardus van Clairvaux (1090-1153). In de 13de eeuw waren er meer dan 500 huizen in Europa, maar daarna raakte de orde in verval. Door de nadruk op lichamelijke arbeid, voornamelijk landbouw, speelden de cisterciënzers een belangrijke rol in de economische vooruitgang van de 12de eeuw en in de ontwikkeling van landbouw- en handelstechnieken. Na de hervormingsbewegingen van de 16de en 17de eeuw werd de orde uiteindelijk opgesplitst in de Orde van de Strikte Observantie (in de volksmond vaak de trappistenorde genoemd) en de Orde van de Commune Observantie. Tegenwoordig is er sprake van een grote verscheidenheid binnen de kloosters van beide orden en is het literaire werk van beide orden opgeleefd. Strikte Observantie is actief in Frankrijk, Engeland en Polen, terwijl Commune Observantie actief is in de Verenigde Staten en delen van West-Europa.
Verwijst naar Engels aardewerken vaatwerk met loodglazuur, met een rode romp en een bruinzwart glazuur, die vaak in de buurt van Cisterciënzer kloosters in Engeland zijn aangetroffen. Het merendeel van dit vaatwerk dateert uit het begin van de 16de eeuw. Hoewel de meeste exemplaren van vóór de ontbinding van de kloosters in 1540 dateren, bewijst een gedateerd exemplaar uit 1599 dat de productie ook daarna is voortgezet. De makers van cisterciënzer keramiek waren gespecialiseerd in bekers, maar men vervaardigde ook kannen, pelgrimsflessen, kandelaars, schotelwarmers, zoutvaten en kommen. Cisterciënzer aardewerk is meestal niet gedecoreerd, maar sommige exemplaren hebben opvallende horizontale ribben, of zijn versierd met witte engobe of rozetten of medaillons. Pottenbakkerijen waar dergelijk aardewerk werd vervaardigd, bevonden zich in Abergavenny (Monmouthshire), Tickford (Derbyshire) en Wrotham (Kent).
Kunnen variëren in grootte van overdekte tanks tot kunstmatige reservoirs waarin regenwater wordt bewaard voor wanneer het nodig is.
Wordt gebruikt voor letterlijke aanhalingen uit een (literair) werk in een ander boek of geschrift. Gebruik 'noteringen' voor de koersen of prijzen van een of meer aandelen of obligaties.
Europese, luitachtige, getokkelde chordofonen uit de Middeleeuwen, met een platte klankkast, korte hals en sleutelkast die allemaal uit één stuk hout zijn gesneden, en met een kam, één centraal klankgat of twee klankgaten aan de zijkanten, fretten en meestal met vier maar soms ook drie of vijf snaren.
Etherische olie die wordt gewonnen uit diverse soorten citroengras en die wordt gebruikt als stabiliseringsmiddel in zeep, parfums en cosmetica.
Kleur- en geurloos zuur dat in het sap van de meeste vruchten zit, maar ook in andere planten, veel dierlijke weefsels en vloeistoffen.
Middelgrote subtropische citrusboom, met langwerpige elliptische bladeren met een fijn getande rand en een kleine bolvormige geelgroene vrucht. De boom is afkomstig uit Zuidoost-Azië en werd geïntroduceerd in het Midden-Oosten, Noord-Afrika, Sicilië en Spanje. Limoenen werden in Europa ingevoerd rond de twaalfde, dertiende eeuw. Columbus nam de citrusvrucht mee naar West-Indië, waar ze al snel op grote schaal werden verspreid, onder meer naar de Florida Keys (in het Engels wordt de vrucht 'key lime' genoemd) en Californië. Voor de handel plukt men de vrucht gewoonlijk als die groen is. De vrucht is iets zoeter dan andere soorten limoenen. Limoenolie wint men doorgaans met behulp van stoomdestillatie. De olie gebruikt men voor parfums en als smaakstof, insecticide en antisepticum. De vrucht gebruikt men als smaakmiddel en als een bron van vitamine C.
Persen met een harde en puntige kegel waarop de helft van een stuk fruit wordt gedrukt om het sap eruit te krijgen.
Verwijst naar de stroming in de late 19de en vroege 20ste eeuw waarin Amerikaanse architecten en landschapsarchitecten ernaar streefden het niveau en prestige van de stedelijke planning en stadsontwikkeling in Amerika naar een hoger plan te brengen door middel van gemeentelijke hervormingen en verfraaiing in plaats van sociale hervormingen. Met de World's Columbian Exposition in Chicago (1893) als ruggensteun bewerkstelligde de stroming de actieve ontwikkeling van grootstedelijke parksystemen en de oprichting van hervormingsgezinde kunstenaarsverenigingen in grote steden.
Verwijst naar een Etruskische aardewerkstijl die waarschijnlijk is ontstaan onder invloed van stijlen op het Griekse eiland Rhodos. Deze stijl wordt vaak gekenmerkt door donker-op-lichtdecoraties, in het bijzonder gestileerde zwarte dierlijke of menselijke figuren die in horizontale stroken op de vaten werden geschilderd.
Verwijst naar de Europese prehistorische spaantraditie, daterend uit de grote interglaciale periode van het Pleistoceen (1.600.000 tot 10.000 v. Chr.) en genoemd naar instrumenten die zijn aangetroffen bij Clacton-on-Sea in Essex (Engeland). De stijl kenmerkt zich door typische kern- en spaangereedschappen, in het bijzonder holle schrapers die mogelijk zijn gebruikt voor het gladmaken en vormen van houten speren. De gereedschappen zijn vergelijkbaar met die van de Soan-nijverheid in Pakistan en die welke zijn gevonden op diverse plaatsen in het oosten en zuiden van Afrika. De Clactoniëntraditie lijkt ook enigszins verband te houden met de Tayaciennijverheid uit Frankrijk en Israël.
Te gebruiken voor boten uit Chesapeake Bay, in de Verenigde Staten, voorzien van hydraulische schelpdiersleepnetten; over het algemeen motorboten met een vierkant achtersteven met grote vlaktilling, breder dan soortgelijke boten die worden gebruikt in andere takken van de visserij in Chesapeake.
Omvat alle uitingen van kunst en architectuur uit de late 18e en de 19e eeuw waarin de klassieke principes terugkeren. Gebruik 'neoklassiek' voor architectuur en ornamenten van de late 18e tot vroege 20e eeuw die betrekkelijk nauw zijn gebaseerd op oude klassieke vormen.
Groep lettertypen ontstaan in Frankrijk in 1698, die onder meer gekenmerkt worden door verticaal accent, het sterke contrast tussen dikke en dunne pennestreken en losse schreven.
Cubaanse slaginstrumenten die bestaan uit twee cilindervormige hardhouten stokjes, bespeeld door ze tegen elkaar te slaan.
Snaarinstrumenten in de vorm van een vleugelpiano met een toetsenbord waarmee een tokkelmechanisme bedient wordt om de snaren te bespelen, met snaren die evenwijdig aan de toetsen lopen.
Snaarinstrumenten met een rechthoekige klankkast met toetsenbord aan de lange kant. De snaren, meestal 2 per toon, lopen van hoge pennen aan de linkerkant over een kam naar de stemsleutels aan de rechterkant. De snaren worden van onderaf aangeslagen door koperen tangenten aan de achterzijde van elke toets.
Europese, koperen ventieltrompetten in tenorstemming die in 1837 werden ontwikkeld, met een smalle boring en drie ventielen; werden in de 19e eeuw voornamelijk gebruikt in Franse en Italiaanse militaire kapellen.
Paarse banden van een Romeinse tunica, die op en over elke schouder liep van zoom naar zoom en de status van de drager aangaf. Ook gebruikt voor gelijksoortige banden op tunieken van liturgische gewaden.
Houwdegens met een ingewikkeld beugelgevest van Schots ontwerp, gebruikt in het Britse leger sinds het begin van de 18e eeuw. Term oorspronkelijk gebruikt voor tweehandige slagzwaarden met een lange, zware en tweesnijdende kling, lange pareerstangen met een ruitvormige doorsnede die schuin staan ten opzichte van de kling en een kokervormig, met leer bedekt gevest met een ronde gevestknop; gebruikt door Schotse hooglanders en huurlingen van de 15e tot de 17e eeuw.
Verwijst naar een schilderstijl op aardewerk uit de 6de eeuw v. Chr., aangetroffen op verschillende soorten vaatwerk en terracotta sarcofagen, genoemd naar opgravingen bij Klazomenai in Ionia (Turkije). De stijl kenmerkt zich door het gebruik van zwartfigurige schilderkunst en later door roodfigurige schilderkunst met typische elegante ontwerpen van menselijke figuren, sfinxen, dieren, monsters en sirenen, uitgevoerd in een techniek die soms gebruikmaakt van omtrektekenen met de toevoeging van wit of inkervingen.
Ronde of ovale schilden van leer of brons bedekt met metalen of bronzen platen; werden gebruikt door de Romeinse zware cavalerie vanaf het eind van de 8e tot de 4e eeuw v.C.
Oölitische kalksteen die wordt gewonnen in de omgeving van Clipsham in het Engelse Leicestershire. Voornamelijk gebruikt als bouwsteen.
Klasse van circa 8000 soorten wormen die worden gekenmerkt door de aanwezigheid van een clitellum (kraag), die als voortplantingscocon fungeert tijdens een deel van de levenscyclus.
Orde van eierleggende zoogdieren met vier soorten in twee onderklassen. De bestaande soorten zijn het vogelbekdier en de twee soorten mierenegels. Waarschijnlijk een aftakking van de lijn die teruggaat op andere zoogdieren uit het Mesozoïcum.
Wordt gebruikt voor middeleeuwse hutten van metselwerk met koepels met kraagstenen uit Ierland, die mogelijk werden gebouwd als huisvesting voor kluizenaarsmonniken.
Een emailprocédé waarbij de tekening in dunne metalen stroken op een metalen of porseleinen ondergrond wordt vastgesoldeerd. Deze stroken omgrenzen een aantal cellen (cloisons), die met de gekleurde glaspasta (het email) worden opgevuld.
Verwijst naar een schilderstijl die wordt vereenzelvigd met een groep Franse kunstenaars in de jaren 80 van de 19de eeuw en die zich kenmerkt door een helder en gelijkmatig kleurgebruik, sterke blauwe of zwarte contourlijnen en minimale vormgeving op de wijze van cloissoné-email.
Traditioneel Schotse beddenkleden in voddenweefsel. Geen Nederlands equivalent.
Een christelijke kloosterorde die voortkwam uit de hervormingen binnen de benedictijnse orde in de 10de en 11de eeuw. De orde is vernoemd naar de stad Cluny in Bourgondië, de locatie van de beroemde abdij met dezelfde naam die in 910 werd gesticht door hertog Willem de Vrome van Aquitanië. De nieuwe orde herstelde de strenge naleving van de kloosterregel van de heilige Benedictus (Regula Benedicti), in een tijd dat kloosterorden over het algemeen minder strikt waren. De hervormingen van de cluniacenzer beweging werden overgenomen door andere kloosters en de opeenvolgende abten bouwden langzaam maar zeker in heel West-Europa aan een indrukwekkend netwerk van kloosters die de strikte cluniacenzer gewoonten volgden. De cluniacenzer orde werd niet feodaal geleid en was ook tegen feodale oorlogvoering. De orde hing de Treuga Dei en de Pax Dei aan, die respectievelijk geweld op bepaalde dagen of perioden en geweld tegen bepaalde personen verbood. Verder wordt de maatschappelijke integratie van monniken toegeschreven aan de cluniacenzer beweging. De belangrijkste cluniacenzer abten waren de heilige Odo van Cluny (879-942) en de heilige Hugo van Cluny (Hugues de Semur, 1049-1109). De heilige Odo verwierf voor alle cluniacenzer huizen (priorijen genaamd) immuniteit voor alle gezag behalve voor die van de paus, een centralisatie die voorheen ongekend was in benedictijnse orde. Onder de heilige Hugo bereikte het middeleeuwse kloosterwezen zijn hoogtepunt en stond Cluny bekend als het spirituele centrum van het westerse christendom. Met Hugo als abt werden er bijna 2000 nieuwe kloosters gesticht in Italië, Engeland en Spanje. In 1055 stichtte hij het eerste cluniacenzer nonnenklooster.
Kleurmodel dat in de drukkerswereld wordt gebruikt; is gebaseerd op de subtractieve vermenging van cyaan, magenta en gele pigmenten om zo zwart en alle andere kleuren te creëren middels lichtabsorptie.
Algemene term voor diverse soorten slangen uit verschillende genera van de familie Elapidae.
Familie van schildinsecten waarvan de vrouwelijke leden een plat, langwerpig ovaal lijf en een glad, soms met was bedekt omhulsel hebben. Sommige genera bezitten poten, andere niet, en de voelsprieten zijn soms verkort of ontbreken geheel. De mannetjes kunnen gevleugeld of ongevleugeld zijn.
Superfamilie van meer dan 8000 soorten schildinsecten.
Schildinsect waaruit het helderrode pigment karmijn wordt gewonnen. Deze overwegend sessiele parasiet, die van nature voorkomt in de tropische en subtropische delen van Zuid-Amerika en Mexico, heeft een voorkeur voor cactussen van het genus Opuntia. Het insect produceert karmijnzuur, wat potentiële belagers afschrikt. Deze stof wordt gewonnen uit het lijf van gedroogde vrouwtjes en eitjes. De kleurstof werd doorgaans als rode oplossing gebruikt of neergeslagen voor de vervaardiging van karmijn, een pigment met aluminium of aluminium en tin. De luizenkolonies geven een kleverige afscheiding van webachtige wasvezels af, zichtbaar als wollig-witte vlokken op de cactus.
Te gebruiken voor kleine voorwerpen, vaak van metaal en met zes uitsteeksels, die onontbeerlijk zijn voor het bikkelen.
Ruimten in bijvoorbeeld hotels, clubs of restaurants, waar cocktails en andere dranken worden geserveerd.
Kannen of potten met deksel om door schudden de ingrediënten van dranken te vermengen.
Bijvoegsels bij testamenten waarin de erflater bepaalde beschikkingen toelicht, wijzigt of uitbreidt.
Mentale processen door middel waarvan kennis wordt verkregen. Hieronder vallen onder andere het weten, waarnemen, redeneren en oplossen van problemen.
Nauwsluitende (onder)mutsen in diverse vormen en maten die in verschillende perioden door mannen en vrouwen werden gedragen, soms met een hoed of hoofddeksel erbovenop.
Gesloten, vuurvaste kamers waarin kolen door carbonisering worden omgezet tot cokes.
Europese luitachtige chordofonen die in de 17e eeuw zeer geliefd waren in Italië. Ze hebben een zeer lange, smalle hals die tot wel 24 beweegbare fretten kan hebben, een kleine peervormige klankkast en twee of drie snaren die met een plectrum werden bespeeld.
Het extracellulaire matrixeiwit in bindweefsel. Onelastische eiwitgroepen die aanwezig zijn in pezen, ligamenten, huidbindweefsel, tandbeen, kraakbeen en botten. Wordt gebruikt in gelatine en dierlijke lijm.
Wordt gebruikt voor het maken van tweedimensionale composities of composities in zeer ondiep reliëf. Deze worden samengesteld door verschillende, heterogene voorwerpen (van papier, stof of andere materialen) aan elkaar vast te plakken op een plat oppervlak. Gebruik 'assemblage (beeldhouwtechniek)' indien grote, driedimensionale objecten overheersen. Gebruik 'montage' als de samengevoegde voorwerpen enigszins als een eenheid overkomen.
Ringvormige bevestigingen aan lampen, meestal van koper, die om de opening van het brandstofreservoir heen zitten en die aan de binnenkant een schroefdraad hebben om de schroef van de brander in te kunnen draaien.
Te gebruiken voor witte gesteven linnen of linnenachtige losse staande kragen of boorden, gedragen door bepaalde gewijde rooms-katholieke en protestantse geestelijken bij een pak of liturgische kleding.
Verwijst naar korte formele gebeden in de westelijke christelijke gebedsdienst, die per dag verschillen. De term verwijst naar het oorspronkelijke 'bijeenbrengen' (collecte) van de petities van de gelovigen tot één gebed. Collectae bestaan uit een aanroeping, een petitie en een smeekbede aan Christus of een lofprijzing tot de Heer. De collecta gaat vooraf aan de schriftlezingen van de eucharistie. De collectae in het 'Book of Common Prayer' zijn deels geschreven door Thomas Cramner en deels aangepast naar Latijnse kerkboeken. Volgens het 'Book of Common Prayer' worden de collectae van de dag gevolgd door twee onveranderlijke collectae tijdens het ochtend- en avondgebed.
Een lange stok met een collectezakje aan het uiteinde ter inzameling van geld; de collectant kan hiermee alle kerkgangers bereiken. Het zakje is niet zelden voorzien van een geborduurde letter: een D voor diakonie, een K voor de kerk, verwijzend naar de begunstigden van de twee collectes. De oudere collectestokken hadden ook wel een bakje aan het uiteinde. Dit bakje heette in de volksmond ʺcentenbakʺ. Voor voorwerpen waarmee passief geld wordt ingezameld wordt het voorvoegsel offer- gebruikt, zoals bijvoorbeeld offervaas, offerkist etc.
Collectezak met aan weerszijden een korte greep. Wordt door de kerkgangers aan elkaar doorgegeven. Niet zelden voorzien van de letter D voor diakonie, of een K voor de kerk, verwijzend naar de begunstigden van de twee collectes. Andere letters verwijzen meestal naar de naam van de kerk. Voor oudere voorwerpen waarmee passief geld wordt/werd ingezameld wordt het voorvoegsel offer- gebruikt, zoals bijvoorbeeld offerblok of offerkist.
Bedongen overeenkomsten over de lonen en de arbeidsvoorwaarden, die zijn gesloten tussen groepen, meestal in een vakbond georganiseerde werknemers enerzijds, en een of meer werkgevers of ondernemingen anderzijds.
Cellulose nitraat in een mengsel van 60% ether en 40% alcohol, voor het maken van vezels en film.
Te gebruiken voor figuratief beeldhouwwerk, afkomstig uit Afrika vanaf circa 1880, waarin de gevolgen van het kolonialisme zichtbaar zijn in de vorm van Europese kenmerken zoals houding, kledij en accessoires.
Verwijst naar de architectuur- en binnenhuisarchitectuurstroming die in de late 19de eeuw en de vroege 20ste eeuw gangbaar was in voormalige koloniën van Groot-Brittannië. De stijl, die voornamelijk werd toegepast in de woonhuisarchitectuur en werd gepropageerd als pittoreske 'nationale' stijl, is rechtstreeks ontleend aan bouwstijlen uit de vroege koloniale perioden en de Neo-Georgian periode. Aan de westkust van de Verenigde Staten werd de stroming gekenmerkt door een heropleving van Spaanse koloniale stijlen.
Kleine of dunne zuilen. Het woord wordt vooral gebruikt voor dunnere dragende delen in de Romaanse en gotische architectuur. VWB. Voor middeleeuwse zuilen, meestal als elementen van architectonische kenmerken, wordt de term 'schacht (middeleeuwse zuilen)' gebruikt.
Wordt gebruikt voor kleine zuiltjes waarvan het kapiteel en de voet tegen de stijlen van een deur of raam zijn geplaatst. Vooral terug te vinden in de middeleeuwse architectuur.
Geschreven artikelen die regelmatig in een serie in een krant verschijnen.
Journalisten die het nieuws analyseren en columns of commentaren schrijven die zijn gebaseerd op persoonlijke kennis en ervaring met de bedoeling deze te publiceren of uit te zenden.
Ramen voorzien van een afneembare of verwisselbare schermen en glasdelen waardoor ze zowel voor de zomer als voor de winter geschikt zijn.
Schaven met een geleider en verwisselbare beitels. Worden gebruikt voor diverse groef- en profielwerkzaamheden.
Diverse soorten buigtangen die kunnen worden gebruikt voor knippen, zadelsmeden of hameren, of om dingen vast te grijpen.
Wordt gebruikt voor tekeningen waarin twee of meer aan elkaar verwante beelden (bijvoorbeeld één structuur vanuit verschillende gezichtspunten, of een figuur in verschillende poses) samen worden afgebeeld of zijn samengevoegd.
Wordt gebruikt voor wapens die een combinatie zijn van twee of meerdere soorten wapens. Kan ook worden gebruikt voor wapens die zijn verborgen of eruitzien als onschuldige alledaagse gebruiksartikelen.
Familie van ongeveer 14 genera en 500 soorten bomen en struiken. Vele daarvan komen voor langs tropische kusten, op Afrikaanse savannen en in Aziatische moessonbossen.
Artiesten die hun publiek amuseren door grappen te vertellen of komische dingen te doen.
Te gebruiken voor feestelijke gelegenheden waarbij met name adolescenten of jonge volwassenen officieel worden voorgesteld in het sociale circuit. Geen Nederlands equivalent.
Wordt gebruikt voor oude Romeinse plaatsen voor politieke samenkomsten voor uiteenlopende wettelijke of bestuurlijke functies.
Italiaanse komedie uit de 16e tot de 18e eeuw opgevoerd door toneelgezelschappen die speciaal waren getraind om dialogen, gebaren en bewegingen te improviseren vanuit een geschreven plot met standaard situaties en stereotypen.
Quilts vervaardigd om bepaalde gebeurtenissen te herdenken. Geen Nederlands equivalent.
Personen die commentaar leveren op onderwerpen welke de lezer interesseren, met het doel de publieke opinie te prikkelen of te vormen, meestal in overeenstemming met de gezichtspunten en beleidslijnen van de publicatie waarvoor ze werken.
Bouwwerken voor verkoop van produkten en diensten. Zie 'ambachtelijke werkplaatsen' voor gebouwen waar op kleinschalige wijze produkten vervaardigd worden. Zie 'industrie- en nijverheidsbouwwerken' waar dit op grootschalige wijze gebeurt.
Groepen mensen die zijn afgevaardigd om bepaalde kwesties of zaken te overwegen, te onderzoeken of om maatregelen te treffen en gewoonlijk om verslag uit te brengen.
Publieke instanties die op gemeentelijk niveau zijn geautoriseerd om veelomvattende plannen voor toekomstige ontwikkelingen te maken en om voorgestelde veranderingen in het gebruik van grond te evalueren, zodat ze overeenstemmen met deze plannen.
Wordt gebruikt voor zelfstandige en autonome gemeenschappen bestaande uit kleine groepen mensen die samenleven met een minimum aan bemoeienis van buitenstaanders.
Te gebruiken voor kunstmatige ruimtevaartuigen in een omloopbaan die zijn ontworpen om elektromagnetische signalen tussen communicatiestations te reflecteren en opnieuw uit te zenden.
De wetenschap en technologie van de overbrenging en ontvangst van informatie, tussen of binnen kleine of grote groepen mensen, andere levende wezens of machines, inclusief de bestudering van tekens en symbolen in mondelinge, beeldende, non-verbale en digitale talen, van gedrag en interactie door middel van boodschappen en van grootschalige instellingen en systemen. Gebruik 'communiceren' voor het overbrengen van een gewaarwording, kennis of informatie op anderen.
Register waarin werd aangetekend welke gelovige zijn biecht en jaarlijkse verplichte paascommunie had gedaan.
Een vorm van sacrament en centraal element van de eredienst bij veel christelijke kerkgenootschappen, met als basis het Laatste Avondmaal, waarop Jezus de wijn die hij ronddeelde en het brood dat hij brak als respectievelijk zijn bloed en lichaam omschreef. Het ritueel bestaat doorgaans uit de wijding van brood en wijn door de predikant of priester en de verdeling onder de gelovigen. De term is afgeleid van het Griekse woord 'eucharistia', dat 'dankzegging' betekent.
Verwijst naar de midden-Byzantijnse stijl en periode rond de Comnenidynastie (1081-1204) in het oostelijke Romeinse Rijk. De stijl wordt gevoed door de wens de grandeur van het Rijk na de Eerste Kruistocht in ere te herstellen, en kenmerkt zich in het bijzonder door de bouw van kloosters en enorme woningen voor het geslacht Comneni.
Te gebruiken voor plastic doosjes met scharnierend deksel waarin compactdiscs worden bewaard.
Verwijst naar de stijl van porselein dat in China werd gemaakt en naar Frankrijk werd verscheept door de Compagnie des Indes. De stijl wordt gekenmerkt door het gebruik van vormen die zijn afgeleid van metalen of zilveren modellen en Europese decoraties, soms overgenomen van gravures uit dezelfde periode.
Indiase schilderstijl die werd ontwikkeld door afstammelingen van Mogolkunstenaars die eind 18de eeuw en begin 19de eeuw voor de Britten werkten. De artistieke centra van deze stijl waren Delhi in het noorden, Lucknow, Calcutta en Patna in het oosten, en Madras en Thanjavar in het zuiden. Thema's van deze 'Company-schilderijen' waren bloemen, dieren, kastengroepen, festivals en schilderachtige locaties; als techniek werd een afgeleide vorm van het Europese aquarelschilderen gebruikt. De naam is ontleend aan de Britse East India Company, waarmee de opdrachtgevers van werk in de Company-stijl vaak werden geassocieerd. De opdrachtgevers toonden vaak oprechte wetenschappelijke belangstelling voor de Indiase cultuur en het Indiase landschap, een belangstelling die verder reikte dan een vluchtige hang naar het exotische.
Decoratieve randen die zijn gevormd als aparte ontwerp eenheden die de gedrukte tekst op een titelpagina omringd. Te onderscheiden van 'lijstwerk (ornamentgebieden)', die randen omsluiten die bestaan uit losse elementen die niet zijn ontworpen om samen als rand te worden gebruikt.
Een reeks zwartachtig blauwe tot zwartachtig rode kleuren die lijken op de kleur van het kleurmiddel compèchehout, een verfstof die wordt gemaakt van een Amerikaanse boom.
Werken die in een kleiner document de essentie of de algemene grondbeginselen van grotere werken bevatten en die vaak dienen als supplement bij het grotere werk.
Binnen de context van kunst en architectuur: formele processen waarbij concurrerende architecten of kunstenaars voorstellen indienen, vaak vergezeld van begrotingen en andere informatie, bij dezelfde opdrachtgever voor hetzelfde architectuur- of kunstproject.
Films die worden gemaakt door filmfragmenten te snijden en in te lassen uit bestaande films of archiefopnamen. Dit gebeurt vaak met non-fictieopnamen om documentaires te maken of ter vermaak met fragmenten uit oude films. Ze kunnen nieuwe opnamen bevatten als inleiding, commentaar of afsluiting.
Openingen in het midden van daken van atriums in romeinse huizen, die naar binnen hellen om regenwater door te geven naar een waterreservoir of tank, dat een impluvium wordt genoemd.
Verwijst naar de bouwkundestijl die wordt geassocieerd met de vijfde van de vijf traditionele klassieke bouwordes in de architectuur waartoe ook de Dorische, Ionische, Corinthische en Toscaanse stijl behoren. Deze stijl kenmerkt zich door het samengaan van Ionische en Corinthische stijlelementen, in het bijzonder in het kapiteel waar de Ionische voluut en de Corinthische acanthusbladeren gecombineerd worden om een meer overdadig geheel te creëren. De schacht van de zuil kan gecanneleerd of vlak zijn. De stijl stamt waarschijnlijk uit de Augustijnse periode, kwam tot volle wasdom in het Romeinse Colosseum (circa 80 n. Chr.) en is toegepast tot na de Renaissance. De term is te onderscheiden van de term 'composiete orde', aangezien een bouworde slechts kan verwijzen naar het specifieke samenstel van onderdelen dat moet voldoen aan eenduidige, vastgelegde regels en verhoudingen, afhankelijk van de functie van elk onderdeel in het geheel.
Te gebruiken voor diverse samengestelde materialen die op kunstmatige wijze worden vervaardigd uit twee of meer stoffen - bijvoorbeeld kalkmeel, hars en stijfsel voor het boetseren van ornamenten aan het einde van de 18e eeuw, of voor gips, zaagsel, zemelen en lijm die werden gebruikt voor het maken van poppen, of mortel op basis van plastische cement in de bouw.
Balken, opgebouwd uit delen van constructiehout die aan elkaar zijn vastgeschroefd met een stalen plaat ertussen.
Elke vorm van keper die is geweven met meer dan één bindingsysteem. Geen Nederlands equivalent. Zie 'weefsel' en 'meergraatskeperbinding'.
Een mengsel van rottend organisch materiaal, meestal van plantaardig residu.
Gebouwen met stedelijke gevangenissen voor schuldenaren, met name in Londen, Southwark, Exeter en andere Engels steden.
Verwijst naar een procedé waarbij gebruik wordt gemaakt van een computer als ontwerphulpmiddel bij voor architectuur, landschapsontwerp, steden, transportinfrastructuur, engineeringprojecten, auto's, computerchips of andere objecten van allerlei omvang. Tijdens het procedé wordt gebruik gemaakt van een computerprogramma dat een interactieve tekentool biedt, met een interface voor simulatie en analyse. In architectuurontwerp biedt de computer de gebruiker de mogelijkheid om virtueel door driedimensionale ruimten te lopen, de architectuur in de juiste positie te bekijken op de geplande locatie en aspecten van belasting en ondersteuning te testen. Ook wordt de computer gebruikt om verwoeste gebouwen en steden te reconstrueren en om archeologische sites af te beelden in verschillende tijdsperioden.
Verwijst naar de integratie van het technische ontwerp en de fabricage van objecten tot een systeem dat rechtstreeks wordt bestuurd door digitale computers. Computer-aided engineering (CAE) combineert het gebruik van computers voor industriële ontwerptoepassingen, de zogeheten 'computer-aided design' of 'CAD', met computergestuurde fabricageprocessen, de zogeheten 'computer-aided manufacturing' of 'CAM'. Dit geïntegreerde proces wordt gewoonlijk aangeduid als CAD/CAM. Kenmerkend is de mogelijkheid om ontwerptekeningen die tijdens het ontwerpproces zijn ontwikkeld en gewijzigd, rechtstreeks om te zetten in instructies voor de productiemachines die het gewenste object moeten maken.
Te gebruiken om iets te beschrijven, zoals een ordening van zichtbare vormen of gegevens, dat is geproduceerd door een computer, vooral wanneer de programmering automatisch een relatief groot aantal van de stappen genereert tussen wat wordt ingevoerd en wat wordt geproduceerd.
Wetenschappers die onderzoek of werkzaamheden verrichten met betrekking tot de wetenschap die zich verdiept in de verschijnselen welke verband houden met computers, met inbegrip van de constructie, werking, programmering en toepassing ervan.
T gebruiken als beschrijving voor een activiteit of iets dat is geproduceerd met een activiteit waarbij gebruik wordt gemaakt van een computer om een aantal van de benodigde stappen of handelingen te versnellen. Gebruik 'computer-gegenereerd' wanneer de programmering automatisch een relatief groot aantal van de stappen genereert tussen wat wordt ingevoerd en wat wordt geproduceerd.
Wordt algemeen gebruikt wanneer de output van een computerproces in grafische vorm wordt gevisualiseerd.
Tak van de linguïstiek die zich bezighoudt met het gebruik van computers voor de analyse en synthese van gegevens over taal, zoals bij vertalen, woordfrequentie, spraakherkenning en -synthese.
Kaarten die door een computer of computersysteem zijn vervaardigd of gepresenteerd.
Het schrijven van precieze, logische reeksen instructies die de handelingen van een computer of een computersysteem sturen.
Computer-randapparatuur, bestaande uit een monitor of een printer en een toetsenbord, die met elkaar verbonden zijn en functioneren als een op zichzelf staande in/uitvoereenheid.
Gecomputeriseerd proces waarbij vormen in een beeld worden geaccentueerd of overdreven; wordt vaak gebruikt om vage vormen te verduidelijken, bijvoorbeeld op foto's.
Bevloeringssystemen die bestaan uit volledig uitneembare en onderling verwisselbare vloerpanelen die worden ondersteund door beweegbare voetstukken of dwarsbalken, om te zorgen dat de ruimte eronder vrij toegankelijk is.
Het bestuderen van verschijnselen die met computers te maken hebben, zoals de constructie, operatie, programmering en toepassingen van computers.
Tabellen voor de berekening van data van astronomische gebeurtenissen en roerende (feest)dagen, soms inclusief de berekeningsmethoden die aan de tabellen ten grondslag liggen.
Eucharistievieringen met meerdere priesters. De priesters spreken het eucharistisch gebed of de consecratie van hetzelfde brood en dezelfde wijn gezamenlijk uit. Behalve voor wijdingen is het gebruik in het westen uitgestorven, maar het werd nieuw leven ingeblazen door het Tweede Vaticaans Concilie. Soms wordt het gebruikt om priesters en congregaties van kerken buiten de parochie in staat te stellen samen de eucharistie te vieren.
Duidt de samenstelling van een mengsel aan als een verhouding van een bestanddeel dat met wil beschouwen tot de overige bestanddelen, of het totaal der berstanddelen.
Aanduiding voor interneringscentra die worden opgericht los van het gangbare gevangenissysteem, waarin mensen worden opgesloten met het oog op de militaire of politieke veiligheid of voor bestraffing of exploitatie; mensen worden meestal gevangen gezet per decreet of op militair bevel, vaak ook hele klassen of groepen mensen, zonder rekening te houden met de schuldvraag van ieder individu afzonderlijk.
Draagbare accordeons met twee zeshoekige kastjes die door een uitschuifbare blaasbalg met elkaar zijn verbonden. Ieder kastje heeft een eigen druktoetsenbordje.
Etablissementen, waar de nadruk ligt op het muzikale en variété-amusement maar waar ook drank wordt geserveerd.
Te gebruiken voor openbare koetsen met stevige, grote, eivormige kasten met welvende panelen in een ophanging met drie stangen en een draagbeugel; hebben zeer veel bagageruimte, zitplaatsen voor zes, negen of twaalf passagiers en vaak daarnaast nog zitplaatsen op het dak; gemaakt in de Verenigde Staten vanaf ca. 1820 tot het begin van de 20e eeuw.
Omvatten registers waarin de woorden en zinnen van een tekst voorkomen, met aanwijzing van de plaats waar zij staan, en ingangen waarmee het verband tussen verschillende verwijzingen naar hetzelfde trefwoord kan worden gelegd, namelijk door de referenties in twee kolommen naast elkaar te plaatsen.
Twintigste-eeuwse poëzie, vooral van de concrete poëzie-beweging uit de jaren vijftig en zestig, waarin de dichters taalelementen rangschikken zoals ze willen, daarbij de hand lichtend met syntactische regels en met de conventie van een lineaire bladspiegel. De strekking van de gedichten hangt, behalve van de betekenis van de woorden, af van de ruimtelijke, picturale en typografische kenmerken van het werk. Voor niet-twintigste-eeuwse dichtkunst waarin letters, woorden of regels zodanig worden gerangschikt dat er een patroon of beeld wordt gevormd, dat meestal samenhangt met de betekenis van de woorden, gebruik 'pattern poems'.
In koelingssystemen, de warmtewisselaars die hitte aan het koelmiddel onttrekken en een heet gas onder druk veranderen in een koele vloeistof.
Microfoons met een membraan van metaal of van plastic met een metaallaag dat parallel aan een elektrode is gespannen. Als het membraan door de geluidsgolven gaat bewegen, verandert de afstand tussen het membraan en de elektrode, waardoor de spanning over membraan en elektrode verandert. Deze verandering wordt vervolgens geregistreerd en versterkt of gebruikt voor radio- en televisie-uitzendingen. Bij dit soort microfoons moet men gebruik maken van een aparte voedingsbron, wat bij dynamische microfoons of bandmicrofoons niet nodig is.
Omhulsels, gewoonlijk van zeer dun rubber, die bij geslachtsgemeenschap om de penis worden gedragen teneinde bevruchting of seksueel overdraagbare ziekten te voorkomen.
Leiders van particuliere groepen huurlingen die hun diensten verkochten aan oorlogvoerende staten of heersers; ze waren met name van de 14e tot de 16e eeuw actief in Italië en andere delen van Europa.
Graven van martelaren of biechtvaders, soms met altaren erboven, in welk geval de term zich uitbreidt tot zowel het altaar als het ondergrondse vertrek met de relieken.
Wordt gebruikt voor sofa's met een rechte voorkant en kleine, driehoekige zitplaatsen die aan de buitenkant van de armleuningen zitten en soms afneembaar zijn. Gebruik 'canapés à confident' voor sofa's met een S-vorm waarvan de zijleuningen naar binnen buigen zodat twee mensen met het gezicht naar elkaar toe kunnen zitten.
Glaasjes voor zoetigheden, meestal ongeveer 10 cm hoog, gebruikt voor het serveren van suikergoed of andere zoetigheden.
Verwijst naar een projectiesysteem waarbij de punten op een bol met behoud van een één-op-één-relatie op een plat vlak worden overgebracht. Het systeem wordt algemeen gebruikt in de cartografie en is een poging tot het oplossen van het probleem dat ontstaat doordat een bol niet op een plat vlak kan worden weergegeven met behoud van alle afstandsverhoudingen. Met conforme projecties wordt getracht de relatieve vorm van configuraties rond ieder punt te behouden, dat wil zeggen dat de grootte en de hoekformaties op ieder punt behouden blijft. De mercatorprojectie en stereografische projectie zijn voorbeelden van conforme projecties.
Verwijst naar het samenstel van waarden, wetenschappelijke tradities en sociale visies dat is geïnspireerd op de leer van Confucius in de 6de eeuw v. Chr. in China. Dit geloofssysteem, dat is gebaseerd op kennis van het verleden en het behouden van culturele tradities, oefende een sterke culturele invloed uit in Oost-Azië en drukte een stempel op het bestuur, de maatschappij, het onderwijs en het gezinsleven in deze regio. Het wordt gekenmerkt door sterke universele humanistische filosofieën; Oost-Aziaten blijven vaak confucianisten, ook als ze andere religies aanhangen, zoals de islam of het boeddhisme.
Laatneolithische Chinese cilindervorm in jade, met een vierkant gemaakt buitenoppervlak en een holle, ronde binnenkant. Congs zijn meestal op de hoeken versierd met gezichtselementen, soms geabstraheerd tot concentrische cirkels of oogvormen, en verfraaid met ingesneden horizontale balkjes op de vlakken. Ze worden op grafplaatsen aangetroffen. Hun functie is niet bekend.
Afrikaans-Cubaanse trommen met een lange, nauwtoelopende of tonvormige cilinder die wel 90 cm diep kan zijn, met één trommelvel van ongeveer 25 tot 30 cm in doorsnede, die meestal worden bespeeld met de handen; meestal maar niet altijd bespeeld in paren.
Elastisch sedimentair gesteente samengesteld uit afgeronde fragmenten die variëren van kleine kiezelstenen tot grote keien in een bindmiddel van kalkhoudend materiaal, ijzeroxide, silica of geharde klei.
Een algemene benaming voor fossiele en andere harde harsen die in bijna alle tropische landen voorkomen en die worden gebruikt voor het maken van vernissen, lakken, plakmiddelen en deklagen. Tegenwoordig zijn ze grotendeels vervangen door kunstmatige harsen.
Stijl en periode van mensen die de taal spreken van het Bakongo-volk, dat leeft in een deel van Afrika dat zich aan weerskanten van de evenaar en grotendeels in het stroomgebied van de rivier de Kongo bevindt.
Verwijst naar een protestantse gezindte waarbij elk lid van de kerk autonoom is. Hoewel congregationalisten geloven dat de christelijke kerk voornamelijk een verzamelde gemeenschap van gelovigen is, leveren zij een belangrijke oecumenische bijdrage met hun nadruk op het primaat van de lokale kerk. De stroming is voortgekomen uit de Separatisten van de 16de-eeuwse Engelse Reformatie. Vervolging dreef de congregationalisten naar Nederland en de Verenigde Staten (de Pilgrim Fathers in 1620). Kerkbijeenkomsten, missiewerk en godsdiensttolerantie en -vrijheid zijn de belangrijkste kenmerken.
Een grotendeels lichtgroen marmer met witte markeringen dat wordt gewonnen bij Clifden in County Galway in Ierland. De metamorfe dolomitische kalksteen wordt beschouwd als een van de twee echte marmersoorten van de Britse eilanden. De andere is Iona-marmer.
Ceremoniële parasol met afwisselend rode en gouden banen (in de basilica maior) of rode en gele banen (in de basilica minor). Onderscheidingsteken voor een door de paus als zodanig benoemde basiliek. Staat aan de noordzijde van het altaar opgesteld in een standaard, steeds in combinatie met het tintinnabulum dat aan de zuidzijde van het altaar is opgesteld. Wordt ook soms umbrella genoemd.
Kleine klokken in een houten kastje die lopen op een veer of een slinger en die zijn bedoeld om op een console aan de muur te worden geplaatst, op de schoorsteenmantel gezet of van kamer tot kamer te worden gedragen. De consoles waren vaak ontworpen om bij de stijl van de klok te passen en meestal afkomstig uit de 17e en 18 eeuw.
Vormgegeven bouwstenen met een platte onderkant en taps toelopende bovenkant, die zo gehouwen zijn dat ze zich voegen naar de deklaag van de geveltop en die ondersteunen. De meer algemene term voor bouwstenen die in gemetselde muren worden geplaatst om het gewicht van balken te verdelen is 'draagsteen'.
Muziekgezelschappen die gebruik maken van stemmen en/of instrumenten, van toepassing op Engelse muziek van rond 1570 tot 1720; ook gebruikt voor hedendaagse groepen die muziek brengen uit die tijd.
Vereniging van particuliere instellingen, vaak op financieel of educatief gebied, met als doel een onderneming of project te beginnen waarbij bronnen zoals fondsen, diensten, menskracht en markten worden gedeeld.
Verwijst naar de periode en stijl in de kunst, vooral de beeldhouwkunst en architectuur, die samenviel met de regeerperiode van Constantijn de Grote van 311 tot 337 n. Chr. In de beeldhouwkunst kenmerkt de stijl zich door het loslaten van het klassieke Griekse illusionisme en naturalisme, met een grotere nadruk op symboliek, expressionisme en heldere vertellingen om de leer van het Christendom over te brengen. In de architectuur kenmerkt de stijl zich door de toevoeging van een transept en apsis aan Romeinse basilieken, waardoor de typische kruisvorm van de vroeg-christelijke kerken ontstond.
Verwijst naar de kunststijl die zich ontwikkelde aan het grote byzantijnse hof in Constantinopel en die zich in het algemeen kenmerkt door een enorme schaal, bouwkundige vernieuwing, planmatige samenhang, extravagant gebruik van kostbare materialen en grote, slanke, elegante en evenwichtige figuren.
Hedendaagse benaming voor spiegels met een uitgesneden adelaar bovenop de omlijsting.
Aluminium in de vorm van een legering voor extra versterking voor constructiedoeleinden. Aluminium is een lichtgewicht materiaal dat bestand is tegen corrosie, waardoor het niet hoeft te worden geschilderd en steeds populairder wordt als bouwmateriaal. Omdat aluminium extrudeerbaar is, kunnen op economische wijze structurele vormen worden gemaakt die voldoen aan specifieke ontwerpeisen.
Beeldhouwwerken gemaakt door samenvoeging van een aantal aparte onderdelen, vaak van hetzelfde materiaal, en niet door middel van traditionele beeldhouwmethoden als modelleren, gieten of hakken. De onderdelen worden tot één nieuw geheel gemaakt en zijn niet meer afzonderlijk te onderscheiden. Gebruik 'assemblages (beeldhouwwerk)' voor beeldhouwwerken, die op dezelfde manier tot stand zijn gekomen, maar waarbij de onderdelen hun identiteit bewaren.
Staal dat in diverse vormen is gewalst, zoals balken, stangen of platen, en wordt gebruikt voor dragende constructie-elementen.
Raakvlakken of elkaar rakende oppervlakken tussen twee opeenvolgende betonstortingen.
De doctrine volgens welke de substantie van het lichaam en het bloed van Christus en de substantie van het brood en de wijn naast elkaar aanwezig zijn in de eucharistische gedaanten na de consecratie. Het begrip wordt toegeschreven aan Luther, die zich verzette tegen de doctrine van de transsubstantiatie. Luther illustreerde zijn opvatting met de analogie van het ijzer in het vuur: het vuur en het ijzer zijn verenigd in het roodgloeiende ijzer maar toch zijn beide nog aanwezig.
In moderne context te gebruiken voor ambtenaren met die titel, aangewezen door of met machtiging van een rijksoverheid om in het buitenland te verblijven met de bedoeling de belangen van de inwoners van het benoemende land te behartigen. Deze titel wordt ook gebruikt voor de rechterlijke ambtenaren van het republikeinse Rome en van de Eerste Franse republiek van 1799 tot 1804.
Wordt gebruikt voor de ambtelijke hoofdkantoren van gezanten uit een ander land die vooral zijn aangesteld om toezicht te houden op de economische belangen van hun thuisland en deze te beschermen in het buitenland; gebruik 'ambassades' als zulke hoofdkantoren zijn bedoeld voor gezanten die ambassadeurs heten, die zijn benoemd om te onderhandelen in aangelegenheden van internationale politiek en zaken met een buitenlandse regering. Gebruik 'gezantswoningen' voor de ambtelijke woningen van buitenlandse gezanten in het algemeen.
Te gebruiken voor personen die om professioneel advies of diensten worden gevraagd, meestal voor specifieke projecten of problemen, gerelateerd aan hun specifieke kennis of specialisatie. Gebruik 'adviseurs' voor personen die meestal op lopende basis advies geven op professionele of niet-professionele wijze.
Mensen die goederen en diensten kopen, gebruiken en wegdoen, de uiteindelijke clientèle van fabrikanten, groothandelaars, detailhandelaars en dienstverleners.
Fotografische afdruktechniek waarbij een negatief in contact wordt gebracht met papier met een lichtgevoelige laag en dit vervolgens wordt belicht, zodat de afdruk hetzelfde formaat krijgt als het negatief. Bij veel 19e-eeuwse afdrukprocédés werd gebruik gemaakt van contactdrukken, omdat daarvoor belichting met sterk licht nodig was.
Portugese kabinetten die met panelen zijn bekleed en op een voetstuk staan.
Te gebruiken voor schepen die zijn ontworpen om vracht te vervoeren in gestandaardiseerde, verzegelbare en voor hergebruik geschikte containers, die vaste afmetingen hebben en zijn ontworpen om op elkaar te worden gestapeld en aan elkaar te worden vastgezet.
'Fabricated chalk' in de vorm van harde krijtjes die zijn gemaakt van een mengsel van grafiet en klei in de kleuren wit, donkerbruin, rood en drie soorten zwart. Worden gebruikt door kunstenaars.
Te gebruiken voor woongemeenschappen voor gepensioneerde mensen die volledige persoonlijke zorg en aanvullende diensten ontvangen, vaak inclusief vervoer, medicatie, recreatieve faciliteiten en financieel advies. Te onderscheiden van 'life care communities', omdat er een maandelijkse vergoeding wordt gevraagd die afhankelijk is van de verblijfsduur en geen eenmalige vergoeding vooraf.
Draaiboeken, die alleen door de regisseur mogen worden veranderd, met daarin alle audiovisuele aanwijzingen die voor het draaien van belang zijn, inclusief de dialogen, de geluidseffecten, de shots en de basis-editing van alle scènes in de volgorde waarin ze op het scherm vertoond dienen te worden.
Verwijst naar de stijl van Oudgriekse vaasschilderkunst die de overgang vormde tussen de stijl met de zwarte en de stijl met de rode figuren. Een van de kenmerken is dat sommige figuren werden geschilderd in de stijl van de zwarte figuren en andere, vaak de vrouwelijke, geen gegraveerde contouren hadden maar waren omlijnd met een kwast. Rond 530 v. Chr. banden enkele schilders de stijl van de zwarte figuren volledig uit en omlijnden alle figuren. Maar vervolgens schilderden zij de achtergrond zwart, waardoor de overgang naar de stijl van de rode figuren werd bewerkstelligd.
Apsissen die tegenover andere apsissen zijn geplaatst.
Rechtsgeldige documenten waarin overeenkomsten zijn opgenomen tussen twee of meer competente partijen die verklaren iets wel of niet te doen, en waarin de bepalingen en de voorwaarden van de overeenkomst worden gespecificeerd.
Fagotten met een lagere toonhoogte dan de normale fagot en meestal met een buis die meerdere malen op zichzelf terug is gevouwen om de totale lengte van het instrument te verminderen en de kleppen zodanig te plaatsen dat ze gemakkelijk te bespelen zijn.
De evenwichtige doch asymmetrische positie van het afgebeelde menselijk lichaam, waarin het draaien of het buigen van de verticale as van het lichaam een verandering van de richting van heupen, schouders en hoofd tot gevolg heeft.
Verwijst naar de periode van de beweging voor vernieuwing binnen de rooms-katholieke kerk na en tegen de protestantse Reformatie in de 16de en vroege 17de eeuw in Europa, vanaf het pontificaat van Paulus III (1534-1549) en het eerste Concilie van Trente (1545). De stijl van deze periode wordt bepaald door een intense, autoritaire religiositeit en gekenmerkt door een gevoel van somberheid en voortekenen.
Wordt gebruikt voor tekeningen waarin de oppervlakken en vlakken zijn aangegeven met contrasten tussen verschillende kleuren of lichtverdelingen in plaats van met lijnen.
Tekeningen die worden uitgevoerd in zilverstift op gepigmenteerd, geprepareerd papier, met hoogsels in wit, waarin de verschillen tussen de drie resulterende toonwaarden worden benut om driedimensionale vormen weer te geven.
Afdrukken gemaakt van een afdruk of tekening door die tegen een vochtig vel papier aan te drukken, vaak door deze door een rolpers te laten gaan. Een deel van de inkt van de afdruk of tekening wordt overgebracht naar het natte papier; het resulterende beeld verschijnt in spiegelbeeld en kan vager zijn dan het origineel. De afdruk of de tekening raakt gewoonlijk beschadigd tijdens het proces. Tegenafdrukken worden vaak gebruikt als onderdeel van het werkproces en worden gebruikt als ondersteuning bij het corrigeren van de definitieve versie. Tegenafdrukken worden soms gemaakt als vervalsingen van waardevolle afdrukken en tekeningen, maar doordat het beeld in spiegelbeeld is, zijn deze vervalsingen vrij gemakkelijk te herkennen. Gebruik 'offsetdrukken' voor afbeeldingen of tekens die zijn ontstaan door onopzettelijke overdracht van inkt of een ander medium.
Wordt gebruikt voor kamerverwarmingselementen die bestaan uit een verwarmingsmechaniek, vaak een gevinde buis die omringd is door een metalen omhulsel met openingen, om de overdracht van warmte naar de lucht, voornamelijk door convectie, mogelijk te maken.
Plaatsen van religieuze retraite of afzondering van de wereld voor mensen die religieuze geloften hebben afgelegd.
Samenkomsten van mensen. Het betreft hier oude Romeinse burgers in de provincies die samenkwamen voor bestuurlijke of juridische zaken of - in het kloosterleven - groepen mensen van beide geslachten die behoren tot een religieuze orde en met elkaar samenleven.
Tussen twee of meer staten opgestelde overeenkomsten of contracten die door erkende vertegenwoordigers officieel worden ondertekend, en die meestal door de wetgevende organen van de betrokken staten als vredesverdragen, bondgenootschappen of handelsverdragen worden geratificeerd.
Complexe polymeren die worden gemaakt door het combineren van twee monomeren van verschillende soorten. De resulterende materialen kunnen de gecombineerde eigenschappen van de gebruikte monomeren vertonen; te onderscheiden van wat kan worden gemaakt met een fysiek mengsel in plaats van een chemisch mengsel van monomeren met gepolymeriseerde componenten.
Een ongestandaardiseerde pigmentnaam die onder meer wordt gebruikt voor Bremer blauw, azuriet en kopersulfide.
Franse kabinetten uit de 18e eeuw met kleine laadjes waarin een schelpencollectie wordt opgeborgen. Ze waren in de mode tussen 1730 en 1750.
Te gebruiken voor Oud-Romeinse handelsschepen met een bolle romp en een ronde voor- en achtersteven; zijn over het algemeen kleiner en breder dan het andere belangrijke Romeinse type handelsschip, de 'pontones'.
Kruidachtige plantensoort die in Azië voorkomt. Waarschijnlijk zijn de planten afkomstig uit het Middellandse Zeegebied en werden ze van daaruit meegenomen naar India en Zuidoost-Azië, waar ze gedijden. Van de vezels maakt men al sinds lange tijd kleding en stoffen.
Verwijst naar een neolithische stijl en cultuur die in Noord- en Centraal-Europa verscheen na 3000 v. Chr. De stijl is genoemd naar een typische decoratieve techniek waarbij gedraaid koord wordt aangebracht op het oppervlak van aardewerk, vooral drinkbekers, gewoonlijk in evenwijdige banen. De stijl kenmerkt zich ook door individuele begrafenissen van volwassen mannen vergezeld van stenen strijdbijlen onder ronde aardhopen.
Verwijst naar een dikke, los gesponnen draad of koord. Cordonnet wordt vaak gemaakt van zijde van mindere kwaliteit. Het wordt gebruikt voor contourpatronen bij het maken van kantwerk, voor garneersel of franje, en voor andere toepassingen waarbij de stof niet sterk hoeft te zijn.
Lage verdiepingen boven de zijkapellen en onder de kroonlijst van het middenschip in 16e- en 17e-eeuwse kerken. Ontwikkelden zich tot lange balkons en ook tot een reeks van loges, die op het middenschip uitzien. VWB
Verwijst naar een aardewerkstijl die ontstond in de stad en de regio Corinthe op de Peloponnesus in het zuiden van Griekenland en zich op grote schaal uitbreidde naar andere delen van Griekenland, Italië en Egypte, in het bijzonder in de tweede helft van de 7de eeuw en de eerste helft van de 6de eeuw v. Chr. De stijl kenmerkt zich door grote vaten en krachtige decoraties geordend in friezen die het grootste deel van het oppervlak bedekken. De ontwerpen zijn zwartfigurig op een lichte terracotta achtergrond, met rode, witte en ingekerfde toevoegingen. De motieven kunnen geïnspireerd zijn door oosterse stoffen. Kenmerkend zijn de dieren, monsters of menselijke figuren, met ornamenten zoals stippen, blad- of rozetmotieven verspreid op de achtergrond.
Van oorsprong Griekse zuilenorde, die evenwel door de Grieken weinig is toegepast. Het kapiteel wordt gekenmerkt door twee kransen van acanthusbladeren, waarboven krullen als zich ontrollende bladeren. De abacus is aan de zijden gezwenkt. De hoogte van de zuil is tienmaal de onderdoorsnede. VWB.
Voorwerpen die zijn gevlochten of geweven van graanstengels, traditioneel van de laatste schoof die is geoogst. De corn dolly is bedoeld als een winterverblijf voor de geest van het graanveld en wordt in de lente verbrand of weer in het veld geploegd om de volgende oogst te garanderen. De volkstraditie ontstond in Britannië en Ierland, en werd door emigranten naar Noord-Amerika meegenomen. Ze werden onder meer ontworpen als mensfiguren met een of meerdere samengevoegde lussen of als kegelvormige kooien. Meestal werden ze voorzien van linten en lappen. Tegenwoordig worden ze veel gemaakt in de kunstnijverheid, met de bedoeling om ze te verkopen.
Wordt gebruikt voor lijsten met uitsteeksels die vaak schijfvormig zijn aan de voorzijde van elke hoek.
De hoorn des overvloeds is een symbool afkomstig uit de oud-Griekse mythologie. Oorspronkelijk was het een kromme geitenhoorn, in het bezit van Amalthea. De eigenaar kon uit de hoorn laten komen wat hij maar wilde. Vaak afgebeeld als een hoorn of kegel gevuld met fruit of graan.
Verwijst naar een type lakwerk dat vanaf de 17de eeuw in Midden- en Noord-China werd vervaardigd en dat met name in de 18de eeuw grote populariteit genoot in de gegoede kringen. Coromandel-lakwerk kenmerkt zich door de ingesneden decoraties, opgevuld met helder gekleurde lak of olieverf. De naam is ontleend aan een regio langs de zuidoostkust van India in de buurt van Madras, die als doorvoerhaven diende voor goederen uit het Verre Oosten die door de Britse East India Company naar Europa moesten worden verscheept. De bekendste voorbeelden van Coromandel-lakwerk zijn de grote Coromandel-kamerschermen. De term verwijst soms ook naar de laktechniek zelf. Ook de Japanners waren bekend met deze techniek, maar zij gebruikten hem zelden voor hun lakwerk.
Boetseerder van wassen of terracotta figuren in het Oude Griekenland.
Linnen doeken waarop de sacramentaliën worden gezet en waarmee deze, of de overblijfsels ervan, worden bedekt.
Verwijst naar een christelijk feest(dag) ter herdenking van de oorsprong van de eucharistie en ter ere van de aanwezigheid van het lichaam van Jezus Christus. De Latijnse term betekent 'lichaam van Christus'. In de westerse kerk wordt dit feest doorgaans gevierd op de donderdag na Drievuldigheidsdag. Het stamt uit de middeleeuwen, in een tijd van toenemende devotie aan het heilige sacrament, met name na het Vierde Lateraans Concilie van 1215. In 1246 was Robert de Torote, de bisschop van Luik, degene die het feest als eerste vierde in zijn bisdom, op aandringen van de heilige Juliana, priorin van Mont Cornillon (bij Luik) van 1222 tot 1258, die hierover een visioen had. Het feest verbreidde zich pas toen Jacques Pantaléon, voormalig aartsdiaken van Luik, paus Urbanus IV werd; met een bul uit 1264 werd het feest ingesteld. Het won geleidelijk aan populariteit en groeide in de 15e eeuw zelfs uit tot het belangrijkste feest van de Kerk.
Holle houders, meestal gemaakt van metaal (met name zilver), zoals drink-, serveer- en pronkvaten die, in tegenstelling tot borden en bestek, redelijk diep zijn.
Wordt gebruikt voor gebouwen waarin mensen kunnen worden opgesloten die zijn beschuldigd van of veroordeeld voor het breken van de wet, en waar al of niet een poging wordt gedaan tot verbeterende of rehabiliterende heropvoeding van de misdadigers. Zie 'gevangeniscomplexen' voor groepen van dergelijke gebouwen en 'strafkampen' voor dergelijke inrichtingen in de vorm van kampementen.
Te gebruiken voor personen in dienst van een krant of omroep die regelmatig nieuwsberichten of verklaringen doorgeven van een plaats ver van het hoofdkantoor. Gebruik 'correspondenten (correspondentieschrijvers)' voor mensen en organisaties die door middel van correspondentie met anderen communiceren.
Geheel der verstuurde en ontvangen, geadresseerde, geschreven berichten, zoals brieven, ansichtkaarten, memo's, nota's of telegrammen.
Poeders, lotion, lippenstift, rouge en andere middelen die op het menselijk lichaam kunnen worden aangebracht voor het verfraaien, verduurzamen of veranderen van het uiterlijk van een persoon.
Mensen die kostuums maken, verkopen of verhuren voor toneeluitvoeringen of gekostumeerde bals etc.
Boekbanden in een stijl uit de vroege 20ste eeuw, met op het omslag een miniatuurschildering ingelegd in met goud versierd leer. Historisch gezien verwijst de term naar banden die werden gemaakt in opdracht van J.H. Stonehouse, directeur van de Londense boekwinkel Henry Sotheran, gewoonlijk door de boekbinderij Rivière and Son. De stijl is genoemd naar Richard Cosway (ca.1742-1821), een Engelse miniatuurschilder die niets te maken had met de banden zelf.
Benaming uit de 19e en 20e eeuw die werd gebruikt voor kleine, beklede sofa's of '@settees' waarop twee mensen konden zitten.
Veterlaarzen tot op de kuiten, soms met een sleehak van kurk om de drager langer te maken; werden gedragen door jagers en mannen uit de hogere standen in het oude Griekenland en Rome en tevens door tragedie-acteurs aan het Atheense toneel.
Meubelstijl uit het midden van de 19e eeuw, gekarakteriseerd door een eenvoud van ontwerp in natuurlijk, ongepolijst of in lichte kleuren geschilderd hout.
De aanduiding voor een aantal Italiaanse marmersoorten, die meestal diverse tinten en patronen in rood en bruin hebben, hoewel soms ook andere kleuren zoals wit en paars aanwezig zijn. De moderne soorten zijn grof en worden vaak niet mooi gevonden, maar de oude Romeinen dolven cottanello van zeer hoge kwaliteit op ongeveer 60 kilometer van Rome in de Sabijnse heuvels, in de buurt van de plaats waarnaar het marmer is genoemd.
Lage, stenen zitplaatsen in de open lucht die zijn geïntegreerd in tuinen of parken, en waar men kan discussiëren, toneelspelen, dansen of andere sociale activiteiten kan bedrijven.
Term in het verleden gebruikt voor verschillende typen beddenkleden, voornamelijk katoenen of wollen weefsels. Geen Nederlands equivalent. Zie 'beddenspreien'.
Een algemene stijl, voornamelijk in de context van interieurontwerp, die wordt gekenmerkt door een zachte en comfortabele woninginrichting met antiek of replica's van antiek die doen denken aan 19e-eeuwse landelijke boerderijen of cottages uit Groot-Brittannië en de Verenigde Staten.
Dessertschalen op voet, met wijde maar ondiepe kom.
Te gebruiken voor wat kleinere koetsen, meestal met gebogen voorkanten, die zijn ontworpen met het oog op compactheid of om er beter uit te zien, maar om daarbij toch de sierlijkheid van de originele, grotere gesloten voertuigen te handhaven. Gebruik 'broughams' voor kleinere, laaghangende koetsen, vooral voorkomend in de Verenigde Staten aan het einde van de 19e eeuw, die meestal werden gebouwd met rechte voorkanten en die niet op grotere prototypen waren gebaseerd.
Indianenfluiten, die traditiegetrouw van hout of riet werden gemaakt, waarbij de boring door een tussenschot geblokkeerd wordt zodat de lucht door een gat naar buiten wordt gedrukt. Boven dit gat is een houten blokje op de buis gebonden zodat de lucht aan de buitenkant van de fluit naar een tweede gat wordt geleid, waar de lucht de aanblaasrand beroert; werd oorspronkelijk gemaakt als instrument om vrouwen het hof te maken.
Middeleeuwse bovenkleding, meestal kort, met een ronde hals en een hoge boord.
Prostituees die hun clientèle aantrekken van het hof of de hogere aristocratische kringen en van wie de diensten vaak worden gebruikt voor sociaal entertainment en sexuele activiteiten.
Groepen van bij elkaar passend serviesgoed en bestek voor elk van de aan tafel aanzittenden. Meestal twee of drie borden, kop en schotel, soms een kom en bestek bestaande uit minimaal een mes, vork en lepel, maar kan uit meer onderdelen bestaan.
Kledingstukken zoals wijde blouses, jumpsuits, kaftans of sarongs, die over badkleding, sportkleding en dergelijke worden gedragen. Geen Nederlands equivalent.
Hoge laarzen van leer of lederachtig materiaal, vaak met sierstiksels, belegsel of ingeperst sierdruksel, die over het algemeen tot halverwege de kuit reiken en meestal laarsgespen aan de buitenzijde hebben. Worden van oudsher gedragen door knechten op ranches, vooral in het westen van Amerika.
Te gebruiken voor kleine, half gedekte 'skipjacks' met een lengte van tussen de 7 en 9 m, afkomstig van de zuidelijke oostkust van Chesapeake Bay, in de Verenigde Staten; de term kan ook worden gebruikt voor recente, gemotoriseerde versies.
Struik die in het grootste deel van het noordoosten van de Verenigde Staten in het wild voorkomt. De struik is robuuster dan de kleine cranberry (V. oxycoccus) en heeft grotere bessen die rond, langwerpig of peervormig zijn en variëren in kleur van roze tot zeer donkerrood of gespikkeld rood en wit. De grote cranberry kweekt men op zure veengronden of plantaardige teelaarde met een laag zand erop.
Verwijst naar etsen die zijn gemaakt door de etsgrond te bewerken met roulette en mattoir, zodat het effect van krijtlijnen en -vlakken ontstaat.
Kleine op emmertjes gelijkende houders voor het serveren van room, meestal gemaakt van porselein of zilver (en een binnenzijde van glas). Geen Nederlands equivalent.
T-vormige tassen met een gegroefd oppervlak aan één kant en een vierkant uiteinde aan de andere kant. Worden gebruikt bij metaalbewerking om hoeken en randen te vormen.
Verwijst naar de stijl van kunst die werd geïnspireerd door de avant-gardistische literaire beweging onder Spaanse schrijvers in Frankrijk, Spanje en Latijns-Amerika in het begin van de 20ste eeuw. De beweging, die werd opgericht door de Chileense dichter Vicente Huidobro, benadrukt de persoonlijke en denkbeeldige wereld in tegenstelling tot de natuurlijke wereld, door middel van naast elkaar geplaatste en vaak irrationele maar indringende beelden.
Oorspronkelijk en in de katholieke theologie verwijst deze term naar het geloof dat God bij de conceptie of de geboorte voor elke individuele mens een ziel schept, in tegenstelling tot het geloof in een vooraf aanwezige ziel. In de middeleeuwen werd gedacht dat dit veertig dagen na de conceptie gebeurde voor een mannelijke baby en tachtig dagen na de conceptie voor een vrouwelijke baby. Hoewel Augustinus meende dat het creationisme en de erfzonde met elkaar in tegenspraak waren, stelde Thomas van Aquino dat ongeloof ten aanzien van deze leerstelling neerkwam op ketterij. In de moderne tijd is de term gaan verwijzen naar het letterlijke geloof in het scheppingsverhaal van Genesis in tegenstelling tot de evolutietheorie die wordt geassocieerd met 'The Origin of Species' van Charles Darwin uit 1859. Gekoppeld aan fundamentalisme kwam dit creationisme sterk op in de Verenigde Staten in de jaren 60 van de 20ste eeuw, met wortels in de 19de eeuw. Pleitbezorgers van het creationisme eisen dat op openbare scholen het creationisme en de evolutietheorie gelijkwaardig worden onderwezen. Er worden nog steeds talloze wetenschappelijke creationistische publicaties uitgegeven, al worden deze buiten de beweging niet als serieuze wetenschap beschouwd.
Linnen kleden voor credensen, vaak passend bij het altaarkleed.
Kleine tafels of planken bij het altaar in een kerk, wordt gebruikt voor de eucharistische elementen voor wijding. Of kleine bijzettafels waarop schalen en borden klaar worden gezet om aan tafel geserveerd te worden in een eetzaal. Ze verschillen van 'credenzas (dressoirs)" doordat ze meestal kleiner zijn en de vorm van een tafel hebben in plaats van een bergmeubel.
Dressoirs, met name Italiaanse of in Italiaanse stijl gemaakte dressoirs, die meestal twee of drie kastdeuren hebben met laden in het fries. Het onderstuk wordt vaak gemodelleerd en rust direct op de vloer of op leeuwenpoten.
Wordt gebruikt voor plaatsen waar menselijke lijken worden gecremeerd.
Verwijst naar een warm gebroken wit dat in diverse tinten voorkomt en doet denken aan de kleur van room, de geelwitte vette stof die op het oppervlak van melk drijft.
Gebouwen in lokale stijl, van bescheiden afmetingen en met puntgevels aan de zijkanten, waarbij de voormuur meestal een eind naar binnen is geplaatst om een geïntegreerde veranda te maken onder één enkele steile dakkant; deze manier van bouwen werd oorspronkelijk naar Louisiana gebracht door Frans-Canadese (uit Acadië afkomstige) immigranten die kennis hadden van dakconstructietechnieken voor grote spanwijdtes.
In algemene zin verwijst de term meestal naar een cultuur of stijl welke is geproduceerd door mensen die in Noord- of Zuid-Amerika of op de nabijgelegen eilanden geboren zijn, maar die afstammen van kolonisten of slaven, ter onderscheiding van mensen die rechtstreeks uit Europa of Afrika kwamen of die van oorspronkelijke bevolkingsgroepen afstammen. De term verwijst naar de culturen van verschillende bevolkingsgroepen binnen de context van verschillende regio's; vaak verschilt de betekenis van de term per regio en worden daarbij zelfs tegenstrijdige betekenissen gezien. De term verwijst naar de cultuur en stijlen geproduceerd door blanken met Spaanse ouders die in de periode van de 16de tot en met de 18de eeuw in de Spaanse gebieden in Noord- en Zuid-Amerika werden geboren; ze hadden een andere cultuur en maatschappelijke positie dan bewoners die in Spanje waren geboren. In het moderne taalgebruik kan de term binnen de context van Latijns-Amerika verwijzen naar de cultuur van mensen die daar wel geboren zijn maar van wie beide ouders Spaans zijn, of in specifieke zin naar de tradities van oude families met een overwegend Spaanse achtergrond. Ook kan de term verwijzen naar de cultuur van vroege Zuid-Amerikaanse zwarten die in Amerika zijn geboren, ter onderscheiding van zwarten die rechtstreeks uit Afrika waren overgebracht. In Louisiana, in de Verenigde Staten, verwijst de term naar de cultuur van Franstalige blanke afstammelingen van vroege Franse en Spaanse kolonisten, of naar mulatten die een soort Frans-Spaanse mengtaal spreken. Daarnaast kan de term verwijzen naar de cultuur van mensen op de West-Indische eilanden die daar zijn geboren en genaturaliseerd, maar van Spaanse, Franse of Afrikaanse afkomst zijn; in het moderne taalgebruik, binnen de context van het Caribisch gebied, verwijst de term vaak naar de Caribische cultuur in het algemeen, met inbegrip van oorspronkelijk Europese, Afrikaanse, Aziatische en Amerikaans-Indiaanse elementen.
Zeer lichte stof van verschillende vezelsoorten, met een ruw of gekrinkeld oppervlak dat wordt verkregen door het gebruik van overtorste draad of garen, door te bedrukken met caustische soda, te weven met wisselende trekspanningen of door persen in reliëf.
Open, fijn weefsel in effenbinding, vervaardigd in zijde of kunstvezels.
Te gebruiken, bij het etsen, wanneer een gedeelte van de drukplaat te diep is ingebeten zodat lijnen door elkaar heen gaan lopen.
Verwijst naar borduurwerk dat wordt uitgevoerd met kenmerkende tweedraads, los getwijnde wollen garens die bekendstaan als ‘borduurwol’. Crewelborduurwerk is traditioneel gebaseerd op keperweefsel, met linnen schering en katoenen inslag; er kan echter ook zuiver linnen of katoen of een andere stof worden gebruikt. Het kan bedoeld zijn om te worden ingelijst of te worden verwerkt tot kledingstukken, bedbehangsels, meubelbekleding of andere zaken. Het kenmerkt zich door een lossere stijl dan andere typen boorduurwerk. Het maken van crewelborduurwerk bloeide in het bijzonder in het 16de- tot 18de-eeuwse Europa en zijn Amerikaanse kolonies, met ontwerpen die waren geïnspireerd door textiel uit India en het Midden-Oosten.
Linnen onderrokken, gesteven met gom of stijfsel; gedragen aan het begin van de 18e eeuw.
De wetenschappelijke bestudering van misdadigers, van misdaad als een sociaal verschijnsel en van het strafrechtelijk systeem.
Klasse van in zee levende ongewervelde dieren waartoe ook zeelelies en veersterren behoren. Sommige dieren zitten met een steel vast aan de oceaanbodem, terwijl andere van plaats naar plaats gaan.
Hedendaagse naam voor een bepaald soort elizabethaanse stoel met een brede maar niet erg diepe zitting, een lage rugleuning en geen armleuningen. De onjuiste veronderstelling bestond dat ze werden gemaakt ten behoeve van de modieuze wijde hoepeljurken die crinolines werden genoemd.
Tapijten met een groot, ingewikkeld stermotief, genoemd naar dergelijke motieven in een schilderij van de Italiaanse renaissanceschilder Carlo Crivelli.
Zilveren Catalaanse munten van het type gros tournois. Ze werden geslagen tussen eind 13e en begin 18e eeuw.
Orde van zeereptielen en amfibische reptielen met een robuust lichaam en een robuuste staart, korte stevige ledematen, een sterke afgeplatte en langwerpige schedel met neusgaten aan de punt van de snuit en een goed ontwikkeld secundair gehemelte. De eerste soorten ontstonden in het Paleoceen. De orde omvat 3 levende families, 8 genera en 23 soorten krokodillen, gavialen, kaaimannen en alligators.
Variaties in de kleur of teelt van gewassen of andere vegetatie op het oppervlak van de grond, meestal patronen van herkenbare vormen als ingegraven muren, greppels of andere overblijfselen. Wordt onder meer gebruikt om oude locaties op luchtfoto's aan te geven.
Het verbinden van aangrenzende atoomketens in een complex chemisch molecuul met behulp van relatief korte verbindingseenheden.
Ondiepe bekkens, meestal open, waarbij het reservoir zich op een bepaald punt vernauwt om een goot of gleuf voor de pit te vormen.Tegenover de gleuf voor de pit zit vaak een halfronde beugel die uitloopt in een haak .
Wordt gebruikt voor ondergrondse ruimten onder het altaarhuis of volledige verdiepingen onder kerken, die vaak als begraafplaatsen dienen.
Overdekte gangen of galerijen in de Romeinse architectuur.
Verwijst in specifieke zin naar foto's die zijn gemaakt op basis van een met de hand gekleurd positief beeldprocedé, zoals dat vanaf de jaren 80 van de 19de eeuw tot en met 1920 in gebruik was. Het bedoelde effect is dat van een schilderij op glas. Een albuminedruk wordt gehecht aan een gebogen stuk glas en het papier aan de achterzijde wordt tot aan de emulsielaag weggeschuurd. Dan wordt er een laagje olie aangebracht om het geheel doorschijnend te maken, waarna op de achterzijde de kleuren in detail worden aangebracht. Na het drogen wordt een tweede laag gebogen glas toegevoegd en met kleuren in brede banen beschilderd. Daarachter wordt een laag wit materiaal bevestigd, waarna het geheel aan elkaar wordt gelijmd. Het glas, de oplossingen en de kleefmiddelen waren tot aan de Eerste Wereldoorlog vrij in de handel verkrijgbaar. Het procedé was gebaseerd op 18de-eeuwse met de hand gekleurde gravures, de zogeheten mezzotintschilderijen.
Slaapkamers in Romeinse huizen.
Verwijst naar een neolithische cultuur en stijl die begon in de Oekraïne rond 3000 v. Chr. in het gebied tussen de rivieren Bug en Seret en zich uitstrekte tot de Dnjepr. De cultuur kenmerkt zich door rood en oranje aardewerk, versierd met typische gegroefde of geschilderde kromlijnige ontwerpen. Ook kenmerkend zijn dorpen die bestaan uit lange, rechthoekige huizen met een centrale omheining voor vee, en een landbouwpraktijk waarbij velden en hele nederzettingen regelmatig werden verplaatst. Sommige geleerden beschouwen Cucuteni en Tripolye als afzonderlijke culturen.
Een decoratietechniek die in Spanje werd gebruikt voor tegels en ander aardewerk, en die de cuerde seca-methode heeft verdrongen. Het betrof het drukken van het patroon op tegels om randen te vormen die voorkwamen dat de gekleurde glazuren zich zouden vermengen.
Braziliaanse trommen met een vel met waar doorheen een stok steekt, waarlangs gewreven wordt met vochtige handen of een lap.
Groepen of bewegingen waarvan de religieuze overtuigingen en praktijken aanmerkelijk verschillen van de heersende of orthodoxe religies of de samenleving; centraal staat meestal een bijzondere godheid, historische of mythische figuur of een charismatisch levend persoon.
De geloofssystemen, waarden, wijsgerige stelsels, kennis, gedragingen, gewoonten, kunstuitingen, geschiedenis, ervaringen, talen, maatschappelijke verhoudingen, instellingen en materiële goederen en scheppingen die behoren tot een bepaalde groep mensen en die telkens aan de volgende generatie worden doorgegeven. Als bindende factor voor een groep mensen kunnen fungeren ras, leeftijd, bevolkingsgroep, taal, land van oorsprong, religie of andere sociale categorieën of groepen.
Te gebruiken voor objecten of soorten objecten waarover de mensen van de cultuur waaruit deze objecten voortkomen, zich zorgen maken over huidig en toekomstig gebruik, zorg en bezit van de objecten.
Fysieke objecten die door mensen met een zekere vaardigheid zijn geproduceerd of vormgegeven, in het bijzonder werktuigen, wapens, ornamenten of andere voorwerpen die culturele aanwijzingen verschaffen over de persoon die ze hebben gemaakt of gebruikt, en die voorts worden gekenmerkt door hun archeologische of historische belang en door het feit dat ze door musea of voor privécollecties worden verzameld.
Door de mens gemaakte objecten die worden aanbeden als de god of geest die ze belichamen, en die centraal staan binnen een bepaalde cultus of religie. Er kunnen verschillende rituelen zijn om de cultusbeelden te kleden, eten te geven of in optocht mee te voeren. Hoewel de betekenis van 'cultusbeeld' deels overeenkomt met die van 'afgodsbeeld', is een cultusbeeld doorgaans groter van formaat, is het een exclusief object van aanbidding van een bepaalde religie of cultus, en heeft het vaak vooral betrekking op religies van de oude wereld. Gebruik 'religieuze objecten' of 'cultusobjecten' voor voorwerpen die op dezelfde wijze worden gebruikt maar geen beeltenissen zijn. De term 'cultusbeeld' wordt in het algemeen gebruikt voor niet-christelijke beelden; gebruik 'iconen' voor christelijke beelden die zelf als heilig worden beschouwd.
De totaliteit van leefwijzen die door een groep mensen is opgebouwd en van de ene generatie op het andere wordt doorgegeven.
Wordt gebruikt voor uitgezette en aangegeven routes langs cultuurhistorisch interessante plaatsen.
Aanduiding voor stukken land en watergebieden die door menselijk ingrijpen aanzienlijk zijn veranderd of gewijzigd; wordt gebruikt als tegenstelling voor 'natuurlijke landschappen', waarmee gebieden worden aangeduid waar menselijk ingrijpen, indien daar sprake van is, geen belangrijke ecologische consequenties hebben voor het gebied als geheel.
De verspreiding van culturele kenmerken en instellingen van één menselijke samenleving, gemeenschap of generatie naar een andere via contacten en interactie.
Een tak van toerisme waarin de nadruk ligt op het kweken van inzicht in monumenten en plaatsen, met bijzondere aandacht voor historische authenticiteit, cultuurbehoud en plaatselijke betrokkenheid.
Brede sjerpen die om het middel worden gedragen; vooral horizontaal geplisseerde die bij smokings worden gedragen.
Verwijst naar de stijl en cultuur van de Chibchan sprekende Indiaanse bevolking van Centraal-Amerika die voorheen leefde in het huidige Panama en op de naburige San Blaseilanden, en tegenwoordig alleen nog in geïsoleerde gebieden voorkomt.
Een legering van koper, nikkel, ijzer en mangaan waarvan koper het grootste deel uitmaakt. Het was een geliefd metaal voor de productie van munten aan het eind van de 20e eeuw en wordt ook gebruikt voor het maken van condensatorplaatjes en warmtewisselaars.
Raadhuizen in het oude Romeinse rijk.
Wordt gebruikt voor lijsten met overlappend lofwerk en hoekversiering waarbij het vaak zo wordt bewerkt dat het op houtschors lijkt. Ze waren populair in de 19e eeuw en zijn vernoemd naar twee Amerikaanse kunstenaars, Nathaniel Currier en James M. Ives.
Verwijst specifiek naar een schriftstijl met verbindende halen tussen de karakters en een uiterst vloeiende schrijfstijl, met de volgende onderscheidende kenmerken: stamvormen worden vereenvoudigd tot symbolen of merktekens en een ervan kan voor een ander staan; de halen zijn ononderbroken en de karakterstructuren zijn betrekkelijk simpel; de tekst bevat witruimte tussen de karakters en tussen de regels; de dikte van de penseelstreek en de donkerheid van de inkt kunnen variëren. Deze schriftstijl wordt wel beschouwd als die waarin de persoonlijke expressies en emoties van een kalligraaf het best kunnen worden weergegeven.
Behangsels gebruikt als schermen voor ramen.
Stoelen met een X-vormig frame, die vaak opvouwbaar zijn. Afgeleid van de Romeinse curulis (ceremoniele vouwstoel), Tijdens de renaissance werd het stoeltype gemeengoed.
Verwijst naar de latere fase van de Decorated Style, na circa 1300, wanneer de geometrische patronen in venstermaaswerk beginnen te veranderen ten faveure van golvende lijnen en vormen die lijken op regendruppels en vlammentongen.
Personen aan wie het bewaken en bewaren van objecten zijn toevertrouwd, zoals eigendommen en artefacten, of belast zijn met de zorg voor of bewaking van mensen, zoals gedetineerden en gevangenen, of onder voogdij staande pupillen.
Asfaltmengsel met een additief voor het vloeibaar maken van het materiaal, zodat het eenvoudiger kan worden gemengd en aangebracht.
Kleine vierkante stukjes goud afgewisseld met velijn, op stapeltjes gelegd en bij elkaar gebonden met stroken perkament die vervolgens worden geplet in het eerste stadium van de handmatige productie van bladgoud, waarna ze worden overgebracht naar de ‘shoder’.
Grote, diepe muurtassen, voornamelijk gebruikt in tenten en opgehangen aan de lattenconstructie. De voorkant is gepoold geweven en de achterkant bestaat uit gewoon inslagweefsel.
Verwijst naar de stijl van schilderen die opkwam onder Peruaanse schilders van uiteenlopende etnische herkomst die actief waren in Cuzco van de 16de tot de 19de eeuw. De stijl wordt gekenmerkt door inheemse tradities met invloeden van Nederlandse late gotische kunst. Opvallende chiaroscuro-schilders in de Cuzco-stijl waren vaak indianen die les hadden gevolgd bij Spaanse meesters. Later begonnen indiaanse schilders te werken in stijlen waarbij de Spaanse en creoolse traditie werd losgelaten, met steun van lokale leiders. Hierbij ging het Europese perspectief verloren en bestond een voorkeur voor vlakke composities met sierlijke natuur- en incamotieven.
Te gebruiken om werken te beschrijven van de gelijknamige Afrikaanse etnische groep die leeft in de Democratische Republiek Congo, tussen de rivieren Lukenie en Kasai en tussen de rivieren Lualaba en Lomami.
Vergelijkende studie van automatische besturingssystemen en communicatieprocessen van organismen en machines. De studie vergelijkt de werking van de hersenen en het zenuwstelsel met het functioneren van computers en automatische reactiesystemen.
Wetenschappers die zijn opgeleid en werken op het gebied van communicatieprocessen en automatische regelsystemen in levende organismen en machines.
Te gebruiken voor het computerkundige begrip van een locatie binnen de gezamenlijke geheugens en onderling verbonden computernetwerken, gevuld met virtuele 'spullen' en bevolkt door mensen met virtuele lichamen. Te onderscheiden van 'virtual reality' dat een volledige virtuele fysieke omgeving met user interfaces is.
Verwijst naar de stijl van artistieke productie op de Cycladische archipel tussen circa 3500 à 3000 en 1100 v.Chr., alhoewel sommige auteurs de datering afbakenen van circa 2500 tot 1600 v.Chr.De kunstwerken bestaan uit aardewerk en marmeren beeldjes, waarschijnlijk met een religieuze betekenis, weergegeven in elegante doch eenvoudige, schematische en verfijnde vormen. Ze beelden vooral naakte vrouwelijke figuren uit met gevouwen armen.
Verwijst naar de aardewerkstijl zoals geproduceerd in de Cycladische archipel tussen 2000 en 1600 v. Chr. tijdens de Midden-Cycladische periode. De stijl wordt gekenmerkt door een crème- of zandkleur en door kromlijnig of naturalistisch decoratief schilderwerk.
Aanduiding voor bouwconstructies waarin geladen atomaire deeltjes worden versneld langs een spiralend pad door middel van wisselende elektrische stromen en een constant magnetisch veld.
Bureaus met een scharnierend, rond deksel of bedekking, die op een deel van een cilinder lijkt en in de bovenkant van het bureau oprolt. Gebruik 'cilinderbureaus en boekenkasten' voor soortgelijke bureaus waar een boekenkast op staat.
Hongaarse hakkeborden die bestaan uit een ondiepe, trapeziumvormige klankkast met 20 tot 35 metalen snarenkoren die over twee kammen lopen. Ze worden hangend aan een riem om de nek van de bespeler of steunend op vier poten bespeeld en zijn zeer geliefd in zigeuner-, volksmuziek- en nachtclubensembles.
Cowrieschelpen (Cypraeidae) en eierschelpen (Ovulidae) met een sterk gepolijste en felgekleurde schelp en een mantel die de schelp soms bedekt. Bij aanraking trekken leden van een groep zich plotseling terug, waarbij de kleurverandering roofvijanden moet verwarren. Komt algemeen voor in ondiepe tropische oceanen, maar sommige soorten leven in koelere wateren.
Leden van een zeer grote familie van zoetwatervissen die oorspronkelijk uit Eurazië en Zuidoost-Azië komen, waaronder karpers.
Verwijst naar de stijl die zich op Cyprus ontwikkelde gedurende de 9de eeuw v. Chr., toen de Feniciërs er een kolonie stichtten bij de stad Kition. De stijl wordt gekenmerkt door sterke Fenicische invloeden die vooral te zien zijn op metalen kommen met gebosseleerde taferelen aan de binnenzijde. Deze stijl was een belangrijke bron van iconografie in de Cypriotische kunst.
Verwijst naar een speciaal type oinochoai, gebaseerd op een van Cyprus afkomstige vorm met smalle snaveltuit en ronde buik.
Alfabet van geschreven Russisch, Slavisch en enkele niet-Slavische talen, oorspronkelijk gebaseerd op de 38 Griekse uncialen en inclusief latere toevoegingen.
Beschrijft werk dat is vervaardigd door het gelijknamige Afrikaanse volk, dat in Kameroen leeft.
Verwijst naar een hoogpaleolithische Noord-Afrikaanse gereedschapscultuur, te dateren van circa 40.000 tot circa 33.000 v. Chr. en genoemd naar de opgravingen bij Hagfet et Dabba, ook wel de Grot van de Hyena genoemd, aan de kust van Libië. De cultuur wordt gekenmerkt door pijlbladen, eindschrapers en dwarsburijnen.
Te gebruiken om werken te beschrijven van de gelijknamige Afrikaanse etnische groep die leeft in het zuidoosten van Kenia.
Familie van twee genera schildinsecten die op cactussen voorkomen. Het achterlijf is aan de achterzijde niet versmald. Op de rug bevinden zich wasklieropeningen. Een anale ring ontbreekt. De wasklierkanaaltjes zijn zeer klein en ontspringen uit het midden van een groepje sessiele poriën. De setae zijn stevig en afgesneden aan het uiteinde. Moleculaire gegevens duiden erop dat schildluisschilden feitelijk gespecialiseerde eriococcidae zijn (Gullan & Cook 2001). Deze insecten zijn naar alle delen van de wereld getransporteerd als potentiële bron van rode kleurstoffen, maar lijken inheems te zijn in de Nieuwe Wereld. Ze komen daar overwegend voor in de woestijngebieden van het zuidwesten van de Verenigde Staten, in Mexico en in Midden- en Zuid-Amerika. De cochenilleluis D. coccus wordt al enkele eeuwen gebruikt als bron voor rode kleurstoffen.
Genus dat diverse soorten schildinsecten omvat.
De tak van forensische wetenschap die zich bezighoudt met de bestudering van vingerafdrukken, om de identiteit vast te stellen van de persoon die ze achterliet of van wie ze zijn genomen. Gebruik 'dactyloscopie (techniek)' voor de methode of techniek van het analyseren of identificeren van vingerafdrukken.
De methode of techniek van het analyseren of identificeren van vingerafdrukken. Gebruik 'dactyloscopie (wetenschap)' voor de tak van forensische wetenschap die vingerafdrukken bestudeert.
Verwijst naar de Europese artistieke en literaire beweging die zich heftig verzette tegen de pretenties van de Westerse beschaving. De beweging ontstond in Zürich in 1916 in reactie op de Eerste Wereldoorlog. De beweging bepleitte het gebruik van ironie, nihilisme, iconoclasme en het absurde, en benadrukte het belang van het toeval bij het maken van gedichten, voorstellingen en kunstwerken, meestal alledaagse voorwerpen in een artistieke omgeving. Dada was een toevallig uit het woordenboek gekozen naam.
Verwijst naar de Griekse kunststijl tijdens de 7de eeuw v. Chr. die vooral wordt gekenmerkt door de figuratieve weergave en is genoemd naar Daedalus, een legendarische architect en beschermheer van handwerkslieden. De stijl wordt gekenmerkt door figuren met zuilvormige lichamen, versierd met ingekerfde patronen die de stof aanduiden, een vereenvoudigde anatomie, grote hoofden met brede platte gezichten, een starende uitdrukking en hoofdhaar in gestileerde strengen.
Het tijdsinterval tussen zonsopgang en zonsondergang.
Te gebruiken om werken te beschrijven van de gelijknamige Afrikaanse etnische groep die leeft in het noorden van Ghana.
Wordt gebruikt voor boeken die het dagelijkse, persoonlijke verslag bevatten van de eigen ervaringen, standpunten en observaties van de schrijver. Gebruik `journalen (verslagen)' wanneer het gaat om het verslag van de activiteiten of de transacties van personen of organisaties.
De delen van stijlen van een opening of nis die zichtbaar zijn vanaf het oppervlak van de muur tot aan het raamwerk of andere constructie die tussen de stijlen kan zijn geplaatst.
Ceylonese en Singalese stoepa's, meestal met een driedelige basis en een koepel met daarop een kleine paviljoenachtige structuur en spits. Vaak dienen deze boeddhistische bouwwerken als bewaarplaats voor relieken.
Benaming van verzamelaars voor de X-framestoelen in Italiaanse renaissancestijl met alleen aan de voor- en achterkant dwarsverbindingen. De naam is afgeleid van de dichter Dante uit de 14e eeuw, hoewel het maar de vraag is of zulke stoelen daadwerkelijk door hem werden gebruikt.
Te gebruiken om werken te beschrijven van de gelijknamige Afrikaanse etnische groep die leeft in het noorden van Ghana.
Het gedeeltelijk of hele dagen opvangen van kinderen of anderen die niet in staat zijn om alleen te zijn, door mensen die niet tot de ouders, familie of voogden behoren.
Onderwijsinstellingen, meestal lager of middelbaar onderwijs, waar alleen op doordeweekse dagen les wordt gegeven en die geen pensionvoorzieningen bieden. Geen Nederlands equivalent.
Wordt gebruikt voor scholen, meestal lager of middelbaar onderwijs, waar alleen op doordeweekse dagen les wordt gegeven en die geen pensionvoorzieningen bieden. Geen Nederlands equivalent.
Te gebruiken voor kleine open zeilboten zonder of met zeer beperkt verblijf, ontworpen voor overdag zeilen, hoewel velen ook als klasseboot worden gebruikt om te racen.
Verwijst naar de periode van de achtste en negende eeuw die is genoemd naar de hoofdstad van de Chinese provincie Dai-Lai. De stijl van deze periode wordt bepaald door de bloei van het boeddhisme, die van invloed was op de ontwikkeling van beeldhouwkunst en architectuur en door de inbreng van Chinese stijl en Cham-stijl. In de beeldhouwkunst wordt deze periode gekenmerkt door afbeeldingen van het boeddhistische godendom en van boeddhistische monniken, geconstrueerd in hout of steen, stenen pilaren, mythische kinnarafiguren, beschermende lokapala-figuren beïnvloed door Indiase en Chinese decoraties, en beeldsnijwerken in bas-reliëf van planten en figuren die doen denken aan grotsculpturen van Yungang en Longmen in China. In de architectuur wordt deze periode gekenmerkt door terracotta lijstwerk op tempels, stoepa's gebouwd van baksteen en motieven op constructies met gestileerde draken, wolken en planten.
Verwijst naar de Zuid-Chinese architectuurstijl die in Japan werd geïntroduceerd in de vroege Kamakuraperiode (1185-1333), ten tijde van de wederopbouw van de stad Todai-ji. De stijl wordt gekenmerkt door krachtige en eenvoudige vormen en krachtig gebogen daklijnen.
Grof gemonteerde beeld- en geluidopnamen die elke dag tijdens het opnemen van een film worden gemaakt en dezelfde of de volgende dag worden vertoond zodat de regisseur en andere betrokkenen het resultaat kunnen beoordelen.
Seriële mechanische printers,waarbij de tekens worden gemaakt aan het eind van verende haken die straalsgewijs vanuit een centraal draaipunt lopen.
Verwijst naar Afrikaanse mensen die wonen in de regio Darfur in Sudan en in Tsjaad.
Te gebruiken om werken te beschrijven van de gelijknamige Afrikaanse etnische groep die leeft in het noordoosten van Nigeria.
Vergruizelde steen, lei, slak, porselein of tegels die zijn verpulverd tot deeltjes en vermengd. Wordt gebruikt als oppervlaktemateriaal bij dakbedekking met asfalt en dakspanen.
Bovenbouwen voorzien van ramen bovenop een dak of koepel die bedoeld zijn om licht of lucht toe te laten in de onderliggende ruimte. Voor kleine bouwwerken op de nok van een dak die vooral gebruikelijk zijn in Amerikaanse architectuur wordt 'koepels' gebruikt.
Een harde, inferieure, verbrokkelende of schilferige sedimentair gesteente wat verweerd met een oneffen onregelmatig oppervlakte, zoals het leiachtige zandsteen of kalksteen; voornamelijk gebruikt als bouwsteen. Gebruik voor daklei als bouw materiaal: daklei (dakbedekking)
Beschrijft werk dat is vervaardigd door het gelijknamige Afrikaanse volk, dat in de Centraal Afrikaanse Republiek leeft.
Kleine torenspitsen op de nokken van daken of op de snijvlakken ervan, die op het dak lijken te rijden. Gebruik 'kruisingstorens' voor hogere en omvangrijkere torens op kruisingen van kerken.
Dakspaan die wordt gevormd door het splijten van een kort blokje hout in tapse, stervormig uitlopende delen.
Middelgrote eik die 20 meter hoog kan worden en voornamelijk inheems is in het Midden-Westen en het zuiden van de Verenigde Staten. Gewoonlijk groeit deze boom op hoger gelegen gebieden met een goede afwatering, maar soms ook op lagere stukken land langs rivieren. De bladeren hebben dezelfde vorm als laurierbladeren. De vrucht is een eikel die een belangrijke voedselbron is voor eekhoorns en vogels. Van het hout maakt men dakspanen.
Hout van de soort Quercus imbricaria dat voornamelijk wordt gebruikt voor het maken van shingles en gepotdekselde gevelbeplating van huizen.
Wordt gebruikt voor dakloze plateaus met railing bovenop de daken van Amerikaanse huizen, bedoeld om een uitzicht te bieden, vooral over zee. Voor gesloten uitkijkposten op daken wordt 'belvédères' gebruikt; voor meestal ornamentele dak-bouwwerken wordt 'koepels' gebruikt.
Kleine boomsoort die inheems is in de droge savannebossen van Afrika en West-India. Wordt al sinds de Egyptische oudheid gebruikt als hoogwaardig productiehout. Geen echt ebbenhout.
Boomsoort van hardhout die inheems is in het Indiase subcontinent en die voornamelijk wordt aangetroffen langs rivieroevers. De soort is internationaal vooral bekend om zijn hoogwaardige palissanderhout, maar wordt lokaal vooral gebruikt voor de productie van het percussie-instrument kartaalsan, als een belangrijke brandstof en voor schaduw en beschutting.
Gedecoreerde tunica's met lange mouwen, gedragen als liturgische gewaden bij christelijke eucharistievieringen. Ze vallen tot op de knieën en worden door diakenen over de albe heen gedragen, terwijl priesters een kazuifel dragen en subdiakenen een tunica. De term kan ook verwijzen naar soortgelijke gewaden gedragen als niet-kerkelijke kledij in het Romeinse Rijk of door Engelse koningen, in het bijzonder bij kroningen.
Verwijst naar de inheemse cultuur en stijlen van het gebied en de eilanden langs de Adriatische kust, zowel in historisch als modern opzicht.
Te gebruiken om werken te beschrijven van de gelijknamige Afrikaanse etnische groep die leeft in Namibië.
Zandlopervormige trommen van het Indiase subcontinent, de Himalaya en Mongolië, met een klankkast die meestal van hout of metaal is gemaakt (en in Tibet vaak van menselijke schedels), met twee dunne vellen die rond houten ringen zijn gewikkeld en worden gespannen door veters in V-vorm met een kruislingse vetering in het midden. Aan de vetering in het midden zijn twee touwen bevestigd met knopen of met kogeltjes van hout, klei of een ander hard materiaal aan het einde; de knopen of kogeltjes slaan op de trommel wanneer deze wordt gedraaid.
Gefigureerd enkelvoudig weefsel waarin het patroon wordt gevormd door het contrast tussen twee bindingseffecten. In de oorspronkelijke vorm werd gebruik gemaakt van het ketting- en het inslageffect van dezelfde binding, meestal een satijnbinding. Hierdoor is de figurering van de verkeerde kant identiek aan die van de goede kant. Men kan echter ook twee of meer verschillende bindingen toepassen.
Speelborden die zijn verdeeld in 100 vierkanten van afwisselend lichte en donkere kleuren die zijn geordend in tien horizontaal en tien verticaal.
Benaming die meestal wordt gebruikt voor verschillende soorten kaptafels met een spiegel en lades voor toiletartikelen. Gebruik 'Rudd-tafels' voor dameskaptafels waarbij de laden aan de zijkant uitklappen met een driedelige toiletspiegel erop. Gebruik 'toilettafels' voor Franse kaptafels die voor vrouwen zijn ontworpen.
Wordt gebruikt voor hindernissen om de waterstroom te beperken, te controleren of tegen te houden.
Grote, smalle spiegels die de penant ( ook wel genoemd dam) - de ruimte tussen twee ramen- opvullen. Vaak staan of hangen ze boven een penanttafel.
Wordt gebruikt voor vrijgemaakte en afgeperkte terreinen, vrij van objecten, waarvan de functie niet bekend is en die worden gevonden rond de kampen van indianenstammen die voedsel verzamelen en jagen, vooral in het Noord-Amerikaanse Grote Bekken.
Literaire of artistieke stijl die vaak wordt geassocieerd met de Engelse en Franse decadenten uit het einde van de 19e eeuw. Wordt vooral gekenmerkt door voorlijk taalgebruik en verfijnde emotionaliteit.
Uitvoerende kunstvorm uitgevoerd in de vorm van ritmische beweging, waarbij visuele ontwerpen worden gecreëerd door een reeks poses en van bepaalde patronen in de ruimte gedurende afgemeten tijdeenheden.
Kleine vedels zonder fretten die meestal vier snaren hadden en in een groot aantal verschillende vormen werden gemaakt. Ze werden bespeeld tussen de 16e en 19e eeuw.
Wordt gebruikt voor grote kamers of gebouwen die zijn bedoeld voor dansen maar die ook kunnen worden gebruikt voor andere sociale aangelegenheden. Te onderscheiden van 'balzalen' doordat ze minder formeel zijn.
Verwijst naar de stijlen en culturen die zich hebben ontwikkeld in het gebied langs de rivier de Donau, in het bijzonder de prehistorische neolithische cultuur en de middeleeuwse vorstendommen. De neolithische cultuur is onder moderne geleerden beter bekend als ‘Linienbandkeramik’ (LBK) of ‘bandkeramiek’. In het verleden was Danubian de meest gebruikte term.
Verwijst naar de stijl van famille-roseporselein die tot ontwikkeling kwam in Tao-kuang in China tijdens de Qing-periode (1644-1911). De stijl wordt gekenmerkt door rooskleurig geglazuurd porselein, gewoonlijk met het kenmerk van keizer K'ang-hsi, dat uit zes karakters bestaat.
Verwijst naar een aardewerkstijl die is genoemd naar een archeologische vindplaats waar veel kenmerkende vazen zijn gevonden. De stijl dateert van ca. 600 tot ca. 550 v. Chr. en wordt gekenmerkt door de weergave van menselijke figuren in zeer levendige houdingen en versieringen die zijn geïnspireerd door kunstnijverheid uit het Nabije Oosten.
Beschrijft werk dat is vervaardigd door het gelijknamige Afrikaanse volk, dat in Ethiopië leeft.
Verwijst naar de stijl van het aardewerk dat werd vervaardigd in de Cycladische archipel tussen 2000 en 1600 v. Chr., tijdens de Midden-Cycladische periode. De stijl wordt gekenmerkt door een glanzende afwerking en witte, soms zwarte, geschilderde versieringen.
Algemene term voor doeken in diverse vormen die om de hals worden gedragen.
Ruimzittende unisex-hemden met een Afrikaans ontwerp of gemaakt van Afrikaanse of op Afrika geïnspireerde stoffen. In de jaren zestig waren ze populair bij zwarte activisten van de Amerikaanse burgerrechtenbeweging.
Grote, meestal ronde kunstenaarskwasten van eekhoorn- of dassenhaar, die worden gebruikt om grote hoeveelheden waterverf aan te brengen en om wassingen te mengen en verzachten.
Lange, rechte sierspelden met een versierde knop en soms een dopje als omhulsel voor de punt.
Verwijst naar hedendaagse Zoroastrische hogepriesters. Dasturs houden toezicht op de liturgie in de belangrijke vuurtempels waaraan ze zijn verbonden, met hulp van een groep mobeds. Deze priesterrang is vergelijkbaar met die van een christelijke bisschop. De dasturs staan van oudsher bekend om hun grote geleerdheid, met name onder de Parsi's van Bombay.
Bollen van dun glas die worden gebruikt voor het meten van de dichtheid van gassen door een bol te wegen in een gas.
Orde van 2 bestaande families met ongeveer 60 soorten vleesetende buideldieren en de niet lang geleden uitgestorven familie van de buidelwolf (Thylacinus cynocephalus). Bestaande leden van de orde zijn onder meer de buidelmarters, de smalvoetbuidelmuizen, numbats en de Tasmaanse duivel.
Het veranderen van de weergave van gegevens in een database van één vorm naar een andere, zoals bijvoorbeeld door verandering van opslagmedium, gegevensindeling of de code waarin de gegevens zijn opgeslagen.
Instrumenten waarmee continu of met tussenpozen opnamen worden gemaakt van de opeenvolgende waarden van een aantal verschillende fysieke omstandigheden, zoals warmte, lichtsterkte en vochtigheid.
Recentelijk uitgestorven vingerdier dat verwant was aan het vingerdieren. Er zijn alleen subfossielen bekend (gedeeltelijk gefossiliseerde resten). De dieren waren twee keer zo groot als de aye-ayes die op Madagaskar voorkomen en leken daar morfologisch gezien sterk op.
Franse aardewerken stoofpot met twee handvatten, een hol deksel waarin water werd gegoten en een kleine opening waarlangs stoom kon ontsnappen. Deze pot werd oorspronkelijk gebruikt om een daube in te bereiden, een traditionele Provençaalse stoofschotel.
Waterdruppels die uit de lucht zijn gecondenseerd, meestal 's nachts, op koele oppervlakken.
Te gebruiken voor torpedoboten die half onder water kunnen en door het Confederale leger werden gebouwd en gebruikt tijdens de Amerikaanse Burgeroorlog; worden door stoom voortgestuwd en hebben een kleine, afgeschermde opening op een lange, spoelvormige romp.
Vaste of verplaatsbare kranen die boven de zijkant van een schip hangen of over een luik. Worden met name gebruikt voor het ophijsen van boten, ankers of scheepslading.
Verwijst naar een Chinese neolithische periode en cultuur die deels samenvalt met Qinglian'gang. De naam is ontleend aan een vindplaats in Taian in de provincie Shandong. Dawenkou kende een bloeitijd tussen circa 4300 en circa 2400 v. Chr. en was gesitueerd in de gehele provincie Shandong, het westen van de provincie Henan, het noorden van de provincie Anhui en de gehele provincie Jiangsu. In de centrale regio van Shandong ontwikkelde Dawenkou zich uit de Beixin-cultuur. De cultuur werd opgevolgd door de Longshan-cultuur, en sommige kenmerken van het latere Longshan-aardewerk zijn reeds te herkennen in het Dawenkou-keramiek: rijk gedetailleerde ritueel vaatwerk, gepolijst zwart- en witgoed, en toepassing van het pottenbakkerswiel. Gedurende de late Dawenkou-periode (ca. 2900-ca. 2400 v. Chr.) maakte geschilderde decoratie plaats voor oppervlaktebehandelingen in de vorm van touw- of manddecoratietechnieken. Andere kenmerkende artefacten uit die periode zijn ivoren kammen en gesneden ivoren kokers. Op Dawenkou-grafplaatsen zijn de graven van rijke personen aangetroffen; sommige graven bevatten meer dan 100 waardevolle voorwerpen zoals bijlen en kralen van jade.
Verwijst naar een Chinese neolithische cultuur uit het middelste rivierbekken van de Yangtze-rivier, daterend uit de periode tussen circa 4400 en circa 3300 v. Chr. De naam is afgeleid van een vindplaats in Daxi Wushan in de provincie Sechuan; andere belangrijke Daxi-locaties zijn Guanmiaoshan Zhijiang en Honghuatao in de provincie Hubei, en Sanyuangong in de provincie Hunan. Keramiek is het meest opvallende Daxi-element, waarbij met de hand vervaardigd rood aardewerk overheerst. Technieken als beschilderen, stempelen, afdrukken maken met touw, insnijden, appliqué en ajourwerk worden alle aangetroffen; chevrons, bloembladmotieven en gevlochten kromlijnige en driehoekige motieven worden vaak gezien. Staand vaatwerk zoals de dou met diepe kom en kommen met ringvoet, borden en bekers behoren tot de belangrijkste typen Daxi-vaatwerk. Stenen gereedschappen en ornamenten zoals ringen en halssnoeren van jade, been, steen en schelpen zijn eveneens aangetroffen op Daxi-locaties.
Te gebruiken om werken te beschrijven van de gelijknamige Afrikaanse etnische groep die leeft in Tsjaad en de Centraal-Afrikaanse Republiek.
Beschrijft werken die zijn vervaardigd door het gelijknamige Afrikaanse volk, dat in Tsjaad leeft.
Verwijst naar de periode in de Chinese geschiedenis tussen het jaar 220 en 280, na de val van de Han-dynastie.
Verwijst naar de Nederlandse artistieke beweging – en het gelijknamige tijdschrift – die in 1917 werd opgericht door Theo van Doesburg en heeft bestaan tot in de vroege jaren 30. De beweging bepleitte het gebruik van de zuivere abstracte vorm om uiting te geven aan het universele in de kunst. De theorieën van De Stijl stonden aan de basis van de kunststijl die bekend is als het neoplasticisme.
Gebeeldhouwde figuren van het Afrikaanse Senufovolk. Het zijn meestal beelden van vrouwen, maar ook mannen, paren en ruiters zijn bekend. Alle figuren hebben een dik, zwaar voetstuk. Ze worden gebruikt in verschillende ceremoniële contexten zoals begrafenis- en initiatierituelen van de Iô-gemeenschap waarbij de deelnemers de beeldjes bij hun armen nemen en er ritmisch mee op de grond stampen.
Wordt gebruikt voor plaatsen van bewaring die voornamelijk worden gebruikt voor schuldenaren. Geen Nederlands equivalent. Zie 'gevangenissen'.
Feestjes die worden gehouden om jonge vrouwen, meestal van de hogere stand, in het volwassen sociale leven van hun stand te introduceren.
Verwijst naar de intellectuele beweging in de laatste twee decennia van de 19e eeuw, toen kunstenaars en schrijvers zich meer gingen bezighouden met vorm, schoonheid en plezier dan met inhoud en moraliteit. De beweging wordt gekenmerkt door een preoccupatie met morbide, verontrustende, seksuele en bovennatuurlijke thema’s.
Oude Griekse zilveren munten ter waarde van tien drachmen, geslagen in de 5e en de 4e eeuw v.C., voornamelijk in Sicilië.
Karafhouders of flessenbakken, gewoonlijk van zilver, op wieltjes gemonteerd met een draaihandvat en met elkaar verbonden door een koppeling. Ze zijn in Engeland ontwikkeld tijdens de regering van George IV om te voorkomen dat disgenoten aan weerszijden van de koning moesten opstaan om de wijn door te geven.
Decanteerflessen in de vorm van een kan met een lange hals en een lusvormig handvat dat van de rand tot de schouder loopt.
Sierflessen, vaak met een stopper, gebruikt voor het bewaren en serveren van dranken, met name wijn of likeur.
Verwijst naar de filosofische en literaire beweging die wordt geassocieerd met de geschriften van de Franse geleerde Jacques Derrida in de jaren 60 van de 20ste eeuw, die later, in de jaren 80, zijn toegepast in de beeldende kunst en de architectuur. De beweging bepleit het ondergraven van de dominante component in gevestigde binaire structuren, zoals die van natuur tegenover cultuur, om te komen tot een nieuwe dialectiek. In de architectuur kenmerkt de stijl zich door een doelbewuste verschuiving van structuurelementen, die resulteert in gebouwen zonder specifiek doel.
Verwijst naar de stijl die van oudsher wordt beschouwd als het begin van de gotiek in Engeland, rond 1290, toen koning Edward I een aantal kruisen met kenmerkende versieringen en architectonische elementen oprichtte om de koningin, Eleanora van Castilië, te herdenken. De term werd voor het eerst gebruikt in het begin van de 19de eeuw en verwees toen voornamelijk naar venstermaaswerk. Tegenwoordig wordt de term in een veel bredere betekenis gebruikt. De stijl wortelt in de koninklijke Londense stijl en het Rayonnant van de Franse gotiek, en wordt gekenmerkt door immense geglazuurde oppervlakken, rechtlijnige apsissen, dikke muren in plaats van het continentale systeem met steunberen, en ingewikkelde versieringen van levendige geometrische en organische vormen.
De term wordt gebruikt om een breed scala aan decoratieve schildertechnieken oorspronkelijk bedoeld om materialen, zoals marmer en hout met verf na te bootsen te beschrijven. Gebruik omvat vele andere decoratieve afwerkingen voor wanden en meubels, en wordt algemeen gebruikt om verschillende technieken te beschrijven in de context van interieur inrichting. Voor illusionistische schilderingen in de context van beeldende kunst gebruik "trompe l'oeil".
Een kritisch begrip omtrent de harmonie tussen de delen van een beeldend kunstwerk, literatuur of theater, en de goede smaak in het verband van het werk met de externe realiteit.
Wordt gebruikt voor open geraamtes van balken boven een podium, onder het dak maar met werkruimte tussen het rooster en het dak, wordt voornamelijk gebruikt voor het ophangen van gordijnen en decors.
Aanduiding voor de oost-west-as die de oude Romeinen gebruikten bij het opmeten en indelen van stukken land waarop ze steden wensten te bouwen, en, bij uitbreiding, ook voor de belangrijkste, lees de breedste en meest grootschalige straten die van oost naar west lopen in regelmatig aangelegde Romeinse steden.
Deeg is het ongebakken basisproduct voor diverse soorten gebakken etenswaren, zoals brood, gebak en pasta. Het basisingrediënt van deeg is meel, aangevuld met een vloeistof en rijsmiddelen en smaakstoffen.
Dozen of troggen, meestal met een deksel, waarin deeg wordt gemengd en gekneed.
Bakken met een deksel, staande op poten of standaarden, waarin deeg werd gemengd om te rijzen en gekneed op de bovenkant.
Contracten die worden opgesteld tussen opdrachtgevers en aannemers die geen hoofdaannemers zijn; de aannemers worden in dit geval ingehuurd voor onderdelen van een bouwproject.
Tak van de natuurkunde die zich bezighoudt met de eigenschappen, verbanden en wisselwerkingen van elementaire deeltjes, vooral wanneer die zijn ontstaan in botsingen waarbij sprake is van zeer hoge energieën.
Natuurkundigen die gespecialiseerd zijn in de eigenschappen, relaties en interacties tussen elementaire deeltjes, met name die deeltjes die ontstaan door botsingen welke een zeer grote mate van energie vereisen.
Verwijst naar de cultuur van de moderne natie Denemarken of in het algemeen naar de culturen in het deel van Noordwest-Europa ten noorden van Duitsland. De term wordt vaak gebruikt om te verwijzen naar de cultuur van de historische Noormannen, een Scandinavische tak van de Teutonen. Soms gebruikt men de term ook om te verwijzen naar de cultuur van alle Scandinaviërs die Engeland veroverden tussen de 9de en 11de eeuw n.Chr.
Drukpersen waarin het papier en het drukvlak beide plat liggen en met elkaar in contact komen door als een oesterschelp te openen en sluiten.
Lussen van leer, lint of koord waarbij de twee uiteinden worden verbonden door een knoop, een kwastje of een met vilt bedekte versiering. Ze worden vastgemaakt aan het gevest van het zwaard en om de pols van de gebruiker gedaan zodat het een beveiligende werking heeft wanneer het zwaard valt of uit de hand wordt gestoten.
Beschrijft werken die zijn vervaardigd door het gelijknamige Afrikaanse volk, dat in centraal Ghana leeft.
Verwijst meestal naar de ideeën van een heterogene religieuze beweging uit de late 17de en de 18de eeuw die voornamelijk in Groot-Brittannië bloeide. Het deïsme werd ook erg populair in het 18de-eeuwse Duitsland. De beweging hield zich bezig met de verdediging van de rationaliteit van de religie en het geloof in God tegenover het, vooral als gevolg van de wetten van Newton, toenemende scepticisme. Volgens de deïstische schrijvers bestaat er een opperwezen dat de schepping is begonnen en daardoor de basis van de werkelijkheid vormt, maar dat niet ingrijpt in de wereld en haar natuurwetten (dat wil zeggen: geen gebeden verhoort of wonderen verricht). Desondanks stelt het deïsme dat religie een natuurlijk aspect van de mensheid is en legt het de nadruk op natuurlijke godsdienst in tegenstelling tot geopenbaarde godsdiensten of de leer van kerken. Natuurlijke godsdienst komt voort uit een zekere hoeveelheid religieuze kennis die iedereen is aangeboren of die kan worden verworven door middel van de rede. Tot de belangrijke deïstische geschriften behoort 'Christianity as Old as the Creation' (1730) van Matthew Tindal, dat wel de 'deïstische Bijbel' wordt genoemd. Andere belangrijke Engelse deïsten waren Lord Herbert of Cherbury en Anthony Ashley Cooper.
Diepe kisten met een grote opslagcapaciteit, ten minste één lade en een deksel met scharnier. Veelvuldig gebruikt voor het bewaren van dekens.
Verwijst naar diverse functionarissen in de christelijke kerk, maar in hoofdzaak naar leidinggevende (onder de bisschop geplaatste) geestelijken in kathedraalkapittels of diocesen. De term verwees oorspronkelijk naar monniken die de leiding hadden over een tiental novicen.
Lijsten of kleine uitstekende delen met een plat aanzicht die onder andere in open lijstwerken worden gebruikt of bij het wegwerken van een verbinding tussen houtplaten.
Stoelen met meestal armleuningen en met steun over de volle lengte van de benen. Ontworpen om buiten te relaxen. Gebruik "chaises longues" voor soortgelijke vormen voor gebruik binnenshuis.
Verwijst naar de stijl van Nederlands aardewerk met tinglazuur zoals gemaakt in Delft vanaf het midden van de 17de eeuw, dat zich kenmerkt door blauwwitte patronen en is geïnspireerd door geïmporteerd Chinees porselein. De term verwijst ook naar soortgelijk werk, naar het voorbeeld van Delfts aardewerk gemaakt in Duitsland en Engeland.
Verwijst naar aardewerk met tinglazuur dat voor het eerst aan het begin van de 17de eeuw in Delft werd vervaardigd. Dit type tinglazuur werd later door de Hollanders in Engeland geïntroduceerd. In het moderne taalgebruik is de term van toepassing op al het aardewerk dat in Nederland of Engeland wordt geproduceerd, ter onderscheiding van de 'faience' uit Frankrijk, Duitsland, Spanje en Scandinavië, en het Italiaanse 'majolica'. Delfts aardewerk kwam tot ontwikkeling nadat de productie van Chinees porselein halverwege de 17de eeuw ernstig te lijden had gekregen van de oorlog tussen de heersende Ming-dynastie en de binnenvallende Qing, waarbij belangrijke Chinese industriële ovens verloren gingen. Zo kwam er een einde aan de voorheen omvangrijke invoer van Chinees porselein in de Nederlanden; de Delftse aardewerkfabrieken De Porceleynen Schotel, De Porceleynen Lampetkan en andere fabrieken begonnen nu met de grootschalige productie van faience gedecoreerd met schilderwerk in Chinese stijl. In 1665 telde Delft circa 20 faiencefabrieken. Ze hielden zich hoofdzakelijk bezig met de massaproductie van imitatieporselein dat als kopie van het Chinees Kraakporselein was bedoeld. Rond 1680 gingen de makers van het Delftse aardewerk met verschillende kleuren experimenteren om hun aanbod te verbreden.
Uitgestrekte, vrijwel volledig vlakke waaiervormige vlakte die door talrijke waterstromen wordt doorsneden en die is ontstaan door langdurige aanslibbing van sediment .
Te gebruiken om werken te beschrijven van de gelijknamige Afrikaanse etnische groep die leeft in Soedan.
Een van de veelvoorkomende typen kanonnen in de 16e en 17e eeuw, gemaakt in diverse gewichten. De grootte en het gewicht van de lading die ermee werd afgevuurd varieerde; meestal hadden ze een kaliber van tussen de 15 en 17,5 cm in doorsnede.
Een van de veelvoorkomende typen veldslangen uit de 16e en 17e eeuw, waarvan het kaliber lag tussen de 10,5 en 12 cm en waarmee kanonskogels werden afgevuurd met een gewicht van tussen de 3,5 en 5 kg.
Een regeringsvorm waarbij het volk zichzelf regeert of vertegenwoordigers kiest die zijn belangen behartigt. Democratische verkiezingen moeten regelmatig plaatsvinden, anoniem zijn en er moeten verschillende kandidaten zijn. Het gekozen parlement moet bovendien vrij zijn om wetten uit te vaardigen en het regeringsbeleid te bekritiseren.
Zij die zich bezighouden met de statistische bestudering van de kenmerken van menselijke bevolkingsgroepen, vooral met betrekking tot omvang en dichtheid, groei, verdeling, migratie en levensverwachting, en de uitwerking die al deze aspecten hebben op sociale en economische omstandigheden.
Het instrueren van of het uitleggen of toelichten aan anderen met betrekking tot de praktische operatie of resultaten van methoden, processen, producten, apparaten of theorieën.
Presentaties ter instructie, verklaring of illustratie van de werking of resultaten van methoden, processen, producten, apparaten of theorieën aan anderen, zoals studenten of mogelijke klanten.
Wordt algemeen gebruikt voor het verliezen van bewegingsenergie, vooral van trillende systemen, en het daaruit voortvloeiende afnemen of verminderen van de beweging.
Te gebruiken om werken te beschrijven van de gelijknamige Afrikaanse etnische groep die leeft in Niger en Mali.
Het dateren van evenementen, tijdsintervallen, en milieuveranderingen door het bestuderen van de opeenvolgingen van en de verschillen tussen de jaarringen in bomen en oud hout.
Geometrische of beeldende graveringen in de bast van levende bomen. Het uitsnijden vindt gewoonlijk plaats met een metalen instrument. Dendrogliefen zijn een kenmerkende vorm van beeldhouwwerk van de Australische Aboriginals, gemaakt om ceremoniële plaatsen of de graven van notabelen te markeren.
Instrumenten voor het meten van de hoogte en de diameter van bomen met gebruik van principes die zijn gebaseerd op de relatie tussen de zijdes van gelijkvormige driehoeken.
Wordt gebruikt voor opgravingen uit de oudheid die bestaan uit een schacht in kalksteenformaties die onderaan horizontaal en breder wordt en uitkomt in één of meerdere kamers; o.a. voorkomend in Essex en Kent, Engeland en het Somme-dal in Frankrijk; tijdperk en doel onbekend.
Japans woord met de betekenis 'veldvermaak', verwijzend naar de rituele dans- en muziekvormen van de agrarische volksreligie van middeleeuws Japan (ca. 11de-17de eeuw). Dengaku werd uitgevoerd in de rijstvelden, rond de jaarwisseling of tijdens het plantseizoen, in de vroege zomer. De dans en muziek dienden om kami (Shinto-goden) te vermaken en gunstig te stemmen voor een overvloedige oogst, en om de verveling van de landarbeiders te verdrijven. Gedurende de 14de eeuw werden bepaalde vormen van dengaku in de stad geïntroduceerd en aan het hof opgevoerd; door deze vorm van verbreiding liet de dengaku ook zijn invloed gelden op bepaalde klassieke uitvoerende kunsten, zoals het Nō-drama.
Wijdverbreide Franse zilveren muntjes, aangemunt sinds halverwege de 8e eeuw en, met een verlaagd edelmetaalgehalte, gehandhaafd tot de Franse Revolutie. Gebruik 'pennies' voor soortgelijke Engelse munten die eveneens zijn afgeleid van de Romeinse denarii.
De activiteit waarbij men de hersenen gebruikt om tot gedachten te komen.
Te gebruiken om werken te beschrijven van de gelijknamige Afrikaanse etnische groep die tegenwoordig in het zuiden van Ghana leeft en vroeger een beroemd koninkrijk vormde.
Diverse instrumenten die de dichtheid of het soortelijk gewicht meten van vloeistoffen, vaste stoffen of gassen.
Verwijst naar een regionale school van Rajasthan-miniatuurschilderkunst met als centrum Deogarh, een afsplitsing van de Mewar-school; de stijl kende een bloeitijd aan het einde van de 18de eeuw, toen het werk van het Mewar-hof, waartoe Deogarth behoorde, aan kwaliteit had ingeboet. Duidelijk herkenbaar is een doelbewuste terugkeer naar pre-islamitische conventies, met name in het krachtige kleurgebruik en de vervormde weergave van figuren (bijvoorbeeld vissenogen, overdreven grote hoofden). Andere opvallende kenmerken van de Deogarth-schilderkunst zijn een dromerige blik, opgezwollen lichamen, bijzondere kledij, losjes geschilderde vormen en een voorkeur voor modderige kleuren, met name groentinten. Deogarh-kunstenaars brachten vaak een perspectivisch element in hun miniaturen aan door verder gelegen objecten kleiner weer te geven.
Belangrijke uitvoerende of bestuurlijke eenheden binnen een organisatie. Gebruik 'afdelingen (organisatorische eenheden)' voor belangrijke autonome of semi-autonome eenheden van een organisatie. Het gebruik van deze termen, vooral met betrekking tot de officiële benamingen van organisatorische eenheden, is idiosyncratisch en vaak zonder consistent onderscheid.
Verwijst naar de periode van circa 2650 tot 2575 v. Chr.in Egypte. Onder de kunstwerken van die tijd bevinden zich beelden, reliëfs en muurschilderingen.Een toonbeeld van de architectuur uit deze periode is de trappiramide van koning Djoser in Saqqara. De periode kan worden beschouwd als een link tussen de vormingsperiode van de eerste twee dynastieën en de klassieke periode van het Oude Koninkrijk, beginnend ten tijde van de Vierde Dynastie.
Verwijst naar de stijl van muurschilderingen die voor het eerst werd ontwikkeld in Rome tijdens de heerschappij van Augustus en later ook in Pompeii. In de vroege fase kenmerkt deze stijl zich door fantasievolle, elegante, ranke ornamenten, partiële perspectieven en wisselende vlakken, gescheiden door effen zwarte, rode of gele vlakken. In de 1ste eeuw na Chr. toonde de volwassen Derde stijl zich in overdadige architectonische en mythologische scènes.
Verwijst naar de periode in Egypte van circa 380 tot 343 v. Chr. Deze kenmerkt zich door het opnieuw op grote schaal bouwen van tempels, en een geïdealiseerde stijl in de beeldhouwkunst, afgeleid van de eerdere Saite-stijl.
Aanstellen of plaatsen in een functie of betrekking.
Een regeringsvorm of politiek systeem waarbij de heerser absolute macht of controle uitoefent.
Handelaars die zich in hoofdzaak bezighouden met de rechtstreekse verkoop aan consumenten.
Wordt gebruikt voor handelsplaatsen waar goederen direct aan de uiteindelijke consumenten worden verkocht.
Te gebruiken voor in China en Japan ontwikkelde leporelloboeken, waarin losse gevouwen vellen tot een boekblok worden verzameld met de vouwen aan de achterzijde. Naast elkaar gelegen vellen worden aan de buitenzijde van de vouwen door middel van lijm aan elkaar vastgemaakt; de kaft wordt aan het eerste en laatste blad gelijmd maar niet aan de rug. Wanneer het boek wordt geopend staan de per paar aan elkaar gehechte pagina’s uit als de vleugels van een vlinder, waarbij twee pagina’s tekst worden afgewisseld door twee blanco pagina’s.
Compacte camera's die er uitzien als diverse voorwerpen, zoals boeken of toneelkijkers, of in kleding kunnen worden verborgen. Gebruikt om ongezien en uit onverwachte hoeken foto's te nemen.
Literair of mondeling fictiegenre waarin een misdaad, vaak moord, onder mysterieuze omstandigheden wordt gepleegd en daarna door de hoofdpersoon of door een detective wordt opgelost door nauwkeurige observatie en een weldoordachte analyse van aanwijzingen en bewijs.
Leer die ervan uitgaat dat alle wilshandelingen het gevolg zijn van oorzaken die een zo sterk bepalende invloed hebben dat er geen andere handeling mogelijk is, of dat er nog wel sprake is van een vrije wil, in die zin dat men niet onder dwang handelt. Volgens het determinisme zijn alle gedragshandelingen en gebeurtenissen, voordat ze plaatsvinden, beschikt door God of door de wetten van het universum. Het determinisme kent verschillende vormen binnen de diverse religies, maar wezenlijk is de vraag hoe men de almacht van God of de onvermijdelijke effecten van het karma kan rijmen met de vrijheid en verantwoordelijkheid van het individu.
Fineerdeuren met een ruimte tussen de panelen die opgevuld is met een structuur van met lucht of isolatiemateriaal gevulde cellen, gemaakt van hout, plastic of ander geschikt materiaal .
Bellen, gongen, zoemers of sets belletjes die in een gebouw klinken wanneer ze, meestal met een knop die zich nabij een ingang bevindt, worden geactiveerd.
Sloten die in gevangenissen worden gebruikt en die in het metselwerk van de deurpost dienen te worden ingebouwd, zodat, wanneer de deur wordt gesloten, de grendel buiten de post steekt en langs de deur komt te liggen.
Wordt gebruikt voor kleine deuren of hekken die in grotere zijn gezet en voor kleine ramen of andere openingen, meestal afgesloten door roosters, die plaatsen van communicatie vormen, zoals voor kassiers of kasbedienden.
Te gebruiken voor heiligdommen die een onderdeel vormen van grotere structuren: cellen met heilige afbeeldingen rond sommige Noord-Indiase tempels.
Herbergen of kwartieren in het antieke Rome. Wordt gebruikt voor particuliere oude Romeinse woningen die maaltijden en onderdak boden aan reizigers op weg naar landgoederen op het platteland.
Een samenstelling verkregen uit zetmeel door de werking van warmte, zuur of enzymen. Kleeft zeer goed en wordt toegepast als pasta, vooral voor enveloppen, plakpapier en postzegels, en wordt vermengd met Arabisch gom, in pyrotechnische mengsels en in de afwerking van textiel.
Verwijst naar een sleutelbegrip met verschillende betekenissen in het hindoeïsme, boeddhisme en jaïnisme. In het hindoeïsme is de dharma de religieuze en morele wet die de samenleving en het individuele gedrag bestuurt en activeert. Deze dharma wordt aangetroffen in de eerste religieuze handboeken, de dharmasoetra’s, en is later uitgebreid tot grotere wetscompilaties genaamd dharmashastra. Dharma heeft in het boeddhisme de hindoeïstische betekenis van kosmische wet en orde behouden maar wordt daar ook toegepast op de lessen van Boeddha, die wordt gezien als een manifestatie van de universele waarheid die de dharma is. Zo is de dharma de praktische toepassing van deze waarheid in het boeddhisme. De triratna ('drie juwelen') is een fundamenteel aspect van het boeddhisme en bestaat uit Boeddha, de dharma en de sangha (gemeenschap van gelovigen). Binnen de boeddhistische metafysica verwijst de term in het meervoud (dharma’s) naar de onderling verbonden elementen waaruit de empirische wereld bestaat. Behalve dat dharma in de jaïnistische filosofie gewoonlijk wordt opgevat als morele deugd, verwijst de term hier ook naar een eeuwige 'substantie' (dravya) die het middel vormt waardoor levende wezens kunnen bewegen. Deze betekenis is uniek voor het jaïnisme. De term kan eenvoudigweg verwijzen naar de leerstellingen van de Jina. Voor de jaïnisten heeft dharma een tegenpool, adharma, dat 'fout' en 'immoraliteit' betekent maar ook 'de mogelijkheid om te rusten of pauzeren'.
Te gebruiken voor een groot aantal verschillende vaartuigen met latijnzel die worden gebruikt voor de handel langs de Oost-Afrikaanse, Arabische en Indiase kust; hebben over het algemeen een lange overhangende boeg en een rondere achtersteven. Deze Europese term stamt uit het Swahili en wordt door de meeste mensen die op dit soort schepen varen niet gebruikt.
Teksten die te maken hebben met duivels, duivelslegenden of de beschrijving of afbeelding van duivels. De term kan betrekking hebben op iedere tekstuele of visuele verwijzing naar zwarte magie of duivelse rituelen.
Te gebruiken voor traagheidsspeelgoed dat bestaat uit een voorwerp in de vorm van twee kegels en twee stokken met een stuk touw bevestigd tussen de uiteinden, waar de dubbele kegel overheen rolt.
Oplosmiddel voor nitrocellulose, celluloseacetaat, lijm en hars; wordt ook gebruikt in lak, verdunner en middelen om inkt te verwijderen.
Mechanische lampen die net zoals Carcellampen een opwindmechaniek aan de onderkant hebben dat een pomp aandrijft waardoor olie door een buis vanuit het reservoir naar de lampenpit wordt gevoerd. Het onderscheid tussen Diacon- en Carcellampen is onduidelijk.
Grafische voorstellingen die een verschijnsel eerder verklaren dan weergeven.
Ondersteunende constructies bestaande uit ribben van willekeurig welk materiaal die elkaar diagonaal kruisen.
Lagere functionarissen binnen de christelijke kerk die priesters of pastors assisteren bij hun administratieve, financiële en pastorale taken. In veel kerken vormen de diaconessen een afzonderlijke orde van hulpfunctionarissen binnen de parochie of kerkgemeente.
Sacristieën in oosters-orthodoxe en Byzantijnse kerken.
De theorie die geldt als officiële filosofie van het Sovjetcommunisme. Hierin wordt gesteld dat fysieke materie de enige werkelijkheid is, dat alle aspecten daarvan onderhevig zijn aan voortdurende verandering als resultaat van de druk van tegengestelde krachten en dat mentale processen afhankelijk zijn van materiële processen.
Techniek voor het decoreren van glas, en soms porselein, waarbij in het oppervlak met een graveernaald met diamanten punt krassen of stippels worden aangebracht.
Type carbonzwart dat voorkomt als anilinepigment, waarbij aniline, een primaire aromatische amine, wordt omgezet in een diazoniumzout dat als tussenstof fungeert bij de productie van kleurstoffen.
Stuwdammen met in het centrale gedeelte een dikke verticale laag metselwerk of beton die doorloopt tot in de waterdoorlatende lagen van de ondergrond en zo voorkomt dat water door de dam heen kan sijpelen. De dam wordt verder verstevigd met aarde en rotsen.
Taxon van reptielen die ongeveer 300 miljoen jaar geleden, in het Laat-Carboon, in hun schedel twee paren openingen achter de oogkassen ontwikkelden. Tot de diapsida behoren de dinosauriërs, krokodilachtigen, hagedissen, slangen, schildpadden en vogels. Sommige levende diapsida zijn één opening kwijtgeraakt (hagedissen) of beide openingen (slangen), of hebben een schedel die in hoge mate is veranderd (moderne vogels), maar vanwege hun afstamming worden ze toch als diapsida geclassificeerd. Er zijn ten minste 14.600 levende soorten diapsida.
Harpen waarbij de snaren over het algemeen allemaal zijn gestemd in de tonen van een enkele toonsoort. Vaak wordt er in elk octaaf een extra snaar toegevoegd voor een kleine septime of soms voor een grote kwart.
Kopieën die zijn gemaakt door middel van lichtgevoelige processen, vaak het diazoprocédé, en meestal van lijntekeningen waarin zwarte of gekleurde lijnen verschijnen op een witte achtergrond.
Doorgangen tussen de hoger en lager gelegen rijen zitplaatsen in Griekse theaters. Gebruik 'praecinctiones' voor gelijksoortige doorgangen in Romeinse theaters.
Drukprocédés die zijn gebaseerd op lichtgevoelige diazoverbindingen, en die meestal worden gebruikt voor het reproduceren van technische tekeningen.
Beschrijft werk dat is vervaardigd door het gelijknamige Afrikaanse volk, dat in het noorden van Nigeria leeft.
Glas dat van kleur lijkt te veranderen wanneer het wordt gezien bij doorgelaten of gereflecteerd licht; wordt vaak verkregen door toevoeging van colloïdaal goud aan het glasmengsel.
Verwijst naar heersers die absolute, onbeperkte macht uitoefenen op het bestuur van een land of staat. Vaak verwijst de term naar personen die een vorm van heerschappij zonder erfopvolging uitoefenen. De term kan ook in zijn oorspronkelijke betekenis worden gebruikt, namelijk als titel van functionarissen in het oude Rome en latere Italiaanse staten die in tijden van crisis werden gekozen en voor de duur van deze periode met onbeperkte macht werden bekleed. Gebruik 'tirannen' voor heersers die op wrede, onderdrukkende of onrechtvaardige wijze misbruik maken van hun macht.
Een regeringsstelsel waarbij een persoon of een kleine groep de absolute macht heeft zonder effectieve grondwettelijke beperkingen.
Te gebruiken om werken te beschrijven van de gelijknamige Afrikaanse etnische groep die tegenwoordig leeft in het middenzuiden van Ivoorkust.
Éénsnarige muziekbogen uit het zuiden van de Verenigde Staten, die bestaan uit een stuk ijzerdraad dat is bevestigd aan de muur van een houten huis dat als klankbodem dient; een katoenklos dient vaak als kam. Ze worden met glazen flessenhalzen of spijkers getokkeld. Bij de draagbare versies wordt het huis vervangen door een hek van paaltjes.
Oude Griekse en Romeinse zilveren munten met een waarde van twee drachmen.
Verwijst naar de cultuur van de Diegueño, een groep Yuma-sprekende indianen die oorspronkelijk grote gebieden bewoonden aan beide zijden van wat nu de grens tussen de Verenigde Staten en Mexico is in Californië en Baja California. Deze indianen werden genoemd naar de missie van San Diego; de Diegueño waren een van de belangrijkste groepen van zogeheten Missie-indianen.
Op het hemd gedragen korte jassen afkomstig van het dagelijks of klein tenue; geen rokjas.
Wettelijk bindende overeenkomsten tussen twee of meer partijen in twee of meer originelen of kopieën; wordt ook gebruikt voor contracten waarin een persoon zich ertoe verbindt om gedurende een bepaalde periode voor een andere persoon te zullen werken.
Diep, doorzichtig, robijnrood karmijnpigment met een blauwige zweem, dat wordt gemaakt van kermes: een natuurlijke kleurstof afkomstig van insecten. Karmijn, een beter pigment dat in de 16e eeuw werd geïntroduceerd, werd de belangrijkste concurrent ervan.
Voorvoegsel voor de beschrijving van een verzadigde kleur met een hoge intensiteit en een gemiddelde tot donkere waarde.
Het zo sterk etsen van een drukplaat, dat het af te drukken gedeelte aanzienlijk verdiept en daardoor een scherpere afdruk oplevert en langer mee gaat.
Manier van knopen zetten, voor het eerst toegepast in de Victoriaanse tijd, waarbij er een diep geplooide, gerieflijke stoffering ontstaat.
Constructies die door andere dieren dan mensen worden gemaakt, meestal door verschillende zoogdieren, vogels, insecten en spinachtigen, soms door vissen, reptielen, amfibieën, schaaldieren, weekdieren, wormen, marine filter feeders, en anderen. Bouwmaterialen bestaan uit verzameld of zelf uitgescheiden materiaal. Dieren maken deze constructies voornamelijk als beschermde habitats voor thermo-regulering en bescherming tegen roofdieren, te vangen prooi, en voor weergave tussen leden van dezelfde soort.
Te gebruiken voor het omhulsel van een groot dier zoals een koe of een buffel, wanneer het is losgemaakt van het lichaam, met of zonder haar, vers, gedroogd, gelooid of geprepareerd. Gebruik de term 'huid' voor het omhulsel van een klein dier. Gebruik de term 'leer' voor gelooide dierenhuid.
Kunstenaars die zijn gespecialiseerd in het schilderen van afbeeldingen van dieren, meestal honden, paarden of andere geliefde huisdieren, vee, of uitheemse wilde dieren.
Kunstenaars die zijn gespecialiseerd in het maken van driedimensionale beelden waarin dieren het onderwerp zijn.
Stijl voor vaasbeschilderingen die is geïnspireerd op oriëntaliserende motieven, met name populair in Korinthe en het oosten van Griekenland. Als decor fungeren met name dieren, zowel bestaande (katachtigen, vogels, stieren, zwijnen, geiten, herten, honden en hazen) als fabeldieren (sirenen, sfinxen en griffioenen).
Medisch specialisme dat zich bezighoudt met het voorkomen, controleren, diagnosticeren en behandelen van letsel en ziekten die de gezondheid van huisdieren en wilde dieren aantasten, inclusief het voorkomen van het overbrengen van dierziekten op andere dieren en mensen.
Verwijst naar componenten of verfraaiingen die tijdens de oudheid zowel in het oosten als in het westen werden gebruikt. Gemodelleerde dierkapitelen werden vaak toegepast bij oud vaatwerk, met name plastische vazen zoals rytons of kantharoi, maar ze komen ook bij andere typen vaatwerk zoals smeltkroezen en schouderhydria's. Dierkapitelen bestaan meestal uit een bovendeel (hoofd, borst en voorpoten) van een dier of mythologisch wezen, of het hoofd en bovenlichaam van een persoon. In Griekse vaasbeschilderingen worden dierkapitelen vaak ook als schildelementen afgebeeld. Dierkapitelen werden onder meer gebruikt als verfraaiing op oude Hettitische architectuur en Romeins meubilair. Met name in hun vroegste gedaanten hadden dierkapitelen vermoedelijk ook een functie als votiefbeeld. De term verwijst soms naar verfraaiingen van latere datum, met name in steen uitgevoerde architecturale verfraaiingen tijdens de Middeleeuwen.
Schilderingen waarop het belangrijkste onderwerp een dier is, meestal een hond, paard of ander gezelschapsdier, een stuk vee of een exotisch wild dier. Het genre kwam tot grote bloei in de 18de-eeuwse Europese schilderkunst.
Het veranderen of afbuigen van golven, vooral geluids- en lichtgolven, op het moment dat ze langs en rondom hindernissen die ze op hun weg tegenkomen, gaan.
Instrumenten om licht opnieuw te richten of te verspreiden, voornamelijk door het proces van diffuse transmissie.
De fysische en chemische veranderingen die in sedimenten optreden tussen het moment van depositie en het moment van stolling.
Beschrijft werken die zijn vervaardigd door het gelijknamige Afrikaanse volk, dat in Somalië leeft.
Schrift dat middels diverse elektronische, gecomputeriseerde apparatuur, leidt tot digitale teksten.
Wordt gebruikt voor verschillende technieken voor het bewerken van beelden in een computeromgeving, hetzij met behulp van programma's, hetzij door het aanpassen van afzonderlijke pixels of delen van het beeld.
Algemene term voor camera's waarmee men foto's of filmopnames kan maken via een elektronische sensor waarmee het beeld digitaal kan worden opgeslagen op een informatiedrager.
Boots whose upper part reaches to the thigh.
De maat of omvang van een object of materiaal via of tussen tegenovergelegen oppervlakken.
Voegen tussen twee aangrenzende structuren die niet fysiek met elkaar in contact staan.
Koetsen die werden gebruikt voor openbaar vervoer langs vastgestelde routes volgens een dienstregeling, waarbij onderweg werd gestopt om de paarden te verversen; in gebruik vanaf halverwege de 17e eeuw. Eivormige varianten met de koetsiersplaats buitenop en één deur aan beide kanten waren populair in de Verenigde Staten vanaf begin 19e eeuw tot begin 20e eeuw.
Verwijst naar de periode van circa 3000 tot 500 v. Chr. in het gebied van het huidige Bahrein, het eiland Failaka en de oostkust van Saudi-Arabië. De kunst uit deze periode wordt gekenmerkt door wisselende culturele invloeden in de loop van de tijd als gevolg van contacten met Mesopotamië in het westen en de Indusvallei in het oosten.
Beschrijft werken die zijn vervaardigd door het gelijknamige Afrikaanse volk, een Sidamo-volk dat in Ethiopië leeft.
Munten uit een decimaal stelsel, van zilver of koper-nikkel, voorkomend in de Verenigde Staten en een aantal andere voormalige Britse kolonies. Ze worden sinds 1796 uitgegeven en hebben een waarde van een tiende dollar.
Axonometrische projectie waarbij alle drie de ruimtelijke assen hellen, maar waarbij slechts twee ruimtelijke assen in gelijke mate hellen naar het projectie- of tekenoppervlak.
Verwijst naar tekeningen gemaakt in dimetrisch perspectief, een projectie waarin de drie ruimtelijke assen hellen naar het projectievlak of tekenvlak, en twee van de assen op gelijke wijze hellen naar het beeldvlak.
Verwijst naar een laat-neolithische stijl en cultuur, aangetroffen in Thessalië en genoemd naar een archeologische opgraving in het oosten van die streek, waar een regionale variant van de stijl is gevonden. Er bestaan chronologische en regionale varianten van de stijl, maar over het algemeen kenmerkt deze zich door aardewerk, in het bijzonder potten en kommen die rechthoekig van vorm zijn en versierd met twee- of veelkleurige geometrische patronen, waaronder spiralen en kromlijnige meanders, geschilderd in bruine slip op een crèmekleurige ondergrond. De beeldhouwkunst uit deze cultuur verbeeldt over het algemeen menselijke figuren volgens een schematisch ontwerp, al komen soms ook opvallend naturalistische beelden voor. De architectuur bestaat dikwijls uit kleine fortificaties met meerdere omheiningsmuren en een centrale megaron die uitkomt op een binnenplaats.
Islamitische gouden munten die werden uitgegeven tussen de 7e en de 18e eeuw. Ze werden oorspronkelijk aan beide zijden beslagen met afbeeldingen van legendes en waren even zwaar en even groot als de Byzantijnse solidi.
Verwijst naar de stijl van porselein dat in Ting Chou in de Chinese provincie Hoei werd vervaardigd van de 10de tot de 14de eeuw en wordt gekenmerkt door de doorzichtige ivoorwitte kleur en gegraveerde ontwerpen.
Chinees vaatwerk uit de Shang- en de Zhouperiode in de vorm van een kookpot met drie poten, gebruikt voor het offeren van gekookt voedsel aan de voorouders.
Zitnissen aan woonkamers, bestemd om maaltijden te gebruiken. Geen Nederlands equivalent. Zie 'eethoeken'.
Door hedendaagse wetenschappers gebruikte term die verwijst naar Oud-Griekse grote schalen met bolvormige bodem en een gewelfde vorm die eindigt in een grote opening, die vaak op een standaard stonden. Metalen schalen met deze vorm werden waarschijnlijk gebruikt om in te koken, terwijl de schalen van terracotta werden gebruikt om wijn in te mengen. Dinoi dateren uit de periode van het midden van de 7de eeuw tot eind 5de eeuw v.Chr. en onderscheiden zich van ‘lebetes’ door hun grotere afmetingen. Oude geschreven bronnen suggereren dat de term oorspronkelijk niet werd gebruikt voor schalen maar voor drinkkommen, en dat dergelijke schalen in die tijd ‘lebetes’ werden genoemd.
Scholen in het Britse en Amerikaanse onderwijs die ondersteunend zijn aan of worden ondersteund door een kerkelijk bisdom, vaak met een opleiding in theologie. Geen Nederlands equivalent.
Ebbenboom die zeer veel voorkomt op het vlakke platteland in het westen van het district Trincomalee op Sri Lanka. Opvallende kenmerken zijn de dikke stam en gitzwarte schors (die verkoold lijkt). Het hout onder de schors is volledig wit tot de kern. Het kernhout is zeer fijn en heeft een intense donkere kleur. Hoewel men alleen het midden van de stam gebruikt, kan men er hout mee produceren van 30 tot 100 centimeter dik.
Boom die inheems is in de Amerikaanse staten Texas en Oklahoma en het noordoosten van Mexico. Het spint is geel, terwijl het kernhout van grote bomen zwart als ebbenhout is.
Klassieke Griekse opslagvaten voor wijn, water of olie, vergelijkbaar met een amfora, maar met een puntige bodem en gekenmerkt door een handvat aan weerskanten.
Oud-Griekse krukken zonder rugleunig met vier gedraaide poten die soms onderling zijn verbonden met dwarsbalken.
Oud-Griekse opvouwbare krukken zonder rugleuning en met gekruiste poten.
Geschilderde tekens op Oudgriekse vazen, meestal op de voet van de vaas. De dipinti, die minder vaak zijn aangetroffen dan graffiti, werden meestal in rood oker op de vaas geschilderd na het bakken in de oven. De verhoudingsgewijs minder algemene dipinti in zwarte hoogglans zijn vóór het bakken aangebracht. Net als graffiti bestaan dipinti meestal uit één letter of uit lettercombinaties, numerieke notaties en, minder vaak, woorden, zinsdelen of zinnen. Meestal betreft het vermoedelijk een soort handelsmerk; ze worden vooral aangetroffen op vazen die voor de export bedoeld waren.
Sets pijpen, bestaande uit een enkel stuk hout met twee smalle cilindrische boringen, waarbij beide een idioglot enkel riet hebben. Soms met twee pijpen die in een gezamelijk blok zijn geplaatst, waarin de rieten zijn bevestigd. Sommige eindigen in een klankbeker of zitten vast aan luchtzakken.
Mensen in dienst bij een nationale overheid of heerser om officiële onderhandelingen te voeren en politieke, economische en sociale banden met andere naties en internationale organisaties te onderhouden.
Platte, harde, rechthoekige houders met een handvat, die worden gebruikt voor het vervoeren van zakelijke papieren of andere relatief platte documenten. Voor platte, flexibele rechthoekige houders wordt 'aktentassen' gebruikt.
Het stelsel van methoden, regels, gebruiken en privileges dat is verbonden met het voeren van onderhandelingen tussen nationale regeringen of hun vertegenwoordigers met de bedoeling wederzijds bevredigende betrekkingen te bereiken.
Orde van ongeveer 800 soorten klein primitieve insecten zonder vleugels. Sommige entomologen menen dat ze dezelfde kenmerken hebben als voorlopers van de insecten.
Ivoren diptieken met voorstellingen in reliëf, die in de oudheid door Romeinse consuls bij hun ambtsaanvaarding werden aangeboden aan de keizer, de senaat en invloedrijke vrienden.
Verwijst naar het werk van een groep Oostenrijkse kunstenaars die actief was in de jaren 60 van de 20ste eeuw. De stijl van de groep wordt gekenmerkt door gewelddadige en verontrustende uitdrukkingsvormen zoals acties en happenings, meestal gepaard gaand met naaktheid, bloed en de destructie van dierenlijken.
Sculpturen gemaakt van metaal door middel van lassen, smeden en solderen, in plaats van gieten. Geen Nederlands equivalent. Zie 'constructies' of 'assemblages'.
Verwijst naar de stijl in de beeldende kunst en de architectuur tijdens het bewind van het Directoire in Frankrijk (1795-1799). De stijl is een strenge, vereenvoudigde vorm van het neoclassicisme en omvat republikeins geïnspireerde motieven zoals ineengeslagen handen, fasces, Phrygische mutsen en eikenblaadjes.
Opsommingen van namen, adressen en andere gegevens van specifieke groepen personen of organisaties; komen voor in alfabetische of grafische vorm.
Islamitische zilveren munten geslagen tussen de 7e en de 14e eeuw.
Stokjes waarmee de dirigent van een orkest of soortgelijk ensemble de maat slaat.
Apparaten die bestaan uit een verticale mast en een horizontale of hellende giek en worden bediend door de kabels van een afzonderlijke machine of motor. Worden gebruikt voor hijsen en verplaatsen van zware vracht of objecten.
Amusementsvoorzieningen waar wordt gedanst op opgenomen muziek of videoclips en die vaak zijn voorzien van complexe geluidsinstallaties, uitgebreide verlichting en andere effecten
Selectieve of volledige lijsten van geluidsdragers die op te stellen zijn voor een componist, artiest, of groep artiesten, of een bepaald genre of platenlabel.
Bevooroordeelde of kenmerkende houdingen ten opzichte van, of behandeling van mensen op basis van de groep, klasse of categorie waartoe zij behoren.
Personen die opgenomen muziek selecteren en afspelen ten behoeve van een publiek of bij een evenement. Van oorsprong verwees de term in specifieke zin naar radio- en tv-medewerkers die platen afspeelden, selecteerden en aankondigden. Sinds de laatste jaren van de 20ste eeuw houden DJ's zich ook bezig met het live manipuleren van opnamen met behulp van allerlei technieken, zoals 'mixen' en 'scratchen'. Inmiddels omvat het werk van een DJ ook het manipuleren van geluid, waardoor het DJ-en is uitgegroeid tot een geaccepteerde kunstvorm.
Te gebruiken voor het creëren of transformeren van voorwerpen, systemen, plaatsen of cultuurelementen naar het voorbeeld van pretparken, artikelen, tekenstijl of imago van de Walt Disney Company. Onder meer gekarakteriseerd door de nadruk op escapisme, fantasie, consumptiegedrag, deugdzaamheid en een geïdealiseerde voorstelling van de maatschappij.
Een suspensie in een vloeistof, van relatief kleine stofdeeltjes die geen bijzondere neiging hebben om op te lossen in of te combineren met de vloeistof.
Visueel effect waarin een scène geleidelijk verdwijnt, terwijl een andere verschijnt. Zowel het begin van het nieuwe shot als het einde van het vorige shot zijn korte tijd tegelijkertijd zichtbaar op het scherm, meestal zo'n twee seconden. De dissolve werd aanvankelijk gebruikt om de geografische verplaatsing van de ene locatie naar de andere of het verstrijken van de tijd te impliceren, of, in tijden van censuur, om seksuele activiteiten te suggereren die niet mochten worden vertoond op het scherm. Later werd de optische aard van de dissolve gebruikt voor meer tonale effecten, zoals de gemoedstoestand of een fantasie van een personage.
De hoeveelheid ruimte tussen twee punten, lijnen, oppervlakken of objecten in een geometrische ruimte.
Het vervluchtigen of verdampen en bijgevolg het condenseren van een vloeistof, zoals wanneer water wordt gekookt en de stoom wordt gecondenseerd, voor bijvoorbeeld reiniging, concentratie of ontmenging van stoffen.
Organisaties die dienen als centrale punten voor het verzamelen, organiseren, bewaren en verspreiden van documenten en die tevens verwijzende diensten aan onderzoekers verlenen.
Beschrijft gebouwen, in het bijzonder klassieke Griekse en Romeinse tempels en gebouwen met een soortgelijke structuur, met twee zuilen aan de voorkant tussen hoekpijlers, waarbij de pijlers worden gevormd door verlenging en verbreding van de zijmuren.
Het hindoefeest van het licht, een belangrijk feest dat in oktober/november overal in India wordt gevierd (vanaf de 13de dag van de donkere helft van de maanmaand Asvina tot aan de tweede dag van de lichte helft van Karttika). Bij dit feest vereert men Lakshmi, godin van rijkdom en geluk; het wordt met name enthousiast gevierd door handelaren, die op dat moment een nieuw boekjaar openen. (In Bengalen wordt de godin Kali vereerd.) De gelovigen plaatsen aardewerken lampjes in lange rijen op de balustrades van tempels en huizen; ook laten ze lichtjes op rivieren en beken met de stroom meevoeren. Zo herdenkt men de terugkeer uit ballingschap en de kroning van Rama, een incarnatie van de god Visjnoe. Op de vloer van de woonhuizen wordt dicht bij de deur een sierlijk patroon met lotussen aangebracht, om zo Lakshmi binnen te noden. Tijdens het feest gaan de mensen bij elkaar op bezoek, geven ze elkaar cadeaus, vieren ze feest en dragen ze nieuwe kleren. De vierde dag van het feest is tevens het begin van het nieuwe jaar volgens de Vikrama-kalender.
Lange, lage, gestoffeerde stoelen van Turkse afkomst, meestal zonder rug- of armleuningen.
Kleine Engelse basviolen die halverwege de 17e eeuw werden ontwikkeld en die voornamelijk werden gebruikt voor het spelen van vrije ornamentatie in de vorm van variaties op gegeven melodieën.
Arabisch schrift, oorspronkelijk ontwikkeld in het Ottomaanse rijk, dat veelvuldig wordt toegepast bij rollen en inscripties.
Zachte, los geweven Navajo schouderdekens met stroken inslagweefsel, voor allerlei doeleinden in het dagelijks gebruik.
Te gebruiken om werken te beschrijven van de gelijknamige Afrikaanse etnische groep die leeft in Ethiopië.
Chinese dwarsfluiten van bamboe die, naast de normale klankgaten, een extra gat hebben naast het mondstuk. Dit is bedekt met een membraan dat trilt tijdens het bespelen en een typische zoemende klankkleur veroorzaakt.
Te gebruiken om werken te beschrijven van de gelijknamige Afrikaanse etnische groep die leeft in Ivoorkust.
Te gebruiken om werken te beschrijven van de gelijknamige Afrikaanse etnische groep die leeft in de regio Kolda in Senegal.
Kleine veelvlakkige objecten, meestal kubussen, waarbij op elk vlak stippen, symbolen of getallen zijn aangebracht. Veel dobbelstenen dragen op elke zijde een verschillend aantal stippen, van één tot zes, zodanig dat het opgetelde aantal stippen van tegenoverliggende vlakken zeven is. De term kan ook worden gebruikt voor soortgelijke blokken waarop andere getallen of symbolen zijn aangebracht, en die speciaal zijn gemaakt voor gokspelen of bepaalde andere spelletjes.
Voorwerpen die van drijvende materialen zijn gemaakt en aan een lijn of net zijn gebonden om tijdens het vissen te kunnen zien hoe diep de haak of het net ligt.
Mensen aan wie een doctorsgraad is toegekend, op welk terrein dan ook.
Vertoningen, meestal met behulp van audiovisuele media, waarin wordt getracht gebeurtenissen, periodes, levensverhalen of andere feitelijke informatie op een objectieve en waarheidsgetrouwe manier te herscheppen.
Wordt gebruikt voor Griekse en Latijnse papyri die teksten bevatten die betrekking hebben op het leven van alledag, zoals brieven, contracten en archieven.
Films die zich direct bezighouden met feiten en werkelijkheid van een bepaalde situatie en geen fictieve versie van de werkelijkheid geven. In deze films zijn echte mensen, plaatsen en gebeurtenissen te zien en geen acteurs of sets. De term verwijst naar het Franse woord 'documentaire', dat reisverslag betekent, en werd bedacht door de Franse filmmaker John Grierson. Een van de eerste bekende documentaires was 'Nanook of the North' (1922) over het leven van de Inuit. De twee belangrijkste ontwikkelingen in de documentaire waren cinéma verité in Frankrijk en direct cinema in de VS. De meeste van deze documentaires werden beïnvloed door tv-journaals en de lichtgewicht draagbare camera's waarmee filmmakers dichter bij hun onderwerp konden komen. In de jaren 70 en 80 van de 20ste eeuw werkte Errol Morris het genre van de documentaire verder uit door er fragmenten van tekenfilms in te gebruiken en door het gebruik van camera's met meerdere lenzen.
In algemene zin te gebruiken voor het verzamelen en vastleggen van informatie. Gebruik 'informatiebeheer' voor het organiseren en beheren van de informatie.
Afgietsels van het gelaat van een dode.
Fotografische afdruktechniek waarbij licht in bepaalde gedeelten van het beeld wordt afgeschermd of afgezwakt, waardoor de belichting (en de daaruit voortkomende densiteit) op die plaatsen minder sterk is.
Samengestelde rietpijpen, bestaande uit een luchtdichte zak van leer, textiel of rubber als luchtreservoir, één of meerdere speelpijpen met vingergaten, waarop de melodie wordt gespeeld, en meestal ook nog één of meer brompijpen die een constante achtergrondtoon veroorzaken. Alle pijpen hebben rieten en zijn aan de zak bevestigd met houten pijpen die in de openingen van de zak zijn gebonden.
Diverse voorwerpen met bepaalde tekens erop waar op gericht moet worden of die geraakt moeten worden bij sportevenementen of wedstrijden.
Voorvoegsel voor de beschrijving van een kleur met een lage intensiteit en een gemiddeld-lichte tot gemiddeld-donkere waarde.
Heersers en opperrechters van de voormalige Italiaanse republieken Venetië en Genua. De term verwijst soms ook in meer algemene zin naar een hoge ambtenaar.
Lijstwerken die zijn versierd met reeksen sterachtige, verhoogde piramidevormen. Veel voorkomend in de vroege Engels-Gotische architectuur.
Wordt gebruikt voor overdekte doorgangen die twee delen van een blokhut met elkaar verbinden in de traditionele Amerikaanse volksarchitectuur. Geen Nederlands equivalent. Gebruik 'overdekte doorgangen'.
Rechtopstaande stukjes hout waarvan er een aan de binnenkant van elke toets geplaatst wordt in een toetsenbordmechaniek; het geeft de aanslag door aan de snaar door middel van een plectrum, tangent of hamer.
Verwijst naar de stijl van marmeren beeldjes met gevouwen armen die op de Cycladische archipel werden vervaardigd tussen ongeveer 2800 à 2600 en 2300 v. Chr. De stijl is genoemd naar de plaats waar dit type is opgegraven en wordt gekarakteriseerd door een dunne enigszins driehoekige vorm met brede schouders en smal toelopende benen en voeten, en precieze, hoekig ingekerfde anatomische details.
Wordt gebruikt voor tekeningen die de nodige informatie geven om een droogdok voor te bereiden op de ontvangst van een schip. Kan profielen en segmenten omvatten.
Blanke wapens met een symetrische greep en doorgaans een pareerstang, en een kling om mee te steken. Gebruik 'messen (wapens)' voor blanke wapens met een asymmetrische greep (heft genoemd) en een kling om mee te snijden.
Verwijst naar een periode en cultuur in Noord-Europa die begon in de laatste fase van de neolithische periode en eindigde rond 1400 v. Chr. De periode wordt gekenmerkt door een enorme technische vaardigheid in het bewerken van vuursteen, in het bijzonder voor de productie van fijn afgewerkte dolken en speerpunten, die imitaties waren van geïmporteerde metalen wapens.
Nauwsluitende, met tressen versierde huzarenjassen, zonder panden, sluitend om het middel en meestal gedragen in combinatie met een pelsjas. Gedragen door troepen te paard.
Loshangende mantels waarbij de mouw aangeknipt is aan het zijpand, waardoor het kledingstuk er aan de achterzijde uitziet als een cape; de mouwen zijn soms zo gemaakt dat ze de armen dragen. Gedragen van 1870 tot 1890 en daarna in verschillende 20e eeuwse modes.
Iraanse bekertrommen die vaak uit één blok hout zijn gesneden en zijn versierd met een ontwerp in inlegwerk, en die de voornaamste percussie-instrumenten vormen in klassieke Iraanse muziek.
Ronde deksels met een koepelvormig profiel.
Locaties op het internet of een ander netwerk die subdomeinen kunnen bevatten en die met een uniek adres worden aangeduid. Een domein wordt onderhouden door een individu of organisatie. Een 'domeinnaam' is dat deel van het domeinadres dat fungeert als specificatie van de naam, met inbegrip van alle delen van die naam, die met het domein is verbonden. Een 'domeinnaamserver' of DNS is de computer die de programma's en bestanden bevat waaruit het domein is opgebouwd.
In de protestantse kerk zijn dit de geestelijken die belast zijn met de geestelijke zorg van een parochie. In de Anglicaanse kerk zijn het de geestelijken die verantwoordelijk zijn voor de geestelijke zorg van de pastoriën, met alle rechten en tienden die daarbij horen.
Een rooms-katholieke orde die in 1215 in Zuid-Frankrijk werd gesticht door de Spaanse heilige Dominicus. De bijzondere kenmerken van de nieuwe orde waren de verplichting om theologische studies uit te voeren en de missie om de leer te verkondigen, een taak die voorheen werd beschouwd als het exclusieve privilege van bisschoppen en hun afgevaardigden. Deze bedelorde wordt gekenmerkt door een centraal gezag en een centrale organisatie en legt de nadruk op missiewerk en wetenschap in combinatie met een actief en contemplatief leven. Een lid behoort tot de orde (en niet tot een autonoom klooster) en kan te allen tijde worden overplaatst naar een andere locatie. Beroemde dominicaanse wetenschappers zijn Albertus Magnus en zijn leerling, de heilige Thomas van Aquino. Het door Aquino ontwikkelde systeem werd in 1278 officieel aangenomen door de orde. Er is een orde van dominicaanse nonnen die in de 19de en 20ste eeuw explosief groeide en een tertiaire orde van leden die niet in kloosters leefden. De orde staat bekend om het onveranderlijk orthodoxe naleven van de leer van Aquino.
Draagbare apparaten die worden gebruikt om ladingen over korte afstanden te verplaatsen door middel van kracht die wordt uitgeoefend met een hefarm, schroef, hydraulische pers of luchtdruk.
Kegelvormige instrumenten die worden gebruikt om vlammen te doven. Voor schaarachtige instrumenten met een doosvormige bakje aan één van de bladen wordt 'kaarsesnuiters' gebruikt. Voor schaarachtige instrumenten met platte schijfvormige uiteinden die worden gebruikt om een kaarsvlam uit te knijpen wordt 'douters' gebruikt.
Lijsten waarin de personen of organisaties waarvan een museum of een instelling giften of donaties heeft ontvangen, zijn opgenomen.
Geloofsleer voortvloeiend uit een schisma dat zich in circa 311 n. Chr. in Christelijk Noord-Afrika voordeed. De sekte van de donatisten ontstond door onenigheid over de verkiezing van Cæcilianus tot bisschop van Carthago. De plaatselijke bisschoppen wijdden zijn rivaal Donatus, aan wie de sekte zijn naam ontleent. De sekte werd soms vervolgd, maar bleef bestaan tot de verovering door de Islamieten gedurende de 7de en 8ste eeuw.
Verwijst naar een schilderstijl die gedurende de renaissance en Reformatie in het Duitse Regensburg en op andere plaatsen langs de Donau tot ontwikkeling kwam. De stijl wordt gekenmerkt door een hernieuwde belangstelling voor de middeleeuwse vroomheid, een expressief gebruik van de natuur, de relatie tussen de mens of gebeurtenissen en de natuur, en de introductie van het landschap als centraal thema in de kunst. De term is bedacht door Theodor von Frimmel (1853-1928), die van mening was dat de schilderstijlen in de Donauregio rond Regensburg, Passau en Linz gemeenschappelijke kenmerken bezat. Hoewel de voornaamste kunstenaars uit deze regio niet in formele zin tot een school behoorden - het werk kwam niet uit één bepaald atelier of één kunstcentrum - lijkt er niettemin sprake te zijn van een stijl. De belangrijkste vertegenwoordigers van deze stijl zijn Lucas Cranach de Oudere en Albrecht Altdorfer.
Verwijst naar de periode Champa die wordt geassocieerd met het koninklijke kloostercomplex Dong-Duong dat werd gesticht door koning Indravarman II (875-889 n. Chr.) en dat in het gebied floreerde van de 9de tot de vroege 10de eeuw. Bouwkundige kenmerken uit deze periode zijn gebaseerd op het Dong-Duong-complex en bestaan onder andere uit in baksteen opgetrokken heiligdommen die zijn gegroepeerd binnen interne omheiningen, zalen met pilaren, interne en externe penanten ter ondersteuning van de stupa, stenen kalan met meerdere verdiepingen, zuilconstructies die bekend zijn als stambah's en die qua vorm vergelijkbaar zijn met boeddhistische torenstupa's, een lange zaal die de vih'ra wordt genoemd en die beelden van Boeddha bevat, en altaren die tegen muren zijn geplaatst. In de beeldhouwkunst manifesteert deze periode zich in de religieuze trend van het Mahayana-boeddhisme, gekenmerkt door Boeddha-figuren die op Chinese wijze zijn gekleed, dv'rap'las-figuren met krachtige uitdrukkingen, dikke lippen, gestileerde oren en kortgeknipte bakkebaarden, bronzen beelden van Boeddha die zijn gegoten met behulp van het verlorenwasgietprocédé, bas-reliëfs die timpanen en altaren decoreren, en die verschillende koninklijke personages tonen in gestileerde handelingen, beelden van olifanten met gebogen achterpoten en met hun kop naar voren of met hun lichaam opgericht. Shaivitische koppen en vrouwelijke afbeeldingen van Tara uit deze periode worden gekenmerkt door een sterke frontaliteit en overdreven gelaatstrekken.
Verwijst naar een invloedrijke stijl en school van Chinese landschapsschilderkunst. Schilders uit de Yuan-dynastie, zoals Huang Gongwang, Wu Zhen en Zhao Mengfu, waren sterk beïnvloed door de Dong-Ju-stijl.
Verwijst naar de prehistorische periode (4de tot 1ste eeuw v. Chr.) en cultuur van de regio Indochina in Zuidoost-Azië. Met de stijlontwikkelingen in deze periode, die later onder Indiase en Chinese invloed zou komen, is de grondslag gelegd voor de beschaving in deze regio, zo wordt algemeen gedacht. De periode wordt vooral gekenmerkt door de ontwikkeling van grote stenen monumenten die als religieuze heiligdommen fungeren. In deze periode maakte het bronswerk een grote bloei door: rituele keteltrommen, huishoudelijk gerei en maskers vervaardigd met de verlorenwasmethode, ceremoniële bijlen die als machtssymbool fungeerden, en rijk bewerkte trommels van uiteenlopende grootte. De bronzen producten werden vaak gesierd met menselijke en dierlijke reliëfpatronen die waren afgeleid van geweven ontwerpen in textiel. De spiraalvorm was een populair motief in deze periode en verscheen als decoratief element op textiel en bronswerk.
Verwijst naar de periode in de Vietnamese Bronstijd (circa 15de of 14de eeuw v. Chr.) die wordt geassocieerd met de site in noordelijk Vietnam in de provincie Thanh Hoa die bekend staat als Dông-Son. Deze periode wordt gekenmerkt door de hoge productie van bronzen rituele voorwerpen en bronzen keteltrommels die sterke Indonesische stilistische invloeden weerspiegelen en een voorkeur voor dierenmotieven. Objecten die in deze periode werden geproduceerd vertonen ook een affiniteit in vorm en stijl met Chinees aardewerk en bronswerk. In de architectuur wordt deze periode gekenmerkt door huizen en tempels met gewelfde daken en ondersteunende constructies die zijn gebaseerd op een pijlersysteem.
Voorvoegsel voor de beschrijving van een kleur met een matige tot lichte intensiteit en een donkere waarde.
De kleine, pluizige veren die dicht tegen het lichaam van een volwassen vogel aangroeien, duidelijk ontwikkeld zijn en een fijne textuur hebben. Ze komen voor bij eenden, ganzen en andere watervogels.
Constructies met een aantal onderling verbonden gangen die een zeer complex patroon vormen, waardoor het moeilijk is om de uitgang te vinden. Ze gaan terug op de klassieke oudheid. De term is mogelijk afgeleid van ���labrys', Grieks voor ���dubbele bijl' of ���plaats van dubbele bijlen', omdat labyrinten werden aangegeven met een teken in de vorm van een dubbele bijl. Men gaat ervan uit dat de term voor het eerst werd gebruikt voor het mythische labyrint van Knossos op Kreta, waar Theseus de Minotaurus doodde.
Gemetseld bassin voor de doop door onderdompeling, zoals dat binnen sommige kerkgenootschappen gebeurt.
Set van voorwerpen die bij de doop worden gebruikt: doopschelp, doopkleed, zoutvat, oliebusje met doopolie, doopschaal, etc.
Grote metalen schotel met religieuze afbeeldingen in maat variërend van ca. 20 cm. tot ca. 65 cm, meestal gemaakt uit koperlegeringen zoals messing. Werd vervaardigd in de zestiende tot de achttiende eeuw. De schotel werd gebruikt tijdens het wassen en later als versiering aan de muur gehangen maar kon ook in de kerk worden gebruikt bij de doop en als offerschotel.
Ceremonie waarbij een naam wordt gegeven aan mensen, dieren of dingen, zoals schepen.
Lange jurken, doorgaans verfijnd afgewerkt met kant, kralenwerk of borduursel, en tijdens de doop gedragen door baby's.
Gepersonaliseerde kaars als een symbool van het licht van de verrezen Heer die wordt aangestoken aan de vlam van de paaskaars en met de dopeling wordt meegegeven na het doopsel.
Groot wit kussen waarop de dopeling gedragen wordt.
Stalen schrijfpen (om in een penhouder te klemmen) van een bepaald fabricaat met een kroonvormige verbreding die men regelmatig in de inkt moet dopen, in tegenstelling tot bijvoorbeeld vulpennen, waarbij de inkt in een reservoir in de holle houder zit.
Prent ter kennisgeving van de geboorte en het doopsel van een kind, waarop de roepnaam en de doopnamen vermeld staan, alsook meestal de namen van peter en meter. Niet te verwarren met de latere geboortekaart.
Schalen, meestal rond, gebruikt in de protestantse eredienst bij de toediening van het doop.
Witte liturgische doek, meestal rechthoekig en van versierd kant of tule, die tijdens de doopplechtigheid als symbool van zuiverheid over de dopeling wordt gelegd. Niet te verwarren met een communiedoek of een benedictiedoek die in vorm overeen kunnen komen. De versiering kan hierover uitsluitsel geven.
Kranen die worden gebruikt om de deksels van doopvonten op te tillen.
Ruw houten of metalen tussenramen, gezet in een muur, waaraan afgewerkte deurkozijnen worden bevestigd.
Te gebruiken om dingen te beschrijven die worden vervaardigd door menselijke handelingen, in tegenstelling tot dingen die voortgekomen uit een natuurlijke oorzaak, maar die niet zijn bedoeld als vervanging voor hun natuurlijke equivalent. Gebruik 'kunstmatig' voor dingen die door mensen zijn vervaardigd en wel zijn bedoeld om hun natuurlijke equivalenten te vervangen. Gebruik 'synthetisch' voor dingen die specifiek op synthetische wijze zijn vervaardigd.
Motieven die een hart afbeelden dat wordt doorboord door een of meer nagels of scherpe wapens zoals zwaarden. In westerse christelijke kunst symboliseren deze motieven het lijden van Christus aan het kruis en het verdriet van de Maagd Maria.
Bruggebinten die op hun onderliggers gewicht dragen en die tussen hun bovenliggers zijsteunen hebben.
Methode om een pool op een weefsel te brengen, door middel van één of meerdere naalden die door een grondweefsel steken waardoor een lussen- of poolgaren wordt gevoerd.
Het plaatsen van een vel papier of vloeipapier, meestal blanco, tussen bladen met tekst of illustraties, ter bescher-ming of versiering, of om notities op te maken.
De mate waarin gassen, vloeistoffen of wortels van planten een grondlaag binnendringen of doorboren.
Een scherp uitgroeisel van een plant.
Vellen papier of stof, meestal leeg, die tussen bladen met tekst of illustraties worden geplaatst, geplakt of gebonden met een beschermende of decoratieve functie, of om aantekeningen op te maken.
Kopieën van documenten die tegelijk met het originele manuscript of de getypte tekst worden gemaakt door middel van een tussenliggend stuk papier dat is bedekt met koolstof.
Het omhulsel van een pit of zaadje.
Ponsen die in combinatie met ponsblokken worden gebruikt om uithollingen in metaal te maken.
Te gebruiken voor relatief kleine, eenvoudige boten met platte, 'rockered' bodems zonder kielen, hoge voorstevens en overnaads gebouwde of hechthouten gewelfde zijkanten; veelal gebruikt door vissers.
Verwijst naar de bouwkundestijl die wordt geassocieerd met de eerste van de drie Griekse architectuurordes en de latere vijf traditionele klassieke bouwordes in de architectuur die, met de Ionische, Corinthische, Toscaanse en composiete stijl werd toegepast door de Romeinen en tot in de Renaissance en daarna. De stijl heeft wellicht zijn oorsprong in houtconstructies uit de Bronstijd, terwijl stenen versies van de stijl zich ontwikkelden op het vasteland van Griekenland, waarschijnlijk in het Dorische Corinthe en andere steden zoals Athene, in de 8ste en 7de eeuw v. Chr. In de antieke Griekse architectuur wordt de stijl gekenmerkt door een simpele vorm en een imposante schaal, een sobere abacus en echinus, zuilen zonder basement of sokkel met schachten met twintig ondiepe cannelures, en een entablement met drie onderdelen, een onversierde architraaf, een fries van afwisselend triglieven en metopen, en een krachtig uitstekende kroonlijst. De Romeinse en latere aanpassingen vertonen vaak afwijkingen van de strenge Griekse regels en kunnen enige versiering en een basement voor de zuilen bevatten. De term is te onderscheiden van de term 'Dorische orde', aangezien een bouworde slechts kan verwijzen naar het specifieke samenstel van onderdelen dat moet voldoen aan eenduidige, vastgelegde regels en verhoudingen, afhankelijk van de functie van elk onderdeel in het geheel.
Bouworde die wordt gekenmerkt door zuilen die over het algemeen geen basement hebben, relatief eenvoudige kapitelen en een fries die bestaat uit elkaar afwisselende 'triglyfen' en 'metopen'.
Het onderscheid tussen dorp, kleine stad en grote stad is betrekkelijk en varieert naar gelang de individuele, regionale context. Dorp is meestal een aanduiding voor een compacte nederzetting, die kan variëren in grootte, maar meestal groter is dan een buurtschap en kleiner dan een stad en die zich duidelijk onderscheidt van het landelijke gebied eromheen.
Huizen waarin het bestuur van steden, waar kantoren voor de afhandeling van regeringszaken en plaatsen voor openbare bijeenkomsten zijn gevestigd.
Romeinse houten slede met metalen of stenen tanden aan bevestigd, gebruikt om het graan te dorsen.
Te gebruiken voor vissersvaartuigen waarbij handlijnen vanuit sloepen worden uitgegooid.
Verwijst naar werken die zijn vervaardigd door de gelijknamige Afrikaanse etnische groep, die in het zuidwesten van Ethiopië leeft.
Wordt gebruikt voor een proces of een methode waarmee de dosis ioniserende straling kan worden gemeten die gedurende een bepaalde periode door personen of materialen is ontvangen. De straling kan zowel zijn uitgezonden om een gevaar voor de gezondheid vast te stellen of om archeologische vondsten te dateren.
Japanse bronzen klokken uit het Yayoi-tijdperk, die in doorsnede de vorm hebben van een ellips met puntige uiteinden, met een zijaanzicht in de vorm van een hoog trapezium met een platte bovenkant en omringd door een wijde metalen boog voor de ophanging. Ze werden in één stuk gegoten en rijkelijk versierd en men vermoedt dat ze eerder voor rituele of symbolische doeleinden werden gebruikt dan voor alleen muzikale doelen. Een klein aantal van de bewaard gebleven exemplaren hadden waarschijnlijk klepels
Getokkelde chordofonen met een lange hals uit Bengalen en andere Indiase deelstaten. Ze zijn fretloos, gemaakt van hout en hebben meestal vier snaren.
Vat met deksel en lange steel in de Westerse Zhoustijl. De vorm ontstond eerst in keramiek en lak, later in brons. De kom van het vat bleef ook bij bronzen dou vaak van lak of keramiek.
Wordt gebruikt voor skeletten die worden ondersteund door een set dubbele kabels met verschillende kromming, gebruikt in hetzelfde verticale veld en uit elkaar gehouden door verstevigende stutten in compressie.
Square-back Windsorstoelen met twee gedraaide staven aan de bovenkant waarbij de bovenste staaf de achterstijlen overdekt of tussen ze in wordt geplaatst.
Nolaanse amforen met dubbele handvatten, elk samengesteld uit twee cilindervormige delen.
Wordt gebruikt voor ruimten die zijn uitgerust met meerdere douchekoppen of douchehokjes, die door een aantal mensen tegelijk kunnen worden gebruikt.
Zachthout van naaldbomen van het genus Pseudotsuga menziesii.
Noord-Amerikaanse sparrensoort die in verschillende vormen voorkomt, waarvan een soort met teruggebogen bracteeën, en die soms als afzonderlijke soort wordt beschouwd. De bomen kunnen een hoogte van meer dan 90 m bereiken en een doorsnee van meer dan vier m. De meeste huidige boomgroepen hebben echter veel geringere afmetingen, aangezien veel oude bomen reeds zijn gekapt. De douglasspar staat bekend als een van de beste productiebomen in Noord-Amerika en is daarnaast een geliefde sierboom en kerstboom. Hij wordt voor herbebossing langs de kust van de Stille Oceaan gebruikt.
Hout van de soort Pseudotsuga menziesii.
Schaarachtige instrumenten met meestal platte schijfvormige uiteinden, die worden gebruikt om een vlam uit te knijpen. Voor schaarachtige instrumenten met een doosvormige bakje aan een van de bladen wordt 'kaarsesnuiters' gebruikt. Voor kegelvormige instrumenten die worden gebruikt om kaarsen te doven wordt 'dompers' gebruikt.
Mensen die niet het vermogen bezitten om te kunnen horen.
Beschrijft werk dat is vervaardigd door het gelijknamige Afrikaanse volk, dat in het noorden van Kameroen leeft.
Kussentjes die in de kuiten van kousen zijn gewoven om een effect van geprononceerde, mannelijk uitziende kuiten te krijgen. Werden in 1788 gepantenteerd.
Metaalgeld in de vorm van metaaldraad, vaak koper of messing, in stukken gezaagd en in bundels of los bewaard; werd door Europese kooplieden in Afrika geïntroduceerd als ruilmiddel.
Altaren, van relatief kleine omvang en draagbaar die vaak passen in een container samen met andere voorwerpen voor de eredienst of diensten. In de christelijke context, zijn voorbeelden gewijde altaa stenen die in een houder of op andere wijze aangebracht. Werden gebruikt door priesters die van locatie naar locatie reisden om de mis te houden waar een permanent gewijd altaar niet beschikbaar was. Specificaties zijn dat het een massief stuk natuursteen van een type en formaat moest zijn dat bestand tegen breuken was, ingewijd door een bisschop, groot genoeg om de hosties en de kelk te houden, en zo ontworpen dat het kan worden gebruikt in of op een tafel voor de dienst. Voor verplaatsbare versies van christelijke geschilderde of gesneden beeld-dragende objecten van het type weergegeven werd op of boven een altaar, gebruik "draagbare altaarstukken."
Te gebruiken voor vervoermiddelen die door achter elkaar geplaatste mensen of dieren worden gedragen en meestal bestaan uit een tussen twee palen geplaatst bed of bank, vaak in de vorm van een doos waar gordijnen omheen hangen. Gebruik 'brancards' voor vervoermiddelen die worden gebruikt voor het transport van zieken, gewonden of doden, die bestaan uit canvas of een dergelijk materiaal dat over een raamwerk is gespannen. Gebruik 'draagstoelen' voor draagbare, vaak rijkelijk versierde stoelen, gedragen op palen
Wordt gebruikt voor bouwstenen die in gemetselde muren worden geplaatst onder steunbalken of andere balken om het gewicht te verdelen. Voor gevormde stenen die op hellende muren zijn geplaatst om de rondingen van de gevels te ondersteunen wordt 'kneelers (gable components)' gebruikt.
Draagbare stoelen die op twee lange palen steunen en meestal uitvoerig zijn gestoffeerd en gedecoreerd. Gebruik 'brancards' voor het vervoer van één persoon die meestal bestaan uit canvas of soortgelijk materiaal dat over een draagstel wordt gespannen of gelegd om zo zieken, gewonden of doden te vervoeren. Gebruik 'draagkoetsen' voor meer uitgebreid vervoer dat doosvormig is, vaak door gordijnen wordt omsloten en door mensen of dieren op palen wordt gedragen.
Grote tassen, vaak van canvas, met een open bovenkant en twee hengsels, met name gebruikt voor het dragen van kleine pakketjes.
Machines waarin voorwerpen op een horizontale as worden vastgeklemd en rondgedraaid terwijl ze worden bewerkt met een vaste boor, schaaf of ander gereedschap; de objecten worden vastgehouden door een klauwplaat, stelplaat of leest, of tussen twee spilkoppen geklemd.
Wordt gebruikt voor de definitieve versies van scenario's. Ze bevatten alle dialogen en regie-aanwijzingen en zijn meestal opgedeeld in afzonderlijke scènes, waarbij de diverse shots - voor het gemak van de regisseur en eventueel dat van de acteurs - in chronologische volgorde zijn genummerd.
Gutsen met een diepe geul. Worden gebruikt om groeven te maken.
Mechanisch aangestreken draagbare chordofonen met een aantal melodie- en bourdonsnaren. De snaren worden gestreken door middel van een met hars bedekt houten wiel dat wordt rondgedraaid door een slinger. Ze hebben een toetsenbord met tangenten die op de melodiesnaren drukken als ze worden ingedrukt.
Rechtopstaande piano's zonder toetsenbord die worden bediend door cilinders met pinnetjes die met een slinger op gang worden gebracht. Vaak hebben ze wielen zodat ze op straat kunnen spelen.
Schijf waaraan men moet draaien om bepaalde informatie te vinden, met segmenten in de vorm van taartpunten of concentrische cirkels, of een combinatie hiervan.
Kleine zilveren Griekse munten die oorspronkelijk gelijk waren aan zes obolen; ze werden in de 6e eeuw v.C. uitgegeven en daarna gebruikt door de Parthen en de Sassaniden tot de 7e eeuw n.C.
Dit vroegste cursieve schrift ontstond tijdens de Oostelijke Han-dynastie (25-220 n.Chr.) als een verkorte vorm van het klerkenschrift. De halen binnen een karakter zijn met elkaar verbonden, maar elk karakter staat op zichzelf en heeft geen verbinding met een ander. De penseelstreken hebben kenmerken van het klerkenschrift behouden.
Een gom die wordt verkregen als een gedroogde afscheiding van verscheidene Aziatische of Oost-Europese planten; zwelt in water op tot een gelei. Wordt voornamelijk gebruikt als een emulgerend, suspenderend of verdikkend middel.
Materialen waarbij zich een afbeelding op het oppervlak kan bevinden, zoals bij schilderijen, tekeningen, prenten of foto's. Gebruik 'opzetkarton (benodigdheden voor inlijsten en monteren)' voor de secundaire oppervlakken waarop de dragers zijn bevestigd.
Te gebruiken voor kleine otter trawlers van verschilldende soort en grootte die worden gebruikt bij het vissen langs de Atlantische kust van de Verenigde Staten en meestal niet verder gaan dan 80 km uit de kust; zijn halverwege de 20e eeuw geïntroduceerd.
Variabele rode kleuren die lijken op de kleur van drakenbloed, een kleurmiddel dat wordt verkregen uit harsachtig materiaal van de vrucht van diverse soorten palmbomen.
Wordt gebruikt voor het procédé waarbij spiraalvormige groeven in het oppervlak van een vuurwapenprojectiel of in het kaliber van de loop worden gesneden, en voor het systeem van groeven die op die manier zijn gemaakt. De groeven geven het projectiel een draaiende beweging waardoor zijn balans in de lucht gelijk wordt getrokken en zijn baan gestabiliseerd.
Personen die toneelstukken schrijven, zoals tragedies, komedies of drama's of die thema's uit fictionele of historische bronnen aanpassen voor toneeluitvoeringen.
Plaatsen waar aan togen alcoholische dranken, maar ook lichte maaltijden kunnen worden besteld; meestal ook met wat stoeltjes en tafeltjes.
Complex zijden weefsel met één kettingstelsel en twee gelijkwaardige inslagstelsels, vervaardigd in Spanje in de 13de en 14de eeuw op een trekgetouw zonder voorkam. De stof dankt zijn naam aan het visgraateffect dat hiermee bereikt wordt.
Stijl van tempelarchitectuur uit Zuid-India die wordt gekenmerkt door terrasvormige torens, soms met een piramidevorm, met bovenaan een koepelstructuur; ieder terrasniveau is omsloten door een balustrade, met rondom kleine architecturale aediculae. De aediculae kunnen de vorm hebben van structuren met een vierkante koepel op de hoeken (kuta's) en halverwege geplaatste ruimten met een tongewelf (sala's) welke met elkaar zijn verbonden door segmenten met een overdekte kloostergang in miniatuurvorm (hara). Deze stijl van in steen uitgevoerde tempelarchitectuur is in de 17de eeuw ontstaan en heeft zich door de eeuwen heen verder ontwikkeld.
Strips die onder een deur op de vloer zijn bevestigd, meestal om het verbindingsstuk tussen twee verschillende soorten vloermaterialen te bedekken, kan ook dienst doen als weersbescherming op buitendeuren. Voor de lagere kanten en bodem van doorgangen wordt 'deurdorpels' gebruikt.
Het plaatsen van de ketting op het weefgetouw door deze te wikkelen om de kettingboom, het inrijgen van de hevels, het gebruiken van de weefkam als het weefgetouw hierover beschikt, het vastmaken van de ketting aan de boom en vervolgens het gelijkmatig verdelen van de ketting over het weefgetouw.
Brede, meestal lage ladekasten of kastmeubilair op poten, met kastruimte. De kasten worden langs de muur van een eetkamer geplaatst en gebruikt als bewaarplaats en voor het opdienen van voedsel, alsmede voor het uitstallen van borden en ander kostbaar tafelgerei. Vroege exemplaren bestonden vaak slechts uit een plank die bij de eettafel werd geplaatst, en kwamen uitsluitend voor in ruimten waar werd gegeten. Gedurende de middeleeuwen vervulde de kast dezelfde functie. Vroege Europese dressoirs waren vaak etagegewijs opgebouwd, met schappen waarop koppen en schotels konden worden uitgestald. In de 17de eeuw werden de dressoirs ontworpen met een kast of een aantal laden onder een vlak tafelblad. De bovenzijde was hoger dan bij een gewone tafel, waardoor de borden beter zichtbaar waren en het voedsel eenvoudiger bereikbaar was voor een staand persoon. Soms gebruikte men ook dressoirtafels of zijtafels waarop al het voedsel werd uitgestald, en dienden de kostbaarder uitgevoerde dressoirs uitsluitend voor het uitstallen van servieswaar. 'Keukenkasten (wandkasten)' kunnen ongeveer dezelfde vorm en functie hebben, maar kwamen meestal in keukens voor en niet in eetkamers. Gebruik 'dressoirtafels' voor wandtafels die langs de wand van eetkamers worden gebruikt.
Wordt gebruikt voor smalle weggetjes, vaak tussen heggen, hekken of muren, die meestal maar juist breed genoeg zijn om één persoon of één voertuig tegelijk door te laten. In de Nederlandse situatie vaak niet omgeven door hekken, heggen of muren.
Noord-Amerikaanse munten van zilver of koper-nikkel ter waarde van drie cents. Ze werden halverwege de 19e eeuw uitgegeven.
Verwijst naar de periode van de heerschappij van drie families in Korea, vanaf 37 v. Chr. - 668 n. Chr. De heersende families consolideerden hun autoriteit door de raad der geslachten af te schaffen en de titel van heerser eerst van broer op broer en daarna van vader op zoon te laten overgaan. Tot de opmerkelijke artefacten die uit deze periode zijn overgebleven behoren rijk versierde graftomben die Chinese invloeden laten zien.
Verwijst naar lineair perspectief waarbij sprake is van drie verdwijnpunten, over het algemeen in de context van rechthoekige vormen die zodanig zijn afgebeeld dat geen van hun zijden parallel is aan het afbeeldingsvlak, maar dat elk van drie groepen van parallelle lijnen samenkomt in een eigen verdwijnpunt. Deze techniek werd populair in 17de-eeuws Europees toneelontwerp. Deze term kan ook verwijzen naar afbeeldingen waarin sprake is van drie gezichtspunten, zoals ook vaak het geval was bij Chinese hangende rolschilderijen, waarbij de kijker de voorgrond van boven ziet, het middenplan op oogniveau en de hoogste objecten van onderen.
Assemblages waardoor twee deuren of de scharnierende vleugels van deuren op drie punten worden vastgeklonken.
Platte voorwerpen van plastic, hout of ander materiaal die in diverse driehoekige vormen en maten worden gemaakt. Worden gebruikt als geleiders om lijnen onder verschillende hoeken te tekenen.
Kleine gereedschappen met verwisselbare koppen die worden gebruikt om metalen of houten oppervlakken af te krabben.
Tak van de wiskunde die zich bezighoudt met de relaties tussen de zijden en hoeken van driehoeken en tussen nauw aan elkaar gerelateerde grootheden, vooral met methoden om van gegeven delen andere benodigde delen af te leiden.
19e eeuwse naam voor steken waarvan de rand zo is opgeslagen dat er een gelijkzijdige driehoek wordt gevormd.
Een rechthoekige baksteen waarvan een zijde diagonaal is afgesneden om de breedte van de baksteen te halveren. Wordt bij metselwerk gebruikt als klezoor.
Een feest dat op 6 januari wordt gevierd en tot de drie belangrijkste en oudste feesten van de christelijke kerk behoort (de andere twee zijn Kerstmis en Pasen). Dit feest werd oorspronkelijk in de oosterse christelijke kerken gehouden om de geboorte en doop van Jezus Christus te vieren. Sinds de 4de eeuw, toen 25 december de datum werd waarop Kerstmis werd gevierd, is het in de oosterse kerken het feest van de manifestatie van Christus' goddelijkheid bij zijn doop gebleven. Het verbreidde zich in de 4de eeuw naar het westen, waar het meer werd gekoppeld aan het bezoek van de Drie Wijzen uit het Oosten aan het kindje Jezus en met name de verschijning van Christus aan de niet-joden in de vorm van de Wijzen. Tijdens dit feest wordt ook Christus' eerste wonder tijdens de bruiloft te Kana in Galilea herdacht. In sommige landen is dit de datum waarop men elkaar geschenken geeft, in plaats van Kerstmis. In het westen wordt de avond voor Driekoningen 'driekoningenavond' genoemd.
Kaars die als een hooivork uitloopt in drie kaarsen, symbool voor de drie koningen die het Kindje Jezus in de stal begroetten. Wordt/werd in huiselijke kring gebrand op het Driekoningenfeest (6 januari) en bij het driekoningenzingen langs de deuren (Benelux, Duitsland)
Kandelaar voor drie kaarsen. Op een pin in het midden staat een waskaars, in de twee houders ter weerszijden staan vetkaarsen. Wordt gebruikt op het feest van Driekoningen (6 januari).
Soort sieraad op het hoofd gedragen door vrouwen, meestal van koninklijken of adellijken bloede bij staats- of andere formele aangelegenheden. Meestal in de vorm van een licht gebogen (minder dan een halve cirkel) verticale band, meestal in het midden wat hoger, bezet met diamanten of andere edelstenen. Deze term werd oorspronkelijk gebruikt voor hoofdtooien die door de oude Perzen werden gedragen en verwijst nu ook naar de pauselijke driekroon.
Harnassen die het lichaam bedekken van het hoofd tot aan de knieën.
Verwijst naar afbeeldingen met een gezichtspunt waarbij drievierde deel van het onderwerp te zien is. Dit gezichtspunt wordt met name gebruikt bij portretten, om het gezicht weer te geven in een hoek tussen en profil en frontaal in.
Figuren samengesteld uit drie gelijke bogen of lobben, en afgescheiden door uitsteeksels.
Een type pyxides dat een deksel met fioel heeft en een komvormige buik die wordt gesteund door drie holle plaatachtige poten.
Te gebruiken voor gesloten auto's met drie wielen; gebruik 'autoscooters' voor kleinere, open auto's met drie of vier wielen die worden aangedreven door kleinere motors; gebruik 'driewielers (fietsen)' voor open voertuigen met drie wielen die een eenvoudige, lichte en open geraamteconstructie hebben en die meestal worden aangedreven door de berijder, maar soms ook met een motor.
Taps toelopende ponsen die worden gebruikt om de plaatsen aan te geven waar bouten of klinknagels moeten komen.
Stenen die bij het metselen worden gebruikt om de ruwe plekken en bijlafdrukken van gebogen bouwwerken af te schuren.
Vierkantige tollen met de Hebreeuwse letters non, gimmel, hé en shin op de verschillende zijdes, die worden gebruikt bij een kinderspel dat van oudsher wordt gespeeld op het joodse Chanoekafeest.
Semivloeibaar los zand, dat zware objecten die zich op het oppervlak bevinden, kan opzuigen. Kunstenaar Robert Smithson gebruikte drijfzand in zijn werk 'The Hypothetical Continent in Stone: Cathaysia' (1969).
Drinkgerei zonder handvatten of deksels, cilinder- of kegelvormig, in het algemeen met een platte bodem, zonder schoteltje.
Sanitair dat bestaat uit een waterstraal en vaak een ondiep bassin en dat ontworpen is om drinkwater te verschaffen voor menselijk gebruik.
Roeiboten die worden gebruikt bij het haringvissen om de vissen in netten te drijven. Ze zijn meestal 3,5 tot 4 meter lang en worden aan boord van 'menhaden steamers' meegenomen naar het visgebied.
Wordt gebruikt voor droge, vlakke en dikwijls tussen steile wanden ingesloten rivierbeddingen in het zuidwesten van de Verenigde Staten die alleen na hevige regenval vol komen te staan.
Specie gebruikt bij metselwerk die genoeg vocht bevat om te verharden maar niet nat genoeg is om plakkerig te zijn.
Intagliodrukprocédé waarbij met een scherpe naald krassen worden gemaakt in de plaat zodat er een braam ontstaat, wat een kenmerkende, zachte en fluweelachtige lijn geeft in de uiteindelijke afdruk.
Diepdrukken, waarbij het beeld met een scherp voorwerp direct in de metalen plaat is ingekrast. Door het krassen wordt het metaal niet weggesneden, maar vormen zich bramen naast de groeven. Dit zorgt voor de kenmerkende, zachte en fluweelachtige lijnen in de uiteindelijke afdruk.
Komische ontwerpen in de marges van middeleeuwse manuscripten of in onopvallende delen van bewerkt hout of steen in middeleeuwse gebouwen.
Te gebruiken voor grote, Byzantijnse galeien met twee rijen banken en een of twee zeilen; meestal uitgerust met vlammenwerpers om Grieks vuur te kunnen gebruiken.
Metselwerkmuren die zonder specie zijn gebouwd.
Belevenissen waarin een persoon, ding of gebeurtenis zeer levendig of echt overkomt zonder in werkelijkheid aanwezig te zijn.
Metalen schijven die worden doorboord door één of twee pithouders, die rusten op de opening in het oliereservoir. Deze branders hebben vaak een klein uitsteeksel aan de zijkant waarmee ze kunnen worden opgelicht.
Wordt gebruikt voor hangende ornamenten, zoals aan een meubelkleed of leuning, of binnen een boog, die losser hangen dan drop tracery.
Te gebruiken voor rijtuigen met vier wielen die eenvoudig van bouw zijn en waarin de passagiers schrijlings op een smalle bank zitten die tussen de twee assen is bevestigd; komen vooral voor in Rusland.
Piramidevormige trossen kleine ijzeren kogels met grondplaat en centrale stang, die samengevoegd gebruikt worden als kanonlading.
Lijst met een afzaat of hellend bovenvlak waarlangs het hemelwater afvloeit. Van onderen voorzien van een waterhol om het regenwater vrij van de muur te laten neerdruipen. VWB. Algemeen in middeleeuwse architectuur. Voor rechthoekige druiplijsten wordt 'druiplijst'(lijstwerken) gebruikt.
Gereedschap dat wordt gebruikt om van druiventrossen kleinere trossen te knippen.
Leren, balvormige kussentjes die door drukkers worden gebruikt bij het handmatig aanbrengen van inkt op een vorm.
Een band die aan één zijde is bedekt met een klevend mengsel.
Instrumenten voor het meten van druk, meestal van gassen of vloeistoffen.
Daken die worden gevormd door de verbinding van twee puntdaken met daartussen een kiel en die en profil op de letter M lijken.
Bekers op voet die met de lipranden in elkaar passen.
Bussen met twee niveaus voor zitplaatsen, de één boven de ander, die met elkaar zijn verbonden door één of twee trappen.
Te gebruiken voor passagiersspoorrijtuigen met ruimten met zitplaatsen op twee verdiepingen, waarbij de bovenste ruimte al of niet de gehele lengte van de wagon in beslag kan nemen.
De neiging van een materiaal een lichtstraal uiteen te laten vallen of de mate waarin een straal uiteenvalt in twee ongelijk gebroken, vlak gepolariseerde stralen van orthogonale polarisatie.
Gouden munten uit de VS, uitgegeven tussen 1849 en 1933, ter waarde van twintig dollar.
Buitenwerken van middeleeuwse vestingwerken, zoals poorttorens, maar vaker een vooruitgeschoven post die wordt gebruikt om de toegang tot een poort te versterken.
Tapisserietechniek waarbij de inslagdraden van twee aangrenzende vlakken worden verbonden rond één scheringdraad, of, wat gebruikelijker is, tussen twee aan elkaar grenzende vlakken met een enkele of dubbele verbinding.
Wordt gebruikt voor munten die twee of meer afdrukken van hetzelfde model hebben, op de boven- of onderzijde, meestal veroorzaakt door het bewegen van de munten tussen de hamerslagen in.
Te gebruiken voor de lijmbindmethode waarbij losse bladen is één richting worden uitgespreid en vervolgens over een lijmroller worden geleid, zodat het kleefmiddel tussen de bladen dringt; de bladen worden daarna in de andere richting uitgespreid en opnieuw over de lijmrollergeleid, zodat beide zijden van de bindrand van ieder blad zijn bedekt en aan de naastgelegen bladen kleven.
Mallen die uit twee of meer stukken bestaan en soms vaker dan één keer kunnen worden gebruikt om afgietsels van te maken.
Aanduiding voor verscheidene Spaanse en Zuid-Amerikaanse gouden munten die tussen de 15e en de 19e eeuw zijn uitgegeven.
Plaatsen, havens waar duikboten gestationeerd zijn, vanwaaruit zij varen.
Een serie ronde inkepingen in de voorste randen van een boek, die zijn gemarkeerd om de lezer te verwijzen naar bepaalde delen van de tekst.
Uitsteeksels aan de scharnierende deksels van sommige typen drinkgerei, die worden gebruikt om het deksel met de duim open te houden terwijl men het handvat vasthoudt.
Verwijst naar de cultuur van de moderne natie Duitsland of meer in het algemeen naar de culturen die hebben bestaan op het grondgebied van dit Centraal-Europese land. De term kan ook in bredere zin verwijzen naar de culturen van vroegere bewoners of verwante volkeren in Centraal- en Noord-Europa, die dialecten spraken waaruit de Germaanse en Teutoonse talen zijn voortgekomen.
Het boze beginsel als persoon gedacht.
Manden met deksel, gewoonlijk met een eivormige opening en een onbuigzaam handvat, die voornamelijk worden gebruikt om levende duiven in te vervoeren.
Uitsluitend te gebruiken voor gouden munten die vanaf het eind van de 13e tot aan de 19de eeuw geslagen werden in Venetië en voor soortgelijke Oostenrijkse en Tsjechoslowaakse munten die aan het begin van de 20e eeuw werden uitgegeven.
Zilveren munt van de Spaanse Nederlanden, gemunt sinds 1618 aan 60 stuiver, benaming voor de Nederlandse zilveren rijder, gemunt sinds 1659 aan 63 stuiver
Europese rietinstrumenten die vanaf het einde van de 16e tot de vroege 18e eeuw zeer populair waren en die worden beschouwd als de voorganger van de fagot. Ze hebben een buis uit een enkel stuk hout, waarin twee evenwijdige conische kanalen zijn geboord, naar beneden en weer omhoog. Bovenaan bevindt zich de klankbeker, die onderdeel is van de buis, met ernaast een korte aanblaashals met een dubbel riet.
Te gebruiken om werken te beschrijven van de gelijknamige Afrikaanse etnische groep die leeft in het zuidoosten van Zimbabwe en in Mozambique.
Wordt gebruikt voor flats die een vooruitgang bieden op de gebruikelijke lange smalle appartementen door lucht- en lichtkokers te maken tussen aangrenzende gebouwen, wat de kenmerkende handhaltervormige plattegronden geeft; veelvoorkomend in New York tussen 1897 en 1901, waarna de bouw werd verboden.
Tweevellige zandlopervormige trommen met druk van het Yorubavolk, die onder de arm worden gehouden en aangeslagen met een kromme klopper. Wordt ook gebruikt voor de sets Yoruba zandlopervormige trommen met druk, waarvan de dundun de grootste is.
Chromatografiemethode waarbij glazen platen die met een dunne laag alumina, silicagel, of cellulose zijn bedekt, als absorbens worden gebruikt.
Voorwerpen die bestaan uit een pen die is vastgemaakt aan een wieltje met verwisselbare tandraderen. Ze worden samen met een richtlineaal gebruikt om een stippellijn van punten, strepen, of beide te maken. Worden gebruikt voor technische tekeningen of werktekeningen.
Romeinse bronzen of koperen munten ter waarde van twee assen, aangemunt sinds begin 3e eeuw v.C. tot de tweede helft van de 3e eeuw n.C.
Te gebruiken om werken te beschrijven van de gelijknamige Afrikaanse etnische groep die leeft in het noorden van Kameroen.
Horizontale planken tussen laden.
Bouwmethodiek die nadrukkelijk milieubewust is, met gebruik van bouwmethoden en materialen die lokaal beschikbaar zijn en met een efficiënt gebruik van middelen in het gebouw zelf, met betrekking tot de verwarming, koeling, energie- en watervoorziening en de afvalverwerking. Biedt een betaalbare, afdoende vorm van onderdak met zo beperkt mogelijke negatieve gevolgen voor het plaatselijke en wereldwijde milieu; kan worden gedupliceerd en ter plaatse worden onderhouden.
Speelgoed dat bestaat uit een doos met een scharnierend deksel waar een figuurtje dat erin zat opgesloten uit tevoorschijn springt zodra een sluiting wordt losgemaakt, bijvoorbeeld door een slinger buiten aan de doos een bepaald aantal keer rond te draaien.
Grendels die zodanig zijn geconstrueerd dat ze te allen tijde een rechtstreekse uitweg bieden, omdat een afsluitende grendel of klink eenvoudig kan worden ontgrendeld door tegen een horizontale stang te duwen.
Verwijst naar de periode van het Thaise koninkrijk van Dvaravati, dat floreerde vanaf de 7de tot de 11de eeuw. De artistieke productie uit deze periode bestond voornamelijk uit Theravada-boeddhistische monumentale beeldhouwkunst die werd beeldgesneden uit schisteus zandsteen en beschilderd met rood pigment, vergulde bronzen beeldhouwwerken, beeldhouwwerk in bas-reliëf met stucwerkversieringen die taferelen afbeelden van de J'takas, vergezeld door bewakers en mythische dieren, stoepaconstructies die zijn gemodelleerd naar Indiase prototypen die worden gekenmerkt door een halve bol-constructie en een laag, vierkant basement waarbovenuit spitsen steken die zijn samengesteld uit platte ringen gekroond met een bol, en rechthoekige wihan gebouwd van baksteen met kleimortel op laterietbasementen. Voorbeelden van tempelcomplexen uit deze periode zijn te vinden op het terrein van Wat Kukut in Lamphun. De tempels uit deze periode worden gekenmerkt door laterietconstructies, terugwijkende vierkante verdiepingen, puntige spitsen die zijn samengesteld uit een groot aantal concentrische ringen en zijn versierd met kleine stoepa's, en nissen met staande Boeddhabeelden in stucwerk en terracotta.
Afzonderlijk te verdedigen delen van vestingwerken in of nabij steden gelegen en deze beheersend.
Diagonale stutting in paren tussen naast elkaar liggende vloerbalken, zodat deze niet kromtrekken.
Ribben die diagonaal een gewelfvak kruisen en die hetzij gebruikt werden om de graatribben te maskeren hetzij om het gewelf te ondersteunen.
Lage booggangen onder langs daken van hoge gebouwen, bestaande uit een reeks van bogen op korte vrijstaande zuiltjes. Wordt aangetroffen in de Romaanse architectuur in Noord-Italië en het Rijnland.
Dikhuidige, plantenetende eventenige hoefzoogdieren, aanzienlijk kleiner dan het gewone nijlpaard. Ze zijn inheems in de bossen en moerassen van westelijk Afrika. Verondersteld wordt dat ze de enige nog levende soort van hun genus zijn, aangezien van het pygmeenijlpaard van Madagaskar wordt verondersteld dat het uitgestorven is.
Beschrijft werk dat is vervaardigd door het gelijknamige Afrikaanse volk, dat in Burkina Faso leeft.
De Dynamische stijl behoort tot de oudste gedocumenteerde rotskunststijlen. De kunst wordt aangetroffen op afgelegen locaties in het westen van het Australische gebied Arnhem Land. Rotsschilderingen in de dynamische stijl beelden kleine, rode, geanimeerde lucifershoutachtige figuurtjes af die meestal bezig zijn met jagen, vechten of met ceremoniële handelingen. Deze geornamenteerde figuren worden afgebeeld met wapens, en een enkele keer met een dierenkop. Australische Aboriginals beschrijven deze figuren vaak als een uitbeelding van Mimi, een lange, dunne, bedrieglijke geest die zich ophoudt in spleten in grotten en andere afgelegen locaties. De hoogte van deze figuren varieert tussen 200 en 300 millimeter. De stijl kan niet precies worden gedateerd, maar het werk is naar schatting enkele duizenden jaren oud.
Mechanische of elektrische apparaten die mechanische energie omzetten in elektrische energie, als wisselstroommachines die wisselstroom produceren of dynamo's die gelijkstroom produceren.
Een in vieren gedeelde gül die zowel interne als externe haken heeft; gebruikt in zowel Turkse als Turkmeense weefsels.
Denkbeeldige plaatsen waar men een vreselijk leven leidt, onder de slechtst denkbare omstandigheden.
Te gebruiken om werken te beschrijven van de gelijknamige Afrikaanse etnische groep die leeft in Ivoorkust en zijn buurlanden.
Verwijst naar een bepaald type kralen met een cilindrische, buisvormige of ronde vorm, meestal van agaat. Ze komen oorspronkelijk uit de Tibetaanse cultuur en worden in het bijzonder gewaardeerd door de Tibetaanse en Chinese boeddhisten, en andere Aziatische groepen. De kostbaarste kralen stammen uit de oudheid, hebben een roodachtige of donkerbruine kleur en worden gekenmerkt door opvallende ivoor- of goudkleurige patronen, zoals cirkels die op ogen lijken, ovalen, golflijnen, strepen, rechthoeken en andere symbolische patronen. De kralen, die geëtst of beeldgesneden kunnen zijn, zouden talismaneigenschappen bezitten: vaak zijn ze in de aarde gevonden door boeren of herders uit het Himalaya-gebergte, en gelovigen denken dat ze met een geheimzinnig verloren gegaan procedé zijn vervaardigd of dat ze een bovennatuurlijke oorsprong hebben. Bij de fabricageprocessen lijkt men de natuurlijke patronen van het agaat te hebben benut, de kralen vervolgens te hebben geëtst of beeldgesneden en patronen te hebben aangebracht met behulp van chemische middelen, waarna het agaat in een industriële oven werd gebakken. Er bestaan Chinese schriftelijke bronnen die aangeven dat de kralen al zeker in de 7de eeuw n. Chr. werden vervaardigd, maar onderzoekers denken dat de technische kennis voor het maken van dzi-kralen al in de vroege oudheid vanuit Iran of India naar Tibet is gebracht, mogelijk samen met het oude Bon-geloof. De kralen lijken op de gebandeerde agaatkralen en de geëtste carneoolkralen waarin reeds in het derde millennium v. Chr. werd gehandeld tussen Mesopotamië, het gebied dat nu tot Afghanistan behoort en de Indusvallei.
Te gebruiken om werken te beschrijven van de gelijknamige Afrikaanse etnische groep die in de Democratische Republiek Congo leeft ten zuiden van de rivier de Kasaï en tussen de rivieren Loange en Kamtsha, alsmede ten westen van de Kamtsha.
Gouden munten uit de VS, uitgegeven tussen 1795 en 1933, met een waarde van tien dollar.
Verwijst naar de inheemse cultuur van de Eagles, een subgroep van het Haida-volk, dat langs de noordwestkust van Noord-Amerika leeft.
B Verwijst naar de vroegste fase van de Decorated Style in Engeland aan het eind van de 13de eeuw, toen vensterwerk werd samengesteld uit geometrische patronen zoals cirkels, cirkelbogen en cusps, maar voordat de patronen zich hadden ontwikkeld tot golvende curven.
Verwijst naar de vroegste fasen van de Free Style, vanaf circa 475 v. Chr. Deze onderscheidt zich van de latere Free Style-vaasschilderingen door een algeheel gevoel van experimenteerzucht en het ontbreken van de grandeur die later gewoon was.
B Verwijst naar de vroegste fase van de oriëntaliserende periode, waarin kromlijnige patronen de rechthoekige patronen van de geometrische periode begonnen te verdringen.
Verwijst naar de eerste van de vier perioden waarin Paul Jacobsthal in 1944 de La Tène-stijl heeft onderverdeeld. Zij beleefde haar bloei van de 5de tot het begin van de 4de eeuw v. Chr. en wordt gekenmerkt door oriëntaalse en klassieke invloeden. De juistheid van de La Tène-indeling van Jacobsthal is door latere geleerden in twijfel getrokken.
Beschrijft werken die zijn vervaardigd door het gelijknamige Afrikaanse volk, dat in de Democratische Republiek Congo leeft.
Abbozzi in de context van Franse schilderkunst.
Afrikaanse draagzwaarden met een lusvormig heft en een zeer dunne, brede kling die aan het eind uitloopt in een grote ovale vorm, aan het koninklijke hof gedragen door Beninse stamhoofden.
Vakkundige Franse meubelmakers van luxueuze meubels. Wordt ook gebruikt voor Franse schrijnwerkers die zijn gespecialiseerd in gefineerde meubels.
Te gebruiken om werken te beschrijven van de gelijknamige Afrikaanse etnische groep die leeft in Ivoorkust.
Het convexe lijstwerk dat de abaci van Dorische zuilen ondersteunt, en dat zich tussen de voluten op Ionische kapitelen bevindt.
Stam van voornamelijk worstvormige ongewervelde zeeorganismen met een plat uitsteeksel op de kop die langs de zijkanten gebogen is en soms de vorm heeft van een schep of lepel en een niet-intrekbaar voorste zuigorgaan vormt. De dieren ademen waarschijnlijk deels via de lichaamswand, maar vaak gebruiken ze de achterste darm als ademhalingsorgaan door water via de anus naar binnen te zuigen.
Hout van het geslacht Oxandra lanceolata uit het noorden van Zuid-Amerika en West-Indië; de belangrijkste bron van commercieel timmerhout van de degamehout-familie. Het heeft een gladde fijne nerf; door de elasticiteit is het zeer geschikt voor het maken van bogen, vishengels, biljartkeus, handvaten van gereedschap, assen van rijtuigen, spaken en kasten.
Het onderscheid tussen de subfamilies van de echte herten (Cervinae) en schijnherten (subfamilie Capreolinae) betreft verschillen in voetstructuur. Bij de echte herten zijn het tweede en vijfde handbotje (metapodia) vrijwel volledig verdwenen, met uitzondering van proximale en terminale resten. Bij schijnherten bevinden de resten zich distaal.
Akten die de wettelijke scheiding tussen man en vrouw vastleggen, door rechterlijk vonnis van kracht geworden. Zij kunnen het huwelijk volledig ontbinden, of schorten de werking op voor zover het de samenwoning van partijen betreft.
De benadering en de praktijk van het selecteren van de beste onderdelen van verschillende doctrines, methoden of stijlen om ze in een nieuwe creatie toe te passen. In de specifieke context van kunst of architectonische kritiek, wordt het voor het lenen van verschillende visuele bronnen bij het scheppen van een werk gebruikt.
Te gebruiken voor de tak van de biologie die zich bezighoudt met de verbanden en wisselwerking tussen organismen en hun leefomgeving, inclusief andere organismen. Gebruik 'milieus (objectgroepen)' voor complexen van fysieke dingen, omstandigheden en inwerkingen die gegeven organismen of verzamelingen organismen omgeven en beïnvloeden. Gebruik 'natuur' voor het idee van de externe wereld, inclusief de krachten die er op inwerken en het niet-menselijke leven dat er woont en dat door mensen wordt gezien als gescheiden en onafhankelijk van henzelf, hun activiteiten en beschaving.
Te gebruiken voor het kunstgenre uit de 20e eeuw dat gebruik maakt van natuurlijke fysieke krachten, biologische organismen en processen, persoonlijke performance en andere media om de werking van ecosystemen te demonstreren, om milieu-problemen toe lichten en uit te leggen of om oplossing van deze problemen uit te voeren. Gebruik 'omgevingskunst' voor grootschalige werken in de openlucht die de toeschouwer omringen of laten meedoen, en die meestal aspecten van hun locatie daarbij betrekken.
Tak van de landbouw die tot doel heeft de productiviteit te behouden of verhogen op een economisch haalbaar, milieuvriendelijk en cultureel acceptabel niveau, door middel van een efficiënt behoud en gebruik van grondstoffen, waarbij ondertussen het milieu en de gezondheid van mens en dier wordt beschermd.
Wetenschappers die de verhoudingen en de interactie bestuderen tussen organismen en hun habitat, met inbegrip van de andere organismen die daar ook leven.
Instellingen voor hoger onderwijs voor economie en handel. Gebruik 'handelsscholen' voor scholen die zijn bestemd voor het opleiden van mensen in de administratieve aspecten van zaken en handel.
Instellingen voor hoger onderwijs voor economie en handel. Gebruik 'handelsscholen' voor scholen die zijn bestemd voor het opleiden van mensen in de administratieve aspecten van zaken en handel.
De studie en toepassing van de planning van de natuurlijke omgeving en alle menselijke bemoeienis hiermee, met als doel een goede leefomgeving te verzekeren voor mensen, dieren en planten en de hulpbronnen waarvan zij afhankelijk zijn.
Toerisme sector gericht op het verzorgen van verantwoorde reizen naar natuurgebieden, het behoud van het milieu en het steunen van het welzijn van de lokale bevolking.
Wordt gebruikt voor elk van de verscheidene Franse gouden of zilveren munten die zijn uitgegeven in de periode van de 13e tot en met de 18e eeuw; de munten dragen allemaal een afbeelding van een schild.
Kleine ondiepe schalen met vlakke bodem, verticale wanden en aan weerskanten een handvat ter hoogte van de rand; meestal met een deksel en soms een bijbehorende onderschotel.
Te gebruiken voor een paar koperen beeldjes, één mannelijk en één vrouwelijk, verbonden met een ketting, gewoonlijk rond de nek. De edan zijn een belangrijke beeldhouwvorm voor het geheime Afrikaanse genootschap Yoruba Ogboni.
Mensen van adel.
Het verzamelen, samenstellen en ordenen van materiaal dat is bedoeld voor publicatie of presentatie, vooral geschreven materiaal, film of tape.
Verwijst naar de stijl en de cultuur van volkeren die de taal Edo spreken en woonachtig zijn in de staat Bendel in Nigeria, buiten de stad Benin. Hoewel hun talen gerelateerd zijn, verstaat men elkaar onderling niet. Volgens alle Edo-volkeren ligt hun oorsprong echter in het Koninkrijk van Benin. Hun voorouders migreerden vanuit Benin in een reeks golven tussen de 9de en de 18de eeuw. Deze migranten vermengden zich met inheemse volkeren en andere kolonisten uit naburige gebieden, waardoor de kunsten van deze volkeren een complexe geschiedenis van migratie en culturele ontlening weerspiegelen.
Verwijst naar de periode en stijl die zich ontwikkelde van de eenwording van Japan in 1600 tot het eind van de shogundynastie in 1868. Tijdens deze periode leidde economische expansie tot de opkomst van een goed opgeleide handelsklasse die niet alleen nieuwe schilder- en blokdrukstromingen maar ook haar eigen vormen van literatuur en theater schiep. Er ontstond een grote diversiteit aan onderwerpen en stijlen in de beeldende kunst, waardoor veel 19de-eeuwse westerse kunstenaars zijn beïnvloed.
Educatief speelgoed dat in serie wordt vervaardigd en gebruikt om les mee te geven op de kleuterschool volgens het systeem van Friedrich Fröbel. Er zijn tien series die ieder bestaan uit één of meer geometrische vormen en kleuren.
Onderwijs, meestal na middelbaar onderwijs en op part-time basis of voor een korte termijn, soms zonder erkenning, bedoeld als voorzetting op of bijscholing van volwassenenonderwijs, voor de persoonlijke, academische of beroepsmatige ontwikkeling.
Schoolcomplexen doorgaans bestaande uit een kleuter-, basis- en middelbare school, die leerlingen aantrekken uit een grootstedelijk gebied en die bedoeld zijn om de gevolgen van etnische scheiding te minimaliseren.
B Verwijst vooral naar de architectuurstijl die ontstond tijdens de regering van de Britse koning Edward VII (1901-1910). Sommige auteurs dateren de stijl vanaf 1890, toen de gotiek minder overheersend en de architectuurstijl meer eclectisch werd, tot 1914, toen de bouwactiviteit tot stilstand kwam als gevolg van de Eerste Wereldoorlog. De stijl is te herkennen aan de uitbundige of opulente en monumentale kwaliteiten. Edwardiaanse architectuur weerspiegelt de ontwikkeling van verschillende architectuurbewegingen, te weten de barok en het neoclassicisme, de Beaux-Arts en de Arts and Crafts-beweging.
Meestal verplichte eden die de trouw bekrachtigen van personen die de eed afleggen aan bijvoorbeeld een regering, regeerder, constitutie of een reeks beginselen.
Procedé waarbij een beeld van een reliëf of gegraveerd oppervlak wordt overgebracht op een materiaal zoals papier of stof, hetzij door het materiaal op het oppervlak te leggen en druk en wrijving toe te passen met, bijvoorbeeld, krijt of potlood, hetzij door het oppervlak te inkten, het materiaal vervolgens op dat oppervlak te plaatsen, en daarna druk en wrijving uit te oefenen.
Verwijst naar perspectief dat wordt afgebeeld met gebruikmaking van een enkel verdwijnpunt. Deze techniek werd gesystematiseerd door de Renaissance-kunstenaar en theoreticus, Leon Battista Alberti, die een visuele piramide beschreef, waarvan de top zich in het oog van de kijker bevindt. De illusie van terugwijking in de ruimte wordt gecreëerd doordat parallelle lijnen samenkomen in één verdwijnpunt, dat zich gewoonlijk in of vlakbij het centrum van de compositie bevond en dat het 'centrale punt' werd genoemd. Alberti beschreef hoe men de juiste intervallen kon bepalen voor horizontale lijnen op steeds diepere posities in de ruimte, en hoe men voorwerpen en figuren op de juiste schaal kon tekenen ten opzichte van hun positie in de ruimte.
Fluit met twee vingergaten en een duimgat. Gewoonlijk werd een trommel gespeeld in de andere hand. Het was door overblazen mogelijk een volledige diatonische toonladder te spelen. Heel wat volkse wijsjes en dansen lagen daardoor binnen het speelbereik.
Polygonen met één zijde en één hoekpunt, die in de euclidische meetkunde worden gezien als onmogelijke objecten. In de bolmeetkunde kan een eenhoek worden getekend door een enkele hoekpunt te plaatsen op een willekeurige plek van een grote cirkel; twee eenhoeken kunnen worden gebruikt voor de constructie van een diëder op een bol.
Camera's waardoor de gebruiker de werkelijke afbeelding kan zien die door de lens wordt gevormd door middel van een scharnierende spiegel tussen de lens en de film.
Boom of struik die inheems is in Europa Noordwest-Afrika en het westen van Azië. Wordt op grote schaal gebruikt voor heggen. De soort draagt witte, rode of roze bloesems. De vrucht is een kleine ronde donkerrode bes.
Hulp of behandeling die in noodsituaties wordt verleend aan iemand die gewond is of plotseling ziek is geworden, voordat medische dienstverlening ter plekke is of kan worden bereikt.
Verwijst naar de eerste onderscheiden fase van de Spaanse platereske stijl, vanaf de late 15e eeuw. De fase wordt gekenmerkt door het samenvloeien van de flamboyante gotische en traditionele Spaanse stijlen. De stijl vertoont overlapping met de Isabella-stijl.
Verwijst naar de stijl van muurschilderingen die gangbaar was in de Late Republican periode. Deze stijl wordt gekenmerkt door toepassing van een mengsel van stucwerk en marmergruis op een oppervlak dat vervolgens in rode, groene en geelbruine vlakken werd geschilderd, omsloten door witte randen van geboetseerd stucwerk.
Kamers in privéwoningen of openbare etablissementen waar het avondmaal en andere hoofdmaaltijden worden genuttigd en die voor dit doel zijn ingericht.
Grote lepels waarvan de inhoud drie maal zo groot is als die van een theelepel en die worden gebruikt voor het opdienen van voedsel en als standaardmaat voor recepten.
Dunne, taps toelopende stokjes, vaak van hout of ivoor gemaakt, die in één hand tussen de duim en vingers worden vastgehouden en worden gebruikt tijdens het bereiden of eten van voedsel. Worden voornamelijk gebruikt in China, Japan en andere Aziatische landen.
Aanduiding voor eetgelegenheden langs de weg die een beperkt menu serveren tegen lage prijzen, meestal over een toonbank of door een raam; kunnen uiteenlopen van onbeduidende bouwwerkjes tot vrijstaande gebouwen.
Te gebruiken voor maskerades die worden gehouden door het geheime genootschap Gelede van het Yorubavolk in West-Afrika, bestaande uit uitvoeringen van liederen waarin oudere vrouwen uit de gemeenschap worden geëerd, en uit satirisch commentaar op belangrijke figuren, gebeurtenissen en moreel gedrag; de maskerades vinden plaats op de openingsavond van het jaarlijkse festival van het genootschap en duren de hele nacht.
B Te gebruiken om werken te beschrijven van de gelijknamige Afrikaanse etnische groep die woonachtig is in het Ituriwoud.
Alledaagse zaken vervaardigd voor een bepaald, beperkt gebruik, meestal bedoeld om daarna te worden weggegooid; met name eenmalig drukwerk.
Personen die werken als tussenpersonen tussen kopers en verkopers van effecten, waarvoor ze meestal commissie ontvangen.
Een weefprocedé waarbij iedere inslagdraad altijd afwisselend over en onder elke volgende kettingdraad loopt. Beide zijden van dergelijke weefsels hebben dezelfde structuur.
Meer dan levensgrote afbeeldingen van mensen of dieren op de grond, vaak in heuvels, o.a. in Engeland, Nasca-lines in Peru.
Een losjes hechtende substantie, meestal een wit kristallijnen poederachtige afzetting op het oppervlak van (bak)steen, mozaïekblokjes of cement, veroorzaakt doordat oplosbare zouten worden aangetrokken tot het oppervlak, waar ze vervolgens kristalliseren.
Verwijst naar werken die zijn vervaardigd door de gelijknamige Afrikaanse etnische groep, die in het zuidoosten van Nigeria leeft.
Te gebruiken om werken te beschrijven van de gelijknamige Afrikaanse etnische groep die woonachtig is in het centrale deel van Ghana, in de buurt van Cape Coast.
Verwijst naar de stijlen en culturen van Griekenland en Klein-Azië die zich ontwikkelden op de eilanden in en het vasteland rondom de Egeïsche Zee, die ligt tussen Griekenland en Turkije.
Spitsmuisachtige, insectenetende zoogdieren van boven met stijve korte borstels bezet; in gevaar rolt hij zich als een bal tezamen en zet de stekels overeind.
Plant van het genus Sparganium, met zeer lange bladeren en bolvormige vruchten die lijken op klissen.
Verwijst naar werken die zijn vervaardigd door de gelijknamige Afrikaanse etnische groep, die in het hoogland van Nigeria leeft.
Leden van een genus waartoe ongeveer 10 levende soorten reigers, langpotige waterloopvogels, behoren. De meeste zilverreigers hebben een wit vederdek en ontwikkelen lange sierpluimen voor het broedseizoen. Met de term 'zilverreiger' wordt soms verwezen naar vogels met een soortgelijk uiterlijk die tot andere genera behoren.
B Verwijst naar de stijl in de Amerikaanse en Europese architectuur en kunstnijverheid die te dateren is tussen de late 18de eeuw en vroege 19de eeuw en die werd beïnvloed door de publicaties over Egypte en de veldtochten van Napoleon. De stijl kenmerkt zich door het gebruik van Egyptische vormen en motieven, waaronder obelisken, piramiden, hiërogliefen, gevleugelde zonnen, sfinxen, papyri en lotusknoppen.
De studie van het Egypte uit de faraotijd, de periode tussen circa 4500 v. Chr. tot 641 n. Chr. De basis van de egyptologie werd gelegd met de publicatie van het werk 'Description de l’Égypte’ (1809-1828) door de onderzoekers die met Napoleon Bonaparte waren meegereisd bij diens verovering van Egypte (1798-1801). Daardoor konden Europese onderzoekers over enorme hoeveelheden bronmateriaal beschikken.
Personen die onderzoek doen naar het Egypte van de farao's, oftewel de periode tussen 4500 v. Chr. en 641 n. Chr.
Bijna ronde voortplantingscellen die worden voortgebracht door de vrouwtjes van bepaalde dieren, zoals vogels en de meeste reptielen; ze bestaan uit een ovum en het omhulsel van kiemwit, gelei, vliezen of eierschaal.
Lijstwerken die zijn versierd met afwisselend ei- en pijlvormige ornamenten.
Tempera waarbij het hele ei wordt gebruikt, met toegevoegde oliën of harsen; heeft de eigenschappen van zowel eitempera als olieverf.
Gele, bolvormige massa van opgeslagen voedsel; vormt het binnenste deel van het ei van een vogel of reptiel en wordt omringd door het eiwit.
Kleine, meestal halfovale bekertjes, vaak met een voet, gemaakt van uiteenlopende materialen en gebruikt om één gekookt ei in de schaal te serveren.
De scheidslijnen tussen verschillende eigendommen.
Verwijst meestal naar kenmerken die suggereren hoe een stof, of soms een groepering van onderdelen of eenheden, zal reageren onder bepaalde omstandigheden. Vaak kwantificeerbaar, hoewel vaak niet duidelijk zonder analyse of toetsing.
Zilveren bekers op voet waarvan de kom en het deksel samen de vorm van een eikel hebben, en gewoonlijk met een steel die op een boomstam lijkt; dit type werd aan het einde van de 16de eeuw en het begin van de 17de eeuw in Engeland vervaardigd. Eikelbokalen lijken op kalebasbokalen; ze zijn een typische uiting van de voorkeur voor natuurlijke vormen in deze periode.
Te gebruiken voor motieven gebaseerd op bladeren van de eikenboom, vaak met eikels en geordend in de vorm van een krans, een doorlopend ornament of in clusters; ontleend aan de oudheid, vaak als symbool voor kracht, macht of moed.
Lijm verkregen door bloedserum zeer snel te laten drogen.
Verwijst naar de fase in de Jomon-periode van circa 1000 tot 300 v. Chr., waarin de ontwikkeling van verfijnd aardewerk plaatsvond, vooral de stijl van de archeologische vindplaats Kamegaoko, langs de kust van de Grote Oceaan, die er sterk op wijst dat er contact moet zijn geweest met het westen van Japan en het Koreaanse schiereiland.
Verwijst naar de laatste fase van de neolithische cultuur, die vaak gedeeltelijk samenvalt met de Vroege Bronstijd. Deze fase wordt over het algemeen gedateerd van circa 4000 tot circa 3000 v. Chr. op het vasteland van Europa, met een uitloop tot circa 2000 v. Chr. op delen van de Britse eilanden.
Te gebruiken voor losse stukken ketting.
Met name te gebruiken voor klanten en vaste bezoekers van een bibliotheek, informatiecentrum of een instelling waar men informatie kan terugvinden of ophalen uit een database. Gebruik 'gebruikers' voor personen die zelf gebruik maken van producten of diensten van een de informatieindustrie om inlichtingen te geven aan klanten of bezoekers.
Wordt alleen gebruikt voor gebouwen of andere bouwwerken die staan bij de eindpunten van busroutes; gebruik 'busstations' alleen voor tussenliggende haltes langs busroutes; gebruik 'wachthokjes' voor constructies bij bushaltes die beschutting tegen het weer bieden maar geen verkoop- of servicevoorzieningen.
Een benaderingsmethode voor het analyseren van continue fysieke systemen, die wordt gebruikt in constructiemechanica, veldtheorie en vloeistofmechanica.
Verharde stalen blokjes met twee platte, parallelle oppervlakken met een parallelle afstand tussen oppervlakken die zijn gemerkt met een gegarandeerde nauwkeurigheid van een paar miljoensten van een centimeter; worden in productieprocessen gebruikt als een precieze maatstandaard.
Documenten waarin een aanspraak wordt bekrachtigd. Hieronder vallen aanspraken op schulden, opties of andere zaken die in het bezit zijn van een ander, maar ook aanspraken op alles wat een ander aan de eiser zou moeten geven, afstaan of schenken.
Het witte gedeelte van een ei, te onderscheiden van het eigeel. Wordt onder andere gebruikt als bindmiddel voor pigment en in vernissen en stijfsel. Gebruik liever 'albumine' voor dezelfde stof binnen de context van fotografische materialen.
Wordt gebruikt voor gebouwen die de ontmoetingsplaatsen van ekklesia of de zelfbeschikkende vergaderingen van een oude Griekse stad huisvesten.
Te gebruiken om werken te beschrijven van de gelijknamige Afrikaanse etnische groep die leeft in het centraal-westelijk deel van de Democratische Republiek Congo.
Gebruikt voor het beschrijven van werken die zijn vervaardigd door de gelijknamige Afrikaanse etnische groep, die in het zuiden van Nigeria leeft.
Te gebruiken om werken te beschrijven van de gelijknamige Afrikaanse etnische groep die leeft in de delta van de rivier de Niger.
Een subtractief kleurveranderingsprocédé waarbij gebruik wordt gemaakt van een film met een integraal tripack, waarbij elke laag verfstoffen bevat die passen bij de kleurgevoeligheid van de laag. Het beeld wordt gevormd door het chromogene procédé.
Indiase getokkelde chordofonen met een lange hals. Ze hebben over het algemeen één snaar, die door een als resonator gebruikte kalebas loopt.
Synthetische elastomerische vezels of stoffen die grotendeels bestaan uit afwisselend starre en flexibele segmenten van polyurethaan. Het wordt in de kledingindustrie vooral gebruikt voor kousen, ondergoed, zwemkleding en andere nauwsluitende kleding. Spandex is de algemene naam in de Verenigde Staten en Canada. Elasthaan is de algemene naam die elders wordt gebruikt. Lycra is een handelsmerk van dit materiaal.
De verhouding tussen de eenheidsspanning en de eenheidsvormverandering binnen de elastische grens van een materiaal zonder barsten.
Het verplaatsen van mensen of dingen van één verblijfplaats of redelijk permanente locatie naar een andere, om hun welzijn of veiligheid te waarborgen of te verbeteren.
Houten beeldhouwwerken, gemaakt en gebruikt door de Baga-Bulunits in de centrale kuststreek van Guinee. Ze hebben de vorm van een lange kop met een snavel op een lange, dikke hals die op een bol voetstuk staat; de hoofden kunnen gesneden zijn in de vorm van mensenhoofden of de koppen van vogels, krokodillen, gehoornde dieren of nimbafiguren. Ze worden voornamelijk als schrijnfiguren gebruikt en stellen zowel de oppergod als de beschermer van het voorgeslacht voor; ze worden ook gebruikt als hoofdtooi bij dansen en als waarzeggerijvoorwerp bij verschillende rituelen, zoals mannelijke en vrouwelijke initiatieceremonies, oogst- en genezingsrituelen, rechtszaken en begrafenissen.
Fysiek verschijnsel dat verband houdt met elektrische ladingen en de invloeden ervan in rust of in beweging.
Draagbaar, in de hand gehouden, gemotoriseerd gereedschap dat wordt gebruikt om een boorijzer te laten draaien om ergens gaten in te boren; aangedreven door gelijk- of wisselstroom.
Keukenapparaten met een elektrisch verwarmingselement die wordt gebruikt voor het roosteren van brood en ander voedsel.
Tak van de scheikunde die zich bezighoudt met de relatie tussen elektriciteit en de chemische verandering en met de interconversie van chemische en elektrische energie.
Corrosie die voorkomt wanneer er een elektrische stroom loopt tussen kathodische en anodische delen van metalen oppervlakken.
Bij het passeren van een elektrische stroom een kleurwijziging ondergaand of veranderend van transparant in een heldere kleur. Een kenmerkend materiaal dat met deze eigenschap is vervaardigd, is vensterglas.
Het verschijnsel dat wordt geassocieerd met elektrische en magnetische velden en hun interactie met elkaar, en met elektrische ladingen en stromen.
Het verschijnsel waarbij elektronengolven, die door de regelmatig geplaatste atomen in een substantie zijn verspreid, buigingspatronen vormen die kenmerkend zijn voor die substantie.
Microscopen waarin een elektronenbundel met behulp van magnetische en elektrostatische lenzen wordt gericht op een specimen en daardoor wordt verstrooid, zodat een beeld ontstaat. Het oplossend vermogen en de vergroting van een elektronenmicroscoop zijn veel groter dan wat mogelijk is met een optische microscoop. Het specimen moet worden onderzocht in een vacuüm, wat speciale preparatietechnieken vereist, en de elektronen worden gewoonlijk gericht op een fluorescerend scherm (voor directe weergave) of op een fotografische plaat.
Het heen en weer schommelen tussen twee draairichtingen van elektronen in een magnetisch veld als een elektromagnetische straling met de juiste golflengte wordt gebruikt.
De tak van de natuurkunde die de studie omvat van het gedrag en het reguleren van elektronen die door halfgeleiders, luchtledige ruimtes of gassen stromen, en het ontwerpen en toepassen van instrumenten en systemen waarvan de werking geheel of gedeeltelijk afhangt van de kenmerken en het gedrag van elektronen.
Het uitgeven van tekst of beelden in elektronische, door de computer leesbare formattering zoals on line databases, magneetbanden of diskettes.
Discussieforums op internet waarin berichten worden uitgewisseld via elektronische post, en niet via een bulletinboard of nieuwsgroep. LISTSERV (TM), een gedeponeerd handelsmerk, is de naam van een commercieel softwareproduct dat specifiek is bedoeld voor het beheer van elektronische mailinglijsten. Hoewel 'listserv' meestal in algemene zin verwijst naar elke softwareapplicatie van dit type, en vaak ook naar mailinglijsten zelf, verdient de term 'elektronische mailinglijsten' de voorkeur.
Berichten die door het ene individu aan het andere worden verstuurd via telecommunicatieverbindingen tussen computers of terminals.
Metalen drukplaten die zijn gemaakt met behulp van een gietvorm of ander drukvlak, zoals een houtgravure of lettervorm, en gegalvaniseerd met koper.
Het maken van een exact facsimilé van een model. Soms gaat het om een wassen model, maar vaak betreft het ook bestaande artikelen waarvan men reproducties probeert te maken. Het electrovormen vindt plaats door, met behulp van elektrische stroom, een dun laagje metaal, bijvoorbeeld koper of zilver, aan te brengen.
In de natuur voorkomende legering van zilver en goud. Het stond ook bekend onder Egyptische naam Asem en er werd gedacht dat het een elementair metaal was, tot de Romeinen het maakten als legering.
Verwijst naar de Hollandse stijl die is voortgekomen uit de theorieën van de beweging De Stijl in de jaren 20 van de 20ste eeuw. Op basis van de neoplastische bedenkingen tegen rechte hoeken en rechte lijnen wordt in deze stijl afstand gedaan van de relatie tussen horizontalen, verticalen en het beeldvlak, en worden de diagonaal in ere hersteld om meer dynamische composities te bereiken.
Verwijst naar de periode in Egypte van circa 2081 tot 1938 v. Chr., hoewel het land pas in 2008 werd herenigd en het Middel Rijk ontstond. Hoewel het zuidelijke Thebe de hoofdstad van de dynastie was, veroorzaakte de hereniging een terugkeer naar de artistieke tradities die aan het noorden worden toegeschreven, en een algehele eenvormigheid van stijl als gevolg van het centrale gezag over de koninklijke werkplaatsen.
Verwijst naar de Engelse stijl in de architectuur en kunstnijverheid zoals voortgebracht tijdens de regering van koningin Elizabeth I van 1551 tot 1603. Deze stijl is een combinatie van gotiek, Italiaanse Renaissance, Vlaams en Frans maniërisme en lokale stijlen, en wordt gekenmerkt door overdadige silhouetten in de architectuur, met elementen als fioelen, druipers en vlechtbandmotieven, en in de kunstnijverheid door rijk versierde oppervlakken.
Verwijst naar de Engelse stijl in de architectuur, binnenhuisarchitectuur en kunstnijverheid van de jaren 30 tot 60 van de 19de eeuw, die teruggrijpt naar de Elizabethaanse periode in de 16de eeuw. Architecten namen een reeks Elizabethaanse bouwkundige vormen over, waaronder geveltoppen, achthoekige torentjes en glas-in-loodramen, terwijl ontwerpers vijfpassen, vlechtbandmotieven en familiewapens toepasten in meubilair, zilverwerk en keramiek.
Iets anders doorborend of verdelend door het te doorsnijden of bovenlangs te passeren.
De gewrichten tussen de onder- en bovenarm van mensen of dieren. Gebruik 'knieën (dierlijke of menselijke lichaamsdelen)' voor de soortgelijke gewrichten in benen.
Stalen wapenuitrusting om de ellebogen te beschermen, en die werden vastgemaakt aan de bovenste en onderste armpijpen van de linker- en rechterarmharnassen. Wat in de 14e eeuw begon als één ongelede, gebogen plaat, ontwikkelde zich tot een stel beweegbare, losjes aan elkaar geklonken harnasplaatjes, die in gebruik bleven tot halverwege de 17e eeuw.
Verwijst naar werken die zijn vervaardigd door het gelijknamige Afrikaanse volk dat in Kenia leeft, in de buurt van het Turkana-meer.
Genus dat uit circa 20 soorten sierheesters en bomen bestaat. Het verspreidingsgebied beperkt zich hoofdzakelijk tot gematigde streken in het noordelijk halfrond, maar komen in het zuidelijk halfrond voor in de gehele Andes tot circa de 20ste breedtegraad. Alleen op het Amerikaanse continent worden leden van deze familie langs gebergten tot op het zuidelijk halfrond aangetroffen. De els onderscheidt zich van de berk doordat hij vaak gesteelde winterknoppen heeft en door de kegels (elzenproppen) die op de tak blijven zitten nadat ze de kleine, gevleugelde noten hebben laten vallen. De schubachtige schors is bij sommige soorten grijsbruin van kleur, terwijl hij bij andere soorten bijna wit is. De ovale bladeren zijn afwisselend geplaatst en hebben vaak ondiepe lobben; ze zijn kleverig wanneer ze zich ontvouwen en glanzend wanneer ze rijp zijn, en vallen zonder van kleur te veranderen. Mannelijke en vrouwelijke bloemen bevinden zich in afzonderlijke katjes op dezelfde boom. Ze ontstaan in de zomer en bloeien doorgaans in het volgende voorjaar, voordat de bladeren opengaan.
Een element of chemische verbinding aan een vaste legering of een vast mengsel door oplossing onttrekken.
Procedé voor het scheiden van fijnere deeltjes in een mengsel van grovere deeltjes door ze te wassen of over te schenken; vaak gebruikt in keramiek om een meer fijnkorrelig stuk klei te maken.
Een type kwartsporfier dat alleen in het Engelse Cornwall voorkomt en gewoonlijk lichtgrijs van kleur is met een vleugje vaalgeel; vaak gebruikt voor metselwerk van behouwen natuursteen vanwege zijn fijne structuur.
Cultuur en stijl van de Elymianen, oude bewoners van het uiterste westen van Sicilië die volgens klassieke schrijvers van Trojaanse komaf waren. Hun voornaamste centra waren bij Segesta en bij Eryx (Erice). Ze zijn in de Vroege IJzertijd (ca. 1000 tot ca. 500 v.Chr.) archeologisch gezien niet te onderscheiden van hun buren, de Sicani. Ze werden sterk beïnvloed door de stijl van Griekse kolonisten van Sicilië.
Genus van ongeveer 50 soorten overblijvende weidegrassen die voorkomen in de gematigde en koele gebieden op het noordelijk halfrond.
Variant van de cloisonné-techniek waarbij de tekening wordt uitgevoerd in metalen draden die aan een ondergrond worden vastgesoldeerd. Emailpoeder wordt in de ruimten tussen de draden aangebracht en wanneer dat poeder na het smelten is samengetrokken verheft het door de metalen draden gevormde patroon zich boven het oppervlakte van het email.
Japanse rolschilderijen waarop teksten en/of kunstwerken zijn aangebracht en die horizontaal worden tentoongesteld.
Verwijst naar de stijl in de kunst en architectuur die vanaf het eind van de 14de eeuw tot aan het midden van de 16de eeuw bloeide in Portugal en zijn kolonies. De stijl is genoemd naar Manuel I, koning van Portugal (van 1495-1521). De stijl groeide uit tot nationale stijl die zich bewust van de Spaanse stijl afzette. De stijl kenmerkt zich door de vermenging van de laatgotische stijl met inventieve verwijzingen naar Portugese reizen, die vooral tot uiting komen in de symboliek en de overdadige ornamenten. Nieuwe thema’s bestaan uit weelderige bladachtige en nautische motieven en verwijzingen naar het exotische, waaronder de islamitische kunst.
Orde van tien families van insecten die in kolonies leven en webachtige nesten bouwen.
Voorwerpen of voorstellingen van voorwerpen die symbool staan voor andere voorwerpen of ideeën, vooral door duidelijke toepasselijkheid of associatie, zoals een weegschaal als symbool voor gerechtigheid. Gebruik 'emblemata' voor allegorische voorstellingen met een motto en een bijschrift.
Typisch cilindrische of bijna cilindrische vaten, meestal van metaal of plastic, voor het opvangen, bevatten of dragen van vloeistoffen of vaste stoffen, en die meestal een beugelhandvat hebben en soms een los deksel.
Haalmessen met U-vormig blad en twee rechte handvatten. Ze worden gebruikt om gebogen oppervlakken uit te hollen.
Verwijst naar een complex fenomeen en een hoedanigheid van bewustzijn, gekenmerkt door de synthese of combinatie van subjectieve ervaringen en waarnemingen, expressieve fysiologische en psychologische gedragingen, en de prikkeling of stimulering van het zenuwstelsel. In psychologisch onderzoek wordt het begrip geassocieerd met ideeën over persoonlijke vorming, rationeel en irrationeel denken, en cognitieve motivatie.
20e-eeuwse kunstwerken waarbij het verpakken, omwikkelen of verbergen van een object centraal staat; wordt vaak gebruikt in verband met het werk van Christo.
Verwijst naar de stijl in de kunstnijverheid, binnenhuisarchitectuur, architectuur en kleding, die zich tijdens en na het Napoleontische keizerrijk (1804-1814) vanuit Frankrijk over delen van Europa en de Verenigde Staten verspreidde. Net als de voorafgaande Directoire- en Consulaatstijlen wordt deze stijl gekenmerkt door zware neoclassicistische vormen en overvloedig gebruik van draperieën. De stijl onderscheidt zich echter door het gebruik van Napoleontische motieven die verwijzen naar de macht en de persoonlijke smaak van de keizer, zoals de bij, de letter N, adelaars, kransen en de zwaan van keizerin Josephine.
Metselwerk van behouwen steen waarbij de tussenliggende voegen opgevuld zijn met breuksteen en mortel. Overdwarse lagen van steen dienen als bindstenen. Geïntroduceerd door de Oude Grieken en overgenomen door de Romeinen.
De suspensie van druppeltjes van een vloeistof in een andere vloeistof, waarbij de eerste vloeistof niet oplosbaar is. Het kan ook een mengsel zijn van een vaste of halfvaste substantie met een vloeistof, soms met behulp van een emulgator. In de fotografie duidt het op het mengsel van bindmiddel en uiteindelijk afbeeldingsmateriaal.
Techniek die wordt gebruikt in de Spaanse schilderkunst, en die betrekking heeft op het bewerken van een oppervlakte van een beschilderd of gebeeldhouwde figuur om het op vlees te doen lijken.
Te gebruiken voor de schildertechniek met pigmenten die zijn opgelost in gesmolten was. Het wordt warm aangebracht op panelen of muren met een borstel of een spatel en gefixeerd door met een warmtebron over het oppervlak te gaan om de verf permanent te smelten en vast te zetten. Deze oude techniek was vooral populair in het oude Griekenland. De Engelse term is afgeleid van het Grieks en betekent 'ingebrand'. Hoewel de techniek in de 8ste en 9de eeuw in onbruik raakte, zijn er ook tegenwoordig nog exponenten ervan. Gebruik 'versieringen inbranden' voor de techniek van het versieren van klei.
Kleine, driehoekige wandkasten die zijn bestemd om in een hoek te staan. Ze worden meestal per paar gemaakt en passen vaak bij een commode.
Het omzetten van gegevens in code om informatie te verbergen of ongeoorloofde toegang te voorkomen. Kan worden gebruikt voor hiervoor bedoelde gedrukte of elektronisch overgedragen schema's, maar wordt steeds meer gebruikt voor gedigitaliseerde gegevens of computergegevens.
Beschrijft werk dat is vervaardigd door het gelijknamige Afrikaanse volk dat leeft in de Keniaanse regio Grote Rift vallei, in het district Elgeyo Marakwet.
Orde van meer dan 680.000 levende soorten insecten die binnen hun lichaam vleugels ontwikkelen en een complexe metamorfose ondergaan tijdens een popstadium.
Een seismisch ontwerpsysteem met een mechanisme dat tussen de grond en het fundament van een bouwsel is aangebracht om de gevolgen van een aardbeving te verminderen.
Verwijst naar de cultuur van het moderne Engeland, of in het algemeen naar de culturen van het zuidelijke deel van het eiland Groot-Brittannië, gewoonlijk met uitsluiting van Wales. De term kan ook verwijzen naar de cultuur van de Angelen, een van de Teutoonse volkeren die zich in Engeland vestigden in de 5de eeuw n. Chr. De term wordt soms gebruikt om te verwijzen naar de cultuur van de gehele natie van het Verenigd Koninkrijk, hoewel Engeland strikt genomen een bestuurlijk onderdeel is van het Verenigd Koninkrijk.
Glaswerk dat van ca. 1780 tot 1825 is geproduceerd door Engelse glasmakers in Ierse fabrieken.
Een olieachtige folie van Pruisisch blauw pigment dat vroeger werd gebruikt in de machinebouw; het werd op aansluitingen geplaatst, waarna de onderdelen tegen elkaar werden gewreven; de pigmentverwijdering gaf de positie aan van hoge plaatsen of wrijving tussen de twee oppervlakken.
Fijne klei die, wanneer gemengd met water, resulteert in een romige vloeistof; wordt gebruikt bij het gieten, glazuren, versieren en repareren van keramiek. In de oorspronkelijke staat is het flexibel genoeg om te kunnen worden gebruikt voor glazuren en versieren zonder de hulp van toevoegsels. Gebruik 'slibglazuur' voor keramisch glazuur met een hoog gehalte aan slib.
Tapijten die de ingang van Turkmeense tenten bedekten.
De gewrichten die de voet met het been (de poot) van een mens of een dier verbinden; ook gebruikt voor het grotere deel van het lichaam dat bestaat uit het slanke gedeelte van het been of de poot tussen dit gewricht en de kuit.
Ladders die bestaan uit twee zijstukken die meestal evenwijdig lopen aan elkaar en zijn verbonden door sporten die met regelmatige tussenruimten aan de zijstukken vastzitten.
Lijsten met vragen die aan een groep mensen worden voorgelegd om statistische informatie te vergaren. Gebruik `onderzoeksrapporten' voor de documentatie met betrekking tot een onderzoek dat is verricht om een bepaald verschijnsel uitvoerig in kaart te brengen.
De wetenschappelijke bestudering van insecten.
Zoölogen die zijn gespecialiseerd in het wetenschappelijk onderzoek naar insecten.
Vrij smalle tapisseriën voor de ruimte tussen twee ramen of deuren.
Lage verdiepingen (letterlijk: halve verdiepingen) tussen twee hogere verdiepingen of bovenin een gebouw; ook balkonachtige verdiepingen boven een deel van de verdieping eronder, waarbij de lagere verdieping meestal, maar niet altijd, de eerste verdieping is.
Te gebruiken om werken te beschrijven van de gelijknamige Afrikaanse etnische groep die leeft in de Democratische Republiek Congo.
Een uit een groep van complexe organische stoffen gevormd in de levende cellen van planten en dieren; het is een noodzakelijke katalysator voor de chemische reacties van biologische processen.
Te gebruiken om werken te beschrijven van de gelijknamige Afrikaanse etnische groep die leeft in het lagunegebied in het zuidoosten van Ivoorkust.
Te gebruiken voor het festival van dans en maskerades dat om de twee jaar in maart gehouden wordt door het Yorubavolk in West-Afrika om de vruchtbaarheid en het welzijn van de gemeenschap te bevorderen en om belangrijke personen en gebeurtenissen in de geschiedenis van de gemeenschap te eren.
Sierbelegsels op de schouder; van het soort dat voornamelijk door militaire officieren wordt gedragen.
Tafelmiddenstukken, vaak met verdiepingen en rijkbewerkt, bestaande uit een metalen standaard met borden, vazen of kandelaars van zilver, glas of porselein, om fruit, bloemen, snoepgoed en dergelijke op of in te doen; vervaardigd in de late 17e en 18e eeuw.
Verwijst naar de aardewerkstijl, vooral die van bokalen, zoals voortgebracht op het Griekse vasteland tussen circa 1600 en 1050 v. Chr., die wordt gekenmerkt door één abstract decoratief element, vaak zee- of plantenleven voorstellend, op een overigens onversierd oppervlak.
Oud-Griekse kruiken met een gedrongen buik, een lange dunne hals en een snaveltuit. De buik is soms voorzien van ribversiering. ‘Epichysis’ betekent ‘schenken’. De meeste van deze vaten werden in Zuid-Italië geproduceerd.
De studie en interpretatie van oude inscripties, inclusief geschreven teksten, tekeningen en willekeurige krassen gekerft in steen, klei, metaal of andere harde oppervlakken. Gebruik `paleografie' voor de meer algemene studie van oude manieren van schrijven.
Zij die zich bezighouden met de studie en interpretatie van oude inscripties, waaronder schrift, afbeeldingen en willekeurige krassen, in steen, klei, metaal of andere harde oppervlakken.
Verwijst naar oude Griekse dij- en kniebeschermers van wolbewerkers. Zij hebben de vorm van een halve cilinder van dik terracotta, aan één uiteinde open en aan het andere gesloten, waarvan het gesloten einde aansluit op de knie. Het precieze gebruik is onzeker, maar op enig moment tijdens de wolmakerij, na het kaarden en wellicht voor het spinnen, werden de vezels langs de bovenkant van een epinetron, ruw gemaakt met een ingesneden patroon, gewreven. Het knie-einde was soms versierd met een geperst vrouwenhoofd, toepasselijk aangezien weven en wolbewerking werden beoefend door vrouwen. Sommige van de met figuren versierde en uitvoeriger beschilderde epinetra werden waarschijnlijk als huwelijksgeschenken aan jonge vrouwen gegeven. Hoewel de term ‘onos’ vaak als synoniem van epinetron wordt gebruikt, was een onos een voetsteun voor wolbewerkers.
Fluweel waarvan de lussen die worden gevormd door de poolketting niet worden doorgesneden.
Verwijst naar een overgangsfase tussen paleolithische en neolithische culturen. Dit concept verschilt van ‘mesolithisch’ doordat het meestal wordt toegespitst op de cultuur in het oosten van Europa en veeleer de nadruk legt op de continuïteit van eerder begonnen processen dan op uitgesproken vernieuwingen die zich in deze periode hebben ontwikkeld.
De bovenverdiepingen van de scène-opbouw in de oude Griekse en Romeinse theaters.
Te gebruiken voor de episcopale kerk in de Verenigde Staten; gebruik 'anglicaans' wanneer het de anglicaanse kerk betreft.
Tak van de filosofie die de aard, oorsprong, beperkingen en geldigheid van menselijke kennis bestudeert.
Zij die de aard, oorsprong, reikwijdte en validiteit van de menselijke kennis bestuderen.
Oosters-orthodoxe religieuze stola waarvan de twee uiteinden aan elkaar zijn vastgenaaid en recht naar beneden hangen, tot op de knieën of tot de grond, met een opening aan de bovenkant voor het hoofd. De voorkant kan ook van één stuk stof zijn gemaakt in plaats van twee aparte stukken. De sticharion en epitrachelion worden bijeengehouden door de zone (gordel), een smalle riem van wollen stof met gespen. Het verschil met stola's uit de westerse kerk is erin gelegen dat het epitrachelion recht hangt en niet gekruist over de borst.
Voor de kunstenaar gemaakte afdrukken die apart van de oplage zijn genummerd, maar doorgaans wel gelijk met de oplage zijn geproduceerd. De afdrukken zijn meestal gesigneerd en op een bijzondere manier onderscheiden, en worden vaak verkocht tegen overdreven hoge prijzen. Afdrukken voor de kunstenaar zijn dikwijls de eerste tien tot twintig afdrukken van een serie. Het aantal afdrukken voor de kunstenaar benadert soms het aantal van de hoofdoplage, maar deze praktijk wordt als onethisch beschouwd.
Wordt gebruikt voor uurwerken die het verschil aangeven tussen de middelbare zonnetijd en de ware zonnetijd (meestal gebaseerd op Greenwich-tijd).
Zonnewijzers, in diverse soorten, waarvan de wijzerplaat schuin is gezet zodat hij parallel loopt aan de evenaar van de aarde en waarbij de gnomon loodrecht op de plaat staat in het midden daarvan, wijzend naar de noordelijke hemelpool; de plaatsing van de uurlijnen is niet afhankelijk van de geografische breedte.
Te gebruiken voor rechtbanken in Groot-Brittannië en enkele Amerikaanse staten die zich specifiek bezighouden met het 'equity-recht' en werken volgens de vormen en beginselen van equity, in tegenstelling tot het gewoonterecht ('common law’) of wettelijk recht 'statutory law'.
Messen die worden gebruikt om precies te snijden en te schrapen, in het bijzonder in de ontwerpsector.
Antropomorfe figuren, uit hout gesneden door leden van het Afrikaanse Yorubavolk ter nagedachtenis aan overleden tweelingen.
Wordt gebruikt voor meestal grote bouwwerken met een duidelijke centrale boog en gebouwd ter herinnering aan gebeurtenissen of personen; gebruik 'triomfbogen' wanneer ze zijn gebouwd ter ere van militaire overwinningen.
Kleed van kostbaar weefsel, dat werd opgehangen achter belangrijke beelden om de bijzondere status van de afgebeelde persoon te benadrukken. Tot in de zestiende eeuw werden ook wel erekleden aangebracht in brokaatschildering of geperst brokaat.
Oorspronkelijk in de Romeinse tijd vrijstaande poorten of bogen ter ere van zegevierende veldheren of keizers; thans erepoorten.
Verwijst naar de fase in de Oebaid-periode in zuidelijk Mesopotamië van circa 5500 tot 5000 v.Chr. Deze fase is genoemd naar het aardewerk dat is gevonden in de vroegste lagen van de opgraving in Eridoe. Het aardewerk is van een fijn monochroom type dat op beperkte schaal verspreid is in het zuiden van Mesopotamië.
Verwijst naar de periode en de stijlen die worden gerekend tot de Chinese cultuur in de Vroege Bronstijd, van de eerste helft van het 2e millennium v. Chr. Genoemd naar het plaatsje Erlitou, dat ligt in de tegenwoordige provincie Henan, vlak bij de moderne stad Luoyang. De belangrijkste kunst die hier tijdens deze periode werd vervaardigd bestond uit rituele vazen van brons of jade, kleine plakken die waren ingelegd met kleine stukjes turquoise, en een kleine hoeveelheid gereedschap en wapens.
Afbeelding of beschrijving van de seksuele liefde. Gebruik 'pornografie' voor de afbeelding of beschrijving van seksuele handelingen in een context van uitbuiting, misbruik of gewelddadigheid.
Te gebruiken voor de emotionele, intellectuele en fysiologische toestand van een seksuele opwinding. Wordt ook gebruikt voor het kunnen inspireren van een dergelijke opwinding door middel van suggestie, symboliek of toespeling.
Verwijst naar een vorm van nijverheid die gereedschap voortbracht en die is genoemd naar een archeologische vindplaats in Ertebølle (Denemarken). Deze wordt in Noord-Europa aangetroffen van circa 9000 tot 3500 v. Chr. en veeleer als mesolithisch dan als neolithisch beschouwd vanwege het gebikte in plaats van gepolijste stenen gereedschap en vanwege het feit dat de gebruikers voornamelijk jagers en vissers waren en niet zozeer boeren. De cultuur viel echter gedeeltelijk samen met neolithische nijverheid in Centraal-Europa en vertoonde neolithische ontwikkelingen, zoals het gebruik van composthopen, aardewerk, beitelvormige pijlpunten, vlak- en radiaaltechnieken voor het bewerken van vuursteen, en een zekere mate van landbouw en veeteelt.
Verwijst in het moderne taalgebruik gewoonlijk naar kleine, draagbare schrijfbureaus die voor het eerst in de 16de eeuw verschenen en uiterst populair waren in het Frankrijk van de 18de eeuw. Kenmerkend is met name de aanwezigheid van een stel laden in een kist, meestal met een schuin geplaatst blad dat aan de onderkant met scharnieren vastzit en kan worden neergeklapt om op te schrijven. Vroeger werden deze kleine draagbare schrijfbureaus ook wel aangeduid als 'secretaires', maar in het moderne taalgebruik verwijst 'secretaires' meestal naar grotere meubelstukken die tegen een muur worden geplaatst.
Spaanse gouden munten uitgegeven sinds het begin van de 16e eeuw, later ook deze en soortgelijke Portugese munten; inmiddels verscheidene munten van Spaans- en Portugeessprekende landen.
Nederzettingsvorm waarbij de bewoning bijna geheel geconcentreerd is in het eigenlijke dorp. Daar omheen liggen de blokken bouwland (essen). In Nederland is een esdorp of brinkdorp een van de dorpsvormen op de zandgronden in Nederland, over het algemeen ontstaan in de Hoge Middeleeuwen. De es was de gemeenschappelijke akker. Vaak ligt deze wat hoger dan het dorp. Die hoge ligging is deels ontstaan door de wijze van bemesting van de essen, en deels doordat de locaties van zichzelf al hoger lagen.
Wordt gebruikt met betrekking tot de inheemse Arctische cultuur vóór contact met Europa. Gebruik termen zoals 'Chugach', 'Inuit' of 'Katlâdlit' voor namen van specifieke, hedendaagse inheemse volkeren.
Een helder grasgroene variëteit van beril, zeer geliefd als edelsteen. De naam is afgeleid van het Griekse woord 'smaragdos', dat verwijst naar een aantal stenen die weinig gemeenschappelijk hebben behalve een groene kleur. De smaragd in de Bijbel was vermoedelijk granaat. In oude beschavingen werd de echte smaragd, die al in 2000 v. Chr. uit noordelijk Egypte werd ingevoerd, echter ook zeer gewaardeerd. Griekse smaragdwinners werkten voor Alexander de Grote en Cleopatra. De fysische eigenschappen van smaragd zijn in principe hetzelfde als van beril, waarbij licht slechts matig wordt gebroken en verstrooid. Dit betekent dat geslepen stenen beperkt schitteren. De edelstenen worden in plaats daarvan gewaardeerd om de prachtige kleur, die waarschijnlijk het resultaat is van kleine hoeveelheden chroom. De steen verliest zijn kleur wanneer deze sterk wordt verhit. In de jaren dertig van de 19de eeuw werd voor het eerst synthetische smaragd vervaardigd. Heden ten dage wordt synthetische kristalaangroei gerealiseerd met een hydrothermale methode of een proces van gesmolten verdunningsmiddel. Synthetische kristallen vertonen een sterke gelijkenis met de kristallen in natuurlijke smaragd.
Gangbare term voor diverse boomsoorten. Vele daarvan behoren tot het genus Populus (populieren).
Motieven die bestaan uit vrouwenmaskers met een fraise om het hoofd en onder de kin, populair in de achtiende-eeuwse franse kunstnijverheid uit de Régence.
De vezel van één van twee Spaanse en Algerijnse grassoorten (Macrochloa tenacissima en Lygeum spartum), die vooral wordt gebruikt voor het maken van touwwerk, schoenen en papier.
Apparaten waarmee men koffie kan maken door kokend water onder druk door fijngemalen koffie te leiden. Men gebruikt ze primair om espresso te maken en andere traditionele Italiaanse koffiedranken.
Kleine kopjes om sterke koffie in te serveren.
Bengaalse vedels die uit één stuk worden gemaakt en een peervormige, aan de voorkant versmalde klankbodem hebben, bedekt met geitenvel. Ze hebben een lange hals bedekt met een holle, houten toets met gebogen metalen fretten; vier hoofdsnaren en vijftien sympatische snaren, alle van metaal.
Een groep vaak geurende verbindingen die worden gevormd door de reactie tussen een zuur en een alcohol, waarbij meestal water wordt geëlimineerd.
Verwijst naar een Britse beweging die van invloed was op de kunst en architectuur in de jaren 70 en 80 van de 19de eeuw. Na de filosofie van l'art pour l'art achtte de aesthetische beweging de schoonheid en de autonome waarde van de kunst hoger dan didactische doeleinden, verhalende inhoud of betekenisvolle onderwerpen.
Wordt gebruikt voor pilasters met een ingewikkelde decoratie en beeldhouwwerk in bas-reliëf, die van boven naar beneden smal toelopen, zoals veel wordt aangetroffen in de Spaanse post-renaissance architectuur.
Techniek die wordt gebruikt in de Spaanse schilderkunst die betrekking heeft op het bewerken van een beschilderd oppervlak om een patroon te creëren; gebruikt om mantels van gebeeldhouwde en beschilderde figuren te verfraaien.
Verwijst naar de intellectuele en artistieke stroming onder Mexicaanse schrijvers en kunstenaars als Fermín Revueltas en Diego Rivera in de jaren 20 van de 20ste eeuw. Kenmerkend voor deze stroming is dat zij het kosmopolitisme en de publieke verplichtingen van de kunst centraal stelt, en de academische kunstwereld en het symbolisme minacht. De stroming, die ideeën overnam van futuristische manifesten en Spaanse ultraïstische denkbeelden, veroorzaakte een sterke culturele heropleving op gemeenschapsniveau. De stroming bekritiseerde religiositeit en patriottisme, steunde de Muralismo-stroming in Mexico en prees de USSR als ideologisch model.
Wordt gebruikt voor de bewoonbare ruimten tussen twee vloeren van een gebouw, of tussen een vloer en het dak, en voor de horizontale verdelingen aan de buitenkanten van gebouwen die over het algemeen overeenkomen met deze verdeling van de binnenruimte.
Driedimensionale voorstellingen van menselijke figuren om kledingstukken passend te maken of om kledingstukken te tonen. Gebruik 'fantomen' voor driedimensionale voorstellingen van het menselijk lichaam of delen daarvan gebruikt voor het onderwijzen van anatomie of het demonstreren of oefenen van medische handelingen. Gebruik 'ledenpoppen' voor driedimsionale voorstellingen van menselijke of dierlijke figuren met gewrichten die door kunstenaars worden gebruikt.
Grote vaten bestaande uit drie bolvormige flessen, bedoeld om gevuld te worden met verschillend gekleurde vloeistof (meestal water). Werden in de 19e eeuw geplaatst in het raam of op de toonbank van apothekerswinkels om de aandacht van klanten te trekken.
Het innemen, kauwen en doorslikken van voedsel via de mond.
Type lokaal netwerk (LAN) dat werkt op basis van het principe van botsingsdetectie. Het wordt gebruikt om computers met bijbehorende printers, servers en werkstations binnen dezelfde fysieke omgeving met elkaar te verbinden.
Verwijst naar personen die de waarden bestuderen die verband houden met het menselijke gedrag, met betrekking tot de juist- of onjuistheid van bepaalde handelingen, de goed- of slechtheid van de motieven voor dergelijke handelingen en de resultaten ervan.
Stelsel van morele principes of gedragsregels voor vrijwillige menselijke handelingen. Gebruik 'ethiek (filosofie)' voor het deelgebied binnen de filosofie dat deze principes en regels bestudeert met betrekking tot het goed of verkeerd zijn van bepaalde menselijke handelingen en de goede en slechte motieven en doelstellingen van zulke handelingen.
A thermoplastic copolymer used to improve adhesion properties of hot-melt and pressure sensitive adhesives, and for conversion coatings.
Te gebruiken voor de studie van de geschiedenis en cultuur van etnische groeperingen binnen een grotere culturele of sociale orde. Gebruik 'etnologie' voor de wetenschappelijke, historische of vergelijkende bestudering van de oorsprong, kenmerken en functie van menselijke culturen en samenlevingen.
Mensen die de tak van de culturele antropologie bestuderen of beoefenen waarin het onderzoek naar de cultuurgeschiedenis van bepaalde volkeren centraal staat, en waarbij historische mondelinge en tekstuele documenten, en beelddocumenten de belangrijkste bronnen vormen. Ook te gebruiken voor personen die de eigen overlevering en interpretatie van de geschiedenis van een volk bestuderen.
Zij die zich bezighouden met de wetenschappelijke, historische of vergelijkende studie van de oorsprong, kenmerken en functie van menselijke culturen en samenlevingen.
Personen die muziek bestuderen in een sociaal-cultureel verband, vooral een verband buiten de Europese traditie.
Te gebruiken om werken te beschrijven van de gelijknamige Afrikaanse etnische groep die leeft in Kameroen.
Verwijst naar de stijl van de artistieke voortbrengselen in Etrurië, het tegenwoordige Toscane en een deel van Umbrië, van de 7de tot de 3de eeuw v. Chr. Tot de kunstwerken van deze cultuur, deels herkenbaar aan de overdadige grafheuvels, behoren bronzen spiegels en stenen grafkisten, muurschilderingen, en beelden in terracotta en brons die zich van de Griekse archaïsche stijl onderscheiden door hun levendige suggestie van beweging en verfijnde versiering. Tot de ontwikkelingen in de architectuur behoren de bouw van leemstenen en houten tempels, gedecoreerd met dakpannen en standbeelden in terracotta. In sommige classificatiesystemen begint de Etruskische cultuur al met de Villanovastijl, die voor het eerst op het Italiaanse schiereiland wordt aangetroffen in de 9de eeuw v. Chr.
Verwijst naar stijlen en culturen op het Italiaanse schiereiland, in het bijzonder in het oude Etrurië, die elementen van de Etruskische cultuur combineren met andere niet-Romeinse of ‘Italische’ culturen.
Verwijst naar de stijlen en culturen op het Italiaanse schiereiland, in het bijzonder in het oude Etrurië, die elementen van de oorspronkelijke Etruskische cultuur combineren met de latere Romeinse cultuur.
Boekbanden, meestal van kalfsleer, versierd met patronen en motieven die zijn afgeleid de Etruskisch aardewerk, zoals sleutelpatronen, vazen en palmetten. Ze werden halverwege de 18de eeuw gemeengoed dankzij de boekbinders uit Halifax in het Englese Yorkshire en met name dankzij de familie Edwards.
Verwijst naar de Europese stijl van binnenhuisarchitectuur, meubilair en keramiek in de late 18de eeuw. Deze stijl, voornamelijk afgeleid van de motieven en kleuren van Griekse vazen die destijds werden toegeschreven aan de Etrusken, wordt gekenmerkt door griffioenen, palmetten, harpijen, leeuwen en sfinxen en het gebruik van de kleuren rood, zwart en wit.
Verwijst naar imitaties van handgemaakte kant die zijn gemaakt door het borduren van ontwerpen van katoen op een zijden ondergrond. De zijde wordt vervolgens weggebrand met chloor of natriumhydroxide. Imitatiekant die volgens deze methode werd geproduceerd, dook voor het eerst op in de late 19de eeuw. Etskant lijkt vaak erg op Venetiaanse kant, maar kan worden onderscheiden doordat de knoopsgatsteken van handgemaakte kant ontbreken.
Een oplossing van Arabische gom en zuur die wordt gebruikt om lithografische platen en stenen te desensibiliseren.
Te gebruiken om werken te beschrijven van de gelijknamige Afrikaanse etnische groep die leeft in het noorden van Nigeria.
Taalkundige die gespecialiseerd is in de geschiedenis en oorsprong van woorden.
Verwijst naar een aardewerkstijl die zich ontwikkelde op Euboea, vooral vanaf de 7de eeuw v.Chr. Deze stijl wordt gekenmerkt door opvallende oriëntaliserende en zwartfigurige ontwerpen die Corinthische en Boeëtische invloeden verraden.
Boomsoort die in bossen voorkomt en inheems is in de Australische staten New South Wales, Victoria en Queensland. Men gebruikt de boom voor de productie van timmerhout en van honing (vanwege de nectar).
Van oorsprong middeleeuwse bewaarplaats voor geconsacreerde hosties. Deze holle duif heeft een opening met deksel in zijn rug. Hing aan kettingen aan het gewelf boven het altaar, verbeeldde de Heilige geest en de aanwezigheid van God. De duif kon omhoog getrokken worden, anders gezegd, vanuit de hemel (het gewelf van de kerk) nederdalen op het moment waarop de geconsacreerde hosties werden gebruikt. Zie ook: ciborie, lunuladoos, vasculum, pyxis, ziekenbusje, ziekendoosje.
Klein mes in de vorm van een lans, waarmee het te consacreren brood in stukjes werd gesneden. De vorm verwijst naar de lans waarmee Jezus in zijn zijde werd gestoken. De eucharistische lans werd gebruikt tijdens de misviering volgens de Byzantijnse liturgie.
Verwijst naar een van de belangrijkste kerkboeken van de Byzantijnse kerk; het bevat de tekst en rubrieken voor de christelijk-orthodoxe liturgie van de eucharistie, vaste elementen van de dagelijkse ceremonie, en de overige sacramenten en bijkomende rituelen. De term verwijst soms in meer algemene zin naar verzamelingen gebeden of gebedenboeken.
Heestersoort die inheems is in Mexico en in het zuidwesten van de Verenigde Staten. De bladloze stengels zijn bedekt met een wasachtige substantie om de plant tegen transpiratie te beschermen. De Latijnse naam verwijst naar de gewoonte om het sap te gebruiken als middel tegen seksueel overdraagbare aandoeningen.
Klasse van schimmels met leden die zakachtige structuren (asci) produceren, met daarin ascosporen in de vorm van een gesloten vruchtlichaam (ascocarp) of van sporenballen. Tot de bekendste genera behoren Capronia (orde Chaetothyriales), waaronder enkele in zee levende schimmels vallen, Pyrenula (orde Pyrenulales), waartoe Pertusaria diluta behoort, en Eurotium (orde Eurotiales), waaronder soorten Aspergillus vallen waarvoor een seksuele voortplantingsfase is waargenomen.
Een toestand van balans tussen tegengestelde krachten, die of statisch of dynamisch is.
Beschrijft werk dat is vervaardigd door het gelijknamige Afrikaanse volk, dat in Kameroen leeft.
Oud-Griekse houders voor vloeistoffen, wellicht parfum (reukolie), met een zeer kenmerkende vorm: een afgeplatte bolvormige kom met een inwaarts gedraaide rand, een korte of lange voet en een deksel met fioel. De deksels zijn zelden bewaard gebleven. In vaasschilderingen komt de exaleiptron meestal voor in taferelen met badende vrouwen of vrouwen die deelnemen aan begrafenisrituelen. Ook andere antieke namen (‘kothon’, ‘plemochoa’ en ’smegmatothèkè’ of ‘smematothèkè’)zijn in de moderne tijd wel gebruikt om te verwijzen naar deze vaatwerkvorm.
Het vervaardigen van een vervangend document dat de inhoud samenvat of andere essentiële kwaliteiten beschrijft van een document. Gebruik 'abstractie' voor het proces om visuele vormen minder representatief te maken.
Aanhangsels of uitweidingen waarin aan de hand van passages uit andere werken nader op een bepaald punt of onderwerp wordt ingegaan.
Het beëindigen van een mensenleven op gerechtelijk bevel.
Paal gebruikt om mensen, al dan niet gerechterlijk veroordeeld, aan te bevestigen, waarna ze hieraan ter dood worden gebracht.
Enigszins afgescheiden ruimten, die meestal halfcirkelvormig zijn en zitplaatsen hebben. Voornamelijk in Romeinse architectuur.
Wordt gebruikt voor halfronde zitplaatsen in de openlucht, meestal van steen of beton.
Een filosofie die is gebaseerd op de overtuiging dat het menselijk bestaan onverklaarbaar is. Existentialisme hecht vooral belang aan de bijzonderheid en de isolatie van het individu in een vijandige en onverschillige wereld, aan keuzevrijheid en aan verantwoordelijkheid voor eigen handelingen.
De interesse in of het overnemen van iets exotisch.
Beton dat wordt gemaakt met expansief cement om veranderingen in volume tijdens het uitharden te verminderen of beheersen.
Te gebruiken voor mensen die vrijwillig hun geboorteland hebben verlaten, vooral personen die afstand hebben gedaan van hun burgerplicht aan het land. Gebruik 'vluchtelingen' voor personen die hun geboorteland of het land waar ze verbleven zijn ontvlucht om aan gevaar of vervolging te ontsnappen.
Specifieke theorie en methode van archeologie waarbij men zich bezighoudt met het gericht uittesten van hypothesen over praktische aspecten van maatschappijen in het verleden, door bijvoorbeeld het reproduceren van bekende artefacten, effecten of processen, het bouwen van theoretische modellen die vroegere omstandigheden simuleren en vervolgens echt werkend door de tijd heen worden bekeken, en het verzamelen en interpreteren van etnografische gegevens van moderne volkeren om te zien welke informatie dat oplevert over archeologische kwesties.
Een praktijk die de rol van culturele productie aan de orde stelt, of een praktijk in de definitie van fysieke ruimte of haar voorstelling. Bij de experimentele geografie kunnen factoren van sociale of economische menselijke relaties een rol spelen, die grafisch, fysiek of virtueel worden weergegeven. Producten die eruit voortkomen, kunnen kunstvoorwerpen of producten van discursieve wetenschapsbeoefening zijn en zijn hier vaak een combinatie van.
Het systematisch testen van een hypothese of model, onder gereguleerde omstandigheden, om de eigenschappen, het gedrag en of effecten te ontdekken.
Personen die dermate deskundig of vakkundig zijn op een bepaald gebied dat ze het volledig beheersen of er alles van afweten.
Filmgenre dat zich concentreert op het in beeld brengen van seksuele, exploiterende en meestal horrorachtige onderwerpen. Grindhouse-films zijn meestal bloederig, low budget en gericht op jonge volwassenen.
Enkelvoudige stof of mengsel van stoffen; bij de ontleding plant zich een vlam- of schokgolffront door de stof voort met een snelheid van resp. enkele honderden meters tot enkele kilometers per seconde.
Plotselinge gevallen van hevige uitzetting of uitbarsting, opzettelijk of onopzettelijk veroorzaakt, als gevolg van zeer snelle ophoping van inwendige energie, zoals door een chemische of nucleaire reactie of het vrijkomen van gassen of dampen.
Verwijst naar mensen die zich bezighouden met het transporteren of verzenden van handelsgoederen van het ene land naar een of meer andere landen om deze te verkopen of te verruilen.
Personen die uitstallingen ontwerpen en plannen voor het versieren van straten, kermisterreinen, gebouwen en andere plaatsen voor festiviteiten, bazaars en speciale gelegenheden.
Georganiseerde presentaties van met name kunstwerken of objecten die door de mens zijn vervaardigd.
Het via een medium tot uitdrukking brengen; iets wat iets anders duidelijk maakt, belichaamt of symboliseert.
Verwijst naar een internationale stijl van kunst, literatuur, muziek, dans en theater die, vooral in Duitsland, floreerde tussen 1905 en 1920. De stijl wordt gekenmerkt door het opgeven van de traditionele normen van realisme en proportie in het voordeel van de uiting van de emoties van de kunstenaar resulterend in verstoringen van de lijn, kleur en vorm. Periode 1910-1930.
Een standaard, gebaseerd op SGML, voor het verbeteren van elektronische documenten. Hij is ontworpen om eenvoudiger gegevens uit te wisselen via het World Wide Web en biedt gebruikers de mogelijkheid om tags aan te passen.
Wordt gebruikt voor maatstokken met schuivende delen met schaalverdelingen die kunnen worden uitgeschoven voor het nemen van lengtematen en de binnenafmetingen tussen twee voorwerpen.
Instrumenten die zijn ontworpen om minieme veranderingen te meten in de afstand tussen twee referentiepunten als gevolg van krimping, uitzetting of vervorming.
Een zigzagpatroon waarvan de rijen afwisselende kleuren hebben, waarbij elke poot van elke V vaak gedecoreerd is met een S-motief en waarin een lijn zich uitstrekt vanaf de punt van elke V tot de volgende V.
Wordt gebruikt om onderscheid te kunnen maken tussen het schilderen van draagbare, relatief kleine schilderijen en andere vormen van schilderen, zoals het maken van muurschilderingen, het illumineren van manuscripten, of het decoratief beschilderen van voorwerpen.
Orde van tweezaadlobbige bloeiende planten in de groep Rosid I binnen de core eudicots. De orde omvat 4 families (Fabaceae, Polygalaceae, Quillajaceae en Surianaceae), 754 genera en meer dan 20.000 soorten. Meer dan 95 procent van de genera en soorten behoren echter tot Fabaceae, de vlinderbloemenfamilie. Fabaceae is de op twee na grootste familie van angiospermen. Alleen Asteraceae (de composietenfamilie) en Orchidaceae (de orchideeënfamilie) zijn groter. Samen met Poaceae (de grassenfamilie) is Fabaceae de belangrijkste plantenfamilie voor de productie van voedsel voor mensen en vee en tevens voor het vervaardigen van industriële producten.
Verzonnen verhalen, meestal met dieren of levenloze voorwerpen als hoofdpersonen, waarin gewoonlijk een boodschap met betrekking tot menselijk gedrag wordt verborgen.
Schrijvers van verzonnen verhalen, meestal met dieren of levenloze voorwerpen als hoofdpersonen, die gewoonlijk een boodschap met betrekking tot menselijk gedrag en vaak een morele les bevatten.
Aanduiding voor industriële nederzettingen, opzettelijk gebouwd door fabriekseigenaars om arbeiders naar geïsoleerd gelegen of anderszins onaantrekkelijke plaatsen met een minimum aan voorzieningen te trekken.
Verwijst naar een gebouw of groep gebouwen bedoeld als behuizing van activiteiten of processen die leiden tot de fabricage of productie van goederen of andere zaken, vóór of na de Industriële Revolutie die halverwege de 19de eeuw plaatsvond.
Vaartuigen die speciaal zijn ontworpen om gevangen walvissen te verwerken; varen meestal samen op met 'walvisvaarders'. Gebruik 'walvisstations' voor de voorzieningen aan wal waar men de walvissen kan verwerken.
Wordt gebruikt voor grote schoorstenen waardoor rook en verbrandingsgassen worden uitgestoten.
Te gebruiken voor fabriekseigenaars die een fabriek bezitten of leiden. Gebruik 'makers' voor personen die zelf voorwerpen ontwerpen of vervaardigen, met name voor hun vak of beroep.
Onder het facet ‘abstracte begrippen’ zijn abstracte begrippen en verschijnselen samengebracht die betrekking hebben op de bestudering en uitvoering van uiteenlopende aspecten van het menselijk denken en doen, waaronder architectuur en de kunsten in alle media en andere disciplines. Hieronder vallen ook theoretische en kritische gedachten, ideologieën, opvattingen en sociale of culturele stromingen.
Het facet Activiteiten omvat diverse vormen van bezigheden, zowel fysieke als geestelijke, maar ook afzonderlijke gebeurtenissen, stelselmatige reeksen handelingen, methoden die worden gebruikt om een bepaald doel te bereiken en processen met betrekking tot materialen of objecten. De hier beschreven activiteiten variëren van leerdisciplines en vakgebieden tot specifieke levensgebeurtenissen, van intellectuele taken tot processen die op of met materialen en objecten worden uitgevoerd, van afzonderlijke fysieke handelingen tot complexe spelen.
Doel van het facet Actoren en organismen is categorisering mogelijk te maken van mensen, groepen mensen en organisaties op basis van beroep of activiteit, lichamelijke of geestelijke kenmerken, of een maatschappelijke rol of situatie. Dit facet bevat ook planten- en dierennamen binnen de hiërarchie Levende organismen.
Het facet Objecten omvat die afzonderlijke tastbare of visuele zaken die levenloos zijn en die zijn vervaardigd door menselijke inspanningen, dat wil zeggen, door menselijke activiteiten geproduceerd of vormgegeven. Het betreft zaken die kunnen uiteenlopen van gebouwen tot afbeeldingen tot geschreven documenten en, wat functie betreft, van gebruiksvoorwerp tot esthetisch object. Tevens omvat dit facet landschappelijke elementen die de context voor de bebouwde omgeving bepalen. Een descriptor verschijnt slechts één keer in de thesaurus, waarbij de plaats in de hiërarchie is bepaald op basis van het oorspronkelijke doel of de primaire ontwikkelingscontext van het object.
Wordt gebruikt voor precieze reproducties, meestal met dezelfde afmetingen als het origineel, vooral bij boeken, documenten, drukken en tekeningen. Tegenwoordig wordt er vaak fotografisch gereproduceerd; in het verleden gebeurde dit vaak door middel van graveren of andere drukprocessen.
Onderwijsinstellingen die zijn gewijd aan het lesgeven in diergeneeskunde en het opleiden van dierenartsen. Dit zijn artsen van wie de praktijk betrekking heeft op het voorkomen, controleren, diagnosticeren en behandelen van letsel en ziekten die de gezondheid van huisdieren en wilde dieren aantasten, inclusief het voorkomen van het overbrengen van dierziekten op andere dieren en mensen.
Faculteit van een college of universiteit waar geneeskunde wordt onderwezen. Geneeskunde is de studie naar menselijke ziekten en letsel, inclusief de oorzaak, behandeling en het voorkomen hiervan en met daarbij de diagnose en hoe men met patiënten omgaat.
Een visueel overgangseffect dat wordt gebruikt om het begin van een scène en het einde van een andere aan te geven door een beeld geleidelijk te laten verdwijnen (uitfaden), terwijl een ander beeld geleidelijk zichtbaar wordt (infaden). Het faden van een beeld naar zwart impliceert meestal een belangrijke scheiding van de actie, terwijl het faden naar wit kan duiden op bewustzijnsverlies of de dood van een personage.
Te gebruiken voor diverse lichte vierwielige rijtuigen met een vouwdak die meestal plaats bieden aan twee passagiers en door de eigenaar zelf worden bestuurd; populaire sportvoertuigen na hun introductie halverwege de 18e eeuw; kan ook worden gebruikt voor auto's met soortgelijke kenmerken.
Beuksoort die 24 meter hoog kan worden, met een basis die zich vertakt tot verschillende stammen. Het is een van de meest voorkomende bomen in Japanse loofbossen. In het westelijk halfrond wordt de soort geteeld als sierboom.
Verwijst naar een Europees type aardewerk met tinglazuur dat met name werd vervaardigd in Frankrijk, Spanje, Duitsland en Scandinavië. De eerste faience werd begin 16de eeuw in Frankrijk geproduceerd, onder invloed van de techniek en ontwerpen van het Italiaanse majolica. De naam is afgeleid van de Italiaanse stad Faenza, die beroemd was om zijn majolica. De term dient te worden onderscheiden van 'majolica', het aardewerk met tinglazuur dat in Italië werd vervaardigd, en het 'Delfts aardewerk' uit Nederland en Engeland. Er is geen verband met de oude objecten of materialen die rond 4500 v. Chr. in het Nabije Oosten werden ontwikkeld en eveneens de naam 'faience' droegen.
Verwijst naar populair 18de-eeuws gebruiksaardewerk waarbij de inscripties deel uitmaken van de decoratie, vandaar de naam, die 'pratend faience' betekent. Veel van dit aardewerk werd vervaardigd in het Franse Nevers, en het betreft hoofdzakelijk borden, kannen en kommen. Bij de inscripties gaat het onder meer om de namen van de eigenaar, familiewapens, vrijmetselaarssymbolen, verwijzingen naar poëzie, liederen of spreekwoorden, en de data van verjaardagen, jubilea of andere thema's.
Een soort faience parlante, gewoonlijk borden en kannen, met inscripties en afbeeldingen met betrekking tot de Franse revolutie, de bijbehorende ideologie of andere nationale politieke gebeurtenissen. De eerste voorbeelden verschenen rond 1745 en waren voorzien van het Franse koninklijk wapen. Al snel verschenen ook republikeinse thema's, waaronder de vrijheidsmuts, de Gallische haan, ploegen, eikenbomen, gedrapeerde vlaggen, de Bastille en slogans en scènes met betrekking tot de vrijheid, de mensenrechten, de burgerij en de landbouw.
Stof in kettingribsbinding, oorspronkelijk van zijde, maar tegenwoordig ook van wol, katoen en synthetische vezels. Het wordt gekenmerkt door lichte platte ribbels in de inslag en gebruikt voor bijvoorbeeld mantelpakken en jurken, hoeden, garneersels en stoffering.
Een type lustrewerk dat sinds november 1915 werd gemaakt door Wedgewood, met door Daisy Makeig-Jones ontworpen versieringen met afbeeldingen van vreemde wezens in een sprookjeswereld. De kleuren waren uitgesproken iriserend.
Verwijst naar de predynastische periode van circa 4800 tot 4000 v. Chr. in Beneden-Egypte, genoemd naar de nederzettingen in Faiyum. Deze nederzettingen waren afhankelijk van de jacht, de visserij en het verzamelen, en kenmerken zich door grof gemaakt en eenvoudig gevormd aardewerk en een rijkelijk gevarieerde steennijverheid.
Beschrijft werk dat is vervaardigd door het gelijknamige Afrikaanse volk, dat in Burkina Faso en Ivoorkust leeft.
Stootwapen met een gekromd snijvlak, gelijkend op de Griekse kopis. Door de vorm is het mogelijk een slag met de kracht van een bijl te geven en tevens de snijrand van een zwaard te behouden. Werd gebruikt op het Iberische schiereiland voor de komst van de Romeinen.
Lichte kanonnen die werden gebruikt vanaf begin 16e tot begin 18e eeuw, lijken op valkenetten maar zijn gedurende de gehele gezamelijke ontwikkeling altijd verhoudingsgewijs kleiner geweest, met kogels van tussen de een en drie pond.
Orde van 5 families met 309 soorten, waaronder de havik, valk, adelaar, secretarisvogel en condor. Gewoonlijk hebben de vogels uit deze orde een zeer scherpe haaksnavel met een washuid (vlies op de snavel) waarin de neusgaten zitten, lange en tamelijk brede vleugels die geschikt zijn voor thermiekvliegen, sterke poten met grijpklauwen en een opponeerbare achterklauw. De meeste soorten zijn carnivoren. Ze jagen op zicht, overdag of in de schemering, en leven uitzonderlijk lang, maar reproduceren zich langzaam. De eerste soorten ontstonden in het Midden-Eoceen.
Stoel zonder armleuningen die in het koor wordt gebruikt door een bisschop of prelaat als deze de mis opdraagt in een andere kerk dan de zijne. Gebruik 'bisschopskrukken' voor kerkelijke vouwbankjes die voor diverse doeleinden door kerkgangers worden gebruikt. Gebruik 'pliants' voor 17de-eeuwse Franse vouwkrukjes voor huiselijk gebruik.
Haarstukken die bestaan uit lange lokken haar die worden gebruikt om het eigen haar dikker of langer te laten lijken. Wordt voornamelijk gebruikt voor naar beneden hangende kapsels zoals de lange bob of de pagekop-bob.
Naamgeving voor families van Chinees porselein met tinglazuur en een tekening in email uit de Qing-periode. De naam, in de 19de eeuw bedacht door de Franse keramiekhistoricus Albert Jacquemart, is ontleend aan de kleuren die in het email domineren: groen, geel, zwart en roze. De hoofdgroepen, waarvan de overige groepen zijn afgeleid, zijn de 'famille verte' en de 'famille rose'.
Deelgroep van het geëmailleerde 'famille verte"-porselein uit de Qing-dynastie, gekenmerkt door een overheersend gebruik van de kleur geel.
Chinees porselein uit de Qing-dynastie met een zwarte ondergrond die door een transparant groen email is bedekt. Deelgroep van de 'famille verte'-klasse van geëmailleerd porselein zoals die in de 19de eeuw door Albert Jacquemart is gedefinieerd.
Familie van geglazuurd Chinees porselein uit de Qing-dynastie en later die wordt gekenmerkt door een heldergroen email, hoewel ook andere kleuren voorkomen, zoals ijzerrood, blauw, geel en paars. De stijl was van invloed op de Europese porseleinindustrie. De term is in de 19de eeuw bedacht door de keramiekhistoricus Albert Jacquemart.
Seculiere lantaarnfestivals in Senegal en Gambia
Verwijst naar schilderijen van genretaferelen in combinatie met portretten, vaak van een geïdealiseerd landschap met boeren of aristocratische heren die als boer zijn verkleed. De term is doorgaans van toepassing op schilderijen die in de 18de eeuw in Engelse ateliers werden vervaardigd.
Flesvormige vedels met een korte hals met of zonder fretten uit Ossetië in de Kaukasus, die uit een enkel stuk hout zijn gesneden. Ze hebben twee of drie snaren.
Banden die hun oorsprong vinden in het zestiende-eeuwse Parijs met een patroon van ineengevlochten linten, gekenmerkt door een dubbele lijn aan de ene kant en een enkele aan de andere die de banden in symmetrische vakjes verdelen welke soms worden ingevuld met gouden sierdruk.
Kapmantel, voorzien van borduurwerk of anderszins versierd, die wordt gedragen over de albe. Fanons zijn rond van vorm en hebben een ronde opening in het midden voor het hoofd. De mantel steekt net uit over de schouders en vormt aan de voor- en achterkant een halve cirkel, zoals bij een korte cape. Van de achtste tot en met de twaalfde eeuw werden fanons gedragen door personen van verschillende niveaus in de kerkelijke hiërarchie. In de eeuwen daarna was dat voorbehouden aan de paus. Om pauselijke fanons te onderscheiden van fanons die ook door anderen werden gedragen, gebruikt men ook wel de term ���pauselijke fanon'.
Verwijst naar een stijl in de Oostenrijkse schilderkunst die rond 1945 in Wenen ontstond. Deze stijl wordt gekenmerkt door de invloed van oude meesters als Pieter Brueghel de Oudere en Jan van Eyck, met combinaties van minutieus uitgevoerde fantastische afbeeldingen.
Kunst, vaker afbeeldingen dan beeldhouwwerken, die het onwerkelijke op een realistische manier afbeeldt. Werken in de fantastische kunst kunnen Bijbelse, allegorische of symbolische onderwerpen als uitgangspunt nemen. De term wordt gebruikt voor het beschrijven van het werk van kunstenaars uit vele perioden en landen, maar het betreft meestal traditionele kunst uit Europa en Noord- en Zuid-Amerika na de ontdekking door Columbus. De term wordt niet gebruikt voor werken uit het middeleeuwse Europa en kunst van culturen uit Oceanië en Azië tot de 20ste eeuw. Hoewel werken uit deze laatste culturen afbeeldingen bevatten van een monsterlijke, mythologische of onzichtbare wereld, ontbreken de elementen van excentriciteit en opzettelijke groteskheid die kenmerkend zijn voor fantastische kunst.
Driedimensionale voorstellingen van het menselijk lichaam of delen daarvan voor onderricht in anatomie of het demonstreren of oefenen van medische handelingen. Gebruik 'etalagepoppen' voor driedimensionale voorstellingen van menselijke figuren specifiek bedoeld voor het passen of tonen van kleding.
Gallo-Romeinse tempel die vaak gebouwd werd op een origineel Keltische religieuze site. Het grondplan was beïnvloed door eerdere Keltische heiligdommen. Bestond uit een centrale cella met een (zuilen)galerij met lessenaarsdak, beiden vierkant van vorm.
Tijdschriften voor liefhebbers van aspecten van de populaire cultuur, zoals popmuziek, stripboeken en andere gespecialiseerde interessen, vooral science fiction en fantasy; vaak goedkoop geproduceerd en met een beperkte oplage.
Verwijst naar de opperste heersers van het oude Egypte, die werden beschouwd als koningen en goden. De term is afgeleid van het Egyptische woord 'per-aa', dat 'groot huis' betekent en oorspronkelijk naar het koninklijk paleis verwees. De term werd als synoniem of uiting van eerbied voor de Egyptische koning gebruikt in het Nieuwe Rijk vanaf de Achttiende Dynastie (1539-1292 v. Chr.). In het moderne taalgebruik wordt de term in het algemeen gebruikt om te verwijzen naar alle Oudegyptische koningen, ongeacht wanneer zij heersten.
Wordt gebruikt voor naslagwerken die geneesmiddelen, medicijnen en bereiding, gebruik en dosering ervan gedetailleerd beschrijven, vooral wanneer ze als officieel of standaard erkend zijn. Voor niet-standaard naslagwerken die de ingrediënten en hoeveelheden beschrijven die gebruikt worden in farmacologische preparaten, maar waarin geen aanbevelingen voor gebruik en dosering zijn opgenomen wordt 'formularia' gebruikt.
Britse koperen, bronzen of tinnen munten die gelijk zijn aan een kwart van een Britse penny; ze werden sinds de 13e eeuw aangemunt en in 1961 aan de circulatie onttrokken.
Wordt gebruikt voor ambtssymbolen die bestaan uit een bundel roeden om een bijl gebonden waarvan het blad uitsteekt. Werd voor romeinse magistraten gedragen als symbool van hun macht.
Een regeringsstelsel met een streng nationalistische beleid dat de industrie, handel en financiën strak regelt, strenge censuur toepast en elke oppositie onderdrukt.
Visueel effect dat zich voordoet als een film met minder dan 24 frames per seconde wordt opgenomen, zodat de actie bij projectie van de film op normale snelheid versneld lijkt. De meeste stomme films werden opgenomen met ongeveer 16 frames per seconde, zodat bij de vertoning de beweging er sneller uitziet, en met dit soort schokkerige beweging worden deze films soms geassocieerd. Fast motion was een favoriete techniek van regisseur Mack Sennet, die het gebruikte in stomme komedies en is sindsdien ook gebruikt in modernere films, zoals 'Tom Jones' van Tony Richardson (1963).
Verwijst naar de kunst en architectuur die is verbonden met de islamitische Berberdynastie met dezelfde naam die regeerde in Ifriqiya (in het tegenwoordige Tunesië) van 909 tot 972 en in Egypte van 969 tot 1171. De afkomst van de Fatimids, die behoorden tot de Shi'a-sekte, ging terug tot Fatima, de dochter van Mohammed. De Fatimids hadden vele rivalen met wie ze de strijd moesten aangaan. Daarnaast hadden ze te maken met de Kruisvaarders. Fatimid-kunst is opmerkelijk vanwege het internationale karakter: deze kunst slaat een brug tussen het oosten en het westen van de islamitische wereld en stond open voor de Hellenistische erfenis van het Mediterrane gebied en voor sommige ideeën van de christelijke machten uit het noorden. Hoewel Fatimid-kunstenaars materialen en technieken bleven gebruiken die werden ontwikkeld door de Tulunids, werd de abstractie waarmee de Tulunids graag werkten, vervangen door belangstellend verkennen van de traditie van figuratieve representatie die was overgenomen vanuit Irak. Schilderkunst, boekillustraties, hout- en ivoorsnijwerk en glas-, keramiek- en textielontwerp zijn voorzien van figuratieve decoratie die ongeëvenaard is in contemporaine islamitische kunst. Belangstelling voor naturalisme is eveneens evident. De iconografie van Fatimid-kunst is vaak schatplichtig aan Abbasid-hofkunst. Tegelijk met de ontwikkeling van figuratieve tradities werden ook ontwerpen ontwikkeld die waren gebaseerd op oneindige systemen van lineaire patronen; deze vorm van ornamentatie werd een van de meest succesvolle vormen van abstracte islamitische kunst. Figuratieve kunst was ongepast voor religieuze gebouwen, die in plaats daarvan werden versierd met een krachtige nieuwe stijl van beeldhouwen die gewoonlijk werd gekenmerkt door elegante inscripties in een karakteristieke vorm van Koefisch schrift, versierd met bladvormige en bloemelementen. Een tritonshoornschelpmotief dat bekend is uit de late oudheid, was populair bij de Fatimids, zoals te zien is op de façade van de moskee van al-Akmar. Er is niets bewaard gebleven van de twee Fatimid-paleizen die in het centrum van Caïro stonden, maar verhalen over deze paleizen getuigen van hun pracht.
Doorgangen die van de straat in gebouwen (meestal huizen) leiden in de Romeinse architectuur.
Verwijst naar een gereedschapscultuur ten zuiden van de Sahara, die dateert uit het vroege Pleistoceen, circa 100.000 tot 75.000 jaar geleden, en die is genoemd naar de archeologische vindplaats bij Fauresmith in de Zuid-Afrikaanse provincie Vrijstaat. De cultuur bestond grotendeels gelijktijdig met de Sangoaanse nijverheid die werd ontwikkeld door bosbewoners, maar wijkt ervan af doordat de Fauresmith-cultuur voorkwam in open steppegebieden. De Fauresmith-cultuur wordt gekenmerkt door talloze afgeschilferde werktuigen, zoals projectielpunten volgens de klassieke Levalloisien-techniek, kleine handbijlen en hakbijlen. De stijl wordt geassocieerd met de man van Saldanha, van wie wordt aangenomen dat hij een Homo sapiens rhodesiensis is.
Franse stoelen met open armleuningen.
Verwijst naar een stijl in de schilderkunst van circa 1898 tot 1906, die wordt geassocieerd met een groep jonge Franse kunstenaars en gekenmerkt door krachtige heldere kleuren, oppervlaktestructuur en spontaan of onvoltooid ogende composities.
Handelsmerk voor een soort glas dat werd ontwikkeld door Tiffany en co. met een iriserend oppervlak dat lijkt op dat van opgegraven oud Romeins glas. Dit effect wordt verkregen door het glas te besproeien met metaalhoudende zouten terwijl het nog heet is.
Verwijst naar beweging in Amerika die floreerde van ongeveer 1785 tot 1820 en die was gebaseerd op de opleving van Romeinse architectuurstijlen bij het ontwerp van regeringsgebouwen. De beweging, die werd gestimuleerd door Thomas Jefferson en Benjamin Latrobe, is gebaseerd op het metaforische concept van de Verenigde Staten als zijnde analoog aan de Romeinse Republiek in zijn grandeur en politieke filosofie.
Gevangenissen die worden bestuurd door een federale regering; in de VS gevangenissen die worden bestuurd door de U.S. Federal Bureau of Prisons.
Verwijst naar dagen waarop uit traditie of volgens de wet de bedrijvigheid wordt gestaakt om bijzondere gebeurtenissen te herdenken of te vieren. De term verwijst meer specifiek naar religieuze feestdagen of heilige dagen die zijn aangewezen voor godsdienstige plechtigheden.
Penseelbehandeling in de Chinese schilderkunst waarbij het penseel vluchtig over het papier wordt gehaald, zodat de haren van het penseel uit elkaar gaan, waardoor de inkt met onderbrekingen en ongelijk wordt aangebracht en het papier er doorheen is te zien.
Te gebruiken voor kustvervoers- en handelsschepen uit de het Middellandse-Zeegebied. Ze zijn latijnzeilgetuigd aan één of twee masten en hebben roeispanen.
Sluitmachines die bovenranden en deksels van metalen blikken samenrollen om ze luchtdicht af te sluiten.
Chinese methode voor het uitvoeren van terreinanalyses waarbij gebruik wordt gemaakt van geomantische technieken. Deze methode wordt vooral toegepast bij het bepalen van de locatie voor en het ontwerp van huizen, graven en tuinen.
Verwijst naar de stijl die zich ontwikkelde langs de Levantijnse kust in het eerste millennium v. Chr. De stijl kenmerkt zich door een combinatie van verschillende stijlen uit het Nabije Oosten en Egyptische motieven die met name in de ivoor-, glas- en ijzerbewerking naar voren komen.
Een tak van de moderne filosofie die zich bezighoudt met de beschrijving en classificatie van verschijnselen.
IJzerproces meestal gebruikt voor het reproduceren van technische tekeningen; levert een zwart beeld op. Het beeld wordt ontwikkeld met galluszuur en wordt gefixeerd door het in water te wassen.
Braziliaanse feesten en ceremonies die worden gehouden op de vijftiende verjaardag van een meisje ter ere van haar officiële introductie in de volwassen wereld.
Term die van de 17de tot de 19de eeuw in Engeland werd gebruikt voor volksboeken, meestal bestaande uit acht pagina's en soms voorzien van een met een houtgravure vervaardigde titelpagina, met daarin liederen, gedichten, kinderliedjes en verhalen. De boektitels bevatten vaak het Engelse woord 'garland' ('festoen').
Te gebruiken voor motieven die bestaan uit kransen van bloemen, fruit of gebladerte die vanuit twee punten losjes naar beneden hangen. Te onderscheiden van 'slingers (behangsels)', dat verwijst naar decoratieve textiel op dezelfde wijze gedrapeerd.
Nauwsluitende, kegelvormige mutsen met een platte bol; meestal van vilt en vaak versierd met een lange kwast; oorspronkelijk afkomstig uit Turkije.
Te gebruiken om werken te beschrijven van de gelijknamige Afrikaanse etnische groep die leeft in het zuiden van Kameroen.
Wordt gebruikt voor fiches, vaak kleine ronde schijfjes, die tijdens het spel munten vervangen en die weer kunnen worden omgewisseld in contant geld.
Genre dat verwijst naar werk dat uit de verbeelding van de schrijver is voortgekomen en niet als waarheid wordt gepresenteerd. In de literatuur heeft fictie doorgaans betrekking op romans, novellen, short story's en poëzievormen.
IJslandse gestreken citerachtige chordofonen met een trapezoïde kast en twee of vier snaren van paardenhaar.
Te gebruiken voor verharde en onverharde paden die speciaal zijn ontworpen of bestemd voor gebruik door fietsers.
Afrikaanse wapens bestaande uit een metalen schijf met een gat in het midden en een inkeping zodat die over de vuist kan worden geplaatst. De randen van de schijf zijn scherp gemaakt of voorzien van uitsteksels om daarmee de tegenstander te slaan of te steken; soms met schedes aan beide zijden. Ook ceremonieel toegepast en gedragen als teken van mannelijkheid of status, of als versiering.
Omvat zowel afbeeldingen van het menselijk lichaam en kunst waarin, in welke gewijzigde of vervormde vorm dan ook, dingen worden uitgebeeld die in de visuele wereld worden waargenomen.
Initialen gevormd uit menselijke, dierlijke of hybride wezens.
Voorstellingen met als hoofdmotief een of meer menselijke gestalten, al dan niet naakt of gekleed, die meestal een verhaal uitbeelden. Een figuurstuk met een onderwerp uit het dagelijks leven noemen we een 'genrestuk'.
Alle beeldende werken waarin mensen, dieren of mythische beesten de hoofdvoorstelling vormen.
Beschrijft de diverse soorten kunstwerken die zijn vervaardigd door de bewoners van de Fiji-eilanden, waarvan de kolonisten bekend zijn om hun Lapita-aardewerk. De Fijische mannen gebruiken vaak hout als primair medium voor de kunstproductie. Gespecialiseerde Fijische timmerlieden maken beeldhouwwerken, kommen, kano's, trommels, wapens, hoofdsteunen en ornamenten. Aan het eind van de 20ste eeuw werden op de Fiji-eilanden onder meer traditionele objecten voor de ambachtsmarkt en voor lokaal gebruik vervaardigd, alsmede reproducties van 19de-eeuws werk en souvenirs voor de toeristenindustrie.
Materiaal als gipspleistermortel of een mengsel van fijn zand en gipspleistermortel, dat wordt gebruikt voor de laatste laag van een gepleisterde muur.
Zilvermetaal waarbij het gehalte is vastgetseld op meer dan 99,9% zuiver.
Verwijst naar een Griekse aardewerkstijl die rond 560 v. Chr. opkwam en is genoemd naar een archeologische vindplaats op het eiland Rhodos. De meest gevonden vorm is een gedrongen amfoor en het schilderwerk wordt gekenmerkt door donker-op-lichte dessins die over het algemeen bestaan uit één menselijke of dierlijke figuur in een leeg veld, of dicht bij elkaar liggende banen met ornamenten, zoals halvemanen en lotusbloemen. In sommige classificatiesystemen wordt deze stijl beschouwd als een variant van de middelste of late wilde-geitenstijl.
Ingedrukte lijnen, verguld of blinddruk, van leer of ander semi-hard oppervlakte materiaal gemaakt met schuursels voor bewerking, ook wel filetten worden genoemd; veelal gebruikt bij boekbinden. Gebruik @'sunk fillets' voor op een vergelijkbare manier gecreëerde ondiepe verzonken afdrukken in andere vlakke buitenzijden.
Verwijst naar kant gemaakt op basis van fijn geknoopt gaas met vierkante of ruitvormige mazen; het gaas wordt op een raamwerk gespannen en geborduurd; deze techniek is van oude oorsprong. Het gaas wordt vaak gemaakt door een op een langwerpige schietspoel gewonden draad over een maas- of maatstok, die de grootte van de maas bepaalt, in een tevoren gemaakte ruit of vierkant te leiden; de draad wordt op zijn plaats gehouden met een soort vissersknoop. Voor het borduurwerk op het gaas kunnen verschillende steken worden gebruikt, waaronder vaak stopsteken en inslagen. De term is afgeleid van het Franse woord ‘filet’ (‘netwerk’).
Verwijst naar de hybride stijl en cultuur van de Filippijnen, die een afspiegeling vormt van de handel en interactie tussen dit gebied en Chinese, islamitische en hindoeïstische culturen. In de volkskunst van de inwoners van de archipel komen op India geïnspireerde geometrische motieven voor, bijvoorbeeld in textiel, wapens en houders. De prekoloniale architectuur wordt gekenmerkt door megalithische monumenten die lijken op de late tantrische tjandis in Oost-Java. De schilder- en beeldhouwkunst in dit gebied vertoont invloeden van Indiase erotische voorstellingen, boeddhistische afbeeldingen en decoratieve, kromlijnige ontwerpen. De keramische stijlen zijn vaak imitaties van Chinese ontwerpen uit de Sung-dynastie. Als gevolg van het Spaanse kolonialisme van de 16de tot de 19de eeuw vertoonde de latere schilderkust sterke invloeden van de Spaanse christelijke iconografie. Daarnaast werden er koloniale kerken en kathedralen met gedetailleerde, flamboyante ontwerpen in neobyzantijnse stijl gebouwd. Later in de 19de eeuw werd de wereldlijke kunst belangrijker. Deze kunst volgde de Europese of internationale zakelijke esthetiek.
Behang gebruikt om de grootste stukken muur tussen randen op te vullen.
Door Franse critici bedachte term waarmee een genre films wordt omschreven die zich kenmerken door een donkere, sombere toon en een cynische, pessimistische stemming. Zulke films laten gewoonlijk de duistere, sombere onderwereld van criminaliteit en corruptie zien, waarin zowel de helden als de schurken cynisch en gedesillusioneerd zijn, gevangen in hun verleden en onzeker of apathisch over de toekomst. Typerende voorbeelden van het genre zijn zwart-witfilms uit Hollywood in de jaren 40 en vroege jaren 50 van de 20ste eeuw, hoewel er ook latere voorbeelden in kleur bestaan.
Korte segmenten van langere, complete speelfilms, die vaak worden gebruikt in een compilatie van soortgelijke segmenten, of in een andere speelfilm of een ander televisieprogramma.
Verwijst naar de kunst en expressievorm van het maken van films en bewegende beelden, die worden geproduceerd op film of videoband en waarop een reeks beelden in zo'n snel tempo worden gepresenteerd, dat de visuele illusie van natuurlijke beweging ontstaat. Het kan ook verwijzen naar vergelijkbare kunst die wordt geproduceerd op digitale media. De kunstvorm wordt meestal gekenmerkt door de presentatie van dramatische gebeurtenissen die emoties oproepen, waarbij op grote schaal gebruik wordt gemaakt van andere uitvoerende en visuele kunsten, in combinatie met een groot aantal technische mogelijkheden. Het kwam in de loop van de 20ste eeuw tot grote bloei en wordt qua populariteit en invloed door geen enkele andere kunstvorm geëvenaard. Gebruik 'films (informatiedragers)' voor de feitelijke werken die worden bestudeerd of gecreëerd.
Gebeurtenissen waarbij speelfilms worden vertoond om nieuwe producties of werk uit een bepaald genre of land, uit een bepaalde periode of van een bepaalde filmer of acteur onder de aandacht te brengen. Vaak zijn er ook discussies, panels, seminars en presentaties door filmers, acteurs, filmcritici of filmdeskundigen. Filmfestivals vinden op gezette tijden plaats en duren een aantal dagen of weken. Bij sommige filmfestivals is er sprake van een wedstrijdelement en worden er prijzen uitgereikt, maar dat is niet altijd het geval.
Een gekleurd uitspansel dat op een zekere, zij het enigszins onbepaalde, afstand van de waarnemer staat ondoorzichtig, maar niet op het oppervlak van een object, zoals het blauw van de hemel.
Te gebruiken voor mensen met een passie voor de filmwereld, die veel weten van films en het maken van films. Niet te gebruiken voor mensen die zich bezighouden met de filmproductie, zoals regisseurs, cineasten, enzovoort.
In het algemeen: alle processen en technieken die worden gebruikt bij het maken van rolprenten op film of videoband, waaronder regie, acteerwerk, productie, opnemen, montage, script en ontwerp. Verwijst met name naar de werkzaamheden van film- of videoregisseurs en -producenten.
Selectieve of volledige lijsten van (speel)films, in het bijzonder van één regisseur of acteur of over een speciaal onderwerp.
De mensen die de supervisie en controle hebben over alle aspecten van de productie van films. Bij commerciële films is de producent eindverantwoordelijk voor het succes of falen van een film.
Te gebruiken in algemene zin voor de bestudering van taal en letterkunde samen. Wordt specifiek gebruikt voor het bestuderen van de geschiedenis van taal, vooral wanneer er sprake is van een nauwkeurige analyse van literaire teksten in het kader van cultureel en politiek onderzoek.
Verwijst in algemene zin naar diegenen die tegelijkertijd taal en literatuur bestuderen. Verwijst in het bijzonder naar diegenen die de taalhistorie bestuderen, met name wanneer deze personen een nauwkeurige analyse van literaire teksten uitvoeren in de context van cultureel en politiek onderzoek.
Het kritisch onderzoeken van de bases van fundamentele overtuigingen en de analyse van de basisbegrippen, dogma's of praktijken die uiting geven aan dergelijke overtuigingen.
Absorberend, poreus papier dat als filter kan worden gebruikt. Het is gemaakt van sponsachtige, dikke vezels, zoals van populier, of van losse viltvezels.
Investeerders die op grote schaal investeren. Ook personen die voor de overheid of ondernemingen grote fondsen waarborgen.
Verwijst naar de stijl van 15de-eeuwse Italiaanse gravures waarin met behulp van dunne dicht bij elkaar getrokken lijnen en enige kruisarcering toongradaties worden opgewekt die vergelijkbaar zijn met die van een gewassen tekening.
Schaven die worden gebruikt om schuine zijden of effen groeven te maken voor de ingelegde houten panelen in deuren, voor lambrisering en voor muren.
Pantserhandschoenen voorzien van scharnierende vingers, van elkaar gescheiden om meer onafhankelijke beweging van de afzonderlijke vingers mogelijk te maken.
Particuliere scholen, meestal voor meisjes, met voornamelijk opleidingen in huishoudelijke vaardigheden, cultureel gedrag en sociale activiteiten, zodat jonge dames van bepaalde sociale klassen klaar zijn voor de traditionele rol van volwassen vrouwen in beschaafde gemeenschappen. Naast een beperkt onderwijs in algemene kennis worden op finishing schools voornamelijk zaken aangeleerd als goede manieren, houding, handwerken, tekenen, maaltijdplanning, kledingplanning, conversatietechnieken, toezicht op kinderopvang, zang en dans.
Kleuradditieprocédé voor het verkrijgen van diapositieven op een panchromatische zwart-wit emulsie met behulp van een kleurlaag van rode en groene cirkels tegen een blauwpaarse achtergrond.
Verwijst naar de cultuur van de moderne natiestaat Finland, of meer in het algemeen naar culturen op het grondgebied van Noord-Europa ten zuiden van Noorwegen en ten oosten van de Botnische Golf. De term kan ook specifiek verwijzen naar de cultuur van de historische Finnen, naar algemeen wordt aangenomen de Suomi of Suomelaisset wier taal tot de Oeral-Altaïsche groep behoorde. De term kan in ruimere zin ook betrekking hebben op de culturen van andere volken die etnisch en linguïstisch nauw verwant zijn met de Suomi.
Gebruikt door Canadese stammen om te verwijzen naar de inheemse volkeren van Canada en soms meer in het algemeen om te verwijzen naar alle stammen in Noord- en Zuid-Amerika.
Beschrijft menselijke of andere dierlijke figuren (behalve vissen) die worden afgebeeld met benen of poten en het lichaam van een vis, doorgaans met de staart van een vis of twee andere dieren in de handen en met een agressieve, dominante houding.
Zilveren of gouden buisje waardoor de gelovigen een beetje geconsacreerde wijn konden nuttigen bij de communie. Morsen van de geconsacreerde wijn werd hierdoor vermeden. Werd tot in de zestiende eeuw gebruikt. Nog door de paus en zijn diakens gebruikt tijden de pausmis tot aan het Tweede Vaticaans Concilie (1962-1965).
Rietwerk met een open weefsel met parallelle of elkaar kruisende tenen.
Metselaars die in een bouwwerk de grote steenblokken precies op de juiste plek plaatsen.
Tweehandige zwaarden uit de zestiende eeuw met een golvend kling, gelijkend op een vlam, en een uitzonderlijk lang gevest. Werd onder andere gebruikt door de zogenaamde Landsknechten, Duitse huursoldaten.
Verwijst naar de laatste fase van de Franse gotische architectuur, van circa 1370 tot de 16de eeuw, zoals beschreven door de oudheidkundige Arcisse de Caumont (1802-1873). De stijl wordt gekenmerkt door een intensivering en evolutie van ontwikkelingen in het late Rayonnant, waaronder het gebruik van slankere, lichtere en kwetsbaarder constructies, het afzien van kapitelen, de toevoeging van steunribben om stervormige patronen in de gewelven te vormen, bredere arcades met af en toe platte gebogen lijnen, maaswerk waarin tegenoverliggende gebogen lijnen een vlampatroon vormen, en meer uitgewerkte patronen aan de buitenzijde van het bouwwerk.
Verwijst naar de laatste jaren van de Gotische periode en stijl in de architectuur en andere kunsten in Europa, beginnend aan het eind van de 13de eeuw. De stijl kenmerkt zich door een steeds grotere regionale verscheidenheid, die vaak gepaard gaat met een tendens naar extreme complexiteit, verrassings- en fantasie-effecten, een ambitieus spel van licht en schaduw en een overweldigende rijkdom aan lineaire vormen. Zie voor individuele regionale stijlen onder ‘Middeleeuwse regionale stijlen’.
Grote groepen mensen die zich via internet hebben georganiseerd. Ze ontmoeten elkaar op een bepaalde locatie op een bepaald tijdstip, voeren geschreven of minder nauwkeurige instructies uit en verspreiden zich dan weer.
Woningen, gewoonlijk bescheiden van omvang, waarvan alle vertrekken zich op één verdieping bevinden. Elke flat heeft een afzonderlijke buitendeur. De term kan ook worden gebruikt voor gebouwen met een zeker aantal van dergelijke woningen. De Engelse term dateert van het einde van de 19de of het begin van de 20ste eeuw.
Uitstekende randen, kragen of ringen die die extra stevigheid bieden of een plaats om iets te bevestigen, zoals bijvoorbeeld op een pijp, op de ombouw van een machine, of op een houder of de deksel ervan.
Gerei dat wordt gebruikt voor het verwijderen van doppen van flessen.
Slaginstrumenten rond 1920 uitgevonden, bestaande uit een klein, buigzaam stalen blad of lamel die is opgehangen in een raamwerk van ijzerdraad dat uitloopt in een handvat. Aan weerszijden bevinden zich metalen staafjes met aan de uiteinden houten of rubberen knoppen die afwisselend op elke kant van het blad slaan als de speler met het instrument zwaait;
Hedendaagse verzamelaarsterm die verwijst naar grote wijd uitlopende glazen vaten voor het verwarmen van flip (een soort advocaat), waarvan de populariteit een hoogtepunt beleefde in de 18de en 19de eeuw; verwijst soms ook naar de kleinere glazen vaten waaruit de flip werd gedronken.
Techniek van het nemen van foto's met behulp van een flitser, waarbij een korte, felle lichtflits wordt uitgezonden precies op het moment dat de sluiter van de camera wordt geopend.
Kleine mutsen voor binnenshuis, met een enkele of dubbele sierstrook als rand aan de voorkant en tot de oren reikend; werden door vrouwen in de 18e eeuw gedragen.
Een magnesiumrijk mineraal behorende tot de micagroep; het is meestal geelachtig bruin tot bruinig rood en komt vaak voor in kristallijne kalksteen als gevolg van ontdolomitisering.
Verwijst naar een stijl van laat-Minoïsch aardewerk die zich ontwikkelde onder het patronaat van de heersers in de nieuwe paleizen. De stijl wordt gekenmerkt door overdadige geschilderde decoratie die planten voorstelt, vooral klimop, grassen, rietsoorten en palmen, alsmede bloemen, vooral madeliefjes en hybride fantasiesoorten gebaseerd op papyrussen en lelies.
Kleine precolumbiaanse vazen met een lange hals; er zijn veel voorbeelden van gevonden op plaatsen zoals Teotihuacán.
Verwijst naar de stijl die in verband wordt gebracht met de regio Flores in Indonesië. De stijl wordt gekenmerkt door bewerkte schelpen en botten, gedetailleerd kraalwerk en vergulde, met edelstenen bezette sieraden. Bij deze stijl worden ook niet-inheemse materialen zoals glas en koraalkralen toegepast in inheemse ontwerpen. Hoofd- en halssieraden worden vaak gegoten met het verlorenwasgietprocedé, en versierd met motieven van buffelkoppen en -hoorns. Monumentale beeldhouwwerken in deze stijl dragen sterke religieuze invloeden, met offeraltaren en heilige megalietstructuren, menhirs, dolmens en terrasvormige grafheuvels. Na de introductie van het hindoeïsme en het boeddhisme werden in de monumentale beeldhouwkunst ook symbolen van Boeddha en Shiva gebruikt. In de beeldhouwkunst in deze stijl bestaat een sterke houtsnijwerktraditie, waarbij vaak een mythische draak-slang wordt afgebeeld ter versiering en als symbool van bescherming.
Uitgestorven mensensoort die tussen 94.000 en 18.000 jaar geleden leefde, dus ruim binnen de periode van de moderne mens, vermoedelijk op het Indonesische eiland Flores en mogelijk ook elders. In 2004 vond een team van Australische en Indonesische antropologen de skeletresten van een volwassen vrouw en van andere personen in de Liang Bua-grot op Flores. Deze mensen van deze soort werden ongeveer een derde van de grootte van de moderne mens. Ze vervaardigden gereedschappen, jaagde op dwergolifanten en andere dieren en kookten voedsel. De Floresmens stamt mogelijk af van de H. erectus, een veel oudere en grotere mensensoort waarvan wellicht ook de moderne mens afstamt. De geringe lengte van H. floresiensis was mogelijk het gevolg van eilanddwerggroei. Aangezien er geen resten van H. erectus op Flores zijn aangetroffen, is een alternatieve theorie dat deze soort al een gering postuur had toen hij op het eiland kwam, mogelijk als gevolg van een veel vroegere afstamming van een gemeenschappelijke voorouder van H. erectus.
Verwijst naar een stijl van oude Griekse roodfigurige vaasschilderkunst die zich vanuit de Derde stijl ontwikkelde in het begin van de 4de eeuw v. Chr. Deze stijl onderscheidt zich van de Derde stijl door de overvloediger decoraties en het gebruik van veel meer kleuren, verguldsel en toegepaste klei.
Florentijnse gouden munten, geslagen van 1252 tot aan de 16e eeuw. Gebruik 'genovino's' voor soortgelijke munten die in diezelfde tijd in Genua zijn uitgegeven. Ook gebruikt voor Hongaarse gouden munten sinds in het begin van de 14e eeuw werden aangemunt, voor Oostenrijkse zilveren munten uit de 19e en 20e eeuw en voor Engelse zilveren munten van twee shilling die in de 19e eeuw zijn uitgegeven.
Verwijst naar een glazuur dat bestaat uit een transfergedrukt blauw ontwerp op wit porselein of steengoed en dat wordt gekenmerkt door het zachte, luchtige of wazige ontwerp of door de vervaagde randen van het ontwerp, alsof het blauw is uitgelopen op de witte ondergrond. Dit effect werd bereikt door het werk te bakken in een omgeving met vluchtige chloriden, waardoor het blauwe pigment werd verspreid over het glazuur. Het glazuur werd ontwikkeld in de vroege 19e eeuw, oorspronkelijk in Staffordshire; het was populair in de Engelse en Amerikaanse Victoriaanse en Edwardiaanse tijd. Het blauw kan variëren van grijsachtig blauw tot groenachtig blauw, maar de meest gewilde kleur is helder kobaltblauw.
Sopraanbugels met ventielen, een wijde conische boring en een middelgrote klankbeker, die met een ketelmondstuk worden bespeeld. Ze hebben de vorm van een helicon, trompet of tuba en werden tussen 1820 en 1830 in Oostenrijk uitgevonden.
In algemene zin te gebruiken voor aërofonen, geluid voortbrengend door middel van een luchtstroom die vanaf de lippen van de bespeler over de scherpe rand van een opening wordt geblazen. In specifieke zin: de uit drie of meer delen bestaande, zijdelings aangeblazen fluiten, met of zonder (Boehm)kleppensysteem, in hout of metaal in westerse orkest-, kamer- en solomuziek.
Noord-Europese zeevarende schepen uit de 16e tot en met de 18e eeuw, die meestal in Nederland werden gebouwd en een lading van minder dan 700 ton hadden. Ze hadden een lange, smalle romp met ronde stevens, aanzienlijk invalling, volle tuigage en een valse spiegel of een luithek op een rond achtersteven.
Veelkleurig doorzichtig of doorschijnend materiaal dat calciumfluoride bevat; het komt over het algemeen voor in de vorm van massieve kristallijne kubussen met perfecte octaëdrische splijtingen. Het wordt gebruikt als vloeimiddel, als bron voor fluorideverbindingen en bij het maken van glas met opaalweerschijn en email.
Verzamelnaam voor weefsels waarvan het oppervlak bedekt is door korte, recht opstaande garenuiteinden, die pool of floers heten. De pool is geschoren en geeft daardoor een glad uiterlijk aan de stof. Is de pool langer dan 1.5 mm dan spreekt met van pluche. Fluweel wordt uit vele verschillende materialen vervaardigd, meestal echter uit katoen. Indien men een hoge glans wenst wordt zijde, mohair en ook celluloseacetaat gebruikt. Elastische vezels die niet pletten geven echte de beste kwaliteit.
Verwijst naar de internationale avant-gardestroming in kunst en literatuur die officieel werd opgericht in 1962 en actief bleef gedurende de gehele jaren 60 en 70. De beweging ontleende haar naam aan het Italiaanse woord voor ‘vloeiend’ en wilde de wereld zuiveren van burgerlijke, commerciële en professionele kunst. De stijl wordt gekenmerkt door de creatie van multimediale en intermediale werken die werden gebruikt in straatkunst, gebeurtenissen en concerten.
Aanduiding voor deels of grotendeels ondergrondse bouwwerken of reeksen ruimten en gangen, waarvan de functie onbekend is, gevonden bij Engelse nederzettingen uit de IJzertijd.
Het plaatsen van opeenvolgende nummers, één op ieder folio van een boek. Kan ook slaan op de algehele samenstelling van de nummering in het boek.
Traditionele en expressieve vormen van cultuur zoals zang, vertelling, dans, ritueel, handwerk, kunst, eetgewoonten, klederdracht, gebruiken, godsdienst, architectuur en vakkundigheid en van de ontwikkelingen en betekenissen die hieraan ten grondslag liggen.
Informatieverzamelmethodieken op internetbasis, bestaande uit gezamenlijk gegenereerde labels voor het categoriseren van webcontent, met inbegrip van webpagina's, weblinks en online-foto's. Het verschil met een taxonomie is dat de schrijvers van een folksonomie meestal incidentele contentgebruikers zijn en geen professionele indexontwikkelaars die standaardprotocollen en gestandaardiseerde gereguleerde terminologie hanteren; folksonomieën maken geen deel uit van onderliggende World Wide Web-protocollen. Aangezien het binnen een grote gevarieerde gemeenschap van internetbouwers en -gebruikers onmogelijk is om op consequente en onafhankelijke wijze metadata toe te voegen, worden folksonomieën meestal gekenmerkt door een individueel bepaalde, niet standaardconforme wijze van tagging, hetgeen afbreuk doet aan de efficiëntie en nauwkeurigheid bij het ophalen van informatie.
Oude Romeinse koperen munten uit de 3e en de 4e eeuw, werden door centenionales vervangen.
Licht board met een kern van plasicschuim dat aan beide kanten is bekleed met papier; wordt vaak gebruikt om kunstwerken op te plaatsen of mee te ondersteunen.
Te gebruiken voor de onderkant van glazen bekers of schalen, versierd met ontwerpen in gegraveerd bladgoud, beschermd door een laag gesmolten en soms gekleurd glas. Ze werden voor het eerst gemaakt ten tijde van het Romeinse Rijk, tussen de 3de eeuw en de vroege 5de eeuw.
Specialisten op het gebied van de fonetiek, het bestuderen van de productie, overbrenging, perceptie, classificatie en fysieke en akoestische eigenschappen van spraakklanken en de manier waarop deze zijn georganiseerd binnen taal. Gebruik 'fonologen' voor specialisten op het gebied van de fonologie, de bestudering van geluidspatronen en taalsystemen.
Het bestuderen van de productie, overbrenging, perceptie, classificatie en fysieke en akoestische eigenschappen van spraakklanken en hoe die zijn georganiseerd binnen taal. Gebruik 'fonologie' voor de bestudering van geluidspatronen en taalsystemen.
Geluidsdragers uitgevonden door Thomas Edison in 1877. Zij waren de vroegste vorm van fonografische opnames, en werden commercieel op de markt gebracht. Geluid werd gekanaliseerd via een hoorn en tegen een trillend membraan. De resulterende trillingen werden overgebracht naar een naald, die een spiraalvormig pad volgde langs een oppervlak, meestal van was, dat op een een roterende cilinder was aangebracht. De daaruit voortkomende cilinder kan worden gespeeld door een cilinder fonograaf.
De bestudering van taalsystemen en -patronen, met inbegrip van hoe spraakklanken worden gecombineerd en georganiseerd en hoe betekenis wordt overgedragen. Gebruik 'fonetiek' voor het bestuderen van de productie, overbrenging, perceptie en omschrijving van spraakklanken.
Vroeger was dit een verzameling lettervormen die bestond uit alle letters, cijfers, leestekens en andere tekens die tot één ontwerp en puntgrootte behoorden, waarbij andere reeksen tekens, zoals het vet gedrukte soort van hetzelfde ontwerp, er niet bij werden gerekend. In de fotocompositie en desktop publishing is een font de reeks tekens en andere symbolen van één stijl die als eenheid beschikbaar is, bijvoorbeeld op een strook film of programmamodule.
Lage bekers op voet met een ondiepe, brede cuppa met rechtopstaande wanden, lage trompetvoet, en een vrijwel vlak deksel. Geen Nederlands equivalent.
Lampen waarbij het stijgen van de olie wordt beïnvloed doordat een vloeistof met een grotere dichtheid druk uitoefent op een luchtkolom. Dit principe is gebaseerd op een bewerking van Hero's pompen (220 v.C.). Gebruik 'Cardanlampen' voor lampen die volgens het 'bird-fountain' principle werken.
Keukenapparaten die op verschillende snelheden werken, met verwisselbare bladen of ander roterend gerei in een gesloten bak waarin voedsel wordt gedaan om het temixen, snijden, versnipperen, fijnhakken of het op een andere manier te verwerken.
Kannen met een geperforeerde hals en tussen de drie en acht tuiten langs de rand, waardoor normaal drinken of schenken onmogelijk is. Drinken of schenken kan alleen als bepaalde gaatjes langs de rand en onder de handvaten worden afgedekt met de vingers.
Fotografie met als doel het vervaardigen van foto's volgens strenge technische eisen, die gebruikt kunnen worden als wettig bewijsmateriaal voor een rechtbank.
In het algemeen de vorm, grootte of ordening van een object of een groep objecten. Kan ook in specifieke zin verwijzen naar een standaardvorm, -grootte of -configuratie, of naar een bepaalde rangschikking van objecten, boeken, data enzovoort. Er kan overlapping optreden tussen formaataanduidingen en aanduidingen van standaardgrootte.
Te gebruiken voor de kritische houding waarbij meer de nadruk op een analyse van vorm en het gebruik van formele elementen wordt gelegd dan op context of inhoud.
Handelsmerk voor een bepaald soort commercieel geproduceerd plasticlaminaat dat wordt gemaakt door lagen materialen zoals canvas, glas, papier of linnen aan elkaar te hechten met thermohardende harsen.
Verwijst naar stijl en beweging die is verbonden met een groep Poolse schilders en beeldhouwers die werkzaam waren tussen 1917 en 1922 en die van 1917 tot 1919 hoofdzakelijk bekend waren als Poolse Expressionisten. De Formisten stelden voor het eerst werken tentoon in Kraków in 1917, en streefden ernaar een duidelijke nationale stijl te creëren die in overeenstemming was met de ideologieën achter het Poolse modernisme.
Wordt gebruikt voor werken die formules, recepten of voorgeschreven vormen of modellen uiteenzetten. In farmacologische context wordt het gebruikt voor niet-standaard werken die de ingrediënten en hoeveelheden geven die worden gebruikt in preparaten, maar geen aanbevelingen voor zaken als dosering en gebruik bevatten. Voor naslagwerken die het maken van geneesmiddelen en medicijnen gedetailleerd beschrijven, alsmede het gebruik en de dosering ervan, vooral werken die als officiële- of standaardbronnen worden beschouwd, gebruik 'farmacopees'.
Versierde, cosmetische houders, door Afrikaanse edelsmeden van het volk der Akan gemaakt van ingevoerd bladkoper; hoofdzakelijk gebruikt voor het bewaren van sheaboter, soms voor het bewaren van gouden gewichten, goudpoeder en andere kostbaarheden.
Verwijst naar een kenmerkende stijl van Vroeg-Middeleeuws geglaceerd aardewerk, vervaardigd in de Romeinse Campagna.
Open ruimten in oude Romeinse nederzettingen, die werden gebruikt als marktplaatsen of als algemene openbare ontmoetingsplaatsen, en plaatsen voor gerechtelijke of openbare zaken. Gebruik 'agora's' voor vergelijkbare ruimten in oud-Griekse nederzettingen.
Fijnkorrelig, sedimentair gesteente dat voor minstens 20% uit fosfaten bestaat. Lijkt qua textuur en structuur op kalksteen.
Brons dat fosfor bevat, of waaraan zuurstof is onttrokken door toevoeging van fosfor in de laatste bewerkingsfase; er blijft weinig of geen fosfor over in de uiteindelijke legering.
Overblijfselen, afdrukken of sporen van dieren of planten uit vroegere geologische tijden, die zijn bewaard gebleven in de aardkorst.
Verwijst naar een aardewerkstijl die bloeide in Fostat (het oude Cairo) gedurende de Fatimidische periode. Fragmenten uit de vroegere Tulunidische periode laten zien dat de techniek van lustrewerk in deze periode werd geïntroduceerd in de ateliers van Fostat, in nauwe samenhang met het Samarra-aardewerk. Nuances in het lustre zijn te herkennen in het aardewerk dat tijdens de Fatimidische periode werd vervaardigd, hoewel ieder stuk van slechts één laag lustre is voorzien. Ook de decoratieve motieven worden rijker en gevarieerder en bevatten elementen uit diverse culturen, een bewijs dat Fatimidisch Egypte openstond voor invloeden uit het gehele Middellandse Zee-gebied en zelfs daarbuiten. Afbeeldingen van dieren in rollen, vissen, vogels en wensinscripties in decoratief Kufic zijn populair; ook fantasiewezens en menselijke figuren zijn in trek, evenals meer schematische motieven zoals hartpalmetten. Sommige afgebeelde dieren zijn geïnterpreteerd als symbolen van de maan of de zon of als astrologische symbolen. In Egypte werd uitsluitend vaatwerk vervaardigd, geen tegels. De productie van Fostat-lustrewerk lijkt te zijn opgehouden tijdens de periode van de mammeluks, toen de pottenbakkers een voorkeur voor reliëfdecoraties gingen ontwikkelen.
Foto's, meestal daguerreotypieën, ambrotypieën of ferrotypieën, die zijn gemonteerd in stevige cassettes.
Het verschijnsel van dubbele breking van gepolariseerd licht door een doorzichtige stof die onder elastische spanning staat, gebruikt voor het meten van de belasting van elastische, doorzichtige materialen.
Boek met of zonder tekst waarin de essentiële informatie wordt overgedragen middels een verzameling fotografische afbeeldingen. Het boek kan het werk bevatten van één of meer kunstenaars of fotografen, of kan door een redactie zijn samengesteld. De afbeeldingen in een fotoboek zijn vaak bedoeld om in context te worden bekeken, als deel van een groter geheel. Meestal verwijst de term naar mechanisch gereproduceerde en commercieel verspreide werken. Gebruik 'fotoalbums' voor albums waarin fotografische afdrukken, al dan niet voorzien van een toelichting, zijn ingeplakt.
Wetenschappers die gespecialiseerd zijn op het gebied van de fotochemie, de tak van de scheikunde die zich bezighoudt met de chemische effecten van straling, voornamelijk zichtbaar en ultraviolet licht, en met de directe productie van straling als gevolg van chemische veranderingen.
Verwijst naar fotomechanische kleurenafdrukken die lithografisch werden geproduceerd van fotografische negatieven. De techniek werd in de jaren 90 van de 19de eeuw ontwikkeld door het Zwitserse Art Institute Orell Füssli, ook bekend als Photoglob Zürich. De techniek werd geïntroduceerd tijdens de Wereldtentoonstelling in Parijs in 1898 en werd gebruikt tot de jaren 30 van de 20ste eeuw. De techniek was een van de meer succesvolle pogingen om kleurenafbeeldingen te produceren voor de komst van de kleurenfotografie. Fotochroomafbeeldingen lijken inderdaad bedrieglijk veel op kleurenfoto's, tenzij ze worden bekeken met een vergrootglas. Een zwart-witfoto diende als basis en een vorm van fotolithografie met maximaal zestien kleuren werd gebruikt voor de uiteindelijke afbeelding. Fotochroomafdrukken onderscheiden zich van chromolithografieën door hun harde, heldere coating. Het gepatenteerde proces werd in licentie gegeven aan bedrijven in Engeland en Amerika. De meeste fotochroomafdrukken zijn vergezichten van het westen van de Verenigde Staten, Europa en het Midden-Oosten. William Henry Jackson en de Detroit Publishing Company produceerden een groot aantal fotochroomafbeeldingen. Voor de onderschriften werden vaak gouden letters gebruikt in het onderste gedeelte van de recto's, met vermelding van de locatie op de afbeelding en soms de maker. Het proces was arbeids- en tijdintensief en er kwamen snellere en eenvoudigere technieken voor in de plaats.
Algemene aanduiding voor het reproduceren van relatief vlakke originelen, meestal documenten, met behulp van een machine waarmee een lichtgevoelig proces wordt toegepast, en die meestal voor reproducties zorgt op een één-op-één schaal. In het begin en halverwege de twintigste eeuw werd de term nog gebruikt voor een aantal verschillende processen, sinds het midden van de twintigste eeuw wordt de term eigenlijk uitsluitend gebruikt in verband met xerografisch procédés.
Personen die zijn gespecialiseerd in het maken van foto’s, dat wil zeggen stilstaande beelden gemaakt met stralingsgevoelige materialen, meestal tot stand gekomen door de chemische reactie van licht en een lichtgevoelige film, papier, glas of metaal.
Een gelatine die chemisch zuiverder en fysiek verfijnder is dan de gelatine die gebruikt wordt in voedsel en dienst doet als bindmiddel bij sommige fotografische emulsies
Commercieel geproduceerde foto's, aangebracht op dik opzetkarton, dat iets groter is dan de afbeelding. In de resterende ruimte rond de afbeelding is op de kaart doorgaans de naam of het embleem van de fotograaf gedrukt of gebosseleerd, terwijl op de achterkant doorgaans het impressum van de fotograaf te vinden is. Ze werden gemaakt volgens verschillende procedés in diverse standaardformaten.
Platen van glas, metaal, porselein of een ander materiaal, die zijn bedekt met een lichtgevoelige fotografische emulsie.
Procedés waarbij lichtgevoelige materialen worden gebruikt om een beeld te produceren. Gebruik 'fotografische technieken' voor aanduidingen van de manier waarop een foto wordt genomen of gearrangeerd, of wordt gemanipuleerd tijdens het ontwikkelen en het afdrukken. Gebruik 'fotomechanische procedés' voor drukprocedés waarbij in één fase lichtgevoeligheid aan de orde is, maar waarbij de uiteindelijke afdruk zelf nooit lichtgevoelig is geweest. Gebruik voor procedés waarbij gebruik wordt gemaakt van lichtgevoeligheid voor het maken van reproductieve afdrukken van documenten en technische tekeningen termen onder 'lichtgevoelige reprografische procedés'.
Foto's vervaardigd zonder camera, gewoonlijk door een object direct op lichtgevoelig papier te plaatsen en het bloot te stellen aan licht.
Verwijst naar de techniek voor het verrichten van metingen door middel van fotografie. Deze term wordt voornamelijk gebruikt als de techniek wordt toegepast voor cartografie, het meten van landschapselementen en het in kaart brengen van een locatie.
Algemene term voor kopieën die zijn geproduceerd door fotokopiëren, dat wil zeggen, in een apparaat dat gebruikt maakt van een lichtgevoelig proces, en meestal op een schaal van één-op-één. Van het begin tot het midden van de 20e eeuw gebruikt voor kopieën die zijn gemaakt door middel van verscheidene specifieke processen. Vanaf het midden van de 20e eeuw meestal verwijzend naar xerographische kopieën.
Verwijst naar de internationale stroming in de schilder- en beeldhouwkunst die eind jaren 60 en begin jaren 70 van de 20ste eeuw populair werd. De stijl kenmerkt zich door de nauwgezette, neutrale weergave van de onderwerpen, vaak straattaferelen of portretten, gemaakt op basis van foto’s of direct van afgietsels van mensen.
Te gebruiken voor apparaten waarin een potentiaal elektromagnetische straling opwekt door de verbinding van twee materiaalsoorten na het opnemen van stralingsenergie.
De opmaak van een tekst met behulp van elektronische en fotografische methoden. Afbeeldingen van letters van een bepaald lettertype worden van een film of schijf geprojecteerd op papier; zo wordt een pagina verkregen die wordt gebruikt voor de offsetplaat
Lange stropdassen die met een slipsteek worden vastgeknoopt waarbij de uiteinden aan de voorkant verticaal los naar beneden hangen.
Documenten van Pennsylveniaans-Duitse origine en veel voorkomend in de 18e en 19e eeuw. Het waren vaak familiegeschriften zoals geboorteakten die werden versierd in een bepaalde stijl van kalligrafie en decoratie.
Group of typefaces based on Gothic bastarda script, especially common for, and surviving into the 20th century in, Germanic-language printing.
Beschrijft werk dat is vervaardigd door de gelijknamige Afrikaanse bevolkingsgroep met gemeenschappelijke culturele en linguïstische kenmerken, die in Ghana en Burkina Faso leeft.
Losse bibliografische elementen die vroeger deel van een groter geheel waren (bijvoorbeeld een tijdschriftaflevering) en hieruit zijn gehaald voor zelfstandige presentatie. Te onderscheiden van 'fragmenten' en 'overdrukken', die afzonderlijk worden gedrukt, doordat 'fragmenten' deel uit hebben gemaakt van grotere teksten.
De eetbare, zachte, bessenachtige vrucht van de plant Rubus idaeus en alle ervan afgeleide cultivars. Het is een samengestelde vrucht die bestaat uit vele kleine, meestal donkerrode steenvruchtjes op een conische vruchtbodem waarvan de rijpe vruchten eenvoudig zijn te plukken. De term wordt soms ook gebruikt voor diverse andere vruchten van het genus Rubus.
Werpbijlen met een korte steel en een lange, S-vormig gebogen kling bovenop de steel; vanaf de 6e eeuw het meest gebruikelijke wapen van de Franken en ook door andere Europese volken tot in de 9e eeuw gebruikt.
De grootste religieuze orde binnen de rooms-katholieke kerk, gesticht door St. Franciscus van Assisi in het begin van de 13de eeuw. De strenge en eenvoudige voorschriften van Franciscus leggen de nadruk op de gelofte van armoede, een voorwaarde die tot veel conflicten heeft geleid. St. Franciscus riep zijn volgelingen op rond te trekken en te preken, maar ook om de armen en zieken te helpen. Het effect van de vroege straatpredikers en met name van hun stichter was enorm, zodat er binnen 10 jaar 5000 Franciscanen waren. St. Bonaventura (1257-1274) bedacht een gematigde interpretatie van de regel van St. Franciscus, waardoor de verschillende stromingen die zich door de jaren heen hadden gevormd werden herenigd. Om deze reden wordt hij soms wel de tweede stichter van de orde genoemd. Onder St. Bonaventura breidde de orde zich uit en werd deze bekend om zijn theologische scholen. Enkele van de vroegere stromingen vinden hun weerklank in de drie onafhankelijke takken van de Eerste Orde der Franciscanen: de observanten, de conventuelen en de kapucijnen. De Tweede Orde is de orde van nonnen, gesticht door St. Clara onder leiding van St. Franciscus, bekend als orde van de arme klaren of clarissen. De Derde Orde bestaat uit religieuzen en leken, zowel mannen als vrouwen, en is verder onderverdeeld in de seculiere derde orde (levend in de wereld, zonder gelofte) en de reguliere derde orde (levend in religieuze gemeenschappen, met gelofte).
Verwijst naar de Franse stijl in architectuur en beeldhouwkunst tijdens de regering van koning François I van 1515 tot 1547. Deze stijl is een combinatie van gotiek, renaissance en, volgens sommige auteurs, maniërisme, en wordt in verband gebracht met de kastelen van François I in het Loiredal.
Garneersel bestaande uit lange of korte stukken rechte of gedraaide draad, koord of kwast; vaak gegroepeerd of geknoopt in verschillende ontwerpen.
Verwijst naar de periode en stijl van de Franken, een Germaanse stam die in ieder geval vanaf de 3de eeuw n. Chr. langs de oostelijke oever van de benedenloop van de Rijn leefde. De stijl wordt in het bijzonder geassocieerd met de expansie van de Franken in westelijke richting aan de overkant van de Rijn, in Gallië, door geleidelijke kolonisatie en verovering, met name onder leiding van de Merovingische koning Clovis. Deze expansie begon in de 5de eeuw en heeft eeuwen geduurd.De vroegste Frankische kunst zette de bestaande vroeg-christelijke tradities van de streek voort, behalve op het gebied van metaalwerk, waar de Franken een sterke eigen traditie hadden. In de loop van de tijd werd de Frankische traditie vooral sterk in de architectuur, de beeldhouwkunst en de verluchting van manuscripten. Kenmerkend zijn vaak de kleurrijke, vlakke, drukke composities met sierlijke lijnpatronen en een overvloed aan vissen, vogels en andere dieren.
Verwijst naar de kunststijl, in het bijzonder van verluchtigingen van manuscripten, die in de 9de eeuw ontstond in Noord-Franse kloosters en zich verspreidde naar andere gebieden in Europa.
Verwijst naar de stijl en cultuur die wordt aangetroffen in gebieden die ooit in bezit waren van de Bourgondische heersers van Vlaanderen, in het bijzonder tijdens de 14de en 15de eeuw.
Verwijst naar de cultuur van de moderne natie Frankrijk of meer in het algemeen naar de culturen die hebben bestaan op het grondgebied van dit West-Europese land.
Bedden met een eenvoudig, houten raamwerk waaraan de bedbehangsels zijn opgehangen zodat ze een vlakke, rechthoekige 'doos' vormen. De houten onderdelen zijn onzichtbaar, zelfs de posten zijn met stof bekleed. Gebruik 'sledebedden' voor bedden waarvan de twee uiteindes dezelfde hoogte hebben.
Procedé waarbij rood koper, soms ook geel koper of ijzer, wordt geplateerd met bladzilver, zoals dat vanaf het begin van de 18e eeuw werd toegepast door Franse - en later door Engelse - plateerders om onvolkomen geplateerde koperen stukken te repareren, of het zichtbare koper op versleten stukken opnieuw af te werken.
Verwijst naar de stijl van artistieke voortbrengselen in de Franse koloniën, die een combinatie van Franse en lokale kenmerken vertonen.
De term komt uit het Latijn. Met de titel 'frater' spraken de vroege christenen elkaar gewoonlijk aan. Sinds het einde van de 13e eeuw verwees het naar leden van de bedelorden. Fraters zijn te onderscheiden van 'monniken' doordat fraters zich vooral bezighouden met het prediken als geestelijk ambt, zich onder andere mensen in de wereld begeven, om aalmoezen bedelen en zich voortdurend verplaatsen, terwijl monniken op een vaste plek in afzondering leven. Daarnaast mochten de fraterorden oorspronkelijk geen vast inkomen hebben, maar moesten ze leven van de vrijwillige giften van de gelovigen. Monniken daarentegen mochten wel onroerend goed en een inkomen hebben, hoewel er individuele monniken waren die geloften van armoede aflegden. De fraterorden worden meestal verdeeld in twee klassen: de vier grote orden die zijn genoemd in het Tweede Concilie van Lyon (Dominicanen, Franciscanen, Karmelieten en Augustijnen) en de kleinere orden.
Groepen mensen met een gezamenlijk religieus, liefdadig of ander doel of verbonden door een professie of activiteit.
Verwijst naar de stijl in de laat-19de-eeuwse architectuur waarin de Queen Anne-stijl en lokale stijlen vrijelijk werden vermengd met klassieke en gotische elementen, waardoor vaak minder starre maar asymmetrische en complexe bouwplannen ontstonden.
Zilveren of gouden dozen of kistjes, meestal rechthoekig van vorm maar soms rond of ovaal, die worden gegeven aan een persoon aan wie de vrijheid wordt verleend of, bijvoorbeeld, aan een stad, stadje of college. Meestal gegraveerd, geciseleerd, of geëmailleerd met het wapenschild van de ontvanger en de gever, en vaak met een toepasselijke inscriptie.
Quilts, vaak gedecoreerd met patriottische symbolen of specifieke mannenonderwerpen, vervaardigd door familie of vrienden voor jonge mannen die volwassen worden, hun leertijd hebben voltooid of uit huis gaan. Geen Nederlands equivalent.
Zowel te gebruiken voor meerdere oorlogsdoeleinden inzetbare marineschepen uit de late 18e en vroege 19e eeuw, meestal met het maximum aantal zeilen aan alle drie de masten en bewapend met vuurwapens op een of twee dekken, als voor een klasse kleine oorlogsschepen met gemiddelde snelheid uit de 20e eeuw die hoofdzakelijk zijn ontworpen om andere schepen te begeleiden en zijn voorzien van afweergeschut tegen vliegtuigen, schepen en duikboten.
Handelsterm voor matrassen die voor de helft met wol en voor de helft met haar zijn gevuld.
Een karmijnpigment dat is gemaakt van orseille.
Instrumenten voor het meten van de frequentie van wisselstroom.
Grote kasten met drie verdiepingen die met inlegwerk zijn versierd, waarbij een blad tussen twee wandkasten inzit. Ze zijn tijdens de 17e eeuw in Spanje gebouwd. De bovenste laag heeft spijlen ter ventilatie en vormt zo een kast voor fruit, kaas en brood.
Te gebruiken voor vissersschepen met sloeptuig, 6 tot 12 m lang, met een diepstekende kiel, gewelfd achtersteven, klipperboeg, sterke zeeg en gaftopzeilen en dubbele grootzeilen; oorspronkelijk ontworpen in Friendship en Muscongus Bay, in de Amerikaanse staat Maine; vaak omgebouwd tot motorjacht.
Ramen die zich buiten bevinden in een brede sierlijst net onder kroonlijsten. Wordt aangetroffen in Griekse herlevingshuizen.
De ruimten voor koude baden in Romeinse badhuizen, soms met een koud stortbad.
Apparaten voor het meten van de fysiologische effecten van afkoeling, door de resultaten te vergelijken met de effecten op een koperen bol die op een constante temperatuur wordt gehouden die gelijk is aan de interne lichaamstemperatuur van mensen.
Houders om in te frituren, meestal diep en vaak met een netje of geperforeerd gedeelte waarin het voedsel in aanraking komt met het vet.
Verwijst naar een soort decoratief materiaal dat meestal wordt geclassificeerd als kant. Het wordt gemaakt van draad die met een klein spoelvormig instrument wordt geknoopt van dik naaigaren. Het is samengesteld uit knopen, of lussen en bogen, die ringen en halve cirkels vormen, gerangschikt in patronen of vormen. Frivolité wordt meestal gebruikt voor randen of biezen en soms voor onderleggers, halsboorden of parasolbekleding.
Het met de hand vervaardigen van fijn kant door met een draad en een kleine spoel (of met twee draden en twee spoeltjes) lussen en bogen te maken, waardoor verschillende patronen van ringen en halve cirkels ontstaan.
Beeldgesneden, beschilderde, geborduurde of anderszins gedecoreerde panelen of voorhangsels aan de voorzijde van een altaar, preekstoel of lessenaar in een christelijke gebedsruimte. Antependia kunnen uit allerlei materialen zijn vervaardigd, zoals hout, ivoor, edelmetalen of geborduurd textiel. Waardevolle antependia werden om veiligheidsredenen soms boven aan het altaar geplaatst, waardoor hun functie veranderde in die van een retabel. De iconografie kan per antependium verschillen, maar het meest voorkomende thema is dat van de Maiestas Domini, omgeven door taferelen uit het Nieuwe Testament. Indien het voorhangsel rondom doorloopt, wordt het een paliotto genoemd.
Bekroning van een gevel, venster of ingang naar klassieke trant door een driehoekig segmentvormig lichaam. VWB. Tevens driehoekige of ruwweg driehoekige onderdelen, die soms ook gebogen of in het midden onderbroken kunnen zijn, en die portieken of openingen overdekken. Eveneens algemeen bij meubels, waaronder als bonnet tops.
Kleine messen met een scherp, soms getand lemmet die aan tafel worden gebruikt voor het schillen en snijden van fruit. Hebben vaak een versierd handvat en soms een inklapbaar lemmet zoals bij een zakmes. Gebruik 'dessertmessen' voor andere kleine messen met een kort handvat en soms een gebogen en gepunt lemmet.
Term die wordt gebruikt voor kegelvormige petten of mutsen met een gebogen punt of een punt die aan de voorkant is omgeslagen; werden gedragen door de oude Frygiërs, later werd het gezien als de vrijheidsmuts.
Afkorting van 'file transfer protocol:' een standaard voor de overdracht van elektronische bestanden tussen twee computers, in het bijzonder via het internet.
Naam van een variabele kleur die verwijst naar heldere rozeachtige kleuren die vergelijkbaar zijn met de kleuren van de bloesem van de fuchsia.
Japanse kunstenaarspenselen waarmee wordt geschreven en geschilderd.
Beschrijft werken die zijn vervaardigd door het Fulbevolk, dat in Gambia en Senegal leeft. De benaming is een Mande-term die in het Engels van Gambia is overgenomen, en die soms ook opduikt in het Frans van het oosten van Senegal en het noordelijk deel van Casamance.
Beschrijft werk dat is gemaakt door het gelijknamige Afrikaanse volk dat in tal van West-Afrikaanse landen leeft: Senegal, Mali, Niger, Nigeria, Kameroen, Benin, Burkina Faso, Tsjaad, de Centraal Afrikaanse Republiek, Ivoorkust, Gambia, Ghana, Guinee-Bissau, Mauritanië, Sierra Leone, Sudan en Togo.
Beschrijft werken die zijn vervaardigd door het gelijknamige Afrikaanse volk, dat in Kameroen leeft.
Verwijst naar de pre-Angkor-stijl en -periode rondom de Cambodjaanse koninkrijken van Funan (1ste tot 9de eeuw) die in hoge mate waren beïnvloed door Indiase ideeën. De stijl is vooral zichtbaar in de lager gelegen valleien van de Mekong-rivier. De beeldhouwkundige productie in deze stijl bestaat uit grote, vrijstaande zandstenen figuren van goden uit Hindoe-, Shiva-, and Visjnoe-teksten. Religieuze beeldhouwwerken bestaan vaak uit verschillende goden die zijn gecombineerd tot een enkele figuur en worden gekarakteriseerd door gladde, onafgebroken oppervlakken die zijn uitgebreid door middel van brede, frontale vlakken en door uitsparingen aan de zijkanten die zijn verbonden met het massieve blok. Deze periode werd tevens gekenmerkt door de rudimentaire ontwikkeling van niet-Indiase elementen zoals de zandstenen lateien die werden gemaakt voor deuropeningen van bakstenen schrijnen, het concept van de latei als speciaal attribuut van de geestschrijn en beeldhouwwerken in reliëf die waren gebaseerd op paren van monsterfiguren en bladontwerpen. Boeddhistische iconen in deze stijl zijn geconstrueerd in zandsteen en zijn minder zinnelijk en verfijnd dan Hindoe-figuren.
Wiskundige regels tussen twee reeksen waardoor elk onderdeel van de eerste reeks precies bij met een onderdeel van de tweede reeks hoort.
Leer of gewoonte waarbij de nadruk wordt gelegd op praktisch nut of functionele verhoudingen in het ontwerp en de constructie van structuren, objecten en systemen. Ook te gebruiken voor de ontwerpfilosofie uit de 20e eeuw, die zich hoofdzakelijk met architectuur en meubelen bezighoudt en van mening is dat deze vorm zich aan gebruik, materiaal en structuur zou moeten aanpassen.
De hiërarchie Functionele activiteiten bevat descriptoren voor activiteiten die worden uitgevoerd teneinde specifieke doelen te bereiken en voor methodieken die worden geassocieerd met specifieke inspanningsgebieden. Er zijn descriptoren voor activiteiten met betrekking tot de manipulatie van gegevens, het verzamelen van objecten, menselijke communicatie, economie, handel, recht en bestuur alsook andere beroepsactiviteiten. Relatie met andere hiërarchieën. Descriptoren voor takken van wetenschap (bijvoorbeeld geschiedenis) en specialisatiegebieden (bijvoorbeeld recht) zijn te vinden in de hiërarchie Vakgebieden. Descriptoren voor bewerkingen en processen die worden uitgevoerd met objecten en materialen (bijvoorbeeld polijsten), zijn te vinden in de hiërarchie Procédés en technieken. Descriptoren waarmee gelegenheden en gebeurtenissen van sociale, culturele, religieuze of persoonlijke aard worden aangeduid (bijvoorbeeld tentoonstellingen), zijn te vinden in de hiërarchie Gebeurtenissen.
Romeinse term voor slingers die bestaan uit stroken vlas, leer of paardehaar met in het midden een zak of buidel om het projectiel te bevatten; werden gebruikt voor de jacht en in oorlog. Ze werden gebruikt door Romeinse en geallieerde troepen ten tijde van de Republiek en het Keizerrijk tot in ieder geval de 5e eeuw en bleven zeker tot in de 14e eeuw en soms nog later door Europese militairen in gebruik.
Wordt gebruikt voor kapellen, altaren of andere delen van een kerk die zijn bedoeld voor het zingen van missen, gewoonlijk voor de stichter.
Verwijst naar plattegronden met de configuratie en ligging van de fundering, oftewel het geheel van dragende elementen van een gebouw, dat zich hoofdzakelijk ondergronds bevindt en de druk van het bouwwerk afvoert naar de grond of het gesteente eronder. Ook kunnen er specifieke eisen met betrekking tot de dragende structuur in zijn opgenomen.
Wordt gebruikt voor de delen van bouwconstructies, meestal ondergronds, die lasten van gebouwen verdelen over de grond- of steenlaag eronder. Wanneer de dragende systemen en delen of skeletten onder de grond, inclusief de fundering, duidelijk worden onderscheiden van de bovengrondse delen wordt 'onderbouw' gebruikt.
Bouten, V-vormig aan het einde, die in een speciaal daarvoor bestemd gat in een zwaar blok of zware steen worden ingebracht en vastgezet worden met stortbeton of gesmolten lood. Ook wel oogbouten die in zware stenen zijn bevestigd en worden gebruikt als hijswig om deze op te tillen en te verplaatsen.
Gebouwen verbonden met handelingen voorafgaande aan een begrafenis of gebouwen voor de doden op begraafplaatsen.
Wordt algemeen gebruikt voor voorwerpen die worden geassocieerd met of gebruikt bij rituelen met betrekking tot begraven en cremeren. Soms is de definitie ervan beperkter en duidt dan alleen op de voorwerpen die bij een menselijk stoffelijk overschot worden geplaatst op het moment van sterven of daarna, als deel van een overlijdensrite of ceremonie.
Kegelvormige grafsculpturen die in het Oude Egypte boven de ingang van een graf werden ingemetseld. Op de zichtbare, platte zijde zijn inscripties aangebracht, zoals de naam of titel van de overledene, of een andere tekst zoals een gebed. De exacte functie van deze kegels is onduidelijk.
Organisme behorende tot het rijk der Fungi of zwammen, d.w.z. bladgroenloos en bestaande uit draadvormige ketens van cellen (hyfen), soms uit draden zonder tussenwanden, zelden uit één cel.
Beschrijft werken die zijn vervaardigd door het gelijknamige Afrikaanse volk, dat in Ethiopië en Eritrea leeft. Ze hebben ooit het koninkrijk Funji gesticht, met als centrum Sinnar. Het rijk beheerste het oostelijk deel van Sudan, met inbegrip van het zuiden van Nubië. De bloeitijd van het koninkrijk omvatte de 15de tot en met de 19de eeuw.
In eerste instantie gebruikt om het werk aan te duiden van een groep kunstenaars die actief was in San Francisco in de late jaren 50 van de 20ste eeuw. Later gebruikt als naam voor een tentoonstelling in Californië in 1967. De stijl wordt gekenmerkt door een preoccupatie met ziekelijke, schokkende en seksueel uitdagende beelden, die tot uiting komt in bizarre combinaties van materialen zoals leer, staal, klei, vinyl, bont en keramiek.
Houders in de vorm van een vat, vooral die welke sterker en groter zijn dan vaten, gemaakt van duigen, bodems, deksels en hoepels, en meestal stevig in elkaar gezet zodat er vloeistoffen in kunnen worden bewaard.
Verwijst naar semipermanente, in schuifprofielen geplaatste schermen die een karakteristiek element in traditionele Japanse bouwkunst vormen. Ze kunnen worden geopend en gesloten of helemaal worden verwijderd om aldus de afmetingen of het karakter van een kamer te veranderen. De locatie van de schermen bepaalde het materiaalgebruik: hout werd doorgaans gebruikt voor schermen nabij de buitenkant van een gebouw, terwijl schermen van doorschijnend, beschilderd of onbeschilderd papier op een houten raamwerk meestal werden gebruikt voor binnenkamers.
Kleine voorwerpen, op het lichaam gedragen ter bescherming tegen kwaad, schade of ziekte of om geluk te brengen. Gebruik de term 'talismans' voor voorwerpen met astrologische of magische symbolen en die zijn bedoeld om de drager te beschermen, maar die niet persé op het lichaam hoeven te worden gedragen.
Kruisen met een hoek of knik aan het uiteinde, variërend van een kleine puntachtige haak tot een grotere knik, zoals in het hakenkruis.
De wetenschap die de wetten bestudeert die de structuur van het zichtbare heelal bepalen en de wisselwerkingen tussen basiscomponenten, en van materie en energie, met als breder doel het verklaren van natuurlijke verschijnselen.
Verwijst naar de kleuren die worden waargenomen door de drie typen kegeltjes, de sensorische cellen van het netvlies in de ogen van gewervelde dieren. Ieder type kegeltje bevat een specifiek type pigment: het eerste type kegeltje absorbeert rood licht, het tweede type groen licht en het derde type blauwviolet licht. Uitgestraald of gereflecteerd/geabsorbeerd licht van een bepaalde kleur stimuleert alle drie de typen receptoren in verschillende mate. Het patroon van de betreffende reacties bepaalt welke kleur wordt waargenomen door de hersenen, die vier psychologische primaire kleuren herkennen (blauw, geel, rood en groen).
Zij die gespecialiseerd zijn op het gebied van de fysische antropologie, de vergelijkende studie van de fysieke evolutie van de mens, de variatie en classificatie, vooral door middel van het meten en waarnemen van levende mensen en van menselijke overblijfselen.
Vergelijkende studie van de fysieke evolutie van de mens, de variatie en classificatie, vooral door middel van het meten en waarnemen van levende mensen als ook van menselijke overblijfselen.
De studie van de relatie tussen de fysische en chemische eigenschappen van stoffen.
Repen stof die van voren naar achteren tussen de benen lopen en aan een koord of band om het middel zijn vastgemaakt en daardoor gesteund worden.
Te gebruiken om werken te beschrijven van de gelijknamige Afrikaanse etnische groep die leeft in het kustgebied van westelijk Guinee.
Beschilderde houten vogels die gebruikt worden bij het spelen van de ‘staande wip’, een discipline van het handboogschieten. De mikvogel wordt bovenaan een hoge paal geplaatst en wordt vervolgens verticaal beschoten. Het wipschieten werd een populaire Vlaamse volkssport vanaf de 15de eeuw.
Te gebruiken om werken te beschrijven van de gelijknamige Afrikaanse etnische groep die leeft in Nigeria.
Familie van straalvinnige zeevissen waaronder de kabeljauw, schelvis, koolvis en wijting.
Orde van straalvinnige vissen waaronder de kabeljauw en zijn familieleden.
Bulgaarse vedels, gewoonlijk met drie snaren. Meestal worden gadoelka’s verticaal gehouden, maar ze worden in sommige streken horizontaal voor de borst bespeeld.
Verwijst naar werken die zijn vervaardigd door de gelijknamige Afrikaanse etnische groep, die in Centraal-Ethiopië leeft.
Te gebruiken voor relatief kleine oorlogsschepen die met een of meer vuurwapens zijn bewapend; dergelijke schepen worden voornamelijk gebruikt voor plaatselijke verdediging en binnenwaterpatrouilles, maar de kanonneerboten uit de late 19e en vroege 20e eeuw kunnen behoorlijk groot zijn.
Verwijst naar een type traditionele Japanse muziek die hoofdzakelijk werd uitgevoerd bij ceremoniële gebeurtenissen aan het keizerlijk hof. De naam is afgeleid van de Japanse uitspraak van de Chinese tekens voor elegante muziek (ya yueh). Deze muziek werd in de 5de eeuw vanuit Korea in Japan geïntroduceerd en vormde vanaf de 8de eeuw een vast onderdeel van de hoftraditie. In de 9de eeuw werden de diverse vormen van de Noord-Aziatische, Chinese, Indiase, Zuidoost-Aziatische en inheemse Japanse muziek geherstructureerd tot twee hoofdgenres: togaku en komagaku. Togaku, de 'muziek van de rechterzijde,' is afgeleid van Chinese en Indiase vormen, terwijl komagaku, 'muziek van de rechterzijde,' Zuidoost-Aziatische en Japanse elementen bevat. Bij gagaku-uitvoeringen worden meestal combinaties van tokkelinstrumenten, blaasinstrumenten, trommels en een gong gebruikt. De hoofdtrommel en hoofdfluit van de twee typen verschillen onderling, en bij komagaku worden er geen snaarinstrumenten gebruikt. De term kangen verwijst naar zuiver instrumentale gagaku-uitvoeringen, terwijl bugaku ('dansmuziek') verwijst naar de muziek die wordt uitgevoerd in combinatie met een ceremoniële dans. Sommige elementen van het bijbehorende Shinto-rituelen en de oude stemmen zijn daarbij gehandhaafd; de solomuziek voor de gagaku-instrumenten is grotendeels verloren gegaan, maar sommige notaties zijn nog wel bewaard gebleven. De nog wel overgeleverde gagaku-muziek verschaft waardevolle informatie over de traditionele muziekvormen van Japan. Gagaku lijkt sterk op de wereldlijke muziek van China uit de Tang-dynastie, en verschaft daardoor inzicht in de muziek uit deze vroege periode.
Beschrijft werk dat is vervaardigd door het gelijknamige Afrikaanse volk, dat in het westen van de Ivoorkust leeft.
Doedelzakken met een enkel riet uit Oost- en Zuidoost-Europa en Klein-Azië. Ze komen in allerlei per streek of cultuur verschillende vormen voor, met een wisselend aantal pijpen, en worden aangeblazen met de mond of met een blaasbalg.
Japonnen bedoeld voor formele of semiformele gelegenheden gedurende de avond, bijvoorbeeld theaterbezoek.
Roei- en zijlvaartuigen meestal gebruikt voor de strijd op zee en bestemd om tijdens het gevecht geroeid te worden. In gebruik van de 8e eeuw voor Christus tot de 18e eeuw na Christus. Gebruik 'ramschepen' voor de 19e- en 20e-eeuwse stoomschepen die met een gepantserde voorsteven als hoofdwapen waren uitgerust.
Directeuren van commerciële kunstgalerieën of openbare kunstmusea.
Te onderscheiden van '@passage graves' door het gebrek aan onderscheid tussen de grafkamer en de toegang.
Gelijkvormige lijsten die door de eigenaar worden geselecteerd zodat alle kunstwerken in de collectie op dezelfde manier omlijst kunnen worden. Zulke lijsten waren toonaangevend voor eigendom en status en werden daarom ook vaak veranderd, soms elke generatie, om zo de nieuwste stijlen en smaken te volgen.
De stijl en de cultuur van Spaanse regio Galicië.
Middelmatig tot grote zeevarende zeilschepen uit de late 16e en 17e eeuw die worden gekenmerkt door een hoog achterkasteel, een laag voorkasteel, een galjoenconstructie, fijnbesneden uiteinden en een groot middenschip; werden als handels- en als oorlogsschepen gebruikt en vormden in de 17e eeuw de ruggengraat van de zeevloten van de meeste Europese landen.
Randen van vaten, die meestal doorboord zijn, en die horizontaal een stukje uitsteken vanaf het lichaam van het vat en daarna verticaal omhoogsteken. Ze geven vaak steun aan een deksel dat van binnen steunt.
Het aanbrengen van stukjes steen in de voegen van onafgewerkt metselwerk, zodat er minder metselspecie nodig is of om grotere stenen op hun plaats te duwen of om kleine versieringen toe te voegen.
Verwijst naar de stijlen en culturen die zich hebben ontwikkeld in Gallië, in het huidige Frankrijk en in het gebied ten zuiden en ten westen van de Rijn, onder invloed van de Romeinse overheersing en cultuur. De term kan ook in engere zin verwijzen naar de stijl en cultuur die zich onder invloed van de Romeinen ontwikkelde onder de Galliërs in Gallië.
Smal versierd band, lint, kant of tressen, vaak met metaaldraad, dat wordt gebruikt als garneersel of boordsel op kostuums en woningtextiel.
Het maken van drukplaten door gebruik te maken van een gietvorm of een ander drukoppervlak, zoals een houtgravure of zetsel, en het te galvaniseren met koper.
Beschrijft werken die zijn vervaardigd door de bewoners van de Gambier eilanden. Er is slechts een handjevol Gambier-kunstwerken bewaard gebleven, aangezien de meeste in de loop van de 19de eeuw op last van missionarissen zijn vernietigd. De weinige nog resterende beeldhouwwerken en fragmenten laten zien dat hun kunstambacht een hoge graad van ontwikkeling kende; in figuratief opzicht staat deze kunst dichter bij de Europese technieken dan bij de kunst van de andere Polynesische eilanden in de 19de eeuw.
Een cachousoort die wordt gemaakt van een bepaald geslacht van de Uncaria, een Maleise klimplant.
Ensembles uit Zuidoost-Azië, bestaande uit gevarieerde combinaties van gongs, metallofonen, xylofoons, drums, strijk- en tokkelchordofonen, fluiten of dubbelriet aërofonen, kleine bekkens en zangers. Ze begeleiden dansen en religieuze en plechtige evenementen.
Te gebruiken om werken te beschrijven van de gelijknamige Afrikaanse etnische groep die leeft in het noordoosten van Nigeria.
Beschrijft werk dat is vervaardigd door het gelijknamige Afrikaanse volk, dat in Ethiopië leeft.
Japans papier dat is gemaakt van vezels uit de korte bast (binnenste schors) van de soort Wikstroemia canescens, die inheems is in de bergachtige gebieden van Azië. De eerste gevonden vermelding van het papier stamt uit ca. 850 n.Chr. Gampi is een fijn vezelachtig papier dat wordt geproduceerd op een papierbewerkingsraster dat is bedekt met een waterdichte zijdedoek, hetgeen resulteert in het zijdeachtige geweven uiterlijk. Hoewel gampi transparant, glad en sterk is, heeft het een slechte dimensionele stabiliteit. Het wordt gebruikt als calqueerpapier en als tussengeschoten bladen voor goudbeslag, maar niet voor schutbladen.
Beschrijft werk dat is vervaardigd door het gelijknamige Afrikaanse volk, dat in Burkina Faso en Ivoorkust leeft.
Een hindoeïstisch feest waarin de geboorte van Ganesha, de god met de olifantenkop, wordt gevierd. Dit feest, dat zeven tot tien dagen duurt, bereikt op de vierde dag van de maanmaand Bhadra (augustus-september) zijn hoogtepunt. Het is met name populair in de Indiase deelstaat Maharashtra. Aanbidders brengen gereedschappen en dergelijke naar Ganesha, de god van wijsheid en voorspoed, om deze te laten zegenen. Tijdens het feest zijn talrijke standbeelden en afbeeldingen van Ganesha te zien, met als hoogtepunt een spectaculaire optocht, de Ganesha Visarjana. Op deze dag mogen de aanbidders niet naar de maan kijken, omdat de maan Ganesha heeft uitgelachen toen die van zijn rijdier, een rat, viel.
Banken die vaak bijpassend met stoelen of halspiegels worden gemaakt, meestal zonder opvulling en stoffering. Ze zijn bedoeld om in hallen en gallerijen te gebruiken.
Te onderscheiden van 'galerijgraven' doordat er een duidelijke onderscheid is tussen de grafkamer en de tunnelachtige gang die erheen leidt.
Doorgangen tussen groepen zitplaatsen.
Apparaten die worden gebruikt voor het tillen van zware voorwerpen; ze bestaan meestal uit een horizontale trommel die door een hefboom of slinger wordt gedraaid. Een kabel loopt van het object via een katrol naar de trommel waar deze wordt opgewikkeld of afgerold om het object te verplaatsen.
Dubbele klepelloze ijzeren bellen van de Ewe in Ghana, die aan een uitsteeksel aan de bovenkant worden vastgehouden en aangeslagen met een stok, vaak in paren, als begeleiding van dansen.
Verwijst naar een Chinese neolithische periode van circa 3300 v. Chr. tot aan het begin van de Bronstijd. Het gebied omvatte het westen van de provincie Shaanxi en de provincies Gansu en Qinghai, maar de cultuur heeft haar naam te danken aan het feit dat de fraaiste aardewerken voorwerpen op sites in Gansu zijn opgegraven. De Gansu-cultuur kende drie fasen: Majiayao (circa 3300-circa 2100 v. Chr.), Banshan (circa 2800-circa 2300 v. Chr.) en Machang (ca. 2000-ca. 1800 v. Chr.). Deze fasen werden gevolgd door de fasen Qijia (circa 2000-circa1600 v. Chr.), Xindian en Shajing. De fijnste keramische Gansu-houders zijn licht uitgevoerd en hebben een dunne romp, en zijn voorzien van allerlei soorten krachtig geschilderde decoraties. De klei werd zorgvuldig geselecteerd en geprepareerd, en het geschilderde decor werd uitgevoerd in aardpigmenten die vermoedelijk met een zacht penseel werden opgebracht. Het opvallendste type vaatwerk dat tijdens deze periode werd vervaardigd, was de grafurn met brede schouder en smalle voet.
Pennen die zijn gemaakt van de schachten van slag- of staartpennen van diverse vogels.
Aanduiding voor lokale huizen van bewaring voor armen, zwervers of mensen die op hun rechtszaak wachten; werden gebruikt in Groot-Brittannië tussen de 11e en de 18e eeuw. Geen Nederlands equivalent. Zie 'huizen van bewaring'.
Te gebruiken om werken te beschrijven van het gelijknamige Noord-Afrikaanse volk dat leeft in de oases van de Fazzan in Libië.
Klein, vaak van draad gemaakt keukengerei dat wordt gebruikt voor het handmatig kloppen van voedsel, zoals eieren, room of aardappelen.
Keukengerei dat wordt gebruikt voor het klutsen, roeren en kloppen.
Ruimten waar bagage, pakjes, kleding of andere persoonlijke artikelen tijdelijk in bewaring worden gegeven aan een toezichthouder. Gebruik voor ruimten in openbare gebouwen waar jassen en dergelijke kunnen worden opgehangen 'vestiaires', voor ruimten om kleding te bewaren in de huiselijke sfeer 'kleerkamers'.
De gebogen delen van harnassen, zodanig gevormd dat ze rond de nek van een dier passen en waartegen het kracht kan uitoefenen om een lading te vervoeren.
Verwijst naar een regionale school van Pahari-miniatuurschilderkunst die wordt geassocieerd met Garhwal, in het uiterste zuidoosten van het heuvelgebied van Punjab; de Garhwal-school kende een bloeitijd vanaf de tweede helft van de 18de eeuw tot aan het einde van de 19de eeuw, met name in Srinagar, de hoofdstad van dit gebied. De school was weliswaar niet productief maar heeft wel een belangrijke bijdrage geleverd aan de Pahari-schilderkunst. Kenmerkende elementen zijn een krachtige en zorgvuldige lijnvoering, heldere kleuren, expressieve figuren, krachtige composities en weelderige, sfeervolle landschappen. De invloed van de Guler-schilderkunst staat nog volop ter discussie, aangezien er diverse stilistische overeenkomsten bestaan tussen de twee scholen. Vermoedelijk hebben zich schilders uit Guler in Garhwal gevestigd, terwijl kunstenaars uit Garhwal op hun beurt mogelijk in de leer zijn geweest bij andere kunstcentra. Niettemin heeft Garhwal zijn eigen identiteit weten te behouden. De figuren in de Garhwal-schilderijen dragen steevast het halvemaanvormige shiva-teken op het voorhoofd, terwijl dit element doorgaans ontbreekt in andere Pahara-schilderijen. Andere onderscheidende kenmerken zijn tijgers, luipaarden en vogels die in paren worden afgebeeld, lotusvijvers en bloemen met puntige bloemblaadjes. De productie van de schilderschool liep geleidelijk terug in de 19de eeuw, toen Garhwal te lijden had onder invallen door vreemde mogendheden en onder aardbevingen.
Te gebruiken voor kleine vaartuigen met platte bodems met gebogen balktrek, vlakke zijkanten en brede vierkante uiteinden. Ze komen voornamelijk, maar niet uitsluitend, voor aan de kust van New Jersey.
Gasbranders die worden afgeschermd door keramieken of ondoorzichtig glazen kokers, zodat ze op kaarsen lijken.
Gebruik voor interne verbrandingsmotoren aangedreven door een mengsel van gasvormige brandstof en lucht.
Lampen die branden door het vergassen van een vluchtige vloeistof.
Het selecteren, koken en nuttigen van verfijnd voedsel, of de kunst die dit omvat.
Tangen die worden gebruikt voor het friseren, vlechten of gaufreren van de randen van kant, linnen of van ander garneersel of textiel.
Het golven, rimpelen of plisseren van de randen van kant, linnen, of welk ander weefsel of garneersel dan ook.
Hout van de boom behorende tot de soort Mesua ferrea, inheems in Myanmar. Het is sterk, hard hout, en wordt doorgaans gebruikt voor het maken van meubilair, kabinetten en inlegsels.
Te gebruiken om werken te beschrijven van de gelijknamige Afrikaanse etnische groep die leeft in Kenia en Tanzania.
Synagogefunctionarissen die liturgische muziek zingen en de congregatie voorgaan in gebed.
Concept dat betrekking heeft op kijken, toeschouwerschap, voyeurisme en sekse, dat impliceert dat de handeling van het kijken en bekeken worden het onderwerp wordt van een kunstwerk.
Periodiek uitgegeven verslagen van publieke gebeurtenissen.
Beschrijft werken die zijn vervaardigd door het gelijknamige Afrikaanse volk, dat in het noorden van Nigeria leeft.
Beschrijft werken die zijn vervaardigd door het gelijknamige Afrikaanse volk, dat in Kameroen, de Centraal Afrikaanse Republiek, de Republiek Congo en de Democratische Republiek Congo leeft.
Te gebruiken voor Afrikaanse aapfiguren van het Baulevolk, gekenmerkt door hun open handen of kleine offerschalen voor offergaven.
Te gebruiken om werken te beschrijven van de gelijknamige Afrikaanse etnische groep die leeft in Centraal-Liberia.
Te gebruiken om werken te beschrijven van de gelijknamige Afrikaanse etnische groep die leeft in het zuiden van Togo.
Het procédé waarbij een vloeistof of een mengsel van gassen en vloeistoffen binnen een poreus vast materiaal wordt getrokken en de doordringbare poriën daarvan vult. Gaat meestal samen met een fysieke en/of chemische verandering.
Verwijst naar het proces waarbij stilstaande beelden schijnbaar bewegend worden gemaakt, voornamelijk door tekeningen of voorwerpen te fotograferen in verschillende stadia van een actie. De beweging wordt gesimuleerd door een serie afbeeldingen snel opeenvolgend te projecteren.
Het uitvoeren van een ontwerp door middel van het aanbrengen van uitgesneden stukken materiaal of voorwerpen, zoals dekschilden van insecten of kralen op een basismateriaal. Wordt meestal geassocieerd met naaldwerk, maar ook wel gebruikt in keramiek, leer-, hout- en metaalbewerking.
Verwijst naar het bakken van keramiek bij een relatief hoge temperatuur, zoals bij porselein dat wordt gebakken bij een temperatuur van maximaal 1280 graden Celsius.
Staven met t-vormige fioelen aan één uiteinde, gebruikt door leden van de congregatie van de Ethiopisch-orthodoxe kerk om tijdens de dienst op te kunnen leunen; ook gebruikt om het ritme aan te geven tijdens liturgische liederen en dansen.
Het verwijderen van kleine stukjes of fragmentjes van een voorwerp of een oppervlak, zoals bij metselwerk.
Wordt gebruikt voor horizontale houten delen tussen de belangrijkste houten onderdelen van een half-houten constructie voor zijdelingse ondersteuning, vooral gebruikt bij vakwerkconstructies.
Assemblages van onderdelen (zoals balken, stangen of staven), vooral wanneer opgesteld in een driehoek of combinaties van driehoeken, om zo een onbuigzaam geraamte te vormen (om een gewicht over een groot gebied te ondersteunen), dat niet kan worden vervormd door de werking van een van buitenaf inwerkende kracht zonder dat een of meer van de onderdelen vervormen.
Gutsen waarvan de schacht over de gehele lengte is gebogen, of bijna helemaal recht is met een scherpe kromming bij de punt.
Officiële documenten met geboortedata en -plaatsen en gegevens over ouderschap.
Bruine kleur met roodachtige boventonen in diverse kleurschakeringen, verwees oorspronkelijk naar de kleur van gebrand siena-pigment, dat ontstaat door verhitting van siena-aarde.
Verwijst naar werken van gekleurd glas, over het algemeen in de vorm van een venster, zelfstandig paneel of lampenkap, waarvan het ontwerp bedoeld is om te worden bekeken door gebroken licht en de uitwerking in hoge mate afhangt van de hoedanigheid van het licht. De fasen van het productieproces zijn in een handboek uit de vroege twaalfde eeuw beschreven door de monnik Theofilus en het proces is sindsdien nauwelijks veranderd. Het glasobject wordt gemaakt door stukken gekleurd glas te snijden op basis van een karton op ware grootte en de stukken vervolgens te vatten in stroken lood. Op het glasoppervlak kunnen details worden geschilderd die worden gebrand in een oven voordat de glasstukken worden samengevoegd. De methode waarmee het glas waterdicht wordt gemaakt en wordt bevestigd in een raam is vaak zeer decoratief en vormt een belangrijk onderdeel van het ontwerp. Als hoogtepunten van gebrandschilderd glas worden de werken uit de Europese gotiek en de 19de-eeuwse neogotiek beschouwd.
Het vormen en verbinden van lussen door middel van naalden of haakjes volgens een voorgeschreven manier of patroon, machinaal of met de hand; meestal gebruikt voor textiel en kleding.
Het in stukjes uiteensplijten of in delen of scherven uiteenspatten, meestal plotseling en hevig, als gevolg van een klap of drukuitoefening.
Wordt gebruikt voor frontons waarvan de lijnen hetzij bovenaan, hetzij onderaan, hetzij op beide plaatsen zijn onderbroken. Wordt vooral gevonden op laat-antieke, barokke en maniëristische architectuur, en op Chippendale meubels.
Verwijst naar een vroege Romeinse aardewerkstijl die zich kenmerkt door een fijne, harde en dunwandige structuur. In het algemeen vervaardigd uit een roodachtige klei die door het bakken bruinachtig-grijs wordt en die soms wat mica bevat.
Het vermogen of de manier om de waarde van iets te benutten, in bezit te hebben, toe te passen of te exploiteren.
In het algemeen te gebruiken voor personen die gebruik maken van een product of dienst van de informatieindustrie, zoals software, thesauri of registers, inclusief personen die zelf gebruik maken van deze bronnen om inlichtingen te verstrekken aan anderen. Gebruik 'eindgebruikers' voor klanten of vaste bezoekers van een bibliotheek, informatiecentrum of een instelling waar men informatie kan terugvinden of ophalen uit een database.
Groepen die de specifieke doelgroep van een bibliotheek vormen en alle anderen die gebruik maken van de collectie of diensten van de bibliotheek. Ook formele of informele groepen mensen die een bepaalde database of zoekprogramma gebruiken.
Aanduiding voor muntjes met een vaste waarde die kunnen worden ingewisseld voor contant geld, maar vaak in andere termen worden aangeduid.
Aanduiding voor muntjes die recht geven op goederen of diensten maar niet inwisselbaar zijn voor contant geld.
Het onherkenbaar maken van mensen of dingen, op een zodanige manier dat ze worden opgenomen in de omgeving.
Het leasen of huren van iets voor exclusief gebruik, meestal een boot, vliegtuig of bus.
Een gecontroleerd vocabulaire is een georganiseerde rangschikking van woorden en zinsdelen bedoeld voor het indexeren van content en/of het ophalen van content middels browsen of zoekopdrachten. Meestal bevat een dergelijk vocabulaire voorkeurstermen en termvarianten, en betreft het een beperkt of specifiek gebied. Gecontroleerd vocabulaire is een breder begrip dan geautoriseerde termenlijst, aangezien een dergelijk vocabulaire zowel geautoriseerde termenlijsten als andere gecontroleerde terminologielijsten omvat.
Een gecontroleerde trefwoordenlijst is een eenvoudige lijst met termen die gebruikt worden voor terminologiebeheer. Een goed opgebouwde gecontroleerde trefwoordenlijst dient aan de volgende eisen te voldoen: iedere term moet uniek zijn; alle termen moeten tot dezelfde klasse behoren; de betekenis van termen mag elkaar niet overlappen; de termen moeten dezelfde mate van granulariteit/specificiteit bezitten; de termen moeten alfabetisch of in een andere logische volgorde zijn gerangschikt.
Te gebruiken voor methoden en technieken toegepast om bouwwerken, meubels of andere objecten te verfraaien. Gebruik 'ornamenten' voor de verfraaiingen zelf, zoals cannelures, fioelen of monogrammen, als onderdelen van het gebouw of object die niet essentieel zijn voor de constructie ervan.
Wordt gebruikt voor echappementen waarin geen terugslag plaatsvindt van de schok veroorzaakt door contact tussen in elkaar sluitende delen; geïntroduceerd in de achttiende eeuw en met name geschikt voor dure of nauwkeurige uurwerken.
Verzamelterm voor soorten beeldhouwwerk die dienen als gedenkteken voor personen of gebeurtenissen, niet noodzakelijkerwijs op of bij begraafplaatsen.
Te gebruiken voor geschriften die worden opgesteld ter gelegenheid van een bepaalde samenkomst of gebeurtenis en die worden verdeeld onder personen die bij die samenkomst of gebeurtenis aanwezig zijn. Meestal zijn gedenkschriften niet op een andere manier verkrijgbaar. Gebruik 'geschenkboeken' voor 19e-eeuwse boekwerken, meestal geïllustreerde literaire bloemlezingen, die bedoeld waren om cadeau te worden gedaan.
Bouwconstructies of aard- en nagelvaste voorwerpen die zijn opgericht als herinnering aan personen of gebeurtenissen. Gebruik 'aandenkens' voor andere voorwerpen die worden gemaakt, uitgebracht of gedragen om personen of gebeurtenissen te herdenken.
Algemeen te gebruiken voor glas dat wordt gebruikt in de architectuur en dat is gesneden, gebosseleerd, gezandstraald of op een andere manier versierd.
Schriftelijke of mondelinge composities die worden gekenmerkt door gecomprimeerde formuleringen, door woorden die zowel omwille van hun klank en suggestieve kracht als hun betekenis zijn gekozen, en door het gebruik van literaire technieken zoals gestructureerd metrum, natuurlijke cadansen, rijm of beeldspraak.
Wordt gebruikt voor het procédé waarbij deeltjes zich mengen en zich verplaatsen van een gebied met een hogere naar een gebied met een lagere concentratie, en voor de transmissie en reflectie van licht. Het effect van zulke procédés, zoals het verzachten van scherpe contouren op een foto, is hier ook bij inbegrepen.
Water waaruit onzuiverheden, zoals opgeloste zouten en colloïdale deeltjes zijn verwijderd door een of meer chemische processen.
Het doen ronddraaien van huiden, vellen of vellen in een trommel om bijvoorbeeld water of andere vloeistoffen eruit te verwijderen, om bijvoorbeeld verf- of looistoffen eraan toe te voegen of om ze te wassen.
Procedés die worden toegepast nadat de huid of het vel is (wit)gelooid en tot doel hebben het leer aan speciale behoeften aan te passen.
Eén van de drie primaire additieve kleuren; dat deel van het spectrum dat zich bevindt tussen groen en oranje, met een golflengte tussen 565 en 590 nanometer. De term kan verwijzen naar alle in helderheid en verzadiging variërende kleurschakeringen binnen deze groep kleuren. Voorbeelden van de kleur geel in de natuur zijn de kleur van rijpe citroen en van eigeel.
Verwijst naar de aardewerkstijl die werd vervaardigd op het Griekse vasteland vanaf de midden-Helladische tijd. Deze kenmerkt zich door een licht gekleurd oppervlak, en vormen waaronder een bokaal op een lage voet.
Leden van een orde die vijf families van straalvinnige zoetwater- en zeevissen omvat, waaronder rijstvissen, medaka's, gepen, vliegende vissen, halfbekken en makreelgepen.
Godsdienstige beambten of functionarissen die zijn voorbereid en het recht hebben om voor te gaan in religieuze diensten of andere religieuze taken te vervullen.
Het psychologisch welzijn of de juiste aanpassing aan de maatschappij en de gewone eisen van het dagelijks bestaan.
Groepen mensen met een religieuze achtergrond, meestal christenen, moslims of boeddhisten die een gemeenschappelijke levensopvatting hebben, zich bezig houden met specifiek werk of een rooster van godsdienstoefeningen en zich onderwerpen aan de richtlijnen van hun leiders. Vaak, maar niet uitsluitend, leven ze in een afgezonderde of niet voor iedereen toegankelijke plaats, zoals een klooster.
Rituele groepsdansen, uitgevoerd door de oorspronkelijke bewoners van Amerika aan het eind van de 19de eeuw als onderdeel van een religieuze beweging om de terugkeer van hun doden, de teruggave van hun land, het herstel van hun voedselvoorraden en levenswijze en een algemene rehabilitatie van de traditionele indianencultuur te bevorderen.
Mensen die geestelijk gestoord zijn.
Tekens aanbrengen in het oppervlak van een hard materiaal, zoals metaal of glas, door corrosieve zuren op dat oppervlak te laten inbijten. Gebruik 'etsen (drukprocédé)' voor de reeks stappen die het drukken van een ingebeten plaat behelst.
Het versieren van een oppervlak door middel van kerven of reliëfdrukken, zoals bijvoorbeeld het handpersen van linnen boekkaften of bladgoudoppervlakken.
Het vaststellen, handhaven en toepassen van consequente spelling en vormen van de eigennamen en termen die worden gebruikt als de beschrijvende en toeganggevende taal voor verzamelingen van documenten en voorwerpen.
Bij het schilderen met olieverf is dit het bijwerken van de overheersende kleur door een glazuur of dekkleur aan te brengen.
Methode waarmee op collodiumafdrukken een glanzend oppervlak wordt verkregen door ze tussen twee rollers te persen.
Een sluitsteen die wordt gebruikt voor metselwerk en die donkerder van kleur is dan de rest van het muuroppervlak.
Bijbels die zijn voorzien van annotaties in de marge of tussen de regels, waarin de tekst wordt verklaard, geïnterpreteerd of vertaald.
Stof, meestal katoen, die is gecoat met een rubbermengsel en onder druk tussen rollers door wordt geleid. Het resulterende materiaal is waterbestendig en flexibel.
Het smelten (in verband met glas ook het fuseren) en in een vorm gieten van materialen, bijvoorbeeld metaal of glas.
Wordt gebruikt voor het diepdrukproces waarbij het ontwerp in de drukplaat wordt gegroefd. Wordt onderscheiden van 'houtgraveren', want dat is een reliëfdrukprocédé. Is in het verleden soms gebruikt om te verwijzen naar drukprocédés in het algemeen, meestal die procédés waarbij gebruik werd gemaakt van drukplaten; gebruik de juiste voor- en achtervoegsels om de term te specificeren. Gebruik 'graveren (inkerven)' als het uitsluitend gaat om de handeling van het insnijden van het patroon.
Het aanbrengen van tekens op het oppervlak van een hard materiaal, zoals metaal of glas, door er met een scherp stuk gereedschap in te krassen, met dien verstande dat de figuren of patronen zelf het eindproduct moeten zijn en niet een model moeten vormen voor naderhand te maken afdrukken. Gebruik 'graveren (drukprocédé)' voor de drukprocédés die met deze techniek gecombineerd met het diepdrukken van het oppervlak worden toegepast.
Wordt gebruikt voor drie of meer dicht bij elkaar geplaatste zuilen die duidelijk een groep vormen. Wanneer twee zuilen duidelijk een groep vormen, gebruik dan de term 'gekoppelde zuilen' of 'gewrongen zuilen'. Voor ondersteuningen die bestaan uit meerdere zuilen die zijn ingebouwd rond een centraal punt (vooral in middeleeuwse context) wordt 'colonettenbundels ' gebruikt.
Textieltechniek waarbij lussen met elkaar verbonden worden, gebruik makend van een enkele draad of koord en een enkele haaknaald.
Verwijst naar het procedé van met een hamer of ander gereedschap op metaal slaan om een vat of ander voorwerp te maken, of om versiering aan te brengen. De oudste techniek hierbij was mogelijk het maken van een dunne schijf van metaal door het metaal in een holte in een blok hout te hameren. Een vat kan langzaam worden gevormd doordat op het buitenste oppervlak wordt geslagen met behulp van een speciaal gevormde hamer en aambeeld. Bij bosseleren of repousséwerk wordt gebruikgemaakt van hameren om een dessin of patroon aan te brengen in een metalen voorwerp, gewoonlijk door op de achterkant van het voorwerp te hameren.
Het samenvoegen van twee oppervlakken met behulp van een in het algemeen kleverig, plakkerig mengsel zoals een kleefstof, of door middel van fysieke of chemische kracht.
Mensen die zich bezighouden met het schrijven van boodschappen in code of geheimschrift.
De verstandelijke gave of het vermogen tot het kunnen vasthouden en herinneren van feiten, gebeurtenissen, indrukken of het herkennen van eerdere ervaringen.
Te gebruiken voor Afrikaanse maskers, gekenmerkt door echte of nagemaakte dierlijke hoorns die uitsteken aan de bovenzijde.
Wordt gebruikt voor zowel ruimten als hele gebouwen bestemd voor een verscheidenheid aan activiteiten die op een podium voor een zittend publiek plaatsvinden. Voor ruimten en gebouwen die alleen voor theatervoorstellingen dienen wordt 'theaters' gebruikt; voor ruimten met vaste zitplaatsen, bestemd voor lezingen, wordt 'voordracht- of lezingenzalen' gebruikt.
Stralingsmeters die gebruik maken van Geiger-M³llerbuizen in de juiste schakelsystemen om ioniserende deeltjes waar te nemen en te tellen.
Hout dat met thermohardende hars wordt geïmpregneerd en daarna wordt blootgesteld aan hitte en druk om de hars uit te harden en samen te persen.
De krachtige toediening van een vloeistof of andere, meestal vloeibare substantie in objecten of constructies om deze te verduurzamen, stabiliseren, versterken of repareren.
De techniek van de harde-afwerkingslak waarbij vele lagen vernis worden aangebracht. Die lagen vernis bestaan uit schellak die in alcohol wordt opgelost, vervolgens wordt gepolijst en daarna wordt versierd. De afbeeldingen zijn meestal oosters qua stijl en thematiek. Oorspronkelijk werd het japanlakken ontwikkeld om de echte oosterse lak, die in de tweede helft van de 17e eeuw erg populair was, te vervangen.
Verwijst naar werken die zijn vervaardigd door de gelijknamige Afrikaanse etnische groep, die in het noorden van Nigeria leeft.
Het proces waarbij papier of stof van een plat, glad, glanzend of gegaufreerd oppervlak wordt voorzien door de stof of het papier onder hoge druk tussen rollers door te halen.
Japanse tokkelinstrumenten met twee paar snaren, een platte houten klankkast, een korte hals met fretten en schroeven opzij, en een metalen lamel die binnenin de klankkast is vastgemaakt.
Heren- en jongensjassen met een nauwsluitend bovenstuk en een tamelijk wijde, knielange rok.
Heren of jongenshemden met een knoopsluiting van voren en lange mouwen met cilinder- of dubbele manchetten en een zachte of stijve boord. Als ze formeel of semiformeel worden gedragen hebben ze meestal een stijve of geplooide voorkant die wordt vastgemaakt met boordknopen.
Te gebruiken voor het proces waarbij korte tijd zware druk op iets tussen twee oppervlakken wordt uitgeoefend.
Tapijten waarin toefjes draden zijn geknoopt of bevestigd aan een grondweefsel om zo een opgehoogd, dik oppervlak te vormen.
Korte komvormige gutsen.
Voegen die gemaakt zijn op een gerond oppervlak en lijken op de voegen die worden gemaakt tussen de duigen van een vat.
Dammen waarbij de opvulling, meestal aarde, rotsen of klei, wordt omsloten door systematisch verdeelde materialen aan de hand van hun kracht en doorlaatbaarheidseigenschappen, meestal opgebouwd rond een ondoordringbare kern.
Onafgebroken dakbedekking van laminaat of stapels verzadigd of gecacheerd vilt, afgewisseld met lagen bitumen en bedekt met mineraal aggregaat of asfaltmateriaal.
Te gebruiken voor maskers die op het gezicht worden gedragen en dit grotendeels bedekken. Gewoonlijk gedragen ter bescherming of tijdens een rituele dans in Afrikaanse culturen.
In het algemeen het bevestigen van een label op iets uit een collectie. In de context van het prepareren van een voorwerp voor tentoonstelling te gebruiken voor het bevestigen of plaatsen van een kaart of label met een voor het publiek bedoelde beschrijving op of bij een voorwerp.
Een in water oplosbare, smakeloze, kleverige vorm van behandeld collageen dat is verkregen uit botten, hoeven of huiden en wordt gebruikt als dispersiemiddel, stijfsel, kleefstof of deklaag voor fotografische films en als stabilisator voor levensmiddelen en farmaceutische preparaten. Heeft een hoog moleculair gewicht na verwerking, in tegenstelling tot het intensiever bewerkte collageen waarvan dierlijke lijm wordt gemaakt.
Laden of dozen die in een groter meubelstuk passen. Veelvuldig aangetroffen in middeleeuwse kisten en soms in 16e en 17e eeuwse kasten.
Hout van de boom behorende tot het genus Betula alleghaniensis, inheems in het noordoostelijk deel van Noord-Amerika, met lichtgeel spinthout en roodachtig bruin kernhout. Het lijkt op suikerberkenhout en commercieel wordt er geen onderscheid gemaakt tussen de twee. Het hout wordt gebruikt voor het maken van kwaliteitsmeubilair, schrijnwerk, spoelen, klossen en triplex.
Te gebruiken voor maskerades die worden gehouden door het geheime genootschap Gelede van het Yorubavolk in West-Afrika, uitgevoerd door gemaskerde en gekostumeerde dansers die meestal vrouwen uitbeelden met als doel de oudere vrouwen uit de gemeenschap gunstig te stemmen en hen aan te moedigen hun krachten aan te wenden voor het welzijn van de gemeenschap; ze worden gehouden wanneer een lid van de gemeenschap sterft en tijdens het jaarlijkse festival van het genootschap, op de middag na de uitvoering van de Efe maskerade die de hele nacht duurt.
Personen die een gevorderde studie hebben gevolgd, expert op een bepaald gebied zijn, nauwkeurig en vaardig onderzoek doen en opgedane kennis kritisch kunnen analyseren.
Lage dessertglazen met een rudimentaire stam of helemaal geen stam, bestemd voor gelei of ijs. Vaak met een enkel of dubbel handvat.
Verliefde mensen.
Wordt gebruikt voor spitsbogen waarbij de afstand van de aanzet naar het gepunte centrum gelijk is aan de afstand tussen de voetlijnen.
Ontwerpwedstrijden die zich qua vorm tussen 'open' en 'besloten' competities bevinden; deelname is alleen mogelijk voor enkelen binnen een vakgebied, bijvoorbeeld alleen voor personen binnen een beperkt geografisch gebied.
Verwijst naar de school in het Tibetaanse boeddhisme die in 1409 is begonnen toen Tsongkapa (1357-1419) het klooster Riwo Ganden stichtte. Als laatste van de grote scholen is Gelug ook de grootste geworden. De dalai lama en de panchen lama zijn beiden lid van deze school. De Kadampa, de oudste orde van het Tibetaanse boeddhisme, is erin opgegaan. De Gelug is sinds de 17de eeuw de overheersende school en heeft een enorme politieke macht gehad van de tijd van de vijfde dalai lama, die heerser van Tibet werd, tot de Chinese inval van 1951. De leden hechten waarde aan eruditie en organiseren regelmatig debatten tussen vertegenwoordigers van tegengestelde filosofische standpunten. Dogmatiek en logica worden beschouwd als hulpmiddelen om verlossing te bereiken omdat het continuüm van een persoon wordt gezien als een cognitieve en lumineuze energie die kan worden gezuiverd door meditatie en contemplatie. De school staat bekend om het rigoureuze onderwijssysteem dat bestaat uit een aantal klassen die een monnik moet doorlopen; de meest begaafde leerlingen gaan op voor de graad van Geshe ('professor'), waarvoor zij 24 jaar moeten studeren. De nadruk ligt op kloosterdiscipline (vinaya), celibatair leven, onthouding van bedwelmende middelen en geweldloosheid. Tantristische lessen worden daarom aangepast aan de celibataire leefstijl en zijn alleen beschikbaar voor hen die eerst de theorie onder de knie hebben gekregen. Aanhangers worden vaak ‘geelkappen’ genoemd vanwege de gele kappen die Tsongkapa aan de Gelug-monniken voorschreef om zich te onderscheiden van Nyingma-monniken, die rode kappen dragen. De school heeft met centra in Europa en de Verenigde Staten ook veel weerklank gevonden buiten Tibet. Het hoofdkwartier staat in Dharmasala in het noorden van India, waar met een ambitieus uitgeefproject wordt getracht de Tibetaanse teksten te conserveren en te verspreiden.
De mechanische stralingsenergie die wordt overgeseind door golven in de lucht of andere stoffelijke media en de feitelijke oorzaak is van het zintuiglijke horen.
Het verminderen van geluidsenergie naarmate de afstand ten opzichte van de geluidsbron toeneemt, door omzetting van de akoestische energie in warmte die in het medium wordt gegenereerd.
Instrumenten die geluidsenergie meten door geluidsgolven te analyseren bij verschillende frequenties.
De hiërarchie Geluidsmiddelen bevat descriptoren voor apparaten die gebruikt worden voor het voortbrengen van muzikaal of niet-muzikaal geluid. Hieronder vallen instrumenten die tijdens muziekuitvoeringen worden bespeeld, instrumenten die binnen het kader van religieuze of andere ceremoniële gebeurtenissen worden bespeeld, geluidsproducerende instrumenten die niet in eerste instantie als muziekinstrument fungeren maar voor sein- of communicatiedoeleinden zijn bestemd, en benodigdheden die in combinatie met instrumenten worden gebruikt om geluid voort te brengen. Relatie met andere hiërarchieën: descriptoren voor toonhoogte-aanduidingen (bijvoorbeeld 'sopraan' of 'bas') zijn opgenomen in de hiërarchie Ontwerpattributen. Descriptoren voor apparaten die geluid voortbrengen maar tot integrale systemen behoren (bijvoorbeeld 'inbraakalarmsystemen', 'intercomsystemen') zijn ondergebracht in de hiërarchie Bouwwerkonderdelen. Descriptoren voor delen van geluidsmiddelen (bijvoorbeeld 'resonatoren', 'mondstukken') en voor benodigdheden die gebruikt worden voor het activeren van een geluidsproducerend mechanisme (bijvoorbeeld 'plectra') vindt u in de hiërarchie Objectonderdelen.
Wordt gebruikt voor betonnen bouwwerken van uiteenlopende vormen, meestal met een betonnen schotel die is verbonden aan microfoons, die dienen als vroege waarschuwingssystemen om het geluid van aankomende zeppelins waar te nemen en uit te zenden; langs de Engelse kust geïnstalleerd aan de kant van het Continent, aan het begin van de 20e eeuw.
Kleine ferrotypieën soms gemonteerd in sieraden of in sierpasse-partouts.
Verwijst naar een techniek waarbij touwtjes of dikke garens worden geknoopt tot een grof soort kant of tot decoratieve franje. Het wordt doorgaans uitgevoerd met behulp van een gevuld kussen op een houten lijst waarop de knoopdragende steuntouwen of de zoom van een stuk stof worden vastgezet. Vanaf de zoom of een lijn met knoopdragende touwen worden lange garens of touwen met knopen vastgezet en de lange garens worden vervolgens aan elkaar geknoopt met diverse knopen om zo patronen of ontwerpen te vormen. Tijdens het werken kunnen pennen worden gebruikt om de garens op het kussen vast te zetten. De techniek werd in het 19e-eeuwse Genua (Italië) ontwikkeld, maar de term is afgeleid van het Turkse woord voor 'handdoek' omdat het proces is geïnspireerd op de decoratieve franje op Turkse handdoeken en andere stoffen. het is ook gebaseerd op de technieken van 16de-eeuwse Italiaanse handwerkslieden bij het maken van 'punto a groppo'.
Wordt gebruikt voor bijgebouwtjes bij woonhuizen die één of meer zitplaatsen en een put bevatten en dienen als toilet; te onderscheiden van 'latrines' welke soortgelijke bouwwerken zijn voor openbaar gebruik. Gebruik 'privaten' voor ruimten in gebouwen met gelijksoortige voorzieningen zonder riolering.
Decoratief papier dat meestal als schutblad wordt gebruikt in gedrukte of blanco boeken. Gemarmerd papier wordt vel voor vel gemaakt; het procedé begint met een bad of trog met vloeibare gom, waarin de kleuren voor het marmerpatroon op het oppervlak worden gesprenkeld. Vaak worden ook terpentijn en olie, of gal, gebruikt. Vervolgens worden de patronen aangebracht door met een kam door de oplossing te roeren, of een andere methode te gebruiken die tot het gewenste ontwerp leidt. Als er dan een vel papier in het bad wordt gelegd, hechten de kleuren in de oplossing zich aan het papier. Het papier wordt daarna te drogen gehangen. Doorgaans wordt aangenomen dat het procedé in de 16de eeuw in het Nabije Oosten is uitgevonden en zich daarna al snel naar Europa verspreidde. Inmiddels worden er tal van verschillende, door het ontwerp geïnspireerde benamingen gehanteerd voor de diverse gemarmerde papiertypen; wetenschappelijk onderzoek heeft evenwel langs indirecte weg uitgewezen dat deze namen willekeurig zijn en zelfs misschien verkeerd zijn gebruikt in de loop der jaren.
Meestal alleen verwijzend naar weer, seizoen of klimaat en een aanduiding voor een aanhoudend gemiddeld warmteniveau: niet te warm en niet te koud; van milde en gelijkmatige temperatuur.
Het klimaat dat wordt gekenmerkt door variabele, gematigde temperaturen die tussen de pool en tropische klimaten liggen.
Houders om gember in te bewaren, meestal eivormig met afgevlakte schouders, rechtopstaande kraag en koepel- of kapvormig deksel; ook wel van zilver. Traditioneel gebruikt in China.
Verwijst naar het op één na grootste mormoonse kerkgenootschap. Het heeft zijn hoofdkwartier in Independence (Missouri) in de Verenigde Staten en telde aan het eind van de 20ste eeuw meer dan 200.000 leden. De Gemeenschap van Christus is voortgekomen uit een van de facties die zijn ontstaan na de dood van Joseph Smith in 1844. Een groep mormonen die het leiderschap van Brigham Young afwees, stelde dat niet hij maar Smiths zoon de rechtmatige opvolger was; zij volgden Young niet naar Utah. De leiders van het kerkgenootschap waren tot 1996 afstammelingen van de grondlegger. De kerk wijst de aanduiding mormoons af vanwege de associatie met polygamie. De volgelingen vinden dat polygamie niet in overeenstemming is met de oorspronkelijke leerstellingen van de kerk, noch met de leer en godsdienstoefeningen van Smith. Veel doctrines van de Gemeenschap van Christus lijken op die van andere mormoonse kerkgenootschappen, maar de kerk kan in het algemeen worden omschreven als liberaler en oecumenischer. Zo laat de Gemeenschap van Christus de wijding van vrouwen toe en verwerpt zij de praktijk van het 'bloedoffer' waartoe Young opriep. De diensten van de Gemeenschap zijn bovendien openbaar.
Politiek afhankelijke territoria onder gezamenlijk bestuur van twee of meer buitenlandse mogendheden.
Wordt gebruikt voor groenstroken binnen gemeenschappen of buurten die beschikbaar zijn voor bewerking, gewoonlijk door ingezetenen, en die door plaatselijke comités worden beheerd.
Het oplossen of verbeteren van de sociale of economische problemen van een gemeenschap, voornamelijk onder de organisatie en leiding van de gemeenschap zelf.
Gebouwen voor diensten van gewestelijke en plaatselijke, sinds de negentiende eeuw provinciale en gemeentelijke overheden.
Bestuur door een lokale plaatselijke eenheid, zoals een plaats, stad of dorp.
Belangrijke stedelijke bestuurslichamen die beschikken over wetgevende en uitvoerende macht, zodat ze bijvoorbeeld verordeningen kunnen goedkeuren, belasting kunnen heffen en fondsen kunnen toewijzen.
Flessen die bestaan uit twee afgevlakte ovalen flessen, die onderaan zijn samengevoegd en twee in tegengestelde richting gebogen halzen hebben.
Kommen van metaal of porselein die gemaakt zijn als paar en in elkaar passen. Eén kom heeft een kleine tuit om water over de handen te gieten en de andere kom dient als waterreservoir. Ze werden gebruikt om de handen te wassen voor het eten of tijdens liturgische ceremonies. Men begon ze in de dertiende eeuw te vervaardigen in Limoges, hoewel het ontwerp ouder is. De naam is afgeleid van ���gemellus', Latijns voor ���tweeling'.
Een mengsel van de ongesmolten grondstoffen, bijvoorbeeld zand en glasscherven, in de juiste verhoudingen en klaar om tot glas te worden versmolten.
Te gebruiken voor elke combinatie van diverse materialen met de verwante technieken voor het maken van één enkel kunstwerk. Wordt in de drukkunst gebruikt wanneer meer dan één techniek wordt gebruikt voor één druk, zoals etsen en graveerwerk. Gebruik 'gemengde techniek' voor de verftechniek van het aanbrengen van olieverfvernis op tempera of temperavernis op olieverf. Gebruik ' multimedia werken' voor 20e eeuwse werken die heel verschillende kunstvormen gebruiken, zoals beeldhouwkunst en muziek. Gebruik 'intermedia' voor het begrip dat bepaalde 20ste eeuwse werken bekende kunstvormen combineren om een nieuw type in te luiden.
De suggestie van driedimensionaliteit wekken door het gebruik van schakeringen en hoogsels.
Slaginstrumenten in de Javaanse en Balinese gamelan: dunne bronzen staven, opgehangen aan horizontale koorden boven afzonderlijke buisvormige klankbodems.
Verslagen van of verhalen over de afkomst van personen, families of andere groepen mensen beginnende bij één of meer gemeenschappelijke voorouders; opsommingen van voorouders en hun afstammelingen in volgorde van nakomelingschap.
Te gebruiken in algemene zin voor het bestuderen van menselijke ziekten en letsel, inclusief de oorzaak, behandeling en het voorkomen hiervan en met daarbij de diagnose en hoe men met patiënten omgaat.
Wordt gebruikt voor planimetrische tekeningen waarop een verticaal vlak parallel is aan het projectievlak, en wijkende vlakken worden getekend op een schaal die ergens ligt tussen dezelfde schaal en half de schaal van dat verticale vlak.
Biologische wetenschap die zich bezighoudt met erfelijkheidsverschijnselen en de verschillen tussen voorvaderen en afstammelingen.
Hal of veranda die men passeert bij het binnengaan van een Japans gebouw, waar men wordt begroet door de gastheer of -vrouw en waar men de schoenen kan uitdoen. Vroeger gebruikte men deze term alleen voor alkoven in zenboeddhistische tempels, maar tegenwoordig wordt de term gebruikt voor alle soorten ontvangstruimtes. Ze zijn meestal versierd met schilderingen.
Genuese gouden munten geslagen vanaf 1252 tot het begin van de 15e eeuw. Gebruik 'florijnen' voor soortgelijke munten die in diezelfde tijd in Florence werden uitgegeven.
Meestal geschilderde voorstellingen die situaties of gebeurtenissen uit het leven van alledag verbeelden.
Kunstenaars die zijn gespecialiseerd in het schilderen van alledaagse onderwerpen met gewone mensen, bijvoorbeeld marktscènes of huiselijke taferelen.
Een periode in de Japanse cultuur die duurde van 1688 tot 1704 en die het hoogtepunt van de Edo-periode markeert. Deze periode staat bekend om zijn geavanceerde kunst en literaire productie.
Reeks blauwe kleuren die lijken op de kleur van bloesem van de gentiaan, met name de talloze kruiden van de familie Gentianaceae, met gladde bladeren en opvallende, meestal blauwe bloemen.
Orde van bloeiende planten met 5 families, meer dan 1100 genera en bijna 17.000 soorten. Veel soorten gebruikt men als sierplanten of om medicijnen te maken. Ten dele worden ze gekenmerkt door bladeren die tegenover elkaar liggen of een krans vormen (twee of meer per knoop). De bladeren zijn enkelvoudig en vaak vergezeld van steunblaadjes (kleine bladachtige aanhangsels aan het begin van de stengel).
Verwijst naar schilderijen, foto's of kunstvormen met andere media, waarin het onderwerp een naakte vrouw in een suggestieve pose is, of andere erotica. Het verwijst meestal specifiek naar afbeeldingen uit de Westerse kunst uit de 17de eeuw tot en met de 19de eeuw, toen dergelijke afbeeldingen werden getoond in rookkamers, studeerkamers of een ander woonvertrek waar vooral mannen kwamen. De vrouwelijke modellen namen meestal traditionele poses aan naar het voorbeeld van oudere, traditionelere kunst, zoals het achteroverleunende naaktmodel dat oorspronkelijk werd afgebeeld in iconografie van de mythologische figuren Venus of Diana.
Het vernieuwen en gaan bewonen van in verval rakende stedelijke gebieden door mensen met een middel- tot hoog inkomen.
Ergens getallen op plaatsen. Meestal gaat het om een reeks opeenvolgende nummers die worden geplaatst op een aantal voorwerpen die iets met elkaar te maken hebben.
Elektrische verschijnselen en eigenschappen van de aarde; wordt in ruime zin gebruikt en omvat ook atmosferische elektriciteit.
Wetenschappers die onderzoek doen naar de fysieke krachten die op de aarde inwerken, met name binnen de aarde zelf. Ze onderzoeken verschijnselen zoals aardschokken, aardmagnetisme, zwaartekrachtvelden en elektrische geleiding, en passen daarbij nauwkeurig omschreven kwantitatieve principes toe.
Te gebruiken voor een techniek waarmee afbeeldingen worden gemaakt van objecten, constructies of andere kenmerken die zich ondergronds vlak onder de oppervlakte bevinden, door geluidsgolven vanuit verschillende hoeken op de objecten af te sturen en de signalen op te vangen en te verwerken om een aantal deelweergaven te verkrijgen. Deze worden vervolgens gecombineerd om een volledig beeld te krijgen. Tussen 1984 en 1987 ontwikkeld door Alan J. Witten.
Geografische woordenboeken met wisselende hoeveelheden beschrijvende, geografische, historische of statistische informatie.
Verwijst naar gecombineerde software- en hardwaresystemen voor het relateren en verzamelen van gegevens met betrekking tot verschijnselen die verband houden met de positie ten opzichte van de aarde. Vaak kunnen dergelijke systemen tijdsgerelateerde gegevens of gegevens met betrekking tot geologie, ecologie, meteorologie, landgebruik, demografie, transport of andere gegevens over bestaande geografische basisgegevens heen projecteren. De gegevens worden meestal gepresenteerd in de vorm van landkaarten of tabellen, in kleur op een computerscherm weergegeven, of afgedrukt.
Kaarten die de structuur en samenstelling van de aardkorst weergeven, inclusief de lagen waaruit deze is samengesteld, de platen, de relatie hiertussen, en de opeenvolgende wijzigingen die de oorzaak zijn van de huidige staat en positie hiervan.
Het magnetische veld van de aarde en de daarbij behorende verschijnselen.
Verwijst naar een periode en stijl van Griekse kunst en cultuur die zich eerst ontwikkelde in Attica maar uiteindelijk is aangetroffen in heel Griekenland, in Italië en in de Levant. Over het algemeen wordt de periode gedateerd van circa 900 tot circa 700 v. Chr., hoewel sommige classificatiesystemen de protogeometrische periode weglaten en de geometrische laten aanvangen in 1100 v. Chr. Het aardewerk wordt gekenmerkt door donker-op-lichte decoraties, geordend in regelmatig afgebakende horizontale banden, en verschilt van de protogeometrische stijl doordat de ontwerpen drukker zijn, met banden die vrijwel het gehele vat bedekken. De ontwerpen bestaan uit keperbanden, driehoeken, meanders, swastika’s en kenmerkende gestileerde, hoekige menselijke en dierlijke figuren. Soortgelijke ontwerpen en figuursoorten werden gebruikt in de beeldhouwkunst en andere kunstvormen.
Wiskundigen die gespecialiseerd zijn in metingen, relaties en eigenschappen van punten, lijnen, krommen, hoeken, oppervlakken en vaste lichamen.
Geologen die zich bezighouden met de reliëfkenmerken van het aardoppervlak, op het land en op de zeebodem, en een generieke interpretatie van deze kenmerken proberen te geven op basis van de fysische geografie voor de beschrijvende aspecten en de structurele geologie voor de verklarende fase.
Specialisten op het gebied van de geopolitiek, de studie van de geografische aspecten van politieke verschijnselen, waaronder de geografische bases van de macht van landen en de geografische invloeden op machtsverhoudingen in de internationale politiek.
Studie van de geografische aspecten van politieke verschijnselen, waaronder de geografische bases van de macht van landen en de geografische invloeden op machtsverhoudingen in de internationale politiek.
Verwijst naar de laat-19de-, vroeg-20ste-eeuwse Engelse stijl in architectuur, meubilair en kunstnijverheid, die de architectonische vormen en decoratieve motieven van de Georgian periode (1717-1830) deed herleven. De Georgian Revival-architectuur wordt evenals haar voorbeeld gekenmerkt door symmetrische bakstenen gevels, puntdaken, schuiframen en waaiervormig bovenlichten, terwijl de meubelontwerpen zijn geïnspireerd door de stijlen van Adam, Hepplewhite, Sheraton en Chippendale.
Een vlak product gemaakt van polymeer materiaal, dat wordt gebruikt met aarde, steen, grond of elke andere geotechnisch verwante stof, als een integraal deel van door mensen vervaardigde producten, structuren of systemen.
Elektriciteitscentrales die op stoom uit geothermale bronnen werken, bijvoorbeeld geisers, heetwaterbronnen of vulkanen. LEH.
In algemene zin te gebruiken voor wetenschappers die zijn gespecialiseerd in één van de aardwetenschappen.
Het plaatsen van opeenvolgende nummers, één op iedere pagina van een boek. Kan ook slaan op de algehele samenstelling van de nummering in het boek.
Een nathuisbewerking volgend op de behandeling met enzymen, waarbij onthaarde huiden en vellen worden gedrenkt in of verzadigd met 12% zout en 1,2% zwavelzuur om deze voor te bereiden op chroomlooien of te conserveren zodat ze later kunnen worden gelooid. Te onderscheiden van 'inpekelen', waarbij huiden en vellen worden gedrenkt in een sterke zoutoplossing om ze te behandelen voor vervoer naar looierijen.
Geperst glas gemaakt in de jaren 20 van de 20ste eeuw door automatische machines in fabrieken in het Midden-Westen van Amerika. Het wordt gezien als kenmerkend voor de soberheid van het naoorlogse leven. Sommige patronen doen denken aan 19de-eeuwse ontwerpen, terwijl in andere de scherpe hoeken en precieze lijnen van de Art Deco-stijlen zijn terug te vinden.
Het herstellen van een beschadiging in een bepleisterde muur of in muurschilderingen door het beschadigde gedeelte uit te graven en het gat te vullen met plastieke kalkmortel, Parijse kalk, Keene's cement of ander, soortgelijk materiaal.
Conserveringsmethode voor vergankelijke biologische preparaten, waarvan de structuurelementen worden gefixeerd, bij voorkeur met aceton ontwaterd, met reactiekunststof zoals siliconerubber in vacuüm doordrenkt een vervolgens worden gehard
Bij metaalbewerking, het bewerken van een oppervlak met rondsnijmessen in verschillende vormen om een vlak of gegroefd oppervlak te verkrijgen.
Het verwijderen van littekens, krassen en andere onregelmatigheden van de nerfzijde van leer met behulp van een schuurmiddel of een schaafapparaat. Gebruik 'afwerken (dressen)' voor het verwijderen van onregelmatigheden van de vleeszijde van leer met vergelijkbare middelen.
Piano’s waarvan afzonderlijke noten zijn veranderd qua timbre, toonhoogte en dynamiek door verschillende voorwerpen, zoals vlakgommen, schroeven, bouten en stokjes op bepaalde punten tussen of op de snaren te plaatsen. Het idee is afkomstig van de Amerikaanse componist Henry Cowell, maar de eerste geprepareerde piano werd rond 1940 gemaakt door de Amerikaanse minimalistische componist John Cage.
Verwijst naar een systeem dat is gebaseerd op geometrisch projectie en dat in de kunst, architectuur, cartografie en andere disciplines wordt gebruikt voor het weergeven van driedimensionale voorwerpen in een tweedimensionaal oppervlak, waarbij bepaalde regels strikt worden nageleefd, waarin uiteen wordt gezet dat er denkbeeldige gezichtslijnen lopen van het oog van de toeschouwer naar het voorwerp, die het mogelijk maken om een beeld van het voorwerp over te dragen naar een transparant oppervlak (het beeldvlak). De rekenkundige voorwaarde van een projectie is dat elk punt in het voorwerp en de overeenkomende punt in de afbeelding zijn verbonden door een rechte lijn, de projectiestraal. Projectiestralen lopen doorgaans door het midden van de projectie. In veel gevallen wordt ervan uitgegaan dat het midden van de projectie oneindig ver is verwijderd van het voorwerp, waardoor alle projectiestralen parallel zijn en niet samenkomen om de suggestie te wekken dat ze terugwijken in diepte. Hoewel de betekenis enigszins overeenkomt met 'perspectief', wordt 'projectie' gebruikt voor technische en architectonische tekeningen die de nadruk leggen op de rekenkundige eigenschappen van de afgebeelde voorwerpen. 'Perspectief' wordt gebruikt voor kunstwerken en weergaven met vervormingen van lengte, hoeken, vormen en de rechtheid van lijnen die zich optisch voordoen als voorwerpen die terugwijken in de diepte.
Variabele rode kleuren die lijken op de kleur van het pigment geraniumrood, een synthetisch organisch pigment uit sediment van eosine op een basis van aluminiumtrihydraat.
In de Nederlandse betekenis beperkt tot rechtszaken.
De hiërarchie Gereedschap en Uitrusting bevat descriptoren voor uitrusting die wordt gebruikt bij de verwerking van materialen en de vervaardiging van objecten, naast descriptoren die worden geassocieerd met activiteiten en disciplines in de bouw, de ontwerpbranche, de kunst en kunstnijverheid, en andere aspecten van de materiële cultuur. Niet opgenomen zijn artefacten zoals meetinstrumenten en wapens, die wel als uitrusting worden beschouwd maar binnen het kader vallen van andere hiërarchieën in de sectie Interieurinrichting en Uitrusting van het facet Objecten. Relatie met andere hiërarchieën: descriptoren voor apparaten die worden gebruikt voor meting op basis van standaardeenheden of vaste hoeveelheden (bijvoorbeeld 'kalibers') verschijnen in de hiërarchie Meetinstrumenten. Descriptoren voor objecten die nodig zijn voor het verankeren of verbinden van materialen, objecten of componenten (bijvoorbeeld 'spijkers', 'gespen') zijn ingedeeld bij 'bevestigingsmiddelen' in de hiërarchie Componenten. Samenstellende delen van uitrusting (bijvoorbeeld 'handvatten') zijn eveneens opgenomen in de hiërarchie Componenten. W-systemen maken deel uit van de hiërarchie Objectgroepen en systemen, en de descriptoren voor W-uitrusting (bijvoorbeeld 'airconditioningsapparaten') treft u hier aan.
Term die in het algemeen wordt gebruikt voor diverse gereedschappen voor het ontvlezen van vellen of huiden.
Vakmensen die verschillende soorten gereedschappen maken, in het bijzonder in de context van een machinewerkplaats.
Het tijdelijk aan elkaar bevestigen van twee of meer stukken materiaal door middel van lange, losse steken om ze op hun plaats te houden tot ze uiteindelijk worden vastgenaaid. Gebruik 'losjes bevestigen' voor een lichte of tijdelijke bevestiging met behulp van een ander middel.
Wordt gebruikt wanneer men veranderingen aanbrengt aan een voorwerp of een bouwwerk, zodat de toestand waarin het zich voor de restauratie op een bepaald ogenblik bevond zo dicht mogelijk wordt benaderd. Wanneer er bij het aanbrengen geen rekening wordt gehouden met de historische context wordt 'herinrichten' en 'renoveren' gebruikt. Wanneer veranderingen worden aangebracht om verdere aantasting te voorkomen wordt 'behoud' gebruikt. De meest algemene term voor behandeling, preventieve zorg en onderzoek gericht op landurig behoud, is 'conservering'.
Het opnieuw bewerken van kleine delen van een schilderij of fotonegatief meestal om beschadigingen te herstellen of om ongewenste kenmerken te camoufleren. Gebruik 'bijschilderen' of 'overschilderen' voor soortgelijke bewerkingen van schilderijen uitgevoerd door conservators.
Verwijst naar de stijl en periode die wordt geassocieerd met de Indo-Europese sprekers van Germaanse talen wier oorsprong onduidelijk is maar die het zuiden van Zweden, het Deense schiereiland en het noorden van Duitsland bevolkten in de late Bronstijd. In latere eeuwen verhuisden verschillende Germaanse stammen naar het zuiden en het westen ten koste van Keltische stammen en andere bewoners. De artistieke stijlen van de Germaanse volkeren worden vaak geassocieerd met draagbare objecten, waaronder wapens en persoonlijke ornamenten.
Geknoopte poolweefsels, opgehangen aan een stok in een deuropening ongeveer 25 cm boven de drempel om stof en dieren buiten te houden circa 30 cm lang en 90 cm breed.
Het verkrijgen van materialen door individuele auteurs, bibliotheken, musea en andere instituten, waarbij zij onderling hun eigen publicaties of die van de instituten waar ze aan zijn verbonden zijn uitwisselen, dan wel dubbele exemplaren uit hun eigen collecties ter beschikking stellen.
Te gebruiken voor figuren die bestaan uit geroteerde vierkanten of ruiten zodat hun hoeken op de horizontale en verticale assen liggen. Veel voorkomend als los motief, in een ruitpatroon of in een doorlopende serie.
Verwijst naar de predynastische periode in boven-Egypte van circa 3500 tot 2925 v. Chr. Tot de kunstvoorwerpen behoren paletten van leisteen, mattoirs met beeldsnijwerk, koperen artefacten, ivoren en stenen beeldjes, en vaalgeel aardewerk dat is versierd met geometrische motieven en gestileerde voorstellingen van planten, dieren en mensen in rode verf.
In elkaar grijpende patronen van gelijke vormen met afwisselende kleuren of tonen; de figuren en de ondergrond kunnen beide worden gezien als samenhangende patronen.
Aanduiding voor chronologische verslagen van gebeurtenissen, zoals het leven of de ontwikkeling van een volk, land of instituut.
Vakgebied dat de chronologische loop van gebeurtenissen bestudeert zoals die een land, gemeenschap, individu, voorwerp of plaats beïnvloeden, gebaseerd op het kritisch bestuderen van bronmaterialen, dat meestal een verklaring biedt voor de oorzaken er van.
Personen die zich bezighouden met de historiografie, de studie en het schrijven van geschiedenis gebaseerd op het kritisch bestuderen van bronnen, de selectie van bijzonderheden uit authentiek materiaal en de synthese hiervan in een lopend verhaal dat de toetsing van kritische methoden kan doorstaan. De term wordt ook gebruikt voor personen die officieel zijn aangesteld om een geschiedenis te schrijven of om de voortdurende geschiedenis van een land, groep of instituut vast te leggen.
Techniek waarbij met behulp van een tamelijk droge kwast verf of inkt op een onregelmatige manier wordt aangebracht, zodat een oneffen of gevlekt patroon ontstaat; hierbij is het mogelijk dat het papier of de laag verf die onder het met de droge kwast aangebrachte patroon zit, op sommige plaatsen zichtbaar blijft.
Te gebruiken voor een gietbrons van 10 tot 15% tin, ongeveer 2% zink en voor de rest koper. Het werd vroeger gebruikt voor het maken van kanonslopen en later ook voor diverse machineonderdelen en andere apparaten. Wordt ook gebruikt voor verschillende metalen of legeringen die donkerblauw of paarsachtig grijs van kleur zijn en worden gebruikt voor de lopen van vuurwapens en andere voorwerpen.
Verwijst naar het proces of de techniek waarbij deeltjes of deeltjesmateriaal, meestal metaal, door warmte onder het smeltpunt toe te passen zodat de deeltjes aaneenkitten tot een vaste massa zonder vloeibaar te worden. Het wordt doorgaans gebruikt om keramiek of metaalwerk te maken of te versieren of om de mechanische of fysische eigenschappen van metaal te verbeteren.
Te gebruiken voor Amerikaanse hakkeborden die met houten hamertjes worden bespeeld. Gebruik 'Appalachische hakkeborden' voor hakkeborden met snaren die over een klankkast zijn gespannen en die tokkelend worden bespeeld.
In de boekbinderij: een hoek die wordt gevormd door het raakvlak van de haakse rugkant van het voorplat en de kneep. De rugsnede van het voorplat ligt tegen de kneep, waardoor een vrij stugge verbinding ontstaat met een opdikking in plaats van een groef, zoals het geval is bij 'Franse knepen'.
Helmen die een kruising zijn tussen wapenhelmen en dichte helmen; ze zijn geconstrueerd als dichte helmen maar hebben net als wapenhelmen een klep, wangstukken en een @'falling buffe' in plaats van een vizier en een @bovenkinstuk.
Fluweel waarbij de lussen die door de poolketting zijn gevormd tot franje wordt gesneden.
Wordt gebruikt voor het procédé waarbij twee stukken metaal aan elkaar worden bevestigd door er soldeer tussen te voegen en hitte te gebruiken, en waarbij de te verbinden oppervlakken soms, maar niet noodzakelijkerwijs, worden onthard of verhit. Deze toepassing vindt meestal plaats bij een temperatuur tussen 183 en 310 graden Celsius, met een maximum van 750 graden Celsius. Gebruik 'hardsolderen' voor hetzelfde procédé waarbij de temperatuur tussen de 750 en 900 graden Celsius ligt. Gebruik 'lassen' voor het procédé waarbij twee stukken metaal worden verbonden en waarbij het nodig is de oppervlakken te ontharden of te smelten en waarbij lasmetaal wel of niet gebruikt kan worden.
Gesp-achtige elementen die een lijstwerk omringen, zoals in het centrum of op de hoek van zeventiende-eeuwse lijsten.
Steekspelen die in Duitsland zijn ontstaan waarbij wordt gevochten met lansen die van een stompe, gevorkte punt zijn voorzien.
Verwijst naar het procedé voor het bevestigen, afsluiten, samenvoegen, repareren of creëren van versieringen door stiksels, de gedeelten van draden van stof of een ander materiaal die door middel van een in-en-uit-beweging met een naald en draad door de dikte of het oppervlakte van het materiaal worden gehaald, of de lussen van draad die op een naald worden gecreëerd bij breiwerk en ander handwerk. Stikken wordt gebruikt voor het vastmaken, verbinden, sluiten, verenigen, herstellen, of het creëren van versiering. De betekenis overlapt met 'naaien (naaldwerkprocedé)'.
Vaste zitplaatsen voor geestelijken, met hoge omsluitende ruggen en zijkanten.
Amerikaanse tapijten uit het begin van de 19e eeuw die overlangs in wijde strepen met een grove, zelfgesponnen wollen draad werden geweven. De breedte van de tapijten was precies geschikt voor traplopers, of ze werden aan elkaar genaaid om zo een kamerbreed tapijt te maken.
Geëgaliseerde verbindingen waarbij de voegen gelijk liggen met de aaneengelaste oppervlakken
Traditionele Japanse houten klompen die buitenshuis worden gedragen, met omgekeerde V-banden die tussen de eerste twee tenen lopen en met twee dwarssteunen aan de onderkant van de zool.
Wordt gebruikt voor bogen waarvan het binnengewelf, en soms het buitengewelf, maar een geringe hoogte heeft. Voor bogen zonder welving wordt 'strekse bogen' gebruikt.
Het toepassen van verfstoffen op bepaalde gebieden van een zwart-witte fotografische afdruk.
Raamwerken of machines die worden gebruikt om twee of meer reeksen draden of garens onder een rechte hoek door elkaar heen te weven.
Wordt gebruikt voor bogen waarvan de buitengewelven trapvormig zijn, om overeen te komen met de metsellagen in de muur rond de opening.
Een techniek waarbij verf lichtjes over een ruw oppervlak wordt gestreken, zodat het de hogere plaatsen bedekt en de lagere delen onberoerd laat; op deze manier ontstaat een onregelmatig kleurenpatroon, waarbij op sommige plaatsen de kleur van de ondergrond door de vlekken die met het lichte strijken is aangebracht, heen schijnt.
Delen van steden waar - voornamelijk als gevolg van sociale, economische of wettelijke druk - mensen wonen die tot een bepaalde etnische of culturele minderheid behoren.
Documenten die het karakter van een persoon of de waarde van een object bevestigen. In specifieke zin, geschreven verklaringen van de prestaties van een individu of het nut van een product of dienst, zoals een endossement.
Textiel procédé waarbij er twee of meer effectieve strengen zich dooreenvlechten met een andere set van evenwijdige strengen.
Smalle, meestal v-vormige kanalen die zijn gevormd door de inwerking van water dat er slechts van tijd tot tijd of slechts gedurende een seizoen doorheen stroomt.
Een donkere, prettig ruikende oleohars verkregen van bomen van het geslacht Styrax, waaronder S. benzoë en S. officinalis, deze groeien in Thailand, Maleisië en Indonesië. Benzoë hars werd gebruikt door de 16e eeuw als een gedistilleerde vernis voor schilderijen. Het wordt ook gebruikt als een weekmaker voor vernissen en lakken, een parfum, als een antiseptisch middel, en een deodorant. Benzoë hars is niet hetzelfde als de chemische stof genaamd "benzoë," dat is een poeder verkregen uit benzaldehyde. Voor de bruine, kleverige, aromatische hars verkregen van bomen van het geslacht Liquidambar, gebruik "styrax."
Instellingen met faciliteiten waar mensen op wettelijke basis vastzitten als straf voor een misdrijf of in afwachting van berechting. In Noord-Amerika verwijst de term 'prisons' specifiek naar een door de staat of federale regering gerunde faciliteit voor mensen die van ernstige misdrijven zijn beschuldigd, in tegenstelling tot lokaal bestuurde faciliteiten voor mensen in afwachting van berechting of voor kleinere misdrijven. Gebruik 'huizen van bewaring (instellingen)' voor misdadigers die voor kleinere misdrijven gestraft worden of een relatief korte straf hebben gekregen.
De driehoekige of gesegmenteerde tussenruimten die door een fronton of een boog worden ingesloten.
Handvaten van snijwapens, zoals bijvoorbeeld dolken, zwaarden en messen, met als typische componenten de greep en de beschermer(s), mits aanwezig.
Een ruw brecciëmarmer, bestaande uit witte en roze fragmenten in een donkerdere matrix; afkomstig uit Serravezza in Italië. Lijkt erg op Egyptisch brecciëmarmer.
Het vormen van strukturen waarbij de draden van een of meer dradenstelsels elkaar kruisen of door elkaar getwijnd worden volgens een bepaald systeem. In ruime zin is weven een vorm van vlechten.
Het vermogen om een toestand van het lichaam, de lichaamsdelen of de zintuigen waar te nemen doordat boodschappen van de zintuiglijke receptoren van het lichaam in de hersenen worden geregistreerd als informatie over de omgeving.
Eéndelige lange, losvallende kledingstukken, als dagelijkse kleding gedragen door mannen en vrouwen van vanaf de oudheid tot, vooral in Aziatische en Afrikaanse landen, de moderne tijd. Ook soortgelijke kledingstukken die worden gedragen bij ceremoniële en officiële gelegenheden of als symbool van ambt of beroep.
Quilting technique in which designs outlined with stitching are heavily stuffed from the back with filling to give a raised effect.
Gewatteerd kledingtextiel voor het bovenlichaam met mouwen en vaak een rok, uitgerust met veters om de wapenrustingen van hard materiaal aan te hechten, en vaak ingezet met okselstukken van maliën. Deze werden gedragen in de 14e en de 15e eeuw onder andere wapenrustingen, voor extra bescherming en om schuren te voorkomen.
Vuurwapens, meestal geweren, die worden gebruikt bij het kleiduivenschieten; meestal semi-automatische wapens met meer gewicht vooraan dan veldgeweren.
Wapensmid die gespecialiseerd is in het maken van een passende geweerlade voor de loop van een wapen.
Een paar uitstulpingen van been dat jaarlijks wordt afgeworpen; het steekt uit vanaf de voorhoofdsbeenderen van gehoefde dieren die behoren tot de hertenfamilie. Te onderscheiden van 'hoorn', dat uit vervormd huidweefsel of samengeperst haar bestaat.
Boogstructuren, meestal van metselwerk, die een plafond of dak vormen.
Aanduiding voor plafonds die een grote, holle boog maken bij de overgang van muur naar plafond, in plaats van elkaar met een scherpe hoek te kruisen.
Wordt gebruikt voor de delen tussen de graten of ribben van een gewelf.
Houten of stenen deksel ter afdekking van de opening binnen de houten of stenen afsluitingring van het gewelf. Kan beschilderd of gebeeldhouwd zijn.
Gedeelten van een gewelf begrensd door twee transverse ribben.
Wordt gewoonlijk gebruikt voor het dooreenvlechten van draden of stroken van verschillend materiaal, zoals riet, textiel of twijgen, om materialen of objecten zoals vlechtwerk, stof, manden of bloemkransen te maken. Wordt met name gebruikt voor het maken van textiel op een weefgetouw of een ander weefapparaat door middel van het ineenvlechten van schering en inslag in een bepaalde volgorde.
Objecten die men gebruikt omdat ze zwaar zijn en naar beneden drukken of weerstand bieden. Bijvoorbeeld de ronde schijven die gewichtheffers gebruiken, presse-papiers, vislood en stukken metaal of keramiek die men in kledingstukken of gordijnen naait om ze naar beneden te laten hangen.
Grote soort es waarvan het blad uit 7 tot 11 deelblaadjes bestaat. De boom komt veel voor in heel Europa. De soort is bekend in diverse variëteiten, waaronder productiebomen en bomen die al eeuwenlang worden gebruikt voor de landschapsinrichting. Er zijn opmerkelijke variëteiten die dwergachtig zijn of hangende takken hebben, of met meerkleurige bladeren, wratachtige twijgen en takken of gekrulde bladeren.
Eenvoudige tapisseriesteek in twee fasen, waarbij de draad eerst van links naar rechts diagonaal over een dubbele draad canvas wordt gehaald en vervolgens verticaal door de dubbele draad wordt gehaald.
Zand met een grote kracht op een oppervlak van, bijvoorbeeld, metaal, metselwerk of beton spuiten om vuil, roest of verf te verwijderen, of om het oppervlak met een ruwe structuur te versieren.
Verwijst naar voorstellingen van plaatsen of dingen, doorgaans op vrijwel tweedimensionale media zoals prenten, tekeningen, schilderingen, foto's of bas-reliëfs. De term wordt meestal gebruikt om een voorstelling gemaakt vanuit een bepaald gezichtsveld te onderscheiden van andere informatievormen zoals diagrammen, werktekeningen of verbale beschrijvingen.
Gestileerde vaten van steengoed die een menselijk gezicht voorstellen, met witte klei op de plaats van de ogen en de tanden. In de 19de eeuw gemaakt door Afro-Amerikanen in Zuid-Carolina, mogelijk ook in Alabama en het noorden van Florida.
Denkbeeldig of feitelijk punt in de ruimte van waaruit een beschouwer van een kunstwerk een object of gezichtsveld waarneemt. Bij het ontwerpen van composities en perspectivische systemen binnen de kunst van de westerse wereld is vaak rekening gehouden met het gezichtspunt van de beschouwer. Er is enige overlapping in betekenis met 'standpunt', maar 'standpunt' verwijst vaker naar perspectivische conventies binnen bouwtekeningen, terwijl 'gezichtspunt' in principe naar alle kunstvormen kan verwijzen.
Het conserveren en op smaak brengen van etenswaren door ze in te leggen in zout of pekel. Een van de oudste manieren om voedsel te bewaren.
Tapisserietechniek waarbij de inslagdraden van twee aangrenzende vlakken per groep van twee of meer beurtelings om één kettingdraad worden geweven.
Een voorlooiproces waarbij het haar op huid of vel vóór het ontharen wordt losgemaakt door deze in een warme omgeving te plaatsen en een beheerst rottingsproces mogelijk te maken.
Beschrijft werk dat is vervaardigd door het gelijknamige volk, dat in de Ghadames-oase in Libië leeft.
Verwijst naar de cultuur van de Ghandara-regio in India, het gebied tussen de rivier de Boven-Indus en Kabul, onder de Kushana-dynastie; deze term verwijst met name naar de boeddhistische architectuur en beeldhouwkunst van de 2de tot en met de 6de eeuw n. Chr. De stijl ervan weerspiegelde de kosmopolitische connecties van zijn begunstigers en werd in hoge mate beïnvloed door de 2de-eeuwse Hellenistische kunst van Egypte en Syrië. Op zijn beurt was deze Ghandara-stijl een stimulans voor andere kunststijlen in Centraal-Azië, Wei China en Japan. Gandhara-kloosters en stoepa's waren zeer sierlijk, met westerse decoratieve elementen zoals acanthus-kapitalen, Hellenistische komediemaskers en putti. De stoepavorm zelf veranderde in Gandhara: de koepel werd hoger, de balustrades groter en fijner afgewerkt en de gelaagde paraplu-eenheid werd uitgebreid totdat deze uittorende boven de hele structuur. Gebeeldhouwde figuren waren gewoonlijk zwaar gedrapeerd in toga-achtige kledij en hun musculatuur werd meestal met nadruk weergegeven; beeldhouwwerken werden meestal gepleisterd en levendig beschilderd. Tegelijk met beeldhouwers in Mathura vervaardigden Gandhara-beeldhouwers een boeddha-icoon voor het in opkomst zijnde boeddhistische geloof; ook droegen ze bij aan de ontwikkeling van het beeld van Bodhisattva. Een groot aantal Gandhara-beelden is bewaard gebleven, alle heel homogeen in stijl. Belangrijke locaties bevonden zich in Shahji-ki Dheri, Takht-i-Bahai, de Taxila-regio, Sar Dheri en Sahr-i-Bahlol. Het uiterste noordwestelijke gedeelte van Gandhara strekte zich uit tot wat nu Afghanistan is; Religie en kunst in Gandhara-stijl bleven in die regio floreren tot ten minste de 8ste eeuw.
Klokvormig motief met groeven dat als fioel wordt toegepast bij piramidevormige dakstructuren in de Indiase tempelarchitectuur.
Verwijst naar de kunst en cultuur die is verbonden met de islamitische Turkse dynastie met deze naam die regeerde over Perzië, Afghanistan, Turkestan en noordwestelijk India. De Ghaznavids, oorspronkelijk Turkse militaire slaven die een Perzisch-islamitische levenswijze aannamen, regeerden vanaf de 10de eeuw tot de 11de en 12de eeuw, waarna ze werden verdreven door de Seljuks en Ghurids. Er is maar weinig Ghaznavid-kunst bewaard gebleven, maar de twee monumentale graftombes of minaretten die nog aanwezig zijn in Ghazni, geven een idee van de grootsheid van deze kunst. Deze bouwwerken zijn hoog en slank in een Perzische stijl, en werden gebouwd op het vlak van een achtpuntige ster. De oppervlakken ervan zijn verfraaid met Koefische inscripties en abstracte ontwerpen in baksteen.
Een afdruk die is gemaakt met de Iris, een grote inkjetprinter, die oorspronkelijk werd gebruikt voor drukproeven in de offset-lithografie en sinds de jaren 90 van de 20ste eeuw voor kunstdrukwerk, meestal fotografisch. Deze afdrukken kunnen op verschillende materialen worden gemaakt, zoals papier, canvas, en mylar.
Een afdruk die is gemaakt met de Iris, een grote inkjetprinter, die oorspronkelijk werd gebruikt voor drukproeven in de offset-lithografie en sinds de jaren 90 van de 20ste eeuw voor kunstdrukwerk, meestal fotografisch. Deze afdrukken kunnen op verschillende materialen worden gemaakt, zoals papier, canvas en mylar.
Personen die worden ingehuurd om anderen, zoals toeristen, reizigers en jagers, te leiden of te vergezellen door voor hen onbekende gebieden of bezienswaardigheden, zoals natuurgebieden, steden en monumenten. Gebruik 'museumgidsen' voor personen die groepen rondleiden door een museum of een tentoonstellingsruimte en de geëxposeerde collectie bespreken en becommentariëren.
Te gebruiken voor kleine roeiboten die zijn gebouwd opdat professionele gidsen klanten uit vissen kunnen nemen.
Kleine letters in middeleeuwse manuscripten en oude gedrukte boekwerken, die in de lege ruimten bestemd voor beginletters werden gezet als leidraad voor de illuminator of rubricator.
Te gebruiken voor lange, lichte scheepsboten met meestal zes of minder riemen met één roeibank en een lengte van tot ongeveer 10 m; kunnen ook vanaf de kust worden gebruikt om loodsen naar hun schip te roeien; soms gebruikt voor wedstrijdroeien.
Te gebruiken om werken te beschrijven van de gelijknamige Afrikaanse etnische groep die leeft in het zuidwesten van Kameroen en in Equatoriaal-Guinea.
Algemene term die verwijst naar leden van 22 soorten grote, aasetende vogels die voornamelijk leven in de tropische en subtropische streken van de Nieuwe en de Oude Wereld. Hoewel de soorten uiterlijke gelijkenis vertonen, zijn ze slechts verre verwanten en zijn de overeenkomsten tussen de gieren van de Oude en die van de Nieuwe Wereld (condors) het gevolg van convergerende evolutie.
Personen die zich bezighouden met het maken van afgietsels of het maken van vormen in een mal. Verwijst doorgaans naar hen die vloeibare materialen, zoals metaal of glas, in een mal gieten, en niet naar hen die materiaal in een mal persen.
Te gebruiken in de industrie en de bouw voor voorwerpen die zijn gegoten. Gebruik 'afgietsels' voor sculpturen die zijn gegoten.
Wordt gebruikt voor betonnen palen die samen met een stalen omhulsel worden geheid. Later wordt dat omhulsel verwijderd en vervangen door een permanent omhulsel.
Flessen om vergiften in te bewaren, variërend in vorm, maar vaak met een ruw oppervlak of andere uiterlijke kenmerken, zodat ze op de tast kunnen worden herkend.
Naam van gestreken instrumenten die in het middeleeuwse Europa voorkomt van het midden van de 12de tot de late 14de eeuw. In 12de-eeuwse Duitse en Latijnse teksten wordt de term genoemd in combinatie met de 'vièle' (vedel), maar niet met de 'rebec', wat doet vermoeden dat de laatstgenoemde term een synoniem is. De term 'giga' begon uit fictieve en historische verslagen te verdwijnen in de 14de eeuw, toen 'rebec' in opkomst was. In verschillende talen worden de 'giga' en de 'vièle' beschreven als samen bespeelde instrumenten op feesten en vieringen, gewoonlijk in verband met minstrelen. Er is echter bewijs dat met de term in de vroege 14de eeuw soms ook werd verwezen naar instrumenten die als vedel zijn te identificeren.
Verwijst naar de geloofsorde die rond 1140 werd gesticht door Gilbert van Sempringham (circa 1083-1189) in Lincolnshire, Engeland. Zowel mannen als vrouwen konden toetreden tot deze enige zuiver Engelse kloosterorde die ooit heeft bestaan. Gilbert wilde zijn orde schoeien op de leest van de cisterciënzer orde; toen de cisterciënzers weigerde gemeenschappen van nonnen onder hun hoede te nemen, liet Gilbert zijn nonnen onderrichten volgens het Augustinianisme. Tot aan de ontbinding van de orde in 1536 waren de Gilbertijnen geliefd en werden ze ook begunstigd door de Engelse koningen, aangezien ze, in tegenstelling tot de leden van andere orden, geen trouw waren verschuldigd aan kerkleiders buiten Engeland.
Verwijst naar gezworen fraterniteiten, broederschappen of verenigingen, gevormd voor de wederzijdse steun en bescherming van de leden of de behartiging van beroepsmatige belangen. In de kunst en aanverwante vakgebieden verwijst de term naar verenigingen van kunstenaars, handwerksmannen, ambachtslieden of handelaren, die hun bloeitijd kenden in Europa tussen de 11de en 16de eeuw en in die periode een belangrijk onderdeel vormden van de economische en sociale structuur. De meeste gilden hadden betrekking op een bepaalde stad. Gilden waakten meestal over de opleiding, de productienormen en het welzijn van hun leden. Gilden verschaften ook aanzienlijke steun aan de kunsten.
Vingerringen die bestaan uit twee of soms drie afzonderlijke ringen die met elkaar zijn verbonden, waarbij de schacht in de lengte is verdeeld zodat de ringen onzichtbaar als één ring in elkaar passen.
Verwijst naar de architectuur- en ontwerpstroming in de late jaren 60 en de jaren 70 van de 19de eeuw die werd gekenmerkt door een esthetiek van rijkdom en overvloed, door verfijnde versieringen, zoals gesneden houten traliewerk, en door de toevoeging van de veranda, die is ontleend aan de Pittoreske periode uit de Engelse architectuur van de jaren 30 van de 19de eeuw. De stijl werd vooral toegepast in vakantieoorden als Cape May en Martha's Vineyard, in operagebouwen en in herenhuizen in de explosief gegroeide mijnwerkerskoloniën van het Oude Westen.
Messen met een lemmet dat meestal aan één kant gebogen en aan de andere kant recht is, die worden gebruikt om pleister aan te brengen en glad te maken.
Figuren en ornamenten gemaakt van gips als imitatie-aardewerk en -porselein.
Genus met één levende soort giraffe en diverse ondersoorten.
Familie van zoogdieren met slechts twee bestaande soorten, de giraffe en de okapi, en diverse uitgestorven genera die vroeger in heel Eurazië en Afrika voorkwamen.
Figuratieve kandelabers of kandelaars, uit het midden tot het eind van de 19e eeuw, die van gegoten koper met een goudlaagje zijn gemaakt. Ze hebben een marmeren voetstuk met geslepen prisma's rond de kaarshouder en worden vaak gebruikt in setjes bestaande uit een kandelaber met twee kandelaren. De benaming werd oorspronkelijk gebruikt voor zowel de gehele set als de individuele onderdelen. De naam duidt ook een decoratieve muurkandelaar aan, met één of meerdere armen, die aan een muur of aan de zijkanten van een spiegel zijn bevestigd.
Wordt gebruikt voor spiegels die vaak rond en hol zijn, met uitvoerig snijwerk en verguldsel op de omlijstingen en uitgerust met veelarmige kaarsenstandaards.
Wordt gebruikt voor horizontale bouwdelen op een tussenliggend niveau, die zich uitstrekken tussen stijlen of zuilen en die als versteviging of ondersteuning voor liggers dienen.
Te gebruiken om werken te beschrijven van de gelijknamige Afrikaanse etnische groep die leeft in het noorden van Kameroen.
Middelgrote soort paardenkastanje, inheems in het Middenwesten en de zuidelijke delen van de Great Plains in de Verenigde Staten en sommige gebieden in Canada. De vruchten bevatten looizuur en zijn giftig voor vee en mensen. Native Americans blancheerden de vruchten om er looizuur aan te onttrekken voor het verwerken van leer.
Oppervlakteafwerkingsproces voor beton en specie waarbij aggregaat wordt vastgezet of kleine onvolkomenheden, bobbels en holten worden verwijderd om een vlak oppervlak te verkrijgen, en waardoor materiaal dat aan het oppervlak komt, wordt gestabiliseerd.
Zwaarden van romeinse oorsprong met korte tweesnijdende rechte kling, gebruikt door infanteristen.
Bankschaven van tussenliggende lengte, meestal rond de 50 centimeter.
Een amorfe, anorganische substantie die wordt gemaakt door silica (siliciumdioxide) te fuseren met een basisoxide, meestal transparant maar vaak ook doorschijnend of ondoorschijnend. Kenmerkende eigenschappen zijn de hardheid en stijfheid bij normale temperaturen, de plastische eigenschappen bij verhoogde temperaturen en de weersbestendigheid en bestendigheid tegen de meeste chemische stoffen, behalve waterstoffluoride. Het wordt gebruikt voor zowel gebruiksdoeleinden als decoratieve doeleinden, en kan worden gemaakt in diverse vormen, gekleurd en gedecoreerd. Glas is ontstaan als glazuur in Mesopotamië in ongeveer 3500 v. Chr. De eerste voorwerpen die geheel van glas zijn vervaardigd, dateren van ongeveer 2500 v. Chr.
Een twintigste-eeuwse techniek waarbij een stukje gekleurd of kleurloos glas op een ander stuk wordt aangebracht met een kleurloos plakmiddel zoals epoxiehars; de techniek kan meerdere lagen glas omvatten.
Een term gebruikt om een soort vormgeblazen glas te beschrijven, dat wordt geblazen in vormen op ware grote die gewoonlijk uit drie delen bestaan. Soms wordt de term ook gebruikt voor glaswerk dat in twee-, vier- of vijfdelige vormen is gemaakt. Het is een techniek ontwikkeld om het negentiende eeuwse Engelse en Ierse geslagen glas zo dicht mogelijk te benaderen.
Het rollen van en vorm geven aan een massa gesmolten glas op een glasblazerssteen met de bedoeling het symmetrisch te maken, het middenop de blaaspijp of de punteerstaaf te plaatsen, of ter versiering geappliqueerde draden in het oppervlak in te leggen.
Schotse variant van art nouveau die ontstond aan de Glasgow School of Art en zijn bloeitijd kende van ca. 1890 tot ca. 1920. Belangrijke aanhangers waren Charles Rennie Mackintosh, Herbert MacNair en de gezusters Frances en Margaret MacDonald. Toen Francis H. Newbery (1853-1946) in 1885 directeur werd van de Glasgow School, stond zijn leer onder de invloed van de Arts and Crafts-beweging. Deze propageerde kunst die doelmatigheid met schoonheid combineerde, waarbij eigenheid van en het experimenteren door de studenten werd gestimuleerd. Het tijdschrift 'The Hobby Horse' (dat voor het eerst verscheen in het voorjaar van 1884) had een voorliefde voor het samengaan van oud en nieuw, en een harmonieuze relatie tussen abstracte lijnen en massa's. De stijl werd verder ontwikkeld door de toenemende populariteit van het Keltische revivalisme, dat tegelijkertijd was ontstaan in Glasgow. Na het begin van de Eerste Wereldoorlog verdween de stijl langzaam maar zeker.
Dwarsregels tussen een deur en haar bovenlicht of in een kruiskozijn of schuifkozijn, tussen de luikopening onder en glasvlak boven.
Benaming die door verzamelaars wordt gebruikt voor Engelse vouwstoelen uit het begin van de 17e eeuw, waarvan de poten elkaar van voor naar achter kruisen en de armleuningen aan de rugleuning en en de voorste regel van de zitting vastzitten. Ze zijn waarschijnlijk gebaseerd op een stoel die werd gebruikt door de laatste abt van Glastonbury in de kathedraal van Wells.
Objecten die zijn gemaakt van glas; vooral tafelgerei of glas dat wordt gebruikt voor het serveren van eten en drinken.
Beschrijft werken die zijn vervaardigd door het gelijknamige Afrikaanse volk, dat in het noordoosten van Nigeria leeft.
Beschrijft werken die zijn vervaardigd door het gelijknamige Afrikaanse volk, een Shluh-Berbergroep die in het Hoge Atlas-gebergte in Marokko leeft.
Klokvormige glazen potten of deksels om gevoelige instrumenten of voorwerpen te beschermen tegen stof of beschadiging. Ook vaten voor gassen of vacuüms bij chemische experimenten.
Kapzagen met verwisselbare bladen en een duimhaak aan het uiteinde.
Te gebruiken om voorwerpen te beschrijven die, in aanraking met een ander oppervlak, zich tangentieel verplaatsen in een gelijkmatige, voortdurende, glijdende beweging door middel van zwaartekracht of impuls.
Garneersel bestaande uit kleine glinsterende voorwerpen of zeer kleine glinsterende stukjes.
Verwijst naar de technologie, oorspronkelijk ontwikkeld door het Amerikaanse ministerie van Defensie, die bestaat uit 24 satellieten welke continu wereldwijd signalen doorgeven. In combinatie met ontvangers op aarde kan het systeem op basis van driehoeksmeting zeer snel de lengte- en breedtegraad en de hoogte van een bepaald punt of boven het aardoppervlak bepalen. Het systeem wordt voor militaire doeleinden gebruikt, maar hoofdzakelijk voor het verzamelen van ruimtelijke gegevens die nodig zijn voor het samenstellen van landkaarten en voor het berekenen van geografische posities voor reizigers met een GPS-ontvanger. De oorspronkelijke naam van het systeem was 'NAVSTAR' (Navigation System with Timing And Ranging).
Korte verklaringen, vertalingen of omschrijvingen tussen de regels of in de marge van een tekst van woorden of uitdrukkingen die als bijzonder moeilijk worden beschouwd.
Alfabetische lijsten van woorden en hun betekenissen, meestal in een gespecialiseerd gebied en vaak deel van een groter geheel; over het algemeen zijn uitspraak en etymologische informatie niet inbegrepen.
Een taaie, elastische, eiwitachtige substantie die overblijft nadat de bloem van tarwe of ander graan is gewassen om zetmeel te verwijderen.
Procedés voor gedeeltelijke ontwikkeling van platinadrukken door op enkele plaatsen van een afdruk glycerine aan te brengen om beeldvorming te voorkomen.
Stereoscopische fototoestellen die met glasplaten werkten en konden worden omgevormd tot een stereoscoop door het klepje van de sluiter te verwijderen. Werden gecommercialiseerd aan het begin van de 20ste eeuw en bleven op de markt tot de jaren dertig.
Verwijst naar een religieuze ideologie die in de 4de eeuw populariteit genoot in de christelijke wereld, hoewel ook mogelijk is dat het eerdere, niet-christelijke wortels heeft en is ontstaan als gevolg van een breuk met het judaïsme. De aanhangers van het gnosticisme hadden het idee dat alleen zij in aanmerking kwamen voor volledige verlossing, omdat zij beschikten over de leer van Christus met betrekking tot de kosmische oorsprong en de spirituele bestemming van mensen. Het werd beschouwd als een ketterse ideologie omdat gnostici God niet konden zien als Schepper, zij geheime tradities hadden, en geloofden dat Christus eigenlijk niet menselijk was en dat zijn kruisiging alleen een manier was om kwade machten te misleiden.
Kunst- en architectuurstijl die werd geproduceerd in Goa, een staat aan de westkust van India die vanaf de 16de tot en met de 20ste eeuw bij Portugal hoorde. De kerken van Oud-Goa, dat als een van de schitterendste steden van de 16de eeuw werd beschouwd, zijn voorbeelden van deze stijl, die zowel lokale als Europese invloeden verraadt; de kerk Onze Lieve Vrouwe van de Rozenkrans (1543) bijvoorbeeld is een van de best bewaarde monumenten van Goa, waarin de Emanuelstijl en renaissancevormen zijn gecombineerd met decoratieve elementen die ontleend zijn aan het hindoeïsme en de islam. Andere belangrijke voorbeelden zijn de kerk van de heilige Franciscus van Assisi (bouw begonnen in 1527), de kathedraal van Goa (1562-1652) en de beroemde Bom Jesus-basiliek (1594-1605). Vanaf het begin van de 18de eeuw raakte de stijl in onbruik, als gevolg van herhaalde epidemieën en de economische neergang van Portugees India.
Verwijst naar de stijl van Franse wandtapijten, keramiek, pietra dura en andere kunstnijverheid welke in de kunstwerkplaatsen van de Gobelins werden vervaardigd. De stijl wordt met name geassocieerd met werken die vanaf het einde van de 17de eeuw tot het einde van de 18de eeuw zijn geproduceerd. Kenmerkend voor de wandtapijten in deze stijl zijn de klassieke, fijn gedetailleerde barok- en rococo-ontwerpen, bedoeld als imitatie van olieverfschilderijen. Op het gebied van de keramiek en andere kunstvormen wordt de Gobelins-stijl gekenmerkt door een voorkeur voor rijke materialen en een grote mate van detaillering, overeenkomstig de heersende smaak bij het Franse hof.
Beschrijft het Afrikaanse volk dat in het noorden van Nigeria leeft, de inwoners van de voormalige gelijknamige Hausa-staat.
Het goddelijk zijn; de natuur of essentie van God.
Kleine, puntige gebeeldhouwde houten pinnen, met een menselijk hoofd gegraveerd in het bovenste gedeelte. De godenstokken worden gebruikt als plaatsen die godheden tijdens rituelen kunnen betreden.
De filosofische studie van religie, die zich voornamlijk bezighoudt met de rationaliteit van geloofsovertuigingen en de beschrijvende analyse van en toelichting op religieuze taal, overtuiging en gebruiken.
Drijfampen vooral gebruikt in kerken of tempels, met een beker of vaas-vormige reservoir van gekleurd glas of metaal. Door traditie en eccliastical dictaat, is het verplicht voor Joodse tempels en vele Christelijke kerken om een constant brandende olielamp in het heiligdom hebben, in de nabijheid van de tabernakel.
Verwijst naar Zuid- en Oost-Aziatische pakhuizen. magazijnen of andere opslagplaatsen, met name in India, China en Japan.
Verwijst naar de vrijdag voor Pasen in de Goede Week. Op deze dag wordt de kruisiging van Jezus Christus herdacht. Het is in liturgische kerken een dag van boetedoening. Goede Vrijdag en de daaropvolgende Stille Zaterdag zijn de enige twee dagen van het jaar dat in de rooms-katholieke kerk de mis niet wordt gevierd. Tot de rite behoren de verering van het kruis en de communie met hosties die op Witte Donderdag zijn gezegend. Goede Vrijdag wordt in sommige protestantse kerken meer als feestdag dan als vastendag aangehouden en wordt daar beschouwd als een speciale viering van het Laatste Avondmaal. De kruisverering is in veel kerkgenootschappen de belangrijkste dienst op Goede Vrijdag. De dag staat in oostelijke orthodoxe kerken bekend als Grote Vrijdag. Sommige kerkgenootschappen komen samen om Goede Vrijdag te vieren als uitdrukking van de eenheid van het christendom.
Te gebruiken voor diverse treinstellen die zijn ontworpen om goederen, koopwaar en delfstoffen te vervoeren, of voor wagons van goederentreinen die worden gebruikt om personeel te vervoeren of huisvesten.
Spiesvedels met een halve kalebas als klankbodem, bedekt met varanenleer met een gat aan een kant, rechte of gebogen houten hals die door de klankboden loopt, een V- of Y-vormige houten kam, 1 snaar van paardenhaar; West Afrikaanse savannegebied.
Beschrijft de diverse soorten kunstwerken die zijn vervaardigd door de bewoners van de Golf van Papoea. De volkeren van de Golf van Papoea waren bekend vanwege hun agiba of schedelheiligdommen, die bestaan uit gestileerde antropomorfe vormen welke versierd zijn met ajourwerk en reliëfhoutsnijwerk, met decoraties in rode, zwarte en witte verf. De bewoners van de Golf van Papoea produceerden allerlei uiteenlopende soorten maskers en architectuur, welke per groep verschilden.
Diverse lange, dunne stelen met betrekkelijk kleine koppen die worden gebruikt om tegen de bal te slaan bij golf.
Lijstwerken die zijn gedecoreerd met een serie gestileerde afbeeldingen van brekende golven.
Te gebruiken voor diverse al of niet gemotoriseerde voertuigen op wielen die zijn ontworpen om golfers en hun uitrusting te vervoeren op golfbanen.
Bewegingen in de zee of andere waterpartijen, waardoor een deel van het water stijgt tot boven het normale niveau en vervolgens weer zakt, terwijl het zich tegelijkertijd over het oppervlak verplaatst; een bewegende rug of deining van water tussen twee laagten of golfdalen.
Voorzien van een golfachtige omtrek van vloeiende samengestelde rondingen; wordt bijvoorbeeld gebruikt met betrekking tot architectonische kenmerken zoals bogen, lijstwerk en traceerwerk. Gebruik 'kronkelend' (vorm) voor meubelstukken waarvan de voorkanten afwisselend concave en convexe lijnen vertonen. Gebruik 'kromlijnig' voor kenmerken die bestaan uit of worden begrensd door gebogen lijnen in het algemeen.
Schildersmateriaal bestaande uit gemalen pigmenten in een emulsiedrager waarvan het olieachtige bestanddeel lijnolie of standolie is, of meestal een mengsel van standolie en damarvernis; geëmulgeerd met een Arabische gomoplossing en glycerine.
Beschrijft werken die zijn vervaardigd door het gelijknamige Afrikaanse volk, dat in de Democratische Republiek Congo leeft.
Procedé waarbij tekenpapier wordt bestreken met een lichtgevoelig mengsel bestaande uit arabische gom, een pigment en kaliumdichromaat. Na droging wordt het negatief in contact bij daglicht belicht. De onbelichte delen worden met water weggespoeld, terwijl het beeld gevormd wordt door de resterende gelooide gom met het pigment.
Pigmentdrukken waarbij gebruik is gemaakt van een lichtgevoelig mengsel bestaande uit arabische gom, een pigment en kaliumdichromaat. Na droging wordt het negatief in contact bij daglicht belicht. De onbelichte delen worden met water weggespoeld, terwijl het beeld gevormd wordt door de resterende gelooide gom met het pigment.
Wordt verkregen door de distillatie van oliehoudende terpentijnharsen en wordt vooral gebruikt als oplosmiddel en verdunner, als grondstof voor bepaalde chemicaliën, zoals synthetische kamfer, en in de geneeskunde.
Vlaggen die zijn opgehangen aan een dwarsbalk of frame dat op een paal is gezet, vaak met twee of drie wimpels of vaandels of anders vierkant van vorm, die vroeger werden gebruikt als standaarden tijdens gevechten of tijdens processies van militaire leiders, prinsen, steden en republieken. Dit werd vooral gedaan in Italië en door gildes en groepen die aan de kerk waren verbonden. Wordt tegenwoordig ook gebruikt door vakbonden.
Grote bronzen gongs uit Bali en Java, met een diameter tussen de 85 en 100 cm, die aan een touw in een houten raamwerk hangen en die met een omwoelde hamer zacht maar stevig worden aangeslagen op de slagknobbel in het midden, om een laag geluid voort te brengen.
Chinese schildertechniek met een minutieus penseelwerk, met veel oog voor details, vormen en standaarden. Meestal beperkt tot schilderijen in kleur.
Slaginstrumenten in de vorm van een zeer ondiepe, ronde metalen schaal, in verschillende afmetingen en meestal met een omgebogen rand, ze kunnen bijna plat zijn of een slagknobbel hebben in het midden. Men laat ze klinken door er halverwege tussen het midden en de rand met een (omwonden houten) klepel tegen te slaan of ,indien aanwezig, op de uitstulping; ze vibreren het sterkst in het midden en het zwakst aan de rand.
Verwijst naar de stijl in de shintoïstische architectuur die zich ontwikkelde tijdens de Heian-periode (794-1185) en oorspronkelijk Ishinoma werd genoemd. De stijl wordt gekenmerkt door een type heiligdom waarin twee gebouwen zijn verbonden door een bestrate tussenruimte die is overdekt met een puntdak. De stijl is veel toegepast in mausoleums tijdens de Kamakura-periode (1185-1333) en wordt pas Gongen genoemd sinds de Edo-periode (1615-1868).
Geld in de vorm van metalen gongs, in diverse delen van Afrika gebruikt, bijvoorbeeld de Congo-regio.
Algemeen te gebruiken voor de gongseries die het voornaamste instrument vormen in Zuidoost-Aziatische orkesten, bestaande uit gongs die zijn opgehangen in een verticaal houten raam of met de halfbolvormige welving naar boven op een onderstel staan, in volgorde van toonhoogte.
Te gebruiken om werken te beschrijven van de gelijknamige Afrikaanse etnische groep die leeft in het noorden van Ghana.
Uitvoerend kunstenaars die illusies creëren en vingervlugge trucs, goocheltrucs and andere vormen van illusionisme uitvoeren op het toneel. Te onderscheiden van 'tovenaars', die rituele handelingen bestuderen en uitvoeren, teneinde menselijke of natuurlijke gebeurtenissen te beïnvloeden door het oproepen van externe, niet-menselijke mystieke krachten.
Architectuur- en ontwerpstijl die in de jaren 50 van de 20ste eeuw populair werd in de Verenigde Staten, en met name werd toegepast bij koffiehuizen, motels, benzinestations, reclameborden en andere bouwsels langs de weg. De stijl wordt gekenmerkt door krachtige, hoekige vormen en een intensief gebruik van staal, glas en neon; als inspiratiebron dienden het ruimtetijdperk, de sciencefiction en de autowereld. De oorsprong van de term is niet bekend. Er wordt echter gespeculeerd dat hij zou zijn ontleend aan de ontwerpstijl van Googie's Coffee Shop in Los Angeles, Californië.
Een dakpan van klei, ongeveer in de vorm van een halve cilinder, die wordt geplaatst in daklijsten met de convexe zijden afwisselend naar boven en beneden.
Wordt gebruikt voor bassins die zijn verbonden met een afvoer en meestal ook een watertoevoer, waarmee men kan wassen en het water laten wegspoelen.
Wordt gebruikt voor poorten of poorttorens van Zuid-Indiaase tempels of tempelgronden.
Behangsels van stof voor ramen, deuropeningen of andere openingen, meestal met zomen, omslagen voor de gordijnroede, plooien of franjes en aan de bovenzijnde van de openingen opgehangen; ter bescherming tegen licht, tocht of inkijk, of ter decoratie.
Wordt gebruikt voor decoratieve stroken of lussen, vervaardigd van stof, koord of metaal, die ontworpen zijn om een gordijn of draperie aan één kant vast te zetten waardoor het gedeeltelijk open wordt gedrapeerd.
Handelsnaam van Teflon-gebaseerd membraan, dat is gevuld met talrijke minuscule poriën. Hierdoor laat het zuurstof door, maar is het tevens damp- en waterdicht. Het wordt vooral gebruikt als een laminaat tussen stoflagen in weerbestendige kleding en schoeisel.
Beschrijft werken die zijn vervaardigd door het gelijknamige Afrikaanse volk, dat in Tanzania leeft.
Romans met een combinatie van mystery, romantiek en horror. Dit genre ontstond in circa 1765 in Engeland, maar werd ook elders in Europa al snel populair, met het hoogtepunt in de jaren negentig van de achttiende eeuw. Het genre beleefde in de daaropvolgende eeuwen regelmatig een wederopbloei. Men noemde dit soort romans ���gotisch' omdat ze zich aanvankelijk vaak gedeeltelijk afspeelden in middeleeuwse ruïnes en gebouwen, zoals kastelen en kloosters.
Verwijst naar de stijl en periode die ontstond in het noorden van Frankrijk in het midden van de 12de eeuw en zich in de honderd jaar daarna verspreidde over de rest van West-Europa. De stijl ging op verschillende tijden in verschillende delen van Europa over in de renaissance. De stijl kwam op in de kathedraalarchitectuur en wordt gekenmerkt door immense interieurs, torens, spitsen, complexe en gedetailleerde beelden in steen, schilderwerk en glas, en een steeds grotere hoogte, mogelijk gemaakt door spits- en luchtbogen. De stijl kwam ook tot bloei in gebrandschilderd glas, beeldhouwwerken, minutieus uitgewerkte altaarstukken, muurschilderingen en manuscriptverluchtingen die meestal worden gekenmerkt door helder kleurgebruik, verlengde proporties, ingewikkelde details en een emotionele verhalende inhoud.
Huiselijke versies van torenklokken die lopen op gewichten, met ijzeren mechanieken in opengewerkte kasten die zijn versierd met gotische decoraties; ze werden vooral vervaardigd in Duitsland, Oostenrijk en Zwitserland in de 15e en 16e eeuw en halverwege de 19e eeuw geïntroduceerd in de Verenigde Staten.
Verwijst naar het proces van het maken van bladgoud, dat sinds de oudheid weinig is veranderd. Een kleine baar van een goudlegering met kleine hoeveelheden zilver en koper wordt in een lange strook van circa 0,025 mm dik gerold. De strook wordt vervolgens in vierkante stukken van circa 3 x 3 cm gesneden, de stukken worden tussen vellen zwaar papier geplaatst en in een schapenvacht gestopt en vervolgens wordt er met een hamer op geslagen tot ze 10 x 10 cm groot zijn. De vierkante stukken worden daarna in vier gelijke delen gesneden, in perkament verpakt en opnieuw geslagen. Dit procedé wordt herhaald tot de goudbladen een dikte van ca. 0,001 mm hebben. Vervolgens worden ze bijgeknipt tot vierkanten van ca. 8,5 x 8,5 cm, en tussen vellen zijdepapier tot een boekje gemaakt. Ieder boekje bevat 25 goudbladen, die zo kwetsbaar zijn dat ze verplaatst en glad gemaakt kunnen worden door er licht op te blazen.
Voormalig Noord- Amerikaans papiergeld dat van 1865 tot 1933 door de federale regering werd uitgegeven als algemeen betaalmiddel met dezelfde waarde als goud en hiervoor inwisselbaar tegen een vastgestelde koers.
Gouden versieringen in de vorm van zegels op speciale decreten van pausen, Byzantijnse keizers en later, in de Middeleeuwen en Renaissance, van Europese monarchen. De term gebruikte men eerst voor het gouden zegel zelf, maar later voor het hele decreet. Raadpleeg de CONA Iconography Authority of een andere instelling voor de namen van specifieke decreten.
Personen die onderzoek of werkzaamheden verrichten met betrekking tot een vorm van scheikunde en speculatieve wijsbegeerte die hoofdzakelijk tijdens de middeleeuwen en de renaissance in Europa werd beoefend, en die zich met name bezighielden met het zoeken naar methoden om onedel metaal in goud te veranderen, en naar een universeel oplosmiddel en levenselixer.
Messen met een plat lemmet, en een gladde, tamelijk scherpe snijkant aan een of beide zijden, gebruikt om bladgoud te snijden tot het gewenste formaat en de gewenste vorm en om het bladgoud te kunnen bewerken tijdens het vergulden.
Verwijst naar ambachtslieden die bladgoud maken. In de Middeleeuwen bestond er een onderscheid tussen dit ambacht en dat van goudsmid.
Metaalbewerkers die zijn gespecialiseerd in het maken van objecten van goud, in het bijzonder sieraden en tafelgerei.
Te gebruiken om werken te beschrijven van de gelijknamige Afrikaanse etnische groep die leeft in Burkina Faso.
18e-eeuwse kunstnijverheidsstijl, geïnspireerd op de klassieke Griekse kunst, maar toch ver van de historische Griekse stijlen verwijderd. Gebruik 'Greek Revival' voor meer historiserende, op de Griekse kunst geïnspireerde architectuur, beeldende kunst en kunstnijverheid.
Verwijst naar benoemde of gekozen functionarissen in verschillende bestuurslichamen, die het hoogste gezag vertegenwoordigen. In de Verenigde Staten verwijst de term naar het hoofd van de uitvoerende macht in elk van de staten, in het Britse Gemenebest naar de vertegenwoordiger van de kroon in een lidstaat of afhankelijk gebiedsdeel.
Te gebruiken om werken te beschrijven van de gelijknamige Afrikaanse etnische groep die leeft in Mozambique en Zimbabwe.
Populaire benaming voor Amerikaanse bureaus met een schuine voorkant.
Op het vasteland van Europa te gebruiken voor edellieden die een grafelijke titel dragen en in rang gelijk zijn aan Engelse graven, maar van lagere adel zijn dan hertogen en markiezen.
De vruchten van graangewassen, graankorrels
Voorraadschuren of andere opslagplaatsen voor graan, vooral nadat het is gedorst of ontvliest; wordt soms ook gebruikt om maïs op te slaan.
De richels of randen gevormd door het samenkomen van de oppervlakken van twee of meer elkaar kruisende gewelven.
Samengestelde gewelven waarin tongewelven elkaar kruisen en zo richels vormen die graatribben genoemd worden.
Verwijst in de archeologie en kunstgeschiedenis naar vluchtige krabbels of pictogrammen op muren, stenen of andere oppervlakken. In de context van oude Griekse vaasschilderingen verwijst de term naar merktekens, doorgaans handelsmerken, die in de keramiek zijn gekerfd, meestal aan de onderkant van de voet van de vaas. Tegenwoordig is de term van toepassing op humoristische, satirische, obscene of bendegerelateerde geschriften of tekeningen die anoniem op openbare plaatsen worden aangebracht.
Verwijst naar mensen die anoniem humoristische, satirische, obscene of bende-gerelateerde teksten of tekeningen maken op openbare plaatsen, meestal op muren en veelal illegaal.
Sepulcraal betekent graven of grafmonumenten betreffend. VDW.
Verwijst naar een periode en cultuur uit de Bronstijd die zich manifesteerde in Europa rond 1600 v. Chr. Deze kenmerkt zich door sieraden, bepaalde karakteristieke pinnen met versierde kop, handelsnetwerken, onder andere de handel in barnsteen, en speciale grafheuvels of tumuli, waarin mensen meestal werden begraven of gecremeerd.
Een in de natuur voorkomende gekristalliseerde vorm van koolstof, dimorf met diamant. Grafiet heeft een gelaagde structuur die bestaat uit ringen met zes koolstofatomen die zijn gerangschikt in horizontale lagen die relatief ver van elkaar af liggen, en kristalliseert in het zesvlakkige systeem, anders dan diamant, waarbij koolstofatomen kristalliseren in het achtvlakkige of viervlakkige systeem. Hierdoor hebben diamant en grafiet zeer verschillende eigenschappen. Grafiet is ondoorzichtig en zacht, voelt vettig aan en is ijzerzwart tot staalgrijs van kleur; het komt voor als kristallen, vlokken, schilfers, aders, bodemlagen of verspreid in metamorfe gesteenten.
Verwijst naar kunstenaars die gespecialiseerd zijn in het maken van prenten en illustraties. Verwees vroeger in meer algemene zin naar kunstenaars die gespecialiseerd waren in een van diverse soorten tweedimensionale kunst op papier, paneel of doek, met inbegrip van de schilderkunst.
Verzamelnaam voor diverse manieren om informatie grafisch te rangschikken, bijvoorbeeld in een diagram of een curve.
Gemetselde en meestal overwelfde graven, vaak ruimer dan gedolven graven, zodat de kelders meerdere overledenen kunnen bevatten, b.v. voor een familiegraf. VWB
Personen die handschriften bestuderen, voornamelijk voor het analyseren van iemands karakter.
Algemene term voor constructies die bedoeld zijn voor de overblijfselen van overledenen. Met name gebruikt voor Etruskische, oud-Griekse en oud-Egyptische tomben.
Vazen ontworpen of gebruikt voor offers van voedsel, plengoffers, of bloemen op een graf of tombe. Voorbeelden zijn die uit het oude Egypte, Griekenland, Rome, en China, waar ze vaak in paren werden ontworpen. Ze komen vaak voor als bloemenhouders op de moderne begraafplaatsen.
Grafmonument in de vorm van een vrijstaande zuil, meestal aan de bovenzijde afgebroken om de abruptheid van de dood te symboliseren.
Hout van de boom behorende tot het genus Centrolobium robustum of Centrolobium paranese, in kleur variërend van geelachtig bruin tot paarsachtig roze.
Ovens met hoge temperaturen die worden gebruikt voor het bakken en glazuren van porselein of geëmailleerd aardewerk dat wordt gedecoreerd met kleuren waarvoor hoge temperaturen nodig zijn. De temperatuur varieert van ongeveer 1100 tot 1450 graden Celsius.
Wordt gebruikt voor grote, luxueuze en goed uitgeruste hotels, meestal met een grote, goed opgeleide staf, een imposante hal, voorname architectuur en omgeving, en bedoeld om reizigers een ambiance te bieden die de sfeer van het leven in Europese paleizen moet nabootsen; meestal betrekking hebbend op gebouwen die zijn opgetrokken in de periode tussen halverwege de 19e eeuw en het begin van de 20e eeuw.
Uitgebreide Europese reizen die met name door Frankrijk, Duitsland, Italië en Zwitserland voerden. Vroeger werden ze vooral door aristocratische jongeren ondernomen, als onderdeel van hun opvoeding.
Aanduiding voor plaatselijke ontmoetingsplaatsen voor leden van de Order of Patrons of Husbandry, een organisatie van boeren bekend als de Grange (Amerikaanse boerenbond). Geen Nederlands equivalent.
Licht zilvergrijs graniet, doorgaans afkomstig uit een van de vier gebieden tussen Bodmin Moor en Land's End in Cornwall, Engeland. De belangrijkste steengroeven bevinden zich tussen Falmouth, Camborne en Helston.
Type granulair, zuur stollingsgesteente dat in samenstelling tussen kwartsdioriet en kwartsmonzoniet ligt en kwarts, oligoklaas of andesiet, en kaliveldspaat bevat, met biotiet, hoornblende of, minder vaak, pyroxeen als mafische componenten; granodioriet is het intrusieve equivalent van rhyodaciet.
Documenten die door of uit naam van een heerser worden verstrekt, meestal door een officiële afgezant, welke toestemming verlenen voor het dragen van een blazoen.
Middelgrote subtropische citrusboom die bekendstaat om zijn grote ronde vruchten met een bittere smaak. De boom is waarschijnlijk in Jamaica ontstaan als een kruising van C. grandis (pomelo). De grapefruit werd eerst op de Caraïbische eilanden populair als eetbare vrucht. Later begon men de boom ook te kweken op het Amerikaanse vasteland.
Lepels ter grootte van een theelepeltje maar met een kom die taps toeloopt of een getande rand heeft. Worden gebruikt voor het eten van grapefruit en soortgelijk voedsel.
De studie van schriften en de relatie tussen schrift en spraak.
Gefotokopieerde of in offset gedrukte, herhaaldelijk verschijnende uitgaven in beperkte oplage waarin grafisch werk staat en dat door een of meer kunstenaars is ontworpen en geproduceerd.
Wordt gebruikt voor natuurlijke, onontgonnen gebieden op aarde waar grassen de voornaamste plantensoorten zijn.
Ondiepe borden voor graten en andere voedselresten die naast de eetborden worden gezet; behoorden in de 19e eeuw vaak tot het couvert.
Boom die inheems is in Europa, maar ook in Noord-Amerika is geïntroduceerd. De driehoekige bladeren hebben een wollige en grijzige onderkant, vandaar de volksnaam. De boom is nauw verwant aan de witte abeel, P. alba. In veel classificaties wordt deze soort beschouwd als een kruising van P. alba en de ratelpopulier, P. tremula, omdat hij kenmerken heeft tussen die van deze twee soorten in.
Te gebruiken voor Britse edelen in de derde graad van adeldom, op hetzelfde niveau als de graven van het Europese vasteland, lager dan hertogen en markiezen en hoger dan burggraven.
Verwijst naar een fase in de hoog-paleolithische vervaardiging van stenen gereedschap, die wordt aangetroffen in Italië, Frankrijk en Rusland. Aanvankelijk werd aangenomen dat het een late fase van de Aurignacien-cultuur betrof, maar tegenwoordig wordt het Gravettien beschouwd als gedeeltelijk samenvallend met het hoog-Perigordien. Het kan in verband worden gebracht met de Cro-Magnonmens en wordt gekenmerkt door de paardenjacht in het westen en de mammoetjacht in het oosten, het gebruik van rode oker als kleurstof en de vervaardiging van Venusfiguren, sierraden en verschillende werktuigen. De Gravettien-nijverheid verschilt van die van het Aurignacien in het gebruik van zogenaamde pijlbladen: werktuigen die zijn vervaardigd met een afwerktechniek waardoor er één botte kant ontstaat. De Gravettien-nijverheid in Rusland wordt vaak aangeduid als Oost-Gravettien.
Verwijst naar notities, krabbeltjes, schetsjes of tekeningetjes van de kunstenaar buiten het ontwerp zelf, op een af te drukken etsplaat. De gewoonte ontstond als manier om de sterkte van het zuur op een etsplaat te testen voordat de afbeelding werd ingeëtst. Graveursmerken werden gewoonlijk weggebrand voordat de ets werd gemaakt, maar soms werden enkele merken in de marge opzettelijk behouden in de afgedrukte versie, zodat verzamelaars zeldzame etsen konden verzamelen. Zie ook 'afdrukken met graveursmerk'.
Op het vasteland van Europa te gebruiken voor edelvrouwen die een grafelijke titel dragen, voor Engelse edelvrouwen die in het bezit zijn van een grafelijke titel of vrouwen die zijn getrouwd met een graaf. In rang zijn zij lager dan hertoginnen en markiezinnen.
Te gebruiken voor grote, dunne bakstenen die werden gebruikt in het middeleeuwse Engeland.
Historische term die wordt gebruikt voor grote Amerikaanse leunstoelen uit de 17e eeuw.
Onderscheiden zich van de 'Cape-Codcatboten' door een gewelfd achtersteven, lager vrijboord en doordat ze smaller zijn; zijn oorspronkelijk ontwikkeld om naar schaaldieren te vissen en later om wedstrijden mee te zeilen in de ondiepe wateren van Great South Bay, in Long Island in de Verenigde Staten.
Zware, zeer ruimvallende herenoverjassen, oorspronkelijk gevoerd met bont. Geen Nederlands equivalent.
Banden die in de vijftiende en zestiende eeuw gebruikt werden in Frankrijk en Italië voor Griekse teksten en vertalingen daarvan. Karakteristiek hiervoor waren de kapitaalbandjes die uitstaken over de platten aan de boven- en onderkant van de rug, door dikke houten platten met ingekerfde randen en bandjes bevestigd aan pinnen die in de kerven zijn vastgezet.
Ongestandaardiseerde term die verwijst naar verschillende groene pigmenten, waaronder pigment dat is gemaakt door geel auripigment toe te voegen aan smalt, pigment dat bestaat uit synthetisch kopercarbonaat, pigment dat bestaat uit natuurlijk kopercarbonaat dat is gemaakt door het vermalen van het mineraal malachiet, het pigment groene aarde en het pigment chroomoxydehydraatgroen.
Stijf militair hoofddeksel met puntige top oorspronkelijk gebruikt door grenadiers, met op de voorzijde een metalen plaat waarop het embleem is aangebracht
Beeldhouwwerken in de vorm van een herme, maar meestal met een beeltenis van de Romeinse god Terminus; gebruikt door de oude Romeinen als grensaanduidingen.
Een soort pottenbakkersgoed dat tussen aardewerk en porselein in zit doordat het is gemaakt van klei en een smeltbaar gesteente. De potten worden zolang gebakken tot er gedeeltelijke verglazing optreedt waardoor het materiaal waterdicht wordt. In tegenstelling tot porselein is het materiaal slechts zelden meer dan lichtelijk doorschijnend. Door de verglazing hoeft er geen glazuur te worden gebruikt, maar voor het gebruiksgemak en het uiterlijk worden toch soms sierglazuren aangebracht, zoals zout- of loodglazuur.
Verwijst naar de cultuur en stijlen van het oude Griekenland, doorgaans niet de moderne en de prehistorische periode, maar de periode tussen circa 900 v. Chr. en circa 31 v. Chr. Voor de cultuur van Griekenland in het algemeen, met inbegrip van het moderne Griekenland, zie 'Grieks'.
Verwijst in algemene zin naar de cultuur en stijlen die in verband worden gebracht met het gebied in het zuidoosten van Europa dat het zuidelijke Balkan-schiereiland omvat, met de Peloponnesos en diverse eilanden in de Egeïsche, Ionische en Middellandse Zee, alsmede andere gebieden die gedurende verschillende perioden door Griekenland zijn gekoloniseerd of bezet.
Alfabet van Semitische oorsprong, geleend van de Phoeniciërs in het 1e millennium v.Chr., en zodanig door de Grieken bewerkt dat er letters zijn voor zowel klinkers als medeklinkers.
Te gebruiken voor meanderpatronen die bestaan uit een relatief doorlopende serie van rechtlijnige haakvormen en die elkaar soms kruisen.
Kruisen waarvan de verticale en horizontale armen van gelijke lengte zijn.
Bronzen kurassen uit het oude Griekenland, meestal bestaande uit twee delen met aan één kant een scharnier en aan de andere kant een sluiting met metalen pinnen of lussen; ze worden gekenmerkt door een inwaartse bocht bij de taille, waaronder de onderste rand scherp naar buiten buigt. Ze kwamen veel voor tot het eind van de 6e eeuw v.C.
Ontvlambaar, vloeibaar mengsel dat bekend was bij de Byzantijnse Grieken en vooral werd gebruikt om vijandelijke schepen in brand te steken.
Verwijst naar de stijl en de culturen die zich op het Italiaanse schiereiland ontwikkelden op plaatsen waar de Etrusken via Griekse kolonisten en hun kunst in aanraking kwamen met de Griekse cultuur.
Verwijst naar de stijl en cultuur die zich ontwikkelde toen de Romeinen in aanraking kwamen met de Griekse kunst en cultuur en deze probeerden te overtreffen.
Filmgenre dat poogt schrikreacties en angstgevoelens teweeg te brengen bij de toeschouwer, als emotionele uitlaatklep en als entertainment. De onderwerpen variëren van geweld en dood, door de mens gecreëerde monsters en buitenaardse wezens tot waanzin en kern- of natuurrampen. In de filmgeschiedenis zien we dat het horrorgenre de geschiedenis van de mensheid volgt, omdat actuele gebeurtenissen en angsten worden gebruikt. Sinds eind jaren 70 groeiden bepaalde horrorfilms uit tot complete filmseries - zoals 'Halloween' en 'Nightmare on Elm Street' - waarin de verhalen van de populaire personages verder worden gevolgd.
Stripverhalen die verstrooiend en angstaanjagend bedoeld zijn, waarin gewoonlijk zaken voorkomen als monsters, geweld en bovennatuurlijke verschijnselen.
Pottenbakkersgoed dat wordt gekenmerkt door een grijze of bruinachtig grijze kleur, met een relatief eenvoudig geschilderd of bedrukt ontwerp. Het kwam veel voor in het oude India en Korea, en in onder meer Native American, Griekse, Minoïsche, Romeinse en Midden-Oosterse culturen.
Verwijst naar de stijl van aardewerk dat werd vervaardigd op het Griekse vasteland in de midden-Helladische periode en dat wordt gekenmerkt door grijs gepolijste oppervlakken, hoekige vormen en met een pottenbakkersschijf gemaakte onderdelen zoals ringvormige stelen en geboetseerde randen.
Een reeks bruinachtige kleuren die lijken op de kleur van het natuurlijke of synthetische grijsbruine pigment dat ook 'Cassel bruin' wordt genoemd.
Beschrijft de weergave van digitale afbeeldingen met een monochroom tintverloop. Afbeeldingen met grijswaarden verschillen van 1-bits zwart-witte afbeeldingen omdat ze zijn opgebouwd met intensiteitsniveaus in fasen van zwart naar wit, niet enkel in zwart of wit.
Kortlevende loofboomsoort, inheems in Noord-Amerika, van Ontario tot Nova Scotia, Pennsylvania en New Jersey, met afzonderlijke populaties in Indiana, Virginia en North Carolina. De soort groeit bij voorkeur op dorre, droge hooglandbodems, maar is ook te vinden in vochtige gemengde bossen. Het is een veel voorkomende pioniersoort op verlaten velden en in platgebrande gebieden. Deze berken groeien snel tot een hoogte van 7 tot 9 meter, met een stam met een diameter van 30 centimeter.
Documenten die niet formeel worden uitgegeven of commercieel verkrijgbaar zijn, zoals rapporten, papieren omtrent interne organisatie of theses.
Hout van de boom behorende tot het genus Gremlina. Er is geen relatie met echte beuk, genus Fagus, maar wel met teak. Dit verklaart de Australische naam van het hout, grijze teak. Het wordt gebruikt voor het maken van kabinetten, vaten en tonnen, lambriseringen, muziekinstrumenten en fineer.
Boomsoort die voorkomt in de oostelijke helft van Noord-Amerika, van Canada tot Alabama en tot de rivier de Mississippi. Het hout van de boom gebruikt men voor houtsnijwerk en meubels. Uit de schors, wortels, bladeren en de schillen van de zaden wint men kleurstoffen. Met de kleurstof uit de schillen van de zaden en een bijtmiddel met aluminium kan men wol kleurvast bruin verven en katoen grijsgroen. De kleuren kan men donkerder maken door ijzersulfaat toe te voegen. Tijdens de Amerikaanse Burgeroorlog gebruikte men de kleurstof uit grijze walnoten voor de uniformen van het leger van de zuidelijke staten.
Roosters boven een warmtebron, bijvoorbeeld van houtskool, gas of elektriciteit. waarop voedsel wordt gebraden. Soms gebruikt als een onderdeel van een Japanse stoof en andere kook- en verwarmingstoestellen.
Te gebruiken voor mannen die verhalen vertellen of zingen, vooral genealogieën, over individuen, families en gemeenschappen, vaak begeleid door instrumentale muziek, toneelspel en mime. Oorspronkelijk gebruikt voor West-Afrikanen, nu ook voor mensen in andere culturen en regio’s.
Te gebruiken voor vrouwen die verhalen vertellen of zingen, vooral genealogieën, over individuen, families en gemeenschappen, vaak begeleid door instrumentale muziek, toneelspel en mime. Oorspronkelijk gebruikt voor West-Afrikanen, nu ook voor mensen in andere culturen en regio’s.
Een purperachtig rood marmer, soms met witte vlekken, te vinden in de vallei van Barouse en andere gebieden in de Franse Pyreneeën.
Het schilderen van beeltenissen in monochrome, meestal grijze tinten; wordt gebruikt in schilderijen, gebrandschilderd glas, emailles en op keramiek en andere objecten.
Beschrijft keramiek of voorwerpen van keramiek, gemaakt van een mengsel van klei en steenslag.
Te gebruiken voor het deel van een muur onder de bovenbouw van Zuid-Indiase heiligdommen. De vorm kan vierkant, rond of achthoekig zijn.
Scherpe, V-vormige geulen of groeven die het ene element van het andere scheiden, zoals tussen lijstwerk of tussen de dekplaat en de echinus van een Dorisch kapiteel.
Diverse schaven waarmee groeven in hout kunnen worden gemaakt.
Kleur die dat deel van het spectrum weergeeft dat zich tussen blauw en geel in bevindt, met een golflengte tussen 520 en 570 nanometer. De term kan verwijzen naar alle in helderheid en verzadiging variërende kleurschakeringen binnen deze groep kleuren. Een voorbeeld van de kleur groen in de natuur is de kleur van groeiend gras. Groen is een secundaire pigmentkleur (ontstaan door vermenging van geel en blauw) en is een van de drie additieve primaire kleuren.
Verwijst naar goedkoop glas, vaak groenachtig of bruinig van kleur door de aanwezigheid van onzuiverheden, met name ijzer. Dit glas wordt vaak gebruikt voor het maken van flessen of ruiten. De term is te danken aan de overeenkomsten met woudglas, dat ook 'groen glas' wordt genoemd.
Verwijst naar een reeks groene kleuren die lijken op de kleuren van groene aardpigmenten, die zijn samengesteld uit diverse mineralen.
Europese heestersoort met scherp gepunte, lichtgroene bladeren.
Een licht- of donkergroene, zware serpentijnsteen, gewoonlijk met kleine adertjes van calciumcarbonaat en magnesiumcarbonaat. Dit gesteente kan worden opgepoetst en wordt in commercieel opzicht als een marmersoort beschouwd; het wordt ook gezien als een van de beste soorten serpentijn.
Wordt gebruikt voor permanent gereserveerde gebieden land om en tussen steden.
Wordt gebruikt voor stroken beschermd land en water, voornamelijk in of vlakbij steden, die in het leven zijn geroepen om de mensen toegang te geven tot open ruimten, die dienen ter compensatie van de harde vormen en het overontwikkelde landschap van stedelijke gebieden.
Het door een individu bewust beleefde deelgenootschap van enigerlei wezenlijk kenmerk van een of meer groepen andere mensen, zoals een ras, een natie, een sociale klasse, een beroepsgroep of een verzameling mensen die in een bepaalde tijd en met een bepaald doel is georganiseerd in een groep.
Verzamelnaam voor aanduidingen voor woningen die uit twee of meer leefeenheden of -ruimten bestaan, waarbij iedere ruimte afzonderlijk niet over alle woonvoorzieningen hoeft te beschikken; meestal zijn ze bedoeld als tijdelijke woonplaatsen voor individuen.
Schalen die vooral bedoeld zijn voor het opdienen van groenten. Meestal ondiep en soms met een of meer verdeelvakken. Vaak met met twee handvatten een deksel en staand op een voet.
Walserijen en andere gebouwen waar ijzer en staal wordt gesmolten of waar zware ijzeren en metalen voorwerpen worden gemaakt.
Wordt gebruikt voor banden in de stijl die geassocieerd wordt met Jean Grolier, over het algemeen gekarakteriseerd door geometrische patronen en arabesken, soms gekleurd.
Muziekbogen bestaande uit een buigbare stok die in de grond is gestoken, met een snaar die is gespannen tussen het vrije uiteinde van de stok en een bovenblad van schors, blad of een dergelijk materiaal, dat over een kleine kuil in de grond is vast gezet. Deze kuil dient als klankbodem.
Het verdelen van een landoppervlak in kleinere percelen voor kavels, huizenblokken, straten, open ruimten en openbare plaatsen, en de aanwijzing van locaties voor openbare voorzieningen en andere diensten.
Verzamelingen voorschriften waarin de grondbeginselen van de regering van en de gang van zaken in naties, staten, samenlevingen of andere georganiseerde lichamen zijn vervat.
Engelse zilveren munten die oorspronkelijk vier pennies waard waren; ze werden tussen de 13e en de 17e eeuw uitgegeven, later nog incidenteel.
Chinees schrift dat in strikte zin wordt gedefinieerd als het schrift dat werd gegraveerd in stenen die dateren van vóór de Qin-dynastie (221-206 v.Chr.), zoals gerepresenteerd door Zhou wen. Het grote zegelschrift, dat ontstond rond de Zhou-dynastie, kwam voort uit het orakelbeenschrift, maar met elegantere en regelmatigere karakterstructuren. De term wordt in algemene zin gebruikt voor alle geschriften vóór het Qin-tijdperk, met inbegrip van inscripties op orakelbeenderen, bronsinscripties, Zhou wen en die van de Strijdende Staten in de Oostelijke Zhou-periode.
Verwijst in hoofdzaak naar de inheems Amerikaanse tekenaars en schilders uit de 19de eeuw die grootboeken of soortgelijke gelinieerde of ingebonden boeken gebruikten om beschrijvingen van het leven van de Prairie-indianen in vast te leggen.
Tekeningen van taferelen uit het leven van de 19de-eeuwse Prairie-indianen, waarbij de nadruk op heldhaftige gebeurtenissen ligt. De naam van de tekeningen is ontleend aan de gelinieerde grootboeken waarin deze tekeningen vaak zijn aangetroffen; de boeken waren verkregen van blanke militairen of kooplieden.
Verwijst naar kaarten van grote gebieden, vaak een oceaan, die op kleine schaal zijn afgebeeld door middel van gnomonische projectie. Ze zijn zo georiënteerd dat berekening van een grote-cirkelroute mogelijk wordt, oftewel de kortste weg tussen twee punten op het oppervlak van de aardbol.
Handelaars die goederen in grote hoeveelheden inkopen en deze doorverkopen, gewoonlijk in relatief kleinere hoeveelheden, aan tussenpersonen of detailhandelaars maar niet aan de uiteindelijke consumenten.
Te gebruiken voor soevereine hertogen van bepaalde Europese landen die bekendstaan als groothertogdommen, en tevens voor de zoons of kleinzoons in de mannelijke lijn van de tsaren van het keizerrijk Rusland; in rang direct onder koningen.
Te gebruiken voor de soevereine hertoginnen van bepaalde Europese landen die bekendstaan als groothertogdommen, en tevens voor de echtgenotes en weduwen van groothertogen en voor de dochters van de tsaren van het keizerrijk Rusland, in rang direct onder koninginnen.
Hoogwaardigheidsbekleders die zo worden genoemd in verschillende organisaties, zoals bij militaire ridderordes, broederschappen zoals de vrijmetselaars en vakbonden.
Franse zilveren munten, in 1266 door Louis IX in circulatie gebracht; in de 14e eeuw buiten omloop gesteld door Charles V.
Elk van de verscheidene Duitse, destijds Centraal-Europese, zilveren munten, corresponderend met de groot en de gros tournois, voor het eerst geslagen in de 13e eeuw.
Grote Venetiaanse zilveren munten die tussen 1202 en ¦1450 werden uitgegeven en die een veelvoud van de denari waren. Later werden ze in heel Europa nagemaakt, zoals de groten, de gros tournois en de groschen.
Verwijst naar grotten die worden benut, meestal nadat ze zijn uitgegraven of anderszins zijn aangepast, als onderdak voor mensen of dieren, als opslagruimte, als heiligdom of als ruimte met een andere bestemming. De betekenis kan overlappen met die van de term 'rotsarchitectuur', maar grotarchitectuur hoeft niet per se in rotsen te zijn uitgehouwen, terwijl rotsarchitectuur niet altijd rond een grot is ontworpen.
Groep lettertypen van de Romaanse stijl, zonder schreven. Werden voor het eerst gebruikt in het begin van de19e eeuw.
Decoratieve motieven die bestaan uit fantasievolle menselijke en dierlijke vormen en florale ornamenten, gebaseerd op de decoratie van Nero's Domus Aurea in Rome, ontdekt in 1488.
Verwijst naar de stijl van werken die zijn voortgebracht door de Grotta-Peloscultuur op de Cycladische eilanden tussen circa 3200 en 2700 v. Chr., een periode die grofweg overeenkomt met de Vroeg-Cycladische. De kunstwerken bestaan voornamelijk uit aardewerk, marmeren vaten en marmeren beeldjes van het viool-, Plastiras en Louros type.
Verwijst naar kunstmatige tuinelementen die sinds de 16de eeuw veelvuldig zijn toegepast in Franse en Engelse landschapstuinen. Kenmerkend voor een grotto is dat hij is uitgegraven of geconstrueerd om op een rotsgrot te lijken. Een grotto is vaak gedecoreerd met schelpwerk, kleurige stenen enzovoort. Veelal fungeert hij als ontspanningsplek of als plaats om beschutting tegen de zon te vinden. Gebruik 'grotten' of 'spelonken' voor natuurlijke landschapselementen.
Ontwerp dat oorspronkelijk in Chippendale's gids voor stoelen verscheen, met een rugleuning in de vorm van een open kamschelp. Ze worden vaak met zilververguldsel versierd of zo geschilderd dat ze op parelmoer lijken.
Te gebruiken voor een muziek- en kledingstijl die aan het eind van de 20ste eeuw ontstond onder alternatieve hardrockbands in Seattle in de Amerikaanse staat Washington, en die in de jaren 90 van invloed was op nationale modetrends, meestal gebaseerd op het kostuum van stadsjongeren bestaande uit een flanellen hemd, gescheurde spijkerbroek en gevechtslaarzen.
Familie met vijf genera extremofiele insecten zonder vleugels die op extreem koude bergtoppen leven.
Orde met één familie extremofiele insecten.
Chinese trommen, meestal in de vorm van een ton, die aan beide kanten een trommelvel hebben dat op de cilinder is vastgespijkerd in plaats van geregen; er wordt maar op één trommelvel geslagen, met twee kloppers.
Beelden in de vorm van een leeuw of een leeuw-hond, gewoonlijk van terracotta, steen of hout, met name dergelijke beelden die in paren zijn opgesteld als bewakers bij de ingang van tombes, paleizen en overheidsgebouwen in China en andere boeddhistische locaties in Azië en elders. Ze representeren ���Fo-honden', een mythisch dier dat half leeuw, half hond was. Dit soort beelden verschenen voor het eerst aan het eind van de derde eeuw v.Chr. in Han-China. Waarschijnlijk waren ze gebaseerd op Indiase afbeeldingen van de leeuw als de beschermer van dharma.
Wordt gebruikt voor de tegel-tamboerijngewelven opgericht door de familie Gustaviano tussen ongeveer 1800 en 1950, met name in de Verenigde Staten sinds 1881.
Verwijst naar werken die zijn vervaardigd door de gelijknamige Afrikaanse etnische groep, die in het noorden van Nigeria leeft.
Franse benaming, waarvan de herkomst niet vast staat, voor decoratieve kaarshouders. Het oorspronkelijke type had een rond blad met een standaard in het midden. Ze hadden vaak de vorm van een Moor of, naarmate de interesse in exotica toenam, een negerin of Indiaan. In de periode van Louis XV en Louis XVI werden guéridons kleine, verplaatsbare tafels.
Schilderstijl die in het begin van de 15de eeuw floreerde in het westen van Tibet; Guge was de naam van een koninkrijk in deze regio. De kleuren zijn ingetogen en van gedempte tonaliteit, net als in de Nepalese schilderkunst uit dezelfde periode. Figuren hebben doorgaans ronde, gezwollen gezichten en de belangrijkste bodhisattva's zijn ruim voorzien van sjaals en accessoires. Guge-schilderijen kenmerken zich door drukke composities en een dominerende rol van de kleur rood. De algehele stijl is gemaakt elegant. Centraal-Aziatische karakteristieken zijn in deze stijl nauwelijks te vinden.
Verwijst naar kleine uitgesneden gaten waarin zeer kleine figuurtjes zijn uitgesneden. Ze zijn te vinden op voorgevels van oost-Beierse en Oostenrijkse schuren.
Een type Chinees ritueel vaatwerk van brons, gebruikt voor het offeren van voedsel, met een bolle vorm. Gui uit de Shangperiode hebben geen handvatten terwijl latere versies uit de Shang- en de Zhouperiode twee oorvormige handvatten hebben.
Te gebruiken voor snijmachines bestaande uit één zwaar blad dat tussen verticale geleiders omlaag valt om papier, metaal of ander materiaal te snijden.
De guillotine is een instrument waarmee door middel van een valbijl mensen werden onthoofd. Het toestel ontstond tijdens de Franse Revolutie en werd behalve in Frankrijk gebruikt in België, Duitsland, Zweden en sommige Zwitserse kantons
Engelse gouden munten die tussen 1663 en 1813 werden uitgegeven. Ze hadden een waarde van 20 of 21 shilling of 4 kronen. Ze werden vervangen door sovereigns.
Latijns Amerikaanse ritme-instrumenten bestaande uit een kalebas met inkepingen waaroverheen met een stok geschraapt wordt.
Middeleeuwse stokwapens die bestaan uit een halvemaanvormige blad geplaatst op een lange stok waarbij de onderste punt of soms beide punten aan de staf vastzitten en met een scherpe uistekende punt bovenop de stok; gebruikt door voetsoldaten.
Europese snaarinstrumenten uit de middeleeuwen met een korte hals. Ze hebben ofwel een bolle klankkast zonder duidelijke scheiding tussen klankkast en hals, of een klankkast met een platte achterkant en een korte maar duidelijk te onderscheiden hals.
Te gebruiken om werken te beschrijven van de gelijknamige Afrikaanse etnische groep die leeft in Tsjaad en de Centraal-Afrikaanse Republiek.
Een algemeen aangenomen regel gebaseerd op de verhouding tussen twee ongelijke delen van een geheel, waarvan de verhouding van het kleinere deel tot het grotere deel gelijk is aan de verhouding van het grotere deel tot het geheel.
Verwijst naar een regionale school van Pahari-miniatuurschilderkunst die wordt geassocieerd met het kleine vorstendom Guler in het oosten van het heuvelgebied van Pahari. In de 18de en 19de eeuw leefden er in Guler een aantal kunstenaarsfamilies die tot de begaafdste van de regio behoorden. De destijds heersende dynastie diende het Mogolrijk, iets wat duidelijk terug te zien is in de ontwikkeling van de schilderkunst in Guler, aangezien schilderijen vaak werden uitgewisseld of geschonken. De familie Pandit Seu (begin 18de eeuw) was een vooraanstaande kunstenaarsfamilie die oorspronkelijk uit Guler afkomstig was, evenals de familie Dhumun en Purkhu. Pandi Seu zelf was mogelijk verantwoordelijk voor de versmelting van de intensiteit van de Pahari-kunst met het naturalisme en de atmosferische effecten van de Mogols, later vaste stijlkenmerken van de Guler-schilderkunst. Ook latere kunstenaarsfamilies lieten zich beïnvloeden door Pandit Seu, en zijn mogelijk verre verwanten. Wellicht trokken Guler-kunstenaars naar Chamba en Kangra toen hun families groter werden en er steeds meer opdrachten van buiten Guler kwamen.
Term die verwijst naar een grote verschijdenheid van geometrische vormen, meestal achthoekig, zeshoekig op ruitvormig, die de belangrijkste decoratieve motieven van turkmeense weefsels vormt.
De oliehoudende hars of balsem van pijnbomen in het zuiden van de Verenigde Staten, waaruit terpentijn en natuurhars worden verkregen. Wordt vooral in olieverven gebruikt.
Mausoleums in de vorm van een toren, vooral in Indiaase, Perzische en Turkse gebieden.
Beschrijft werken die zijn vervaardigd door het gelijknamige Afrikaanse volk, dat in het noorden van Nigeria leeft.
Verwijst naar werken die zijn vervaardigd door de gelijknamige Afrikaanse etnische groep, die in Ethiopië leeft.
Diverse soorten en typen boten die worden gebruikt bij het jagen op watervogels.
Verwijst naar de cultuur van de Gupta-periode in Noord-Centraal-India vanaf de vroege 4de eeuw tot de late 5de eeuw, een periode die wordt beschouwd als de 'klassieke' periode van Indiase kunst. Tijdens de Gupta-periode was er sprake van een grote activiteit op het gebied van wetenschap, visuele kunsten, muziek en literatuur, en de periode had haar hoogtepunt tijdens de heerschappij van Chandra Gupta II (375-415 n. Chr.). Sommige van India's oudste bewaard gebleven schilderingen werden in deze periode gemaakt in de boeddhistische grotten van Ajanta in de Deccan; de schilderingen worden gekenmerkt door levendige kalligrafische lijnen en levensechte contemporaine details. De beroemde bouwkundige Gupta-stijl ontwikkelde zich mogelijk uit de Kushana-stijl; tegen het eind van de 4de eeuw had zich een duidelijke boeddha-icoon ontwikkeld, die werd gekenmerkt door monumentale eenvoud en een verfijnd realisme. De spanning van vroegere Mathuran-beeldhouwkunst is vervangen door een kalme en rustige atmosfeer die een spirituele andere wereldlijkheid aanduidt die een kenmerk is van de boeddhistische Gupta-stijl. Onder de vele beeldhouwkundige vondsten bij Sarnath is een groep sculpturen die bekend staat als de 'natte boeddha's' met nauwsluitende kleding en vliesachtige vingers als typische Gupta-kenmerken. Gedurende deze periode trad de hindoekunst op de voorgrond; het vroegste en opvallendste voorbeeld van Gupta-hindoekunst is de in rotssteen uitgehouwen schrijn van Udayagiri uit 401. De beeldhouwer van de reliëfs van de verwoeste Dashavatara-tempel bij Deogarh kopieerde de boeddhistische stijl van Sarnath en paste deze toe op een hindoemotief, met opmerkelijk resultaat. Er is echter heel weinig Gupta-kunst overgebleven, aangezien een groot deel van deze kunst, zowel boeddhistische als hindoeïstische kunst, werd vernietigd tijdens de invasies van de Hunnen en de komst van de islam.
Te gebruiken om werken te beschrijven van de gelijknamige Afrikaanse etnische groep die leeft in het westen van Soedan, voornamelijk in het stroomgebied van de rivier de Boven-Volta, en in de landen Burkina Faso, Mali, Ghana, Ivoorkust, Togo en Benin.
Beschrijft werk dat is vervaardigd door het gelijknamige Afrikaanse volk, dat in het noorden van Ghana en in Burkina Faso leeft.
Te gebruiken om werken te beschrijven van de gelijknamige Afrikaanse etnische groep die leeft in Burkina Faso en in kleinere aantallen in Togo.
Te gebruiken om werk te beschrijven dat is vervaardigd door de groep Afrikaanse volkeren die worden aangeduid met deze collectieve naam en die tussen de rivieren de Zwarte Volta en de Rode Volta leven in Burkina Faso.
Verwijst naar werken die zijn vervaardigd door de gelijknamige Afrikaanse etnische groep, die in het noorden van Nigeria leeft, in de staat Bauchi.
Vedels uit het voormalige Joegoslavië, met een bovenblad van dierenhuid met één, soms twee snaren van getwijnd paardenhaar die door de bespeler vanaf de zijkant met de vingers worden verkort. Ze worden tijdens het bespelen tussen de knieën of op schoot gehouden en aangestreken met een kromme strijkstok.
een doorschijnende goudkleurige hars die bestaat uit een gele harsachtige component en een heldere in water oplosbare gom, geproduceerd door verschillende bomen van het geslacht Garcinia afkomstig uit India, Thailand, Cambodja, Vietnam en Sri Lanka. Guttegom werd als een gele pigment al in de 8e eeuw in Azië en Japan. Het werd regelmatig naar Europa geïmporteerd in de 17e eeuw. Het wordt verkocht in de vorm van doffe, bruin-gele cakes of klontjes die, wanneer in poedervorm, een rijke gouden kleur hebben. De gom uit koolhydraat fungeert als een natuurlijke bindmiddel. Guttegom wordt gebruikt als een transparante kleurstof in glazuren, vernissen en waterverven. De gele kleur verdwijnt bij blootstelling aan licht of ozon. In sommige gevallen kan de kleur herstellen wanneer in het donker geplaatst wordt.
Oud-Griekse vaatwerk waarvan de vorm lijkt op die van een olielamp. Ze hebben een uitstekende tuit en lijken speciaal te zijn gebruikt om olielampen bij te vullen met nieuwe olijfolie. De meeste lampen waren gemaakt met een gat in de discus (het ronde deksel van het oliereservoir), zodat men bij het bijvullen geen last had van de pit die uit de tuit stak.
Te gebruiken om werken te beschrijven van de gelijknamige Afrikaanse etnische groep die leeft in het lagunegebied van Ivoorkust.
Atletische wedstrijdsport waarbij op bekwame wijze fysieke kracht-, lenigheids- en evenwichtsoefeningen moeten worden uitgevoerd op en aan toestellen zoals matten, evenwichtsbalken, bruggen, paarden en ringen. Gebruik ‘acrobatiek’ voor de kunst van het draaien, balanceren en springen voorzover als voorstelling gepresenteerd.
Flesvormige, oorspronkelijk houten of metalen knotsen die rond worden gedraaid bij armoefeningen.
Speciale kledingstukken bedoeld voor lichamelijke oefening, die sinds halverwege de 19e eeuw in diverse vormen worden gemaakt.
Orde van slangachtige amfibieën met een compacte schedel voor het graven, met tal van samengestelde botten, ledematen of gordels, een blijvend rudimentaire ruggengraat, meestal met een naakte huid (hoewel sommige soorten schubben hebben), een volledige metamorfose zoals bij kikkers en padden, en kleine oogjes zonder oogleden die door de huid aan het zicht worden onttrokken. Ze leefden reeds in de vroege Jura en omvatten momenteel zes families en circa 170 levende soorten.
Nauwsluitende ééndelige kleding met korte of lange pijpen, met of zonder mouwen, gedragen door acrobaten en dansers. Gebruik 'maillots' voor dikke, ondoorschijnende panty's. Te onderscheiden van 'catsuits' die niet specifiek bedoeld zijn voor de uitoefening van bewegingskunst.
Schoenen, vaak met veters over de wreef en een rubber- of rubberachtige zool. Worden in diverse modellen vervaardigd; waren oorspronkelijk ontworpen voor het sporten en worden nu ook als vrijetijdskleding gedragen.
Delen van Griekse en Romeinde huizen in de Oudheid die alleen door vrouwen werden gebruikt.
Lichaamspantser, vergelijkbaar met gambesons; nauwsluitend militair kledingstuk van rond de 14de eeuw die onder lichaamspantsers of maliënkolders werden gedragen. De gypoen die doorgaans wordt beschouwd als de voorloper van het wambuis, viel tot op de knieën en was soms voorzien van een riem. Er is enige verwarring tussen deze term en de term 'gypoenen (blazoenen)', die zijn gedefinieerd als een type overkleding. Ook is de vraag of gypoenen wel of geen mouwen hadden.
Balken met een H-vormig segment, met bredere flenzen in verhouding tot de diepte van de gewelfkap dan in I-balken.
Kleine tot middelgrote boom met een gedraaide stam die zich wijd vertakt. Kan 20 meter hoog worden. Eén variëteit heeft zowel normale als eikachtige bladeren aan dezelfde boom. Men gebruikt de boom voor landschapsarchitectuur, voornamelijk voor hoge heggen en het snoeien van figuren. Ook maakt men van de haagbeuk hardhout, brandhout dat langzaam brandt en voedsel voor diverse dieren.
Wordt algemeen gebruikt voor verschillende soorten lichte draagbare vuurwapens die in Europa werden gebruikt vanaf de 14e tot aan het begin van de 17e eeuw en die waren voorzien van een geweerlade waarmee ze tegen de wang, borst of schouder konden worden gehouden. De eerste modellen hadden een haakvormig uitsteeksel aan de onderkant van de loop om de terugslag op te vangen en werden bij het afvuren ergens op geplaatst.
Te gebruiken voor Europese wapenrustingen, gedragen vanaf de tweede helft van de 16de eeuw door lichte cavalerie gewapend met vuurwapens, meestal bestaande uit een kuras over een leren legerjas, spaudlers, een open helm, zoals een wapenhelm, een lichte Zischägge of een stalen helmkap, en een pantserhandschoen voor de linkerhand.
Haaksgewijze, halve lassen tussen twee houten balken die zo zijn afgezaagd dat ze goed aan elkaar gelast kunnen worden en druk kunnen weerstaan.
Modulaire architectonische elementen, zoals metselwerk of een triplex beplanking, die zo zijn geconstrueerd dat de verticale verbindingen van aangrenzende elementen niet parallel liggen.
Te gebruiken voor kleine, meestal rechte werktuigen die worden gebruikt om steken in lussen over elkaar aan te brengen in haakwerk.
Engelse sloten die een sperhaak bevatten waardoor de haan half in gespannen toestand kan worden vastgezet.
Stam van ongeveer 600 geregistreerde soorten, allemaal parasieten van gewervelde dieren (gewoonlijk vissen), wanneer ze volwassen zijn, en van geleedpotigen, wanneer ze jong zijn. De volksnaam verwijst naar hun snuit, waar haken aan zitten.
Kleine kussentjes, of rolletjes van haar of dergelijk materiaal, die vroeger door vrouwen onder hun eigen haar werden gedragen om het dikker te doen lijken.
Motieven die vaak bestaan uit een verticale rij driehoeken of ruiten, met daartussen balken die doorlopen tot de zijkanten met een andere ruit aan het einde. Er zijn meestal ruiten of balken aan de boven- en onderkant van het motief. Het is een symbool van de huwelijkswens.
Ruimten met verzonken zitplaatsen bij een vuur of haard.
Diverse apparaten die op elektriciteit of gas werken en zijn bedoeld voor het drogen van haar door het uitstralen van warmte.
Opengewerkte netjes gemaakt van mensenhaar, zijde of synthetische materialen die over het haar worden gedragen om het op de plaats te houden. Ook te gebruiken voor soorten die zijn bezet met parelachtige versieringen.
U-vormige spelden die worden gebruikt om haar of hoofddeksels op de plaats te houden; ze zijn gemaakt van metaal- of plasticdraad, schildpad of soortgelijke materialen en kunnen ook decoratief zijn.
Haarmonsters die worden gedragen als toevoeging aan het natuurlijke haar van de drager; ofwel om kale plekken op het hoofd te bedekken of om het haar aan te vullen voor een meer weelderig kapsel.
Term die algemeen wordt gebruikt voor diverse siervoorwerpen zoals haarspelden en -kammen, gedragen door mannen en vrouwen.
Orde van kleine motachtige insecten met twee paar vliezige en harige vleugels. De soorten uit deze orde zijn nauw verwant aan motten en vlinders.
Een soort rouwjuwelen waarin menselijke haren zijn verwerkt. Verwijst doorgaans naar verfijnd geweven of gevlochten lokken, ingezet in goud en verwerkt tot armbanden, halsbanden of horlogekettingen.
Souvenirs gemaakt van haar, gewoonlijk van mensen, maar soms ook van een geliefd huisdier. Het haar wordt vaak gevlochten in decoratieve patronen, om objecten van ijzerdraad gedraaid, enzovoort. Haar is het belangrijkste materiaal van dit soort objecten, maar men gebruikt soms ook zaadparels, glazen kralen, linten, gedroogde bloemen en andere materialen. Haarwerken zijn vaak aandenkens. Gewoonlijk draagt men ze of stalt men ze uit ter herinnering van degene van wie het haar was. Maar men maakt ze ook van het haar van levende personen, zoals de leden van een gezin of een kerkgemeenschap. Haarwerk was vooral populair in het victoriaanse tijdperk.
Toestand van intense vijandigheid en afkeer die gewoonlijk het gevolg is van angst, woede, verachting en/of gekwetst of beledigd zijn.
Verwijst naar de stijl van inktschilderen die letterlijk 'breekinkt' betekent en is gebaseerd op contrasten van lichtere en donkere lagen, stippen of lijnen. Hiernaar werd het eerst verwezen in Chinese teksten in 847 n. Chr.; de stijl verscheen het eerst in Japan in de 14de eeuw en werd toegepast tot in de 17de eeuw.
Verwijst naar precolumbiaanse beeldgesneden voorwerpen die lijken op een bijl maar blijkbaar niet als zodanig gebruikt werden. Ze hadden een ceremonieel doel en dienden waarschijnlijk als merktekens op balsportbanen.
Grote Spaans-Amerikaanse landgoederen, boerderijen of ranches; kan ook worden gebruikt voor het hoofdgebouw van een dergelijk complex.
Te gebruiken om werken te beschrijven van de gelijknamige Afrikaanse etnische groep die oorspronkelijk afkomstig is uit Tanzania maar die leeft op de eilanden Zanzibar en Tumbatu.
Verwijst naar werken die zijn vervaardigd door de gelijknamige Afrikaanse etnische groep, die in Ethiopië leeft.
Verwijst naar werken die zijn vervaardigd door de gelijknamige Afrikaanse etnische groep, die in Tsjaad leeft.
Verwijst naar werken die zijn vervaardigd door de gelijknamige Afrikaanse etnische groep, die langs de oostkust van Afrika, in Kenia, Tanzania en de Comoren leeft. Deze groep is oorspronkelijk afkomstig uit Jemen.
Verwijst naar de periode en stijl in de kunst, voornamelijk beeldhouwkunst en architectuur, tijdens de regeerperiode van Hadrianus van 117 tot 138 n.Chr. In de beeldhouwkunst wordt de stijl gekenmerkt door de invloed van de klassiek Griekse kunst, in de architectuur door een monumentaal gevoel voor massa, grote binnenruimtes en grootschalig gebruik van gestort beton.
Te gebruiken om werken te beschrijven van de gelijknamige Afrikaanse etnische groep die leeft in Centraal-Tanzania.
In algemene zin, in reliëf gevormd aardewerk met lood- of tinglazuur dat vanaf 1350 hoofdzakelijk in Duitsland is geproduceerd voor isolatietegels van kachels. De term wordt eveneens gebruikt voor het beschrijven van vaatwerk met een figuratieve decoratie, meestal religieuze of mythologische voorstellingen, dat vanaf de 16de eeuw door kachelbouwers werden vervaardigd. Vanaf circa 1500 verschijnt er polychroom glazuur en vanaf het midden van de 17de eeuw wordt loodglazuur verdrongen door tinglazuur. Neurenberg wordt beschouwd als het productiecentrum van Hafnerwaar, hoewel het ook in Zwitserland en andere delen van Midden-Europa is vervaardigd.
Verwijst naar kunst en architectuur die is verbonden met de islamitische Hafsid-heersers van Tunis die een van vier regionale machten waren die opkwamen in de Maghrib na de ineenstorting van het Almohad-rijk in 1212. De Hafsids regeerden in het oostelijk gebied van Noord-Afrika. Belangrijke centra waren de kuststeden van Tunis, Sousse en Sfax. Hafsid-cultuur is een ontmoeting van oost en west: de vele Spaanse vluchtelingen in de regio brachten hun artistieke tradities met zich mee en de Hasfids onderhielden tevens nauwe banden met de mammelukken van Egypte. De Hafsids waren verantwoordelijk voor het introduceren van de madrasa bij de Maghrib en er werden er vele gebouwd, evenals talrijke moskeeën. De Hafsids, die zichzelf zagen als verdedigers van het islamitische geloof, gaven ook opdracht tot het vervaardigen van veel opmerkelijke religieuze manuscripten.
Orde van diverse soorten insecten met een extreem kort volwassen leven dat van 30 minuten tot een dag duurt. In de zomermaanden komen ze in groten getale tevoorschijn.
Gladloopsgeweren waar meestal ladingen hagel mee worden afgevuurd in plaats van losse projectielen.
Verwijst naar de stijl van het steengoed dat vanaf het begin van de 17de eeuw werd gefabriceerd in de provincie Nagato, de tegenwoordige prefectuur Yamaguchi. Tot 1668 werden de producten Matsumoto- of Fukawa-aardewerk genoemd. De stijl kenmerkt zich door compact gevormde kommen, meestal voor thee. De kommen zijn gevlamd van voet tot lip, hebben een soms ingekeepte voetrand en zijn voorzien van semi-transparant veldspaathoudend glazuur.
Kleine openingen, meestal schuin gesneden, in de muur van een kerk, die over het algemeen zo geplaatst zijn dat ze uitzicht bieden op het hoogaltaar vanaf het transept of de zijbeuk.
Verwijst naar een faiencestijl die in de jaren na 1720 tot ontwikkeling kwam in Haguenau, in het département Bas-Rhin in de Elzas, in het noordoosten van Frankrijk. Grondlegger van de stijl was de familie Hannong, die grote keramiekfabrieken in Straatsburg bezat. Typerend voor de stijl is het karakteristieke blauwwitte aardewerk dat is geïnspireerd op het Chinese porselein, en het aardewerk met lambrekijnranden, als imitatie van aardewerk uit Rouen. Later zouden meer kleurige ontwerpen kenmerkend worden voor deze stijl.
Houders voor haar, dat is verzameld uit de haarborstel van de eigenaar, en met name kommen met deksels die een gat in het midden hebben.
Decoratieve objecten ��� doorgaans gemaakt van mensenhaar, maar soms ook van het haar van (huis)dieren ��� in de vorm van een hoefijzervormige krans. De krans legt men gewoonlijk op een met zijde of fluweel bekleed object en is vaak ingelijst. Haarkransen waren vaak aandenkens aan één of meer overleden familieleden. De armen van het hoefijzer liet men symbolisch omhoog wijzen, naar de hemel, en men kon er het haar van nieuwe mensen die waren overleden aan toevoegen. Haarkransen waren vooral populair tijdens het victoriaanse tijdperk.
Verwijst naar de fase in de Oebaid-periode van circa 5200 tot 4800 v. Chr. in het zuiden van Mesopotamië. Deze fase is genoemd naar een specifieke soort aardewerk dat is aangetroffen op de archeologische vindplaats Hajji Muhammed en gewoonlijk is beschilderd met dichte patronen die donkere gedeelten vormen op de lichte gepolijste ondergrond.
Dikke, vaak grote houtblokken waarop voedsel wordt geplaatst om het te snijden, bij te snijden, fijn te hakken en andere soortgelijke handelingen toe te passen.
Snaarinstrumenten met een klankbodem en meerdere snaren, maar zonder toetsenbord. Ze worden aangeslagen met lichte hamertjes.
Bout voorzien van hakkels (inkepingen met uitstekende punt) om beter te kunnen hechten bij het indrijven of aandraaien. Vroeger veel gebruikt voor de onderlinge verbinding tussen paal en kesp (verbindingsbalk op twee of meer heipalen).
Keukengerei dat wordt gebruikt voor het snijden, fijnhakken of versnipperen van voedsel.
Wordt gebruikt voor traditionele Hawaïaanse bouwwerken bedoeld als eetgelegenheden voor vrouwen.
Wordt gebruikt voor Hawaïaanse bouwwerken bedoeld voor het maken van tapa.
Wordt gebruikt voor traditionele Hawaïaanse huizen waar de echtgenote woont en waar de familie samenkomt en kan slapen; niet verboden voor de echtgenoot.
Wordt gebruikt voor traditionele Hawaïaanse bouwwerken waarin de vrouwen van een gezin zich terugtrekken tijdens de menstruatie; bevatten vaak een altaar.
Zilveren munten uit de VS ter waarde van vijf cents, geslagen tussen 1794 en 1805 en tussen 1829 en 1873.
Te gebruiken voor personen die vaardigheden bezitten die een beperkt bereik aan activiteiten beslaan, die minder scholing, ervaring en inzicht vereisen dan er van geschoolde arbeiders wordt verwacht.
Een patroonverband dat geheel bestaat uit strekstenen, waarbij de verticale voegen van de ene metsellaag halverwege tussen de voegen vallen van zowel de laag eronder als die erboven.
Een boekhandschrift dat zich ontwikkelde uit het laat-Romeinse cursief en werd gebruikt van de 4de tot de 7de eeuw.
Reliëfproces voor kleuring en stereoscopie, in 1856 gepatenteerd door John Bishop Hall uit New York. Er werden twee vergelijkbare afdrukken gebruikt, waarvan er een transparant werd gemaakt met kunstharsvernis en de andere werd gewassen met gekleurde verf. De transparante afdruk werd boven op de geverfde aangelegd en ze werden samengevoegd met een glas- en een grondplaat.
Verwijst naar een periode en cultuur in de Late Bronstijd en de Vroege IJzertijd, van circa 1100 tot circa 450 v. Chr. aangetroffen in Centraal- en West-Europa, en genoemd naar een begraafplaats en een zoutmijn in Halstatt (Oostenrijk). Begrafenispraktijken en artistieke stijlen verschilden per tijd en per plaats, maar over het algemeen wordt de cultuur gekenmerkt door de opkomst van handel met omliggende gebieden, door kunstvoorwerpen met symmetrische ontwerpen, geometrische versieringen, vogel- en plantenmotieven, en door de invloed van Italiaanse en mogelijk Griekse kunst.
Aureolen die bestaan uit een cirkel, schijf, reeks lijnen of lichtstralen die het hoofd van een heilig personage omgeven. In de Hellenistische en Romeinse kunst worden halo's gedragen door de zonnegod Helios, terwijl Romeinse keizers vaak worden afgebeeld met een stralenkrans. Dit beeld is overgenomen in de christelijke kunst.
Relatief smalle of vernauwde delen van vaten, zoals het slanke gedeelte van een fles of vaas tussen de mond en de schouders.
Pantserplaten voor de nek van een paard die zijn gemaakt van harnasplaatjes die door scharnieren met elkaar zijn verbonden of harnasplaatjes die worden afgewisseld met banden van maliën.
Gevels waarvan het middendeel hoger is opgetrokken tot een rechthoekige top of hals, die meestal een zoldervenster omsluit. De hals is tussen gebeeldhouwde vleugelstukken gevat en wordt bekroond door een fronton. VWB.
Goudstukken van vijf dollar uitgegeven door de VS tussen 1795 en 1916 en opnieuw in 1929.
Britse zilveren of koper-nikkelen munten ter waarde van twee shilling en sixpence die na 1971 geleidelijk uit de circulatie werden genomen.
Engelse munten ter waarde van een halve penny; in de 9e eeuw aanvankelijk in zilver geslagen, later van brons of koper gemaakt.
Noord-Amerikaanse koperen of bronzen munten die tussen 1793 en 1857 verschillende malen werden aangemunt. Ze hadden een waarde van een halve cent.
Muziekinstrument bestaande uit een draaghout met dwarshouten waaraan schelletjes hangen. Ze zijn versierd met een halve maan, een ornament in de vorm van een Chinese hoed en paardenstaarten. Ze zijn door Europese militaire kapellen overgenomen van de Turken.
Badhuizen die bestaan uit een reeks koude en warme baden en stoomkamers, vooral gebruikt voor rituele reiniging; het principe is afgeleid van oude Romeins typen. Gebruik liever 'Turkse baden' voor gebouwen waarin de baders zich door een reeks van voornamelijk stoom- en massagekamers begeven.
Te gebruiken om werken te beschrijven van de gelijknamige Afrikaanse etnische groep die leeft in de regio Kurdafan in Soedan.
Te gebruiken om werken te beschrijven van de gelijknamige Afrikaanse etnische groep die leeft in de gebieden rond het Turkanameer en de noordelijke Great Rift Valley.
Te gebruiken om werken te beschrijven van de gelijknamige Afrikaanse etnische groep die leeft in het centrale deel van de Democratische Republiek Congo.
Verwijst naar de Noord-Europese mesolithische periode en cultuur van circa 10.000 tot circa 8000 v. Chr. De cultuur ontstond waarschijnlijk onder invloed van Magdaléniens die vanuit het zuidwesten van Europa de rendieren volgden toen de Würm-ijstijd ten einde liep. De Hamburgcultuur wordt gekenmerkt door uiteenlopende werktuigen, zoals van botten vervaardigde priemen, vilders, schrapers, naalden, elastische stroken gemaakt van natte rendiergeweien en een aantal eenvoudige versieringen zoals V-patronen en banen. De cultuur besloeg een geografisch gebied van Holstein tot Hannover, waarbij de winters waarschijnlijk ten zuiden van de rivier de Elbe werden doorgebracht. Een aantal onderzoekers gelooft dat de cultuur wellicht banden had met Oost-Europa. De cultuur werd gevolgd door de Ahrensburgcultuur.
Tangen die door smeden worden gebruikt en uitsteeksels hebben om gaten in hamerkoppen te maken tijdens het smeden.
Verwijst naar de periode en de stijl die worden geassocieerd met de Han-dynastie in China (tussen 206 v. Chr. en 200 n. Chr.). Na de val van de Qin-dynastie in 221 v. Chr. woedde er een burgeroorlog tot Liu Bang, die postuum de naam Gaodi kreeg, de eerste Han-keizer werd. De Han-periode was een van de grote bloeiperioden in de Chinese cultuurgeschiedenis en legde de basis voor toekomstige Chinese beschavingen. De belangrijkste kunst uit deze periode omvat geglazuurd aardewerk, bronzen vaatwerk en funeraire objecten, zoals modellen van huizen, beeldjes van mensen en dieren, en beschilderde bakstenen graftekens.
Stijl van het Chinese klerkenschrift die zich kenmerkt door uitbundige penseelstreken en die afwijkt van het Qin-klerkenschrift. Het klerkenschrift van de Westelijke Han-dynastie, dat wordt aangetroffen op bamboestroken, op hout en in zijdemanuscripten, vertoont grote gelijkenis met het Qin-klerkenschrift; tijdens de Oostelijke Han-dynastie ontwikkelde het schrift zich echter tot het zogenoemde bafenschrift met voornoemde uitbundige penseelstreken (visueel gelijkend op de staart van een gans). Typische in bafen geschreven werken waren de inscripties op stèles uit de late Oostelijke Han-periode. Ze werden erkend als kunstwerken vanwege hun uitgebalanceerde vormen en vloeiende halen.
Te gebruiken om werken te beschrijven van de gelijknamige Afrikaanse etnische groep die leeft in Zuid-Afrika.
Verwijst naar de stijl van Duitse faience die werd vervaardigd tussen 1661 en 1806, voornamelijk als imitatie van blauwwit Delfts aardewerk. Na circa 1725 worden de stukken gekenmerkt door blauwe stippen die zijn aangebracht op een witte achtergrond.
Handgereedschap dat wordt gebruikt om gaten te ponsen in bladmetaal.
Wordt gebruikt voor, meestal compacte, boeken die beknopte informatie bevatten. Meestal gaat het om regels of aanwijzingen die men nodig heeft om bepaalde taken of processen te kunnen uitvoeren.
Wordt met name gebruikt voor zilveren dollarmunten uit de VSdie in de periode tussen 1873 en 1878 speciaal zijn aangemunt voor gebruik in de handel met Aziatische landen. Daarnaast ook gebruikt voor andere munten met de grootte en de waarde van een dollar die gebruikt worden voor economische doeleinden buiten de nationale grenzen.
Delen van het lichaam van een mens of een dier, gewoonlijk met vingers, die zich bevinden onder het polsgewricht van de armen en zich kenmerken doordat ze normaliter gebruikt worden voor andere doeleinden dan steun en voortbeweging. Gebruik 'voeten (dierlijke lichaamsdelen)', 'klauwen (dierlijke lichaamsdelen)', 'hoeven (dierlijke lichaamsdelen)' of een andere passende term voor de uiteinden van poten of benen.
Kruisen met een kort handvat, die worden gedragen tijdens christelijke rituelen of gebeden; ze kunnen ook worden gebruikt in religieuze processies maar zijn kleiner dan processiekruisen.
Handlussen, meestal van leer en slechts zelden van hout, die zijn vastgeklonken aan de binnenkant van het schild en worden gebruikt om het schild mee vast te houden. Normaliter heeft elk schild er twee, bestaande uit een vaste lus die wordt vastgehouden met de hand en een verstelbaar riempje dat rond de arm wordt bevestigd.
Handbediende elektrische apparaten met één of meer kloppers die worden gebruikt voor het mengen, kloppen, of pureren van voedsel.
Drukpersen die met de hand moeten worden bediend.
Dozen, meestal lang en smal, voor het bewaren van hanschoenen als deze niet gebruikt worden. Bevat soms een voering aan de binnenkant van de deksel voor het bewaren van handschoenrekkers.
Apparaten die worden gebruikt voor het oprekken van handschoenen. Deze apparaten bestaan meestal uit twee uitsteeksels die in het midden aan elkaar vastzitten met een scharnier.
De studie van oude schrijfwijzen, ingekerfd of gegraveerd of in manuscriptvorm, met inbegrip van de identificatie ervan in termen van oorsprong of periode en de formatie van individuele lettertekens. Gebruik 'epigrafie' voor de studie en interpretatie van specifiek oude inscripties in schrift, beelden of willekeurige krassen .
Damestassen, gewoonlijk met hengsels of bandjes, bedoeld om in de hand te houden of op de arm te hangen, bedoeld als accessoire. Handtassen zijn groot genoeg voor bankbiljetten, munten en veel gebruikte persoonlijke spullen.
Losbladige boeken of andere banden met blanco bladzijden, waarin mensen gelukwensen, citaten of handtekeningen hebben geschreven.
Delen van, of aanhechtsels aan voorwerpen om die er mee aan te vatten, te tillen, te verplaatsen.
Zagen met een handvat als dat van een mes of pistool, dat meestal lang genoeg is om met twee handen vast te worden gehouden. (Volgens de literatuur werd dit model handvat na 1760 vervangen met het hedendaagse handvat)
Wordt gebruikt voor strekse bogen waarvan de verbindingen tussen de boogstenen niet straalsgewijs uitlopen maar allemaal vanuit het centrum schuin aflopen naar buiten, aan beide kanten onder dezelfde hoek.
Hangend openkast-systeem waarop porselein wordt getoond, vaak met latwerk aan de zijdes.
Ratels, waarin rammelende voorwerpen zitten die tegen elkaar botsen als de ratel wordt geschud.
Reeksen treden, meestal van steen die aan één kant in een muur zijn gebouwd en niet op een andere wijze worden ondersteund, behalve door de direct onder gelegen stenen trede die ze gedeeltelijk overlappen.
IJzerwaren die worden gebruikt voor het stutten of verbinden van delen van hetzelfde of verschillend materiaal, zoals bijvoorbeeld een balkhanger om het eind van een balk of dwarsbalk te stutten bij een gemetselde muur.
Japanse cilinders van klei of terracotta overdekt met geboetseerde figuren of hoofden, als afscheiding rondom grafheuvels geplaatst.
Oude Noord-Afrikaanse, in de rotsen uitgehouwen grafkamers.
Te gebruiken voor performances uit de jaren vijftig en zestig van de 20e eeuw die eenmalige, niet gerepeteerde gebeurtenissen waren, waarin vaak elementen van theater, muziek en de beeldende kunsten werden gecombineerd. Ze waren meestal nonverbaal, deels op toeval gebaseerd en vereisten deelname van het publiek. De belangrijkste componenten waren beeld, geluid, geur en beweging.
Te gebruiken om werken te beschrijven van de gelijknamige Afrikaanse etnische groep die leeft in de Ethiopische regio Harar.
Verwijst naar een stijl in de Romeinse beeldhouwkunst, die in de 2de eeuw tot ontwikkeling kwam in afwijking van eerdere boetseertechnieken waarbij het oppervlak in positief werd bewerkt door vervorming van het materiaal. In plaats daarvan begon men in negatief te boetseren met gebruikmaking van gutsen, zwengelboren en andere technieken om scherpe contrasten tussen licht en donker te scheppen.
Verwijst naar het werk van een groep schilders aan de Amerikaanse westkust, die actief waren in de jaren 60 van de 20ste eeuw. De stijl, waarvan de naam in 1959 werd bedacht door criticus Jules Langsner, wordt gekenmerkt door het gebruik van grote vormen met scherpe contouren die zich van hoek tot hoek over het doek uitstrekken en die zijn geschilderd in twee of drie intense kleuren.
Een grondlaag voor het etsen, die op een warme drukplaat wordt aangebracht en bij het drogen hard wordt.
Hoofdklasse zeep; wordt vervaardigd uit olijfolie en natronloog. Algemeen type zeep, meestal wit of gevlekt.
Wordt gebruikt voor het procédé waarbij twee stukken metaal aan elkaar worden bevestigd door er een lasmetaal als hard soldeer tussen te voegen en hitte aan te wenden, bij temperaturen tussen de 750 en 900 graden Celsius; soms, maar niet noodzakelijkerwijs, worden de te verbinden oppervlakken week gemaakt of gesmolten. Gebruik 'solderen' voor hetzelfde procédé, wanneer de temperatuur onder de 750 graden Celsius ligt. Gebruik 'lassen' voor het procédé waarbij twee stukken metaal worden verbonden en waarbij het nodig is de oppervlakken te ontharden of te smelten en waarbij lasmetaal wel of niet gebruikt kan worden.
Soldeerlegering die gaat smelten bij hogere temperaturen; typisch is het koper met zilver, waarbij voor het smelten temperaturen nodig zijn tussen de 750 en 900 graden Celsius.
Verwijst naar de explosie van buitengewone literaire, muzikale en artistieke creativiteit en productiviteit die plaatsvond in de voornamelijk Afro-Amerikaanse wijk Harlem in New York City in de jaren 20 van de 20ste eeuw. De stroming blies de culturele aspiraties en het zelfvertrouwen van Afro-Amerikanen nieuw leven in door de psychologische en emotionele uniciteit van de Afro-Amerikaanse gemeenschap te verkennen door middel van kunst.
In het algemeen te gebruiken om een prettig georganiseerde en consequente indeling van de delen in het geheel aan te duiden. Gebruik, in het geval van kunst of architectuur, de term vooral voor het begrip van esthetische omschrijving, waarin de architectonische verhouding of het kunstzinnig ontwerp harmonie vertoont.
Kleine, Europese rietorgels geluid producerend door lucht die door een blaasbalg onder druk wordt geplaatst.
Metalen bekleding van het lichaam van een krijgsman ter voorkoming van verwonding c.q. doding. Gebruik 'wapenrusting' voor alle kleding om het lichaam te beschermen ten tijde van strijd, in complete sets, ook in afzonderlijke delen.
Vleugelpiano's met een harpvormige omtrek en open snaren die verticaal zijn gespannen tussen een rand net onder het toetsenbord en de gebogen harpachtige hals.
West-Afrikaanse snaarinstrumenten die bestaan uit een stok of smalle plank en een hoge ingekerfde kam waar de snaren in verticale richting overheen lopen.
Tokkelinstrumenten die bestaan uit een klankbodem en een hals waartussen een serie evenwijdige snaren verticaal of diagonaal in een vlak zijn gespannen dat loodrecht op de klankbodem staat.
West-Afrikaanse snaarinstrumenten waarbij het snarenvlak loodrecht op een klankkast staat; de snaren lopen over een ingekerfde verticale kam.
Blanke wapens die bestaan uit een vaste of afneembare kop met weerhaakjes op een stok en met de hand worden geworpen of geschoten vanuit een harpoenkanon; gebruikt bij de jacht op grote vissen een zeezoogdieren.
Een vaste of halfvaste organische stof die meestal wordt verkregen uit plantenuitscheidingen maar soms ook van insekten of synthetisch materiaal; het is oplosbaar in organische oplosmiddelen maar niet in water en wordt doorgaans gebruikt in vernis, drukinkt en stijfsel.
Verwijst naar de periode die is genoemd naar de heerschappij van koning Harshavarman III (1066-1080 n. Chr.) in het vroege Angkor-rijk, en die wordt gekenmerkt door een snelle expansie en stadsplanning. Monumenten uit deze periode ontwikkelden zich tot duidelijke functionele of symbolische typen. Het eerste van deze typen was de tempel-berg, een constructie die werd gebouwd op de top van een heuvel of berg in de vorm van een piramide met terrassen met daarin een centraal sanctuarium waarin een afbeelding was geplaatst die de macht van de koning symboliseerde. Het tweede type was een tempel die was gebouwd op vlakke grond en die qua ontwerp was gebaseerd op Indiase en Cambodjaanse tempels. Beide tempeltypen werden over het algemeen gebouwd van baksteen, lateriet of zandsteen, bevatten interne sanctuaria en bogen op kraagstenen. Beeldhouwwerken uit deze periode waren gewoonlijk voorbeelden van de Koh Ker-stijl (tweede kwart van de 10de eeuw) en de Banteay Srei-stijl (tweede helft van de 10de eeuw), die werden gekenmerkt door reliëfsculptuur die een reeks Indiase legendes afbeeldde, en van de stijl van de Khleangs (laat 10de tot vroeg 11de eeuw), die werd gekenmerkt door een reeks bladmotieven op tempeltimpanen en figuren van jeugdige godheden, vaak met kuiltjes in de wangen, gekleed in dunne, nauwsluitende kleding en versierd met sieraden.
Te gebruiken voor de zeer gestileerde figuur gebaseerd op de vorm van het menselijk hart.
Stoelen met een driehoekige zitting en drie gedraaide poten, populair in de zeventiende eeuw in Amerika en Groot-Brittannië. De zitting is soms gestoffeerd. Dit type stoel is in hoge mate geïnspireerd op de driehoekige stoelen die in de late gotiek en vroege Renaissance populair waren op het Europese vasteland.
Japanse prenten van een lang, smal formaat, ongeveer 73 bij 12 centimeter.
Toestellen, meestal bestaande uit een kooi die kan uitzetten en die draait om een verticale schacht, en een fioelkop, die op eigen poten kan staan of kan worden bevestigd aan het deksel van de naaidoos of de rand van de tafel. Er wordt een streng draad op de kooi geplaatst en omgekeerd, waarna de haspel in beweging wordt gezet om een regelmatige bol garen op te wikkelen.
Wandkasten op wieltjes met open voorkant, die voor een haardvuur worden gezet om borden met voedsel op te warmen.
Soort arabesk gebruikt in Ottomaans aardewerk in de Iznik-stijl, daterend uit het midden van de 15de eeuw. Hatayi maakt gebruik van een complex patroon van loof, zoals lotuspalmetten, gebogen wijnstokken en veervormige bladeren, en vaak ook vogels, wolkenbanden, draken en monsters. Lijkt op de motieven in de Chinese decoratieve stijlen waarin het ontstond; 'hatayi' is Turks voor 'Chinees' of 'op Cathayaanse wijze'.
Scherpgekante tassen waarop bladmetaal wordt gebogen.
Gereedschap met twee bladen waarvan het grote blad de vorm van een dissel heeft en het kleine blad de vorm van een bijl. Te onderscheiden van 'adze-hatchet', waarvan het bijlvormig blad het grootst is.
Japanse schilderstijl waarbij men de inkt op het oppervlak van een schilderij laat spatten.
Franse schalmeien uit de Renaissance die bestaan uit een windkapsel, zes enkele toongaten, één dubbel toongat en één duimgat aan de achterkant.
Doek, meestal wit, die aan een hoofddeksel vastzit en over de nek hangt om die te beschermen tegen de zon.
Wordt gebruikt voor vestigingsgebieden die haven- en terminalfaciliteiten combineren op de overgang tussen transportsystemen te land en te water
Hemden van felgekleurde bedrukte stof met afbeeldingen van de Hawaïaanse eilanden: palmbomen, kano's met outriggers, vissen, bloemen, surftaferelen en hoeladansers. Worden doorgaans verkocht aan en gedragen door toeristen. Ze werden voor het eerst in de jaren 30 van de 20ste eeuw gemaakt van goedkope, uit Japan geïmporteerde stoffen en beleefden hun hoogtijdagen in de jaren 50 van de 20ste eeuw.
Beschrijft werken die zijn vervaardigd door de bewoners van de Hawaïaanse eilanden. De kunstproductie van de Hawaïanen omvatte vederwerk, schorsdoek en ornamenten; beeldhouwwerken van hout, steen en veren; rotsinkervingen of rotsgraveringen; en houten kommen, trommels en kano's.
Patriottische Hawaiian quilts die de Hawaiaanse vlag afbeelden, soms met het koninklijke wapenschild of andere koninklijke symbolen in het midden. Geen Nederlands equivalent.
Quilts, meestal in slechts twee kleuren, bestaande uit één symmetrische vorm die uit een gevouwen stuk effen stof wordt geknipt en geappliqueerd op een meestal witte, effen ondergrond; veel vervaardigd op Hawaii en door Duitse kolonisten in Pennsylvania. Geen Nederlands equivalent.
Beschrijft werken die zijn vervaardigd door het gelijknamige Afrikaanse volk, dat in Somalië leeft.
Motief dat een gestileerde boom voorstelt en dat ontstond in de ontwerpen van kelims, hoewel het ook wordt verwerkt in andere textielontwerpen, mozaïeken en andere kunstvormen, voornamelijk in Klein-Azië, Armenië en het Midden-Oosten. Het wordt gekenmerkt door een symmetrische verticale wijdvertakte stengel of een Y-vorm met een stam en twee evenwijdige verticale takken. Het is een symbool van onsterfelijkheid, omdat het doet denken aan de cipressenboom die duurzaam hout heeft en onsterfelijk zou zijn. Tapijten met dit ontwerp worden vaak ondersteboven opgehangen, zodat de wortels van de boom zich in de hemel bevinden; de beeldtaal is geïnspireerd door passages uit de Koran.
Kruisen met armen die lijken op (ongepelde) hazelnoten, met elkaar verbonden via grote stompe uiteinden en aan de andere kant met naar buiten wijzende gekrulde uiteinden.
Bedgordijnen aan de zijkanten van het hoofdeinde van een bed. Gebruik 'headcloths' voor vaste bedbehangsels aan het hoofdeinde van een bed.
Enkelvoudige, vaste bedbehangsels aan het hoofdeinde van een bed, doorgaans passend bij de bedgordijnen. Gebruik 'head curtains' voor gordijnen aan beide zijden van het hoofdeinde van een bed.
Onderdelen van skeletten, die de uiteinden van dwarsbalken of daksparren kruisen en ondersteunen.
Amerikaanse stoelen uit het eind van de 18e eeuw waarvan de rugleuning hartvormig is. Ze waren vooral populair in New England.
Gedraaide, Amerikaanse '@baluster-back chairs' uit de 18e eeuw met uitgesneden harten en kronen in de bovenregel. De historische benaming voor deze stoelen is niet bekend.
Te gebruiken voor luchtvaartuigen die worden gedragen door de omringende lucht een impuls in neerwaartse richting te geven die gelijk is aan het gewicht van het luchtvaartuig. Geen Nederlands equivalent.
Alfabet van 22 letters van Semitische oorsprong, gebruikt vanaf de 3e eeuw v.C. voor het schrijven van Hebreeuws en later voor Jiddisch, Ladino en andere talen.
Verwijst naar kleine steken die met regelmatige tussenpozen worden aangebracht om een stuk draad of een draadpatroon vast te zetten.
Mengsel van bijenwas en lampzwart dat wordt gebruikt voor het maken wrijfsels en het poetsen van schoenen, met name de randen van de zolen.
Papier met een gladde afwerking die ontstaat wanneer de vellen tussen een aantal verwarmde metalen rollen door worden gehaald.
Elke verwarmingseenheid in een heetwaterinstallatie waarin het water wordt verhit alvorens door pijpen te worden rondgeleid naar radiatoren of grondplaten.
Op ketels gelijkende houders voor heet water, met een of meerdere tappen en een tapkraan onderaan, meestal op pootjes en vaak met een warmhoudelement; gebruikt bij het serveren van koffie of thee en soms onderdeel van een koffie- of theeservies.
Bruggen met een deel of delen die verticaal worden opgetild tussen torens, met gebruik van tegengewichten of kabels.
Te gebruiken voor kleine vrachtwagens met twee aangedreven uitsteeksels aan de voorkant, die onder zware ladingen kunnen worden geschoven en dan omhooggebracht om deze te vervoeren of op te stapelen.
Beplantingen van struiken of houtachtige gewassen in een rij, meestal als hekken, afscheidingen of windbrekers.
Kleine beeldjes gesneden uit groen nefriet die de Maori's van Nieuw-Zeeland dragen als hangers. Het zijn vruchtbaarheidssymbolen met de vorm van een menselijke foetus. Traditioneel worden ze alleen gedragen door vrouwen en gaan ze over van generatie op generatie. Tegenwoordig produceert men ook kunststof hei tiki's in massa als souvenirs of talismans voor toeristen.
Verwijst naar de Japanse stijl en periode die zich ontwikkelde van 794 tot 1185 n. Chr. en samenviel met de verplaatsing van de hoofdstad naar Heian (het tegenwoordige Kyoto) en de opkomst van het tantristisch boeddhisme, afkomstig uit China. De stijl wordt gekenmerkt door de nadruk op mandala’s in beelden en de komst van nieuwe figuurtypen, zoals boeddha’s met een kroon en sieraden, en godheden met meerdere ledematen en woeste gezichtsuitdrukkingen om bovennatuurlijke krachten aan te geven. De architectuur uit deze periode wordt gekenmerkt door grote woonhuizen gebouwd op rechthoekige stukken land. Deze huizen bestaan uit paviljoens en zalen, verbonden met overdekte gangen en omheind met aarden muren.
Zwaar ijzeren of houten blok dat met de handen of met een machine door middel van katrollen omhooggehesen wordt en dat men daarna laat vallen op palen die in de grond geheid moeten worden. Gebruik voor de machines die dit onderdeel gebruiken, 'heimachines'.
Een techniek voor lakdecoratie die inlegsels van goud- en zilverfolie gebruikt, waarbij laklagen worden aangebracht op de decoratie en vervolgens gepolijst om het ontwerp bloot te leggen. Het werd soms gebruikt met 'maki-e'. Deze techniek ontstond ���in China, waar zij bekend stond als 'p'ing-t'o', en kwam naar Japan tijdens de Nara-periode (710-794). Sinds de Heian-periode (794-1185) wordt ook de term 'kanagai' gebruikt voor deze techniek.
De avondmaalsviering is in protestantse kerken een van de twee sacramenten (het andere sacrament is de doop). Tijdens het avondmaal worden het lijden en het sterven van Jezus Christus herdacht door het eten van brood en het drinken van wijn. Het avondmaal lijkt op de eucharistie in de rooms-katholieke kerk, maar er zijn belangrijke verschillen in - en van opvattingen over - het wezen van het ritueel.
Wordt gebruikt voor kleine groepen bomen die bijzondere religieuze, mystieke of spirituele kwaliteiten worden toegedicht. De boomgroepen, die zich meestal in afgebakende gebieden bevinden, staan vaak in de buurt van water, een altaar of een gedenkteken dat aan bepaalde geesten, goden, helden of gebeurtenissen is gewijd.
Plaatsen waar aanbidding plaatsvindt van een beeld, afbeelding, heilige, heiligheid of andere gewijde objecten. Gebruik 'reliquiaria' voor houders voor het bewaren van relikwieën van heiligen.
Prent met een afbeelding van een martelaar of heilige, eventueel voorzien van een informatief onderschrift. Een serie kleine prentjes rondom de centraal geplaatste heilige kan verhalen vertellen over zijn of haar leven of een belangrijke gebeurtenis daaruit.
Ideale, perfecte plaatsen, vooral met betrekking tot wetten, overheid en maatschappelijke omstandigheden.
Verwijst naar plattegronden met daarop aangegeven de heipalen: de bouwkundige funderingselementen die bestaan uit kolommen van hout, staal of voorgestort beton welke als ondergrondse ondersteuning van een verticale last fungeren.
Klap- of schuifbarrières, gebruikt om een doorgang tussen twee buitenruimten op te vullen of af te sluiten, vaak gemaakt van een traliewerk of open geraamte of een zware of ruwe constructie. Ook barrières binnenshuis die hierop lijken. Voor barrières met een stevigere en verzorgdere constructie en die gewoonlijk leiden tot ruimten binnenshuis wordt 'deuren' gebruikt.
Literaire werken in versvorm of proza waarin menselijke dwaasheden en ondeugden op spottende wijze aan de kaak worden gesteld.
Zij die zich bezighouden met het bestuderen en toepassen van bovennatuurlijke en natuurlijke machten voor goedaardige of kwaadaardige doeleinden, waarbij zij in variërende mate gebruik maken van magie, paranormale krachten, kruidkunde, waarzeggerij en communicatie met goede of kwade geesten.
Voorvoegsel voor de beschrijving van een kleur met een hoge intensiteit en een hoge tot gemiddelde waarde.
Te gebruiken voor diverse luchtvaartuigen zwaarder dan lucht, die worden gekenmerkt door aangedreven, horizontaal draaiende vleugels of bladen met een grote diameter, die het toestel verticaal kunnen laten opstijgen en stil laten hangen in de lucht.
Diazoprocédé uitgevonden door J.N. de Nilpce in 1825, waarbij bitumen die in een coating werden aangebracht op glas of metaal zich verharden in relatie tot de belichting. Na wassen met lavendelolie bleef enkel het verharde gedeelte van de plaat over.
Verwijst naar de stijl van de artistieke voortbrengselen op het zuidelijke en centrale deel van het Griekse vasteland tijdens de Bronstijd tussen circa 3600 en 1050 v. Chr. Tot circa 1600 v. Chr. werd de artistieke productie gedomineerd door aardewerk, vooral in Minyen en matt-painted stijl. Na 1600 v. Chr. behoren tot de belangrijkste kunstwerken waarmee deze periode zich onderscheidt, naast het aardewerk, ook metaalwerk, zoals de bekers van Vapheio, muurschilderingen van oorlogs- en jachttaferelen, en de bouw van paleizen en doorwrochte koepelgraven.
Te gebruiken voor de invloeden van de Griekse cultuur toen deze door nieuwe gebieden werd verspreid na de veroveringen van Alexander de Grote; ook te gebruiken voor het enthousiasme voor de Griekse cultuur en haar idealen in latere periodes.
Verwijst naar de oud-Griekse periode, cultuur en kunst in het oude Griekenland die duurde van circa 330 tot 31 v. Chr., toen Augustus afrekende met Cleopatra en Marcus Antonius, en die wordt gekenmerkt door een internationale cultuur, ingeleid door de veroveringen van Alexander de Grote in India, Egypte en het Nabije Oosten. De stijl wordt in architectuur en kunst gekenmerkt door een grotere verfijning, complexiteit en diversiteit dan van eerdere Griekse stijlen bekend is. De architectuur wijkt af van de strikte regels uit vroegere perioden. Beeldhouwers legden meer nadruk op realistischer vormen en een grotere variatie in houdingen dan in vroegere Griekse kunst.
Diverse instrumenten voor het meten van verticale hoeken, bijvoorbeeld voor buiging, hellingsgraad of hoogte.
Engelse bouwwerken in locale stijlen, in allerlei vormen en voor verschillende doelen, gemaakt van hout met een aarden vloer en voornamelijk gebruikt voor de opslag van producten, gereedschappen of vee; veelvoorkomend van de 16e tot de 19e eeuw. Geen Nederlands equivalent. Zie 'schuren'.
Beschermende hoofddeksels, meestal gemaakt van een hard materiaal.
Lichte helmen van het merg van een plant of van kurk bedekt met stof, met een ronde hoedenbol en een vaste rand die naar beneden afloopt; gedragen in tropische gebieden ter bescherming tegen de zon. Werden voor het eerst gedragen door het Britse leger, halverwege de 19e eeuw in India, en werden gemaakt met het merg van de solaplant.
Te gebruiken voor maskers die het hoofd geheel of gedeeltelijk omsluiten, in het bijzonder die welke worden gedragen tijdens Afrikaanse ceremonies en maskerades.
Bruidskisten die in de 16e en 17e eeuw werden gemaakt in Catalonië in Spanje. Aan de voorkant van de kist zit links of rechts een deur met een aantal laden erachter, waarin kleine spulletjes worden opgeborgen. Zowel de binnen- als de buitenkant van het deksel zijn versierd.
Uniformjassen van het dagelijks tenue, met korte of lange mouwen, van linnen of katoen voor gebruik in de tropen en met verwisselbare knopen en epauletten.
Verwijst naar diverse blauwe kleuren die lijken op de kleuren die worden gemaakt met het pigment hemelsblauw, voornamelijk de kleur van een wolkeloze hemel of puur diepblauw.
De daad of het proces van opgaan van de aardse naar de hemelse sfeer. De term verwijst vaak specifiek naar de hemelvaart van Christus, waarvan de apostelen veertig dagen na zijn opstanding getuige waren. Het geloof in de hemelvaart van Christus werd een belangrijk onderdeel van het christendom, dat de eenheid met God de Vader, de overstijging van de beperkingen van tijd en ruimte, en de universele aanwezigheid symboliseert. De term kan ook verwijzen naar de opstijging ten hemel van de profeet Mohammed.
Verwijst naar een belangrijk christelijk feest dat de tenhemelopneming van Christus gedenkt. Het feest wordt sinds de 4de eeuw veertig dagen (de vijfde donderdag) na Pasen gevierd door zowel oosterse als westerse kerken. Hemelvaartsdag gedenkt het koningschap van Christus, de tenhemelopneming van Christus ter verheerlijking van de menselijke natuur en de voltooiing van de verlossing van hen die in Christus geloven (de Hemelvaart is de laatste verlossende handeling). In de middeleeuwen werd er in het kader van het feest een processie gehouden om de tocht van Christus naar de Olijfberg te gedenken, volgens de traditie de plaats van de Hemelvaart. Een ander oud gebruik was het optillen van een kruisbeeld of een beeld van de verrezen Christus door een opening in het dak van de kerk. Soms ging dit gepaard met een duivelsfiguur die tegelijkertijd afdaalde. Een onderscheidend kenmerk van de westerse liturgie van Hemelvaartsdag is het doven van de paaskaars na de lezing van het evangelie. De paaskaars wordt voor het eerst ontstoken met Pasen en wordt gedoofd als symbool voor het feit dat Christus de aarde verlaat.
Het mineraal hemimorfiet is een gehydrateerd zink-silicaat. Het behoort tot de sorosilicaten. Het mineraal komt met name voor als oxidatieproduct in de bovenlaag van zinkblende afzettingen. Bekende vindplaatsen zijn de Belgisch-Duitse grens, Silezië in Polen, en de staten Pennsylvania en Missouri in de Verenigde Staten.
Een ijzerhoudend proteïnepigment dat voorkomt in de rode bloedcellen van gewervelde dieren en hoofdzakelijk zorgt voor de toevoer van zuurstof vanuit de longen naar de lichaamsweefsels.
Verwijst naar een Chinese neolithische cultuur die dateert uit circa 5200 tot circa 3300 v. Chr.; de naam is ontleend aan de vindplaats van een neolithisch dorp in Yuyao, in de provincie Zhejiang. De Hemudu-cultuur, waarvan het centrum zich bevond in de vallei bij de benedenloop van de Yangtze, heeft zijn faam met name te danken aan het feit dat hier de vroegste sporen van rijstbouw in China zijn aangetroffen, daterend uit circa 5000 v. Chr. Het oudst bekende lakwerk uit China, een roodgelakte houten kom, is gevonden op een Hemudu-vindplaats. Hemudu-aardewerk is met de hand vervaardigd, dik en grijs-zwart van kleur. Het oppervlak is vaak gepolijst, gedecoreerd met touwafdrukken of bevat ingesneden planten- en diermotieven. Andere Hemudu-artefacten zijn grove kleifiguurtjes van dieren en mensen, en gesneden hout en ivoor, met als interessantste motief de vogel, in het bijzonder de dubbele vogel.
Een sterke, gelige of roodachtige harde vezel verkregen uit de bladeren van een tropische Amerikaanse agave.
Beschrijft werken die zijn vervaardigd door het gelijknamige Afrikaanse volk, dat in Malawi, Tanzania en Zambia leeft.
Volwassen vrouwtjesvogels.
Japanse boekbanden waarin draad wordt gestikt door vier gaten die op gelijke afstanden van elkaar zijn aangebracht in de verbindingen tussen de rug en de voor- en achterkant van het boek, waardoor een patroon ontstaat als dat van een hennepblad.
Verwijst naar de Franse stijl in architectuur en kunstnijverheid tijdens de regering van Henri II, van 1547 tot 1559, die wordt gekenmerkt door vormen en motieven uit de Italiaanse Renaissance die de vroegere gotische elementen vervingen.
Kleine primitieve fotosynthetische niet-vasculaire planten die op natte plaatsen groeien en op groen zeewier of op bladmossen lijken. Voorheen ingedeeld bij Bryophyta.
Verwijst naar Engels en Amerikaans meubilair naar de ontwerpen van de Engelse meubelmaker en ontwerper George Hepplewhite, die postuum werden gepubliceerd in 1788. Het meubilair wordt, overeenkomstig de neoclassicistische stijl van het laatste kwart van de 18de eeuw, gekenmerkt door shield-backstoelen, ladenkasten met bowfront, Marlboroughpoten en decoratieve motieven zoals de pluimen van de Prince of Wales, oren in de vorm van korenschoven, urnen en rozetten.
Ex-librissen waarop een familiewapen of andere heraldische afbeeldingen te zien zijn als eigendomsmerk.
Decoratiemotief in de vorm van een gestileerde iris of lelie, voorzien van drie (soms vijf) gekrulde bloembladen, waarvan er één de centrale as van het symmetrische ontwerp vormt. Het ontwerp is gebaseerd op de iris, die gelijk was gesteld aan de lelie en dezelfde symbolische verwijzingen bezat; vermoedelijk ontwikkeld vanuit het motief van de kamperfoelie.
Verwijst naar ambtenaren of bedienden, bij vooraanstaande huishoudens of individuen, die berichten overbrengen of proclameren, vaak de genealogische documenten bijhouden en de afbeelding van de (familie)wapens regulariseren. De term is vooral van toepassing op ambtenaren in middeleeuws en modern Europa die ceremoniële vieringen organiseerden, in het bijzonder toernooien, waarbij ze de speciale taak hadden de uitdagingen over te brengen en het gebruik van wapens door de strijdende partijen te regulariseren. Vanaf de 19de eeuw zijn de taken van deze functie hoofdzakelijk het regulariseren van de wapens (in de betekenis ‘familietekens’) van een familie of organisatie en vaak ook het beschilderen van die wapens. Zie 'wapenschilders' voor beeldend kunstenaars die zich alleen bezighouden met het afbeelden van (familie)wapens.
Plaatsen waar reizigers en vreemdelingen eenvoudig onderdak en voeding kunnen krijgen.
Gebeurtenissen die vaak maar niet altijd officieel of feestelijk zijn en dienen om iets of iemand te herdenken of om mensen of gebeurtenissen uit het verleden te eren. Gebruik 'vieringen' voor gebeurtenissen die dankbare of gelukkige tevredenheid of eerbewijs uiten. Gebruik 'ceremonies ' voor formele gebeurtenissen die uitgebreid en plechtig worden uitgevoerd zoals door ritueel of protocol wordt voorgeschreven.
Programma's die worden gemaakt en verspreid ter gelegenheid van speciale gebeurtenissen; meestal bevatten ze gedetailleerdere informatie en zijn ze luxer uitgegeven dan gewone programma's.
Engelse en Amerikaanse tafels die in de 18e eeuw werden gemaakt om de faciliteiten van een moderne badkamer te bieden, met voorzieningen voor een waskom, kannen, bidet en andere toiletbenodigdheden.
Accessoires voor de mannelijke clientèle die worden verkocht in een winkel of op een afdeling voor herenmodeartikelen, zoals handschoenen, stropdassen, sokken, hoeden, wandelstokken en ceinturen.
Oprichters of leiders van ketterse groepen of sekten.
Het seizoen tussen zomer en winter, dat zich voordoet als de zon het wintersolstitium nadert; het begin hiervan wordt door de equinox van de herfst gemarkeerd.
Te gebruiken voor objecten die speciaal zijn vervaardigd om een persoon, gebeurtenis of gelegenheid te herdenken. Gebruik de term 'gedenktekens' voor bouwwerken die zijn opgericht om de herinnering te bewaren aan personen of gebeurtenissen. Gebruik 'memorabilia' voor objecten die geassocieerd worden met gedenkwaardige personen of gebeurtenissen, maar niet daarvoor speciaal zijn vervaardigd.
Wordt gebruikt voor borden die plaatsen van bestemming aangeven. Voor kleinere, minder openbare identificerende aankondigingen wordt 'labels (identificatiedragers)' gebruikt.
Sculptuur in de vorm van een stenen paal of plaat met een hoofd, buste of figuur ten halven lijve die wordt ondersteund door en als het ware groeit uit een naar onderen taps toelopende pijler of pilaster, en vaak onderaan een fallus vertoont; oorspronkelijk meestal een verbeelding van de Griekse god Hermes.
De studie en toepassing van de methodologische beginselen van het interpreteren en uitleggen; in het bijzonder het algemene beginsel van bijbelse interpretaties.
Te gebruiken voor lage hoeden met een brede rand, gedragen door de oude Grieken, Etrusken en Romeinen, en opnieuw in de vroege Middeleeuwen. Ook te gebruiken voor gevleugelde of nauwsluitende hoofddeksels zoals te zien op voorstellingen van Hermes of Mercurius.
Een stelsel van ideeën gebaseerd op hermetische leerstellingen.
Verwijst naar een stijl die zich in de tweede helft van de 16de eeuw ontwikkelde in Spanje en zijn koloniën en gedurende de 17de eeuw bleef bestaan. De stijl, die is genoemd naar de architect Juan de Herrera, heeft weliswaar andere beeldende kunsten beïnvloed, maar is toch vooral zichtbaar in de architectuur en wordt gekenmerkt door het verlaten van de overdaad en decoratieve details van het plateresco en de daarop volgende classicistische stromingen ten gunste van een meer majestueuze, soberder stijl die de melancholieke en religieuze smaak weerspiegelde van Filips II, gecombineerd met elementen uit het Italiaanse maniërisme.
Inrichting waar mensen worden verzorgd die herstellen van een ziekte of verwondingen, maar die gewoonlijk geen actieve medische zorg meer nodig hebben. Patiënten biedt men er medicijnen, fysiotherapie en andere diensten. Gewoonlijk zijn ze ingericht als een groepshuis in plaats van als een ziekenhuisafdeling.
De huid van een volwassen vrouwtjeshert, waarvan leer werd gemaakt dat werd gebruikt voor de vroege boekbinderij. Gebruik 'wildleer' voor het zachte suèdeachtige leer dat wordt gemaakt van de vleessplit van huid van schapen of (jonge) geiten. Gebruik 'hertenleer (vrouwtjeshert)' voor leer gemaakt van hertenhuid (vrouwtjeshert).
Europese edellieden die in het bezit zijn van een hertogdom en als hoogste zijn geclassificeerd in de adelstand.
Europese edelvrouwen die in het bezit zijn van een hertogdom of die zijn getrouwd met een hertog en als hoogste zijn geclassificeerd.
Leden van een superfamilie bestaande uit circa 3500 soorten insecten die wereldwijd voorkomen. Dikkopjes, die tot deze familie behoren, danken hun naam aan de dikke kop en kenmerken zich door hun snelle, heen en weer gaande vlucht. Ze worden beschouwd als een tussenvorm van vlinders en motten.
Oud-Griekse eetzaal waar belangrijke gasten en vreemdelingen ontboden werden om deel te nemen aan gewijde maaltijden.
Te gebruiken voor de esthetische hoedanigheid van het permanente, essentiële of eeuwige karakter van een verschijnsel en geworteld in het eigen beeld dat een kunstenaar of waarnemer over perfectie heeft.
Te gebruiken voor meestal ronde ballonnen van een niet-rekbaar materiaal, die in de lucht worden gehouden door hete lucht die wordt geproduceerd boven een bak, vaak een mand, en groot genoeg zijn om mensen de atmosfeer in te dragen.
Orde van 80.000 soorten insecten. Kenmerkend zijn de monden, waar de kauwwerktuigen en maxilla's zijn geëvolueerd in een zuigorgaan dat in een aangepaste onderlip zit en een snuit vormt waarmee ze het weefsel van planten of dieren kunnen doorboren.
Militaire leiders van de kozakken; oorspronkelijk was dit de Poolse titel voor opperbevelhebbers.
Verwijst naar de periode van circa 1650 v. Chr., toen Hettitische heersers voor het eerst een belangrijke rol gingen spelen in Centraal-Anatolië, tot circa 700 v. Chr., toen de Assyriërs de overgebleven Hettitische stadstaten in het zuidoosten van Anatolië en het noorden van Syrië verwoestten.
Verwijst naar de Hettitische periode van circa 1400 tot 1200 v. Chr., toen de Hettitische heerschappij in Anatolië en Syrië werd hersteld. De kunst uit deze periode wordt gekenmerkt door monumentale beschermbeeldjes, uit de rotsen gehakte reliëfs en fijn metaalwerk.
Bij twee- en viervoetige dieren en bij mensen: de uitstekende delen aan weerszijden van het lichaam die worden gevormd door de laterale uitbreidingen van het bekken en het bovenste deel van het dijbeen.
Eenvoudige weefgetouwen waarvan de kettingdraden tussen parallelle staven zijn gespannen. Eén is aan een paal of boom vastgemaakt en de ander aan een touw dat om het middel van de wever zit en waarmee de wever de spanning op de ketting regelt.
Klein genus van Zuid-Amerikaanse bomen die latex produceren.
Schuiten met platte bodem, voorkomend in Nederland en Duitsland vanaf de Middeleeuwen tot het eind van de 19e eeuw. meestal gebruikt voor rivier- en kusttransport en voor de visserij.
Katrollen bestaande uit een gegroefd rad in een vaak rijkbewerkt houten frame, gebruikt om de hevels van Afrikaanse weefgetouwen met dubbele hevels op te hangen en te bewegen.
Zware zilveren Byzantijnse munten ter waarde van zes scrupels, een twaalfde van een gouden solidus. Ze werden van begin 7e tot begin 8e eeuw uitgegeven.
Onderstam met twee klassen insecten en ametabole geleedpotigen. Het lichaam van de dieren is onderverdeeld in een kop, borststuk en achterlijf.
Kleine Japanse stoven met houtskool die zijn bedekt met een rooster, gewoonlijk voor koken in de buitenlucht.
Genus van ongeveer 350 soorten kruiden, struiken en bomen die inheems zijn in warme gematigde en tropische gebieden. Vanwege hun opvallende bloemen kweekt men diverse soorten als sierplanten en -bomen.
Hout van de boom behorende tot het genus Carya, met wit spinthout en roodachtig bruin kernhout. Het wordt gebruikt voor het maken van stelen voor hamers, bijlen en houwelen, en bij het aromatiseren van gerookt voedsel.
Onderwijsinstellingen die onderwijs bieden na het basisonderwijs en de lagere klassen van het middelbaar onderwijs en voorbereiden op het hoger of academische onderwijs.
Beschrijft werken die zijn vervaardigd door het gelijknamige Afrikaanse volk, dat in Uganda en de Democratische Republiek Congo leeft.
Grote soort groenblijvende spar die inheems is in de westelijke Himalaya en aangrenzende bergen, van Afghanistan tot Nepal. De soort kan 44 meter hoog worden en groeit op een hoogte van 3600 meter in bossen, samen met de himalayaceder, de Pindrow zilverspar en de blauwe den.
Griekse mantels, bestaande uit een grote, rechthoekige linnen of wollen en dikwijls bontgekleurde lap stof, die los werd omgeslagen; buiten over de peplos of chiton gedragen, zowel door mannen als door vrouwen, en soms ook als enige kledingstuk door de man.
Beschrijft werken die zijn vervaardigd door het gelijknamige Afrikaanse volk, dat in het noorden van Namibië leeft.
Japanse rituele poppen van klei of porselein, gekleed in echte kleertjes, die worden gebruikt tijdens het jaarlijkse meisjesfestival Hina Matsuri, dat in maart plaatsvindt. Diverse poppen die de keizer, keizerin en hun hofhouding voorstellen, worden dan op een trappenaltaar tentoongesteld. Meisjes tussen de 7 en 17 jaar bekijken elkaars collectie en er worden verversingen aangeboden, eerst aan de koninklijke poppen en daarna aan de gasten. Dit ritueel is al ruim 900 jaar oud.
Naam die de volgelingen van het mahayana-boeddhisme gebruiken voor de oude, meer orthodoxe scholen van boeddhisme die voorafgingen aan de opkomst van mahayana-ideeën. Hoewel in de naam tot uitdrukking komt dat de mahayanisten hun eigen tradities als een superieur model beschouwen, dat andere scholen voorbijstreeft in universele goedheid, wordt deze naam door de conservatieve scholen niet gebruikt als term om te verwijzen naar de algemene traditie van het boeddhisme. Moderne aanhangers van de oude hinayana-traditie worden Theravadins genoemd (volgelingen van de Weg van de Ouden) en beoefenen het Theravada-boeddhisme.
Verwijst naar de reeks uiterst diverse geloven en gebruiken die in het algemeen verwijzen naar de Indiase beschaving en cultuur van de afgelopen tweeduizend jaar. De religie heeft een sterke invloed op de Indiase kunst, literatuur, maatschappij en politiek. Het hindoeïsme omvat diverse religieuze geloven en gebruiken en in plaats van andere goden, andere godsdiensten en andere religieuze concepten als fout of onverenigbaar te zien, worden de hoogste goddelijke machten gezien als elkaar aanvullend. De religieuze waarheid wordt niet gezien in dogmatische termen aangezien wordt geloofd dat de waarheid alle woordelijke definities overstijgt. In plaats van op een reeks doctrines ligt de nadruk op de juiste manier van leven (dharma). Er zijn aanzienlijke verschillen per regio. In de meeste vormen van het hindoeïsme ligt de nadruk op het concept van reïncarnatie of zielsverhuizing; de bevrijding (moksha) van de cyclus van samsara is het uiteindelijke spirituele doel van hindoes. Brahma, Visjnoe en Shiva zijn de belangrijkste hindoeïstische godheden en vormen gezamenlijk een drie-eenheid, de Trimurti. Verder is er een groot aantal lagere goden. Het hindoeïsme heeft geen specifieke oprichter of ontstaansmoment en er is geen centrale autoriteit. De hindoeïstische literatuur is erg rijk en gevarieerd en geen enkele specifieke tekst wordt als gezaghebbend beschouwd. De Veda's, die afkomstig zijn uit de Vedische periode (ca. 1200-500 v. Chr.), zijn de oudste overgebleven geschriften. Religieuze wetboeken en heldendichten zoals de Ramayana en de Mahabharata zijn altijd erg invloedrijk geweest.
Leden van een losjes georganiseerde jeugdbeweging die is ontstaan in de Verenigde Staten in de zestiger jaren, die zich afkeren van de gevestigde orde en samenleving en structureel pleiten voor universele liefde, vrede, het communeleven en eenvoudige idealistische waarden.
Genus waartoe de taruca (Peruaanse guemal, Noord-Andeshert, Hippocamelus antisensis) en de Chileense huemul (Zuid-Andeshert, Hippocamelus bisulcus) behoren.
Wordt gebruikt voor oude Griekse terreinen die zijn gebogen aan één kant en gebouwd voor wedstrijden met paard en wagen; gebruik 'circussen (renbanen)' voor soortgelijke oude Romeinse bouwwerken. Gebruik 'paardenrenbanen' voor sportbouwwerken die worden gebruikt voor paardenraces in moderne context.
Voorganger van het hoefijzer dat werd gebruikt in de noordwestelijke delen van het Romeinse Rijk vanaf het midden van de eerste eeuw na Christus. De hoef werd beschermd door een ovaal kommetje in dik metaal, dat werd vastgemaakt met metalen klepjes en lederen veters.
Verwijst naar de stijl van blauw-wit porselein dat werd vervaardigd in de pottenbakkersovens van Mikawachi voor de prins van Hirado. Het vervaardigde porselein is veelal klein en van fijne kwaliteit. De mooiste voorbeelden zijn vervaardigd tussen 1751 en 1830. Alleen kwalitatief minder hoogwaardige stukken die na 1843 zijn gemaakt, zijn gemerkt.
Verwijst naar het werk van de leerlingen van de Ukiyo-e-kunstenaar Moronobu (overleden 1694), zoon van de beroemde textielschilder Hishigawa Kichizaemon. De stijl kenmerkt zich door de voortzetting van Moronobu's gecontroleerde, krachtige penseelstreken en solide, dynamische figuren.
Zij die geschoold zijn in of werkzaam zijn op het gebied van de geschiedenis, de studie van de chronologische vastlegging van gebeurtenissen, zoals die een land, gemeenschap, individu, voorwerp of plaats beïnvloeden, gebaseerd op het kritisch bestuderen van bronmaterialen.
De studie en het schrijven van geschiedenis gebaseerd op het kritisch bestuderen van bronnen, de selectie van bijzonderheden uit authentiek materiaal en de synthese hiervan in een lopend verhaal dat de toetsing van kritische methoden kan doorstaan.
Wordt gebruikt voor gebouwen die van belang zijn in de geschiedenis van de architectuur, die belangrijke architectonische elementen bevatten of die een belangrijke historische rol hebben gespeeld in de plaatselijke culturele of sociale ontwikkeling; kan al of niet officieel zijn aangewezen.
Cultuurlandschappen die belangrijk zijn in de geschiedenis van de landschapsarchitectuur of het tuinieren of die zijn onstaan als gevolg van een specifiek gebruik van landschapselementen in de loop der tijd; wordt ook gebruikt voor gemodelleerde stukken grond en soms voor structuren.
Schaalmodellen die weergeven hoe bijvoorbeeld een gebouw, schip of stad er vroeger uitzag. Gebruik 'reconstructies' voor voorwerpen of bouwconstructies die op ware grootte tonen hoe iets er vroeger heeft uitgezien, gebaseerd op historisch of archeologisch bewijsmateriaal.
Studie van medische begrippen en praktijk door de menselijke geschiedenis heen in een mondiale, sociale, culturele en wetenschappelijke context, inclusief theorieën, ziekten, gezondheidszorg, individuele beoefenaars, bijzondere takken van de geneeskunde en medische beroepen zoals ziekenverzorging.
Verwijst naar kaarten waarop politieke bestuurlijke grenzen of andere kenmerken van een regio uit het verleden zijn weergegeven. Meestal bevatten ze historische namen van plaatsen, de historische spreiding van bevolkingsgroepen en de historische situatie van fysieke kenmerken.
Algemene theorie die de nadruk legt op het belang van geschiedenis als maatstaf of bepalende factor voor gebeurtenissen. Verwijst ook specifiek naar de bewuste herleving van of het vertrouwen in historische stijlen in de kunst en architectuur.
In het algemeen gebruikt voor porselein dat werd geproduceerd in de Japanse provincie Hizen (nu de prefectuur Saga).
Te gebruiken om werken te beschrijven van de gelijknamige Afrikaanse etnische groep, een Tsonga stam die leeft in Zuid-Afrika, Mozambique en Zimbabwe.
Verwijst naar de stijl en cultuur van het Hmong-volk, verspreid over gebieden in heel China, Vietnam, Laos en Thailand. De artistieke productie in deze stijl wordt voornamelijk gekenmerkt door ontwerpen voor zilveren sieraden, zoals zilveren halskettingen met slotvormige hangers die waren bevestigd aan nekringen, grote halskettingen die de gehele borst bedekten, zware en dunne armbanden, en cirkelvormige oorbellen die het oor omringen en die breder worden vanaf smalle uiteinden naar een breed centrum, met puntige hangers die aan kleine kettingen hangen. Textielstijlen worden gekenmerkt door batikproducten met geometrische patronen op hennep en katoen, appliqué en reverse appliqué in opvallende kleuren, waaronder indigo, specifieke borduurontwerpen zoals mosterdbloesem, komkommerzaad, tijgertanden en pauwenogen, gedetailleerd naaiwerk, zijden coconvezels en paneelontwerpen met bloemen en verhalen, waarin het dorpsleven, seances van sjamanen, legenden en oorlogsvoering worden afgebeeld.
Birmese pijpen met dubbel riet, zeven vingergaten en aan de achterzijde een duimgat.
Verwijst naar de periode die wordt geassocieerd met de Hoa Lai in het noordelijke uiteinde van de vlakte van Phan Rang van het midden van de 8ste tot het midden van de 9de eeuw. Prominente voorbeelden van de architectuur uit deze periode omvatten de tempels van Hoa Lai, die worden gekenmerkt door een kalan, versierde pilasters, talrijke bogen, prominente uitsteeksels, een stenen omheining, voetstukken die zijn gedecoreerd met oplegwerk en waarop de gebouwen in miniatuur worden weergegeven, Indonesisch-Javaanse elementen, en een tempelconstructie bij Mi Son, die wordt gekarakteriseerd door achthoekige stenen colonnetten, gedecoreerd met centrale ringen en verticale banden, pilasters met afwisselend effen en gedecoreerde banden, gebeeldhouwd gebladerte, en bogen die zijn versierd met niet-kronkelige lijnen. In de beeldhouwkunst is deze periode beperkt en minder vernieuwend, met zogenoemde dv'rap'las-beelden die worden gekenmerkt door schijfvormige oorhangers en lang haar, gebeeldhouwd in de stenen posten van deuren en valse deuren, en Javaans geïnspireerde afbeeldingen van Boeddha, bodhisattva's en goden.
Algemeen te gebruiken voor rietinstrumenten met een dubbel riet en conische boring. Meer specifiek: dubbelrietinstrumenten in westerse orkest- kamer- en solomuziek.
Europese althobo's met een bolle, peervormige klankbeker.
Europese tenorhobo's van halverwege de 18e eeuw met een grote open klankbeker.
Munten, specifiek de nickels (stuivers) die James E. Fraser ontwierp en sloeg tussen 1913 en 1938 in de Verenigde Staten, die met de hand werden gegraveerd door rondtrekkende Amerikaanse arbeiders, van wie velen dakloos waren. Men gebruikte de afbeeldingen op de munten als basis en paste ze aan om afbeeldingen van dierbaren of vrienden te creëren. Vervolgens ruilde men ze voor maaltijden, overnachtingen of andere zaken of diensten.
Glazen voor Duitse witte wijn.
Voorgevormde hoofddeksels met een rand en een bol, of één van beide.
Dozen die voornamelijk zijn bedoeld voor het bewaren van hoeden die zijn opgeslagen zijn. Eveneens die stukken handbagage die meestal rond en diep zijn en handvaten hebben, en die speciaal zijn ontworpen om hoeden te dragen hoewel ze vaak door vrouwen worden gebruikt als reistassen.
Standaarden waaraan hoeden kunnen worden gehangen, meestal ook met plaats voor jassen of paraplu's. Over het algemeen zijn ze uitgebreider en vaker vrijstaand dan 'hoedenrekken'.
Een hoornachtig omhulsel dat de uiteinden beschermt van de tenen van bepaalde dieren zoals paarden en herten.
Speciaal ontworpen hoefijzervormige voorwerpen die worden gemaakt van diverse harde duurzame materialen en gebruikt voor het hoefijzerwerpen.
Halvemaanvormige meren achtergebleven op plaatsen waar vroeger rivierbochten waren.
Stam van een aantal in kokers levende wormachtige ongewervelde zeedieren. Kenmerkend is de hoefijzervormige lofofoor, een karakteristiek voedingsorgaan. De dieren hebben een echte lichaamsholte die in compartimenten is onderverdeeld, een aantal tentakels aan het bovenste uiteinde, een vaatstelsel, circulaire en longitudinale spieren en een zenuwstelsel onder een epidermis. Ze kunnen 4,5 meter lang worden. De dieren leven in kokers gemaakt van chitine die ze uitscheiden. Het onderste uiteinde daarvan is ingegraven in de modder of het zand op de bodem van ondiepe zeeën. De dieren strekken de tentakels uit om voedsel te verzamelen.
Blad- of klauwachtige ornamenten die uitsteken van het ronde basement van een zuil naar de hoek van een plint.
Stenen die helpen de hoek van een gemetselde muur te vormen, vooral wanneer ze de nadruk hebben gekregen door een verschil in oppervlaktebehandeling vergeleken met de rest van de muur.
Bordessen waarvan de trap haaks op de deur staat.
De vormen, of afmetingen van de vormen, die worden gevormd door twee lijnsegmenten die bijeenkomen in één punt.
Wordt gebruikt voor metalen delen die een L-vormig segment hebben.
Vrijstaande, hangende of ingebouwde kasten, die zo gemaakt zijn dat ze precies in een hoek van een kamer passen.
Riem aan de gevechtstas of ransel om die op de rug te kunnen dragen, vastgemaakt aan de patroontassen of de koppelpassanten. Vooral militair gebruik.
Stenen of metalen banden die bij metselwerk worden gebruikt om de hoeken van muren bijeen te houden.
Constructie waardoor twee bouwdelen die in een hoek samenkomen of elkaar kruisen, aan elkaar worden verbonden.
Delen die langs de binnenkant van een hoek zijn geplaatst in een raamwerk om het te verstevigen, bijvoorbeeld tussen dak- en muurdelen.
Geronde muuroppervlakken die een overgang vormen tussen een koepel (of de trommel) en het dragend metselwerk.
Rokken gemaakt van lange grasstengels die aan een tailleband zijn vastgemaakt, traditioneel gedragen door Hawaïaanse hoeladansers. Ook imitaties van zulke rokken.
De hoepelhaak is een type hefboom gebruikt in de kuiperij om de laatste hoepels, i.e. tenen of ijzeren banden, op een ton of kuip te trekken. Het wordt ook gebruikt om de duigen (de platte stukken hout van de wand van ton of kuip) uit elkaar te halen wanneer de bodemstukken in de kroos (de inkeping in de duigen waarin de bodem past) geplaatst worden of wanneer draden vlas of hennep (werk) of riet tussen de duigen wordt gestoken. Het is een rechte stang (ca. 60 cm lang met een diameter van 4 à 5 cm) met een door een metalen plaat beslagen afgeschuind uiteinde. Op enige afstand van dat uiteinde is een losse L-vormige ijzeren haak vastgemaakt.
De buitenste of minder belangrijke binnenplaatsen van landhuizen of kastelen.
Uitgebreide lijsten met de hoeveelheden die men van de diverse materialen en gereedschappen nodig denkt te hebben voor een project; wordt ook gebruikt voor de hoeveelheden die daadwerkelijk worden gebruikt
Het geheel van hovelingen, familieleden, adviseurs, officieren en bedienden die het gevolg vormen van een soeverein of een hoogwaardigheidsbekleder.
Lijsten die bestaan uit een combinatie van twee lijstwerken die apart zijn gemaakt en aan elkaar zijn bevestigd. Het binnenste lijstwerk is bedekt met bladgoud en contrasteert met het buitenste lijstwerk. Dit soort lijsten waren populair aan het einde van de 18e eeuw en werden gebruikt voor prenten, kaarten en dergelijke. Ze zijn vernoemd naar de Engelse schilder William Hogarth.
Algemene groep van elektrische ontladingslampen, die bestaan uit een ontladingsbuis met daarin hogedrukgas of damp dat is ingesloten in een hermetisch gesloten omhulsel.
Hoge kasten die meestal zeven of meer laden hebben en door een kroonlijst in twee secties zijn verdeeld. De onderste kast lijkt op een vergrote toilettafel en de bovenste lijkt op een ladenkast. Gebruik 'tallboys' voor soortgelijke Engelse meubelstukken.
Term die met name in Groot Brittanie wordt gebruikt als verwijzing naar de stemmen van kinderen en naar bepaalde oudere Europese muziekinstrumenten, zoals viola's en blokfluiten met een sopraanbereik.
Televisiesysteemstandaard voor het doorgeven van televisiesignalen met een resolutie die twee keer zo hoog als de huidige Europese standaard PAL. Het systeem werkt op basis van een beeldverhouding van 16:9.
Gesitueerd of passerend boven het niveau, het oppervlak of de basis van iets anders.
Klasse die bestaat uit ruim 29.000 soorten ongewervelde dieren die in zee, zoet water of op het land levend, met een breed verspreidingsgebied, waaronder krabben, heremietkrabben, krill, pillenkevers, garnalen en verwanten daarvan.
De sociaaleconomische klasse die zich boven de middenklasse bevindt.
Kandelaars, meestal van plaatijzer, bestaande uit iets holle schijfvormige basis met een rechtopstaande buis met een ronde druiprand bovenaan. In een gleuf in de zijkant van de stang zit een oortje voor het regelen van de kaarsenversteller en het @veermechanisme; aan de druiprand zit soms nog een haak waar het geheel aan kan worden opgehangen. De naam is waarschijnlijk afgeleid van de uiterlijke overeenkomst met een voorwerp waarmee het haar van een pas geslacht zwijn werd afgeschraapt.
Verwijst naar een vroege cultuur en stijl die voornamelijk voorkwam in de Sonoran-woestijn, in het huidige midden en zuiden van Arizona. De cultuur is opmerkelijk door het eerste gebruik van irrigatie door boeren in het zuidwesten, door het ontstaan van permanente nederzettingen van kuilwoningen en bovengrondse flat-achtige constructies, en door de specifieke werktuigen en kunstvoorwerpen, zoals ornamenten en mozaïeken van schelpen uit de golf van Californië, kleibeeldjes en aardewerk. Dit is gemaakt van grijze klei of geglazuurd met versieringen in ijzerrood. Sommige specialisten geloven dat de Hohokam rond 300 v. Chr. naar het gebied zijn gekomen, anderen gaan ervan uit dat dit pas rond het jaar 500 is gebeurd. Ook is men het oneens over de afkomst. De Hohokam zouden uit Mexico afkomstig kunnen zijn of afstammelingen zijn van het Cochise-volk. Bovendien is men het niet eens over de vraag of de Papago, de Pima en andere volken in het Zuidwesten de nakomelingen van de Hohakam zijn, of dat het volk het gebied in de 15e eeuw heeft verlaten.
Kleine aparte huisjes waarin arme mensen of arbeiders wonen, of zoals gebruikt voor kleine dieren of opslag.
Leden van een uitgestorven soort van zeer grote beren die zich kenmerkten doordat ze Europese grotten te bewoonden, waar hun resten vaak bewaard zijn gebleven. De holenbeer is het best bekend van vondsten in grotten uit het late Pleistoceen, hoewel hij kan worden getraceerd tot het late Plioceen.
De eerste echte Australische munten die werden gemaakt door het overslaan van stukken van achten waaruit het midden was verwijderd. Ze werden tussen 1813 en 1829 uitgegeven en hadden een waarde van vijf shilling.
Verwijst naar een jaarlijks lentefeest dat het laatste feest op de hindoeïstische kalender vormt en wordt gevierd op de dag van de volle maan van de maand Phalguna (februari/maart). Het feest is waarschijnlijk al zeer oud en wordt gekenmerkt door speelsheid en het omkeren van normale gedragscodes. Dit is de enige dag dat de karakteristieke beperkingen van kaste, sekse, leeftijd en status terzijde worden geschoven. De feestvierders gooien gekleurd water en poeder naar elkaar en de festiviteiten staan bekend om hun ongeremdheid in taal en gedrag. Sommige deelnemers drinken 'bhang', een bedwelmende hennepdrank. Op de voorafgaande avond worden vreugdevuren ontstoken om de overwinning van het goede over het kwade en het eind van de winter te markeren; soms wordt in de vuren een stropop van de heks Holika verbrand. Het festival wordt met name geassocieerd met Krishna, de jonge god die bekendstaat om zijn frivoliteit. Het feest van Doloyatra, het 'zwaaien van de god', vindt plaats tijdens Holi. Op versierde platforms wordt met afbeeldingen van de goden gezwaaid onder begeleiding van speciale liederen.
Theorie waarbij een geheel niet kan worden geanalyseerd zonder dat men overblijft met de som van de delen of zonder dat het geheel wordt gereduceerd tot afzonderlijke elementen.
Verwijst naar de cultuur van de moderne natie der Nederlanden, of in het algemeen naar de culturen die hebben bestaan op hetzelfde grondgebied in Noordwest-Europa aan de Noordzee. De term ‘Hollands’ wordt vaak gebruikt om de cultuur van de noordelijke historische Nederlanden te onderscheiden van ‘Vlaams’, waarmee wordt verwezen naar de cultuur van de zuidelijke Nederlanden of Vlaanderen. De term kan ook gebruikt worden om in het algemeen te verwijzen naar Germaanse of Teutoonse volkeren; deze betekenis wordt in moderne teksten echter zelden aangetroffen.
Een hol metselvoorwerp van klei, waarvan de netto dwarsdoorsnede van elk vlak parallel aan het draagvlak ten minste 60% is van de totale oppervlakte van hetzelfde vlak. De Britten gebruiken de term voor een baksteen waarvan ten minste 25% van het volume uit gaten bestaat. Daarbij zijn de gaten ten minste 1,91 cm breed of 4,84 vierkante cm groot.
Metselstenen waarbij het netto oppervlak van de dwarsdoorsnede, in een vlak evenwijdig met het draagvlak, minder dan 75% is van het bruto oppervlak van de dwarsdoorsnede, gemeten in hetzelfde vlak.
Champagneglazen met holle stelen waarin de champagne blijft bruisen.
Holle oppervlakken op de plaats van de naad tussen een muur en het plafond.
Verzonken metselvoegen die in mortel worden gevormd door het gebruik van een gebogen stalen voeggereedschap, zodat geen regen door kan dringen.
Boekbanden in een eenvoudige stijl, bewerkt met republikeinse motieven en symbolen, in grote aantallen vervaardigd in opdracht van de Engelse republikein Thomas Hollis, die verzamelingen van op deze wijze gebonden boeken schonk aan universiteiten en bibliotheken in Europa en Amerika om het republicanisme te verspreiden en de bevorderen.
Stijl uit Los Angeles die allerlei ongelijksoortige stijlen met elkaar combineert, zoals Georgian, Federal en Regency, met ontwerpen die doen denken aan Hollywood-glamour. In de architectuur wordt de stijl gekenmerkt door het gebruik van hoekige en modernistische vormen, gepleisterde muren en een verbinding tussen binnen- en buitenruimten via Franse of glazen deuren. Voor meubilair en ontwerp worden meestal levendige prints gebruikt, afgewisseld met wit en goud.
Bedden die bestaan uit een metalen frame, springveren, matrassen en een plank aan het hoofdeinde, maar niet aan het voeteneinde. Dit type werd omstreeks 1945 in Amerika gemaakt.
Klasse van gewervelde, haaiachtige waterdieren die geen schubben hebben. De dieren hebben vier kieuwparen onder één kieuwopening aan beide zijden en een erectiele rugvin. De mannetjes hebben een grijporgaan voor de interne bevruchting van de vrouwtjes, die eieren leggen met leerachtige schalen. In tegenstelling tot haaien hebben ze een bovenkaak die vastzit aan de hersenschedel, aparte anale en urogenitale openingen en enkele grote permanente tandplaten waarmee ze voedsel vermalen, in plaats van tanden. In sommige classificaties zijn ze opgenomen in dezelfde klasse als roggen en haaien.
Een van de twee onderklassen van kraakbeenvissen (de andere is Elasmobranchii), waartoe slechts één levende orde, Chimaeriformes, behoort, maar die een uitgebreide fossiele geschiedenis kent.
Een methode om driedimensionale beelden te vormen door middel van laserlicht. Wanneer er vanuit de goede hoek gekeken wordt geeft het interferentiepatroon het oorspronkelijke patroon van het door het onderwerp weerkaatste licht weer. Vanuit verschillende gezichtspunten verandert ook het beeld: onderwerpen op de achtergrond komen te voorschijn of gaan juist schuil achter onderwerpen op de voorgrond al naar gelang de hoek vanwaaruit gekeken wordt.
Onregelmatig gevormde ponsen die worden gebruikt bij het vervangen van beschadigd fineer.
Leren of metalen houders om kleine vuurwapens in te dragen zoals pistolen, revolvers of, oorspronkelijk, haakbussen, zo ontworpen dat ze kunnen worden gedragen aan een riem of schouderharnas, of kunnen worden bevestigd aan een zadel. Ze zijn gevormd naar het vuurwapen en zijn aan de bovenkant open zodat het wapen makkelijk kan worden getrokken.
Verbindingen tussen twee houten balken die, ter versteviging, met een wig of een ander verbindingsstuk op hun plaats worden gezet of worden samengevoegd.
Op film of videoband opgenomen bewegende beelden, gemaakt door amateurs of door professionals in een niet-beroepsmatige hoedanigheid, bedoeld om thuis te worden bekeken door familie en vrienden. De gefilmde mensen, scènes en gebeurtenissen laten in het algemeen de naaste kring en persoonlijke activiteiten van de filmmaker zien.
Verwijst naar alle soorten die als menselijk worden beschouwd, directe voorouders van de mens zijn of nauw verwant aan de mens zijn.
Leden van een mensachtige soort uit het midden van de vroege steentijd die tussen 200.000 en 100.000 jaar geleden ontstond en 35.000 tot 28.000 jaar geleden werd verdrongen door de vroege moderne mens. De neanderthalers leefden in Eurazië; soortgelijke menselijke populaties kwamen tegelijkertijd voor in oostelijk Azië en Afrika, maar omdat de neanderthalers in een land met overvloedige kalksteengrotten leefden, die zij als schuilplaatsen gebruikten, bleven hun botten bewaard en zijn ze daardoor bekender dan sommige andere oude soorten van het geslacht Homo. In sommige classificaties zijn de neanderthalers opgenomen als een ondersoort van de mens (Homo sapiens neanderthalensis).
Beschrijft werk dat is vervaardigd door het gelijknamige Afrikaanse volk, dat in het noordoosten van Nigeria leeft.
De hoofdzaal van Japanse tempelcomplexen waarin gewoonlijk de belangrijkste Boeddhabeelden of beelden van bodhisattva's stonden. Gebruik ���kondō' voor de hoofdzalen van sommige vroege boeddhistische tempels (die tot en met de achtste eeuw zijn gebouwd).
Verwijst naar een Chinese neolithische cultuur uit de periode van 4000 tot 3000 v. Chr.; de cultuur omvatte het gebied van de provincie Liaoning, het westelijke deel van Binnen-Mongolië en het noordoosten van de provincie Hebei. De naam Hongshan is afgeleid van de eerste opgravingslocatie in Honghanhou, aan de rivier de Laoha, uit 1908. De vrij complexe samenleving van Hongshan bestond uit dorpen die over een groot gebied verspreid lagen, en er was contact met de Yangshao-cultuur van de Centrale Hoogvlakte. De Hongshan woonden langs rivieren in het weidegebied, en hadden ceremoniële locaties en uitgestrekte begraafplaatsen in de heuvels en bossen. Realistische dierlijke en menselijke figuurtjes zijn gevonden op ceremoniële plaatsen; de vrouwelijke figuurtjes zouden op een matriarchaat kunnen duiden. De huizen zijn groot en op een hoog terras aangelegd; de graven zijn van het cairn-type en bevatten vaak offergaven in de vorm van aardewerk en gesneden jade. Gepolijste stenen werktuigen en grijs aardewerk, soms gedecoreerd met geometrische patronen, werden er vervaardigd. De gesneden en versierde jadeobjecten van Hongshan zijn met name interessant, aangezien bij de meeste neolithische jade de oppervlaktedecoratie ontbreekt. Hongshan-jade is gesneden in allerlei dierlijke vormen, kralen, ringen, hangers en bi-schijven.
Verwijst naar de stijl van kunst die in verband wordt gebracht met de heerschappij van keizer Hongwu, stichter van de Ming-dynastie in China. De hernieuwde aanwezigheid van een krachtige inheemse dynastie bracht politieke en economische steun voor alle vormen van kunst met zich mee. Schilderkunst, keramiek, lakwerk en textiel werden verder ontwikkeld dan ooit tevoren.
Verwijst naar de porseleinstijl die ontstond tijdens het midden van de Ming-dynastie, 1488-1505. De stijl kenmerkt zich door bloemmotieven in wit op een diepblauwe ondergrond, in blauw op een gele ondergrond, en in koffiebruin op een witte ondergrond.
Bijensoort die inheems is in Europa, Azië en Afrika en die begin 17de eeuw in Noord-Amerika werd geïntroduceerd. De bij heeft een lengte van circa 1,2 cm, een kop en borststuk met een enigszins borstelig aanzien en een kleur die per stam varieert. De twee grote samengestelde ogen en drie enkelvoudige ogen (ocelli) bevinden zich boven op de kop. Het scherpe zicht wordt gecomplementeerd door twee gevoelige geurdetecterende voelsprieten. Er komen allerlei rassen, ondersoorten en stammen van deze soort voor. Net als andere bijen zijn honingbijen sociale insecten die in nesten of korven samenleven. Al eeuwen worden bijenkolonies door mensen verzorgd en onderhouden voor het oogsten van honing en voor hun functie in de landbouw als bestuivers van gedomesticeerde planten.
Houders voor het bewaren of opdienen van honing; soms met een bordje als onderzetter. Ze hebben meestal een deksel, met daarin soms een inkeping waar een lepeltje doorheen kan steken. Vaak in de vorm van een bijenkorf.
Naaldkant met afzonderlijk gekloste delen, ontstaan in de 18de eeuw in Devon en geïnspireerd op Brusselse kant. Kenmerkende motieven zijn de roos, distel en het klaverblad. Het geheel is vaak minder verfijnd en kwaliteitsvol dan het Brusselse voorbeeld.
Versterkte hoofdgedeelten van Japanse kastelen die de ���tenshu' bevatten. Letterlijk betekent de term ���hoofdcirkels'. Dit waren de best beschermde delen van de kastelen en in sommige gevallen gebruikten de kasteelheren ze tijdens oorlogen om in te wonen.
De bovenste lichaamsdelen van mens of dier die de mond of bek, zintuiglijke organen zoals ogen, neus en oren, en de hersenen bevatten; gewoonlijk door een nek of hals gescheiden of anderszins te onderscheiden van de rest van het lichaam.
Vrouwen die verantwoordelijk zijn voor de huishoudelijke zaken in instituten zoals ziekenhuizen, scholen en gevangenissen.
Term die over het algemeen wordt gebruikt voor diverse soorten hoofdbedekkingen, bestaande uit vlakke textiel.
Het oorijzer vormt een belangrijk onderdeel van sommige Nederlandse streekdrachten. In de 16de en 17de eeuw droegen vrouwen uit de burgerij eenvoudige het hoofd omsluitende beugeltjes om de kleine modemutsjes op hun plaats te houden. Toen deze oorijzers uit de mode raakten, bleven ze in veel streekdrachten in gebruik. Op sommige plaatsen maakten ze, samen met de muts, langzaam een grote verandering in vorm door. De vorm werd typerend voor die speciale plaats of streek. Naar gelang de plaatselijke mode en de financiële mogelijkheden van de draagster zijn oorijzers van goud, zilver, messing of verguld metaal.
Verwijst naar heersers of leiders van clans, stammen of andere groepen. De heersers waarnaar de term verwijst, zijn vaak ook militaire leiders.
Wordt alleen gebruikt voor de voornaamste doorgaande wegen in kleine tot middelgrote plaatsen. Meestal zijn dit tevens de wegen waarlangs de belangrijkste handelsondernemingen zijn gevestigd.
Met zorg uitgewerkte hoofddeksels die vooral worden gedragen bij ceremoniële gelegenheden of als sierraad.
Vaten die gedeeltelijk de vorm van een geperst hoofd of gezicht hebben. Bij aryballoi, kantharoi, mokken, oinochoai en rytons is het hoofd gewoonlijk de buik. Alle andere delen van een hoofdvaas (met uitzondering van de handvatten) zijn gedraaid. Dierenhoofden werden het meeste gebruikt voor rytons, terwijl mensenhoofden of -gezichten kenmerkend zijn voor de andere typen.
Aanduiding voor de hoofdtoevoerpijpen in een stelsel dat water levert voor openbaar of gemeenschapsgebruik.
Voorvoegsel voor de beschrijving van een kleur met een hoge intensiteit en een hoge tot gemiddelde waarde, meestal met een lagere intensiteit dan 'fel-'.
Verwijst naar de laatste fase van de Paleolithische periode, met name in Europa, waar de fase zich kenmerkt door ingrijpende culturele veranderingen, veroorzaakt door verandering van klimaat, flora en fauna.
Verwijst naar de Victoriaanse stijl, voornamelijk in de architectuur en kunstnijverheid van circa 1850 tot circa 1870. Terwijl de neogotiek nog dominant was, vertoonden de hoog-Victoriaanse architectuur en kunstnijverheid een meer eclectische toepassing van gotische vormen en een grotere belangstelling voor kleur, textuur en plastische effecten.
Verwijst in het algemeen naar de volledig ontwikkelde Barokstijl, in het bijzonder die van de Italiaanse kunst en architectuur die vanaf 1625 opkwam in Rome en een halve eeuw bleef bestaan.
Een ongestandaardiseerde pigmentnaam voor diverse gele pigmenten, waaronder Napels geel, een mengsel van cadmiumgeel met loodwit of zinkwit en een synthetische disazo-verfstof.
Verwijst naar het hoogtepunt van de hellenistische periode, van circa 220 tot circa 150 v. Chr., ingeluid door de Romeinse overwinning na Macedonische en Syrische pogingen een hegemonie te vestigen, en de verschuiving van macht en rijkdom van de oostelijke koninkrijken naar Rome. De periode wordt gekenmerkt door belangrijke programma’s in beeldhouwkunst en architectuur die meestal nostalgische verwijzingen bevatten naar de glorie en rijkdom van de klassieke periode. In kunst en architectuur wordt de periode gekenmerkt door neoklassieke stijlen en compositiepatronen die zijn aangevuld met actieve houdingen en nieuwe, emotionerende retoriek, zoals weergegeven in grote en invloedrijke werken als het altaar van Zeus bij Pergamon en de kunst aan het Ptolemeïsche hof in Alexandrië.
Verwijst naar de middenfase van de Griekse klassieke periode en stijl, van circa 450 v. Chr. tot circa 400 v. Chr. Karakteristiek voor de beeldhouwkunst is de volledige beheersing van de ideale menselijke vorm, weergegeven in uitgebalanceerde, subtiele beweging en met draperieën op het lichaam die de vormen onder de kleding onthullen. De vaasschilderkunst wordt gekenmerkt door een toegenomen verfijning en variatie in menselijke vormen en gelaatsuitdrukkingen. De architectuur wordt gekenmerkt door lichtere proporties en verfijning van eerder gevestigde orden.
Restricties die meestal door de overheid worden gesteld aan de verticale afstand tussen de fundering en de bovenkant van constructies.
Messen met een lang lemmet met zware, ronde tandingen in de snijkant, gebruikt om met de hand delen van hooibergen of andere compacte bundels of stapels hooi te snijden.
Een wit, granulair, niet in water oplosbaar poeder (AgCI), dat donkerder wordt bij blootstelling aan licht, het resultaat van een reactie van zilvernitraat en een chloride. Het werd hoofdzakelijk gebruikt bij de vervaardiging van fotografische emulsies en antiseptische zilverpreparaten vanaf circa 1895-1900.
Een fijnkorrelig, compact sedimentair gesteente dat bestaat uit in elkaar grijpende kwartskristallen van ongeveer 30 micrometer in diameter.
Bijeenkomsten of vergaderingen waarbij getuigenissen, bewijzen of argumenten worden gepresenteerd in een formele ambiance, meestal ten gehore van een ambtenaar.
Middelgrote soort haagbeuk die voorkomt in Italië, Frankrijk, Oostenrijk, Slovenië, Griekenland, de Balkan, het zuiden van Zwitserland en Anatolië.
Goederenwagons met open of dichte daken, die grondstofreservoirs bevatten voor het vervoer van vrachtgoederen, zoals kolen of graan, die snel kunnen worden gelost door de bodem.
Draagbare, houten of metalen rechthoekige raamwerken die dienst doen als hindernissen waar hardlopers overheen moeten springen bij bepaalde baannummers.
Genus van eenjarige en overblijvende grassen uit de familie Poaceae (Gramineae). Vele daarvan produceren eetbaar graan. Al sinds de prehistorie verbouwt men gerst in Ethiopië en Zuidoost-Azië. Vanaf de Bijbelse tijd tot de Middeleeuwen was het in Europa, het Midden-Oosten, Egypte en sommige delen van Azië de belangrijkste graansoort voor het maken van pap en ongedesemd brood. Het graan gebruikte men ook om moutbier te maken. Van de overblijvende stengels of strohalmen maakte men in Europa en Azië strooien hoeden. Het stro gebruikt men ook als veevoer en als verpakkingsmateriaal, met name voor het vervoeren van glas.
Wordt gebruikt voor lichtgewicht buitendeuren met een klein net van metaalgaas in plaats van panelen, zodat ventilatie mogelijk is, maar insekten tegen worden gehouden.
Te gebruiken in perspectiefstelsels voor de lijn waarop het horizontale vlak, waarin het oog ligt, het vlak van de afbeelding ontmoet en voor de lijn waarop de verdwijnpunten van horizontale vlakken in de afbeelding liggen.
Afrikaanse maskers die worden gedragen met de middellijn evenwijdig aan de grond. Gewoonlijk samengesteld uit drie delen: een helmvormige structuur in het midden en horizontale delen die naar voren en naar achteren uitsteken. Horizontale maskers hebben vaak abstracte diervormen waarbij het voorste uitstekende deel de bek of snuit voorstelt en het achterste uitstekende deel de hoorns.
De kasten of buitenste omhulsels voor de uurwerken van horloges.
Vakmensen die horloges maken of repareren.
Een van de talrijke organische verbindingen die als chemische boodschapper fungeren. Hormonen worden via een klier of orgaan uitgescheiden in de lichaamsvloeistoffen van dieren, in het bijzonder de bloedbaan, worden vervolgens naar een ander deel van het organisme getransporteerd en initiëren of reguleren daar specifieke functies, zoals de groei, de stofwisseling, de voortplanting en de werking van diverse organen. De term kan ook verwijzen naar soortgelijke verbindingen die door planten worden geproduceerd of kunstmatig worden vervaardigd. De term werd in 1905 bedacht en is afgeleid van het Griekse 'horman', dat 'in werking stellen' betekent.
Kleine schijfjes die oorspronkelijk van hoorn werden gemaakt en worden gebruikt om een tekening te beschermen tegen de afdruk van de punt van een passer.
Een fijnkorrelig silicaatgesteente gevormd door contactmetamorfose, waarbij het gesteente is gebakken en verhard door de hitte van binnendringende granietmassa's en waarbij het massief, hard, splinterig en in sommige gevallen buitengewoon sterk en duurzaam is geworden.
Aanduiding voor antieke Romeinse pakhuizen, meestal gebruikt voor de oplag van graan of wijn.
Composities of interieurontwerpen die door velen worden gezien als te vol en druk. Latijnse term voor 'angst voor lege ruimte'.
Japanse prenten van een lang, smal formaat, ongeveer 33 bij 16½ centimeter.
Letterlijk ���smal formaat'. De term verwijst naar Japanse afdrukken met een klein formaat. De standaardmaat was ongeveer 330 x 145 mm. In de achttiende eeuw gebruikte men dit formaat veelvuldig voor blokdrukken, tot het werd vervangen door de ���oban': afdrukken met een groter formaat.
Bakijzer in de vorm van een metalen tang (ca. 50 à 60 cm lang) met gekruiste armen en platte, cirkel- of ovaalvormige kaken die het ongedesemde deeg tot hosties perst. Meestal zijn de kaken aan de binnenzijde versierd met religieuze motieven. Het hostie-ijzer wordt boven het vuur gehouden totdat de hosties gebakken zijn.
Metalen pons met houten handvat waarmee hosties uit een dun baksel van ongerezen bloem (ouwel) werden gestoken. Het handmatige hostiesteken werd later overgenomen door hostiesteekmachines.
Zeer korte broeken, vaak gemaakt van luxe stoffen zoals leer of suède en soms met banden of een bovenstuk, die in de jaren '60 en '70 van de 20e eeuw populair waren als dagelijkse kleding voor modieuze jonge vrouwen.
Te gebruiken voor gewone productieauto's waarvan de carrosserie individueel is bewerkt om de schijn te wekken van opgevoerde kracht en waarbij de motors zijn aangepast voor een hogere versnelling en grotere snelheid voor op de weg of tijdens wedstrijden.
Deurgrendels die worden bediend door middel van een scharnierend duimhengsel of een klein knopje.
De hiërarchie Houders bevat descriptoren voor artefacten die zijn bedoeld als houder voor stoffen of objecten. Hieronder vallen descriptoren voor houders bedoeld voor gebruik in de keuken, voor de tuinbouw, voor persoonlijke verzorging, hygiëne en soortgelijke persoonlijke behoeften, evenals descriptoren voor houders die worden geassocieerd met liturgische handelingen, begrafenissen en andere ceremoniële activiteiten. Een descriptor voor een houder wordt opgenomen met betrekking tot het vroegste historische gebruik van het object, of daar waar de descriptor de breedste betekenis heeft. Oude vaasvormen zijn evenwel ondergebracht op basis van hun klassieke functie of context, hoewel de descriptor in sommige gevallen ook op pre- of postklassiek vaatwerk kan worden toegepast. Relatie met andere hiërarchieën: descriptoren voor apparaten die worden gebruikt voor metingen in descriptoren van standaardeenheden of vaste eenheden (bijvoorbeeld 'maatlepels') zijn opgenomen in de hiërarchie Meetinstrumenten. Grote en kleine keukenbenodigdheden en andere keukenapparatuur (bijvoorbeeld 'ijskasten', 'koffiezetapparaten') verschijnen in de hiërarchie Gereedschap en Uitrusting. Descriptoren voor artefacten die in sommige gevallen als houder kunnen worden beschouwd (bijvoorbeeld 'ladekasten') maar die binnen het kader van andere hiërarchieën vallen, bijvoorbeeld Interieurinrichting of Gereedschap en Uitrusting, zijn hier buiten beschouwing gelaten.
Het belangrijkste weefsel van bomen en andere planten dat zowel in stevigheid als een middel voor het opnemen van voedingsstoffen voorziet. Hout is een van de bekenste en meest veelzijdige materialen die de mens gebruikt.
Te gebruiken voor bossen die bestaan uit het geheel van alle bomen en bijbehorende vegetatie in en rond een bepaald stedelijk gebied, inclusief bomen in straten en parken en boomgroepen, zowel op openbare locaties zoals groenstroken als op particulier gebied.
Een reliëfprocédé waarbij het ontwerp in de kopse kant van een blok hout is gesneden en van daaraf wordt gedrukt. Dit procédé verschilt van 'houtsnijden (procédé)', de benaming voor een reliëfprocédé waarbij de afgewerkte zijde van een houtblok wordt gebruikt.
Ondernemingen die zich vooral bezighouden met het produceren van vlakgemaakte planken door het zagen, schaven en bij elkaar passen van hout.
Kleine, smalle, V-vormige gutsen voor houtbewerking.
Werktuig om betrekkelijk lichte boomstammen, telefoonpalen, e.d. te dragen of te slepen. De houtdraaghaak voor twee man bestaat uit twee naar elkaar scharnierende metalen haken die in het midden van een houten stok (ca. 100-150 cm) bevestigd zijn. Vaak kunnen de haken ook roteren. De stok wordt door twee man gevat die aan beide zijden van de stam lopen. Door het gewicht steken de punten in het hout. De stok moet ca. één meter langer zijn dan de middenlijn van de stammen om te vermijden dat de benen van de dragers ertegen zouden wrijven. De houtdraaghaak voor één man is een klein werktuig (ca. 30 cm) met een aantal op elkaar werkende hefbomen tussen handvat en haken (ca. 10 cm). Het wordt door één man bediend en wordt gebruikt om betrekkelijk korte stukken te dragen.
Constructies waarin muren, tussenmuren, vloeren en daken geheel of gedeeltelijk van hout zijn gemaakt.
Mensen die zich bezighouden met het maken van houtgravures.
Mensen die bomen omhakken voor timmerhout.
Verpoederde restanten die door insecten worden geproduceerd tijdens het voeden en boren; vaak met uitwerpselen en etensresten erin.
Verwijst naar gedeeltelijk verbrande stukken hout, die in een kunstzinnige context doorgaans worden gebruikt als tekenmateriaal. Houtskool gemaakt van zo homogeen mogelijk hout geeft een poreuze en niet erg hechtende streek. Houtskool wordt ook gemodelleerd in gepunte staafjes voor het tekenen van dunne lijnen. Door de platte kant van de staafjes te gebruiken, ontstaan gelijkmatig getinte vlakken, en door de houtskool te wrijven en te verkruimelen, is het mogelijk getemperde tussentinten en subtiele overgangen te creëren.
Reliëfprocédé waarbij het ontwerp in de afgewerkte kant van een blok hout wordt gesneden en van daar wordt gedrukt; verschilt van 'houtgraveren', waarbij de kopse kant van een blok hout wordt gebruikt.
Mensen die objecten of versieringen in hout snijden. Gebruik 'houtsnijders (prentkunstenaars)' voor personen die houtblokken snijden of daar afdrukken mee maken.
Gutsen die zowel aan de binnen- als aan de buitenkant zijn geslepen. De grotere, buitenste schuine kant wordt gebruikt voor hardhout en de kleinere, binnenste schuine kant voor zachthout.
Onzuivere, kleurloze tot bruine kristallijne stof gevonden in hout; afkomstig uit de secundaire celwanden waar het de houtvaten ondersteunt.
Teer verkregen door de afbrekende destillatie van hout; wordt gebruikt als een conserveringsmiddel.
Terpentijn die is verkregen uit houtafval, snippers of zaagsel, door middel van stoomdestillatie of destructieve distillatie.
Personen die de ontwikkeling en het behoud en beheer van bossen en beboste parken controleren.
Wordt gebruikt voor havens die zijn uitgerust voor het gebruik van vaartuigen met luchtkussens.
Zadel met baldakijn op de rug van een olifant of een kameel voor twee of meer mensen.
Kousen die in Europa in de 16de en 17de eeuw door mannen werden gedragen als bedekking van het bovenbeen, de dijen en de billen.
Een type Chinees ritueel vaatwerk van brons in de vorm van een stoompan met een geperforeerde plaat tussen de lagere gelobde standaard en de hogere kom.
Een type Chinees ritueel vat van brons, rechthoekig van vorm en met een deksel, gebruikt voor het bewaren van voedsel. Dit type verscheen tijdens de late Westerse Zhouperiode.
De taal die wordt gebruikt voor het structureren van informatie, in het bijzonder bij het maken van internetpagina's. HTML werkt op basis van een systeem van 'tags' met behulp waarvan de webbrowser tekst en afbeeldingen combineert en opmaakt.
Beschrijft werk dat is vervaardigd door het gelijknamige Afrikaanse volk, dat in de centrale hooglanden van Angola leeft.
Traditionele Mexicaanse sandalen waarvan het bovenwerk van gevlochten leren banden is gemaakt en die vaak aan de voet wordt gehouden door middel van losse hielbanden.
IJsboten met gaffeltuig die met het achtersteven worden bestuurd, meestal met lange gieken en gaffels; zijn tussen 1860 en 1890 ontwikkeld om wedstrijden te zeilen op de rivier de Hudson, in de Verenigde Staten.
Verwijst naar Franse protestanten uit de 16de en 17de eeuw. Nadat de Reformatie in 1517 in Duitsland was begonnen, breidde deze zich uit naar Frankrijk, waar de aanhang vooral groot was in economisch zwakke gebieden, bevolkt door mensen met grieven tegen de overheid. De hugenoten werden vaak streng vervolgd; de eerste martelaar van de hugenoten belandde in 1523 op de brandstapel. Meaux, de eerste gemeenschap van hugenoten op Frans grondgebied, werd gesticht in 1546 naar het model van Straatsburg. In 1559 riep de protestantse kerk de synode bijeen in Parijs en werd een geloofsbelijdenis opgesteld die sterk was beïnvloed door Johannes Calvijn. Na de lange en gewelddadige godsdiensttwisten verkregen de hugenoten uiteindelijk religieuze en politieke vrijheid in 1598 met het Edict van Nantes. De strubbelingen duurden echter voort en het Edict werd in 1685 herroepen. Als gevolg hiervan emigreerden honderdduizenden Franse protestanten. Hoewel sporadisch vervolging bleef plaatsvinden en hun aantallen sterk verminderden, zijn de hugenoten nooit volledig geëlimineerd. Bij het begin van de Franse Revolutie bekrachtigde de Assemblée Nationale in 1789 de vrijheid van godsdienst en verleende protestanten toegang tot alle overheidsfuncties. De gereformeerde kerk van Frankrijk organiseerde zich in 1938, waarbij een aantal gereformeerde groepen fuseerden die tijdens en na de 16de eeuw waren ontstaan in Frankrijk.
Verwijst naar het omhulsel van kleine dieren zoals schapen, kalveren of geiten wanneer het is losgemaakt van het lichaam, met of zonder haar, vers, gedroogd, gelooid of geprepareerd. Gebruik 'dierenhuid' voor het omhulsel van grote dieren. Gebruik 'leer' voor gelooide huid. Gebruik 'perkament' of 'velijn' voor gedroogde en opgerekte huid.
Instellingen van een plaatselijke overheid met faciliteiten voor zowel tijdelijke hechtenis van veroordeelde en niet-veroordeelde personen en voor personen met een relatief korte straf. Voor langere hechtenis en beter beveiligd dan arrestantenlokalen, maar minder beperkend en voor kortere hechtenis dan gevangenissen.
Wordt gebruikt voor plaatsen van bewaring die worden bestuurd door de plaatselijke regering, voor zowel de tijdelijke hechtenis van veroordeelde of niet-veroordeelde personen en voor mensen die een straf uitzitten van minder dan een jaar; wordt gebruikt voor langere en beter beveiligde opsluiting dan arrestantenhokken, maar zijn minder beperkend en voor kortere straffen dan 'gevangenissen'.
Altaar in een huiskapel of in een andere kamer van het huis. Ook wel aanduiding voor een tot een ensemble samengestelde groep devotionalia.
Drachten, speciaal bedoeld voor de huiselijke omgeving, waarmee men dus niet in het openbaar verschijnt.
Documenten waarin huishouduitgaven zoals voor voedsel, voorzieningen en hulp in de huishouding staan opgetekend, en die deel uitmaken van een journaal of een ander boek. Hieronder vallen ook geclassificeerde of chronologisch gerangschikte dossiers van rekeningen en kwitanties voor huishoudelijke goederen en diensten.
Losvallende herenjasjes, daterend van omstreeks 1900, vaak van stevige stof en afgezet met een passement, in huis gedragen tijdens het luieren en roken.
Kamers in woonhuizen, vaak naast de keuken gelegen, die gebruikt worden om te eten en te drinken, te verpozen en voor andere dagelijkse bezigheden. Doorgaans in combinatie met een 'nette kamer'. Zie voor soortgelijke vertrekken in woonhuizen na 1945 'woonkamers'.
Wordt gebruikt voor het totaal van audio- en videoapparatuur van hoge kwaliteit, meestal met grootbeeld-televisietoestellen en surround-sound mogelijkheden, ontworpen en opgesteld om een theaterachtige omgeving te creëren; kan ook worden gebruikt voor ruimten die zijn bedoeld om plaats te bieden voor het bekijken van beelden met behulp van dergelijk apparatuur. Gebruik @'media rooms' voor huiselijke ruimten waar de nadruk ligt op een amusementssysteem met video, muziek en spelletjes.
Gebeds- of bezweringsformule met een afbeelding op papier of perkament. Een huiszegen werd verstopt in huis of aan de muur gehangen om over het huis heil af te smeken en tegen boze machten te beschermen. Dit middeleeuwse gebruik is tot in de twintigste eeuw nog een vast gegeven in de huizen van rooms- en oudkatholieken.
Individuele wooneenheden die zijn bedoeld om door één huurder of gezin te worden bewoond. Kan ook verwijzen naar een gebouw bedoeld als woonverblijf voor mensen, echter voor een ander doel dan gewone bewoning; in dat geval gaat er meestal een bepaling aan 'huis' vooraf (bijvoorbeeld 'bejaardenhuis', 'armenhuis').
Wordt gebruikt voor woningen die bestaan uit eenheden van afzonderlijke huishoudens, die zorg bieden aan kleine groepen van niet-verwante bewoners die toezicht nodig hebben, en waar wordt geprobeerd de omstandigheden van het leven in een familie te creëren; gebruik 'reclasseringscentra' voor tijdelijke woningen voor ex-gedetineerden, drugsgebruikers of psychiatrische patiënten voorafgaand aan hun herintrede in de maatschappij.
Wordt gebruikt voor stukken grond binnen stedelijke gebieden die meestal aan alle kanten zijn begrensd door straten of andere vervoerswegen, natuurlijke fysieke barrières of openbare plaatsen, en die niet worden doorkruist door straten.
Te gebruiken voor vracht- of oorlogsschepen die werden gebruikt vanaf de Middeleeuwen tot in de 16e eeuw. Meestal voorzien van een gebogen voorsteven, na 1200 een recht achtersteven, een overnaadse bouw en voor- en achterkastelen; de vroegere schepen waren vrij klein maar de 15e- en 16e-eeuwse exemplaren hadden een laadvermogen van over de 500 ton; zijn oorspronkelijk in noord Europa ontworpen maar komen uiteindelijk over de hele wereld voor.
Kerken die zijn gebouwd binnen de grenzen van een parochie, zodat mensen die de parochiekerk niet gemakkelijk kunnen bereiken de diensten daar kunnen bijwonen.
Bruggebinten die op hun onderliggers gewicht dragen en die tussen hun bovenliggers geen zijsteunen hebben.
Gespecialiseerde wegvoertuigen met apparatuur om hulp te bieden bij noodsituaties.
Wordt gebruikt voor lettertypen van oude stijlen die sterk gebaseerd zijn op humanistische schriften.
Een filosofie die de essentiële waardigheid en waarde van de mensheid verdedigt en het vermogen door de rede tot zelfontplooiing te komen; ook de beweging in de renaissance die door de vernieuwing in de klassieke letteren wordt gekenmerkt.
Zij die in humanisme geloven of dit toepassen.
Verwijst naar de stijl van het middeleeuwse geglazuurde aardewerk dat in het noorden van Engeland werd gevonden in het gebied rond de rivieren de Humber en de Trent. De stijl is over het algemeen ontstaan in de 12e eeuw en hield stand tot het eind van de 16e eeuw.
De mate waarin een artefact, structuur of atmosfeer vocht bevat; impliceert meestal meer vocht dan wenselijk is.
Kleine kegel- of koepelvormige heuveltjes of bergjes of andere uitsteeksels van aarde of steen.
Beschrijft werken die zijn vervaardigd door het gelijknamige Afrikaanse volk, dat in Kivu leeft, in de Democratische Republiek Congo.
Beschrijft de diverse soorten kunstwerken die zijn vervaardigd door de bewoners van de Huon Golf. De Huon Golf is bekend om zijn houtsnijders die ovale kommen in de vorm van arenden en kogelvissen produceren, alsmede vierkante en dubbele kommen. Sommige inheemse kunstvormen kennen een sterke achteruitgang of zijn zelfs geheel verdwenen.
Wordt gebruikt voor de luifels waaronder Joodse huwelijksceremonies plaatsvinden.
Beschrijft werken die zijn vervaardigd door het gelijknamige Afrikaanse volk, dat hoofdzakelijk in Burundi en Rwanda leeft, maar ook in Uganda, Tanzania en de Democratische Republiek Congo. De Hutu's vestigden zich rond 1000 tot 500 v. Chr. in het Grote Meren-gebied. Te midden van de inheemse Twa-pigmeeënvolkeren stichtten ze een agrarische gemeenschap op basis van familie-eenheden. In de 14de en 15de eeuw werd dit systeem geleidelijk verdrongen door een feodaal systeem, onder aanvoering van de aristocratische leden van het nomadenvolk de Tutsi's. De omverwerping van de Tutsi-monarchie in Rwanda vond plaats in de jaren 1959-1961. In de Europese koloniale periode ontstonden er spanningen tussen de twee groepen, die voortdurend tot problemen hebben geleid.
Verwijst doorgaans naar de wettelijke en sociale verbintenis van een man en vrouw als echtgenoten, hoewel de term tegenwoordig ook wordt gebruikt voor de verbintenis van een homoseksueel stel. Gebruik 'bruiloften' voor de huwelijksvoltrekking of -ceremonie. De term wordt soms gebruikt om in algemene zin te verwijzen naar een nauwe of intieme relatie, die niet beperkt is tot mensen.
Permanente huwelijksregistraties die door een ambtenaar van een staat of stad worden bewaard, waarin de namen van de echtelieden, de meisjesnaam van de vrouw, hun adressen en de huwelijksdatum zijn opgenomen.
Toestemmingen, door een overheidsinstantie verleend aan personen die van plan zijn te trouwen. Meestal geadresseerd aan de bevoegde persoon die de ceremonie zal uitvoeren en meestal een wettelijk vereiste voor het huwelijk.
Tells (kunstmatige heuvel ontstaan uit lagen menselijke bewoning) in Turkije.
Beschrijft werk dat is vervaardigd door het gelijknamige Afrikaanse volk, dat in Ghana en Ivoorkust leeft.
In het algemeen te gebruiken voor de toestand van het zijn van gemengde afkomst. In een maatschappelijke of culturele context te gebruiken voor de identiteit van een groep of individu, of de creatieve activiteit, die voortkomt uit de interactie van twee verschillende samenlevingen of culturen, vaak in de context van ontmoetingen tussen mensen uit de Derde Wereld en westerse of verwesterde mensen, of tussen de bewoners van voormalige koloniën tegenover hun kolonisators.
Oud-Griekse of Romeinse vaten voor water met drie handvatten: twee horizontale handvatten aan de zijkant om ze op te tillen en één verticaal handvat aan de achterkant om ze vast te houden en ermee te schenken. Hydria's zijn vaak niet alleen in terracotta maar ook in brons vervaardigd; in tegenstelling tot de metalen uitvoeringen van andere vormen zijn er vrij veel van bewaard gebleven.
In algemene zin, wetenschappers die onderzoek doen naar de aanwezigheid en bewegingen van water op en boven het aardoppervlak. Hydrologen verdiepen zich in het bijzonder in processen als neerslag, verdamping en transpiratie, stromingen en grondwaterbewegingen. Ze houden zich onder meer bezig met hoogwaterbeheersing, watervoorziening voor huishoudelijk en industrieel gebruik, irrigatie en het opwekken van waterkracht.
In algemene zin, de wetenschap die het water op aarde bestudeert. In specifieke zin, de wetenschap die zich bezighoudt met de aanwezigheid en bewegingen van water op en boven het aardoppervlak. De belangrijkste processen in dat verband zijn neerslag, verdamping en transpiratie, stromingen en grondwaterbewegingen. Hydrologie omvat zaken als hoogwaterbeheersing, watervoorziening voor huishoudelijk en industrieel gebruik, irrigatie en het opwekken van waterkracht.
Een mengsel van honing en water dat soms wordt gebruikt als weekmaker in waterverf.
In sommige classificaties worden de Hydropotes beschouwd als derde onderfamilie van de familie Cervidae, samen met echte herten (subfamilie Cervinae) en schijnherten (subfamilie Capreolinae). Deze subfamilie is in het leven geroepen om de Chinese waterree (Hydropotes inermis) te kunnen onderbrengen. Het betreft hier een zeer klein Aziatisch hert uit de familie Cervidae (orde Artiodactyla) dat leeft op de vruchtbare rivierbeddingen van Korea en in het dal van de Yangtze-rivier (Chang Jiang) in China. Het is de enige hertensoort waarbij het mannetje geen gewei draagt, maar voorzien is van lange, gebogen scherpe hoektanden die uit de bek steken. Deze slagtandjes zijn soms meer dan 5 cm lang. Het waterhert is bovendien het enige hert met liesklieren. Door het ontbreken van een gewei lijkt het waterhert weliswaar op uitgestorven primitieve hertensoorten, maar het ontwikkelde zich uit voorouders die aanvankelijk een gewei droegen, dat echter later verdween. De bouw duidt erop dat het schijnherten betreft. Het mannetje heeft een schofthoogte van circa 50 cm en weegt maximaal 13 kg, terwijl het gewicht van vrouwtjes maximaal 11 kg is. De vacht is vrij uniform van kleur: geelachtig bruin boven en geelachtig wit beneden. De staart is zeer kort en de vlek op het achterdeel ontbreekt. De grove, dikke vacht en met bont bedekte oren zijn aanpassingen voor koude winters met sneeuw.
Klasse die hydra's en hydra-achtige zeedieren omvat.
Genus van 14 levende en een aantal uitgestorven boomsoorten, waarvan de meeste inheems zijn in het tropische deel van Amerika en ten minste één soort inheems is aan de oostkust van Afrika. De bomen zijn bronnen van eetbare vruchten, theebladeren, massief hout voor de productie van schepen en meubels, dikke schors voor het maken van kano's, zaden met zeer stroperige polysaccharides die worden gebruikt voor voedsel, papier, cosmetica en farmaceutische middelen, en harde harsen voor vernis. Hars wordt gewonnen uit levende bomen en gevonden op de grond, afkomstig van specimens van levende of uitgestorven soorten.
Naar wordt aangenomen de voorloper van de levende Hymenaea-soorten. Kopal dat afkomstig is van deze uitgestorven bomen is een zeer waardevol bestanddeel van vernis. De soort was wijd verspreid, van het zuiden van Mexico en het noorden van Zuid-Amerika tot het Afrikaanse continent. Onderzoek naar de morfologie en het DNA wijst erop dat H. protera nauwer verwant was aan de enig overgebleven Hymenaea-soort in Oost Afrika dan aan de talrijke Amerikaanse soorten.
Boomsoort, inheems aan de oostkust van Afrika, die de harssoort kopal produceert. Sommige deskundigen brengen deze Afrikaanse soort onder in het afzonderlijke monotypische genus Trachylobium.
Een blauwachtig wit marmer met stroken van parallelle grijze lijnen, dat afkomstig is uit Mount Hymettus, in de buurt van Athene. Als gevolg van de aanwezigheid van kleine talkaderen kan het soms lichtgroen van kleur zijn. Het verspreidt een onaangename geur wanneer het in stukken wordt gezaagd of wanneer het wordt gewreven. Dit marmer wordt hierom soms ook ‘uienmarmer’ of 'marmor cipolla' genoemd. Hymettisch marmer werd vaak gebruikt voor zowel heidense als christelijke sarcofagen.
Methode voor het structureren en aanbieden van gedigitaliseerde informatie in diverse indelingen; beeld, geluid en tekst, niet in een vaste volgorde aan elkaar gekoppeld, op dezelfde wijze als hypertekst.
Delen van gebouwen die het hoofdgebouw verbinden met de zijvleugels bij gebouwen met een vijfdelige Palladiaanse vorm.
Oude Romeinse verwarmingssystemen waarbij hete lucht uit ovens circuleert door ruimten onder de vloer en verwarmingskanalen in muren.
Omvat ondergrondse grafkamers of samenstel van zulke kamers en de bijbehorende grafkelders evenals soortgelijke ondergrondse bouwconstructies.
Wordt gebruikt voor de groeven onder de zuilhals van Dorische kapitelen, die de voeg tussen het kapiteel en de schacht bedekken. Voor de banden die het Dorische kapiteel aan de onderkant van de echinus omringen wordt 'schachtringen' gebruikt.
Verwijst naar werken die zijn vervaardigd door de gelijknamige Afrikaanse etnische groep, die in Nigeria leeft.
Verwijst naar de kunst en architectuur in de periode van de heerschappij van sultan Ibrahim, die regeerde van 1640 tot 1648. Zijn meest bekende monument is het elegante, vergulde, koepelachtige 'prieeltje' op het terras van het Topkapi-paleis. Ibrahim was een gewelddadig heerser. Hij werd vermoord in 1648.
Japanse figuratieve beeldhouwtechniek die kenmerkend is voor de vroege Heian-periode (794-1185), waarbij het hoofd en de romp uit hetzelfde houtblok zijn gesneden. De armen, benen en andere elementen - zoals draperieën - werden vaak uit aparte stukken hout gesneden en erop aangebracht.
Verwijst naar grondplannen waarop een horizontale sectie van een gebouw, site, stad of soms een object is afgebeeld. De term wordt vooral gebruikt in de context van tekeningen uit de 16de tot de 18de eeuw. De betekenis van het begrip valt gedeeltelijk samen met die van 'grondplannen' en 'plattegronden (kaarten)'.
Uitgestorven onderklasse van visachtige zeereptielen. Kenmerkend waren de vorm van het lichaam (dik in het midden, dun aan de uiteinden), de hoge staartvin, de driehoekige rugvin en de peddelvormige poten.
Personen die zich specialiseren in het bestuderen van vis.
De leer, praktijk of houding van iemand die godsdienstige beelden vernietigt of zich verzet tegen iemands eerbied daarvoor. Ook te gebruiken voor de specifieke periode uit de Byzantijnse geschiedenis. Gebruik 'aniconisme' voor het verzet tegen het gebruik van afgoden.
Een bredere benadering dan iconografie wat betreft het analyseren van de betekenis in de beeldende kunsten. Hier wordt rekening gehouden met de traditie van picturale motieven en de daarbij behorende historische, culturele, of sociale betekenis.
Beschrijft werken die zijn vervaardigd door het gelijknamige Afrikaanse volk, dat in Benin leeft.
Gebruik voor elk gestructureerd geheel van ideeën en opvattingen, in het bijzonder over de structuur en de werking van de samenleving, dat een programma van praktisch politieke en sociale handelingen omvat dat min of meer geïnstitutionaliseerd is en gedeeld wordt met anderen. Oorspronkelijk gebruikt voor een tak van kennis die zich bezighout met de geschiedenis en het wezen van ideeën.
Gelegaliseerde kaart waaruit iemands identiteit blijkt.
Beelden van een godheid die als voorwerp van aanbidding worden gebruikt; de term wordt meestal in specifieke zin gebruikt om onderscheid aan te brengen tussen een niet-christelijk object en christelijke beelden. Gebruik 'icoon' voor een christelijk beeld dat als heilig wordt beschouwd. Gebruik 'cultusbeeld' voor een oud-Grieks of -Romeins heilig beeld.
Verwijst naar de kunst en architectuur die is verbonden met de islamitische dynastie met deze naam die heerste in Marokko van 789 tot 985; de Idrisidische dynastie was de eerste islamitische dynastie die een onafhankelijke staat vestigde in Marokko en speelde een belangrijke rol bij de islamisering van Marokko. Islamitische stedelijke cultuur verscheen in Marokko gedurende de Idrisidische periode. Idris I, een afstammeling van Mohammed, stichtte de dynastie en ook de stad Fez. Fez werd de hoofdstad tijdens de heerschappij van zijn zoon, Idris II, en floreerde als een handelscentrum en als een religieus en intellectueel centrum onder het patronaat van Idris II. De Idrisids waren verantwoordelijk voor het ontwerp van het oude stadscentrum en de verdeling van de stad in twee afzonderlijke gebieden (voor de Kairouani's en de Andalusiërs), gescheiden door de rivier Fas. Helaas zijn fysieke overblijfselen uit deze periode beperkt. De Idrisids bouwden in Fez wat nu de Qarawiyyin-moskee is, maar alleen in de kern ervan zijn Idrisid-elementen bewaard gebleven. De tombe van Idris I bij Moulay Idris in de buurt van Volubilis (dat na 788 tot de hoofdstad van Idris I werd gemaakt) en die van Idris II in Fez worden beschouwd als de heiligste graftomben in Marokko; beide tomben werden in de 18de eeuw volledig herbouwd.
Standaard voor een snelle externe seriële bus voor het aansluiten van computerrandapparatuur als camera's, harddrives en videorecorders. De standaard is ontwikkeld door Apple Computer, waarna licenties zijn verleend aan andere producenten. De term 'FireWire' is een handelsmerk, dus de technologie wordt door andere producenten onder diverse namen geïmplementeerd.
Familie van vijftien genera van bomen en struiken die voornamelijk voorkomen in gematigde streken. Het sap van de planten is waterig en de bladeren zijn afwisselend geplaatst langs de takken. De bladeren hebben gewoonlijk getande randen en zijn vaak asymmetrisch aan de kant van de stengel. De bloemen hebben geen bloemblaadjes. Planten dragen mannelijke en vrouwelijke bloemen, samen of apart. De vrucht is een dopvrucht die gevleugeld kan zijn, vlezig of nootachtig. In oudere classificaties had men deze familie ondergebracht in de voormalige orde Urticales.
Verwijst naar de cultuur op het eiland Ierland, gelegen ten westen van Engeland in de Ierse zee. Het eiland is momenteel bestuurlijk verdeeld in de Republiek Ierland en Noord-Ierland. Verwijst dikwijls specifiek naar de Keltische cultuur op het eiland Ierland.
Verwijst naar de uiterst individuele stijl die zich vanaf de 7de eeuw in Ierland ontwikkelde, in het bijzonder in de kloostergemeenschappen. De stijl, die vooral zichtbaar is in verluchtigingen van handschriften en in de beeldhouwkunst, ontstond waarschijnlijk uit een samensmelting van Germaanse, Angelsaksische, Keltische en vroegchristelijke kunst, en wordt gekenmerkt door heldere kleuren en overvloedige versieringen van zeer fijne, vervlochten lijnen, abstracte vormen, dieren en platte, gestileerde menselijke vormen.
Te gebruiken om te verwijzen naar werken van de gelijknamige Afrikaanse etnische groep die leeft in centraal Nigeria, nabij de samenkomst van de rivieren Niger en Benue.
Religieuze maskerades van het Afrikaanse Igbovolk, uitgevoerd in de noordelijk-centrale Igboregio bij heel speciale gelegenheden zoals yamfeesten en belangrijke gebeurtenissen rond het koningschap. Daarbij worden monumentale maskerkostuums gebruikt in de vorm van een enorme cilinder of kegel versierd met een ingewikkeld tableau van miniatuurfiguren van mensen, dieren, vogels en geesten die zijn gemaakt van felgekleurde stoffen gevuld met gras.
Verwijst naar werken die zijn vervaardigd door de gelijknamige Afrikaanse, Yoruba-sprekende volkeren.
Wordt gebruikt voor afgezette ijsvloeren die geschikt zijn om op te schaatsen, meestal kunstmatig bevroren.
Leden van een grote, solitaire, strikt vleesetende beersoort die in het gehele Noordpoolgebied wordt aangetroffen, met een gedrongen bouw, een lange nek, een relatief kleine kop, korte geronde oren, een korte staart, een isolerende onderhuidse vetlaag, een zwarte huid en een vacht die bestaat uit een dichte ondervacht en een buitenlaag van beschermharen die wit of beige lijken maar in feite doorzichtig zijn. De ijsbeer legt grote afstanden af over enorme verlaten vlakten, vaak op oceaanijsschotsen, op zoek naar zeehonden, zijn voornaamste prooi. De soort wordt met uitsterven bedreigd door verlies van habitat als gevolg van de opwarming van de aarde. Volgens fossiele en genetische aanwijzingen is de ijsbeer circa 200.000 jaar geleden ontstaan uit de bruine beer, toen een populatie bruine beren waarschijnlijk geïsoleerd is geraakt tijdens een ijstijd in het Pleistoceen.
Lange, taps toelopende gebreide mutsen.
Voorwerpen die worden gebruikt voor het maken van ijsschaafsel.
Dienbladen van glas of keramiek, waarop consumptie-ijs wordt geserveerd; soms gemaakt in sets met bijpassende ondiepe schaaltjes.
Spoons used to stir iced tea and similar beverages served in tall glasses, having a bowl similar in size to a teaspoon and an elongated handle.
Vorken met een kom- of lepelachtig deel met aan het uiteinde drie of vier kleine tanden die worden gebruikt voor het eten van ijs en soortgelijk voedsel.
Diverse grote tot middelgrote wagens of karren die door paarden worden getrokken en die zijn ontworpen om ijs te vervoeren voor verkoop op straat; meestal gesloten, doosvormige voertuigen, met vooruitspringende daken, een overdekte bestuurdersplaats en platformvering.
Waterdichte zakken die zijn bedoeld om ijs te bevatten en die worden gebruikt om plaatselijk verkoeling te bieden aan het lichaam.
Te gebruiken voor het zuivere metaalelement met het symbool Fe en het atoomnummer 26; een glimmend, zilverachtig zacht metaal dat roest wanneer het aan vochtige lucht wordt blootgesteld. Gebruik ook voor dit metaal als het wordt verwerkt en gevormd, meestal in combinatie met andere stoffen, om diverse objecten en materialen te maken.
Mensen die gereedschappen en andere voorwerpen die zijn gemaakt van ijzer, verkopen en vaak ook maken.
Uitzonderlijk taai of hard hout dat afkomstig kan zijn van diverse bomen of struiken, zoals ebbenhout, haagbeukhout of acaciahout.
Een soort cement dat bestaat uit een gelijkmatig mengsel van portlandcement een fijnkorrelige hoogovenslak.
Fotografische procédés gebaseerd op de lichtgevoeligheid van bepaalde ijzerzouten. Meestal is fel licht een vereiste, waardoor een contactafdruk ontstaat. De term wordt niet gebruikt wanneer ijzersulfaat wordt gebruikt voor het ontwikkelen van een zilverafbeelding.
Metaalbewerkers die zijn gespecialiseerd in het maken van objecten van ijzer.
Verwijst naar de periode en cultuur die behoren tot de derde tijd in het drieperiodensysteem dat in 1836 werd ontwikkeld door Christian Jürgensen Thomsen. De cultuur van de IJzertijd ontstond meestal wanneer in de Bronstijd het punt werd bereikt waarop de kwaliteit van het ijzer vooral door carboneren, een rol ging spelen bij de vervaardiging van gereedschappen, wapens en werktuigen. De ijzertijd kwam op verschillende tijdstippen in verschillende delen van de wereld tot ontwikkeling, eerst in het Midden-Oosten en Zuidoost-Europa rond 1200 v. Chr. en rond 600 v. Chr. in China. Op de Amerikaanse continenten ontstond de ijzertijd niet vanuit de Bronstijd maar werd door Europese ontdekkingsreizigers geïntroduceerd bij culturen die zich in het stenen tijdperk bevonden.
Beeldhouwwerken die dienst doen als cultusobjecten en zijn verbonden met de handcultus van het Afikaanse Binivolk; ze worden gemaakt van gegoten brons of uit hout gesneden in een cilindrische vorm met een uitstekende bovenkant, uitgesneden beelden aan de zijden rondom en figuren op de platte bovenzijde.
Te gebruiken voor gehoornde figuren die het vermogen van een man symboliseren om in de wereld te slagen met behulp van de kracht van zijn sterke rechterarm; kunnen de vorm hebben van alleen hoorns op een voetstuk, een gehoornd hoofd of een aanzienlijk gedetailleerde volledige mannenfiguur; gewoonlijk in verband gebracht met de Igbo en Igala in Nigeria.
Verwijst naar de kunst en cultuur die is verbonden met de islamitisch-Turkse dynastie met deze naam die Syrië en Egypte regeerde van 935 tot 969. Van 946 tot 968 lag de meeste regeringsmacht bij de vizier en niet bij de zonen van de stichter van de dynastie, Mohammed ibn Tughj. De vizier, Abu al-Misk Kafur, was begunstiger van onderwijs en de kunsten. Hij verbond de eminente dichter al-Mutanabbi gedurende korte tijd aan zijn hof. De Ikhshidid-dynastie was de eerste die de orde in Egypte herstelde na de val van de Tulunids en legde de basis voor de nieuwe artistieke ontwikkelingen die plaatsvonden onder de Fatimids. In 969 stootten de Fatimids de laatste van de Ikhshidid-heersers, een kleinzoon van de stichter, van de troon, terwijl de Hamdanids de Ikhshidid-bestuurders verdreven uit het noorden van Syrië.
In het algemeen afbeeldingen waarop een heilige entiteit is geportretteerd; de afbeelding zelf wordt als heilig beschouwd. In een meer specifieke betekenis heeft de term doorgaans vooral betrekking op christelijke afbeeldingen, gemaakt vanaf de 6de eeuw binnen de context van de oosters-orthodoxe kerken, aan de hand van voorgeschreven regels voor onderwerp (Christus, Maria, heiligen en hoogfeesten) en compositie, die dienden voor godsdienstige handelingen thuis of in de kerk. Meestal zijn iconen in tempera op paneel geschilderd, maar ook andere tweedimensionale media, waaronder fresco's of reliëfs, zijn mogelijk. Christenen die iconen vereren, maken onderscheid tussen aanbidding en verering, hoewel er in de praktijk geen duidelijk onderscheid is. Gebruik 'afgodsbeeld' of 'cultusbeeld' voor een niet-christelijk beeld dat heilig is of een godheid belichaamt.
Afrikaanse ceremoniële messen van het Kubavolk, met een zadelknop en een platte, bladvormige kling van metaal of hout.
Te gebruiken om werken te beschrijven van de gelijknamige Afrikaanse etnische groep die leeft op de eilanden in, en de zuidelijke en oostelijke oevers van het Baringomeer in Kenia.
Te gebruiken om werken te beschrijven van de gelijknamige Afrikaanse etnische groep die leeft in Zambia.
Verwijst naar schilderingen en andere decoraties die zijn toegepast op boeken, rollen, of andere soorten documenten met als doel de tekst te illustreren of te versieren. Dit manifesteert zich in een van de volgende drie vormen: miniaturen, dit zijn kleine afbeeldingen die vaak apart staan van de tekst en omvatten een op zichzelf staand onderwerp; versierde beginletters, die zelf mogelijk een kleine scène bevatten; en in gedecoreerde randen, die ook mogelijk taferelen bevatten. Verluchtigingen zijn in het algemeen gemaakt met verf, inkt, en edele metalen op perkament, papier of zijde. Onder de oudste bewaard gebleven verluchte stukken bevinden zich de papyrus rollen van het oude Egyptische Dodenboek. Andere vroege voorbeelden zijn bewaard gebleven uit het klassieke Griekenland en Rome, alsook in de Azteekse picturale kaarten en in de handschriften van de Maya en de Chinezen. De kunstvorm kwam tot bloei in Bijbelse teksten en andere heilige boeken uit het middeleeuwse Europa, alwaar men meestal eitempera op perkament gebruikte. Ook werden verluchtingen toegepast in 19e eeuwse Indiase en islamitische miniaturen. Voor afbeeldingen die geen geschilderde miniaturen zijn,of die machinaal gedrukt zijn in boeken of reclame, gebruik dan "illustraties."
Verwijst in psychologisch onderzoek naar de toestand die het gevolg is van pseudo-hallucinaties die zich voordoen wanneer gevoelens van angst of paniek worden geprojecteerd op externe objecten en ervaringen, of wanneer deze worden ingebeeld, verzonnen of onjuist worden toegeschreven.
Het maken van secundaire afdrukken met commerciële fotografische kleurenafdrukken zoals Polaroid afdrukfilm. Het originele negatief drukt men op een nat vel, bijvoorbeeld aquarelpapier, waardoor de kleurstoffen uit de fotografische reagens vrijkomen en er een tweede afdruk ontstaat.
Een literaire stroming uit de vroege 20ste eeuw, die ontstond als reactie op het romanticisme, meer bepaald op het optimisme en de vermeende zorgeloosheid van deze stroming. Imagisme propageerde het vrije vers en een nauwkeurige beeldspraak. Het wordt gezien als de opvolger van de Franse symboliek omdat het affiniteit heeft met beeldhouwkunst, zoals symboliek affiniteit heeft met muziek. Geïnspireerd door de kritische beschouwingen van T.E. Hulme stelde Ezra Pound rond 1912 de poëtische uitgangspunten van de stroming op.
Wordt gebruikt voor Turkse hospitia die zijn opgericht voor pelgrims en andere reizigers; kan in sommige verbanden ook worden gebruikt als aanduiding voor Turkse gaarkeukens.
Verwijst naar de stijl van Arita-porselein dat werd gemaakt vanaf het begin van de 18de eeuw en is vernoemd naar de haven van Imari, waar dit porselein werd verscheept. Imari wordt gekenmerkt door drukke versieringen op basis van inheems textiel en brokaat, en werd geschilderd in verschillende kleuren, gewoonlijk met een zwarte onderste glazuurlaag en fel blauwe en rode kleuren.
Fotomechanisch procedé waarbij gelatinereliëfmatrices worden gemaakt door via een bichromatische behandeling negatieven of positieven in verschillende fasen te kleuren; vervolgens wordt een kleurendruk gemaakt door verf van de matrices in register over te brengen op een ondergrond.
Tamelijk zware Braziliaanse houtsoort die lijkt op walnoothout. Het kernhout varieert in kleur van olijfgroen tot chocoladebruin en heeft een middelmatige glans. Het is een zeer gewaardeerde houtsoort voor fijn timmerwerk, vloeren en meubilair.
Glasachtig of kristallijnig materiaal in of rond meteorietenkraters. Dit mengsel van aardkorst en meteorietfragmenten ontstaat bij inslag.
Verwijst naar de periode in de geschiedenis, en de stijl in de kunst die zich ontwikkelde toen de Romeinse Republiek ophield te bestaan en Rome zijn gebieden uitbreidde en werd geregeerd door keizers. Als beginpunt van de periode wordt algemeen beschouwd de overwinning van Octavianus in de slag bij Actium in 31 v. Chr. en als eindpunt de heerschappij van de Severianen. Zie ‘laat-antiek’ voor latere keizers.Let op: sommige classificatiesystemen rekenen de Tetrachie, Constantius en het Heilige Roomse rijk tot het Romeinse Rijk.
Foto of fotohouder met een formaat tussen 17,5x25 cm en 20x25 cm.
Een vroegere, giftige vorm van smaragdgroen. Hiervoor wordt koperacetoarseniet gebruikt als een pigment.
Plotseling bij toeval optredende of met opzet veroorzaakte inwaarts gerichte ontploffingen of ineenstortingen, met inbegrip van het laten instorten van gebouwen als manier om deze te slopen.
Buitenlandse handelswaar binnenbrengen in een land voor verkoop of ruil.
Verwijst naar mensen die zich bezighouden met importeren, het binnenbrengen van handelsgoederen in een land vanuit het buitenland om deze te verkopen of te verruilen.
Stenen, meestal in de vorm van een afgeknotte, omgekeerde piramide, geplaatst tussen kapitelen en de bogen die daaruit ontstaan.
Verwijst naar de stroming in de 19de eeuwse Westerse kunst die in Frankrijk tot ontwikkeling kwam. De stijl verwierp de traditionele academische opvattingen en poogde aan de hand van de wetenschap zowel de samenstelling van kleuren als de exacte weergave van kleuren, schakeringen en lichtval te kunnen bereiken. Impressionistische kunst kenmerkt zich door het gebruik van lichte touches van pure kleuren, schilderen in de buitenlucht om het kortstondige licht op bepaalde tijdstippen van de dag vast te leggen, en de objectieve weergave van het alledaagse, eigentijdse leven.
Beschrijft werk dat is vervaardigd door het gelijknamige Berbervolk, dat in het Afrikaanse gebied van Mauritanië leeft.
Te gebruiken voor het mensen doorlopend voorzien van en betalen voor werk. Gebruik 'inhuren' voor het gebruik maken van de diensten van een persoon of personen in ruil voor arbeidsloon of een andere vorm van betaling. Gebruik 'werkgelegenheid' voor de mate of de omvang van de voorziening of de beschikbaarheid van betaald werk voor de bevolking.
Bij bladmetaal, de voegen tussen twee delen waarvan de voorgevormde randen bij elkaar komen om een ononderbroken gesloten las te vormen.
Het maken van drukplaten door een gietvorm met standaardafmetingen te nemen en er een afgietsel van te maken in lettermetaal.
Die fase in de encaustiek waarin het oppervlak van een schildering wordt verhit, zodat de kleuren bewerkt en gemengd kunnen worden.
Breuklijnen in deklagen die worden veroorzaakt doordat op bepaalde plaatsen specifieke krachten werkzaam zijn.
Instrumenten die verticale hoeken meten door op iets in te stellen en te meten tegen een verticale slinger, of door de hoek te meten tussen het magnetische veld van de aarde en het horizonsvlak.
Een nikkel- en chroomlegering, ontwikkeld door International Nickel Co. en gebruikt voor voedsel- en zuivelapparatuur. Het bevat 79,5% nikkel, 13% chroom, 6,5% ijzer, 0,08% koolstof en kleine hoeveelheden koper, mangaan en silicium.
Het samenstellen van indexen voor boeken of andere publicaties; het analyseren van de onderwerpen van textuele of visuele documenten en het toekennen van termen of reeksen van termen die die inhoud weergeven.
Hoofddeksels van de oorspronkelijke Amerikaanse bevolking, onderdelen van ceremoniële onderscheidingstekens en gemaakt van het haar van herten, stekelvarkens en soms elanden of paarden. De indianentooi wordt op zijn plaats gehouden door een scalplok, een kleine lok haar gevlochten op de kruin van het hoofd van de drager.
Afbeelding van een hand met een gestrekte wijsvinger die men bij teksten in de kantlijn zette om de aandacht te vestigen op opmerkelijke passages, met name van de twaalfde tot de achttiende eeuw in de westerse wereld. Tegenwoordig gebruikt men de index als een typografisch symbool voor hetzelfde doel in teksten of op internet, maar ook als opsommingsteken en in andere contexten.
Verwijst naar de stroming in Latijns-Amerika in de vroege 20ste eeuw die een nieuwe sociale en politieke rol propageerde voor de inheemse volkeren van gebieden die voorheen werden gedomineerd door Europese elites. De stroming werd invloedrijk tijdens het presidentschap van Lázaro Cárdenas (1934-1940) en streefde ernaar het indiaanse erfgoed nieuw leven in te blazen door middel van kunst en revolutionaire bewegingen, zoals Aprismo, een sociale beweging in Peru waarvan de leden voorstelden om de naam 'Latijns-Amerika' te veranderen in 'Indo-Amerika'.
Natuurreservaten die worden bewoond door inheemse volkeren van Australië en die door de Australische overheid zijn erkend als beschermd gebied. Traditionele inheemse landeigenaren gaan een vrijwillige overeenkomst met de overheid aan waarin de grenzen van het gebied worden vastgelegd, teneinde de biodiversiteit te bevorderen en cultureel erfgoed te bewaren. Een IPA maakt deel uit van het National Reserve System, het stelsel van nationale reservaten van Australië.
Overblijvende waterplant die inheems is in de tropische gebieden in Azië en Australië en die opvallende witte of roze bloemen heeft. Onder gunstige omstandigheden blijven de zaden vele jaren levensvatbaar. In China zijn in de bedding van een drooggevallen meer zaden gevonden van 1300 jaar oud die men nog kon laten ontkiemen, een record voor lotussen. Het is een heilige bloem in de hindoeïstische en boeddhistische iconografie.
Een niet-gestandaardiseerde naam voor diverse rode verfstoffen.
Hout van de soort Aesculus indica, veel voorkomend in Himalayaanse laaglanden.
Verwijst naar het werk van een groep Chinese kunstenaars die zich terugtrokken uit de officiële scholen. Zij schilderden individualistisch uit protest tegen de Muchu-heerschappij na de val van de Ming-dynastie in de 17de eeuw.
Verwijst naar de culturen en stijlen van Indonesië, en weerspiegelt de vermenging van verschillende regionale culturen uit het vasteland van Zuidoost-Azië en Oceanië. De stijl is over het algemeen beïnvloed door de filosofieën van het boeddhisme, hindoeïsme en de islam. Beeldhouwkundige productie in de regio wordt over het algemeen gekenmerkt door megalithische monumenten zoals menhirs, dolmens, stenen sarcofagen, terrasvormige grafheuvels, grote stenen die zijn uitgehakt in de vorm van dieren en mensen, en stenen schedeltroggen. Vroege beeldhouwstijlen in de regio worden gekenmerkt door gelijkmatige vlakken, welvingen, emotieloze uitdrukkingen en bewegingloosheid. Ornamentele werken uit deze regio imiteren Chinese Chou- en pre-Han-werken en tonen bronzen trommels met gemodelleerde flenzen en reliëfornamenten die bestaan uit gestileerde maskers met oorpiercings. Door Indiase stijl geïnspireerde werken worden gekenmerkt door verfijnde bronzen Boeddha's en bodhisattva’s. In de architectuur wordt de stijl gekenmerkt door tempelcomplexen die bekend staan als tjandi’s en candi’s.
Verwijst naar de periode van de expansieve heerschappij van koning Indravarman I (877-890 n. Chr.) tijdens de periode waarin het Angkor-rijk werd gesticht. De stijl van deze periode wordt gekenmerkt door grootse bouwcampagnes, stadsplanning waarbij gebruik wordt gemaakt van uitgebreide irrigatiesystemen, en monumenten en graftombes ter ere van de nalatenschap van begunstigers. Architectuur in deze periode wordt gekenmerkt door de eerste Cambodjaanse tempels die voornamelijk in steen werden gebouwd in plaats van in baksteen met stucwerkversieringen. Tijdens deze periode werd ook het tempel-bergprototype ontwikkeld, een voorloper van toekomstige grotere, koninklijke tempels in Angkor. Beeldhouwkundige ontwikkelingen in deze periode betreffen vrijstaande beeldhouwwerken van meerarmige hindoegoden die worden ondersteund door hoefijzervormige voetstukken, gekenmerkt door een subtiel, gestileerd realisme dat zichtbaar is in de beeldgesneden anatomische details zoals traanbuizen, gedetailleerde haarwrongen, gedeelten van de torso en gedrapeerde kleding.
Hardsoldeermethode waarbij in een verwarmingselement met behulp van elektriciteit hitte wordt geproduceerd, die in de te solderen delen wordt geïnduceerd.
Te gebruiken voor het studiegebied dat tot doel heeft handvaardigheden en de bekendheid met gereedschappen en machines of bekendheid met industriële processen te ontwikkelen. Gebruik 'industriële vormgeving' voor het ontwerpen van door machines te vervaardigen produkten.
Verwijst naar een georganiseerde activiteit waarbij kapitaal en arbeid worden ingezet voor een nuttig doel, om goederen te produceren of om producten te verwerken.
Verwijst naar een verzameling prehistorische objecten of gereedschappen die ongeveer even oud zijn of uit hetzelfde tijdperk dateren en die op één of meerdere verwante archeologische vindplaatsen zijn aangetroffen. Ze fungeren als bewijs voor de oorsprong van de techniek waarmee soortgelijke objecten zijn vervaardigd. Gebruik 'nijverheid (techniek)' voor de stijl en techniek die bij de vervaardiging van de gereedschappen zijn toegepast.
Archeologen die gespecialiseerd zijn op het gebied van de industriële archeologie, de studie van locaties, structuren en artefacten van industrieën en processen van industrialisatie uit vroeger tijden.
Bemiddelaars die in de industrie conflicten oplossen tussen arbeid en management.
Gebied binnen de archeologie waarin men zich bezighoudt met locaties, structuren en artefacten van industrieën en processen van industrialisatie uit vroeger tijden.
Dit is een 'gidsterm', die niet bedoeld is voor een index of catalogus. Gebruik 'industriële gebouwen' om te verwijzen naar gebouwen of groepen gebouwen die bedoeld zijn als behuizing voor de activiteiten of processen die verband houden met de moderne industrie en machinebouw welke ontstonden na de Industriële Revolutie, vanaf halverwege de 19de eeuw.
Stookovens, ovens of verhitte ruimten voor het drogen, verkolen, verharden, bakken of verbranden van diverse materialen.
Aanduiding voor nederzettingen, voornamelijk gebouwd sinds de Industriële Revolutie, waarin de werkgelegenheid hoofdzakelijk in fabrieken is. Gebruik 'fabriekssteden' wanneer de werkgelegenheid voornamelijk in fabrieken voor de vervaardiging van papier, staal of textiel te vinden is. Gebruik 'fabrieksdorpen' wanneer nederzettingen doelbewust zijn gebouwd door fabriekseigenaren om arbeiders naar geïsoleerd gelegen plaatsen te trekken.
Verbinding van twee touwen, kabels of trossen die op een bepaalde wijze in elkaar zijn gevlochten.
Soort materiaal, zoals het aggregaat in een betonmengsel, dat de chemische reactie niet beïnvloedt.
Geautomatiseerde informatiediensten die rechtstreeks of op grond van verwijzingen uit gegevensbronnen gegevens zoeken, localiseren en opvragen uit elektronisch opgeslagen databanken als antwoord op vragen van gebruikers. Men geeft de voorkeur aan 'on line referentiediensten' voor met name die diensten die zorgen voor directe antwoorden op vragen van gebruikers of die zorgen voor directe toegang tot bronnen die de nodige gegevens bevatten.
Wordt gebruikt voor gebouwen of andere bouwwerken die zijn opgebouwd voor de verspreiding van artikelen zoals toeristenbrochures, winkelgidsen, reiskaarten en andere documenten onder het publiek, of voor bouwwerken waar zulke informatie openbaar voorhanden is.
Het zoeken naar, vinden en terughalen van gegevens uit een bestand of een database.
De hiërarchie Informatievormen bevat descriptoren voor tekstuele, grafische en fysieke objecten met als belangrijkste en oorspronkelijke doel het vastleggen of overbrengen van specifieke informatie. Buiten het bestek van de AAT vallen titels van bepaalde teksten, bijvoorbeeld de Koran, en namen van afzonderlijke lettertypen, bijvoorbeeld Bembo. Relatie met andere hiërarchieën: descriptoren voor twee- en driedimensionale werken die voornamelijk zijn bedoeld voor visuele communicatie, in het bijzonder de overdracht van een expressieve betekenis en dus niet van specifieke informatie, zijn opgenomen in de hiërarchie Beeldmateriaal (bijvoorbeeld 'stillevens'). Typen afdrukken die voornamelijk worden gebruikt voor het reproduceren van documenten en technische tekeningen (bijvoorbeeld 'blauwdrukken') worden niet beschouwd als foto's, hoewel ze met behulp van lichtgevoelige procedés tot stand zijn gekomen; om die reden zijn ze hier opgenomen, terwijl foto's en fotomechanische afdrukken zijn opgenomen onder Beeldmateriaal. Descriptoren voor allerlei soorten financiële documenten zijn hier ondergebracht, terwijl objecten die specifiek worden gebruikt bij de uitwisseling van goederen of diensten, of bij de vereffening van schulden, in de hiërarchie Ruilmiddelen te vinden zijn.
Te gebruiken voor de studie van de aard, verzameling en het beheer van gegevens en informatie in geautomatiseerde omgevingen.
Personen die zich bezighouden met (de studie van) de eigenschappen, het verzamelen, het verspreiden en het ophalen van gegevens en informatie, vooral in geautomatiseerde omgevingen, of die informatiesystemen ontwerpen.
Het overbrengen van informatie, met name feiten of gebeurtenissen, aan anderen.
Techniek die een film gebruikt die zowel gevoelig is voor zichtbare lichtgolven als voor golflengten die worden geproduceerd door het infrarode segment van het elektromagnetische spectrum.
Wordt gebruikt voor punten of plaatsen waar men ergens naar binnen gaat.
Wordt gebruikt voor indrukwekkende, monumentale ingangen, poorten of deuropeningen, meestal van gebouwen of binnenplaatsen, vooral diegenen met imposante architectonische bewerking.
Te gebruiken om werken te beschrijven van de gelijknamige Afrikaanse etnische groep die leeft in Soedan en Ethiopië.
Lijnen, krassen of insnijdingen aanbrengen in een oppervlak.
Meestal loodrechte voegen die worden gevormd waar de gehele rand of het gehele uiteinde van een onderdeel in een bijpassende huls, groef, of sokkel in een ander onderdeel is geplaatst.
Personen die zijn geschoold in een technisch vak. In sommige jurisdicties is deze benaming in de technische zin wettelijk beperkt tot personen die een verplichte studie hebben voltooid en voldoen aan de eisen met betrekking tot registratie of vergunning.
Een methode voor het behandelen van huiden en vellen die in het algemeen voorafgaand aan het vervoer naar een looierij wordt gebruikt in de grotere slachthuizen. Na het afstropen en grondig wassen en borstelen om haar en vlees te verwijderen, worden de huiden of vellen in putten of grote schoepen gehangen in een zeer sterke natriumchloride-oplossing zodat het zout het materiaal kan binnendringen. Te onderscheiden van 'pekelen', een nathuisbewerking na een behandeling met enzymen, waarbij huiden en vellen worden gedrenkt in een oplossing van 12% zout en 1,2% zwavelzuur.
Tooling using implements that are usually hand-held, heated, and pressed onto gold leaf leaving a pattern in gold on a surface.
Het opzettelijk achterlaten van de tekens van een gereedschap op een oppervlak, met name op leer of steen; toegepast tijdens de afwerkings- of afruwingsfase.
Tooling, using implements that are usually hand-held, heated, and pressed onto silver leaf leaving a pattern in silver on a surface.
Weeftechniek waarbij een patroon wordt gevormd of de ondergrond wordt verrijkt door gebruik van meer dan een serie scheringdraden; het patroon wordt aangebracht met extra of aanvullende inslag.
Blijvende markeringen op het menselijk lichaam, onder meer symbolen, patronen of andere voorwerpen, ontstaan door het aanbrengen van oppervlakkige littekens, uit culturele overwegingen of als persoonlijke decoratie.
Wordt gebruikt voor het lijstwerk, vaak van metaal, hout of met stof bedekt hout, dat geplaatst wordt tussen de lijst en het schilderij wanneer het schilderij is gekrompen of als de lijst net iets groter is dan het schilderij.
Een lange zeearm of een relatief smalle zee-engte tussen het vasteland en een of meerdere eilanden, of een verbinding tussen twee grotere wateroppervlakken.
Hout van de boom behorende tot de soort Populus nigra, dat zijn naam dankt aan de zwartachtige schors. Het hout is geelachtig wit van kleur, zacht en gemakkelijk te bewerken. Het wordt gebruikt voor het maken van lambriseringen, inlegsels, timmerwerk en papierpulp.
Te gebruiken voor het aannemen van de diensten van een persoon of personen voor arbeidsloon of een andere vorm van betaling. Gebruik 'in dienst nemen' voor het doorlopend mensen voorzien van en betalen voor werk. Gebruik 'werkgelegenheid' voor de mate of de omvang van de voorziening of de beschikbaarheid van betaald werk voor de bevolking.
Vleeskleurig, lichtrood of roze, wordt ook gebruikt voor diverse tinten helder- of bloedrood, d.w.z., de huidskleur van een Europeaan of van dierlijk vlees.
Computergestuurde afdrukken volgens het nonimpacttype (geen contact tussen bewegende delen en het afdruklint), waarbij kleine inktdruppeltjes via straalpijpjes op het papier worden gespoten.
Het vermogen om iets te vinden, betreden of openen, en gebruiken, zoals een gebouw of een database.
In het algemeen te gebruiken voor personen die inkopen doen namens een ander persoon of organisatie. Wordt met name gebruikt voor ingehuurde handelaars of tussenpersonen die goederen aankopen voor het onderhoud en het dagelijks functioneren van een onderneming of andere organisatie.
Verwijst naar een stijl in de literati-schilderkunst waarin het accent lag op de specifieke relatie tussen inkt als medium en bamboe als thema; er vallen ook kalligrafische werken onder. Het werk is meestal monochroom of subtiel gekleurd, met opzettelijke benadrukking van de penseelvoering die nodig is om de stengels en bladeren van de bamboe te schilderen. Het penseelwerk is verwant aan dat van kalligrafie. Volgens de Chinese cultuur symboliseerde bamboe morele onkreukbaarheid, zuiverheid en het vermogen om tegenslag te overwinnen, alle eigenschappen waarmee de literati zichzelf wilden identificeren.
Flessen waar inkt in wordt verkocht. Gebruik `inktpotten' voor kleine vaten voor inkt die meestal leeg worden verkocht en waar een pen in kan worden gedoopt.
Kleine houders voor inkt waarin een pen kan worden gedoopt. Zie 'inktflessen' voor flessen met inkt bedoeld voor de verkoop.
Wordt over het algemeen gebruikt voor vaten die precies in andere passen en de inhoud isoleren van de houder.
Het opnemen of toe-eigenen van een gebied binnen de grenzen van een regeringseenheid.
Vaten die zijn gemaakt voor huishoudelijke conservering van vlees en vis, gewoonlijk voor korte perioden en vaak onder een laag vet of boter.
Te gebruiken voor personen die voor hun beroep of handel goederen en andere objecten, zoals museumstukken en voedingswaren, inpakken voor veilig vervoer en opslag.
Registratiedocumenten die door de overheid van de Verenigde Staten worden uitgegeven voor vaartuigen van 20 ton of meer die zich uitsluitend bezighouden met binnenlandse handel, kusthandel of visserij.
Wordt gebruikt voor gegraveerde of gebeitelde opschriften, met name met documentatie of herdenking als doel. Bij afdrukken wordt de term gebruikt voor de inhoud van de inscriptie, die meestal geen deel uitmaakt van een langere tekst. Wanneer de term wordt gebruikt in verband met materiaal uit de oudheid, dan kan deze van toepassing zijn op de meeste bewaard gebleven geschreven stukken, ongeacht de lengte, met uitzondering van papyrusrollen. Gebruik 'merktekens' voor gestandaardiseerde symbolen of opschriften die officiële informatie bevatten.
Kruiselings door de ketting geweven draden van een weefsel, in het bijzonder voor het geheel van zulke draden. Gebruik voor aparte inslagdraden 'scheuten'.
De totale serie scheuten die, door verschillende invlechtingen met de ketting, het bindingsrapport creëren over de gehele breedte van een weefsel.
Inslagpoolweefsel, vaak van katoen, waarvan de pool op één lengte is afgeknipt. Inslagfluweel kan op gewone weefgetouwen worden vervaardigd, waarbij de inslag aan de goede kant lussen vormt, die met roterende messen worden opengesneden. De pool vormt een glad oppervlak of duidelijke ribbels in de kettingrichting. Kenmerken: 1) de floerspluisjes zitten altijd aan de kettingdraden; 2) bij snijden van de pool blijft de zelfkant onbeschadigd; 3) doordat de stof bijna altijd in het stuk wordt geverfd, hebben alle bestanddelen dezelfde kleur; 4) de achterkant is vaak iets geruwd (manchester).
Te gebruiken voor permanente tekens, zoals symbolen, patronen of andere figuren, aangebracht op de menselijke huid door daarin te snijden, uit sociale of culturele overwegingen of als persoonlijke versiering.
Binnenzolen van sommig schoeisel, waarop de voeten rusten; meestal geheel of gedeeltelijk bedekt door de binnenvoering.
Diverse treinstellen die worden gebruikt voor het inspecteren van het spoor en de grond waar het spoor over loopt.
Technici die zich bezighouden met de dagelijkse technische werkzaamheden en het dagelijkse beheer van een fabriek.
Te gebruiken voor het technische werkgebied dat zich bezighoudt met de dagelijkse technische operaties en het technisch beheer van een fabriek.
Wordt gebruikt voor hulpmiddelen zoals kleppen of schuiven die worden gebruikt om de luchtstroom binnen een ventilatiesysteem of de stroom van verbrandingsgassen in een schoorsteenpijp te regelen.
Organisaties die werken ter bevordering van een bepaalde achtenswaardige of wetenschappelijke zaak of het welzijn van een bepaalde groep, of die technisch of professioneel zijn gespecialiseerd in een vak of studie.
Verwijst naar de stijl die zich op de Britse eilanden ontwikkelde na de afname van de overheersing door het Romeinse Rijk, over het algemeen vanaf de 5de eeuw. De stijl is zichtbaar in de beeldhouwkunst, ijzerbewerking en andere kunstnijverheid, met name in de ornamentele verluchtiging van manuscripten die in de relatief ontoegankelijk gesitueerde kloosters werd ontwikkeld. Ook werden stijlen op het vasteland van Europa erdoor beïnvloed. Zie Insulair schrift voor de schriften die in deze periode werden ontwikkeld.
Kenmerkende handschriften die werden gebruikt op de Britse eilanden en soms ook op het vasteland tussen de 6de en 9de eeuw, voor sommige teksten tot de 13de eeuw, en ook nu nog voor Gaelische teksten.
Italiaanse methode om steen of marmer in te leggen die zich met name onderscheidt doordat de versieringen figuratief zijn. Het onderscheidt zich van mozaïeken, omdat intarsiawerk nauwkeurig is gesneden om het precies te laten passen.
Bajonetten die permanent aan de loop van een vuurwapen zijn bevestigd en die indien nodig met de hand of met een soort veermechanisme naar voren kunnen worden geschoven of uitgevouwen: veel gebruikt op pistolen en donderbussen in de 18e en 19e eeuw en op sommige militaire geweren in de 20e eeuw.
Tak van de geschiedenis die zich bezighoudt met de evolutie van ideeën, hoe deze ideeën zijn beïnvloed door verschillende factoren en wat er met deze ideeën of gedachten gebeurt onder mensen in een bepaalde maatschappij.
In het algemeen te gebruiken voor hooggeplaatste functionarissen die leiding geven aan of de supervisie of het bevel hebben over een stad of provincie, een overheidsbedrijf of het huishouden van een prins of edele. Wordt met name gebruikt voor administrateurs in die functie, die gouverneurs of vice-gouverneurs werden genoemd in het oude Franse regime in Franse, Spaanse en Portugese kolonies en in sommige Zuid-Amerikaanse landen.
De sterkte of hoeveelheid van een eigenschap, toestand of verschijnsel, zoals van een elektrisch veld, magnetisering of straling.
Brieven die in de regel worden gebruikt om een voorlopige overeenkomst tussen partijen die van plan zijn een contract te sluiten op papier te zetten.
Te gebruiken om computerprogramma's of -systemen te beschrijven die op een menselijke gebruiker reageren, vaak als in een gesprek, om gegevens of commando's te verkrijgen en om directe resultaten of bijgewerkte informatie te geven.
Artefacten die oorspronkelijk zijn vervaardigd om menselijke activiteiten te vergemakkelijken en te voorzien in fysieke behoeften van mensen in of rond een gebouw, doorgaans door middel van het bieden van comfort, gemak of bescherming.
De hiërarchie Interieurinrichting bevat descriptoren voor hoofdzakelijk verplaatsbare artikelen die comfort, gemak of bescherming bieden in woningen, zakelijke omgevingen of andere openbare ruimten of privéruimten. Interieurinrichting kan functioneel of ornamenteel van karakter zijn en binnenshuis of buitenshuis worden gebruikt. Ook handelsnamen en eigennamen van bepaalde typen interieurinrichting die (vrijwel) volledig zijn ingeburgerd in het algemene taalgebruik zijn in deze hiërarchie opgenomen. Relatie met andere hiërarchieën: objecten die primair fungeren als opslageenheid of andere vorm van houder (bijvoorbeeld 'kaarsenbakken' of 'footlockers') zijn opgenomen in de hiërarchie Houders. Permanente installaties die in gebouwen zijn geïntegreerd (bijvoorbeeld 'altaren' of 'koorschermen') zijn te vinden in de hiërarchie Componenten. Uurwerken en meteorologische instrumenten (bijvoorbeeld 'staande horloges' of 'barometers') zijn ondergebracht in de hiërarchie Meetinstrumenten. Descriptoren voor de diverse vormen van meubelstukken zijn opgenomen in de hiërarchie Kenmerken en Eigenschappen (bijvoorbeeld 'gerond'). Descriptoren voor samenstellende delen van interieurinrichting (bijvoorbeeld 'voetsteunen') zijn ondergebracht in de hiërarchie Componenten. Eveneens in deze hiërarchie vindt u descriptoren voor architecturale elementen die vaak deel uitmaken van een interieurinrichting (bijvoorbeeld 'bogen' of 'frontons'). Abstracte of gestileerde motieven en gestandaardiseerde patronen (bijvoorbeeld 'eierlijsten' of 'driepassen'), beeldbeschrijvende begrippen die telkens terugkeren in de kunstnijverheid, zijn opgenomen in de hiërarchie Ontwerpelementen.
Vormgeving gespecialiseerd in interieurs, inclusief ruimtelijke indeling, constructie, bouwsystemen, akoestiek, licht, verwarming en klimaatregeling alsmede esthetische of decoratieve ordening en het inrichten van de ruimte.
Wordt gebruikt voor de extra ruimte tussen regels gedrukt met metalen mallen, die zich nog boven de maximale hoogte van de lettersoort bevindt. Voor ruimte die voor een niet met metalen mallen gedrukte regel beschikbaar wordt de term 'regelafstand' gebruikt.
Te gebruiken voor het samenvoegen van bepaalde al reeds bekende kunstvormen in 20e eeuwse werken om een nieuw type te introduceren. Zodra de resulterende kunstvorm actueel wordt en een naam krijgt, wordt het een nieuw medium en zal het niet langer intermediair zijn. Gebruik 'multimedia werken' voor kunstwerken die meerdere verschillende kunstvormen gebruiken, zoals bij beeldhouwkunst en muziek. Gebruik 'mixed media' om kunstwerken aan te geven die uit verschillende materialen bestaan.
Tak binnen het recht die de onderlinge houdingen tussen soevereine staten regelt, en hun rechten en plichten tegenover elkaar, in oorlog zowel als vrede.
Verwijst naar de stijl die zich ontwikkelde aan de Franse en Bourgondische hoven in het midden van de 14de eeuw en die zich rond 1425 over heel West-Europa verspreidde. De stijl is vooral zichtbaar in de niet- monumentale kunst, waaronder paneelschilderingen, miniaturen, verluchte handschriften, emaillewerk, borduurwerk en gebrandschilderd glas.De stijl kenmerkt zich door een vloeiende elegantie, verfijnde kromlijnigheid, een soepele, slanke weergave van menselijke onderwerpen, speelsheid en een nieuwe belangstelling voor wereldlijke onderwerpen.
Te gebruiken voor de tak van de politieke wetenschap die zich bezighoudt met politieke, militaire en economische betrekkingen tussen landen en tussen sommige organisaties en individuen met een internationale status.
Verwijst naar de architectuurstijl die zich na de Eerste Wereldoorlog ontwikkelde in Nederland, Frankrijk en Duitsland, en die zich vervolgens over de wereld verspreidde om tot de jaren 70 van de 20ste eeuw de dominante architectuurstijl te blijven. De stijl kenmerkt zich door de nadruk op volume in plaats van op massa, het gebruik van lichtgewicht, op grote schaal vervaardigde industriële materialen, en de totale verwerping van ornamenten en kleuren. Verder werden repetitieve modulaire vormen en vlakke oppervlakken gebruikt, afgewisseld met vlakken van glas.
Te gebruiken voor de politieke theorie of overtuiging dat politieke activiteiten gericht dienen te zijn op de universele menselijke toestand en niet op de belangen van een bepaald land. Gebruik ‘globalisering’ voor de vergelijkbare filosofische benadering die zich niet beperkt tot de politieke context, maar wordt besproken en toegepast in een bredere maatschappelijke, culturele, wetenschappelijke, ecologische of humanistische context.
Wereldwijd computernetwerk dat gebruikers overal ter wereld toegang biedt tot een veelheid van informatiebronnen en communicatiefaciliteiten. Internet is opgebouwd uit met elkaar verbonden netwerken die opereren op basis van gestandaardiseerde communicatieprotocollen.
Te gebruiken voor locaties die in een sociale sfeer openbare toegang tot internet aanbieden. Vaak bieden ze ook gerelateerde hardware en software, cursussen, en audiovisuele artikelen aan, meestal ook eten en drinken en soms muziek of traditioneel papieren leesmateriaal.
Positieve fotografische transparanten gebruikt als tussenstap om duplicaten van negatieven te maken.
Theorie met betrekking tot de relaties en wederzijdse beïnvloeding van ongelijksoortige beelden van en verwijzingen naar andere teksten en werken van beeldende kunst of architectuur die zijn geplaatst binnen een tekst of een werk van beeldende kunst of architectuur.
Het voeren van een intermenselijke uitwisseling om informatie van iemand anders te verkrijgen, bedoeld voor zaken als journalistiek, werkgelegenheid, publicatie of onderzoek.
Te gebruiken om werken te beschrijven die in de jaren 90 van de 19de eeuw in een impressionistische stijl werden gemaakt en die vooral intieme, huiselijke taferelen van alledag weergeven. De stijl wordt geassocieerd met de Franse kunstenaars Pierre Bonnard en Edouard Vuillard.
Zij die gebukt gaan onder een lichamelijke of geestelijke belemmering die hen kan beperken in hun mogelijkheden om te voldoen aan de eisen van het dagelijks leven.
Oranje blauw gevlochten erekoorden uitgereikt aan de militairen van de Nederlandse Prinses Irene Brigade die in 1944 in Normandië aan land kwamen. Thans ook gedragen door de Fuseliers.
Numerieke, alfanumerieke of andersoortige identificatiecodes die men toekent aan een kunstwerk, boek of ander object wanneer het wordt opgenomen in de collectie van een museum, bibliotheek of een vergelijkbare plaats. Dergelijke codes zijn uniek binnen de verzameling codes, men kan er het betreffende object eenduidig mee identificeren.
Blaasinstrumenten waarbij het geluid wordt geproduceerd met de lippen als trillingsbron en die zijn uitgerust met gebogen inzetstukken die ook wel inventies worden genoemd. Deze inventies worden van tevoren in het midden van de klankkast tussen de ronde delen van de buis geplaatst om de toonhoogte te wijzigen zonder de lengte van de buis te veranderen.
Losvallende lange overjassen of capes met, vaak afneembaar, tot de elleboog reikend schoudermanteltje en nauwsluitende kraag, soms met riem; uit Inverness, Schotland, afkomstig en vooral in de tweede helft van de 19e eeuw in de mode.
Het vullen of afwerken met behulp van voegspecie. In de specifieke context van mozaïekonderhoud het aanbrengen van een vloeibaar bindmiddelmengsel in de ruimte tussen voorbewerkte lagen.
Diverse apparaten die gegevens, programma's of signalen overbrengen naar een verwerkingssysteem.
Een grotendeels lichtgroen marmer met witte markeringen dat wordt gewonnen op het eiland Iona. De metamorfe dolomitische kalksteen wordt beschouwd als een van de twee zuivere marmersoorten van de Britse eilanden. De andere is Connemara-marmer.
Detectors van rook en vuur die werken doordat ze geïoniseerde deeltjes in de lucht waarnemen.
Verwijst naar de stijl die wordt toegeschreven aan de tweede van de drie Griekse architectuurordes en die later samen met de Dorische, Corinthische, Toscaanse en Composite stijl de vijf traditionele klassieke architectuurordes vormde die door de Romeinen, in de Renaissance en ook daarna nog werden gebruikt. De stijl kwam tot ontwikkeling op de oostelijke Egeïsche eilanden van Griekenland en op de kust van Klein-Azië, waarschijnlijk onder invloed van de joodse en Fenicische architectuur waarin gebruik werd gemaakt van zogenaamde lily capitals. Stenen versies uit de 6de eeuw v. Chr. werden gevonden in Griekenland, maar mogelijk waren er eerder al houten voorbeelden. Het kenmerkt zich in de oude Griekse architectuur door een vorm die fijner is dan Dorisch, een kapiteel dat is opgebouwd uit twee zijkrullen, een pilaar die dikwijls een Attische voet heeft en een schacht met dikwijls 24 halfronde groeven met stroken ertussen. Het entablement is afwisselender dan bij Dorisch het geval is, zoals een architraaf met overlappende lijnen, decoratieve mallen aan de bovenzijde en een doorlopende, gebeeldhouwde fries en/of rij kalfstanden onder de deklijst. In de Romeinse en de latere architectuur werd de stijl vaak aangepast, en is voornamelijk herkenbaar aan de krullen van de kapiteel. De stijl onderscheidt zich van de Ionische orde omdat een architectonische orde strikt verwijst naar een specifieke assemblagemethode die is gebaseerd op uniforme, vastgelegde regels en verhoudingen, bepaald door de rol die elk onderdeel moet vervullen.
Wordt gebruikt voor de bouworde die wordt gekenmerkt door kapitelen met rolvormige voluten. In tegenstelling tot de Dorische orde is hier wel een zuilbasement.
Pulserende radarinstrumenten voor het meten van de verticale hoogte van lagen in de ionosfeer.
Wordt gebruikt voor 'betty lamps' die op een standaard of opbergkastje staan. Dit type is afkomstig uit de streek Ipswich in Massachusetts.
Verwijst naar de stijl en cultuur van het moderne Iran. Hoewel het moderne Iran tot 1935 Perzië heette, dateren de kunst en architectuur van oude Iraanse beschavingen uit de prehistorie.
Te gebruiken om werken te beschrijven van de gelijknamige Afrikaanse etnische groep die leeft in Tanzania.
Te gebruiken om werken te beschrijven van de gelijknamige Afrikaanse etnische groep die leeft in Tanzania.
Te gebruiken om werken te beschrijven van de gelijknamige Afrikaanse etnische groep die leeft in het noorden van Nigeria.
Genus dat circa 300 soorten bloeiende planten omvat. De naam is afgeleid van het Griekse woord voor regenboog, waarmee wordt verwezen naar de grote kleurenvariëteit van de bloemen binnen deze soort. Irissen zijn inheems in Europa, Noord-Afrika en gematigde delen van Azië en Amerika. De meeste soorten hebben knolachtige (minder vaak bolvormige of vezelige) wortels, zwaardvormige equitante bladeren en opzichtige bloemen.
Wordt gebruikt voor hard, compact, wit steengoed dat in Engeland werd ontwikkeld tijdens de 18e eeuw als een goedkope vervanger voor porselein; van oorsprong uitbundig versierd, maar vooral gebruikt als eenvoudig en goedkoop wit tafelgerei gedurende bijna de hele 19e eeuw.
Verwijst naar de stijl in de kunstnijverheid in Spanje en zijn kolonies tijdens de heerschappij van Isabella I, van circa 1480 tot 1510. De stijl werd beïnvloed door de aanwezigheid van Noord-Europese handwerkslieden en architecten. De stijl toont een versmelting van vormen en motieven uit zowel de Gotische als de Mudejarstijl. In de architectuur worden gebouwen rijkelijk gedecoreerd en kenmerken zich door weelderig snijwerk, stergewelven, wapenschilden, deklijsten in de vorm van stalactieten, en achthoekige koepels.Dezelfde term wordt ook gebruikt binnen de Spaanse historiografie om te verwijzen naar de regeerperiode van Isabella II (1833-1868), maar dit gebruik vindt niet plaats met betrekking tot kunst.
Te gebruiken om werken te beschrijven van de gelijknamige Afrikaanse etnische groep die leeft in het midden-noorden van Tanzania.
Te gebruiken om werken te beschrijven van de gelijknamige Afrikaanse etnische groep die leeft in het zuidwesten van Nigeria.
Japanse prenten die hetzelfde effect geven als afwrijfsels van stenen.
Verwijst naar de periode in Mesopotamië aan het begin van het tweede millennium v.Chr., toen de rivaliserende dynastieën van de steden Isin en vervolgens Larsa over het zuiden heersten.
Verwijst naar het samenstel van religieuze overtuigingen en sociale gebruiken dat in de 7de eeuw is ontstaan op basis van de leer van de Arabische profeet Mohammed, die wordt beschouwd als de laatste in een reeks van grote profeten; volgens de islamitische leer zijn dit onder anderen Adam, Noach en Jezus. De islam heeft zich later verspreid in het Midden-Oosten, Afrika, Europa en delen van Azië. De islam wordt gekenmerkt door het geloof in het fundamentele idee dat een gelovige zich 'overgeeft' en zich onderwerpt aan Allah, de schepper van het universum en de schepping als geheel. God is uniek en heeft geen partner of tussenpersoon zoals bij de christelijke drie-eenheid. Maatschappelijke dienstbaarheid en het actief verlichten van het lijden van anderen wordt beschouwd als de enige weg naar verlossing en gebeden en heilige rituelen zijn op zichzelf onvoldoende vormen van overgave aan Allah. De Qur'an (Koran), het heilige geschrift van de religie, is een verzameling onthullingen die, zo gelooft men, door Allah aan Mohammed zijn geopenbaard.
Het zodanig schikken en aanpassen van proporties dat de hoofden van figuren zich op hetzelfde horizontale niveau bevinden. Vooral veel toegepast in Griekse reliëfs en friezen.
Kaarten met lijnen waardoor plaatsen met dezelfde declinatie of deviatie met elkaar worden verbonden
Vensterglas dat is gemaakt van twee glasplaten die van elkaar worden gescheiden door metalen strips aan de zijden van het glas, waardoor een geïsoleerde laag condensvrije lucht tussen de twee platen ontstaat.
Een verdunde vernis die door middel van verstuiving in een zeer dun laagje wordt aangebracht op olieverfschilderijen om te voorkomen dat de verf kan worden beïnvloed of losgewerkt door de oplossende werking van een volgende laag verf.
Axonometrische projecties waarbij de drie ruimtelijke assen in gelijke mate buigen naar het projectievlak (tekenoppervlak).
Verwijst naar tekeningen gemaakt in isometrisch perspectief, een projectie waarbij de drie ruimtelijke assen op gelijke wijze hellen naar het projectievlak of tekenvlak.
De toestand of eigenschap langs alle assen gelijke fysieke eigenschappen te hebben.
Te gebruiken om werken te beschrijven van de gelijknamige Afrikaanse etnische groep die voornamelijk leeft in Djibouti, maar ook in Somalië en Ethiopië.
Verwijst naar majolica met doorgaans veelkleurige voorstellingen van historische, mythologische, Bijbelse of allegorische aard die bijna het gehele oppervlak beslaan. Werd voor het eerst vervaardigd rond 1500 en wordt geassocieerd met Urbino. Bij de vroegste voorbeelden werd alleen het diepste gedeelte van borden en schalen beschilderd; later breidde de beschildering zich uit naar de gehele binnenkant. Afbeeldingen waren vaak ontleend aan kunstwerken uit die tijd, vooral kunstwerken die waren gereproduceerd in de gravures van Marcantonio Raimondi.
Verwijst naar de cultuur van de moderne natie Italië, of in het algemeen naar de culturen die (hebben) bestaan op het laarsvormige schiereiland in de Middellandse Zee.
Een Noord-Amerikaanse woningbouwstijl uit het midden van de 19de eeuw, vaak met een laag schilddak dat is voorzien van een uitzichttoren.
Verwijst naar de cultuur en de stijlen die in de oudheid bestonden op het Italische schiereiland, voor het ontstaan en de expansie van de Romeinse cultuur. Het omvat de culturen van talloze stammen die ongeveer veertig verschillende talen of dialecten spraken en waarvan de culturen zeer uiteenliepen. De term wordt niet gebruikt voor de Grieken die het gebied koloniseerden, en meestal ook niet voor de Etrusken. In de meest strikte zin verwijst de term alleen naar de culturen die Italische talen spraken, zoals Latijn, Faliskisch, Osco-Umbrisch, Piceens en Venetisch. Deze talen worden algemeen beschouwd als Indo-Europese talen die veel gemeenschappelijke kenmerken vertonen en die zich onderscheiden van het Etruskisch en het Grieks. In sommige verbanden wordt de term ook gebruikt voor de Etrusken en andere preromaanse culturen.
Verwijst naar de stijl en periode die zich ontwikkelde na de verovering van Constantinopel door de legers van de Vierde Kruistocht in 1204, en die duurde tot het begin van de 14de eeuw. De stijl is met name duidelijk aanwezig in het zuiden en midden van Italië, en werd gevoed door de import van draagbare Byzantijnse objecten, door Griekse kunstenaars in Italië en door westerse kunstenaars die terugkeerden van Byzantijns grondgebied. De Italo-Byzantijnse stijl kenmerkt zich door de vermenging van Byzantijnse thema’s, figuratieve soorten en decoratieve elementen met Hellenistisch-Romaans illusionisme, gotische vloeiende lijnen en lokale Italiaanse tradities.
Groenachtig gele Braziliaanse houtsoort die vroeger zeer gewild was voor scheepsbouw.
Te gebruiken voor een gemodificeerde vorm van dentine die voorkomt op de slagtanden van volwassen olifanten; wordt ook algemeen gebruikt voor het materiaal van uitstekende of grote tanden van zoogdieren zoals de walrus of de narwal.
Mensen die zijn gespecialiseerd in het maken van objecten die worden uitgesneden of gekerfd uit ivoor, dentine van uitstekende of grote tanden van zoogdieren.
Fotografische afdrukken die miniaturen op ivoor moeten nabootsen.
Theriantropische beeldhouwwerken van de Afrikaanse volkeren Isoko en Uhrobo, ter herinnering aan vroegere krijgers en ambtsbekleders. Ook gebruikt om het beginsel van standvastigheid en agressie te vieren. Ze bestaan meestal uit een bek als van een nijlpaard op vier grote poten met daarbovenop verschillende uit hout gesneden figuren.
Beschrijft werken die zijn vervaardigd door het gelijknamige Afrikaanse volk, dat in het oosten van Nigeria leeft en een subgroep van de Igbo vormt.
Schaalvormige gevlochten potdeksels, vervaardigd en gebruikt door de Zoeloes en andere volkeren in zuidelijk Afrika, traditioneel gemaakt van gras of meer recentelijk van gekleurde telefoonkabels. Soms ook gebruikt als schalen waarop kleine dingen of droog voedsel kan worden gelegd.
Presentaties van de producten en diensten van een bepaalde markt of tak van industrie. Het bezoek is meestal beperkt tot de leden van de desbetreffende handel.
Hout van verschillende bomen van het genus Jacaranda, inheems in het Caribisch gebied, het tropische deel van het Amerikaanse continent, Florida en Californië. Jacaranda is een geurig sierhout dat wordt gebruikt voor houtsnijwerk, kleine decoratieve voorwerpen, piano's, heften, kasten en dure meubels. De term wordt ook vaak gebruikt als een algemene term voor het genus Jacaranda en voor verschillende soorten palissanderhout, wat zelf een algemene term is die verwijst naar verschillende soorten van de genera Dalbergia en Melanorrhoea.
Te gebruiken voor ambtenaren die toezicht houden op de naleving van de jachtwetten in een rechtsgebied. Gebruik 'jachtopzieners' voor personen die door particulieren zijn ingehuurd om bijv. op landgoederen of wildreservaten voor een leefgebied voor het wild te zorgen, stropen te voorkomen en de werkgevers of andere bevoegde personen te assisteren bij het jagen.
Te gebruiken voor diegenen die zijn ingehuurd door particulieren, bijv. op een landgoed of wildreservaat, om de natuur in stand te houden ten behoeve van het wild, het voorkomen van stropen en de werkgevers en andere bevoegde personen te assisteren bij het jagen. Gebruik 'jachtopzichter' voor ambtenaren die toezicht houden op de naleving van de jachtwetten in een rechtsgebied.
Stillevens waarop bijvoorbeeld: gevogelte, eend, speenvarken, haas, konijn of wildsoorten gerangschikt worden weergegeven. Omdat de plezierjacht voorheen was voorbehouden aan de adel, denken sommige historici dat mensen van lagere komaf deze werken kochten in een poging zich voor te doen als iemand van de betere klasse. Dit type stilleven kwam voor in de tweede helft van de 17de eeuw.
Trofeeën die bestaan uit de volledige lichamen of delen van wilde dieren of vissen die tijdens een jacht zijn buitgemaakt. Ze worden bewaard als herinnering, meestal door ze op te zetten om ze te vertonen.
Verwijst naar de 19de eeuwse revivalstijl in de architectuur en de decoratieve kunst waarin kenmerken van zowel de Elizabethaanse als de Jacobijnse periode worden gecombineerd.
Wijnglazen waarop versieringen zijn gegraveerd die steun verraden voor de aanspraak van de jacobieten op de Engelse troon. Voor het eerst geproduceerd in 1688 en in grote aantallen na 1745. Ze werden gebruikt om met heildronken loyaliteit te betuigen aan de jacobitische zaak, wat neerkwam op landverraad. Tot de gegraveerde versiering behoren jacobitische lofzangen en symbolen zoals de roos met twee knoppen (voor de oude en de jonge troonpretendent), lelietjes-van-dalen, narcissen, eikenbladeren en motten. Jacobite-glazen zijn op grote schaal vervalst of later voorzien van hun versiering.
Houten staven met een schaalverdeling en een schuivende dwarsbalk die worden gebruikt voor het meten van de horizonshoogte van hemellichamen; voorlopers van de moderne sextanten.
Jassen die bij een pak behoren, met panden en een voorkant die is weggesneden bij de taille en in een boog naar beneden loopt tot achter de knie; afgeleid van jassen die worden gedragen bij het paardrijden.
Het meest voorkomende Europese type jachtgeweren tussen het einde van de 17e en het midden van de 19e eeuw, gekenmerkt door een korte achthoekige loop met een groot kaliber, een zware geweerlade en koperen beslag. Van oorsprong uitgerust met vuursteensloten, maar na 1820, in Nederland na 1840, meestal voorzien van percussiesloten.
Sportjasjes of jassen, meestal van tweed of wol, die worden gedragen tijdens het schieten of jagen.
Korte zwaarden of grote zware messen of dolken gebruikt door jagers; vaak met een speciale schede die voorzien is van kleine zakjes voor het dragen van gereedschap voor het in stukken snijden van de buit. Ook wel bekend als 'rambomes'.
Grootste katachtige in de Nieuwe Wereld. Het dier komt voor in het gebied dat zich uitstrekt van de Amerikaans-Mexicaanse grens tot Patagonië in Argentinië. Het verspreidingsgebied is echter sterk gekrompen. De vacht is oranje tot geelbruin met zwarte vlekken die in rozetten zijn gearrangeerd met een zwarte vlek in het midden. De basiskleur van de jaguar varieert enorm, van wit tot zwart. Bruine en zwarte jaguars lijken een homogene kleur te hebben, maar ook zij hebben vlekken die vaag zichtbaar zijn.
Leden van een middelgrote katachtige soort die wordt aangetroffen in beboste streken en kreupelhout, in het bijzonder in de nabijheid van water, in Mexico en Midden- en Zuid-Amerika. Jaguarundi's hebben korte poten, korte geronde oren, een effen vacht zonder vlekken die in twee fasen voorkomt, een zwart- tot bruingrijze fase en een rood- tot kastanjebruine fase, die voorheen als afzonderlijke soorten werden beschouwd (terwijl nu wordt erkend dat beide fasen kunnen voorkomen in één worp). Deze katachtige vertoont een zekere gelijkenis met de otter. genus van één voornamelijk Zuid-Amerikaanse soort.
Verwijst naar de religie en filosofie die in de 6de eeuw v. Chr. in India is gesticht door Vardhamana, een van de religieuze figuren die in opstand kwam tegen de orthodoxe dogma's van de Vedische religie. Kenmerkt zich door een afkeer van de gangbare offerriten in Vedische tradities, en stelt het geloof in de ethische doctrine ahimsa centraal, waarbij ernaar wordt gestreefd om geen enkel levend wezen pijn te doen en het volmaakte ideaal van menselijke perfectie wordt nagestreefd door een devoot leven in het klooster.
Algemene term voor de leden van vier soorten middelgrote hondachtigen die worden aangetroffen in Afrika, Azië en Zuidoost-Europa, en die een ecologische niche vullen voor kleine tot middelgrote dieren, aaseters en omnivoren, die gelijkenis vertonen met de coyote in Noord-Amerika.
Beschrijft werken die zijn vervaardigd door het gelijknamige Afrikaanse volk bestaande uit een islamitische religieuze klasse en uit koopliedenHet volk leeft in Senegal, Guinee, Guinee Bissau, Mali en het noorden van Ivoorkust en vormt een subgroep van de Soninke.
Verwijst naar de Engelse stijl in de architectuur en beeldende en decoratieve kunsten tijdens de regeerperiode van James I van 1603 tot 1625. Gedetailleerde en juweelachtige portretten domineerden de schilder- en miniatuurschilderkunst, terwijl de decoratieve kunsten zich kenmerken door weelderig houtsnijwerk, bolle en draaiende vormen en motieven zoals schilden, distels en granaatappels. In de architectuur werden Renaissancevormen en -motieven gecombineerd met details die waren afgeleid van het Noord-Europese maniërisme, met kenmerken zoals Nederlandse gevels, balustrades en vlechtbandmotieven.
Verwijst naar de kunst en architectuur van de islamitische dynastie met dezelfde naam die regeerde over Irak en Azerbeidzjan van 1336 tot 1432. De architect van de vroege Jalayirids bleef werken op de manier van de vroegere lokale stijlen, met een nadruk op geometrisch metselwerk, stucdecoratie en fijne inscripties. Het belangrijkste gebouw uit deze periode is het funeraire complex dat werd gebouwd in de periode 1356-1359 door Mirjan, de emir die de stad regeerde. Manuscriptillustratie floreerde ook gedurende deze periode, vooral onder het patronaat van Ahmed (regeerde in de jaren 1382-1410). In deze werken werden pictorale elementen uit China en het Nabije Oosten gecombineerd met een nieuwe methode voor het afbeelden van ruimte.
Geperforeerde rasters of stenen schermen, gewoonlijk van marmer. Wordt vooral gebruikt wanneer verwezen wordt naar de Indiase architectuur uit de Mughal periode. Voor islamitische ramen uitgevoerd met gedraaide houten schermen of roosters wordt 'meshrebeeyehs' gebruikt.
Langwerpige luiken of latten die aan één kant van de zwelkast van een orgel of harmonium zijn gebouwd, meestal met schuine hoeken en in sets verticaal of horizontaal met elkaar verbonden, en zo gedraaid dat de orgelspeler ze kan openen of sluiten wanneer hij wil door middel van het zwelkastmechaniek.
Assemblages van hellende, elkaar overlappende bladen, latten of schotten die vast kunnen zitten of verstelbaar kunnen zijn. Gemaakt om regen en sneeuw te weren, om lucht en licht in verscheidene mate binnen te laten, om een lichtbron vanuit bepaalde hoeken af te schermen, of om ongewenst licht te absorberen. Worden gebruikt bij deuren, ramen, verlichtingsapparaten en de in- en uitlaten van mechanische ventilatiesystemen. Voor gelijksoortige, maar beweegbare en afneembare, instrumenten die bestaan uit latten of baffles als bedekking voor openingen om zicht of licht te verhinderen of te reguleren, gebruik 'jaloezieën (bedekkingen)'.
Indiase bekkens, vaak van koper gemaakt.
Gebedsplaatsen voor gemeenten, meestal moskeeën.
Verwijst naar een regionale school van Pahari-miniatuurschilderkunst die wordt geassocieerd met de staat Jammu in het heuvelgebied van Rajput, ooit de machtigste groep staten ten westen van de rivier de Ravi, het heuvelgebied van Pahari. In de loop der jaren hebben er verschillende visies bestaan op Jamma als centrum van schilderkunst. Sommige schilderkunst die oorspronkelijk als vroeg Jammu-werk werd beschouwd, wordt tegenwoordig bij de Basohli-school ingedeeld. De schilderkunst in Jammu uit het midden van de 18de eeuw wordt in verband gebracht met Nainsukh, een belangrijk Pahari-schilder. De 'Bahu Shangri Ramayana' (circa 1710) maakt deel uit van de grote reeksen schilderijen die in de Pahari-heuvels werden geproduceerd. Kenmerkend voor dit geïllustreerde epos zijn de heldere kleuren, het zwierige ontwerp en de ingenieuze compositie. De stijl was evenwel een kort leven beschoren, aangezien de naturalistische stijlen overal in het Pahari-heuvelgebied in opmars waren. Na de vestiging van de machtige Dogra-dynastie onder Gulab Singh, halverwege de 19de eeuw, groeide Jammu uit tot een voornaam centrum van schilderkunst dat veel kunstenaars van buiten aantrok. Schilders uit Guler, Kangra en de hoogvlakten van Punjab werkten eveneens voor de Dogra-heersers, maar gebruikten oudere schilderstijlen. Halverwege de 20ste eeuw kwam er een einde aan de traditionele Jammu-schilderkunst.
Kleine potten voor het serveren van jam of confitures, meestal met een deksel dat vaak een inkeping heeft voor de steel van een jamlepel en een vaste bordachtige onderzetter. Is soms onderdeel van een ontbijtservies.
In verband met de antieke Romeinse architectuur verwijst deze term doorgaans naar doorgangen die aan beide uiteinden konden worden afgesloten. Oorspronkelijk fungeerden deze constructies als bruggen of kruisingen van het pomerium. De term werd later gebruikt voor poorten en in de loop der tijd werden stijl-en-kalf-deuren vervangen door bogen. Later werden jani ook overwelfd. Er waren diverse opmerkelijke jani in Rome, waarvan de Janus Geminus de belangrijkste Janus-schrijn van de stad was. Wanneer de poorten van de Janus Geminus gesloten waren, was Rome in oorlog en wanneer ze openstonden, leefde de stad in vrede. Het is niet bekend of alle jani op de een of andere manier heiligdommen waren, maar de term heeft beslist een religieuze bijbetekenis.
Smalle elastieken of stoffen banden die rond de taille of de heupen worden gedragen met hangende riempjes en sluitingen om kousen op te houden. Gebruik 'taillecorsetten' voor korte gordels die worden gedragen om het middel in te snoeren en die vaak ook kousophouders hebben.
Jasperware is een ongeglazuurd steengoed dat veel gelijkenissen toont met het Franse biscuit, gebaseerd op een mengsel van veldspaat, pijpaarde, kwarts en barium. De kleur is meestal blauw, maar jasperware kan ook in wit of andere kleuren voorkomen.
Verwijst naar een periode en cultuur in de Noord-Europese IJzertijd die floreerde van circa 600 tot circa 300 v. Chr., vooral tussen de rivier de Oder en de Weser. Jastorf kenmerkt zich door specifiek aardewerk en metalen voorwerpen, zoals riemgespen en bladbronzen riemen die werden beïnvloed door de Halstatt-cultuur in het zuiden.
Verwijst naar de periode en de stijl die in het algemeen worden geassocieerd met het eiland Java. In de beeldhouwkunst kenmerkt de stijl zich door bronswerk dat sterk is beïnvloed door de Dông-son-cultuur en de Indiase culturen. Voor beeldsnijwerken werd veel gebruik gemaakt van been en schildpad. Naarmate de islam zich in de 15de eeuw over Java verspreidde, werden de beeldhouwstijlen meer gekenmerkt door diep ingesneden reliëfs met een levendige maar minder verfijnde dynamiek en werden religieuze thema's als verlossing en redding afgebeeld. De bouwstijl uit deze periode kenmerkt zich door de candi, een tempelcomplex met meestal een dakstructuur die bestaat uit in lagen aangebrachte stenen, versierd met arkels, basementen met rond lijstwerk, cellae en beeldhouwwerken van banaspatikoppen. Granaten, kristallen, parels, ivoor en amethisten werden gebruikt in armbanden en halskettinghangers. De hofsieraden zijn voorzien van ingesneden iconografie. Op Java werden ook manuscripten geïllumineerd met afbeeldingen van islamitische onderwerpen.
Verwijst naar de periode en stijl van de regeringsperiode van koning Jayavarman II (802-850 n. Chr.). Drijfveren voor de kunstproductie in deze periode waren de onafhankelijkheid van de Khmer, het gecentraliseerde en vergoddelijkte karakter van de Khmermonarchie, de vestiging van de devaraja-cultuur als officiële staatsgodsdienst en de hereniging van het oude koninkrijk Chen-la, hetgeen later zou leiden tot de vorming en uitbreiding van het Angkor-rijk.
Verwijst naar de periode van het bewind van koning Jayavarman I (657-681 n. Chr.) over het pre-Angkor koninkrijk Chen-la. De kunstzinnige producten in deze periode zijn geënt op hindoevoorbeelden en geïnspireerd op de Indiase heldendichten Mahabharata en Ramayana.
Verwijst naar de periode van de heerschappij van koning Jayavarman V (968-1001 n. Chr.). Een voorbeeld van de bouwkundige stijl van deze periode is de staatspaleistempel, Ta Keo, die zich bevindt in het centrum van de hoofdstad Jayendranagari, en de Banteay Srei, een versierde tempel die wordt gekenmerkt door colonnetten en lateien in archaïsche stijl en die timpanen bevat met taferelen uit de Indiase mythologie. Deze periode wordt over het algemeen gekenmerkt doordat nog steeds zandsteen wordt gebruikt en door de verdere ontwikkeling van gelaagde, piramideachtige tempelconstructies.
Verwijst naar de periode van de heerschappij van koning Jayavarman VII (1181-1220 n. Chr.) over het Angkor-rijk. Deze periode wordt gemarkeerd door de triomfantelijke verdrijving van de Chams-indringers uit Angkor. Deze periode kende een uitzonderlijke bouwactiviteit, en de stad werd versterkt ter verering van de almacht en het gecentraliseerde gezag van de koning en de instelling van Mahayana-boeddhisme als de staatsreligie. De architectuurstijl uit deze periode is verbonden met kolossale tempel-bergen die zijn gesitueerd in het centrum van de hoofdstad Angkor Thom. Bij tempels die zijn gebouwd in deze periode ging het in toenemende mate puur om de grootte en raakten de subtiele proporties van vroegere tempelstijlen op de achtergrond. In deze periode werden ook voor het eerst 'gezichtstorens' gebouwd in de tempelarchitectuur, grote stèle-superconstructies die in de hoofdrichtingen werden geplaatst en die werden versierd met grote gezichten op elke zijde, die de suprematie symboliseerden van de bodhisattva Lokeshvara en van de koning. Beeldhouwkundige stijlen uit deze periode weerspiegelen religieuze eenheid, grootsheid en uitbundigheid, door middel van nadruk op overdreven symboliek.
Vaak geïmproviseerde muziek, oorspronkelijk rond het begin van de 20ste eeuw ontwikkeld door Afro-Amerikanen uit elementen van blues en ragtime, met syncopische ritmes en een Europese harmonische structuur. Jazz bleef zich gedurende de 20ste eeuw ontwikkelen en kende talrijke fasen, bijvoorbeeld die van de swingstijl uit New Orleans en van de 'free jazz', die ontstond aan het einde van de jaren vijftig van de 20ste eeuw. Daarom heeft jazz ook geen exacte definitie, hoewel het zelden volledig gecomponeerde muziek betreft.
Jasjes tot in de taille van denim of ander keperkatoen, vaak blauw, waarbij de patroondelen worden geaccentueerd met stiksels, met opgestikte zakken aan de voorkant, waarvan sommige delen, b.v. de zakken, bij de hoeken worden versterkt met klinknagels.
Christelijke sekte die is gesticht door Charles Taze Russell, aan het eind van de 19de eeuw. Russells opvolger Joseph Franklin Rutherford koos in 1931 voor de naam 'Jehova's getuige'. De sekteleden geloven dat Jehova (Jahweh) de ware God is en dat Jezus Christus de zoon van God is. Doel van de sekte is het stichten van wat zij beschouwen als het Koninkrijk Gods, dat volgens hun overtuiging zal ontstaan na de Apocalyps van het Armageddon. Doorgaans onderhouden Jehovagetuigen geen banden met geloofsrichtingen, en zij aanvaarden geen aardse autoriteit. Ze stemmen niet en vieren evenmin religieuze hoogtijdagen of nationale feestdagen, en de leden zijn principiële dienstweigeraars. Ze gaan van deur tot deur om hun geloof te verkondigen en hun publicaties 'De Wachttoren' en 'Ontwaak!' aan de man te brengen. Deze publicaties verschijnen in 80 talen.
Heuplange, double-breasted, rechtvallende jassen, vooral zoals zeelieden die dragen.
Verwijst naar de stijl in de Vikingkunst die vooral bekend is door de 10de eeuwse koninklijke monumenten en andere artefacten in Jelling. De stijl overlapt met die van Borre en Mammen, en is zichtbaar in draagbare objecten en in steen uitgehouwen afbeeldingen. De stijl kenmerkt zich door het gebruik van strook- en S-vormige dieren.
Wandkasten die uit één stuk bestaan en meestal twee laden boven één of twee deuren hebben en waarin voedsel wordt opgeborgen.
Verwijst naar werken die zijn vervaardigd door de gelijknamige Afrikaanse etnische groep, die in het noorden van Nigeria leeft.
Drinkglazen van uiteenlopende vorm, voor het serveren van jenever. Ze lijken op wijnglazen maar zijn kleiner.
Porselein uit China vervaardigd tijdens de Tj'ing-dynastie, versierd met christelijke onderwerpen die waren overgenomen van Europese gravures.
Te gebruiken voor diverse soorten gemotoriseerde vaartuigen die zijn uitgerust met vleugels of draagvleugels onder de romp om op hoge snelheid het schip uit het water te tillen.
Te gebruiken voor mensen die onder de leeftijd van volwassenheid zitten, in het algemeen personen van 17 jaar en jonger.
Wordt gebruikt voor plaatsen voor betrekkelijk korte opsluiting van jeugdige overtreders in afwachting van overplaatsing of rechtszaak.
Literair of artistiek werk dat de maker heeft vervaardigd in zijn kindertijd of jeugd; wordt meestal gebruikt om deze werken te onderscheiden van later, volwassen werk.
Een rooms-katholieke orde voor mannen die in 1540 werd gesticht door de heilige Ignatius van Loyola, een Spaanse soldaat die zich tijdens het herstel van een oorlogswond bekeerde tot het geloof. Het is een niet-contemplatieve orde die strikte gehoorzaamheid, naleving van Ignatius' Geestelijke Oefeningen en bijzondere trouw aan de paus vereist. De jezuïeten zwoeren veel middeleeuwse gebruiken af, waaronder de verplichting tot regelmatige penitentie en vastentijden, uniforme kleding en de gezamenlijke voordracht van de liturgische dienst. Andere vernieuwingen waren de zeer gecentraliseerde gezagsvorm met een levenslange ambtstermijn voor het hoofd van de orde, gradatie van leden, een jarenlange proeftijd voorafgaand aan de gelofte en het ontbreken van een vrouwelijke tak. De jezuïeten voeren verschillende soorten missiewerk uit, met de nadruk op scholing. De orde heeft overal ter wereld talrijke onderwijsinstellingen opgericht. De jezuïeten waren de belangrijkste geloofsverdedigers van de rooms-katholieke kerk, vooral ten tijde van de Contrareformatie. Meer recent was de orde van grote invloed op de modernisering van de kerk.
Verwijst naar de stijl van porselein dat werd vervaardigd tijdens de late Ming-dynastie, tussen 1522 en 1566. De stijl wordt gekenmerkt door blauw-wit en geëmailleerd polychroom aardewerk, waarbij ook lampetkannen en kalebasvormig vaten werden geïntroduceerd. Bij groter vaatwerk werd het oppervlak vaak verdeeld in een reeks formele en informele banden.
Verwijst naar de porseleinstijl die ontstond tijdens de regeerperiode van keizer Jiaqing, 1796-1820. De stijl kenmerkt zich door producten zoals snuifflessen, figuren en flessen in diverse modellen waarop geschilderde blauwe en roodkoperen ontwerpen, allerlei emailleringen en monochrome glazuren zijn aangebracht.
Verwijst naar een Chinese dynastieke periode van 1115 tot 1234.
Verwijst naar een Chinese dynastie die de Wei opvolgde. De Westelijke Jin kende een bloeitijd van 265 tot 316 n. Chr., en de Oostelijke Jin van 317 tot 420 n. Chr.
Chinese schilderstijl met gouden en groene landschappen.
Verwijst naar werken die zijn vervaardigd door de gelijknamige Afrikaanse etnische groep, die in het noordwesten van Tanzania leeft.
Verwijst naar werken die zijn vervaardigd door de gelijknamige Afrikaanse etnische groep, die in Sudan leeft.
Coix zaden van Coix lacrima jobi een grassoort uit Zuid-Oost Azië die traanvormige, glimmende, harde zaden produceert die lijken op parels. Ook bekend als 'Jobs tranen'. Ze varieren in kleur van wit, witgrijs naar allerlei grijstinten inclusief sommige geelgrijstinten.De zaden worden vooral gebruikt om kettingen, rozenkransen en andere sieraden van te maken omdat ze van nature een opening aan de boven- en onderkant hebben, waardoor je makkelijk een naald kunt steken. Het is ook een voedselgewas, een medicijn in delen van Azie.
Verwijst naar de beeldhouwstijl die is ontwikkeld door de kunstenaar Jocho (gest. 1057). De stijl kenmerkt zich door de introductie van een techniek voor houtassemblage die meer vrijheid bood en sierlijker uitdrukkingsvormen mogelijk maakte.
Helmen die tijdens de Romeinse overheersing alom werden gebruikt in Europa, met een halfronde, licht gebolde helmkap met een kleine knop erop en wangstukken die met scharnieren aan de zijkanten zijn bevestigd en onder de kin worden vastgeknoopt. Ze kwamen oorspronkelijk uit Gallië en werden door de Romeinen overgenomen in de 6e eeuw v.C.
Verwijst naar een regionale school van Rajasthan-schilderkunst met als centrum Jodhpur in Marwar. Belangrijke kenmerken van deze laat-18de-eeuwse schilderkunst zijn grote ogen met boogvormige wenkbrauwen, krulhaar in rolletjes en rijen bomen over de gehele breedte van het beeldvlak. Raja Man Singh (1804-1843) uit Jodhpur was een belangrijk opdrachtgever voor de Marwar-schilderkunst.
Een school van het Reine Land-boeddhisme in Japan, die is gericht op de genade en de macht van de amida-boeddha, de boeddha van het allesomvattende licht en intense ontferming. Door de genade van Amida kan iemand worden herboren in het paradijs van Amida of het Reine Land, om van daaruit uiteindelijk het nirwana te bereiken. De school werd in 1175 gesticht door Honen, die de nadruk legde op het gebruik van 'nembutsu', het herhaaldelijk aanroepen van de amida-boeddha. Jodo is de op een na grootste school van het Reine Land in Japan.
Verwijst naar de grootste richting binnen het Japanse boeddhisme. Jodo Shinshu werd gesticht door Shinran (1173-1262) en georganiseerd door Rennyo (1414-1499) en is gebaseerd op een simpele maar wel exclusieve toewijding aan Amida. Shinran, een leerling van Honen, was radicaler dan zijn leermeester en geloofde dat Amida’s genade van belang is voor een goed mens en daarom nog relevanter is voor een zondig mens. Vertrouwen op Amida is alles wat er nodig is voor bevrijding. Slechts één oprechte recitatie van de 'nembutsu' is nodig om te worden wedergeboren in het Zuivere Land van Amida. De nembutsu wordt veeleer beschouwd als een uiting van dankbaarheid dan als een smeekbede om vertrouwen. Dit en andere aspecten van Jodo Shinshu (bijvoorbeeld dat het een lekenbeweging is zonder monniken of kloosters) maakten de beweging uiterst populair. Zij raakte in de 17de eeuw verdeeld in twee facties, de Otani en de Honganji. Beide zijn tegenwoordig nog altijd invloedrijk en populair en hebben hun hoofdtempels in Kyoto.
Verwijst naar de cultuur van de moderne natie Joegoslavië, of naar de cultuur van het gelijknamige land dat bestond van 1918 tot 1992 en een groter gebied omvatte. In het algemeen verwijst deze term naar de cultuur van verschillende Zuid-Slavische volken, waaronder Serviërs, Kroaten en Slovenen.
Set van kledingstukken die bestaat uit een trainingsbroek en een -jack.
Boomsoort die inheems is in het oostelijke Middellandse Zeegebied en die elders wordt gekweekt. Hij is zeer goed bestand tegen de droogte. De boom kan ongeveer 15 meter hoog worden, heeft glanzende groenblijvende bladeren en produceert lange leerachtige peulen die maximaal 15 harde bruine zaden bevatten in een zoete, eetbare pulp. De gerijpte peulen worden gebruikt als diervoeder en vermalen voor verschillende andere toepassingen. De zaden worden vermalen tot een gom. In de Bijbel staan diverse verwijzingen naar de boom. Zo verwijst het synoniem naar de overtuiging dat Johannes de Doper zich in het Bijbelverhaal voedde met deze peulen.
Gom dat wordt geproduceerd door de zaden van de johannesbroodboom te vermalen tot een fijn poeder, die oplost in warm water en afkoelt tot een stabiele gel die uitstekend is geschikt om folie mee te maken. De gom wordt gebruikt als verdikkingsmiddel voor verfstof en als appret voor voedsel, cosmetica, textiel en papier. Johannesbroodpitmeel is aangetroffen in de windselen van Egyptische mummies.
Vennootschappen of coöperatieve overeenkomsten tussen twee of meer personen, beperkt tot gespecificeerde ondernemingen.
Decanteerfleswagentjes in de vorm van een marinejol, rustend op vier wielen of kleine rollers, met twee grote ronde uitsparingen voor decanteerflessen en soms twee kleinere uitsparingen voor de stoppen. Geen Nederlands equivalent.
De belangrijkste en plechtigste feestdag op de joodse liturgische kalender, die wordt gevierd op 10 tisjri (in september of oktober). Deze dag, waarmee de tien dagen van boetedoening eindigen die beginnen op het joodse Nieuwjaar, is een dag van verlossing en verzoening met God. Joden moeten zich onthouden van eten, drinken en seksuele omgang, en al het werk dient te worden gestaakt. In de Bijbel wordt Grote Verzoendag 'Sabbat Sabbaton' genoemd, dat 'sabbat van de plechtige rust' betekent. Extreem orthodoxe joden dragen soms lange witte mantels ('kippelot') en verbieden het dragen van leer en het inwrijven van olie. De vooravond en de hele dag van Grote Verzoendag wordt doorgebracht in gebed en meditatie. Vergeving van anderen vragen en ontvangen betekent vergeving door God. De ceremonies op Grote Verzoendag worden besloten met slotgebeden en het blazen op de sjofar. Vóór de verwoesting van de tempel in Jeruzalem voerde de hogepriester een ingewikkelde offerceremonie uit, aan het einde waarvan een geit (de zondebok) de wildernis in werd gedreven, symbolisch de zonden van Israël met zich meenemend.
Verwijst naar de periode en stijl die zich ontwikkelde rond 10.000 v. Chr. en die duurde tot circa 300 v. Chr. Genoemd naar het met touw bewerkte Jomon-aardewerk dat op de meeste vindplaatsen werd aangetroffen. De periode, die meer dan 8.000 jaar duurde, omvatte vroege ontwikkelingen in de Japanse cultuur, zoals de shamanistische gebruiken, en technieken voor de visvangst en het verzamelen.
Petroleumbranders met een hendel met veerwerking om het lampeglas vast te zetten binnen de rand van de bodemplaat en de losse koepelvormige deflector vast te houden. Een type dat gepatenteerd is door Edward F. Jones in 1858.
Moderne Poolse stroming op het gebied van kunst, literatuur en muziek. De naam kan ook verwijzen naar de groep kunstenaars die tussen circa 1890 en 1918 actief was binnen deze stroming.
Te gebruiken voor mannelijke personen in de periode tussen geboorte tot en met adolescentie.
Te gebruiken voor inheemse zeilschepen die vooral veel voorkomen in de wateren rond China en Java en platte bodems, hoge achterstevens met een vierkante boeg en twee of drie masten hebben.
Verwijst naar de monotheïstische religie van het joodse volk, waarbij het geloof centraal staat dat de oude Israëlieten de aanwezigheid van God ervoeren in menselijke gebeurtenissen. Joden geloven dat één God de Israëlieten uit hun gevangenschap in Egypte heeft bevrijd, de structuur van een gemeenschappelijk en individueel leven aan hen heeft onthuld en hen heeft uitverkoren als een heilig volk dat als voorbeeld moest dienen voor de gehele mensheid. De Hebreeuwse bijbel en de Talmoed zijn de belangrijkste bronnen voor de spirituele en ethische principes van het jodendom. Deze religie, waarvan de oorsprong teruggaat naar de tijd van Abraham, legt meer de nadruk op het tot uitdrukking brengen van het geloof in de vorm van rituelen dan in de vorm van abstracte doctrines. De sabbat, die begint bij zonsondergang op vrijdag en eindigt bij zonsondergang op zaterdag, is een centraal element van de religie; er is ook een jaarlijkse cyclus van religieuze feestdagen en vastendagen. Het jodendom heeft een zeer uiteenlopende ontwikkelingsgeschiedenis die bijna 4000 jaar beslaat en is uitgemond in diverse stromingen: de orthodoxe, conservatieve en reformistische stroming.
Verwijst naar de stijl en cultuur van het moderne Jordanië. Na het uiteenvallen van het Osmaanse Rijk stelde Groot-Brittannië begin jaren twintig van de 20ste eeuw de semiautonome regio Transjordanië in. De regio werd in 1946 onafhankelijk en kreeg in 1950 de naam Jordanië.
Wordt gebruikt voor boeken waarin verslag wordt gedaan van de activiteiten of de transacties van een persoon of een organisatie en die onder meer documenten omtrent financiële transacties bevatten. Gebruik `dagboeken' wanneer voor boeken waarin een auteur op persoonlijke wijze verslag doet van zijn ervaringen, standpunten of observaties.
Verwijst naar de Duitse en Oostenrijkse vorm van de Art Nouveau, vernoemd naar het tijdschrift Jugend in 1896. De stijl wordt gekenmerkt door een meer ingetogen gebruik van decoratie dan de Belgische en Franse Art Nouveau.
Verwijst naar de periode en kunststijl die samenviel met de heerschappij van de opvolgers van Caesar Augustus, van 14 tot 68 n.Chr. In de beeldhouwkunst kenmerkt de stijl zich door een terugkeer naar het realisme uit de Republikeinse periode, zichtbaar in portretten van zowel kinderen als volwassenen. In deze periode werden ook bredere straten gemaakt, gebouwen herbouwd en kwam de Vierde Stijl in de muurschilderkunst tot ontwikkeling.
Onderlijfjes vergelijkbaar met korsetten maar dan ruimer en zonder baleinen; gedragen in de 18e eeuw. Geen Nederlands equivalent.
Verwijst naar de stijl van porselein dat werd gemaakt in China ten tijde van de Sung-dynastie en wordt gekenmerkt door zware voorwerpen met een dikke, diep lavendelkleurige glazuurlaag met vaak hier en daar paarse spatten erop.
Orde van twee families watergrassen.
Onderwijsinstellingen in de Verenigde Staten die meestal de eerste drie klassen van de middelbare school omvatten. In sommige regio's komt de betekenis overeen met 'middle schools', maar de meeste schoolsystemen met een middle school kennen meestal geen junior high school. In de meeste regio's worden op middle schools kinderen toegelaten die een of twee jaar jonger zijn dan kinderen in junior high schools.
Wordt gebruikt voor scholen in de Verenigde Staten die meestal de eerste drie klassen van de middelbare school omvatten. Te onderscheiden van 'middle schools' door hun bereik en doordat ze alleen in de Verenigde Staten voorkomen.
Middelgrote kegeldragende boom die inheems is in de bergen van oostelijk Afrika, met inbegrip van Soedan, Zimbabwe en het Arabische schiereiland. Het is de enige jeneverbes die voorkomt ten zuiden van de evenaar en vermoedelijk is hij pas recent Afrika gaan koloniseren. Hij is nauw verwant met Juniperus excelsa uit het zuidwesten van Azië en heeft waarschijnlijk een gemeenschappelijke voorouder met deze soort.
Flessen van zwart of groen glas, met een volume van ongeveer 1 liter en ongeveer een halve liter, vooral gebruikt voor bier, port, cider, bronwater en andere populaire dranken.
Assemblages voornamelijk samengesteld uit industrieel afval en afval uit de moderne consumptiemaatschappij.
Dossiers met informatie over rechtszaken, ook met korte besluiten, ook met geschiedenissen van zulke zaken.
Te gebruiken voor gebeurtenissen waarbij een vooruit gekozen groep een oordeel uitspreekt over werk van kunstenaars, architecten en architectuur- of andere studenten.
Tijdelijk samengestelde groepen personen die op grond van wettelijke voorschriften worden geselecteerd en die moeten zweren om naar eer en geweten te oordelen over gegeven feiten op basis van het bewijs dat ze bij een rechtbankzitting krijgen voorgelegd. Alle inwoners van een land met juryrechtspraak zijn verplicht zich desgevraagd te melden om zitting te nemen in een publieksjury binnen het rechtsgebied waarin zij wonen, of moeten gegronde redenen kunnen voorleggen om niet deel te nemen.
Leden van een groep personen die zijn geselecteerd en ingezworen om een beslissing te nemen op basis van feitelijke zaken en de waarheid te spreken op basis van het bewijs dat aan de groep wordt gepresenteerd in een rechtbank.
Kleine lepels die voornamelijk worden gebruikt voor het opdienen van jus. Deze lepels zijn in het algemeen langer dan room- of sauslepels en maken soms deel uit van een bestekcassette.
Verwijst naar de vroeg-Byzantijnse periode en stijl die wordt toegeschreven aan de regeerperiode van de Byzantijnse keizer Justinianus I (527-565) en de heerschappij van de keizers die direct voor en na hem kwamen, Justinus I (518-527) en Justinus II (565-578). De stijl kenmerkt zich door groots optimisme dat het prestige van Byzantium verheerlijkte en wordt gemarkeerd door ambitieuze bouwprojecten.
Franse 17e- en 18e-eeuwse kabinetten met voetstuk waarin juwelen worden opgeborgen. Ze zijn vaak met veel inlegwerk versierd.
Gebruik voor kunstmatig verharde muren of vaste landingsplaatsen parallel met de kustlijn gebouwd om het laden en lossen van schepen mogelijk te maken. Voor minder gefixeerde en solide structuren gebouwd in vergelijkbare locaties en voor soortgelijke doeleinden, gebruik "aanlegsteigers". Gebruik "pieren" wanneer een dergelijke lichtere structuur zich utistrekt over het water.
Specifieke bouwstijl van de Zuid-Afrikaanse Kaapprovincies, die zich met name heeft ontwikkeld in de periode tussen 1652 en het einde van de overheersing door de Verenigde Oost-Indische Compagnie in 1796 en een generatie daarna. Er zijn zelfs nog voorbeelden uit 1874 bekend. Kenmerkende elementen zijn de geveltoppen voor en achter, de steile rieten daken met een spanwijdte van circa zes meter, en dikke muren van puin, klei of zachte bakstenen, die vervolgens zijn gepleisterd en witgekalkt.
Machine om vezels te kaarden (ontwarren en evenwijdig leggen), bestaande uit twee beklede oppervlaktes die differentiaal over elkaar bewegen en waartussen de vezels worden getrokken om ze te ontwarren en de individuele vezels terug samen te voegen.
Cilinders waarin de onderkant van de kaars kan worden gestoken om deze rechtop te laten staan. Ze kunnen kort zijn om alleen het uiteinde van de kaars vast te houden, of verlengd, in de vorm van een buis, om het grootste deel van de kaars vast te houden, met een instrument om de kaars op te tillen terwijl deze brandt. Is te vinden op kaarsenstandaards en kandelaars en op muurkandelaars en kroonluchters.
Lampen die kaarsen als lichtbron gebruiken waarbij de kaars binnenin een houder zit. Gebruik 'kaarsenhouders' voor voorwerpen die een kaars(en) vanuit het voetstuk ondersteunen.
Tassen voor het bewaren van (staf)kaarten.
Sets bestaande uit speelkaarten en eventuele andere voorwerpen die tezamen gebruikt worden in spellen waarin het gebruik van speelkaarten centraal staat.
Messen met een gebogen lemmet die worden gebruikt voor het snijden van kaas. Gebruik 'kaasmessen (voedselbereidingsgereedschap)' voor grote spatels die worden gebruikt voor het opsplitsen van kaasstremsel voor het maken van kaas.
Grote spatels die bij het kaasmaken worden gebruikt voor het opsplitsen van gestremde melk. Gebruik 'kaasmessen (serveergerei) ' voor messen met een gebogen blad die worden gebruikt voor het snijden van kaas.
Apparaten om kaasstremsel in een mal of ring te persen.
Plankachtige dienbladen om diverse kaassoorten te serveren. Gebruik 'kaasstolpen' voor houders die bestaan uit een bord met een koepelvormig deksel waaronder kaas wordt bewaard of geserveerd.
Term die wordt gebruikt voor verschillende soorten keukengerei dat voornamelijk wordt gebruikt voor het serveren van kaas.
Dekschalen voor het bewaren van kaas, doorgaans een vlakke schaal met een koepelvormig deksel, soms met zilveren rand of dekselknop. Gebruik 'kaasplanken' voor houten dienbladen gebruikt voor het serveren van kaas.
Houten of metalen bakken waarin kaasstremsel wordt gedrukt om het vocht eruit te halen en kenmerkende vormen worden gemaakt.
Mondbogen van de Mbuti pygmeeën in Oeganda, met een stemlus maar geen klankbodem. De snaar wordt tussen de tanden gehouden en beide delen worden getokkeld met een kort plectrum van gras.
Wordt gebruikt voor skeletten waarin kabels essentieel zijn voor het dragende systeem, zoals bijvoorbeeld bij suspensie of tuien.
Spoorwegsystemen gebruikt in gebieden met zeer steile hellingen, waarbij de wagons met tandheugels en rondsels aan de sporen vastzitten.
Kleine orgels in een op een meubelstuk lijkend houten kastje, meestal met één manuaal en zonder pedalen, waarbij de bespeler met de voet lucht in de pijpen pompt. Van de 17e tot de 19e eeuw waren ze in Europa en Noord-Amerika populair voor huiselijk gebruik.
Te gebruiken voor regeringsfunctionarissen die behoren tot het kabinet van beleidsmakers en adviseurs van de regeringsleider en die meestal leiding geven aan departementen.
Te gebruiken om werken te beschrijven van de gelijknamige Afrikaanse etnische groep, een subgroep van de Berbers, die leeft in Algerije.
Gietijzeren rechthoekige platen die, wanneer met bouten of op andere wijze aan elkaar gemonteerd, deel uitmaken van een vijf-plaat, zes-plaat, of tien-plaats houtkachel. Kachelplaten bestemd voor de voor-en zijkanten van de kachels werden vaak versierd in bas-reliëf, vooral met Bijbelse scènes of tekst.
Japanse werken met afbeeldingen van vogels, bloemen en de natuur in het algemeen.
West-Tibetaanse schilderschool die is genoemd naar de gelijknamige boeddhistische orde die deze startte en ondersteunde. Volgens de overlevering werd de stijl in de 11de eeuw geïntroduceerd door de Indiase wijze Atîsha. De stijl kenmerkt zich door eenvoudige composities, een gevoel van ruimheid en een alles omvattende, fundamentele rijkheid.
Verwijst naar een kunstmatig waterbekken dat is uitgegraven en is aangelegd met metselwerk of ander materiaal, en dat vaak is uitgerust met vloeddeuren, waar boten of schepen kunnen binnenvaren om aan te meren, te laden of te lossen, of voor reparatiewerk. Gebruik 'ankerplaatsen (ruimten aan de waterkant)' indien zulke plaatsen niet bezet zijn en ze langs een aanlegplaats liggen. Gebruik 'ligplaatsen (ruimten aan de waterkant)' wanneer zulke waterplaatsen onbezet zijn en zich tussen twee aangrenzende pieren bevinden of loodrecht liggen ten opzichte van aanlegplaatsen. Gebruik 'haventerreinen' voor de groep aanlegplaatsen in havens of voor havenaccomodaties als geheel.
Beschrijft werken die zijn vervaardigd door het gelijknamige Afrikaanse volk, dat in het zuidwesten van Ethiopië leeft.
Grassoort die inheems is in Noord-Afrika, maar op grote schaal wordt verbouwd vanwege zijn eetbare graan. Men kweekt Sorghum al sinds de oudheid vanwege zijn graan (couscous) en om er stroop van te maken. Men gebruikt de soort ook voor alcoholische dranken en biobrandstoffen. De lange stijve stengels vol merg gebruikt men voor bezems, manden en constructies. Uit de bladeren en stengels kan men een roodpaarse kleurstof winnen (���guineense'), die men gebruikt om geitenleer uit Niger te verven.
Lange, op jassen gelijkende kledingstukken, ter hoogte van de taille vastgemaakt met een sjerp en met extra lange mouwen. Meestal van felgekleurde katoen of zijde, vaak gestreept en met borduurwerk; meestal zonder kraag. Gedragen in het oostelijk Middellandse Zeegebied. In westerse landen in de mode in de jaren '60 en '70 van de 20e eeuw.
Letterlijk ���spiegeldeksel'. Deze netsuke-gravures bevatten een metalen spiegel, gewoonlijk van koper, zilver of een legering van koper en goud, op een kom van ivoor, hout of een ander materiaal. Zwaardenmakers begonnen ze te maken toen het in 1876 in Japan werd verboden om nog langer zwaarden te dragen.
Te gebruiken om werken te beschrijven van de gelijknamige Afrikaanse etnische groep, een subgroep van de Katab, die in het noorden van Nigeria leeft.
Beschrijft werken die zijn vervaardigd door het gelijknamige Afrikaanse volk, dat in Tanzania leeft.
Een school in het Tibetaanse boeddhisme die momenteel de op twee na grootste van Tibet is. De school volgt de leer van Marpa, befaamd 11de-eeuws vertaler van boeddhistische teksten, en de tantrische yogi’s of siddha’s uit India. Esoterische tantrische leerstellingen worden gecombineerd met de kloosterdiscipline van het Kadam-boeddhisme. De nadruk ligt op de strengere praktijken van hatha yoga. Kenmerkend voor het Kagyu-gedachtegoed is een meer positieve ontologie van de uiteindelijke staat der dingen in vergelijking met het denken van de Gelugs, volgens wie alle verschijnselen zijn gespeend van een intrinsiek zijn. Milarepa, die als een groot Tibetaans dichter wordt beschouwd, was Marpa’s voornaamste leerling. Gampopa was op zijn beurt Milarepa’s belangrijkste leerling. Hij was verantwoordelijk voor de organisatie van Kagyu als echte school. Er ontwikkelden zich al snel zes aparte (maar doctrinair soortgelijke) Kagyu-scholen, waaronder de Tshal, Baram, Karma en Druk. Van deze subsekten is de Druk de belangrijkste boeddhistische school in Bhutan geworden, terwijl de Karma van de 15de tot de vroege 17de eeuw de belangrijkste rivaal was van de thans overheersende Gelug-school. Het idee van opvolging door reïncarnerende lama’s komt oorspronkelijk uit de Karma-school en is later overgenomen door andere Tibetaanse boeddhistische scholen waaronder de Gelug.
Vier tegenoverliggende sets van ramshoorns, meestal met een ruit in het midden. De vier sets zijn vaak te zien in een gül.
Semicursief Chinees schrift dat zich ontwikkelde vanuit het lishuschrift van de Han-dynastie in dezelfde tijd waarin het reguliere kaishuschrift ontstond (1ste-3de eeuw n.Chr.). De karakters van het Chinese lopende schrift worden niet afgekort of met elkaar verbonden, maar de halen binnen een karakter lopen vaak wel in elkaar over. De kenmerkende ononderbroken penseelstreken van dit schrift zijn gemakkelijker te schrijven dan die van het formelere klerkenschrift of reguliere schrift, maar de lopende karakters zijn beheerster en leesbaarder dan die van het Chinees cursief. Dit is het meest gebruikte schrift voor dagelijks informeel schrijfwerk.
Te gebruiken voor eenpersoonskano's uit het Noord-Amerikaanse poolgebied, gemaakt van waterdichte huiden die lichte, houten spanten bedekken; worden met behulp van een dubbele peddel voortbewogen. Over het algemeen worden bedoeld kleine boten die hierop lijken, van verschillende soorten materiaal, gemaakt voor de verkoop en die worden gebruikt bij de watersport. Gebruik 'umiaks' voor hierop lijkende Noord-Amerikaanse huidboten die echter groter zijn en aan meer personen ruimte bieden.
Te gebruiken om werken te beschrijven van de gelijknamige Afrikaanse etnische groep, een subgroep van de Katab, die in het noorden van Nigeria leeft.
Te gebruiken om werken te beschrijven van de gelijknamige Afrikaanse etnische groep die leeft in het noorden van Nigeria.
Japanse prenten in de vorm van een hangende verticale rol, meestal ongeveer 76 bij 26 centimeter.
Japanse perkamentrollen met kalligrafie en/of afbeeldingen, die zijn bedoeld om nu en dan te worden uitgerold en aan de muur gehangen.
Matte, geelbruine kleur, vaak met groene boventonen, ontleend aan het Hindi voor 'stofkleurig', en verwijzend naar de kleur van de uniformen van het Britse koloniale leger in de jaren 80 van de 19de eeuw.
Kleine Japanse tontrommen met twee over ringen liggende trommelvellen van hertenleer die over de cilinder heen aan elkaar vast zijn geregen. Ze worden horizontaal op een laag rek geplaatst en aan beide kanten bespeeld met trommelstokken.
Japanse trommen met dubbel vel van hertenhuid, gebruikt in Japanse hofmuziek.
Beschrijft werken die zijn vervaardigd door het gelijknamige Afrikaanse volk dat in de provincie Kabinda, in Angola en in de Democratische Republiek Congo leeft en een subgroep van de Kongo vormt.
Te gebruiken om werken te beschrijven van de gelijknamige Afrikaanse etnische groep, een subgroep van de Mongo, die leeft in de Democratische Republiek Congo.
Beschrijft werk dat is vervaardigd door het gelijknamige Afrikaanse volk, dat in Botswana en Zimbabwe leeft.
Klassieke Griekse vaten met een wijde opening en licht uitlopende zijkanten, en met soms een tuit aan één kant in de buurt van de bodem.
Vrucht met harde schil van diverse plantensoorten, in het bijzonder de Lagenaria siceraria waarvan de gedroogde schil wordt gebruikt voor kommen en gebruiksvoorwerpen.
Te gebruiken om werken te beschrijven van de gelijknamige Afrikaanse etnische groep, een subgroep van de Songye, die leeft in het zuidoosten van de Democratische Republiek Congo.
Meestal jaarlijkse publicaties die een grote verscheidenheid aan wetenswaardigheden of statistische gegevens bevatten. De oorspronkelijke versies bevatten ook voorspellingen over dagen, maanden en vakanties van het nieuwe jaar.
Wordt gebruikt voor klokken die naast de gewone tijd ook de dag, datum, maand en meestal ook de fasen van de maan aangeven.
Beschrijft werk dat is vervaardigd door het gelijknamige Afrikaanse volk, dat in Kenia leeft.
Verwijst naar de functies, regeerperioden of domeinen van kaliefen. Het kalifaat, een politiek-religieuze staat, groeide na de dood van Mohammed in 632 uit tot een mosliminstituut. Door veroveringen groeide het kalifaat de eerste eeuwen snel in omvang, maar na de overwinning van de Mongolen bij Bagdad, in 1258, hield het op te bestaan. Ondanks de slinkende macht bleef het kalifaat een symbool van moslimeenheid, en men heeft diverse keren geprobeerd om het nieuw leven in te blazen.
Stijl van aquarelschilderen die in de 19de eeuw werd toegepast door kunstenaars in de Indiase stad Calcutta; de geproduceerde werken werden tegen lage prijzen verkocht aan pelgrims die de nabijgelegen Kalighat-tempel bezochten. Deze stijl verraadt de Europese invloeden op de Indiase volkskunst; men nam de Engelse techniek van transparant aquarelleren over, maar ook Europese onderwerpen en gebeurtenissen werden soms afgebeeld. Doorgaans worden deze in korte tijd geproduceerde werken gekenmerkt door felle kleuren, een brede penseelvoering, vereenvoudigde vormen en nauwelijks of geen achtergrond. Het vaakst werden de populaire hindoegodheden afgebeeld, maar ook zijn wel scènes uit het dagelijks leven aangetroffen. De stijl was bedoeld om te kunnen wedijveren met de goedkope kleurenlitho's, maar dat bleek al snel een verloren strijd. De Kalighatstijl was weliswaar geen lang leven beschoren, maar heeft niettemin een aantal moderne Indiase schilders beïnvloed.
Katoenen stof die zwaarder is dan mousseline; nu vaak ongebleekt en geappreteerd, of - vooral in Amerikaanse context - bedrukt met kleine gestileerde motieven; in de 18e en 19e eeuw handbeschilderd of bedrukt en vervaardigd in India.
Methode om de ouderdom te bepalen van materialen of voorwerpen die rijk zijn aan kalium, door de hoeveelheid radioactief afval te meten in de verhouding tussen kalium en argon.
Een samengestelde oplossing van kaliumchloraat en zoutzuur, die wordt gebruikt als bijtmiddel bij het etsen.
Kleurloze of witte vervloeiende kristallen of poeder, oplosbaar in water en glycerol en bijna onoplosbaar in alcohol. Het is geurloos, maar heeft een frisse, zoutachtige smaak.
Een kaliumzout van melkzuur dat bij leerbewerking wordt gebruikt om het zuur te neutraliseren dat ontstaat bij het productieproces of door luchtvervuiling. Het wordt ook gebruikt om te voorkomen dat het leer wordt aangetast door zuur of zuurvorming. Er is enige discussie over het gebruik van kaliumlactaat. Het middel zou het leer kunnen verkleuren en ook de algehele werkzaamheid als buffer tegen zuur is discutabel.
De grijze, kristallijnen massa waaruit kaliumhydroxide bestaat. Het is oplosbaar in water, alcohol en ether. Het is giftig en corrosief voor weefsel en wordt gebruikt als reactant of intermediair.
Een donkerpaarse kristallijnen verbinding met de formule KmNO4, gebruikt in geurverdrijvers en kleurstoffen en als oxidatiemiddel en ontsmettingsmiddel.
Houten of metalen bakken die meestal V-vormig zijn, een lang handvat hebben en aan één kant open zijn. Worden gebruikt bij metselwerk om pleister of plamuur naar de metselplank te dragen.
Beton gemaakt van een mengsel van kalk, zand en grind. Het werd overal gebruikt voordat het kalkbindmiddel werd vervangen door portlandcement.
De naam van een glassoort die in 1864 werd ontwikkeld door William Leighton ter vervanging van loodglas bij de productie van goedkope flessen. Gecalcineerde kalksteen of kalk wordt gebruikt voor de fabricage van glas dat als voordelen heeft dat het goedkoop, licht en minder resonant is en dat het snel afkoelt.
Verlichtingsmiddelen met een lichtbron gebaseerd op het verhitten van calciumoxide (ongebluste kalk). Ze worden vooral in vuurtorens en bij theaterverlichting gebruikt.
Een mengsel van gehydrateerde kalk, zand en water, dat een samendrukkende kracht van 400 psi kan hebben.
Een witte grondverf of grondlaag gemaakt van kalk, gips, gebrand gips, zinkoxide of kalkmeel gemengd met lijm of soms caseïne. Wordt gebruikt om houten panelen of andere dragers te prepareren voor verven, vergulden of andere decoratieve processen.
Baksteen, meestal parelgrijs van kleur, die is gemaakt van een mengsel van zand en kalk, gevormd onder druk en uitgehard met stoom. Is goed bestand tegen vorst, zuren en brand, en is eenvoudig schoon te houden.
Afdruktechniek gebaseerd op de lichtgevoeligheid van ijzerzouten die naast zilverzouten in de emulsie voorkomen. Het beeldvormende zilver ontstaat onder invloed van de belichte ijzerzouten. Na het ontwikkelen ontstaat een metalliek zilveren afbeelding. Met verschillende ontwikkelaars kan men ook zwarte, bruine, paarse of kastanjebruine tonen aanbrengen.
Liefdesinscripties die op sommige Oudgriekse vazen worden aangetroffen en die meestal een uiting van mannelijke homoseksuele liefde betreffen. Een kalosinscriptie heeft als vorm 'die-en-die [is] kalos," waarbij kalos mooi of knap betekent, met een erotische connotatie. De namen zijn in de regel die van aristocratische inwoners van Athene. De kalosinscripties die in verband kunnen worden gebracht met bekende historische figuren hebben een belangrijke rol gespeeld bij het vaststellen van de chronologie van Attische vaasschilderingen; ze werden namelijk vermoedelijk geschreven toen de betreffende persoon nog jong was. Voor vrouwen zijn ook kale-inscripties gevonden, maar de verhouding tussen kalos- en kale-inscripties is ruim 20 op 1; de vrouwen die in deze inscripties werden geprezen, waren waarschijnlijk courtisanes. Het merendeel van de kalosinscripties is tussen 550 en 450 v. Chr. geproduceerd.
Aanduiding voor halfronde, kapachtige koepels. De term is van toepassing op kleine semi-koepels zonder trommel of lantaarn, op kleine lage koepels die in het plafond van een kamer worden gebruikt om meer stahoogte te verkrijgen, op kleine koepels waarin geen oculi zitten, en koepelachtige oppervlakken van pleisterwerk die in dubbelwandige koepels zijn opgehangen en vaak zijn versierd.
Strakke hoofddeksels die vaak van gaas, wol, zijde of fluweel zijn gemaakt en alleen de kruin van het hoofd bedekken.
Te gebruiken om werken te beschrijven van de gelijknamige Afrikaanse etnische groep die leeft in de regio Luba in de Democratische Republiek Congo.
De jongen van rundvee, bizons, dolfijnen, olifanten, giraffen, nijlpaarden, elanden, neushoorns, walvissen, jaks en andere dieren.
Wig- of brugvormige apparaten, gewoonlijk gemaakt van hardhout, die gemonteerd zijn tussen de snaren en de klankborden van snaarinstrumenten, met het doel om de snaren naar een benodigde afstand te verhogen en de vibraties van de snaren naar het klankbord over te brengen.
Verwijst naar de periode en stijl in de kunst die zich ontwikkelde tijdens de opkomst van het Kamakura-shogunaat van 1185 tot 1333. In deze periode verkreeg de klasse van provinciale strijders een politieke machtspositie, werd een militaire regering ingesteld, ontstonden nieuwe boeddhistische sekten en breidde de religie zich van de aristocratie uit naar het gewone volk. In de kunsten kenmerkt de stijl zich door dramatische, energieke houten beelden, perkamentrollen waarop veldslagen werden weergegeven en de opkomst van de Zenshuyo- en Tenjinkuyo- stijl in de architectuur.
Spiesvedels uit het Nabije Oosten, oorspronkelijk uit Iran, met een bolvormige klankkast, een rond bovenblad van dieren- of vissenhuid waarop de kam rust, en één tot vier snaren, voorheen van zijde, maar tegenwoordig meestal van metaal. De instrumenten worden verticaal gehouden en gedraaid om de snaren tijdens het spelen tegen de strijkstok aan te brengen. Spiesvedels uit Iran, Armenië, Azerbeidzjan en Georgië.
Beschrijft werken die zijn vervaardigd door het gelijknamige Afrikaanse volk, dat in het noorden van Nigeria leeft en een subgroep van de Katab vormt.
Verwijst naar de stijl van het midden-Minoïsche aardewerk, voornamelijk gevonden in Knossos, Phaistos en de grotheiligdommen in Kamares, waar de stijl naar genoemd is. De stijl kenmerkt zich door een donkere glanzende ondergrond waarop in rood en wit decoraties zijn aangebracht, met verfijnde ontwerpen in kromlijnige abstracte patronen, en gestileerde planten, zeegezichten en figuratieve motieven. Vaak werd het uitzonderlijke compositorische hulpmiddel van de torsie gebruikt, waarbij het evenwicht tussen tegengestelde compositorische elementen werd benadrukt, bijvoorbeeld met twee tegengestelde diagonale composities die zich om de vaas heen kronkelden. Het pottenbakkerswiel werd over het algemeen gebruikt voor de kleinere vaten en de grotere vaten werden volgens de oudere werkwijze met de hand gemaakt.
Te gebruiken om werken te beschrijven van de gelijknamige Afrikaanse etnische groep die leeft in het noorden van Nigeria.
Familie van diverse genera evenhoevige hoefdieren, waaronder kamelen, dromedarissen, lama's, alpaca's, vicuña's en guanaco's.
Benaming voor ruimten in gebouwen of andere constructies, volledig afgescheiden van de andere delen door middel van een vloer, plafond en muren of tussenschotten.
Wordt gebruikt voor gemeenschappelijke begraafplaatsen, uitgehakt in rotsen of heuvels of opgetrokken uit metselwerk, waarvan de kamer al of niet een ingang heeft; het geheel wordt meestal bedekt door een heuvel.
Oorspronkelijk hooggeplaatste rentmeesters van een monarch of adellijk persoon, met de zorg voor de privévertrekken van die persoon. Nu wordt het gebruikt als benaming van functionarissen die werken als penningmeesters voor openbare bestuurslichamen.
Aanduiding voor sierplanten die binnenshuis groeien, maar niet in kassen, en die zich kunnen aanpassen aan omstandigheden die niet ideaal zijn..
Twee of meer ineenlopende kamers, meestal op dezelfde verdieping, die als een eenheid worden bewoond. Toevoeging: meestal met grote vleugel- of schuifdeuren ertussen.
Verwijst naar schermen die bestaan uit twee of meer panelen en doorgaans versierd en vaak gelakt zijn. De vorm is uitgevonden door de Chinezen en werd in de 2de eeuw v. Chr. reeds genoemd. De oudste nog bestaande exemplaren dateren van de Ming-dynastie. Vouwschermen werden in de 8ste eeuw vanuit China in Japan geïntroduceerd; deze schermen werden vaak paarsgewijs ontworpen in Japan. Vanaf de 17de eeuw werden oosterse vouwschermen in Europa geïmporteerd en de vorm werd al snel overgenomen door Europese vaklieden. Net als de Japanse bestonden de Europese vouwschermen doorgaans uit zes panelen; ze waren echter vaak hoger en kloeker.
De witte hars van de Cinnamomum camphora, die wordt gebruikt voor het verharden van nitrocellulose plastic en in geneesmiddelen, desinfecterende middelen en explosieven.
Grote groenblijvende boom die inheems is in het zuidoosten van Azië. De ruwe schors heeft een bleke kleur en verticale kloven. Wanneer men de glanzende, heldergroene bladeren fijnmaalt, ruiken ze naar kamfer. De boom produceert een grote hoeveelheid kleine witte bloempjes en trossen kleine zwarte vruchten. Kamferhout heeft een penetrante geur. De kamferboom beschouwt men in Australië als een invasieve soort.
Damesonderlijfjes meestal over het korset of de b.h. gedragen en tot de taille of er net onder reiken. Aan de bovenkant recht, de schouderbandjes zijn meestal niet aangeknipt; geintroduceerd in de vroege 18e eeuw.
Voornamelijk gebruikt in een antropologische en archeologische context voor kleine, verspreid liggende, tijdelijke of seizoengebonden nederzettingen, meestal bedoeld als schuil- of slaapplaats, die vaak verband houden met specifieke bezigheden en over het algemeen geen permanente architectuur hebben.
Te gebruiken voor afgesloten gemotoriseerde voertuigen die zijn ingericht als rijdende wooneenheden; gebruik 'woonwagens' voor niet-gemotoriseerde varianten. Gebruik 'stacaravans' voor grotere, verplaatsbare wooneenheden die moeten worden getrokken maar die weinig worden verplaatst en zijn ontworpen om het hele jaar door te worden bewoond.
Wordt gebruikt voor de afzonderlijke plaatsen voor tenten of caravans op officiële kampeerterreinen of voor opzichzelfstaande, afgebakende of anderszins als zodanig aangeduide kampeerplaatsen.
Gebruik voor niet-gemotoriseerde verrijdbare voertuigen aan die niet meer dan 2.5 meter breed en 10 meter lang zijn, ontworpen als tijdelijke woningen voor op reis of recreatieve doeleinden.
Genus van ongeveer 200 soorten sierstruiken en klimplanten die inheems zijn in de gematigde gebieden van beide halfronden, maar ook groeien in de Himalaya, Zuid-Azië en Noord-Afrika. De meeste soorten hebben geurige tweelippige bloemen en rode, oranje of zwarte bessen.
Decoratief gestileerd bloemenmotief dat voor het eerst werd toegepast in Oudegyptische en Oudgriekse ontwerpen, en later in Romeins, Europees en Amerikaans werk; wordt meestal aangetroffen als decoratie van bouwwerken en meubilair. Het kamperfoeliemotief is symmetrisch en bestaat uit drie of vijf gebogen uitlopers die aan iedere zijde van een langgerekt centraal bloemblad ontspringen; het verschil met een palmet is dat het kamperfoeliemotief meestal dunnere uitlopers heeft.
Gestileerde bloem- en rankenmotieven, meestal in de vorm van palmet- of kamperfoeliemotieven afgewisseld met lotusbloemen of andere soortgelijke planten met kwab- of bladvormen die stervormig uitlopen vanuit de basis. Komt voor in Griekse en latere antiquiserende stijlen. De term is ontleend aan het Griekse woord voor bloem, en wordt soms ook gebruikt als verwijzing naar één bloem, een kamperfoelie of palmet.
Verwijst naar mensen die militaire kampen of legers volgen of bijstaan, maar die officieel niet in militaire dienst zijn.
Te gebruiken om werken te beschrijven van de gelijknamige Afrikaanse etnische groep die leeft in de oostelijke Nigerdelta.
Verwijst naar een aparte stijl die zich ontwikkelde in Vlaanderen en Noord-Frankrijk vanaf de late 10de eeuw tot in de 12de eeuw. De stijl is zichtbaar in verluchtingen van manuscripten, muurschilderingen en andere kunstvormen, en is gevormd door het samengaan van stijlen van het Europese vasteland met Angelsaksische stijlen van de overzijde van het Kanaal. De stijl kenmerkt zich door een dynamische evolutie en verschilt van omringende regionale stijlen door de intiemere schaal, lineaire vitaliteit, gebogen lijnen in vloeiende patronen, opgewekt dansende figuren en illusionisme.
Te gebruiken om werken te beschrijven van de gelijknamige Afrikaanse etnische groep die leeft in het noordoosten van Nigeria.
Kopjes zonder tuit met twee verticale handvatten en meestal met een deksel met een puntige knop, die werden gebruikt voor het drinken van kandeel. Vooral populair in de late 17e en 18e eeuw en soms gemaakt van zilver. Vroeger bekend als kandeelkommetjes of in Engeland als papkommetjes. Gebruik 'tuitkoppen' voor soortgelijke vormen met een tuit.
Kleine houders met twee verticale oren en een smalle opkrullende tuit aan de onderkant, gebruikt voor het drinken van kandeel en bij het voeren van invaliden. Kenmerkend is dat ze zijn gemaakt van keramiek of glas en soms een deksel hebben. Vroeger een Engelse term voor kandeelkoppen of andere keramieken koppen met één of meerdere verticale oren maar zonder tuit.
Kaarsenstandaards met twee of meer armen.
Motieven gebaseerd op de kandelabervorm, meestal gesneden of geschilderd, en toegepast in verticale decoratiepanelen.
Kaarsenstandaards met een enkele kaarshouder die op een voetstuk rust met een verbrede basis of voet voor de balans. Het voetstuk is vaak zuilvormig. Gebruik 'blakers' voor kaarsenstandaards met een enkele kaarshouder die op een platte schotel of blad staat.
Cycladische vaten met een bolvormige buik, een lange hals, een voetstuk en vier doorboorde oren aan de buik. De doorboorde oren dienden voor koorden waarmee een deksel op het vat werd vastgezet. Kandilai danken hun naam aan hun gelijkenis met modern-Griekse kerklampen; ze zijn waarschijnlijk gebruikt voor vloeistoffen als olie of wijn. De kandilavorm kwam zeer veel voor en werd gemaakt van marmer of klei en in uiteenlopende formaten. De geleidelijke verdwijning van een voet of basis kan een stap zijn in de overgang van de kandila naar de bolle pyxis, een vorm die later populair werd.
Te gebruiken om werken te beschrijven van de gelijknamige Afrikaanse etnische groep die leeft in Tsjaad, Niger en Nigeria
Omvat Chinese verwarmde metselbedden en soortgelijke Chinese verwarmingssystemen waarbij gebruik wordt gemaakt van leidingen in muren.
Japanse schilderstijl die is beïnvloed door de Chinese schilderkunst uit de Yuan- en de Song-periode, en die in de 13de eeuw vanuit Japan is geïntroduceerd.
Oost-Afrikaans rechthoekig katoentextiel, bedrukt met opvallende ontwerpen en felle kleuren, met randen om een strook die vaak een inscriptie in Swahili bevat. Het wordt onder meer gebruikt voor dagelijkse kleding, rokken, sjaals, hoeden en soms zelfs als tafelkleed.
Verwijst naar werken die zijn vervaardigd door de gelijknamige Afrikaanse etnische groep, die in de Democratische Republiek Congo leeft. Mokango is een enkelvoudsvorm, Bakango is een meervoudsvorm.
Verwijst naar een regionale school van Pahari-miniatuurschilderkunst die bloeide in de heuvelstaat Kangra. Deze productieve school beleefde zijn hoogtijdagen van circa 1770 tot bijna het einde van de 19de eeuw, en het fraaiste werk dateert uit de periode tussen circa 1775 en 1820. Er zijn evenwel al werken uit 1690 bekend, en de regionale schildertraditie heeft zich tot in de 20ste eeuw weten te handhaven. Het in Kangra geproduceerde werk is zeer gevarieerd, waardoor het lastig is van één Kangra-stijl te spreken. De invloed van de late Mogolperiode is evenwel onmiskenbaar aanwezig in de Kangra-schilderijen, en vaak wordt er een afwijzing van de Basohli-school in gezien. Landschap en perspectief zijn naturalistischer, de kleuren zijn gedempter, de lijnvoering is verfijnder en booglijnig, en de stijl maakt in het algemeen een meer lyrische indruk dan Basohli-werk. De Kangra-schilderkunst bereikte een hoogtepunt tijdens het bewind van radja Sansar Chand (heerste van 1775-1823), een belangrijk opdrachtgever. In geografische zin bleef de school niet beperkt tot de staat Kangra, maar verspreidde hij zich naar alle delen van het laaggebergte van de Himalaya, waar tal van eigen idioomvormen tot ontwikkeling kwamen. Bij de meeste werken is het lastig uitsluitsel te geven over de herkomst, aangezien de heuvelstaten klein waren en vaak dicht bij elkaar lagen. Scènes uit de dichtwerken over het leven van Krishna, de 'Bhagavata-Purana' en de 'Gitagovinda,' behoren tot de bekendste thema's in de Kangra-schilderkunst, evenals illustraties van andere hindoemythen, ragamala-reeksen en portretten van heuvelhoofdmannen en hun families.
Verwijst naar de stijl van famille-verteporselein die tot ontwikkeling kwam tijdens de heerschappij van keizer K'ang-hsi (1662-1722). De stijl wordt gekenmerkt door verfijnd porselein, met als opvallendste voorbeeld een serie borden die bijzonder wit, dun en doorzichtig zijn. Gebruikelijke afbeeldingen zijn mooie vrouwen en vogels op takken. De afgevlakte rand is versierd met een roodgekleurd ruitjespatroon met cartouches met inscriptie.
Te gebruiken om werken te beschrijven van de gelijknamige Afrikaanse etnische groep die leeft in het zuidoosten van de Democratische Republiek Congo, in de nabijheid van de Luba.
Verwijst naar het werk van een school van schilders die door opeenvolgende militaire regeringen werd begunstigd, van de late Muromachi-periode (1333-1568) tot in de Edo-periode (1600-1868). Kano Masanobu (1434-1530) richtte de school halverwege de 15de eeuw op. De nadruk lag op de conservatieve Chinese, academische Zuidelijke Song- en Yuan-stijlen. De school groeide uit tot een groot netwerk van kunstenaars, die meer dan 200 jaar lang controle uitoefenden op openbare en particuliere opdrachten van het shogunaat, de kloosters en de handelsklassen. Kano-schilders produceerden allerlei kunstwerken, van waaiers en beschilderde schermen tot hangende rolschilderijen en votiefplaten. De Kano-school stond ook bekend om zijn kloeke stijl in het schilderen met inkt.
Verwijst naar fijn, decoratief ajourwerk in textiel, gemaakt door draden van linnen, katoen, zijde, haar, metaal of een andere vezel in lussen te leggen, in te rijgen, samen te draaien of te vervlechten om ontwerpen of patronen te vormen. Bij het maken van kant wordt gewerkt met een naald of met klossen. Het toevoegen van borduursels is niet ongewoon. Modern kant kan machinaal zijn vervaardigd. Ajourstoffen die op een weefgetouw zijn gemaakt en decoratief ajourbreiwerk worden doorgaans niet als kant geclassificeerd. Kant is vaak wit of effen van kleur. Echt kant ontstond in de veertiende eeuw in Europa en het Midden-Oosten, hoewel oude culturen bekend waren met gedecoreerde ajourstoffen, waaronder de Egyptische cultuur. Kant is te gebruiken als rand, boord of inzetstuk voor linnengoed of apparels. Ook wordt het samengevoegd tot grotere stukken textiel en dan gebruikt als voorhang, draperie, apparel of iets anders.
Versterkte parapetten met afwisselend massieve delen en openingen.
Te gebruiken voor de methode waarbij muren en schotten, en soms vloeren, worden gemaakt door ter plaatse beton te gieten of houten secties in een horizontale positie te maken en ze vervolgens op hun plaats te kantelen.
Traditionele Finse, getokkelde psalters met een onregelmatige trapeziumvorm met twee lange zijkanten die elkaar aan de onderkant bijna raken en een diagonale bovenkant waar de stemschroeven in zijn gezet. Oorspronkelijk werden ze voorzien van fijne snaren van paardenhaar, tegenwoordig kunnen ze tot 13 metalen snaren hebben.
Oud-Griekse drinkvaten met een diepe kom met basis, geplaatst op een lange gesteelde voet, met twee verticale handvatten aan weerszijden die van de onderkant tot de bovenkant lopen. De kantharos wordt geassocieerd met de wijngod Dionysos, die vaak wordt afgebeeld op vazen met in zijn hand een type A-kantharos of een rhyton.
Gebeden of gezangen die bij de christelijke eredienst worden gebruikt en uit de Bijbel (niet de Psalmen) en andere teksten afkomstig zijn. Voorbeelden van dergelijke Bijbelse gezangen zijn het Lied van Mozes uit het Oude Testament, het Benedictus uit het Nieuwe Testament, en het Onze Vader.
Ruimten waar personeels- of clubleden tegen matige prijzen kunnen eten of meegebracht eten kunnen nuttigen. Gebruik 'messes' voor kantines van legerofficieren.
Cafés of winkels waar men voedsel en dranken serveert en vaak ook andere levensmiddelen kunnen worden gekocht, met name in militaire bases, scholen, fabrieken of andere gebouwen waarin een groot aantal mensen van een bepaalde groep bijeenkomt.
Winkels waar men voedsel en andere benodigdheden verkoopt en vaak lichte maaltijden serveert aan mensen met een bepaald soort werk, bijvoorbeeld in een filmstudio of een militaire basis.
Hoeken van een gebouw, versierd met een uitstekende metsellaag, pilaster of dergelijk element.
Constituerende, staatkundige en bestuurlijke onderdelen binnen bepaalde Europese landen met een federaal systeem, zoals Zwitserland.
Verwijst naar het werk van een groep kunstenaars die in de 18de en vroege 19de eeuw in de Europese stijl schilderden voor Europese begunstigers. De stijl kenmerkt zich door de onderwerpen, bijvoorbeeld gezichten van Kanton, botanische tekeningen en voorstellingen van beroepen, zoals het maken van porselein en het verbouwen van thee.
Gebouwen waarin het laagste van de Nederlandse rechtscolleges zetelt, bevoegd tot kennisneming van kleine burgerlijke zaken en tot berechting van overtredingen; komt overeen met 'county courthouses' in de V.S. en 'county halls' in het Verenigd Koninkrijk.
Arbeiders die zich bezighouden met het voorbereiden, afschrijven, systematiseren en bewaren van geschreven berichten en documenten, het verspreiden van informatie of het verzamelen van rekeningen, vaak in een kantoor.
Geweven ontwerpen met gecompartimenteerde vormen rondom een groot centraal bloemmotief in een wafelpatroon dat doet denken aan kant of mazen; populair in Engeland tussen 1690 en 1730.
18de-eeuwse Franse boekbindstijl waarbij 17de-eeuwse kantwerk- of dentelleranden zo werden verbreed dat ze het grootste deel van de omslag vulden, en alleen in het midden ruimte werd uitgespaard voor een heraldisch wapen. Het golfpatroon waarmee de randen zijn bewerkt, creëert eveneens een kantwerkachtig effect. Kantwerkbanden werden vervaardigd door de boekbinders Derome en Dubuisson.
Geestelijken van een grote kerk die als een gemeenschap onder bepaalde voorschriften samenleven. Wordt ook gebruikt voor middeleeuwse geestelijken die tot een kapittel of het personeel van een kathedraal of collegiale kerk behoren.
Te gebruiken om werken te beschrijven van de gelijknamige Afrikaanse etnische groep die voornamelijk leeft in de provincie Borno in het noordoosten van Nigeria en in de naburige gebieden in Niger.
Gehydrateerd aluminium silicaatklei, die wordt gebruikt voor het maken van fijn aardewerk en chemisch porselein (voor kleppen, buizen en fittingen). Het wordt ook gebruikt als pigment en vulsel in verf en plastic, als slijppoeder en in papier om het een een glanzend oppervlak te geven.
Te gebruiken om werken te beschrijven van de gelijknamige Afrikaanse etnische groep die voornamelijk leeft in de Democratische Republiek Congo, maar ook aan de Zambiaanse zijde van de grens.
Ruimten of kleine gebouwen die dienst doen als sanctuarium of christelijke gebedsplaats. Een kapel kan worden gebruikt voor besloten erediensten in of verbonden aan een kerk, paleis, huis, gevangenis, klooster of school. De kapel kan ook worden gebruikt voor openbare erediensten van de staatskerk, ondergeschikt aan of afhankelijk van de parochiekerk, waarvan de accommodatie op een bepaalde manier wordt aangevuld door de kapel. Het concept omvat zowel vrijstaande kapellen als ruimten die dienst doen als kapel in kerken of overige gebouwen. Het Latijnse 'cappella' wordt soms ook gebruikt voor 'kapel'. De term wordt soms ook gebruikt in de oorspronkelijke betekenis, waarbij specifiek werd verwezen naar het heiligdom waarin de koningen van Frankrijk de mantel van St. Martin bewaarden.
De grootste letters van een gegeven lettergrootte in getypte tekst. In een handgeschreven teksten letters gemodelleerd op oude Romeinse hoofdletters. Voor handgeschreven teksten die over het algemeen geen stokken en staarten hebben wordt 'majuskel' gebruikt.
Het economische systeem dat wordt gekenmerkt door prive- en bedrijfsbezit van kapitaal, investeringen die worden bepaald door privebeslissingen in plaats van door de staat en door prijzen, productie en distributie van goederen die voornamelijk worden bepaald door concurrentie in het vrijemarktstelsel.
Verwijst naar de stijl van schilderen en grafische ontwerpen van een kleine groep Duitse kunstenaars, in het bijzonder Sigmar Polke, Gerhard (Gerd) Richter en Konrad Lueg (Fischer), die dateert uit de vroege jaren 60 van de 20ste eeuw. De stijl leunt enigszins tegen de Pop Art aan en wordt gekenmerkt door een kritische kijk op gebeurtenissen en personen uit die tijd.
Te gebruiken voor officieren in de Amerikaanse en Britse marine, in rangorde ondergeschikt aan kapiteins-ter-zee. Gebruik 'bevelvoerend officier' voor hoofdofficieren die het bevel voeren over een militaire eenheid, basis of post.
Gesteven of verstevigde zware leren laarzen van diverse lengten die vaak bij het paardrijden worden gedragen; vooral door de cavalerie in de 17e en 18e eeuw.
Grote, zware messen met een lemmet met één snijkant die worden gebruikt voor het snijden van riet en het verwijderen van begroeiing. Ze worden ook gebruikt als snijwapens.
Lage muren die over de rand van platformen, terrassen of daken, of boven de kroonlijsten van een gebouw uitsteken. Wordt ook gebruikt voor muren die het bovenste deel van verdedigingsmuren of borstweringen vormen.
Lange wijde capes, meestal met capuchon, of overjassen van ruige stof of dierenvellen; wordt vooral gebruikt voor de jassen die in de Middeleeuwen en later werden gedragen door soldaten en reizigers.
Zachte hoofddeksels voor het hoofd en de nek, soms tot de schouders reikend, die zowel apart van een kledingstuk of hieraan vastgemaakt kunnen zijn..
Te gebruiken voor het procédé voor het ontwerpen en meestal schikken van menselijk haar, op natuurlijke of kunstmatige wijze.
Ronde, opgevulde hoofddeksels met brede slippen die vanaf de bovenkant naar beneden hangen; gedragen in de 14e en 15e eeuw.
Te gebruiken om werken te beschrijven van de gelijknamige Afrikaanse etnische groep die leeft rond de grens tussen Kameroen en Nigeria.
Verwijst naar een kloosterorde die in 1529 door Matteo da Bascio (1495-1552) is gesticht als hervormingsbeweging. De orde is een zelfstandige vertakking van de orde der franciscanen en hanteert een zeer strenge regel met de nadruk op soberheid en armoede. In zijn streven terug te keren naar de grotere eenvoud van de eerste franciscanen en hun letterlijke naleving van de regel van de Heilige Franciscus van Assisi, droeg Matteo de puntkap (capucine) van Franciscus en introduceerde hij aspecten van het solitaire leven van de kluizenaar. Ondanks tegenstand van gevestigde groepen franciscanen en bijna totale onderdrukking nadat hun vicaris-generaal in 1542 protestants was geworden, maakten de geloofsijver en prediking van de kapucijnen hen tot een belangrijke machtsfactor tijdens de Contrareformatie, want zij spraken gewone mensen en de plattelandsbevolking aan. In 1619 werden zij officieel een zelfstandige orde. Matteo en zijn volgelingen wijdden zich van de 16de tot de 18de eeuw aan de zorg voor slachtoffers van de pest; zij staan ook bekend om hun missionair en sociaal werk.
Weefsels van geknoopte pool die rond de deur van een Turkmeense tent werden gehangen en misschien ook dienst deden als dierenval in Turkmeense huwelijksrituelen.
Te gebruiken om werken te beschrijven van de gelijknamige Afrikaanse etnische groep die leeft op het eiland Ukara aan de Tanzaniaanse kant van het Victoriameer.
Chinese tempelstijl die is beïnvloed door oudere Japanse bouwtradities, maar met opvallend fijn gedetailleerde, complexe oppervlaktedecoraties. Een beroemd voorbeeld is Engaku-ji in Kamakura.
Verwijst naar de schilderstijl die ook wel bekend staat als de 'Chinese stijl' en vaak tegenover Yamato-e (Japanse schilderstijl) wordt geplaatst. In de 8ste eeuw verwees Kara-e naar de werken van Chinese kunstenaars uit de Tang-dynastie (618-907) en later ook naar Japanse voorstellingen van Chinese taferelen of motieven, gewoonlijk portretten van wijsgeren en paarden. Gedurende de Hein-periode raakte deze rijke stijl gelieerd aan het hofleven. In de 14de en 15de eeuw werden Chinese inktschilderijen uit de Song-dynastie (960-1279) en Yuan-dynastie (1279-1368) geïmporteerd in Japan en werd de naam Kara-e gebruikt om deze stijl te onderscheiden van de nog steeds toegepaste Hein-stijl.
Flessen of kannen met handvatten voor het serveren van wijn of water aan tafel.
De naam van dit patroon betekent letterlijk 'Chinese bloemmotieven' of 'Chinese bloemontwerpen' en heeft als kenmerk dat het ingewikkelde bloemmotieven combineert tot geometrische, vaak ronde of ruitvormige ontwerpen. Het kwam al in de Nara-periode (710-794) via Japan in China terecht en wordt soms gebruikt als synoniem van 'karakusa', wat 'Chinees grasmotief' betekent.
De overheersende en kenmerkende geest of aard van een persoon, plaats, tijd of groep. Kan ook verwijzen naar een heersende smaak of gevoel.
Te gebruiken voor poppen die zijn gemaakt naar gelijkenis van bepaalde echte mensen of menselijke of mensachtige, verzonnen figuren; gebruik 'karakterspeelgoed' voor de grotere categorie die ook dierlijke figuren omvat.
Te gebruiken voor speelgoed dat is gemaakt naar gelijkenis van bepaalde echte mensen of dieren of dierlijke, menselijke of mensachtige verzonnen figuren; gebruik 'karakterpoppen' voor de specifiekere categorie van figuurtjes die alleen bepaalde echte mensen of menselijke of mensachtige verzonnen figuren afbeelden.
Decoratieve motieven die vaak worden gebruikt in de Chinese en Japanse kunst, met ranken en spiralen van klimplanten. Ze zijn te zien op vele objecten, zoals textiel, keramiek, metaal, lakwerk en versieringen in de beeldhouwkunst en de architectuur. De term is een afkorting van het langere 'karakusamon' en betekent letterlijk 'Chinees grasmotief'. De term wordt soms gebruikt als synoniem van 'karahanamon', wat 'Chinees bloemmotief' betekent.
Verwijst naar Pruisisch blauw van hoge kwaliteit met een fijnere glans en een bronzen schijn, dat wordt geprefereerd als drukinkt. Het wordt ook gebruikt in verven, lakken en vernissen. Beschouwd als een van de drie beste kwaliteiten van Pruisisch blauw.
Verwijst naar de ijzertijdcultuur die werd gevestigd in het Minusinsk-bekken van de rivier de Jenisej en die bestond van circa 1200 tot circa 70 v. Chr. Op sites zijn elleboogvormige messen gevonden die verwant zijn aan de messen die tussen de 14de en 11de eeuw v. Chr. in China werden gebruikt tijdens de Shang-periode. Opvallend zijn ook de zuilen met gestileerde ramskoppen of menselijke figuren.
Verwijst naar de stijl van geglazuurd keramiek die werd vervaardigd in Karatsu in de provincie Hizen in de late 16de eeuw. Vroege objecten zijn veelal voorwerpen voor alledaags gebruik, met een korrelige structuur en beschilderd met neutraal veldspaathoudend vernis. Latere objecten, nadat Koreaanse pottenbakkers naar Japan waren gebracht, waren vooral verfijnde theeserviezen met contrasterende glazuurlagen, onderglazuurlagen en inlegontwerpen.
Beschrijft werken die zijn vervaardigd door het gelijknamige Afrikaanse volk dat in de Centraal-Afrikaanse Republiek, Kameroen en Tsjaad leeft.
Beschrijft werken die zijn vervaardigd door het gelijknamige Afrikaanse volk dat in de Centraal-Afrikaanse Republiek, de Democratische Republiek Congo en Sudan leeft.
Beschrijft werken die zijn vervaardigd door het gelijknamige Afrikaanse volk, dat in het zuiden van Madagaskar leeft.
Japanse tuinen zonder water die men gewoonlijk bij zenboeddhistische tempels vindt. Men maakt gebruik van zand en rotsen om stroompjes en watervallen na te bootsen. Letterlijk betekent de term ���droog landschap' of ���uitgedroogde bergen en wateren'. Gewoonlijk gebruikt men deze term voor tuinen uit de Muromachi-periode (1392-1573), de Momoyama-periode (1373-1615) en de Edo-periode (1615-1868).
Te gebruiken voor lichte, tweewielige rijtuigen, al of niet open van boven, die lijken op gigs of sjezen maar die, in plaats van met een lamoen, zijn uitgerust met strengen en een disselboom om getrokken te worden door twee paarden naast elkaar; ze waren populair in Engeland en de Verenigde Staten vanaf halverwege de 18e tot halverwege de 19e eeuw maar werden nog geproduceerd tot aan het begin van de 20e eeuw.
Verwijst naar werken die zijn vervaardigd door de gelijknamige Afrikaanse etnische groep, die in Nigeria leeft.
Ovale of ronde van bandijzer vervaardigde geraamten, overtrokken met grof linnen, die zijn gevuld met ontvlambare materialen en die worden afgevuurd met mortieren, houwitsers of artilleriegeschut; werden gebruikt aan het eind van de 17e en in de 18e eeuw om gebouwen, schepen en versterkingen in brand te steken.
Te gebruiken voor door de staat gefinancierde werkplaatsen die later zouden uitgroeien tot beroepsopleidingscentra, en die tijdens de perioden van het sultanaat en de mogols in India werden gesticht; er werden allerlei kunsten en ambachten beoefend, zoals weven, emailleren, edelsmeden en het illumineren van manuscripten.
Een van de belangrijkste scholen van de Tibetaanse schilderkunst, die in de 16de en 17de eeuw een bloei doormaakte, hoofdzakelijk in Oost-Tibet; de school is ontwikkeld door de Karmapa-tak van de Kagyu-orde en zou zijn geïnspireerd op het werk van de kunstenaar Karmapa Mikyo Dorje (1507-1554). De stijl is beïnvloed door de Chinese landschapstraditie en wordt vaak omschreven als beeldend, verfijnd en lyrisch. Kenmerkend voor de Karma Gardri-school is het subtiele, ingetogen gebruik van groen, blauw en rood. De open ruimten met daarin groepjes kleine figuren zijn een ander kenmerk; ook de landschapselementen zijn in schaal verkleind en vaak gestileerd weergegeven. Veelal ligt de nadruk op de harmonie en rust van de natuur. Karma Gardri-schilderijen zijn vaak opgebouwd uit meerdere kleine vignetten binnen een landschap.
Verwijst naar hoeken, hoekblokken of hoekprojecties in Noord-Indiase tempelstructuren.
Beschrijft werken die zijn vervaardigd door het gelijknamige Afrikaanse volk, dat in het bovenste deel van de Omo-vallei in Ethiopië leeft.
Verwijst naar de periode en stijl rond de regeerperiode van Karel de Grote (768-814) en zijn opvolgers tot circa 900 n. Chr. De stijl kenmerkt zich door een vernieuwing van de cultuur van het Romeinse Rijk zoals dat bestond onder de keizers Constantijn en Theodosius.
Beschrijft werken die zijn vervaardigd door het gelijknamige Afrikaanse volk, dat in de regio Casamance in Senegal leeft.
Een orde die zes families, meer dan 300 genera en meer dan 3300 soorten straalvinnige vissen omvat, waaronder de karper, de elrits, de modderkruiper en hun verwanten.
Zij die zich specialiseren in de wetenschap en het ambacht van het kaartenmaken.
Een rooms-katholieke kloosterorde die in 1084 in de Chartreuse (ten noorden van Grenoble, Frankrijk) werd gesticht door de heilige Bruno van Keulen. De kartuizers combineren het afgezonderde kluizenaarsbestaan met een gemeenschapsleven in het klooster. De monniken of nonnen wonen in aparte cellen en komen alleen samen op bepaalde momenten van de dag of voor speciale festiviteiten. Ze houden zich aan strikte abstinentie. De kartuizers verspreidden zich langzaam, maar in 1521 telde de orde 195 kloosters in alle katholieke Europese landen. Ze speelden een belangrijke rol bij de kloosterhervormingen in de 11de en 12de eeuw. Zelf was het echter de enige vorm van religieus gemeenschapsleven die niet werd hervormd. De kloosters zijn te vinden in grote delen van Europa, hoewel het aantal leden relatief klein is. In 'La Grande Chartreuse', het moederklooster van de orde, wordt een beroemde likeur gemaakt. De opbrengst gaat naar de liefdadigheid.
Kleine tot middelgrote schepen met een rechte boeg en een vierkante achtersteven die oorspronkelijk in de Middeleeuwen in Portugal zijn ontstaan als latijngetuigd kustvissersschip, maar in de late 15e en vroege 16e eeuw als verkenningsschepen werden gebruikt tijdens de Iberische reizen naar de Nieuwe Wereld; verkenningsschepen hadden vaak razeilen om efficienter over de oceaan te varen.
Massieve metalen of houten pen, met een verdikking als handgreep. Korvijnnagels dienen om diverse lijnen op zeilschepen snel vast te zetten, maar ook snel los te halen. Ze worden door een houten balk of plank gestoken.
Wordt gebruikt voor de Amerikaanse versie van de 17e-eeuwse Nederlandse kast of grote wandkast, die rond 1675-1750 door Nederlandse immigranten in het laagland van de Hudson en Delaware werden gemaakt en vanaf de 19e eeuw ook elders. Ze hebben meestal twee deuren met opgelegde panelen en een zware, overhangende kroonlijst met één of meerdere laden eronder. Soms zijn ze decoratief beschilderd met grisaillepanelen en fruit.
Te gebruiken om werken te beschrijven van de gelijknamige Afrikaanse etnische groep die leeft in Guinee-Bissau en Senegal.
Historische of traditionele wijken in sommige Noord-Afrikaanse steden, oorspronkelijk verwijzend naar een citadel of vesting.
Kantoormachines, gewoonlijk met een geldlade, waarin verkoop- en andere transacties worden vastgelegd, en daarmee samenhangende taken worden verricht zoals totaliseren en het afgeven van gedrukte reçu’s voor klanten.
Verwijst naar de periode tussen ongeveer 1600 en 1100 v.Chr. toen Mesopotamië werd geregeerd door de dynastie van de Kassieten.
Omhulsels van sloten.
Gesloten sociale klassen die streng zijn gebonden aan gebruik, recht of geloof en die zijn gebaseerd op erfelijkheid, die het prestige, beroep en de sociale betrekkingen, met name het huwelijk, van hun leden bepalen.
Historische naam voor rentmeesters van (Britse) landgoederen die onder meer verantwoordelijkheid dragen voor het dagelijks toezicht op de pachters, de administratie van huur-, pacht- en andere overeenkomsten, en het onderhoud van de gebouwen.
Vakmensen die verfijnde meubels en ingewikkeld houtwerk voor meubels vervaardigen. Zie 'timmerlieden' voor personen die gebouwen en andere houten constructies in hout optrekken, en ook vloeren, ramen en kozijnen installeren. Zie 'houtbewerkers' voor mensen die in algemene zin hout bewerken en houten voorwerpen maken.
Te gebruiken om werken te beschrijven van de gelijknamige Afrikaanse etnische groep die leeft in het noorden van Nigeria.
Y-vormige stokken met een reep plastic, leer of een ander elastisch materiaal vastgemaakt tussen de uiteinden van de beide takken, die worden gebruikt voor het wegschieten van kleine steentjes tijdens de jacht of het spel.
Alcoholthermometers met grote bollen, die worden gebruikt om lage luchtsnelheden te meten of het afkoelingseffect van bepaalde atmosferische toestanden.
Verwijst oorspronkelijk naar puriteinse en ascetische separatisten die in de 3de eeuw de leer van de Romeinse bisschop Novatianus volgden. In de middeleeuwen ging de term verwijzen naar een goed georganiseerde geloofsgemeenschap die de sacramenten verwierp en geloofde in een neomanicheïstisch dualisme waarin goed en kwaad afzonderlijke sferen waren en de materiële wereld slecht was. Katharen leidden een streng ascetisch en celibatair leven. Volgelingen werden verdeeld in twee groepen: de 'volmaakten' en de 'gelovigen’. De volmaakten werden gescheiden van de rest door een initiatieceremonie die het consolamentum werd genoemd. De beweging werd in de 13de en 14de eeuw als een ernstige bedreiging voor de rooms-katholieke kerk beschouwd, vooral in het zuiden van Frankrijk. Het aantal katharen nam in de 14de eeuw af als gevolg van de onderdrukking door de inquisitie, onenigheid onder de gelovigen ten aanzien van het dualisme en de nieuwe aantrekkingskracht van de vroomheid en devotie van de franciscanen. Hoewel de term soms wordt gebruikt als synoniem van 'albigenzen', zijn de laatstgenoemden eigenlijk een afscheiding van de katharen. De katharen waren verwant met de bogomielen en de paulicianen, andere middeleeuwse gezindten met een soortgelijk geloof in het dualisme.
Romeinse stoelen met een ronde rugleuning op verticale staanders en met gebogen poten. Tevens de zetel of troon van een bisschop in zijn kerk.
De term stamt af van het Latijnse woord voor ���stoel' of ���zitting' en wordt gebruikt voor zware Romeinse stoelen die waren afgeleid van klismos-stoelen, die door de oude Grieken waren ontwikkeld en lichter en subtieler waren. Gebruik ���katheders (bisschopstronen)' voor stoelen in christelijke kathedralen die bisschoppen gebruikten.
Kerken in een christelijke systeem dat een bisschoppelijke vorm van bestuur heeft, waar de kerk de belangrijkste kerk in een bisdom is of de zetel van een diocesane bisschop, aartsbisschop, kerkvorst, patriarch of paus te hebben. Ze zijn over het algemeen grootse structuren en het huis van de 'cathedra' of troon van de bisschop.
Scholen die ontstonden in het middeleeuwse Europa en werden geleid door kathedrale geestelijken met als oorspronkelijke doel het opleiden van priesters. Deze scholen ontwikkelden zich later tot instellingen die ook lesgaven aan leken, meestal jongens van adellijke komaf die werden voorbereid op hoge posities in de kerk, provincie of het zakenleven.
Te gebruiken voor het beschrijven van dingen die betrekking hebben op kathodes, vooral verschijnselen die plaats vinden in de nabijheid van kathodes of stoffen die worden gevormd door zulke verschijnselen.
Verwijst naar de richting van het christendom die zich kenmerkt door een uniforme, hoogontwikkelde rituele canon en organisatiestructuur met een doctrine die wortelt in de leer van de apostelen van Jezus Christus in de 1ste eeuw, in de theologie van de Alexandrijnse school en in het augustijner gedachtegoed. In deze godsdienstige richting wordt het geloof beschouwd als een aanvaarding van de openbaring; de openbaring heeft de vorm van een doctrine. In juridische zin verwijst de term naar de richting van het christendom die zich onderscheidt als een verenigd, monolithisch sacramenteel systeem onder het bestuur van het pauselijk gezag. Gedurende het grootste deel van de geschiedenis van dit systeem was de paus gevestigd in Rome en daarom wordt 'rooms-katholicisme' vaak gebruikt om dit begrip te onderscheiden van de orthodoxe katholieke kerk.
Wordt gebruikt voor de belangrijkste kerken in Byzantijnse of Grieks-orthodoxe kloosters.
Positief geladen ionen, die zo heten omdat ze tijdens elektrolyse worden aangetrokken door de kathode, de negatief geladen elektrode.
Genus van ongeveer 50 soorten struiken die inheems zijn in de meeste subtropische gebieden van de wereld en al heel lang worden verbouwd vanwege hun vezels en olie. Veel variëteiten katoenplanten zijn ontstaan door veredeling en kruising van diverse soorten. Al in 5000 v.Chr. maakte men in India doeken van katoen. In 3000 v.Chr. weefde men katoenen stoffen in Egypte, China en Peru. In Europa begon men in de Middeleeuwen op grote schaal katoen te verbouwen.
Wit tot gelige vezel van de bloemkelk of bloesem van verschillende soorten van het geslacht Gossypium (fam. Malvaceae); vooral gebruikt voor het maken van textiel, touw, opvulsel, en om cellulose voor plastic en kunstzijde te maken.
Harshoudende kegeldragende productieconifeer die inheems is op het Noordereiland van Nieuw-Zeeland. Kauribossen behoren tot de oudste bossen in de wereld: voorlopers van de kaura kwamen reeds voor tijdens de Jura, tussen 190 en 135 miljoen jaar geleden.
Stalen gereedschap dat enigszins op een beitel lijkt en meestal wordt gekenmerkt door een lang, dik, plat, uit één stuk gegoten blad met een smaller handvat en slagoppervlak. Wordt samen met een breeuwhamer gebruikt om diverse materialen in naden en gleuven te slaan om verbindingen water- en luchtdicht te maken.
Te gebruiken om werken te beschrijven van de gelijknamige Afrikaanse etnische groep die leeft in Zambia.
Versterkte wijkplaatsen die als toevluchtsoord worden gebruikt in tijden van oorlog, gebouwd op heuveltoppen in het oosten van Kenia door de Mijikenda en verwante volkeren. Veel kaya's worden als heilige plaatsen beschouwd.
Koreaanse lange citers met twaalf snaren van getwijnde zijde, die elk door een eigen hoge, beweegbare kam worden ondersteund. Ze worden in twee standaardmaten gebouwd: de grote, voor hof- en aristocratische muziek, heeft naast de losse kammen nog twee extra vaste kammen; de kleinere, met één vaste kam, wordt gebruikt voor volks- en virtuoze muziek.
Beschrijft werken die zijn vervaardigd door het gelijknamige Afrikaanse volk, dat in het noorden van Nigeria leeft, in de voormalige gelijknamige Hausa-staat.
Wordt gebruikt voor muren die gebouwd zijn om zijdelingse belasting te weerstaan, zoals muren die aarden wallen tegenhouden.
Verwijst naar een projectiesysteem dat algemeen wordt gebruikt in de cartografie en dat is gebaseerd op het principe van een holle kegel die zodanig over een bol is geplaatst dat, wanneer de kegel wordt afgewikkeld, de raaklijn de centrale of standaardparallel van het in kaart gebrachte gebied vormt. In dit systeem zijn de parallellen concentrische cirkels en bestaan de meridianen uit de rechte lijnen van de punt van de kegel tot de divisies van de standaardparallel. De kegelprojectie wordt doorgaans afgeleid van een projectie van de bol op een kegel vanuit een punt boven een van de polen en op de raaklijn van de aarde of een ander hemellichaam op één geselecteerde parallel. Ze kan ook worden afgeleid van een projectie waarbij de kegel zodanig is geplaatst dat deze de bol bij twee dicht bij elkaar geplaatste parallellen kruist.
In de vorm van een kegel, een geometrisch lichaam waarvan de basis een cirkel is en de top een punt, en elke punt in de tussenliggende oppervlakte in een rechte lijn staat tussen de top en de cirkelomtrek van de basis.
Stukken hout of metaal die taps toelopen en eindigen in een dunne rand; worden gebruikt om hoogte aan te passen, bekisting strakker te maken of om hout of steen te splijten.
Steunen voor bouten en schroeven die worden gebruikt om houten structuurdelen te bevestigen aan metselwerk of betonnen muren.
Heersers of hoogste monarchen van een imperium, een politieke eenheid die bestaat uit een aantal territoria of naties en die wordt geregeerd door één oppermachtige autoriteit. Vaak wordt de term alleen gebruikt om te verwijzen naar dergelijke heersers in bepaalde delen van de wereld, zoals in het oude Romeinse keizerrijk, het vroegchristelijke Romeinse keizerrijk en de keizerrijken van Oostenrijk-Hongarije, China, Japan, Marokko, India, Klein-Azië en Duitsland. In andere delen van de wereld hebben de heersers van conglomeraties van politieke staten doorgaans andere titels. De term 'keizers' verwijst altijd naar mannen, terwijl 'keizerinnen' altijd naar vrouwelijke heersers verwijst.
Verwijst naar vrouwelijke heersers over keizerrijken (politieke eenheden die een aantal gebieden of naties omvatten en worden geregeerd door één hoogste autoriteit). De term kan ook verwijzen naar de vrouw of weduwe van een keizer.
Zaden die worden geproduceerd door de soort Cicer arietinum. Deze geelbruine zaden zitten per een of twee in een peul en zijn een belangrijke voedselbron in India, Afrika en Midden- en Zuid-Amerika.
Soort eenjarige plant die op grote schaal wordt gekweekt om zijn voedzame zaden, die wereldwijd voor verschillende doeleinden worden gebruikt. Het vroegste bewijs dat er mensen waren die kekererwten aten, dateert uit 7000 v. Chr. Voor zover bekend was het een van de eerste planten die werden gekweekt in het neolithische Jericho. In het verleden werd gedacht dat de plant de hoeveelheid sperma en melk verhoogde en werd hij gebruikt als medicijn om menstruatie op te roepen en nierstenen te behandelen.
Beschrijft werken die zijn vervaardigd door het gelijknamige Afrikaanse volk, een westelijke subgroep van de Iwellemmeden die in het oosten van Mali leeft.
Beschrijft werken die zijn vervaardigd door het gelijknamige Afrikaanse volk, een westelijke groep van de Iwellemmeden die in het westen van Niger leeft.
Beschrijft werken die zijn vervaardigd door het gelijknamige Afrikaanse volk, dat in Nigeria leeft en een subgroep van de Kel Ayr vormt.
Beschrijft werken die zijn vervaardigd door het gelijknamige Afrikaanse volk, een subgroep van de Kel Ataram die in het oosten van Mali leeft.
Wordt gebruikt voor ruimten die geheel of voor het grootste deel ondergronds liggen en die worden gebruikt voor opslag, vooral van voedsel. Voor soortgelijke ruimten die als woonruimte dienen of voor andere gebruiksdoeleinden wordt 'souterrains (verdiepingen)' gebruikt.
Flessen met rechte zijden zodat ze met andere flessen in de vakken van een flessenkist of -doos passen.
Verdiepingen die geheel of gedeeltelijk onder de grond liggen. Voor soortgelijke ruimten die alleen voor opslag van vooral voedsel worden gebruikt, wordt aan 'kelders' de voorkeur gegeven.
Tapisserietechniek waarbij inslagdraden van verschillende vlakken worden geweven om aangrenzende scheringdraden. Bij verticale afscheidingen tussen twee kleurvlakken ontstaan spleten of gaten.
Verwijst naar een fase in de Chiotische aardewerkstijl die zich kenmerkt door zijn meest voorkomende vorm, een kegelvormige kop die soms is voorzien van een kegelvormige voet waardoor het geheel gelijkenis vertoont met een kelk.
Verwijst naar een reeks geelachtig groene kleuren, waarvan de naam is ontleend aan de veel voorkomende Ierse naam Kelly. Hiermee wordt verwezen naar de associatie met Ierland door het gebruik van de kleur groen.
Verwijst naar de stijl van het keramiek dat werd geproduceerd in de gelijknamige Duitse fabriek die in 1758 werd gevestigd. De fabriek, die vooral beroemd is om zijn geglazuurd aardewerk, produceerde porselein van de jaren 60 tot de jaren 90 van de 18de eeuw, en stapte in 1802 over op crèmekleurig aardewerk, dat gemaakt werd tot de productie in de jaren 20 van de 19e eeuw werd gestaakt.
Verwijst naar de stijl en periode die wordt geassocieerd met de Kelten, een vroeg Indo-Europees volk dat zich over Europa verspreidde van de Britse eilanden en het noorden van Spanje tot het oosten van Transsylvanië, de kusten van de Zwarte Zee en Galatia in Anatolië, van het 2de millennium tot de 1ste eeuw v. Chr. Elementen van deze stijl hielden eeuwenlang stand in het zuiden van Scandinavië en de Britse eilanden na de Romeinse tijd. De stijl kenmerkt zich door verwijzingen naar de kunst van het oude Italië, Griekenland en het Oosten, gecombineerd tot een nieuwe en individuele stijl met een sterk gevoel voor vorm en structuur, gestileerde vormen van planten, dieren en mensen, een balans tussen leegte en decoratie, krachtige vitaliteit en textuurcontrasten.
Verwijst naar Latijnse kruisen met een ring of cirkel rond het middendeel.
Javaanse bronzen gongs met een diameter van 37,5 tot 50 cm, die worden opgehangen in een raamwerk en aangeslagen met een omwoelde hamer.
Te gebruiken om werken te beschrijven van de gelijknamige Afrikaanse etnische groep die leeft in Tsjaad.
De hiërarchie Kenmerken en Eigenschappen bevat descriptoren voor intrinsieke kenmerken, in het bijzonder fysieke kenmerken van materialen en objecten. Uitgezonderd zijn descriptoren voor kleuren en kleureigenschappen, die deel uitmaken van de afzonderlijke hiërarchie Kleur. In algemeen gebruik is het onderscheid tussen welke karakteristieken 'kenmerken' en welke 'eigenschappen' genoemd kunnen worden niet altijd duidelijk, en daarom is er in de hiërarchie niet altijd een scheiding aangebracht tussen de twee. Als algemene richtlijn verwijst 'kenmerken' naar karakteristieken van individuele objecten, onderdelen of eenheden, en de descriptoren worden gewoonlijk gebruikt om de zaak te beschrijven; ze zijn vaak duidelijk waarneembaar, hoewel niet kwantificeerbaar volgens een vastgestelde norm. 'Eigenschappen' verwijst hier naar karakteristieken die suggereren hoe een materiaal, of soms een groep van dingen, zal reageren onder bepaalde omstandigheden; ze zijn vaak kwantificeerbaar, hoewel ze vaak niet waarneembaar zijn zonder onderzoek of tests. Relatie tot Overige hiërarchieën: overige descriptoren die kunnen worden beschouwd als kenmerken en die kunnen worden gebruikt om voorwerpen te beschrijven zijn beschikbaar in de vorm van alternatieve descriptoren in andere hiërarchieën (bijvoorbeeld gesneden, alternatief van snijden; houten, alternatief van hout). Descriptoren voor namen van kleuren zijn te vinden in de hiërarchie Kleur. Bepaalde fysieke fenomenen die nauw verbonden zijn met fysieke en chemische eigenschappen (bijvoorbeeld luminescentie) zijn te vinden in de hiërarchie Abstracte Begrippen. Uitdrukkingen die effecten van bepaalde fysieke omstandigheden op materialen of objecten beschrijven, zijn te vinden in de hiërarchie Toestanden en Effecten (bijvoorbeeld barsten). Descriptieve karakteristieken zijn ook te vinden in verschillende andere hiërarchieën als gedeelten van samengestelde descriptoren (bijvoorbeeld splitlevelwoningen).
Het weet hebben van iets op basis van ervaring of associatie, zoals men op de hoogte kan zijn van de wetenschap, kunst of techniek. Verwijst ook naar het geheel aan informatie dat kan worden verworven door studie, onderzoek, observaties of ervaring.
Ketelgongs uit Java met een slagknobbel in het midden, die een hoog geluid voortbrengen en die liggen op gekruiste touwen in een houten doos als ze worden bespeeld; ze worden in series bespeeld in de Javaanse gamelan.
Een zijden stof van verfijnd weefsel uit Ghana. De lange, smalle stroken worden handmatig geweven en aan elkaar genaaid om een patroon te vormen. Kente heeft meestal zachte kleuren.
Lijnen of banden die bestaan uit een serie chevrons.
Een term waarmee lijstwerk wordt aangeduid dat is opgebouwd uit een serie op regelmatige afstand van elkaar geplaatste kubusvormige of korte cilindrische uitstekende delen. Te vinden in de Romaanse architectuur en meestal voorkomend in meerdere rijen.
Kleine legerpetten met een bijna horizontale klep en een harde bol die aan de voorkant naar beneden afloopt. Waren zeer populair in de Franse en Amerikaanse legers en zijn later overgenomen voor gebruik door burgers.
Kalotten die vooral tijdens het bidden en religieuze studie worden gedragen door Joodse mannen.
Beschrijft werk dat is vervaardigd door het gelijknamige Afrikaanse volk, dat in Tsjaad leeft.
Verwijst in algemene zin naar een schilderschool in de regio Kerala in Zuid-India. Van de 15de tot de 19de eeuw kende Kerala een gevarieerde en bloeiende wandschildertraditie; de meest omvangrijke en best bewaarde voorbeelden zijn te vinden in het Mattancheri-paleis in Cochin. Tot de belangrijkste voorbeelden uit de 18de eeuw behoren schilderijen uit de paleizen van Padmanabhapuram en Krishnapuram. Ook de miniatuurschilderkunst werd in Kerala beoefend. De 18de-eeuwse miniatuurschilders namen de post-Vijayanagara tradities over welke destijds in gebruik waren in Zuid-India; kenmerkend voor de stijl zijn een neutrale achtergrond en een expressieve lijnvoering en compositie.
Bestuivingsprocédés waarbij het pigment een verglaasbaar poeder is dat in vele kleuren voorkomt en dat op porselein, aardewerk en dergelijke wordt gebrand. In bredere zin wordt de term gebruikt voor elk procédé waarbij een afbeelding wordt gevormd op porselein, aardewerk en soortgelijke materialen.
Een vezelachtige proteïne die de chemische basis vormt van opperhuidweefsel zoals haar, hoorn, wol, nagels of veren.
Verwijst naar de stijl van Attisch-Griekse vazen met rode figuren, gevonden in Kerch in de Oekraïne en in Noord-Afrika. De stijl kenmerkt zich door de toepassing van nieuwe technieken, het gebruik van goud en andere kleuren en de afbeelding van lange figuren. De term werd voor het eerste gebruikt in de 19de eeuw, maar wordt haast niet gebruikt door moderne wetenschappers omdat deze van mening zijn dat de gemeenschappelijke kenmerken van de verschillende schilders niet sterk genoeg zijn om van een afzonderlijke stijl te spreken.
Stokken of staven van hout voor het tellen of meten van een schuld of betaling. De schuldenaar en schuldeiser behielden ieder een helft van de stok, die in de lengte werd doorgezaagd, dwars door de kerven heen, zodat deze als rechtsgeldig schuldbewijs kon dienen.
Een term die verwijst naar de wettelijke scheiding tussen alle religieuze principes en de overheid van de Verenigde Staten, zoals vastgesteld in het eerste amendement van de grondwet van de Verenigde Staten: 'Het Congres mag geen wetten opstellen met betrekking tot het creëren van een godsdienst en mag de vrijheid van godsdienst niet belemmeren.'
Verwijst naar het grootste kerkgenootschap en belangrijkste lichaam van de mormoonse godsdienst, dat aan het eind van de 20ste eeuw meer dan 9,7 miljoen leden telde. Het hoofdkwartier bevindt zich in Salt Lake City (Utah) in de Verenigde Staten. Een belangrijk leider van dit kerkgenootschap was Brigham Young (1801-1877), die in 1847 de tocht naar Utah leidde, waar Salt Lake City werd gesticht.
Stoelen die met behulp van scharnieren aan het eind van een kerkbank bevestigd zijn om, indien noodzakelijk, mensen plaats te verschaffen in het gangpad.
Colleges van benoemde of gekozen leken die tijdelijk de leiding hebben over gemeenten van de anglicaanse kerk in Groot-Brittannië, de Verenigde Staten of Canada. Gebruik 'kerkfabrieken' voor dergelijke colleges in de katholieke kerken in Franstalige gebieden.
Onderaardse ruimtes of constructies met cellen of andere kamers met zeer stevige muren waarin mensen kunnen worden opgesloten.
Raden van benoemde of gekozen leken die tijdelijk de leiding hebben over katholieke parochies in Franstalige landen en gebieden als Frankrijk en de Canadese provincie Québec. Gebruik voor dergelijke rade in de anglicaanse kerk van Groot-Brittannië, Canada en de Verenigde Staten de term 'kerkenraden'.
Bestudering van de geschiedenis van de christelijke kerk, haar secten en verschillende kerkgemeenschappen.
Zij die de geschiedenis bestuderen van christelijke kerken en hun sekten en vertakkingen.
Omheinde terreinen die aan kerken behoren en die worden gebruikt als begraafplaatsen.
Zuilvormig grafmonumentje bekroond door een lantaarn die op begraafplaatsen staan; veel voorkomend in Frankrijk in de Middeleeuwen.
Overdekte poorten bij de ingang van kerken of begraafplaatsen waar een doodskist geplaatst kan worden.
Lijsten met data en locaties van begrafenissen binnen een kerkgemeente, klosoter of ander instituut.
Turkse tapijten met een motief dat bestaat uit een graf en bomen.
In de episcopale of anglicaanse kerken zijn dit gekozen functionarissen die de niet-kerkelijke zaken van parochie- of districtskerken regelen, met name zaken die te maken hebben met het gebouw en andere eigendommen. Voorheen fungeerden ze als de enige vertegenwoordigers van de leken van iedere parochie in kerkelijke zaken.
Te gebruiken voor reizende of seizoensgebonden amusementsgezelschappen met attracties, kansspelen, ritjes in een reuzenrad en soortgelijk vermaak. Gebruik 'carnaval' voor de feestelijke periode van bals, maskerades, optochten en een algehele pretmakerij vóór de periode van vasten.
Recreatieconstructies met voertuigen of andere toestellen waar mensen in of op kunnen rijden voor hun plezier, tegen een vastgestelde prijs en voor een bepaalde tijd.
Kleine Duitse porseleinen ornamenten uit de 19e of begin 20e eeuw, in de vorm van figuurtjes of klein doosjes, die delicate voorstellingen dragen en in grote hoeveelheden werden geproduceerd voor verkoop op kermissen, bazaars, souvenirwinkeltjes en dergelijke.
Natuurkundigen die zijn gespecialiseerd op het gebied van de kernfysica, de tak van de natuurkunde die zich bezighoudt met de structuur van atoomkernen en hun onderlinge wisselwerkingen, de deeltjes waaruit ze zijn opgebouwd en het hele spectrum van elementaire deeltjes dat wordt geleverd door zeer grote deeltjesversnellers, vooral met betrekking tot de productie van kernenergie.
De selectieve absorptie van elektromagnetische straling door een atoomkern als er een sterk, statisch magnetisch veld aanwezig is.
Personen die kernen van zand voor metalen gietsels maken, kernen van klei voor ijzeren pijpen of metalen kernen voor dakpannen.
Verwijst naar de stijl van de werken die werden vervaardigd in de Keros-Syroscultuur in de Cycladische archipel tussen 2800 en 2200 v. Chr. Deze periode komt grofweg overeen met de vroeg-Cycladische periode. Hoewel marmeren vazen en beelden, aardewerk en metalen voorwerpen tot de kunstwerken behoren, is vooral de ontwikkeling van nieuwe vormen van belang. Deze vormen bestaan bijvoorbeeld uit het koekenpantype en de geschilderde verfraaiingen op het aardewerk. Voorts zijn verschillende marmeren beeldjes van belang, waaronder het soort met gekruiste armen, voorstellingen van muzikanten en zittende figuren.
Verwijst naar versierde bomen, meestal een groenblijvende den, balsemspar of spar, versierd met kaarsen, lampjes en versieringen in het kader van de kerstviering. Het gebruik is geworteld in de groenblijvende bomen, kransen en festoenen als symbool van het eeuwigdurende leven, zoals gebruikelijk was bij de oude Egyptenaren, Chinezen en Hebreeërs. Het aanbidden van bomen was bovendien normaal bij de heidense Europeanen. De Scandinavische en Duitse gebruiken rond groenblijvende takken en bomen tijdens midwinterse feestdagen bleven bestaan na hun bekering tot het christendom. De moderne kerstboom ontstond in Duitsland, als onderdeel van een populair middeleeuws toneelstuk over Adam en Eva, waarin de 'paradijsboom' een spar was waarin appels waren opgehangen als uitbeelding van de Hof van Eden. De Duitsers zetten op 24 december, de feestdag van Adam en Eva, een paradijsboom op. Het gebruik werd populair in het Victoriaanse Engeland. De symboliek werd uitgebreid met versieringen die directer verwezen naar de geboorte van Christus. De traditie vond navolging in veel Westerse landen. Tegenwoordig heeft de traditie in veel gevallen de oorspronkelijke religieuze betekenis verloren.
Verwijst naar een uitbeelding van de gebeurtenissen rond de geboorte van Christus. Een kerststal is meestal driedimensionaal en bevat het kindje Jezus in de kribbe, de maagd Maria en Sint Jozef, schapen, de os en de ezel en andere aanwezigen, zoals herders, de Wijzen en engelen. De Engelse term 'crèche' is afgeleid van de kribbe waarin de maagd Maria, volgens enkele vertalingen van het Evangelie van Lucas, de pasgeboren Jezus legde. Volgens de legende werd de kerststal populair gemaakt door Sint Franciscus van Assisi, die in 1223 in het Italiaanse Greccio de nachtmis opdroeg in een stal waarin mensen en dieren de geboorte van Jezus naspeelden.
Beschrijft werken die zijn vervaardigd door het gelijknamige Afrikaanse volk, dat in de Democratische Republiek Congo leeft. De Noordelijke Kete verschillen in geografisch en cultureel opzicht van de Zuidelijke Kete.
Metalen vaten om vloeistoffen in te koken, inhoud tussen 1 en 50 liter, wijde opening, beugelhandvat, soms een deksel, soms op pootjes.
Standaarden waar theeketels of waterketels op kunnen staan. Gebruik ' theeketels met houders' voor theeketels met bijpassende ketelhouder.
Lampen met een tonvormige houder die aan twee draaipennen hangt. Dit soort wordt toegeschreven aan de Duitsers in Pennsylvania.
Draden in de lengterichting van een weefsel die worden uitgelegd op het weefgetouw voordat men begint te weven, in het bijzonder het geheel van zulke draden. Gebruik 'kettingdraden' voor de afzonderlijke draden in de ketting.
Bogen die ontstaan bij ophanging van kettingen of touwen tussen twee vaste punten, die evenwel niet in dezelfde verticale lijn staan. Afgeleid van het Latijnse 'catena', dat 'ketting' betekent.
Te gebruiken voor gebonden stiksels, met de hand aangebracht op de boven- en onderkant van een boekblok om naast elkaar gelegen katernen met elkaar te verbinden.
Krachtdiagrammen die een draad laten zien die tussen twee punten hangt en waaraan gewichten zijn gehangen op verschillende plaatsen, waardoor de krachten worden uitgebeeld als een reeks aangrenzende driehoeken.
Rijen metselwerk met kopstenen die met regelmaat door metalen klemmen worden verbonden.
Oölitische kalksteen die wordt gewonnen in de omgeving van Ketton in het Engelse Leicestershire. Voornamelijk gebruikt als bouwsteen.
Traditionele joodse huwelijkscontracten die van oudsher in het Aramees zijn geschreven en door getuigen zijn ondertekend, waarin de huwelijkse plichten van man en vrouw uiteen worden gezet, zoals de verplichting van de man om na een eventuele scheiding een vastgestelde alimentatie te betalen en het recht van de vrouw op het bezit van haar man na diens overlijden.
Ruimten bestemd voor de bereiding van voedsel.
Dierlijk of plantaardig afval ontstaan als gevolg van het vervoeren, verwerken of bereiden van voedsel.
Verwijst naar een dressoir of buffet voor het bereiden van voedsel en het uitstallen van borden, fijn tafelgerei en eet- en drinkgerei. In Engeland was de keukenkast in gebruik sinds de Tudorperiode, waar hij zich ontwikkelde uit een zijtafel met een rij laden. Aan het einde van de 17de eeuw omvatte de keukenkast meestal ook een lage achterplank en smalle schappen of laden, welke soms dienden voor het uitstallen van waardevolle borden. Keukenkasten van dit type waren in de 19de eeuw zeer geliefd. Franse en Engelse keukenkasten waren rijker bewerkt, en bestonden vaak uit een wandkast (met of zonder deuren) met daaronder een pottenkast.
Diverse keukenapparaten die worden gebruikt voor het verpulveren of vermalen van graan, koffie, beenderen, gedroogde bonen en erwten of kruiden.
Huishoudelijke voorwerpen, meestal draagbaar, waar mensen op kunnen gaan staan om hun gewicht vast te stellen.
Een kristallijnen verbinding, NaCl, die voorkomt als mineraal of als bestanddeel van zeezout, en die wordt gebruikt om voedsel op smaak te brengen en te conserveren. Gebruik 'zout' voor elke substantie die het resultaat is van de samenvoeging van negatieve ionen uit zuren en gewoonlijk metaalionen.
Scheikundigen die de waarde van en de hoeveelheid metalen in ertsen en legeringen analyseren.
Gebieden onder het bestuur van een keurvorst, vooral binnen het Heilige Roomse Rijk.
Te gebruiken voor vrije mensen die zichzelf onderhouden door de grond te bebouwen, als kleine landbezitter of als knecht. Gebruik 'boerenstand' voor de sociale klasse die deze mensen vormen. Gebruik 'lijfeigenen' voor personen die in het leenstelsel, diensten verschuldigd zijn aan een edelman en vaak zijn verbonden aan diens land.
Orde van meer dan 350.000 bekende soorten insecten. De voorvleugels zijn veranderd in harde schilden (vleugelschilden of elytronen) die de rug bedekken en de achtervleugels of echte vleugels beschermen. De meeste soorten kunnen met die vleugels vliegen.
Zeer mollige poppen met een knotje boven op het hoofd, die gebaseerd waren op een figuur uit verhalen die als feuilleton werden uitgegeven in tijdschriften aan het eind van de 19e eeuw; ze werden vanaf rond 1912 vervaardigd in verschillende materialen, meestal celluloid, ongeglazuurd porselein of gips.
Engelse gitaren die zijn uitgerust met tokkel- of strijkautomaat, zodat dit niet met de vingers hoeft te gebeuren.
Te gebruiken om werken te beschrijven van de gelijknamige Afrikaanse etnische groep die leeft in het Botswaanse gedeelte van de Kalahariwoestijn.
Te gebruiken om werken te beschrijven van de gelijknamige Afrikaanse etnische groep die leeft in Botswana.
Kleine Tibetaanse kleedjes die het bovenste kleedje zijn op een stapel kleedjes om op te zitten.
Textiel van katoen of wol, of een combinatie daarvan, vaak met keperweefsel, gekenmerkt door een dofbruine kleur; verwees oorspronkelijk naar textiel dat in de jaren 80 van de 19de eeuw werd gebruikt voor Britse velduniformen.
Luitachtige, tokkelinstrumenten met vijf snaren, van de Wolof in Senegal en Gambia. Ze hebben een smalle, bootvormige klankkast en een cilindrische hals zonder fretten.
Ornamenten die de borst van een kameel bedekken tijdens Turkmeense bruiloftsrituelen.
Oost-Tibetaanse schilderstijl waarin de stijl van het Chinese landschap op de achtergrond is aangepast.
Motief afkomstig uit het Midden-Oosten en Noord-Afrika in de vorm van een gestileerde handafdruk met een oog in het midden. De khamsa wordt doorgaans in verband gebracht met goede gezondheid en het afweren van het kwaad. De 'hand' is meestal symmetrisch, met twee kleine 'duimen' aan iedere zijde, in plaats van een pink aan de ene kant. Het motief wordt tegenwoordig vooral aangetroffen in joodse en islamitische sieraden en als deurdecoratie, maar is ouder dan de islam of zelfs het jodendom. Het motief heeft zich mogelijk ontwikkeld uit het symbool voor de vagina, als verwijzing naar de Punische godin Tanit, waarna het is beïnvloed door het palmettenmotief en is gecombineerd met het Oudegyptische motief van het Oog van Horus.
Verwijst naar archeologische sites in het hedendaagse Sudan welke dateren uit 8000-4900 v. Chr.
Verwijst naar archeologische sites in het hedendaagse Sudan welke dateren uit 4900-3000 v. Chr., en waarbij een Vroege Periode (4900-3800 v. Chr.) en Late Periode (3800-3000 v. Chr.) worden onderscheiden.
Beschrijft werken die zijn vervaardigd door het gelijknamige Afrikaanse volk, dat in Gambia, Senegal en het westen van Mali leeft.
Genus van 7 soorten grote tropische bomen, waarvan sommige bladverliezend en andere groenblijvend zijn. De bladeren oogst men om aan het vee te voeren. De schors en andere delen gebruikt men voor medicinale doeleinden. De opzwelbare gom wordt op een groot aantal manieren gebruikt. Het hout lijkt op echt mahoniehout van bomen uit het genus Swietenia. Men gebruikt het voor meubels, het uithakken van kano's en diverse andere doelen.
Grote groenblijvende boom die op verschillende locaties in Afrika voorkomt. De boom is ingevoerd op Puerto Rico en op andere plaatsen. Geen echte mahonieboom.
Verwijst naar registratiesystemen die werden gebruikt in het Incarijk en oudere culturen in het Andesgebied. De term 'khipu' is een orthografische weergave van het Quechua-woord voor knoop. Een khipu bestaat meestal uit koorden of draden van gekleurd katoen (of alpaca) met numerieke waarden die mogelijk met knopen zijn gecodeerd volgens het tientallig (decimaal) systeem. Khipu's bestaan uit een hoofdkoord waaraan een wisselend aantal hangende touwtjes is bevestigd; het aantal touwtjes kan uiteenlopen van twee tot bijna 1500 snoeren. Aan deze touwtjes kunnen op hun beurt ook weer kleinere touwtjes zijn bevestigd. De meeste khipu's bevatten drie soorten knopen. Het geheim van de khipu is nog niet ontcijferd en er zijn tal van theorieën over de hoeveelheid informatie die ze zouden bevatten. Volgens recente theorieën werden ze gebruikt om eenheden van arbeidsbijdragen bij te houden, met een verwijzing naar het geografische gebied dat de arbeid leverde. Andere onderzoekers zijn van mening dat khipu's niet als schriftvorm waren bedoeld, maar als een systeem van geheugensteuntjes voor Inca-administrateurs, of als een combinatie van deze twee, voor het bijhouden van een administratie. Khipu's werden niet alleen door hoge ambtenaren in de hoofdstad Cuzco gemaakt en bijgehouden, maar ook door regionale hoofden en dorpsoudsten. Na de verovering van het Incarijk begin 16de eeuw door de Spaanse conquistadores werd het gebruik van de khipu verboden en werden de meeste vernietigd. Er zijn nog slechts circa 600 Inca-khipu's bewaard gebleven. In de hooglanden van Peru wordt het gebruik van de khipu nog voortgezet, zij het in een vrij primitieve vorm.
Verwijst naar de cultuur en de periode die floreerde van de 7de tot het midden van de 15de eeuw in de regio die tegenwoordig bekend is als Cambodja en die later migreerde naar andere regio's in Zuidoost-Azië. De stijl van deze periode is complex, ontwikkelde zich in verschillende subfasen en wordt bepaald door animistische geloven, het Theravada-boeddhisme en het Indiase hindoeïsme. Artistieke productie in deze periode is divers en weerspiegelt Indiase en andere regionale invloeden in beeldhouwkunst, architectuur en de decoratieve kunsten. In architectuur wordt deze periode gekenmerkt door hindoeïstische en Mahayana-boeddhistische tempels in constructies van lateriet, zandsteen of baksteen.
Verwijst naar het volk en de cultuur in zuidelijk Afrika die de eerste Europese ontdekkingsreizigers aantroffen in gebieden in het achterland. De Khoikhoi leven nu in Europese nederzettingen of in officiële reservaten in Zuid-Afrika of Namibië. De meeste Khoikhoi zijn Nama of Oorlams. Deze laatste naam wijst op verwantschap met de 'Kaapse Hottentotten'. Daarnaast zijn veel Khoikhoi van gemengde afkomst. De grootste Nama-groepen zijn de Bondelswarts, Rooinasie, Swartboois en Topnaars; de grootste Oorlams-groepen zijn de Witbooi, Amraal, Berseba en Bethanie. Er zijn geen grote lichamelijke verschillen tussen de Khoikhoi en de San; de enige duidelijke verschillen zijn het iets grotere postuur en het onmiskenbaar langere en smallere hoofd van de Khoikhoi.
Schilderschool die midden 16de eeuw een bloeitijd kende in het oosten van Tibet; de school is gesticht door Jamyang Khyentse Wangchuk (geboren in 1524). Kenmerken van deze school zijn grote aandacht voor het detail, blijvende Chinese invloeden en een nieuwe wijze van behandeling van de achtergrond.
Vrijstaande beelden die godheden representeren, meestal uit hout gesneden, en die men vindt in Polynesië, met name op de Hawaïaanse eilanden. Vaak gebruikt men het woord ���tiki' algemeen voor dit soort beelden, maar technisch is dat onjuist. Gebruik ���tiki' voor de kopieën van oorspronkelijk Polynesische beelden die na de Tweede Wereldoorlog in Noord-Amerika populair werden.
Drinkvaten van uiteenlopende vorm, maar meestal met een Hebreeuwse inscriptie, gebruikt voor het drinken van wijn bij joodse godsdienstceremonies, bij speciale gelegenheden zoals huwelijken, of bij de zegening voor het avondmaal voorafgaand aan de sabbat of een religieuze feestdag.
Om een spil draaiende platen, midscheeps gemonteerd in een behuizing of tussendekse koker, die worden opgeheven of neergelaten door de bodem van een vaartuig om dit stabiliteit te verlenen. Gebruik 'steekzwaarden' voor soortgelijke, niet om een spil draaiende, verwijderbare platen.
Te gebruiken voor eiwit binnen de context van fotografische materialen en processen.
Goederenwagons met laadbakken die kunnen worden gekiept voor het lossen van ladingen.
Een steenfragment, meestal rond afgesleten, dat groter is dan een korrel en kleiner dan een kei. Een kiezelsteen heeft een diameter tussen 4 en 66 mm en is dus groter dan een erwt en kleiner dan een tennisbal.
Te gebruiken voor personen die exposities, losse kunst- of architectonische werken, televisieprogramma's of bioscoopfilms bekijken. Gebruik 'toeschouwers' voor personen die bij evenementen aanwezig zijn en deze bekijken . Gebruik 'publieksgroepen' voor groepen toeschouwers of kijkers.
Franse benaming uit de 18e eeuw voor stoelen met een lage zitting en een opgevuld bovenstuk aan de achterkant waarop een zittend persoon de ellebogen kan neerleggen als er schrijlings op de stoel wordt gezeten. Dit type werd voor het eerst gemaakt in Frankrijk rond 1740, en later ook in Engeland.
Helmen met een lage helmkap, die aan de bovenkant naar boven en naar voren krullen en een platte punt vormen die langs het gezichtsveld loopt, waardoor er een smalle ruimte wordt gecreëerd tussen de helmkap en het kinstuk die als oogspleet fungeert. Ze werden vanaf het eind van de 14e eeuw tot in de 16e eeuw gebruikt bij steekspelen.
Japanse boekbanden waarin draad wordt gestikt door vier gaten die op gelijke afstanden van elkaar zijn aangebracht in de verbindingen tussen de rug en de voor- en achterkant van het boek, waardoor een ruitvormig patroon ontstaat als dat van een schildpadschild.
Orde van amfibieën die wordt gekenmerkt door larven zonder echte tanden en uitwendige kieuwen, volwassen dieren zonder staart en met lange achterpoten, speciaal aangepast voor het springen, en een schedel met één frontopariëtaal deel en geen traanbeen. Leefde reeds in de vroege Jura en omvat twee uitgestorven en 28 of meer nog levende families met circa 5400 soorten.
Te gebruiken om werken te beschrijven van de gelijknamige Afrikaanse etnische groep die leeft in Angola.
Te gebruiken om werken te beschrijven van de gelijknamige Afrikaanse etnische groep die leeft in het noorden van Bénin.
Vorken met lange handvatten die worden gebruikt voor het plaatsen van glas in een oven.
Beschrijft de diverse kunstvormen die worden vervaardigd door de Aboriginal-gemeenschap van de Kimberleys, die bekend staan om hun rotskunst en ceremoniële dansen.
Te gebruiken om werken te beschrijven van de gelijknamige Afrikaanse etnische groep die leeft in Tanzania.
Ruimvallende kleding met wijde mouwen, om het middel vastgemaakt met een obi of brede sjerp en traditioneel gedragen door Japanse mannen en vrouwen. Ook op dit kledingstuk geïnspireerde ochtendjassen in de westerse kleding.
Gebogen schaaf om de rand van een kuip of vat aan de buitenkant te egaliseren.
Mensen die zich in de eerste ontwikkelingsfase van het leven bevinden.
Voorwerpen die een combinatie zijn van een dierenlantaarn, nachtlampje, verwarmer voor eten, melk of scheerwater, kaarshouder (in het handvat) en tondeldoos. Ze zijn meestal van vertind plaatijzer gemaakt en gepatenteerd door William Howe uit Boston in 1812. De term wordt ook gebruikt voor eerdere Europese exemplaren die geheel of gedeeltelijk uit aardewerk bestaan.
Maskerades uitgevoerd door Afrikaanse jongens, als onderdeel van een initiatierite of ter verstrooiing; worden soms beschouwd als oefening voor volwassen maskerades.
De eerste fase in de ontwikkeling van een levend wezen.
Verwijst in brede zin naar kunstwerken in uiteenlopende stijlen die een vorm van beweging bevatten, zoals machines, mobiles en bewegende objecten. Ontstaan tussen 1913 en 1920 met de werken van Marcel Duchamp, Naum Gabo en Vladamir Tatlin. De stijl beleefde een hoogtepunt in de jaren 60 van de 20ste eeuw.
Benaming die meestal betrekking heeft op bedden die tussen de 190 en 195 cm breed en tussen de 200 en 210 cm lang zijn.
Te gebruiken om werken te beschrijven van de gelijknamige Afrikaanse etnische groep die leeft in Tanzania.
Schepen voor de kreeftvisserij, ontworpen in Kingston, aan Massachusetts Bay, in de Verenigde Staten, met twee masten en sprietzeilen, half verdekt en met een vierkant achtersteven; na ca. 1800 werden ze iets aangepast voor het wedstrijdzeilen en pleziervaart.
Letterlijk 'goud gebrocheerd'. Dit opgeglazuurd geëmailleerde aardewerk - voornamelijk kommen - werd waarschijnlijk in de 16e eeuw in China geproduceerd, voornamelijk voor de export naar Japan. Sommige exemplaren zijn mogelijk in de 19e eeuw in Japan vervaardigd. Ze werden ook in het westen zeer populair. De overheersende kleur was meestal rood of wit, met kleinere hoeveelheden rood, geel en groen. Ze werden versierd met goud, meestal met sierlijke bloemen.
Te gebruiken voor motorvrachtwagens die open zijn van boven en die een laadbak hebben die schuin kan worden gezet om de inhoud, meestal losse materialen, te lossen door een open achterklep.
Een licht gegalvaniseerd hekwerk, meestal met zeshoekige mazen.
Handelsnaam voor kleine, min of meer archaische tapijtjes uit het westen van Anatolië met vaak een lichte ondergrond en een kenmerkend patroon dat uit gedetailleerde dubbelnissen bestaat.
Beschrijft werken die zijn vervaardigd door het gelijknamige Afrikaanse volk, dat in Angola leeft en een subgroep van de Mbundu vormt.
Verwijst naar een 18de-eeuwse Indiase schildersschool die is verbonden met de prinselijke staat Kishangarh in centraal Rajasthan. Net als andere Rajput-schilderstijlen is ook deze school enigszins schatplichtig aan contemporaine Mogol-schilderkunst. De school wordt gekenmerkt door zijn religieuze intensiteit en individualistische gelaatsuitdrukking die bestaat uit puntige kinnen en neuzen, diep gekromde ogen en golvende haarlokken. Panoramische landschappen vormen vaak de achtergrond voor de geïllustreerde scène. Een belangrijke begunstiger gedurende de vormende fase was Raja Savant Singh (regeerde 1748-57), die zelf een dichter en devoot lid was van de Vallabhacarya-sekte. Vooral de reeks schilderijen van Radha en Krishna zijn opmerkelijk. Er wordt gespeculeerd dat Savant Singh's minnares mogelijk model heeft gestaan voor het Kishangarh-gelaatstype. Nihal Chand is de meesterkunstenaar aan wie de verdienste wordt toegeschreven dat hij de romantische en religieuze aard van zijn begunstiger heeft omgezet in frisse, visuele beelden. De Kishangarh-school bleef haar activiteiten op een lager prestatieniveau voortzetten tot halverwege de 19de eeuw.
Grote kisten met scharnierende deksels die worden gebruikt om textiel, kleding en andere artikelen in op te bergen.
Labels die men aanbrengt op kisten, meestal van hout, waarin men producten vervoert, met daarop de naam van de kweker of de distributeur van het fruit, de groenten, de noten of de andere producten in de kisten. Gewoonlijk hebben de etiketten een kunstzinnig en grafisch ontwerp. Musea en verzamelaars beschouwen ze vaak als waardevolle objecten. De kunst van etiketten op kisten had haar bloeitijd tussen het eind van de negentiende en het midden van de twintigste eeuw.
Platen, doorgaans van metaal, die in het deksel van een doodskist worden geplaatst en die de naam van de overledene dragen, gewoonlijk met vermelding van geboorte- en overlijdensdatum.
Samengestelde muren waarbij in het metselwerk het schoonmetselwerk en het vuilwerk zodanig gebonden zijn dat ze bij belasting gezamenlijk een reactie uitoefenen.
Verwijst naar een portret van een bepaalde omvang, meestal geschilderd, een afdruk of een ander tweedimensionaal medium. Het is meestal ongeveer 90 x 70 centimeter groot en heeft een opvallende compositie: niet helemaal tot aan de knieën, maar wel met een of beide handen. De Engelse term is afgeleid van de serie portretten die Godfrey Kneller rond 1700-1720 maakte voor de eetzaal van de literaire club Kit-Cat in Londen, waar het plafond te laag was voor portretten tot aan de knieën. Daarom koos Kneller voor dit ongebruikelijke formaat.
Keukenkasten waarin voedsel wordt bewaard, met ventilatieopeningen aan de voorkant die meestal uit geperforeerd tin en soms metaalgaas of stof bestaat.
Kleine ruimten of gedeelten van grotere ruimten met de meest essentiële keukenuitrusting.
Dooslieren uit het oude Griekenland, met een vierkante, platte houten klankbodem, twee dikke, uitgeholde armen die bovenaan met een dwarsbalk zijn verbonden en met een wisselend aantal darmsnaren van gelijke lengte.
Te gebruiken voor tweemasters met gaffeltuig, waarvan de kleinste mast, de bezaansmast, voor het roer is geplaatst; worden sinds halverwege de 19e eeuw gebruikt. Gebruik 'kitsen (vierkant getuigde vaartuigen)' voor soortgelijke vaartuigen die van de late 17e tot de vroege 19e eeuw werden gebruikt en vierkant zijn getuigd. Gebruik 'yawls (zeilvaartuigen) voor soortgelijke vaartuigen met gaffeltuig, waarvan de bezaansmast achter het roer is geplaatst.
Te gebruiken voor aan beide masten vierkant getuigde tweemasters waarvan de grote mast langer is dan de bezaansmast en daarvoor staat, die tussen het einde van de 17e en het begin van de 19e eeuw werden gebruikt. Gebruik 'kitsen (vaartuigen met gaffeltuig)' voor soortgelijke tweemasters die echter gaffelzeilen voeren en vanaf halverwege de 19e eeuw worden gebruikt.
Benaming voor artistieke of literaire werken die worden geproduceerd om de algemeen heersende smaak aan te spreken en voornamelijk worden gekenmerkt door sentimentaliteit, sensatiezucht of gladheid.
Bevestigingsmiddelen uit twee of meer delen, meestal van metaal, bestaande uit afzonderlijke in elkaar grijpende haken en bevestigingselementen die twee of meer objecten of complementaire delen van hetzelfde object samen te houden. De sluithaak wordt ook bij boekbanden gebruikt en wordt ook wel ´klamp' genoemd.
Te gebruiken voor alle bakstenen die handmatig en met behulp van een steenklamp worden gemaakt. Een steenklamp is een houten plaat waarop een frame is geplaatst om de klei te vormen. De Engelse term ‘stock brick’ wordt ook gebruikt voor de meest gebruikte bakstenen van een streek.
Schoorelementen of schoorsystemen die, geplaatst tussen horizontale en verticale constructie-elementen, deze verstevigen, ze op hun plaats houden en helpen de belasting te verdelen.
Constructies die achter of boven preekstoelen, spreekgestoeltes of podia zijn geplaatst om het geluid in de richting van het publiek te weerkaatsen.
Resonatoren in snaarinstrumenten met een toetsenbord, die bestaan uit dunne platen hout of ander materiaal waarover de snaren zijn gespannen.
Te gebruiken voor diverse speelgoedpistolen die gebruik maken van klappertjes om het geluid van echte pistolen na te bootsen.
Algemeen te gebruiken voor alle rietinstrumenten met een enkel riet en doorgaans een cilindrische boring. Specifiek te gebruiken voor die rietinstrumenten met een enkel riet die als solo- en orkestinstrumenten worden gebruikt in westerse klassieke, jazz-, volks- en fanfaremuziek.
Laat 18e eeuwse Europese klarinetten met een ronde of peervormige klankbeker en een smalle opening, soms met een kromme metalen klankbuis waarop het mondstuk is bevestigd; ze kunnen gebogen, hoekig of recht van vorm zijn.
Verwijst naar de oude Griekse stijl en periode die begint circa 480 v. Chr., toen de Griekse stadstaten de Perzische indringers versloegen, en eindigt met de dood van Alexander de Grote in 323 v. Chr. De periode kenmerkt zich door de wederopbouw van de steden na de Perzische oorlogen en de bloei van filosofie, drama, architectuur, beeldhouwkunst, schilderkunst en andere kunsten. In de beeldende kunst is de stijl bekend om de beheersing van de menselijke vorm en de verfijning van bouwkundige ontwerpen.
Variabele paarse of roodachtige kleuren die lijken op de kleding die is geverfd met de verfstof klassiek purper, die wordt verkregen uit zeeweekdieren van het genus Murex.
Gebied binnen de archeologie waarin men zich bezighoudt met de cultuur en artefacten van de oude Griekse en Romeinse beschavingen.
Studiegebied dat de oude Griekse en Romeinse beschaving beslaat, met inbegrip van de geschiedenis, filosofie, taal, literatuur en tot op zekere hoogte kunst en archeologie.
Over het algemeen te gebruiken voor iets dat tot de Griekse of Romeinse Oudheid behoort of daarop teruggrijpt. Met name te gebruiken voor die aspecten van klassieke kunst, vooral de uitbeelding van het menselijk lichaam in oude beeldhouwwerken en het gebruik van ornamenten in oude kunst wanneer die in andere perioden model staan voor perfectie.
Hamers met een verhard slagvlak aan de ene kant van de kop om spijkers in te hameren, en een gebogen, gevorkt uitsteeksel aan de andere kant om spijkers uit te trekken.
Ordeningen van wegen die een gemakkelijke verkeersdoorstroming regelen bij elkaar kruisende verkeerswegen, waarbij het bovenaanzicht op een klavertjevier lijkt.
Borstels die worden gebruikt voor het verwijderen van losse haren en vuil of voor het afstoffen van een kostuum.
Zwaar geweven textiel voor allerlei gebruiksdoeleinden, grotendeels nog in de vorm waarin ze het weefgetouw hebben verlaten. In westerse gemeenschappen worden ze meestal als vloerbedekking gebruikt.
Bedekkingen, vaak van stof, als decoratie of ter bescherming tegen hitte of krassen op meubilair gelegd.
Haken met een enkel uitsteeksel, om aan de zijwanden van kasten en kleerkasten te gebruiken.
Een mengsel van stro, grind en ongebakken klei, voornamelijk gebruikt voor de bouw van kleimuren.
Zandsteen die bestaat uit kleimineralen, in het bijzonder sedimentaire mineralen zoals mergel en schalie. Erop ademen geeft een merkwaardige aardse geur.
Mensen die zijn opgeleid in het vak van kleianimatie of dit vak beoefenen. Bij kleianimatie wordt gebruik gemaakt van gemodelleerde kleifiguren die telkens in een iets andere stand worden geplaatst. Elke stand wordt op een aantal filmbeeldjes vastgelegd, waarna de figuren opnieuw iets worden verplaatst, gefilmd, enzovoort. Wanneer de film met normale snelheid wordt geprojecteerd, lijken de figuren te bewegen en lijkt hun gezichtsuitdrukking te veranderen.
Te gebruiken voor schijfachtige, schotelvormige doelwitten van ongeveer 11 cm in diameter en 1,5 cm dik, die de lucht in worden geslingerd door een kleiduivenmachine bij sporten als kleiduivenschieten; ze werden voor het eerst ontwikkeld rond 1860 en gemaakt van gebakken klei, tegenwoordig meestal een mengsel van rivierslib en pijnhars.
Chinees schrift dat werd ontwikkeld nadat de eerste keizer van Qin in 221 v.Chr. China had verenigd en hij de suggestie van Li Si overnam om het schrift te standaardiseren. Het gestandaardiseerde schrift wordt het kleine zegelschrift genoemd om het te onderscheiden van de grote zegelschriften vóór het Qin-tijdperk. Het gestandaardiseerde kleine zegelschrift heeft ronde, sobere en uitgebalanceerde halen en structuren.
Grote Europese linde die 20 tot 40 meter hoog kan worden en een stam kan hebben van 1 tot 2 meter dik. Men plant ze op grote schaal in rijen langs straten. Een bekend voorbeeld is Unter den Linden in Berlijn.
Het onderscheid tussen dorp, gemeente en stad is betrekkelijk en varieert naar gelang de individuele, regionale context. Kleine steden zijn meestal compacte nederzettingen, die groter zijn dan een dorp, maar minder belangrijk en complex dan de grote steden in de regio.
Wordt alleen in het Verenigd Koninkrijk gebruikt voor de vizieren op petten en andere vormen van militaire hoofddeksels, behalve gepantserde helmen.
Een oud Chinees kalligrafisch schrift dat ontstond tijdens de Han-dynastie (206 v.Chr. tot 200 n.Chr.) en op grote schaal werd ingevoerd voor officiële en onderwijsdoeleinden. Het kwam voort uit het zegelschrift (zhuanshu), ontstaan in het penseelgeschriften van de latere Zhou- en Qin-dynastieën. Het verscheen voor het eerst tijdens de Qin-dynastie (221-226 v.Chr.) en kwam tot wasdom tijdens de Oostelijke Han-dynastie (late 3de eeuw v.Chr.). Hoewel enigszins vierkant en hoekig, met sterke nadruk op de horizontale halen, is het lishu is een echt kalligrafische schriftsoort, waarbij volledig gebruik wordt gemaakt van de buigzame penseel om de dikte van de lijn te moduleren. Er zijn veel voorbeelden uit de Han-periode overgeleverd, die met een penseel op bamboestroken zijn geschreven of in steen zijn gegraveerd. De karakters waren ongeveer van gelijke grootte en werden met gelijke tussenruimtes in een compositie geplaatst, maar de constructie van de karakters en de afzonderlijke halen varieerde sterk. De voornaamste kenmerken van het klerkenschrift zijn de hoekige halen, die de geronde lijnen van het zegelschrift vervingen, en de vereenvoudigde karakterstructuren, die ingingen tegen de zes beginselen van Chinese karakters. Het klerkenschrift heeft het fundament gelegd voor de ontwikkeling van latere schriften, waaronder het standaard- of reguliere schrift, het lopende of semicursieve schrift en het cursieve schrift. Dit schrift zou zijn gemaakt door een gevangene, Cheng Miao, en de nieuwe schrijfstijl werd onder gevangenismedewerkers populair voor officiële documenten en transcripties. Aan het eind van de Han-dynastie ontwikkelde het lishu zich tot het soepeler en vloeiender geschreven kaishu.
De hiërarchie onder Kleur bevat descriptoren voor de namen van de kleuren, en voor kleur in de betekenis van eigenschappen die worden waargenomen door het oog, als reactie op de verschillende golflengten van het licht. Daarnaast zijn descriptoren opgenomen voor typen kleuren (bijvoorbeeld koele kleuren) en met kleur verwante verschijnselen (bijvoorbeeld kleurmenging). De descriptoren voor kleurnamen zijn afkomstig van de UCL (Universal Color Language), zoals opgenomen in Kenneth L. Kelly & Deane B. Judd, Color: Universal Language en de Dictionary of Color Names, (Washington, D.C.: U.S. Department of Commerce, National Bureau of Standards, 1976). Varianten op kleurnamen afkomstig uit andere bekende systemen voor kleurenrangschikking en methoden voor het benoemen van kleuren zijn eveneens opgenomen. Voorts zijn opgenomen de centroïde kleurengetallen, welke de gebruiker doorverwijzen naar de overeenkomstige kleurblokken op de kleurennaamkaarten in de Dictionary of Color Names van de Inter-Society Color Council (ISCC) en het National Bureau of Standards. Ook zijn Munsellnotaties opgenomen; een gebruiker die de kleur van een object uiterst nauwkeurig wil beschrijven, kan echter het beste het Munsell Book of Color raadplegen (Baltimore: Munsell Color Company, 1976) en de kleur vergelijken met de opgenomen monsters, om zo de specifieke notatie te kunnen bepalen. Kleurbenamingen die als bijna-synoniem maar niet als werkelijk synoniem worden beschouwd, zijn gekoppeld in de vorm van Associatieve relaties. Relaties met andere hiërarchieën: descriptoren voor inherente fysieke kenmerken die geen kleur zijn maar wel een relatie met kleur hebben (bijvoorbeeld onvergankelijkheid) zijn opgenomen in de hiërarchie Attributen en eigenschappen. Descriptoren voor fysieke verschijnselen die in kleur waarneembaar zijn (bijvoorbeeld abrash, kleurverloop) zijn opgenomen in de hiërarchie Omstandigheden en effecten. Descriptoren voor afzonderlijke en herhalende ontwerpelementen zoals tekens en symbolen, motieven, patronen en decoratiegebieden zijn opgenomen in de hiërarchie Ontwerpelementen (bijvoorbeeld kruisen, tudorrozen, fretten). Descriptoren voor materialen die gebruikt worden om fysieke zaken kleur te geven (bijvoorbeeld kleurstof, pigment) zijn opgenomen in de hiërarchie Materialen.
Kaarten met een sferische (driedimensionale) weergave van een kleurenrangschikking waarbij de segmenten de aangrenzende spectraaltinten van primaire, secundaire en tertiaire kleuren bevatten, alsmede kleuren die zijn vermengd met een toenemende hoeveelheid zwart en wit, om zo variaties te creëren in tint, kleurverzadiging en helderheid. Contrasterende kleuren bevinden zich meestal tegenover elkaar in de bol, en bewegen zich naar achromatisch zwart of wit op het oppervlak van de polen in het opengewerkte midden van de bol. Er zijn verschillende typen kleurenbollen, afhankelijk van het doel: vermenging van kleurpigmenten, kleurwaarneming of kleurenpsychologie.
elk drie-componenten combinatiesysteem met drie kleurvariabelen zoals kleurschakering, intensiteit en waarde, om de eigenschappen van kleuren af te beelden. Het "Munsell Color System" is zo'n voorbeeld.
Drukproeven met dezelfde drukelementen als de definitieve afdruk, maar mogelijk met verschillen als gevolg van kleurvariaties of toegevoegde of weggelaten elementen. Kleurproeven kunnen tijdens de proefdrukfase zijn vervaardigd.
In kleur uitgevoerde gravures gemaakt van kopse houtblokken; ze werden hoofdzakelijk vervaardigd voor reproductiedoeleinden, in de periode 1850 tot 1900.
Een set proefdrukken die elke kleur van een kleurendrukprocédé laten zien op een afzonderlijke afdruk. Gebruik 'beoordeelde testen' voor een set proefafdrukken die de opeenvolgende en aanvullende stappen van een kleurendrukprocédé laten zien na elke toegevoegde kleur.
Cirkeldiagrammen met wigvormige segmenten van aan elkaar grenzende spectraaltinten, bestaande uit primaire kleuren (bijvoorbeeld rood), secundaire kleuren (bijvoorbeeld oranje) en tertiaire kleuren (bijvoorbeeld roodoranje), waarbij complementaire kleuren (bijvoorbeeld oranje en blauw) tegenover elkaar zijn geplaatst. Er zijn kleurenschijven in verschillende typen, afhankelijk van hun functie: het illustreren van de vermenging van kleurpigmenten, kleurwaarneming of kleurenpsychologie.
Optische eigenschap waarbij op een oppervlak fijne kleuren worden geproduceerd door de interferentie van licht dat wordt weerkaatst vanaf de voor- en de achterkant van een dunne folie. Iriserende dingen laten heldere kleuren zien als in een regenboog en veranderen vaak van kleur naarmate hun positie verandert.
Druktechniek waarbij met een kussentje of een opgerold stuk vilt kleur wordt aangebracht op bepaalde delen van de plaat.
Filters die selectief licht absorberen van bepaalde golflengtes of kleuren. Te gebruiken om het licht aan te passen.
Negatieven die in monochroom de densiteiten van één kleurschakering per negatief vastleggen, gewoonlijk in setjes van drie negatieven. Elk wordt gebruikt voor het maken van een plaat of matrix voor het printen van één kleur, in register met de andere kleuren om een volledig gekleurde fotomechanische afdruk te maken.
Transparanten die in monochroom de densiteiten van één kleurschakering vastleggen, gewoonlijk in sets van drie films. Ze worden gebruikt voor het maken van een plaat of matrix om één kleur mee af te drukken, in register met de andere kleuren om een fotomechanische kleurenafdruk te maken.
Binnen de theorie van de beeldende kunst, effecten die ontstaan door het naast elkaar plaatsen van verschillende kleuren en tinten en tonen van dezelfde kleur, in plaats van de pigmentverven voor het aanbrengen te mengen. Zo verkregen de neo-impressionistische schilders secundaire kleuren met een nog grotere helderheid door het naast elkaar plaatsen van vlekjes in primaire kleuren die samen de secundaire kleur vormen.
Kleurendiagrammen die zo zijn gerangschikt dat ze een naamgevings- of classificatieschema van kleuren illustreren, een kleurentheorie visualiseren of het kleurenassortiment van een fabrikant in beeld brengen.
In Nederland onderwijsinstellingen voor leerlingen die nog niet leerplichtig zijn, meestal van vier tot zes jaar. In veel onderwijssystemen maakt de kleuterschool deel uit van het openbare-schoolprogramma, waar kinderen meestal halve dagen kunnen wennen aan de overgang van thuis naar volledige dagen op verplichte scholen. De kinderen worden elementaire vaardigheden bijgebracht door middel van creatief spel, sociale interactie en een eerste aanzet tot klassikaal onderwijs. In het verleden, en op sommige plaatsen nog steeds, werd er niet of nauwelijks klassikaal lesgegeven op kleuterscholen en fungeerde het meer als kinderdagverblijf.
De laatste baksteen, steen of tegel die, of het laatste blok dat is gelegd in een horizontale rij. Dit kan een volledige steen zijn of een steen die ter plaatse op maat wordt gehakt of gezaagd.
Huizen die zijn gebouwd op richels in de verticale wanden van plateaus, zoals bijvoorbeeld in het zuidwesten van Noord-Amerika of soortgelijke ontoegankelijke plaatsen.
Wordt gebruikt voor een verscheidenheid aan hulpstukken, meestal haken, inkepingen of getande zwaardklingen die zijn bedoeld om de kling van de tegenstander in een zwaardgevecht op te vangen of te beschadigen. Het meest worden ze gevonden op dolken, zwaarden en beukelaars. De term wordt ook soms gebruikt voor bepaalde 16e-eeuwse linkerhanddolken met aan een of beide kanten zaagtanden voor hetzelfde doel.
Een steen die in de lengte is gehalveerd; van normale dikte maar de helft van de normale breedte. Het wordt gebruikt om een metsellaag af te maken of om stenen van normale grootte te spatiëren.
Klassieke Griekse stoelen met een diepe bovenrand die vanuit de rugleuning in een gebogen lijn naar voren gaat, en sabelpoten. Ze zijn meestal onversierd en werden veel geïmiteerd tijdens diverse klassieke oplevingen, met name in de 19e eeuw.
Gestileerd motief van de klit, geslacht Arctium, dat wordt gebruikt in tapijtpatronen ter bescherming tegen ongeluk of voor het symboliseren van overvloed. Het is een ruitvormig motief, vaak met een kleinere ruit in het midden, waarvan het onderscheidende aspect is dat er kleine lijnen of gebogen lijnen lopen vanuit de buitenste ruit. Deze stellen kleine klitjes voor.
Verwijst naar de cultuur en aardewerkstijl van de ‘bekermensen’ uit het late neolithicum en de vroege Bronstijd, die leefden in het 4de millennium v. Chr. en zijn vernoemd naar de typische klokvormige bekers die met horizontale banden versierd waren met behulp van fijn getande stempels. De cultuur is waarschijnlijk oorspronkelijk afkomstig uit Spanje en heeft zich verspreid over Centraal- en West-Europa, daarbij de techniek van het werken met brons naar de Britse eilanden brengend. De cultuur wordt gekenmerkt door aardewerk, een voorkeur voor individuele graven, snelle expansie op zoek naar koper en goud, het ontstaan van talrijke wapens, waaronder bogen, koperen speerpunten, platte, getande dolken en opvallende gebogen, rechthoekige polsbeschermers.
Motief in de vorm van een gestileerd klokje van de familie Campanulaceae. Voorbeelden van het motief zijn te vinden in Noord-en Oost-Europese volkskunst en Japanse tegels. Gebruik 'kafjes (motief)' voor motieven op 18de-eeuws meubilair en andere voorwerpen die lijken op aaneengeregen kafjes of klokjesvormen die samen een festoen vormen.
Serie gestemde vaste klokken die binnen of buiten hangen en die bespeeld worden door er tegen te slaan. Ze zijn minder uitgebreid dan carillons, met een bereik dat beperkt is tot minder dan twee octaven. Zie 'bekkens' voor een enkele klok.
Te gebruiken voor het getimmerde houten raamwerk van een klok of klokken, zoals in klokkentorens of torenspitsen, ontworpen om het grootste deel van de trillingen te dempen die het gevolg zijn van de slingerbewegingen. Gebruik ook 'klokkenstoelen' voor kleine open constructies op daken waarin klokken worden bevestigd en beschermd.
Schoeisel dat gedeeltelijk of geheel van hout is gemaakt met een dikke zool die meestal van hout is maar soms ook van leer of kurk, ter bescherming van de voet, van kousen of sokken of van ander schoeisel. Gebruik `steltschoenen' vooroverschoenen die bestaan uit een zool die is geplaatst op ijzeren banden.
Een vorm van religieus leven die de perfectie van het individu benadrukt door toetreding tot een gewijde gemeenschap of, minder gangbaar, door een afgezonderd en ascetisch bestaan. Het kloosterleven komt voor in zowel het boeddhisme als het christendom, voornamelijk in de rooms-katholieke en orthodoxe kerken. Hoewel het begon als een christelijke lekenbeweging overheerste de geestelijkheid al snel en werden vrijwillige armoede en een aan aanbidding gewijd leven geïntroduceerd. De Regula Benedicti was de belangrijkste vroege kloosterregel en werd de norm van het westerse christelijke kloosterleven. De bedelorden, die het kloosterleven combineerden met missiewerk en prediking, ontstonden in de 13de eeuw. In sommige middeleeuwse kloostersystemen speelde wetenschap een belangrijke rol, hetgeen leidde tot belangrijke religieuze onderzoeken en manuscripten.
Wordt hoofdzakelijk gebruikt voor middeleeuwse tuinen, over het algemeen in kloosters. Vaak zijn dergelijke tuinen geometrisch aangelegd, bevatten ze bloembakken en bevinden ze zich in een ommuurde ruimte.
Civiele dolken, waarvan de stootplaat bestaat uit twee kogelvormige uitsteeksels, die één geheel met de greep vormen, en zo een fallussymbool zijn; voor het eerst vervaardigd in de 13e eeuw en tot de 17e eeuw algemeen voorkomend, vooral in Vlaanderen, Engeland en Schotland.
Pneumatisch aangedreven mechanismen die door middel van percussie rotsen doorboren.
Een van de twee belangrijkste soorten met de hand vervaardigde kant; 'naaldkant' is de tweede soort. Kloskant kenmerkt zich door de manier waarop de kant wordt gemaakt: door draden die op spoelen of klossen zijn gewonden, om elkaar heen te draaien en in elkaar te vlechten. Het werk wordt met spelden vastgehecht op een kussen, waarop meestal een patroon met voorgeprikte gaatjes is aangebracht. Door met beide handen de klossen om elkaar heen te slaan en van de ene kant naar de andere te werken, ontstaat een twist, passement of stof, tule genaamd. Gewichten van lood of been worden gebruikt. Kloskant is waarschijnlijk aan het begin van de 16de eeuw ontstaan in Vlaanderen. In die tijd werd kloskant vaak gebruikt voor fraises en halsboorden, en kenmerkt deze zich door rijen scherpe punten op een smalle band.
Kleerhangers die zijn gebogen zodat ze in de schouders van een kledingstuk passen en aan de bovenkant een haak hebben zodat ze kunnen worden opgehangen.
Branders die zuurstof en waterstof gebruiken. Worden voornamelijk gebruikt voor lassen.
Geïmproviseerde zak waarin reizigers kleren en andere bezittingen dragen, met name beddengoed.
De dekkersheugel bestaat uit een plat ca. 35-45 cm lang stuk ijzer met twee tot vijf diepe zijdelingse inkepingen, waarop een haakvormige stang van ca. 10 cm loodrecht gesmeed is. Een van de uiteinden eindigt in een punt, het ander steekt in een houten hecht of vormt een ring die als handvat dient.
Staafachtige knopen van hout of ander materiaal, bevestigd aan lussen van touw, leer of een kettinkje en ontworpen om door een andere lus te worden gehaald als sluiting of versiering.
De gewrichten, of de regio die het gewricht omringt, tussen het dijbeen en het onderbeen van een mens of een dier.
Bank-achtige meubels voor het gebruik door een persoon in gebed, bestaande uit een bidbank met een smalle opstaande voorkant met daarboven een lessenaar voor boeken of om de ellebogen te rusten en vaak een plankje daaronder om boeken te bergen. Voor soortgelijke meubels die in de vorm van een lage stoel, gebruik 'prie-dieu chairs'.
Kleine balletjes van verschillende materialen, bijvoorbeeld glas, klei, agaat of porselein, die worden gebruikt voor diverse spelletjes.
Grote zakmessen.
Instrumenten die aan de grendel van een deur worden bevestigd en die ervoor zorgen dat de grendel in het slot valt zodra de deur wordt dichtgedaan. Ze worden vaak gebruikt in gevangenissen.
Benaming die algemeen wordt toegepast op diverse mechanische apparaten die worden gebruikt voor snoeien en knippen.
Tassen met een onbuigzaam bovenframe en één of andere knipsluiting.
Delen van boomgroei waar de nerf op vervormde wijze is uitgegroeid, zoals in kleine knoesten van inactieve knoppen die rondvormige uitgroeisels op een boomstam of -tak of golvende en cirkelvormige patronen in timmerhout en fineer vormen.
Handbediende persen die worden gebruikt voor het persen van knoflook.
De verdikking van een ondergrondse stengel, wortel of wortelstok, waarin voedsel wordt opgeslagen, met knopjes waaruit nieuwe planten kunnen groeien.
Met betrekking tot planten te gebruiken voor kleine knollen of knolachtige gezwellen of uitgroeisels die al dan niet de functie van een echte knol vervullen.
Schijven, ballen of instrumenten met een andere vorm, met gaten of een oog waardoor ze worden genaaid of vastgemaakt aan een voorwerp en die gebruikt worden als sluitingen door ze door een knoopsgat, een lus of een boordsel te halen.
Laat-negentiende-eeuwse kostuums voor jongetjes, bestaande uit een overhemd en korte broek vervaardigd van bij elkaar passende of op elkaar afgestemde stoffen en met bretels. In de Eerste Wereldoorlog ontstond een afgeleide vorm, zonder bretels, waarbij overhemd en broek bij elkaar gehouden werden door knopen bij de taille.
Gaten, groeven of lussen, waar een knoop doorheen is gehaald en bevestigd.
Kleine uitstekende delen in de oksel van een blad. Ze bestaan uit kleine blaadjes die lijken op schillen en vormen het rudiment van een tak, een groep bladeren of bloesem. Heeft betrekking op alle groeistadia van een bloem of blad tot deze volledig geopend zijn.
Boren die worden gebruikt bij de productie van knopen, om de dunne plaatjes been in te krassen, glad te maken, of om er gaatjes in te boren.
De bovenste delen van knotsen, vaak afgerond, gesneden of geboetseerd in een bepaalde vorm, of met scherpe punten. Knotskoppen worden aan de stelen van knotsen bevestigd.
Verwijst naar de stijl van Kutani-porselein dat werd vervaardigd in de 17de eeuw en was beschilderd met kleurrijk email op een rode grondlaag met een patroon.
Japanse prenten van een standaardformaat, ongeveer 14 bij 11½ centimeter.
Ovale gouden munten van verschillende waarden die in Japan tussen de 16e en de 19e eeuw werden uitgegeven.
Een subtractief kleurveranderingsproces waarbij gebruik wordt gemaakt van een film met een integraal tripack van zwart-wit emulsies, waarbij elke laag gevoelig is gemaakt voor een andere primaire kleur. De film bevat geen verfstoffen; de kleurenontwikkelagens en kleurenkoppelaars worden bij de ontwikkeling toegevoegd, waarbij elke laag apart wordt geverfd en gebleekt door zorgvuldig gecontroleerde ontwikkeling door drie machines, met aparte droging tussen elke machine. Gebruik 'tweekleurenprocédés' voor het tweekleuren-Kodachrome procédé.
Handelsmerk van Eastman Kodak Company. Chromogeen procédé om subtractieve kleurennegatieven in een integraal tripack te produceren. Het procédé brengt integrale kleurmaskers voort, die de film zijn karakteristieke oranje kleur geven. Nadat het in 1941 voor het eerst in de handel is gebracht, is het verscheidene malen verbeterd. Alle hedendaagse kleurennegatievenprocédés zijn varianten van het Kodacolor procédé.
Leden van een ondersoort van de bruine beer, die inheems zijn op de Kodiakeilanden ten zuiden van het vasteland van Alaska en bekendstaan als de grootste levende vleesetende landdieren.
Apparaten waarin deeg wordt gestopt en door een plunjer door één van de verschillende verwisselbare platen wordt gedrukt om koekjes te vormen.
Houders om koekjes in te bewaren, met deksel, in allerlei vormen.
Kleuren die meestal worden geassocieerd met lucht of water, bijvoorbeeld groen, groenblauw en violet, die een koele indruk geven en doorgaans lijken terug te wijken. Het optische verschijnsel waarbij warme kleuren meer op de voorgrond lijken te treden dan koele kleuren, wordt van oudsher door Europese en oosterse schilders benut om een ruimtelijk effect en diepte te suggereren.
Houders voor ijs, soms met een deksel en/of handvatten.
Een methode voor de opslag van voedsel en andere bederfelijke waar, zoals filmrollen, op een lage temperatuur om achteruitgang te voorkomen.
Kasten of ruimten die op een lage temperatuur worden gehouden door middel van ijs of mechanisch apparatuur om de inhoud, voornamelijk voedsel en dranken, goed te houden.
Systemen waarbij een koelmiddel wordt samengeperst, gecondenseerd en uitgezet als middel om warmte te verwijderen uit een koudereservoir; de warmte wordt elders met een hogere temperatuur afgestoten.
Een rek waarin gebakken voedsel, zoals brood en cake, kan afkoelen.
Luchtkoelingssysteem waarbij koud water wordt gecirculeerd tussen mechanische waterkoelingseenheden en koelingsapparatuur op afstand.
Houders voor koud water en ijs voor het koelen van één of meer wijnflessen; in de vorm van een emmer of urn voor gebruik op tafel of aanrecht; of in de vorm van een grote ovale bak en soms gecombineerd met een wijnfontein.
Wordt gebruikt voor ronde graftomben van metselwerk, hoofdzakelijk gevonden in Myceens Griekenland, gebouwd met een koepel voorzien van draagstenen, die kunnen worden binnengegaan door een lange gang en zijn bedekt door een heuvel.
Wordt gebruikt voor kleine bouwwerken gebouwd op de nok ven een dak, vooral gebruikelijk in Amerikaanse architectuur. Wanneer deze bouwwerken bedoeld zijn als uitkijkpost wordt de benaming 'belvédères' gebruikt; voor koepels of bovenbouwen voorzien van ramen die bedoeld zijn om licht of lucht te geven aan de onderliggende ruimte wordt de benaming 'lantaarn (daktoevoegingen)'gebruikt; voor hemisferische daken wordt de benaming 'helmgewelf' gebruikt.
Beschermde lampen of lantaarns, vast of draagbaar, die in koetsen of rijtuigen werden gebruikt. Ze zijn meestal van koper en hebben vaak reflectoren alsook rode lenzen om als achterlicht dienst te doen.
Stalen staven met aan één kant een beitelpunt. Worden gebruikt als een hefboom om zware voorwerpen op te tillen of te verplaatsen.
Aromatische, donkerbruine drank gebrouwen van de geroosterde en gemalen of gestampte zaden van de bessen van bepaalde tropische bomen en planten van het genus Coffea.
Koffiepotten met een opzetfilter of een mousseline zakje dat aan een uitneembare rand in de pot hangt, soms voorzien van een komfoor.
Wordt gebruikt voor openbare gelegenheden waar koffie en andere dranken geserveerd worden en goedkoop eten; vaak de ontmoetingsplaatsen voor levendige politieke discussies; vooral populair in Europa vanaf de 17e tot de 19e eeuw.
Vaten met een tuit en gewoonlijk een deksel en een handvat, bedoeld om koffie of een andere drank te bereiden op een fornuis of boven een vuur. Men kookt de koffiebonen of gemalen koffie in water. Vaak wordt kokend water door een houder met gemalen koffie geleid. Koffieketels zijn meestal gemaakt van ijzer of geëmailleerd metaal.
Kleine lepels ter grootte van chocoladelepels die worden gebruikt voor het roeren van koffie die in espressokopjes wordt geserveerd. Vaak decoratief en in sets verkocht.
Hoge potten met deksel en tuit voor het bereiden en serveren van koffie, met een handvat en soms op voetjes.
Wordt gebruikt voor kleine, meestal goedkope restaurants met een beperkt menu van lichte maaltijden die aan tafel of aan de bar worden geserveerd.
Diverse apparaten waarin koffie wordt gegoten, gezet, gefilterd of warmgehouden.
Verwijst naar de periode en cultuur die in Japan vanaf circa 250 kan worden waargenomen. Kofun kenmerkt zich door een zeer georganiseerde, aristocratische samenleving, vooruitgang in wapenrusting en ijzeren wapentechnologie, de belangrijke rol van strijders te paard, en specifieke, grote, in de aarde ingegraven tumuli of grafheuvels in de vorm van een sleutelgat, die werden omgeven door grachten.
Te gebruiken om werken te beschrijven van de gelijknamige Afrikaanse etnische groep die leeft op het Jos-plateau in het noorden van Nigeria.
Klokken met daarbinnen in één of meer losse percussiekogeltjes.
Scharnieren die zijn uitgerust geoliede kogellagers tussen de scharniergewrichten om wrijving te verminderen.
Flexibele mechanische voegen die toestaan dat de as van een deel in een hoek wordt geplaatst met de ander op grond van het ontwerp van de twee onderdelen. De een heeft een vaste bolvormige huls om het balvormige uiteinde van de ander in te plaatsen.
Zeer brede 'bottom based' koopvaardijschepen uit de 13e tot 15e eeuw die overnaads waren gebouwd, met ronde voor- en achterstevens en voorzien van voor- en achterkastelen; werden af en toe gebruikt als oorlogsschepen.
Verwijst naar de periode die samenviel met de heerschappij van de Ko-familie in Korea, van 37 v. Chr. tot 668 n. Chr. Gedurende deze periode lieten koningen en edelen duizenden graftombes bouwen, van P'yong-yang tot Mantsjoerije, met daarin talloze grafobjecten en fresco's met afbeeldingen van alledaagse taferelen. In het laatste kwart van de 4de eeuw werd het sjamanisme verdrongen door het boeddhisme, en kwamen in metaal of aardewerk uitgevoerde afbeeldingen van Boeddha algemener voor.
Verwijst naar de vroege Angkor-stijl die werd ontwikkeld gedurende het tweede kwart van de tiende eeuw, na de opkomst van de Bakheng-stijl. In beeldhouwkunst weerspiegelt de stijl overeenkomsten met de Bakheng-stijl in de behandeling van gewaden, haarstijlen en juwelen, en in de overheersing van frontaliteit en lineaire abstractie van kenmerken. Beeldhouwkundige productie in deze stijl wordt, in tegenstelling tot andere vroege Angkor-stijlen, gekenmerkt door oorbellen en amuletten en figuren die worden afgebeeld in dynamische, actieve poses met uitgestrekte benen en armen. In decoratieve kunsten wordt deze stijl gekarakteriseerd door de weelderige bladmotieven die figuren van heiligen en bedienden omringen in het timpaan boven de lateien. Bewakersfiguren staan in de nissen van tempelingangen en stralen door hun houdingen en gelaatsuitdrukkingen een sfeer uit van rigide formaliteit.
Te gebruiken voor personen die voedsel voor consumptie bereiden, vaak maar niet altijd door verhitting. Dit omvat ook personen die maaltijden en gerechten bij mensen thuis, in een openbare eetgelegenheid of instelling bereiden of die voedsel koken ter voorbereiding van voedselverwerkingsbedrijven.
Rozetten, knopen van linten of soortgelijke versiersels, die meestal op een hoed worden gedragen ter aanduiding van functie of partij, als onderdeel van een livrei of ter decoratie.
Grote messen met vaak een groot lemmet dat meestal een driehoekig profiel met een scherpe, puntig einde heeft. Is speciaal ontworpen voor het snijden op snijplanken.
Hoge hoofddeksels van zwart bont of zwarte veren, al dan niet met een pluim of kokarde en meestal met een zak die vanaf de bovenkant naar de rechterkant is gedrapeerd.
Beschermende kledingstukken van stof of leder die de romp en bovenbenen bedekken. Meestal doorgestikt of gewatteerd. Ze werden in Europa gebruikt van de 12e tot de 14e eeuw en gedragen over of onder harnassen of als op zichzelf staande bescherming. Ze waren vaak gemaakt van zware stoffen met heraldische emblemen erop geborduurd.
Harnas van gewone soldaten, dat werd gedragen in de 15e en 16e eeuw, bestaande uit een canvas jack met kleine overlappende ijzeren of hoornen plaatjes die aan de binnenkant waren bevestigd tussen lagen van stof, door middel van stiksel in een rasterpatroon.
Verwijst naar werken die zijn vervaardigd door de gelijknamige Afrikaanse etnische groep, een afsplitsing van de Sotho, die naar het gebied ten noorden van Barotseland (in het westen van Zambia) is weggetrokken.
Wordt in de bouwkunde gebruikt om te verwijzen naar cilindrische of enigszins taps toelopende, rechtopstaande metselwerken, die meestal een dragende functie hebben of lijken te hebben. Ze bestaan uit drie onderdelen: voetstuk, kapiteel en schacht. De term kan ook verwijzen naar alle rechtopstaande delen in een stalen of betonnen raamwerk. Ook komen zuilen soms ook voor als vrijstaand monument, bijvoorbeeld de Zuil van Trajanus in Rome of de Zuil van Nelson in Londen. Zuilen kunnen voorts als decoratief element in meubilair worden toegepast. Zie 'pijlers (dragende elementen)' voor vierkante of rechthoekige delen, in metselwerk of klassiek bewerkt, en voor de massieve rechtopstaande delen uit de middeleeuwse architectuur. Zie 'palen' voor vierkante, rechtopstaande stutten van hout.
Te gebruiken voor nationale en internationale beurzen waar de materiële cultuur en producten van koloniën en gekoloniseerde volkeren worden tentoongesteld met als algemeen doel de koloniserende activiteiten van landen of organisaties te bevorderen; gehouden van het midden van de 19de tot het midden van de 20ste eeuw, vooral in Groot-Brittannië en Frankrijk.
Gebieden buiten de grenslijnen van zelfstandige staten waar men gemeenschappen heeft gevestigd met eigen mensen en die onder bestuur staan van, of hecht verbonden blijven met de moederstaat.
De uitbreiding van politiek en economisch beheer over een gebied door een buitenlandse bezettende staat, die meestal organisatorisch en militair superieur is.
Open, geronde houders, over het algemeen wijder dan hoog, vlakke onderkant of bodemring, soms een deksel.
Houders voor vloeistoffen, in de vorm van bijna een halve bol, zonder deksel aan de bovenkant; inhoud tot ca. 5 liter
Kommen die rusten op een stam en een voet; vooral voor het serveren van fruit of snoepgoed.
Te gebruiken om werken te beschrijven van de gelijknamige Afrikaanse etnische groep die leeft in Nigeria en Kameroen.
Zwartfigurige bekers, genoemd naar het belangrijkste onderwerp van de versiering die erop is aangebracht, te weten dansers (komasten). Komastbekers hebben een smalle, uitspringende lip, een diepe kom en een korte, uitlopende of kegelvormige voet. De komastbeker was een van de overheersende vormen in de zwartfigurige stijl tot circa 540 v. Chr.
Friemelkettinkjes met kralen die in Griekenland en Turkije worden gebruikt. Ze kenmerken zich door het feit dat ze vaak van barnsteen of koraal zijn gemaakt en dat de ketting een oneven aantal kralen bevat, met knoopjes tussen de kralen. De uiteinden zijn meestal in een lus aan elkaar geknoopt, waarbij de uiteinden van het snoer voorbij de knoop doorlopen en aan het eind met een kwastje zijn gedecoreerd.
Genre waaronder theater-, literatuur- en improvisatievormen vallen waarvan het belangrijkste doel is mensen te amuseren en aan het lachen te maken. Tragedie wordt in het algemeen vaak ter contrastering gebruikt. Komedie kan een maatschappijkritische vorm krijgen door middel van satire en politieke of intellectuele spitsvondigheid, of kan puur spektakel zijn in de vorm van klucht of burleske.
Hemellichaam dat bestaat uit een samenklontering van ijs en gruis en dat een langgerekte ellipsvormige baan rond de zon beschrijft; meestal vormt zich er in de nabijheid van de zon een diffuse gaslaag (coma) rond de komeet, en krijgt deze dan een lange lichtgevende staart.
Bes die ontstaat uit een inferieur vruchtbeginsel, met een harde buitenschil en talloze zaden die vastzitten aan pariëtale placenta's. De kenmerkende vrucht van de kalebasfamilie.
Te gebruiken om werken te beschrijven van de gelijknamige Afrikaanse etnische groep die leeft op de grasvlakten van Kameroen.
Gevesten die worden gekenmerkt door een komvormige handbeschermer onder de pareerstang, die de hand van de schermer en de beugels boven de stootplaat bedekken. Ze werden ontwikkeld in de 17e eeuw in Spanje en in die gedeelten van Italië die onder Spaanse invloed stonden, en vooral gebruikt op rapieren.
Ladenkasten of kasten op stoelhoogte die voor het vertonen en opbergen van voorwerpen worden gebruikt en vaak zeer uitvoerig zijn versierd. De benaming wordt vooral gebruikt voor Franse vormen of voor Engelse, Amerikaanse en andere stijlen om naar de Franse invloed op hun stijl te verwijzen.
Verwijst naar de pre-Angkor stijl die is genoemd naar een monument dat werd opgericht in de periode van de late 7de eeuw tot de 8ste eeuw. Bouwkundige ontwerpen in deze stijl worden voornamelijk gekenmerkt door bakstenen constructies, Indiase Gupta-bouwplannen met kleine rechthoekige cellae die heilige beelden herbergen, torens met gewelfsystemen die zijn voorzien van een draagsteen en terugkerende patronen van bladeren en reliëfbanden met gebladerte ter versiering van colonnetten. De stijl benadrukt de verering van hindoeïstische goden, met name Shiva. De beeldhouwstijl vertoont overeenkomsten met hindoeïstische en boeddhistische beeldhouwkunst.
Schalen, geplaatst op een hoge stam met voet, soms ook voorzien van een deksel, die gebruikt worden voor het serveren van gewassen fruit of compote. Gebruik 'fruitschalen' voor schalen voor het serveren van nog niet gewassen fruit.
Lange Koreaanse citers.
Monarchen die regeren over een koninkrijk, een grote territoriale eenheid of regering waarover één persoon heerst. De term kan ook verwijzen naar heersers over kleinere eenheden, bijvoorbeeld stamhoofden of heersers over onbetekenende staten die traditioneel 'koning' worden genoemd. Als koningen over een territorium regeren dat deel uitmaakt van een keizerrijk, zijn koningen doorgaans ondergeschikt aan de keizer. Koningen zijn altijd mannen; vrouwelijke heersers van koninkrijken worden 'koninginnen' genoemd.
Verwijst naar vrouwelijke monarchen en heersers over koninkrijken (grote territoriale eenheden of regeringen die geleid worden door één persoon). Een koningin kan ook de vrouw of weduwe van een koning zijn. Voor mannelijke monarchen die een koninkrijk overheersen wordt de term 'koningen' gebruikt.
Hout van de boom behorende tot de soort Carya laciniosa, inheemse soort van Ontario tot Minnesota, Florida en Mexico. Het heeft wit spinthout en bruin kernhout. Het wordt gebruikt voor het maken van handvatten voor gereedschap, sportartikelen, draaiwerk en carrosserieën van voertuigen.
Verticale delen die de nok van een driehoekige dakspant met de basis verbinden. Een koningsstijl komt niet geheel overeen met een king post. Een king post heeft schuin omhoog staande schoren. Een Engelse kingpost is de middenstijl of makelaar van een kapgebint (uit VWB).
Zuur dat wordt gebruikt om goud en platina op te lossen of te testen; het bestaat uit drie delen zoutzuur en één deel salpeterzuur.
Onderkomens voor mensen van koninklijken bloede.
Met iconen versierde deuren, gewoonlijk aangetroffen in het midden van iconostases.
Te gebruiken om werken te beschrijven van de gelijknamige Afrikaanse etnische groep die leeft in Oeganda en ten westen van Lake Edward in de Democratische Republiek Congo.
Te gebruiken om werken te beschrijven van de gelijknamige Afrikaanse etnische groep die leeft in Tanzania.
Wordt zowel gebruikt voor groepen handels- of hulpschepen die varen onder gewapende begeleiding, als voor groepen motorvoertuigen die zijn georganiseerd voor controle en geordende vooruitgang, met of zonder beschermende begeleiding.
Wordt gebruikt voor plankachtige platformen of andere, soortgelijke slaapplaatsen aan boord van transportvoertuigen, zoals boten, treinen of kampeerwagens.
Houders met een deksel voor koken of verhitten, meestal ovaal of rechthoekig en vaak gemaakt van koper gevoerd met tin.
Naar verhouding grote, bolvormige manden, dicht gevlochten en voornamelijk bedoeld voor het koken van voedsel.
Te gebruiken voor de elektrische bogen die worden geproduceerd tussen twee elektroden waarvan er minstens één van koolstof is.
Element dat de structuur bepaalt van alle plantaardige en dierlijke weefsels. Chemisch symbool C, atoomnummer 6. Koolstof kan in allerlei vormen voorkomen: als diamant, grafiet, steenkool, carbonzwart of fullereen. Koolstof komt in hoge concentraties voor in steenkool, cokes, benzine en aardgas. Ook eiwitten zoals haar, vlees en zijde bevatten koolstof, naast andere elementen. Er bestaan meer dan zes en een half miljoen verschillende koolstofverbindingen, waaronder suiker, zetmeel en papier.
Ruimten in christelijke kerken waarin zich het hoogaltaar bevindt en die gereserveerd zijn voor gebruik door geestelijken. Behelst ook het zangkoor wanneer dat aanwezig is. Gebruik 'zangkoren' voor de ruimten in christelijke kerken die zich doorgaans tussen de altaarruimte en het schip bevinden en die zijn gereserveerd voor koorzangers.
Verwijst naar afsluitingen in christelijke kerken waarmee het koor wordt afgescheiden van het schip en de zijbeuken van een kerk. Gebruik 'koorschermen' voor afsluitingen waarmee het koor wordt gescheiden van het schip van de kerk. Gebruik 'reredoses' voor afsluitingen waarmee het altaar wordt gescheiden van het koor.
Wordt gebruikt voor de boog die de scheiding tussen de kansel en het schip markeert.
Zitplaatsen in het koorgedeelte van een kerk, geheel of gedeeltelijk gesloten aan de achter- en zijkant.
Te gebruiken voor koorschermen waarop een kruis of crucifix is geplaatst. Koorhekken zijn vaak rijk gedecoreerd en komen soms in een dubbele vorm voor, met gewelfbogen ertussen en een doksaal daarboven. De Franse term 'jubé' is afgeleid van Jube domine benedicere ('Heer, wil mij zegenen'), een Latijnse zin die vaak voor de mis door de katholieke priester wordt uitgesproken terwijl deze voor het scherm staat; sommige jubés zijn voorzien van een balkon of verhoging waarop de priester de gemeente toespreekt.
Monumentaal vormgegeven kandelaren van meestal tussen de 100 en 200 cm lang. Altijd in tweestel aanwezig. Zij dragen een grote kaars en staan bij de koorbanken aan de ingang van het koor of in de koorruimte. Te onderscheiden van de paaskandelaar.
In het algemeen te gebruiken voor tussenwanden in religieuze en Romeinse keizerlijke gebouwen en openluchtlocaties tussen gewijde en wereldse ruimten of tussen bepaalde keizerlijke en openbare ruimten. In joodse context specifiek te gebruiken voor tussenwanden voor Torah-altaars, voornamelijk tijdens of voor de Byzantijnse tijd, en in christelijke kerken voor tussenwanden die het koor scheiden van het schip van de kerk, vooral als het koor geen zangkoor bevat. Gebruik 'koorafsluitingen' voor de schermen om het zangkoor als de koristen in het koor zitten. Gebruik 'iconostasen' voor de schermen in oosters-orthodoxe kerken die het heiligdom van het schip scheiden.
Kleine thermometers die worden gebruikt om de lichaamstemperatuur van een menselijk lichaam nauwkeurig te meten.
Verwijst naar werken die zijn vervaardigd door de gelijknamige Afrikaanse etnische groep, die in Gabon en Kameroen leeft.
Een steen die meestal met de langste kant loodrecht op de muur wordt geplaatst in metselwerk.
Voorstellingen van hoofden van mensen, dieren of van wezens uit de mythologie of legenden.
In het algemeen te gebruiken voor personen die eigendomsrecht op of een belang in een onroerend goed verkrijgen door aankoop. Met name te gebruiken voor werknemers van commerciële ondernemingen die de leiding hebben over het selectie, de inkoop, prijzen, inventarisatie en uitstalling van goederen voor doorverkoop aan klanten.
Kopercarbonaatpigment dat groen van kleur is in plaats van blauw, de tegenhanger van malachietpigment. Het heeft meestal deeltjes van vergelijkbare grootte met afgeronde hoeken, met een blekere kleur dan natuurlijk malachietpigment. Natuurlijk malachiet werd voor de 16e eeuw en later soms gebruikt voor met tempera gemaakte schilderijen, terwijl kopergroen werd gebruikt voor zowel lijmverf als voor op olie gebaseerde verf voor het interieur van huizen in de 19e eeuw.
Zetsel dat is of moet worden klaar gemaakt voor het drukproces; verwijst vaak naar zowel tekst als afbeeldingen, maar soms naar de tekst om die te onderscheiden van de afbeeldingen.
Puntige op messen gelijkende zwaarden uit het oude Griekenland en Egypte met een concaaf gebogen kling met één snijkant, bedoeld voor het toebrengen van hakstoten.
Rijen sluitstenen die het metselwerk aan de buitenkant verbinden met dat aan de binnenkant.
In een gebint, horizontale steunbalken boven de bintbalk of boven een lijn die de voeten van de daksparren verbindt, meestal tussen de dwarsbalken op het midden van hun spanwijdte.
Bij hypertekst brengen ingebedde instructies of codes een koppeling tussen data-eenheden tot stand. Koppelingen kunnen voorkomen als gemarkeerde tekst, als afbeeldingen of als andere vormen van verwijzing.
Verwijst naar de stijl van kunstvoorwerpen zoals voortgebracht door christelijke Egyptenaren, voornamelijk tussen de 4de en 7de eeuw, volgens sommige auteurs tussen de 5de en 8ste eeuw, al worden ook werken tot in de 12de eeuw tot deze stijl gerekend. De kunstwerken kenmerken zich door heldere, matte kleuren, statische figuren en decoratieve motieven afgeleid van bronnen uit Syrië, het Nabije Oosten en het oude Egypte. Ze omvatten ivoren en stenen beeldsnijwerk, boekillustraties, aardewerk, muurschilderingen en geweven textilia. De bouwkunst kenmerkt zich door de bouw van kerken, kloostercellen en grafmonumenten.
Verwijst naar de christelijke kerk van Egypte, waar de islam de belangrijkste godsdienst is. Vóór de verovering door de Arabieren in de 7de eeuw duidden de Egyptenaren zichzelf en hun taal aan met de Griekse term Aigyptios (met Kopt als westerse vorm). Later namen de Egyptische moslims afstand van de term Aigyptioi en ging deze fungeren als specifieke aanduiding van de christelijke minderheid in Egypte. Sinds de 5de eeuw zijn deze christenen monofysitisch: ze erkennen slechts één natuur van Christus. Afgezien van de monofysitische kwestie hebben de kopten dezelfde geloofsleer als de oosters-orthodoxe kerken. De erediensten worden vrijwel geheel in het Arabisch gehouden, en de kerkboeken, met liturgieën die zijn toegeschreven aan Marcus, de Heilige Cyrilus van Alexandrië en Gregorius van Nazianzus, zijn geschreven in het Koptisch (het Bohairische dialect van Alexandrië), met daarnaast de Arabische tekst in een tweede kolom. Na de jaren 90 van de 19de eeuw introduceerde de kerk een democratische bestuursvorm met aan het hoofd de patriarch, die in Cairo woont. Buiten Egypte zijn er nog enkele koptisch-orthodoxe kerken te vinden in het Heilige Land, en Khartoem (Sudan) heeft een koptisch bisdom. De Ethiopische, Armeense en Syrische Jacobietenkerken vormen een gemeenschap samen met de koptisch-orthodoxe kerk. Er bestaat een overvloed aan koptische religieuze kunst. Ook is de kerk actief op het gebied van scholing. De ruim drie miljoen kopten vormen weliswaar een minderheid in Egypte, maar zijn niettemin sterk vertegenwoordigd in allerlei beroepsgroepen. Kopten hebben vaak onder vervolging te lijden gehad, ook nog in deze tijd. Gebruik 'Koptisch (periode)' om specifiek te verwijzen naar de vroegmiddeleeuwse periode in Egypte.
Schilderstijl en -techniek met koraalrode verf die in de 6de en 5de eeuw v. Chr. voor sommige Attische vazen werd gebruikt. Diverse bekende vaasschilders, zoals Onesimos en Psiax, hebben met de techniek geëxperimenteerd. Koraalrode verf werd gemaakt door gele oker toe te voegen aan de zwarte glanslaag, waardoor de glanslaag poreus werd en door heroxidatie bij het bakken een diep oranjerode kleur kreeg. De koraalrode techniek werd meestal aangetroffen op bekers zonder voet en in phialae van na de Perzische Oorlogen. Het rode lichaam van de vaas steekt fraai af tegen het zwart van de lip en handvatten. Het is denkbaar dat ze in Athene zijn vervaardigd, onder invloed van Perzisch metaalwerk, en dat de kleur bedoeld was om de suggestie van goud te wekken. De koraalrode glanslaag hechtte zich echter slecht aan het oppervlak van de vaas, waardoor de techniek nooit algemeen verspreid raakte en uiteindelijk in onbruik raakte.
erwijst naar de heilige geschriften van de islam, die volgens de moslims het woord van Allah vertegenwoordigen en tussen 610-632 n. Chr. door de aartsengel Gabriël aan de profeet Mohammed zouden zijn onthuld. De teksten zijn soms verfraaid met geometrische decoraties en plantenmotieven, maar het traditionele verbod op het afbeelden van levende wezens wordt bijzonder strikt gehandhaafd bij Koranteksten. Schilderijen met afbeeldingen van verhalen uit de Koran verschijnen nooit in de Koran zelf, maar soms wel in manuscripten met teksten die op thema's uit de Koran zijn geïnspireerd. De definitieve tekst van de Koran zou reeds binnen 30 jaar na de dood van Mohammed zijn vastgelegd, en is sindsdien onveranderd gebleven. De Koran bestaat uit 114 hoofdstukken of soera's, die ongeveer zijn gerangschikt op aflopende volgorde van lengte, en die hoofdzakelijk in de stem van God zijn geschreven. De tekst heeft meer een poëtisch dan een prozaïsch karakter, waardoor het verhalende element een ondergeschikte rol speelt. In het algemeen richten de vroege soera's zich op het oproepen van de gelovigen, met thema's als het aanbidden van slechts één God, sociale rechtvaardigheid en verhalen van ongelovigen. De latere soera's bevatten meer maatschappelijk getinte elementen en voorschriften omtrent het huwelijk, het gezin, ethische kwesties en de moslimgemeenschap. De Koran fungeert als belangrijkste bron voor de islamitische wetgeving met betrekking tot zaken als echtscheiding, gebedstonden, vasten en oorlogsvoering. Er wordt vaak uit voorgedragen en gezongen voor godsdienstige of liturgische doeleinden.
Beelden uit de Archaïsch Griekse periode van gedrapeerde staande jonge vrouwen.
Vergankelijk organisch blauw kleurmiddel dat wordt verkregen uit het bloemblad van de korenbloem (Centaurea dyanus). Werd gebruikt in bepaalde 18e-eeuwse aquarellen.
Geharde, kruidachtige eenjarige plant met blauwe, roze of wit gestreepte bloemen. De bloem komt oorspronkelijk voor in het Middellandse Zeegebied en wordt overal in Noord-Amerika geteeld. Het is een veelvoorkomende tuinplant die ook in het wild voorkomt.
Een reeks paarsachtig blauwe kleuren die lijken op de kleur van de bloesem van de korenbloem of het blauwe kleurmiddel dat wordt gewonnen uit het bloemblad van de korenbloem (Centaurea cyanus).
Manden van verschillende vormen en maten in gebieden. Meestal groot en rond, om diverse producten als graan of kolen te vervoeren of te wegen. Vaak als meeteenheid gebruikt.
Wordt gebruikt voor kapitelen met gevlochten banden die lijken op het vlechtwerk van een mand. Te vinden in Mediterrane en Byzantijnse architectuur.
Gevlochten stoelen met armleuningen die een voorwaardse voortzetting van de achterkant zijn en meestal een rietvormige voet hebben in plaats van poten.
Verwijst naar de derde van de drie Griekse bouwordes en van de latere vijf traditionele klassieke bouwstijlen die samen met de Dorische, Ionische, Toscaanse en composiete bouwstijl werd gebruikt vanaf de Romeinen tot na de Renaissance. De stijl lijkt beïnvloed door de Egyptische architectuur maar is waarschijnlijk ontstaan in Griekenland in de binnenhuisarchitectuur en vanaf de 3de eeuw v. Chr. toegepast in de buitenarchitectuur. In de Griekse architectuur kenmerkt deze bouwstijl zich door een lichtere, meer sierlijke vorm dan de Dorische of Ionische stijl, een klokvormig kapiteel met acanthusversiering ter ondersteuning van elegante voluten, en een meestal gecanneleerde zuil op een voetstuk. Deze stijl is de meest voorkomende Griekse stijl in de Romeinse bouwkunst en is daarin en in latere stijlen vaak gewijzigd. De term is te onderscheiden van de term 'Corinthische orde', aangezien een bouworde slechts kan verwijzen naar het specifieke samenstel van onderdelen dat moet voldoen aan eenduidige, vastgelegde regels en verhoudingen, afhankelijk van de functie van elk onderdeel in het geheel.
Verwijst naar de periode die samenviel met de heerschappij van de Korje-dynastie in Korea, van 918-1391 n. Chr. De nauwe banden van de dynastie met China gedurende de Sung-periode (908-1279 n. Chr.) resulteerden in rechtstreekse invloeden van de Chinese cultuur. De meeste artefacten die zijn overgebleven uit deze periode zijn bronzen tempelbellen, door monniken gekopieerde boeddhistische soetra's in goud en zilver op paars papier, en houtsneden. Deze periode is ook bekend door de belangrijke prestaties op het gebied van porselein met celeadon-glazuur, dat samen met de doden werd begraven in graftombes.
Term die van toepassing is op damesmutsen die in de 14e tot de 18e eeuw in verschillende vormen voorkwamen, maar vaak kegelvormig. Werden meestal gemaakt van fijne materialen met stroken van kant of met linten.
Beschrijft werk dat is vervaardigd door het gelijknamige Afrikaanse volk, een subgroep van de Koro die in de staat Kaduna in het noorden van Nigeria leeft.
Patronen die op een natuurlijke manier ontstaan op het oppervlak van materialen als stof, leer, hout of steen door de ordening van hun samenstellende vezels of deeltjes. Ook: patronen die kunstmatig worden geproduceerd, onder meer door bosseleren, op het oppervlak van materialen als boekbinderslinnen om een bepaalde korrel te laten ontstaan. Dit kunnen imitaties van natuurlijke korrels zijn of kunstmatige ontwerpen als een ruitjesmotief. Gebruik 'korrel (structuur)' voor de ordening en stratificatie van samenstellende vezels of deeltjes.
Korte stukken timmerhout die de planken ondersteunen van een metselsteiger. Het ene uiteinde wordt ondersteund door de steiger, het andere is geplaatst in de kortelinggaten van de metselmuur.
Wordt gebruikt voor zegels met een bepaalde waarde die winkeliers kunnen uitgeven aan klanten. Een bepaalde waarde aan zegels kan worden ingewisseld voor verschillende goederen.
Artistieke esthetiek die is ontwikkeld door John Weichsel, onder invloed van de geschriften van de Duitse kunsthistoricus Wilhelm Worringer en waarin de anarchistische filosofie sterk doorklinkt. De kosmistische esthetiek werd beoefend door kunstenaars als Elie Nadelman en Adolf Wolff.
Foto's van verschijnselen buiten de atmosfeer van de aarde en van bepaalde verschijnselen uit de ionosfeer, zoals het noorder- en zuiderlicht en meteorietenregens. Gebruik 'ruimtefoto's' voor foto's die buiten de dampkring zijn gemaakt. Gebruik 'luchtfoto's' voor foto's die van de aarde zijn gemaakt vanuit een vliegtuig.
Het gebruik van corrigerende maatregelen door middel van beheer en interpretatie van kosten-batenanalyse om de doelmatigheid en organisatie van een onderneming te verbeteren.
Boekhouding die te maken heeft met het systematisch indelen, vastleggen, analyseren en samenvatten van de kosten die zijn verbonden met productie of het aanbieden van diensten.
Huizen waarin mensen voor een vastgesteld bedrag kunnen eten en overnachten, gewoonlijk voor een langere periode en niet slechts één nacht. Kosthuizen zijn vaak woonhuizen van gezinnen die hun extra logeerkamers verhuren aan de kostgangers. Gewoonlijk eten de betalende gasten mee met het gezin.
Pensions, gasthuizen, of kleine hotels die meestal familie-eigendom zijn en door hen worden beheerd. Ze hebben beperkte diensten buiten logies en ontbijt. De term wordt meestal alleen gebruikt voor dergelijke etablissementen in continentaal Europa.
De hiërarchie Kleding bevat descriptoren voor objecten die worden gedragen om warmte of bescherming te bieden, als verfraaiing of voor symbolische doeleinden. De hiërarchie bevat descriptoren voor kledingstukken die als hoofdelement van de kleding worden beschouwd (bijvoorbeeld 'overhemden' of 'broeken'), descriptoren voor kleding die onder de hoofdkleding wordt gedragen (bijvoorbeeld 'onderhemden') en descriptoren voor kledingstukken die over de hoofdkleding worden gedragen (bijvoorbeeld 'parka's'). Daarnaast zijn descriptoren opgenomen voor: beschermende kledij, met inbegrip van soorten harnassen; liturgische gewaden en andere ceremoniële kledij; uniformen; plus een uitgebreide lijst accessoires, met inbegrip van accessoires die op het lichaam worden gedragen (bijvoorbeeld 'hoofddeksels', 'schoeisel') en accessoires die een persoon meedraagt (bijvoorbeeld 'avondtasjes', 'parasols'). Relatie met andere hiërarchieën: de descriptoren 'zakhorloges' en 'polshorloges', evenals andere soorten uurwerken, zijn opgenomen in de hiërarchie Meetinstrumenten. De descriptoren 'zakpistolen' en 'staatsiezwaarden' verschijnen naast andere wapentypen in de hiërarchie Wapens en Munitie. Descriptoren voor objecten die kunnen worden gebruikt voor het onderhoud van kleding of de verzorging van de persoon zelf (bijvoorbeeld 'kledingborstels', 'nagelknippers') verschijnen in de hiërarchie Gereedschap en Uitrusting. Descriptoren voor objecten die worden gebruikt voor de opslag of het vervoer van kleding of andere persoonlijke eigendommen (bijvoorbeeld 'handschoenendozen', 'koffers') verschijnen in de hiërarchie Houders. Samenstellende delen van kleding (bijvoorbeeld 'busks', 'taillebanden') zijn opgenomen in de hiërarchie Componenten.
Het vormgeven van kleding, accessoires en ensembles die zijn bedoeld om een uiterlijk te creëren dat karakteristiek is voor een bepaalde periode, persoon, plaats of ding, in het bijzonder (maar niet uitsluitend) voor theatervoorstellingen. Gebruik 'modevormgeving' voor het vormgeven van kleding en accessoires voor individuen.
Kleine Oud-Griekse vaten met deksel en een naar binnen geplooide rand; ze werden gebruikt voor het bewaren van cosmetica, oliën en parfums.
Kleine zandlopertrommen met betrekkelijk losse vetering die met de linkerhand over de rechterschouder worden gehouden tijdens het spelen.
Te gebruiken voor de staat van lage temperatuur of om processen of situaties te beschrijven die plaats vinden onder omstandigheden van lage temperaturen.
Elke plantaardige olie die uit zaden of noten is verkregen door ze te persen zonder warmte toe te voegen.
Voegen tussen twee opeenvolgende betonstortingen waarbij de tijd tussen de eerste en de tweede storting zodanig is dat de eerste hard begint te worden.
Papier met een middelmatige tot ruwe afwerking die ontstaat wanneer de vellen tussen een aantal gedekte metalen rollen door worden gehaald.
Beelden uit de Archaïsch Griekse periode van staande naakte jonge mannen.
Algemene term voor Japanse papiervoeringen die zijn gemaakt van de binnenste schors van de moerbeibomen van het genus Broussonetia. Kozo-papier wordt vaak gebruikt voor het knepen als Aziatische perkamentrollen van een nieuwe voering worden voorzien.
Te gebruiken om werken te beschrijven van de gelijknamige Afrikaanse etnische groep die leeft in Kameroen.
Ovale houten of metalen gezichtsmaskers, gemaakt en gebruikt door het Senufo-volk in het noorden van Ivoorkust, het zuiden van Mali en het zuidwesten van Burkina Faso. Deze maskers, die het vrouwelijke element voorstellen, zijn in het algemeen iets kleiner dan levensgroot. Ze zijn versierd met reeksen geometrische projecties die de bovenzijde van het hoofd, het bovenste deel van het gelaat en de mond flankeren, diagonale insnijdingen op elke wang en soms twee verticale hoorns.
Xylofoons van de Zande in Kongo, die bestaan uit een wisselend aantal hardhouten platen die over twee stammen van bananenbomen zijn gelegd en met wiggen op hun plaats worden gehouden.
Stukken linnen, mousseline, batist of dergelijke die door vrouwen om de nek en schouders worden gedragen bij het dragen van een laag uitgesneden lijfje.
Blokken metselwerk die dienen als overstek en die alleenstaand of in reeksen worden gebruikt om bouwkundige of ornamentele kenmerken te ondersteunen of in opeenvolgende lagen om bogen, koepels of gewelven te vormen. Wanneer verwezen wordt naar uitstekende lagen metselwerk wordt de voorkeur gegeven aan 'uitmetselingen'.
Verwijst naar de stijl van porselein dat werd vervaardigd in China en deel uitmaakte van de lading van Portugese galjoenen die op zee werden buitgemaakt door de Hollanders in 1600, en naar Holland werd meegenomen om aldaar te worden verkocht. De stijl wordt gekenmerkt door een blauwe onderste glazuurlaag. Kraak werd vervaardigd tijdens de heerschappij van Wan-li (1573-1619), en werd later gekopieerd in tin-email in Delft.
Bolvormige lijstwerken waarbij schijven afwisselend alleen of in paren met rechthoekige kralen voorkomen.
Orde van ongeveer 210 soorten in 11 families, waaronder die van de rallen, koeten en waterhoentjes. Het zijn morfologisch diverse waad- en grondvogels, van de kleine vechtkwartel tot grote, langpotige kraanvogels, rallen die in moerassen leven, zwemmende koeten en fuutkoeten, en loopvogels als de grote en kleine trap.
Wegvoertuigen die zijn uitgerust met een mechanische installatie voor hijsen en trekken, die worden gebruikt om andere voertuigen te slepen die niet verder kunnen rijden vanwege pech, vastzitten of een ongeval.
Naam van de dieren die een onderorde van de tienpotige schaaldieren vormen, gekenmerkt door breed kopborststuk, betrekkelijjk klein achterlijf en smalle korte staart en o.a. bekend door hun zijwaartse gang.
Te gebruiken om werken te beschrijven van de gelijknamige Afrikaanse etnische groep die leeft in het oosten van Ghana.
Handbediende, pneumatisch aangedreven boren die een boorijzer of een hameren en draaien. Worden gebruikt om steen te doorboren of beton, asfalt of plaveisel open te breken.
Te gebruiken om werken te beschrijven van de gelijknamige Afrikaanse etnische groep die leeft in het oosten van Liberia.
Aanduiding voor bepaalde Centraal- en Zuidafrikaanse dorpen, die bestaan uit een omheinde groep huizen, en voor de bijbehorende omheiningen voor vee.
Machines die zware ladingen kunnen optillen, verplaatsen of laten zakken, voornamelijk door middel van een uitstekende, draaiende arm.
Gepunte voorwerpen die worden gebruikt om lijnen in hout, metaal of baksteen te krassen.
Elk van de verschillende grote, klassieke Griekse vaten met een wijde opening en aan weerszijden een meestal horizontaal handvat, die meestal werden gebruikt voor het mengen van wijn en water.
Verwijst naar een zeldzaam vattype met een hybride vorm. Het combineert de functies van krater en psykter, hetzij met een psykter in de kom, hetzij door een dubbelwandige kraterbuik, waarmee, als de ruimte tussen de wanden werd gevuld met koud water, wijn werd gekoeld.
Wordt gebruikt voor verhandelbare waardepapieren anders dan papiergeld die worden gedekt door muntreserves en die tot bewijs dienen van lopende of langetermijnschulden.
Dierenriemsymbool van een kreeft, ruwweg gebaseerd op het sterrenbeeld met dezelfde naam. De dierenriemtekens zijn bewaard gebleven via klassieke Griekse en Romeinse decoratie, waren populair in Noord-Europese Romaanse en Gotische kerken en werden vaak aangetroffen in middeleeuwse psalters en getijdenboeken. Ze symboliseren elke maand waarin de zon het betreffende sterrenbeeld binnengaat. Deze tekens zijn ook gebruikt als decoratie op plafonds, kaarten, uurwerken en astronomische instrumenten.
Terrassen met meestal drie treden waarop Griekse tempels staan. DEB
Verwijst naar de cultuur en kunst die zich op Kreta ontwikkelde van de 15de tot de 13de eeuw v. Chr., na de val van de Minoïsche beschaving en de daaropvolgende overheersing door de Myceense cultuur in het gebied.
Exclusieve gezelligheidsverenigingen die feestelijke evenementen zoals besloten dansfeesten en publieke optochten organiseren gedurende Vastenavond in New Orleans. Geen Nederlands equivalent.
Lange, smalle, open bakken, meestal in de vorm van een doos, hoofdzakelijk gebruikt om water of voedsel voor dieren in te doen.
Te gebruiken voor personen die zijn getraind voor of deelnemen aan fysieke oorlogvoering, vooral in gevechten van man tegen man, en die in deze functie zijn aangewezen of bekrachtigd door de gemeenschap of groep waarvoor zij strijden, ongeacht of zij deel uitmaken van een leger. Ook gebruikt voor mannen in strijdbare leeftijdsgroepen in zekere samenlevingen zonder schrift, zoals sommige Oost-Afrikaanse herdersvolken. Gebruik ‘soldaten’ voor hen die deel uitmaken van een leger, ongeacht of zij rechtstreeks bij de strijd betrokken zijn dan wel andere taken hebben.
Beschrijft werk dat is vervaardigd door het gelijknamige Afrikaanse volk, dat in Sierra Leone leeft.
Maatstokken met schaalverdeling waarbij de verdeling iets groter is dan de standaard meeteenheden zodat patroontekenaars hun patronen iets te groot kunnen maken om te compenseren voor krimpen tijdens de houtbewerking of het gieten van metalen.
Sociale groepen die een gemeenschappelijke band of interesse delen zoals levenswijze, activiteit of sociale context.
Het analyseren en beoordelen van de kwaliteit van voorwerpen, handelingen of plannen die door de mens zijn gemaakt. Gebruik 'recensies' voor kritische beschrijvingen of analyses van betrekkelijk recente werken of gebeurtenissen.
Theorie of methode die moderne architectuur menselijker tracht te maken door zich van algemene uniformiteit en het onvoorwaardelijk vertrouwen in de technologie te distantiëren. In plaats hiervan worden oplossingen via regionale tradities en materialen gezocht terwijl tegelijkertijd het bewustzijn van de universele aard van eigentijdse cultuur wordt bewaard.
Beschrijft werken die zijn vervaardigd door het gelijknamige Afrikaanse volk, dat in het lagunegebied van Ivoorkust leeft.
Dubbelrietinstrumenten met een cilindrische boring, een windkapsel dat het riet bedekt en een buis die aan de onderkant gebogen is en bij de opening licht uitloopt. Ze hebben één duimgat, zeven toongaten en één of meer stemgaatjes in het gebogen gedeelte aan de onderkant. Moderne versies hebben vaak een klep aan het bovenste toongat.
Bestaand uit of begrensd door gebogen lijnen. Gebruik 'kronkelend' met betrekking tot meubelstukken waarvan de voorkanten afwisselend concave en convexe lijnen vertonen. Gebruik 'golvend' voor andere kenmerken, zoals bogen of lijstwerken, die bestaan uit vloeiende, golvende rondingen.
Wordt gebruikt voor maaswerk waarin ononderbroken korfbogen of ojiefbogen overheersen.
Beschrijft een beeldsnij- en schilderstijl die bestaat uit kromme lijnen waarmee abstracte vormen worden gevormd, zoals spiralen, cirkels, krullen, S-vormen, concentrische ringen en golflijnen, of waarmee menselijke gezichtskenmerken worden geaccentueerd. Dit beeldsnijwerk wordt hoofdzakelijk aangetroffen in het Oceanische gebied van Nieuw-Zeeland en Papoea-Nieuw-Guinea.
Lijnen met een locus die kunnen worden gevormd door een bewegende punt, waarbij de richting van de beweging continu verandert of afwijkt van een rechte lijn. Een gesloten kromme is een pad dat zichzelf herhaalt en daardoor een of meer gebieden omsluit; eenvoudige voorbeelden zijn cirkels, ellipsen en polygonen. Open krommen zoals parabolen, hyperbolen en spiralen hebben een oneindige lengte.
Wordt gebruikt voor geschiedkundige verhalen waarin gebeurtenissen in chronologische volgorde worden beschreven. Gebruik 'annalen' voor verslagen waarin gebeurtenissen jaar voor jaar worden beschreven en waarin minder onderlinge verbanden worden gelegd of waarin de beschreven gebeurtenissen minder van commentaar of interpretatie worden voorzien.
Poolse tapijten die in de zalvingceremonies van Deense koningen werden gebruikt.
Kronkelend, meanderend of golvend van vorm. Wordt vooral gebruikt met betrekking tot meubelstukken waarvan de voorkanten afwisselend concave en convexe lijnen vertonen. Gebruik 'golvend' voor andere kenmerken, zoals bogen of lijstwerken, die bestaan uit vloeiende, golvende rondingen. Gebruik 'kromlijnig' voor kenmerken die bestaan uit of worden begrensd door gebogen lijnen in het algemeen.
Sierbanden, -kransen of dergelijke sierobjecten ter omlijsting van het hoofd die worden gedragen voor persoonlijke opschik of als teken van eer of prestatie. Ook kroningskransen van bladeren of bloemen.
Dat gedeelte van een hoed of ander hoofddeksel dat de kruin van het hoofd bedekt.
Wordt alleen gebruikt voor de grote zilveren Britse munten die tussen 1551 en 1937 sporadisch werden geslagen en voor Britse munten van koper-nikkel die tussen 1937 en 1965 in omloop waren. Beide munten hadden een waarde van vijf shilling.
Gebieden in bepaalde landen of regio's die toebehoren aan het Britse Gemenebest en in naam van de vorst worden aangehouden.
Plat vensterglas dat wordt gemaakt door een bol glas te blazen, deze van de blaaspijp over te brengen naar een staaf, open te snijden en vervolgens snel rond te draaien tot er als gevolg van de middelpuntvliedende kracht een platte schijf ontstaat. Het kunnen kleine, afzonderlijke ruiten zijn met een verdikking in het midden of grote schijven die na tempering in stukken worden gesneden. Kroonglas is dun, sprankelend en licht gewelfd met concentrische golvende lijnen. Kroonglas was overal in het oude Romeinse Rijk bekend. Het is te vinden in vensters van middeleeuwse kathedralen.
Geplooide metalen flessedoppen.
Verwijst naar bepaalde geschilderde muurpanelen, meestal uit het Italië van de 15de en 16de eeuw. Ze werden meestal in een fries boven de houten kroonlijstlatten aangebracht, waardoor ze een apart register vormden tussen de houten lambrisering en de kale muur direct onder het plafond. Tegenwoordig zijn ze vaak verwijderd van hun oorspronkelijke locatie en worden ze gekenmerkt door hun lange, smalle proporties. Te onderscheiden van 'spalliere (schilderingen)', die lager op de muur werden aangebracht, net boven kisten of banken. Omdat de oorspronkelijke context niet meer duidelijk is nadat het paneel is verwijderd, wordt de term 'spalliere' vaak voor beide vormen gebruikt.
Penpunten bedoeld om in een houder te plaatsen.
Haalmessen met zowel een recht als een hol lemmet.
Schalen of borden die vroeger werden gebruikt voor specerijen. Engelse kruidenschalen uit de 16de en 17de eeuw waren vaak kunstig versierd en verguld.
Drank bestaande uit een infusie van warm of koud water en de blaadjes of bladresten van één of meer gedroogde of verse kruiden, soms met toevoeging van gemalen kruiden. Wordt vaak voor medicinale doeleinden gebruikt, maar ook als verversing.
Gebruik voor tuinen waarin vooral kruiden worden geteeld. Vaak als smaakmaker voor voedsel of het maken van parfums en medicijnen. gebruiik voor gebouwen of ruimten binnen gebouwen met een systematisch geordende verzameling van geconserveerde planten, gebruik "herbaria."
De bloemknop van de Indonesische groenblijvende boom Eugenia caryophyllata. De olie van de kruidnagel wordt gebruikt als antiseptisch middel en smaakstof, en in gedroogde en gemalen vorm om voedsel te kruiden. De gemalen bloem wordt ook gebruikt als milieuvriendelijk verdelgingsmiddel.
Houders, meestal van aardewerk, steengoed of porselein, smalle hals, handvat gekruld of als verticale beugel, soms met schenktuit; inhoud tot 10 liter.
Mesachtig keukengerei met één lange, rechte kant die is gevormd als een scherpgekante halve buis of is uitgerust met een door wrijving aangedreven ronddraaiende borstel die in een omhulsel zit. Wordt gebruikt voor het verwijderen van kruimels van een tafelkleed of soortgelijke oppervlakken.
Langzame, voortdurende vervorming of beweging van bouwwerken of landschapskenmerken onder aanhoudende druk of neerwaartse trekkracht , zoals bijvoorbeeld de zwaartekracht.
Wordt gebruikt voor beeldende werken of voorwerpen die bestaan uit twee elkaar kruisende staven, meestal een staande gekruist door een horizontale, vooral zoals die gebruikt worden als Christelijke symbolen. Gebruik de term 'kruisen (motieven)' voor motieven die bestaan uit twee elkaar kruisende lijnen, met vele variaties in de vorm van de armen.
Te gebruiken om motieven bestaande uit twee snijlijnen of balken te beschrijven, met veel variatie in de vormen van de armen. Gebruik 'kruisen (beeldende werken)' voor kruisvormige structuren of voorwerpen, vooral wanneer die zijn gebruikt als christelijke symbolen.
Wordt gebruikt voor fioelen die zich op hoekkepers van daken of op gevelspitsen bevinden.
Korte koploze pinnen met een scherpe punt aan het ene uiteinde en weerhaken tussen de twee uiteinden, die meestal worden gebruikt voor het bevestigen van pen-en-gat verbindingen in een raamscharnier en voor hang- en sluitwerk van deuren.
Korrelpatroon van kruisende lijnen dat wordt gemaakt door het leer in twee verschillende richtingen te krispelen.
Verwijst naar werken die zijn versierd met kruissteekborduurwerk, een vorm van naaldwerk waarbij ontwerpen worden opgebouwd uit kleine kruisjes die worden gemaakt door twee steken te laten kruisen. De werken kunnen worden uitgevoerd op fijne stoffen zoals linnen, maar ook op zwaar canvas of tapijten.
Verwijst naar het procedé van het creëren van werken met naald en draad op stof of op canvas. Het raster van de stof wordt gebruikt om de gewenste positie van de diverse steken of de kleuren in het ontwerp te bepalen.
Verwijst naar het proces waarbij garen wordt gebruikt om twee steken van gelijke lengte te maken die elkaar kruisen om zo kruisjes of X-vormen te maken. Het wordt vaak gebruikt om patronen te maken op fijne stoffen of zwaar canvas of tapijt. Tevens wordt het gebruikt om zomen of naden in lappen stof vast te zetten.
Door Europa beïnvloede kunst en architectuur uit het oostelijk Middelandse-Zeegebied, van de 12e tot de 15e eeuw.
Middel ter ondersteuning van een kruis op het altaar of, bij uitbreiding, ieder middel ter ondersteuning of bevestiging van een kruis bij of nabij het altaar. Al in de 5de en 6de eeuw zijn er in Byzantijnse kunst aanwijzingen te vinden van gedeeltelijke combinaties van kandelaars en kruizen, die de voorlopers vormen van de kruisvoeten zoals deze in de late middeleeuwen werden ontwikkeld. Er zijn vier hoofdsoorten van op het altaar geplaatste kruisvoeten: vierkantige, driekantige, ronde en architectonische.
Verwijst naar een reeks van veertien devotiebeelden of beeldsnijwerken die het passieverhaal van Christus uitbeelden, van zijn veroordeling tot zijn teraardebestelling. De godsdienstige praktijk van het aandoen van en bidden voor alle veertien staties stamt uit de tijd van de vroege christelijke pelgrims, die de locaties van de gebeurtenissen in Jeruzalem bezochten en de traditionele route van de vermeende locatie van het huis van Pilatus naar de Calvarieberg liepen. De kruisweg werd ook gebruikt voor persoonlijke en besloten aanbidding tijdens de vasten- en passietijd in rooms-katholieke en sommige anglicaanse kerken. De beelden zijn meestal bevestigd op de binnenmuren van een kerk of kapel, maar kunnen ook zijn aangebracht op locaties als begraafplaatsen, ziekenhuizen, religieuze gebouwen en op bergwanden. De franciscaner monniken maakten deze vorm van aanbidding in de late middeleeuwen populair.
Stof in linnen of katoen met diagonale kepermotieven, gebruikt voor handdoeken, servetten, tafellakens.
Draagbare houders gemaakt van hout, hoorn, metaal, leer of keramiek, die worden gebruikt om kruit of buskruit voor vuurwapens in te bewaren. Ze eindigen meestal in een metalen tuit, die ook dienst doet als kruitmaat, en die is afgesloten door een stop of een deksel met een veer, en vaak rijkelijk is versierd. Prefereer 'kruithoorns' voor de variant die gemaakt is van de hoorn van een koe of os.
Militaire opslagplaatsen voor kruit en soortgelijke explosieven.
Het meest algemene soort zitmeubel tot de 19e eeuw. Ze verschillen van 'banken' omdat er maar één persoon op past en worden meestal onderscheiden van 'stoelen' omdat ze geen rugleuning hebben. De hoge zitmeubels bij een bar of toonbank worden echter ook krukken genoemd, hoewel ze soms een rugleuning hebben. Ze worden meestal in twee typen uitgevoerd; het ene type heeft vier rechte poten en bij het andere type kruisen de poten elkaar.
Staven of stokken die aan één kant een dwarsstuk hebben dat onder de oksel past en die een mank of kreupel persoon ondersteunen tijdens het lopen.
Diverse spelden, knippen, krulpennen of apparaten waar haarlokken omheen worden gewonden of vastgeklemd om het haar te krullen.
Versterkte boerendorpen, vooral van Berber-volken in Marokko, Algerije en Tunesië. Meestal ingericht als oasen langs de noordoostelijke en zuidelijke grenzen van het Atlasgebergte.
Beschrijft werken die zijn vervaardigd door het gelijknamige Afrikaanse volk, dat in het midden van de Democratische Republiek Congo leeft.
Verwijst naar een traditionele Noorse stoel die uit één massief houtblok is gemaakt door een stuk boomstam zodanig uit te hollen dat het onderste deel van de stoel de cilindervorm van de stam behoudt. De kubbestol wordt doorgaans versierd met traditionele Noorse beschilderingen en houtsnijwerken.
Verwijst naar de internationale kunstbeweging, in 1908 begonnen door Pablo Picasso en Georges Braque, die zich in fasen ontwikkelde en voortduurde tot de vroege jaren 20. De stijl kenmerkt zich door een nadruk op het platte, tweedimensionale oppervlak van de afbeelding, de afwijzing van traditionele weergavemethoden en het uiteen laten vallen van voorwerpen, zodat verschillende zijden van een object gelijktijdig zichtbaar zijn.
Verwijst naar de kunstzinnige en literaire beweging en stijl welke gebaseerd zijn op een lezing die in 1913 werd gegeven door de kunstcriticus Kornej Tsjoekovski (1882-1969); daarin verwees hij naar de Russische avant-gardedichters van wie het werk was beïnvloed door het Franse kubisme en het Italiaanse futurisme. De beweging omvat Russische kunstwerken tussen 1912 en 1915 waarin door kubistische schilders ontwikkelde technieken werden toegepast, naast futuristische grondbeginselen met betrekking tot beweging, dynamiek en de relatie tussen mens en machine.
Klasse die bestaat uit één orde (Cubomedusae) van zeewespen en dooskwallen, doosvormige tropische medusen. Het zijn krachtige zwemmers met afzonderlijke of groepsgewijs geplaatste tentakels die boven de vier hoeken uitsteken en zeer pijnlijke en voor de mens soms dodelijke steken veroorzaken.
Een ruitpatroon van kleine diamant-, kubus- of dobbelsteenachtige motieven die worden gedreven of geperst op boekbinderslinnen of leren banden, met name geliefd op kalfsleren boekbanden aan het begin van de 19e eeuw en op de linnen boekbanden van uitgevers tussen 1835 en 1845.
Te gebruiken voor vaten van koperlegering, gegoten volgens het verloren wasmodel en gebruikt door de Akan volkeren in Ghana om kostbaarheden in te bewaren, zoals goudpoeder en kralen, en voor verscheidene rituele doeleinden; in verschillende vormen en stijlen uitgevoerd en vaak voorzien van een scharnierend deksel.
Stenen document dat werd gebruikt als grenssteen en als document van landschenkingen aan vazallen door de Kassieten in Babylonië tussen de 16de en de 12de eeuw voor Christus. Akkadisch voor ‘grens’.
Versieringen van metaal of hout die men in de traditionele Japanse architectuur gebruikte om de houten pinnen te bedekken waarmee lateien en stijlen aan elkaar werden vastgezet. De versieringen gebruikte men ook om grote spijkerkoppen in deuren te maskeren.
Ornamentele kroonlijst bovenop een scherm of kornis, meestal in de vorm van bladeren, tudorbloemen of miniatuur kantelen. Wordt voornamelijk aangetroffen in Engelse laat- gotische architectuur.
Haalmessen waarvan de handvatten licht omlaag zijn gebogen om buitenbochten te snijden, zoals de buitenkant van duigen voor tonnen.
Riemachtige artikelen die vooral in de Middeleeuwen door vrouwen werden gedragen, bedoeld ter voorkoming van vleselijke gemeenschap.
Beschrijft werken die zijn vervaardigd door het gelijknamige Afrikaanse volk, dat in de Republiek Congo leeft.
Beschrijft werken die zijn vervaardigd door het gelijknamige Afrikaanse volk, een subgroep van de Senufo die in Ivoorkust en Mali leeft en die vooral bekendheid geniet vanwege de houtbewerkers en kalebasherstellers.
Verwijst naar de pre-Angkor-stijl van het midden van de 9de eeuw, waarvan het tempelcomplex van Sambor Prei Kuk een goed voorbeeld is. Tempels in deze stijl volgen de Indiase Gupta- en post-Gupta-bouwplannen en worden vooral gekenmerkt door een bakstenen constructie, centrale sanctuaria, gegoten basementen, muren die door pilasters zijn verdeeld in verticale panelen en die zijn versierd met blinde deuropeningen, nissen, reliëfpanelen en piramideachtige torens die op kleinere schaal het ontwerp van de grote tempelfaçade imiteren. De stijl wordt vaak gekenmerkt door beeldgesneden lateien die worden ondersteund door cirkelvormige colonnetten en gewelfde banden met bloempatronen die verspreid zijn aangebracht tussen cirkelvormige medaillons met een afbeelding van een god of heilig dier. De beeldhouwkundige stijl toont tevens sterke vroege hindoeïstische invloeden met veelarmige goden rondom, een sterk gevoel van gewichtverschuiving in grote beeldhouwwerken, het zelden voorkomen van beeldhouwwerken in hoogreliëf, subtiel gestileerd realisme, sobere kleding en lichaamsversieringen.
Te gebruiken om werken te beschrijven van de gelijknamige Afrikaanse etnische groep die leeft in Malawi, Mozambique, Zambia en Zimbabwe.
Te gebruiken voor trapvormige reservoirs of bassins in de hindoetempelarchitectuur, meestal niet met een ronde maar een vierkante vorm.
Te gebruiken om werken te beschrijven van de gelijknamige Afrikaanse etnische groep die leeft in Angola en Namibië.
Begrip waarmee de fysiologische eigenschappen worden beschreven die bij een soort de mannen van de vrouwen onderscheiden. Gebruik 'rollenpatroon' voor houding en gedrag van het ene geslacht tegenover het andere die in een maatschappij juist worden geacht. Gebruik 'seksualiteit' voor alle seksuele gevoelens, ideeën en gedragingen van een individu.
Verwijst naar voorwerpen, omgevingen en ervaringen (zoals in uitvoerende kunsten) die visueel van aard zijn, met vaardigheid en verbeeldingskracht zijn gemaakt en een esthetische waarde vertegenwoordigen. Ze hebben kwaliteit en zijn zodanig dat kunstmusea en particuliere verzamelaars ze willen verzamelen. Het kan verwijzen naar de studie of uitoefening van de schone kunsten of van de combinatie van schone kunsten en kunstnijverheid. Gebruik 'kunsten' om te verwijzen naar de combinatie van beeldende en uitvoerende kunsten. De betekenis kan deels overeenkomen met 'kunstwerken' of 'kunstvoorwerpen'.
Zij die zijn gespecialiseerd in het recenseren van kunst.
Met name te gebruiken voor mensen die beeldende kunstwerken produceren. Gebruik 'uitvoerend kunstenaars' voor personen die zich bezighouden met de uitvoerende kunsten.
Wordt gebruikt voor tentoonstellings- en studieruimten die vooral nieuwe, aankomende kunstenaars de mogelijkheid bieden om hun werk buiten de traditionele galerie- en museumcontext ten toon te kunnen stellen.
Wordt gebruikt voor teksten - vaak gaat het om korte teksten - waarin kunstenaars, bijvoorbeeld, hun eigen werk verklaren of ingaan op de theoretische concepten waarop dat werk is gebaseerd.
Onderzoek naar de aard van kunst, onder meer naar interpretatie, representatie, expressie en vorm. Nauw verwant aan 'esthetica', het filosofische onderzoek naar schoonheid.
Verwijst in specifieke zin naar winkelpanden waarin voor verkoop bedoelde kunstwerken worden tentoongesteld. Zie 'kunstmusea' voor gebouwen met kunstwerken die uitsluitend voor bezichtiging door het publiek worden tentoongesteld.
Zij die zijn gespecialiseerd in kunstgeschiedenis.
Materiaal dat is gemaakt om ivoor te na te bootsen; meestal bestaande uit celluloid, een synthetische hars. Voor 1881 werd gewoonlijk keramiek gebruikt.
Deskundigen met betrekking tot één of meer kunstvormen of andere zaken die een verfijnde smaak vereisen, met de bekwaamheid om een kritisch oordeel te geven in dat verband.
Te gebruiken om dingen te beschrijven die worden vervaardigd door menselijke handelingen, in tegenstelling tot dingen die zijn ontstaan door een natuurlijke oorzaak, meestal die dingen die bedoeld zijn als vervanging voor hun natuurlijke equivalent. Gebruik 'door de mens vervaardigd' voor dingen die door mensen zijn vervaardigd maar die geen natuurlijk equivalent hebben. Gebruik 'synthetisch' voor dingen die specifiek op synthetische wijze zijn vervaardigd.
De bestudering van het vermogen van machines om menselijk gedrag zoals redeneren, leren of het begrijpen van spraak, na te bootsen.
Verwijst in het algemeen naar het onderwijs in en de studie naar een of meerdere beeldende kunsten op alle niveaus, dus inclusief de lessen van amateurs en professionals, en van kunstleraren.
Elke combinatie of mengsel van materialen die wordt gemaakt om steen na te bootsen.
Het bestuderen en uitoefenen van het therapeutische gebruik van beelden en objecten om non-verbale communicatie, creativiteit en lichamelijke interactie aan te moedigen en om verbale associaties en interpretaties bloot te leggen, en als hulpmiddel om de emotionele, motorische en waarnemingsstoornissen van de patient te helpen identificeren en begrijpen.
Personen die beroepsmatig kunstwerken gereedmaken voor verzending, en die de kunstwerken ook zelf vervoeren. Kan ook van toepassing zijn op personen die betrokken zijn bij de opslag in installatie van kunstwerken. Gebruik 'preparateurs' voor personen die kunst, voorwerpen of dierlijke objecten (bijvoorbeeld fossielen) gereedmaken voor expositie, in het bijzonder ten behoeve van musea en galeries.
Te gebruiken voor werken van de schone of decoratieve kunsten wanneer hun kwaliteit van afzonderlijk en coherent individueel object wordt benadrukt, bijvoorbeeld met betrekking tot conservering of inventarisatie. Gebruik de term 'kunstwerken' wanneer de esthetische aard van het werk wordt benadrukt. Gebruik 'kunst' met betrekking tot de studie of beoefening van de schone kunsten of de schone en decoratieve kunsten samen.
Wordt gebruikt voor de schone of decoratieve kunsten wanneer hun esthetische of conceptuele aard wordt benadukt; gebruik 'kunstvoorwerpen' wanneer de nadruk ligt op het werk als voorwerp, zoals bij conservatie en inventarisatie. Een kunstwerk kan bestaan als een deel van een groter object, bijvoorbeeld een muurschildering of een schilderij op een meubelstuk. Gebruik 'kunst' met betrekking tot de studie of beoefening van de schone kunsten of schone en decoratieve kunsten samen.
Te gebruiken om werken te beschrijven van de gelijknamige Afrikaanse etnische groep die leeft in Nigeria.
Wordt gebruikt voor gespecialiseerde Japanse gebouwen die zijn gewijd aan de opslag van persoonlijk familiebezit en landbouwproducten.
Beschrijft werk dat is vervaardigd door het gelijknamige Afrikaanse volk, dat in Sierra Leone en Guinee leeft.
Verwijst naar een Duits type hoog, cilindrisch drinkglas dat in email is versierd met portretten van de keizer en de zeven keurvorsten van het Heilige Roomse Rijk. De keizer wordt te paard afgebeeld met de vier geestelijke kiesmannen achter en de vier prinsen onder hem, of op de troon met drie of vier keurvorsten aan weerszijden.
Te gebruiken om werken te beschrijven van de gelijknamige Afrikaanse etnische groep die leeft in Kenia en Tanzania.
De buitenste schors van een eik, Quercus suber, die groeit in mediterrane landen. Kurk wordt gebruikt om onder andere stoppen voor flessen en drijflichamen te maken.
Middelgrote groenblijvende eik die inheems is in het zuidwesten van Europa en het noordwesten van Afrika. Men kweekt de bomen in Spanje, Portugal, Frankrijk, Italië, Marokko, Tunesië en Algerije. Ze hebben een dikke isolerende schors, die ervoor zorgt dat ze zich na een bosbrand snel kunnen herstellen. De kurk beschermt de takken tegen het vuur en al snel ontspruiten er nieuwe twijgen en bladeren die een nieuwe kroon vormen. Andere bomen moeten weer helemaal opnieuw uit loten of zaden groeien. De buitenste schors van de kurkeik is licht en blijft drijven op water. Men gebruikt kurk om flessen af te sluiten, als vloermateriaal en voor andere commerciële doeleinden. Tijdens het oogsten hakt men de bomen niet om. In plaats daarvan pelt men ongeveer elke tien jaar de buitenste schors van de stam af, waarna de boom een nieuwe laag kurk vormt.
Gerei met een puntig, spiraalvormig stukje metaal met een handvat dat wordt gebruikt voor het trekken van kurken uit flessen.
Bouwplaat die wordt gemaakt door korreltjes kurk samen te persen en te verhitten, zodat de deeltjes aan elkaar gecementeerd worden.
Een gele tot roodbruine verfstof verkregen uit de Oost-Indiase overblijvende plant, de kurkuma.
Korte uniformrokken met dubbele rij knopen, zich onderscheidend door het model van de borstklep en dat van de panden; eerst gedragen door de Lansiers in het eerste Franse Keizerrijk en in gebruik tot aan de Eerste Wereldoorlog in diverse landen.
Te gebruiken om werken te beschrijven van de gelijknamige Afrikaanse etnische groep die leeft in Burkina Faso.
Kuruwarri verwijst naar zandontwerpen en ceremonieën die zijn voorbehouden aan de mannen van het Aboriginal-volk de Warlpiri. De door mannen gemaakte zandontwerpen worden gebruikt bij het vertellen van verhalen als representatie van de aanwezigheid en van de voortplantingskracht van voorouders. Hoewel de ontwerpen meestal in het zand worden getekend, worden ze soms ook in hout of steen gesneden of op lichamen geschilderd.
Te gebruiken om werken te beschrijven van de gelijknamige Afrikaanse etnische groep die leeft in Burkina Faso en Ghana.
Verwijst naar de cultuurperiode van de Kushana-dynastie in oud-India, vanaf circa de 1ste eeuw v. Chr. tot de 3de eeuw n. Chr. De Kushana-dynastie was zeer welvarend dankzij de controle over handelsroutes naar het Romeinse Midden-Oosten en China; deze periode bereikte haar hoogtepunt onder koning Kanishka van het eind van de 1ste eeuw tot het begin van de 2de eeuw. Kanishka's muntstukken, met hun afbeeldingen van goden die afkomstig waren uit verschillende religies, weerspiegelen zijn wens om in harmonie te leven met de verschillende volken binnen zijn domein en met de volken uit gebieden waarmee hij handelsbetrekkingen onderhield. Er waren twee belangrijke artistieke centra: Gandhara en Mathura. Hoewel de twee centra met elkaar in contact stonden, ontwikkelden ze unieke stijlen. De afbeelding van Boeddha als een god duikt tijdens deze periode voor het eerst op. Men treft deze afbeelding het eerst aan op een muntstuk en spoedig daarna in de vorm van volledige stenen beelden.
Wordt algemeen gebruikt voor stroken land die grenzen aan grote watermassa's, maar soms ook specifiek voor het gebied tussen de laagste laagwaterstand bij springtij en het hoogste punt dat golven tijdens een storm bereiken. Gebruik 'kustlijn' voor de lijn die de grens vormt tussen de zee en het vasteland.
Wordt meestal gebruikt voor de lijnen die de grens vormen tussen de zee en het vasteland, maar soms ook specifiek voor het niveau dat de hoogste stormgolven bereiken of de hoogwaterstanden van het gemiddeld getij; gebruik `oevers (aardoppervlakten)' voor stroken land die aan grote watermassa's grenzen.
Te gebruiken voor meestal kleine of middelgrote schepen die worden gebruikt voor navigeren langs de kust; zijn over het algemeen koopvaardijschepen die handel en communicatie regelen tussen kleinere havens en tussen grote opslagplaatsen en het achterland.
Verwijst naar de stijl van porselein, zowel voor alledaags als voor ceremonieel gebruik, dat werd vervaardigd in de provincie Kaga, die nu deel uitmaakt van de prefectuur Ishikawa, tussen 1655 en 1704 en daarna weer van 1807 tot heden. Oudere werken betreffen gewoonlijk servies met een donkere bovenste glazuurlaag, met een grofkorrelig oppervlak en glazuur dat uiteenloopt van mat tot glanzend. Latere werken hebben meer eclectische, kleurrijke en complexe ontwerpen.
Te gebruiken om werken te beschrijven van de gelijknamige Afrikaanse etnische groep die voornamelijk leeft in het noorden van Nigeria, en voor een klein deel in Kameroen.
Verwijst naar werken die zijn vervaardigd door de gelijknamige Afrikaanse etnische groep, die in de Democratische Republiek Congo leeft.
Verwijst naar werken die zijn vervaardigd door de gelijknamige Afrikaanse etnische groep, die in Tanzania leeft.
Te gebruiken om werken te beschrijven van de gelijknamige Afrikaanse etnische groep die leeft in Liberia.
Te gebruiken om werken te beschrijven van de gelijknamige Afrikaanse etnische groep, een subgroep van het kustvolk Akan, die leeft in Ghana.
Tegebruiken in verband met het esthetische oordeel over het idee van inherente verdienste, innerlijke waarde of uitmuntheid in iets. Gebruik 'kwaliteitsbeheersing' om kwaliteitsnormen voor een project te selecteren en het afgeleverde werk te controleren om er zeker van te zijn dat aan deze normen is voldaan.
Het uitkiezen van de kwaliteitseisen waaraan een project moet voldoen en het controleren van de eigenschappen van het voltooide werk om te verzekeren dat dit aan de normen voldoet. Gebruik 'kwaliteit' voor het concept van intrinsieke verdienstelijkheid, waarde of uitmuntendheid in de context van esthetische beoordeling.
Verwijst naar werken die zijn vervaardigd door de gelijknamige Afrikaanse etnische groep, die in het oosten van Congo leeft.
Beschrijft werk dat is vervaardigd door het gelijknamige Afrikaanse volk, dat in het noordoosten van de Democratische Republiek Kongo leeft.
Te gebruiken om werken te beschrijven van de gelijknamige Afrikaanse etnische groep die leeft in Angola.
Gouden munten uit de VS die tussen 1796 en 1929 zijn uitgegeven met een waarde van twee dollar en vijftig cents ofwel een kwart van een eagle.
Verslagen die met tussenpozen van drie maanden worden gemaakt.
In algemene zin is kwarto het boekformaat dat resulteert nadat een vel papier twee keer is gevouwen. Meestal is de vorm vierkanter dan bij folio en de afmetingen kunnen variëren. In specifieke zin kan ermee worden verwezen naar een boek met een formaat tussen octavo en folio (circa 280 x 330 mm). Een kwartoformaat wordt bereikt door een vel papier twee keer te vouwen, waardoor vier bladen of acht pagina's ontstaan. Daarnaast kan kwarto verwijzen naar een krant van middelgroot formaat, circa 230 x 305 mm, die eveneens wordt gemaakt door een vel papier twee keer te vouwen. Bij boeken van vergépapier lopen de kettinglijnen horizontaal. Begin 18de eeuw werd kwarto in Engeland als het meest elegante formaat voor boekpublicaties beschouwd. In de 19de eeuw, toen de mechanisatie zijn intrede deed in de boekdrukkunst, gingen bibliothecarissen de term gebruiken om te verwijzen naar het formaat van het boek in plaats van naar de vervaardigingsmethode.
Messen met een gebogen blad waarvan zowel de bolle als de holle zijde snijden, gebruikt door de zadelmaker om leder op maat te snijden door een duwende of naar zich toetrekkende beweging te maken.
Neerhangend garneersel. Voor de 20e eeuw meestal een houten vorm bedekt met strengen zijde of kamgaren. Tegenwoordig vaak slechts een bosje draden, koorden of andere strengen die aan de bovenzijde bijeen worden gehouden.
Verwijst naar werken die zijn vervaardigd door de gelijknamige Afrikaanse etnische groep, die in het noordwesten van Tanzania leeft.
Grassoort die inheems is in Europa, maar tegenwoordig ook daarbuiten voorkomt en vaak een invasief onkruid is geworden. De plant verspreidt zich via de lange witte wortelstokken. De bladeren worden gegeten door grazende zoogdieren en rupsen. De zaadjes worden gegeten door vinken, gorsen en andere graslandvogels. Al sinds de klassieke oudheid gebruikt men de plant in de kruidengeneeskunde. Het volksgeloof wil dat zieke honden de wortels opgraven en opeten. De plant heeft antiseptische eigenschappen. Middeleeuwse kruidendokters gebruikten de plant voor de behandeling van patiënten die vocht vasthielden of met aandoeningen van het urinekanaal. Men gebruikte de gedroogde wortelstokken van de plant soms als wierook.
Elk van de diverse grassen, in het bijzonder Agropyron repens, die bekend staan als wortelonkruid en zijn te herkennen aan kruipende wortels die zich snel verspreiden.
Te gebruiken om werken te beschrijven van de gelijknamige Afrikaanse etnische groep die leeft in Gabon en de Republiek Congo.
Bedekte putten met een binnenwerk met open voegen, waardoor het afvalwater uit de septische tank in de omringende grond sijpelt of lekt.
Te gebruiken om werken te beschrijven van de gelijknamige Afrikaanse etnische groep die leeft in Botswana.
Te gebruiken om werken te beschrijven van de gelijknamige Afrikaanse etnische groep die leeft in Tanzania.
Lampen waarin licht wordt geproduceerd door middel van een elektrische boog tussen twee elektrodes in een geïoniseerde kwikdampatmosfeer. Ze geven een blauw-groen licht af, dat rijk is aan ultraviolette straling.
Tuitlampen, meestal van tin, met een cilindervormige houder en een koepel- of kegelvormige deksel en een of meer pithouders. De houder past in een apart bakje met een halfrond handvat en een druppelvanger.
Beschrijft werken die zijn vervaardigd door het gelijknamige Afrikaanse volk, dat langs de rivier de Niger in het noorden van Nigeria leeft en een subgroep van de Nupe vormt.
Een type kylix dat in zijn algemene proporties lijkt op type B maar met een discontinue contour. De lip steekt vaak uit ten opzichte van de kom en er zit een lijst (verhoogde ring van klei) tussen de steel en de voet.
Instrumenten voor het meten en grafisch vastleggen van variaties in de druk van een vloeistof, bijvoorbeeld van de menselijke hartslag.
Een Belgische variant van art nouveau, vernoemd naar de tentoonstelling met dezelfde naam die in 1893 door de jurist Octave Maus werd georganiseerd. De term wordt vaak gebruikt in combinatie met 'Les Style des Vingt', omdat dit de voorloper van La Libre Esthétique was.
Verwijst naar een fase en cultuur van de Europese Kelten in de Late IJzertijd, genoemd naar de archeologische vindplaats La Tène, of De Ondiepe Wateren, bij het Meer van Neuchâtel in Zwitserland. De fase begon in het midden van de 5de eeuw v. Chr. en de cultuur verspreidde zich over Noord-Europa en de Britse Eilanden, om ten slotte halverwege de 1ste eeuw v. Chr. te verdwijnen. La Tène kenmerkt zich door Griekse en Etruskische invloeden op de traditionele Keltische cultuur en door de sterke geografische verspreiding van de Kelten.
Ingangsruimten, bedoeld voor het laden en lossen van goederen op en van motorvoertuigen of treinwagons die er voorgereden zijn.
Verwijst naar het eerste gedeelte van de paleolithische periode, inclusief het grootste deel van het Pleistoceen, van circa 2.000.000 tot circa 250.000 jaar geleden. De vroegste fase van de laag-paleolithische periode kenmerkt zich door de vervaardiging van eenvoudige stenen werktuigen door vroege mensachtigen. De latere laag-paleolithische traditie omvat de zogenaamde Chopper chopping-tool industry, die is vernoemd naar gevonden stenen werktuigen, en die veel voorkwam op het Oostelijk halfrond. De traditie wordt toegeschreven aan de homo erectus, die waarschijnlijk ook werktuigen vervaardigde van hout en botten.
Schoeisel waarvan de schacht tot boven het enkelgewricht loopt.
Lange, vaak van metaal gemaakte haken die door lussen worden gestoken die aan de zijriemen van een laars vastzitten zodat de laars kan worden aangetrokken.
Verwijst naar de laatste fase van de Grieks oriëntalistische periode. De stijl kenmerkt zich door patronen en figuren die uitbundiger en drukker zijn dan in de vroegere fasen.
Verwijst in algemene zin naar de latere oude cultuur van de regio en stammen van Andhra, in het bijzonder de boeddhistische kunstvormen uit de 3de eeuw n. Chr. Typische kenmerken van de latere Andhra-kunst zijn vloeiende sculpturale volumes en levensecht illusionisme. Na het tanen van de macht van de Andhra in de Deccan zou het brahmanisme wederom de toonaangevende factor worden in het zuiden. De term kan ook verwijzen naar de cultuur van de Andhra-regio uit latere eeuwen welke niet per se verband houdt met het mecenaat van Andhra-geslachten of -dynastieën.
Verwijst naar de historische periode en de kunststroming die ontstonden na afloop van de Severische heerschappij in het Romeinse Rijk. Het omvat de periode waarin Diocletianus zijn macht deelde in een tetrarchie en de daaropvolgende periode die werd gemarkeerd door de bekering van Constantijn en het hele Rijk tot het Christendom. De periode overlapt met de vroeg-christelijke en de vroeg-Byzantijnse tijd.
Verwijst naar de laatste fase van de Grieks Archaïsche periode, van circa 540 tot circa 480 v. Chr. De periode kenmerkt zich met betrekking tot de beschildering van vazen door de introductie van de techniek voor rode figuren, en met betrekking tot zowel de beschildering van vazen als de beeldhouwkunst door de ontwikkeling van meer naturalistische figuren die vloeiender bewegen dan in voorgaande perioden het geval was.
Verwijst naar de heropleving van de Byzantijnse stijl en de westerse invloed die ontstond na de kruistochten in Byzantium en Oost-Europa aan het eind van de 13de eeuw. De architectuur uit deze periode is opmerkelijk vanwege de veelkleurige materialen, de decoratieve details en de variatie in soorten, dikwijls variaties op oude thema's. In verluchtigingen van handschriften, in mozaïeken, wandschilderingen, paneelschilderingen, ivoren en luxe kunstvoorwerpen kenmerkt de stijl zich door de sterke kleuren, de naturalistische weergave van het licht op de vormen, en de vaak fantastische compositorische en stilistische oplossingen.
Verwijst naar de laatste fase van de chalcolithische periode en cultuur, toen er nog steeds stenen gereedschappen werden gebruikt, hoewel er vaker dan in de midden-chalcolithische periode ook gebruik werd gemaakt van koper, in een aantal gevallen in gelegeerde vorm. Stenen gereedschap uit deze periode was soms zo vervaardigd dat het de koperen gereedschappen imiteerde.
Verwijst naar de late fase van de Corinthische aardewerkstijl, van circa 575 tot circa 425 v. Chr. Hierna was Corinthe geen belangrijke exporteur van aardewerk meer. De stijl kenmerkt zich door doorlopende grootschalige productie en zich herhalende ontwerpen met weinig detaillering, maar ook door vernieuwend werk dat ogenschijnlijk met veel zorg werd vervaardigd. De beschildering van deze vazen bestaat meestal uit verfijnde versieringen in vaste patronen, een levendige variatie in ontwerpen en verkleind afgebeelde dieren. In de loop van deze periode werden dierentaferelen allengs vervangen door meer taferelen met mensen.
Verwijst naar de stijl en artistieke productie op de Cycladische archipel tussen grofweg 1600 en 1050 v. Chr. De kunstwerken bestaan uit gedecoreerd aardewerk met abstracte en figuratieve motieven, muurschilderingen waarop feesten en natuurtaferelen worden weergegeven en een groep grote terracottabeelden. Al deze objecten tonen de invloed van de Minoïsche en later de Myceense cultuur.
Verwijst naar de fase van de Edo-periode die zich ontwikkelde tussen ongeveer 1789 en 1868. De stijl kenmerkt zich door de opkomst van de Ukiyo-e-school in de drukkunst.
Verwijst naar de latere fase van de Etruskische cultuur en stijl, vooral vanaf het moment dat de Romeinse invloeden duidelijk zichtbaar werden, te beginnen in de klassieke fase van circa 400 v. Chr. tot aan de Hellenistische fase van circa 300 tot circa 50 v. Chr.
Verwijst naar de meest ontwikkelde fase van de geometrische stijl, van het midden tot aan het eind van de 8ste eeuw v. Chr., die in een zeer groot geografisch gebied voorkwam. De stijl loopt in de verschillende streken sterk uiteen, maar kenmerkt zich in het algemeen met betrekking tot de vaasschilderkunst door de verfijnde weergave van figuren en dieren, waaronder de weergave van herkenbare mythologische figuren en verhalende taferelen.De beeldhouwkunst uit deze periode toont een grote verscheidenheid aan gestileerde dieren en menselijke beelden, maar naturalistischer dan in vroegere perioden.
Verwijst naar de fase in de Heian-periode die tot ontwikkeling kwam tussen circa 898 en 1185. In het laatste jaar werd de macht van de keizer overgenomen door aristocratische clans en ontstonden er twee hoven in Kyoto. In de schilderkunst kenmerkt de stijl zich door de invloed van Chinese Tan'g-schilderkunst, met de fijne, hoogstaande lijnen en de platte, abstracte achtergronden. In de beeldhouwkunst kenmerkt de stijl zich door de rijkelijk met vele kleuren versierde houten beeldjes. De architectuur van deze periode geeft ook blijk van de Chinese invloed, met dakpannen op de daken en stenen plateaus, naast het traditionele gebruik van weelderig met houtsnijwerk opgesierde interieurs.
Verwijst naar de stijl en artistieke productie op het zuidelijke en centrale deel van het Griekse vasteland tijdens de Bronstijd tussen circa 1600 en 1050 v. Chr. De Myceense cultuur domineerde de Egeïsche cultuur tijdens deze periode, waardoor de kunstwerken, hoewel deze ook nog Minoïsche invloeden tonen, in toenemende mate verfijnd en gevarieerd zijn. Er zijn onder andere metalen werken, zoals de gouden Vapheio-bekers en gouden gezichtsmaskers, en muurschilderingen waarop voornamelijk oorlogs- en jachttaferelen staan afgebeeld. Het aardewerk kenmerkt zich door de introductie van nieuwe vaste motieven geïnspireerd op het planten- en dierenrijk, terwijl de architectuur zich kenmerkt door de constructie van paleizen en verfijnde tholosgraven zoals de Schatkamer van Atreus.
Verwijst naar de fase in de Jomon-periode van circa 2500 tot circa 1000 v. Chr. Wordt ook wel gedateerd van circa 2000 tot circa 1000 v. Chr. In de periode kwamen grootschalige zeevarende activiteiten tot ontwikkeling, werd aardewerk vervaardigd met geometrische versieringen van rechte groeven, en nam de productie toe van meer driedimensionale beeldjes.
Verwijst naar de laatste fase van de klassieke periode en stijl, van circa 400 tot circa 330 v. Chr. De periode begon aan het einde van de Peloponnesische oorlog en eindigde nadat de Griekse staten hun onafhankelijkheid verloren aan Philippus van Macedonië. De stijl kenmerkt zich door een verminderd streven naar de perfecte, ideale stijlnormen, en meer nadruk op het verbeelden van de werkelijke wereld en afzonderlijke individuen. Voorts is de diversiteit en de inventiviteit van verschillende kunstenaars kenmerkend. Opvallende vernieuwingen in de beeldhouwkunst zijn de afbeelding van naakte godinnen, de weergave van minder strikte, sensuelere poses en gebaren die buiten de vaste begrenzingen treden van wat gold als de ideale klassieke pose, en slankere lichaamsvormen dan in de hoogklassieke kunst.
Verwijst naar de laatste fase van de Minoïsche kunst en cultuur, volgens het classificatiesysteem dat werd ontworpen door de archeoloog Arthur Evans. De fase kenmerkt zich door frescoschilderingen, de herbouw van paleizen en vooral door de versiering van aardewerk, dat werd aangebracht op een laag van vuurrode klei op een lichte ondergrond. Dit in tegenstelling tot eerdere versieringen, waarbij wit op een donkere kleilaag werd aangebracht. De ontwerpen bestaan meestal uit naturalistisch weergegeven planten en dieren in geometrische patronen of ontwerpen. De stijl overlapt met de tijd van de nieuwe paleizen en de Sub-Minoïsche perioden.
Verwijst naar de fase van de Nara-periode tussen circa 756 en 784 n. Chr. In de beeldhouwkunst wordt de stijl gekenmerkt door een zwaarder en voornamer ogend figuurtype, met een sterk versoberde uitwerking van de vormen en draperieën. Op het gebied van bronswerk vond deze periode zijn hoogtepunt in de Grote Boeddha van Tōdai-ji, welke overigens niet meer bestaat. De kleine bronzen die met Tōdai-ji worden geassocieerd, zoals de lantaarns, zijn fraaie voorbeelden van gietwerk in bas-reliëf. Kenmerkend zijn de afbeeldingen van wervelende draperieën en een fijne lijnvoering. Er resten ons nog slechts weinig schilderijen uit deze periode, maar documenten van de Shōsōin maken melding van kamerschermen waarvan de schilderingen een hoge graad van verfijning kenden. Kenmerkend voor de rolschilderingen uit deze periode is de weergave van een verhalende afbeelding pal boven een tekst, een stijl die in de 8ste eeuw reeds als verouderd werd beschouwd.
Verwijst naar de periode in Meso-Amerika van circa 1200 tot 1521 die is verbonden met de opkomst van het Azteekse keizerrijk. Met betrekking tot aardewerk en keramiek wordt deze periode gekenmerkt door polychrome potten uit de regio's Cholula en Mixtec en potten met de afbeelding van dieren die zijn versierd met emblemen in plaats van narratieve voorstellingen. Beeldhouwkundige stijlen uit deze periode tonen bijna levensgrote, staande figuren met vaag gemodelleerde gelaatstrekken en gebeeldhouwde oppervlaktepatronen die kostuums, lichaamsverf of tatoeages aanduiden. Artistieke vernieuwingen in edelsteenbewerking worden in deze periode uitgebreid en hebben onder andere betrekking op jade, parels, potten van tecali, bergkristallen bekers met een voet, oorspoelen van kristal en lavaglas, en ornamenten van turquoise git, koraal en amber die worden gebruikt in rituele ceremonies. Veelvuldig gebruik van hardstenen beeldsnijwerk, onder andere voor het vervaardigen van ceremoniële potten versierd met een laag reliëf en met beeldhouwwerken van mensen, goden, dieren en plantenvormen die zijn gemaakt van jadeïet en andere groenstenen, dioriet, chalcedon en bergkristal. De Azteken verbreidden tijdens deze periode ook het gebruik van turquoise mozaïeken en veren hoofdtooien.
Verwijst naar de periode in Meso-Amerika van circa 300 tot 250 v. Chr. Verenwerk in Meso-Amerika had zijn oorsprong in deze periode als symbool van macht en rang en bestond onder andere uit verfijnde ceremoniële hoofdtooien die waren gemaakt van veren van de staart van quetzals. Beeldhouwwerken uit deze periode omvatten aardewerk en grafurnen, zoömorfe en antropomorfe graffiguren, gegroefde vazen met karakteristieke parallelle lijnen die zijn getekend op oranje slip, en schalen die zijn beschilderd met kronkelige vormen op randbanden aan de buitenkant. De architectuurstijl in deze periode nam paleisachtige vormen aan, met robuuste, platte of gewelfde dakbedekkingen, fijn afgewerkte trappen met strekse hellingen aan weerszijden, lijstwerk, tablero's en maskers. Piramide-achtige structuren in deze periode tonen complexe cirkel- en kegelvormige secties en secties met terrassen.
Verwijst naar de Victoriaanse stijl, voornamelijk in de architectuur en de decoratieve kunsten, die werd toegepast van circa 1870 tot circa 1901. Hoewel de gotische revival nog steeds domineerde, gaven de architectuur en de decoratieve kunsten blijk van een hernieuwde belangstelling voor klassieke, barokke en streekgebonden vormen, en van nieuwe invloeden zoals de Queen Anne-stijl en de Beaux-Arts. In de decoratieve kunst zorgden de invloed van Japanse kunstvoorwerpen, de Arts and Crafts-beweging en de aesthetische beweging voor een vereenvoudiging van de Victoriaanse hang naar overdadige versiering.
Verwijst naar de periode en de cultuur in Indonesië die werden beïnvloed door de Chinese kunststijl die zijn bloeitijd beleefde tijdens de Zhou-dynastie (1050-256 v. Chr.). De stijl kenmerkt zich door diverse eenvoudige decoratieve stijlen voor keramiek, rituele voorwerpen, huishoudelijke artikelen en bronzen objecten. In deze periode werden ook objecten van jade met traditionele dessins gemaakt.
Verwijst naar de kunstperiode in Meso-Amerika van circa 600 n. Chr. tot 900 n. Chr. Beeldhouwkundige stijlen uit die periode varieerden al naar gelang de regio. In Tierra Blanca bevatten aardewerk en schalen van keramiek rituele taferelen in hoogreliëf die met een mal waren gemaakt. Figuren uit Nopiloa zijn meestal gemaakt met behulp van een mal, maar bedekt met een crèmekleurig engobe. In de meeste regio’s worden bij aardewerk en kleibeelden staande en zittende vrouwelijke figuren afgebeeld met sierlijke hoofdtooien, kralenkettingen en geknoopte slangenriemen. Het gaat onder andere om schalen met crèmekleurig engobe die gedetailleerd zijn beschilderd met realistische en imaginaire dierenfiguren en gekostumeerde figuren die zijn gerangschikt in paren of trio's. Edelsteenbewerking uit deze periode wordt gekenmerkt door drie vormen die zijn verbonden met een heilig balspel: yuog, palma en hacha. In de architectuur wordt deze stijl gekenmerkt door stèles en altaarconstructies met grote, zoömorfe frontale figuren in hoogreliëf, versierd met compacte kostuumontwerpen. Schilderstijlen uit deze periode beelden mensen af in een stedelijke context te midden van piramides, tronen, trappen en marktplaatsen en hebben rijke, symbolische kleuren. Tempels en gewelven uit deze periode zijn versierd met muurschilderingen waarop expressieve, historische, militaire en rituele afbeeldingen zijn weergegeven.
Verwijst naar een stijl en periode van het midden tot de laatste decennia van de 16de eeuw in Italië en Noord-Europa. De stijl kenmerkt zich door de evolutie van de rustige, serene hoge renaissance naar een meer emotionele stijl met actievere, asymmetrische composities met innovatievere toepassing van kleuren, materialen en technieken. Veel van de werken uit deze periode kunnen ook worden geassocieerd met het Maniërisme.
Bordjes die men onder, boven, naast of bij een kunstwerk in een museum ophangt met daarop de naam van de kunstenaar, de titel van het kunstwerk en andere relevante informatie.
Wordt gebruikt voor ruimten, gebouwen of groepen van gebouwen die zijn uitgerust met middelen voor wetenschappelijke experimenten of ander onderzoek, tests en research.
Genus van twee of drie kleine soorten seringachtige bomen, inheems in de bergen van Zuid-Europa, van Frankrijk tot de Balkan. De bomen hebben gele bloemen die uitgroeien tot peulen met giftige zaden. Alle delen van de plant zijn giftig: laburnum is dodelijk gebleken voor vee, hoewel andere dieren (zoals hazen) er immuun voor zijn. Het hout van de laburnum is veel waard.
Te gebruiken voor motieven die op een plat vlak een om zichzelf kronkelend pad weergeven waarbij het pad zichzelf nooit doorkruist en meestal vanuit de buitenkant naar het centrum leidt. Gebruikelijk in romiense mozaïeken en ingelegd in middeleeuwse kerkvloeren.
Italiaanse imitatie van Aziatisch lakwerk. De reliëfversieringen worden gevormd door op het oppervlak geplakte en geverniste uitsnijdingen.
Een kleurloos, zoetgeurig, zoet smakend, onbrandbaar, lichtelijk in water oplossend gas, N2O. Het wordt vooral gebruikt als narcoticum in tandheelkunde en chirurgie, en bij de fabricage van chemicaliën zoals aerosols.
Aanduiding voor gebouwen, meestal te vinden in pretparken, die diverse toestellen bevatten die zijn bedoeld om mensen te laten schrikken of lachen en die zijn opgesteld in een gang waar de bezoekers doorheen lopen.
Verwijst naar een aardewerkstijl die tussen circa 600 en circa 550 voor Christus tot ontwikkeling kwam in Laconia, een landstreek op de Peloponnesos. De stijl wordt gekenmerkt door zwartfigurige ontwerpen, vaak aangebracht op een blanke engobe, met motieven als granaatappels, lotusknoppen, palmetten, figuren en netpatronen. Bij het bakken van Laconische klei krijgt deze een vaalgele kleur, in tegenstelling tot het oranjerood van de Atheense klei.
Halfgeleidersensoren die men in diverse elektronische apparaten ��� zoals videocamera's, digitale camera's en scanners ��� gebruikt voor het vastleggen van beelden.
Populaire benaming voor een bepaald soort Amerikaanse kaptafel uit de 18e eeuw, met laden en hoge poten. De kaptafel had dezelfde vorm als het onderste gedeelte van een hoge ladenkist, waar ze vaak aan werden aangepast.
Verwijst naar de cultuur van de moderne natie Nederland, of meer algemeen naar culturen die hetzelfde gebied langs de Noordzeekust in Noordwest-Europa hebben bewoond. Wordt ook wel gebruikt voor het gebied dat zich uitstrekte tot in het Middeleeuwse Vlaanderen en delen van Noord-Frankrijk.
Gesitueerd of passerend onder het niveau, het oppervlak of de basis van iets anders.
Oud-Grieks en Romeins vaatwerk, vaak gebruikt om wijn uit te schenken; ze waren vooral populair in de hellenistische periode. De lagona had een smalle, lange hals, een uitpuilende buik, een brede schouder en een horizontaal handvat. De lagonavorm komt oorspronkelijk uit het oosten van Griekenland. Er zijn ten minste twee plaatsen in het Middellandse Zeegebied bekend waar lagonae werden geproduceerd.
Te gebruiken om werken te beschrijven van de gelijknamige Afrikaanse etnische groep die leeft in het merengebied in het zuidwesten van Ivoorkust in Afrika.
Verwijst naar de neolithische stijl en cultuur die is genoemd naar de nederzetting bij het meer in Lagozza di Besnate in Lombardije, Italië. Lagozza kenmerkt zich door het specifieke aardewerk en het vuurstenen gereedschap. De potten bestaan meestal uit eenvoudige open kommen met gedecoreerde cilindrische deksels en aan de bovenzijde deels gesloten kommen met gegolfde profielen en afdrukken van holle stengels. Het vuurstenen gereedschap bestaat meestal uit driehoekige, transversale pijlen gemaakt van zeer dun vuursteen, dat van buiten naar het gebied werd gebracht. De cultuur lijkt nauw verwant aan de Chasseen-cultuur, en kan duiden op een invasie vanuit het westen.
Verwijst naar een van de twee takken van de moderne islamitische beweging der Ahmadiyya. Deze tak beschouwt de stichter van de Ahmadiyya, Ghulam Ahmad, eerder als een hervormer dan als een profeet en blijft zodoende dichter bij de hoofdstroming van de islam. De Lahori staan net als de Qadiyani bekend om hun preken, hoewel ze zich meer richten op het bekeren tot de islam in het algemeen dan op het bekeren tot hun specifieke geloof. Zij spelen ook een rol in de liberalisering van de islam en het uitgeven van Engels- en Urdutalige publicaties. De Lahori werden geleid door Mawlana Muhammad Ali vanaf de oprichting in 1914 tot zijn dood in 1951. De geloofsgemeenschap, die een grote verspreiding kent, heeft een Brits centrum in de moskee van Woking; haar hoofdkwartier staat in Lahore (Pakistan).
Een hars van de larve van het lakinsect Laccifer lacca Kerr; het wordt gebruikt om schellak mee te maken.
Te gebruiken om werken te beschrijven van de gelijknamige Afrikaanse etnische groep die leeft in het grensgebied van Tsjaad en Kameroen.
Stof gebruikt voor beddenlakens, kussenslopen en soortgelijke dingen.
Vakmensen die het oppervlak van iets, bijvoorbeeld een meubelstuk of klein object, coaten met lak, waarbij ze vaak ontwerpen of afbeeldingen aanbrengen.
Verwijst naar werken die zijn vervaardigd door de gelijknamige Afrikaanse etnische groep, die in Zambia leeft.
Beschrijft werken die zijn vervaardigd door het gelijknamige Afrikaanse volk, dat in de Democratische Republiek Congo leeft.
Te gebruiken om werken te beschrijven van de gelijknamige Afrikaanse etnische groep die leeft in Zambia.
Malagassische lijkwade van geweven zijde, katoen, bast of raffia en vaak versierd met borduursel of kralen, gebruikt om stoffelijke overschotten in te wikkelen voor herbegrafenisrituelen. Letterlijk betekent de term 'rode stof', hoewel rood niet de dominante kleur hoeft te zijn.
Wordt gebruikt voor skeletten gebaseerd op een asymmetrisch raster van bogen, meestal van hout of metaal.
Orde van bloeiende planten die behoren tot de core asterids of sympetalen onder de bloeiende planten in de groep Asterids 1 in het APG II-systeem (Angiosperm Phylogeny Group II). De orde omvat 23 families en meer dan 23.000 soorten. De belangrijkste families van deze orde zijn Lamiaceae, Verbenaceae, Plantaginaceae, Scrophulariaceae, Orobanachaceae, Acanthaceae, Gesneriaceae, Bignoniaceae, Oleaceae, Pedaliaceae en de kleine families van vleesetende planten Byblidaceae en Lentibulariaceae.
Rapid prototyping-proces waarbij een kooldioxidelaser laag voor laag dwarsdoorsneden opbouwt in papier dat aan één zijde een polyethyleencoating heeft. Het resultaat van dit gelaagde proces is een driedimensionaal object op basis van een met de computer ontworpen model.
Complex weefsel met één toegevoegd kettingstelsel en één of meer toegevoegde inslagstelsels. [...] TEX.
Instrumenten van doorzichtig glas die over een kaars passen en op de houder rusten om de vlam tegen de tocht te beschermen, meestal wijd uitlopend aan de bovenkant.
Houders voor water, inhoud ca. 5 liter, om je te wassen; meestal in combinatie met een kan.
Groepen van bij elkaar passende houders voor ingrediënten ten behoeve van persoonlijke hygiëne (waskom, lampetkan, zeephouder, po).
Verwijst naar de stijl en periode rondom de cultuur die een bloeitijd beleefde in het Cambodjaanse koninkrijk Lan Xang (1353-1707 n. Chr.). De stijl van deze periode is gebaseerd op inheemse innovaties en Thaise en Khmer-invloeden. In de religieuze architectuur is de stijl terug te zien in de Vat Visum (1503 n. Chr.) en de Vat Xieng Thong (1561 n. Chr.), met grootse stoepa's of monumenten, schuine, overlappende daken met dakpannen, dakranden die worden ondersteund door kraagstenen of door vergulde of gelakte consoles en houtconstructies. Seculiere bouwwerken zijn gebouwd van hout en zijn ook voorzien van vergulde bas-reliëfs. In deze periode kwam het tot de ontwikkeling en uitbreiding van een structuur met een heiligdom en ontmoetingsplaats, waar heilige beelden werden ondergebracht. In de beeldhouwkunst in deze stijl staan boeddhistische thema's en iconografie centraal, hoewel er ook wel enige hindoeïstische beeldhouwwerken zijn. Typerend zijn figuren in brons, steen, edelmetaal, droog lakwerk en terracotta.
Begrip uit de computerwereld dat verwijst naar een lokaal netwerk dat bestaat uit hardware- of softwarematige koppelingen tussen computers, servers, printers en andere randapparatuur. Meestal blijft een LAN beperkt tot één kantooromgeving of een kleine, fysiek afgebakende omgeving, zoals een universiteitscampus.
Weefsel met een toegevoegd inslagstelsel; het lancé-inslagstelsel. De draden van dit stelsel lopen van zelfkant tot zelfkant en zorgen voor simpele, kleine patronen op de stof, zoals stippels of bloemetjes.
Gebruik deze term voor kunstwerken, soms tijdelijk van aard, vanaf het midden van de jaren zestig van de 20ste eeuw, die in en met de natuur tot stand zijn gekomen; soms met directe ingrepen, soms met meer immateriële ingrepen (bijvoorbeeld wandelingen) waarbij tijd en/of groeiprocessen een rol spelen. Veelal grote projecten die, als ze tijdelijk of immaterieel zijn, d.m.v. fotografie of film worden gedocumenteerd. Gebruik voor algemenere kunstwerken waarbij de omgeving wordt gebruikt 'omgevingskunst'.
Te gebruiken voor betrekkelijk zware vierwielige rijtuigen met een koetsachtig onderste gedeelte van de kast en een bovenkant die bestaat uit twee delen die afzonderlijk van elkaar kunnen worden neergelaten; kan ook worden gebruikt voor vroege rijtuigachtige auto's met een bestuurders- of passagiersplaats, met een vouwdak en bij uitbreiding voor latere sedan-achtige auto's met een kort vouwdak achterop.
De wetenschap of kunst van het bewerken van de grond, het oogsten van gewassen en het fokken van vee.
Uitrusting dat word vervaardigd om te worden gebruikt bij land- of tuinbouw. Waaronder: werktuigen voor het planten, oogsten en opslaan van gewassen, werktuigen voor het verwerken van voedsel voor dieren, niet voor mensen. Niet: uitrusting voor dierenverzorging, bosbouw, textielfabricage. Zie ook bosbouwgereedschap, textielbewerkingsgereedschap, veeteeltuitrusting, voedselverwerkingsuitrusting.
Duitse en Scandinavische gebieden onder het bestuurlijk gezag van een landgraaf, voor het eerst geregeld in de 12e eeuw en nog steeds voorkomend in de 20e eeuw.
Opvallend beschilderde stokken, meestal met elkaar afwisselende rode en witte banden, die zo'n 2 à 2½ meter hoog zijn met metalen punten aan een uiteinde en die worden gebruikt door landmeters om een referentiepunt vast te leggen. Gebruik 'niveaulatten' voor soortgelijke voorwerpen die met cijfers zijn gemarkeerd.
Kompassen voor het meten van horizontale hoeken tijdens landmetingen, met verwijzingen naar de richting van een magnetische naald; meestal kunnen ze worden bevestigd op driepoten of andere stevige dragers en zijn ze uitgerust met een kijker.
Te gebruiken om werken te beschrijven van de gelijknamige Afrikaanse etnische groep die tegenwoordig leeft in Sierra Leone.
Multifunctionele graafmachines met één blad in het midden dat aan alle kanten en hoeken kan worden opgetild zodat het naar alle kanten kan worden gedraaid. Worden meestal gebruikt voor egaliseren en afdekken.
De studie van cultuurlandschappen en hun kenmerken door middel van archeologisch veldwerk en analyse.
Personen die gespecialiseerd zijn in de inrichting van het landschap, met inbegrip van planten en bijkomende bouwconstructies.
Te gebruiken voor de tak binnen de architectuur die zich bezighoudt met het ontwerpen van de landelijke omgeving, met inbegrip van het ontwikkelen en aanplanten van allerlei geplande groene gebieden in de open lucht, vaak met bijbehorende bouwsels en wegen, met als doel het creëeren van een natuurlijke omgeving voor gebouwen, gemeenten en steden. Gebruik 'tuinarchitectuur' voor het ontwikkelen en decoratief aanplanten van speciaal tuinen en parken.
Behang versierd met een patroon van afwisselende vignetten die worden omlijst door verticale strepen, bloemen of gebladerte. Term ook gebruikt voor individuele vignetten.
Geomorfe kenmerken van het aardoppervlak, gevormd door natuurlijke processen met definieerbare eigenschappen en karakteristieken, die overal optreden waar de betreffende kenmerken voorkomen, en die bepaalde oppervlakte- en bodemtoestanden weergeven.
Dolken met afhangende stootplaten, in één geheel ontworpen met de metalen scheden, die voorzien zijn van geprononceerde ringen of banden; gebruikt door Duitse en Zwitserse landsknechten in de 16e eeuw.
Handbogen uit Engeland en Wales die vooral gebruikt werden van de 13e tot de 15e eeuw, met een schacht van taxushout die meestal tussen de 1,50 en 1,80 m lang is en waarmee pijlen worden afgeschoten van ongeveer 90 cm lang.
Te gebruiken voor toestellen die worden gebruikt bij gewichtheffen en die meestal bestaan uit een staaf met verwisselbare, schijfvormige gewichten die aan de uiteinden kunnen worden bevestigd.
Op leer gebosseleerd korrelpatroon dat bestaat uit een patroon van parallelle plooien.
Noorse citerachtige chordofonen. Ze hebben fretten en zijn rechthoekig.
IJslandse gestreken citerachtige chordofonen.
Seculiere festivals die worden gehouden in het Afrikaanse land Sierra Leone, de Afrikaanse regio Senegambia en het Caribische land Haïti, gewoonlijk op christelijke of islamitische feestdagen, waarbij optochten worden gehouden met grote houten en papieren constructies die van binnen met kaarsen worden verlicht.
Diapositieven gemaakt of aangebracht op glas voor projectie, meestal maar niet persé fotografisch, en ongeveer 8¼ tot 9 bij 10 cm groot.
Afrikaanse cilindervormige en dubbelkonische kralen, gemaakt van de roodachtig bruine steensoort waarnaar ze zijn vernoemd. Gemaakt door de Yoruba, voornamelijk in Ilorin, Nigeria. Ze worden niet meer gemaakt, maar nog wel gebruikt.
Vast of draagbaar, beschermend en lichtdoorlatend omhulsel van een lichtbron; stevig geraamte, zijkanten van transparant glas, hoorn of opengewerkt materiaal.
Verwijst naar de stijl die in verband wordt gebracht met Laos, in het dal van de bovenloop van de Mekong. In de hybride stijl zijn Thaise, Myanmarese, en Khmer-invloeden te herkennen. De basis van de kunststijl van deze regio ligt in de religie en traditie, met boeddhistische en hindoeïstische iconografie en verhalende reliëfpanelen die wortelen in Theravada-boeddhistische en hindoeïstische principes. Kenmerkend voor volkskunst in deze stijl zijn manden, hout- en ivoorsnijwerk en zilver- en goudwerk. Kenmerkend voor architectuur in deze stijl zijn tempels naar model van Khmer-tempelbergen met schuine, trapvormige daken met kleine vlakke dakpannen, en de wihan, een rechthoekig gebouw met een altaar met boeddhistische afbeeldingen. In de beeldhouwkunst is deze stijl grotendeels toegepast voor het afbeelden van Boeddha in koninklijke gewaden. Beeldhouwwerken zijn vervaardigd uit brons, gelakt hout en soms steen en zijn versierd met ingelegd glas of paarlemoer. Bas-reliëfs zijn zeldzaam en worden meestal aangetroffen als houten wandbekleding, hoewel er ook muurtaferelen bekend zijn in kalkmortel, pleisterwerk of cement. Kenmerkend voor textielkunst in deze stijl zijn zijden stoffen met ikat- en ingeweven patronen met stippen en geometrische en zoömorfe motieven.
Vroege keramiekstijl gekenmerkt door complexe geometrische motieven op vaten in allerlei vormen en die wijd verspreid voorkomen binnen alle culturen van Oceanië. De opvallende patronen zijn gecreëerd met behulp van een getand stempel met één ontwerpelement dat in combinatie met andere stempels een patroon vormt. De ontwerpen tonen soms ook antropomorfische gezichten en figuren. Naast vaatwerk zijn ook vrijstaande Lapita-aardewerkfiguren met menselijke en dierlijke thema's opgegraven. De stijl is genoemd naar een vindplaats in Nieuw-Caledonië en naar een oude cultuur van de Stille Oceaan.
Ietwat beangstigende en groteske zwarte poppen, meestal met uitpuilende ogen en een grote rode mond; ze zijn gebaseerd op een figuur uit kinderboeken van rond 1890.
Te gebruik voor poppen met lichamen van stof of stof opgevuld metverschillend materiaal, bijvoorbeeld vodden, zaagsel of papyrusbladeren.
Huiskapelletje gewijd aan de Romeinse huisgoden, de Lares en de Penates. Het kon verschillende vormen aannemen, van een simpel houten kastje tot een rijkelijk versierde miniatuur-tempel. Bevond zich vaak in het atrium.
Apparaten die bestaan uit twee platte, houten stokken die aan één kant aan elkaar vastzitten met een leren riem of metalen scharnier. Worden gebruikt voor het bijeenhouden van reuzel door een stoffen tas met daarin het verzamelde vet tussen de twee stokken te drukken.
Oud-Griekse sarcofagen in de vorm van een kist, gewoonlijk gemaakt van terracotta en beschilderd met versieringen.
Voegen die worden gevormd tussen twee stukken hout die in een rechte lijn met de uiteinden aan elkaar verbonden zijn.
Lange touwen met schuivende lussen, gewoonlijk gemaakt van koorden van ongelooide huiden of hennep, die worden gebruikt bij het hoeden van vee.
Verwijst naar de culturen in de laatste fase van de Bronstijd, die verschillen van de culturen in de Vroege en de Midden-Bronstijd door afwijkende samenstellingen van metalen voorwerpen en afwijkende begrafenisrituelen. Kenmerkend zijn de uiterst geavanceerde en verfijnde metaalbewerkingstechnieken en ontwerpen van gereedschappen en wapens. Dit geldt tevens voor de ontwikkeling van op grote schaal geproduceerde objecten, holle voorwerpen, wapenrustingen en grote voorwerpen, zoals ketels en schilden.
Verwijst naar een Chinese dynastieke periode van 947 tot 950.
Verwijst naar een fase in de cultuur van de IJzertijd die opvalt door de specifieke sociale en technologische ontwikkelingen, zoals het mengen van ijzer voor werktuigen.
Verwijst naar een Chinese dynastieke periode van 937 tot 946.
Verwijst naar een Chinese dynastieke periode van 907 tot 923. De beroemde schilder Guan Tong was werkzaam aan het hof van de Late Liang-dynastie in Nanjing.
Verwijst naar de periode en stijl in de kunst die werd gemaakt tijdens de latere fase van de Republiek rond 120 tot 80 v. Chr. De architectuurstijl kenmerkt zich door de bouw van grote, uit terrassen opgebouwde heiligdommen en villa’s, meestal tegen heuvels aangebouwd en vormgegeven volgens een strenge axiale symmetrie.
Verwijst naar een Chinese dynastieke periode van 923 tot 937. Het jadewerk, de wandschilderingen, de reliëfsculpturen en het zilverwerk welke in de graftombe van de voormalige Shu-heerser Wang Chien zijn aangetroffen, zijn goede voorbeelden van kunstnijverheid uit de Late Tang-periode.
Verwijst naar de periode in Egypte van ongeveer 664 tot 332 v. Chr. die liep van de Zesentwintigste tot de Eenendertigste Dynastie. Sommige bronnen tellen vanaf de Vijfentwintigste dynastie, ongeveer 750 v. Chr. De periode is de laatste waarin Egypte functioneerde als onafhankelijke politieke entiteit. De cultuur stond onder toenemende druk van grote beschavingen uit het oostelijke Middellandse Zeegebied en het Nabije Oosten. De kunstvoorwerpen, met name de beeldhouwwerken, kenmerken zich door een uniforme, geïdealiseerde stijl die bekend staat als de Saite-stijl die werd ontwikkeld tijdens de Zesentwintigste Dynastie, die de gehele Late periode domineerde.
Verwijst naar een Chinese dynastieke periode van 951 tot 960.
Lagen die bij metselwerk met natuursteen ter hoogte van de latei zijn geplaatst en zich meestal onderscheiden van de muur doordat ze meer uitsteken, dikker zijn afgewerkt of in het geheel dikker zijn, waarbij ze in afmetingen overeenkomen met de latei.
Een restproduct van de verwering van gesteente, dat rood van kleur is, een hoog gehalte aan ijzeroxiden en aluminiumhydroxide bevat en een klein deel silicaat. Wordt gebruikt in Afrikaanse bouwwerken.
Grote, antieke Romeinse agrarische landgoederen.
Verwijst naar de periode en cultuur behorend bij de verovering en de kolonisatie van het Byzantijnse rijk door het Westen na de Vierde Kruistocht, die duurde van het eind van de 12de en het begin van de 13de eeuw totdat de Latijnse heersers werden afgezet in de jaren 60 van de 13de eeuw. De stijl kenmerkt zich door een toevoeging van westerse ontwerpen en motieven, die verwijzen naar gelijktijdige westromaanse en gotische stijlen en de glorie van het Westromeinse Rijk.
Kruisen bestaande uit drie korte armen aan de bovenkant en zijkanten, en een lange arm aan de onderkant.
Verwijst in de meest strikte zin naar de culturen van die landen in Zuid-, Midden- en Noord- Amerika en het Caribisch gebied die oorspronkelijk waren gekoloniseerd door Spanje. Kan echter ook in ruimere zin verwijzen naar alle culturen uit dit gebied, dus inclusief de landen die oorspronkelijk werden gekolonialiseerd door de Fransen en Portugezen.
Wordt gebruikt voor tuig dat over het algemeen wordt gekarakteriseerd door een enkele mast, een driehoekig zeil waarvan de vooruitstekende hoek scherp achteroverhelt en is aangehecht aan een recht rondhout of ra, die op zijn beurt weer is aangehecht aan de mast, en een giek die voorwaarts uitstrekt van de mast.
Wordt gebruikt voor secundaire dakdragende delen, meestal lichte palen of gesnoeide jonge boompjes, die verticaal of in een visgraatpatroon zijn geplaatst boven viga's (primaire balken) in Indiaanse of Spaans-Amerikaanse adobebouw.
Wordt gebruikt voor vrijstaande bouwwerken in openbaar verband met één of meerdere wc-brillen en een kuil, die dienst doen als toiletten; te onderscheiden van 'privaathuisjes' wat soortgelijke bouwwerken zijn in een huiselijk verband. Gebruik 'privaten' voor kamers binnen gebouwen met dergelijke eenvoudige voorzieningen.
Vrijstaande Indiaanse pilaren, met inscripties of met beeldhouwwerken er bovenop.
Stoelen met een rugleuning die uit smalle delen bestaat die elkaar kruisen zodat ze een netachtig patroon vormen.
Hout dat op mahonie lijkt; wordt gebruikt voor meubels, schrijnwerk, lambrisering en scheepsbouw.
Genus van drie soorten groenblijvende bomen. Fossielen uit de periode voor de ijstijden in het Pleistoceen duiden erop dat de soorten uit dit genus vroeger, toen het klimaat vochtiger en milder was dan nu, in een groter gebied rond de Middellandse Zee en in Noord-Afrika voorkwamen. Tegenwoordig denkt men dat het opdrogen van het Middellandse Zeebekken tijdens de ijstijden ervoor heeft gezorgd dat Laurus zich terugtrok naar de gebieden met het mildste klimaat, zoals het zuiden van Spanje, Portugal en Macaronesië.
Hout van de soort Laurus nobilis die inheems is in het Middellandse Zeegebied; gebruikt voor snufjes, snijwerk en marqueterie.
Soort geurige groenblijvende boom, inheems in het Middellandse Zeegebied, die ook elders op grote schaal wordt geteeld. De soort wordt 6-18 meter hoog en heeft stugge, alternerende ovale bladeren die dof en leerachtig zijn, met een lengte van ongeveer 8 centimeter. De bladranden zijn glad en vaak golvend, en worden als keukenkruid gebruikt. In het oude Griekenland was de erekrans die op de hoofden van helden en winnaars van sportwedstrijden werd geplaatst gemaakt van de bladeren en takken van deze soort. De kleine en onopvallende bloemen zijn geelachtig of groenachtig wit. De vrucht is een groene, paarse of zwartachtige bes met één zaadje, die een geurige olie produceert als men erin knijpt. Het hout is sterk en elastisch, en wordt gebruikt voor snijwerk en marqueterie.
Hoef- of cirkelvormige kransen gevlochten uit de takken en bladeren van de laurier. Werd door Romeinse officiers gedragen tijdens triomftochten als teken van de overwinning. De laurierkrans is nog steeds een symbool voor overwinning en succes.
Middeleeuwse waterketels met twee tuiten aan weerszijde van de ketel die meestal opgehangen werden boven een wasbekken.
Wordt gebruikt voor bepaalde kloostercomplexen in het oostelijke Middellandse Zee-gebied waar heremieten leven in een losjes gestructureerde groep cellen rond een gemeenschappelijk centraal complex.
Fijndradig weefsel in effenbinding oorspronkelijk van linnen, maar tegenwoordig ook van fijn gekamd katoenen garen, met stijfsel of appret; het wordt veel gebruikt voor zakdoeken, schorten, boerinnenmutsen en gordijnen.
Begraafplaatsen gekenmerkt door grote open grasvelden met gedenkplaten die niet uitsteken.
Voorbeelden gemaakt voor of door drukkers om een indruk te geven van het geheel van het zetsel, de lettertypen, de lettergroottes, en de posities van de illustraties en onderschriften van stukken die moeten worden gedrukt.
Ziekenhuizen waar gevaarlijke besmettelijke ziekten worden behandeld, oorspronkelijk voor melaatsheid (lepra). Veel voorkomend in de Middeleeuwen; gebruik 'leprozenhuizen' voor plaatsen waar specifiek lepra wordt behandeld.
Een Belgische variant van art nouveau, vernoemd naar de avant-gardistische groep 'Les XX' of 'Les Vingt' die werd georganiseerd door de jurist Octave Maus en in 1884 in Brussel voor het eerst werd tentoongesteld. De term wordt vaak gebruikt in combinatie met 'La Libre Esthéthique', omdat deze groep de opvolger werd van Les XX na de opheffing in 1893.
Verwijst naar Oud-Griekse kleine, diepe schalen die bij de schouder sterk versmallen en een duidelijke hals hebben met een overhangende lip, en een bolle bodem, zodat de schalen op een standaard konden staan. Een lebes is bij de schouder voorzien van twee hoge, staande handvatten en vaak van een bol deksel met een lange steelvormige handgreep. Bronzen lebetes werden gebruikt om in te koken en in de terracotta exemplaren werd wijn gemengd. Ze onderscheiden zich van ‘dinoi’ door hun kleinere afmetingen. In het verleden gebruikten veel wetenschappers de term om te verwijzen naar zowel de dinos als de lebes, omdat zij meenden dat de term ‘dinos’ verwees naar een drinkkom.
Een oud-Grieks vaatwerktype dat werd gebruikt bij bruiloften. Over het algemeen wordt gedacht dat het water bevatte voor het rituele bad dat de bruid, en misschien de bruidegom, voor de huwelijksvoltrekking nam. Een andere theorie luidt dat er voedsel voor het huwelijkspaar in werd bewaard; er kan ook sprake zijn geweest van begrafenisgebruik. Op dit type vaten staan vaak afbeeldingen van een huwelijksprocessie of van vrouwen die zich voorbereiden op de bruiloft.
Beschrijft werk dat is vervaardigd door het gelijknamige Afrikaanse volk, dat in Senegal leeft.
Een vetachtige substantie die voorkomt in eidooiers en andere dierlijke en plantaardige stoffen; wordt onder andere gebruikt als een emulgator in caseïneverf en om de viscositeit van drukinkt te reguleren.
Kleed dat aan de voorkant van een lessenaar hangt of waarmee men de lessenaar bedekt, vaak voorzien van borduurwerk of beschilderd, soms in de liturgische kleur die hoort bij het betreffende seizoen van de kerkelijke kalender.
Oud-Romeinse rustbanken die in verschillende vormen voorkomen maar meestal gedraaide poten en vaak zowel een plank aan het hoofd- als aan het voeteneinde hebben.
Driedimensionale gelede voorstellingen van mensen of dieren, die verschillende poses kunnen aannemen om levende modellen voor kunstenaars te vervangen. Gebruik 'etalagepoppen' voor driedimensionale voorstellingen van menselijke figuren om kleding te passen of te tonen. Gebruik 'fantomen' voor driedimensionale voorstellingen van het menselijk lichaam of delen daarvan gebruikt voor het onderricht in de anatomie of om medische handelingen te demonstreren of oefenen.
Sterk, onbuigzaam leer dat wordt gebruikt voor duurzame artikelen zoals kruithoorns, potten of wapenrusting. Het wordt gemaakt door de vellen te looien in een hete looistof en het in vorm te buigen of persen.
Deel van de huid of het vel dat bestaat uit vezelachtig bindweefsel. De laag van huid of vel waar leer van wordt gemaakt.
Substanties of mengsels die worden gebruikt om leer schoon, sterk, soepel en in goede staat te houden.
Type wit marmer met middelfijne structuur afkomstig uit Lee, Massachusetts. Het kan soms lichtgrijs van uiterlijk zijn. Een dunne band Lee marmer is gebruikt in het Washington-monument in Washington, D.C. maar het bleek te duur te zijn. Het is echter wel gebruikt in sommige delen van het Capitool, dat werd gebouwd in de jaren 50 van de 19de eeuw.
Te gebruiken voor informeel of formeel georganiseerde samenlevingsvormen die zijn gebaseerd op een ideologische, religieuze of politieke verwantschap.
Discriminerende houdingen of praktijken tegen mensen op basis van hun leeftijd.
Een constructie die bestaat uit rechtopstaande palen of staken die met twijgen of boomtakken zijn ingevlochten en die zijn bepleisterd met een mengsel van klei of stro.
Personen die onder het leenstelsel land bezaten of een andere bron van inkomsten hadden, zoals de huuropbrengst en bijstand van een superieur die in ruil voor zijn hulp een blijk van hulde, de eed van trouw en bepaalde, voornamelijk militaire of soortgelijke diensten ontving.
Schriftelijke overeenkomsten tussen leermeesters en minderjarigen waarbij een minderjarige erin toestemt voor een vastgestelde periode te werken voor een leermeester in ruil voor onderricht in het door de leermeester uitgeoefend beroep..
Personen die leer dressen en kleuren nadat het is gelooid.
Een mengsel van levertraan en talg, dat wordt gebruikt om olie en vetten in te brengen in leer tijdens het handmatig opvullen of touwen.
Luie stoelen om in te lezen. Soms wordt deze term gebruikt ter aanduiding van Engelse leunstoelen uit de 18e eeuw die een zadelvormige, leren zitting hebben met opvulling en een verstelbare verhoging die aan de rugleuning vastzit als boekenstandaard. Ze zijn zo ontworpen dat de zittende persoon op de normale manier plaats kan nemen of schrijlings met het gezicht naar de rugleuning gekeerd.
Dierenriemsymbool van een leeuw, ruwweg gebaseerd op het sterrenbeeld met dezelfde naam. De dierenriemtekens zijn bewaard gebleven via klassieke Griekse en Romeinse decoratie, waren populair in Noord-Europese Romaanse en Gotische kerken en werden vaak aangetroffen in middeleeuwse psalters en getijdenboeken. Ze symboliseren elke maand waarin de zon het betreffende sterrenbeeld binnengaat. Deze tekens zijn ook gebruikt als decoratie op plafonds, kaarten, uurwerken en astronomische instrumenten.
Motief in de vorm van een leeuwenkop, meestal een gemaande Afrikaanse leeuw. Voorbeelden komen voor in Westerse en Aziatische kunst, bijvoorbeeld in tapijtontwerpen, waterspuwers en andere elementen op aardewerk, en decoratieve elementen in architectuur of op meubels.
Verwijst naar een stijl en cultuur uit de Bronstijd die wordt gedefinieerd aan de hand van de artefacten die afkomstig zijn uit de archeologische vindplaats bij Lefkandi, op het Griekse eiland Evia. Deze term wordt normaliter alleen gebruikt voor de cultuur voorafgaand aan de instroom van vluchtelingen die de verwoesting van de Myceense paleizen rond 1200 v. Chr. ontvluchtten. Dus niet voor de latere, rijke cultuur van Lefkandi.
Wordt alleen algemeen gebruikt voor de officiële woningen voor gezanten uit het buitenland. Gebruik 'consulaten' wanneer deze woningen ook de kantoren bevatten van gezanten die vooral zijn benoemd om toezicht te houden op de economische belangen van het thuisland en deze te beschermen, maar gebruik 'ambassades' wanneer de kantoren en woningen van gezanten zijn die ambassadeurs heten en zijn benoemd om zaken van internationale buitenlandse politiek uit te voeren in een gastland.
Een permanente militaire bases waar een plaatselijke commandant de leiding heeft, die bestaat uit ondersteunende faciliteiten die nodig zijn bij legeractiviteiten, inclusief beveiliging, interne communicatie en nutssystemen.
Verwijst naar mensen die wetten aannemen of maken, in het bijzonder leden van wetgevende lichamen.
Puzzels die bestaan uit onregelmatig gevormde en precies in elkaar passende stukjes van karton of hout die, wanneer ze in elkaar zijn gelegd, meestal plaatjes of ontwerpen vormen. (De Engelse naam, jigsaw, gaat terug op het soort zaag dat de ingewikkelde knipsels maakte, een twintigste eeuws fenomeen).
Een zeer fijnkorrelig, gefolieerd en ongelaagd metamorf gesteente dat meestal wordt geproduceerd door metamorfose van schalie onder relatief lage druk en temperatuur. Het komt in veel variaties voor, waaronder klei, hoornblende, mica en talkleisteen. Een gemeenschappelijke eigenschap is dat het gemakkelijk kan worden gesplitst in dunne lagen.
Water dat via leidingen naar kranen in een woning of een ander gebouw wordt geleid. Door zijn niet-corrosieve eigenschappen is leidingwater beter dan gedistilleerd water geschikt voor de conservering van oude stenen materialen.
Oud-Griekse vaten in de vorm van een ondiepe kom met twee horizontale handvatten en een deksel. Dergelijke vaten werden vaak afgebeeld in samenhang met bruiloften, als houders voor objecten die door vrouwen werden gebruikt bij het kleden en de persoonlijke verzorging, en als houders voor kleine objecten zoals speelgoed, specerijen of garen. Lekanai werden ook gebruikt voor het opdienen van voedsel.
Klassieke Griekse houders met één handvat, meestal groot en slank en met een nauwe hals, die werden gebruikt voor olie en zalf en als offerande aan de doden.
Beschrijft werk dat is vervaardigd door het gelijknamige Afrikaanse volk, dat in Burkina Faso en Ivoorkust leeft.
Te gebruiken om werken te beschrijven van de gelijknamige Afrikaanse etnische groep die leeft in de Democratische Republiek Congo, dicht bij de plaats waar de rivieren Sankuru en Kasai samenkomen.
Te gebruiken om werken te beschrijven van de gelijknamige Afrikaanse etnische groep die leeft in Tsjaad, nabij het Saravolk.
Familie die 16 genera en circa 635 soorten kruiden en heesters omvat, die hoofdzakelijk in gematigde en subtropische gebieden inheems zijn. Ze dragen meestal bloemen met zes segmenten en doosvruchten met drie kamers, en soms bessen. De bladeren hebben meestal evenwijdig lopende aderen en zijn groepsgewijs gerangschikt aan de basis van de plant, hoewel ze ook afwisselend langs de stam of kransgewijs voorkomen. De meeste soorten hebben een ondergrondse opslagstructuur, bijvoorbeeld in de vorm van een bol.
Een organische groene kleurstof die werd gewonnen uit de geplette bloemen van de iris of lelies, het produceren van een duidelijke groene kleur die geprecipiteerd op aluminatrihydraat en gebruikt in manuscriptschilderingen. Het wordt niet meer gebruikt. Leliegroen werd in de 17e eeuw vervangen door sapgroen , dat werd gemaakt van onrijpe Duindoornbessen. De kleur van de twee materialen waren vergelijkbaar en de naam, leliegroen, werd soms gebruikt voor het sapgroene extract.
Beschrijft werken die zijn vervaardigd door het gelijknamige Afrikaanse volk, dat in Zuid-Afrika leeft.
Een ongestandaardiseerde naam die verwijst naar licht groenachtige gele pigmenten, waaronder bariumchromaat, strontiumchromaat, zinkchromaat, chroomgeel en zinkgeel, of diverse organische gele kleurmiddelen.
Beschrijft werk dat is vervaardigd door het gelijknamige Afrikaanse volk, dat in de Democratische Republiek Kongo leeft.
Te gebruiken om werken te beschrijven van de gelijknamige Afrikaanse etnische groep die leeft in de regio Maniema in het oosten van de Democratische Republiek Congo.
Verwijst naar een neolithische cultuur en stijl die gelijktijdig met de Rössencultuur bestond, maar voorkomt in Hongarije, de Tsjechische gebieden en het oosten van Duitsland, en die voortduurde tot aan het eind van het vijfde millennium v. Chr. Het Lengyel volgde de relatief homogene cultuur van het bandkeramiek, en onderscheidt zich door het ontstaan van sterke plaatselijke tradities en stijlen.
Lenzen die op een vaste afstand van de film zijn gezet en waarbij het niet mogelijk is om de scherpstelling aan te passen; meestal aangebracht op goedkope camera's.
Doppen die worden gebruikt om de cameralens te beschermen tegen vuil en krassen.
Het seizoen tussen winter en zomer, waarin het weer warmer wordt en planten weer tot leven komen.
Verwijst naar het vroege gedeelte van de Oosterse Zhou-periode, vanaf 722 tot 481 v. Chr., hoewel sommige onderzoekers de periode dateren van 770 tot 475 v. Chr. De periode is genoemd naar de kroniek voor de staat Lu, de 'Chunqiu.' Houtsnijwerk uit deze periode is verbonden met de zuidelijke staat Chu. Brons ritueel vaatwerk werd in grote aantallen en afmetingen gemaakt en werd gekenmerkt door een fijn afgewerkte decoratie die werd ontwikkeld gedurende de 6de en 5de eeuw v. Chr. Dergelijke vaten waren belangrijker tijdens deze periode dan tijdens de latere periode van Strijdende Staten toen vaatwerk vaak niet werd gedecoreerd. Het vroegste archeologische bewijs voor Chinese zegels komt uit de periode van de Lente en Herfst-annalen, hoewel er letterkundig bewijs is dat er vóór deze annalen al Chinese zegels bestonden. Goudbewerking was tot deze tijd niet wijdverbreid in centraal China.
Keukengerei voor het bereiden, opdienen of nuttigen van voedsel; bestaat uit een komvormige schep aan een steel.
Kleine bekers van glas, zilver of ander materiaal en passend bij het theeservies; gebruikt om theelepels in te plaatsen op de theetafel. Gebruik 'lepelrekken' voor houders op een voet met een kolom in het midden, waaraan lepels kunnen worden gehangen.
Lange avegaars die aan het einde uitlopen op een getand lepelblad met één scherp uitsteeksel in de vorm van een tuit, en een ander dat omhoog is gebogen om de spaanders uit het boorgat weg te houden en op te vangen.
Houders voor warm water met een speciaal gevormde opening, gebruikt om aan tafel de kommen van lepels te verwarmen. Er bestaan diverse prachtige vormen, veelal dierlijke vormen. Ze zijn meestal van zilver of porselein.
Grote onderklasse van reptielen die worden gekenmerkt door overlappende schubben, de afwezigheid van tweevoetige specialisaties, twee volledig slaapvensters, een volledig gehemelte, het leggen van eieren en de afwezigheid van een penis bij de mannetjes. Tot deze onderklasse behoren brughagedissen, hagedissen, slangen en amfibieën.
Wordt gebruikt voor boeken die bestaan uit één lange strook papier die als een harmonika is gevouwen en aan één of beide uiteinden aan een harde kaft is bevestigd. Gebruik 'geniet-gebrocheerd' wanneer een boek bestaat uit dubbele bladen die aan de snijkant zijn gevouwen en langs de losse zijden aan elkaar zijn genaaid om een bundel te vormen.
Uitgestorven groep die op amfibieën leek maar in de meest recente classificaties vaak niet tot de klasse Amphibia wordt gerekend. Deze groep bevat een grote verscheidenheid aan semi-aquatische vormen, zoals de slangachtige Ophiderpeton, de 'gehoornde' Keraterpeton en microsauriërs zoals Asaphestera. De Lepospondyli stierven uit tijdens de Pennsylvania-onderperiode.
Type diep geëtst kristallijnglas dat in de jaren 70 van de 20ste eeuw werd ontwikkeld door Bernard O. Gruenke en diens zoon Bernard E. Gruenke Jr. Ze hadden zich laten inspireren door een expositie van Tsjechisch geëtst glas op de Wereldtentoonstelling van Osaka in 1970; om hun inspiratiebron te eren noemden ze het glas 'leptat', naar het Tsjechische woord dat 'etsen' betekent. De etstechniek is later gepatenteerd.
Plankje met losse letters, hulpmiddel voor het eerste leesonderwijs.
Wordt gebruikt voor series gedrukte karakters, die alfabetten, numerieken en andere symbolen omvatten die overeenkomen in bepaalde stijl- en ontwerpkenmerken. Voor de rechthoekige, meestal metalen stukken die aan een kant een karakter hebben waarmee een tekst wordt vervaardigd en klaargemaakt om gedrukt te worden, wordt 'losse gegoten letters' gebruikt.
Verwijst naar de Internationale avant-gardistische stroming in kunst en poëzie die in Parijs werd geïnitieerd door de Roemeense schrijver Isidore Isou in 1945. In de beeldende kunst kenmerkt de stijl zich door het gebruik van brieven, getallen en tekens bij wijze van motief, en niet zo zeer als taalelementen.
Wordt gebruikt voor delen van trapleuningen die zowel verticaal als horizontaal gerond zijn en die zich bevinden op plaatsen waar de leuning van richting en helling verandert. Kan ook verwijzen naar gelijkvormige trapbomen die zich op een gelijksoortige plaats bevinden.
Oorspronkelijk een hoogwaardig marokijnleer uit het Midden-Oosten met een opvallend groot korrelpatroon. Meer recentelijk is het de benaming voor plantaardig gelooid of semichroomgelooid geitenleer uit Afrika, voornamelijk uit Zuid-Afrika.
Te gebruiken voor body art, vanaf de jaren zestig van de 20e eeuw, waarin gebruik wordt gemaakt van mensen en gewoonlijk beweging, maar die een nauwe verbinding impliceren met beeldhouwkunst van statische figuren.
Genus van vijf soorten harshoudende, groenblijvende sier- en productieconiferen uit de cipresfamilie (Cupressaceae), die voorkomt in Noord-Amerika en het oosten van Azië. Het genus is monofyletisch en verwant met de Thujopsis. Levensbomen zijn bomen of heesters met een doorgaans piramidale bouw en dunne, geschubde buitenschors en vezelige binnenschors, horizontale of omhooglopende takken en kenmerkende afgeplatte waaiervormige takjesstelsels. Ieder takje heeft vier rijen zeer kleine, schubachtige blaadjes. De jonge blaadjes zijn veel langer en naaldachtig, en sommige soorten handhaven zich naast het volwassen gebladerte. De mannelijke en vrouwelijke voortplantingssystemen (kegels) bevinden zich op de punten van de verschillende takjes van dezelfde boom. De mannelijke kegels zijn afgerond en roodachtig of gelig van kleur, terwijl de vrouwelijke kegels zeer klein zijn en een groene of paarsige tint hebben. Ze worden doorgaans aangeduid als levensboom of thuja. Diverse soorten zijn algemeen bekend als ceder (Cedrus) maar zijn dat feitelijk niet.
Een groepering van tenminste vijf neolithische vindplaatsen in een gebied van minder dan zestien kilometer.
Wordt gebruikt voor grote ruimten met vaste zitplaatsen bestemd voor lezingen. Gebruik voor grote ruimten bestemd voor een verscheidenheid aan activiteiten op een podium 'auditoriums'.
Te gebruiken om werken te beschrijven van de gelijknamige Afrikaanse etnische groep die leeft in de Cameroon Grassfields.
Verwijst naar een Chinese dynastieke stijl en periode tussen 502 en 557. De Liang-dynastie, een van de opvolgers van de Jin-dynastie, wist zijn machtspositie niet lang vast te houden. Gedurende deze periode kwam de stad Nanjing onder sterke boeddhistische invloeden te staan.
Verwijst naar een neolithische Chinese cultuur en periode tussen circa 3300 en 2250 v. Chr. De opvallendste Liangzhu-artefacten zijn rituele voorwerpen van jade; in graven zijn platte schijven van uiteenlopende grootte en gesegmenteerde holle zuilvormige objecten aangetroffen. De zuilvormige jadeobjecten hebben scherpe hoeken met afbeeldingen van menselijke vormen, de vroegste voorbeelden in dit deel van de wereld. In handleidingen voor rituelen van latere datum worden de objecten omschreven als 'bi' (de platte schijven) en 'cong' (de zuilvormige objecten) en wordt hun rol toegelicht bij de aanbidding van hemel en aarde, en als hiërarchische rangaanduiding; de jade had ongetwijfeld een betekenisdragende functie, maar de latere teksten zijn misschien niet relevant voor de neolithische context.
Verwijst naar een Noord-Chinese dynastieke periode tussen 907 en 1125; de dynastie werd gesticht door het proto-Mongoolse Khitan-volk. De Liao-periode bestond ten tijde van de Vijf Dynastieën en de Noordelijke Song-dynastie in het zuiden. Er waren vijf hoofdsteden, overeenkomstig het boeddhistische principe van de vijfvoudige structuur van het heelal. De Khitan waren een nomadenvolk dat zelf nauwelijks enige kunstzinnige traditie bezat. De kunstwerken die in deze periode werden geproduceerd, waren beïnvloed door Tang-vormen en -technieken. De Liao-architectuur verraadt Tang-invloeden en trouw aan het boeddhisme. Tot de nog bestaande gebouwen behoren de Bai ta (Witte Pagode) in Balin in Binnenmongolië, de Mu ta (Houten Pagode) in Ying xian, in de provincie Shanxi, tevens de oudste bewaard gebleven houten pagode, en de bibliotheek van de Bhagavad-sūtra's (circa 1038) in de Benedentempel van Huayan, Datong, eveneens in de provincie Shanxi. Dit laatste bouwwerk bevat bovendien 32 originele Lao-beelden en houten geschriftkasten in paviljoenvorm. De Liao-keramiek was eveneens beïnvloed door de keramiek uit de Tang-periode, hoewel uit opgravingen op grafplaatsen blijkt dat er ook Song-aardewerk en ander aardewerk is geïmporteerd. Daarnaast werden er gouden en zilveren voorwerpen vervaardigd op basis van metaalwerk- en verguldtechnieken van de Tang en Song. De Khitan werden uiteindelijk verslagen door binnenvallende Jin, die vervolgens een eind maakten aan het bewind van de Noordelijke Song. Restanten van de Liao-dynastie bleven nog intact in de vorm van de Westelijke Liao, in een gebied rond Tian shan; later werd dit gebied veroverd door Djenghis Khan.
Cedersoort die inheems is in de bergen van het Middellandse Zeegebied, in Libanon, het westen van Syrië en het zuidelijke deel van centraal Turkije.
Orde van ten minste 5000 levende soorten insecten. De volwassen dieren zijn eenvoudig te herkennen aan hun twee paren smalle, transparante vleugels, gebogen borststuk en lange, meestal slanke lichaam. Het achterlijf is bijna altijd langer dan de vleugels. Het zijn grote insecten die overdag actief zijn en vaak opvallende kleuren hebben.
De religieuze beweging die begin 19de eeuw in Duitsland ontstond. Centraal hierin staan opvattingen over modernisering en aanpassing door het verlaten van traditionele joodse overtuigingen en wetten die als verouderd en onjuist werden beschouwd in de sociale en politieke situatie in de moderne wereld. Deze stroming in het judaïsme trekt de absoluutheid van rituele wetten en gewoonten die in de Thora en Talmoed zijn vastgelegd, in twijfel en bepleit hervorming en liberalisme. Een belangrijk kenmerk van deze stroming is dat mannen en vrouwen gezamenlijk bidden, in plaats van in aparte groepen zoals orthodoxe stromingen voorschrijven.
Een politieke filosofie die is gebaseerd op het geloof in vooruitgang, de essentiële goedheid van de mens en de autonomie van het individu. Ook staat het voor verdraagzaamheid en vrijheid voor het individu van willekeurig gezag.
Britse mouwloze onderlijfjes, meestal met een knoopsluiting aan de voorkant, van tricotstof, verstevigd met stroken geweven stof; voor het eerst in de handel in 1908 en vooral gedragen door jonge meisjes. Geen Nederlands equivalent.
Natuurlijk gelig glas opgebouwd uit silica dat gevonden wordt in de Libische woestijn. Over hoe het glas daar terecht is gekomen is er vooralsnog geen consensus in de wetenschappelijke wereld. Het glas werd in de Oudheid gebruikt als edelsteen voor de farao’s.
Zowel te gebruiken voor personen die teksten schrijven voor opera's, musicals of lange koorzangen als voor personen die een tekst aanpassen aan de muzikale eisen van componisten.
Te gebruiken voor relatief lichte, snelle oorlogsschepen met roeispanen die door de marine van het Romeinse Rijk werden gebruikt om vaarroutes te bewaken en piraten te vervolgen.
Verzamelnaam voor allerlei vormen van kunstzinnige decoraties en versieringen die op het menselijk lichaam worden aangebracht als een vorm van verfraaiing of zelfexpressie. Het betreft bijvoorbeeld insnijdingen, tatoeages, bodypiercing en lichaamsbeschilderingen, haarkunst en het dragen van sieraden. Te onderscheiden van 'body art', een term die verwijst naar werken die sinds de jaren 60 van de 20ste eeuw worden geproduceerd en waarbij het menselijk lichaam als expressiemedium dient; body art kan worden uitgevoerd als performance, of in een vorm waarbij de kunstenaar zijn eigen lichaam als aandachtspunt of thema gebruikt.
Opzettelijke permanente of semi-permanente veranderingen aan het levende menselijk lichaam uit religieuze, esthetische of maatschappelijke overwegingen.
Zij die gebukt gaan onder een lichamelijk gebrek dat hen kan beperken in hun mogelijkheden om zich aan te passen aan de eisen van het dagelijks leven, vooral wanneer beweging een rol speelt.
De hiërarchie Lichamelijke en Geestelijke Activiteiten bevat descriptoren voor activiteiten die variëren van enkele acties tot complexe reeksen fysieke en mentale bezigheden. Geestelijke activiteiten zijn activiteiten die geheel of voornamelijk worden uitgevoerd met de hersenen. Lichamelijke activiteiten zijn activiteiten die worden uitgevoerd met andere delen van het lichaam of met het lichaam als geheel. Relatie tot Overige hiërarchieën: descriptoren voor procedés die fysiek op of met materialen of objecten worden uitgevoerd (bijv. beeldsnijden) zijn te vinden in de hiërarchie Procedés en Technieken. Descriptoren voor organisatorische, administratieve of intellectuele activiteiten die worden uitgevoerd om specifieke doelen te bereiken (bijv. analyse) zijn te vinden in de hiërarchie Functies. Descriptoren die gebeurtenissen aanduiden, waaronder gebeurtenissen wanneer activiteiten in deze hiërarchie zouden kunnen plaatsvinden (bijv. zeilen, basketbal) of die altijd afhankelijk zijn van een duidelijk gedefinieerde reeks omstandigheden voordat ze plaatsvinden, (bijv. races) zijn te vinden in de hiërarchie Gebeurtenissen.
Elektromagnetische straling met een golflengte tussen ongeveer 4000 (violet) en ongeveer 7700 (rood) ångström, die kan worden waargenomen door een onversterkt menselijk oog.
Een lichtgewicht, zeer glanzend transparant schrijfpapier dat transparant is gemaakt door de hydratatie van de pulp in walsen.
Harnassen voor infanterie en cavalerie in de 16e-17e eeuw, met beperkte bescherming voor het hoofd, bovenlichaam, armen en dijen.
Aanduiding voor spoorsystemen op een eigen traject maar die wel rekening moeten houden met ander verkeer, gelegen op straatniveau of een eigen niveau, die meestal elektrisch worden voortbewogen met gemiddeld snelheden (15 tot 45 km per uur) en meestal met veel haltes hebben aan lage perrons of gelijkvloerse haltes.
Voorvoegsel voor de beschrijving van een kleur met een lichte intensiteit en een lichte waarde. De betekenis kan overeenkomen met die van de variabele 'bleek-'.
Lichte hamers waarbij meestal één slagvlak is gemagnetiseerd en wordt gebruikt om kopspijkers vast te houden en in te slaan.
Dekschuiten die worden gebruikt bij het laden en lossen van schepen op zee, of voor goederenvervoer over korte afstanden in ondiepe wateren.
Elk niet-gewenst, kunstmatig en atmosferisch licht en de daarbij behorende nadelige gevolgen, zoals fel schijnsel, het licht dat van het ene pand op het andere valt en de gloed in de hemel die wordt veroorzaakt door het licht uit de steden.
Gebeurtenissen waarbij een individu uit een grotere groep wordt geselecteerd of door loting uitgekozen voor een speciaal doel, meestal voor militaire dienst maar ook in sportverband.
Kokers om licht door te laten voor lagere ruimten in een gebouw. Gebruik voor relatief kleine binnenplaatsen 'lichtschachten'.
Plafondverlichting met meestal twee of meer omhoog krullende armen, waaraan kaarsen, branders of lampen.
Binnenplaatsen die voornamelijk dienen om licht en lucht toe te laten. Gebruik 'luchtschachten' voor smallere binnenplaatsen die voornamelijk dienen voor ventilatie. Gebruik 'lichtkokers' voor kokers die licht doorlaten voor lager gelegen ruimten.
Schepen, meestal voor anker liggend op plaatsen waar het ondoenlijk is een vuurtoren op te richten, die zijn voorzien van lichten en andere waarschuwingsinstrumenten als hulpmiddelen voor zeelieden.
Kogels die een chemisch mengsel bevatten dat ontvlamt wanneer de kogel wordt afgevuurd, waardoor een lichtspoor ontstaat dat de baan van de kogel zichtbaar maakt.
Verwijst naar leden van het laagste Huis van het Amerikaanse Congres, het Huis van Afgevaardigden. Zij dienen in termijnen van vier jaar als vertegenwoordigers van vaste districten binnen de staten.
Klasse boven de adel, bestaande uit personen die afstammen van of familie zijn van een koning of een lijn van koningen.
Emotionele en psychologische staat die is gebaseerd op sterke genegenheid, loyaliteit en welwillendheid ten opzichte van een ander als gevolg van verwantschap, zoals moederliefde, van seksuele aantrekkingskracht en emotionele affiniteit, zoals de genegenheid en tederheid bij geliefden, en van respect en bewondering, zoals de wederzijdse waardering bij vrienden.
Over het algemeen te gebruiken voor iemands seksuele emoties, ideeën en gedrag. Gebruik 'rollenpatroon' voor de houding en gedrag dat in de maatschappij wel voor het ene maar niet voor het andere geslacht juist wordt geacht. Gebruik 'sekse' voor de fysiologische eigenschappen die mannen en vrouwen van elkaar onderscheiden.
Gitaren die aan het eind van de 18e eeuw in Frankrijk werden ontworpen in de vorm van een aangepaste lier, met een toets met fretten tussen de twee lierachtige, gebogen armen en zes tot negen snaren.
Iemand afleiden of amuseren; zorgen dat iemand de tijd aangenaam doorbrengt.
Laarzen die tot de heupen reiken en vooral door vissers worden gedragen.
Woongemeenschappen die uitgebreide diensten leveren met betrekking tot alle dagelijkse behoeften van de bewoners, inclusief eten, medische zorg, amusement en huishoudelijk hulp. Geen Nederlands equivalent.
Kooien, ook cabines, ook platforms, met mechanismen voor verticaal vervoer van goederen, ook mensen, van en naar volgende verdiepingen.
Horizontale persen bestaande uit twee evenwijdige platen of balken die worden samengedrukt of uiteengedreven met behulp van een grote schroef bij elk van beide uiteinden; ook wel voorzien van een groef waarin het snijmes loopt. Worden gebruikt om een boek vast te zetten tijdens bewerkingen zoals voeren, vergulden of bijsnijden.
Een zachte kool, meestal donkerbruin van kleur, met vaak een kenmerkende houtachtige structuur; ligt qua dichtheid en koolstofinhoud tussen turf en bitumineuze kool in.
Wordt gebruikt voor onbezette, open waterplaatsen die zich bevinden tussen aangrenzende pieren of die loodrecht ten opzichte van de aanlegplaatsen liggen, vooral die ruimten die plaats kunnen bieden aan slechts een vaartuig tegelijkertijd. Gebruik het woord 'ankerplaatsen (waterkant ruimten)' wanneer zulke ruimten langs land liggen. Gebruik 'kaden' voor open waterplaatsen wanneer deze bezet worden door vaartuigen die vast worden gemaakt aan de aanlegplaatsen.
Staat of ervaring die is gebaseerd op het verduren van pijn, leed, verlies of beschadiging.
Personen die onder het leenstelsel slavendienst deden, speciale diensten aan een heer moesten verlenen en vaak waren verbonden aan het land van de heer, waardoor hun diensten overgingen van de ene landbezitter naar de andere. Gebruik 'boeren' voor vrije mensen die zichzelf onderhouden door het bewerken van de grond als kleine landbezitters of gehuurde arbeiders.
Te gebruiken voor voertuigen met wielen die zijn ontworpen voor het vervoer van lichamen naar begraafplaatsen.
Een onzuivere proteïne verkregen door hydrolyse van collagene materialen zoals huid, been en bindweefsel, door verschillende methoden.
Waterverf die bestaat uit pigmenten met dierlijke lijm of caseïne als bindmiddel. Lijmverf wordt sinds de tijd van de oude Egyptenaren gebruikt voor het verven van muren en huizen en het schilderen van theaterdecors. Dit type verf is zelden gebruikt voor ezelschilderen.
Wordt gebruikt voor alle touwen, kabels of kettingen op vaartuigen voor het beveiligen of het ondersteunen van masten en ra's, en voor het hijsen, neerlaten, of trimmen van de zeilen.
Grafisch materiaal voor reproductie dat is samengesteld uit wit en zwart zonder tussenliggende tinten.
Een veelgebruikte, drogende olie die als oplosmiddel in verf wordt gebruikt; verhardt in de loop van enkele weken wanneer delen van de olie polymeriseren en een onoplosbaar bindmiddel vormen.
Methode voor mechanische letterzetting waarbij het zetsel wordt gegoten in afzonderlijke hele regels, ieder als één regel linotypezetsel.
Alle soorten klemmen die met een schroef kunnen worden gesteld; vooral de typen die bij houtbewerking worden gebruikt, met twee parallel geplaatste kaken waar iets tussen kan worden geklemd.
Europese harpen die uit drie delen bestaan: de klankbodem (ook wel resonanskast genoemd), de hals en de zuil. De zuil vangt de spanning van de snaren op waardoor deze harpen veel meer spanning kunnen weerstaan dan open harpen.
Lange regelmatige verticale groeven of uitsteeksels die worden gebruikt ter afwerking en als decoratie.
Groepen van bij elkaar passend drinkgerei voor het opdienen en drinken van likeuren, meestal bestaande uit een karaf, een aantal likeurglazen en soms een dienblad.
Een reeks paarsachtige blauwe kleuren die lijken op de kleur van de geurige bloesem van de sering, een Europese heester die ook in Noord-Amerika wordt geteeld.
Familie die 16 genera en circa 635 soorten kruiden en heesters omvat, die hoofdzakelijk in gematigde en subtropische gebieden inheems zijn. Ze dragen meestal bloemen met zes segmenten en doosvruchten met drie kamers, en soms bessen. De bladeren hebben meestal evenwijdig lopende aderen en zijn groepsgewijs gerangschikt aan de basis van de plant, hoewel ze ook afwisselend langs de stam of kransgewijs voorkomen. De meeste soorten hebben een ondergrondse opslagstructuur, bijvoorbeeld in de vorm van een bol.
Verwijst naar een onderscheidende soort textielwerk, sinds 1829 gemaakt in Mount Kennet bij het Ierse Limerick. Het kan ook verwijzen naar vergelijkbaar textiel dat elders is gemaakt. Het bestaat uit een machinaal gefabriceerd net waarop borduurwerk is aangebracht. Het resultaat lijkt erg op echte handgemaakte kant. Het wordt gekenmerkt door imitaties van motieven die populair waren ten tijde van de productie. De motieven zijn geborduurd met tamboursteken voor de omtrekken en naaldsteken voor de opvulling. De term wordt soms in het algemeen gebruikt voor geborduurde netten.
Oude Romeinse versterkte grenzen of verdedigingszones.
Verwijst naar schilders, doorgaans alleen van miniaturen of portretten. Afhankelijk van de vermelde kunstperiode is er een klein verschil in gebruik van de term. Voor kunst uit de Europese middeleeuwen verwijst de term naar verluchters van manuscripten die miniatuurschilderingen en andere decoraties vervaardigden. Voor kunst uit de 16de tot de 19de eeuw verwijst de term meestal naar schilders van miniaturen, in het bijzonder miniatuurportretten. In het koloniale en 19de-eeuwse Amerika verwijst ‘limners’ doorgaans naar rondreizende schilders die getrainde vakmensen waren en naïeve portretschilders, die zowel miniaturen maakten als portretten op ware grootte.
Bleekgroene etherische olie die wordt verkregen uit de schillen van limoenen. Limoenolie wordt meestal bereid door stoomdestillatie; de bestanddelen zijn limoneen en citral. de olie wordt gebruikt in smaakstof, parfums, insecticiden, ontsmettingsmiddelen, reinigingsproducten, aromatherapie en als bron van vitamine C.
Beschrijft het Franse porselein dat in Limoges werd vervaardigd aan het begin van de 18de eeuw, en dat bekendstaat om de eenvoudige en praktische ontwerpen.
Veel gebruikte benaming voor Amerikaanse schommelstoelen uit het midden van de 19e eeuw met een hoge, gestoffeerde rugleuning en zitting en open armleuningen met beklede, opgevulde armen.
Verwijst naar het perspectiefsysteem waarbij rechthoeken uitlopen in de richting van een of meerdere verdwijnpunten. In de westerse kunst verwijst de term vaak naar het systeem van het éénpuntsperspectief, dat werd ontwikkeld tijdens de Italiaanse renaissance, maar dat gebaseerd was op oude Griekse en Romeinse modellen.
Aanduiding voor bouwconstructies waarin elektronen, protonen of zware ionen langs een rechte lijn worden versneld door de werking van wisselende voltages.
Verwijst naar de aardewerkstijl die in de Cycladen werd gevonden, en die zowel de laat-geometrische de vroeg-oriëntalistische periode omvatte. Het kenmerkt zich foor een nadruk op lineaire patronen, zoals afwisselende zones van verticale en horizontale lijnen in de nek, in kaders op de schouders en op andere plaatsen.
Verwijst naar hindoekunst, meestal driedimensionaal, in de vorm van een fallus en aanbeden als symbool van de god Shiva. Het symboliseert mannelijkheid, vitaliteit en creativiteit, en is vaak te zien in combinatie met de yoni, het symbool van de vrouw.
Beeldgesneden houten staven van het Afrikaanse Akan-volk. Ze zijn bekroond met beeldgesneden fioelen van diverse figuren en zijn vaak met bladgoud bedekt; ze vertegenwoordigen ten minste één spreekwoord of gezegde. Tijdens publieke gebeurtenissen worden ze gedragen en getoond door de belangrijkste adviseurs van belangrijke stamhoofden, waarbij de staven fungeren als functieaanduiding van deze adviseurs; het spreekwoord of gezegde verwijst naar de continuïteit en politieke soevereiniteit van het stamhoofd en de staat, de verantwoordelijkheden van het stamhoofd, en het juist en verstandig handelen van diens onderdanen.
Verwijst naar de vroege fase van de cultuur en stijl van het bandkeramiek, dat zich kenmerkt door aardewerk versierd met krassen, groeven en reliëfpatronen die in stroken meanderen, golven en draaien. De term wordt soms verwisseld met de term Bandkeramiek. Deze fase wordt Danubian I genoemd in het classificatieschema van de onderzoeker V. Gordon Childe.
Te gebruiken voor vierkant getuigde oorlogsschepen uit de 17e tot en met de vroege 19e eeuw, die zwaar met kanonnen waren bewapend en waren bedoeld om te vechten in gevechtsformatie; in de Engelse Koninklijke Marine werden met linieschepen bedoeld oorlogsschepen bewapend met meer dan een minimum aantal vuurwapens, variërend van 30 in de jaren vijftig van de 17e eeuw tot 80 in de jaren veertig de 19e.
Praktijk bij nieuwbouwprojecten waarbij de projectontwikkelaars bijdragen tot nieuwe stedelijke verbeteringen, zoals betaalbare woonruimtes of kinderopvangplaatsen, in ruil voor concessies op nieuwbouwontwikkeling binnen de stad.
Wordt algemeen gebruikt voor beddengoed en tafellakens en servetten, gemaakt van linnen en soortgelijke materiaal; mag ook worden gebruikt voor de linnen kleding die vanaf de Middeleeuwen tot aan de 19e eeuw werd gemaakt.
Muurbedekkingen met reliëfwerk bestaande uit een opgedrukt mengsel van lijnzaadolie, zaagsel en kalk dat op een stoffen ondergrond is aangebracht. Werkwijze gepatenteerd door Frederick Walton in 1877.
Dozen, meestal cilindervormig, van karton of dun hout voor het bewaren van lichte kledingstukken zoals fraises, kragen en hoeden.
Kant waarbij men het patroon maakt met stroken of linten op een baan van draad of tule. De kwaliteit kan men beoordelen door te kijken of het lint plat is en een continue ronding heeft (wat men alleen kan bereiken door klossen te gebruiken), dan wel kant-en-klaar is, in welk geval het lint bij de buigingen en hoeken is vastgenaaid en er onvermijdelijk plooien in komen. De beste lintkant produceerde men in de zeventiende eeuw in Genua met klossen. Kant-en-klaar lintkant maakte men in de jaren tachtig van de negentiende eeuw in België en Frankrijk, bijvoorbeeld het zogenaamde Renaissancekant.
Voegen tussen verschillende lagen stenen.
Uitsteeksels om door te schenken die gevormd worden door de rand of tuit van een vat binnenste buiten te keren.
Genus van vier bestaande soorten grote loofbomen en diverse fossiele soorten. Het genus kwam in het tertiair veel meer voor, maar is nu als gevolg van ijstijden en klimaatveranderingen verdwenen uit Europa, het westen van Noord-Amerika en het Russische Verre Oosten. De bomen worden gewaardeerd vanwege hun hars en hout en als sierboom. In de herfst worden de bladeren helderrood. De hars van de bomen uit dit genus (storaxhars) gebruikte men voor het maken van parfums en voor het balsemen van lichamen.
Italiaanse vedels uit de Renaissance, met een klankkast in dezelfde vorm als een viool, een brede toets, een relatief platte kam, een bladvormige sleutelkast, vijf melodiesnaren op de toets en twee bourdonsnaren ernaast.
Vedels met lage stemming met negen tot viertien snaren, die tussen de benen van de bespeler werden gehouden; ze waren voornamelijk bekend in Frankrijk en Italië, vanaf halverwege de 16e tot aan het einde van de 17e eeuw.
Genus van twee nog levende boomsoorten, L. tulipifera, die inheems is in het oosten van Noord-Amerika, en L. chinense, die inheems is in China en Vietnam. Beide soorten worden vaak zeer groot en soms meer dan 32 meter hoog. Er zijn fossielen gevonden van diverse uitgestorven soorten uit dit genus.
Grote zuilvormige boom die inheems is in Noord-Amerika. De volksnaam is ���tulpenboom', vanwege de grote bloemen die enigszins op tulpen lijken. Deze boom is echter nauw verwant aan de magnolia. De boom biedt voedsel en beschutting aan vlinders en andere dieren. Gebruikt voor het fijn generfde en stevige timmerhout en voor landschapsarchitectuur.
Genus van ongeveer twaalf soorten hoge rietachtige moerasplanten met harige bruine aren (���sigaren'). Ze groeien in diverse soorten watergebieden, voornamelijk op het noordelijk halfrond. De bladeren en pluizen worden op verschillende manieren gebruikt. Sommige soorten zijn eetbaar voor mensen.
Benaming die werd gebruikt voor Franse bedden uit het begin van de 19e eeuw die op klassieke modellen waren gebaseerd.
Franse bedden die bedoeld zijn om een afzonderlijk baldakijn erboven te hebben. Dit type werd aan het eind van de 17e eeuw gemaakt.
Franse benaming uit de 18e eeuw die wordt gebruikt voor indrukwekkende staatsbedden in ceremoniële slaapkamers van koninklijke verblijfplaatsen; niet bedoeld om in te slapen.
Liturgische gebeden bestaande uit frasen die door een voorganger worden uitgesproken, afgewisseld door korte antwoorden van een koor of gemeente.
Wordt gebruikt voor Griekse en Latijnse papyri die literaire werken bevatten of fragmenten daarvan.
Verwijst naar kunstenaars die vanaf circa 1100 in China werkten, en later in Korea in Japan. Kenmerkend voor de literati is dat het vooral geleerden en edellieden betrof, waardoor ze zich onderscheidden van, en superieur achtten aan beroepsschilders en ambachtslieden. Zij waren van mening dat het karakter van de schilder zichtbaar is in zijn kunstwerken, en dat de kwaliteit van een kunstwerk bepaald wordt door de deugdzaamheid en het intellectuele niveau van de kunstenaar. Meestal combineerden ze gedichten, kalligrafie en eenvoudige monochromatische schilderingen binnen één werk. Hun werk bezat vaak een erudiet, literair gehalte. Ze prefereerden kalligrafisch expressionisme boven realistische, gedetailleerde afbeeldingen, en verwezen vaak subtiel naar antieke stijlen door opzettelijk primitieve of naïeve technieken te gebruiken. Ze spreidden hun virtuoze penseelvoering graag ten toon door te kiezen voor motieven als bamboe, pruimen of bloemen.
Zij die literaire werken beschrijven, interpreteren en evalueren, en ook de principes, methoden en theorieën voor het analyseren van dergelijke werken aandragen.
Het vak van het beschrijven, interpreteren en evalueren van literaire werken, inclusief de uiteenzetting van de principes, methoden en theorieën van en over de analyse van dergelijke werken.
Een reeks paarsachtige kleuren die lijken op de paarse kleur van lithografische inkt.
Keien die tonen voortbrengen als erop wordt geslagen, waarbij ze soms op verschillende plaatsen op hun oppervlak verschillende toonhoogtes geven.
Scherpe stalen punten die in houders zijn gezet en worden gebruikt om krijt- of tuschetekeningen op de lithografische steen te krassen met de bedoeling om een witgestreept effect in de afdruk te krijgen.
Doorzichtige porseleinen platen die van 1830 tot circa 1900 werden geproduceerd, met name in Duitsland ��� door de Koninklijke Porseleinfabriek in Berlijn en door Meissen ��� en in Engeland door Minton en Copeland. Men maakte een afdruk in reliëf van decoratieve motieven, gewoonlijk gebaseerd op schilderijen, in hard porselein wanneer het nog zacht was, dus voor het bakken. De afbeelding werd zichtbaar als men de plaat aan de achterkant verlichtte. Ze werden opgehangen in raamkozijnen of op een standaard geplaatst om als scherm te gebruiken. Ook werden ze verwerkt in lampenkappen. De techniek is uitgevonden door Baron Paul de Bourgoing en in 1827 gepatenteerd in Frankrijk.
Lithografieën die zijn gemaakt met een verdunde "tusche" (lithografische inkt), waardoor ze op gewassen tekeningen lijken.
Verwijst naar bedden in de vorm van een ondiepe mand, vooral aangetroffen tijdens de Franse Restauratie van begin 19de eeuw.
Eénpersoonsbedden, vooral een bij elkaar passend paar in een slaapkamer.
Verwijst doorgaans naar de voorgeschreven riten voor formele en openbare verering, waarbij woorden, muziek, symbolische hulpmiddelen en rituele handelingen meestal een rol spelen. De verschillende liturgievormen geven uitdrukking aan de behoeften en opvattingen van de diverse religieuze gemeenschappen. De term kan ook specifieker verwijzen naar de christelijke rite van de eucharistie.
Kledingstukken die door priesters of andere geestelijken worden gedragen tijdens de godsdienstoefening; ze verschillen bij de diverse kerkelijke ceremonies en geven een rang binnen de kerkelijke hiërarchie aan.
Verwijst naar een Chinese dynastieke stijl en periode tussen 420 en 479. De Liu Song, die de Oostelijke Jin-dynastie opvolgde, bracht in cultureel opzicht een voortzetting van de ontwikkeling die tijdens de Jin was begonnen. Lu Tanwei (hoogtijperiode 460-485) was een vermaard hofschilder die diende onder keizer Mingdi (heerste van 465-473); geen enkel werk van zijn hand is bewaard gebleven. De dynastie wist zijn machtspositie slechts korte tijd vast te houden.
Hout van de boom behorende tot het genus Quercus virginiana, inheems in het zuiden van de Verenigde Staten. Het is een herkenbare groenblijvende soort, met het hardste hout van alle Amerikaanse eiken. Het hout wordt gebruikt voor goederenwagens, schepen en agrarisch gereedschap.
Bedden die voor gebruik van bedienden waren. Deze benaming wordt vaak aangetroffen op 16e- en 17e-eeuwse inventarislijsten.
Slaginstrumenten, gebogen houtblok met 3, 4 of 5 dwarse spleten; bespeeld door met geharste handen over het oppervlak te wrijven; USA, New Ireland.
Chinese rolschilderijen met kalligrafie en/of afbeeldingen, bedoeld om verticaal uitgerold aan de muur te worden gehangen.
Beschrijft werken die zijn vervaardigd door het gelijknamige Afrikaanse volk, dat in de Democratische Republiek Congo en de Republiek Congo leeft.
Kaarten die worden uitgestald in de hallen van bioscopen om reclame te maken voor films. Ze zijn meestal 30 bij 35 centimeter groot en worden uitgegeven in reeksen van acht.
Te gebruiken voor kustschepen uit New England, in de Verenigde Staten, die zijn ontworpen of uitgerust voor het vissen op kreeft; de gemotoriseerde exemplaren worden gekenmerkt door de hoge boeg, een ver naar voren gelegen dekhuis en een sterk gebogen zeeg, die in een laag achterschip uitloopt.
Te gebruiken voor de louter fysieke positie in het heelal die nauwkeurig kan worden omschreven door middel van geografische of astronomische maten, of door de positie in relatie tot geografische of astronomische kenmerken of door elementen van de bebouwde omgeving. Gebruik 'plaats' voor een ruimte of gebied in de wereld van dagelijkse ervaringen, duidelijk en als één geheel wordt waargenomen en die naast fysieke kenmerken en eigenschappen ook emotionele, doelgerichte en sociale connotaties heeft
Kranen die bestaan uit een draaibare bovenbouw en een laadboom, die zijn geplaatst op een onderstel of kar uitgerust om op treinrails te rijden. Worden gebruikt voor het hijsen en draaien van ladingen in verschillende draaicirkels.
Flessen gebruikt om reukwater over de handen te sprenkelen aan het eind van een maaltijd; vaak voorzien van een bevestigingsmechanisme waardoor ze aan kettingen kunnen worden opgehangen.
Zegels gemaakt van lood waarmee vanaf de vroege Middeleeuwen pauselijke en koninklijke documenten werden bekrachtigd.
Verwijst naar de stijl van de Franse architectuur tijdens de heerschappij van Louis XIII van 1610 tot 1643. Deze kenmerkt zich door renaissance-vormen en –motieven.
Verwijst naar de stijl van het Franse binnenhuisontwerp en decoratieve kunst tussen circa 1700 en 1750 tijdens de regeerperiode en heerschappij van Louis XV. De stijl, voornamelijk rococo, kenmerkt zich door lichte en fantasierijke vormen, asymmetrie en vrouwelijkheid die wordt toegeschreven aan de markiezin de Pompadour en haar kring aan het hof.
Verwijst naar de stijl in decoratiedie ontstond in de jaren 1750 en domineerde tijdens het bewind van Lodewijk XVI 1774-1792. Geassocieerd met goût grec. De stijl kenmerkt zich door zijn symmetrische en ingetogen toepassing van slingers, trofeeën, vitruviaanse krulversieringen, met florale en lint motieven.
Wordt algemeen gebruikt voor verschillende soorten woningen en rituele gebouwen van Noord-Amerikaanse indianen, meestal met betrekking tot stammen van prairie-indianen. Geen Nederlands equivalent; gebruik een specifiekere term.
Verbindingen die bestaan uit twee elkaar kruisende stukken hout die elk zodanig zijn ingekeept dat ze in elkaar passen.
Kandelaber met drie, vijf of zeven kaarshouders op een schuine of halfronde arm, meestal behorend tot een set van twee of drie van dergelijke kandelaars. Ze worden uitgestald tijdens het lof, een plechtigheid ter ere van het sacrament op de zondagmiddag.
Dakverdiepingen van gebouwen, die als woning zijn ingericht. Gebruik 'penthouses' voor luxe appartementen op dakverdiepingen. Gebruik 'zolders' voor afgesloten ruimten onder schuine daken, tussen het dak en het plafond van de bovenste verdieping, vooral in huizen.
Te gebruiken voor kleine zeilboten uit het gebied rond de Amerikaanse Chesapeake Bay, die zijn gemaakt van drie tot vijf boomstammen die met bouten aan elkaar zijn bevestigd en in vorm zijn gesneden.
Wordt gebruikt voor de ontmoetingsplaatsen van afdelingen van broederschappen.
Elk van de verschillende tuigages die over het algemeen worden gekarakteriseerd door een vierzijdig zeil, gebogen aan een ra die de mast schuin kruist; ontwikkeld aan het einde van de 17e tot het begin van de 18e eeuw, vooral voor kleine vissers- of kustbootjes.
Particuliere adressen waar men kan logeren en ontbijten.
Geschreven of geschilderd symbolen die een heel woord voorstellen. Schriftsystemen die gebruik maken van logogrammen zijn onder meer het Chinees, Egyptische hiërogliefen en vroege spijkerschriften. Er is geen schriftsysteem bekend dat volledig logografisch is: alle logografische systemen bestaan zowel uit logogrammen als symbolen die bepaalde geluiden of lettergrepen representeren. In stenografie is een logogram een letter of een enkel streepje waarmee men op een korte manier een woord representeert.
Te gebruiken om werken te beschrijven van de gelijknamige Afrikaanse etnische groep, een subgroep van de Luyia, die leeft in Kenia ten oosten van het Victoriameer en in Oeganda.
Inheemse meubels, meestal geproduceerd door anonieme werklieden en gebaseerd op traditionele gewoontes of stijlvolle prototypes, die dicht bij het origineel staan of juist een aantal wijzigingen bevatten, zoals vereenvoudiging van de vorm en het gebruik van lokale materialen en technieken.
Te gebruiken voor inheemse architectuur waarbij vakmensen traditionele plannen, constructiemethoden en lokale bouwmaterialen gebruikten.
Metalen voeglood dat gebruikt wordt op het punt waar een muur en een schuin dak elkaar kruisen; de bovenste rand loopt omhoog om de algemene buiging van het dak te volgen.
Wordt gebruikt voor levensechte, vaak van hout gemaakte vissen die worden gebruikt om prooien in de buurt van een harpoen, speer of visdrietand van een ijsvisser te lokken.
Historische benaming voor Amerikaanse stoelen met open armleuningen uit de 19e eeuw met een gestoffeerde zitting en rugleuning. De zittingen zijn meestal laag en ondiep en de rugleuningen zijn hoog en hebben vaak een slingerende rand.
Verwijst naar de periode en stijl die wordt toegeschreven aan de Lombardijers, een nomadisch Germaans volk dat deel uitmaakte van de Suebi-groep en dat tijdens de 1ste eeuw na Chr. in het noordwesten van Duitsland woonde en in de 4de eeuw n.Chr. naar het zuiden begon te migreren. De term verwijst in het bijzonder naar de Lombardijse verovering van een groot deel van het Italiaanse schiereiland, die duurde van 568 tot, in sommige streken, de 11de eeuw.De stijl is eerst zichtbaar in draagbare objecten, voornamelijk persoonlijke ornamenten en wapens, en later voornamelijk in de beeldhouwkunst. De stijl kenmerkt zich door het gebruik van een vlakke, decoratieve verspreiding van symmetrisch geplaatste vogels, dieren, dooreengevlochten motieven, geometrische patronen en levendige, eenvoudige figuren die blijk geven van Byzantijnse invloeden.
Stijl en cultuur van in de Democratische Republiek Congo en Zambia woonachtige mensen uit de Afrikaanse taalgroep met dezelfde naam.
Te gebruiken voor de vergoeding, meestal in de vorm van geld, die aan werknemers wordt betaald voor het verrichten van de diensten zoals die zijn vastgesteld in een arbeidsovereenkomst of een andere verbintenis, op uur- of dagbasis of als stukloon. Gebruik 'salarissen' voor vergoedingen die op basis van langere termijnen worden betaald.
Verwijst naar de stijl van porselein dat werd ontwikkeld gedurende de late Ming-dynastie, tussen 1567 en 1572. De periode is zo kort dat hieraan geen specifieke decoratieve stijl kan worden gekoppeld. De blauw-witte, geëmailleerde polychrome werken van de voorafgaande periode werden ook in deze periode nog gemaakt.
Verwijst naar een Chinese neolithische cultuur en periode tussen circa 2500 en 2000 v. Chr. De naam is ontleend aan een site in Chengziyai, in het gewest Zhangqiu van de provincie Shandong; de site is in 1930 en 1931 blootgelegd door Johan Gunnar Andersson. Longshan is hoofdzakelijk bekend om zijn aardewerk; deze aardewerkstijl is aangetroffen in de regio die zich uitstrekt van het zuiden van Mantsjoerije tot aan Hopei, het oosten van Honan en Shatung, en helemaal tot aan Chekeing in het zuiden. Kenmerkend voor de stijl is het zwarte, gepolijste en vaak ingesneden aardewerk dat in allerlei vormen voorkomt.
Monoxide van lood dat van nature voorkomt als rood kristal of wordt verkregen in oranje vlokken of poeder door processen die worden uitgevoerd bij temperaturen die boven het smeltpunt liggen; wordt vooral gebruikt als een droogmiddel in verf en vernis, als vloeimiddel bij aardewerk, en in de glasproductie.
Verwijst naar bescheiden bijgebouwen bestemd voor onderdak of opslag. Een loods heeft doorgaans één bouwlaag en meestal één of meer open zijden, en kan zijn voorzien van een lessenaarsdak, waarbij één schuin vlak de gehele structuur overdekt. De loods kan tegen een permanent gebouw aan zijn gebouwd of los staan. De specifieke functie van de loods wordt meestal aangegeven door een definiërend voorvoegsel (bijvoorbeeld 'machineloods').
Bladmetalen strips die vaak zijn opgenomen in het metselwerk en die om ander voeglood heen is geslagen. Wordt gebruikt om te voorkomen dat water tussen de voegen komt en blootliggende, opstaande, voegloden randen op een dak aantast.
Boten die loodsen van en naar binnenkomende en uitvarende schepen brengen.
Gele pigmenten die bestaan uit loodstannaat en die van het begin van de 14e eeuw tot de vroege 18e eeuw werden gebruikt in de Europese schilderkunst, waarna het grotendeels werd vervangen door Napels geel (loodantimonaatgeel). Er zijn twee verschillende varianten bekend, beide gemaakt door lood en tinoxiden samen te laten smelten in een oven. Bij de ene soort wordt zand (siliciumdioxide) toegevoegd. Beide pigmenten zijn stabiel en worden gebruikt als opacifieermiddelen, kleurmiddelen in glas- en keramiekglazuur en in alle verfmiddelen. Loodtingeel werd vaak gebruikt in mengsels met andere pigmenten, zoals loodwit, vermiljoen, azuriet, patina en indigo.
Alle stukken die betrekking hebben op de rechtvaardiging, de berekening, de verdeling en de betaling van lonen en salarissen.
Verticale spleetachtige ramen, vaak terug te vinden in middeleeuwse bouwwerken.
Wordt gebruikt voor meestal smalle bruggetjes die mensen en dieren te voet kunnen oversteken.
Harnassen gedragen door te voet strijdende deelnemers aan toernooien.
Smalle vaste wandelgangen die de toegang verschaffen tot een anders ontoegankelijke ruimte of tot belichtingseenheden, zoals die worden gebruikt boven een auditorium of een toneel.
Verwijst naar de periode waarvan de productie analoog is aan artistieke modellen van de Khmer die werden ontwikkeld in het gebied van het huidige Cambodja. In de architectuur kan deze periode worden onderverdeeld in drie subperioden: van de 7de tot de 9de eeuw grijpt deze periode terug op pre-ankorese Khmer-stijlen en wordt er gebruikgemaakt van constructies van baksteen, vierkante torens, sanctuaria met redans en hoekpilasters, met een draagsteen ondersteunde gewelfdaksystemen en met behulp van gegoten basementen met ingangen aan de oostzijde en blinde deuren aan de overigen drie zijden. Van de 10de tot de vroege 13de eeuw laat deze periode intensievere Khmer-invloeden zien en wordt ze gekenmerkt door de Prasat Wat Prang (10de eeuw) en Prasat Ban Chang, die beide stenen torens bevatten, met zandstenen deurkozijnen op een noord-zuidas, pilasters en drielobbige lampnissen, en door de Prasat Phra en Prasat Phanom Wan, die beide worden gekenmerkt door vestibules en mondops met relikwieën of Boeddha-afbeeldingen. Vanaf de late 13de tot de 14de eeuw ontwikkelde de architectuur regionale artistieke elementen, maar met behoud van traditionele Khmer-iconografie. Tempels in deze latere stijl worden gekenmerkt door laterietconstructies, uitgebreide sanctuaria die zijn gewijd aan Boeddha en bodhisattva’s, de prang, een karakteristieke Thaise constructie die wordt gekenmerkt door de opwaartse uitrekking van de kogelvorm van het klassieke Khmer-torensanctuarium en verdere variaties op de mondop en de vierkante toren met redans. In de keramiekproductie wordt deze periode gekenmerkt door voornamelijk platte, bruin- of groengeglazuurde werken met gegraveerde geometrische ontwerpen en modellering van dierlijke vormen op kruiken en potten.
Een Chinese lopende schrijfstijl waarin kenmerken van het lopende en het cursieve schrift samenkomen. Het vertoont gelijkenis met het cursief, maar de halen zijn onregelmatiger dan in het lopende schrift, doch beter leesbaar dan in het Chinese cursief.
Chinese schrijfstijl waarin elementen van het lopende en het reguliere schrift samenkomen. Dit schrift is minder cursief dan het typische lopende schrift en daardoor makkelijker leesbaar.
Verticale schuivende onderdelen die wanneer ze uitgetrokken worden het hellende front van een bureau of secretaire steunen.
Sleutels waarbij grote delen van de baard zijn afgevijld, zodat er, zoals met een passe-partout, verschillende sloten van lage kwaliteit mee kunnen worden geopend.
Ooglenzen die bestaan uit één lens, zonder neusstuk of montuur, en worden gebruikt om het gebrek aan zicht in één oog te compenseren.
Algemene term voor verschillende soorten kurassen gedragen door Romeinse soldaten, gemaakt van leren, bronzen of ijzeren platen of schubben of van maliën.
Catalogi die bestaan uit losse vellen die door een omslag bijeen worden gehouden.
Mappen waar bladzijden uit kunnen worden verwijderd of tussen kunnen worden gevoegd door middel van ringen, prikkers, koordjes of een ander type bevestiging dat de marges van de afzonderlijke bladen bij elkaar houdt.
Tapijten met een eindeloos herhaald patroon van arabeske vormen. Deze term is gekozen omdat de tapijten voorkomen in een schilderij van de Italiaanse renaissanceschilder Lorenzo Lotto.
Te gebruiken om werken te beschrijven van de gelijknamige Afrikaanse etnische groep die voornamelijk in Soedan, maar ook in Oeganda leeft.
Algemene benaming voor verschillende planten die niet met elkaar verwant zijn. De bekendste lotussen zijn de volgende. De Egyptische lotus is een witte waterlelie, Nymphaea lotus, of de blauwe lotus, N. caerulea. Bij de oude Egyptenaren waren deze planten een belangrijk motief op kunstvoorwerpen. Ook gebruikte men de planten tijdens ceremonies vanwege de slaapverwerkende en psychotrope eigenschappen. De lotus van de oude Grieken was de soort Ziziphus lotus uit de wegedoornfamilie (Rhamnaceae), een struik die inheems is in Zuid-Europa. De plant heeft grote vruchten met een meelachtige substantie waarmee men brood en gegiste dranken kan maken. In de oudheid waren de vruchten een voedingsmiddel voor arme mensen. Men geloofde dat de wijn die ervan werd gemaakt, zorgde voor een tevreden stemming en vergetelheid, zoals Homerus schreef. Dit is waarschijnlijk ook de lotus die wordt genoemd in het Bijbelboek Job, waarin een grote nijlpaardachtig wezen (Behemoth) wordt beschreven die onder een lotusboom ligt. Homerus beschrijft de lotus ook als een soort klaver of drieblad, een plant die door paarden werd gegeten, misschien Melilotus officinalis of een driebladsoort uit het geslacht Lotus. De heilige lotus van de hindoes was de waterlelie Nelumbo nucifera, een plant met witte, blauwe of roze bloemen. De lotusboom, die bij de Romeinen bekendstond als de Libische lotus, was waarschijnlijk de netelboom uit Zuid-Europa, Celtis australis, een lid van de iepenfamilie (Ulmaceae). Deze boom heeft vruchten die eruitzien als kleine kersen. Ze zijn eerst rood en daarna zwart als ze rijp zijn. De boom wordt genoemd door auteurs uit de oudheid vanwege zijn harde zwarte hout, waaruit men beelden, fluiten en andere objecten sneed.
Verwijst naar het werk van een groep kunstenaars die in de conservatieve stijl van de Qing-dynastie schilderden. De stijl wordt belichaamd door de vier Wangs: Wang Shi-min (1592-1680), Wang Chien (1598-1677), Wang Hui (1632-1717) en Wang Yuan-qi (1642-1715). De stijl kenmerkt zich door landschapsschilderijen met een traditionele compositie, solide opgebouwde vormen met complexe details en delicaat penseelwerk.
Franse gouden munten die machinaal werden geslagen vanaf 1640 tot ¦1795.
Twee- of driedelige herenpakken, bestaande uit bij elkaar passende stoffen, die in Groot-Brittannië vanaf de zestiger jaren van de 19e eeuw bij informele gelegenheden werden gedragen.
Verwijst naar de stijl van de marmeren beeldjes die werden vervaardigd in de Cycladische archipel tijdens de vroeg-Cycladische periode, in het bijzonder tijdens de periode tussen grofweg 3500 en 3000 en 2800 of 2600 v. Chr. Genoemd naar de plaats op het eiland Naxos waar de beeldjes werden gevonden. De abstracte figuren kenmerken zich door hoofden zonder ogen, neus, mond en oren en stompe armen die zijwaarts naar buiten komen.
Vaten die vermoedelijk zijn gebruikt voor het vervoeren van water ten behoeve van het baden of wassen, aangezien de naam zou zijn afgeleid van het Griekse woord voor bad. Louterion lijkt ook de oude benaming te zijn van een lavet of een waskom op een voet. Tegenwoordig wordt de naam algemeen, zij het mogelijk niet correct, toegepast op nog twee vormen. De eerste is een grote, brede kom met een tuit en twee verticale handvatten. Het betreft hier in hoofdzaak een vroege en vrij zeldzame zwartfigurige vorm. De tweede vorm is bekend in zowel zwart- als roodfigurige uitvoering, maar ook deze vorm is zeldzaam. De vorm lijkt op die van een lebes gamikos, maar heeft een ander type rand met tuit en hoge, verticale vlakke handvatten met lusvormige toevoegsels. Deze laatste vorm houdt mogelijk verband met funeraire riten; mogelijk bevatte de kom water dat als offer aan de dode was bedoeld, of voor de ceremoniële wassing van het lijk.
Hoge, slanke vaten met een lange hals en een wijd uitlopende opening, meestal in de vorm van een amfoor met twee handvatten, maar soms in de vorm van een hydria met drie handvatten. Deze vaten werden vaak als geschenk gegeven bij een huwelijk, omdat het water in deze vaten diende voor het rituele bad van de bruid voorafgaand aan de huwelijksvoltrekking. De term is het Griekse woord voor 'brenger van het bad'. Omdat het vaak voorkwam dat meisjes overleden voordat ze konden trouwen, symboliseerde de loutrophoros het gemiste huwelijk en werd deze doorgaans op een graf geplaatst. De vorm komt veel voor bij zwartfigurig aardewerk uit de tweede helft van de 6de eeuw v. Chr.
De meest voorkomende vormen van loutrophoroi; ze lijken op een amfoor met een lange hals maar zijn smaller en hebben langere handvatten, waarbij de ruimte tussen hals en handvatten soms gedeeltelijk is opgevuld.
Deuren met jaloezielatten, meestal met horizontale bladen die frisse lucht laten doorstromen terwijl de deur gesloten is.
Te gebruiken voor garneersel bestaande uit kleine, glimmende voorwerpen zoals lovertjes, kraaltjes of juwelen, dat in willekeurig samengestelde groepjes op kleding of accessoires wordt aangebracht.
Beschrijft werken die zijn vervaardigd door het gelijknamige Afrikaanse volk, dat in het noorden van Ghana en in Burkina Faso leeft.
Ramen die meestal heel klein zijn, die ver onder het niveau van de grotere ramen zijn geplaatst, vooral in Engelse kerken.
Verwijst naar de stijl die is vernoemd naar de kunstcultuur die een bloeitijd beleefde in de stad Luang Prabang in Noord-Laos. Kenmerkend voor de beeldhouwkunst in deze stijl zijn Boeddhabeelden waarin inheemse en Khmer-invloeden tot uitdrukking komen. In de architectuur werden in deze stijl diverse tempels gebouwd en gerestaureerd, waaronder de Vat Visum (1503) en Vat Mai (1796 n. Chr.).
Te gebruiken om werken te beschrijven van de gelijknamige Afrikaanse etnische groep die leeft in de Democratische Republiek Congo.
Verwijst naar de aardewerkstijl die zich ontwikkelde in Lucania ( het moderne Basilicata) in Italië, tijdens het laatste deel van de 5de eeuw v. Chr. De stijl lijkt rond 320 v. Chr. te zijn verdwenen, waarschijnlijk door de afgelegen plaats van de ateliers. De vroege fase van de stijl leunt sterk op de stijl van Attica, met overheersende mythologische onderwerpen. In de latere fasen van de stijl zijn de onderwerpen minder gevarieerd en worden afbeeldingen van vee vrij monotoon herhaald.
Cultuur en stijl van de Lucaniërs, een tak van het Sabellische ras die leefde in het oude Lucania, dat overeenkomt met de huidige Italiaanse regio Basilicata.
Tuitlampen, meestal van gegoten brons, vaak met drie of vier pithouders en een houder die op verschillende hoogtes kan worden ingesteld en op een verticale standaard rust. Dit type werd rond de Midellandse Zee gebruikt.
Een mengsel van gassen dat de atmosfeer van de aarde vormt; wordt over het algemeen beschouwd als datgene dat noodzakelijk is voor het overleven van dieren en planten die op het land leven.
Wordt gebruikt voor instrumenten die ontworpen zijn om stilstaande lucht door verse lucht te vervangen.
Glasdecoratie in de vorm van ingekapselde met lucht gevulde holten, groter dan gewone luchtbelletjes of tranen, gerangschikt in een decoratief patroon, vaak als kriskras aangebrachte rijen diagonalen of spiralen. Vaak aangetroffen in de steel van wijnglazen uit de 18de eeuw en later, met name bij Engelse wijnglazen.
Instrumenten voor het vaststellen van zuiver horizontale of verticale vlakken door een luchtbelletje precies in het midden van een glazen buisje of een rond omhulsel dat bijna volledig is gevuld met alcohol of ether te manoeuvreren.
Foto's van de aarde gemaakt vanuit een luchtvaartuig. Gebruik 'luchtaanzichten' wanneer de nadruk ligt op het onderwerp dat in beeld gebracht is vanuit een luchtvaartuig of een ander hoog gezichtspunt. Gebruik 'ruimtefoto's' voor foto's die van buiten de dampkring van de aarde zijn gemaakt. Gebruik 'astrofoto's' voor foto's van hemellichamen of astronomische verschijnselen.
Verwijst naar het nemen van foto's vanuit een luchtvaartuig. De term kan ook in het algemeen worden gebruikt voor foto's die vanuit de lucht worden genomen, bijvoorbeeld foto's die zijn genomen door camera's die op luchtvaartuigen, raketten, satellieten om de aarde en andere ruimtevaartuigen zijn bevestigd. Het doel van fotografie vanuit lucht- of ruimtevaartuigen is meestal het verzamelen van informatie over landschapselementen ten behoeve van militaire en andere verkenningen, of voor het vastleggen van dimensionale eigenschappen van het land voor het onderzoeken of in kaart brengen van een locatie. Gebruik 'ruimtefotografie' om specifiek te verwijzen naar fotografie buiten de atmosfeer van de aarde en 'astrofotografie' voor de fotografie van astronomische verschijnselen. Gebruik 'luchtaanzichten' als de nadruk ligt op fotografische gezichten vanuit een luchtvaartuig of een ander hoog standpunt.
Stromen lucht met een hoge snelheid en gecontroleerde temperatuur, die over de hele lengte van een opening naar beneden gericht zijn om warmte-overdracht te voorkomen. Op deze manier is het mogelijk een ruimte met een open toegang te klimatiseren.
Verwijst meestal naar grote percelen open, vlak land waarop start- en landingsbanen, hangars, stationsgebouwen en andere bouwwerken zijn verrezen, bestemd voor het opstijgen, landen, laden en lossen en onderhouden van vliegtuigen. Zie 'vliegvelden' voor kleinere complexen die wel een start- en landingsbaan hebben, maar geen of weinig andere voorzieningen.
Bouwsysteem voor het verlagen van de luchttemperatuur, voor comfort, procesbeheersing of het bewaren van voedsel.
Zeer kleine binnenplaatsen in de vorm van verticale schachten ten behoeve van de ventilatie van de aangrenzende ruimten. Gebruik 'lichtschachten' voor wat grotere binnenplaatsen die naast ventilatie ook een aanmerkelijke hoeveelheid licht toelaten.
Luchtdichte ruimten die doorgang verschaffen tussen ruimten met verschillende luchtdruk of luchtkwaliteit, of tussen ruimten onder water en met lucht gevulde ruimten.
Visuele hulpmiddelen voor navigatie die witte en/of gekleurde lichtflitsen uitzenden. Ze worden gebruikt om de plaats van vliegvelden, oriëntatiepunten en bepaalde punten van de nationale vliegroutes in bergachtig gebied aan te geven en om voor gevaren te waarschuwen.
Te gebruiken voor luchtvaartuigen met vaste vleugels die verticaal kunnen opstijgen en landen en waarvan de voorwaartse kruissnelheid ongeveer gelijk is aan die van conventionele luchtvaartuigen.
Te gebruiken voor luchtvaartuigen waarvan de vleugels zo zijn ontworpen dat ze naar achteren en naar voren kunnen worden bewogen tijdens de vlucht om de aërodynamische werking te optimaliseren bij zeer uiteenlopende snelheden.
Doosjes voor het bevatten van lucifers. Wordt vooral gebruikt met betrekking tot kleine, metalen, rechthoekige dozen in zakformaat met afgeronde hoeken en drukke versieringen, hetzij gemaakt met een scharnierend deksel of met een glijdend vakje, als een lade.
Kopjes of standaarden om losse lucifers of een lucifersdoosje verticaal te bevatten.
Vensterbanken in een stenen muur, waarbij de vensterbank langer is dan de breedte van het raam en de uiteinden in de muur zijn geplaatst. Te onderscheiden van 'slip sills' die even lang zijn als de breedte van het raam en die tussen de stijlen in de muren passen.
Beschrijft werken die zijn vervaardigd door het gelijknamige Afrikaanse volk, dat in Uganda en de Democratische Republiek Congo leeft.
Babykledingstukken die men over de luier aantrekt, meestal driehoekige doeken van flanel, gekookte wol of dicht gebreide wol, gebruikt in westerse landen tot de jaren negentig van de negentiende eeuw, toen er materiaal beschikbaar kwam dat vocht beter tegenhield, zoals met rubber beklede stof. Tegenwoordig wordt de term soms gebruikt voor kleurrijke broekjes gevoerd met plastic of een ander waterdicht materiaal.
Te gebruiken om werken te beschrijven van de gelijknamige Afrikaanse etnische groep die leeft in de Democratische Republiek Congo.
Snaarinstrumenten, waarvan het snarenvlak evenwijdig aan de klankkast en waarvan de hals zowel fungeert als snarenhouder en als handvat. Gebruik: "luiten" voor de specifieke tokkel-chordofonen die werden ontwikkeld in de Europese Renaissance.
Getokkelde chordofonen, ontwikkeld tijdens de Europese Renaissance, met een lange peervormige klankkast van dunne, smalle zijbanden met een plat bovenblad. Het centrale, ronde klankgat is voorzien van een rozet en op de hals zijn zeven tot tien fretten aangebracht. Voor de algemene categorie van chordofonen die een snarenvlak evenwijdig aan de klankkast hebben en een hals die als snarenhouder en handvat tegelijk dient, zie de gidsterm 'luitachtige chordofonen'.
Snaarinstrument dat een kruising tussen de luit en de gitaar is. Het heeft de romp van een luit, maar de hals, het schroefblad en het schroevenmechanisme zijn hetzelfde als bij een gitaar.
Beschrijft werken die zijn vervaardigd door het gelijknamige Afrikaanse volk, dat in de Democratische Republiek Congo leeft.
Een groep van soorten schelpmarmer waarvan de naam is afgeleid van 'lumaca', het Italiaanse woord voor slak. Er zijn zowel oude als moderne varianten. De bekendste moderne lumachella komt uit Tirol en is donkergrijs-bruin, terwijl de schelpen hun parelachtige tekening behouden.
Genus van regenwormen met een lijf dat uit ringvormige segmenten bestaat. Het dier heeft enige inwendige organen, met inbegrip van de uitscheidingsorganen, die in ieder segment worden gedupliceerd, alsmede een clitellum (een licht uitstulpend verkleurd orgaan dat een cocon produceert voor de eitjes van de regenworm, gelegen tussen segment 32 en 37) en een lijf dat aan beide uiteinden taps toeloopt, waarbij het achterste uiteinde een stompere vorm heeft. Het dier kan niet zien of horen, maar is wel gevoelig voor licht en trillingen.
Beschrijft werken die zijn vervaardigd door het gelijknamige Afrikaanse volk, dat in Gabon en de Republiek Congo leeft.
Stroming in de Belgische schilderkunst geassocieerd met de groep ‘Vie et Lumière’ gevormd rond kunstenaar Emile Claus in 1904. De stijl manifesteert zich vooral in de met licht doordrongen impressionistische landschappen, typisch met als onderwerp het Vlaamse platteland rond de Leie rivier.
Verwijst naar de stroming en de stijl in de schilderkunst in het 19de-eeuwse Amerika waarin het verlangen centraal stond de natuur te doorgronden door licht en sfeer realistisch en gedetailleerd weer te geven. De stijl kenmerkt zich door een sterk gevoel van innerlijke diepte en het creëren van een magische sfeer met nauwkeurige, onzichtbare penseelstreken. Aangenomen wordt dat de stroming werd geïnspireerd door de opkomst van de fotografie en door de literaire filosofieën van Ralph Waldo Emerson (1803-1882), die een meditatieve, pantheïstische verbondenheid met de natuur en het landschap propageerde. Later werd deze stijl verdrongen door de technieken van het impressionisme.
Ruimten, vaak in winkels, die zijn gespecialiseerd in lichte maaltijden of snacks, die kant en klaar zijn of snel kunnen worden klaargemaakt.
Te gebruiken om werken te beschrijven van de gelijknamige Afrikaanse etnische groep die leeft in de Democratische Republiek Congo.
Beschrijft werken die zijn vervaardigd door het gelijknamige Afrikaanse volk, dat in het oosten van Zambia leeft.
Een type versiering dat men kan verkrijgen door te schilderen met een pigment dat metaaloxiden bevat (meestal een mengsel van koper en zilver) op een vooraf gebakken glazuur. De versiering wordt aangebracht en ondergaat vervolgens een tweede bakbeurt in een reducerende atmosfeer. De versiering kan zowel op een tin-, alcaline- als loodglazuur aangebracht worden. The oxide wordt tijdens het bakken gereduceerd tot metaal dat zich vervolgens vasthecht aan het oppervlak van het glazuur. Het metalen oppervlak en de extreme dunheid van het lusterpigment geeft een typisch gouden en iriserend effect.
Weefsel gemaakt met een katoenen schering en met glanswol, mohair, alpaca of een ander glanzende haarvezel als inslaggaren. Het weefsel is gestoomd, gedecatiseerd en geperst, hetgeen de glans versterkt.
Verwijst naar aardewerk dat werd gedecoreerd met metaalglazuur met behulp van technieken die dateren uit de 9de eeuw of eerder. Eén techniek is van Midden-Oosterse origine en het best bekend van Spaans-Moors aardewerk in Spanje en Italiaans en Spaans majolica; hierbij werd gewerkt met een proces van meerdere fasen waarbij het aardewerk werd gebrandschilderd. Een andere techniek was goedkoper en minder gecompliceerd, met pigmenten die zouten van goud en platina bevatten. Het was geïnspireerd op de Spaanse majolica-schalen uit het einde van de 18de eeuw, maar het was een Engelse vinding en werd op grote schaal gebruikt om aardewerk te maken gedurende de hele 19de eeuw.
Verwijst naar de protestantse beweging die ontstond bij de reformatie van Martin Luther (1483-1546). De lutherse doctrine erkent drie sacramenten: baptisme, eucharistie en boetedoening. Centraal staan rechtvaardiging door middel van het geloof, en het priesterschap van alle gelovigen. Zoals bij de meeste andere protestantse stromingen wordt bij het lutheranisme meer belang gehecht aan de heilige geschriften dan aan kerkelijke autoriteiten. De doctrine is gebaseerd op de Augsburgse confessie, de apologie, de beide catechismussen van Luther en de 'formula concordiae'. De lutherse kerken bloeiden het eerst op in Scandinavië en Duitsland en breidden zich later uit naar andere delen van Europa. Het lutheranisme breidde zich na de jaren veertig van de 17de eeuw uit naar de Verenigde Staten door immigratie en in de 19de eeuw naar Afrika en Azië, door het werk van lutherse missionarissen. Het lutheranisme is een van de drie belangrijkste stromingen van het protestantisme (naast het anglicanisme en calvinisme) en tevens de oudste en grootste stroming.
Wordt gebruikt voor een bepaald soort vergulde lijst uit Nederland met gedetailleerde, reliëfachtige versieringen in '@Auricular' of naturalistische stijl, of beide. Ze zijn vernoemd naar de 17e-eeuwse zilversmid Johannes Lutma.
Verwijst naar een bank met hoge rugleuning en een kist onder het zitvlak die tevens dienstdeed als een smal bed en voornamelijk werd gebruikt in Italiaanse woonhuizen uit de middeleeuwen en later.
Een schrift ontwikkeld uit het Merovingische kanselarijschrift aan de abdij van Luxeuil in de 7e en 8e eeuw.
Stofferingstechniek waarbij het meubelstuk wordt voorzien van een overdaad aan opvulsel.
Te gebruiken om werken te beschrijven van de gelijknamige Afrikaanse etnische groep die leeft in de Democratische Republiek Congo, in het gebied waar de rivier de Kasai de grens vormt tussen Angola en de Democratische Republiek Congo.
Te gebruiken om werken te beschrijven van de gelijknamige Afrikaanse etnische groep die leeft in Angola.
Verwijst in hoofdzaak naar de periode van de belangrijke Late Ly-dynastie (1010-1225 n. Chr.), die in de delta van de Rode Rivier tot ontwikkeling kwam, maar kan ook verwijzen naar de stijl en periode van de minder ontwikkelde Vroege Ly-dynastie (544-603 n. Chr.). De stijl van de Late Ly-dynastie ontstond in een sfeer van dynastieke stabiliteit en heeft de stijl van de moderne Vietnamese staat mede beïnvloed, zo wordt algemeen gedacht. In de architectuur wordt de periode gekenmerkt door boeddhistische tempels met inheemse innovaties zoals het gebruik van steen, bovengeplaatste spanten, balken en halfzuilen, en het gebruik van overhangende dakranden met symbolen in terracotta. Een voorbeeld bij uitstek van de architectuur uit deze periode is de Lotustempel (1049 n. Chr.) in Hanoi, met decoratieve motieven in terracotta langs de dakranden, een duidelijk lotusvormige constructie en een complex spantensysteem met elkaar kruisende balken en zuilen. In de beeldhouwkunst wordt de periode gekenmerkt door Boeddhafiguren gezeten op verhogingen die gedecoreerd zijn met draken- en bloemmotieven, reliëfpanelen uitgevoerd in een Cham-stijl of Chinese stijl, stoepa's met gebeeldhouwde motieven van eiken- en druivenbladeren, en beelden van leeuwen, olifanten, buffels en paarden die afzonderlijk op een lotusvoetstuk zijn geplaatst en zijn beeldgesneden uit één blok steen.
Verwijst naar de stijl van de kunst en de architectuur die in de oudheid voorkwam in de regio Lycia in de zuidwestelijke hoek van Anatolië. De stijl kenmerkt zich met name door monumentale graven die in het gebied veelvuldig voorkwamen van circa 500 v. Chr. tot circa 200 na Chr., en die Griekse, Perzische en Romeinse invloeden vertonen.
Kleine plant, gekenmerkt door de vruchtbare sporenhouder op de stokachtige, rechtopstaande stengel en de zeer kleine microfyllen. Een microfyl is een soort blaadje dat onafhankelijk van de bladeren van andere vaatplanten ontstond en evolueerde. Microfyllen hebben maar één enkele onvertakte strook vaatweefsel. Hoewel deze stam tegenwoordig een kleine en onopvallende groep planten vormt, waren sommige soorten die in het Carboon voorkwamen bomen die bossen vormden en meer dan 35 meter hoog werden. Lycophyta is de oudste bestaande groep vaatplanten en 40 miljoen jaar lang was het in grote gebieden de dominante groep.
Verwijst naar de periode tijdens de 7de en het begin van de 6de eeuw v. Chr., toen het onafhankelijke koninkrijk Lydia het westen van Anatolië overheerste vanuit de hoofdstad Sardis. De kunstvoorwerpen uit deze periode kenmerken zich door Oost-Griekse invloeden vermengd met Anatolische tradities, met name in grafobjecten.
Schaallieren, klankbodem van het schild van een schildpad, ook een houten imitatie hiervan, onderblad van huid, 2 armen met houtsnijwerk die uit de schaal steken en bovenaan met elkaar verbonden door een dwarsbalk, wisselend aantal darmsnaren van gelijke lengte; Griekenland, 2de eeuw v.Chr.
Te gebruiken voor bepaalde werken die het abstract expressionisme voortzetten tot in de zestiger en zeventiger jaren (door bijvoorbeeld Guston en Frankenthaler). Gebruik de term 'Tachisme' voor de Franse schilderkunst aan het eind van de jaren veertig die ook wel abstraction lyrique wordt genoemd.
Verwijst naar de Griekse stijl in de beeldhouwkunst die werd vervaardigd door Lysippos tijdens de vierde eeuw v. Chr. De stijl kenmerkt zich door beelden die langer lijken door de slanke lichamen en de kleine hoofden, en door een idee van driedimensionale beweeglijkheid die afwijkt van de vroegere, meer statische beelden.
Verwijst naar het werk van een school van kunstenaars die zijn naam dankt aan de oprichters: Ma Yuan (1139-1194) en Xia Gui (omstreeks 1190-1225). De stijl kenmerkt zich door landschapsschilderijen in inkt en kleur met forse droge penseelstreken, verwrongen vormen en grootse ruimten.
Personen die geen geslachtsgemeenschap hebben gehad. Wordt ook gebruikt voor kuise, vrome vrouwen die een speciale plaats hadden in de christelijke gemeenschap, vooral in de begintijd van de kerk.
Dierenriemteken van een jonge vrouw, ruwweg gebaseerd op het gelijknamige sterrenbeeld. De tekens van de dierenriem, overblijfselen van Oudgriekse en Romeinse decoraties, waren populair in de romaanse en gotische kerken van Noord-Europa. Ze worden ook vaak aangetroffen in middeleeuwse psalters en getijdenboeken als symbool van iedere maand waarin de zon in het betreffende sterrenbeeld komt. Daarnaast zijn ze gebruikt als decoratie op plafonds, kaarten, uurwerken en astronomische instrumenten.
Een reeks paarsachtig blauwe kleuren die lijken op de kleur van de bloesem van de maagdenpalm, een groenblijvende kruipende lage struik en overblijvende plant met vrij platte bloemen en glanzende bladeren.
Familie van meer dan 420 genera en ongeveer 1500 soorten bomen, struiken, houtachtige wijnstokken en kruiden. Veel soorten zijn grote bomen die voorkomen in tropische regenwouden. De soorten in deze familie hebben een melkachtig, vaak giftig sap, bladeren met gladde randen en bloemen in trossen (zelden vindt men losse bloemen). De vrucht kan op een bes lijken of vlezig zijn, maar is gewoonlijk een droge peul (kokervrucht) die openbarst als hij rijp is. Daarbij komen een groot aantal pluizige of gevleugelde zaadjes vrij.
Mechanische werktuigen die worden gebruikt om te velde staande gewassen af te snijden.
Diverse keukenapparaten die worden gebruikt voor het vermalen van voedsel, zoals graan, groenten of vlees.
Decoratieve, gewoonlijk ronde poorten in Chinese tuinmuren of omheiningen.
Uitdrukking van de verhouding tussen de grootte van de weergave van een object en het object zelf, bijvoorbeeld de grootte van een getekende structuur binnen een bouwtekening ten opzichte van de grootte van het bouwwerk zelf. Kan ook in algemene zin verwijzen naar het begrip relatieve grootte.
Lepels in verschillende, vaste maten, meestal samengebracht als setje, voor het afmeten van kleine hoeveelheden ingrediënten.
De verdeling in kasten, klassen, voorrechten of status in een maatschappij. De maatschappelijke laag waartoe iemand behoort, kan bij de geboorte zijn bepaald of tijdens het leven worden bereikt. Factoren die een rol spelen bij het behoren tot een maatschappelijke laag, zijn onder meer geslacht, leeftijd, rijkdom, familierelaties, opleiding, beroep, echtelijke staat en taal.
Beschrijft werken die zijn vervaardigd door het gelijknamige Afrikaanse volk, dat in Tsjaad leeft.
Beschrijft werken die zijn vervaardigd door het gelijknamige Afrikaanse volk, dat in Sudan en Ethiopië leeft.
Constructies die werden gebouwd voor festivals, ceremonieën en begrafenissen tijdens de 17e en 18e eeuw.
Verwijst naar de periode en stijl die bloeide tussen het eind van de iconoclastische controverse van 843 en de inname van Constantinopel door de Latijnen in 1204. De stijl ontwikkelde zich ten tijde van de dynastie die ontstond met Basilíus I de Macedoniër (867-886) en hield stand onder verschillende heersers, waaronder Constantijn VII (913-959) en de Comnenos-dynastie (1081-1185). Werd levendig gehouden door de intense culturele activiteit en vernieuwingscampagnes die werden gesteund door deze heersers, en die ertoe leidden dat er een behoefte was aan schilderingen, mozaïeken en ivoorsnijwerk om de verloren werken te vervangen. De stijl kenmerkt zich door een uitzonderlijk sterke hang naar het classicisme.
Aanduiding voor oude Romeinse vleesmarkten; kan ook meer algemeen worden gebruikt voor oude Romeinse voedselmarkten.
Te gebruiken om werken te beschrijven van de gelijknamige Afrikaanse etnische groep die leeft in Ethiopië.
Scherp gepunte oorlogsmessen uit het oude Griekenland met een convex gebogen lemmet met één snijkant, gebruikt door zowel infanterie als cavalerie, alsmede voor het doden van offerdieren en voor enige huishoudelijke doeleinden.
Verwijst naar een van de drie hoofdfasen van de Gansu-cultuur, die dateert uit circa 2000 tot circa 1800 v. Chr. De naam is ontleend aan een vindplaats ten oosten van Ledu, in het oosten van de provincie Qinghai, die van 1921 tot 1923 is uitgegraven door de Zweedse archeoloog Johan Gunnar Andersson. Aardewerk uit de Machang-fase werd vervaardigd uit rode klei of uit zandgetemperde rode en grijze klei; de meest voorkomende vormen zijn potten, kommen en kruikachtig vaatwerk. Typerende decoratiemotieven zijn vier grote cirkels, ringetjes, spiralen, antropomorfe patronen en weef- of blokpatronen. Machang-aardewerk is veelal voorzien van geschilderde symbolen; tot dusverre zijn er 139 verschillende symbolen geïdentificeerd. Sommige grote potten zijn voorzien van een deksel in de vorm van een menselijk hoofd, en op één opvallend vat is een menselijke figuur met zowel mannelijke als vrouwelijke geslachtskenmerken en borsten afgebeeld. Dergelijke figuren kunnen waarschijnlijk in verband worden gebracht met sjamanistische rituelen. De best bewaarde resten van Machang-huizen zijn opgegraven in Majiawan, in Yongjing.
Verwijst naar imitaties van handgemaakte kant die zijn gemaakt door machines. De term kan ook verwijzen naar kant die handmatig is bewerkt op machinaal geproduceerde netten. Deze laatste vorm werd vanaf de jaren 70 van de 18de eeuw geproduceerd in Engeland. Vroege machinaal geproduceerde netten worden vaak gekenmerkt door lusvormige, doorlopende steken. Machinaal geproduceerde netten na 1808 kunnen worden gekenmerkt door een imitatie van het eenvoudige stiksel van Rijsselse kant. Machinaal geproduceerde netten kunnen machinaal worden versierd met kettingsteken of naaldpatronen. Machinale kant uit de jaren 40 van de 19de eeuw en later kan een imitatie zijn van kloskant. Machinaal geproduceerde kant wordt meestal gekenmerkt door het ontbreken van de duidelijke weefstructuur van kloskant.
Een begrip uit de 20e eeuwse kunst, vooral architectuur uit de jaren twintig en dertig, dat deugdzaamheid van machines, mechanische principes en technologie naar voren brengt en de nadruk op schone, overzichtelijke vormen legt, die als typerend voor machines worden beschouwd.
Draagbare, elektrische, pneumatische, onafhankelijke hamers die op benzine lopen en gebruik maken van een trilmechaniek en waar ook gereedschap als beitels, schoppen en stampers in is aangebracht. Worden gebruikt om baksteen, geharde stopverf of metselspecie te verwijderen, of soortgelijke toepassingen.
Wordt gebruikt voor plaatsen waar metaal en andere materialen worden gesneden en gevormd door machinale werktuigen.
Staal met een koolstofgehalte tussen 0,2 en 0,5%.
Personen die machines maken, monteren of repareren. Wordt ook gebruikt voor vakmensen die zijn geschoold in het gebruik van machinaal gereedschap.
Een rijke klasse van kooplieden, in het bijzonder de machishū die in Kyoto leefden. Ze waren de belangrijkste begunstigers van kunst in Japan tijdens de Momoyama-periode (1573-1615) en de Edo-periode (1615-1868) en daardoor van invloed op de productie van schilderstijlen van de 16e tot de 19e eeuw.
Hebreeuwse gebedenboeken met de joodse liturgie voor feestdagen.
Korte jassen, meestal double-breasted en met een ceintuur, die zijn gemaakt van dikke, wollen stof, vaak met ruitpatroon. Term afgeleid van Mackinaw City, Michigan. Geen Nederlands equivalent.
Regenjassen gemaakt van een met een rubberlaag bedekte stof; wordt vooral gebruikt voor jassen die zijn gemaakt van een rubberbewerking die ontwikkeld is door Charles Mackintosh (1766-1843). Geen Nederlands equivalent.
Verwijst naar ruwe kant of franje die wordt gemaakt door touwen of dikke draden in een geometrisch patroon aan elkaar vast te knopen. De term is afgeleid van het Turkse 'makrama', dat 'doekje' of 'handdoek' betekent. Het was een specialiteit van Genua, waar met geknoopte touwen versierde handdoeken populair waren in de 19de eeuw. De voorloper van macramé was 'punto a groppo', een 16de-eeuwse techniek voor het knopen van kant. In de jaren 60 van de 20ste eeuw werd macramé een populaire ambacht- en kunsttechniek in Amerika en Europa. Het werd gebruikt voor lampenkappen, plantenhangers, hangmatten, raambedekkingen en wandbekleding.
Genus van een of twee soorten grassen, inheems in het Middellandse Zeegebied. Deze soorten werden traditioneel in het genus Stipa ondergebracht vanwege hun langwerpige bloempjes en lange taaie kafnaalden. Men is het er nu echter over eens dat de soorten uit dit genus wat andere kenmerken betreft van die uit Stipa verschillen. Bovendien hebben ze een verschillend aantal chromosomen.
Te gebruiken om werken te beschrijven van de gelijknamige Afrikaanse etnische groep die momenteel leeft op de hoogvlakte of het gebied van de Middle Belt in het noorden van Nigeria.
Te gebruiken om werken te beschrijven van de gelijknamige Afrikaanse etnische groep die voornamelijk leeft in het noordwesten van Oeganda en het zuiden van Soedan, maar ook in de Democratische Republiek Congo.
Wordt specifiek gebruikt voor islamitische theologische- of rechtenfaculteiten, vooral in samenhang met een moskee, of in het algemeen voor studieplaatsen.
Islamitische theologische- of rechtenfaculteiten, vooral in samenhang met een moskee, of in het algemeen voor studieplaatsen.
Verwijst naar een werk van een bepaald iconografische type, met een afbeelding van de maagd Maria en het Kindje Jezus op een troon, met aanbiddende heiligen en engelen aan beide zijden. Dit type werd in de 13de eeuw in Italië gemaakt en was gebaseerd op eerdere Griekse typen. Werken van dit type zijn meestal tweedimensionaal, onder andere geschilderde panelen (vaak altaarstukken), manuscripten en bas-reliëfversieringen.
Te gebruiken om werken te beschrijven van de gelijknamige Afrikaanse etnische groep die leeft in het noorden van Kameroen.
Tasjes die bestaan uit een gepoold geweven voorkant en gewoon inslagweefsel aan de achterkant.
Kralen met een religieuze betekenis die in Japan werden geïntroduceerd vanuit Korea. In Japan heeft men ze gevonden in prehistorische graven. Men denkt dat ze vanaf het begin van de Japanse geschiedenis tot en met de Kofun-periode (300-710) op het lichaam werden gedragen. De kralen werden gesneden uit jadeïet, agaat, mica, glas of jaspis, gewoonlijk in de vorm van een komma. De grootte varieert van een paar millimeter tot vijf centimeter.
Bibliotheken in o.a. Canada en de Verenigde Staten die zijn ingesteld om alle regeringspublicaties of een selectie daarvan te ontvangen dan wel alle officieel uitgekomen publicaties, met als voorwaarde dat de collecties openbaar toegankelijk zijn.
Wordt gebruikt voor periodieken met artikelen, essays, gedichten of andere geschriften door verschillende auteurs, meestal over een grote verscheidenheid van onderwerpen en bedoeld voor een algemeen lezerspubliek of over één specifiek onderwerp van interesse voor een algemeen publiek.
Verwijst naar de periode en cultuur van het hoog-paleolithische Europa, die is vernoemd naar de grot van Madeleine in de Franse Dordogne en die van ruwweg 17.000 jaar geleden tot 11.000 jaar geleden bestond. De cultuur kenmerkt zich door het ontstaan van permanente of seizoensnederzettingen, het gebruik van een grote verscheidenheid aan planten en dieren, onder andere door het gebruik van strikken en vallen, en de ingenieuze vervaardiging van werktuigen, decoratieve vormen en kunstvoorwerpen. Gereedschappen werden gemaakt van bot en steen en hebben geometrisch gevormde snijbladen. Er zijn ook andere werktuigen van bot en geweien, graveerijzers, naalden, schrapers, boren, snijbladen met achterkanten, harpoenen en bladvormige punten voor projectielen. De artistieke productie bestond uit monumentale inscripties en schilderingen in grotten, bewerken van botten werktuigen, beeldhouwwerk en juwelen. Het vroegere thema van dieren wordt tijdens deze periode voortgezet in de kunst, maar de stijl wijkt bij muurschilderingen af van eerder kunst door het levendige realisme, de expressieve houdingen en de geslaagde weergave van volume, en in andere, verplaatsbare werken door het verfijnde, gedetailleerde snijwerk en de ontwikkeling van samenhangende composities door de gezamenlijke weergave van meerdere dieren, zoals in een tafereel.
Een specie gebruikt voor metselwerk, waarin geen cementachtige materialen zitten en die slap, ruw of moeilijk uit te smeren kan zijn.
Stijlen en culturen uit Noord- en Noordwest-Afrika (in Europa voorheen bekend als Klein-Afrika of Barbarije) tussen de Atlantische Oceaan en Egypte, bestaande uit de kustvlakte en het Atlasgebergte van Marokko, samen met Algerije, Tunesië en soms ook Tripolitanië (in het huidige Libië). In recent gebruik verwijst de term specifiek naar de landen Marokko, Algerije en Tunesië als een sociale, politieke of economische eenheid.
De studie en beoefening van rituele activiteiten die zijn bedoeld om menselijke of natuurlijke gebeurtenissen te regelen of te beïnvloeden door middel van het oproepen van externe en onpersoonlijke mystieke krachten van buiten het gewone menselijke domein; kenmerkende rituele activiteiten zijn onder andere het gebruik van speciale voorwerpen en het uitspreken van bezweringsformules.
Schuifladders waarmee zeer hoge plaatsen kunnen worden bereikt. Vaak op een voertuig zoals een brandweerauto geplaatst.
In de Ethiopische cultuur, perkamenten rollen waarop diverse als talisman bedoelde afbeeldingen en teksten, veelal gebeden, worden geïnscribeerd, meestal door geestelijken tijdens complexe rituelen. De rollen zijn bedoeld voor gebruik bij genezingsceremonieën. Door zich op de rol te concentreren komen zieken in een genezingstrance die hen van hun ziekte moet verlossen; soms dragen ze de rollen ook een tijdje. De afbeeldingen op de rollen kunnen religieuze symbolen van joodse, christelijke of islamitische oorsprong zijn, of betrekking hebben op het verhaal van koning Salomon, maar afbeeldingen van leeuwen, vogels of abstracte talismanpatronen worden ook aangetroffen; het vaakst afgebeeld echter worden grote, kleurig uitgevoerde ogen.
Een geofysische onderzoekstechniek waarbij de distorsies van het normale magnetische veld van de aarde worden gemeten; wordt met name gebruikt in de archeologie om begraven overblijfselen te lokaliseren.
De kenmerken van een materiaal of object met betrekking tot de mate van magnetisme en de magnetische verschijnselen die dat materiaal of object vertoont.
Magnetiseerbaar materiaal in de vorm van een schijf, waarop informatie kan worden opgeslagen in de vorm van elektromagnetische signalen.
Een soort fysiek verschijnsel dat wordt geassocieerd met magneten en de krachtvelden geproduceerd door bewegende elektrische stromen.
Elektrische ovens die hoogfrequente elektromagnetische golven produceren en worden gebruikt voor het verwarmen of bereiden van voedsel.
Beschrijft werk dat is vervaardigd door het gelijknamige Afrikaanse volk, dat in het noorden van Nigeria leeft.
Een jaarlijks hindoeïstisch feest ter verering van de god Shiva, dat wordt gevierd in de nacht voor nieuwemaan in februari of maart. Iedere maand weer is de dertiende nacht na nieuwemaan gewijd aan Shiva, maar in deze nacht van de maand Magha of Phalguna komen de devoties aan de godheid tot een climax. Tijdens dit feest wordt de nacht herdacht dat Shiva volgens de overlevering de Tandava heeft uitgevoerd, de hemelse dans van oerschepping, behoud en verwoesting. Tot de festiviteiten behoren het vasten, het om de drie uur aanbidden van Shiva en het zalven van de lingam, een fallussymbool dat het voornaamste zinnebeeld van Shiva vormt. De dag na de doorwaakte nacht wordt gevierd met uitbundige maaltijden en feestelijke markten.
Verwijst naar de versie van het boeddhisme die ontstond in India en zich heeft verspreid naar Centraal-Azië, China, Japan, het vasteland van Zuidoost-Azië, Java, Sumatra en Sri Lanka (Abhayagiri-klooster). Deze stroming wordt vaak de pan-Aziatische vorm van het boeddhisme genoemd, waarbij sprake is van breed geaccepteerde afwijkingen van de oorspronkelijke boeddhistische doctrine en benadering. Bij deze vorm van het boeddhisme wordt ervan uitgegaan dat er geen zelf en geen dharma's bestaan, en wordt het idee afgewezen dat de boeddha uitsluitend van een bepaalde elite (arhat) afstamt. In plaats daarvan wordt uitgegaan van het idee van de bodhisattva, iemand die een aangeboren aanleg heeft om boeddha te worden, een aanleg die in alle mensen aanwezig is. Bij deze vorm van het boeddhisme worden liefdadigheid en dienstbaarheid aan anderen als hoogste goed gewaardeerd. Verder wordt gestreefd naar innerlijke vrede en de ultieme wijsheid (prajna) door de opheffing van het zelf en een strijd om de ultieme werkelijkheid te bereiken.
Te gebruiken om werken te beschrijven van de gelijknamige Afrikaanse etnische groep die leeft in Benin.
Gebruikt voor het beschrijven van werken die zijn vervaardigd door de gelijknamige Afrikaanse etnische groep, die in Swaziland en Zuid-Afrika leeft. Mahlalela is de naam van een voormalig onafhankelijk koninkrijkje, en tevens van hun opperhoofd, binnen de landsgrenzen van Swaziland.
Verwijst naar de kunst en architectuur in de periode van de heerschappij van Mahmoed I, die regeerde van 1730 tot 1754. Tijdens zijn heerschappij bouwde hij verschillende fonteinen, waaronder de grote op India geïnspireerde fontein van Tophane. Onder zijn supervisie viel ook de Nuruosmaniye-moskee, die brak met de Ottomaanse traditie en die was gebouwd op basis van rechthoekige grondplannen in een meer westerse stijl.
Verwijst naar de stijl van architectuur die samenviel met de heerschappij van Mahmoed II (van 1808 tot 1839). Mahmoed maakte een eind aan de heerschappij van de janitsaren, wier reactionaire standpunten deels de militaire neergang van het Osmaanse rijk hadden veroorzaakt. Op artistiek gebied was hij een belangrijke factor bij het europeaniseren van de Osmaanse kunst en architectuur, door bouwwerken te laten neerzetten in barok- en rococostijl en de stijl van het neoclassicisme van het Frankrijk onder Napoleon. Zijn Nusretiye-moskee (moskee van de overwinning) werd gebouwd in de late barokstijl met golvende muren en grote open binnenplaatsen. Onder Mahmoed II werden hofkunstenaars naar Frankrijk gestuurd om wetenschappelijke teken- en schildermethoden en de principes van lineair perspectief aan te leren.
Hout van de boom behorende tot de soort Hibiscus elatus, inheems in Jamaica en Cuba; de boom is echter algemeen aangeplant en komt natuurlijk voor in het gebied tussen Florida en Trinidad en Tobago, en op het vasteland van Mexico tot Peru en Brazilië. Het spint is vrijwel wit, terwijl de kleur van het kernhout varieert van grijsbruin tot olijfkleurig. Het hout wordt gebruikt voor meubelen en kabinetten, alsmede voor inlegwerk, aangezien het hout op marmer lijkt wanneer het net gepolitoerd is.
Beschrijft werk dat is vervaardigd door het gelijknamige Afrikaanse volk, dat in de regio Darfur in Sudan leeft.
Dekens van Indianen uit het zuidwesten van de Verenigde Staten, die zo zijn geweven dat ze breder zijn dan lang, in wit met indigoblauwe randen in ruitkeperweefsel.
Zware, ondoorzichtige kousen die aan één stuk geweven zijn met een slip. Gebruik 'panties' voor dunne kousen die uit één stuk gewoven zijn met een slip. Gebruik 'tricots' voor nauwsluitende combinaisons uit één geheel.
Graangewas dat afkomstig is uit Amerika, maar in de zestiende eeuw werd geïntroduceerd in de rest van de wereld. Het is een hoge eenjarige grassoort met een stevige steel. De vrucht bestaat uit rijen eetbare pitten op langwerpige aren die aan de dikke steel groeien. Er zijn veel verschillende variëteiten met gele, rode, blauwe, roze en zwarte kolven, vaak met spikkels of strepen. Mais gebruikt men als voedsel voor mensen en dieren, als grondstof in de industrie, voor het maken van brandstof, maisolie, maissiroop, maizena, maisbloem en ethanol (whisky, benzine). De stengels gebruikt men als biomassa om brandstof te maken, maar ook voor systeemplafonds. Uit maiskolven sneed men vroeger tabakspijpen. De kolven en het vlies eromheen gebruikte men om poppen te maken.
Gebouwen voor de opslag van maïs, meestal met spleten tussen de planken voor ventilatie, schuine muren voor bescherming tegen het weer en geplaatst op palen om knaagdieren weg te houden.
Verwijst naar werken die zijn vervaardigd door de gelijknamige Afrikaanse etnische groep, die in Ethiopië leeft.
Verwijst naar de periode van het Javaanse Majapahit-rijk (1292- circa 1500 n. Chr.). Deze periode wordt gekenmerkt door de heropleving van pre-hindoe-elementen. De bouwkundige stijl in deze periode is het meest bekend om de reliëfpanelen die de punakawan afbeelden, clowneske personages uit Javaanse gedichten. Prominente voorbeelden van bouwkundige stijlen uit deze periode zijn Candi Brahu, met een constructie van baksteen, Candi Tikus, met zijn zwembaden, Candi Wringin Lawang, met een poorttype dat bekend is als candi bentar ('gespleten poort') en Candi Sukuh, met zijn afgeknotte piramidestructuur. Later in deze periode werden in de tempelstijlen cilindrische lichamen toegepast, vierkante basementen, complexe sanctuaria met trappen en beeldhouwwerken van gehoornde banaspatihoofden die de kroonlijsten ondersteunden.
Een vloeistof die bestaat uit moleculen van waterstof en zuurstof in een verhouding van 2 tot 1. In pure vorm is het kleur-, smaak- en reukloos. Het kan in gasvormige, vloeibare en vaste staat voorkomen. Op kamertemperatuur is het een vloeistof. Het is de vloeistof waaruit zeeën, meren en rivieren bestaan en die valt in de vorm van regen. Water is een van de meest overvloedige en essentiële verbindingen. Zonder water kan geen leven bestaan en het komt voor in vrijwel elk proces dat zich in de planten- en dierenwereld voltrekt. Een van de belangrijkste eigenschappen is de mogelijkheid om andere stoffen op te lossen. De veelzijdigheid van water als oplosmiddel is van essentieel belang voor levende organismen. De term 'water' wordt meestal gebruikt om te verwijzen naar de vloeibare vorm van deze verbinding. Gebruik 'ijs' en 'waterdamp' voor respectievelijk de vaste vorm en de gasvorm.
Verwijst naar een van de drie hoofdfasen van de Gansu-cultuur, die dateert uit circa 3300 tot circa 2100 v. Chr. De Majiayao-cultuur omvatte het westen van de provincie Gansu en het oosten van de provincie Qinghai; de naam is ontleend aan een vindplaats in het gewest Lintao in Gansu die van 1921 tot 1923 is uitgegraven door de Zweedse archeoloog Johan Gunnar Andersson. Typerend voor aardewerk uit de Majiayao-fase zijn potten en kommen van fijne kleibrij met zwart decor geschilderd in zijdeglans op een gele of rode ondergrond. Kenmerkend voor dit aardewerk zijn de brede, kromlijnige vormen met telkens een centraal geplaatste stip of afgewisseld met golvende lijnen of kruisarceringen. Deze vormen worden met name aangetroffen op potten en urnen. Ook werden vormen toegepast als dikke zigzaglijnen en motieven zoals kikkers, vogels en dansende menselijke figuren. Daarnaast zijn er ornamenten van been, stenen en benen gereedschappen, en speelgoed zoals aardewerken rammelaars opgegraven. Het schaarse bronswerk uit deze periode was niet van economisch belang.
Verwijst naar aardewerk met tinglazuur, met name aardewerk dat werd vervaardigd in Italië. De term verwees oorspronkelijk naar het eiland Mallorca (of, volgens een alternatieve theorie, naar Malaga), en sloeg alleen op Spaans-Moors lustrewerk; maar sinds de 16de eeuw verwijst de term vooral naar Italiaans aardewerk met tinglazuur en imitaties van het Italiaanse aardewerk. Het wordt gekenmerkt door schilderingen van hoge kwaliteit, uitgevoerd in verschillende kleuren in het droge maar nog niet gebakken tinglazuur, in het algemeen met een bovenlaag van doorzichtig loodglazuur. De gebruikte kleuren zijn gewoonlijk beperkt tot kobaltblauw, kopergroen, mangaanpaars, antimoniumgeel en ijzerrood, waarbij het tinglazuur voor een witte kleur zorgde. Wanneer wit wordt gebruikt voor de schilderingen, wordt het aangebracht op een blauwachtig-witte glazuurlaag of een blauwe basislaag. Het metaalglazuur heeft gewoonlijk een gouden kleur die het resultaat is van een zilver- of paarlemoereffect.
Te gebruiken om werken te beschrijven van de gelijknamige Afrikaanse etnische groep die leeft in het zuidoosten van Kameroen.
Klassieke diermotieven van Indiase oorsprong die algemeen ingang vonden in de Aziatische kunst, met afbeeldingen van een fabeldier samengesteld uit delen van een krokodil en een olifant, waarbij lofwerk een gekrulde staart moet voorstellen. Dit motief fungeert vaak in de architectuur, doorgaans in combinatie met lateien bij vrijstaande poorten gedragen door bewerkte zuilen op een gegoten voet.
Geïmproviseerde of provisorische objecten, met name objecten die zijn gemaakt om oude, kapotte of afgedankte voorwerpen een nieuwe functie te geven. Meestal gaat het om kleding, meubels of huishoudelijke artikelen, bijvoorbeeld een nieuw kledingstuk dat is gemaakt van oude kledingstukken of een kapot stuk spiegel dat in een nieuwe lijst wordt geplaatst. De term is te onderscheiden van 'spolia', wat verwijst naar oudere architectonische materialen (bijv. oude zuilen of gravures) die in een nieuwe constructie zijn ingebouwd (bijv. een middeleeuws gebouw).
Tussenpersonen die voor een vergoeding of commissie bemiddelen tussen kopers en verkopers over aan- en verkoopcontracten. Het verschil met 'commissionairs' is dat makelaars het te verhandelen object niet fysiek overnemen of in eigendom krijgen.
Gebinten met twee verticale stijlen tussen de dakspanten en de bintbalk. De boeneinden van de verticale stijlen zijn verbonden door middel van een koppelstuk.
Te gebruiken voor personen die zelf voorwerpen creëren of construeren, voornamelijk als beroep of vak. Gebruik 'fabrikanten' voor industriëlen die een fabriek bezitten of leiden. Gebruik 'vakmensen' voor personen die een beroep of vak uitoefenen dat te maken heeft met handvaardigheid of artistieke vaardigheid.
Vakmensen die kleine stukjes van een bepaald materiaal invoegen in een groter oppervlak van een ander materiaal, zodat er een patroon ontstaat.
Maskerades van de Afrikaanse volkeren Lunda, Luvale, Chowke, Mbunda, Bakangala en Luchazi, verbonden met de besnijdenisceremonie Mukanda.
Zuurrijk hout van de boomsoort Tieghemella heckelii, dat roodachtig tot paarsachtig bruin van kleur is, meestal met een rechte nerf en donkere strepen. Het wordt gebruikt voor meubilair, schrijnwerk, timmerwerk, decoratief fineer, lambriseringen, scheepsbouw, vloeren, draaiwerk, snijwerk, piano's en andere muziekinstrumenten.
Familie bestaande uit 15 genera van 55 soorten makrelen, tonijnen en bonito's met twee rugvinnen, een aantal vinnetjes van de achterste rugvin tot achter de anale vin, en een staartvin die sterk verdeeld en stijf is met een slanke gekamde onderkant. Ze zijn in het algemeen snelle roofvissen in open zee. Sommige leden van de familie, zoals de tonijn, zijn warmbloedig.
De derde fase van de productie van bladgoud met de hand; stapels kleine gouden vierkantjes, die uit de ’shoders’ komen en in kleinere stukken zijn gesneden, met tussen de bladen goudslagersvlies en bij elkaar gebonden met perkamentstroken. De stapeltjes worden vervolgens met de hand platgeslagen om bladgoud te maken.
Een synthetische organische verfstof op basis van aniline (een trifenylmethaan zout) die vanwege de groene kleur is vernoemd naar het mineraal malachiet. Het werd in 1877 voor het eerst gemaakt door Dobner en Fisher. Het wordt gebruikt voor het verven van onbewerkte zijde, wol, jute en leer, voor het verven van katoen na het beitsen, bij chemische tests voor het opsporen van zwaveligzuur en cerium, als een indicator op zuurbasis en voor het doden van parasieten en schimmels in aquaria.
Te gebruiken om werken te beschrijven van de gelijknamige Afrikaanse etnische groep die leeft op Madagaskar.
Beschrijft kunstwerken die zijn vervaardigd door de bewoners van het eiland Malaita. De bevolking van Malaita is bekend vanwege het creëren van figuren met zowel menselijke als dierlijke kenmerken, zoals een haai met armen en benen. De bevolking van Malaita maakte weliswaar figuren in deze stijl, maar de stijl van de zuidelijke eilanden is overwegend naturalistisch qua proporties en detaillering.
De Malanggan-stijl beschrijft een type figuratief houten beeldhouwwerk, snijwerk of masker met een verhalende ceremoniële functie dat afkomstig is uit Nieuw-Ierland, een eiland bij Papoea Nieuw-Guinea. De Malanggan-kunst bestaat uit één stuk zacht hout dat is gegraveerd, meestal in ajourwerk, en dat rood, zwart, geel of wit is beschilderd. Het snijwerk bevat verwijzingen naar specifieke personen, dieren en historische gebeurtenissen die een rol in het leven van de overledene hebben gespeeld. Er zijn talloze Malanggan-motieven bekend.
Verwijst naar de cultuur van de Maliseet, een inheemse Amerikaanse stam die behoort tot de losse confederatie van oostelijk Amerikaanse indianen die bekend staan als de Wabanaki-alliantie, samen met de Passamaquoddy-, Penobscot-, Micmac- en Abnaki-indianen. De Maliseet wonen hoofdzakelijk in Canada, vooral in New Brunswick, terwijl één groep over de grens woont, in het nabijgelegen Maine.
Verwijst naar de stijl van kunst van de inheemse Malay-cultuur, met invloeden en stromingen uit de Siamese, Javaanse, Chinese en Sumatraanse cultuur. De stijl bevat ook islamitische en Indiase hindoeïstische elementen.
Verwijst naar de culturen die floreerden in de regio van de moderne natie Maleisië die bestond uit het Maleisisch Schiereiland en de oostelijke regio van het eiland Borneo. De kunststijl in deze regio is een synthese van inheemse en uitheemse invloeden vanuit China, India, de Arabische wereld en het westen, die mogelijk werd gemaakt door middel van kolonisatie en handel. In de schilder- en beeldhouwkunst in deze regio worden vanwege islamitische voorschriften zelden menselijke figuren afgebeeld. De productie in decoratieve kunsten is breder en omvat batikstoffen en andere verfijnde weefsels, zilverwerk, handgemaakte krissen, houtsnijwerk, mandenwerk en verschillende andere handgemaakte producten.
Te gebruiken om werken te beschrijven van de gelijknamige Afrikaanse etnische groep die leeft in Botswana.
Stroken maliënkolder, meestal aan één kant wijd uitlopend, bij de schouder gedragen op militaire uniformen om uitrusting op haar plaats te houden of ter aanduiding van rang of eenheid; vooral gedragen door Britse cavalerie-eenheden in de 19de eeuw.
Metaalweefsel bestaande uit ijzeren of stalen ringetjes die zijn samengeklonken of geperst; werd veel gebruikt in wapenrustingen.
Stukken maliën ter bescherming van de genitaliën, bevestigd in het midden van de onderste rand van een maliënkolder of vastgemaakt aan de vork van een gepantserde rok. Ze kwamen voor in verschillende vormen, ook korte rokjes of kniebroeken, en konden ook een broekklep bevatten.
Te gebruiken om werken te beschrijven van de gelijknamige Afrikaanse etnische groep die leeft in Senegal, Gambia en Guinee-Bissau. De term wordt gebruikt voor de werken van deze subgroep van de Mande én als synoniem voor ‘Mande’ zelf.
Constructies die bestaan uit een draaiend rond platform met zitplaatsen, vaak in de vorm van paarden of andere dieren waarop mensen kunnen rijden, meestal onder begeleiding van mechanische of opgenomen muziek.
Noord-Amerikaanse boomsoort die 10 meter hoog kan worden, met witte of roze bloemen in de zomer en kleine appelachtige bessen in de herfst. De soort komt voor in verschillende variëteiten.
Verwijst naar een 17de-eeuwse Indiase school van Rajasthan-miniatuurschilders, met als voornaamste centra Malwa en Bundelkhand (in de tegenwoordige staat Madhya Pradesh). Vanwege de geografische verspreiding wordt de stijl soms omschreven als Centraal-Indiase schilderkunst. De Malwa-schilderkunst wordt meestal als vrij behoudend en sober beschouwd: vlakke composities, vaak met een donkere achtergrond, een in registers ingedeelde ruimte en figuren die tegen massieve kleurvlakken zijn geschilderd, met een helder geschilderde architectuur. De stijl wordt vaak als archaïsch beschouwd, maar vormde wel een stevig gewortelde traditie. Geleerden onderscheiden twee stijltypen, stijl A en stijl B, waarbij de latere stijl Mogolinvloeden verraadt. Vanaf 1690 raakte de Malwa-school in verval, maar wel beïnvloedde de stijl de schilderscholen in naburige regio's.
Verwijst naar een subgroep Veneto-Saraceense metaalproducten die het grootste deel van dergelijke objecten omvat. De ontwerpen zijn verwant aan het mammeluk metaalwerk uit het einde van de 15de eeuw, en zijn middelpuntzoekend of in concentrische ringen gegroepeerd. De motieven zijn typisch mammeluk, met afwisselende knopen, gedraaid touw en latwerk met driepassen, ontleend aan de kalligrafie. Geen van de objecten in deze groep is gesigneerd, maar vaak dragen ze Noord-Italiaanse en met name Venetiaanse heraldische wapens. Hoewel ze niet voldoende specifieke informatie over de eigenaars bieden, vormen ze wel een bewijs van de nauwe diplomatieke en commerciële banden die tussen de mammeluks en Venetië bestonden.
Verwijst naar de kunst en architectuur die is verbonden met de mammelukken, een krijgerskaste die Egypte en Syrië regeerde vanaf ongeveer 1250 tot de vroege 16de eeuw, en die in het Midden-Oosten meer dan 700 jaar invloedrijk en machtig is geweest. Mammeluk-architectuur was in wezen conservatief en niet erg vernieuwend, maar wel rijk en over het algemeen van zeer hoge kwaliteit. Mammeluk-architectuur wordt gekenmerkt door het gebruik van zeer fijn afgewerkte minaretten, enorme façades en portalen, en de tendens om structuren voor verschillende toepassingen te bouwen in een enkel complex. Begunstigers bouwden hun belangrijke monumenten gewoonlijk ook dichtbij elkaar. De mammelukken staan ook bekend om hun technische virtuositeit in stenen constructies; metselaars gebruikten verschillend gekleurde stenen op de oppervlakken van gebouwen. Er zijn bijna 3000 belangrijke mammelukmonumenten bewaard gebleven of bekend gebleven via teksten; de meeste monumenten in de oude wijken van Caïro, Damascus, Tripoli en Aleppo zijn mammeluks, evenals de meeste monumenten op de Haram ash-Sharif in Jeruzalem, buiten de Rotskoepel. Net als architectuur bereikten ook de overige kunsten van de mammelukperiode een hoog niveau van technische perfectie, maar staan ze niet bekend om hun originaliteit; er bestaan wel bezienswaardige voorbeelden van ingelegd metaalwerk, kalligrafie, moskeelampen en houten objecten.
Verwijst naar de stijl in de kunst die bloeide in de tweede helft van de 10de eeuw in Scandinavië en in Scandinavische nederzettingen elders in Europa. De stijl is genoemd naar een ingelegde bijlkop die in Mammen, Denemarken, werd gevonden. De stijl kenmerkt zich door het gebruik van specifieke motieven gebaseerd op West-Europese prototypen, maar aangepast aan de Scandinavische smaak. Binnen de stijl wordt het vroegere Scandinavische slangenmotief nog steeds gebruikt, en worden min of meer naturalistische dieren geïntroduceerd, waaronder leeuwen en vogels, krulmotieven van planten, golvende omtreklijnen en composities die meestal bestaan uit asymmetrische krullen en één of twee grote motieven die een paneel vullen met abrupte knikken en draaiingen.
Beschrijft werken die zijn vervaardigd door het gelijknamige Afrikaanse volk, dat in het noorden van Ghana, in Burkina Faso en in Togo leeft.
Te gebruiken in algemene zin voor het organiseren, leiden en uitvoeren van de activiteiten van een persoon, groep, organisatie of onderneming en het beheer van de menselijke en materiële hulpmiddelen; belangrijk is vooral het toepassen van richtlijnen in plaats van het formuleren daarvan. Gebruik 'bestuur' wanneer het in de eerste plaats gaat om het formuleren van het beleid.
Beschrijft werk dat is vervaardigd door het gelijknamige Afrikaanse volk, dat in Tanzania leeft, hoofdzakelijk langs de oevers van het Malawi-meer en Rukwa-meer.
Verwijst naar een van de vele etnische culturen van modern Myanmar. Manadalay verwijst tevens naar de laatste hoofdstad van het Birmaanse rijk, die werd gebouwd in de periode 1857-1859 aan de rivier de Irrawaddy door Koning Mindon voordat Birma in 1885 in handen viel van de Britse imperialisten. Architecturale kunst in deze regio weerspiegelt Italiaanse invloeden zoals weergegeven in samengestelde tempel- en kloosterstructuren die bestaan uit steen en inheems hout.
Zuilenhallen of veranda-achtige structuren die deel uitmaken van Noord-Indiase hindoetempels. Ze kunnen rechtstreeks in verbinding staan met het heiligdom, naar tussenruimten leiden of volledig los staan van het heiligdom zelf.
Te gebruiken om werken te beschrijven van de gelijknamige Afrikaanse etnische groep die leeft in Soedan.
Te gebruiken om werken te beschrijven van de gelijknamige Afrikaanse etnische groep die leeft in de landen Mali, Burkina Faso, Ivoorkust, Guinee, Sierra Leone, Gambia, Liberia, Guinee-Bissau en Senegal.
Verwijst naar een oude religie uit het Midden-Oosten die nog voorkomt in Irak en Khuzistan (een provincie in het zuidwesten van Iran). Zij wordt meestal beschouwd als een gnostische sekte en is als zodanig de enige overgebleven vertegenwoordiger van het gnosticisme. Er zijn ongeveer 15.000 tot 20.000 mandeeërs. Het mandeïsme benadrukt, net als andere dualistische geloofssystemen, de verlossing van de ziel door esoterische kennis (gnosis). De spirituele ziel zal worden bevrijd van de materiële wereld door hun verlosser, Manda d'Hayye, maar de slechte archonten verhinderen de opstijging van de ziel. In het mandeïsme wordt Jezus beschouwd als een valse messias maar wordt Johannes de Doper vereerd omdat hij wonderbaarlijke genezingen heeft bewerkstelligd door middel van de doop. De mandeeërs ontwikkelden een uitgebreid cultusritueel, vooral voor de doop, die voor zover bekend bij geen enkele andere gnostische sekte voorkomt. De doop zuivert een mens van de zonde en kan vaak worden herhaald. De oorsprong van de religie is duister en blijft omstreden. Op basis van Babylonische elementen in mandeïsche magische teksten, het gebruik van de Iraanse kalender en de overname van verscheidene Iraanse woorden in de mandeïsche taal, menen sommige geleerden dat het mandeïsme in de pre- of vroegchristelijke tijd is ontstaan in het zuidwesten van Mesopotamië. Anderen denken aan een Syrisch-Palestijnse oorsprong op basis van de Haran Gawaita, een quasihistorisch mandeïstisch document dat verhaalt over de exodus van de nazareeërs (de mandeïstische priesterkaste die zich onderscheidde van de mandeeërs of leken) van Palestina naar Mesopotamië in de 1ste eeuw n. Chr. Ook zekere opmerkelijke overeenkomsten met het jodendom verdienen de aandacht: bekendheid met het Oude Testament, parallellen met de joodse zedenleer, vooral de grote waarde die wordt gehecht aan het huwelijk, het gebruik van de Hebreeuwse engelenleer en het belang van een zuivere cultus. Ook zijn er overeenkomsten met het manicheïsme. De mandeeërs zijn misschien de in de Koran genoemde Sabanen. De mandeïsche literatuur, geschreven in een Aramees dialect en in een apart schrift, is tamelijk uitgebreid. Belangrijke bewaard gebleven werken zijn de Ginza (het Boek van Adam); het Boek van Johannes; het Boek van de Zodiak en de Doop van Hibil Ziwa. Mandeeërs zijn van oudsher bekwame zilversmeden.
Flessen omhuld met gevlochten tenen, hout of ander beschermend materiaal, met een volume tussen de 4 en 75 liter; bedoeld om agressieve vloeistoffen, zuren, of gedistilleerd water te bevatten. Gebruik 'demi-johns' voor hetzelfde soort grote flessen omhuld met gevlochten tenen die bestemd zijn voor niet-agressieve vloeistoffen.
Verwijst naar een regionale school van Pahari-miniatuurschilderkunst met als centrum de staat Mandi in de Beasvallei in het heuvelgebied van Punjab. De Mandi-schilderkunst stond aanvankelijk nog onder invloed van de Mogols maar kreeg een eigen karakter onder Raja Sidh Sen (heerste van 1684-1727), die zich persoonlijk met de nieuwe stijl ging bemoeien. De Mandi-schilderkunst uit deze periode wordt vaak gekenmerkt door brede, krachtige lijnen, een ingetogen palet en eenvoudige composities met drie horizontale registers. De vitale, krachtige beeldhouwkunst uit deze periode zou een belangrijke invloed hebben uitgeoefend op de weergave van figuren in de schilderkunst. Kenmerkend zijn de krachtige gelaatstrekken, opvallend grote hoofden en handen, en doorgaans standbeeldachtige figuren. Shiva is een geliefd thema, aangezien Sidh Sen deze godheid aanbad. Shiva, Devi en tantrische thema's waren populairder dan de literaire thema's die zo kenmerkend zijn voor veel ander Pahari-werk. Een latere fase van de Mandi-schilderkunst begon rond 1805 en wordt geassocieerd met de kunstenaar Sajnu uit Guler. De werken die hij voor Raja Ishwari Sen schilderde, worden gekenmerkt door gebogen en zwaar geornamenteerde randen, volle, gedetailleerde composities en enigszins scheef geplaatste gebouwen en figuren.
Beschrijft werken die zijn vervaardigd door het gelijknamige Afrikaanse volk, dat in Guinee-Bissau en Senegal leeft.
Te gebruiken om werken te beschrijven van de gelijknamige Afrikaanse etnische groep die leeft in Niger.
Verwijst in het algemeen naar Japanse stripverhalen. Men gebruikt de term ook voor Japanse animatiefilms, die ook wel animes worden genoemd. Veel animes zijn gebaseerd op manga's, maar het is een aparte kunstvorm. Manga's gaan onder meer over sport, liefde, seksualiteit en historische gebeurtenissen. Doorgaans zijn het een soort komedies, soapopera's of fantasy-, mystery- of horrorverhalen. Vaak zijn ze zwart-wit, met alleen de voorpagina of de eerste paar pagina's in kleur. Vaak worden de gezichtsuitdrukkingen van de personages overdreven weergegeven en de ogen relatief groot getekend.
Te gebruiken voor het zuivere metaalelement met het symbool Mn en het atoomnummer 25. Het zilverachtige metaal is hard en broos.Ook te gebruiken voor het metaal wanneer het wordt bewerkt en gevormd om, meestal in combinatie met andere stoffen, diverse voorwerpen en materialen te maken.
Variabele paarse kleur die lijkt op het pigment mangaanviolet, dat bestaat uit een dubbelzout van fosforzuur met mangaan en ammonium.
Te gebruiken om werken te beschrijven van de gelijknamige Afrikaanse etnische groep die leeft in Malawi.
Beschrijft werken die zijn vervaardigd door het Mangareva-volk. Er zijn nog maar weinig Mangareva-kunstwerken bewaard gebleven, aangezien de meeste in de 19de eeuw op last van missionarissen zijn vernietigd. De weinige nog resterende beeldhouwwerken en fragmenten laten zien dat de Mangareva-figuren rechthoekige contouren hadden.
Gaten, doorgaans met een deksel, waardoorheen men rioolbuizen en stoomafvoeren en dergelijke kan aanbrengen, of soortgelijke doorgangen, met name in straten in steden.
Houten plank met een geribbelde onderzijde en een handvat langs de zijkant, gebruikt om kreuken uit het wasgoed te persen tijdens het strijken. Het wasgoed werd om een stok gewikkeld en de mangelplank werd vervolgens over de stok heen en weer gerold. De voorkant werd vaak gedecoreerd.
Grote boom die inheems is in Oost-Azië, Myanmar (Birma) en de Indiase staat Assam. Waarschijnlijk is de boom al rond 2000 v.Chr. in India gedomesticeerd. Daarna is de boom in de vijfde eeuw v.Chr geïntroduceerd in Oost-Azië. De boom produceert zoete oranje steenvruchten, een van de belangrijkste en meest geproduceerde vruchten in de tropen. De grootte van de vrucht hangt sterk af van de variëteit. Er zijn mango's die even groot zijn als pruimen, maar ook mango's die ruim twee kilo wegen.
Verwijst naar een Afrikaanse cultuur waarin stenen werktuigen werden gemaakt, uit het pleistoceen en genoemd naar de archeologische vindplaats bij Magosi in het noorden van Oeganda. Kenmerkt zich door de geavanceerde levalloisien-techniek die werd gebruikt voor het vervaardigen van steensplinters waarmee andere gereedschappen werden gemaakt, zoals punten voor projectielen, en een ponstechniek voor het vervaardigen van microlithische voorwerpen.
Algemene term voor verschillende bomen en struiken die dicht struikgewas vormen in modderige kustmoerassen en estuariën in tropische en subtropische gebieden. Mangroven kunnen goed tegen zout water en hebben opvallende luchtwortels met verschillende vormen. De term ���mangrove' gebruikt men voornamelijk voor soorten uit de genera Rhizophora en Bruguiera (familie Rhizophoraceae), Avicennia (familie Avicenniaceae), Laguncularia (familie Combretaceae) en Sonneratia (familie Lythraceae).
Verwijst naar de religieuze beweging die opkwam in Perzië in de derde eeuw en werd opgericht door Mani, de 'Apostel van het licht', als een oecumenisch en universeel geloofssysteem met daarin geïntegreerd ideeën uit het boeddhisme, het christendom, het hindoeïsme, het taoïsme, de islam en het jodendom. De religieuze beweging wordt algemeen beschouwd als een soort gnosticisme, een systeem dat is gebaseerd op het verkrijgen van verlossing door het kennen van de spirituele waarheid. Er wordt gestreefd naar zelfkennis en innerlijke verlichting als bescherming tegen een overgave aan de kwade materiële wereld en als weg naar de verlossing. Deze beweging heeft een enigszins dualistische filosofie en wordt gekenmerkt door het geloof in de tegengestelde substanties van licht en donker, het spirituele en het materiële, en het goede en het kwade. De religieuze gemeenschap is verdeeld in de uitverkorenen, die zich aan de strikte, ascetische levensstijl houden, en de toehoorders, die de uitverkorenen ondersteunen. Belangrijke elementen van deze religie zijn onder meer sacramentele riten, liefdadigheid, vasten, de biecht, het zingen van hymnen en het reciteren van heilige geschriften.
Verwijst naar een stijl en een periode in die ongeveer vanaf de jaren 1520 tot 1590 zich voornamelijk in Rome ontwikkelde en zich daarna verspreidde elders in Europa. De stijl wordt gekenmerkt door een distantiëring van het klassieke ideaal van de Renaissance en creërde een gevoel van fantasie, experimenten met kleuren en materialen, en een nieuwe menselijke vorm van langgerekte, bleke, overdreven elegantie. Periode 1565-1630
Verwijst naar een type zwart- of roodfigurige vaasbeschildering met een zeer karakteristieke tekenstijl; maniëristische vazen hadden meestal een grote omvang, zoals amfora's, colonettenkraters, pelikai en hydriae. De benaming werd ontleend aan de aanduiding van 16de-eeuwse Italiaanse schilders. Tot de zwartfigurige schilders die in deze stijl werkten, behoorden de Affecter en Elbows-Out, die beiden in het derde kwart van de 6de eeuw v. Chr. actief waren. Deze benamingen waren door Beazley bedacht om te verwijzen naar hun stijve, ‘gekunstelde’ stijlen, die werden gekenmerkt door ongewone proporties en onnatuurlijke gebaren. Roodfigurige maniëristische vazen uit de vroeg-Klassieke periode hebben minder uitgesproken kenmerken; de Pan-schilder wordt als de begaafdste van alle roodfigurige maniëristen beschouwd.
Pantserstukken van plaatjes voor de linkerhand en -arm die de hand en onderarm beschermen tot aan de elleboog of net daarboven. Ze werden gebruikt van de 15e tot in de 17e eeuw, vooral bij steekspelen.
Formele, schriftelijke afkondigingen die worden uitgevaardigd door een vorst of door de uitvoerende autoriteiten van een staat of een natie, en waarin, bijvoorbeeld, de motieven voor een oorlogsverklaring, of een andere internationale actie bekend worden gemaakt. Wordt ook gebruikt voor openbare verklaringen of proclamaties van politieke, sociale, artistieke of andere beginselen.
Beschrijft werken die zijn vervaardigd door het gelijknamige Afrikaanse volk, dat in Guinee-Bissau, Senegal en Gambia leeft.
Verwijst naar werken die zijn vervaardigd door de gelijknamige Afrikaanse etnische groep, die in Kameroen leeft.
Verwijst naar mannelijke personen vanaf jonge volwassenheid tot gevorderde leeftijd.
Menselijke figuren of poppen die zijn gemaakt om specifieke modetrends in kleding, textiel en haarstijl te illustreren en te promoten; vooral populair in Europa van de 16de tot de 18de eeuw.
Verwijst naar een koperlegering van rood koper, zink en tin die op zilver of goud lijkt. Mannheimer goud is uitgevonden en hoofdzakelijk geproduceerd in het Duitse Mannheim, en was met name aan het begin van de 18de eeuw populair. Mannheimer goud werd vaak in goedkope sieraden verwerkt.
Wordt gebruikt voor rustplaatsen langs oude Romeinse of Byzantijnse wegen (gedurende de 7e eeuw), meestal een dagreis van elkaar verwijderd en bedoeld als plaatsen om te overnachten; aanvankelijk vooral bedoeld voor keizerlijke gezelschappen. Gebruik 'mutationes' voor tussenliggende rustplaatsen langs deze routes.
Losse, lange sleep van luxe materialen die men sinds begin 19e eeuw verplicht was te dragen bij belangrijke gelegenheden aan het hof, als toevoeging aan een galajapon. Bevestiging rondom de taille of met kleine bandjes om de schouders.
Argandlampen die meestal van koper of brons zijn met één of twee branders op armen die door buisjes zijn verbonden aan een reservoir van waaruit de brandstof naar de branders wordt gevoerd volgens het @bird-fountain principle. Ze zijn vaak versierd met prisma's die aan ringen rond het reservoir en de branders hangen. De benaming is afkomstig van het gebruik om de lampen alleen of met drie op de schoorsteenmantel te zetten.
Grote sluiers, vaak van zwarte of witte kant, die hoofd en schouders bedekken en soms over een hoge haarkam worden gedragen; worden vooral door Spaanse en Zuid-Amerikaanse vrouwen gedragen.
Familie van insecten met lange dunne voelsprieten, monden met kauwwerktuigen en poten waarmee ze prooien kunnen grijpen en waarop ze kunnen lopen. De volwassen dieren hebben geen vleugels. In sommige classificaties wordt deze familie als een onderorde van Notoptera beschouwd.
Orde van één familie vleesetende insecten die in Afrika voorkomen.
Losvallende vrouwenkledingstukken die open zijn aan de voorkant, met een geplooid en nauwsluitend lijfje, zeer korte mouwen en aangenaaide manchetten, met een ceintuur rond het middel en de langse sleep rond de heupen gedrapeerd om de voorkant van de onderrok te tonen. Gedragen omstreeks 1700.
Beschrijft de diverse soorten kunstwerken die zijn vervaardigd door de bewoners van de Manuseilanden. De kunstwerken van de bevolking van Manus bestaan hoofdzakelijk uit houtsnijwerk van menselijke figuren, meestal in combinatie met krokodillen en vissen. Ook werden er houten bedden vervaardigd door de Manus; Manusbedden waren de enige grote meubels die in Melanesië werden geproduceerd.
Middelgrote veelvormige groenblijvende Caraïbische boom die voornamelijk voorkomt op de zandstranden in het Caraïbische gebied en langs de Golf van Mexico. De boom kan 12 meter hoog worden. Alle delen van de boom zijn giftig. Het latex is zeer bijtend en de aantrekkelijke, zoet geurende appelachtige vrucht heeft herhaaldelijk geleid tot vergiftiging bij Spaanse conquistadores die schipbreuk hadden geleden, en bij hedendaagse toeristen. De manzanillaboom is zo giftig dat de rook van het brandende hout irriterend is voor de ogen. Het latex uit de bladeren en de schors veroorzaakt huidontstekingen. Caraïbische indianen gebruikten het sap om hun pijlen giftig te maken.
Beschrijft de diverse soorten kunstwerken die zijn vervaardigd door de Maori-gemeenschap, de oorspronkelijke bewoners van het tegenwoordige Nieuw-Zeeland. Tot de meer gespecialiseerde kunstvormen van de Maori behoren architecturale ornamenten, tatoeages, bewerking van hondenhuid, het weven met veren en het ontwerpen van wapens. Sinds de kolonisatie van de eilanden is de Maori-kunst ingrijpend veranderd.
De duidelijkste uitdrukking van de apocalyptische denkwijze in het Japanse boeddhisme. Deze derde en laatste fase van het boeddhisme zou zijn begonnen in 1052. Men veronderstelt dat tijdens dit einde van de boeddhistische leer het boeddhisme degenereerde tot het moment dat de leer nog wel bestaat, maar niet meer wezenlijk wordt gepraktiseerd. Dit religieuze pessimisme en de voorbereiding op het einde der tijden leidde tot een opleving van kunstopdrachten tijdens het laat-Heian op terreinen als beeldhouwkunst, kalligrafie, schilderkunst en de bouw van tempels. De opdrachten kwamen van rijke aristocraten, die hoopten op verlossing door Amitābha eerbetoon te brengen.
Kleine, grove, driedimensionale schetsen voor beeldhouwwerken. Gebruik 'bozzetti' voor meer gedetailleerde ontwerpen voor beeldhouwwerken.
Wordt gebruikt voor Oost-Polynesische religieuze constructies met diverse vormen, van kleine stenen platforms tot eenvoudige stenen omheiningen en tempelachtige bouwwerken. Gebruik 'heiaus' voor soortgelijke bouwwerken op Hawaï.
Beschrijft werken die zijn vervaardigd door het gelijknamige Afrikaanse volk, dat in Kenia leeft.
Te gebruiken voor koetsachtige wagens met vier wielen die lichter en minder duur zijn dan echte koetsen; populaire luxevoertuigen vanaf het midden van de 17e eeuw tot aan de ontwikkeling van coupés halverwege de 19e eeuw.
Wordt gebruikt voor lijsten met een doorlopend motief, meestal een terugkerend bladerpatroon, aan de binnenkant van het lijstwerk. Dit type lijst was populair in de 17e en 18e eeuw en is vernoemd naar de Italiaanse schilder Carlo Maratta.
Beschrijft werken die zijn vervaardigd door het gelijknamige Afrikaanse volk, dat in Tsjaad leeft.
Een veelvoorkomend lichtgeel of grijs orthorhombisch mineraal dat dimorf is met pyriet. Het komt veel voor in de vorm van klompjes en klontjes in sedimentaire gesteenten.
Verwijst naar een vroegchristelijke gnostische beweging die in de 2de en 3de eeuw rivaliseerde met het katholieke christendom. De stichter van de beweging, Marcion (overleden circa 160), verkondigde het dualistische geloof dat de God van het Oude Testament niet dezelfde was als de God van het Nieuwe Testament en dat het Oude Testament geen christelijk boek was. Omdat er volgens hem geen verband was tussen het christendom en het jodendom vond hij dat het Nieuwe Testament moest worden gezuiverd van alle joodse elementen. Marcion zette een groot aantal ascetische gemeenschappen op en stelde de eerste bekende canon van geschriften samen. De meeste marcionisten waren tegen het eind van de 3de eeuw opgegaan in het manicheïsme. De term wordt soms meer algemeen gebruikt om te verwijzen naar het opzettelijk of minzaam negeren van het Oude Testament binnen het christendom.
Verwijst naar de Middeleeuwse periode en stijl die wordt toegeschreven aan de Marcomanni, een Germaanse stam van de Suebi-groep, die een machtige confederatie van stammen opbouwde in Bohemen. De term wordt met name gebruikt om te verwijzen naar de migratie van de Marcomanni naar de vallei van de rivier de Main, van de 1ste tot de 5de eeuw n. Chr. Hier stonden zij bekend onder de naam Baiuwari of Beierse bevolking.
Gemaskerde mannelijke Afro-Amerikanen, meestal uit het arbeidersmilieu, die zingen, dansen en optochten houden en zich organiseren in officieuze groepen of 'stammen' voor de Mardi Gras-parade en St. Joseph's Day-parade in New Orleans. De kostuums bestaan uit hoofdtooien met grote veren, schoenen in moccasinstijl en schorten met opgenaaide patronen, waarbij materiaal wordt gebruikt als lovertjes, kunstdiamant, glaskralen, fluwelen linten en struisvogelpluimen.
Half transparante, rookachtig gekleurde obsidiaanklompjes in Arizona-erts; wordt gebruikt bij Indiaanse zilveren sieraden.
Gebieden op gedrukte of beschreven pagina's of op andere vellen met tekst of afbeeldingen, tussen het informatiegebied en de randen van de pagina of het vel.
Te gebruiken om werken te beschrijven van de gelijknamige Afrikaanse etnische groep die leeft in het noordoosten van Nigeria.
Zilveren Oostenrijkse munten die tussen 1740 en 1780 werden uitgegeven; daarna tot 1961 nog sporadisch gebruikt in de handel met Afrika en het Nabije Oosten.
Verwijst naar een christelijk feest dat meestal wordt gevierd op 2 februari, of 40 dagen na Kerstmis. Op deze dag wordt herdacht dat Maria de Tempel in Jeruzalem bezocht, 40 dagen na de geboorte van Jezus (Lucas 2: 22-39). Overeenkomstig de joodse wetten werd Maria gereinigd en bood ze haar zoon als eerstgeborene aan God aan. In de rooms-katholieke kerk heeft dit feest tegenwoordig 'Opdracht van de Heer in de tempel', in de anglicaanse kerk 'Opdracht van Christus in de tempel'. Hypapante, zoals dit feest in de Griekse kerk wordt genoemd, betekent 'ontmoeting' en verwijst naar de ontmoeting van Jezus met Simeon en Anna in de Tempel. De vroegste verwijzing naar het feest stamt uit het einde van de 4de eeuw, uit Jeruzalem. De viering verspreidde zich al snel naar de steden van het Midden-Oosten, maar in het westen ging het minder snel. Justinianus I verordende in 542 dat het feest op 2 februari moest worden gevierd. In Rome werd Maria-Lichtmis vermoedelijk al vóór het pontificaat van paus Sergius I (687-701) ingesteld, en de processie lijkt daar haar oorsprong te hebben, wellicht zelfs voor het feest zelf ingang had gevonden. In de westerse kerk stond de verering van Maria centraal (tot aan de kalenderhervorming van 1969), terwijl het in de oosterse kerk op die dag vooral om de Christusverering ging. De naam Maria-Lichtmis verwijst naar de traditie die in de 5de eeuw ontstond en waarbij kaarsen worden aangestoken tijdens het feest. In het westen symboliseert de processie met de kaarsen Christus als zijnde het licht van de wereld, en zijn presentatie in de Tempel.
Beschrijft werk dat werd vervaardigd door de bewoners van de Marianen-eilandengroep. In de 17de eeuw hebben Spaanse veroveraars vrijwel alle kunst van de inheemse bevolking verwoest.
Twee ruggelings tegen elkaar geplaatste Mariabeelden omgeven door stralen in een krans van rozen. Maria houdt het Kind in de armen, staat op wolken, of staat, naar het visioen van Johannes (Apocalyps 12:1-6) op de maansikkel en vertrapt de slang. Het van oorsprong laatmiddeleeuwse Marianum hangt af van het gewelf van de kerk, zichtbaar voor de geestelijkheid in het koor en het kerkvolk in het schip.
Te gebruiken voor samengesteld materiaal, bestaande uit afgedankte stukjes leer en een wit hechtmiddel. Dit wordt geperst en gedroogd, waarna het oppervlak wordt geschuurd of geschaafd. Ontwikkeld in het midden van de 20ste eeuw door de Engelse boekbinder Philip Smith.
Slaginstrumenten, in allerlei plaatselijke varianten met een bereik van 4 octaven. De klankbodems bestaan uit kalebassen of metalen buizen onder de claviaturen; Afrika, Latijns-Amerika.
Marinebasis, meestal met een zeehaven, waar aan wal de plaatselijke logistieke diensten voor de vloot worden verzorgd.
Reeks diep grijsachtig blauwe kleuren, oorspronkelijk vernoemd naar de kleur van het Britse marine-uniform.
Marineblauwe gebreide hoofddeksels, door matrozen van de Amerikaanse marine gedragen bij guur weer.
Aanduiding voor schepen die worden gebruikt om troepen of paarden naar overzeese bestemmingen te vervoeren.
Marinebases waar oorlogsschepen worden gebouwd, hersteld, gedokt of omgebouwd door civiele ingenieurs en arbeiders en die worden beheerd door genie-officieren.
Te gebruiken om werken te beschrijven van de gelijknamige Afrikaanse etnische groep die leeft in Burkina Faso.
Zilveren munten van Zweden en Noord-Duitsland die vanaf de 16e eeuw worden uitgegeven. Vanaf de 19e eeuw Duitse munten van verscheidene metalen en denominaties.
Verwijst naar adellijke personen in Europa en Japan, in het bijzonder zij die in verschillende Europese landen in de adelstand als tweede staan geplaatst; ze zijn ondergeschikt aan hertogen maar staan boven graven. De term kan ook in de oorspronkelijke betekenis van ‘markgraaf’ worden gebruikt en verwijst in dat geval naar graven die heersten over een mark, een grensgewest.
Edelvrouwen in Europa en Japan, met name van de tweede adelstand in verschillende Europese landen, of de echtgenotes of weduwen van markiezen, in stand te plaatsen direct onder hertoginnen en boven gravinnen.
Bijeenkomsten van mensen op een vaste tijd en plaats om privé te kopen en verkopen, gewoonlijk niet bij opbod.
Krom zwaard dat afgeleid is van de sabels die de Egyptische mammelukken origineel gebruikten. In de 19de eeuw werd het door verschillende westerse legers, waaronder de Fransen en de Britten, overgenomen. De westerse versie van de sabel had hetzelfde gevest, maar het lemmet leek meer op dat van moderne westerse sabels.
Ambachtslieden in het 15e-eeuwse Frankrijk die behang maakten dat van houtblokken werd gedrukt en met de hand werd beschilderd.
In het algemeen te gebruiken voor arbeiders en vakmensen die marmer bewerken, ook te gebruiken voor hen die marmer delven, behakken, beeldhouwen, met mozaïek versieren en metselen.
Een dun, gelaagd serpentijnmarmer, meestal lichtgroen van kleur.
Een bindmiddel of geleiachtig medium voor olieverf, dat in de jaren veertig in de Verenigde Staten werd geïntroduceerd door Jacques Maroger, een kunstschilder en conserveringsdeskundige.
Een christelijke gemeenschap die in de 7de eeuw ontstond in Syrië. Men beweerde dat de oorsprong lag bij St. Maro, een Syrische kluizenaar uit de late 4de en vroege 5de eeuw. Het is een van de oudste Oosterse christengemeenschappen van de rooms-katholieke kerk, vooral populair in het moderne Libanon. Het is de enige Oosterse christenkerk die geen niet-katholieke of orthodoxe tegenhanger heeft. In 680 werden de maronieten veroordeeld voor hun vermeende monothelitische geloof: het aanhangen van de ketterse doctrine van Sergius, de patriarch van Constantinopel, die beweerde dat Christus een goddelijke, maar geen menselijke wil had. De maronieten beweren echter dat ze altijd orthodoxe christenen zijn geweest. De toetreding tot de rooms-katholieke kerk begon in 1182 en werd verstevigd in de 16de eeuw met de hulp van de jezuïeten. Na de paus is de geestelijk leider van de maronieten 'de patriarch van Antiochië en het gehele oosten', gezeteld in Bkirki bij Beiroet. In de loop der eeuwen hebben de maronieten onder verschillende heersers hun vrijheid, religie en volksgebruiken weten te behouden. De kerk volgt de oude west-Syrische liturgie, hoewel het Arabisch de voertaal is van de maronieten. Uit angst voor vervolging emigreerden de maronieten in de 19de eeuw naar Zuid-Europa en Noord- en Zuid-Amerika, waar ze nog steeds leven.
Beschrijft werken die zijn vervaardigd door de bewoners van de Republiek der Marshalleilanden. De bevolking van de Marshalleilanden wordt erkend als uitvinders van de outrigger, een bepaald type kano. Oorspronkelijk werden er drie soorten kano's vervaardigd: de walap, een zeilkano die maximaal 100 passagiers kon vervoeren; de tipnol, bedoeld voor maximaal 20 passagiers; en de korkor, een kleine kano voor gebruik in een lagune. Andere door de bewoners van de Marshalleilanden geproduceerde kunstwerken zijn geweven of gevlochten producten voor de ambachtsmarkt of voor gebruik in huis, en diverse tatoeageontwerpen.
Te gebruiken voor personen die van deur tot deur of op straat kleine goederen verkopen. Gebruik 'straatventers' voor personen die op een tijdelijke plek op straat voedsel of kleine goederen verkopen.
Lijsten, catalogi, geschiedenissen of verhalen over religieuze martelaren.
Verwijst naar een aantal Rajasthan-schilderscholen in de regio Marwar in het westen van Rajasthan, met Jodhpur als hoofdstad. De schilderkunst in dit afgelegen gebied in het uiterste westen werd nauwelijks beïnvloed door de hofstijlen van de Mogols; de composities bleven eenvoudig en hebben een sterk hoekig karakter, waardoor het werk doet denken aan volkskunst. Kenmerkende gezichtskenmerken van Marwar zijn puntige neuzen, amandelvormige ogen, gewelfde voorhoofden en pruillippen; doorgaans is een ingetogen kleurpalet met gelen, groenen en grijzen gebruikt. De invloed van de Mogolkunst was groter op de schilderkunst in het oosten van deze regio. De Marwarschilderijen uit de 19de eeuw zijn formeler en hoofser van karakter, met sterke Mogol-invloeden; kenmerkend voor deze periode is het werk van Dalchand, een begaafd kunstenaar die door de Mogols was opgeleid en in Jodhpur werkzaam was. Werk uit de latere Marwar-periode staat bekend om het krachtige, overdadige kleurgebruik, de zwierige kledij en wervelende wolkenluchten. De schilderkunst van Marwar kende zijn productiefste periode aan het begin van de 19de eeuw, met name onder maharadja Man Singh (heerste van 1803-1843).
De politieke, economische en sociale theorieën gepropageerd door Karl Marx, Friedrich Engels en hun volgelingen; omvat ook de theorie over waarden, het dialectisch materialisme, de invloed van de economie op het menselijke handelingen en de klassenstrijd als fundamentele drijfveer voor de geschiedenis.
Motieven die groteske of anderszins gekarikaturiseerde gezichten van mensen of dieren voorstellen, meestal frontaal gezien; voorkomend in verschillende context in de architectuur en kunstnijverheid.
Moskeeën met een mihrab maar geen minbar, meestal voor de dagelijkse gebeden van enkelingen of kleine groepjes maar niet voor de dienst op vrijdag.
Afgietsels of afdrukken van het gezicht of gehele hoofd van een levend persoon.
Bijeenkomsten van mensen die maskers, vermommingen of kostuums dragen die vaak tot in detail en fantasievol zijn uitgewerkt en waarbij vaak wordt gedanst.
Handelsmerk voor de houtvezelplaten van de Masonite Corporation, die zijn gemaakt van spanen - als bijproduct van andere processen - die onder hoge stoomdruk tot cellulosevezels zijn gereduceerd.
Communicatiemiddelen ontworpen om grote aantallen mensen te bereiken en gericht op het vormen van algemeen verbreide richtlijnen, ideeën en doelen.
Beschrijft werk dat is vervaardigd door het gelijknamige Afrikaanse volk, dat in Gabon leeft.
Monoxide van lood dat van nature voorkomt als geel kristal of wordt verkregen als een geel poeder door het verhitten van wit lood of bij andere processen die onder het smeltpunt worden uitgevoerd; wordt soms gebruikt als een geel pigment.
Een baksteen die voldoet aan de eisen voor solide metselwerk.
Beschrijft de diverse soorten kunstwerken die zijn vervaardigd door de bewoners van het Massimgebied. De mannen van de Massim houden zich vooral bezig met het decoreren van attributen voor het kauwen van betelnoten, en het decoreren van houten kommen, roerlepels, kanopeddels, dansschilden en met ontwerpen versierde kammen. De vrouwen richten zich op het maken van aardewerk en rokjes van bananen- en kokospalmbladeren, en het weven van matten uit pandanbladeren.
Lange haalmessen van ongeveer 60 cm lang.
Te gebruiken voor Arabische banken, gemaakt van steen of leem; vaak gebouwd langs de voorzijde, soms langs de zijkant van traditionele huizen of op andere plaatsen waar mensen wonen of samenkomen.
Mensen aan wie een mastergraad is toegekend, op welk terrein dan ook.
Te gebruiken voor relatief kleine klassen voor gevorderde studenten, die worden onderwezen door een persoon met een onderscheidende expertise. Meestal bevatten de lessen praktische demonstraties van en oefeningen in de onderwezen vaardigheid. Vooral gebruikelijk bij uitvoerende kunsten.
De gomafscheiding van kleine groenblijvende bomen die alleen voorkomen in de landen rond de Middellandse Zee. Lost op in zowel alcohol als terpentijn en wordt gebruikt voor olieverf en deklakken; mastiekvernis wordt geel en broos naarmate het veroudert.
Hars dat wordt gewonnen op het Griekse eiland Chios en dat bekendstaat om zijn hoge kwaliteit.
Klassieke Griekse koppen lijkend op mastoi, maar met een smalle, vlakke voet, een uitstaande rand, en een, twee of geen handvatten.
Oud-Griekse koppen met twee handvatten, in de vorm van een vrouwenborst. De vorm is voornamelijk bekend in de zwartfigurige en witgrondige stijl.
De toppen of hoogste delen van scheepsmasten. De toppen van lage masten gebruikt men vaak voor observatie en in de toppen van hoge masten hangt men gewoonlijk een vlag.
Te gebruiken om werken te beschrijven van de gelijknamige Afrikaanse etnische groep die leeft in het noorden van Kameroen.
Verwijst naar de periode van het koninkrijk van Mataram van de 7de tot de 10de eeuw. De stijlen van deze periode worden bepaald door religieuze, ideologische twisten tussen de shivaïstische Sanjaya-dynastie en de Mahayana-boeddhistische dynastie van de Shailendra’s, die resulteerden in het verwoesten van bouwprogramma's van hindoeïstische candi’s en boeddhistische tempels in de hele Javaanse regio. Later resulteerde de heropleving van inheemse voorouder- en geestculturen die floreerde naast het shivaïsme in gecombineerde stijlen die boeddhistische, hindoeïstische en inheemse elementen incorporeerden in textielproductie, wapenontwerp, manuscriptbeschildering en kalligrafie.
In algemene zin, de grootte, massa of maataanduidingen van een gegeven object. Kan ook in specifieke zin verwijzen naar een specifieke grootte of een reeks maataanduidingen, in het bijzonder van een serie, bijvoorbeeld van productieartikelen zoals schoenen, damesjurken, handschoenen, enzovoort.
Wetenschappers die zijn gespecialiseerd in de materiaalleer, de studie naar de kenmerken en het gebruik van materialen zoals metaal, keramiek, glas, polymeren en samengestelde materialen. De term heeft ook betrekking op wetenschappers die zich bezighouden met het ontwikkelen van nieuwe materialen met specifieke eigenschappen, geschikt voor gebruik in een bepaalde context of voor een specifieke functie.
De hiërarchie Materialen bevat beschrijvingen van een groot aantal stoffen, van natuurlijke en synthetische ruwe materialen tot materiaalproducten. Materiaalproducten zijn hier opgenomen in plaats van in de sectie Objecten, omdat ze kunnen worden gebruikt bij de constructie van diverse objecten (bijvoorbeeld 'plank' voor vloeren of muren) en omdat ze niet een noodzakelijk onderdeel van een object zijn (bijvoorbeeld: 'dakspaan' is niet essentieel voor daken op dezelfde manier als overhangende dakranden of boeiboorden). Relatie met andere hiërarchieën: beschrijvingen van activiteiten die op of met materialen worden uitgevoerd zijn te vinden in de hiërarchie Procedés en technieken (bijvoorbeeld 'glasbewerking'). Beschrijvingen van objecttypen die worden gedefinieerd door het materiaal waaruit ze zijn gemaakt staan in de hiërarchie Objectgenres (bijvoorbeeld 'metaalwerk', 'textilia', terwijl de beschrijving van de materialen zelf in deze hiërarchie staan ('metaal', 'textiel'). Beschrijvingen van gereedschap dat wordt gebruikt om afbeeldingen te maken (bijvoorbeeld 'houtskoolpotloden', 'pennen') zijn opgenomen in de hiërarchie Gereedschap en Uitrusting, terwijl beschrijvingen van de materialen waarvan ze zijn gemaakt of die ze gebruiken, hier te vinden zijn ('houtskool', 'inkt').
In de filosofie een theorie die beweert dat het basisbestanddeel van de wereld materie is en dat de kennis over de wereld op de eerste plaats ontstaat in materiële vormen en processen. Dit is het tegengestelde van idealisme, de theorie die stelt dat het spirituele en ideale centraal staan in de werkelijkheid.
Verwijst naar de stijl in de schilderkunst tussen de jaren 50 en de jaren 70 van de 20ste eeuw, die zich kenmerkt door de dikke, korstige verflaag en het gebruik van afvalmateriaal zoals verkoold hout, sintels en jute.
Wetenschap van cijfers, grootheden, in symbolen uitgedrukte kwantiteiten, vormen en figuren, inclusief de verhoudingen daartussen en bewerkingen die ermee worden uitgevoerd.
Wetenschappers die zijn gespecialiseerd in de wetenschap van getallen, grootheden, symbolisch uitgedrukte hoeveelheden, en vormen en figuren, inclusief hun onderlinge verbanden en de operaties die erop worden uitgevoerd.
Natuurkundigen die gespecialiseerd zijn in het afleiden van de gevolgen van gevestigde natuurkundige theorieën, op basis van hoofdzakelijk wiskundige oplossingsmethoden.
Tegel waarvan één kant zo is gevormd dat deze op de voorkant of het uiteinde van een baksteen lijkt. Zeer populair tussen 1784 (het jaar waarin de 'brick tax' (baksteenbelasting) in Engeland werd ingevoerd) en 1850 (toen deze belasting weer werd afgeschaft). De tegels werden aan latten bevestigd op een houten frame of ander soort muur, of soms ook gezet in een pleisterlaag over keien of kiezels heen.
Verwijst naar de cultuur, met name de beeldhouwkunst, van Mathura, een kosmopolitische stad aan de rivier de Jumna, gedurende de Kushana-periode van oud India; Mathura lijkt een tweede hoofdstad van de Kushana-dynastie te zijn geweest, en het was een van de twee belangrijkste artistieke centra van de dynastie, naast Gandhara. Tot de boeddhistische Mathura-beeldhouwkunst behoren Boeddha-portretten die zijn gebaseerd op yaksha-modellen (mannelijke aardegeest), en enkele van de vroegste voorbeelden van geheel Indiase boeddhafiguren. De vele levendige en openlijk seksuele yakshi-figuren (vrouwelijke aardegeesten) zijn welbekende voorbeelden van Mathuran-beeldhouwkunst. Een van de meest opmerkelijke prestaties uit deze periode was de assimilatie van de staande kolos in Maurya-stijl voor boeddhistische doeleinden. Kenmerken van Mathura-beeldhouwkunst zijn monumentale frontaliteit, de weergave van omgeslagen, transparante stoffen als kleine, ringvormige plooien; en later boeddhafiguren met grote aureolen, versierd met rolwerk voorzien van bladpatronen. Diep reliëf wordt veel toegepast in de 2de eeuw, terwijl een gelijkmatigere en meer lineaire stijl wordt aangetroffen in de 5de eeuw. Veel Mathura-beeldhouwkunst wordt gehakt uit plaatselijke Sikri-zandsteen, dat roze is of gespikkeld rood in combinatie met geelachtig wit. Mathura-iconen werden geëxporteerd naar andere delen van India en werden ook gekopieerd door andere werkplaatsen. De Kushana-dynastie raakte in de 3de eeuw in verval, maar de Kushana-kunststijl van Mathura bleef bestaan en leidde later tot de verdere ontwikkeling van het Boeddha-icoon in de Gupta-periode.
Vrouwelijke hoofden van families, stammenfamilies of complete sociale orden, klassen of volkeren.
Te gebruiken voor hoofddeksels van wit linnen of zeildoek met opgenaaide bol en gestikte rand, gedragen door de laagste marinerangen.
Verwijst naar de stijl van het aardewerk dat werd vervaardigd op het Griekse vasteland vanaf de midden-Helladische tijd, en dat zich kenmerkt door de eenvoudige handgemaakte vormen waaronder veel gesloten kruiken, en door de decoratieve beschilderingen met geometrische en lineaire motieven. De stijl is ook te herkennen aan het matte uiterlijk van het oppervlak. Dit in contrast met het gepolijste en dus glanzende aardewerk.
Weeftechniek voor het verkrijgen van een simpel damboordpatroon van elkaar kruisende lijnen door het dooreen vlechten van ketting- en inslagdraden.
Fase waarin een levend wezen volledig is volgroeid of ontwikkeld.
Doeken, vaak van linnen of zijde en geborduurd met zijden en metaaldraad, om het ongedesemde brood (matze) mee te bedekken dat wordt gegeten tijdens het Joodse paasfeest.
Te gebruiken om werken te beschrijven van de gelijknamige Afrikaanse etnische groep die leeft in Ivoorkust.
Een klein type versierde houten voorwerpen, meestal verkocht als souvenirs en ontwikkeld door Andrew Smith in het Schotse stadje Mauchline in de eerste helft van de 19de eeuw. Dit type is vernoemd naar het stadje, hoewel het ook elders werd gemaakt. De voorwerpen waren onder meer boeken met een tartan kaft, snuifdozen en servetringen met transfergedrukte landschappen.
Britse zilveren munten van verschillende denominaties die als aalmoes op Witte Donderdag worden gegeven. Ze worden uitgegeven sinds de Middeleeuwen.
Stijl en cultuur van een volk van gemengde Arabisch-Berberse afkomst uit de Westelijke Sahara, in aangrenzend grondgebied van Marokko, Mali, Algerije en de Islamitische Republiek Mauritanië. Gebruik 'Mauritaans' om te verwijzen naar de producten, stijl en cultuur van mensen die binnen de grenzen van Mauritanië wonen.
Verwijst naar de beeldhouwkunst in steen en overige materialen uit de periode van de heerschappij van de Maurya-keizers, en meer in het bijzonder naar kunst die werd gemaakt tijdens de veertigjarige heerschappij van Ashoka, de derde Maurya-keizer (gestorven 232 v. Chr.), die regeerde over heel India. Eerdere beeldhouwkunst was over het algemeen gemaakt van hout, maar tijdens de Maurya-periode werd steen het meest populaire materiaal. In heel India verrezen gepolijste monolithische edict-pilaren met gedetailleerde, beeldgesneden kapitelen. De kapitelen, die waren gemaakt van een geelbruine zandsteen, Chunar genaamd, vormen de beste bewaard gebleven voorbeelden van keizerlijke kunst uit de Maurya-periode. De unieke glans van hun oppervlak staat bekend als de 'Maurya-glans.' De onderwerpen van de kapitelen betreffen vaak aspecten van het boeddhisme in symbolische termen, evenals de positie van Ashoka als verlicht wereldheerser. De stijl van beeldsnijden is sterk beïnvloed door Perzische, of meer in het bijzonder, Achaemenidische, beeldhouwkunst. De praktijk van het oprichten van monumentale zuilen is mogelijk afkomstig uit India; recent bewijs wijst erop dat de edict-zuilen van Ashokan hun oorsprong vinden in een oude traditie van een cultus van de kosmische zuil, de 'Axis Mundi.' Slechts enkele Mauryaanse figuurbeelden zijn bewaard gebleven: de vroegst bekende twee beelden van Jain Tirthankaras en enkele yakshi- en yaksha-figuren (vrouwelijke en mannelijke aardegeesten). Deze beelden zijn bekend om hun monumentale en weelderige karakter. De oudste bewaard gebleven Indiase architectuur dateert uit de Maurya-periode: deze uit steen gehouwen kamers die door Ashoka voor monniken werden gebouwd, vormden het begin van een lange Indiase traditie die belangrijk werd voor alle religieuze gemeenschappen van India.
De kleur van textiel die is geverfd met mauve kleurstof, meestal een lichte tint paars variërend tussen lila en violet, maar het kan ook verwijzen naar donkerpaarse tonen.
Een zachtpaarse anilinekleurstof, een van de eerste synthetische kleurstoffen. Toen scheikundige William Henry Perkin werkte aan het maken van kunstmatige kinine, merkte hij een residu op, dat vervolgens de eerste anilinekleurstof (mauveïne) werd, soms anilinepaars genoemd.
Beschrijft werken die zijn vervaardigd door het gelijknamige Afrikaanse volk, een Hausa-volk dat in het zuiden van Niger leeft.
Klasse van circa 23.000 soorten zeer oude, betrekkelijk kleine en overwegend in zee levende kreeftachtigen waartoe zeepokken, roeipootkreeften, mystacocarida, tantulocarida, branchiura, ostracoda en daarmee verwante groepen behoren. Ze hebben vijf paren kopaanhangsels, één oog in het midden en tot 11 achterlijfsegmenten.
Regels of beginselen met betrekking tot gedrag, ethiek of wijsheid, op moraliserende wijze geformuleerd. Vaak verwijst deze term in specifieke zin naar voorschriften met betrekking tot ethiek of wijsheid in Oudengelse verzen, of naar vanzelfsprekende beweringen die als vooronderstelling naar voren worden gebracht binnen een mathematische of dialectische redenering. Er kan enige overlapping optreden tussen deze term en 'aforismen'.
Verwijst naar de stijl en cultuur van een groep Meso-Amerikaanse indianen die een vrijwel aaneengesloten gebied bewoonden in Zuid-Mexico, Guatemala en Noord-Belize. Circa 1500 v. Chr. begonnen de oude Maya zich in dorpen te vestigen. Ze gebruikten geavanceerde irrigatietechnieken en groeiden zo uit tot effectieve landbouwers. Hun kunst omvatte keramiek, beeldhouwwerken, architectuur, muurschilderingen en boeken. De hedendaagse Maya maken kunst waarin traditionele patronen zijn gecombineerd met Spaanse vormen en stijlen.
Open ruimten of plaatsen in islamitische steden die voor verschillende activiteiten, zoals wedstrijden, parades en executies worden gebruikt.
Genus waartoe diverse soorten spiesherten behoren.
Te gebruiken voor het beschrijven van werken die zijn vervaardigd door de gelijknamige Afrikaanse etnische groep, die in Congo leeft.
Te gebruiken om werken te beschrijven van de gelijknamige Afrikaanse etnische groep die leeft in de Democratische Republiek Congo, in het gebied da in het noordwesten wordt begrensd door de rivieren Wamba en Bakali, en in het oosten door de rivieren Kwilu en Lutshima.
Beschrijft werk dat is vervaardigd door het gelijknamige Afrikaanse volk, een gemengd ras van Afrikanen, Brazilianen Portugezen dat in het zuidwesten van Angola leeft.
Verwijst naar werken die zijn vervaardigd door de gelijknamige Afrikaanse etnische groep, die in Namibië en Botswana leeft.
Verwijst naar werken die zijn vervaardigd door de gelijknamige Afrikaanse etnische groep, die in Angola leeft.
Wordt gebruikt voor Nigeriaanse Igbo-votiefheiligdommen die worden gebouwd als deel van complexe vieringen van leven en offerrituelen, vaak rijkelijk versierd en gevuld met beeldhouwwerken; vóór de jaren zestig werden ze gemaakt van vergankelijke materialen en naderhand achtergelaten om te vergaan.
Beschrijft werken die zijn vervaardigd door het gelijknamige Afrikaanse volk, dat in de regio Bamileke in Kameroen leeft.
Beschrijft werk dat is vervaardigd door het gelijknamige Afrikaanse volk, dat in Kenia leeft.
Slaginstrumenten, waarvan de klankbodems bestaan uit kalebassen met een door een trommelvel bedekt gat in de zijkant; bespeeld door het aanslaan van toetsen; Zuidelijk-Afrika.
Beschrijft werken die zijn vervaardigd door het gelijknamige Afrikaanse volk, dat in de Centraal-Afrikaanse Republiek en Kameroen leeft.
Beschrijft werken die zijn vervaardigd door het gelijknamige Afrikaanse volk, dat in Kameroen leeft.
Beschrijft werken die zijn vervaardigd door het gelijknamige Afrikaanse volk, dat in het noorden van Nigeria leeft.
Uit hout gesneden figuren van een vrouw met een kom, die door het Lubavolk worden gebruikt in ceremonies rond waarzeggerij of machtsoverdracht. Te onderscheiden van ‘mboko (houders)’, heilige kalebassen waarin Luba-waarzeggers natuurlijke of door de mens gemaakte voorwerpen bewaren voor hun ceremonies.
Heilige kalebassen waarin waarzeggers in Lubadorpen in Centraal-Afrika natuurlijke of door de mens gemaakte voorwerpen bewaren voor hun ceremonies. Te onderscheiden van ‘mboko (beeldbouwwerk)’, uit hout gesneden figuren van een vrouw die een kom draagt, die door het Lubavolk worden gebruikt in ceremonies rond waarzeggerij of machtsoverdracht.
Beschrijft werken die zijn vervaardigd door het gelijknamige Afrikaanse volk, dat in het kustgebied van Kameroen leeft.
Verwijst naar werken die zijn vervaardigd door de gelijknamige Afrikaanse etnische groep, die in Congo leeft.
Te gebruiken om werken te beschrijven van de Pygmee-achtige Afrikaanse etnische groep die leeft in de regio Tumbwe in het zuidoosten van de Democratische Republiek Congo.
Te gebruiken om werken te beschrijven van de gelijknamige Afrikaanse etnische groep die leeft in Zambia en de Democratische Republiek Congo.
Te gebruiken om werken te beschrijven van de gelijknamige Afrikaanse etnische groep die leeft in Tanzania.
Te gebruiken om werken te beschrijven van de gelijknamige Afrikaanse etnische groep die leeft in Tanzania.
Te gebruiken om werken te beschrijven van de gelijknamige Afrikaanse etnische groep die leeft in Angola, Botswana en Namibië.
Beschrijft werk dat is vervaardigd door het gelijknamige Afrikaanse volk, dat in het noorden van Nigeria leeft.
Te gebruiken om werken te beschrijven van de gelijknamige Afrikaanse etnische groep die leeft in het noorden van Kameroen, het zuidwesten van Tsjaad en het westen van de Centraal-Afrikaanse Republiek.
Te gebruiken om werken te beschrijven van de gelijknamige Afrikaanse etnische groep die leeft in het gebied rond de Ubangi-rivier.
Te gebruiken om werken te beschrijven van de gelijknamige Afrikaanse etnische groep die leeft in het noorden van Angola.
Te gebruiken om werken te beschrijven van de gelijknamige Afrikaanse etnische Pygmeegroep die momenteel leeft in het bosgebied Ituri in het zuidoosten van Zaïre.
Beschrijft werk dat is vervaardigd door het gelijknamige Afrikaanse volk, dat in Angola leeft.
Medium-Density Fibreboard of MDF is geperst board met een middelharde dichtheid. MDF is dus geen merknaam, maar een soortnaam. (De Brits-Engelse spelling is fibre.) De houtvezels zijn gedroogd en door middel van harsen met elkaar verbonden.
Te gebruiken om meubelstukken te beschrijven waarvan de voorkanten naar binnen buigen tussen naar buiten gebogen einden en het midden.
Mechanieken waardoor de snaren of pijpen van een toetseninstrument geluid voortbrengen wanneer een toets wordt ingedrukt of, zoals bij harpen, die de toonhoogte van snaren veranderen wanneer een pedaal wordt ingedrukt.
Ventilatie die frisse lucht een ruimte laat binnenkomen door beschikbare of regelbare openingen en werkt met mechanische middelen zoals ventilatoren om bedorven lucht uit diezelfde ruimte te verwijderen.
Methoden om losse bladzijden van een boek aan elkaar te bevestigen door er gaatjes in te slaan, waar iets doorheen kan worden gestoken om ze bij elkaar te houden, zoals een plastic ringband of een spiraaldraad.
Muziekinstrumenten waarbij het geluid automatisch of mechanisch wordt voortgebracht, meestal zonder uitvoerder, soms ook met een zekere mate van menselijk handelien.
Verwijst naar allerlei soorten meubilair, waaronder kappersstoelen, rolstoelen en ruimtebesparend kantoormubilair, dat is ontworpen om een bepaald probleem op te lossen.
Eigenschappen met betrekking tot de verhoudingen tussen spanning en vervorming of met betrekking tot de reacties op toegepaste krachten.
Diverse apparaten die door middel van mechanisch contact tekens op papier afdrukken.
Omvat meestal W-systemen en sanitaire systemen in gebouwen of complexen; kan soms ook elektriciteitssystemen en op elektriciteit gebaseerde systemen omvatten zoals beveiligingssystemen en communicatiesystemen.
Tafels die diverse functies kunnen vervullen door de onderdelen ervan, zoals het tafelblad en de laden, te herschikken of te verwijderen.
Machines met verwisselbare metalen of rubberen bladen. Worden gebruikt om pleiser samen te persen en glad te maken.
Wordt gebruikt voor systemen die frisse lucht aanvoeren en uitlaten door middel van mechanische hulpmiddelen.
De verzameling van de bewegende delen of een bepaalde portie van de delen van klokken en horloges, exclusief de wijzerplaten of omhulsels.
Orde van 9 families met 550 soorten slanke vleesetende insecten. Ze hebben lange dunne voelsprieten. De kop en de snuit zijn gewoonlijk naar beneden gericht. De dieren kunnen bijten.
Ronde, ovale of hartvormige omhulsels met daarin een portret of aandenken; worden meestal als sieraad om de hals gedragen.
Ruimten in woonhuizen, soms zonder ramen, voor thuisamusementssystemen, speciaal voor het kijken en luisteren naar vooraf opgenomen materiaal zoals video's, muziek of spelletjes, ook wanneer dit met de computer gebeurt. Voor ruimten die zijn ontworpen voor audio-video apparatuur van zeer hoge kwaliteit, bedoeld om een bioscoop-achtige omgeving te creëren, wordt 'huistheaters' gebruikt.
Flessen van verschillende maat, vorm en stijl bestemd voor medicijnen, vooral voor die thuis worden gebruikt door klanten van een apotheek of elders. Voor flessen die bedoeld waren voor grotere hoeveelheden, zoals gebruikt in een apotheek, en werden gelabeld met de namen van standaard medicatie,gebruik 'apothekersflessen'.
Verwijst naar farmaceutisch keramiek dat gewoonlijk de vorm aanneemt van middelgrote potten, vaak cilindrisch met een korte hals en een glazen stop, al komen ook andere vormen en maten voor. Medicijnpotten worden gemaakt om geneesmiddelen, specerijen, kruiden, pigmenten of andere zalven, poeders en vloeistoffen te bevatten. De term kan soms specifiek verwijzen naar sets van vier of meer potten die oorspronkelijk aan een apotheek zijn verkocht en voorzien zijn van de naam van een standaardmedicijn.
Grote, zware, massieve ballen met een overtrek van leer die worden gebruikt bij conditietraining; meestal met een gewicht van tussen de 2,7 en circa 4 kg en met een diameter van ongeveer 45 cm.
Islamitische steden; kan ook worden gebruikt voor bepaalde districten in Noordafrikaanse steden.
Verwijst naar de culturen in het gebied rond de Middellandse Zee, die wordt omzoomd door Europa, Azië en Afrika. De term verwijst met name naar de eilandculturen en de culturen van het vasteland van Europa en het deel van het Nabije Oosten dat aan de Middellandse Zee grenst. Het omvat culturen die zich ontwikkelden in en rond de Tirreense Zee, de Ionische Zee, de Ligurische Zee, de Adriatische Zee en de Egeïsche Zee.
Documenten waarmee een regering aan de kapitein of gezagvoerder van een vaartuig toestemming verleent een reis voort te zetten zonder belemmering, beslaglegging of hinder van buitenlandse partijen met wie verdragen zijn afgesloten.
Letterzetmachines die een gegoten linotypezetsel voor iedere regel zetsel maken.
Een massieve vorm van sepioliet die men vooral gebruikt voor tabakspijpen.
Wordt gebruikt voor halfvaste ankerplaatsen die bestaan uit een zwaar anker, een ketting, een meerboei en een schinkel.
De hiërarchie Meetinstrumenten bevat descriptoren voor instrumenten of houders die zijn bedoeld en vaak gekalibreerd zijn voor het meten van bijvoorbeeld omvang, hoeveelheid, capaciteit, massa of positie, op basis van een standaardeenheid of vaste hoeveelheid. Instrumenten die zijn bedoeld voor de weergave of registratie van de verkregen gegevens zijn eveneens opgenomen. Opgenomen zijn descriptoren voor instrumenten bestemd voor de waarneming en meting van licht, warmte, universele basiskrachten en het weer, alsmede tijdregistratie-instrumenten en weegschalen. Relatie met andere hiërarchieën: descriptoren voor de componenten van meetinstrumenten (bijvoorbeeld 'balansveren', 'gnomons') zijn ondergebracht in de hiërarchie Componenten. Instrumenten die kunnen worden gebruikt voor meting of registratie, maar die voornamelijk zijn bedoeld om mee te tekenen (bijvoorbeeld 'stokpassers') of iets te vervaardigen (bijvoorbeeld 'dividing engines') vindt u in de hiërarchie Gereedschap en Uitrusting. Vaten zonder een vaste maat die vloeistoffen of vaste stoffen kunnen bevatten (bijvoorbeeld 'lampetkannen') en waarmee weliswaar hoeveelheden kunnen worden vergeleken maar waarvan de functie als houder belangrijker is dan de maatfunctie, zijn ingedeeld bij de hiërarchie Houders.
Wordt alleen gebruikt voor hele grote, aanpasbare bouwwerken die voor meerdere doeleinden kunnen worden gebruikt en onderdak bieden aan alle of de meeste functies van een stad. Gebruik 'multifunctionele gebouwen' voor gebouwen die minder omvattend en overheersend zijn.
Te gebruiken voor enorm grote stenen, vooral wanneer deze zeer ruw zijn bewerkt of zijn gelaten zoals ze waren; ze werden gebruikt voor diverse monumenten uit de oudheid.
Wordt gebruikt voor gemeenschappelijke begraafplaatsen met kamers van grote rechtopstaande stenen platen die grote dekstenen ondersteunen; met of zonder ingang en geplaatst in een heuvel van aarde of stenen.
Orde van ongeveer 300 soorten insecten, onder andere elzenvliegen.
Verwijst naar Afrikaanse mensen die wonen in Libië.
Verwijst naar een stijl voor het versieren van aardewerk die bestond tijdens de 3de en 2de eeuw v. Chr., en die voor het eerst werd aangetroffen in Megara, maar later ook in Attica en op talloze andere plaatsen. De stijl werd vooral veel gebruikt op schalen en kenmerkt zich door een reliëfdecoratie aan de buitenzijde. Het aardewerk werd deels vervaardigd met behulp van een pottenbakkerswiel en deels met behulp van stempels en mallen. Het oppervlak is soms bedekt met glazuur versierd met rood of zwart. De thematiek van de versieringen is meestal floraal, met af en toe figuren en verhalende taferelen.
Verwijst naar de stijl en periode die in verband worden gebracht met de heerschappij van Mehmed II, 'de overwinnaar'. Hij volgde zijn vader Moerad II op en was aan de macht gedurende diens troonsafstand van 1444 tot 1446 en later van 1451 tot 1481. Mehmed breidde het Osmaanse rijk uit in alle richtingen, maakte een eind aan het duizend jaar oude Byzantijnse Rijk door in 1453 Constantinopel te veroveren en in 1461 Morea en Trebizond. Na de inname van Constantinopel werd deze stad de hoofdstad van zijn nieuwe rijk, waarbij de naam werd gewijzigd in Istanboel. Tijdens zijn bewind ondersteunde hij grote bouwprojecten in de stad en legde hij de basis voor het keizerlijk hof dat kenmerkend zou worden voor het Osmaanse rijk in de 16de eeuw. Mehmed richtte het Oude paleis op, dat moest dienen als woonplaats voor de harems van voormalige sultans, en was verantwoordelijk voor het bouwplan van het Nieuwe Paleis, dat Topkapi werd genoemd. Hij beval ook de bouw van de Çinilli Kiosk, een gebouw naar Iraans ontwerp dat van schilderingen werd voorzien door de Venetiaanse schilder Gentili Bellini. Hij liet ook medailles maken door de Italiaanse kunstenaar en verzamelde een grote collectie boeken in Europese en islamitische talen. Tijdens zijn heerschappij werden bovendien diverse kunstnijverheidsgroeperingen opgericht, onder meer voor boekbinders, kalligrafeerders, zijde- en tapijtwevers en metaalwerkers.
Verwijst naar de stijl van kunst en architectuur die samenviel met de heerschappij van Mehmed III, van 1574 tot 1595. Zijn graftombe werd ontworpen door de Osmaanse architect en hofkunstenaar Ahmed Dalgiç.
Verwijst naar de periode die samenvalt met de regeerperiode van keizer Mutsuhito, genaamd Meiji, 1868-1912. De periode wordt gekenmerkt door een transformatie van het feodalisme naar een moderne industriële staat, waarbij westerse naties als een model werden genomen. Na de Weense Expositie van 1873 werden de kunstenaars aangemoedigd om traditionele kunsten en ambachten voor de export te produceren, zoals gravures in hout en ivoor en lak. De kunst uit deze periode werd ook beïnvloed door westerse kunst en architectuur.
Verwijst naar Japanse prenten of andere werken waarop beroemde plaatsen worden afgebeeld.
Te gebruiken voor vrouwelijke personen in de periode tussen geboorte tot en met adolescentie.
Te gebruiken om werken te beschrijven van de gelijknamige Afrikaanse etnische groep die leeft in het zuidwesten van Ethiopië.
Een witte, kristallijne vaste stof die enigszins oplosbaar is in water en voornamelijk wordt gebruikt bij organische synthese en de productie van hars, met name melaminehars.
Beschrijft de diverse soorten kunstwerken die zijn vervaardigd door de bewoners van de Melanesische eilanden. Melanesiërs zijn bekend om hun beeldhouwwerken, waarbij ze een grote verscheidenheid aan media gebruiken, om hun traditionele gemeenschapsarchitectuur en om hun lichaamskunst.
Vissengenus dat de schelvis omvat.
Genus van twee levende vogelsoorten die in Noord-Amerika voorkomen. Het zijn grote vogels met opvallende vlezige lellen boven op en onder aan de snavel. In het wild geven ze de voorkeur aan bosrijke gebieden met water in de buurt. Ze eten zaden, insecten en soms een kikker of hagedis. Wanneer de vogels schrikken, kunnen ze hard wegrennen om zich in veiligheid te brengen, maar goed vliegen kunnen ze alleen over korte afstanden. Kalkoenen werden voor het eerst gedomesticeerd in precolumbiaans Mexico en daar gehouden vanwege hun veren en vlees. Men heeft ze geïntroduceerd in Europa en tegenwoordig wordt het dier in vele landen gewaardeerd vanwege zijn vlees.
Genus van bloeiende bomen met geveerde of dubbelgeveerde bladeren en axillaire pluimen met witte of paarse bloemen.
Verwijst naar de stijl van de kunstvoorwerpen op het Egeïsche eiland Melos. Tijdens de bronstijd was Melos een belangrijk eiland, vanwege de obsidiaangroeves. Het eiland is verder bekend door het gebruik van een geometrische stijl voor het aardewerk tussen grofweg 2.300 en 2000 v. Chr. en later vanwege het zwartrode aardewerk. De kunstvoorwerpen na de Cycladische periode tonen invloeden van de Minoïsche en de Myceense cultuur.
Ruwweg cilindrische houders met deksel en met een of twee handvatten gebruikt voor het houden, koelen en vervoer van melk, in verschillende hoeveelheden en in het algemeen gemaakt van roestvrij staal of vertind gegalvaniseerd staal.
Wordt gebruikt voor gebouwen die na het begin van de 19e eeuw werden gebouwd, en niet alleen op boerderijen, voor het gemechaniseerd verwerken, bewaren of verkopen van melk en melkproducten. Te onderscheiden van 'zuivelbedrijven' door de mechanisatie. Gebruik liever 'melkhuizen' voor aanvullende gebouwen voor de landbouw die vooral worden gebruikt voor de zorg voor melk, met weinig of geen mechanisatie.
Een ondoorzichtig glas dat op wit porselein lijkt.
Oorspronkelijk gebruikt door de Syrische monofysieten en nestorianen, en later door moslims, om oosterse christenen aan te duiden die trouw bleven aan het gezag van het concilie van Chalcedon dat plaatsvond in 451 (waarbij werd aangenomen dat Christus zowel goddelijk als menselijk was) toen de meeste christenen monofysiet werden. De naam had aanvankelijk een negatieve connotatie omdat melkieten op theologisch gebied instemden met de Byzantijnse keizer (melkieten betekent 'royalisten' of 'mannen van de keizer'). Later wordt de term gebruikt om te verwijzen naar die orthodoxe, oostelijke christenen die een Arabische versie van het Griekse ritueel volgen, in het bijzonder die christenen die zijn verenigd in de gemeenschap van de rooms-katholieke kerk en toch hun eigen organisatie behouden.
Te gebruiken voor houders bedoeld om melk te bevatten en te serveren, vooral voor middelgrote kannen met een handvat en een tuit of schenkopening, soms ook voorzien van een deksel; gewoonlijk gemaakt als onderdeel van een theeservies; oorspronkelijk uit het begin van de 18de eeuw. Gebruik ‘roomkannen’ voor houders, meestal kleine kannen, voor het bewaren en serveren van room.
Houders voor bevatten en serveren van room, meestal een kleine kan, die een set kan vormen met een suikerkom. Wordt soms gemaakt als onderdeel van een koffie- of theeservies.
Rietorgels met een toetsenbord en 1 of 2 series tongpijpen in werking gezet door lucht onder druk aangevoerd vanuit een zuigbalg, vaak versierd. USA.
Filmgenre, waarvan de term oorspronkelijk werd gebruikt voor toneelstukken met plots over morele kwesties, waarbij de strijd tussen goed en kwaad het centrale thema was. Later, in de films van D.W. Griffith (zoals 'Way Down East' uit 1920), werden de persoonlijke en sociale problemen van vrouwen op een bijzonder melodramatische manier afgeschilderd en kwam de nadruk vooral op de personages zelf te liggen. In films als 'Stella Dallas' (1937) of 'All That Heaven Allows' van Douglas Sirk werd het happy end vervangen door een einde waarin het vrouwelijke personage alles opoffert voor een hoger doel.
Moderne term voor een meloenvormig uitstulpsel, meestal versierd met eierlijsten, gebruikt op het midden van tafelpoten, bedstijlen, en perskaststeunen in de late 16e en 17e eeuw.
Rietorgels, gitaar-, harp- of violoncelvormig, met een toetsenbord op de hals en een blaasbalg met bedieningshendel aan het andere uiteinde; draagbaar; Parijs, 1837.
Symbolen, vaak objecten zoals schedels of zandlopers, maar soms ook inscripties, bedoeld om de toeschouwer te wijzen op de betrekkelijkheid van het aardse.
Güls gekenmerkt door een hoekvormige, getrapte veelhoek; meestal gevonden in een eindeloos zich herhalende vorm op tapijten, maar soms ook op zadeltassen en ander turkmeens weefsel.
Verhalen of geschiedenissen die autobiografisch van aard zijn of waarin de nadruk ligt op de wijze waarop de auteur zelf de gebeurtenissen heeft beleefd.
Te gebruiken voor objecten die geassocieerd worden met gedenkwaardige personen of gebeurtenissen, maar niet speciaal ter herdenking zijn vervaardigd. Gebruik 'aandenkens' voor objecten die speciaal zijn vervaardigd om een persoon, gebeurtenis of gelegenheid te herdenken.
Begraafplaatsen die zijn ontworpen als park, zonder rechtop staande gedenkstenen, volgens de oorspronkelijke bedoeling van Hubert Eaton (1881-1966), die de Engelse term 'memorial park' heeft bedacht. Ze worden meestal gekenmerkt door grote open grasvelden met gedenkplaten die niet uitsteken of anderszins gereguleerd zijn.
Plaatsen waar wilde of bijzondere dieren worden gehouden of vertoond.
De eerste menstruatie bij mensen en apen van het vrouwelijk geslacht. Bij mensen vindt deze meestal rond het dertiende levensjaar plaats, vlak na, of één of twee jaar na aanvang van de puberteit.
Verwijst naar werken die zijn vervaardigd door de gelijknamige Afrikaanse etnische groep, die in Kameroen leeft.
Kommen voor het mengen van voedsel of andere substanties. Over het algemeen gemaakt van metaal, glas, aardewerk of plastic. Soms gemaakt in een set en dan vaak oplopend in grootte zodat ze in elkaar passen.
Tafels met een marmeren tafelblad en een opbouw met laden voor wijnkannen en een tambourdeksel dat omlaag kan rollen om het blad te bedekken als de tafel niet in gebruik is. Gebruik 'slab tables' voor 18e-eeuwse tafels met marmeren tafelblad zonder opbouw.
Schroefstoomschepen die bij de Menhadenvisserij worden gebruikt om vissers, vissersboten met zegens en 'driveboats' naar het visgebied te vervoeren en om de vangst naar visfabrieken te transporteren; zijn meestal 30 tot 45 m lang met een kraan aan de voorste mast om de gevangen vis uit te laden en meerdere kranen aan de achterste mast om de vissersboten met zegens en 'driveboats' aan en van boord te hijsen.
Verwijst naar een protestantse gezindte die zijn oorsprong had in de 16de-eeuwse anabaptisten van Nederland en Zwitserland, in het bijzonder de zogenoemde Swiss Brethren. De naam is afgeleid van die van een van hun leiders, Menno Simons, een Nederlandse priester die het werk dat was gestart door de gematigde anabaptisten consolideerde en institutionaliseerde. De doctrine van de mennonieten bestaat onder andere uit het uitvoeren van de doop direct na de geloofsbelijdenis, en trouw aan de Confessie van Dordrecht (1632) en de leer van het Nieuwe Testament. Mennonieten, die pacifisten zijn, hebben als beleid dat ze geen overheidsfuncties vervullen. Hoewel zich overal ter wereld mennonieten bevinden, leven de meeste van hen in de Verenigde Staten en Canada.
School van Tibetaanse schilderkunst die ontstond in de vroege 15de eeuw met de persoon van Menla Töndrup. De eenvoud en ruimheid van de Kadam-school bleef behouden, maar rijke detaillering kreeg meer aandacht als gevolg van Perzische invloeden.
Gelijkend op een menselijke gedaante.
Een type statige dans voor twee personen in een driedelige maatsoort, vaak met de algemene vorm menuet-trio-menuet. De muzikale vorm werd gebruikt in opera's, klassieke kamermuziek en symfonieën. Het menuet ontstond in Frankrijk en domineerde tussen ca. 1650 en ca. 1750 de aristocratische Europese balzalen, met name in Frankrijk en Engeland. In de loop der tijd werd het steeds complexer en gestileerder. Het zou zijn afgeleid van de Franse volksdans 'branle de Poitou'. Sommige vormen van de dans kregen meer specifieke benamingen, zoals het 'minuet de la cour'. Dit hofmenuet bestond uit kleinere stappen en werd trager, waarbij etiquette en opvallende uiterlijke vormen steeds belangrijker werden. Het was vooral populair aan het hof van Lodewijk XIV van Frankrijk.
Franse meubelmakers in de 17e en 18e eeuw die waren gespecialiseerd in het maken van kleine objecten.
Lijsten van gerechten die worden geserveerd of kunnen worden besteld.
Familie van elf soorten in vier genera, waaronder die van de gestreepte skunks en stinkdassen. Ze hebben redelijk lange lichamen met tamelijk korte, gespierde poten, een gestreepte vacht en extreem goed ontwikkelde anale geurklieren. Daarmee produceren ze stinkende geurstoffen waarmee ze vijanden afschrikken. De lange klauwen aan de voorpoten gebruiken ze om mee te graven.
Asymmetrisch zitmeubel met een licht gewelfde rugleuning en armleuningen van verschillende hoogtes. Ze werden vooral tijdens de Franse Empire-periode gemaakt.
Verwijst naar de predynastische periode in beneden-Egypte van circa 4.500 tot 3.500 v. Chr., vernoemd naar de archeologische vindplaats Merimbe. De periode kenmerkt zich door het volledig sedentaire dorpsleven met aardewerk en stenen voorwerpen die sterke gelijkenis vertonen met die van Fayum A, maar met meer variatie en verfijning in het aardewerk.
Wordt gebruikt voor gestandaardiseerde symbolen, afbeeldingen of andere onderscheidingstekens op voorwerpen waaruit een aantal gegevens, zoals de afkomst of de maker van het voorwerp, de echtheid ervan, of een verandering in de officiële status, kan worden afgeleid. Gebruik `inscripties' voor merktekens aangebracht op een voorwerp voor documentatie of ter herinnering die in hoofdzaak uit een woord of woorden bestaan.
Letters op Romeinse en Byzantijnse munten van halverwege de derde tot het begin van de achtste eeuw die aangeven in welke werkplaats van een munt de geldstukken zijn geslagen.
Te gebruiken voor het Afrikaanse volk dat op het Jos-plateau in Nigeria leeft.
Verwijst naar de periode en stijl die werd ingeluid door de verovering van Gallië in 486 door Clovis van de Merovingische dynastie. De stijl kenmerkt zich in de architectuur door het gebruik, hoewel spaarzaam en in vereenvoudigde vorm, van de vroegere laat-antieke en vroegchristelijke stijlen, waarbij de nadruk vaak lag op decoratieve effecten en geometrische patronen. De stijl van manuscriptillustraties is verwant aan de Lombardische kunst en wellicht aan Koptisch textielwerk, en kenmerkt zich door kleine, ornamentele beeldjes, dieren, vogels, vissen en abstracte vormen, die doen denken aan het Germaanse ijzerwerk.
Various styles of writing, mostly developed from Merovingian chancery script, in use in France and adjacent areas from the 7th century.
Term voor het aanduiden van de artistieke activiteiten van de Duitse kunstenaar Kurt Schwitters, die werd beïnvloed door de Dada-theorieën.De term ontstond toevallig bij het uitknippen van het woord "Commerzbank" uit een krant. De stijl kenmerkt zich door de vervaardiging van collages gemaakt van afvalmateriaal zoals kaartjes, stempels en catalogi. Doel was de kunst te bevrijden van de traditionele materialen en technieken, en meer gebruik te maken van de stedelijke omgeving.
Snijgereedschap een eensnijdende kling om mee te snijden en vastgezet in een greep, ook wel 'heft' genoemd. Het gebruik varieert van het snijden van voedsel en andere materialen tot het gebruik als een wapen. de kling kan van diverse soorten metaal of andere materialen als ivoor of steen zijn gemaakt. de term verwijst ook naar gereedschap dat wel als mes gevormd is maar waarvan de kling niet scherp is, of voor snijden wordt gebruikt.
Metaalgeld in de vorm van lemmeten, met name van werpmessen; vooral bekend in Afrika ten zuiden van de Sahara.
Metalen ruilmiddel in de vorm van bladen, vooral in Centraal-Afrika in gebruik. De bladen kunnen afkomstig zijn van hakmessen, bijlen, messen, hakken, zwaarden, speerpunten of pijlen, en als betaalmiddel worden gebruikt.
Verwijst naar de stijlen van het precolumbiaanse gebied dat het tegenwoordige midden en centrale zuiden van Mexico omvat, alsmede het schiereiland Yucatán, Guatemala, Belize en El Salvador, en delen van Honduras, Nicaragua en Costa Rica. In culturele zin verwijst de term naar een reeks gemeenschappelijke kenmerken op technisch, maatschappelijk, economisch, religieus en politiek gebied van een groep culturen, onder andere de Azteken, Huazteck, Maya's, Olmeken, Tarasken, Teotihuacán, Tolteken, Totonaken, West-Mexicanen en Zapoteken.
Prosobranchia met zeven tandachtige uitsteeksels of tanden. Het zijn meestal planteneters, maar enkele families zijn parasiet of roofdier.
Verwijst meestal specifiek naar een periode van culturele ontwikkeling in Europa die reeds 10.000 jaar v. Chr. begon, toen de ijskap zich aan het eind van het Pleistoceen begon terug te trekken, en die voortduurde tot circa 2.700 v. Chr. De term wordt soms ook algemeen gebruikt voor een periode die wordt geassocieerd met de overgangsfase tussen de paleolithische en neolithische cultuur in alle gebieden. De periode kenmerkt zich door grote veranderingen in omgeving en cultuur, en door verscheidene lokale aanpassingen aan specifieke omgevingsomstandigheden. De periode wordt doorgaans gemarkeerd door de vervaardiging van microlithen die op stokken, pijlen, botten, geweien, houten werktuigen, en af en toe een gepolijst stenen werktuig werden geplaatst. De artistieke producten die uit deze periode bewaard zijn gebleven omvatten gravures en grotschilderingen met relatief verfijnde afbeeldingen van menselijke en dierlijke voorstellingen.
Te gebruiken om werken te beschrijven van de gelijknamige Afrikaanse etnische groep die leeft in de Soedanese regio’s Darfur en Kurdufan.
Keukengerei met een snijkant, vooral messen van allerlei vorm voor het snijden, hakken, verdelen en opdienen van voedsel. gebruik 'schepwerk' wanneer het vorken, lepels en soortgelijk keukengerei zonder snijkant betreft. Voor bestek inclusief tafelmessen, gebruik 'couvert'.
Beschrijft objecten die zijn bekleed met dieren- of mensenhuid.
Verwijst naar de Egyptische aardewerkstijl die werd vervaardigd tijdens de Badarische, Amratische en Gerzeaanse periodes van circa 6.000 tot 2.925 v. Chr. De stijl kenmerkt zich door dunwandige, gepolijste, handgemaakte kruiken, met een rode okeren vernislaag, met zwarte bovenkanten die, waarschijnlijk werden verkregen door de nog hete kruiken in verkolend organisch materiaal te leggen.
Verwijst naar werken die zijn vervaardigd door de gelijknamige Afrikaanse etnische groep, die in Kameroen leeft.
Aanduiding voor palen of zuilen die zijn geplaatst op het keerpunt op Romeinse renbanen.
Weefsel met een deklaag van rood ijzeroxide, dat in vellen wordt verhandeld. Wordt gebruikt om metaal te polijsten.
Barometers die niet afhankelijk zijn van een hydrostatisch evenwicht of van de wetmatigheden van gassen, maar die in plaats daarvan gebruik maken van metingen van de kracht die door de atmosfeer wordt uitgeoefend op een onderdeel van het mechanische systeem; vaak met een schaalverdeling om te worden gebruikt als hoogtemeters.
Metaal dat is gewalst tot elke gewenste dikte tussen 1,5 en 6,3 mm en in rechthoekige stukken is gesneden.
Metaal, zo dun mogelijk geslagen of gewalst, te gebruiken voor vergulding of andere versieringsprocessen.
Papier voorzien van een coating (van kalk, witkalk en appret) die ervoor zorgt dat met een metalen punt gemaakte markeringen niet meer te wissen zijn. De term kan ook betrekking hebben op papier dat is gecoat met fijne metaalschilfers om een metalen oppervlak na te bootsen, of op papier dat is gelamineerd met metaalfolie.
Te gebruiken bij het beschrijven van gebouwen van een groep Japanse architecten die, met name in de jaren 60 en 70 van de 20ste eeuw, grootstedelijke problemen wilde aanpakken op basis van biologische grondbeginselen van dynamische groei en verandering.
Te gebruiken voor de tak van de filosofie die de fundamentele natuur van de realiteit onderzoekt, met concepten als wezen, bestaan, essentie, tijd, ruimte, oorzaak en identiteit.
Schriftstijlen die werden gegoten of gegraveerd op Chinese bronzen vazen en die ontstonden in de Shang-, Westelijke Zhou- en Oostelijke Zhou-tijd; vooral populair tijdens de Westelijke Zhou-dynastie (11de eeuw tot 771 v.Chr.). Metalen schriftstijlen waren afgeleid van inscripties op orakelbotten en werden door latere oudheidkundigen beschouwd als dragers van primitieve en archaïsche esthetische waarden.
Tak van de linguïstiek die zich bezighoudt met de relatie tussen taal en het overig cultureel bepaald gedrag.
Verwijst naar de stijl van het aardewerk dat werd gevonden op de vlakte van Konya in het zuiden van Anatolië, vervaardigd tussen circa 3.300 en 2.500 v. Chr. Het aardewerk is handgemaakt en goed gebakken met scherpe profielen en afgeschuinde randen. Het kenmerkt zich door een vaalrode of vaalgele basis die vaak is versierd met geschilderde gearceerde witte, rode of oranje strepen of golvende lijnen, en later met een dekkende bruine of paarsachtige verf.
Spaanse term voor platte stenen met een ondiepe holte in de oppervlakte, bedoeld voor maïs of een andere graansoort die met een maalsteen wordt gemalen; wordt gebruikt door Native Americans, in het bijzonder in gebieden die door de Spanjaarden zijn veroverd en gekoloniseerd.
Het passeren van een meteoroïde door de aardatmosfeer, zichtbaar als een vurige streep of vuurbal aan de hemel.
Interplanetaire deeltjes of brokken metaal of gesteente die het passeren door de aardatmosfeer overleven en op de grond inslaan, of die op een andere planeet inslaan.
Betrekkelijk kleine interplanetaire lichamen die de aardatmosfeer met hoge snelheid binnendringen, vervolgens verbranden en de lucht eromheen verhitten, waardoor een lichtverschijnsel ontstaat dat 'meteoor' wordt genoemd. Een object dat de passage door de atmosfeer overleeft en op de grond inslaat, wordt een 'meteoriet' genoemd.
Wetenschap die zich bezighoudt met de atmosfeer en al haar uiteenlopende verschijnselen.
Instrumenten voor de observatie, meting en documentatie van atmosferische verschijnselen.
Wordt gebruikt voor instrumenten die de waarde van een hoeveelheid van iets meten en aangeven, bijvoorbeeld van gassen, vloeistoffen, kilometers of tijd.
Een protestantse denominatie die de nadruk legt op een hechte persoonlijke relatie met God, het belang van de Heilige Geest en een vast geloof in de historische doctrines van het christendom. Het bepleit een eenvoudige vorm van godsdienstoefening op basis van gelijkheid waarbij geestelijken en leken samenwerken, evenals werkzaamheden ten behoeve van armen en minder bedeelden. Het methodisme kwam voort uit de Anglicaanse Kerk en werd in 1739 opgericht door John Wesley. In 1795 werd het een zelfstandige denominatie. De beweging kwam tot bloei toen Wesley en andere evangelische leiders door Engeland en de Amerikaanse koloniën trokken. De belangrijkste doctrine van het methodisme is te vinden in de preken van Wesley, zijn aantekeningen over het Nieuwe Testament en zijn religieuze statuten.
Verwijst naar de cultuur van de Metis, volkeren van gemengde Frans-Canadese of inheems Amerikaanse oorsprong.
Vlakken tussen de triglieven in een Dorische fries, vaak met snijwerk.
Verwijst naar graffiti op of in metrowagons en in metrostations. De traditie van metrograffiti ontstond in New York in de vroege jaren 70 van de 20ste eeuw en breidde zich snel uit naar andere grote stedelijke gebieden in de Verenigde Staten en de rest van de wereld, voornamelijk in Europa. Net als voor andere graffitisoorten zijn spuitbussen met verf en markeerstiften de meest gebruikte middelen. Metrograffiti bestaat meestal, al dan niet gedeeltelijk, uit de naam, de bijnaam of de 'tag' van de kunstenaar.
Wordt gebruikt voor kommen of foedralen die om de poten van meubels heen zitten om deze te beschermen en om de meubels makkelijker te kunnen verplaatsen. Te onderscheiden van 'zwenkwielen' (afwerkingsijzerwaren), die vast zitten in een wartel en zijn bevestigd aan de poten van meubels om die makkelijker te kunnen verplaatsen.
Kleine kapzagen van ongeveer 23 cm lang, met smalle bladen, fijne tanden en rechte handvatten. Worden gebruikt voor secuur werk zoals het maken van kabinetten of het zagen van figuren.
School van miniatuurschilderkunst die in verband wordt gebracht met de staat Mewar in Rajasthan, een belangrijk centrum van de Rajput-cultuur. De bevolking in deze regio beleed een strenge vorm van het hindoeïsme, en Mewar was het laatste Rajput-machtscentrum dat ten prooi viel aan de Mogols. Sinds de 17de eeuw of nog eerder vormt Mewar een van de belangrijkste en productiefste scholen van Rajasthani-schilderkunst. De stijl wordt gekenmerkt door krachtige contouren, een zeer helder coloriet en enigszins archaïsche conventies, bijvoorbeeld het (narratief) tonen van opeenvolgende episoden binnen één afbeelding. Het traditionele aspect van de Mewarkunst wist lang stand te houden, in weerwil van invloeden van de Mogols, Deccan en Europeanen, hetgeen toe te schrijven is aan het behoudende karakter van dit Rajputhof en de traditionele structuur van de kunstenaarsfamilies. De kunstenaars verwerkten de typische Mewar-details op consequente wijze in hun werk, zoals lokale architectuur en flora en fauna. In de 17de eeuw maakte de inheemse traditie van mythologische en poëtische manuscriptillustraties hier een ware wedergeboorte door. In de 18de eeuw gingen de door de Mogols geïnspireerde hofportretten en beeldvertellingen een prominentere rol spelen. Na 1947, het jaar waarin de vorstendommen werden ontbonden en er een eind kwam aan het koninklijk mecenaat, verdween de stijl naar de achtergrond.
Verwijst naar de Mexicaans-Amerikaanse stroming in de Verenigde Staten in de 19de en 20ste eeuw die zich kenmerkt door artistieke en politieke discussies over sociale kwesties die relevant zijn voor de Mexicaanse gemeenschap en de Chicano-gemeenschap. Centraal in deze stroming staan de herontdekking van Precolumbiaanse inheemse stijlen, de ontwikkeling van een zeer expressionistische Mexicaanse muurschilderstijl en geschillen over culturele studies omtrent het biculturalisme en het etnische erfgoed en de etnische identiteit. De stroming wordt ook gekenmerkt door sterke regionalistische elementen, waarbij de nadruk wordt gelegd op lokale vormen en technieken om de traditionele en hedendaagse iconografie af te beelden. In stedelijke gemeenschappen kenmerkt de stroming zich door het maken van customized auto's, de zogenoemde low-riders, en door graffitikunst.
Verwijst naar specifiek aardewerk dat in het Italiaanse Bologna en elders werd geproduceerd, hoofdzakelijk van de 15de tot en met de 18de eeuw. De romp van aardewerk werd in klei-engobe gedompeld en vervolgens met loodglazuur bedekt. De ontwerpen werden in de engobe gesneden, waarbij soms ook groen glazuur en mangaanglazuur werden aangebracht. De techniek is gekopieerd van bepaalde Chinese en Koreaanse voorwerpen en werd reeds door Byzantijnse pottenbakkers in Konstantinopel gebruikt, en later, vanaf 1500, ook in Italië. Hoewel het aardewerk op het eerste gezicht op echte 'majolica' of op aardewerk met tinglazuur lijkt, zijn er duidelijke verschillen: er is namelijk geen tinglazuur maar loodglazuur gebruikt, en de ontwerpen zijn door de engobe heen gekerfd om de onderliggende klei met een afwijkende kleur zichtbaar te maken, en zijn er dus niet op geverfd. Verder hebben de kleuren de neiging uit te lopen tijdens het bakken in de oven.
Beschrijft werken die zijn vervaardigd door het gelijknamige Afrikaanse volk dat in Zuid-Afrika leeft en deel uitmaakt van de zuidelijke Nguni-cluster.
Verwijst naar werken die zijn vervaardigd door de gelijknamige Afrikaanse etnische groep, die in het westen van Kameroen leeft.
Maskerade van het Afrikaanse Igbovolk, uitgevoerd in de noordelijk-centrale Igboregio tijdens de jaarlijkse feesten voor het droge seizoen en begrafenisrituelen van aanzienlijke mannen. Daarbij worden zware maskerkostuums met hoorns gebruikt, die de fysieke en spirituele kracht van de man verbeelden.
Verwijst naar de subperiode van heersende Mi-son-kunst in de tiende eeuw. De stijl van de periode wordt beschouwd als representatief voor de meest ontwikkelde en expressieve fase in de Cham-kunst. De boeddhistische Dong-duong-stijl maakt geleidelijk aan plaats voor de shivaïstische, klassieke stijl, wat terug te vinden is in de evolutie van architecturale en beeldhouwkundige karakteristieken. Artistieke producties uit deze periode zijn onder andere het timpaan waarop de incarnatie van Visjnoe is afgebeeld, de Khuong My-groep met vrijstaande standbeelden, en een overvloed aan gebeeldhouwde dieren, zoals stieren, olifanten, leeuwen, mythische beesten (garoeda's, makara's) en andere die zijn afgeleid van Indonesische en Thaise voorbeelden.
Verwijst naar de subperiode van heersende Mi-son-kunst in de noordoostelijke sector van de Mi-son-site halverwege de zevende eeuw. De stijl van deze periode kenmerkt zich door sterke Indiase invloeden en de oudste monumenten in Champa zijn in deze stijl gebouwd. Een mooi voorbeeld uit deze periode is een sanctuarium dat dateert uit de regeerperiode van koning Prakashadharma-Vikrantavarman I (ca. 657 n. Chr.). Gebeeldhouwde postamenten, geïntegreerde uitspringende deuren die uitkomen op een terras met een omheinde veranda en een smalle trap, een verhoogde basis versierd met korte pilasters, vergelijkbaar met architecturale details van Mon Dvaravati, en brede bakstenen stijlen maken er deel van uit. In de beeldhouwkunst van deze periode zijn invloeden te vinden uit de culturen van Dong-Son, Tsjen-la en India, en wordt iconografie overgenomen van hindoeïstisch shivaïstische en boeddhistische culten. Voorbeelden van beeldhouwwerk uit deze periode zijn een fronton met een afbeelding van de geboorte van Brahma waarbij Vishnu op de mythische slang Shesha ligt, dat doet denken aan pre-Ankorese lateien; een postamentenconstructie uit de tempel met gehistorieerde oppervlakken, panelen en nissen waarop het dagelijks leven van monniken in de Himalaya is afgebeeld, en een vrijstaand standbeeld van Ganesha met draperieën van tijgervel en vier armen die symbolen omhoog houden zoals een bidsnoer, een bijl en een raap.
Verwijst naar een fase uit de Chinese neolithische Yangshao-cultuur. De naam is ontleend aan het dorp Miaodigou in de provincie Henan, waar de eerste vondst uit deze cultuur werd gedaan. Er zijn twee verschillende perioden te onderscheiden: Miaodigou I, daterend van circa 4000 tot circa 3300 v. Chr., en Miaodigou II, van 3300 tot 2600 v. Chr. Keramiek van de Miaodigou-cultuur is meestal vervaardigd uit fijne rode klei, soms bedekt met rode of witte engobe. Enkele objecten uit het dunne, harde aardewerk met zijdeglans dat zo typerend is voor de Longshan-cultuur zijn opgegraven op Miaodigou-vindplaatsen. Rond om de dorpen bevonden zich greppels en omheiningen, en de dorpen zelf waren onderverdeeld in afzonderlijke woon-, werk- en grafgedeelten. Als grafgift werd meestal keramiek meegegeven, maar er zijn ook wel stenen werktuigen en benen ornamenten aangetroffen.
Verwijst naar een fase in de Chinese neolithische Miaodigou-cultuur tussen circa 4000 en circa 3300 v. Chr. Het aardewerken vaatwerk was soms beschilderd, meestal zwart, maar soms ook zwart in combinatie met witte en rode engobe. Het decor was meestal geometrisch, maar in enkele gevallen worden ook vogel-, kikker- en plantenmotieven aangetroffen. Ook is er een opvallende tonvormige kan met een deksel in de vorm van een mensenhoofd gevonden.
Verwijst naar een fase van de Chinese neolithische Miaodigou-cultuur uit de periode tussen circa 3300 en 2600 v. Chr. Aardewerken vaatwerk is meestal grijs van kleur en nogal grof; er zijn minder beschilderde voorbeelden uit Miaodigou II dan uit Miaodigou I gevonden. Algemener komen gedrukte patronen voor, bijvoorbeeld van manden, touwen en v-tjes; ook appliqué en ingesneden motieven werden gebruikt. Bij industriële ovens uit de Miaodigou II-cultuur bevindt de vuurkamer zich pal boven de bovenkant van de oven en dus niet ernaast, zoals bij vroegere neolithische industriële ovens.
Verwijst naar de cultuur van de Micmac, een inheemse Amerikaanse stam die behoort tot de losse confederatie van oostelijk Amerikaanse indianen die bekend staan als de Wabanaki-alliantie, samen met de Passamaquoddy-, Penobscot-, Malecite- en Abnaki-indianen. De Micmac-stam woont in oostelijk Canada.
Verwijst naar de periode en cultuur van de laatste fase van het Acheuléen, toen de werktuigen zich ontwikkelden van de vroegere ovale vormen. De periode en cultuur kenmerken zich door langwerpige handbijlen met zeer rechte en scherpe randen, en punten met een driehoekige dwarsdoorsnede.
Tak van de biologie die zich bezighoudt met micro-organismen zoals bacteriën, virussen, schimmels en de effecten ervan.
Het schrijven in zeer klein schrift. Deze kunst wordt vaak toegepast in versierde manuscripten van joodse teksten, de koran en andere religieuze teksten.
Mozaïeken gemaakt van duizenden kleine mozaïekblokjes, meestal van ondoorzichtig glas, die worden gebruikt om afbeeldingen te maken, vaak naar beroemde kunstwerken of van ruïnes, op voorwerpen als juwelen, plaquettes, kleine doosjes en tafelbladen. Worden sinds de 16de eeuw gemaakt, voornamelijk in Rome in de 19de eeuw. De term werd halverwege de 20ste eeuw bedacht door de Britse verzamelaar Sir Arthur Gilbert (1913-2001).
Beschrijft de diverse soorten kunstwerken die zijn vervaardigd door de bewoners van de eilanden in de Stille Zuidzee. De traditionele Micronesische kunst bestond uit lichaamsbeschildering en -ornamentatie, zingen, dansen en het vertellen van mythen en gedichten. Micronesiërs staan bekend om hun gemeenschapsarchitectuur en kanobouw. Ter bevordering van de toeristenindustrie zijn in de tegenwoordige Micronesische kunstvormen allerlei nieuwe materialen, technieken en thema's geïntegreerd.
Machines die worden gebruikt om van plantaardig of dierlijk weefsel dunne plakjes, 3 tot 5 nanometer dik, af te snijden om het onder microscoop te onderzoeken.
Infraroodspectroscopie met een bereik van 400-4.000 inverse centimeter [cm-1].
Verwijst naar de ontwerpstijl voor architectuur, interieur en producten die in het algemeen de trends beschrijft in het midden van de 20ste eeuw, ongeveer tussen 1933 en 1965. De term werd voor het eerst gebruikt in het boek 'Mid-Century Modern: Furniture of the 1950s' (1983) van Cara Greenberg. In de architectuur wordt de stijl gekenmerkt door de stromingen Internationale Stijl en Bauhaus, het werk van Frank Lloyd Wright en Mies van der Rohe. Voor ontwerpers was de strakke Scandinavische stijl voor meubels en objecten van grote invloed.
Twaalf uur 's middags, ofwel het tijdstip dat de zon de meridiaan bereikt. Oorspronkelijk verwees het naar het negende uur van de dag volgens de Romeinse tijdrekening (ongeveer drie uur in de middag).
De fase tussen volwassen en oud zijn; bij mensen valt dit meestal tussen 45 en 65.
Onderwijsinstellingen voor het niveau tussen het basisonderwijs en hoger of academisch onderwijs.
Gebouwen met scholen voor onderwijs tussen lager en hoger (universitair) onderwijs.
Verwijst naar de periode van het christelijke Romeinse Rijk van de 5de eeuw tot aan de renaissance, waarvan het begin ligt in de 13de, 14de of 15de eeuw, afhankelijk van welk land het betreft. De herwaardering van de Grieks-Romeinse tradities met integratie van christelijke thema's, de dynamiek van de Keltische en Germaanse volkeren, en de opkomst van de steden, welke werden bevolkt door vrije burgers, drukten hun stempel op de veelheid van stijlen die tijdens de middeleeuwen tot ontwikkeling kwamen.
Wordt gebruikt voor gebouwen met tussen de vier en tien verdiepingen, die zijn uitgerust met liften; wordt algemeen toegepast in commerciële gebouwen en flatgebouwen.
Dunne, verticale, stangen of penanten, meestal geen constructie-onderdelen, die een scheiding vormen tussen deuren, schermen of raamvensters. Voor de kleine onderdelen die stukken glas onderverdelen en de ruiten ondersteunen of de verticalen die de panelen in paneeldeuren onderverdelen, wordt 'tussenstijlen' gebruikt.
Verwijst naar een fase in de Bronstijd die zich onderscheidt van de culturen van de vroege en late Bronstijd door de verschillen in metaalassemblages en begrafenisrituelen. De fase kenmerkt zich deels door metaalbewerkingstechnieken en steeds verfijndere ontwerpen van werktuigen en wapens, bij de vervaardiging waarvan onder andere gebruik werd gemaakt van afsluitbare gietvormen, Cire Perdue, bewerking van platen, constructieribben, krammen en degenknoppen aan het eind van het zwaardheft.
Verwijst naar de Hettitische periode van circa 1500 tot 1400 v. Chr. in Anatolië, tijdens een duistere periode tussen het Oude Hettitische Koninkrijk en het Hettitische Rijk.
Verwijst naar een fase in de cultuur van de IJzertijd die wordt gemarkeerd door technologische en sociale ontwikkelingen, zoals carburisatie van ijzer of staal.
Voorvoegsel voor de beschrijving van een kleur met een gemiddelde intensiteit en een gemiddelde waarde.
Verwijst naar een fase van de Grieks Archaïsche periode, van circa 580 tot ongeveer 535 v. Chr. De stijl kenmerkt zich in de beeldhouwkunst en de beschildering van vazen door de afbeelding van naturalistischer figuren dan in de vroeg-Archaïsche fase.
Verwijst naar de Assyrische periode en stijl van circa 1500 tot 1000 v. Chr. De stijl kenmerkt zich door het gebruik van nieuwe thema’s, een hernieuwde vitaliteit en culturele invloeden van buitenaf, in het bijzonder uit Egypte en het oostelijke Middellandse-zeegebied.
Verwijst naar de stijl die volgde op de iconoclastische crisis, van het midden van de 9de tot het begin van de 13de eeuw. De stijl komt voornamelijk voor in het Oost-Romeinse rijk, en verspreidde zich samen met het Orthodoxe geloof naar de Balkan en Rusland na het verlies van Klein-Azië aan de Seljuk-Turken in 1071. De stijl kenmerkt zich door het voortborduren op en verder ontwikkelen van vroegere Byzantijnse kunst, bijvoorbeeld door een kleinere schaal van kerken en kloosters, het regelmatige gebruik van de Griekse kruisplattegrond, interieurs bedekt met weelderig marmer, mozaïeken, schilderingen en ivoorsnijwerk. Het betrof meestal eenvoudiger, meer lineaire en abstracte composities in een strak iconografisch systeem.
Verwijst naar de middenfase van de chalcolithische periode en cultuur, toen er meer koper werd gebruikt dan tijdens de Vroeg-Chalcolithische periode. Algemeen wordt aangenomen dat de periode in Europa duurde van circa 3.500 tot circa 2.000 v. Chr.
Verwijst naar een tussenfase van de Corinthische aardewerkstijl, van circa 600 tot circa 575 v. Chr. De stijl kenmerkt zich door een ogenschijnlijk grootschalige productie van potten, beschilderd maar in vergelijking tot de voorgaande fase met een veel kleiner arsenaal van onhandig afgebeelde dieren. Verdere kenmerken zijn de nieuwe houdingen van de dieren, de minder drukke dessins tussen de figuren en het gebruik van stippen die de omtrek van de dieren weergeven.
Verwijst naar de stijl van de kunstvoorwerpen op de Cycladische archipel tussen grofweg 2000 en 1600 v. Chr., die voornamelijk wordt vertegenwoordigd door aardewerk in de donker gepolijste, Cycladisch witte en zwart-rode stijl.
Verwijst naar de fase van de Edo-periode die zich ontwikkelde van circa 1704 tot 1789.
Verwijst naar de stijl van de kunstvoorwerpen op het zuidelijke en centrale Griekse vasteland tijdens de bronstijd tussen circa 2000 en 1600 v. Chr., herkenbaar aan het Minyan en matgeschilderde aardewerk en door de ontwikkeling van de tholos-graven.
Verwijst naar de fase van de Jomon-periode van circa 3.500 tot 2.500 v. Chr. Tijdens deze periode ontstonden grote semi-permanente nederzettingen, werd aardewerk vervaardigd met verfijnde gestreepte reliëfversieringen en nam de productie van beeldjes toe.
Verwijst naar de tussenperiode in de Minoïsche kunst en cultuur, volgens het classificatiesysteem dat is ontwikkeld door de archeoloog Arthur Evans. De stijl kenmerkt zich door gemodelleerde kleibeeldjes in de vorm van dieren en mensen die een bepaalde emotie weergeven, door polychrome versiering van het aardewerk die bestaat uit steeds complexere kromlijnige en bladachtige ontwerpen, en door de bouw van paleizen. De tijd overlapt voor een deel met de tijd van de oudste paleizen.
Verwijst in het algemeen naar een periode tussen de hoog-paleolithische en de laag-paleolithische tijd, die begint in de derde interglaciale fase en die duurt tot tijdens de eerste belangrijke schommeling van de vierde ijstijd of het Weichselien. Tijdens de periode bestonden de culturen van het Moustérien, een gedeelte van het Levalloisien en het Tayacien, die alle bekendstaan om de vervaardiging van gereedschap van steensplinters, hoewel ook de oudere handbijltraditie behouden bleef.
Verwijst naar de periode in Meso-Amerika van circa 1000 tot 300 v. Chr. die wordt gekenmerkt door ontluikende politiek-religieuze structuren en nuclei die zich uitstrekten tot de Zapotec-beschaving in de Vallei van Oaxaca in de Zuidelijke Hooglanden. Beeldhouwkundige stijlen uit die periode omvatten ceremoniële en monumentale steensculpturen zoals grote stenen hoofden, altaren, stèles en andere volledig ronde vormen en bas-reliëfvormen. Het naast elkaar plaatsen van de menselijke figuur en dierlijke kenmerken zoals jaguarmonden en neusgaten komt veelvuldig voor in beeldhouwkunst en schilderkunst. De stijlen van edelsteenbewerking in deze periode omvatten gevarieerde jaden beeldjes en andere, kleine, complexe objecten. Piramide-achtige architectuur toont complexere en gevarieerdere vormen zoals de piramidevormige gecanneleerde kegelstructuur.
Dat gedeelte van de compositie in beeldende kunst dat zich tussen de voorgrond en de achtergrond bevindt.
Verwijst naar de tweede van drie grote perioden in de Egyptische beschaving, van circa 2008 tot 1630 v. Chr. en de 11de en 12de dynastie omvattend. Sommige bronnen rekenen hier ook de 13de dynastie toe, die circa 1630 v. Chr. ten einde liep. De periode kenmerkt zich door een heropleving van de kunst, die met name te zien is in de bouw van koninklijke grafpiramiden en tempels, particuliere, uit rotsen gehakte graven en de versiering hiervan, een belangstelling voor portretkunst in de koninklijke beeldhouwkunst en een algeheel hoog niveau van kunstzinnigheid en precieze uitvoering, met name in reliëfbeelden en de schilderkunst.
Wordt gebruikt voor scholen in Groot Brittannië en de Verenigde Staten die een overgang vormen tussen basis- en middelbaar onderwijs. In Nederland te vergelijken met het voorbereidend beroeps- en middelbaar onderwijs.
De split van een huid of vel tussen de nerf- en de vleessplit.
Onderwijsinstellingen in Groot Brittannië en de Verenigde Staten die een overgang vormen tussen basis- en middelbaar onderwijs. In Nederland te vergelijken met het voorbereidend beroeps- en middelbaar onderwijs.
Rabbijns onderzoek en interpretatie van de Joodse Geschriften.
Meestal oude kleine vestingen in het Nabije Oosten, gebruikt langs grenzen en bij oases of belangrijke splitsingen van wegen, van Syrië tot Egypte.
In algemene zin te gebruiken voor gebeurtenissen waarbij populaties of groepen naar een andere locatie of leefomgeving wegtrekken, meestal met de bedoeling zich daar te vestigen, naar voedsel te zoeken of te paren. In specifieke zin, met betrekking tot mensen, het naar een andere permanente verblijfplaats trekken door bevolkingsgroepen. Doorgaans spreekt men pas van 'migratie' wanneer dit voor ten minste één jaar is.
Nissen, vertrekken of tegels in moskeeën die de richting van Mekka aangeven.
Plaatsen (vaak onderaards) waar ertsen, steenkool enz. worden opgedolven, ook de opening(en) gemaakt om die plaatsen te benaderen en het hele samenstel dat voor het delven nodig is.
Lampen die in mijnen worden gebruikt, met name gietijzeren lampen die vaak een ronde houder met deksel hebben waarin een enkel kanaal of buisje voor een lampenpit zit en een D-vormige beugel op draaipennen die uitloopt in een scherpe punt, of ondiepe bekkens met een pitkanaal of of pithouder en een halve beugel die in een haak of een scherpe punt uitloopt. De benaming wordt ook gebruikt voor tuitlampen van vertind plaatijzer in de vorm van een koffiepot die op de helmen van mijnwerkers werden gedragen.
Kaarsenstandaards met een haakje en een scherpe punt waarmee ze in een balk of aan een wand van een mijn konden worden gehangen of gestoken .
Lampen waarbij metaalgaas wordt gebruikt om de vlam af te schermen zodat explosies worden voorkomen. Ze zijn meestal cilindervormig en vaak van koper. Dit model is gebaseerd op een lamp die door Sir Humphrey Davy is ontwikkeld.
Term die wordt gebruikt voor diverse soorten hoge hoofddeksels zoals de hoofdbanden die door vrouwen in het oude Griekenland werden gedragen, de officiële tulbandachtige hoofdtooien van de oude Joodse hogepriesters of de liturgische hoofddeksels die door bisschoppen en abten worden gedragen.
Bureau- of draagbare computers die zijn gebaseerd op een microprocessor en zijn bedoeld voor één gebruiker.
Verwijst naar Latijns-Amerikaanse votiefbeelden, meestal gegoten in zilver, die als specifieke vorm van volkskunst worden gewaardeerd.
Een ruw biotietgraniet, gedolven in Milford, Massachusetts, meestal samengesteld uit lichtroze veldspaat met toevoegingen van grijs kwarts en donkere, groenzwarte spikkels van een chlorietachtig, zwart mica. Het is zeer sterk, zeer goed te polijsten en heeft een fijne, compacte structuur, waardoor het een van de meest gewilde granietsoorten is die in de Verenigde Staten worden gedolven voor algemene bouwdoeleinden en voor decoratieve doeleinden.
Dunne zilveren munten uitgegeven door Constantijn in ¦320 en gebruikt tot eind 4e eeuw; tijdens de Byzantijnse periode vanaf ¦700 tot het begin van de 11e eeuw werden ze opnieuw geslagen.
Te gebruiken voor de verzameling van fysieke dingen, omstandigheden en invloeden die een organisme, voorwerp of structuur omgeven en beïnvloeden. Gebruik 'ecologie' voor de tak van de biologie die zich bezighoudt met de verbanden en wisselwerking tussen organismen en hun leefomgeving. Gebruik 'natuur' voor het idee van de externe wereld, inclusief de krachten die er op inwerken en het niet-menselijke leven dat er woont, en dat door mensen wordt gezien als gescheiden en onafhankelijk van henzelf, hun activiteiten en beschaving.
Wetenschappers die hun kennis gebruiken voor het oplossen van problemen met betrekking tot milieu- en natuurbescherming.
Mensen die zijn belast met het behouden, verbeteren en herstellen van de natuurlijke omgeving, maar ook met het beleid en de politiek met betrekking tot milieubehoud.
Een koers of grondbeginsel van actie, zoals aangenomen of voorgesteld door een regering, ter bescherming van dieren in het wild en bedreigde diersoorten en hun natuurlijke omgevingen, en voor het terugdringen van de bedreiging van de aarde door vervuiling, ontbossing, ontvolking en andere gevolgen van menselijke activiteiten.
Documenten die worden vereist door de wet en die een analyse en een verslag bevatten van de effecten van grote projecten of programma's op de kwaliteit van de leefruimten van mens, plant en dier.
Interdisciplinair gebied van studien, educatie en onderzoek van het milieu, inclusief het effectieve gebruik van hulpbronnen, conservering van hulpbronnen en de bescherming van het milieu.
De professionele toepassing van wetenschappelijke principes en technische praktijken op het beheer en het optimale gebruik van natuurlijke bronnen in lucht, water en grond, met als doel het beschermen van het milieu tegen de nadelige effecten van menselijke activiteiten, het beschermen van menselijke populaties tegen de effecten van nadelige milieufactoren en het verbeteren van de kwaliteit van het milieu ten bate van de gezondheid en het welzijn van de mens.
Te gebruiken voor ontwerpoplossingen die rekening houden met de ozonafbrekende en vervuilende effecten van bouwmaterialen en bouwprocessen. Daarbij bevorderen ze het behoud van energiebronnen, natuurlijke rijkdommen en het recyclen en zijn over het algemeen ecologisch verantwoord.
Wordt in hedendaags militair verband gebruikt voor groepen hutten, tenten of ander tijdelijk onderdak voor troepen; wordt in historische context gebruikt voor permanenete of semipermanente kampplaatsen; gebruik 'militaire bases' voor hedendaagse permanente legerplaatsen.
Te gebruyiken voor vliegtuigen die zijn ontworpen of aangepast voor gespecialiseerde militaire acties.
Onderwijsinstellingen die mensen opleiden voor een loopbaan in de krijgsmacht en particuliere scholen die zijn georganiseerd volgens de disciplines en kledingvoorschriften van het militaire leven; beide geven lessen in militaire training en beide werken over het algemeen op universitair niveau, met programma's waarmee een graad kan worden behaald.
Wordt gebruikt voor zowel scholen die mensen opleiden voor een loopbaan in de krijgsmacht als voor particuliere scholen die zijn georganiseerd volgens de disciplines en kledingsvoorschriften van het militaire leven; beide geven lessen in militaire training en beide werken over het algemeen op universitair niveau, met programma's waarmee een graad kan worden behaald.
In 't algemeen te gebruiken voor fysieke strijd tussen of onder bewapende mensen.
Wordt tegenwoordig doorgaans gebruikt voor permanente militaire bases; gebruik 'kampementen' voor tijdelijke posten.
Begraafplaatsen voor oorlogsslachtoffers, oorlogsveteranen en van hen afhankelijke personen.
Tak van de geschiedenis die georganiseerde oorlogvoering en militaire instituties in het algemeen behelst, alsmede specifieke oorlogen, persoonlijkheden, gevechten, eenheden, wapentuig, uniformen en andere militaire artefacten.
Gevangenissen voor leden van de krijgsmacht.
Verwijst naar een cultuur en een stijl die een vertakking vormde van de klassieke Mogollon-cultuur en die voorkwam tussen de Mimbres River in het Gila-gebergte in wat nu het zuidwesten van New Mexico is, en op nabijgelegen plaatsen rond de Mimbres River en de Rio Grande. De cultuur bloeide van circa 1000 tot circa 1150. Er werd gejaagd, irrigatie gebruikt voor de landbouw en gewoond in compacte pueblo-achtige dorpjes met gebouwen van steenklei en metselwerk. De cultuur is uiteindelijk waarschijnlijk opgegaan in de Pueblovolkeren uit het noorden of is naar Mexico gemigreerd. De cultuur staat bekend om specifiek aardewerk, dat werd versierd met fantasievolle zwart-wit afbeeldingen van insecten, dieren, vogels en geometrische lijnen.
Mensen die de dramatische entertainmentvorm mime uitvoeren, waarbij acties en emoties zonder woorden worden uitgebeeld met behulp van gebaren en lichaamsbewegingen.
Kansels in moskeeën met een klein platform voor de spreker, een balustrade, een baldakijn, een smalle trap en meestal met een poort aan de voet van de trap.
Mensen wiens intellectuele vermogen beduidend beneden het gemiddelde ligt en van wie het sociale aanpassingsvermogen hierdoor wordt benadeeld.
Anorganisch pigment dat wordt geproduceerd door het vermalen van ertsen als oker, goethiet, krijt, groene aarde, azuriet, vermiljoen en malachiet.
Ongestandaardiseerde term die verwijst naar verschillende groene pigmenten, waaronder malachiet (natuurlijk kopercarbonaat), Bremer groen (synthetisch kopercarbonaat) en Scheeles groen (koperarseniet).
De wetenschappelijke studie van mineralen, inclusief hun vorming, vindplaatsen, eigenschappen, samenstelling en classificatie.
Geologen die zijn gespecialiseerd in de mineralogie.
Verwijst naar de periode en stijlen die behoren tot de Chinese dynastie tussen 1368 en 1644. De periode kenmerkt zich door stabiliteit, voorspoed en een opleving van de Chinese cultuur en een nationaal bewustzijn. De stijlen in deze periode ontwikkelden zich voornamelijk vanuit een systeem waarbij de kunst onder bescherming van het hof stond. Een hoge mate van vakmanschap werd aangemoedigd, maar qua ontwerp en technieken overheerste conservatisme. De belangrijkste kunst die tijdens deze periode werd vervaardigd was cloisonné, email, bronswerk, lakwerk, meubels en klein ornamenteel snijwerk van jade, ivoor, hout en porselein. In de keramiek werden eerdere stijlen, waaronder wit en blauw servies, verfijnd qua techniek en versiering. In de architectuur zijn de vroegere experimenten uit de Sung-periode achtergelaten en verruild voor traditionelere ontwerpen, zoals de bouw van de Verboden Stad in Peking. In de schilderkunst moedigden scholen van professionele academici/kunstenaars en de geletterde intelligentsia de ontwikkeling van onafhankelijke, persoonlijke stijlen aan.
Verwijst naar een reeks groene kleuren die lijken op de groene kleur die werd gebruikt voor bepaald porselein dat werd gemaakt in de tijd van de Ming-dynastie.
Te gebruiken voor een genre in de Japanse volkskunst dat uitgaat van het beginsel dat de schoonheid en de bruikbaarheid van alledaagse gebruiksvoorwerpen van gewone mensen onlosmakelijk met elkaar verbonden zijn; voorwerpen in dit genre worden gemaakt volgens traditionele ambachtelijke methoden zonder bewuste esthetische bedoelingen; te onderscheiden van de gebruiksgoederen van de aristocratie, waarmee wel een esthetisch effect werd beoogd, en van alledaagse gebruiksgoederen die het product zijn van de moderne industriële samenleving; het genre wordt beschreven en de term gebruikt sedert de jaren ’20 van de 20ste eeuw.
Kleine of eenvoudige vestingwerken, vooral uit de Romeinse tijd.
Een spel dat is afgeleid van de golfsport, waarbij golfballen met clubs over een opvallende golfbaan worden geslagen, vaak voorzien van kleurrijke en eigenaardige hindernissen.
Hooggeplaatste overheidsfunctionarissen aangewezen door of onder het gezag van een monarch of regeringsleider, vaak in een leidinggevende positie op een specifieke bestuurlijke afdeling of ander departement van de regering.
Ambtenaren in het kabinet van de Britse koning of koningin.
Beeldhouwwerken, gebruikt om krachtige medicijnen in te bewaren die in verband worden gebracht met spirituele of genezende krachten, vaak in de vorm van houten figuurtjes of samengestelde objecten zoals bundels, schelpen, potten en amuletten.Ze zijn oorspronkelijk afkomstig uit de Afrikaanse Congo, maar het gebruik ervan in waarzeggings-, beschermings- en genezingsriten is ook verspreid naar Cuba, Haïti, Brazilië en het zuiden van Amerika.
Een klasse van brittanniametaal dat maximaal 9% zink en 1% ijzer bevat.
Verwijst naar de periode en stijl die wordt toegeschreven aan de Griekse beschaving in de Bronstijd op het eiland Kreta, van circa 3.500 tot circa 1050 v. Chr. Deze onderscheidde zich van de gelijktijdige culturen op het Griekse vasteland die bekend zijn onder de naam Helladisch en op de andere eilanden onder de naam Cycladisch. De Minoïsche kunst en cultuur verspreidde zich in de Egeïsche regio en kwam derhalve ook in streken buiten Kreta voor. De cultuur kenmerkt zich door vernieuwingen en grootschalige ontwerpen van steden en paleizen, door het veelvuldig gebruik van schrift, en door kenmerkend verfijnde kunst, waaronder gedetailleerde rolzegels, aardewerk, fresco’s en beeldhouwkunst.
Galerijen of balkons voor muzikanten, zowel in seculaire als in religieuze gebouwen.
Zilveren of tinnen bekers, traditioneel gebruikt voor mint julep, een populaire cocktail in het zuiden van de VS. Deze bevat munt, bourbon, suiker en water. Het is een beker zonder oor die men aan de onderkant en de bovenrand vasthoudt. Aan de buitenkant kan zich een ijslaagje vormen wanneer de beker is gevuld met het ijskoude drankje. Mint julep serveert men tegenwoordig ook vaak in andere soorten glazen.
Gebeeldhouwde figuurtjes, meestal van steatiet, gemaakt door de Congolese bevolking van Noord-Angola en Beneden-Congo om te dienen als wakers bij de overledenen.
Verwijst naar het Engelse porselein en aardewerk dat vanaf 1793 door Thomas Minton werd vervaardigd in Staffordshire. De stijl omvat zowel majolica, Parian ware, Palissy ware en blauw bedrukt aardewerk.
Te gebruiken om werken te beschrijven van de gelijknamige Afrikaanse etnische groep die leeft in Angola.
Verwijst naar de stijl van het aardewerk dat werd vervaardigd op het Griekse vasteland en dat dateert van de midden-Helladische tijd. Het kenmerkt zich door de vervaardiging met behulp van een pottenbakkerswiel, de hoekige vormen en het onversierde oppervlak.
Verwijst naar de stijl en beweging opgericht door Serge Diaghilev in 1898 en door hem beschreven in een publicatie met de naam ‘Mir Iskoesstva’. Mir Iskoesstva is gebaseerd op de ideeën van Russische kunstenaars en schrijvers die actief waren in de late 19de en vroege 20ste eeuw. Bij deze kortstondige kunstbeweging (ca.1898-ca.1906) stond de wederopleving van de Russische kunst centraal. Daarbij werden buitenlandse trends afgewezen en onthield men zich van al te geestdriftig nationalisme. De beweging ging vooraf aan de symbolistische en de esthetische beweging in Rusland. De stijl wordt gekenmerkt door een combinatie van energie en elegantie, een gevoel van exoticisme en interactie en synthese tussen beeldende kunst en andere kunstvormen. Verwijst ook naar het expositiegenootschap dat in 1910 werd opgericht na ontbinding van de beweging.
Gebeurtenissen of handelingen die zo ongebruikelijk en uitzonderlijk zijn en een rationale verklaring te boven gaan, dat ze als manifestatie van een bovennatuurlijke macht worden gezien.
Membranen die worden gebruikt in muziekinstrumenten en andere geluidsapparatuur om het geluid dat het apparaat maakt, of dat de menselijke stem voortbrengt te wijzigen; hun vibraties kleuren de tonen met een zoemende nasale klankkleur.
Mirtesoort die overal in het Middellandse Zeegebied voorkomt en algemeen wordt geteeld.
Familie van tweezaadlobbige planten die in de orde Myrtales is ondergebracht. Mirte, kruidnagel, guave, feijoa, allspice en eucalyptus behoren hiertoe. Alle soorten zijn houtig, bevatten essentiële oliën en bloeiende delen in veelvouden van vier of vijf.
Diensten bestaande uit een geheel van gebeden en ceremonies ter herdenking van de kruisiging van Jezus Christus in de rooms-katholieke riten. De term is afgeleid van de Latijnse rite van ontslag, "Ite, missa est" ("Ga, het is beëindigd").
Zetels, soms opvouwbaar, bedoeld voor de misdienaren. De misdienaarskrukken maken soms ook deel uit van de set van kerkgestoelte.
Verwijst naar een type aardewerk waarvan de naam is ontleend aan de Japanse stad Mishima in de prefectuur Shizuoka, hoewel dit aardewerk oorspronkelijk in Korea is ontwikkeld. Bij de vervaardiging van dit aardewerk wordt gebruik gemaakt van een opvallende techniek waarbij het keramiek wordt gedecoreerd met ingelegde kleisoorten in contrasterende kleuren, waarna het grotendeels wordt bedekt met celadonglazuur. De naam 'Mishima' dateert uit de 17de eeuw, maar de stijl gaat terug tot de Koryo-periode (935-1392) en werd toen aangeduid als 'Korai' of 'Zogan'.
Drinkbekers voor wijn tijdens de eucharistieviering, meestal op voet met stam en in de regel vervaardigd van edelmetaal, meestal gebruikt in combinatie met een pateen. Gebruik 'Avondmaalskelken' voor soortgelijke kerkelijke drinkkelken voor gebruik in de protestantse kerk.
In de rooms-katholieke kerk gebruikte boeken die alle benodigde gebeden en responsories voor de missen van een heel jaar bevatten.
Wordt gebruikt voor de Amerikaanse decoratieve stijl uit de laat-negentiende en begin twintigste eeuw, voornamelijk van toepassing op meubilair. Gebruik 'mission stijl' voor een subtype van de bouwstijl uit de Spaanse Koloniale Opleving.
Poppen met traditionele kleren die mensen met verschillende maatschappelijke functies vertegenwoordigen. Ze werden in christelijke zendingsposten gemaakt door de inwoners van het betreffende land. Men gebruikt de term met name voor houten poppen die in de jaren twintig van de twintigste eeuw werden gemaakt door Chinese vrouwen en kinderen in Britse zendingsposten in China.
Wordt gebruikt voor een sub-type van de bouwstijl van de Spaans Koloniale Opleving, gekenmerkt door eenvoud van vorm en ornamentatie. Gebruik @'Mission' voor de Amerikaanse decoratieve kunst uit eind negentiende en begin twintigste eeuw, met name met betrekking tot meubilair.
Middelgrote boom die inheems is in Noord-Amerika. Gemakkelijk te verwarren met de westerse netelboom (C. occidentalis) waar de verspreidingsgebieden van deze soorten overlappen, maar de Mississippi-netelboom is een kleinere boom die groeit in vochtige laagliggende stukken land. Daarnaast zijn de bladeren smaller en van boven gladder.
Hout van de boom behorende tot de soort Celtis laevigata. Het wordt gebruikt voor meubilair, vaten en tonnen, carrosserieën van voertuigen en houtwaren.
Verwijst naar een inheems Amerikaanse cultuur en stijl die hebben bestaan vanaf circa 800 n. Chr. tot halverwege de 18de eeuw, toen de laatste vertegenwoordigers van deze cultuur, de Natchez, in aantal afnamen en verspreid raakten. De cultuur heeft met name een overheersende rol gespeeld in het zuidoosten en het midden van de huidige Verenigde Staten, in de riviervalleien van de gebieden die nu behoren tot de staten Mississippi, Alabama, Georgia, Arkansas, Missouri, Kentucky, Illinois, Indiana, Ohio en delen van Wisconsin, Minnesota en de Great Plains. De cultuur was gebaseerd op de agrarische ontwikkeling van de laaggelegen delen langs de rivier, en het land werd bestuurd vanuit theocratische dorpsstaten. Kenmerkend voor de dorpsarchitectuur zijn nederzettingen rond ovale of piramidevormige aardeheuvels, met een centraal ceremonieel plein. De stijl van gedecoreerde gebruiksvoorwerpen en ceremoniële objecten, uitgevoerd in koper, schelpen, steen, klei en veren, wordt gekenmerkt door complexe ontwerpen met menselijke figuren, diermotieven en geometrische vormen.
#Sewn boats van Oost-Afrikaanse oorsprong met een inhoud van circa dertig tot veertig ton en een lange gebogen boeg. Ze werden getuigd met een vierkant zeil van ruw matwerk. Mitepe zijn niet meer in gebruik en werden voornamelijk ingezet in het verkeer langs de kust van Swahili tussen Zanzibar en de Lamu-eilanden.
Verwijst naar de religie die is gebaseerd op de aanbidding van Mithra, de Iraanse god van de zon, rechtvaardigheid, verbondenheid, bemiddeling en oorlog in het Iran van vóór Zarathoestra. De term verwijst ook naar de religie in het Romeinse rijk tijdens de tweede en derde eeuw, die in het teken stond van de verering van Mithras, de beschermheilige van het keizerrijk. Deze religieuze stroming verdween na de erkenning van het christendom door keizer Constantijn in de vierde eeuw.
Door de paus, bisschoppen en kardinalen in de rooms-katholieke kerk gedragen mijter. Hij is gemaakt van wit linnen of witte zijde en soms afgewerkt met goud en zilver. Wordt gebruikt voor begrafenissen en op Goede Vrijdag.
Pantserhandschoenen die bestaan uit een kokervormige pantsermanchet, een enkele plaat of verscheidene scharnierende harnasplaatjes die de rug van de hand bedekken en harnasplaatjes die de vingers bedekken, waarbij alleen de duim onafhankelijk kan bewegen. Ze waren populair van de 15e tot halverwege de 16e eeuw in die delen van Europa die door de Duitsers werden overheerst.
Keukengerei of apparaten met één of meerdere kloppers die worden gebruikt voor het mengen, kloppen of pureren van voedsel.
Machines die worden gebruikt om de bestanddelen van beton, cementbrij, metselspecie of verf te mengen.
Een sociaal onacceptabel seksueel gedragspatroon, waarbij de seksuele opwinding wordt opgewekt door het heimelijk observeren van andere personen die zich uitkleden, naakt zijn of seksuele activiteiten uitvoeren. De opwinding is een gevolg van de wetenschap dat de geobserveerde personen zich niet bewust zijn van het feit dat ze worden geobserveerd.
Japanse prenten waarbij het sleutelblok licht in kleur is gedrukt, hetgeen een effect geeft van uiterste verfijning.
Verwijst naar werken die zijn vervaardigd door de gelijknamige Afrikaanse etnische groep, die in het zuidoosten van Kameroen leeft.
Akan terracotta hoofden, in Afrika gebruikt bij begrafenissen.
Monolithische stenen figuurvoorstellingen, uitgehakt in vulkanische tufsteen, een zachte vulkanische steen. Gemiddeld zijn moai-beelden 4 meter hoog en 14 ton zwaar. De moai stellen de voorvaderlijke stamhoofden van Paaseiland voor, die de gemeenschap beschermden met hun bovennatuurlijke krachten. De moai bestaan meestal uit een romp, gegraveerde ingezette armen en een hoekig hoofd. Monumentale moai-figuurvoorstellingen komen het meest voor in en zijn vooral bekend uit de kunst op Paaseiland, hoewel er moai van verschillende formaten en stijlen bestaan.
Kranen met een draaibare bovenbouw en een krachtbron, aandrijfmechanisme en een laadboom die zijn geplaatst op een mobiel onderstel of platform. Worden gebruikt bij het hijsen en draaien van ladingen in verschillende draaicirkels
Schoeisel zonder hak dat geheel is gemaakt van zacht leer, zoals hertenleer, en waarvan de zool naar boven doorloopt zodat deze geheel of gedeeltelijk de bovenkant vormt van de voetbedekking; met een achternaad. Werden oorspronkelijk gedragen door de inheemse bevolking van Noord-Amerika. Ook schoenen van soortgelijk model met een harde zool en hak eraan vast, gemaakt van zacht of hard leer of leerachtig materiaal.
Weefsel voorzien van opgeschilderde motieven in ijzerhoudende modder. De doek wordt eerst voorbehandeld met plantenextrakten, daarna een- of meermaals beschilderd, gedroogd en gewassen. De modder geeft zwarte motieven op witte, gele of roestbruine grond. Vooral toegepast in Mali en Opper-Volta.
Een bepaalde tijd overheersend, meestal van korte duur, gebruik of stijl in kleding, auto's, restaurants of andere persoonlijke bezittingen en diensten. Voor het gebied van studie en commerciële activiteit van het ontwerpen van kleding, accessoires, en ensembles voor persoonlijke kleding, gebruik "modeontwerp".
De wijze van mode van persoonlijke kledij en dracht met inbegrip van de manier van het dragen van het haar, de stijl van kleding, sieraden, kronen, scepters, en andere accessoires van persoonlijke versiering, behorend tot een bepaalde natie, klasse, periode, of speciale gelegenheid, met inbegrip van alle artikelen gedragen of door mensen voor warmte, bescherming, verfraaiing, of symbolische doeleinden uitgevoerd. In het Engels, in het algemeen uitgedrukt in het enkelvoud.
Animatietechniek waarbij massieve driedimensionale figuren met gelede lichaamsdelen of gemaakt van kneedbaar maar stabiel materiaal, zoals klei, zorgvuldig en geproportioneerd op miniatuurfilmsets worden bewogen en iedere stand of houding korte tijd wordt gefilmd.
Wordt gebruikt voor boerderijen van rijke landheren die de nieuwste en beste agrarische technieken en technologieën gebruiken, vaak gebouwd als voorbeeld voor plaatselijke boeren; kwam onder andere veel voor in de eerste helft van de 19e eeuw in Engeland.
Het maken van representaties op schaal van objecten of structuren, meestal driedimensionaal en gemaakt van hard, onkneedbaar materiaal zoals hout of steen. Zie 'boetseren' voor het gebruik van kneedbaar materiaal zoals was of klei om een driedimensionale vorm te creëren.
Zij die doorgaans van harde, niet-plooibare materialen zoals hout of steen modellen bouwen, bijvoorbeeld werkende modellen of showmodellen op schaal, van driedimensionale objecten, of modellen waarmee mallen voor gegoten producten worden geproduceerd. Zie 'modelleurs' voor mensen die modellen maken van klei, was of andere pletbare materialen.
Stedelijke gebieden, of gemeenschappen daarbinnen, waarvan het ontwerp innovatieve pogingen bevat om specifieke sociale en fysieke problemen op te lossen. Vaak van toepassing op de herinrichting van bestaande nederzettingen in de 19e en 20e eeuw. Gebruik 'ideaalsteden' voor 19e-eeuwse steden die zijn gebouwd met voorgeschreven vormen om aan specifieke militaire of economische idealen te voldoen.
Wordt gebruikt voor winkels die textiel en kleding verkochten, wijd verspreid in het begin van de 19e eeuw, en die in tegenstelling tot de in die tijd gangbare handelspraktijk grote voorraden ter plaatse hadden, waarbij verwante artikelen op afdelingen bij elkaar waren geplaatst.
Mechanische lampen die een zuiger met veerwerking in het reservoir hebben, waardoor olie door een uitvoerig regelingsmechanisme naar de brander wordt gevoerd. Deze lampen kunnen worden herkend aan de grote, platte pin onder de brander, waarmee de springveer wordt samengedrukt.
Te gebruiken voor de gezamenlijke activiteiten en doelen van de modernistische architectuur en met name, maar niet uitsluitend, de internationale stijl. Gebruik voor 20e-eeuwse, op vernieuwing gerichte kunst in meer algemene zin de term 'modernistisch'.
Ontwerpstijl voor industriële vormgeving en meubilair uit het midden van de 20ste eeuw die wordt gekenmerkt door organische vormen, een gebrek aan versieringen en een uitgebreid gebruik van hout (vaak teakhout). Meubilair in deze stijl voldoet over het algemeen aan de normen van de constructie, materialen en proporties van traditionele vormen, hoewel het meer gestroomlijnd is. De term wordt meestal gebruikt voor meubilair en industriële vormgeving zoals servies en niet voor architectuur, hoewel hij ook in bredere zin wordt gebruikt.
Een variant van art nouveau die is gebaseerd op Franse werken en is beïnvloed door de werken van Edward Burne-Jones en William Morris. De term heeft vooral betrekking op architectuur en meubelontwerp.
Verwijst naar schilderkunst, beeldhouwwerken, grafische kunst en architectuur vanaf het einde van de 19de eeuw tot aan nu, die wordt gekenmerkt door een afwijzing van traditionele kunstvormen en conventies. De moderne kunst vormt een afspiegeling van veranderende maatschappelijke, economische en intellectuele omstandigheden. De moderne kunst omvat tal van stromingen en theorieën. Het verschil met hedendaagse kunst is dat deze niet de betekenis van een niet-traditionele stijl in zich draagt, maar slechts verwijst naar de periode waarin een werk is vervaardigd. De begrippen 'modern' en 'hedendaags' zijn impliciet aan verandering onderhevig. De term 'modern' verwijst soms in meer specifieke zin naar kunst tot aan de jaren 60 of 70 van de 20ste eeuw.
Verwijst naar de reeks 20ste-eeuwse avant-gardekunststromingen en architectuurstromingen die ontstonden in het kielzog van maatschappelijke vernieuwingen. Het modernisme werd vanaf de jaren 70 verdrongen door het postmodernisme.
Te gebruiken voor presentaties van kleding die wordt gedragen door levende modellen, gewoonlijk op een plankier of podium, meestal georganiseerd door een detailhandelszaak, ontwerper of fabrikant om de verkoop van modieuze handelswaar te bevorderen.
Het vormgeven van kleding, accessoires en ensembles voor individuen. Gebruik 'kostuumvormgeving' voor het vormgeven van kleding, accessoires en ensembles die zijn bedoeld om een uiterlijk te creëren dat karakteristiek is voor een bepaalde periode, persoon, plaats of ding, vooral (maar niet uitsluitend) voor theatervoorstellingen.
Verwijst naar mensen, meestal vrouwen, die accessoires voor dameskleding maken, in het bijzonder hoeden of andere hoofdbedekkingen. In ouder woordgebruik kan de term verwijzen naar verkopers van accessoires en luxeartikelen, zoals hoeden, linten, handschoenen en couverts.
Wordt gebruikt voor een constructie met geprefabriceerde eenheden. Wordt ook gebruikt voor een constructie gebaseerd op een combinatie van soortgelijke kleinere componenten.
Het effectief samenwerken van gestandaardiseerde, onafhankelijke eenheden, met name in een elektronisch systeem.
Te gebruiken voor bedrijven die andere bedrijven bezitten of beheersen, doorgaans door het bezit van een controlerend deel van hun aandelen.
Verwijst naar de stijl en periode die samenvielen met de heerschappij van Moerad I, zoon van Orhan, van 1362 tot 1389. Gedurende deze periode werd een aantal nieuwe moskeeën gebouwd bij Bursa, waarbij de sultan naar verluidt christelijke arbeiders zou hebben ingezet. In 1366 begon Moerad I aan de bouw van een kulliye, een gebouwencomplex met een moskee, Byzantijnse thermen, een grote soepkeuken en een school. De moskee werd voltooid in 1385 en had een kruisvorm met vier ruimten, met in twee daarvan een grote haard voor het comfort van de bezoekende derwisjen. Onder de centrale koepel bevond zich een fontein voor het wasritueel, vóór het verhoogde moskeegedeelte. Een uniek kenmerk van dit gebouw is de achthoekige koepel boven de mihrab, de nis in de muur van de moskee die de richting van Mekka aangeeft.
Verwijst naar de kunst en architectuur die samenvielen met de heerschappij van Moerad III (1574-1595), zoon van Selim II en kleinzoon van Süleyman II. Moerad gaf opdracht tot de bouw van een koninklijke moskee in Manisa en herbouwde grote gedeelten van het Topkapi-paleis in Istanboel. Zijn primaire interesse als begunstiger lag op het gebied van de kunsten van het boek, en van alle Ottomaanse sultans toonde hij de meest persoonlijke interesse in de werken van hofschilders, ontwerpers en kalligrafen. Veel belangrijke geïllustreerde geschiedenissen en religieuze werken werden voltooid onder zijn patronaat. Tegen de jaren tachtig van de 16de eeuw werd de markt overspoeld door goud en zilver vanuit de Nieuwe Wereld, waardoor het hof werd gedwongen een vast tariefsysteem te hanteren voor artistieke werken zoals tegels en tapijten. Ondanks de economische terugval bereikten hoftapijten en keramiek hun technische en artistieke hoogtepunt tijdens de heerschappij van Moerad III, naast gebedstapijten en polychrome keramiektegels van het Ottomaanse rijk.
Aanduiding voor waterrijke gebieden waar fonteinkruid, riet en bies groeien en veen aangroeit, maar het water alkalisch blijft. Te onderscheiden van 'veenmoerassen', waarin het veen een hogere zuurgraad heeft bereikt.
Wordt gebruikt voor grote balken die zich uitstrekken tussen twee muren of kanten van een structuur.
Elektrische of pneumatische moersleutels waarvan de instelbare torsie wordt uitgeoefend op een schroef of bout met korte, snelle impulsen.
Ovens met een afsluitbare binnenkamer waarin voorwerpen worden beschermd tegen directe blootstelling aan vuur; ovens die worden gebruikt om bij lage temperatuur, meestal tussen 700 en 900 graden Celsius, gekleurde glazuurlagen op voorwerpen aan te brengen.
Verwijst naar werken die zijn vervaardigd door de gelijknamige Afrikaanse etnische groep, die in Kameroen leeft.
Verwijst naar een cultuur en stijl die bestond in het voornamelijk bergachtige gebied dat nu het zuidoosten van Arizona en het zuidwesten van New Mexico vormt, en waar ook de Mogollon Mountains liggen waarnaar de cultuur is genoemd. Deze ontwikkelde zich vermoedelijk vanuit de eerdere Cochise-cultuur, en bloeide van circa 200 v. Chr. tot circa 1200. Het was een cultuur van jagers en verzamelaars, met sporadische teelt van gewassen. De cultuur is vooral bekend vanwege de eerste productie van aardewerk in het zuidoosten, waarvoor de techniek wellicht werd geïmporteerd uit Mexico. De stijl van het aardewerk kent vier duidelijke fasen, te beginnen met eenvoudig bruin, later gepolijst rood, vervolgens rood-op-bruin, rood-op-wit en ten slotte het beroemde zwart-op-wit aardewerk, dat waarschijnlijk was geïnspireerd op de Anasazi.
Chinese schildermethode of -techniek, waarbij gekleurde gewassen inkten zonder contouren wordt gebruikt.
Personen die jongetjes besnijden conform het joodse ritueel.
Meestal zijden weefsel met een gewaterd, golvend effect dat op verschillende wijzen gecreëerd kan worden: door de stof te kalanderen, door de stof door geribbelde persen te vervormen of door de weeftechniek zelf.
Visueel verschijnsel, afgeleid van het Franse woord voor 'waterachtig', dat ontstaat wanneer een set rechte of gebogen lijnen met gelijke afstand in een bepaalde hoek bovenop een andere set wordt geplaatst, resulterend in een specifiek geometrisch patroon. Wordt gebruikt voor de weergave en aanduiding van vloeistofstromen, golfbewegingen en patronen en stromen van optische en magnetische velden.
Drinkgerei, vaak cilindrisch van vorm, met een vlakke bodem, met één handvat en soms met een deksel.
Japanse schilderstijl waarbij zonder contouren wordt geschilderd.
In de Japanse architectuur een decoratief lessenaarsdak onder het echte dak van een gebouw, bijvoorbeeld een tempel of een ���tahōtō'. Gewoonlijk omgeven ze het hoofdgedeelte van het gebouw. Men gebruikte ze om diepte te creëren. Dit element werd op grote schaal gebruikt in de zenboeddhistische architectuur van de late twaalfde eeuw.
In het hindoeïsme de bevrijding van de samsara, de kringloop van geboorte, dood en wedergeboorte. Deze bevrijding betekende een staat van gelukzaligheid (ananda), vrijheid van smart en een hoger bewustzijn. Moksa is de vierde en ultieme artha (doelstelling) voor hindoes, die wordt bereikt wanneer onwetendheid, begeerte en alle gehechtheden zijn overwonnen. Er bestaan verschillende interpretaties van moksa, vooral ten aanzien van de vraag hoe deze wordt bereikt: door persoonlijke inspanning, door de genade van een persoonlijke god of door een combinatie van beide. In het jaïnisme ligt moksa voorbij de verlichting en betekent het vrijheid van de beletselen van het karma; de verlichting verschaft de middelen om al het resterende karma te vernietigen.
Houten spleettrommen voor de boeddhistische tempeldienst, in de vorm van een of meer gestileerde vissen uit Japan.
Voor- of achterpanden van vrouwenblouses van de Cuna-Indianen van het Sanblas-eiland aan Panama's noordoost-kust, gekenmerkt door kleurrijke appliqué in meerdere lagen.
Het gewicht van een gegeven molecuul, uitgedrukt in atoomgewichtseenheden.
Staven met daaraan een opstaande rand of gevormd einde die door een gat in het deksel of klep van een chocoladepot worden gestoken en rondgedraaid om de drank om te roeren of te laten schuimen.
Foto's waarvoor het lichtgevoelig materiaal slechts een onderdeel van een seconde belicht is; vaak van een willekeurig moment van een langer durende gebeurtenis. Gebruik 'ciné-afdrukken' voor een serie afbeeldingen die een beweging vastleggen zoals van een mens of dier. Gebruik 'sequenties' als foto's gerangschikt zijn in een specifieke volgorde.
De verschijnselen waarbij een kracht het lichaam waarmee het verbonden is om een punt of lijn laat draaien.
Verwijst naar de Japanse periode en stijl die zich ontwikkelde tijdens de militaire dictatuur van Nobunaga en zijn troonopvolgers, van 1573 tot 1615. De meest opmerkelijke architectonische prestatie in deze tijd was het militaire kasteel waarin het voorheen afzonderlijke fort en paleis werden gecombineerd tot één architectonische eenheid, en dat zich kenmerkte door de zware gemetselde buitenzijden die scherp contrasteerden met de weelderig gedecoreerde interieurs. Het schilderwerk uit deze periode kenmerkt zich door een decoratieve stijl waarbij de nadruk ligt op drukke structuren en golvende lijnen, gouden achtergronden en lege composities.
Te gebruiken om werken te beschrijven van het gelijknamige inheemse Noord-Amerikaanse volk dat in het dal langs de bovenloop van de rivier de James in Virginia leefde. Te onderscheiden van de 'Algonkin', die leven langs de rivier de Ottawa in Noord-Ontario en Quebec, Canada.
Absolute heersers van soevereine staten, gewoonlijk door erfopvolging. De term wordt in het algemeen gebruikt als vervanging van de specifieke titel van de soeverein, bijvoorbeeld 'koning', 'koningin' of 'keizer'.
Een regeringsstelsel met een enkele, meestal door overerving bevoegd staatshoofd voor het leven dat regeringsbevoegdheden mag vervullen, variërend van alleen in naam tot absoluut.
Politieke sympathie voor een monarchie of voor monarchistische grondbeginselen.
Rietinstrumenten bestaande uit een vierkant metalen doosje met gleuven waarin vrijslaande rieten in zijn geplaatst, bespeeld door het voor de mond heen en weer te bewegen en ondertussen in- en uit te ademen.
Structuren van Zuidoost-Aziatische oorsprong die meestal in de Thaise cultuur worden gebruikt, in de vorm van langwerpige ontmoetingszalen met aan één uiteinde een Boeddha-afbeelding; meestal hebben ze een vierkant dak en bevindt zich een wihan aan de buitenzijde bij de ingang.
Kannen van aardewerk, in vorm gelijkend op een theeketel maar meestal groter, met een schuine tuit en handvatten. Ze werden al in de 18de eeuw aangetroffen op Barbados, Jamaica, Nevis en Antigua en worden nog steeds gemaakt. Ook gemaakt in het zuiden van de Verenigde Staten, vooral in Noord- en Zuid-Carolina en Tennessee.
Enkelsnedige dakpan die uit twee aparte delen bestaat die in combinatie worden gebruikt: een platte, tapse nonpan met opstaande randen en een half-ronde tapse monnikpan.
Toetseninstrumenten met 1 snaar, gebruikt om muziek mee te maken, om muzikale intervallen mee te meten en te demonstreren, of als hulpmiddel voor piano- en orgelstemmers, uit Griekenland, 5de eeuw v.Chr.-heden.
Snaarinstrumenten met 1 snaar van paardenhaar, met toetsenbord, ovale klankkast, 29 toetsen op de hals, uit Frankrijk, 1880.
De eenvoudige, ongepolymeriseerde vorm van een verbinding, met een laag molecuulgewicht in tegenstelling tot de dimeer of polymeer.
Lichte, voor en achter gelijke boten die in de branding opereren, 8 m lang zijn, plaats bieden aan tien roeiers, een midzwaard, een roer en een loggerzeil hebben; zijn in 1934 ontworpen door de Unites States Coast Guard, worden soms als gig gebruikt en zijn genoemd naar Monomoy Island, in Cape Cod, in de Amerikaanse staat Massachusetts.
Afdruk gemaakt met de monoprintmethode, waarbij men directe schildering combineert met traditionele druktechnieken, zoals zijdezeefdrukken, etsen, houtsneden en lithografie.
Sleutels die passen op een aantal van de sloten die met één bepaalde loper geopend kunnen worden; normaal gesproken worden al deze sloten met een aparte sleutel geopend.
Geloofsleer die in 622 werd voorgesteld en werd aangenomen door de Byzantijnse keizer Heraclius. Deze verklaarde dat Jezus Christus slechts één wil maar twee naturen had, de goddelijke en de aardse. Deze ideologie werd verder ontwikkeld onder de patriarch Sergius I van Konstantinopel teneinde de kloof te overbruggen tussen de monofysieten en de chalcedoniërs, hoewel ze geen van beide de ideologie onderschreven. In 680, bij het Derde Concilie van Konstantinopel, werd het monothelitisme als ketters veroordeeld.
Afdrukken van nog vochtige voorstellingen die met penseel op een glazen of metalen plaat of op papier of doek zijn getekend. Steeds slechts één en eventueel nog één lichtere afdruk mogelijk.
Werken die het resultaat zijn van montage. Gebruik 'fotomontages' wanneer foto's de compositie overheersen.
Wordt gebruikt voor de techniek van het maken van samenstellingen van delen van bestaande beelden, zoals tekeningen of foto's, waarbij de samengestelde afbeeldingen in zekere zin één geheel vormen. Gebruik 'collage ' wanneer delen van verschillende, relatief vlakke materialen aan elkaar worden geplakt en zo een minder harmonieus geheel vormen dan een montage. De term montage wordt ook gebruikt in de filmwereld, namelijk voor de wijze waarop beeldreeksen aan elkaar worden gevoegd om één afgerond beeld te krijgen.
Mutsen, vaak van bont, met een ronde bol en zij- en achterflappen, die vanaf de 17e eeuw werden gedragen en oorspronkelijk voorkwamen bij Spaanse jagers.
Personen die aan een constructie werken, zoals een stalen bouwwerk of brug, die bestaat uit het assembleren van gefabriceerde delen.
Bouwwerken die door hun grootse, schone of kunstzinnige vormen opmerkelijk zijn of door de eraan verbonden historische associaties eerbiedwaardig worden geacht. Ook om hun betekenis voor de kunst- en bouwgeschiedenis, de geschiedkunde en de technologie kunnen de gebouwen hoog worden gewaardeerd. Gebruik 'gedenktekens' voor bouwconstructies of aard- en nagelvaste voorwerpen ter herdenking van personen of gebeurtenissen.
Het onwettig doden van mensen door anderen met voorbedachten rade.
Verwijst in algemene zin naar de stijl van kunst, architectuur en materiële cultuur die is vervaardigd door islamitische Noord-Afrikanen, met inbegrip van de kolonisten van het Iberisch Schiereiland en hun afstammelingen van Noord-Afrikaanse en gemengd Noord-Afrikaanse en Iberische afkomst. De stijl kende een bloeiperiode van ongeveer van de 8ste tot de 15de eeuw in Spanje en de Noord-Afrikaanse regio Mauritanië (het tegenwoordige Marokko en een deel van Algerije). Ook daarna wist de stijl zich op kleinere schaal te handhaven, en nog altijd worden er elementen uit toegepast. Zie 'Maure' voor de stijl die is ontwikkeld en wordt gebruikt door de bevolking van de tegenwoordige Islamitische Republiek Mauritanië, een land in West-Afrika.
Zachte, stoffen dormeuses met een hoge, ruime bol, die vaak onder de kin werden vastgemaakt en soms voorzien waren van slippen aan de zijkanten; werden binnenshuis gedragen door vrouwen in de 18e en 19e eeuw.
Wordt gebruikt voor allegorische toneelstukken waarin zedelijk gedrag wordt gepredikt in dialogen tussen acteurs die personificaties zoals de Barmhartigheid, het Geloof of de Dood vertolken.
Een protestantse denominatie met een evangelische overtuiging die de nadruk legt op de centrale rol van Christus en die geweldloosheid bepleit. De Moravische broeders vertrouwen sterk op missiewerk en drukten in 1501 het eerste protestantse gezangboek, omdat hymnen een belangrijke rol spelen bij de Moravische aanbidding. De groep ontstond in 1457, toen Boheemse broeders zich verenigden. De groep werd in 1722 uit Bohemen verdreven, waarna ze zich in Saksen herenigden als Moravische broeders. De beweging verspreidde zich over Europa, waar zij werd beïnvloed door het piëtisme. Later, in 1732, kwam de beweging in Noord-Amerika terecht, waar tegenwoordig de meeste leden wonen.
Verwijst naar een periode en cultuur van Apennijnse oorsprong in de Bronstijd, die in de 13de eeuw v. Chr. Sicilië bereikte. Vertoont veel overeenkomsten met de gelijktijdige Ausonische cultuur op de Eolische eilanden.
Mongoolse vedels, over het algemeen vierkant, met twee snaren en een uitgesneden paardenhoofd boven aan de hals.
Verwijst naar de religieuze geloofssystemen van een aantal groepen en sekten die hun geloof baseren op het Book of Mormon en de leer en visionaire ervaringen van Joseph Smith (1805-1844). De grootste van deze sekten is de Church of Jesus Christ of Latter-Day Saints. Mormonen geloven dat Smith in 1822 door de engel Moroni naar goudtabletten werd geleid die in 438 n. Chr. zijn begraven op een heuvel nabij Palmyra in de staat New York. Op deze tabletten stond het Book of Mormon geschreven, dat door Smith werd vertaald. Het Book of Mormon is een verhaal over bepaalde stammen in Israël die vóór de geboorte van Christus naar Amerika migreerden; verder wordt verhaald dat Christus na de wederopstanding in Amerika is verschenen. De authenticiteit van de teksten wordt om uiteenlopende redenen betwist, maar wordt door Mormonen wel erkend. De mormoonse doctrine is ook afgeleid van de King James-versie van de Bijbel, hoewel het mormonisme sterk afwijkt van de christelijke doctrine. Een van de opmerkelijkste verschillen is dat volgens het mormonisme de heilige drie-eenheid bestaat uit drie afzonderlijke wezens. Mormonen geloven dat christelijke kerken afvallig zijn en dat het ware christendom door Smith in ere is hersteld. Volgens het mormonisme kan de spirituele perfectie of goddelijkheid worden gerealiseerd middels een proces van spirituele evolutie en dagelijkse praktische begeleiding. Toetreding tot het koninkrijk van Christus wordt gerealiseerd door het tonen van berouw en het ondergaan van een doopplechtigheid. Mormonen geloven dat er een millennium komt waarin Christus zal heersen vanuit Jeruzalem en Independence in de Amerikaanse staat Missouri. Het mormonisme wordt vaak geassocieerd met onder meer collectief bezit, het schenken van een tiende van het inkomen aan de kerk, polygamie (later in onbruik geraakt), grote gezagsgetrouwheid, sterk kerkelijk activisme en bekeringen.
Wordt gebruikt voor zitkamers, soms gereserveerd voor vrouwen, die 's ochtends gebruikt worden. Ze waren populair van begin 19e- tot begin 20e eeuw, vooral in Engeland.
Leunstoelen met verstelbare rugleuningen en losse kussens. Dit type is als eerst gemaakt in 1866 in Engeland door William Morris, Philip Webb en de firma Morris, Marshall, Faulkner and Co.
Geschut met een getrokken of gladde loop, dat wordt gekenmerkt door een kortere loop, lagere mondingssnelheid, korter bereik en een hogere afvuurhoek dan houwitsers of kanonnen; de meeste huidige modellen zijn voorladers.
Beschrijft werk dat is vervaardigd door het gelijknamige Afrikaanse volk, dat in het noorden van Nigeria leeft.
Kleine, bebladerde, bedektbloeiende planten van de klasse der Musci, die zich voortplanten met sporen en gewoonlijk worden aangetroffen in bosjes, matten of zoden op vochtige grond, boomstammen of rotsen.
Verwijst naar een soort agaat met bruine of zwarte mos- of boomachtige tentakelvormen. Meestal heeft het agaat een grijze tot melkwitte kleur, en het betreft dan een vorm van het mineraalkwarts silica. Mosagaat bevat opake, donkere insluitsels met veerachtige, zich vertakkende vormen die doen denken aan varens, mossen of andere vormen van vegetatie. Ze zijn evenwel van anorganische oorsprong, hoofdzakelijk mangaan en ijzeroxiden. Mosagaat wordt meestal aangetroffen als verweerde fragmenten van vulkanisch gesteente, in India, Brazilië, Uruguay, Midden-Europa en het westen van de Verenigde Staten. De steen werd van oudsher gebruikt voor decoratieve doeleinden, en is dan vaak vlak of afgerond geslepen, en soms ook gekleurd om de kleur te versterken.
Verwijst naar de stijl van de architectuur en kunst die zich voor het eerst ontwikkelde in het 13de- eeuwse Moskou. De architectuurstijl combineert Byzantijnse elementen, details van de Italiaanse renaissance en lokale Russische fantasie-architectuur, en kenmerkt zich vaak door koepels boven op torens, veel kleuren en extravagante, complexe detailleringen. Er ontwikkelde zich ook een specifieke stijl in de muur- en icoonschilderkunst.
Kleine houders in verscheidene vormen, meestal van glas, keramiek of metaal (indien van metaal vaak met een glazen binnenbakje), voor het bewaren en serveren van mosterd. Zij hebben een deksel, vaak voorzien van een inkeping voor een mosterdlepel. Gebruik 'mosterdstrooiers' voor kleine vaatjes voor het strooien van mosterdpoeder.
Strooibussen voor het serveren van mosterdpoeder. Gebruik 'mosterdpotten' voor houders, meestal met deksel, voor het bewaren en serveren van mosterd.
Wordt gebruikt voor openbare accomodatie voor automobilisten, meestal gekenmerkt door lange lage gebouwen die bestaan uit rijen met elkaar verbonden afzonderlijke slaapruimtes, waar er zonder een tussenliggende hal direct toegang is tot de parkeerplaatsen.
Openbare gelegenheden met een ordelijke opstelling van afzonderlijke huisjes, geplaatst langs een snelweg, met een intern systeem van opritten en parkeerplaatsen en een duidelijk zichtbaar en opvallend uitgevoerd kantoortje bij de ingang van het complex; vooral populair in de Verenigde Staten tussen het eind van de jaren twintig en het begin van de jaren vijftig. Geen Nederlands equivalent. Zie 'motels'.
Te gebruiken voor kleine gemotoriseerde pleziervaartuigen die worden gebruikt voor activiteiten zoals dagvissen of pleziertochtjes.
Voertuigen met twee wielen die lijken op fietsen maar die groter en zwaarder zijn, met motoren die laag in een frame zijn gezet; meestal met plaats voor één of twee berijders.
Te gebruiken voor berijders van motorfietsen.
Te gebruiken voor de grootste scheepsboten van de 19e en 20e eeuw, kenmerkend zwaar, breed en van karveelbouw. Ze werden oorspronkelijk gebruikt om vracht en mensen te vervoeren, zijn meestal zo'n 5 tot 10 m lang, waarvan de breedte van de boot ongeveer één derde van de lengte is, en hebben een relatief recht voorsteven en vierkant achtersteven. Term wordt steeds meer gebruikt voor kleine gemotoriseerde bootjes van ongeveer dezelfde grootte en vorm. Gebruik 'barkassen' voor de grootste boten uit de 18e en daarvoor.
Te gebruiken voor gemotoriseerde voertuigen te land voor het vervoeren van mensen, materialen of goederen of ontworpen voor specifieke transporthandelingen.
Steile wallen, een hoofdkenmerk van bepaalde 11e- en 12e-eeuwse kastelen.
Procedé voor het maken van een afgietsel of afdruk van een kant-en-klaar of natuurlijk voorwerp, meestal een deel van het lichaam; vaak wordt gebrand gips gebruikt voor deze techniek; soms gebruikt voor het creëren van maskers en dodenmaskers.
Ongestandaardiseerde naam die verwijst naar diverse blauwe pigmenten, waaronder azuriet en azurietvervangers, zoals Bremer blauw en blauw kopergroen.
Quilts, vaak in zwart, wit of grijs met toepasselijke patronen of motieven, vervaardigd door nabestaanden tijdens de rouwperiode. Geen Nederlands equivalent.
Verwijst naar de periode en cultuur waarin specifieke gereedschappen tot ontwikkeling komen in Europa, het Midden-Oosten en Afrika, vanaf 50.000 jaar geleden. De periode is genoemd naar de schuilgrotten bij Le Moustier in het zuidwesten van Frankrijk. De cultuur wordt traditioneel in verband gebracht met Neanderthalers in Europa en hun tijdgenoten in Afrika. Het kenmerkt zich door de expansie van volkeren naar nieuwe gebieden en aanpassingen aan nieuwe omgevingen, zoals diversificatie en specialisatie van stenen werktuigen, vakkundig en selectief jagen en doelbewust begraven. De cultuur heeft enige overlap met het Clactoniën.
Italiaanse kunststroming die in 1948 ontstond en was geënt op de Zwitserse Art Concret. De stroming was echter niet vast omlijnd en kende ook geen manifest. De kunstenaars wezen het sociaalrealisme af, evenals het automatisme en irrationalisme. Ook publiceerden ze maandelijks en jaarlijks een bulletin, dat vermaard werd om de unieke opmaak en typografie.
Italiaanse architectuurbeweging die van 1930-1931 actief was en bestond uit een groep rationalistische architecten. Nadat er interne tweestrijd was ontstaan over de deelname van MIAR-architecten aan overheidsprojecten, viel de groep elkaar.
Beschrijft werk dat is vervaardigd door het gelijknamige Berbervolk, dat hoofdzakelijk in de Algerijnse Sahara-steden Ghardaia, Gurara en Berriane leeft.
Beeldende werken, waarbij voorstellingen of patronen zijn gevormd uit kleine, regelmatig gevormde stukjes duurzaam materiaal, meestal steen of glas. Te onderscheiden van 'opus sectile', dat bestaat uit stukjes duurzaam materiaal, meestal ook steen of glas, in verschillende vormen.
Kaarten die zijn samengesteld uit elkaar overlappende luchtfoto's waarvan de randjes zijn afgescheurd of afgesneden om ze aan elkaar te kunnen passen en aldus een continue weergave van het aardoppervlak te kunnen vormen.
Vakmensen of kunstenaars die oppervlakken decoreren met patronen of afbeeldingen die zijn samengesteld uit kleine, regelmatig gevormde stukken gekleurd duurzaam materiaal, zoals steen of glas.
Verwijst naar de stijl van de kunstvoorwerpen die werden vervaardigd door Spaanse christenen tijdens de moslimheerschappij van de 9e tot de 11e eeuw. De stijl verplaatste zich naar het noorden en is tevens zichtbaar in kerk- en kloosterarchitectuur, verluchte handschriften, beeldhouwkunst en ivoorsnijkunst. Kenmerkt zich door de vermenging van traditionele Spaanse volkscultuur en Moorse vormen en motieven.
Verwijst naar een indeling of standaard van digitale audiocompressiebestanden, specifiek ontworpen voor het verzenden van bestanden via internet. Gebruikt de bestandsextensie .mp3.
Compressieschema dat is ontworpen om de vereiste opslagruimte van digitale video en audio te verminderen. MPEG is een afkorting van Motion Pictures Experts Group, een commissie van de International Standards Organization. MPEG-2 bevat diverse compressieverhoudingen die de beeldkwaliteit verlagen, zodat er minder bandbreedte en opslagruimte voor nodig is. Bedoeld om het uitzenden van gecomprimeerde televisieprogramma's mogelijk te maken en later gebruikt bij de productie van dvd's en online verzending.
Verwijst naar werken die zijn vervaardigd door de gelijknamige Afrikaanse etnische groep, die in Uganda en Rwanda leeft.
Te gebruiken om werken te beschrijven van de gelijknamige Afrikaanse etnische groep die leeft in Tanzania.
Spleettrommen voor boeddhistische of taoïstische tempeldiensten, in de vorm van een abstracte vis, gedrongen en wigvormig, van gelakt kamferhout; bespeeld door ze, liggend in de hand van de speler of op een kussen, met stokjes aan te slaan; China.
Wordt gebruikt voor traditionele Hawaïaanse bouwwerken die zijn bedoeld als eetgelegenheid voor mannen; bevatten vaak het familiealtaar en zijn verboden voor vrouwen.
Familie van 25 genera en circa 129 soorten schimmels die worden gekenmerkt door een thallus zonder segmentatie of vertakkingen. Tot deze familie behoren de pathogene genera Absidia, Apophysomyces, Mucor, Rhizomucor en Rhizopus.
Orde van 12 à 13 families, 56 genera en circa 300 soorten schimmels die worden gekenmerkt door een snelle groei en brede hyphae zonder septa. Veel leden zijn vooral bekend door de schade die zij aanrichten aan opgeslagen voedsel en doordat zij schimmelinfecties bij mensen veroorzaken.
Klasse die drie ordes, 61 genera en 325 soorten schimmels omvat, waaronder ook snelgroeiende soorten, overwegend saproben, plantpathogenen en mycoparasieten. Daartoe behoren ook soorten die schimmelinfecties bij de mens kunnen veroorzaken.
Vestibules of andere ingangsruimten waar natte en modderige kleding of schoeisel kan worden uitgetrokken alvorens het huis te betreden. Geen Nederlands equivalent, gebruik 'vestibules'.
Het opblazen van een kei door er een hoeveelheid explosieven tegen aan te plaatsen zonder de explosieven in een van tevoren geboord gat te stoppen.
Verwijst naar de stijl in de architectuur en decoratieve kunsten die zich in Spanje en Portugal ontwikkelde in de periode dat de Moren geleidelijk de macht over het Iberische schiereiland verloren, grofweg tussen de 12de tot de 15de eeuw. De term is ontleend aan het Arabische woord voor vazal en werd oorspronkelijk gebruikt voor het werk dat door moslim-ambachtslieden werd uitgevoerd voor christelijke meesters in baksteen, pleister, hout en tegelwerk. Tegenwoordig wordt de term gebruikt voor alle laat-Middeleeuwse Spaanse werken in de islamitische traditie, waaronder boekbindkunst, textiel, keramiek, ivoorkunst, meubelen en ingelegd hout en metaal. De stijl kenmerkt zich door de moslimvormen en –motieven zoals arabesken, Koefische inscripties, stalactitisch werk, azulejo-werk en hoefijzerbogen.
Kleine lichtgewicht standaarden met meerdere verdiepingen, die vaak opvouwbaar en draagbaar zijn. Ze worden op een tafel neergezet met licht voedsel erin, zoals muffins.
Uitstekende metsellagen van baksteen die diagonaal zijn geplaatst waardoor een hoek van het muuroppervlak uitsteekt.
Zachte laarzen van robbenpels of andere dierenpelsen of huiden in mocassin model, ontwikkeld door de inheemse bevolking van de Noordamerikaanse noordpool- en subarctische gebieden. Ook soortgelijke laarzen die vaak van zware, duurzame katoen zijn gemaakt met een zachte zool en voeringen; overgenomen door andere volkeren.
Documenten, zoals brieven, vouwbladen of formulieren, die zijn geproduceerd op een kleine offsetpers die op een kantoor wordt gebruikt om te kopiëren.
20e-eeuwse kunstwerken die gebruik maken van verscheidene duidelijk te onderscheiden kunstvormen, zoals de beeldhouwkunst en muziek of de schilderkunst en lichtkunst. Voor het concept dat bepaalde 20e eeuwse werken bekende kunstvormen laten samenvloeien voor een nieuwe soort kunst wordt 'intermedia' gebruikt. Gebruik 'gemengde media' om werken aan te duiden die bestaan uit een verscheidenheid aan materialen.
Te gebruiken voor de lichamen van mensen of dieren die zijn gebalsemd om te worden begraven volgens de methode van de oude Egyptenaren of op een overeenkomstige manier.
Stenen of houten funerair object uit de Romeinse periode in Egypte. De label werd aan de mummie bevestigd en bevatte informatie in het Grieks of het demotisch over de identiteit van de overledene, zoals naam, leeftijd en woonplaats.
Beschilderde maskers uit stuc, karton, metaal of hout die op het hoofd van een mummie werden geplaatst. De oude Egyptenaren wouden zo de gelaatstrekken van de dode bewaren, die deze zou nodig hebben in het hiernamaals om te kunnen ademen, zien en eten. Deze gelaatstrekken waren geïdealiseerd; pas in de Grieks-Romeinse periode werden ze realistischer.
Portretten van het gezicht in vooraanzicht, meestal volgens de methode van encaustiek, die op de plaats van het hoofd op Egyptische mummies uit de Romeinse tijd (2e en 3e eeuw na Chr.) werden geplaatst; veelal afkomstig uit El Fayum.
Te gebruiken om werken te beschrijven van de gelijknamige Afrikaanse etnische groep die voornamelijk leeft in het zuidwesten van Tsjaad en in kleinere aantallen in Kameroen.
Te gebruiken om werken te beschrijven van de gelijknamige Afrikaanse etnische groep die leeft in de Democratische Republiek Congo en Soedan.
Wordt gebruikt voor kleine of grote oude Romeinse steden, waaraan burger- en stadsrechten waren toegekend vergelijkbaar met die van koloniën, maar die minder status hadden. Kan ook worden gebruikt voor bepaalde kleine steden in de middeleeuwen.
Documenten, zoals akten, concessies of privileges, die fungeren als bewijs voor aanspraken of rechten op land, goederen of erfenissen.
Opslagplaatsen voor munitie en explosieven.
Een natuurlijke oranjerode verfstof die wordt gewonnen uit de wortel van de Indische meekrap (Rubia cordifolia), afkomstig uit de bergachtige gebieden van Azië. Munjeet is een lichtechte verfstof die vroeger in Azië werd gebruikt voor het verven van katoen. Het belangrijkste kleurmiddel is munjistin, een anthrachinon, en het bevat ook kleinere hoeveelheden purpurine, pseudopurpurine, alizarine en xanthopurpurine.
Genus waartoe diverse soorten muntjaks behoren.
Weegschalen, vooral in gebruik tussen de 13e en de 18e eeuw, voor het wegen van munten om de verspreiding te voorkomen van stukken die te licht waren of die waren verkleind.
Beschrijft werken die zijn vervaardigd door het gelijknamige Afrikaanse volk, dat in het noorden van Nigeria leeft.
Wordt gebruikt voor het netwerk van kleine, zich herhalende celvormen die lijken op heel diepe nissen en die soms met metselwerk overwerkt en onderdeel van de constructie zijn, maar vaker hangen en aangebracht ter decoratie. Ze vormen de onderkant van gewelven en koepels zoals die in de Islamitische architectuur vaak worden aangetroffen.
Verwijst naar de stroming in Mexico, aangevoerd door de kunstenaars Diego Rivera en Alfaro Siquieros, die ernaar streefde muurschilderingen op een hoger plan te brengen, zodat ze als geaccepteerde Mexicaanse kunstvorm zouden worden erkend. De Mexicaanse Muralismo-stroming, waarvan Rufino Tamayo, Juan Soriano en José Clemente Orozco deel uitmaakten, politiseerde de stroming door taferelen uit de Mexicaanse Revolutie, aspecten van de modernisering van het land, de aanhoudende sociale beroering en de klassenstrijd af te beelden in satirische en levensechte stijlen.
Verwijst naar werken die zijn vervaardigd door de gelijknamige Afrikaanse etnische groep, die in Sudan leeft.
Beschrijft de diverse soorten kunstwerken die zijn vervaardigd door de Aboriginalstam de Murngin, die in een gebied in het noordoosten van Australië leefden.
Verwijst naar de Japanse periode en stijl in de kunst die tot ontwikkeling kwam tijdens de opkomst van het Asikaga-shogunaat (1338-1573). Ondanks politieke onrust als gevolg van de Onin-oorlog (1467-1477) werd tijdens de periode de theeceremonie, het bloemschikken, het door China beïnvloedde zwart-wittekenen en de verfijnde lakgravures. In de architectuur kenmerkt de stijl zich door eenvoudige en sobere constructies en het gebruik van grote landschapstuinen waarvan het ontwerp op beroemde schilderijen was gebaseerd.
Bedden die in een kast kunnen worden opgeklapt of gedraaid. Ze zijn genoemd naar de Amerikaanse uitvinder, William L. Murphy.
Beschrijft werk dat is vervaardigd door het gelijknamige Afrikaanse volk, dat hoofdzakelijk in Ethiopië en in het zuiden van Sudan leeft.
Wordt gebruikt voor grotto-achtige ruimten met een watertoevoer, waarvan men dacht dat ze de woonplaatsen waren van of waren gewijd aan de Muzen.
Sloepen met midzwaard, grootzeil en kluiver, die meestal zo'n 4,9 tot 7,9 m lang zijn. Ze zijn halverwege de 19e eeuw in het gebied rond Muscongus Bay, in de Amerikaanse staat Maine, ontworpen om voor de kust van Maine en Massachusetts op kreeften en andere vis te kunnen vissen; voorlopers van Friendshipsloepen.
Te gebruiken om werken te beschrijven van de gelijknamige Afrikaanse etnische groep die leeft in het noorden van Kameroen en Tsjaad.
Zij die zijn gespecialiseerd in de muziekwetenschap.
Muziekwerken die ontstaan door het opnemen van natuurlijke geluiden, waarna deze worden bewerkt en herschikt tot een compositie. Het woord 'concrète' verwijst naar het rechtstreeks werken met geluid in plaats van met een systeem van abstracte muzieknotatie. Deze werken zijn oorspronkelijk op grammofoonplaten opgenomen, maar later, met de komst van de bandrecorder, op magneetband. Deze stijl is circa 1948 ontwikkeld door de Franse componist Pierre Schaeffer en zijn collega's, onder wie Pierre Henry, in de Club d'Essai en Groupe de Recherches Musicales van de Office de Radio-diffusion et Télévision Française. De term 'musique concrète' is voorbehouden aan werken die uitsluitend met natuurlijk voorkomende geluiden zijn gemaakt en op grammofoonplaat of magneetband zijn opgenomen. Gebruik 'elektronische muziek' voor werken die zijn gemaakt op basis van geluiden die in hoofdzaak door middel van elektronische synthese of door het combineren van natuurlijke en synthetische klanken tot stand zijn gekomen.
Orde met één familie en achttien soorten grote vruchtenetende vogels met glanzende paarse, groene en karmozijnrode veren en een opvallende kuif.
Kijkkastmachines met bewegende beelden, die zijn gebaseerd op het principe van tekeningetjes die lijken te bewegen als er snel genoeg doorheen wordt gebladerd; ze waren populair vanaf de jaren 1890 tot rond 1910.
Wordt gebruikt voor aflossings- of rustplaatsen langs oude Romeinse of Byzantijnse wegen (gedurende de 7e eeuw) die voorzien in de minimale behoeften van reizigers. Gebruik 'mansiones' voor plaatsen langs deze oude routes om te overnachten .
Iets door het te veranderen, vaak door een essentieel onderdeel te vernietigen, zodanig aan te tasten dat het als onvolkomen wordt beschouwd.
Dubbelgevoerde gebreide dassen die door inslaan en oprollen ook als muts gedragen kunnen worden.
Nauwsluitende mutsen van linnen of fijne katoen; vooral zoals die werden gedragen door oudere vrouwen en nonnen.
Lange, losvallende japonnen, meestal felgekleurd of versierd, vooral gedragen door Hawaïaanse vrouwen.
Aan een wand op te hangen klamp, meestal met reflector, om er een of meer kaarsen of lampen aan te bevestigen.
Wordt gebruikt voor pijlers, waaronder een aantal zuilen of pilasters, die verdikkingen of uitsteeksels vormen van een muur.
Lagen metselwerk die een doorlopende plint vormen.
Stijl en cultuur van mensen uit de Muzumbi-regio in Angola, voornamelijk de stijl van de handelsgoederen tijdens de Portugese overheersing.
De kunst die zich bezighoudt met het combineren van vocale of instrumentale geluiden binnen een bepaalde tijd om emoties, ideeën of geestestoestanden over te brengen, veelal volgens culturele normen voor ritme, melodie en, in de meeste Westerse muziek, harmonie.
Snaarinstrumenten, in allerlei typen, al of niet met afneembare klankbodem, bestaande uit een buigzame stok kromgetrokken door tussen de uiteinden van de stok gespannen snaren; bespeeld door ze aan te tokkelen, te slaan, te strijken, of te blazen, ook door een combinatie van deze speelwijzen; wereldwijd.
Mechanische muziekinstrumenten in een doos, waarbij stalen uitsteeksels aan het trillen worden gebracht door bewegende delen, aangedreven door een opwindmechaniek.
Groepen muzikanten en/of zangers, variërend in grootte van twee mensen tot hele orkesten.
Beschrijft werken die zijn vervaardigd door het gelijknamige Afrikaanse volk, dat op het Jos Plateau in Nigeria leeft.
Te gebruiken om werken te beschrijven van de gelijknamige Afrikaanse etnische groep die leeft in Ivoorkust.
Verwijst naar de cultuur en stijl die in de late Bronstijd bloeide op het Griekse vasteland en op verschillende eilanden, maar niet op Kreta, van circa 1600 tot circa 1100 v. Chr. De stijl is bekend door aardewerk, beeldhouwkunst, architectuur, metaalwerken en muurschilderingen, en door de invloed op verscheidene gelijktijdige culturen. De stijl kenmerkt zich door een combinatie van vroegere Minoïsche en midden-Helladische motieven met nieuwe elementen die ofwel werden ontwikkeld ofwel van onbekende oorsprong zijn, zoals gestileerde planten en verfijnde composities met levendige, naturalistische (zee-)dieren. In beperkte zin wordt de term gebruikt om specifiek te verwijzen naar de kunst en cultuur van de antieke stad Mycene. Het wordt echter ook gebruikt om te verwijzen naar plaatsen waar de Myceense taal werd gesproken of waar het Linear B-schrift werd gevonden.
Type kunstglas dat circa 1926 is ontwikkeld en geproduceerd door Karl Weidman, voor de Württembergische Metallwarenfabrik (W.M.F.). De techniek wordt gekenmerkt door toepassing van kleurloos, ruw glas dat iriserend wordt gemaakt door zilvergeel en vervolgens mat wordt gebakken, waarna een glinsterend metaalachtig oppervlak resulteert.
Genus met één soort en twee variëteiten van Zuid-Amerikaanse bomen, die worden gewaardeerd om de aromatische hars, het donkerbruine hout en dieprode kernhout.
Grote boomsoort, inheems in Zuid-Amerika en gekweekt in West-Indië. De hars wordt in hoestsiropen, voor de behandeling van astma, in parfums, als smaakstof, voor verf en als een geneesmiddel tegen huiduitslag, hoewel het contact met de hars bij veel mensen juist huidontsteking veroorzaakt.
Genus dat vaak wordt geclassificeerd als een combinatie van twee soorten groenblijvende bloeiende heesters of kleine bomen die inheems zijn in Zuid-Europa, Noord-Afrika en die ook in Australië en Nieuw-Zeeland worden aangetroffen. Ze hebben bladeren die een welriekende essentiële olie bevatten, alsmede een stervormige bloem en een vrucht in de vorm van een ronde blauwzwarte bes met daarin een aantal zaden. Over het aantal soorten binnen het genus lopen de meningen onder deskundigen nogal uiteen. Bij echte mirten bevinden zich een centrale middenrib en een grote nerf net binnen en evenwijdig aan de bladmarge.
Verwijst in algemene zin naar een spirituele zoektocht naar verborgen waarheden, met als doel te worden verenigd met het goddelijke. De term verwijst ook meer specifiek naar een geloof in het bestaan van belangrijke realiteiten die het op waarneming of intellect gebaseerde bevattingsvermogen te boven gaan, en toegankelijk zijn door middel van subjectieve ervaring, zoals intuïtie of meditatie. Vormen van mysticisme zijn te vinden in alle grote religies en in wereldlijke ervaringen.
Genre en traditie die het onderzoek naar de verzameling mythen van een cultuur tot onderwerp hebben. Deze mythen maken deel uit van een bepaalde heersende religieuze of culturele traditie en zijn te vinden in symbolische vertellingen, iconografie of typeringen, meestal aan de hand van verschijningsvormen en persoonlijkheden van goden.
Bestaat uit losse, korrelige materialen zoals steenwol, kurk of ander materiaal dat tussen raamwerkdelen wordt gestort of geperst.
Kleine houten apparaten, gebruikt om de delen van een boek op touwen te naaien, bestaande uit een grondplaat, gewoonlijk met twee verticale stijlen met schroefdraad die een verstelbare horizontale dwarsbalk ondersteunen. De touwen worden strak gespannen tussen de grondplaat en de dwarsbalk.
Ondiepe groeven die worden uitgezaagd in de achterkant van het boekblok nabij de kop- en de staartsnede om ruimte te bieden aan touwen of steeklussen.
Manden die voornamelijk zijn bedoeld om naaigerei in te bewaren; over het algemeen klein, rond en meestal met een deksel. Kunnen een voering van stof hebben.
Voorstellingen van ongeklede menselijke figuren.
Tekeningen gemaakt naar levend model, meestal tekeningen van het naakte menselijke lichaam.
Vaatplanten zoals coniferen, palmvarens en gingko's die zich voortplanten door middel van blootliggende zaden of zaadknoppen, in tegenstelling tot angiosperme of bloeiende planten, waarbij de zaden ingesloten zijn in vruchtbeginselen of rijpe vruchten. De zaden van gymnospermen ontwikkelen zich aan de oppervlakte van schil- of bladachtige aanhangsels in de vorm van kegels of aan het eind van korte stengels. Bij eerdere classificaties beschouwde men gymnospermen als een taxonomische groep, maar onderzoek van fossielen lijkt erop te wijzen dat angiospermen genest zijn binnen de gymnospermen (levende gymnospermen vormen in feite geen clade).
Een van de twee belangrijkste typen handgemaakte kant, naast 'kloskant'. Het wordt gekenmerkt door de werkwijze, waarbij een patroon van draad met naald en draad wordt bewerkt. Er wordt in principe maar één steek gebruikt, de knoopsgatsteek en de geknoopte knoopsgatsteek. Het procedé zou in de 15de eeuw in Italië zijn ontwikkeld, geïnspireerd door ajourwerk en cutwork op linnen. Meestal wordt het ontwerp uitgetekend op papier of perkament, waaronder stof of een ander materiaal ligt. Het ontwerp wordt geschetst met een stiksel dat dient als het ondersteunende raamwerk voor het stuk. De opvulling en het patroon worden aangebracht met naald en enkele draad, met een reeks knoopsgatsteken die niet door de ondergrond worden gehaald. De steken worden in dicht bij elkaar liggende rijen aangebracht om het patroon op te vullen of verder uit elkaar om een maaswerk te vormen. Ook kunnen er rechte rijen steken worden toegevoegd. Een geklost of geweven lint wordt soms gebruikt voor onderdelen van het ontwerp. Het ontwerp wordt met een mes van de ondergrond losgemaakt.
Torenspitsen die slank geconstrueerd zijn doordat ze ingesnoerd zijn; of die zich verheffen vanaf het midden van het platte dak van een toren, binnen een balustrade, die een looppad beschermt waarop steigers kunnen worden opgericht wanneer reparaties nodig zijn.
Verwijst naar werken die worden uitgevoerd met een of meer naalden en draad, garen of koord. De term verwijst in het algemeen naar handwerk. Naaldwerk omvat naaiwerk, borduurwerk, breiwerk, en andere vormen van handwerken. Tot de 20ste eeuw was ‘naaien’ de meest beoefende vorm van naaldwerk in westerse culturen. De meeste meisjes en vrouwen leerden de basisbeginselen van naaien en breien, die zij gebruikten voor het maken van kleding en de afwerking van huishoudtextiel. Sinds de opkomst van het machinaal naaien beperkt het handnaaldwerk zich vaak tot decoratief werk.
Groepen mensen, gewoonlijk georganiseerd als handelsondernemingen, die door de wet worden beschouwd als rechtspersonen die een bestaan, rechten en plichten hebben, die verschillen van die van de individuen die de groep vormen. Gebruik 'vennootschappen' voor groepen mensen die geen rechtspersoon zijn en die contractueel zijn verbonden als gezamenlijke deelnemers in zaken.
Verwijst naar de periode van circa de 4de eeuw v. Chr. tot de 4de eeuw na Christus, toen het koninkrijk van Nabatea floreerde in het noordwesten van Arabië. De stijl van de periode staat bekend om het eclectische karakter en de combinatie van Hellenistische, Romeinse en Oosterse motieven, die vooral te zien zijn in de gevels van de uitgehouwen graven bij Petra, de hoofdstad van het rijk.
Beschrijft werk dat is vervaardigd door het gelijknamige Afrikaanse volk, een subgroep van de Frafra die in het noorden van Ghana leeft.
De periode tussen zonsondergang en zonsopgang, met name de uren waarin het donker is.
Wordt gebruikt voor gelegenheden die avondamusement bieden, bijvoorbeeld variété of komische nummers, die ruimte en muziek bieden om te dansen en waar meestal alcoholische dranken en maaltijden worden geserveerd.
Familie van 102 genera en bijna 2500 soorten kruiden, struiken, bomen en klimplanten, waarvan vele door mensen worden gebruikt voor voedsel en medicijnen.
Draagbare houders om urine en ontlasting op te vangen; cilindervorming met bolle zijkanten, platte bodem en één oor of handvat, soms met deksel. Ze zijn er ook van metaal.
Orde van 121 soorten in 5 families, waaronder die van de uilnachtzwaluwen, reuzennachtzwaluwen en vetvogels. Het zijn nachtvogels met een schutkleur, zwakke poten, zachte veren en zeer grote bekken. De meeste soorten eten insecten die ze vangen terwijl ze vliegen.
Te gebruiken om werken te beschrijven van de gelijknamige Afrikaanse etnische groep die leeft in het noorden van Ghana en Burkina Faso.
Een kristallijne geurige verbinding (C10H8) die wordt verkregen uit koolteer, met een molecuul dat bestaat uit twee geconjugeerde zesringen. Het heeft een penetrante mottenballengeur en wordt gebruikt in verfstoffen, synthetische harsen, explosieven, insecticiden, schimmeldodende middelen en mottenverdelger. Het wordt niet aanbevolen voor algemeen gebruik als insecticide, omdat rekristallisatie mogelijk is op specimens en omdat het onder vochtige omstandigheden wol kan verkleuren. Bovendien is de werking tegen insecten twijfelachtig. Het fluoresceert paars in kwiklicht.
Architectuurstijl die verwijst naar de tempeltypen van Noord-India welke vanaf de 6de eeuw tot ontwikkeling kwamen; de letterlijke betekenis van het woord is 'behorend bij de stad', hetgeen mogelijk verwijst naar de oorsprong van de vorm. Kenmerkend voor een vroege versie van deze stijl waren de hoekprojecties (bhadra) die als hoofdnis van de kubusvormige cella uitkraagden; de nissen bevatten doorgaans afbeeldingen van de in het heiligdom vereerde godheid. De projecties liepen langs de kromlijnige toren omhoog tot aan het hoogste altaar (uttaravedi), dat werd bekroond met een amalaka; tijdens de wijding werd een fioel, gesneden in de vorm van lustervaas, soms met bladerwerk, boven op de amalaka geplaatst. Nissen met wakende godheden (dikpala's) werden op de hoeken geplaatst en extra hoekprojecties werden toegevoegd. Uit deze basisstijl hebben zich diverse regionale vormen ontwikkeld, de zogeheten latina, zo genoemd vanwege de verticale 'klimplanten' of latas. Vanaf de 11de eeuw groeide de populariteit van vormen met meerdere spitsen.
Verwijst naar het werk van een school van schilders die actief was in Nagasaki vanaf de 17de tot en met de 19de eeuw. Nagasaki was de enige haven die toegankelijk was voor buitenlanders tijdens de Edo-periode (1600-1868). Het gevolg was dat kunstenaars uit Nagasaki buitenlandse onderwerpen schilderden, zoals Nederlandse en Chinese bewoners van de stad, waarbij ze vaak Europese en Chinese stilistische innovaties overnamen. De stijl komt duidelijk naar voren in de vier hoofdtypen: houtsneden, officiële portretten geschilderd door overheidskunstenaars, Chinees-geïnspireerde schilderijen van vogels en bloemen, en individualistisch werk waarvoor vaak Westerse technieken voor schakering en perspectief werden gebruikt.
Voorgespannen beton waarin buizen, leidingen of kanalen worden aangebracht op plaatsen waar stalen wapening noodzakelijk is. Nadat het beton is uitgehard, wordt wapeningsstaal in de buizen gebracht, op de juiste spanning gebracht en aan de uiteinden verankerd.
Verwijst naar de periode die is genoemd naar het gebied van Nakhon Pathom in het Dvaravati-koninkrijk. Op het terrein van keramiek wordt deze periode gekenmerkt door hardgebakken houders van aardewerk, begrafenisurnen, votieftabletten van klei, kendi of watervaten met een bolvormige tuit en een lange hals met gevlamde rand, en olielampen, versierd in rood pigment of ingesneden, gestempelde patronen. Sommige keramiekstukken, zoals terracotta beeldjes, dienden als bouwkundige versieringen. In de beeldhouwkunst wordt deze periode gekenmerkt door Boeddha-afbeeldingen met enkele elementen in Mon-stijl, zoals brede gelaatstrekken en lange haarkrullen. De beeldhouwkunst is strikt frontaal en symmetrisch en de handen bevinden zich in de vitarka mudr-positie, waarbij de twee handen samen een verenigd gebaar maken, zoals in Dvaravati-beeldhouwkunst. Deze periode wordt ook gekenmerkt door Boeddha die is gezeten op de 'Europese' manier, met de benen naar beneden hangend en de knieën uit elkaar. Beeldhouwkunst in bas-reliëf uit deze periode wordt gekenmerkt door narratieve panelen verdeeld in twee registers en wordt gebruikt voor het versieren van stoepa-monumenten. Andere artistieke producties zijn gouden en zilveren votieftabletten die rijkdom en macht aanduiden, nek- en borstversieringen gemaakt van platte goudplaten, gouden betelsets, gouden plaquettes in reliëf, uit bladgoud gesneden afbeeldingen van Boeddha en ornamenten en beeldjes die zijn versierd met repoussé, filigreinwerk, emailleerwerk en niellowerk.
Te gebruiken om werken te beschrijven van de gelijknamige Afrikaanse etnische groep die leeft in Namibië en Zuid-Afrika.
Oude Romeinse opvoeringen van spiegelgevechten te water.
Te gebruiken om werken te beschrijven van de gelijknamige Afrikaanse etnische groep die leeft in het noorden van Togo.
Verwijst naar de stijl van kunst die in verband wordt gebracht met Europese missionarissen en kooplui in Japan gedurende de 16de en 17de eeuw, en betrekking heeft op werk van Japanse kunstenaars in een westerse stijl, Europese geïmporteerde kunst en traditionele Japanse kunst waarin Europeanen werden afgebeeld. Na onderricht van de jezuïtische priester Giovanni Niccolo in 1583 vervaardigden kunstenaars werken in een traditionele westerse stijl, vaak met een religieus thema. Kenmerkende Namban-motieven, die te vinden waren op kamerschermen, flessen en lakwerk, zijn onder meer westerse mensen, schepen en rozenkransen en kruisen.
Verwijst naar de periode van 1337 tot 1392, toen twee rivaliserende hoven elkaar het legitieme recht op de troon betwistten. De tweedeling symboliseerde een overgang waarin de burgerlijke aristocratie van Kyoto zijn politieke en economische macht verloor aan de militaire klasse in de provincie.
Te gebruiken om werken te beschrijven van de gelijknamige Afrikaanse etnische groep die leeft in Kenia.
Verwijst naar een stijl in de Japanse schilderkunst die floreerde van het midden van de Edo-periode (1600-1868) tot aan de Taisho-periode (1912-1926). De stijl was geïnspireerd op de Chinese geletterde intelligentsia, de zogenaamde Wen ren, een traditie van de leerlingschilderkunst, en was bedoeld voor een klein, intellectueel publiek. In tegenstelling tot andere stijlen die in grote Japanse ateliers tot ontwikkeling kwamen, maakt de Nanga-stijl gebruik van afwisselende technieken, stijlen en onderwerpen, die eerder met elkaar verbonden zijn door een losse traditie dan door gestandaardiseerde regels. De stijl kenmerkt zich doorgaans door de combinatie van schilderkunst, poëzie en kalligrafie, met een voorkeur voor subtiel penseelwerk, geen of gedempt kleurgebruik en abstractie van natuurlijke vormen om een uiterst persoonlijke kijk op de natuur weer te kunnen geven.
Meestal gebruikt om te verwijzen naar de belangrijkste inwendige ruimte van een Griekse tempel, met daarin het beeld van een godheid, hoewel het woord soms ook als synoniem van 'cella' wordt gebruikt.
Familie van ongeveer 1000 soorten groenblijvende en bladverliezende bomen en struiken in 7 of 8 genera, gekenmerkt door afwisselend geplaatste enkelvoudige en geveerde bladeren, eenslachtige bloemen in de vorm van katjes en vruchten in de vorm van noten in napjes.
Fabrikantenterm gebruikt in de 19e eeuw om een kleine kom van willekeurig welke vorm te omschrijven. Sommige nappy's hebben een deksel, terwijl andere lijken op een compôteschaaltje. Geen Nederlands equivalent.
Te gebruiken om werken te beschrijven van de gelijknamige Afrikaanse etnische groep die leeft in de regio rond het Tsjaadmeer in het zuiden van Tsjaad.
Verwijst naar de periode en stijl die zich van 710-794 v. Chr. ontwikkelde toen Nara de eerste vaste Japanse hoofdstad was, en waarin de pogingen om de Chinese cultuur naar de kroon te steken op hun hoogtepunt waren. De periode kenmerkt zich door de vervaardiging van kleine lakbeeldjes met een holle kern en door de bouw van grote tempels in de bergen die bestonden uit zalen en pagodes die in harmonie met de natuurlijke omgeving werden geconstrueerd, hetgeen een afwijking betekende van de strenge ontwerpen uit de Asuka-periode.
Te gebruiken om werken te beschrijven van de gelijknamige Afrikaanse etnische groep, een subgroep van het San-volk, die leeft in Botswana.
Een soort Japanse lakdecoratie die letterlijk 'perenschil' betekent en die wellicht is ontstaan in de Heian-periode (794-1185). De term verwijst naar twee verschillende stijlen die tijdens de Kamakura-periode (1185-1333) op grote schaal werden gebruikt. In de ene wordt een fijn metaalpoeder aangebracht op een gelakt oppervlak, waarna er een transparante laklaag op wordt aangebracht. In de andere worden gouden of zilveren schilfers verspreid over een gelakt oppervlak, waarna er de oranje lak van het type 'nashiji urushi' op wordt aangebracht. Deze techniek werd vaak gebruikt om grote, minder belangrijke delen van lakwerk te bedekken, zoals de onderkant van een kist.
Verwijst naar de cultuur van een Noord-Amerikaanse indianenstam die op de oostzijde van de Beneden-Mississippi woonde toen Europese kolonisten in de vroege 18de eeuw arriveerden in het gebied. Hun taal behoorde tot het Macro-Algonquian fylum en de Muskogean-familie; ze hadden een landbouwcultuur, verwant aan die van andere Muskogean-stammen. Ze worden vaak beschouwd als de laatste overlevenden van de grote Mississippi-cultuur. Hun voorstellingswereld wordt gekenmerkt door verwijzingen naar zonnedienst en vuur, en naar hun Groene Maïs midzomerfestival. Hun cultuur raakte in verval en het volk raakte verspreid na de komst van Europeanen.
Soevereine staten die vaak zijn begonnen met een grote groep mensen verbonden aan een bepaald gebied en beschikkend over duidelijk waarneembare etnische, historische of culturele kenmerken.
Karakteristieke bouwwerken, meestal gebouwen, locaties, districten, bouwconstructies of objecten, die in cultureel opzicht van nationaal belang zijn volgens de criteria van de National Park Service van de Verenigde Staten.
Hieronder vallen enerzijds bibliografieën waarin alle boeken en andere geschriften die in een bepaald land verschijnen, worden gecatalogiseerd en anderzijds bibliografieën waarin publicaties over een bepaald land worden gecatalogiseerd.
Collecties die worden onderhouden door de landsregering en die meestal worden bewaard in een bibliotheek, archief of museum.
Besef van nationaal bewustzijn dat één natie boven alle andere verheft en primair de nadruk legt op de bevordering van de cultuur en belangen van dat land in plaats van dat van andere landen of supranationale groepen. Gebruik 'patriottisme' voor de liefde voor iemands vaderland en toewijding aan de belangen van dit land in het algemeen.
Verwijst meestal naar de cultuur van de inheemse bevolking van het westelijk halfrond, en in het bijzonder naar de inheemse bevolking van Noord-Amerika, met uitzondering van de Eskimo's en Aleoeten. De term wordt ook wel in breder verband gebruikt om te verwijzen naar de cultuur van alle oorspronkelijke bewoners van Noord-, Midden- en Zuid-Amerika en West-Indië die tot het Mongoolse ras worden gerekend. In het Nederlands wordt voor dit brede begrip vaak de term 'indiaan(s)' gebruikt, terwijl 'Native American' uitsluitend verwijst naar de culturen van de inheemse inwoners van de Verenigde Staten en Canada met uitzondering van de Eskimo's en de Aleoeten. Inheemse volkeren van Canada gebruiken de term ‘First Nations’ om naar hun eigen gemeenschappen te verwijzen; vaak gebruiken ze deze term ook in bredere zin om naar alle inheemse volkeren van Noord-, Midden- en Zuid-Amerika te verwijzen.
Zacht, wasachtig, licht, zeer kneedbaar, zilverwit, instabiel metaalhoudend element uit de alkaligroep. Natrium heeft symbool Na in het periodiek systeem, en atoomnummer 11. Natrium is het meest voorkomende alkalimetaal, en is het op vijf na meest voorkomende element op aarde. In de natuur komt natrium uitsluitend in verbindingen met andere stoffen voor. De stof heeft een sterke affiniteit voor zuurstof en andere niet-metaalhoudende elementen. Natrium is sterk reactief, verbrandt met een gele vlam, oxideert bij blootstelling aan lucht en reageert heftig met water. Natrium is het belangrijkste kation (positief ion) van extracellulaire lichaamsvloeistoffen. Natrium is een essentiële voedingsstof voor dieren; het draagt bij tot de instandhouding van het bloedvolume, reguleert de waterbalans in cellen en zorgt ervoor dat zenuwen blijven functioneren.
Verwijst naar een type glas dat wordt gekenmerkt door het feit dat het één donkere kleur door en door heeft. Het vervaardigingsprocedé is al oud en is gebaseerd op een combinatie van silica, potas en kalk, waarbij de kleur ontstaat door toevoeging van metaaloxiden aan het gesmolten glas. De naam verwijst naar de metaaloxiden en naar de gewoonte om de verbinding in een pot van klei in de oven te smelten. Dit type glas werd doorgaans gebruikt bij de vervaardigd van glas-in-loodvensters, met als karakteristiek effect de betrekkelijk geringe hoeveelheid licht die door de warme, verzadigde kleuren van het glas heen dringt. Later werd een techniek ontwikkeld die 'cameeglas' werd genoemd, waarbij gekleurde lagen over helder of wit glas werden aangebracht, zodat het venster meer licht doorliet.
Kleine doosjes om het theepoeder in te bewaren dat men gebruikte voor de theeceremonie. Ze werden gemaakt van verschillende materialen, onder meer hout, droog lakwerk, aardewerk, metaal en zwarte kwarts. Men versierde ze op diverse manieren en gebruikte ze alleen in de zomer.
Negatieven op glas gemaakt volgens het natte collodiumprocédé. Het collodium diende als bindmiddel van de lichtgevoelige laag op het glas. Het collodium werd opgelost in een mengsel van ether en alcohol en vervolgens op de plaat uitgevloeid. Door onderdompeling van de plaat in een oplossing van zilvernitraat werd het lichtgevoelige zilverjodide gevormd. De plaat moest daarna, in natte toestand, meteen worden belicht in de camera, aangezien de lichtgevoeligheid tijdens het drogen van het collodium afnam. Het negatief moest direct in de belichting ontwikkeld worden.
Een algemene term voor een eigenschap van kunstwerken waarin de voorstelling is (of lijkt te zijn) gebaseerd op de directe waarneming van de buitenwereld, vooral in contrast met werken die meer gestileerd, abstract of gebaseerd op stereotypen zijn. Hoewel een werk zowel naturalistisch en realistisch kan zijn, onderscheidt het naturalisme zich van het realisme door het niet per definitie belichten of benadrukken van gebreken en tekortkomingen van het afgebeelde onderwerp. Een werk kan zowel naturalistisch als enigszins geïdealiseerd zijn wanneer grote gebreken en lelijkheid niet worden uitgebeeld.
Verwijst naar een filosofie die is gebaseerd op het idee dat alle fenomenen te verklaren zijn aan de hand van natuurlijke oorzaken zonder ze spirituele, morele of bovennatuurlijke betekenis toe te kennen.
Te gebruiken voor het concept van de fysieke wereld, inclusief de krachten die daarin aan het werk zijn en het niet-menselijk leven dat zich erin bevindt, door mensen waargenomen als gescheiden en onafhankelijk van henzelf, hun activiteiten en beschaving. Gebruik 'milieu's (objectgroepen)' voor verzamelingen van fysieke dingen, toestanden en invloeden die bepaalde organismen of gemeenschappen van organismen omringen en beïnvloeden. Gebruik 'ecologie' voor de tak van van de biologie, die zich bezighoudt met de verbanden en de wisselwerking tussen organismen en hun leefomgeving.
Algemene term voor materialen die worden verkregen uit de afscheiding van bepaalde bomen of struiken. Natuurlijke harsen zijn aromatische koolwaterstoffen die doorgaans oplosbaar zijn in alcohol of terpentijn en niet in water.
Een residu dat achterblijft na het destilleren van pijnboomhars; wordt voornamelijk gebruikt bij het maken van vernis, papierstijfsel, zeep en hechtmiddelen.
Wetenschappers die zijn geschoold in of werken op het gebied van de wetten die de structuur van het zichtbare heelal bepalen en de wisselwerkingen tussen basiscomponenten, zoals materie en energie, met als algemeen doel het verklaren van natuurlijke verschijnselen.
Wordt gebruikt voor land- en watergebieden waar menselijke invloed, als die al aanwezig is, niet van ecologisch belang is op het gebied als geheel. Gebruik deze term in tegenstelling tot 'cultuurlandschappen': gebieden die substantieel gewijzigd of veranderd zijn door de activiteiten van mensen.
In algemene zin, zijn oorsprong hebben binnen de normale samenstelling en werking van zaken zoals die in de natuur worden aangetroffen, en die nauwelijks of geen enkele menselijke bewerking hebben ondergaan. Verwijst in specifieke zin naar blaasinstrumenten zonder kleppen, toetsen of andere mechanische voorzieningen voor het veranderen van de toonhoogte welke door het instrument wordt voortgebracht.
Grondstoffen of goederen met enige economische waarde die niet door mensen worden geproduceerd. Natuurlijke hulpbronnen zijn er in drie soorten. De eerste is niet-herwinbaar, bijvoorbeeld olie en kolen, waarvan de voorraad uiteindelijk uitgeput raakt. De tweede soort is herwinbaar, zoals water en vis, die reproduceerbaar is. De derde is onuitputtelijk en kan dus niet uitgeput raken door consumptie. Een voorbeeld is een landschap van een buitengewone schoonheid, waarvan zij die het zien gebruikmaken, terwijl de eigenaar verdient aan het toerisme.
Categorie van wetenschappen die zich bezighoudt met wezens, voorwerpen, energie en processen die in de natuur waarneembaar zijn, en met objectief meetbare verschijnselen.
Te gebruiken om werken te beschrijven van de gelijknamige Afrikaanse etnische groep die leeft in Togo.
In zee levende koppotigen met een uitwendig schild met een groot aantal kamers en enkelvoudige septa. Wordt vertegenwoordigd door een gering aantal nog levende soorten, maar in het vroege Paleozoïcum leefden er wel 2500 soorten.
Zeer oude onderklasse (of orde) waarvan Nautilus het laatste nog levende genus is. Oude exemplaren zijn paleontologisch belangrijk voor de datering van de lagen waarin ze voorkomen.
Wordt gebruikt voor diverse instrumenten, zoals kompassen, tolkompassen en sextanten waarmee navigators, meestal van vaartuigen of luchtvaartuigen, hun positie, koers en afgelegde afstand vaststellen.
Verankerde drijvende toestellen die als baken dienen voor de scheepvaart door de grenzen van de bevaarbaarheid aan te geven op waterwegen of gevaren te markeren, zoals wrakken, rotsen, mijnen, schietterreinen of telegraafkabels.
Verwijst naar de stijl van het beeldhouwwerk dat werd vervaardigd op het Egeïsche eiland Naxos tussen circa 600 en 480 v. Chr., tijdens de periode die overeenkomt met de Grieks- Archaïsche periode. Het eiland is vooral bekend als centrum voor de vervaardiging van monumentale beeldhouwwerken, met name de kouroi, vanwege de talloze marmergroeves.
Van of met betrekking tot Jezus van Nazareth; vooral bij verwijzing naar vroegchristelijke of joodse sekten die Nazareens werden genoemd, het meest specifiek naar een joods-christelijke sekte in het 4de-eeuwse Syrië. Wordt ook in bredere historische zin gebruikt om te verwijzen naar willekeurige christenen.
Verwijst naar de moderne protestantse Kerk van de Nazarener, in 1895 gesticht in Californië (Verenigde Staten).
Beschrijft werk dat is vervaardigd door het gelijknamige Afrikaanse volk, dat in Centraal-Ghana leeft.
Beschrijft werk dat is vervaardigd door het gelijknamige Afrikaanse volk, dat in het noordoosten van de Democratische Republiek Kongo leeft.
Beschrijft werken die zijn vervaardigd door het gelijknamige Afrikaanse volk, dat in het centrale zuiden van Tanzania leeft.
Te gebruiken om werken te beschrijven van de gelijknamige Afrikaanse etnische groep die leeft in Zimbabwe en Mozambique.
Beschrijft werken die zijn vervaardigd door het gelijknamige Afrikaanse volk, dat in de Democratische Republiek Congo leeft.
Beschrijft werk dat is vervaardigd door het gelijknamige Afrikaanse volk, dat in Kameroen leeft.
Verwijst naar werken die zijn vervaardigd door de gelijknamige Afrikaanse etnische groep, die in zuidelijk Afrika leeft.
Beschrijft werk dat is vervaardigd door het gelijknamige Afrikaanse volk, dat in de Democratische Republiek Kongo leeft, maar ook in Uganda en Sudan.
Te gebruiken om werken te beschrijven van de gelijknamige Afrikaanse etnische groep die leeft in de Centraal-Afrikaanse Republiek en Soedan.
Verwijst naar werken die zijn vervaardigd door de gelijknamige Afrikaanse etnische groep, die in Angola leeft.
Gebeeldhouwde beeltenissen van koningen van het Afrikaanse koninkrijk Kuba, meestal in kleermakerszit weergegeven, met koninklijke regalia en een mes in de hand; aan de voorzijde van het voetstuk bevindt zich een klein gebeeldhouwd voorwerp dat fungeert als het unieke symbool van de afgebeelde koning.
Beschrijft werk dat is vervaardigd door het gelijknamige Afrikaanse volk, dat in Equatoriaal Guinee leeft, en bestaat uit tal van subgroepen die Kombe spreken.
Gepliseerde hoofdtooien die over het hoofd worden gelegd en dan een brede waaier vormen. Het plooisel reikt soms slechts tot het puntje van het oor maar kan ook doorlopen tot aan de kin. Werden gedragen door vrouwen in de 14e eeuw.
Verwijst naar de stijl van artistieke voortbrengselen in de Nederlandse koloniën met een combinatie van Nederlandse en inheemse kenmerken. In de architectuur verwijst de term in het bijzonder naar bouwwerken in Zuid-Afrika en delen van Noord-Amerika, gekenmerkt door gebroken mansardedaken, overhangende dakranden, trapgevels en gemetselde baksteen. De term wordt ook gebruikt om meubilair te beschrijven dat is vervaardigd in Oost-Indië tussen 1602 en 1942, en dat wordt gekenmerkt door gedraaide poten of bedstijlen, rietwerk en het gebruik van inheemse houtsoorten zoals satijn-, teak-, ebben- en kalamanderhout.
De hiërarchie Nederzettingen en landschappen bevat descriptoren voor de grootste elementen van een cultuurlandschap, ongeacht of ze van betrekkelijk geconcentreerde aard zijn (bijvoorbeeld 'retirement communities') of een groot gebied omvatten (bijvoorbeeld 'hoofdsteden'). Nederzettingen worden gedefinieerd als alle plaatsen of gebieden, ongeacht de grootte, die bewoond worden of aangepast zijn door groepen mensen, en die voldoende sociale voorzieningen hebben om betrekkelijk onafhankelijk te zijn. Verder bevat deze hiërarchie descriptoren voor hoofdtypen van natuur- en cultuurlandschappen en hun componenten die de breedste omgevingscontext voor bouwwerken bieden. De natuurlandschappen zijn in deze hiërarchie ondergebracht omdat de AAT geen nadruk wilde leggen op de verschillen tussen natuurlijke omgeving en cultuurlandschap. Het aanbrengen van een dergelijk onderscheid stuit vaak op problemen omdat (a) er geen continuïteit bestaat tussen deze twee, (b) de natuurlijke omgeving grotendeels door mensenhand is beïnvloed en daardoor de eigenschappen van een cultureel artefact heeft gekregen, en (c) het cultuurlandschap vaak op allerlei schaalniveaus als ecologisch systeem fungeert. Relatie met andere hiërarchieën: overheidsinstanties (bijvoorbeeld 'landen' en 'provincies') zijn ondergebracht in de hiërarchie Organisaties. Bijvoeglijke bepalingen bij of samenstellingen met sommige nederzettingen (bijvoorbeeld 'radiaalkaart') maken deel uit van de hiërarchie Abstracte Begrippen. Descriptoren die verwijzen naar afzonderlijke planten en bomen zijn ondergebracht in de hiërarchie Materialen (bijvoorbeeld 'bamboe' of 'grenenhout'), terwijl descriptoren voor algemene vegetatie (zoals 'oerwouden' of 'struiken') hier te vinden zijn. Descriptoren voor infrastructurele voorzieningen, netwerken van gebouwen, andere structuren en uitrustingen die fysiek geordende entiteiten binnen nederzettingen en landschappen vormen (bijvoorbeeld 'busvervoersystemen') zijn ondergebracht in de hiërarchie Objectgroepen en systemen.
Te gebruiken voor de ruimtelijke ordening en verdelingen van bevolkingen en menselijke nederzettingen door het landschap heen.
Te gebruiken voor het proces waarbij een bewerkt kapitaal aan het boekblok wordt bevestigd door de draad waarmee het kapitaal is gevormd, langs de achterkant naar beneden wordt geleid naar een punt onder het kettingnaaisel, door de vouw van de katern en vervolgens weer naar boven, om rond de kern van het kapitaal te worden geleid; dit kan worden uitgevoerd door alle katernen, of om de zoveel katernen.
Wordt gebruikt voor diverse apparaten die zijn ontworpen om de hoeveelheid gevallen regen of sneeuw te meten.
Een zeer zware serpentijnsoort in de vorm van een afgeplatte bol. De naam is afgeleid van het Griekse woord voor nier. De stenen werden door de oude Romeinen gebruikt als standaardgewichten en werden waarschijnlijk ook om de nek van veroordeelde Christenen gebonden voordat deze de verdrinkingsdood stierven. Hierdoor wordt de steen soms ook martelaarsteen genoemd. Nefrietsteen is meestal gitzwart met kleine grijze spikkels en een metaaltextuur.
Verwijst naar een perspectiefsysteem dat is bedoeld om het effect dat objecten op grotere afstand kleiner lijken dan dichterbij gelegen objecten, te neutraliseren. Het maakt gebruik van zichtlijnen om de proporties, vaak van grootschalige letters en versieringen, aan te passen, met als gevolg dat alle letters of versieringen vanuit de kijker gezien op dezelfde schaal lijken afgebeeld. Het systeem werd in de oudheid al door Plato en anderen beschreven, en werd besproken door Dürer en andere kunstenaars uit de renaissance.
Te gebruiken voor een omheinde lege ruimte in architectuur, beeldhouwkunst of schilderkunst, die een essentiële inbreng heeft op de compositie.
Beschrijft gebouwen, in het bijzonder klassieke Griekse en Romeinse tempels en gebouwen met een gelijksoortige structuur, met een of meer rijen van negen zuilen aan een of beide zijden.
Lange, soepelvallende damesochtendjassen of -badjassen, veelal gemaakt van zachte of dunne stof, decoratief afgezet met kant, bont of ruches.
Kleppen of flappen als onderdeel van een hoofddeksel ter bescherming van de nek.
Beschrijft werk dat is vervaardigd door het gelijknamige Afrikaanse volk, een rondtrekkend Berbervolk dat in Mauritanië en Mali leeft.
Te gebruiken om werken te beschrijven van de gelijknamige Afrikaanse etnische groep die leeft in de oostelijke Nigerdelta.
Stam van ongeveer 900 bekende soorten. Het zijn de eenvoudigste dieren die een vatenstelsel hebben en een darmkanaal met een aparte mond en anus. Gewoonlijk is het lichaam lang en dun. Als de dieren bewegen, wordt het lichaam vaak ver uitgerekt. De meeste soorten leven vrij in de zee, maar er zijn ook enkele parasieten en sommige soorten leven in zoet water of op het land.
Verwijst naar de stijl van de beeldhouwers uit de 1ste eeuw v. Chr. tot de 2de eeuw na Chr., die het woord Athenaios aan hun handtekeningen toevoegden. Volgens het classificatiesysteem van de 19de-eeuwse kunsthistoricus Heinrich Brunn. De beelden werden vervaardigd voor rijke opdrachtgevers in Griekenland, Pergamon, Alexandrië en Italië. De stijl kenmerkt zich door het kopiëren van, of aanpassen aan de beroemde vroegere Griekse beelden, en speelde een belangrijke rol bij het overbrengen van de klassieke Griekse stijl op de Romeinen en later de West-Europese cultuur. De stijl onderscheidt zich door het formalisme en de kunstmatigheid, die afwijken van het realisme dat typerend was voor de Romeinse kunst uit deze periode.
Verwijst naar de kunstvorm, voornamelijk in de schilderkunst, die was geïnspireerd op het Duitse expressionisme en die met name populair werd in Italië, Duitsland en de Verenigde Staten aan het eind van de jaren 70 en het begin van de jaren 80 van de 20ste eeuw. De stijl kenmerkt zich door grote figuratieve werken, snel en schetsmatig geschilderd, vaak met objecten die in het oppervlak werden verwerkt, zoals kapotte borden en stro.
Verwijst naar het werk van een groep kunstenaars die hun werk in het midden van de jaren 80 van de 20ste eeuw tentoonstelde in de New Yorkse wijk East Village. De groep gebruikte de ideeën van eerdere stromingen zoals Dada, ‘Hard-Edge’ en Pop art in werk dat doelbewust berekenend en rationeel is, bijvoorbeeld in schilderijen in harde neonkleuren, kitschobjecten en beeldhouwwerken vervaardigd van consumentenproducten.
Te gebruiken voor bepaalde neoklassieke, met name Franse, architectuur uit het midden van de 19e eeuw.
Duitse stroming uit het begin tot het midden van de 20ste eeuw die de nadruk legde op idealisering van het Duitse verleden, om zo het hoofd te bieden aan een vermeende dreiging van het Franse impressionisme en andere invloeden die als 'on-Duits' werden gezien. Adolf Hitler heeft deze stroming uit propagandistische overwegingen omarmd.
Verwijst naar een schilderstijl en kunsttheorie die wordt geassocieerd met een groep Franse kunstenaars die tussen 1886 en 1906 werkzaam waren. De term werd voor het eerst vermeld door Félix Fénéon, in een recensie van de achtste en tevens laatste impressionistische tentoonstelling van 1886. Door het gezamenlijk exposeren van hun werk binnen één ruimte benadrukten Camille Pissarro, Lucien Pissarro, Paul Signac en Georges Seurat dat ze dezelfde visie onderschreven. Andere kunstenaars die in deze stijl werkten, waren Charles Angrand, Louis Hayet, Henri Edmond Cross, Léo Gausson, Hippolyte Petitjean, Albert Dubois en Maximilien Luce. Seurat wordt als de belangrijkste exponent van deze stroming beschouwd. Het neo-impressionisme ontwikkelde zich uit het impressionisme, maar zette zich er ook tegen af. Evenals bij het impressionisme stonden licht en kleur centraal. Het impressionisme was echter spontaan en empirisch van aard, terwijl het neo-impressionisme zich nadrukkelijk baseerde op wetenschappelijke grondbeginselen, hetgeen resulteerde in composities met een meer formalistisch karakter. De hiermee geassocieerde techniek wordt pointillisme genoemd, terwijl de bijbehorende theorie als divisionisme wordt aangeduid. De twee termen worden echter vaak door elkaar gebruikt en kunnen beide verwijzen naar zowel de stijl als de stroming zelf. Het neo-impressionisme heeft slechts betrekkelijk kort bestaan, maar had wel een grote invloed op andere kunstenaars en stromingen aan het eind van de 19de eeuw en het begin van de 20ste eeuw.
Beweging onder de Franse schilders van de jaren 20 en 30 van de 20ste eeuw, als reactie op de destijds moderne stromingen als het surrealisme en kubisme. Feitelijk was het bedoeld als poging om een brug te slaan tussen het modernisme en het academisme, met de nadruk op de normaal waargenomen realiteit. De officieuze leider van de beweging was Dunoyer de Segonzac, en andere kunstenaars die met de beweging in verband worden gebracht waren Robert Lotiron, Raymond-Jean Legueult, Charles Dufresne en Luc-Albert Moreau. Er is geen relatie tussen het Néo-Réalisme en de latere stroming die bekend zou worden als Nouvelle Réalisme.
Te gebruiken voor laat 18e- en 19e-eeuwse kunst en architectuur die de beginselen van het classicisme volgt. Gebruik 'neoklassiek' voor architectuur en ornamentatie van het eind van de 18e tot het begin van de 20e eeuw, die vrij sterk is gebaseerd op oude klassieke vormen.
Verwijst naar de stijl in de architectuur en decoratieve kunsten uit het midden van de 18e eeuw tot het midden van de 19e eeuw. De stijl wordt gekenmerkt door het gebruik van roosvensters, pinakels, maaswerk, tracering, veelpassen, en polychrome effecten geïnspireerd door de gotische architectuur uit de late middeleeuwen en gereproduceerd met als oogpunt de historische nauwkeurigheid.
Verwijst naar de stijl in architectuur en kunstnijverheid die opgang maakte in Europa en de Verenigde Staten van de jaren 50 van de 18de eeuw tot circa 1840. De stijl wordt gekenmerkt door het gebruik van klassiek Griekse vormen en ornamenten, en trachtte, geïnspireerd door 18de-eeuwse archeologische opgravingen, zo nauw mogelijk aan te sluiten bij de oorspronkelijke voorbeelden.
Te gebruiken voor architectuur en ornamenten vanaf het einde van de 18e eeuw tot het begin van de 20e eeuw die vrij sterk is gebaseerd op oude klassieke vormen. Gebruik 'neoclassicistisch' voor andere laat 18e en 19e-eeuwse architectuur en kunst die de beginselen van het classicisme volgt.
Verwijst naar de laatste fase in de ontwikkeling van een menselijke cultuur tijdens het stenen tijdperk. De fase kenmerkt zich door het hoogwaardige stenen gereedschap dat werd vervaardigd door middel van polijsten en malen, de wijdverbreide domesticatie van dieren en planten, de vestiging in permanente nederzettingen en de introductie van aardewerk en geweven stof. Neolithische culturen ontstonden voor het eerst tijdens het Holoceen, ongeveer 9.000 v. Chr., en hielden in bepaalde afgelegen gebieden van de wereld stand tot in de 19de eeuw. De artistieke voorwerpen zijn houten en stenen huizen, religieuze monumenten, forten en fortificaties, houtsnijwerk, schilderingen, textiel en aardewerk.
Lampen die bestaan uit luchtledige glazen buizen die zijn gevuld met geïoniseerd neongas, dat een elektrische stroom door de buis leidt.
Verwijst naar de Nederlandse kunststijl die voortkwam uit de theorieën van De Stijl en die door Piet Mondriaan in 1919 als zodanig werd benoemd. De stijl kenmerkt zich door een strikt gebruik van rechte lijnen, rechte hoeken en primaire kleuren in combinatie met grijs, zwart en wit.
Verwijst naar een filosofie die is ontwikkeld door Plotinus in Alexandrië in de 3de eeuw n. Chr., waarbij deze een aangepaste versie van het platonisme combineerde met aspecten van het joodse en christelijke gedachtegoed, en mogelijk ook van oosters mysticisme. In het neoplatonisme is er één bron waaruit alles wat bestaat, voortkomt en waarmee een individuele ziel op mystieke wijze kan worden verenigd. Bovendien bestaan er meerdere zijnsniveaus, waarvan het fysieke universum dat zintuiglijk waarneembaar is, het laagste is. Van het neoplatonisme zijn in de loop van vele eeuwen verschillende vormen ontwikkeld; het leefde talloze malen opnieuw op in de geschiedenis en is vaak aangepast.
Filmstroming die begon in Italië tegen het einde van de Tweede Wereldoorlog en die wordt gekenmerkt door het gebruik van zowel professionele als niet-professionele acteurs, alledaagse omgevingen en thema's, en een afkeer voor verhalen met een happy end. De films gaan vaak over sociale kwesties en de alledaagse beslommeringen van de personages.
Verwijst naar de stijl in de 19de-eeuwse Europese en Amerikaanse architectuur en decoratieve kunsten die in eerste instantie geïnspireerd werd door de Italiaanse Renaissance en wordt gekenmerkt door pilasters, het landleven, en klassieke motieven. Later bevat het Renaissance stijlen gebaseerd op regionale of nationale variaties zoals de Elizabethaanse en Jacobijnse oplevingen en de Franse renaissance opleving.Periode 1875-1915
Onderklasse van vogels met een goed ontwikkeld borstbeen, een relatief korte staart en voorste ledematen die in vleugels zijn veranderd. De tanden zijn vervangen door hoornen rhamphotheca.
Verwijst naar de 19de eeuwse stijl die ontstond in Frankrijk en die zich verspreidde over andere delen van Europa, Engeland en de Verenigde Staten. De stijl maakte opnieuw gebruik van rococo-vormen en motieven in interieurontwerpen en de decoratieve kunst.De term wordt ook gebruikt in de schilderkunst voor het werk kunstenaars die probeerden om de lyriek, kleur en levendigheid van de rococo-kunstenaars te doen herleven, met name van Watteau.
Verwijst naar de stijl in de Europese en Amerikaanse architectuur die zich voordeed van de jaren 20 van de 19de eeuw tot aan het einde van de 19de eeuw. De stijl is gebaseerd op de 11de en 12de eeuwse Romaanse kerkarchitectuur en kenmerkt zich door halfronde bogen, kruisgewelven, tongewelven en karig gebruik van naturalistische ornamenten.
Verwijst naar de Britse stijl die tussen de jaren 30 en 50 van de 20ste eeuw van invloed was op zowel beeldende kunst, literatuur, theater en film. De stroming werd beïnvloed door het surrealisme. De stijl kenmerkt zich door emotionaliteit en theatraliteit en werken die de kwetsbaarheid van het menselijke lichaam en persoonlijke, visionaire landschappen verbeelden.
Hoofdzakelijk gebruikt om te verwijzen naar een bouwstijl die zich vanaf het einde van de 19de eeuw tot 1917 manifesteerde en zich liet inspireren door oude Russische decoraties en ruimtelijke constructies. De stijl valt te herkennen in tal van Oudgelovigen-kerken die tussen 1906 en 1917 zijn gebouwd. De Neorussische stijl is ouder dan de Moderne Stijl, de Russische reactie op de Art Nouveau, en bleef ook daarna nog in zwang. De stijl wordt als een afzonderlijke stroming beschouwd. Belangrijke vertegenwoordigers zijn Ivan Fomin en Ivan Zjoltovski.
Te gebruiken om een manier van bouwen te beschrijven, met name in suburbane nieuwbouwgebieden in de Verenigde Staten, die zich kenmerkt door gebruik van land, toepassing van open ruimten open ruimtes en gebouwen die zijn ingericht op voetgangers, die veel openbare groene ruimte bevat en meer de nadruk legt op grootschalig openbaar vervoer dan op auto’s, en met typische elementen van de traditionele kleine plaatsen in de Verenigde Staten. Populair sinds de jaren 80 van de 20ste eeuw. Gebruik “New Urbanism” voor de Amerikaanse stedenbouwkundige beweging die neo-traditionele ontwerpprincipes toepast.
Een zwart marmer voor sierdoeleinden, waar fragmenten van werden gevonden rond Romeinse ruïnes en waarvan men vermoedt dat het afkomstig was uit Laconië.
Te gebruiken voor gevlochten koorden die rond de schouder worden gedragen op militaire uniformen en worden toegekend als eretekenen. Ook te gebruiken voor soortgelijke koorden als garneersel op vrouwenkleding. Te onderscheiden van ‘vangsnoeren’, die gewoonlijk gevlochten zijn, eindigen in aglets en vooral worden gedragen door adjudanten en soms andere militaire officieren.
Constructies gemaakt, of plaatsen gekozen en aangepast door, een vogel, insect of ander dier om eieren in te leggen en broeden en meestal om de jongen te voeden. De term kan ook worden gebruikt voor constructies of plaatsen die worden gebruikt door dieren die geen eieren leggen, maar die nesten gebruiken om pasgeboren jongen te beschermen.
Christelijke sekte die ontstond in Klein-Azië en Syrië en die het ketterse geloof volgt van Nestorius, een bisschop van Constantinopel in de 5de eeuw. Nestorius stelde dat de goddelijke en menselijke aard van Christus onafhankelijk van elkaar waren en dat het in feite twee personen waren. De meesten van de ongeveer 170.000 leden leven in Irak, Syrië en Iran.
De nestoride is een vattype dat zijn oorsprong heeft in het zuiden van Italië. De term is bedacht door 19de-eeuwse geleerden die een vaas trachtten te identificeren als de beker van Nestor. Nestorides zijn een voortzetting van een eerder vattype dat bekendstond als de trozzella, genoemd naar de schijven die aan de horizontale handvatten waren bevestigd. De nestoride is een aparte vorm vanwege de hoge zijhandvatten. Afbeeldingen van nestorides op Zuid-Italiaanse roodfigurige vazen doen vermoeden dat nestorides hoofdzakelijk werden gebruikt als opslagvaten zoals stamnoi of amforen, maar er waren ook kleinere nestorides met een soortgelijke functie als kantharoi, dat wil zeggen dat ze als drinkbekers dienden. Nestorides zijn het meest gemaakt in Lucania en Apulië.
Sleutelgatzagen met een kort zaagblad dat is bevestigd aan een handgreep zoals van een pistool. Meestal met verwisselbare zaagbladen voor verschillende doeleinden.
Verwijst naar een weefsel met een open structuur gemaakt van garen, draad of touw, gewoonlijk van zijde, katoen, nylon of kunstzijde, met fijne tot grove mazen met vaste afmetingen. De mazen zijn met de hand of machinaal aan elkaar geknoopt. Het materiaal kan worden gebruikt om uiteenlopende artikelen te maken, van sluiers en afwerking van kleding tot tennis- of visnetten. Te onderscheiden van fijne netten die worden gebruikt in kant, hoofddeksels en andere kleding. Gebruik 'netten (objecten)' voor objecten die bestaan uit netvormige schikkingen van draden, knopen of touwen die met een zekere regelmaat zijn verdraaid, geknoopt of samengeweven.
Wordt gebruikt voor geribde tongewelven bedekt met vierkanten die op de diagonaal aangebracht zijn zodat de diagonale ribben aangrenzende erkers kruisen; door het resulterende netwerk van ribben gaat de autonomie van de individuele erkers verloren.
Kousen, meestal van zijde of wol, die in Europa in de 16de en 17de eeuw door mannen werden gedragen als bedekking van het onderbeen.
Een geheel van kruisende en gevlochten lijnen of reeksen ruiten, waardoor een patroon ontstaat dat op een net of web lijkt.
Wordt gebruikt voor voorwerpen die bestaan uit ineengrijpende schikkingen van draden, koorden of touwen die zijn samengedraaid, geknoopt of geweven op regelmatige afstanden. Gebruik de term 'net (textiel)' voor open geweven stof gemaakt van twijn, sterke draad of garen, meestal van zijde, katoen, nylon of rayon, met fijne of grove mazen van vaste afmetingen, die wordt gebruikt om verschillende dingen te maken, van sluiers en garneersel op kleding tot tennisnetten en visnetten.
Handwerk dat wordt gekenmerkt door eenvoudige netten van draad of koord die met elkaar worden verbonden met behulp van knopen. Deze techniek is zeer oud en is bekend in de meeste culturen. Wanneer handwerk wordt geproduceerd onder spanning, ontstaat een stevig textiel. Bij het maken van het net wordt het draad op een verlengde schietspoel of grote naald gewonden; er wordt gebruik gemaakt van een netstok of #gauge om een uniforme afmeting van het net te handhaven. Als de draad rond #de gauge wordt gewikkeld, wordt de draad door een tweede lus geleid om een vissersknoop of andere, niet-verschuivende knoop te vormen. Het net kan zeer veel variatie vertonen in gewicht, vorm of afmeting. Het wordt gebruikt voor het maken van gebruiksvoorwerpen, zoals visnetten, vallen en kleding, en als basis voor het aanbrengen van versiering, zoals bij het vervaardigen van kant of ander textiel.
Kleine schaven waarvan de schaafopening kan worden afgesteld op grof of fijn werk; ze worden gebruikt in hoeken en andere moeilijk bereikbare plaatsen.
Kleine, dikke drinkglazen zonder steel voor het serveren van een bepaalde hoeveelheid whisky of andere sterke drank. De standaardinhoud is ongeveer 45 ml.
Beschrijft de diverse soorten kunstwerken die zijn vervaardigd door de bewoners van het eiland New Britain.
Wordt gebruikt met betrekking tot projecten gesteund door één van de overheidsprogramma's van de Verenigde Staten die behoren het 'New Deal'-beleid en die gedurende verschillende perioden tussen 1933 en 1943 tot stand zijn gebracht.
Beschrijft de diverse soorten kunstwerken die zijn vervaardigd door de bewoners van het eiland New Ireland. De bewoners van New Ireland zijn bekend om hun figuratieve houten beeldhouwwerken, met uitzondering van het zuiden, waar het maken van maskers de belangrijkste kunstvorm is.
Verwijst naar de beweging binnen de Britse beeldhouwkunst van circa 1870 tot circa 1920 die ernaar streefde de kwaliteit van de Britse beeldhouwkunst te herstellen. De stroming werd beschouwd als een verwijdering van het conservationisme en het weinig uitgesproken karakter van het neoclassisicme. De stijl kenmerkt zich door het grotere realisme, een hang naar symbolisme en fantasie, het gebruik van niet-classisistiche thema’s en het gebruik van andere materialen dan marmer.
Verwijst naar de esthetische theorieën van de Hongaarse kunstenaar Lazlo Moholy-Nagy, die hij voornamelijk uitdroeg via zijn fotografie. Zijn stijl kenmerkt zich door het radicale, machinale weergave van objecten en afbeeldingen waarbij de nadruk ligt op beweging en zuiver visuele elementen zoals kleur, licht en vorm.
Verwijst naar de stijlen van een diverse groep landschapsschilders die vanaf het begin van de jaren tachtig van de 19e eeuw actief waren in en rond de stad Newlyn in Cornwall. De kunstenaars in de groep - onder wie Stanhope Forbes, Walter Langley en Frank Bramleyl - volgden de Frans naturalistische en Engels prerafaëlitische tradities.
Catboten die over het algemeen worden gekenmerkt door een diepstekende kiel, een overhangende voor- en achtersteven en gaffelzeilen die niet aan de giek vast zitten; hebben soms een boegspriet en fok en zijn meestal ongeveer 6 tot 7,2 m lang; zijn oorspronkelijk gebouwd in het gebied rond de landpunt bij Newport, in het Amerikaanse Rhode Island.
Een optisch effect dat zich manifesteert als een reeks afwisselend licht en donker gekleurde ringen. Het wordt meestal veroorzaakt door een stuk glas met een rond oppervlak dat ligt op een ander stuk met een plat oppervlak. Hierdoor ontstaat een interferentie van lichtgolven. Genoemd naar de Engelse natuurkundige Sir Isaac Newton, die als eerste onderzoek verrichtte naar de eigenschappen van de ringen.
Te gebruiken om werken te beschrijven van de gelijknamige Afrikaanse etnische groep die leeft in Ivoorkust.
Beschrijft werk dat is vervaardigd door het gelijknamige Afrikaanse volk, dat in het noordwesten van de Democratische Republiek Kongo leeft.
Beschrijft werk dat is vervaardigd door het gelijknamige Afrikaanse volk, een subgroep van de Sara die hoofdzakelijk in Tsjaad leeft, maar ook in Kameroen en Nigeria.
Te gebruiken om werken te beschrijven van de gelijknamige Afrikaanse etnische groep die leeft in de Democratische Republiek Congo.
Te gebruiken om werken te beschrijven van de gelijknamige Afrikaanse etnische groep die leeft in Angola.
Te gebruiken om werken te beschrijven van de gelijknamige Afrikaanse etnische groep die leeft in de regio rond Kinshasa in Congo.
Beschrijft werken die zijn vervaardigd door het gelijknamige Afrikaanse volk, dat in de Centraal-Afrikaanse Republiek leeft.
Beschrijft werk dat is vervaardigd door het gelijknamige Afrikaanse volk, dat in de Democratische Republiek Kongo leeft, met inbegrip van kleine populaties in het noordwesten van Kongo.
Te gebruiken om werken te beschrijven van de gelijknamige Afrikaanse etnische groep die leeft in het zuiden van Tanzania en het noorden van Malawi.
Te gebruiken om werken te beschrijven van de gelijknamige Afrikaanse etnische groep die momenteel leeft in Malawi en Tanzania
Te gebruiken om werken te beschrijven van de gelijknamige Afrikaanse etnische groep die leeft in de Democratische Republiek Congo, op de zuidelijke oever van de rivier de Kasai, tussen de rivieren Kwilu en Luange.
Beschrijft werk dat is vervaardigd door het gelijknamige Afrikaanse volk, dat in Tanzania leeft.
Te gebruiken om werken te beschrijven van de grote verzameling Afrikaanse etnische groepen die gezamenlijk Nguni worden genoemd en die leven in zuidelijk Afrika.
Verwijst naar de periode die de Nguyên-dynastie markeert (1802-1954). De stijl in het eerste gedeelte van deze periode is gebaseerd op de kunst van de Chinese Qing-dynastie (1644-1911) zoals blijkt uit de manier waarop de Nguyên-stad Hue is geconstrueerd als een duplicaat van de Verboden Stad in Peking. Tempels en schrijnen in deze periode worden gekenmerkt door houten beelden van Boeddha en van monniken in stijlen die vergelijkbaar zijn met de stijlen die in de 18de eeuw werden beoefend. In de vroege 20ste eeuw werden de Chinese en boeddhistische thema's over het algemeen verlaten om plaats te maken voor een meer Europese neoklassieke benadering, zoals blijkt uit de stichting van de Ecole des Beaux Arts de l'Indochine in Hanoi in 1925, waar westerse technieken zoals bronsgieten werden onderwezen. De periode wordt ook gekenmerkt door traditionele productiestijlen voor houtgravures, waarbij gebruik wordt gemaakt van rijstpapier dat wordt gekleurd met extracten van mineralen of planten. Afdrukontwerpen omvatten motieven die zijn gebaseerd op de maankalender, illustraties van populaire mythen, taferelen van dorpsfestivals en historische figuren.
Te gebruiken om werken te beschrijven van de gelijknamige Afrikaanse etnische groep die leeft in de Cameroon Grassfields.
Beschrijft werk dat is vervaardigd door het gelijknamige Afrikaanse volk, dat in het noorden van Nigeria leeft.
Verwijst naar werken die zijn vervaardigd door de gelijknamige Afrikaanse etnische groep, die in Ivoorkust leeft.
Een tak van het Japanse boeddhisme, gesticht door de militante boeddhistische hervormer Nichiren (1222-82). Nichiren, die andere vormen van boeddhisme aanviel, geloofde dat de 'lotussoetra' de ultieme waarheid bevatte en vroeg het Japanse volk zich te bekeren tot het ware boeddhisme. Tegenwoordig zijn er bijna veertig subsekten, waarvan Nichiren Shoshu de grootste en belangrijkste is.
Kleine metalen plaatjes met een gegraveerd ontwerp dat wordt gevuld met zwart inlegsel; kwamen veel voor in de 15e en 16e eeuw in Italië.
Mensen die bedreven of gespecialiseerd zijn in niëllotechniek, een techniek voor het versieren van metalen door deze te graveren met patronen die vervolgens worden gevuld met een zwart inlegsel. Soms worden voor het inleggen afdrukken gemaakt van de gegraveerde metalen.
Een techniek om metalen, meestal goud of zilver, te versieren, waarbij in het metalen oppervlak een patroon wordt gegraveerd dat vervolgens wordt gevuld met een zwart inlegsel.
Glas waarvan het reflecterende vermogen is verminderd door coatings toe te passen. De coatings verspreiden reflecties en verhogen de lichtdoorlating tot bijna 99 procent. De standaard niet-reflecterende coating is magnesiumfluoride, waardoor glas een blauwige tint krijgt.
U-vormige metalen voorwerpen met puntige uiteinden, die worden gebruikt om losse artikelen aan elkaar te bevestigen.
Metalen pennetje of beugeltje waarmee men op een snelle manier losse vellen papier aan elkaar kan vastmaken. Meestal omwille van de snelheid gebruikt en niet voor de lange termijn. Veel gebruikt voor pamfletten of andere dunne publicaties, maar niet voor commercieel uitgegeven boeken.
Te gebruiken met betrekking tot kunst uit de jaren zestig die realistisch is in de zin dat er wordt gewerkt met allerlei alledaagse materialen en dat er handelingen of gebeurtenissen worden opgevoerd.
Verwijst naar de periode die grofweg ligt tussen de val van het Assyrische rijk in 612 v. Chr. en de opkomst van het Achaemenidische rijk in 539 v. Chr., en waarin Mesopotamië werd geregeerd door een nieuwe dynastie die in 627 v. Chr. in Babylon werd gesticht door Nabopolassar. De stijl kenmerkt zich door een heropleving van de Babylonische tradities.
Beschrijft de diverse soorten kunstwerken die zijn vervaardigd door de oorspronkelijke bewoners van de eilanden van Nieuw-Caledonië. De bevolking van Nieuw-Caledonië is bekend om de ceremoniële mannenhuizen en Kanakmaskers. Het ceremoniële huis heeft een ronde structuur en wordt omzoomd door kokospalmen en araucaria. Het Kanakmasker bestaat uit een zwart houten hoofd met een opvallend grote neus die over een lachende mond heen steekt, waarbij de mond als kijkgat voor de drager fungeert. Het volledige kostuum bestaat uit een grote hoofdtooi in tulbandvorm van menselijk haar, en een mantel van veren van de reuzenmuskaatduif. Het masker wordt tijdens herdenkingsceremonieën gebruikt als teken dat de ceremonie ten einde is.
Beschrijft de diverse soorten kunstwerken die zijn vervaardigd door de bewoners van het eiland Nieuw-Guinea, waarvan het westelijk deel behoort tot Indonesië en het oostelijk deel de onafhankelijke staat Papoea-Nieuw-Guinea omvat.
Schilderschool die floreerde in Centraal Tibet vanaf de late 17de tot de 19de eeuw. Kenmerkend zijn de naturalistische afbeeldingen, de rijke kleuren (vooral oranje en groen), en de elegante, nauwkeurige details, in het bijzonder van kleding en lotusblaadjes. Van nieuwe Menri-schilderkunst is ook bekend dat de voorkeur niet uitging naar rechte, maar naar gebogen lijnen. Er is veel aandacht voor details in architectuur. Architecturale ensceneringen komen in plaats van de nissen en schrijnen van eerdere schilderwerken. In het werk van deze school krijgen architecturale scènes een verhaal, waardoor een meer afstandelijk gezichtspunt wordt ingenomen. Er is doorgaans weinig open ruimte. Sommige schilderijen van de nieuwe Menri-school vormen een waardevolle bron van informatie over de Tibetaanse tempelarchitectuur, die grotendeels verloren is gegaan.
Verwijst naar de laatste van drie grote tijdperken in de Egyptische beschaving, van circa 1540 tot 1075 v. Chr. Het tijdperk loopt van de Achttiende tot de Twintigste Dynastie. De periode kenmerkt zich door een bloeiende kunst, onder andere zichtbaar in de introductie van kolossale standbeelden, hernieuwde belangstelling voor de schilderkunst, een hoge mate van vakmanschap in zowel de koninklijke als de particuliere beeldhouwkunst, en sierlijke decoratieve en luxueuze kunstuitingen. De belangrijkste architectuur omvatte onder andere kapellen, in de rotsen uitgehakte tomben en monumentale stenen tempels voor het aanbidden van de goden, die een bevestiging vormen van de groeiende macht van het priesterdom. Een korte revolutionaire periode, met name in de representatieve kunst, deed zich voor tijdens de heerschappij van Achnaton in Amarna, toen vele bestaande kloosters werden omgevormd en meer vrijheid van meningsuiting was toegestaan.
Verwijst naar de satirische stroming die zich in de vroege jaren 20 van de 20ste eeuw in de Duitse schilderkunst ontwikkelde en die verdween met de opkomst van het nationaal-socialisme in de jaren 30. De stroming was een reactie op het geweld van de Eerste Wereldoorlog, en de stijl kenmerkt zich door de afwijzing van het expressionisme en de nadruk die werd gelegd op de nauwgezette bestudering van voorwerpen. Voorts door de sociale kritiek, de kille, statische figuren en de soms naïeve stijlen.
Feestdagen waarop het begin van het nieuwe jaar wordt gevierd; de jaarwisseling wordt in veel culturen gevierd, meestal op basis van hun eigen kalender.
Wenskaarten die rond een jaarwisseling worden verstuurd om iemand een voorspoedig nieuwjaar te wensen.
Bladen die regelmatig en met frequente tussenpozen, zoals dagelijks of wekelijks, worden gedrukt en verspreid, en die nieuws, redactioneel commentaar, hoofdartikelen, advertenties en ander actueel materiaal.
Plantaardig gelooid geitenleer uit Nigeria. Vergelijkbaar met oasis, maar plaatselijk gelooid en beschilderd in een beperkt aantal kleuren. De meest voorkomende soorten zijn baksteenrood, groen en vaalgeel. Het wordt zeer gewaardeerd door boekbinders door de hoge kwaliteit en het korrelpatroon.
Beschrijft werken die zijn vervaardigd door de gelijknamige Afrikaanse volkeren welke in het gebied rond de benedenloop van de rivier de Niger leven, met inbegrip van de delta.
Een klasse van donkerblauwe en zwarte verfstoffen die worden gemaakt door de oxidatie van aniline en worden gebruikt voor het verven van textiel, hout, leer, bont, inkt, schoensmeer en verf.
Verwijst naar het werk van een school van schilders die actief was van de Edo-periode (1600-1868) tot de vroege Meiji-periode (1868-1912). De stijl kenmerkt zich door het gebruik van traditionele Japanse materialen en technieken, zoals de zwarte of gekleurde inkt gemaakt van mineralen, schelpen of planten, en het schilderen op papier of zijde.
Verwijst naar de technieken die representatief zijn voor een verzameling prehistorische gereedschappen van dezelfde ouderdom die op een of meer samenhangende archeologische vindplaatsen zijn aangetroffen. Gebruik 'industrie (objectgroepen)' voor de verzameling gereedschappen zelf.
Elke legering die nikkel bevat als basismetaal of als het belangrijkste legeringselement.
Een legering van koper, nikkel en zink waarbij nikkel dient om de kleur te versterken. Het wordt onder andere gebruikt voor processen waarbij vervormbaarheid in koude toestand noodzakelijk is, zoals stampen, draaien, dieptrekken en het plateren van voorwerpen.
Een type oud-Griekse vaten, genoemd naar de pottenbakker Nikosthenes, met een koepelvormig deksel met fioel, een buik in de vorm van een omgekeerde klok op een korte steel, en een naar buiten gedraaide voet als ondersteuning.
Bouwwerk om het waterpeil van de Nijl op te meten tijdens het overstromingsseizoen. Het niveau wordt gemeten door markeringen op de muren of op een zuil die in het water staat. Werd al in het Oude Egypte gebruikt en kwam pas in onbruik toen de Aswan dam gebouwd werd.
Houten hoofdtooi in de vorm van een vrouwelijke buste, die boven op het hoofd wordt gedragen, met vier poten die de borstkas van de drager omringen. Aangetroffen bij de Afrikaanse volkeren Baga en Nalu.
In de schilderkunst, beeldhouwkunst, en verschillende artistieke voorstellingen, representaties van stralend licht of helderheid afkomstig van godheden, heilige personen, en andere goddelijke wezens of objecten, zoals de christelijke Lam van God of het woord "God". Soms door in de omtrek te verwijzen naar de gehele ensemble van licht en wezens of objecten.
Verwijst naar werken die zijn vervaardigd door de gelijknamige Afrikaanse etnische groep, die in het noorden van Nigeria leeft.
De naam ninja is een collectieve (westerse) benaming voor een groot aantal krijgers die zich specialiseerden in spionage, informatie verzamelen, en aanslagen uitvoeren. Oorspronkelijk hadden ze per regio van Japan of per taak die ze uitvoerden een andere benaming. In de meeste Japanse historische teksten worden deze krijgers 'shinobi' genoemd.
Te gebruiken voor grote antropomorfe funeraire beelden, gemaakt door het gedroogde lichaam van een dorpshoofd of een andere hooggeplaatste persoon te omwikkelen met rode stof tijdens begrafenisriten van de Afrikaanse volken Bwendi en Kamba.
Beschrijft werk dat is vervaardigd door het gelijknamige Afrikaanse volk, dat in Senegal leeft, op de Gandoul Eilanden in de delta van de rivier de Saloum.
Te gebruiken om werken te beschrijven van de alonquian sprekende inheemse Amerikaanse bevolking die leefde in Massachusetts, Rhode Island en Connecticut.
Een term die in de context van Indiase religie wordt gebruikt om een staat van diepe innerlijke vrijheid en vrede aan te duiden. Het bereiken van deze staat is het hoogste doel van het hindoeïsme en vooral het boeddhisme. Het bereiken van nirwana betekent bevrijding van samsara, de kringloop van geboorte, dood en wedergeboorte. In het boeddhisme staat nirwana voor vrijheid van bindingen en individueel bewustzijn en het bereiken van rust en zuiverheid. Boeddha bereikte het tijdelijke nirwana (nirwana tijdens het leven) na zijn verlichting maar hij leefde voort en bleef dienen en prediken tot zijn dood, toen hij zijn definitieve en volledige nirwana (parinirvana) bereikte. Nirwana wordt enigszins verschillend opgevat binnen de verschillende scholen van het boeddhisme. Nirwana betekent in het hindoeïsme ook het uitdoven van alle wereldse begeerte en bindingen, en maakt bovendien de vereniging met God of het Absolute mogelijk. Het bereiken van nirwana is moksa. De term ‘nirwana’ is in het westen vaak onjuist omschreven als 'uitroeiing' of 'vernietiging'.
Japanse kleurenhoutsneden waarvoor meerdere blokken worden gebruikt om vele kleuren te drukken.
Verwijst naar celanimaties die werden gemaakt van cellulosenitraat. Dit materiaal werd algemeen gebruikt van de jaren 20 tot in de jaren 40 van de 20ste eeuw, waarna het werd vervangen omdat het snel kon vergelen, kreuken en krimpen.
Beschrijft werk dat is vervaardigd door het gelijknamige Afrikaanse volk, dat in het zuiden van Kameroen en in het noorden van de Democratische Republiek Kongo leeft.
Te gebruiken om werken te beschrijven van de gelijknamige Afrikaanse etnische groep die nauw verwant is aan de Yaka en die leeft in de Democratische Republiek Congo.
Houten beeldhouwwerken waarop medicijnen worden gelegd en geactiveerd tijdens bezweringsriten, soms door spijkers, messen of houten punten in de sculptuur te steken.
Te gebruiken om werken te beschrijven van de gelijknamige Afrikaanse etnische groep die leeft in het centrale, westelijke deel van Zambia.
Te gebruiken voor werkschepen die voor en achter gelijk zijn en een lengte van ongeveer 5 tot 6,5 m hebben. Oorspronkelijk hadden ze een kiel met een gat aan beide uiteinden ervan en twee masten, meestal met kleine sprietzeilen; later zijn ze voorzien van excentrisch geplaatste middenzwaarden. Ze zijn ontworpen om door de branding te water gelaten en op het strand gezet te worden en laat in de 19e eeuw ontwikkeld om op kreeft en mosselen te vissen in het gebied rond Martha's Vineyard, in de Amerikaanse staat Massachusetts en aan de kust van Rhode Island.
Noord-Amerikaanse avant-gardestroming op het gebied van de muziek en de film en in mindere mate de schilder- en beeldhouwkunst. Het centrum van deze stroming, die tussen circa 1978 en 1981 heeft bestaan, bevond zich in New York, in de Lower East Side. De muziek wordt gekenmerkt door schrille dissonanten, ongeschoolde muziekbeoefening en een agressieve uitstraling van de uitvoerende kunstenaars. De musici en beeldende kunstenaars verschenen vaak als acteur in hun eigen films, doorgaans fictieve verhalen die met Super 8-geluidsfilm zijn opgenomen.
Wordt gebruikt voor Engelse gouden munten die omstreeks 1345 door Edward III in circulatie werden gebracht; ze werden tot ¦ 1450 uitgegeven.
De hogere klasse binnen de aristocratie waarvan titels, bezit, en privileges worden behouden en doorgegeven via overerving. Gebruik 'edelen (aristocraten)' voor individuele leden van de adel.
Dekens van de Salish, gemaakt in gekeperde en getwijnde inslag tapisserieweefsels, die werden gedragen door de aristocratie.
Naam die wordt gegeven aan de knoppen op dwarshouten die de poten van een tafel of secretaire met elkaar verbinden en versterken. Vaak zijn ze rijkelijk versierd met snijwerk en doorboord.
Japanse dwarsfluiten van het No theater, gemaakt van drie tot zes aan elkaar gebonden korte stukken bamboe. Net zoals de 'ryuteki' met zeven vingergaten op gelijke afstanden, een balansgewicht bovenaan, een roodgelakte boring en een omhulsel van schors of twijn. In tegenstelling tot bij de 'ryuteki' is een korte buis in de boring aangebracht, tussen het mondstuk en het eerste vingergat, is bovenaan een metalen versiering aangebracht en is de rode lak, waarmee de boring bedekt is, bij mondstuk en vingergaten ook aan de buitenzijde aangebracht.
Het naamgevende kenmerk van de nokkenschijfhamer was de met waterkracht aangedreven hamer in een hamersmidse. Het opheffen van de hamer gebeurde door middel van een trommel waarop een nokkenschijf bevestigd was die de hamersteel periodiek ophief en liet vallen. De hamerkop maakte hierbij een beweging over een cirkelboog.
Overlangse delen in de nokken van daken, die de bovenzijden van de daksparren ondersteunen.
Leden van een volk of groep die geen permanente verblijf- of woonplaats hebben maar rondtrekken in seizoensgebonden of cyclische routes om in hun levensonderhoud te voorzien.
Een levenswijze die wordt gekenmerkt door een cyclische of seizoensgebonden trek van plaats naar plaats, noodzakelijk voor het bestaan van de groep. Dit leidt tot het ontbreken van een vaste, permanente woonplaats.
Theorie die stelt dat er in de realiteit geen universele essenties bestaan, dat het verstand geen enkel begrip of beeld vorm kan geven dat overeenkomt met een universele of algemene term en dat alleen individuele, concrete entiteiten bestaan.
In algemeen wetenschappelijk gebruik, kaarten die bestaan uit een aantal lijnen die zo zijn geplaatst en gerangschikt dat, wanneer bekende waarden op twee lijnen met behulp van een liniaal met een rechte lijn worden verbonden, op het snijpunt met een andere lijn een gezochte waarde kan worden afgelezen. Specifiek gebruikt bij de notatie van minimal music om nieuwe relaties tussen noten te leggen.
Kleine beeldhouwwerken, meestal van zeepsteen of steatiet, voorstellend mensen, dieren of monsters, meestal 7 tot 15 centimeter hoog en afkomstig uit Sierra Leone, Guinea en Liberia, West-Afrika, en van onbekende datum, waarschijnlijk uit de 7e tot 14e eeuw; kunnen voorvaderlijke figuren zijn geweest, maar worden nu als geestvoorstellingen gebruikt.
Fysieke objecten zonder praktisch doeleinde die bedacht zijn om kinderen of huisdieren te vermaken of om als verzamelobject voor volwassenen te dienen. Speelgoed bestaat doorgaans uit miniatuurversies van werkelijke wezens of objecten die te gebruiken zijn in fantasie- of imitatiespelletjes. Ook artikelen die bij spelletjes worden gebruikt, kunnen speelgoed worden genoemd. Het allereerste speelgoed bestond onder andere uit poppen en ballen.
Kunst met een visuele vorm die slechts naar zichzelf verwijst, niet naar iets specifieks daarbuiten. Gebruik 'non-figuratief'om te verwijzen naar de specifieke stijl van hedendaagse kunst.
Polair reinigingsmiddel dat niet ioniseert in een waterige oplossing.
Wordt gebruikt voor kleine, bewegende schaalverdelingen die parallel lopen aan de vaste schaalverdelingen van precisie-instrumenten zoals sextanten of transietinstrumenten en die zijn ontworpen om fracties te meten van de kleinste verdelingen van de vaste schaalverdeling.
Zachte hoofddoeken, vooral van linnen of zijde, die om de hals en onder de kin langs van de ene kant van het hoofd naar de ander worden gedrapeerd en vastgespeld aan een band of hoed of aan het haar. Heeft zijn oorsprong in de Middeleeuwen en wordt nog altijd gedragen door nonnen van diverse godsdiensten.
Kisten die rijkelijk zijn versierd met inlegwerk van gewelven en fantasie-architectuur ter nagedachtenis van het (verdwenen) paleis Nonsuch van Hendrik VIII. De naam van het paleis betekent 'ongeëvenaard'. Ze zijn waarschijnlijk in Noord-Duitsland gemaakt, of in London door 16e-eeuwse Duitse handwerkslieden die zich daar hadden gevestigd.
Verlichtingssystemen in gebouwen die essentiële verlichting bieden voor de veiligheid van leven en eigendommen wanneer de normale verlichting uitvalt.
Huisvesting die beschikbaar komt wanneer zich plotseling een gevaarlijke situatie of ramp heeft voorgedaan waardoor de reguliere huisvesting van mensen ontoegankelijk of onveilig is geworden.
Verwijst naar de culturen van het Noord-Amerikaanse continent, dat wordt begrensd door de Atlantische Oceaan, de Stille Oceaan, de Poolcirkel en Midden-Amerika. In classificatieschema's op basis van fysische geografie worden Noord- en Midden-Amerika beschouwd als één continent.
Verwijst naar een stijl die wordt geassocieerd met de noordelijke regio van Thailand. De kunstzinnige productie in deze stijl omvat hoofdzakelijk houtsnijwerk, met name beelden van uit teakhout gesneden brahmaanse goden en hindoegoden, alsmede boeddhistische beelden. Het beeldhouwwerk en het beeldsnijwerk zijn vaak ingelegd met paarlemoer of glasmozaïek. Uit de stijl spreekt de behoefte om dierlijk, plantaardig en menselijk leven te combineren, hetgeen resulteert in een detailrijk, overdadig mengsel van mythologische en realistische elementen. Er komen ook stilistische tegenstellingen in naar voren, bijvoorbeeld in de sculpturale figuren van dreigende demonische wezens die tevens een beschermende wachterfunctie hebben, en in het aanbrengen van strakke geometrische patronen te midden van fantasiewezens op houten reliëfpanelen. De meest opvallende voorbeelden van deze stijl zijn wel de imposante houten koninklijke staatsiesloepen en koninklijke rouwkoetsen, beide volledig verguld en versierd met mythologische slangen en ornamentele bloemmotieven.
Verwijst naar een noordelijke Chinese dynastie uit de periode 550-577 n. Chr. De dynastie ontstond toen Gao Yang, zoon van de stichter van de Oostelijke Wei-dynastie, in 550 aan de macht kwam en de naam van de dynastie wijzigde. Ye bleef de hoofdstad. Het boeddhisme bleef een belangrijk stempel drukken op de kunst, met invloeden uit India, Centraal-Azië en West-Azië. De grottempels van de Noordelijke Qi bevatten beeldhouwwerk dat tot de hoogtepunten van de Chinese boeddhistische beeldhouwkunst wordt gerekend. Dit beeldhouwwerk vormt een bewijs van de productiviteit in deze periode en van de ingrijpende stijlontwikkelingen die zich sinds de Noordelijke Wei hebben voorgedaan. Sommige massieve, sculpturale keramiekvormen dateren eveneens uit de periode van de Noordelijke Qi. Op de keramiek van de Noordelijke Qi werden twee of meer gekleurde glazuurlagen aangebracht, en ook ontwikkelde men aardewerk met een witte romp. Voorbeelden van het kwalitatief hoogstaande werk dat in deze periode tot stand kwam, zijn de wandschilderingen in de graftombe van de aristocraat Lou Rui en Taiyuan. Het bewind van Gao Yang werd gevolgd door een periode van tirannie, waarin bijna twee miljoen mannen werden te werk gesteld bij de bouw van de Grote Muur. Nadat de heersende elite verzwakt was geraakt, wist keizer Wudi van de Noordelijke Zhou in 577 de Noordelijke Qi te veroveren, waardoor noordelijk China feitelijk weer één werd.
Verwijst naar de stijl van de kunst en architectuur die het gevolg was van de verspreiding van de renaissance vanuit Italië naar Noord-Europa aan het eind van de 16de eeuw. Het werd vooral toegepast aan de hoven van de Franse koningen na de invasie van Italië in 1494, in de Nederlanden door Margaretha van Oostenrijk en in Duitsland door Keizer Maximiliaan. Het werd later omarmd door de Hertogen van Beieren en door het Koninklijke Hof van Engeland. De noordelijke renaissance kenmerkt zich door de invloed van klassieke prototypen en Italiaanse renaissance-idealen, door het benadrukken van details, door optische helderheid en het gebruik van olieverf en glansmiddelen om heldere kleuren te creëren.
Verwijst naar een Chinese dynastieke stijl en periode tussen 960 en 1127 n. Chr. Gedurende de Noordelijke Song-periode ontstond er hernieuwde belangstelling voor de oudheid en werd de basis gelegd voor de Chinese archeologie. De boekdrukkunst werd nu algemener toegepast, waardoor ook naslagwerken op grotere schaal uitgegeven konden worden. Het keizerlijk mecenaat speelde in deze periode een aanzienlijke en invloedrijke rol. Zo bezat keizer Taizong (heerste van 976-997) een indrukwekkende verzameling schilderijen en kalligrafie, terwijl Huizong (heerste van 1101-1125) zijn enorme collectie liet catalogiseren. Daarnaast stichtte Huizong een schilderschool, als onderdeel van de Schilderacademie van Hanlin. Het belang van landschappen nam toe dankzij belangrijke kunstenaars als Fan Kuan, Juran, Guo Xi, Dong Yuan en Li Cheng. Het onderscheid tussen hofschilderen en de kunst van de taoïstische literati werd allengs groter. De keramiek van de Noordelijke Song wordt gekenmerkt door eenvoudige vormen, zuivere kleuren, verfijnde decoraties en technische perfectie. Ding, Ru, Jun en de noordelijke celadons die in Linru en Yaozhou werden vervaardigd, zijn voorbeelden van Noordelijke Song-aardewerk dat bij het hof in trek was. Het beeldhouwwerk kreeg een minder symbolisch karakter en de figuren werden levensechter. De dynastie werd evenwel verzwakt door de hoge uitgaven die de militaire verdediging en de buitensporigheden van het keizerlijk hof met zich meebrachten; na invallen door de Jin trok de opvolger van Huizong weg naar het gebied ten zuiden van de Huai en vestigde daar de Zuidelijke Song-dynastie.
Beschrijft werken die zijn vervaardigd door het gelijknamige Afrikaanse volk, dat in zuidelijk Afrika leeft.
Verwijst naar de Chinese dynastieperiode en cultuur vanaf 386 tot 534 n. Chr. De hoofdstad bevond zich oorspronkelijk te Pingcheng, maar werd in de periode 493-494 door Keizer Xiaowendi (regeerde 471-499) in zuidelijke richting verplaatst naar Luoyang. Hier werd een nieuwe, prachtige stad gebouwd op de ruïnes van de oude Chinese hoofdstad; in het jaar 534 was de populatie meer dan een half miljoen. Boeddhistische kunst floreerde onder een staats- en een particulier patronaat gedurende het grootste gedeelte van deze periode. In circa 460 werd een begin gemaakt met de bouw van grottempels in Yungang; duizenden handwerkslieden werkten ongeveer 35 jaar aan het maken van de tempels en het versieren ervan met beeldhouwwerken en schilderingen. Op instigatie van Xiaowendi werden later andere grottempels gemaakt bij Longmen. Yungang wordt gekenmerkt door statische iconen in een Gandharan-stijl, terwijl de beeldhouwkunst in Longmen meer lineair is en de in opkomst zijnde Chinese stijl demonstreert. Grafaardewerk van Noordelijk Wei, dat tevens is beïnvloed door het boeddhisme, benadrukt frontaliteit en symmetrie. Het nomadische Touba-volk begon op Chinese instellingen te vertrouwen voor het organiseren en besturen van hun staat en raakte ook bekend met Chinese cultuur en luxeartikelen; onder Xiaowendi werd Chinees de officiële taal en werd het gebruik van Tuoba-taal verboden. Het onderscheid tussen het 'barbaarse' noorden en het 'geciviliseerde' zuiden werd minder duidelijk; niettemin begonnen noordelijke grensbewoners zich verwaarloosd te voelen en in opstand te komen, wat leidde tot de ineenstorting van de Noordelijke Wei-dynastie. Noordelijk China werd in 534 verdeeld in de Oosterse en Westerse Wei-dynastieën.
Verwijst naar een noordelijke Chinese dynastie uit de periode 557 tot 581 n. Chr. De Yuwen-familie van de Xianbei-stam stichtte de Noordelijke Zhou-dynastie vanuit de marionettenstaat van de Westelijke Wei. De dynastie had haar machtscentrum in de vallei van de rivier de Wei, met als hoofdstad Chang'an, in de provincie Shaanxi. Tijdens het regime van keizer Wudi (heerste van 561-577) werden boeddhisten vervolgd, omdat de kloosters de staatskas te zwaar zouden belasten. De verovering door Wudi van de Noordelijke Qi-dynastie, waardoor het noorden van China tijdelijk werd verenigd, werd grotendeels gefinancierd uit de geconfisqueerde kloosterbezittingen; miljoenen monniken en nonnen verloren hun status en moesten dwangarbeid verrichten. Niettemin werd er nog wel boeddhistische kunst geproduceerd gedurende deze periode, met name in Chang'an. Indiase Gupta-modellen dienden als voorbeeld voor diverse Boeddhabeelden, en ook zijn er enkele wandschilderingen in de Noordelijke Zhou-stijl vervaardigd, in de Duizend Boeddhagrotten in Dunhuang. In dergelijke schilderingen neemt het landschap wel een voorname plaats in, maar blijft het ondergeschikt aan de figuren. De Noordelijke Zhou-dynastie werd opgevolgd door de Sui-dynastie, die in 1581 werd gesticht door Yang Jian, een lid van het koningshuis van de moederlijke tak.
Gesitueerd in de richting die zich precies tussen het noorden en het oosten bevindt.
Gesitueerd in de richting die zich precies tussen het noorden en het westen bevindt.
Groenblijvende boomsoort die inheems is langs de westkust van Noord-Amerika, van het schiereiland Kenai in Alaska tot het noordelijkste deel van Californië, en die meestal op vochtige locaties in de bergen groeit, vaak dicht bij de boomgrens, maar soms ook lager. Hij kan een hoogte van 40 m bereiken en heeft meestal afhangende takken. Als gevolg van de afwijkende bouw is de classificatie al een aantal keren gewijzigd. Recent onderzoek laat zien dat de kans groot is dat dit in de toekomst weer zal gebeuren en dat deze boom mogelijk wordt ondergebracht in een ander genus, Callitropsis of Xanthocyparis, samen met de onlangs ontdekte Vietnamese goudcipres Xanthocyparis (Callitropsis) vietnamensis.
Kleine gebruiksvoorwerpen met een deksel met een scharnier die zijn voorzien van een rasp en worden gebruikt voor bewaren en raspen van nootmuskaat.
Pakken bestaande uit een Norfolkjasje met knickerbockers, een lange broek of een rok in bijpassende stof.
Beton met een eenheidsgewicht van ongeveer 55 kg per 0,03 kubieke meter, gemaakt van een mengsel van normaal gewicht.
Verwijst naar de periode en stijl die in verband worden gebracht met de Normandiërs, die bestonden uit Noormannen uit Denemarken, Noorwegen en IJsland en die in de 8ste en 9de eeuw de Europese kusten afstroopten om zich vervolgens, aan het begin van de 10de eeuw, in het noorden van Frankrijk te vestigen. Zij overheersten de inheemse Frankische bevolking, namen hun taal over en vestigden uiteindelijk het hertogdom Normandië. Vanuit Normandië verspreidden de Normandiërs zich naar de Britse eilanden, Zuid-Italië en Sicilië. De stijl is vooral duidelijk zichtbaar in het ontwerp van de wapens en wapenrusting, in het kasteel op een heuvel omgeven door palissaden, en in de grote kerk- en kloostergebouwen in romaanse stijl. De stijl kenmerkt zich door het helder toepassen en gebruiken van inheemse lokale stijlen in combinatie met een aantal invloeden uit het Byzantijnse oosten. Deze werden door avonturiers en pelgrims in de door de Normandiërs beheerste gebieden geïntroduceerd.
Verwijst naar een type glas dat tijdens de neogotische periode van de 19de eeuw werd uitgevonden, en dat wordt gekenmerkt door een ongelijke dikte: dikker in het midden en dunner aan de randen. Dit type glas wordt gemaakt door het gesmolten mengsel in een rechthoekige mal te blazen, of door een bel glas in een vierkante vorm te blazen en vervolgens de zijden van het vierkant af te knippen, waardoor rechthoekige vormen van glas ontstaan. Het glas kan helder of gekleurd zijn.
Verwijst naar de 19e-eeuwse Engelse architectuurstijl die teruggrijpt naar Normandische vormen en motieven zoals ronde bogen, kantelen, tongewelven en kruisgewelven.
Uitgestorven orde van fossiele zeereptielen die voornamelijk voorkwamen in Europa en die erg leken op de latere plesiosauriërs, maar als een aparte orde zijn geclassificeerd. De dieren leefden in het Trias. Kenmerkend waren het gesloten gehemelte, de lange, platte schedel met grote openingen, het grote aantal puntige tanden langs de randen van de kaken, het slanke lichaam, de lange nek en staart en de lange ledematen. De openingen voor de luchtwegen waren gescheiden van die van het voedselkanaal. Hoewel het dier in het water leefde, waren de ledematen minder gespecialiseerd voor zwemmen dan bij meer ontwikkelde Sauropterygia.
Stenografiesysteem dat werd gebruikt in oude Romeinse en vroeg-middeleeuwse geschriften.
Verwijst in het algemeen naar machinaal geproduceerde kant uit Nottingham, Engeland. Alleen kant die in het Verenigd Koninkrijk is gebreid, gevlochten of geborduurd door een lid van de British Lace Federation (Britse Kantfederatie) mag dit predicaat dragen, waarbij de patronen heel gevarieerd kunnen zijn. De term was oorspronkelijk van toepassing op kant die werd geproduceerd met de Nottingham-kantmachines, een uitvinding waarmee aanvankelijk vrijwel alleen grof kant werd gemaakt door grotere klossen te gebruiken dan op andere kantmachines en te werken met patroondraden die op afzonderlijke deelspoelen waren gewonden.
Denkwijze die ontstond in de late jaren 50 van de 20ste eeuw onder Franse filmers, onder wie Louis Malle, François Truffaut, Alain Resnais en Jean-Luc Godard. De stroming is het meest bekend vanwege de bijbehorende theorieën die waren gebaseerd op het idee dat regisseurs die hun films domineerden de auteur en maker van de film werden. De stijl kenmerkt zich door innovaties in het editen van film, bijvoorbeeld snelle scènewisselingen of springers, die zorgen voor verwarrende, disjunctieve effecten in de vertelling als geheel.
Italiaanse kunststroming die in 1922 ontstond en streefde naar een nieuwe, maar wel in Italiaanse tradities gewortelde kunstvorm. De stroming wordt vaak op één lijn gesteld met de fascistische kunst.
Te gebruiken om werken te beschrijven van de gelijknamige Afrikaanse etnische groep die leeft in de regio Luba.
Een ideografisch schrift, ontwikkeld en gebruikt door de volkeren in de Nigeriaanse regio Cross River.
Beschrijft werken die zijn vervaardigd door het gelijknamige Afrikaanse volk, dat in de Cameroon Grassfields leeft.
Sets van vijf of zeven ivoren trompetten; oorspronkelijk ontwikkeld en bespeeld door de Ashanti en andere volkeren in het zuiden van Ghana, aan het hof van opperhoofden.
Te gebruiken om werken te beschrijven van de gelijknamige Afrikaanse etnische groep die leeft in het zuidelijke deel van centraal Kameroen, de noordelijke rivier de Muni in Equatoriaal-Guinea en het noordwesten van Gabon. De werken in deze stijl zijn bekend om hun langgerekte vormen.
Te gebruiken om werken te beschrijven van de gelijknamige Afrikaanse etnische groep, een Tswana-volk dat leeft in Zuid-Afrika.
Verwijst naar werken die zijn vervaardigd door de gelijknamige Afrikaanse etnische groep, die in Uganda en Kenia leeft.
Tak van natuurkunde die zich bezighoudt met de structuur van atoomkernen en hun wisselwerkingen met elkaar, de deeltjes waaruit ze zijn opgebouwd en het hele spectrum van elementaire deeltjes dat wordt geleverd door zeer grote deeltjesversnellers, vooral met betrekking tot de productie van kernenergie.
Beschrijft werk dat is vervaardigd door het gelijknamige Afrikaanse volk, dat in Sudan leeft.
De studie van munten, penningen, medailles, papiergeld en voorwerpen die daar qua vorm of bedoeling sterke gelijkenissen mee vertonen.
Beschrijft werk dat is vervaardigd door het gelijknamige Afrikaanse volk, dat in Burkina Faso leeft en verwant is aan de Nunuma, maar in het gebied ten zuiden van het Nunuma-gebied leeft.
Beschrijft werk dat is vervaardigd door het gelijknamige Afrikaanse volk, dat in het noorden van Nigeria leeft.
Beschrijft werken die zijn vervaardigd door het gelijknamige Afrikaanse volk, dat in Burkina Faso leeft en verwant is met de Nuna, maar in een gebied ten noorden van dit volk leeft.
Verwijst naar een schilderstijl waarin ideeën uit de kunst en wetenschap, mythologie en geschiedenis worden gecombineerd, en waarbij het gebruik van verwrongen figuren en de ruimtelijke invulling terugverwijzen naar het 16de-eeuwse maniërisme.
Verwijst naar een regionale school van Pahari-miniatuurschilderkunst die wordt geassocieerd met de staat Nurpur in het heuvelgebied van Punjab. De staat lag minder afgelegen dan andere heuvelstaten in Punjab, en begin 17de eeuw was het bestuur in handen van generaals en gouverneurs van het Mogolrijk. De Nurpur-school had weliswaar een eigen stijl, maar was daarnaast schatplichtig aan de Mogol-schilderkunst, met name wat de portretkunst betreft. Bij andere genres werd voor een meer expressieve stijl gekozen. Aan het begin van de 18de eeuw kwam het tot een synthese tussen de twee stijlen: gelaatstrekken werden minder extreem, het kleurgebruik werd meer ingetogen en de landschappen kregen een meer gestileerd karakter. De Nurpur-schilderkunst uit de 18de eeuw stond onder invloed van de schilderstijl van Guler en Jammu, wat leidde tot een naturalistischer en verfijnder resultaat. Een staand formaat geniet de voorkeur en vaak worden rijzige, sierlijke vrouwenfiguren met een klein hoofd afgebeeld. In de tweede helft van de 18de eeuw raakte het hofleven in Nurpur in verval, evenals de schilderkunst.
Overheids- of particuliere ondernemingen die volgens strenge overheidsvoorschriften zonder onderscheid moeten zorgen voor de essentiële openbare voorzieningen, zoals gas, elektriciteit en riolering.
Te gebruiken om werken te beschrijven van de gelijknamige Afrikaanse etnische groep die leeft in de Democratische Republiek Congo.
Te gebruiken om werken te beschrijven van de gelijknamige Afrikaanse etnische groep die voornamelijk leeft in Malawi en daarnaast in Zambia, Zimbabwe en Mozambique.
Te gebruiken om werken te beschrijven van de gelijknamige Afrikaanse etnische groep die leeft in Nigeria. Historisch gezien is dit dezelfde groep als de buurgroep Tumbuka, die aan de overzijde van de grens leeft in het huidige Tanzania.
Maskerades van het Chewavolk en naburige volkeren in de Afrikaanse landen Malawi, Zambia en Angola, die worden opgevoerd bij begrafenissen. De gemaskerden stellen de geesten van de doden voor.
Vedels met de toetsen in een raamwerk langs de hals. Ze worden bespeeld met een strijkstok in de rechterhand terwijl de toetsen met de linkerhand worden ingedrukt; Zweden, sinds 15de eeuw.
Beschrijft werken die zijn vervaardigd door het gelijknamige Afrikaanse volk, een subgroep van de Gur die in Benin leeft.
Beschrijft werk dat is vervaardigd door het gelijknamige Afrikaanse volk, dat in Tanzania en Zambia leeft.
Te gebruiken om werken te beschrijven van de gelijknamige Afrikaanse etnische groep die leeft in de Democratische Republiek Congo.
Verwijst naar de op één na grootste school in het Tibetaanse boeddhisme, die soms de 'oude orde' wordt genoemd. De wortels gaan terug tot de Indiase Vajrayana-meester Padmasambhava (8ste eeuw), die werd beschouwd als 'tweede Boeddha'. De school zegt diens oorspronkelijke leer te verbreiden. De school is ontstaan tijdens de eerste verspreiding van het boeddhisme van India en Midden-Azië naar Tibet in de 8ste en 9de eeuw; Padmasambhava bezocht Tibet in de 8ste eeuw en een andere belangrijke Indiase leermeester, Santiraksita, stichtte het eerste klooster van Tibet in Samye rond 775. Nyingma werd een afzonderlijke orde in de 10de eeuw. Deze school legt meer nadruk op de religieuze praktijk en de mystieke aspecten van de Vajrayana-traditie dan op academisch werk. Het is ook de minst politiek en filosofisch gerichte van de Tibetaanse boeddhistische scholen. Sjamanistische gebruiken en lokale goden, ontleend aan de inheemse Bon-religie, vindt men ook in Nyingma. Andere overeenkomsten met Bon zijn de dzogchen-lessen, oude tantra’s die door latere tradities zijn verworpen, en priesters die mogen trouwen. De school kent een traditie van het ontdekken van teksten die door Padmasambhava verborgen zijn; deze teksten voorspellen dat boeddhisten in de toekomst vervolgd zullen worden. Sommige ideeën van de school worden in leerstellingen van het Tibetaanse boeddhisme als ketters beschouwd.
Waterlelie die waarschijnlijk inheems is in de Nijl en elders in Oost-Afrika, maar die al in de oudheid voorkwam in India en Thailand. De bloemblaadjes zijn lichtblauw tot hemelsblauw of mauve. Wanneer de bloem klaar is om te gaan bloeien, stijgt deze binnen een paar dagen op naar de oppervlakte. Oude Egyptenaren geloofden dat de bloemen 's ochtends opengingen, naar de oppervlakte opstegen en 's avonds weer naar beneden zakten. Voor hen symboliseerde dit het opkomen en ondergaan van de heilige zon. Wanneer de plant wordt gegeten, heeft deze licht psychoactieve eigenschappen. Waarschijnlijk werd de plant in het oude Egypte daarom gebruikt tijdens ceremonies.
Waterlelie die voorkomt in Oost-Afrika en Zuidoost-Azië met plompenbladeren die op het water drijven en witte bloesems die boven het water uitsteken. De oude Egyptenaren kweekten deze soort in vijvers. De planten waren een symbool van macht en kracht. Men gebruikte ze in rouwkransen, offerandes en versieringen voor vrouwen. Tegenwoordig is het een populaire aquariumplant.
Te gebruiken om werken te beschrijven van de gelijknamige Afrikaanse etnische groep die leeft in het grensgebied van Kenia en Oeganda, ten noorden van het Victoriameer.
Boom die voorkomt in de moerassen langs de oostkust en het diepe zuiden van de VS. Van het hout maakt men kisten, meubels en andere producten.
Hout van de soort Nyssa ogeche, een zeldzame Noord-Amerikaanse boomsoort. Het heeft een fijne textuur met grote poriën en wordt gebruikt voor het maken van houten hamers, meubilair en wijnkisten.
Zeldzame Noord-Amerikaanse boom die eetbare vruchten produceert en tevens een goede honing. Men gebruikt ook het hout van de boom.
Boomsoort die voorkomt in vochtige gebieden in het oosten van de VS, van de staat Maine in het noorden tot de kust van de Mexicaanse golf in het zuiden en de staat Oklahoma in het westen. Het hout is licht en zacht, maar sterk. Deze boom wordt soms als sierboom gekweekt. In de herfst krijgen de bladeren een schitterende scharlakenrode kleur. De kleurstof in de schors heeft een goede kleurvastheid voor wassen en een redelijke kleurvastheid voor blootstelling aan licht.
Te gebruiken om werken te beschrijven van de gelijknamige Afrikaanse etnische groep die leeft in Mozambique.
Beschrijft werk dat is vervaardigd door het gelijknamige Afrikaanse volk, dat in Zuid-Afrika leeft.
Te gebruiken om werken te beschrijven van de gelijknamige Afrikaanse etnische groep die leeft in de Democratische Republiek Congo, op de linkeroever van de rivier de Kasai.
Te gebruiken om werken te beschrijven van de gelijknamige Afrikaanse etnische groep die leeft in de Centraal-Afrikaanse Republiek en de Democratische Republiek Congo.
Te gebruiken om werken te beschrijven van de gelijknamige Afrikaanse etnische groep die leeft in de westelijke kuststreek van Ghana en in het oosten van Ivoorkust.
Kleine, uiterst zeldzame eivormige oud-Griekse vaten, zowel zwart- als roodfigurig gevonden. Waarvoor oa specifiek gebruikt werden is niet bekend, maar echte, marmeren en aardewerken eieren werden wel in graven geplaatst. In oa met deksel is wellicht reukolie (parfum) bewaard. Oa zonder deksel waren waarschijnlijk geen houders omdat ze maar een kleine opening aan een of beide uiteinden hebben, of helemaal geen opening.
Beschrijft werk dat is vervaardigd door het gelijknamige Afrikaanse volk, dat in het oosten van Gabon leeft.
Japanse prenten van een standaardformaat, ongeveer 40 bij 27 centimeter.
Grote ovalen gouden munten uit Japan, voornamelijk gebruikt voor transacties aan het keizerlijk hof, die in verschillende waarden werden uitgegeven tussen het eind van de 16e eeuw en de 19e eeuw.
Beelhouwwerken van voor 1945 waarin gevonden voorwerpen zijn verwerkt. Term in het Nederlands niet gebruikt. Zie 'assemblages (beeldhouwwerk)'.
De hiërarchie Objectgenres bevat descriptoren die binnen meerdere contexten kunnen voorkomen en op meer dan één van de andere hiërarchieën in het facet Objecten van toepassing kunnen zijn. Zo kan de descriptor 'reproducties', die hier verschijnt, op allerlei objecttypen worden toegepast, van 'deurknoppen' in de hiërarchie Componenten tot 'altaarstukken' in de hiërarchie Beeldmateriaal. Tevens zijn descriptoren opgenomen voor brede klassen van objecten of beelden waarvan specifieke objecttypen uit andere hiërarchieën wel of geen deel uitmaken, afhankelijk van de context. Voorbeeld: 'foto's' (in Beeldmateriaal) kunnen worden beschouwd als 'documenten' of als 'kunstwerken' (descriptoren die hier verschijnen), afhankelijk van de situatie; 'koppen' (in de hiërarchie Houders) kunnen worden beschouwd als 'antiquiteiten', 'kunstvoorwerpen' of 'verzamelobjecten' (descriptoren die hier verschijnen), wederom afhankelijk van de situatie. Verder zijn die descriptoren opgenomen die verwijzen naar een object op basis van de vorm, waarbij de vorm zo algemeen is dat deze niet binnen een specifieker kader van een andere hiërarchie binnen het facet Objecten onder te brengen valt, bijvoorbeeld 'ketens'. Relatie met andere hiërarchieën: descriptoren voor specifiekere objecttypen, met inbegrip van structuren, afbeeldingen en teksten (bijvoorbeeld 'stoelen', 'kerken', 'portretten' of 'transcripten') verschijnen in andere hiërarchieën van het facet Objecten. Descriptoren voor samenstellende delen van andere objecten (bijvoorbeeld 'handvatten') zijn ondergebracht in de hiërarchie Componenten, terwijl deze descriptoren voor objecten die bijvoorbeeld worden gebruikt als materiaal voor het vormen van structuren, beelden of andere objecten (bijvoorbeeld 'baksteen'), in de hiërarchie Materialen te vinden zijn.
Cameralenzen die bestaan uit verscheidene onderdelen die in diverse combinaties kunnen worden gebruikt om verschillende brandpuntsafstanden te verkrijgen.
Koppeling tussen de behuizing van een fotocamera en een verwisselbaar objectief.
Massieve, gevormde stukken doorzichtig materiaal die lichtstralen die van een voorwerp reflecteren, verzamelen en selecteren, zodat ze de camera binnengaan en een afbeelding van dat voorwerp op de film kunnen vormen.
Natuurlijke of door de mens gemaakte voorwerpen die de kunstenaar in niet of slechts enigszins gewijzigde vorm presenteert als kunstwerken op zich, of gebruikt als onderdeel van een kunstwerk.
Wordt gebruikt voor schuldbrieven van vennootschappen of overheden tegen een vaste rente; ze worden gewoonlijk in series aangeboden met de belofte dat een bepaalde geldsom op een genoemde datum aan de obligatiehouder zal worden uitbetaald.
Te gebruiken om werken te beschrijven van de gelijknamige Afrikaanse etnische groep die leeft in kustgemeenschappen in de Nigerdelta of in het zuidoosten van Nigeria.
Kleine zilveren munten gemaakt in verschillende delen van de oude Griekse wereld sinds de 6e eeuw v.C.; gewoonlijk een zesde van een drachme waard.
Bolvormige fluiten met een aanblaasrand, acht vingergaten en twee duimgaten; van klei, porselein, hout of kunststof.
Omvat verwijzingen naar of interesse in verborgen, mysterieuze of bovennatuurlijke krachten die zich op alle gebieden van menselijk streven of creativiteit manifesteren. De occulte wetenschappen zelf vallen er niet onder.
Elektriciteitscentrales die elektriciteit produceren door gebruik te maken van het temperatuurverschil tussen oppervlaktewater dat wordt verwarmd door de zon en koud water uit de diepte dat naar de oppervlakte wordt gepompt.
Wetenschappers die zijn gespecialiseerd in het bestuderen van de natuurkundige en biologische eigenschappen en verschijnselen van oceanen en zeeën, met inbegrip van het gebruik, onderzoek en behoud ervan en de wisselwerking met lucht, vaste grond en alle vormen van leven.
De wetenschap die zich bezighoudt met de natuurkundige en biologische eigenschappen en verschijnselen van oceanen en zeeën, met inbegrip van het gebruik, onderzoek en behoud ervan en de wisselwerking met lucht, vaste grond en alle vormen van leven.
Oude Griekse zilveren of gouden munten met een waarde van acht drachmen, uitgegeven omstreeks 500 v.C. in het noorden van Griekenland tijdens de Hellinistische periode, vooral in Egypte.
Reflecterende navigatie-instrumenten die werden gebruikt bij het meten van de horizonshoogte van hemellichamen en die een boog hebben van 1/8 van een cirkel maar die door hun reflecterende eigenschappen tot 90 graden kunnen meten; uitgevonden in de jaren 1730 en gebruikt tot in de 19e eeuw toen ze werden vervangen door sextanten.
Ongebruikelijk boekformaat met 18 vellen en 36 pagina's. Werd gebruikt voor boeken tussen 1770 en 1840, maar wordt tegenwoordig nog zelden toegepast. De gebruikelijkste methode voor het maken van een octodecimo is door een vel papier als een accordeon te vouwen, gevolgd door een enveloppevouw en overdwars vouwen.
Verwijst naar een afwijkende stijl van Griekse vaasschilderkunst die ontstond in de 12de eeuw v. Chr. De stijl ontwikkelde zich vermoedelijk in de Dodecanese en was geïnspireerd op de octopusdessins van de Minoïsche vazen met zeetaferelen. Het werd gevonden op Rhodos, Kos, de Cycladen en in het oosten van Attica. De stijl kenmerkt zich door de donkere dessins op een lichte ondergrond, die meestal een grote, gestileerde octopus verbeelden met tussen de tentakels kleine geschilderde vogels en vissen.
Geschreven stukken, meestal voorzien van handtekening en zegel, van een regering of soeverein van een staat, die een bepaalde persoon een bepaalde bevoegdheid verlenen (zoals een recht, titel, status, eigendom, bevoegdheid, privilege, monopolie, franchise, immuniteit of ontheffing) die niet op een andere manier kan worden verkregen.
Houders in allerlei vormen en maten en van allerlei materialen, om parfums in te bewaren en de geur ervan te verspreiden; kleine opening, afgesloten met een kurk, stop, schroefdop of met een verstuiver. Soms gemaakt als dubbele of driedubbele flessen voor verschillende parfums. Kunnen onderdeel zijn van een toiletset.
Maskerades van de Bini- en Edovolkeren uit het Afrikaanse land Benin, die verwijzen naar de stichting van de koningsdynastie van Benin door de mythische koning Oranmiyan.
Verwijst naar de periode en cultuur die zich ontwikkelde in het zuiden van Mesopotamië tijdens het 5de millennium v. Chr., genaamd naar de archeologische vindplaats Tell Al’ Ubaid. De periode is verdeeld in vier fasen op basis van de opeenvolgende aardewerkstijlen, die in het algemeen bestaan uit zwart geschilderd, groen gepolijste keramiek met geometrische decoraties.
Verwijst naar de fase in de Ubaid-periode in het zuiden van Mesopotamië van circa 5.000 tot 4.500 v. Chr. Deze fase kenmerkt zich door monochroom aardewerk met simpele geometrische patronen, en toenemende contacten met gebieden buiten het zuiden van Mesopotamië.
Verwijst naar de fase in de Ubaid-periode in het zuiden van Mesopotamië van circa 4.500 tot 4.000 v. Chr. Deze fase kenmerkt zich door de voortzetting van de oebaid 3 aardewerkstijl, hoewel de ontwerpen met minder vakmanschap zijn geschilderd.
De belangrijkste kamers van oude Griekse huizen en soortgelijke kamers in oude Romeinse huizen, meestal gebruikt om in te dineren.
Een eenvoudige vaak houten, niet geconsacreerde kelk. Werd gebruikt in het seminarie bij de opleiding van toekomstige priesters. De term 'houten mis' voor de oefenmissen stamt af van deze houten kelk.
Verwijst naar de periode van circa 850 tot 590 v. Chr. waarin het koninkrijk Urartu de heerschappij voerde over het gedeelte van Anatolië rond het Meer van Van. De kunst en architectuur van deze periode worden gekarakteriseerd door kenmerkende bronzen artefacten en forten van kwalitatief hoogstaand hardstenen metselwerk.
Algemene term die men gebruikt voor diverse soorten tweekleppige weekdieren uit de familie Ostreidae en andere families. Ze komen voor in de zee en in brak water. Sommige soorten uit de familie Ostreidae worden door mensen gegeten. Sommige soorten uit andere families gebruikt men voor de productie van parels.
Sterke messen met korte handvatten die worden gebruikt voor het openen van oesterschelpen.
Ondiepe schalen met een reeks schelpachtige uithollingen, bedoeld voor het serveren van oesters en dergelijke schaaldieren.
Orde van ten minste 1700 bekende levende soorten insecten. Ze worden ook wel 'steenvliegen' genoemd omdat de larven onder stenen in waterstromen gaan zitten. Alle soorten kunnen slecht tegen vervuiling van het water. Hun aanwezigheid in een waterstroom of in stilstaand water beschouwt men dan ook als een indicatie dat de kwaliteit van het water goed is.
Lichte Europese stokwapens van ongeveer 2 meter lang, met een kop die meestal meer voor de sier is dan om als wapen gebruikt te worden; gedragen door infanterieofficieren in de 16e en 17e eeuw als teken van rang en om signalen mee te geven bij het leiden van hun mannen.
De gaven van een dier, een plant of een mensenleven, of een materieel bezit, aan een godheid of een personage van grote religieuze betekenis met als doel een goede relatie te vestigen, onderhouden of herstellen tussen een mens of een gemeenschap en de heilige orde der dingen, bijvoorbeeld door verzoening of eerbetoon.
Oorspronkelijk onderdeel van het avondmaalsstel en bedoeld om bij aanvang van het avondmaal de avondmaalsbriefjes te deponeren, die door de ouderlingen waren verstrekt aan diegenen die mochten deelnemen aan het avondmaal. Na de afschaffing van deze briefjes werd de vaas gebruikt voor offergeld van de avondmaalsgangers. De offervaas is soms voorzien van een deksel met gleuf, soms voorzien van een zakje dat in de opening hangt om het rinkelen van het geld tegen te gaan en het gecollecteerde geld eenvoudig uit te nemen. Voor de voorwerpen waarmee actief geld wordt ingezameld, wordt het voorvoegsel collecte- gebruikt, zoals bij collectezak etc.
Personen in een gezaghebbende of leidinggevende positie in de strijdmacht, met name personen die voor die positie zijn benoemd. Gebruik 'functionarissen' voor personen in een vertrouwens- en gezaghebbende positie in civiel, overheids- of particulier verband.
Te gebruiken gebruikt voor scheepsboten die zijn bestemd voor vlagofficieren, vooral na 1750; zijn over het algemeen kleiner en lichter dan sloepen en barkassen, hebben meestal meer dan 10 riemen en zijn vaak versierd en uitgerust met verblijf voor de bestemde officier.
Te gebruiken voor artsen die zijn gespecialiseerd op het gebied van de oogheelkunde. Gebruik 'optometristen' voor personen die zijn geschoold in de oogmeetkunde.
Keltisch schrift dat werd gebruikt voor inscripties in de Ierse en Pictische taal, stammend uit de 4de eeuw en aangetroffen in Brittannië en Ierland. Het alfabet bestond uit twintig lettertekens, voorgesteld door inkepingen en rechte of diagonale lijnen, variërend in aantal van een tot vijf. Ze werden getekend of gesneden links of rechts van of dwars door de verticale lijnen of randen van verticale stenen monumenten. Behalve op stenen monumenten zouden ze ook zijn gebruikt op schilden en houten stokken en komen ze voor in ten minste één 14de eeuws manuscript.
Zwartfigurige kylikes van het type A, over het algemeen uit de 6de eeuw v. Chr., aan de buitenkant versierd met een paar grote ogen aan beide zijden, vaak met figuren tussen de ogen en soms ook onder de handvatten geschilderd. Bij sommige zeldzame ogenschalen nemen geperste mannelijke geslachtsdelen de plaats in van de gedraaide voet.
Te gebruiken om werken te beschrijven van de gelijknamige Afrikaanse etnische groep die leeft in het noordoosten van Namibië.
Een ongestandaardiseerde term voor diverse groene pigmenten, meestal verwijzend naar chroomgroene of groene varianten van Bremer blauw.
Verwijst naar de cultuur van mensen die wonen in de Oio-regio in het noorden van Guinee-Bissau.
Verwijst naar een type oinochoai dat grote gelijkenis vertoont met de moderne kruik met één handvat, al heeft het vaak twee handvatten. Deze vorm werd gebruikt als opscheplepel om wijn te serveren en als drink- en maatbeker.
Klassieke Griekse vaten met één handvat, die werden gebruikt voor het scheppen en schenken van wijn of water. Gemaakt in een reeks van vormen met het uiterlijk van kannen en kruiken.
Kleine kralen die men gebruikte om een inro, tabakszak of geldbuideltje aan de riem te hangen. Deze kralen werden gemaakt van verschillende materialen, zoals glas, been, hout, lak, jade en ivoor. Soms waren ze voorzien van complexe gravures of hadden ze de vorm van dieren of menselijke figuren.
Tassen geweven door nomaden in Centraal-Azië, bedoeld om de uiteinden van een bundel steunpalen stevig vast te maken.
Te gebruiken om werken te beschrijven van de gelijknamige Afrikaanse etnische groep die meestal als jagers en verzamelaars leven in de westelijke hooglanden in Kenia.
Stijl en cultuur van in Nigeria woonachtige mensen uit de Afrikaanse taalgroep met dezelfde naam.
Te gebruiken om werken te beschrijven van het gelijknamige, Edo-sprekende Afrikaanse volk dat leeft in het zuiden van Nigeria. Het volk vormt een subgroep van de Etsako.
Beschrijft werken die zijn vervaardigd door het gelijknamige Afrikaanse volk, dat in de rivierdelta van de Niger in Nigeria leeft.
Grote vaten, vooral die met een inhoud tussen de 240 en 530 liter.
Te gebruiken om werken te beschrijven van de gelijknamige Afrikaanse etnische groep die leeft in de Cameroon Grassfields.
Verwijst naar de stijl van Engelse woningarchitectuur in de tweede helft van de 19de eeuw, die zich kenmerkt door het gebruik van traditionele Engelse materialen en vormen zoals ramen met verticale raamstijlen, in vakwerk uitgewerkte muren, schuine daken en hoge, ornamentele schoorstenen.
Te gebruiken om werken te beschrijven van de gelijknamige Afrikaanse etnische groep die leeft in het westen van Kameroen en Nigeria.
Houders, meestal met handvat en kurk, die gebruikt worden voor het serveren van specerijen; meestal van glas en vaak gemaakt in sets van twee of meer.
Ruimvallende regenjassen; wordt vooral gebruikt voor jassen van wasdoek of van een met een rubberlaag bedekte stof, vaak in felle kleuren vervaardigd.
Persen die worden gebruikt voor het verkrijgen van olie uit noten, olijven, zaden en soortgelijke producten.
Wordt gebruikt voor gebouwen en bijbehorende buitenplaatsen waarin olifanten worden gehouden voor het publiek, vooral in dierentuinen.
Klasse van circa 1800 soorten overwegend hermafrodiete aard- en zoetwaterwormen met permanente geslachtsorganen, die zich voeden met afvalresten en algen. In het water levende wormen hebben kieuwen en zijn volledig ontwikkeld, wat inhoudt dat de jongen eruitzien als zeer kleine versies van volwassen wormen.
Lepels, in het bijzonder met doorboorde kom, die specifiek zijn bedoeld voor het opdienen van olijven. Gebruik 'mote spoons' voor lepels met doorboorde kom en een lang, spits toelopend handvat die worden gebruikt bij het serveren van thee.
Grote, bolvormige, meestal wijde vaten van aardewerk of gevlochten materiaal, gebruikt om er water of voedsel in te bewaren of te koken; hebben soms handvatten.
De massieve delen in kantelen, waartussen schietgaten liggen.
Verwijst naar het schilderkundige hulpmiddel om parallelle lijnen uiteen te doen lopen in plaats van ze te doen samenkomen, om de suggestie te wekken dat ze terugwijken in diepte. In de westerse kunst werd het systeem gebruikt voorafgaand aan de codificatie van het éénpuntsperspectief. Voor een moderne blik lijkt het incorrect.
20e-eeuwse kunstwerken, meestal in de open lucht en op grote schaal, die de toeschouwer omringen of erbij betrekken, en vooral de natuurlijke kenmerken van de locatie benutten. Voor soortgelijke werken die het land zelf gebruiken wordt 'earthworks' gebruikt. Voor inrichtingen binnenshuis waar de toeschouwer naar binnen kan gaan wordt 'environments' gebruikt. Voor beeldhouwwerken die zijn ontworpen om buiten te worden geplaatst maar niet locatie-gebonden zijn, gebruik 'openluchtsculpturen'. Voor kunstwerken die natuurlijke fysische krachten, biologische organismen en processen benutten en het medium performance om ecologische en milieu-kwesties te illustreren, ter discussie te stellen en uit te leggen, gebruik 'ecologische kunst'.
Verwijst naar 20ste-eeuwse kunstenaars die zijn gespecialiseerd in werken die gewoonlijk in de buitenlucht en op grote schaal worden gemaakt, meestal met kenmerken van het terrein zelf.
Tak van de psychologie die zich bezighoudt met de wederzijds interactieve relatie tussen bebouwde omgeving en gedrag.
Wordt gebruikt voor hindernissen die overdwars in een waterweg zijn gebouwd om de stroom geheel of gedeeltelijk af te buigen van de gewone bedding en een buis, sloot of geul in te leiden, zodat er om constructiewerk heen kan worden gegaan.
Verwijst naar werken die zijn vervaardigd door de gelijknamige Afrikaanse etnische groep, die in het zuidwesten van Ethiopië leeft.
Het omzetten naar een voor de computer leesbare vorm van gegevensrecords in een handmatig of voor de computer niet leesbaar bestand, die niet worden omgezet bij de dagelijkse verwerking.
Geautomatiseerde referentiediensten die zorgen voor directe antwoorden op vragen van gebruikers, of voor directe toegang tot elektronisch opgeslagen databases die de nodige gegevens bevatten. Gebruik 'informatiediensten' voor geautomatiseerde informatiediensten die de gegevens rechtstreeks of in de vorm van verwijzingen naar gegevensbronnen verstrekken.
Ondernemers die met behulp van hun computersystemen een aantal databases beschikbaar stellen.
Wordt gebruikt voor Koreaanse verwarmingssystemen waarbij gebruik wordt gemaakt van warmeluchtkamers of leidingen onder de vloer; vergelijkbaar met Romeinse hypocaustumen.
Ruimtevaartuigen die niet van binnenuit door mensen worden bestuurd.
Muziekinstrumenten, waarvan de klank elektronisch wordt opgewekt door de superponerende werking tussen een vaste en een variabele radiofrequentieoscillator; bestuurd door een toetsenbord met 7 octaven en de relatieve afstand van de hand van de speler tot een horizontaal gespannen draad; 1928.
Term die van toepassing is op het geheel van pantserstukken voor de arm onder de schouder, bestaande uit twee @'cannons' die zijn verbonden door middel van een @'cowter'; werden gebruikt in Europa van de 14e tot de 17e eeuw. Wordt soms ook gebruikt om @'cannons' aan te duiden die alleen op de onderarm worden gedragen, met inbegrip van dergelijke stukken uit het oude Griekenland.
Het grootste deel van de psyche dat door levenservaring wordt opgebouwd en normaal niet geïntegreerd of beschikbaar is voor het bewustzijn. Wordt door veel psychologen beschouwd als een sterke drijvende kracht voor het uiterlijk gedrag.
Wordt gebruikt voor metselwerk aan, beide kanten van een open haard, dat de schoorsteenmantel en de schoorsteenconstructie aan de bovenkant ondersteunt.
Wordt gebruikt voor de dragende systemen en gedeelten van gebouwen of andere constructies die zich ondergronds bevinden of in de lagere gedeelten van constructies, wanneer men deze delen wil onderscheiden van de bovengrondse of hogere gedeelten, waarvoor 'bovenbouw' wordt gebruikt. Gebruik 'funderingen' voor de specifieke delen van constructies, meestal ondergronds, die het gewicht overbrengen op de onderliggende aarde of rots.
Een bescheiden gedecoreerde dalmatiek van dun zijde gedragen door bisschoppen tussen de kazuifel en albe voor bepaalde rituelen. Voorheen gedragen tussen kazuifel en tunica.
De hiërarchie Componenten bevat descriptoren voor de samenstellende delen van objecten, met inbegrip van structuren, beelden en teksten. In die gevallen waar een descriptor verwijst naar een element dat soms als component en soms zelfstandig voorkomt, wordt de descriptor ondergebracht in de meest geschikte hiërarchie. Voorbeeld: 'kapellen', altijd verwijzend naar kamers of ruimten maar soms ook naar zelfstandige gebouwen, verschijnt in de sectie "kamers en ruimten" van de hiërarchie Componenten; 'airconditioningsapparaten', altijd verwijzend naar uitrustingen maar soms ook naar onderdelen van W-systemen, verschijnt in de hiërarchie Gereedschap en Uitrusting. Relatie met andere hiërarchieën: descriptoren voor elementen die niet als afzonderlijke component voorkomen, bijvoorbeeld sierpatronen en fysieke effecten (zoals 'cannelures' of 'rimpels') zijn ondergebracht in de hiërarchieën van het facet Fysieke attributen. Descriptoren voor elementen die integraal deel uitmaken van de structuur van een cultuurlandschap (bijvoorbeeld 'altaren') verschijnen hier als componenten, terwijl verplaatsbare artikelen voor het inrichten van ruimten binnen of buitenshuis in de hiërarchie Interieurinrichting te vinden zijn.
Wordt gebruikt voor horizontale openingen, zoals tussen de dekken op een schip, en voor deuren die horizontaal gescheiden zijn, waarbij het bovenste deel open kan staan voor ventilatie of voor het doorgeven van artikelen.
Halve deuren die toegang verschaffen tot een provisiekamer en waarlangs de inhoud van de provisiekamer wordt uitgeserveerd.
Ongelijkvloerse kruisingen waar vrije doorgang van verkeer op het bovenste niveau wordt behouden door de hoogte van het onderste niveau gedeeltelijk of geheel te verlagen.
Uitstekende metsellagen die bij metselwerk met natuursteen worden geplaatst ter hoogte van de vensterbank, en die zich meestal onderscheiden doordat ze verder uitsteken, dikker zijn afgewerkt, of in het geheel dikker zijn.
Het versieren van glas in hoog reliëf door een gedeelte van het glas tussen de kern van het voorwerp en de versiering weg te snijden, zodat daartussen een open ruimte ontstaat.
Er voor zorgen dat mensen, materiële voorwerpen of eigendommen operationeel blijven zoals ze zijn in hun huidige toestand.
Verwijst naar heersers van een land of provincie die optreden als vertegenwoordiger van hun soeverein of koning, en die zijn gemachtigd te handelen uit naam van de soeverein. Zij heersen vaak over grensgebieden of in provincies die ver van de machtszetel van de staat zijn verwijderd.
Kleedjes, vaak gehaakt, die als decoratie of ter bescherming tegen hitte of krassen op meubilair worden gelegd.
Te gebruiken voor personen die een zakelijke onderneming organiseren, leiden en gewoonlijk ook bezitten en het daarbij behorende risico van winst of verlies op zich nemen.
Gewoonlijk te gebruiken voor een groep mensen die in een bepaalde commerciële of industriële onderneming werkzaam is.
Een term uit de oude Griekse architectuur voor de platte dakpan of Hollandse pan met een decoratieve neus, gebruikt voor de overhangende dakranden (met antefixen) als vervanger van de neuslijsten (terracotta of marmeren dakgoot van een gebouw). In de tegenwoordige bouwkunst is de onderpan een dakpan die doorgaans korter of eenvoudiger is dan andere dakpannen, en wordt gebruikt in de eerste rij pannen langs de dakranden van een gebouw.
Grote, ondiepe schalen, meestal ovaal met een opstaande rand en een dieper deel, gebruikt voor het serveren van voedsel.
Het middelste deel tussen de kruin en de aanzet van bogen.
Wordt gebruikt voor lagen board of triplex die direct op de dwarsbalken worden geplaatst en waarop de vloerbedekking wordt gelegd, soms voorafgegaan door een tussenlaag.
Tak van de archeologie die zich bezighoudt met het bergen van oude voorwerpen uit de zee, zoals scheepswrakken of overblijfselen van verzonken menselijke nederzettingen, met behulp van de techniek van onderwateronderzoek, uitgravingen en berging.
Te gebruiken voor het vakgebied dat zich bezighoudt met het gehele proces van het overbrengen van kennis, attitudes, vaardigheden of sociaal gewaardeerde karakter- of gedragseigenschappen. Gebruik 'opleiden' voor de specifieke activiteiten die betrekking hebben op het doelbewust overdragen van kennis, vaardigheden of sociale normen aan anderen.
Verwijst naar een gebouw, een deel van een gebouw of een complex waarin opleidingen en educatie worden gegeven. Het gaat niet per se om officieel onderwijs.
Instellingen waar opleidingen en educatie worden gegeven. Het gaat niet per se om officieel onderwijs.
Zij die verantwoordelijk zijn voor de opleiding van andere mensen.
Platen, matjes of kleine ondiepe borden, meestal rond en gebruikt om een oppervlak te beschermen tegen krassen of beschadiging door hitte of vocht.
Vaartuig bestemd voor oceanografisch onderzoek of biologisch en technisch onderzoek ten behoeve van de visserij.
Instellingen waar onderzoek wordt gedaan die meestal deel zijn van grotere organisaties of van collectieve, industriële of onderwijsinstellingen. Gebruik 'onderzoeksinstituten' voor onafhankelijke plaatsen waar onderzoek wordt gedaan.
Wordt gebruikt voor plaatsen waar onderzoek wordt gedaan, die meestal deel zijn van grotere organisaties of van collectieve, industriële of onderwijsinstellingen. Gebruik 'onderzoeksinstituten' voor onafhankelijke plaatsen waar onderzoek wordt gedaan.
Afzonderlijke, onafhankelijke en meestal zelfstandige instellingen die fundamenteel of toegepast onderzoek uitvoeren onder contract of als een organisatie zonder winstbejag. Gebruik 'onderzoekscentra' voor plaatsen waar onderzoek wordt gedaan als deel van een grotere organisatie.
Wordt gebruikt voor laboratotia die zijn uitgerust voor zowel fundamenteel als toegepast onderzoek, meestal opgezet als ondersteuning van een grotere organisatie die de resultaten van het onderzoek kan uittesten en toepassen.
Wordt gebruikt voor relatief afgelegen plaatsen met voorzieningen voor huisvesting van de staf aldaar en voor het ter plekke uitvoeren van observaties van natuurlijke verschijnselen in een bepaald veld. Te onderscheiden van 'proefstations' die vooral worden gebruikt voor onderzoek en experimenten en die meestal geen afgelegen ligging hebben.
Klasse zeiljachten die volgens een standaardontwerp zijn gebouwd en qua constructie en tuigage identiek zijn.
Wordt gebruikt voor bouwsystemen gebaseerd op betonnen platen, waarin de belasting slechts in één richting worden overgedragen.
Orde van drie families met ongeveer vijftien soorten zoogdieren, waaronder paarden, ezels, zebra's, neushoorns, tapirs en verwante soorten. Het zijn grazers met een oneven aantal tenen aan iedere hoef. Gewoonlijk zijn het grote dieren en hebben ze relatief eenvoudige magen. De cellulose van planten verteren ze in hun darmen in plaats van in hun maag. In het epigastrium vindt fermentatie van het voedsel plaats.
Papiergeld dat door een decreet van de overheid tot wettig betaalmiddel is verklaard, maar niet gebaseerd is op noch inwisselbaar voor muntgeld.
Papier zonder stijfsel.
Hervormde tak van de karmelietenorde die in 1593 een zelfstandige orde werd. Toenemende zedelijke losheid en misbruiken binnen de orde der karmelieten leidden tot de hervormingen van Sint Theresia van Avila en later van de Heilige Johannes van het Kruis. De aanduiding 'ongeschoeide' verwijst naar het gebruik van de hervormers om sandalen te dragen in plaats van kousen en schoenen. Ongeschoeide karmelieten richten zich vooral op pastoraal en missionair werk.
Te gebruiken voor onverwachte gebeurtenissen die voorkomen zonder opzet of wil van de betrokkenen, in het bijzonder die van een ongewenste of ongelukkige aard.
Te gebruiken voor het raadplegen van een database, een on line catalogus of een andere collectie van door de computer leesbare documenten, artefacten of vervangers daarvan, zoekend naar items die één of meer van de door de zoeker bepaalde kenmerken bezitten.
Schilderijen met een onderwerp dat vrouwen gewoonlijk interessant vonden, met name liefdesgeschiedenissen, zoals het verhaal van prins Genji. Er zijn hoogstens een paar hedendaagse definities van deze term, die echter aanleiding geven tot onduidelijkheid over de schilderstijl en het soort artiesten dat deze werken creëerde. Deze term gebruikte men in de Heian-periode (794-1185). Zie ook ���bijinga' voor schilderijen of afdrukken waarin de schoonheid van vrouwen wordt uitgebeeld, een term die in de Edo-periode (1615-1868) of de Meji-periode (1868-1912) is ontstaan.
De eigenschap of toestand van het missen van stabiliteit, van het neigen naar veranderlijkheid of van gemakkelijk uiteenvallen of chemisch veranderen.
Verwijst naar de gezamenlijke stijlen die vertegenwoordigd waren op een tentoonstelling in München in 1937 en die door de Duitse Nationaal-Socialistische Arbeiderspartij werden veroordeeld als moreel en maatschappelijk verdorven.
Geurige mirreachtige oliehoudende hars die wordt verkregen uit de kleine groenblijvende boom Commiphora opobalsamum, die inheems is in het Midden-Oosten. Wordt gebruikt in parfums en medicijnen. In het Bijbelboek Genesis wordt ernaar verwezen als een genezende balsem. In het oude Griekenland en het Romeinse Rijk werd het beschouwd als een waardevol medicijn en parfum. De term 'ontariopopulierenhars' wordt soms onterecht gebruikt om te verwijzen naar 'canadabalsem', die afkomstig is van een Noord-Amerikaanse boom.
Soort terpentijnolie die wordt gebruikt als oplosmiddel voor verf, voor medicinale doeleinden en in parfums. De olie wordt verkregen uit de knoppen van de Canadese balsempopulier. Ook bekend als 'balsem uit Gilead', die oorspronkelijk afkomstig was van de kleine groenblijvende Balsamodendronboom, inheems in het Nabije Oosten.
Zitnissen waar lichte maaltijden worden genuttigd, meestal met een ingebouwde tafel en zitplaatsen.
Het uiteenvallen in verschillende delen; wordt met name gebruikt voor organische materialen of voor ontbindingsverschijnselen op moleculair niveau.
Gebieden in een natuurlandschap beschikbaar maken voor menselijk gebruik door de natuurlijke omstandigheden te veranderen.
Het verwijderen, op chemische of mechanische wijze, van epidermale structuren, zoals haar van een gevilde huid of vel; dient ook om het vezelnetwerk van de huid losser te maken en te spreiden en om de zweleigenschappen van huid of vel te veranderen.
Het procédé waarbij resten haar, vuil, vet en ongebluste kalkmengsels worden verwijderd van een huid of vel na ontharing en ontvlezing.
Lampen waarin licht, of stralingsenergie van dichtbij het zichtbare spectrum, wordt geproduceerd doordat een elektrische stroom door een damp of gas gaat.
Vakgebied waarin men zich bezighoudt met de structuur, functie en ontwikkeling van de cellen, weefsels en organen waaruit het dierlijk en menselijk lichaam is samengesteld.
Mensen die anatomie studeren.
Formele, machinaal leesbare specificaties van een conceptueel model, waarin concepten, eigenschappen, relaties, functies, beperkingen en axioma's expliciet zijn gedefinieerd. Verwijst naar een compilatie die technisch gezien geen gecontroleerd vocabulaire is, maar die een of meerdere gecontroleerde vocabulaires gebruikt voor een gedefinieerd domein en het vocabulaire uitdrukt in een representatieve taal die beschikt over de grammatica voor het gebruiken van vocabulairetermen die iets uitdrukken wat betekenis heeft. Ontologieën verdelen hun wereld meestal in de volgende gebieden: individuen, klassen, kenmerken, relaties en gebeurtenissen. De grammatica van de ontologie verbindt deze gebieden met elkaar via formele beperkingen, die bepalen hoe de vocabulairetermen of uitdrukkingen met elkaar mogen worden gecombineerd.
Het laten gaan van mensen uit een instelling, onderneming of hen ontheffen van een verplichting.
De hiërarchie Ontspanningsmiddelen bevat descriptoren voor uitrustingen en accessoires welke worden gebruikt bij tal van activiteiten gericht op persoonlijk genoegen of vrijetijdsbesteding. Hierin opgenomen zijn descriptoren voor zaken als speelgoed en persoonlijke fitnessapparatuur, en andere apparaten die bij de uitoefening van een vrijetijdsbesteding of sportwedstrijd worden gebruikt. Relatie met andere hiërarchieën: descriptoren voor groepen ontspanningsmiddelen (bijvoorbeeld 'schaakspellen') maken deel uit van de hiërarchie Objectgroepen en systemen. Descriptoren voor sport- en atletiekuitrustingen die op het lichaam worden gedragen (bijvoorbeeld 'valhelmen') vindt u in de hiërarchie Kleding. Descriptoren voor objecten die in de sport worden gebruikt maar oorspronkelijk waren bedoeld als, of duidelijk zijn afgeleid van een aanvals- of verdedigingswapen (bijvoorbeeld 'schermdegens', 'javelins') zijn ondergebracht in de hiërarchie Wapens en Munitie. Descriptoren voor objecten die bij sport of spel kunnen worden gebruikt maar in eerste instantie of van oorsprong bedoeld waren om mensen of goederen over een zekere afstand te vervoeren (bijvoorbeeld 'sleeën', 'kano's') vindt u in de hiërarchie Vervoermiddelen. Figuren die feitelijk niet als speelgoed zijn bedoeld, zijn opgenomen in de hiërarchie Beeldmateriaal (bijvoorbeeld 'kachina-poppen').
Het schoonmaken en effenen van de vleeszijde van huiden en vellen door het verwijderen van binnenmembranen zoals het onderhuidse weefsels en spierweefsel, ter voorbereiding op verdere behandeling.
De hiërarchie Ontwerpelementen bevat descriptoren voor geconventionaliseerde en terugkerende vormen en rangschikkingen van vormen die worden gebruikt in het ontwerp van veel soorten objecten en hun ornament. Deze kunnen tweedimensionaal zijn zoals geschilderde zigzagvormen, in reliëfs zoals gesneden rozetten, of kunnen verwijzen naar de vorm van afzonderlijke objecten, zoals Keltische kruizen die zijn gebeeldhouwd uit steen. Relatie tot andere hiërarchieën: Descriptoren voor bepaalde kenmerken die zijn gerelateerd aan vorm of positie zijn te vinden in de hiërarchie Kenmerken en Eigenschappen (bijvoorbeeld bol, concentrisch). Driedimensionale ornamentale onderdelen van structuren en overige objecten zijn te vinden in de hiërarchie Onderdelen (bijvoorbeeld fioelen).
Wordt gebruikt voor tekeningen waarin de opzet van een project wordt uitgewerkt, ongeacht of het ook daadwerkelijk wordt uitgevoerd; ze zijn gedetailleerder dan schetsen.
Het veranderen van menselijke activiteiten, gebruiken of nederzettingen door de tijd heen, meestal in de zin van verbetering of uitbreiding.
Te gebruiken voor de geplande kunstwerken of architectuur die nooit daadwerkelijk zijn gerealiseerd. Gebruik 'niet-gerealiseerde projecten' specifiek voor architectuur.
Motieven in de vorm van een oog, meestal een menselijk oog, onder meer aangetroffen op de boegen van watervoertuigen, waarop ze ter bescherming zijn geschilderd of gebosseleerd, of in de christelijke iconografie als het oog van God in het midden van een gelijkzijdige driehoek die de Heilige Drie-eenheid voorstelt. Anders dan 'oculi', dat wordt gebruikt voor kleine ronde of ovale openingen, zoals ramen in een muur of openingen in de top van een koepel.
Motief van een amandelvorm met een cirkel in het midden, dat een frontaal weergegeven menselijk oog voorstelt. Het oog van Horus werd voor het eerst toegepast in het oude Egypte, en werd algemeen beschouwd als een symbool van bescherming en macht.
Miniatuurportretten van één enkel menselijk oog, vaak aangebracht op broches, kleine geëmailleerde doosjes of andere kleine objecten. De meeste komen uit de periode tussen de laatste jaren van de achttiende eeuw tot circa 1825. Vaak waren het geschenken van anonieme aanbidders, van vriendinnen aan elkaar, of als aandenken aan overleden dierbaren.
Uitsteeksels waaraan een voorwerp kan worden vastgehouden of ondersteund; kan voorzien zijn van een kleine opening voor een draagriem.
Van oorsprong middeleeuws kerkelijk kunstuurwerk. Speelt op gezette tijden bijbelse scenes, voorgesteld door poppen.
Dolken zonder pareerstang, waarvan de knop in twee schijfvormige uitsteeksels eindigt.
Open en officieel verklaard vijandelijk gewapend conflict tussen naties of partijen binnen een natie.
Familie van veertien soorten in zeven genera waartoe zeeleeuwen en pelsrobben behoren. De dieren zijn aangepast aan het leven in het water, waar ze zich voeden en waar ze doorheen trekken, maar ze paren en rusten op het land of op ijs. Ze hebben kleine, maar zichtbare externe oorflappen, grotere voorflippers en borstspieren dan echte zeehonden en kunnen hun achterste ledematen naar voren richten en op alle vier de ledematen lopen. De soorten uit deze familie ontstonden samen met de echte zeehonden en walrussen in het Laat-Mioceen (10 tot 12 miljoen jaar geleden). Ze hebben een gemeenschappelijke voorouder die het nauwst verwant was aan moderne beren.
Verwijst naar een stijl die populair was in het Europa van de 17de eeuw en waarbij een specifiek type ornament wordt toegepast. Kenmerkend voor de stijl zijn kwabvormig lofwerk, gebosseleerd reliëfwerk en plastische, booglijnige geplooide vormen die aan een menselijk oor doen denken. De kwabstijl is aan het begin van de 17de eeuw in Utrecht ontwikkeld. De stijl kan in verschillende kunstvormen worden aangetroffen, maar vooral in metaalwerk. De kwabstijl is afgeleid van het grafische werk van de maniëristen uit de 16de eeuw, hoewel de stijl vaak ook wordt toegeschreven aan de Hollandse goudsmeden Adam en Paulus van Vianen.
Orde van 1800 soorten insecten met grote vliezige achtervleugels die verborgen zitten onder korte leerachtige voorvleugels. De insecten uit deze orde kregen de naam ���oorwurm' waarschijnlijk vanwege een oud en wijdverspreid bijgeloof dat ze via de oren in het hoofd van slapende mensen kropen.
Verwijst naar de stijl en periode die wordt toegeschreven aan de Ostrogoten, een tak van de Germaanse Gothen die ogenschijnlijk in de 4de eeuw v. Chr. vanuit Scandinavië de Oostzee overstaken en die zich in de 1ste eeuw v. Chr. in het zuiden van Rusland vestigden. Later trokken zij onder onder leiding van Theodorik de Grote verder naar Hongarije, Oostenrijk, Joegoslavië en in de 5de eeuw naar Italië. Door de jaren heen combineerden de stijlen van de Oostgotische kunst decoratieve motieven, uitgewerkt op wapens en persoonlijke decoraties, met elementen uit de klassieke Romeinse en Byzantijnse kunst.
In algemene zin verwijst deze term naar diverse schilderstijlen uit Oost-India die een langdurige periode omvatten. Vaak wordt er specifiek mee verwezen naar een Indiase schilderstijl die hoofdzakelijk beperkt bleef tot de boeddhistische kloosters van Bihar, Bengalen en Orissa, in de 11de en 12de eeuw. Er is een groot aantal palmbladmanuscripten met miniaturen bewaard gebleven; de vaakst gedecoreerde tekst is de 'Astasahasrika Prajnaparamita' ('Vervolmaking van de wijsheid in 8000 delen'). Er wordt meestal een frontaal aanzicht gekozen, en afgezien van een paar bomen is de achtergrond doorgaans leeg. Vanwege het kleine formaat (nooit groter dan 80x80 mm) is de iconografie niet complex; meestal is de afbeelding een conventioneel icoon van boeddhistische goden en godinnen, met een gering verhalend element. De stijl van de nog resterende manuscripten is verwant met de Palastijl. De kloosters zelf werden vermoedelijk voorzien van fresco's en gedecoreerd met vaandelschilderingen, die niet bewaard zijn gebleven. Na de islamitische invasie en de verwoesting van de boeddhistische centra in Oost-India in de 13de eeuw raakte de stijl in verval.
Verwijst naar de regionale stijl van Oost-Java. Beeldhouwkundige werken volgen overwegend de Wajang-stijl die de Balinese volkstraditie van wajangpoppentheater weerspiegelt, en die wordt weergegeven op reliëfpanelen in Oost-Javaanse tempels uit de 13de en 14de eeuw. In textielproducten, met name in batik, wordt deze stijl gekarakteriseerd door het veelvuldige gebruik van een rode verfstof die bekend is als Turks rood. Na de komst van de islam op Java representeerde de bouwstijl een synthese tussen Oost-Javaanse en oude, pre-hindoeïstische Balinese tradities, gekenmerkt door iconografie, gelaagde daken en de candi bentar-ingang tot de externe binnenhof van een tempel. Decoratieve kunsten in deze stijl worden gekenmerkt door verse en gedroogde bloemen als versiering op kleding, vergulde kammen en complexe sieraadontwerpen.
Intelligente en sociale hominide, de grootste levende primaat. Ze hebben een grote kop, brede borst, lange armen, een platte neus met grote neusgaten en een zwarte vacht. Volwassen mannetjes hebben een zilverkleurig ���zadel' op de rug. Vergeleken met de westelijke gorilla is de oostelijke gorilla groter en donkerder van kleur, heeft geen overhangende punt op de neus, heeft een robuuster lichaam en leeft minder in bomen en in grotere familiegroepen (van soms wel 40 individuen). In sommige classificaties beschouwt men de oostelijke en westelijke gorilla als één enkele soort.
Verwijst naar een Chinese dynastie uit de periode 317 tot 420 n. Chr., de tweede van de zogeheten Zes Dynastieën die elkaar opvolgden in zuidelijk China. Na de verwoesting van Luoyang en Chang-an in 317 vluchtten de Chinezen naar het zuiden om daar een nieuwe zuidelijke staat te vestigen. De keizers van de Sima-familie slaagden er niet in het noorden te heroveren, en dat gebied zou onder de heerschappij blijven van allerlei groepen die gezamenlijk bekend stonden als de Zestien Koninkrijken; een uitzondering werd gevormd door het gebied dat tegenwoordig de provincie Sechuan omvat en dat in 347 werd geannexeerd, waardoor een route naar Centraal-Azië werd opengelegd. In politiek opzicht was dit weliswaar een weinig stabiele periode in de Chinese geschiedenis, maar de literatuur en kunsten maakten een ongekende bloeitijd door. De hoofdstad Jiankang was een bloeiend cultureel centrum dat door boeddhistische missionarissen en kooplieden uit Zuidoost-Azië en India werd bezocht. Een van de vroegst bekende boeddhistische verguld-bronzen beelden werd in 338 gegoten, als imitatie van een Gandhara-model. Wang Xizhi, de invloedrijkste kalligraaf uit de Chinese geschiedenis, was werkzaam gedurende deze periode. De keramiekvormen van de Oostelijke Jin waren innovatiever dan die van de Westelijke Jin. Een aantal graftombes uit deze periode is opgegraven bij de berg Gugui in Nanjing, die volgens literaire bronnen fungeerde als begraafplaats voor de keizerlijke families van de Oostelijke Jin.
Verwijst naar de cultuur van de oostelijke Mono, een indiaanse groep uit centraal Californië die een taal spreekt die behoort tot de Numic-groep van de Uto-Azteekse-familie en gerelateerd is aan Noordelijk Paiute. De oostelijke Mono, vertonen, net als de indianen van Owens Valley aan de andere kant van de bergketen, gelijkenis met hun indiaanse buren van het Grote Bekken. De oostelijke en westelijke Mono dreven vroeger handel met elkaar.
Beschrijft werken die zijn vervaardigd door het gelijknamige Afrikaanse volk, dat in de Democratische Republiek Congo leeft en een subgroep van de Pende vormt.
Verwijst naar de Chinese dynastieperiode en cultuur vanaf 534 tot 550 n. Chr. die werd gesticht door een voormalige garnizoenscommandant van Noordelijke Wei, Gao Huan (496-547), en zijn zonen. Ze beheersten een gebied ten oosten van Luoyang. De hoofdstad was gevestigd in Ye in de zuidelijke provincie Hebei. Het boeddhisme bleef de belangrijkste inspiratie voor de kunsten. De oudste overgebleven stenen pagodekapel in China, bij Shentong si op de berg Tai, is waarschijnlijk Oostelijke Wei. Beeldhouwkunst uit deze periode wordt gekenmerkt door een grotere rondheid dan beeldhouwkunst van de Noordelijke Wei. De dynastie eindigde in 550 toen Gao Huans zoon Gao Yang keizer werd en de Noordelijke Qi-dynastie stichtte.
Verwijst naar de periode van de Zhou-dynastie van 771 tot 256 v. Chr. Deze periode heeft twee subdivisies, de periode van de Lente en Herfst-annalen en de periode van de Strijdende Staten. De exacte datering van deze perioden is onderwerp van debat onder onderzoekers. Men zegt wel dat de Oostelijke Zhou-periode is begonnen toen de Zhou, die op de vlucht waren voor aanvallende stammen, hun hoofdstad verplaatsten van Xi'an naar Luoyang in 771 v. Chr. Deze geografische breuk met de voorafgaande Shang-dynastie werd weerspiegeld in de kunst van de Oostelijke Zhou-periode. Met name late Oostelijke Zhou-kunst wordt gekenmerkt door een opmerkelijke variatie en vakbekwaamheid. Op een laag vuur gebakken grafbeeldjes (mingqi) werden vaker gebruikt, mogelijk onder invloed van een Confuciaans dictum tegen menselijke offers. Op een laag vuur gebakken groen, loodgeglazuurd aardewerk, zacht, gepolijst zwart aardewerk en op een hoog vuur gebakken geglazuurd aardewerk werd vervaardigd tijdens de Oostelijke Zhou-periode. Helder beschilderd keramiek werd vervaardigd als imitatie van het in die periode recentelijk populair geworden lakwerk, terwijl ander keramiek werd vervaardigd als imitatie van bronzen voorwerpen. Er werden met behulp van een mal vervaardigde en versierde keramiektegels en stenen geproduceerd. Jadesnijwerk, dat minder werd toegepast tijdens de Westerse Zhou-periode, werd weer belangrijk bij grafobjecten en objecten voor persoonlijke versiering. Bronzen kregen een wereldlijker karakter en werden vaak als huwelijkscadeau gegeven ter verfraaiing van het woonhuis. Bronzen bellen en spiegels werden populair. Totemistische dieren en monsters werden verdrongen door kleurrijke, geformaliseerde decoratieve ontwerpen. De vroegste voorbeelden van schilderingen op zijde zijn ontdekt in graftomben uit de Oostelijke Zhou-periode. Voorlopers van het grafaardewerk van de Han- en Tang-dynastieën zijn eveneens aangetroffen.
Verwijst naar de stroming die is ontstaan door de geleidelijke verwijdering tussen kerkelijke autoriteiten in de vroege eeuwen van het christendom en de splitsing tussen het Oost-Romeinse of Byzantijnse rijk en het Heilige Romeinse rijk. Het schisma verdiepte zich in 1054 tussen Rome en Constantinopel, en terwijl de westerse theologie onder de invloed bleef van Augustijnse ideeën, werd de oosterse theologie verder gevormd door de Griekse vaders. In de orthodoxe theologie wordt de autoriteit erkend van lokale kerkcentra zoals Rome, Alexandrië, Antioch en Constantinopel, die worden geleid door hoofdbisschoppen, in plaats van het autoritaire, centrale pauselijke gezag dat in de westerse theologie centraal staat. Daarbij wordt uitgegaan van het idee dat het individu geen autonoom wezen is, maar dat de menselijke aard wordt gedefinieerd door een relatie met god; dit betekent dat in het geval van zonde een verwijdering van God plaatsvindt, en het doel van goede christenen is volgens de orthodoxe ideologie juist een verbond met God.
Foto-elektrische instrumenten voor het meten van de hoeveelheid bezinksel in vloeistoffen.
Exemplaren van drukwerk of driedimensionale objecten die specifiek voor presentatiedoeleinden zijn gedrukt door de kunstenaar en/of uitgever.
Zij die hun bezit of invloed gebruiken ten bate van individuen, instellingen of goede doelen, met name zij die het werk van kunstenaars of schrijvers steunen, inclusief zij die opdracht geven voor afzonderlijke werken en ervoor betalen. Gebruik 'sponsors' voor mensen die de hoofdverantwoordelijkheid op zich nemen voor projecten of activiteiten. Gebruik 'vrienden' voor personen die vrijwilligerswerk verrichten of geld of publieke steunbetuigingen geven als lid van een genootschap of vereniging.
Een licht betonmengsel dat nauwelijks of geen fijn aggregaat bevat.
Open goederenwagons, meestal met lage zijkanten, die worden gebruikt voor het transporteren van vrachtgoederen zoals kolen of staal, die geen bescherming tegen het weer vereisen.
Wordt gebruikt voor openingen of nissen in schoorstenen of muren waarin een vuur kan worden gemaakt, voor verwarming of om op te koken. Kan ook worden gebruikt als verwijzing naar lage vuurvaste constructies die buiten zijn opgericht om boven een open vuur te koken.
De hiërarchie Open ruimten en landschappelijke elementen bevat beschrijvingselementen voor open ruimten met relatief samenhangende gebieden die zijn ingericht en aangepast volgens een groot aantal concepten en processen die ook worden gebruikt voor de vorming van gebouwen en andere bouwconstructies (zoals 'tuinen' en 'plaza's'), en beschrijvingselementen voor afzonderlijk gefabriceerde of gemanipuleerde onderdelen in en rond open ruimten, andere cultuurlandschappen of natuurlandschappen (zoals 'vlaggenmasten' en 'windschermen'). Relatie met andere hiërarchieën: de hiërarchie Onderdelen bevat beschrijvingselementen voor de skeletbouwsystemen en losse bouwonderdelen (zoals 'balloon frames' en 'garagedeuren') die onderdeel zijn van afzonderlijk bouwwerken, beschrijvingselementen voor kamers, ruimten en andere grote onderdelen van een gebouw (zoals 'keukens') en beschrijvingselementen voor de infrastructurele systeemonderdelen van een landschap (zoals 'hoofdwaterleidingen' en 'fly-overs'). Beschrijvingselementen voor kunstmatige onderdelen van open ruimten en cultuurlandschappen (zoals 'gazons' en 'bermen' vallen hier ook onder, terwijl beschrijvingselementen voor soorten kenmerken van natuurlandschappen en hun onderdelen (zoals 'steile rotsen' en 'rivieren') vallen onder de hiërarchie Nederzettingen en landschappen.
Een vrij bewegend scharnier dat wordt gebruikt bij het boekbinden, geproduceerd door voor- en achterplat een klein stuk (ongeveer 3 tot 6 mm) van de kneep te plaatsen. Zo ontstaat een ruimte waarin het omslagmateriaal wordt geperst, waarbij er een plooi of een groef ontstaat. Het is een van de meest karakteristieke eigenschappen van bibliotheekbindingen. Er kan op deze manier dik omslagmateriaal worden gebruikt, zoals buckram, terwijl het boek nog steeds eenvoudig kan worden geopend. Anders dan 'gesloten scharnieren', waarbij het plat met de rugsnede tegen de kneep ligt, waardoor een vrij stugge verbinding ontstaat.
Kleppensysteem dat veel voorkomt bij Europese blaasinstrumenten, waarbij de vingergaatjes open staan wanneer ze niet in gebruik zijn.
Wordt gebruikt voor posters die bedoeld zijn om in metrowagons en bussen te worden geplaatst.
Te gebruiken voor instellingen die namens de overheid zorg dragen voor blijvende essentiële voorzieningen die betrekking hebben op de bescherming en handhaving van het geheel van de levens en bezittingen van inwoners in een gemeenschap. Gebruik 'nutsbedrijven' voor organisaties die zorgen voor aan- en afvoer van water en energie. Gebruik 'openbare werken' voor overheidsinstellingen die voorzien in gebouwen en andere faciliteiten ten algemene nutte. Gebruik 'sociale voorzieningen' voor georganiseerde hulp verstrekt door overheids- of particuliere instanties aan leden van de bevolking.
Wordt gebruikt voor huizen die historisch gezien van lokaal, regionaal of internationaal belang zijn, die zijn gerestaureerd en voor het publiek geopend als een museum.
Musea in huizen die historisch gezien van lokaal, regionaal of internationaal belang zijn, die zijn gerestaureerd en voor het publiek geopend.
Wordt gebruikt voor gemetselde muren waaruit materiaal is verwijderd zonder dat de bouwkundige samenhang in gevaar wordt gebracht, hetzij om decoratieve of constructie redenen.
Spitsen, waarvan de dakvlakken geheel of gedeeltelijk open zijn.
Formele gebeurtenissen die meestal openbaar en vaak voor genodigden zijn waarbij iets nieuws officieel in werking wordt gesteld.
Verwarmde hokken voor het uitbroeden van de eieren van gevogelte, gewoonlijk met een houten geraamte en vloer en verplaatsbare constructies op steunbalken die men verwarmt met elektrische kachels of oliekachels. De kuikens verlaten het opfokhuis wanneer ze ongeveer zes weken oud zijn en geen verwarming meer nodig hebben. Commerciële opfokhuizen zijn vaak zeer groot en beschikken dikwijls over een groot aantal broedhokken, vloerverwarming of warmtelampen, ventilatoren, een automatische water- en voedselvoorziening en grote deuren waar tractoren en andere machines voor het verwijderen van afval doorheen kunnen.
Te gebruiken voor het boekbindproces waarbij touwen strak rond een boek worden gewikkeld dat tussen speciaal daarvoor gemaakte platen wordt gehouden en de waarbij de touwen die over de rug aan beide zijden van de opgetilde banden lopen, over de platten en onder de voorrand van het boek, zodat de bekleding stevig aan de platten vasthecht. Ook te gebruiken voor het proces waarbij touwen van de kop tot de staart op de rug van een boek worden gewikkeld om de kapjes vast te klemmen.
Doorstiktechniek waarbij twee parallelle stiklijnen worden gemaakt door twee lagen stof heen, waarna zwaar garen of koord tussen de twee lagen wordt gevoegd binnen de stiklijnen, wat een verhoogd lijnenpatroon creëert op een overigens vlakke ondergrond.
Het proces van het verdelen van zetsel over pagina's, inclusief het plaatsen van zaken als kopregels, voetnoten en paginanummers.
Proefdrukken die zijn gemaakt van zetsel dat in bladzijden is gezet, meestal nadat correcties zijn gemaakt maar voordat de platen zijn gemaakt.
Iets door te plakken op een secundaire ondergrond bevestigen. De term kan worden gebruikt om papier op een harde, houten ondergrond te bevestigen, bijvoorbeeld ter voorbereiding van het maken van een passe-partout
Het procédé van het vullen, vooral door de inhoud goed samen te persen.
Geconserveerde dierenhuiden die op vormen gezet worden die het dier zijn ´onderhuidse´structuur nabootst, wat rersulteert in levensechte representatie.
Locaties waar wordt gegraven of op een andere wijze grondonderzoek wordt gedaan naar sporen van oude bewoning, zoals artefacten van menselijke activiteiten, fossielen, bevroren overblijfselen of andere geconserveerde resten.
Deuren met verscheidene scharnierende horizontale secties die omhoog schuiven langs sporen om in een horizontale positie boven de ruimte die binnen moet worden gegaan te eindigen. Veel voorkomend in de VS als garagedeuren.
Ruimten aan de achterzijden van Griekse tempels. VWB
Kruidachtige plantensoort die inheems is in Turkije. De verdovende middelen opium, morfine, codeïne en heroïne worden gewonnen uit de melkachtige vloeistof dat zich in de onrijpe zaaddoos bevindt. Het is ook een veel voorkomende tuinplant die gewaardeerd wordt om zijn opzichtige blauwpaarse of witte bloemen. Hij wordt voorts gekweekt om zijn zeer kleine, zwarte of blauwe niervormige, niet-verdovende rijpe zaden, voor bakkersproducten, voor het kruiden van gerechten, als olie en als vogelzaad.
Pijpen gemaakt om opium in te verdampen en op te snuiven, bestaande uit een lange steel en een klein aardewerken keteltje, verbonden door een metalen tussenstuk. Het keteltje wordt boven een opiumlamp gehouden om de opium te verhitten en te doen verdampen. Deze damp wordt vervolgens geïnhaleerd via de steel.
De mate waarin één stof kan oplossen in een andere, meestal gespecificeerde, stof.
Elk materiaal, meestal vloeibaar, dat een ander materiaal kan oplossen.
Een homogeen mengsel van twee of meer gelijkmatig verdeelde substanties waarin de deeltjes op moleculaire schaal aanwezig zijn.
Personen die een schatting of berekening maken van de hoeveelheid materiaal en uitrusting die nodig is voor het realiseren van een project.
Wordt gebruikt voor het proces van het aanbrengen van een nieuwe oppervlaktebehandeling zoals verf, poriënvulsel of beits op een object of werk.
In het algemeen het proces waarbij iets weer op een vaste plaats wordt gezet dat daar eerder is weggehaald. In de context van de conservering van mozaïeken: mozaïeksteentjes uit hun grondlaag losmaken, in delen of in één geheel, en ter plaatse op een nieuwe ondergrond terugplaatsen.
Mensen in een nieuwe omgeving of een nieuwe levenwijze plaatsen.
Wordt gebruikt voor Europese nederzettingen in de Late IJzertijd en de Romeinse Tijd. Vaak vestingwerken op een heuvel of op andere wijze versterkte eenheden, die als centraal punt dienen in het grondgebied van lokale stammen.
Schriftelijke overeenkomsten waarin uiteen wordt gezet met welk doel en onder welke voorwaarden een groep mensen gezamenlijk een bedrijf tracht op te zetten. De term wordt met name gebruikt voor overeenkomsten die serieus worden nageleefd en in een overheidsadministratie worden opgenomen, waardoor ze voor het vennootschapsrecht gelden als aktes van oprichting.
Hellende vloeren of voetpaden die tussen verschillende hoogtes lopen.
Gevangenzetten of in een afgesloten ruimte plaatsen.
Voor-, zij- of achterkanten van gebouwen of grote binnenplaatsen. Te onderscheiden van 'façades', waarmee alleen die gevels aangeduid worden, die door vorm en decoratie een indrukwekkend uiterlijk verlenen en doorgaans de ingangspartij benadrukken.
Tak van de natuurkunde die zich bezighoudt met de eigenschappen en verschijnselen van zowel zichtbaar als onzichtbaar licht, inclusief het opwekken, doorlaten, ontdekken en waarnemen hiervan.
Natuurkundigen die gespecialiseerd zijn op het vakgebied dat zich bezighoudt met de eigenschappen en verschijnselen van zowel zichtbaar als onzichtbaar licht, met inbegrip van de opwekking, overdracht en detectie of waarneming.
Luminescentiedateringstechniek op basis van meting, door gebruik van een lamp of laser, van de hoeveelheid energie die in de vorm van licht in mineralen is opgeslagen.
Instrumenten die oorspronkelijk waren gemaakt voor het observeren en vastleggen van licht. Tevens optische uitrusting voor algemene doeleinden.
De eigenschappen van licht en van de interactie tussen licht en materie.
Voorwerpen in de vorm van een schijf waarop informatie kan worden opgeslagen, en die gebruik maken van lasers om informatie op te schrijven en op te vragen . Kunnen informatie opslaan in analoge of digitale vorm.
Zeer dunne, buigzame glas- of plasticvezel waardoor grote hoeveelheden tekstuele informatie en beelden kunnen worden verzonden in de vorm van lichtimpulsen. Gebruik 'vezeloptica' voor de tak van de optica die zich bezighoudt met de transmissie van licht door optische vezels.
Te gebruiken voor grote openbare, feestelijke optochten, vaak met wagens en fanfares, die ter ere van een gedenkdag, persoon of gebeurtenis worden gehouden. Gebruik 'processies' voor een groep mensen, die ordelijk in formeel ceremonieel verband achter elkaar lopen.
Instrumenten waarin met behulp van een foto-elektrische cel een tekst wordt gescand en omgezet in elektrische signalen die vervolgens worden weergegeven als geluid. Het apparaat wordt tegenwoordig voornamelijk gebruikt om blinden in staat te stellen te lezen, maar het had in de jaren 20 van de 20ste eeuw zijn oorsprong in de uitvindingen van de Oostenrijkse kunstenaar en dadaïst Raoul Hausmann, die zich bezighield met het verenigen van de zintuigen en het veranderen van licht in geluid. De optofoon werd in 1935 geoctrooieerd als rekenmachine.
Te gebruiken voor personen die zijn geschoold in het uitoefenen van oogmeetkunde. Gebruik 'oogartsen' voor artsen in de geneeskunde die zijn gespecialiseerd op het gebied van de oogheelkunde.
Te gebruiken voor live presentaties door kunstenaars in het bijzijn van (aktief betrokken) publiek. Overschrijden van grenzen (provocatie), het unieke (eenmalige) karakter en het ontwikkelen van het kunstwerk in de tijd (real-time) zonder vooropgezette regels zijn daarbij algemene kenmerken. De term performance kunst wordt vanaf 1970 gebruikt om duidelijk te maken dat het werk door beeldende kunstenaars gemaakt is en ter onderscheiding vanvergelijkbare gebeurtenissen in het theater. Kruisbestuiving van de kunstvormen is fundamenteel bij performance.
Romeinse techniek voor het aanbrengen van een deklaag, waarbij onregelmatig gevormde kleine blokken of stenen worden aangebracht op een betonnen muur.
Romeinse methode voor het aanbrengen van een gemetselde deklaag waarbij de technieken opus reticulatum en opus testaceum worden gecombineerd tot een hybride oppervlaktepatroon.
Romeinse techniek voor het aanbrengen van een deklaag, waarbij piramidevormige stenen met een vierkante voorkant in regelmatige netpatronen worden aangebracht op een betonnen muur.
Romeinse methode voor het aanbrengen van een gemetselde deklaag met fragmenten van gebroken tegels ingebed in beton.
Lepels met een scharnierend handvat zodat ze kunnen worden gevouwen voor opslag of reizen. Gebaseerd op een ontwerp uit de 15e eeuw. Werd later in sets met een mes en vork gemaakt.
Wordt gebruikt voor secondaire oppervlakken waarop kunstwerken, vaak afbeeldingen op papieren ondergrond, worden geplaatst. Gebruik 'dragers (schilder- en tekenmaterialen)' voor het materiaal dat wordt gebruikt als ondergrond voor afbeeldingen.
Het maken van levensechte voorstellingen van dieren door het opvullen van de huid of de huid in de vorm van een levend exemplaar van het voorgestelde dier te modelleren.
Verwijst naar een cultuur, circa 16.000 v. Chr. tijdens de Late IJstijd die gereedschappen vervaardigde en die over het algemeen wordt geplaatst in de kustgebieden en enkele binnenlandse streken van Noord-Afrika. De cultuur volgde op de Aterian-cultuur en bestond waarschijnlijk deels gelijktijdig met de iets latere Capsien-cultuur, die prominent aanwezig was in binnenlandse gebieden. Hoewel aanvankelijk werd aangenomen dat de cultuur was voortgekomen uit de late Magdalénien-cultuur in Spanje, gaat men er tegenwoordig meestal van uit dat de Oraanse cultuur haar oorsprong vindt in de Halfan-cultuur in de Nijlvallei. De cultuur kenmerkt zich door snijwerktuigen met kleine achterkanten en onderscheidt zich vooral van de Capsien-cultuur door het ontbreken van burijnen of graveerstiften. De cultuur behoort waarschijnlijk toe aan een Noord-Afrikaanse tak van het Cro-Magnon-volk, de Mechta-el-Arbi.
Schrift in de oudste tot nu toe ontdekte Chinese geschriften; de karakters zijn gegraveerd op schildpadschilden of dierlijke beenderen als verslagen van profetieën die werden gedaan door koningen in de tweede helft van de Shang-dynastie (14de tot 11de eeuw v.Chr.). De overgrote meerderheid van de orakelbeenderen is opgegraven in het tegenwoordige dorp Xiaotun bij de stad Anyang in de provincie Henan (of in de resten van Yinxu, de laatste hoofdstad van de Shang-dynastie).
Heilige plaats waar men priesters of priesteressen kon raadplegen die over profetische gaven beschikten en boodschappen van de god(en) konden overbrengen.
Kleur die dat deel van het spectrum weergeeft dat zich tussen rood en geel in bevindt, met een golflengte tussen 585 en 620 nanometer. De term kan verwijzen naar alle in helderheid en verzadiging variërende kleurschakeringen binnen deze groep kleuren. Een voorbeeld van de kleur oranje in de natuur is de kleur van de citrusvrucht de sinaasappel. Oranje is een secundaire pigmentkleur (ontstaan door vermenging van geel en rood).
Naam van een variabele kleur die verwijst naar een uitgebreide reeks rozeachtig paarse kleuren die vergelijkbaar zijn met de kleuren van de bloesem van de orchidee.
Boeken gebruikt in de rooms-katholieke kerk, die de richtlijnen bevatten voor alle diensten in een jaar, zonder de teksten zelf. In de Anglicaanse kerk zijn het boeken voor de wijding of ordinantie van geestelijken.
Vroeg Amerikaanse taveernen; ook die in Engeland die maaltijden aanboden voor een vaste prijs.
Verwijst naar een abstracte stijl in de Europese schilderkunst rond 1912, geïnspireerd door het kubisme maar met meer belangstelling voor kleur en lyriek.
Een groep cellen en weefsels in een lichaam die een kenmerkende structuur vormen voor de uitvoering van een specifieke functie.
Fijndradige, lichte, gladde en semitransparante katoenen stof. Het is een stof in effenbinding van fijn gekamd garen.
Groepen mensen die zijn georganiseerd met een doel, meestal gekenmerkt door een min of meer constant aantal leden, een lichaam van functionarissen of vertegenwoordigers en een reglement dat hun activiteiten en gedrag voorschrijft.
De hiërarchie Organisaties bevat descriptoren voor groepen mensen die zijn georganiseerd met een doel, gewoonlijk gekenmerkt door een min of meer constant aantal leden, een lichaam van functionarissen of vertegenwoordigers en een reglement dat hun activiteiten en gedrag voorschrijft. Opgenomen zijn publieke organisaties, zoals sociale diensten, particuliere organisaties, zoals firma's, alsmede organisaties die beide kunnen zijn, zoals liefdadigheidsinstellingen. Tot deze hiërarchie behoren ook bestuurlijke en politieke organisaties, zoals staten en koninkrijken, die zowel een geografisch gebied en een bevolking als een bestuursstelsel omvatten. Relatie met andere hiërarchieën. Descriptoren voor groepen mensen die geen organisaties vormen (bijvoorbeeld sociale klassen) zijn te vinden in de hiërarchie Personen. Descriptoren voor verzamelingen objecten die worden samengebracht en beheerd door een organisatie of persoon (bijvoorbeeld bedrijfscollecties) zijn te vinden in de hiërarchie Objectgroepen en systemen. Descriptoren voor nederzettingen (bijvoorbeeld steden) en districten (bijvoorbeeld schooldistricten) die een organisatie omvatten maar waarin het begrip fysieke ruimte de overhand heeft, zijn te vinden in respectievelijk de hiërarchie Nederzettingen en landschappen en de hiërarchie Gebouwde complexen en gebieden. Descriptoren die gelijk zijn voor een gebouw en de daarin gehuisveste organisatie (bijvoorbeeld kerken en ziekenhuizen) zijn te vinden in de hiërarchie Bouwwerken.
Grafische voorstellingen van de administratieve en hiërarchische structuur van een organisatie waarbij de gezagsverhoudingen tussen de verschillende personeelsleden worden weergegeven door middel van lijnen waaruit blijkt wie voor wat verantwoordelijk is alsmede welke taken aan wie zijn op- of overgedragen.
Een filosofie over architectonische vormgeving die is ontstaan in de vroege 20e eeuw, en die stelt dat de structuur en het uiterlijk van een gebouw op organische vormen moet zijn gebaseerd en dat het met zijn natuurlijke omgeving moet overeenstemmen.
Middel dat wordt gebruikt in een aantal drukprocessen, zoals in de xerografie, om een beeld vast te leggen op een drager; bestaat uit fijne pigmentdeeltjes met andere materialen en wordt gemaakt in de vorm van een droog harsachtig poeder of een vloeistof.
Fijndradige gladde stof met een losse effenbinding, meestal gemaakt van zijde of synthetische stoffen als kunstzijde, nylon, acryl of polyester. Het is fijn tot lichtgewicht, sterk, stabiel en duurzaam. Te onderscheiden van organdie, dat van katoen is gemaakt.
Blaasinstrumenten met één of meer rijen afzonderlijke pijpen, waardoorheen, via een toetsenbord of hendels, lucht wordt geperst. Voor orgels waarbij de klank op elektornische wijze geproduceerd wordt i.p.v. door lucht; gebruik elektronische orgels
Verwijst naar de stijl van het steengoed dat tijdens de Momoyama- en vroege Tokugawa-periode werd vervaardigd. De stijl kenmerkt zich voornamelijk door het vaatwerk voor theeceremonieën, dat werd geproduceerd in de Seto-regio. Het oppervlak is ruw en de glazuren zijn eenvoudig en warm van kleur.
Kenmerken van oosterse kunst of cultuur die voorkomen in westerse gebruiken en gewoontes.
Oorspronkelijk de banier van St.-Denis en de standaard van de eerste Franse koningen; meer recentelijk alle banieren of soortgelijke voorwerpen die dienen als verzamelpunt of symbool.
Japanse papiervouwkunst.
Eigenschap die wordt toegeschreven aan een verfrissend uiterlijk, ontwerp of stijl. Ook: de kracht van onafhankelijk denken of creatieve verbeelding.
Verwijst naar schilderijen uit Orissa in oostelijk India vanaf het midden van de 16de eeuw tot en met de 19de eeuw. De stijl omvat miniatuurschilderingen, beschilderde wandkleden en manuscripten van palmblad. De stijl is geïnspireerd op middeleeuwse kunst, maar wordt tevens gekenmerkt door Mogol-, Deccani- en Vijayanagara-invloeden. De krachtige lijn, weelderige kleuren en het fijne lijnontwerp die kenmerkend zijn voor Orissaanse miniatuurschilderingen zijn uniek in contemporaine Indiase schilderkunst. Ook de wandkleden zijn eclectisch in stijl en beelden gewoonlijk in verfijnde aardetinten symbolische plattegronden van heilige complexen uit.
Hoofdkap uit de ijzertijd. Het enige bekende exemplaar is in de negentiende eeuw gevonden in veengrond op de Orcaden. Uit koolstofdatering door het National Museum of Scotland is gebleken dat de kap dateert uit de periode 250-615 n.Chr. Het wordt beschouwd als het oudste en best bewaarde stuk textiel dat in Groot-Brittannië is gevonden. Voor bestudering ervan is ten minste één replica gemaakt.
Verwijst naar werken die zijn vervaardigd door de gelijknamige Afrikaanse etnische groep, die in het noordoosten van Kenia leeft.
Decoratieve vormen die behoren tot een gebouw of object, maar die niet essentieel zijn voor de constructie. Gebruik de term 'decoratie' met betrekking tot de methoden en technieken voor het aanbrengen van ornamenten.
Ontwerpers van ornamenten, met name die kunstenaars die zijn gespecialiseerd in gegraveerde ornamentele ontwerpen.
Verwijst naar de stijl van Oudgriekse vaasschilderkunst met rode figuren die zich rond 400 v. Chr. ontwikkelde. De stijl kenmerkt zich door het gebruik van dikke lijnen, donkere patronen op kleding, en het gebruik van wit en geel. De composities zijn vaak druk, met vele voor driekwart afgebeelde figuren.
Uitgestorven orde van obligate twee- of viervoetige, gebekte plantenetende dinosauriërs met een kenmerkende bekkenstructuur die lijkt op die van vogels, een bekachtige structuur in de voorzijde van de mond en maalkiezen achterin, een vierarmig bekken en tenen die vaak een hoefachtige structuur hebben. Vaak hebben ze een zwaar pantser of zijn ze gehoornd. Ze leefden in de periode van het late Trias tot het late Krijt en worden onderverdeeld in vijf hoofdgroepen: Eornithopoda, Pachycephalosauria, Stegosauria, Ankylosauria en Ceratopidae.
Te gebruiken om werken te beschrijven van de gelijknamige Afrikaanse etnische groep die voornamelijk leeft in Ethiopië, maar ook in Kenia.
Beschrijft werken van de inwoners van Oronga, een regio op Paaseiland. Orongo-kunst is vooral bekend door de uitgehakte rotskunst, die bijna driedimensionaal lijkt. Er zijn talloze beeldsnijwerken van vogelmannen, ter herdenking van de jaarlijkse ceremonie rond de verkiezing van een eilandkoning.
Verwijst naar de tak van het judaïsme die zich het meest strikt houdt aan de traditionele overtuigingen en gebruiken, gekenmerkt door het geloof in de onveranderlijkheid en het hoogste gezag van de geschreven wet en de mondelinge wet als de fundamentele basis van religieuze gehoorzaamheid. Dit uit zich in verzet tegen modernisering, strikte naleving van dagelijkse godsdienstoefening en de spijswetten, regelmatige bestudering van de Thora, de naleving van de sabbat en de scheiding van mannen en vrouwen in synagogen. Deze tak van het judaïsme bestrijdt vaak het bestaansrecht van andere joodse groeperingen vanwege overtuigingen die niet in overeenstemming zijn met de orthodoxe joodse regels, zoals niet-orthodoxe huwelijken en scheiding.
Verwijst naar het werk in de Ukiyo-e-stijl van een school van prentkunstenaars in Osaka tussen het midden van de 18de eeuw en het begin van de 19de eeuw. De stijl is nauw gerelateerd aan het kabukitheater en kenmerkt zich door prenten in groot formaat van hoofden of van acteurs die in de volle lengte worden afgebeeld. De prenten verschenen in de jaren 40 van de 19de eeuw. In de Meiji-periode (1868-1912) werden veel panorama's en historische prenten gepubliceerd, maar de stijl was aangepast aan de conventies van de scholen in Tokyo.
Verwijst naar de stijl en periode die in verband worden gebracht met de heerschappij van de islamitische dynastie die aan de macht kwam in Anatolië in 1281 tot de afkondiging van de grondwet van de republiek Turkije in 1924. Met ondersteuning van de Osmaanse sultans ontwikkelde zich een opvallende architectuurstijl waarin de islamitische tradities van Anatolië, Iran en Syrië werden gecombineerd met de tradities van de klassieke wereld en Byzantium. Het resultaat was een rationalistische benadering met een hoofdrol voor ruimtelijke eenheid en helderheid, met als belangrijkste structuur de kulliye, een complex met gebouwen voor religieuze, educatieve en charitatieve doeleinden. Het belangrijkste bouwkundige thema van dit complex was een overkoepelde vierkante ruimte en combinaties van uiteenlopende ruimtelijke en architectonische expressies. De moskee, en in sommige gevallen het moskee-klooster, vormde het hoogtepunt. Na de verovering van Constantinopel en de vestiging van nieuwe administratieve paleizen in het hele rijk, werd de relatie tussen Osmaanse beschermheren en de kunstenaar gecentraliseerd. Een staf van hofarchitecten nam architecten van verschillende rangen en standen in dienst en controleerde alle bouwactivieiten in het rijk. Een gemeenschap van kunstenaars en ambachtslieden werkte voor de centrale ontwerpstudio, waar versierde manuscripten, tegelwerk, houtsnijwerk, beeldhouwwerk, jade en metalen voorwerpen werden vervaardigd, evenals tapijten en stoffen. Met deze werken werden gewoonlijk de belangrijke momenten tijdens de heerschappij van de sultan gememoreerd. In de 18de en 19de eeuw raakte de Osmaanse kunst steeds meer verwesterd, vaak met elementen van de Europese barokstijl.
Verwijst naar de stijl en periode die samenvielen met de heerschappij van Osman I, een Turkse vorst die actief was in Noordwest-Anatolië aan het eind van de 13de en het begin van de 14de eeuw. Zijn emiraat volgde op de heerschappij van de Sajuqs van Anatolië en religieuze oorlogsvoering vormde hierbij een centraal element. Onder Osman I breidde de staat zich snel naar het westen uit via Byzantijns gebied in Thracië en de Balkan. Er is maar weinig documentatie over de kunst uit deze periode.
Plaatsen waar de botten van de doden worden achtergelaten.
Orde van ongeveer 600 tweekleppige dieren met ongelijke kleppen in hun schelpen. Gewoonlijk hebben ze geen tanden op de plaats waar de schelpen scharnieren. Kenmerkend zijn onder meer de uitsteeksels van calciet op de schelpen.
Additief kleurensysteem dat werd ontwikkeld door de chemicus Wilhelm Ostwald. Gebaseerd op 24 basiskleuren die zijn geordend in een schijf. Aan elke kleur wordt wit en zwart toegevoegd, waardoor tinten of schakeringen ontstaan. Voornamelijk gebruikt in het midden van de 20ste eeuw.
Engelse benaming uit het eind van de 18de-eeuw voor lange, lage zitbanken met bekleding. De term 'ottomane' werd voor het eerst gebruikt in 'La Petite Maison' van Bastide, in 1753-1754. De Franse benaming is specifieker en verwijst meestal naar ottomanes op basis van ovale vormen, waarbij het ene uiteinde hoger is dan het andere.
Verwijst naar de stijl en periode van de heerschappij van de Ottoonse keizers (919-1024) en de Salische heersers Conrad II en Henry III, die het grootste deel van de 11de eeuw zou blijven bestaan. De stijl herbergt samenraapsel van elementen, zoals de idealen van Karolingische kunst, hernieuwde belangstelling voor de vroeg-christelijke kunst en de invloed uit de gelijktijdige Byzantijnse kunst.
Verwijst in de kunsthistorische wetenschap meestal naar de periode in Europa, Klein-Azië en Noord-Afrika die voorafging aan de val van het West-Romeinse Rijk. Wordt meer algemeen ook wel gebruikt om te verwijzen naar de prehistorie en naar vroege culturen elders in de wereld.
Papier dat als overbodig of ongeschikt wordt afgedankt, hoewel het mogelijk wel van waarde wordt geacht voor andere processen.
Verwijst naar de periode die samenviel met de heerschappij van de Kim-familie die het koninkrijk van Silla in Korea stichtte, van 57 v. Chr. tot 668 n. Chr. Hoewel de politieke en artistieke ontwikkeling langzamer verliep dan die van naburige gebieden, bevatten beroemde graftombes zoals die van de Gouden Kroon en de Gouden Bel waardevolle objecten zoals gouden kronen, juwelen, metalen vazen en fijn aardewerk. De architectuur uit deze periode is bekend door bewaard gebleven pagodes, lantaarns en stèles en door het oudste bewaard gebleven astronomische observatorium in het Verre Oosten.
Verwijst naar de Elamitische periode van circa 2.500 tot 1.500 v. Chr., toen heersers van de Awan, Shimashki, en Sukkalmakh Dynastieën heersten over het zuidwesten van Iran.
Verwijst naar de Hettitische periode van circa 1650 tot 1500 v. Chr., toen Hettitische heersers Hattusa tot hun hoofdstad uitriepen en centraal Anatolië en delen van Syrië beheersten.
Verwijst naar de stijl en cultuur van een Noord-Amerikaanse beschaving die heeft bestaan in het Four Corners-gebied, waar de grenzen van de staten Arizona, New Mexico, Colorado en Utah samenkomen. De bloeitijd duurde van de 1ste eeuw tot circa 1300 n. Chr. Tot de afstammelingen van de dragers van deze cultuur behoren waarschijnlijk de huidige Pueblo-indianen in New Mexico en Arizona. De stijl is bekend vanwege verfijnd mand- en aardewerk, stoffen, decoraties, gereedschappen en indrukwekkende bouwkundige prestaties zoals klifwoningen en dorpen of pueblo’s die lijken op flatgebouwen. In sommige classificaties worden de moderne Puebloculturen beschouwd als latere fasen van de Anasazi, hoewel deze cultuur volgens de meeste classificaties eindigt met het verlaten van de klifwoningen rond 1300 n. Chr.
Verwijst naar de eerste van drie grote perioden van de Egyptische beschaving, van circa 2650 tot 2150 v. Chr. De periode loopt van de Derde tot de Zesde Dynastie. Sommige bronnen tellen echter vanaf de Vierde Dynastie, circa 2575 v. Chr. tot aan de Achtste Dynastie, die circa 2134 ten einde loopt. De periode kenmerkt zich door kwalitatief uiterst hoogstaande koninklijke monumenten, zoals de piramidecomplexen van de vierde dynastie, die de absolute soevereiniteit van de Egyptische koningen symboliseerde, en de voortdurende toepassing van de artistieke conventies die in de Vroeg-Dynastieke periode waren geïntroduceerd. Het eind van de periode kenmerkt zich door een algemene neergang in de kunsten als gevolg van de politieke omstandigheden van de tijd.
Wordt gebruikt voor lettertypen afkomstig van Jenson's 15e-eeuwse Venetiaanse letters.
Periodieke uitkering van de overheid, een werkgever of een particulier fonds aan mensen boven een bepaalde leeftijd (gewoonlijk nadat ze zijn gestopt met werken), gehandicapten en weduwen.
De laatste normale levensfase die vaak wordt beschouwd als de jaren na het 65e levensjaar.
Bepaalde functionarisen of leiders van de kerk.
Verwijst in algemene zin naar schilderijen in de voormalige Mogolstijl die in de 18de en 19de eeuw zijn vervaardigd in Lucknow, in de Indiase regio Oudh. Na de ineenstorting van het Mogolrijk, aan het eind van de 17de en het begin van de 18de eeuw, leefde de schilderstijl van de Mogols nog enigszins voort in de kopieën van oudere schilderijen die werden vervaardigd, meestal door gevluchte kunstenaars uit het geplunderde Delhi. De hier vervaardigde schilderijen laten een versmelting zien van de thema's en stijlen van de Mogols met die van Rajput. Andere locaties waar gevluchte schilders werkten waren Patna, Fyzabad en Murshidabad; dat de aldaar geproduceerde schilderkunst een zekere westerse invloed verraadde, hing samen met het feit dat de opdrachtgevers nu Brits waren. In de 18de en 19de eeuw maakte ook de schilderkunst in de Companystijl hier een bloeiperiode door; de kunstenaars in Lucknow maakten schilderijen met tal van verschillende thema's, waaronder panorama's, als afspiegeling van het feit dat dergelijke werken destijds populair waren in Engeland.
Verwijst naar de heropleving van de Byzantijnse stijl in Byzantium en Oost-Europa onder de Paleologische Dynastie (1261-1453). De stijl wijkt af van eerdere stijlen doordat formaliteit plaatsmaakt voor meer vrijheid, en valt op door een voorkeur voor wandschilderingen boven mozaïeken, complexere composities die vaak hele wanden bedekken, en een verandering in de iconografie ten gunste van thema’s uit de apocriefe gospels.
Kostuum dat bestaat uit één of meerdere kledingstukken van bij elkaar passende of gecoördineerde stoffen, vooral wanneer die zijn ontworpen voor een bepaalde bezigheid of gelegenheid, zoals een tennisoutfit.
Basluiten met een korte hals die worden bespeeld in Thracië en door Griekse vluchtelingen in Turkije.
Een algemene benaming voor ruimten die worden gebruikt voor bakken, verhitten of drogen. Gebruik 'industriële ovens' voor ovens die worden gebruikt voor het verharden, bakken of verbranden van diverse materialen.
Houders om voorbereid voedsel in een oven te verwarmen, zodat het gaar kan worden, of om er een korstje op te krijgen.
Aanwezigheid van meer mensen dan wat gebruikelijk is of als prettig wordt ervaren.
Hopperwagons met een vast dak, luiken in het dak en een opening in de bodem voor het lossen van stortgrondstoffen.
Aanduiding voor brugachtige voetgangerspaden of netwerken daarvan over straten, meestal overdekt en met geregelde temperatuur, gangen op de eerste verdieping binnen gebouwen en verscheidene activiteitscentra die detailhandels- en servicefirma's met elkaar verbinden, meestal in stadscentra. Voor de afzonderlijke brugachtige structuren over straten wordt 'luchtbruggen' gebruikt.
Techniek van koude overdracht van een opgeglazuurd ontwerp op aardewerk, ontwikkeld in Engeland aan het iende van de 18e eeuw. Het proces hield in dat er een ontwerp op een drukplaat gemaakt werd. Daarna werd een dunne plaat van geleiachtige substantie gebruikt in plaats van papier om het geoliede ontwerp van de plaat te halen en over te brengen naar het keramische oppervlak. Het porselein werd bestoven met kleur in poedervorm, alleen de geoliede delen met het ontwerp behield het pigment. De eerste ontwerpen waren voornamelijk in zwart, dus het wordt ook wel "zwart afdrukken" genoemd.
Stijlfiguur die wordt gebruikt om relaties te benoemen of te veronderstellen op grond van overeenkomsten of vergelijkingen tussen twee ongelijksoortige ideeën of elementen; vaak gebruikt als uitleg, om een onbekend punt of idee op te helderen aan de hand van bekendere en toegankelijkere begrippen.
Een formeel schrift ontwikkeld in de 15e eeuw in Italië, voornamelijk gebaseerd op Karolingisch minuskel.
Aanduiding voor gebieden die een ordelijke omschakeling doormaken van één overheersend gebruik naar een ander, bijvoorbeeld van woongebied naar een dichtbewoond gebied met commerciële activiteiten.
Rituele ceremonies, gehouden ter vergemakkelijking of markering van de verandering in status van een persoon bij verschillende belangrijke sociale en persoonlijke gebeurtenissen, zoals het begin van de puberteit.
Groep lettertypen die zijn ontstaan halverwege de 18e eeuw en zich onder meer kenmerken door aaneengekoppelde schreven overgebleven uit een oude stijl en het sterke contrast tussen dikke en dunne pennestroken die worden geassocieerd met het moderne.
Het aanbrengen van verf op delen van een schilderij die al droog zijn. Kan slaan op de glazuren, dekkleuren en dergelijke die door de kunstenaar zelf zijn aangebracht. Wordt met betrekking tot recenter werk ook gebruikt in verband met conserveringswerkzaamheden die zijn uitgevoerd door een conservator, maar dient in dat geval te worden onderscheiden van 'bijschilderen'. Die term heeft namelijk betrekking op het bijwerken van delen waar de oorspronkelijke verf is verdwenen. Gebruik 'retoucheren' voor soortgelijk werk, bedoelt om schade of ongewenste kenmerken weg te werken en niet is uitgevoerd door een conservator.
Mouwloze japonnen of rokken met banden en een gedeeltelijk of compleet lijfje, doorgaans over een ander kledingstuk, b.v. een trui of een blouse, gedragen door vrouwen en kinderen.
Het naaien met een overhandse steek, waarbij kleine steken in een diagonaal patroon ontstaan, gebruikt om delen samen te binden of om kleine opgerolde boorden te maken.
Verwijst doorgaans naar mensen die zich bezighouden met de planning van, de werking van en het toezicht op regeringsinstanties, -programma's en -functies, en ook met het bepalen en verwezenlijken van het overheidsbeleid.
De platformen die zich tussen trappen of aan het eind van een trap bevinden.
Mouwen die gewoonlijk loshangend over de andere mouwen worden gedragen, vaak van bont en soms gemaakt om bij een kraag te passen.
Jassen die over een pak of andere bovenkleding worden gedragen; wordt vooral gebruikt voor jassen die bij koud weer worden gedragen.
Verf aangebracht op een schilderij over de reeds opgedroogde oppervlakken. Wordt soms ook gebruikt voor het oorspronkelijke glazuurwerk en de lazuurkleuren die door de kunstenaar zijn gebruikt. In conservatie wordt de term meestal alleen gebruikt voor het latere restauratiewerk. Gebruik 'bijschilderen' voor restauratiewerk dat alleen verloren oppervlakken vult zonder de oorspronkelijke verf te bedekken.
Schoeisel dat over de schoenen wordt gedragen ter verwarming of ter bescherming.
Reeksen van treden, of raamwerken van stangen en treden, die zijn gemaakt om over een hek of muur te klimmen.
Gevallen of gebeurtenissen waarbij vijanden of tegenstanders worden overwonnen in de strijd, meestal door gebruik van wapengeweld.
Kaarten waarop precies genoeg geografische kenmerken worden aangegeven om verbanden te kunnen leggen tussen de in kaart gebrachte gegevens of verschijnselen.
Verwijst naar montagetekeningen waarop een volledig apparaat of gehele installatie schematisch wordt weergegeven. Te onderscheiden van ‘subassembly drawings’, die alleen details van een bepaald gedeelte of onderdeel laten zien.
Te gebruiken om werken te beschrijven van de gelijknamige Afrikaanse etnische groep die leeft in Angola.
Te gebruiken om werken te beschrijven van de gelijknamige Afrikaanse etnische groep die leeft in het zuiden van Nigeria.
In boekontwerpen: rechte hoeken op de hoeken van titelpagina's en boekomslagen die worden gevormd door het kruisen van één of meer randlijnen.
Een minerale was die voorkomt in de nabijheid van aardoliereservoirs. Het is een ruwe, donkere was waaruit ceresine wordt geraffineerd.
Vermindering van de concentratie ozon in de ozonlaag als gevolg van luchtverontreiniging. De verdunning van de ozonlaag en het verschijnen van een zichtbaar 'gat' boven het zuidpoolgebied zijn onderwerp van uitvoerige openbare beleidsdiscussies, media-aandacht, nationale wetgeving en internationale verdragen. Ozon in de stratosfeer beschermt levende organismen op aarde tegen de schadelijke gevolgen van de ultraviolette straling van de zon. Zelfs een relatief kleine vermindering van de hoeveelheid ozon kan resulteren in de toename van het aantal gevallen van huidkanker bij mensen en in genetische schade aan vele organismen. Het verbod op de productie of het gebruik van chloorfluorkoolstofverbindingen in de Verenigde Staten en veel andere landen is tot nu toe wellicht het meest zichtbare positieve gevolg van dit debat.
Wordt gebruikt voor Chinese sierpoorten met één, twee of drie doorgangen, meestal herdenkings- of triomfpoorten.
Woningen die zijn gebouwd langs de oevers van meren, vaak op houten plateau's boven moerassige grond; kenmerkend voor prehistorisch Europa, vooral Zwitserland en Noord-Italië.
Te gebruiken voor marineschepen om oorlogs- en cavaleriepaarden mee naar overzeese veldtochten te vervoeren; zulke schepen zijn meestal speciaal aangepast om paarden te stallen, verzorgen en voeren en kunnen daarbij gebouwd zijn om vlug te laden en te lossen.
Dekkleden om paarden warm te houden, te beschermen tegen het weer of te voorkomen dat ze te veel haar krijgen in de winter. De dekens passen perfect rond het lichaam van het paard en zijn langs onderen vast gemaakt met gespen, zodat ze blijven zitten.
Renbanen die zijn ontworpen of gebruikt worden voor paardenraces. Gebruik de term 'hippodromen' en 'circussen (renbanen)' voor respectievelijk Griekse en Romeinse ellipsvormige bouwwerken bedoeld voor races met paard en wagen.
Te onderscheiden van "stallen" door schuurachtig uiterlijk en tevens gebruikt voor andere boerderijdieren en opslag van voedsel en gereedschap.
Te gebruiken voor straatvoertuigen op rails die door paarden werden getrokken en die werden gebruikt vanaf de jaren 1850 tot de jaren 1890. Gebruik 'omnibussen' voor openbare straatvoertuigen die niet over een spoor lopen en die meestal plaats bieden voor minder passagiers dan paardentrams.
Kaarten met voorgedrukte teksten, bijvoorbeeld een heilwens, en vaak met toepasselijke illustraties die ter gelegenheid van het paasfeest worden verstuurd of gegeven.
Te gebruiken om werken te beschrijven van de gelijknamige Afrikaanse etnische groep die leeft in het noorden van Nigeria.
Wordt gebruikt voor bouwsystemen gebaseerd op betonnen kruisvloeren met drop panels en vaak met kapitelen, maar zonder balken.
Kussentjes, meestal halfrond of driehoekig van vorm, die aan de binnenkant van een kledingstuk zijn gestikt of anderszijds bevestigd om de schouders vorm te geven, te verhogen of breder te maken.
De term verwijst specifiek naar Perzische vorsten. Het woord is afgeleid van een Perzische titel die 'Grote Koning' of 'Keizer' betekent. Met deze term wordt doorgaans de sjah van Iran bedoeld, maar hij kan ook verwijzen naar de sultan van Turkije of de grootmogol van India. Vóór 1948 werd er in India bovendien mee verwezen naar de heersende vorst van Groot-Brittannië. In Azië wordt de term soms in meer algemene zin gebruikt als aanduiding van Europese monarchen.
Te gebruiken voor een motief dat is afgeleid van de lotus, gebruikt in de Indiase cultuur als voetstuk voor figuren of godheden, of als decoratie. Bij toepassing als kapiteel ondersteunt de padma de Zuid-Indiase phalaka. De padma wordt in verband gebracht met eigenschappen als transcendentie en bevalligheid, en verschijnt als embleem van Visjnoe. De variaties in kleur duiden op verschillen in de betekenis.
Verwijst naar een aardwerkstijl die waarschijnlijk werd ontwikkeld bij Paestum, in de buurt van Salerno in Italië. De stijl kenmerkt zich door een opvallende eenheid in schilderstijl, onderwerpkeuze en versiering. Er werden vazen in verschillende vormen gemaakt, waarvan vooral de bell krater en de lebes gamikos, met een ingewikkelde deksel dat uit meerdere delen bestond, moeten worden opgemerkt. De taferelen geven vaak het dagelijks leven van vrouwen weer of hebben Dionysische onderwerpen. Er werden uiteenlopende motieven gebruikt, waaronder verschillende bloemen, draperieën met een rand van punten en strepen, ongebruikelijke afbeeldingen van rijen toeschouwers, en palmetten die onder het handvat werden aangebracht als kader voor de taferelen met figuren.
Te gebruiken om afbeeldingen of andere losse grafische elementen te beschrijven die een pagina bijna of helemaal bedekken.
Indiase gouden of zilveren munten uitgegeven vanaf eind 16e eeuw tot halverwege de 19e eeuw.
Halve of driekwart trechtervormige mouwen die wijd uitlopen aan de onderkant en op een pagodedak lijken. Waren vooral in de mode in Westerse culturen tijdens het derde kwart van de 19e eeuw.
Een van de twee belangrijkste scholen van de Indiase miniatuurschilderkunst in de Rajputstijl; de andere is Rajasthan, een stijl die sterk verwant is qua techniek en themakeuze. Deze stijl wordt geassocieerd met het gebied aan de voet van de Himalaya, tussen Jammu en Garhwal. Het gebied is kleiner van omvang dan dat van Rajasthan, hetgeen verklaart waarom veel kunstenaars vermoedelijk elders op zoek gingen naar werk. Hoewel geleerden meestal Basohli en Kangra aanwijzen als de twee belangrijkste scholen, bestaan er daarnaast nog tal van andere regionale idiomen. Vaak is een categorisering op basis van ateliers en families zinvoller, aangezien de regionale scholen moeilijk van elkaar te onderscheiden zijn. De plundering van Delhi in 1739 en de daaropvolgende ineenstorting van de macht van de Mogols dwong kunstenaars elders te zoeken naar opdrachtgevers; deze kunstenaars zorgden voor een nog grotere verfijning van de Pahari-schilderkunst, met name wat het realistisch gehalte betreft. De Pahari-schilderkunst wordt beschouwd als de laatste vitale hindoeïstische kunstvorm voordat het neutraliserende effect van het westen in de 19de eeuw zijn invloed liet gelden. Evenals bij sommige andere Rajputschilderkunst laat de Pahari-schilderkunst een voorkeur zien voor het afbeelden van de legende van de veeherder en godheid Krishna.
Te gebruiken voor het motief dat is afgeleid van een zeer gestileerd plantmotief van oosterse herkomst, 'boteh' genaamd, in de 19e eeuw overgenomen van kasjmiersjaals door fabrikanten uit Paisley in Schotland en populair geworden in Groot-Brittannië. Het motief bestaat in vele varianten en met talloze nevenmotieven, met name in textielpatronen.
Twee- of meerdelige bovenkledingstukken, vervaardigd van bij elkaar passende stoffen. Ook één- of meerdelige pakken, ontworpen om te worden dragen bij bepaalde beroepen of lichamelijke activiteiten.
Manden, verschillend in vorm, gebruikt om goederen in te transporteren op mensen of dieren; hieronder vallen ook manden met één afgevlakte kant, die de lichaamsvormen volgt.
Schilderstijl die van de 11de tot de 14de eeuw floreerde in Tibet. Deze stijl kent twee verschillende versies, beide nauw verbonden aan de Kadampa-kloosters. De eerste versie ontstond in het midden van Tibet en de tweede in het westen van het land. De Pala-Tibetaanse stijl van Centraal Tibet kenmerkt zich door de markante kleurvoering en ranke, gracieuze figuren die zijn gedecoreerd met bijzondere sieraden en puntige diademen. De westerse versie van de stijl is cursiever en losser; over het algemeen is deze stijl expressiever en minder elegant dan zijn tegenhanger uit het midden van het land.
Verwijst naar een aardewerkstijl uit de Late Bronstijd die zich vanaf circa 1450 v. Chr. in Knossos op Kreta ontwikkelde en zich verspreidde naar andere centra. De stijl kenmerkt zich door nieuwe vaasvormen, die vanaf het Griekse vasteland werden geïntroduceerd, en door donkere versieringen op een lichte achtergrond met motieven die zijn ontleend aan de bloemen- en zeewereld.
Overdekte of geheel afgesloten draagkoetsen voor één persoon, die door vier tot zes dragers op de schouders worden gedragen; voorheen zeer algemeen in Oost-Azië en vooral India.
Wordt gebruikt voor grote en indrukwekkende Italiaanse stedelijke woningen.
Italiaanse gemeentegebouwen die vaak de woning van de plaatselijke bestuurder combineren met de kantoren van het gemeentebestuur.
Verwijst naar een brede periode in Meso-Amerika, van 40.000 tot 15.000 v. Chr. De periode wordt doorgaans onderverdeeld in twee chronologische subperioden. Voorbeelden van archeologische en paleontologische sites uit de eerste periode, van circa 30.000 tot 15.000 v. Chr., zijn El Cedral en Valsequillo. Centraal in de daaropvolgende periode, van circa 15.000 tot 9000 v. Chr., staat de opkomst van jager-verzamelaarculturen, met een overvloed aan rotsschilderingen met afbeeldingen van negatieve of positieve handafdrukken, geometrische motieven en silhouetten van mensen en dieren.
Tak van de antropologie die zich bezighoudt met fossiele overblijfselen van de menselijke soort en haar voorgangers.
Zij die studie maken van oude manieren van schrijven, ofwel als inscriptie of in manuscriptvorm, met inbegrip van hun identificatie in termen van oorsprong of periode en van de vorming van afzonderlijke tekens. Gebruik 'epigrafische deskundigen' voor hen die zich specifiek bezighouden met de studie en interpretatie van oude inscripties in de vorm van schrift, afbeeldingen of willekeurige krassen.
Verwijst naar de periode en cultuur waaraan het eerste gebruik van bewerkte stenen gereedschap in een bepaald gebied wordt toegeschreven. Het tijdskader van deze periode kan sterk uiteenlopen in verschillende delen van de wereld, maar het wordt ongeveer 2.500.000 jaar geleden voor het eerst aangetroffen bij mensachtigen. De vroegst bewaard gebleven artistieke productie van een cultuur is meestal afkomstig uit de paleolithische periode, en kan bestaan uit kleine gesneden of gehakte stenen en botten beeldjes, maar ook uit grote schilderingen en gegraveerde afbeeldingen in grotten. De Paleolithische artistieke productie in de westerse kunst vond plaats tussen ongeveer 30.000 tot 10.000 v. Chr.
Te gebruiken voor de resten die worden onderzocht en geanalyseerd op geologische stoffen, zoals sedimenten en lavastromen, vooral uit de periode voorafgaand aan de menselijke beschaving. Gebruik liever 'archeomagnetisme' voor het onderzoeken van archeologische overblijfselen.
Tak van de biologie die zich bezighoudt met de levensvormen in vroegere geologische perioden, gebaseerd op het bestuderen van fossielen en andere bewaarde resten (zoals zeer oude bevroren resten) van planten en dieren.
Sites waar sporen zijn aangetroffen van levensvormen die in vroegere geologische tijdvakken hebben bestaan. Gebruik 'archeologische sites' voor sites waar sporen van menselijke activiteit zijn gevonden.
Wetenschappers die het leven van vroegere geologische perioden bestuderen op basis van fossiele overblijfselen van planten en dieren.
Verwijst naar de cultuur in het gebied tussen de oostkust van de Middellandse Zee en de Arabische woestijn dat bekendstaat als Palestina, en dat in grote lijnen overeenkomt met het huidige Israël en Jordanië, vanaf het moment dat de eerste mensen zich er vestigden tot aan de moderne tijd.
Ruimvallende capes en jassen voor mannen en vrouwen. Term toegepast van 1830 tot 1900; ook nauwsluitende damesjassen die werden gedragen over een kledingstuk met een hoepelrok of een tournure in de periode 1850-1880.
Verhalende ceremoniële danscycli die worden beoefend door de inwoners van het oostelijke deel van de regio Kimberley in Australië. De verhalende dans is gebaseerd op de cycloon en is een manier om dergelijke gebeurtenissen aan de rest van de bevolking uit te leggen. Beschilderde platen en gevlochten kruisen worden tijdens de voorstelling achter de hoofden van de dansers gedragen. Het type materiaal dat voor de dansen wordt gebruikt, hangt samen met de context van het verhaal.
Algemene term voor donker sierhout van diverse bomen uit het tropische deel van Amerika, voornamelijk van het genus Jacaranda, de soorten Dalbergia nigra (Braziliaans palissanderhout) of het genus Peltogyne.
Verwijst naar de stijl van het Franse aardewerk dat werd gemaakt door Bernard Palissy aan het begin van de 16de eeuw, en dat werd geïmiteerd tot in de 19de eeuw. Het aardewerk werd versierd met reptielen en weekdieren, in reliëf weergegeven in gedempte, correct gekleurde glazuurlagen.
Te gebruiken voor het zuivere metaalelement met het symbool Pd en het atoomnummer 46. Het is een zeldzaam, glanzend, zilverachtig wit metaal dat voorkomt in platinaerts. Ookte gebruiken voor het metaal wanneer het wordt bewerkt en gevormd om, meestal in combinatie met andere stoffen, diverse voorwerpen en materialen te maken.
Fotografische afdrukken vervaardigd met op de lichtgevoeligheid van ijzerzouten gebaseerd contactpapier; goedkope variant van 'platinadrukken'. Het dure platina is in dit afdrukpapier vervangen door het metaal palladium.
Ringvormige, witte wollen banden met afhangende stroken van hetzelfde materiaal op rug en borst; worden door de paus gedragen tijdens de Romeinse ritus en door hem uitgereikt aan aartsbisschoppen als ambtelijk onderscheidingsteken.
Soort groenblijvende struik of kleine boom die 1-9 meter hoog kan worden, met een stam met een diameter van 20 centimeter. De soort komt voor in Afrika, West-Europa, Oost-Europa, het Middellandse Zeegebied, Oceanië en Zuidoost-Azië. Wordt gebruikt als sierstruik en voor het zware, harde hout.
Gewelven die bestaan uit massieve halve kegels met concave zijden die bijna of helemaal samenkomen aan de top van het gewelf; de ruimten tussen de kegels zijn plat en het geheel wordt uitvoerig gedecoreerd met ribben die uitwaaieren vanuit de voet van het gewelf.
Hout van de boom behorende tot het genus Buxus, met kleuren variërend van wit tot vaalgeel. Het wordt gebruikt voor gravures, inlegsels en muziekinstrumenten.
Zeer zwaar en hard hout van de soort Buxus sempervirens uit Eurazië. Het wordt gebruikt voor de meubelmakerij, klarinetten, graveren, marqueterie, houtdraaien, handvaten van gereedschap, hamerkoppen en ter vervanging van ivoor.
Kassen voor het houden van palmen.
Wordt gebruikt bij het stevig vastmaken van mangrovepalen in het geraamte van Afrikaanse huizen.
De zondag voor Pasen waarmee de Goede Week begint, tevens de zesde en laatste zondag van de vastentijd. Er worden palmtakken gezegend en meegedragen in een processie die Jezus' triomfantelijke intocht in Jeruzalem in de laatste week van zijn leven symboliseert. De processie in Jeruzalem dateert uit de 4de eeuw. In de middeleeuwen ging de processie van kerk tot kerk. Palmtakken, die door mensen over de hele wereld worden gebruikt als tekens van vreugde en overwinning, zijn ook symbolen van de overwinning van het christendom en worden vaak geassocieerd met christelijke martelaren. Waar geen palmen beschikbaar zijn, worden takken van de olijf, de vlier, de spar of andere bomen gebruikt. Soms worden de palmtakken in andere vormen gebogen, waaronder die van het kruis. Tijdens de ceremonie op Palmzondag wordt soms het passieverhaal uit een van de evangeliën gezongen en daarom wordt deze dag ook wel Passiezondag genoemd.
Een witte marmersoort uit het oude Frygië (in het hedendaagse Turkije); is gewoonlijk ivoorkleurig of melkwit en bevat soms schelpfragmenten of lichtgrijze of chocoladebruine vlekken. Wordt zelden gevonden in grote blokken maar werd vaak gebruikt in de vorm van kleine vierkante stukjes in oude mozaïeken.
Term die wordt gebruikt in verschillende delen van Europa en sommige Europese kolonies in Amerika in verschillende tijden, van het Romeinse Rijk tot het begin van de het moderne tijdperk, voor hooggeplaatste officieren of edelen die hun koning zelf dienden of vertegenwoordigden op bepaalde gebieden zoals het leger, de rechterlijke macht of het koninklijke huishouden of die de koninklijke macht in een district of provincie van het rijk uitoefenden.
Beschrijft werken die zijn vervaardigd door de inwoners van de Republiek Palu. De bewoners van de Republiek Palu zijn vooral bekend om hun afbeeldingen in traditionele en moderne stijl, die op ontmoetingsplaatsen, de zogeheten bai zijn aangebracht. Bai zijn zowel binnen als buiten gedecoreerd, met beeldhouwwerk en schilderijen op basis van historische thema's, en met symbolen van vruchtbaarheid en seksuele activiteit.
Birmese snavelfluiten, gemaakt van bamboe en met zeven vingergaten.
Bestudering van stuifmeelkorrels, sporen en ander microscopisch plantaardig materiaal, levend of gefossiliseerd, in het bijzonder hun spreiding en toepassing in de stratigrafie en paleontologie.
Materiaal bestaande uit de stengel en bladeren van het grassoort Cortaderia selloana, gebruikt voor het maken van touwen en manden.
Genus van ongeveer 25 soorten lange rietachtige grassen die voorkomen in Zuid- en Midden-Amerika en in Nieuw-Zeeland.
Grieks religieus staatsfestival ter ere van Athena. Uiteindelijk werd het elke vier jaar met veel pracht en praal gevierd, waarschijnlijk om de concurrentie aan te gaan met de Olympische Spelen. Het festival bestond uitsluitend uit offers en rituelen die pasten bij het seizoen (half augustus) in de cultus van Athena, de beschermgodin van de stad. Tijdens de Grote Panathenaeïsche spelen brachten vertegenwoordigers van alle van Athene afhankelijke gebiedsdelen offerdieren. Na het aanbieden aan Athena van een nieuw geborduurd kleed werden verschillende dieren aan haar geofferd. De grote processie met deelname van de helden van Marathon is het onderwerp van de fries van het Parthenon. Van oudsher werden er tijdens het festival muzikale wedstrijden gehouden en delen van epische gedichten voorgedragen. De wedstrijden vonden plaats in het Odeum, door Pericles zelf voor dit doel gebouwd.
Verwijst naar amforen, gevuld met olijfolie van de heilige bomen van Athene, die op de Panatheense spelen als prijzen werden uitgereikt. Dit waren halsamforen met een grote, brede romp, scherp toelopend naar beneden en met een naar verhouding dunne hals. De versiering bestond doorgaans uit afbeeldingen van Athene op de ene kant en de wedstrijd waarbij de prijs werd gewonnen op de andere kant, uitgevoerd in de zwartfigurige techniek.
Handelsnaam voor breedbeeldprocedés en camera's die zijn ontwikkeld door Panavision, Inc, dat oorspronkelijk een anamorfotische cameralens gebruikte om het beeld samen te persen op een 35mm-film, waardoor - als de film wordt geprojecteerd door dezelfde soort lens - een beeld ontstaat met een beeldverhouding van 2,35:1.
Binnenplaatsen van kloosters, omgeven door kloostergangen.
Herbergen die gasten van alle rangen en standen ontvangen, in tegenstelling tot herbergen die bedoeld zijn voor gasten uit de hogere klassen. Gewoonlijk gebruikt men deze term alleen voor oud-Griekse en oud-Romeinse gebouwen en voor gebouwen in het Midden-Oosten.
In de kunstwereld verwijst de term naar brede, dunne, vlakke of soms gebogen stukken hout, zoals bij schilderijen op paneel. Gebruik 'panelen (oppervlaktecomponenten)' in de architectuur en andere constructieve kunsten om te verwijzen naar een paneel, van hout of een ander materiaal, dat meestal een segment vormt van een oppervlak dat verzonken is onder of uitsteekt boven het algehele niveau, en dat onderdeel vormt van een lijst of een andere begrenzing, zoals bij een schilderijlijst, soms met een afwijkende kleur of vervaardigd uit een ander materiaal.
Afzonderlijke delen, segmenten of verdelingen van een oppervlak, vooral wanneer ze dieper liggen dan of uitsteken boven het algemene niveau, of omgeven zijn door een lijst of rand. Algemeen op muren, plafonds en deuren en ook op meubelstukken.
Gebieden binnen een decoratief ontwerp die vaak rechthoekig en omlijst zijn. In de boekbinderij omvat het ook de ruimten op de zijden van een boek of tussen de banden op de rug.
Deuren bestaande uit stijlen en regels, waartussen panelen. VWB.
Lijsten of groepen lijsten die worden gebruikt om de voeg te bedekken die tussen twee oppervlakken op verschillende niveaus ligt, en die boven het oppervlak van beide uitsteekt.
Verwijst doorgaans naar schilderingen op houten dragers, waaronder ook kleinere draagbare schilderingen en middelgrote schilderingen vallen zoals altaarstukken, waarbij verschillende houten planken zijn samengevoegd om een groter paneel te vormen. De term wordt dikwijls gebruikt om specifiek te verwijzen naar schilderingen op een houten drager in de westerse kunst, die doorgaans dateren uit het oude Griekenland en Rome tot in de renaissance. Pas daarna werd canvas standaard als drager gebruikt voor schilderingen in deze formaten. Bij het vervaardigen van Griekse en Russisch-orthodoxe iconen zijn paneelschilderingen nog steeds heel gebruikelijk.
Wordt gebruikt om onderscheid te maken tussen het schilderen van draagbare schilderijen op hout en andere vormen van schilderen, zoals het maken van muurschilderingen en het illumineren van manuscripten. De term paneelschilderkunst wordt vooral gebruikt in verband met de schilderkunst uit de Middeleeuwen en de vroege Renaissance.
Kleine, lichte handzagen tussen de 25 en 61 cm lang, met kleine, dicht bij elkaar staande tanden. Worden gebruikt om gevlamd hout en lambrisering mee te zagen.
Wordt gebruikt voor grote panelen, kaders of andere assemblages waarop schakelaars, zekeringen, instrumenten en beschermende apparaten zijn bevestigd. Voor kleine panelen die schakelaars, zekeringen en stroomonderbrekers bevatten wordt 'bedieningspanelen' gebruikt.
Wordt algemeen gebruikt voor de categorie van kostuums die zijn ontworpen om te dragen ter bescherming van het lichaam tijdens een gevecht. Onderdelen van het harnas die een vast onderdeel zijn van of die bevestigd zijn aan andere delen en die niet afzonderlijk kunnen functioneren staan vermeld onder 'wapenrustingonderdelen'. Gebruik 'harnassen' als het specifiek gaat om harnasonderdelen die als geheel zijn ontworpen met het oog op zekere eigenschappen die nodig zijn voor een bepaalde functie of gelegenheid.
Gebouwen, bijvoorbeeld gevangenissen, ziekenhuizen of bibliotheken, die zo zijn gebouwd dat alle delen van de binnenkant zichtbaar zijn vanaf één bepaald punt.
Religieuze ideologie gebaseerd op de overtuiging dat God en het universum één zijn en alleen het goddelijke echt is en de zintuiglijke ervaring niet. Het pantheïsme is een belangrijk onderdeel van het hindoeïsme en sommige stromingen van het boeddhisme.
Muilachtig schoeisel met een bovenstuk en geen zijstukken die werden gedragen van de 15e tot de 17e eeuw en twee verschillende functies hadden: bedoeld als pantoffels voor gebruik binnenshuis en als overschoen met een dikke, vaak kurken, zool bedoeld voor gebruik buitenshuis. Gebruik 'chopines' voor damesschoenen of overschoenen met een muilachtige bovengedeelte en een hoge plateauzool.
Kamers waarin voedsel en eet- en drinkgerei worden bewaard en vanwaar uit wordt uitgeserveerd.
Verwijst naar de stijl van tapijten die werden vervaardigd in de Chinese regio Suiyuan in de 19de eeuw. De stijl wordt gekenmerkt door motieven zoals wolken, bloemelementen en de shou, het symbool van een lang leven.
Familie die 44 genera en circa 760 soorten overwegend kruidachtige planten omvat. Tot de familie behoren echter ook enkele houtachtige heesters en een genus van kleine tropische bomen. Alle soorten in de familie hebben tweeslachtige, regelmatige, schotelvormige bloemen met één hoofdstamper (vrouwelijke structuur) en diverse meeldraden (mannelijke delen). De knoppen en bloemen zijn doorgaans groot en vaak knikkend.
Spaans-renaissancistische variatie op de vargue±os. Papeleras worden gebruikt om paperassen in op te bergen. Ze zijn meestal kleiner dan vargue±os, hebben geen schrijfblad, meestal gedraaide poten en kunnen met ijzer zijn beslagen.
Koord dat is gemaakt van gedraaid en soms met rubber bewerkt papier; het wordt gebruikt voor diverse doeleinden, zoals verpakkingen en de bekleding van meubels.
Verwijst in het algemeen naar alle typen vervilte vellen of weefsels die bestaan uit vezels, die uit in water gedompelde pulp zijn gevormd en gedroogd op een fijn schepraam. De vezels kunnen dierlijk zijn, zoals haar, zijde of wol, of mineraal, bijvoorbeeld asbest. Ook kunstvezels zijn een mogelijkheid. Het meeste papier wordt echter gemaakt van plantenvezels van bijvoorbeeld houtpulp, gras, katoen, linnen en stro.
Te gebruiken voor het ontwerpen van papieren constructies en mechanismen, zoals pop-up-elementen in boeken en ansichtkaarten, bouwplaten en diverse soorten papieren houders.
Hout van de boom behorende tot het genus Betula papyrifera, inheems in het noorden en midden van Noord-Amerika. De kleur van het hout is bijna wit en het wordt gebruikt voor het maken van spoelen, klossen, pluggen en kratten.
Zowel te gebruiken voor tweedimensionale afbeeldingen van menselijke figuren die uit papier of karton zijn geknipt, als voor reeksen aan elkaar zittende popachtige figuren die uit een stuk gevouwen papier zijn geknipt.
Speelgoed dat bestaat uit tweedimensionale voorstellingen van karakters uit populaire toneelstukken en uiteenlopende combinaties van decorstukken, rekwisieten, toneel en voortoneel, gedrukt op vellen papier die zijn bedoeld om te worden uitgeknipt en op een stevige ondergrond zoals karton of hout te worden bevestigd, en te worden gebruikt voor optredens in een miniatuurtheater. De papiertheaters, die hun oorsprong vinden in Londen in het begin van de 19de eeuw, werden voornamelijk gemaakt in Engeland en Duitsland. Ook tegenwoordig worden ze nog in kleine aantallen gemaakt. Gebruik ‘poppentheaters’ voor draagbare constructies voor de uitvoerende kunsten, ontworpen voor de presentatie van poppenspellen. Gebruik ‘miniatuurtheaters’ voor driedimensionale voorstellingen van theaters of theaterruimtes zoals het toneel of het voortoneel, gebruikt voor optredens of uitsluitend als model.
Speelgoederen en modellen van papier waaraan min of meer realistisch de vorm van een vliegtuig is gegeven en die over het algemeen bedoeld zijn om door de lucht te zweven na een impuls van een mensenhand. Eenvoudige modellen kunnen uit vrijwel elke papiersoort in een lange deltavleugelvorm worden gevouwen door mensen zonder gerichte opleiding. Meer verfijnde en vaak levensechtere modellen worden zorgvuldig vervaardigd uit speciaal stevig, lichtgewicht papier en vaak beschilderd of anderszins versierd met militaire emblemen en andere symbolen en ontwerpen.
Middelen om twee of meer stukken papier bij elkaar te houden, en die bestaan uit een stuk veerkrachtig materiaal dat in platte lussen is gebogen die met lichte druk uit elkaar kunnen worden gedrukt.
Middelgrote boom die van nature voorkomt in Oost-Azië, met rode bolvormige vruchten en een inwendige schors waaruit in Japan en China papier wordt vervaardigd en die in Polynesië wordt gebruikt voor de fabricage van tapa, een grove textielsoort. Deze sterke, snelgroeiende boom, die ook in stedelijke omgevingen kan overleven, komt in diverse variëteiten voor (met ingesneden blad, witte vruchten en gevlekt) en wordt als wintervaste sierplant en als stinzenplant gebruikt.
Een dispersie van cellulosevezels in water, die wordt gebruikt als grondstof bij de productie van papier. Deze bevat plantaardige, minerale of kunstmatige vezels en vormt een matte of vervilte laag op een plaat als het vocht wordt verwijderd.
Leden van een superfamilie bestaande uit circa 14.000 soorten insecten die behoren tot vier families. De vleugels, rompen en poten van vlinders zijn, net als die van motten, bezet met stofachtige schubben. Anders dan motten zijn vlinders overdag actief en gewoonlijk helder gekleurd of voorzien van een opvallend patroon. Misschien wel de meest onderscheidende lichamelijke kenmerken van de vlinder zijn de antennes met knotsvormig uiteinde en de gewoonte om de vleugels in rust verticaal boven de rug te houden.
Ondiepe schalen in verschillende grootten, met een vlakke bodem, die één horizontaal handvat op gelijke hoogte met de rand hebben. Soms vervaardigd in paren of sets.
Personen die onderzoek en veldwerk verrichten met betrekking tot het conserveren, lezen en interpreteren van oude documenten die op papyrus zijn geschreven.
De discipline die zich bezighoudt met de vertaling, duiding en behoud van oude documenten op papyrus, van het grootste belang voor Egyptische, Midden-Oosterse en klassieke archeologie.
Tapijten die ontwerpelementen bevatten uit Memluk-tapijten, zoals kleine bomen en plantenrijen en uit Turkse tapijten, zoals een groot medaillon in het midden dat wordt omgeven door vier kleinere medaillons. Ze worden, net als Memluk tapijten, asymmetrisch geknoopt maar gebruiken daarentegen wol dat een Z-vorm in plaats van een S-vorm heeft en drie keer zo dik is; ook zijn ze roodgeverfd met meekrap in plaats van met schellak.
Wordt gebruikt voor microgolfantennes die over het algemeen gemaakt zijn van bladmetaal of plaatgaas met een hol oppervlak waarvan de overlangse doorsnede een parabool of een paraboloïde is.
Harnassen met rijke versieringen, om te worden gedragen bij speciale gelegenheden.
De plaats of toestand van perfecte vrijheid, vrede, onschuld en overvloed, vaak gebruikt voor de oorspronkelijke toestand van de mens en een toekomstige paradijselijke wereld.
Tekengerei waarmee rechte, evenwijdige lijnen kunnen worden getekend. Bestaan meestal uit repen hout, metaal of plastic zonder schaalverdeling, die op tekenborden worden gebruikt en evenwijdig worden gehouden door draden of snoeren die door het einde van de linialen lopen. Kunnen wel of niet op wieltjes rollen. Gebruik 'parallellinialen' voor een paar linialen die aan elkaar vastzitten door een draaipen en worden vaak gebruikt als navigatiehulpstukken om evenwijdige lijnen te verplaatsen.
Wordt gebruikt voor twee linialen die aan elkaar vastzitten met twee draaiende kruisstukken van dezelfde lengte die zo zijn geplaatst dat de linialen altijd evenwijdig zijn aan elkaar. Worden gebruikt als navigatiehulpstukken om evenwijdige lijnen te verplaatsen. Gebruik 'parallel-tekenlinialen' voor tekengerei dat wordt gebruikt om evenwijdige lijnen te tekenen en is bevestigd aan en wordt gebruikt op tekenborden.
Verwijst naar tekeningen die worden gemaakt met parallel perspectief, dat wil zeggen een perspectiefstelsel waarin de hoofdonderwerpen evenwijdig aan het beeldvlak worden getekend of een stelsel waarin parallel geprojecteerde lijnen niet convergeren in een verdwijnpunt.
Een verflak of organische kleurstof met een felle, kersenrode kleur met een vrij blauwige getemperde tint. Wordt gemaakt van paranitraniline, een koolteerderivaat.
Variabele rode kleuren die lijken op de kleuren pararood, een pigmentklasse die wordt gemaakt met paranitraniline, een koolteerderivaat.
Aanduiding voor alternatieve vervoerssystemen zonder rails, zoals carpools, belbussen, pendelbussen en taxi's.
Dolken die bij een bepaalde vorm van rapiergevechten in de linkerhand worden gedragen, veelal vervaardigd in sets met rapieren.
Te gebruiken in Griekse kerken om zijkapellen of kleine aangebouwde kerkachtige ruimten te onderscheiden van de kathedraal of hoofdkerk van een klooster.
Diverse kleuren die variëren van geelachtig wit tot een lichtelijk blauwachtig middengrijs die lijken op de glanzende kleur van een parel, een dierlijk materiaal dat wordt gevormd in de schelpen van bepaalde weekdieren.
Harde, parelachtige, regenboogkleurige binnenlaag van verscheidene soorten weekdierschelpen; wordt veel gebruikt voor het maken van kleine voorwerpen en inlegsels.
Objecten zoals schilden, kokers of andere houders, gemaakt door de Indianen van de Plains van ongelooid leer van bizons of ander groot wild. term vooral gebruikt voor grote, rechthoekige op een enveloppe gelijkende houders, gewoonlijk maar niet uitsluitend van ongelooide bisonhuid, met karakteristieke geschilderde patronen, gebruikt voor het verpakken van gedroogd vlees en ander gedroogd voedsel, dekens of kleding.
Houders in allerlei vormen en maten en van allerlei materialen, om parfums in te bewaren en de geur ervan te verspreiden. Kunnen onderdeel zijn van een toiletset.
Te gebruiken om werken te beschrijven van de gelijknamige Afrikaanse etnische groep die leeft in het zuiden van Soedan.
Verwijst naar een reeks heldergroene kleuren die lijken op de kleur Paris green, een zeer giftig kopergebaseerd poeder dat wordt gebruikt als insecticide en pigment.
Verwijst naar de stijl van de kunstvoorwerpen op het Egeïsche eiland Paros, met name in de periode tussen de 6de en de 4de eeuw v. Chr., toen het eiland een belangrijke marmerleverancier was. Tot de kunstvoorwerpen behoren korai en kouroi, grafstenen en grafreliëfs.
Te gebruiken voor een verscheidenheid van zacht of hard, wit, fijn, glasachtig porselein dat vaak lijkt op beeldhouwmarmer dat in de jaren 40 van de negentiende eeuw in Engeland werd ontwikkeld en gebruikt voor beeldjes, vooral poppen en kunstvoorwerpen, versiering en tafelgerei. Gebruik 'biscuit' voor ongeglazuurd porselein of aardewerk dat slechts één keer gebakken is; het wordt gebruikt voor hetzelfde soort voorwerpen, maar heeft een korrelige structuur.
Gebruikt voor kledingstukken met capuchon die over het hoofd worden aangetrokken en die reiken tot de dijbenen of knieën; meestal gemaakt van dierenvellen en gedragen door de inheemse volkeren van het noordpoolgebied. Ook te gebruiken voor soortgelijke kledingstukken van waterafstotend of winddicht materiaal voor sportieve of militaire activiteiten. Gebruik 'anoraks' voor vergelijkbare, heuplange kledingstukken.
Gebruik voor gesloten, meer of minder zorgvuldig bewaarde, en omvangrijke bossen en weiden verbonden aan aanzienlijke residenties.
Wordt gebruikt voor de techniek van het verstevigen met een frame, bijvoorbeeld bij conservatie van schilderkunst om houten panelen te verstevigen, of bij architectuur om een gewelfd of koepelvormig dak te steunen.
Wordt gebruikt voor kamers die zijn bedoeld voor conversatie en de ontvangst van gasten in residenties, hotels, kloosters of kerken. De laat 20e-eeuwse woonkamer lijkt op de 19e of vroeg 20e -eeuwse salon in die zin dat vaak een andere kamer dient voor de dagelijkse ontspanning met het gezin.
Orgels voor huiselijk gebruik, vaak voorzien van kaarsenstandaards, spiegels en ornamenten.
Ronde bronzen schilden voorzien van een stevige schildknop, die werden gebruikt door Romeinse troepen te paard in de 7e of 6e eeuw v.C.
Schepachtig keukengerei dat wordt gebruikt voor het in stukken snijden en verwijderen van samengeperste brij en stro dat ontstaat tijdens ciderpersen.
Te gebruiken voor delen van een groter kerkelijk bestuursgebied onder de zorg en invloed van een pastor. Ook te gebruiken voor delen van het plaatselijk bestuur, zoals in Engeland en de staat Louisiana, gebaseerd op of ontleend aan oorspronkelijke kerkelijke verdelingen.
Gebouwen voor seculiere bijeenkomsten van leden van een bepaalde kerk.
Zij-ingangen in antieke Griekse theaters, tussen het publiek en scaena, die toegang verschaffen aan de toeschouwers.
Genus van bloeiende plant, waarvan het sap wordt gebruikt als geneesmiddel, insectenbestrijdingsmiddel en voor rubber.
Gelamineerd bladmetaal dat op bladgoud lijkt en wordt vervaardigd door het plaatsen van een dunne plaat goud op een soortgelijke plaat zilver (of tin), waarna de twee platen op elkaar vast werden gehamerd. Het goud-met-zilverlaminaat diende als vervanging van bladgoud, maar bezat de ongewenste eigenschap dat er zich metaalaanslag op vormde, aangezien het bladgoud de zilverlaag eronder niet kan beschermen.
Wordt gebruikt voor bureaus waaraan twee mensen met hun gezicht naar elkaar toe kunnen werken. Ze hebben meestal een grote schrijftafel of bureau met laden aan beide zijden.
Te gebruiken voor bij elkaar horende versieringen bedoeld om samen te worden gedragen, bestaande uit juwelen of garneersels voor kleding, gewoonlijk op boord en manchetten.
Joods feest ter herdenking van de eerste en belangrijkste gebeurtenis in de joodse geschiedenis: de bevrijding van de Hebreeërs uit de Egyptische slavernij en het voorbijgaan van God aan de huizen van de Israëlieten tijdens de tiende plaag in Egypte (toen de eerstgeboren kinderen van de Egyptenaren werden gedood). Pascha begint op de 15de en eindigt op de 21ste of 22ste dag van de maand nisan (in maart of april). Gedurende deze zeven of acht dagen, die ook wel het feest van het ongedesemde brood worden genoemd, is alle toevoeging van gist verboden en mogen alleen ongedesemde broden (matses) worden gegeten. De matse symboliseert het lijden van de Hebreeërs onder de slavernij en de haast waarmee zij aan de uittocht uit Egypte begonnen. Na de verwoesting van de tempel in Jeruzalem werd de viering van Pascha een huisfeest. De eerste avond van Pascha is bijzonder feestelijk met een speciale familiemaaltijd, de seider. Bij de seider wordt symbolisch voedsel gegeten ter herdenking van de bevrijding van de Hebreeërs en worden gebeden en recitaties uitgesproken. Ook is het de gewoonte een plaats vrij te houden voor Elia, de heraut van de Messias. Hoewel Pascha een vreugdevol feest is, dienen strenge spijsvoorschriften te worden nageleefd en gelden er zekere beperkingen ten aanzien van werk aan het begin en het einde van de feestperiode.
Omsluitende ringen op containers en andere voorwerpen. Voor platte, scherp gerande kragen of sierknoppen op glasservies met steel wordt 'mereses' gebruikt
Liften voor vervoer van mensen.
Verwijst naar de cultuur van de Passamaquoddy, Algonkin-sprekende indianen die leven rond de Passamaquoddy-baai, de rivier de St. Croix en het Schoodic-meer, in wat nu de grensstreek van de staten Maine en New Brunswick is. De Passamaquoddy-stam maakte deel uit van de losse confederatie van Oost-Amerikaanse indianen die bekend staat als de Abenaki Alliantie, samen met de Maliseet, Micmac, Abenaki en Penobscot.
Reeksen van voorstellingen van het lijden van Christus, meestal beginnend met de Intocht in Jeruzalem en eindigend met de uitstorting van de Heilige Geest met Pinksteren.
Te gebruiken voor luchtkoelsystemen die niet gebruikmaken van machinaal aangedreven mechanische apparatuur, maar van natuurlijke methoden zoals verdampen, condenseren, straling, convectie en ingraven.
Gebeeldhouwd werk bestaande uit een aantal figuren ��� met een vergelijkbare schaal en grootte als kerststallen ��� waarin de kruisiging van Christus en andere gebeurtenissen tijdens de Goede Week worden uitgebeeld.
Skiver, meestal van schapenhuid, bewerkt met een dunne plak- of lijmlaag die na opdrogen het leer doet krimpen en stabiliseren. Zo ontstaat een kunstmatig korrelpatroon dat vervolgens wordt verrijkt door het te 'krispelen'.
Voorvoegsel voor de beschrijving van een kleur met een matige of lichte intensiteit en een relatief lichte waarde.
Kunstenaars die zijn gespecialiseerd in het maken van pastels: kunstwerken die worden gemaakt met kleurkrijt van droge kleurstof vermengd met een kleine hoeveelheid bindmiddel van olie of van water en gom.
Genre dat het idyllische leven op het platteland oproept of afbeeldt; vaak scènes in beeldende kunstwerken met herders en herderinnetjes in geïdealiseerde arcadische landschappen.
Gedecoreerde pakhuizen, gebouwd door de Maori's in Nieuw-Zeeland. De snijwerken op de pakhuizen zijn verfijnde ontwerpen die de welstand van het dorp uitdragen. De constructies werden gebruikt om geconserveerde vis, vleesproducten en andere voedingsmiddelen te bewaren en matten, wapens, landbouwwerktuigen en visgerei op te slaan.
Munten van zilver, nikkel of koper-nikkel van een decimaal stelsel met een waarde van 100 avos, afkomstig uit het Portugese gebiedsdeel Macau in Zuid-China.
Eetgelegenheden waar snelle lichte maaltijden, dranken of tussendoortjes worden geserveerd, meestal aan een toog.
Handwerktechniek waarbij een groot aantal kleine delen worden samengevoegd, over het algemeen door het aan elkaar naaien van stukjes stof of leer in verschillende kleuren en patronen voor bedekkingen, kussens of quilts.
Verwijst naar een type pâte de verre dat wordt gekenmerkt door een opvallende doorschijnendheid. De techniek is ontwikkeld door Gabriel Argy-Rousseau, een beroemd ontwerper van art-decoglas uit de jaren 20 en 30 van de 20ste eeuw.
Een dure en vernuftige methode voor het decoreren van porselein. Hierbij worden dessins geschilderd op meerdere lagen witte slip op porselein dat in licht reliëf wordt aangebracht op vaatwerk of plaquettes van ongebakken klei. Voorafgaand aan de eerste bakfase worden de dessins vervolgens licht ingesneden met metalen instrumenten, om een cameo-achtig effect te bereiken. De stukken worden vervolgens geglazuurd en opnieuw gebakken. Deze techniek werd ontwikkeld in Sèvres in het midden van de 19de eeuw en werd daar en in de Minton-fabriek bijzonder succesvol toegepast door Marc-Louis-Emmanuel Solon.
Oud-Romeinse houders in de vorm van een ondiepe kom zonder handvatten, waarvan de bodem in het midden iets omhoog komt; gebruikt voor plengoffers bij religieuze ceremonies of om uit te drinken.Gebruik ‘phialae’ voor vergelijkbare Oudgriekse houders.
Gebruik voor geplaveide recreatieruimtes aangrenzend eigentijdse huizen en de geplaveide binnenplaatsen van Spaanse of gebouwen in Spaanse stijl.
Te gebruiken voor leden van de groep bevoorrechte burgers in het oude Rome; werd tijdens het Romeinse en Byzantijnse Rijk ook gebruikt voor hooggeplaatste personen die deze titel van de keizer ontvingen. Werd ook gebruikt voor leden van de invloedrijke of door overerving heersende klasse in sommige middeleeuwse Duitse, Zwitserse en Italiaanse vrije steden.
Over het algemeen te gebruiken voor de liefde voor iemands land en toewijding aan de belangen van dit land. Gebruik 'nationalisme' voor het besef van nationaal bewustzijn dat één natie boven alle andere verheft en primair de nadruk legt op de bevordering van de cultuur en belangen van dit land in plaats van dat van andere landen of supranationale groepen.
Vormen of modellen, van diverse materialen, met hetzelfde formaat of silhouet als het eindproduct, die worden gebruikt als voorbeeld tijdens het maken.
Techniek voor het veranderen van elke eenvoudige configuratie, elke versiering van een oppervlak, of elk bouwsel met een terugkerend motief; wordt met name gebruikt in verband met textiel.
Riemen met lussen of zakken die worden gebruikt om munitie en andere voorwerpen in te dragen.
Ruitjespapier waarop weefschetsen voor schachtengetouwen en patronen voor trekgetouwen of voor weefgetouwen met een Jacquardweefsel-opzetstuk worden gedrukt of getekend.
Birmaanse xylofoons. Ze bestaan gewoonlijk uit 17 tot 23 latten, waarvan de toonhoogte wordt bepaald door was die aan de onderzijde is aangebracht, en die rusten op een trog die als resonator fungeert.
Te gebruiken voor de stroming in de decoratieve schilderkunst in New York in de jaren zeventig die is beïnvloed door het werk van Matisse.
Poëzie van voor de twintigste eeuw waarin letters, woorden of regels zodanig op de pagina worden gerangschikt dat er een patroon of beeld wordt gevormd, dat meestal samenhangt met de betekenis van de woorden. Gebruik 'concrete poëzie (informatiedragers)' voor twintigste-eeuwse dichtwerken, met name de werken die behoren tot de concrete poëzie-beweging van de jaren 1950 en 1960, waarin taalelementen naar believen werden gerangschikt en de hand werd gelicht met syntactische regels en met de conventie van een lineaire bladspiegel, en de strekking van de gedichten hangt, behalve van de betekenis van de woorden, af van de ruimtelijke, picturale en typografische kenmerken van het werk.
Orde van buideldieren met zes levende soorten in één familie. Ze hebben dunne ledematen, een lange spitse snuit en een dunne harige staart. De dieren eten overwegend vlees.
Dualistische christelijke geloofsgemeenschap, in de 7de tot 11de eeuw ontstaan in Armenië en het oosten van het Byzantijnse Rijk. De identiteit van Paulus, de naamgever van de paulicianen, is omstreden. De beweging, in het midden van de 7de eeuw gesticht door een Armeniër genaamd Constantijn, lijkt een wijdverbreide politieke en militaire opstand te hebben veroorzaakt. Behalve gedurende een korte periode waarin zij in de gunst was bij de iconoclastische keizers van de 8ste en 9de eeuw, werd de beweging voortdurend vervolgd met als consequentie dat zij een bondgenootschap aanging met de moslims. De beweging is vooral beïnvloed door de dualistische overtuigingen van het marcionisme en het manicheïsme. De fundamentele dualistische doctrine van de paulicianen stelde dat er een slechte God en een goede God bestaat, van wie de eerste de schepper en heerser van deze wereld is en de laatste de schepper en heerser van de wereld die komen gaat. Hieruit leidden zij de ketterse notie af dat Jezus niet werkelijk de zoon van Maria was. Terwijl de paulicianen het evangelie van Lucas en de brieven van Paulus in ere hielden, verwierpen zij het Oude Testament en de brieven van Petrus. Ook de sacramenten, de eredienst en de hiërarchie van de gevestigde kerk werden verworpen. Ondanks de vervolging verspreidden de doctrines van de beweging zich, in het bijzonder onder Macedonische, Bulgaarse en Griekse boeren. De paulicianen hebben invloed gehad op een andere neomanicheïstische gezindte, de bogomielen die in de 10de eeuw opkwamen. In de vroege 19de eeuw werden nog kleine pauliciaanse gemeenschappen aangetroffen in de door Russen bezette delen van Armenië.
Hout van de paulownia. Kiri is de japanse naam, meer bepaald voor de paulownia tomentosa. Wordt in China, Korea en Japan gebruikt bij het maken van decoratieve objecten en muziekinstrumenten.
Spitsen die bestaan uit vier steile, ruitvormige dakvlakken, die diagonaal staan op de vier hoeken van de torenromp.
Restaurants waar men in de buitenlucht aan tafels rondom het gebouw kan eten, vaak met tafels in een patio of op een stoep in een stedelijk gebied, soms met een beschermend dak of paraplu's die de tafels afschermen. Buiten zitten kan soms slechts in bepaalde seizoenen als het weer het toelaat, daarom zijn er extra zitplaatsen beschikbaar binnenshuis.
Verwijst naar de cultuur van de Vroege Nomaden die werd genoemd naar de graflocatie die is ontdekt in de vallei van de Bolsjoi Oelagan en die dateert van circa de 3de tot de 5de eeuw v. Chr. Bij opgravingen vanaf 1929 en in de jaren 1947-49 zijn een gebalsemde man met dierentatoeages, verschillende vaten en sommige van de oudste bewaard gebleven weefsels naar boven gekomen.
Computers op handformaat die voor het eerst eind jaren 80, begin jaren 90 van de 20ste eeuw werden ontwikkeld, en die waren uitgerust met een miniatuurtoetsenbord en software voor handschriftherkenning. Ze waren oorspronkelijk bedoeld voor de uitvoering van eenvoudige taken zoals berekeningen en agendabeheer, maar zijn sindsdien veelzijdiger geworden. De meeste pda’s kunnen tegenwoordig dienst doen als mobiele telefoon, geven toegang tot het internet en voeren zeer geavanceerde software uit.
Open standaard voor een bestandsindeling voor elektronische documentuitwisseling via internet. PDF is ontwikkeld door Adobe Systems voor het coderen van de visuele weergave van een document, ongeacht het type software waarmee het document is geschreven of ingelezen.
Natuurlijke gravel met een kleine diameter (6,4 tot 9,5 mm of 1/4 tot 3/8 in.), geselecteerd volgens specificatie.
Soort glas in de Verenigde Staten gemaakt om de perzikbloesemglazuur op Chinees porselein te imiteren.
Boom uit het genus Carya die inheems is in het midden en zuiden van de Verenigde Staten en in Mexico. Elders wordt de boom gekweekt. Het roodachtige hout gebruikt men voor deuren en kozijnen binnenshuis. Uit de schillen wint men een kleurstof waarmee men wol donkerbruin of katoen grijs kan verven als een bijtmiddel met aluin wordt gebruikt. De kleurstof is redelijk kleurvast. De noot heeft een rijke en kenmerkende smaak en structuur. Het vetgehalte is voor een plantaardig product zeer hoog, waardoor de calorische waarde dicht bij die van boter ligt. Op de productie ervan is een belangrijke industrie gebaseerd in het zuidoosten van de Verenigde Staten.
Een algemene term voor een groep polysachariden uit de celwanden van alle plantenweefsels. Pectine is samengesteld uit gemethoxyleerde galacturonzuren die aan elkaar verbonden zijn in lange strengen. Voor de handel zijn de belangrijkste bronnen van pectine de schillen van citrusvruchten en appelpulp. Pectine lost op in water, waardoor kleverige stabiele oplossingen ontstaan. Deze worden vooral gebruikt voor voedingsmiddelen (jam en gelei), maar ook als appreteermiddelen in papier en textiel.
Grote platte ronde schotels die op een voetstuk of verhoging zijn geplaatst om voedsel te dragen en te presenteren; komen het meest voor als serviesgoed in westers en Aziatisch keramiek en metaalwerk, en als keramisch begrafenisvoorwerp in precolumbiaanse kunst. Het voetstuk en de schotel kunnen zijn samengevoegd tot één stuk of afzonderlijke stukken zijn.
Relatief kleine kanonnen, meestal achterladers, waarmee van oorsprong stenen maar later ook spijkers, schroot en diverse soorten lading werden afgevuurd.
Middelgrote vruchtdragende boomsoort die waarschijnlijk uit Europa afkomstig is en al lang voor de christelijke jaartelling werd gekweekt. Sinds de oudheid zijn er alleen al in Europa duizenden variëteiten gekweekt en benoemd. De boom wordt gekweekt door oculeren of enten op een wortelstok. De meest gebruikte wortelstok in Europa is de kwee. Deze levert een kleine boom op die op jongere leeftijd tot bloei komt dan de meeste bomen met peerwortels. De gewone peer werd in de Nieuwe Wereld direct na het stichten van de kolonies ingevoerd door de Britten en andere Europeanen. Spaanse missionarissen brachten de vrucht al snel naar Mexico en Californië.
De sterke streng of band van vezelachtig bindweefsel die het uiteinde van een spier vormt en waarmee deze aan het bot of iets anders is vastgehecht.
Verwijst naar een Chinese neolithische cultuur van circa 6000 tot circa 4800 v. Chr. De cultuur had haar centrum in de vallei van de Gele Rivier en ging vooraf aan de Yangshao-cultuur.
Te gebruiken voor het zwarte of donkere, stroperige residu van de destillatie van organische materialen, vooral teren, en voor synthetische mengsels die op pekteer lijken.
Weefsel dat een streepeffect vertoont in de kettingrichting, verkregen door variatie in kleur of weefpatroon.
Verwijst naar een Chinese stijl van glas- en emailwerk en kleden met Peking (het huidige Beijing) als centrum.
Orde van 66 soorten in 6 families, waaronder aalscholvers, rotspelikanen, jan-van-genten, keerkringvogels en fregatvogels. Het zijn watervogels met vliezen tussen alle vier de tenen en een kromme of rechte snavel met een scherpe punt.
Mensen die grote afstanden afleggen, met name om een heilige plaats te bezoeken als teken van geloofstoewijding.
Verwijst naar kleine plaquettes die verkrijgbaar waren bij belangrijke heiligdommen welke door pelgrims werden bezocht, en die als aandenken of bewijsstuk werden gedragen door de pelgrims die de bedevaart met succes hadden afgelegd. De tekens zijn een eerbetoon aan de heilige of het devotieobject dat in het bedevaartsoord werd vereerd. De opvallendste pelgrimstekens zijn de tekens in de vorm van een jakobsschelp van het heiligdom van St. Jacobus in Santiago de Compostela, welke reeds in de 11de eeuw werden verkocht. De tekens waren meestal uit metaal vervaardigd en werden doorgaans aan een hoed vastgespeld. De tekens boden ook praktisch voordeel, want ze gaven de drager recht op bijvoorbeeld hulp, gastvrijheid of een vrijgeleide; ook waren er bovennatuurlijke voordelen aan verbonden, aangezien het meestal toegestaan was om met de tekens het heiligdom aan te raken, waardoor de tekens op hun beurt de status van secundair reliek verkregen. Pelgrimstekens waren met name populair in het Europa van de middeleeuwen, met als hoogtepunt de 14de en 15de eeuw, maar na de reformatie van de 16de eeuw nam hun populariteit af. Niettemin zijn er ook nu nog enkele heiligdommen waar pelgrimstekens in gebruik zijn.
Oud-Griekse peervormige opslagvaten met een brede opening die een doorlopende welving vormt met de romp. Aan het eind van de 6de eeuw v. Chr. geïntroduceerd in de Attische zwartfigurige keramiek, hoewel beschildering voornamelijk in de roodfigurige techniek plaatsvond. Ze werden doorgaans gebruikt voor de opslag van vloeistoffen, maar waren ook geschikt voor andere toepassingen. Vanaf circa 450 v. Chr. werden pelikai eveneens gebruikt als houder voor de as van overledenen. De vorm lijkt op die van amfoortype C.
Griekse en Latijnse term voor lichte, halvemaanvormige schilden gemaakt van riet en bedekt met leer; werd door de Grieken en Romeinen beschouwd als het verdedigingswapen bij uitstek van barbaarse volkeren.
Lange, vaak cilindervormige (onder)kussens ter ondersteuning van het hoofd van een persoon die op een bed, bank of soortgelijk meubel ligt.
Overtrekken voor peluwen, meestal passend bij kussenslopen en lakens, of, wanneer gebruikt voor zitmeubilair, bij de overige gebruikte overtrekken.
Parts of compasses and ruling pens, consisting of double nibs connected with a screw to adjust the width between the nibs, used for drawing lines in ink.
Voegen die worden gemaakt bij het in elkaar zetten van twee stukken hout waarvan een uitstekende pen (tenon) van het ene deel wordt gepast in de overeenkomstige gat (mortise) in het andere deel.
Zijtafels die tussen twee ramen staan; soms met een penantspiegel erboven.
Pijpleidingen of buizen in verscheidene vormen, die dienen als warmtewisselaars en worden gebruikt in koelings- of verwarmingssystemen.
Bedden met zes- of achthoekige posten, waarvan men meestal aanneemt dat ze vóór de Amerikaanse Onafhankelijkheidsoorlog werden gemaakt.
Cultuur en de stijl van de inheemse mensen die gebieden in Idaho, Montana en Washington bewoonden toen de Europeanen arriveerden, met name het gebied rond wat nu heet 'Lake Pend Oreille'.
Verwijst naar werk dat is vervaardigd door het gelijknamige Afrikaanse volk dat in de Democratische Republiek Congo leeft.
Goedkope, machinaal geweven dekens die door de Pendleton Woolen Mills in Oregon voor de handel met de Indianen werden gemaakt en speciaal naar Indiaanse voorkeuren werden ontworpen. Geen Nederlands equivalent.
Diverse soorten hamers met twee tegenoverliggende snij- of hamerkanten. Worden voornamelijk gebruikt door metaalbewerkers en steenhouwers.
Genus van circa 300 soorten algemeen voorkomende schimmels die worden aangetroffen op voedsel, leer en textiel. Ze zijn van economisch belang voor de productie van antibiotica (penicilline), organische zuren en kazen.
Gehard stalen platen met gaten van verschillende diameters. Worden gebruikt om pluggen te snijden, door ze door de gaten te persen waardoor overtollig hout achterblijft.
Verwijst naar de stijlen die horen bij het schiereiland van Thailand. De drijvende kracht achter de stijlen is de geografische locatie van het gebied, gekenmerkt door de zeehandel en het verkeer op de rivieren van het schiereiland, waardoor culturele uitwisselingen werden gestimuleerd. De architecturale stijl kwam tot stand tijdens de 8ste tot met de 13de eeuw, waarvan de Wat Kaeo het bewijs is. Deze bestaat uit een kruisvormige structuur met een centrale cella, heiligdommen waarin vijf Jina-boeddha's waren ondergebracht, grote stenen zuilen, colonnetten en decoratieve miniatuurbogen die doen denken aan de architectuur van Cham (negende en tiende eeuw) en Srivijayan. De beeldhouwkundige stijl toont bronzen mahayana-boeddhistische figuren en votieftabletten van klei met afbeeldingen van Boeddha en bodhisattva's in de Indiase laat Gupta-stijl.
Te gebruiken voor kokervormige omhulsels die de penis in zijn geheel omvatten; soms bevestigd aan een gordel of riem. Meestal gemaakt van gevlochten plantaardig materiaal, dierlijke ingewanden, vacht of huid; vooral gedragen door Afrikaanse mannen.
Gebruik voor plaatsen van verzekerde bewaring beheerd door de staat (of de federale overheid) voor volwassenen die veroordeeld zijn tot straffen (van meer dan een jaar) voor ernstige misdaden. Deze werde sinds de late 18de eeuw ontwikkeld en in het algemeen gekarakteriseerd door cellen en gangenstelsels met scheiding naar misdaad en geslacht. Daarbij werden programma's van rehabilitatie bedacht, als middel voor de heropvoeding van gevangene. Gebruik "huizen van bewaring" voor plaatsen voor overtreders die nog niet veroordeeld zijn maar wel in voorlopige hechtenis zijn gesteld.
Aanduiding voor Chinese miniatuurplanten alsmede voor de landschappen die daarmee, naast stenen, water, miniatuurfiguren en -gebouwen, worden gevormd. Wordt tevens gebruikt als aanduiding voor de kunst van het aanleggen van dergelijke tuinen.
Kleine zakmessen die meestal één lemmet hebben.
Een uitsteeksel aan een uiteinde of zijkant van een stuk hout, steen of ander materiaal dat in de corresponderende opening past om twee onderdelen met elkaar te verbinden. Zowel de benaming voor het uitstekende deel van verbindingen in architectonische constructies als in muziekinstrumenten met meerdere onderdelen, zoals hobo's en klarinetten. Gebruik ���pen-en-gat-verbindingen' in de architectuur voor het geheel van deze verbinding.
Uitvoerende functionarissen die verantwoordelijk zijn voor het algehele boekhoudsysteem in een organisatie, inclusief de controlefuncties.
Wordt gebruikt voor schuren die in heuvels zijn ingebouwd en die meestal worden gekenmerkt door stenen eindmuren en een oprit naar een eerste verdieping met gewassen en werktuigen, die uitsteekt aan de kant van het erf, boven een grondverdieping die wordt gebruikt voor vee.
Verwijst naar de stijl en de cultuur van de 17de- en de 18de-eeuwse Duitse kolonisten in Pennsylvania en hun afstammelingen. Hun cultuur wordt gekenmerkt door het bewaren van traditionele Duitse stijlen van voedselbereiding en vakmanschap, en is vaak te herkennen aan specifieke decoratieve motieven, zoals geometrische hextekens die zijn geschilderd op schuren en bloem- en overige patronen die zijn gestempeld op meubels en huishoudelijke artikelen. Sommige afstammelingen rijden in door paarden getrokken karren, dragen eenvoudige kleren en leven volgens strikt religieuze principes. De grote stroom immigranten vanuit het Rijngebied in Duitsland werd aangemoedigd door de religieuze tolerantie van de koloniale regering van William Penn. Immigranten waren leden van verschillende groepen, zoals mennonieten, quakers, amish, Moraviërs, Schwenckfelders en Dunkers (of Duitse baptisten); tot latere immigranten behoorden lutheranen en leden van de Gereformeerde Kerken.
Engelse bronzen munten die na 1971 werden geslagen; ze hebben een waarde van 2,4 oude pennies of een honderdste van een Engels pond.
Engelse zilveren munten, afgeleid van de Romeinse denarii, uitgegeven vanaf eind 8e tot in de 17e eeuw, daarna van koper of brons vanaf de 18e eeuw tot aan 1967, toen met de introductie van het decimale stelsel een nieuwe penny in circulatie kwam. Gebruik 'deniers' voor de vergelijkbare Franse zilveren munten die sinds de 8e eeuw werden geslagen.
Huizen, vaak woonhuizen of andere relatief kleine gebouwen, waar men voor een vastgesteld bedrag kan overnachten en soms eten. Het verschil tussen kosthuizen en moderne pensions is erin gelegen dat de gast bij pensions minder verzorging krijgt en minder contact heeft met het gezin of de pensionhouder.
Te gebruiken voor Oud-Griekse oorlogsschepen die door 25 paar roeiers werden voortbewogen; zulke schepen vormden de ruggengraat van de vroege Griekse marinevloot.
Een beroemde Griekse marmersoort die wordt gedolven bij de berg Pentelikon in de buurt van Athene. Dit marmer is zuiver wit, maar kan geel worden na lange blootstelling aan lucht. Een paar minuscule talkaderen geven dit marmer soms een groenachtige tint. Het werd in de oudheid al in de 6de eeuw v. Chr. gebruikt en bleef populair in zowel beeldhouwkunst als architectuur. Zowel de beelden als de bouwkundige onderdelen van het Parthenon zijn van Pentelisch marmer gemaakt.
Te gebruiken om werken te beschrijven van de gelijknamige Afrikaanse etnische groep die leeft in Senegal en Guinee-Bissau.
Vaten met een geperforeerde bovenkant voor het strooien van peper op voedsel. Worden gemaakt in een verscheidenheid van vormen en materialen en vormen vaak een paar met een zoutvaatje.
Strooiers die met name bedoeld zijn voor het serveren van gemalen peper, meestal cilindervormig met een fijn geperforeerd deksel, dat soms op het vat wordt geschroefd.
Verzenden via een postservice.
Slaginstrumenten; bespeeld door ze aan te slaan met een niet-klinkend voorwerp, zoals een stok of een hand, ook door ze te slaan tegen een niet-klinkend voorwerp, zoals het menselijk lichaam of de grond.
Slaginstrumenten bestaande uit buizen van bamboe, hout of metaal, afzonderlijk of in series, waartegen wordt geslagen met een strijkhout of een ander hard voorwerp.
Mensen die performance art ten uitvoer brengen. Gebruik 'uitvoerend kunstenaars' voor artiesten die de traditionele uitvoerende kunsten beoefenen.
Verwijst naar een afwijkende stijl aardewerk dat werd vervaardigd in het begin van de eerste eeuw v.Chr. Hoewel de naam verwijst naar de stad Pergamon, werd het aardewerk op vele plaatsen in Griekenland, Klein-Azië en het Midden- Oosten vervaardigd. Het aardewerk kenmerkt zich door een gepolijste buitenzijde in verschillende kleuren, een donkerrode glans en dessins die meestal zijn ingesneden of ingedrukt.
Verwijst naar de stijl in de Hellenistische beeldhouwkunst die zich concentreerde in Pergamon, in Klein-Azië, tijdens de 2de en 3de eeuw v. Chr. Het meest bekende voorbeeld is het Grote Altaar van de tempel van Zeus. De stijl kenmerkt zich door de weergave van dramatische bewegingen, extreem ontwikkelde spieren, en intense emoties.
Woongebieden die aan de randen van steden liggen, of buitenwijken die de grens vormen tussen de stedelijke bebouwing en het platteland.
Verwijst naar een periode in de prehistorische vervaardiging van werktuigen die volgt op de Mousterién-nijverheid in het hoog-paleolithische Europa. Het is genoemd naar een gebied in het zuiden van midden-Frankrijk. De periode overlapt enigszins met de laat-paleolithische nijverheid en werd gevolgd door het Solutréen. De Périgordien-nijverheid kenmerkt zich door de fijn getande gereedschappen in Mousterién-stijl, stenen messen met een scherpe en een platte kant, en verschillende schrapers, boren, graveerstiften, kleine lemmeten en hangers.
Term die verwijst naar elke algemene stijl, voornamelijk in de context van interieurontwerp, die wordt gekenmerkt door het gebruik van antiek of replica's van antiek van een met name genoemde stijl, meestal stijlen uit het 18e- en 19e-eeuwse Europa en de Verenigde Staten (bijvoorbeeld American Colonial, Lodewijk XIV, Hepplewhite, enz.).
Een gestandaardiseerde kaart met de chemische elementen, gerangschikt op atoomnummer en verdeeld in horizontale rijen en verticale kolommen, de zogeheten perioden en groepen, waardoor elementen met dezelfde eigenschappen in dezelfde kolom staan.
Binnenplaatsen aan de achterzijde van antieke Romeinse huizen, gewoonlijk een tuin omgeven door een zuilengang.
Hieronder vallen de colonnades die een gebouw omgeven, zoals een Griekse tempel en Romeinse patio's die omgeven worden door een colonnade.
Een ongestandaardiseerde naam die verwijst naar vele pigmenten, waaronder anilinerood, lithol red en zuurrood.
Een ongestandaardiseerde naam voor bepaalde witte pigmenten, vaak verwijzend naar blanc fixe, zinkwit of mengsels van bariumsulfaat met zinkwit.
Eigenschap van poreuze materialen die wordt gemeten aan de hand van de snelheid per volume waarin een vloeistof door een representatief proefstukje van het materiaal gaat.
Algemene term voor hout van verschillende Braziliaanse bomen van de geslachten Aspidosperma of Paratecoma. De rode of roze peroba produceert roze hardhout, terwijl het hout van de witte peroba bleek olijfkleurig tot donkerbruin van kleur is. Het hout heeft een rechte nerf en een fijne gelijkmatige structuur. Het is zeer goed bestand tegen insecten, schimmels en zuren. Perobahout wordt gebruikt voor meubels, vloeren, lambrisering, fineer en beeldsnijwerken. Alle soorten zijn duurzaam en fijnkorrelig, en worden gebruikt voor hoogwaardige meubels, kasten, vloeren en beeldsnijwerken.
Verwijst naar de laatste fase van de Gotische architectuurstijl in Engeland, zoals in het begin van de 19de eeuw omschreven door de architect en oudheidkundige Thomas Rickman. De term werd oorspronkelijk voornamelijk gebruikt voor de vensterkaders van het eind van de 14de eeuw, maar tegenwoordig algemener, voor de volledige stijl en voor een langere periode, grofweg van 1330 tot de 17de eeuw. De stijl kenmerkt zich door een dicht gebruik van patronen, het waaiergewelf, het vervangen van omvangrijke bolle pijlers door elementen die bestaan uit een netwerk van elegante, rechte lijnen, het gebruik van verticale raamstijlen en regelmatige horizontale verdelingen van de raamstijl. Dezelfde dessins werden in het omliggende metselwerk toegepast. Het algemene effect in de binnenruimte was dat van een verfijnde, kwetsbare kooi die werd omzoomd door stevig metselwerk.
Pliants die een rugleuning met uitsteeksels hadden die vaak naar voren waren gebogen zodat ze op parkieten leken. Ze kwamen in het begin van de 17e eeuw in Frankrijk in de mode en werden voornamelijk gebruikt bij eettafels.
Algemene term voor apparaten of instrumenten die worden gebruikt voor het samenpersen, het vlakken van een voorwerp of substantie, waardoor een dichtere consistentie ontstaat door het uitoefenen van druk, al mechanisch of niet.
Diverse apparaten of machines die worden gebruikt voor het snijden of vormen van voedsel of het verkrijgen van sap uit voedsel door druk uit te oefenen.
Vouwcamera's van middelgroot of groot formaat die gewoonlijk dezelfde kenmerken hebben als een statiefcamera, zoals verschuifbare en verdraaibare staanders en een houder voor groothoeklenzen. Dit soort camera's wordt zo genoemd omdat de eerste modellen (circa 1910) bedoeld waren voor persfotografen, die een stevig apparaat nodig hadden met een groot negatief dat in de hand kon worden gehouden. Veel perscamera's zijn voorzien van spleetsluiters en draadframekijkers. Men kon er relatief snel foto's mee maken. Deze kenmerken en de stevige constructie waren een voordeel ten opzichte van statiefcamera's. Perscamera's werden tussen ongeveer 1910 en 1960 gebruikt. Daarna werden 35mm-camera's de norm in de persfotografie.
Te gebruiken voor glaswerk dat wordt geproduceerd door heet gesmolten glas in een gietvorm te gieten en passend te maken door middel van een zuiger; de binnenvorm is onafhankelijk van de buitenvorm.
Een ongestandaardiseerde naam voor veel rode pigmenten, waaronder Indian red, Persian Gulf oxide, lichtrood en diverse chroomrode kleuren.
Vensterblinden naar oosterse trant, bestaande uit schuinstaande latten. De latten zijn niet beweegbaar zoals bij jalouzieën. VWB
Te gebruiken voor de vorm van analytische kritiek waarin de ene uitvoering of kunstwerk of literatuur een ander werk of de stijl ervan ondermijnt en nabootst door de karakteristieke kenmerken ervan aan te passen en om te keren, om zo zwaktepunten, pretenties of het gebrek aan zelfbewustzijn in het origineel te onthullen.
Het editen van een document op juistheid en consequentie wat betreft interpunctie, spelling, grammatica en stijl, voorafgaand aan publicatie.
De mensen die in dienst zijn van of actief zijn in een bedrijf, organisatie of dienst; het is een verzamelnaam die nooit naar een individueel personeelslid verwijst.
De hiërarchie Personen bevat descriptoren voor individuele mensen en groepen mensen die geen organisaties vormen. Er zijn personen opgenomen naar het beroep of de activiteit die zij uitoefenen, zoals restauratoren, naar hun biologische of sociale rol, zoals ouders, en naar andere kenmerken zoals het aanhangen van een bepaalde overtuiging (bijvoorbeeld pacifisten) en sociale of lichamelijke omstandigheden (bijvoorbeeld daklozen). Ook zijn er descriptoren van groepen personen naar activiteit (bijvoorbeeld steelbands) en naar sociale, geestelijke of lichamelijke omstandigheden (bijvoorbeeld armen). Relatie met andere hiërarchieën. Descriptoren voor georganiseerde groepen personen (bijvoorbeeld verenigingen en naties) zijn te vinden in de hiërarchie Organisaties. Descriptoren voor takken van wetenschap, specialisatiegebieden en beroepsgroepen zijn te vinden in de hiërarchie Vakgebieden (bijvoorbeeld wiskunde, ruimtelijke ordening, museologie).
Artistiek middel waarbij menselijke eigenschappen aan een abstract kenmerk, dier of levenloos voorwerp worden toegeschreven en toegekend.
Het gebied dat personen direct omringt en door die personen voor zichzelf wordt gereserveerd. Ook gebruikt voor de ruimte die is bestemd voor een normale gesprekstoon en vriendelijke interactie.
Verwijst naar alle grafische technieken waarmee wordt getracht diepte te suggereren, meestal op een tweedimensionaal vlak, door middel van een geometrische projectie waarbij een of meer verdwijnpunten, verkortingen en/of atmosferische effecten worden gebruikt. Onder deze technieken vallen terugwijkende lijnen, kleurgradaties, tint en textuur, en mate van helderheid. In de westerse kunst verwijst de term meestal naar de geometrische techniek van lineair perspectief, die in de vroege renaissance werd uitgevonden en die was gebaseerd op oude Griekse en Romeinse modellen. Hoewel de betekenis enigszins overeenkomt met 'projectie', wordt dit laatste begrip voornamelijk gebruikt voor technische en architectonische tekeningen die de nadruk leggen op de rekenkundige eigenschappen van de afgebeelde voorwerpen. 'Perspectief' wordt gebruikt voor kunstwerken en weergaven met vervormingen van lengte, hoeken, vormen en de rechtheid van lijnen die zich optisch lijken voor te doen als voorwerpen terugwijken in de diepte.
Commercieel geproduceerd Britse acrylplastic dat hoofdzakelijk bestaat uit gepolymeriseerd methyl-methacrylaat.
Ruimten waar persmensen evenenten kunnen bijwonen, zoals bijvoorbeeld bij sportevenementen en politieke bijeenkomsten, en die meestal zijn uitgerust met communicatiefaciliteiten.
Watermerken die zijn vervaardigd door een stereotype in brons, rubber of ander materiaal op de persrol van de papiermachine te plaatsen en zo een afbeelding in het papier achter te laten waar dit dieper is ingedrukt. Technisch gesproken zijn dit geen werkelijke watermerken, maar ze dienen wel hetzelfde doel.
18e-eeuwse vorm van applicatiewerk, waarbij motieven zoals bloemen en dieren uit katoenen stoffen, vooral chintz, worden geknipt en op een effen ondergrond worden genaaid.
Wordt gebruikt voor een aantal verschillende munten die in voormalige Spaanse kolonies worden aangemunt. Gebruik 'stukken van achten' voor munten ter grootte van een dollar en met een waarde van acht realen die in Spanje en Spaans-Amerika tussen ongeveer 1500 en 1900 in gebruik waren.
Opvanghuizen of ziekenhuizen voor mensen die zijn besmet met een dodelijke of besmettelijke ziekte.
Explosieve wapens die in de 17e eeuw en later werd gebruikt en bestaat uit een groot, vaak bronzen, omhulsel gevuld met fijn buskruit dat tegen een deur of poort werd gezet om deze op te blazen of tegen een muur om die te doorbreken.
Grote vormen en afbeeldingen die met rotsen of keien zijn gemaakt op vast gesteente of een andere ondergrond in de openlucht, gewoonlijk door volkeren uit de oertijd.
In rotsen gegraveerde beelden met relatief lijnvormige insnijdingen.
Microscopen die gebruik maken van gepolariseerd licht dat in één vlak trilt zodat het licht door het specimen kan worden gezonden. Ze worden gebruikt om dunne stukken gesteente en mineralen te onderzoeken.
Een vluchtige, ontvlambaar petroleumdistillaat dat vaak wordt gebruikt als een extractiemiddel voor zachte harsen, oliën en wassen.
De wetenschap die zich bezighoudt met de oorsprong, geschiedenis, vindplaatsen, structuur, scheikundige samenstelling en classificatie van stenen.
Beschrijft werken die zijn vervaardigd door het gelijknamige Turkse nomadenvolk in het zuidoosten van Europa. Dit volk, dat zijn oorsprong heeft in het gebied tussen de Oeral en de Wolga, was van de 9de tot de 12de eeuw n. Chr. militair zeer actief in het gebied ten noorden van de Zwarte Zee. Nadat de Petsjeneg in 1091 bij Konstantinopel waren verslagen, verloren ze hun militaire macht grotendeels en vestigden ze zich in het latere Hongarije en Bulgarije.
Onderrokken die lopen vanaf de taille tot meestal net iets hoger dan de bovenrok, die deze plaatselijk doet uitstaan. Geen Nederlands equivalent. Zie 'onderrokken'. Gebruik 'rechte onderrokken' voor glad over het lichaam vallende onderrokken.
Scholen voor kinderen tussen de 2,5 en 5,5 jaar oud.
Onderwijsinstellingen voor kinderen die te jong zijn voor de kleuterschool en verplicht onderwijs, maar oud genoeg om deel te nemen aan bepaalde educatieve en sociale activiteiten, meestal in de leeftijd van 2,5 tot 4 jaar. Peuterklassen verschillen van kinderdagverblijven omdat er meestal gekwalificeerde beroepskrachten werken, die educatieve spellen stimuleren en begeleiden en niet slechts kinderopvang bieden.
De eerste fase van de kindertijd; wordt over het algemeen gezien als de periode voordat kinderen kunnen lopen.
Substantie die wordt gewonnen uit de gedroogde knoppen van de peyotecactus en door sommige Indiaanse volkeren in Mexico en het zuidwesten van de Verenigde Staten wordt gebruikt als opwekkend en hallucinogeen middel bij religieuze ceremonies. Het actieve ingrediënt van deze substantie is mescaline.
Wordt gebruikt voor een groot aantal Duitse munten die sinds de 10e eeuw worden uitgegeven. Ze werden eerst van zilver gemaakt en gevormd naar het voorbeeld van de Franse denier en de Engelse penny. Later werden ze van koper en staal gemaakt.
Te gebruiken voor Oud-Romeinse decoratieve metalen schijven of knoppen, door mannen op de borst gedragen als militair onderscheidingsteken of sieraad; ook te gebruiken voor vergelijkbare versierselen op paardentuig. Mogelijk van Keltische oorsprong.
Orde van insecten waartoe wandelende takken en bladeren behoren.
Liturgische kleding in de vorm van een cape, gedragen door geestelijken van de Oosterse kerken.
Optisch speelgoed dat bewegende beelden creëert. Het bestaat uit een schijf met uitsparingen, waarop een reeks beelden te zien is die lijken te bewegen bij het draaien van de schijf voor een spiegel en het bekijken ervan via de uitsparingen. De uitvinding dateert uit 1833 en Joseph Plateau wordt beschouwd als de uitvinder. Een stroboscoop is een soortgelijk apparaat, waarbij in plaats van de spiegel echter gebruik wordt gemaakt van twee schijven.
Oud-Griekse houders in de vorm van een ondiepe kom zonder handvatten, vaak met een bodem die in het midden iets omhoog is geduwd. Gebruikt om uit te drinken of voor plengoffers van wijn of olijfolie bij oude Griekse rituelen. De plengoffers werden over een altaar gegoten ter ere van de goden of over een begraafplaats om de zielen van de overledenen te eren. Gebruik 'paterae' voor vergelijkbare Oud-Romeinse houders.
Verwijst naar de Griekse stijl in de beeldhouwkunst die door Phidias werd gemaakt tijdens de tweede helft van de 5de eeuw v. Chr. De stijl is gebruikt voor het beeldhouwwerk van het Parthenon en kenmerkt zich door naturalisme, monumentaliteit en een ingetogen grootsheid die tot uiting komt in eenvoudige houdingen en gebaren die blijk geven van een meesterlijke kennis van de menselijke anatomie.
Verwijst naar de overgangsfase van circa 2.500 tot 2.300 v. Chr. op het eiland Cyprus, tussen het eind van de chalcolithische periode en het begin van de vroeg-Cypriotische periode. Genoemd naar de archeologische vindplaats Philia. Het aardewerk uit de periode omvat zowel laat-chalcolithische en vroeg-Cypriotische producten en ontwerpen, met parallellen in het zuidwesten van Turkije.
Te gebruiken om werken te beschrijven van de gelijknamige Afrikaanse etnische groep die leeft in Malawi.
Dit verbeterde proces van William Henry Fox Talbot voor het produceren van een drukplaat van een foto werd in 1858 gepatenteerd. Na het instrijken van een koperen plaat met bichromaat stelde Talbot de plaat bloot aan licht onder een positieve transparant. Vervolgens werd de plaat bedekt met hars in poedervorm en gelijkmatig verwarmd om de harsachtige deeltjes te verdelen. De plaat werd daarna geëtst in een zuuroplossing die de gel oploste en diezelfde gebieden etste. Na het reinigen werd de plaat geïnkt, afgeveegd en afgedrukt op papier. Hij leidde de term photoglyph af van het Griekse woord voor 'gekerfd licht'.
Genus van ongeveer één tot vier soorten (afhankelijk van de classificatie) lange overblijvende grassen die men vindt in watergebieden in de gematigde en tropische gebieden van de wereld.
Thaise rietpijpen met cilindrische boring. Ze hebben meestal zes vingergaten aan de voorzijde.
Toetseninstrumenten die een combinatie zijn van piano en orgel, elk met een eigen toetsenbord; eind 19de eeuw.
Snaar-, tevens toetseninstrumenten, waarbij snaren in trilling worden gebracht door terugstuitende hamers, bestuurd door toetsen.
Banken die bij het pianospelen worden gebruikt. Ze hebben meestal een scharnierende zitting waaronder een bergruimte zit voor bladmuziek, boeken en ander soortgelijk materiaal. Ze worden vaak bijpassend bij een piano gemaakt en verkocht.
Onbebouwde, meestal door gebouwen omgeven openbare ruimten in Italiaanse steden.
Genus van ongeveer 35 soorten naaldachtige groenblijvende bomen uit de familie Pinaceae, orde Pinales, die voorkomen in noordelijke en Arctische gebieden. Volgroeide bomen kunnen 20-60 meter hoog worden. Ze zijn te onderscheiden van vergelijkbare geslachten door de spiraalvormige takken, de conische vorm met naaldachtige bladeren die in een spiraalpatroon afzonderlijk zijn bevestigd aan de takken en het feit dat de takken ruw zijn in plaats van glad. Omdat de naalden gedurende de gehele levensduur van de boom uitvallen, geven de bladkussentjes waar de naalden aan waren bevestigd de takken een blijvend ruw uiterlijk. Het genus bestaat uit ongeveer 40 soorten groenblijvende sier- en productiebomen, inheems in de gematigde en koude streken van het noordelijk halfrond. Het zijn piramidevormige bomen met spiraalvormige takken en een dunne schilferige schors.
Grote soort groenblijvende boom die 30 meter hoog kan worden, die inheems is in de bossen in het noorden van Noord-Amerika.
Soort spar uit het oosten die inheems is in Noord-Amerika, van oostelijk Quebec tot Nova Scotia in Canada en van New England tot North Carolina in de Verenigde Staten. De boom kan 40 meter hoog worden. De soort was bijna verdwenen door overmatige kap, maar werd gered toen de overheid in 1911 grote gebieden aankocht voor nationale bossen.
Onderfamilie van vele genera en in totaal ongeveer 180 vogelsoorten. De vogels hebben gewoonlijk vleugels met opvallende en contrasterende kleuren en verschillende tekeningen. Ze zoeken naar insecten in boomschorsen en hakken nestholtes uit in dood hout.
Garneersel van stof of leer dat vanaf halverwege de 16e tot vroeg in de 17e eeuw zowel op burgerkleding als op wapenrusting werd gedragen. Op wapenrusting werd het gedragen aan de randen van de metalen platen, waar de losse onderdelen over elkaar heen schoven, om het geluid en wrijving te verminderen.
Manden met een deksel, vaak met een scharnierende klep en twee beweegbare hengsels, vooral bestemd om voedsel en eetgerei in mee te nemen naar een picknick.
Diverse tangen die worden gebruikt om voorwerpen op te pakken,in tegenstelling tot het vasthouden van het voorwerp terwijl het wordt gesmeed of gehanteerd.
Verwijst naar smalle lusjes van gevlochten draad, groter dan een averechtse steek, die meestal in een reeks worden aangebracht om te fungeren als sierrand op kant, lint of passement. Bij het borduren kan de term ook verwijzen naar een verhoogde knoop die op dezelfde wijze wordt gemaakt om een blad, bloemblad, korenaar of een dergelijke vorm voor te stellen.
Beschrijft de kunst van de Picten, de bewoners van het gebied dat nu het noorden en oosten van Schotland uitmaakt en zich uitstrekt van Caithness tot Fife, uit de periode vanaf de Romeinse bezetting van Britannia (halverwege de 1ste eeuw n. Chr.) tot de 9de eeuw. Het gebruik van tatoeages heeft mogelijk geleid tot de Romeinse benaming Picti, oftewel beschilderde mensen. Pictische kunst is bekend om de gestileerde, krachtige schoonheid van de gegraveerde herdenkingsstenen en kruisen. Er is ook wel Pictisch zilverwerk bekend.
Zeer vereenvoudigde of conventionele afbeeldingen die symbool staan voor datgene wat is afgebeeld; kunnen worden gebruikt als schrifttekens die corresponderen met individuele woorden of fonetische elementen in een taal. Wordt ook gebruikt voor bepaalde prehistorische afbeeldingen en lineaire ontwerpen met onduidelijke betekenissen. Te onderscheiden van 'iconen' op computerschermen.
Te gebruiken met betrekking tot de 19e-eeuwse stroming in de fotografie.
Dameshoeden van diverse materialen met een brede rand die het gezicht omlijsten; ontleend aan afbeeldingen van dergelijke hoeden op portretten van Gainsborough en Reynolds. Geen Nederlands equivalent.
Alternatieve harnasstukken die konden worden verwisseld met andere stukken in een uitrusting om het aan te kunnen passen voor verschillende doeleinden.
Wordt gebruikt voor massieve, vaste dragers die te vinden zijn onder bouwkundige elementen zoals zuilen of balustrades, of die erin zijn gebouwd om beeldhouwwerk te bevatten. Kan ook worden gebruikt voor dragers van vrijstaande meubelen, meestal voor decoratieve voorwerpen, soms met kabinetten en planken. Meestal traditioneel onderverdeeld in basement, dadoe en cap.
Militaire hoofddeksels gemaakt uit geperst leder, geperst paardenhaar of van metaal. De bol zit vrij dicht op het hoofd en de piekhelmen hebben altijd een vizierklep ter hoogte van het voorhoofd en vaak ook achteraan de nek. De top van de bol is afgewerkt met een metalen piek of bol. Piekhelm is de vertaling van het Duitse begrip "Pickelhaube".
Elektrische oproep- of volginstallaties die gedurende een afgestelde periodes en met tussenpozen een aantal korte, vrij hoge tonen voortbrengen.
Verwijst naar structuren die zich vanaf de kustlijn over een gedeelte van de zee of een getijdenrivier uitstrekken, ter bescherming of gedeeltelijke omsluiting van een haven en als landingsplaats voor vaartuigen, of die bedoeld zijn als locatie voor recreatie en amusement. Een pier kan ook de vorm hebben van een in het water uitstekende landingsplaats of havendam langs de oever van een rivier of meer. Gebruik 'aanlegsteigers' of 'kades (aanlegplaats)' voor structuren die langs of evenwijdig aan de kunstlijn zijn aangelegd en bedoeld zijn voor het aanleggen, laden of lossen van vaartuigen.
Schraagstandaarden uit de Spaanse renaissance, die dienden als onderstel voor varguenos. Aan elke kant van de standaard zitten krukken waar de uiklapbare voorkant van het kabinet op kan steunen.
Een religieuze ideologie die in de 17de en 18de eeuw binnen het lutheranisme ontstond als hervormingsbeweging en als reactie op het starre protestantse dogmatisme. Het piëtisme legt de nadruk op goede daden, bestudering van de Bijbel en vroomheid. Het piëtisme beïnvloedde bewegingen en ideologieën zoals de evangelische leer, het methodisme en de Moravische broeders.
Inlegwerk waarbij men harde en gepolijste steentjes in marmer of een ander hard materiaal heeft gezet. Een Florentijnse specialiteit, vaak gebruikt voor decoratieve tafelbladen en kleine wandpanelen. Het enkelvoud ���pietra dura' verwijst in Italië naar inlegwerk met één enkele steensoort, maar buiten Italië gebruikt men de term ook wanneer er sprake is van meerdere steensoorten. Dit soort inlegwerk maakte men al in het klassieke Rome, en de gebruikte technieken voor het snijden van de harde steensoorten werden in de zestiende eeuw opnieuw toegepast in Florence. Daar creëerde men onder de bescherming van groothertog Cosimo I de' Medici een werkplaats waar decoratieve panelen werden gemaakt. In 1588 kreeg dit atelier de naam Opificio delle Pietre Dure. De harde stenen die men gebruikte waren halfedelstenen als agaat, chalcedon, jaspis en lazuursteen. Men gebruikte geen marmer of edelstenen. Over het algemeen hebben de stenen een hardheid tussen 6 en 10 op de hardheidsschaal van Mohs, dat wil zeggen: een hardheid tussen die van orthoklaas en diamant in (lazuursteen is een uitzondering).
Te gebruiken voor alle relatief onoplosbare organische, anorganische, natuurlijke of kunstmatige substanties die kleur afgeven aan een andere substantie of een ander mengsel en die altijd dezelfde eigen kleur hebben wanneer ze onder wit licht worden gezien. Het is het bestanddeel van verf of inkt dat voor de kleur zorgt.
Projectielen die meestal bestaan uit een rechte, dunne schacht met vooraan een scherpe punt of een scherpgerande of puntige kop van metaal of steen, die worden afgeschoten met een boog. Meer ontwikkelde versies hebben ook veren aan het uiteinde om hun vlucht te stabiliseren.
Verwijst naar een Chinees type globulaire vazen met een lange cilindrische hals aan de bovenkant waarvan zich twee buisvormige lussen of oren bevinden. Ze fungeerden als doelwit in een wedstrijdspel waarbij pijlen werden gericht in de mond of, beter nog, de oren.
Wordt gebruikt voor losstaande onderdelen van een fundering van metselwerk, die belastingen overbrengen naar een dragende laag. Te onderscheiden van 'palen', die kleiner zijn en kunnen zijn gebundeld.
De lichamelijke en emotionele gewaarwording die bestaat uit een fysiologische en gevoelsmatige reactie op een ongewenste gebeurtenis. Dient vaak als waarschuwingsmechanisme om organismen te beschermen tegen dreigend of mogelijk letsel doordat het organismen stimuleert zich terug te trekken om schadelijke prikkels te vermijden.
Buisvormige leidingen, meestal waterdicht, voor het transport van vloeistoffen of gassen. Gebruik 'pijpwerk (onderdelen van loodgietersystemen)' voor het geheel van pijpen, buizen en hulpstukken in afvoersystemen.
Hekken die worden gevormd door een serie verticale palen, staken of stangen, soms met bovenaan een punt, die verbonden worden door horizontale dwarsbalken.
Verwijst naar relatief geïsoleerde, stevige dragende elementen van metselwerk of ander materiaal, ontworpen om verticale druk te dragen, waaronder een vierkante of rechthoekige pilaar of pilaster, het massieve metselwerk tussen deuren en ramen, de pilaren waarop een boog rust of de pilaren of stijlen van een poort of deur. Een pijler kan ook een massieve structuur van metselwerk of ijzerwerk zijn die een telescoop of een ander groot instrument ondersteunt. Worden soms onderscheiden van zuilen of palen doordat ze massiever zijn en vaak vierkant of rechthoekig in dwarsdoorsnede. Gebruik 'zuilen (bouwelementen)' voor cilindervormige stutten en voor alle stutten in staal- en betonconstructies; gebruik 'palen' voor houten stutten die vierkant zijn in dwarsdoorsnede.
Verwijst in de architectuur naar afzonderlijke verticale bouwelementen, als monoliet of in rijen gebouwd, en gemaakt van steen, baksteen, hout, metaal of een ander vast materiaal. Ze zijn slank of smal in verhouding tot de hoogte en hun doorsnede kan iedere vorm hebben. Een zuil fungeert meestal als verticale drager voor een bovenbouw, als stabiel bevestigingspunt voor een zwaar of oscillerend object, of is vrijstaand, als opvallend monument of ornament. De term kan ook verwijzen naar een natuurlijke pilaarvormige steen of andere formatie. De betekenis van het woord 'pilaar' is meeromvattend dan die van 'zuilen', 'palen' of 'pijlers', waarbij het in feite om pilaren met een bepaalde vorm, verhouding of functie gaat; een 'pilaar' kan in principe elke van deze betekenissen hebben.
Verwijst naar stijl en cultuur van vroege Britse kolonisten aan de oostkust van de huidige Verenigde Staten, inclusief de cultuur van de Engelse Puriteinen die in 1620 de kolonie van Plymouth, Massachusetts stichtten en de culturen van andere 17de-eeuwse Britse nederzettingen.
Klokken die oorspronkelijk in de Verenigde Staten werden gemaakt aan het begin van de 19e eeuw en gekenmerkt worden door slanke, gedraaide pilaartjes aan weerszijden van de kast tussen de bovenkant en de basis, en een met krullen versierde bovenkant.
Opklapbare passers die bestaan uit gefacetteerde benen die scharnierende, omkeerbare inzetstukken hebben waarin inkt, potlood en gewone punten zitten.
Werpsperen, doorgaans met een lange, smalle kop, bevestigd aan de stok door middel van een flens of een holte, en een gewicht onder de kop aan de stok om evenwicht en baan te verbeteren; behorend tot de uitrusting van Romeinse soldaten vanaf de Republikeinse periode tot de 4e of 5e eeuw nc.
Wordt gebruikt voor grote foto's of platen die aan een muur kunnen worden gehangen en waarop een seksueel aantrekkelijk persoon staat afgebeeld.
Kunstmusea met voornamelijk schilderijen en andere tweedimensionale werken.
Term die tegenwoordig wordt gebruikt om te verwijzing naar Oudgriekse plaquettes of siertegels, hoewel met de term feitelijk een schilderij op een houten plank wordt bedoeld, en niet een keramische tegel.
Procedé om met behulp van separatienegatieven tot kleurenafdrukken te komen. Met de negatieven worden drie fotografische drukvormen gemaakt, waarin een reliëf van gelooide gelatine is gevormd. Deze worden ingekleurd met zure kleurstoffen en op elkaar gedrukt op een gelatinedrager, die de kleuren opzuigt. Ontwikkeld door Leon Didier, 1903.
Gespecialiseerde arboreta waarin uitsluitend of hoofdzakelijk naaldbomen zijn aangeplant.
Wordt gebruikt voor verschillende kleine tot middelgrote voor en achter gelijke Europese vaartuigen uit de 15e tot en met de 19e eeuw die worden gekenmerkt door een smalle of overhangende achtersteven, soms met een valse spiegel die ook well "pink stern" wordt genoemd.
Een christelijke vernieuwingsbeweging die de nadruk legt op de afdaling van de Heilige Geest op de apostelen tijdens de eerste christelijke pinksterdag. De moderne pinksterbeweging ontstond in 1901 in de Verenigde Staten toen Charles Parham een verband legde tussen de doop en het spreken in tongen. Ook de terugkeer van profetie en gebedsgenezing is een onderdeel van de pinksterbeweging. Pinksterkerken kenmerken zich door de uiteenlopende vormen van participatie en informaliteit in de eredienst en door hun letterlijke uitleg van de Bijbel. De beweging spreekt armen en laagopgeleiden waarschijnlijk deels aan omdat er in het algemeen meer nadruk wordt gelegd op spirituele beleving dan op intellectuele reflectie. Zendingswerk heeft gewoonlijk een hoge prioriteit maar de vorming van een vertegenwoordigend lichaam van pinkstergemeenten stuit op veel weerstand, evenals de oecumenische beweging. Sinds de jaren 60 van de 20ste eeuw is de pinksterbeweging ook opgedoken binnen de rooms-katholieke, de protestantse en de Grieks-orthodoxe kerk.
Klasse van coniferen uit het Late Carboon tot heden, bestaande uit zes levende families, met 62 genera en 515 soorten. Hiertoe behoren hoofdzakelijk bomen, met schubachtige, naaldachtige of platte en mesvormige bladeren en compact hout. De zaden bevinden zich op het bovenste oppervlak.
Legering die bestaat uit circa vijf delen rood koper en één deel zink die als imitatiegoud wordt gebruikt. Pinsbek lijkt op messing maar bevat een hoger gehalte aan rood koper. Pinsbek is circa 1740 uitgevonden door de Londense horlogemaker Christopher Pinchbeck. Pinsbek werd vaak toegepast door klokkenmakers en bij de vervaardiging van goedkope sieraden en snuifdozen, in het bijzonder door ambachtslieden in Londen.
Harde pijnboomsoort die inheems is in Midden-Amerika, Cuba, de Bahama's en de Turks & Caicos-eilanden en in tropische en subtropische naaldbossen. Er zijn drie variëteiten, die in sommige classificaties als afzonderlijke soorten worden beschouwd.
Kleine, struikachtige pijnboom die in de Amerikaanse staten Florida en Alabama voorkomt en een hoogte van 5-10 m kan bereiken. Hij groeit uitsluitend op onvruchtbare zandgronden met goede afwatering, waar de concurrentie van groter wordende soorten sterk is beperkt door de zware groeiomstandigheden, zoals in de Florida scrub, een met struikgewas bedekte ecoregio in de Amerikaanse staat Florida.
Dennenboom die inheems is in het zuidoosten van Noord-Amerika. De bomen kunnen diverse vormen hebben en 30 meter hoog worden. P. echinata produceert zacht lichtgeel hout dat makkelijk te bewerken is en dat men voornamelijk gebruikt voor deuren, kozijnen, interieurversiering, speelgoed en afbouwmateriaal.
Dennenboom die inheems is in het zuidoosten van de VS en 30 meter hoog kan worden. De Engelse naam ���slash pine' verwijst naar het gebied waarin de boom voorkomt: begroeid moerasachtig land.
Noord-Amerikaanse pijnboomsoort die verwant is met de Ponderosa Pine, die wordt aangetroffen in het gebied vanaf het zuidwesten van Oregon in de Verenigde Staten tot het noorden van Baja California in Mexico.
Struikachtige pijnboomsoort die voorkomt in het noordoosten van Azië, met inbegrip van de Japanse eilanden.
Groenblijvende dennenboom met lange rechte stammen die in verschillende habitats in Noord-Amerika voorkomen in het gebied dat zich uitstrekt van de Canadese provincie Newfoundland tot de provincie Manitoba in het westen en de Amerikaanse staten Virginia, Pennsylvania en West-Virginia in het zuiden.
Den die inheems is in het zuiden en oosten van de Verenigde Staten, in het gebied dat zich uitstrekt van Texas tot Florida en Delaware. De boom kan 30 tot 35 meter hoog worden. Gewoonlijk vallen de naalden slechts eens in de twee jaar af, waardoor de soort een groenblijvend karakter heeft. Het woord ���loblolly' in de Engelse naam betekent ���moeras', maar de bomen groeien ook in andere habitats.
Middelgrote pijnboomsoort die inheems is in de VS, op de schralere gronden van Long Island in New York, tot en met de Appalachen en het westen van Tennessee en Alabama.
Stijve, duurzame textiel die wordt gekenmerkt door geribbelde effecten in ofwel de schering of de inslag. Oorspronkelijk alleen gemaakt van witte katoen, later ook van kunstvezel of zijde, bedrukt of in kleur; wordt gebruikt voor jurken, blouses, broeken, sportkleding, handtassen en dassen.
Misdadigers die in schepen over zee reizen met de bedoeling om anderen op een georganiseerde manier aan te vallen en te beroven. Piraten zijn door de hele geschiedenis actief geweest, maar de term wordt vooral gebruikt voor het beschrijven van piraten die actief waren tussen de 16e en de 19e eeuw.
Tafelstukken, bestaande uit een aantal glazen voor snoepgoed of gelei op een glazen presenteerblad met een hoog glas in het midden, vaak trapsgewijs in drie lagen opgebouwd. Gebruik 'bonbonnières' voor samengestelde stukken, bestaande uit een hoge standaard met meerdere armen waaraan kleine mandachtige schaaltjes voor snoepgoed zijn bevestigd.
In de vorm van een piramide, een veelvlak waarvan één vlak (de basis) een polygoon is met een willekeurig aantal zijden en de andere vlakken driehoeken zijn met bases die de zijden van de polygoon vormen die samenkomen bij een gemeenschappelijk hoekpunt.
Houten of metalen schijven, cilinders, of komvormige aanhechtsels bevestigd onder de double reed in sommige Europese en de meeste niet-Europese dubbelriet-instrumenten, die dienst doen als een liprest. De muzikant neemt het riet in de mond en drukt de lippen tegen de pirouette.
Waterreservoirs in Romeinse huizen, waar men ze gebruikte als zwembad of visvijver, of in openbare baden, waar ze fungeerden als koelbad. In middeleeuwse kloostergemeenschappen gebruikte men piscines als visvijvers, want vis was een belangrijk onderdeel van het dieet. Ze werden ook gebruikt in architectuurstijlen die de klassieke stijl imiteerden, met name in de achttiende eeuw. Zie ���piscines (christelijk toebehoren)' voor bassins met een afvoerkanaal die men in christelijke kerken gebruikte tijdens de liturgie.
Monumentale poorten of deuren uit de islamitische architectuur, vooral die met een rechthoekige afdekkende muur erboven die boven het dak uitsteekt van het achterliggende gebouw, meestal moskeeën, madrassen of karavanserais.
Te gebruiken voor deels afgeschermde openbare urinoirs, die op gemakkelijk te bereiken locaties zijn geplaatst, meestal bij de trottoirrand. Te vinden in bepaalde Europese landen.
Kleine soort van tweehuizige groenblijvende heesters of kleine bomen die inheems is in het Middellandse Zeegebied en die vier m hoog kan worden. Wordt gekweekt om zijn welriekende hars.
Wordt gebruikt om de begane grond van theaters aan te duiden, vooral het gedeelte aan de achterzijde. Eerder in een Engelse en historische context dan een moderne Amerikaanse.
Algemene benaming die verwijst naar een van de diverse kegeldragende bomen waaruit pek en terpentijn kunnen worden verkregen en die sterk harshoudend hout produceren.
Beschrijft de diverse kunstvormen die door het Australische Pitjantjara-volk worden gemaakt. De batikontwerpen van de Pitjantjara-vrouwen, die ze zelf raiki wara of Ernabellaku Walka noemen, hebben internationale faam verworven. Ze vervaardigen textiel, prenten en houtsnijwerk voor de plaatselijke gemeenschap en de internationale markt.
Grote klassieke Griekse vaten voor het in grote hoeveelheden opslaan van vloeistoffen en vaste stoffen.
Te gebruiken voor de historiserende, classiserende stroming in de Italiaanse schilderkunst uit de jaren tachtig.
Volgens de botanische definitie een vrucht met een structuur (kern) waarin de zaden duidelijk zijn gescheiden van het vruchtbeginsel. Een vrucht die kenmerkend is voor de pitvrucht is de appel. Kleine vruchten die doorgaans 'bessen' worden genoemd zijn eigenlijk pitvruchten, zoals haagbessen en de vruchten van het krentenboompje.
Te gebruiken voor de kleinste eenheid van elektrische weergave van door de computer gegenereerde beelden. Op een zwart-witscherm kent deze eenheid uitsluitend de positie aan of uit. Op een kleurenscherm wordt het aantal kleuren dat kan worden weergegeven, beperkt door de ‘pixeldiepte’ van het scherm, die in pixels wordt uitgedrukt; hoe hoger het aantal pixels, hoe hoger de resolutie (oplossend vermogen) van het weergegeven beeld.
Animatietechniek waarbij mensen of objecten achtereenvolgens worden gefilmd in diverse statische houdingen of standen, waardoor een onnatuurlijk of surrealistisch effect ontstaat wanneer de film op normale snelheid wordt afgedraaid. De techniek werd voor het eerst gebruikt door de Canadese filmmaker Norman McLaren in zijn korte film 'Neighbours' uit 1952.
Wordt gebruikt voor constructies gebaseerd op horizontale, onbuigzame, vlakke elementen, meestal van monolithische materialen, met een geringe diepte in verhouding tot de andere afmetingen.
Drukpersen die worden gebruikt bij diepdrukken en waarin de plaat, het papier en de beschermlagen tussen de druk uitoefenende cilinders worden gehaald waardoor het papier in de groeven met inkt wordt geduwd.
Verwijst naar de draden of koorden die de tussenruimten van een net, gaas, raster of zeef omsluiten. De term kan ook verwijzen naar het materiaal dat door het plaatgaas wordt gevormd. Hieronder valt elk geweven, gebreid of geknoopt materiaal met een open textuur en regelmatig gespatieerde gaten, zoals ook textiel en in elkaar grijpende metalen koppelingen. Verder kan de term verwijzen naar de tussenruimten zelf in plaats van naar de draden die deze begrenzen. Als dit het geval is, verwijst de term naar de grootte van een net of raster. De grootte wordt aangegeven door het aantal openingen per inch of een andere lengtemaat.
Platte schijven of strips van metaal of hout waartussen mechanieken van klokken en horloges zich bevinden.
Te gebruiken voor een ruimte of gebied in de wereld van dagelijkse ervaringen, die duidelijk en als één geheel wordt waargenomen en die naast fysieke kenmerken en eigenschappen ook emotionele, doelgerichte en sociale connotaties heeft. Gebruik 'locatie' voor de louter fysieke positie in het heelal die nauwkeurig kan worden omschreven door middel van geografische of astronomische maten, of door de positie in relatie tot geografische of astronomische elementen van de bebouwde omgeving.
Personen die optreden als portiers en begeleiders, verantwoordelijk voor het naar hun plaatsen escorteren van bezoekers in een theater, kerk, gerechtszaal of andere plaats van samenkomst.
Wordt gebruikt voor het nauwkeurig, grafisch in kaart brengen van natuurlijke en door de mens gemaakte landschapselementen van een specifiek verstedelijkt gebied, stuk land of andere plaats, met name om hun ligging ten opzichte van elkaar en hun hoogte te laten zien. Gebruik 'topografie (kenmerk)' voor de reliëfelementen of de oppervlaktekenmerken van een plaats of object, waaronder natuurlijke en door de mens gecreëerde elementen.
Tafelmatjes om het eet- en drinkgerei voor één persoon op te plaatsen.
Uitgestorven klasse van gewervelde visachtige dieren met kaken. Van deze klasse zijn fossielen gevonden uit voornamelijk het Siluur en Devoon. De kop en borst waren bedekt met brede, platte benige platen. Kenmerkend waren de kaken, die door zowel de schedel als de tongbeenboog werden ondersteund, en de gedeeltelijk verbeende schedel. De kop en snuit waren bedekt met een pantser dat aan de nek vastzat. Gewoonlijk hadden de dieren buikvinnen, borstvinnen of vinachtige structuren en kieuwbogen.
Uitgestorven orde van fossiele zeereptielen met een stevig, soms gepantserd lichaam en grote platte palatale tanden. Men denkt dat de dieren de tanden gebruikten om de schalen van weekdieren te kraken. De dieren leefden in het Trias.
Verwijst naar plattegronden met een bovenaanzicht, maar zo weergegeven alsof ze benedenwaarts op een bovenoppervlak, bijvoorbeeld een plafond, zijn geprojecteerd. In een dergelijke plattegrond verschijnen alle elementen die zich van onderaf bezien links bevinden, aan de rechterzijde. De term verwijst ook naar plattegronden voor plafonds die zijn weergegeven alsof ze via een spiegel op de grond zijn weerkaatst, binnen de context van de plattegrond, om zo de verhouding tussen de plattegrond en het ontwerp of de configuratie van het plafond zichtbaar te maken.
Bovenkleding bestaande uit lange, rechthoekige stukken stof die vaak, maar niet altijd, van Schotsgeruite wollen stof zijn gemaakt; traditionele kleding van de Schotse Hooglanden, later overgenomen door de Hooglandregimenten van het Britse leger als onderdeel van het uniform.
Zware, voorladende geweren met een groot bereik die werden ontwikkeld voor gebruik in het westen van de Verenigde Staten, globaal tussen 1800 en 1870. Meestal hadden ze geen versieringen, waren ze gemaakt van gebruineerd metaal en uitgerust met percussiesloten en dubbele trekkers.
Lange, getande platen die worden gebruikt om pleister af te vlakken en in te krassen, ter voorbereiding op de volgende deklaag.
Licht gebogen, vierkante tassen die worden gebruikt om hamerafdrukken op bladmetaal weg te werken.
Wordt gebruikt voor gebouwen die apparaten huisvesten voor het projecteren van beelden van de hemel op de binnenkant van een koepel voor openbare bezichtiging; kan ook gebruikt worden voor de projectiemechanismen. Gebruik 'planetaria (modellen)' voor mechanische modellen van het zonnestelsel.
Schaalmodellen (door een raderwerk in beweging gebracht) van het zonnestelsel die de beweging van enkele of alle planeten rond de zon uitbeelden, en soms ook de beweging van manen rond hun planeten. Gebruik 'planetaria (gebouwen)' voor gebouwen waarin een projectietoestel is geplaatst dat de bewegingen van de hemellichamen in het zonnestelsel uitbeeldt door middel van projectie tegen de witte binnenwand van een koepel of voor die projectietoestellen zelf.
In algemene zin is een planeet een betrekkelijk groot natuurlijk lichaam dat een baan rond de zon of een andere ster beschrijft en geen energie afkomstig van inwendige kernfusiereacties uitstraalt; een natuurlijk object dat een baan beschrijft rond een ster die geen bruine dwerg is maar groter is dan een asteroïde. In specifieke zin beantwoordt een planeet aan de volgende definitie: een object dat een baan rond de zon beschrijft, groot genoeg is om een ronde vorm te hebben gekregen door de krachten van de eigen zwaartekracht, en met een overheersende plaats in het gebied rond de beschreven baan.
Verwijst naar tekeningen gemaakt in schuin perspectief, waarin parallelle lijnen parallel blijven. Twee ruimtelijke assen zijn meestal parallel aan het projectie- of tekenvlak, en een derde as wordt op het vlak geprojecteerd onder een hoek die geen rechte hoek is. Gebruik 'schuinperspectieftekeningen' voor tekeningen waarin objecten worden afgebeeld onder een hoek ten opzichte van het beeldvlak, maar waarin parallelle wijkende lijnen samenkomen.
Verwijst naar afbeeldingen die weliswaar op een plat oppervlak zijn afgebeeld maar het uitspansel voorstellen oftewel de sterren en sterrenstelsels binnen een ogenschijnlijk holle bolvorm die de hemel voorstelt zoals die vanaf het aardoppervlak zichtbaar is. Ze verschenen voor het eerst in Europa rond 1515, hoewel eenvoudige voorstellingen van de sterrenstelsels al uit het oude Egypte bekend waren. Planisferen vormen een specifieker begrip dan 'astronomische kaarten', aangezien 'planisferen' in specifieke zin verwijzen naar vroege afbeeldingen van de hemel op een plat oppervlak, waarbij het afgebeelde begrip de projectie van een bol op een plat oppervlak betreft; 'astronomische kaarten' kan verwijzen naar kaarten binnen een veel breder historisch kader, en dus niet uitsluitend naar kaarten waarbij de 'hemel' als concept zich op of in een bolvorm zou bevinden. Gebruik 'hemelglobes' voor de feitelijke weergave van de hemel op een bolvorm, in tegenstelling tot een projectie op een plat vlak.
Afrikaanse maskers in de vorm van een langwerpige verticale plank die voor het gezicht van de gemaskerde wordt geplaatst en daarboven uitsteekt. Gedragen in Burkina Faso door de Gurunsi, Mossi, Bwa en andere volkeren.
Opslagruimte of constructie met planken waarop men boeken, dozen of andere zaken neerzet, bijvoorbeeld in bibliotheken, archieven of musea.
Georganiseerde en vaak gedetailleerde voorstellen die de strategieën en programma's 's van de te nemen actie beschrijven om iets te gaan uitvoeren.
Vaste tijden bepalen voor gebeurtenissen of voor het begin en de voltooiing van projecten of reeksen van gebeurtenissen.
Wetenschappelijke studie van menselijke nederzettingen.
verwijst naar een stijl van Minoïsch aardewerk die zich rond 1550 v. Chr. ontwikkelde. De stijl kenmerkt zich door afwijkende geschilderde versieringen, waarbij de vazen vaak in zones zijn verdeeld. De motieven werden ontleend aan de kaders van fresco’s en aan ijzerbewerking, zoals dubbelkoppige bijlen, spiralen met brede randen die door raaklijnen met elkaar werden verbonden, en geometrische patronen. In latere voorbeelden worden de motieven strikt afgewisseld aangebracht rond de lege velden op de vaas.
Een vloeibaar hechtmiddel gemaakt met Arabische gomoplossing, conserveringsmiddel en odorant.
In algemene zin, landbouwcomplexen die doorgaans worden bewerkt door ter plaatse gehuisveste arbeidskrachten. In meer specifieke zin verwijst de term naar grote landgoederen in tropische of subtropische gebieden die meestal worden bewerkt door ongeschoolde of laaggeschoolde arbeidskrachten, onder centraal toezicht.
Wordt gebruikt voor plantenkassen die zijn ontworpen om straling van de zon op te slaan en te gebruiken als energiebron.
De wetenschappelijke bestudering van alle plantaardig leven, inclusief structuur, eigenschappen en biochemische processen.
Verwijst naar de derde van de vier divisies van La Tène art die Paul Jacopbsthal in 1944 heeft geformuleerd. Het kenmerkt zich door het gebruik van gefacetteerde, oneffen, gebosseleerde en gebogen elementen. De La Tène-stijlindeling van Jacobsthal wordt door moderne onderzoekers ter discussie gesteld.
Een pasta van houtmeel of houtcellulose vermengd met een kunsthars, die wordt gebruikt om holtes of voegen in houtproducten op te vullen.
Een zachte, plastic, kleiachtige stof die wordt gebruikt om te boetseren. Hij is gemaakt van calciumzouten, petrolatum en alifatische zuren. Plasticine werd in 1897 uitgevonden door William Harbutt, een Engelse kunstdocent.
Verwijst naar de stijl van marmeren figuren die in de Cycladische archipel werden vervaardigd tijdens de vroeg-Cycladische periode tussen grofweg 3.500 à 3.000 en 2.800 à 2.600 v. Chr. Genoemd naar de archeologische vindplaats op het eiland Paros. De beeldjes bestaan uit zowel mannelijke als vrouwelijke figuren. Zij kenmerken zich door een zeker naturalisme, zichtbaar in de amandelvormige hoofden, de in bas- reliëf vormgegeven gezichtskenmerken, de armen die bij de ellebogen zijn gebogen, de handen tegen elkaar op de borst, de gespreide benen en de voeten met platte zolen.
Term die wordt gebruikt om oude vaten uit het Middellandse Zee gebied aan te duiden, in de vorm van een hoofd of een dier, of groepen die gedeeltelijk gevormd zijn in mallen, net als terracotta beeldjes.
Platte, springveerachtige metalen haarspelden die zowel voor het stileren als voor het vasthouden van het haar worden gebruikt, met uitsteeksels die door spanning dicht bijeen worden gehouden.
Genus van 10 soorten. Het is het enige genus van de familie Platanaceae. Deze grote bomen zijn inheems in Noord-Amerika, Oost-Europa en Azië. Ze hebben een schilferende schors, grote afvallende, gewoonlijk gevingerde en gelobde bladeren, en bolvormige bloem- en zaadknoppen. Op de bomen groeien bloemen van beide geslachten, maar in verschillende trossen.
Hout van de boom behorende tot het genus Platanus, vaalbruin van kleur met een gelijkmatige textuur en fijne nerf. Het wordt gebruikt voor het maken van borstels, pallets, lambriseringen en fineer.
Het proces waarbij losse platten aan een boekblok worden bevestigd, meestal door de naaibanden en het rugbelegmateriaal te lijmen op de binnenkant van enkelvoudige platten of tussen gesplitste platten, of door de touwen aan te rijgen door de gaten of groeven in de platten. Gebruik 'inbinden' voor het bevestigen van een eerder gemaakt katern aan een boekblok.
Te gebruiken om werken te beschrijven van het noordelijk deel van de Afrikaanse etnische groep Tonga, die leeft in een groot gebied rond de Zambezirivier en in delen van Zambia, Zimbabwe, Malawi, Mozambique en Zuid-Afrika.
Brede straten of lanen in oudgrieks en -romeinse steden.
Verwijst naar de stijl in de Spaanse en Spaanse koloniale architectuur en ornamentatie in de 15de en 16de eeuw. De term werd in 1677 voor het eerst gebruikt door Diego Ortiz de Zúñiga om een gevel te beschrijven. Het woord betekent “edelsmid-achtig” en de stijl kenmerkt zich door rijkelijk versierde oppervlakken die gebruikelijk waren in het fijnzinnige werk van de edelsmid. De stijl is afgeleid van de laatgotische, islamitische en Italiaanse renaissancekunst. De stijl, die in de architectuur vooral werd gebruikt in kleinere gebouwen, kenmerkt zich door gedraaide zuilen, heraldieke wapenschilden, golvende krullen en bloemachtige, op sieraden lijkende ornamenten die de onderliggende constructie aan het oog onttrekken.
Thermometers waarvan het waarnemingselement een elektrisch weerstandje is waarvan de weerstand een nauwkeurig bekende functie is van de temperatuur.
Fotografische afdrukken vervaardigd met op de lichtgevoeligheid van ijzerzouten gebaseerd contactpapier.
Verwijst naar de filosofie van Plato of naar elke filosofie die is geïnspireerd door Plato, met name het idee van Plato dat de fenomenen die met de zintuigen worden waargenomen, een niet-perfecte en vergankelijke weerspiegeling zijn van de ideale vormen van een onveranderlijke en eeuwige werkelijkheid. Deze absolute werkelijkheid (of werkelijkheden) geeft waarde en betekenis aan ieders bestaan, en met name aan het menselijk leven.
Randloze hoofddeksels met stijve klep die loodrecht op het voorhoofd worden gedragen. De bol van de pet is breder dan het hoofd en de vormgeving wordt door stijf ondersteuningsmateriaal aan de binnenkant bekomen. Meestal in de kleuren gemaakt conform het dienstuniform.
Smalle, scherp geperste plooien die in een rij geschikt zijn, met gelijke tussenruimten en allemaal in dezelfde richting. Gebruik 'accordion pleats' voor wijde gelijksoortige plooien.
Grote schotels, meestal rond of ovaal en vaak van aardewerk of metaal, die worden gebruikt voor het serveren van vlees. Gebruik 'voorsnijplanken' voor ronde of rechthoekige houten planken, waarop vlees of ander voedsel wordt gesneden of geserveerd.
Verwijst naar tekeningen, schetsen of diagrammen van een object, waarbij het object wordt geprojecteerd op een plat, doorgaans horizontaal oppervlak. De term is vooral van toepassing op tekeningen of diagrammen waarop de relatieve posities van de delen van een gebouw te zien zijn, of van een verdieping van een gebouw, geprojecteerd op een horizontaal vlak. De term is ook te gebruiken voor een reeks tekeningen voor een project. Gebruik 'bovenaanzichten' om in het algemeen te verwijzen naar afbeeldingen of foto's van structuren of terreinen recht van boven gezien. Gebruik 'kaarten' of 'plattegronden (kaarten)' voor voorstellingen van delen van het aardoppervlak.
Basisontwikkeling van landelijke gebieden, met nadruk op het verhogen van de levensstandaard en op de actieve medewerking van de plaatselijke bevolking.
Wordt gebruikt voor zomercursussen voor kinderen met voorzieningen en georganiseerde programma-activiteiten die zijn gewijd aan spelen; opgericht als noodmaatregel in de Eerste Wereldoorlog; werden gebruikt als opvangplaatsen voor kinderen van werkende ouders, en als plaatsen waar ouders en docenten het speelgedrag van kinderen konden bestuderen.
Onderwijsinstellingen voor kinderen met voorzieningen en georganiseerde programma-activiteiten die zijn gewijd aan spelen; opgericht als noodmaatregel in de Eerste Wereldoorlog; werden gebruikt als opvangplaatsen voor kinderen van werkende ouders en als plaatsen waar ouders en docenten het speelgedrag van kinderen konden bestuderen.
Uit het Spaans afkomstige aanduiding voor kleine pleinen in steden. Wordt ook gebruikt voor voetgangersgebieden met een aanzienlijke groenvoorziening die zich in de nabijheid van kantoorgebouwen of parkeerplaatsen bevinden.
Verwijst naar het buiten schilderen van taferelen in plaats van in een atelier op basis van schetsen die al dan niet buiten zijn gemaakt. Het wordt vaak gebruikt om te verwijzen naar de impressionistische stijl van schilderen die eind jaren zestig van de 19e eeuw ontstond in Frankrijk en die probeerde de kortstondige effecten van atmosfeer en licht vast te leggen door middel van het direct observeren van de natuur.
Verwijst naar zacht, plastisch materiaal dat kan worden uitgerold of uitgestreken op een muur, plafond of ander oppervlak waarop het vervolgens verhardt. In de context van kunst en architectuur verwijst het meestal specifiek naar een mengsel van water, kalk en zand, vaak in combinatie met andere materialen zoals dierenhaar, waardoor het materiaal meer kracht, textuur en - als het oppervlak daarna wordt geschilderd - poreusheid krijgt.
Personen die pleisterwerk – meestal een mengsel van kalk, zand en water – aanbrengen op muren, plafonds of andere oppervlakken, waarop vervolgens eventueel muurschilderingen worden aangebracht.
In de context van kunst en architectuur het aanbrengen van pleisterkalk - dat hoofdzakelijk bestaat uit kalk, zand en water - op een oppervlak. In de context van architectuur in het algemeen wordt de pleisterkalk met weidse elegante streken aangebracht op muren of plafonds, om te komen tot een dichte, stevige en snel drogende bedekking. In de context van fresco's of andere muurschilderingen wordt de pleisterkalk met kracht aangebracht met korte, stampende slagen, om te komen tot een meer poreuze bedekking als voorbereidende ondergrond voor schilderwerk of extra lagen pleisterkalk.
Pleistergereedschap met lange, draadachtige tanden. Wordt gebruikt om een oppervlak van onverhard gips in te krassen zodat de volgende deklaag goed kan hechten.
Platte stukken metaal of hout met aan de onderkant een houten handvat. Worden door stukadoors gebruikt om pleister of metselspecie te dragen.
Ruitvormige troffels die worden gebruikt om naden in metselwerk te voegen of opnieuw te voegen.
Vaten met een naar binnen gekeerde rand, hoge voet en deksel, gebruikt om parfum in te doen voor zowel persoonlijk gebruik als godsdienstige riten.
Vaten gebruikt tijdens libatie, een ritueel waarbij een vloeistof uitgegoten wordt als offer voor een godheid. Deze hadden vaak een zeer specifieke vorm, afwijkend van de vorm van alledaagse vaten.
Sterk, hoogglanzend karton dat lijkt op gevulkaniseerde vezel.
Leden van een familie van rechtszijdige platvissen waarvan de meeste soorten op de zeebodem op hun linkerzijde gaan liggen, waarbij hun beide ogen aan de rechterzijde omhooggericht zijn.
Leden van een orde die circa 600 soorten ovaalvormige platte graatvissen omvat, zoals de bot, de heilbot en de tarbot. Bij veel soorten liggen de beide ogen aan één kant van de kop doordat (afhankelijk van de soort) het linker- of rechteroog in de loop van de ontwikkeling door of rond de kop is verplaatst.
Franse krukken met gekruiste, inklapbare poten. Ze verschillen van 'taboeretten', die vaste, verticale poten hebben en in woonhuizen worden gebruikt. Gebruik 'bisschopskrukken' voor vouwstoelen met een kerkelijke oorsprong en gebruik ‘faldistoria’ voor vouwstoelen die door bisschoppen of andere prelaten in het koor van een kerk worden gebruikt.
Een baksteen die zodanig is afgeschuind aan de voor- of achterkant dat rekening wordt gehouden met de afname van de dikte tussen de plint en het hoofdgedeelte van een muur.
Een emailprocédé dat vergelijkbaar is met de cloisonné-techniek, behalve dat de smalle metalen draden of stroken aan elkaar vast zijn gesoldeerd in plaats van aan een metalen ondergrond. De term wordt doorgaans gebruikt in verband met sieraden en metalen voorwerpen, maar kan ook betrekking hebben op porselein dat met behulp van deze techniek is versierd, zoals het porselein dat in de 19e eeuw in Limoges werd gemaakt.
Groefschaven met instelbare geleider waarin verwisselbare beitels geplaatst kunnen worden. Gebruikt voor het uitsnijden van groeven.
Gewelven waarbij de oppervlakte tussen de verhoogde muurrib en de diagonale rib scheluw is als een ploegschaar.
Gereedschappen die gebruikt worden voor het bosseleren, bijvoorbeeld het stempelen van tekst op linnen boekbanden, of voor oppervlakken van bladgoud.
Fototoestellen die in elkaar geklapt kunnen worden om ze compact op te bergen. Het objectief is bevestigd aan een balg die uitgetrokken wordt. Enkel wanneer de camera volledig uitgevouwen is, kan men correct scherpstellen. In gebruik tussen 1900 en 1945.
Door middel van trekken of buigen vouwen of afwisselend groeven en ribbels aanbrengen in een oppervlak.
Stukken lood die door kopiisten na de 12de eeuw gebruikt werden om lijnen of schetsen van layouts op perkamentbladen te maken.
Grote cilindervormige tassen, vaak van canvas of een met rubber beklede stof, gebruikt om persoonlijke bezittingen in te dragen.
Orde van meer dan 18.000 soorten monocotyledonen (bloeiende planten met één zaadlob aan de kiem). De orde bevat verschillende types die traditioneel werden erkend als groepen. Vaak zijn soorten van de ene groep overgeplaatst naar de andere. De grootste groepen van Poales zijn die van de grassen (met de families Poaceae, Restionaceae, Anarthriaceae, Centrolepidaceae, Ecdeiocoleaceae, Flagellariaceae en Joinvilleaceae), de kattenstaarten (met de families Typhaceae en Sparganiaceae) en de cypergrassen (Juncaceae, Cyperaceae en Thurniaceae). Daarnaast bevat Poales de families Xyridaceae, Eriocaulaceae, Bromeliaceae, Mayacaceae en Rapateaceae.
Schetsen met nadruk op lichtverdeling en het algehele beeldende effect, vaak geschilderd.
Verzamelnaam voor houders met een nauwsluitend deksel om voedsel in te pocheren.
Houders met nauwsluitend deksel om eieren in te pocheren; vaak met holtes om er eieren in te leggen. Ook benaming voor standaarden, met dezelfde soort holtes en een lange verticale steel, die in een andere houder (met water) worden gezet om eieren te pocheren.
Wordt gebruikt om de onderbouwen of basementen van gebouwen aan te duiden, zoals bijvoorbeeld van Etruskische of Romeinse tempels. Voor soortgelijke bouwdelen van Griekse tempels wordt 'krepidomata' gebruikt.
Verhoogde platformen binnenshuis aan of langs het eind van hallen of gelijksoortige ruime kamers, die dienst doen als belangrijkste of eervolle plaatsen, gereserveerd voor hoogwaardigheidsbekleders, officiers of sprekers. Voor gewoonlijk kleinere verhoogde platformen voor binnen of buiten die door sprekers of dirigenten gebruikt worden, wordt 'podia (platformen)' geprefereerd.
Instrumenten die het aantal genomen passen vastleggen tijdens het lopen of rennen, en die een grove schatting kunnen geven van de afgelegde afstand wanneer ze zijn ingesteld op de lengte van de passen van een bepaalde persoon.
Kleine, zachte kussentjes die van katoen of dons zijn gemaakt en worden gebruikt voor het aanbrengen van cosmetisch poeder op de huid.
Accessoires voor het op het lichaam dragen van cosmetica. Meestal zijn ze gemaakt van metaal of plastic, en ze kunnen vrij decoratief zijn. De binnenkant bevat meestal een spiegel in het deksel van de ene helft en gezichtspoeder in de andere helft, maar kan ook vakjes hebben voor rouge of lippenstift, of een onderdeel voor de bevestiging van een lippenstiftkoker.
Grote goudbruine, solitair levende katachtige met een groot aanpassingsvermogen die op een groot aantal verschillende prooidieren jaagt. Het verspreidingsgebied van de poema is groter dan dat van elk ander wild landzoogdier dat op het westelijk halfrond voorkomt. Het strekt zich uit van het Canadese territorium Yukon tot de zuidelijke Andes in Zuid-Amerika.
Vrolijke joodse feestdag ter herdenking van de bevrijding van de joden in de 5e eeuw v. Chr. door Mordechai en Ester van een samenzwering om hen uit te roeien. Deze samenzwering was het werk van Haman, hoofd van de hofhouding van de Perzische koning Ahasveros. Het verhaal is opgetekend in het oudtestamentische boek Ester. De naam is afgeleid van de loten waarmee werd bepaald in welke maand de massamoord zou plaatsvinden. Het feest wordt gevierd op 14 adar (rond 1 maart). In de 2e eeuw n. Chr. was het feest al wijdverbreid. De dag voor Poerim, Ta'anit Esther (het vasten van Ester), is een vastendag. Op Poerim wordt de boekrol van Esther in de synagoge gelezen. In een feestelijke en carnavaleske atmosfeer worden verkleedpartijen gehouden, geschenken uitgewisseld en donaties aan de armen gedaan. Op deze feestdag worden driehoekige koekjes genaamd harmantaschen ('Hamansoren') gebakken en Poerim-toneelstukken opgevoerd, die in de 17e eeuw in zwang kwamen.
Tsjechische avant-gardistische beweging uit de jaren twintig van de 20ste eeuw, aangevoerd door Karel Teige en de groep Devětsil. Poëtisme was een poging om alle kunsten van literatuur tot architectuur met elkaar te verenigen en werd beïnvloed door de andere Europese avant-gardistische beweging uit die tijd, zoals de futuristische, constructivistische, dadaïstische en surrealistische bewegingen. Poëtisme ging uiteindelijk op in de Tsjechische surrealistische beweging in de jaren dertig van de 20ste eeuw. Teige's theorieën omvatten niet alleen de conventionele kunsten literatuur, schilderkunst, theater en architectuur, maar ook epicurisme, jazzmuziek, het circus en amusement zoals vuurwerk. Al deze zaken werden beschouwd als 'poëzie voor de zintuigen'.
Knuppels die werden gebruikt door diverse Noord-Amerikaanse Indianenvolkeren als wapens en ceremoniële objecten. In het gebied van de Grote Meren zijn ze over het algemeen plat en gebogen met een knobbelige kop; in het gebied van de Plains zijn het dunne stokken met een steen aan één van de uiteinden.
Stam van ongewervelde zeedieren die in de hele wereld voorkomen en een sedentair leven leiden in lange beschermende kokers op de bodem van de zee. Ze hebben veerachtige tentakels aan het bovenste uiteinde van de kokers die een soort baarden vormen. In embryo's vormt zich een darmkanaal dat verdwijnt naarmate het organisme ouder wordt. Het zijn de enige meercellige dieren die geen mond of anus hebben.
Verwijst naar een aparte soort kloskant, die werd verkocht in en geëxporteerd uit Engeland tijdens een bepaalde periode in de geschiedenis. De term verwijst zowel naar originele Brusselse kant die in de late 17de eeuw in het geheim werd geïmporteerd in Engeland als naar in Engeland geproduceerde kant die qua draadkwaliteit, techniek en ontwerp vergelijkbaar was met verfijnde Brusselse kant. Om de binnenlandse kantindustrie te stimuleren, vaardigden Engeland en Frankrijk in de jaren 60 van de 17de eeuw een wet uit die de import van de zeer populaire Brusselse kant verbood. Om deze wet te omzeilen, smokkelden handelaren vaak Brusselse kant Engeland en Frankrijk binnen, om het daar te verkopen als in Engeland geproduceerde kant. Wetenschappers hebben nog niet kunnen vaststellen of nog bestaande exemplaren zijn gemaakt in Engeland, Brussel of op beide locaties.
Verwijst naar Venetiaanse kant die wordt gekenmerkt door de vele lichte strepen (brides) of met draad gecreëerde motieven zoals lussen, picots en sterren die op sneeuwvlokken lijken.
Schildertechniek waarbij tinten en kleurschakeringen ontstaan door het regelmatig aanbrengen van kleine stippen ongemengd pigment op het canvas, zodat ze voor het oog in elkaar overvloeien. De term ‘pointillisme’ verwijst alleen naar de techniek, terwijl ‘neo-impressionisme’ verwijst naar zowel de door Georges Seurat ontwikkelde stijl als de daaruit voortkomende beweging die tussen 1886 en 1906 zijn bloeiperiode had. Seurat zelf gaf de voorkeur aan de term 'chromo-luminarism', waaruit blijkt dat hij zowel licht- als kleureffecten wilde intensiveren. De Franse criticus Félix Fénéon bedacht de term 'peinture au point' in 1886 na het zien van Seurat's 'La Grande Jatte'. Paul Signac stelde de alternatieve term 'divisionisme' voor in zijn boek 'D'Eugène Delacroix au Néo-Impressionnisme' (1899).
Duits type bokalen met meestal een deksel en vaak gemaakt van glas of zilver, gewoonlijk bedoeld als geschenk of voor ceremoniële doeleinden.
De aanwezigheid van kleine gaten of holten in een oppervlak die worden gevormd als gevolg van verwering, erosie of andere processen gedurende de tijd.
Beschrijft werken die zijn vervaardigd door het gelijknamige Afrikaanse volk, dat in Kenia leeft.
Instrumenten voor het meten of aangeven van de polarisatie van licht of voor het onderzoeken van voorwerpen onder gepolariseerd licht; ze worden vaak gebruikt bij onderzoek naar druk- en trekspanning.
De aanwezigheid of het merkbaar zijn van twee tegengestelde of contrasterende principes of tendensen, zoals bijvoorbeeld in elektrische batterijen of magneten.
Grote, zware harnasonderdelen die zijn gevormd als een vleugel of schelp en bevestigd aan het onderste @'cannon' van het onderarmstuk; ze werden gedragen met toernooiuitrustingen ter bescherming van de elleboog en oksel.
Stijl in de Afrikaanse beeldhouwkunst, gekenmerkt door langgerekte, strakke en abstracte vormen..
Diverse apparaten die worden gebruikt om iets glad te maken of te polijsten.
Klinieken waar men medische zorg biedt voor een groot aantal verschillende ziekten en verwondingen, gewoonlijk zonder dat de patiënt de nacht in de inrichting doorbrengt. Een polikliniek kan een afdeling zijn van een huisartsenpraktijk of ziekenhuis, dat zich vaak bevindt in een stedelijke omgeving. Gewoonlijk heeft een polikliniek een receptie, wachtruimtes, een inschrijfbalie, spreek- en behandelkamers, een pathologisch laboratorium, röntgenfaciliteiten, ruimtes voor fysiotherapie en kleine operatiekamers.
Verwijst naar mensen die actief betrokken zijn bij de politiek, in het bijzonder partijpolitiek, of meer specifiek naar mensen die een politieke functie bekleden of nastreven.
Georganiseerde activiteiten met als doel de publieke opinie in het land vóór of tegen een bepaald politiek doel te beïnvloeden of om het stemgedrag bij een verkiezing van leden van de wetgevende macht te beïnvloeden.
Bij elkaar horende beschrijvingselementen voor organisaties die bestaan uit een bestuurlijk orgaan en een bevolking, en een gebied dat in bepaalde of alle opzichten onder hun jurisdictie vallen.
Leden van een politiemacht die zijn opgeleid in methoden van wetshandhaving en in het voorkomen en oplossen van misdaden, en aan wie het gezag is verleend om de rust, veiligheid en orde binnen een gemeenschap te handhaven.
Auto's die worden gebruikt door politiemensen en meestal zijn uitgerust met mobilofoons voor communicatie met het hoofdkwartier.
Europese stokwapens met een kop met een bijlachtig blad dat in balans wordt gehouden door ofwel een scherp, licht gebogen weerhaak of een platte, onbuigzame hamerkop; voorzien van een korte punt bovenop de stok en een metalen versteviging die de bovenkant van de stok beschermt, met daar net onder een rondeel als handbeschermer; veel gebruikt bij voetgevechten in oorlogen en toernooien in de 15e en 16e eeuw.
Keukengerei met een lang handvat en soms met een lepel aan het uiteinde voor het roeren van voedsel en dranken.
Hoge cilindervormige hoofdtooien, aangetroffen op oude Griekse afbeeldingen van bepaalde godinnen.
De handwortelgewrichten die bij mensen en andere dieren de arm met de hand verbinden, of bij vogels de poot met de voet.
Banden gemaakt van diverse materialen die voor de sier of ter bescherming om de pols worden gedragen.
Verwijst naar een projectiesysteem dat algemeen wordt gebruikt voor het maken van grootschalige kaartseries en waarbij iedere kaart wordt afgebeeld als deel van een kegel die raakt aan de bol op een bepaalde breedtegraad. De projectie is gebaseerd op het concept van een reeks concentrische kegels die zodanig over de bol worden geplaatst dat iedere kegel raakt aan een andere breedtegraad, waarbij alleen het gedeelte van iedere afgewikkelde kegel wordt afgebeeld dat langs een gemeenschappelijke centrale meridiaan ligt en aan weerszijden van de raaklijn een strook vormt. In dit systeem zijn alle parallellen niet-concentrische cirkels en worden alle andere meridianen dan de centrale meridiaan weergegeven als gekromde lijnen.
Loodsen voor locomotieven rondom een centraal draaiplateau die veelal (semi) circelvormig waren (vandaar polygonaal).
Techniek voor het maken van kopieën van afbeeldingen of documenten met behulp van een zogeheten polygraaf. Een ouderwetse polygraaf bestaat uit een stompe naald en een pen of penseel die met elkaar zijn verbonden door raamwerken en veren, waardoor de gebruiker het origineel met de naald kan overtrekken terwijl de pen of penseel het overgetrokkene op een vel papier of ander materiaal overzet. De term kan ook worden gebruikt voor een techniek om twee of meer identieke teksten of tekeningen te maken. Polygrafie verwijst ook naar een methode voor kopiëren van schilderijen, uitgevonden door Joseph Booth, ca. 1788. Verder kan polygrafie meer in het algemeen verwijzen naar de kunst of praktijk van het gebruiken van elke machine die kopieën maakt.
Verwijst naar de Griekse beeldhouwkunst vervaardigd door Polykleitos tussen 450 en 420 v. Chr. Zijn werken zijn te herkennen aan de ideale, harmonieuze proporties, de stevigheid en het naturalisme van de beelden van mannelijke atleten, die we nu uitsluitend nog kennen van de Romeinse kopieën.
Mengsel van water, hydraulisch cement, aggregaat en een monomeer of een polymeer; wordt op de juiste plaats gepolymeriseerd wanneer een monomeer is gebruikt.
Vaas gedragen door twee, drie of vier kleine pootjes. Komt vooral voor in Midden-Amerikaanse archeologie maar ook in de Europese Klokbekercultuur uit het late Neolithicum en de Vroege Bronstijd.
Orde waartoe de belangrijkste geslachten van eikvarens behoren, oftewel momenteel 80% van alle varensoorten die in de meeste delen van de wereld worden aangetroffen, met inbegrip van tropische, semitropische en gematigde gebieden. Kenmerken zijn sporendoosjes met een verticale annulus die door de stengel en het stomium worden onderbroken, lateraal of centraal geplaatste (of verloren gegane) indusia, met gametofyten die groen van kleur, hartvormig en surficiaal zijn.
Klasse van 4 ordes en ongeveer 9000 soorten varens.
Een taaie, lichte, stijve kunststof die wordt vervaardigd door de polymerisering van zeer zuiver propyleengas met een metaalorganische katalysator bij een relatief lage druk en temperatuur.
Groep van thermoplastische harsen die worden vervaardigd door polyvinylalcohol te condenseren met een aldehyde; wordt voornamelijk gebruikt in de vorm van platen en vliezen, gegoten producten, deklagen en hechtmiddelen. Het gaat hierbij speciaal om hars gemaakt van acetaldehyde.
Een taaie, soepele, transparante en vochtbestendige polyvinylacetaalhars gemaakt van polyvinylalcohol en butyraldehyde; wordt onder andere gebruikt als tussenlaag in veiligheidsglas en andere gelamineerde producten.
Te gebruiken om werken te beschrijven van de gelijknamige Afrikaanse etnische groep die leeft in Kameroen, Congo en de Centraal-Afrikaanse Republiek.
Apparaten of machines die vloeistoffen samenpersen en verplaatsen, meestal door middel van druk, zuigkracht of beide.
Luchtgeweren met een reservoir voor samengeperste lucht dat wordt gevuld door een pomp, en met een trekkermechanisme dat genoeg lucht loslaat om één schot tegelijk voort te stuwen.
Variabele roodachtig oranje kleuren die lijken op de kleur van diverse pigmenten die 'Pompeian red' worden genoemd.
Olielampen die een pompmechanisme met veerwerking hebben, zodat de olie vanuit het reservoir in de basis door een buis naar de brander bovenin wordt geperst, als de buis naar beneden wordt geduwd. Ze zijn meestal van tin en van Franse makelij.
Juwelen of ornamenten die op een lange speld zijn bevestigd. Ook trosjes of bosjes lint, fluweel, bloemen, of zijde draden, die in het haar of op een hoofddeksel of een japon worden gedragen.
Engelse gouden munten ter waarde van 20 shilling of koper-nikkelen munten die na 1983 zijn uitgegeven en die een waarde van 100 pence hebben. Ook gebruikt voor gouden munten van verscheidene landen in het Midden-Oosten zoals Egypte, Syrië en Soedan.
Soort orang-oetan die op Sumatra voorkomt. De verschillen met de Borneose orang-oetan zijn de volgende: de Sumatraanse orang-oetan is kleiner en minder lang, heeft lichter en langer haar, een langer gezicht en wangplooien die bedekt zijn met kleine witte haartjes.
Soort orang-oetan die op Borneo voorkomt. De verschillen met de Sumatraanse orang-oetan zijn de volgende: de Borneose orang-oetan is groter en langer, heeft donkerder maar korter haar, een korter gezicht en een meer solitaire levenswijze.
Papieren kaarten waarop machinaal leesbare informatie is opgenomen door middel van gaatjes die op bepaalde plaatsen zijn gemaakt in overeenstemming met een vooraf bepaalde code.
Scharnierende gereedschappen met een vaste ondergrond, die worden gebruikt om gaten te ponsen in dakspanen.
Gedeelten van een fresco die vanaf dezelfde hoogte op een steiger zijn aangebracht, waardoor in het eindproduct rechte naden zijn te onderscheiden. Veel voorkomend bij grote Romeinse, Byzantijnse en dertiende-eeuwse fresco's.
Zijden kousen versierd met gouddraad die door de rooms-katholieke geestelijken worden gedragen.
Te gebruiken voor grote Oud-Romeinse handelsschepen uit het westelijke gedeelte van het Middellandse-Zeegebied, die een ronde achtersteven maar aan de boeg een naar voren stekend, ramachtige scheg hebben; zulke schepen waren vaak langer en smaller dan de 'corbitae', het andere belangrijke Romeinse type handelsschip.
Het opstaande oppervlak tot stand gekomen door aanvullende ketting of inslag die uitsteekt van de grondlaag van een weefsel. Gebruik 'vleug' voor het oppervlak tot stand gekomen door de vezels op het oppervlak van een weefsel rechtop te zetten.
Verwijst naar kaarten met afbeeldingen van een poolprojectie: een azimutprojectie die zo is getekend dat het Noord- of Zuidpoolgebied zichtbaar is. Een dergelijke projectie is gebaseerd op een vlak dat loodrecht op de aardas staat en de Noord- of Zuidpool raakt, en dat beperkt is tot circa 10 à 15 graden vanaf de polen. De parallellen zijn weergegeven als concentrische cirkels, terwijl meridianen zichtbaar zijn als rechte lijnen vanuit één punt.
Kampen of bases in een geïsoleerd deel van de Noordpool of de Zuidpool, bemand door specialisten om dergelijke dingen als het weer, geologische formaties, en wilde dieren te bestuderen en te monitoren.
Beeldjes die mensen of dieren voorstellen, inclusief maar niet uitsluitend de figuurtjes die bedoeld zijn als speelgoed voor kinderen, vooral meisjes, of als verzamelobjecten voor volwassenen. Poppen stellen vaak een baby of vrouw voor en hebben soms beweegbare armen en benen. Dikwijls is het mogelijk ze andere kleding aan te trekken. Een pop kan gemaakt zijn van stof (lappenpoppen), hout, klei, porselein, was, papier, plastic, celluloid, maïsvliezen of andere materialen. Poppen kunnen ook figuurtjes zijn die worden gebruikt voor ceremoniële, religieuze of decoratieve doeleinden. Er is archeologisch bewijs dat poppen de eerste speeltjes waren; ze zijn aangetroffen in Babylonische en Egyptische graftomben uit circa 3000 v. Chr. In het oude Griekenland en Rome wijdden meisjes als ze volwassen werden de poppen uit hun kindertijd aan de godinnen. Poppen van stof in de vorm van dieren worden meestal 'pluchen speelgoed' genoemd.
Verwijst naar de internationale stroming in kunst en cultuur die in de jaren 50 en 60 van de 20ste eeuw floreerde in Groot-Brittannië en de Verenigde Staten. De stroming, die werd beïnvloed door de dada-beweging, maakte zich hard voor het gebruik van alledaagse beeldtaal, zoals advertenties, logo’s en strips, met de technieken en grafische stijlen van de massamedia. De stroming vertegenwoordigde een verschuiving naar een meer objectieve, directe vorm van kunst, in antwoord op de dominantie van het eerdere Abstract expressionisme.
Diverse apparaten die worden gebruikt voor het maken van popcorn.
Oude Romeinse gaarkeukens of kroegen die vooral warme maaltijden aanboden, meestal eenvoudige, goedkope en vaak onhygiënische gelegenheden.
Te gebruiken voor levenloze figuren die in beweging worden gebracht door menselijke inspanning, bijvoorbeeld met touwtjes, ijzerdraad, stokken of direct met de hand, meestal voor een publiek.
In pleisterwerk de vorming van kleine, kegelvormige gaten tot een halve centimeter in doorsnede; veroorzaakt door het uitzetten van kalk of extern materiaal. Dit verschijnsel doet zich voor tussen drie maanden en een jaar nadat het pleister is aangebracht.
Een uiteenlopende verzameling dans-, literatuur-, muziek- en theatervormen of andere kunstvormen, bedoeld voor en toegesneden op een groot publiek. Belangrijk voor het concept is het gebruik van hedendaagse technologieën voor de reproductie en televisieprogramma's, gedrukte media, fotografie, digitale compact discs, films, radio en commerciële marketing voor de distributie. Het concept weerspiegelt ook veranderingen in stijl of rages, nostalgische of kritische oplevingen van eerdere perioden, populaire instellingen, de aanpassing van andere vormen van elitaire kunst en volkskunst en de popularisering van buitenlandse cultuurvormen.
Hout van de boom behorende tot het genus Populus deltoides, inheems in het onderste deel van de Mississippi-vallei en gebruikt voor het maken van lambriseringen.
Verwijst naar een blauwwitte decoratiestijl voor maiolica, bedoeld als imitatie van 15de-eeuws Chinees aardewerk. De term werd voor het eerst gebruikt in de 16de eeuw, door Cipriano Piccolpasso. Dit type decoratie werd echter al eind 15de eeuw in Italië geïntroduceerd - en werd vrij populair - toen de invoer van kostbaar Chinees porselein in Europa op gang kwam. Soms wordt de term als synoniem gebruikt voor 'alla damaschina', maar daarmee wordt feitelijk een ander type decoratie bedoeld.
Dozen die in vakken zijn verdeeld waarin flessen of pakken melk worden gezet als ze aan huis worden gebracht..
Afbeelding of beschrijving van seksuele handelingen in een context van uitbuiting, misbruik of gewelddadigheid. Gebruik 'erotica' voor de afbeelding of beschrijving van seksuele liefde.
Grote houten beeldhouwwerken van staande vogels met een lange gebogen snavel, ronde kop, uitstekende buik en rechte vleugels met scherpe hoeken, gewoonlijk op een hol voetstuk. Ze worden voornamelijk gemaakt voor gebruik tijdens rituelen in Centraal-Senufo, waaronder mannelijke initiatieriten bij de Poro en begrafenisceremonies voor hoogwaardigheidsbekleders.
Draagbare orgels met lippijpen waarvan de blaasbalg bediend wordt met een hand en het toetsenbord met de andere.
Vat in vertind ijzer met twee compartimenten waarin de lunch kon worden meegenomen wanneer men op de velden ging werken. Het deksel kon worden gebruikt als bord. Het gaat hier om een Frans begrip uit de achttiende eeuw.
Tassen met een klep die eroverheen valt en die onder de arm worden gedragen; vervaardigd van leer of andere materialen en zo gemaakt dat ze lijken op een enveloppe.
Groepen werken die bijeen zijn gebracht als voorbeeld van het werk van een kunstenaar of student. Ook groepen kunstwerken of andere visuele materialen (meestal van één kunstenaar), zoals foto's of afdrukken, die worden uitgegeven of samengebracht in een portfolio; vaak aangevuld met een losse titelpagina of inleiding.
Amerikaanse sleden met lichte hoekige kasten waar vier passagiers in kunnen zitten; ze werden aan het begin van de 19e eeuw ontwikkeld in Portland, in de staat Maine.
Een marmer uit Portovenere en het eiland Palmaria in het Italiaanse Ligurië. Portormarmer van de beste kwaliteit is donkerzwart met gelijkmatig verdeelde matte gouden aders, terwijl portormarmer van mindere kwaliteit bruinachtig grijs is met onregelmatige aders en matte gele vlekken.
Beeldende werken die alleen hoofd en schouders van een menselijke figuur afbeelden.
Kleden met in de hoeken maritieme taferelen. Ze worden zo genoemd omdat de schepen, waarschijnlijk Europees, zijn bemand met mariniers in Portugese of Hollandse kleding. De kleden hebben een basis van katoen met asymmetrisch knoopwerk en een stuk jufti knoopwerk.
Wordt vòòr de uitvinding van het kompas gebruikt voor middeleeuwse zeekaarten en navigatiehandboeken, geïllustreerd met kaarten en met vermelding van de ligging van havens en andere navigatiegegevens.
Aanduiding voor zegels die op het postkantoor aan brieven worden gehecht wanneer de vooruitbetaling van het port onvoldoende is; ze geven aan hoeveel de geadresseerde moet bijbetalen.
Orgels met lippijpen en toetsenbord, waarvan de blaasbalg wordt bediend door derden.
Fotografische procédés waarbij een positief wordt gevormd in de camera zonder tussenkomst van een negatief; ook positief-naar-positiefprocédés.
Verwijst naar de periode en stijl in Mesopotamië van circa 2150 tot 2112 v. Chr., tussen het einde van het Akkadische rijk en het begin van de Derde Dynastie van Ur. Met name te gebruiken om de stijl van de beeldhouwkunst van Gudea van Lagash en de rolzegels uit deze periode te beschrijven. De regeerperiode van Gudea wordt momenteel echter weer ter discussie gesteld.
Bouwstijl met als leidende figuren Sol LeWitt en Giuseppe Terragni.
Verwijst naar een stroming in de Westerse kunst aan het eind van de 19de en het begin van de 20ste eeuw. De term werd geïntroduceerd door de kunstcritici Roger Fry, Clive Bell en anderen om te verwijzen naar de kunst die chronologisch volgde op het impressionisme, maar die zich duidelijk onderscheidde van het Neo-impressionisme. De stijl kenmerkt zich door zeer uiteenlopende, uiterst persoonlijke artistieke stijlen.
Gehuurde compartimenten in officieel daarvoor bestemde postkantoren, waar alle post wordt geplaatst en bewaard tot het wordt opgehaald door de huurder. Gebruik 'brievenbussen' voor zowel openbare als privé-bussen voor het ophalen en afleveren van post.
Het historische, politieke en culturele complex van mondiale koloniale ervaringen en hun nasleep in het laatste deel van de 20ste eeuw; het omvat het koloniale verleden, de huidige tijd na beëindiging van de koloniale status in een bepaalde regio, de ballingschap en diaspora van de gekoloniseerde en koloniserende volkeren, en de politiek van het multiculturalisme.
Verwijst in algemene zin naar allerlei kunstvormen die aan het eind van de jaren 70 van de 20ste eeuw tot ontwikkeling kwamen. De naam is bedacht door de Amerikaanse kunstcriticus Robert Pincus Witten. De stijl wordt gekenmerkt door kunst in de vorm van een zuiver intellectuele inspanning, en verwijst terug naar vroege vormen van de minimal art, zonder echter dezelfde esthetische grondbeginselen te hanteren.
Verwijst naar de stijl en periode van kunst en architectuur die tot ontwikkeling kwam in de jaren zestig van de 20ste eeuw en daarna, toen de overheersende rol van het modernisme werd aangevochten. In het algemeen stond deze stijl een pluralistische benadering van de kunsten voor, waarbij werd gesteld dat het modernisme had gefaald vanwege het ontbreken van een gecodeerde betekenistaal voor de kijker. De term werd voor het eerst gebruikt door de Spaanse dichter Federico de Onis in 1934 en later in 'A Study of History' van Arnold Toynbee in 1938, maar de term werd pas in de jaren zeventig vrij algemeen gebruikt in relatie tot een trend in de architectuur waarbij sprake was van selectief eclecticisme en historicisme. Dit leidde tot structuren waaruit kennis van het modernisme naar voren kwam, maar ook tot speelse, grillige toepassingen van klassieke elementen. In overige kunstvormen, zoals de schilderkunst, was sprake van een terugkeer naar een klassieke benadering van de menselijke gestalte, stijl en compositie, wat vaak resulteerde in werken in de stijl van de Oude meesters, maar dan met eigentijdse beelden, zoals beroemdheden uit die tijd of kunstenaars uit het verleden. In de fotografie en de schilderkunst werd een verhalende benadering ook populair. Aan het begin van de jaren tachtig kwamen veel postmoderne werken in handen van de commerciële kunsthandel, waarbij grote bedragen werden betaald voor het werk van relatief nieuwe kunstenaars. In de jaren negentig leek de populariteit van het postmodernisme enigszins te tanen en kwamen meer traditionele modernistische vormen weer in opkomst.
Aanduiding voor rustplaatsen of herbergen langs een route, waar vervangende paarden worden aangeboden voor koeriers.
Sculpturen die mensen of dieren voorstellen die niet groter zijn dan de helft van de ware grootte.
Wordt gebruikt voor grote zakken waarin post wordt vervoerd, hetzij schoudertassen die door postbestellers worden gebruikt, of zakken of tassen die gebruikt worden om post in grote hoeveelheden te transporteren, zoals van hoofdpostkantoren naar bijkantoren of van stad naar stad.
Te gebruiken voor de ontmoetingsplaatsen, verzamelpunten en rituele centra van de militaire organisatie Fante Asafo. Oorspronkelijk waren het heiligdommen, tegenwoordig worden ze ook gebruikt als opslagfaciliteiten, bestuurscentra en als symbool voor de kracht van de gemeenschap.
Het grootste type terrine, dat oorspronkelijk zou zijn gebruikt voor het opdienen van een bepaalde Spaanse stoofschotel, meestal rond van vorm, op pootjes of een voetstuk gezet, voorzien van twee handvatten en een deksel, en gewoonlijk gemaakt van zilver, soms van porselein; de meeste voorbeelden dateren uit de 18de eeuw.
In het algemeen te gebruiken voor personen in een machtige of gezaghebbende positie die deze op een onderdrukkende, wrede of onrechtvaardige manier gebruiken, meestal maar niet altijd personen met het hoogste politieke gezag. Wordt met name gebruikt voor heersers met die titel in het oude Griekenland en Sicilië die zich de macht van de rechtmatige autoriteiten hebben toegeëigend, vaak met de steun van het volk. Gebruik 'dictators ' voor heersers die hun status niet uit erfopvolging hebben verkregen en die absolute, onbeperkte macht uitoefenen over het bestuur van een natie, al of niet op wrede of onrechtvaardige wijze.
Delen van passers, ontworpen voor het bevatten van potloodstiften en bevestigd aan een passerbeen.
Te gebruiken om werken te beschrijven van de gelijknamige Afrikaanse etnische groep die leeft in de regio rond de Ubangi- rivier.
Gerei of apparaten gebruikt voor het losmaken van potdeksels.
Verwijst naar een mengsel van bloemen, kruiden, vruchtensappen of andere aromatische stoffen die meestal in een pot worden bewaard om te rijpen of te gisten, en dat als geurmiddel wordt gebruikt. De term verwees ooit naar de pot waarin het gistende mengsel werd bewaard, maar tegenwoordig vaak naar het geurige mengsel zelf.
Houders met deksel, in de vorm van een pot of vaas, die zich kenmerken door doorboorde versieringen op de schouder en/of het deksel. Ze werden voornamelijk gebruikt voor vloeibare of gedroogde potpourri, een mengsel van bloembladeren, kruiden, vruchtensap of andere aromatische stoffen. Gebruik ‘cassolettes’ voor soortgelijke houders, in vorm vaak op een vaas gelijkend, waarin aromatische tabletten kunnen worden verbrand of vloeibare parfums kunnen worden verdampt.
Makers van vaatwerk, serviesgoed, vazen en ander keramiekwerk.
Plaatsen waar aarden potten of vaten worden gemaakt.
In algemene zin, alle vormen van aardewerk die zijn vervaardigd uit keramiek, een verzamelnaam voor diverse harde, broze, hitte- en corrosiebestendige materialen die ontstaan door het vormen en vervolgens bakken bij een hoge temperatuur van een niet-metallisch mineraal, bijvoorbeeld klei. In het specialistisch taalgebruik wordt porselein meestal niet tot keramiek gerekend; porselein is een type keramiekaardewerk dat is gemaakt van vuurvaste witte klei oftewel 'kaolien', en een veldspaathoudend gesteente, welke tijdens het bakken een reactie ondergaan waarbij de klei de vorm van het object vasthoudt en het gesteente versmelt tot natuurlijk glas.
Inheemse klei geselecteerd om zijn fijnheid, plasticiteit, absorberend vermogen en andere kwaliteiten, die hem geschikt maken om op diverse manieren voor keramiek te worden gebruikt.
Een type Chinees ritueel vaatwerk van brons in de vorm van een pot, gebruikt voor wijn. Verscheen tussen de Erligang- en de Anyangperiode.
Een door bepaalde Franse schilders uit de 18e eeuw aangehangen leer dat het belang van belijning over kleur benadrukt.
Shows die vaak in de openlucht worden gehouden en waarin thema's worden uitgewerkt aan de hand van spektakels in plaats van opeenvolgende verhalende en dramatische karakterisering.
Thaise stoepa's die vanaf een rond voetstuk toelopen tot een puntige pinakel.
Doorgangen tussen hoger en lager gelegen rijen zitplaatsen in Romeinse theaters. Gebruik 'diazomata' voor soortgelijke doorgangen in Griekse theaters.
Ambtswoningen de praetores (provinciale bestuurders in het oude Romeinse Rijk).
Filosofische stroming die domineerde in de Verenigde Staten tijdens het eerste kwart van de 20ste eeuw en die is gebaseerd op het principe dat het nut, de uitvoerbaarheid en de praktische aspecten van ideeën, beleid en voorstellen bepalend zijn bij het beoordelen van de waarde ervan. Actie is volgens deze stroming belangrijker dan doctrine en ervaring gaat boven vaststaande principes. De betekenis van een idee komt tot uiting in zijn consequenties en een idee is waarachtig als dit kan worden aangetoond.
Verwijst naar de stroming die zich voornamelijk in het midwesten van Amerika manifesteerde onder architecten, van wie Louis Sullivan en Frank Lloyd Wright de belangrijksten waren, die de neostijlen afwezen en een nieuwe architecturale visie ontwikkelden waarbij de natuurlijke kwaliteiten van een gebied of land in de architectuur tot uitdrukking moesten komen. Bij deze stijl werd veel gebruik gemaakt van langwerpige horizontale indelingen die een natuurlijk geheel vormden met het open Amerikaanse landschap.
Intelligente, zich goed aanpassende hondachtige in de Nieuwe Wereld, die twee miljoen jaar geleden in Noord-Amerika is ontstaan naast de uitgestorven reuzenwolf. De soort wordt aangetroffen in geheel Noord- en Midden-Amerika, is kleiner en lichter gebouwd dan de wolf en heeft een vachtkleur die varieert van grijsachtig bruin tot geelachtig grijs.
Te gebruiken voor de hoge muren rond een Zuid-Indiase tempelstructuur, of voor het overdekte loopgedeelte rond de tempelbegrenzing.
Keukengerei, voor het bereiden, opdienen of nuttigen van voedsel, met twee of meer tanden aan een steel.
Torens van heiligdommen van Zuidoost-Aziatische oorsprong die meestal in de Thaise cultuur worden aangetroffen; gebaseerd op het torenontwerp van Khmer-prasat, en meestal vergezeld van een wihan.
Algemene term die verwijst naar diverse groene stenen en mineralen, vooral als ze worden gebruikt als edelstenen zoals smaragden of als pigment zoals groene aarde.
Verwijst naar de Griekse stijl van de beeldhouwkunst die werd gemaakt door Praxiteles tijdens de 4de eeuw v. Chr. De stijl is vooral bekend door vrouwelijke beelden, met name de Afrodite van Knidos, en kenmerkt zich door de slanke verhoudingen, de golvende vormen en het vloeiend modelleren waardoor schaduwen een zachte waas werpen over de vlakken van de beelden.
De term verwijst in zeer algemene zin naar de periode vanaf de late prehistorie tot de tijd dat de islam de overheersende religie en levenswijze werd in die delen van de wereld waar, in diverse perioden na het begin van de 7de eeuw na Christus, de meerderheid van de bevolking of een meerderheid van de heersende klassen zich bekeerde tot de islam. De term omvat een breed en gevarieerd scala van culturen, kunstzinnige tradities en tijdsperioden, afhankelijk van tijd en plaats van de komst van de islam en van de wederzijdse invloed die hierbij een rol speelde.
Verwijst naar de Neolithische periode in de Levant van circa 8.000 tot 7.000 v. Chr. De periode kenmerkt zich door een lithische industrie, kleine beeldjes van klei en kalksteen, en het feit dat er zeer weinig vindplaatsen bekend zijn.
Verwijst naar de periode van circa 7.000 tot 5.000 v. Chr. in de Levant. De periode kenmerkt zich door grote staande beelden van mensen, gedecoreerde, gepleisterde schedels en een lithische industrie.
Verwijst naar de stijl die is vernoemd naar het tempelcomplex dat werd opgericht door Jayavarman VII (1181-1220 n. Chr.) in 1191 n. Chr. De stijl hangt sterk samen met een gecentraliseerd autoritair gezag, een wederopleving van stadsplanning, het tot staatsreligie uitroepen van het boeddhisme en het gebruik van religieus symbolisme in de architectuur. De stijl staat bekend om het gebruik van monumentale garua's in de gedaante van telamons, het plaatsen van honderden standbeelden langs wandelgangen, een religieuze verering van de kosmos, en het voor het eerst voorkomen van grote heiligdommen die waren versierd met enorme gezichten aan weerszijden, die de bodhisattva Lokeshvara en de koning moesten voorstellen. De stijl wordt verder gekenmerkt door beeldhouwkunst met kronkelende slangen in de kleinere heiligdommen en door het gebruik van axiale waterbassins die de kosmische meren symboliseren.
Een van de belangrijkste protestantse groeperingen die voortkwamen uit de 16de-eeuwse Reformatie. In het algemeen hebben moderne presbyteriaanse kerken hun oorsprong in de calvinistische kerken op de Britse eilanden, waarvan de Europese tegenhangers bekend zijn geworden onder de meer algemene naam 'gereformeerden'. De term 'presbyteriaans' verwijst ook naar een collegiaal type kerkbestuur onder leiding van pastors en leken die ouderlingen of presbyters worden genoemd. Strikt genomen maken alle presbyteriaanse kerken deel uit van de gereformeerde of calvinistische traditie, maar zijn niet alle gereformeerde kerken presbyteriaans in hun bestuursvorm.
Verwijst naar de informeel georganiseerde stroming in de jaren 20 van de 20ste eeuw die zich kenmerkt door een subtiele, stille afstandelijkheid en afbeeldingen van scherp afgetekende vormen, zoals de stedelijke of landelijke skyline, het industriële landschap met gebouwen en machines, of bucolische landschappen met schuren en velden. Kunstenaars die in deze stijl werkten zijn onder anderen Charles Demuth, Preston Dickinson en Charles Sheeler.
Boeken die waardevol zijn vanwege hun feitelijke of verwachte zeldzaamheid; in specifieke zin, boeken die zich onderscheiden door hun vroege publicatiedatum, beperkte oplage, historisch belang of een specifiek kenmerk van de editie of band, bijvoorbeeld omdat ze zijn gesigneerd door de schrijver of bijzondere illustraties bevatten. Deze aanduiding verwijst meestal naar boeken die worden verzameld door een afdeling voor speciale collecties, archieven of een museum, in tegenstelling tot boeken die in een openbare bibliotheek staan en beschikbaar zijn voor het algemene publiek.
Verwijst naar de inheemse Amerikaanse culturen die zich ontwikkelden in Noord-, Zuid- en Centraal-Amerika voor de komst van Christoffel Columbus en andere Europeanen laat in de 15de eeuw n. Chr. De term wordt soms in een nauwere betekenis gebruikt en verwijst dan slechts naar vroege culturen uit Mexico en Centraal- en Zuid-Amerika.
De woningen die beschikbaar worden gesteld aan geestelijken, meestal dominees in de Anglicaanse Kerk.
Materialen zoals papier en plaatmetaal tussen twee platen in vorm brengen. Hierbij bevat de ene plaat een reliëfafdruk van het ontwerp, terwijl uit de andere plaat datzelfde ontwerp is weggesneden.
Het maken van meestal gestandaardiseerde en fabrieksmatige componenten, die later worden samengevoegd tijdens de bouw van een object of constructie.
Verwijst in algemene zin naar de periode in Meso-Amerika van circa 2000 tot 250 v. Chr., die wordt gekenmerkt door belangrijke ontwikkelingen in de iconografie en architectuur door tal van gemeenschappen met een eigen karakter. Vaak verwijst de term in specifieke zin naar de vroege prehistorische Meso-Amerikaanse Olmeekse cultuur, met monumentale en verfijnde kunstwerken uitgevoerd in steen, of in de vorm van sieraden of verenkunst.
Bijbels die meestal uitsluitend illustraties bevatten, soms in combinatie met korte teksten. In vroeger tijden werden ze gebruikt om Bijbelkennis onder ongeletterden te verspreiden. Er zijn talrijke middeleeuwse plaatjes-Bijbels bewaard gebleven, en zelfs exemplaren uit de 11de en 12de eeuw, maar er bestaan ook nog exemplaren uit de 16de eeuw.
Verwijst naar de eerste fase van de Minoïsche kunst en cultuur, volgens het classificatiesysteem van de archeoloog Nikolas Platon. De fase kenmerkt zich door een Kretenzische samenleving die is opgedeeld in een reeks kleine eenheden die in politiek en economisch opzicht onafhankelijk zijn, met grote regionale verschillen en een aantal culturele overeenkomsten. De fase overlapt met de vroeg-Minoïsche periode.
Mensen die objecten prepareren om deze tentoon te stellen in een museum, kunstgalerie of andere tentoonstellingsruimte.
Wordt gebruikt voor particuliere scholen in Engeland en de Verenigde Staten, die zijn bedoeld om leerlingen voor te bereiden op een hogere opleiding in het onderwijsstelsel. Geen Nederlands equivalent.
Particuliere scholen in Engeland en de Verenigde Staten die zijn bedoeld om leerlingen voor te bereiden op een hogere opleiding in het onderwijsstelsel. Geen Nederlands equivalent.
Verwijst naar de stijl in de beeldende kunst die voortkwam uit de Prerafaëlitische broederschap, een groep Engelse kunstenaars die actief was van 1848 tot 1853 en die werd geïnspireerd door de Italiaanse kunstenaars vóór Rafaël. De stijl kenmerkt zich door romantische en Middeleeuwse thema’s met een moraliserende ondertoon, heldere kleuren en verfijnde gedetailleerde composities.
Ruimten in christelijke kerken tussen het zangkoor en het sanctuarium, meestal gereserveerd voor geestelijken.
Wordt in zijn algemeenheid gebruikt voor grondbeginselen, regels of wetten, bedoeld voor het beheersen of reguleren van het gedrag van personen en bedrijven enz.
Gekozen functionarissen die dienen zowel als staatshoofd en als de uitvoerende macht in een republiek met een presidentiële regering; deze kan ook verwijzen naar de hoofden van organisaties zoals banken, clubs en ondernemingen als het wordt gebruikt als officiële benaming voor die posities.
Instellingen die meestal eerder musea of archieven zijn dan bibliotheken, met daarin papieren en soms tentoonstellingen over een bepaalde Amerikaanse president en zijn regering. In de VS is er een landelijk netwerk van dergelijke bibliotheken. Ze worden beheerd door het Office of Presidential Libraries, dat deel uitmaakt van de National Archives and Records Administration (NARA).
Benaming uit de middeleeuwen die meestal van toepassing is op grote wandkasten met deuren en planken om linnengoed, kleding en keukengerei in op te bergen. Gebruik 'clothes presses' voor presses met schuivende planken en dichte deuren.
Te gebruiken voor dunne metalen platen van tin of zink die tijdens het persen worden gebruikt om een gelijkmatige drukverdeling te waarborgen, het boekblok te beschermen tegen vocht en te voorkomen dat de inkepingen van de inslag zich aftekenen in het boekblok.
Sociale status in de achting van anderen; invloed of reputatie die is ontleend aan prestaties, associaties, karakter of eerdere successen.
Te gebruiken voor de gekozen magistraten met deze titel van het republikeinse Rome die zorgden voor de uitvoering van enkele taken van de consuls, waaraan zij onderschikt waren. Wordt ook gebruikt voor presidenten of burgemeesters in Italië gedurende de 17e en 18e eeuw.
Amerikaanse stoelen uit het einde van de 18e eeuw met ineengestrengelde, opengewerkte spijlen. Ze worden meestal geassocieerd met meubelmakers uit Philadelphia.
Stam van vijftien soorten predatoren, zeewormen zonder segmentatie die in de modder leven. Soms beschouwt men deze stam als een klasse.
Geldsommen, goederen of diensten die worden uitgewisseld of vereist in een ruilhandel of verkoop voor anderen.
Eretekens die, meestal met een document of voorwerp dat de prijs of beloning aanduidt of symboliseert, worden toegekend of verleend.
Sporen die zijn uitgerust met een enkele scherpe punt om het paard aan te drijven; werden algemeen gebruikt vanaf vóór de christelijke jaartelling tot de 13e eeuw. Middeleeuwse Europese modellen hebben over het algemeen kegelvormige punten of een opgehoogd profiel of knobbel vlakbij de punt om te voorkomen dat de punt te diep doordringt.
Verwijst in algemene zin naar de traditionele primaire pigmentkleuren rood, geel en blauw, welke niet door vermenging van andere kleuren kunnen worden geproduceerd en waarmee in theorie alle pigmentkleuren kunnen worden vervaardigd. Het resultaat van vermenging van twee primaire kleuren is een secundaire kleur; een voorbeeld is oranje, dat uit een combinatie van rood en geel ontstaat. Gebruik 'psychologische primaire kleuren' of 'fysieke primaire kleuren' voor primaire kleuren binnen de specifieke context van kleurenwaarneming.
Orde van 16 families met ten minste ongeveer 300 soorten, waaronder de mens, mensapen, apen, lemuren en verwante soorten. Gewoonlijk hebben ze relatief ronde schedels, platte gezichten, korte kaken en neuzen, naar voren gerichte ogen en een opponeerbare vinger aan de handen en een opponeerbare teen aan de voeten (behalve bij mensen). De meeste soorten zijn afstammelingen van behendige boombewoners. Dit blijkt uit de kenmerken van de schedel, de tanden en de ledematen. Diverse soorten, zoals Homo sapiens, leven niet meer in bomen, maar hebben nog steeds veel van deze kenmerken. De hersenen van primaten hebben een unieke kloof, de fissura calcarina, tussen de primaire en secundaire visuele gebieden aan beide zijden van de hersenen. En alleen primaten hebben platte nagels en geen klauwen en hoeven, zoals andere zoogdieren. De meeste moderne primaten leven in de tropen of subtropen, maar enkele soorten komen ook voor in gematigde gebieden. De eerste primaten verschenen in het Vroeg-Eoceen (54,8 miljoen tot 49 miljoen jaar geleden) of misschien het Laat-Paleoceen (57,9 miljoen tot 54,8 miljoen jaar geleden).
Een verouderde benaming die vroeger gebruikt werd voor de architectuur van bepaalde personen die werden beschouwd als buitenstaanders van andere, politiek overheersende culturele groepen; werd voornamelijk gebruikt met betrekking tot bevolkingsgroepen uit het gebied ten zuiden van de Sahara, de eilanden in de Stille Oceaan en de inheemse Noord- en Zuid-Amerikaanse stammen gaat. Gebruik in plaats daarvan andere termen zoals 'inheemse architectuur', of gebruik de meest specifieke benaming voor de cultuur of herkomst die bekend is.
Te gebruiken voor het rationalistische model van het ideale bouwtype, dat is gebaseerd op de constructie van de hypothetische eerste woning en de daarbij gebruikte materialen met betrekking tot functie en klimaat; sinds de 18e eeuw gebruikt als basis voor verschillende architectuurtheorieën.
Een verouderde benaming die vroeger gebruikt werd voor kunst van bepaald personen die als buitenstaanders werden beschouwd van andere, politiek overheersende culturele groepen; werd voornamelijk gebruikt met betrekking tot bevolkingsgroepen afkomstig uit het gebied ten zuiden van de Sahara, de eilanden in de Stille Oceaan en de inheemse Noord- en Zuid-Amerikaanse stammen. Gebruik in plaats daarvan de meest specifieke benaming van de cultuur of herkomst die bekend is. Te onderscheiden van 'primitivisme', een term die wordt gebruikt voor artistieke stijlen of stromingen die bedoeld zijn om, vaak op romantische of sentimentele wijze, het uiterlijk na te bootsen van kunstvormen die daarvoor als primitief werden bestempeld en andere kunst, geproduceerd door kunstenaars die buiten de grote kunstmarkten werken.
Artistieke stijlen of stromingen die bedoeld zijn om, vaak op romantische of sentimentele gronden, het uiterlijk na te bootsen van kunstvormen die daarvoor als primitief werden bestempeld. Te onderscheiden van 'primitieve kunst' en 'primitieve architectuur', termen die voorheen werden gebruikt om kunst en architectuur aan te duiden van volkeren die niet onder invloed staan van de dominante westerse cultuur. Gebruik 'primitivistisch' voor op de volkskunst, het kubisme en het futurisme gebaseerde kunst in Rusland in het eerste kwart van de 20e eeuw.
In een gebint, verticale palen tussen de hulphangstijl en de muur om de ondersteunende werking van de hulphangstijl aan te vullen.
Verwijst naar een hoge autoriteit of heerser. Verwijst meestal in het bijzonder naar bepaalde mannelijke leden van koninklijke families, gewoonlijk de zonen of kleinzonen van koningen of koninginnen. De term kan ook worden gebruikt om adellijken van lagere rangen aan te duiden. Prinsen zijn altijd mannelijk, zie 'prinsessen' voor vrouwelijke heersers of dochters van koningen of koninginnen.
Gebieden onder het bestuur van een prins of prinses.
Verwijst naar een legering die in de 17de en 18de eeuw werd gebruikt door sieraden- en horlogemakers, hoofdzakelijk in Engeland; het goudkleurige prinsmetaal bestond vermoedelijk uit een legering van koper en zink die op messing leek. Sommige bronnen beschrijven het specifiek als een type messing bestaande uit drie delen koper en één deel zink dat in een bad met een verdund vitrioolmengsel werd gelegd, vervolgens in aquafortis werd ondergedompeld en ten slotte werd gepolijst. Prinsmetaal zou zijn ontdekt door prins Rupert van de Rijn.
Genus van vier soorten katachtigen die in Azië voorkomen, waaronder de Bengaalse tijgerkat, de platkopkat en de vissende kat.
Dunne, geplooide gordijnen die aan dubbele roedes hangen zodat het ene gordijn het andere overlapt. De linten die de gordijnen terugbinden zijn eveneens geplooid en hebben vaak een bijpassend, geplooid valletje.
Staat van afgescheiden zijn van gezelschap of waarneming, meestal in vrijwillige afzondering. Verwijst ook naar het recht op vrijwaring van ongeautoriseerde binnendringing.
Bibliotheken die bestaan uit de collecties van individuen en niet van een openbare instelling, vaak gewijd aan een bepaald onderwerp of een bepaalde interesse.
Amerikaanse advocaten die zijn aangesteld of gekozen door een stad of provincie om tijdens een strafrechtelijke zaak op te treden als een voltijds, officiële verdediger van burgers die zelf de kosten niet kunnen dragen; de kosten zijn dan voor de staat.
De hiërarchie Procedés en Technieken bevat descriptoren voor handelingen en methoden die fysiek worden uitgevoerd op of met materialen en voorwerpen, en voor procedés die plaatsvinden in materialen en voorwerpen. Hiertoe behoren typen procedés en technieken die betrekking hebben op de productie en behandeling van voorwerpen of afbeeldingen (bijv. assembleren) of van substanties (bijv. mengen) of die relevant zijn voor de bewerking en verwerking van specifieke materialen (bijv. solderen). Hiertoe behoren tevens descriptoren voor procedés die plaatsvinden in substanties, artefacten of overige voorwerpen, soms opzettelijk in gang gezet en soms spontaan gebeurend (bijv. branden). Relatie tot Overige hiërarchieën: descriptoren voor organisatorische, administratieve of intellectuele activiteiten die worden uitgevoerd voor het realiseren van specifieke doelstellingen (bijv. analyse), inclusief descriptoren die betrekking hebben op het verzamelen van voorwerpen en verschillende andere professionele activiteiten (bijv. het beheer van verzamelingen) zijn te vinden in de hiërarchie Functies. Descriptoren die studierichtingen aanduiden (bijv. antropologie) zijn te vinden in de hiërarchie Vakgebieden, terwijl de procedés en technieken die verbonden zijn met deze velden hier te vinden zijn. Descriptoren voor fysieke en mentale handelingen die niet worden uitgevoerd om materialen te bewerken of voorwerpen te fabriceren (bijv. rennen, meditatie) zijn ondergebracht in de hiërarchie Lichamelijke en Geestelijke Activiteiten. Bepaalde descriptoren die verwijzen naar degeneratieve krachten op materialen of structuren (bijv. spanning) zijn te vinden in de hiërarchie Abstracte Begrippen. Descriptoren voor bepaalde effecten die worden veroorzaakt door procedés die plaatsvinden in materialen en voorwerpen (bijv. scheuren) zijn te vinden in de hiërarchie Toestanden en Invloeden.
Te gebruiken voor de theïstische filosofie die creatieve processen beschouwt als de universele vorm van realiteit en die de nadruk legt op de relationele aard van al het leven.
Verwijst naar personen die zich hebben bekwaamd in de studie van de theïstische filosofie, waarbij het creatieve wordingsproces wordt beschouwd als de universele realiteitsvorm en de nadruk ligt op de onderlinge verbondenheid van al wat is.
Te gebruiken voor gelegenheden waarbij een groep mensen ordelijk achter elkaar loopt in formeel, ceremonieel verband. Gebruik 'optochten' voor grote openbare processies met een feestelijk karakter, vaak met wagens en fanfare en gehouden ter ere van een gedenkdag, persoon of gebeurtenis.
Kruisen die zijn bevestigd op lange stokken en worden meegedragen in christelijke religieuze processies.
Documenten die officieel bekend gemaakt worden gemaakt of waarvan de tekst in het openbaar wordt omgeroepen. Het betreft met name openbare aankondigingen door functionarissen van een bepaalde verordening, een bepaald plan of een bepaalde stand van zaken.
Een ruw, bont geschakeerd marmer, gedolven op het eiland Proconnesus (het tegenwoordige Turkse eiland Marmara Adasi), dat grijs, wit of wit met grijze strepen is. Grote hoeveelheden van dit marmer werden geïmporteerd in Griekenland en tot sarcofagen gehakt. Ook Cyzicaans marmer genoemd, omdat het zeer veel werd gebruikt in Cyzicus, het huidige Belkis. Het werd ook zeer veel gebruikt in Constantinopel.
Te gebruiken voor keizerlijke functionarissen van het oude Romeinse Rijk aan wie, als vertegenwoordigers van de keizer, het beheer van de financiële zaken van een provincie was toevertrouwd.
Ingenieurs die zijn gespecialiseerd in het ontwerpen, bouwen en testen van een prototype van een produkt.
Eerste proefdrukken die vanaf het zetsel zijn gedrukt, meestal worden hiermee de proefdrukken bedoeld die zijn afgedrukt voor het zetsel in bladzijden is gezet.
Kleine tot middelgrote drukpersen die men met de hand bedient of elektrisch zijn en waarmee men proefdrukken van zetsel of gegraveerde oppervlakken kan maken.
Aanduiding voor experimentele inrichtingen, meestal kleinere versies van een geplande fabriek, die zijn gebouwd om productieprocessen te testen en om algemene ervaring op te doen met het besturen van de uiteindelijke inrichting.
Geschreven verhandelingen, of het verslag van een discussie over een onderwerp, die meestal worden voorbereid en gepresenteerd als laatste toets voor het behalen van een graad of diploma, en zich kenmerken doordat ze resulteren uit onafhankelijk onderzoek en het bewijs leveren van de vakkennis en de beheersing van academische onderzoeksmethoden van de kandidaat.
Wordt gebruikt gebouwen of openluchtvoorzieningen waar onderzoek en experimenten worden uitgevoerd op een bepaald gebied zoals bijvoorbeeld landbouw en mijnbouw, waar praktische toepassingen worden uitgeprobeerd en waarvan de resultaten worden verspreid. Te onderscheiden van 'onderzoeksstations' waar men zich vooral bezighoudt met de observatie van natuurlijke verschijnselen.
Kunstwerken die de kunstenaar ter goedkeuring overlegt aan een academie, als onderdeel van de toelatingseisen voor lidmaatschap. Gebruik 'gildeproeven' voor voorwerpen vervaardigd ter verwerving van het meesterrecht binnen een gilde.
Locaties waar meestal erg verwoestende wapens tot ontploffing worden gebracht op een afstand van het waarnemingspunt; wordt ook gebruikt voor plaatsen waar wetenschappelijk veldonderzoek wordt uitgevoerd, zoals bijvoorbeeld in de archeologie of geologie. Gebruik 'testterreinen' voor complexen waar wapens worden uitgetest onder scherp toezicht.
Zij die toekomstige gebeurtenissen voorspellen, vooral goddelijk geïnspireerde openbaringen.
Te gebruiken voor de activiteiten die mensen verrichten om in hun levensonderhoud te voorzien of die hun voornaamste bezigheid of werk vormen, al dan niet betaald. Gebruik ‘werkgelegenheid’ voor de mate waarin betaald werk beschikbaar is voor de bevolking.
Normen voor gedrag, prestaties en gebruiken die kenmerkend worden geacht voor vakmensen.
Smalle schaven met zolen en bladen in allerlei vormen, waarmee diverse profielen kunnen worden uitgeschaafd.
Wordt gebruikt voor metalen delen die een C-vormig of U-vormig segment hebben.
Instrumenten die het mogelijk maken om de laatste centimeters van een kaars op te kunnen branden. Hieronder vallen kleine kommetjes of korte cilinders, meestal van metaal, met een of meer pennen of verstelbare armen aan de bovenkant om de stomp van een kaars vast te houden. Sommige hebben een pin die in een kaarsestandaard past.
Het plannen en vaststellen van een reeks of een systeem van handelingen, gebeurtenissen of instructies.
Series proefdrukken die de opeenvolgende en aanvullende stappen van een kleurendrukprocedé na elke kleurtoevoeging laten zien. Aan de hand van deze proeven wordt de kleurdensiteit bepaald en het effect van elke kleur op de andere kleuren. Eventuele kleurcorrecties kunnen worden geformuleerd voor de drukplatenmaker. Gebruik 'kleurenproefdrukken' voor series proefdrukken waarbij elke kleur van het proces te zien is op een afzonderlijke afdruk.
Clade van houtige planten die tussen die van varens en gymnospermen (naaktzadige planten) inzit en het genus Archaeopteris uit het Devoon omvat. Zoals bij de echte gymnospermen was er bij hen gewoonlijk sprake van secundaire groei van hun vaatweefsel (dat wil zeggen, ze produceerden hout) en sommige soorten waren grote bomen. In tegenstelling tot echte gymnospermen produceerden ze evenwel geen zaadjes maar sporen, net als varens. Men erkent twee grote groepen progymnospermen: de Archaeopteridales en Aneurophytales. Een derde groep, de Protopityales, worden soms erkend, maar is slecht bekend, waardoor de relatie met andere planten onduidelijk is.
Architecten aangesteld om toezicht te houden tijdens het realiseren van bepaalde projecten die worden uitgevoerd door hun bedrijf.
Het schrijven van rapporten, voorstellen of andere documentatie, meestal zeer gespecialiseerd of gericht op praktische toepassingen die worden gebruikt voor wetenschappelijke, bouwkundige, zakelijke of andere technische doeleinden.
Verwijst naar afbeeldingen die optisch worden weergegeven op een oppervlak of in de ruimte, meestal door een object te plaatsen tussen een lichtbron en het oppervlak of een aangewezen punt in de ruimte. Hieronder vallen ook afbeeldingen gemaakt met dia's of film, digitale afbeeldingen of andere computerbestanden, of schaduwen geprojecteerd door ondoorzichtige objecten. Afbeeldingen kunnen op de voorkant of achterkant van het oppervlak worden geprojecteerd. Ook hologrammen gericht op een punt in de ruimte zijn projecties.
Apparaten die een afbeelding op een oppervlak projecteren door het overbrengen van licht door een doorzichtige dia of film, of door licht van een ondoorzichtig object te laten weerkaatsen.
Het deel van de arbeidersklasse dat onderaan de sociale en economische ladder staat.
Plaatsen om te wandelen, openbare wandelpaden.
Ruimten aan de voorzijden van Griekse tempels. VWB
Wordt gebruikt voor ruime, officiële en elegant ingerichte kamers die voornamelijk worden gebruikt voor ontvangst en amusement. Gebruik 'zitkamers' voor soortgelijke, maar meestal kleinere vertrekken met een privé-karakter.
Vloeibaar aardgas dat onder druk wordt verkocht in stalen cylinders als flessengas; wordt voornamelijk gebruikt voor kookfornuizen.
De verhouding in een gebouw of in enig ander kunstwerk tussen de verschillende delen of tussen de delen en het geheel , hetzij puur visueel hetzij rekenkundig beschouwd.
Specificaties waarin de namen van producten en fabrikanten worden gegeven, aan de hand waarvan de aannemer en de klant een goede controle kunnen uitoefenen over de productselectie.
Tonelen van oude Romeinse theaters.
Delen van theaterpodia die dichtst bij het publiek zijn en meestal buiten het gordijn uitsteken. Voor het acteeroppervlak van oude Griekse en Romeinse theaters, gebruik "proscaeniums".
Subklasse van buikpotigen waartoe zeeslakken behoren.
Genus van ongeveer 45 soorten doornachtige, diepgewortelde bomen en struiken uit subtropische en tropische gebieden in Zuid-Amerika, Afrika, West-Azië en Zuid-Azië. Ze vormen uitgestrekte bossen in gebieden van Zuid-Amerika tot het zuidwesten van de Verenigde Staten. Er komen twee rassen voor: een laag ras (de mesquiteboom) en een ras dat vaak uitgroeit tot bomen met een hoogte van 15 meter.
Werken die een persoon of groep identificeren en beschrijven binnen een bepaald historisch of literair kader; het kan daarbij de publieke carrière, familierelaties en persoonlijke kenmerken van historische personen of fictieve personages betreffen; vooral toegepast met betrekking tot de Romeinse tijd en het Europa van de middeleeuwen.
Pantsering voor paarden die een borstbescherming vormde en die vaak van brons werd gemaakt voor spannen van strijdwagens of voor paarden van generaals en andere hoge officieren. Leren riemen hielden het prosternidion op zijn plaats. Ceremoniële exemplaren waren zwaar versierd met reliëf.
Mensen die zich tegen betaling aanbieden als seksuele partners.
Het zich bezighouden met seksuele activiteiten voor geld.
Officiële papieren bestaande uit voorbedrukte documenten, uitgereikt aan Amerikaanse zeelieden door ontvangers der douane van 1796 tot 1940 op grond van een wet in de Verenigde Staten, de Act for the Relief and Protection of American Seamen uit 1796.
Afhankelijke gemeenten, naties of territoria, die door internationale verdragen onder bescherming of beheer van een of meerdere buitenlandse mogendheden zijn geplaatst, waarvan het verlies van beheer over kwesties zoals defensie en buitenlandse relaties kenmerkend is.
Verwijst naar de oriëntaliserende fase van de Griekse kunst in Athene; deze periode viel min of meer samen met de proto-Corinthische fase. In deze vroege fasen van de Attische vaasschilderstijl waren nog elementen van de eerdere laat-geometrische stijl te herkennen. Deze periode begon rond 710 v. Chr. en eindigde circa 610 v. Chr., met de ontwikkeling van de Attische zwartfigurige schilderkunst. De stijl wordt gekenmerkt door een krachtig decoratieschema, met spiraalvormen en andere motieven, en ranke figuren met lichte rondingen zoals die niet bij geometrische stijlen worden aangetroffen.
Verwijst naar de oriëntaliserende fase van de Griekse kunst in Korinthe, van circa 720 tot 620 v. Chr., die min of meer samenvalt met de proto-Attische fase in Athene. De proto-Corinthische aardewerkstijl ontwikkelde zich in de 8ste eeuw v. Chr. in Korinthe en heeft zich tot circa 640 v. Chr. gehandhaafd. De stijl wordt gekenmerkt door vaatwerk, meestal bekers, kannen of cassolettes, met aanvankelijk nog geometrische decoraties maar later ook dieren- en mensenfiguren, soms ook voorzien van oriëntaliserende kromlijnige ornamenten. De latere voorbeelden onderscheiden zich door de ronde vormen en de dynamische figuren, als contour en silhouet uitgewerkt, waaraan ook ingesneden en witgekleurde motieven zijn toegevoegd.
Complex weefsel met twee aanvullende kettingstelsels, een basisinslagstelsel en een toegevoegd inslagstelsel. In tegenstelling to wat de naam doet vermoeden, is dit weefsel geen voorloper of variant van lampas.
Verwijst naar een overgangsperiode en cultuur in de late Bronstijd in Italië. Deze kenmerkt zich door een toename van de bevolking, de ontwikkeling van grotere, permanente nederzettingen, begraafplaatsen met dubbelconische urnen, en artefacten waaronder fibulae, scheermessen, bijlen, bronzen wapens en barnstenen objecten. Deze cultuur valt samen met de Sub-Appenijnse cultuur.
Verwijst naar een periode en stijl in de Griekse kunst en cultuur die zich voordeed van circa 1100 tot circa 900 v. Chr. Deze kenmerkt zich door de import van objecten en stijlen uit de Levant en Egypte, een vernieuwing van binnenlandse Griekse stijlen, en een algeheel herstel van de woelige periode die het gevolg was van de gewelddadige omverwerping van de Minoïsche/Myceense wereld in de 12de eeuw v. Chr. De overgeleverde kunstwerken bestaan uit eenvoudige fibulae, primitieve kleifiguren en aardewerk, meestal versierd met cirkels, bogen, driehoeken en golvende lijnen, vaak met meerdere streken aangebracht en geplaatst in horizontale banden op verschillende delen van de pot.
Verwijst naar de periode in het zuiden van Mesopotamië, tussen ongeveer 4000 en 2900 v. Chr., waarin zich ontwikkelingen voordeden zoals de uitvinding van het schrift en verzegelde rollen, het ontstaan van grote steden en grootschalige handel, en het verschijnen van monumentale openbare gebouwen.
Verwijst naar de stijl en periode die over het algemeen duidelijk begint in het midden van de 12de eeuw in Italië en elders in West-Europa. De periode overlapt met de laatmiddeleeuwse periode en wordt in Italië ingeluid door het ontstaan van de stadstaten en de daaropvolgende stijging van de status en het individualisme van kunstenaars en handwerkslieden. De stijl in de beeldhouw- en schilderkunst verschilt van vroegere stijlen door de hernieuwde waardering van de kunst van het klassieke Griekenland en Rome. Deze is duidelijk zichtbaar in de meer driedimensionale, naturalistische figuren en composities die zijn beïnvloed door Romeinse sarcofagen en andere antieke kunst.
Onderklasse van primitieve zoogdieren, waaronder de vogelbekdieren en hun uitgestorven verwanten. De dieren leggen eieren, hebben haar, melkklieren zonder tepels, een schoudergordel en aparte eileiders die uitkomen in een cloaca (waarin ook de endeldarm en de urineleiders uitkomen). De meeste soorten uit deze groep zijn uitgestorven. Men heeft fossielen gevonden uit het Krijt en het Kaenozoïcum. De nog levende vertegenwoordigers zijn de vogelbekdieren en verschillende soorten mierenegels.
Een vervaardigd object dat is bedoeld als functioneel model voor de productie van volgende exemplaren. De term wordt meestal geassocieerd met driedimensionale functionele objecten (meubels, gebouwen en machines) en in mindere mate met de schilder-, teken- of beeldhouwkunst. Soms is de term ook van toepassing op schilderijen en tekeningen bij het beschrijven van conceptuele gelijkenissen, en dus niet van feitelijke objecten. Gebruik 'prototypes' uitsluitend voor het beschrijven van beeldhouwkunst indien het formaat, de vorm en de details van de werken overeenkomen met andere voltooide werken. Gebruik 'maquettes' voor kleine driedimensionale versies van beeldhouwwerken, en 'bozzetti' voor meer in detail uitgewerkte versies van een beeldhouwwerk of schilderij.
orde van ongeveer 150 soorten zeer kleine primitieve, blinde insecten met een bleke kleur die geen vleugels hebben, in vochtige humus en aarde leven en rottend organisch materiaal eten.
Wordt gebruikt voor korte, bondige gezegden die in de omgangstaal zijn ingeburgerd en een algemene waarheid of waarneming uitdrukken met betrekking tot het menselijk leven of gedrag. Het zijn dikwijls volkswijsheden van een groep of een natie die onderscheiden dienen te worden van 'aforismen', waarmee bepaalde principes of voorschriften worden uitgedrukt en waarvan de auteur dikwijls bekend is.
Verwijst naar de stijl van architectuur die gangbaar was in Zuid-Chiapas in Mexico, Zuid-Guatemala en Honduras, en westelijk El Salvador. De stijl weerspiegelt de klassieke Midden-Amerikaanse grootsheid en de Teotichuacaanse details in keramiek en maakt gebruik van decoratief Midden-Amerikaans groen vulkanisch glas. De stijl onderscheidt zich van de meer gedetailleerde laagland-Maya-stijlen door het ontbreken van stèle-altaren en zuilenrijen, het terughoudende gebruik van bogen op kraagstenen voor ondergrondse tomben, het zeldzame voorkomen van polychroom keramiek, imposante tempelontwerpen met pseudogewelven en structuren die overeenkomen met de cycli van hemellichamen.
De constituerende, politieke en bestuurlijke delen binnen verschillende soevereine staten, b.v. historische zoals het Romeinse Rijk en hedendaagse staten met een federaal systeem, zoals Canada en Spanje .
Kamers waar voedsel wordt opgeslagen.
Benaming die in het midden van de 16e eeuw in Engeland in gebruik kwam voor vrijstaande kasten waarin voedsel en drinken wordt opgeslagen. Ze hebben de vorm van een twee kasten op elkaar, waarvan de deuren van spijlen of perforatie zijn voorzien voor de ventilatie. Gebruik 'spinden' om naar soortgelijke vormen te verwijzen die voor, na of tijdens de middeleeuwen zijn gemaakt.
Te gebruiken voor hooggeplaatste functionarissen in verschillende organisaties, gewoonlijk in kerkelijke en academische instituten. Geen Nederlands equivalent voor deze algemene betekenis.
Een reeks blauwachtige of roodachtige paarse kleuren die lijken op de kleur van de schil van de rijpe vrucht van de pruimenboom.
Steenvrucht van verschillende bomen van het geslacht Prunus. De pruim heeft meestal een rode, paarse of gele schil en een poederachtige bloesem als hij rijp is.
Tabak die is geprepareerd om op te kauwen en in verschillende vormen wordt geproduceerd, zoals samengeperste plakken, gevlochten strengen, fijngesneden bladeren en losse bladpuntjes. Het wordt meestal gesaust met substanties als zoethout, specerijen, honing of rum.
Beschrijft een veel voorkomende vorm van decanteerflessen, geproduceerd door Britse, Ierse en Amerikaanse glasmakers, met een lange hals en een enigszins gedrongen tonvormige buik. Geproduceerd vanaf 1772.
Genus van meer dan 400 soorten bloeiende struiken en bomen, waaronder de amandelboom, perzikboom, pruimenboom, kersenboom en abrikozenboom. In sommige classificaties zijn perzikbomen, amandelbomen en bloeiende amandelbomen (Prunus japonica) in het aparte genus Amygdalus opgenomen. Een recent DNA-onderzoek heeft echter uitgewezen dat Prunus monofyletisch is en afkomstig is van één Europees-Aziatische voorouder. De oudste fossielen van soorten uit Prunus zijn gevonden in The Princeton Chert in de Canadese provincie British Columbia en dateren uit het midden van het eoceen.
Openbare gebouwen, raadhuizen, in verschillende Griekse staten, waarin ter ere van Hestia steeds het vuur onderhouden werd: hier gebruikten in Athene de prytanen de maaltijden, eveneens buitenlandse gezanten en eershalve ook verdienstelijke burgers. GNW.
Verwijst naar boeken of andere documentvormen die het Boek der Psalmen bevatten, dat is samengesteld uit 150 psalmen uit het Oude Testament. Een psalter is meestal onderverdeeld in delen die dagelijks bij de metten en op zondag bij de vespers worden gereciteerd, en wordt gebruikt als liturgisch boek door de clerus bij de breviergebeden of getijden, of door leken voor privégebeden. Naast de psalmen bevatten psalters gewoonlijk ook een kerkelijke kalender, gezangen, geloofsbelijdenissen en de litanie van de heiligen. Koning David en zijn hofmuzikanten werden van oudsher beschouwd als auteurs van de psalmen. De onderwerpen van de psalmen zijn meestal hymnen om God te prijzen en smeekbeden om hulp en mededogen. In de christelijke traditie werden de psalmen zo geïnterpreteerd dat de Heer uit het Oude Testament werd gezien als Christus de Verlosser. Diverse passages uit afzonderlijke psalmen werden gezien als christelijke metaforen en vooraankondigingen. Hiëronymus maakte in de 4de eeuw n. Chr. de Hebreeuwse tekst van de psalmen voor westerse lezers toegankelijk door deze in het Latijn te vertalen. Twee vertalingen zijn gemaakt op basis van de Griekse versie (de Septuagint) en één vertaling rechtstreeks uit de originele taal. De drie versies zijn respectievelijk bekend als de Romeinse, gallicaanse en Hebreeuwse psalters. Het psalter was een van de meest geïllustreerde middeleeuwse teksten in het westen. Deze illustraties begonnen rond 725 n. Chr. en floreerden van de 12de tot de 14de eeuw. De tekst werd vaak verfraaid met prachtige ornamenten en afbeeldingen; psalmen leenden zich echter niet goed voor letterlijke illustratie, in tegenstelling tot de meer verhalende Bijbelgedeelten. Als gevolg hiervan waren de illustraties zeer gevarieerd, zowel in stijl als in iconografie. De meeste geïllumineerde psalters bevatten decoratieve gehistoriseerde beginletters bij de belangrijkste onderverdelingen van de tekst.
Orde van 40 families van kleine insecten die boeken beschadigen doordat ze de lijm in de banden opeten.
Verwijst naar de culturele beweging en de kunst uit de tweede helft van de jaren 60 van de 20ste eeuw. Deze stroming had een internationale reikwijdte, maar floreerde voornamelijk aan de Amerikaanse Westkust. De beweging propageerde onderzoek van het onderbewuste door middel van drugs, zintuiglijke begoocheling, en volledige onderdompeling van de zintuigen in muziek en lichtshows. In de beeldende kunst kenmerkt deze stijl zich door obsessief gedetailleerde afbeeldingen, dubbelzinnige voorstellingen van de ruimte en felle kleuren.
Artsen die zijn gespecialiseerd in psychiatrie.
Ramen bestemd voor psychiatrische inrichtingen, die gekenmerkt worden door zware tussenliggende delen, weinig glas, laaggeplaatste ventilators en speciale schermen en beslag.
Tak van de geneeskunde die zich bezighoudt met de behandeling van psychische, emotionele en gedragsstoornissen, vooral wanneer die uit endogene oorzaken of problematische internmenselijke relaties voortkomen. Gebruik 'psychologie' voor de algemene wetenschap van de menselijke en dierlijke geest, emoties en gedrag, in gezonde zowel als ongezonde toestand.
Ziekenhuisvoorzieningen voor mensen met geestelijke stoornissen.
Zij die zijn gespecialiseerd in de psychohistorie, de analyse en interpretatie van historische gebeurtenissen aan de hand van psychologische theorieën en inzichten.
De analyse en interpretatie van historische gebeurtenissen met gebruik van psychologische theorieën en inzichten.
Het bestuderen van de mentale processen en vaardigheden die ten grondslag liggen aan het verwerven, produceren en begrijpen van taal en de diagnose en klinische behandeling van spraak- of taalproblemen.
De wetenschap van de geest en het gedrag van mens en dier, zowel gezond als ongezond, waarbij men zich concentreert op individuen in relatie tot hun omgeving. Gebruik 'psychiatrie' voor de tak van geneeskunde die zich bezighoudt met het behandelen van mentale, emotionele of gedragsstoornissen.
Verwijst naar de vier basiskleuren - rood, groen, blauw en geel die in combinatie met zwart en wit bepaalde kleurervaringen definiëren en die in theorie verschillende psychische effecten bij de mens teweegbrengen. De verwerking van via het netvlies binnentredende visuele informatie door de hersenen is gebaseerd op drie groepen kleuren en achromatische signalen: rood en groen, blauw en geel (blauw afwezig), en wit en zwart.
Zij die psychologie bestuderen of in de praktijk beoefenen, de wetenschap van de geest en het gedrag van mens en dier, zowel gezond als ongezond, waarbij het accent ligt op individuen in relatie tot hun omgeving. Gebruik 'psychiaters' voor hen die zich bezighouden met het behandelen van gedragsstoornissen en mentale of emotionele stoornissen.
Tweekleppige dieren die door sommigen op grond van de structuur van hun schelpen in een onderklasse zijn ingedeeld.
Orde van één familie met zestien soorten gedrongen, duifachtige grondvogels die voorkomen in de woestijnen van Afrika en Azië. Ze hebben korte poten kunnen snel vliegen, en ze eten zaden en insecten.
Verwijst naar de periode in Egypte van circa 304 tot 30 v. Chr., genoemd naar de eerste heerser van de dynastie, Ptolemeus I, aan wie Egypte ten deel viel bij de verdeling van het rijk van Alexander de Grote. De periode kenmerkt zich door het samenvloeien van sterke Griekse invloeden met traditionele Egyptische uitingsvormen, met name in de architectuur, en door veranderingen in de conventies van de beeldende kunst, zoals de afbeelding van de menselijke figuur in de beeldhouwkunst en reliëfsculptuur.
Fysieke ontwikkelingsfase waarin levende wezens voor het eerst in staat zijn om zich sexueel voort te planten; wordt gekenmerkt door de volle ontwikkeling van de voortplantingsorganen en van secundaire seksuele kenmerken. Bij mensen vindt dit meestal tussen het 10e en 15e levensjaar plaats en in Noord-Amerikaans recht wordt dit wettelijk vastgesteld op 14 jaar voor jongens en op 12 jaar voor meisjes.
Documenten die onder het publiek worden verspreid door middel van verkoop of andere wisseling van eigenaar, of door middel van verhuur, pacht of lening.
De status van werken, zoals publicaties, producten en processen die vrij zijn van auteursrechten en octrooien. In de VS betekent het ook: land dat de staat of federale overheid bezit en bestuurt.
Te gebruiken voor de tak van het recht die zich bezighoudt met de organisatie van overheden, de verantwoordelijkheden van openbare instanties en functionarissen, en de relatie tussen een overheid en haar burgers en die tussen soevereine staten.
Te gebruiken voor overheidsdiensten die voorzien in gebouwen en andere faciliteiten, zoals postkantoren, wegen, speelplaatsen en havens, ten dienste van de gemeenschap en bekostigd uit de openbare middelen.
Regelgevende beginselen die als richtlijnen dienen voor het maken van beslissingen en handelen, zoals vastgelegd in wetgevende en uitvoerende bepalingen.
Publikaties die regelmatig worden uitgegeven met tussenpozen van meer dan één dag.
Zwarte schijven van gevulcaniseerd rubber met lichtelijk schuin aflopende zijkanten, 2,5 cm dik, 7,5 cm in doorsnee en met een gewicht van ongeveer 170 gram; ze worden gebruikt bij het spelen van ijshockey.
Verwijst naar een stijl die zijn oorsprong heeft in het Mexico van het einde van de 18de eeuw. In de architectuur heeft de stijl zich ontwikkeld uit de Spaanse barok; hij wordt gekenmerkt door rijke, beeldgesneden façades met herkenbare taps toelopende estípites, fel gekleurde exterieurs van geglazuurde tegels, en portalen, vensters en dakniveaus met verschillende geometrische contouren. De stijl werd voor het eerst toegepast in Mexico Stad, in de façade van het Sagrarium van de Catedral Metropolitana (1749-1768), een ontwerp van de architect Lorenzo Rodríguez, en verspreidde zich daarna snel.
Wordt gebruikt voor wooncomplexen met meerdere verdiepingen en meerdere vertrekken, vaak gebouwd op plateau's of in rotswanden, gangbaar bij bepaalde indiaanse culturen in het zuidwesten van de Verenigde Staten; te onderscheiden van 'Great Houses (complexen)' door hun ligging en samengeklonterde opbouw.
Wordt gebruikt voor Spaanse civiele koloniale nederzettingen in het zuidwesten van de Verenigde Staten, voornamelijk gesticht voor de landbouw en handel.
Een poreus, schuimachtig vulkaanglas dat door een snel afkoelingsproces niet is gekristalliseerd; het is schuimig door het plotseling vrijkomen van opgeloste gassen. Het is licht van kleur en van gewicht en blijft drijven op water. In vaste vorm wordt het gebruikt als schuurmiddel en in poedervorm als polijst- en schuurmiddel. Het heeft vaak de samenstelling van ryoliet. Obsidiaan verandert in puimsteen wanneer het smelt.
Aanduiding voor glooiend, waaiervormig sediment dat door een waterstroom wordt afgezet waar deze een nauw stroomgebied of een hoogvlakte verlaat en uitloopt in een laagvlakte of een brede vallei.
Wordt gebruikt voor het verwijderen van boekdelen uit een band met de bedoeling ze opnieuw in te binden; meestal betreft het de verwijdering van kaften, rugversterkingen en oude lijm, waarbij het garen wordt doorgeknipt en alle katernen van elkaar worden gescheiden. Wanneer een afzonderlijk, bibliografisch onderdeel is verwijderd uit een band met de bedoeling het daarna op zich zelf te doen staan wordt '@disbinding' gebruikt. Voor een boekblok dat nooit is gebonden, maar uit losse vellen, katernen of verzamelmateriaalbestaat, gebruik 'ongebonden'.
Ruimvallende truien zonder col of kraag, vaak met een V-hals, die over een ander kledingstuk, b.v. een coltrui, een blouse of een overhemd, worden gedragen.
Tonelen van oude Griekse theaters.
Op slecht, goedkoop houtpulppapier gedrukte romanlectuur, doorgaans handelend over ordinaire of sensationele onderwerpen.
Grote kommen, meestal van zilver, keramiek of glas, waarin een drank zoals punch of limonade wordt bereid of geserveerd. Vaak horen er een opscheplepel en een stel punchkoppen bij.
Koppen bedoeld om punch of vergelijkbare dranken uit te drinken, die uit een punchkom worden geserveerd. Ze hebben een vlakke bodem of een voet met stam en meestal één handvat. Gewoonlijk gemaakt in sets behorend bij en overeenstemmend met een punchkom.
Te gebruiken om werken te beschrijven die werden vervaardigd door de inwoners van het oude Carthago en zijn koloniën in het westelijke Middellandse Zeegebied, langs de Adriatische kust en in Spanje tijdens het eerste millennium v. Chr.
Verwijst naar een werk van draad of touw dat is geknoopt, gedraaid of gebonden. Het werd voor het eerst gemaakt in het Middellandse-Zeegebied, waarschijnlijk van visnetten. Het kwam tot bloei in het 16de-eeuwse Italië, waar decoraties werden gemaakt door te knopen, draaien en binden, zonder gewichten of klossen. Vroege patronen waren geometrisch, soms afgewisseld met schematische figuren. Men denkt dat kloskant uit dit proces is ontstaan, toen de draden werden vastgemaakt aan loodgewichten en het ontwerp werd uitgewerkt op een kussen.
Verwijst naar kant die wordt gemaakt van platte Venetiaanse kant. Deze wordt gekenmerkt door een opgehoogd patroon, dat ontstaat door krul- of bladmotieven te omgeven door koord, een relatieve zware draad of draadbundel. Het ontwerp wordt daarna bewerkt met knoopsgatsteken, zodat de krullen en bladeren reliëf krijgen.
Marmer dat wordt gewonnen in de omgeving van het schiereiland Purbeck-eiland in het Engelse Dorset. Voornamelijk gebruikt als bouwsteen.
Verwijst naar de stroming in de Europese schilderkunst die rond 1918 ontstond als antwoord op het decoratieve gehalte van het kubisme. De stijl kenmerkt zich door heldere, afgebakende geometrische vormen en ongemengde kleuren.
Instrumenten die in de stelen van kaarsenstandaards zijn gemaakt met als doel het aanpassen van de kaars in de standaard en het uitstoten van de stomp.
Gaten, kuilen of andere meestal verticale uitgravingen die in de aarde worden uitgeboord, geslagen, gedrild of op een andere manier gebouwd om diverse vloeistoffen omhoog te halen, bijvoorbeeld water, brijn, aardolie of aardgas.
Motieven die mollige, soms gevleugelde en naakte figuren van kleine jongens weergeven, afgeleid van Grieks-Romeinse afbeeldingen van Eros. Gebruikelijk in kunst van de Renaissance tot en met de 18e eeuw.
Aanduiding voor constructiepuzzels waarvan het doel is om twee- of driedimensionale stukken weer samen te voegen tot een bepaalde vorm. Te gebruiken voor ontspanningsartefacten die zijn bedoeld om amusement of afleiding te bieden door het leveren van constructiemoeilijkheden die moeten worden opgelost met vindingrijkheid of geduldig proberen. Kijk bij "woord- en cijferpuzzels en spellen" voor woord- en cijferafleidingen die moeten worden opgelost.
Te gebruiken om werken te beschrijven van bepaalde Afrikaanse volkeren die leven in Kameroen, Equatoriaal-Guinea, de Democratische Republiek Congo, Congo, de Centraal-Afrikaanse Republiek, Rwanda en Burundi. De term Pygmee heeft soms een negatieve bijklank. Waar mogelijk verdient het gebruik van de specifieke naam van een subgroep de voorkeur.
Flessen waarvan het volume precies bekend is; worden gebruikt om de dichtheid of het soortelijk gewicht van vloeistoffen te meten.
Verwijst naar een aardewerkstijl die voorkwam op Kreta in de laat-neolithische en Vroeg-Minoïsche periode. De stijl kenmerkt zich door een oppervlak dat donkerbruin tot zwart is gebakken, en is gepolijst met een zachte kiezel of een houten polijstborstel om decoratieve lijnen te verkrijgen. In de vroege fase was de decoratie eenvoudig. In de latere fasen werd de decoratie geavanceerder, met horizontaal of verticaal gepolijste lijnen, zigzag- lijnen, kruisarceringen, parallelle lijnen, of aaneengesloten gepolijste vlakken. De stijl werd in verschillende vormen uitgevoerd, maar is vooral bekend vanwege typische kelken op een kenmerkende voet.
Een brandbaar mengsel van cellulose-nitraten, dat meestal minder dan 12,5% stikstof bevat.
Verwijst naar de cultuur die is verbonden met een stad-koninkrijk in antiek Birma en die floreerde van circa 1 n. Chr. tot 9 n. Chr. en die de zuidelijke regio's Binnaka, Mongamo, Sri Ksetra en Halingyi omvat. Architectuur in de regio wordt gekenmerkt door gewelfde tempels, huizen, paleizen en kloosters gebouwd van hout en voorzien van daken die zijn bedekt met tegels van lood en tin, en die muren bevatten die zijn samengesteld uit geglazuurd steen. Decoratieve kunstnijverheid binnen huishoudens betrof keukengerei van goud en beeldjes van goud, groen glas, jade en kristal. Cilindrische stoepa's of grote grafurnen van diverse afmetingen versierden de periferie van de stadsmuren en tempels van het koninkrijk.
Oud-Griekse, relatief kleine, doosachtige bakjes met zware deksels om cosmetica en toiletartikelen in te bewaren. Deze vaak cilindervormige bakjes werden doorgaans aangetroffen in de graven van vrouwen en krijgers.
Een type pyxides met een plat deksel met een knop en een buik met holle zijden. Dit type is voetloos of heeft een ringvormige voet die soms is verdeeld in drie of vier gedeelten.
Een type pyxides met een lage, brede vorm, een buik met rechte zijden en een schuifdeksel. Dit type lijkt op een moderne poederdoos.
Een type pyxides met een bol deksel en een buik met holle zijden zoals van de pyxis type A, maar dan ondieper en breder. Dit type wordt alleen roodfigurig aangetroffen.
Een type pyxides met een soortgelijke buik als de pyxis type B, maar met een kleiner, dopachtig deksel in plaats van een schuifdeksel. Dit type wordt alleen roodfigurig aangetroffen.
Kleine ciboriehouder zonder stam, meestal van edelmetaal, om hosties te bewaren of naar zieken te dragen. Te onderscheiden van 'monstransen', gebruikt om de hostie uit te stallen, op het altaar of tijdens een processie.
Verwijst naar de paleolithische periode in Nubië van circa 15.000 tot 10.000 v. Chr. De periode kenmerkt zich door maalstenen en blades die mogelijk wijzen op landbouwexperimenten, door de aanwezigheid van begraafplaatsen en bewijzen van rituele uitvaarten.
Verwijst naar een van de twee takken van de moderne islamitische beweging der Ahmadiyya. De tak houdt vast aan het ketterse Ahmadiyya-geloof dat Ghulam Ahmad een profeet was. De gelovigen van deze gezindte wonen voornamelijk in Pakistan, maar er worden ook gemeenschappen aangetroffen in India, West-Afrika en in zekere mate in Europa, met name Groot-Brittannië, en de Verenigde Staten. De Qadiyani zijn sterk georganiseerd, hebben een behoorlijke financiële basis en zijn gedreven missionarissen die Ahmadiyya als de enige ware islam voorstellen. Na de stichting van Pakistan in 1947 verhuisde de geloofsgemeenschap officieel van Qadian, de geboorteplaats van haar oprichter, naar Rabwah in Pakistan.
Wordt gebruikt voor ondergrondse irrigatiesystemen die bestaan uit tunnels die omlaaglopen vanaf een waterbron en zijn verbonden met de oppervlakte door een reeks verticale shachten op regelmatige afstand van elkaar.
Psalters met 50-100 snaren van darm, metaal of kunststof in bundels van 3 gespannen over een platte, trapeziumvormige klankkast, met dierenhuid over de bodem; 20ste eeuwse modellen hebben soms koperen knoppen voor het spannen; Nabije-Oosten, Turkije, Noord-Afrika, delen van Azië en Zuidoost-Europa.
Verwijst naar de stijl van kunst die werd verzameld en vervaardigd door de keizer, kunstenaar Ch'ien-lung (aan de macht van 1736 tot 1795). Zijn verzameling bestond voornamelijk uit porselein, bronzen en jade voorwerpen, kalligrafie en zeldzame boeken. Kenmerkend voor keramiek in deze stijl is fine-famille-roseporselein. In de schilderkunst wordt de stijl gekenmerkt door gedetailleerde vogel- en bloemschilderingen die zowel werden vervaardigd door de keizer zelf als door hofschilders. De fascinatie van de keizer voor Europa leidde tot de ontwikkeling van een Chinese rococostijl in de architectuur.
Verwijst naar een van de drie hoofdfasen van de Gansu-cultuur, die dateert uit circa 2000 tot circa 1600 v. Chr.; deze fase valt ongeveer samen met de latere fasen van de Longshan-cultuur in het oosten. Qijia werd in 1923 ontdekt door de Zweedse archeoloog Johan Gunnar Andersson, en is genoemd naar de vindplaats in Qijiaping in het gewest Guanghe, in het oosten van de provincie Gansu; de cultuur was verbreid tot in het westen van de provincie Qinghai en de autonome regio's Ningxia en Binnen-Mongolië. Aardewerk uit de Qijia-fase omvat grijs en rood aardewerk dat glad, beschilderd of corded is. De profielen van het vaatwerk zijn hoekiger, en vormen zoals postamentvormige voeten duiden erop dat er vanaf 2000 v. Chr. een kruisbestuiving heeft plaatsgevonden met andere tradities uit alle delen van China. Er zijn ook enige koperen artefacten opgegraven. Bij de begrafenis werden giften meegegeven zoals gereedschap van been of steen, aardewerken vaatwerk, ornamenten en orakelbenen.
Lange citers bestaande uit een licht gebolde, ondiepe, gelakte klankkast waarover in de lengte zeven zijden snaren van gelijke lengte zijn gespannen, ieder getwijnd van een verschillend, vast aantal draden. Dertien schijfjes van ivoor of parelmoer zijn langs één zijkant ingelegd om de snaarverdelingen aan te geven. Ze zijn van oudsher het meest in aanzien staande Chinese muziekinstrument dat sterk verbonden is met het hof en met Confusiaanse rituelen, filosofie en wetenschap.
Verwijst naar de stijl en periode die in verband worden gebracht met de Qin-dynastie, de eerste Chinese keizerdynastie, die dateert van 221-206 v. Chr. Gedurende deze periode werd de Chinese Muur gebouwd. Er kan slechts een beperkt aantal objecten met zekerheid aan deze periode worden toegeschreven. De bekendste hiervan zijn de levensgrote aardewerken soldaten en paarden die zijn gevonden bij de graftombe van koning Zheng in Lintong.
Vroege vorm van het Chinese klerkenschrift dat nog veel kenmerken van het zegelschrift heeft behouden en dat voornamelijk werd gebruikt voor het opstellen van ambtelijke documenten en voor correspondentie over alledaagse zaken. Voorbeelden worden aangetroffen in penseelgeschriften op bamboestroken en hout en in zijdemanuscripten.
Verwijst naar de stijl en periode die in verband worden gebracht met de heerschappij van de Qing-dynastie, van 1644 tot 1911. Peking bleef de Chinese hoofdstad en werd verfraaid met grootschalige, fel gekleurde gebouwen in baksteen en steen. Voor keramiek werden contrasterende stijlen van fijn afgewerkte, opake opgeglazuurde objecten en monochrome objecten ontwikkeld. Voor de schilderkunst werd een officiële academie opgericht, waar de traditionele landschapsstijl van de vier Wangs werd voortgezet.
Verwijst naar de stijl van porselein dat in de Chinese provincie Kiangsi werd vervaardigd gedurende de Yuan-dynastie en wordt gekenmerkt door een lichtblauwe of hemelsblauwe kleur.
Verwijst naar een Chinese Neolithische cultuur en periode die zijn naam ontleent aan een in 1951 ontdekte archeologische site in het gewest Huai'an in de Chinese provincie Jiangsu. Globaal omvatte Qingliangang de periode tussen 4500 en circa 2300 v. Chr., en het gehele kustgebied vanaf de provincie Shandong in het noorden tot aan de grens met de provincie Fujian in het zuiden. In meer specifieke zin wordt er de periode tussen circa 4500 en circa 3200 v. Chr. mee bedoeld, en uitsluitend het gebied van de provincie Shandong en het noordelijk deel van de provincie Jiangsu. De weinige Neolithische resten die in Qingliangang zijn opgegraven, omvatten hoofdzakelijk geavanceerde stenen gereedschappen, aardewerken houders en potscherven. Het aardewerk van Qingliangang bestaat overwegend uit roodbakken steengoed, hoewel ook grijs en zwart aardewerk is aangetroffen. Vaatwerk is gevonden in de vorm van borden of schalen van het pan- en pen-type, kommen van het bo-type, statieven van het ding- en li-type, kopjes van het bei- en dou-type, alsmede zeng-stoompannen. Sierontwerpen komen uitsluitend voor in de vorm van eenvoudige geometrische patronen, meestal bestaande uit gebogen of rechte parallelle lijnen. Het decor is doorgaans ingestempeld en geschilderd; ook zijn technieken als insnijden en appliqué gebruikt.
Wordt gebruikt voor rechthoekige door (overheids- of universiteits)gebouwen omgeven, bestrate of met gras begroeide ruimten. Te onderscheiden van 'binnenplaatsen' die door een enkel gebouw omsloten worden.
Wordt gebruikt voor Romeinse koperen of bronzen munten ter waarde van een kwart as; ze werden uitgegeven door de vroege Republiek tot ten minste de 2e eeuw n.C.
Bogen, meestal met een monumentaal karakter, met twee elkaar kruisende doorgangen en vier façades. Soms worden ze op kruispunten geplaatst. Binnen de context van de Romeinse architectuur waren ze met name populair in Afrika en in het oostelijke deel van het Romeinse Rijk.
Griekse en Romeinse wagens die door vier paarden naast elkaar werden getrokken.
Antieke Romeinse binnenplaatsen met zuilengangen aan alle vier de zijden.
Schotse drinkschalen in de vorm van een kleine, ondiepe kom, meestal met twee, soms ook met drie horizontale handvatten; meestal gemaakt van hout, tin of zilver. Geen Nederlands equivalent.
Engelse variant van art nouveau, meestal gebruikt voor het beschrijven van allerlei in massa geproduceerde goederen, voornamelijk meubels.
Een christelijke sekte die in het midden van de 17de eeuw ontstond in Engeland en de Amerikaanse koloniën. Ze bepleiten de directe inwaartse vrees voor God, benadrukken de nabijheid van de leer en leiding van Christus en wijzen naar buiten gekeerde rituelen en geestelijke ambten af. Quakers geloven in een spiritueel doopsel en een spirituele communie. De groep heeft een lange traditie van strijd tegen oorlog en een actieve inzet voor vrede. De quakers vertegenwoordigen de extreem linkse vleugel van de 17de-eeuwse puriteinse beweging en werden vaak vervolgd om hun onconventionele christelijke beleving. Scheidingen in de 18de en 19de eeuw werden tijdens en na de Eerste Wereldoorlog hersteld, toen de afname van het onderlinge wantrouwen samenwerking en hereniging mogelijk maakte. George Fox (1624-91), stichter van het genootschap in Engeland, liet optekenen dat in 1650 'rechter Bennet uit Derby ons als eerste quakers noemde, omdat we oproepen te beven voor het woord van God.' Waarschijnlijk werd de naam ook gebruikt omdat ze tijdens hun samenkomsten daadwerkelijk trilden om hun religieuze beleving te tonen. Hoewel de term oorspronkelijk spottend was bedoeld, wordt de term door de quakers zelf gebruikt en kan deze tegenwoordig zonder schaamte worden gebruikt. Het kerkbestuur bij de quakers is gebaseerd op maandelijkse samenkomsten.
Te gebruiken voor de kunststijl uit de regeringsperiode van Queen Anne (1702-1714). Te onderscheiden van 'Queen Anne-stijl', die een stijl in de kunstnijverheid vanaf 1870 aanduidt, evenals een laat 19e-eeuwse bouwstijl (m.n. gepropageerd door Richard Norman Shaw), die geïnspireerd is op de 18e-eeuwse kunst uit de regeringsperiode van Queen Anne.
Te gebruiken voor een stijl in de kunstnijverheid vanaf 1870, en in de laat 19e-eeuwse architectuur (m.n. gepropageerd door Richard Norman Shaw), geïnspireerd op de stijl uit de regeringsperiode van Queen Anne in de 18e eeuw. Gebruik voor deze stijl de term 'Queen Anne'.
Engels aardewerk met loodglazuur dat circa 1763 werd ontwikkeld door Josiah Wedgwood. De naam is ontleend aan koningin Charlotte. De populariteit van dit aardewerk leidde tot het verdwijnen van de Engelse tinglazuuraardewerk-industrie.
Verwijst naar een in Engeland geproduceerd type aardewerk uit de tweede helft van de 18de eeuw, met een romige kleur en voorzien van een transparant loodglazuur; de term verwijst eveneens naar imitaties van Engels aardewerk. Engels aardewerk is van oorsprong ontwikkeld door pottenbakkers uit Staffordshire, die experimenten uitvoerden in de hoop een vervanging voor Chinees porselein te vinden. Rond 1750 creëerden ze een fijn wit type aardewerk met een vol gelig glazuur; de lichte romp en het transparante glazuur maakten dit type aardewerk bij uitstek geschikt voor huishoudelijk gebruik. De roomkleur werd destijds nog als onvolkomenheid beschouwd; in 1779 kwam Wedgwood met een verbetering, een blauwwit product dat hij 'pearlware' noemde. Dit type aardewerk bleef bijna een eeuw lang in productie. Engels aardewerk werd echter de gehele 19de en 20ste eeuw vervaardigd, tot op de dag van vandaag.
Een lichtbruin of vaalgeel dolomiet dat goed gecementeerd en breukvrij is. Het is bij uitstek geschikt voor bouwdoeleinden. Het wordt vaak gebruikt als bouwsteen in het Canadese Toronto, omdat het wordt gewonnen in het zuiden van Ontario. Queenston-kalksteen bedekt de cuesta van Niagara. De winning in Queenston begon rond 1840, maar daarvoor zochten Schotse kolonisten al naar bouwmaterialen in de kalksteenbedden. De huidige groeve is een van de oudste van Canada.
Middelgrote eik die inheems is op lager gelegen watergebieden in het zuidoosten van de Verenigde Staten, in het gebied dat zich uitstrekt van Delaware tot het zuiden van Illinois in het westen en het noorden van Florida en Zuidoost-Texas in het zuiden. De eikel wordt bijna helemaal bedekt door de dop. De Latijnse naam verwijst naar de vorm van de bladeren, die op een lier lijken.
Eik die wit hout produceert en inheems is in Noord-Amerika, in het oosten en middenwesten van de Verenigde Staten en het midden van Zuid-Canada. De doppen van de eikels zijn zeer rafelig. In stedelijke gebieden is het een populaire sier- en schaduwboom vanwege zijn goede weerstand tegen insecten en schimmels, droogte en luchtvervuiling. Voorheen kwam de boom veel voor op prairies en zogenaamde oak savannas (savannen met veel eiken). De boom is door zijn brandwerende kurkschors goed bestand tegen vuur.
Waardevolle Noord-Amerikaanse productieboom die voorkomt op de vlaktes aan de Atlantische kust en de kust van de Mexicaanse Golf en op laagliggende stukken land langs de Mississippi. De boom kan 24 tot 36 meter hoog worden en vanuit de zuilvormige stam groeien takken onder een kleine hoek omhoog. De kroon is rond en compact. De schors is zilverwit met een rode tint, en de glanzende, fluweelachtige bladeren zijn heldergroen en witachtig aan de onderkant. Gewoonlijk zijn de bladeren 20 centimeter lang. In de herfst worden ze rood. In het Engels noemt men de boom vaak ���cow oak' (���koeieneik'), omdat de eikels door het vee worden gegeten, of ���basket oak', omdat men lokaal manden maakt van strips van het hout. Voorheen dacht men dat het een variëteit was van Q. prinus, maar Q. michauxii is gewoonlijk massiever dan Q. prinus. Men kan er snel achterkomen tot welke soort een boom behoort door naar de habitat te kijken. Als de boom op een heuvelrug groeit, is het waarschijnlijk Q. prinus. Als de boom op natte, lager gelegen stukken land groeit, is het waarschijnlijk Q. michauxii.
Deze soort noemt men ook wel Q. montana. Men gebruikt het hout om meubels te maken. In het Engels gebruikt men informeel ook de term ���chestnut oak' (���kastanje-eik'), een algemene term voor diverse soorten eiken met bladeren die op die van kastanjes lijken.
Groenblijvende boom die inheems is op Cuba en in het gebied dat zich uitstrekt van het zuidoosten van de Verenigde Staten tot in Mexico. De boom heeft een ruwe roodbruine schors en wordt vijftien meter hoog. Gewaardeerd om zijn harde, duurzame hout. Vroeger gebruikte men het in de scheepsbouw. Tegenwoordig plant men de bomen vooral vanwege de schaduw. De soort is makkelijk te kruisen, waardoor soms verwarring is ontstaan over variëteiten en bepaalde volksnamen.
Verwijst naar het geloof dat God zich alleen manifesteert in een persoon die volledig rustig en passief is. Religieuze volgelingen dienen zich daarom terug te trekken uit de alledaagse wereld en dienen hun wil te onderdrukken. De term verwijst ook meer specifiek naar vormen van christelijk mysticisme, in het bijzonder naar bewegingen in de Middeleeuwen en 17de-eeuwse controversen in Spanje en Frankrijk.
Een Noord-Amerikaanse kunstvorm met decoratieve schikkingen van stekels (gewoonlijk van stekelvarkens) en soms met vogelveren.
Dekens voor bedden die zijn samengesteld uit drie lagen (boven- en onderlaag en vulling) welke aan elkaar zijn bevestigd met een quilttechniek: een vorm van stikken waardoor meestal decoratieve patronen of ontwerpen ontstaan. De term kan ook in minder specifieke zin verwijzen naar soortgelijke dekens bestaande uit delen die op andere wijze aan elkaar zijn bevestigd. Quilts dienen te worden onderscheiden van ‘gewatteerde dekens’: warmere, zwaar gewatteerde dekens met minder complex of minder decoratief stiksel. Quilts kunnen ook als wanddecoratie of voor een ander doel worden gebruikt.
Verwijst naar mensen die quilts maken, dat wil zeggen bedekkingen voor bedden die uit drie lagen (bovenkant, achterkant en vulling) bestaan, aan elkaar bevestigd met steken die decoratieve patronen of dessins vormen.
Romeinse zilveren munten van verschillende waarde, oorspronkelijk een halve denarius, geslagen vanaf het eind van de 3e eeuw v.C. Later ook in goud en brons en aangemunt tot de 3e eeuw n.C.
Latijns-Amerikaanse feesten en ceremonies die worden gehouden op de vijftiende verjaardag van een meisje.
Een patroon dat bestaat uit vijf elementen die zijn aangebracht op elk van de vier hoeken van een vierkant of rechthoek, plus een in het midden. Vaak in serie gebruikt als motief in een rand of veld in de textiel.
Verwijst naar een Zuid-Chinese neolithische cultuur uit de periode tussen circa 3100 en 2600 v. Chr. met als het centrum de hoogvlakte van Yangtze-Hanshui. De naam is ontleend aan een locatie in de buurt van het dorp Qujialing in Jingshan, in de provincie Hubei. De Qujialing-cultuur kwam na de Daxi-cultuur en werd op zijn beurt opgevolgd door de Longshan-cultuur. Deze cultuur is vermaard om zijn mooie zwarte en grijze aardewerk, en om de opvallend beschilderde eierschaalkeramiek uit de tweede helft van de periode. De meeste keramiek is niet gedecoreerd, maar soms is ze gedecoreerd met gedrukte of beschilderde motieven. In navolging van de Daxi-keramiek overheersen vormen de ringvoet- en postamentvormen in de Qujialing-periode. De vele beschilderde spilwieltjes van klei duiden wellicht op een intensieve textielproductie.
Trompe l'oeil-decoraties die objecten zoals enveloppen, speelkaarten en scharen afbeelden, onwillekeurig geordend en weergegeven zodat het lijkt alsof ze schaduwen; veelal geassocieerd met laat achtiende-eeuws Royal Copenhagen porcelein en Meissen-aardewerk uit iets eerdere tijd.
Vergaderingen of organen met mensen die samenkomen voor overleg of om regels of advies vast te stellen.
Wordt gebruikt voor restaurants, meestal onder straatniveau, nagemaakt van kelders in Duitse stadhuizen waar wijn en bier wordt verkocht.
Te gebruiken voor personen die hetzij op niet-professionele, hetzij in officiële of professionele context advies geven, meestal op lopende basis. Gebruik 'consultants' voor personen die deskundig advies geven over meestal specifieke onderwerpen of problemen waarin zij zijn gespecialiseerd of geschoold.
Wordt gebruikt voor ruimten voor bijeenkomsten van bestuurlijke, wetgevende of gerechtelijke organen. Daarnaast wordt de Amerikaanse term 'chambers' ook gebruikt voor de privévertrekken van rechters. Gebruik hiervoor in het Nederlands 'raadkamers'.
Voorwerpen die zijn vastgemaakt aan een rail van een schuifraam waarmee het raam omhoog gehesen en neergelaten kan worden. Ze kunnen verzonken zijn of als opbouwstaven of -haken zijn bevestigd.
Verwijst naar ornamenten, met name roosters of traliewerken, die in een vensteropening zijn aangebracht. Verwijst naar schermen met gaas die voor ramen worden geplaatst om insecten buiten te houden maar wel buitenlucht toe te laten.
Horizontale behangsels van stof die over de bovenkant van een opening zijn bevestigd om de bovenkant van gordijnen en hun ophang- en open- en sluitmechanisme aan het oog te onttrekken.
Te gebruiken voor alle speedboten die voor racen zijn ontworpen. Ze worden over het algemeen conform dezelfde regels gebouwd als 'development-' of beperkte klassen.
Te gebruiken voor slaghoutachtige voorwerpen met lange stelen en ovale of ronde koppen met een strakgespannen netwerk, voor het slaan van ballen of shuttles bij diverse sporten; gebruik 'bats (balspelbenodigdheden' voor soortgelijke maar kleinere voorwerpen met massieve koppen, die worden gebruikt bij tafeltennis.
Door stoomkracht voortbewogen vaartuigen, aangedreven door een paar midscheepse schepraderen of een enkel scheprad bij de achtersteven; zijn aan het einde van de 18e eeuw ontworpen.
Omhulsels in de vorm van een doos, gewoonlijk van metaal, die over radiatoren geplaatst worden om ze aan het gezicht te onttrekken, de warme luchtstroom te richten, of om bescherming te bieden tegen hete oppervlakken.
Verwijst naar de denkrichting die in de jaren zestig en zeventig van de twintigste eeuw navolging vond in Noord-Amerika, die verband hield met de verwerping van de stabiele waarden van de middenklasse en de conservatieve houding ten opzichte van mode, politiek, muziek, opleiding en sociale waarden. De beweging wordt in het algemeen gekenmerkt door radicale politieke overtuigingen, seksuele vrijheid, provocerende kleding en drugsgebruik. In beperktere zin was dit de beweging die de katalysator was voor de burgerrechten- en milieubeweging in de jaren zestig van de twintigste eeuw.
Het dateren door middel van het meten van processen die het verval van radioactieve isotopen met zich meebrengen.
Het verschijnsel, vertoond door of een eigenschap van een stof, van het spontaan uitzenden van straling veroorzaakt door veranderingen in de kern van atomen van het element.
Dateringsmethode, die is gebaseerd op de bekende halfwaardetijd van koolstof-14, waarbij de hoeveelheid lage radioactiviteit wordt gemeten van koolstof die is achtergebleven in oud en dood, oorspronkelijk organisch materiaal, zodat kan worden bepaald wanneer een plant of dier is gestorven.
Hard, fijnkorrelig afzettingsgesteente bestaande uit de restanten van radiolaria, eencellige organismes die naar de bodem van de oceaan zakken en daar niet oplossen in het zeewater maar dit gesteente doen ontstaan.
Specialisten in het gebruik van straling, bijvoorbeeld röntgenstraling, en radioactieve materialen bij de diagnose en behandeling van ziekten.
De wetenschap die zich bezighoudt met het gebruik van straling, zoals röntgenstraling en radioactieve materialen voor de diagnose en behandeling van ziekte. Gebruik 'radiografie' voor de toepassing van technieken die radiografische beelden produceren.
Gevoelige radiometers die worden gebruikt om zwakke stralingsenergie te meten en die meestal bestaan uit een thermozuil die wordt gedragen door en in directe verbinding staat met de bewegende spoel van een galvanometer.
Verwijst naar de filosofie, de atheïstische religie en het geloofssysteem waarin wordt gesteld dat Raël de laatste is in een rij profeten die ook Boeddha, Mohammed, Mozes en Jezus Christus omvat. Het raëlisme ontstond in de jaren 70 van de 20ste eeuw. De leer is onder andere gebaseerd op het idee dat het leven op aarde is ontstaan via genetische manipulatie door buitenaardse wezens en dat na de dood het leven kan worden voortgezet door middel van klonen. Steun voor deze en andere leerstellingen wordt gevonden in de natuurwetenschappen en in de Bijbel en andere religieuze teksten. Hoofddoel van het raëlisme is het bereiken van mensenrechten, vrede, liefde en geluk op aarde. De vele voorschriften moedigen aan tot meditatie en ontmoedigen het gebruik van tabak, alcoholische drank en illegale drugs. Het raëlisme hecht veel waarde aan uitvoerende en beeldende kunsten en andere vormen van creativiteit.
Verwijst naar een regionale school van Rajasthan-miniatuurschilderkunst met als centrum Raghogarh in Malwa, Centraal-India. De opdrachtgevers van deze school waren de Rajput-heersers van het Khichi Chauhan-geslacht, die Raghogarh als hoofdstad hadden. De school, die in de 17de eeuw een bloeitijd doormaakte, is stilistisch verwant met de Bundi-school, hoewel de aard van de relatie niet duidelijk is. De figuren zijn vaak afgebeeld met een smal middel, slanke ledematen, grote ogen en een enigszins langgerekt hoofd. De Raghogarh-schilderkunst heeft zich tot aan de 19de eeuw gehandhaafd.
Een van de twee belangrijkste scholen van de Indiase miniatuurschilderkunst in de Rajputstijl; de andere is Pahari, een stijl die sterk verwant is qua techniek en themakeuze. Deze stijl wordt geassocieerd met het gebied van de Centrale Hoogvlakten. Het is nog niet geheel duidelijk hoe de Rajasthan-schilderkunst zich uit de vroege West-Indiase schilderkunst heeft ontwikkeld. Het lijkt erop dat het begin ligt in de 16de eeuw, en dat de eerste fase nog een overwegend hiëratisch en abstract karakter had. De thema's zijn meestal hindoeïstisch, met een sterk accent op het leven van Krishna. De literatuur en schilderkunst uit deze periode waren het product van de religieuze ontwikkelingen van die tijd, waarbij devotie aan Krishna de weg naar de verlossing zou wijzen. Populaire thema's waren verbeeldingen van de muzikale modi (ragamali) and liefdesgedichten. Tot de 18de eeuw werd de stijl nog nauwelijks beïnvloed door Mogolstijlen. Pas daarna viel het duidelijke onderscheid tussen de twee stijlen geleidelijk weg. Uit de stijl hebben zich diverse scholen ontwikkeld, waarvan sommige buiten de geografische grenzen van Rajasthan.
Indiase schilderstijl die wordt geassocieerd met de hindoeïstische Rajputvorsten, welke na de val van het Guptarijk aan de macht kwamen. Hun hoven waren vaak hindoeïstische leercentra, en ze begunstigden dichters, geleerden en kunstenaars. De Rajputschilderkunst was een omvangrijke stroming met een sterk Indiase inslag en vormde daardoor in zekere zin een contrast met de kunst van hun tegenstanders, de islamitische Mogols. Niettemin moesten de Rajputheersers zich uiteindelijk aan de Mogolheersers onderwerpen om hun gebied te kunnen behouden; het gevolg was dat de kunstzinnige ontwikkeling van de Mogols aan het eind van de 16de eeuw en het begin van de 17de eeuw invloed ging uitoefenen op de traditionele manuscriptverluchting van de Rajputhoven. De Mogols waren met name belangrijk voor de invoering en verspreiding van het portretschilderen in de kunstcentra van de Rajput. In tegenstelling tot de realistische schilderkunst van de Mogols is de Rajputschilderkunst symbolisch van karakter en al net zo doordrenkt met poëtische metaforen als de Hindiliteratuur waarmee deze kunst sterk verwant is. Zelfs de kleuren hadden vaak een specifieke betekenis; het coloriet is meestal vlak, zonder kleurmenging, waardoor er een soort glas-in-loodeffect ontstaat. De bekende voorbeelden uit de periode eind 16de eeuw tot de 19de eeuw vallen uiteen in twee hoofdgroepen, Rajasthan en Pahari.
Gebruik voor ondergrondse, tegen aanvallen verstevigde constructies ontworpen voor de opslag en het afvuren van raketten.
Dierenriemsymbool van een ram, ruwweg gebaseerd op het sterrenbeeld met dezelfde naam. De dierenriemtekens zijn bewaard gebleven via klassieke Griekse en Romeinse decoratie, waren populair in Noord-Europese Romaanse en Gotische kerken en werden vaak aangetroffen in middeleeuwse psalters en getijdenboeken. Ze symboliseren elke maand waarin de zon het betreffende sterrenbeeld binnengaat. Deze tekens zijn ook gebruikt als decoratie op plafonds, kaarten, uurwerken en astronomische instrumenten.
Religieus seizoen in de islam, de negende maand van het islamitische jaar, de maand waarin de koran werd onthuld aan de profeet Mohammed. Tijdens deze maand vasten alle moslims zonsopgang tot zonsondergang en de inachtneming van de Ramadan is een van de vijf islamitische zuilen (de basistaken).
Techniek waarbij laserlicht of ander monochromatisch licht wordt verstrooid, waardoor de trillingsenergie, de rotatie-energie of de elektronische energie van een onderzoeksmonster wordt veranderd; de resultaten helpen bij het bepalen van de moleculaire structuur. Ontdekt door de Indiase natuurkundige sir Chandrasekhara Venkata Raman (1888-1970).
Een vezel die wordt gebruikt voor touw en voor diverse soorten grove textiel.
Kleine schotels waarin voedsel in de oven kan worden gebakken en geserveerd.
Verwijst naar de periode in Egypte ten tijde van de Negentiende en Twintigste dynastie, van circa 1292 tot 1075 v. Chr. De periode, genoemd naar de eerste koning van de Negentiende dynastie, Ramses I, kenmerkt zich door een terugkeer naar meer traditionele stijlen en onderwerpkeuzen na het einde van de Amarna-periode.
Kruidachtige overblijvende plant die inheems is in Oost-Azië, maar ook elders wordt gekweekt. Ramie is een van de oudste vezelgewassen. Men gebruikt de plant al circa 6000 jaar om stoffen en andere producten te maken. De vezels zijn teruggevonden in de doeken van mummies in China en Egypte. De soort heeft diverse variëteiten, met vezels variërend in kleur van wit tot groen.
Primitieve gitaren van Afrikaanse volkeren, in het bijzonder Hottentotten en Bosjesmannen. Ze hebben gewoonlijk geen fretten, een buik van huid en drie of vier snaren die met de vingers worden bespeeld.
Speelgoed voor zeer jonge kinderen, bestaande uit een hol voorwerp waarin zich 1 of meer losse balletjes bevinden.
Te gebruiken voor door stoom voortgestuwde oorlogsschepen uit de 19e en vroege 20e eeuw die zijn uitgerust met een gepantserde voorsteven om dienst te doen als hoofdwapen tegen andere schepen; gebruik 'galeien (vaartuigen)' of een aanduiding onder 'geroeide vaartuigen op meerdere niveaus' voor oorlogsschepen met roeispanen die zijn uitgerust met voorstevens om mee te rammen.
Blaasinstrumenten bij joodse ceremonies bestaande uit een ramshoorn met een aanblaasgat in het smalle gedeelte van de hoorn; ook steenbokshoorn.
Verwijst naar asymmetrisch ontworpen huizen met één bouwlaag, lage schuine daken, een groot grondoppervlak en een onregelmatige vorm; kan ook worden gebruikt voor het belangrijkste woonhuis op een ranch. Sedert het eind van de jaren 40 en de jaren 50 van de 20ste eeuw wordt het ranchhuis in verband gebracht met het werk van Cliff May (1908-1989), een architect die vaak gebouwen met een open plattegrond en grote glaspartijen ontwierp. De ontwerpen sloegen aan, en na de publicatie van twee bouwkundige ‘pattern books’ door het tijdschrift 'Sunset', 'Sunset Western Ranch Houses' (San Francisco, 1946) en 'Western Ranch Houses by Cliff May' (Menlo Park, 1958), werden zijn ideeën ook door andere architecten overgenomen.
Diverse apparaten die zijn aangesloten aan een computer.
Wordt gebruikt voor nieuwe nederzettingen, gesticht in vroeger landelijke gebieden, in de buurt van belangrijke steden, hoofdzakelijk bestemd voor kantoorbanen, winkelen en amusement; meestal hebben ze een uitgestrekte, op autogebruik gebaseerde, opzet, en beschikken over veel huur- en winkelruimte, maar missen gewoonlijk sociale- en gemeenschapsactiviteiten, duidelijk aangegeven grenzen, een centraal bestuur, of gecentraliseerde groeipatronen die traditionele steden kenmerken.
Kylikes met een lip die iets naar buiten krult en duidelijk van de buik naar boven is gemodelleerd. Kenmerkend zijn ook de platte schaal en zwarte handvatten, steel en voet. De lip was vaak beschilderd met figuren en/of een inscriptie was aangebracht in het gedeelte tussen de handvatten, vaak de handtekening van de pottenbakker.
Schoenmakerswerktuig waarmee het overhangende leder aan de zool gelijkmatig afgesneden wordt. Het heeft een S-vormig gebogen blad met een snede en een klein (enkele millimeters) uitsteeksel aan het hoofdeinde, bevestigd in een houten hecht. Het blad kan ook aan één lange zijde een omgebogen rand hebben.
Officiële status in een hiërarchisch orde van posities binnen een organisatie of een sociale klasse, zoals bijvoorbeeld de strijdkrachten, de aristocratie, het corps diplomatique, of het ambtenarenapparaat van de overheid.
Locomotieven die worden gebruikt voor het verplaatsen en rangeren van treinstellen van de ene naar de andere plaats op spoorwegemplacementen of eindstations.
Te gebruiken voor 4,5 tot 5 m lange overnaadse boten die in de eerste plaats als roeiboten zijn ontworpen en op de grote westelijke en zuidelijke meren van de Amerikaanse staat Maine werden gebruikt; de boten uit de jaren 70 van de 19e eeuw tot ongeveer 1910 waren aan voor- en achterzijde gelijk; later gebouwde boten hadden een spiegelhek.
Te gebruiken om werken te beschrijven van de gelijknamige Afrikaanse etnische groep die leeft in Tanzania.
Europese rietpijpen met een dubbel riet en cilindrische boring uit de Renaissance en Barok, bestaande uit een korte cilindrische buis, met daarin een aantal evenwijdige cilindrische kanalen, afwisselend aan de boven- of onderkant verbonden om zo één lange, doorlopende buis te vormen. Het dubbele riet, gedeeltelijk omsloten door een pirouette, is in het middelste kanaal aan de bovenkant van de buis geplaatst.
Familie van uitgestorven loopvogels, waaronder de dodo, die leefden op de Mascareneneilanden Mauritius en Rodrigues maar uitstierven als gevolg van de menselijke jacht en predatie door ingevoerde uitheemse zoogdieren na de kolonisatie door de mens in de 17e eeuw.
Orde van ongeveer 150 soorten roofinsecten met een lange prothorax, maar geen aanpassingen van de voorpoten.
Processen en bijbehorende technologieën voor het construeren van fysieke modellen op basis van driedimensionale ontwerpgegevens. Rapid prototyping is een additief proces waarbij telkens laagjes papier, was of kunststof worden toegevoegd totdat een vast driedimensionaal object resulteert. Rapid prototyping-processen worden meestal toegepast door industriële ontwerpers die prototypen van hun ontwerpen willen vervaardigen om ze te vervolgens te kunnen tonen of testen.
Verwijst naar de cultuur van de Rappahannock, een Amerikaanse indianenstam uit Virginia die een gebied bewoont dat het gebied omvat van Northern Neck tussen de rivier de Rappahannock en de rivier de Mattaponi, tot aan Fredericksburg, Virginia, in het noorden.
Algemene term voor verschillende soorten vleesetende dinosauriërs die op twee poten liepen, waaronder Velociraptor, Deinonychus, Oviraptor, Dromaeosaurus en Gigantoraptor.
Optisch speelgoed dat de illusie van diepte en beweging geeft door gebruik te maken van vergrotende lenzen en spiegels in een doosachtig omhulsel, waarin wordt gekeken door een klein gaatje aan één kant.
Kamers met collecties van verschillende objecten, meestal fossielen, botanische rariteiten, schelpen en opgezette dieren, evenals kleine kunstwerken zoals medaillons en beeldjes, opgesteld in kabinetten, op de muren en aan het plafond. Rariteitenkabinetten waren in de 16de en 17de eeuw populair in Europa. Ze richtten zich op het vreemde en het ongewone en worden wel gezien als de voorloper van de hedendaagse musea.
Dunne, complexe, uit kruisarceringen opgebouwde patronen die zijn aangetroffen op schors en bij lichaamsbeschilderingen in Arnhem Land. Het patroon vormt niet alleen een decoratief element bij het beschilderen van schors of als lichaamsbeschildering, maar symboliseert tevens trots op de voorouders en een vorm van identificatie met de groep.
Vaststelling van de identiteit van een groep mensen ter onderscheiding van andere groepen, op basis van fysieke of sociale kenmerken, zoals taal.
Begrip uit de Indiase esthetische traditie dat verwijst naar de esthetische ervaring die een kunstwerk oproept. De term wordt soms vertaald als smaak, gemoedstoestand of esthetische verrukking. Theoretici onderscheiden acht hoofdstemmingen: liefde (of erotisch verlangen), humor, heldhaftigheid, woede, mededogen, verwondering, schrik en afschuw. Een kunstwerk diende naast een hoofdstemming ook secundaire stemmingen, determinanten en consequenten te hebben; de diverse combinaties waarin deze eigenschappen voorkomen, brengen de totale esthetische ervaring teweeg. Elke van de acht rasa's wordt geassocieerd met een bepaalde kleur.
Beschrijft werken die zijn vervaardigd door het gelijknamige Afrikaanse volk, een bedoeïenengroep die in Eritrea en Sudan leeft.
Diverse gebruiksvoorwerpen die worden gebruikt voor het raspen of versnipperen van voedsel.
Wordt gebruikt voor plaatsen van bewaring of heropvoeding, in gebruik vanaf de 16e eeuw, die zwaar werk en strenge discipline als hervormende maatregelen gebruiken voor mensen die kleine overtredingen hebben begaan, zwervers en invalide of oudere armen. Gebruik 'armenhuizen' voor bijstandsgebouwen die liefdadige zorg en werk bieden voor armen.
Een in de jaren 30 van de 20ste eeuw in Jamaica opgerichte religieuze en politieke beweging, die de voormalige Ethiopische keizer Haile Selassie beschouwt als de Messias en Afrikanen als het uitverkoren volk uit de Bijbel. Rastafari, of rasta's, zijn gebonden aan gedragscodes en kledingvoorschriften, zoals het dragen van dreadlocks, het roken van cannabis als een sacrament en een voedingspatroon zonder varkensvlees en schaaldieren.
Elektronische microscopen waarmee men het oppervlak van vaste objecten direct kan bestuderen. Hiertoe gebruikt men een geconcentreerde elektronenbundel met een relatief lage energie die op reguliere wijze over het voorwerp scant. Door de secundaire elektronen die van het object afkomen te verzamelen en te versterken, genereert men een elektrisch signaal. Dat signaal leidt men vervolgens door een kathodestraalbuis die synchroon met de elektronenstraal wordt gescand.
Middelgrote, winterharde populier die inheems is in koude gematigde streken in Azië en Europa, inclusief de Britse eilanden. Bij jonge bomen is de schors lichtgroengrijs en glad met donkergrijze ruitvormige lenticellen. De schors is donkerder bij oude bomen en vertoont dan meer barsten. Net als bij andere populieren gaan de bladeren zeer makkelijk ritselen, vandaar de naam van de boom. De bladeren hebben een onaangename smaak, waardoor damherten ze niet graag eten. Het hout heeft grote, gelijkmatig verdeelde poriën die zorgen voor een zachte, vezelige structuur, waardoor het maar op een beperkt aantal manieren kan worden gebruikt.
Spaanse en Portugese koloniale, zeer kleine, lage tafels met meestal snijwerk zonder reliëf en zware afhangende randen.
Verwijst naar de inheemse cultuur van de Ravens, een subgroep van het Haida-volk, dat langs de noordwestkust van Noord-Amerika leeft.
Verwijst naar de periode en stijl in de Gotische kunst in Frankrijk en elders in Europa van de late 12de tot en met de 13de eeuw. In deze tijd worden de Gotische idealen gerealiseerd in de architectuur en andere kunsten. In de beeldhouwkunst en schilderkunst wordt de stijl gekenmerkt door een terugkeer naar het evenwicht en naturalisme van de beeldhouwkunst in het oude Griekenland en Rome. In de architectuur wordt de stijl gekenmerkt door elegante, verheven proporties, een beweging naar een gevoel van grotere leegte dan volte, en symmetrie in het ontwerp, dat vaak niet exact werd uitgevoerd omdat plannen vaak werden gewijzigd of onvoltooid bleven. In de kerkarchitectuur omvatte het ontwerp meestal twee torens aan de westelijke gevel, verkorte transepten, drie of vier verdiepingen, luchtbogen, centraal geplaatste roosvensters en uitgebreide campagnes van steeds verfijnder beeldhouwwerk en glas in lood.
Vormingsproces voor plastic waarbij de snel reagerende, vloeibare ingrediënten van een thermohardende plastic afzonderlijk in een gesloten gietvorm worden gespoten, en wel zodanig dat er een zeer goed mengsel ontstaat. De reactie die volgt, zorgt ervoor dat het mengsel snel hard wordt.
In massa vervaardigde gebruiksvoorwerpen die de kunstenaar verheft tot kunstwerk door ze in een artistiek kader te plaatsen.
Holle cilinders van dun glas die aan een kant gesloten zijn en die worden gebruikt bij chemische en biologische experimenten en analyses.
Verwijst in algemene zin naar alle fysieke objecten of fysieke verschijnselen die niet door mensen worden geproduceerd. Het universum van fysieke objecten wordt vaak onderverdeeld in realia, de natuurlijk voorkomende objecten en verschijnselen, en 'artefacten', door de mens gecreëerde objecten en verschijnselen. In specifieke zin verwijst de term realia binnen classificatiesystemen voor bibliotheken naar andere fysieke voorwerpen dan de boeken, tijdschriften of muziekregistraties die doorgaans in een bibliotheek zijn gecatalogiseerd. Eveneens in specifieke zin verwijst de term naar objecten uit de natuur, in huis of in andere situaties uit het dagelijks leven die voor klassikaal onderwijs worden gebruikt.
In de filosofie een theorie die beweert dat objecten door de menselijke kennis worden begrepen en gezien zoals ze werkelijk bestaan, buiten en onafhankelijk van de geest. Dit is het tegengestelde van idealisme, de theorie die stelt dat het spirituele en ideale centraal staan in de werkelijkheid.
Verwijst naar de stijl in de Westerse kunst die bestond van het midden tot het eind van de 19de eeuw. Deze stijl kwam tot ontwikkeling als een reactie op de romantiek en kenmerkt zich door de onderwerpkeuze, de afbeeldingen van figuren, en de techniek die de realiteit benadrukt met precisie en levendigheid voor details, inclusief onaangename kenmerken, in tegenstelling tot wat men beschouwde als de geïdealiseerde, zuivere en mooie romantische visie op de wereld. De term wordt in breder verband ook gebruikt om te verwijzen naar iedere fase in de artistieke geschiedenis waarin de nadruk ligt op het naturalistische in plaats van op het geïdealiseerde.
Ceremoniële wapens van het Fon-volk in Dahome, meestal in de vorm van een bijl of kromme knots met een gebeeldhouwd houten handvat en, bij het bijlvormige type, een rijkelijk versierde metalen of houten kop. Ze dienen als machtssymbolen van de goden van Dahome of van de koning; ze worden bij diverse seculaire en religieuze ceremoniële aangelegenheden gebruikt.
Verslagen of essays die kritische beoordelingen geven van een relatief recent werk, voorstelling of gebeurtenis. Voor andere kritische beschrijvingen en analyses wordt de voorkeur gegeven aan 'kritieken'
Aanwijzingen - inclusief een lijst met ingrediënten - voor het maken of bereiden van iets, met name voedsel.
Toestellen behorende op een tafel of buffet om voedsel warm te houden.
Gordijnen die bestaan uit rechte stukken stof die aan de bovenkant van het raamkozijn zijn gespijkerd of soms aan een roede hangen met ringen of lussen die aan de bovenzijde van het gordijn vastzitten.
Bij breien een basissteek waarbij men de breinaald door de voorkant van de lus steekt, van links naar rechts, waardoor iedere lus door de lus aan de rechterkant wordt getrokken. De lussen vormen dan verticale rijen, of ribbels, aan de voorkant en diagonale rijen, of banen, aan de achterkant.
Orde van insecten waartoe sprinkhanen en krekels behoren.
De niet-persoonlijke presentatie van goederen, diensten of ideeën om resultaat te bereiken, waar openlijk voor is betaald door een geïdentificeerde instelling.
Te gebruiken voor platte oppervlakken of borden, soms grote bouwsels, geconstrueerd of gebruikt voor het ophangen van kennisgevingen of advertenties.
Raspen van bamboebuis met dwarse inkepingen; bespeeld door er met een stokje overheen te raspen; Brazilië.
Voorwerpen of bouwconstructies die op ware grootte tonen hoe iets er vroeger heeft uitgezien, gebaseerd op historisch of archeologisch bewijsmateriaal. Gebruik 'historische modellen' voor modellen die laten zien hoe iets er vroeger uitzag. Gebruik 'reconstructietekeningen' voor tekeningen die laten zien hoe iets er vroeger uitzag.
Videorecorders die ofwel gebruik maken van videobanden op spoelen of gebruik maken van videocassettes.
Gebouwen bedoeld voor amusement, lichaamsbeweging, sporten of een andere vorm van vrijetijdsbesteding of die uitrustingen hiervoor bevatten.
Wordt gebruikt voor ruimten in huizen of openbare gebouwen die zijn bestemd voor recreatie en informeel amusement.
Wordt gebruikt voor de belangrijkste kant van vellen papier. Voor de voorkant, bovenkant, of belangrijkste oppervlak van munten, medailles, zegels of papiergeld, waar het hoofdontwerp staat wordt 'obversen' gebruikt.
Verwijst naar een Romeinse aardewerkstijl met een fijne gloed en rode zegellakkleur, verkregen door het gebruik van een zeer fijne engobe en een baktechniek waarbij oxidatie plaatsvond. De stijl was geïnspireerd op aardewerk uit Griekenland en het Nabije Oosten, en kenmerkt zich doordat deze meestal niet is versierd, of met een eierlijst afgietsel of reliëf is versierd. De term wordt soms ook meer in het algemeen gebruikt voor al het oude aardewerk dat effen rood is, een satijnen glans heeft, en dat uit Rome, het Nabije Oosten of Griekenland afkomstig is.
Verwijst naar de stijl van het aardewerk dat werd gevonden in Perzië (Iran) en dat dateert van ongeveer 5.000 v. Chr. De stijl kenmerkt zich door het mengsel van aardewerk en stro, dat is versierd met donkerrode verf op een lichtrode kleilaag.
Verwijst naar de stijl van het op Cyprus gevonden aardewerk uit de late neolithische periode van circa 4500 v. Chr. tot en met de Chalcolithische periode die rond 2300 v. Chr. eindigde. De stijl, een van de eerste inheemse stijlen die op Cyprus ontstond, doorliep verschillende ontwikkelingsfasen, maar kenmerkt zich in het algemeen door handgemaakte kruiken, vooral dikwandige kommen en flessen zonder handvaten, versierd met rode verf.
Personen die de inhoud of stijl van literaire, artistieke of muzikale werken van andere mensen herzien, corrigeren of ordenen voor publicatie of presentatie. De term verwijst ook naar personen die elektronische documentatie bewerken.
Waterdichte, doorgaans van metaal vervaardigde, bootvormige containers, heen en weer getrokken langs een lijn tussen een scheepswrak en de kust; ingezet bij reddingen op zee in de periode 1849 tot ca. 1910.
Levensreddende toestellen bestaande uit een ringvormige reddingsboei met een canvas broek, waarin schipbreukelingen worden opgehesen met behulp van een touw en een katrol.
Gebouwen in kustgebieden voor mensen, reddingsboten en uitrusting om schipbreukelingen te helpen. Meestal onderhouden door vrijwilligers of overheidsinstanties.
Zij die de redekunst bestuderen of beoefenen, de kunst om bij het publiekelijk spreken en schrijven welsprekendheid aan te wenden om te overtuigen. Verwijst meer specifiek naar degenen die de compositiebeginselen en -regels bestuderen die door critici uit de oudheid zijn geformuleerd en door classici zijn geïnterpreteerd voor toepassing op verhandelingen in de spreektaal.
Double-or single-breasted, driekwart- of enkellange nauwsluitende overjassen met wijde rokken, soms open aan de voorkant om de kleding eronder te tonen en meestal met grote kragen en revers. Ze werden vooral gedragen in de 18e en 19e eeuw door mannen en vrouwen. Oorspronkelijk gemaakt met een korte schoudercape.
Kleine, meestal losse versterkingswerken van allerlei vormen, gewoonlijk vierkant of veelhoekig van opzet, gebruikt ter verdediging van een hooggelegen punt.
Algemene benaming voor diverse soorten ceder, pijnboom en sequoia uit de cipresfamilie, met inbegrip van de kustsequoia, watercipres, reuzensequoia, Japanse ceder en grove den.
Informatiediensten die toegang verschaffen tot documenten in een specifiek vakgebied of vakgebieden, door gebruik van samenvattingen en registers die regelmatig op papier, in microvorm of als machine leesbare databases worden uitgegeven en die via inschrijving of tegen betaling verkrijgbaar zijn.
Bouwmateriaal dat meestal bestaat uit twee of meer lagen reflecterend materiaal met afgesloten luchtruimtes tussen de lagen; het werkt als een eenheid om geleidings-, convectie- en stralingswarmte tegen te houden.
Het terugkaatsen van licht, hitte of geluid door een oppervlakte.
Lichtweerkaatsend schermen die bij foto- en filmopnamen gebruikt worden om schaduwkanten te doen oplichten.
Gloeilampen, die in R en PAR vormen worden gemaakt en die een reflecterende laag bevatten aan de binnenkant van het glasomhulsel, die de hele lamp nauwkeurige controle over de lichtstraal geeft.
Verwijst naar de periode van de religieuze revolutie die plaatsvond in de christelijke kerk van Midden- en Noordwest-Europa in de 16de eeuw, die tot doel had de doctrines en gewoonten van de Rooms-katholieke kerk te hervormen en die de grondslag vormde voor het Protestantisme. De stijl kenmerkt zich door een verandering van het begevingsrecht van de kerk aan de leken. In de onderwerpkeuze vind een verschuiving plaats van heiligenlevens en andere katholieke thema’s naar onderwerpen die meer betrekking hebben op de gewone man, vooral landschappen, stillevens, portretten, joods bijbelse en bepaalde christelijk bijbelse thema’s.
Orgels, draagbaar met één of meer opslaande tongen, van lucht voorzien door een blaasbalg; bespeeld met een toetsenbord.
Beschrijft werk dat is vervaardigd door het gelijknamige Afrikaanse volk, dat in Algerije, Mauritanië en Marokko leeft.
Wordt gebruikt voor horizontale delen in lambriseringen of kozijnen, zoals een deur of raam.
Wordt gebruikt voor de ruimte die iedere getypte regel krijgt toebedeeld op een typemachine, zetmachine, printer of andere apparaat zonder metalen mallen. Voor de extra ruimte tussen regels gedrukt met metalen mallen wordt de term 'interlinie (spatiëring)' gebruikt.
Maatstokken die worden gebruikt om de afstand te meten van één basislijn in zetsel naar een andere en die zijn onderverdeeld in verschillende eenheden, meestal puntverdelingen of pica's.
Water dat is gecondenseerd uit atmosferische damp en neervalt in druppels.
Verwijst naar de stijl in de architectuur en decoratieve kunst die werd vervaardigd in Engeland tijdens het regentschap van George, Prins van Wales van 1811 tot 1820, en die zich voortzette tijdens de periode van zijn koningsschap als George IV van 1820 tot 1830. De meubelkunst en architectuur zijn gevarieerd in stijl en laten een combinatie zien van klassieke en Franse Empire-stijlen met Egyptische en oriëntaliserende motieven.
Overjassen van waterdicht of waterafstotend materiaal, die worden gedragen ter bescherming tegen het weer.
Verwijst naar een stijl van porselein en binnenhuisdecoratie die is ontwikkeld in Schloss Sankt Emmeram, het toenmalige paleis van Thurn en Taxis in het Duitse Regensburg.
Systemen die zijn bedoeld voor het afvoeren van regenwater, oppervlaktewater, condensaat, koelwater of dergelijk vloeibaar afval, exclusief riolerings- of industrieel afval, naar regenwaterafvoerleidingen of andere legale vuilstortplaatsen.
Een koers of grondbeginsel van actie, zoals aangenomen of voorgesteld door een regering.
Halsdoeken gedragen bij gevechtsuniformen of het dagelijks tenue van militairen. De vorm is vierkant/rechthoekig met twee linten om om de nek de worden gebonden. Soms in onderdeelskleur met daarop centraal aangebracht het onderdeelsembleem.
Te gebruiken voor aangrenzende gebieden die homogeen zijn met betrekking tot bepaalde natuurlijke, historische, economische, politieke of culturele kenmerken, en zich daarmee onderscheiden van andere gebieden. Gebruik bij voorkeur meer specifieke termen samengebracht onder 'administratieve instanties', zoals 'gewesten', 'naties', 'gebieden' of 'landschappen (omgevingen).' Gebruik 'regiones' voor de specifieke Italiaanse politieke gebiedsdelen.
Te gebruiken voor een algemeen bewustzijn van en loyaliteit aan een bepaald gebied, binnen een land of bovennationaal, dat meestal door een gemeenschappelijke cultuur, achtergrond of interesse wordt gekenmerkt. Gebruik 'regionalistisch' voor de specifieke stroming in de Amerikaanse schilderkunst tijdens de jaren dertig en veertig van de 20e eeuw.
Aan boeken bevestigde lintjes die gebruikt worden voor het markeren van een plek, door ze tussen de bladzijden te steken. Ze onderscheiden zich van boekenleggers die los zitten.
Boeken waarin transacties of gebeurtenissen worden opgetekend op het moment dat zij plaatsvinden, meestal voorafgaand aan hun opname in permanente registers, zoals een politieregister of het grootboek van een warenhuis.
Diverse apparaten die worden gebruikt om ervoor te zorgen dat opeenvolgende drukplaten of blokken voor dezelfde afbeelding op de juiste plaats worden gezet.
Voor het publiek toegankelijke gegevens over geboorten, sterfgevallen, huwelijken, ziekten, scheidingen en andere gebeurtenissen in een mensenleven, die conform de wet, door een staat, stad of andere overheidsinstantie worden bijgehouden.
Merktekens, meestal in de vorm van rechte hoeken, kruizen of kruizen in cirkels, die op drukplaten worden gezet om ze volmaakt passend te maken voor kleurendruk. Registermerken worden ook aangebracht op verzamelmodellen met pikeersels om het juiste register te verkrijgen.
Het vervaardigen van een wettelijk of officieel record of lijst van personen of voorwerpen. In het bijzonder in de museologie het proces van het aanleggen van een geschreven record voor een voorwerp in een verzameling om dat te kunnen identificeren en om informatie er over, zoals herkomst, toestand of waarde, vast te leggen.
Documenten die door regeringen worden verstrekt aan schepen die buitenlandse handel drijven, waardoor de herkomst en het eigenaarschap van het schip worden vastgesteld. Hiermee heeft het schip recht op alle voordelen en privileges die de schepen die tot dat land behoren ook genieten.
Personen die officiële documenten bewaren, met name de functionarissen van educatieve instituten die de persoonlijke en academische gegevens van studenten beheren, rapporten uitgeven en kalenders en andere officiële publicaties versturen.
Serie korte banden in een Dorisch entablement, die zich bevindt onder de taeniae, en waaraan de guttae hangen.
Te gebruiken voor mensen als herstel van lichamelijke of geestelijke gezondheid of een goede reputatie. Wordt ook gebruikt voor het terugbrengen naar een goede staat van verslechterde voorwerpen, gebouwen, buurten of openbare voorzieningen; dit kan reparatie, renovatie, verbouwing, uitbreiding, vernieuwing of herbouwing inhouden. Gebruik 'behoud' voor activiteiten die ondernomen worden ter voorkoming van verdere verandering of verslechtering van dingen. Gebruik 'renoveren' voor activiteiten die worden ondernomen om de kwaliteit van gebouwen te verbeteren als er nog geen verloedering is opgetreden.
Wordt gebruikt voor tijdelijke woningen voor ex-gedetineerden, drugsgebruikers of psychiatrische patiënten, die dienen als een overgangsomgeving tussen opsluiting en een terugkeer in de maatschappij; gebruik 'gezinsvervangende tehuizen' voor langdurige woonomgevingen die de omstandigheden van het leven in een familie nabootsen voor mensen die voortdurend toezicht nodig hebbenvanwege speciale behoeften.
Verwijst naar een Duits type hoog, cilindrisch drinkglas dat in email is versierd met de dubbele rijksadelaar van het Heilige Roomse Rijk. De borst van de adelaar is meestal bedekt met een groot kruisbeeld of een keizersbol en de vleugels zijn soms versierd met de familiewapens of de rangtekens van het Rijk. Ze komen met en zonder deksel voor. Reichsadlerhumpen waren populair van het midden van de 16de tot en met de hele 17de eeuw; het vroegste voorbeeld dateert uit 1547.
Kalkhoudend zandsteen die wordt gewonnen in de omgeving van Reigate in het Engelse Surrey. Voornamelijk gebruikt als bouwsteen.
Wordt gebruikt voor necropolissen die bestaan uit graven die vanuit een centraal punt in lange afzonderlijke rijen naast elkaar liggen; werden vanaf het begin van de 5e eeuw tot de 7e eeuw gebruikt, meestal langs rivieren, in Duitsland, Frankrijk, België en Nederland.
Het concept waarbij een bepaald aspect van het zelf of de ziel na de dood een aantal keer kan worden wedergeboren in een nieuw lichaam (van mens of dier). Dit geloof maakt een fundamenteel deel uit van een aantal oosterse religies zoals het hindoeïsme en het boeddhisme en vindt ook navolging in enkele moderne westerse geloofsovertuigingen, zoals de theosofie.
Mensen of bedrijven die vervoer en accommodatie voor reizigers regelen.
Cheques die overal ter wereld inwisselbaar zijn; ze zijn te verkrijgen bij banken, expeditiebedrijven of reisbureaus en komen in verschillende coupures voor. Reischeques zijn alleen geldig als ze voorzien zijn van een bevestiging van de bezitter met zijn of haar handtekening erbij.
Schetsen, door kunstenaars of architecten gemaakt tijdens een reis, vooral om monumenten en taferelen voor latere studie vast te leggen.
Kleine paarse stola met witte keerzijde meestal vervoerd in een foedraal. Wordt door de priester gebruikt bij het toedienen van de sacramenten buiten het kerkgebouw.
Tassen die met de hand gedragen worden en zijn ontworpen om de kleding van de reiziger en andere persoonlijke artikelen in te vervoeren.
Verslagen van reizen die de vorm hebben van een geïllustreerde lezing, of van een film of video, meestal met een beeldende vertelling, bedoeld om informatie en een algemene indruk te geven over bezochte plaatsen.
Verhalen voor kinderen waarbij geografische gegevens in combinatie met historische gegevens, gebruiken en folklore van bepaalde volkeren worden beschreven door middel van fictieve verhalen rond een kind, een gezin of een andere groep mensen. Vooral populair in het Verenigd Koninkrijk in de 19de eeuw en aan het begin van de 20ste eeuw.
Te gebruiken voor tentoonstellingen ontworpen om te worden ingericht in verschillende plaatsen en die circuleren tussen verschillende musea, galerieën of andere tentoonstellingruimtes.
Synthetisch garen dat uitrekt als er trekspanning op komt te staan en bij het loslaten weer samentrekt; het wordt meestal van thermoplastische vezels gemaakt en vooral gebruikt voor het maken van kousen, sokken en herenondergoed.
Verankerings- of bevestigingsmiddelen die worden gebruikt in metselwerk, die uitzetten in een voorgeboord gat als een bout wordt aangedraaid.
Reeksen of series van wiskundige objecten of grootheden waarbij elke deel wordt afgeleid van het voorgaande getal door een bepaald algoritme.
Wiskundigen die gespecialiseerd zijn in de eigenschappen, relaties en berekeningen van reële getallen, hoofdzakelijk met betrekking tot het optellen, aftrekken, vermenigvuldigen en delen.
Het vormgeven van een voorwerp, bijvoorbeeld een hol vat, uit een platte plaat metaal door het metaal afwisselend te hameren en te ontharden.
Stalen of houten stokken, meestal ongeveer 2,5 cm in doorsnede, die horizontaal 0,60 tot 2,25 cm boven de grond zijn geplaatst en worden gebruikt voor diverse gymnastische oefeningen.
Objecten die zijn bedoeld om cadeau te worden gegeven op een speciale gelegenheid, meestal met een inscriptie aangaande de gever, de ontvanger en/of de gelegenheid; vaak voorwerpen van zilver of aardewerk, of voor de gelegenheid geslagen munten of medailles. Gebruik de term 'presentexemplaren' voor exemplaren van boeken of andere uitgaven, inclusief prenten, met een soortgelijke bedoeling en inscriptie.
Dateringstechnieken met behulp waarvan onderling verbonden fasen of voorwerpen op volgorde kunnen worden gezet, zonder dat ze aan een bepaald kalenderjaar kunnen worden gekoppeld.
De verhouding tussen het waterdampgehalte in de lucht en het waterdampgehalte dat aanwezig zou moeten zijn bij dezelfde temperatuur op het moment dat de vochtigheidstoestand in de atmosfeer maximaal zou zijn.
Intarsiatechniek dat onder meer het snijden van reliëfs inhoudt zoals dat is ontwikkeld in de Bohemen, met name in Eger, en van midden 17e eeuw tot midden 18e eeuw in heel Europa populair was. De techniek werd met name gebruikt voor altaarpanelen, meubelen en deksels voor speeldozen en -kisten.
Sprekende reliekhouders in de vorm van de delen van het menselijk lichaam waarvoor ze zijn gemaakt.
Houder, gewoonlijk van goud, zilver of een ander edelmetaal, waarin men relikwieën bewaart, de overblijfselen van een heilige of een heilig object. Reliekmonstransen hebben een opening of een doorzichtige buitenkant en soms een horizontale cilinder van bijvoorbeeld glas of kristal waardoor men het aanbeden object kan zien. Voor houders die specifiek zijn bedoeld om de heilige hostie uit te stallen gebruikt men de term ���monstrans'.
Verwijst naar de verschillende persoonlijke en institutionele relaties tussen mensen en wat zij beschouwen als heilig, gewijd of goddelijk, meestal een godheid of een spirituele macht. Basiselementen van godsdiensten zijn aanbidding, moraliteit, doctrines en rituelen.
De magnetische flux die in een magnetische kring overblijft nadat een toegepaste magnetomotorische kracht is verwijderd. Gebruik 'archeomagnetisme' of 'paleomagnetisme' voor magnetische resten die worden onderzocht en geanalyseerd op archeologische of oeroude geologische stoffen.
Verhalende passages die de herinnering oproepen aan overeenkomstige gebeurtenissen uit het verleden.
Klassieke Veracruz-stijl en -cultuur uit de pre-Columbiaanse kunst van de centraal-zuidelijke kust van de Golf van Mexico. Vernoemd naar de kenmerkende archeologische site Las Remojadas in Veracruz, die van ongeveer 150 v.Chr. tot 650 n.Chr. een ononderbroken traditie van keramiek kende. De term wordt vaak ten onrechte gebruikt voor keramiek uit de centraal-zuidelijke kust van de Golf van Mexico in het algemeen. De Remojadas-stijl omvat kenmerkend aardewerk en holle keramische beeldjes, soms met een ongebruikelijk brede glimlach op driehoekige gezichten.
Archeologische techniek om vuurstenen schilfers en ander afval van bewerkte stenen werktuigen te identificeren en waar mogelijk terug ineen te puzzelen en op de oorspronkelijke kern terug te plaatsen. Zo kan men onder andere meer te weten komen over de verrichte handelingen.
Tekenaars die weergaves maken, voornamelijk personen die exacte representatieve perspectieftekeningen maken van architectonische ontwerpen om te tonen hoe het project eruit zal zien als het is gebouwd.
Wordt gebruikt voor bouwkundige tekeningen, gewoonlijk perspectieftekeningen of aanzichtschetsen, die schaduw, textuur en soms kleuren bevatten, vaak zijn uitgevoerd in waterverf en die de omgeving enigszins weergeven. Bedoeld als visualisatie van het volledige concept van het project.
Diepe salades uit één stuk, voorzien van een kijkspleet en soms uitgerust met een verstevigde bovenrand en een rol voor langs de onderrand, speciaal ontworpen voor de Rennen, een Duitse versie van het steekspel.
Harnassen voor de zg Rennen, een type steekspel waarbij werd gevochten met geslepen lansen; Duitsland, 15e-16e eeuw. Gebruik 'Stechzeuge' voor harnassen in zg Gesteche, een type steekspel waarbij werd gevochten met verkorte lansen; Duitsland, 15e-16e eeuw.
Te gebruiken voor vakmensen die de kunst van de reparure beoefenen, het wegsnijden en modelleren van de kalkonderlaag die het houtsnijwerk op een houten schilderijlijst bedekt.
Te gebruiken om vuurwapens te beschrijven die zijn ontworpen om een aantal schoten na elkaar te lossen zonder opnieuw te laden.
Wordt gebruikt voor precieze reproducties van gewaardeerde objecten, meestal met dezelfde afmetingen als het origineel. Gebruik 'reproducties' of 'facsimile's' voor reproducties van een afbeelding. Wordt ook gebruikt als dezelfde kunstenaar, vakman of studio meer dan één gelijksoortig object produceert, met weinig of geen variatie tussen de verschillende objecten; gebruik 'versies' als er wel afwijkingen te zien zijn. Wordt onderscheiden van 'vervalsingen (1)' en 'vervalsingen (2)', waarbij sprake is van de intentie om te misleiden.
Verwijst naar de periode in de geschiedenis en stijl in de kunst die zich ontwikkelde toen Rome werd geregeerd door de Republiek, van 509 v. Chr. tot de slag om Actium in 31 v. Chr., of tot aan de officiële stichting van het rijk in 27 v. Chr. In de kunst uit deze tijd werden weergaven van de politieke macht, lofwerken en belangrijke voorouders van de heersende families weergegeven. Dit resulteerde in vele portretten en historische reliëfs. De stijl kenmerkt zich door de invloed van de Grieks Klassieke kunst en een nadruk op uitgesproken realisme.
Latrines die zich aan de achterkant bevinden van Middeleeuwse kloosters.
Verwijst naar relatief grote versierde muren, schermen of andere constructies boven en achter het hoogaltaar van een christelijke kerk. Een reredos kan tegen de apsismuur of direct achter het altaar zijn geplaatst. Ook kan een reredos deel uitmaken van een altaarscherm. De term is afgeleid van een Anglo-Frans woord dat 'achter' of 'achterkant' betekende en raakte ingeburgerd in de 15de eeuw. De reredos ontstond uit de dorsaal, een tapisserie of schildering op de muur achter het altaar. In het kerkinterieur werden vanaf de late 11de eeuw de zetel van de bisschop en het koorgestoelte naar voren gebracht ten opzichte van de altaarmuur, en kwam de reredos als een scherm tussen hen en de congregatie in te staan. In bepaalde Engelse kerken diende de reredos als afscheiding tussen het koor en het achterkoor. In de loop van de tijd ging men voor het maken van de reredos kostbare materialen gebruiken en werd deze overdadig gedecoreerd, vaak met beeldsnijwerken, nissen, beeldhouwwerken, schilderingen en tapisserieën. De reredoses in Spaanse kerken werden in de loop der tijd zo breed als het schip en zo hoog als het dakgewelf. Een 'retabel' is iets anders. Dit is kleiner en staat achter op het altaar zelf of op een sokkel achter het altaar. Dit in tegenstelling tot reredoses die meestal vanaf de grond verrijzen achter het altaar. Veel altaren hebben zowel een reredos als een retabel. In de architectuur kan de term 'reredos' ook verwijzen naar een scherm of scheidingswand in een andere context, bijvoorbeeld naar de muur die de achterkant vormt van een open haard in een oude zaal.
Verwijst naar werken die zijn vervaardigd door de gelijknamige Afrikaanse etnische groep, die in Nigeria leeft.
De mate waarin de details in een afbeelding zijn te onderscheiden als een functie van de afstand tussen individuele optische elementen, zoals korrels lichtgevoelige chemicaliën in een foto of pixels in een elektronische beeld; een belangrijke factor voor beeldkwaliteit.
Mensen die verantwoordelijk zijn voor de behandeling, preventieve zorg en het onderzoek gericht op het behoud van het culturele of natuurlijke erfgoed op lange termijn. Zie 'functionarissen van monumentenzorg' voor personen die zich bezighouden met het aanbrengen van veranderingen in een object of structuur om verdere achteruitgang tegen te gaan. Zie 'herstellers' voor degenen die veranderingen aanbrengen in een object of structuur om de staat waarin het zich bevond op een specifiek moment in zijn verleden nauwkeurig te benaderen.
Verwijst naar de Engelse stijl in de architectuur en decoratieve kunst van de Restauratie van Charles II in 1660 tot de komst van William en Mary in 1688. Deze stijl kenmerkt zich door weelderige barokke vormen en motieven, en was beïnvloed door artistieke trends in de Nederlanden en Frankrijk en door het verschijnen van exotische import, zoals lakwerk uit Japan en sits uit India. Architectonische elementen zijn onder meer spiraalvormige zuilen, schilddaken, frontons en gebeeldhouwde figuren. De belangrijkste ontwikkeling in de decoratieve kunst bestond uit de voorkeur voor gefineerd notenhouten meubilair.
Verwijst naar de stijl in de decoratieve kunst in Frankrijk tijdens de rehabilitatie van de Bourbons tussen 1815 en 1830. Hoewel voornamelijk een voortzetting van de Empire stijl, onderscheidt deze stijl zich daarvan door heldere kleuren, loggere vormen, het gebruik van lichtgekleurde houtsoorten, en de groeiende zichtbaarheid van de Troubadour-stijl.
Te gebruiken voor passagiersrijtuigen met voorzieningen voor het serveren van maaltijden, meestal met zitplaatsen en tafeltjes of balies.
Wordt gebruikt voor Venetiaanse wandspiegels uit de eerste helft van de 16e eeuw, meestal met een plank en haakjes. Ze zijn vaak versierde met houtsnijwerk en kunnen verguld of geverfd zijn. Ze worden voornamelijk in slaapkamers gebruikt.
Verwijst in algemene zin naar stoffen van organische oorsprong die volledig of deels bewaard zijn gebleven, veelal in de aarde, in een conserveerde of gefossiliseerde vorm. Verwijst in specifieke zin naar datgene wat overblijft van een persoon of nader als het leven daaruit is geweken, met inbegrip van het dode lichaam of de delen daarvan.
Overzichten van de inkomsten en uitgaven van een firma over een vastgestelde periode, waarbij het verschil tussen inkomsten en de uitgaven de winst of het verlies over die periode bepaalt.
Verwijst naar toevoegingen geplaatst op de altaartafel in een christelijke kerk. Een retabel kan bestaan uit een eenvoudige plank of rand die is aangebracht boven de achterkant van het altaar en die wordt gebruikt als kaarsenhouder. Er kan ook een raamwerk of een andere constructie aan verbonden zijn waarin beschilderde of beeldgesneden panelen zijn gemonteerd, met of zonder een plank voor kaarsen. Een 'reredos' is iets anders; deze verrijst meestal vanaf de grond achter het altaar. Het retabel is kleiner en staat achter op het altaar zelf of op een sokkel achter het altaar. Veel altaren hebben zowel een reredos als een retabel. Gebruik 'retablo's' voor de kleinere Mexicaanse en Spaans-Amerikaanse schilderingen van christelijke heiligen en andere heilige figuren.
Verwijst naar relatief kleine paneelschilderingen met rooms-katholieke religieuze onderwerpen, gemaakt in Mexico, andere Latijns-Amerikaanse landen en de Spaanssprekende delen van de Verenigde Staten vanaf de Spaanse koloniale tijd tot nu. De onderwerpen kunnen heiligen zijn of wonderbaarlijke gebeurtenissen waarbij de opdrachtgevers van de schilderingen hulp krijgen door hemelse tussenkomst van de afgebeelde heilige personages. Ze zijn meestal geschilderd in heldere kleuren, gewoonlijk in olieverf of tempera, op panelen van grenenhout, zink, koper of vertind ijzer. De schilderingen maakten deel uit van huisaltaren of dienden als religieuze dank- of toewijdingsoffers.
De zeer kleine damestassen voor het dragen van persoonlijke artikelen, vaak gemaakt van zachte materialen of kralen, oorspronkelijk met een trekkoord sluiting en rond de pols of in de hand.gedragen.
Algemene term voor fossiele harsen uit een grote groep die voorkomen in afzettingen van bruinkool, turf, enz. Deze harsen lijken uiterlijk op succiniet, maar bevatten weinig of geen succinietzuur. Er zijn ongeveer veertig ambersoorten bekend, onderverdeeld in twee hoofdgroepen: de soorten die succinietzuur bevatten vormen de succinietgroep en de soorten met weinig of geen succinietzuur tot de retinietgroep.
De kunst van expressief taalgebruik of expressieve verhandeling; in het bijzonder de bestudering van de beginselen en regels van de compositie die door critici uit de oudheid zijn geformuleerd en door classici zijn geïnterpreteerd voor toepassing op verhandelingen in de spreektaal.
Een voornamelijk in kledingmode en interieurontwerp gehanteerde algemene stijl die wordt gekenmerkt door het teruggrijpen op eerdere stijlen die nostalgisch retrospectief zijn, met name stijlen uit het midden van de 20ste eeuw. Het verschil met 'ouderwets' is dat retrostijl niet verouderd is qua vorm of karakter, maar refereert aan een eerdere stijl die niet zo ver in het verleden ligt als 'ouderwetse' stijlen en bovendien nog steeds wordt gezien als begeerlijk en populair.
Leden van een berensoort die leeft in de bamboebossen in de bergen van Centraal-China, en zich onderscheidt door een opvallende zwart-witte vacht, dikke romp, rond gezicht en speciaal dieet. Een ongebruikelijk anatomisch kenmerk is het vergrote handwortelbeen dat als een soort duim fungeert, waardoor panda's hun eten met grote behendigheid kunnen hanteren. Hoewel dit dier voorheen werd gerekend tot de wasberen en hun verwanten, is men het er tegenwoordig over eens dat het een beer is. De soort wordt met uitsterven bedreigd door verlies van habitat.
Attracties die bestaan uit een groot mechanisch aangedreven rad met twee evenwijdige delen waartussen zitbanken zijn opgehangen. Het wiel draait in een verticaal vlak, waarbij de zitbanken hun horizontale positie behouden. Het eerste reuzenrad werd ontworpen door George W. Ferris, een uit Pittsburgh (Pennsylvania) afkomstige ontwerper van bruggen, ten behoeve van de wereldtentoonstelling van 1893 in Chicago.
Sloten die zodanig kunnen worden aangepast dat ze aan beide kanten in een deur passen.
Gebeurtenissen die radicale veranderingen in gevestigde patronen van bestuur of sociale organisatie teweegbrengen.
Wordt gebruikt voor vuistvuurwapens met één of twee lopen, voorzien van een magazijn met meerdere patroonkamers dat rond een as draait die parallel loopt aan de loop, waarbij iedere kamer afzonderlijk vuurt. Gebruik 'peperbussen (vuurwapens)' voor vuistvuurwapens met meerdere, soms ronddraaiende lopen.
Tibetaanse schalmeien met een dubbel riet, gebruikt in boeddhistische rituelen. Ze hebben een conische boring, zeven vingergaten en een mondstuk met pirouette.
Genus van circa negen soorten algemeen voorkomende saprobe schimmels die zich via sporen voortplanten door gebruikmaking van vegetatieve, aseksuele en seksuele methoden. De leden worden aangetroffen op diverse planten en als gespecialiseerde parasieten op dieren, met inbegrip van mensen. Ze komen voor op de meest uiteenlopende organische substraten, waaronder rijpe vruchten en groenten, uitwerpselen, jam- en stroopsoorten, leer, brood, pinda's en tabak.
Verwijst naar een Griekse stijl van aardewerkbeschildering die zich voordeed op Rhodos rond 650 v. Chr. Deze kenmerkt zich door een spontane vrije penseelvoering en thema’s die vaak dieren bevatten. In sommige classificatieschema’s wordt deze stijl gezien als een variant van de wilde-geitenstijl.
Een acrylharsmengsel van de Rhom & Haas Company; het wordt gebruikt in verf, appretuur en hechtmiddelen.
Slaginstrumenten, waarin draaiende wielen lichtstralen onderbreken, voor het uitvoeren van allerlei complexe ritmes, elektronisch; bespeeld met behulp van een toetsenbord, 1930.
Metaalgaastengel met V-vormige ribbels die meer stugheid bieden en een grotere afstand tussen de raamwerkdelen toestaan.
Wordt gebruikt voor multifunctionele, islamitische versterkte buitenposten die meestal zijn alleen zijn bestemd voor strijders voor het Geloof, die zich toeleggen op de verdediging van grenzen en het bekeren van mensen.
Uitstekende randen, meestal van metselwerk, die koepels of gewelven ondersteunen of versieren.
Leisteen dat opvalt door de lichtgekleurde strepen of banden die erdoorheen lopen. Het werd hogelijk gewaardeerd als materiaal voor bannerstones en andere oud-Amerikaanse ceremoniële voorwerpen. Wat bouwtoepassingen betreft staat het bekend als minder duurzaam dan andere typen leisteen, aangezien de banden zwakker zijn dan de donkere gebieden eromheen.
Inslagpoolweefsel met gesneden pool die geribbeld is in de richting van de schering; wordt meestal van katoen gemaakt.
Diverse gereedschappen, meestal lange staven of repen van hout of metaal, die zuiver rechte kanten hebben en worden gebruikt om nauwkeurige rechte lijnen te tekenen of te snijden, of om de vlakheid of gelijkmatigheid van oppervlakken te controleren. Gebruik 'linialen (geleidingsgereedschap)' voor meestal kortere voorwerpen die voornamelijk worden gebruikt als geleiders om rechte of gebogen lijnen te tekenen.
Smal en plat gevlochten materiaal in zigzagvorm dat wordt gebruikt voor garneersels op kleding.
Te gebruiken voor mannen, voornamelijk van adel, die onder het Europese leenstelsel hun titel, privileges en landhuizen ontvingen van hogergeplaatsten en die in ruil daarvoor dienden als gewapende soldaten of iemand stuurden om deze dienst in hun plaats te vervullen. Wordt ook gebruikt voor personen die de titel verkrijgen als ereteken of sociale onderscheiding.
Stroken, meestal van leer, darm of ongelooide huid, die worden gebruikt als teugels of zwepen of in schoeisel of kledij.
Grassoort met brede bladeren die ongeveer 1,5 tot 5 meter hoog wordt. De planten hebben veervormige bloementrosjes en gladde stijve stengels. Ze groeien langs oevers van meren en waterstromen en in watergebieden en moerassen. Riet komt voor van de tropen tot de Arctische gebieden en is een van de meest wijdverspreide planten in de wereld. De vruchten zitten in parachuteachtige houders die worden meegevoerd door de wind. Tevens is het een van de meest geschikte planten om natte gebieden in moerassen en langs meertjes en waterstromen droog te maken. In dergelijke gebieden verspreidt de plant zich snel en hebben andere planten uiteindelijk weinig kans om te groeien. De stengels worden al duizenden jaren gebruikt als bouwmateriaal, bijvoorbeeld als dakbedekking, en voor het maken van manden, pijlen, pennen en muziekinstrumenten. Men oogst riet ook vanwege de cellulose in de plant.
Aërofonen waarbij een luchtstroom tegen een riet wordt gestuurd zodat deze even trilt en de luchtstroom met tussenpozen onderbreekt.
Verschillende soorten hoge grassen die met name in moerasgebieden groeien.
Onderdeel van een weefgetouw dat lijkt op een kam, met smalle metaalstaafjes die men tanden noemt. De scheringdraden rijgt men tussen de tanden. Het riet bepaalt het aantal draden per centimeter en houdt de draden op regelmatige afstand van elkaar.
Messen met een lang, gebogen lemmet die worden gebruikt om riet te bewerken.
Lange, smalle ondieptes in zee bestaande uit rotsen, koraal of zand waarvan de top op het laagwaterpeil ligt of net daarboven.
Mantelachtige mannenbovenkleding van katoen of zijde, meestal met zware borduursels van symbolische beelden rond de hals en aan de voorzijde; oorspronkelijk gedragen door de Hausa, voornamelijk door de aristocratie, als teken van status, macht of rijkdom.
Overjassen voor te paard; getailleerd en klokkend uitlopend.
Wordt gebruikt voor groepen spoorwegmaterieel, meestal onder een enkele eigenaar of bestuurseenheid.
Nauwsluitende kledingstukken voor het bovenlichaam, vaak geregen en gedragen over een jurk of blouse. Gebruik voor de bovenstukken van japonnen 'lijfjes'.
Met baleinen verstevigde korsetten, in één of twee delen, met of zonder schouderbanden, die een kegelvorm aannemen wanneer ze worden aangetrokken; gedragen tot de 19e eeuw.
Koordje of veter, vervaardigd van leer of lint, met aan de uiteinden metalen lipjes of nestels. Oorspronkelijk gebruikt om delen van een kostuum bijeen te houden, later, in strikken geknoopt, gebruikt als boordsel.
Bollen voorzien van kruizen, die koninklijke macht en gerechtigheid symboliseren. Worden soms in de hand gehouden als onderdeel van rijksinsigniën of als ornament bovenop een scepter of kroon geplaatst.
Instrumenten voor het meten van de hoogte van getijden; kunnen bestaan uit een staaf met een schaalverdeling voor visuele observatie of uit ingewikkelde elektronische apparaten die gedurende een periode informatie vastleggen op een doorlopende grafiek.
Een afzetting van kleine ijskristallen, die ontstaan wanneer waterdamp condenseert bij temperaturen onder het vriespunt.
Verwijst naar de fase van de geometrische stijl in de 9de en het begin van de 8ste eeuw v. Chr. Deze kenmerkt zich door het toenemend aantal nieuwe patronen in de vaasschilderkunst, waaronder de introductie van gestileerde menselijke en dierlijke figuren met abstracte vormen zoals driehoeken, bogen en lijnen.
Genus van 7 tot 20 soorten, die vaak worden verbouwd voor de productie van eetbare zetmeelrijke graanproducten. Gewoonlijk zijn het eenjarige planten, maar in tropische gebieden kunnen ze ook overblijvend zijn. In veel culturen zijn bewijzen gevonden dat al sinds lange tijd rijst wordt verbouwd, onder meer in China, India en Zuidoost-Azië. Het oudste archeologische bewijs komt uit het midden en oosten van China en dateert uit 7000 tot 5000 v.Chr. Er zijn soorten die op droge grond groeien, maar de meeste soorten verbouwt men op ondergelopen velden. De zaailingen worden voor het groeiseizoen op een ondergelopen veld of padie geplant. De soort die men in de moderne wereld het meest voor voedsel gebruikt is Oryza sativa.
Papieren schermen die als tussenwanden of schuifdeuren dienst doen.
Te gebruiken voor voertuigen met wielen die worden getrokken door paarden en vooral worden gebruikt om mensen op een comfortabele manier te vervoeren.
Laarzen die gemaakt zijn om in de winter te dragen, meestal met bont afgezet en gevoerd, vaak tot aan de kuiten reikend. Oorspronkelijk gedragen door vrouwen over schoenen of pantoffels heen om hun voeten warm te houden als ze in koetsen reden.
Kunstenaars die gespecialiseerd zijn in het aanbrengen van decoratief schilderwerk op rijtuigen, voornamelijk die welke worden voortbewogen door trekdieren.
Te gebruiken voor het aanbrengen van een beschermende deklaag en een decoratieve schildering op landvoertuigen, meestal de voertuigen die door dieren worden voortgetrokken, zoals rijtuigen, goederenwagens en arrensleden. Omvat het aanbrengen van grondverf, de grondkleur, vernis, de belettering, strepen en andere decoraties, en de schildering van afbeeldingen als familiewapens en bloemkransen.
Kleine, lichte motorfietsen die lijken op fietsen en worden aangedreven door een aangesloten motor.
Verwijst naar over het algemeen ontoegankelijke tropische wouden, dichtbegroeid met een wirwar van grassen, klimplanten, struiken en bomen
Het bijeenhalen van stof door het samen te trekken met verdubbelde rijen van afwisselende korte en lange steken om vlakke, evenwijdige vouwen te maken. Vooral gebruikt bij jurken.
Vingerringen waar een zinnespreuk, een korte, sentimentele zegswijze, in is gegraveerd. Dateren uit de 17e eeuw, vaak een verlovings- of trouwring.
Religieuze ceremonieën met muziek en dans die van oudsher worden uitgevoerd door Afro-Amerikanen in het kustgebied van Georgia en South Carolina, en die teruggaan op Afrikaanse rituelen.
Verwijst naar een stijl in de Scandinavische kunst uit de 11de eeuw. De term is ontleend aan de geologische naam van de zandstenen bodemlagen rond Oslo, waar klaarblijkelijk het steen vandaan kwam dat werd gebruikt voor veel sculpturen in deze stijl, hoewel deze vaak elders werden vervaardigd. De stijl ontwikkelde zich waarschijnlijk in Deense centra en verspreidde zich over heel Scandinavië, Engeland en Ierland. De stijl maakte nog steeds gebruik van de vroegere dierenmotieven uit de Mammenstijl, met vernieuwingen die waren beïnvloed door Anglo-Saksische en Ottoonse ornamentiek. De stijl kenmerkt zich doorgaans door plantenmotieven waarbij de stengels in strikt axiale en dooreengevlochten strengen zijn gearrangeerd, en door compositorische, asymmetrische ontwerpen met een additief karakter.
Wordt gebruikt voor tongewelven die een ruimte overspannen waarvan het verticale vlak gevormd wordt door de ruimte tussen twee concentrische cirkels, of voor een deel van zo'n ruimte.
Sierstuk op een uniform, afgeleid van een onderdeel van de middeleeuwse wapenrusting dat de hals en het bovenlijf beschermt (zie halsbergstukken (helmonderdelen))
Losbladige mappen waarin twee of meer ringen van metaal of ander duurzaam materiaal, bevestigd aan de rug, door gaatjes in de zijkanten van losse bladen gaan.
Ringvormige sloten die apart liggen of deel uitmaken van een vestingwerk of wallencomplex, vaak het overblijfsel van afgegraven heuvels.
Lampen met een cirkelvormig reservoir met een brander of branders in het midden, die op dezelfde hoogte of lager dan het reservoir zit. De branders zijn met het reservoir verbonden door twee buisjes waardoor de brandstof loopt.
Wordt gebruikt voor ondergrondse buizen voor het afvoeren van afval- of regenwater.
Het bedenken hoe zaken uitgevoerd moeten worden, door mogelijke verliezen, verwondingen of andere schade te bepalen, te minimaliseren en te voorkomen.
Spiesvedels met een hartvormige klankkast van kalebas en een bovenblad van vel, 1 snaar, stemring voor het spannen; bespeeld met een strijkstok; Senegal, Gambia.
Boeken die de liturgie van de Latijnse kerk voor het toedienen van de sacramenten door pastoors bevatten.
Verwijst meestal naar Chinees bronzen vaatwerk dat wordt gebruikt bij het offeren van voedsel en wijn.
Een Schotse term voor veterschoenen die gemaakt zijn van de ongelooide huid van een dier, waarbij het haar naar buiten wijst. Wordt naar de voet gevormd als de huid nog buigzaam is.
Te gebruiken om werken te beschrijven van het gelijknamige, nomadische, Arabisch sprekende volk van kamelenhoeders dat rondtrekt door Afrikaanse gebieden in het oosten van Tsjaad, het westen van Sudan en de Sudanese regio Darfur.
Tibetaanse trompetten, van oudsher gemaakt van een menselijk scheenbeen, hoewel de term tegenwoordig verwijst naar bottrompetten bedekt met metaal en kleine metalen trompetten in het algemeen. Ze worden gewoonlijk bespeeld in paren.
Afgedekte pannen om vlees of soortgelijk voedsel op te roosteren, vaak in de vorm van ovalen, geëmailleerde pannen met twee handvaten aan de zijkant en een bol deksel.
Eéndelige japonnen, gedeeltelijk nauwsluitend en zonder opening aan de voorkant, meestal lang, in vloeiende belijning, gedragen in de middeleeuwen; japonnen met een nauwsluitend lijfje, met of zonder mouwen en met een lange wijde rok, voor formele en speciale gelegenheden, gedragen vanaf de jaren '20 van de 20e eeuw; ook algemene term tot 20e eeuw voor verschillende typen japonnen voor formele gelegenheden. Gebruik 'gewaden' voor lange, wijde, meestal ééndelige kleding, aan de voorzijde open, in vloeiende belijning en gedragen door mannen en vrouwen als dagelijkse kleding, bij ceremoniële of officiële gelegenheden of als ambtssymbool.
Ellipsvormige stukken stof van fijne witte wol, in plooien over de linkerschouder geworpen, onder de rechterarm doorgetrokken en opnieuw over de linkerschouder gedrapeerd; het officiële kledingstuk van de Romeinse burger, oorspronkelijk ook gedragen door vrouwen. Ook soortgelijke ruimvallende gewaden - ook in andere stoffen - gedragen in verscheidene andere historische perioden. Zie voor de ambtelijke toga: 'gewaden'.
Glas met een robijnrode kleur door de aanwezigheid van colloïdaal goud, cadmium seleniet of koper- en zinksulfide.
Term uit de 18e eeuw voor decoratief garneersel in de vorm van banden of strepen op een gewaad of een japon.
Geslacht van ongeveer 20 soorten bomen en struiken, die alle voorkomen in het oosten van Noord-Amerika en Mexico. Ze worden 4 tot 25 meter hoog. Sommige Robinia-soorten worden door larven van motten en vlinders gebruikt als voedsel.
Jassen die bij een rokkostuum horen, met een gevormd bovenstuk en een taillenaad, waaraan aan de achterzijde panden zijn genaaid.
Amerikaanse benaming die in algemene zin verwijst naar een breed scala van 19de-eeuws aardewerk voor huishoudelijk gebruik dat meestal een vlekkerig bruin glazuur heeft. Het staat niet vast of er enig verband bestaat met het in Engeland geproduceerde Rockingham-aardewerk.
Verwijst naar diverse typen aardewerk vervaardigd door de Rockingham Ceramic Factory (1745-1842) in Swinton, Zuid-Yorkshire, Engeland.
Een gitzwart marmer met onregelmatige witte aders. Het komt voor in Virginia en wordt beschouwd als het meest hoogwaardige Amerikaanse marmer.
Alle verfstoffen in een klasse van meestal rode synthetische xanthenen, die worden verkregen door het smelten van een aminoderivaat van fenol met ftaalzuuranhydride. Ze worden vooral gebruikt in kleurpapier en als biologische kleurstof.
Tijdschriften of boeken die op goedkoop houtpulppapier zijn gedrukt en die meestal sensationeel materiaal bevatten in de vorm van verhalen en artikelen.
Middelgrote boomsoort (ruim tien meter hoog) met een gladde grijze schors, die te vinden is van het zuiden van Mexico en Midden-Amerika tot Peru, Bolivia en Brazilië. De soort is ook geïntroduceerd in het Caribisch gebied, de Antillen, Florida en Afrika. De boom is waardevol om zijn fraaie bontgekleurde hout en de schors, die wordt gebruikt als verdovend middel, laxeermiddel en insecticide. Vanwege de grote spreiding heeft de boom veel verschillende namen en meerdere toepassingen. Aanvankelijk werd aangenomen dat de rode kabbes een soort 'partridge pea' was. Daardoor werd 'bois perdrix', de Caribisch-Franse benaming voor 'partridge pea', verkeerd geïnterpreteerd als patrijshout.
Kleine soort paardenkastanje of struik met lange trossen roze tot donkerrode kokervormige bloemen, inheems in de zuidelijke en oostelijke Verenigde Staten.
Algemene term voor hout van een van de vele soorten naaldbomen, waaronder de grove den, fraserspar, douglasspar, rode spar (zilvertopspar) en zilverspar.
Verwijst naar tastbare objecten die zijn te verplaatsen of vervoeren van de ene plaats naar de andere, in tegenstelling tot onroerend goederen of andere gebouwen. Deze term komt uit het juridische jargon. Kunstobjecten en andere culturele objecten zijn in twee algemene categorieën onder te verdelen: roerende objecten en gebouwde objecten. Roerende kunstobjecten bevinden zich gewoonlijk in musea, hebben een identificatienummer en hun herkomst uit andere locaties wordt geregistreerd. Deze en andere kenmerken gelden niet voor gebouwde objecten.
Kleine lepels met de inhoud van eenderde eetlepel die worden gebruikt voor het roeren van thee, koffie of soortgelijke dranken die in kopjes of mokken worden geserveerd en worden gebruikt als een standaardmaat voor recepten.
Keukengerei dat meestal is gevormd als stampers en die voornamelijk worden gebruikt voor het samenpersen of omroeren bij het mixen van drankjes.
Wordt gebuikt voor ritten in attractieparken, met een zwaartekrachttreintje dat over een gesloten circuit loopt met een scherp kronkelende baan met stijle hellingen die zorgen voor plotselinge snelle afdalingen; bedoeld voor sensatiebeluste passagiers.
Lijsten of registers van zaken voor een rechtbank, die meestal worden bewaard door de griffier van de rechtbank en die zaken identificeren met notities van ondernomen handelingen; werd oorspronkelijk gebruikt met betrekking tot gerechtelijke handelingen, tegenwoordig ook met betrekking tot pseudo-gerechtelijke of administratieve handelingen.
Square-back Windsorstoelen met een gedraaide dwarsverbinding bovenop de achterstijlen en één of twee horizontale dwarslatten midden in de rug. Soms hebben ze korte spijlen tussen de zitting en de onderste dwarslat.
Een patroon in de houding en het gedrag dat in de maatschappij wel voor het ene, maar niet voor het andere geslacht juist wordt geacht. Gebruik 'sekse' voor de fysiologische kenmerken die het mannelijke geslacht van het vrouwelijke onderscheiden. Gebruik 'seksualiteit' voor het geheel aan seksuele emoties, ideeën en gedragingen van een individu.
Wordt gebruikt voor bureaus die afsluiten met een flexibel, bolvormig deksel dat uit horizontale houen latjes bestaat. Ze verschillen van 'tambourbureaus' die worden afgesloten door een rechtopstaand deksel van riet of latjes.
Halve fronton, zoals die die het einde van een lessenaarsdak of het dak op een zijbeuk van een kerk afbakenen. Soms zijn ze gekruld, gebogen of op een andere manier versierd.
Schaatsen met wieltjes of rollers eronder, gealigneerd of in paren, die worden gebruikt op andere harde oppervlakken dan ijs.
Wordt gebruikt voor gebouwen met grote ononderbroken ruimten, waarvan de vloeren speciaal zijn bedekt met hardhout of een ander duurzaam materiaal om op te rolschaatsen.
Wordt over het algemeen gebruikt voor Chinese en Japanse schilderingen op hetzij hangende perkamenten rollen (kakemono indien Japans), of handrollen (emakimono indien Japans). Voor geschreven documenten op een lange, opgerolde strook wordt simpelweg 'perkamentrol' gebruikt.
Een grote losse steenmassa, overgebleven na de erosie van wat eens een doorlopend bed of laag was; De Engelse benaming is ook: één van de grote blokken zandsteen verspreid over de Engelse Krijtrotsen.
Te gebruiken voor doorlopende of vlakvullende patronen die zijn gebaseerd op krullen, die meestal vertakken en uit elkaar vloeien. Gebruik 'spiralen' voor simpele motieven met gedraaide lijnen.
Rolwerk dat bestaat uit menselijke en dierlijke figuren die met de gebogen lijnen zijn vervlochten.
Verwijst naar de stijl en de periode die in West-Europa de boventoon voerde in de 11e en 12e eeuw. De stijl floreerde in de architectuur met de nieuwe groei van de steden, de bijbehorende kerken en de wederopbouw van kloosters. De stijl heeft kenmerkende regionale verschillen, maar over het algemeen wordt het gekarakteriseerd door de invloed en de interpretatie van de Romeinse en daaropvolgende bouwkunst. De grote omvang, ronde bogen, gewelven van metselwerk en innovaties in de constructie om voldoende verlichting te bieden. De stijl ontwikkelde zich ook in monumentale reliëfsculpturen, glas-in- lood, boekverluchting, muurschildering, ivoor-snijwerk en kostbaar metaalwerk. Het wordt gekenmerkt door vlakke gestileerde vormen, en de zeer gedetailleerde ornamenten. Periode 950-1250.
Verzonnen prozaverhalen van aanzienlijke lengte en een zekere complexiteit die op verbeeldingsrijke wijze de menselijke ervaring behandelen aan de hand van een reeks onderling verbonden gebeurtenissen rond een groep personen in een specifieke omgeving.
Vertellingen in proza of versvorm, zich vaak afspelend in de middeleeuwen, waarin grootse, fantastische of bovennatuurlijke gebeurtenissen worden beschreven.
Verwijst naar de stijl en cultuur genoemd naar de archeologische vindplaats bij Grotta Romanelli in het Italiaanse Calabrië, die stamt uit circa 6000 v. Chr. Deze kenmerkt zich door grotschilderingen die bestaan uit gestileerde en geometrische ingekerfde patronen.
Auteurs die fictieve prozaverhalen schrijven die vrij lang en redelijk complex zijn, en waarin de menselijke ervaring vindingrijk wordt beschreven aan de hand van een samenhangende reeks gebeurtenissen die betrekking hebben op een groep personen in een bepaalde enscenering.
Verwijst naar de Europese stroming die zich voordeed van het midden van de 18de eeuw tot aan het midden van de 19de eeuw, en die van invloed was op de beeldende kunst, literatuur, muziek en, in mindere mate, de architectuur. De stijl wordt gezien als een reactie op het formele karakter van de neoklassiek, en legde de nadruk op emotie en het recht op individuele expressie. De werken omvatten diverse stijlen, maar zijn over het algemeen schilderachtig, dynamisch en reflecteren een grotere interesse in kleur dan in lijnvoering.
Grote groep lettertypen die over het algemeen zijn gebaseerd op 15e-eeuwse Italiaanse lettertypen, dat wil zeggen dat ze gebruik maken van het Latijnse alfabet, maar niet van gotische lettertypen noch van duidelijke schriftvormen. Een romeins lettertype kan dus een bijbehorend cursief schrift omvatten. Voor romeins als het tegenovergestelde van cursief wordt 'romein (rechtopstaande lettertypengroep)' gebruikt.
Lettertypen die behoren tot de grote groep lettertypen van romeinse stijl, met rechte, niet-cursieve tekens. Voor de grote groep lettertypen van romeinse stijl wordt 'romeins (lettertypegroep) gebruikt.
Verwijst naar de periode, beschaving en artistieke stijl die zich ontwikkelde toen het oude Rome aan macht won en de Griekse en Etruskische invloed op het Apennijnse schiereiland verdrong.De heerschappij en invloed besloegen op den duur een groot deel van Europa, Noord-Afrika, het Midden-Oosten en Klein-Azië. De Romeinse invloed liet zich op vele vlakken gelden, onder meer in de beeldhouwkunst, de schilderkunst, de architectuur, de techniek, de taal, het wegennet, de wetgeving en op vele andere culturele terreinen. De vroege Romeinse kunst en cultuur zijn afgeleid van de Griekse kunst en cultuur, maar ontwikkelden zich geleidelijk tot een eigen stijl, onder invloed van de verschillende kunststijlen uit de verre streken die onder Romeins gezag stonden.
Openbare of particuliere badhuizen in het antieke Rome van gewone proporties. Gebruik 'thermen' voor grote oude Romeinse baden.
Ongestandaardiseerde naam voor een geel aardpigment, meestal met een warme gele kleur en doorgaans afkomstig van een materiaal dat in Italië werd geproduceerd en werd gebruikt in het oude Rome.
Verwijst naar de stijlen en culturen die zich ontwikkelden op de Britse eilanden tijdens de Romeinse overheersing.
Markten waarbij diverse koopwaar, oud of nieuw, wordt verkocht om geld te verzamelen voor een goed doel. De koopwaar bestaat uit niet opgeëiste goederen bij een kade of opslagplaats of allerlei rommeltjes van een winkel.
Wordt gebruikt voor de gehele centrale constructie van luchtvaartuigen, waaraan de vleugels, staartassemblages en motoren kunnen worden bevestigd.
Beschrijft werken die zijn vervaardigd door het gelijknamige Afrikaanse volk, dat in het noordoosten van Nigeria leeft.
Wordt gebruikt voor houten daken waarin sparren, dwarsbalken en klampen samen het effect van een boog geven ; het meest gangbaar in de middeleeuwse bouwkunst.
Haalmessen die worden gebruikt om een schuin vlak te snijden.
Kleine, lichte en ronde schilden gebruikt door middeleeuwse infanteristen ter verdediging in gevechten. Door de kleine afmetingen van het schild en zijn ronde vorm, zat het de soldaat niet te veel in de weg en kon hij vlot blijven bewegen.
Wordt gebruikt voor de inheemse ronde hutten van zuidelijk Afrika, voornamelijk voor gasten, meestal gebouwd van leem of riet.
Veel voorkomende Normandische lijstwerken die bestaan uit series lijsten die cilindrisch in doorsnede zijn en meestal in zigzagpatronen worden geplaatst.
Kleine schaven met een lengte tussen de 10 en 15 centimeter en een zool die is gebogen over de lengteas, zoals bij de toogschaaf.
Bindingen met ruimte tussen de rug van het tekstblok en de rug van de band.
Messen met twee handvatten die worden gebruikt bij het houtbewerken, waarbij de gebruiker ze naar zich toe trekt.
Wordt specifiek gebruikt voor schilden, concaaf aan het lichaam, die zijn voorzien van twee riemen aan de binnenkant, waarbij de onderarm door de één grijpt en de hand de andere vasthoudt. Ze werden overal gebruikt door infanteristen van de 13e tot de 16e eeuw. De term was ook algemeen van toepassing op verschillende soorten schilden in diverse vormen die werden gebruikt in steekspelen vanaf de 15e eeuw.
Brieven die zijn bedoeld om aan een groot aantal mensen of aan alle leden van een bepaalde kring te worden verzonden.
Elke soort convexe lijst met een gedeeltelijk cilindrische vorm. Wordt meestal gebruikt om te verwijzen naar Gotische of Romaanse vormen in plaats van klassieke.
Beschrijft werken die zijn vervaardigd door het gelijknamige Afrikaanse volk, dat in Mozambique leeft.
Reliëffiguren die zijn gesneden uit houten tabletten of platen, te vinden op Paaseiland en waarschijnlijk een onderdeel van een boustrofedon-schriftsysteem dat werd gebruikt voor ceremoniële geheugensteuntjes. Het is nog niet gelukt om het rongorongo te ontcijferen.
De röntgenstijl wordt aangetroffen in Arnhem Land, een gebied in Australië. Deze rotskunst van de Aboriginals heeft zich circa 2000 v. Chr. ontwikkeld en wordt nog altijd geproduceerd. Bij de röntgenstijl zijn naast het silhouet van een dierlijke of menselijke figuur ook de inwendige organen en botstructuur zichtbaar. Deze kunst wordt aangetroffen in ondiepe grotten, onder overhangende rotsen en op afgelegen locaties. De stijl geeft uitdrukking aan de innige band van de schilder met de natuur. Er worden hoofdzakelijk wereldlijke thema's afgebeeld.
Elektromagnetische straling met een golflengte die korter is dan ongeveer 100 nm, vaak gebruikt voor het stellen van medische diagnoses en het vinden van metalen voorwerpen.
Het verstrooien van röntgenstralen als ze een medium doorkruisen; wordt soms toegepast of uitgeprobeerd als een techniek voor het analyseren van materialen.
Eén van de drie primaire additieve kleuren; dat deel van het spectrum dat zich bevindt in het laagste nog door het menselijk oog waarneembare lichtfrequentiebereik, met een golflengte tussen 630 en 760 nanometer. De term kan verwijzen naar alle in helderheid en verzadiging variërende kleurschakeringen binnen deze groep kleuren. Voorbeelden van de kleur rood in de natuur zijn de kleur van bloed en rijpe kersen.
Grote groep met tussen de 5000 en 10.000 soorten, afhankelijk van de classificatie, van voornamelijk meercellige zeealgen, waaronder veel opvallende zeewieren en koraalalgen. Ze hebben eukaryotische cellen zonder flagellen of centriolen en maken zetmeel aan als voedselreserve. Daarnaast produceren ze phycobiliproteïnen als extra rode pigmenten. Ze hebben geen extern endoplasmatisch reticulum en planten zich seksueel voort.
Verwijst naar de stijl van de Griekse vaasschilderkunst die voortkwam uit de zwart-figurige stijl. Deze verscheen in Athene rond 530 v. Chr. en verspreidde zich over andere gebieden van Griekenland, Zuid-Italië, Etrurië en elders in het Middellandse zeegebied, totdat de stijl in de derde eeuw v. Chr. verdween. De stijl kenmerkt zich door het gebruik van een fijne engobe en een bakproces in twee fasen, om door middel van sintering een zwarte ondergrond te verkrijgen, met in rood uitgespaarde figuren. De details van de figuren zijn vloeiender dan in de zwart-figurige stijl, meestal aangebracht met een penseel, met zowel een duidelijke, zwarte reliëflijn als een lichtere lijn die in kleur varieert van donkergoud tot zwart.
Hout van een van de verschillende soorten cypressen, naaldbomen of ceders die roodachtig hout hebben.
Een legering die er koperkleurig uitziet, gewoonlijk bestaand uit 85 tot 88% koper en 12 tot 15% zink, en soms arsenicum; wordt gebruikt voor munten, knopen, sieraden en om mee te vergulden.
Klasse met ongeveer 4100 soorten van voornamelijk zeewieren die zich vaak aan andere planten in kustwateren vasthechten. Ze kunnen de structuur hebben van thalli in de vorm van draden, takken, veren of bladen.
Orde van ongeveer 270 soorten in 12 families. Het is de meest diverse orde van zoogdieren. De taxonomie van de grote categorieën is al meer dan een eeuw aan verandering onderhevig. Roofdieren hebben allemaal tanden en klauwen die geschikt zijn om andere dieren te vangen en op te eten. Sommige soorten eten voornamelijk of alleen maar vlees, terwijl andere soorten omnivoren zijn. Gewoonlijk zijn het jagende of aasetende zoogdieren, zoals honden, katten, wolven, vossen, beren en zeehonden. Omdat de orde taxonomisch gezien zo divers is, wordt deze voornamelijk onderscheiden van andere ordes van zoogdieren (en verder onderverdeeld) op grond van structurele kenmerken, met name de vorm van de schedel (bijvoorbeeld van de kaakgewrichten), de poten (aantal tenen, niet opponeerbare achterste teen, het soort klauwen en de vergroeiing van bepaalde botten) en tanden (zowel het algemene patroon van de tanden als de vorm van individuele tanden). Gebruik ���carnivoren (algemene betekenis)' voor dieren die uitsluitend vlees eten.
Verwijst naar de gasachtige uitwaseming van brandende materialen, vooral van organische oorsprong, die zichtbaar is gemaakt door de aanwezige koolstofhoudende materiaaldeeltjes.
Hand- of geweergranaten die een chemisch mengsel bevatten dat rook produceert.
Spoons distinguished by their bowls, which are either oblong or of conventional shape with a flat base; used to eat ice cream. IPSF.
Machines consisting of a can within a tub used for making ice cream. The cream mixture is poured into the can then frozen and stirred as the can is rotated, either manually or by power, within the ice- and salt-filled tub.
Large knives with a broad blade of varying form used to cut and serve ice cream and similar frozen desserts.
IJslepels eindigend in een halve bolvorm; wordt gebruikt voor het uitscheppen van roomijs en vergelijkbare producten; kan voorzien zijn van een mechanisme dat het ijs losmaakt van de binnenkant van de schep. Voor gebruiksvoorwerpen die een relatief groot plat oppervlak van verschillende vorm hebben en die gebruikt worden om ijs te serveren gebruik: 'roomijs-serveergerei'.
Molds used to form ice cream in various shapes such as fruits, vegetables, and animals.
Raamwerken van evenwijdige of elkaar kruisende staven die een opening of doorgang blokkeren. Ook voor gelijksoortige elementen die gebruikt worden voor het koken boven vuur of in open haarden.
Kooktoestellen met een braadspit waaraan voedsel wordt vastgezet en rondgedraaid voor of boven een warmtebron.
Vorken met lange handvatten die worden gebruikt bij het bakken of roosteren van voedsel boven een open vuur.
Groot rondlicht, gevuld met gotisch maaswerk van rozetten, drie- vier- en veelpassen in concentrische schikking. VWB.
Het joodse Nieuwjaar, dat wordt gevierd op 1 tisjri (in september of oktober). Volgens de joodse traditie is dit de dag waarop over alle mensen wordt geoordeeld en begint hiermee een tiendaagse periode van zelfonderzoek en boetedoening. Gedurende deze tien dagen dienen alle joden hun relatie met God, de hoogste rechter, onder de loep te nemen. Tijdens de dienst ter ere van deze feestdag wordt op een sjofar geblazen als oproep tot spirituele vernieuwing en penitentie. Deze feestdag is ook een herinneringsdag, waarop joden de schepping van de wereld (in de maand tisjri) herdenken en zich hun verantwoordelijkheden als uitverkoren volk van God moeten realiseren. Het is gebruikelijk om zoetigheden te eten als goede voortekenen voor het zoete jaar dat wacht.
Een serpentijn uit de Italiaanse Rivièra met een rode kleur.
Verhogingen voor het houden van publieke toespraken. In het oude Rome was een rostrum een verhoogd platform in het Romeinse forum, gedecoreerd met de boegen (rostra) van buitgemaakte schepen, waarop redevoeringen of pleidooien ten overstaan van het Romeinse volk werden gehouden.
De sterke stengels van diverse klimmende palmen van het genus Calamus of gerelateerde genusen, gebruikt voor vlechtwerk.
Drukpersen waarin het papier in een doorlopende rol wordt aangevoerd.
Verwijst naar een vroege fase in de verwerking van vlas of soortgelijke planten tot vezels, waarbij het materiaal wordt geweekt om het zacht te maken en de vezelige plantkern van de buitenste laag te scheiden. Basismethoden voor het roten zijn het dauwroten en waterroten.
Trommen met 1 vel en ondiepe cilinder, gestemd met een vaste pen met schroefdraad of een pedaalmechanisme, bespeeld in sets van 7 stuks.
Verwijst naar structuren die in levend gesteente zijn uitgehakt. Er kan overlapping in betekenis optreden met 'grotarchitectuur,' maar grotarchitectuur is niet altijd uit de rotsen gehouwen, terwijl rotsarchitectuur niet altijd rond een grot is aangebracht.
Door een krachtige motor aangedreven pneumatische of elektrische apparaten of machines die worden gebruikt om gaten in rotsen te boren.
Tekens of reliëfs in rotsen uitgehouwen.
Schilderingen op natuurlijke rotsen.
Verwijst naar sculpturen, meestal kolossen, die in levend gesteente zijn uitgehouwen of uitgehakt.
Grote afbeeldingen die ondiep in rotsen zijn uitgesneden of op de rotsen zijn geschilderd, vaak door volkeren uit de oertijd.
Stijl in de Afrikaanse beeldhouwkunst, gekenmerkt door zijn naturalistische, zachte en organische karakter, met ronde vormen; doet denken aan een bottenstelsel dat met huid is bedekt.
Wordt gebruikt voor ronde stenen torens die aan de bovenkant toelopen, met een kegelvormige stenen kap, vier tot vijf verdiepingen en een toegangsdeur hoog boven de grond; veelvoorkomend in Ierland, verbonden met kerken, en waarschijnlijk gebouwd tussen de 10e en de 12e eeuw.
Benaming die wordt gebruikt door Chippendale voor kleine geschilderde stoelen met onbesproken plaatsen die worden gebruikt bij shows.
Diverse sieraden die worden gedragen ter herinnering aan een overleden persoon tijdens de rouwperiode; vooral sieraden die haar van de overledene bevatten of motieven dragen zoals de treurwilg, lier of gebroken pilaar.
Vingerringen die zijn gemaakt ter herinnering aan een overleden persoon, die vaak worden uitgedeeld bij begrafenissen. Ze zijn meestal goud met zwart of van blauw of wit email, met de naam van de overledene en de geboorte- en sterfdatum erop. Soms zijn er een haarlok, portretten of gevoelige taferelen in verwerkt.
Banden versierd met het wapen van een heerser.
Een natuurlijk donkerroze meekrapkleurmiddel dat met een zuur aan meekrapwortels wordt onttrokken, waarna het bezinksel, voornamelijk pseudopurpurine, opnieuw wordt opgelost in aluin. Vervolgens laat men het opnieuw bezinken met calciumcarbonaat, waardoor een roze karmijnkleur ontstaat. Het werd populair als een pigment voor kunstenaars nadat de meekrap in de 16e eeuw in Nederland werd geïmporteerd.
Kransen of guirlandes, vooral die van metaal, die op het hoofd worden gedragen en vaak zijn versierd met edelstenen of parels; werden veel gedragen van de 14e tot de 16e eeuw.
Sferische houders gebruikt voor het houden van snijbloemen, soms met een deksel met gaatjes of afneembaar gaas van metaaldraad waar de stelen door worden gestoken.
Kleine ronde deurplaten die dienst doen als basis voor een deurknop of hefgreep en die tussen de deurknop en de deur worden bevestigd.
Motieven die bestaan uit geformaliseerde rozen waarvan de bloembladen straalsgewijs vanuit het centrum lopen; soms gebruikt voor elk willekeurig klein rond ornament dat uitstraalt vanuit het centrum.
Verhoogde versierende of beschermende uitsteeksels of verdikkingen op het kruispunt van de ribben van een gewelf of op de zijkanten van een boek om de kaft te beschermen.
Verwijst naar de stijl van porselein dat in China werd gemaakt in de keizerlijke fabriek in Ju Chou in de provincie Honan tijdens de Sung-dynastie van 1107 tot 1127. De stijl wordt gekenmerkt door vaalgeel gekleurde voorwerpen met een dunne, licht-lavendelkleurige craquelé glazuurlaag.
Spatels met een blad van rubber, nylon of ander synthetisch materiaal die met name worden gebruikt voor het verwijderen van zacht voedsel uit schalen.
Voorwerpen met een rubberen drukvlak dat wordt bedekt met een laagje inkt waneer het op een met inkt doordrenkt kussentje wordt gedrukt. Worden gebruikt om met de hand te stempelen.
Franse kunsttheorie die actueel was vanaf de tweede helft van de 17e eeuw tot de vroege 18e eeuw, die de voorrang van kleur over belijning bepleit.
Strook stof die aan één kant is gerimpeld om een golving te geven; wordt met die kant vastgezet als garneersel.
Steunen die worden gebruikt om de rug van een persoon te laten rusten. Ze kunnen zijn gemaakt als aparte meubelstukken, zoals gebruikt in Afrika ten zuiden van de Sahara, of als toevoegsels van rugloze zittingen. Gebruik 'rugleuningen (meubelonderdelen)' voor de delen van zitmeubels die de rug van de zitter ondersteunen.
Tassen van canvas, nylon, leer of ander flexibel materiaal die op de rug gedragen worden door middel van een band over iedere schouder.
Bossen of arrangementen van snijbloemen.
De hiërarchie Ruilmiddelen bevat descriptoren voor objecten waaraan een specifieke waarde is toegekend en die bedoeld zijn voor gebruik bij het uitwisselen van goederen en diensten, en het vereffenen van schulden. Hieronder vallen objecten die in allerlei situaties bruikbaar zijn, in de algemene circulatie (bijvoorbeeld 'munten'), en objecten die beperkt bruikbaar zijn en vaak zijn bedoeld voor de uitwisseling van specifieke goederen en diensten (bijvoorbeeld 'betalingsbewijzen'). Het grootste deel van de descriptoren betreft benamingen van munten. Relatie met andere hiërarchieën: descriptoren voor groepen ruilmiddelen (bijvoorbeeld 'plate number blocks') bevinden zich in de hiërarchie Objectgroepen en systemen. Descriptoren die als omschrijving dienen van materialen welke bij de vervaardiging van ruilmiddelen worden gebruikt (bijvoorbeeld 'cupronikkel') zijn ondergebracht in de hiërarchie Materialen, terwijl descriptoren die verwijzen naar de wijze van vervaardiging van ruilmiddelen (bijvoorbeeld 'munten (procedés)') deel uitmaken van de hiërarchie Procedés en Technieken. In de hiërarchie Informatievormen vindt u descriptoren voor de verschillende identificerende symbolen of afkortingen die op diverse typen ruilmiddelen voorkomen (bijvoorbeeld 'munttekens') alsmede descriptoren voor zakelijke en financiële stukken (bijvoorbeeld 'aandelen').
Het uitboren of wegsnijden van materiaal dat is overgebleven tussen twee gaten in een rij dicht op elkaar geboorde gaten; dit procédé wordt met name toegepast in de mijnbouw en het steenhouwen.
Wordt alleen gebruikt voor bemande bouwconstructies die voor bepaalde doeleinden zijn gevestigd op natuurlijke buitenaardse hemellichamen. Gebruik 'ruimtekoloniën' voor grotere gemeenschappen die zijn gevestigd in de ruimte of op natuurlijke buitenaardse hemellichamen. Gebruik 'ruimtestations' voor bemande kunstmatige satellieten die in een vaste baan zijn geplaatst en die dienen als basis voor bepaalde functies.
Te gebruiken voor de verhouding tussen verschillende massa's of volumes van een gebouw of structuur.
Foto's vervaardigd buiten de dampkring van de aarde. Gebruik 'luchtfoto's' voor foto's van de aarde die gemaakt zijn vanuit een vliegtuig. Gebruik 'astrofoto's' voor foto's van hemellichamen of astronomische verschijnselen.
Fotografie buiten de atmosfeer van de aarde. Gebruik 'astrofotografie' voor fotografie van hemellichamen of astronomische verschijnselen. Gebruik 'luchtfotografie' voor fotografie van de aarde vanuit een luchtvaartuig.
Wordt gebruikt voor grote gemeenschappen die in de ruimte of op natuurlijke buitenaardse lichamen gevestigd zijn. Voor kleinere, bemande installaties, gevestigd op natuurlijke buitenaardse lichamen voor speciale functies, gebruik 'buitenaardse bases'. Gebruik 'ruimtestations' voor bemande kunstmanen die in een vaste baan gebracht zijn en dienst doen als basis voor speciale functies (b.v. wetenschappelijke observaties of het bijtanken van ruimteschepen)
Reacties en interacties van personen of groepen personen in relatie tot de onmiddellijke omgeving, inclusief de levende of levenloze objecten binnen die omgeving. Waarneming van de omgeving zet aan tot bepaalde handelingen, bijvoorbeeld zelfbewegingen van de handelende persoon. Dit gedrag leidt vervolgens tot veranderingen in de waarneming, zodat bijvoorbeeld de omgeving verrassend anders wordt gezien.
Verwijst naar het besef dat een organisme heeft van de relatieve positie en oriëntatie van zijn lichaam en de objecten er om heen, op basis van herkenning van diepte en afstand en andere externe stimuli. Het begrip beschrijft ook het compenserende vermogen om beperkte, op waarneming gebaseerde aanknopingspunten te gebruiken om zich te oriënteren, of om het ruimtelijke veld van een omgeving te voorspellen en te reconstrueren.
Wordt gebruikt voor bemande kunstmatige satellieten die zijn ontworpen om in een vaste baan rond te draaien en die dienen als basis voor bepaalde functies (bijvoorbeeld wetenschappelijke observaties of het bijtanken van ruimtevaartschepen). Gebruik 'ruimtebases' voor bemande bouwconstructies op natuurlijke buitenaardse hemellichamen. Gebruik 'ruimtekoloniën' voor grotere gemeenschappen die zijn gevestigd in de ruimte of op natuurlijke buitenaardse hemellichamen.
Bij elkaar passende kleding voor het paardrijden, meestal bestaande uit een jasje of jas en een vest en een rok, rijbroek of jodhpurs.. Er bestaan verschillende gradaties van formaliteit. Meestal gedragen met een @stock-tied overhemd, een cap of hoed en rijlaarzen.
Scholen waar de ruiterkunst wordt onderwezen; doorgaans met een arena, voedselopslag en verblijfruimten voor paarden en uitrusting.
Scholen waar de ruiterkunst wordt onderwezen; doorgaans met een arena, voedselopslag en verblijfruimten voor paarden. Voor gebouwen waar lesgegeven wordt in paardrijden op een minder formele wijze gebruik 'maneges (scholen)'.
Geplisseerde trosjes, gezet in een diamantvormig patroon.
Voegen die worden gevormd door twee planken met gewelfde randen. Ideaal voor tafels met opklapbare bladen omdat ze de opening tussen het tafelblad en het opklapbare blad in dichte positie minimaliseren.
Lampen, meestal van geverfd metaal en soms van koper, met een cilindrische, zuilvormige houder waarin een T-vormige pithouder zit met een platte pit en een tandradmechanisme om de pit mee omhoog en omlaag te draaien. Vanuit een plat, ovaal reservoir aan de zijkant wordt brandstof door een buisje naar de houder gevoerd. Ze hebben een cilindervormig, glazen rookkanaal en een geverfde gietijzeren kap. Ze zijn rond 1800 door graaf Rumford uitgevonden.
Traditionele bladerrijke en vegetale arabesken in de Turkse Ottomaanse decoratieve stijl uit de 15de eeuw. Het patroon vertoont lange en puntige gespleten bladeren met gebogen zijden en vertakte uiteinden, vaak strak samengebonden met klassieke wijnstokken.
Type laat 18e- en vroeg 19e-eeuwse Engelse drinkglazen met een grote kelk die op een korte steel staan. Vroege exemplaren hebben een eivormige kelk van vrij dun glas. Latere exemplaren zijn veel dikker, met rechte zijkanten en een zware, soms vierkante voet. Geen Nederlands equivalent.
Vooral het volwassen dier van het bekende holhoornige, herkauwende zoogdier uit het geslacht Bos dat om zijn vlees en melk en ook wel als trekdier gehouden wordt (het mannetje heet stier, het vrouwtje koe en het jong kalf)
Verwijst naar de architectuurstijl die zich ontwikkelde in Duitsland in het midden van de 19de eeuw. De stijl combineert Italiaanse, vroeg-christelijke en Romaanse elementen, en kenmerkt zich door overwelfde ronde bogen.
Subdiscipline van de paleografie die gespecialiseerd is in het onderzoek van bepaalde oude tekens, de zogeheten 'runen', en van de schriftstelsels die daar op gebaseerd zijn.
Kranen die bestaan uit een draaibare bovenbouw met krachtbron, aandrijfmechanisme en een giek en die is geplaatst op een onderstel met rupsbanden om te kunnen worden verplaatst. Worden gebruikt voor het heffen en verplaatsen van ladingen over diverse draaicirkels.
Gemotoriseerde toestellen die op gesegmenteerde rolkettingen lopen die zijn ontworpen om de druk op de grond te verminderen en de grip op losse grond te verhogen.
Bladstalen cilinders met een diameter van 20 tot 25 centimeter en een hoogte van ongeveer 30 centimeter, die over het gehele oppervlak zijn doorboord met op regelmatige afstanden van elkaar liggende gaten. Worden 's nachts ter beveiliging over brandende bieslampen of bieskaarsen geplaatst.
Rood of roodbruin kalfsleer dat oorspronkelijk in Rusland werd geproduceerd en in de 17de eeuw in West-Europa werd geïntroduceerd. Het werd plantaardig gelooid met de schors van de wilg, de populier of de lariks en op de vleeszijde bewerkt met extract uit de schors van de berkenboom, die het de karakteristieke prettige geur meegaf, waarschijnlijk bedoeld om insecten op afstand te houden. Het werd vaak afgewerkt met een ruitjespatroon. Tussen 1780 en 1830 werd het zeer gewaardeerd door boekbinders en 'juchtleer' is er een imitatie van.
Fagotten bestaande uit 3 of 4 losse delen, eindigend in een wijd uitlopende klankbeker of een beschilderde drakenkop, zwanenhalsvormige aanblaasbuis, rechtopstaand; vroege 19de eeuw.
Verwijst naar lange zitmeubelen die van een rugleuning en meestal van armleuningen zijn voorzien. Ze zijn groot genoeg voor twee of meer personen. Tussen de termen 'rustbank' en 'sofa' wordt tegenwoordig vrijwel geen onderscheid gemaakt, maar er is wel degelijk een verschil: een rustbank is minder volledig bekleed dan een sofa, en soms ontbreekt de bekleding zelfs geheel.
Klokken, kopvormig, met de open kant naar boven geplaatst op handpalm of kussen; bespeeld door ze aan te slaan.
Een voornamelijk in kunstnijverheid en interieurontwerp gehanteerde algemene stijl die wordt gekenmerkt door het gebruik van landelijke motieven en thema's, voornamelijk door het gebruik van houten en metalen meubels waarvan de belangrijkste componenten zo zijn uitgesneden en versierd dat ze lijken op de takken van bomen. De stijl ontstond halverwege de 18e eeuw en viel samen met de idealisering van de natuur en een eenvoudige levensstijl. De stijl was vooral populair in Zwitserland, Duitsland, Oostenrijk, Groot-Brittannië en de Verenigde Staten.
Verwijst naar de stijl in de 18de en 19de eeuwse Europese en Amerikaanse architectuur en meubelkunst waarbij grof gehakte houtblokken of delen van bomen in de ontwerpen of decoratie worden nagebootst. De stijl is vooral zichtbaar in het 18de eeuwse Engelse tuinmeubilair en in weelderige openluchtconstructies zoals hermitages en grotbouwwerken.
Uitwijkplaatsen aan autowegen die worden gebruikt als openbare pauzeplaatsen, en vaak zijn voorzien van bomen voor schaduw of wachthuisjes, toiletten, picknicktafels en vuilnisbakken.
Middelgrote Europese berksoort die meestal 15-25 meter hoog wordt, met een ranke stam, een kruin van hangende takken en kleine, puntige bladeren van zo'n 6 centimeter lang. De schors is wit, vaak met zwarte ruitvormige tekeningen of grotere vlekken aan de voet.
Fijne, ononderbroken proteïnevezel die voornamelijk bestaat uit fibroïnedraden en wordt afgescheiden door zijderupsen.
Vaten uit de Griekse oudheid in de vorm van een dierenkop, werden vaak gebruikt als drinkgerei of om wijn in een ander vat te gieten.
Japanse dwarsfluiten gemaakt van een enkele bamboebuis. Net zoals de 'nokan' met zeven vingergaten op gelijke afstanden, een balansgewicht bovenaan, een roodgelakte boring en een omhulsel van schors of twijn. In tegenstelling tot bij de 'nokan' is een geborduurde versiering op rode achtergrond bovenaan aangebracht; voor hofmuziek en bij sommige volksdansen gebruikt.
Duurzame keper van kamgaren of met de schering van kamgaren en de inslag van een ander wolgaren. Het heeft een gladde afwerking met een platte diagonale ribbel en wordt vaak gebruikt voor kledingstukken die op maat worden gemaakt, zoals pakken, jassen en jurken.
Beschrijft werken die zijn vervaardigd door het gelijknamige Afrikaanse volk, dat in Somalië leeft.
De gedeeltelijke omkering van een zwart-wit- of kleurenafbeelding, veroorzaakt door blootstelling van de afbeelding aan licht tijdens de ontwikkeling. De uiteindelijke afbeelding bevat zowel positieve als negatieve tonaliteiten of kleuren. Het proces werd in 1862 ontdekt door de Franse wetenschapper Armand Sabattier. Gebruik 'solarisatie' voor het vergelijkbare effect dat wordt veroorzaakt door overbelichting van fotografische emulsies.
Hangende pitkanaal-olielampen met zes of acht kanalen die vanuit het midden straalvormig uitlopen, met daaronder een druppelvanger. Ze zijn van koper of ander metaal en ze worden in joodse huishoudens aan het begin van de sabbat aangestoken.
Poten van meubels, die gebogen zijn als een cavaleriesabel, vierkant of rond in doorsnede zijn en geleidelijk taps toelopen naar het grondvlak. Afgeleid van de Griekse klismos en veel gebruikt aan laat 18e eeuwse en vroeg 19e eeuwse stoelen en sofa's.
Blanke gevestwapens met a-symmetrisch gevest en eensnijdende kling, die in beginsel gebogen is en dus tot houwen bedoeld en waarvan de schede aan de buitenkant van de bocht ligt; soms is er een kort rugscherp; 17e eeuw tot heden.
Zeshoekige lederen buidels die met lange riemen aan de degenkoppel van een cavalerieofficier hangen. Ook modieuze tassen in een soortgelijke vorm.
Esthetisch en poëtisch ideaal dat vooral een belangrijke rol speelt in de Japanse theeceremonie en haiku-gedichten. Het pleit voor het vinden van vreugde en rust in het oude, aangetaste en onvolmaakte. Het wordt soms gebruikt als synoniem van of in samenhang met het concept 'wabi'.
Genus van 6 tot 40 soorten (afhankelijk van de classificatie) overblijvende grassen die men vanwege het sap verbouwt in tropische gebieden. De huidige commerciële rietsoorten die tot dit genus behoren, zijn hybriden van de soort Saccharum officinarum (suikerriet). Deze soort is gekweekt uit een wilde rietsoort (Saccharum robustom) en werd verbouwd door inheemse volkeren die op de zuidelijke eilanden in de Stille Oceaan leefden. Suikerrietproducten zijn onder meer tafelsuiker, falernum, stroop, rum, cachaça, bagasse en ethanol.
Wordt gebruikt voor kleine oude Romeinse heiligdommen, meestal gebouwd in de openlucht.
Trombone in Engelse versie; Middeleeuwen-18de eeuw.
Boeken die voornamelijk gebeden bevatten voor het vieren van de dienst in de westerse kerk. Tegen de 13e eeuw werden deze over het algemeen in het misboek gevouwen.
Vrijstaand bouwsel of in de muur uitgespaarde kast in de nabijheid van het altaar voor het bewaren van de eucharistie. Kunnen ook bovenop altaarstukken worden geplaatst.
Oud-Romeinse of christelijke gewijde plaatsen. Gebruik bij voorkeur meer specifieke termen.
Sacristiemeubel in de vorm van een kast, bedoeld voor het bewaren van diverse liturgische objecten, zoals priestergewaden en altaargewaden, of voor andere liturgische doeleinden. Ingebouwd in de muur, een los meubelstuk of een integraal onderdeel van het sacristiemeubilair. Gewoonlijk is bovenaan een kruis aangebracht of een ander religieus symbool.
Een klok die bij de sacristiedeur hangt. Tegenwoordig wordt hij geluid bij de binnenkomst van de priester en wanneer deze de altaarruimte verlaat resp. bij aanvang en einde van de eucharistieviering. Ook wordt deze klok geluid bij de opheffing van het brood en de wijn (elevatio) tijdens de consecratie, tenzij men de later in gebruik genomen altaarschel gebruikt. In Vlaanderen tevens geluid bij aanvang van de communieuitreiking.
Grote Tibetaanse kleden die in opdracht werden geweven en voor verschillende doeleinden worden gebruikt.
Te gebruiken om werken te beschrijven van de gelijknamige Afrikaanse etnische groep die leeft in Tanzania.
Letterlijk ���hangende objecten'. Houder die Japanse mannen samen met een ���netsuke' gebruikten om persoonlijke objecten ��� zoals tabak, pijpen, borstels en geld ��� aan de gordel om het middel, ���obi' genoemd, te hangen. De meest gangbare sagemono waren doosjes gemaakt van lakwerk die men ���inrō' noemde.
Simpele vierkante of rechthoekige mantel gemaakt van ruwe wol. Werd gedragen door Romeinse soldaten, over de wapenuitrusting en vastgemaakt aan de rechterschouder. Werd ook beschouwd als een symbool voor oorlog, zoals de toga een symbool voor vrede was.
Verwijst naar de stijl van Kutani-porselein dat werd vervaardigd in de 19de eeuw en gewoonlijk was beschilderd in rood en goud.
Verwijst naar een aardewerkstijl die vanaf 1758 werd vervaardigd in Saint-Clément. Er zijn werken gemaakt in geglazuurd witbeige, en servies dat is versierd met gekleurd glazuur en verguldsel in de rococostijl van Sceaux aardewerk en porselein.
Verwijst naar de cultuur die werd gecreëerd onder de Saisunaga-dynastie (circa 642-413 v. Chr.) en de Nanda-dynastie (circa 413-322 v. Chr.) in India. Informatie over deze cultuur is gevonden in latere Vedische literatuur; er wordt melding gemaakt van metaalwerk, ivoorsnijwerk, gebouwen met meerdere verdiepingen en handwerksgilden. Zeer weinig is overgebleven van pre-Maurya-datum: enkele cyclopische muren, er zijn graftombes en kleinere antiquiteiten zoals terracotta reliëfs en glas aangetroffen. Het hakken en polijsten van harde stenen bereikte een hoogtepunt in de 4de en 5de eeuw, dat niet werd overtroffen in latere oude Indiase kunst.
Te gebruiken om werken te beschrijven van de gelijknamige Afrikaanse etnische groep die leeft in de Democratische Republiek Congo.
Veldslangen die werden gebruikt vanaf halverwege de 14e tot aan het einde van de 17e eeuw, zitten qua afmetingen het midden houden tussen 'demi-culverins' en 'minions' en een lading afvuren van tussen de 1,8 en 2,3 kg.
Een school in het Tibetaanse boeddhisme die de leer volgt van de geleerde en reiziger Drogmi (992-1072). Drogmi is bekend om zijn vertaling in het Tibetaans van de Hevajra Tantra, een belangrijk tantrisch werk en een van de voornaamste teksten van de Sakya-school. Hij is ook verantwoordelijk voor de invoering in Tibet van het Indiase systeem dat bekendstaat als Lam Drey, dat gebruik maakt van de symboliek van de seksuele vereniging als middel om de mystieke re-integratie van het zelf te bereiken. De hevig behoedende Hevajra is de beschermgod van de Sakya-school. De school is bekend om zijn wetenschappelijke productie, in het bijzonder door de exegeses en historische verhandelingen over het boeddhisme. De bekende 'Blauwe annalen', een geschiedenis van het Tibetaanse boeddhisme, zijn in de 15de eeuw geschreven door een volgeling van de school. De school ontleent zijn naam aan het klooster van Sakya, in 1073 gesticht door Konchok Gyalpo, een leerling van Drogmi, 80 km ten noorden van de Mount Everest. Kunga Nyingpo, de zoon van Konchok Gyalpo, maakte de leer van de Sakya-school systematischer. De abten van het klooster van Sakya werden van circa 1270 to 1340 door de Mongoolse heersers van China benoemd tot regenten van Tibet, maar toen de Mongoolse dynastie aan macht inboette, deden de abten van Sakya dat ook. Sakya heeft om de macht gestreden met andere scholen van het Tibetaanse boeddhisme, vooral de Gelug. De abten van Sakya mogen trouwen en het ambt gaat over van vader op zoon of van oom op neef. De Sakya-school kent twee subsekten: de Ngor en de Tshar.
Tibetaanse schilderschool die is gelieerd aan de boeddhistische orde met dezelfde naam. Deze behoort tot een van de vier belangrijkste orden. De school, die floreerde vanaf de 13de tot de 16de eeuw in het midden van Tibet, ontstond in Sakya-kloosters, vooral in het klooster van Ngor. Sakya-schilderijen bestaan vaak uit meerdere mandala's die zich kenmerken door effen kleuren, een icoonachtige kwaliteit en een algemene directheid die de religieuze en visuele complexiteit ervan aanvult.
Lichte Europese helmen in verschillende vormen, met een open gezicht of bevestigd vizier, gekenmerkt door een gelamineerd of massief puntig uitsteeksel aan de achterkant dat langs de rug naar beneden loopt ter bescherming van de nek.
Bordjes voornamelijk bedoeld voor het serveren van een individuele portie salade.
Divers gerei dat met vuur te maken heeft, voornamelijk metalen schijven of platen die worden verhit en dan boven voedsel, zoals gebak of puddingen, worden geplaatst om de bovenkant te bruinen.
Leden van een orde van amfibieën die worden gekenmerkt door een staart, normale ledematen, tal van kraakbeenachtige skeletelementen, een geleding in vier facetten tussen de schedel en de wervelkolom, een onvolledige maxillaire boog zonder benige verbinding met het neurocranium en het palatoquadrate kraakbeen, en larven met echte tanden en uitwendige kieuwen. Kwam reeds in de Midden-Jura voor en omvat tien levende en drie uitgestorven families, met inbegrip van meer dan 550 levende soorten.
Ondersoort van de wilg die voorkomt in het gebied dat zich uitstrekt van Alaska tot het Canadese Noordwestterritorium in het oosten tot Californië en New Mexico in het zuiden.
Familie bestaande uit zalmen, forellen, zalmforellen, zoetwaterwitvissen en vlagzalmen.
Bouworde gekenmerkt door zuilen met spiraalvormige schachten of spiraalvormige lijnen die in de schachten zijn gekerfd, bedoeld om de legendarische zuilen van de Tempel van Salomo in Jeruzalem na te bootsen, die volgens de traditie waren voorzien van spiraalvormige zuilen. Er waren al eerdere versies van deze orde, maar de elementen daarvan werden voor het eerst gedetailleerd beschreven door Jezuïtische theoretici, met name door Juan Bautista Villalpando.
Schilderijen die oorspronkelijk werden tentoongesteld in de officiële Parijse Salon (in de achttiende en negentiende eeuw), waar leden van de Academie Royale de Peinture et de Sculpture nieuwe werken presenteerden. Salonschilderijen zijn meestal academisch van aard en waren bedoeld om opdrachten van overheidsinstanties of particulieren binnen te halen.
Kleine, verplaatsbare tafels die soms een porseleinen of marmeren tafelblad hebben.
Wordt gebruikt voor openbare restauratie-gelegenheden waar de nadruk vooral ligt op het drinken van meestal alcoholische dranken, in plaats van op eten, en die voorstellingen of andere vormen van amusement aanbieden in de belangrijkste ruimte maar die geen slaapplaatsen bieden; gebruik 'cafés' voor soortgelijke gelegenheden, maar meestal zonder amusement; gebruik 'taveernen' voor gelegenheden die slaapplaatsen zowel als eten en drinken aanbieden, maar geen amusement.
Zorgvuldig vervaardigde sarapes van tapisserieweefsel, gemaakt in het noorden van Mexico, in bonte kleuren en met ingewikkelde patronen.
Aardewerkstijl die zijn naam ontleent aan aardewerk dat is gevonden in Samarra, de tijdelijke residentie van de Abbasidische kaliefen in de 9de eeuw. Samarrawerk werd pas bekend nadat er in 1911 en 1913 opgravingen waren gedaan. Het in Samarra gevonden aardewerk was echter vermoedelijk afkomstig uit Bagdad, dat daar niet ver vandaan ligt; er zijn andere voorbeelden van deze stijl gevonden in Perzië, Spanje, Egypte en Syrië, plaatsen waarheen de stijl zich later heeft verspreid. Samarra wordt gekenmerkt door een dunne romp van uiterst fijn gemalen zwavelgele klei en een zorgvuldig aangebracht zacht tinglazuur. Een opvallend staaltje van technisch kunnen was het heldere goudglazuur dat bewust werd gecombineerd met andere metaaltonen, op zowel tegels als vaatwerk. Het decor bestaat meestal uit één dier of grotere ontwerpen op de binnenzijde van het vaatwerk, terwijl de buitenzijde vrijwel altijd is gedecoreerd met rondlopende rijen streepjes. Vroege voorbeelden uit de 8ste eeuw lijken bedrieglijk veel op gouden schalen, hetgeen erop duidt dat ze de vroegste voorbeelden zijn van imitaties van tafelgerei uit edelmetaal, waarvan het gebruik verboden was. Samarra imiteerde vaak het Chinese keramiek dat in het gebied werd geïmporteerd.
Verwijst naar de periode en beschaving die zich van circa 6200 tot 5500 v. Chr. ontwikkelde in centraal Mesopotamië en zich uitbreidde naar het noorden, en die is genoemd naar de archeologische vindplaats te Samarra. Vooral bekend om zijn beschilderde aardewerk, soms gedecoreerd met menselijke en dierlijke vormen, lemen beeldjes, en het vroegst bekende gebruik van leemsteen in Mesopotamië.
Beschrijft werken die zijn vervaardigd door het gelijknamige Afrikaanse volk, dat in Burkina Faso leeft.
Wordt gebruikt voor zowel een constructie die uit vele verschillende bouwmaterialen bestaat als voor het gebruik van verschillende constructiemethoden in één bouwwerk, zoals een gemetseld gebouw met een gelamineerd houten dak.
Volgens de botanische definitie vruchten die bestaan uit groepen of samenstellingen van meerdere delen. Vruchtverbanden bevatten zaden van verschillende vruchtbeginsels van een enkele bloem, zoals de braam en de framboos. Verzamelvruchten bevatten de vruchten van meerdere bloemen die zijn samengesmolten of dicht op elkaar zitten, zoals de moerbei die ontstaat uit een groep kleine afzonderlijke bloemen die worden samengeperst als ze zich tot vrucht ontwikkelen.
Het verdichten en samenpersen van substanties om een dichtere eenheid te verkrijgen, zoals het samenpersen van de harde deeltjes in vers gemengd beton, specie of een ander mengsel.
De fysiochemische samenstelling of opbouw van een stof of een mengsel.
Wordt gebruikt voor het plakken of samenhechten, meestal door twee onderdelen over elkaar te leggen, zoals bij diverse metselwerkzaamheden, en het stevig vastmaken of vastkleven met behulp van een bind- of hechtingsmiddel.
Te gebruiken om werken te beschrijven van de gelijknamige Afrikaanse etnische groep, een subgroep van de Luyia, die voornamelijk leeft in Kenia en Uganda.
Complex weefsel in keperbinding, [...]
Verwijst naar een soort Romeins aardewerk dat een variant is van het Terra sigillata. De term wordt gebruikt voor aardewerk dat ofwel vervaardigd werd op Samos, een eiland in de Egeïsche Zee, of werd gemaakt van klei die van dit eiland afkomstig was. Moderne wetenschappers gebruiken de term doorgaans als een synoniem voor ‘Terra Sigillata', omdat zij ervan uitgaan dat het eerdere gebruik van de term was gebaseerd op een verkeerde interpretatie van de oude toepassing,die waarschijnlijk slechts verwees naar een bij Terra sigillata gebruikte laktechniek en niet naar Samos. Soms wordt de term gebruikt als verwijzing naar Grieks geometrisch en oriëntaal ogend aardewerk dat werd gemaakt of opgegraven op Samos.
Te gebruiken om werken te beschrijven van de gelijknamige Afrikaanse etnische groep die leeft in Burkina Faso.
Beschrijft werken die zijn vervaardigd door de bevolking van de Samoaanse eilanden. Typische voorbeelden van de uitzonderlijke kunstzinnige vaardigheden van de Samoanen zijn de tatoeages, het ontwerpen en bouwen van kano's; en schorsdoeken.
Te gebruiken voor diverse soorten platbodems afkomstig uit het Verre Oosten die worden voortbewogen met een enkele wrikriem of door middel van een zeil.
Elektronisch hardware- of software-instrument dat men gebruikt om digitale representaties van geluidsgolven te creëren, deze te bewerken en ze af te spelen in een muzikale context.
Deze term, die letterlijk 'zwerftocht' betekent, verwijst naar de door het karma bepaalde kringloop van geboorte, dood en wedergeboorte in het boeddhisme, hindoeïsme en jaïnisme. Bevrijding (moksa, nirwana, kaivalya) van dit transmigratieproces wordt gezien als voorbij de samsara gaan, dat wil zeggen: beseffen dat deze een illusie is. Hoewel de herkomst van het begrip samsara omstreden is, is het waarschijnlijk, net als karma, van niet-Vedische of heterodoxe oorsprong.
Verwijst in algemene zin naar diverse stijlen aardewerk met asglazuur die gedurende de gehele Hein-periode (794-1185) werden vervaardigd in de industriële ovens van Sanage, ten oosten van het huidige Nagoya. Er werden vooral kommen, potten, borden en vazen geproduceerd.
Verwijst naar de stijl van porselein dat werd gemaakt in China ten tijde van de T'ang-dynastie (618-906 v. Chr.), en wordt gekenmerkt door lijnen en stippen in drie kleuren, gewoonlijk donkerblauw, turkoois en aubergine. De term verwijst ook naar keramiek dat werd gemaakt ten tijde van de Ming- en Ching-dynastieën (1368-1912) en dat was geschilderd in dezelfde drie kleuren, van elkaar gescheiden door kleirandjes die het patroon aangeven.
De meest gewijde plaatsen in religieuze gebouwen. In een christelijke kerk is het de ruimte waarin zich het hoofdaltaar bevindt.
Een in de 20e eeuw ontwikkeld drukprocedé waarbij de mezzotint-achtige schakering wordt bereikt met behulp van schuurpapier. Het procedé werd ontwikkeld als een manier om het arbeidsintensieve plaatschommelen te omzeilen. De plaat wordt diverse keren door de pers gehaald met een vel schuurpapier; de zandkorrels verdringen koperkorreltjes waardoor inkthoudende bramen ontstaan.
Genus van houtige bloeiende planten, voorkomend als bomen of heesters. Meestal betreft het wortelparasieten die zich voeden door fotosynthese, terwijl ze water en anorganische voedingstoffen aan de wortels van andere soorten onttrekken. Diverse soorten, met name S. album, produceren sterk geurend hout, dat gebruikt wordt als geurstof en voor parfums, en als kruidengeneesmiddel.
Een compact, dicht generfd, geurig en geelachtig hout, dat het kernhout is van een Indomaleise parasitaire boom.
Motief in de vorm van een gestileerde kist die zowel een huwelijks- en kinderwens als de dood en een doodskist kan symboliseren. De kist heeft meestal een ander motief in zijn doosvorm.
Te gebruiken voor bouwpanelen die bestaan uit twee buitenplaten met een hoge dichtheid, zoals multiplex, hardhout of metaal, met daartussen een licht kernmateriaal, meestal schuimplastic, rubber of papier met honingraatstructuur.
Een ondoorzichtig bordeaux- tot bruinrood koperglazuur dat in China werd ontwikkeld in de K'angsi periode en voornamelijk wordt toegepast op porselein.
Te gebruiken om werken te beschrijven van de gelijknamige Afrikaanse etnische groep die leeft inKameroen, Congo en de Centraal-Afrikaanse Republiek.
Te gebruiken om werken te beschrijven van de gelijknamige Afrikaanse etnische groep die leeft in het zuidoosten van de Democratische Republiek Congo.
Verwijst naar een cultuur ten zuiden van de Sahara die werktuigen vervaardigde in het late Pleistoceen, ongeveer gelijktijdig met de Fauresmith-productie uit zuidelijk Afrika. Vernoemd naar de archeologische vindplaats bij de Baai van Sango in Uganda, maar werd ook gevonden in Angola, de Democratische Republiek Congo, Kenia, Zambia en elders. De cultuur kenmerkt zich door handbijlen, messen van steenscherven, schrabbers, grote schaven om hout te bewerken en een typische pikhouweel.De Sango cultuur werd klaarblijkelijk ontwikkeld door bosbewoners, terwijl Fauresmith werd ontwikkeld door bewoners van de open vlakten.
Te gebruiken om werken te beschrijven van de gelijknamige Afrikaanse etnische groep die leeft inTanzania.
Perzische tapijten die waarschijnlijk in het begin van de 17e eeuw in Kirman zijn geweven. De motieven in het ontwerp bevatten vaak medaillons, mythische en werkelijke dieren of menselijke gedaantes.
De systemen binnen een gebouw die de bewoners voorzien van water en die vloeibaar afval of door vloeibare stoffen vastgehouden afval afvoeren; omvat pijpleidingen, sifons, openingen en bijbehorende vaste onderdelen, maar niet de bronnen of plaatsen van bestemming buiten het gebouw zoals putten of septictanks.
Hoofdpoort van zenboeddhistische tempels, bestaande uit twee verdiepingen. Letterlijk betekent de term ���verlichtingspoort', ���bergpoort' of ���drievoudige poort'. De afmetingen van de poort weerspiegelen de status van de tempel. De poorten kunnen drie doorgangen bevatten. Ze worden gezien als de symbolische scheiding tussen het wereldlijke en het heilige.
Wordt gebruikt voor lijsten met veel overlappende en ineengestrengelde krullen en spiralen. Ze waren populair tijdens de 16e en 17e eeuw en zijn vernoemd naar de Venetiaanse architect en beeldhouwer Jacopo Sansovino.
Beschrijft kunstwerken die zijn vervaardigd door de bewoners van de Santa Cruz-eilanden. De bewoners van de Santa Cruz-eilanden zijn vooral bekend om hun houten figuratieve beeldhouwwerken, die zijn vervaardigd als vrijstaand beeld op architecturale beeldgesneden palen, of die als detail op gebruiksvoorwerpen zijn aangebracht. Belangrijke wereldlijke kunstvoorwerpen van de Santa Cruz-eilanden zijn gebaseerd op de persoonlijke versiering van mannen, zoals schijfvormige borstornamenten van doopvontschelp bedekt met een schildpadschild als geometrische vorm, hoofdtooien bedekt met geschilderde schorsdoek en vezelarmbanden met geometrische patronen.
Verwijst naar de cultuur van een van de drie hoofddivisies van de Sioux. De Santee omvatten de Mdewkanton, Wahpeton, Wahpekute en Sisseton.
Te gebruiken voor 'retablo's' en 'bulto's', de makers van christelijke devotiebeelden in de beeldhouw- en schilderkunst die in de Spaanse koloniale periode actief waren in Mexico en later, tot op de dag van vandaag, in het Spaanssprekende deel van de Verenigde Staten.
Verwijst naar kleine houten of ivoren beeldsnijwerken van heiligen en andere vereerde figuren, die werden gemaakt voor rooms-katholieken in Spaanse kolonies in Amerika, het Caribisch gebied en elders. De term kan ook verwijzen naar latere imitaties van deze vroege beeldsnijwerken. Ze kenmerken zich in het algemeen door een stijl die doet denken aan de 17de-eeuwse Spaanse barokstijl maar met een minder verfijnde techniek en primitieve voorstellingen van gelaatstrekken en anatomie. Ze werden waarschijnlijk oorspronkelijk gesneden door priesters die geïmporteerde beeldhouwwerken imiteerden en zijn uiteindelijk beïnvloed door inheemse stijlen. Ze werden uiterst populair in de Spaanse kolonies, konden worden aangetroffen in elk typisch christelijk huis en werden in kerken geplaatst, waar sommige de bestemming van bedevaarten werden. Het was gebruikelijk de santo’s te hullen in kleding van stof die vaak versierd was met complex borduurwerk. De term kan ook verwijzen naar tweedimensionale voorstellingen van heiligen die in Mexico en het zuidwesten van de Verenigde Staten ‘retablo’s’ worden genoemd. Driedimensionale beelden van heiligen worden vaak ‘bulto’s’ genoemd in Mexico en het zuidwesten van de Verenigde Staten.
Te gebruiken om werken te beschrijven van de gelijknamige Afrikaanse etnische groep.
Lamellofonen bestaande uit een houten plank of klankbodem met tongen aan één uiteinde; bespeeld door de losse einden van de tongen met wijsvinger en duim neer te drukken en weer los te laten; Afrika.
Bidkleden met meervoudige nissen of boogmotieven die tijdens het bidden met familie of groepen worden gebruikt.
Verwijst naar een Iraanse aardewerk stijl uit de periode rond 6000 v. Chr. Genoemd naar de archeologische vindplaats Tepe Sarab in West-Iran. Het aardewerk is gedecoreerd met geometrische en kikkervisachtige motieven.
Vedels met een korte, dikke hals zonder frets en een zich vernauwende klankkast waarvan het bovenblad van dierenhuid, is, 2 of meer benen kammen, 3 of 4 speelsnaren, wisselend aantal sympathische snaren; rechtopstaand bespeeld; Noord-India, Nepal, Pakistan.
Fijn geweven dekens in Spaans-Amerikaanse stijl, vaak met ingewikkelde patronen, die zo zijn geweven dat ze langer zijn dan breed en die om de schouders gewikkeld worden gedragen.
Verwijst naar de inheemse stijl die wordt geassocieerd met het gebied Sarawak in Borneo. De stijl vormt een afspiegeling van de geschiedenis van het gebied, die wordt gekenmerkt door bezettingen door tal van buitenlandse mogendheden: van het Majapahit-rijk van Java en het Britse protectoraat van Brunei tot het huidige Maleisië. De stijl kenmerkt zich door ijzerwerk, houtsnijwerk met islamitische motieven en keramiek, waarvan de technieken werden bijgebracht door Chinese kooplieden. De inheemse kunst van het Ibanvolk van Sarawak wordt gekenmerkt door animistische religieuze motieven.
Gom van sommige soorten Astragalus of Penaea, die werd genoemd in geschriften uit de oudheid en ook in 18e en vroeg 19e eeuwse Engelse recepten voor het maken van verven.
Klasse van gewervelde vissen die gelobde gepaarde vinnen hebben met een vlezige basis op een benig skelet. De vinnen zitten met één enkel bot aan het lichaam vast. De vissen hebben een blijvende chorda dorsalis, interne neusgaten en twee rugvinnen met gescheiden bases en niet zoals straalvinnige vissen een enkele rugvin. Deze onderklasse is zeer oud en verscheen in het Onder-Devoon, ongeveer 390 miljoen jaar geleden. Uit de onderklasse zijn amfibieën ontstaan. In sommige classificaties beschouwt men het als een klasse in plaats van een onderklasse. De erkenning van de onderklasse of klasse Sarcopterygii is controversieel, omdat sommige ichtyologen denken dat de twee grootste groepen, de Crossopterygii (waartoe de rhipidistia en de coelacanten behoren) en de Dipnoi, van verschillende voorouders afstammen, aangezien de huidige vormen van de twee groepen in hoge mate van elkaar verschillen. De primitieve soorten vertonen echter een aantal overeenkomsten, wat erop lijkt te duiden dat ze een gemeenschappelijke voorouder hadden.
Brede vorken met vaak tussen de vijf en zeven korte tanden die worden gebruikt voor het opdienen van sardines.
Verwijst naar de laat-Assyrische periode van 721 tot 627 v. Chr., tijdens de heerschappij van de door Sargon II gestichte dynastie en zijn opvolgers, Sennacherib, Esarhaddon, en Assurbanipal.
Van oorsprong Indiase bovenkleding bestaande uit een aantal meters dunne stof die zo om het lichaam wordt gedrapeerd dat het ene eind een rok vormt en het andere een hoofd- of schouderbedekking.
Verwijst naar de cultuur, vooral de beeldhouwkunst, van de stad Sarnath in noordelijk India, gedurende de Gupta-periode. Sarnath is vooral bekend om zijn boeddhafiguren, die wijd verspreid waren en die eeuwenlang voorstellingen van Boeddha hebben beïnvloed in oostelijk India en Zuidoost-Azië. Deze beeldhouwwerken werden ontwikkeld aan het eind van de 5de eeuw, en breken met de plastische vormen die zijn gemaakt door Mathura-beeldhouwers; in plaats hiervan zijn de Boeddhabeelden, die in een transcendente staat worden weergegeven, perfect en harmonisch geproportioneerd, maar niet op een naturalistische manier weergegeven. Ook hangt hun kleding om hun lichamen, maar niet op een realistische manier. De gelijkmatige lichamen en de kleding contrasteren met de rijkelijk versierde aureolen, die lijken op die van contemporaine, staande boeddhafiguren uit Mathura. Sarnath-beeldhouwers maakten ook narratieve beeldhouwwerken van hoge kwaliteit, vooral stèles die gebeurtenissen afbeelden uit het leven van Boeddha.
Snaarinstrumenten, met 4 of 5 melodiesnaren, 3-6 bourdonsnaren en 11-16 sympathische snaren van metaal; brede, met metaal bedekte hals zonder frets; komvormige, met huid bedekte klankkast; ook met een tweede klankbodem van metaal, hout of kalebas achter de sleutelkast; bespeeld met een driehoekig houten plectrum; Noord-Indiase subcontinent.
Javaanse metallofonen bestaande uit dikke bronzen of ijzeren platen, gewoonlijk zes of zeven maar met regionale verschillen, geplaatst op een houten trog of drager, vaak gedetailleerd bewerkt en beslagen met houten of hoornen hamers. Ze bestaan in drie formaten en zijn belangrijke instrumenten in de Javaanse gamelan.
Bovenkleding gevormd door een stuk stof rond het onderlichaam te wikkelen; voornamelijk gedragen door mannen en vrouwen uit de Maleisische Archipel en de eilanden in de Stille Zuidzee. Wordt ook gebruikt voor soortgelijke, vaak voorgevormde kleding gedragen door westerse vrouwen.
Een bont geschakeerd Frans breccia-marmer waarbij de kleuren grijs, rood of geel meestal overheersen. Het wordt gedolven in de buurt van Sarrancolin in de Pyreneeën.
Benaming voor uit Lotharingen afkomstig aardewerk dat vanaf 1778 werd gefabriceerd te Sarregueminnes, en dat wit aardewerk, decoratief steenwerk in Wedgewood-stijl, en servies in Engelse en Italiaanse stijl omvat.
Te gebruiken om werken te beschrijven van de gelijknamige Afrikaanse etnische groep, een subgroep van de San, die leeft in Botswana.
Genus van drie soorten bladverliezende bomen en struiken. Twee soorten komen voor in Azië (S. tzumu en S. randaiense) en één in het oosten van Noord-Amerika (S. albidum). Er is ook één uitgestorven soort. Ze zijn commercieel interessant vanwege hun geurige olie, die men gebruikt in parfum, limonade en thee. Het zachte, lichte hout wordt gebruikt als timmerhout. Uit het hout wint men een kleurstof voor textiel die rozebruin tot grijs is en een goede kleurvastheid heeft.
Deze boomsoort groeit op de zandgronden in het oosten van Noord-Amerika, in het gebied dat zich uitstrekt van Maine, Ontario en Iowa in het noorden tot Texas en Florida in het zuiden. Gewoonlijk zijn het kleine bomen of struiken, maar soms worden ze wel 20 meter hoog. Deze soort heeft een gerimpelde schors, heldergroene twijgen en kleine trosjes gele bloemen. De vrucht is een donkerblauwe bes. De boom gebruikt men om timmerhout te maken. Uit de schors van de wortel wint men etherische olie die men gebruikt voor parfums, limonade en thee. De bladeren en twijgen worden gegeten door witstaartherten, bosmarmotten, moeraskonijnen en Amerikaanse zwarte beren. De vruchten worden door veel vogels gegeten.
Olie die wordt gewonnen uit de wortelschors van sassafrasbomen, inheems in Noord-Amerika en Azië. Sassafrasolie wordt gebruikt als geurstof in weefsels, als smaakstof en als ingrediënt van zeep en medicijnen.
Verwijst naar de periode vanaf de onderwerping van de Parthen door Ardashir in 224 tot aan de val van het Sassanidenrijk aan de Arabieren in 631, tijdens welke het Midden Oosten werd geregeerd door de Iraanse Sassanidische dynastie. De kunst van die tijd, waarvan rotsreliëfs en zilverwerk het meest bekend zijn, kende invloeden van het Romeins-Byzantijnse rijk uit het westen en het Chinese rijk uit het oosten.
Verwijst naar de activiteit waarbij foto's worden genomen met camera's op satellieten die in een baan om de aarde of een andere planeet cirkelen. Doorgaans heeft satellietfotografie tot doel de grondkenmerken en -activiteiten op grote afstand van de aarde te observeren, bijvoorbeeld in het kader van militaire inlichtingen, cartografie en het volgen van weersverschijnselen. De camera's kunnen ook op de kosmische ruimte worden gericht en de foto's kunnen hemellichamen of kosmische verschijnselen bevatten die onder het begrip 'astronomische fotografie' vallen.
Hout van de boom behorende tot de soort Eucalyptus calophylla, inheems in Australië. Het is geelachtig rood van kleur en wordt gebruikt voor het maken van vloeren, plaveisels en traptreden.
Serie van platte steken die in dichte rijen worden geborduurd en gebruikt worden om een deel van het onderliggende textiel volledig te bedekken.
Artistiek middel waarmee menselijke dwaasheid en gebreken worden beschimpt, bespot en belachelijk gemaakt.
In het zenboeddhisme verwijst satori naar een plotselinge persoonlijke verlichting, vergelijkbaar met het oorspronkelijke moment van spirituele wedergeboorte door Gautama Boeddha.
Verwijst in algemene zin naar keramiek in diverse stijlen, bedoeld voor theeceremonieën en algemeen gebruik, dat vanaf het begin van de 17de eeuw tot heden is vervaardigd in de industriële ovens van de prefectuur Kagoshima (het voormalige Satsuma-domein). De stijlen variëren van 'haaienvel'-aardewerk met een grijzig, lichtsepia of gelig glazuur en een fijn korrelig oppervlak, tot fijn thee-aardewerk met ijzerglazuur uit de eerste helft van de 17de eeuw, kopieën van Sawankhalok-aardewerk, Thais aardewerk dat is gedecoreerd met ijzeroxide in onderglazuur, daterend uit circa 1700, tot opgeglazuurd email uit de late 18de eeuw.
Leden van een familie bestaande uit 1500 soorten motten, waarvan de rupsen van sommige soorten een dikke zijden cocon spinnen. Hiervan wordt soms gebruikgemaakt voor de vervaardiging van commerciële zijde.
Bootvormige kommen, meestal met een lange schenktuit aan de ene kant en een handvat aan de andere kant, of twee schenktuiten en een handvat in het midden; gebruikt voor het serveren van sauzen, jus en dergelijke.
Uitgestorven orde van reptielen die werd gekenmerkt door een triradiaat bekken waarbij de onderste bekkenelementen benedenwaarts zijn gericht, een foramen subnarialis, enigszins gereduceerde vingers, voorste ledematen die doorgaans duidelijk korter zijn dan de achterste ledematen, en drie tot zeven sacrale wervels. Hiertoe behoren alle theropode vleesetende dinosaurussen en een van de twee grote families van plantenetende dinosaurussen. Kwam voor in het late Trias tot het late Krijt, waarna alle niet-vliegende Saurischia uitstierven.
Kleine lepels die voornamelijk worden gebruikt voor het opdienen van sauzen. Ze zijn in het algemeen kleiner dan juslepels en maken soms deel uit van een bestekcassette.
Kleine afgedekte terrines, soms met bijpassende onderschotel, gebruikt voor het serveren van saus.
Verwijst naar een mesolithische stijl en cultuur die vooral floreerde in het zuidwesten van Frankrijk en het noorden van Italië tussen 9.000 en 5.000 v. Chr. Deze kenmerkt zich door specifiek gereedschap, waaronder microlithische werktuigen zoals driehoeken en dubbelschrabbers.
Benaming die verzamelaars gebruiken voor stoelen in Italiaanse renaissancestijl met talrijke dwarsverbindingen die onderling verbonden zijn aan de zijkanten. Ze zijn vernoemd naar de hervormende monnik uit de 15e eeuw, hoewel het maar de vraag is of zulke stoelen daadwerkelijk door hem werden gebruikt.
Meestal grote, Franse pooltapijten die niet altijd in de Savonnerie-werkplaats worden gemaakt.
Klein, eenzijdig snijdend houwzwaard gebruikt door de Germaanse volkeren, vooral de Saxen, in de vroege Middeleeuwen. Er was veel variatie in vorm en constructie.
Orde van tweezaadlobbige bloeiende planten met 16 families, 112 genera en bijna 2500 zeer diverse soorten die in de hele wereld voorkomen, onder meer heesters, bomen, rotstuinplanten, bekende siertuinplanten en struiken die bessen en kruisbessen produceren. De orde behoort tot de 'core eudicots' en hoewel de fylogenetische positie nog niet goed is vastgesteld, is de orde waarschijnlijk een zuster van de groep der rosiden in het APG II-systeem (Angiosperm Phylogeny Group II).
Snaarinstrumenten met een lange hals met beweegbare frets, een peervormige klankkast en een wisselend aantal snaren; Kaukasus, Iran, islamitische culturen uit Zuidoost-Europa en Klein-Azië.
In oude Griekse en Romeinse theaters, de constructies die naar het publiek gekeerd zijn en die de achtergrond vormen waarvoor de opvoeringen plaats vonden, en die tevens de spelers ruimte boden achter de plaats waar ze toneelspeelden.
Wordt gebruikt voor de gevels van de toneelopbouw van oude Griekse en Romeinse theaters.
Verwijst naar muur- of meubeloppervlakken die zijn gemaakt van een fijn mengsel van gips met aluin, lijm, water en pigment, zodanig dat een effect ontstaat waarbij marmer of pietra-dura wordt geïmiteerd. Het werd toegepast als verf op een natte kalkonderlaag, verhit om uit te harden en vervolgens gepolijst, of gevormd in kleurrijke stukjes en ingelegd als een mozaïek. De techniek was bekend in het oude Rome en maakte een opleving door in het 16de-eeuwse Italië, waarna het zich uitbreidde naar andere plaatsen in Europa. Scagliola is goedkoper dan marmer of andere stenen oppervlakken, maar wel erg kwetsbaar. Nog slechts enkele voorbeelden zijn intact. Te onderscheiden van 'faux marbre' waarmee een marmereffect wordt gecreëerd door het schilderen van een oppervlak, bijvoorbeeld een muur.
Orde van zeventien soorten in één familie. Het zijn slanke dieren met een lange staart en een zachte grijze of bruine vacht. De soorten die op de grond leven zijn groter dan de soorten die in bomen leven en hebben grotere klauwen, waarmee ze insecten opgraven.
Digitaliseerders die gegevens halen van ondoorzichtige of doorzichtige afbeeldingen door deze te scannen.
Verwijst naar de stijl en beweging in de Italiaanse kunst en literatuur die tussen 1860 en 1870 hun bloeitijd doormaakten in Milaan. De stijl is gebaseerd op een sterke weerstand tegen de waarden en zelfgenoegzaamheid van de middenklasse. Schilders die in deze stijl werkten, zoals Filippo Carcano, Eugenio Gignous en Luigi Conconi, maakten gebruik van zachte contouren, open penseelwerk, dikke lagen verf, een beeldend samengaan van figuur en achtergrond, en een samenspel van kleuren dat de filosofie van deze beweging met betrekking tot het samengaan van de kunsten benadrukte. In vroege werken in deze stijl werden leden van de adel of literaire figuren geportretteerd. Latere werken waren een voorbode van symbolistische werken.
Genus bestaande uit diverse soorten mestkevers uit de Oude Wereld, waaronder de scarabee, de soort Scarabaeus sacer, die in het oude Egypte als heilig werd beschouwd.
Een scaraboïde is een zegel, een zetting in een ring of een ander object dat min of meer de vorm van een scarabee heeft (eivormig met een vlakke basis), maar zonder de details waardoor het herkenbaar zou worden als het insect de scarabee. Scaraboïden kunnen zijn gedecoreerd met motieven die geen verband houden met het oorspronkelijke insect.
Verwijst naar een aardewerkstijl die voornamelijk werd gevonden in de regio Diyala in Mesopotamië, aan het begin van de vroegdynastische periode van circa 2900 tot 2750 v. Chr. De stijl wordt gekarakteriseerd door voornamelijk grote, breedgeschouderde potten, beschilderd met rode, zwart omlijnde figuren, tegen een vaalgele of gele achtergrond.
Kleine sierspelden die zijn bedoeld om in clusters te worden gedragen, vaak in de vorm van insecten.
Voor (speel)filmproducties geschreven verhalen die naast beschrijvingen van de personages, de scènes en de setting ook dialogen en regie-aanwijzingen bevatten.
Verwijst in de beeldende kunsten naar gezichten of beelden die een plaats, episode, situatie, incident, reeks handelingen of gebeurtenissen of voorwerpen voorstellen. De term is afgeleid van het figuurlijke gebruik van ‘scène’ in de theatrale betekenis ‘onderverdeling van een toneelstuk’.
Bordpapier bedekt met een gladde laag, meestal van Parijse kalk met daarop tekeninkt. Door bepaalde delen met inkt af te schrapen en de witte laag bloot te leggen creëert men een beeld.
Speelborden die zijn verdeeld in 64 vierkanten van afwisselend donkere en lichte kleuren die zijn geordend in acht horizontaal en acht verticaal.
Een patroon dat vierkanten of ruiten in contrasterende kleur of structuur afwisselt.
Een groep kleden die volgens dezelfde techniek als de Para-Mamluk kleden worden gemaakt, maar niet zo fijn geweven en van een verschillend kleurengamma. Ze hebben een kenmerkend patroon van zeshoekige of achthoekige vormen die vaak met een cartouche-rosette rand zijn begrensd.
Verblijfplaatsen voor schapen.
Gebinten die gebruikt worden om een schuin dak te ondersteunen. De dwarsbalken kruisen elkaar en zijn met de tegenoverliggende dakspanten verbonden op een tussenliggend punt langs hun lengte.
Te gebruiken voor schoenachtige instrumenten of voor plateautjes die aan schoenen worden vastgezet, met aan de onderkant metalen bladen, wieltjes of rollers in diverse opstellingen om mee over ijs of andere, meestal gladde, oppervlakken te glijden.
Algemene term voor bouwwerken met grote, afgezette ruimten die gladde oppervlakken hebben voor (rol)schaatsen.
Term die buiten Italië wordt gebruikt voor de houten, Italiaanse 'stoelen zonder armleuningen' uit de 16e eeuw die bestaan uit een stevige, bewerkte rugleuning en een kleine, meestal achthoekige zitting die niet door poten wordt ondersteund maar door bewerkte eindplanken aan de voor- en achterkant.
Wordt gebruikt voor kleine zuilen in de middeleeuwse architectuur die meestal in verbinding staan met muren, pijlers en dergelijke.
Wordt gebruikt voor het middelste deel van een voetstuk, dat zich tussen het basement en de cap bevindt. Wordt ook gebruikt voor het onderste deel van een binnenmuur wanneer deze een bepaalde behandeling krijgt, omdat die door deze behandeling vaak op een voetstuk lijkt.
De delen van zuilen, colonetten of pilasters tussen het basement en het kapiteel.
Constructie van staal, gewapend beton of hout die aan de ingang van een mijnschacht staat en de ophaalmachine ondersteunt, met bovenin twee katrollen waarover kabels naar een gemotoriseerde lier leiden.
Verwijst naar de midden-Helladische periode en cultuur die wordt geassocieerd met de graven uit circa 1600 v. Chr. tot circa 1400 v. Chr. die werden gevonden in Mycene en in andere steden uit de Griekse bronstijd. De stijl kenmerkt zich door grafconstructies die zich onderscheiden van de vroegere voorbeelden en die uit andere gelijktijdige culturen doordat de graven in cirkels waren gegroepeerd en waarschijnlijk werden bedekt met tumuli. De graven bevatten meerdere, op verschillende tijdstippen begraven mensen, en als overblijfsel van een nomadische cultuur werden kleine gouden objecten en wapens bij wijze van geschenken aan de doden meegegeven.
Wordt over het algemeen gebruikt voor kleine, decoratieve lijsten, meestal hoekige banden of riemen die een zuilschacht omcirkelen. In het bijzonder duidt de term de riemen aan rond de onderkant van de echinus van een Dorische zuil. Voor de groeven rond de onderkant van een Dorische zuil, die de verbinding tussen kapiteel en schacht verbergen wordt 'hypotrachelia' gebruikt. Voor gevormde banden rond Gotische zuilschachten, die vaak de verbinding tussen twee schachtdelen verbergen wordt 'schachtringen' gebruikt.
Wordt gebruikt voor banden of lijstwerk, het meest aan te treffen in de Gotische architectuur, zich bevindend rond de schachten van zuilen of ingewerkte zuilen, maar niet aan de uiteinden daarvan. Vaak gebruikt om de voeg tussen twee delen van een schacht te bedekken of te versterken.
Open, vaak ondiepe houders, soms met een deksel. Gemaakt van aardewerk, glas, metaal, hout en dergelijke en gebruikt voor verschillende doeleinden, vooral om voedsel in te doen en uit te serveren.
Rietpijpen die over de hele wereld voorkomen en een dubbel riet, conische boring en altijd een pirouette hebben; voorganger van de Europese hobo, in de 12e eeuw geïntroduceerd vanuit het Nabije Oosten.
Zware houten blokken, bedoeld om de menselijke hals zodanig te omsluiten dat de drager niet kan gaan liggen, zich niet kan voeden en zijn of haar hoofd niet kan aanraken. Ze werden in het verleden in China en landen in de Chinese invloedssfeer gebruikt om mensen te bestraffen voor kleine vergrijpen. De naam en het misdrijf van de dader werden op het hout geschreven.
Zelfaandrijvende of gesleepte walsachtige rollen met uitstekende schroefbouten die door de grondoppervlak dringen. Worden gebruikt om vulmateriaal sterk samen te persen.
Steekspelen die in Duitsland zijn ontstaan waarbij wordt gevochten met scherpe, gepunte lansen.
Flexibele stukken stof, papier of ander materiaal die twee aparte delen bijeenvoegen en waarvan een of beide delen een draaiende beweging kunnen maken langs een enkele as. In boekbinden, geplaatst tussen de twee helften van een schutblad, waar het boek aan zijn kaft is bevestigd. Onderscheiden van 'verbindingen (verbindingsstukken)', de buigende buitenste voegen van de rug en kaft van boeken.
Vouwscharnieren met kogellagers die tussen de scharniergewrichten zijn geplaatst om wrijving te voorkomen.
Vijlen met ronde randen en taps toelopende of evenwijdige kanten. Worden gebruikt om de ruimten tussen de tanden van tandwielen en drijfwielen schoon te maken en te vormen.
Landen die schatting betalen aan een veroverende of sterkere buitenlandse mogendheid als erkenning van overgave of als prijs voor bescherming.
Kleine visachtige ongewervelde zeedieren die waarschijnlijk de nauwste verwanten zijn van de gewervelde dieren. Ze hebben een chorda dorsalis over de gehele lengte van hun lichaam (in plaats van een wervelkolom), een atrium met één kamer en één ventrale opening en goed ontwikkelde segmenten, maar geen duidelijke kop en geen gepaarde vinnen.
Variabele kleur in een reeks helder geelachtig groene kleuren die lijken op de kleur van het pigment Scheeles groen, een gehydrateerde vorm van koperarseniet.
Personen die gespecialiseerd zijn in het ontwerpen van schepen en andere drijvende vaartuigen.
Type brons dat algemeen wordt toegepast in producten die een grote sterkte en een grote corrosiebestendigheid vereisen, met name maritieme uitrustingen.
Dagelijkse verslagen van de zeereis van een schip, waarin aantekeningen worden gemaakt over het weer en over belangrijke voorvallen tijdens de reis.
Zwaar langsscheeps verbanddeel aan de bodem van een schip, dienende als fundament voor het stelsel van spanten en steven, bij zeilvaartuigen dienend om het dwarsscheeps afdrijven (drift) te voorkomen.
Plaatsen of ruimten waar boten en schepen worden gebouwd of hersteld.
Periodiek gebruikte term: wordt gebruikt om een verscheidenheid aan 18de - en 19de eeuwse standaarden met verstelbare spiegels aan te duiden; gebruikt door mannen terwijl ze zich scheren of aankleden.
Personen die zijn aangewezen als neutrale partij om geschillen te schikken, specifiek die tussen arbeiders en management. Deze personen zijn bevoegd om de feiten en argumenten op waarde te schatten en besluiten te nemen die bindend zijn voor de partijen in het geschil.
Tak van fysische wetenschap die zich bezighoudt met de samenstelling en eigenschappen van de elementaire stoffen waaruit alle lichamen zijn opgebouwd, de wetten die hun samenstelling regelen en de verschillende verschijnselen die samengaan met hun blootstelling aan diverse fysische omstandigheden.
Verwijst naar mensen die werken aan het ontwerp en de ontwikkeling van processen waarmee chemicaliën worden gemaakt en aan de activiteiten in en eisen voor een chemische installatie. Zij houden zich bezig met gegevens en voorspellingen die vaak moeten worden verkregen of bevestigd met proeven of experimenten. Hun activiteiten verschillen in zoverre van die van chemici dat chemici zich wijden aan het onderzoek naar en de feitelijke vervaardiging van chemicaliën.
Vakgebied waarin scheikunde, natuurkunde en wiskunde zijn gecombineerd met de beginselen van de techniek om milieu-, biomedische, maatschappelijke of technische problemen op te lossen, die ontstaan bij die toepassing van scheikunde.
Volksverhalen rond mythische figuren die grappen of schelmenstreken uithalen; de verhalen zijn onderhoudend, maar stellen tevens wezenlijke maatschappelijke waarden ter discussie. Bekende voorbeelden zijn Broer Konijn, Coyote, Tijl Uilenspiegel en Ananse.
Halfronde nissen die overdekt zijn met een halfkoepel.
Een mengsel van calciumoxide en water met schelpen, grind of kiezelstenen dat, wanneer het droog is, zo hard wordt als steen en gebruikt wordt als bouwmateriaal.
Bladgoud dat tot poeder is vermalen en is vermengd met honing of een ander bindmiddel. Werd gebruikt om een poedereffect te creëren op lederen boekbanden, om goudversieringen te repareren of te herstellen en om manuscripten te vergulden. Oorspronkelijk verpakt in mosselschelpen, maar later in plastic houders in de vorm van een mosselschelp of in de vorm van een tablet of een blokje.
Fossielhoudend kalksteen dat is samengesteld uit losjes samenhangende stukjes schelp die aan elkaar zijn verbonden door kalkcarbonaat; de naam is afgeleid van het Spaanse woord voor 'hartschelp'. Schelpkalk is een erosiegesteente omdat het is gevormd uit brokstukken en wordt onderscheiden van schelpkalksteen dat ter plaatse is gevormd en bestaat uit schelpmateriaal in een fijnmazige matrix.
Wit pigment dat is gemaakt van calciumcarbonaat, oftewel schelpen. Wordt in de Japanse schilderkunst gebruikt als oppervlakteversiering. In het Nederlandse taalgebied wordt de term 'schelpwit' ook gebruikt voor de beste soort 'loodwit'.
Overzichten van werkwijzen, waarin wordt vermeld in welke volgorde en in welk tijdsbestek de diverse handelingen dienen te worden verricht.
Bladen waarop theeserviezen kunnen worden geplaatst.
Hoge kannen met één handvat en een scharnierend deksel met een knop en een duimrust. Meestal zonder lip of tuit; bestemd voor het serveren van wijn.
Buisvormig uitsteeksel waardoor de inhoud van een vat kan worden geschonken, of soms gedronken.
Gereedschap met een breed blad of brede bak aan een lang handvat. Wordt gebruikt om los materiaal zoals aarde, sneeuw of kolen op te pakken, verwijderen of verplaatsen.
Gerei met een troffelachtig of anders gevormd schepgedeelte, soms gedeeltelijk bedekt om een kom te vormen, dat wordt gebruikt voor het snijden van stukken van zachte voedingswaren of fruit om het op te dienen of uit te delen. Wordt ook gebruikt voor het serveren van graankorrels en gepureerd voedsel.
Soort schepbak dat wordt gebruikt op diverse graafmachines.
Diepe, concave lijsten, vooral die op een zuilbasement in de klassieke architectuur.
Weeftechniek waarbij een patroon wordt gevormd of de ondergrond wordt verrijkt door gebruik van meer dan een serie scheringeinden; het patroon wordt aangebracht met extra of aanvullende inslag.
Wordt meestal gebruikt voor façades die zijn gebouwd om de vorm of omvang van gebouwen waaraan ze bevestigd zijn te verhullen, door ze bijvoorbeeld in hoogte of breedte te vergroten. Als hun doel het creëren van een imposantere verschijning is, wordt de term 'valse voorgevels' gebruikt.
Middeleeuwse Europese wapens die bestaan uit een lange staf van hout, tussen de 1,80 en 2,70 m lang met een ronde doorsnede, vaak aan beide uiteinden afgezet met ijzer; ze werden gehanteerd met beide handen, waarbij de ene hand in het midden werd geplaatst en de andere de staf vasthield op een kwart van de totale lengte van de staf. Ze waren vooral populair als wapens bij Engelse burgers.
Verschillende soorten drinkglazen bestemd om de vaardigheid van de drinker te testen om de drank zonder morsen te drinken.
Boeken of blokken blanco papier die worden gebruikt of zijn bedoeld om op te schetsen.
Worden vroeg in een ontwerpproces voor kunst of architectuur gemaakt; ze zijn gedetailleerder dan schetsen.
De kracht die nodig is om een staaltje te scheuren onder gestandaardiseerde omstandigheden.
De open ruimten tussen twee tinnen of massieve delen van kantelen, of gekanteelde parapetten.
Plat, peddelachtig gerei met lange handvatten die vooral door bakkers worden gebruikt voor het plaatsen en verwijderen van brood, taarten en soortgelijke voedingswaren uit een oven. Gebruik 'taartscheppen' voor gerei met twee lange tanden die worden gebruikt voor het plaatsen in en verwijderen van voedsel uit een oven.
Middelgrote boom die inheems is op de Britse eilanden, het vasteland van Europa en Noord-Azië, maar ook is ingevoerd in de VS en andere gebieden. Het hout van de boom is licht, hard en sterk, maar heeft de neiging snel te rotten. De twijgen gebruikt men om manden te vlechten. De houtskool die men van het hout maakte, gebruikte men voor de productie van buskruit. De schors werd gebruikt voor het looien van leer. In het Engels noemt men de boom ���white willow', omdat de onderkant van de bladeren wit zijn. In sommige classificaties wordt deze soort onderverdeeld in twee ondersoorten, waaronder Salix alba vitellina.
Lagen bakstenen of tegels die voor binding of nivellering in het metselwerk zijn aangebracht.
Laatmiddeleeuwse dolken met een lange, dunne kling die toeloopt in een zeer scherp naaldpunt en een houten of ivoren cilindervormige handgreep met twee schijfvormige handbeschermers. Het lemmet was eerst vlak, met één of twee snijkanten; later ontstonden ook driehoekige of ruitvormige lemmeten. De rondeldolk was ideaal om mee te steken.
Klasse die bestaat uit circa 200 soorten poliepdieren, met inbegrip van bepaalde kwallen. Tijdens de levenscyclus vindt meestal afwisseling plaats van een zeer kleine poliep met een medusa die zich ontwikkelt vanuit een ephyra die door de poliep worden afgegeven. Ze worden verdeeld door vier in de lengterichting lopende septa die tot tetramere radiale symmetrie leiden. De geslachtsklieren zijn endodermaal. Ze hebben marginale zintuiglijke structuren (rhopalia) met statocysten en/of ocelli. Ze komen vooral overvloedig voor in kustwateren, maar er zijn ook oceaansoorten.
Het onderscheid tussen de subfamilies van de echte herten (Cervinae) en schijnherten (subfamilie Capreolinae) betreft verschillen in voetstructuur. Bij de echte herten zijn het tweede en vijfde handbotje (metapodia) vrijwel volledig verdwenen, met uitzondering van proximale en terminale resten. Bij schijnherten bevinden de resten zich distaal.
Ondiepe groeven in metselwerk of beton die zijn ontworpen om druk en de daaruit voortkomende barsten of scheuren te reguleren.
Volgens de botanische definitie vruchten waarvan het eetbare deel niet wordt gegenereerd door het vruchtbeginsel, zoals bij de aardbei.
Ruimten in gebouwen, met een of meer zitplaatsen en een put, en die worden gebruikt als toilet zonder riolering. Te onderscheiden van 'privaathuisjes', losstaande gebouwtjes bij woonhuizen die gelijksoortige toiletfaciliteiten bieden. Voor ruimten met toiletten die wel riolering hebben gebruik: 'toiletten'.
Algemeen te gebruiken voor materialen die door kunstenaars worden gebruikt. De meeste descriptoren voor de specifieke materialen zullen te vinden zijn in de sectie 'materialen naar samenstelling'.
Esthetisch begrip of uitdrukking ontstaan eerst in de Europese schilderkunst van de 18e eeuw en later in de Europese architectuur van de 19e eeuw dat wordt gekenmerkt door ruwe, merkwaardige of ongewone vormen; het heeft vooral betrekking op rustieke landschappen en bouwvallige gebouwen die noch de ontzagwekkende grandeur van het verhevene hebben noch de rust en regelmaat van de schoonheid.
Techniek voor het produceren van een schilderij door het invullen van contouren en afgebakende schaduwgebieden met een aangeduide verfkleur, meestal verkrijgbaar in een pakket. De techniek werd in de jaren vijftig van de 20ste eeuw commercieel ontwikkeld in de Verenigde Staten en was bestemd voor amateurs. Hij was echter gebaseerd op een techniek die al zou zijn gebruikt in de Renaissance en eerder nog eerder voor het aanleren van schilderen en om assistenten van een meester te helpen bij het schilderen van grote fresco's. Moderne technieken voor schilderen op nummer maken meestal gebruik van kleine potjes met verschillende kleuren verf die apart zijn genummerd, en gebieden en patronen op een bord of doek die zijn gemarkeerd met de corresponderende nummers van deze kleuren. De schilder voltooit het schilderij door de gebieden op te vullen met de aangeduide kleuren.
Het rechtstreeks schilderen op stenen dragers (leisteen of marmer), een techniek die voor het eerst door Sebastiano del Piombo werd toegepast.
Kwasten die worden gebruikt om verf aan te brengen als deklaag op grote of tamelijk grote oppervlakken. Gebruik 'schilderspenselen' voor kleine kwasten die zijn gemaakt om met precisie verf of inkt aan te brengen.
Metalen uitstulpsels in het midden van een schild, dat dient om de handlus te beschermen. Vanaf de Oudheid deden ze dienst als versteviging en soms als een aanvalswapen bij man-tot-mangevechten. Na de vroege middeleeuwen dienden ze eigenlijk alleen nog als versiering.
Orde van zee- of landreptielen, gewoonlijk met een schild bestaande uit een rugschild (carapax) en een buikschild (plastron) die uit de ribben ontstaan en vaak aan de zijkanten van het lichaam aan elkaar vastzitten, waardoor een stijf skeletachtig omhulsel ontstaat. De dieren hebben geen kruinoog en geen tanden in de kaken. De eerste voorbeelden zijn zeer oud, uit het Boven-Trias, 215 miljoen jaar geleden. Er zijn ongeveer 300 levende soorten waterschildpadden, moerasschildpadden en landschildpadden. Sommige soorten leven in het water of in de buurt van water, maar kunnen onder water niet ademen of eieren leggen.
Het afbreken of afbrokkelen van metselwerk of plaveisel bij verbindingen, barsten of randen, wat meestal fragmenten met scherpe kanten tot gevolg heeft.
Wordt gebruikt voor Duitse zilveren munten die tussen 1500 en ¦1850 werden uitgegeven en voor bepaalde Oostenrijkse munten uit de 20e eeuw.
Kleine messen met korte lemmeten die worden gebruikt voor het schillen van vruchten en groenten.
Genus van Zuid-Amerikaanse bomen. Van de meeste soorten kan hardhout worden gemaakt.
Boomsoort die inheems is in subtropische streken in Argentinië, Paraguay en Bolivia. Men waardeert de boom om zijn harde, duurzame hout. De tannine die men uit de boom wint, is het belangrijkste plantaardige looimiddel in de Amerikaanse leerindustrie.
Rompen van kerken, onderscheiden van het koor en eventuele voorbouwsels aan de tegenovergestelde zijde (torens, westwerk). Het schip is eenbeukig of onderverdeeld in middenbeuk of -schip en zijbeuken of -schepen. VWB
Een gesteente waarvan de samenstellende mineralen zich in min of meer evenwijdige lagen hebben gevoegd als gevolg van metamorfische processen.
Fotografische technieken om verschillende dichtheden in een gas vast te leggen als een patroon van gekleurde banden van licht en donker; wordt regelmatig gebruikt om patronen van stralingshitte vast te leggen. Niet alle vormen van deze techniek vereisen een camera en een lens.
Oudegyptische make-up houders uit hout, ivoor of been, gebruikt om droge substanties zoals poeder or rouge in te bewaren, vaak rijkelijk versierd of gevormd naar de beeltenis van bepaalde dieren of jonge vrouwen, die wedergeboorte en regeneratie symboliseerden.
Verwijst naar altaarstukken die voornamelijk werden geproduceerd in Duitsland, Oostenrijk en Tirol in de 15de en 16de eeuw. De term is Duits voor 'gebeeldhouwd altaarstuk'. Schnitzaltaren werden geplaatst op de hoogaltaren of de zijaltaren. Ze worden gekenmerkt door de overdadige kleuring en vergulding, en de vier secties: een centraal heiligdom met beeldhouwwerk, met daaronder een kleiner heiligdom dat meestal werd aangeduid met de Italiaanse term 'predella' en twee beweegbare paren luiken of vleugels met schilderingen of reliëfversieringen aan de voor- en achterkant. Het openen en sluiten van de vleugels zorgde voor afwisseling, meestal met betrekking tot de liturgische kalender. Het heiligdom ging meestal schuil onder een architecturale bovenbouw van gesneden maaswerk en nissen voor beeldhouwwerken.
Duitse term die wordt gebruikt om te verwijzen naar het werk van de Belgische kunstenaar Henry van de Velde en die 'krulstijl' betekent. De term werd voornamelijk gebruikt in de steden Dresden en Berlijn.
Schoeisel met een relatief stijve zool en hak dat gewoonlijk de voet tot op of onder het enkelgewricht bedekt.
Borstels die worden gebruikt voor het schoonmaken en poetsen van schoenen.
Tassen die gebruikt worden om schoenen te beschermen tijdens het bewaren of reizen. Vaak in paren gemaakt en in het algemeen van een zachte stof en met een trekkoord als sluiting.
Te gebruiken voor zeilschepen met gaffeltuig, met twee of meer masten, met name diegene met slechts twee masten waarvan de achterste mast langer is dan de fokkenmast; gebruik 'kitsen (vaartuigen met gaffeltuig)' of 'yawls (zeilvaartuigen)' voor tweemasters waarvan de achterste mast de kortste is.
Laced boots or shoes with the vamp and tongue cut in one piece and the eyelet tabs stitched on top of the vamp; introduced in the early 19th century. Boot versions often have straight side seams and originally no back seam.
Te gebruiken voor personen die beroepshalve schoenen, laarzen en ander schoeisel repareren en opknappen, en soms andere objecten zoals handtasjes, koffers en ceintuurs gemaakt van materialen die vaak worden gebruikt in het schoenmaken en repareren, zoals leer, canvas en plastic. Gebruik 'schoenmakers' voor personen die schoenen maken en soms zowel ontwerpen als repareren.
Te gebruiken voor handwerkslieden die schoenen, laarzen en ander schoeisel maken, repareren, opknappen en soms ook ontwerpen. Gebruik 'schoenlappers' voor personen die zich voornamelijk bezig houden met het repareren en opknappen van schoeisel en soms ook andere voorwerpen zoals handtassen, baggage en riemen.
Genus van ongeveer 80 soorten cypergrassen die overal op de wereld voorkomen. Dit genus is nauw verwant aan het genus Scirpus, en sommige soorten werden voorheen dan ook in dat genus ingedeeld.
Cypergrassoort die voorkomt in zoetwatermoerassen in heel Noord-Amerika. De plant heeft dikke ronde groene stengels die 3 meter hoog worden, en lange grasachtige bladeren. De planten spelen een belangrijke ecologische rol in kustgebieden, waar ze bescherming bieden tegen de kracht van de wind en het water, zodat ook andere planten er kunnen groeien en erosie wordt tegengegaan.
Waterplant die men vindt in moerassen in het gebied dat zich uitstrekt van het zuiden en westen van Noord-Amerika tot Zuid-Amerika en op eilanden in de Stille Oceaan. De plant heeft lange, dunne donkergroene stengels en wollige bruine bloemen.
Overblijvende waterplant die voorkomt in watergebieden in Canada en de Verenigde Staten, onder meer in moerasgebieden, langs meren en in ondiep water. De cilindrische stengels worden tot 2 meter hoog. De bladeren zitten om de onderkant van de stengel gedraaid. De bloesem is een pluim van kegelvormige aartjes op dunne takken.
Diverse voorwerpen die lijken op platte roeispanen maar kleiner zijn en worden gebruikt om te mengen, roeren of kloppen.
Landbouwwerktuig met een dun, plat blad dat gewoonlijk dwars aan het uiteinde van een lange steel is bevestigd. Wordt gebruikt voor het in stukken breken of losmaken van het grondoppervlak, het schoffelen van onkruid en het bedekken van gewassen met aarde.
De filosofische systemen en speculatieve tendensen van diverse middeleeuwse christelijke denkers die tegen de achtergrond van vaste religieuze dogma's probeerden nieuwe oplossingen te vinden voor algemene filosofische problemen (zoals over geloof en rede, wil en intellect en de bewijsbaarheid van het bestaan van God), aanvankelijk onder invloed van de mythische en intuïtieve traditie van de patristische filosofie (met name die van Augustinus), en later onder invloed van Aristoteles.
Groep of opeenvolgende reeks van mensen die in een bepaalde gedachtekring of praktijk de opvolgers van dezelfde meester zijn of die door algemene overeenkomstige beginselen, methoden of een artistieke stijl met elkaar zijn verbonden. Deze term kan ook worden gebruikt in combinatie met de naam van een plaats of persoon als aanduiding van een groep kunstenaars.
Wordt gebruikt voor scholen die zijn ontstaan door het fuseren van twee of meer openbare scholen, meestal op het lagere en middelbare niveau.
Onderwijsinstellingen die zijn ontstaan door het fuseren van twee of meer openbare scholen, meestal op het lagere en middelbare niveau.
Te gebruiken voor diverse voorwerpen die meestal bestaan uit een zitting of zittingen die van bovenaf zijn opgehangen aan touwen, kettingen of stangen zodat ze vrij kunnen zwaaien; ze zijn ontworpen voor recreatie en worden vaak aangetroffen op speelplaatsen.
Informele groep schilders met als centrum het dorp Barbizon, aan de rand van het bos van Fontainebleau. De Barbizon-schilders waren beïnvloed door John Constable en door de Hollandse landschapsschilders van de 17de eeuw, en hielden zich vooral bezig met het afbeelden van natuurscènes en het boerenleven. Theodore Rousseau, officieus leider van de School, streek in 1841 neer in de omgeving van Fontainebleau en verzamelde daar een groep discipelen om zich heen. Een van hen was Jean-Francois Millet, die later het beroemdste lid van de School van Barbizon zou worden, en in wiens werk het socialistische gedachtegoed het sterkst doorklonk. Hun onconventionele benadering van de onderwerpen had tot gevolg dat het werk van de afzonderlijke leden van de School pas in de jaren 50 van de 19de eeuw genade zou vinden in de ogen van de critici. Het werk van Rousseau werd zelfs zo vaak door de Salons geweigerd dat het hem de bijnaam 'le grand refusé' bezorgde. De beweging was een aantal decennia lang succesvol, maar na de dood van Millet in 1875 taande de populariteit. De School van Barbizon wordt vaak beschouwd als een overgangsstroming tussen de academische landschapsschilderkunst en het impressionisme, maar het belang is vooral gelegen in het feit dat ze in de open lucht schilderden en hun onderwerpen op eenvoudige, pretentieloze wijze benaderden.
Geselecteerde, kleurvaste zwarte leisteen die gelijkmatig is van kleur en dikte, waarbij alle randen zijn geslepen en nauwkeurig gerecht zodat de voegen aaneensluitend, glad en in één vlak kunnen worden gemaakt.
Bussen voor het vervoer van scholieren van en naar school.
Het verwijderen van vuil, deklagen, aanzetsels, vlekken of ander materiaal in of op een oppervlak.
Verwijst naar een type hoge lekythoi met voornamelijk holle zijkanten dat zich ontwikkelde in de 5de eeuw v. Chr. Het komt veel voor in zwartfigurige stijl. Het kenmerkt zich door een mond en hals die lijken op een ouderwetse schoorsteen.
Wordt gebruikt voor het binnenwerk van schoorstenen die van speciaal hittebestand materiaal gemaakt zijn om te voorkomen dat vuur, rook en gassen naar omringende ruimten kunnen ontsnappen.
De smalste delen van een schoorsteenpijp, tussen de samenkomst of samentrekking boven de haardstede en de eigenlijke schoorsteenpijp. Vaak op het punt waar de klep zich bevindt.
Bovenste deklijst van metselwerk of ander onbrandbaar materiaal, bovenop schoorstenen. Voor extra onderdelen die bovenaan openingen van schoorsteenpijpen worden geplaatst en deze bedekken wordt 'schoorsteenkappen' gebruikt.
Wordt gebruikt voor verlengstukken van metaal, metselwerk of keramiek, die een voortzetting vormen van de schoorsteenpijpen bovenop schoorstenen om voor een betere luchtstroom of een beter uiterlijk te zorgen. Voor verlengstukken die schoorsteenopeningen beschermen en die kunnen dienen om regen tegen te houden wordt 'schoorsteenkappen' gebruikt.
Wordt gebruikt voor grote spiegels met verschillende vormen die boven schoorsteenmantels worden gehangen. Meestal zijn er twee hoofdtypen: spiegels die horizontaal hangen en meestal bestaan uit drie, soms uit vier glazen, waarvan de middelste zo'n twee keer zo breed is als de buitenste twee, en spiegels die verticaal hangen, meestal met een enkel vierkant of rechthoekig glas, soms met een schilderij binnenin de omlijsting, boven het bovenste gedeelte van de spiegel. Eventueel kunnen er kaarsenhouders aan zijn bevestigd.
Orgels, draagbaar, in de vorm van een diepe rechthoekige doos met aan de bovenzijde een toetsenbord met ivoren toetsen, dubbele blaasbalg die met één hand wordt bediend; Amerika.
Bordjes met een ondiepe holle vorm, meestal rond, voor het eten van voedsel of om een kop op te zetten. Degene die bij een kop worden gebruikt hebben een lichte uitholling in het midden waarin de kop wordt geplaatst.
Schotels met een verwarmingsbron, zoals een olielamp of kaars, die worden gebruikt voor het koken of verwarmen van voedsel. Deze term is soms van toepassing op een vat met houtskool of andere brandstof waarop een schotel met voedsel kan worden geplaatst.
Verwijst naar de cultuur van het hedendaagse Schotland, of in zijn algemeenheid naar beschavingen die in het noordelijk deel van het eiland Groot- Brittannië hebben bestaan.
Snaphaansloten met een uitsteeksel aan het uiteinde van een combinatie van een haanpal en een trekkerhefboompje, die naar binnen uitsteken door een opening in de slotplaat precies voor de haan om deze half gespannen te houden. Vooral gebruikt op Schotse pistolen uit de 18e eeuw.
Hout van de boom behorende tot de soort Salix alba, inheems op de Britse Eilanden en het vasteland van Europa, en in Noord-Azië.
Dameskleding. Heeft vaak de vorm en omvang van een korte cape of pelerine, maar completeert een ensemble en is niet per definitie overkleding.
De overheersende vorm van lekythoi, met een kelkvormige opening, een dikke lip, een zeer smalle hals, één handvat, een holle schouder, een cilindervormige buik en een schijfvormige voet.
Te gebruiken voor smalle, over het algemeen rechthoekige stroken textiel, bij de schouder gedragen op militaire uniformen en voorzien van rangonderscheidingstekens. Gebruik ‘schouderlappen‘ voor ruwweg driehoekige lappen textiel op de schouders van dienstuniformen van Amerikaanse officieren, die naar binnen doorlopen bij de zoom van de mouw en met een knoop zijn bevestigd bij de kraag.
Pantserplaten voor de schouders en bovenarmen, ofwel bestaande uit één grote plaat gevormd naar de schouder of meerdere scharnierende harnasplaatjes; reikte aan de voor- en achterkant zover dat de oksels en vaak ook de schouderbladen werden beschermd.
Tassen die met beide hoeken van de bovenkant aan een lange riem hangen en over één schouder worden gedragen.
Te gebruiken voor diverse soorten platbodems met een vierkante romp, vaak met schuin aflopende uiteinden, met of zonder aandrijving.
Aanduiding voor gebouwen die een toneel hebben en zitplaatsen voor het publiek.
Tafelsteunen van middeleeuwse origine, die bestaan uit twee of meer omgekeerde T of Y-vormen die zijn vastgezet met een dwarshout of met beugels.
Wordt gebruikt voor tafels met een afneembaar tafelblad dat niet op poten maar op twee of drie schragen steunt, die met een overlangse balk zijn verbonden. Gebruik 'zaagtafels' voor tafels met X-vormige schragen als onderstel.
Diverse gereedschappen die worden gebruikt om af te krabben waardoor een schoon of een glad afgewerkt oppervlak tevoorschijn komt, om groeven te maken of om objecten te maken door overbodig materiaal weg te krabben.
Diverse kleine, potloodvormige voorwerpen met een harde punt, meestal van metaal. Worden gebruikt om strepen te graveren in een zacht oppervlak of om tekeningen over te drukken.
Hulzen van metaal, plastic of vezels geplaatst in een gat in metselwerk, gips of beton, die uitzetten wanneer de schroef erin wordt gedraaid.
Losbladige banden met massieve of uit losse delen bestaande stangetjes, die door gaatjes in de marge van losse bladen gaan.
Deurknoppen die aan de krukpen zijn bevestigd door middel van speciale moersleutels, in plaats van met de meer gebruikelijke dwarse schroef.
Kleine verticale persen bestaande uit een vaste ijzeren of stalen basis en een beweegbare plaat die wordt verhoogd en verlaagd met behulp van een lange verticale schroef. Worden gebruikt om snel uniforme druk uit te oefenen.
Handgereedschap met een handvat en een steel met een punt die is gevormd om in de kop van een schroef te passen. Wordt gebruikt voor indraaien en verwijderen van schroeven.
Metaalsneden waarvan het ontwerp is gemaakt door met verschillend gevormde ponsen gaatjes te maken en soms ook met een burijn lijnen te trekken.
Te gebruiken voor plaatsen waar schroot wordt verzameld, opgeslagen en vaak ook verkocht.
Orde van zeven levende soorten in één familie. De grote hoornachtige schubben die de huid van de dieren bedekken zijn uniek. Het zijn nachtdieren die gebruik maken van hun goed ontwikkelde reukvermogen om insecten te vinden.
Glasgordijnen die meestal zijn gesmokt en die strak worden gespannen tussen de lichtgewicht roedes die boven en onder zitten, soms hangen de gordijnen los aan de onderkant. Ze worden veel gebruikt voor deuren, openslaande ramen en lage schuiframen die gordijnen nodig hebben die het openen en sluiten niet belemmeren.
Cilindervormige grendels die op een plaat zijn gemonteerd met een slotkast als omhulsel. Vanuit die slotkast loopt de grendel door tot in een keep van de stijl of een andere cilindervormige holte.
Wordt gebruikt voor meetinstrumenten die een combinatie zijn van een lineaal en een krompasser, en die bestaan uit een dwarsstukje dat is vast gezet op of een deel is van een recht balkje met een schaalverdeling, waarop het andere dwarsstukje kan schuiven.
Hutten waarin men kan schuilen of verdekt kan opstellen om wild te jagen, te observeren enz.
Wordt gebruikt voor geheel of gedeeltelijk ondergrondse schuilplaatsen in geval van tornado's of andere zware stormen.
Constructies of kamers, vaak onder de grond, die zijn versterkt om bominslagen te weerstaan en die gewoonlijk zijn voorzien van voedsel en andere eerste levensbehoeften. Bedoeld om te worden gebruikt door burgers of militair personeel tijdens vijandelijke bombardementen.
Een zeer licht cellenbeton dat wordt gemaakt door geprepareerd schuim toe te voegen of door gasvorming in het ongeharde mengsel te veroorzaken.
Verwijst naar een type glas dat wordt gekenmerkt door een onregelmatig rimpeleffect in de kleur, veroorzaakt door het mengen van glas met een verschillende hardheid. Meestal is het glas een mengsel van wit en gekleurd glas. Het Engelse woord 'reamy' verwijst naar de roomwitte kleur. Dit glas, dat soms lijkt op 'marmerglas' of 'gewolkt glas', wordt vaak gebruikt voor het maken van vensters.
Elke baksteen met een schuine vorm, gemaakt om in een schuin, vooruitstekend deel van een hoek te passen.
Verwijst naar tekeningen die worden gemaakt met schuin perspectief, dat wil zeggen een lineair perspectiefstelsel waarin rechthoekige objecten in een hoek ten opzichte van het beeldvlak worden getekend in plaats van parallel daaraan. Het schuine perspectief kan een tweepunts- of driepuntsperspectief zijn of gebruikmaken van een ander stelsel. Gebruik ‘planimetrische tekeningen’ voor tekeningen met schuine projectie waarin parallelle lijnen parallel blijven in plaats van te convergeren in een verdwijnpunt.
Manier van schrijven waarbij men de letters in een vloeiende beweging schrijft, zonder de pen op te tillen. De letters hebben veel ronde hoeken en lussen en staan schuin. Letters en lijntjes staan veelal aan elkaar (ligatuur).
Horizontale metselvoegen die hellen van een punt binnenin het oppervlak van de muur naar het oppervlak van de muur zodat er geen water in de voeg blijft staan.
Gebogen, spits kegelvormige bladen met een handvat en een haak aan de tapse kant. Ze worden gebruikt om de gaten voor de naven van wielen groter te maken.
Ornament in de vorm van een serie smalle ronde bogen die vaak worden gebruikt als rand.
Eenheden van meestal twee bladen, een losse en een vastgeplakte, die voor en achter in een boek bevestigd worden tussen de band en het tekstblok.
Georganiseerde korpsen bestaande uit vrijwillige, part-time werkende burgers met beperkte militaire training, die in hun vrije tijd beschikbaar zijn voor noodsituaties, gewoonlijk voor de lokale verdediging en het bewaren van de vrede of ter aanvulling van de reguliere strijdmacht.
Harnassen gebruikt bij toernooigevechten te voet, uitgevochten over een houten scheiding heen; 16e eeuw.
Gebouwen voor de landbouw met grote, meestal schuivende deuren, vooruitstekende daken en overwegend veel open ruimte binnenin, vooral gebruikt als opslagplaatsen voor hooi, graan en landbouwgereedschappen en als onderdak voor het vee; omvat niet die bouwwerken, die vaak schuren worden genoemd en die worden gebruikt voor het verwerken van voedsel of andere landbouwproducten, zoals hopschuren of tabaksschuren.
Stijl van woningbouw waarbij vier horizontale houten balken (Schwellen) verticale vierkante palen ondersteunen. Deze stijl resulteerde in een zeer stabiel frame, waardoor meerdere verdiepingen op elkaar konden worden gezet. Het was de voorloper van vakwerkbouw en andere constructies met houten skelet. De stijl is aangetroffen in Duitse gebouwen die zijn gebouwd vanaf de late 12e eeuw.
Verwijst naar een type fictie dat in de 20ste eeuw als zodanig bekend werd, hoewel er ook in de 19de eeuw al enkele voorlopers waren, als reactie op de toenemende controverse ten aanzien van de invloed van de wetenschap op de maatschappij en het individu. In het algemeen heeft de term betrekking op fictie met fantasie als basis, maar ook met plausibele elementen, en waarin toekomstbeelden van de maatschappij een rol spelen die tot stand zijn gekomen door het extrapoleren van wetenschappelijke principes. Belangrijke voorbeelden in dit genre uit de 19de eeuw zijn 'Frankenstein' van Mary Shelley (1818) en 'Strange Case of Dr. Jekyll and Mr. Hyde' (1886) van Robert Louis Stevenson; voorbeelden uit de 20ste eeuw zijn werken van Jules Verne, H.G. Wells, Hugo Gernsback en Isaac Asimov. Later in de 20ste eeuw komen sciencefictionelementen voor in werken van Kurt Vonnegut, C.S. Lewis en Ray Bradbury, met toekomstscenario's voor de menselijke maatschappij en de mogelijke gevolgen van ruimtereizen en buitenaards leven.
Verwijst naar een systeem van overtuigingen en religie dat in de jaren 50 van de 20ste eeuw in het leven is geroepen door L. Ron Hubbard. Dat systeem is gebaseerd op de beginselen van de dianetica, een door Hubbard ontwikkelde vorm van psychotherapie waarbij verschillende technieken worden gebruikt om de geest te bevrijden van pijnlijke ervaringen of engrammen. Scientology omvat een zeer gestructureerd stelsel van geloofsovertuigingen, onder meer over de rol van de ‘thetan’, iets dat vergelijkbaar is met de ziel of met levensenergie, in het fysieke universum. De leer beschouwt Jezus Christus als een belangrijke leraar en hecht veel waarde aan zelfbeschikking. Een van de hoofddoelen is om individuen te helpen het geluk te bereiken, met als uiteindelijk doel een planeet die wordt bevolkt door gelukkige, tevreden mensen.
Instrumenten die worden gebruikt om de hardheid van materialen vast te stellen door de druk te meten die nodig is om materialen te krassen, deuken of doorboren.
Te gebruiken voor gemotoriseerde voertuigen die groter en zwaarder zijn dan autopeds en die een zadelachtige zitplaats hebben die op de voetplank is gemonteerd.
Dierenriemteken van een schorpioen, ruwweg gebaseerd op het gelijknamige sterrenbeeld. De tekens van de dierenriem, overblijfselen van Oudgriekse en Romeinse decoraties, waren populair in de romaanse en gotische kerken van Noord-Europa. Ze worden ook vaak aangetroffen in middeleeuwse psalters en getijdenboeken als symbool van iedere maand waarin de zon in het betreffende sterrenbeeld komt. Daarnaast zijn ze gebruikt als decoratie op plafonds, kaarten, uurwerken en astronomische instrumenten.
Verwijst naar een Schotse architectuurstijl in het midden van de 19de eeuw, waarin vormen terugkeerden van de traditionele Schotse torenwoning, zoals machicoulis, spitse daken, torentjes, erkertorentjes en kantelen.
Het egaliseren van een korrelig oppervlak door afschrapen of wrijven; in de schilderkunst heeft de term met name betrekking op het creëren van vormen en texturen door een nat, pas geschilderd oppervlak te schuren.
Verwijst naar kunstwerken die worden gemaakt door een ontwerp te krassen of te graveren in karton of een ander oppervlak dat is geprepareerd door het te bedekken met inkt, zodat de kleur van het karton zichtbaar wordt in het ontwerp. Er kan gekleurde was of verf worden gebruikt om een ontwerp te maken op willekeurig karton of er wordt commercieel gemaakt ‘schaafkarton’ gebruikt. De was of verf wordt vaak bedekt met Oost-Indische inkt. Het krassen of schaven van het ontwerp gebeurt in het algemeen met een naald of een ander scherp instrument.
Ruimten tussen de kamerschermen (die als visuele obstakels dienen) en de deuren naar de dienstvertrekken (provisiekamer, keuken, voorraadkamer) in Middeleeuwse zalen.
Amerikaans filmgenre dat zich kenmerkt door een komische strijd tussen de seksen, waarin de held en de heldin verwikkeld raken in romantische bezigheden of hun huwelijk proberen te redden in een snelle opeenvolging van onwaarschijnlijke gebeurtenissen en omringd door excentrieke personages. De dialogen zijn over het algemeen snel en gevat en aan het eind zegeviert de romantische liefde. De hoogtijdagen van de screwball comedy duurden van het midden van de jaren 30 tot en met de jaren 40 van de 20ste eeuw.
Meubelarmen waarvan de leuning hoger wordt vanaf het zitvlak, die eerst naar de voorkant buigen en dan naar de achterkant, en breder worden voor de armleuning. Wordt gebruikt in de Queen Anne en vroeg Georgiaanse tijd.
Algemene benaming voor een van de diverse Australaziatische en Amerikaanse bomen, overwegend pijnbomen.
Verwijst naar schrijfmeubels die in het algemeen zijn voorzien van een rolluik. Een scrutoire kan ook bestaan uit een groep kastjes op een tafel die wordt gebruikt om op te schrijven. De scrutoire was begin 18de eeuw populair in Frankrijk, Engeland en de Verenigde Staten, maar werd ook later wel gebruikt. Tegenwoordig wordt een scrutoire doorgaans onderscheiden van een 'escritoire' of een 'secretaire' door de aanwezigheid van karakteristieke vakjes en laatjes boven het schrijfblad; de drie termen worden soms echter door elkaar gebruikt.
Kunstenaars die zijn gespecialiseerd in het scheppen van beelden en vormen die hoofdzakelijk driedimensionaal worden uitgevoerd, vaak van groot of middelgroot formaat, in het medium steen, hout of metaal. De term kan ook verwijzen naar kunstenaars die werk in reliëf of intaglio uitvoeren. Gebruik 'beeldsnijders' voor kunstenaars die kleine werken vervaardigen, of voor ambachtslieden die driedimensionale vormen vervaardigen welke niet als kunst worden beschouwd.
Lange schilden die oorspronkelijk uit Italië kwamen en gebruikt werden door de Romeinse zware infanterie vanaf de 8e eeuw v.C. tot de 5e eeuw n.C. Ze waren rechthoekig of ovaal van vorm, oorspronkelijk van hout of riet maar later van met leer bedekt hout, met een centrale metalen schildknop en een richel over de lengte van de achterkant.
Wiebelige, schotelvormige munten geslagen tijdens het Byzantijnse tijdperk; dit gebeurde vooral gedurende de 11e tot en met de 13e eeuw en wel in India.
Verwijst naar de kunststijl die werd geproduceerd in het enorme gebied dat zich uitstrekt van het noorden van de Zwarte Zee tot aan China, en dat wordt geassocieerd met krijgshaftige nomadische groepen uit het eerste millennium v. Chr. De stijl kenmerkt zich door uitwisselingen met Thracische, Iraanse, Hellenistische en Centraal-Aziatische kunst, en werd vooral gebruikt voor geciseleerd en gebosseleerd metaalwerk.
Filmgenre dat wordt beschouwd als een subgenre van horror- of fantasyfilms, omdat ook deze films gaan over onwaarschijnlijke wezens in onwaarschijnlijke werelden. Sciencefictionfilms gebruiken vaak sciencefictionliteratuur als bronmateriaal of schetsen de mogelijke ontwikkeling van een speculatieve toekomst, waarin bijvoorbeeld overbevolking en geweld een belangrijke rol spelen. Voorbeelden hiervan zijn de films 'Soylent Green' (1973) en 'Blade Runner' (1982). Sciencefiction en horror kunnen ook worden gecombineerd tot hybride films, zoals 'The Terminator' (1984).
Mythische schepsels met het lichaam van een leeuw en het hoofd van een mens.
Harnasstukken voor de voorkant van het hoofd van een paard of kameel, vaak met zijplaten om de wangen te beschermen en vaak versierd om het aan te passen aan de uitrusting van de berijder. Bekend in het klassieke Griekenland en vanaf de 12e eeuw ook in Europa, het Midden-Oosten, Turkije, Noord-Afrika en Japan. De harnasstukken waren gemaakt van staal of leer, hoewel de Japanners ook papier-maché en hout gebruikten en de Osmaanse Turken en de Soedanezen voornamelijk koper gebruikten.
Te gebruiken om werken te beschrijven van de gelijknamige Afrikaanse etnische groep die leeft in Ghana.
Verwijst naar een christelijke chiliastische sekte die in 1747 ontstond in Engeland uit een groep radicale quakers die van de Franse camisards het rituele schudden, schreeuwen, dansen, ronddraaien en zingen in tongen hadden overgenomen. De sekte breidde zich nadien uit naar de Verenigde Staten onder leiding van Ann Lee en haar discipelen. De sekte propageert het wonen in een leefgemeenschap, productieve arbeid en het celibaat. Shaker-gemeenschappen in de Verenigde Staten waren welvarend en creëerden een karakteristieke en invloedrijke stijl in de architectuur en de fabricage van meubels en ambachtelijke producten. In de late 19de en de 20ste eeuw werd de sekte minder belangrijk. Dansen en liederen van de shakers worden ook gewaardeerd als volkskunst en de shakers hebben talloze belangrijke uitvindingen op hun naam staan.
Beschrijft werk dat is vervaardigd door het gelijknamige Afrikaanse volk, dat in Ethiopië leeft.
Losse, enkellange broeken die worden gedragen door mannen en vrouwen in de Arabische regio, India en Zuidoost-Azië.
Verwijst naar de eerste Chinese dynastie waarover we een zekere kennis bezitten, zowel op archeologisch als op historisch gebied. De Shang-dynastie heerste van circa 1600 v. Chr. tot circa 1050 v. Chr. Het centrum van hun cultuur bevond zich op de hoogvlakte van de Gele Rivier, hoewel hun macht zich in bepaalde perioden uitstrekte tot het noorden van de huidige provincie Henan en tot delen van de huidige provincies Shandong, Shanxi en Shaanxi. Deze periode staat bekend om de vooruitgang op het gebied van de bronsbewerking en andere technieken, die de beschaving op een hoger peil brachten. De Shang-dynastie beschikte over omvangrijke legers met een grote verscheidenheid aan wapens en wapenrusting. Brons werd ook gebruikt voor rituele voorwerpen, zoals klokken en standaarden. De bronzen voorwerpen uit de Shang-dynastie werden voorzien van een uiterst schetsmatige decoratie, waarin het 'taotie'-dierenmasker een veelvoorkomend motief was. De godsdienst en voorouderverering in de Shang-periode kende het gebruik van zogeheten orakelbenen (jiagu), dierenbeenderen en schildpadschilden met inscripties. Er zijn bijna 100.000 orakelbenen gevonden sinds onderzoekers de betekenis van dit verschijnsel hebben ingezien. Orakelbenen zijn de oudste vorm van Chinese geschiedschrijving. Uit de inscripties is een lijst met koningen afgeleid die overeenstemt met latere schriftelijke historische bronnen. De Shang-dynastie kende een redelijk verfijnd schrift; sommige karakters worden nog steeds gebruikt. Het aardewerk van de Shang-dynastie was veelkleurig en werd vervaardigd met een draaischijf of opgebouwd uit rollen. Het aardewerk werd vaak voorzien van opgedrukte patronen. De oudst bekende Chinese glazuren werden gemaakt in de Shang-periode. Er zijn marmeren en kalkstenen beeldhouwwerken van bestaande en mythische dieren gevonden. De stedelijke nederzettingen uit de Shang-periode tonen aan dat de basisvormen van de Chinese architectuur al werden gebruikt; belangrijke nederzettingen zijn Erlitou, Zhengzhou en Yin (nabij het huidige Anyang), die allemaal op verschillende momenten als hoofdstad hebben gefungeerd. De latere Shang-vorsten waren hedonisten die weelderige paleizen lieten bouwen. De Shang-dynastie werd opgevolgd door de Zhou-dynastie, die oorlogszuchtiger was en effectief gebruik maakte van de strijdwagen.
Te gebruiken om werken te beschrijven van de gelijknamige Afrikaanse etnische groep die leeft in Zuid-Afrika en Mozambique.
Verwijst naar een groep schilders die hoofdzakelijk in Shanghai werkzaam was, vanaf het midden van de 19de eeuw tot aan het begin van de 20ste eeuw. Hoewel het hier geen school in de westerse betekenis betreft, hebben de hiermee geassocieerde schilders wel als gemeenschappelijke kenmerk dat ze dezelfde thematiek, stijlen en technieken gebruikten, en in opdracht van kooplieden uit Shanghai werkten. Na de vernietigende opstand van Taiping (1850-1864) vestigden vier beroepsschilders met de achternaam Ren zich in Shanghai: Ren Xiong (1820-1857), zijn broer Ren Xun (1835-1893) en zijn zoon Ren Yu (1853-1901) uit Xiaoshan, en Ren Yi (1840-1896), geen familie, uit Hangzhou, plaatsen die beide in de provincie Zhejiang liggen. De vier Rens, van wie Ren Yi het invloedrijkst en succesvolst was, vormden de kern van de nieuwe school. Het werk van de Shanghai-school was vooral bedoeld om de opdrachtgevers te behagen. De werken, die doorgaans waren bestemd voor het kantoor of de woning van de kooplieden, waren meestal van decoratieve aard; veelal waren het symbolische voorstellingen waarin werd verwezen naar thema's als een lang leven, geluk en voorspoed. Met name de hangende rol was een populair formaat, evenals de vouwwaaier. De werken worden gekenmerkt door felle kleuren en herkenbare, alledaagse motieven, zoals figuren, vogels en planten. Het landschap speelde meestal een ondergeschikte rol in de Shanghai-schilderkunst. De bloemschilderkunst van Shanghai werd populair dankzij Zhao Zhiqian (1829-1884), die bekend is om zijn grote, decoratieve rollen met bloemen, welke hij in brede verfstreken en rijke, opake kleuren schilderde. Een hoogtepunt bereikte de Shanghai-school aan het begin van de 20ste eeuw met Wu Changshi, die wel als de grootste van de Shanghai-schilders wordt beschouwd.
Handgrepen waarmee een gietlepel met gesmolten metaal door een of meer mensen kan worden gedragen.
Verwijst naar de stijl van porselein dat in China werd gemaakt ten tijde van de Ming-dynastie (1368-1644) in de provincies Fukien en Kwangtung, en waarschijnlijk werd verscheept vanuit de haven van Shantou. De stijl wordt gekenmerkt door blauw-wit en veelkleurig aardewerk.
Voornamelijk 20e-eeuwse prenten, waarbij de omtrek van de afbeelding geen van de traditionele vormen heeft, dat wil zeggen, rechthoekig, cirkelvormig of ovaal.
Te gebruiken voor een uitgebreide klasse kleine zeilboten, afkomstig van de oostkust van de Verenigde Staten, die worden gekenmerkt door een platte kruislings geplankte bodem, weinig diepgang, een fijnbesneden boeg en een rechte achtersteven.
Te gebruiken om werken te beschrijven van de gelijknamige Afrikaanse etnische groep die leeft in Tanzania.
Verwijst naar de cultuur van de Shasta-groep van indiaanse volken. De Shasta bewoonden de hooglanden van het binnenland van noordelijk Californië, in de bekkens van de Boven-Klamath en de rivieren Scott en Shasta. De belangrijkste subdivisies zijn de Shasta, New River Shasta, Konomihu en Okwanuchu. De Achomawi en Atsugewi werden vroeger tot de Shasta gerekend, maar worden nu afzonderlijk geclassificeerd.
Hedendaagse benaming voor stoelen die in het midden van de 18e eeuw werden gemaakt, met een getailleerde, opengewerkte rugleuning in de vorm van een korenschoof.
Bladmetaal dat bestaat uit een deklaagje van zilver op koper, brons of een ander metaal om zo massief zilver na te bootsen.
Beschrijft keramiek of keramiekobjecten die uit een mengsel van klei en schelpengruis zijn vervaardigd.
Beschrijft mahonie, satijnhouten en beschilderde meubels uit Engeland en de Verenigde Staten tussen 1790 en 1805, gebaseerd op de ontwerpen van de Engelse meubelmaker Thomas Sheraton (1751-1806). De drie invloedrijke boeken van Sheraton tonen een geleidelijke ontwikkeling van de neoklassieke naar de Empire-stijl. Maar tegenwoordig wordt zijn naam gebruikt om de algemene meubelsmaak aan het einde van de 18de eeuw aan te duiden.
Te gebruiken om werken te beschrijven van de gelijknamige Afrikaanse etnische groep die leeft in de Democratische Republiek Congo ten westen van Rwanda en Burundi.
Verwijst naar de cultuur van Vroege Nomaden die zich ontwikkelde in het Altai-gebergte vanaf de 2de tot de 1ste eeuw v. Chr. De belangrijkste ontwikkeling tijdens deze fase was de overgang van brons naar ijzer bij het vervaardigen van gereedschappen.
Japanse uitsparingstechnieken om patronen aan te brengen op textiel door het op verschillende wijzen af te binden. De stof kan onder andere gevouwen, afgebonden, verdraaid of genaaid worden alvorens in verf gedompeld te worden. Deze technieken werden eerst gebruikt in de achtste eeuw.
Verwijst naar een Chinese neolithische cultuur die dateert uit circa 2600 tot circa 2000 v. Chr. De cultuur was gesitueerd in de vallei bij de middenloop van de Yangtze.
Verwijst naar de stijl van schilderen die een bloeitijd doormaakte in Kyoto in de late Edo-periode (1600-1868). Deze stijl, die werd ontwikkeld door Matsumura Keiben (Goshun), wordt gekenmerkt door de nauwkeurige verbeelding van de natuur, met zachte penseelstreken en minder details dan in het werk van de Maruyama-school.
In de tempelarchitectuur van India, torens of torenspitsen, die meestal op convexe wijze taps toelopen.
Eenvoudige Ierse knuppels die zijn gemaakt van een stuk sleedoorn- of eikenhout.
Engelse munten van zilver of koper-nikkkel ter waarde van twaalf pence die werden gemaakt van ¦1550 tot 1970.
Verwijst naar de stijl van Shinto architectuur die zich circa 300 v. Chr. ontwikkelde. De stijl kenmerkt zich door een speciaal type tempel waarvan wordt aangenomen dat deze is afgeleid van een eenvoudig twee bij drie vakkensysteem, overgenomen uit prehistorische graanschuren of opslagplaatsen. Het heiligdom wordt omringd door een doorlopende vloer met trappen die leiden naar de ingang aan de lange kant.
Verwijst naar Japanse houtdruk prenten, die werden vervaardigd van 1915 tot circa 1950, en die zich kenmerken door een romantische of nostalgische toon.
Verwijst naar de stijl in de Japanse huisarchitectuur die voornamelijk werd gebruikt voor de vorstelijke huizen van de aristocratie. Deze stijl bereikte haar piek tijdens de Hein-periode (794-1185). De naam is ontleend aan de shiden, of centrale hal die is opgericht in het midden van het bouwwerk, gericht op het zuiden. In het oosten, westen en noorden zijn paviljoens of bijgebouwen met puntdaken, verbonden door overdekte, geplaveide gangen en omgeven door een overdadige landschapstuin.
Verwijst naar de door John C. Stevens (1855-1940) aangevoerde stroming in Amerika tussen 1879 en 1890 die zich kenmerkt door het gebruik van houten dakspanen om hele gebouwen te bedekken en door een voorkeur voor het functionalisme boven historische, pretentieuze stijlen. Deze stijl, die voortkwam uit de Stick Style en de Queen Anne-stijl, werd vaker toegepast bij woonhuizen en hotels dan bij fabrieken of bedrijfscomplexen. Kenmerken van deze stijl zijn flexibele, open plattegronden met verbonden binnen- en buitenruimten, onregelmatige gevels, open veranda's en onregelmatige daklijnen ter versterking van een algeheel pastoraal karakter.
Spijkers van gegalvaniseerd staal, aluminium legering, of staal met een coating, vaak met schroefdraad.
Te gebruiken om werken te beschrijven van de gelijknamige Afrikaanse etnische groep die leeft in Angola.
Gebruikt om de oorspronkelijke Japanse religieuze overtuigingen en praktijken te onderscheiden van het boeddhisme, dat in de 6de eeuw in Japen werk geïntroduceerd. Het kenmerkt zich in het algemeen door het ontbreken van officiële heilige geschriften en specifieke formele dogma's, en door de verering van kleine beeltenissen die in specifieke Shinto-heiligdommen worden geplaatst. Het religieuze systeem kan worden onderverdeeld in drie onderling verbonden stromingen: Jinja Shinto (heiligdomshintoïsme), dat de hoofdstromingen van het shintoïsme vertegenwoordigt, Kokka Shinto (staatsshintoïsme), dat is gebaseerd op de eenwording van religie en staat en dat door de Japanse keizerlijke familie wordt beleden, en Kyoha Shinto (sekteshintoïsme), een beweging die bestaat uit sekten die rond de 19de eeuw en na de Tweede Wereldoorlog in Japan zijn ontstaan. Deze sekten zijn alle door een stichter georganiseerd in religieuze genootschappen waarvan de leden parochianen (ujiko) van een specifiek heiligdom zijn.
Hout dat wordt verkregen van de boomsoort Dalbergia sissoo, die inheems is in het Indiase subcontinent. Het kernhout is donkerbruin en slijtvast; het spinthout is lichter van kleur en gevoelig voor aantasting door schimmels en borende insecten. Het hout wordt gebruikt voor verfijnd kastwerk, fineer, vloeren, triplex, landbouwwerktuigen, muziekinstrumenten, houtsnijwerk, ski's en boten.
Japanse schilderstijl die ook wel bekend staat als 'vingertopschilderen', waarbij kunstenaars inkteffecten creëren met hun vingertoppen of vingernagels. Voornamelijk gebruikt door Nanga-kunstenaars.
Verwijst naar de religieuze en filosofische overtuigingen die voornamelijk voorkomen in Zuid-India en zijn gebaseerd op de aanbidding van de godheid Shiva als oppergod. De belangrijkste doctrine van deze religie is het heilige boek met hymnen, de Tirumurai, dat is samengesteld door Shaiva-heiligen tussen de 5de en de 9de eeuw.
Mondorgels met een gelakte houten schaal als windkamer, een kort mondstuk en zeventien bamboe pijpen die symmetrisch in een cirkel zijn gerangschikt, waarvan er twee geluidloos zijn, zonder riet of vingergat; voortgekomen uit de Chinese 'cheng', vervaardigd en bespeeld in Japan.
Stapeltjes bladgoud, afkomstig uit de ‘cutches’, in vieren gesneden, op elkaar gestapeld met tussen de bladen goudslagersvlies en bij elkaar gebonden met perkamentstroken; worden platter geslagen in de tweede fase van de handmatige productie van bladgoud, voordat ze naar de ‘mallen voor bladgoud’ gaan.
Verwijst naar de stijl in de Japanse residentiële architectuur die werd gebruikt voor de verblijven van militairen en tempelgasten tijdens de perioden Momoyama (1568-1600) en Edo (1600-1868). Deze stijl staat aan de basis van het hedendaagse traditionele Japanse huis, en kenmerkt zich door een overdekte galerij aan de ingang, verder een brede veranda op het zuiden en deuren bestaande uit jaloezieën met papieren schermen. De vloeren zijn bedekt met geweven matten.
Verwijst naar werken die zijn vervaardigd door de gelijknamige Afrikaanse etnische groep, die in de Democratische Republiek Congo leeft.
Techniek voor het testen van elementaire structuurkenmerken van papier, waarbij natte en droge strookjes papier over een bepaalde lengte van het te testen papier worden gelegd met korte tussenruimten variërend van 0 tot 1 mm.
Verwijst naar een reeks Chinese karakters die een lang leven symboliseren. Het meest voorkomende karakter is rond, maar er zijn ook verschillende langwerpige varianten in omloop. Het karakter wordt soms als centraal medaillon of doorlopende rand gebruikt in Chinese vloerkleden.
Chinese rolschilderijen met tekst, kunstzinnige afbeeldingen of beide, die horizontaal worden getoond.
Lessenaar voor boeken of ander leesmateriaal voor gebeden, studie of voordrachten. Afkomstig van het Duitse woord ���stehender', dat ���staande' betekent.
Verwijst naar de stijl van porselein dat in China werd vervaardigd voor het keizerlijk hof gedurende de Yuan-dynastie (1280-1368). De stijl wordt gekenmerkt door een combinatie van het lichte blauwgroen van Qingbai-porselein, met een dikkere, stevigere glazuurlaag die het porselein zwaarder en sterker maakt.
Chinese schilderstijl die gebruikmaakt van monochrome inkt en niet van kleureninkt.
Verwijst naar werken die zijn vervaardigd door de gelijknamige Afrikaanse etnische groep, die in het oosten van Sudan leeft.
Japanse erotische prenten en schilderijen.
Genus van drie Noord-Amerikaanse vogelsoorten uit de familie van de lijsters. De vogels zijn blauw of blauw met een rode borst. Vrouwtjes hebben minder opvallende kleuren, maar de kleurenpatronen zijn vergelijkbaar.
Verwijst naar de aardewerkstijlen die zijn gevonden bij de archeologische vindplaats Tepe Sialk op het Iraanse centrale plateau, en die zijn vervaardigd tussen circa 6000 tot 3000 v. Chr. Verschillende stijlen kunnen worden toegeschreven aan elk van de vier stadia van de nederzetting, zoals die tijdens de opgravingen werden onthuld, maar in het algemeen is het aardewerk vooral bekend om haar verfijnde geschilderde decoratie.
Zwartfigurige kylikes waarvan kom en lip meestal gescheiden zijn, vaak door middel van een geschilderde lijn waardoor twee horizontale delen ontstaan. Ze zijn voorzien van twee afzonderlijke typen versiering, maar de versiering kan ook vooral op het onderste gedeelte zijn aangebracht of doorlopen naar het bovenste gedeelte. Sianaschalen danken hun naam aan het dorp op het Griekse eiland Rhodos. De Sianaschaal was een van de dominerende vormen in zwartfigurig aardewerk tot ongeveer 540 v. Chr.
Oude bewoners van het gebied ten westen van de rivier de Gelas op Sicilië. Volgens klassieke Griekse schrijvers waren de Sicani de oorspronkelijke bewoners van centraal-Sicilië, zoals de Sicelen oost-Sicilië bewoonden en de Elymianen west-Sicilië. Archeologisch gezien is er in historische tijden geen wezenlijk verschil tussen Sicani en Sicelen, maar de Griekse historicus Thucydides nam aan dat de Sicani Iberiërs uit Spanje waren die door de invasie van de Sicelen naar het centrale deel van het eiland waren verdreven.
Cultuur en stijl van het oude Sicelen-volk uit het oosten van Sicilië, naar wie het eiland is vernoemd. Mogelijk arriveerden ze vrij laat vanuit het vasteland van Italië op Sicilië. Ze zijn archeologisch gezien moeilijk te identificeren, hoewel enkele woorden van hun Indo-Europese taal bekend zijn.
Verwijst naar de aardewerkstijl die zich ontwikkelde op het eiland Sicilië en die ook werd gevonden op andere plaatsen waaronder Campanië. De stijl dateert uit het begin van de 5de eeuw v. Chr. en loopt door tot in de 4de eeuw v. Chr. De stijl verschilt van schilder tot schilder, maar kenmerkt zich over het algemeen door het gebruik van de roodfigurige stijl, de toevoeging van andere kleuren, een voorkeur voor genreafbeeldingen boven mythologische onderwerpen en de toevoeging van kenmerkende Siciliaanse details, zoals bijvoorbeeld een krans van klimop rond de rand van een krater.
Cultuur en stijl van de inwoners van het Italiaanse eiland Sicilië - het grootste eiland in de Middellandse Zee - dat van het zuidwestelijke puntje van Italië wordt gescheiden door de smalle Straat van Messina. Sicilië is strategisch gelegen tussen Afrika en Europa en was lange tijd een knooppunt van handelsroutes tussen oost en west, en een ontmoetingspunt voor rassen, volkeren en culturen.
Te gebruiken om werken te beschrijven van de gelijknamige Afrikaanse etnische groep die leeft in Ethiopië.
Joodse gebedenboeken met zowel Hebreeuwse als Arabische gebeden, voornamelijk gebruikt in de dagelijkse liturgie.
Kasten op lage poten die in het victoriaanse tijdperk populair waren. De kast is verticaal in tweeën gedeeld, waarbij het ene deel bestaat uit planken met een houten of glazen deur ervoor, bedoeld voor boeken, borden of curiosa, en het andere deel uit een secretaire, een kabinet of een combinatie van een spiegel, laden en een neerklapbaar tafelblad. Te onderscheiden van chifforobes: kasten die ook verticaal in tweeën zijn gedeeld, maar die meestal in slaapkamers worden gebruikt, met een smal gedeelte voor kleren aan de ene kant en laden en een spiegel aan de andere kant.
Franse stoelen uit de 18e eeuw die in het midden van een kamer stonden en verplaatsbaar waren. Ze verschillen van 'sièges courants' die grotendeels decoratief waren en tegen de muur werden gezet.
Franse stoelen uit de 18e eeuw die tegen de muur werden gezet. Het in gebruik nemen van deze stoelen werd strikt volgens de etiquette bepaald; sièges meublants werden meestal niet gebruikt om op te zitten maar maakten deel uit van de architektonische decoratie van een kamer. Ze zijn verschillend van 'sièges courants' die in het midden van een kamer stonden en verplaatsbaar waren.
Metalen delen met een versierende functie die bevestigd zijn aan een voorwerp dat meestal uit een ander materiaal bestaat, zoals glas, porselein, hout of leer.
Smalle gordijnen die aan de zijkant van een opening worden vastgemaakt en alleen ter versiering dienen, omdat ze niet breed genoeg zijn om de tussenliggende ruimte te bedekken.
Harnassen voor belangrijke personen, om te dragen in oorlogssituaties, ook bij toernooien, in allerlei vormen, want bestaande uit een strijdharnas plus versterkende en andere delen die konden integreren met de gebruikelijke delen van het basistenue, ook voor vervanging van deze delen.
Uitstekende, vaak bolvormige ornamenten, die worden gevonden op de voeten van vaten of op voorwerpen zoals kandelaars. Voor gelijksoortige uitsteeksels op uiteinden wordt 'finials' gebruikt.
Versierde, gemonteerde kurk om ontkurkte flessen af te sluiten
Het aanbrengen van knopjes, karteltjes of kleine uitsteekseltjes.
Wordt voornamelijk gebruikt voor houders voor sigaren, met name dozen van verschillende vorm met deksel, lijkend op sigarettendoosjes maar dan groter, bedoeld om op een tafel, bureau of iets dergelijks te worden gezet. Gebruik 'sigarenkokers' voor platte houders die worden gebruikt om sigaren in mee te dragen. Gebruik 'humidors' voor luchtdichte sigarenhouders.
Platte, vaak rechthoekige omhulsels, die lijken op pakjes sigaretten maar dan groter, en die worden gebruikt om sigaren in mee te dragen. Gebruik 'sigarendozen' voor dozen met deksel die op tafel, bureau of iets dergelijks gezet worden en waar sigaren in zitten.
Dozen met deksel, variërend van vorm, lijkend op sigarendozen maar dan kleiner en met sigaretten erin, bedoeld om op een tafel, bureau of iets dergelijks te worden gezet. Gebruik 'sigarettenkokers' voor platte houders om sigaretten in mee te dragen. Gebruik 'sigarettenhouders (houders)' voor open cilindrische houders voor sigaretten.
Open, meestal cilindrische houders voor sigaretten voor op een tafel, bureau of iets dergelijks. Gebruik 'sigarettendozen' voor dozen met deksel die sigaretten bevatten.
Platte, meestal rechthoekige omhulsels die worden gebruikt om sigaretten in mee te dragen, lijkend op sigarendoosjes maar dan kleiner. Gebruik 'sigarettendozen' voor de doosjes met sigaretten met deksel die op tafel, bureau of iets dergelijks gezet worden.
Verwijst naar een teken- of beeldhouwtechniek waarbij het onderwerp rechtstreeks op de afbeelding of replica wordt overgebracht door de afmetingen van de twee te vergelijken, vaak met behulp van loodlijnen en krompassers.
Lantaarns die worden gebruikt om signalen te geven, meestal door middel van een semafoorsysteem of bollen met kleurcodes.
Franse lintjes, meestal gemaakt van zijde.
Verwijst naar de Indiase religie die islamitische en hindoeïstische elementen bevat en is gesticht door Nanak Sikhs, volgelingen van Nanak en zijn negen opvolgers die ook wel de tien goeroes worden genoemd, in de Indiase regio Punjab aan het einde van de 15de eeuw. Kenmerkende principes zijn het idee dat er één God is die niet wordt verbeeld in afgodbeelden of afbeeldingen; de verantwoordelijkheid van het individu om een volgzaam leven te leiden dat wordt overheerst door het gebed en het lezen van het heilige boek, de Granth; en het streven naar een zielsverhuizing waarbij het individu een verbond aangaat met God. Belangrijke kenmerken van dit geloofssysteem zijn het ontbreken van een professionele priesterorde en de bevoegdheid van zowel mannen als vrouwen om religieuze ceremonies uit te voeren.
Landbouwwerktuigen die bestaan uit een haakvormig metalen blad met een korte steel die is bevestigd op een uitsteeksel.
Sedimentair gesteente met silica als hoofdbestanddeel. Het meest voorkomend silicahoudend gesteente is hoornkiezel.
Zilveren munten uit de late Romeinse en vroege Byzantijnse tijd, uitgegeven vanaf het eind van de 3e eeuw tot aan het begin van de 7e eeuw.
Speciale glazen die in de 18e eeuw werden geïntroduceerd voor het drinken van sillabub. Vroege exemplaren hebben twee handvatten en een tuit. Laat 18e-eeuwse exemplaren hebben een of geen handvat en geen tuit.
Spaanse X-framestoelen uit de Middeleeuwen, vaak versierd met inlegwerk.
Amerikaans papiergeld dat tussen 1878 en 1963 in verschillende coupures werd uitgegeven, variërend van $1 tot $1000. Het was gelijk aan zilver en hiervoor inwisselbaar tegen de officieel vastgestelde koers. Het werd daarna vervangen door de Federal Reserve notes.
Een vernis die wordt verkregen door een hars direct op te lossen in een vluchtig oplosmiddel.
Verwijst naar de Oud-Griekse roodfigurige vaasschilderstijl die chronologisch en geografisch samenviel met de zogenaamde Florid style. Deze stijl wordt vooral aangetroffen op kleinere vazen en onderscheidt zich van de Florid style doordat zij eenvoudiger is en voornamelijk rode en zwarte kleuren gebruikt met slechts hier en daar een andere kleur.
Methodiek die bij het uitvoeren van experimenten wordt gehanteerd, waarbij duplicatie plaatsvindt van de essentiële kenmerken van een taak of situatie.
Het verschijnsel waardoor dezelfde kleur verschillende soorten kleurschakeringen kan tonen, alleen afhankelijk is van de kleuren eromheen.
Begrip uit de beeldende kunst, toneel en literatuur uit de vroege twintigste eeuw dat betrekking heeft op de uitdrukking van meervoudig bewustzijn van dingen die zich op verschillende plaatsen maar op hetzelfde moment of gedurende een uitgestrekte periode afspelen; met dit begrip wordt het traditionele idee van de eenheid van tijd, plaats en handeling tegengesproken.
Etherische olie die wordt verkregen uit de schil van de sinaasappel en wordt gebruikt in parfum, als smaakstof, in de kruidengeneeskunde, in reinigingsproducten en insecticiden, en als eetlustremmer.
Messen die worden gebruikt voor het schillen van citrusvruchten.
Verwijst naar de periode van het Singasari-rijk (1222-1292 n. Chr.) op Java. In het algemeen wordt de kunst van deze periode gekenmerkt door de vermenging van hindoeïstische, boeddhistische en inheemse iconografische stijlen. Artistieke productie uit deze periode wordt gekarakteriseerd door de aanwezigheid van demonische beeldhouwwerken en maskers en schedelontwerpen die zijn gebaseerd op religieuze concepten in tantrische teksten. Voorbeelden van artistieke productie uit deze periode zijn de Bhairava-figuur, een demonische voorstelling van Shiva, versierd met schedels en vergezeld door buffels in gedraaide posities en Ganesha-beelden die zijn versierd met schedels. Tempels uit deze periode weerspiegelen de stijlen van tantrische magische tempels in Nepal en worden gekenmerkt door gelaagde, ranke constructies.
Kleine houten werktuigen die worden gebruikt om het weefsel dat de basis vormt in de meeste soorten stofferingen, onder spanning te zetten.
Verwijst naar een type Europees en met name Frans ornament waarbij apen in mensenkleding worden afgebeeld terwijl ze bijvoorbeeld drinken, dansen, jagen of een muziekinstrument bespelen. De apen worden vaak gesitueerd in een setting van lofwerk of vlechtbandmotieven. Apen werden reeds sinds de Middeleeuwen als decoratie gebruikt voor het parodiëren en bespotten van vulgaire menselijke activiteiten, maar pas aan het eind van de 17de eeuw, met het werk van Jean Bérain I en Claude Audran III, raakte een elegantere vorm van singerie in zwang. Dankzij de associatie met chinoiserie beleefde de singerie-decoratie zijn hoogtepunt in de 18de eeuw (in het werk van Christophe Huet), maar na de opkomst van het neoclassicisme verdween zij langzaam van het toneel. Singerie werd in de 19de eeuw opnieuw populair dankzij de op de 18de eeuw geënte neostijlen. Het ornament ontwikkelde zich als parodievorm op de buitenmatige voorliefde onder de adel en rijke burgerij voor neo-Chinese vormen, die door sommige kunstenaars als pretentieus werd beschouwd. Singerie wordt aangetroffen op porselein, faience en marqueterie, maar ook op geborduurd en bedrukt textiel, en op wandschilderingen.
Verwijst naar rood ijzeroxide of een soortgelijk pigment, in het bijzonder wanneer het een bestanddeel is van roodbruin krijt, of is vermengd met kalk en water en is aangebracht met een penseel om ondertekeningen te maken voor fresco's. Deze ondertekeningen worden sinopia's genoemd.
Fysiek sterke hondensoort met een grote kop en hangende oren die speciaal zijn gefokt om mensen op te sporen en te redden. De schofthoogte is minimaal 63,5 cm en ze kunnen 90 kg zwaar worden. De vacht is roodbruin en wit of vlekkerig bruin en wit en is dicht en kortharig of tussen kortharig en langharig in. Ze worden gefokt in het hospitium dat door Sint-Bernard van Montjoux is gesticht in de Grote Sint-Bernardpas, in de Walliser Alpen.
Kiezelachtig of kalkhoudend materiaal dat ontstaat bij de monding van bronnen of geisers, langs stromen of op de bodem of de oever van een meer.
Lampen met Argandbranders en ringvormige reservoirs met een wigvormige dwarsdoorsnede, die zijn ontworpen om zo weinig mogelijk schaduw te creëren.
Verwijst naar de cultuur van de Sioux, een indiaans volk (of confederatie van volken) dat op de Noord-Amerikaanse prairie woont en behoort tot de Sioux-taalgroep. Sioux is een afkorting van Nadouessioux, een naam die oorspronkelijk door de Ojibwa werd gebruikt om zichzelf aan te duiden; het woord Dakota betekent ‘bondgenoten’. Er bestonden drie hoofddivisies van de Sioux: Santee, Yankton en Teton, die zichzelf respectievelijk Dakota, Nakota en Lakota noemden.
Stam van langwerpige zeewormen (vaak dik in het midden en dun aan de uiteinden) zonder segmenten met een kop waaraan gewoonlijk één of meer ringen of tentakels zitten.
Een stroperige en plakkerige vloeistof op basis van suiker en water. Het kan worden gearomatiseerd of tot een geneeskrachtige stof worden verwerkt.
Ratels, bestaande uit een U- of liervormig raamwerk met daarin los aangebrachte staafjes of ijzerdraadjes, waaraan ook wel losse schijfjes zijn geregen; bespeeld door ze aan een handvat te schudden; Nabije-Oosten, 3000 voor Christus.
Verwijst naar de groep avant-gardistische kunstenaars die actief waren in verschillende Europese landen, en die eerder bekend waren onder de naam Internationale-Situationisten, actief van 1957 tot 1972. De stijl, die werd beïnvloed door dada, surrealisme, marxisme en anarchisme, benadrukte het creëren van onvoorspelbare ‘situaties’ voor de toeschouwer, wat leidde tot het bekladden van bestaande kunstwerken met revolutionaire kreten, spotprenten, het gebruik van strips, en de creatie van environments die bestonden uit levensgrote schilderijen.
Oud-Romeinse vaten die op een emmer lijken en vaak werden gebruikt voor wijwater tijdens de liturgie. Situlae waren meestal gemaakt van gedecoreerd brons, maar ook andere materialen waren mogelijk, zoals gedecoreerd keramiek. Deze vaten zijn aangetroffen in Italië en andere delen van de oude wereld.
Beschrijft werk dat is vervaardigd door het gelijknamige Berbervolk, dat in de Siwa-oase in Egypte leeft.
Zijdelings geblazen trompetten van het Afrikaanse Swahilivolk, meestal met een conische, iets gebogen boring en gemaakt van koper, hout of ivoor.
Verwijst naar een decoratiemethode die door sommige Griekse zwartfigurige kunstenaars werd gebruikt voor het decoreren van kleine vazen. Bij deze techniek, die rond 530 v. Chr. is uitgevonden, worden figuren aanvullend beschilderd met wit, rood of roze boven op een zwarte geglazuurde ondergrond. De details werden ingesneden, zodat het zwarte glazuur doorschijnt. Het eindresultaat is vergelijkbaar met roodfigurig werk. Beazley noemde de techniek naar de Nederlandse geleerde Jan Six, die als eerste de aandacht vestigden op deze polychrome vazen.
Engelse munten van zilver of koper-nikkel gelijk aan zes pennies of een halve shilling en uitgegeven vanaf de 16e eeuw tot 1971.
Onderwijsinstellingen in Groot-Brittannië of in een systeem dat is gebaseerd op of vergelijkbaar is met dat in Groot-Brittannië, waar de leerlingen in de laatste twee jaar van het voortgezet onderwijs worden opgeleid voor toegang tot hogere scholen, inclusief de voorbereiding op de diverse toelatingsexamens.
Te gebruiken voor koningen of prinsen van verschillende landen in centraal en zuidelijk Azië in verschillende perioden, voornamelijk voor de koningen van Perzië of Iran.
Militaire hoofddeksels met een hoge, onbuigzame bovenkant en een klep, die meestal door militairen en leden van muziekkapellen worden gedragen. Gedragen in de negentiende eeuw door de Infanterie in Europa, het hoofddeksel van de Hongaarse Huzaren nabootsend. Verwant aan de hoge burgerhoed en voorzien van een klep op het voorhoofd. De hoedenbol is stijf en cilindrisch. Vaak is de binnenzijde uit karton vervaardigd en de buitenzijde met vilt bekleed. Toch is er een grote variatie in vorm, materiaalgebruik en kleur.
Zij die als bemiddelaars optreden tussen de natuurlijke en bovennatuurlijke werelden, als genezers of priesters die de toekomst voorspellen en bovennatuurlijke krachten beheersen ten behoeve van het welzijn van de samenleving.
Een joodse feestdag op 6 sivan (in mei of juni) om te herdenken hoe God op de berg Sinaï de wetten aan Mozes heeft gegeven. Het is het tweede van de drie joodse pelgrimfeesten en valt vijftig dagen na de eerste dag van het joodse paasfeest. Oorspronkelijk markeerde dit feest het einde van de gerstoogst en het begin van de tarweoogst. Dit traditionele agrarische aspect is te herkennen aan de traditie om synagogen te versieren met bloemen, groene planten en fruit. In de middeleeuwen was dit de dag dat de kinderen voor het eerst naar de Hebreeuwse school gingen; tegenwoordig wordt op Sjavoeot een confirmatieritueel verricht. Naar gebruik worden het Bijbelboek Ruth en de tien geboden gelezen. Ook worden op Sjavoeot zuivelproducten genuttigd, omdat de Thora in het Hooglied wordt vergeleken met melk.
Munten uit het oude Nabije Oosten, met name uit Juda; uitgegeven in de 1e en de 2e eeuw n.C. Ook gebruikt voor munten van zilver of koper-nikkel in het Israëlische decimale stelsel. Gebruik 'siglos' voor Perzische munten uit de 6e en 5e eeuw v.C.. Gebruik liever 'tetradrachmen' voor munten uitgegeven in Sidon en Tyrus in de 4e eeuw v.C.
Stroken stof, simpel of decoratief, die de bovenkant van de gewatteerde deken horizontaal, verticaal of diagonaal kruisen, waarbij ze de onderdelen waar de deken uit bestaat aan elkaar verbinden.
Verwijst naar een minderheidsstroming van de islam, die zich onderscheidt van de populairdere soennitische stroming. Deze stroming ontstond in de vroege islamitische geschiedenis als politieke groepering die de heerschappij steunde van Ali, schoonzoon van Mohammed en vierde kalief van de moslimgemeenschap. Deze tak van de islam stelt dat de heerschappij over de moslimwereld is gebaseerd op afstamming; alleen nakomelingen van Ali kwamen in aanmerking voor het leiderschap. Het merendeel van de aanhangers van deze stroming van de islam bevindt zich in Syrië, Libanon, Oost-Afrika, India en Pakistan. De aanhangers worden vaak geassocieerd met militant islamitisch fundamentalisme.
Een Japanse school van esoterisch en mystiek boeddhisme, die in 806 door Kukai vanuit China naar Japan werd gebracht. Een belangrijk Sjingon-geschrift is Kukai's 'Diamanten sleutel voor de winkel der mysteriën' (Hizoboyaku), waarin spirituele verworvenheid via Sjingon wordt beschouwd als de vervulling van negen andere spirituele wegen uit het boeddhisme en andere religies. Aanhangers geloven dat de esoterische waarheid van Sjingon meer voldoening geeft dan de naar buiten gekeerde leer van de historische boeddha. Sjingon hecht belang aan de Vairocana, de boeddha van het allesomvattende licht, en aan mandala's en andere vormen van beeldhouw- en schilderkunst. Mantra's, mudra's en rituelen zijn andere elementen van Sjingon. Er zijn tegenwoordig meer dan veertig Sjingon-scholen in Japan. Bovendien zijn elementen van Sjingon overgenomen door andere vormen van Japans boeddhisme.
Verwijst naar de stijl die in verband wordt gebracht met Sjriwijaya op het schiereiland van Thailand gedurende de 13de eeuw. Deze stijl beïnvloedde de Indonesische kunst via de maritieme handel en uitwisseling. De stijl is een weerspiegeling van Maleisische, Chinese, Indiase en Arabische religieuze en intellectuele stromingen. In de beeldhouwkunst kenmerkt deze stijl zich door kleine bronzen boeddhistische figuren, bodhisattva's, en votiefstenen met inscripties van boeddhistische geloofsbelijdenissen. Figuren van godheden hebben kenmerken van Indiase Gupta-stijlen en zijn gekleed in lange gewaden zonder diadeem, waarbij het bovenlijf ontbloot is en het haar een vlechtenkroon vormt. Kenmerkend voor architectuur in deze stijl zijn kleine, kruisvormige tempelcomplexen.
De algemene klassen van ladingverdelende middelen, gebaseerd op structurele principes en gebruikt in bouwwerken.
Lange, smalle, plankachtige toestellen die worden vastgezet onder speciaal ontworpen hoge schoenen en gebruikt om mee over sneeuw te glijden; al meer dan 5000 jaar bekend en oorspronkelijk gemaakt van dierenbeen dat direct aan schoeisel werd bevestigd, maar tegenwoordig vervaardigd uit verschillende harde, duurzame materialen, met een taps toelopend en omhoogkrullend vooreinde.
In tweedimensionale representaties als tekeningen of schilderijen: de afbeelding van figuren en objecten in perspectief met passende gradaties van licht en schaduw, waarbij technieken als arcering worden gebruikt; heeft met name betrekking op architectonische afbeeldingen waarin schaduwen worden weergegeven die onder een bepaalde hoek worden geworpen.
Te gebruiken voor diverse boten die zo klein en licht zijn dat één persoon ze kan voortroeien of -zeilen.
Kabelbanen voor het vervoer van skiërs en die meestal bestaan uit een reeks zitplaatsen die hangen aan een eindeloze kabel die wordt aangedreven door motoren.
In de 17e en 18e eeuw gebruikte cilindrische of boogvormige vaten om in te koken, met drie of vier voetjes of op een driepoot. Tegenwoordig een term die soms wordt gebruikt voor ondiepe, metalen pannen met een lange steel voor het braden van voedsel; gebruik hiervoor liever 'braadpannen' (kookgerei).
Een- of tweedelige kostuums die bestaan uit een nauwsluitende broek en een jasje gemaakt van warme, lichte, weerbestendige stof. Soms gemaakt als een ensemble met een bijpassende trui, muts of pet, handschoenen of nog andere accessoires.
Kleine, meestal onechte stukken dakwerk tussen de verdiepingen van een gebouw.
Dun, niet erg duurzaam plantaardig gelooid leer van de nerfsplit van een vel of huid, meestal van schapenleer, maar soms ook van geiten- of koeienleer. Het wordt in verschillende kleuren en gebosseleerde korrelpatronen geproduceerd, maar ook kleur- en nerfloos. Meestal gebruikt voor de voering van hoeden en goedkope boekbanden.
Verwijst naar de Griekse stijl in de beeldhouwkunst van de Atheense beeldhouwer Skopas, in de 4de eeuw v. Chr. De stijl kenmerkt zich door krachtige actie en de weergave van emoties, vooral zichtbaar in de diep liggende ogen en de opgerichte blik van de gezichten.
Beweging rond de kunstenaar Otto Peine en kunstenaars van het Center for Advanced Visual Studies, dat deel uitmaakt van het Massachusetts Institute of Technology in Amerika. Sky artists maakten kunst in de lucht, zowel binnen als buiten de stad, met behulp van moderne technologie zoals laserprojectie en solar-tracked hologrammen, maar ook met eenvoudige technieken, zoals vliegers.
Pigmentnaam die meestal wordt gebruikt voor een mengsel van ultramarijnblauw en zinkwit.
Een type kraters van vroeg zwartfigurige vorm (maar eerder ontstaan, in de laat-geometrische periode) waarvan de kom lijkt op een grote skyphos, met een afzonderlijk deksel en een standaard, hoge horizontale handvatten en een eenvoudige torusvoet.
Elk van verschillende assemblageprocessen waarin toevoegingen stevig op afgewerkte stukken worden geperst. In de context van boekbinden, het proces van het vlakken can bladen of het verzamelen van een tekstblok voor naaien of hechten door ze herhaaldelijk met een hamer te slaan, om ze te samen te persen en plat te maken. Of, bij het opnieuw inbinden, om de rugsteunen te verwijderen. Ook in het kader van het weven of soortgelijke activiteiten, het gerbruik van een klopper of kam om elke nieuwe inslagdraad in de juiste positie tegen de bestaande inslagen te drukken.
Historische benaming voor 18e-eeuwse tafels met een marmeren tafelblad. Gebruik 'mengtafels' voor tafels met een marmeren tafelblad met een opbouw waarin laden zitten voor wijnkaraffen en een tambourdeksel dat neergerold kan worden om de marmeren plaat te bedekken als de tafel niet wordt gebruikt.
Grote schalen voornamelijk bestemd voor het serveren van salade. Ook kleine schaaltjes voor porties salades voor één persoon.
Scherpe messen met een breed lemmet en vaak met een kort handvat, die worden gebruikt voor het snijden van grote stukken vlees in kleinere braadstukken.
Grote messen met een breed lemmet met soms een gebogen uiteinde, die worden gebruikt voor het snijden en voorbereiden van rauw vlees.
Stalen ponsen met een versierd oppervlak, die worden gebruikt om structuren in hout aan te brengen.
Een lichte bouwsteen die is gemaakt van slakkenbeton en die vaak wordt gebruikt voor tussenwanden binnenshuis.
Wordt gebruikt voor zuilen met beeltenissen van slangen, als kenmerken van de Tolteekse architectuur.
'@ Square-back Windsor chairs' met een middenblad aan de bovenkant van de rugleuning die tussen de achterstijlen wordt geplaatst.
Te gebruiken voor schepen die mensen vervoerden om als slaven te worden verkocht; soms speciaal voor dit doel ontworpen.
Verwijst naar de situatie waarbij een mens eigendom is van een ander mens. Aan een slaaf worden de meeste rechten onthouden die gewoonlijk toekomen aan mensen die in vrijheid leven.
Verwijst naar de periode en cultuur verbonden met de Slaven, een aparte linguïstische en etnische groep, die tijdens het derde of tweede millennium v. Chr. uit Azië kwam en zich geleidelijk over Oost-Europa verspreidde. De Slaven speelde een belangrijke rol in de Middeleeuwse wereld, vooral tijdens de Slavische migratie naar Griekenland en Midden-Europa tijdens de 6de en 7de eeuw. De Slavische stijl kenmerkt zich door heldere kleuren en patronen, en invloeden uit diverse andere culturen, waaronder de Germaanse, Romeinse en Griekse.
Grote, ronde penselen, meestal gemaakt van dassenhaar, waarvan de haren plat uitwaaieren. Worden voornamelijk gebruikt bij het schilderen met olieverf om randen of patronen te verzachten of vermengen.
Te gebruiken voor bedden met twee uiteinden op dezelfde hoogte die in de lengte tegen de muur dienen te staan. Gebruik 'Franse bedden' voor bedden met een eenvoudig houten raamwerk waaraan de bedbehangsels zijn opgehangen zodat ze een vlakke, rechthoekige 'doos' vormen.
Grote, zware hamers die meestal met beide handen worden gehanteerd en voornamelijk worden gebruikt in een smidse, om palen in te slaan of om steen te breken.
Crescent-shaped knives with a handle set transversely, used by leatherworkers and for other purposes. This type of knife was known in ancient Egypt and other early civilizations.
Het handmatig #setting out van leer of perkament, uitgevoerd op zeer dun en kwetsbaar leer of als een uitzonderlijke gladde nerfzijde vereist is, zoals bij velijn.
Beschadiging of achteruitgang die zich geleidelijk manifesteert als gevolg van voortdurend gebruik of blootstelling; meestal een geleidelijke aantasting als gevolg van wrijven, schuren of wassen.
Vorm van ontwikkeling van een woonkern met de nadruk op minimale stadsuitbreiding en beperking van milieuonvriendelijke projecten, met beschermde groengordels en met voetgangersgebieden en landelijke gebieden, waarbij stadscentra en oudere woonwijken worden gerevitaliseerd door middel van adaptief hergebruik en 'inbreiden'.
Behangsels bestaande uit stukken stof die ter decoratie losjes, op twee of meer plekken bevestigd, naar beneden hangen om zachte, golvende, halvemaanvormige plooien te vormen. Ze verschillen van 'guirlandes', waarmee bloemen, fruit of gebladerte die op dezelfde manier hangen, worden aangeduid.
Middeleeuwse militaire wapens die hoofdzakelijk bestonden uit een hefboom met een groot gewicht bevestigd aan de korte arm, en een mand, bak of slinger bevestigd aan het eind van de lange arm voor de projectielen. Wanneer het gewicht wordt losgelaten en valt wordt het projectiel met grote snelheid weggeslingerd.
Wordt gebruikt voor vensterbanken die bestaan uit een stenen plaat die even lang is als de breedte van het raam, en die tussen de stijlen in de muren passen. Te onderscheiden van 'lug sills' die langer zijn dan de breedte van het raam en die aan weerszijden in de muur zijn geplaatst.
Licht schoeisel dat gemaakt is om binnenshuis te dragen, over het algemeen zonder sluitingen en zo gemaakt dat het makkelijk aan en van de voet kan.
Houtbewerkingsmessen met één vast lemmet, die worden gebruikt om hout te bewerken, te snijden en af te werken.
Stalen staven met een afgeplat, gevorkt of beitelvormig uiteinde dat soms licht gebogen is. Worden gebruikt om zware dingen los te wrikken en als hefboom om zware voorwerpen te verplaatsen.
Zware, ronde metalen of betonnen sloopmiddelen die aan een kabel hangen die aan de giek van een kraan vastzitten en worden gebruikt voor het doorbreken van beton en metselwerk.
Wordt gebruikt voor inzetstukken of inlegsel om sleutelgaten heen. Voor grotere platen om sleutelgaten wordt 'sleutelgatplaatje (ijzerwaren)' gebruikt.
Verwijst naar de cultuur van het hedendaagse Slovenië, of in het algemeen naar de culturen die zich vestigden op het grondgebied in Midden-Europa overeenkomend met het huidige Slovenië. De term kan in een ruimere context verwijzen naar de cultuur van de zuidelijke Slavische volkeren, die zich vestigden in het zuiden van Oostenrijk en in Slovenië.
Grote manden met meestal een deksel of klep, voor het verpakken, opslaan of vervoeren van voedsel, linnengoed of andere artikelen.
Beweegbare metalen blokken die passen op de achterstukken van vuurwapens om zodoende die staartopening hermetisch af te sluiten van de loop tijdens het vuren.
Sluitingsystemen waarbij sprake is van sleutels die op meerdere sloten passen en waarbij elk slot met tenminste twee verschillende sleutels kan worden bediend. Er is dan altijd één sleutel waarmee alle sloten van het systeem kunnen worden geopend, terwijl de andere sleutels slechts op één of hoogstens een aantal van de andere sloten passen.
Het vermogen om te oordelen over de schoonheid van natuurlijke en door de mens tot stand gebrachte objecten en gebeurtenissen.
Metalen strook om in het zetsel de regels van elkaar te scheiden.
Diverse kleuren die variëren van bleekblauw of grijsachtig blauw tot diepblauw, genoemd naar de kleur van smalt in poedervorm dat vroeger als blauwsel werd gebruikt bij het wassen van kleding en voor het kleuren van porselein. Smaltpoeder is diepblauw en in water opgeloste smalt is bleekblauw van kleur.
Algemeen te gebruiken voor metalen voorwerpen, bijvoorbeeld machineonderdelen, die tot een van te voren vastgestelde vorm zijn bewerkt door middel van één of meer processen zoals hameren, persen, walsen of smeden.
Gereedschap dat wordt gebruikt voor diverse doeleinden maar voornamelijk voor het zetten van tanden van zagen, of bij het bewerken van bladmetaal, als handgereedschap dat wordt gebruikt om materiaal in de gewenste vorm te krijgen.
Houders met een inhoud tussen de 50 en 100 liter voor het smelten, calcineren (door gloeiing oxideren) of filteren van een substantie bij hoge temperaturen; gemaakt van hittebestendig materiaal o.m. klei, grafiet, porselein, dat slechts smelt bij hoge temperaturen.
Een thermoplastisch hechtmiddel dat in gesmolten staat wordt aangebracht en zich tijdens de afkoeling hecht als vaste stof. Te onderscheiden van 'heat-seal adhesive', dat al in een dunne laag op het te plakken oppervlak aanwezig is waar het, door aanwending van warmte en druk, de binding vormt.
Vellen papier die tijdens het drukken tussen gedrukt papier worden gedaan om te voorkomen dat ze afgeven.
Op ponsen gelijkende werktuigen, die worden gebruikt om geponste gaten te openen en ze tegelijkertijd glad te maken en te vormen.
Gelegendheidsdrukwerk, gebruikt voor, onder andere, reclame, visitekaartjes, brieven en flyers. Het gaat om een klein zetsel, waarbij vaak vaste formules gebruikt worden en waarvan de productieperiode zeer kort is.
Geluidsmiddelen die geluid produceren door middel van trillende snaren die tussen vaste punten zijn gespannen.
Lontsloten waarbij een haan (of serpentijn), die de lont vasthoudt, door een veer in de kruitpan wordt gedrukt. Geen Nederlands equivalent. Zie 'lontsloten'
Vuursteensloten waarbij een door een veer werkende haan, met daaraan een stuk vuursteen of pyriet, vonken maakt door in het verticale vlak te schampen langs het staal van het pandeksel, waardoor het kruit ontbrandt.
Wordt gebruikt voor lijstwerk waarin koppen van dieren of mensenhoofden die een geronde lijst vastbijten het ornamentele motief vormen. Gebruik voor hoeklijsten met een hangend vooraanzicht de term 'beak moldings'.
Sneeuw verwijderen op plaatsen waar sneeuw niet gewenst is.
Werk- of voertuigen die zijn ontworpen of uitgerust om sneeuw te verwijderen van wegen, spoorlijnen en andere plaatsen.
Hekken van met draad aan elkaar bevestigde latten die loodrecht op de heersende windrichting zijn geplaatst om aanwaaiende sneeuw op te vangen.
Te gebruiken voor decoratieve motieven gebaseerd op de zeshoekige kristalstructuur van sneeuwvlokken.
Wordt gebruikt voor spiraalsgewijs ingekerfde, kegelvormige katrol- en kettingmechanismen in uurwerken die ontworpen zijn om de afnemende kracht van afwindende veren te compenseren.
Wordt gebruikt voor doorgaande wegen voor het snelverkeer tussen steden. Dikwijls worden deze wegen zo aangelegd dat de gebruikers van het landschappelijk schoon kunnen genieten.
Planken die van hout, plastic of ander synthetisch materiaal zijn gemaakt en die bij het snijden van voedsel als ondergrond worden gebruikt.
band die 's nachts over een gestreken snor wordt gebonden om aan de punten een opwaartse richting te geven
Verwijst naar werken die zijn vervaardigd door de gelijknamige Afrikaanse etnische groep, die in Uganda leeft.
Antropologen die de menselijke culturen bestuderen, vooral met betrekking tot de sociale structuur, taal, wetten, politiek, religie, toverij, kunst en technologie.
De theorie die diverse aspecten beschrijft van sociale ineenstorting met betrekking tot individuen, groepen of sociale klassen.
Een sociologische theorie die beweert dat sociaal-culturele vooruitgang het product is van conflict en competitie tussen groepen en dat daarom de sociaal bevoorrechte klassen (personen met geld en macht) een biologische superioriteit hebben in de strijd om het bestaan.
Activiteit die op het world wide web wordt uitgevoerd door middel van websites waar leden profielen met persoonlijke gegevens kunnen aanmaken, lijsten met contactpersonen kunnen onderhouden en berichten kunnen sturen naar andere leden. Het belangrijkste doel is het leggen van contacten om met elkaar te spelen, voor zakelijke interacties of voor interactie met anderen met dezelfde interesses.
Politieke ideologie die een geleidelijke overgang naar een socialistische samenleving bepleit via het democratische proces. De beweging, oorspronkelijk een vorm van marxisme, begon in 1869 met de oprichting van de Duitse Sociaal-Democratische Arbeiderspartij, die uiteindelijk heeft geleid tot de Sociaal-Democratische Partij van Duitsland. De bijbehorende filosofie evolueerde en verwierp uiteindelijk militarisme, totalitarisme en revolutie als methoden van politieke verandering. Een belangrijk pleitbezorger van de sociaaldemocratie was de theoreticus Eduard Bernstein, die zich afkeerde van Marx en Engels en in tegenstelling tot hen stelde dat de democratie moest worden omarmd teneinde socialistische veranderingen door te voeren. Na de Tweede Wereldoorlog kwamen in verscheidene landen sociaaldemocratische regeringen aan de macht, onder meer in West-Duitsland en Zweden.
Gidsen met personen die een belangrijke sociale positie in een gemeenschap innemen.
De decentrale praktijk en methode waarbij individuen en groepen termen, namen, etc. (zogenaamde 'tags') creëren, beheren en delen om digitale bronnen in een online 'sociale' omgeving te markeren en te categoriseren. Deze methode komt niet per definitie door samenwerking tot stand, omdat de activiteit meestal niet is georganiseerd, de individuen niet echt samen of in onderling overleg werken en er geen sprake is van standaardisatie en een gemeenschappelijk jargon.
Collectieve actie die wordt ondernomen door al dan niet formeel georganiseerde mensen, met als doel een bepaald aspect van maatschappelijke verandering in een samenleving te bevorderen of tegen te houden.
Te gebruiken voor georganiseerde hulp die overheidsinstanties of particuliere instellingen aan leden van de bevolking bieden. Gebruik 'openbare diensten' voor blijvend essentiële voorzieningen die de overheid verzorgt en die direct in verband staan met de bescherming en het onderhoud van levens en eigendommen van de inwoners van een gemeenschap.
De interdisciplinaire studie van de onderling aanpassende wisselwerking tussen individuen en hun nabije omgeving; omvat aspecten van demografie, huishoudkunde, huisvesting, ontwerp, sociale diensten en gezinsgedrag. Gebruik 'sociale geografie' voor de studie van bredere ruimtelijke en organisatorische patronen van mensen verspreid over het landschap.
De studie en verklaring van de ruimtelijke, organisatorische en gedragspatronen van mensen verspreid over de natuurlijke en bebouwde landschappen; omvat methoden en theorieën van gedragsgeografie, cognitieve geografie, economische geografie, marketing en besliskunde en vestigingsanalyse. Gebruik 'sociale ecologie' voor de sociologische studie van individuen en hun naaste omgeving.
Geschiedenis die zich concentreert op de sociaal-culturele aspecten van het leven en de gewoonten, tendensen en instellingen van een volk.
Groepen mensen die één of meerdere sociale eigenschappen met elkaar gemeen hebben.
De problematiek van belangrijke vraagstukken of gerechtelijke processen die aan de orde zijn in een georganiseerde en onderling afhankelijke gemeenschap.
Verwijst naar via het World Wide Web toegankelijke middelen, meestal een combinatie van software en databases, die blijvende computerondersteunde relaties mogelijk maken via onder meer sociale netwerken, blogs, wiki's en folksonomie.
De bestudering van hoe mensen door elkaar en hun sociale omgeving worden beïnvloed.
De duurzame, ordelijke en volgens een patroon verlopende relaties tussen elementen in een maatschappij.
Wetenschappen die zich bezighouden met de instellingen binnen, en het functioneren van, de menselijke maatschappij en met de intermenselijke verhoudingen van individuen als leden van de maatschappij.
Mensen die een studie volgen of werkzaam zijn op het gebied van een van de wetenschappen die zich bezighouden met de instellingen binnen, en het functioneren van, de menselijke maatschappij en met de intermenselijke verhoudingen van individuen als leden van de maatschappij.
Politieke en economische ideologie die voorstander is van collectief- of staatseigendom als ook beheer van productiemiddelen en distributie van goederen.
Te gebruiken voor de representatieve stijl, gesanctioneerd door regeringen van communistische landen. Gebruik de term 'sociaal realisme' voor werken die realistische situaties tot uitdrukking brengen met een ondertoon van sociaal protest.
Mensen die een vooraanstaande positie hebben in een chique of rijke samenleving en vaak deelnemen aan sociale activiteiten en entertainment.
De wetenschap van de maatschappij, maatschappelijke instellingen en sociale betrekkingen; in het bijzonder de systematische bestudering van de ontwikkeling, structuur en werking van menselijke groepen gezien als processen van interactie of als georganiseerde gemeenschappelijke gedragspatronen.
Zij die studeren of werken in de wetenschap van de samenleving, sociale instellingen en sociale betrekkingen, meer specifiek de systematische bestudering van de ontwikkeling, structuur en functie van menselijke groepen opgevat als interactieprocessen of als georganiseerde patronen van collectief gedrag.
Wordt gebruikt voor restaurants met toonbanken waaraan frisdrank, ijs en lichte maaltijden worden geserveerd; kan ook worden gebruikt om het apparaat aan te duiden dat inschenkt of de toonbank zelf, vooral wanneer deze als vaste voorzieningen zijn geplaatst in commerciële gebouwen zoals warenhuizen.
Verwijst naar de tak van de islam die is gebaseerd op het beginsel dat goddelijke liefde en kennis kunnen worden verworven door een rechtstreeks persoonlijk verbond aan te gaan met Allah. Deze tak wordt gekenmerkt door een aversie tegen traditionele theologische wetten en redeneringen. In plaats daarvan hanteren ze een voorkeur voor een systeem van antithetische categorieën om te komen tot een synthese van het uitwendige en het innerlijke hebben ze orden van derwisjen gesticht die streven naar het bereiken van een bepaalde spirituele extase en passen ze de spirituele techniek van het reciteren (dhikr) toe, waarbij zinnen uit de Koran worden gereciteerd. Deze tak staat ook bekend om de popularisering van mystieke liefdespoëzie in het Perzisch, Turks en Oerdoe.
Tijdelijke bouwwerken die zijn afgedekt met een dak van takken en versierd met vruchten en groenten, gebouwd bij een huis of synagoge en meestal gebruikt als eet- of leefruimtes tijdens het joodse Soekot-feest.
Het joodse dankfeest dat in september of oktober (15-21 tisjri) wordt gevierd. Het Loofhuttenfeest is een van de drie joodse pelgrimsfeesten. In bijbelse tijden was het feest verbonden met het landbouwseizoen. Volgens de door Leviticus (23:42) gevestigde traditie worden in huizen, tuinen en synagogen 'stalletjes' of tijdelijke schuilhutten gebouwd ter herinnering aan de hutten die de Israëlieten bewoonden na hun vertrek uit Egypte.
Verwijst naar de tak van de islam die in het algemeen wordt beschouwd als de grootste en meest traditionalistische islamitische sekte. Deze tak van de islam is gebaseerd op de erkenning van een theocratische staat als een aards, tijdelijk rijk voor Allah. Het religieuze leiderschap wordt hierbij bepaald door hedendaagse politieke werkelijkheden, en is enkel het resultaat van een benoeming en niet gebaseerd op persoonlijke afkomst. De soennadoctrine omvat veel gebruiken en rituelen die niet in de Koran staan, maar zich in de loop van de geschiedenis hebben ontwikkeld.
Tafelgerei voor het opdienen van soep, voor het overbrengen van de soep van terrine naar soepborden; komvormige schep aan een steel; gaat soms samen met een terrine of ze maken deel uit van een bestekcassette.
Borden die voornamelijk bedoeld zijn voor het serveren van een individuele portie soep. Ze hebben een ondiepe holte en meestal een brede rand.
Kommen vooral bestemd om één persoon een portie soep in te serveren; worden gemaakt met of zonder handvatten en hebben soms een bijbehorende schotel, deksel of beide.
Grote, afgedekte terrines vooral bestemd voor het serveren van soep. Rust meestal op een uitstaande voetrand; soms hoort er een onderschotel bij.
Britse gouden munten die oorspronkelijk een waarde hadden van 20 shilling of 1 pond sterling en die voor het eerst in 1489 werden uitgegeven. Vanaf de 16e eeuw werden ook versies van 21 en van 30 shilling uitgegeven.
Hoogste en onafhankelijke macht van een politiek lichaam om wetten te maken en toe te passen binnen zijn eigen grenzen en om internationale betrekkingen te onderhouden.
Lange, beklede zitbanken met een rugleuning en twee armleuningen; worden hoofdzakelijk gebruikt om op te zitten en niet om op te liggen. Te onderscheiden van 'rustbanken (sofa's)', die een ruggensteun aan één kant hebben en die voornamelijk worden gebruikt om op te liggen en niet om op te zitten. Tussen de termen 'bank' en 'sofa' wordt tegenwoordig vrijwel geen onderscheid gemaakt, maar er is wel degelijk een verschil: een sofa is meestal volledig bekleed.
Verwijst naar het werk van een school van schilders die waren gespecialiseerd in het schilderen met inkt, en die actief waren van de 15de tot de 18de eeuw. De school is gecentreerd rond de Daitokuji-tempel van Kyoto. Belangrijke schilderijen van de school zijn onder andere panelen voor de subtempel Shinjuan en talloze rolschilderijen met allerlei onderwerpen, zoals vogels en bloemen, portretten van de zenmeester Ikkyu Sojun en landschappen in inkt.
Kousenbanden voor mannen, zoals gedragen in het Verenigd Koninkrijk.
Het plaatsen van iets, meestal een gebouw, in verhouding tot de zon.
De verandering van de lichttransmissie-eigenschappen van glas als gevolg van langdurige blootstelling aan zichtbaar of ultraviolet licht. Aantasting kan blijken uit een verandering van de kleur van het glas, doordat licht een reactie veroorzaakt tussen ijzer en mangaanoxiden in het glas. Deze onomkeerbare verandering kan een diepe paarse kleur zijn, maar is vaker een subtiele kleurverandering in roze, violet of geel. Gesolariseerd glas heeft meestal een kleur variërend van roze tot violet, omdat het mangaan bevat. In elk geval sinds de 2de eeuw voor Christus is mangaan gebruikt als een ontkleuringsmiddel voor glas, om de groenachtige tint als gevolg van ijzersporen te verminderen. Als mangaan echter wordt blootgesteld aan ultraviolet licht kan foto-oxidatie ontstaan, waardoor mangaandioxide wordt gevormd die violet van kleur is. Sinds de 20ste eeuw worden selenium en cerium ook gebruikt als bleekmiddelen, die bij foto-oxidatie een gele tot gouden tint afgeven.
Wordt gebruikt voor gebouwen of groepen gebouwen die zijn opgetrokken als eenvoudige woonplaatsen, vaak tijdelijk, voor groepen soldaten of arbeiders.
Legerhoofddeksels in diverse vormen, niet gedragen bij formele gelegenheden.
Hete, ijzeren voorwerpen die door loodgieters worden gebruikt voor het afwerken van gesoldeerde verbindingen. De Engelse benaming is ook van toepassing op gereedschap dat wordt gebruikt voor het snijden van glas.
Kleine wormachtige weekdieren die in de diepzee leven en geen kalkhoudende platen op het lichaam hebben, maar wel dunne slijmerige uitsteeksels op de mantel. In sommige classificaties wordt deze onderklasse net als Caudofauveata een klasse genoemd. Hier worden de twee samen ondergebracht in de klasse Aplacophora.
Te gebruiken om werken te beschrijven van de gelijknamige Afrikaanse etnische groep die leeft in centraal Zambia.
Gouden munten uit de Romeinse en Byzantijnse tijd uit de periode begin 4e tot 11e eeuw..
Stevige stoelen met een hoge rugleuning en solide armleuningen die in Romeinse huizen en publieke ruimtes werden gebruikt of stoelen met dezelfde vorm. De zitting was verhoogd, waardoor een voetenbank nodig was. Soliums stonden in het atrium en werden gebruikt door de heer des huizes wanneer hij gasten of klanten ontving. Goden en koningen worden in de kunst vaak zittend in dergelijke stoelen afgebeeld.
Een blauwgrijze Beierse kalksteen.
Verwijst naar de relatief kortstondige cultuur die vernoemd is naar de archeologische vindplaats Solutré, die voornamelijk in het zuidwesten van Frankrijk floreerde tussen 21.000 en 17.000 jaar geleden.Deze kwam na de culturen van de Perigord en Aurignac en ging vooraf aan de Magdalenische, maar onderzoekers zijn het er niet over eens of deze cultuur ontstond uit lokale tradities of door invloeden van nieuwe indringers in het gebied. De cultuur kenmerkt zich door de vervaardiging van de voor die periode gebruikelijke werktuigen, maar met een nieuwe preoccupatie met ornamentatie, zoals: juwelen gemaakt van botten, werktuigen, en stenen voorwerpen, gekozen om hun schoonheid, waaronder gekleurde kwarts en jaspis, alsmede duidelijk symmetrische, tweezijdig afgeschilferde, laurierbladvormige en geschouderde vuurstenen punten, waarvan sommige waarschijnlijk eerder een rituele dan een gebruiksfunctie hadden.
Beschrijft werken die zijn vervaardigd door het gelijknamige Afrikaanse volk, dat in Mali leeft en een subgroep van de Barmana vormt.
Diverse mechanische instrumenten die worden gebruikt om de diepte van water te meten en die meestal betaan uit een spoel draad en een apparaat om gegevens mee vast te leggen.
Verwijst naar de laatgotische Duitse architectuur en kunst van het midden van de 14de eeuw tot aan het midden van de 16de eeuw. De term betekent ‘bijzondere gotiek’ en wordt weinig gebruikt door moderne onderzoekers, hoewel het voorheen een populaire term was. De term werd voor het eerst gebruikt door Duitse kunsthistorici aan het begin van de 20ste eeuw, teneinde het in hun ogen ‘irrationele’ karakter van de Duitse gotiek te beschrijven. De stijl verschilt van de Franse gotiek door het uitgebreide gebruik van de hallenkerk in plaats van de basiliek en door de eenheid in het interieur, in tegenstelling tot duidelijk afgebakende ruimtelijke eenheden.
Verwijst naar een Chinese dynastieke stijl en periode tussen 960 en 1279 n. Chr. Het was een overgangsperiode met tal van maatschappelijke, economische en kunstzinnige vernieuwingen; met name in allerlei kunstvormen werd een onovertroffen graad van verfijning bereikt. Er was een maatschappelijke ontwikkeling gaande waarbij de aristocraten geleidelijk hun macht verloren aan de gegoede burgerij, hetgeen ertoe leidde dat de heersende klasse zijn machtspositie probeerde te versterken. Zo bevorderden de keizers het verbeelden van thema's die de legitieme status en stabiliteit van de dynastie moesten uitdrukken. De Song-keizers behoorden tot de meest verlichte heersers van China, en vaak waren ze zelf verdienstelijk kunstenaar. Aangezien de Song-keizers minder macht bezaten dan hun voorgangers uit de Han- en Tang-dynastie en zij bovendien een wankele vrede met vijandige buurlanden in stand moesten houden, is de kunst uit deze periode introspectief van aard. De Song-periode is vooral bekend om de landschapsschilderingen, hoewel ook de keramiek, beeldhouwkunst en architectuur een bloeiperiode beleefden. In de beeldhouwkunst werd steen vaak vervangen door klei en hout, materialen die zachtere, levensechtere figuren mogelijk maakten. Een opvallend kenmerk van de Song-architectuur is de langwerpige, slanke vormentaal, met gebogen daken en een duidelijk herkenbare Song-spits. Tijdens deze periode werden de pagodes aanvankelijk opgetrokken uit metselwerk. De stijl en periode kunnen worden onderverdeeld in Noordelijke Song, van 960 tot 1127, en Zuidelijke Song, van 1127 tot 1279.
Gedicht van veertien regels met tien lettergrepen, vaak met een rijmschema. Men denkt dat het sonnet oorspronkelijk uit Italië komt. De eerste sonnetten verschenen in de dertiende eeuw op Sicilië. Daarna verspreidden ze zich naar Toscane, waar Petrarca de vorm perfectioneerde in zijn Canzioniere, een serie van 317 sonnetten voor zijn geïdealiseerde geliefde Laura. Het petrarkische sonnet is historisch gezien het meest gebruikte sonnet, hoewel het shakespearesonnet (drie kwatrijnen en twee slotregels met gepaard rijm) ook veel voorkomt.
Beschrijft muziekinstrumenten met de hoogste toonhoogte, of, als er piccoloversies bestaan, de op een na hoogste toonhoogte in hun familie. Met betrekking tot menselijke stemmen beschrijft deze term de stem met de hoogste toonhoogte.
Verwijst naar de cultuur van de Slavische bevolking die tegenwoordig leeft in Lusatia in het oosten van Saksen, maar die vroeger in bijna heel Noord-Duitsland leefde.
Genus van ongeveer 25 soorten grove grassen die 2 meter hoog worden, vele met rood- tot paarszwarte pluimen. Men verbouwt deze grassen wereldwijd als voedsel en veevoer, maar sommige soorten zijn niet veredeld en zijn een vervelend onkruid voor de landbouw. De soorten uit dit genus komen voor in gematigde tot tropische gebieden in de hele wereld.
Orde van 3 families met ongeveer 370 soorten spitsmuizen, mollen en verwante dieren. Mollen (familie Talpidae) classificeert men soms met egels onder de familie Erinaceomorpha. Nu beschouwt men de orde vaak als een biologische clade binnen de klasse der zoogdieren, omdat de leden ervan blijkbaar parafyletisch zijn (dat wil zeggen: ze vormen een taxonomische groep die niet alle afstammelingen van een oertaxon bevatten).
Te gebruiken om werken te beschrijven van de gelijknamige Afrikaanse etnische groep die leeft in de Democratische Republiek Congo.
Elk materiaal, mengsel of systeem, hoewel meestal toch een klei of silicaat, dat een sorptiefunctie kan vervullen, zoals absorptie, adsorptie en desorptie.
Enkellange of driekwartjassen, meestal vervaardigd van verfijnde stoffen, gedragen bij formele of semiformele gelegenheden; vooral populair aan het begin van de 20e eeuw.
Japanse drukkunstbeweging uit de 20ste eeuw die was gebaseerd op de persoonlijke betrokkenheid van kunstenaars bij alle stadia van de drukproductie. Dit in tegenstelling tot het teamwerk bij de traditionele 'ukiyo-e'-druk. De term betekent letterlijk 'creatief drukwerk'.
Verwijst naar het werk van een school van schilders die omstreeks 1600 werd gestart door Sōtatsu en zijn tijdgenoot Hon'Ami Koetsu. Korin reformeerde de school in de 18de eeuw en Saki Hoitsu deed dit nogmaals in de 19de eeuw. De alternatieve naam voor de school, Rimpa, is afgeleid van de laatste lettergreep van Korins naam (rin) en het woord voor school (ha). De stijl kenmerkt zich door trouw aan het klassiek Japanse gevoel van decorativiteit, delicate kleurvoering en scherpe observatie van de natuurlijke wereld. Edele metalen, zoals goud en zilver, werden samen met kleuren gebruikt op kamerschermen, waaiers en andere objecten. De onderwerpen waren afkomstig uit middeleeuwse literatuur en ook uit de natuur. Hoewel de stijl na de Edo-periode (1600-1868) niet meer voorkwam, was deze van invloed op de Japanse schilderkunst van de 20ste eeuw.
Verwijst naar een van de twee hoofdstromingen van het zenboeddhisme. Het stond in China bekend als Tsao-tung en werd vandaar door Dogen naar Japan gebracht in 1227. Anders dan Rinzai doceert Soto een vorm van stil en zittend mediteren waarbij verlichting een geleidelijk proces is. In zijn 'Shobogenzo' bepleit Dogen een combinatie van gezeten meditatie (zazen), dagelijkse arbeid, discipline en het gebruik van koans. Dogen schreef ook een praktische handleiding voor gezeten meditatie over de vijf fasen van de zazen, culminerend in de eenwording van werkelijkheid en individu. Soto sprak de lagere samoerai en de armere boeren aan als methode van zelfbeheersing. Soto is populairder geworden dan Rinzai, deels omdat het begrafenisvormen uit de Pure Land-traditie heeft overgenomen.
Italiaanse term die letterlijk 'van beneden naar boven toe' betekent en die verwijst naar het toepassen van verkorting, meestal in de tweedimensionale kunst, om een realistisch effect te bereiken in de weergave van architectonische elementen en van figuren en objecten die vanaf een lager standpunt dan het kunstwerk zelf worden beschouwd, en dus niet vanuit een positie recht tegenover het kunstwerk. De term wordt soms ook gebruikt om te verwijzen naar Oud-Romeinse muurschilderingen, maar wordt vooral gebruikt voor westerse kunst uit de renaissance en later. Meestal verwijst de term dan naar plafondschilderingen, wandschilderingen hoog op een muur en andere schilderijen of bas-reliëfs die van onderaf moeten worden bekeken. Sommige 'di sotto in su'-afbeeldingen zijn getekend vanuit een 'kikkerperspectief' of 'wormperspectief', waarbij het de bedoeling is dat de beschouwer vanuit een liggende houding op de vloer omhoog kijkt.
Franse munten van zilver en metaal die in de 18e eeuw werden geslagen en voornamelijk dienden als betaalmiddel in de Franse kolonies.
Houders voor het bereiden en serveren van soufflé, rond, rechtopstaande rand.
Tapisserietechniek waarbij de inslagdraden, die de motieven definiëren, langs de achterzijde van de stof hangen.
Dempers opgenomen in het pianomechaniek, die bestaan uit met vilt beklede blokken, die op de snaren liggen om ze stil te houden behalve wanneer hun toets wordt ingedrukt of wanneer de hele set wordt opgelicht door een pedaal.
Het geluidsdeel van een film of video-opname, in de vorm van een optische of magnetische band langs de rand van de archieffilm of videoband, waarop de dialoog, muziek of geluidseffecten zijn opgenomen.
In de vroege 17de eeuw uitgevonden doedelzakken, vaak aangeduid als Italiaanse musettes. De complexe pijpen werden aangeblazen met een blaasbalg en hadden vier afzonderlijke schalmeien, waarvan twee gedeeltelijk met kleppen en twee volledig met kleppen, zodat de gebruiker vierstemmige muziek kon voortbrengen.
Gevormde stukken absorberend en met rubber of een plastic laag bedekt materiaal, vaak gewatteerd en soms gevuld met geurverdrijvende kruiden. Ze worden aan een kledingstuk vastgemaakt of zitten aan de binnenkant zoals in de ondermouw van een jurk of blouse om te voorkomen dat het kledingstuk door transpiratie wordt bevuild.
Ondergrondse doorgangen of vertrekken.
Hout van de soort Quercus virginiana, die inheems is in het zuidoostelijke kustgebied van de Verenigde Staten tot in Mexico en Cuba. Het is de hardste soort van alle Amerikaanse eiken. Het wordt gebruikt voor de bouw van schepen, wagons en landbouwwerktuigen. In de scheepsbouw werd het hout het meest gebruikt vanwege zijn weerstand tegen zout water en omdat het niet snel ging rotten. Het werd in de jaren negentig van de 18e eeuw gebruikt voor de bouw van het beroemde zeilschip USS Constitution, dat de bijnaam Old Ironsides had.
Een voornamelijk in kunstnijverheid en interieurontwerp gehanteerde algemene stijl die wordt gekenmerkt door motieven en elementen uit New Mexico, Arizona en de omliggende gebieden, met invloeden van Native American en Spaanse ontwerpen.
Vaasachtige vormen die meestal van glas gemaakt zijn, maar soms van hout of been en die bedoeld zijn om spaanders, stukjes hout of gedraaid papier te bevatten om een vuur aan te maken. In vorm lijken ze op selderieglazen, hoewel ze niet bedoeld zijn om op de eettafel te gebruiken, maar eerder bij een open haard, olielamp of vergelijkbaar middel ter verlichting. Voor vergelijkbare vaasachtige vormen met een geschulpte rand die op de tafel gebruikt worden voor het bevatten van lepels wordt 'lepelhouders" gebruikt.
Verwijst naar de cultuur van het huidige Spanje, of in het algemeen naar de culturen die zich ontwikkelden op het Iberisch schiereiland in Zuidwest-Europa. Verwijst ook naar de culturen die zich ontwikkelden onder invloed van de Spaanse kolonisten en hun nakomelingen, in het bijzonder in de culturen van Latijns-Amerika.
Pigment dat bestaat uit elementaire koperacetaat en met een donker blauw-groene kleur. Spaans groen, ook wel 'verdegris' en 'groenspaan'genoemd, werd vervaardigd sinds de oudheid door het plaatsen van koperen platen over vaten fermenterende druivenschillen, het azijnzuur reageert snel en vormt koperacetaat. Bij rechtstreeks gebruik als pigment, verkleurt het van groen naar zwart in olieverf, vervaagt in waterverf, en gaat een reactie aan met een papieren drager. Het wordt gebruikt om koperresinaat maken, als droger voor lijnolie, om stoffen te verven en als kleurstof en als schimmeldoder in aangroeiwerende verf.
Marmerpapier met lichte en donkere golfpatronen die het marmerpatroon diagonaal doorkruisen. Soms wordt het papier vóór het kleuren in vierkanten of ruitvormen gevouwen om het effect te versterken.
Wordt gebruikt met betrekking tot de cultuur en creatieve ondernemingen en activiteiten van inwoners van de Verenigde Staten die van Latijns-Amerikaanse of Spaanse afkomst zijn.
Verwijst naar de stijl in de Spaanse architectuur, schilderkunst en decoratie die wordt geassocieerd met de regering van Isabella I aan het eind van de 15de eeuw en die geconcentreerd was in Centraal-Spanje. De stijl vertoont een combinatie van de decoratieve mudejarstijl en de meer realistische vormen uit de Nederlanden, is nauw verwant met de Emanuelstijl in Portugal en valt grotendeels samen met de met de Isabella-stijl.
Verwijst naar de periode van midden jaren vijftig tot de vroege jaren zeventig van de 20ste eeuw, toen voor het eerst rakettechniek werd gebruikt om satellieten en bemande missies te lanceren naar de buitenaardse ruimte. In het algemeen van toepassing op werken die waren geïnspireerd door nieuwe technieken, materialen en ontwerpen die waren ontwikkeld voor de ruimtevaart, of op de beelden, ervaringen en psychologische toestanden die werden vastgelegd door astronauten tijdens ruimtemissies. De term is gebruikt voor werken op het gebied van kunst, design, muziek en architectuur die kenmerkend zijn voor deze periode.
Wordt gebruikt voor verschillende soorten oude Chinese gegoten bronzen munten, ongeveer in de vorm van een spade en mogelijk al uitgegeven in de 9e eeuw v.C. tot aan de 3e eeuw n.C.
Verwijst naar geschilderde muurpanelen, meestal naar een bepaald soort geschilderd paneel dat in de 15de eeuw en de vroege 16de eeuw werd geproduceerd in Toscane. Tegenwoordig zijn ze meestal verwijderd van hun oorspronkelijke locatie en worden ze gekenmerkt door hun grootte en vorm. Hun lengte is twee tot drie keer groter dan hun hoogte en ze zijn groter en naar verhouding hoger dan cassone-panelen. De term betekende oorspronkelijk 'ruggensteun (voor meubelstuk)' en verwees naar decoratieve panelen op hoofd- en schouderhoogte in lambriseringen boven de ruggensteun van een meubelstuk zoals een cassone, bed of een bank met een hoge rug, met een kist onder de zitting die eveneens fungeerde als een smal bed (een 'lettuccio'). Het kan ook verwijzen naar paneelschilderingen die als integraal onderdeel van de beschotten in de muur waren aangebracht. Ze zijn vaak te onderscheiden van 'kroonlijstschilderijen', die hoger in de muur in een fries boven de houten kroonlijstlatten waren aangebracht, waardoor ze een apart register vormden tussen de houten lambrisering en de kale muur direct onder het plafond. Omdat het onderscheid niet meer duidelijk is nadat het paneel is verwijderd, wordt de term 'spalliere' vaak voor beide vormen gebruikt.
Kegelvormige helmen gemaakt uit een aantal segmenten en banden, bekend sinds de Romeinse tijd en in aangepaste vorm gebruikt tot de 14e eeuw.
Verwijst naar de stroming in de Colonial Revival-architectuur in de jaren 20 van de 20ste eeuw die zich manifesteerde in de bouwprogramma's in het westen en zuidwesten van de Verenigde Staten. Kenmerkend voor deze stroming zijn balkons, veranda's en arcades, torens, daken met S-vormige pannen, plaza's en binnenplaatsen. De belangrijkste kenmerken van deze stijl zijn het ontbreken van architectonisch lijstwerk en het intensieve gebruik van gesneden of gegoten ornamenten, op klassieke stijlen geënte zuilen, venstertralies, smeedijzer en gedraaide spijlen die doen denken aan de Spaanse koloniale architectuur in Mexico.
Hulpmiddelen in de vorm van een voet die in schoenen worden gedaan om de vorm te behouden als ze niet worden gedragen. Worden ook gebruikt door machines in fabrieken en werkplaatsen die houten onderdelen in schoenen duwen zodat tijdens het afwerken de plooien worden gladgestreken.
Wordt gebruikt voor ringen of ketens die rondom een koepel zijn aangebracht om de uitwendige horizontale druk te beheersen.
Verwijst naar grote, vierkant gezaagde of geschaafde, gebruiksklare houtdelen, met name bestemd voor het construeren van een naar buiten toe gebogen en vervolgens verticaal omhoog lopend segment van een scheepskiel; dergelijke spanten zijn doorgaans opgebouwd uit meerdere stukken hout, niet uit één stuk.
De afstand tussen de steunende delen van een transvers constructiedeel of tussen de steunberen van een boog.
Bedbehangsels die op een tent lijken en boven het bed hangen. Geen Nederlands equivalent.
Middeleeuwse bedden met een kom- of tentvormig gordijn dat over het hoofdeinde van het bed naar beneden hangt.
Verwijst naar de kunstwerken die verband houden met de esthetische doctrines die de Argentijns-Italiaanse kunstenaar Lucio Fontana (1899-1968) ontwikkelde. De stijl kenmerkt zich door de wens de scheiding tussen architectuur, schilderkunst en beeldhouwkunst op te heffen door elementen als kleur, geluid, ruimte, beweging en tijd samen te brengen in een nieuw soort totaalkunst. Opmerkelijk zijn de schilderdoeken van Fontana met gaten en sneeën die schaduwen werpen op het oppervlak.
Onderdelen of panelen in een keuken of badkamer die zijn bedoeld om muren en apparaten te beschermen tegen vloeistofspetters of voedselresten.
Aromatische, plantaardige stof die in kleine hoeveelheid als smaak- of reukgevend toevoegsel bij spijzen en dranken gebruikt wordt
Houders voor het bewaren van specerijen; er zitten vaak vakken, laatjes of losse doosjes in.
Orde van ongeveer 400 soorten in 6 families, waaronder die van de glansvogels, baardkoekoeken, Amerikaanse baardvogels, honingspeurders en toekans. De vogels leven in bossen, maken nesten in holen en eten insecten en vruchten. Ze kunnen hun buitenste tenen naar achteren laten wijzen. Sommige soorten zijn gespecialiseerd in klimmen en een aantal soorten zijn broedparasieten.
Ongewone filmelementen die tot stand worden gebracht met behulp van diverse technieken, bijvoorbeeld computer-, mechanische, grime-, pyrotechnische, optische, licht-, draaisnelheids-, weers- en modelleertechnieken. Ze worden doorgaans gebruikt om effecten te creëren die met normale cameratechnieken of acteerhandelingen niet bereikt kunnen worden of daarvoor te kostbaar zouden zijn. Ze worden vaak in de setbeelden gemonteerd door een aparte speciale-effectenafdeling.
In een bepaald product gespecialiseerde winkels.
Bibliothecarissen die werken in omgevingen buiten de normale context van traditionele openbare, privé-, universiteits- en schoolbibliotheken, waaronder bedrijven, non-profitorganisaties en overheidsorganisaties.
Drukproeven die voor presentatiedoeleinden zijn vervaardigd door de kunstenaar of uitgever.
Commissies die veelal bestaan uit experts of specialisten, bijeengebracht voor het analyseren, onderzoeken of oplossen van een specifiek probleem.
Voegen die gevuld zijn met mortel en zich tussen metseleenheden bevinden.
Fotometers die de relatieve intensiteit meten van de stralingsenergie van bepaalde golflengtes, die door een bepaalde stof wordt uitgezonden of gereflecteerd.
Proces waarbij de relatieve intensiteit van het licht op verschillende plaatsen in het spectrum fotometrisch wordt gemeten.
Analyse waarbij de golflengten van de stralen van een spectrum worden gemeten.
Methode om een stof te analyseren aan de hand van de manier waarop deze verschillende golflengten in het elektromagnetisch energiespectrum doorgeeft of uitstraalt of op grond van de wijze waarop deze reageert op dergelijke golflengten.
Een reeks componenten van een emissie of golf, die zijn gescheiden en geordend volgens een wisselend kenmerk, zoals golflengte, massa of energie.
Verwijst naar een type marmeren beeldjes met gevouwen armen, die werden vervaardigd in de Cycladische archipel tijdens de vroeg Cycladische periode, grofweg tussen 2800 of 2600 en 2300 v. Chr. Dit type, genoemd naar de archeologische vindplaats, kenmerkt zich door een schoppenvormig hoofd, afgeronde contouren en een algemener gebruik van insneden om de anatomische details weer te geven.
Lichte, massieve voorwerpen, meestal kubusvormig en vaak gemaakt van hout, plastic of een dergelijk materiaal, meestal als set; ze zijn bedoeld als kinderspeelgoed.
Amusementsvoorzieningen die een verscheidenheid aan spellen en ander amusement bieden die kunnen worden gespeeld tegen een vastgestelde prijs.
Te gebruiken voor uitgestrekte, meestal vlakke open ruimten die voornamelijk zijn bedoeld voor georganiseerde spellen en sporten, vaak voorzien van een zitgelegenheid voor toeschouwers en hekken of muren als omheining. Gebruik 'stadions' voor gebouwen met tribunes voor toeschouwers.
Recreatietoestellen die in de eerste plaats zijn ontworpen voor gebruik door kinderen op speelplaatsen of in speelplaatsachtige omgevingen.
Series vaste hangende klokken, meestal voor gebruik buiten in een open torenkamer of in een hoog raamwerk, die handmatig via een speelklavier kunnen worden bespeeld, dan wel automatisch door een uurwerk of elektronisch door middel van een pneumatisch mechanisme. Ze zijn uitgebreider dan klokkenspelen, met een bereik van twee octaven of meer, waarbij alle tonen behalve de laagsten een volkomen chromatische toonladder vormen.
Een zeer zachte steen die voornamelijk uit gehydrateerd magnesium silicaat bestaat. Het is gemakkelijk te bewerken en wordt al sinds de oudheid voor reliëfs gebruikt. Het is meestal wit, grijsachtig groen, bruin of in zeldzame gevallen, rood of zwart. De stenen werden gesneden voor kommen, dozen en kleine objecten zoals beeldjes, kralen, zegels, amuletten en scarabeeën. In de moderne constructie wordt het gebruikt voor laboratoriumgootstenen, aanrechtbladen, en elektrische panelen. Inheemse speksteen is zo zacht dat het kan worden bekrast met een vingernagel, maar verhitten resulteert in uitdroging en verharding van de steen. Sommige oude speksteen gravures werden vervolgens geglazuurd en daarna verhit, waarbij het mineraal enstatiet ontstaat, wat hard genoeg is om glass te krassen.
Vorm van ontspanning die ten minste enige lichamelijke inspanning of praktische activiteit behelst, vooral bij kinderen en jonge dieren tijdens het aanleren van volwassen gedrag en het ontdekken van hun omgeving.
Wordt gebruikt voor grote, door de natuur gevormde onderaardse ruimten met ingangen boven de grond.
Was uit de schedelholten van potvissen of dolfijnen; werd voorheen gebruikt voor kaarsen maar tegenwoordig hoofdzakelijk als een zuivere was voor zalven.
Een gedeelte van de oliehoudende bestanddelen van een leer die in de vorm van witte kristallijne vetzuren of als een donkere kleverige afzetting aan de oppervlak van het nerfweefsel zichtbaar zijn.
Oude Romeinse bouwwerken voor balspelen, kaatsbanen.
Orde van reptielen die worden gekenmerkt door premaxillair weefsel dat de premaxillaire tanden (voortanden) vervangt en vier tot vijf grotere tanden aan het begin van de rij boventanden. De eerste soorten ontstonden in het Onder-Trias. De orde omvat drie families en ongeveer twintig genera, waarvan er echter nog maar een bestaat (Sphenodon) met twee levende soorten.
Cryptogame planten (die gebruik maken van seksuele reproductie, maar geen meeldraden en stampers hebben) met holle stengels. De stengels hebben knopen waaruit kransen van slanke takjes groeien. Tegenwoordig omvat deze stam één genus en ongeveer 30 soorten, maar in het verleden waren ze talrijk. Sommige Paleozoïsche soorten werden wel 30 meter hoog.
Smalle kalkhoudende of siliciumachtige substanties die voorkomen bij verschillende ongewervelde dieren en dienen om hun weefsel te ondersteunen en steviger te maken.
Gegoten ijzeren braadpannen, oorspronkelijk gemaakt met korte pootjes, zodat ze tussen de kolen in de haard kunnen worden gezet.
Het terugkaatsen van het licht, warmte of geluid zonder diffusie, zoals bijvoorbeeld het licht dat van de oppervlakte van een spiegel wordt gereflecteerd.
Wordt gebruikt voor spiegels die bestaan uit een omlijst stuk glas waarvan de achterkant met één van de diverse reflecterende substanties is bedekt. Veelal werd hier tinamalgaam voor gebruikt. Hiervoor had men ongeveer 3 delen tin op 1 deel kwik nodig. Deze methode werd met name gebruikt voor de spiegels die vóór de 20e eeuw werden gemaakt.
Spiegels met verzilverde randen, soms twee lagen boven elkaar, bedoeld om beeldjes, kaarsenstandaards of vaatwerk op of in te zetten; gebruikt als pièces de milieu op tafel aan het eind van de 18e en het begin van de 19e eeuw.
Camera's met een zoeker- en focusseringssysteem dat gebruik maakt van een spiegel tussen de lens en het scherpstelvlak om het beeld rechtop weer te geven.
Benaming die van toepassing is op verschillende Franse kaptafels die voor vrouwen zijn ontworpen.
Schaalmodellen van menselijke of dierlijke figuren met afgestroopte huid aan de hand waarvan kunstenaars het spierstelsel kunnen bestuderen.
Een constructie met houtblokken of pennen, meestal van metselwerk of staal, om het spijkeren te vergemakkelijken.
Een van een serie van dunne gedraaide stangen die in verticale rijen zijn geplaatst om open ruimten, zoals stoelruggen, op te vullen.
Te gebruiken voor elke stof die kan worden verteerd of geabsorbeerd door een menselijk of dierlijk lichaam. Dient als bron voor energie of een essentiële voedingsstof, om weefsel aan te maken of te vervangen of om de honger te stillen.
Fighting bracelets met een of meer scherpe dan wel botte uitsteeksels.
Geleedpotige dier met acht poten dat met spinklieren webben maakt waarin insecten kunnen worden gevangen.
Middeleeuwse benaming voor in de muur uitgespaarde wandkasten of opbergruimten die door deuren zijn afgesloten. Ze dienden als vergaarplaats voor levensmiddelen die als aalmoezen werden weggegeven. De benaming bleef voornamelijk in gebruik voor aumbries die in de muur waren uitgespaard of aan de muur hingen nabij het altaar in een kerk waarin gewijde voorwerpen werden bewaard. Gebruik 'wandkasten' voor soortgelijke, met deuren afgesloten kasten van na de 17e eeuw.
Klavecimbels, trapezoïdaal of vleugelvormig, de snaren lopen diagonaal van links naar rechts onder een schuine hoek met het toetsenbord.
Toestellen om draad of garen te maken van vezels, waarin de draadvorming plaatsvindt met behulp van een wiel dat met de hand of via een voetpedaal wordt aangedreven en dat het garen om één spoel draait. Ze zouden zijn uitgevonden in India en zijn in de Middeleeuwen via het Midden-Oosten in Europa geïntroduceerd, waar ze veel gebruikt werden tot in de 18de eeuw, evenals in Noord-Amerika na de kolonisering.Gebruik ‘spinmachines’ voor de spinmachines met meer dan één spoel die in de 18de eeuw werden ontwikkeld.
Roman waarin een spion als hoofdpersoon verwikkeld is in spionnageactiviteiten, die zich dikwijls afspelen in een erotische context en waarbij geavanceerde techonologie wordt toegepast om een buitenlandse vijand te weerstaan of uit te schakelen.
Kandelaars die bestaan uit een spiraal, gewonden van een smeedijzeren strip of staaf, die de stam van de kandelaar vormt en op een houten voetstuk is gezet. Tussen iedere winding van de spiraal is zoveel ruimte gelaten dat het kommetje of schaaltje met de kaarsenhouder omhoog en omlaag kan worden gezet door een zijstuk om de spiraal te draaien.
Hars opgelost in een vluchtig oplosmiddel; wordt doorgaans gemaakt door een zachte harssoort zoals mastiek of sandarak op te lossen in terpentijn of alcohol; is in verharde vorm erg broos en niet erg duurzaam.
Orde van in diep water levende inktvisachtige koppotigen waarvan nog slechts één lid resteert. Wordt gekenmerkt door een opvallend drijforgaan, een in kamers verdeelde inwendige schelp. In sommige classificaties worden ze beschouwd als familie van Sepiida.
Balletschoenen met verstevigde tenen die meestal worden vastgemaakt met kruiselings gebonden satijnen lint en die bestemd zijn voor het dansen op de punten van de tenen.
Chinese schildertechniek met brede streken zonder contouren, vaak met de zijkant van het penseel. Veelvuldig gebruikt tijdens de Zuidelijke Sung-periode.
Een mineraal dat voorkomt in witte, groene, roze, gelige of paarse prismatische kristallen die lithiumoxide bevatten; wordt gebruikt als een bron voor lithium, als een bestanddeel van keramisch vloeimiddel en bij glasfabricage.
Kommen waarin achtergebleven koffiedik en theeblaadjes uit koffie- en theekopjes worden gedeponeerd aan tafel; meestal vervaardigd als onderdeel van een koffie- of theeservies.
Draaibanken in diverse vormen. Worden gebruikt om onregelmatig gevormde voorwerpen te draaien.
Schepen die voor de sponsvisserij zijn ontworpen; vaak brede, ondiepe sloepen, schoeners of motorzeilschepen.
Een soort bak om een badspons in te doen, in de vorm van een bol die horizontaal doormidden is gedeeld, waarvan het onderste gedeelte rust op een platte basis en de bovenste helft een scharnierende deksel met een gaatjespatroon is.
Zij die projecten en activiteiten betalen, plannen en uitvoeren of er op een andere manier de voornaamste verantwoordelijkheid voor nemen. Gebruik 'begunstigers' voor personen die individuelen, instellingen of doelen steunen maar er niet per se verantwoordelijk voor zijn.
Officierspieken met een kop als die van diverse ander stokwapens, maar meestal met een brede, puntige kling met een ronde basis en vaak twee puntige uitsteeksels zoals bij een partisaan, of een dwarsbalk zoals bij een everzwijnspies; gebruikt in Europa van de 18e tot halverwege de 19e eeuw door onderofficieren van de infanterie, in het bijzonder door Engelse sergeanten.
Te gebruiken voor elementen die in zeer kleine hoeveelheden voorkomen in mineralen; ze zijn niet van essentieel belang voor de samenstelling maar worden toch in hun structuur aangetroffen of geabsorbeerd op hun oppervlak en men gaat er meestal vanuit dat zij aanmerkelijk minder dan 1,0% van het mineraal uitmaken. Wordt ook gebruikt voor elementen die voorkomen in plantaardig en dierlijk weefsel in concentraties van 1,0% of minder, die fysiologisch van essentieel belang zijn voor het organisme.
Wordt gebruikt voor daken waarvan de gewone sparren hun belasting niet overdragen op secundaire steunders, zoals spanribben en gordingen.
Wordt gebruikt voor gebouwen die afgezette en ononderbroken ruimten bieden die zijn aan te passen voor verschillende gymnastiek- en recreatieactiviteiten zoals bijvoorbeeld baansporten en basketbal; vaak geplaatst op of bij sportvelden.
Sportcentra voor onderwijs in en beoefening van traditionele oosterse vechtkunst en zelfverdedigingsvaardigheden, alsmede boksen.
Personen die zich buitenshuis bezighouden met recreatiesporten, voornamelijk vissen of jagen.
Verlichtingseenheden diebestaan uit één of meer lampen in een metalen kap met een reflector of een reflecterend oppervlak aan de binnenzijde. Ze worden gebruikt om het licht over grote oppervlakken te verstrooien.
Penning die werd vervaardigd met de bedoeling om mensen of gebeurtenissen belachelijk te maken. Bekend zijn de penningen met op de voorzijde het hoofd van de paus, wanneer men de afbeelding 180 graden draaide werd het de duivel. Dit type spotpenning ontstond in het tweede kwart van de zestiende eeuw, in de tijden van roerige religieuze tegenstellingen.
Getekende afbeeldingen, die gewoonlijk met scherpzinnigheid en humor en kritiek leveren op actuele gebeurtenissen, maatschappelijke gewoonten of politieke tendensen.
Muren, meestal van metselwerk en meestal buitenmuren, die bestaan uit twee dunne muren gescheiden door een doorlopende ruimte, terwijl de dunne muren bijeen gehouden worden door metalen steunen of draden.
Het tot uitdrukking brengen of beschrijven van gedachten, gevoelens of observaties door het uitspreken van woorden.
Trommen die zo worden aangeslagen dat er door de luisteraar bepaalde kenmerken van een niet-gevocaliseerde tekst in kunnen worden herkend, waarbij deze kenmerken als aanwijzingen dienen voor de betekenis van de woorden die worden getrommeld.
Sprinklerinstallaties die in gebouwen worden geïnstalleerd om branden te blussen.
Te gebruiken voor het effect van sommige kunstwerken die zeer vakkundig doch ogenschijnlijk moeiteloos zijn gerealiseerd.
Orde van ongeveer 6000 soorten kleine primitieve insecten zonder vleugels. De meeste soorten hebben een gevorkt aanhangsel (furcula) aan het eind van het achterlijf dat in gespannen toestand wordt gehouden met het tenaculum, een soort haakje dat wordt gevormd door twee ledematen.
Verhalen die zich afspelen in een ver verleden en waarin gebeurtenissen worden beschreven die in de echte wereld onmogelijk zouden kunnen plaatsvinden. Hoewel het vaak magische verhalen zijn waarin allerlei fantasiefiguren voorkomen, worden de hoofdrollen door mensen vertolkt.
Voorwerpen die op vulpennen lijken en waaraan reservoirs vastzitten die perslucht gebruiken om een fijne nevel van verf of ander deklaag te produceren.
Een schildermethode waarbij gebruikt wordt gemaakt van een kleine, makkelijk hanteerbare, mechanische verfsproeier. Gebruik 'retoucheren met luchtpenseel' voor het bijwerken van foto's.
Cilindrische flessen met aflopende schouders en een hals van gemiddelde lengte, bestemd voor soda en soortgelijke koolzuurhoudende dranken.
Trechters die worden samengeperst om zachte voeding, zoals glazuur, door een tube te persen om versieringen aan te brengen of met een laagje te bedekken.
Houders om speeksel op te vangen, vooral van pruimtabakgebruikers; met een brede rand of trechtervormige mond, vaak van metaal.
Orde van reptielen die worden gekenmerkt door de hoornen schubben of schilden op de huid. De dieren leggen eieren of baren levend. Ze hebben beweegbare vierkantsbenen, waardoor ze de bovenkaak kunnen bewegen ten opzichte van de hersenschedel. De mannetjes hebben een hemipenis, hetgeen uniek is voor gewervelde dieren. De eerste soorten ontstonden in de Boven-Jura. De orde bevat ongeveer 7900 levende soorten hagedissen, slangen en echte wormhagedissen.
Historische term die aan het eind van de 18e en het begin van de 19e eeuw werd gebruikt om onderscheid te maken tussen luie stoelen met een rechte en met een ronde rugleuning.
Verwijst naar de periode van de 8ste tot de 13de eeuw in zuidelijk Thailand, genoemd naar het vroegere maritieme centrum dat bekend stond als Srivijaya. De artistieke productie uit deze periode manifesteert zich in een diversiteit van stijlen die de interculturele tradities van deze periode weerspiegelen. Deze periode omvat ook conventies uit Pala-Indiase kunst, zoals de nadruk op kledij, sierraden, de achterkant van tronen en stralenkransen rond lichamen. In de beeldhouwkunst manifesteert deze periode zich in Mahayana-boeddhistische afbeeldingen en zeer nauwkeurig uitgewerkte vierhoekige votieftabletten van klei die zich ontwikkelden tot een zeer wijd verspreide internationale stijl in een groot gedeelte van Zuid-Oost Azië en die het Mahayana-godendom afbeelden. In de architectuur manifesteert deze periode zich in kruisvormige plattegronden met cellae die worden omringd door kleinere schrijnen.
Verwijst naar de stijlen van een diverse groep kunstenaars die werkten rond de kustplaats Saint Ives, in de Engelse streek Cornwall. Al sinds het einde van de 19e eeuw een groep schilders in Saint Ives actief, maar die groep behoorde tot een traditie van landschappen en plein-air. Tegenwoordig wordt de term 'St Ives School' vooral geassocieerd met de modernistische schilders die halverwege de 20ste eeuw actief waren in Saint Ives. Belangrijke kunstenaars van de St Ives School zijn onder anderen Barbara Hepworth, Naum Gabo, Terry Frost, Peter Lanyon, Bryan Wynter en Patrick Heron.
Te gebruiken voor aan voor- en achterzijde gelijke overnaadse roeiboten die gebruik maken van één dol en een roeispaan met een gat waarin de dol past . Ze zijn zo'n 5 tot 6 m lang en halverwege de 19e eeuw ontstaan in het gebied rond de St.Lawrence Rivier; de grotere exemplaren kunnen zeilen voeren en varen zonder roer.
Kleine tot middelgrote figuren bestaande uit een gesneden of gegoten buste of half-figuur, die op een kooiconstructie is bevestigd. Deze kooi kan een hoepelrok lijken of eenvoudiger worden uitgevoerd. De kooi is meestal gemaakt van hout of metaal. De figuren zijn ontworpen om kleding te dragen, met lange rokken die de kooi. Veel staakbeelden zijn religieuze beelden, die de Maagd Maria, engelen, of heiligen, met inbegrip van maar niet beperkt tot dergelijke figurenin de Latijns-Amerikaanse traditie van "santos." Een ander gebruik van staakbeelden was als 'mannequins, om jurken in miniatuur weer te geven, zodat de klant een model uit kon kiezen.
Een samengeklitte massa lang, fijn staaldraad dat vooral wordt gebruikt voor het schoonmaken en poetsen van oppervlakken.
Een verband van afwisselende metsellagen met alleen kopstenen of alleen strekstenen, waarbij de kopstenen middenop de strekstenen zijn geplaatst en op de voegen ertussen.
Standaards, gewoonlijk van hout of metaal, met haken aan de bovenkant waaraan men jassen, hoeden of andere kledingstukken kan ophangen.
Piano's, rechtopstaand met de snaarlengte van een normale horizontale vleugelpiano, maar de snaren lopen omhoog, vanaf onder het toetsenbord naar de bovenkant van de kast.
Wordt gebruikt voor pantser- of harnasplaten die de achterhand van een paard beschermen. Het geheel bestaat uit langwerpige platen die de bovenkant van het achterdeel en de zijkanten en achterkant van de benen beschermen. Een lichtere variant bestaat uit leren riemen, vaak met harnasplaten, die van de ruggegraat tot aan de staartbescherming lopen, van de flanken tot net onder de wortel van de staart. Gebruik 'staartriemen' voor de leren riemen die een lus vormen rond de wortel van de paardestaart en worden bevestigd aan het zadel, om zo te voorkomen dat deze naar voren glijdt.
Trekmessen met half cirkelvormig of cirkelvormig kort blad en één handvat, hoofdzakelijk gebruikt om het binnenste van een ton gelijk te schaven.
Gevangenissen die worden bestuurd door de staat, in het bijzonder een staat in de VS.
Lichte zwaarden die worden gedragen door Europese en Amerikaanse militaire officieren als onderdeel van het staatsieuniform, sinds het begin van de 18e eeuw.
Formele koetsen die werden gebruikt in Europa voor ceremoniële processies of staatszaken door leden van het koninklijk huis, de adel of hoogwaardigheidsbekleders; meestal rijkelijk versierd en getrokken door zes paarden of meer.
Mensen met ervaring op het gebied van regeren of bedreven in het leiden van regeringszaken.
Fotografische procédés voor het maken van tijdelijke zwart-wit afdrukken die kunnen worden behandeld met een of twee oplossingen die het niet-permanente beeld snel ontwikkelen en stabiliseren. Vaak gebruikt door kranten en persagentschappen.
Substantie die wordt toegevoegd aan bijvoorbeeld voedsel, verf of chemische verbindingen om bederf, het uiteenvallen van een emulsie of het verlies van gewenste eigenschappen te voorkomen.
Te gebruiken voor verplaatsbare wooneenheden die hun eigen onderstel met wielen hebben, zijn ontworpen om het hele jaar door in te wonen, weinig worden verplaatst en groter zijn dan caravans. Gebruik 'caravans' voor voertuigen die zijn ontworpen voor reis- en recreatiedoeleinden en om regelmatig te worden voortgetrokken. Gebruik 'campers' voor gemotoriseerde vrachtwagenachtige voertuigen die zijn ingericht als reizende woonverblijven.
Instrumenten voor het meten van de afstand tussen de waarnemer en een voorwerp waarvan de hoogte bekend is door de hoek die door het voorwerp wordt onderspannen te meten.
Grote gebouwen, meestal zonder dak, met tribunes voor toeschouwers; zijn gebouwd in diverse vormen en worden gebruikt voor sportevenementen.
Functionarissen die zich bezighouden met het algemene beheer van stedelijke gebieden, inclusief het stellen van doelen voor het leven in de stad, het vaststellen van het beleid, en de planning, de ontwikkeling, het beheer en het onderhoud van de stedelijke omgeving en diensten.
Wordt gebruikt voor (Franse) stadshuizen, vooral uit de 18e eeuw, meestal verfijnder, rijker versierd en groter dan andere huizen.
Kleine parken in gebieden (bijvoorbeeld in nieuwe steden) die in hoge mate zijn geürbaniseerd; dikwijls bevinden ze zich nabij een zakencentrum of een winkelgebied.
Personen die gespecialiseerd zijn in het ontwerpen en verbeteren van de ruimtelijke ordening en de invulling van stedelijke gebieden. Gebruik ‘stadsplanners’ voor personen die werkzaam zijn bij het overkoepelend beheer van stedelijke gebieden, waarbij doelstellingen voor het leven in de stad worden geformuleerd, beleid wordt gedefinieerd en de planning, de ontwikkeling, de implementatie en het onderhoud van de stedelijke omgeving en diensten worden beheerd.
Lange stukken hout, aan de bovenzijde gesneden in de vorm van een menselijke figuur met een grote fallus en met een middendeel dat is omwikkeld met bastdoek of dat verschillende uitgesneden horizontale beelden bevat. Ze variëren vaak in grootte, uiteenlopend van 76 centimeter tot 5,5 meter in lengte. De beelden op de stafgoden benadrukken de notie van het mannelijk voortplantingsvermogen.
Duits type helm die vanaf 1916 werd geproduceerd. Het bestaat uit een stalen buitenplaat met twee uitsteeksels aan de zijkanten die dienen als ventilatiegat, waarop een voorhoofdpantser kon worden bevestigd. De drieledige binnenbekleding is van leer.
Tijdelijk het werk neerleggen om inwilliging van eisen af te dwingen.
Spandoeken die worden gedragen of op andere wijze worden vertoond door mensen die zijn verwikkeld in een staking.
Tijdelijke werkonderbreking door werknemers om werkgevers of regering te dwingen om aan gestelde eisen tegemoet te komen.
Klokvormige crinolines van balein of staal die halverwege de 19e eeuw werden gedragen. Gebruik 'hoepelrokken' voor 18e-eeuwse vormkledingstukken die bestaan uit een reeks concentrische hoepels van balein of bamboe.
Hard-stalen spijkers die voornamelijk worden gebruikt om hout aan metselwerk te bevestigen.
Soepele metalen meetlinten die worden gebruikt voor precieze metingen van horizontale afstanden en die meestal terugrollen in een speciaal omhulsel als ze niet worden gebruikt .
Oorspronkelijk stallen in een stedelijke omgeving, vaak met woonruimte erboven, gelegen rond een binnenplaats of een korte straat voor gebruik door koetspaarden, tegenwoordig met name voor auto's en fietsen.
Klassiek Griekse vaten voor het opslaan van vloeistoffen en met meestal een eivormige buik met hoge schouders, een korte hals, twee handvatten, en soms een deksel. Meestal kleiner dan een amfora.
Keukengerei dat wordt gebruikt voor fijnstampen van voedsel.
Ponsen die worden gebruikt om vierkante gaten te maken in hoefijzers.
Een kiezelachtige zandsteen uit het Engelse Derbyshire. Het wordt ook beschouwd als een grove zandsteen, meer bepaald als een grove Darley Dale-zandsteen. Het is gelijkmatig geaderd en buitengewoon hard, waardoor het bij uitstek geschikt is als hardsteen en voor bestrating. Door het hoge silicagehalte wordt het vaak verboden op last van vakbonden, omdat het stoflongen kan veroorzaken. Stancliffe-zandsteen wordt zo mogelijk alleen op een natte manier bewerkt.
Voorgedrukte brieven, memo's of briefkaarten die reeds van tevoren worden ingekocht en waarop meestal op vaste plaatsen ruimte is opengelaten voor het invullen van gegevens.
Bolvormige of kegelvormige massieve kogels die geen aandrijflading of explosief bevatten en die worden afgevuurd met draagbare wapens. Vóór 1890 betekende het Amerikaanse woord 'balls' hetzelfde als het Nederlandse woord 'kogels'. Tegenwoordig is de betekenis specifieker en heeft het slechts betrekking op langwerpige projectielen voor draagbare vuurwapens en mitrailleurs. Gebruik dus de term 'kogels' voor dergelijke objecten van vóór 1890.
Rondsculpturen van menselijke of dierlijke figuren of kleine groepen van figuren, steeds ten voeten uit, staande of zittende, meestal in een open ruimte en op een sokkel.
Objecten die ontworpen zijn om andere voorwerpen te ondersteunen en te presenteren. Voorbeelden zijn op tafels gelijkende meubelsstukken om voorwerpen te dragen en ze te tonen. Voor ondersteundende structuren die ontworpen zijn voor, en bevestigd zijn aan, het ondersteunde voorwerp, gebruik dan 'voetstukken'.
Verwijst in de architectuur of de bouw in het algemeen naar stevige, verticale, relatief geïsoleerde constructiedelen van aanzienlijke lengte. Palen zijn in doorsnede gewoonlijk rond, vierkant of rechthoekig en worden gebruikt ter ondersteuning van een grotere constructie of als vast punt voor zijwaartse bevestiging. Ze zijn gewoonlijk relatief weinig versierd en gemaakt van één houtsoort, maar kunnen ook van steen, metaal of een ander materiaal zijn of van een samenstelling van materialen. De term wordt voornamelijk gebruikt voor verticale stutten in een houten balkenconstructie. Gebruik 'pijlers (dragende elementen)' voor vierkante staanders in klassieke stijl en voor vierkante en rechthoekige gemetselde staanders. Gebruik 'zuilen (architecturale elementen)' voor cilindrische staanders in staal- en betonconstructies.
Persen die bestaan uit een stellage met daarop vaste matrijzen. Worden gebruikt om metaal of andere materialen te snijden of te vormen.
Omvat de impliciete locatie binnen een perspectiefstelsel waarbij de beschouwer een staande houding inneemt, alsmede een vast waarnemingspunt voor het bekijken van een perspectivisch opgebouwde afbeelding. Qua betekenis is er overlapping met 'gezichtspunt', maar 'standpunt' verwijst in het bijzonder naar bouwtekeningen terwijl 'gezichtspunt' in principe naar alle kunstvormen kan verwijzen.
Snijmessen met een scheermesje met één snijkant dat tussen de twee kanten van een mes wordt vastgehouden.
Bedden die worden gebruikt voor twee mensen waarbij de ene slaapplaats bovenop de ander is gestapeld.
Verwijst naar een Neolithische stijl en cultuur die is genoemd naar de archeologische vindplaats bij Starveco in Servië, maar die voorkwam in een uitgestrekt gebied dat het huidige Slowakije, het westen van Oekraïne, Roemenië, het oosten van Hongarije, Bulgarije, Servië, het noordoosten van Bosnië en Kroatië omvatte.Onderzoekers zijn het er in het algemeen over eens dat de stijl en cultuur bestond van het 6de millennium tot circa 4.200 v. Chr. De cultuur kende voornamelijk jagers en vissers, met hier en daar landbouw, en kenmerkt zich door de vervaardiging van messen en verfijnde bijlen, en dikwandig aardewerk, aan de bovenkant geplooid door vinger of nagelafdrukken en versierd met kenmerkende kromlijnige en spiraalvormige ontwerpen.
Instellingen voor hoger onderwijs die financieel worden gesteund door een Amerikaanse staat of de nationale regering van bepaalde andere landen. Geen Nederlands equivalent.
Wordt gebruikt voor verscheidene munten van elektron, goud of zilver, voornamelijk uit de Oost-Griekse wereld; ze waren vanaf de 6e eeuw tot eind 3e eeuw v.C. in gebruik.
De verhouding tussen krachten die een evenwicht tussen stoffelijke voorwerpen teweegbrengen.
Delen van treinstations die onderdak verschaffen aan mensen die op hun trein wachten.
Wordt gebruikt voor tussenliggende haltes langs vervoerslijnen, m.n. de spoorwegen; gebruik 'eindstations' voor de eindpunten van deze routes.
Wordt gebruikt voor skeletten die niet kunnen worden geanalyseerd door middel van de evenwichtsprincipes of de vergelijkingen van de statica, omdat er meer dan drie onbekende reacties van toepassing zijn op het skelet.
Wiskundigen die zich bezighouden met het verzamelen en organiseren van numerieke feiten of gegevens, die betrekking kunnen hebben op menselijke aangelegenheden of natuurlijke verschijnselen.
Tak van de wiskunde die zich bezighoudt met het verzamelen en ordenen van numerieke feiten en gegevens, in relatie tot menselijke aangelegenheden of natuurlijke fenomenen.
Driedimensionale, vrijstaande beeldjes die kleiner zijn dan levensgroot en gewoonlijk, maar niet altijd, figuratief zijn. Vaak betreft het kleinere versies van grotere werken. In sommige gevallen kan men ook de term ���figurine' gebruiken, maar een statuette is altijd vrijstaand, terwijl een figurine onderdeel van een groter werk kan zijn, bijvoorbeeld een decoratief detail van een kandelaber of spiegel. Bovendien kan een statuette ook objecten voorstellen, terwijl een figurine altijd een menselijke, dierlijke of mythische figuur voorstelt.
Scherpe tafelmessen die voornamelijk worden gebruikt voor het snijden van vlees en soortgelijk voedsel. Hebben meestal een getand lemmet en vaak een houten, ivoren of plastic handvat.
Harnassen voor zg Gesteche, een type steekspel waarbij werd gevochten met verkorte lansen; Duitsland, 15e-16e eeuw. Gebruik 'Rennzeuge' voor harnassen in de zg Rennen, een type steekspel waarbij werd gevochten met geslepen lansen; Duitsland, 15e-16e eeuw.
Te gebruiken voor het studiegebied dat tussen architectuur en planning valt en beide overlapt, waarin men zich vooral bezighoudt met het specifieke ontwerpen en de contekstuele integratie van bouwwerken en ruimten in de stad; omvat expertise in bijvoorbeeld landschapsarchitectuur, stadssociologie, milieupsychologie en rechten.
Te gebruiken voor de globale studie van menselijke nederzettingen en menselijk leven in nederzettingen, met als voornaamste referentiekader steden en gemeenten en met de nadruk op het oplossen van stedelijke problemen.
Het onderscheid tussen dorp, gemeente en stad is betrekkelijk en varieert naar gelang de individuele, regionale context. Over het algemeen is een stad een grote, belangrijke gemeenschap met meer bewoners, status en interne complexiteit dan de meeste gemeenten in de regio.
De geschiedenis van steden en kleine steden, de verstedelijking van het menselijk leven en alle aspecten van het stadsleven door de jaren heen.
Te gebruiken voor smalle straten, meestal slechts breed genoeg voor één voertuig of voor voetgangers, die tussen gebouwen lopen of vanuit de hoofdwegen toegang bieden aan achteringangen of garages.
Lange, smalle gutsen waarmee groeven worden gemaakt; ze zijn gewoonlijk aan de buitenkant afgeschuind, hoewel ze ook aan de binnenkant kunnen zijn geslepen.
Secundaire ribben die ontspringen uit de hoofdaanzet of centrale sluitsteen van gewelven en die naar de nokribben voeren.
Schijngevechten tussen twee geharnaste ruiters die elkaar met lansen aanvallen waarbij het doel is om de tegenpartij van het paard te stoten of diens lans te vernietigen.
Harnassen gebruikt in steekspelen, bestaande uit een strijdharnas met extra versteviging aan de linkerzijde van het lichaam dat het mikpunt was; Europa, 16e-begin 17e eeuw.
Schoenmakerswerktuig dat bestaat uit een metalen staafje (ca. 4-5cm lang) dat naar het uiteinde toe vaak breder uitloopt en dat aan het hoofdeinde voorzien is van een groef, bevestigd in een houten hecht. Met de steekzetter wordt er tussen elke steek op de bovenrand van de schoenzool een inkerving gemaakt om de steken vast te zetten en ze beter te laten doen uitkomen.
Smalle, verwijderbare houten of metalen platen die worden neergelaten door de bodem van een vaartuig om de stabiliteit te verhogen. Gebruik 'kielzwaarden' voor soortgelijke, om een spil draaiende platen die midscheeps zijn gemonteerd in een behuizing of tussendekse koker.
Stelen van gereedschappen, zoals die van bijlen, hakmessen of hamers.
Houders meestal gebruikt om in te koken; ook om er sauzen in te maken, boter in te smelten; metaal, ca. 1 tot 2 liter, platte bodem, lange rechte steel, soms met deksel, soms met schenktuit. Ook benaming van pannen met verticale, bollende of ojiefvorrmige zijden.
Dierenriemsymbool van een steenbok, ruwweg gebaseerd op het sterrenbeeld met dezelfde naam. De dierenriemtekens zijn bewaard gebleven via klassieke Griekse en Romeinse decoratie, waren populair in Noord-Europese Romaanse en Gotische kerken en werden vaak aangetroffen in middeleeuwse psalters en getijdenboeken. Ze symboliseren elke maand waarin de zon het betreffende sterrenbeeld binnengaat. Deze tekens zijn ook gebruikt als decoratie op plafonds, kaarten, uurwerken en astronomische instrumenten.
Metalen voorwerpen die bestaan uit penzwaluwstaarten. Worden gebruikt om zware stukken metselwerk op te hijsen.
Afvoerkanalen van met grind bedekte, geperforeerde buizen, of greppels die zijn gevuld met losse stenen, stukken baksteen of grind en bedekt zijn met aarde; vaak gebruikt voor afvoer rond funderingen
Drukpersen voor lithografie die afdrukken maken door middel van een schraapijzer onder hoge druk.
Verpulverde steen die men gebruikt om de ruimten op te vullen tussen onregelmatige stenen om zo een solide oppervlak te maken.
Verwijst naar de periode en cultuur die samenvalt met het eerste tijdperk van het drieperiodensysteem dat werd ontwikkeld door Christian Jürgensen Thomsen in 1836. Het is een fase in de ontwikkeling van mensachtigen, of een fase van een prehistorische menselijke cultuur die zich kenmerkt door de ontwikkeling van stenen gereedschap en wapens, en die zich hierin onderscheidt van latere ontwikkelingsfasen, toen hiervoor brons en ijzer werden gebruikt. Het stenen tijdperk wordt doorgaans ingedeeld in drie perioden: het Paleolithicum (de oude steentijd), het Mesolithicum (de midden steentijd) en het Neolithicum (de nieuwe steentijd), die zich van elkaar onderscheiden door de toenemende verfijning in de vervaardiging en het gebruik van werktuigen.
Volgens de botanische definitie vlezige vruchten die zijn ontstaan uit een enkelzadig vruchtbeginsel (soms meerzadig), met een harde steenachtige laag of endocarpium rondom het zaad. Ze worden meestal gekenmerkt door een schil aan de buitenkant, een dikke, vlezige middelste laag en een harde, steenachtige pit.
Metselwerk van steen.
Klassieke Egeïsche vaten met een valse tuit, die bovenop uitsteekt om twee handvatten in de vorm van een stijgbeugel te ondersteunen, en met een smalle, gemakkelijk af te sluiten tuit verder beneden op de schouder.
Bouwconstructies die meestal parallel aan de kustlijn zijn gebouwd zodat schepen erlangs kunnen afmeren om te laden en te lossen. Gebruik 'pieren' voor soortgelijke laad- en losplaatsen, maar die haaks op de kustlijn staan. Gebruik 'kades' voor vaste oevers.
Een van de holle, scherpe uitsteeksels van een stekelvarken, mierenegel of egel. Gebruikt in inheems Amerikaans decoratief borduurwerk en voor andere decoratieve doeleinden.
Verwijst naar draaddelen die in textiel of ander materiaal achterblijven door het naar binnen en buiten bewegen van een naald en draad door de dikte of het oppervlak van het materiaal heen. Verwijst ook naar de draadlussen die op een naald worden gemaakt bij het breien of bij ander naaldwerk.
Tak van de wiskunde die algemene beweringen van verhoudingen onderzoekt, waarbij gebruik wordt gemaakt van letters en andere symbolen om specifieke wiskundige eenheden zoals verzamelingen van getallen, waarden, vectoren en reeksen weer te geven.
Het markeren van een oppervlak van een voorwerp door er op te drukken met een machine zoals een drukpers, een blok, een plaat of een frame waarop de elementen staan die het drukoppervlak vormen, vaak met een ontwerp in reliëf. Bij boekbinden wordt dit onderscheiden van 'handpersen (techniek)', waarbij een handmatig bediend apparaat wordt gebruikt in plaats van een machine.
Te gebruiken voor apparaten die geluid vervormen door middel van mirlitons die in trilling worden gebracht door de menselijke stem, gebruikt om de stem van de gebruiker te verhullen; ze worden in Afrika vaak toegepast bij maskerades, ceremonies en rituelen.
Vorken gebruikt als maatstaf bij het stemmen of voor het uitvoeren van geluidsexperimenten: een steel waaraan 2 uitsteeksels die, wanneer ze worden aangeslagen, een toon voortbrengen met een vaste, constante toonhoogte; staal.
Verwijst naar ambachtslieden die de techniek van het stencilen toepassen; dit is een techniek waarbij een patroon wordt uitgesneden uit een dun vel koper, kunststof of ander materiaal, waarna inkt, verf of een andere kleurstof door middel van tamponneren, strooien, spuiten of wrijven door de openingen wordt gedrukt.
Een methode voor het produceren van meerdere afdrukken van documenten vanaf een speciaal geprepareerd, wassen origineel. Een bepaalde inktsoort wordt door de uitsnijdingen in de stencilplaat geduwd, waardoor de inkt op het papier wordt overgebracht.
Kleine, van gehard staal gemaakte messen met slanke handvatten en schuine snijkanten, die worden gebruikt voor nauwkeurig, fijn snijwerk van bijvoorbeeld frisketten en stencils voor het afdrukken.
Uitstekende metsellagen onderaan een muur of rond een zuil, die meestal breed genoeg zijn om een zitting te vormen.
Drinkgerei, meestal cilindrisch van vorm, met één handvat en soms een scharnierend deksel, vooral bestemd voor bier.
Wordt gebruikt voor tuigages met een driehoekig zeil, waarvan de vooruitstekende hoek is aangehecht aan een apart rondhout dat in volledig verticale positie is gehesen, zodat het een uitbreiding van de korte mast wordt.
Verwijst naar de Neolithische stijl en cultuur genoemd naar de archeologische vindplaats in de buurt van Syracuseop Sicilië. Kenmerkt zich door een grote verscheidenheid aan aardewerk, met voornamelijk ingekerfde versieringen.
Te gebruiken voor voertuigen die met de voet worden aangedreven, meestal met twee wielen achter elkaar, een lage voetplank die tussen de wielen is geplaatst waar de berijder op staat, en met een stuur dat meestal op een verticale stang is geplaatst; gebruik 'scooters' voor soortgelijke maar grotere, zwaardere, gemotoriseerde voertuigen waarop de gebruiker zit.
Pantropisch genus van ongeveer 150 soorten bloeiende planten. Maakte samen met het Afrikaanse genus Cola (125 soorten) deel uit van de voormalige familie Sterculiaceae. De soorten die in deze familie werden ingedeeld, hebben aparte mannelijke en vrouwelijke bloemen in vaak tamelijk grote en vertakte trossen bloemen.
De onderste niveaus van de onderbouw van Griekse tempels.
Stereofoto's (albuminedrukken) met een laag tissue erachter, geklemd tussen twee uitgestanste, voorgepreegde en bedrukte kartons. Ze moeten bij doorzicht bekeken worden.
Verwijst naar de meest populaire en meest voorkomende vorm van stereofoto's, een tweetal foto's van dezelfde afbeelding genomen vanuit twee perspectieven, waarbij het verschil tussen het ene en het andere heel klein is. Het verschil met andere stereofoto's, zoals daguerreotypieën, negatieven of losse afdrukken, is dat bij stereokaarten fotografische afdrukken zijn bevestigd op kartonnen kaarten. Vanaf 1856 werden stereokaarten gemaakt met twee-ogige camera's, waardoor een uitzonderlijk driedimensionaal effect tot stand kwam als het resultaat werd bekeken via een stereoscoop. De kaarten waren enorm populair in de victoriaanse periode.
In 1986 ontwikkeld rapid prototyping-proces waarbij driedimensionale objecten worden geconstrueerd door middel van een UV-laser die dwarsdoorsneden van het object binnen een vat met vloeibare fotopolymeren opbouwt. Bij blootstelling aan UV-licht harden de polymeren uit. De met dit procedé vervaardigde delen zijn doorgaans nogal kwetsbaar.
Verwijst naar een tweetal afbeeldingen van hetzelfde onderwerp die, bekeken door een stereoscoop, de illusie van driedimensionaliteit geven. De Engelse natuurkundige Charles Wheatstone was in 1832 de eerste die op dit idee kwam. Hij beschreef stereofotografie als een unieke fotografische kunstvorm. Het is voor een tekenaar immers niet mogelijk twee onderwerpen in het juiste perspectief te tekenen vanaf gezichtspunten die ongeveer 65 mm van elkaar zijn verwijderd, de gemiddelde afstand tussen de ogen van een mens die nodig is om het driedimensionale effect te bereiken. De spiegelstereoscoop van Wheatstone was niet erg geschikt voor foto's. De uitvinding werd pas populair in de jaren 50 van de 19de eeuw, toen Sir David Brewster, een Schotse wetenschapper, een eenvoudiger kijkinstrument ontwierp. De introductie van het collodiumprocedé maakte het belichten en afdrukken van foto's technisch eenvoudiger, waardoor driedimensionale foto's een ware rage werden. Stereofoto's kunnen daguerreotypieën, negatieven of andere fotovormen zijn. Gebruik de specifiekere term 'stereokaarten' voor fotografische afdrukken die op kartonnen kaarten zijn bevestigd.
Verwijst naar technieken gericht op het suggereren van driedimensionaliteit in foto's door het gebruik van twee beelden die vanuit enigszins verschillende standpunten zijn gemaakt, waarna ze naast elkaar worden gemonteerd en door een stereoscoop of een ander hulpmiddel bekeken moeten worden. Deze vorm van fotografie was uitermate populair tijdens de Victoriaanse periode. Het proces werd al in 1832 beschreven, maar de technieken werden pas na 1856 geperfectioneerd toen een camera met dubbele lens werd ontwikkeld om tegelijkertijd twee foto's te maken van hetzelfde tafereel. De perspectieven van de foto's waren 6,5 centimeter van elkaar verwijderd, ongeveer de normale afstand tussen de ogen van een mens.
Metalen drukplaten die zijn gemaakt door een afgietsel van lettervormen te maken en daar een gietvorm van te vervaardigen.
Personen die drukplaten vervaardigen door een mal met gezette letters te nemen en hiervan een metalen afgietsel te maken.
Voorvoegsel voor de beschrijving van een verzadigde kleur met een hoge intensiteit en een gemiddeld-lichte tot gemiddeld-donkere waarde.
Elk van de talloze steenachtige koralen behorende tot de Orbicella en verwante geslachten, waarvan de poliepholtes rond of polygonaal zijn met opvallende, stervormige septa.
Onderorde van insecten waartoe bladluizen, druifluizen, Dactylopiidae, schildluizen, motluizen en witbepoederde schildluizen behoren.
Verwijst naar kaarten van het hemelgewelf, met inbegrip van de samenstelling, relatieve posities en bewegingen van hemellichamen, oftewel alle lichamen in het materieel universum buiten de aarde, evenals van de aarde zelf ten opzichte van de hemellichamen. De vroegste voorbeelden waren vaak gedecoreerd met fantasiefiguren die de sterrenstelsels en herkenbare groepen heldere sterren moesten voorstellen, en werden vooral gebruikt als navigatiehulpmiddel.
Instrumenten die worden gebruikt voor het observeren, meten en vastleggen van voorwerpen en verschijnselen buiten de atmosfeer van de aarde.
Wordt gebruikt voor de onverfraaide plekken tussen het houtsnijwerk in de midden- en hoekomlijsting, die als ze verguld zijn vaak meer licht terug kaatsen dan de gewelfde delen.
Pijlerachtige metselwerkonderdelen die worden gebouwd om muren te verstevigen of te dragen, of om weerstand te bieden aan de spankracht van gewelven.
Meestal gemetselde massa's die de druk van een boog, gewelf of dakspant ontvangen en dragen.
Communicatiestations opgezet voor het verzenden en ontvangen van microgolfsignalen, zoals radio- of televisiesignalen, tussen de andere installaties.
Verwijst naar de latere fase van de Bandkeramiek-cultuur en stijl, gekarakteriseerd door keramische decoratie die zich ontwikkelde van de oorspronkelijke lijnversiering naar het gebruik van rijen inkepingen, gaatjes en afdrukken, rondom in banden geplaatst, maar zonder duidelijke omlijning. Deze latere fase kenmerkt zich tevens door de ontwikkeling van duidelijkere regionale verschillen. Deze fase wordt ‘Donubian ll’ genoemd in het classificatieschema van de onderzoeker Vere Gordon Childe.
Rituele lemen holtes die werden gegraven onder belangrijke punten onder Oudegyptische tempels of tombes in aanbouw. Ze werden gevuld met ceremoniële objecten zoals amuletten, scarabeeën of voedsel en moesten het nieuwe gebouw beschermen.
Verwijst naar het begrip dat Vincent J. Scully in 1949 introduceerde om de stijl aan te duiden van de Amerikaanse vakwerkarchitectuur van woningen in het midden van de 19de eeuw, en om aan te sluiten op de wens om structuren tot uitdrukking te brengen in organische houten geraamten die aan de buitenzijde overduidelijk zichtbaar zijn. De stijl weerspiegelt Europese tradities die zijn gebaseerd op laatgotische woningbouwarchitectuur in vakwerkstijl van Engeland, Frankrijk en Duitsland, op Zwitserse chaletstijlen en op Scandinavische en Slavische lokale bouwontwerpen.
De onverklaarbare verschijning van wonden, vergelijkbaar met die van Jezus Christus tijdens zijn kruisiging, op de handen, voeten en in de zij van bepaalde mensen die zich verdiepen in de passie van Jezus Christus.
Katoen-, jute- of linnenweefsel gesteven met lijm, stijfsel of appret; het wordt voornamelijk gebruikt voor tussenvoeringen in kledingstukken en bij boekbinden.
Drinkgerei zonder handvat of voet, dat op de rand rust als het niet worden gebruikt. Komt vaak voor in de vorm van een dierenkop; gemaakt naar de Griekse ryton; gebruikt voor het begin van de vossenjacht.
Verticale delen in houtwerk of bij meubels, zoals bij een deur, schuifraam of ladenkast, waarin secundaire delen zijn aangebracht.
Verwijst naar een Archaïsch Griekse stijl in de beeldhouwkunst gevonden op de Ionische eilanden voor de zuidelijke kust van de Peloponnesus. De stijl kenmerkt zich door het gebruik van marmer in plaats van kalksteen, dat eerder algemeen werd gebruikt, door een toenemende vaardigheid in het weergeven van de menselijke anatomie, en door de ontwikkeling van nieuwe geometrische concepten.
Ruimten in musea waarin met originele objecten historische interieurs zijn gereconstrueerd.
Een reukloos, gasvormig element met atoomnummer 7 en symbool N. 78% van de atmosfeer van de aarde bestaat eruit. Het is een bestanddeel van elk levend weefsel en is in gasvorm bijna inert.
Verwijst naar de stijl en beweging die aan het begin van de 20ste eeuw zijn ontstaan in Italië en die door de Prima Esposizione Internazionale d'Arte Decorativa werden gepropageerd als Italiaanse interpretatie van de architectuurprincipes van de Art Nouveau. Belangrijke voorbeelden van deze stijl zijn onder meer het Hotel Tre Croci (1912) en het Palazzo Beri-Meregalli in Milaan (1911-1914).
Zakmessen met een kling die werkt met een veermechanisme zodat druk op een ontspanningspal ervoor zorgt dat het onmiddellijk tevoorschijn komt.
Verwijst naar een laat Paleolithische cultuur die stenen werktuigen produceerde, en die voorkwam van Ethiopië zuidwaarts tot aan de oostkust van Zuid-Afrika. De cultuur had haar bloeitijd tussen 50.000 en 30.000 jaar geleden, wordt vaak vergeleken met de Moustérien-productieVan Noord-Afrika en Europa, en kenmerkt zich door bladvormige, tweezijdige punten en speerpunten of vilmessen gemaakt volgens de Levallois steensplijt-techniek om een geprepareerd stuk vuursteen te bewerken tot puntige scherven.
Afbeeldingen waarin de nadruk ligt op de weergave van levenloze voorwerpen, in tegenstelling tot kunst waarin zulke voorwerpen ondergeschikte elementen in een compositie zijn. De term wordt in het algemeen gebruikt voor voorstellingen van vruchten, bloemen, vlees of dode prooidieren, kruiken, eetgerei en andere voorwerpen, waaronder ook schedels, kandelaars en zandlopers, op bepaalde wijze gerangschikt op een tafel. Zulke afbeeldingen zijn bekend sinds de tijd van de oude Grieken en Romeinen, maar het onderwerp werd pas uitgewerkt door enkele 16de-eeuwse Italiaanse schilders en in hoge mate verfijnd in de 17de-eeuwse Nederlandse schilderkunst waar de kenmerken van vorm, kleur, materiaal en compositie werden gewaardeerd en de beelden vooral werden gebruikt om een allegorische boodschap over te brengen.Stillevens worden vooral aangetroffen in olieverfschilderingen, maar ook in mozaïeken, aquarellen, prenten, collages en foto’s. De term omvatte oorspronkelijk ook schilderijen waarbij de nadruk lag op rustende levende dieren, maar zulke afbeeldingen worden nu ‘dierenschilderingen’genoemd.
Kunstenaars die gespecialiseerd zijn in het schilderen van levenloze voorwerpen, zoals schalen met fruit, flessen en bloemen, die vaak tot een esthetische compositie zijn verwerkt.
Systeem waardoor concessies worden verleend aan projectontwikkelaars in ruil voor het verschaffen van voorzieningen die een gemeenschap wenselijk acht.
Drukprocédé waarbij tintgebieden worden verkregen door meestal, in combinatie met een patroon van gegraveerde en geëtste lijnen, korte krasjes of stippen te graveren. Gebruik 'schrootmanier' voor het vijftiende-eeuwse procédé voor het maken van reliëfgravures met gestippelde delen.
Filmopnamen van diverse onderwerpen die in een filmbibliotheek zijn opgeslagen en in andere producties worden gebruikt. Vaak betreft het algemene onderwerpen als scènes met een drukke straat, of opnamen die problematisch, duur of niet te herhalen zijn, zoals natuurrampen of historische plaatsen en gebeurtenissen en, met name bij vervolgfilms en tv-series, opnamen die vaak worden gebruikt, zoals het buitenaanzicht van een gebouw waar de personages wonen of werken.
Vakmensen die stoelen maken, in het bijzonder degenen die met de hand stoelen ontwerpen en maken.
Vakmensen die zachte bedekkingen voor meubels maken of repareren, vooral van zit- en ligmeubilair. De term verwees oorspronkelijk naar degenen die alle textielonderdelen van een kamer maakten.
Textielwerkers die een kleurstof in een oplossing of fijne dispersie toepassen zodat ten minste een deel van de kleurstof wordt opgenomen door het textiel.
Wordt gebruikt voor de vaste, zachte bedekking van meubels, vooral zit- en leunmeubelen. Verwees oorspronkelijk naar alle textielonderdelen van een kamer die worden aangeboden door stoffeerders, inclusief wandkleden, beddebehangsel, raamgordijnen en tafelkleden.
Een filosofische stroming die tot bloei kwam in de Griekse en Romeinse oudheid. Stoïcijnen waren er altijd van overtuigd dat alle kennisvergaring ertoe moet leiden dat de mensheid zich een gedragswijze kan aanmeten die wordt gekenmerkt door een onverstoorbare geest en de zekerheid van morele waardigheid, en bepleitten bemoeienis met menselijke aangelegenheden. Morele waardigheid, plichtsbesef en het streven naar gerechtigheid zijn dus kenmerkend voor stoïcijnen, samen met een onbuigzame geest.
Timmermansgereedschap dat wordt gebruikt om gebogen randen te vormen. Het bestaat uit een blad wat tussen twee handvatten in is bevestigd en wordt gebruikt als een trekmes of schaafgereedschap.
Lange, losvallende gewaden met of zonder mouwen, gedragen door Griekse en Romeinse vrouwen.
Mensen die door fysieke of psychologische oorzaken niet kunnen spreken.
Te gebruiken voor locomotieven die worden aangedreven door inwendig gestookte stoomketels, waarvandaan hete uitlaatgassen uit een vlamkast achteraan naar een rookkast en een rookgang vooraan stromen. Hierin zet de stoom onder hoge druk uit in cilinders waardoor twee zuigers worden aangedreven; vaak met aangekoppelde kolen- en watertenders erachter.
Orgels met een reeks hoge fluitjes die worden bediend door middel van stoom of samengeperste lucht en die worden bespeeld met behulp van een toetsenbord, een cilinder met stiften pennen of een papierrol. Omdat ze veel geluid produceren werden ze hoofdzakelijk buiten gebruikt, bijvoorbeeld in circussen en kermissen en op stoomboten.
Kookpan met een geperforeerde binnenhouder om voedsel in te stomen.
Walsen die door stoom worden aangedreven.
Grote messen met twee handvatten die worden gebruikt voor het verwijderen van het vet dat op de vleeskant van de huid achterblijft.
De eenvoudigste soort handbeschermer op blanke wapens, dat al bekend is sinds de Oudheid, en bestaat uit een staaf die kruiselings op het blad en de greep is geplaatst.
Een grote, uitstekende tand zoals die van olifanten en walrussen; bestaat hoofdzakelijk uit dentine.
Lampen die meestal één of twee verticale pithouders hebben, die uit een stevig afgesloten reservoir steken. Gepatenteerd in 1787 door John Miles uit Birmingham, Engeland. Ze worden zo genoemd omdat de brandstof er niet uit kan lopen wanneer er tegen wordt gestoten.
Verticale voegen in metselwerk die worden gemaakt door de steen in een laag mortel te plaatsen en in de richting van de laatst gelegde steen te schuiven.
Voegen tussen twee aangrenzende metseleenheden in dezelfde laag.
Beschermende balk of stootkussen die aan een touw langs de buitenkant van een vaartuig worden gehangen om het boord bij het aanmeren tegen schade te beschermen.
Filmtechniek waarbij afzonderlijke beelden van niet-bewegende figuren of getekende fragmenten gecombineerd worden waardoor ze lijken te bewegen, of waarbij de suggestie gegeven wordt van plotselinge verschijning of verdwijning van voorwerpen of personages uit een scène. Het is een essentiële techniek voor modelanimatie, uitgesneden animaties, pixelisatie en speciale effecten.
Lemmeten in diverse vormen, zonder snijkant, die worden gebruikt om stopverf aan te brengen.
Een bruin, kleverig, aromatisch hars dat wordt verkregen uit bomen van het genus Liquidambar, waaronder de L. orientalis uit Turkije. In het stoomdistillaat van storax wordt het witte vaste poeder polystyreen gevormd. Storaxhars wordt soms gebruikt voor het bevestigen van microscoopglaasjes. Gebruik 'benzoë' voor een bruine, aromatische hars die wordt verkregen uit het geslacht Styrax. Vroeger werden de harsen van zowel de Styrax als de Liquidambar 'storax' genoemd, maar inmiddels wordt 'storax' niet meer gebruikt voor hars van het geslacht Styrax.
Banden op een hoofddeksel, waarmee het hoofddeksel onder de kin van de drager wordt vastgemaakt.
Militaire dolken met een tweesnijdende kling om mee te steken en een scherpe punt, bedoeld voor man-tot-mangevechten; Amerikaanse modellen zijn voorzien van een paar koperen knoppen bedoeld voor vuistgevechten; 20e eeuws.
Marmerpapier dat is geprepareerd met een terpentijnmengsel, waaraan olie of gal is toegevoegd. Er ontstaat dan een kleurpatroon met kleine gaatjes.
Te gebruiken voor plotselinge, onstuimige stormlopen of vluchtbewegingen van kudden dieren, met name vee en paarden, meestal als schrikreactie.
Handgemaakte Navajo-tapijten met in het midden een blok dat met zigzaglijnen aan vier hoekblokken is verbonden om zo de suggestie van bliksemflitsen te wekken.
Sinds de oudheid bekende middelen die werden gebruikt om door de muren of poorten van een vesting te breken, die voornamelijk bestonden uit een lange balk met een zware metalen kop die op een kar met wielen of een raamwerk werd geplaatst, waarmee ze naar voren en naar achteren konden worden geslingerd of door mensen konden worden gedragen.
Te gebruiken voor plaatsen waar afval, afgedankt restmateriaal of tijdelijk nutteloze producten van menselijke activiteit worden gestort.
Wordt gebruikt voor dammen die vooral zijn opgebouwd uit rotsblokken van verschillende afmetingen met een waterdicht omhulsel of bedekking.
Houten staven die op de lengte zijn gezaagd van de geplande vrije hoogte tussen afgewerkte vloeren en plafonds en vaak zijn gemerkt met onderverdelingen als hulp bij het aftekenen van bijvoorbeeld deurlijsten, metsellagen of stootborden van trappen.
Reeksen tekeningen of foto's met begeleidende tekst van nog op te nemen scènes uit een audiovisuele productie.
Apparaat dat een luchtstoot naar een oven of smidsvuur voert door middel van vallend water, waarbij het water en de lucht in een tweede fase worden gescheiden. In specifieke zin, een blaasapparaat zonder bewegende delen dat tot in de 19de eeuw werd gebruikt in metallurgische fabrieken in Italië, Spanje en andere Middellandse Zeelanden. Een stoot vochtige lucht wordt naar een oven gevoerd door middel van vallend water, waarbij de lucht middels het zogeheten Venturi-effect naar beneden wordt gezogen. In een vat wordt de lucht dan gescheiden en door een pijp of 'tuyere' naar de oven gevoerd.
Klasse van gewervelde vissen die vinstralen hebben, dat wil zeggen hun vinnen zijn vliezen gevormd door huid die door benige of hoornen staafjes worden ondersteund, in tegenstelling tot de vlezige gelobde vinnen van sommige andere vissen. Hun gepaarde vinnen hebben meestal geen vlezige basis. Ook hebben ze geen interne neusgaten en hun luchtzakken functioneren gewoonlijk als zwemblazen. Hun skelet is doorgaans goed verbeend. Deze onderklasse omvat 46 ordes en meer dan 30.000 soorten. De oudste fossielen komen uit het Laat-Siluur en zijn 420 miljoen jaar oud. In sommige classificaties beschouwt men deze onderklasse als klasse.
Hedendaagse kunstenaars die in de buitenlucht en op de openbare weg schilderijen, tekeningen of driedimensionale werken op muren, trottoirs of de straat maken, soms bedoeld om de aandacht te vestigen op stedelijke problemen. De term kan ook verwijzen naar iedereen die gewoonlijk in de buitenlucht werkt, zoals schilders of tatoeagekunstenaars die hun werk op trottoirs verrichten.
Wordt gebruikt voor straatverlichtingseenheden, bestaande uit paal of mast, arm en lamp, die meestal in serie langs wegen zijn geplaatst.
Verwijst naar de stijl van het faience dat werd geproduceerd in de Straatsburgse aardewerk- en porseleinfabriek in de 18de eeuw. Deze werd op grote schaal gekopieerd in heel Europa en vertoont naturalistische bloemmotieven, weergegeven in helder gekleurd glazuur.
Een blok of stuk steen dat is gevormd of geselecteerd naar vorm voor een geplaveid oppervlak.
Uitrusting, handbediend, gemotoriseerd of door een paard voortgetrokken, die wordt gebruikt om stof en rommel van de straat te verwijderen.
Te gebruiken voor personen die op een tijdelijke plek op straat voedsel of kleine goederen verkopen. Gebruik 'marskramers' voor personen die van deur tot deur of op straat kleine goederen verkopen.
Verwijst in het algemeen naar gevangenissen voor mensen die voor grote misdrijven zijn veroordeeld. In moderne rechtssystemen hebben de meeste gevangenissen ook heropvoedingsfuncties en is het oorspronkelijke onderscheid verdwenen. De term 'strafinrichting' wordt in het algemeen spraakgebruik vaak voor 'gevangenis' gebruikt.
Verwijst in het algemeen naar gebouwen voor gevangenissen voor mensen die voor grote misdrijven zijn veroordeeld.
Grotesk masker dat gebruikt werd om mensen te straffen. Soms maakte het masker het onmogelijk om te spreken. Andere varianten hadden een bel bevestigd om meer aandacht te trekken en de vernedering nog groter te maken.
Algemene term voor instellingen die faciliteiten beheren voor de opsluiting van mensen die zijn beschuldigd van of veroordeeld wegens het overtreden van de wet en waarin eventueel wordt geprobeerd om de daders op de een of andere manier te heropvoeden of te rehabiliteren.
Kledingstukken bestaande uit een wijde broek en bijpassend jasje of truitje die van ongeveer 1920 tot 1950 als informele kleding op het strand werden gedragen.
Een oliehoudende hars of balsem die afkomstig is van Centraal-Europese sparren, die door kunstenaars wordt gebruikt als ingrediënt voor bindmiddelen en mastiek- en andere vernissen.
Xylofoons met houten toetsen op touwen van stro.
het oppervlak tot stand gekomen door de vezels op het oppervlak van een weefsel rechtop te zetten, vooral door middel van borstelen. Gebruik 'pool' voor het opstaande oppervlak tot stand gekomen door aanvullende ketting of inslag die uitsteekt van de grondlaag van een weefsel.
Verhalen die duidelijk een plaatselijk karakter hebben wat betreft onderwerp of bronmateriaal en betrekking hebben op specifieke buurten, gemeenschappen, provincies of andere delen van grotere geopolitieke lichamen.
Flauw gebogen bogen waarbij de boogstenen zodanig zijn geplaatst dat er zijwaartse krachten komen van verticale belasting. Gebruik 'camber arches' voor bogen met een zeer lichte kromming.
Metselsteen die horizontaal is gelegd, met de lengte evenwijdig aan het muuroppervlak.
Verwijst naar de Griekse stijl in de beeldhouwkunst die werd vervaardigd tussen circa 480 en 450 v. Chr. en die werd beschouwd als een overgangsfase tussen de archaïsche en klassieke stijl. De stijl kenmerkt zich door een groter inzicht in anatomie en beweging maar eveneens door de bronzen beeldjes uit Riace, die sober en statisch zijn, met vereenvoudigde vormen en versiering.
Een golvend van S-achtige groeven voorzien patroon dat veel wordt gebruikt op Romeinse sarcofagen en in neoklassieke ornamenten.
Verwijst naar de latere fase van de Oostelijke Zhou-periode, van 403 tot 221 v. Chr., hoewel sommige onderzoekers deze periode tussen 475 en 221 v. Chr. dateren. De naam is afkomstig uit kronieken uit de periode. Deze werd gekenmerkt door ernstige versplintering die leidde tot economische en politieke neergang, maar werd ook gekarakteriseerd door fantasierijk vakmanschap. Deze creativiteit werd mogelijk bevorderd door een toename van het aantal mecenassen en door de concurrentie tussen de verschillende staten van de Zhou-dynastie. De graftombe van de markies van Zeng in Suizhou in de provincie Hubei is een belangrijke vindplaats voor de vroege periode van de Strijdende Staten; op deze site zijn meer dan 15.000 artefacten gevonden, zoals bronzen ritueel vaatwerk, klokken, wapens, lakwerk en objecten van hout en bamboe. Veel voorkomende decoratieve motieven op bronzen en keramische objecten waren vogels met gebogen vleugels en draken, wat duidt op contacten met de culturen van de Aziatische steppen, de Hunnen en de Tartaren.
Wordt met name gebruikt voor Europese slagwapens met een zware kop, meestal met een stompe of puntige kant en met tenminste één blad of pin aan de andere kant van de kop of bovenop de staf; ze kwamen voor in verschillende typen van de 13e tot de 17e eeuw. Wordt ook meer algemeen gebruikt voor hamers die als gevechtswapens werden gebruikt in bijna alle delen van de wereld sinds de steentijd.
Harnassen, inclusief paardenharnas, tijdens de strijd gebruikt door zware cavalerie; Europa 1296-ca 1580
Wordt gebruikt voor plaatsen die het toneel zijn geweest van veldslagen.
Wapens die bestaan uit een kort handvat waar aan het einde, door middel van een ketting twee of meer gepantserde ballen, een korte gepantserde staaf of een houten gesel met ijzeren punten aan zijn bevestigd. Ze dateren in ieder geval van tenminste de 13e eeuw.
Te gebruiken voor oude Mesopotamische, Egyptische, Griekse en Romeinse voertuigen met meestal twee wielen, die door maximaal tien dieren konden worden getrokken; ze kwamen voor in vele verschillende vormen en met diverse toepassingen en werden meestal bestuurd vanuit een staande positie. Waarschijnlijk ontwikkeld in Mesopotamië rond het begin van het derde millennium.
Instrumenten waarbij het geluid wordt voortgebracht door trillende snaren; westerse muziektraditie.
Apparaten, meestal met een tamelijk zware, platte metalen basis, die kunnen worden verhit en gebruikt om stukken stof glad te maken, af te werken of te persen.
Diverse voorwerpen die worden gebruikt om scheermessen te slijpen, met name een strook leer of ander materiaal.
Flexibele houten stokken, slechts zelden gemaakt van metaal of plastic, met tussen de twee uiteinden strak gespannen paardehaar of een ander draadachtig materiaal, dat wordt gebruikt om tegen de snaren van een snaarinstrument strijken zodat deze geluid produceren. Historisch zijn strijkstokken evenwijdig gebogen, gebogen aan één kant, of recht in het midden met beide kanten gebogen; typische moderne westerse strijkstokken hebben een concave boog.
Wordt gebruikt voor methoden voor het zetten van een lettertype, waarbij letters worden gezet door rechtstreekse indruk, bijvoorbeeld door middel van letterzetmachines
De kunst van het maken van verfijnde decoraties om de marges of delen van een kalligrafisch werk die anders leeg zouden blijven, te versieren. Deze techniek werd veel gebruikt in 17de- en 18de-eeuwse Europese schoonschrijfboeken en leverde vaak afbeeldingen van dieren, planten of mensen op die (schijnbaar) uit één enkele lijn bestonden.
Gedetailleerde krullen, vaak gelijkend op dieren, mensen of planten, gemaakt door kalligrafen om kalligrafische werken te versieren. Ze kwamen vooral veel voor in 17de- en 18de-eeuwse Europese voorbeeldenboeken en werden gemaakt of wekten de indruk te zijn gemaakt met één ononderbroken lijn.
Ornament bestaande uit twee lussen en twee uiteinden gescheiden door een knoop. Gemaakt van touw, lint of textiel. Gebruikt als decoratie en/of sluiting op kleding, kledingaccessoires of in het haar.
Zeer smalle stropdassen die meestal in een strik worden vastgeknoopt.
Quilts waarbij het patroon is opgebouwd uit stroken die over de lengte van de quilt lopen. Ze kunnen bestaan uit ononderbroken stroken of ononderbroken stroken afgewisseld door onderbroken stroken. Geen Nederlands equivalent.
In metselwerk, uitgekrabde voegen die worden gebruikt bij stenen met een grove structuur.
Gedroogde stengels van graangewassen of andere grassen, die worden gebruikt bij het vlechten en weven.
Fotografie van bewegende voorwerpen door herhaald flitsen of door een pulserende lichtbron.
Karton gemaakt van stro, bepaalde grassoorten en ander papiermateriaal met weinig cellulose.
Onderscheiden zich door sterke modificatie van de voet en het operculum. Ze bewegen zich slingerend voort en voeden zich met algen en planten. Sommige soorten worden gebruikt als menselijk voedsel, andere soorten worden als decoratie gebruikt.
De beweging van elektrische ladingen, gassen, vloeistoffen of andere materialen of hoeveelheden.
Cilindervormige houders, vaak van metaal met een sluitend deksel dat geperforeerd is met een aantal grove of fijne gaatjes, om meel, suiker of kruiden mee te strooien, met name bij het koken. Meestal niet gedecoreerd afgezien van wat horizontale vorming, en vaak met één eenvoudige ronding of een ringvormig handvat.
Kleine geperforeerde vaatjes in verschillende grootten, vormen en materialen, met afneembaar geperforeerd deksel of gemaakt uit één stuk met gaatjes in de bovenkant en vulbaar door een gekurkt of anderszins afsluitbaar gat in de bodem, of samengesteld uit twee delen met een stop met schroefdraad of draaideksel; wordt gebruikt voor het strooien van suiker, zout, mosterd of andere kruiden, met name aan tafel.
Doosjes met geperforeerde deksels die vroeger werden gebruikt om radeerpoeder of fijn zand in te bewaren om over natte inkt te sprenkelen om het te af te vloeien; soms gemaakt als een onderdeel van een inktstel of bureauset.
Potjes met gaatjes in de deksel, gebruikt om radeerpoeder of fijn zand in te doen dat wordt gesprenkeld op natte inkt om het af te vloeien; soms gemaakt als onderdeel van een inktstel of bureauset.
Verwijst naar lange, smalle kaarten die de loop van een weg met de daaraan liggende plaatsen illustreert.
Te gebruiken voor de lichtgevende bruggen van elektriciteit die in een gat tussen twee elektrodes worden gemaakt.
Het afzetten van een metalen deklaag door middel van een gereguleerde chemische reductie, die wordt gekatalyseerd door het metaal dat of de legering die wordt afgezet.
Instrumenten die worden gebruikt om de stroomsnelheid, de ontladingssnelheid of de druk te meten van vloeistoffen, gassen of dampen in een buis of een andere gesloten houder.
Takelonderdelen, meestal bestaande uit lusvormige touwen, gebruikt om iets dat opgehesen, neergelaten, gedragen of opgehangen moet worden, veilig onder controle te houden.
Verwijst naar een kloskant die wordt gekenmerkt door eenvoudige geometrische patronen en relatief ruwe ontwerpen. Het werd vooral gemaakt in veel Europese landen. Het is een van de pijlers van de kantmakerij in het Oostenrijkse deel van Tirol. Ook wordt het vaak gebruikt door beginnende kantmakers om het vak te leren.
Theorie of methode die van toepassing is op vele gebieden waarin de onderlinge verhoudingen tussen de samenstellende elementen (zoals in een literair werk, een handeling of een benadering) als belangrijker wordt beschouwd dan de losse delen; wordt soms op alle menselijke handelingen en de producten daarvan toegepast, in zoverre dat zelfs gedachten als geconstrueerd en onnatuurlijk worden beschouwd.
De studie van de antropologie door toepassing van de structuralistische theorie en methode bij de analyse van problemen en gegevens.
De elementen of delen van een entiteit en hun onderlinge relaties, vaak met betrekking tot de manier waarop ze zijn georganiseerd of opgebouwd.
Een holle kleitegel bestaande uit gebakken klei, kleischalie, vuurvaste klei of mengsels daarvan.
Noord-Amerikaanse pijnboomsoort die inheems is in het gebied van de Northwest Territories tot aan Nova Scotia in Canada en van Minnesota tot aan Maine en Indiana in de Verenigde Staten. In het uiterste westen van het verspreidingsgebied vindt al snel hybridevorming plaats met de nauw verwante Pina contorta.
Rijk versierde, staande koppen, meestal van zilver of goud, met een cuppa gemaakt van de schaal van een struisvogelei; soms met deksel.
Verwijst naar de stijlen die ontstonden ten tijde van de Stuarts, een Schotse en Engelse dynastie van heersers, begunstigers en verzamelaars. De term verwijst in het bijzonder naar de elegante hofstijlen uit de 17de en 18de eeuw.
Wordt gebruikt in verband met het bepleisteren van muren. Het betreft het creëren van een isolerende ruimte van enige centimeters tussen een buitenmuur van een gebouw en de deklatten van een bepleisterde muur.
Verwijst naar de kunstgroepering die in 1999 werd opgericht door de Britse kunstenaars Charles Thomson en Billy Childish, samen met nog elf andere kunstenaars. De term 'stuckisme' verwijst naar de kritische reactie van medekunstenaar Tracey Emin op de schilderijen van Childish: 'Stuck! Stuck! Stuck!' Deze stroming propageert de terugkeer naar het schilderen van spontane expressie en naar authenticiteit. De stuckisten verwerpen het postmodernisme als zijnde een marketinginstrument dat emotie of inhoudelijke betekenis ontkent, en staan een vorm van 'remodernisme' voor, waarbij spiritualiteit als tegenwicht kan dienen voor de scepsis en het nihilisme die nu de boventoon voeren.
Kamers of ruimten in huiselijke omgeving die worden gebruikt om in te lezen, te schrijven en te studeren.
Kaarsenstandaarden voor een of twee kaarsen met kappen die aan een stang zijn bevestigd met een verzwaard voetstuk, meestal van geverfd plaatijzer of koper. De standaards en de kappen kunnen apart aan de stang worden versteld.
Ontwerpwedstrijden bedoeld voor studenten en waarvoor prijzen worden toegekend; meestal gesponsord door een school, stichting of sector in de zakenwereld.
Koperen, soms vernikkelde, lampen met aparte branders en reservoirs, meestal cilindervormig en op een verticale standaard gezet zodat ze omhoog en omlaag kunnen worden gebracht. Ze hebben lange rookkanalen en glazen kegelvormige of halfronde kappen. Oorspronkelijk waren het olielampen met Argandbranders, later werd de naam gebruikt voor lampen van soortgelijke vorm die volgens andere principes werken.
Geografische mobiliteit van studenten tussen regio's of schooldistricten.
Gemeentelijke gebouwen in bepaalde Engelse steden waar casusdiscussies worden of werden gehouden. Historisch gezien verwees de term naar stadhuizen of vergaderruimten zoals rechtszalen of raadskamers.
Het verwerven van kennis door middel van boeken, observaties of experimenten.
Beeldende werken, waarin een onderwerp wordt onderzocht en uitgeprobeerd, vaak ter voorbereiding op andere werken; verder afgewerkt dan schetsen.
Bibliothecarissen die het beheer voeren over de naslagcollectie van een bibliotheek en bezoekers van de bibliotheek helpen de gewenste informatie te vinden.
Duitse term voor een variant van art nouveau die is vernoemd naar een Engelse publicatie ter promotie van de werken van de Arts and Crafts Exhibition Society.
In de context van beeldende kunsten en kunstnijverheid een groep die bestaat uit een meesterkunstenaar of -architect en zijn of haar assistenten. In de studio waren vaak een aantal assistenten en leerlingen werkzaam, meestal talentvolle en bedreven kunstenaars die onder leiding van de meester hun vaardigheden aanscherpten. De term wordt meestal gebruikt voor groepen die actief waren in de 17de eeuw en later. De betekenis van de term komt deels overeen met 'werkplaatsen (organisaties)', maar er is vaak een subtiel onderscheid in gebruik: 'werkplaatsen (organisaties)' verwijst meestal naar groepen die actief waren voor het midden van de 17de eeuw en waarin de nadruk lag op georganiseerde samenwerking, goed functionerend teamwerk en arbeidsverdeling. Ook leerden de leerjongens hier een vak en werden ze niet opgeleid tot kunstenaar in de moderne zin van de term. 'Studio's (organisaties)' verwijst meestal naar latere groepen waarin de meesterkunstenaar of -architect geen leerjongens maar leerlingen opleidde en waarin de nadruk voor de leerlingen lag op het aanscherpen van artistieke vaardigheden en niet op het leren van een vak. De termen 'studio van' of 'werkplaats van' worden vaak gebruikt om aan te geven dat een werk is geproduceerd in de studio of werkplaats van een kunstenaar, zonder dat de meester er zelf aan heeft gewerkt.
Verwijst naar ruimten die zijn bedoeld voor kunstenaars om in te werken. De term wordt in algemene zin gebruikt voor werkruimten voor kunstenaars vanaf de 16de eeuw tot heden. De kenmerken van een atelier komen vaak voort uit praktische vereisten zoals voldoende licht en voldoende ruimte om het kunstwerk te maken en materialen op te slaan. Het atelier kan ook dienstdoen als locatie voor het tentoonstellen van afgeronde kunstwerken of het geven van trainingen. Bij het tot stand brengen van een kunstwerk kunnen meerdere artistieke processen een rol spelen; het atelier kan dan ook zijn onderverdeeld voor verschillende activiteiten. De term 'werkplaatsen' verwijst in het algemeen naar ruimten die werden gebruikt door ambachtslieden, kunstenaars die vóór de 16de eeuw actief waren en door fabrieksmedewerkers.
20e-eeuwse keramiek vervaardigd door een individuele kunstenaar verantwoordelijk voor alle stappen in het ontwerp en de uitvoering.
Kleine kamers of studeerkamers in privéwoningen, waarin collecties kunstwerken en/of biologische of geologische monsters worden tentoongesteld; populair tijdens de Italiaanse Renaissance.
Rechthoekige verbindingen tussen twee onderdelen die met elkaar in een rechte hoek staan. Het contactoppervlak van het uitstaande onderdeel is rechthoekig gesneden en past precies op het oppervlak van het andere onderdeel.
Spaanse en Zuid-Amerikaanse zilveren munten ter grootte van een dollar met een waarde van acht realen en aangemunt tussen ¦1500 en 1900; ze werden voornamelijk voor de handel gebruikt. Gebruik ' peso's' voor munten die over het algemeen in Spaanssprekende landen worden gebruikt.
Een Franse variant van art nouveau. De term wordt met name gebruikt om artistieke trends te beschrijven in diverse disciplines als architectuur, toegepaste kunsten en kunstnijverheid rond het begin van de 20ste eeuw.
Een variant van art nouveau in Frankrijk, bedacht door de architect Hector Guimard om zijn eigen stijl te beschrijven. Guimard stond bekend om zijn ingangen bij de Parijse metro, die waren gemaakt van staal en glas. De term wordt vaak gebruikt in combinatie met 'Style Métro'.
Verwijst naar een Franse variant van art nouveau, zo genoemd vanwege de beeldspraak van de stijl en de nadruk op het fantastische, zoals in de geschriften van Jules Verne.
Verwijst naar een Franse variant van art nouveau die is vernoemd naar bouwwerken bij de ingangen van de Parijse metro die zijn ontworpen door Hector Guimard en waarbij de nadruk ligt op een modern gebruik van glas en staal. Daardoor wordt de term vaak gebruikt in combinatie met 'Style Guimard'.
Verwijst naar een Franse variant van art nouveau waarvan de letterlijke betekenis 'vermicellistijl' is, een verwijzing naar de verstrengelde lijnen die kenmerkend zijn voor de ontwerpen.
Term van de 19e eeuwse kunsthistorici om de hoge gotiek aan te duiden. VWB.
De bovenste niveaus van de onderbouw van Griekse tempels.
Verwijst naar een overgangsperiode en cultuur uit de late Bronstijd in Italië. Deze kenmerkt zich door permanente nederzettingen, crematieplaatsen en kenmerkende bronzen en barnstenen objecten. Deze cultuur valt gedeeltelijk samen met de Proto-Villanova cultuur. De term moet niet worden verward met de homografische term die wordt gebruikt binnen de geologie als verwijzing naar een serie opeenvolgende lagen uit het Pleistoceen.
Verwijst naar de laatste fase van de Minoïsche kunst en cultuur, volgens het classificatiesysteem van de archeoloog Nikolas Platon. Deze volgt op de ondergang van de heersende elite in Knossos, op Kreta, en duurt van circa 1375 tot circa 1000 v. Chr. Het kenmerkt zich door een toenemende politieke en economische versplintering op Kreta, het begin van een proces dat uiteindelijk zal leiden tot de ontwikkeling van machtige stadsstaten. Voorts kenmerkt de periode zich door de exodus van de Minoïsche inwoners van Kreta, die net als de Myceense inwoners behoorden tot de “Zeevolkeren” die Egypte bedreigden en die werden verslagen door Ramses III, om zich uiteindelijk te vestigen en bekend te worden als de Filistijnen.
Verwijst naar de periode en stijl die volgde op de ondergang van de Myceense beschaving in de 12de eeuw v. Chr., en die vooraf ging aan de ontwikkeling van een sterke Griekse cultuur. De stijl is vooral goed herkenbaar in de vaasschilderkunst, waar vroegere motieven werden vereenvoudigd om abstracte patronen en vormen te creëren, waaronder concentrische bogen en golvende lijnen.
Secundaire bogen, onder en omsloten door buitenbogen.
Verwijst naar een periode van Griekse stijl die chronologisch volgde op de Geometrische stijl, vele elementen uit de Geometrische stijl behield, en die ofwel een tussenvorm, ofwel archaïsch was, afhankelijk van de geografische locatie. In sommige gevallen, verscheen de stijl na de bloei van de Geometrische periode, maar nog voordat de Oriëntaliserende periode volledig was gevestigd, en vormde daardoor een overgangsfase tussen de ene stijl en de andere. In andere gevallen ontstond de stijl nadat de Oriëntaliserende periode was gevestigd, en was derhalve een bewuste poging om de vroegere Geometrische stijl nieuw leven in te blazen.
Verwijst naar het werk van een groep fotografen die in de jaren 50 van de 20ste eeuw actief waren in West-Europa, en die waren beïnvloed door de leer van professor Otto Steinert. De nadruk lag op experimenten en de creatieve impulsen van de fotograaf. De stijl kenmerkt zich door de ondergeschikte rol van het onderwerp en een prominente rol voor patronen en vormen, zoals ook in de grafische kunst het geval is.
Wordt gebruikt voor Griekse en Latijnse papyri die tussen de categorieën documentaire papyri en literaire papyri vallen, zoals magische teksten en brieven die worden gewaardeerd om hun literaire vaardigheid.
Stichtingen, overheidsinstanties, instituten of andere organisaties die fondsen verstrekken voor specifieke doeleinden.
Verwijst naar een procedé of toestand waarbij kleuren ontstaan door vermenging van pigmenten, verven, kleurstoffen of inkten. De waarneming van deze kleuren wordt bepaald door de mate waarin ze sommige golflengten van licht absorberen en andere golflengten weerkaatsen; het verschil met een additief kleursysteem is dat het object zelf geen kleur of licht uitstraalt. De kleur die het object zelf lijkt te bezitten, wordt bepaald door het specifieke deel van het elektromagnetisch spectrum dat erdoor wordt weerkaatst, in samenhang met de geabsorbeerde delen van het spectrum. Een subtractief kleurensysteem verwijst naar het licht dat wordt geabsorbeerd of weerkaatst door de primaire pigmentkleuren, waarmee vervolgens de andere kleuren worden geproduceerd, overeenkomstig het CYMK-kleurenmodel. Door het combineren van één of twee van deze subtractieve primaire kleuren met gelijke hoeveelheden van een andere primaire kleur ontstaat een subtractieve secundaire kleur, een secundaire kleur samen met een primaire kleur geeft een tertiaire kleur, en door het combineren van twee complementaire kleuren ontstaat zwart.
Kamers in het Romeinse badhuis of de gymnastiekschool tussen het laconicum, sudatorium en het caldarium, waar atleten zich terugtrokken om het zweet van hun lichamen te verwijderen.
Zweetkamers in Romeinse badhuizen.
Verwijst naar een stijl van grijs steengoed dat vanaf de 5de tot de 10de eeuw werd vervaardigd. Het Sue-aardewerk komt oorspronkelijk uit het zuiden van het Koreaanse schiereiland, maar werd in de 5de en 6de eeuw ook in Japan geïntroduceerd, waar het 'hiwaibe doki' (uitverkoren doki) werd genoemd. Het bleef tot in de jaren 50 van de 20ste eeuw in productie. De stijl wordt gekenmerkt door spiraalvormig opgebouwde houders die werden gebakken bij een temperatuur boven de 1000 graden Celsius, waardoor een grijze kleur resulteert. Sue-aardewerk is meestal ongeglazuurd, afgezien van het natuurlijk asglazuur dat tijdens het bakken wordt gevormd, en is gedecoreerd met eenvoudige gekamde of gestippelde ontwerpen. Tijdens de Hein-periode (794-1185) ontstonden er nieuwe producten, zoals geglazuurde versies op basis van natuurlijk gevormd asglazuur en glazuurtechnieken uitgevoerd in groen of in drie kleuren.
Verwijst naar een Chinese dynastie uit de periode 589 tot 618 n. Chr. Gedurende deze periode werden het noorden en zuiden van China na jaren van scheiding herenigd. De Sui-dynastie heeft betrekkelijk kort bestaan, maar deze periode werd wel gekenmerkt door belangrijke vernieuwingen in de economie, de politiek en het onderwijs. Tijdens de Sui-periode kwam er een bloeiende handel met Centraal-Azië en het westen op gang. Ook op het gebied van techniek en architectuur was het een periode van vernieuwing, zoals blijkt uit het werk van Li Chun, een ingenieur, en de architect Kai Yuwen, die beiden dienden onder keizer Wendi (heerste van 581-604). Li Chun was verantwoordelijk voor 's werelds eerste open boogbrug van steen, de Anji-brug, terwijl Kai Yuwen het ontwerp leverde voor Daxing, dat zou uitgroeien tot de grootste stad met het hoogste bevolkingsaantal van zijn tijd. De Sui waren diepgelovige boeddhisten; veel van hun stenen beeldhouwwerken zijn bewaard gebleven, in tegenstelling tot hun in brons, hout en lakwerk uitgevoerde kunstwerken; ook hebben ze tal van oudere boeddhistische afbeeldingen gerestaureerd. Het Sui-beeldhouwwerk wordt als technisch hoogstaand beschouwd, maar blijft qua sierlijkheid achter bij het fraaiste beeldhouwwerk van de Noordelijke Qi. Sui-keramiek is zorgvuldig gemodelleerd maar overigens vrij sober. In zowel het noorden als het zuiden van China zijn Sui-celadons opgegraven, waarvan sommige zijn gedecoreerd met ingestempelde patronen. In steengoed of aardewerk uitgevoerde beeldjes van krijgers, ambtenaren en beschermende wezens werden in groten getale vervaardigd, met name als grafobject. Modellen van alledaagse voorwerpen zoals kachels en schoenen werden eveneens aan de overledene meegegeven voor gebruik in het hiernamaals. Kostbare militaire missers, natuurrampen en een autocratisch en spilziek bewind leidden tot het verval van de Sui-dynastie, die werd opgevolgd door de Tang-dynastie.
Een zoet kristallijn koolhydraat. In zuivere toestand is het wit. Het wordt verkregen uit een grote verscheidenheid aan plantensappen, maar vooral uit de sappen van suikerriet en suikerbieten. Het is een belangrijk bestanddeel van menselijke voeding.
Kommen variërend in vorm vooral bestemd voor het bevatten en serveren van suiker; gemaakt als los stuk serviesgoed dat samengaat met een melkkannetje, of als onderdeel van een thee- of koffieservies. Gebruik voor exemplaren met deksel 'suikerpotten'.
Noord-Amerikaanse soort sier- en productieboom, meestal zo'n 18 meter hoog. Op minder vruchtbare bodems kan de soort kleiner en struikachtig zijn. De gladde, glanzende, niet-afbladderende buitenste schors is roodbruin op jongere stammen en bijna zwart op oudere stammen en diep gegroefd in onregelmatige lagen. De takjes en de binnenste schors hebben de geur en smaak van wintergroene planten. Het harde hout met de dichte nerfstructuur is vergelijkbaar met dat van de gele berk, maar is massiever en dieper van kleur. De suikerberk is een bron van berkenolie en was vroeger een vervanger van wintergroenolie. Van het sap wordt berkenbier gemaakt.
Hout van de boom behorende tot het genus Betula lenta, inheems in de zuidelijke Appalachen. Het lijkt op yellow birch en commercieel wordt er geen onderscheid gemaakt tussen de twee. Suikerberkenhout heeft echter een hogere densiteit en is dieper van kleur. Het hout wordt gebruikt voor het maken van fineer, vloeren, meubilair, deuren, triplex en voertuigonderdelen.
Dennenboom die inheems is in de bergen van de Amerikaanse staten Oregon en Californië en de Mexicaanse staat Baja California. De reuzenden kan 40 tot 60 meter hoog worden en is daarmee een van de grootste dennensoorten. De soort speelt een belangrijke rol in de mythe van de Achomawi-indianen over het ontstaan van de mens. Volgens die mythe liet de schepper een zaadje van de boom vallen om een van de eerste mensen te maken.
Gespecialiseerde meubelstukken die vooral voorkomen in het zuiden van de Verenigde Staten. Ze hebben meestal een scharnierende deksel bovenop een grote, verdeelde opslagkamer voor bruine en witte suiker.
Potten met deksels voor het bewaren en serveren van suiker; worden vaak gemaakt als set met één of twee theebusjes. Soms bevatten ze een suikerschep voor het opdienen.
Strooiers die met name bedoeld zijn voor het serveren van suiker op tafel, meestal cylinder- of balustervormig met een geperforeerd, bol deksel dat soms op de strooier zelf moet worden geschroefd.
Verwijst naar de periode die is genoemd naar het Sukhothai-koninkrijk, dat floreerde in de regio van Thailand vanaf de late 13de eeuw tot het midden van de 15de eeuw. Deze periode wordt beschouwd als de gouden eeuw van de Thaise beschaving, en is van grote invloed geweest op alle latere perioden. In de beeldhouwkunst manifesteerde deze periode zich in religieuze orthodoxie en wordt ze gekenmerkt door verfijnde boeddhistische en hindoeïstische beelden in brons en stucwerk. Een vaak terugkerend iconografisch thema in de beeldhouwkunst was Boeddha's Voetafdruk, vaak uitgehakt in stucwerk of steen, versierd met inscripties van het Wiel van de Wet en met figuren van godheden en boeddha's, en alom aangetroffen in wat-tempels in het hele gebied. Boeddhabeelden in deze stijl hebben meestal een vlamachtige stralenkrans, haar dat wordt weergegeven in kleine, puntige krullen en een hoekige neus en mond. Sukhothai-beeldhouwers waren de eersten die Boeddha afbeeldden in alle vier de fysieke manifestaties: zittend, liggend, staand en lopend. Producties in bas-reliëf beelden indrukwekkende religieuze gebeurtenissen uit en zijn gewoonlijk geconstrueerd in stucwerk. Architectuur uit deze periode wordt gekenmerkt door constructies in baksteen en lateriet, houten daken die zijn bedekt met geglazuurde terracotta tegels, de unieke stoepa's in de vorm van knoppen van de lotusbloem, conventionele structuren zoals de prang, mondop en wihan, stenen pilaren met beeldgesneden kapitelen, nissen met Boeddhabeelden, torens in Khmer-stijl en makara-beeldhouwwerken in de frontons van nissen, en een stilistische neiging naar stroomlijning in bouwkundige constructies.
Verwijst naar de stijl in de Japanse residentiële architectuur die werd ontworpen voor de theeceremonies en die zijn hoogtepunt bereikte tijdens de Momoyama-periode (1568-1600). De stijl kenmerkt zich door de nadruk op eenvoudige, strenge interieurs, welhaast zonder versiering, met zuilen van grof gehakte boomstammen en muren van aarde.
Te gebruiken om werken te beschrijven van de kleine gelijknamige Afrikaanse samenlevingop de Mandara hoogvlakte in de Nigeriaanse provincie Adamawa.
Verwijst naar de stijl die is vernoemd naar het Indonesische eiland Sulawesi. Beeldhouwwerken in deze stijl zijn onder meer bronzen beelden in de Indiase Amaravati-stijl, beelden van een in een gewaad gehulde Boeddha met één ontblote schouder, terracotta figuren, monolieten met de omtrekken van mannelijke figuren, tau-tau houten beelden van voorouders, levensgrote figuren gekleed in ceremoniële kledij in grotten, en verbeeldingen van de offerbuffel en de levensboom die vruchtbaarheid symboliseert. Kenmerkend voor kunstnijverheid in deze stijl zijn mandjes van bamboe en lontarpalmbladeren afgewerkt met lagen rode en groene lak en bladgoud. In combinatie met edelstenen komt deze stijl tot uitdrukking in armbanden, oorringen in een open ovaalvorm met omgebogen uiteinden en haarsieraden met parels, goud, zilver en versierd metaal. In de huizenbouw komt deze stijl tot uitdrukking in compacte huizen met boogvormige daken, ondersteund door twee verticale palen buiten het huis.
Verwijst naar de kunst en cultuur van de islamitische dynastie met deze naam die als vertegenwoordigers van de Fatimid-kaliefs van Egypte van 1047 tot 1138 over Jemen regeerde. Al-Sayyida al-Hurra Arwa bint Ahmad, de vrouw van de machtige Sulayhid-heerser Al-Mukarram Ahmed (regeerde 1067-84), regeerde na de dood van haar echtgenoot en vestigde een nieuwe Sulayhid-hoofdstad in Dhu Jibla. Daar bouwde ze een paleis en een moskee die bekend stonden om de introductie van verschillende kenmerken die karakteristiek waren voor Fatimid-moskeeën in Egypte. Met Arwa's dood in 1138 eindigde de effectieve macht van de Sulayhid-dynastie, hoewel enkele Sulayhid-prinsen forten bleven bezitten tot het eind van de 12de eeuw.
Verwijst naar de stijl en periode die samenvielen met de heerschappij van Süleyman I, die in Turkije bekend stond als Kanuni (wetgever) en in het westen als 'de grote', van 1520 tot 1566. Het bewind van Süleyman wordt beschouwd als het hoogtepunt van de Osmaanse politieke, economische en culturele ontwikkeling. De kunstinstellingen en begunstigingsprogramma's die tijdens zijn bewind werden opgericht, vormden een basis waarop door de twee opvolgers van Süleyman, Selim II en Moerad III, kon worden voortgebouwd. Onder Süleyman ondergingen twee belangrijke kunstinstellingen belangrijke veranderingen. De functie van hoofdarchitect werd gedurende het grootste deel van zijn heerschappij ingenomen door Sinan, die toezag op de bouw van een groot aantal religieuze, educatieve en handelsgebouwen. Sinan herstructureerde de sobere buitengevel van de Osmaanse moskee met een scala aan uitgesproken elementen, zoals portieken met een of twee ingangen, met elkaar verbonden koepels en semikoepels en een nieuw type slanke, potloodachtige, hoge minaret. Deze stijl komt het beste tot uitdrukking in de Selimiye-moskee van Sinan in Edirne (1569-1575). Onder Süleyman brachten twee vestigingen van de koninklijke ontwerpstudio een synthese teweeg van de nieuwe Osmaanse keizerlijke stijl in decoraties en boekillustraties. Iznik-tegels uit deze periode worden als uniek beschouwd wat betreft de veelzijdigheid en de diepte van de kleuren, met de introductie van felrood, paars, blauw en olijfgroen. Tapijten die werden vervaardigd in Ushak in zuidelijk Anatolië, werden complexer en kregen een meer gecontroleerd patroon, met rijkere, fluweelachtige oppervlakken.
Beschrijft de diverse soorten kunstwerken die zijn vervaardigd door de bewoners van het eiland New Britain. De Sulka zijn bekend om hun beeldgesneden en beschilderde schilden, die zijn gemaakt van geweven rotan en soms zijn gedecoreerd met gezichten.
Verwijst naar de periode en stijl die samenviel met de heerschappij van de Romeinse generaal en dictator, Lucius Cornelius Sulla, die leefde van circa 138 tot 78 v. Chr. De periode kenmerkt zich door een nadruk op politieke en juridische hervormingen.
Verwijst naar type glas dat populair was in het Europa van de 18de en 19de eeuw. Het glas wordt gekenmerkt door de aanwezigheid van een medaillon, camee of andere afbeelding die in het witte, porseleinachtige, hittebestendige materiaal was gesneden; de afbeelding werd vervolgens ingesloten in transparant glas; meestal werd deze techniek gebruikt voor vaatwerk, presse-papiers of andere objecten. Er is geen relatie met 'cadmiumsulfideglas', glas met een kenmerkende gele of rode kleur.
Koningen of alleenheersers in een moslimstaat, met name ten tijde van het Ottomaanse Rijk.
Verwijst naar de stijl die in verband wordt gebracht met het eiland Sumba. De textielproductie in deze regio laat Sumatraanse en Indiase invloeden zien, met grote mantels (hinggi) met een ingeweven ikat-patroon, Indiase patola-ontwerpelementen en ceremoniële sarongs met ingeweven patronen. Populaire regionale motieven in het textiel zijn onder meer menselijke figuren, paarden, herten, slangen en leeuwen. De kleuren duiden op een klassenonderscheid, waarbij Turkse rode verf het meest luxe en zeldzaam is. In de edelsteenkunst wordt de stijl gekenmerkt door het gebruik van granaat, kristal, parels, amethisten, robijnen, rood koraal en ivoor. Kenmerkend voor decoratieve kunst in deze stijl zijn fijn afgewerkte kralen halskettingen en hoofdbanden.
Wordt gebruikt voor een Engelse variatie op de Lutmalijst, met een meer uitgesproken versiering. Ze zijn vernoemd naar Althorp Lord Sunderland.
Verwijst naar de cultuur die ontstond tijdens de Sunga-dynastie van de 2de en 1ste eeuw v. Chr. in India. De Sunga's wierpen het Maurya-keizerrijk omver in 185 v. Chr. Het Sunga-keizerrijk was niet zo uitgebreid als dat van de Maurya's. Hoewel van kunstwerken die gedurende deze periode zijn gemaakt kan worden gezegd dat ze behoren tot de Sunga-periode, impliceert deze term niet altijd dat er sprake was van een patronaat of dat Sunga de controle had over een bepaald gebied. Met de Sunga-periode brak een onafgebroken continuüm van Indiase kunst en architectuur aan. De vroegste overgebleven stoepa-balustrade, samen met een gedeelte van een poort, werd gevonden in Bharhut in oostelijk Madhya Pradesh en dateert van deze periode. Evenals het geval was met andere vroege stoepa-balustrades, werden figuren en reliëfs gedoneerd door personen van wie de namen erop werden gegraveerd. Vaak worden de afgebeelde scènes aangeduid met labels, aangezien boeddhistische iconografie nog in de kinderschoenen stond. In het algemeen werd de nadruk in Sunga-kunst gelegd op het overbrengen van een religieuze boodschap, ten koste van naturalisme; dit wordt ook een dominant kenmerk van latere Indiase kunst. Vaak worden gebeeldhouwde yakshi- en yaksha-figuren aangetroffen, en andere pre-boeddhistische heiligen die een plaats kregen binnen het boeddhisme. Een belangrijk verschil tussen deze en vroegere figuren is dat vele ervan een meer ontspannen linkerbeen hebben. De figuren zijn nog steeds stijf en zwaar zoals Maurya-figuren, maar de dikke kleding en hoge polijstingsgraad zijn verdwenen. Andere belangrijke sites zijn de in rotssteen uitgehouwen grotten in de westerse Ghats, met name die van Bhaja en Pitalkhora. Deze boeddhistische grotnederzettingen bestonden uit een caitya-zaal en verblijven voor de monniken (vihara's). De façades werden gewoonlijk gedecoreerd met hoefijzervormige bogen, terwijl de gebeeldhouwde versiering aan de binnenkant over het algemeen eenvoudig was; schilderingen en houten toevoegingen maakten waarschijnlijk ooit deel uit van de iconografische en decoratieve ontwerpen.
Verwijst naar de trend in de Amerikaanse binnenhuisarchitectuur van de late jaren 60 van de 20ste eeuw. De term is afkomstig van het tijdschrift Progressive Architecture. De stijl kenmerkt zich door de grote, overdreven ontwerpelementen en het gebruik van transparante, reflecterende of synthetische materialen, vaak gecombineerd om tromp-l'oeil-effecten te bewerkstelligen. In de jaren 70 van de 20ste eeuw werd de term breder en vielen hieronder ook bepaalde trends in de postmoderne architectuur.
Japanse stijl die is bedacht door de kunstenaar Takashi Murakami. Het staat voor hedendaagse kunst die is beïnvloed door de tweedimensionale stijl van Japanse animatie (anime, manga, etc.).
Op valletjes gelijkende behangsels aan de voorkant van altaren, vaak met borduurwerk passend bij het frontaal.
Grote detailhandelswinkels met zelfbediening waar voedsel en huishoudelijke goederen worden verkocht.
Bleek- en oxideermiddel dat vooral wordt gebruik bij het conserveren van kunstwerken.
Ruimten in grote huizen en hotels die zijn bestemd voor maaltijden die deel uitmaken van amusement op de late avond. Zie ook 'eetzalen'.
Kleine Japanse prenten geproduceerd in luxe edities, bedoeld om aan vrienden te geven ter herdenking van speciale gelegenheden.
Lange, ruimvallende zware herenoverjassen met grote knopen en één of meer over de schouder vallende kragen die schoudercapes worden genoemd.
Lang middenstuk van zilver of verguld metaal voor bloemen, fruit, kruiderijen of andere zaken. Vaak bestaat een surtout-de-table uit een spiegelende plaat op pootjes met daarop twee kandelaars, een pièce de milieu, een grote kom op een standaard, platte kommen of etagères en andere objecten, zoals bloemen, verschillende soorten fruit en zoete lekkernijen, die men op een decoratieve manier presenteert en die bedoeld zijn als dessert.
Verwijst naar de stijl en periode die in verband worden gebracht met de heerschappij van koning Suryavarman I (1002-1050 n. Chr.), die in het algemeen wordt beschouwd als de eerste boeddhistische heerser van Angkor. De periode wordt gekenmerkt door overvloedige bouwprogramma's met onder meer zandstenen bouwwerken in de vorm van kleine tempels en het koninklijk paleis, dat de eerste versterkte paleismuur had in Angkor, pakhuizen en schatkamers die bekend stonden onder de naam Khleang, en een heiligdom met een centrale toren in plaats van de gebruikelijke vijf torens. Voorbeelden van andere vernieuwende aspecten in de architectuur en beeldhouwkunst van deze periode zijn te vinden bij Preah Vihear, waar een reeks binnenplaatsen en gopura's in elkaars verlengde zijn geplaatst in plaats van concentrisch.
Verwijst naar de stijl en periode van midden-Angkor ten tijde van de heerschappij van koning Suryavarman II (1113-1150 n. Chr.). De stijl van deze periode hangt samen met de uitbreiding van het Angkor-rijk en de oprichting van de staatstempel Angkor Wat. Kenmerkend voor de beeldhouwkunst in deze periode zijn verhalende bas-reliëfs in doorlopende verhalende scènes waarin passages worden uitgebeeld uit hindoeïstische religieuze en mythische teksten, en waarin de kleur rood overheerst als symbool van eerbied. Door het gebruik van ondiepe reliëfs contrasteren de wervelende, drukke figuren in het fries fraai met de strakke, rechte lijnen van de architectuur. Bij de kleinere reliëffiguren van godheden waarmee de muren van heiligdommen waren versierd, overheerst de sensualiteit. Kenmerkende beeldhouwthema's zijn verhalende elementen, koninklijke ambities, koninklijke heldendaden en een gedetailleerde verbeelding van goede en slechte figuren door middel van overdreven verhoudingen en gedetailleerde kledingkenmerken.
Kledingstukken of kledingaccessoires die bedoeld zijn om steun te geven; vooral gebruikt voor banden en soortgelijke hulpmiddelen, meestal van elastisch of katoenen weefsel, die worden gedragen ter ondersteuning van een bepaald deel van het lichaam.
Kruisen met vier gelijke armen die gehoekt zijn tegen de klok in en worden geassocieerd met ongeluk; symbool van de NAZI-partij. Dezelfde soort kruisen maar dan gehoekt met de klok mee staan voor geluk en voorspoed.
Verwijst naar de stijl en cultuur die is genoemd naar de archeologische vindplaats bij Swidry in Polen, en die voorkwam in Polen, Roemenië, Rusland en elders. Deze cultuur ontwikkelde zich in de laat Paleolithische periode, maar bleef bestaan en floreerde tot in het Mesolithicum. De cultuur wordt hoofdzakelijk gekarakteriseerd door kenmerkende vuurstenengereedschappen, waaronder kleine, asymmetrische, gekartelde snijers, pijlpunten, en slijpbijlen.Er lijken overeenkomsten te zijn met de Campagnische cultuur die zuidelijker floreerde.
Soort echte mahonieboom, oorspronkelijk inheems in het zuidelijke deel van Noord-Amerika en Centraal- en Zuid-Amerika, namelijk in Mexico, Bolivia, Brazilië, Colombia, Belize, Peru, Venezuela, Costa Rica, Dominica, Ecuador, El Salvador, Frans-Guyana, Guadeloupe, Guatemala, Guyana, Honduras, Martinique, Montserrat, Nicaragua, Panama, Saint Lucia, Saint Vincent en de Grenadines. De soort wordt nu bedreigd door het verdwijnen van de habitat en mag dus niet worden gekapt in zijn inheemse gebieden. De soort is ook ingevoerd voor kweek in Azië, waar hij mogelijk een invasieve soort kan worden.
Hout van de boom behorende tot de soort Acer pseudoplatanus, inheems in Midden-Europa en West-Azië, In de 15de eeuw werd de boom vanaf het continent geïntroduceerd in Groot-Brittannië. Het hout is wit tot geelachtig wit van kleur en wordt gebruikt voor het maken van draaiwerk, spoelen, handvatten voor borstels en decoratief fineer.
Verwijst naar de internationale intellectuele stroming die zich eerst voordeed in de literatuur aan het einde van de 19de eeuw en zich vervolgens verspreidde naar de schilderkunst en het theater. De stroming was van invloed op de Europese en Amerikaanse literatuur van de 20ste eeuw. De stroming beïnvloedde ook latere bewegingen zoals het surrealisme, en kenmerkt zich door een complexe synthese van psychologie, mystiek, occultisme en linguïstiek die wordt gebruikt om de traditionele relatie tussen weergave en betekenis op de proef te stellen.
Knopen van kleden, vastgebonden over twee strengen schering waarbij de beide uiteinden van de knoop bij elkaar komen tussen de twee omcirkelde strengen om een opeenhoping te vormen.
Instellingen die regelmatige samenkomsten van joden organiseren voor liturgische diensten, ontmoeting en studie, naast een functie als tempel.
Uitgestorven onderklasse van zoogdierachtige reptielen. Kenmerkend was het laterale slaapvenster.
Uitgestorven onderklasse van reptielen. Kenmerkend was dat ze één enkel slaapvenster hadden bij de wang.
Kunstbeweging uit het begin van de 20ste eeuw, met als leidende figuren de Amerikaanse schilders Morgan Russell en Stanton Macdonald-Wright. De stijl onderscheidt zich door een nadruk op een abstracte, ritmische kleurenrangschikking en vage vormen.
Familie bestaande uit circa 55 genera van zeepaardjes, zeenaalden, phyllopteryx taeniolatus en grote rafelvissen. Vissen van deze familie hebben als uniek kenmerk dat de mannetjes tijdens de broedperiode de eieren dragen.
Orde van straalvinnige vissen, waaronder zeenaalden en zeepaardjes.
De tak van de grammatica die de vorming van zinnen, de relaties tussen de gebruikte woorden, bijzinnen en uitdrukkingen, en de regels voor de woordvolgorde bestudeert voor een bepaalde taal.
Hars met een polymere structuur dat wordt gevormd door een chemische reactie tussen twee of meer stoffen. Het wordt vooral gebruikt in kunststoffen.
Vluchtig bruinachtig pigment dat lijkt op natuurlijk Van Dyck brown, maar op een synthetische manier is gemaakt van mengsels van carbonzwart en ijzeroxide, en niet is onttrokken aan een natuurlijke bitumineuze bron.
Verwijst naar de fase in het kubisme die opkwam in 1912 en die zich kenmerkt door het gebruik van collages en dikwijls door het toevoegen van andere materialen aan de verf, zoals zand, om de dubbelzinnigheid van de afgebeelde objecten naar voren te brengen.
Catalogi naar onderwerp met ingangen gerangschikt naar nummer; de nummers corresponderen met klassen van een classificatiesysteem.
Te gebruiken voor kunst die wordt beïnvloed door systeemanalyse, en bijvoorbeeld gaat over systemen van natuurlijke verschijnselen, sociale tekens of de kunstwereld zelf.
Squares in the shape of a T, used in technical and architectural drawing. The short arm slides along the edge of a drawing board keeping the long arm in a parallel state. MEANS.
Wordt gebruikt voor grote Chinese heiligdommen gewijd aan voorouders, meestal verbonden met paleisgebouwen.
Wetenschappelijke bestudering van taal als een systeem; omvat de structuur, geluiden en betekenis, alsook de geschiedenis van de onderlinge relaties tussen talen en de culturele plaats die taal inneemt binnen het gedrag van de mens.
Zij die zijn geschoold in of beoefenaars zijn van de taalpsychologie of psycholinguïstiek, het bestuderen van de mentale processen en vaardigheden die ten grondslag liggen aan het verwerven, produceren en begrijpen van taal, en de diagnose en klinische behandeling van spraak- of taalproblemen.
Zij die zijn gespecialiseerd in de sociolinguïstiek, het bestuderen van de werking van taal binnen de maatschappij en de interactie tussen taalkundige en sociale variabelen.
Het bestuderen van de werking van taal binnen de maatschappij en de interactie tussen taalkundige en sociale variabelen.
Grote messen met een lang handvat en een getande of geschulpte snijkant. Kunnen worden vergezeld door een cake-etagère. Gebruik 'broodmessen' voor soortgelijke messen maar met kleinere tanden die dichter bij elkaar staan.
Schalen voor het serveren van gebak.
Gerei met twee lange tanden en een handvat dat wordt gebruikt voor het plaatsen van taarten in en verwijderen uit een oven. Gebruik 'schietschoppen' voor plat, peddelachtig gerei dat wordt gebruikt voor het plaatsen in en verwijderen van voedsel uit een oven.
Kleine dozen om rook- of pruimtabak in mee te nemen, met name doosjes met losse sluitende deksels. Gebruik 'snuifdozen' voor gelijksoortige dozen met een scharnierend deksel in plaats van een los sluitend deksel.
Houders voor snuifpoeder, meestal met scharnierend deksel, gemaakt om ze op zak te kunnen dragen. Gebruik 'tabaksdozen' voor soortgelijke dozen, met los deksel, voor tabak.
Blazoenen of tunieken van rijk materiaal met afbeeldingen van heraldische wapens die in de middeleeuwen door mannen werden gedragen. Tegenwoordig staan ze bekend als mouwloze kledingstukken van karmozijnrood fluweel die in combinatie met een mantel worden gedragen. De term is enigszins dubbelzinnig en kan ook slaan op overkleding die door hooggeplaatste personen van beide seksen kan worden gedragen.
Romeinse rechthoekige kamers die direct vanaf de straat toegankelijk zijn en die vooral worden gebruikt als winkels of kraampjes.
Oud-Romeinse herbergen waar jonge bedienden warme lekkernijen en complete maaltijden serveerden. Meestal hadden deze gebouwen een smal en lang grondplan en gewelven. De eigenaar zat meestal op een verhoging aan een van beide uiteinden van de herberg. Ze waren bedoeld voor de betere klassen. Herbergen voor lagere klassen heten ���cauponae'.
Gebruikt voor bewaarplaatsen, vaak met architectonisch karakter, die zijn geplaatst in, op of dichtbij het hoge altaar in het sanctuarium van een kerk, als houder voor de ingezegende hostie.
Gebedshuizen die in tegenstelling tot kerken geen ecclesiastisch architecturaal ontwerp hebben. Het zijn tijdelijke gebedshuizen of vergaderplaatsen van Protestant Nonconformists.
Japanse enkelsokken, gewoonlijk van katoen, met een los omhulsel voor de grote teen, door zowel mannen als vrouwen gedragen. Vaak voorzien van een dikke zool. Men draagt ze zonder schoeisel of in houten klompen die men ���geta' noemt.
Textiel geweven volgens een methode die is gebaseerd op een eenheid van twee scheringdraden en twee inslagdraden, waarbij elke scheringdraad over de ene en onder de andere inslagdraad loopt. De verbindingspunten worden langs één scheringdraad op opeenvolgende inslagdraden gelegd. Geen Nederlands equivalent. Zie 'weefsel' en 'effenbinding'.
Franse benaming uit de 18e eeuw voor kleine, makkelijk draagbare tafels.
Benaming voor Franse tafels met een diepe rand of strook rondom het tafelblad.
Te gebruiken voor de zwijgende, roerloze opstelling van één of meer gekostumeerde spelers, meestal met passend decor en requisieten die een scène uit de kunst, literatuur, geschiedenis of verbeelding weergeeft. Ze worden opgevoerd in ceremonieel, ttoneel-, feestelijk of recreatief verband, in het openbaar of privé en de uitvoering kan plaatsvinden op wagens, toneel, zoals aan het einde van een bedrijf van een stuk, of in andere geschikte openbare of privé ruimten. Gebruik 'tableaus' voor twintigste-eeuwse beeldhouwwerken samengesteld uit figuren en objecten die zijn gerangschikt tot een tafereel.
20e-eeuwse beeldhouwwerken samengesteld uit figuren en objecten die zijn gerangschikt in een schilderachtig tafereel dat door de toeschouwer niet wordt betreden. Gebruik 'environments' voor werken die omgevingen creëren die de toeschouwer kan betreden. Gebruik 'tableaux vivants' voor de stille onbeweeglijke arrangementen van een of meer gekostumeerde artiesten die scènes uit de kunstwereld, toneel, literatuur, geschiedenis of de verbeelding weergeven.
Ingenieuze tafels die mechanisch door de vloer omhoog en omlaag gebracht konden worden om het voedsel aan te vullen.
Kamers gelegen tussen het atrium en het peristylium in oude Romeinse huizen.
Taboeretten uit de 18e eeuw die vaak overdadig zijn versierd met houtsnijwerk en soms aan drie kanten worden omsloten door een rugleuning, zodat ze op het uiteinde van een miniatuur '@duchesse brisée' lijken.
Romeinse gebouwen voor het bewaren van archieven.
Te gebruiken voor Franse schilderkunst die lijkt op Amerikaanse Action Painting, met inbegrip van die uit het eind van de veertiger jaren die soms abstraction lyrique wordt genoemd. Gebruik de term 'lyrische abstractie' voor het abstract expressionisme dat is voortgezet tot de jaren zestig en zeventig (bv. Guston en Frankenthaler).
Nederlandse literaire stroming in de jaren 80 van de 19de eeuw, waarvan de vertegenwoordigers, jonge dichters en schrijvers, vastbesloten waren werkelijke emoties uit te drukken in uiterst individuele taal, met vermijding van clichés en traditionele retoriek. Bekende Tachtigers waren Willem Kloos, Jacques Perk, Frederik van Eeden en Hélène Swarth.
Verwijst naar de stroming en de stijl die waren gebaseerd op Filippo Tommaso Marinetti's Manifesto del tattilismo uit 1921, waarin 'voelbare harmonieën' en een spirituele en tastbare band tussen de kunstenaar en het publiek centraal stonden. De stroming was van invloed op de dans, de beeldende kunsten, het toneel, de fotografie en de cinematografie.
Wordt gebruikt voor door erosie ontstane verheffingen van de aardkorst. Ze worden 'gehouwen' uit vlak liggend sediment of rotsen met weerbarstige toplagen en worden omschreven als opvallende, geïsoleerde heuvels met een vlakke top en betrekkelijk steile wanden; geringer van omvang dan mesas.
Verzamelnaam voor voorwerpen die worden gebruikt voor het opdienen van eten aan tafel, met inbegrip van verschillende soorten borden, bestek, potten en pannen, schalen en accessoires zoals onderzetters en servetringen, die niet persé tot het serviesgoed behoren.
Kaarten die aangeven dat een plaats gereserveerd is.
Zware bedekkingen voor tafels van geknoopt poolweefsel, tapisserieweefsel of naaldwerk.
Wordt specifiek gebruikt voor klokken die lopen op veren, in kasten van verguld metaal uit de 16e en 17e eeuw; de benaming wordt algemeen gebruikt voor klokken in diverse vormen, die zijn ontworpen om op tafels te staan. Ze zijn bekend sinds het begin van de 15e eeuw, vooral in Duitsland.
Lampen met een tamelijk korte steel, waardoor ze makkelijk op tafels of andere meubels kunnen staan. De benaming wordt vooral gebruikt om te verwijzen naar de 18e-eeuwse lampen die op traanolie en samengestelde brandsoffen branden en meestal de traditionele glaswerk-op-steel verhoudingen van bovenstuk, steel en voet volgen, waardoor ze vaak lijken op drinkglazen met een voetje uit dezelfde periode.
Linnen dat wordt gebruikt bij het dekken van de tafel voor een maaltijd, zoals tafellakens en servetten.
Grote messen van een couvert die worden gebruikt voor het nuttigen van het hoofdgerecht.
Verwijst naar kleine decoratieve schermen, meestal van Chinese of Japanse herkomst, die zijn bedoeld om op een tafel te worden gezet. Tafelschermen kunnen uit één of meerdere panelen bestaan.
Houders in de vorm van een scheepsmodel, ter versiering of voor gebruik; sommige werden gemaakt als drinkgerei terwijl andere werden gebruikt als houder voor zout, bestek of servetten.
Beschrijft werken die zijn vervaardigd door de bevolking van Tahiti. In de verschillende kunstwerken gaf het Tahitiaanse volk blijk van een voorkeur voor sierlijke, eenvoudige lijnen. Het was gebruikelijk dat alle Tahitianen zich lieten tatoeëren met onderscheidende ontwerpen, om zo de leeftijd en maatschappelijke status zichtbaar te tonen. De tatoeageontwerpen waren eenvoudig en bevatten krachtige geometrische vormen. De tatoeages werden meestal in de bilstreek aangebracht.
Hoofddeksels die in islamitische landen worden gedragen, vooral de hoge kegelvormige die door derwisjen worden gedragen.
Geglazuurd aardenwerken diep bord met conisch deksel waarin traditionele (Noord-Afrikaanse) stoofgerechten worden bereid.
Houtachtige uitspruitsel uit de stam of stengel of uit een andere tak van een boom of ander gewas.
Verwijst naar de stijl van keramiek die werd vervaardigd op locaties in of nabij het hedendaagse Nogata en Fukuoka, in de prefectuur Fukuoka, van 1601 tot bijna aan het einde van de Edo-periode (1600-1868). De stijl wordt gekenmerkt door de vervaardiging van alledaagse voorwerpen en servieswerk voor theeceremonies. Vroege objecten zijn onder meer dikwandig alledaags aardewerk met een zeekomkommerkleurige glazuurlaag of opaak glazuur met wit stro of houtas. Tijdens de Enshu-periode (1630-1665) werd voornamelijk elegant, dunwandig aardewerk voor theeceremonies gemaakt met een karakteristieke mokkabruine glazuurlaag.
Werktuigen voor het ophijsen van lasten.
Toestellen of apparaten zoals kabels en katrollen. Worden gebruikt voor het hijsen, neerlaten en verplaatsen van objecten en materialen.
Verwijst naar het werk van een school van boeddhistische schilders die actief waren vanaf het midden van de 12de eeuw tot de late 14de eeuw. De stijl kenmerkt zich door het gebruik van forse penseelstreken, geïnspireerd door Chinese kunstwerken van de Song-dynastie (960-1270).
Verwijst naar de cultuur en het voormalige keizerrijk die floreerden van de 9de tot de 11de en van de 13de tot de 16de eeuw en die waren gecentraliseerd in de oostelijke deltaregio van het tegenwoordige Myanmar en in de westelijk-centrale regio van Thailand. De cultuur heeft de regio gedurende de laatste 1200 jaar gedomineerd, waarbij Sanskriet is vervangen door Pali-schrift en het Theravada-boeddhisme een plaats vond in de oude Birmese cultuur. De kunst van deze regio heeft gemeenschappelijke historische banden met het oude Cambodjaanse koninkrijk van Funan en met China en werd in hoge mate beïnvloed door de Angkor-civilisatie.
Megalieten in de vorm van ronde torens uit de Bronstijd. Komen voor op de Mediterraanse eilanden Menorca en Majorca in de buurt van Talaiotische nederzettingen. Het is onduidelijk waarvoor ze gediend hebben.
Negatiefprocédés waarbij een stuk papier lichtgevoelig gemaakt wordt met zilverjodide of zilvernitraat en tussen de 10 en 60 seconden wordt belicht. Na afwerking werd het verkregen negatief met was behandeld om het transparant te maken. Door belichting (in contact) van een op dezelfde wijze lichtgevoelig gemaakt papier met dit negatief verkreeg men een positief. Te onderscheiden van 'photogenic drawings', waarbij de afbeelding niet wordt afgedrukt.
Negatieven op papier vervaardigd door dit papier lichtgevoelig te maken met zilverjodide of zilvernitraat en tussen de 10 en 60 seconden te belichten. Na afwerking werd het verkregen negatief met was behandeld om het transparant te maken.Te onderscheiden van 'photogenic drawings' waarbij het beeld bij daglicht wordt ontwikkeld. Gebruik 'zoutdrukken' voor de meeste afdrukken die gemaakt zijn van deze negatieven.
Beschrijft werken die zijn vervaardigd door het gelijknamige Afrikaanse volk, dat in de Democratische Republiek Congo leeft.
Zowel te gebruiken voor personen die zijn gespecialiseerd op het gebied van de taalwetenschap als voor personen die welbespraakt zijn in verschillende talen.
Het harde, vette niervet van dieren zoals schapen, geiten en runderen, losgesmolten van het vezel- en membraanweefsel dat er van nature aan vastzit. Het wordt onder meer gebruikt om kaarsen en zeep te maken.
Grote kasten die meestal zeven of meer laden hebben en door een kroonlijst in twee secties zijn verdeeld, waarbij het onderste gedeelte op verhoogde poten staat. Gebruik 'hoge ladenkasten' voor soortgelijke (minder specifieke) Amerikaanse meubels.
Dooslieren van Zweedse oorsprong, voornamelijk gebruikt in Zweedse enclaves in Estland tot de vroege 20ste eeuw.
Sjaalachtige kledingstukken, vaak van wol of zijde, met franjes aan de vier hoeken; worden door joodse mannen om de schouders gedragen, meestal tijdens de ochtenddienst.
Hebreeuws-Engelse scholen die zowel seculier als religieus onderwijs bieden, meestal bestuurd onder orthodox-joodse auspiciën, of scholen die onderwijs geven in de talmoedische wet en die rabbi's wijden. Gebruik 'rabbijnenscholen' voor onderwijsinstellingen die speciaal zijn bedoeld voor het scholen van rabbi's. Gebruik 'joodse scholen' voor scholen die worden bestuurd onder hervormd of conservatief joodse auspiciën.
Zeer lage bontmutsen, vervaardigd uit astrakan, half zo hoog als de kolbak; onder andere gedragen door artilleristen.
Architectonische elementen van sommige Midden-Amerikaanse gebouwen, bestaande uit een horizontaal, rechthoekig paneel (tablero) dat uitkraagt over een omhoog hellende muur (talud). Wordt vaak herhaald op trapvormige piramides die ongeveer na 300 v.C zijn gebouwd.
Wordt gebruikt voor relatief smalle schuingezette banden metselwerk die vanaf 800 v.C. soms worden gevonden op muren van Midden-Amerikaanse bouwwerken. Na ongeveer 300 v.C. zijn ze vaak onderdeel van het architectonische element talud-tablero.
Baretten, gemaakt met een aansluitende hoofdband en een wijde cirkelvormige bol, gewoonlijk met een pompon in het midden. In het Britse leger gedragen door Schotse soldaten vanaf 1915.
Beschrijft werk dat is vervaardigd door het gelijknamige Afrikaanse volk, een Berbervolk dat in centraal Marokko en in Algerije leeft.
Verwijst naar de stijl van keramiek die werd vervaardigd in het zuidwesten van de oude provincie Tamba (het hedendaagse Konda in de prefectuur Hyogo). De archeologische gegevens zijn beperkt, maar de vervaardiging van dit type keramiek lijkt te zijn begonnen ten tijde van de Kamakura-periode (1185-1333), en vindt ook tegenwoordig nog plaats. Het vroege werk wordt gekenmerkt door dikke, asymmetrische bewaarpotten die zijn gemaakt door de klei te rollen, met hier en daar een groene glans die het gevolg is van gevallen houtas. In de 17de eeuw kon de productiesnelheid dankzij de technologische vooruitgang worden opgevoerd, waardoor meer variëteiten en fijnere vormen ontstonden. Werken uit deze periode worden gekenmerkt door een roodbruine, zwarte of amberkleurige glazuurlaag en een eenvoudig ontwerp. Tijdens de Edo-periode (1600-1868) werd ook elegant servieswerk voor theeceremonies vervaardigd.
Te gebruiken om werken te beschrijven van de gelijknamige Afrikaanse etnische groep die leeft in Togoen Benin.
Wordt gebruikt voor Amerikaanse bureaus met een rechtopstaande deksel van riet of latten die de rij laden en vakjes bedekt. Ze verschillen van de Engelse 'tambourschrijftafels' die een variatie op het cilinderbureau zijn met een tambourdeksel in plaats van een massieve, gebogen cilinder. Ze zijn ook anders dan '@rolltop desks' die worden gesloten met een flexibele, bolvormige deksel die houten, horizontale latten heeft.
Tamboerijnen met een rechthoekige klankkast waarover een wisselend aantal snaren loopt; bespeeld door de snaren allemaal tegelijk aan te slaan met een stokje; ook bespeeld in combinatie met een éénhandsfluit; Europa.
Wordt gebruikt voor Engelse bureaus die een variatie op het cilinderbureau zijn, met een tambourdeksel in plaats van een gebogen cilinder. Ze verschillen van het Amerikaanse 'tambourbureau' dat een rechtopstaande deksel van riet of latten heeft waarachter de laden en de vakjes zitten.
Snaarinstrumenten met lange hals zonder frets, een klankbodem met rond achterblad, 4 metalen snaren die alleen als een gonzende bourdon worden gebruikt ter begeleiding van gezongen en instrumentale melodieën; bespeeld door te tokkelen; Indiase subcontinent.
Voorwerpen die worden gebruikt om een plaat met inkt te overtrekken of een etsgrond te leggen; meestal bestaande uit een katoenen kussentje dat met zijde of leer is bedekt, maar soms ook een stuk opgerold vilt of andere stof.
Ronde, stugge kunstenaarspenselen met stompe punten die worden gebruikt om te stippelen of sjabloneren.
Term van Maleise afkomst voor gongs bespeeld in Westerse orkesten en slagwerkgroepen.
Japanse prenten, populair in de tweede helft van de 17e eeuw, met de hand gekleurd met een naar het oranje neigend rood loodpigment.
Verwijst naar een aardewerktraditie uit de prehistorische IJzertijd, gevonden in de Oost-Afrikaanse kuststreek van Kilwa in Tanzania tot aan de rivier de Tana in Kenia.
Kleine Griekse beschilderde terracotta figuurtjes, van een type dat voor het eerst werd gevonden in Boeotische tombes uit de 3e en 4e eeuw v. Chr..
Lieren met een ronde of komvormige klankkast waaruit 2 met dierenhuid bedekte armen omhoog steken die samen 2 zijden van een gelijkbenige driehoek vormen; de basis van de driehoek wordt gevormd door een juk waarvandaan 5-6 snaren, meestal van darm, naar het onderste gedeelte van de klankkast lopen, waar ze zijn bevestigd aan een metalen ring die ook als kam fungeert; gebieden rond de Middellandse Zee en de Perzische Golf.
Hard uitsteeksel van gemineraliseerd of deels gemineraliseerd weefsel dat wordt gevormd in de kaken van dieren; door de opbouw te onderscheiden van ander been.
Scholen die mensen opleiden tot tandarts.
Twee walsen met dezelfde diameter die achter elkaar op dezelfde baan zijn geplaatst.
Kleine borstels met lange handvatten die worden gebruikt voor het tandenpoetsen.
Dunne, puntige voorwerpen die na het eten worden gebruikt voor het verwijderen van restjes voedsel die tussen de tanden zitten.
De wetenschap of het beroep waarbij men zich bezighoudt met de tanden en bijbehorende delen van de mond, waarbij men zich richt op het voorkomen, diagnosticeren en behandelen van ziekten, letsel of vergroeiing van tanden, tandvlees en kaken.
Onderwijsinstellingen voor de opleiding van tandartsen, die zich in de medische praktijk bezighouden met tanden en bijbehorende structuren van de mond: preventie, diagnose en behandeling van ziekten, letsel of misvorming van de tanden, het tandvlees en de kaken.
Getande segmenten van cirkels die om een spil draaien om roterende bewegingen om te zetten in lineaire bewegingen met als doel het tellen van het aantal slagen in slaande of luidende klokken of repetitiehorloges.
Getande schijven, kegels, cilinders of andere onderdelen van een mechaniek die zijn ontworpen om in soortgelijke getande onderdelen te passen voor bijvoorbeeld het overbrengen van kracht en het veranderen van snelheid of richting.
Wordt gebruikt voor licht railvervoer waarbij de voertuigen naar boven klimmen langs hellingen die te steil zijn voor gewoon railvervoer, door middel van draaiende tandwielen die op de trein zijn bevestigd en die in een band tussen de rails lopen.
Sleutel met tanden die in een hefslot de blokkeerklossen of -pallen oplicht en de schoot vrijmaakt.
Beschrijft werken die zijn vervaardigd door het gelijknamige Afrikaanse volk, dat in het noorden van Benin leeft en een subgroep van de Gur vormt.
Diverse gereedschappen die worden gebruikt om voorwerpen vast te pakken. Ze bestaan meestal uit twee stukken metaal die aan één uiteinde, of iets van het uiteinde, aan elkaar zijn bevestigd door middel van een draaipen of veer, zodat ze twee kaken vormen waarmee iets kan worden vastgepakt.
Verwijst naar een Chinese dynastie die heeft bestaan van 618 tot 907 n. Chr., een periode welke tot de hoogtijdagen van de Chinese geschiedenis wordt gerekend. China bloeide als een stabiel en tot een eenheid gesmeed rijk, en de welvaart en het actieve mecenaat welke daaruit voortvloeiden, leidden tot een Gouden Eeuw op het gebied van Chinese schilderkunst, metaalwerk, keramiek, muziek en poëzie. Chang'an, een briljant stedelijk ontwerp, bleef de hoofdstad van de Tang en was de metropool van zijn tijd. Belangrijke Tang-heersers en opdrachtgevers waren Taizong (heerste van 626-649) en Xuanzong (heerste van 712-756). Het boeddhisme bleef invloedrijk, maar de Tang-dynastie kende ook perioden van vervolging. Grotschilderingen in Dunhuang en stenen pagodes zoals de Grote Wilde Gans-pagode (circa 652) en de Kleine Wilde Gans-pagode (circa 707) in Chang'an zijn bewaard gebleven. Monumentale stenen beeldhouwwerken in de noordelijke provincies geven blijk van een nieuwe ontwikkeling in de richting van volumineuzere, sensuelere figuren. Deze ontwikkeling is eveneens te herkennen in de wereldlijke Tang-beeldhouwwerken, zowel in steen als in keramiek. Een voorbeeld van synthese tussen Indiase en Chinese beeldhouwstijlen is te vinden in de grot van de berg Tianlong, in een reeks werken die tot stand kwam onder het mecenaat van keizerin Wu Zetian (heerste van 690-705). De schilderkunst beleefde een bloeiperiode tijdens de Tang-periode en werd gedomineerd door de wereldlijke landschapstraditie. Li Sixum en Li Zhaodao, vader en zoon, en Wang Wei zijn de namen van drie schilders die ons zijn overgeleverd, en er zijn vermoedelijk ook exemplaren van hun werk bewaard gebleven. Het werk van Wang Wei, dat latere kunstenaars heeft beïnvloed, had een intieme, melancholische uitstraling, terwijl het werk van Li Sixum en Li Zhaodao wordt gekenmerkt door de heldere tinten groen en blauw die wij kennen van de talrijke Tang-landschappen. De Chinese portretschilderkunst, welke zijn oorsprong heeft in de Han-dynastie, bereikte tijdens de Tang-periode een hogere graad van verfijning dankzij kunstenaars als Wu Daozi. De Tang-keramiek omvatte beeldjes en vaten van sancai-aardewerk, meestal als grafgift bedoeld, wit porselein, zoals het bekende Xing-aardewerk uit de provincie Henan, en de jadeachtige Yue-celadons uit de provincie Zhejiang. Het gebruik van metaaloxiden voor ondergeglazuurde decoraties werd ontwikkeld in de provincie Hunan en Sechuan, terwijl het porselein - dat overigens pas later op grote schaal werd toegepast - zijn oorsprong heeft in de Tang-periode. De decoratieve kunsten tijdens de Tang-dynastie stonden onder invloed van het Midden-Oosten en andere verre streken, hetgeen leidde tot nieuwe stijlen op het gebied van keramiek en metaalwerk. Zo werden er kleurige geglazuurde objecten van aardewerk vervaardigd, bijvoorbeeld kannen en rytons, als bewuste imitaties van Perzisch zilverwerk, terwijl Perzische inslagpatronen hun intrede deden in de Chinese textielindustrie. China voerde op zijn beurt aardewerk, zijde en druk- en papiertechnieken uit. De Tang-dynastie werd opgevolgd door de Late Liang-dynastie.
Te gebruiken om werken te beschrijven van de gelijknamige Afrikaanse etnische groep dieleeft in Kameroen en Gabon.
Beschrijft werken die zijn vervaardigd door het gelijknamige Afrikaanse volk, dat in het noordoosten van Nigeria leeft.
Grote houders of constructies voor het opslaan van vloeistoffen of gassen.
Zichzelf voortstuwende, zwaarbepantserde gevechtsvoertuigen met een volledig gesloten, draaiende geschutkoepel die het belangrijkste wapen van het voertuig bevat en één of meer machinegeweren; ze rijden op rupsbanden.
Tibetaanse stoffen vaandels met religieuze afbeeldingen, die meestal zijn geschilderd maar soms ook geborduurd of geappliqueerd; ze worden opgehangen in tempels of gedragen tijdens processies.
Japanse gedichten met eenendertig lettergrepen verdeeld over vijf regels. De eerste en derde regel bevatten vijf lettergrepen en de andere drie regels elk zeven. De tanka is historisch gezien de basisvorm van de Japanse poëzie.
Vrachtwagens met een achterstuk in de vorm van een tank voor het vervoeren van poeders, gassen of vloeistoffen in grote hoeveelheden.
Beschermende hoofddeksels voor tankbemanningen. Metalen of kunststof bol met stootrand; soms voorzien van luchtgaten. Beschermen tegen stoten, projectielen en zijn voorzien van de mogelijkheid tot het aanbrengen van verbindingsapparatuur.
Te gebruiken voor vrachtvoertuigen voor op het spoor, die voor het grootste gedeelte bestaan uit tanks voor het vervoer van vloeistoffen, gassen of korrelige vaste stoffen.
Verwijst naar werken die zijn vervaardigd door de gelijknamige Afrikaanse etnische groep, die in Botswana leeft.
Religieuze ideologie gebaseerd op de tantra, een van de latere boeddhistische of hindoeïstische geschriften die met name betrekking hebben op seksuele en meditatieve rituelen en technieken in relatie tot goddelijke creatieve energie (shakti) en bovennormale mystieke doelen. Het tantrisme komt zowel voor in het boeddhisme als in het hindoeïsme en is ook van invloed geweest op een aantal andere religieuze bewegingen en trends sinds de 5de eeuw.
Japanse prenten van een standaardformaat, ongeveer 35½ bij 10 centimeter.
Religie en filosofische traditie die haar oorsprong vindt in China, en waarbij de nadruk ligt op individuele vrijheid en spontaniteit, een minimum aan overheidsbemoeienis en sociaal primitivisme, technieken voor zelftransformatie, mystieke ervaringen en individuele en gemeenschappelijke ethische verantwoordelijkheid. De traditie is gebaseerd op de teksten van Tao-te Ching, Chuang-tzu en Lieh-tzu. Later ging de traditie verschillende richtingen uit, wat leidde tot strikt filosofisch taoïsme aan de ene kant en religieus taoïsme aan de andere kant. Het heersende principe van die laatste richting is het streven naar een toestand van 'onsterfelijkheid' door strikte voedingsvoorschriften, beheersing van de ademhaling, meditatie en het visualiseren van de goden in het lichaam, seksuele beheersing, het beoefenen van theoretische innerlijke alchemie (nei-tan) om de yin- en yang-krachten in het lichaam te mobiliseren en het gebruik van magische talismans. Succesvolle volgelingen stonden bekend als hsien (onsterfelijken).
Dans waarin het ritme of de ritmische variatie hoorbaar wordt aangegeven met de tenen of hakken van dansers die schoenen dragen met speciale harde zolen of metalen plaatjes.
Magnetiseerbaar materiaal in bandvorm, waarop informatie kan worden opgeslagen in de vorm van elektromagnetische signalen.
Wordt gebruikt voor bladzijden met ingewikkelde versieringen, soms met een centraal kruismotief, zoals in sommige insulaire manuscripten, of samengesteld uit minutieus schrift, zoals in bepaalde Hebreeuwse manuscripten.
Schotse drinkbekers, voorzien van een deksel met een knop, gewoonlijk gemaakt van tin.
Complex weefsel met effenbindig basisweefsel en een toegevoegd inslagstelsel, dat aan de goede kant flotteringen vormt. Deze flotteringen worden, regelmatig verdeeld over de weefselbreedte, in effenbinding vastgelegd door elke derde, elke vijfde, of elke zevende, enz., kettingdraad.
Een techniek waarbij kleurstoffen worden gecombineerd om karakteristieke vervagingseffecten te bereiken. Met een natte kwast wordt een kleur aangebracht en vervolgens wordt een tweede kleur aangebracht voordat de eerste is opgedroogd. De techniek wordt meestal aangetroffen in de Japanse rimpa-school.
Verwijst naar een Neolithische stijl en cultuur die is genoemd naar de archeologische vindplaats bij Fère-en-Tardenois in Noord-Frankrijk, en die voorkwam in Frankrijk, België, op de Britse eilanden en elders in West-Europa. Deze cultuur, die zich kenmerkt door specifieke beitelvormige pijlpunten, andere artefacten, en door de vorming van nederzettingen op zandgronden en plateaus, is gerelateerd aan de Azilian-cultuur.
Reeksen of lijsten van belastingtarieven die door een regering worden geheven op geïmporteerde of geëxporteerde goederen.
Doorschijnende, dunne, zwaar gesteven en los geweven katoenen stof. Het wordt gebruikt voor voeringen en als veegdoek bij het maken van drukken. Wordt ook gebruikt voor een bepaald soort mousseline die uit India naar Engeland is gebracht in de 18e eeuw en in de 19e eeuw in Schotland werd geproduceerd, meestal voor baljurken.
Blaasinstrumenten met een houten klankkast, conische boring, dubbel riet en pirouette; 13de eeuw. Het hedendaagse model, heeft een enkel riet en klarinetachtig mondstuk; Hongarije.
Kaartspellen die worden gespeeld met tarotkaarten, in het bijzonder het Midden-Europese spel met 22 Grote Arcana-kaarten en maximaal 56 gewone speelkaarten.
Verwijst naar de periode en stijl van de artistieke productie in de Etruskische stad Tarquinia in het bijzonder tussen de 7de en de 2de eeuw v. Chr. toen de stad zich ontwikkelde tot een economisch, politiek en cultureel centrum. De kunstwerken, die meestal in verband worden gebracht met graftomben, bestaan voornamelijk uit muurschilderingen, sarcofagen en reliëfs op deuren.
Genus van zes of meer levende soorten kleine springende primaten die alleen voorkomen op een aantal eilanden in Zuidoost-Azië, met inbegrip van de Filippijnen. Spookdiertjes zitten qua vorm tussen lemuren en apen in.
Genus van verschillende eenjarige grassen die zich goed kunnen aanpassen aan verschillende klimaten en die men al sinds prehistorische tijden verbouwt als voedsel. Tegenwoordig wordt tarwe in de meeste gematigde gebieden verbouwd vanwege het graan, met name T. aestivum en T. turgidum. Aan het eind van de lange stengels (ongeveer 1 meter lang) zitten aren met graankorrels die men vermaalt tot meel voor pasta en brood. Tarwemeel gebruikt men ook als veevoer en voor het maken van stijfsel en alcohol (bier). Het bevat koolhydraten (70%), proteïnen (11-15%), mineralen en vitaminen. De strohalmen (stengels) van de tarweplant gebruikt men voor het maken van papier en als droog veevoer en ligstro.
Zachte of onbuigzame accessoires voor het dragen van persoonlijke artikelen, vaak met een trekkoordsluiting. Gebruik 'handtassen' voor tassen met een vast frame en knipsluiting.
Tassen of kleine bankaanbeelden met aan één kant een slanke hoorn.
De metsellagen van gewelfribben waar de ribben naar voren beginnen te komen en zich van het muurvlak losmaken. Het punt van maximale buitenwaartse druk van een gewelf.
Verwijst naar islamitische bidsnoeren met kralen waarin eenheden van 99, 33 of andere getallen de namen van God symboliseren; de gebedskralen, die oorspronkelijk uit Perzië afkomstig zouden zijn, zijn meestal vervaardigd uit hout, been of edelstenen, met aan elkaar geknoopte uiteinden. Moslims raken de kralen een voor een aan en zeggen daarbij een van de talloze mogelijke gebedsformules op, meestal 'Glorie zij Allah'. Aangezien een gebed ook in stilte vanuit het hart mag worden uitgesproken, kan men zijn loftuitingen aan God verveelvoudigen door tijdens een gesprek de kralen door de vingers te laten gaan.
Verwijst naar de Eneolithische cultuur die werd gevestigd in het Minoesinsk-bekken tussen de 1ste eeuw v. Chr. en de 5de eeuw n. Chr. Opmerkelijke artefacten uit deze periode zijn bijvoorbeeld exemplaren van de Scytisch-Siberische Dierenstijl op brons en goud, en begrafenismaskers van klei waarop gezichten zijn afgebeeld met een decoratie in twee kleuren.
Verwijst naar de Predynastische periode in boven-Egypte rond 4.500 v. Chr. die zich kenmerkt door aardewerk in een primitieve vorm, waardoor sommige onderzoekers haar vóór de Badara-periode dateren, Anderen denken dat deze periode samenviel met de Badara periode, of er slechts een vroege fase van was.
Beschrijft de diverse soorten kunstwerken die zijn vervaardigd door de Tasmaanse Aboriginals, die zwaar te lijden hebben gehad van de Europese kolonisatie. Er zijn nauwelijks kunstwerken uit Tasmanië bewaard gebleven. Vroege documenten duiden erop dat Tasmanië een even rijke kunstzinnige traditie heeft gekend als andere delen van Australië. Vroege foto's en schilderijen van Thomas Bock laten voorbeelden zien van complexe haardecoraties en lichaamsversieringen.
Hout van de boom behorende tot de soort Eucalyptus regnans, inheems in Tasmanië en Victoria in Australië. De kleur varieert van bijna wit tot vaalbruin en het wordt gebruikt voor het maken van meubilair, schrijnwerk, lambriseringen en vloeren.
Te gebruiken om werken te beschrijven van de gelijknamige Afrikaanse etnische groep dieleeft in Tanzania.
T-vormige stenen monumenten uit de Talaiotische cultuur, gevonden op het Mediterraanse eiland Menorca, bestaande uit een verticale pijler met een horizontale steen erop gelegd en tot 3,7 meter hoog.
Een groep kleuren variërend van bruinachtig grijs tot geelachtig donkerbruin, afgeleid van het Franse en Latijnse woord voor de kleur van de vacht van een mol.
Dierenriemsymbool van een stier, ruwweg gebaseerd op het sterrenbeeld met dezelfde naam. De dierenriemtekens zijn bewaard gebleven via klassieke Griekse en Romeinse decoratie. Ze waren populair in Noord-Europese Romaanse en Gotische kerken en werden vaak aangetroffen in middeleeuwse psalters en getijdenboeken. Ze symboliseren elke maand waarin de zon het betreffen sterrenbeeld binnengaat. Deze tekens zijn ook gebruikt als decoratie op plafonds, kaarten, uurwerken en astronomische instrumenten.
Vooral 17e tot 19e eeuwse gelegenheden waar men kon eten, drinken en overnachten, die vaak plaatselijke verzamelplaatsen voor gezelligheid werden; te onderscheiden van 'herbergen' waar de slaapgelegenheid wordt benadrukt en die ook eten en drinken aanbieden; gebruik 'cafés' en 'saloons' voor gelegenheden waarbij de nadruk ligt op vooral alcoholische dranken.
Te gebruiken om werken te beschrijven van de gelijknamige Afrikaanse etnische groep, behorend tot de Shona, die leeft in Mozambique en Zimbabwe.
Arabisch schrift dat mogelijk is uitgevonden door de kalligraaf Ibn Muqlah in de 9de eeuw n. Chr., gebaseerd op het thuluth-schrift.
Plaatsen waar taxi's mogen parkeren om te wachten op klandizie.
De familie Taxodiaceae werd voorheen beschouwd als afzonderlijke plantenfamilie die uit tien genera van kegeldragende bomen bestond: Athrotaxis, Cryptomeria, Cunninghamia, Glyptostrobus, Metasequoia, Sciadopitys, Sequoia, Sequoiadendron, Taiwania en Taxodium. Op basis van genetisch onderzoek wordt nu echter algemeen erkend dat alle genera met uitzondering van Sciadopitys feitelijk tot de familie Cupressaceae behoren.
Te gebruiken voor het systematisch onderscheiden, classificeren en benoemen van typen organismen, voorwerpen en verschijnselen binnen een bepaald gebied, vooral wanneer toegepast in de biologie op levende en uitgestorven dieren en planten. Wordt ook gebruikt voor de studie van de theorie, regels en methoden van systematische classificatie en naamgeving als zodanig.
Genus van 8 soorten kleine naaldbomen of struiken uit de familie Taxaceae, die zijn verspreid over het hele noordelijk halfrond. Het zijn relatief langzaam groeiende, langlevende planten die 1 tot 40 meter hoog kunnen worden en waarvan de stam een diameter heeft van maximaal 4 meter. Taxussen hebben een warm donkergroen blad met rechtopstaande of uitspreidende, bedekt met afgeplatte, lineaire bladeren. Ook andere bomen worden taxus genoemd maar zijn geen echte taxussen van dit geslacht, waaronder de Cephalotaxus harringtonia, de Saxegothaea conspicua en de Torreya taxifolia.
Rotsgravurestijl uit de Sahara, genoemd naar de Algerijnse vindplaats waar deze gravures voor het eerst zijn ontdekt. Tazina-rotsgravures zijn meestal fijn ingesneden en zorgvuldig gepolijst; ze beelden wilde dieren af, vaak gazelles.
Groepen van twee of meer mensen of dieren die samenwerken als eenheid aan een gezamenlijke taak, bijvoorbeeld een sport, een spel, project of taak.
Gelegenheden waar thee en andere niet-alcoholische dranken en gebak en lichte maaltijden worden geserveerd.
Zij die technologie bestuderen of darin zijn gespecialiseerd.
Genus van drie soorten tropische hardhoutbomen die inheems zijn in Zuid- en Zuidoost-Azië, met name in India, Pakistan, Bangladesh, Myanmar (Birma), Indonesië en Thailand. Gewoonlijk vindt men ze in moessonbossen.
Beschrijft werk dat is vervaardigd door het gelijknamige Afrikaanse volk, dat in Tsjaad, Libië en Niger leeft.
Sandalen die aan de voet worden gehouden door middel van omgekeerde V-banden tussen de eerste en de tweede tenen.
Vlak, compact en relatief dun, duurzaam materiaal dat over het algemeen wordt gebruikt voor dakbedekking, vloerbedekking of muur- en plafondbedekking; meestal rechthoekig of vierkant van vorm. Gebruik eerder 'keramische tegels' voor gebakken kleimaterialen in diverse vormen en dikten die, naast bedekking, voor verscheidene doeleinden worden gebruikt.
Metalen pinnen die worden gebruikt in metselwerk om een horizontale draad of lijn omhoog te houden. De metselaar plaatst de lijn en gebruikt hem dan als leidraad bij het juist op een lijn brengen van het werk.
Wordt gebruikt voor de compenserende of tegenwicht biedende gewichten op een weegschaal.
Graf waarbij het lichaam bedekt wordt door aardewerken tegels (tegulae), die samen een soort hellend dak vormen. Vaak voorkomend in de Romeinse Oudheid.
Beschrijft werken die zijn vervaardigd door het gelijknamige Afrikaanse volk, dat in het zuidoosten van Kenia leeft.
Verwijst naar reeksen tekeningen die opeenvolgende handelingen tonen om de illusie van beweging te wekken. De tekeningen worden meestal gefotografeerd op film of direct op film getekend en geprojecteerd, of ze worden handmatig omgeslagen als een serie pagina’s, zodat beweging wordt gesimuleerd van de voorwerpen en figuren die op de tekeningen zijn afgebeeld.
Apparatuur, meestal een soort toetsenbord, die wordt gebruikt om getypte tekens en titels te genereren die in of over een videobeeld worden ingevoegd.
De theorie en bestudering van tekens en symbolen, die zich voornamelijk bezig houdt met hun werking binnen talen, waaronder met syntaxis, semantiek en pragmatiek.
Fijne dunne katoen of linnen stof, aan een of beide zijden gecoat met stijfsel of een stijfselmengsel, gebruikt met name door architecten en ontwerpers bij het maken van overtreksels in inkt of pen.
Pennen met een pennenhouder en een serie speciaal gevormde punten die in grootte en vorm variëren van breed en plat tot smal en puntig. Worden gebruikt in de kalligrafie en belettering.
Wordt alleen gebruikt voor derwisj kloosters; gebruik 'hospitiën' voor pleisterplaatsen voor islamitische pelgrims.
Beschrijft werken die zijn vervaardigd door het gelijknamige Afrikaanse volk, dat in Marokko leeft en een subgroep van de Berbers vormt.
De overweging tussen belastingen en spanningen in architectonische ontwerpen volgens recente architectuurtheorieën.
Seinsystemen die gebruikmaken van muzikale klanken zoals in 1828 ontwikkeld door Sudre. Ook gebruikt voor andere vroege telefoonsystemen.
Gidsen met namen van mensen met een telefoonaansluiting en de bijbehorende adressen en telefoonnummers.
Kabels die worden gebruikt binnen telefoonsystemen om stemgeluid of gegevens over te brengen via elektrische impulsen. Ze zijn meestal gemaakt van koper, staal of glasvezel omgeven door rubber of plastic.
Wordt gebruikt voor instrumenten, toestellen of apparaten die geluiden over een afstand overbrengen of reproduceren, vooral die apparaten waarin een menselijke stem wordt overgebracht door een kabel of een satelliet.
Diverse lenzen waarvan de brandpuntsafstand aanzienlijk groter is dan de diagonaal van het negatief in de samenstelling waarin het wordt gebruikt.
Filosofisch onderzoek naar de eindigheid, met name met betrekking tot de structuur of doelgerichtheid van de natuurlijke processen.
Uitschuifbare eettafels die in de Victoriaanse periode werden uitgevonden. De naam verwijst naar de manier van uitschuiven.
Kaarsenstandaards waarvan de stang in elkaar overlappende cilindervormige gedeelten in- en uitschuift om de hoogte in te stellen.
Gemeenschappen die zijn ontworpen om telecommunicatiediensten aan te bieden aan mensen die thuis werken, vaak met de nieuwste technologie en gevestigd op het platteland.
Personen die vaak op televisie verschijnen en voornamelijk via dat medium bekend zijn bij het publiek. Dit zijn onder andere acteurs, presentatoren, gastheren en -vrouwen van shows en sommige religieuze leiders.
Te gebruiken voor communicatiesatellieten die televisiesignalen direct doorseinen naar thuisontvangers.
Wordt gebruikt voor kunstmatige heuvels die bestaan uit de opeenhoping van overblijfselen van opeenvolgende niveaus van nederzettingen. Gebruikelijk in gebieden waar modder als bouwmateriaal wordt gebruikt.
Verwijst naar werken die zijn vervaardigd door de gelijknamige Afrikaanse etnische groep, die in de Democratische Republiek Congo leeft.
Wordt gebruikt voor religieuze gebouwen die zijn gewijd aan het dienen van een godheid of godheden, vaak met een cultusafbeelding; wordt niet gebruikt voor christelijke en islamitische religieuze gebouwen, gebruik daar 'kerken' of 'moskeeën'. Kan ook worden gebruikt voor protestantse vereringsplaatsen in Frankrijk en en sommige Frans-sprekende gebieden.
Twee stokken met een regelmechanisme in het midden om de breedte in te stellen. Hun uiteinden steekt men in de zelfkanten van het weefsel, waarna men de gewenste breedte van het mechanisme kiest. Men steekt soms een naald of haak in de zelfkanten en maakt die vervolgens vast aan het frame om ervoor te zorgen dat breedte en spanning constant blijven.
Matjes van ongeveer 2 vierkante voet die aan elkaar zijn genaaid en worden gebruikt als lange lopers tussen pilaren in Boeddhistische tempels.
Verf bestaand uit een emulsie van vettige en waterige bestanddelen. De standaardemulsie bestaat gewoonlijk uit eigeel en water; er worden ook varianten gebruikt met een heel ei, lijnzaadolie, caseïnelijm, gom of was.
Te gebruiken om werken te beschrijven van de gelijknamige Afrikaanse etnische groep die leeft in het oosten van Senegal, Guinee-Bissau, en het westen van Guinee.
Een Japanse school van het boeddhisme, genoemd naar de berg Tj'ien-T'ai in China en de Tj'ien-T'ai-school in het Chinese boeddhisme dat hier ontstond. In 805 werd Tendai in Japan geïntroduceerd door Saicho in zijn Enryakuji-tempel op de berg Hiei bij Kyoto. Saicho's leer was gebaseerd op de 'Lotus Sutra' en ging uit van zijn overtuiging dat alle levensvormen op dezelfde manier het boeddhaschap kunnen bereiken. Tendai bevat elementen van Sjingon en Shinto. Binnen Tendai ontstonden talloze populaire aftakkingen van het boeddhisme, waardoor het begrip erg breed werd. Het Reine Land-boeddhisme, het zenboeddhisme en het Nichiren-boeddhisme zijn allemaal ontstaan uit Tendai. Hoewel Tendai in Japan nog steeds bestaat als boeddhistische school, is het minder belangrijk dan de drie bovengenoemde scholen.
Kleine schepen die grotere schepen begeleiden of passagiers, goederen en voorraden aan of van boord brengen. Ze kunnen ook kustvoorzieningen bevoorraden, zoals vuurtorens en conservenfabrieken.
Verwijst naar werken die zijn vervaardigd door de gelijknamige Afrikaanse etnische groep, die in Mauritanië leeft.
Sportschoenen die speciaal bedoeld zijn om te dragen bij het tennissen.
Beschrijft menselijke stemmen en muziekinstrumenten met een toonhoogte lager dan alt, maar hoger dan bariton.
De sterkste en veiligste gedeelten van Japanse kastelen. Deze torenachtige constructies staan binnen andere gebouwen of apart. Soms bevonden ze zich op een binnenhof dat men ���honmaru' noemde. Ze konden vrijstaan of verbonden zijn met andere constructies van hetzelfde type. Gebruik ���donjon' voor dit soort vestingwerken in West-Europese kastelen.
Daken met een vierkante, achthoekige of andere basis die worden opgespannen met een stok. Men gebruikt de term voor Russische en victoriaanse houten constructies en de structuren van moderne constructies gemaakt met membranen en dunne geraamtes, en ook voor de daken van gewone tenten. Gebruik ���šaters' voor zulke daken binnen de context van de Russische architectuur.
Wordt gebruikt voor verticale verschuivingen tussen lagen; als zulke verschoven lagen bij elkaar komen ontstaat een tentvorm.
Kasten van elke omvang, meestal gemaakt van glas, ontworpen om te boeken, museale voorwerpen, of andere objecten tentoon te stellen en hen te beschermen tegen stof en insecten; ze hebben vaak een gecontroleerde luchtvochtigheid.
Ruimten in musea en andere gebouwen, voor het min of meer permanent tentoonstellen van collecties voorwerpen.
Kleine ronde bedekkingen voor de tepels van een vrouw; worden vooral gedragen door stripdanseressen.
Tells (kunstmatige heuvel ontstaan uit lagen menselijke bewoning) in Perzië.
Ruimten met baden met lauw water in Romeinse badhuizen.
Voorstellingen van menselijke figuren die slechts tot hun middel zijn afgebeeld.
Beschrijft werk dat is vervaardigd door het gelijknamige Afrikaanse volk, dat in het noordoosten van Nigeria leeft.
Oliehoudend hars uit de kleine cashewboom Pistacia terebinthus die inheems is in Zuid-Europa en het Middellandse Zeegebied. Wordt gebruikt als bestanddeel van vernis.
In Angelsaksische landen een paper of ander document over een onderwerp dat een student heeft bestudeerd en dat hij of zij indient aan het eind van een semester of een andere periode van een school of universiteit.
Orde van insecten die zich met cellulose voeden. De dieren hebben een sociaal systeem dat opvallende gelijkenissen vertoont met dat van mieren en bijen, hoewel de orde onafhankelijk is geëvolueerd.
Gebruik voor complexen die faciliteiten bieden die het verkeer van lading of passagiers tussen schepen of tussen schepen en de wal mogelijk maken.
Kleine bladverliezende boomsoort of grote heester die tot 7 m hoog kan worden en inheems is in het Middellandse Zeegebied. Hij zou al in Myceense teksten zijn vermeld en komt voor in Bijbelse teksten en was bekend in het oude Griekenland. Het sap wordt gebruikt als geneesmiddel en voor de vervaardiging van een terpentijnolie. De vrucht wordt gebruikt bij het broodbakken. De schors en de gallen worden gebruikt bij het looien van leer en voor het bereiden van een drank.
Veel gebruikt oplosmiddel of verdunner voor een drogende olie (zoals lijnolie). Wordt gedistilleerd uit de hars van bepaalde boomsoorten, zoals de Europese lariks, zilverspar en een Amerikaanse den.
Roodachtige aarde die ijzer en mangaandioxiden bevat en die wordt gebruikt als pigment voor olieverfschilderijen en aquarellen. De term verwijst naar de roodachtige aarde rond de Italiaanse stad Siena.
Verwijst naar een stijl van verfijnd aardewerk die voorkwam in Italië, Frankrijk, Duitsland, en het gehele Romeinse Rijk van de 1ste eeuw v. Chr. tot de 3de eeuw na Chr. De stijl is schatplichtig aan Oud-Griekse traditiesin het gebruik van calcietrijke klei met een hoog ijzergehalte, om een glimmend oppervlak te creëren, maar verschilt van Grieks aardewerk doordat het maar een keer is gebakken, in een open oven. Kenmerkend zijn de rode kleur, de zorgvuldige afwerking, en soms de decoraties van gestempelde figuren en patronen. De term werd bedacht in de 19de eeuw, en sindsdien bestaat er onenigheid over de vraag op welk soort aardewerk deze van toepassing is, omdat de term verschillend vertaald wordt, ofwel als ‘gestempelde aarde’,hetgeen verwijst naar de gestempelde motieven, of als ‘verzegelde aarde’, hetgeen verwijst naar een harde, vettige medicinale grondsoort genoemd‘terra sigillata’ die voorkomt op het eiland Lemnos, en waarvan werd verondersteld dat het de klei was waarmee het aardewerk werd vervaardigd. Voor meer verwarring zorgde de relatie tussen deze term en ‘Samisch aardewerk’ of ‘Samisch’.
Verwijst naar een periode en cultuur in de Bronstijd die zich ontwikkelde rond 1500 v. Chr. in Emilia in Noord-Italië en die duurde tot aan de vroege IJzertijd. De term is ontstaan uit ‘Terra marna’ wat ‘rijk land’ betekent in het Emiliaanse dialect en dat verwijst naar de enorme hoeveelheid archeologische overblijfselen die in verband kunnen worden gebracht met de vindplaatsen. De periode wordt gekarakteriseerd door kenmerkende versieringen op wapens en aardewerk, crematie van de doden, en aanpassingen aan een vlak terrein dat onderhevig was aan seizoengebonden overstromingen, zoals paalwoningen beschermd door wallen of bolwerken.
Diepe schalen variërend van maat en vorm, meestal met deksel; worden gebruikt voor het serveren van soep, saus, stoofschotels of andere spijzen.
Vuurvaste, vaak aardewerken houders om voedsel in de oven te verwarmen en het te serveren.
Een regulerende factor voor het intermenselijke gedrag, die een ruimte definieert en de zichtbare en onzichtbare grenzen van die ruimte aangeeft.
Districten onder de jurisdictie van een staat, die niet de volledige autoriteit hebben zoals provincies of staten, maar een zekere plaatselijk bestuurlijke en wetgevende macht bezitten.
Kleuren die ontstaan door vermenging van een primaire kleur met een aangrenzende secundaire kleur; voorbeelden zijn roodoranje en blauwgroen.
In elektronica het gevolg als een uitgangssignaal van een schakeling teruggaat naar de ingang van hetzelfde systeem. Feedback kan worden gebruikt om een signaal te versterken, hoewel het in veel gevallen een ongewenst bijverschijnsel is van een signaalstroom, vergelijkbaar met ruis.
Documenten met bijzonderheden over de testamentaire procedure, met inbegrip van inventarislijsten, definitieve kosten en de verdeling van de eigendommen. In vroeger tijden werden boedelbeschrijvingen meestal ingediend door vrouwen, en ze geven dan ook unieke informatie over de ervaringen van vrouwen met het beheer van bezittingen, alsmede de geschiedenis van de relaties tussen mannen en vrouwen betreffende hun bezittingen.
Middelgrote zilveren munten die in Italië tussen 1475 en 1846 werden gebruikt.
Wordt gebruikt voor complexen waar wapens en voertuigen worden getest onder scherp toezicht; gebruik 'proefterreinen' voor plaatsen waar wapens tot ontploffing worden gebracht op een afstand van de waarnemers.
Byzantijnse gouden munten die tussen de 10e en de 12e eeuw werden gebruikt.
Zware, onregelmatig geronde, eivormige en langwerpige stenen, aangetroffen op neolithische vindplaatsen in de Sahara, met een groef over het midden. Uit afbeeldingen in rotsinkervingen is bekend dat ze gebruikt werden om tamme dieren zoals vee aan vast te binden, of om touwvallen en -strikken voor wilde dieren te maken; het touw werd op de plaats van de groef rond de steen gebonden of geknoopt en het gewicht van de steen voorkwam dat het dier wegliep.
Gebouwen die aan vier zijden apsissen hebben.
Oude Griekse munten met een waarde van vier drachmen, oorspronkelijk van puur zilver gemaakt maar geleidelijk steeds minder waard. In omloop geweest van ongeveer 550 v.C. tot 300 n.C.
Constructies met vier vierkanten, twee elkaar kruisende doorgangen en vier façades. De assen zijn elk symmetrisch ingekaderd door architectonische zuilen en bogen. De term wordt doorgaans gebruikt in verband met monumentale antieke Romeinse architectuur. Quadrifrons bogen werden vaak gebouwd bij haakse wegkruisingen en waren meestal vrijstaand. Quadrifrons bogen konden triomf of eerbetoon uitdrukken. Quadrifrons bogen waren met name populair in Noord-Afrika. Beroemde voorbeelden zijn de boog van Marcus Aurelius in Tripoli en de Janus Quadrifrons in Rome. De term kan ook verwijzen naar een vorm van beeldhouwen die meestal werd gebruikt als architectonisch ornament dat bestaat uit vier gezichten of façades die in vier richtingen staan.
Kunstenaars of ambachtslieden die rechtstreeks op weefsel schilderen, voor het decoreren van draperieën, vaandels of ander textiel. De term verwijst niet naar kunstenaars die in olieverf of een ander medium op linnen of een andere stof schilderen, met als het doel het creëren van een tafereel of ander kunstwerk dat wordt ingelijst en tentoongesteld of aan de muur wordt gehangen.
In algemene zin, ambachtslieden of fabrieksarbeiders die zich bezighouden met een of alle processen die nodig zijn voor de textielproductie.
Verwijst naar de stijl en cultuur van het gebied dat bekend is als het huidige Thailand. De artistieke productie richt zich voornamelijk op het vervaardigen van porselein en aardewerk, schilderkunst, beeldhouwkunst en architectuur en vertoont stilistische invloeden uit China, India en andere regio's en culturen in Zuidoost-Azië. Tempelstijlen in dit gebied imiteren met name hindoeïstische en boeddhistische modellen, met unieke variaties.
Kleine klasse van in zee levende manteldiertjes die tijdens de gehele levensduur vrij rondzweven. Ze hebben een mondopening die gericht is naar de achterzijde van iedere zoïde, en ongeslachtelijke knoppen die zich vanuit een ventrale stolon ontwikkelen. Soms worden ze geclassificeerd als orde in plaats van als klasse.
Te gebruiken om werken te beschrijven van de gelijknamige Afrikaanse etnische groep die leeft in Kenia.
Verwijst naar een stijl die zijn naam ontleent aan de gelijknamige stad in het zuiden van het tegenwoordige Myanmar, gelegen op de vlakten van Tenasserim; het is een vroege Mon-hoofdstad die tot de 11de eeuw als belangrijkste centrum van de Indiase cultuur werd beschouwd. Opvallende kenmerken van de stijl zijn het Mon-beeldhouwwerk, de brahmaanse stèles van steen en de stenen bas-reliëfs van de godheden Visjnoe, Ananta, Brahma en Shiva, in diverse meditatieve houdingen.
Alle verplaatsbare fysieke voorwerpen met uitzondering van kostuums, die op een film- of tv-set of op toneel worden gebruikt, zoals interieurelementen, decoraties en voorwerpen die door acteurs worden vastgehouden of aangeraakt.
Te gebruiken voor de academisch georiënteerde bestudering van toneel, bestaande uit kritiek, geschiedenis, esthetiek van toneel en de bestudering van drama als een gespecialiseerde vorm van literatuur. Gebruik 'theater (vakgebied)' voor de professioneel georiënteerde bestudering en beoefening van toneel.
Ronde metalen houder met glas aan de voorzijde. Aan de achterzijde verzegeld met een was- of lakzegel en veelal voorzien van een attestnummer en datum. Het kan in een speciaal daarvoor uitgeruste reliekhouder worden gestoken. Zo kunnen verschillende theca's elkaar in de houder afwisselen.
Aromatische drank die wordt bereid van geselecteerde gedroogde blaadjes en knoppen van de theestruik, door die in heet water onder te dompelen.
Kleine houders met deksel voor droge thee, vaak gebruikt op een theetafel in combinatie met een theepot en een ketel.
Keukengerei met een geperforeerde bak met daarin theeblaadjes of soms ook gemalen koffie die in een kop of pot met water worden geplaatst zodat het kan trekken. Gebruik 'thee-eieren' voor kleine geperforeerde balletjes waarin theeblaadjes worden gedaan en die in heet water worden ondergedompeld om thee te maken. Gebruik 'theezeefjes' voor hulpmiddelen waarmee de losse blaadjes of het bezinksel wordt opvangen als de drank wordt uitgeschonken.
Aanduiding voor kleine gebouwtjes voor het Japanse theeritueel.
Mensen, vaak monniken en meestal in Japan, die na hiertoe te zijn opgeleid de bereiding en consumptie van groene thee verzorgen volgens strikte ceremoniële regels. Het is een uitdrukking van de zenboeddhistische filosofie.
Gewatteerde overtreksels voor theepotten om de warmte vast te houden.
Kleine, decoratieve lepels die voornamelijk worden gebruikt voor het scheppen of afmeten van verse thee uit een theeblik.
Term applied to a variety of small tables intended to hold a tea service and other articles used for serving tea; may have a top so made that it could be lifted off for separate use as a tray.
Traditioneel wordt deze term gebruikt als aanduiding voor de plek waar de Japanse theeceremonie zich voltrekt. Tegenwoordig kan er ook mee worden verwezen naar uitspanningen buiten een stad waar thee en andere lichte verfrissingen worden geserveerd.
Vaten voor het bevatten of schenken van thee, variërend van vorm, maar met een tapkraantje in plaats van een tuit; staan meestal op pootjes of op een standring en kunnen een warmhoudelement hebben. Kunnen onderdeel zijn van een theeservies. Gebruik liever 'kraantjeskannen' voor ketelachtige houders bestemd voor het bevatten of schenken van warm water bij het serveren van thee en die ook bij een theeservies kunnen behoren.
Kleine tafeltjes op wieltjes die worden gebruikt om thee en versnaperingen op te serveren.
Filters waardoor thee of soms ook koffie wordt geschonken met de bedoeling dat het de losse blaadjes of het bezinksel opvangt. Gebruik 'thee-eieren' voor keukengerei dat theeblaadjes of soms gemalen koffie bevat en in een kop of pot met water wordt gedaan zodat het kan trekken.
Kaarten die in de eerste plaats zijn ontworpen om over specifieke verschijnselen informatie te geven.
Verwijst naar de stijl en periode in het Oost-Romeinse Rijk die de heerschappij van Theodosius l (379-395) en die van zijn kleinzoon Theodosius ll (408-450) omspant. De stijl van deze periode is gevormd door de krachtige onderdrukking van heidendom en Arianisme door Thesiodosius l, de nadruk op de beoefening van wetenschap en de Codex Theodisianus uit 438 van Theodosius ll, en de bouwactiviteit van beide keizers, waaronder de oprichting van een stadsmuur om Constantinopel.
Tak van de linguïstiek waarbij het doel allereerst is om universele principes vast te stellen voor het bestuderen van taal en talen, en om de onderliggende structuren en andere eigenschappen van de menselijke taal te bepalen.
Enige religieuze of filosofische ideologie die is gebaseerd op een mystiek begrip van de gedaante van God en/of de goddelijke waarheid. Dit inzicht kan alleen worden verkregen door het goddelijke direct te ervaren. De term wordt soms gebruikt om specifiek te verwijzen naar de principes van de Theosofische Vereniging, die in 1975 in New York werd opgericht door madame Blavatsky en H.S. Olcott en die elementen bevatte van het boeddhisme en het brahmanisme.
Personen die zijn geschoold in het toepassen van bezigheidstherapie of lichamelijke maatregelen bij de behandeling of tijdens de revalidatie van een patiënt.
De vorm van boeddhisme die wordt beoefend in de Zuid-Aziatische landen Sri Lanka, Myanmar, Cambodja, Thailand en Laos. De leer van Theravada is relatief onveranderd sinds de 3de eeuw v. Chr. en is gebaseerd op de 'tipitaka' of Pali Canon, die een conservatieve interpretatie van de leer van Boeddha bevat. Theravada onderscheidt zich hoofdzakelijk van het latere Mahayana in de afwijzing van bodhisattva's. Hoewel het uiteindelijke doel van Theravada ligt in het worden van een 'perfecte heilige' of 'arhat', kunnen gewone gelovigen geen werkelijke verlichting bereiken. Werkelijke verlichting kan alleen worden bereikt door in te treden in een religieuze orde, en zelfs dan is het bijna onmogelijk om een Boeddha te worden.
Te gebruiken om lichamen te beschrijven die deels menselijk en deels dierlijk zijn.
Wordt gebruikt voor monumentale antieke Romeinse badhuizen. Gebruik 'badhuizen' voor antieke Romeinse badhuizen van normale grootte.
Elementen van een lage conductiviteit die tussen twee conductieve materialen worden geplaatst om de hittetoevoer te beperken, voor het gebruik in metalen ramen of gordijngevels die in koude klimaten moeten worden gebruikt.
Een materiaal dat een hoge weerstand tegen warmtestroming biedt; meestal van slakkenlwol, kurk, asbest, schuimglas, schuimplastic of diatomeeënaarde in de vorm van watten, dekens, blokken, planken en korrelige of losse vulling.
De tak van de wetenschap die zich bezighoudt met het bestuderen van energie en met de relatie tussen warmteoverdracht en arbeid enerzijds en energie anderzijds.
Wordt gebruikt voor het procédé waarbij met een drukpers gedrukt zetsel wordt bestoven met poeder en daarna wordt verhit, zodat de letters worden opgehoogd, wat een gegraveerd effect geeft. Deze techniek wordt bijvoorbeeld toegepast bij de vervaardiging van visitekaartjes en postpapier.
Luminescentiemethode om ouderdom vast te stellen door minerale monsters te verwarmen tot een temperatuur tussen de 400 en 500 graden Celsius en vervolgens te meten hoeveel opgeslagen energie er vrijkomt in de vorm van licht.
Plastic dat zacht wordt bij verhitting en hard bij afkoeling ongeacht het aantal keren dat deze processen worden herhaald, als gevolg van weinig of geen onderlinge bindingen tussen de moleculen.
Romeins commercieel etablissement waar men kant-en-klare maaltijden, vergelijkbaar met hedendaagse fastfood, kon kopen. Werd vooral bezocht door de armere klassen, die zich geen eigen keuken konden veroorloven.
Een semantisch netwerk van unieke begrippen, waaronder relaties tussen synoniemen, bredere en engere contexten, en andere gerelateerde begrippen. Thesauri kunnen eentalig of meertalig zijn. Thesauri kunnen de volgende drie relaties tussen termen beschrijven: gelijkwaardigheid (synoniemen), hiërarchisch (geheel/deel) en associatief (diverse typen andere relaties).
Verwijst naar de periode die wordt geassocieerd met de stad Thonburi, die in 1767 werd gesticht door de militaire leider Taskin nadat deze binnenvallende legers had verslagen en de politieke macht had gegrepen. In de stijl van deze periode staat het hernieuwde gevoel van militaire macht en politieke eenwording centraal. In de schilderkunst manifesteerde de stijl zich op muurschilderingen waarop boeddhistische onderwerpen, Thaise landschappen en details over de plattegronden en de constructie van gebouwen worden afgebeeld. Muurschilderingen decoreerden meestal de interieuren van koninklijke gebouwen of tempels. In deze periode floreerden bouwprogramma's voor tempels en paleizen, onder andere voor de Chakri Maha Prasat en de Wat Arun, een Chinees geïnspireerde tempel die wordt gekenmerkt door klokkentorens en met porselein bedekte timpanen, en door Thaise details zoals teakwoningen voor monniken. In de beeldhouwkunst manifesteert deze periode zich in grote beelden van Boeddha in koninklijke kledij die zijn gemaakt van verguld en gelakt stucwerk en gedecoreerd met ingelegd paarlemoer. Reusachtige bewakers zoals mythische half-menselijke, half-vogelachtige figuren en apsarasa's en Chinese stenen beelden verfraaien de binnenhoven van tempels in deze periode.
Voorchristelijk Noormannensymbool dat als amulet werd gedragen. Het stelt de hamer van de god Thor voor, met name in relatie tot het maken van bliksem. Heeft meestal de vorm van een omgekeerde 'T'.
Verwijst naar een Romeinse aardewerkstijl, die over het algemeen bestond uit een fijn, hard en dunwandig materiaal, dat werd versierd met geschilderde motieven en kenmerkende wigvormige projecties.
Te gebruiken voor oud-Griekse tronen, gewoonlijk versierd, met een verhoogde zetel en vaak met een hoge rug en armleuningen. Ze hebben soms poten in de vorm van dierenpoten, gedraaid of rechthoekig, en soms zijkanten uit één stuk. Gebruikt door rijke of belangrijke personen en te zien op afbeeldingen van de Griekse goden.
Te gebruiken voor het middelpunt van iemands huishouding, dierbare relaties en interesses, samen met het comfortabele en tevreden gevoel dat hierbij wordt opgewekt. Gebruik 'woningen' voor gebouwen of delen van een gebouw die zijn ontworpen om één familie te huisvesten.
Verwijst naar de keramische stijl die oorspronkelijk uit Thuringen, Duitsland komt, en vervaardigd wordt sinds het midden van de 18de eeuw. Bestaat hoofdzakelijk uit hard porseleinen serviesgoed, vaak in een barokke stijl.
Orde van ongeveer 370 soorten kleine primitieve insecten zonder vleugels met drie dunne ledematen aan het uiteinde van het achterlijf die op stekels lijken.
Verwijst naar de stijl van tapijten die sinds de 20ste eeuw in de Chinese regio Tianjin worden vervaardigd. Kenmerkend voor deze stijl is een weeftechniek waarbij de pool is samengesteld uit vijf strengen van met de machine gesponnen wol. De pool wordt in drie diktes aangetroffen: 9 mm, 13 mm en 16 mm.
Verwijst naar de porseleinstijl die gerelateerd is aan de regeerperiode van keizer Tianqi, 1621-1627. De stijl kenmerkt zich door vaatwerk in polychroom en blauw met wit, voorzien van Japanse motieven en ontworpen voor de Japanse smaak.
Vroege stijl van Tibetaanse schilderkunst die van de 10de tot de 14de eeuw een bloeitijd kende in het westen van Tibet. De stijl is verwant aan de Kasjmir-schilderstijl en wordt gekenmerkt door een helder, glanzend kleurgebruik en een voorkeur voor elegant geklede, zwierige figuren met een wespentaille en een volle boezem.
Verwijst naar een specifieke vorm van het boeddhisme die sterk is geënt op het Mahayana-boeddhisme, dat in de zevende eeuw in Tibet werd geïntroduceerd. Het Tibetaans boeddhisme bevat veel van de esoterische tantra-traditie van het Vajrayana-boeddhisme, alsmede elementen van het oeroude Bon-sjamanisme. Ook de kloosterdisciplines van het vroege Theravada-boeddhisme vormen een belangrijk bestanddeel van het Tibetaans boeddhisme. Deze religie wordt zelfs vaak beschouwd als de meest intellectuele vorm van boeddhisme. Avalokiteshvara, de Bodhisattva van Groot Mededogen, wordt met name vereerd in het Tibetaans boeddhisme. De Dalai Lama, de geestelijke en wereldlijke leider van Tibet, zou diens reïncarnatie zijn. Een opmerkelijk aspect van het Tibetaans boeddhisme is het opvallend hoge percentage van de bevolking dat actief deelneemt aan het geloofsleven: tot aan de Chinese machtsovername in de jaren 50 van de 20ste eeuw was ongeveer een kwart van alle Tibetanen lid van een geloofsorde. Typerend voor deze religie is ook het grote aantal heilige wezens. Bij de eredienst worden mantra's en gebeden uitgesproken en gezangen ten gehore gebracht, met begeleiding van trommels en hoorns. De canon van Tibetaanse geschriften omvat de 'Kangur' en de 'Tenjur;' het Tibetaans Dodenboek (Bardo Thödröl) beschrijft de bewustzijnsstaat tussen dood en wedergeboorte. Het Tibetaans boeddhisme verspreidde zich in de tweede helft van de 20ste eeuw naar het westen, met name door mensen die Tibet waren ontvlucht nadat het land door Communistisch China was bezet; onder deze vluchtelingen waren ook 'tulkus' of gereïncarneerde lama's, die in hoog aanzien stonden en bijdroegen tot de groei van de populariteit van het Tibetaans boeddhisme in de westerse wereld. Er zijn vier hoofdstromingen: Nyingma, Sakya, Kagyu en Geluk. In het westen wordt de Tibetaanse religie soms aangeduid met de onjuiste term lamaïsme, maar deze term wordt niet door de boeddhisten zelf gebruikt.
Te gebruiken voor het stiksel dat bewerkte kapitalen vastmaakt aan boekblokken.
Beschrijft gebouwen, in het bijzonder klassieke Griekse en Romeinse tempels en gebouwen met een soortgelijke structuur, met tien zuilen aan een of beide uiteinden.
Verwijst naar een Amerikaanse variant van art nouveau, vernoemd naar de verlichtingsarmaturen en interieurontwerpen van Louis Comfort Tiffany die waren voorzien van mozaïeken van opaal glas en waren gebaseerd op natuurlijke vormen.
Steengoed uit de 16de en 17de eeuw, met name kruiken, met een opvallend vlekkerig bruin glazuur op een grijsachtige romp, dat in Engeland werd ingevoerd uit de aardewerkfabrieken langs de Rijn, met name die van Keulen. Tigerkruiken waren vaak bekleed met zilver in de vorm van een band rond de hals, en met zilver op het deksel, de voet en het handvat. De term wordt ook gebruikt voor Engelse imitaties, zoals het aardewerk dat is vervaardigd door John Dwight uit Fulham, die eind 17de eeuw een fabriek speciaal voor dit doel stichtte.
Aparte constructies in Berberse nederzettingen, specifiek bedoeld voor de opslag van goederen of als toevluchtsoord van de gemeenschap.
Beschrijft werken die zijn vervaardigd door het gelijknamige Afrikaanse volk, dat in Ethiopië en Eritrea leeft.
Een fundamentele dimensionale hoeveelheid, bepaald door een niet-ruimtelijk continuüm, waarin gebeurtenissen plaatsvinden in een schijnbaar onomkeerbare volgorde van het verleden via het heden tot de toekomst.
Verwijst naar een fase in de Minoïsche kunst en cultuur, volgens het classificatiesysteem dat werd ontwikkeld door de archeoloog Nikolas Platon. De periode begon rond 1600 v. Chr. en eindigde rond 1400 v. Chr. met klaarblijkelijke maatschappelijke onrust of oorlog. De periode kenmerkt zich door hernieuwde macht en welvaart en een ogenschijnlijk autoritair gezag, de herbouw van eerder verwoeste paleizen, en de bloei van fresco- schilderkunst, beschildering van aardewerk, gebeeldhouwd aardewerk en beeldhouwwerk in het algemeen. De periode overlapt met de laat- Minoïsche periode.
Verwijst naar een fase in de Minoïsche kunst en cultuur, volgens het classificatiesysteem van de archeoloog Nikolas Platon. De periode begon rond 2.000 v. Chr. en eindigde toen het gebied rond 1700 v. Chr. door aardbevingen werd verwoest. De tijd kenmerkt zich door economische centralisatie, het ontstaan van uitgebreide buitenlandse contacten, de ontwikkeling van een verfijnder schrift, bekend als Lineair A, de bouw van opvallende, grote paleizen, het verschijnen van koninklijke steden, een opmerkelijke afwezigheid van fortificaties, en een algehele bloei van de kunst, met name in de frescoschilderkunst, de decoratie van aardewerk, gegraveerde stenen vazen en sieraden. De periode valt samen met de midden-Minoïsche periode.
Rode of zwarte ballen van gevlochten teen aan een hoge stang bevestigd, die men neerlaat om een tijdsein te geven of die zijn ingesteld om op een bepaald moment te vallen, bijvoorbeeld om twaalf uur 's middags; b.v. gebruikt door schepen die voor anker liggen.
Chronologisch verloop in grafische lineaire vorm, verticaal of horizontaal, met een overzicht van belangrijke gebeurtenissen of andere verschijnselen, zoals overheersende stijlen, voor een reeks opeenvolgende jaren of perioden binnen een afgebakende historische periode, vaak beperkt tot een bepaalde cultuur of regio.
Personen die gespecialiseerd zijn in het indelen van een tijdsperiode in afzonderlijke perioden of subperioden, en die gebeurtenissen ordenen in de volgorde waarin ze plaatsvonden, door middel van een specifieke datering of een rangschikking binnen een periode, of in relatie tot een specifieke reeks gebeurtenissen.
Kaarsen met een schaalverdeling om het tijdsverloop weer te geven gedurende het branden van de kaars.
Lampen met houders of reservoirs met merktekens erop om het verloop van tijd weer te geven naar aanleiding van het dalen van het brandstofniveau. Het zijn meestal tinnen Cardanlampen met een glazen reservoir of kleine, glazen petroleumlampen met cilindervormige houders waarop de uren staan aangegeven.
Stevige, dichtgeweven textiel die traditioneel werd geweven in een gestreepte katoenen of linnen keper; werd gebruikt voor matras- en kussenovertrekken, onderbekleding en de lichtere variëteiten soms voor kleding.
Stoffen omhulsels, meestal van tijk, gebruikt voor peluwen, matrassen of beddenkussens.
Stripboekjes die vanaf de jaren 30 tot de jaren 50 van de 20ste eeuw werden geproduceerd, met parodieën op populaire stripfiguren in expliciete seksuele situaties. Werden meestal uitgegeven met een formaat van circa 7,5x10 cm en bevatten acht pagina's.
Een stijl die doet denken aan de culturen van de eilanden in de Grote Oceaan. De populariteit van de stijl na de Tweede Wereldoorlog is vaak toegeschreven aan terugkerende Amerikaanse soldaten die in de oorlogstijd hadden kennisgemaakt met de authentieke Oceanische cultuur. De term wordt op verschillende manieren gebruikt om architectuur, interieurontwerp, beeldhouwkunst en industriële vormgeving te beschrijven. De stijl bereikte zijn hoogtepunt in de jaren vijftig van de 20ste eeuw en leefde weer op als een rage aan het begin van de 21ste eeuw. Gebruik 'hei-tiki' voor de kleine greenstone houtsnijwerken van de Maori-cultuur. Gebruik 'ki'i' voor authentieke vrijstaande Oceanische godenbeelden.
Giggen uit de 19e eeuw die lijken op stanhopes, maar die zwaarder zijn, een andere ophanging hebben en meestal de extra bagageruimte onder de bank missen.
Het eigene of karakteristieke in de klank van een instrument of een stem. Het timbre vormt de belangrijkste grondslag voor de klankverschillen tussen de diverse muziekinstrumenten wanneer zij dezelfde muzieknoot spelen.
Houders gebruikt om een verzameling voorwerpen, die representatief zijn voor het leven in een bepaalde tijd, voor het nageslacht te bewaren.
Personen die gebouwen en andere houten constructies in hout optrekken, en ook vloeren, ramen en kozijnen installeren. Zie 'kastenmakers' voor vakmensen die verfijnde meubels en ingewikkeld houtwerk vervaardigen. Zie 'houtbewerkers' voor mensen die in algemene zin hout bewerken.
Handgereedschappen die bestaan uit een houten of metalen balkje van ongeveer 60cm lang met vier luchtbelwaterpassen erin vastgezet; wordt gebruikt door timmermannen om verticale of horizontale vlakken of lijnen vast te stellen.
Verwijst naar de stijl die tot ontwikkeling kwam op Timor en zich later uitbreidde naar overige delen van Indonesië. De stijl hangt sterk samen met territoriale uitbreidingen, het Portugese kolonialisme en de maritieme handelscultuur. De stijl wordt gekenmerkt door traditioneel batikwerk, reliëfwerk, kistornamenten met sieraden, kuisheidsschilden (badong of cupeng), hoofdtooien met goudwerk en vergulde armbanden. Veelvoorkomende motieven in sieraden en reliëfwerk zijn het bootsymbool, de slang en de buffelhoorn, die de rang en de afstamming aanduiden. Houtsnijwerk en tekeningen in deze stijl worden gekenmerkt door krullen en kromlijnige vormen die worden benadrukt door wit krijt dat in insneden is ingebracht, en verschillende Portugese ontwerpen.
Te gebruiken voor het zuivere metaalelement met het symbool Sn en het atoomnummer 50. Het zilverachtig witte metaal is zacht en buigzaam. Ook te gebruiken voor dit metaal wanneer het wordt bewerkt en gevormd om, meestal in combinatie met andere stoffen, diverse voorwerpen en materialen te maken.
Metaalbewerkers die zijn gespecialiseerd in het werken met tin.
Werkplaatsen waar tin wordt gedolven of verwerkt.
Bel met een specifieke betekenis tijdens oude of rooms-katholieke ceremonies. Het kan een klokje zijn op een steel dat men tijdens een processie meedraagt of op een andere manier uitstalt en dat een kathedraal (de zetel van een bisschop) symboliseert en de band daarvan met de paus. Het gebruik ervan gaat terug tot de Middeleeuwen, toen men tijdens pauselijke processies voorbijgangers met een bel waarschuwde dat de paus eraan kwam. De term kan ook verwijzen naar versierde Etruskische en Romeinse begrafenisklokken en ceremoniële klokken of voor afbeeldingen daarvan in twee dimensies op reliëfs of muurschilderingen.
Kunstenaarspenselen met een vierkant uiteinde en kortere haren dan platte penselen.
Drievoudige schalmeien uit Spanje, meestal bespeeld in Catalaanse ensembles.
Beschrijft werken die zijn vervaardigd door het gelijknamige Afrikaanse volk, dat in Kenia leeft.
Verschillende soorten hoeden gebaseerd op Beierse en Oostenrijkse Tiroler hoeden, gewoonlijk van vilt, met een rand en een enigszins spits toelopende bol, vaak met een lint of koord rond de bol met een veertje erin.
Verwijst naar een Neolithische stijl en cultuur die zich ontwikkelde in de vallei van de rivier de Tisza in Oost-Europa in het 5de en 4de millennium v. Chr., en die zich kenmerkt door een nadruk op vissen en jagen als aanvulling op landbouw, het weven van stoffen, en opvallende kleifiguurtjes die zijn versierd met complexe abstracte vormen, en die eerder gedraaid lijken dan gemodelleerd.
Te gebruiken voor het zuivere metaalelement met het symbool Ti en het atoomnummer 22. Dit zilverkleurig metaal is hard en glanzend. Ook te gebruiken voor het metaal wanneer het wordt bewerkt en gevormd om, meestal in combinatie met andere stoffen, diverse voorwerpen en materialen te maken.
Namen die worden gegeven aan op zichzelf staande werken, verzamelingen werken of reeksen werken, ongeacht het medium.
Een school van het Chinese boeddhisme, gesticht door Hui Ssu (515-577) en Chih I (538-597), die vooral belang hecht aan de 'Lotus Sutra,' een van de integrale geschriften uit de mahayana-traditie. De naam is afgeleid van de berg Tj'ien in China, waar Hui Ssu leefde en zijn leer verkondigde. Een belangrijk kenmerk van Tj'ien-T'ai is het concept van de drievoudige waarheid van het ledige, het tijdelijke en de middenweg, wat inhoudt dat alle dingen verschillend zijn maar tegelijkertijd deel uitmaken van een groter geheel. Een voortvloeisel van dit concept is de overtuiging van Tj'ien-T'ai dat alle wezens, hoewel verschillend, dezelfde boeddhanatuur delen en dus in staat zijn om uiteindelijk het boeddhaschap te bereiken. Hoewel Tj'ien-T'ai alle andere boeddhistische scholen erkent, deelt men het boeddhisme op in vijf perioden die uiteindelijk leiden tot de 'Lotus Sutra', de ideale vorm van de religie. Na de vervolgingen van 845 raakte Tj'ien-T'ai in China in verval, maar werd het in Korea en Japan populair als Tendai.
Verwijst naar merktekens of (Chinese) karakters die in bestaande munten geponst of geperst werden. Deze werden vaak door Chinese bankiers aangebracht in zilveren dollars en andere muntstukken van edelmetaal om aan te geven dat deze de test op zuiverheid en gewicht hadden doorstaan. Tjaps werden algemeen gebruikt tussen 1750 en 1920.
Te gebruiken om werken te beschrijven van de gelijknamige Afrikaanse etnische groep, behorend tot de Tswana, die leeft in Botswana en Zuid-Afrika.
Te gebruiken om werken te beschrijven van de gelijknamige Afrikaanse etnische groep, behorend tot de Tswana, die leeft in Botswana.
Zuid-Australische uitgehakte beeldhouwwerken, die zijn gemaakt van hout, gips en oker en dienen als richtingaangevers. Deze beeldhouwwerken werden in de grond geplaatst om aan te geven welke stam de betreffende locatie in bezit had of in welke richting deze was te vinden. Volgens de Aboriginals waren de innovatieve wegwijzers tussen 1903 en 1906 bij de Lutheraanse missiepost van Killalpaninna gemaakt door Diyari. Toa's zijn geen traditionele beeldhouwwerken. Men denkt dat de productie van toa's volgde op een verzoek van Europeanen, die interesse hadden in de cultuur van de Aboriginals. Toa's werden alleen geproduceerd in de staat Zuid-Australië.
Apparaten of toestellen bedoeld om broodjes of tosti's te roosteren. Tosti's zijn twee stukken brood met vulling ertussen, meestal kaas. Tosti-ijzers hebben twee grills of verwarmde elementen die de sandwich of tosti omsluiten of samendrukken. Moderne apparaten kunnen elektrisch zijn. Ontwerpen voor handmatig gebruik lijken op tangen; de vroegste voorbeelden waren gietijzeren klemmen met lange handvaten die in een open keukenhaard of kampvuur buiten kunnen worden gelegd.
Rekjes met verticale schotjes waartussen verscheidene (meestal vier tot acht) geroosterde boterhammen worden geplaatst en zo worden opgediend.
Open, lage houders, oorspronkelijk gemaakt van houten duigen bijeen gehouden door hoepels, soms met een deksel of kabelhandvaten, of beide. Ook hetzelfde soort houders van metaal of plastic.
Bekers of kannen in de vorm van een menselijke figuur, meestal een zittende gezette man met een mok in zijn handen en een steek op zijn hoofd, voor het eerst gemaakt in Engeland in de 18de eeuw.
Verwijst naar Inca-ontwerpen die bestaan uit geometrische vormen binnen vierkanten, welke hoofdzakelijk op textiel zouden zijn toegepast. Men vermoedt dat deze ontwerpen gebaseerd zijn op een systeem van pictogrammen, wellicht een oud ideografisch schrift (mogelijk stelden ze de namen van steden of koningen voor) of een mnemonisch systeem. Het lijkt erop dat tocapu-symbolen uitsluitend werden aangebracht op de kleding van opperhoofden en andere hooggeplaatste personen. Zie ook 'khipu's', een mnemonisch systeem op basis van knopen in touwen.
Gebied waarin men zich bezighoudt met het toepassen van procédés, die in de techniek zijn ontwikkeld, op natuurkundige problemen en het toepassen op technische problemen van nieuwe concepten die binnen de basiswetenschappen, met name de natuurkunde, zijn ontwikkeld.
Zelfstandige wooneenheden, die gebouwd zijn in of aan een bestaande woning. Meestal hebben ze een eigen ingang en over het algemeen zijn ze bedoeld voor familieleden van de huiseigenaren.
Contracten die ondergeschikt zijn aan een ander contract en die zijn opgesteld of zijn bedoeld om opgesteld te worden tussen de betrokken partijen, of een aantal daarvan, enerzijds, en een derde partij (de onderaannemer) anderzijds.
Kaarten die bedoeld zijn om toeristen informatie te geven over een regio of locatie die ze nog niet kennen; het betreft met name toeristen die een reis maken ter ontspanning of vanuit een bepaalde culturele belangstelling, meestal om een bezoek te brengen aan diverse plaatsen die voor hen interessant en landschappelijk aantrekkelijk zijn.
Harnassen voor gebruik in toernooien, ook sportieve gevechten.
Te gebruiken voor personen die bij evenementen aanwezig zijn en deze bekijken. Gebruik 'kijkers (personen)' voor personen die exposities, losse kunst- of architectonische werken, televisieprogramma's of bioscoopfilms bekijken. Gebruik 'publieksgroepen' voor groepen toeschouwers of kijkers.
De hiërarchie Toestanden en Invloeden bevat descriptoren voor fysieke kenmerken die zichtbaar zijn in of op materialen of objecten en die het gevolg zijn van bepaalde fysieke omstandigheden of spontane fysische of chemische veranderingen. Relatie tot andere hiërarchieën: descriptoren voor processen van fysieke verandering zijn te vinden in de hiërarchie Procedures en Technieken. Sommige van die descriptoren kunnen zowel de procedure als het effect aanduiden (bijvoorbeeld corrosie). Descriptoren voor vormen of effecten die opzettelijk zijn toegevoegd aan objecten als ornament (bijvoorbeeld luchtkleppen) zijn te vinden in de hiërarchie Ontwerpelementen.
Muziekinstrumenten met een toetsenbord; bespeeld met hand(en).
Optredens of riten die iets of iemand aan een bepaald gebruik of doel toewijden of ter nagedachtenis aan bepaalde mensen of gebeurtenissen.
Gewaden die worden gedragen voor ceremoniële of officiële gebeurtenissen. Meestal met versieringen, stiksels en kleur(accenten).
Getatoeëerde gedroogde menselijke hoofden uit de Maori-cultuur.
Verwijst naar grote doeken van zwaar linnen of een andere stof waarop een motief is geschilderd. Toile werd oorspronkelijk gebruikt voor beeldverhalen in het zestiende-eeuwse Frankrijk, en vervolgens als wandkleden opgehangen. In Reims is nog een grote collectie te vinden. De term verwijst ook naar achttiende-eeuwse Franse kleden die waren geïnspireerd op deze geschilderde motieven, maar waren bedrukt met behulp van kopergravures. De term kan ook verwijzen naar een willekeurige andere stof in de stijl van 18de-eeuwse koperplaatmotieven.
Groepen van bij elkaar passend toiletgerei; voor gebruik op de toilet- of kaptafel, meestal met inbegrip van diverse kleine doosjes en flesjes en soms ook een borstel, kam, spiegel of blad.
Verwijst naar lage ladekasten met daarop een spiegel die doorgaans in slaap- of kleedkamers worden gebruikt voor de uiterlijke verzorging en om kledingstukken en toiletartikelen in op te bergen. In deze context wordt de term vooral gebruikt in de Verenigde Staten, en de Engelse term 'dresser' is afgeleid van het Europese begrip 'keukenkast (wandkast)', dat bestaat uit laden met planken daarop, maar wordt gebruikt om keukengerei in op te bergen.
In de Japanse architectuur een alkoof. Oorspronkelijk waarschijnlijk bedoeld voor de privéaltaren van zenboeddhistische monniken, een ruimte waar ze hun heilige objecten uitstalden. Later werden ze gebruikt voor de verhoogde zetels van krijgers en hoogwaardigheidsbekleders. Tegenwoordig is de ruimte in Japanse huizen bestemd voor het uitstallen van bloemstukken en versieringen die voor sfeer zorgen tijdens de theeceremonie, of van andere kunstvoorwerpen.
Beschrijft de diverse soorten kunstwerken die zijn vervaardigd door een groep bewoners van het eiland New Britain. De Tolai kennen een traditie van beschilderd beeldsnijwerk die zich manifesteert in allerlei soorten snijwerk, zoals de bekende bebaarde maskers en hoofdtooien. Deze maskers en hoofdtooien bevatten de voorzijde van menselijke schedels, die zijn gemodelleerd met een pasta van parinariumnoot en gedecoreerd in rood, wit en zwart; ze zijn voorzien van een dwarsbalkje dat de drager tussen zijn tanden moet klemmen.
Zij die de communicatie vertalen tussen mensen die verschillende talen spreken; meer specifiek zij die dat mondeling doen terwijl de sprekers aanwezig zijn en converseren.
Wordt gebruikt voor auto(snel)wegen of voor achttiende en negentiende-eeuwse verkeerswegen waarvoor de gebruikers tol moeten betalen.
Stellen van 2 of meer verticale, cilindrische trommen, 2 vellen, stelstaven voor het spannen; Westerse wereld, sinds ca. 1920.
Kleine bijlen, bestaande uit een korte houten steel en een kop, oorspronkelijk van steen en later van metalen als ijzer en staal, met een kling die meestal smal is in verhouding tot de lengte ervan; gebruikt door Amerikaanse Indianen voor het toedienen van slagen en om mee te gooien. Soms ook als werktuig gebruikt en soms gecombineerd met een tabakspijp waarbij de kom zich op de achterkant van het blad bevindt.
Gestandaardiseerde informatieweergave over een kunstwerk of andere culturele objecten met daarop de unieke gegevens van het object en een beschrijving daarvan. Vaak staat de naam van de kunstenaar erop, de titel van het kunstwerk, het jaar waarin het gemaakt is, het gebruikte materiaal, de afmetingen en de locatie. Doorgaans bevat het ook een uniek identificatienummer (zoals een registratienummer), informatie over auteursrechten en een vermelding van degene die het werk ter beschikking heeft gesteld (indien van toepassing).
Verwijst naar de stroming in de late 19de eeuw en de vroege 20ste eeuw die werd vertegenwoordigd door Britse en Amerikaanse kunstenaars als George Inness, James McNeill Whistler en Dwight Tryon. De stroming gaf vorm aan een schilderstijl die leek op het impressionisme en die werd gekenmerkt door zacht, diffuus licht, gedempte tinten en objecten met vage, nevelige contouren; de stroming dwaalde af van het impressionisme en ging symbolistische trekken vertonen, zoals het gebruik van neutrale paletten, uitdrukkingen van beschouwende aard en een subjectieve stijl waarin het creëren van een sfeer of stemming centraal stond.
Een theaterproductiesysteem gebaseerd op een duurzame verbintenis met acteurs, en vaak met een vaste locatie of theaterstructuur. Professionele toneelgezelschappen kwamen tot ontwikkeling tijdens de Renaissance, met het verstedelijkingsproces in de grote Europese landen als stuwende kracht. Tegenwoordige toneelgezelschappen werken nog op basis van hetzelfde model als de vroegste vormen: een groep acteurs, scenarioschrijvers en technici die zich wijdt aan het verzorgen van toneelvoorstellingen.
De acteerruimten van upper stages, gelegen voor de chambers van Elizabethaanse theaters.
Doorlopende verticale delen metselwerk, één steen dik.
Verwijst naar de porseleinstijl die ontstond tijdens de regeerperiode van keizer Tongzhi, 1862-1874. De stijl kenmerkt zich door de heropleving van Kangzhi-producten voor de export en wisselende stijlen voor gebruik aan het hof.
Gelamineerde harnasstukken in de vorm van lange, wijde trechters die het lichaam bedekken van het middel tot de knieën; karakteristiek onderdeel van sommige harnassen voor gevechten te voet.
Vlakke stalen staven met een lengte tussen de 20 en 25 cm, die vaak aan één kant taps toelopen en worden gebruikt om bouten uit gaten te duwen.
Rechthoekige schaven, die lijken op gladschaven maar een in alle richtingen gekromede zool hebben en een enkele of dubbele steunbeugel van 5 centimeter doorsnede. Deze steunbeugel is op maat gemaakt om op het vat te passen dat wordt schoongemaakt en geschaafd.
Soort Toona die inheems is in Oost- en Zuidoost-Azië. Wordt gebruikt als sierplant, als voedsel en door meubelmakers voor zijn harde roodachtige hout.
Een vrij krachtige emotionele uiting van afkeuring of vijandigheid, die zich manifesteert in lichamelijke reacties, voornamelijk grimassen en lichaamshoudingen die kenmerkend zijn voor een actief autonoom zenuwstelsel.
Bogen met toten of neuzen (spitse raakpunten) en/of waarbij het binnenwelfvlak bewerkt is met bladmotieven.
Een aluminiumsilicaat dat fluor bevat dat is gevormd door fluorhoudende dampen die zijn afgegeven tijdens de laatste fasen van het kristalliseren van stollingsgesteente. De topaas, die als edelsteen zeer geliefd is, komt voor in prismatische kristallen die transparant en glanzend zijn en een witte (kleurloze), gele, bruine, lichtblauwe, roze, rode of lichtgroene kleur hebben. Onder meer aangetroffen in Brazilië, Mexico, Saksen, Schotland, Japan en de Oeral. Kleurloos topaas kan worden aangezien voor diamant wanneer het is geslepen. Gekleurd topaas kan onstabiel zijn en verbleken door zonlicht. Men meent dat het mineraal dat moderne mineralogen met 'topaas' aanduiden, niet bekend was in het oude Griekenland en Rome en bij de schrijvers van het Oude Testament; de steen die door deze oude beschavingen 'topazos' werd genoemd, was waarschijnlijk het mineraal chrysoliet, ofwel peridot of gele saffier.
Het vastleggen van de samenstelling van een oppervlak, met het reliëf en de locaties van de natuurlijke en de door mensenhanden gemaakte kenmerken, meestal aangegeven door middel van contourlijnen.
Verwijst naar kaarten die een regio weergeven op een schaal die ligt tussen die van een plattegrond (die een klein gebied weergeeft) en een chorografische kaart (een grote regionale kaart). Topografische kaarten bevatten nauwkeurige weergaven van de locatie en vorm van zowel natuurlijke als door mensen aangebrachte kenmerken. De term verwijst naar kaarten die in verschillende landen verschillende schalen kunnen hebben, en is in de Verenigde Staten meestal beperkt tot kaarten met een schaal van 1:500.000 of groter, maar in Rusland kan de schaal wel 1:1.000.000 of groter zijn. Vaak wordt de term ten onrechte gebruikt voor kaarten die alleen natuurlijke reliëfkenmerken weergeven.
Te gebruiken om werken te beschrijven van de gelijknamige Afrikaanse etnische groep, die leeft in de Democratische Republiek Congo.
Beschrijft werken die zijn vervaardigd door het gelijknamige Afrikaanse volk, dat in Sudan en Ethiopië leeft.
Kleine hoofddeksels die door mannen en vrouwen zijn gedragen in diverse perioden en landen. Ook gebruikt voor kleine randloze hoeden.
Repen stof die onder thoramantels worden gebruikt om de thorarol bij elkaar te houden. Bij de Asjkenaziem-joden wordt het doek dat bij een besnijdenis wordt gebruikt in repen gesneden, aan elkaar genaaid, geborduurd en van toepasselijke inscripties voorzien om later als thorariem te dienen.
In de Joodse traditie houten kisten die de tafelen der wet bevatten. Men bewaarde ze op de heiligste plaats van de tabernakel.
Kleine muurtassen, voornamelijk gebruikt in tenten en die aan de lattencontructie worden opgehangen. De voorkant is gepoold geweven en de achterkant bestaat uit gewoon inslagweefsel.
Wordt gebruikt voor oude Romeinse begrafenisbouwwerken van enkele verdiepingen hoog, die meestal oprijzen vanaf een vierkante of een rechthoekige basis met trappen en met bovenop een piramidevormig, koepelvormig of plat dak.
Grote klokken waarvan de wijzerplaten op een afstand van het mechaniek zijn gezet. Ze worden meestal geplaatst in torens of op andere opvallende plaatsen op openbare gebouwen.
Soort kraan die bestaat uit een vaste, verticale mast die aan het uiteinde een draaiende laadboom heeft en is uitgerust met een lier om lading te tillen, te laten zakken en op een plek te plaatsen die binnen de diameter van de boom ligt.
Monstrans met een verticale, cilindervormige theca die is gevat in een hoge, torenachtige vorm met versierende architecturale elementen zoals spitsen en bogen met hogels, wimbergen en bladvormen. Van oorsprong laatgotische vormgeving.
Ronde stenen platforms of torens die zijn opgericht op heuvels waarop de parsen in India hun doden achterlaten, overeenkomstig de zoroastrische rituele gebruiken. Dergelijke uit steen of baksteen vervaardigde torens zijn circa 8 meter hoog en zijn voorzien van een rooster waarop de doden worden neergelegd. Nadat de lijken door gieren zijn verslonden, vallen de botten in een kuil eronder; zo wordt voldaan aan het zoroastrische gebod dat eist dat lijken, die als uiterst vervuilend worden beschouwd, niet de aarde mogen verontreinigen of in contact mogen komen met vuur. De torens worden beschouwd als bedreiging van de zuiverheid en zijn uitsluitend toegankelijk voor bevoegde lijkendragers, die rituele voorzorgsmaatregelen nemen voordat ze de toren betreden en zuiveringsrituelen ondergaan wanneer ze hun beroepsuitoefening beëindigen. Sommige leden van de zoroastrische gemeenschap pleiten voor afschaffing van dit traditionele lijkenritueel, terwijl anderen er fervent voorstander van blijven.
Artistieke metaalbewerking, bestaande uit het hameren, graveren, drijven en bosseleren van metalen zoals goud en zilver om reliëfs en graveerwerk te maken.
Verwijst naar de stijl die is vernoemd naar de beeldhouwer Kuratsukuri-no-tori (actief rond 600-630 v. Chr.). De stijl wordt gekenmerkt door geconventionaliseerde, symbolische, symmetrische vormen die een sterke invloed hebben ondergaan van de Chinese noordelijke Wei-stijl.
Beschrijft werken die zijn vervaardigd door het gelijknamige Afrikaanse volk, dat in het westen van Uganda leeft.
Beschrijft werk dat is vervaardigd door het gelijknamige Afrikaanse volk, dat hoofdzakelijk leeft binnen de stedelijk levende subgroep van de Fulbe, in Senegal, Nigeria, Niger en Kameroen. Vaak vormen ze de elite van de steden op het gebied van beroepen, religie en bestuur.
Balansen waarbij de weegoppervlakken kleine platte platformpjes of ondiepe schaaltjes zijn, die weinig uitslag hebben en op de balk zijn geplaatst; wordt gebruikt met conventionele gewichten of een waagbalk.
De centrale delen van een menselijk lichaam of dier, zonder hoofd en ledematen.
Verwijst naar het werk van een school van schilders die zich specialiseerden in de oorspronkelijke Yamoto-e-stijl vanaf de vroege 15de tot de latere 19de eeuw. Schilders van de Tosa-school werkten voornamelijk voor het keizerlijke hof en waren gespecialiseerd in hoofse thema's en scènes uit de klassieke literatuur. De stijl kenmerkt zich door fijne delicate lijnen, aandacht voor details, uitbundige kleuren en platte decoratieve composities. De Tosa-stijl was van grote invloed op andere scholen van schilderkunst, vooral tijdens de Edo-periode (1600-1868).
Verwijst naar de architectonische stijl die wordt geassocieerd met de vierde van de traditionele vijf klassieke orden der architectuur. De andere vier zijn: Dorisch, Ionisch, Corinthisch en Composiet.Deze stijl wordt vaak omschreven als een simplificatie van de Dorische stijl, en onderscheidt zich van de andere stijlen door minder en strakker lijstwerk, het ontbreken van trigliefen of andere decoratie op de fries, geen decoratieve details op het entablement of kapiteel, en over het algemeen geen groeven op de zuil, hoewel bij neoklassieke werken de schachten kunnen zijn voorzien van rustica-banden. De stijl verschilt van de ‘Toscaanse orde‘ omdat een architectonische orde uitsluitend verwijst naar het specifieke systeem of de samenstelling van onderdelen die zijn onderworpen aan vastgestelde regels en proporties, bepaald door de functie van ieder afzonderlijk deel.
Een regeringsvorm waarbij de politieke autoriteit absoluut en gecentraliseerd gezag heeft over alle aspecten van het leven, het individu is onderworpen aan de staat en politieke oppositie en culturele uitingen zijn verboden.
Planten of dieren of natuurlijke objecten die worden beschouwd als religieuze of maatschappelijke symbolen door individuen of groepen mensen, omdat ze er een verwantschap of een spirituele band mee hebben.
Een samengesteld geheel van religieuze en maatschappelijke geloven en praktijken, waarbij individuen of groepen mensen zichzelf identificeren met of zien als verwant of spiritueel verbonden met een bepaald natuurlijk object, plant of diersoort.
Palen gegraveerd en beschilderd met een serie totemistische symbolen, opgezet voor de huizen van Indianen uit het noordwestelijk kustgebied van Noord-Amerika.
De kruising van twee bogen of passen, zoals in gotisch maaswerk.
Wordt gebruikt voor de strepen gemaakt in de verf door de beweging van het penseel van de schilder.
Verwijst naar de stijl van aardewerk en porselein uit de Nederlanden, vervaardigd in Doornik van de 17de tot de 19de eeuw. Hoewel beïnvloed door Meissen en Sèvres, staat deze stijl vooral bekend om eenvoudig gedecoreerd blauw en wit aardewerk.
In het algemeen te gebruiken voor competities in spellen, sporten en gevechten waarbij veel deelnemers om het kampioenschap strijden in een reeks van afvalwedstrijden. Gebruik met name voor wedstrijden van schijngevechten die worden gehouden door twee strijdende groepen te paard of te voet. Het waren traditionele evenementen onder de Europese adel vanaf de Middeleeuwen tot in de 17e eeuw.
Wordt gebruikt voor plaatsen waar touw wordt gemaakt.
Zij die zich bezighouden met het bestuderen en beoefenen van de magie, rituele activiteiten die zijn bedoeld om menselijke of natuurlijke gebeurtenissen te sturen of te beïnvloeden door middel van het oproepen van externe en onpersoonlijke mystieke krachten van buiten het gangbare menselijke domein; kenmerkende rituele activiteiten zijn onder andere het gebruik van speciale voorwerpen en het uitspreken van bezweringsformules. Het verschil met 'illusionisten' is dat deze illusies creëren en manipulatiekunst, goocheltrucs en andere soorten toneelmagie laten zien.
Wordt gebruikt voor gebinten met dicht bijeen geplaatste, elkaar kruisende delen, meestal van hout, naar een ontwerp waar Ithiel Town in 1820 patent op verkreeg.
Japanse boomsoort die wordt gekweekt om zijn wasachtige bessen en stengelsappen die een natuurlijke lak produceren.
Schotse hoofdtooien van linnen of wol met flappen die tot de schouders reiken en die vroeger door oudere vrouwen uit de lagere klassen werden gedragen. Geen Nederlands equivalent.
Verwijst naar de periode van voor de 8ste eeuw die wordt geassocieerd met de site Tra-Kieu. Artistieke productie in deze periode wordt gekenmerkt door elementen van sensualiteit en een grote mate van detail, waarbij de nadruk ligt op vrouwelijke beelden en motieven, zoals de vrouwenborst en glimlachende danseressen, en op het uitbeelden van beweging, zoals op een beeld in hoog-reliëf waarop hindoegoden worden afgebeeld op hun galoperende rijdieren.
Een werktuigbouwkundige term voor de afstand tussen de as en een punt waarop, als het hele gewicht van een lichaam hierop geconcentreerd zou zijn, het traagheidsmoment gelijk zou blijven.
Hand- of geweergranaten die een vulsel bevatten dat een gas voortbrengt, dat tranen, niezen en misselijkheid veroorzaakt bij de slachtoffers.
Ornamentele open constructies van metselwerk die zijn te vinden in de bovenste delen van gotische ramen. Wordt ook gebruikt voor gelijksoortige motieven, in verschillende materialen, die ter decoratie worden gebruikt, bijvoorbeeld op muren, meubels en andere voorwerpen.
Liften waarvan de kooien in beweging worden gebracht door de wrijving tussen tractieschijf en liftkaber; sinds de 20e eeuw.
Wollen dekens die Amerikaanse kolonisten ruilden met de Indianen voor bont of andere produkten. Geen Nederlands equivalent
Boeken die zijn geproduceerd door commerciële uitgevers om voornamelijk via boekhandels te worden verkocht aan het publiek; te onderscheiden van een handboekedities, inschrijvingsboeken of een boek bedoeld voor een beperkt publiek door het technisch karakter, de gespecialiseerde aantrekkingskracht of hoge prijs.
Het vasthouden aan de beginselen of gewoonten van een traditie die is gebaseerd op een overtuiging; vaak gebruikt als tegengestelde term ten opzichte van modernisme, liberalisme en radicalisme.
Een met name in interieurontwerp gehanteerde algemene stijl die wordt gekenmerkt door het gebruik van al lang bekende en alledaagse stijlen van meubilair, muren, raamelementen, etc.
Wordt in het westen gebruikt voor stelsels van overtuigingen en praktijken over gezondheid die zich binnen de cultuur van een bepaalde etnische of geografische groep mensen hebben ontwikkeld en zich onderscheiden van de moderne westerse geneeskunde; omvat meestal kruidentherapieën en homeopathische middelen, religieuze of spirituele rituelen en een holistische benadering van de patiënt.
Korte werken ter promotie van komende nieuwe attracties zoals hoofdfilms of televisieseries, meestal met daaruit afkomstige scènes. Ze worden vertoond in bioscopen en op de televisie.
Netwerken van kleine, lichte staven van hout, metaal of ander materiaal, die elkaar op regelmatige afstanden kruisen, gewoonlijk diagonaal.
Verwijst naar de periode die de Trân-dynastie markeert (1225-1400 CE) en die wordt gekenmerkt door een sterke heropleving van boeddhistisch geïnspireerde kunst en politieke stabiliteit. In de beeldhouwkunst laat deze periode een combinatie zien van Chinese stijlen, zoals weerspiegeld in het gebruik van het lotusvoetstuk en draperieën, en van Cham-stijlen, zoals weerspiegeld in de overheersing van symmetrie en ranke, ritmische constructies, en in gelaatstrekken zoals grote ogen, een hoge neus en dikke lippen. Naturalistische stenen figuren van dieren op graflocaties komen veel voor in deze periode. Een voorbeeld is de graftombe van koning Tran Hien Tong (1329-1341 n. Chr.) met een rustende waterbuffel en een hond. De architectuur van deze periode imiteert de vormen die werden gebruikt tijdens de Ly-dynastie en wordt gekenmerkt door (bak)stenen constructies, lage buitenmuren die zijn versierd met beeldsnijwerken in bas-reliëf van bloemen, bladeren, golven en wolken, hogere buitenmuren met afbeeldingen van draken, heiligdommen, deuren van ijzerhout en zalen waarin wierrook wordt gebrand.
Vorken die tijdens het snijden worden gebruikt voor het vasthouden van vlees en soortgelijk voedsel. Zijn over het algemeen voorzien van twee lange tanden die ietwat gebogen kunnen zijn en hebben soms aan het begin van het handvat een voorwerp waarop men de wijsvinger en duim kan rusten. Gaan soms samen met een voorsnijmes.
Een filosofische stroming die is gebaseerd op een idealistisch geloof in de essentiële eenheid van alle dingen, in de aangeboren goedheid van de mens en dat inzicht belangrijker is dan logica en ervaring voor het begrijpen van de werkelijkheid en het vaststellen van de waarheid. Het wordt beschouwd als een onderdeel van de romantische beweging en had een grote invloed op de kunst, voornamelijk op de literatuur. De term verwijst meestal naar het 19de-eeuwse transcendentalisme in New England, hoewel de beweging ook voorkwam in andere landen, zoals Duitsland en Engeland.
Letters, tekens of versieringen die van een ondervel naar een werkoppervlak worden overgebracht door te wrijven of strijken of door uitgesneden, zelfklevende tekens en figuren met de hand te plaatsen.
Landmeetkundige instrumenten die vooral zijn ontworpen om horizontale en verticale hoeken te meten en die meestal bestaan uit een telescoop, luchtbelwaterpas, plaatjes met schaalverdelingen, diverse waterpasstelschroeven en vaak een kompas.
Afbeeldingen die moeten worden bekeken bij doorvallend licht. Verwijst meestal naar transparante positieve foto's; kan ook verwijzen naar transparante niet-fotografische afbeeldingen die zijn ontworpen om te projecteren of als tussenstadium bij reproductie.
Velijn dat is behandeld om het doorzichtig te maken. Deze behandelingen bestaan uit het coaten van de huid met verschillende stoffen, zoals oliën, lijmen, stijfsels en kaliumcarbonaat, waarna het onder druk wordt opgerekt.
Doorlopende banden die over katrollen lopen waardoor een baan ontstaat waarop losse materialen of kleine voorwerpen van het ene punt naar het andere worden gebracht.
Wordt gebruikt voor bouwsystemen die zijn ontworpen om mensen, apparatuur of goederen door een gebouw of complex te vervoeren. Gebruik 'vervoerssystemen' voor netwerken van apparatuur ontworpen om dezelfde soort artikelen te vervoeren door en tussen vestigingen; gebruik 'lopende banden' voor mechanismen die zijn ontworpen voor het voortdurende transport van materiaal.
Tak van de weg- en waterbouwkunde die zich bezighoudt met het plannen, ontwerpen en uitvoeren van faciliteiten en systemen die worden gebruikt voor het vervoer van mensen en goederen.
Schuin over iets heen liggend of zijn geplaatst; van kant naar kant kruisend.
Een opeenvolging van treden of meerdere reeksen treden verbonden door middel van overlopen, bedoeld om van de ene verdieping naar de andere te komen.
Ononderbroken reeksen van treden zonder tussenliggende overlopen.
Hellende balken die de treden ondersteunen of die extra steun geven tussen de trapbomen van een houten trap, meestal tussen de muur en de buitenste boom.
Draagbare reeksen platte, brede sporten of treden die met een scharnierend frame aan de achterkant vastzitten voor de stevigheid.
Een patroon waarin een serie kleine rechte hoeken een tredeachtige rand produceren, meestal een paar treden omhoog en daarna omlaag.
Decoratieve uitsteeksels aan de ondereinden van trapspillen van twee of meer trappen.
Italiaanse gewatteerde doorstiktechniek, toegepast op kleinere, smallere stukken, zodat het een indruk wekt van opgebonden quilten.
De traverso is de gebruikelijke benaming van de voorloper van de moderne dwarsfluit, is doorgaans uit hout gemaakt en heeft een veel eenvoudiger stelsel van kleppen en brillen.
Een dichte, kristallijnige of microkristallijnige kalksteen die werd gevormd door de verdamping van rivier- of bronwater. Het is vernoemd naar het Italiaanse Tivoli, waar het in grote mate voorkomt en het wordt gekenmerkt door de lichte kleur en de mogelijkheid om het snel te laten glanzen. Meestal bevat het dwarsstrepen omdat het ijzersamenstellingen of andere organische onzuiverheden bevat. Het wordt vaak gebruikt voor muren en binnendecoraties van openbare gebouwen. Te onderscheiden van 'sedimentgesteente', dat harder en sterker is.
Verwijst naar de cultuur en aardewerkstijl die al in het noorden van Europa wordt aangetroffen vanaf het eind van het 5de millennium v Chr. en is genoemd naar de kenmerkende, soms trechtervormige vazen. Hoewel de cultuur wordt geclassificeerd als vroeg-neolithisch, vertoont deze veel overeenkomsten met de laat-mesolithische stijl. De cultuur verschilt per regio, maar wordt over het algemeen gekenmerkt door vroege domesticatie van dieren en planten, gepolijst (vuur)stenen gereedschap, flessen met halzen, manden, potten, trechterbekers verfraaid met verticale en horizontale groeven en in sommige regio’s megalithische grafmonumenten.
Apparaten die draaibewegingen maken door het gewicht van mensen of dieren die lopen op een reeks van bewegende treden of op een band, die een soort onafgebroken baan vormt om bijvoorbeeld een paar horizontale cilinders.
Woorden of zinsdelen waarmee de inhoud van een tekst of iets anders worden aangegeven; onderwerpstrefwoorden worden gekenmerkt door terminologische precoördinatie, hetgeen wil zeggen dat ze een aantal unieke begrippen in één reeks combineren ('Middeleeuwse bronzen vaten', bijvoorbeeld, brengt een periode, een materiaal en een type werk onder in één trefwoord).
Verbindingen tussen een werktuig en een afneembare bron van drijfkracht, zoals een tractor en een kraan.
Grote haalmessen met recht maximaal 6 cm breed en 40 cm lang blad. Worden ondermeer gebruikt om de deksels van tonnen glad te maken en af te werken zodat ze precies in de duigen passen.
Figuren met gewrichten die aan het springen, dansen of anderszins bewegen kunnen worden gebracht door aan een touwtje of een stok te trekken die eraan is bevestigd.
Afgedekte potten voor het laten trekken en serveren van thee, met tuit en handvat en soms met voetjes. Te onderscheiden van 'theeketels' die een hengsel als handvat en een brede, platte onderkant hebben en worden gebruikt om water in te verwarmen waar thee van wordt gezet.
Algemene benaming voor diverse soorten kortsprietige sprinkhanen die in gunstige omstandigheden groepen vormen, migreren en sterk in aantal toenemen. Zo ontstaan vernietigende zwermen die grote afstanden kunnen afleggen en daarbij in zeer korte tijd gewassen aantasten en akkers kaalvreten.
Elastische voorwerpen die gebruikt worden om betonmallen te beschermen tegen de zijwaartse druk van het ongeharde beton, met of zonder voorziening voor het verwijderen van metaal tot een bepaalde afstand van de afgewerkte betonnen oppervlakken.
IJzeren tangen die voor diverse handelingen worden gebruikt maar meestal om zware, ronde, metalen voorwerpen vast te houden terwijl ze worden gesmeed.
Draagbare rietorgels met toetsen- of knoppenklavier en uitschuifbare blaasbalg.
Ruime regenjassen met een kraag en ceintuur en met veel zakken en flappen, vaak met dubbel bovendeel; meestal double-breasted; gedragen in de 20e eeuw.
Zoutvaatjes gebruikt voor zout voor individueel gebruik aan tafel, met een platte onderkant, zonder pootjes of voetjes. Ze worden aangetroffen in vele vormen met één tot drie holtes voor zout en worden vaak in sets gemaakt. Geen Nederlands equivalent.
Genre dat doorgaans te vinden is in de literatuur en in het theater. Menselijke gebeurtenissen, zoals geboorte, dood, aftakeling, veroudering, rampspoed, liefde, huwelijk en familie, waarmee individuen en groepen te maken krijgen, worden op serieuze wijze behandeld. Het genre, dat zijn oorsprong vindt in het oude Griekenland, ontwikkelde zich in een strakke vorm, met een koor, een heroïsch personage en mythen, waarbij de nadruk zwaar op universele ethiek of thema's lag. In de loop der tijd is het criterium voor wat een tragedie is, veranderd. In de 19de en 20ste eeuw wordt een tragedie gekenmerkt door psychologische corruptie, ontgoocheling, isolatie en persoonlijke verantwoordelijkheid.
Nauwsluitende broeken, vooral van tartan, gedragen in Schotland. Ook broeken of kniebroeken gecombineerd met kousen, die vroeger werden gedragen door Ieren en bewoners van de Schotse Hooglanden en tegenwoordig nog door bepaalde Schotse regimenten. Geen Nederlands equivalent.
Verwijst naar de stijl van Angelsaksische kunst die floreerde in de 9de eeuw en de is vernoemd naar de Trewhiddle Verzameling uit het Engelse Cornwall.De stijl kenmerkt zich door de opvallende decoratie met dooreengevlochten, verwrongen dieren en bladachtige krullen. In de metaalbewerking valt de voorkeur op voor zilver boven brons.
Oud-Griekse oorlogsschepen, voortbewogen door vijftien paar roeispanen.
Verwijst naar de kunst en bepaalde artefacten van kleinschalige gemeenschappen. Met deze categorie bedoelt men meestal het werk van Native Americans en inwoners van Oceanië en Afrika ten zuiden de Sahara. Makers van inheemse kunst zijn als volgt te definiëren: 1. ze zijn politiek en economisch geïsoleerd van geavanceerde beschavingen; 2. ze maken gebruik van mondelinge overlevering en niet van schriftelijke; 3. ze leven in kleine, onafhankelijke bevolkingsgroepen, meestal in dorpen met niet meer dan een paar honderd inwoners in een sfeer van persoonlijke sociale interactie en informele sociale controle; 4. ze hebben een laag arbeidsniveau en weinig ambachtelijke specialisatie; 5. ze voorzien in hun levensonderhoud door jacht, visserij, het verzamelen van eetbare producten en/of kleinschalige landbouw; 6. ze gebruiken weinig technologie, behalve handgereedschap, vaak van steen en niet van metaal, en 7. culturele veranderingen verliepen traag tot het contact met Europeanen.
Pose in de Aziatische kunst en dans, specifiek uit India. Het is een staande lichaamshouding die wordt gekenmerkt door drie buigingen, vaak met het gewicht op één been, en met het lichaam gebogen in tegengestelde richtingen bij het middel en de nek. Zo ontstaat een s-vorm, vergelijkbaar met contrapost.
Wordt gebruikt voor de verhoogde podia waarop de Romeinse magistraten zaten, meestal in basilieken of theaters, kan ook bij uitbreiding worden gebruikt voor de verhoogde platformen of stoelen gereserveerd voor leidinggevende functionarissen. Voor platformen binnenshuis die worden gebruikt als eervolle of belangrijke plaatsen voor hoogwaardigheidsbekleders of sprekers wordt 'podia' gebruikt.
Wordt gebruikt voor bankachtige zitplaatsen in rijen, voor toeschouwers van bijvoorbeeld sportevenementen in de buitenlucht, meestal zonder overkapping en met minder goed uitzicht dan de hoofdtribunes; kan ook worden gebruikt voor soortgelijk opgebouwde, meestal inschuifbare zitplaatsen binnen.
Schimmelfamilie met een kosmopolitische verspreiding die algemeen voorkomt in de bodem, op rottende planten- en voedselresten. Ze kunnen zich aan extreme omgevingsomstandigheden aanpassen en hanteren agressieve kolonisatiestrategieën. De familie bevat een aantal van de bekendste schimmels uit de genera Penicillium en Aspergillus.
Eetkamers in Romeinse huizen, die meestal waren uitgerust met een lage tafel die aan drie kanten werd omringd door banken.
Gebouwen die aan drie zijden apsissen hebben. Een dergelijke triconchale aanleg wordt ook wel aangeduid als klaverbladvormige plattegrond.
Oude Griekse zilveren munten met een waarde van drie drachmen.
Wiskundigen die gespecialiseerd zijn in de relaties tussen de zijden en hoeken van driehoeken, en tussen nauw met elkaar verwante grootheden, met name bij methoden voor het afleiden van gevraagde elementen op basis van andere, gegeven elementen. Verwijst in het bijzonder naar personen die zich bezighouden met trigonometrische landmetingen.
Franse speeltafels met een triktrakbord (backgammon-speelbord) dat meestal is verzonken onder een afneembaar tafelblad dat aan een zijde is uitgerust met een gevernist schaakbord en aan de andere zijde met laken of leer is bekleed om kaart op te spelen.
Klasse van ongeveer tien ordes uitgestorven en fossiele geleedpotigen die in zee leefden en een kenmerkende vorm hadden met drie lobben en drie segmenten.
Machines die gebruik maken van gewicht, vibratie of een combinatie van deze twee om iets samen te persen.
Axonometrische projectie waarbij de drie ruimtelijke assen ongelijk op het projectievlak (tekenoppervlak) staan, en de verhouding van het perspectief voor elk van de drie assen anders is.
Verwijst naar tekeningen gemaakt met behulp van trimetrische projectie, een axonometrische projectie waarbij de drie ruimtelijke assen ongelijk hellen naar het projectievlak of tekenvlak, en de mate van verkorting voor elk van de drie anders is.
Verwijst naar een drie-eenheid van de belangrijkste hindoegoden Brahma, Vishnu en Shiva. Sommige geleerden vatten de Trimurti op als een manier om verschillende monotheïstische benaderingen met elkaar en met het (brahmaanse) begrip 'ultieme realiteit' te verzoenen, omdat de Trimurti de kosmische functies van het Opperwezen manifesteert. Brahma vertegenwoordigt het evenwicht tussen de tegengestelde krachten van instandhouding en vernietiging, die respectievelijk worden vertegenwoordigd door Vishnu en Shiva. De Trimurti komt op klassieke wijze tot uitdrukking in het gedicht Kumarasambhava van Kalidasa (circa 4de-5de eeuw).
Te gebruiken voor dunne, U-vormige stukjes metaal of hout die tussen de touwen en platten aan de achterkant van een boekblok worden geplaatst om de ronde rug tijdelijk af te platten zodat de snijkant kan worden getrimd of versierd.
Oude Griekse munten ter waarde van drie obolen of een halve drachme.
Overschoenen die bestaan uit een zool, meestal geplaatst op een verhoging, doorgaans blokken, stelten of ringvormige ijzeren banden, die over het schoeisel heen wordt vastgemaakt met aantrekkoordjes. Ze worden gedragen om de voet te verhogen ter bescherming tegen modder, vuil of nattigheid. Gebruik 'klompschoenen' voor schoeisel met een dikke zool die meestal van hout is, soms van leer of kurk.
Driehoekige figuren gevormd door drie vlechtbogen of lussen.
Orde van 37 soorten in 1 familie. De vogels hebben zeer zachte veren en leven in bomen. Ze eten insecten en kleine vruchten en hebben zwakke poten. De eerste en tweede teen wijzen naar achteren.
Vissersvaartuig gebouwd en ingericht voor de visserij met het trawlnet en meestal met een lengte groter dan 27 m (volgens de meetbrief).
Te gebruiken voor elektrische trams die lopen op stroom door middel van een sleeplijnsysteem dat een verbinding vormt met draden die boven de tram lopen of tussen de rails liggen. Geen Nederlands equivalent.
Wordt gebruikt voor 'freewheeled transit systems' bestaande uit busachtige voertuigen die worden voortbewogen door elektriciteit uit bovengelegen kabels waarmee de trolleybussen zijn verbonden, via routes door het gewone straatverkeer.
Wordt gebruikt voor muren met ruimteverwarming die bestaan uit dikke, gemetselde muren, gelegen op het zuiden en met een glazen gevel, waarin circulatiegaten zitten waaruit gedurende de nacht verwarmde lucht in de kamers komt die gedurende de dag in de muren is opgeslagen.
Term gebruikt voor blikken houders met een deksel of klep, gebruikt voor het verpakken van koekjes, crackers, tabak of iets dergelijks.
Grote Franse bureaus die populair waren aan het eind van de periode van Lodewijk XV en Lodewijk de XVI. Het kwartronde deksel kan over de schrijftafel worden getrokken. Dit type werd soms nagemaakt in andere landen, waaronder Frankrijk, vooral Duitsland en Scandinavië in het laatste decennium van de 18e eeuw en bijna in elk westers land tijdens de 19e en 20e eeuw.
Wordt gebruikt voor segmenten van een gewelf die aan de buitenkant worden gebruikt als ondersteuning van uitstekende delen.
Franse term die letterlijk 'het oog bedriegen' betekent en verwijst naar afbeeldingen die zo realistisch zijn dat de beschouwer zou kunnen denken dat de weergegeven objecten, taferelen, structuren of gezichtspunten echt zijn, en dus niet slechts een afbeelding. De term verwijst doorgaans naar westerse kunstwerken, meestal tweedimensionaal of in bas-reliëf uitgevoerd. Trompe-l'oeil werd reeds toegepast bij de oude Grieken en werd later verfijnd door de Romeinen. De techniek was geliefd tijdens de renaissance in Europa, en later breidde de populariteit zich ook uit naar Amerika. Er werd gebruik gemaakt van effecten zoals geschilderde hout- of marmerstructuren op muren of zuilen, illusionistische doorkijkjes omlijst door antiquiserende vensters, geschilderde lijsten rondom een stilleven of portret dat de ruimte van de beschouwer lijkt binnen te treden, en afbeeldingen van schappen of kasten met diverse objecten, gezien door een half openstaande deur. Aan het einde van de 20ste eeuw werd soms zelfs de volledige buitenzijde van gebouwen in trompe-l'oeil geschilderd.
In algemene zin: alle blaasinstrumenten, bespeeld door lipspanning, en meestal met cylindrische boring. In specifieke zin: blaasinstrumenten in moderne westerse context met een wijd mondstuk, smalle boring, kleppen en een middelgrote klankhals en klankbeker.
Genus van grote, voornamelijk bladverliezende bomen die inheems zijn in het oosten van Azië, het oosten van Noord-Amerika en West-Indië. De bomen hebben grote bladeren die voor veel schaduw zorgen en een geschikte habitat vormen voor een groot aantal vogels en andere dieren. De Latijnse naam is afgeleid van de naam van de Catawba-indianen voor deze bomen (de tribale totem). De beschrijvende botanist nam de naam verkeerd over en maakte er ���Catalpa' van.
Te gebruiken voor ceremoniële stoelen of zetels voor monarchen, prelaten of andere hoogwaardigheidsbekleders, vooral gebruikt bij staatsiegelegenheden en andere speciale gebeurtenissen; gewoonlijk geplaatst op een podium en voorzien van een baldakijn.
Vergelijkbaar met baldakijnen voor tronen of bedden. Troonhemels bestonden uit celures, hemels en ten minste één set met valletjes. Ze werden vaak gebruikt met speciale zetels, voetkrukjes en kussens, en konden voor extra formele gelegenheden op een podium worden geplaatst.
Boeken met tropen, dat wil zeggen inleidingen op liturgische gezangen of interpolaties en uitwerkingen van de tekst van de katholieke mis. Ze werden gebruikt totdat het Roomse misboek onder paus Pius V (1566-1572) werd herzien.
Het klimaat dat wordt gekenmerkt door hoge temperaturen en zware neerslag die gedurende het hele jaar valt of wordt afgewisseld met droge seizoenen.
Schotse capuchons die de nek beschermen en tot de schouders reiken en vooral bij het paardrijden werden gedragen vanaf de 18e eeuw. Kunnen worden vastgemaakt aan de buitenste kleding. Geen Nederlands equivalent.
Verwijst naar de stijl in de architectuur, decoratieve kunsten en schilderkunst in Frankrijk van het eind van de 18de tot het begin van de 19de eeuw. De stijl komt overeen met de neogotiek in Engeland en toont gotische vormen en ornamenten en een sentimentele en historiserende belangstelling voor Middeleeuwse onderwerpen, technieken en kleding.
Verwijst naar een type traditionele woning van kalksteen in Zuid-Italië, met name het zuiden van Apulië. Trulli hebben een cirkelvormig grondplan en zijn opgetrokken uit ruw bewerkte rotsblokken van kalksteen, met een kenmerkend dak van gestapeld metselwerk op kraagstenen. Deze specieloze techniek dateert uit de prehistorie maar is nog altijd in gebruik in deze regio. Meerdere trulli kunnen worden samengevoegd tot complexe wooneenheden met allerlei combinaties van platte en kegelvormige daken. De buitenzijde is vaak witgekalkt, de daken zijn bedekt met dakpannen en de hoofdingang is meestal boogvormig; er wordt spaarzaam gebruik gemaakt van ramen, die meestal klein zijn.
Houten kisten die vaak met leer werden bedekt en verguld of met ijzer beslagen. Ze werden gebruikt als reiskoffer om paperassen, kostbaarheden en kleding in op te bergen. Dit type werd aan het eind van de Middeleeuwen gemaakt.
Plat handgereedschap met een breed stalen blad. Worden gebruikt om pleister of metselspecie aan te brengen, uit te spreiden of te bewerken, of om het oppervlak van ongevormd beton glad te maken.
Verwijst naar de autocraten of keizers van Rusland die vanaf de 16de eeuw tot aan de Russische Revolutie van 1917 over het land heersten. De term verwijst eveneens naar de vorsten van Servië gedurende de 14de eeuw. De term is waarschijnlijk afgeleid van het woord 'caesar'. Oorspronkelijk verwees het woord naar een koning, maar uiteindelijk kreeg het de betekenis van 'keizer'.
Beschrijft werken die zijn vervaardigd door de gelijknamige Afrikaanse etnische groep, die in het westen van Ethiopië leeft.
Te gebruiken om werk te beschrijven dat is vervaardigd door het gelijknamige Afrikaanse volk dat leeft in onafhankelijke groepen in de Republiek Congo.
Verwijst naar de cultuur van het Bantu-sprekende volk dat in de zuidelijke Congo en noordoostelijk Angola woonde. Tot dit volk behoren veel inheemse volken en groepen veroveraars van Lunda-origine, en deze spreken een taal van de Benue-Congo-tak van de Niger-Congo-talen. Het zijn jagers en landbouwers, afhankelijk van welke regio ze bewonen. Ze wonen voornamelijk in bossavannes en stroken regenwoud langs rivieren.
Verwijst naar uitgesneden houten beeldhouwwerken die gestileerde hoofden en halzen van vogels uitbeelden. Het grotere type bevat een erg lange, vaak puntige snavel en een gezicht dat soms de trekken vertoonde van een crocodilem, een gehoornde figuur of een D'mba-figuur. Het gebogen halsstuk is bevestigd aan een afneembare bolvormige basis. Het andere belangrijke type is kleiner, gemaakt uit een enkel stuk hout, meer compact, voorzien van een kortere snavel, minder gedetailleerd uitgesneden en bevestigd op een holronde basis. Ze dienen vooral als heiligdomstukken en stellen de Almachtige God en de geestelijke beschermer van het familiegeslacht voor. Kan ook worden gebruikt als hoofdbedekking tijdens dansen en voor wichelarij, voor rituelen zoals de mannelijke en vrouwelijke inwijding en ceremoniën voor oogst, genezing, rechtspraak en begrafenissen.
Verwijst naar een school in het Chinese boeddhisme die waarschijnlijk dateert uit de 6de eeuw, en die de mahayana-leer combineert met die van het taoïsme. In het hierdoor ontstane geloofssysteem ligt de nadruk meer op een meditatieve dan op een intellectuele benadering van verlichting. Tsj'an is nauw verbonden met zen. De term kan ook worden gebruikt om in het algemeen te verwijzen naar meditatie in het Chinese boeddhisme.
Verwijst naar de cultuur van het huidige Tsjechië, of in het algemeen naar de culturen op het grondgebied van het huidige Tsjechië in Centraal Europa. De term wordt ook in bredere zin gebruikt om te verwijzen naar de cultuur van het Boheemse volk.
Stroming van het tantrisch boeddhisme in China. De naam is afgeleid van het woord 'mantra' in het Indiase Sanskriet, dat 'mystieke wereld' betekent. Tsjen-Jen kwam via het werk van Shubhakarasimha in China terecht in 716 n. Chr. en werd vervolgens verder verspreid door onder meer Amoghavajra (705-774). De stroming was een tijdlang in zwang aan het keizerlijke hof, maar werd nooit bijzonder populair in China. De stroming maakte wel een bloeiperiode door in Japan nadat Kukai een aantal Tsjen-Jen-rituelen en -teksten meenam van een reis naar China in 804; Kukai richtte de Sjingon-stroming van Tsjen-Jen op in zijn vaderland Japan. Tsjen-Jen maakte een opleving door in Tibet gedurende de Yuan-dynastie (1279-1368), maar de stroming die vandaag de dag nog actief is, is net zozeer Tibetaans als Chinees en de intrinsieke kwaliteit van Tsjen-Jen is afgenomen.
Verwijst naar de pre-Angkor-stijl en periode rondom de Cambodjaanse koninkrijken van Tsjen-la (1e tot 9de eeuw) die in hoge mate waren beïnvloed door Indiase ideeën. Deze stijl is vooral zichtbaar in de lager gelegen valleien van de Mekong-rivier. De beeldhouwkundige productie in deze stijl bestaat uit grote, vrijstaande zandstenen figuren van goden uit Hindoe-, Shiva- en Visjnoe-teksten. Religieuze beeldhouwwerken bestaan vaak uit verschillende goden die zijn gecombineerd tot een enkele figuur en worden gekarakteriseerd door gladde, onafgebroken oppervlakken die zijn uitgebreid door middel van brede, frontale vlakken en door uitsparingen aan de zijkanten die zijn verbonden met het massieve blok. Deze periode werd tevens gekenmerkt door de rudimentaire ontwikkeling van niet-Indiase elementen zoals de zandstenen lateien die werden gemaakt voor deuropeningen van bakstenen schrijnen, het concept van de latei als een speciaal attribuut van de geestschrijn en beeldhouwwerken in reliëf die waren gebaseerd op paren van monsterfiguren en bladontwerpen. Boeddhistische iconen in deze stijl zijn gemaakt in zandsteen en zijn minder zinnelijk en verfijnd dan Hindoe-figuren.
Verwijst naar de stroming van het boeddhisme die verondersteld wordt opgericht te zijn door de Chinese monnik Hui Yuan (334-417) en die een van de populairste vormen van mahayana werd. Tsjing T'ue staat in het teken van toewijding aan de bodhisattva Amitabha, die heerst over een 'zuiver land'. De toewijding aan Amitabha kan in het ideale geval leiden tot een wedergeboorte en verlichting in dit zuivere land. Tsjing T'ue heeft zich verspreid naar Japan, alwaar een afsplitsing ontstond van de hoofdrichting, onder de naam Jōdo.
Penseelbehandeling die in de Chinese schilderkunst wordt toegepast om de vormen en de tekening van bergen, rotsen, bomen en stenen - of de groeven en inkervingen daarin - aan te geven.
Te gebruiken om werken te beschrijven van de gelijknamige Afrikaanse etnische groep die tegenwoordig leeft in Zuid-Afrika en Mozambique.
Stootplaten van Japanse zwaarden die de kling van het gevest scheidt. Tsuba zijn gewoonlijk rond of vliegervormig, met een centrale opening voor de angel van de kling, soms omringd door kleinere openingen. Ze zijn tussen 8 en 15 centimeter groot, afhankelijk van de lengte van de kling. Tsuba waren een functioneel deel van het zwaard, maar het creëren ervan ontwikkelde zich in de late vijftiende eeuw tot een aparte kunstvorm, die zijn hoogtepunt kende in de negentiende eeuw. Een tsuba kan gemaakt zijn van verschillende materialen: ijzer, koper, staal, goud en zilver, en in zeldzame gevallen ivoor of hout.
Japanse schildertechniek waarbij een inkt in lagen wordt aangebracht om het driedimensionale karakter van de vormen in het werk te accentueren.
Japanse schildertechniek, populair tijdens de Heian-periode (794-1185) en de Kamakura-periode (1185-1333), waarbij lagen dekkende kleuren werden aangebracht op een ondertekening. Vervolgens werden de inktlijnen zorgvuldig opnieuw aangebracht en werden gelaatstrekken toegevoegd. Deze techniek wordt geassocieerd met 'yamato-e' en was de techniek die werd gebruikt voor de creatie van de rolschilderijen met het verhaal Genji Monogatari.
Beschrijft werken die zijn vervaardigd door het gelijknamige Afrikaanse volk, een Hausa-volk dat in het zuiden van Niger leeft.
Te gebruiken om werken te beschrijven van de gelijknamige Afrikaanse etnische groep die leeft in Tsjaad.
Verwijst naar de stijl in de Engelse architectuur en binnenhuisarchitectuur in de eerste helft van de 19de eeuw en opnieuw in het begin van de 20ste eeuw. De architectonische vormen en decoratieve motieven, voortgekomen uit de binnenlandse architectuur van de Tudor-periode (1485-1547), bevatten onder meer in ruitjespatronen aangebracht metselwerk, vakwerk, gebrandschilderd glas en tudorrozen,dikwijls gecombineerd met gotische elementen.
Gestileerde roosfiguren waarbij de ene roos over de andere heenligt, oorspronkelijk een symbool voor het verbond tussen de huizen van Lancaster en York in 1485.
Verwijst naar de Engelse stijl in de architectuur en in de decoratieve kunsten tijdens de heerschappij van de Tudor-vorsten van 1485 tot 1603. De stijl werd beïnvloed door het Vlaamse maniërisme. De motieven in de architectuur bestaan uit ornamentaal metselwerk, trapgevels en pinakels, terwijl de decoratieve kunsten zich kenmerken door overdadig zilverwerk en rijk versierd houtsnijwerk.
Beschrijft werken die zijn vervaardigd door het gelijknamige Afrikaanse volk, dat in Kenia leeft.
Verfijnde decoratieve kalligrafische imperiale monogrammen van de Ottomaanse sultans (die in de periode 1281-1924 regeerden) met de betreffende naam en titel en de woorden ���eeuwig zegevierend'. Men gebruikte ze om documenten te bekrachtigen omdat sultans hun decreten niet ondertekenden. Tughra's werden gemaakt door speciaal daarvoor aangewezen functionarissen met de rang van pasja, die controleerden of het document correct was. Tughra's worden gekenmerkt door drie hoge verticale lijnen en één lange elliptische lijn naar links om een kleinere lijn met dezelfde vorm heen.
Kruidachtige plant die inheems is in het Middellandse Zeegebied en al 2000 jaar wordt gehouden. De plant wordt op grote schaal gekweekt vanwege zijn heldere roze-paarse en vaak geurige bloemen met rafelige bloemblaadjes. Er zijn diverse cultivars met verschillende kleuren: roze, geel, groen en wit.
Het intensief en extensief verbouwen van tuinplanten, waaronder vruchten, groenten, bloementeelt en landschaps- en kwekerijgewassen.
Kwalitatief laagwaardig, dubbel sterk, getrokken glas dat wordt gebruikt bij het bouwen van kassen. Het is licht golvend waardoor een enigszins vervormd beeld kan optreden.
Losstaande gebouwtjes in tuinen van buitenplaatsen of grachtenhuizen, waarin men zich kon verpozen, thee drinken en dergelijke. Soms veelhoekig of rond, zie daarvoor ook 'theehuizen'.
Lichte, soms versierde bouwwerken in een tuin, park of ander recreatiegebied die worden gebruikt voor amusement of voor onderdak.
Wordt gebruikt voor steden of stadsdelen waarvoor nieuwe plannen gemaakt zijn om grote stukken groene ruimte te creëren, om interne groei en ontwikkeling te beheersen, en industriële en niet-industriële activiteiten te scheiden. Te onderscheiden van 'tuinstadwijken' door hun grotere omvang en stedelijke locatie.
Wordt gebruikt voor buitenwijken die ontworpen zijn om grote stukken groene ruimte te bevatten en om de interne groei en ontwikkeling te beheersen, met een nadruk op woonwijken. Te onderscheiden van 'tuinsteden' door hun kleinere omvang en ligging buiten stedelijke centra
Drinkgerei met meestal één langgerekte tuit, zonder deksel, voor het voeren van kinderen of zieken.
Houders, vaak van zilver, die in vorm lijken op kroezen, met één of twee handvatten, een tuit en een deksel. Wordt gebruikt voor het voeren van invaliden en baby's.
Schoenen of laarzen die zijn gemaakt met een bijzonder lange puntige teen die in Europa werden gedragen in de 14e en 15e eeuw. Kan ook verwijzen naar de punten van dergelijk schoeisel.
Beschrijft werk dat is vervaardigd door het gelijknamige Afrikaanse volk, een subgroep van de Fulbe die leeft in de regio Futa Toro in het noorden van Senegal en het zuiden van Mauritanië.
Beschrijft werken die zijn vervaardigd door het gelijknamige Afrikaanse volk, dat in Ethiopië leeft.
Zacht hout met een fijne nerf van de soort Liriodendron tulipifera uit Noord-Amerika. Het spinthout is meestal roomachtig gebroken wit; het kernhout is bleekgroen, vaak met rode, paarse of zwarte strepen. Het is goedkoop, eenvoudig te bewerken, kan scherp worden gemaakt en is stabiel. Het wordt gebruikt om pijpen en kleppen van orgels af te dichten, voor dakspanen, doodskisten, gemodelleerd hout en houtwaren.
Hout van de boom behorende tot de soort Dalbergia, inheems in Brazilië. De kleur is roomgeel met roze tot roodachtig paarse strepen. Het wordt gebruikt voor het maken van inlegsels, marqueterie en in het bijzonder sierlijk 18de-eeuws Frans meubilair.
Verwijst naar de islamitische kunst en architectuur van de Tuluniden-dynastie, die in 868 werd gesticht door Ahmad ibn Tulun, een gouverneur van Egypte die ook Syrië onder zijn gezag bracht. Hij was tevens de eerste bewindvoerder die Egypte onafhankelijk maakte van de Abbasidische kaliefen. De dynastie was welvarend, maar bestond slechts korte tijd en werd in 905 omvergeworpen door Abbasidische strijdkrachten. Buiten de hoofdstad, in Fustat, bouwde Ahmad een moskee die bekend staat als de 'Moskee van Ibn Tulun' en die wordt beschouwd als een van de meesterwerken van de middeleeuwse islamitische architectuur; de materialen en het ontwerp van de moskee weerspiegelen de toenmalige architectuur van het Abbasidische hof in Samarra. De kunst van de Tuluniden-dynastie staat ook bekend om het beeldsnijwerk in hout, rotskristal en pleister, dat duidelijk was geënt op de afgeschuinde stijl van Samarra, maar daarnaast ook afbeeldingen van vogels tussen de abstracte motieven toonde. De productie van keramiek en textiel kende ook een bloeitijd onder het mecenaat van de Tuluniden, hoewel van deze objecten, net als van het Tulunidische beeldsnijwerk, slechts fragmenten bewaard zijn gebleven.
Te gebruiken om werken te beschrijven van de gelijknamige Afrikaanse etnische groep die leeft in Malawi, Tanzania en Zambia.
Beschrijft werk dat is vervaardigd door het gelijknamige Afrikaanse volk, dat in het zuidwesten van de Democratische Republiek Kongo leeft.
Liturgische kleding die op dalmatieken lijken en door subdiakens over de albe worden gedragen bij eucharistievieringen (en ook door bischoppen tussen de albe en de dalmatiek).
Beschrijft werken die zijn vervaardigd door het gelijknamige Afrikaanse volk, een Baggara-volk dat leeft in het oosten van Sudan, in Tsjaad en in het noorden van Nigeria. Ze vormen afstammelingen van een koninkrijk dat mogelijk is gemigreerd vanuit het noorden of noordoosten van Afrika naar de centrale regio van Sudan.
Lange, gebreide mutsen gemaakt van een zak die aan beide kanten taps toeloopt en waarvan de ene kant in de andere gestopt wordt; van oudsher door Canadezen gedragen bij wintersporten. Geen Nederlands equivalent.
Diverse machines die de kinetische energie van een bewegende vloeistof omzetten in mechanische energie. Worden vaak gebruikt om een elektrische generator aan te drijven.
Locomotieven die worden aangedreven door gasturbines die elektrische generatoren aandrijven, die stroom leveren aan elektrische tractiemotoren op de assen.
Een zwakkere afzetting van half inzetgeharde overblijfselen van planten, gevormd in een omgeving die is verzadigd met water zoals een moeras.
Te gebruiken om werken te beschrijven van de gelijknamige Afrikaanse etnische groep die leeft in Burkina Faso.
Weefsel met pool van symmetrische knopen van gekleurd kamgaren op een schering van hennep of linnen; werd vanaf het eind van de 16e tot halverwege de 18e eeuw gemaakt in Engeland. Het werd vooral gebruikt voor tafelkleden, vloerkleden, bekleding, kussens en soms wandtapijten.
Verwijst naar een subgroep Veneto-Saraceense metaalproducten. Deze groep bestaat uit ruim honderd stukken en is gebaseerd op de elf door Mahmud al-Kurdi gesigneerde stukken. Kenmerkend voor de eclectische, overdadige decoraties in het werk van Mahmud al-Kurdi zijn de middelpuntvliedende motieven van accoladebogen, limoenvormige medaillons en kruisvormen ingelegd met zilver, uitgevoerd in zowel ruimtelijke als lineaire technieken, tegen een uiterst verfijnd ingesneden arabeske achtergrond. Deze decoratiestijl lijkt op het metaalwerk dat in dezelfde periode werd vervaardigd voor de Timrid-dynastie in het oosten van Iran en Centraal-Azië, en voor de mammelukheersers van Egypte en Syrië. Bij Mahmud al-Kurdi zien we echter een grotere aandacht voor dramatiek en kleur.
Verwijst naar de stijl en cultuur van het moderne Turkmenistan na 1924. In 1924 werd de Turkmeense Socialistische Sovjetrepubliek opgericht. De republiek riep in 1991 de onafhankelijkheid uit en nam de naam Turkmenistan aan.
Geitenleer uit Turkije dat via Venetië in Europa terechtkwam. Daar werd het tussen de vroege 16de eeuw en de vroege 18de eeuw gebruikt in verfijnde boekbanden. Voor de ontharing werd het gelooid met olie en kreeg het een opvallende rode kleur, waarna het werd gelooid met sumak.
Zwart geaderd marmerpapier met oranje, gele en witte delen. De overheersende kleur wordt als laatste aangebracht, waardoor de andere kleuren zich tot fijne adertjes verspreiden.
Een ongestandaardiseerde kleurbenaming voor meekraprood uit het Nabije Oosten of een synthetisch kleurmiddel met dezelfde kleurschakering.
Term die in de 18e en 19e eeuw in Amerika werd gebruikt voor vloer- en tafelkleden met Oosterse motieven.
Een anorganisch blauw pigment dat een complex ijzerferrocyanide is en dat ontstaat door een ferrozout te laten reageren met kaliumferrocyanide. Het is een tussenproduct bij de productie van Pruisisch blauw, maar het is niet dezelfde verbinding. Turnbull's blue wordt niet gebruikt als verfpigment, maar bij het maken van blauwdrukken. Blauwdrukpapier is gesensibiliseerd met ijzerammoniumcitraat en kaliumferrocyanide. Wanneer het papier wordt blootgesteld aan licht, worden de ijzerionen gereduceerd tot ferro-ionen.
De bovenste delen van tiring houses in Elizabethaanse theaters, mogelijk gebruikt als muziekgalerijen en voor geluidseffecten.
Te gebruiken om werken te beschrijven van de gelijknamige Afrikaanse etnische groep, die leeft in Burkina Faso.
Ongelijkmatige, gele tot lichtbruine zijde die in China en India door wilde rupsen wordt geproduceerd. De vezels zijn grover, sterker en korter dan die van gecultiveerde zijde.
Duitse legering voor gebruiksvoorwerpen, die tussen de 88 en de 92% tin bevat, en daarnaast maximaal 3% koper en tussen de 6 en 7,5% lood.
Verwijst in algemene zin naar leraren die instructie aan leerlingen geven buiten een normale klassituatie. Omvat privétutors die specifiek worden ingehuurd om leerlingen te helpen zich voor te bereiden op examens. Op sommige Amerikaanse universiteiten: leraren die in rang onder de docenten vallen, meestal ingehuurd voor een of enkele jaren. Op Britse en Ierse universiteiten: studenten die bijna afgestudeerd zijn of leden van het onderwijzend personeel die tot taak hebben een jongere student te begeleiden.
Beschrijft werken die zijn vervaardigd door het gelijknamige Afrikaanse volk, dat hoofdzakelijk in Burundi en Rwanda leeft, met inbegrip van traditionele ambachten als weven, parelkralen maken en manden weven. De Tutsi-monarchie kende een rijke traditie van dynastieke poëzie en hofmuziek. De Tutsi's, een etnische groep die vermoedelijk afkomstig is uit het Nijlgebied, vestigde zich in de 14de of 15de eeuw in dit gebied. Deze rondtrekkende herders en krijgers gingen geleidelijk de reeds aanwezige Hutu's overheersen, door middel van vreedzame infiltratie en de invoering van een feodaal stelsel onder leiding van een Tutsi-koning en Tutsi-aristocratie; wel namen ze de Bantoetalen van de Hutu's over. Gedurende de Europese koloniale periode ontstonden er spanningen tussen de twee groepen, welke nog altijd een probleem vormen.
Presentaties van informerende of ontspannende voorstellingen, zoals nieuws-, sport- en muziekuitzendingen, toneelvoorstellingen, komedies, documentaires, talkshows of spelprogramma’s die openbaar worden gemaakt door transmissie van televisiesignalen.
Te gebruiken om werken te beschrijven van de gelijknamige Afrikaanse etnische groep, die verspreid leeft over het oosten van de Democratische Republiek Congo.
Een corpus van muziekcomposities dat sinds het begin van de 20ste eeuw is ontstaan op basis van het twaalftoonstelsel, dat aan Arnold Schönberg wordt toegeschreven. In het algemeen wordt twaalftoonsmuziek beschouwd als een deelgroep van de seriële muziek, maar er heerst nog onenigheid op dit punt.
Verwijst naar de periode in Egypte van circa 2775 tot 2650 v. Chr. Kunstwerken bestaan uit muurschilderingen, reliëfs, beeldhouwwerk en aardewerk en getuigen van toenemende formele artistieke conventies.De architectuur onderscheidt zich door de constructie van rechthoekige mastaba’s, opgericht om de ondergrondse tombes te beschermen en de status van de overledene te benadrukken.
Verwijst naar de stijl van architectonische en decoratieve kunst in Frankrijk tussen 1852 en 1870 tijdens eerst het presidentschap en later het keizerrijk van Napoleon lll, maar die ook van invloed was in de rest van Europa en de Verenigde Staten.De periode is bekend om zijn eclecticisme, weelderigheid, en praalzucht, en geeft blijk van een wederopbloei van verscheidene historische stijlen, waaronder Louis XVI, gotiek, renaissance, en barok. In de architectuur wordt de stijl in het bijzonder geassocieerd met openbare gebouwen of woonhuizen voorzien van mansardedaken, heraldische motieven, dakkapellen met frontons, en details uit de Franse renaissance.
Verwijst naar de tweede afzonderlijke fase van de Spaanse platereske stijl, die werd gebruikt in de eerste helft van de 16de eeuw. Verschilt van de eerste platereske stijl door zijn grotere geografische verspreiding, het gebruik van Italiaanse renaissancemotieven en bouwmethoden.
Badpakken die bestaan uit bijpassende maar afzonderlijke boven- en onderstukken.
Te gebruiken voor een tevoren afgesproken gevecht tussen twee personen dat wordt gevochten met dodelijke wapens volgens een aanvaarde code of procedure, met name om een persoonlijk conflict te beslechten.
Dierenriemsymbool van een tweeling, ruwweg gebaseerd op het sterrenbeeld met dezelfde naam. De dierenriemtekens zijn bewaard gebleven via klassieke Griekse en Romeinse decoratie, waren populair in Noord-Europese Romaanse en Gotische kerken en werden vaak aangetroffen in middeleeuwse psalters en getijdenboeken. Ze symboliseren elke maand waarin de zon het betreffende sterrenbeeld binnengaat. Deze tekens zijn ook gebruikt als decoratie op plafonds, kaarten, uurwerken en astronomische instrumenten.
Verwijst naar beeldende werken die bestaan uit twee met scharnieren aan elkaar bevestigde panelen, waarop dikwijls aan de buitenkant afbeeldingen zijn aangebracht. De panelen dienden in de Romeinse tijd als schrijftabletten. Vanaf de middeleeuwen werden ze hoofdzakelijk gebruikt als drager van afbeeldingen voor altaarstukken en andere doeleinden. Deze bestonden vaak uit panelen van gesneden ivoor of beschilderd hout, waarbij de belangrijkste afbeeldingen aan de binnenkant waren aangebracht.
Bedden die 135 cm breed zijn en voor twee volwassenen zijn bestemd.
Verwijst naar schilders van oude Griekse vazen die zowel rood- als zwartfigurig schilderden. De term verwijst ook naar vaatwerk waarop zowel rood- als zwartfigurige technieken zijn te zien. De tweetalige stijl manifesteerde zich een korte tijd tijdens de laat-archaïsche periode in de derde en vierde decennia van de zesde eeuw voor Christus, toen de Attische roodfigurige stijl zich aandiende en de zwartfigurige stijl langzaam maar zeker grotendeels verdrong. Tijdens deze overgangsfase vertoonde vaatwerk soms beide technieken, waarbij elke techniek werd gebruikt voor specifieke delen van het vaatwerk. Zo werd de zwartfigurige stijl gebruikt voor de binnenkant en de roodfigurige stijl voor de buitenkant van een beker of werd het ontwerp van de buitenkant van een amfora verdeeld in twee delen, met de ene techniek op de voorzijde en de andere op de achterzijde. De twee technieken worden soms gebruikt door dezelfde vaasschilder en soms werden verschillende vaasschilders gebruikt voor de twee technieken op hetzelfde vaatwerk.
Orde van 240.000 soorten insecten met één enkel vleugelpaar op de mesothorax en achtervleugels die zijn geëvolueerd in een paar halters op de metathorax. Insecten uit andere ordes met het woord ���vlieg' in hun naam (bijvoorbeeld de schorpioenvlieg) zijn geen echte vliegen.
Borden, ongeveer 20 cm in doorsnede en in verschillende vormen, wat grootte betreft tussen een plat bord en een muffinbord.
Te gebruiken om werken te beschrijven van de gelijknamige Afrikaanse etnische groep die leeft in Zuid-Ghana. Voorafgaand aan de kolonisatie vormden zij een van de Akan-staten.
Mixers met een soort stilstaand mengapparaat met een lang handvat. Het mengapparaat wordt op de bodem van een schaal of glas met ingrediënten geplaatst en het handvat wordt tussen de handpalmen rondgedraaid.
Doorlopend patroon van verstrengelde stammen, op regelmatige afstanden onderbroken door ananasmotieven, aangetroffen op diverse Engelse en Franse boekbindersrollen.
Bekers, vaak van zilver, met twee verticale handvatten, gewoonlijk een stam en een voet en soms een deksel met een puntige knop. Geen Nederlands equivalent. Zie 'bekers'. Gebruik 'kandeelkoppen' voor zilveren koppen met twee handvatten bedoeld voor kandeel.
Wordt gebruikt voor platte betonnen kruisvloeren die worden ondersteund door balken die zijn opgehangen tussen zuilen in beide richtingen. Het vloerstuk en de balken worden uit één stuk gegoten.
Wordt gebruikt voor bouwsystemen gebaseerd op betonnen platen, waar de belasting in twee richtingen worden overgebracht.
Verwijst naar werken die zijn vervaardigd door de gelijknamige Afrikaanse etnische groep, die in Guinee leeft.
Boeken met voorschriften en aanwijzingen voor de religieuze diensten van kerkjaar van de Oosterse kerk.
Over het algemeen is dit de vergelijkende studie en de analyse van de kenmerken van dingen, inclusief het classificeren op basis van gemeenschappelijke eigenschappen; omvat ook de analyse naar de herkomst en betekenis van bijbelse figuren, vooral bij het vergelijken van het Oude en het Nieuwe Testament.
Typografische versieringen (zoals kogeltjes of sterretjes) met meestal als functie de aandacht te vestigen op een openingszin, of om een onderbreking te markeren tussen alinea's.
Een vroeg procedé voor de reproductie van foto's op basis van een negatief, dat rond de jaren negentig van de 19e eeuw in Frankrijk werd ontwikkeld. Het raakte in onbruik toen eenvoudigere technieken met autotypierasters beschikbaar kwamen. Voor de typogravure werd de drukplaat gegoten uit een lichtgevoelig gelatinereliëf, gevormd door het bloot te stellen aan zonlicht door een negatief en vervolgens uitgewassen. Het afgietsel bevatte veel verhoogde pieken van verschillende grootten, waarvan de gelatine werd weggespoeld in verhouding tot de mate van belichting. Deze pieken konden als bij de boekdruk worden gerold met inkt, waardoor een reeks punten ontstonden die zorgden voor de illusie van tintverloop.
Maatstokken voor het meten van de hoogte van hoofdletters voor het inpassen van kopij en de opmaak, vaak van doorzichtig materiaal en meestal onderverdeeld in punten, pica's en inches of centimeters.
Rivierkronkelingen die zo extreem krom zijn, dat er alleen nog een landtong is overgebleven tussen de twee delen van de stroom.
Te gebruiken voor Duitse onderwatergevechtsschepen die tijdens de Eerste en Tweede Wereldoorlog zijn ontworpen.
Afrikaanse draagzwaarden met een gebogen kling, weelderig bewerkte en vaak van ivoor, gedragen door de koninklijke Olowo van het Yorubavolk en door hooggeplaatste stamhoofden.
Opklapbare zonnebeschermers gemaakt van een reeks halve hoepels van riet, bedekt met zijde die aan de voorkant van een damesbonnet zijn vastgemaakt en bescherming tegen de zon verschaffen. Werden vooral op de Britse eilanden gedragen halverwege de 19e eeuw. Kan in Schotland ook verwijzen naar alle beschermende hoofddeksels die zijn gemaakt van over halve hoepels gespannen katoen.
Orde van 2 families en ongeveer 180 soorten nachtelijke roofvogels met een haaksnavel, sterke klauwen en zachte veren. Alle uilen hebben dezelfde algemene vorm: een plat gezicht, een kleine haaksnavel, een korte staart, ronde vleugels en grote, naar voren gerichte ogen. Men associeerde de vogels met Athene, de Griekse godin van de wijsheid. Uilen werden ook een symbool van intelligentie, omdat men geloofde dat ze gebeurtenissen konden voorspellen. Door het nachtelijke bestaan van de dieren en het oehoe-geluid dat ze maken, zijn uilen daarnaast vaak beschouwd als symbolen van het occulte. In de Middeleeuwen werd de uil een symbool van de duisternis die voor de komst van Christus heerste.
Kleine messen met een smal lemmet die worden gebruikt voor het verwijderen van botten uit vlees en graten uit vis of soortgelijke voedingswaren.
Wordt gebruikt voor complexen bestaande uit o.a. winkels, restaurants, kiosken en handkarren waarop amusement o.a. in de vorm van muziek gebracht wordt, meestal gebouwd in een binnenstad om een stadscentrum nieuw leven in te blazen; bedacht in de jaren zeventig.
Wordt gebruikt voor de specifieke fase van het corroderen van een materiaal door de inwerking van een bijtend zuur.
Voegen in een gemetselde muur waarvan de mortel er tot een bepaalde diepte is uitgehaald terwijl hij nog zacht is.
Munten, vaak een cent uit de Verenigde Staten, die tot een ovale of uitgerekte vorm zijn geperst door ze tussen stalen matrijzen te rollen, met een ontwerp aan één zijde of beide zijden. Uitgerekte munten zijn meestal als souvenir bedoeld, niet als betaalmiddel.
Mensen, bedrijven of rechtspersonen die verantwoordelijk zijn voor het op de markt brengen van een boek of ander werk voor de verkoop of distributie aan het publiek. Gebruik 'boekverkopers' voor personen die actief waren voor 1800.
Een extra spatie tussen woorden voegen, meestal om een regel uit te vullen.
Wordt gebruikt voor combined footings waarin twee onafhankelijke voetingen aan elkaar zijn bevestigd om een asymmetrisch belasting op een ervan te compenseren, meestal ondersteunt één ervan een excentrische buitenmuur of zuil.
Bibliothecarissen die het beheer voeren over en werken met de circulatieprocedures en het uitleenbeleid van een bibliotheek.
Greppelsystemen die ruwe aggregaten en distributiepijpleidingen bevatten, waardoor afvoervloeistof uit septische tanks in de omringende grond kan sijpelen.
Gegraveerde, gedrukte of geschreven documenten waarin de geadresseerde wordt verzocht om op een bepaalde tijd op een bepaalde plaats te verschijnen.
Rechthoekige, meestal leren reistassen, met zijkanten die bij elkaar komen en vast worden gemaakt aan de bovenkant, of die over de gehele breedte van de tas open zijn met twee riempjes die rond de tas worden gebonden om die dicht te maken.
Iets vloeibaars, een vloeistof of iets anders in losse deeltjes uiteen doen vloeien of vallen.
Apparaten of machines die worden gebruikt voor het doseren van korrelig materiaal, zoals grind of gebroken steen, van een laadtrechter en het verspreiden over een bepaald gebied.
Horizontale banden metselwerk, over het algemeen dunner dan andere lagen, die zich uitstrekken over de buitenmuur, en in sommige gevallen ook over pijlers of ingebouwde zuilen. Ze kunnen vlak zijn of uitsteken, en het oppervlak ervan kan plat zijn, bewerkt, of op een andere manier vormgegeven.
Kleine schuifbladen boven het hellende dekblad in bureaus om kaarsen in te zetten.
Dining tables with extending frames whose tops can be lengthened by inserting loose leaves.
Diverse apparaten die de elektrische signalen, die in een computer de informatie weergeven, omzetten in een vorm die buiten de computer kan bestaan of worden waargenomen.
Architecten met managementverantwoordelijkheid voor bouwprojecten, die de leiding hebben over elke fase van een project, van het eerste ontwerp tot de supervisie over de bouw. Deze functie sluit die van ‘toeziende architecten’ in, maar is breder.
Personen in de traditionele uitvoerende kunsten, zoals muziek, theater en dansen. Gebruik 'performance-kunstenaars' voor personen die performance-kunst maken.
Kunstvormen die aan de aandacht van waarnemers worden gepresenteerd door middel van rechtstreekse of opgenomen handelingen van de kunstenaars, zoals dansen, acteren, of het uitvoeren van muziek.
Wordt in het algemeen gebruikt voor apparaten die materiaal of voorwerpen van het ene gebied verwijderen en in een ander gebied lossen. De term wordt met name in de civiele techniek gebruikt voor pompen die het rioolwater van een lager riool omhoogpompen in het belangrijkste afvoersysteem.
Verwijst naar een stijl van Makonde sculptuur uit de 20ste eeuw, die een uitdrukking is van de nationale Tanzaniaanse nadruk op familie en eenheid, en die met elkaar verstrengelde, naturalistische menselijke figuren laat zien, die zijn gegroepeerd rond een centraal punt of centrale paal.
Rituele Afrikaanse stof, die wordt geassocieerd met de mannenvereniging Ekpe, aan te treffen bij de Igbo en andere volkeren uit de regio Cross River in het zuiden van Nigeria. Het wordt geverfd met de kleurstof indigo en bedekt met symbolen, waaronder nsibidi. Meestal wordt het gedragen als een omslagdoek en het dragen ervan is het hoogste voorrecht bij Ekpe.
Japanse prenten of schilderijen waarvan het perspectief in westerse stijl is uitgevoerd.
Verwijst in algemene zin naar een kunstgenre dat ontstond in de Edo-periode (1600-1868) en dat met name bekend is geworden door de houtgravures; de afdrukken werden gemaakt op losse vellen of fungeerden als boekillustraties. Het genre genoot een brede populariteit onder de bourgeoisie. Belangrijkste inspiratiebronnen waren de bordelen en kaboekitheaters. Doorgaans wordt de stijl gekenmerkt door een mengelmoes van realistische verhalende episoden uit de Kamakura-periode en de gerijpte decoratieve stijl van de Momoyama- en Edo-periode. Diverse scholen hebben in de loop van deze periode hun eigen stijl en specifieke themakeuze ontwikkeld.
Traditionele kunst en werkwijze van Igbo-vrouwen voor het beschilderen van het lichaam en de muren van schrijnen en huizen, waarbij ze voornamelijk indigo- en aardepigment gebruiken voor kromlijnige abstracte en soms figuratieve ontwerpen; tegenwoordig ook onderdeel van de hedendaagse Nigeriaanse kunst.
Hoge en snel groeiende Europese iep die voornamelijk in Engeland en Wales voorkomt. Voor de komst van de iepziekte was het een van de meest voorkomende loofbomen in Europa. De soort is waarschijnlijk afkomstig uit Italië of Turkije. Uit genetisch onderzoek in Spanje, Italië en Groot-Brittannië is gebleken dat alle exemplaren van deze soort genetisch identieke klonen zijn van één enkele boom, waarschijnlijk door de Romeinen naar de Britse eilanden meegenomen om wijnstokken te ondersteunen en te leiden.
Iepensoort die inheems is in het noordoosten van de Verenigde Staten en lijkt op de Amerikaanse iep, maar die nauwer verwant is aan de ruwe iep die in Europa en Azië voorkomt, een boom met een soortgelijke bloemstructuur. In de binnenbast zit een lijmachtige substantie. Deze weekte men vroeger in water als middel tegen keelaandoeningen, men maakte er een poeder van voor kompressen, en kauwde erop om de dorst te lessen.
Langzaam groeiende iep die inheems is in Noord-Amerika, van de Canadese provincies Ontario en Quebec tot de Amerikaanse staten Tennessee, Kansas en Minnesota. De bomen hebben hard en zwaar hout dat men voor diverse producten gebruikt. Op de twijgen ontwikkelen zich vaak kurkachtige ribbels.
Verwijst naar de kunststroming en -stijl die was geënt op de Spaanse literaire stroming in de vroege jaren 20 van de 20ste eeuw waarvan schrijvers als Jorge Luis Borges en Pablo Neruda vertegenwoordigers waren. De stijl kenmerkt zich door het gebruik van intense beeldspraak en symbolisme waarop geen objectieve analyses kunnen worden toegepast.
Variabele kleur in de reeks levendige en heldere koele blauwe kleuren, die lijkt op pigment dat oorspronkelijk werd ontleend aan het mineraal lapis lazuli. De naam is een verwijzing naar de buitenlandse ('overzeese') oorsprong van dit mineraal.
Een ongestandaardiseerde naam die verwijst naar bariumgeel, calciumchromaat en diverse andere pigmenten.
Gewijzigde microtomen die worden gebruikt om van plantaardig of dierlijk weefsel ultra-dunne plakjes van een twintigste tot een honderdste nanometer dik af te snijden om onder de elekronenmicroscoop te bekijken.
Verwijst naar de paleolithische stijl en cultuur die is genoemd naar de Baai van Uluzzo aan de hiel van Italië, en die voorkwam van het zuiden tot aan het noorden van het schiereiland. Deze stijl wordt gekarakteriseerd door kenmerkende randschrabbers, en (minder vaak voorkomend) kopschrabbers en naalden. Sommige onderzoekers brengen deze cultuur in verband met de Homo sapiens neanderthalensis.
Verwijst naar een periode (660-730 n. Chr.) waarin de basis voor de islamitische gemeenschap en beschaving is gelegd, zo wordt algemeen aangenomen; de naam is ontleend aan een familie van aristocraten uit Mekka die 90 jaar lang vanuit Syrië over het islamitisch rijk zou heersen. De ambachtslieden kwamen uit Syrië, Egypte en Perzië, aangezien de Arabieren zelf nog geen ambachtstraditie hadden ontwikkeld. Dat verklaart waarom de vroegste islamitische kunst en architectuur opvallend eclectisch van aard zijn, en er nog moeilijk een herkenbaar islamitische stijl in te herkennen valt. Niettemin bevat de kunst van de Umayyaden wel altijd drie afzonderlijke elementen, vaak binnen hetzelfde werk: het naturalisme van Syrië, waar de Hellenistische traditie nog altijd volop leefde; de meer decoratieve stijl van de Egyptische Kopten; en de Sassanische stijl van Perzië, een combinatie van Hellenistische elementen met aspecten uit de vroegere Achaemenidische periode. Van de Umayyaden-kunst zijn hoofdzakelijk voorbeelden van architectuur en de bijbehorende decoraties bewaard gebleven, alsmede enig textiel, metaalwerk, keramiek, ivoor en munten.
Open, inheemse huidboten uit het Noord-Amerikaanse poolgebied, geschikt voor meer dan één persoon, die worden gebruikt om goederen en passagiers te vervoeren; gebruik 'kajaks' voor de hierop lijkende, doch kleinere met huiden bedekte eenpersoonsboten.
Verwijst naar de periode op het Omaanse schiereiland van circa 2.500 tot 2.000 v. Chr., genoemd naar het eiland Umm an-Nar. De periode is bekend om zijn collectieve, monumentale, ronde graven, die soms waren gedecoreerd met reliëfs die werden gekenmerkt door hun eenvoud. Voorts is deze periode bekend om zijn gedecoreerde kruiken van zachte steen, zoals ze ook werden gemaakt in Mesopotamië en Perzië.
Verwijst naar de Franse artistieke en literaire beweging die in 1908 werd opgericht door Jules Roman en die een sterke invloed had op de Abbaye, een gemeenschap van jonge kunstenaars en schrijvers die woonden in Parijs. De stroming kenmerkt zich door een nadruk op het groepsbewustzijn en collectieve emotie en de noodzaak dat het werk van de kunstenaar deze ervaring weerspiegelt.
Wordt gebruikt voor Siciliaanse bronzen munten ter waarde van een twaalfde litra, uitgegeven gedurende de 5e eeuw v.C. en later voor Romeinse, uit brons geslagen munten ter waarde van een twaalfde as, uitgegeven gedurende de Republiek tot de 2e eeuw v.C..
Een boekhandschrift dat wordt gekenmerkt door ronde majuskels, ontwikkeld uit het oude Romeinse cursief. Het werd vooral gebruikt in Griekse en Latijnse manuscripten van de 4e tot 8e eeuw.
Stripboekjes die bedoeld zijn voor volwassen lezers en waarin controversiële maatschappelijke thema's ter sprake komen, zoals seks, geweld, drugs en politiek afwijkende meningen. Dergelijke strips ontstonden halverwege de jaren 60 van de 20ste eeuw in de Verenigde Staten en Groot-Brittannië. Ze werden goedkoop geproduceerd, vaak door de kunstenaars zelf, en werden doorgaans niet via traditionele kanalen verspreid.
Te gebruiken om werken te beschrijven van de gelijknamige Afrikaanse etnische groep die leeft in de Democratische Republiek Congo en Zambia.
In het bijzonder te gebruiken voor de vrijzinnig protestantse beweging die in Europa opkwam tijdens de Reformatie in de 16de eeuw, werd belichaamd door een kerk in Transsylvanië en een confessionele status verkreeg in Groot-Brittannië, de Verenigde Staten en Canada tijdens de 19de eeuw. De beweging wordt gekenmerkt door de afwijzing van de orthodox christelijke leer van de Drie-eenheid en de goddelijke Christus, het vrije gebruik van de rede in religieuze zaken en het geloof dat God bestaat in één persoon. In 1961 fuseerde deze beweging in de Verenigde Staten en Canada met de universalistische beweging, waardoor het ‘unitaristisch universalisme’ ontstond. Ook in het algemeen te gebruiken voor de theologische leer van de eenheid van God en het mens-zijn van Jezus, zoals voor het eerst verwoord in het monarchisme van de 2de en 3de eeuw en in de leer van Arius in de 3de en 4de eeuw, en later in de leer van de radicale neoplatonisten uit de Reformatie zoals Michael Servetus, Faustus Socinus en Ferenc David.
Vrijzinnige religieuze groepering, in 1961 ontstaan in de Verenigde Staten en Canada na het samengaan van de unitariërs en de universalisten. Tot de kenmerkende beginselen behoren de verantwoordelijkheid van elk individu voor zijn of haar eigen religieuze overtuigingen en ethische normen, de onvervreemdbare waarde en waardigheid van iedere mens, het belang van religieus gemotiveerde actie voor maatschappelijke hervormingen, het democratische bestuur van de kerk, en eerbied en respect voor een diversiteit aan religieuze tradities. De leden hoeven niet een bepaald credo te onderschrijven.
In het bijzonder te gebruiken voor de vrijzinnig protestantse beweging in de Verenigde Staten en Canada, die in de 18de eeuw voor het eerst als georganiseerde beweging van zich deed spreken en een confessionele status verkreeg in de 19de eeuw. Haar belangrijkste beginsel is het geloof in de redding van alle zielen, waarmee ze de calvinistische leer van de uitverkiezing van enkelen en de verdoemenis van velen afwijzen. Andere beginselen zijn onder meer de vrijheid van individuele interpretatie, tolerantie tegenover diversiteit en de onvervreemdbare waarde en waardigheid van iedere mens.In 1961 fuseerde deze beweging met de unitaristische beweging, waardoor het ‘unitaristisch universalisme’ ontstond. Ook in het algemeen te gebruiken voor de leer van de universele redding die op verschillende momenten in de christelijke geschiedenis terugkomt, te beginnen met de geschriften van Origen in de 3de eeuw.
Verwijst naar het werk van een groep schilders die afstamden van de beroemde kunstenaar Sesshu Toyo (1420-1506). Unkoku Togan (1547-1618) richtte de school op in Kyoto. Aanvankelijk lag het accent op de schildermethoden van de Kano-school, maar later verliet de school Kyoto en ging deze de penseelstijl van Sesshu volgen. De school heeft bestaan tot de 19de eeuw.
Te gebruiken voor het zuivere metaalelement met het symbool U en het atoomnummer 92. Het is zilverkleurig en radioactief. Ook te gebruiken voor dit metaal wanneer het wordt bewerkt en gevormd om, meestal in combinatie met andere stoffen, diverse voorwerpen en materialen te maken.
Glassoort dat wordt gemaakt door een uraanverbinding toe te voegen aan het mengsel. Het heeft een geelachtig-groene of groenachtig-gele kleur.
Het verbeteren van vervallen stedelijke gebieden door verlaten of ontruimde huizen aan te bieden aan mensen die ermee akkoord gaan de huizen op te knappen en er voor een bepaald aantal jaren in te wonen.
Multifunctionele gemeenschappen die ontworpen zijn om woonwijken te combineren met dichtbij gelegen voorzieningen voor werk, detailhandel en amusement. Deze voorzieningen zijn met elkaar verbonden door wegen die vooral op voetgangers gericht zijn. Vaak gelegen in buitenwijken.
Grafkelders of kamers met een aantal rijen nissen boven elkaar om er urnen of lijkbussen in te plaatsen.
Wordt gebruikt voor plaatsen, meestal buiten, die zijn bestemd voor het uitstrooien van as of het plaatsen van urnen met as van de doden.
Verwijst naar een stijl die zich ontwikkelde in het tweede kwart van de 11de eeuw in Scandinavië en in Scandinavische nederzettingen in Ierland en Engeland. De stijl is genoemd naar het houtsnijwerk op de staafkerk in het Noorse Urnes en kenmerkt zich door het gebruik van getransformeerde motieven uit de Ringerike-stijl en nieuwe elementen. De werken vertonen een grotere eenheid dan de Ringerike-werken. Opvallend zijn de uiterst gestileerde dieren, waarbij grotere dieren vaak worden afgebeeld met een merkwaardig, afwisselend breder en smaller wordend lichaam.
Genus van twee soorten vossen. De grijze vos komt voor in Noord- en Zuid-Amerika, maar de eilandvos vindt men alleen op de Channel Islands voor de Californische kust
Verwijst naar een natuurlijk voorkomend harsachtig exsudaat, gemaakt van het sap van de boom Rhus verniciflua of andere bomen uit de Anacardiaciae-familie die worden aangetroffen in het Verre Oosten. Urushi wordt toegepast in Japans en, in mindere mate, in Chinees lakwerk, evenals in Japanse prenten, de zogeheten 'urushi-e'. Urushi hardt uit door oxidatieve polymerisatie na blootstelling van dunne laklagen aan een hoge vochtigheidsgraad en een matige temperatuur. De term verwijst soms ook naar de objecten die met deze laksoort worden vervaardigd, en naar de laktechniek zelf.
Japanse prenten waarin sommige oppervlakken zijn gedrukt in zwarte, vernisachtige verf die glanzend blijft, en andere delen soms met de hand zijn gekleurd.
Aanduiding voor oude Romeinse plaatsen voor het verbranden van lijken.
Literair genre dat een ideale menselijke samenleving beschrijft, vooral betreffende wetten, bestuur en sociale omstandigheden.
Elke substantie die de ultraviolette stralingsenergie absorbeert en deze tot een ongevaarlijke vorm afbreekt; wordt gebruikt om de lichtgevoeligheid van plastic en rubber te verlagen.
Componenten van waterlichamen die gekenmerkt worden doordat ze betrekkelijk lang en smal zijn en axiaal gelegen zijn ten opzichte van de waterweg. Wordt gebruikt voor het diepste deel van stroombeddingen, waar de hoofdstroom loopt, of voor zeelengtes tussen twee stukken land die twee zeeën met elkaar verbinden.
Verwijst naar kunstenaars die zijn gespecialiseerd in het beschilderen van aardewerk door het aanbrengen van tweedimensionale ontwerpen, waarbij gebruik wordt gemaakt van verf die is gemaakt van metaaloxiden of andere in slip of een ander medium gesuspendeerde kleurstoffen. De term wordt vooral gebruikt voor kunstenaars uit het oude Griekenland die met deze middelen werkten.
Verwijst naar de twee-dimensionale decoratie toegepast op aardewerk door gebruik te maken van verf gemaakt van metaaloxiden of andere pigmenten vloeibaar gehouden in slip of een ander medium. De pigmenten worden typisch toegepast met behulp van een penseel of andere gereedschap, ofwel onder een glazuur of eroverheen en worden over het algemeen aangebracht op een gebakken lichaam, behalve in het geval van hard porselein. Het geschilderde object wordt doorgaans weer gebakken om het pigment te fixeren. De term wordt vooral gebruikt om Oudgrieks rood-en zwart-figuur aardewerk aan te duiden..
Het proces en de techniek voor het maken tweedimensionale decoratie op aardewerk met verf die is gemaakt van metaaloxiden of andere pigmenten, die in engobe of een ander middel in suspensie worden gehouden. De pigmenten worden meestal met een kwast of een ander gereedschap aangebracht, onder of op een glazuur, en worden gewoonlijk aangebracht op een gebakken object, behalve bij hard porselein. Het geschilderde object wordt meestal opnieuw gebakken om het pigment te laten samensmelten.
Houders voor het bevatten van een vloeistof of andere substantie, meestal rond van doorsnede en gemaakt van duurzaam materiaal; met name houders van dit type voor huishoudelijk gebruik, worden gebruikt voor het bereiden of opdienen van voedsel of drank, en zijn meestal van draagbaar formaat.
Porselein, glaswerk en zilverwerk dat wordt gebruikt als tafelgerei.
Vormingsproces waarbij verhitte, plastic bladen tegen de wanden van de vorm worden getrokken door de ruimte tussen het plastic en de vorm luchtledig te maken.
Te gebruiken om werken te beschrijven van de gelijknamige Afrikaanse etnische groep die leeft in Ghana.
Verwijst naar de religieuze beweging en doctrine die floreerde van de 6de tot de 11de eeuw en zowel de Yogacara-discipline omvatte, waarbij de ultimiteit van de geest centraal staat, als de Madhyamika-filosofie, waarbij de nadruk ligt op de afwijzing van relativistische principes. Deze vorm van het boeddhisme markeert ook de overgang van de speculatieve, abstracte gedachten van mahayana naar de praktische toepassing van boeddhistische ideeën op het leven van alledag. Het eerste deel van de term, 'vajra', verwijst naar het Sanskriet voor 'diamant' of 'bliksemschicht' en staat voor het absolute echte en permanente in een individu; 'yana' verwijst naar de spirituele navolging van het waardevolle en het ondoordringbare. Bij deze vorm van het boeddhisme worden mantra's gebruikt om de geest te zuiveren en te richten, waarbij het de bedoeling is dat de symbolische taal een ervaring oproept die gelijkenissen vertoont met de verlichting van Gautama Boeddha.
Vrijwillige verenigingen van werkers, georganiseerd met als doel de behartiging van hun gemeenschappelijke belangen met betrekking tot lonen, werktijden, uitkeringen en andere arbeidsvoorwaarden.
Wordt gebruikt voor de lokale stijl van bouwen waarin de ruimten die tussen het zware ondersteunende constructiehout zitten worden gevuld met baksteen, horde en lik of ander materiaal. Wordt ook gebruikt als omschrijving voor gebouwen met een kunsthouten rand aan de buitenste muur, zodat het een vakwerk constructie lijkt.
Metselwerk, meestal van baksteen of steen, dat wordt gebruikt als niet-structurele vulling in de ruimten tussen de belangrijkste houten muurdelen in de houtbouw.
Wordt gebruikt voor houten bouwconstructies die gebruik maken van schuin lopende draagconstructies tussen de maximale hoogte van de hoekposten en de muurplaten. Wordt meestal aangetroffen in constructies met timmerhout dat zwaar genoeg is voor pen-gat-verbindingen.
Zwaar hamergewicht aan een touw of stang bevestigd dat men tussen loodrechte rails uit een willekeurige hoogte vrij neer laat vallen.
Reistassen, met name diegene die van tapijt of van imitatietapijtstof zijn gemaakt; van een type en stijl die populair waren in de 19e eeuw.
Snaarinstrumenten, per streek verschillend van vorm, bamboe, 7-20 snaren, uit de buitenste laag van de bamboe gesneden, ook van metaal; snaren worden aan beide uiteinden omhoog geduwd met kleine kammetjes; bespeeld door met de vingers te tokkelen; Madagaskar. Gebruik: 'sesando's' voor gelijksoortige snaarinstrumenten uit Timor.
Genus van ongeveer tien soorten grassen die voorkomen in gematigde en tropische zoetwateromgevingen.
Eikensoort die inheems is in het zuidelijke Middellandse Zeegebied, Marokko en Klein-Azië. In de achttiende eeuw gebruikte men de tannine in de grote doppen van de eikels voor het looien van leer en voor kleurstoffen. De eetbare eikels zelf noemt men in het Engels ���valonia'.
Orde van in diep water levende inktvisachtige koppotigen waarvan nog slechts één lid resteert. Wordt beschouwd als mogelijke verbindende schakel tussen Teuthida en de Octopoda. Het zijn paarszwarte gelatineachtige dieren met één of twee peddelvormige vinnen in verschillende groeistadia. Ze hebben acht armen en twee kleine intrekbare filamenten.
Te gebruiken voor de opeenvolging van boekbindprocessen, te beginnen na het naaien of brocheren van het boekblok, tot en met het aanbrengen van het omslag.
Verwijst naar verschillende aardewerkstijlen van het eiland Thera, gekenmerkt door vazen die zijn gevonden bij Akrotiri. De stijl varieerde door de tijden heen, met vroegere ontwerpen die strikt geometrisch en lineair waren, terwijl latere ontwerpen picturale en geometrische vormen combineerden. Typische onderwerpen zijn:Krokussen, leliën, papyrus, palmbomen, geiten, vissen, zwaluwen en dolfijnen. Ogenschijnlijk werden bepaalde patronen alleen op bepaalde vazen gebruikt, wellicht bij wijze van aanduiding voor de inhoud.
Verwijst naar kragen en fraises van Venetiaans kant of een vergelijkbare soort kant; ze waren in de 18de eeuw een modeartikel in Europa en de Europese koloniën. Ze worden gekenmerkt door kantwerk met diep ingesneden, scherpe punten. De term verwijst naar het uiterlijk van dergelijke kragen in portretten van de beroemde schilder Antoon van Dyck (soms gespeld 'Van Dycke').
Verwijst naar stillevens waarin de afgebeelde objecten overduidelijk refereren aan de sterfelijkheid, de vergankelijkheid van het menselijke leven en de uiteindelijke nutteloosheid van aardse bezittingen. Afgebeeld zijn bijvoorbeeld zandlopers, weegschalen, spiegels en doodshoofden, en symbolen van rijkdom, kennisverwerving en macht, zoals juwelen, boeken en wapens. Dergelijke stillevens zijn, in tegenstelling tot de meeste andere, religieus getint. Deze soort stillevens, die in Leiden ontstond, was vooral populair in de 17de-eeuwse Nederlandse schilderkunst. De naam is afkomstig uit een passage in het Bijbelboek Prediker.
Beschrijft werken die zijn vervaardigd door de bewoners van de Vanuatu-eilanden. De door de Vanuatu-bevolking gemaakte kunst is vaak gebaseerd op initiatieriten van mannen, geheime mannengenootschappen, maatschappelijke hiërarchieën en het hiernamaals. De heilige mannenhuizen van Vanuatu zijn langwerpige bouwwerken, geconstrueerd met behulp van gedecoreerde, aan elkaar gebonden groepen kokosnootvezels. De persoonlijke ornamentatie is belangrijk voor de bewoners van Vanuatu, die complexe kledingstukken dragen, gezichten beschilderen en neusperforaties uitvoeren; tijdens de puberteit worden insnijdingen aangebracht in de rug van vrouwen, als teken van maatschappelijke status, schoonheid, gezondheid en hygiëne.
Te gebruiken voor kassen waar varens in worden gekweekt. Kan ook worden gebruikt voor tuinen of andere gebieden in de open lucht waar de aanwezigheid van varens overheersend is. Gebruik 'varenbedden' of 'terrariums' voor kleine bakken voor varens.
Spaanse uitklapbare schrijfkabinetten in de vorm van een rechthoekige kist die op een decoratieve pie de puente of schraag steunt. De binnenkant is vaak uitbundig versierd en bevat meestal een rij laden, soms aangevuld met vakjes en een klein kastje. De naam dateert uit het einde van de 19de eeuw en verwijst foutief naar de plaats waar dit type kast zou zijn gemaakt, namelijk het dorp Vargas in de provincie Toledo.
Omvat kleuren die zijn gebaseerd op neutrale kleuren, hoewel ze vaak sporen van een bepaalde kleurschakering hebben.
Wordt gebruikt voor café-achtige gelegenheden, vaak met een dansvloer en een klein podium, waar vaak amusement wordt gebracht dat improviserend, satirisch of actueel van aard is.
Theaters waarin een afwisselend programma van chansons, voordrachten, goocheltoeren, akrobatiek enz. vertoond wordt.
Familie van vier tot acht genera en maximaal zestien soorten varkens en hun nauwe verwanten, waaronder everzwijnen, het tamme varken en diverse fossiele soorten varkens.
Methode om de driedimensionele structuur van bloedvaten van organen en weefsels te reconstrueren. Het bloedvolume wordt vervangen met een weinig vloeibare hars en het rondomliggende weefsel wordt verwijderd om de vasculaire systeem te kopiëren.
Verwijst naar een vroeg-Minoïsche aardewerkstijl, genoemd naar een archeologische vindplaats in het oosten van Kreta. Het aardewerk kenmerkt zich door de ontdekking van nieuwe ongebruikelijke vormen, waaronder ‘theepotten’ met overdreven lange tuit, en kruiken met lange, spitse tuiten. De kenmerkende decoratie ontstond door de pot volledig met een sliblaag te bedekken, die tijdens het bakken werd gemarmerd, om op die manier een bont geschakeerd effect in rood en zwart te verkrijgen.
Te gebruiken voor de laatste dag van carnaval die het hoogtepunt vormt en op de laatste dag voor de Vasten valt. In sommige plaatsen, zoals New Orleans, wordt de term gebruikt voor het hele carnavalsseizoen.
Het vasthechten met behulp van een zacht, plastic mengsel of samengesteld materiaal.
Het vormen van een permanente verbinding tussen twee of meer stukken metaal door een klinknagel door gaten te steken die op één lijn liggen.
Verwijst naar het tijdelijk aan elkaar bevestigen van twee of meerdere stukken stof of ander materiaal door een losse of tijdelijke bevestiging, anders dan opeenvolgende stiksels van een draad of ander filament. Ze kunnen worden vastgezet met enkele losse steken en met behulp van lijm of een ander kleefmiddel. Gebruik 'rijgen' voor het tijdelijk aan elkaar bevestigen van materiaal door lange, losse steken te naaien.
Kirman-tapijten van hoge kwaliteit die veel ornamenten hebben die bestaan uit grote en kleine bloemen met krullende, in elkaar grijpende stengels, soms ook met vazen. De scheringen zijn van katoen en drie weefselrijen gaan tussen elke knopenrij door. De eerste en derde rij bestaan uit wol en de tweede is van katoen of zijde.
Te gebruiken om werken te beschrijven van de gelijknamige Afrikaanse etnische groep die leeft op Madagaskar.
Verwijst naar gedetailleerde, grotendeels feitelijke, topografische aanzichten, in het bijzonder 18de-eeuwse Italiaanse schilderingen, tekeningen of prenten van steden. De eerste vedute werden waarschijnlijk geschilderd door Noord-Europese kunstenaars die in de 16de eeuw in Italië werkzaam waren. De term verwijst meer in het algemeen naar schilderingen, tekeningen of prenten waarop een landschap of stadsgezicht is afgebeeld met een hoofdzakelijk topografische karakter.
Realistisch ogende, doch imaginaire topografische aanzichten, vooral 18e-eeuwse Italiaanse schilderijen, tekeningen en prenten. Te onderscheiden van 'capricci', die gebouwen waarheidsgetrouw, maar in een denkbeeldige groepering tonen.
Verwijst naar geschilderde of gebeeldhouwde werken die uit meerdere panelen bestaan. Deze werken zijn vaak altaarstukken, maar kunnen ook een andere functie hebben. Een polyptiek bestaat doorgaans uit een middenpaneel met een even aantal zijpanelen, die soms voorzien zijn van scharnieren om ze dicht te kunnen klappen, en een predella. Hoewel technisch gesproken elk object met twee of meer panelen een polyptiek valt te noemen, wordt het woord meestal alleen gebruikt voor werken die groter zijn dan een triptiek. Oorspronkelijk had de Griekse term 'polyptycha' betrekking op schrijftabletten en kalendericonen die uit meerdere panelen bestonden.
Figuren samengesteld uit meer dan vijf lobben of bogen, afgescheiden door uitsteeksels,
Verwijst naar met water verzadigde, sponsachtige grond met een karakteristiek plantenleven (zoals veenmossen), waarin de vegetatie verrot en waarbij uiteindelijk veen met hoge zuurgraad wordt gevormd. Verschilt van 'moerasgebieden', waarin het water alkalisch blijft.
Wordt meestal gebruikt als aanduiding voor heuvelachtige tuinen met terrassen die kunnen worden beplant, en die worden gestut door of opgebouwd uit blokken turf.
Plat V- of vinvormig aanhangsel aan het staartstuk van een pijl of dart bevestigd, om het bereik en de nauwkeurigheid van de vlucht te verbeteren. Ze worden van een aantal verschillende materialen gemaakt, waarbij vogelveren het meest voorkomend zijn, maar ook wel van perkament, lederbord, hout en plastic.
Voegen tussen twee in een rechte hoek dicht tegen elkaar staande planken die worden gemaakt door een groef te maken over de lengte van elke plank en ze in elkaar te zetten met een gemeenschappelijke messing.
Voegen die gemaakt worden door een uitstekende ribbe van een deel in een groef van een ander deel te plaatsen. Wanneer de delen van metaal zijn kan de voeg ook gelast worden. Bij plastic of hout kan de voeg gelijmd worden.
Balansen waarbij het gewicht van het specimen of de toepassing van een kracht wordt gecompenseerd, zodat er gewogen wordt aan de hand van de uitrekking van een veer.
Luchtgeweren waarbij de stoot samengeperste lucht wordt voortgebracht door middel van een zuiger die door een veer in werking wordt gesteld en die tussen twee schoten door opnieuw moet worden gespannen.
Diverse kleine, nijptangachtige gereedschappen die worden gebruikt om iets te plukken, vast te houden of te hanteren.
Wordt gebruikt voor weegschalen waarbij het wegen is gebaseerd op de vervorming van een elastisch materiaal.
De wetenschap en de praktijk van het fokken, grootbrengen, voeden, en verzorgen van huisdierenvee, vooral, maar niet uitsluitend, dieren op een boerderij, inclusief zijderupsen.
Fotografische film met een ondergrond van celluloseacetaat, triacetaat of polyester, die niet spontaan kan ontbranden.
Een materiaal dat bestaat uit twee platen spiegelglas met daartussen een plaat doorzichtig kunsthars. Het geheel wordt onder hoge temperaturen en druk samengevoegd. Als het hard wordt geraakt, barst het zonder in kleine stukjes te breken.
Beschermende, vaak gele, hoofddeksels gemaakt van versterkt, onbuigzaam materiaal met een schokdempende voering; worden gedragen in gevaarlijke arbeidsomstandigheden, ter bescherming en ter bevordering van de zichtbaarheid.
Te gebruiken voor de ondergrond of plaats waarop patronen of andere ontwerpen of afbeeldingen zijn geplaatst, zoals op kleden of vlaggen; de ondergrond van elk vlak op wapenvlaggen en schilden waarop het wapenbeeld zich bevindt; en de lege plaatsen op de voor- of achterkant van munten, penningen of medailles die niet het centrale ontwerp, de legendes of opschriften bevatten.
Verwijst naar de Duitse variant van art nouveau die is vernoemd naar het werk van de Belgische kunstenaar Henry van de Velde. De term wordt vaak gebruikt in combinatie met 'Belgische'.
Flesachtige houders om water of andere vloeistoffen in te vervoeren, bijvoorbeeld voor wandelaars of soldaten; meestal gemaakt van metaal en gedragen in een omhulsel van stof.
Handboeken waarin zaken in bepaalde klassen worden ondergebracht, met name levende organismen of andere natuurlijke elementen.
Randloze hoofddeksels met klep; gemaakt van textiel, vaak kaki van kleur. De bol sluit strak om het hoofd aan. Gedragen te velde, naast de helm.
Te gebruiken voor op zichzelf staande gevallen van gewapend conflict tussen twee of meer groepen.
Een zandsteen die 10 tot 25% veldspaat bevat. Het is de overgangstoestand tussen kwartszandsteen en arkosezandsteen.
Familie van circa 10.000 soorten sprinkhanen, die worden gekenmerkt door korte, zware voelsprieten, een vierkleppige legboor voor het leggen van eitjes en tarsi (de distale segmenten van de poot) die uit drie segmenten bestaat. Tot deze familie van planteneters behoren treksprinkhanen, die tot de meest verwoestende landbouwplagen behoren.
Losse steen gevonden op of in de grond.
Telefoons die worden gebruikt door de gewapende strijdkrachten, voor communicatie tussen het slagveld en het hoofdkwartier.
Te gebruiken voor twee- of driewielige, eenvoudig gebouwde, lichte voertuigen die door de berijder, die schrijlings op de middenstang zit, werden aangedreven door middel van pedalen, trappers, hendels of met de voeten direct op de grond; al of niet bestuurbaar en met een voorwiel dat vaak groter was dan het achterwiel (of wielen); meestal beperkt tot die voertuigen die werden gebouwd vanaf eind 18e eeuw tot rond 1870. Gebruik 'fietsen' voor soortgelijke lichte voertuigen met twee wielen achter elkaar en comfort- en snelheid vergrotende kenmerken, die na ongeveer 1870 werden gemaakt en 'driewielers (fietsen)' voor versies met drie wielen.
Tapijten die lijken op Brusselse tapisserieën maar een langer gesneden pool hebben zodat het oppervlak lijkt op dat van Wiltontapijten.
Verwijst naar karakteristiek glas vervaardigd in Venetië, Italië. Het kan verwijzen naar vroeg glas dat werd gemaakt vanaf ongeveer 450 n. Chr. toen glasmakers uit Aquileia daarheen vluchtten en anderen uit Byzantium zich al snel bij hen voegden. Verder is de term in het bijzonder van toepassing op de productie van glas op het Venetiaanse eiland Murano. Al voor 1292 werd hier glas gemaakt en dit is nog steeds het geval. Het is doorgaans een soort sodaglas, licht van gewicht en gemakkelijk bewerkbaar. Venetiaans glas kent een aantal stijlen en technieken. Venetiaanse glasmakers excelleerden echter vooral in het maken van gekleurd glas, agaatglas, melkglas (lattimo), cristallo, filigrana en millefiori. Gravering van het glas is zeldzaam. Emaillering en vergulding komen veelvuldig voor, vooral bij het 15de- en 16de-eeuwse glaswerk. Glasmakers konden het eiland Murano niet verlaten; dit zou hen de doodstraf opleveren. Op deze manier beschermden de Venetianen hun winsten en de geheimen van het Venetiaanse glas. Uiteindelijk werden de technieken echter geïmiteerd in glas uit Altare en het 'façon de Venise', op Venetiaanse wijze gemaakt glas ('façon de Venise').
Verwijst naar een grote groep 15de- en 16de-eeuwse metalen voorwerpen, hoofdzakelijk afkomstig uit Europese verzamelingen, die ooit werden toegeschreven aan moslimkunstenaars die in Venetië werkten. Veneto-Saraceense metaalproducten werden vooral in het huishouden gebruikt. Voorbeelden zijn kommen, bolvormige wierookbranders, kandelaars en dienbladen. Ze zijn vervaardigd uit koper of brons en ingelegd met geometrische of arabeske motieven in zilver, soms met sporen van goud. Vaak werd er ook een zwarte stof aan toegevoegd. De term wordt soms onnauwkeurig gebruikt om te verwijzen naar voorwerpen die zijn gedecoreerd met figuratieve ornamenten en westerse heraldische wapens. In de 19de eeuw duidde Lavoix de voorwerpen populair aan als Veneto-Saraceens. Zijn theorie dat islamitische metaalwerkers in Venetië werkten en Italiaanse ambachtslieden hadden geleerd te werken in de islamitische stijl werd evenwel bestreden in 1970, toen Huth in twijfel trok dat gildebepalingen buitenlandse ambachtslieden zouden hebben toegestaan om op Venetiaans grondgebied te werken. Er zijn nog geen documenten boven water gekomen die een van deze theorieën bevestigen of weerleggen, en het is vaak lastig om islamitische originelen van westerse kopieën te onderscheiden. Auld heeft drie subgroepen geïdentificeerd: Turkmeens, mammeluks en westers.
Een zakelijk samenwerkingsverband tussen twee of meer mensen dat geen rechtspersoon is, waardoor de partners een methode van verdeling van winst en verlies moeten overeenkomen en aansprakelijk zijn voor de schulden van de firma.
Extra grote ramen (zoals in een huiskamer) die geplaatst zijn om, als het ware, een gewenst uitzicht te omlijsten. Vaak tussen twee smallere ramen geplaatst.
Infraroodspectroscopie met een bereik van 10-400 inverse centimeter [cm-1].
Veranda's, gewoonlijk bij woonhuizen, waarbij horrengaas is gespannen tussen de pilaren, zodat de lucht kan circuleren, maar insecten worden buitengehouden.
Wordt gebruikt voor werken waarin interviews worden opgenomen die zijn gehouden om de herinneringen aan personen wier ervaringen representatief zijn of van speciaal historisch of sociaal belang, levend te houden.
Geschiedschrijving waarbij historische informatie wordt vastgelegd - of waarbij verhalen worden gepresenteerd - in de vorm van een hoorbare redevoering of lied.
Benodigdheden, zoals pleisters en zwachtels, die worden gebruikt om zweren, wonden of andere letsels te verbinden of te bedekken.
In stenen metselwerk een steen die gewoonlijk geplaatst wordt met zijn langste afmeting loodrecht op de muur.
Het beplanten en verzorgen van de strook langs verkeerswegen om hun uiterlijk te verbeteren en om de grond te stabiliseren en wind- en geluidswallen te creëren.
Wordt gebruikt voor strafinrichtingen voor jeugdige overtreders van tussen de 12 en 19 jaar, of eenmalige overtreders met minder ernstige vergrijpen, waar school- en beroepsonderwijs wordt aangeboden als een middel tot hervorming van gedrag.
Complexe, zuivere stoffen, opgebouwd uit twee of meer elementen in vaste verhoudingen wat betreft het aantal en de soorten atomen, die bij elkaar worden gehouden door chemische bindingen. Ze hebben totaal andere eigenschappen dan de samenstellende elementen, die hun individuele karakter hebben verloren. Gebruik 'mengsels' voor combinaties van twee of meer stoffen zonder vastgestelde verhoudingen, die alleen fysisch zijn vermengd en waarbij de samenstellende substanties hun individuele eigenschappen behouden en scheidbaar zijn door gewone fysische eigenschappen.
Wordt gebruikt voor het middel waarmee of de manier waarop twee of meer delen van een voorwerp of een constructie aan elkaar worden gevoegd. Ook gebruikt voor de buigzame verbindingen in de band van een boek waarmee de rug en de kaften aan elkaar worden genaaid. Te onderscheiden van 'scharnieren (bevestigingsmiddelen)', waarmee wordt verwezen naar de stroken van papier of van ander materiaal tussen de twee helften van een schutblad, op de plek waar het lichaam van het boek aan de kaft is vastgemaakt.
Wordt gebruikt voor kleine ondergeschikte ribben, die tussen de hoofdribben van gotische gewelven zijn aangebracht.
Stangen die gebruikt worden als verbindingselementen of verbandstaven, met name om de uitwaartse actie van gewelven of daken tegen te gaan.
Wordt gebruikt voor zelfstandige woningen die meestal in bossen of andere wildernissen zijn gelegen en zijn bedoeld voor tijdelijk gebruik van korte duur voor speciale doeleinden, zoals bijvoorbeeld tijdens jacht- of visexpedities.
Het totaal van alle chemische en fysieke processen in een levend organisme en de energie die opgewekt kan worden om verschillende functies uit te voeren.
Een serpentijnsoort uit Genua, Italië, die het eerst werd gebruikt door de oude Grieken en Romeinen en die tegenwoordig nog steeds wordt gebruikt.
Een serpentijn uit de Italiaanse Rivièra met een groene kleur.
Een serpentijn uit de Italiaanse Rivièra, tussen La Spezia en Genua. Er zijn twee varianten: de ene is purperachtig of zwart gevlekt en donkerrood met enkele groene kiezels of aders, de andere is groen met veel witte aders. Het is moeilijk te bewerken, maar glanst wel snel. Het lijkt op sommige soorten gevlekt marmer uit de Amerikaanse staat Tennessee.
Een serpentijnsoort uit Pegli in Italië, die het eerst werd gebruikt door de oude Grieken en Romeinen en die tegenwoordig nog steeds wordt gebruikt. Het is een brecciëmarmer dat bestaat uit diepgroene fragmenten serpentijn, bijeengehouden door lichtgroen calciet.
Een zachte Italiaanse groene porfier uit het Italiaanse Prato. Het heeft een diepe olijfgroene kleur met donkergroene vlekken en aders met een heldere groene of witte kleur. Het werd voor het eerst gebruikt door de oude Grieken en Romeinen en wordt ook in onze tijd nog gebruikt. Het werd onder meer gebruikt voor een groot deel van de buitendecoraties van de kathedraal van Florence.
Een serpentijn in verschillende geelachtig groene tinten, vaak met fijne zwarte of grijze tekeningen. Het ontleent zijn naam aan de kikkerachtige tekeningen.
Wordt gebruikt voor kleine elektrische panelen die schakelaars en zekeringen of stroomonderbrekers bevatten. Gebruik 'schakelborden' voor grotere panelen, kaders of assemblages die schakelaars, zekeringen, instrumenten en beschermende apparaten bevatten.
In de statistiek, de set waarden van een variabele en de relatieve frequenties van deze waarden.
Verzonken voegen tussen bouwstenen.
Reeksen bochttreden die zo zijn geplaatst dat de smalle uiteinden van de treden niet veel smaller zijn dan de evenwijdige treden van dezelfde trap.
Wordt gebruikt voor procédés of methoden waarbij gebruik wordt gemaakt van verouderen, wassen, drogen, verhitten, roken, of een andere bewerkingsmethode om een product te conserveren, te vervolmaken of voor gebruik gereed te maken.
Te gebruiken in een axiaal perspectiefstelsel voor de as waar evenwijdige lijnen in één punt samenkomen.
Een gebied in een perspectiefstelsel waar orthogonalen in een ruimere omgeving samenkomen, in plaats van in één punt.
Te gebruiken om werken te beschrijven van de gelijknamige Afrikaanse etnische groep die leeft in Noordoost-Nigeria.
Manden met een deksel dat niet kan worden afgenomen, maar dat in een gleuf past en over een onbuigzaam handvat glijdt. Een soort dat voornamelijk is bedoeld voor veren.
Wordt gebruikt voor de lagen in een schilderij, gewoonlijk in een olieverf schilderij, die zich tussen de grond- of verflaag en een eventuele beschermlaag bevindt.
Een gele verfstof uit verschillende bronnen, meestal de stengels en wortels van de gewone berberis (Berberis vulgaris). Berberis bevat de kleurstoffen berberine (berberinebisulfaat, berberinesulfaat, berberinehydrochloride), berbamine en oxyacanthine, met daarnaast enkele oplosbare looizuren. De gele kleur is substantief op wol, leer en zijde. De verfstof werd ook gebruikt als een geel karmijnpigment voor kleurenafdrukken. Behalve de berberis zijn andere bronnen van berberine de plant van de Canadese geelwortel (Hydrastis canadensis) en de schors van de kurkboom (Phellodendron amurense).
Te gebruiken voor de studie naar de manieren waarop verschillende maatschappijen hun politieke structuren en overheden opzetten en gebruiken, met als doel het ontwikkelen van algemene theorieën over overheden, gebaseerd op de analyse van verschillen en overeenkomsten tussen politieke eenheden.
Te gebruiken voor de vergelijkende historische bestudering van de aard en structuur van godsdiensten over de hele wereld en hun verschillende uitingen in de loop der tijd in verschillende maatschappijen en culturen. Gebruik 'vergelijkende theologie' voor de vergelijkende studie van de kenmerken van religieuze systemen in verschillende maatschappijen, die tot doel heeft een universeel evolutionair continuüm van godsdiensten te ontwikkelen en een wetenschappelijke methodologie benadrukt.
Te gebruiken voor de vergelijkende studie van de kenmerken van religieuze systemen in verschillende samenlevingen, die zich concentreert op de oorsprong en evolutie van geloofsovertuigingen en gebruiken uit vroegere of minder verstedelijkte culturen tot moderne culturen, zich richt op het ontwikkelen van een universeel, evolutionair continuüm van religies en die een wetenschappelijke methodologie benadrukt. Gebruik 'religieuze geschiedenis' voor de vergelijkende studie van religies, die grotendeels voorbij gaat aan evolutiestelsels en in eerste instantie een historische methodologie voorstaat.
Schaal- of kegelvormige gereedschappen om voedsel te laten uitdruipen of afgieten; met geperforeerde wand, op voetstuk of poten. Gebruik 'filters (keukengerei)' voor keukengerei om voedsel te filteren.
Papier van Duitse oorsprong, reliéf-versierd of bedrukt in goud of zilver met patronen die brokaat, damast of populaire decoratieve en figurale afbeeldingen imiteren uit de 18e en vroeg 19e eeuw.
Boeken die een of meer verhalen bevatten die uitsluitend door middel van afbeeldingen, dus zonder tekst, worden verteld. Het kan zowel om kinderboeken gaan als om fictie voor volwassenen.
Wordt gebruikt voor beelden die gebeurtenissen afbeelden en worden verenigd door een gemeenschappelijk onderwerp.
Wordt gebruikt voor schriftelijke opdrachten of toezeggingen om een geldsom te betalen; ze kunnen van de ene persoon op de ander overgaan door middel van een overdracht, al dan niet met endossement.
Voorzien van een in reliëf uitgevoerd patroon of ontwerp; of uítstekend boven een oppervlak waarop het is bevestigd of waarvan het deel uitmaakt. Gebruik 'verhoogd' voor de relatieve positie die als kenmerk wordt gebruikt om te verwijzen naar afzonderlijke zaken welke een hogere positie innemen dan andere zaken of plaatsen, met name boven de grond of een ander oppervlak.
Beschrijft afzonderlijke dingen die een hogere positie innemen ten opzichte van andere plaatsen of dingen, vooral ten opzichte van de grond of een ander oppervlak. Gebruik 'verheven' voor het vormkenmerk dat iets beschrijft wat naar voren steekt boven een oppervlak waaraan het is bevestigd of waarvan het deel uitmaakt.
Samengestelde gewelven waarin tongewelven van verschillende breedten elkaar kruisen en de richels even hoog zijn maar de aanzetlijnen van verschillende hoogten, waardoor een graatribbenlijn ontstaat met een dubbele welving.
Verwijst naar kaarten waarop het reliëf van fysieke kenmerken daadwerkelijk driedimensionaal is verhoogd. Deze kaarten werden voor het eerst op grote schaal geproduceerd tijdens de Eerste Wereldoorlog, middels een procedé waarbij een aluminium plaat met daarop een getekende kaart werd bewerkt met een repoussé-techniek: de fysieke kenmerken aan de voorzijde werden in reliëf aangebracht door de achterzijde te bekloppen. De metalen plaat werd vervolgens gebruikt als mal voor kaarten die op kunststof vellen waren gedrukt.
Railvervoersystemen van elke vorm die zich boven het grondverkeer verplaatsen, vooral voor plaatselijk vervoer in stedelijke of interlokale gebieden.
Te gebruiken met betrekking tot een specifieke stijl in de Italiaanse beeldhouwkunst uit het midden van de 19e eeuw.
Extreme vorm van realisme die elke vorm van idealisering in de kunsten verwerpt en daarmee streeft naar een zo letterlijk mogelijke weergave van de werkelijkheid. Dit betekent dat juist ook tegenstrijdigheden regelmatig voorkomen.
Jaarlijkse of om de zoveel jaar plaatsvindende vieringen of herdenkingen, vaak op de specifieke kalenderdatum van het evenement dat wordt herdacht.
Het passeren van personen of voertuigen langs transportroutes. Ook voertuigen of voetgangers die onderweg zijn.
Wordt specifiek gebruikt voor borden met regulerende, waarschuwende en informatie biedende tekens, ontworpen door het Amerikaanse Department of Transportation, zoals een teken voor een verboden activiteit binnen een rode ring, doorkruist met een rode streep.
Verbindingswegen tussen steden, meestal met een beperkt aantal opritten en kruispunten met verkeerslichten, bestemd voor grote verkeersstromen. Dit begrip wordt alleen gebruikt wanneer wordt verwezen naar de vervoersstromen binnen een bepaald transportgebied.
Documentatie van onderzoeken of inspecties die zijn uitgevoerd om een uitvoerig beeld te krijgen, bijvoorbeeld van een plaats, een groep aanverwante artikelen of om de staat of waarde vast te stellen. Voor gedetailleerde lijsten van aanwezige voorwerpen of van voorwerpen in een bepaalde categorie, wordt 'inventarissen' gebruikt. Voor reeksen vragen die aan een aantal mensen worden voorgelegd om informatie te verkrijgen wordt 'enquêteformulieren' gebruikt.
Militaire vliegtuigen die worden gebruikt om een vijand of mogelijke tegenstander met het oog of door middel van radar of fotografie te observeren; het kunnen speciaal ontworpen of aangepaste gevechtsvliegtuigen of bommenwerpers zijn.
Licht bewapende en gepantserde patrouillevoertuigen, met wielen of als halfrupsvoertuig, zonder geschut en aangepast voor gebruik bij hoge snelheden op harde wegen of tijdens veldmissies.
Verhandelingen of series commentaren waarin een ander werk systematisch wordt uitgelegd of geannoteerd.
Drachten voor feesten, zolas gala's en gemaskerde bals, soms geïnspireerd op kleding die kenmerkend is voor een bepaalde periode of plaats, sociale klasse of voor een historisch of verzonnen personage.
Fotografische techniek die de densiteit van een negatief of afdruk doet verminderen door iets van het zilver waarmee het beeld gevormd wordt op te lossen.
De verzamelde documenten die het bewijs leveren voor of de neerslag vormen van verkoop tegen contant geld of verkoop op krediet. Hieronder vallen onder andere verkoopopdrachten, lommerdbriefjes, sluitnota's, facturen, journalen en uittreksels daaruit, en klantenregisters.
Mensen die in winkels werken en klanten van dienst zijn, en verkopen, retourzendingen en restituties verwerken.
Het uitwisselen van eigendommen of diensten voor geld.
Te gebruiken voor personen of bureaus die goederen voor de verkoop aanbieden, met name personen die diensten verlenen en die zorgen voor het ontwerpen, het op de markt brengen en verkopen van computers, software, geautomatiseerde systemen en databases.
Verkopers van overhemden en andere herenkledingartikelen, en herenkledingaccessoires zoals handschoenen, stropdassen, sokken, hoeden, wandelstokken en ceinturen.
Aanschaf van goederen of diensten door middel van aankoop, lease, huur of handel.
Wordt gebruikt voor West-Europese, verlaten nederzettingen uit de middeleeuwen, meestal bedekt met aarde en alleen op luchtfoto's te zien.
Verlengstukken, bevestigd aan een passer om de lengte van een van de benen groter te maken; wordt gebruikt om de straal van een ingeschreven boog of cirkel te vergroten.
Een filosofische stroming uit de 18e eeuw die gekenmerkt wordt door ongebonden doch vaak klakkeloos gebruik van de rede, een levendige twijfel over autoriteit en de traditionele leerstellingen, een neiging tot individualisme en een nadruk op het idee van de universele vooruitgang van de mens.
Onderaardse kerkers.
Het concept waarbij de mens of zijn ziel wordt verlost van kwaad of zonden door religieuze middelen, waarbij mensen in hun werkelijke toestand worden teruggebracht en waarbij een eeuwig en gezegend leven wordt verkregen. In theïstische religies ontstaat verlossing door een goddelijke interventie en in het boeddhisme ontstaat verlossing door het overstijgen van de cyclus van geboorte en wedergeboorte, waarbij het zogenoemde nirvana wordt bereikt.
De verloving is het wederzijds geven van een trouwbelofte en de periode tussen het ten huwelijkvragen en de tot stand koming van het huwelijk.
Ringen die liefdespartners dragen om de ringvinger van de linker- of rechterhand als symbool van hun voornemen om te gaan trouwen. In de westerse wereld zijn het gewoonlijk ringen van goud of zilver met één of meer diamanten of andere edelstenen.
Met de hand geschreven manuscripten die zijn gedecoreerd met goud, zilver, felle kleuren, ontwerpen of miniaturen. Verluchte manuscripten komen nog algemeen voor in islamitische en Aziatische gemeenschappen, maar kenden vooral een lange traditie in het Europa van de middeleeuwen (vanaf de 6de tot de 16de eeuw), waarna deze kunst werd verdrongen door gedrukte illustraties. Doorgaans waren de manuscripten 'gehistorieerd' of gedecoreerd met toepasselijk schilderwerk, en verlucht oftewel 'geïllumineerd' in de oorspronkelijke betekenis: gedecoreerd met gekalligrafeerde beginkapitalen (initialen), waarbij ook bladgoud werd gebruikt. In de loop der tijd ging de term 'verlucht' of 'geïllumineerd' verwijzen naar iedere illustratie of decoratie in een manuscript. Geïllumineerde manuscripten spelen een belangrijke rol in de kunstontwikkeling, deels vanwege het feit dat manuscripten konden worden meegenomen naar een ander gebied en zo bijdroegen tot de verspreiding van kunstzinnige ontwikkelingen.
Initialen die menselijke, dierlijke of hybride wezens bevatten.
Het mengen of combineren zodat de afzonderlijke onderdelen, of de scheidingslijn daartussen, niet kan worden onderscheiden. In de schilderkunst omvat het de geleidelijke overgang van kleur, zodat twee kleurschakeringen of lichtverdelingen onwaarneembaar in elkaar overgaan.
Lange, smalle gutsen waarvan het snijvlak aan de holle kant is afgeschuind. Worden gebruikt om hout te bewerken.
Diverse felle scharlakenrode kleuren in verschillende schakeringen. Het lijkt op de kleur van het pigment vermiljoen, dat synthetisch rood kwiksulfiet is.
Verwijst naar laksoort die gedurende de 18de eeuw in Frankrijk werd geproduceerd, als imitatie van Japanse en Chinese laksoorten. Het basisbestanddeel is kopalvernis, vermengd met metaalpoeder, vaak goudpoeder. Vernis Martin werd ontwikkeld door de gebroeders Martin, ambachtslieden uit Parijs, aan wie de lak tevens zijn naam te danken heeft. De lak werd gebruikt voor het decoreren van meubilair, koetsen, snuifdozen en andere voorwerpen.
Etsen gemaakt door op een relatief zachte etsgrond een vochtig, korrelig papier te plaatsen, waarop met een harde stift wordt getekend. Omdat bij het weghalen van het papier deeltjes etsgrond meegetrokken worden ontstaan bij het bijten korrelige lijnen.
Pigmentnaam voor een verscheidenheid aan groene pigmenten, oorspronkelijk verwijzend naar een groene kleur die door de 16e-eeuwse Venetiaanse schilder Paolo Veronese werd gemaakt door het mengen van blauwe en gele kleuren. Het wordt ook gebruikt voor elk pigment dat op deze kleur lijkt, zoals groene aardepigmenten, smaragdgroen op koperbasis, chroomoxydehydraatgroen en andere pigmenten van een vergelijkbare kleur.
Verwijst naar speciale sierkapitalen in geïllumineerde manuscripten die het begin van een vers, alinea of ander tekstgedeelte markeren. In de moderne kalligrafie is de term van toepassing op hoofdletters die zijn opgebouwd door inkting tussen de pennenstreken, en met schreven in de vorm van lange, dunne, rechte lijnen.
Wordt gebruikt wanneer een gewaardeerd object wordt gemaakt door de kunstenaar, vakman of studio die tevens het origineel heeft vervaardigd waarop de versie is gebaseerd, die enigszins afwijkt van het origineel. Gebruik 'replica's' als er weinig of geen duidelijke afwijkingen zijn.
Wordt gebruikt voor lettertypen van Latijnse en niet-Latijnse karakters, die enige vorm van versiering of decoratie vertonen.
Wordt gebruikt voor verslagen die uitvoerig onroerende constructies documenteren en analyseren naar factoren als de evolutie van hun vorm, huidige staat, materiaal, en structurele stabiliteit met als doel het vaststellen van prioriteiten en kosten voor renovatie of behoud.
In algemene zin: verslag uitbrengen. In de context van journalistiek ook het verzamelen en opschrijven of mondeling overbrengen, via telefoon of uitzending, van nieuwsgebeurtenissen voor kranten, radio of tv.
Sociale woningbouwcomplexen, nieuw dan wel gerenoveerd, verspreid over verschillende plekken, die zijn bedoeld om etnische integratie te bevorderen door relatief kleine huisvestingseenheden binnen bestaande buurten te creëren.
Zij die gebukt gaan onder een emotionele, intellectuele of gedragsbelemmering die hen kan beperken in hun mogelijkheden om zich aan te passen aan de eisen van het dagelijks leven.
Uitgestrekte bebouwde stedelijke gebieden die enkele geïsoleerde landelijke gebieden bevatten, en zijn gevormd door het samenvoegen van steden of gemeenten die daarvoor op zichzelf stonden. Gebruik 'megalopolissen' voor nog uitgestrektere of meer omvattende clusters van stedelijke gebieden.
Het bij elkaar passen in een versteknaad, of het afschuinen van de uiteinden van een houten onderdeel of een onderdeel van een ander materiaal, met als doel de stukken in een hoek bij elkaar te doen passen.
Het sterker maken van elementen in de bebouwde omgeving voor het geval dat er zich een aanval voordoet, door ze te voorzien van enige verdedigingsmiddelen, of door ze te verstevigen met versterkingen of versterkingselementen
Prehistorische nederzetting die verdedigingswerken heeft zoals grachten, ophogingen of ommuringen. Zulke verdediging werd in het Neolithicum noodzakelijk, wanneer mensen sedentair werden en zich op één plek vestigden, om aanvallen tegen te gaan.
Wordt gebruikt voor onbuigzame vlakke oppervlakken die door de aard van hun vorm zijdelingse schuifkracht weerstaan.
De activiteit van het begrijpen, analyseren of uitdrukken van geschreven of gesproken materiaal in een andere taal dan de oorspronkelijke taal.
Het vertellen of schrijven van verhalen, met name het aan anderen vertellen van verhalen uit het hoofd, geïmproviseerd, voorlezend van notities of uit een boek.
Door middel van verhitting of bevochtiging of door het uitoefenen van druk weefsels aaneenhechten of samen doen klitten. Gebruik 'vollen' voor het gecontroleerd samenpersen van weefsels, zodat deze dikker en compacter worden.
Motief bestaande uit twee of meer cirkels die met elkaar in relatie staan door gedeeltelijke overlapping of wederzijdse doordringing.
Algemeen te gebruiken voor toestellen of apparaten waarmee mensen of voorwerpen worden vervoerd of gedragen.
De hiërarchie Vervoermiddelen bevat descriptoren voor afzonderlijke voertuigen die zijn bedoeld om handelswaar, materialen of passagiers over een zekere afstand te vervoeren, over land of water, of door het water, de lucht of de ruimte. Relatie met andere hiërarchieën: descriptoren voor groepen vervoermiddelen (bijvoorbeeld 'konvooien') of netwerken van vervoermiddelen (bijvoorbeeld 'busvervoersystemen') vindt u in de hiërarchie Objectgroepen en Systemen. Descriptoren die verwijzen naar samenstellende delen van voertuigen (bijvoorbeeld 'fuselages') zijn ondergebracht in de hiërarchie Componenten. Descriptoren voor objecten die kunnen worden gebruikt voor personen- of goederenvervoer maar die voornamelijk of oorsprong bedoeld zijn voor sport of spel (bijvoorbeeld 'trapauto's') zijn opgenomen in de hiërarchie Ontspanningsmiddelen, terwijl descriptoren van typen agrarische uitrusting of bouwuitrusting die van oorsprong niet voor vervoer zijn bestemd, zijn ondergebracht in de hiërarchie Gereedschap en Uitrusting (bijvoorbeeld 'bulldozers').
Betonstaal gemaakt met uitsteeksels of richels om een betere verbinding te vormen met het beton.
De verhouding tussen de verandering in grootte of vorm van elementen onder spanning tot de oorspronkelijke grootte of vorm van die elementen.
Stelsels van onderling verbonden toestellen, bedoeld om gebouwen en andere constructies van warmte te voorzien.
Trapvormige veranderingen in de contouren van een object, zoals het overgangsgedeelte van een fles tussen de smalle hals en de bredere buik.
Wordt gebruikt voor allerlei soorten kaarten met afbeeldingen van bijvoorbeeld sportmensen, filmsterren of bloemen, die sinds de 19e eeuw per stuk of in sets worden uitgegeven, voornamelijk om te worden verzameld. Sommige kaarten worden tevens voor publiciteitsdoeleinden gebruikt en kunnen om die reden als een soort 'reclamekaarten' worden gebruikt. Andere kaarten zijn te verkrijgen door aankoop van een bepaald product en kunnen om die reden als 'extra's' worden beschouwd. Gebruik 'handelskaarten' voor kaarten uit de 17-19e eeuw, die handelsadvertenties en soms allerlei afbeeldingen bevatten.
Term die meestal wordt gebruikt voor een wijd soort manden die worden gebruikt voor het verzamelen of vervoeren van voedsel.
Wordt gebruikt voor procédés die te maken hebben met hydrolyse van een organische samenstelling, met name veroorzaakt doordat vetten worden gesplitst in vetzuren en glycerine door verhitting met zuren en basen. Uiteindelijk wordt hierdoor zeep gevormd.
Verzamelingen van gegevens die bijeen zijn gebracht en zijn onderzocht om verzekeringspolissen op te stellen.
Personen die zijn geschoold in wiskunde en statistieken en die zich bezighouden met het berekenen van verzekering- en lijfrentepremies, reserves en dividenden.
Wonderbaarlijke verandering waarbij, volgens de rooms-katholieke en de oosters-orthodoxe dogmata, de eucharistische elementen tijdens de consecratie veranderen in het lichaam en het bloed van Christus terwijl ze alleen het uiterlijk van brood en wijn behouden.
Geheime organisaties die tegen de heersende macht in gaan, met name in bezette landen; meest gebruikt voor de ondergrondse beweging die zich tegen de bezettende macht verzette tijdens de Tweede Wereldoorlog.
Het opzettelijk beladen met extra gewicht. In verband met vezels en weefsels betreft het de toevoeging van een stof om het gewicht of de massa van de vezels te verhogen.
Verlies van bewustzijn als gevolg van een plotseling daling van de bloedtoevoer naar de hersenen. Wordt ook gebruikt voor verzwakking van krachten.
in de Roomse- en Oud-Katholieke kerken: stoel met lage rugleuning in het priesterkoor, ter zijde van het altaar, waarop de priester plaats neemt bij de vespers.
Lampen met een Argandbrander waarin de centrale luchtstroom door een gleuf in de cirkelvormige pit wordt geleid in plaats van door een buis, met een glazen houder om de hitte van de vlam van het zeer vluchtige kamfermengsel waar deze lampen op branden, weg te houden. De brander heeft zowel zonne- als knoopdeflectoren. Ze zijn in Engeland ontworpen door James Young.
Kamers waar jassen of andere kledingstukken gedurende iemands bezoek kunnen worden achtergelaten.
Zwarte of gekleurde krijtjes, gewoonlijk in staafvorm, met een verwijderbaar, papieren omhulsel.
Wereldlijke overgangsriten bij diverse Afrikaanse volkeren waarbij huwbare meisjes worden afgezonderd en gedurende een bepaalde periode grote hoeveelheden vet voedsel te eten krijgen, als voorbereiding op het huwelijk en de ongemakken van een bevalling.
Persen van verschillend ontwerp, bedoeld om overtollig vet uit vlees te persen, teneinde het vet als reuzel of talg te gebruiken of het vlees gezonder voor consumptie te maken.
Te gebruiken om de werken of de cultuur te beschrijven van de gelijknamige grootste vissersstam op Madagaskar. Deze groep bewoont tegenwoordig de zuidwestkust van het eiland.
Verwijst naar een Italiaanse keramiekstijl die werd vervaardigd door Francesco Vezzi in Venetië tussen 1720 en 1729. Deze stijl werd beïnvloed door de porseleinstijlen uit wenen en Meissen, en kenmerkt zich door een vochtig ogende, heldere glans en scherp afgetekende geschilderde decoraties, waaronder chinoiserie, wapenschilden en vormen die werden afgeleid van Europees zilver.
Beschrijft videoband met een breedte van 12,7 mm; dit videoformaat, dat hoofdzakelijk bekend is als VHS (Video Home System), werd in de jaren 70 van de 20ste eeuw ontwikkeld ten behoeve van videorecorders voor thuisgebruik. Het systeem is gebaseerd op een beeldresolutie van 240 horizontale lijnen.
Slaginstrumenten, met gestemde, metalen toetsen, in 2 rijen opgehangen in een raamwerk, met pijpen eronder in de open bovenkanten waarvan schijfjes, door een motortje draaiend gehouden, voor vibrato zorgen.
In de schilderkunst, drukkunst of andere creatieve processen voor het maken van afbeeldingen te gebruiken voor het effect van oscillatie of flikkerende bewegingen in een deel van de afbeelding, veroorzaakt door de nevenschikking van contrasterende aanvullende kleuren die vrijwel of geheel dezelfde lichtintensiteit hebben.
Verwijst naar de stijl en beweging in de schilderkunst gebaseerd op ideeën van de in Uruguay geboren schilder en theaterontwerper Rafael Barradas, die een reactie vormt op de principes en ideeën van het futurisme. De beweging benadrukte het trillen en glinsteren van oppervlakken en platte vlakken door middel van gemanipuleerde kleuren en licht. Deze stijl beïnvloedde later de werken van filmmaker Luis Buñuel en schilder Salvador Dalí.
Functionarissen die in rang ondergeschikt zijn aan de president in een regering of organisatie en die als president kunnen fungeren in het geval van diens afwezigheid of invaqliditeitn.
Een ongestandaardiseerde term voor diverse groene pigmenten, waaronder de groene verfstof malachiet, pigmentmengsels van loodchromaat en Pruisisch blauw, mengsels van zinkgeel en Pruisisch blauw, mengsels van zinkchroomgroen en gehydrateerd chroomoxide, mengsels van chroomoxydehydraatgroen en zinkgeel en een keramische kleur die in chemisch opzicht overeenkomt met vernalis.
Verwijst naar de stijl van de artistieke productie tijdens de heerschappij van koningin Victoria in Groot-Brittannië en de koloniën van 1837 tot 1901. Typerend voor deze stijl zijn de zware vormen, krachtige patronen, overdadige versiering en heldere kleuren. De Victoriaanse periode kent gevarieerde invloeden uit zowel de Klassieke als de renaissancestijlen.Gotische vormen en motieven, die ethisch en esthetisch superieur werden geacht, overheersten echter.
Wordt gebruikt voor Romeinse zilveren munten van onbekende waarde uitgegeven tussen ruwweg 211 en 170 v.C. en gekenmerkt door een afbeelding op de achterzijde van Victoria die een krans plaatst op een trofee.
Verwijst naar de groentetuinen die tijdens de Tweede Wereldoorlog in Engeland en Amerika werden gebruikt om de voedselproductie te verhogen.
Leden van een Peruaanse viervoetersoort met een vacht van lange, dunne wol. Met de lama is de alpaca klaarblijkelijk enkele duizenden jaren geleden gedomesticeerd door de indianen in het Zuid-Amerikaanse Andesgebergte. Alpaca's zijn aanmerkelijk kleiner dan lama's en worden in tegenstelling tot lama's niet als lastdieren gebruikt maar alleen gehouden om hun wol.
Zowel oude Romeinse stedelijke woonwijken als Romeinse en Middeleeuwse handelswijken of dorpjes, die meestal buiten de muren van nabijgelegen militaire nederzettingen lagen.
De kunst en het proces waarbij video-opnamen worden gemaakt met een videocamera. Het door het onderwerp gereflecteerde licht wordt gericht op een camerabuis of -sensor, waar het wordt omgezet in een elektronisch signaal en vastgelegd op een magnetische band of laserschijf.
Amusementshallen die vooral videospelletjes bieden.
Beschrijft werken die zijn vervaardigd door het gelijknamige Afrikaanse volk, dat in Tanzania leeft.
Verwijst naar de stijl die is vernoemd naar de hoofdstad van Laos en werd gesticht door koning Setthathirath (1548-1571 n. Chr.). Deze stijl wordt gekenmerkt door culturele invloeden uit Chao Phraya, Mon Dvaravati, Thailand en Angkor. In de beeldhouwkunst in deze stijl zijn de thema's en iconen ontleend aan het boeddhisme. Monumenten zoals stèles bij ziekenhuizen weerspiegelen duidelijk de Angkor-stijl die dominant was tijdens de heerschappij van koning Jayavarman. Verder kwam het Phra Bang-Boeddhabeeld veel voor. In de architectuur laat de stijl zich typeren door opvallende tempelstructuren zoals het koninklijk paleis, Vat Ho Phra Kaeo en That Luang, een stoepa waar een relikwie van Boeddha wordt bewaard.
Kruisen met vier gelijke armen die gehoekt zijn en in eenzelfde richting afbuigen.
Verwijst naar de muurschilderstijl die zich ontwikkelde na de aardbeving in Pompeji in 62 v. Chr. Deze stijl werd populair gemaakt door schilders die voor keizer Nero in Rome werkten. De stijl wordt gekenmerkt door uitvoerige architectonische ontwerpschetsen, trompe-l'oeil, genrestukken, stillevens en naast elkaar geplaatste geschilderde en echte lijstwerken.
Plaatsen in christelijke kerken waar een transept het schip kruist.
Plattegrond van gebouwen of steden die zijn opgetrokken in een vierkant, meestal een gecentraliseerde plattegrond.
Figuren samengesteld uit vier gelijke lobben afgescheiden door uitsteeksels.
Verwijst naar gebouwen, in het bijzonder klassieke Griekse en Romeinse tempels en gebouwen met een soortgelijke structuur, met een of meer rijen van vier zuilen aan een of beide uiteinden.
Verwijst naar de culturen die zich ontwikkelden in de regio die is gesitueerd langs de oosterse kust van het Indochinese schiereiland en die tegenwoordig bekendstaat als Vietnam. Artistieke productie in deze regio wordt gekenmerkt door een breed scala aan stijlen en onderlinge vermenging hiervan. Kenmerkend zijn dynastieke tempelconstructie met variaties van torenschrijnen, sanctuaria, portieken, gemodelleerde kapitalen en nissen, alsmede prachtig en verfijnd beeldhouwwerk met monsterfiguren die hoeken van architraven versierden, leeuwenfiguren, robuuste slangachtige ornamentatie die doet denken aan bladmotieven van de Indo-Khmer en aan Dong Song-stijlen, en grote iconen en reliëfpanelen die zijn gebeeldhouwd in sensuele stijlen die doen denken aan Chen-la-werken. Vanaf de 15de tot en met de 18de eeuw, bevatte architecturale planning confucianistische en taoïstische elementen, en beeldhouwkundige stijlen uit deze periode worden gekenmerkt door zeer kleurrijk houtsnijwerk dat is gebaseerd op de draak-en-wolkdecoratie van de Ming- en Ch'ing-dynastieën in China.
Wordt gebruikt voor de belangrijkste dakbalken in de Indiaanse en Spaans-Amerikaanse adobebouw. Meestal zijn het ruw gehouwen blokken sparre- of dennehout en vaak steken ze uit buiten het oppervlak van de buitenmuur.
Antropomorfische, gebeeldhouwde houten palen van de Mijikenda in het Oost-Afrikaanse Kenia, gemaakt ter nagedachtenis aan overleden mannelijke leden van de Gohu gemeenschap.
Te gebruiken voor koetsen die door paarden worden getrokken en die openbaar te huur zijn, meestal met plaats voor twee tot zes passagiers, waarbij de koetsier buitenop rijdt; in gebruik van de 17e tot eind 19e eeuw. Gebruik 'taxi's' voor auto's met een vergunning om passagiers tegen betaling te vervoeren.
Passe-partouts voor het maken van gravures, tekeningen, foto's of andere afbeeldingen met vervloeiende omtrek. Term ook gebruikt voor die afdrukken zelf en voor andere tweedimensionale beeldende werken met vervloeiende randen.
Wordt vooral gebruikt voor Indiaase boeddhistische kloosters; kan ook gebruikt worden voor boeddhistische tempels op Sri Lanka.
Verwijst naar de periode in de Chinese geschiedenis tussen de val van de Tang-dynastie (907 n. Chr.) en de stichting van de Sung-dynastie (960 n. Chr.), toen vijf dynastieën elkaar in betrekkelijk korte tijd opvolgden in Noord-China. Al deze dynastieën hadden Kaifeng in de provincie Henan als hoofdstad. De zuidelijke regio's kenden meer welvaart en langere perioden van vrede dan het noorden, waardoor de literatuur, de schilderkunst, de productie van metaalwerk en reliëfsculpturen en de textiel- en keramiekindustrie tot grote bloei konden komen. De keramiekindustrie in het noorden was wel belangrijk als overgangsfase, en de industriële Ding-ovens in Hebei brachten veel welvaart.
Kleine munten van de Verenigde Staten en een aantal andere voormalige Britse gebiedsdelen. In de Verenigde Staten bestaan de munten meestal uit 25% nikkel en 75% koper en hebben ze een waarde van een twintigste dollar.
Verwijst naar de periode in Egypte van circa 750 tot 656 v. Chr. tijdens de Kushite overheersing. De periode kenmerkt zich door een terugkeer naar de monumentaliteit, groot vakmanschap, en archaïserende tendensen, met name in de sculptuur.
Figuren die bestaan uit vijf gelijke bogen of lobben, afgescheiden door uitsteeksels.
Soort grote bladverliezende heester of kleine loofboom, inheems in Zuidwest-Azië en het Middellandse Zeegebied, die op grote schaal wordt gekweekt voor zijn eetbare vrucht. Het was een van de eerste planten die werd gekweekt door de mens, zoals blijkt uit bewijsmateriaal dat dateert uit de periode 9400-9200 v.Chr., dus nog vóór de domesticatie van tarwe, gerst en peulvruchten.
Borstels die worden gebruikt om zaagsel van de tanden van raspen en vijlen te verwijderen.
Verwijst naar de periode, cultuur en kunststijl die werd vervaardigd tussen het eind van de 8ste eeuw en het begin van de 12de eeuw in Scandinavië en de Scandinavische nederzettingen in het buitenland. De term is ontstaan uit het oude Noorse zelfstandig naamwoord ‘víkingr’, en verwijst in nauwere zin naar zeerovers en kapers. Desondanks wordt de term meestal gebruikt voor het gehele spectrum van de Scandinavische cultuur uit deze periode.
Romeinse villa's die dienen als boerderijen.
Vaak vorstelijke gebouwen uit de Italiaanse Renaissance, net binnen de stad gelegen en geschikt voor het doorbrengen van de dag maar meestal zonder slaapkamers.
Romeinse landhuizen die bij de stad liggen en dienen voor recreatie, niet voor de landbouw.
Gebruikt sinds de Romeinse tijd als aanduiding voor landhuizen, over het algemeen van enig aanzien, en vaak met inbegrip van hun bijgebouwen en de tuinen. Tegenwoordig wordt een villa nog steeds gezien als een groot huis in een landschappelijke omgeving, maar ook een dergelijke woning in een stad wordt wel villa genoemd.
Verwijst naar de periode en cultuur uit de IJzertijd genoemd naar de archeologische vindplaats Villanova, in de buurt van het Italiaanse Bologna. De cultuur kwam voor in Noord- en Midden-Italië en Campanië in de 9de en 8ste eeuw v. Chr. en hield in Noord-Italië stand tot de 6de eeuw v. Chr. De cultuur varieerde in de verschillende streken tijdens de verschillende perioden, maar kenmerkend zijn de begraafplaatsen, wapenuitrusting, wapens, sieraden, grafurnen en ander aardewerk, waaronder dubbel-conische en huisvormige urnen, gedecoreerd met geometrische ontwerpen die werden ingekrast en gestempeld. Veel onderzoekers menen dat de Villanova cultuur zich ontwikkelde uit een tak van de urnenveld- culturen uit Oost-Europa die Italië binnentrokken en daar uiteindelijk werden geconfronteerd werden met de oprukkende Etrusken. Anderen classificeren deze cultuur als het begin van de Etruskische beschaving.
Stof die meestal wordt vervaardigd uit wol of andere dierenharen, vaak vermengd met natuurlijke of synthetische vezels; de losse vezels worden met elkaar verbonden door de inwerking van warmte, vocht, chemicaliën en druk, zonder te spinnen, weven of breien.
Verwijst naar een Neolithische stijl en cultuur die zich voordeed in Oost-Europa in het 5de millennium v. Chr., en die is genoemd naar eenarcheologische vindplaats in Servië, langs de Donau. De stijl kenmerkt zich vooral door de vervaardiging van losstaande beelden van mensen en dieren van klei.
Verwijst naar de latere fase van de Vinca stijl en cultuur, van het 4de tot het 3de millennium v. Chr. De stijl verschilt vooral van de vroegere Vinca-Tordos-stijl door de ontwikkeling van gestroomlijnde, gestileerde beelden, gedecoreerd met ingekerfde lijnen en abstracte patronen.
Verwijst naar de vroegere fase van de Vinca-stijl en -cultuur, van het 5de tot het 4de millennium v. Chr. De stijl verschilt met de latere Vinca-Plocnik-stijl doordat de werken primitiever en naturalistischer zijn.
Een originele en vruchtbare creativiteit. Met name te gebruiken om te verwijzen naar de kunsttheorie, vooral gedurende de Renaissance, waarmee de selectie en het gebruik van het onderwerpen wordt aangeduid.
De uiteinden van de hand van een mens of een dier, gewoonlijk vijf (zoals bij mensen) of vier in getal.
Kleine kommetjes, van glas, zilver of ander materiaal, die water bevatten waarmee aan tafel de vingers kunnen worden gewassen.
Afrikaanse vingerringen waar scherpe, ronde of halvemaanvormige klingen aan zijn bevestigd, vaak met een zeer kleine schede ter bescherming van de drager; worden voornamelijk als wapen gebruikt en soms als snijgereedschap. Exemplaren met klingen die kleiner zijn dan normaal kunnen verborgen in de handpalm worden gedragen.
Kleine poppenkastpoppen die op één vinger passen en daarmee worden bewogen.
Elk lid van een familie van thermoplastische synthetische harsen - variërend van vloeistoffen tot vaste stoffen - die worden gemaakt door de polymerisatie van ethyleenderivaten of vinylverbindingen; meestal vinylacetaat, vinylchloride en vinylideenchloride. Vinylharsen produceren een heldere, harde laag en worden ook gebruikt als deklaag en hechtmiddel.
Kleur die dat deel van het spectrum weergeeft dat zich tussen rood en blauw in bevindt, met een golflengte tussen 380 en 420 nanometer. De term kan verwijzen naar alle in helderheid en verzadiging variërende kleurschakeringen binnen deze groep kleuren. Voorbeelden van de kleur violet in de natuur zijn de kleur van de pruim of van het bloeiende viooltje, waaraan de kleur zijn naam ontleent. Violet is een secundaire pigmentkleur (ontstaan door vermenging van blauw en rood). Het violet uit het kleurenspectrum kan niet nauwkeurig worden geproduceerd in het RGB-kleurenmodel (gebruikt voor computerbeeldschermen).
Hout van de boom behorende tot het genus Dalbergia, inheems in Zuid-Amerika, voornamelijk Brazilië. Het spinthout is wit van kleur met duidelijk begrensd, veelkleurig kernhout. De kleuren variëren van violetbruin tot bijna zwart, met violetbruine, zwarte, zwartviolette of goudgele strepen. Vanwege het kleine formaat van de bomen zijn de toepassingen van het hout beperkt tot decoratief werk, zoals inlegsels en draaiwerk.
Lounges die zijn gereserveerd voor belangrijke en bevoorrechte personen, zoals bijvoorbeeld op schepen en op luchthavens.
Klavecimbels, meestal rechthoekig, met 1 toetsenbord, waarbij de snaren in een rechte hoek tot de toetsen lopen.
Dierenriemsymbool van een vis, ruwweg gebaseerd op het sterrenbeeld met dezelfde naam. De dierenriemtekens zijn bewaard gebleven via klassieke Griekse en Romeinse decoratie, waren populair in Noord-Europese Romaanse en Gotische kerken en werden vaak aangetroffen in middeleeuwse psalters en getijdenboeken. Ze symboliseren elke maand waarin de zon het betreffende sterrenbeeld binnengaat. Deze tekens zijn ook gebruikt als decoratie op plafonds, kaarten, uurwerken en astronomische instrumenten.
Manden met deksel, aan één kant vlak en aan de andere kant bol, voornamelijk bedoeld voor vissen, kreeften, visgerei of dergelijke. Wordt vooral gebruikt met betrekking tot de manden die door vissers op de rug worden gedragen of over de schouder worden gehangen.
Verwijst naar oud-Griekse schotels met een voet, versierd met realistische afbeeldingen van zeedieren. Deze populaire borden werden gebruikt om vis op tafel te serveren en zijn gemaakt van de vroege 4de eeuw v. Chr. tot ver in de hellenistische periode, niet alleen in Attica maar ook in de Griekse kolonies in het zuiden van Italië. Atheense schilders richtten de buik van de vissen altijd naar de rand van het bord terwijl Zuid-Italiaanse schilders ze juist met hun buik naar het midden afbeeldden. Sommige visborden bevatten afbeeldingen van zeevoedsel die zijn gerangschikt rond een centraal sausbakje. Androkydes van Kyzikos was een van de weinige visbordschilders die hun werk signeerden.
Glazen kommen, voornamelijk bedoeld voor het houden van levende vissen.
Een patroon dat bestaat uit aaneengrenzende verticale rijen van schuine lijnen die V's of omgekeerde V's vormen; gebruikt in metselwerk, textiel en ander werk.
Verwijst naar de stijl en periode van de Visigoten, een afsplitsing van de Germaanse Goten, die landbouwers waren in Dacië, in het huidige Roemenië. Zij waren gescheiden van de Ostrogoten en verdreven over de Donau door invasies van de Hunnen, en vestigden zich in het Balkangebied Moesia in de 4de eeuw. De term verwijst in het bijzonder naar de heerschappij van de Visigoten in Gallië en op het Iberisch schiereiland, voornamelijk van de 5de tot de 7de eeuw. De architectuur kenmerkt zich door bescheiden afmetingen, groot vakmanschap, gebruik van de hoefijzerboog, en een overvloed aan beeldhouwkundige decoratie. De beeldhouwkundige stijl lijkt op die van de Lombarden, en wijst vermoedelijk op een gemeenschappelijke bron. Deze kenmerkt zich door platte, decoratieve menselijke figuren, dieren, lofwerk en abstracte ontwerpen, die oorspronkelijk helder van kleur waren.
Te gebruiken voor retorische ontwerpen, die een theoretisch of speculatieve architectonische standpunt over sociale of politieke kwesties weerspiegelen. Vaak worden ze als voorlopers van hun tijd beschouwd en zijn meestal niet bedoeld om te worden uitgevoerd; vaak toegepast maar niet noodzakelijk beperkt tot ontwerpen van bepaalde Franse architecten uit de late 18e en vroege 19e eeuw.
Kleine, platte, doosvormige houders die gebruikt worden voor het bewaren van persoonlijke kaartjes; wordt met name gebruikt als aanduiding voor die houders die in de victoriaanse tijd gebruikt werden voor het bewaren van visitekaartjes.
Verwijst naar de vorm van het hindoeïsme die is voortgekomen uit de Vasudeva-Krishna-cultus. Het visjnoeïsme is gebaseerd op de verering van de god Visjnoe en zijn verschijningsvormen, met name Rama en Krishna. Bij de religie ligt de nadruk op devotie (bhakti), waarbij het uiteindelijke doel van de gelovige is om met hulp van de goddelijke genade de cyclus van geboorte en dood te overstijgen, om een spiritueel verbond aan te gaan met Visjnoe.
Lange, ovalen houders met een deksel, vaak voorzien van een geperforeerd rek en een handvat, om vis in z'n geheel in te koken.
Draagbare krukken met poten die aan elkaar zijn bevestigd met een stevig weefsel dat als zitting dient wanneer de kruk geopend is.
Tak van de zoölogie die zich bezighoudt met vissen.
Inrichting waar visseneitjes worden uitgebroed en de jonge vissen, die later in meren, stromen en vijvers worden uitgezet, worden grootgebracht.
Lijm gemaakt van afgebroken collageen uit vissenhuiden en visafval. Ook lijm gemaakt van de zwemblazen van vissen, een weefsel geheel samengesteld uit collageen.
Kleine messen met een plat lemmet dat sierlijk is gevormd en geen snijkant heeft. Worden gebruikt met een bijbehorende vork voor het eten van vis.
Schepen met schoenertuig die worden gebruikt bij het vissen.
De schubben van vissen.
Keukengerei met lange handvatten en brede bladen die vaak zijn doorboord of gegraveerd met decoratieve patronen, dat wordt gebruikt om vis te serveren. Gaan soms samen met 'visvorken (serveermateriaal)'.
Stillevens die vissen en ander gerei voor opdienen en consumeren van voedsel afbeelden.
Als handelsmerk gedeponeerde naam voor een filmcamera- en projectiesysteem voor bioscoopfilms, ontwikkeld door technici van de Paramount-studio's. Standaard 35 mm-film werd horizontaal door een projector geleid, waardoor het formaat werd verdubbeld. Het systeem werd voor circa 70 films gebruikt, tussen 1954 en 1961.
Wordt gebruikt voor onderzoek met het blote oog, ter onderscheiding van meer technische analysemethoden waarbij gebruik wordt gemaakt van instrumenten of apparatuur.
Representaties van een object in plaats van het tastbare object zelf, bijvoorbeeld een foto of digitale afbeelding van een kunstobject.
Fysieke voorwerpen die op de eerste plaats zijn bedoeld om te bekijken, met vaardigheid en verbeeldingskracht zijn gemaakt en een esthetische waarde vertegenwoordigen. Ze hebben kwaliteit en zijn zodanig dat kunstmusea en particuliere verzamelaars ze willen verzamelen. Het gaat onder meer om tekeningen, schilderijen, beeldhouwkunst, architectuur en kunstnijverheid. Performances worden beschouwd als beeldende kunst, maar uitvoerende kunsten en literatuur niet.
Grote, brede vorken met vier tanden die worden gebruikt samen met een vismes of serveermes om vis op te dienen.
Bouwconstructies om planten of landdieren op te kweken of te observeren.
Uitstekende delen van hoofddeksels die de ogen, het gehele gezicht of de nek af- of beschermen. Ook wel losse delen van hoofddeksels, vastgemaakt aan een harde hoofdband die wordt gedragen om de ogen of het gezicht te beschermen.
Verwijst naar hoge ambtenaren of ministers in een moslimregering, met name ten tijde van het Ottomaanse Rijk.
Een verband waarbij de kopstenen en de strekstenen afwisselend horizontaal en verticaal liggen, waarbij elke kopsteen precies in het midden ligt van de boven- en de onderliggende streksteen.
Verwijst naar de stijl in de architectuur en de kunst die zich aan het eind van de 12de eeuw ontwikkelde in Vladimir in het prinsdom Rostov-Sizdal. De stijl kenmerkt zich door een samensmelting van oosterse Byzantijnse kunst en elementen van westerse Romaanse kunst, waaronder decoratieve effecten die bestonden uit Romaanse figuratieve en ornamentele motieven.
Dessertglazen voor het serveren van een individuele portie vla, die soms op een voet staan en een enkel handvat kunnen hebben.
Prenten waarbij in de drukvorm de lijnen en vlakken die afgedrukt moeten worden even hoog liggen als de niet-drukkende delen; gebaseerd op het elkaar afstoten van water en vet.
Cilinderpersen waarin het drukvlak horizontaal ligt.
Platte, poreuse dakpan met 2 evenwijdige randen, waarvan de één convex is en de ander concaaf, zodat er een aantal met de randen aan elkaar kunnen worden gezet tussen daksparren, binten en dergelijke.
Wordt gebruikt voor bouwsystemen gebaseerd op betonnen kruisvloeren waarbij geen gebruik wordt gemaakt van balken, panelen of zuilkapitelen.
Universeel bruikbare taps toelopende stalen vijlen die voornamelijk worden gebruikt voor metaalbewerking maar ook om hardhouten oppervlakken te bewerken.
Kruidachtige eenjarige plant, inheems in het gebied dat zich uitstrekt van het oosten van het Middellandse Zeegebied tot India. Waarschijnlijk voor het eerst gekweekt in de Vruchtbare Sikkel. De plant wordt 4 meter hoog en heeft blauwe bloemen waaruit peulen met zaadjes ontstaan. De plant wordt verbouwd vanwege de vezels, waar men vlasdraad en linnen van kan maken, en vanwege de zaadjes, waar men lijnzaadolie uit wint, een eetbare olie die wordt gebruikt als voedingssupplement en als bestanddeel van verf en een groot aantal producten waarmee men hout afwerkt. In Georgië en Zwitserland zijn bewijzen gevonden dat vlas al in de prehistorie werd gebruikt, en in Egyptische tombes heeft men geregeld fijne linnen stoffen gevonden. Fenicische handelaren introduceerden linnen in Gallië en Groot-Brittannië. De Romeinen verspreidden linnen producten over hun hele rijk. In West-Europa werd de productie van linnen in de zeventiende eeuw een belangrijke industrie.
Procedé in de vlas- of hennepbewerking. Nadat het vlas geroot (een aantal weken in het water liggen rotten) was, moeten de zachte losse delen uit de stengel verwijderd worden, zodat de lange fijne vlasdraden(de basis van linnen) overblijven. Dit gebeurt door de (inmiddels weer gedroogde) stengels te kneuzen.
Kopjes voor het serveren, en soms ook voor het bakken, van een individuele portie vla of dergelijke etenswaren. Worden meestal in sets gemaakt. Kunnen een deksel hebben en een of meer handvatten.
Ornament dat bestaat uit gedraaide en vervlochten banden, oorspronkelijk gebaseerd op leren repen of linten; populair in Noord Europa in de 16e en 17e eeuw en in de negentiende-eeuwse herleving.
Reeks warme roze kleuren, zo genoemd om ze lijken op de huidskleur van mensen uit West-Europa.
Grote houders met deksels waarin rauw vlees wordt geconserveerd met zout of pekel, cilindrisch of dikbuikig van vorm, van uiteenlopende afmetingen en gemaakt van aardewerk, hout, steen of cement.
Brede term voor de beschrijving van vruchten waarvan de vruchtwand en de bijbehorende onderdelen zich ontwikkelen tot sappig weefsel.
Werktuigen bestaande uit een houten stok of steel, aan het uiteinde waarvan een dikkere en kortere stok, de zwengel, zodanig is bevestigd dat hij vrij kan draaien. Ze worden gebruikt om koren te dorsen.
Vliegorganen van een vliegend dier, zoals een vogel, vleermuis of insect. Bij vogels zijn vleugels speciaal aangepaste voorledematen, bij vleermuizen (en de uitgestorven pterodactyli, enz.) verlengingen van de huid die zijn bevestigd aan aangepaste delen van de voorledematen, en bij insecten vliesachtige uitgezette delen die zijn bevestigd aan de thorax en aan de ledematen.
Delen aan de zijkant of aanhangsels bij een kunstwerk, zoals wordt aangetroffen bij een drieluik.
Bijl uit de Midden Bronstijd, opvolger van de hielbijl. Een houten steel werd met touwen bevestigd tussen twee opstaande, gevleugelde randen.
Piano's, met horizontale, vleugelvormige kast met een gebogen en een rechte kant, waarin de snaren evenwijdig lopen aan de toetsen.
Wordt gebruikt voor plafondribben die gedeeltelijk of geheel losstaan van het gewelfoppervlak, dus zonder gewelfscellen, waardoor ze een luchtig netwerk vormen. Wordt aangetroffen in Duitse en Engelse laat-gotische architectuur.
Draagbaar gereedschap om vliegen te verwijderen. In een ceremoniële context, voornamelijk in Afrika, dienen ze ook als symbolen voor een hoge positie of autoriteit. Meestal gemaakt van flexibele vezels, die zijn bevestigd aan een handvat. Gebruik 'vliegenmeppers' voor instrumenten die worden gebruikt om insecten te doden, gewoonlijk gemaakt van een plat stuk geperforeerd materiaal of gaas dat is bevestigd aan een handvat.
Instrumenten die worden gebruikt om insecten te doden, gewoonlijk gemaakt van een plat stuk geperforeerd materiaal of gaas dat is bevestigd aan een handvat. Te onderscheiden van ‘ceremoniële vliegenmeppers’, die men bij zich draagt om vliegen van zich af te slaan en ook kunnen dienen als symbool van maatschappelijke positie of gezag.
Benaming voor verschillende soorten apparaten om vliegen en andere insecten mee te lokken en te vangen.
Niet-technische benaming voor luchtvaartuigen die vaste vleugels hebben, zwaarder zijn dan lucht en zijn ontworpen om de druk die wordt gecreëerd door hun beweging door de lucht te gebruiken om mensen en ladingen op te heffen en te vervoeren; gebruik waar mogelijk een specifiekere term.
Orde van insecten waartoe zaagwespen, wespen, bijen en mieren behoren.
Kleine stropdassen die in een strik worden vastgeknoopt.
Stukken vloeipapier in verschillende vormen en maten, waaronder losse vellen, gestapelde vellen en grote vellen die in een vloeilegger worden gestoken om het bureaublad te beschermen tegen inktvlekken.
Absorberend papier dat is gemaakt van sponsachtige, dikke vezels of losse viltvezels, en dat wordt gebruikt om een teveel aan inkt op te zuigen.
Chromatografiemethode waarbij een stof in de vloeibare fase en een stof in de vaste fase met elkaar in contact worden gebracht; de stof in de vaste fase is in dit geval de constante, de stof in de vloeibare fase kan steeds een andere zijn.
Een hoog corroderende, caustische en toxische oplossing in water van waterstoffluoride waarin bijna alle metalen oplossen, behalve goud, platina, glas en keramische en organische materialen; wordt gebruikt om glas te etsen en metalen schoon te maken.
Platte of gemodelleerde uitstekende delen tegen binnenmuren of scheidingswanden bij de vloer, die de naad tussen de vloer en de muur bedekken.
Wordt gebruikt voor platte, dikke platen, meestal van beton, die dienst doen als bouwelementen en als ondersteuning voor belastingen kunnen worden gebruikt; ze doen vaak dienst als vloeren en daken. Wordt ook gebruikt als collectieve term voor de bouwsystemen gebaseerd op zulke elementen.
Orde van ongeveer 2000 soorten of variëteiten parasitaire, bloedzuigende insecten die op de gastheer leven en vaak ziektes overbrengen.
Wordt gebruikt voor veel en georganiseerde oorlogsschepen en aanverwante strijdkrachten die onder bevel staan van een enkele gezagvoerder. Kan verder worden gebruikt voor andere grote groepen voertuigen onder een enkele bestuurder, zoals grote aantallen motorvoertuigen die eigendom zijn van één bedrijf.
Gecondenseerd of gediffundeerd water.
Algemeen te gebruiken om aan te geven dat menig oppervlak er anders is gaan uitzien meestal als gevolg van de inwerking van waterdamp of vocht uit de atmosfeer, bijvoorbeeld de troebelheid van vernis of de efflorescentie van metselwerk. Te onderscheiden van 'blancheren' waarmee wordt aangegeven dat harsachtige of vettige lagen een melkachtig uiterlijk krijgen door de applicatie van een oplosmiddel.
Zij die in hun levensonderhoud voorzien door vodden en ander afval op te rapen van de straat of uit vuilnisbakken of van vuilstortplaatsen te halen.
Apparaten of constructies, vrijstaand dan wel aan bomen of gebouwen bevestigd, die zo zijn ontworpen dat wilde vogels er voedsel, zoals zaden, vet en suikerwater, uit kunnen halen.
In metselwerk of steenwerk. Voegen die tandverbindingen gebruiken in de aangrenzende onderdelen om te voorkomen dat die later gaan bewegen.
Een ondoorlatend horizontale laag materiaal in gemetselde muren, die wordt gebruikt om de opwaartse capillaire werking of neerwaartse sijpeling van water te voorkomen. In Nederland meestal van lood gemaakt.
Mortel die door zijn waterige consistentie in kleine voegen of holtes kan worden aangebracht of gepompt, zoals tussen stukken keramische klei, lei of vloertegel.
Gereedschap dat wordt gebruikt om verweerde specie uit de voegen van metselwerk te schrapen.
Metalen versnijdingsgereedschap dat wordt gebruikt om metselvoegen glad te maken of in te laten springen.
Beschrijft de actie van het geven of leveren van voedsel aan een ander.
Delen van het lichaam van een mens of een dier, gewoonlijk met tenen, die zich bevinden onder het enkelgewricht van de benen of poten, met als belangrijkste functie het bieden van steun en voortbeweging. Gebruik 'handen (dierlijke of menselijke lichaamsdelen' voor de uiteinden van armen.
De afdrukken of sporen van menselijke voeten, al dan niet geschoeid.
Benaming voor diverse vormen van bekerglazen in de periode 1300-1700 met ingenepen lichaam zodat er een (hoge) voet ontstaat. Één- of tweedelig.
Ketens voor de voeten van mensen of dieren.
Delen van de funderingen van sommige bouwconstructies die belastingen direct naar de grond overbrengen. Wordt gebruikt om het gewicht van de bovenbouw over een grotere ruimte te verdelen, om afzetsel te voorkomen of te verminderen.
Lichtmeters waarmee de intensiteit wordt gemeten van zichtbaar licht dat op oppervlakken valt, uitgedrukt in kaarsen.
Een set '@striplights' op de voorste rand van het toneel, bedoeld om schaduwen op gezichten die door de bovenverlichting worden veroorzaakt, te verzachten en sfeerlicht van onderen te geven.
Waterdichte membranen langs daken of andere vlakke oppervlakken, die tegen de intersectie met verticale oppervlakken liggen en deze overdekken, zoals schoorstenen of balustraden, de blootliggende bovenste rand is gewoonlijk bedekt door loodslabbe.
Meetinstrumenten van meestal ruim een halve meter lang, bedoeld voor het meten van menselijke voeten om de schoenmaat te bepalen. Ze hebben ongeveer dezelfde vorm als een schuifmaat, met een verstelbaar balkje voor de tenen en een vast balkje voor de hiel, en zijn onderverdeeld in schoenmaten of centimeters.
Wordt in het algemeen gebruikt voor enkele van verschillende typen hefbomen die worden bediend met de voet en die worden gebruikt op geluidsapparaten voor verschillende doeleinden, zoals het wijzigen van de stemming van het instrument, het bedienen van een blaasbalg, het slaan tegen een trommelvel, het produceren van expressieve effecten, of functioneren als toetsen in een voetklavier.
Wordt gebruikt voor relatief massieve elementen die het onderste gedeelte van structuren of objecten vormen en waarop de overige delen rusten, of waardoor die worden ondersteund. Gebruik de term 'voeten' als het basiselement waarop een object rust, relatief klein is in verhouding tot de omvang van het object.
De marges aan de onderkant van bladzijden in middeleeuwse manuscripten, en ook de versieringen op die plaats.
Te gebruiken voor kommen of andere reservoirs, die zijn gevuld met water en meestal in tuinen of op gazonnen worden geplaatst, zodat vogels er kunnen drinken of wassen.
Verwijst naar niet-fotografische voorstellingen waarvan het gezichtspunt ver boven normale ooghoogte ligt. Op deze afdrukken, tekeningen of schilderingen is het gezichtspunt doorgaans zo gekozen, dat het lijkt alsof de kijker vanaf de wolken naar beneden kijkt. Het voordeel van dit gezichtspunt is dat de voorstelling gedetailleerder kan zijn, omdat de voorgrond de achtergrond niet aan het zicht onttrekt. Dit perspectief wordt al toegepast sinds de oude Romeinse tijd, toen het werd gebruikt om slagvelden af te beelden. Het is ook een veelgebruikt perspectief voor het afbeelden van stadsontwikkelingen, ontwerpen van landschapstuinen, en paleizen en steden. De observatiepositie van een vogelvlucht ligt boven dakniveau, maar onder dat van kaarten. Gebruik 'vogelvluchten (tekeningen)' voor bouwtekeningen in nauwkeurig perspectief. Gebruik voor foto's 'luchtaanzichten' of 'luchtfoto's'. Gebruik 'map views' voor geïllustreerde landkaarten.
De klasse van gewervelde dieren die gewoonlijk tweevoetig en warmbloedig zijn, eieren leggen met een harde schaal en een grote dooier, en vaak in bomen leven. Doorgaans hebben ze veren, holle botten, voorste ledematen die geschikt zijn om mee te vliegen (hoewel sommige vogelsoorten hun vermogen om te vliegen zijn kwijtgeraakt), achterste ledematen waarmee ze kunnen lopen en op takken kunnen zitten, een hart met vier kamers, scherpe ogen, een hoornen snavel zonder tanden en een grote gespierde maag. Vogels zijn geëvolueerd uit theropoden, een orde van vleesetende dinosauriërs.
Dunne en fijne stukken textiel, variërend in lengte, al dan niet als onderdeel van een hoofddeksel, die gedragen worden om het hoofd of gezicht ter versiering, bescherming of bedekking.
Gebieden onder het bestuur van een voivode, die deels zelfstandige districten of provincies van Oosteuropese landen zoals Polen zijn.
Harnassen bestaande uit een strijdharnas, aangevuld met dubbele onderdelen om de stellen te kunnen vormen voor steekspelen, toernooien en voetgevechten, ook met volledig paardenharnas
Tak van de antropologie die zich concentreert op het ontstaan, de geschiedenis en de ontwikkeling van de menselijke samenlevingen en haar sociale structuur, met inbegrip van aspecten van de archeologie, etnologie en etnografie.
Verdediging en verbetering van de gezondheid van de gemeenschap door middel van georganiseerde gemeenschappelijke inspanning.
Te gebruiken voor de wetenschappelijke, historische of vergelijkende studie van de oorsprong, kenmerken en functie van menselijke culturen en samenlevingen. Gebruik 'etnische studies' voor de studie van de geschiedenis en cultuur van etnische groeperingen binnen een grotere culturele of sociale orde.
Te gebruiken voor het kunstgenre dat uit een cultureel samenhangende samenleving of context voortkomt. Dit genre wordt geleid door traditionele regels of werkwijzen aan de hand van onderling aangenomen tradities. In sommige culturen is er meer of minder ruimte voor persoonlijke expressie; deze term en dit genre worden gedefiniëerd en gebruikt vanaf de vroege 20e eeuw. Gebruik 'marginale kunst' voor het kunstgenre dat niet volgens de maatstaven, tradities en gebruiken van de cultuur van een cultureel samenhangende samenleving of context voortkomt, maar gecreëerd is buiten, en zonder tussenkomst van, de maatstaven, tradities en gebruiken van de cultuur van de gevestigde kunstwereld.
Rijksambtenaren van het oude Rome die werden gekozen door de plebejers en de speciale functie hadden om de individuele burger, met name de plebejers, te beschermen tegen de willekeurige uitoefening van macht door de heersende aristocratische magistraten.
Volkstuinen in Duitse stedelijke gebieden, bestemd voor privépersonen voor het verbouwen van gewassen en recreatie. De Duitse 'Schrebergarten' is ontstaan in 1860 in Leipzig en genoemd naar de onderwijshervormer Daniel Gottlob Moritz Schreber (1808-1861).
Instellingen die zijn gewijd aan het onderrichten van volwassenen. Er zijn verschillende soorten volksuniversiteiten, zoals de specifiek literaire instellingen die aan het begin van de 19e eeuw werden opgericht en instellingen die later werden opgericht voor algemene lezingen over literaire en wetenschappelijke onderwerpen, openbare discussies, concerten en andere activiteiten ter bevordering van algemeen onderwijs.
Verwijst naar de periode en stijl van de kunst van de Teutonische stammen, bestaande uit de Franken, Lombardijers, Vandalen, Ostrogoten en Visigoten, die het in verval geraakte Romeinse rijk tussen circa 370 tot circa 800 beheersten. De stijl beïnvloedde de architectuur, de beeldhouwkunst en de illustratie van manuscripten, maar is het duidelijkst zichtbaar in de draagbare objecten van de rondtrekkende bevolking, zoals de metalen voorwerpen en vaak gouden sieraden, soms ingelegd met email of granaat. De stijl kenmerkt zich door het verruilen van klassieke ontwerpen voor gestileerde en ornamentele ontwerpen, waarbij losstaande kleurvlakken en herhalende patronen van visgraten, kruizen, lijnen en stippels opvallen.
Verwijst naar verzamelingen geschreven of gedrukte vellen papier die samen zijn gebonden tot een boek. De term kan ook verwijzen naar de afzonderlijk ingebonden delen van geschreven werken of een reeks werken welke in twee of meer delen zijn gesplitst, ieder in een afzonderlijke band; doorgaans hebben de diverse delen van hetzelfde werk of dezelfde reeks gelijke afmetingen en zijn ze in een soortgelijke band ondergebracht.
Voeten van meubels in de vorm van een strakke voluut, die vooral te vinden zijn aan Engelse stoelpoten uit het midden van de 18e eeuw.
Wordt gebruikt voor diverse rekenapparaten die bestaan uit losse schijven, met andere cirkels, voorzien van een schaalverdeling of nummering, daar bovenop of daaraan bevestigd, die worden gebruikt voor het berekenen van onder andere de maanstanden, de tijden van de zonsopgang en zonsondergang of de tijden van eb en vloed. Deze voorwerpen werden meestal gemaakt van papier, karton of velijn en werden vaak voorgedrukt in of bevestigd aan manuscripten of boeken van de 13e tot de 16e eeuw.
Toegangen tussen de rijen stoelen van theaters of amfitheaters.
Godsdienst, oorspronkelijk uit West-Afrika, waarin theologische en magische overtuigingen en praktijken worden gecombineerd met rituele en iconografische elementen uit het rooms-katholicisme. Voodoo wordt beoefend in West-Afrika, op Haïti en in andere delen van het Caribisch gebied, alsook in sommige steden en gebieden in Noord- en Zuid-Amerika, voornamelijk door bevolkingsgroepen van Afrikaanse afkomst.
Menselijke figuren of poppen die als richtpunt voor betoveringen en magische handelingen worden gebruikt, met name in de voodooreligie. Kan ook verwijzen naar soortgelijke beeldjes of poppen uit de oudheid die in Griekenland en elders zijn aangetroffen.
Schetsen, vervaardigd als eerste visualisering van het ontwerp.
Constructies met deuren die toegang geven tot de hoofddeuren van een gebouw, waardoor een sluissysteem ontstaat met twee stellen deuren, of draaideuren, bijvoorbeeld in kerken, theaters, banken, schone kamers in laboratoria, schepen, enzovoort. Bij beveiligde systemen moet de buitendeur eerst dicht zijn voor men de binnendeur opent. Ook als deze veiligheidsmaatregel niet wordt toegepast (bijvoorbeeld in kerken), beschermt het systeem de binnenkant van het gebouw tegen licht en geluid van buiten en tegen wind en regen. Het verschil tussen een voorhal en een portaal is erin gelegen dat een portaal deel uitmaakt van het grondplan en met het gebouw is geïntegreerd, terwijl een voorhal een aparte constructie is die aan de hoofdingang is vastgemaakt.
Metalen platen op bepaalde salades en gesloten helmen, die over de schedel heen buigen tot aan de rand van de wenkbrauwen en die dienen als extra bescherming van het voorhoofd. De eerste typen uit de eerste helft van de 15e eeuw bestonden uit één zware, gebogen, gepunte plaat, die was vastgeklonken aan de schedel van de helm. Tegen het einde van de 15e eeuw werd een afneembare vorm, gemaakt van twee platen, ingevoerd die tot halverwege de 16e eeuw in gebruik bleef op Duitse toernooihelmen.
Voorlopige versies van scenario's, die na de synopsis maar voor de eerste versie van het scenario worden geschreven, waarin meestal een compleet verhaal wordt verteld, waaruit de voornaamste gebeurtenissen, handelingen en personages kort worden beschreven. Soms bevatten ze ook al de dialogen van een aantal sleutelscènes.
Gemaakt ter voorbereiding op verder werk, meestal voor werk door middel van een andere techniek dan tekenen, vooral voor het maken van prenten. Gedetailleerder dan schetsen. Gebruik andere termen, zoals 'schetsontwerpen' of 'ontwerptekeningen' voor tekeningen ter voorbereiding van architectonische bouw.
Studies die een eerste verkenning zijn van een onderwerp. Meer afgewerkt dan 'voorbereidende schetsen' en meer gericht op één deel van een ontwerp dan 'voorlopige ontwerptekeningen'. Gebruik voor architectuur liever 'studies (beeldmateriaal)' of 'detailstudies'.
Wordt gebruikt voor ruimten tussen de buiten- en binnendeuren van gebouwen, of voor beschutte ruimten aan gebouwen, direct voor de buitendeuren. Gebruik 'hallen' voor ruimten die zich achter de buitendeur bevinden en niet met een binnendeur of andere barrière van de overige ruimten in het gebouw zijn gescheiden.
Grote manden die gebruikt worden om iets in te bewaren. Wordt vooral gebruikt met betrekking tot manden met een deksel en met vierkante of ronde bodem en bovenrand.
Ronde of rechthoekige platte schalen, in het algemeen gemaakt van hout, keramiek of metaal, waarin vlees of ander voedsel wordt gesneden of opgediend. Vroege houten exemplaren hebben vaak een dieper gedeelte voor het voedsel en een tweede kleinere uitsparing voor zout. Gebruik 'platte schotels' voor grote borden, meestal rond of ovaal en vaak van aardewerk of metaal, die worden gebruikt voor het serveren van vlees.
Gebieden, gewoonlijk woonwijken, die zich compact ontwikkeld hebben of zich aan het ontwikkelen zijn, aan de periferie van een centrale stad. Te onderscheiden van centrale steden door hun meer homogene sociaal-economische en fysieke karakter, hoewel er zelden een duidelijke scheiding is tussen buitenwijken en centrale steden
In algemene zin, objecten die zijn gemaakt of bewerkt door mensen, gewoonlijk handgereedschap, gebruiksvoorwerpen, sieraden of kunst. In de archeologie is een artefact een object dat is vervaardigd door een menselijke cultuur en wordt onderscheiden van natuurlijke resten, en later is aangetroffen bij archeologische werkzaamheden. Zie ook 'culturele artefacten' voor de context van objecten die specifiek worden verzameld door musea. Gebruik de term niet in de technische en medische betekenis, dat wil zeggen voor een product of effect dat niet aanwezig is in de natuurlijke toestand van een organisme of een systeem, maar optreedt wegens het onderzoek zelf of het gevolg is van een andere externe activiteit.
Zij die het gezang van een koor of gemeente in een kerk, klooster of kathedraal begeleiden of dirigeren, met name de functionarissen van sommige kerken met die titel.
Verwijst naar naaldwerk dat ontstaat door een motief te haken tussen de punten van een grote haarspeld of ander gebruiksvoorwerp met de vorm van een haarspeld. Door om de punten heen lussen te maken blijft het werk tijdens het haken op zijn plaats. Als het werk is voltooid, wordt het van de haarspeld geschoven. Het kenmerkt zich door grote open lussen aan beide zijden. Door het samen te binden ontstaan rozetten. Ook kan het aan andere stukken guimpewerk worden bevestigd. Het wordt meestal gebruikt om boorden, garneersels, hoofddeksels of andere apparels te maken.
Behorend tot de vloeistofmechanica, de verhoudingen tussen drukkracht en viskeuze kracht.
Baksteen die een geselecteerde vorm krijgt voordat de steen wordt gebakken, en vervolgens wordt gebruikt om architectonische ornamenten te maken.
De tegels die de open brug tussen twee rijen van dakpannen overbruggen. Bijvoorbeeld in de Oudgriekse architectuur, de dakpan (imbrex) van terracotta of marmer, meestal halfcirkelvormig (Laconisch) of driehoekig (Korinthisch) in doorsnede, die de open voeg tussen twee rijen 'vlakke dakpannen' of 'holle pannen' (tegulae) overbrugt.
Verwijst naar de Britse literaire en artistieke beweging die in 1914 werd opgericht door Wyndham Lewis en leden van het ‘Rebel Art Centre’. De werken, waaronder schilderijen, prenten en foto’s, waren geïnspireerd door het Italiaanse Futurisme en kenmerken zich door sterke contouren en duidelijke, hoekige vormen die aan machines doen denken.
Algemene term voor verschillende soorten uit de familie van de Canidae, met name voor die van het genus Vulpes, zoals de rode of gewone vos (V. vulpes), die zowel in de Oude als de Nieuwe Wereld voorkomt. Een aantal andere vossensoorten behoren tot andere genera dan Vulpes, zoals de Noord-Amerikaanse grijze vos, de poolvos, de grootoorvos en de krabetende vos. Vossen lijken op kleine honden. Ze hebben een spitse snuit, grote oren en een dikke, ruige staart.
Betrekkelijk kleine beelden, geschilderd of gebeeldhouwd als bas-reliëf of als rondsculptuur, die aan een christelijke kerk of bedevaartsplaats worden geschonken in de hoop op of uit dankbaarheid voor het lenigen van ziekte of smart door God, de Maagd Maria of een heilige. De beelden kunnen heiligen, andere menselijke figuren, delen van menselijke figuren of andere levende of onbezielde zaken voorstellen. De Latijnse en Griekse inscripties die vaak op de beelden voorkomen beginnen met de woorden ‘ex voto’ respectievelijk ‘hyper euches’, vandaar dat votiefbeelden ook wel ‘ex voto’s’ worden genoemd. De term kan ook verwijzen naar prechristelijke en pre-islamitische cultusobjecten en rituele voorwerpen van soortgelijke of identieke vorm uit Klein-Azië, Noord-Afrika, het Middellandse Zeegebied en westelijk Centraal-Europa. Kan ook worden gebruikt voor soortgelijke voorwerpen die via recentere tradities zijn ontwikkeld in de godsdiensten van India, Tibet, China en Japan. Gebruik ‘votiefgeschenken’ voor voorwerpen met dezelfde functie maar zonder beelden.
Wordt gebruikt voor stroken of stukjes papier die inwisselbaar zijn voor met name artikelen, diensten of fondsen en die vaak ook als één geheel in boekvorm zijn bijeengebracht of zijn samengevoegd binnen een groter vel drukwerk.
Gebruik voor door auto's getrokken recreatievoertuigen op wielen, vaak met een opvouwbare tent van canvas of een ander materiaal die een tijdelijke verblijfplaats creëren tijdens het camperen. Te onderscheiden van 'caravans' die een vaste vorm hebben en 'campers' die groter en gemotoriseerd zijn.
Schermen die meestal van stof zijn en in brede, horizontale plooien omhoog worden getrokken. Gebruik 'plissé gordijnen' voor schermen met smalle, scherp gevouwen plooien.
Grote zakmessen waarvan het lemmet of lemmeten in het handvat kunnen worden opgeklapt of gevouwen.
Wordt gebruikt voor structurele systemen gebaseerd op eenzijdige platen die extra stijf worden doordat ze tot een serie lange, smalle vlakken gevouwen worden. Karakteristieke delen zien eruit als een serie verbonden W's of afgeschuinde U's.
De omstandigheid of toestand van geestelijke of lichamelijke harmonie, kalmte of sereniteit, of wederzijdse overeenstemming, tussen individuen of groepen.
In het algemeen te gebruiken voor de bedrijfstak die faciliteiten verzorgt en service verleent aan mensen die voor hun plezier reizen.
Personen die, als lid van een vereniging of genootschap, steun geven aan instellingen zoals musea, bibliotheken en liefdadigheidsinstellingen in de vorm van geldelijke bijdragen, vrijwilligerswerk of publieke steunbetuigingen. Gebruik 'sponsors' voor hen die, als individuen of als groep, de hoofdverantwoordelijkheid voor doelen of projecten op zich nemen. Gebruik 'begunstigers' voor personen die als individuen of als groep doelen steunen maar er niet per se verantwoordelijk voor zijn. Gebruik de term niet in de algemene betekenis van 'vrienden', dus niet voor personen die een band van wederzijdse welwillendheid en intimiteit met elkaar hebben.
Rieten in de vorm van een uitgerekte band of strook die strak is gespannen tussen twee punten en waarlangs een luchtstroom wordt geleid.
Particulier beheerde scholen met lesprogramma's die zijn georganiseerd als een alternatief voor traditionele openbare of particuliere scholen, meestal met een uiterst soepele of vrije structuur.
Aanduiding voor particulier beheerde scholen met lesprogramma's die zijn georganiseerd als een alternatief op traditionele openbare of particuliere scholen, meestal met een uiterst soepele of vrije structuur.
Informele tweedelige herenpakken die bestaan uit een broek en een bijpassend jasje dat als een overhemd is vormgegeven.
Bezigheden, tijdverdrijf of lichamelijke activiteiten die door mensen en dieren worden ondernomen met als enig doel de activiteit zelf, of ter ontspanning en vermaak.
Niet tot een bedrijf behorende groepen personen die samenwerken in het kader van gemeenschappelijke interesses of doelstellingen, meestal maar niet uitsluitend op commercieel of financieel gebied.
Verwijst naar de oude cultuur van de Andhra-regio van centraal India, met name vanaf de 1ste eeuw v. Chr. tot de vroege 3de eeuw n. Chr. Aan het eind van de 1ste eeuw v. Chr. realiseerden de Andhra's indrukwekkende stenen renovaties en toevoegingen aan de stoepa van Sanchi, met name de vier beeldgesneden poorten (torana's), als gevolg waarvan de stoepa het grootste boeddhistische monument in India werd. De Andhra's bouwden nog andere boeddhistische complexen, waaronder de Grote Stoepa van Amaravati in de 2de eeuw. Amaravati was de belangrijkste stad van de Satavahana's, die uitstekende bouwers waren; de boeddhistische monumenten van deze stad luidden een nieuwe architectuurstijl in. De Grote Stoepa van Amaravati bood bijvoorbeeld een bovenste niveau voor een omgang, rijkelijk bewerkte leuningen en zuilen in plaats van torana's. Vroege Andhra-beeldhouwkunst, met name de weelderige architecturale reliëfs, staan bekend om hun decoratieve narratieve en encyclopedische kwaliteit; verfijnde bloemontwerpen, naturalistische afbeeldingen van dieren, en sensuele en weelderige menselijke figuren worden hoog gewaardeerd. Net zoals in vroege boeddhistische kunst wordt Boeddha gewoonlijk symbolisch weergegeven. Rond 200 n. Chr. wordt Boeddha echter ook weergegeven als een menselijke figuur; soms worden deze twee methoden van afbeelden aangetroffen op een en hetzelfde monument.
B Verwijst naar de eerste fase van de Griekse archaïsche periode, van circa 660 tot circa 580 v. Chr. Kenmerkend voor de beeldhouwkunst in deze tijd is de sterke stijlovereenkomst met de Egyptische prototypen en het gebruik van grotere stenen beelden dan in vroegere perioden. De vaasschilderkunst kenmerkt zich door de zwartfigurige techniek die wordt toegepast om meer naturalistische figuren af te beelden dan in de oriëntaliserende periode.
Verwijst naar de vroege stadia van de Byzantijnse periode, die begon toen keizer Constantijn de stad Byzantium uitriep tot de nieuwe hoofdstad van het Romeinse keizerrijk in 330 n. Chr. De stijl wordt soms gerangschikt onder de vroegchristelijke kunst, omdat er toentertijd geen sprake was van een officiële opdeling in een oostelijk en een westelijk Romeins rijk.
Verwijst naar het begin van de chalcolithische periode en cultuur, waarin mensen die gewoonlijk steen gebruikten als materiaal voor gereedschappen, af en toe koper begonnen te gebruiken, voornamelijk om er kleine kostbare voorwerpen van te maken.
B Verwijst voornamelijk naar de stijl en periode van de Christelijke kunst in Italië en het westelijke Middellandse-Zeegebied, ruwweg vanaf de derde tot het midden van de negende eeuw n. Chr. Kenmerkt zich door bewerking van de artistieke taal en symbolen van de klassieke Oudheid, maar offert klassieke idealen van lichamelijke schoonheid en technische volmaaktheid veelal op om de spiritualiteit en de onstoffelijke wereld te benadrukken. Gebruik ‘Byzantijns’ voor de stijl en periode van de christelijke kunst in het oostelijk Middellandse-Zeegebied vanaf de 4de tot aan het midden van de 15de eeuw.
B Verwijst naar de vroege fase van de Corinthische aardewerkstijl, te dateren van circa 625 tot circa 600 v.Chr. Typerend voor deze stijl zijn de krachtige, ingekerfde tekeningen van motieven en een voortzetting van het gebruik van dierenthema’s van het proto-Corinthische aardewerk, maar met de toevoeging van decoratieve elementen tussen de figuren zoals typische rozetten met ingekerfde kruizen op de blaadjes.
Verwijst naar de stijl van de artistieke voortbrengselen van de archipel der Cycladen tussen grofweg 3500 à 3000 en 2000 v. Chr., hoewel sommige auteurs de periode dateren op circa 2500 tot 1900 v.Chr. Tot de kunstwerken behoren stenen vazen, muurschilderingen en, het meest typerend voor deze stijl, aardewerk en marmeren figuren. Het vroege aardewerk is gepolijst, voorzien van ingekerfde recht- en kromlijnige motieven en heeft de vorm van een braadpan, terwijl latere werken mat geschilderd zijn. De marmeren figuren zijn sober, elegant en geometrisch van vorm en zijn meestal uitgebeeld met gevouwen arm.
Verwijst naar de periode van circa 3000 tot 1750 v. Chr. in het gebied van het hedendaagse Bahrein, het eiland Failaka en de oostkust van Saudi-Arabië. De stijl van deze periode wijst op nauwe banden met zowel de Indusvallei als Mesopotamië; dit is vooral zichtbaar in zegelafdrukken die motieven vertonen uit beide regio's.
Verwijst naar de periode in Egypte van circa 2925 tot 2650 v. Chr., ten tijde van de eerste en tweede dynastie; sommige bronnen rekenen tot deze periode ook de derde dynastie, die eindigde in circa 2575 v. Chr. Tot de kunstwerken behoren aardewerk, muurschilderingen, beeldhouwwerk en reliëfs. Tijdens deze periode werden artistieke conventies geformaliseerd. Deze hadden betrekking op de lichaamshouding van menselijke afbeeldingen, de rangschikking van beeldelementen in register en, in de beeldhouwkunst, een strenge formele weergave van de figuur waarbij de kwaliteit van de steen en de vorm van het blok behouden blijven. De architectuur onderscheidt zich door de ontwikkeling van de bovenbouw van graftomben.
De eerste fase van de vroeg-dynastieke periode in Mesopotamië, van circa 2900 tot 2750 v. Chr. Deze wordt gekenmerkt door architectonische vernieuwingen, specifieke stijlen van zegelkunst en overgangsstijlen in de beeldende kunst.
De tweede fase van de vroeg-dynastieke periode in Mesopotamië, van circa 2750 tot 2600 v. Chr. Deze wordt gekenmerkt door gestileerde beeldhouwkunst, de ontwikkeling van het strijdtoneel in de zegelkunst en een betrekkelijke homogeniteit in de beeldende kunst.
De derde fase van de vroeg-dynastieke periode in Mesopotamië, van circa 2600 tot 2340 v. Chr. Deze wordt gekenmerkt door de opkomst van historische onderwerpen in de beeldhouwkunst, verfijnde luxevoorwerpen en vernieuwingen in de bouw van tempels en paleizen.
Verwijst naar de fase in de Edo-periode van circa 1603 tot 1704. Deze tijd beleefde de opkomst van rivaliserende schilder- en kalligrafiescholen, die de nadruk legden op een decoratieve benadering van de natuur.
B Verwijst naar de vroegste stadia van de Etruskische cultuur en stijl, voordat de Romeinse invloeden gingen overheersen. Deze periode omvat de Vroege IJzertijd van de 9de eeuw tot circa 675 v.Chr., de oriëntaliserende fase tot circa 575 v.Chr en het eerste deel van de klassieke fase tot circa 400 v.Chr. In classificatiesystemen die de Villanovacultuur van de IJzertijd niet tot de Etruskische cultuur rekenen, begint de vroeg-Etruskische cultuur rond 750 v. Chr.
B Verwijst naar de vroegste fase van de geometrische stijl, die eindigde in het begin van de 9de eeuw v. Chr. De periode kenmerkt zich door het ontstaan van gestandaardiseerde vormen van vaatwerk, zoals amforen, pelikai, stamnoi, hydria's, oinochoai, kraters, kylikes en lekythoi, en door geschilderde abstracte vormen zoals driehoeken, blokpatronen en concentrische cirkels.
Verwijst naar de vroegste fasen van de stijl en de periode die opbloeide in Ile-de-France ten tijde van de opkomst van een sterke Franse monarchie en de daaruit voortkomende bouwactiviteiten in het midden van de 12de eeuw en die zich verspreidde naar andere Europese centra. De stijl kenmerkt zich door de introductie van lichtere constructies, dunnere muren en meer interieurverlichting, in tegenstelling tot de zware en massieve Romaanse steunmuren.In de architectuur maakt men gebruik van spitsbogen, kruisribgewelven, meer open binnenruimtes en enorme gebrandschilderde ramen.
Verwijst naar de fase in de Heian-periode van circa 794 tot 898. In de schilder- en beeldhouwkunst wordt de stijl gekenmerkt door krachtig gebouwde figuren met dreigende gezichtsuitdrukkingen en sterke, dynamische lijnen. In de architectuur wordt de stijl gekenmerkt door kleine, onregelmatig ontworpen tempelcomplexen in afgelegen bergstreken.
B Verwijst naar de stijl van de artistieke voortbrengselen in het zuiden en midden van het Griekse vasteland tijdens de Bronstijd tussen circa 3600 en 2050 v. Chr. De stijl kenmerkt zich door eenvoudig, dikwijls onversierd aardewerk in vormen zoals de sauskom en in de architectuur door gangen en apsidiale huizen.
Verwijst naar de begintijd van de hellenistische periode, van circa 330 tot circa 220 v. Chr, die wordt gekenmerkt door de vestiging van Griekse werkplaatsen in verre steden waaronder Syracuse, Pergamon en Alexandrië. Er worden technisch hoogstaande kunstwerken geschapen waarin de menselijke figuren afwijken van de laat-klassieke kunst door de steeds langere vormen en waarin de subtiel geïdealiseerde portretten op echte karakterstudies beginnen te lijken.
Verwijst naar de fase in de Jomon-periode van circa 5000 tot circa 3500 v. Chr., waarin de ontwikkeling van kleine dorpen, met behulp van touw gedecoreerd aardewerk en gevlochten manden op gang komt, alsmede het gebruik van stenen gereedschappen.
Verwijst naar het begin van de oud-Griekse klassieke periode en stijl, van circa 480 tot circa 450 v. Chr. De beeldhouwkunst in deze tijd onderscheidt zich van de eerdere archaïsche stijl doordat de menselijke vorm wordt geportretteerd met een toenemend naturalisme, met inbegrip van meer subtiliteit in gezichtsuitdrukkingen en contrapost in staande figuren. De vaasschilderkunst vertoont regionale verschillen, maar in het algemeen is ook hier sprake van een toegenomen beheersing van de menselijke vorm en van draperie. In de architectuur wordt de esthetiek van de late 6de en de vroege 5de eeuw voortgezet en verfijnd.
B Verwijst naar de perioden en stijlen in Europa vanaf de periode der volksverhuizingen tot de romaanse periode, die grofweg de 4de tot en met 11de eeuw beslaan.
B Verwijst naar de vroegste fase van de Minoïsche kunst en cultuur in het alternatieve classificatiesysteem van de archeoloog Arthur Evans. De periode wordt gekenmerkt door de introductie van metalen uit Klein-Azië, onderscheidende beeldhouwkunst en aardewerk, met inbegrip van met de hand vervaardigde potten van klei, versierd met ingekerfde geometrische patronen, en andere die schijnen te zijn geïnspireerd door Egyptische voorbeelden uit de tijd van de eerste tot de vierde dynastie. Deze periode valt gedeeltelijk samen met de prepaleistijd in het classificatiesysteem van Nikolas Platon.
Verwijst naar de fase in de Nara-periode van circa 645 tot 710. De stijl komt tot uiting in de beeldhouwkunst, hoofdzakelijk in de vorm van levensgrote bronzen en kleinere kleifiguren met slanke lijnen, complex gevouwen draperieën en serene gezichtsuitdrukkingen.
Verwijst naar de Meso-Amerikaanse periode van circa 900 tot 1200 n. Chr. die vooral werd gekenmerkt door de herinvoering van de rondsculptuur (met grote afgodsbeelden en decoratieve motieven, zoals de zonneschijf met driehoekige stralen) als dominante vorm, en door de afname van het gebruik van ingesneden inscripties. Het aardewerk uit deze periode bestaat voornamelijk uit komforen, wierookvaten met lange stelen, tabakspijpen, Coyotlatelco-aardewerk met gestileerde rode dessins op een crèmekleurige achtergrond en Mazapán-aardewerk met parallelle rechte of golvende rode lijnen. Kenmerkend voor het aardewerk is ook het paarsgrijze glazuur dat bekend staat als Plumbate. De keramische beeldjes uit deze periode werden gemaakt met mallen en werden na het bakken beschilderd. Deze beeldjes stellen vrouwelijke figuren, mannelijke strijders en godheden voor.
Verwijst in algemene zin naar de periode van circa 2000 tot 1000 v. Chr. in de oude culturen van de Olmeken en Maya's in Meso-Amerika. Wat betreft aardewerk en keramiek wordt de periode gekenmerkt door vaatwerk van gemalen steen, uiteenlopend van ruw uitgevoerde mano's en metates (wrijf- en maalstenen) tot verfijnd uitgevoerde kommen met vlakke bodem, kleine spiegeltjes van pyriet en ilmeniet, en kleine ingeboorde blokken. Bewerkte edelstenen zijn aangetroffen in de vorm van kralen, hangers, oorsieraden, objecten in de vorm van een mosselschelp, petaloïde vuistbijlen en vuistbijlvormige tabletten. Voor sieraden gebruikte men voornamelijk zuiver blauwachtig of doorschijnend jadeïet, met een zweem van donker smaragdgroen. In de architectuur wordt de periode in verband gebracht met eenvoudige hutten die voor bewoning, gemeenschapsgebruik of religieuze doeleinden waren bestemd; er beginnen zich evenwel al eenvoudige piramidevormige structuren te ontwikkelen.
B Verwijst naar de Victoriaanse stijl tussen 1837 en circa 1850. De stijl wordt gekenmerkt door een ontwikkeling vanuit de oudere Regency-vormen naar de neostijlen, in het bijzonder de neogotiek, en een toenemende belangstelling voor ornamentatie en zware vormen.
B Verwijst in het algemeen naar de begintijd van de Barok als stijl en periode, in het bijzonder naar de Italiaanse Barok van circa 1585 tot 1625.
Verwijst naar de vroegste fase van culturen uit de Bronstijd, die zich verschillend hebben ontwikkeld in verschillende regio’s, op basis van chalcolithische dan wel neolithische technieken. Onderscheidt zich voornamelijk van de culturen uit de Midden en Late Bronstijd door metaalassemblage en begrafenisriten. Kenmerkt zich deels door de eerste experimenten met koperlegeringen voor de productie van brons en door verbeteringen van stenen werktuigen en verscheidene andere lokale culturele ontwikkelingen. Sommige geleerden beschouwen de chalcolithische periode als de eerste fase van de Bronstijd.
Verwijst naar de vroegste fase van de IJzertijd, toen de specifieke functionele eigenschappen van ijzer voor het eerst werden benut, onder meer door het te smeden, en het de plaats van brons begon in te nemen bij de vervaardiging van gereedschappen en wapens.
Verwijst naar de periode en stijl in de kunst, die samenviel met de tijd in de Romeinse geschiedenis waarin de volksvergaderingen en de Senaat werden verdrongen door de regerende keizers, meest in het bijzonder door Caesar Augustus. De stijl wordt gekenmerkt door de invloed van klassieke Griekse kunst en de bouw van grootschalige tempels, fora, aquaducten en villa's.
Verwijst naar de kunstperiode in Meso-Amerika van ongeveer 250 v. Chr. tot 600 n. Chr. die bij keramiek wordt gekenmerkt door figuren in hoogreliëf ter versiering van cilindrische potten en het gebruik van chapopote (zwart asfalt) voor het beschilderen van de gezichten en lichamen van geelbruine of bruine figuren van klei. Edelsteenbewerking uit deze periode werd gekenmerkt doordat men steeds minder vuistbijlen gebruikte en steeds meer verfijnde beeldjes maakte met ingelegde ogen en tanden. Het gebruik van hardsteen overheerst, terwijl voor grotere beeldsnijwerken vaak gebruik wordt gemaakt van tecali. Tot de decoratieve werken uit deze periode behoren grote oorsieraden en kralenkettingen. In de beeldhouwkunst wordt deze periode gekenmerkt door complexe altaarconstructies, beeldgesneden stèles die een staande heerser afbeelden en die zijn versierd met inscripties en datumaanduidingen volgens de Lange Telling, beeldgesneden dakkammen van stucwerk, beeldgesneden houten lateien en versierde schrijnen op de toppen van piramides. Schilderstijlen uit deze periode worden gekenmerkt door muurschilderingen met rode en zwarte lijnen op wit stucwerk en hiërogliefen die zijn omkaderd door figuren of symbolen van godheden.
Verwijst naar de vroege periode in de Renaissance, toen de stijl zich ontwikkelde in Midden-Italië van het midden tot de late veertiende eeuw en zich verspreidde over het schiereiland en in de vroege tot midden 15e eeuw naar Noord-Europa. De stijl bewoog zich af van de fantasierijke, decoratieve stijlen van de middeleeuwse periode om nieuwe nadruk te leggen op de geïdealiseerde naturalistische wereld uitgebeeld in de kunst, architectuur en literatuur van het Klassieke Griekenland en Rome.
Gebied dat de geschiedenis en de hedendaagse sociale, politieke en culturele situatie van vrouwen behelst.
Het gedeelte van een plant dat bestaat uit het zaad met bijbehorend omhulsel, in het bijzonder wanneer dat omhulsel sappig en moesachtig is.
Populaire benaming voor lepels met een diepe kom die soms van zilver zijn gemaakt en kunnen zijn doorboord of versierd met fruitmotieven. Worden gebruikt voor het opdienen van bessen en andere saprijk voedsel. Vaak gemaakt door gewone opscheplepels aan te passen.
Te gebruiken voor stortplaatsen waar afval wordt verzameld, meestal op laaggelegen grond en vaak met de bedoeling om land te ontginnen.
Het afdanken of weggooien van onnodig of overtollig materiaal, inclusief apparatuur, producten of materialen in welke vorm ook, olie, chemicaliën, gassen en vloeistoffen inbegrepen.
Wordt gebruikt voor geslepen of gepolijst, ongeschilferd, stenen of bronzen, zelden ijzeren, gereedschap in diverse vormen met beitelvormige snijkanten die door prehistorische volkeren mogelijk werden gebruikt als dissels, bijlen, schoffels of wapens.
Wordt gebruikt voor smalle, rechthoekige, houten staven die in lengte variëren van rond de 42 tot 61cm, met een klein koperen uitsteekseltje om de staaf mee in het spongat van een vat te plaatsen, bedoeld om het tekort van gedeeltelijk gevulde vaten te meten; meestal voorzien van schaalverdelingen voor vaten met verschillende capaciteiten.
Een zachte, waterdichte plamuur en sealer, gemaakt van verschillende materialen, gebruikt in de bouw en reparaties aan verbindingen te verzegelen of spleten te vullen waar lekkage of structurele beweging zou kunnen voorkomen. Voor de dikke, pasta-achtige mengsel van calciumcarbonaat in poedervorm en lijnolie, gebruik "stopverf (afdichtingsmateriaal).
Schrijfpen met holle houder waarin zich een inktreservoir bevindt, in tegenstelling tot bijvoorbeeld kroontjespennen en ganzenpennen, die men regelmatig in de inkt moet dopen.
Pennen met een reservoir dat automatisch de gespleten punt voorziet van inkt en die een variabele lijndikte produceren.
Scheppen met korte handvatten die worden gebruikt voor meel en die soms een speciale inhoudsmaat hebben, zoals één kopje en die gedeeltelijk zijn voorzien van een deksel.
Metalen of aardewerken deksels met een handvat en één of meer luchtgaten, die worden gebruikt om het haardvuur 's nachts aan te houden.
Pannen, vaak met poten, die worden gebruikt om veilig hete kolen van een plek naar de andere te bewegen, of die passen onder het rooster van een kolenkachel en als asvangers fungeren. Voor kleine emmers, meestal gemaakt van metaal, voor het bergen of dragen van kolen, gebruiken 'kolenkitten'. Voor soortgelijke gerei voor bewaren van (brandende) kolen, maar ook voor de verwarming van een kamer of het bereiden van voedsel, gebruik 'komforen'.
Sloten waarbij het staal en de pandeksel één stuk zijn gemaakt. Wanneer de trekker wordt overgehaald, raakt de vuursteen het staal en terzelfdertijd komt de kruitpan open te liggen, zodat het kruit wordt blootgesteld aan een regen van vonken die de lading doen ontsteken.
Houders, meestal van metaal of terracotta, in diverse vormen met een bodem bestemd voor brandende kolen. Soms met een rooster of deksel met gaatjes voor het bereiden of warmhouden van voedsel, maar soms ook voor het verwarmen van ruimten.
Complexen bestaande uit een vuurtoren en verschillende bijgebouwen en constructies, zoals verblijven voor wachters, boothuizen, rooksignaalinstallaties, waterreservoirs en werkplaatsen.
Explosieve voorwerpen die meestal bestaan uit een papieren omhulsel dat een brandbaar mengsel van stoffen bevat, ontworpen om licht, geluid, rook en/of gasdruk voort te brengen. Gebruik 'siervuurwerken' voor feestelijke vertoningen van licht, geluid en rook.
Wordt gebruikt voor grondtekeningen op schaal van een W-systeem; hieronder kunnen ook aanverwante kleine aanzichtschetsen vallen. Gebruik 'W-tekeningen' voor andere tekeningen van W-systemen.
Openbare gebouwen waar men goederen woog als publieke dienst, met name dit soort gebouwen die in Europese steden zijn gebouwd voor 1800, voordat men internationale standaardgewichten invoerde. Vooral in Duitsland, Nederland en Polen stonden veel wagen. Gewoonlijk bouwde men ze in de buurt van marktpleinen, stadspoorten of havens. De autoriteiten gebruikten de gebouwen ook om belasting te heffen op goederen die door de stad werden vervoerd of er werden verkocht.
Een hoeveelheid goederen, diensten of geld, die wordt beschouwd als een eerlijk en passend equivalent van iets anders.
De actie of de praktijk van observeren, kijken of opmerken.
Een esthetisch ideaal dat pleit voor soberheid, eenvoud en nederigheid, en dat een grote invloed heeft gehad op de Japanse cultuur. Volgens dit ideaal bezit het nederige, alledaagse, schijnbaar natuurlijke en ongekunstelde een onovertroffen schoonheid en een diepe betekenis. Het komt tot uitdrukking in de esthetiek van de theeceremonie, met name in de daarvoor bestemde keramiek. De invloed is ook te zien bij het verzamelen van oudere schilderijen en kalligrafische werken en, meer recent, bij de ruwe en natuurlijke stijl van het hedendaagse inktschilderen. Wabi werd pas onderdeel van een poëtisch ideaal toen het werd opgenomen in het concept van 'sabi'.
Lange winterjassen die reiken tot aan de enkels; gedragen tijdens de wacht.
Ontwerpen die bestaan uit herhaalde geometrische patronen over het hele vlak en vaak een netwerk vormen van motieven als ruiten of geformaliseerde bladeren.
Eenvoudige, beklede '@settees', meestal met spijlen in de rugleuning. Ze worden binnenshuis of in een wagen gebruikt.
Vakmensen die met de hand wielen van voertuigen en voertuigen met wielen maken.
Weefsels die als voorbeeld zijn gemaakt om verschillende randen, patronen en kleuren te laten zien.
Tuba's, elliptisch, met een conische boring die geleidelijk wijder wordt en eindigt in een klankbeker, 4 draaiende ventielen, mondstuk van een Franse hoorn.
Verwijst naar een stijl die wordt geassocieerd met Wajang-poppenspelen, met als kenmerkende elementen het gebruik van een theaterruimte, symboliek, iconografie en episodes uit Javaanse en Arabische legenden, en uit hindoe- en moslimteksten, toegepast in reliëfbeeldhouwwerk en in kunstnijverheid.
Beschrijft werken die zijn vervaardigd door het gelijknamige Afrikaanse volk, dat in het noordwesten van Ghana leeft.
Oude met wallen versterkte plaatsen, oorspronkelijk vooral in Duitsland.
Verwijst naar de tweede van de vier afdelingen van Keltische La Tène kunst zoal gedefinieerd door Paul Jacobsthal in 1944. Deze stijl begon rond 350 v. Chr. nadat Keltische oorlogstroepen Italië hadden geplunderd, en is genoemd naar de archeologische vindplaats in het Duitse Hunsrück-gebergte. De stijl kenmerkt zich door het afbeelden van mensen en dieren- gezichten die door wervelende plantaardige vormen gluren. De juistheid van Jacobstahl’s La Teine volgorde wordt door moderne onderzoekers in twijfel getrokken.
Afwerkingsprocédé bij textielverwerking waarbij gebruik wordt gemaakt van gereguleerde krimp om een stof te produceren die dikker, compacter en stevig is. Bij zwaar gevold textiel worden de structuur en de afzonderlijke draden helemaal onzichtbaar, wat een viltachtig effect geeft. Gebruik 'vervilten' voor het toepassen van hitte, druk en vocht op weefsel om het samen te drukken.
Ribben die de verbinding tussen een gewelf en een muur markeren.
Grote loofboom die inheems is in de Himalaya, Iran, Libanon, Klein-Azië en Griekenland. Sinds ongeveer het midden van de vijftiende eeuw komt de boom ook voor in Groot-Brittannië en elders. De boom kan 35 meter hoog worden en de stam 2 meter dik. De walnoot heeft een korte stam en een brede kroon, maar is in dichte bossen langer en dunner. De boom gedijt in de volle zon en wordt gewaardeerd vanwege zijn timmerhout. Andere delen van de boom hebben ook een commerciële waarde. Walnoten zijn een culinair product, en uit de noten extraheert men een lichtgele en snel drogende olie die men voor schildersverf gebruikt. Uit de schillen en doppen van de noot wint men tannines en kleurstoffen die zorgen voor een bruine kleur. Gemalen doppen gebruikt men soms als een zacht schuurmiddel en als vulmateriaal voor plastic.
Zware, zelfaandrijvende of gesleepte apparaten die worden gebruikt voor het samenpersen van korrelig vulmateriaal.
Algemene naam voor de in de zeeën, vooral de poolzeeën, levende, grootste thans bestaande zoogdieren, die de onderorde der Mystacoceti (baleinwalvissen) van de walvisachtige dieren vormen.
Kleine, gemotoriseerde zeeschepen die worden gebruikt om op walvissen te jagen en deze te doden; varen meestal samen op met 'fabrieksschepen'.
Te gebruiken voor open, voor en achter gelijke roeiboten met een ronde bodem en meestal met een 7,5 tot 10,5 m breed zeil, die oorspronkelijk ontworpen zijn om walvissen te harpoeneren; staan vaak op grotere schepen maar kunnen ook vanaf de kust uitvaren en hun werk doen.
Kustcomplexen waarin walvissen worden verwerkt, bestaande uit voorzieningen voor het verwerken en verblijven voor de arbeiders. Gebruik voor de vaartuigen bij de verwerking van de walvissen op zee "fabrieksschepen".
Branders die bestaan uit metalen schijven met luchtgaten en één, twee of soms drie vertinde pithouders van 0,6 mm of minder in diameter, die rechtop zijn gesoldeerd en die in de zijkant een gat voor de pit hebben. De pithouders lopen verder door onder de schijf, het brandstofreservoir in, dan erboven.
Mensen die zich beroepsmatig bezighouden met de walvisvangst, waaronder het vangen en schoonmaken van walvissen.
Het werk of de industrie voor het vangen en schoonmaken van walvissen.
Te gebruiken om werken te beschrijven van de Algonkin sprekende, Indiaanse stam die leefde in de Amerikaanse staten Rhode Island en Massachusetts.
Geregen kralen gemaakt van schelpen die de Noord- Amerikaanse Indianen als geld gebruikten.
Te gebruiken om werken te beschrijven van de gelijknamige Afrikaanse etnische groep die leeft in Ivoorkust. Deze groep, buren van de Baule en de Guro, is bekend om zijn maskers en maskerades.
Wordt gebruikt voor plaatsen in elektrische systemen waar stroom wordt geleverd aan een toestel of apparaat.
Voetgangerswegen in de openlucht en soortgelijke fiets- of ruiterpaden, al dan niet verhard, die zijn ontworpen als vaste verbindingsweg tussen twee punten in een landschap. Termen voor overdekte verbindingspaden zijn samengebracht onder "circulatieruimten".
Zalen die veel langer zijn dan dat ze breed zijn, belangrijk onderdeel in de paleisbouw van Renaissance en Barok, bijvoorbeeld de 'long galleries' in Engelse landhuizen uit de tijd van Jacobus I en Elizabeth I.
Haken die men direct aan de muur bevestigt, of aan een plank of een ander voorwerp aan de muur, om jassen, hoeden of andere kledingstukken op te hangen.
The Wandjina-stijl wordt gerekend tot de oudste gedocumenteerde rotskunststijlen. Werken in deze stijl worden aangetroffen in het centrale noorden van de Australische Kimberleys, op afgelegen locaties. Rotsschilderingen in de Wandjina-stijl beelden menselijke figuren met een rond hoofd af, met daaromheen een contourlijn in rood oker, in het bijzonder rond het hoofd. De figuren hebben meestal opvallend grote ogen en neuzen, maar de mond ontbreekt. Figuren in de Wandjina-stijl variëren in grootte tussen minder dan 40 centimeter tot meer dan drie meter hoogte. Er zijn ook dierlijke figuren afgebeeld in deze stijl.
Houders voor kaarsen, die aan de wand zijn bevestigd. De ondersteunende arm kan onbuigzaam of geleed zijn.
Benaming die oorspronkelijk werd gebruikt voor planken of openplank-systemen waarop - met name zilveren - kopjes konden worden geplaatst of vertoond. De benaming werd in de Middeleeuwen vaak onderling verwisseld met buffetten en keukenkasten. In het begin van de 15e eeuw werden deuren toegevoegd.Tegenwoordig is het een algemene benaming voor alle vergaarplaatsen die met deuren worden afgesloten en soms zijn ingebouwd.
Uitgemetselde ongelede rechtstand onder een Romaanse of gotische boog, al of niet als achtergrond voor een halve zuil. VWB.
Toestellen die worden gebruikt voor lichaamsversterkende en corrigerende oefeningen, die bestaan uit een reeks staanders, meestal van hout en ongeveer 2,40 m hoog, die met tussenruimten van rond de 90 cm tegen de muur zijn bevestigd en aan elkaar zijn verbonden met horizontale houten staven die steeds ongeveer 12,5 cm van elkaar zitten.
Verwijst naar zwaar, geweven textiel dat als wandbekleding, gordijn of meubelbekleding wordt gebruikt, of vanaf een raam of balkon omlaag hangt. Kenmerkend voor tapisserieën is het decoratieve karakter, met ornamentele of picturale thema's; vaak zijn ze voorzien van geschilderde of geborduurde details. Meestal zijn tapisserieën van wol en met de hand geweven op een weefgetouw, met een procedé dat afwijkt van het normale textielweven: de inslag reikt slechts over een gedeelte van de schering, namelijk tot de rand van een bepaalde kleur of patroon in het ontwerp, en dus niet van rand tot rand. Voor het mengen en combineren van kleuren van schaduwpartijen en patronen worden diverse technieken gebruikt. De term verwijst tevens naar machinaal vervaardigde imitaties van met de hand gemaakte wandkleden.
Beschrijft werken die zijn vervaardigd door het gelijknamige Afrikaanse volk, dat in Kenia leeft.
Verwijst naar de porseleinstijl die ontstond tijdens de regeerperiode van keizer Wanli, 1573-1619. De stijl kenmerkt zich door het loslaten van de voorgeschreven patronen en motieven, zoals de keizerlijke draak of feniks, en het gebruiken van vrije decoraties.
Kledingstukken zonder of met korte mouwen, die bestaan uit voor- en achterpanden en met open zijden. Ze worden gedragen over andere kledingstukken, soms met heraldische emblemen, door ridders, herauten of burgers, voornamelijk tussen de 12de en de 14de eeuw. Gebruik 'blazoenen' voor gewatteerde of doorgestikte beschermende kledingstukken die over metalen harnassen werden gedragen en die waren verfraaid met heraldische emblemen.
De hiërarchie Wapens en Munitie bevat descriptoren voor gereedschappen en materialen die zijn bedoeld als fysiek aanvals- of verdedigingsmiddel. Hieronder vallen handwapens zoals 'zwaarden', grondwapens of op rijdend materieel vervoerde wapens zoals 'artillerie', componenten van wapens (bijvoorbeeld 'pijlpunten') en projectielen die met vuurwapens worden afgevuurd (bijvoorbeeld 'patronen'). Tevens opgenomen zijn descriptoren voor jachtwapens (bijvoorbeeld 'zwijnssprieten') en voor objecten die wel van wapens zijn afgeleid maar slechts voor ceremoniële doeleinden worden gebruikt (bijvoorbeeld 'staatsiezwaarden'). Relatie met andere hiërarchieën: descriptoren voor materialen die zelf als wapen of munitie kunnen fungeren, vindt u in de hiërarchie Materialen (bijvoorbeeld 'springstoffen', 'buskruit'). Descriptoren voor harnassen of andere vormen van persoonsbeschermende middelen (bijvoorbeeld 'schilden', 'kogelvrije vesten') zijn ondergebracht in de hiërarchie Kleding. Descriptoren voor pantservoertuigen of voertuigen waarop wapens worden vervoerd (bijvoorbeeld 'oorlogsschepen', 'tanks (militaire voertuigen)') zijn opgenomen in de hiërarchie Vervoermiddelen. Descriptoren voor objecten die als wapen of als gereedschap kunnen dienen, vindt u in de hiërarchie Gereedschap en Uitrusting (bijvoorbeeld 'hamers'). Descriptoren voor houders van wapens en munitie (bijvoorbeeld 'schedes', 'kruitbusjes') zijn ondergebracht in de hiërarchie Houders. Descriptoren voor vuurwapens die uitsluitend voor schijfschieten worden gebruikt, maken deel uit van de hiërarchie Ontspanningsmiddelen, terwijl descriptoren voor vuurwapens die worden gebruikt tijdens de gewapende strijd of de jacht hier te vinden zijn. Descriptoren voor onderdelen van wapens (bijvoorbeeld 'trekkers') en componenten die onderdeel vormen van zowel wapens als gereedschappen (bijvoorbeeld 'blades') zijn in de hiërarchie Componenten ondergebracht.
Personen die harnassen of wapens maken of vuurwapens repareren, in elkaar zetten en testen.
Staven, knotsen of knuppels die worden gedragen als tekenen van ambt of autoriteit.
Beschrijft de diverse kunstobjecten die door het Aboriginal-volk de Warlpiri uit Midden-Australië worden vervaardigd. De Warlpiri staan bekend om hun zandtekeningen, bedoeld als informeel element van hun verhalen over de voorouders.
Kleuren die vaak worden geassocieerd met vuur, bijvoorbeeld kleurschakeringen van rood, oranje en geel, die een warme indruk geven en zich naar de voorgrond lijken te dringen. Het optische verschijnsel waarbij warme kleuren meer op de voorgrond lijken te treden dan koele kleuren, wordt van oudsher door Europese en oosterse schilders benut om een ruimtelijk effect en diepte te suggereren.
Gewatteerde bedekkingen die over voedsel worden geplaatst om zo de warmte vast te houden.
Energie die zich verplaatst tussen een systeem en de omgeving, als gevolg van temperatuurverschillen.
Het verplaatsen van warmte van één plek naar een andere omdat warmte de neiging heeft om van een warmer naar een kouder gebied te gaan.
Lagen van gekleurd gips in een gietvorm die de nabijheid van het oppervlakte van het afgietsel aangeven, om schade aan het oppervlakte van het afgietsel te voorkomen wanneer de vorm van het gietsel wordt weggehakt.
Gebinten met evenwijdige liggers waartussen de schoren en de dwarsbalken onder dezelfde hoek geplaatst zijn, zodat zij een gelijkbenige driehoek vormen, waarvan de diagonalen afwisselend onder spanning of onder druk geplaatst zijn.
Aanduiding voor diverse materialen die, hoewel ze geen chemisch homogene groep vormen, bepaalde fysieke kenmerken gemeen hebben, en meestal vast en doorschijnend zijn en een laag smeltpunt hebben.
Te gebruiken om werken te beschrijven van de gelijknamige Afrikaanse etnische groep die leeft in Zuidwest-Ghana.
Meestal machinaal aangedreven apparaten die worden gebruikt om kleding en linnengoed te wassen.
Wordt gebruikt voor grote, diepe wasbakken die worden gebruikt voor het wassen van de armen en het bovenlichaam en die men vaker tegenkomt in fabrieken en ziekenhuizen dan in woningen. Voor kleinere wasbakken voor het wassen van de handen en het gezicht wordt de term 'wastafels (gootstenen)' gebruikt.
Diepe, lange wasbakken die worden gebruikt voor het wassen van kleding. Voor diepe, lange wasbakken die in ziekenhuizen en fabrieken worden gebruikt voor het wassen van armen en bovenlichaam wordt de term 'wash sinks' gebruikt.
De Japanse term voor het met de hand gemaakte papier dat traditioneel in dat land wordt geproduceerd.
Beschrijft de diverse soorten kunstwerken van de Washkuk, oorspronkelijke bewoners van Nieuw-Guinea die leven in de provincie Oost-Sepik in het district Ambunti. De Washkuk zijn vooral bekend om hun opvallende mannenhuizen, met daarin beeldgesneden structuurelementen, ornamenten en meubilair.
Commerciële gelegenheden waar wordt gewassen en gestreken.
Grote metalen vaten, soms bekleed met porselein, gebruikt om kleren in te koken.
Ruimten bedoeld voor het wassen, drogen en strijken van wasgoed.
Verschillende soorten knijpers voor het bevestigen van gewassen wasgoed aan een was-of waslijn. Bestaat uit twee delen die zijn verbonden met een voorgespannen veer. De pen wordt geopend door de uitstaande uiteinden samen te knijpen.
Manden of mandachtige houders die voornamelijk zijn bestemd om wasgoed in te dragen; vaak ovaal of rechthoekig, en meestal met twee hengsels aan de rand.
Techniek voor het maken van kleine, nauwkeurige gietvormen van legeringen die een hoog smeltpunt hebben, waarbij de vorm wordt gemaakt door om een patroon van was of een soortgelijk materiaal dat door het te smelten van het omhulsel kan worden verwijderd, binnen een omhulsel te plaatsen.
Pennen uit riet of bamboe die gebruikt worden om warme was aan te brengen op batik. De was wordt in een koperen reservoir gegoten aan het uiteinde van de pen en vloeit er weer uit langs een dunne naald.
Dunne waskaarsen of lange koorden of pitten die met een dun vet- of waslaagje zijn bedekt.
Beschrijft werken die zijn vervaardigd door het gelijknamige Afrikaanse volk, van Fulbe-oorsprong, dat zich heeft aangepast aan de cultuur en taal van de Mande-volkeren, met name de Bamana en Maninka.
Sets die bestaan uit een lampetkan en een wastafel, meestal sets die zijn bedoeld om aan tafel de handen te wassen. Ze zijn gemaakt van fijn porselein of pleetzilver.
Meubilair dat een combinatie vormt van een tafel en een kast en wordt gebruikt om attributen voor het wassen van de handen en het gezicht in te bewaren, zoals een kan, schaal en handdoek.
Gootstenen die gebruikt worden voor het wassen van handen en gezicht. Voor diepe, grotere wastafels om het complete bovenlichaam te reinigen wordt 'wasbakken (gootstenen)' gebruikt. Gebruikvoor de variant om de kleding in te wassen 'wasbakken (sanitair)' .
Kleine standaarden om op te wassen. Ze hebben vaak een gevormde ring om de wasbak in te hangen, kleine laden onder het fries en een plank aan de onderkant om een kan op te zetten.
Mallen die maar één keer kunnen worden gebruikt om afgietsels te maken omdat ze kapotgaan als worden verwijderd.
Tobbes voor het wassen van kleren, linnengoed en dergelijke.
Grotere, meestal ronde wasbakken, zoals in fabrieken, waarin water door middel van een voetpedaal wordt gesprenkeld wordt zodat meerdere arbeiders tegelijkertijd zich kunnen wassen.
Bouwwerken met de installatie en de voorzieningen voor het wassen, in de was zetten en oppoetsen van motorvoertuigen.
Vrouwen die beroepshalve kleren en linnengoed wassen en strijken.
Verwijst naar de periode die wordt geassocieerd met het tempelterrein van Wat Kukut in de regio Lamphun dat werd gevestigd in de 13de eeuw. De stijl van deze periode is gebaseerd op de bouwkundige kenmerken van de tempel, zoals de twee grote stupa's die waren gemaakt van lateriet en geconstrueerd in de late Dvaravati-stijl: een groot vierkant monument met een hoge basis en vijf vierkante, terugwijkende lagen die worden overdekt door puntige spitsen en versierd met miniatuurstupa's en met nissen waarin zich Boeddhabeelden bevinden in stucwerk en terracotta. In de beeldhouwkunst omvat de artistieke productie uit deze periode een achthoekig gevormd monument dat is gekroond met een kleine, ronde stupa en versierd met panelen die een staand Boeddhabeeld in stucwerk bevatten. Rond het voetstuk van de stupa tonen zittende Boeddhabeelden de handeling van het onderwerpen van Mara.
Wachtkamers in Engelse kastelen, abdijen, kathedralen en middeleeuwse universiteiten. Geen Nederlands equivalent.
Wandkasten met een onderste gedeelte dat met deuren wordt afgesloten waarachter melkemmers worden geplaatst, een open plank voor wateremmers en een bovengedeelte met ondiepe laden. Dit type werd gemaakt door de Duitsers in Pennsylvania.
Trappen of treden die een verbinding vormen tussen het water, zoals een rivier, meer of haven, en het land, om het van en aan boord gaan te vergemakkelijken.
Verscheidene bladachtige vormen, meestal zonder ribbels en kartels, gebruikt als decoratieve motieven vooral op laat twaalfde-eeuwse kapitelen.
Kleine, gemotoriseerde boten met voorraadtanks die in havens worden gebruikt om schepen van vers water te voorzien. Ze hebben pompen en slangen aan boord om hun vracht te kunnen lossen
Civiel ingenieurs die zijn gespecialiseerd in het ontwerpen en produceren van systemen, apparatuur en bouwwerken, die water of andere vloeistoffen reguleren of transporteren, of er kracht uit genereren, of die hun kracht gedeeltelijk of volledig uit het stromen van water verkrijgen, zoals hydraulische machines, rioolwaterzuiveringsinrichtingen, waterleidingbedrijven, dammen, pijpleidingen en waterkrachtcentrales.
Conifeer die inheems is in de regio Sichuan-Hubei in China. Dit is de enige nog levende soort van het genus Metasequoia.
De eigenschap of toestand zo samengesteld of zo goed passend te zijn dat er geen water doorheen kan.
Aflopende goten of buizen, waar water door loopt, zodat mensen er doorheen kunnen glijden, meestal naar een waterbassin onderaan.
Metselvoegen die beschermd zijn tegen regen en sneeuw door het oppervlak van de steen weg te laten hellen van de muur zodat het water er makkelijk afloopt.
Afgedekte ketels om water in te koken, meestal met een korte schenktuit, een hengsel als handvat en een brede platte onderkant. Wordt vaak samen gebruikt met een theepot waarin de theeblaadjes trekken.
Wordt gebruikt voor systemen die water aanvoeren naar en tussen gebouwen en andere constructies of van en naar plaatsen binnen woongebieden of landbouwgebieden; gebruik 'sanitaire systemen' voor watertoevoersystemen binnen gebouwen.
Dierenriemteken van een waterdrager, ruwweg gebaseerd op het gelijknamige sterrenbeeld. De tekens van de dierenriem, overblijfselen van Oudgriekse en Romeinse decoraties, waren populair in de romaanse en gotische kerken van Noord-Europa. Ze worden ook vaak aangetroffen in middeleeuwse psalters en getijdenboeken als symbool van iedere maand waarin de zon in het betreffende sterrenbeeld komt. Daarnaast zijn ze gebruikt als decoratie op plafonds, kaarten, uurwerken en astronomische instrumenten.
Instrumenten voor het meten en vaak ook het vastleggen van de hoeveelheid water die langs een bepaald punt in een buizenstelsel stroomt.
Het vermogen om op te lossen in water.
Instrumenten die bestaan uit luchtbelwaterpassen die in een houten of metalen balkje zijn gezet en die worden gebruikt om vast te stellen of om ervoor te zorgen dat voorwerpen of oppervlakken precies verticaal of horizontaal staan.
Rookgerei waarbij de rook door een reservoir met water wordt geleid en gekoeld alvorens de mond te bereiken.
Een erfdienstbaarheid die de eigenaar van een heersend erf rechten verleent met betrekking tot water, zoals het recht om water te onttrekken van een bepaalde bron of om water af te voeren op het land van een ander, of het recht om het land van een ander te betreden om sluisdeuren te openen ter voorkoming van overstroming van het heersend erf. Ook: het natuurlijke recht om water te gebruiken dat stroomt door een kanaal op land in eigendom.
Voorzieningen voor waterrecreatie met attracties die zijn gebaseerd op snelstromend water, in plaats van stilstaand water.
Verhoogde reservoirs, meestal in de vorm van torens, waar water naartoe wordt gepompt om de gewenste druk te houden in het gehele distributiesysteem.
Verzameling van waterhouders om drinkwater in te serveren, vaak bestaande uit een kan en bijpassende drinkglazen en soms een dienblad.
Het aanbrengen van een zwakke verbinding tussen moleculen, in het bijzonder tussen watermoleculen met een hydroxylgroep, zoals alcoholen.
Wordt gebruikt voor een serie vervlochten of aan elkaar verbonden poelen die vallend water trapsgewijs naar beneden leidt; vaak uitgebreid met sculptuur versierd, zoals in 16e eeuwse Italiaanse geometrisch aanlegde tuinen.
Wordt gebruikt voor landschapskenmerken die water in naar neergaande richting van een trapsgewijze helling doen stromen of vallen als een waterval, meestal via beheerste kanalen; gevonden in Islamitische en 16e eeuwse en latere Italiaanse geometrisch aangelegde tuinen.
Hout van de boom behorende tot de soort Nyssa biflora. Wordt gevonden in moerassen langs de oostkust en in het diepe zuiden van de VS; gebruikt voor kratten, meubels en andere producten.
Thaise boeddhistische tempels; kan ook worden gebruikt voor Thaise boeddhistische kloosters.
18e-eeuwse japonnen met een nauwsluitend lijfje en een ongetailleerde rug bestaande uit twee dubbele plooien die aan elke zijde van de rugzoom zijn genaaid van de hals tot aan de taille van een wijde rok. Wordt gebruikelijk met een fichu gedragen.
Verwijst naar werken die zijn vervaardigd door de gelijknamige Afrikaanse etnische groep, die in het noorden van Kameroen en in Nigeria leeft.
Met betrekking tot de optische verschijnselen en beelden in welk medium of tegen welke achtergrond dan ook, de toestand waarbij deze qua omtrek of detaillering onduidelijk of vaag zijn.
Te gebruiken om werken te beschrijven van de gelijknamige Afrikaanse etnische groep die leeft in de Zambezi-vallei in Zambia.
Te gebruiken voor het dunne zijdeachtige materiaal dat wordt gesponnen door spinnen en de larven van sommige insecten.
Gezamenlijke educatieve seminars via internet, waarvan de deelnemers niet fysiek bij elkaar in de buurt hoeven te zijn. Tijdens webinars kunnen deelnemers met elkaar in gesprek gaan via geluids- of videoverbindingen.
Elektronische bestanden waarin gedetailleerde gegevens over verzoeken aan webservers of door webservers gegenereerde fouten, meestal gebruikt voor het genereren van statistische gegevens. Gebruik ‘blogs’ voor online-dagboeken die door afzonderlijke personen of groepen zijn gecreëerd.
Ketels zonder deksel die vooral worden gebruikt voor het koken van vruchten en de stroop ervan voor jam; gemaakt van tin, koper of geëmailleerd materiaal, maar nooit van ijzer of aluminium omdat beide worden aangetast door zuren van de vruchten.
Reglementair afgeperkte plaatsen, al dan niet overdekt, waarop enigerlei sport beoefend wordt. Gebruik 'sportvelden' voor grotere sportterreinen, doorgaans niet overdekt.
Presentatietekeningen die zijn gemaakt in het kader van een competitie, dat wil zeggen een formeel proces waarbij concurrerende architecten of kunstenaars voorstellen indienen bij dezelfde opdrachtgever voor hetzelfde architectuur- of kunstproject.
Diagrammen aan de hand waarvan schachten op een weefgetouw worden gezet om bepaalde weefpatronen te maken, van oudsher getekend op patroonpapier of ander papier met voorgedrukte lijnen. Ze tonen ten minste één weefeenheid van de te weven stof. Een complete serie diagrammen laat de wever zien hoe hij de ketting moet uitleggen, de schachten en pedalen met elkaar moet verbinden, in welke volgorde de pedalen moeten worden gebruikt, op welke manier de schering en de inslag vervlochten moeten worden, en toont het kruiselingse profiel van het weefpatroon.
Wordt gebruikt voor weegschalen met een vast draaipunt en een verschuifbaar tegenwicht waarvan de afstand langs een horizontale balk met een schaalverdeling kan worden veranderd, om een voorwerp in evenwicht te houden dat aan een punt uit het midden is opgehangen, meestal op een schaal of aan een haak; gebruik 'desemers' voor weegschalen met een vergelijkbare vorm maar met een vast tegenwicht en een verschuifbaar draaipunt.
Dierenriemsymbool van een weegschaal, ruwweg gebaseerd op het sterrenbeeld met dezelfde naam. De dierenriemtekens zijn bewaard gebleven via klassieke Griekse en Romeinse decoratie, waren populair in Noord-Europese Romaanse en Gotische kerken en werden vaak aangetroffen in middeleeuwse psalters en getijdenboeken. Ze symboliseren elke maand waarin de zon het betreffende sterrenbeeld binnengaat. Deze tekens zijn ook gebruikt als decoratie op plafonds, kaarten, uurwerken en astronomische instrumenten.
Stam van diverse dieren zoals oesters, mosselen, sint-jakobsschelpen en kokkelschelpen, maar ook naaktslakken, huisjesslakken, nautilussen, inktvissen, pijlinktvissen en octopussen. Weekdieren zitten soms geheel of gedeeltelijk in een schaal van calciumcarbonaat, dat wordt afgescheiden door een zachte laag op het lichaam. Weekdieren vindt men in zout water, zoet water en op het land.
Soldeer van een loodlegering met tin, met een smelttraject dat meestal tussen 130 en 180 graden Celsius ligt, met een bovengrens van rond de 300 graden Celsius; wordt meestal niet gebruikt voor het solderen van edelmetalen.
Het waarneembare resultaat van lichtstralen die bij het raken van een oppervlak niet worden geabsorbeerd maar terugkaatsen, bijvoorbeeld bij een spiegel.
Te gebruiken voor kleine losse ballonnen die automatisch registrerende instrumenten omhoog dragen om metingen voor atmosferisch onderzoek vast te leggen en uit te zenden; gebruik 'meteorologische ballonnen' voor ballonnen die instrumenten omhoog dragen voor het vastleggen van informatie met betrekking tot het weer.
Een vorm van elektrisch druklassen, waarbij de benodigde warmte wordt geproduceerd door stroom door de te lassen delen te sturen. Tegelijk met de stroom wordt een bepaalde hoeveelheid druk ontwikkeld die groot genoeg is om de lasverbinding te maken.
Een geofysische overzichtstechniek waarbij de weerstand wordt gemeten van de aarde tegen een elektrische stroom die door metalen elektroden wordt geleid; wordt met name gebruikt in de archeologie om begraven overblijfselen te lokaliseren.
Het traagheidsmoment van het gebied van een dwarsdoorsnede van een deel van de constructie gedeeld door de afstand tussen het zwaartepunt en het uiterste punt van de doorsnede; de mate van buigzaamheid van een balk.
Heiligdommen opgericht aan de kant van de weg als plaats gewijd aan het eren, of verering van, een godheid of heilige figuur van elk geloof. Het kan bestaan uit een altaar of een beeld van de godheid; het kan een kruispunt markeren. Voorbeelden hiervan zijn die gevonden in het oude Egypte, Griekenland, Rome, India, Japan, en in het christelijke Europa en Amerika. Voor kruisen die dienen als berm markeringen gebruik "wegkruisen".
Kruisen die langs de weg zijn opgetrokken in rooms-katholieke streken als bidplaatsen of ter herdenking van plaatselijke gebeurenissen.
Wordt gebruikt voor plaatsen waar twee of meer wegen, straten of snelwegen bij elkaar komen of elkaar kruisen.
Machines of verlengstukken voor tractoren of grondschaven die een lange tand of een rij tanden hebben die kan worden neergelaten om grond of plaveisel op te breken.
Restaurants, pensions of hotels gelegen naast of in de buurt van wegen of snelwegen, ze bieden naast voedsel en onderdak ook vaak entertainment.
De onderlagen of funderingen van spoorwegen waarop de bielsen, de rails en de ballast rusten. Wordt ook gebruikt voor de aarden funderingen van snelwegen, straten of wegen.
Verwijst naar de cultuur die in verband wordt gebracht met de Noord-Chinese dynastie die van 386 tot 556 n. Chr. dateert en die werd gesticht door het Tuoba-volk. De Wei-dynastie kwam na de Zestien Koninkrijken (310-439) die Noord-China beheersten na de val van de Westelijke Jin-dynastie, die eenheid nastreefde. De Noordelijke Wei-dynastie heerste van 386 tot 534 en slaagde erin opnieuw het noorden te verenigen. In 534 kwamen grensstreken in opstand, en de Noordelijke Wei-dynastie werd opgevolgd door de twee overlappende staten Oostelijke Wei (534-550) en Westelijke Wei (535-556). China was destijds geografisch sterk verdeeld, maar wist wel te profiteren van buitenlandse invloeden. Onder Wei ingevoerde instellingen zoals landhervorming, belastingheffing en militiestelsels werden verder ontwikkeld door latere Chinese dynastieën. Tijdens de Wei-periode vond het boeddhisme algemeen ingang en zou deze godsdienst uitgroeien tot de belangrijkste inspiratiebron voor figuratieve kunst. De Wei-heersers vormden een krachtig mecenaat voor de boeddhistische kunst, en gaven opdrachten voor de bouw van enorme uit de rotsen uitgehouwen tempels met beeldhouwwerk en schilderingen in Longmen, op de berg Maiji en in Dunhuang. Talloze bronzen beeldhouwwerken werden vervaardigd, waarvan de meeste inmiddels zijn omgesmolten. De landschapsschilderkunst werd belangrijker, zoals blijkt uit de gesneden stenen sarcofagen en uit de wandschilderingen.
Organisaties of instellingen die zich bezig houden met gratis hulpverlening aan de armen, hulpbehoevenden of mensen in nood.
Oölitische kalksteen die wordt gewonnen in de omgeving van Weldon in het Engelse Northhamptonshire. Voornamelijk gebruikt als bouwsteen.
Platte goederenwagons met een groot dieper deel in het midden die vooral zijn ontworpen voor intermodale containers; in gebruik sinds halverwege de 20e eeuw. Gebruik 'depressed center flatcars' voor platte goederenwagons met kleinere diepere delen in het midden voor zeer grote vrachten, die in gebruik zijn sinds het begin van de 20e eeuw.
Verwijst naar de cultuur van het huidige vorstendom Wales, of in het algemeen naar de culturen die zich vestigden op het schiereiland in het westen van Groot-Brittannië. De term verwees vroeger in het bijzonder naar de oorspronkelijke Keltische bevolking van Engeland in tegenstelling tot de Angelsaksen.
Keramiekstijl gekenmerkt door krachtige en fel geschilderde natuurlijke vormen, vervaardigd tussen 1883 en 1930 te Kirkaldy in Schotland.
Verwijst naar een Chinese schilderstijl, waarvan de idealen werden geformuleerd in de 11de eeuw, hoewel de traditie zich voordoet van ten minste de 10de tot de 20ste eeuw. De stijl werd ontwikkeld door onderzoekers en heren, in tegenstelling tot professionele schilders en ambachtslieden, voor een klein, hoog opgeleid publiek. De stijl kenmerkt zich door een combinatie van schilderkunst, poëzie, en kalligrafie, met een voorkeur voor een subtiele penseelvoering, monochroom of getemperd kleurgebruik, een hoog literair gehalte, en de abstractie van natuurlijke vormen om hoogst persoonlijke interpretaties van de natuur over te brengen. De Japanse ‘Nanga’-stijl is hierdoor geïnspireerd.
Kaarten, vaak met voorgedrukte teksten en toepasselijke illustraties, die bij speciale gelegenheden worden verstuurd of gegeven. Gebruik 'ansichtkaarten' voor kaarten die vanaf vakantie-adressen naar familie en kennissen worden gestuurd.
Oorlogen waarbij bijna alle heersende politieke en militaire grootmachten van de wereld of het grootste gedeelte van de aarde zijn betrokken.
Te gebruiken voor betrekkelijk kleine studiegroepen waarbij de nadruk ligt op het demonstreren en praktisch toepassen van vaardigheden en beginselen in een gespecialiseerd vakgebied of beroep.
Te gebruiken voor minimaal beveiligde strafinrichtingen waar de gestraften worden ingezet bij onderhoudsprojecten van bossen of parken, die meestal door de overheid worden gefinancierd.
Verwijst naar georganiseerde groepen personen die hoofdzakelijk met de hand objecten vervaardigen. Binnen de context van de westerse en decoratieve kunst wordt de term 'manufactuur' gebruikt, in plaats van 'fabriek', om onderscheid te maken tussen groepen die in 17de eeuw of later kunst, meubelen, wandtapijten, keramiek en andere decoratieve voorwerpen vervaardigden, in tegenstelling tot arbeiders die werkzaam zijn in moderne industriële complexen of 'fabrieken (gebouwen)', waar andere producten dan kunstvoorwerpen worden vervaardigd. Kunstwerkplaatsen worden gekenmerkt door de specifieke kunstvoorwerpen die er worden vervaardigd, door de vrij grote aantallen kunstenaars en ambachtslieden die er werkzaam zijn en door de tamelijk complexe beheerstructuur, met aan het hoofd een directeur plus een aantal meesters, die ieder toezicht houden op een eigen atelier of studio met gezellen en leerlingen. Werkplaatsen werden vaak gefinancierd door een vorst of een ander machtig persoon. Gebruik 'studio's (organisaties)' voor kleinere groepen kunstenaars, bestaande uit een meester-kunstenaar of -architect en diens assistenten of leerlingen, met name sinds halverwege de 17de eeuw. Gebruik 'werkplaatsen (organisaties)' voor kleinere groepen kunstenaars of ambachtslieden die gezamenlijk producten vervaardigen, vaak onder de naam van de meester, in het bijzonder bij groepen die vóór de 17de eeuw hebben bestaan.
In de context van beeldende kunsten en kunstnijverheid een groep die bestaat uit kunstenaars en vakmensen die werk produceren, meestal onder de naam van een meester. De werkplaats bestond meestal uit geschoolde kunstenaars en een aantal leerjongens die het vak leerden door het uitvoeren van steeds ingewikkeldere handelingen voor het produceren van kunstwerken of beeldende kunst. Verschillende mensen voerden vaak verschillende taken uit. De ene persoon bracht bijvoorbeeld de vergulde achtergrond van een schilderij aan, terwijl een ander de hoofdfiguren schilderde. De term wordt meestal gebruikt voor groepen die actief waren voor het midden van de 17de eeuw. De betekenis van de term komt overeen met 'studio's (organisaties)', hoewel er wel een subtiel onderscheid is: 'studio's (organisaties)' verwijst meestal naar groepen die actief waren in de 17de eeuw en later, waarin de meesterkunstenaar of -architect geen leerjongens maar leerlingen opleidde en waarin de nadruk voor de leerlingen lag op het aanscherpen van artistieke vaardigheden en niet op het leren van een vak. 'Werkplaatsen (organisaties)' verwijst meestal naar vroegere groepen, waarin de nadruk lag op georganiseerde samenwerking, goed functionerend teamwerk en arbeidsverdeling. Ook leerden de leerjongens hier een vak en werden ze niet opgeleid tot kunstenaar in de moderne zin van de term. De termen 'studio van' of 'werkplaats van' worden vaak gebruikt om aan te geven dat een werk is geproduceerd in de studio of werkplaats van een kunstenaar, zonder dat de meester er zelf aan heeft gewerkt.
Verwijst naar banken waarop steenhouwers blokken steen plaatsen om deze te bewerken en te prepareren.
Te gebruiken voor de algemene locatie waar arbeid wordt verricht, gewoonlijk als verwijzing naar een dienstbetrekking. Gebruik voorkeurstermen uit de sectie ‘Gebouwde milieus’ van het facet ‘Objectgroepen en systemen’ voor de fysieke ruimtes waarin werk wordt uitgevoerd.
Gebruikt voor definitieve tekeningen aan de hand waarvan een bouwwerk, voorwerp of kunstwerk wordt gemaakt. Gebruik 'schetsen', 'studies (beeldmateriaal)', 'schetsontwerp' of 'ontwerptekeningen' voor tekeningen gemaakt tijdens het ontwerpen van een werk.
Het bestuderen en toepassen van de principes van de mechanica, thermodynamica en de eigenschappen van materialen.
Tekeningen vervaardigd met behulp van instrumenten zoals passers of tekenhaken.
Werpknotsen zijn hand vastgehouden houten knuppels en bedoeld om te worden gegooid of worden gebruikt als een wapenstok. Ze dragen bij bepaalde Oost-Afrikaanse volkeren.speciale symboliek en betekenis.
Toestellen voor het werpen van een speer of een pijl, die bestaan uit een stok of een plank met een gleuf of een holte in het bovenoppervlak en een haak, riem of uitsteeksel aan de achterkant om het projectiel op zijn plaats te houden tot het wordt losgelaten.
Het zoeken en in dienst nemen van mensen voor een onderneming, meestal voor een vastgestelde periode, betaald of op vrijwillige basis.
Verwijst naar een belangrijk boeddhistische feest ter herdenking van de geboorte, verlichting en dood van Boeddha. Dit is met name een belangrijk feest in het Theravada-boeddhisme. Het wordt gehouden op de dag van de volle maan van de maanmaand Vesakha (in april of mei). Tot de festiviteiten behoren speciale religieuze diensten en vrome handelingen als het geven van voedsel of aalmoezen aan monniken. Soms worden gevangengehouden vogels vrijgelaten in gedachtenis van het mededogen van Boeddha. In veel Zuidoost-Aziatische landen is dit een nationale feestdag.
Grote, intelligente en sociale hominide. Vergeleken met de oostelijke gorilla is de westelijke gorilla lichter van kleur, leeft meer in bomen, heeft een neus met een overhangende punt en heeft een slanker lichaam. Bovendien bestaat zijn voedsel voor een groter gedeelte uit vlezige vruchten en gewoonlijk zijn de familiegroepen kleiner.
Verwijst naar de periode en de stijl die worden geassocieerd met de heerschappij van de Han-keizers in Chang'an in China tussen 206 v. Chr. en 9 n. Chr. Onder het bewind van Gaodi van 206 tot 195 v. Chr. werden de wetten en instituten uit de Qin-dynastie verder ontwikkeld, waardoor een krachtig, verenigd keizerrijk ontstond. Modellen in graftomben en teksten wijzen erop dat Goadi en de latere keizers verschillende paleizen lieten bouwen, die waren voorzien van een groot aantal objecten, zoals aardewerk, en waarvan de kamers waren gedecoreerd met opgedrukte motieven en beschilderde bakstenen. De bronzen objecten uit deze periode waren voornamelijk gebruiksvoorwerpen, zoals huishoudelijk vaatwerk, dat licht van structuur was en dat meestal niet of uitsluitend met eenvoudige ingesneden patronen werd gedecoreerd.
Verwijst naar een Chinese dynastie uit de periode 265 tot 316 n. Chr., de eerste dynastie van de zogeheten Zes Dynastieën die elkaar in Zuid-China opvolgden. De Westelijke Jin-hoofdstad was Luoyang, in de provincie Henan. Grondlegger van de dynastie was Sima Yan, die later bekend zou worden als keizer Wudi (heerste van 265-289 n. Chr.). Sima Yan zette de laatste Wei-keizer af en onderwierp de staat Wu, waarmee hij China gedurende korte tijd wist te verenigen. De Westelijke Jin-periode is bekend om het bij hoog vuur gebakken steengoed met groen glazuur, bedoeld als imitatie van bronswerk. Dergelijk keramiek is aangetroffen in Westelijke Jin-graven, evenals grafmodellen en bronzen spiegels. Twisten tussen machtige families maakten de vorming van een krachtdadige regering onmogelijk en mondden uit in een burgeroorlog; De situatie werd nog verergerd door droogte en hongersnood. In 311 volgde een inval door de Xiongnu, een noordelijk nomadenvolk, die een einde maakte aan de Westelijke Jin-dynastie. Tot aan de Sui-dynastie zou China verdeeld blijven in noordelijke en zuidelijke dynastieën.
Verwijst naar de cultuur van de westelijke Mono, een indiaanse groep in centraal Californië die een taal spreekt die behoort tot de Numic-groep van de Uto-Azteekse familie en die aan de Noordelijke Paiute is gerelateerd. De westelijke Mono bewonen de Pine Belt van de Sierra Nevada en hebben een cultuur die vergelijkbaar is met die van de naburige Yokuts. Vroeger dreven de oostelijke en westelijke Mono handel met elkaar.
Beschrijft werken die zijn vervaardigd door het gelijknamige Afrikaanse volk, een subgroep van de Pende die in de regio Kwango in de Democratische Republiek Congo leeft.
Verwijst naar de Chinese dynastieperiode en cultuur vanaf 535 tot 556 n. Chr. die werd gesticht door Yuwen Tai (regeerde 535-551). De hoofdstad van de dynastie was in Chang'an in de provincie Shaanxi en regeerde het land ten westen van Luoyang; het gebied van de hedendaagse provincie Sichuan werd in 553 geannexeerd. Deze dynastie was kleiner dan de Oostelijke Wei-dynastie maar zeer goed georganiseerd en efficiënt. De Dunhuang-grotten in de provincie Gansu worden gekenmerkt door boeddhistische muurschilderingen en stucwerk uit de Westerse Wei-periode. Funeraire figuren kregen meer gelaatsuitdrukking dan vroegere voorbeelden; de vele etnische typen die in deze figuren werden aangetroffen weerspiegelen de interculturele invloeden van die periode. De zoon van Yuwen Tai vestigde in 557 de Noordelijke Zhou-dynastie.
Monumentale westelijke dwarsblokken van belangrijke, meestal basilicale kerken, bestaande uit een portaal met een kapel daarboven, en torens; met name voorkomend bij Karolingische en Ottoonse kerken.
Literair en mondeling genre dat met name het leven in de 19e eeuw aan de Noord-Amerikaanse kolonisatiegrens behandelt.
Beschrijft werken die zijn vervaardigd door het gelijknamige Afrikaanse volk, dat in de regio Kasai in het zuidoosten van de Democratische Republiek Congo leeft.
Verwijst naar een subgroep Veneto-Saraceense metaalwaren. Objecten uit deze groep zijn kennelijk vervaardigd in het westen, waarschijnlijk Noord-Italië, als imitatie van islamitische metaalwaren. De afzonderlijke motieven zijn weliswaar accuraat gekopieerd, maar ze geven blijk van een wezenlijk gebrek aan inzicht in de islamitische proportieleer en miskennen de relatie tussen vorm en restvorm.
Verwijst naar een stijl van Terra sigillata aardewerk die zich ontwikkelde in Italië en elders in het West-Romeinse Rijk, nadat het eerst was vervaardigd in het Hellenistische oosten. De stijl kenmerkt zich door kwalitatief hoogwaardig tafelservies, gebaseerd op typisch Romeinse techniek en vormgeving, gemengd met verschillende lokale elementen.
Verwijst naar de Duitse aardewerkstijl die werd vervaardigd in een tijdperk waartoe ook de Höhr-Grenzhausen en Grenzau behoren, na 1590. Deze stijl kenmerkt zich door grijze objecten, gedecoreerd met regelmatig geplaatste, ingekerfde of gestempelde vormen, of wapenschilden, gedeeltelijk gekleurd met kobaltblauw of mangaanpaars.
Verwijst naar een aardewerkstijl die voor het eerst werd gevonden op de westelijke helling van de Akropolis in Athene, maar later ook op vele andere plaatsen. De stijl kwam voor van de 5de eeuw tot en met de 4de eeuw v. Chr. en kenmerkt zich door een gestempelde decoratie, die werd bedekt met zwart glazuur. Op de zwarte ondergrond werden zowel bloemmotieven als andere decoraties geschilderd in rood, wit of geel.
Hout van de boom behorende tot de soort Swietenia mahagoni, inheems in Midden-Amerika en West-Indië. Dit is de soort waarvoor de term "mahonie" voor het eerst werd gebruikt, afgeleid van een Indiaanse term. Het is hoogwaardig materiaal voor kabinetten.
Hoekige tuinstoelen die lijken op Adirondackstoelen maar van planken in plaats van latten zijn gemaakt en zwaarder en ruimer van proporties zijn. Ze werden gefabriceerd tussen 1904 en 1930 en zijn ouder dan de klassieke Adirondackstoelen. Gepatenteerd door Harry C. Brunnell.
Wordt gebruikt voor afzonderlijke, onafhankelijke en meestal zelfstandige plaatsen die fundamenteel of toegepast onderzoek uitvoeren onder contract of als een organisatie zonder winstbejag. Gebruik 'onderzoekscentra' voor plaatsen waar onderzoek wordt gedaan als deel van een grotere organisatie.
Bibliotheken die bestaan uit gespecialiseerde documenten en die voorzieningen bieden voor het ondernemen van diepgaand onderzoek.
Bibliotheken die bestaan uit gespecialiseerde documenten en die voorzieningen bieden voor het ondernemen van diepgaand onderzoek.
Het maken van foto's waarop wetenschappelijke verschijnselen worden vastgelegd of geïllustreerd.
Te gebruiken voor de tak van de sociologie die zich bezighoudt met de relatie tussen het denken en de maatschappij, met name de sociale processen en structuren die de inhoud van kennis produceren of bepalen.
Geschreven verklaringen die rechtsgeldig zijn door de goedkeuring of bekrachtiging van een officieel staatsorgaan of ander bestuurslichaam, zoals wetten, regelingen, toekenningen van fondsen en internationale verdragen.
Smalle gepunte voorwerpen bij het weven gebruikt om het inslaggaren heen en weer te halen, tussen de kettingdraden door.
Grote dennenboom die inheems is in het oosten van Noord-Amerika, in het gebied dat zich uitstrekt van de Canadese provincie Newfoundland tot de provincie Manitoba en de Amerikaanse staat Minnesota in het westen en de staat Georgia in het zuiden (langs de Appalachen).
Engelse stoelen uit het eind van de 18e eeuw die een ronde of ellipsvormige rugleuning hebben met straalsgewijs uitlopende spijlen of staven, die op de spaken van een wiel lijken.
Wordt gebruikt voor dubbelkruisende Pratt-gebinten met diagonale delen onder spanning en verticale delen onder druk.
Bolvormige flessen met aangebrachte handvatten, gemaakt tussen 1815 en 1875, die werden gebruikt als houders voor in de winkel gekochte whisky en als decanteerfles werden gebruikt.
Korte, gedrongen drinkglazen zonder steel, gebruikt om whisky in te serveren. Hun inhoud bedraagt circa 300 ml, maar ze worden traditioneel gevuld met slechts 60 ml whisky.
Wordt gebruikt voor lijsten die bestaan uit gecanneleerde lijstwerken van riet. Zij waren het handelsmerk van de 19e-eeuwse schilder, James Abbott McNeill Whistler.
Algemene term die verwijst naar hout van verschillende soorten, waaronder Chamaecyparis thyoides (Atlantische witte cipres), Cupressus lusitanica (Mexicaanse witte ceder) en Thuja occidentalis (levensboom).
Verwijst naar de Egyptische aardewerkstijl die werd vervaardigd tijdens de Amratische periode van circa 4.000 tot 3.200 v. Chr. De stijl kenmerkt zich door kruiken van gepolijste Nijlklei, met een laag oker, en versierd met geometrische vormen die mandenwerk of geweven stof nabootsten, of met dierenfiguren, mensen, en planten in wit gipspigment.
Bleek en zacht hout van een van de vele soorten Noord-Amerikaanse pijnbomen. De meeste zijn inheems in de oostelijke en centrale delen van het continent.
Roeiboten die in de jaren 20 van de 19e eeuw in de buurt van Whitehall Street, in de stad New York, zijn ontworpen en oorspronkelijk in grote havens door scheepsleveranciers, loodsen, scheepsbevrachters en andere handelaren als werkboten werden gebruikt, later ook voor recreatieve doeleinden; zijn meestal zo'n 4, tot 6,5 m lang, hebben één tot vijf roeiers en soms een puts en een zwaard. Ze onderscheiden zich door hun verticale voorsteven en een achtersteven in de vorm van een wijnglas.
Zij die zich bezighouden met de kunst of de praktijk van het voorspellen van toekomstige gebeurtenissen of het verkrijgen van geheime kennis via goddelijke bronnen, voortekens of orakels; gebaseerd op het geloof dat openbaringen aan mensen worden gedaan in vormen van kennis die zich aan de ratio onttrekken.
De kunst of de praktijk van het voorspellen van toekomstige gebeurtenissen of het verkrijgen van geheime kennis door goddelijke bronnen, voortekens of orakels; gebaseerd op het geloof dat openbaringen aan mensen worden gedaan in zich aan de ratio onttrekkende vormen van kennis.
Verwijst naar de techniek met behulp waarvan, door het meten van de bewegingen van een wichelroede, de aanwezigheid van water, mineralen, schatten, archeologische overblijfselen en zelfs dode lichamen kunnen worden gevonden. Oorspronkelijk was de wichelroede een y-vormige tak, waarvan de twee vertakkingen draaien en kantelen in de hand van de wichelroedeloper, ter indicatie van de aanwezigheid van het gezochte materiaal. Een alternatief is het gebruik van metalen staven, die enkele centimeters van elkaar parallel worden vastgehouden en naar elkaar toe bewegen. Het is onbekend wat voor soort prikkels deze reacties veroorzaken, maar volgens de meeste wichelroedelopers heeft het niets met waarzeggerij te maken.
Hulpmiddelen die worden gebruikt door mensen die boven de grond zoeken naar water, mineralen, kostbaarheden, archeologische vondsten en zelfs lijken onder de grond. Traditioneel bestaat een wichelroede uit een Y-vormige twijg, vaak van de hazelaar, lijsterbes of wilg, die wanneer de beide vertakkingen in de hand worden gehouden door een wichelroedeloper, draait en omlaag wijst zodra de gezochte stoffen of voorwerpen naderbij komen. De roeden kunnen ook bestaan uit twee metalen staven die evenwijdig aan elkaar worden gehouden met een paar centimeter tussenruimte en die over elkaar draaien wanneer het gezochte nadert.
Puntige werktuigen die worden gebruikt om de pitten van eenvoudige lampen aan te passen. Kunnen de vorm hebben van een kort stuk draad dat vast zit aan de lamp of een losse draad aan een houten of ivoren handvat, in een bijpassende houder geplaatst.
Lampen met een houder of steun voor de pit, vaak een halve buis die aan de bodem van het reservoir vast zit.
Te gebruiken voor diverse kleine doelen in de vorm van hoepeltjes, poortjes gebogen uit ijzerdraad of rechtopstaande constructies, waar met ballen op wordt gericht bij sporten als croquet of cricket.
Tijdelijke seizoenswoningen of hutten van diverse indianenstammen uit het westen en zuidwesten van Amerika, meestal grofweg koepelvormig en gebouwd van gebogen jonge boompjes, kreupelhout of schors en bedekt met rieten matten.
Te gebruiken om werken te beschrijven van de gelijknamige, onafhankelijke Afrikaanse stam die leeft in de regio Upper Cross River, iets ten westen van de Cameroon Grassfields in Kameroen.
Veel voorkomende Amerikaanse benaming voor schommelbanken uit het midden van de 19e eeuw, met afneembare hekjes over tweederde van de lengte, zodat de moeder naast de baby op de bank kon zitten zonder dat het kind van de bank rolde.
Liedjes of sussende refreinen die voor kinderen worden gezongen om hen rustig te maken of in slaap te wiegen.
Pins inserted through the end of an axletree to keep the wheel on. RHDEL2.
Te gebruiken voor personen die rijden op rijwielen, zoals fietsen, motorfietsen, driewielers en eenwielers, maar ook vaste trainingsfietsen.
Wierook verwerkt in de vorm van een kruisnagel. Zij worden als set van vijf in de paaskaars gestoken. Bestaan ook als metalen pinnen waar wierook in kan.
Flessen variërend van maat en vorm, die vooral zijn bestemd voor het bewaren of serveren van wijn. Vaak gemaakt van glas, dat wit of gekleurd kan zijn, en afgesloten met een kurk. Gebruik 'decanteerflessen' voor decoratieve flessen die worden afgesloten met een stop en worden gebruikt voor het bewaren en serveren van wijn.
Kleine vaatjes met ijsgekoeld water om een wijnglas op tafel te koelen of te spoelen; gemaakt van zilver, glas, aardewerk of porselein, met een of twee inkepingen in de rand waaraan een omgekeerd wijnglas kan worden gehangen. Gebruik ‘monteiths’ voor grote ronde of ovale kommen met schulpranden, die worden gebruikt om zes of meer glazen te koelen.
Karaffen met een schenktuit en een handvat, voor het serveren van wijn.
Kisten die zijn voorzien van tussenschotten, bedoeld om een bepaald aantal vierkante wijnflessen in te bewaren, vooral gemaakt aan het einde van de 18de en in de 19de eeuw.
Lofwerk van bladeren dat bestaat uit wijnstokken met druiventrossen.
Verwijst naar vrouwelijke personen vanaf jonge volwassenheid tot gevorderde leeftijd.
Meestal betreft het water bestemd voor gewijde handelingen en voor de rituele reiniging van personen en zaken. In meer specifieke zin, water dat door een priester is gezegend en bij diverse liturgische en godsdienstige handelingen wordt gebruikt, bijvoorbeeld bij een doop of zegening.
Instrumenten voor het besprenkelen met wijwater, meestal van metaal dat is bevestigd aan een absorberend materiaal. In de westerse kerk bestaat de wijwaterkwast uit een steel met daarop een geperforeerde bol, spons of borstelachtig uiteinde dat het water bevat. Sommige wijwaterkwasten hebben sponzen of interne reservoirs die wijwater afgeven als ermee wordt geschud, terwijl andere regelmatig moeten worden ondergedompeld in 'wijwatervaten (vaten)'. Het werktuig werd oorspronkelijk gemaakt van takken van hysop-, palm- of bukshout, een bosje stro of de staart van een vos (in het oud-Frans heet een vos een 'goupil'). In de 13de eeuw nam de wijwaterkwast zijn moderne westerse vorm aan van een steel met daarop een met haren bedekte rozenvorm. De stelen van het sprenkelgedeelte werden zeer rijk versierd. In de Grieks-orthodoxe kerk is de wijwaterkwast een rechtopstaand vat met een taps deksel, waarin gaten zijn aangebracht voor de besprenkeling. In de Russisch-orthodoxe Kerk is het een kwast die is gemaakt van stof, haar of takjes basilicum. Het werktuig is gebaseerd op oude bronnen, waarbij takken werden gebruikt om tijdens rituelen water, bloed of een andere vloeistof te sprenkelen. Dergelijke werktuigen werden gebruikt in het oude Rome, in het Midden-Oosten, bij oude Noorse rituelen en elders.
Dieren behorend tot soorten die niet gedomesticeerd zijn en niet door middel van selectief fokken door de mens zijn veranderd om hun gedrag of uiterlijk aan te passen; inclusief wilde diersoorten die door mensen worden verzorgd in een dierentuin of -park of elders, zelfs als het dier in gevangenschap is geboren en opgegroeid.
Klimmende struik die inheems is in Eurazië. De stengels worden tot 6 meter hoog. De trompetvormige bloemen zijn geplaatst in kransvormige trossen en zijn geelachtig met een paarse tint. De vrucht is een rode bes. Sommige tuinvariëteiten worden gewaardeerd om hun geur.
Hout van bomen van de soort Ficus sycomorus, die inheems is in Afrika ten zuiden van de Sahel en ten noorden van de Steenbokskeerkring. Wordt gebruikt voor meubels en kisten. Gebruik 'sycomorenhout' voor hout van de boomsoort Acer pseudoplatanus en 'westerse plataan' voor hout van de plataansoort Platanus occidentalis.
Soort vijgenboom die inheems is in Afrika en die al sinds de oudheid wordt gekweekt. De oude Egyptenaren gebruikten de soort vanaf de predynastische periode in het derde millennium voor Christus. Zo werd de boom gebruikt voor het afbeelden van de oude Egyptische levensboom. De vrucht, het hout en zelfs de takken werden tijdens het Oude Rijk, het Middenrijk en de Late Periode in graven gelegd. De kisten van sommige mummies zijn gemaakt van het hout van deze soort. De soort wordt ook genoemd in een aantal bijbelpassages. Voor de voortplanting van deze soort is de aanwezigheid van de symbiotische wesp Ceratosolen arabicus vereist, maar dit insect is inmiddels uitgestorven in Egypte. In tropische gebieden waar de wesp veel voorkomt, omgeven complexe mini-ecosystemen met de wesp, nematoden, andere parasitaire wespen en diverse grotere roofdieren de levenscyclus van de vijgenboom.
Te onderscheiden van 'safariparken' door de volledige en geplande afscheiding tussen bezoekers en dieren die vrij kunnen rondlopen binnen een begrensde natuurlijke omgeving.
Verwijst naar een Griekse aardewerkstijl die ontstond in het oosten van Griekenland rond het midden van de 7de eeuw v. Chr. Deze kwam voort uit Sub-Geometrische en Oriëntaliserende stijlen, en kenmerkt zich door een losse schilderstijl, waarbij gebruik wordt gemaakt van donkere verf op een licht gekleurde engobe, verlevendigd met paarse details, en met in licht uitgespaarde gezichten en anatomische details. De onderwerpen zijn vaak dieren, met name geiten, herten, ganzen en griffioenen.
Aanduiding voor ongerepte, ongecultiveerde gebieden waarin de mens niet ingrijpt noch controle op uitoefent; te onderscheiden van 'natuurreservaten' waarin flora en fauna worden beschermd en beheerd en van 'beschermde natuurgebieden', hetgeen gebieden zijn waarin de bescherming van natuurlijke gewassen wettelijk is vastgelegd en waar recreatie en industrie slechts in beperkte mate zijn toegestaan.
Zacht, soepel leer met een suèdeachtige afwerking, gemaakt van de vleessplit van huid van schapen of (jonge) geiten, voornamelijk gebruikt voor handschoenen. Het verschil met 'hertenhuid (vrouwtjeshert)' is dat dit laatste de huid is van een volwassen vrouwtjeshert, dat wordt gebruikt voor andere leertoepassingen, zoals in de vroege boekbinderij. Gebruik 'hertenleer (vrouwtjeshert)' voor leer gemaakt van hertenhuid (vrouwtjeshert).
Soort motief dat in de late 18de eeuw en de 19de eeuw veel voorkwam op keramiek. Het was afgeleid van Chinese bronnen, met afbeeldingen van een wilgenboom, een pagode, een brug met gestalten, twee vliegende vogels en een kleine boot. Meestal met blauwe gestalten tegen een witte achtergrond.
Verwijst naar een stijl in de Engelse architectuur en decoratieve kunst tijdens de heerschappij van Willem lll en Mary ll tussen 1688 en 1702. Deze periode wordt gezien als een overgangsperiode tussen de Restoration en de heerschappij van koningin Anne. Motieven en vormen uit de Restoration blijven zichtbaar, maar worden lichter en eleganter door Franse invloeden.
Tapijten die net zoals Brusselse tapijten zijn geweven met lussen, maar verder verschillen doordat ze zwaarder zijn, gesneden velours polen hebben, over het algemeen van beter materiaal zijn gemaakt en ontwerpen hebben die zijn gebaseerd op Oosterse tapijtpatronen.
Te gebruiken voor brede, ondiepe en luchtdichte houten omhulsels in een pijporgel, die wind opvangen uit de blaasbalgen en deze door middel van kanalen of goten verdelen over de pijpen van een afdeling.
Lange, geblazen glazen cilinders die meestal een uitstulping in het midden hebben en open zijn aan beide uiteinden, die over kaarsestandaards worden geplaatst om de vlam te beschermen tegen tocht.
Verwijst naar een Neolithische stijl en cultuur die is genoemd naar de ronde grafheuvel bij het Engelse Avebury in Wiltshire. Deze kenmerkt zich door kampen met opgehoogde wegen en karakteristiek aardewerk dat behoort tot het oudste dat ooit in Engeland werd gevonden.
Verwijst naar een mechanisme voor het effectief benutten van windenergie; verwijst meestal ook naar het gebouw waarin het mechanisme is ondergebracht of de structuur die het mechanisme draagt. Kenmerkend voor het mechanisme is de roterende as waarop wieken zijn aangebracht, al dan niet in een hoek, waarbij de windkracht de wieken tot draaien brengt om aldus energie op te wekken. Van oudsher stonden windmolens meestal in vlakke gebieden en dienden ze voor het malen van graan, het pompen van water of het opwekken van elektriciteit. De oudere, meest karakteristieke vormen zoals die in Europa voorkomen, bestaan uit een kegelvormig molengebouw met woongedeelte met daarop een kap die vier wieken draagt. De moderne Amerikaanse vorm bestaat uit een schijf met wieken op een raamwerk van onderslagen, en wordt meestal gebruikt om een pomp of zaag aan te drijven.
Een reeks heldere blauwe kleuren die lijken op het blauw in het wapen van de Windsors, de Britse koninklijke familie.
Verwijst naar richtingen zoals op een kompas, een instrument voor het meten van een horizontale referentierichting ten opzichte van het magnetische noorden. De vier basispunten bevinden zich aan de bovenkant, onderkant, rechterkant en linkerkant van een kompas, en komen overeen met het noorden, zuiden, oosten en westen. Punten tussen de vier basispunten worden beschreven door termen te combineren, bijvoorbeeld noordoosten, zuidoosten, etc.
Historische benaming die eind 18e en begin 19e eeuw werd gebruikt voor 'clothes presses' met extra laden en opbergruimtes aan beide zijdes van het middengedeelte.
Beschrijft werken die zijn vervaardigd door het gelijknamige Afrikaanse volk, dat in Burkina Faso leeft en een subgroep van de Gurunsi vormt.
Wordt algemeen gebruikt als aanduiding van plaatsen waar handel wordt gedreven.
Afkomstig van het Italiaanse woord 'galleria', dat oorspronkelijk verwees naar zuilengangen met winkels in Italiaanse steden, op basis van de antieke stoa's. Verwijst nu naar winkelcentra die qua architectuur lijken of geïnspireerd zijn op de Italiaanse galleria's. De term wordt ook gebruikt voor gebieden van een winkelcentrum die zo ontworpen zijn dat het lijkt alsof ze uit een aantal afzonderlijke winkels bestaan.
Wordt gebruikt voor onofficiële betaalmiddelen bedrukt met de naam en vaak ook het adres van een winkel. Ze zijn inwisselbaar voor bepaalde goederen of diensten bij speciale winkels.
Meestal het koudste seizoen van het jaar, tussen herfst en lente.
Hout van de boom behorende tot het genus Quercus sessiflora. Het hout wordt gebruikt voor stevig kuiperswerk.
Bouwconstructies aan gebouwen, maar ook wel inpandig bij een raam, om zoveel mogelijk licht op te kunnen vangen om een tuinachtige, meestal (sub)tropische aanleg te kunnen realiseren, vnl. als zit- en verpozingsgelegenheid. Voor woonhuizen met name in zwang in de 19e en begin 20e eeuw. Komt ook wel als horecagelegenheid of bij bedrijfsgebouwen voor.
Representaties van omstandigheden, processen, concepten etc. aan de hand van de wetenschappelijke studie van hoeveelheden.
De optelling van een opeenvolgende eindige of oneindige set termen.
Beschrijft werk dat is vervaardigd door het gelijknamige Oost-Slavische volk, dat woont in de moderne Republiek Wit-Rusland, in het voormalige Oost-Europese land of gebied Wit-Rusland.
Het behandelen van huiden of vellen met aluin om een materiaal te produceren met de eigenschappen van leer zolang de aluin aanwezig is; wordt onderscheiden van looien omdat het procédé met wassen teniet kan worden gedaan.
Verwijst naar een stijl in de Oud-Griekse vaasschilderkunst, die een variatie gebruikte van de techniek van de Roodfigurige stijl en opgeld deed in het midden van de 5de eeuw v. Chr. De stijl kenmerkt zich door het gebruik van een kalkachtige, blanke engobe als achtergrond, waar overheen zwart glazuur werd gebruikt om de figuren uit te lijnen. Verdunde paarse, rode en blanke glazuren werden gebruikt om de figuren in te kleuren. Bijkomende kleuren die niet tegen bakken waren bestand werden naderhand toegevoegd.De taferelen tonen dikwijls figuren op een gemeenschappelijke grondlijn aan de onderkant van een vlak, of in horizontale banden, hetgeen verschilt van eerdere composities waar figuren in het algemeen over het gehele schildervlak waren verspreid.
In de natuur voorkomend mineraal dat bestaat uit bariumcarbonaat en meestal wordt aangetroffen in de hydrothermale aders van bariet. Het wordt gewonnen in Duitsland, Engeland, Schotland, Canada (Ontario) en de VS (Illinois, Californië, Arizona). Witheriet wordt gebruikt voor het verharden van staal en bij het raffineren van suiker. Het wordt ook gebruikt als pigment bij de productie van verven, vernissen en synthetisch marmer.
Kalk die is gewassen en gemalen voor het gebruik in verf, inkt en stopverf.
Soort middelgroot, algemeen voorkomend Amerikaans hert met een enorm verspreidingsgebied, vanaf de Poolcirkel in het westen van Canada tot in Peru en Bolivia, 18 graden ten zuiden van de evenaar. De naam witstaarthert is ontleend aan de lange witte haren op de onderzijde van de staart en het achterdeel, die goed zichtbaar zijn als het dier vlucht. Het witstaarthert bestond reeds voor de IJstijd en is daarmee de oudste nog bestaande hertensoort. De soort werd pas talrijk na de laatste ijsvorming, toen de inheemse IJstijdfauna van Noord- en Zuid-Amerika uitstierf, waardoor concurrerende en belagende diersoorten wegvielen. De hoge rensnelheid, het uitzonderlijk goed vermogen om zich te verbergen en de geruisloze manier van voortbewegen geven aan dat het dier in Amerika tijdens de IJstijd zwaar te lijden had van predatoren. Hoewel het witstaarthert van Noord- en Zuid-Amerika momenteel als één soort (met diverse ondersoorten) wordt geclassificeerd, duidt genetisch onderzoek erop dat deze herten verder van elkaar staan dan het witstaart- en zwartstaarthert in Noord-Amerika. De kans is dan ook groot dat de classificatie in de toekomst nog zal veranderen.
Middelgrote boom met een brede, afgeronde kroon, inheems in het gebied dat zich uitstrekt van Spanje en Marokko tot Midden-Europa en Centraal-Azië. De boom is op grote schaal geplant in de Verenigde Staten en andere gebieden. Witte abelen werden in 1748 geïntroduceerd in Noord-Amerika en komen nu voor in 43 aangrenzende Amerikaanse staten. In sommige gebieden beschouwt men ze als een onkruid of een invasieve soort.
Gedurende de Goede Week, de donderdag vóór Pasen waarbij de instelling van de eucharistie door Jezus Christus bij het Laatste Avondmaal wordt herdacht. Tijdens kerkelijke diensten op Witte Donderdag worden meestal de heilige oliën voor het komende jaar gewijd, en vindt er een ceremonie plaats waarbij de voeten van 12 mannen worden gewassen, ter nagedachtenis van de voetwassing door Christus van diens discipelen. In Engeland is het gebruikelijk dat de soevereine vorst jaarlijks aalmoezen uitdeelt onder twaalf geselecteerde armen, telkens in een andere kerk. De term 'Witte Donderdag' verwijst naar de gewoonte om alle kruisbeelden en andere beelden met een wit kleed te bedekken.
Snel groeiende schaduwboom die inheems is in het oosten van Noord-Amerika en elders op grote schaal wordt gekweekt. De boom kan 18 meter hoog worden. Het hout is zacht, maar wordt wel gebruikt voor kisten en goedkope meubels. De boom produceert siroop, maar in kleine hoeveelheden. De takken vallen af en er ontstaan een groot aantal spruiten, waardoor het een lastige sierboom is, hoewel er diverse bruikbare variëteiten zijn gekweekt.
Grote soort loofboom die inheems is in Zuidoost-Europa, maar die ook daarbuiten wordt gekweekt als grote schaduw- en straatboom. Hij wordt tot 30 meter hoog. De Champs-Élysées in Parijs is omzoomd door rijen paardenkastanjes.
Een vorm van houtrot die wordt veroorzaakt door schimmels die zowel de cellulose als de lignine aantasten; de massa die hierdoor ontstaat is sponzig of draderig, meestal wit, maar soms geel, geelbruin of lichtbruin.
Te gebruiken om werken te beschrijven van de gelijknamige Afrikaanse etnische groep die leeft in Benin.
Laagtes in een kanaal of reservoir die diep genoeg zijn om de turbulentie of snelheid van de stroom te verminderen.
Droge, kale, boomloze streken, die door geringe neerslag zo dor zijn dat zij slechts schaarse en wijdverspreide vegetatie in stand kunnen houden of helemaal geen vegetatie. Gewoonlijk zandachtig.
Het klimaat dat wordt gekenmerkt door de zeer geringe hoeveelheid neerslag en de extreme hoge tot lage temperaturen, met vrij grote dagelijkse veranderingen in temperatuur, behalve in de kustgebieden.
Verwijst naar werken die zijn vervaardigd door de gelijknamige Afrikaanse etnische groep, die in Ethiopië leeft.
Te gebruiken voor het zuivere metaalelement met het symbool W en het atoomnummer 74; dit witte metaal is zwaar, met een soortelijk gewicht van 19,6 en het hoogste smeltpunt van alle metalen. Ook te gebruiken voor dit metaal wanneer het wordt bewerkt en gevormd om, meestal in combinatie met andere stoffen, diverse voorwerpen en materialen te maken, vooral gelegeerd staal en magneten en in elektronische toepassingen.
Een trechtervormige kuil waarin een rechtopstaande puntige staak in de bodem is aangebracht, meestal aangetroffen in groepen, in rijen, als defensief obstakel in middeleeuwse militaire vestingwerken.
Grote familie van ongeveer 275 genera en ongeveer 7500 soorten bloeiende planten, waaronder kruiden, struiken en bomen en vetplanten die op cactussen lijken. Veel soorten zijn belangrijke voedselbronnen en andere zijn nuttig vanwege hun was en oliën en als grondstof voor medicijnen. Weer andere zijn gevaarlijk door hun giftige vruchten, bladeren of sap, of aantrekkelijk door hun kleurrijke bracteeën (bladachtige structuren net onder de bloementrosjes) en hun ongewone vormen. In de hele wereld, behalve in koude alpine of Arctische gebieden, komen soorten uit deze familie voor, maar men vindt ze voornamelijk in gematigde en tropische streken.
Zichtbare massa's gecondenseerde waterdamp die op aanzienlijke hoogte boven het normale aardoppervlak door de lucht zweven.
Een doorlopend element dat bestaat uit een golvende stilering van een wolk, veel gebruikt in Chinese kunst en in oosterse tapijten.
Karabagh-tapijten met een patroon dat bestaat uit één of meerdere medaillons die motieven hebben die overeenkomsten vertonen met wolkensliertpatronen uit de Chinese kunst.
Karakteristieke Chinese motieven uit de Han Dynastie die bestaan uit lange, kronkelende, lintachtige vormen met diepe krullen en bogen die steeds van richting veranderen en zich op zulke punten verwijden tot groteske vormen.
Grauwgeel roofdier uit de familie van de hondachtigen met spitse snuit, rechtopstaande oren en neerhangende staart; zonder staart 1 à 1,4 m lang.
Brede, ronde stoelen bestaande uit een voorgevormd plastic geraamte, met schuimrubber gevulde bekleding van wollen stof, op een buisvormig frame; ontworpen door Eero Saarinen en geïntroduceerd in het midden van de jaren 40 van de 20ste eeuw; gewoonlijk gecombineerd met een bijpassend gestoffeerd voetenbankje.
Beperking of weigering van het verblijven, huren of bezitten van een woning vanwege een vooroordeel dat is gebaseerd op factoren als leeftijd, geslacht, seksuele voorkeur, ras, etnische groepering of maatschappelijke of economische status.
Het selecteren en organiseren van vloerbedekkingen, stoffering, meubilair en meubilering van architectonische interieurs.
Muren die door twee partijen worden gebruikt onder een erfdienstbaarheidsverdrag, gebouwd op een scheidslijn tussen twee stukken grond of wooneenheden.
Catboten die zich van de 'Cape Cod catboten' onderscheiden door hun smallere romp, hogere vrijboord en opvouwbaar sprietzeiltuig; zijn in 1870 oorspronkelijk ontworpen om naar kreeft en vis te vissen onder de specifieke omstandigheden voor de kust van Woods Hole, in de Amerikaanse staat Massachusetts; werden later gebruikt voor wedstrijdzeilen.
Woningblokken die in compacte eenheden gebouwd zijn door woningbouwverenigingen, waarbij de tussen- en binnenruimten meestal zijn bedoeld voor voetgangers en gemeenschappelijk recreatief gebruik. Voor deze woonvorm specifiek bedoeld voor de lage inkomens, zie 'sociale woningbouwcomplexen'.
Beschermde woongebieden waarin het meeste verkeer bestemmingsverkeer is, waar er geen afscheiding is tussen de straat en het trottoir door een stoeprand, en waar straten worden gedeeld door voetgangers en voertuigen; idee afkomstig uit Nederland.
Huizen met binnenplaatsen van diverse samenstellingen en ontwerpen. Gebruik 'atriumhuizen' voor huizen met binnenplaatsen, die impluvia hebben maar geen colonnades. Gebruik 'peristyle houses' voor huizen met binnenplaatsen met colonnades.
Wordt gebruikt voor huizen met binnenplaatsen met colonnades; gebruik 'atriumhuizen' voor antieke Romeinse huizen of huizen met een soortgelijke stijl die geen colonnades hebben maar wel impluvia.
Historische benaming die in de 19e eeuw werd gebruikt voor decoratieve tafels, bedoeld om als pronkstuk te dienen, met name in woonkamers. Gebruik 'huiskamertafels' voor tafels die meestal bijpassend aan het overige meubilair zijn gemaakt en zijn bedoeld om in het midden van een kamer te staan.
Wordt alleen gebruikt voor gebouwen met huurappartementen in grote steden, bewoond door armere mensen; meestal zijn ze gebouwd met een minimum aan sanitaire voorzieningen, veiligheid en comfort en verkeren vaak in verwaarloosde toestand.
De frequentie waarmee een individu of individuen van woonlocatie wisselen, binnen dezelfde stad of tussen steden, staten of gemeenschappen.
Wordt gebruikt voor gebouwen of delen van een gebouw die alleen zijn bedoeld voor menselijke bewoning, maar die geen hotels zijn of andere gebouwen bedoeld voor tijdelijk verblijf. Gebruik 'thuis' voor de plaats die het middelpunt vormt van het huiselijke leven, gevoelsrelaties en interesses van een persoon, samen met het gevoel van gerieflijkheid en tevredenheid die daarbij horen.
Ruimten in hedendaagse woningen waarin men gasten ontvangt, leest, televisie kijkt of andere activiteiten bedrijft, doorgaans iets formeler van karakter dan een ‘den’ maar bedoeld voor een breder scala van activiteiten dan een 19de-eeuwse ontvangstzaal.
Te gebruiken voor gesloten, niet-gemotoriseerde voertuigen die door dieren worden getrokken als rijdende woningen van bijvoorbeeld zigeuners, ketellappers of reizende kooplieden; gebruik 'campers' voor de gemotoriseerde variant.
Geschreven of gedrukte karakters of combinaties van karakters, die gesproken woorden weergeven en die normaliter, zoals in een zin of een zinsdeel, voorkomen met tussenliggende ruimten of tussen een ruimte en een leesteken.
Benaming die vrij soepel wordt gebruikt voor de Wooton kabinetkantoorsecretaires en de '@rotary desks' die beiden door William S. Wooton zijn uitgevonden. Gebruik waar mogelijk een meer specifieke benaming.
Verwijst naar een type 17de-eeuwse kruik in de vorm van twee ringen die elkaar onder rechte hoeken kruisen. Ze zijn gemaakt van Rijnlands steengoed.
Apparaten die worden gebruikt voor het persen van worstvlees in worstvellen.
Beschrijft werken die zijn vervaardigd door het gelijknamige Afrikaanse volk, dat ooit op het eiland Beta voor de kust van Victoria, Kameroen, leefde.
Te gebruiken om werken te beschrijven van de gelijknamige Afrikaanse etnische groep die leeft in de provincie Cabinda in Angola, de regio Kinshasa in de Democratische Republiek Congo, en in Brazzaville in Congo.
Daklei ontwikkeld in het Engelse Lake District, dat zijn naam dankt aan het feit dat de stukken bij de nok in elkaar grijpen, waardoor het niet nodig is speciale nokstukken te gebruiken.
Een wrijfschaal is een Romeinse aardewerken kom waarin kwartskorrels in de bodem zijn meegebakken. Daardoor kreeg de binnenkant een ruw oppervlak, waarop kruiden konden worden fijngewreven. Een wrijfschaal is te vergelijken met een vijzel echter wrijfschalen hebben ook altijd een schenktuit.
Balansen voor het meten van lichte gravitatie-, elektrostatische- of magnetische krachten door de hoeveelheid torsie op een dunne, gedraaide metaaldraad vast te stellen.
Messen met verschillende vormen die worden gebruikt voor het snijden van zachte wrongel in blokjes zodat de afvoer van wei wordt bevorderd. Gebruik 'kaasmessen (voedselbereidingsgereedschap)' voor grote spatels die worden gebruikt voor het opsplitsen van gestremde melk.
Hoofddeksels die bestaan uit een nauwsluitend kapje waar een lange doek omheen is gewikkeld, oorspronkelijk afkomstig uit landen uit het oostelijk Middellandse-Zeegebied en Zuid-Azië. Ook hoofddeksels die er vergelijkbaar uitzien maar op een andere manier in elkaar kunnen zitten.
Verwijst naar de stijl van porselein dat in China werd gemaakt vanaf de Ming-periode (1368-1642), met name tijdens de heerschappij van Wan li (1573-1619). In eerste instantie werd de stijl gekenmerkt door het gebruik van wit porselein dat in vijf kleuren was beschilderd; appelgroen, roestrood, geel, aubergine en paarsblauw, maar uiteindelijk werd deze benaming gebruikt voor alle typen emaildecoratie.
Islamitische rituele wassingen die worden vereist vóór de dagelijkse vijf gebeden waarbij het gezicht, de neusgaten, het hoofd, de handen,de onderarmen, de voeten en de enkels met water worden gewassen.
Te gebruiken om werken te beschrijven van de gelijknamige Afrikaanse etnische groep die leeft in het noorden van Nigeria.
Grote houten opscheplepels met gebeeldhouwde handgrepen, meestal in de vorm van een mensenhoofd, huisdier of ornament, die door de Dan en naburige volkeren in Liberia bij feestelijke gelegenheden worden gebruikt en als symbool van gastvrijheid en vrijgevigheid dienen.
Te gebruiken om werken te beschrijven van de gelijknamige Afrikaanse etnische groep die leeft in de Cameroon Grassfields in Kameroen.
Beschrijft de diverse soorten kunstwerken die zijn vervaardigd door de bewoners van het eiland Wuvulu. De bewoners van Wuvulu zijn vooral bekend om hun houtsnijwerk van menselijke figuren of hoofden, vaak met trekken van krokodillen en vissen. Dergelijk beeldsnijwerk is aangetroffen op lijmstokken, opscheplepels van kokosnoot, eetgerei, speren, dolken van obsidiaan, spleetgongs, kano's, bedden en architecturale elementen.
Te gebruiken voor Schotse smalle straatjes, lanen of stegen die meestal kronkelend zijn aangelegd en die vanuit hoofdwegen naar kleine of grote steden leiden.
X-vormige poten gebaseerd op Romeins stoelontwerp, die worden gebruikt op Federaal en ander door de oudheid geïnspireerd meubilair.
Met een vorm of ontwerp van twee kruisende balken of lijnen van gelijke lengte, waarbij het snijpunt niet noodzakelijkerwijs rechte hoeken vormt en waarbij de balken diagonaal over het verticale vlak lopen. De basis van de vorm rust dus op twee armen die niet haaks op het horizontale grondvlak staan. Lijkt op de letter 'X'. Gebruik 'kruisvormig' voor vormen of ontwerpen met twee snijdende lijnen of balken met rechte hoeken, waarbij de balken al dan niet van gelijke lengte zijn en waarbij de basis van de vorm loodrecht op het horizontale vlak staat.
Een zwakke basische verbinding (C5H4N4O2) die verwant is aan urinezuur en wordt aangetroffen in diverse organen en uitscheidingen van dierlijke lichamen en planten. Het vormt een citroengele verbinding met salpeterzuur. Het wordt verkregen uit guanine en hypoxanthine, en geeft urinezuur bij oxidatie.
Verwijst traditioneel naar de eerste Chinese dynastie, waarvan het bestaan nog niet is bewezen. Deze dynastie zou dateren uit het vroege tweede millennium v. Chr. en aan de Shang-dynastie zijn voorafgegaan. Geleerden betwisten de geldigheid van de claim in teksten uit de Zhou-periode dat de Xia heersten over een gebied in het middendal van de Gele Rivier. Er is geen archeologisch gedefinieerde cultuur ontdekt. De veronderstelde datering van de Xia-dynastie valt samen met het vroege deel van de Erlitou-cultuur in de provincie Henan die brons produceerde. De Erlitou-site in het gewest Yanshi, provincie Henan, zou Xia kunnen zijn. Erlitou-keramiek is waarschijnlijk voortgekomen uit Longshan-aardewerk, en bestaat uit grijs, zwart, rood, wit en bruinachtig aardewerk. Het meest opmerkelijk zijn misschien bronzen rituele vaten van Erlitou die in keramiekmallen zijn gevormd. Deze bronzen rituele vaten zijn, evenals ornamenten en jaden voorwerpen, ontdekt in graftomben in Erlitou.
Verwijst naar de stijl van kunstvoorwerpen die zijn gevonden bij Hsiao-t'un en afkomstig zijn uit de late neolithische periode. Bij opgravingen op deze locatie is grijs aardewerk gevonden met versieringen van touwindrukken, en met name de drievoet, een bronzen voorwerp met drie kelken waarvan de spitse onderzijden aan elkaar waren bevestigd. In het latere Chinese bronzen tijdperk kreeg de drievoet holle poten voor een meer rechtstreekse warmteoverdracht.
Chinese schildermethode met een vrije manier van schetsen of penseelwerk uit de vrije hand, meestal in inkt.
Verwijst naar de stijl van porselein dat in China werd gemaakt tijdens de T'ang-dynastie (618-907 v. Chr.). De stijl wordt gekenmerkt door helder witte, eenvoudig vormgegeven kommen en schalen en in een beperkt aantal gevallen door uitgebreid gegraveerde potten.
Verwijst naar een Chinese neolithische cultuur die dateert uit de periode van circa 5300 tot circa 4800 v. Chr. De cultuur bevond zich in de vallei van de rivier de Liao, in het noordoosten van China.
Verwijst naar de stijl van porselein die tot ontwikkeling kwam gedurende de heerschappij van keizer Hsuan-te, 1426-1435. De stijl wordt gekenmerkt door blauw-wit aardewerk met veel nadruk op dikke lijnen en een evenwichtige toepassing van het ontwerp in relatie tot het volledige oppervlak. De dik aangebrachte blauwe verf heeft veel diepte en intensiteit, en het geglazuurde oppervlak ziet er golvend uit.
Slaginstrumenten, in allerlei vormen bestaande uit 2 of meer gestemde toetsen van hout, bamboe of synthetisch materiaal, steunend op 2 vibratiepunten, met klankbodems onder iedere toets afzonderlijk of onder alle toetsen gezamenlijk; bespeeld met stokjes of hamertjes; wereldwijd.
Beschrijft werken die zijn vervaardigd door het gelijknamige Afrikaanse volk, dat in het noorden van Nigeria leeft en een subgroep van de Yoruba vormt.
Verwijst naar de stijl van steengoed dat in de 12de eeuw werd geproduceerd in Seto en meer zuidelijk op het schiereiland Chita. De stijl kenmerkt zich door de vervaardiging van alledaagse producten, zoals kommen, potten en #motoren.
Te gebruiken om werken te beschrijven van de gelijknamige Afrikaanse etnische groep die leeft in het zuidoosten van Nigeria.
Te gebruiken om werken te beschrijven van de gelijknamige Afrikaanse etnische groep die leeft in het gebied rond de rivier de Ubangi.
Wordt gebruikt voor Turkse zomerverblijven, vooral als ze aan het water liggen.
Beschrijft werken die zijn vervaardigd door het gelijknamige Afrikaanse volk, dat in Ivoorkust, Guinee, Senegal en Sierra Leone leeft.
Verwijst naar de term voor de Japanse schilderstijl die halverwege de 9de eeuw voor het eerst werd gebruikt om het werk van Japanse kunstenaars te beschrijven dat zich, eerst in onderwerp en later in stijl, onderscheidde van werk dat onder Chinese invloed werd gemaakt. Tegenwoordig is de betekenis van de term veel breder en vallen hieronder niet alleen Japanse thema's, maar ook uniek Japanse vormen en stijlen. Karakteristieke thema's van Yamato-e zijn onder andere de vier seizoenen en afbeeldingen van beroemde plaatsen. Er bestond ook een sterke binding tussen Yamato-e en de Japanse poëziestijl, waarvan de inhoud vaak werd vertaald naar beelden op kamerschermen en schuifdeuren.
Te gebruiken om werken te beschrijven van de gelijknamige Afrikaanse etnische groep die leeft in de noordwestelijke provincie van Kameroen en, afhankelijk van het seizoen, in Nigeria.
Verwijst naar een Chinese neolithische cultuur en periode die een bloeitijd beleefde tussen circa 5000 en circa 3000 v. Chr. De Yangshao-cultuur, de vroegst bekende Chinese neolithische cultuur, wordt hoofdzakelijk gekenmerkt door zijn rood en zwart geschilderde aardewerk. De naam is ontleend aan een site bij het dorp Yangshao in de provincie Henan, die in 1921 werd ontdekt door de Zweedse archeoloog Johan Gunnar Andersson. Het gebied, met als centrum de vallei van de rivier de Wei, besloeg een groot deel van Baoji, in de provincie Shaanxi, en strekte zich naar het oosten toe uit tot in de provincie Henan.
Koreaanse citerachtige chordofonen, soortgelijk aan een hakkebord. Ze hebben een trapezoïde vorm en meestal veertien snaren.
Beschrijft werken die zijn vervaardigd door de bewoners van het eiland Yap. De bevolking van Yap kent diverse kunstzinnige tradities, bijvoorbeeld complexe geometrische tatoeagepatronen en ontwerpen voor outriggers, een type kano. In de hedendaagse Yap-kunst worden ook nieuwe kunstmaterialen, kleuren, methoden en thema's geïntegreerd, teneinde de toeristenindustrie winstgevender te maken.
Verwijst naar de stijl en periode van het vroege Angkor-rijk ten tijde van de heerschappij van koning Yashovarman I (889-900 n. Chr.). De stijl van deze periode wordt gekenmerkt door de grootschalige aanwezigheid van religieuze tempels als stadscentra en de vroege ontwikkeling van de tempel als een vijflagige piramidestructuur van zandsteen, met kruislings gerangschikte zandstenen torens en met heiligdommen, bibliotheken, galerijen en gopura's. Tempels uit deze periode waren complexe structuren waarvan het ontwerp werd gekenmerkt door Indiase invloeden met chronologisch symbolisme en seizoenscycli. In de decoratieve kunst en beeldhouwwerken uit deze periode is terug te zien hoe Yashovarman I probeerde zijn koninkrijk af te beelden als model voor de kosmos en het symbolische middelpunt van de wereld. De goedgekeurde artistieke werken uit deze periode kenmerken zich door hoge reliëfwerken van beschermfiguren en hemelse wezens en bas-reliëfs van gebladerte en sieraden rondom figuren van godheden.
Ruwharige kleden uit poolweefsel, die als slaapmatjes worden gebruikt.
Te gebruiken om werken te beschrijven van de gelijknamige Afrikaanse etnische groep die leeft in Ivoorkust.
Tweemasters met gaffeltuig, waarvan de fokkenmast langer is dan de bezaansmast en achter het roer is geplaatst; gebruik 'kitsen (vaartuigen met gaffeltuig)' voor soortgelijke vaartuigen met gaffeltuig waarvan de kleinere bezaansmast voor het roer is geplaatst.
Yawulya verwijst naar zandontwerpen en ceremonieën die zijn voorbehouden aan de vrouwen van het Aboriginal-volk de Warlpiri. De door vrouwen gemaakte zandontwerpen worden gebruikt bij het vertellen van verhalen als uiting van problemen met de seksualiteit, vruchtbaarheid en het welzijn, en vertegenwoordigen daarnaast de aanwezigheid van voorouders tijdens de ceremonieën. Hoewel de ontwerpen meestal in het zand worden getekend, worden ze soms ook in hout of steen gesneden of op lichamen geschilderd.
Verwijst naar de periode van circa 300 v. Chr. tot circa 300 n. Chr., en is genoemd naar de ontdekking van een kenmerkend aardewerk dat werd ontdekt in de Yayoi-sectie van Tokio. Deze periode werd gekenmerkt door de ontwikkeling van natte-rijstcultuur, het gebruik van brons en ijzer en de productie van ongeglazuurd aardewerk in een groot aantal vormen en decoratieve stijlen.
Handgeweven Navajo-tapijten met afbeeldingen van de yeibichai, Navajo-dansers die de yei of het heilige volk belichamen.
Te gebruiken om werken te beschrijven van de gelijknamige Afrikaanse etnische groep die leeft in het midden van Tanzania.
Te gebruiken om werken te beschrijven van de gelijknamige Afrikaanse etnische groep, een subgroep van de Mongo, die leeft in de Democratische Republiek Congo.
Verwijst naar werken die zijn vervaardigd door de gelijknamige Afrikaanse etnische groep, die in het zuidwesten van Ethiopië leeft.
Te gebruiken om werken te beschrijven van de gelijknamige Afrikaanse etnische groep die leeft in het noorden van Nigeria.
Wordt gebruikt voor Hebreeuws-Engelse scholen die zowel seculier als religieus onderwijs bieden, meestal bestuurd onder orthodox-joodse auspiciën, of wordt gebruikt voor scholen die onderwijs geven in de talmoedische wet en die rabbi's wijden. Gebruik 'rabbijnenscholen' voor onderwijsinstellingen die speciaal zijn bedoeld voor het scholen van rabbi's. Gebruik 'joodse scholen' voor scholen die worden bestuurd onder hervormd of conservatief joodse auspiciën.
Te gebruiken om werken te beschrijven van de gelijknamige Afrikaanse etnische groep die leeft in de regio Ngamiland in Botswana en Namibië.
In Indiase godsdiensten de middelen en technieken waarmee het bewustzijn wordt geoefend in een staat van volmaakt spiritueel inzicht en kalmte en in het bereiken van de vrijmaking van het karma en de samsara. De term kan specifiek verwijzen naar een systeem van lichaams- en ademhalingsoefeningen in combinatie met meditatie, uitgevoerd in het kader van de yogadiscipline om de beheersing van lichaam en geest te bevorderen. Yoga is waarschijnlijk van niet-Vedische oorsprong. Tegenwoordig bestaan er vele soorten yoga. In het westen wordt yoga minder gewaardeerd als theïstische hindoefilosofie en meer als een activiteit of discipline die goed is voor de geestelijke en lichamelijke gezondheid.
Verwijst in algemene zin naar iedere Japanse variant van de beeldende kunsten waarbij westerse technieken worden gebruikt. De term raakte in zwang gedurende de Meiji-restauratie (1868-1912) en was bedoeld om een onderscheid aan te brengen tussen de westers georiënteerde en de traditionele schilderstijlen van Japan. Reeds in de 16de eeuw kende Japan westers georiënteerde schilderstijlen, maar de belangstelling verdween door de invoering van een politiek van nationaal isolement, de sakoku-rei, ten tijde van het Togukawa-shogunaat (1603-1867). In 1855 riep het shogunaat een onderzoeksbureau voor westerse studies in het leven, en in 1876 werd de Technische School voor de Schone Kunsten gesticht. In de jaren 80 van de 19de eeuw kwam er verzet tegen de westers georiënteerde schilderkunst en bloeide de belangstelling voor de traditionele kunsten weer op.
Verwijst naar de porseleinstijl die ontstond tijdens de regeerperiode van keizer Yongle, 1403-1424.De stijl kenmerkt zich door ambachtelijk vervaardigd, hoogwaardig blauwwit porselein. In deze periode begon met keizerlijke merktekens op producten aan te brengen.
Verwijst naar het werk van een groep kunstenaars die exposeerden in Londen aan het eind van de jaren 80 en de jaren 90 van de 20ste eeuw. Het werk vormde een reactie op minimalistische en conceptuele kunst, en kenmerkt zich door een nadruk op multimedia, gladde en zelfbewuste promotie van kunst en exposities, ingenieuze, literaire titels, en een ironische, schokkende beeldtaal.
Verwijst naar werken die zijn vervaardigd door de gelijknamige Afrikaanse etnische groep, die in het noorden van Benin leeft.
Chinees ritueel vat van brons met de vorm van een kom, gelijksoortig aan de gui maar zonder handvatten, veel voorkomend in de Erligang- en de Anyangperiode. De stijl eindigt in de Westerse Zhouperiode.
Verwijst naar een Chinese dynastieke stijl en periode tussen 1279 en 1368. De dynastie werd gesticht door de Mogol Kublai Khan (heerste van 1260-1294), die heel China verenigde tot een rijk dat zich naar het westen toe uitstrekte tot de gebieden van het huidige Polen en Hongarije. Hoewel er geen sprake was van een belangrijk kunstmecenaat, leidden de hereniging van China, de uitbreiding van de handel en het ontbreken van stilistische beperkingen tot een samengaan en vrijelijk toepassen van allerlei tradities en invloeden. Met name in de toegepaste kunst - porselein en lakwerk - deden tal van vernieuwingen hun intrede. Gedurende deze periode werd de Zijderoute weer geopend en ontkiemde de Europese belangstelling voor China. Als reactie op de buitenlandse overheersing vluchtten de geschoolde Chinezen in de oude tradities, terwijl veel geleerden weigerden in overheidsdienst te treden. De school van literati-schilderen ging een dominante rol spelen in de schilderkunst, en kunstenaars legden nu de nadruk op de individuele en kalligrafische expressie; ze zetten zich daarmee af tegen het decoratieve karakter van de officiële schilderkunst. De belangrijkste meesters van de Yuan-stijl waren Huang Gongwang, Wu Zhen, Ni Zan en Wang Meng, allen literati die zich verzetten tegen de Mongoolse overheersing. Een belangrijke uitzondering werd gevormd door de voornaamste Yuan-kalligraaf Zhao Mengu, die voor de Mongolen werkten en aan het hoofd stond van de Hanlin-academie. Op keramisch gebied leidden invloeden uit het Midden-Oosten tot overdadige, in blauw en wit uitgevoerde decoraties; kooplieden uit het Midden-Oosten gaven daarnaast opdrachten voor enorme Longquan-celadons. De Yuan-periode bracht ook tal van opdrachten voor boeddhistische beeldhouwwerken: tantrische figuren met meerdere armen en benen, een bewijs van de Mongoolse voorkeur voor de lamakunst van Nepal en Tibet. Ook de ciseleertechniek in zilverwerk, die wordt geassocieerd met de zilversmid Zhu Bishan, komt in deze periode tot ontwikkeling; ten slotte werd er beeldgesneden Yuan-lakwerk geproduceerd. Voorbeelden van Mongoolse bijdragen aan de architectuur zijn de omvangrijke gebouwen die op grote schaal verrezen in Beijing, de hoofdstad van de Mongolen; het stedelijk ontwerp werd later aangepast tijdens de Ming- en Qing-dynastie. Na de dood van Kublai Khan raakte de Yuan-dynastie in verval.
Chinese luiten met een korte hals. Yueh-chins hebben een ronde klankkast, vier snaren, een platte achterkant en metalen tongen in de klankkast.
Te gebruiken om werken te beschrijven van de gelijknamige Afrikaanse etnische groep die leeft in het noordoosten van Nigeria.
Verwijst naar de cultuur van de Yup'ik, een westelijk levende Eskimo-groep uit Siberisch Azië, Saint Lawrence Island en de Diomede-eilandengroep in de Beringzee en Beringstraat. Er bestaat een culturele verwantschap tussen de Yup'ik en de Tsjoektsjen.
Ruimten die groter zijn dan kamers, in gebouwen van allerlei aard. Wordt ook gebruikt voor de belangrijkste ruimten van middeleeuwse huizen en voor grote ruimten in aanzienlijke huizen.
Hout van de boom behorende tot de soort Carya tomentosa, inheems in de Verenigde Staten. Het wordt gebruikt voo handvatten voor gereedschap, sportartikelen, draaiwerk en carrosserieën van voertuigen.
Een zachte baksteen, die wel wordt gebruikt voor het aanbrengen van een gemetselde deklaag omdat deze eenvoudig te snijden of glad te schuren is.
Een grondlaag voor etsen die vet bevat, zodat er geen verharding optreedt.
Licht kleiige aarde die kalk of een kunstmatig mengsel van klei en kalk bevat. Wordt gebruikt bij de productie van bakstenen.
Solderen bij een temperatuur die lager is dan normaal, meestal tussen de 130 en 180 graden Celsius.
Wordt gebruikt voor zittingen die over een frame zijn gemaakt en op de rug van een dier worden geplaatst om ruiters te vervoeren. Kan ook worden gebruikt voor soortgelijke maar kleinere zittingen op voertuigen, zoals fietsen.
Woolen blankets put between a saddle and a horse's back when riding.
Dunne gevoerde kussens om tussen een zadel en de rug van het paard te leggen, tijdens het rijden.
Zadeltassen van leer of stof, die aan een kant van een zadel hangen of over de rug van het paard achter het zadel gelegd worden en meestal onderdeel van een paar zijn, verbonden door een band of een riem. Tevens soortgelijke tassen die aan weerskanten van het achterwiel van een fiets, motorfiets en dergelijke hangen.
Te gebruiken om werken te beschrijven van het gelijknamige Afrikaanse herdersvolk dat leeft in de Soedanese regio Darfur en in het oosten van Tsjaad. Van de 9de tot de 11de eeuw had dit volk de heerschappij over het historische Kanem-rijk.
Grote en flexibele houders van vlas, jute, een andere stof of plastic, gewoonlijk rechthoekig, open aan één kant en bedoeld voor het bewaren en vervoeren van bijvoorbeeld maïs, meel, fruit, aardappels, hout, kolen of andere producten. Gebruik 'tassen (algemene houders)' voor houders van leer, stof, papier waarvan de opening kan worden afgesloten.
Kleine of iets grotere tassen, vooral om kleine voorwerpen of kleine hoeveelheden in op te bergen, vaak met een sluitkoord, een flap of ander sluitmechanisme.
Japanse boekbanden die bestaan uit gevouwen vellen papier die zodanig aan elkaar zijn gestikt dat de gevouwen hoeken de frontsnede vormen.
Te gebruiken voor een breed gebied van commerciële- en handelsactiviteiten die de uitwisseling van producten, diensten of financiële middelen met zich mee brengen.
Flessen gemaakt om in een zak te worden gedragen, en daarom geen oortjes voor een draagriempje hebben. Soms gemaakt van dik glas versterkt met opgezette stroken van glas, of later van glas in leren of metalen omhulsels.
Stam van meer dan 64.000 soorten zwammen die worden gekenmerkt door een ascus, een zakachtige structuur die in de seksuele fase vier à acht ascosporen bevat.
Messen waarvan het lemmet kan worden opgeklapt in het handvat zodat ze in de zak kunnen worden gestopt.
Halfronde of kielvormige bogen in buitenmuren van Russische kerken. De term gebruikt men ook voor ronde voorgevels in de Engelse architectuur.
Kleine spiegels die vaak in een bijpassend doosje, buideltje of soortgelijke houder passen. Ze zijn bedoeld om te worden gedragen, bijvoorbeeld aan een riem of in een tasje.
Houders uit steen of glas, gebruikt om oliën of zalven in te bewaren. De oud-Egyptische zalfpotten waren vaak rijkelijk versierd of gevormd naar de beeltenis van bepaalde dieren of jonge vrouwen, die wedergeboorte en regeneratie symboliseerden.
Warm oranjeachtig roze in diverse kleurschakeringen, verwijst naar de kleur van het vlees van de zalm.
Zamak is het handelsmerk voor een groep van legeringen met zink als hoofdbestanddeel. De legeringen hebben een relatief laag smeltpunt en kunnen gemakkelijk worden gegoten. De naam is een acroniem afgeleid van de initialen van de Duitse namen voor de metalen waaruit het materiaal bestaat: Zink, aluminium, magnesium, koper.
Beschrijft werken die zijn vervaardigd door het gelijknamige Afrikaanse volk, een Hausa-volk uit een pre-islamitische staat in het noorden van Nigeria.
Uurwerken die gelijke tijdvakken afmeten aan de beweging van zand of een andere vrij stromende, fijnkorrelige substantie door een nauwe opening tussen twee driehoekige of kegelvormige glazen bollen die met de openingen naar elkaar toe zijn geplaatst; ze werden waarschijnlijk geïntroduceerd aan het begin van de 14e eeuw en toen vooral gebruikt om de tijd bij te houden op schepen.
Pantserhandschoenen in de vorm van een zandloper, die populair waren in de 14e en begin 15e eeuw, gekenmerkt door een korte wijde manchet en een rugstuk dat bestaat uit een enkele plaat die is aangepast aan de vorm van de knokkels en de aansluiting van de duim aan de hand.
Sterk papier dat is bedekt met schuurmateriaal, zoals siliciumdioxyde, granaatsteen, siliciumcarbide of aluminiumoxyde. Wordt gebruikt om iets glad te maken of te schuren. Vlaamse benaming.
Een gefuseerd sedimentair gesteente bestaande uit zandkorrels die zijn samengevoegd met een natuurlijk bindend materiaal; het meest voorkomende zand in zandsteen bevat kwarts, met aanzienlijke hoeveelheden veldspaat, kalk, mica en kleiachtige materie.
Verwijst naar de uitvoerende kunst die wordt gekenmerkt door het vaardig produceren van muzikale tonen door de menselijke stem. Zingen vereist een lichaamstechniek waarbij de longen lucht toevoeren naar het strottenhoofd, dat als een riet of trillingsmechanisme fungeert; de borstholte en hoofdholten dienen als klankkast. De tong, het verhemelte, het gebit en de lippen zorgen voor de klankarticulatie en vormen de versterkte klanken tot klinkers en medeklinkers. Bij het zingen is een verfijnde techniek noodzakelijk om deze verschillende anatomische mechanismen en hun onderlinge wisselwerking te coördineren. Het verschil met spreken is dat bij het zingen de adem op een andere manier naar de stembanden wordt gestuurd, en dat de beweging en reflexen van de stembanden een zekere beheersing vergen.
Ruimten in christelijke kerken, doorgaans tussen de altaarruimte of het heiligdom en het schip, gereserveerd voor koorzangers. Voor ruimten die de altaarruimte en het zangkoor, als dat aanwezig is, omvatten wordt 'koren' gebruikt. Voor verhoogde platforms van waar af een koor, vaak bestaand uit leken, zingt wordt 'koorgalerijen' gebruikt.
Hout van de boom behorende tot het genus Casearia praecox, inheems in West-Indië, Venezuela en Colombia. De kleur van het hout varieert van citroengeel tot bijna wit, met weinig of geen verschil tussen spint- en kernhout. Het wordt gebruikt voor het maken van schietspoelen, spillen, pianotoetsen en wiskundige instrumenten. het wordt vaak zwart gekleurd om op op ebbenhout te lijken.
Te gebruiken om werken te beschrijven van de gelijknamige Afrikaanse etnische groep die leeft in Burkina Faso.
Turkse term voor een type metalen, soms gouden houder, bedoeld voor een keramieken, meestal porseleinen kop.
Te gebruiken om werken te beschrijven van de gelijknamige Afrikaanse etnische groep die leeft in Niger, Mali, Benin, Burkina Faso en Nigeria.
Verwijst naar de Paleolithische periode van circa 25.000 tot 10.000 v. Chr. in het Zagros-gebergte in Iran. De periode kenmerkt zich door alledaagse gereedschappen die met kwalitatief zeer goed vakmanschap werden vervaardigd, het gebruik van geïmporteerde zeeschelpen als versiering en benen werktuigen.
Genus van grassen met vijf soorten.
Marmerpapier dat met vijf kleuren wordt geproduceerd. Tijdens het prepareren, na toevoeging van de vierde kleur, wordt het mengsel door elkaar geharkt, waarna her en der middelgrote vlekken van de vijfde kleur worden aangebracht.
Te gebruiken voor de tak van filosofie die zich bezig houdt met waarden die verband houden met het menselijk gedrag, met betrekking tot de juist- of onjuistheid van bepaalde handelingen en de goed- of slechtheid van de motieven voor, en de resultaten van dergelijke handelingen. Gebruik 'ethiek (concept)' voor het begrip van een systeem van morele principes of gedragsregels die ten grondslag liggen aan vrijwillige menselijke handelingen.
gestandaardiseerde, verzegelbare en voor hergebruik geschikt volume, die vaste afmetingen hebben en ontworpen zijn om op elkaar te worden gestapeld en aan elkaar te worden vastgezet.
Middelgrote boomsoort die inheems is in het westen en zuidwesten van het Middellandse Zeegebied. In het gebied van oorsprong wordt de boom algemeen geteeld voor productiehout, en hij behoort dan ook tot de belangrijkste bomen voor de bosbouw in Frankrijk, Spanje en Portugal. Wordt ook als sierboom gebruikt en voor de vervaardiging van geneesmiddelen en terpentijn.
Gebruiksvoorwerpen of apparaten die worden gebruikt voor het vast- of tegenhouden van vaste stoffen of deeltjes terwijl een vloeistof erlangs loopt. Gebruik 'vergieten' voor schaal- of kegelvormige pannen met geperforeerde of doorboorde kanten die worden gebruikt voor het uitdruipen of afgieten van voedsel.
Stevige stof meestal van zijde, geweven in diverse maasgrootten voor verschillende toepassingen, zoals het zeven van meel, zeefdrukken of borduurwerk.
Orde van twee families met vier levende soorten zoogdieren. Het zijn plantenetende waterdieren die leven in rivieren, estuariën, kustwateren, moerassen en mariene watergebieden. De orde is in het Eoceen ontstaan, meer dan 50 miljoen jaar geleden.
Navigatiekompassen die bestaan uit een draaiende kompaskaart meestal met een onderverdeling in 8, 16 of 32 gelijke delen, die is geplaatst in een niet-ijzerhoudende metalen kom met een cardanusring.
Hoofddeksels van witte of marineblauwe stof met een platte hoedenbol en een onbuigzame donkere klep; meestal versierd met een insigne en een tres aan de voorkant en gemaakt naar voorbeeld van de petten van marineofficiers.
Het niveau dat correspondeert met de zeeoppervlakte op het gemiddelde niveau tussen hoog en laag water, te gebruiken als maatstaf voor hoogtemetingen.
Het huidpantser van weekdieren uit zout water, vaak gebruikt voor sieraden of decoratieve voorwerpen.
Verwijst naar de stijl van het laat-Minoïsche aardewerk die zich ontwikkelde rond 1500 v. Chr. onder de bescherming van de heersers van de nieuwe paleizen, en die zich vervolgens door export verspreidde naar de Cycladen en het Griekse vasteland. De stijl kenmerkt zich door inventieve, naturalistisch geschilderde decoraties die meestal afbeeldingen bevatten van argonauten, zeesterren, koraalschelpen, inktvissen, zeewier en andere elementen uit de onderwaterwereld.
Schrift gebaseerd op de stempelzegelstijl. Verwijst in het algemeen naar de oude Chinese schriften van vóór het Han-klerkenschrift, inclusief het grote zegelschrift en het kleine zegelschrift. Over het algemeen worden schriften vóór de Qin-dynastie aangeduid als het grote zegelschrift. Nadat de heerschappij van Qin in 211 v.Chr. China had verenigd, werden de schriften door een team van ambtenaren onder leiding van toenmalig minister-president Li Si gestandaardiseerd; het nieuwe schrift wordt het kleine zegelschrift genoemd.
Harsachtig preparaat van schellak en terpentijn, of van bijenwas en Venetiaanse terpentijn met een kleurende materie. Het is kneedbaar als het is verwarmd en het wordt gebruikt voor het verzegelen van brieven, het aanbrengen van zegels op documenten en het afdichten van batterijen en potten.
Boten die worden gebruikt bij het vissen met zegens, netten die verticaal in het water hangen en dobbers hebben aan de bovenkant en gewichtjes aan de onderkant. In Nederland bij de riviervisserij: stoomvaartuig waarin de zegens gelegd en waarmee ze uitgezet worden (TRN).
Overwinningsfeesten in het oude Rome die ter ere van generaals en admiraals werden gehouden of voor keizers of leden van de keizerlijke familie in de keizertijd die een volledige overwinning hadden behaald over een buitenlandse vijand. Kenmerkend voor het feest was een overwinningsoptocht met de geëerde gezagvoerder, zijn leger en oorlogsbuit, executie van de hoofdgevangene, offeringen bij de tempel van Jupiter en een openbaar feest.
Personen die zeilen maken, vermaken of repareren. In het bijzonder, aan boord van een schip, een zeeman (in de Amerikaanse marine een hogere onderofficier) die verantwoordelijk is voor alle zeilen en dekzeilen en deze onderhoudt.
Werktuigen die worden gebruikt om gras, graan of andere gewassen te maaien, samengesteld uit een lang gebogen blad dat onder een hoek is bevestigd aan een lange steel.
Te gebruiken om werken te beschrijven van de gelijknamige Afrikaanse etnische groep die leeft in de Democratische Republiek Congo.
Onafhankelijk opgehangen vloer- of dakbedekkingseenheden die zich uitstrekken tussen bouwdelen.
De lengterichting van een weefsel dat is afgesloten met inslaglussen, vaak te onderscheiden doordat de inslageinden verschillen van de rest van het weefsel, en soms doordat er een wijziging in de binding is.
Beschrijft werken die zijn vervaardigd door het gelijknamige Berbervolk dat in Marokko leeft, in het gebied tussen Rabat en Meknes.
In het algemeen, schilderijen en kalligrafieën van zenboeddhistische priesters in China, Korea en Japan. Men gebruikt de term meer specifiek voor het werk van Japanse zenpriesters uit de Edo-periode (1600-1868). De inhoud van de schilderijen en kalligrafieën is gericht op de gedragsregels van de dharma. De stijl is krachtig, vrolijk en spontaan ��� soms zijn de werken zelfs slordig uitgevoerd. De term betekent letterlijk ���zenschilderij'. Gebruik ���gazen' voor schilderen als zenactiviteit.
Verwijst naar een periode in de Chinese geschiedenis die vier eeuwen omvat, na de val de Han-dynastie in 220 n. Chr., en voorafgaand aan de Sui-dynastie (circa 589 n. Chr.). Gedurende deze periode probeerden rivaliserende families delen van het Han-rijk in hun macht te krijgen. De Chinese kunst stond onder invloed van nieuwe ideeën, met name ontwikkelingen op religieus gebied. Het boeddhisme, een religie die zich vanuit het naburige India naar China had verspreid, heeft de kunst van de Zes Dynastieën het sterkst beïnvloed; in de 4de eeuw had de Chinese boeddhistische kunst zich inmiddels als categorie gevestigd. In het klooster in Dunhuang, in het westen van China, zijn belangrijke wandschilderingen bewaard gebleven. Monumentale beeldhouwkunst, een traditie die vanuit het noorden naar China was overgebracht, werd populair, zoals blijkt uit de imposante, in steen uitgehouwen beelden van boeddhistische godheden in de bergen van de provincies Shaanxi en Henan. Houten pagodes, afgeleid van zowel de Indiase stoepa's als de torens van de Han-dynastie, vormden een belangrijke architecturale ontwikkeling in deze periode. Ook de inheemse geloofsstelsels van het confucianisme en taoïsme bleken een voedingsbodem voor nieuwe thema's en stijlen. Het confuciaanse ideaal kwam tot expressie in de populaire taferelen die respect voor de ouders uitdrukten, terwijl taoïstische kunstenaars een voorkeur aan de dag legden voor landschappen en volkslegenden. Ook wereldlijke kunsttradities waren aan verandering onderhevig, met name in de schilderkunst. Gu Kaizhi, die als de vader van de Chinese landschapsschilderkunst wordt beschouwd, was eveneens werkzaam in deze periode. In Zuid-China werden ook belangrijke vorderingen gemaakt op keramisch gebied, met name in het steengoed met groen glazuur Yueh-yao of 'Yueh-aardewerk', een duurzaam soort keramiek dat uiteindelijk zou worden uitgevoerd naar verre streken als Egypte en de Filippijnen. Gedurende deze periode zien we voor het eerst gentleman-schilders, kalligrafen en belangrijke privékunstcollecties in China. Ook de literaire kritiek en kunstkritiek kregen in deze periode vorm.
Plattegrond van gebouwen of steden die zijn opgetrokken in een zeshoek (zes zijden met dezelfde lengte), meestal een gecentraliseerde plattegrond.
Beschrijft gebouwen, in het bijzonder klassieke Griekse en Romeinse tempels en gebouwen met een soortgelijke structuur, met een of meer rijen van zes zuilen aan een of beide uiteinden.
Bij het handmatig zetten, de fouten die in het gedrukte resultaat verschijnen als gevolg van het verkeerd sorteren van het zetsel in de zetkast. Typische voorbeelden van zetfouten zijn letters van een verkeerd formaat of lettertype, of spelfouten.
Wordt gebruikt voor diverse machines die worden gebruikt om letters te zetten, te beginnen met de apparaten van het begin en midden van de 19e eeuw, inclusief de machines voor @strike-on composition en elektronische en fotografische apparaten en systemen.
Verwijst naar de periode in Egypte van circa 1630 tot 1540 v. Chr. tijdens welke de heersers (Hyksos) vanuit de stad Thebes in het zuiden het land regeerden. De periode kenmerkt zich door het vermoeden van een florerende artistieke productie in het erna volgende Nieuwe Rijk en de aanhoudende productie van koninklijk beeldhouwwerk.
Stroperige, kleurloze, enigszins glanzende afscheiding die meestal enigszins reageert als een base; bevat water, slijmstoffen, proteïne, zouten en vaak ook zetmeelafbrekende enzymen.
Verwijst naar het werk van een school van kunstenaars die is opgericht door Wu Wei (1465-1508). De stijl kenmerkt zich door vluchtig geschetste composities met losse en krachtige penseelstroken.
Verwijst naar de stijl van porselein die werd ontwikkeld gedurende de heerschappij van keizer Cheng-te, 1506-1521. De stijl wordt gekenmerkt door blauw-wit glazuurwerk met Arabische of Perzische inscripties, een resultaat van de islamitische invloeden in het staatsbestuur. Kenmerkend voor objecten in deze stijl is een markering met zes karakters in blauw onderglazuur, in plaats van vier karakters zoals bij andere objecten. Dit porselein werd niet meer gemaakt na de dood van Cheng-te, maar soortgelijk werk van mindere kwaliteit werd wel nog vervaardigd ten tijde van zijn opvolgers.
Verwijst naar de stijl van kunstvoorwerpen uit circa 1300 v. Chr. die zijn aangetroffen bij Cheng-chou, ten zuiden van de Gele Rivier in de huidige provincie Honan. Bij koninklijke tombes en reguliere begraafplaatsen zijn grote hoeveelheden kunstvoorwerpen gevonden, met name grijs aardewerk en bronzen objecten uit de eerste fase van de Shang-cultuur.
Verwijst naar de cultuur van de Zhou-dynastie, een periode die duurde van circa 1050 tot 256 v. Chr. De Zhou-dynastie volgde de Shang-dynastie op. Het gebied waarover de Zhous regeerden, was erg groot, maar hun heerschappij was indirect en werd daarom vaak betwist. De Zhou-periode wordt verdeeld in de Westelijke Zhou (circa 1050-771 v. Chr.) en de Oostelijke Zhou (771-256 v. Chr.). Er was sprake van een grote regionale diversiteit in de Zhou-periode, maar over het algemeen was het een tijd van opmerkelijke, politieke, filosofische, religieuze en sociale veranderingen. Veel elementaire Chinese tradities werden gevestigd en de vroegste Chinese literatuur dateert uit de Zhou-periode, onder andere de geschriften van Confucius. De bevolking nam toe in deze periode en het gebruik van ijzeren gereedschap raakte wijder verbreid, wat leidde tot landbouwkundige vooruitgang. De opkomst van een koopmansklasse en de ontwikkeling van geld creëerde een grotere markt voor artistieke producten, waarvan bronzen voorwerpen het belangrijkst bleven. Deze voorwerpen werden wereldlijker en dienden als symbolen van status, rijkdom en autoriteit. Op Zhou-bronzen worden langere inscripties aangetroffen, die nu waardevolle getuigenissen zijn van vroege Chinese geschiedenis. Het decoreren van bronzen werd abstracter, geometrischer en kleurrijker, en werd gekenmerkt door een toegenomen gebruik van reliëf en kostbaar inlegsel. De vele kleine staten van de Zhou-dynastie werden praktisch onafhankelijk van het centrale gezag en de Qin versloeg uiteindelijk de overige staten en vestigde de eerste verenigde Chinese heerschappij.
Zichtbare voegen op het oppervlak van een gemetselde muur.
Verwijst naar dat deel van een voorwerp dat zichtbaar is voor het oog, ter onderscheiding van de feitelijke grootte van het voorwerp. Meestal wordt de term gebruikt bij het beschrijven van de afmetingen van dat deel van een tweedimensionaal kunstwerk dat zichtbaar is binnen het venster van een lijst of passe-partout, zonder die delen van het werk die aan het oog zijn onttrokken door de sponning of het gebied van de passe-partout. De term kan ook worden gebruikt bij een beschrijving van de lijst of passe-partout zelf, en verwijst dan naar de grootte van de opening waardoor een bepaald kunstwerk gezien wordt.
Mensen die lijden aan een ziekte of aandoening.
Instellingen die zijn bemand en uitgerust voor de diagnose van ziekten, voor medische en chirurgische behandeling van zieken en gewonden, en voor hun huisvesting tijdens de behandeling. Moderne ziekenhuizen fungeren vaak ook als centra voor onderzoek en onderwijs.
Bootvormige houders, meestal van zilver, tin of aardewerk, met een lange tuit; gebruikt om vloeistoffen en zacht voedsel aan kinderen en eventueel aan invaliden toe te dienen.
Bordestrappen zonder trapgat tussen de opeenvolgende trappen. De trapleuning en balusters van de bovenste en de onderste trap vallen verticaal samen.
Secundaire en meestal onopvallende achterdeuren of poorten, vooral in vestingwerken of ommuurde ruimten. Kan ook worden gebruikt voor minder belangrijke, privé- of zij-ingangen.
Het kweken van zijderupsen voor de productie van zijdevezels.
Te gebruiken voor het zuivere metaalelement met het symbool Ag en het atoomnummer 47. Het metaal is smeedbaar, vervormbaar en wit van kleur met een kenmerkende glans en wordt als edel beschouwd. Ook te gebruiken voor dit metaal wanneer het wordt bewerkt en gevormd om, meestal in combinatie met andere stoffen, diverse voorwerpen en materialen te maken.
Oplossing van zilverzouten die wordt gebruikt om plaatselijk de kleur van gebrandschild glas te wijzigen.
Metaalbewerkers die zijn gespecialiseerd in het werken met zilver, in het bijzonder in het maken van sieraden en tafelgerei.
Genus dat 50 soorten groenblijvende coniferen uit de familie Pinaceae omvat. Ze komen voor in een groot deel van Noord- en Midden-Amerika en in Europa, Azië en Noord-Afrika, doorgaans in bergachtig gebied. Ze zijn het nauwst verwant met de ceder (Cedrus). Douglassparren zijn geen echte sparren maar maken deel uit van het genus Pseudotsuga.
Slanke, platte insecten zonder vleugels met drie staartstekels. Het lichaam is bedekt met zilverachtige schubben. De dieren leven gewoonlijk binnenshuis en eten materiaal met een hoog zetmeelgehalte, zoals plaksel van boekbanden en behang, en beschadigen zo het materiaal.
Te gebruiken om werken te beschrijven van de gelijknamige Afrikaanse etnische groep die leeft in het grensgebied tussen Malawi en de Democratische Republiek Congo.
Afrikaanse stenen paleizen. De buitenste muren en veekralen werden gebouwd van bedekte stenen, terwijl de hoofdgebouwen binnen de muren werden gemaakt van constructies van leem en vlechtwerk.
Glazen, gestemd, opgesteld in een serie; bespeeld door eroverheen te wrijven, soms ook door er tegenaan te slaan, waardoor een geluid ontstaat als van een strijkinstrument.
Te gebruiken voor het zuivere metaalelement met het symbool Zn en het atoomnummer 30; het is een blauwachtig wit, kristallijn metaal. Ook te gebruiken voor dit metaal wanneer het wordt bewerkt en gevormd om, meestal in combinatie met andere stoffen, diverse voorwerpen en materialen te maken.
Verwijst naar lithografieën die worden gemaakt van zinkplaten volgens het zinkografieproces. De term stamt oorspronkelijk uit Frankrijk, waar een onderscheid wordt gemaakt tussen lithografieën die op steen en op zink worden gemaakt. Deze twee typen afdrukken lijken erg op elkaar, dus het onderscheid wordt nauwelijks gemaakt.
Een hoogwaardig pigment van zinkoxide dat wordt gemaakt volgens het Franse procedé, een indirecte techniek om metallisch zink te verdampen. De dampen reageren met de lucht en precipiteren als zuivere zinkoxide. De meeste commerciële pigmenten uit zinkoxide worden op deze manier gemaakt.
Zuiver dierlijk of fysiek aspect van de menselijke aard; de zinnen en begeerten van het fysieke lichaam. Ook het toegeven aan de zinnen, genotzucht of wellust.
Literair middel waarvan de naam afkomstig is van het Latijnse woord 'allusio', dat een 'woordspel' betekent. Het wordt gebruikt om te zinspelen op of indirect te verwijzen naar een persoon, gebeurtenis, ding of deel van een andere tekst. Allusies onderscheiden zich van middelen als letterlijke citaten of imitaties en zijn gebaseerd op de veronderstelling dat de auteur en lezer een kennisgebied en culturele begrippen delen.
Korte, bondige formuleringen van principes of voorschriften, waarvan de auteur dikwijls bekend is; te onderscheiden van 'spreekwoorden', hetgeen uitdrukkingen zijn die in de omgangstaal zijn ingeburgerd en dikwijls een volkswijsheid van een groep mensen of een volk uitdrukken.
Verwijst naar de cultuur die is verbonden met de islamitische dynastie met deze naam die regeerde in gedeelten van Noord-Afrika en Spanje en die tussen 972 en 1152 actief kunst en architectuur begunstigde. Zirid-architectuur stond open voor invloeden van buiten: uit de ruïnes van het paleis van Ziri bij Ashir blijkt dat het paleis was gemodelleerd naar een vroeg Fatimid-paleis en de uitgebreide ruïnes van de paleizen van de Qal 'at bani hammad laten overeenkomsten zien met Fatimid-architectuur in Egypte en Normandische architectuur in Sicilië. Er zijn verschillende Zirid-gebouwen in Granada, waaronder een paleis (1052-6) op de locatie van het Alhambra, dat werd gebouwd door Yusuf ibn Naghrallah, de joodse vizier van de Zirid. De enige overblijfselen van dit prachtige paleis zijn twaalf witmarmeren leeuwen, die in de 14de eeuw zijn hergebruikt voor de centrale fontein in het Paleis van de Leeuwen. Zirid-begunstigers droegen ook bij aan de inrichting van religieuze gebouwen; in 980 gaf de Zirid-heerser Buluggin bijvoorbeeld een houten minbar aan de moskee van de Andalusiërs in Fez. Het belangrijkste voorbeeld van Zirid-houtwerk is de zwaar bewerkte maqsura die werd besteld door al-Mu'izz ibn Badis voor de congregationele moskee van Kairouan; een gebeeldhouwde inscriptie wordt omlijnd door een karakteristieke Zirid-verhoogde kraal. Boekmaken floreerde eveneens tijdens deze dynastie en de heerser zelf was de auteur van een belangrijke verhandeling over de kunst van het boek.
Een mineraal dat verschillende kleuren heeft en een algemeen bijkomstig mineraal is in kiezelhoudende stollingsgesteenten, kristallijne kalksteen, schisten en gneisen.
Wapenhelmen met een halfronde of puntige kroon, verschuifbare neusdekking of een vizier met tralies, en als lange halsbeschermer een enkele onbuigzame plaat of verscheidene overlappende platen, vergelijkbaar met de staart van een kreeft; ze werden gedragen door de Europese en Noord-Amerikaanse cavalerie aan het eind van de 16e en 17e eeuw.
Lange banken die in twee basistypen bestaan: een bank met armleuningen en een lage rug, en een bank met armleuningen, oren en een meestal massieve, hoge rugleuning. Gebruik 'box settles' voor een zittekist met een scharnierende zitting.
Wordt gebruikt voor verhoogde stoeltjes of banken die bedekt zijn met graszoden; veel voorkomend in middeleeuwse tuinen.
Wordt gebruikt voor de afbeelding van dieren en objecten die de twaalf tekens van de dierenriem symboliseren.
Het raadplegen van een bestand of een collectie op zoek naar artikelen die bepaalde onderwerpen, mensen of dingen beschrijven of afbeelden.
Documenten, al dan niet gepubliceerd, die een hoeveelheid verslagen binnen een documentatiecentrum of archief inventariseren of beschrijven, en gemakkelijker toegankelijk en begrijpelijk maken voor de gebruiker.
Een computerprogramma dat de inhoud van een database doorzoekt op basis van trefwoorden die de gebruiker invoert. In meer specifieke zin is een zoekmachine een programma dat een lijst met URL's uit het World Wide Web selecteert op basis van trefwoorden.
Middelgrote Europees-Aziatische loofboom. Alle delen van de boom, behalve de vrucht, zijn licht giftig. De vruchten worden gegeten door vogels en zoogdieren. Sommige breken ook de pitten open om het binnenste op te eten. Sommige dieren, zoals de kokermot, eten de bladeren. De boom scheidt gom uit via wonden in de schors en sluit ze op die manier af om insecten tegen te houden en schimmelinfecties te voorkomen.
Lange schaven, tussen de 46 en 52 centimeter lang, die worden gebruikt voor het glad maken van planken.
Instrumenten uit de 18de eeuw waarmee pseudostereoscopische beelden kunnen worden bekeken die soms 'vues d'optique' worden genoemd. Deze tafelkijkers bestaan uit een houten standaard ter ondersteuning van een scharnierende spiegel en lens, gebruikt om een plat op de tafel naast de standaard gelegde afbeelding te bekijken. Er wordt een perspectiefeffect geschapen door een combinatie van het beeldontwerp en de eigenschappen van spiegel en lens. Bewaard gebleven voorbeelden zijn elegante en hoogst gewilde mahoniehouten meubelstukken, bestemd voor de zitkamers van welgestelde families.
Wordt gebruikt voor afgesloten ruimten onder schuine daken, tussen het dak en het plafond van de bovenste verdieping, vooral in huizen. Ze kunnen zowel voor opslag als voor bewoning worden gebruikt. Voor open platforms in huizen, die zich dicht bij het plafond bevinden, of voor grote ruimten onder de daken van kantoren of pakhuizen wordt 'lofts' gebruikt.
Te gebruiken om werken te beschrijven van de gelijknamige Afrikaanse etnische groep die leeft in de Democratische Republiek Congo en Angola.
Meestal het warmste seizoen van het jaar, tussen lente en herfst.
Benaming die door Thomas Sheraton werd gebruikt voor een elegant ontwerp van twee lits jumeaux met een gemeenschappelijk baldakijn, waarbij een doorgang tussen de bedden zorgt dat de bedienden gemakkelijk toegang hebben.
Verwijst naar de stijl en beweging die na het uiteenvallen van de formisten werden opgericht door Leon Chwistek in de jaren twintig van de 19de eeuw en die zijn gebaseerd op de filosofische theorie in de schilderkunst waarbij elementen met een soortgelijke vorm en kleur in 'zones' worden gegroepeerd.
Diverse apparaten die worden gebruikt om zonnestraling te verzamelen en deze om te zetten in energie.
Bonnetten van stof of stro met een brede rand om het gezicht tegen de zon te beschermen, vaak met een ruche rond de voor- en zijkanten en soms een capeachtig uitsteeksel aan de achterkant ter bescherming van de nek.
Argandlampen zonder een apart reservoir en met branders die lage, koepelvormige deflectoren hebben met ronde openingen. De houder, soms de hele lamp, is van metaal gemaakt, meestal koper.
Over het algemeen een gestileerd zonmotief dat de zonnestralen toont die vanuit de zon schieten of die de zon omringen. Vooral in Amerika verwijst dit motief naar een lunet met geconventionaliseerde zonnestralen, zoals deze gewoonlijk worden aangetroffen op 18de-eeuws Amerikaans meubilair. In Britse heraldiek verwijst dit motief naar een embleem van zonnestralen die tevoorschijn komen vanachter een wolk; dit motief werd gebruikt als badge door de Engelse koningen Edward III en Richard II.
Terrassen om te zonnebaden.
Systemen die warmte en warm water leveren door stralingsenergie van de zon op te vangen en om te zetten.
Decoratieve friezen die zijn versierd met menselijke of dierlijke figuren.
Zuilen die een figuur of figuren van één of meerdere mensen of dieren ondersteunen.
Verwijst naar de Duitse Antiek Revival-stijl uit het eind van de 18de eeuw, in Duitsland bekend als de ‘pruikenstijl’.
Stoelen met een lage zitting, die ongeveer tussen de 32,5 en 37,5 cm hoog is, zonder armleuningen.
Zeer kleine poppetjes gemaakt van stof, been en hout waarbij restjes stof uit kledingateliers worden gebruikt. Kinderen en volwassenen vertellen hun problemen aan het poppetje, waarna het de problemen zou overnemen zodat de gebruiker rustig kan slapen. Zijn doorgaans uit Guatemala afkomstig, maar hebben hun oorsprong vermoedelijk in de Mayacultuur.
Te gebruiken als verwijzing naar een semi-zelfstandige vorm van huisvesting in een groep, gewoonlijk bestemd voor ouderen, waarbij is voorzien in enige gemeenschappelijke ruimte en een aantal ondersteunende diensten, zoals huishoudelijke hulp, vervoer en sociale activiteiten, maar niet in persoonlijke verzorging; (in de Verenigde Staten in zwang sedert de jaren ’60 van de 20ste eeuw).
Verwijst naar de oude pre-islamitische religie in Iran, gesticht door de Iranese profeet Zoroaster in de 6de eeuw v. Chr., met zowel monotheïstische als dualistische kernmerken die later het judaïsme, de islam en het christendom beïnvloedden. De religieuze samenleving is verdeeld in een structuur van drie klassen. De eerste bestaat uit leiders en priesters, de tweede uit strijders en de derde uit landbouwers en veefokkers. Elke klasse wordt vaak geassocieerd met goden of daiva's, hoewel Zoroaster elke godsverering afkeurde, behalve die van Ahura Mazda (de Wijze Heer). Het kenmerkende principe is het geloof dat het kwaad zijn oorsprong heeft in de prille fase van de schepping, toen de tweelingzoons van Ahura Mazda als gevolg van een bittere rivaliteit de vrijheid kregen om verschillende morele wegen te volgen. Spent Mainyu (de milde geest) koos het goede, Angra Mainyu (de vernietigende geest) het kwade.
Houders met een deksel, variërend van vorm en materiaal, waarin zout wordt bewaard; de term wordt vooral gebruikt voor zoutbakken die aan de muur hangen.
Vaten met een geperforeerde bovenkant voor het strooien van zout op voedsel. Worden gemaakt in een verscheidenheid van vormen en materialen en vormen vaak een paar met een peperbusje.
Een kleurloze of lichtgele bijtende, rokende vloeistof, HCl, die wordt gebruikt bij chemische en industriële processen.
Verwijst naar de culturen van het Zuid-Amerikaanse continent, dat wordt omgrensd door de Grote Oceaan, de Atlantische Oceaan, Midden-Amerika en Antarctica.
Verwijst naar een periode in de Chinese geschiedenis tussen 265 en 581 n. Chr. die zes dynastieën en in het zuiden en vijf in het noorden omvat.
Beschrijft werken die zijn vervaardigd door het gelijknamige Afrikaanse volk, dat in Democratische Republiek Congo leeft, in de regio's Salampasu, Lunda, Kanyok en Luba. In geografisch en cultureel opzicht te onderscheiden van de Noordelijke Kete.
Verwijst naar een Chinese dynastieke stijl en periode tussen 479 en 502. Deze dynastie, een van de opvolgers van de Jin-dynastie, wist haar machtspositie niet lang vast te houden. Keizer Gaodi (heerste van 479-483) bracht een grote verzameling kunstwerken bijeen. Een belangrijke kunstenaar uit deze periode was Xie He, die als portretschilder aan het hof van Nanjing werkte; hij was de invloedrijke schrijver van de oudste nog bestaande Chinese verhandeling over de theorie van de schilderkunst. In de grotten rond de Qixia-tempel op de berg She, 20 kilometer ten oosten van Nanjing, bevinden zich boeddhistische beeldhouwwerken uit de Zuidelijke Qi-periode.
Verwijst naar het werk van een school van kunstenaars onder leiding van de schilder Chi'i Pai-shih (1863-1957). De stijl kenmerkt zich door het gebruik van krachtige penseelstreken.
Verwijst naar een Chinese dynastieke stijl en periode tussen 1127 en 1279. Grondlegger van de dynastie was Gaozong (heerser van 1127-1162), zoon van de laatste keizer van de Noordelijke Song. De hoofdstad van de Zuidelijke Song was Nanjing, later Lin'an, en deze dynastie heerste over het gebied ten zuiden van de rivier de Huai. Buitenlandse invloeden werden gemeden en inspiratie werd veelal geput uit archaïsche tradities. Het landschapsschilderen bleef het belangrijkste schildersgenre, met kunstenaars als Ma Yuan en Xia Gui, die lokale, etherische en lieflijke landschappen afbeeldden, een wereld van verschil met de hoekige, ruige landschappen van de Noordelijke-Songschilders. Deze schilderschool, de zogeheten Ma-Xia-school, kwam voort uit de keizerlijke schildersacademie. De levendige, vlot geschilderde werken van de zenmonniken uit die perioden staan hiermee in scherp contrast. Nu de industriële ovens in het noorden niet meer beschikbaar waren, ontvingen de nieuwe productiecentra van keramiek in het zuiden opdrachten van het keizerlijk hof. In de nabijheid van het paleis werd speciaal (officieel) guan-aardewerk vervaardigd. In Longquan produceerde men celadon geglazuurd steengoed in expliciet archaïsche vormen. Een kleine fabriek in Jingdezhen die Qingbai-aardewerk produceerde, kende een uitbreiding in die periode en zou uiteindelijk uitgroeien tot het belangrijkste productiecentrum van keramiek in China. Jade en metaalwerk werden veelal in archaïsche vormen vervaardigd. De productie van wandtapijten uit fijne zijde, de zogeheten 'kesi', bereikte zijn hoogtepunt in de Zuidelijke Song. Kenmerken van de vergulde en beschilderde houten Boeddhabeelden waren sensuele lichamen, een mysterieuze lach en een levendige uitstraling.
Beschrijft werken die zijn vervaardigd door het gelijknamige Afrikaanse volk, dat in zuidelijk Afrika leeft.
Verwijst naar de culturen van de regio van Azië die is gesitueerd ten oosten van het Indiase subcontinent en ten zuiden van China, en die de oude, etnisch diverse culturen omvat van een continentaal vasteland en een reeks archipels ruim 11 kilometer ten oosten en zuiden van het vasteland. In het algemeen weerspiegelen de kunsten in de regio voornamelijk religieuze aspecten, met name de persoonlijkheid en het karakter van Boeddha en van de hindoegoden, en geschiedenis, met name verheerlijkte helden uit een nationaal en mythisch verleden. De Boeddha-voorstelling blijft het centrale motief in beeldhouwkundige en schilderkundige stijlen, terwijl andere, minder belangrijke of inheemse figuren uit boeddhistische, islamitische en hindoeïstische heilige geschriften soms worden weerspiegeld in muurschilderingen. Kunst in de regio wordt gekenmerkt door tribale geometrische en spiraalachtige patronen, Indiase bloemmotieven en dierenvoorstellingen die zijn gebaseerd op plaatselijke mythologieën. Een algemene voorliefde voor thema's die betrekking hebben op fantasie, menselijke en goddelijke schoonheid en feestelijke sensualiteit is prominent aanwezig in de kunst van deze regio.
Gesitueerd in de richting die zich precies tussen het zuiden en het oosten bevindt.
Gesitueerd in de richting die zich precies tussen het zuiden en het westen bevindt.
Flessen waaraan een rubber speen is bevestigd, waaruit een baby melk of een andere vloeistof zuigt.
Wordt gebruikt voor zuilen of clusters schachten die door schachtringen zijn omgeven, en veel voorkomen in de middeleeuwse architectuur.
Verwijst naar een gebouw, in het bijzonder een Oudgriekse of Romeinse tempel, met zuilen aan de voorkant maar niet aan de achterkant of zijkanten.
Stijl van bidkleden die, of ze nu wel of niet afkomstig zijn uit Lâdik, een motief hebben dat is afgeleid van een 16e-eeuws ontwerp van het Osmaanse hof. De stijl bestaat uit drie bogen van ongelijke hoogte die worden ondersteund door ranke zuilen met daarop een paneel zoals eerder beschreven. De meeste zuilenladiks zijn gevonden in Europa en een aantal is mogelijk in de 17e en 18e eeuw in de Balkan gemaakt. Een minder subtiel en meer recent type met krachtigere kleuren komt uit de nabijgelegen stad Konya.
Gebeeldhouwde menselijke figuren, geplaatst voor een zuil waarvan zij deel uitmaken. Zuilbeelden zijn uit hetzelfde blok gehouwen als de zuil. Gebruik termen als 'atlanten' of 'kariatiden' voor gebeeldhouwde menselijke figuren die zelf (steun)pilaren zijn.
Wordt gebruikt voor boerderijgebouwen, waar melkproducten worden gemaakt en bewaard, meestal onder leiding van de boerinnen. Te onderscheiden van 'zuivelfabrieken' door de afwezigheid van mechanisatie. Gebruik 'melkhuizen' voor bijkomstige gebouwen voor de landbouw die worden gebruikt voor de verwerking van melk, al of niet geautomatiseerd.
Verwijst naar werken die zijn vervaardigd door de gelijknamige Afrikaanse etnische groep, die in het noorden van Nigeria leeft, in de staat Bauchi.
Kleine kersenboom, inheems in een groot deel van Europa en Zuidwest-Azië, nauw verwant aan de wilde kers (P. avium) maar met een vrucht die zuurder is. Waarschijnlijk zijn gekweekte zure kersen geselecteerd uit wilde bomen die voorkwamen in de gebieden rond de Kaspische Zee en de Zwarte Zee. Ze waren populair in Perzië en in de vierde eeuw v.Chr. al bekend bij de oude Grieken. In de eerste eeuw n.Chr introduceerden de Romeinen ze in Groot-Brittannië. Daar werden ze vooral in de tijd van Hendrik VIII populair. In 1640 waren er 20 geregistreerde cultivars van de bomen. Engelse kolonisten die zich in Massachusetts vestigden namen de zure kers mee naar Amerika.
Middelgrote subtropische citrusboom die in het hele Middellandse Zeegebied wordt gekweekt. De sappige vrucht heeft een dikke oranje (roodgele) schil en is zuur in vergelijking met de zoete sinaasappel (C. sinensis). Uit veel variëteiten wint men etherische olie die men gebruikt in parfums of als smaakstof, plantaardig medicijn en eetlustremmer. De geraspte schil gebruikt men om marmelade de kenmerkende bitter smaak te geven. Het harde witte of lichtgele hout wordt gebruikt voor houtbewerking en op Cuba voor honkbalknuppels.
Schalmeien uit Macedonië en Zuid-Servië. Ze hebben in het algemeen zeven vingergaten en een cilindrische boring van boven en een conisch gedeelte aan de onderzijde.
Struik die inheems is in het midden en zuiden van Europa, Noordwest-Afrika en het westen van Azië. De zuurbes is ook geïntroduceerd in het noorden van Europa en Noord-Amerika. De zaden en bessen gebruikt men als voedsel. Andere delen van de plant zijn licht giftig en hebben medicinale eigenschappen.
Te gebruiken voor houders voor het serveren van tafelzuur bestaande uit één of soms twee glazen houders met een deksel in een zilver of verzilverd draagstel met handvat; vaak met bijpassende tang of vork die aan het draagstel hangt.
Vakmensen die zwaarden maken.
Voorvoegsel voor de beschrijving van een kleur die niet verzadigd is en een lage intensiteit heeft.
De fase waarin men een nog niet geboren kind in de baarmoeder draagt.
Hout van de boom behorende tot de soort Alnus glutinosa, inheems in Europa, op de Britse eilanden en in Afrika. Het is mat, licht roodachtig bruin van kleur en wordt gebruikt voor het maken van bezem- en borstelruggen, hoedvormen, speelgoed en klompen.
Grondig mengsel van salpeter, zwavel en houtskool, dat wordt gebruikt als springstof, ontstekingslading en voortstuwingsmiddel.
Stijf, taai hout van de soort Nyssa sylvatica, groeit van New Hampshire tot Texas in de Verenigde Staten. Het is moeilijk te splijten. Wit tot geelachtig van kleur, wordt gebruikt voor hamers, meubels, flessen, pallets, manden, dozen, fineer, vaten, en brandhout.
Foto's waarbij de afbeelding bestaat uit grijstinten, zwart en wit, en soms één kleur (die kan ontstaan door gebruik van chemische processen, inclusief tonering, of van ouderdom).
Elzensoort die voorkomt in Europa, op de Britse eilanden en in Afrika, en die in de Verenigde Staten wordt geteeld. Staat bekend als zwarte els vanwege de donkere schors en kegels.
Middelgrote loofboom die inheems is in Europa, Zuidwest- en Centraal-Azië en Noordwest-Afrika. Er zijn drie of vier ondersoorten bekend. De boom heeft ovale bladeren met een fijn getande rand. De stam is lang en de boom kan 35 meter hoog worden. Het hout gebruikt men voornamelijk voor lambrisering en andere doeleinden. Uit jonge bladeren kan men een gelige kleurstof extraheren. Wol wordt koperkleurig als men een bijtmiddel met chromium gebruikt en geelbruin met een bijtmiddel met aluin. Met het extract kan men geen katoen verven.
Lange bladverliezende walnootboomsoort die inheems is in het oosten en middenwesten van Noord-Amerika. De bomen produceren eetbare noten en sterk en duurzaam hout dat men gebruikt voor meubels en andere producten. Van de vliezen van de noten en de bladeren van de boom wordt een donkerbruine kleurstof gemaakt. Door de kern van de noot samen te persen kan men drogende olie winnen die wordt gebruikt voor schilderverf. Gemalen walnootschillen gebruikt men als vulstof in plastics. Waar het verspreidingsgebied van J. nigra dat van J. microcarpa (de Texaanse zwarte walnoot) overlapt, ontstaan er soms kruisingen met kenmerken tussen die van de twee soorten in.
Mooie boom met een brede kruin die langzaam groeit en 25 meter hoog kan worden. De boom is inheems in het gebied dat zich uitstrekt van Oost-Mexico en Midden-Amerika tot in Colombia. De zwarte zapote produceert eetbare vruchten die op tomaten lijken. Met verschillende delen van de boom maakt men medicijnen. De schors en bladeren worden vermalen en gebruikt voor cataplasma's tegen blaren. Het afkooksel van de bladeren gebruikt men als een adstringerend middel. Men neemt het ook in als koortswerend middel. Daarnaast maakt men met delen van de boom middelen tegen lepra, ringwormen en jeukende huidaandoeningen. Onrijpe zwarte vruchten zijn in hoge mate adstringerend, prikkelend, bijtend en bitter. Soms gebruikte men ze als vissengif. De zwarte zapote is niet verwant aan andere bomen die men ook ���zapote' noemt, zoals de mamey zapote (Sapotaceae) en de witte zapote (Rutaceae).
Verwijst naar de stijl in de Griekse vaasschilderkunst die zich ontwikkelde vanuit de geometrische en de oriëntaliserende stijl. Deze stijl ontstond in Korinthe circa 720 v. Chr., bloeide in Attica circa 600 v. Chr. en werd ook in Sparta (oostelijk Griekenland) en elders aangetroffen totdat hij geleidelijk werd verdrongen door de roodfigurige stijl in de late 6de eeuw v. Chr. De stijl kenmerkt zich door het gebruik van verfijnde slip, een bakproces in twee stappen en sintering om zwarte figuren in silhouet aan te brengen op een rode achtergrond. Details werden in de zwarte figuren ingekerfd of aangebracht met een purperen of witte kleurstof.
Een kleurloos gas dat voornamelijk wordt gebruikt als koelmiddel en conserveringsmiddel, in bleekmiddelen en voor het maken van andere chemicaliën; het is ook een bestanddeel van zure regen.
Werktuigen die vaak een onbuigzaam handvat hebben en een soepel zweepkoord of zweepkoorden gemaakt van touw of leer, die worden gebruikt voor disciplinaire handelingen tegen dieren en soms tegen mensen.
Speciale ruimten voor mensen om zich te reinigen of te verfrissen door middel van stoom.
Banden van absorberend materiaal die om het hoofd of de polsen worden gedragen om transpiratie op te nemen; ook een onderdeel van hoofddeksels.
Grote, stevige leren flappen aan de zijkant van het zadel die de rest van het zadel beschermen tegen het zweet van het paard en het de huid van het paard beschermen tegen knelling tussen de buikriemen en gespen.
Te gebruiken voor personen die zich door het water bewegen door het maken van bepaalde bewegingen. Gebruik 'baders' voor personen die zich met water wassen of ondergedompeld zijn.
Wordt gebruikt voor wielen die vastzitten in een wartel en aan meubels worden bevestigd om deze makkelijker te kunnen verplaatsen. Te onderscheiden van 'meubeldoppen' die zowel dienen om de poten aan meubels te beschermen als om meubels makkelijker te kunnen verplaatsen.
Het grootste type steenfragment volgens sedimentologische indeling. Een zwerfkei is een losgeraakte steenmassa die groter is dan een straatkei, met een diameter van meer dan 256 mm (10 in.).
Funderingen bestaande uit platte en versterkte betonnen platen of matten of versterkte betonnen bakken met wanden rondom de mat om een groter volume te creëren. Bedoeld om met de oppervlakte van de grond te kunnen meebewegen zonder dat dit structurele schade veroorzaakt. Ook gebruikt men ze wanneer de bodem zo zacht is dat zelfs heipalen de constructie niet kunnen dragen. In dat geval gebruikt men deze fundering omdat het gebouw daarmee als een soort boot wordt die voldoet aan de Wet van Archimedes, met een opwaartse kracht die gelijk is aan het gewicht van de verplaatste aarde.
Vloeren die de gehele afstand tussen twee eindstutten overspannen zonder daar tussenin nog gestut te worden.
Decoratieve patronen van gestileerde bloemen, gebladerte en perziken in blauw onderglazuur; voor het eerst geïntroduceerd in Meissen in 1739 en veel overgenomen door andere fabrikanten.
Wordt gebruikt voor bogen of van draagstenen voorziene tussenelementen die de binnenhoeken van een vierkante of veelhoekige structuur overspannen, en dienen om een ronde of veelhoekige bovenstructuur te ondersteunen.
Wordt of voor lange, smalle laagten in de aardkorst gebruikt - in het bijzonder langs kustlijnen - of voor smalle, vallei-achtige landkenmerken die ontstaan op de plek waar twee hellingen elkaar kruisen.
Leden van deze stam worden mogelijk nog bij andere stammen ondergebracht, naar aanleiding van onderzoek uit de jaren '90 dat tot verbeterd inzicht leidde in de relaties tussen schimmels die van oudsher bij de stammen Chytridiomycota en Zygomycota waren ingedeeld.